Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 26 avril 2012

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 26 april 2012

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.17 heures et présidée par M. André Flahaut.

De vergadering wordt geopend om 14.17 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Elio Di Rupo, Steven Vanackere

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Philippe Blanchart, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;

Charles Michel, devoirs de mandat / ambtsplicht;

Patrick Moriau, Dirk Van der Maelen, Conseil de l'Europe / Raad van Europa;

Eva Brems, Forum parlementaire européen / Europees Parlementair Forum;

François-Xavier de Donnea, AWEPA.

 

01 Ordre du jour

01 Agenda

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents de ce matin, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi la proposition de loi de MM. Raf Terwingen et Alain Mathot, Mme Carina Van Cauter, MM. Stefaan Van Hecke et Josy Arens, Mme Marie-Christine Marghem et MM. Dirk Van der Maelen, Georges Gilkinet, Carl Devlies et Jenne De Potter instaurant le principe "una via" dans le cadre de la poursuite des infractions à la législation fiscale et majorant les amendes pénales fiscales (n° s1973/1 à 6)

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van deze morgen, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het wetsvoorstel van de heren Raf Terwingen en Alain Mathot, mevrouw Carina Van Cauter, de heren Stefaan Van Hecke en Josy Arens, mevrouw Marie-Christine Marghem en de heren Dirk Van der Maelen, Georges Gilkinet, Carl Devlies en Jenne De Potter tot instelling van het "una via"-principe in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale penale boetes (nrs 1973/1 tot 6) in te schrijven.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Questions

Vragen

 

02 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de eerste minister over "het intergouvernementeel dispuut in verband met boetes voor touroperators" (nr. P0895)

02 Question de M. Roel Deseyn au premier ministre sur "le contentieux intergouvernemental sur la question des amendes infligées aux voyagistes" (n° P0895)

 

Je vous rappelle qu'il s'agit d'une question qui était inscrite à l'ordre du jour de la semaine dernière.

 

02.01  Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, j'attire l'attention du premier ministre sur le fait que c'est la cinquième fois que je lui pose une question et qu'il n'a pas le courage de répondre à cette question. Je souhaiterais que M. Di Rupo respecte ses engagements vis-à-vis de ce parlement et qu'il réponde aux questions de tous les parlementaires, peu importe s'il n'a pas le courage de me regarder en face pour répondre à une de mes questions.

 

Le président: Monsieur Louis, la décision a été prise de renvoyer votre question au ministre de la Justice.

 

02.02  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mijnheer de vice-eersteminister, misschien komt het door het slechte weer dat mensen nu reeds denken aan hun vakantie. Ook in de komende maanden zullen vele Belgen op vakantie willen gaan. Velen doen daarvoor een beroep op een touroperator. Het is gebruikelijk dat een touroperator vliegtuigen chartert die moeten kunnen vertrekken vanuit Zaventem, Brussel-Nationaal.

 

Het probleem in dit land is dat de nacht niet even lang duurt in Vlaanderen dan in Brussel. U weet het of u weet het niet, maar in Vlaanderen duurt de nacht officieel tot zes uur, terwijl hij in Brussel tot zeven uur duurt. Het wordt ingewikkeld als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een andere norm oplegt voor vliegtuiglawaai. De touroperatoren wordt door de luchthaven van Brussel-Nationaal, waarvoor wij federaal verantwoordelijk zijn, gevraagd om iets vroeger te vertrekken gezien de steeds drukker wordende ochtendspits. Als men voor zeven uur vertrekt, riskeert men te worden geconfronteerd met torenhoge boetes door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Natuurlijk kan men vanuit Brussel-Nationaal niet anders dan over Brussel vliegen.

 

Er is voor u als eerste minister van het federale België een speciale rol weggelegd om vanuit het coöperatief federalisme een oplossing te zoeken zodat de touroperatoren niet worden bedreigd in hun economische activiteit. Het is trouwens expliciet de wens van het Europees Hof dat Gewesten die normen opleggen dat niet mogen doen als dat fnuikend zou zijn voor de economische activiteit van Brussel-Nationaal.

 

Ik had deze vraag ook al voorgelegd aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, die verwees naar eventuele initiatieven van uwentwege. Door de vorige regering werd beloofd dat men niet tot de inning van de boetes zou overgaan. Is daarover een akkoord aangekondigd? De zaak dringt. De deurwaarders zullen vonnissen beginnen betekenen en er zijn schadeclaims ingediend voor honderdduizenden euro tegenover de touroperatoren. Dat creëert onzekerheid voor hen, maar ook voor de toeristen in de komende maanden. Graag kreeg ik een stand van zaken in het dossier en vernam ik hoe de federale regering dit dossier zal aanpakken en oplossen.

 

02.03 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, collega’s, om aan de bekommernissen en aan de vraag van de staatssecretaris voor Mobiliteit tegemoet te komen, heeft de regeringscommissaris bij Belgocontrol contact opgenomen met de Belgische Vereniging voor Touroperators.

 

De staatssecretaris heeft nog geen concrete vraag gekregen van de touroperators. Het enige wat ik u kan meedelen, is dat de regering de ontwikkeling van de luchtvaartsector steunt. Wij kunnen dat echter enkel doen binnen de bevoegdheden van elke bevoegde autoriteit, zowel federaal als gewestelijk.

 

Ik nodig u uit om ook een vraag te stellen aan de heer Wathelet. Dat is de enige manier om meer inlichtingen te krijgen.

 

02.04  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Belangrijk is dat er vooruitgang komt in dit dossier. Staatssecretaris Wathelet heeft reeds geantwoord. U bent verantwoordelijk voor de coördinatie van de intergouvernementele dialoog die dringend op gang moet worden getrokken, temeer omdat het Europees Hof in zijn arrest heel duidelijk stelt dat de gewestelijke normen geen exploitatiebeperkingen tot gevolg mogen hebben.

 

Wij moeten ook recht doen aan de belangen van de regio. Naargelang de windrichting kan men alternatieve routes voorstellen en kan men creatief zijn. Belangrijk hier is dat er vanuit een coöperatief-federale gedachte rechtszekerheid ontstaat.

 

De groenen hebben ons al veel verboden. Het zou jammer zijn mochten zij nu ook het reizen van de Belgen verbieden.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Question de Mme Christiane Vienne au premier ministre sur "le pacte de croissance" (n° P0896)

03 Vraag van mevrouw Christiane Vienne aan de eerste minister over "het groeipact" (nr. P0896)

 

03.01  Christiane Vienne (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, depuis des mois et pendant des mois, nous avons prêché dans le désert. Lorsque nous parlions de croissance, de politique de relance, d'emploi, d'autres voix criaient plus fort que nous en parlant d'austérité, de privatisation, de réduction des programmes sociaux.

 

Ce n'est pas à vous que je dois dire que, pour le groupe PS et les socialistes européens, les réponses à la crise ne pouvaient certainement pas passer par une austérité aveugle, que la rigueur nécessaire devait impérativement s'accompagner d'un pacte pour la croissance et l'emploi. Reconnaissons-le simplement!

 

C'est avec un certain plaisir que je note que Mario Draghi, président de la BCE, exprime publiquement ce que beaucoup de socialistes, mais aussi de grands économistes à l'échelon mondial affirmaient depuis longtemps maintenant, à savoir que c'est par le soutien à la croissance que nous pourrons nous en sortir et certainement pas en étranglant le pouvoir d'achat des citoyens.

 

Nous voilà donc enfin rejoints sur cette nécessité d'une relance économique européenne. Mais de quelle relance parlons-nous? Les conceptions s'affrontent, s'opposent. Monsieur le premier ministre, ne soyons pas dupes! Il ne suffit pas de prononcer les mots 'croissance' et 'relance' pour leur donner un contenu fort, un contenu ambitieux, un contenu adéquat.

 

La croissance, c'est donner de l'oxygène à l'économie réelle et à ses acteurs et non remettre en question le modèle social européen et nos standards sociaux, qui sont des stabilisateurs essentiels durant la crise. Il est temps maintenant d'agir pour une véritable Europe de la croissance et de l'emploi, qui garde toute leur place aux travailleurs.

 

Dès lors, monsieur le premier ministre, une question simple mais qui me semble capitale me vient à l'esprit. Quelle position notre pays défendra-t-il au sein des forums européens, afin d'avancer vers une Europe qui parie sur la croissance économique, les investissements, l'emploi, la valorisation de ses citoyens, la lutte contre les inégalités simultanément avec la prise de mesures garantissant la stabilité et l'intégrité financière de la zone euro et de notre Union?

 

03.02  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, chère collègue, la Belgique et plus généralement, comme vous le savez, l'Europe et singulièrement l'eurozone sont à la croisée des chemins. Nous faisons face à une croissance économique relativement faible – dans certains pays, elle est même plus que faible –, et nous devons respecter de nouvelles obligations européennes en matière d'assainissement des finances publiques, assainissement que le gouvernement entend bien réaliser.

 

On se trouve donc face à un double défi: soutenir la consommation intérieure, renforcer la compétitivité des entreprises et renforcer les investissements sur notre territoire tout en travaillant dans un cadre budgétaire limité. Répondre à ce double défi est pour nous fondamental si nous voulons préserver le modèle économique et social belge qui a fait ses preuves.

 

Dès le mois de mars, avec les différents ministres du gouvernement, nous nous sommes attelés à la problématique. Chacun réfléchit à des propositions de mesures positives et concrètes en vue d'une relance de la croissance. Comme je vous l'ai dit la semaine dernière, nous y travaillons d'arrache-pied.

 

Il y a quelques heures, lors du colloque de l'European Business Summit, j'ai fait savoir que je suis un fervent supporter du lancement du même type de processus au niveau européen.

 

Je me réjouis donc de voir cette nécessité de relance faire de plus en plus l'objet d'un consensus au niveau européen, en ce compris au sein de certaines institutions européennes, même si les méthodes pour y parvenir doivent encore faire l'objet de discussions.

 

Il nous faut maintenant, avec des ressources plus rares, donner du souffle à notre économie et trouver de nouveaux leviers d'action pour investir dans la croissance et soutenir les citoyens.

 

À cet égard, l'Europe doit garder le cap de la stratégie de croissance durable et intelligente, c'est-à-dire la stratégie UE 2020 pour la formation, l'amélioration de la qualité de l'enseignement, la cohésion sociale, la créativité et l'innovation.

 

Pour maintenir ce cap, il faut optimiser nos moyens et trouver de nouvelles ressources financières. Comme indiqué dans l'accord de gouvernement, je pense entre autres à une véritable taxe sur les transactions financières. C'est d'ailleurs ce que proposent le Parlement européen et la Commission. Les revenus pourraient être utilisés pour la relance et pour investir dans la formation, la recherche, l'innovation et dans les jeunes entreprises.

 

Ce n'est qu'ensemble, États membres, institutions européennes, monde économique et financier et monde syndical que nous parviendrons à remettre la Belgique et l'Europe sur le chemin de la croissance. Nous devons être optimistes. C'est difficile, mais nous pourrons nous en sortir en faisant preuve de créativité et d'imagination au sein de l'État fédéral, de chacune des Régions et au niveau européen.

 

03.03  Christiane Vienne (PS): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse et pour l'encouragement qu'elle représente.

 

Nous avons eu le courage de nous engager dans des réformes difficiles pour nous astreindre à une certaine rigueur afin d'assainir les finances publiques. Pour nous la rigueur n'est pas une finalité en soi, loin s'en faut. La rigueur est un moyen et l'objectif, c'est la relance! Lorsque nous regardons autour de nous à quoi mènent les politiques actuelles, force est de constater qu'elles étranglent les peuples et qu'elles ne relancent pas l'économie. C'est la raison pour laquelle nous martelons ce message, particulièrement à l'attention du couple franco-allemand.

 

Je terminerai en citant le Financial Times: "Time to say 'basta' to the nonsense of austerity".

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Questions jointes de

- M. Georges Dallemagne au premier ministre sur "la nomination des hauts fonctionnaires" (n° P0897)

- M. Georges Gilkinet au premier ministre sur "la nomination des hauts fonctionnaires" (n° P0898)

- M. Denis Ducarme au secrétaire d'État à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "le déséquilibre linguistique dans la fonction publique" (n° P0917)

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Georges Dallemagne aan de eerste minister over "de benoeming van de topambtenaren" (nr. P0897)

- de heer Georges Gilkinet aan de eerste minister over "de benoeming van de topambtenaren" (nr. P0898)

- de heer Denis Ducarme aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "het taalonevenwicht in het openbaar ambt" (nr. P0917)

 

Le président: J'ai dû réorienter la question de M. Ducarme vers le premier ministre car elle portait exactement sur le même objet, à savoir les déséquilibres linguistiques dans la Fonction publique.

 

04.01  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, La Libre Belgique revient ce matin sur la "saga" des nominations de très hauts fonctionnaires. En effet, depuis des mois voire plus, de très hauts dirigeants de services publics fédéraux, d'entreprises publiques, des représentants dans des parastataux ne sont pas nommés. Une des raisons serait un désaccord sur la nomination du patron de l'Office national des Pensions.

 

Combien de top managers sont-ils concernés par cette absence de nominations? Comment et quand auront lieu ces trains de nominations? À quel moment les ouvertures de poste seront-elles effectuées pour les postes vacants aujourd'hui?

 

De fait, la conséquence de cette situation est double: d'une part, certains services tournent actuellement au ralenti, parfois par manque de stratégie globale en raison de l'absence d'un patron au sommet du service; d'autre part, le déséquilibre linguistique s'est creusé au niveau fédéral.

 

Comment répondrez-vous à cet important défi pour notre État fédéral?

 

04.02  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je suis inquiet quant à la capacité de votre gouvernement à décider, à prendre de bonnes décisions.

 

Un des exemples de cette incapacité, au-delà de la non-réponse sur les trajectoires budgétaires à négocier avec l'Europe, c'est la nomination de quelques dizaines de hauts fonctionnaires. Le blocage le plus évident – et blocage rime avec marchandage –, c'est la nomination d'un administrateur général à l'Office national des Pensions.

 

Cette institution est malmenée par ailleurs par d'autres réformes alors qu'elle a besoin de toutes ses forces pour travailler dans le cadre difficile de l'accord gouvernemental.

 

Monsieur le premier ministre, trois questions simples.

 

Qu'est-ce qui bloque?

 

Que comptez-vous faire et quand pour débloquer la situation?

 

Enfin, l'Office national des Pensions est-il réellement la pièce qui pose problème? Est-il vrai que le ministre des Pensions refuse de nommer la personne sélectionnée? Quel critère sera-t-il utilisé: la compétence ou la bonne carte politique? En quoi votre gouvernement sera-t-il différent en la matière de ceux de vos prédécesseurs?

 

04.03  Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je vous remercie d'avoir remis de l'ordre et de nous avoir permis de faire remonter cette question là où elle devait être, à savoir auprès du premier ministre.

 

Monsieur le premier ministre, le Mouvement Réformateur n'est pas inquiet. Nous sommes juste très fortement interpellés par l'article paru dans La Libre Belgique et par le fait que nous ayons voulu, à vos côtés, que ce gouvernement soit celui de la pacification communautaire. Nous estimons que celle-ci doit se faire au-delà de la réforme de l'État et de BHV et aussi dans une forme d'équité pour ce qui concerne un certain nombre de places à occuper dans la fonction publique par les francophones et les néerlandophones.

 

Nous avons évoqué la question du déséquilibre linguistique au niveau de la Défense. Nous devons cependant constater, au vu de l'article paru ce matin dans La Libre Belgique qui rappelle ce que le GERFA indique déjà depuis plusieurs mois, que la Défense n'est pas la seule touchée par ce déséquilibre. Il semble que la loi n'est pas respectée, plus précisément l'article 43ter de la loi sur l'emploi des langues. Dès lors, monsieur le premier ministre, nous vous demandons de bien vouloir faire respecter la loi. Comment comptez-vous vous y prendre pour que l'équité prévue par la loi soit tout à fait rencontrée?

 

En ce qui concerne la nomination de M. D'Hondt à la tête de l'administration des Finances, celui-ci avait été désigné faisant fonction, voici plusieurs mois. Il aurait été nommé sans que cette nomination ne passe devant le Conseil des ministres, comme le veut la règle. Là aussi, nous voudrions vous voir confirmer ou infirmer cet élément et vous demander de voir cette règle pleinement respectée.

 

04.04  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, je constate que vous avez une véritable autorité: vous réussissez à obtenir le silence, je vous en remercie.

 

Chers collègues, d'abord je voudrais rassurer ceux d'entre vous qui m'ont interrogé. Le critère principal est la compétence; c'est une évidence. D'ailleurs, pouvons-nous imaginer des top managers qui ne soient pas compétents? Pas moi, en tout cas. Nous n'avons pas à nous en plaindre. D'ailleurs, aucun d'entre eux n'a fait l'objet d'une procédure particulière. Et ce gouvernement entend bien nommer des femmes et des hommes compétents dans le respect des procédures – y compris, le cas échéant, la décision du gouvernement.

 

Ensuite, il va sans dire que les lois doivent être respectées, en particulier celle que M. Ducarme a évoquée.

 

Par ailleurs, comme j'ai déjà eu l'occasion de l'indiquer, pendant les dix-huit mois de gouvernement en affaires courantes, il a été impossible de procéder à plusieurs désignations. Il en existe deux sortes. D'une part, les nominations des top managers des services publics fédéraux et des institutions publiques de sécurité sociale. Ces personnes sont sélectionnées par le Selor, et le gouvernement désigne les lauréats. D'autre part, pour l'Office national des Pensions, la procédure de sélection est finalisée. Le comité de gestion qui rassemble les représentants des travailleurs et des employeurs a refusé à l'unanimité de recommencer l'audition des derniers candidats.

 

Dans le respect des règles et des procédures, je ne doute pas que les initiatives qui s'indiquent seront prises dans un délai raisonnable.

 

De cette future désignation du gouvernement dépend l'ouverture de l'appel à candidature pour une autre fonction. En effet, le candidat sélectionné pour l'Office des Pensions est le même que celui qui est sélectionné pour la présidence du SPF Économie.

 

En ce qui concerne le SPF Mobilité, le secrétaire d'État est en train de préparer le lancement de la procédure de sélection du président du comité de direction.

 

Pour la Chancellerie, une réflexion est en cours sur le statut du président de ce service public fédéral.

 

Enfin, il y a aussi des désignations d'une série de commissaires de gouvernement et de membres des conseils d'administration des institutions publiques. Là aussi, le travail est en cours et le gouvernement, chaque fois que c'est possible, avance. Le gouvernement cherche d'une manière permanente des candidats et des candidates compétents.

 

Il est vrai que les procédures sont parfois relativement longues et je comprends dès lors l'impatience et les interrogations de nos collègues.

 

04.05  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour ces informations et ces bonnes nouvelles sur les procédures qui vont être entamées.

 

Je compte sur vous. Il y va de la qualité et de l'efficacité de l'action publique, des services aux concitoyens. Il est important que toutes les administrations publiques soient au meilleur de leurs performances.

 

Je ne prendrai qu'un seul exemple. On a beaucoup critiqué la secrétaire d'État à la Politique de migration et d'asile, Mme Maggie De Block, mais on ne sait pas que son comité de direction de Fedasil ne compte qu'une seule personne sur les quatre qui devraient en principe être nommées. On voit à quel point cela peut avoir un impact en termes d'efficacité de l'État. Il en va de même dans toutes sortes de domaines: sécurité sociale, énergie, contrôle aérien, coopération internationale.

 

Je compte donc vraiment sur vous, je le répète, pour aller de l'avant dans ce domaine!

 

04.06  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, je vous remercie. J'étais inquiet et je vous avoue que je ne suis pas totalement rassuré. Cela fait plus de six mois que le candidat à la tête l'ONP a été sélectionné. Vous nous apprenez que le comité de gestion ne souhaite pas recommencer des auditions. Quelle est la position du ministre des Pensions qui bloque ce dossier depuis des mois? Au sein de votre gouvernement, va-t-on s'accorder sur ce choix qui semble évident? C'est une question de crédibilité et d'efficacité des services publics en ces temps troublés, notamment en matière de pensions, à cause des décisions que vous avez prises, mais aussi dans d'autres secteurs. Nous avons besoin de pilotes tant au sein du gouvernement que dans le bras armé qu'est l'administration.

 

Je vous réinterrogerai pour savoir dans quel délai le candidat choisi entrera en fonction puisque vous ne m'avez pas confirmé que le ministre des Pensions, M. Van Quickenborne, levait ses réticences à nommer un nouvel administrateur à l'ONP malgré l'avis de son comité de gestion.

 

04.07  Denis Ducarme (MR): Monsieur le premier ministre, M. Dallemagne parlait de bonne nouvelle, je dirais que vous nous avez au moins donné des nouvelles. Pour le reste, nous allons attendre et veiller à ce que la loi soit respectée en termes d'équilibre entre les francophones et les néerlandophones à la tête de nos administrations. C'est la loi et, sans vous mettre aucune pression, nous vous demandons de veiller à la faire respecter rapidement.

 

Vous n'avez pas répondu au sujet de la nomination du patron de l'administration des Finances, à savoir si la règle avait été respectée ou pas, si ce dernier qui faisait fonction aurait été nommé sans que cette nomination passe devant le gouvernement, comme la règle le veut. J'aurais aimé que vous puissiez nous confirmer que la règle a été respectée. Je n'en suis pas sûr et, aujourd'hui, le Parlement n'en est pas sûr.

 

Il faut vraiment veiller à ce que l'équité entre les deux communautés soit respectée.

 

En effet, si ce gouvernement doit être celui de la pacification communautaire, nous avons le devoir de ne laisser aucun doute s'installer à ce sujet.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van de heer Jenne De Potter aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de 'megadatabank' van de fiscus" (nr. P0899)

05 Question de M. Jenne De Potter au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la super banque de données de l'administration fiscale" (n° P0899)

 

05.01  Jenne De Potter (CD&V): Mijnheer de minister, wij vernemen via een aantal kanalen dat u van de privacycommissie groen licht zou hebben gekregen voor de megadatabank bij de FOD Financiën. In die databank zou zich alle fiscale informatie over de Belgische belastingplichtigen bevinden.

 

Eigenlijk is het vooral de bedoeling de bestaande grendels en tussenschotten tussen de verschillende diensten van Financiën weg te werken om aldus ervoor te zorgen dat informatie die ergens al beschikbaar is, ook door andere diensten kan worden gebruikt, zij het dat daaraan natuurlijk strikte voorwaarden moeten worden verbonden.

 

Het achterliggende doel is om door de betere gegevensuitwisseling gerichter en doeltreffender naar fiscale fraude te kunnen speuren, maar ook om de dienstverlening aan de burger te verbeteren. Vandaag moeten bedrijven en particulieren gegevens nog altijd verscheidene malen doorgeven, hoewel de overheid daarover al beschikt.

 

Door de combinatie van gegevens bij Financiën, alsook bij externe overheidsdiensten, moeten belastingcontroleurs via datamining beter, gerichter, sneller en doeltreffender screenings en controles kunnen uitvoeren, wat wij alleen maar toejuichen.

 

Er zijn echter een aantal vragen. Het gaat hier om een initiatief waarvan al verscheidene jaren sprake is. Het betreft ook een van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie betreffende fiscale fraude. Vandaag zien wij echter nog altijd geen resultaten op het terrein, precies wegens het mogelijke gevaar voor inbreuken op de privacy.

 

Ook vandaag vrezen sommigen voor inbreuken op de privacy en voor het feit dat big brother om de hoek zou kunnen loeren, wat volgens mij een foutieve beeldvorming is. Het is echter van belang dat die beeldvorming correct en op een goede manier wordt gecounterd.

 

Mijnheer de minister, op welke manier zal, ten eerste, de privacy worden gewaarborgd? Wie krijgt toegang tot welke gegevens en voor welke doeleinden?

 

Ten tweede, welke timing hebt u voor ogen om, enerzijds, het wettelijk kader hier in het Parlement te laten goedkeuren, maar ook om, anderzijds, het systeem in de praktijk te implementeren? Ik heb immers begrepen dat nog een aantal ICT-maatregelen en andere maatregelen nodig zijn.

 

05.02 Minister Steven Vanackere: Mijnheer de voorzitter, ooit werd Confucius gevraagd wat moest worden gedaan om een land opnieuw gelukkig te maken. Hij antwoordde dat aan de woorden hun waarde moest worden teruggegeven.

 

Hier heeft men het over de “super banque de données” of “megadatabank”, maar dat woord past niet bij wat hier vandaag aan de hand is. Het is namelijk een grote doorbraak in de uitwisseling van gegevens.

 

Mijnheer De Potter, u hebt het goed verwoord. Het gaat erom de databanken waarover de overheid vandaag reeds beschikt, beter op elkaar af te stemmen, zodat gegevens kunnen worden uitgewisseld.

 

Wij hebben daarvoor inderdaad groen licht gekregen van de privacycommissie. De tekst ter zake ligt momenteel ter advies bij de Raad van State. Hij zal binnen afzienbare tijd aan het Parlement worden voorgelegd voor bespreking.

 

Het ontwerp regelt dus de gegevensuitwisseling tussen de diensten van de FOD Financiën, maar ook met andere overheidsinstellingen. Het wegwerken van de tussenschotten met het oog op datawarehousing is vandaag reeds gerealiseerd, aangezien de basisdatabank vandaag al gebruikt wordt bij de risicoanalyse bij de FOD Financiën.

 

Ik bevestig u dat niet iedereen toegang zal hebben tot het datawarehouse. In het ontwerp is die toegang onderworpen aan strikte regels. Alleen wie op grond van zijn functie een machtiging heeft, zal aan de informatie kunnen komen. Men zal daarbij een persoonlijke login toebedeeld krijgen, zodat men ook precies weet wie welke consultatie heeft verricht. Wanneer men bepaalde handelingen wil verrichten, zal dat in veel gevallen gebeuren door het bepalen van een doelgroep met gecodeerde gegevens, waardoor de privacy van de belastingplichtigen wordt gegarandeerd. Pas als blijkt dat er bepaalde problemen naar voren komen, gebeurt er een decodering. De decodering en codering worden toevertrouwd aan een speciale dienst, die losstaat van zowel de ICT-diensten als de controlediensten, die de eindgebruikers zijn van de gegevens.

 

Een beter datawarehouse beoogt niet alleen een betere controle, maar ook een betere dienstverlening, omdat wij de belastingplichtigen uiteraard minder vaak zullen moeten lastigvallen met vragen naar informatie waarover wij reeds beschikken. Bovendien maakt die verbetering het mogelijk om bepaalde categorieën van belastingplichtigen te informeren over wettige belastingvoordelen waarop zij aanspraak maken.

 

Ik durf u te verzekeren dat de administratie wel degelijk bekommerd is om het respect voor de privacy. Ik ben ervan overtuigd dat het groen licht van de privacycommissie op zich al een garantie vormt dat de nodige voorzorgen werden genomen.

 

Wat de timing betreft, wil ik het Parlement natuurlijk zeggen dat hoe sneller het ontwerp wordt besproken, hoe sneller wij het datawarehouse zullen kunnen operationaliseren. Het bestaat reeds, maar het moet nog meer geoperationaliseerd worden door er meer diensten bij te betrekken.

 

05.03  Jenne De Potter (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begrijp dat er heel wat waarborgen worden ingebouwd om te vermijden dat de privacy mogelijk in het gedrang zou kunnen komen. Dat is toch van groot belang.

 

Ik zou er ook op willen aandringen om het wetgevend kader zo snel mogelijk af te werken en over te gaan tot de implementatie op het terrein van het datawarehouse. Als wij de strijd tegen de fraude ernstig nemen, lijkt een betere gegevensuitwisseling bij de FOD Financiën mij absoluut noodzakelijk. Iedereen is al jaren vragende partij voor een efficiëntere fiscus en een betere dienstverlening. Ik ben ervan overtuigd dat de maatregel daartoe zal bijdragen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- de heer Jean Marie Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de herkapitalisering van de restbank van Dexia" (nr. P0900)

- de heer Bruno Tuybens aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de herkapitalisering van de restbank van Dexia" (nr. P0901)

- mevrouw Meyrem Almaci aan de eerste minister over "de herkapitalisering van de restbank van Dexia" (nr. P0902)

- mevrouw Gwendolyn Rutten aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de herkapitalisering van de restbank van Dexia" (nr. P0903)

- de heer Jan Jambon aan de eerste minister over "de herkapitalisering van de restbank van Dexia" (nr. P0904)

06 Questions jointes de

- M. Jean Marie Dedecker au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la recapitalisation de la banque résiduelle Dexia" (n° P0900)

- M. Bruno Tuybens au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la recapitalisation de la banque résiduelle Dexia" (n° P0901)

- Mme Meyrem Almaci au premier ministre sur "la recapitalisation de la banque résiduelle Dexia" (n° P0902)

- Mme Gwendolyn Rutten au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la recapitalisation de la banque résiduelle Dexia" (n° P0903)

- M. Jan Jambon au premier ministre sur "la recapitalisation de la banque résiduelle Dexia" (n° P0904)

 

06.01  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, wanneer zal die carrousel van leugens rond Dexia eindelijk stoppen? Vorige week heb ik op deze plaats aan de eerste minister de vraag gesteld hoe het zit met Dexia en de waarborgregeling. Er was geen vuiltje aan de lucht. Zes dagen later, gisteren, zegt de gouverneur van de Nationale Bank in de bijzondere bankencommissie dat er dringend een kapitaalverhoging nodig is voor Dexia omdat we anders in grote problemen komen. Dexia heeft een portefeuille van 400 miljard euro beleggingen waarvan 100 miljard euro ongedekt. Wij staan daarbij voor 54 miljard euro borg. We hebben al 10 miljard euro uit onze zak gehaald. Elke week komt er iets nieuws, komt er een nieuw feit uit de bus.

 

Ik zal heel concreet mijn vragen stellen. Mijnheer de minister, komt er een kapitaalverhoging of niet? Als die er komt, wordt het dan volgens een 60-40-verhouding met de Fransen, zoals dat nu het geval is, of gaat u daarover onderhandelen? Zult u dat eigenlijk wel kunnen doen? Het gevaar van een kapitaalverhoging door de Staat – uw eigen groepen ARCO en de Gemeentelijke Holding hebben immers geen cent meer in kas en niemand moet die aandelen hebben – is dat de belastingbetaler ervoor moet opdraaien. Als de belastingbetaler daarvoor opdraait en men doet een kapitaalverhoging, dan nemen wij de volledige schuld van Dexia over en verhoogt onze staatsschuld met de schuld van Dexia.

 

Ik ga nog een paar concrete vragen stellen, want ik lees ook een en ander in de krant, en niet alleen wat ik zelf gezegd heb; er zijn hier anderen die meer boter op het hoofd hebben. Klopt het dat door de Franse nationale bank al 14 miljard euro langs de ELA-lijnen gegeven is aan Dexia Crédit Local? Wat de LTRO’s betreft, de Long-Term Refinancing Operations, heeft de bank toegang tot deze lijnen?

 

Ik heb nog een laatste vraag. Mijnheer de minister, ik heb hier vorige week naar de waarborgregeling gevraagd. Zullen we die eindelijk krijgen, zullen we nu eindelijk eens weten wat daarin staat zodat we hier niet iedere week voor een of andere verrassing komen te staan?

 

Ik wacht op een antwoord.

 

06.02  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik zou toch eerst willen zeggen dat mijn fractie het verfoeilijk vindt dat gegevens uit een vergadering met gesloten deuren in deze Kamer op een zodanige wijze in het openbaar worden gebracht. Diegenen die verantwoordelijk zijn voor het lekken van informatie uit een vergadering met gesloten deuren hebben het niet goed voor met de parlementaire opdracht en de rol van elk lid van de Kamer inzake de controlebevoegdheid. Ze denken louter op korte termijn. De schade op middellange en lange termijn is groter dan de winst op korte termijn als er uit een vergadering met gesloten deuren wordt gelekt. Ik hoop dat iedereen het daarmee eens is.

 

Mijnheer de minister, de sp.a maakt zich evenwel ongerust over het feit dat de overheid zou moeten deelnemen aan een kapitaalverhoging.

 

Ik heb dus alleen factuele vragen voor u. Wat is de situatie? Hoe groot is de nood aan een herkapitalisering? Kan Dexia de gunstige langetermijnherfinancieringsmethode van de Europese Centrale Bank, de LTRO’s, waarvan reeds is gesproken, hanteren? Dat is een systeem waarbij men driejaarsleningen tegen 1 % rente kan gebruiken als herfinancieringsbron. Heeft gouverneur Coene u daarvan ook op de hoogte gebracht? Hebt u de regering geconsulteerd? Was u op voorhand op de hoogte van de verklaringen die de heer Coene in de commissie heeft gedaan?

 

06.03  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, een half jaar geleden zaten onze vorige premier Yves Leterme en onze toenmalige minister van Financiën, Didier Reynders, op de plaats waar u nu zit. Zij hadden voor een tweede maal Dexia gered. Op dat moment beweerden zij bij hoog en bij laag dat die operatie ons land geld zou opbrengen.

 

Die woorden klinken vandaag bijzonder bitter. Misschien heeft men zich toen oprecht serieus vergist, maar het lijkt er steeds meer op dat men ons toen zand in de ogen heeft gestrooid, dat men de realiteit heeft vertekend en ons heeft voorgelogen over de risico’s die dit land liep en loopt. Onze vorige regering heeft de toekomst van ons land gehypothekeerd door haar mismanagement van het dossier-Dexia. De omvang daarvan wordt elke dag duidelijker.

 

Wij staan met onze rug tegen de muur en met het mes op de keel. Wij staan voor het gros van de problemen borg, terwijl die problemen vooral in Frankrijk zitten. Vandaag heeft Luc Coene bevestigd dat wellicht een nieuwe oefening nodig zal zijn en dat er in de komende tientallen jaren opnieuw geld van de belastingbetaler, dat nog niet eens is verdiend, in die bodemloze put gestort zal moeten worden.

 

Mijnheer de minister, gaat u akkoord met de analyse van de heer Coene? Is een kapitaalinjectie de enige weg? Is er nog een andere oplossing? Zal ons land, indien het meestapt in de herkapitalisering, zich opnieuw door Frankrijk laten rollen?

 

Wat zal het effect zijn van dit alles op onze begroting?

 

Is hetgeen gisteren werd gezegd en vandaag in de pers staat misschien de reden waarom de regering hoegenaamd geen relanceplan klaar heeft? Is daarom de factuur voor de bevolking telkens zo hoog en zo zwaar?

 

Zal de regering eindelijk een tandje bijsteken op het vlak van de hervorming van de sector, van het aanpakken van het casinokapitalisme, van de problemen en bonussen bij de restbank, van de CEO die heel het systeem heeft doen ontploffen?

 

Ik zou heel graag voor één keer dezelfde reactiesnelheid willen zien bij dat soort van problemen, bij het aanpakken van de bankentaks en de scheiding van de bankactiviteiten, als de snelheid waarmee wij die sector steeds te hulp hebben moeten snellen.

 

06.04  Gwendolyn Rutten (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, hier staan wij weer, zou ik bijna zeggen. Hier staan wij weer in deze bijna neverending story over de Dexia Holding. Helaas is het geen story maar bittere realiteit. Het is bittere realiteit in een vreselijk dossier, dat er ligt en dus ook moet opgelost worden.

 

Wat hebben wij daarbij niet nodig? Wij hebben daarbij geen paniek nodig. Wij hebben daarbij ook geen struisvogelgedrag nodig en we hebben daarbij ook geen onzekerheid nodig.

 

Wat kunnen wij wel gebruiken in een dossier zoals dit? Vertrouwen, duidelijkheid en een aanpak waaruit blijkt dat wij leren uit de fouten van het verleden. Mijnheer de minister, wij hebben duidelijkheid nodig, bijvoorbeeld over het feit dat niet alleen de Belgische belastingbetaler hiervoor zal opdraaien. Dit is een Europees dossier, gelinkt aan de Europese crisis, met verschillende landen, en dit dossier moet dus ook door verschillende landen onderhandeld worden. Het zou goed zijn om daarover duidelijkheid te krijgen.

 

Het volgende is het belangrijkste en ik heb hierover een oproep en een vraag. Niet als sluitstuk, maar als begin van elke oefening hebben wij leiding nodig bij Dexia Holding, competentie en leiding. Daarom wil ik u de vraag stellen of het niet hoog tijd is om een nieuwe CEO, een nieuwe voorzitter van de raad van bestuur en een nieuwe raad van bestuur tout court aan te duiden, die competent zijn om deze oefening, deze realiteit, tot een goed einde te brengen zodat deze neverending story een verhaal wordt met een einde, in het belang van onze belastingbetaler.

 

06.05  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega Rutten, ik vrees dat het niet de laatste keer is dat wij hier zullen staan. Dat is het probleem.

 

Collega’s, ik wil mij eerst en vooral aansluiten bij het begin van het betoog van de heer Tuybens. Ik heb de houding van de heer Coene gisteren bijzonder gewaardeerd. Mijnheer De Croo, u kunt dit bevestigen. Hij heeft zich heel open opgesteld, zoals het hoort in een parlementaire democratie, achter gesloten deuren.

 

Ik denk dat wij, als parlementairen, gisteren onze eigen ruiten hebben ingegooid. Ik kan het de heer Coene niet kwalijk nemen wanneer hij in de toekomst meer voorzichtigheid aan de dag zal leggen. Het is een schande voor degene die hiervoor de verantwoordelijkheid draagt. Ik wilde dat even kwijt. Het is heel spijtig.

 

Collega’s, dit neemt natuurlijk niet weg dat een grondig debat nodig is met kennis van zaken en met kennis van de omvang van het dossier. Er is namelijk geen goede kant meer aan het dossier. Er moet een kapitaalverhoging komen. Als wij dat niet doen, zal onze waarborgregeling spelen. Dat is duidelijk. Dan komen wij in de problemen met tientallen miljarden. Als wij het wel doen, dan zullen de staten moeten optreden. Het gevolg is dat wij alle schulden van de groep op onze schouders zullen nemen. Dat wordt natuurlijk ook een miljardenfactuur.

 

Wat zijn de andere uitwegen? Ik denk dat ze smal en onvoorspelbaar zijn.

 

Er wordt geschermd met een Europese constructie. Ik wil wel, maar waarom zouden de Europese partners dat doen?

 

Wij moeten eigenlijk met de Fransen heronderhandelen om het evenwicht te herstellen. Welke argumenten hebben wij echter om de Fransen over de brug te krijgen? Collega’s, de kapitaalverhoging zou eigenlijk van de Fransen moeten komen. Dat zou billijk zijn. België heeft destijds gezorgd voor de deposito’s, terwijl Frankrijk heeft gezorgd voor de risicovolle kredieten en de situatie waarin wij nu verzeild zijn geraakt.

 

Mijnheer de minister, wat wordt het? Welke handelingen zult u stellen?

 

06.06 Minister Steven Vanackere: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, in het leven is het dikwijls zo dat wie iets moet doen, er soms niet goed over kan spreken. En wie iets niet hoeft te doen, spreekt er graag over.

 

Het Parlement en de uitvoerende macht zijn samen aan het nadenken over een onderwerp dat inderdaad absoluut niet mag worden onderschat.

 

De zorgvuldigheid in de formulering van wat wij zeggen, draagt al dan niet bij tot een gunstige oplossing.

 

Wanneer ik de heer Dedecker, bijvoorbeeld, hoor zeggen dat de premier hier vorige week verklaard zou hebben dat er geen vuiltje aan de lucht is, dan weten alvast alle leden van de plenaire vergadering dat de premier vorige week niet gezegd heeft dat er geen vuiltje aan de lucht is.

 

Wanneer diezelfde heer Dedecker zegt dat de gouverneur van de Nationale Bank gisteren in besloten vergadering heeft verklaard dat er dringend een kapitaalverhoging nodig is, dan kunnen wij niet beoordelen of de waarachtigheid van dat citaat even twijfelachtig is als die van het eerste citaat. Ik was immers niet aanwezig op die besloten vergadering. De Parlementsleden die zich daarover hebben uitgelaten, zoals de heren Tuybens en Jambon, hebben al afdoende gesproken over wat wettelijk en deontologisch wenselijk is in termen van de terbeschikkingstelling van informatie uit besloten vergaderingen.

 

Ik stel datgene in vraag wat de heer Dedecker de samenvatting noemt van wat de heer Coene heeft gezegd. Ik druk mij dan ook uit in de voorwaardelijke zin.

 

Over de grond van de zaak zeg ik het volgende. Ten aanzien van de kapitaalpositie van Dexia Holding is het allerminst nieuws dat het monsterverlies van 2011 een impact heeft op Dexia Holding. Er dienen uitwegen gevonden te worden en daarbij komen verschillende mogelijkheden aan bod.

 

Alvast op het niveau van de eventualiteit van een kapitaalverhoging moet vastgesteld worden dat er voor een minister van Financiën twee omstandigheden zijn waarin hij met zoiets geconfronteerd zou kunnen worden en waarbij de vraag aan hem gesteld zou worden. Een eerste omstandigheid doet zich voor wanneer de toezichthouder officieel zou melden — niet par presse interposée, niet van horen zeggen — dat hij meent dat er een kapitaalverhoging nodig is. Ik bevestig hier dat ik daarvan geen melding heb gekregen, noch van de heer Coene, noch van iemand anders. Dat is een eerste mogelijke context.

 

De tweede context, die ik zelf nog relevanter vind, is de bespreking met de Europese Commissie in samenspraak met een aantal andere landen van Europa, op zoek naar een duurzame, betrouwbare oplossing voor dat probleem. Van de minister van Financiën mag u niet verwachten dat hij vandaag de ene of de andere uitweg privilegieert door ze te benoemen, te bestempelen als meer dan waarschijnlijk of zelfs als iets wat wenselijk is.

 

Ik kan u alleen maar zeggen dat het onderwerp van een kapitaalverhoging ook in de dialoog met de Europese Commissie, waarmee de besprekingen naar aanleiding van het herstructureringsplan van Dexia Holding nog maar net begonnen zijn, niet aan bod is gekomen. Heb ik daarmee gezegd dat het nooit aan bod zal komen? Dat zou onzorgvuldig van mijn kant zijn.

 

Ik vind dit onderwerp te belangrijk om het te bespreken naar aanleiding van alweer een krantenbericht met alweer een aantal feitelijke onjuistheden. In het artikel staat bijvoorbeeld dat Dexia Holding geen toegang heeft tot het langetermijnherstructureringskrediet dat de ECB heeft gemaakt, de LTRO’s. Dat is een feitelijke fout. Ik reken erop dat het in de krant van morgen met even veel aplomb wordt rechtgezet. Als dat niet gebeurt, dan moeten politici leren stoppen met te citeren uit foute krantenartikels. Mevrouw Rutten heeft gelijk: de enige manier om de publieke opinie vertrouwen te geven, is door ervoor te zorgen dat wij niet achter al dan niet half foute berichten blijven aanlopen en elkaar daarover niet telkens ondervragen.

 

Ik heb u gezegd wat op dit ogenblik officieel op mijn bank ligt. Ik neem dit onderwerp zeer ernstig. U hoort mij noch de eerste minister zeggen dat er geen vuiltje aan de lucht is, maar met karikaturen komen wij ook nergens, mijnheer Dedecker.

 

06.07  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik daag u uit. Mijnheer Tuybens, mijnheer Jambon, de grootste schreeuwers, ik daag u uit om de zaak te onderzoeken. Ik kan nu al zeggen wie gelekt heeft. Om 18 u 30 kreeg ik telefoon. De journalist van Belga, die daarboven zit, vroeg mij het volgende: “Mijnheer Dedecker, is het waar wat uw collega’s zeggen als antwoord op de vraag of er een kapitaalverhoging komt?” Ik heb gezegd: ja.

 

Twee uur later zat ik in een debat met drie partijvoorzitters die er alles aan deden om het potje gedekt te houden. Als u wilt weten wie gelekt heeft, bel dan naar De Standaard of naar iemand anders. Onderzoek het, mijnheer de voorzitter. Ik sta hier alleen. Zo is het gemakkelijk. De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet, mijnheer Jambon. Zoek uit wie gebeld heeft en wie de inlichtingen heeft gegeven.

 

Mijnheer Vanackere, nu moet u goed luisteren. Ik zal u zeggen waarom dit onderhoud zo belangrijk is. Men schiet altijd op de boodschapper.

 

Weet u waarom de mensen dit moeten weten? Omdat die carrousel van oplichting al drie jaar bezig is. Dit is politiek in de coulissen, waarbij de grote partijen hier zitten om voor alle betrokkenen het potje gedekt te houden. Honderd keer werd er gelogen in die zaak. Men was mis. Moet ik weer de gouverneur citeren, dat men ook beter een bad bank had georganiseerd? Dat werd gisteren gezegd. Moet ik nog andere dingen zeggen, over Europa? Of zegt u dan weer dat ik uit de biecht klap? Hoeveel keer hebt u ons hier al bedrogen? In het ARCO-dossier bent u in de coulissen voor uw zuil bezig geweest. Wanneer hebben wij moeten ontdekken dat er ook nog winstbewijzen waren?

 

Vorige week heeft de minister hier klaar en duidelijk gezegd dat er inzake die waarborgen geen enkel probleem was. U kunt misschien de notulen van vorige week nalezen, mijnheer de minister, in plaats van mij te pakken op een heel klein detail. Ik vind dat ontzettend klein. U ligt aan de basis hiervan; de heer Reynders ligt aan de basis van dit debacle. Nu schieten op de boodschapper omdat het gemakkelijk is, vind ik zielig. U zou beter de waarheid zeggen. Er hangt ons een claim boven het hoofd van 54 miljard euro. Als u nog een kapitaalverhoging moet doen, kan er nog 135 miljard euro bijkomen. Dat is de realiteit waarop de bevolking recht heeft. Als volksvertegenwoordiger zal ik dat blijven zeggen, mijnheer de minister.

 

Le président: La Conférence des présidents a quand même décidé, ce matin, d'examiner ce qui s'était réellement passé hier. Nous y reviendrons donc à l'issue de cet examen.

 

06.08  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer Dedecker, noch ikzelf, noch de heer Jambon, noch de minister heeft uw naam genoemd. Wij kunnen er niet aan doen dat u zich aangesproken voelt.

 

Over de grond van de zaak moeten wij zeer duidelijk zijn. Ik ben het eens met mevrouw Rutten. Er moet vertrouwen komen. De ongerustheid moet weg. Die ongerustheid haalt men echter alleen maar weg door transparant te zijn.

 

Ik heb er begrip voor dat de minister tijdens de beursuren – daarin speelt ook de wettelijkheid – moeilijk kan spreken.

 

Mijnheer de minister, er is ook tijd tussen 17 u 40 en 9 u 00 ’s morgens – wij zitten hier meestal nog rond 18 u 00 – om die duidelijkheid te geven, om dat vertrouwen op te krikken. Het is heel belangrijk om die transparantie te kunnen krijgen.

 

Het klopt, er is een monsterverlies in 2011. Ondertussen zijn wij in 2012 en zijn er de staatsobligaties, onder meer van de Spaanse en de Italiaanse overheid, die ervoor zorgen dat de situatie niet verbetert.

 

Onduidelijkheid voedt de ongerustheid. Die ongerustheid is er. De onduidelijkheid moet worden weggewerkt. Wij vragen aan de regering om buiten de beursuren duidelijkheid te scheppen. Als u gehinderd bent geweest om iets te zeggen op dit ogenblik, hopen wij dat wij dat na de beursuren wel kunnen horen.

 

06.09  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik hoor u graag spreken over zorgvuldigheid en transparantie.

 

Ik heb de heren Reynders en Leterme een half jaar geleden met veel verve verklaringen in dit Parlement horen afleggen, die dag na dag als karikaturaal worden ontmaskerd. Wij moesten er maanden achteraan gaan om te zien hoe de waarheid in elkaar zat en wij hebben er nog altijd geen zicht op.

 

Wij hollen achter de feiten aan, omdat er een karikatuur is gecreëerd door degenen die deze wanstaltige deal – daarover is iedereen het eens – hebben gesloten.

 

Die verantwoordelijkheid is verpletterend. Zij hebben de toekomst van dit land gehypothekeerd. Daarover is iedereen het vandaag eens. De cijfers spreken boekdelen.

 

Het potje gedekt houden is iets anders, want er is dat monsterverlies, er zijn de jaarverslagen en er zijn de experts. Het boek van de heer Ardaen, nota bene afkomstig uit de christelijke zuil, spreekt daar boekdelen over. Dat de kapitaalinjectie er zal moeten komen, is niet iets wat ik beweer. Het zijn de woorden van de experts zelf.

 

De vraag is hoe wij daarmee moeten omgaan.

 

Mijnheer de minister, de komende drie maanden zullen cruciaal zijn. Uw onderhandelingen met Europa zullen cruciaal zijn voor de manier waarop de Dexia-erfenis er voor de toekomst van dit land zal uitzien.

 

Mevrouw Rutten, er zal inderdaad een nieuwe raad van bestuur moeten komen, wat wij zes maanden geleden ook al hebben gevraagd. Wij vroegen de wijziging van de raad van bestuur al direct na de redding.

 

De hypocrisie zijn de burgers beu. Vandaag zijn sommigen – de liberalen op kop – meer begaan met de kredietwaardigheid van de banken dan met die van de burgers in dit land.

 

06.10  Gwendolyn Rutten (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, één zaak is zeker: hoe langer de verwarring blijft bestaan, hoe groter de onduidelijkheid is. Hoe meer hier door iedereen aan paniekzaaierij wordt gedaan, hoe groter de puinhoop zal zijn. Het voorgaande is een zekerheid. Daarom moet een evenwicht worden gevonden tussen vertrouwen, enerzijds, en duidelijkheid, anderzijds.

 

Mijnheer de minister, u zoekt het evenwicht gelukkig niet alleen op de kap van de Belgische belastingbetaler. U handelt in een Europese context.

 

Wat u wel alleen kunt doen en wat de Belgische regering wel in handen heeft, is de raad van bestuur, het management, de leiding en de CEO. Laat de aanstelling van de leden ditmaal geen sluitstuk van een operatie zijn, waarmee, nadat een herstructureringsplan is onderhandeld en alles in kannen en kruiken is, op het einde van de rit nog een aantal personen worden aangeduid die het plan moeten uitvoeren.

 

Neen, er is voor de afhandeling van een dergelijke restbank leiding nodig en er zijn competente mensen nodig, die mee aan tafel gaan zitten om deze puinhoop op te ruimen.

 

Dat is vandaag onze vraag en dat is ook mijn oproep namens onze fractie.

 

06.11  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, mijnheer Dedecker, u hoeft zich niet aangevallen te voelen. Met de informatie die ik op dit moment bezit, meen ik bijna te kunnen aantonen dat u het niet was die de gegevens uit de commissie heeft gelekt. Dat wil ik eerst en vooral heel duidelijk benadrukken.

 

Ten tweede, mijnheer de minister, om te regeren zijn er twee modellen.

 

Het eerste model is “gouverner, c’est prévoir”. Het andere model is het model van Dehaene, “wij lossen de problemen pas op als zij zich stellen”.

 

Ik betreur dat u voor het tweede model hebt gekozen. Ik zal u uitleggen waarom. U zegt dat u van de heer Coene niets hebt gehoord over een kapitaalverhoging. U zegt dat Europa u niets verteld heeft over een kapitaalverhoging. Maak de rekensom. Kijk wat het verlies is van de Dexia Groep. Kijk wat de kapitaalpositie is en maak de rekening. Wij zitten op een haar van het alarmpeil. U kunt dan wel zeggen dat de heer Coene of Europa het u nog niet zijn komen vertellen, maar ik vraag u om te handelen, want u weet dat wij in gevaar zijn.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Questions jointes de

- M. Rachid Madrane au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "les relations avec Israël après l'interdiction d'embarquer des pacifistes" (n° P0905)

- Mme Juliette Boulet au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "les relations avec Israël après l'interdiction d'embarquer des pacifistes" (n° P0918)

07 Samengevoegde vragen van

- de heer Rachid Madrane aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de betrekkingen met Israël na de weigering om pacifisten aan boord van een vliegtuig te laten gaan" (nr. P0905)

- mevrouw Juliette Boulet aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de betrekkingen met Israël na de weigering om pacifisten aan boord van een vliegtuig te laten gaan" (nr. P0918)

 

07.01  Rachid Madrane (PS): Monsieur le président, mes chers collègues, le dimanche 15 avril, une délégation belge "Bienvenue en Palestine" – composée d'une soixantaine de personnes – comptait s'y rendre pour participer à l'inauguration d'une école internationale à Bethléem. Selon les membres de cette plate-forme, les réservations ont été annulées par différentes compagnies aériennes sur ordre de l'État d'Israël. Il semble que, comme dans d'autres pays européens, ces sociétés auraient reçu des autorités israéliennes une liste qui contenait les noms visés par l'interdiction du territoire – en bref, la liste des personae non gratae. L'année dernière, des représentants de cette même délégation avaient tenté de se rendre en Israël et en avaient été refoulés.

 

Au-delà de cette mission annulée, qui interpelle tous ceux qui souhaitent que chacun puisse voyager librement, on peut quand même s'interroger sur la position de notre pays et de l'Union européenne vis-à-vis du problème proche-oriental – et du conflit israélo-palestinien en particulier.

 

Je voudrais rappeler l'attitude courageuse de notre pays au sein du Conseil des droits de l'homme de l'ONU, qui a été le seul – avec l'Autriche – à voter en faveur de la mise sur pied d'une mission d'enquête sur la colonisation en Cisjordanie et à Jérusalem. Pour information, les autres pays de l'Union s'étaient "courageusement" abstenus…

 

Monsieur le ministre, comment expliquer ce qui s'est passé à l'aéroport de Bruxelles? Pourquoi ce refoulement a-t-il eu lieu sur le sol belge? Quelle réflexion cela vous inspire-t-il? Si l'on pousse le raisonnement plus loin, cet incident va rendre impossible toute mission humanitaire des ONG en Israël.

 

Les États membres de l'Union européenne ont-ils apporté une réponse concertée aux autorités israéliennes au sujet de cette mission humanitaire?

 

Enfin, plus généralement, comment notre pays et l'Union européenne se positionnent-ils actuellement face au contentieux israélo-palestinien? Est-il possible que les négociations de paix reprennent? Et comment expliquez-vous l'abstention des autres États membres européens au Conseil des droits de l'homme de l'ONU en mars dernier?

 

07.02  Juliette Boulet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, il y a deux semaines, de nombreux citoyens ont désiré prendre l'avion à destination de Tel Aviv afin de participer à l'action "Bienvenue en Palestine" et notamment à l'inauguration d'une école internationale à Bethléem. Le choix de passer par Tel Aviv plutôt que par la Jordanie avait été posé en raison d'une plus grande facilité d'accès aux territoires occupés.

 

Malheureusement, ils n'ont pas pu quitter le territoire belge. Ils y ont été empêchés par la police mais aussi et surtout par des refus formulés par des compagnies aériennes, qui avaient reçu une liste noire de noms de personnes qui ne pouvaient accéder au territoire israélien.

 

Je trouve que cette attitude de la part de représentants de l'État d'Israël est scandaleuse et doit être dénoncée.

 

Dans un courrier rédigé par le premier ministre israélien aux militants pacifistes, celui-ci se targue d'être la seule démocratie du Moyen-Orient. Je pense qu'il oublie malheureusement de dire qu'il est un État qui en occupe un autre, qu'il le colonise impunément et méprise totalement le droit international, au point de provoquer un esclandre au Conseil des droits de l'homme, de le quitter et de réprimander notre représentant qui avait pris une position courageuse.

 

Monsieur le ministre, depuis quand les frontières d'Israël commencent-elles à l'aéroport de Bruxelles-National? Comment peut-on tolérer une telle attitude illégale de la part de cet État?

 

Quelle a été votre attitude? Quelle a été celle de votre ministère avant, pendant et après cette ingérence de l'État d'Israël à Bruxelles?

 

De nombreux courriers nous sont arrivés depuis dimanche dénonçant par ailleurs une intervention de la part de vos services auprès des participants, leur déconseillant de prendre part à la mission, et auprès des compagnies aériennes leur enjoignant d'appliquer les demandes d'Israël. Qu'en est-il?

 

La Belgique – vos services, ceux de l'Intérieur ou vous-même – a-t-elle participé à l'identification des personnes blacklistées et à l'élaboration de ladite liste de personae non gratae en Israël? Existe-t-il d'autres listes de ce genre sur notre territoire?

 

Quel a été votre rôle dans cet incident?

 

Ne serait-il pas utile de convoquer l'ambassadeur d'Israël afin de lui faire part de notre mécontentement face à cette attitude?

 

07.03  Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, chers collègues, tout d'abord, après avoir entendu Mme Boulet, je lui confirme que le gouvernement belge et le département des Affaires étrangères en particulier n'ont pas été contactés par le gouvernement israélien en la matière. Envoyez-moi les courriers erronés que vous recevez et je vous donnerai les précisions nécessaires!

 

En droit international – puisque vous utilisez de grands mots – il appartient à chaque gouvernement, de manière discrétionnaire, d'autoriser ou non l'accès à son territoire. L'État d'Israël peut refuser, de sa propre initiative, des voyageurs à l'aéroport de Tel Aviv. Dans le cas qui nous occupe, Israël a informé des compagnies aériennes de son intention de refuser l'accès à son territoire d'un certain nombre de voyageurs internationaux, parmi lesquels effectivement, monsieur Madrane, un Belge, membre de l'initiative "Bienvenue en Palestine".

 

La compagnie Brussels Airlines, comme d'autres compagnies dans d'autres pays, a, conformément à la réglementation européenne en matière de trafic aérien, refusé aux passagers de monter à bord. Si Brussels Airlines n'avait pas agi de la sorte, la compagnie aurait dû directement assurer, à ses frais, le voyage de retour de ces passagers vers la Belgique. Le gouvernement belge, je le répète, n'a pas été impliqué dans cette affaire et les Affaires étrangères n'ont pas été approchées par le gouvernement israélien.

 

En ce qui concerne la protection consulaire, depuis janvier de cette année, mon cabinet et l'administration des Affaires étrangères sont, bien entendu, en contact avec certains membres du groupe "Bienvenue en Palestine" par rapport à leur voyage prévu à Bethléem. Nous avons toujours mis ces personnes en garde vis-à-vis du risque qui pouvait survenir à l'aéroport de Tel Aviv si leur accès au territoire israélien leur était refusé. Nous avons ajouté que l'ambassade belge en Israël se tiendrait évidemment prête à les aider en cas d'arrestation à Tel Aviv.

 

Eu égard au dialogue avec Israël, je remercie M. Madrane d'avoir fait référence à la position que nous avons adoptée au Conseil des droits de l'homme récemment. Par rapport à ce type de dossier, nous faisons toujours valoir le principe de liberté de circulation des voyageurs. Nous le rappelons régulièrement à l'État d'Israël comme à d'autres États. Mais, je le répète, seul l'État d'Israël peut décider de l'accès à son territoire.

Plus généralement, pour ce qui concerne le dialogue au Moyen-Orient, nous avons la même position que celle adoptée par l'ensemble de l'Union européenne, à savoir tenter de favoriser le dialogue.

 

Je terminerai en disant que nous privilégions toujours la solution de deux États. C'est d'ailleurs la raison pour laquelle nous avons adopté cette attitude au Conseil des droits de l'homme des Nations unies. Mais vous admettrez avec moi que le dialogue n'est pas simple à organiser en ce qui concerne le conflit du Moyen-Orient. Néanmoins, nous poursuivrons dans cette voie.

 

Pour ce qui concerne l'abstention d'un certain nombre d'États européens, je n'ai pas reçu d'information particulière en la matière. Je puis vous dire que dans les concertations préalables au vote, une majorité des États européens étaient favorables au vote que nous avons exprimé.

 

Comme vous le savez, seuls huit États européens siègent au Conseil des droits de l'homme pendant cette session. Tous les États européens ne sont pas représentés. Sur les 27 États, une majorité était favorable au vote positif que nous avons exprimé. Seuls deux des huit membres du Conseil des droits de l'homme, côté européen, ont voté en ce sens. Madame Boulet, n'hésitez pas à me faire parvenir les courriers truffés d'erreurs que l'on vous envoie. Je vous les rectifierai très volontiers.

 

07.04  Rachid Madrane (PS): Je remercie le ministre des Affaires étrangères pour sa réponse et je le remercie d'avoir précisé à nouveau la position de la Belgique au sujet du conflit israélo-palestinien.

 

Cela dit, étant donné qu'il n'y a pas d'aéroport en Palestine, toute mission humanitaire risque de devenir impossible. Je vous demande donc d'être attentif à la question. En effet, nombreux sont ceux qui soutiennent ce genre de mission. Il faut que la Belgique continue à rendre cela possible.

 

07.05  Juliette Boulet (Ecolo-Groen): Je remercie le ministre pour sa réponse détaillée.

 

Le problème, c'est que ce type d'incident hypothèque la volonté de certains citoyens belges ou d'ailleurs, tous pacifistes, de mener des missions dont le but est d'aller à la rencontre des Palestiniens qui sont dans une situation difficile.

 

Monsieur le ministre, une bonne initiative serait de permettre que le consulat, par exemple, puisse entrer plus rapidement en communication avec ces militants et les aider en amont en prenant des contacts avec le gouvernement israélien. En effet, pour se rendre dans les territoires occupés, il est plus simple de passer par Israël que par la Jordanie.

 

Il serait donc utile de vous entretenir avec votre homologue israélien ou avec l'ambassadeur d'Israël car l'attitude des services israéliens à l'occasion de cette mission est, à mon sens, inacceptable et doit être condamnée.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van mevrouw Barbara Pas aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "het incident met de Marokkaanse premier naar aanleiding van het bezoek van minister Turtelboom" (nr. P0906)

08 Question de Mme Barbara Pas au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "l'incident avec le premier ministre marocain à l'occasion de la visite de la ministre Mme Turtelboom" (n° P0906)

 

08.01  Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, op 11 april 2012 was u met minister Turtelboom op officieel bezoek in de Marokkaanse hoofdstad Rabat. U had een officiële ontmoeting met de nieuwe premier Benkiran. Uit de berichten van de afgelopen dagen blijkt dat mevrouw Turtelboom zich de moeite had kunnen besparen om naar Rabat te reizen. Blijkbaar weigerde de islamitische premier Benkiran om met een vrouw te praten. Hij richtte zich enkel tot u, zelfs voor de dossiers die mevrouw Turtelboom had voorbereid. Alsof dat nog niet denigrerend genoeg was, kwam er, als we de kranten mogen geloven, nog de misplaatste opmerking bij dat u onderling zo perfect Frans sprak dat het helemaal niet nodig was om een tolk, zijnde mevrouw Turtelboom, mee te brengen.

 

De boodschap van die orthodoxe moslim was niet mis te verstaan: ik praat niet met een vrouw.

 

Na de meeting zou mevrouw Turtelboom terecht furieus hebben gereageerd. Zij was liever met slaande deuren vertrokken, ware het niet dat onze dappere Belgen schrik hadden voor een diplomatieke rel.

 

Wat doet u, mijnheer de minister? Laat u dat passeren? Raadt u in het vervolg uw vrouwelijke collega’s aan thuis te blijven of raadt u hun aan een hoofddoek te dragen als u nog eens moslimlanden bezoekt?

 

Zult u gepast reageren door een reactie of door op zijn minst excuses te vragen aan premier Benkiran voor dat schofferende, vrouwonvriendelijke gedrag?

 

08.02 Minister Didier Reynders: Ik organiseerde een bezoek aan Marokko. Mevrouw Turtelboom vroeg mij om samen enkele ontmoetingen te organiseren. Om concreet te zijn, mevrouw Turtelboom en ik hadden contact met de eerste minister en met een minister belast met het beleid ten aanzien van Marokkanen in het buitenland. Ik voerde ook gesprekken met mijn collega van Buitenlandse Betrekkingen en met de minister van Energie. Mevrouw Turtelboom heeft alleen contact gehad met haar collega van Justitie en met andere ministers in de Marokkaanse regering.

 

Mijn aanwezigheid was niet vereist bij het onderhoud met de minister van Justitie en andere ministers.

 

Was het voor mevrouw Turtelboom nuttig om naar Marokko te gaan? Het was zeker en vast nuttig voor een betere samenwerking op het vlak van justitie, inzonderheid met betrekking tot eventuele transfers van gedetineerden van België naar Marokko.

 

Wat het respect voor de mensenrechten en de rechten van de vrouw betreft, vaak start ik onderhandelingen met opmerkingen over de mensenrechten en het statuut van de vrouw. Dat heb ik ook gedaan tijdens mijn onderhoud met de eerste minister van Marokko. Zo heb ik gevraagd naar de huidige toestand in Marokko. Het was een zeer grondige en open bespreking. België en Marokko zitten niet steeds op dezelfde lijn wat die problematiek betreft.

 

Alleszins blijft het nuttig om bij contacten met Arabische landen steeds de vragen te herhalen of een scheiding tussen religie en staat in de grondwet kan worden opgenomen, of de mensenrechten kunnen worden gevrijwaard en of een gelijke behandeling van vrouwen en kinderen mogelijk is.

 

Een dergelijke discussie is niet altijd gemakkelijk, noch in Marokko, noch in andere landen. Zo gaat dat nu eenmaal tijdens internationale contacten. We zitten niet altijd op dezelfde lijn. Hoe dan ook was de bespreking met de Marokkaanse premier grondig en open.

 

Ik herhaal dat het heel nuttig was voor minister Turtelboom om naar Marokko te gaan. Zij heeft direct contact gehad met de collega van Justitie in verband met de mogelijkheid om Marokkaanse gedetineerden in België over te brengen naar Marokko.

 

08.03  Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, ik onthoud uit uw antwoord het volgende.

 

Ten eerste was het nuttig voor mevrouw Turtelboom om naar Marokko te gaan. Dat is zeker toe te juichen, maar dat heeft niets te maken met de manier waarop zij daar door de premier is behandeld.

 

Ten tweede zou u met de premier een open gesprek hebben gevoerd over de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Dat was inderdaad een van de dossiers die mevrouw Turtelboom had voorbereid en graag zelf met hem had besproken.

 

U geeft geen antwoord op de vraag of er een incident is geweest. Het kabinet bevestigt dat nochtans. Het is duidelijk dat rond de pot wordt gedraaid.

 

Het is erg om vast te stellen dat de regering de mond vol heeft van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen en gelijke rechten. Gisteren nog riep men alle vrouwen op om op te komen voor hun rechten.

 

Zodra daarvoor echter een moslimvriendje terechtgewezen moet worden, is dat allemaal blijkbaar niet zo belangrijk meer. Mevrouw Turtelboom mag in Marokko rond de pot draaien en u draait rond de pot door het allemaal onder de diplomatieke mat te vegen.

 

Mijnheer de minister, u hebt niet op die vraag geantwoord. Zo’n denigrerend, vrouwonvriendelijk gedrag kan niet door de beugel. De enige juiste en gepaste reactie die u had kunnen geven, was op zijn minst een duidelijk bericht aan de islamitische premier dat in onze westerse maatschappij een dergelijke ongelijke behandeling van man en vrouw niet getolereerd wordt en dat minstens excuses op hun plaats waren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "de uitgavenkloof tussen Vlaanderen en Wallonië in de ziekteverzekering" (nr. P0907)

09 Question de Mme Rita De Bont à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "l'écart abyssal des dépenses entre la Flandre et la Wallonie dans le secteur de l'assurance maladie" (n° P0907)

 

09.01  Rita De Bont (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, iedereen moet besparen en spijtig genoeg geldt dit ook voor de gezondheidszorg, maar de ene moet blijkbaar toch een beetje meer besparen dan de andere. Ik heb het hier over de uitgavenkloof tussen Vlaanderen en Wallonië in de uitgaven van de ziekteverzekering.

 

In mei van vorig jaar pakte het RIZIV nog uit met een rapport over deze verschillen in de uitgaven en het stelde dat in de periode 2006-2009 deze verschillen in de uitgaven, die transfers van Vlaanderen naar Wallonië, grotendeels verdwenen zijn. Uit nieuwe gegevens die het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds deze week aan de man bracht, blijkt dat dit helemaal niet juist is. Die gegevens waren gebaseerd op cijfers van de Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen. In Wallonië werd in 2011 nog steeds 110 euro per hoofd van de bevolking meer uitgegeven aan gezondheidszorg dan in Vlaanderen. In het totaal maakt dat veel uit.

 

Mevrouw de minister, kunt u deze cijfers bevestigen?

 

Hebt u hiervoor enige verklaring? Zou het kunnen dat Vlaanderen een beter preventief beleid voert, doeltreffender controleert of gewilliger ingaat op besparingsinitiatieven, zoals het aanhouden van een globaal dossier of het wijzigen van het voorschrijfgedrag? Dat zijn slechts een aantal mogelijke oorzaken die aan de basis hiervan kunnen liggen.

 

In elk geval zou ik graag van u vernemen wat u wilt ondernemen om deze kloof te dichten. Wat gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat de Gemeenschappen, meer bepaald Vlaanderen, ook de vruchten kunnen plukken van hun beter preventief beleid en van hun kostenbesparende inspanningen?

 

09.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw De Bont, de cijfers die het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds hanteert, slaan al bij al op 5 % van de Belgische bevolking. Bovendien zijn ze gebaseerd op brutogegevens. En dus zijn ze absoluut niet relevant.

 

De wetenschap erkent immers dat men die gegevens moet wegen door rekening te houden met criteria zoals de leeftijd of de economische toestand. Als men die weging doet, zijn er geen wezenlijke verschillen met de rapporten van het RIZIV.

 

09.03  Rita De Bont (VB): Mevrouw de minister, u zegt dat. Ik heb mijn twijfels daarover. Ik zou dan ook heel graag een antwoord krijgen op mijn schriftelijke vraag, waarin ik de cijfers van de andere landsbonden vraag, want die maken hun cijfers niet bekend.

 

Ik dring erop aan dat u die cijfers aan hen vraagt, dat u de cijfers bestudeert en dat u er de nodige lessen uit trekt. Een van die lessen kan zijn dat u nooit een efficiënt gezondheidsbeleid zult kunnen voeren als de preventieve en curatieve gezondheidszorg niet op hetzelfde niveau bedreven worden en als de Gemeenschappen niet verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor hun eigen ziekte- en invaliditeitsverzekering.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de M. Christophe Bastin au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "le plan d'investissement du Groupe SNCB" (n° P0908)

10 Vraag van de heer Christophe Bastin aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "het investeringsplan van de NMBS-Groep" (nr. P0908)

 

Le président: La vice-première ministre, Mme Onkelinx, va répondre à cette question pour son collègue en charge des Entreprises publiques, M. Magnette.

 

10.01  Christophe Bastin (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, votre collègue, le ministre Magnette, a interrogé les trois CEO du groupe SNCB afin de connaître les résultats des divers arbitrages concernant le futur plan d'investissement 2013-2025.

 

Outre les trois grandes priorités que nous connaissons tous – sécurité, ponctualité et capacité –, pour lesquelles les budgets doivent être dégagés prioritairement, il reste de la place pour de nouveaux projets. Parmi eux figurent la question des gares, la jonction Nord-Midi, mais aussi l'aménagement d'une gare sur l'aéroport de Charleroi.

 

Or, la presse de cette semaine indiquait que plus ou moins 25 milliards se dégageaient de cet arbitrage; malheureusement, des priorités, telle la jonction Nord-Midi, n'apparaissent pas. Madame la ministre, vous le savez, un train sur trois dans notre pays transite sur cet axe Nord-Midi et, dès qu'un souci survient sur ce point central d'un réseau constitué en étoile au départ de la capitale, les répercussions se font sentir sur l'entièreté du réseau belge.

 

Dès lors, madame la ministre, quel est à présent l'agenda pour l'approbation de ce fameux plan d'investissement 2013-2025?

Plus spécifiquement, quelle est la position du ministre au cas où le budget n'a pas été retenu pour l'axe Nord-Midi, aux environs de 5 milliards d'euros?

 

10.02  Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, monsieur Bastin, je pense que le ministre Magnette, en mission, partage tout à fait vos préoccupations. Vous aurez très certainement l'occasion d'en parler en commission dans les jours ou les semaines qui viennent.

 

À ce stade, il m'indique que le projet de plan d'investissement n'est vraiment qu'un document de travail: il doit encore fortement évoluer. Les divers organes de gestion des entités du groupe doivent encore émettre leurs remarques, ajouts, amendements, questions. À ce stade, il ne s'agit que d'un projet qui, par définition, devrait encore faire l'objet d'un examen approfondi par le ministre compétent, puis par le gouvernement. Ensuite, une concertation devrait être organisée avec les Régions.

 

Ainsi, aucune décision n'est encore prise. Sans aucun doute, vous aurez l'occasion d'échanger avec le ministre compétent vos points de vue sur les priorités du plan d'investissement de la SNCB.

 

10.03  Christophe Bastin (cdH): Madame la ministre, je serai effectivement très vigilant les prochaines semaines en ce qui concerne ce plan d'investissement. Pour mon groupe, il est réellement prioritaire que le point Nord-Midi soit inscrit à l'ordre du jour car il est stratégique en termes de ponctualité et de fluidité du trafic. Il est indispensable qu'il se retrouve dans ce plan d'investissement qui est censé répondre à une série de priorités ferroviaires.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Questions jointes de

- M. Damien Thiéry à la ministre de la Justice sur "le projet de réduction des effectifs au sein des établissements pénitentiaires" (n° P0909)

- M. Éric Jadot au premier ministre sur "le projet de réduction des effectifs au sein des établissements pénitentiaires" (n° P0910)

- Mme Sophie De Wit au premier ministre sur "les divergences de vues au sein du gouvernement à propos du dossier des gardiens de prison" (n° P0911)

11 Samengevoegde vragen van

- de heer Damien Thiéry aan de minister van Justitie over "de geplande personeelsinkrimping in de gevangenissen" (nr. P0909)

- de heer Éric Jadot aan de eerste minister over "de geplande personeelsinkrimping in de gevangenissen" (nr. P0910)

- mevrouw Sophie De Wit aan de eerste minister over "de onenigheid in de regering met betrekking tot het aantal cipiers" (nr. P0911)

 

11.01  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, on a beaucoup parlé ces derniers temps des problèmes liés aux prisons et surtout de la surpopulation carcérale. Á la prison de Forest, il y aurait 688 détenus pour seulement 400 places et à celle d'Andenne, 424 détenus pour 396 places.

 

Aujourd'hui, on évoque la réduction du nombre de gardiens de 393 unités. Il est vrai que 77 % du budget de l'administration pénitentiaire sont consacrés aux frais de personnel. Il semble donc logique, si l'on doit faire des économies, de s'orienter dans cette voie. Le problème est que l'on veut toucher aux agents de surveillance. Si l'on ne parle évidemment pas de licenciements directs, il s'agit néanmoins d'une diminution du personnel.

 

Ne faudrait-il pas se poser les bonnes questions?

 

On parle d'un cadre théorique du personnel rempli à plus de 103 %. Manifestement, les syndicats ne sont pas d'accord avec ces chiffres. Ils affirment que ces calculs n'ont pas pris en compte, entre autres, les crédits-temps, les congés de maternité ou de paternité, les jours de formation, les jours de repos, les pauses carrière, etc. Les syndicats ont tendance à se demander si les ministres sont encore bien au fait de la réalité.

 

Par ailleurs, il faut aussi se demander s'il est opportun de diminuer cet effectif. À cet égard, on constate une cacophonie au sein de votre gouvernement. Certains, dont le PS et le cdH, soutiennent votre initiative pour essayer de conserver le cadre actuel. D'autres, parmi lesquels un ministre MR et un ministre Open Vld, affirment que tout le monde doit faire des efforts!

 

Madame la ministre, je souhaite vous poser plusieurs questions.

 

Vous avez mis un groupe de travail en place. Vous a-t-il déjà soumis certaines recommandations?

 

Un Conseil des ministres doit avoir lieu, ou peut-être s'est-il déjà tenu. Qu'allez-vous dire ou qu'avez-vous dit?

 

Qu'allez-vous promettre aux syndicats pour éviter un nouveau préavis de grève?

 

Allez-vous réellement accepter la suppression de ces 393 postes?

 

Quand aurez-vous une certaine cohérence au sein du gouvernement pour ce qui concerne la communication?

 

11.02  Éric Jadot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, je ne rappellerai pas les chiffres qui ont été cités par M. Thiéry; ils sont assez évocateurs.

 

La situation pénitentiaire inquiète bon nombre d'observateurs, mais aussi les écologistes. Nous n'avons pas le sentiment que le gouvernement ait un plan B. Mais la situation ne serait pas trop inquiétante, si nous savions qu'il a un plan A!

 

Cela dit, cette question était, au départ, adressée au premier ministre car j'estime qu'il s'agit ici d'une compétence gouvernementale, d'une compétence régalienne. De plus, la sécurité dans les prisons doit être défendue dans tout État de droit.

 

Madame la ministre, qu'adviendra-t-il, si un jour, des personnes sont tuées dans une prison? Cela peut arriver.

 

Dans Le Soir on pose la question suivante: "Trop d'agents. Info ou intox?". Selon moi, dire qu'il y a trop de personnel dans les prisons, c'est ni plus ni moins de l'intox. Il suffit de s'y rendre pour avoir un aperçu de la réalité telle qu'elle est en matière d'infrastructures et de conditions de travail des agents pénitentiaires.

 

Un kern doit avoir lieu, cet après-midi. Je sais que vous allez défendre votre point de vue. La question est de savoir si M. Di Rupo va s'engager à prendre M. Van Quickenborne par la main et se rendre, avec lui, dans une prison pour lui faire voir la réalité des choses afin que ce dossier puisse être traité de manière humaine. Voilà la vraie question adressée au gouvernement.

 

Par ailleurs, je vous ai posé des questions quant à l'état des infrastructures. En réponse, vous m'avez renvoyé au secrétaire d'État chargé de la Régie des Bâtiments. Or, les services de la commission m'ont fait savoir que ce dernier ne serait pas disponible dans les deux prochaines semaines.

 

Aujourd'hui, j'ai le sentiment qu'il n'y a pas de crise dans les prisons ou, en tout cas, qu'il n'y a pas, au niveau du gouvernement, une volonté de répondre à cette crise.

 

En tenant ces propos, ce n'est pas vous que je cible, madame la ministre. Il s'agit, selon moi, d'une responsabilité gouvernementale. Mais j'aimerais savoir si vous pouvez, avant le kern qui se tiendra cet après-midi, me donner quelques garanties. Puis-je espérer recevoir de bonnes nouvelles?

 

11.03  Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de minister, u zet zeer sterk in op de strijd tegen de straffeloosheid. U doet dat niet alleen, ook uw voorzitter doet dat. Hij maakt er zelfs de lakmoesproef van uw partij van. Het gevangeniswezen is daarbij, zoals u weet, essentieel. Daar zijn een aantal problemen. Enerzijds is er de onveiligheid in de gevangenissen, denk maar aan de recente gijzelingen. Anderzijds zijn er de slechte werkomstandigheden voor de cipiers, een gevolg van de overbevolking.

 

Zoals u weet, is er een stakingsaanzegging. U bent aan het onderhandelen over de veiligheid in de gevangenissen. Tijdens de onderhandelingen komt er dan plots een aankondiging dat het personeel in de gevangenissen het zal moeten doen met 393 mensen minder. Die worden geschrapt.

 

Mevrouw de minister, in alle eerlijkheid, dat is een oorlogsverklaring aan het personeel van de gevangenissen. Blijkbaar hebt u ook een minioorlogje ontketend, want ook in uw regering staat niet iedereen op dezelfde lijn. Er is onenigheid tussen de verschillende partijen maar vooral ook, en dat is merkwaardig, in uw eigen partij. Ook binnen Open Vld is er onenigheid. U hebt achteraf gezegd dat die mensen wel nodig zijn en dat u ze niet wil schrappen, maar uw vicepremier verdedigt u niet en wil zelfs besparen. Dat is toch wel merkwaardig, wetende dat uw voorzitter zelf zegt dat hij inzet op justitie. Uw vicepremier wil daar echter geen geld voor vrijmaken. Het gevolg is een risico op staken, aanstaande zondag. De politie zal moeten invallen. Zij zijn dat ook beu en wij hebben hen trouwens nodig op straat, dat weet u. Als de politie nu ook nog eens gaat staken, dan zitten wij niet alleen met onveilige gevangenissen maar ook met onveilige straten.

 

Ten eerste, wat is nu eigenlijk het standpunt van Open Vld? Bent u voor of tegen het behoud van het personeel? Dat is niet duidelijk. De heer De Gucht heeft deze week nog laten optekenen dat Open Vld geen profiel heeft. Ik noteer er twee in dit geval.

 

Ten tweede, wat zal het standpunt zijn van de regering? Zal zij laten betijen, zal zij een oplossing vinden of zitten wij dit weekend met een dubbele staking en grote problemen? Ik dank u alvast voor uw antwoord.

 

11.04  Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, chers collègues, j'ai organisé une réunion de concertation ce mardi avec les organisations syndicales, étant donné le préavis de grève nationale. J'ai pu y présenter toutes les initiatives prises et à prendre à court et moyen termes. J'ai eu l'occasion d'en parler la semaine dernière lors du débat d'actualité qui s'est tenu ici.

 

J'ai également confirmé mon engagement clair de travailler de manière constructive et structurelle à l'amélioration de la sécurité dans les prisons, en développant quatre axes: les procédures et les moyens de sécurité; les relations avec la Régie des Bâtiments; le masterplan et les nouvelles initiatives, et la situation du personnel.

 

Comme je vous l'ai dit, j'ai déjà présenté l'essentiel des mesures la semaine dernière, mais j'y ajouterai certains points. Tout d'abord, la présentation d'un projet relatif à la comparution par vidéoconférence, afin de limiter certains mouvements vers le palais de Justice.

 

Er is ook de piste om extra capaciteit te openen via een modulaire bouw te Paifve. Ik heb ook voorgesteld om de capaciteit in Tongeren aan te passen.

 

De volgende uren zullen wij in het kernkabinet opnieuw discussiëren over de lineaire afslanking van het personeel. Ik ben ervan overtuigd dat wij ons kader momenteel moeten behouden. Wij zitten immers met een permanente overbevolking van 20 % in de gevangenissen, bovendien worden er nieuwe gevangenissen gebouwd en zullen er nieuwe vleugels opengaan. Voor de toekomst is er extra personeel nodig voor de gevangenissen.

 

11.05  Damien Thiéry (FDF): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. J'entends le nombre de propositions que vous faites et les initiatives que vous allez prendre. Heureusement, vous avez ajouté que vous alliez tout faire pour garder les 400 emplois menacés. Étant donné l'augmentation du nombre de détenus et du nombre d'institutions qui seront mises à disposition, il faut non seulement essayer de conserver ce cadre mais il faut l'augmenter. Je vous encourage à le faire, sinon on risque de ne plus se retrouver dans la situation décrite par le journal Le Soir de ce matin, qui titrait: "Moins de grèves en Belgique depuis dix ans". Je ne voudrais pas, en raison d'une mauvaise décision, que nous nous retrouvions dans une situation poussant les chiffres des grèves à la hausse.

 

11.06  Éric Jadot (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Ce dossier souligne la politique globale du gouvernement de réduction linéaire des budgets de l'administration publique, politique assez inquiétante. Ici, on parle de travailleurs et on a du mal à se retrouver tant les tergiversations agitent cette problématique.

 

Nous attendrons donc les résultats. J'espère que vous serez soutenue dans vos demandes. Finalement, devra-t-on faire le constat que ceux qui demandent plus de sécurité dans la société sont incapables de mettre l'argent nécessaire dans les prisons pour pouvoir les faire fonctionner? J'espère que vous serez soutenue par nos amis humanistes, socialistes, libéraux pour pouvoir débloquer ce dossier et régler la situation des agents pénitentiaires.

 

Au vu de l'ampleur du problème, j'ai l'impression que nous ne parlons que d'emplâtres sur des jambes de bois.

 

11.07  Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de minister, u zegt dat u vorige week een aantal maatregelen tegen de onveiligheid hebt voorgesteld. U weet echter ook dat die maatregelen door het personeel en de vakbonden onvoldoende werden bevonden. Het budget dat u daar deze week tegenover hebt gesteld, zal volgens mij ook niet voldoende zijn. Dat is een eerste punt.

 

Ten tweede, u zegt dat er extra capaciteit komt. Die extra capaciteit is er momenteel echter al. Er staan in Wortel 120 cellen te wachten op ingebruikname. De ingebruikname kan echter niet wegens een gebrek aan personeel.

 

Ten derde, als wij het dan toch over het personeel hebben, wil ik een suggestie formuleren. Ik hoor namelijk dat u nog moet trancheren over het al dan niet besparen. Ik wil enkele cijfers aanhalen, die u overigens al wel kent. Het ziekteverzuim bij het gevangenispersoneel bedraagt 9,4 %. Per dag zijn er 58 cipiers afwezig wegens vakbondswerking. Dat is een stijging van maar liefst 56 % op amper twee jaar tijd.

 

Mevrouw de minister, verbeter de werkomstandigheden, en het ziekteverzuim zal dalen. Doe ook iets aan het misbruik van het syndicaal verlof, dat u momenteel negeert. Door die twee maatregelen zult u de facto meer personeel op de werkvloer hebben. Op die manier kunt u echt optimaliseren. Pas dan kunt u zien of en waar u nog zult moeten besparen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de M. Laurent Louis au premier ministre sur "la censure et la discrimination sur internet en cours à l'égard d'un parti politique démocratique" (n° P0912)

12 Vraag van de heer Laurent Louis aan de eerste minister over "de censuur en discriminatie op internet waarvan een democratische politieke partij thans het slachtoffer is" (nr. P0912)

 

12.01  Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, monsieur Bacquelaine, respectez votre engagement! Il me semblait que vous alliez quitter l'assemblée!

 

Madame la ministre, vous excuserez ma tenue mais, quand la démocratie est en danger, il faut bien que quelques personnes se sacrifient. Comme vous le savez, depuis une semaine, le site du MLD, le Mouvement pour la Liberté et la Démocratie, parti démocratique dont je suis le président et, pour le moment, l'unique représentant au sein de cette assemblée, est censuré. C'est un prisonnier politique dans son propre pays car il est censuré par le monde politico-judiciaire. Il s'agit d'une atteinte grave et inédite à la liberté d'expression mais aussi à la liberté d'association.

 

En pré-période électorale et sans qu'aucun jugement n'ait été rendu, le préjudice est énorme pour le MLD. Il n'y a plus moyen d'affilier qui que ce soit en ligne ni de contacter le parti politique, puisque les adresses mail ont, elles aussi, été supprimées; plus moyen enfin de consulter notre programme et de suivre notre actualité. C'est le président Flahaut, mon concurrent à Nivelles, qui doit s'en réjouir, tout comme votre ami du MR dont vous êtes le parti frère!

 

En tant qu'amie des socialistes, vous avez peut-être un faible pour les dictatures communistes mais, si vous êtes une démocrate, madame la ministre, vous ne pouvez pas faire de notre pays une Belgique soviétique. La situation actuelle est comparable, si pas pire, à ce qu'on connaît en Chine, en Corée du Nord ou même en Birmanie.

 

Madame la ministre, ma question sera très simple. Alors que des sites qui appellent à la haine des Belges et de notre pays ne sont jamais sanctionnés, comme le site www.shariah4belgium.com, que pensez-vous de la situation qui est imposée au MLD? Trouvez-vous normal qu'un parti soit privé de toute visibilité? En tant qu'adversaire politique, n'avez-vous pas honte de pousser la Justice à agir de la sorte?

 

12.02  Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur Louis, votre affaire a été mise à l'instruction le 20 avril 2012 et je ne peux pas communiquer plus.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

12.03  Laurent Louis (MLD): À nouveau, c'est une honte pour la démocratie en Belgique! Madame la ministre, nous vivons dans une dictature des partis politiques, des fils à papa et des obédiences. Le peuple belge est emprisonné, manipulé et conditionné.

 

C'est ainsi que Mme Milquet, ministre de l'Intérieur, a osé dire, la semaine passée sur Matin Première, que j'avais publié les photos d'autopsie de Julie et Mélissa sur mon site internet. C'est faux! Et vous le savez parfaitement! Après avoir osé prononcer un tel mensonge, dans le seul but de récupérer un électorat qui va vers le MLD, Mme Milquet devrait démissionner. Je vous engage à plaider en ce sens auprès du premier ministre, à moins que vous estimiez que le mensonge a sa place dans votre gouvernement. Une fois de plus, madame la ministre, je vous demande de libérer le MLD par respect pour notre démocratie.

 

12.04  Catherine Fonck (cdH): Vous n'êtes pas au-dessus des lois!

 

12.05  Laurent Louis (MLD): (…)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de minister van Justitie over "het federale gesloten centrum in Tongeren" (nr. P0913)

13 Question de Mme Sonja Becq à la ministre de la Justice sur "le centre fermé fédéral de Tongres" (n° P0913)

 

13.01  Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, een ander thema in de gevangeniswereld zijn de jongeren die uit handen gegeven worden of die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. Voor hen werd de gesloten instelling van Tongeren opgericht in 2009. Men had daarbij twee doelstellingen voor ogen: enerzijds ervoor zorgen dat er opvang is voor uit handen gegeven jongeren en, anderzijds, als buffercapaciteit dienen voor Everberg waar voordien Franstalige en Nederlandstalige jongeren verbleven. Het gaat hier om een capaciteit van 40 jongeren. Uiteindelijk waren dit allemaal maatregelen om te voldoen aan de internationale verplichting dat jongeren niet samen met volwassen delinquenten worden geplaatst.

 

Er wordt gezegd, mevrouw de minister, dat u in Tongeren maatregelen zult nemen om die buffercapaciteit te schrappen. Er wordt ons ook gezegd dat die capaciteit uitgeput is, want op dit moment zouden er 40 jongeren verblijven in De Grubbe.

 

Ik heb dan ook de volgende vragen. Ten eerste, wat zijn uw plannen? Ten tweede, als u effectief niet langer een buffercapaciteit wenst in Tongeren, gaat u er dan voor zorgen dat De Grubbe wordt uitgebreid, zodat jongeren de kans krijgen om daar op een kwaliteitsvolle manier te worden opgevangen?

 

13.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, na de opening van het centrum in Saint-Hubert is de capaciteit van Everberg met 40 plaatsen verhoogd. In Tongeren is er een buffercapaciteit voor wanneer Everberg onvoldoende capaciteit heeft. De laatste plaatsing van een jongere uit Everberg in Tongeren dateert echter van 30 juni 2011. Om die reden is er een overleg geweest met de Vlaamse minister van Welzijn om te kijken op welke manier wij de buffercapaciteit van Tongeren, waar nog capaciteit aanwezig is op een moment dat wij met een grote overbevolking in de gevangenissen te maken hebben en waar ook personeel aanwezig is, kunnen gebruiken voor jonge primodelinquenten in het kader van een betere strafuitvoering, maar ook in het kader van twee problematieken die toch wel bij mekaar kunnen blijven. Ik ben daarvoor in overleg met de Vlaamse minister van Welzijn. Ik zou die extra capaciteit, die voorhanden is en waarvoor er personeel is, in deze tijden van overbevolking heel graag op een goede manier kunnen aanwenden.

 

13.03  Sonja Becq (CD&V): Mevrouw de minister, ik ben blij u nu te horen zeggen dat u in overleg bent met de Gemeenschappen, want dat was ons niet zo duidelijk. Ik denk niet dat zij de zekerheid hebben gekregen dat er effectief in opvang kan worden voorzien als er meer dan 40 jongeren zijn. Ons werd immers gesignaleerd dat er vraag is naar opvang van een 41e jongere. Men vraagt zich af waar die jongere zal kunnen worden geplaatst als er niet in voldoende opvang wordt voorzien.

 

Ik neem u op uw woord, mevrouw de minister, en ik neem aan dat u een onderling akkoord hebt met de Gemeenschappen dat ervoor zorgt dat de huidige capaciteit zal worden behouden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Vraag van de heer Hans Bonte aan de minister van Justitie over "de systematische seponeringen door het parket van door de inspectiediensten in gebreke gestelde kredietverstrekkers" (nr. P0914)

14 Question de M. Hans Bonte à la ministre de la Justice sur "le classement sans suite systématique par le parquet des dossiers des dispensateurs de crédits mis en demeure par les services d'inspection" (n° P0914)

 

14.01  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, de naam van de gouverneur is vanmiddag al heel wat keren gevallen. In de pers lees ik dat de heer Coene ook in de openbare vergadering van de commissie belangrijke verklaringen heeft afgelegd.

 

De gouverneur heeft hier gepleit voor nieuwe maatregelen om in de financiële sector orde op zaken te stellen en te houden. De gouverneur van de Nationale Bank is ervan overtuigd dat we nood hebben aan een ruimer gamma van straffen voor banken die zich niet aan de regels houden. Hij vindt dat er te weinig kan worden opgetreden tegen mistoestanden en suggereert de invoering van dwangsommen en boetes, die efficiënter kunnen werken voor de financiële instellingen. Het is onze taak om die suggesties ter harte te nemen en na te gaan in welke mate we die sector grotendeels kunnen saneren.

 

Mevrouw de minister, ik richt mij tot u als minister van Justitie, omdat we twijfels hebben over de mate waarin Justitie effectief doet wat zij geacht wordt te doen. Wanneer er geen minnelijke schikkingen worden getroffen of pv’s van onze sociale en economische inspectiediensten niet worden gevolgd, dan trekken de inspectiediensten naar de parketten. Die cijfers kwamen trouwens recent in de pers. Zij moeten daar geregeld de bijna systematische seponering vaststellen van door inspectiediensten vastgestelde inbreuken, waaraan de banken geen gevolg gaven.

 

Mevrouw de minister, klopt die informatie? Kunt u bij de parketten nagaan in welke mate er wordt geseponeerd?

 

Bent u ook bereid om via de procureurs of andere kanalen te sensibiliseren? Het is in die sector bijzonder belangrijk om als sluitstuk van de strijd tegen misbruik actief werk te maken van vervolging.

 

14.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, om te spreken over een systematische seponering zou ik over meer gedetailleerde cijfers van de parketten moeten beschikken. Ik heb die opgevraagd, maar de tijd was wat te kort om ze te krijgen. Als ik ze heb, zal ik niet nalaten ze u te bezorgen.

 

Ik heb aan het College van procureurs-generaal gevraagd – ik zal het ook zelf onderzoeken – of dergelijke zaken inderdaad systematisch worden geseponeerd, omdat ze onvoldoende als prioritair worden beschouwd. Zo ja, dan moeten we dat zeer ernstig nemen en vooral nagaan welke maatregelen wij moeten nemen om daaraan iets te doen en ervoor te zorgen dat ook dergelijke dossiers een belangrijke prioriteit voor het openbaar ministerie worden.

 

Ik zal niet nalaten u meer gegevens en gedetailleerdere cijfers te communiceren, zodra ik erover beschik.

 

14.03  Hans Bonte (sp.a): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw engagement. Ik kijk met nieuwsgierigheid uit naar de cijfers die u opvraagt.

 

Ik wil één cijfer onder uw aandacht brengen, het is ook in de pers verschenen: een op de zes reclames voor leningen is strijdig met de wetgeving. Dat zegt iets over het falen van het prudentieel toezicht. Het zegt niet direct iets over het vervolgingsbeleid, maar ik lees in dezelfde berichten dat de economische inspectie inderdaad vreest dat er systematisch geseponeerd wordt.

 

Als wij, in navolging van wat de heer Coene zegt, er effectief voor willen zorgen dat de financiële sector niet opnieuw ontspoort, dan hebben wij er allemaal belang bij dat wij de regels doen respecteren. Het zal dus in elk geval een sterk engagement vergen, ook vanuit Justitie en de parketten, om als sluitstuk werk te maken van de effectieve vervolging.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

15 Vraag van de heer Willem-Frederik Schiltz aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "de kosten verbonden aan groene stroom" (nr. P0916)

15 Question de M. Willem-Frederik Schiltz au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "le coût de l'électricité verte" (n° P0916)

 

Le président: Étant donné que le secrétaire d'État est requis au Sénat, je demanderai à M. Schiltz de prendre la parole en lui demandant de ne pas être trop long.

 

15.01  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, de industrie in België, en specifiek de petrochemische sector, trekt aan de alarmbel. De bedrijven kunnen onmogelijk competitief blijven.

 

Voor de verandering heb ik het vandaag niet over de loonkosten, maar over de energiekosten. Zoals u weet, zijn de hogere prijzen in België gedeeltelijk te wijten aan het feit dat de subsidies voor de windmolens op zee worden betaald door iedereen die elektriciteit verbruikt en in het bijzonder door de grootverbruikers, de petrochemische sector.

 

Stipulaties en simulaties wijzen uit dat door dit subsidiemechanisme elektriciteit tegen 2020 dermate onbetaalbaar zal worden dat veel bedrijven overwegen te delokaliseren.

 

Mijnheer de staatssecretaris, mijn vraag is dan ook heel eenvoudig. Zoals wij in het regeerakkoord zijn overeengekomen, zal het mechanisme worden herzien en zullen de kosten voor windmolens op zee maximaal worden geabsorbeerd door de nucleaire rente. Hoever staat u daarmee? Zal er voldoende geld voorhanden zijn om die kosten te absorberen?

 

15.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Schiltz, ik dank u voor uw vraag. Ik weet dat u daarin wordt gesteund door de heer Clarinval. U had het immers over de federale bijdrage, wat zijn favoriete woord in de commissie is.

 

Ik was dinsdag aanwezig op de vergadering van Essenscia. Wij moeten inderdaad een duidelijke steun vinden voor hernieuwbare energie en vooral voor de offshore windmolens.

 

Zoals ik heb gezegd, moet die steun redelijk zijn. Dat wil zeggen dat het een faire rentabiliteit moet garanderen. Anders zijn er geen investeringen en is er geen bevoorradingszekerheid. Tegelijkertijd mag dat echter geen windfall profits creëren.

 

Er moet ook een perspectief zijn voor degenen die de energie verbruiken, vooral wanneer het om grootverbruikers gaat, bijvoorbeeld de leden van Essenscia, maar ook voor de consumenten.

 

Ik meen dat het voorstel van het VBO duidelijk in de goede richting gaat. Dat voorstel met een flexibeler systeem voor de groenestroomcertificaten is voor mij zeker een deel van de oplossing. Ik heb de leden van de regering een nota voorgelegd waarin het voorstel van het VBO als werkbasis dient.

 

Ik hoop dat ik voor het begin van 2013 met een nieuw flexibel systeem voor de groenestroomcertificaten zal kunnen komen.

 

Een ander element is dat in 2013 een deel van de nucleaire bijdrage zal worden gebruikt voor de offshore windmolens. Ook dat zal de facturen van de consumenten en van de verbruikers van energie verminderen met dat bedrag.

 

15.03  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, uiteraard zijn de recepten die u aanhaalt zeer nuttig en zeer dienstig. Ze zijn ook niet zo bijzonder nieuw. Qua timing hoop ik dat 2013 voldoende en snel genoeg zal zijn. We zullen afwachten. Ik neem echter aan dat u zich bewust bent van dit acuut probleem, dat u dus gepast zult reageren en dat u de sector zo zal geruststellen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

16 Question de Mme Valérie De Bue à la ministre de l'Emploi sur "le report de la dégressivité des allocations de chômage" (n° P0915)

16 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de minister van Werk over "het uitstel van de invoering van de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen" (nr. P0915)

 

Le président: Je remercie Mme De Bue et la ministre de l'Emploi pour leur patience.

 

16.01  Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, madame la ministre, l'accord de gouvernement est clair. Il prévoit la mise en œuvre de la dégressivité des allocations de chômage au 1er juillet 2012. C'est une réforme importante pour dynamiser le marché du travail, mais aussi pour réaliser des économies. Cette réforme prévoit d'augmenter les allocations en début de période de chômage pour, ensuite, les diminuer progressivement.

 

Nous avons appris, par voie de presse, que vous avez décidé de postposer la mise en œuvre de cette réforme au mois de novembre. Nous sommes étonnés de cette prise de position, dans la mesure où les membres du gouvernement n'en étaient pas au courant et que des groupes de travail intercabinets se réunissent à ce sujet depuis plusieurs mois.

 

Plusieurs raisons sont évoquées. Tout d'abord, votre cabinet évoque la complexité technique du dossier, le lien avec une autre réforme, celle des contrats à durée déterminée et de l'intérim qui, à notre avis, ne sont pas liés. D'autres aussi préfèrent discuter de cela avec les syndicats après les élections sociales. Peut-être certaines mauvaises langues évoquent-elles l'échéance des élections communales.

 

Madame la ministre, quelle est la vraie raison de ce report? Quel est l'objet de votre concertation avec les partenaires sociaux? Quel est l'impact sur le budget? En effet, dans un premier temps, une économie de 23 millions était escomptée. À la suite du contrôle budgétaire, c'est encore 9 millions d'économies qui sont attendus et le report de la réforme diminuera encore les économies que l'on peut attendre de celle-ci.

 

16.02  Monica De Coninck, ministre: Monsieur le président, chère collègue, l'accord de gouvernement prévoit que la dégressivité des allocations de chômage augmentera afin de renforcer le caractère d'assurance. L'accord de gouvernement assortit cette mesure d'un assouplissement des conditions d'obtention des allocations de chômage ou de rétablissement des allocations dans la première ou deuxième période d'indemnisation.

 

Prise dans son ensemble, il s'agit d'une des interventions les plus importantes dans l'assurance chômage depuis des années. L'accord de gouvernement part de l'hypothèse que la dégressivité pourrait entrer en vigueur au 1er juillet 2012 et que les assouplissements dont question seraient mis en œuvre en 2013.

 

Lors des discussions politiques entre les partenaires gouvernementaux sur l'élaboration pratique des deux mesures, il s'est avéré souhaitable de faire entrer en vigueur, simultanément, les deux adaptations.

 

Il s'est par ailleurs avéré que l'implémentation de la dégressivité dans les dossiers individuels concernés constitue une opération très complexe. À cet égard, l'ONEM n'est pas le seul à jouer un rôle; les organismes de paiement sont également concernés. Chacun d'eux doit avoir la possibilité de préparer au mieux cette réforme de taille.

 

En effet, de nombreux ménages sont, en ce qui concerne leurs revenus, tributaires en tout ou en partie du paiement ponctuel des allocations auxquelles ils ont droit. Il est exclu de mettre en péril cette source de revenus en procédant à la hâte. Le projet d'arrêté royal, transmis pour avis au comité de gestion de l'ONEM, mentionne dès lors le 1er novembre 2012 comme date prévue d'entrée en vigueur.

 

N'oublions pas qu'à partir du 1er juillet, l'ONEM suivra aussi les efforts en vue de trouver un travail des jeunes qui perçoivent des allocations d'insertion. Cette nouvelle procédure demandera également des efforts complémentaires pour sa mise en œuvre.

 

16.03  Valérie De Bue (MR): Madame la ministre, j'ai bien entendu votre réponse. Je sais que la réforme du chômage concerne plusieurs aspects.

 

Néanmoins, en ce qui concerne particulièrement la dégressivité, je relis bien que "la réforme de la première période entrera en vigueur en 2013" et que "les modifications apportées à la deuxième et à la troisième période entreront en vigueur en 2012". Je ne comprends pas bien cette évolution.

 

C'est dommage car, à mon avis, cet agenda aura un impact non négligeable sur le budget. Je dois constater que quand il s'agit de lever des taxes ou de diminuer des avantages pour les citoyens, c'est d'application immédiate, alors que, quand il s'agit de réaliser des économies, c'est reporté à plus tard.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Ceci termine ce que nous appelons toujours l'heure des questions.

 

Projets et propositions

Ontwerpen en voorstellen

 

17 Projet de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne la copropriété et modifiant l'article 46, § 2, du Code judiciaire (1538/13-16)

17 Wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de mede-eigendom betreft en van artikel 46, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek (1538/13-16)

 

Amendé par le Sénat

Geamendeerd door de Senaat

 

Conformément à l’article 87 du Règlement, les projets de loi renvoyés à la Chambre par le Sénat ne font plus l’objet d’une discussion générale en séance plénière, sauf si la Conférence des présidents en décide autrement.

Overeenkomstig artikel 87 van het Reglement wordt geen algemene bespreking in plenaire vergadering gewijd aan een wetsontwerp dat door de Senaat naar de Kamer is teruggestuurd, tenzij de Conferentie van voorzitters anders beslist.

 

Le rapporteur est M. Christian Brotcorne, qui est absent. Je renvoie donc au rapport écrit.

 

Il n'y a pas d'inscrits.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1538/16)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1538/16)

 

L’intitulé a été modifié par la commission en “projet de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne la copropriété et modifiant l'article 46 du Code judiciaire".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de mede-eigendom betreft en van artikel 46 van het Gerechtelijk Wetboek".

 

Le projet de loi compte 7 articles.

Het wetsontwerp telt 7 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 7 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 7 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

18 Proposition de loi instaurant le principe "una via" dans le cadre de la poursuite des infractions à la législation fiscale et majorant les amendes pénales fiscales (1973/1-6)

18 Wetsvoorstel tot instelling van het "una via"-principe in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale penale boetes (1973/1-6)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Raf Terwingen, Alain Mathot, Carina Van Cauter, Stefaan Van Hecke, Josy Arens, Marie-Christine Marghem, Dirk Van der Maelen, Georges Gilkinet, Carl Devlies, Jenne De Potter

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

18.01  Luk Van Biesen, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik verwijs uiteraard naar het schriftelijk verslag dat ik heb ingediend. Ik zal met uw toestemming onmiddellijk overgaan tot mijn uiteenzetting betreffende dit wetsvoorstel.

 

Het wetsvoorstel tot instelling van het una-viaprincipe in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale boetes geeft uitvoering aan een belangrijke aanbeveling van de parlementaire onderzoekscommissie naar de grote fiscale fraudedossiers, die haar verslag publiceerde op 7 mei 2009.

 

Ik herinner me de heel belangrijke en overigens heel constructieve onderzoekscommissie die wij in 2008-2009 gehouden hebben, waarin over de partijgrenzen heen heel wat degelijk werk werd verricht. De basis werd gelegd om andere akkoorden te sluiten om de fiscale fraude fundamenteel aan te pakken.

 

Een van de belangrijkste voorstellen was ons inziens het invoeren van het una-viaprincipe. Verscheidene getuigen waren voorstander van het una-viaprincipe. Dat principe houdt in dat overtredingen van de fiscale wetgeving ofwel administratief ofwel gerechtelijk worden beteugeld. Zij pleiten voor een systeem waarbij kleinschalige fiscale fraude langs administratieve weg wordt aangepakt, terwijl voor elk dossier van grootschalige fiscale fraude overleg plaatsvindt tussen de fiscus, de politie en het gerecht over de manier waarop het dossier moet worden behandeld.

 

Het voorliggend wetsvoorstel biedt ook een oplossing voor het probleem dat er tegenwoordig tegelijk en los van elkaar een strafrechtelijke en een administratieve procedure kan lopen. Niet alleen komt dit vaak neer op een inefficiënte inzet van middelen, maar de samenloop van procedures staat ook onder druk door de actuele Europese rechtspraak inzake non bis in idem.

 

Daarnaast moet een verhoging van de boetes een ontradend effect hebben op de belastingplichtige, ongeacht of die een administratieve dan wel een strafrechtelijke sanctie krijgt.

 

Wie zich in België bezondigt aan het overtreden van de fiscale wetgeving komt snel in het vaarwater van het fiscaal strafrecht terecht. Telkens wanneer men met bedrieglijk opzet een inbreuk pleegt op de belastingwet is er sprake van een misdrijf en zit men dus onmiddellijk in de strafrechtelijke sfeer. Het belangrijkste gevolg is dat de administratieve en strafrechtelijke procedures steevast structureel door elkaar lopen. Dat leidt niet altijd tot een efficiënte inzet van tijd, middelen en personen. Dat het geen optimale resultaten heeft geleverd in de strijd tegen de fiscale fraude hoeft geen betoog.

 

Présidente: Corinne De Permentier, deuxième vice-présidente.

Voorzitter: Corinne De Permentier, tweede ondervoorzitter.

 

Het wetsvoorstel verandert op zich niets aan de strafbaarheid van elke vorm van fiscale fraude. Het voorziet wel in een nieuwigheid, namelijk een overleg over de aanpak van de fiscale fraude, zowel inzake fraudefenomenen als voor individuele dossiers. Dat overleg moet plaatsvinden tussen, enerzijds, de gewestelijke directeur of de ambtenaar die hij aanwijst en, anderzijds, de procureur des Konings. Deze laatste kan strafrechtelijk strafbare feiten waarvan hij kennis heeft genomen tijdens het overleg vervolgen. Het overleg kan ook plaatsvinden op initiatief van de procureur des Konings. De bevoegde politionele overheden kunnen aan dit overleg deelnemen. Indien de procureur des Konings een vervolging instelt wegens feiten die strafrechtelijk strafbaar zijn, kan hij onverminderd dit overleg het advies vragen van de bevoegde gewestelijke directeur. De procureur voegt het feitenmateriaal waarover hij beschikt bij zijn verzoek om advies. De gewestelijke directeur antwoordt binnen de vier maanden na ontvangst op dit verzoek.

 

Dit una-viaprincipe is essentieel in de verdere strijd tegen de fiscale fraude en moet in die zin zeker worden aangemoedigd. Mijn partij Open Vld is ervan overtuigd dat het zal resulteren in een snellere opsporing en efficiëntere afhandeling van grote fraudedossiers en dit zonder onze bedrijven te schaden in hun dagelijkse werking en zonder hen op te zadelen met extra administratieve lasten. Voor Open Vld is het immers essentieel dat een snellere en betere aanpak van de fiscale fraude geen belemmering betekent voor het overgrote deel van onze bonafide ondernemingen die nog steeds de basis en de motor vormen van onze economie.

 

Door de omzetting van de geformuleerde aanbevelingen zal de fiscale achterstand niet langer aangroeien, wat ongetwijfeld ook een positieve impact heeft op onze begroting.

 

18.02  Alain Mathot (PS): Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, souvenez-vous, le 14 mai 2009, nous votions à l'unanimité le rapport d'enquête réalisé par la commission d'enquête parlementaire chargée d'examiner les grands dossiers de fraude fiscale. Ce rapport comportait 108 recommandations qui étaient autant de manquements dans la lutte contre la grande fraude fiscale.

 

Parmi ces recommandations, quatre étaient essentielles: la levée du secret bancaire, les dispositions anti-abus, le fait de mettre plus de personnel à disposition des services administratifs et enfin, la disposition qui nous intéresse aujourd'hui, la possibilité du principe "una via".

 

À l'époque, nous étions conscients que certaines de ces propositions entraîneraient des réformes importantes et parfois conflictuelles. Pour le groupe PS, il était évident que la justice fiscale est primordiale pour notre pays. En effet, pour notre groupe, une fiscalité juste pour le bien-être de tous doit être une priorité absolue. La fiscalité doit d'abord être un outil de redistribution des richesses, notamment par le financement optimal du service public ou de nos systèmes de sécurité sociale.

 

À mon sens, la levée du secret bancaire a été une des premières grandes avancées dans cette lutte incessante. Nous avions d'ailleurs déposé un texte sur ce sujet qui nous semblait essentiel. Il apparaissait que la Belgique ne pouvait évidemment plus se permettre d'être pointée du doigt par les instances internationales telles que l'OCDE. Notre pays était une sorte d'exception en matière de secret bancaire.

 

Il y a quelques semaines, notre gouvernement concrétisait le dispositif anti-abus, donnant enfin à l'administration fiscale les armes nécessaires pour faire appliquer équitablement le droit fiscal.

 

Cette mesure s'accompagne également d'une augmentation des agents affectés aux services de lutte contre la fraude fiscale. C'est aujourd'hui une avancée majeure, puisque nous nous apprêtons à voter notre proposition de loi visant à instaurer le principe "una via". L'idée de ce texte est assez simple: grâce à lui, le même dossier ne sera plus traité en parallèle aussi bien par la justice que par l'administration fiscale. Grâce au texte que nous adopterons aujourd'hui – je l'espère –, désormais, le parquet, la police et l'administration fiscale se concerteront afin de choisir la voie la plus appropriée pour faire aboutir l'enquête en cours.

 

Il convient de souligner que ce choix s'opèrera en fonction des moyens et des besoins exigés par l'enquête, de l'état d'avancement du dossier et de son contenu. À partir de là, la gravité de l'affaire sera évaluée. Il en résultera une économie en termes de travail, puisque ce ne seront plus deux administrations qui travailleront sur un même dossier, mais un seul service.

 

Ensuite, il faut rappeler que les amendes prévues seront égalisées entre l'administration et la justice. Ce n'était pas le cas auparavant, puisque la même infraction pouvait être sanctionnée par des amendes complètement différentes. Cette uniformisation permet également de décider de la voie à suivre quant au montant des sanctions.

 

Cette proposition de loi me réjouit d'autant plus qu'avec mon collègue Van der Maelen, juste après la fin des travaux de la commission, nous avions déposé une proposition. Il a fallu attendre quelques années, mais mieux vaut tard que jamais. À la suite de nouvelles auditions et d'un avis du Conseil d'État, la légitimité de ce texte s'en est trouvée renforcée. Je suis vraiment heureux que nous ayons pu trouver une majorité en faveur de cette proposition.

 

J'en termine en mettant en avant un élément essentiel. Ces nouveaux outils mis à la disposition de l'administration fiscale et de la justice permettront, à mon sens, des rentrées d'argent considérables pour l'État. Pour rappel, ces rentrées sont et ont toujours été dues au Trésor.

 

Pour mon groupe, il est temps, voire urgent, que chacun paie en fonction de sa capacité contributive. Nous avons toujours défendu l'importance de l'équité fiscale. Chaque euro rapporté dans la lutte contre la grande fraude fiscale est selon moi un euro qui est mis au service des bas et moyens revenus, du service public qui en a bien besoin ainsi que de notre sécurité sociale.

 

De plus, je ne vous rappelle pas la situation budgétaire actuelle. Il est encore plus essentiel de permettre la récupération d'un énorme manque à gagner pour l'État belge. En effet, nous ne pouvons tolérer que certains doivent se serrer la ceinture pour assumer le quotidien, alors que de grands fraudeurs agissent impunément et soustraient des millions d'euros à la collectivité. Autant d'argent qui ne bénéficie ni aux citoyens, ni aux entreprises mais, hélas, seulement à quelques personnes peu scrupuleuses!

 

Je rappelle encore que l'objectif n'est évidemment pas d'augmenter la pression fiscale mais d'éviter les tentatives illégales d'éluder l'impôt.

 

Nous continuerons à veiller à la mise en œuvre des recommandations afin de renforcer les moyens à disposition pour lutter contre la grande fraude fiscale.

 

18.03  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitter, collega’s, het is een belangrijk moment, nu wij tijdens deze plenaire vergadering de bespreking van voorliggend voorstel kunnen aanvatten en straks kunnen overgaan tot de stemming erover. Misschien wordt het zelfs unaniem goedgekeurd, wat heel mooi zou zijn.

 

Zoals de vorige sprekers ook hebben opgemerkt, is het een van de belangrijke aanbevelingen — misschien wel de belangrijkste — die zijn voortgevloeid uit de werkzaamheden van de onderzoekscommissie die de strijd tegen de grootschalige fraude, of liever het mislukken ervan, heeft onderzocht.

 

Daarna werd lang gewerkt aan de uitvoering, wat op zich niet slecht is. Het voorstel is immers enigszins revolutionair en zeer ingrijpend. Het was dus goed om het samen met specialisten op een zeer grondige manier voor te bereiden. Zulks is ook gebeurd, door de steun van de administratie en de magistratuur, teneinde te zorgen voor kwalitatieve teksten.

 

Het systeem moet functioneel en juridisch coherent zijn, en hopelijk is het ook waterdicht. Wij mogen immers niet vergeten dat wij tijdens deze plenaire vergadering misschien wel een groot enthousiasme kennen om de voorliggende tekst goed te keuren, maar buiten het Parlement zal een aantal mensen met argusogen kijken naar de precieze inhoud ervan. Ik heb het over degenen die zich schuldig maken aan grootschalige fraude en natuurlijk ook hun advocaten, die op basis van de voorliggende wetgeving zullen proberen na te gaan op welke manier alsnog aan strafvervolging en zware boetes kan worden ontsnapt.

 

De tekst moet dan ook kwalitatief heel goed zijn, om te vermijden dat op zoek wordt gegaan naar hiaten, die vervolgens ook worden gevonden.

 

De grote fraudeurs zullen voor het voorliggend voorstel niet applaudisseren en hun advocaten evenmin. Zij zullen natuurlijk wel proberen creatief te zijn.

 

Collega’s, een tweede element dat ik wil aanhalen, is het doel van de voorliggende wetgeving, met name de dossiers van fiscale fraude, vooral van grote fiscale fraude, sneller en efficiënter te kunnen afronden. Wij kennen de talrijke voorbeelden van grote dossiers die jaren hebben aangesleept, waarna zij uiteindelijk na tien, vijftien of twintig jaar tot niets leidden. Een dergelijke mislukking is natuurlijk niet de bedoeling. Het is de bedoeling dat de fiscale fraude op een efficiëntere en snellere manier kan worden aangepakt. Het is ook de bedoeling dat personen en bedrijven die ten onrechte hun belastingen niet hebben betaald, op een correcte manier hun belastingen betalen, wat tevens een goede zaak voor de staatskas is.

 

Ik ben ervan overtuigd dat, indien een efficiënt systeem van fraudebestrijding op poten kan worden gezet, dit niet alleen meer geld zal opbrengen, maar ook preventief zal werken. Wanneer fraudeurs merken dat de instrumenten van de overheid worden versterkt en dat zij efficiënt werken, zullen steeds minder personen proberen zich aan dergelijke grootschalige fiscale fraude schuldig te maken.

 

Zij die het dan toch doen zullen dan niet meer op een langzame, weinig ondersteunde fiscale administratie of dito juridisch apparaat stuiten, maar hopelijk wel op een juridisch apparaat dat op een efficiënte manier die grootschalige fiscale fraude kan aanpakken.

 

Er is echter een nieuw element opgedoken tussen het ogenblik waarop de onderzoekscommissie inzake fiscale fraude dit voorstel heeft gedaan en het moment waarop wij deze bespreking voeren. Wij kunnen er niet omheen, ondertussen is ook de minnelijke schikking goedgekeurd. Wij moeten daarmee rekening houden. Wanneer deze wetgeving is goedgekeurd en een dossier wordt, omwille van het belang ervan, naar Justitie gestuurd, dan is het natuurlijk nog altijd mogelijk dat er in de gerechtelijke procedure een minnelijke schikking komt. De procureur kan daartoe overgaan. In dat geval kan het wat ons betreft niet de bedoeling zijn dat er een minnelijke schikking wordt voorgesteld die lager ligt dan de normale fiscale boete die de administratie zou hebben opgelegd. Dat is een van de belangrijke elementen die wij moeten benadrukken. De wet op de minnelijke schikking bepaalt uiteraard wel dat minnelijke schikkingen moeten gesloten worden mits akkoord van en na overleg met de fiscale administratie, maar wij horen dat dit in de praktijk toch niet altijd het geval is. Wij moeten er dus over waken dat men deze regeling niet kan uithollen via het gebruik van de minnelijke schikking. Ik ben er echter van overtuigd dat wij dit probleem de baas zullen kunnen worden, mits een goede aansturing uit diverse hoeken.

 

Collega’s, een laatste punt. Deze hervorming is bijzonder ingrijpend. Ze toont ook aan dat ernstig werk in onderzoekscommissies effectief lonend kan zijn, ook al neemt het werk twee of drie jaar in beslag. Ik meen dat het resultaat dat vandaag voorligt heel positief is. Ik hoop dat hiermee de strijd tegen de fiscale fraude en vooral de grootschalige fiscale fraude versterkt kan worden en efficiënter kan worden aangepakt. Zoals ik al zei, zou dat een goede zaak zijn voor de overheidsfinanciën, al is het eigenlijk de normaalste zaak ter wereld.

 

18.04  Philippe Goffin (MR): Madame la présidente, chers collègues, la lutte contre la fraude fiscale et sociale est au centre des préoccupations de notre gouvernement. De nombreuses mesures ont déjà été initiées dans le cadre du budget 2012 et de la récente loi-programme.

 

Déjà sous la précédente législature, des avancées en la matière avaient été réalisées. La commission d'enquête parlementaire sur les grands dossiers de fraude fiscale a fait un travail remarquable. Dans son rapport du 9 mai 2009, elle a formulé pas moins de 108 recommandations. Elle a notamment recommandé l'instauration d'une règle "una via" dans les matières fiscales, articulée autour de divers organes de concertation composés de représentants de l'administration fiscale et des instances judiciaires qui décident, en tant qu'organes, de la suite à donner à un dossier de fraude fiscale, à savoir la voie administrative ou la voie pénale.

 

Au sein du Collège pour la lutte contre la fraude fiscale et sociale, un groupe de travail et d'experts a été chargé d'étudier comment la recommandation n° 7 de la commission d'enquête parlementaire pouvait être mise en œuvre. Le groupe de travail a élaboré une note qui conclut que, pour pouvoir appliquer le principe "una via" dans le cadre de l'approche de la fraude fiscale, une concertation franche entre les autorités concernées s'impose, mais qu'elle doit s'inscrire dans le respect des compétences respectives des administrations fiscales et du ministère public ainsi que des principes évidents de l'État de droit.

 

Le parlement a poursuivi ce travail entamé au niveau gouvernemental. La proposition de loi qui nous est soumise aujourd'hui permet la concertation requise en adaptant les dispositions de la loi du 4 août 1986 telles qu'insérées dans les différents codes fiscaux, de façon à permettre à un fonctionnaire titulaire d'un grade de directeur ou d'un grade supérieur de participer à une concertation avec le procureur du Roi, pour ce qui concerne l'approche de la fraude fiscale grave et organisée dans le cadre des phénomènes de fraude et de dossiers individuels sans entraîner la nullité de l'acte de procédure.

 

L'application du principe "una via" a pour but d'organiser efficacement la lutte contre la fraude fiscale grave et organisée afin d'éviter le double emploi des moyens publics et une meilleure efficience de ceux-ci.

 

Dès lors, il est nécessaire que le fonctionnaire titulaire d'un grade de directeur ou d'un grade supérieur qui participe à la concertation puisse se faire assister de fonctionnaires qui assurent le traitement du dossier individuel ou qui disposent de l'expertise suffisante dans le domaine.

 

Cette concertation entre les autorités judiciaires, policières et fiscales sera dès lors possible, moyennant le respect des principes généraux du droit, sur base du principe de subsidiarité et du principe non bis in idem.

 

Le principe de la subsidiarité implique que la recherche, en ce compris la constatation de la fraude fiscale et de la dette fiscale ainsi que du recouvrement, reste du ressort des administrations fiscales avec tous les moyens légaux dont elles disposent. Si ces moyens légaux devaient ne pas suffire pour s'attaquer à la fraude fiscale et la sanctionner, les moyens d'enquête du pouvoir judiciaire devraient alors pouvoir être déployés, eux aussi dans les limites prescrites par la loi.

 

Les administrations fiscales disposent du savoir-faire, des moyens et des fonctionnaires pour, à la lumière des faits constatés, déterminer de manière rapide et efficace l'impôt éludé et l'enrôler. En outre, les moyens d'enquête du pouvoir judiciaire sont plus étendus que ceux dont disposent les administrations fiscales, de sorte qu'au sein de la concertation prévue, une répartition des dossiers de fraude fiscale puisse ainsi être réalisée: d'une part, les dossiers de fraude fiscale relativement simple dans le cadre desquels les moyens légaux de l'administration fiscale s'avèrent suffisants pour lutter contre ladite fraude; d'autre part, les dossiers de fraude fiscale grave et organisée qui nécessitent, eux, des moyens d'enquête du pouvoir judiciaire.

 

Cela se réalisera dans le cadre de la politique criminelle du ministre de la Justice et du Collège des procureurs généraux.

 

Il s'avèrera indispensable, lors de l'introduction de la règle "una via" en matière de lutte contre la fraude fiscale que les amendes émanant de la procédure administrative aient un même effet dissuasif et imposent une sanction proportionnelle équivalente. À l'instar du groupe d'experts "una via", la commission d'enquête parlementaire a conclu, dans sa recommandation 46, que les sanctions pénales actuellement imposées dans les dossiers répressifs fiscaux ne pouvaient satisfaire à cette remarque; elle prévoit donc une augmentation des dispositions légales pénales.

 

Cette proposition augmente le montant maximal des amendes fiscales, qui est respectivement de 12 500 euros ou de 125 000, à 500 000 euros. Par ailleurs, la loi du 5 mars 1952 relative aux décimes additionnels sur les amendes fiscales sera désormais applicable aux différentes infractions visées par les divers codes fiscaux.

 

Enfin, nous saluons également la procédure mise en place parce qu'elle respecte les garanties élémentaires des droits et ne touche pas au principe selon lequel le parquet reste maître des procédures et des poursuites des infractions pénales, tout en permettant la réponse la plus efficace et la plus rapide à intervenir. Cela contribuera, nous l'espérons fortement, à réduire le sentiment d'impunité ou de laxisme que certains contribuables pouvaient ressentir vu la longueur des procédures actuelles.

 

En outre, le principe non bis in idem est clairement concrétisé par le fait que les amendes fiscales tombent dès lors qu'une décision concernant le règlement de procédure est intervenue pour avaliser le choix de la poursuite pénale, c'est-à-dire une décision de poursuite et non pas une décision de non-lieu.

 

Pour toutes ces raisons, le MR soutiendra ce texte. Nous serons très attentifs à la mise en œuvre concrète de cette étape importante pour l'efficacité de la lutte contre la fraude fiscale.

 

18.05  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Madame la présidente, chers collègues, contrairement à d'autres commissions mises en place par ce parlement, la commission d'enquête sur la grande fraude fiscale a livré un excellent travail et des fruits que nous récoltons aujourd'hui.

 

Elle s'est appuyée sur des auditions aussi utiles que nombreuses et ses travaux ont débouché sur des recommandations concrètes, en traitant d'un sujet essentiel: cette fraude fiscale qui prive les États, chaque année, de dizaines de milliards de recettes, ce qui constitue autant de problèmes supplémentaires pour les finances publiques et menace notre prospérité.

 

La commission d'enquête sur la grande fraude fiscale a débouché sur un large consensus et sur 108 recommandations adoptées à la quasi-unanimité de ce parlement, il y a déjà trois ans. Certaines ont été concrétisées plus ou moins parfaitement. En tout cas, nous avons activement collaboré à la levée du secret bancaire, monsieur le secrétaire d'État. Certaines attendent encore. Je pense notamment à une proposition de recommandation, à laquelle nous tenons beaucoup, à savoir la pénalisation des avocats qui collaborent et participent à des montages frauduleux. Ce n'est pas digne de la déontologie de leur métier. D'autres finalement, depuis 2008, devraient être ajoutées, dès lors que les fraudeurs ne manquent ni d'énergie, ni d'imagination, ni d'argent pour se faire conseiller. Il ne faudrait pas s'arrêter en si bon chemin.

 

C'est une course poursuite permanente qui ne nous permet ni de traîner en chemin ni de prendre des mesures imparfaites et inopérantes. Avant d'en arriver à cette proposition de loi que nous avons cosignée, je voudrais dire que c'est parfois notre impression – une impression de lenteur. Ces textes sont le fruit de tels compromis que leur efficacité est menacée. Je pense à un débat récent sur la disposition anti-abus. Il a fallu conditionner le principe de la levée du secret bancaire à l'instauration d'un accord à l'amiable, qui est utilisé par certains fraudeurs comme une échappatoire supplémentaire à la pénalité qu'ils méritent pourtant.

 

Le texte qui nous est soumis, et dont je suis cosignataire avec mon collègue Stefaan Van Hecke, vise à faire en sorte que chaque dossier de fraude emprunte la bonne voie, qu'elle soit administrative ou judiciaire, pour que la fraude fiscale soit poursuivie et punie. Dans de trop nombreux cas, qui ont été mis en évidence lors des travaux de la commission, l'absence de ce principe de bonne orientation des dossiers a conduit à empêcher la poursuite ou à accumuler des retards dans la poursuite de dossiers de fraude pourtant spectaculaires. Nous espérons que, grâce à ce dispositif qui sera intégré dans notre droit fiscal, nous pourrons éviter ce type de cul-de-sac ou de fausse piste.

 

Je voudrais souligner tout particulièrement, puisque le contenu a été abordé longuement par mes collègues, l'intérêt du processus qui a abouti à l'adoption de ce texte et remercier tous ceux qui y ont contribué. Tout d'abord, il y a eu un travail en commission, enclenché par des fonctionnaires fiscaux soucieux d'accomplir leur tâche – dont je voudrais souligner le caractère essentiel – dans les meilleures conditions. Il a bénéficié de la collaboration des différents services administratifs et judiciaires, qui se sont attelés à rédiger des procédures parfois complexes, et d'un large consensus dans ce parlement. En effet, huit partis ont signé ce texte, qui a été déposé en premier lieu par notre collègue Raf Terwingen, que je voudrais tout particulièrement remercier.

 

C'est évidemment une étape importante mais elle n'est pas suffisante par rapport à l'ensemble des recommandations encore à mettre en œuvre et à celles qui devront être imaginées par ce parlement pour lutter contre les paradis fiscaux qui pillent les richesses des pays en voie de développement, pour lutter contre les mécanismes de fraude en tout genre, les prix de transfert mais aussi les opérateurs de la fraude (les avocats fiscalistes, les banques d'affaires et les spéculateurs) qui menacent notre économie ainsi que – j'utiliserai un mot fort – notre "civilisation".

 

Plus que jamais, cet enjeu doit mobiliser l'ensemble de ce parlement. Je vous remercie, d'ores et déjà, du vote positif que poserez dans quelques minutes.

 

18.06  Veerle Wouters (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, voorliggend wetsvoorstel tot instelling van een una-viaprincipe in de vervolging van fiscale fraude wenst uitvoering te geven aan aanbeveling nr. 7 van de parlementaire onderzoekscommissie naar de grote fiscale fraude.

 

De invoering van het una-viaprincipe houdt in dat overtredingen van de fiscale wetgeving ofwel administratief ofwel gerechtelijk worden vervolgd en bestraft. De keuze tussen een strafrechtelijke of administratieve vervolging is een rationele keuze voor een zo efficiënt en effectief mogelijke handhaving van de fiscale wetgeving.

 

Het una-viaprincipe vindt dan ook heel veel steun. Ook de N-VA is voorstander van een ontdubbeling van de vervolging door de belastingadministratie of het openbaar ministerie, met een onderscheid tussen de gewone fiscale overtredingen die langs administratieve weg behandeld zullen worden, en de werkelijke fiscale fraude waarvoor een efficiënte strafvervolging aangewezen is.

 

In de zevende aanbeveling van die parlementaire onderzoekscommissie werd reeds een voorafname gedaan van de wijze waarop het una-viaprincipe zou moeten worden ingesteld. De schema’s die bij deze aanbeveling werden opgenomen, voorzien dan ook in een nieuw orgaan, namelijk de federale dienst voor Fiscale Fraudebestrijding.

 

Het voormalig wetsvoorstel van de collega’s Van der Maelen en Mathot – de heer Mathot heeft er zelf naar verwezen – was dan ook een getrouwe kopie van deze aanbeveling, waarin wij die federale dienst voor Fiscale Fraudebestrijding dan ook terugvinden. Het orgaan zou in dat wetsvoorstel instaan voor het uitwerken van het fiscaal vervolgingsbeleid en voor de vervolging in concrete dossiers.

 

Het negatief advies van de Raad van State bij dat wetsvoorstel toont aan dat in de uitwerking van ‘de enige weg’ in fiscale fraudebestrijding niet één weg maar meerdere wegen kunnen bewandeld worden. In het wetsvoorstel waren de indieners zelfs een verboden weg ingeslagen.

 

Het voorliggend wetsvoorstel is, ons inziens, dan weer een engere weg dan de enige weg van de fiscale vervolging. Het wetsvoorstel beperkt zich tot de invoering van een overleg in concrete dossiers tussen het openbaar ministerie, de fiscus en de politiediensten, de schorsing van administratieve sancties indien het openbaar ministerie de feiten vervolgt en de verviervoudiging van de strafrechtelijke geldboeten.

 

In tegenstelling tot de meerderheidspartijen en Groen vinden wij dat de una via in dit wetsvoorstel dan ook een gemiste kans is en wel om vijf redenen.

 

Ten eerste, het wetsvoorstel is voor ons een gemiste kans om de oorzaak van de fiscale fraude aan te pakken, met name de hoge belastingdruk en de belastingdrukverschillen. In plaats hiervan wordt er een beleid gevoerd dat is gericht op het maximaliseren van de inkomsten door alles wat op papier wordt gezet, in vraag te stellen.

 

Het wetsvoorstel is, ten tweede, een gemiste kans om een maatschappelijk draagvlak te creëren voor een strengere fiscale fraudebestrijding bij belastingplichtigen die hun wettelijke fiscale verplichtingen trachten te vervullen, ondanks dat zij geconfronteerd worden met de steeds terugkerende gebreken van de informaticatoepassingen bij de FOD Financiën. Ik verwijs naar de fouten onlangs bij Tax-on-web, naar een wetgeving waarvan men maanden na de inwerkingtreding ervan nog altijd niet weet hoe ze moet worden toegepast, zoals het voordeel van alle aard bij bedrijfswagens, naar de rechtsonzekerheid of de administratie de bedoeling van de wetgever wel op dezelfde wijze begrijpt als de belastingplichtige die zonder frauduleuze bedoelingen de minst belaste weg wenst te bewandelen. Ten slotte is er nog de rechtsonzekerheid of de administratie zelfs een duidelijke wet niet zal betwisten.

 

Belastingplichtigen die hun fiscale verplichtingen trachten na te komen, worden vandaag voor de minste fout gestraft met een administratieve geldboete. De Staat zou een positieve houding ten aanzien van hen kunnen aannemen door, naar analogie van de appreciatiebevoegdheid van sociale inspecteurs, de fiscale inspecteurs de bevoegdheid te verlenen om bij een foutieve toepassing van de fiscale wet inlichtingen en adviezen te verschaffen, een waarschuwing te geven, een inregelstelling op te leggen of te verbaliseren.

 

Ik verwijs in het bijzonder naar het feit dat de toekenning van fiscale voordelen vaak afhankelijk worden gemaakt van het vervullen van bepaalde formaliteiten. In plaats van de belastingplichtige de tijd te geven om die formaliteiten te regulariseren, verwerpt de fiscus het voordeel. In tegenstelling tot bij de bestrijding van de sociale fraude kan de belastingplichtige enkel dromen van het feit dat de fiscus hem de kans zou bieden om zich in regel te stellen, laat staan dat de fiscus hem waarschuwt of inlichtingen of advies verstrekt.

 

Ten derde, het voorstel is ook een gemiste kans om de strafrechtelijke omschrijving van fiscale misdrijven te beperken tot die overtredingen die werkelijk als inbreuken op de maatschappelijke orde worden aangevoeld en die dus strafrechtelijk moeten worden beteugeld. Alle overtredingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde vormen immers materieelrechtelijk een strafrechtelijke inbreuk. Welnu, wij moeten vaststellen dat de fiscus de modernisering in het sociaal strafrecht niet is gevolgd. Immers, bij de totstandkoming van het Sociaal Strafwetboek werd een duidelijke indeling gemaakt in vier sanctieniveaus, waarbij het eerste niveau enkel nog wordt gesanctioneerd met een administratieve geldboete en niet langer strafrechtelijk.

 

Président: André Flahaut, président.

Voorzitter: André Flahaut, voorzitter.

 

Ten vierde, wij hadden hier de kans om tegemoet te komen aan de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Ik verwijs hierbij heel graag naar Fiscale Actualiteit van 18 april. Michel Maus besluit hierin dat het hoog tijd wordt dat de wetgever beseft dat het juridisch kader voor de fiscale fraudebestrijding op het vlak van de rechtsbescherming niet meer beantwoordt aan de eisen die het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stelt.

 

De vijfde en laatste reden waarom wij het voorstel een gemiste kans vinden, is dat aan de Raad van State geen advies over de voorliggende bepalingen werd gevraagd.

 

Collega Van Hecke onderstreepte de wil van eenieder om een correcte wetgeving op te maken, maar in de commissievergadering moest ik vaststellen dat zijn partij ons verzoek om een advies van de Raad van State te vragen niet heeft gesteund. Moet ik u nog herinneren aan een andere negatieve parlementaire ervaring, namelijk in verband met de minnelijke schikking in dossiers van fiscale fraude? Uiteindelijk bleek die niet van toepassing te zijn in het geval van fraude. Daarom betwijfelen we ten stelligste dat het voorstel in zijn huidige vorm de toets aan de Grondwet door de Raad van State zal doorstaan.

 

Het wetsvoorstel gaat, onzes inziens, voorbij aan het onafhankelijk karakter van het openbaar ministerie in de individuele strafvervolging. Rekening houdend met de rechtspraak van de Raad van State, afdeling Wetgeving over wat onder de onafhankelijkheid van het openbaar ministerie dient te worden begrepen, betwijfelen wij ten sterkste of voorliggend wetsvoorstel de toetsing aan de Grondwet kan doorstaan, zeker nu er ook in de toelichting gesproken wordt van een openhartig overleg. Welke structuur het overleg in de praktijk zal krijgen, is nog niet duidelijk. Dat is zeker het geval nu de drie zinnen van het nieuwe artikel 29, derde lid van het Wetboek van strafvordering al hun geheimen onder het mom van het una-viaprincipe nog niet hebben onthuld.

 

Ik besluit dat de uitwerking van het una-viaprincipe in het wetsvoorstel een keuze vormt tussen de administratieve of strafrechtelijke vervolging van fiscale overtredingen. Wij kunnen die keuze bijtreden, maar de uitwerking van het una-viaprincipe zou volgens ons moeten leiden tot een rechtsbescherming in de fiscale vervolging op het niveau van de mensenrechten. Het wetsvoorstel doorstaat onzes inziens een kritische toetsing aan de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens niet.

 

Waarom het wetsvoorstel zover afwijkt van het una-viaprincipe in het Sociaal Strafwetboek is ons bovendien niet duidelijk. Bij de uitwerking van het una-viaprincipe in het Sociaal Strafwetboek werden de principes van de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens immers wel geïntegreerd.

 

Tot slot zou een advies van de Raad van State volgens ons aan het licht brengen dat het voorliggende una-viaprincipe nog steeds niet de toetsing aan de Grondwet doorstaat, omdat het una-viaprincipe voor andere doeleinden wordt aangewend.

 

18.07  Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik wens even het woord te nemen, zonder in te gaan op de voor- en nadelen van het voorliggende wetsvoorstel. Heel wat partijen hebben dat ondertussen gedaan. Ik ben blij dat de meeste partijen veeleer de voordelen dan de nadelen zien.

 

Het verheugt mij dat het Parlement met onderhavig voorstel gevolg geeft aan de zevende aanbeveling van de parlementaire onderzoekscommissie voor de fiscale fraudebestrijding. Die aanbeveling was trouwens gebaseerd op de nota van de groep experts die ten gevolge van de beslissing van het College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraudebestrijding in 2009 een oplossing voor het probleem moest voorstellen.

 

Ik wil nog even kort van de gelegenheid gebruikmaken om de twee staatssecretarissen, bevoegd voor die aspecten van de wetgeving, de heer Devlies, en zijn opvolger, de heer Crombez, te bedanken voor de goede samenwerking. Ook de administratie was zeer constructief in het verder redigeren van dit wetsvoorstel en om telkens opnieuw te amenderen en oplossingen te vinden voor de opmerkingen die door de verschillende partijen werden gemaakt.

 

Tot slot wil ik alvast de collega’s van de partijen die het wetsvoorstel dadelijk zullen goedkeuren, bedanken voor de constructieve manier waarop wij ditmaal over de grenzen van meerderheid en oppositie heen hebben kunnen samenwerken.

 

18.08 Staatssecretaris John Crombez: Mijnheer de voorzitter, dit is duidelijk een belangrijke discussie en een belangrijke stemming, voor mijzelf in de eerste plaats. Deze discussie sluit namelijk aan bij het gegeven, dat wij al te vaak gezien hebben, dat procedures voor grote fraudebestrijding het bijzonder moeilijk hebben, eufemistisch uitgedrukt.

 

De keuze die in het voorliggend wetsvoorstel gemaakt wordt, is een keuze om te starten met betere procedures en om meer kansen te geven aan de bestrijding van grote fraude. Ik hoor opsommen waarom het een gemiste kans zou kunnen zijn, maar dit is geen discussie geweest over de belastingdruk, helemaal niet zelfs. Ik zie het verband zelfs niet zo goed. Dit is ook geen discussie geweest over de selectie van de behandeling van de dossiers op zich. Dit voorstel maakt een begin van een beter beheer van de dossiers en de procedures zelf.

 

Op dit moment is de niet-degelijke behandeling van grote fraudedossiers een van de redenen waarom het draagvlak soms zo moeilijk te vinden is. De tegenstelling tussen de bestrijding van kleine fraude en de bestrijding van grote fraude is gewoon te groot. Die gerechtelijke weg en de optimalisering ervan is dus, zowel sociaal als fiscaal — beide luiken zijn belangrijk en in het voorliggend voorstel gaat het om het fiscaal luik — des te belangrijker.

 

Ik dank het Parlement voor de bijdrage die werd geleverd aan dit belangrijk debat.

 

18.09  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik wil kort reageren op wat collega Veerle Wouters zonet heeft gezegd.

 

In de commissie werd gesteld dat aan de Raad van State een advies moest worden gevraagd, maar men mag niet laten uitschijnen dat over dit principe geen advies aan de Raad van State zou zijn gevraagd. Er bestaat effectief een advies van de Raad van State, met name nr. 47426 van december 2009. Op basis van een aantal punten van kritiek vanwege de Raad van State werd met de werkgroep en de specialisten naar oplossingen gezocht om een systeem te verkrijgen dat tegemoetkomt aan het advies van de Raad van State.

 

De tekst werd herwerkt en inderdaad, over die herwerkte tekst werd geen advies meer gevraagd. Dat is waar. U mag echter niet laten uitschijnen dat zomaar een tekst werd opgesteld, zonder advies te vragen aan de Raad van State.

 

Overigens begrijp ik de positionering van de N-VA niet goed. Ik hoor een debat over de hoge belastingtarieven. Debatten daarover kunnen inderdaad worden gevoerd, maar dat heeft er in essentie niet veel mee te maken. Ik hoor veel argumenten over de mogelijke nadelen. Ik heb de indruk dat er bij de N-VA blijkbaar geen echte wil is om efficiënt de fiscale fraude aan te pakken. Dat is mijn gevoel wanneer ik uw argumenten aanhoor.

 

Het kan ook best zijn dat er nog een paar kinderziektes zullen zijn, maar laten wij het voorstel toch een kans geven. Laten wij ervoor gaan. Laten wij ervoor zorgen dat wij over een instrument beschikken waarmee de grootschalige fiscale fraude op een efficiënte manier kan worden aangepakt. Laten wij niet steeds zoeken naar de mogelijke nadelen ervan.

 

Mijnheer de voorzitter, dat wilde ik graag rechtzetten voor het verslag.

 

18.10  Veerle Wouters (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Hecke, ik wil nog even reageren. U zegt dat er een advies van de Raad van State was in 2009. Zoals u zelf aangeeft, zijn er heel wat wijzigingen aangebracht aan het voorstel dat toen voorlag en slaan wij een andere weg in. U zegt dat dit de enige weg is, maar oplossingen kunnen op meerdere manieren worden geboden.

 

Ik denk dat het in dezen geen probleem zou zijn geweest, mochten wij de Raad van State om een advies hebben gevraagd, en ik hoop voor u dat de Raad van State een heel positief advies zou hebben gegeven. Als u er zo zeker van bent dat het helemaal in orde is, des te beter, maar dan mocht het voor u geen probleem geweest zijn om dat advies te vragen.

 

Wat de vervolging van de fiscale fraude betreft, wij hebben heel duidelijk gezegd dat wij voor het una-viaprincipe zijn. Wij stellen het principe op zich helemaal niet in vraag, wel hadden wij liever gezien dat het uitgebreider was, dat men het meer had vergeleken met de una via die in het huidige Sociaal Strafwetboek wordt gehanteerd en dat wij nog verder hadden kunnen gaan dan vandaag het geval is.

 

Ook vragen wij ons af of de rechten van de mens hierbij niet worden geschonden. Wanneer men bij het bestrijden van de fiscale fraude de rechten van de mens niet respecteert, wordt het volgens mij heel moeilijk om daarvoor een draagvlak te creëren.

 

Wij zijn helemaal niet tegen de bestrijding van de fiscale fraude, maar net zoals wij stelt ook professor Michel Maus vragen bij de manier waarop de wetgeving werd opgesteld.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1973/6)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1973/6)

 

La proposition de loi compte 33 articles.

Het wetsvoorstel telt 33 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 33 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 33 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Scrutin sur les naturalisations

Geheime stemming over de naturalisaties

 

L’ordre du jour appelle le scrutin sur les naturalisations. (2127/1-2)

Aan de orde is de geheime stemming over de naturalisaties. (2127/1-2)

 

Les membres sont priés de déposer la proposition de lois de naturalisation dans l’urne.

De leden worden verzocht het voorstel van naturalisatiewetten te deponeren in de stembus.

 

La proposition de lois de naturalisation ne peut pas être signée.

Het voorstel van naturalisatiewetten mag niet ondertekend worden.

 

Le membre qui n’entend pas accorder la naturalisation à un demandeur biffera le nom de l’intéressé sur la liste qui lui a été remise.

Wanneer een lid gekant is tegen de naturalisatie van een aanvrager schrapt hij de naam van de belanghebbende op de lijst die hem werd bezorgd.

 

Deux secrétaires doivent procéder au dépouillement du scrutin. Un seul secrétaire étant actuellement présent, je vous propose de désigner M. Wouter De Vriendt en qualité de scrutateur.

Twee secretarissen moeten tot de stemopneming overgaan. Daar één enkele secretaris aanwezig is, stel ik u voor de heer Wouter De Vriendt als stemopnemer aan te duiden.

 

Vraagt iemand het woord?

Quelqu'un demande-t-il la parole?

 

18.11  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de voorzitter, terwijl de collega’s druppelsgewijs de zaal binnenkomen en de bel volop rinkelt, wens ik even van mijn spreektijd gebruik te maken om kort een en ander te zeggen over het document nr. 2127/002, voorstellen van naturalisatiewet, voorgelegd door de commissie voor de Naturalisaties.

 

De meeste leden zullen dit boek dadelijk waarschijnlijk weer met de ogen dicht in de urne stoppen. Het Vlaams Belang zal dat voor alle duidelijkheid niet doen, wij hebben dat nog nooit gedaan, want wij zijn van oordeel dat de hele procedure van de gunst van de naturalisatie via het Parlement van bij de aanvang haar doel voorbijgeschoten is. En dan spreek ik nog niet over de manier waarop die desastreuze snel-Belgwet heeft gezorgd voor een enorm aanzuigeffect, dat tot op heden blijft aanhouden. Ik geef u dadelijk wat cijfers.

 

Voorliggende voorstellen van naturalisatiewet bevatten 1 595 dossiers, waarvan de meerderheid via de snel-Belgwet. De lijst begint met een zekere Abdel Samad, afkomstig uit Kaboel in Afghanistan en geboren in 1972, en eindigt met een zekere Zvizjova uit Wit-Rusland en geboren in 1987.

 

Naar ons inzicht is dit boek het zoveelste verkeerde politiek signaal, zeer zeker in het licht van de problematiek van de regularisatie van personen, al dan niet met een strafblad, die straks dan ook nog hun weg zullen vinden naar de naturalisatieprocedure.

 

Collega’s, ter voorbereiding van deze rede heb ik wat informatie opgevraagd bij de dienst Naturalisaties. Wij stemmen vandaag niet alleen over de 1 595 voorstellen van naturalisatie, er ligt ook nog een berg dossiers te wachten. Ik overloop even een aantal cijfers.

 

Het aantal dossiers dat klaar is om door de commissie te worden onderzocht: 11 079. Het aantal dossiers dat momenteel door de commissie wordt onderzocht: 3 905. Het aantal dossiers waarover de dienst nog een advies dient te geven: 4 392. Het aantal volledige dossiers, zijnde de dossiers waarover de dienst vier adviezen heeft ontvangen: 2 360. Het aantal hangende dossiers, te vervolledigen door de aanvrager: 7 233. Het aantal hangende dossiers waarvan niet alle adviezen zijn ontvangen: 6 588. Het aantal verdaagde dossiers: 4 727. Dat maakt, samen met de 1 595 dossiers die wij vandaag behandelen, een contingent van 41 879 dossiers.

 

Die berg nieuwe snel-Belgaanvragen liggen op verdere verwerking te wachten. Eigenlijk zijn het nouveaux Belges, want de meesten behoren tot de Franstalige taalrol. Er is geen zinnig mens die nog kan geloven dat het binnen een redelijke termijn kan gebeuren. Hoe en wanneer wij die berg aanvragen zullen behandelen is niet duidelijk. Volgens welke criteria wij die zullen behandelen wordt vergadering na vergadering onduidelijker. Dat wij de limieten van de redelijkheid hebben overschreden is volgens ons geen boutade meer.

 

Collega’s, vooral de voorstanders van de snel-Belgwet, kom over enkele maanden niet zeuren dat de aanvragers veel te lang moeten wachten. Het cijfer van 41 879 toont overduidelijk aan dat de procedure van de snel-Belgwet haar doel heeft voorbijgestoken. Zoals het Vlaams Belang de voorbije jaren al zoveel keer heeft gezegd, en zal blijven zeggen, zijn er in dit naturalisatieboek opnieuw aanvragers die het staatsburgerschap hebben verworven omdat zij hun illegale verblijfstoestand via allerlei drogredenen hebben geregulariseerd en zich daarna tot een naturalisatieprocedure hebben gewend. Dan is het een kwestie van tijd voor men de identiteitskaart op het gemeentehuis kan afhalen. In dit naturalisatieboek worden opnieuw personen genaturaliseerd die niet voldoen aan de basisvoorwaarden, namelijk drie jaar legaal op het grondgebied verblijven voorafgaand aan de aanvraag tot naturalisatie.

 

Wanneer wij even naar de landen van herkomst kijken, gaat het alweer om een hele hoop, in totaal 95 landen, gaande van Afghanistan over Ethiopië, Guinee, Libanon, Rwanda, Oezbekistan, Togo, Tunesië tot de Verenigde Arabische Emiraten. Er komt dus alweer een bont gezelschap naar het land van melk en honing.

 

Na 128 dagen regering-Di Rupo is mijn fractie trouwens erg benieuwd hoever het staat met de uitwerking van de verstrengde naturalisatiewetgeving. Er zijn in de periode van lopende zaken naar verluidt veel voorbereidingen gebeurd. Het was een kwestie van de tekst van de nieuwe snel-Belgwet te finaliseren, in het Parlement in te dienen, te bespreken en erover te stemmen. Echter, behalve veel woordkracht over het verstrengen van de snel-Belgwet, hebben wij nog maar weinig daadkracht gezien. De stoere taal in de wandelgangen, in de media en tijdens politieke debatten ten spijt, weet ik niet wat in de politieke achterkamertjes gebeurt. Het Vlaams Belang is bij dergelijke gesprekken immers niet betrokken. Ik moet toegeven dat mijn fractie uitermate benieuwd is naar het eindresultaat en uitkijkt naar het debat dat wij met deze regering zullen voeren over de invulling van het staatsburgerschap.

 

Wordt het misschien opnieuw een gedrocht van een compromis, dat het verwerven van het staatsburgerschap niet aan scherpe voorwaarden koppelt? Ik noem maar wat. Komt er nu een streektaalvereiste of niet? Komt er een waterdichte integratievereiste of niet? Komt er een burgerschapsproef of niet? Wie zal het zeggen?

 

Het Vlaams Belang zal zich in elk geval tegen de aanhoudende toevloed van nieuwe Belgen blijven verzetten. Bijgevolg zullen wij het naturalisatieboek straks niet in de urne stoppen en dus niet goedkeuren. Wij zijn het immers niet eens met een dergelijke lakse manier van nationaliteitsverwerving.

 

18.12  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, onze fractie zal net zoals de vorige keer het boek niet in de urne steken omdat wij wachten op de uitkomst van de hervorming van de snel-Belgwet, zoals ze werd aangekondigd in het regeerakkoord en waarover al meer dan vijf jaar wordt onderhandeld. Wij waren er bijna om de naturalisatieprocedure ten gronde te hervormen tot wat grondwettelijk werd beoogd in artikel 9 van de Grondwet. Mensen met uitzonderlijke verdiensten voor het land kunnen via een spoedprocedure Belg worden via de Kamer van volksvertegenwoordigers. De rest moet de normale procedure volgen via de gemeente of via een nationaliteitsverklaring.

 

Wij zullen ook nu doen wat wij de vorige keer hebben gedaan, namelijk het boek niet in de urne steken.

 

18.13  Éric Jadot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, au Parlement, certaines commissions sont populaires, d'autres le sont moins. Celles qui se font à huis clos le sont généralement moins que celles qui se font en public. Ces dernières semaines, on a évoqué la déontologie des parlementaires et j'entends parler ici du lieu de naissance et même du nom de personnes qui ont demandé la nationalité belge. Cela me choque quant au respect de cette commission qui essaie de faire son travail. On peut faire des choix différents mais le fait de dire non à tout, c'est facile. Je suis un peu choqué!

 

18.14  Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, je souhaite répondre au groupe Ecolo-Groen. Le fait de dire oui à tout est également très choquant et très facile! C'est ce que vous faites depuis des années. Voyez où cela nous mène: l'immigration est incontrôlée et pose des problèmes en termes de sécurité.

 

Je l'ai déjà dit, je ne participerai pas à ce scrutin car, une fois de plus, le monde politique n'a pas à s'immiscer dans ce type de questions. J'attends qu'on mette sur pied un organe véritablement indépendant.

 

(Brouhaha)

(Rumoer)

 

Il est incroyable de voir que ceux qui parlent de démocratie ne la respectent toujours pas après deux ans. C'est un scandale! Je prendrai toujours la liberté qui m'est offerte pour le dénoncer. Certains groupes n'ont pas plus de droits que d'autres et chacun a le droit de s'exprimer au sein de ce parlement, que cela plaise à certains ou non. Je déplore à nouveau ce brouhaha chaque fois que je prends la parole.

 

Le président: J'invite le secrétaire à procéder à l'appel nominal.

Ik nodig de secretaris uit de namen af te roepen.

 

Il est procédé à l’appel nominal.

Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.

 

Nous allons clore le scrutin pour les demandes de naturalisation.

Wij gaan de geheime stemming over de naturalisatieaanvragen sluiten.

 

Je prie les membres qui n’ont pas encore déposé leur bulletin de le faire immédiatement.

Ik vraag de leden die zulks nog niet gedaan hebben hun stembiljet onmiddellijk in de bus te steken.

 

Je déclare le scrutin clos.

De geheime stemming is gesloten.

 

19 Élections communales - Vote automatisé - Collège des experts

19 Gemeenteraadsverkiezingen - Geautomatiseerde stemming - College van deskundigen

 

Par lettre du 23 avril 2012, M. Serge Govaert, greffier du Parlement bruxellois, demande de pouvoir faire appel à des informaticiens de la Chambre pour assumer les fonctions d'expert pour contrôler l'utilisation et le bon fonctionnement des systèmes de vote et de totalisation automatisés lors des élections communales du 14 octobre 2012.

Bij brief van 23 april 2012 vraagt de heer Serge Govaerts, griffier van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, een beroep te kunnen doen op informatici van de Kamer als deskundigen voor de controle op het gebruik en de werking van de geautomatiseerde stem- en opnemingsystemen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 26 avril 2012, je vous propose de désigner Mme Sophie Jonckheere et M. Bruno De Nys, conseillers adjoints au service Informatique et Bureautique, en qualité qu'experts.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 26 april 2012 stel ik u voor mevrouw Sophie Jonckheere en de heer Bruno De Nys, adjunct-adviseurs bij de dienst Informatica en Burotica, als deskundigen aan te wijzen.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

20 Commission permanente de contrôle linguistique - Désignation d'un président

20 Vaste Commissie voor Taaltoezicht - Aanwijzing van een voorzitter

 

Dans l'appel aux candidats pour le mandat de président de la Commission permanente de contrôle linguistique, paru au Moniteur belge du 27 février 2012, il était mentionné que les candidatures devaient être accompagnées, comme preuve de la connaissance de la deuxième langue nationale, d'un certificat délivré par le Selor, tel que mentionné à l'article 12 de l'arrêté royal du 8 mars 2001 fixant les conditions de délivrance des certificats de connaissance linguistique prévues à l'article 53 des lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966.

In de oproep tot kandidaten voor het mandaat van voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 27 februari 2012, werd vermeld dat de kandidaturen, als bewijs van de kennis van de tweede landstaal, het door Selor afgeleverd certificaat dienden te bevatten als bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken gecoördineerd op 18 juli 1966.

 

La Conférence des présidents du 15 février 2012 avait décidé de donner la possibilité aux candidats qui ne disposeraient pas de ce certificat de pouvoir encore l'obtenir.

De Conferentie van voorzitters van 15 februari 2012 besliste om aan de kandidaten die een dergelijk certificaat niet kunnen voorleggen, de mogelijkheid te bieden dit certificaat alsnog te behalen.

 

Cette précision n'a toutefois pas été mentionnée dans l'appel aux candidats.

Deze vermelding werd evenwel niet opgenomen in de oproep tot kandidaten.

 

Afin d'éviter toutes procédures judiciaires et conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 26 avril 2012, je vous propose de publier au Moniteur belge un nouvel appel aux candidats pour la fonction de président de la Commission permanente de contrôle linguistique qui reprend cette précision.

Teneinde eventuele gerechtelijke procedures te vermijden en overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 26 april 2012 stel ik u voor een nieuwe oproep tot kandidaatstelling voor de functie van voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht in het Belgisch Staatsblad te publiceren die deze vermelding bevat.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

21 Commissions de nomination pour le notariat - Renouvellement des mandats

21 Benoemingscommissies voor het notariaat - Hernieuwing van de mandaten

 

Le mandat des membres actuels des commissions de nomination francophone et néerlandophone pour le notariat expire le 22 décembre 2012.

Het mandaat van de huidige leden van de Nederlandstalige en de Franstalige benoemingscommissies voor het notariaat verstrijkt op 22 december 2012.

 

Selon l'article 4 de l'arrêté royal du 9 mars 2001 concernant le fonctionnement des commissions de nomination pour le notariat et la nomination de leurs membres, la vacance des mandats des membres effectifs et suppléants d'une commission de nomination doit être publiée au Moniteur belge au plus tard six mois avant l'expiration du mandat des membres.

Ingevolge artikel 4 van het koninklijk besluit van 9 maart 2001 tot bepaling van de werking van de benoemingscommissies voor het notariaat en de benoeming van hun leden dienen de vacatures voor een mandaat van werkend en plaatsvervangend lid van een benoemingscommissie ten laatste zes maanden voor het verstrijken van het mandaat van de leden in het Belgisch Staatsblad te worden bekendgemaakt.

 

Par lettre du 20 avril 2012, M. James Dupont, président de la Chambre nationale des notaires, demande à la Chambre de déjà publier un appel fin avril ou début mai, étant donné qu'il s'est avéré, par le passé, que plusieurs appels ont été nécessaires avant d'aboutir à une composition complète des commissions de nomination. Il précise que les nouvelles commissions de nomination doivent disposer du temps nécessaire pour organiser l'examen pour la nomination des candidats-notaires.

Bij brief van 20 april 2012 verzoekt de heer James Dupont, voorzitter van de Nationale Kamer van notarissen, de Kamer om reeds eind april of begin mei een oproep te publiceren, aangezien in het verleden is gebleken dat verscheidene oproepen noodzakelijk waren om de benoemingscommissies volledig samen te stellen. Hij wijst erop dat de nieuwe benoemingscommissies over voldoende tijd moeten beschikken voor de organisatie van het vergelijkend examen voor de benoeming van de kandidaat-notarissen.

 

Les commissions de nomination pour le notariat francophone et néerlandophone sont composées chacune de huit membres effectifs et huit membres suppléants, chacune composée de quatre notaires et de quatre non-notaires. Les notaires sont désignés par la Chambre nationale des notaires. Les non-notaires sont désignés alternativement par la Chambre des représentants et le Sénat à une majorité des deux tiers des suffrages.

De Nederlandstalige en de Franstalige benoemingscommissies voor het notariaat bestaan elk uit acht werkende en acht plaatsvervangende leden, telkens vier notarissen en vier niet-notarissen. De notarissen worden aangewezen door de Nationale Kamer van notarissen. De niet-notarissen worden afwisselend door de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat aangewezen met een tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

 

Étant donné que les membres actuels non-notaires ont été nommés par le Sénat, il revient à la Chambre de procéder à un appel aux candidats pour la nomination des nouveaux membres non-notaires.

Aangezien de huidige leden niet-notarissen door de Senaat werden benoemd, is het thans aan de Kamer om over te gaan tot een oproep tot kandidaten voor de benoeming van de nieuwe leden niet-notarissen.

 

La Chambre nationale des notaires devant publier un appel similaire pour les notaires, il semble indiqué de publier les deux appels simultanément au Moniteur belge.

Aangezien de Nationale Kamer van notarissen een gelijkaardige oproep dient te publiceren voor de leden notarissen is het aangewezen beide oproepen gelijktijdig in het Belgisch Staatsblad te publiceren.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 26 avril 2012, un appel aux candidats sera publié au Moniteur belge.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 26 april 2012 zal een oproep tot de kandidaten in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd worden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

22 Poursuites à charge d'un membre

22 Vervolgingen ten laste van een lid

 

Par lettre du 26 avril 2012, le conseil de M. Laurent Louis demande, en application de l'article 59 de la Constitution, de suspendre les poursuites à l'encontre du député.

Bij brief van 26 april 2012 vraagt de raadsman van de heer Laurent Louis om de vervolging ten laste van het Kamerlid te schorsen met toepassing van artikel 59 van de Grondwet.

 

Conformément à l'article 160 du Règlement, le dossier est renvoyé à la commission des Poursuites.

Overeenkomstig artikel 160 van het Reglement wordt het dossier verzonden naar de commissie voor de Vervolgingen.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

23 Renvoi d'une proposition de loi à une autre commission

23 Verzending van een wetsvoorstel naar een andere commissie

 

Je vous propose de renvoyer à la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique la proposition de loi de M. Christian Brotcorne instaurant dans le Code pénal une circonstance aggravante pour les auteurs de certaines infractions commises envers des arbitres de manifestations sportives (n° 62/1) afin de la joindre à la proposition de loi de MM. Laurent Devin, Anthony Dufrane, André Frédéric, Éric Thiébaut et Rachid Madrane modifiant le Code pénal en instaurant une circonstance aggravante pour les infractions commises à l’encontre des arbitres de manifestations sportives et les accompagnateurs sportifs (n° 2037/1).

 

Ik stel u voor het wetsvoorstel van de heer Christian Brotcorne tot invoering in het Strafwetboek van een verzwarende omstandigheid voor de plegers van bepaalde strafbare feiten jegens scheidsrechters van sportwedstrijden (nr. 62/1) te verwijzen naar de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt, teneinde het toe te voegen aan het wetsvoorstel van de heren Laurent Devin, Anthony Dufrane, André Frédéric, Éric Thiébaut en Rachid Madrane tot wijziging van het Strafwetboek door invoering van een verzwarende omstandigheid voor strafbare feiten jegens scheidsrechters van sportwedstrijden en sportbegeleiders (nr. 2037/1).

 

Cette proposition avait été précédemment renvoyée à la commission de la Justice.

Dit voorstel werd vroeger verzonden naar de commissie voor de Justitie.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

24 Prise en considération de propositions

24 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents de ce matin, je vous propose également de prendre en considération:

- la proposition de résolution de MM. David Geerts et Jef Van den Bergh, Mme Liesbeth Van der Auwera et M. Peter Vanvelthoven visant l'électrification de la ligne 15 Herentals-Mol-Lommel-Neerpelt (n° 2067/1).

Renvoi à la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques;

- la proposition de loi de Mme Sarah Smeyers, M. Theo Francken et Mme Daphné Dumery modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, en ce qui concerne la procédure de régularisation (n° 2165/1).

Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique;

- la proposition de loi de Mmes Sabien Lahaye-Battheu et Carina Van Cauter modifiant le Code civil en ce qui concerne la cohabitation de complaisance (n° 2170/1).

Renvoi à la commission de la Justice.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van vanmorgen, stel ik u ook voor in overweging te nemen:

- het voorstel van resolutie van de heren David Geerts en Jef Van den Bergh, mevrouw Liesbeth Van der Auwera en de heer Peter Vanvelthoven tot uitvoering van de elektrificatie van lijn 15, Herentals-Mol-Lommel-Neerpelt (nr. 2067/1).

Verzonden naar de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven;

- het wetsvoorstel van mevrouw Sarah Smeyers, de heer Theo Francken en mevrouw Daphné Dumery tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de regularisatieprocedure (nr. 2165/1).

Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt;

- het wetsvoorstel van de dames Sabien Lahaye-Battheu en Carina Van Cauter tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat betreft de schijnsamenwoning (nr. 2170/1).

Verzonden naar de commissie voor de Justitie.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

25 Demandes d'urgence

25 Urgentieverzoeken

 

25.01  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, je demande l'urgence pour la proposition de loi n° 2139/1 portant modification du Code électoral en ce qui concerne le vote des Belges à l'étranger.

 

Je demande également l'urgence pour la proposition de loi n° 2140/1 portant réforme de l'arrondissement judiciaire de Bruxelles.

 

Comme vous le savez, ces propositions entrent dans le cadre de la sixième réforme de l'État. Elles sont instamment attendues par l'ensemble des groupes de ce parlement. Je ne doute donc pas un instant que l'urgence pour ces propositions sera votée à l'unanimité.

 

Le président: Il y a donc deux demandes d'urgence.

 

Chers collègues, je vais vous demander de vous prononcer sur l'urgence en ce qui concerne la proposition de loi n° 2139/1.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

 

Je vais maintenant vous demander de vous prononcer sur l'urgence en ce qui concerne la proposition de loi n° 2140/1.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

26 Projet de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne la copropriété et modifiant l'article 46 du Code judiciaire (nouvel intitulé) (1538/16)

26 Wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de mede-eigendom betreft en van artikel 46 van het Gerechtelijk Wetboek (nieuw opschrift) (1538/16)

 

Amendé par le Sénat

Geamendeerd door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

109

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

29

Abstentions

Totaal

138

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1538/17)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1538/17)

 

27 Wetsvoorstel tot instelling van het "una via"-principe in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale penale boetes (1973/6)

27 Proposition de loi instaurant le principe "una via" dans le cadre de la poursuite des infractions à la législation fiscale et majorant les amendes pénales fiscales (1973/6)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

98

Oui

Nee

27

Non

Onthoudingen

13

Abstentions

Totaal

138

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1973/7)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1973/7)

 

Raison d'abstention?

Reden van onthouding?

 

27.01  Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, je souhaite justifier mon abstention. Je reste cohérent avec moi-même: j'ai déclaré lors de la dernière séance que je m'abstiendrais, à l'avenir, de tout vote. Contrairement au groupe MR et aux autres parlementaires, qui se sont largement exprimés dans les médias la semaine dernière, je tiens mes engagements et je continue sur ma lancée.

 

Scrutin sur les naturalisations (continuation)

Geheime stemming over de naturalisaties (voortzetting)

 

Le président: Voici le résultat du scrutin sur les naturalisations. (2127/2)

Ziehier de uitslag van de geheime stemming over de naturalisaties. (2127/2)

 

Nombre de votants

97

Aantal stemmen

Votes valables

96

Geldige stemmen

Majorité absolue

49

Volstrekte meerderheid

 

Toutes les naturalisations ont obtenu la majorité absolue. Le vote sur la proposition de lois de naturalisation aura lieu dans un instant.

Alle naturalisaties hebben de volstrekte meerderheid bekomen. Over het voorstel van naturalisatiewetten zal dadelijk worden gestemd.

 

La proposition de la commission de Naturalisations est divisée en trois parties (A, B et C) comportant chacune plusieurs articles à adopter.

Het voorstel van de commissie voor de Naturalisaties omvat drie delen (A, B en C) die elk verscheidene aan te nemen artikelen tellen.

 

Proposition de lois de naturalisation

Voorstel van naturalisatiewetten

 

28 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 13 avril 1995 modifiant la procédure de naturalisation et le Code de la nationalité belge (partie A) (2127/2)

28 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de naturalisatieprocedure en van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel A) (2127/2)

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie A) aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel A) zal later plaatsvinden.

 

29 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge (partie B) (2127/2)

29 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit (deel B) (2127/2)

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie B) aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel B) zal later plaatsvinden.

 

30 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses et modifiant le Code de la nationalité belge (partie C) (2127/2)

30 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel C) (2127/2)

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie C) aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel C) zal later plaatsvinden.

 

Votes nominatifs (continuation)

Naamstemmingen (voortzetting)

 

Nous allons procéder au vote sur la proposition de lois de naturalisation dont nous venons d'examiner les articles.

Wij gaan over tot de stemming over het voorstel van naturalisatiewetten waarvan wij zojuist de artikelen hebben besproken.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

31 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 13 avril 1995 modifiant la procédure de naturalisation et le Code de la nationalité belge (partie A) (2127/2)

31 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de naturalisatieprocedure en van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel A) (2127/2)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Vote/stemming 3)

Oui

98

Ja

Non

39

Nee

Abstentions

1

Onthoudingen

Total

138

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie A). Elle sera soumise à la sanction royale.

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van naturalisatiewet (deel A) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

 

32 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge (partie B) (2127/2)

32 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit (deel B) (2127/2)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(vote/stemming 3)

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie B). Elle sera soumise à la sanction royale.

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van naturalisatiewet (deel B) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

 

33 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses et modifiant le Code de la nationalité belge (partie C) (2127/2)

33 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel C) (2127/2)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(vote/stemming 3)

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie C). Elle sera soumise à la sanction royale.

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van naturalisatiewet (deel C) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

 

34 Proposition de rejet faite par la commission des Naturalisations en ce qui concerne les dossiers repris dans son rapport n° 2127/1, aux pages 4 à 9

34 Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Naturalisaties van de dossiers die in haar verslag nr. 2127/1 op bladzijden 4 tot 9 zijn opgenomen

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Vote/stemming 4)

Oui

137

Ja

Non

0

Nee

Abstentions

1

Onthoudingen

Total

138

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet.

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan.

 

35 Adoption de l’ordre du jour

35 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

 

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 3 mei 2012 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 3 mai 2012 à 14.15 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 17.47 uur.

La séance est levée à 17.47 heures.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 083 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 53 PLEN 083 bijlage.

 

 

 


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

109

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

029

Onthoudingen

 

Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

098

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

027

Nee

 

Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Abstentions

013

Onthoudingen

 

Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Man Filip, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Louis Laurent, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

098

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

039

Nee

 

Annemans Gerolf, Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Logghe Peter, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Louis Laurent

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

137

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Louis Laurent