Plenumvergadering |
|
du Jeudi 29 mars 2012 Après-midi ______ |
van Donderdag 29 maart 2012 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14.22 heures et présidée par M. André Flahaut.
De vergadering wordt geopend om 14.22 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Elio
Di Rupo, Pieter De Crem, Monica De Coninck, Hendrik Bogaert
Myriam
Delacroix-Rolin, Els Demol, Maya Detiège, Meryame Kitir, Patrick Moriau, Karel
Uyttersprot, Veerle Wouters, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;
Ingeborg
De Meulemeester, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;
Caroline
Gennez, Peter Vanvelthoven, à l'étranger / buitenslands;
François-Xavier
de Donnea, UIP / IPU.
01 Admission et prestation de serment de M. Fouad Lahssaini
01 Toelating en eedaflegging van de heer Fouad Lahssaini
Nous devons procéder à l'admission et à la prestation de serment du suppléant appelé à siéger en remplacement de M. Olivier Deleuze, démissionnaire en date du 28 mars 2012
Wij moeten overgaan tot de toelating en eedaflegging van de opvolger die in aanmerking komt om de heer Olivier Deleuze, ontslagnemend met ingang van 28 maart 2012, te vervangen.
Le suppléant appelé à le remplacer est M. Fouad Lahssaini, premier suppléant de la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde.
De opvolger die hem zal vervangen is de heer Fouad Lahssaini, eerste opvolger voor de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.
Les pouvoirs de M. Fouad Lahssaini ont été validés en notre séance du 6 juillet 2010.
De geloofsbrieven van de heer Fouad Lahssaini werden tijdens onze vergadering van 6 juli 2010 geldig verklaard.
Comme la vérification complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions d'éligibilité, il apparaît que cette vérification, n'a, au vu des pièces obtenues, qu'un caractère de pure formalité.
Daar het aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het, gelet op de verkregen stukken, in de huidige omstandigheden om een loutere formaliteit.
Je vous propose donc de passer à l'admission de ce membre.
Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van dit lid.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Je rappelle que les députés élus par le collège
électoral de l'arrondissement de Bruxelles font partie soit du groupe
linguistique français, soit du groupe linguistique néerlandais de la Chambre, selon qu'ils prêtent serment en
français ou en néerlandais. Si le serment est prêté en plusieurs langues, celle
d'entre elles qui est utilisée en premier lieu est déterminante.
Ik herinner eraan dat de volksvertegenwoordigers gekozen door het kiescollege van het arrondissement Brussel deel uitmaken van de Nederlandse of van de Franse taalgroep van de Kamer, naargelang zij de eed in het Nederlands dan wel in het Frans afleggen. Wordt de eed in verscheidene talen afgelegd, dan is de taal waarin hij het eerst is afgelegd beslissend.
Je rappelle
les termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik
zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu
befolgen".
Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Je prie M. Fouad Lahssaini de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek de heer Fouad Lahssaini de grondwettelijke eed af te leggen.
M. Fouad Lahssaini prête le serment constitutionnel en français.
De heer Fouad Lahssaini legt de grondwettelijke
eed af in het Frans.
M. Fouad Lahssaini fera partie du groupe
linguistique français. (Applaudissements)
De heer Fouad Lahssaini zal deel uitmaken
van de Franse taalgroep. (Applaus)
M. Fouad Lahssaini est donc le dernier arrivé de notre Assemblée.
J'en profite pour signaler qu'à deux jours
près, M. De Croo fêtera ses 44 ans de présence dans notre
Assemblée. (Applaudissements)
Il fera tout à l'heure son maiden speech pour entamer, me disait-il, la deuxième moitié de sa carrière.
02 Accident d'un car scolaire en Suisse – Témoignages de sympathie en provenance de l'étranger
02 Ongeval met een schoolbus in Zwitserland – Internationaal medeleven
À l'occasion de l'accident d'un car scolaire survenu en Suisse le mardi 13 mars 2012 des messages de soutien et de condoléances me sont parvenus de la Tweede Kamer der Staten-Generaal du Royaume des Pays-Bas et du Parlement de la République de Croatie.
Naar aanleiding van het ongeval met een schoolbus in Zwitserland op dinsdag 13 maart 2012 hebben de Tweede Kamer der Staten-Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden en het Parlement van de Republiek Kroatië, mij hun medeleven betuigd.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 28 mars 2012, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi, après les questions orales, les interpellations suivantes:
- l'interpellation de M. Jan Jambon au premier ministre sur
"les parts bénéficiaires du MOC" (n° 28).
- l'interpellation de M. Hagen Goyvaerts au premier ministre
sur "l'attribution de 300 000 parts bénéficiaires de l'ex-Dexia
Banque Belgique" (n° 29).
- l'interpellation de M. Jean Marie Dedecker au premier
ministre sur "les parts bénéficiaires de la banque Belfius"
(n° 30).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 28 maart 2012, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag, na de mondelinge vragen, volgende interpellaties in te schrijven:
- de interpellatie van de heer Jan Jambon tot de eerste minister
over "winstbewijzen ACW" (nr. 28).
- de interpellatie van de heer Hagen Goyvaerts tot de eerste
minister over "de winstdeling van de ex-Dexia Bank België met
300 000 winstbewijzen" (nr. 29).
- de interpellatie van de heer Jean Marie Dedecker tot de
eerste minister over "de winstbewijzen van de bank Belfius"
(nr. 30).
Le vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, répondra.
De vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, zal antwoorden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Chers collègues, je voudrais vous rappeler que le temps de parole pour poser les questions est de deux minutes, que le gouvernement dispose de deux minutes pour donner sa réponse et que les membres ont ensuite encore une minute pour répliquer, ensuite de quoi l'incident est déclaré clos.
Il est important de rappeler de temps en temps notre Règlement. Vu sa complexité, il faut le rappeler souvent pour qu'il soit bien compris!
- de heer Theo Francken aan de eerste minister over "het uitwijzingsbeleid" (nr. P0850)
- de heer Bart Somers aan de eerste minister over "het uitwijzingsbeleid" (nr. P0851)
- de heer Laurent Devin aan de eerste minister over "het uitwijzingsbeleid" (nr. P0852)
- de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister over "het uitwijzingsbeleid" (nr. P0853)
- mevrouw Nahima Lanjri aan de eerste minister over "het uitwijzingsbeleid" (nr. P0854)
- M. Theo Francken au premier ministre sur "la politique d'expulsion" (n° P0850)
- M. Bart Somers au premier ministre sur "la politique d'expulsion" (n° P0851)
- M. Laurent Devin au premier ministre sur "la politique d'expulsion" (n° P0852)
- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre sur "la politique d'expulsion" (n° P0853)
- Mme Nahima Lanjri au premier ministre sur "la politique d'expulsion" (n° P0854)
04.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, mijnheer Di Rupo, ik ben blij dat wij mekaar vandaag zien. Dinsdag weigerde u te antwoorden op mijn vraag. U hebt gisteren een perscommuniqué verspreid. Ik moet het blijkbaar via de media vernemen, maar ik ben blij dat wij vandaag van gedachten kunnen wisselen.
Ik heb het persbericht gisteren met heel veel belangstelling gelezen. Het wordt nu in de Vlaamse media vooral vertaald als een ernstige berisping van uw collega, uw partijgenote mevrouw Saïdi. Ik twijfel daar ten zeerste aan.
Ten eerste, ik lees vandaag in Le Soir dat de PS zich totaal niet aangesproken voelt.
Ten tweede, op haar Facebookprofiel lees ik dat zij zich een slachtoffer voelt van de golf van racisme vanuit Vlaanderen, de VRT, Het Laatste Nieuws en uiteraard N-VA op kop.
Ten derde, ik lees net een persbericht van uw partijgenoten, van de jongeren uit de Brusselse PS-afdeling, die het opnemen voor collega Saïdi en sommige Parlementsleden van Open Vld en N-VA, Bart Somers en mijzelf, kaderen binnen het gebeuren van de Tweede Wereldoorlog. Op dat niveau zitten we blijkbaar.
Van terugfluiten is er dus helemaal geen sprake. Hoe hard Open Vld ook probeerde, de PS staat pal achter de daden van haar senator en u geeft niet thuis.
By the way, de senator kwam tussenbeide omdat de man van zijn kinderen zou worden gescheiden. Ik heb net vernomen dat de betrokken illegale crimineel helemaal geen kinderen heeft.
Ik kom tot de kern van de zaak. Ik lees in uw persbericht twee opmerkelijke zaken. Ten eerste, u zegt dat criminele illegalen niet thuishoren in ons land. Dat is heel vreemd, want uit uw eigen cijfers blijkt dat ze wel thuishoren in dit land. Een op drie gevangenen is een illegale crimineel. Onze gevangenissen zitten dus propvol met illegalen.
Uit uw eigen cijfers blijkt dat er in 2011 slechts 340 illegale criminelen werden gerepatrieerd naar hun land van herkomst. Uit uw eigen cijfers blijkt dat er nog steeds geen akkoord is met Marokko over het terugnemen van illegalen, ondanks de beloftes van Stefaan De Clerck.
Een tweede opmerkelijke zaak is de volgende. U zegt dat een bevel om het grondgebied te verlaten moet leiden tot een verwijdering. Vorig jaar waren er 28 000 bevelen en slechts 4 000 verwijderingen. In Groot-Brittannië waren er 53 000 bevelen en 53 000 verwijderingen.
Ten eerste, mijnheer Di Rupo, wat vindt u van het gedrag van uw partijgenote mevrouw Saïdi? Keurt u dit goed of keurt u dit af? Ik denk dat ik niet de enige ben die zich dat afvraagt.
Ten tweede, welke concrete maatregelen zal de regering nemen om te doen wat zij met zoveel grote woorden belooft?
Ten slotte, wanneer komt er een centrum voor
illegale criminelen? Gelet op de eis van de heer Bart De Wever en de heer
Patrick Janssens, en gelet op het feit dat staatssecretaris De Block
hiervoor geen extra geld... (micro wordt uitgezet)
04.02 Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega’s, premier, een gedwongen uitwijzingsbeleid is een moeilijk maar noodzakelijk sluitstuk van een migratiepolitiek. Dat staat in het regeerakkoord. De staatssecretaris probeert dit op het terrein hard te maken. Het is een moeilijke, stresserende en complexe opdracht wanneer politieambtenaren belast worden met een gedwongen uitwijzing. Ambtenaren die dat werk moeten uitvoeren, verdienen ons respect en onze steun.
Mijnheer de eerste minister, ik ben blij dat u gisteren een duidelijk standpunt heeft ingenomen en u de betrokken senator erop gewezen heeft dat haar reactie – hoe menselijk en empathisch deze ook is – ongepast is en niet door de beugel kan. Jammer genoeg kwam de reactie pas op het moment dat bleek dat de betrokken uitgewezene een crimineel verleden had. Spijtig, niet omwille van de reactie, maar omdat hierdoor misschien de indruk kan ontstaan dat reageren tegen een uitwijzing van een crimineel ongepast is, terwijl dat niet het geval is voor andere vormen van gedwongen uitwijzing waarbij de betrokken persoon geen crimineel verleden heeft.
Ik zou graag hebben dat daarover geen misverstanden bestaan, mijnheer de eerste minister.
Wanneer iemand na een procedure wordt uitgewezen en weigert dit vrijwillig te doen en we tot een gedwongen uitwijzing moeten overgaan, moet men in elke omstandigheid respect voor het werk van de ambtenaar opbrengen. Men kan op geen enkele manier ingrijpen bij die uitwijzing.
Mijnheer de eerste minister, ik vraag dan ook heel duidelijk dat u die zienswijze deelt, dat u het met mij eens bent dat een gedwongen uitwijzing het laatste, ultieme instrument is om een migratiepolitiek hard te maken. Op dat moment is het totaal ongepast dat wie dan ook, zeker een politicus, een Parlementslid, zich denkt te moeten moeien en proberen een uitwijzing onmogelijk te maken.
04.03 Laurent Devin (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, en matière de politique d’asile, il est évident que notre pays doit respecter ses engagements internationaux et donc protéger et accueillir toutes les personnes persécutées du fait de leur race, de leur religion, de leur nationalité, de leur appartenance à certains groupes sociaux ou même de leurs opinions politiques.
En ce qui concerne la politique d’éloignement
des étrangers de manière globale, la position de mon groupe est très claire.
Nous avons toujours prôné le retour volontaire, qui est la manière la plus
humaine et la plus juste de procéder. Toutefois, il est certain – et je le
déplore – qu’il n’est pas toujours possible de procéder de cette manière,
malgré tous les efforts entrepris en ce sens par les services concernés.
Il faut donc parfois avoir recours au retour forcé.
Au sujet des criminels en situation irrégulière, mon groupe a toujours été et est toujours partisan d'une politique d'expulsion ferme et respectueuse des droits de chacun.
Monsieur le premier ministre, quelle est la position du gouvernement en matière de politique d'éloignement des étrangers? Pouvez-vous nous donner des précisions quant à votre politique à l'égard des criminels qui séjournent illégalement sur notre territoire?
04.04 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, collega’s, ik heb het vermoeden dat in uw partij een sfeer heerst die u eigenlijk aan een andere partij verwijt, namelijk “eigen volk eerst”. Hoe kan het anders dat mevrouw Saïdi optreedt voor een zekere heer Chakli die al sinds 1996 in ons land is? Hoe kan het anders?
Ik hoor daarnet onze collega van de PS zeggen dat zij voor een uitwijzingsbeleid zijn. Hoe kan het dat iemand hier 16 jaar rondloopt? Hij werd 42 keer opgepakt voor allerhande delicten. Hij kreeg 20 uitwijzingsbevelen. En toch loopt hij hier vandaag nog altijd rond. Geef eens antwoord op die vraag.
Mijnheer de eerste minister, wat denkt u van de scheiding der machten? Wat denkt u van een senatrice die optreedt tegen de bevelhebber van een vliegtuig om dit aan de grond te houden?
Als iemand, om om het even welke reden, het openbaar vervoer ophoudt – een tram, een trein of een vliegtuig – moet hij hiervoor naderhand financieel opdraaien. Zal dit ook worden aangerekend?
Een derde van alle uitwijzingen met het vliegtuig moet worden stopgezet omdat er geen geweld mag worden gebruikt naar aanleiding van wat er in 1998 is gebeurd met Semira Adamu. Hoe zit het met de kostprijs en de efficiëntie als een derde verkeerd afloopt? Wat zult u hieraan doen?
04.05 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de premier, u zult het met mij eens zijn dat wij in een democratisch land leven waar iedereen rechten maar ook plichten heeft.
Op 15 februari is een en ander gebeurd dat niet door de beugel kan. Een vrouwelijke senator legitimeerde zich door het tonen van haar kaart als senator en verhinderde op die manier dat iemand het land werd uitgezet. Op dat ogenblik wist ze nog niet dat de betrokkene een crimineel verleden had, maar dat doet er niet toe. Zelfs als het iemand zonder crimineel verleden is, hebben we in dit land wetten en regels die we moeten respecteren. We geven mensen het recht om asiel aan te vragen. Er zijn verschillende procedures om legaal in België te vertoeven. Eens men die heeft doorlopen en een neen heeft gekregen, misschien al voor de twintigste keer, is het logisch dat men het land verlaat, vrijwillig als het kan, gedwongen als het moet. Het is dan heel laakbaar dat een Parlementslid, dat eigenlijk het voorbeeld zou moeten geven, daar tegen ingaat.
Ik heb dan ook enkele vragen.
Wat is uw reactie op die tussenkomst van mevrouw Saïdi? Zij is een partijgenote van u, maar ook al was zij geen partijgenote van u, wat is uw reactie daarop?
Ten tweede, hoe gaan we het uitwijsbeleid verder ondersteunen?
Ten derde, welke initiatieven zult u verder nemen in samenwerking met de andere Europese lidstaten om terugnameakkoorden te sluiten met bepaalde landen en om, daar waar het mogelijk is, onder meer met Marokko, bilaterale akkoorden te sluiten met het oog op het terugnemen van mensen zonder officiële verblijfsdocumenten, los van het feit of het al dan niet criminelen zijn? Uiteraard moet het zeker gebeuren wanneer het over criminelen gaat, maar het geldt ook voor anderen die gewoon geen papieren hebben en de zoveelste poging hebben gedaan om hier te verblijven. Ook zij moeten effectief het land verlaten. Dat is nu eenmaal de keerzijde van de medaille.
04.06 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, collega’s, het standpunt van de regering over asiel en migratie is zeer duidelijk. Het migratiebeleid dient meer omkaderd te worden. Het moet zowel menselijk als strikt zijn.
Op menselijk vlak waarborgt België, overeenkomstig de Conventie van Genève van de Verenigde Naties, het asielrecht voor personen die in hun land persoonlijk vervolgd worden, bijvoorbeeld om hun politieke overtuiging. Het migratiebeleid moet ook strikt zijn. Ik heb dit gisteren al gezegd en ik herhaal het nogmaals: personen die niet over een wettelijke verblijfsvergunning beschikken en die geen mogelijkheid hebben om zo’n verblijfsvergunning te verkrijgen, moeten worden uitgewezen. Daarover bestaat geen twijfel.
Volgens het regeerakkoord krijgt de vrijwillige terugkeer prioriteit. Als dat niet mogelijk blijkt - ik kom hiermee tot het antwoord op uw vragen, mijnheer Somers - wordt de gedwongen terugkeer uitgevoerd, mits naleving van de rechten van de betrokkene.
In tegenstelling tot wat sommigen willen doen geloven wordt dit deel van het regeerakkoord dagelijks uitgevoerd. Dagelijks worden er mensen zonder wettelijk verblijf uitgewezen uit ons land. Ter informatie, in 2011 werden 10 600 personen zonder wettelijk verblijf van het grondgebied verwijderd, van wie 3 700 via gedwongen repatriëring, 3 000 via uitwijzing en 3 900 via vrijwillige terugkeer. In de twee eerste maanden van 2012 waren er 1 775 verwijderingen, waaronder 600 via gedwongen repatriëring, 300 via uitwijzing en 800 via vrijwillige terugkeer. Dat is de realiteit in ons land, collega's.
In het specifieke geval dat u aanhaalde, ging het volgens de informatie waarover ik beschik om een procedure van gedwongen verwijdering, die uitgevoerd werd door de federale politiediensten. Op 14 februari werd de persoon in kwestie op een commerciële lijnvlucht met bestemming Casablanca gezet. De diensten van de minister van Binnenlandse Zaken, die bevoegd is voor deze zaak, hebben mij het volgende meegedeeld. Na in het vliegtuig te zijn gestapt, verzette betrokkene zich tegen zijn uitwijzing. Naar aanleiding van de beroering die betrokkene veroorzaakte en de reacties van een aantal passagiers aan boord van het vliegtuig, heeft de gezagvoerder gevraagd de betrokkene te laten uitstappen zodat het vliegtuig in de vereiste veiligheidsomstandigheden kon opstijgen.
De persoon in kwestie is op dit ogenblik in een gesloten centrum opgenomen.
De Belgische regering kan voor dergelijke uitwijzigingen echter geen beroep doen op niet-commerciële vluchten, aangezien, zoals reeds gezegd, Marokko daarvoor momenteel de toelating niet geeft.
J'ai donc demandé au ministre compétent, le ministre de l'Intérieur, et à la secrétaire d'État en charge de l'Asile et de l'Immigration de prendre, dans le respect de l'accord de gouvernement, les mesures nécessaires pour accélérer encore les procédures d'éloignement des personnes qui ont commis des infractions ou qui sont en séjour illégal.
Ces personnes doivent être expulsées. Cela doit être fait dans les conditions appropriées de sécurité pour elles-mêmes mais aussi pour les autres citoyens.
Ten slotte, de Dienst Vreemdelingenzaken werkt aan een betere organisatie van de terugkeer van illegalen die een gevaar voor de openbare orde betekenen.
04.07 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de eerste minister, de senator zat blijkbaar niet op het vliegtuig! U geeft daar althans geen uitleg over. U zegt dat de politie u heeft laten weten dat er tumult was en dat dan aan de deur van de cabine werd gezegd dat dit niet zou doorgaan. Over de senator zegt u geen woord. U veroordeelt niet wat zij doet, ondanks de uitdrukkelijke vraag van Vlaamse collega’s uit de meerderheid en van heel wat Vlaamse opiniemakers. Niet veroordelen is in dezen goedkeuren. Dat betreur ik enorm. U moet dit gedrag veroordelen, maar dat doet u duidelijk niet.
04.08 Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor het antwoord. Ik heb het begrepen als een heel duidelijke ondersteuning van het beleid van staatssecretaris De Block. Trouwens, de cijfers die u citeert, tonen aan dat het aantal gedwongen uitwijzingen stijgt en dit jaar hoger ligt dan vorig jaar.
Ik heb uit de media uitdrukkelijk begrepen dat u afstand neemt van de houding van de senator.
Ik hoop dat wij allen de volgende maanden op een verantwoorde manier het moeilijkste en op menselijk vlak meest confronterende deel van het migratiebeleid, namelijk het uitwijzen van mensen tegen hun wil, op een correcte en humane manier, onverkort kunnen voortzetten.
04.09 Laurent Devin (PS): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse. En tout cas, avec M. Somers, nous parlons la même langue ou, du moins, nous avons le même niveau de compréhension de votre réponse, à savoir que la plus grande fermeté est de mise pour les délinquants en séjour illégal, qui n'ont pas leur place en Belgique. Nous sommes d'accord! Ces éléments de réponse permettent de clore le débat et, surtout, de continuer à développer nos actions en la matière.
04.10 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de eerste minister, ik zit hier al een tijdje en dat heeft zo zijn voordelen. Ik heb de tijd nog meegemaakt dat mevrouw Onkelinx, die deel uitmaakt van uw politieke partij, minister van Justitie was. Nadat men hier tot de vaststelling was gekomen dat een derde van onze gevangenispopulatie afkomstig was uit Marokko, of een familieband had met inwijkelingen uit dat land, heeft uw minister met veel bombarie een overeenkomst gesloten met Marokko omtrent de terugname van criminelen. Een jaar later voelde ik toenmalig minister van Justitie, de heer Stefaan De Clerck, aan de tand. Ik vroeg hem hoeveel Marokkanen er op basis van dit verdrag waren uitgewezen. Het antwoord was acht. Nu begrijpen wij waarom.
Als mensen van uw eigen partij, senators, mensen die het volk van dit land moeten vertegenwoordigen, een vrijgeleide krijgen om op zo’n manier op te treden en het recht hebben om de wetten te overtreden waarover hier wordt gestemd, dan is het hek van de dam.
Ik heb nog niet gehoord welke reprimande u deze senator hebt gegeven. Ik heb een voorstel. Laat de senator, die toch een goede wedde heeft, de kosten van de repatriëring van deze crimineel ten laste nemen.
Le président: Monsieur Dedecker, je voudrais simplement faire remarquer qu'il est très difficile, voire impossible, pour le gouvernement de réprimander les parlementaires. La séparation des pouvoirs existe.
04.11 Jean Marie Dedecker (LDD): Il faut changer la loi.
Le président: J'attends avec impatience qu'un gouvernement réplique à un parlementaire!
04.12 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de eerste minister, ik wil kort op twee zaken reageren.
Ten eerste, en hiermee ga ik in tegen collega Francken, uiteraard voeren wij een uitwijzingsbeleid. Dat deden wij de voorbije jaren ook al en de cijfers, die ik trouwens bij heb, tonen dat aan. Vorig jaar is het aantal uitwijzingen gestegen met 21 %. Het feit dat die persoon op het vliegtuig zat, is daar ook een bewijs van.
Uiteraard moeten wij dat werk voortzetten — en dat werd in het regeerakkoord afgesproken — want de cijfers zijn nog onvoldoende.
Ik sta er echter van versteld dat u in dit halfrond niet openlijk uw reactie ten aanzien van een senator durft te geven. U zegt dat u haar geen reprimande kunt geven. U vindt het blijkbaar normaal dat leden van het Parlement hun status gebruiken om dergelijke zaken tegen te houden. Dat kan niemand goedpraten, ook u niet. Ik had graag gehoord dat u dat ook veroordeelde. Ik vind het jammer dat u die kans niet aanwendt.
Le président: Je me borne à rappeler la séparation des pouvoirs.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- Mme Juliette Boulet au premier ministre sur "la fermeture de l'entreprise sidérurgique Carsid" (n° P0855)
- Mme Catherine Fonck à la ministre de l'Emploi sur "la fermeture de l'entreprise sidérurgique Carsid" (n° P0868)
- Mme Özlem Özen à la ministre de l'Emploi sur "la fermeture de l'entreprise sidérurgique Carsid" (n° P0869)
- M. Olivier Destrebecq à la ministre de l'Emploi sur "la fermeture de l'entreprise sidérurgique Carsid" (n° P0870)
- mevrouw Juliette Boulet aan de eerste minister over "de sluiting van het staalbedrijf Carsid" (nr. P0855)
- mevrouw Catherine Fonck aan de minister van Werk over "de sluiting van het staalbedrijf Carsid" (nr. P0868)
- mevrouw Özlem Özen aan de minister van Werk over "de sluiting van het staalbedrijf Carsid" (nr. P0869)
- de heer Olivier Destrebecq aan de minister van Werk over "de sluiting van het staalbedrijf Carsid" (nr. P0870)
Madame Boulet, pour votre première question au premier ministre sur la situation de Carsid. Il y aura d'abord une réponse globale. Ensuite, la ministre de l'Emploi répondra aux autres questions sur le même sujet.
05.01 Juliette Boulet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je souhaitais vous poser cette question non seulement en raison de l'importance du sujet et des conséquences sur l'économie belge mais également parce que vous vous êtes déjà exprimé sur le sujet.
Mille personnes vont perdre leur emploi à Carsid Charleroi. Sans doute cela coûtera-t-il aussi 3 000 emplois indirects. Nous devons soutenir aujourd'hui les travailleurs. Le site ferme ses portes alors que l'outil était encore en bon état; il a même été rénové avant d'être mis à l'arrêt en 2008. Il s'agit du dernier haut-fourneau du Pays de Charleroi. C'est désastreux pour le Hainaut, mais aussi au regard du savoir-faire développé dans nos régions et qui va devoir s'expatrier. On ne peut que regretter que les travailleurs soient victimes de la logique financière des grands groupes, mais aussi de la concurrence déloyale issue des pays à faible coût social et environnemental.
Plus généralement, on a l'impression que ce gouvernement est privé d'une vision de l'activité sidérurgique, alors qu'il coopère avec les Régions. On parle d'austérité, de devoir se serrer la ceinture, mais pour préparer l'avenir, monsieur le premier ministre, cette activité doit rester chez nous et conserver sa fonction structurante afin de redéployer l'économie.
Comme vous l'avez déclaré hier dans la presse, il importe d'envisager toutes les mesures possibles pour limiter tant que faire se peut les conséquences sociales de ce drame. J'ai entendu que Mme la ministre de l'Emploi apporterait des réponses complémentaires. J'ajoute que M. Gozzi s'était engagé, en cas de fermeture, à mobiliser 65 millions d'euros pour limiter les dégâts. Est-ce bien le cas?
Pour le reste, il convient d'envisager une autre activité pour le site. Des pistes existent. Je pense à la création de fours électriques en collaboration avec le site voisin, à la filière de recyclage des métaux et à la recherche de niches à haute valeur ajoutée. De plus, la SOGEPA a mis des moyens à disposition. À quelles pistes le gouvernement réfléchit-il?
05.02 Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, chère collègue, tout d'abord, je vous remercie de partager la solidarité et le soutien que tout un chacun, à la fois l'ensemble du gouvernement et l'ensemble de ce parlement, exprime à l'égard des personnes concernées, les travailleurs et leurs familles. Il va sans dire qu'à titre personnel, non seulement je m'y associe, mais j'y suis hypersensible pour connaître bon nombre des travailleurs concernés.
Vous l'avez dit, plus d'un millier d'emplois sont en jeu, directs et indirects. Depuis 2008, les travailleurs de Carsid étaient en chômage économique et avaient l'espoir que le site d'exploitation reprendrait ses activités. Ils apprennent maintenant qu'il n'en sera rien. C'est un choc terrible. Une fois encore, c'est notre solidarité qui doit être exprimée.
Vous avez entendu comme moi les premières réactions des autorités régionales et communales; elles soulignent la nécessité de trouver une solution rapide. Certains ont même évoqué des possibilités concrètes.
Je puis vous indiquer que le gouvernement fédéral est totalement disponible pour accompagner les efforts des autorités régionales. Pour ce qui concerne les attributions, les compétences du gouvernement fédéral, il va sans dire, comme vous l'expliquera plus en détail Mme la ministre de l'Emploi, que nous assumerons nos responsabilités.
Après un contact avec les représentants des travailleurs, Mme la ministre et moi-même recevrons une délégation des travailleurs dans les prochains jours, vraisemblablement autour du 10, 11 ou 12 avril, après un examen complet des possibilités et après avoir établi à nouveau des contacts avec les autorités régionales.
Soyez assurée, chère collègue, que nous ferons le maximum. Encore une fois, je me réjouis que vous vous associiez à cet élan de solidarité.
Le président: Monsieur le premier ministre, je vous remercie.
Je vais adapter notre agenda car des questions ont également été posées au ministre de l'Emploi. Pour éviter de mener deux débats, je donne maintenant la parole à Mme Fonck, ensuite Mme Özen puis M. Destrebecq.
Les deux ministres auront ainsi été interrogés.
05.03 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, je ne peux que regretter, alors que nous avions également déposé une question à la ministre et au premier ministre, que cela n'ait pu être fait dans le bon ordre, cette question ayant été déposée hier.
Cela étant, la priorité et l'enjeu, c'est bien entendu Carsid et plus encore les milliers de travailleurs qui, aujourd'hui, reçoivent un fameux coup de massue sur la tête, puisque c'est toute la région de Charleroi qui est touchée par l'annonce du groupe italo-suisse Duferco.
Mille travailleurs, cela signifie 1 000 familles touchées de plein fouet, 1 000 emplois qui semblent condamnés, puisque le groupe italo-suisse n'annonce ni reprise, ni cession, ni partenariat. La situation de ces travailleurs est particulièrement difficile. La plupart d'entre eux sont en chômage économique depuis trois ans, la moitié d'entre eux ont plus de 50 ans et ont passé l'entièreté de leur vie professionnelle à Carsid. Le moins que l'on puisse dire, c'est qu'il leur sera particulièrement pénible de rebondir.
Monsieur le premier ministre, madame la ministre, quelle sera l'implication du gouvernement fédéral par rapport à la situation de l'ensemble de ces travailleurs? Quelle sera la stratégie développée avec la Région wallonne, plus particulièrement sur le plan social important et spécifique qu'il me semble indispensable de mettre en place? Il faut trouver pour chaque travailleur concerné les meilleures pistes possibles: retrouver de l'emploi lorsque faire se peut, et, pour certains aussi hélas, compte tenu de leur âge et du nombre d'années déjà prestées auprès de Duferco, la mise à la prépension.
05.04 Özlem Özen (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, hier après-midi, avec l'annonce de l'arrêt définitif du haut-fourneau de Carsid à Marcinelle, c'est toute une région qui est sous le choc. C'est tout un pays qui déplore un nouveau drame social. Ce sont 1 000 travailleurs et leurs familles qui ne savent pas comment envisager leur futur. Mon groupe et moi-même pensons évidemment à ces travailleurs et à leurs familles qui, depuis 2008, vivent dans l'incertitude.
Hier, le mot "fin" a anéanti l'espoir d'une reprise éventuelle de leur outil. Ce qui semble être a priori l'épilogue de cette longue période d'incertitude, ce nouveau coup dur pour la sidérurgie wallonne – mais pas seulement car l'Union européenne dans son ensemble est confrontée au déclin de la sidérurgie – démontre la nécessité d'une approche prospective et innovante de la politique industrielle.
Pour le groupe PS, la priorité des priorités aujourd'hui, pour être aux côtés de ces travailleurs, c'est de soutenir tous les projets de reconversion industrielle ou de reprise qui permettraient à ces 1 000 travailleurs de retrouver un emploi.
En parallèle et malheureusement, il faut néanmoins déjà évoquer un plan social. Concrètement, dans le cadre de vos compétences au sein du gouvernement, madame la ministre, quel soutien pouvez-vous apporter aux travailleurs de Carsid? La moitié des travailleurs employés dans l'usine sidérurgique a plus de 50 ans et on parle déjà d'un plan social qui devrait faire la part belle aux prépensions. Nous ne sommes évidemment pas au stade de la négociation d'un plan social. La phase d'information et de consultation doit permettre d'explorer toutes les pistes possibles d'une reconversion du site et, pourquoi pas, d'un repreneur même si, je le répète, il ne faut pas nourrir de faux espoirs.
Il est entendu aussi que la prépension ne peut constituer la solution de premier choix, même si elle risque inévitablement d'être une bouée de sauvetage pour un certain nombre de travailleurs. Il faut donc donner la priorité à toutes les possibilités de reconversion des travailleurs dont le savoir-faire et les compétences sont indéniables. Madame la ministre, comme vous le savez, le gouvernement a revu récemment le système des prépensions en relevant les conditions d'âge pour l'accès à la prépension, tout en prévoyant des exceptions. La situation de Carsid pourrait-elle entrer dans ces exceptions des entreprises en restructuration ou reconnues en difficulté? Les travailleurs plus âgés pourraient-ils bénéficier de cette prépension? Dans ce cas, à partir de quel âge?
05.05 Olivier Destrebecq (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, madame la ministre de l'Économie, chers collègues, l'annonce de la fin de Carsid, comme vous vous en doutez, à provoqué auprès de tous un sentiment de compassion. C'est un drame socio-économique pour la région qui, faut-il le dire, est déjà fort peu favorisée.
L'heure est à la solidarité vis-à-vis de ces travailleurs. Je voudrais l'exprimer en mon nom mais aussi et surtout au nom de mon groupe.
L'heure est grave et ce n'est pas encore le moment de parler des responsabilités des uns et des autres, de se demander pourquoi on a choisi d'aider plus Liège que Charleroi.
Néanmoins, il nous semble rassurant de savoir qu'une enveloppe de 200 millions est prévue par la Région wallonne pour le redéploiement économique de cet outil, pour aider ce millier de travailleurs qui ont perdu leur emploi, leur espérance, sans oublier les 2 000 emplois indirects qui seront touchés par ce drame social.
Après plus de trois ans d'incertitude, de chômage économique, après l'annonce de la fermeture de l'outil, on nous parle d'un repreneur potentiel, des Indiens ou des Chinois. Monsieur le premier ministre, madame la ministre, avez-vous des échos d'éventuels contacts pris? Pouvez-nous nous les communiquer?
M. Gozzi lui-même a déclaré mercredi que toutes les mesures d'accompagnement des travailleurs ont été mises en place. Pouvez-vous nous le confirmer?
Selon moi, il est nécessaire de mettre en place des mesures fortes et un plan spécifique pour le bassin sidérurgique.
Quel est le plan d'urgence destiné à contrer cette catastrophe et à aider Charleroi à se redresser, plus particulièrement ce millier de travailleurs qui ont perdu leur emploi. On parle de 200 millions de la Région. Quid du fédéral?
En ce qui concerne un projet global de redéploiement des anciens bassins sidérurgiques, quel est votre avis sur le sujet?
05.06 Minister Monica De Coninck: Mijnheer de voorzitter, collega’s, net als u betreur ik dat Carsid gisteren de sluiting van haar onderneming heeft aangekondigd. Alhoewel de onderneming al lange tijd stillag, kan het niet anders dan hard aankomen bij de werknemers en hun familie die nog hoopten op een doorstart van de onderneming.
Deze aankondiging op de ondernemingsraad van woensdag is het startschot voor de procedure-Renault. De werkgever moet de komende dagen en weken onderhandelen met de werknemersvertegenwoordigers in de ondernemingsraad en nagaan of er mogelijkheden zijn om het collectief ontslag te voorkomen of te verminderen, of de gevolgen van de ontslagen te verzachten via een aantal sociale beleidsmaatregelen.
De werknemersvertegenwoordigers kunnen vragen stellen, voorstellen doen of bemerkingen maken. Dat moet allemaal worden onderzocht. Het is eigenlijk niet duidelijk of er helemaal geen kans meer is op een overname, want minister Marcourt heeft gezegd dat er nog scenario’s mogelijk zijn.
Wij moeten in ieder geval kijken of een aantal werknemers kan worden overgenomen door andere bedrijven uit de Duferco Group en of er nog restactiviteiten kunnen worden ontwikkeld op de site. Ik heb vandaag pas de nota van Carsid ontvangen.
C'est seulement à l'issue de cette phase d'information et de consultation que les négociations sociales pourront réellement démarrer.
L'employeur devra également mettre en place une cellule pour l'emploi à partir de laquelle une offre en matière d'outplacement devra être faite. Cette offre devra être approuvée par le ministre régional de l'Emploi, compétent en la matière. Il faudra, bien sûr, être suffisamment attentif à l'accompagnement des travailleurs dans leur recherche d'un nouvel emploi. En tout cas, je puis vous assurer que je suis de près ce dossier avec mon collègue régional compétent.
Madame Fonck, pour ce qui concerne votre question relative à l'aide financière de l'État, je dois vous renvoyer au ministre des Finances. Cependant, je puis vous dire que l'entreprise se trouve actuellement dans le système de chômage économique et ce, pour garder en service les travailleurs concernés en vue d'un redémarrage éventuel de l'entreprise.
Brugpensioenen zijn uiteraard nog mogelijk. De wetgeving verandert vooral begin 2013. Natuurlijk moet aan bepaalde voorwaarden worden voldaan: er moet een cao zijn, er moet een waarborg zijn, vooral voor het uitbetalen van brugpensioenen tussen 50 en 55 jaar en er moet ook een positief advies komen van de commissie. De administratie zal dit uiteraard bekijken.
Enfin, je voudrais dire à M. Destrebecq que je suis ministre de l'Emploi. Le ministre de l'Économie, avec qui j'entretiens de très bonnes relations, est là et je compte bien discuter avec lui afin de trouver des solutions.
05.07 Juliette Boulet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je remercie le premier ministre et la ministre de l'Emploi pour leurs réponses.
Il faudra être attentif aux mesures qui seront prises pour chacun des travailleurs. Plus globalement, je dirais que la sidérurgie est encore une activité structurante chez nous. Le développement durable offre des opportunités intéressantes pour consolider cet avenir en Belgique mais aussi au niveau européen. En ce sens, je pense qu'il faut mettre tout le monde autour de la table, des Régions à l'Union européenne, parce que les défis sont énormes. Pensons à la reconversion des travailleurs mais aussi au maintien des savoir-faire chez nous, à la reconversion et à la revalorisation des sites ainsi qu'à l'affirmation de notre volonté de maintenir la sidérurgie. Pour ce faire, il faut anticiper, il faut se positionner. C'est ce que nous attendons du gouvernement!
05.08 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, je remercie Mme la ministre. Face au drame social de Carsid, l'heure est à la mobilisation générale à tous les étages pour sauver tout ce qui peut l'être, si c'est encore possible, et pour trouver les solutions les plus adaptées à la situation de chaque travailleur concerné. Qui parle de mobilisation à tous les étages parle aussi de l'importance d'une coordination parfaite, notamment entre le fédéral et la Région. Chacun s'y est engagé à chaque niveau.
Enfin, ceci met encore en exergue la nécessité de s'investir sans cesse dans un redéploiement économique.
05.09 Özlem Özen (PS): Monsieur le président, madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.
La mobilisation de l'ensemble de la classe politique me semble aller dans le bon sens. Cela prouve que cette dernière a pris toute la mesure des conséquences sociales de la fermeture de Carsid dans une région qui se trouve déjà en difficulté économique.
Cela dit, je suis consciente que la lutte ne fait que commencer. Nous devons être aujourd'hui aux côtés des travailleurs et, surtout, soutenir tous les projets de reconversion industrielle. Et j'insiste ici sur le fait que le combat doit être quotidien.
05.10 Olivier Destrebecq (MR): Monsieur le président, je voudrais, tout d'abord, présenter mes excuses à Mme la ministre de l'Emploi pour mon lapsus. Cela fut, en tout cas, l'occasion d'apprendre qu'elle entretient de très bonnes relations avec le ministre de l'Économie.
Cela dit, je vous remercie pour votre réponse, madame la ministre. J'espère que la concertation débutera, non pas dans les prochaines semaines ou prochains mois, mais bien dans les prochains jours. En effet, cela fait maintenant trois ans que l'outil est à l'arrêt. Cela suffit! Le moment est venu, aujourd'hui, d'aller de l'avant et d'aller vite. Toutes les parties que ce soit au niveau local, régional, fédéral ou européen doivent maintenant se mettre au travail en vue de trouver une solution et donner une suite à cette catastrophe.
Et enfin, je me permets de donner un conseil. Nous avons attendu quarante mois pour l'outil de Carsid. Il n'y a pas si longtemps, certains responsables avaient promis de s'occuper d'Arcelor. Le temps n'est-il pas venu d'honorer cet engagement plutôt que d'attendre qu'il ne soit trop tard?
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Herman De Croo aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over "de bescherming van de privacy op het internet" (nr. P0860)
06 Question de M. Herman De Croo au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur "la protection de la vie privée sur internet" (n° P0860)
06.01 Herman De Croo (Open Vld): Collega’s, velen onder ons behartigen in de politiek een aantal fundamentele aangelegenheden. Dat is goed. Als liberaal is de beveiliging van de privacy sedert vele jaren een leidmotief, dat mijn politieke leven heel dikwijls heeft geïnspireerd. Vandaag ben ik eens te meer verontrust.
Wij zouden bijzonder verontrust zijn, mocht men morgen bij bpost bekendmaken waar de brieven vandaan komen, waar ze naartoe gaan en wat erin staat. Het briefgeheim zou geschonden zijn, de Grondwet zou verkracht zijn en neem er nog maar een paar andere termen bij. Op het internet is dat helaas de realiteit. Via technieken, zoals deep packet inspection en cookies – technieken om te weten wie wat naar wie mailt en wie de bestemmeling is – komt men tot een databank, die wordt gebruikt en misbruikt. Men probeert het probleem te verhelpen. Europa heeft de internetneutraliteit hoog in zijn vaandel geschreven. Recent verscheen een rapport van de privacycommissie.
Geeft u gevolg aan de aanbevelingen?
Zullen de privacycommissie en het BIPT samenwerken voor dat deel van ons communicatiegebeuren?
Zorgt u ervoor dat de koninklijke besluiten inzake het gidsen van het internetverkeer, die al lang moesten zijn uitgevaardigd, ook effectief worden uitgevaardigd?
Is er via voorstellen een mede-initiatief van de Kamer nodig om de Europese richtlijnen ter zake geldig te maken?
Alsmaar vaker wordt het tere deel van onszelf, dat onze privacy is, bedreigd. Ik reken op u om dat probleem te verhelpen.
06.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer De Croo, ik ken uw bezorgdheid voor de privacy inderdaad reeds lang.
Het wetsontwerp over de telecommunicatie werd in de vorige regering goedgekeurd en is een uitvoering van de richtlijn.
Ik heb half februari zelf het initiatief genomen, wat in het verleden niet was gebeurd, om een advies te vragen aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Zij moet nagaan in hoeverre de omzetting van de richtlijn in overeenstemming is met de basisregels van de privacy.
Twee dagen geleden heeft de commissie haar advies gegeven. Ik heb het nog niet bekeken. Ik zal dat in het paasvakantie doen.
Het advies zal worden meegedeeld aan de Kamer. Wij zullen tegen de eerste bespreking van de wet, die gepland is voor de derde week van april, de vragen beantwoorden en nagaan wat er moet gebeuren.
De privacycommissie vraagt een goede samenwerking met het BIPT, ze geeft een advies over netneutraliteit, wat ons van dienst kan zijn in de discussies die daaromtrent worden gevoerd, en stelt een achttal heel concrete vragen.
Ik denk dat wij daarop in het Parlement op een correcte manier antwoorden moeten geven, zodat de privacy van eenieder in de nieuwe telecommunicatiewet wordt gerespecteerd. Dat is uw en mijn bekommernis.
06.03 Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor de goede wil die u toont.
De koninklijke besluiten liggen daar te rusten sinds 2005. Ik hoop dat ze niet liggen te roesten.
Ik verwacht na uw belofte dat wij daarmee verder kunnen gaan. Ik denk dat u mijn bezorgdheid en die van vele collega’s ter zake deelt.
Het incident is gesloten.
- M. Laurent Louis au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la visite en République démocratique du Congo" (n° P0856)
- M. Peter Luykx au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la visite en République démocratique du Congo" (n° P0857)
- Mme Eva Brems au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la visite en République démocratique du Congo" (n° P0858)
- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la visite en République démocratique du Congo" (n° P0859)
- de heer Laurent Louis aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "het bezoek aan de Democratische Republiek Congo" (nr. P0856)
- de heer Peter Luykx aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "het bezoek aan de Democratische Republiek Congo" (nr. P0857)
- mevrouw Eva Brems aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "het bezoek aan de Democratische Republiek Congo" (nr. P0858)
- de heer Dirk Van der Maelen aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "het bezoek aan de Democratische Republiek Congo" (nr. P0859)
07.01 Laurent Louis (MLD): Monsieur le ministre, l'UDPS s'est interdit de nouer le moindre contact avec un homme qui vient narguer le peuple congolais, se fiche pas mal de ses misères et considère les Congolais comme des sous-hommes. Cela ne vient pas de moi, c'est en gros le contenu du dernier communiqué de l'UDPS. Quel camouflet! Quel affront! À vous qui aimez jouer au "chevalier blanc", je puis dire que votre initiative est un échec. Vous n'avez pas rencontré de membres de l'UDPS, pas plus que vous n'avez vu le président Tshisekedi, qu'on a aperçu en résidence surveillée dans un reportage exceptionnellement objectif de la RTBF ou de RTL-TVi.
Monsieur le ministre, vous m'aviez promis de rapporter du linge sale de votre séjour en République dictatoriale du Congo. Vous avez tenu vos promesses! Mais vous avez sali notre pays et insulté tous les vrais défenseurs de la démocratie et des droits de l'homme en étant le tout premier responsable occidental à rencontrer Kabila après les tricheries - reconnues unanimement - des dernières élections. Vous montrez ainsi clairement votre soutien à un pouvoir corrompu, voyou et criminel. Un pouvoir dont les membres vivent comme des pachas, alors que la population connaît la misère! Sachez que, par votre visite, vous avez déshonoré notre pays et insulté tous les Congolais qui se lèvent à travers le monde! Vous devriez en tirer les conclusions en démissionnant.
Ma question sera simple. Vu le camouflet que vous avez essuyé et l'humiliation que l'UDPS vous a infligée – à juste titre! -, pouvez-vous me dire quels sont les enseignements que vous retirez de votre voyage au Congo? Comptez-vous toujours adopter la politique de l'autruche et la position de l'autiste? Resterez-vous sourd aux rapports accablants de l'ONU et de l'Union européenne? Comptez-vous toujours, comme vous l'avez annoncé, relancer l'aide au développement et augmenter ainsi la fortune de Kabila? Surtout, êtes-vous conscient que vous vous ridiculisez en vous contredisant en permanence?
(…)
Le président: Monsieur Louis, vous êtes arrivé au bout de votre temps de parole.
07.02 Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, c'est une belle expression de la démocratie!
Le président: Je vous laisse responsable de vos propos, monsieur Louis.
(Incident dans les tribunes réservées au public)
(Incident op de publieke tribune)
07.03 Peter Luykx (N-VA):
Mijnheer de voorzitter, ik stel voor dat het publiek niet applaudisseert. U
ziet hoe streng men hier optreedt. (Applaus)
Le président: Cela, c'est permis! Mais pas au public!
07.04 Laurent Louis (MLD): (…) à la population, mais le politique peut tout se permettre. C'est cela (…)
Le président: Monsieur Louis, on va bientôt vous changer de place, si cela continue!
07.05 Laurent Louis (MLD): (…)
Le président: Monsieur Louis, vous arrêtez ou je vous rappelle à l'ordre!
07.06 Laurent Louis (MLD): Rappelez-moi à l'ordre si vous voulez!
Le président: Dans ce cas, je vous rappelle à l'ordre!
07.07 Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik wil u graag feliciteren. U hebt in Congo diplomatisch en behoedzaam over eieren gelopen. U hebt geen potten gebroken of domme uitspraken gedaan. U hebt ook geen misplaatst fruitsapje gedronken, zoals uw voorganger heeft gedaan. Hier en daar wordt u zelfs geprezen als een pendeldiplomaat. U hebt verscheidene mensen ontmoet, zowel Kabila als de oppositie. Op een bepaald moment leek het zelfs of u een koninklijk bemiddelaar was die vanuit België naar Congo trok om daar de onderhandelingen vlot te trekken.
Welnu, collega’s, mijnheer de minister, wij zijn geen diplomaten of bemiddelaars, wij zijn politici. Diplomaten leggen contacten, maar politici voeren uit. U hebt ervoor gekozen om in de hoedanigheid van minister van Buitenlandse Zaken Kabila te ontmoeten en hem te bevestigen als president. U hebt ervoor gekozen om hem te legitimeren op het moment dat het land nog steeds volledig verdeeld is en er een politieke impasse heerst. Er is een regering van lopende zaken. Het stof van de chaotische en ongeldige verkiezingen is nog niet gaan liggen, en daar verschijnt u al op het toneel.
Mijnheer de minister, de Congolezen kunnen geen generatie meer wachten. Zij bengelen onderaan de VN-ontwikkelingsindex. De N-VA wil niet dat de steun aan de Congolezen wordt stopgezet, maar wil wel resultaten zien op vlak van democratie en mensenrechten. Dat moet eerst gebeuren. Collega’s, ons land kan daar enkel toe bijdragen als wij een visie ontwikkelen op lange termijn die kritisch, conditioneel en bovendien consequent is.
Dat brengt mij ertoe mijn eerste vraag te stellen. U hebt gezegd 3 miljoen euro voor de lokale verkiezingen te zullen toekennen. Hier heb ik het antwoord van uw voorganger in de commissie. Hij stelt, in tegenstelling tot u, dat als er problemen optreden tijdens het electorale proces, de storting van de resterende Belgische bijdrage desnoods zal worden stopgezet. In het persbericht van de ministers Chastel en Vanackere wordt vermeld dat de financiële steun van België afhankelijk is van het goede verloop van het electoraal proces, quod non.
Toch zegt u dat wij verder zullen doen. Geen consequent beleid dus.
Geachte collega’s, ik heb twee vragen. Ten eerste, u zegt dat het VN-rapport over de mensenrechten die werden geschonden na de verkiezingen, werd besproken met uw ambtgenoot. Werd dat ook besproken met president Kabila?
Ten tweede, hoewel onze economische belangen in Congo eerder bescheiden zijn, was het toch onder dat mom dat u naar Congo trok. Wat waren de resultaten ter zake?
07.08 Eva Brems (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, het zou koorddansen worden, uw bezoek aan Congo, dat stond vast. Voor zover wij uit de media kunnen opmaken, bent u niet van het koord gevallen. Er valt zelfs een aantal positieve signalen op te tekenen: er zou bereidheid zijn om de kiescommissie te hervormen, er zou ook bereidheid zijn om samen met de Verenigde Naties een onderzoek te voeren naar het verkiezingsgeweld.
Toch blijven er nog heel wat vragen te stellen, want wij weten weinig over de besloten bijeenkomsten die u in Kinshasa hebt gehad, op de eerste plaats met Joseph Kabila. U zegt hier, en u hebt het ook ginder gezegd, dat die man een legitimiteitsprobleem heeft. Daarover ben ik het met u eens, maar hoe blijkt dat wanneer u met hem samenzit? Hoe blijkt dat uit de dossiers die u bij hem aankaart inzake het politiek proces en de mensenrechtensituatie? Op welke dossiers hebt u gehamerd? Wat hebt u bereikt?
U hebt gezegd dat de 3 miljoen waarover de collega het had en die wij bereid zijn te investeren in de lokale verkiezingen, zal worden gekoppeld aan de hervorming van de kiescommissie. Prima, maar is dat de enige voorwaarde? Moeten wij niet nog een stapje verder gaan? Ik denk dan heel concreet aan de hervorming van het Hooggerechtshof, dat bevoegd is voor het verkiezingscontentieux.
Verder wil ik nog twee heel belangrijke dossiers bij u aankaarten, die de straffeloosheid incarneren die al zo lang epidemisch is in Congo en de rechtsstaat in dat land ondermijnt. Dat is in de eerste plaats het dossier van John Numbi, de man die verantwoordelijk is voor de moord op de mensenrechtenactivist Floribert Chebeya en die eigenlijk voor het Internationaal Strafhof in Den Haag zou moeten verschijnen voor de massamoord op de Bundu dia Kongo. In de tweede plaats is er het dossier van Jean Bosco Ntaganda, een krijgsheer die al wordt gezocht door het Internationaal Strafhof, maar die de bescherming van Kabila geniet. Hoe hebt u deze dossiers aangebracht bij Joseph Kabila en wat hebt u daarin bereikt?
07.09 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, wij van de sp.a vinden het normaal dat de minister van Buitenlandse Zaken in dialoog treedt. Dialoog is voor een minister van Buitenlandse Zaken noodzakelijk. Geen enkele dialoog kan echter onvoorwaardelijk zijn, zeker niet als het gaat om een dialoog met een land waarvoor ons budget van Ontwikkelingssamenwerking jaarlijks tussen de 100 en 125 miljoen euro bedraagt, en zeker niet als het gaat over een land dat in de internationale gemeenschap op diverse punten wordt bekritiseerd.
Mijnheer de minister, hebt u het in uw gesprekken met de Congolese autoriteiten gehad over het onaanvaardbaar verloop van de verkiezingen? De hele internationale gemeenschap heeft het verloop veroordeeld.
Hebt u het gehad over het schandalig optreden van de veiligheidstroepen tijdens de verkiezingscampagne? Er is een recent rapport van de VN.
Hebt u het gehad over de voortdurende straffeloosheid, aangeklaagd door de vele mensenrechtenorganisaties? De namen zijn gevallen: John Numbi en Bosco Ntaganda.
Hebt u het gehad over de ziekmakende corruptie in dit land, dat op de voorlaatste plaats in de ontwikkelingsindex van de VN staat?
Hebt u het gehad over de alarmerende situatie in de beide Kivu’s?
Graag kom ik te weten wat u over die punten hebt vernomen.
Een volgend element, u hebt zich gemengd in de interne Congolese politiek. Hebt u bij president Kabila, wiens legitimiteit zwaar is aangetast, dat hebt u zelf toegegeven, bereidheid tot machtsdeling vastgesteld?
Hebt u geruststellende informatie gekregen met betrekking tot de organisatie van de provinciale en lokale verkiezingen? De sp.a denkt dat het voor de pacificatie in dit land belangrijk is dat nieuwe verkiezingen kunnen worden georganiseerd, dit keer volgens de internationale standaarden.
07.10 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, chers collègues, nous aurons l'occasion lors d'une séance de commission de parcourir en détail mes contacts au Congo et les conclusions à tirer de cette visite; certains collègues l'ont d'ailleurs demandé.
Aujourd'hui, dans le temps limité qui m'est imparti, je reviendrai sur quelques éléments.
Eerst en vooral wil ik zeggen dat ik voor mijn bezoek de steun van het federaal kernkabinet heb gekregen. Ik heb wel veel vragen meegekregen, onder andere over de politie en de gezondheidszorg, maar ook over defensie. Op dat vlak werken we al goed samen met Congo.
Ik heb ook de steun gekregen van mijn 26 Europese collega’s. In de volgende Raad voor Buitenlandse Zaken zal ik een debriefing organiseren over het bezoek, want dat is wel nuttig.
Waarom heb ik dat bezoek uitgevoerd? Zoals de heer Van der Maelen al zei, jaar na jaar bieden wij Congo, dat onze eerste partner is, ontwikkelingssamenwerking. Het gaat om meer dan 120 miljoen euro per jaar. Het heeft dan toch zin om Congo te bezoeken en ten gronde contact te hebben met de verschillende actoren. Het helpt zeker om de politieke evolutie in Congo te begrijpen.
Ik heb contact gehad met de meerderheid en met alle politieke partijen van de oppositie, MLC, UNC en UDPS.
Wat de UDPS aangaat, ging het niet alleen om de voorzitter van het voorlopig bureau van de Assemblee, maar ook om twee leden van het nieuw parlement. Overigens, van de iets meer dan 40 gekozenen van de Assemblee, wil een grote meerderheid – het zijn er 37 of 38 – zitting nemen en dat is bijna bij unanimiteit
Het was zeer nuttig om contact te hebben met alle partners, waaronder president Kabila, de voorzitter van de Senaat en de voorzitter van het voorlopig bureau van de Assemblee.
Ook met de civiele maatschappij heb ik gesproken. Met heel wat ngo’s had ik bijvoorbeeld gesprekken over de mensenrechten. Ik vermeld ook het Carter Center en afgevaardigden van de VN belast met de controle op de naleving van de mensenrechten. Ik heb veel positieve reacties gekregen, in de eerste plaats dankwoorden voor mijn bezoek.
Mijnheer de voorzitter, er kan dus in Congo, met alle actoren van de oppositie, meer dan hier. Maar goed, het is misschien ook een traditie om dat te doen. Mogelijk beginnen sommige leden van het Parlement er anders over te denken.
Het is logisch dat ik ook veel contacten had met vertegenwoordigers van verschillende internationale organisaties, maar daarover kan ik in de commissievergadering beter uitweiden. Ook sprak ik met vertegenwoordigers van de verschillende actoren van onze ontwikkelingssamenwerking vanuit België en met enkele Belgische bedrijfsleiders.
En ce qui concerne le processus électoral, comme je l'ai fait ici, j'ai clairement indiqué à tous les acteurs rencontrés, qu'il y avait une atteinte à la crédibilité du Congo et des autorités. Elle s'est manifestée à la suite du très mauvais processus de compilation des résultats des élections présidentielles et législatives. Je n'ai pas changé d'avis au Congo par rapport aux propos que j'ai tenus ici.
Il s'agit effectivement pour les prochaines élections provinciales d'abord et locales ensuite, de réformer en profondeur la commission électorale, de revoir très certainement le fonctionnement de la Cour suprême et puis de faire en sorte que l'organisation de ces élections ait lieu en mettant en présence majorité et opposition.
De president heeft zich klaar en duidelijk geëngageerd tot een hervorming van de CENI en tot samenwerking met de oppositie bij de organisatie van de komende provinciale en lokale verkiezingen.
Ik heb nooit gezegd dat we zonder meer zouden betalen. Het gereserveerde bedrag van 3 miljoen euro is thans bevroren.
Wij zullen dat betalen, net als vele andere internationale actoren, na een herziening van de CENI en na verbeteringen op het vlak van de organisatie van verkiezingen.
Ik heb tijdens mijn bezoek steeds gezegd dat een echte politieke dialoog tussen meerderheid en oppositie in Congo zeer nuttig is.
Eerst is er nu de installatie van de nieuwe Assemblee. Dan volgt de aanstelling van een eerste minister en een regering, gesteund door een meerderheid. Dat gaat niet per se over de presidentiële meerderheid, het kan ook met enkele oppositiepartners. Die beslissing zal in de loop van de volgende dagen worden genomen.
En ce qui concerne l'opposition, je voudrais à nouveau confirmer qu'ayant rencontré des représentants de l'UDPS, ils ont souhaité me dire qu'ils allaient siéger au parlement où ils veulent jouer pleinement leur rôle d'opposition.
Comme dans tous les pays où je me rends, j'ai demandé à rencontrer des élus. Je confirme, et on le vérifiera prochainement, qu'ils m'ont annoncé que sur 41 ou 42 élus de l'UDPS au parlement, 37 ou 38 d'entre eux siégeront. Il me paraît raisonnable de les rencontrer pour examiner le rôle qu'ils veulent jouer sérieusement dans l'opposition. Un des éléments de la transition, c'est d'avoir une opposition qui se mette réellement en place.
Il ne faut pas l'oublier, le nouveau gouvernement et le nouveau parlement devront d'abord répondre aux préoccupations de la population en termes de sécurité, de droits de l'homme, de santé, d'enseignement, de développement humain. Certains ont rappelé le mauvais classement du Congo en la matière.
Pour terminer, je dirais que, bien entendu, je suis intervenu auprès des autorités, en ce compris le président, sur un certain nombre de points.
Het verslag van de Verenigde Naties over de mensenrechten is een zeer ernstig verslag. Ik heb gevraagd dat het gezamenlijk zou worden onderzocht door de Verenigde Naties en Congo. De president en mijn Congolese collega van Buitenlandse zaken hebben dat aanvaard. Er komt dus een gezamenlijk onderzoek door de Verenigde Naties en Congo. Wat kunnen wij nog meer doen?
Ik heb ook gevraagd dat er meer samenwerking zou komen met de ngo’s. Dat moet mogelijk zijn, meen ik. Het beste antwoord op het verslag is een onderzoek ten gronde.
Ik heb zowel bij de president als bij MONUSCO verschillende namen opgesomd van personen die voor het Internationaal Gerechtshof zouden moeten verschijnen. Wij zoeken samen met MONUSCO en met anderen wat de beste reactie is op bepaalde criminelen in het oosten van het land.
Wat het economisch klimaat betreft, heb ik gevraagd dat Congo zou samenwerken met de Organisation pour l'Harmonisation en Afrique du Droit des Affaires of OHADA. Ik heb om een herziening gevraagd van de landbouwwet, die voor veel problemen zorgt. Ik heb ook gevraagd dat het verdrag ter bescherming van de investeringen zou worden geratificeerd.
Mijnheer de voorzitter, ik weet dat er nog vele elementen te bespreken zijn, maar misschien kan ik daarvoor met de Parlementsleden een nieuwe afspraak maken.
Er komt trouwens een nieuwe kanselarij in Kinshasa. Dat is beslist op de vorige Ministerraad.
Au sujet du Parc national des Virunga, tout comme les responsables de l'Unesco, j'ai insisté pour que sa préservation soit garantie. Il n'y aura donc pas d'exploitation dans ce parc.
Voilà quelques réponses rapides à vos nombreuses questions. Je serai entièrement à votre disposition en commission pour un débat qui, je l'espère, sera aussi serein que celui que j'ai eu avec la majorité et l'opposition au Congo.
07.11 Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, aujourd'hui, vous êtes responsable d'une émeute à l'extérieur du parlement et c'est bien triste d'en arriver là!.
Monsieur le ministre, cela ne m'étonne pas que vous souteniez Kabila puisque vous pratiquez exactement la même politique: vous méprisez le peuple et vous réduisez l'opposition au silence.
Permettez-moi de vous dire que vous mentez comme un arracheur de dents! Vous n'avez pas rencontré l'UDPS, à moins que vous n'ayez aussi la prétention de renverser le président de ce parti.
Sachez que ceux qui ne peuvent pas exprimer leur vote et leur volonté par le vote sont des esclaves, mais qu'un jour, monsieur Reynders, ces esclaves se révoltent. Je vous conseillerai de bien profiter du pouvoir, car vos jours sont comptés!
(Rumeurs sur les bancs)
Le président: On mettra cela sur le compte de la fatigue!
07.12 Peter Luykx (N-VA):
Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord. Er bestaat een gezegde dat een
ezel zich geen twee keer aan dezelfde steen stoot. Kijken we even terug. De
regering heeft niet gereageerd toen in de aanloop naar de verkiezingen de
Grondwet hervormd werd, waardoor er geen tweede verkiezingsronde meer nodig is
en Kabila dus enorm veel voorsprong heeft gekregen. Daarna waren we getuige van
een chaotische verkiezingsronde met tal van misbruiken, waarvan we de gevolgen
vandaag nog voelen, ook in Congo. Wat doet de regering? We zullen die
drie miljoen extra voor de verkiezingen toch geven en we gaan gewoon over
tot de orde van de dag. De
uitspraak van Janssens van de Force Publique parafraserend, "après
l’indépendance égale avant l’indépendance”, kan men vandaag zeggen: “après les
élections égale avant les élections”.
07.13 Eva Brems (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, nagenoeg iedereen in het Parlement wenst van de regering dat zij er is voor de Congolese bevolking en niet voor het regime. Dat houdt in dat u de thema’s die wij vandaag hebben opgesomd en waarover u positief gesproken hebt, niet loslaat en blijft aankaarten in de Europese en internationale gemeenschap. Dat is een belangrijke taak voor België in de wereld.
Nadat we het vandaag hebben gehad over een bezoekje van enkele dagen aan Kinshasa, hoop ik van ganser harte dat wij het heel binnenkort kunnen hebben over een grondige beleidsnota voor de hele regio van de Grote Meren, dus ook voor de buurlanden Rwanda en Burundi, die jammer genoeg van uw agenda geschrapt waren. Daar kijk ik ten zeerste naar uit, mijnheer de minister.
07.14 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik zou ter afronding twee opmerkingen willen maken.
Ten eerste, ik hoop dat wij met onze Belgische diplomatie niet zullen proberen een diplomatieke soloslim te spelen in Congo. Ik heb met genoegen gehoord dat u een debriefing zult geven aan uw Europese collega’s. Ik meen dat wij maar kunnen wegen op ontwikkelingen in de positieve richting in Congo als wij erin slagen om de interesse van de internationale gemeenschap voor Congo opnieuw te wekken en druk uit te oefenen, zodat het land zich in goede zin ontwikkelt.
Mag ik tot slot zeggen dat onze fractie hoopt dat de Europese druk leidt tot het herstel van de rechtsstaat in Congo, respect voor de politieke rechten, hervorming van leger en politie en een decentralisatie? Dat grote land heeft een gedecentraliseerd bestuur nodig. Dat geeft de oppositie de kans om deel te nemen aan de macht, wat op zijn beurt zal leiden tot pacificatie in het land.
De voorzitter: Na de institutionele hervormingen in België krijgen we misschien institutionele hervormingen in Congo.
L'incident est clos.
- de heer Bert Maertens aan de minister van Landsverdediging over "het ontslag van de Chief of Defence" (nr. P0861)
- mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Landsverdediging over "het ontslag van de Chief of Defence" (nr. P0862)
- de heer Georges Dallemagne aan de eerste minister over "het ontslag van de Chief of Defence" (nr. P0863)
- de heer Denis Ducarme aan de minister van Landsverdediging over "het ontslag van de Chief of Defence" (nr. P0864)
- de heer Gerald Kindermans aan de minister van Landsverdediging over "het ontslag van de Chief of Defence" (nr. P0865)
- M. Bert Maertens au ministre de la Défense sur "la démission du chef de la Défense" (n° P0861)
- Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense sur "la démission du chef de la Défense" (n° P0862)
- M. Georges Dallemagne au premier ministre sur "la démission du chef de la Défense" (n° P0863)
- M. Denis Ducarme au ministre de la Défense sur "la démission du chef de la Défense" (n° P0864)
- M. Gerald Kindermans au ministre de la Défense sur "la démission du chef de la Défense" (n° P0865)
08.01 Bert Maertens (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, iedereen weet dat het reeds langer niet goed botert tussen u en de legerchef, de CHOD. Eigenlijk is de relatie sinds het begin slecht. Het begon reeds met een zeer moeizame benoeming; u herinnert zich dat wellicht iets beter dan ik.
Gaandeweg zijn echter nog veel meer grote fundamentele meningsverschillen tussen u en de legerchef ontstaan. Ik geef enkele voorbeelden. Er bestaat een meningsverschil tussen u beiden over de deelname aan internationale operaties. Er is ook een fundamenteel meningsverschil als het gaat over de decompressie voor militairen na deelname aan operaties. De CHOD pleit ervoor om zo’n decompressie te laten plaatsvinden, u lacht dat telkens weg. Dat is volgens ons niet de juiste reactie. Er is ook discussie over de middelen die Defensie vrijmaakt voor investeringen in nieuw legermaterieel.
Mijnheer de minister, ten slotte zijn er blijkbaar ook meningsverschillen opgetreden over de benoeming van enkele topmilitairen en hun functie, die stilaan moet worden ingevuld. Dat is volgens chef Delcour de druppel geweest voor zijn ontslag.
Ten eerste, hoeveel keer heeft legerchef Delcour zijn ontslag als legerchef bij u ingediend, want dit is niet de eerste keer? De laatste keer was vorige vrijdag en er was er één in november 2010. Waren er nog?
Ten tweede, kunt u bevestigen wat reeds in de pers verschenen is, namelijk dat de CHOD zijn ontslag heeft ingediend en dat de regering dat heeft aanvaard? Kunt u bevestigen dat de regering het ontslag van de CHOD heeft aanvaard?
Ten slotte, wat zijn de redenen die generaal Delcour heeft opgegeven als motivering voor zijn ontslag?
08.02 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, stafchef Delcour, de grote baas van het Belgische leger, heeft vorige week ontslag genomen. Hij heeft zijn ontslag ingediend bij de eerste minister van dit land. En hij zou dit gedaan hebben na overleg met u.
Dit is een unicum in de geschiedenis van dit land. Nooit eerder heeft een gezagvoerder van het Belgische leger dit op deze manier gedaan. U weet ook dat het zeker niet de eerste keer is dat de stafchef zijn ontslag indient. De vorige keer was in 2010, toen de perikelen rond het zogenaamde taalonevenwicht aan de top van het Belgische leger hun hoogtepunt bereikten.
Toen hebt u als minister het ontslag in laatste instantie nog kunnen tegenhouden. Nu is u dat niet meer gelukt, want wij hebben vernomen dat het ontslag intussen werd aanvaard.
De aanleiding voor de beslissing van de stafchef ditmaal zou de herschikking binnen de legertop zijn. Er werd een aantal topbenoemingen voorgesteld, onder andere de opvolging van admiraal Hellemans als hoofd van de inlichtingendienst en de benoeming van de verantwoordelijke voor het Eurocorps. Dat zou voor heel wat discussie hebben gezorgd.
Zoals mijn collega al heeft aangehaald, hebben andere factoren ongetwijfeld meegespeeld, zoals het gebrek aan investeringen binnen de Belgische Defensie – investeringen die volgens stafchef Delcour essentieel zijn –, de inzet van militaire missies in het buitenland en de decompressie die de stafchef broodnodig vindt en die u naar de prullenmand verwijst.
In het verleden hebt u de kritiek van de legerleiding zelfs herleid tot de totale irrelevantie. U hebt de geruchten over onenigheid bij de betrokken partners altijd weerlegd en u hebt er telkens opnieuw op gewezen dat u uitstekend samenwerkt.
Deze beslissing van de CHOD spreekt dat tegen en ik heb dan ook de volgende vragen. Ik neem aan dat u kunt bevestigen dat het ontslag werd aanvaard. Hoe zal een en ander verder worden afgewerkt?
In welke procedure is voorzien in geval van vroegtijdig ontslag van de CHOD? Vindt u als minister dat er dringend nood is aan een betere communicatie, een andere overlegcultuur en een betere afstemming van de politieke visie, enerzijds, en de legerleiding, anderzijds?
Ik kijk uit naar uw antwoord.
08.03 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, chers collègues, monsieur le ministre, vous venez de confirmer, notamment via l'agence Belga, que le Conseil des ministres de ce matin avait accepté la démission du chef de la défense. Les relations que vous avez eues avec votre chef de la défense n'avaient rien d'un long fleuve tranquille, que ce soit sur les questions de budget qu'il trouvait trop maigre ou sur le rythme des investissements.
En l'occurrence, il critique vraisemblablement le nouveau train de nominations qu'il considère comme politiques et pas assez opérationnelles. Je ne dispose pas des éléments qui me permettent de juger cette critique sur le fond mais vous conviendrez certainement avec moi qu'il est possible de rendre les recrutements à l'armée plus objectivables et que les procédures pourraient être modernisées. Je sais d'ailleurs qu'aujourd'hui, une réflexion est menée à ce sujet au sein de la Défense. Rendre ces procédures plus transparentes permettrait d'éviter ce type de reproches et de polémique à l'avenir.
Monsieur le ministre, quelles sont les circonstances qui ont mené à la démission du chef de l'armée? Quelles en seront les conséquences? Comment le Conseil des ministres va-t-il pourvoir à son remplacement? Qu'en est-il d'une plus grande transparence et objectivation des nominations au sein de l'armée?
Le président: Monsieur Dallemagne, je vous remercie. Votre brièveté m'a surpris! Tout arrive! La parole est à M. Ducarme.
08.04 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je compte ainsi m'approprier le temps que M. Dallemagne n'a pas utilisé.
Le président: Je m'en doutais!
08.05 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je sais que vous serez attentif tant à votre montre qu'au contenu.
Monsieur le ministre, ceci risque peut-être de faire glisser à nouveau un certain nombre de dossiers de la Défense dans une forme de polémique. En effet, ce type de problème est souvent évoqué quand nous parlons de la Défense au sein de ce parlement, alors que nous devrions plutôt discuter de l'accord de gouvernement et des projets importants que nous devons véritablement mettre en œuvre ensemble dans cette majorité. Je pense notamment à la spécialisation de l'armée, la coopération, la lutte contre l'attrition et l'équilibre linguistique qui figurent aussi dans l'accord de gouvernement. Nous avons beaucoup à faire!
La problématique supplémentaire à laquelle nous devons faire face aujourd'hui, celle de la démission du chef des armées, ne doit certainement pas être banalisée. Ce n'est jamais arrivé en Belgique et il faut vraiment chercher très longuement pour voir, dans un autre pays européen, une démission du chef des armées. Voir un chef des armées démissionner ainsi est un fait grave qui va nous mettre en difficulté.
Monsieur le ministre, n'est-ce pas également votre échec? On attend d'un ministre de la Défense qu'il fasse corps avec son chef de la défense. J'attends votre réaction à ce sujet mais également sur les raisons. Je regretterais vivement que vous réagissiez de manière minimaliste à cet élément qui n'est pas banal et qui n'est pas à relativiser. Je voudrais, pour ce qui vous concerne, que vous puissiez expliquer à notre parlement les raisons de cette démission.
Selon les informations qui sont les nôtres aujourd'hui, ceci dépasserait la problématique liée au train des nominations de généraux. Il y aurait d'autres problèmes à l'origine de la décision du CHOD.
Nous ferons la demande, Armand De Decker au Sénat et moi-même à la Chambre, d'une audition de l'ex-CHOD, s'il est d'accord, et avec votre bénédiction, afin de faire toute la transparence sur cette décision grave et absolument pas banale.
08.06 Gerald Kindermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben de vijfde spreker in de rij, die een vraag stelt over dit onderwerp en ik zal de vragen van de vorige sprekers niet herhalen.
Via de media vernam ik dat generaal Delcour zijn ontslag bij de eerste minister heeft ingediend. Dit zou in samenspraak met de minister gebeurd zijn. De krant vermeldt dat de benoemingsproblematiek van de legertop een rol zou hebben gespeeld, evenals de visie van de CHOD op de rol van het leger en op de inzetbaarheid bij buitenlandse missies.
Collega’s zeggen dat het onuitgegeven is dat een stafchef van het leger ontslag neemt. Wij hebben ons in de geschiedenis verdiept. Welnu, zowel in Frankrijk, in 2008, als in Groot-Brittannië, in 2010, nam de stafchef ontslag. U herinnert zich wellicht dat de Amerikaanse stafchef McChrystal in Afghanistan ook ontslag nam. Het is blijkbaar niet ongewoon dat een stafchef ontslag neemt wanneer hij zich niet langer kan inschakelen in het beleid dat door de regering in het regeerakkoord is uitgestippeld.
Klopt het dat het ontslag werd gegeven? Wat is de beslissing van de regering in dit verband?
Hebben de aangekondigde benoemingen een rol gespeeld in dit ontslag? Zo ja, in welke zin?
Zijn er verschillen in visie tussen de minister en de regering, enerzijds, en de CHOD, anderzijds? Zijn er nog andere redenen voor het ontslag?
Hoe voorziet men in de vervanging? Wij dringen erop aan dat het op een snelle en efficiënte manier gebeurt.
08.07 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, chers collègues, le chef de la Défense, le général Charles-Henri Delcour m'a remis sa démission le 16 mars dernier et j'en ai directement informé le premier ministre.
En concertation avec M. le premier ministre, j'ai convoqué le chef de la Défense à mon cabinet le 18 mars. Je l'ai informé que je mettais sa démission en suspens. Je lui ai communiqué de garder et d'exercer pleinement ses compétences légales, en particulier celles concernant la partie opérationnelle de la Défense belge relative à notre participation à des opérations militaires à l'étranger.
Mijnheer de voorzitter, collega’s, in samenspraak met de eerste minister, en na kennisgeving op het kernkabinet, deze voormiddag, heb ik vandaag, 29 maart, het ontslag van de CHOD aanvaard en aan de Koning voorgelegd. De Koning heeft het ontslagbesluit ondertekend, met ingang op 30 maart. Om de continuïteit van de dienst te verzekeren zal conform de toepasselijke reglementaire bepalingen en in afwachting van de aanduiding van een nieuwe chef Defensie de leiding van het departement, en in het bijzonder die van de militaire operaties, worden verzekerd door de onderstafchef Operaties en Training, luitenant-generaal vlieger Gerard Van Caelenberghe Hij zal dit bijzonder mandaat gelijktijdig met zijn huidig ambt uitvoeren.
De procedure voor de opvolging zal worden gestart. Ik zal daarover morgen een schrijven richten aan de eerste minister. Tot daar, mijnheer de voorzitter, mijn antwoord.
08.08 Bert Maertens (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor de verduidelijkende details die u gaf, maar eigenlijk hebt u niet volledig geantwoord op mijn vragen. Ik heb bijvoorbeeld geen antwoord gekregen op de vraag wat de redenen zijn voor het ontslag van legerchef Delcour?
Een legerchef moet inderdaad, net als een topambtenaar in een andere administratie, altijd uitvoeren wat in de politiek wordt beslist, maar het is ook noodzakelijk dat in de politiek wordt geluisterd naar de mensen op het terrein. Dat is volgens mij te weinig gebeurd. Het ontslag van generaal Delcour kwam er lang niet alleen wegens de benoeming van enkele topmilitairen, dat weet u ook. Zijn ontslag is volgens ons vooral de ultieme uiting van ongenoegen over het gebrek aan middelen voor investeringen in legermaterieel. Dat gebrek aan middelen zorgt ervoor dat de militaire operaties en trainingen onder druk komen te staan. Het zorgde er ook voor dat er de jongste jaren een malaise optrad in ons leger. De N-VA waarschuwt daar al langer voor, mijnheer de minister, maar u wil, kunt of mag daar blijkbaar onvoldoende aan doen.
Dat, mijnheer de minister, is volgens mij het echte signaal dat wij uit het ontslag van legerchef Delcour kunnen afleiden.
08.09 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw verduidelijking over de procedure die gevolgd wordt tussen het ontslag van de huidige en het aantreden van de nieuwe CHOD.
U zult ongetwijfeld bevestigen dat het, zeker in deze moeilijke budgettaire tijden, waarin Defensie vaak geconfronteerd wordt met beperkingen terwijl het departement voor een aantal grote uitdagingen staat, van levensbelang is dat de overgang zo sereen en zo professioneel mogelijk verloopt. Ik hoop dat u met de opvolger de uitdaging zult aangaan een andere wind te laten waaien, en dat de legerleiding en de politiek zo veel mogelijk op één lijn zullen zitten. Wij hopen dat u werk zult maken van een volwassen relatie tussen alle betrokken partijen, namelijk het Parlement, de legerleiding en uzelf als politiek verantwoordelijke.
Uw wegen en de wegen van de CHOD scheiden hier, mijnheer de minister. Scheiden doet altijd lijden. Ik hoop dat het verstandshuwelijk van de afgelopen jaren zal plaatsmaken voor een droomhuwelijk.
08.10 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, cette démission est évidemment une mauvaise nouvelle, au début d'une législature et alors que vous entamez d'importants chantiers en vue d'une plus grande intégration de la défense belge dans la défense européenne.
Dès lors, je compte sur vous pour que la transition puisse avoir lieu dans les meilleures conditions possibles et que l'on puisse procéder au remplacement du général Delcour dans les plus brefs délais.
Pour ce qui concerne la question des nominations, nominations qui semblent avoir été notamment à l'origine de cette démission, je souhaiterais qu'un débat soit organisé en commission afin de voir comment mieux les objectiver.
Je rappelle que, quand un poste est vacant à l'armée, on ne se porte pas candidat: on est désigné. Il n'y a pas de profil de fonction, ni d'instance de recours administratif, contrairement à ce qui est de rigueur dans les autres départements de la Fonction publique. Ces éléments doivent être examinés afin de voir comment éviter, à l'avenir, ce genre de polémiques et, surtout, les conséquences désastreuses que ces dernières provoquent.
08.11 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je me pose la question de savoir s'il est normal que le ministre élude autant les questions qui lui sont posées par les parlementaires. J'ai posé trois questions. Je n'ai reçu de réponse à aucune de ces questions, ce dont je ne peux évidemment pas me satisfaire. Selon moi, il est utile de recevoir des réponses aux questions que l'on pose, même s'il s'agit de questions d'actualité.
Par ailleurs, pour un fait aussi important que la démission d'un Chief of Defence, il aurait été étonnant qu'aucune question ne soit posée sur le fond ou sur les raisons qui ont mené à cette situation.
Pour le reste, nous adhérons à la proposition de M. Dallemagne qui demande l'organisation d'un débat sur la question des nominations puisque c'est apparemment une des raisons qui justifie la décision du CHOD. Enfin, dans un souci de transparence et pour obtenir des réponses aux questions que nous nous posons par rapport à cette situation, nous introduirons auprès de vous, monsieur le président, auprès du président de la commission de la Défense de la Chambre et auprès du président du Sénat une demande d'audition du CHOD, si celui-ci est d'accord de venir s'exprimer sur les motivations de sa décision.
08.12 Gerald Kindermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, in een democratie is het van cruciaal belang dat de beslissingsmacht over het leger bij het Parlement ligt en dat de regering over de kerntaken van het leger en over het algemeen defensiebeleid beslist.
Als de stafchef van het leger het fundamenteel oneens is over essentiële elementen van het beleid van de regering — hij heeft dat meerdere malen geuit en ik ontzeg zelfs een topmilitair niet het recht om op bepaalde ogenblikken in de media zijn mening te zeggen — en als dat herhaaldelijk gebeurt, en hij vindt dat hij niet meer kan functioneren binnen de krijtlijnen die door de regering zijn uitgezet, dan is het goed dat de CHOD op een zeker ogenblik zijn conclusies trekt.
Ik pleit voor een snelle procedure voor de opvolging, opdat de moeilijke missies waaraan wij deelnemen, zoals in Afghanistan, Libanon of Congo, geen nadeel zouden ondervinden van een eventuele onderbreking in het goede management van ons leger.
L'incident est clos.
- de heer Filip De Man aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de lijst van veilige landen" (nr. P0871)
- mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de lijst van veilige landen" (nr. P0872)
- M. Filip De Man à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la liste de pays sûrs" (n° P0871)
- Mme Sarah Smeyers à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la liste de pays sûrs" (n° P0872)
09.01 Filip De Man (VB): Mevrouw de staatssecretaris, vorige week bleek nogmaals dat ons vermaledijde 70-puntenplan toch aardig wat goede elementen bevatte, want de regering heeft voor het eerst een lijst van veilige landen goedgekeurd. Iets wat wij jaren aan een stuk hebben gevraagd, is er uiteindelijk dan toch gekomen. Ik ben er blij om, ware het niet dat de lijst toch wel bijzonder kort is uitgevallen.
Ik geef lezing van de landen. Het gaat over Albanië, Bosnië-Herzegovina, Macedonië, Kosovo, Servië, Montenegro en India. Ik had eerlijk gezegd wel wat meer verwacht van die lijst. In Frankrijk is die lijst bijvoorbeeld veel langer. Daar worden ook landen als Armenië, Bangladesh, Benin, Kaapverdië, Kroatië, Ghana, Mali, Mauritius, Moldavië, Mongolië, Senegal, Tanzania en Oekraïne aangehouden. Ik zie echt niet in, mevrouw de staatssecretaris, waarom wij met minder tevreden zouden moeten zijn dan onze Franse buren.
Ten eerste, waarom werd het zo’n uiterst beknopte lijst van veilige landen? Ten tweede, waarom staan niet alle EU-lidstaten op die lijst? Dat is toch wel kras, want als men lid is van de EU, behoort men tot een democratische club en wordt men geacht de democratische regels en de mensenrechten te respecteren. Toch staan die EU-lidstaten niet op de lijst. Als ik de statistieken van Fedasil bekijk, zie ik dat er nog altijd asielaanvragen worden ingediend door personen uit Roemenië, Bulgarije, Litouwen, Hongarije, Letland, Slowakije en Slovenië.
In Nederland zou men zeggen: nou breekt mijn klomp. Het kan gewoon niet dat men nog altijd asielaanvragers toelaat uit Europese landen, lidstaten van de Europese Unie.
09.02 Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, anderhalf jaar geleden heb ik in het Parlement het voorstel gelanceerd om, in navolging van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, een versnelde procedure in te voeren voor asielzoekers die uit landen komen waarvan het eigenlijk vaststaat dat zij nauwelijks of geen kans maken om asiel te krijgen. Ik heb het dus over de lijst van veilige landen.
Geduld is een mooie deugd, mevrouw de staatssecretaris. Anderhalf jaar later heeft de Belgische regering dat voorstel eindelijk concreet ingevuld. Na de verstrenging van de wet op de gezinshereniging en de procedure van de medische regularisatie wordt opnieuw een N-VA-voorstel overgenomen door de meerderheid. Het resultaat telt.
Maar, mevrouw de staatssecretaris, hier betreft het nog maar de aankondiging van de komst van die lijst. De optimist zegt: goed begonnen is half gewonnen; de realist zegt: in cauda venenum, het venijn zit in de staart.
Ik heb toch nog een paar bedenkingen bij uw lijst van veilige landen. De eerste vraag is hoe die lijst eigenlijk tot stand is gekomen. Ik veronderstel dat het commissariaat-generaal u heeft geadviseerd op basis van de situatie in dat land en op basis van het aantal erkenningen uit die landen. De PS had blijkbaar – zo hebben we in de krant kunnen lezen – een iets minder rationele aanpak. Een medewerker was naar Kosovo gereisd en voelde zich daar onveilig. Hij wilde dat land dus van de lijst van veilige landen halen. U bent daar echter gelukkig niet voor gezwicht. De vraag is dan wel, in navolging van de vraag van de heer De Man, hoe die lijst tot stand is gekomen. Waarom bent u niet ingegaan op de vraag van het commissariaat-generaal om Armenië, Moldavië en veel andere landen zoals Rusland en een aantal andere Europese landen op die lijst te zetten? Waarom staan er maar zeven landen op die lijst van veilige landen? Zult u daarmee van koers veranderen? Zal dat het verschil maken?
Ik heb een tweede vraag, over de overgangsperiode. Mevrouw de staatssecretaris, het KB is nog niet gepubliceerd. Ik weet niet binnen welke termijn u dat plant. Wat zult u echter doen om te vermijden dat er in de tussentijdse grijze zone plots heel veel asielaanvragen uit die landen komen, die dan niet binnen de twee weken afgehandeld zullen worden, maar wel binnen de huidige termijn van gemiddeld dertien maanden?
Ten derde en ten slotte, hebt u voorzorgsmaatregelen genomen, bijvoorbeeld met de oprichting van een antifraudecel, een controlecel bij het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen? U mag inderdaad niet naïef zijn, u moet vermijden dat een persoon plots een tweede aanvraag indient onder een andere naam of ondere een andere nationaliteit.
09.03 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer De Man, mevrouw Smeyers, de Ministerraad heeft op 23 maart 2012 inderdaad een voorstel aanvaard om zeven landen op te nemen in de lijst van veilige landen. Het is gebruikelijk dat de lijst voor advies naar de Raad van State gaat. Normaal gezien zal de lijst dan na drie of vier weken, met de opmerkingen, opnieuw aan de Ministerraad worden voorgelegd. Dan kan het KB genomen worden.
Het gaat om landen voorgesteld door het onafhankelijk commissariaat-generaal. Waarom zijn juist die landen gekozen? Zij vertegenwoordigen ongeveer 18 % van de dossiers die vorig jaar behandeld werden. Die dossiers zullen dus sneller kunnen behandeld worden.
Hoe is het commissariaat-generaal te werk gegaan? Het heeft wettelijke criteria gehanteerd. Die criteria hebben betrekking op aspecten van algemene politieke aard, bijvoorbeeld het bestaan van democratische instellingen of politieke stabiliteit. De criteria hebben ook betrekking op rechtstoestanden en de naleving van de mensenrechten, bijvoorbeeld de mate waarin bescherming wordt geboden tegen vervolgingen en mishandelingen. Er wordt beoordeeld of er in het algemeen en op een duurzame manier geen sprake is van vervolgingen en mishandelingen.
Het commissariaat-generaal heeft me ervan verzekerd dat het voorbereid is op eventuele aanpassingen aan de lijst. Het kan gebeuren dat er landen van de lijst geschrapt worden indien er zich een conflict voordoet. Er kunnen ook landen aan de lijst toegevoegd worden. Het heeft daarvoor de nodige operationele voorbereidingen getroffen.
09.04 Filip De Man (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u hebt natuurlijk niet in het minst geantwoord op mijn vraag waarom nog steeds honderden asielaanvragers worden toegelaten uit landen die lid zijn van de Europese Unie.
Ik vind het kras dat u de vraag ontwijkt. Het is niet te geloven. Men is lid van een democratische club, dus moet men een aantal regels respecteren. Als die regels niet gerespecteerd worden, wat mijns inziens kan gebeuren, kunnen de landen geen lid blijven van de Europese Unie. Het is het een of het ander. Als ze rechtmatig lid zijn, mag u geen asielaanvragers meer uit die landen aanvaarden. U moet in het vervolg die landen van Europa uitsluiten, zoals u nu doet met zeven landen. Er zijn trouwens veel te weinig landen van buiten Europa.
09.05 Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, we leven blijkbaar in een heel onveilige en gevaarlijke wereld. Er staan slechts zeven veilige landen op de lijst. Ik hoop dat u daarmee het verschil zal maken, maar ik vrees dat u beter nu al uw toevlucht neemt tot de aanpassing, nog vóór het KB gepubliceerd wordt, niet op basis van de gevoelens van onveiligheid van een PS-medewerker, maar op basis van rationele elementen, zoals de situatie in het land van herkomst en erkenningspercentages, die vaak lager dan 5 % zijn.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Hans Bonte aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de koppeling van het leefloon aan het schoolgaan van de kinderen vanaf 2,5 jaar" (nr. P0873)
10 Question de M. Hans Bonte à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la liaison du revenu d'intégration à la scolarisation d'enfants à partir de 2,5 ans" (n° P0873)
10.01 Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, begin deze week was er nogal wat te doen over een voorstel van onze voormalige collega, de heer Versnick, in verband met het eventueel schrappen van leefloon in de gezinnen waar kleuters niet vanaf 2,5 jaar naar de kleuterklas gaan.
Mevrouw de staatssecretaris, 98 % van onze kleuters gaat wel vanaf 2,5 jaar naar de kleuterklas. Wij scoren daarmee goed tot zeer goed in Europa. Het is onze ambitie om van dat percentage 100 % te maken.
Afgezien van die ambitie heb ik zelden zo’n dom voorstel gehoord om die 2 % kleutertjes die niet naar school zou gaan, ertoe aan te zetten om dat wel te doen. Het voorstel om het leefloon te schrappen bij die gezinnen die in de armoede zitten, is niet alleen juridisch dom – het is zelfs ongrondwettelijk –, maar het lijkt mij ook sociale onzin, want wij brengen geen kleuters naar de kleuterklas door mensen die in de miserie zitten, nog dieper in de miserie te duwen.
Ik was dan ook een beetje verbaasd over uw reactie, waarbij u het voorstel positief onthaalde.
Namens mijn fractie wil ik een constructief voorstel formuleren omtrent de middelen van de OCMW’s voor socioculturele participatie. Als wij effectief willen vermijden dat kinderarmoede leidt tot generatiearmoede, dan moeten wij ervoor zorgen dat die kinderen vroegtijdig naar school gaan, maar ook dat zij naar een sportclub of jeugdbeweging kunnen gaan, of dat ze mee op schoolreis kunnen gaan. Bent u bereid om een analyse te maken van het gebruik van die middelen? Ik lees namelijk dat die onderbenut zijn.
Mevrouw de staatssecretaris, in nogal wat OCMW’s wordt geëxperimenteerd met een vrijetijdspas. Het is ons voorstel om kinderen uit lage-inkomensgezinnen, zeg maar armoedegezinnen, en kinderen die genieten van een verhoogde kinderbijslag, automatisch een vrijetijdspas te geven die hen toelaat om niet alleen vroegtijdig naar school te gaan, maar om gedurende hun jeugd ook deel uit te maken van de samenleving. Als er immers één ding duidelijk is, dan is het dat deel uitmaken van de samenleving wellicht de beste remedie is om niet in generatiearmoede verzeild te geraken.
10.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Bonte, u weet dat het in de strijd tegen kinderarmoede zeer belangrijk is dat kinderen naar school kunnen gaan. In de school wordt de basis gelegd voor hun verdere toekomst. Het OCMW en de maatschappelijk werkers motiveren de ouders om hun kinderen school te laten lopen. Voor sommige mama’s is het echter moeilijk om hun kinderen naar school te krijgen en moeten wij zoeken naar andere manieren om daarin meer in te grijpen. Ik heb begrepen dat onze voormalige collega Geert Versnick, uw huidige collega als OCMW-voorzitter, vanuit die bezorgdheid dit voorstel heeft gedaan. Ik heb gezegd dat ik alle mogelijkheden wil onderzoeken en heb de betrokken administratie daarover dan ook om juridisch advies gevraagd.
Zo kom ik tot uw vragen. Voor de socioculturele participatie heb ik opnieuw 4,2 miljoen euro aan middelen uitgetrokken. De portefeuille werd vorig jaar niet helemaal opgebruikt, onder andere door een laattijdige berichtgeving over de mogelijkheden om deze portefeuille te gebruiken. Ik heb gevraagd om dat nu anders aan te pakken. Tijdens de begrotingsbespreking heb ik ervoor gepleit om over hetzelfde bedrag van 4,2 miljoen euro te kunnen beschikken.
Ik ben bereid om uw vraag naar de mogelijkheid om kinderen met een verhoogde kinderbijslag een vrijetijdspas te geven, te laten onderzoeken. Inderdaad, niet alleen de school is belangrijk, zij moeten zich ook kunnen aansluiten bij alles op cultureel of sportief gebied, kortom alles waartoe onze kinderen toegang hebben.
10.03 Hans Bonte (sp.a): Mevrouw de staatssecretaris, ik wil u uitdrukkelijk bedanken voor het engagement dat u hier aankondigt. In verband met het voorstel van collega Versnick ben ik nogal gerust wat het antwoord van uw juridische diensten zal zijn. Pur et dur is het ook een regionale bevoegdheid.
Sta mij toe te reageren op het beeld dat telkens wordt gecreëerd over leefloontrekkers. Het is alsof enkel en alleen bij hen de kleuters niet naar de kleuterklas geraken. Het is alsof zij onterecht recht hebben op een minimumuitkering als er een probleem is inzake kleuterparticipatie. In die zin stuit mij dat wel tegen de borst. In de juridische afloop van het dossier blijf ik echter gerust.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Karin Temmerman aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de sluiting van de winteropvang voor daklozen" (nr. P0874)
11 Question de Mme Karin Temmerman à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la fin de l'accueil d'hiver pour les sans-abri" (n° P0874)
11.01 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, tijdens de bittere winterkoude bent u erin geslaagd om op korte termijn een noodopvang te organiseren voor de daklozen. Dat was dringend nodig.
Wij wisten allemaal dat het om noodopvang ging en dat dit niet kon blijven duren. Die noodopvang loopt eind deze week af, op 31 maart.
Een of twee weken geleden heb ik u in de commissie gevraagd of er een plan is voor de afbouw van de noodopvang. U hebt toen bevestigend geantwoord en gezegd dat er in samenwerking met Samusocial een afbouwscenario zou worden gecreëerd.
Nu vernemen we in de media dat overmorgen ongeveer 800 mensen op straat zullen komen te staan, waarvan ongeveer 188 in heel precaire situaties, met name alleenstaande moeders met kinderen of zelfs zieke mensen.
Mevrouw de staatssecretaris, ik heb de volgende vragen. Kloppen die aantallen? Zijn die mensen niet voorbereid en zullen er inderdaad ongeveer 188 mensen, die in heel moeilijke situaties verkeren, op straat komen te staan?
Werd er samen met Samusocial een plan opgemaakt? Als dat het geval is, waarom dan die slechte communicatie?
Plant u iets in de toekomst? Samusocial en Dokters van de Wereld zeggen immers dat er een minimaal aantal plaatsen – weliswaar geen 800 – moet bijkomen om de daklozen de komende maanden en gedurende het hele jaar op te vangen.
11.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Temmerman, om te vermijden dat een aantal daklozen dat nu in onze winteropvang verblijft, op straat zou komen te staan vanaf 1 april, hebben wij heel veel vergaderd, onder andere met Samusocial.
U weet dat er een afbouw is gebeurd en een selectie onder die mensen. De 400 extra plaatsen bij Samusocial waar mensen konden worden opgevangen en die wij tot 31 december hadden verlengd, zouden normaal tot 31 maart openblijven. De 400 plaatsen van Fedasil hebben wij kunnen verlengen tot 31 december.
Er is ook een aantal groepen van zeer kwetsbare mensen samengesteld, waaronder de alleenstaande vrouwen, zoals u gezegd hebt. Het betreft meestal vrouwen met een alcohol- of drugsprobleem, mensen in een heel groot sociaal isolement en gezinnen met kinderen. Wij hebben vastgesteld dat maar een zeer beperkt aantal mensen van die groep ook echt recht op opvang had, bijvoorbeeld bij Fedasil.
Voor de groep mensen die er recht op had, hebben wij bij Fedasil een oplossing gevonden, maar er is ook nog een hele groep – 188, zoals u gezegd hebt – die eigenlijk geen opvangrecht heeft binnen de structuren die onder mijn competentie vallen. Daarvoor hebben wij eerder deze week de werkgroep Daklozen van de interministeriële conferentie Maatschappelijke Integratie bijeengeroepen, met vertegenwoordigers van de vier regio’s en verschillende federale ministers. Het gaat om mensen die niet enkel onder mijn bevoegdheid vallen, maar ook onder die van lokale en regionale overheden.
Ik heb mijn taak en mijn coördinerende bevoegdheid opgenomen. Wij zoeken binnen de werkgroep naar een oplossing voor alle mensen die u hier hebt aangehaald. Het is een oud probleem. Het is onze bedoeling niet alleen in de winter opvang te geven, maar om op termijn voor een aantal andere maatregelen of structuren te zorgen, zodat iedereen opgevangen wordt.
Er zijn nog een aantal zeer moeilijk onder te brengen mensen. Alleen kunnen wij dat probleem niet oplossen. Wij hebben de winteropvang kunnen verzorgen door met verschillende groepen in Brussel heel constructief samen te werken. Ik hoop dat wij ook een oplossing kunnen vinden voor de mensen die zich nu op straat bevinden. Het is en blijft een zeer moeilijk probleem.
11.03 Karin Temmerman (sp.a): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u alvast voor uw positief antwoord. Het is inderdaad noodzakelijk om een structurele oplossing te zoeken. Voor die mensen is het natuurlijk niet belangrijk wie er bevoegd is. Het is belangrijk dat er een oplossing komt, maar ik heb begrepen dat u met alle bevoegde instanties wilt samenwerken om de noodzakelijke oplossing te vinden.
Het incident is gesloten.
- M. Olivier Maingain à la ministre de la Justice sur "la surpopulation carcérale à la maison d'arrêt de Forest" (n° P0866)
- Mme Eva Brems à la ministre de la Justice sur "la prison de Forest" (n° P0867)
- de heer Olivier Maingain aan de minister van Justitie over "de overbevolking in de gevangenis van Vorst" (nr. P0866)
- mevrouw Eva Brems aan de minister van Justitie over "de gevangenis van Vorst" (nr. P0867)
12.01 Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, madame la ministre, comme pour vos prédécesseurs, votre action de ministre de la Justice sera pour une large part jugée sur ce qui va se passer dans les prisons dans les mois à venir.
Le cri d'alarme qu'ont lancé les barreaux et les Ligues des droits de l'homme, tant francophone que néerlandophone, et tous ceux qui observent depuis de nombreuses années le climat qui règne dans les prisons, n'est pas nouveau. Mais il est encore plus préoccupant, à entendre les constats confirmés par la visite, voilà quelques heures, de la bourgmestre de Forest dans cette maison d'arrêt. Soit dit en passant, comme bourgmestre, elle détient des pouvoirs de police administrative qu'elle pourrait exercer si elle estime que les constats établis le justifient. Parfois, un bourgmestre doit pouvoir assumer ses pouvoirs dans de pareils cas; c'est aussi cela le sens des responsabilités et ne pas se contenter d'une visite de simple constat pour ne pas dire de courtoisie.
Deux questions se posent.
Premièrement, quelles mesures préventives prendrez-vous à l'approche de l'été pour prévenir un climat insurrectionnel dans certaines prisons du pays? Vous ne pouvez pas ignorer ce qu'il se vit dans les prisons et ce qui est susceptible d'entraîner une violence totalement insoupçonnée.
Deuxièmement, nous connaissons déjà votre discours puisqu'on nous le tient en commission de la Justice depuis longtemps: "Attendez, le master plan est en préparation, les procédures sont lancées pour une prison à Haren, etc."
Sans plaider pour l'impunité de certains types de délit, car eux non plus ne doivent pas rester impunis, loin de là, je plaide pour des peines effectives, réelles, permettant aux détenus de conserver une chance de retrouver une vie sociale. Sans une réflexion profonde et volontariste sur la hiérarchie des peines et leurs modalités d'exécution, ce problème de la surpopulation des prisons et du climat engendré ne sera jamais résolu. Vous pourrez alors annoncer 2 000 nouvelles places, 4 000, 6 000 ou 10 000, vous n'aurez toujours pas la solution idéale en milieu carcéral.
Je vous demande de faire preuve d'audace et de volonté en la matière.
12.02 Eva Brems (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, galeislaven, middeleeuwse toestanden, stallen, ratten in de keuken, detentieomstandigheden die vergelijkbaar zijn met marteling. Nee, ik heb het niet over Congo. Dit zijn de bevindingen van de Brusselse stafhouder en een delegatie van ngo’s na hun bezoek, deze week, aan de gevangenis van Vorst.
Mevrouw de minister, ik hoop dat u en de hele regering samen onder tafel zijn gekropen van schaamte. Zulke bevindingen zijn voor ons land onaanvaardbaar. Voor 450 mensen geldt dat zij 23 uur op 24 met drie in een cel van 9 m² moeten leven, in de stank van toiletten en van mensen die zich niet alle dagen mogen wassen en wier kleren slechts om de drie tot vier weken worden ververst. Zij moeten zichzelf en hun kleren wassen met hetzelfde stuk zeep. Zij drogen de vaat met hun kleren omdat er niet eens een handdoek ter beschikking is. Er is nul privacy. Het bezoekrecht is beperkt. Telefoongesprekken mogen drie minuten duren.
Al het gepraat over re-integratie van gedetineerden wordt zinloos als wij mensen als beesten behandelen. Als zoiets enkele weken duurt, dan is dat al een schandaal, maar als wij moeten wachten op de bouw van nieuwe gevangenissen of andere structurele maatregelen die de overbevolking op termijn moeten verminderen, dan hebben wij het over jaren van onmenselijke toestanden.
Waar is uw crisisplan om liever vandaag dan morgen het respect voor de menselijke waardigheid in Vorst te herstellen?
12.03 Annemie Turtelboom, ministre: Chers collègues, la surpopulation de la prison de Forest atteint des proportions inquiétantes. Il y a aujourd'hui 737 détenus pour 405 places. La situation devient extrêmement préoccupante. Tant la direction locale que l'administration centrale de la DG EPI font le maximum pour désengorger l'établissement. Rappelons qu'il s'agit d'une maison d'arrêt! Nous ne contrôlons donc pas l'input!
La solution pour désencombrer Forest est la réouverture de l'aile B de la prison de Saint-Gilles qui vient d'être rénovée. Elle peut contenir plus de 100 places. La réception provisoire des travaux par la Régie des Bâtiments est prévue pour la semaine prochaine.
Als die 100 extra plaatsen er zijn, zullen wij erin slagen om op heel korte termijn de ergste nood in de gevangenis van Vorst te lenigen. De administratie stelt op dit moment alles in het werk om de B-vleugel zo spoedig mogelijk in gebruik te nemen, uiteraard rekening houdend met alle verplichtingen met betrekking tot personeel, meubilair, veiligheid, procedures enzovoort.
Op dit ogenblik wachten wij voor een structurele oplossing op de bouw van de vier nieuwe gevangenissen, die voor extra plaatsen zullen zorgen. Op termijn zal de gevangenis in Vorst ook verdwijnen, zodra de gevangenis te Haren, met meer dan 1 000 plaatsen, voltooid is. Dat zal tegen 2016 zijn.
Wij hebben in de commissie voor de Justitie onlangs nog een uitgebreide hoorzitting gehad met betrekking tot de strafuitvoering. Wij moeten bijvoorbeeld de elektronische enkelband ook toelaten voor mensen in voorlopige hechtenis, want die maken 42 % van onze gevangenispopulatie uit. Op die manier kunnen wij de huidige druk in onze gevangenissen ook verlichten door meer differentiatie in de strafuitvoering en niet alleen via de bouw van nieuwe gevangenissen.
In elk geval, op korte termijn zal de oplossing voor de gevangenis van Vorst liggen in de opening van de tweede vleugel in Sint-Gillis en die is gepland voor volgende week.
12.04 Olivier Maingain (FDF): Madame la ministre, j'ai déjà entendu cette réponse dans la bouche de tous vos prédécesseurs: "Ne vous inquiétez pas, nous sommes en train de rénover une nouvelle aile, avec quelques dizaines de places, pour affronter cette situation. Et nous envisageons d'autres constructions". Je ne le néglige pas.
Vous avez la réputation d'être une femme de caractère. Il faut donc que vous ayez la volonté de vous demander si certaines détentions – notamment préventives - ne sont pas injustifiées. Il existe d'autres méthodes - l'assignation à résidence et la surveillance par le bracelet électronique – qui peuvent relever le défi de la protection de la société, et je répète que je ne plaide pas pour l'impunité. Mais, sans cette volonté, je vous le redis, vous pouvez ouvrir des milliers de places, vous n'apporterez jamais de réponse définitive au problème de la surpopulation carcérale.
12.05 Eva Brems (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik volg collega Maingain in zijn pleidooi om eindelijk werk te maken van een echte aanpak van het probleem van de overbevolking in de gevangenissen. Het Rekenhof liet recent nog weten dat dit eigenlijk nog nooit grondig is geprobeerd.
Als u het hebt over een extra vleugel en 100 plaatsen op middellange termijn, dan denk ik niet dat dit het probleem van een overbevolking met honderden plaatsen zal oplossen, zelfs niet in Vorst.
Wat de dringende nood betreft, dat gaat om elementaire zaken zoals propere kleren en geen ratten in de keuken. Het is ernstig gesteld met de begroting in dit land, maar er is nog wel geld voor keukenhanddoeken en propere kleren. Het is een zaak van elementaire menselijke waardigheid voor de gedetineerden. Als u het mij vraagt, mag deze situatie eigenlijk geen dag langer meer duren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Nous n'avons pas perdu de temps mais vu le nombre de questions, le temps laissé à chacun et la durée des réponses, je me demande toujours pourquoi on appelle ceci "l'heure des questions".
13 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Jan Jambon tot de eerste minister over "winstbewijzen ACW" (nr. 28)
- de heer Hagen Goyvaerts tot de eerste minister over "de winstdeling van de ex-Dexia Bank België met 300 000 winstbewijzen" (nr. 29)
- de heer Jean Marie Dedecker tot de eerste minister over "de winstbewijzen van de bank Belfius" (nr. 30)
- M. Jan Jambon au premier ministre sur "les parts bénéficiaires du MOC" (n° 28)
- M. Hagen Goyvaerts au premier ministre sur "l'attribution de 300 000 parts bénéficiaires de l'ex-Dexia Banque Belgique" (n° 29)
- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre sur "les parts bénéficiaires de la banque Belfius" (n° 30)
Ik herinner u eraan dat de eerste interpellant 10 minuten spreektijd krijgt, de twee andere 5 minuten. De regering krijgt dan 10 tot maximaal 20 minuten de tijd voor het antwoord. De interpellanten krijgen vervolgens elk 5 minuten voor de repliek.
13.01 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-eersteminister, collega’s, onze interpellatie is eigenlijk gericht aan de eerste minister, maar ik vind het geen slecht idee dat zij wordt beantwoord door vice-eersteminister Vanackere. Zij gaat namelijk over de malversaties rond ACW en ARCOPAR.
Collega’s, in een interview met De Standaard op 18 oktober 2008 stelde toenmalig eerste minister Yves Leterme inzake Fortis het volgende. Ik citeer hem graag: “Als aandeelhouder draag je nu eenmaal een deel van het risico. De belastingbetaler moet toch niet opdraaien voor de verliezen van de mensen die in aandelen belegd hebben?”
Dat citaat geldt blijkbaar niet voor het ACW. Op 10 oktober 2011 sprak de voorzitter van het ACW, Patrick Develtere, in Terzake de volgende woorden: “Het is urgent te weten via welke formule wij…” – het ACW – “…kunnen neerdalen uit Dexia Holding en onze positie als aandeelhouder van Dexia Bank België kunnen innemen.”
Op dat moment, 10 oktober 2011, deed dat ons de wenkbrauwen fronsen. Wij wisten niet heel goed wat hij daarmee bedoelde, maar vorige week kregen die woorden een bijzondere invulling. Zij hadden namelijk weten te bekomen dat de christelijke zuil zich met 300 000 winstbewijzen had kunnen enten op Belfius, als een bloedzuiger. En stoemelings. Ik kan dus heel goed begrijpen dat het ACW sedertdien niet meer gecommuniceerd heeft.
Het strafste in de communicatie van de heer Develtere was dat hij op 10 oktober 2011 helemaal niets meer hoefde te vernemen of te weten te komen. De deal was immers al gesloten, de zaak was rond. De heer Leterme had een verkoopovereenkomst gesloten tussen de Staat en Dexia Bank België waarin de winstbewijzen van het ACW onverkort werden opgenomen, terwijl alle andere mogelijke aanspraken op winst vervielen. Van allen die aanspraak maakten op winst werd het ACW als enige bediend, met 300 000 winstbewijzen. Al de rest verviel, daar was geen sprake meer van.
De vakbondsorganisatie werd dus officieel partner van de Staat in de nieuwe bank. Die organisatie, die een factuur van anderhalf miljard doorstuurt naar de belastingbetaler, kan in de toekomst in die bank, waar diezelfde belastingbetaler 4 miljard voor neergelegd heeft, als enige een deel van de winst blijven opstrijken.
Collega’s, had men enig fatsoen aan de dag gelegd, had men enige kritische reflex gehad, dan waren er nochtans uitwegen voor geweest. Statutair gezien konden de winstbewijzen, mits naleving van de wet op de vennootschappen, worden opgeheven. Ook had men, mits goedkeuring in de raad van bestuur, waarin mevrouw Swiggers en de heer Dehaene vertegenwoordigd zijn, de winstdeelbewijzen van eigenaar kunnen laten veranderen. Maar neen, de heer Develtere had gezegd dat hij koste wat kost wilde neerdalen in die bank.
Dat laatste hoeft ons eigenlijk niet te verbazen. Zelfs onmiddellijk na de eerste redding van Dexia in 2008, kreeg het ACW in 2009 nog een preferent dividend van Dexia Bank België uitgekeerd op basis van die winstbewijzen. Dat gebeurde ook in de jaren daarna. Altijd opnieuw werd een cash dividend uitgekeerd. Nochtans had Dexia Holding opgedragen om geen cashdividenden meer uit te keren, maar dat was natuurlijk buiten het ACW gerekend.
Mijnheer de minister, ik zeg niet dat er iets onwettelijk aan de gang was, want men bezat inderdaad die winstbewijzen. Het was niet onwettelijk, maar het kan in die omstandigheden op zijn minst onzindelijk worden genoemd.
Men had dat cash geld toen beter aangewend om de bank te versterken, eerder dan het uit te keren aan een geldhongerige organisatie. De zucht naar dividenden, de obsessie voor cash, blijkt ook heel duidelijk uit het rapport van de Dexiacommissie dat wij hier gisteren hebben besproken. Onze fractie heeft dat rapport goedgekeurd in de commissie en wij zullen het rapport an sich straks ook goedkeuren.
Ik citeer even uit het rapport. “Bijna al hun vragen, voorstellen of moties op de raden van bestuur hebben uitdrukkelijk betrekking op het huidige dan wel toekomstige vermogen van Dexia om een cashdividend op korte of minder korte termijn te genereren.” De experts zeggen daarbij dat door dit kortetermijnwinstbejag, door zich te verzetten tegen of door obstructie te plegen tegen de verdere afbouw van de kapitaalposities, ARCO mee verantwoordelijkheid draagt in de ondergang van Dexia Groep. Dat is een loodzware analyse die de experts ons in de Dexiacommissie hebben aangereikt.
Eigenlijk is het verhaal van de winstbewijzen slechts een eindstuk van een lange saga. Het is misschien goed om de tijdslijn even uit te zetten.
In april 2011 begon de regering via de FPIM te werken aan een scenario van afsplitsing van Dexia Bank België. De top van die regering, dat weten wij allemaal, maakte ook deel uit van het politiek comité van het ACW, samen met de top van ARCO.
Dan wil het toeval of niet dat in juni 2011 de statuten van een aantal coöperatieven van ARCO ineens worden veranderd. Wat doet men? Men geeft aan de algemene vergadering de macht, de mogelijkheid, om in het geval van vereffening eigenaar van een deel van de activa te blijven. De algemene vergadering kan er zelf over beslissen dat een deel van haar activa niet in vereffening gaat. Dat was in juni 2011.
We komen dan op 9 oktober en de verkoopovereenkomst met de winstbewijzen en de depositogarantie voor ARCO.
Ik geloof op dat moment de heer Reynders, de toenmalige minister van Financiën, die zegt dat hij het in 2008 en 2009 na de eerste crisis van Dexia geen goed idee vond om de depositogarantie uit te breiden naar ARCO en de Ethiasfamilie, maar, ik citeer Reynders, “dat dit deel uitmaakte van een politiek compromis”. ARCO voor CD&V en Ethias voor de socialistische familie van PS en sp.a.
Zo ben ik er ook van overtuigd dat die deal rond de winstdeelname ook deel uitmaakt van een groter politiek compromis.
Dat was de overeenkomst van 9 oktober 2011.
Dan was er de brief van 14 oktober 2011 van de ACW-top aan de eerste minister en de toenmalige minister van Financiën. Die brief wekt minstens zoveel verbazing op. U moet weten dat die brief dateert van 14 oktober 2011, drie weken vóór het KB werd uitgevaardigd waarmee uitvoering aan de depositogarantie werd gegeven. In die brief – men moet het maar doen – laat het ACW uitschijnen dat men in vereffening zal gaan. Er is dus een wet, nog zonder een KB. Het ACW zegt dan luidop in vereffening te zullen gaan.
Het ACW geeft in die brief aan wat de regering – ik had bijna gezegd u, maar dat is niet waar, het ging om de voormalige eerste minister en de voormalige minister van Financiën – in het KB moet schrijven. Het groot dictee van de Nederlandse taal, men geeft aan wat er in dat KB moet komen. Welke situatie maken we hier dus mee? Iemand zegt dat zijn huis binnenkort in brand zal staan en vraagt om snel een polis op te stellen, maar hij zal dan wel zeggen wat er in die polis moet komen, zodat hij zeker is dat hij daarna schadeloosgesteld kan worden. De regering was er dus bijzonder goed van op de hoogte dat, als ze haar KB ging uitvaardigen met daarin wat ARCO gestipuleerd had, zij de factuur van 1,5 miljard zou moeten uitbetalen. Dat was allemaal perfect gemonteerd. Dat zijn de feiten. Mijnheer de minister van Financiën, nu is het aan de regering-Di Rupo om een aantal fundamentele beslissingen te nemen.
Ten eerste, de situatie van de bescherming van de ARCO-aandeelhouders. Juridisch blijft het een dubbeltje op zijn kant of men hier wel kan blijven beweren dat alle aandeelhouders op dezelfde manier behandeld worden. De EU is dat aan het onderzoeken en heeft gevraagd om daarin geen verdere stappen te nemen zolang het complete dossier niet is afgerond. In het licht van wat de deskundigen in het Dexiarapport schrijven, in het licht van wat wij te weten gekomen zijn over die winstbewijzen, is eigenlijk de enige billijke oplossing dat het ACW zelf zorgt voor de schadeloosstelling van zijn coöperanten en dat het de factuur niet doorstuurt naar de belastingbetaler. Ze moeten zelf zorgen voor de uitbetaling van hun coöperanten. De heer Develtere heeft ons trouwens de pap in de mond gegeven. Hij heeft zelf gezegd dat heel de Dexiadeal, heel het Dexiadebacle hen wel wat geld had gekost, maar dat zij nog veel meer middelen overhouden. Alstublieft, waarom moet de belastingbetaler dan opdraaien voor die factuur? Stuur ze naar de zuil die mee schuld heeft aan de ondergang van die groep.
Ten tweede, mijnheer de minister, volgens ons heeft geen enkele organisatie nog een moreel recht op winst afkomstig uit de bank, uit Belfius. De bank herrees met belastinggeld uit het stof na de val van Dexia en doet er momenteel alles aan om het hoofd boven water te houden en het verleden van zich af te schudden. Het ontbreekt die bank zelfs aan middelen om haar naamsverandering tot in haar kantoren door te voeren. Het is dan toch de taak van de regering om alle beschikbare middelen aan te wenden om de heropleving van die bank mogelijk te maken. Het kan dan toch niet zijn dat delen van de winst die de bank zou maken, zouden gaan naar externe groepen, en zeker niet naar het ACW.
Mijnheer de minister, hier volgen mijn vragen. Ten eerste, maakte de garantieregeling voor de ARCO-coöperanten deel uit van een groter politiek compromis, zoals minister Reynders zei? Of was dat een compensatie voor de deelname in de kapitaalverhoging van Dexia in 2008?
Ten tweede, dan is er het nieuwe element rond die 300 000 nominatieve winstbewijzen in Belfius. Waarom werd die regeling mee opgenomen in de aankoopovereenkomst? Maakte dat ook deel uit van een politiek compromis? Zo ja, van welk politiek compromis?
Wie binnen de regering van lopende zaken, waarvan u ook lid was, was op de hoogte van het feit dat de winstbewijzen geldig zouden blijven, ook na de verkoop van de bank? Was er daaromtrent een akkoord binnen de regering of was dat een zaak van een aantal ministers? Daarbij aansluitend, wie van de huidige regering was daarvan op de hoogte?
Gaat de regering initiatief daaromtrent nemen? Gaat de regering een veroordeling uitspreken over die transactie?
Ten slotte, en de heer Van Biesen heeft ons hiervoor gisteren de pap in de mond gegeven – ik dank hem voor dat initiatief –, gaat de regering de nodige maatregelen treffen om verdere deelname in de winst van Belfius door het ACW niet meer mogelijk te maken? Mijnheer Van Biesen, ik dank u voor die suggestie.
13.02 Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, mijnheer de minister, wat een toestand! In het Frans zou men zeggen: “Quel bordel!”
Ik sta hier vooraan met een gevoel van plaatsvervangende schaamte. Ik weet niet of u soms uit uw kabinet komt of soms nog onder de mensen komt. Ik voel echter de groeiende afschuw bij mensen op straat naarmate meer stinkende potjes van ARCO en ACW worden geopend aangaande de graaicultuur, de zelfbediening en de voorkeursbehandeling ten opzichte van het ARCO-dossier en ten opzichte van het ACW.
Mijnheer de voorzitter, ik vind het ook onbegrijpelijk dat de eerste minister niet kan antwoorden op de vragen. Dit is nochtans een delicaat dossier. Het zou een mooie aangelegenheid zijn als de eerste minister de hele ACW-zaak komt uitklaren. Hij wil echter zelf niet komen en schuift de hete aardappel door naar zijn eerste vertaler, de minister van Financiën, tevens lid van het politiek comité van het ACW.
Ik weet niet of u goed beseft dat u hier onmogelijk een geloofwaardig antwoord aan het Parlement kunt geven. Wat u zo dadelijk zal zeggen – en ik ben heel benieuwd naar het antwoord op onze vragen – zal steeds omhuld worden door elke commotie en elke zweem van betrokkenheid als slippendrager van het ACW. Voor mij niet gelaten, maar ik vind het wel wraakroepend.
Ik vind het wraakroepend op het moment dat de belastingbetaler miljarden euro’s heeft betaald voor de grootste bankroof in de laatste decennia. Ik vind het wraakroepend op het moment dat we met zijn allen voor 54 miljard euro borg staan voor de verliezen die Dexia Holding nog zal lijden. Ik vind het wraakroepend op het moment dat de factuur van 700 000 ARCO-aandeelhouders voor een bedrag van zo’n anderhalf miljard euro naar de belastingbetaler wordt toegeschoven. Ik vind het wraakroepend op het moment dat de betrokken bestuurders bij het Dexiadebacle vrijuit gaan, waarbij het aandeel van ARCO, collega’s, toch niet echt fraai te noemen is.
Op dat moment moeten we vernemen dat de 300 000 anonieme winstbewijzen, die de federale regering niet heeft overgenomen bij de aankoop van Dexia Bank in oktober 2011, op naam staan van het ACW. Collega’s, wat een dubbel spel wordt hier gespeeld! Het is haast niet te geloven dat het ACW niet één maar twee keer langs de kassa van Belfius passeert op de dag dat ze winsten zal uitkeren, namelijk één keer via de bank en één keer via de verzekeringsmaatschappij, terwijl de factuur voor de vereffening van ARCO bij de belastingbetaler wordt gelegd.
Die arrogantie, die onbeschaamdheid kent in ACW-kringen blijkbaar geen grenzen. Bijgevolg heb ik aan de eerste minister een week geleden een aantal vragen bezorgd. Ik neem aan dat ze aan u werden doorgezonden, mijnheer de minister van Financiën.
Ten eerste, kunt u aan het Parlement, maar ook aan de buitenwereld, verklaren waarom er anonieme deelbewijzen kunnen zijn in een genationaliseerde bank?
Ten tweede, kunt u aan het Parlement, maar ook aan de buitenwereld, verklaren hoe de regeling met die 300 000 winstbewijzen in elkaar zit?
Ten derde, waarom werden die winstbewijzen bij de deal van 9 oktober 2011 – u was toen ook lid van de regering – niet mee overgenomen door de federale overheid?
Ten vierde, klopt het dat de winstbewijzen automatisch een deelname in de winst betekenen?
Ten vijfde, hoe vallen de winstbewijzen te rijmen met de precaire toestand rond ARCO, dat grotendeels in vereffening is, maar waarin het ACW een enorm belang heeft?
Ik ben uitermate benieuwd naar uw antwoorden, mijnheer de minister. Ik stel vast dat het ACW momenteel in alle talen zwijgt, zwijgt zoals vermoord. U als minister van Financiën, maar ook als slippendrager van het ACW, wees niet hypocriet en spreek.
13.03 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, de heer Jambon heeft de feiten al chronologisch opgelijst. Om niet in herhaling te vallen, zal ik mij beperken tot enkele aanvullingen.
Er gaat geen dag voorbij of we krijgen een klap in ons gezicht van Dexia. Gisteren lazen we dat de directeurs uit Dexia Holding vandaag een gouden handdruk krijgen van 900 000 euro voor hun wanbeleid. Ik vind dat ze dat geld moeten storten in het fonds van de onnozele kinderen. Dexia en de regering denken dat wij onnozele kinderen zijn. Vijf maanden lang hebben we over het Dexiadebacle gediscussieerd. Mijnheer Leterme hebben we niet gezien. Eergisteren stond er in de krant te lezen: “Belfius deelt nog geld uit aan het ACW.” Vandaag komt het vervolg: ze krijgen nog extra voor de verzekering.
We moeten de historiek van ARCO bekijken. ARCO is de bank, de holding van de arbeidersorganisatie, van de mensen die in Brussel komen betogen tegen het casinokapitalisme. Wat heeft ARCO al die jaren gedaan, mijnheer de minister? U komt uit die groep.
Vanaf 2002 werden ARCO, Artesia Bank en BACOB Bank opgeslorpt door Dexia. De voornaamste reden daarvoor was dat ze op zinken stonden. Ze hadden meegespeeld in het casinokapitalisme van Lernout & Hauspie. Wie was toen voorzitter van de raad van bestuur? Jean-Luc Dehaene. Er ging 163 miljoen euro verloren. Ze werden gered door Dexia en daar zijn ze blijven zitten. In de commissie hebben we gezien dat ze alle trucs van de foor hebben gebruikt: stock lending, put and call options, swaps, rommelkredieten enzovoort. De bank zat ter controle vol met politici, zeker uit de ACW-stal. In 2008 kantelt de boel en de vertrouwde politici gaan de zaak opnieuw beschermen. Ze laten Fortis gaan. Er komt een bad bank en de Fransen kopen de rest. O wee, de centen van ARCO, de hoofdaandeelhouder van Dexia, moeten worden beschermd. Ze willen 350 miljoen euro in kas stoppen, maar moeten het lenen bij Dexia. Het is een carrousel van leningen op de rand van het wettelijke die in elk ander land verboden is. Ze deden het toch en kregen er nog een waarborg van de overheid bij.
Wat doen ze dan nog als tegenprestatie? Ze lichten het Parlement nog eens op. Wat gebeurt er in maart 2009? Misschien kunt u dat vertellen, mijnheer Vanackere, want het gerucht doet de ronde dat u en de heer Schouppe dat hebben bekokstoofd. Straks krijgt u het woord. Wat doen ze? De spaargarantie wordt uitgebreid. In de grote paniek waarin dit land verkeerde, kon men de mensen immers nog wat gekker maken. Het stijgt dus van 50 000 naar 100 000 euro. Voor Ethias moet Tak21 ook een spaargarantie krijgen. Idem voor de ARCO-vennoten. Immers, ARCO-coöperanten zijn vennoten. We breiden het uit tot die groepen.
Dan zijn de heren nog zo slim dat ze die verzekering krijgen, die spaargarantie, maar ze moeten daarvoor een premie betalen. Wat doen ze niet? Ze zijn te gierig en te vrekkig om de premie te betalen. Ze denken dat ze er met de nieuwe kapitaalverhoging wel door zullen komen. Ze komen er wat door in 2010. In 2010, beste vrienden van het ACW – er zitten er hier wel wat – passeert het ACW langs de kassa met de daarstraks genoemde winstaandelen. Weer 15 miljoen euro.
Wat gebeurt er dan in 2011? De bank kantelt. Beste vrienden, lees eens het rapport dat zo wordt bekritiseerd. Er staan toch interessante dingen in. Lees eens de historiek vanaf april en mei. Lees eens wat er is gebeurd op de beroemde vergadering van 10 mei. Op 10 mei moest men beslissen over de staatsobligaties van de PIIGS-landen met onder meer Griekenland, die men allemaal in de portefeuille had gehouden, want die brachten het meest op. Het ging immers alleen maar om dividenden en opbrengst. Dan moest worden beslist of men die staatsobligaties verder zou verkopen, in opdracht van de Nationale Bank, in opdracht van Standard & Poor’s, in opdracht van Moody’s, in opdracht van de Europese Commissie.
Wat zeggen die klojo’s? Ik zal het woord herhalen. Wat zeggen die mensen van het ACW, van ARCO? Ik noem de naam van de heer Marc Tinant, ondervoorzitter, nummer 2 naast mevrouw Swiggers, die in het directiecomité van de Holding zit. Hij blokkeert de verkoop. Die meneer zegt dat er niet verkocht moet worden, dat men nog wat opbrengst moet hebben. Gevolg: rating omlaag, de boel valt om.
Wat gebeurt er nog meer vooraleer de boel omvalt? Die mensen hebben voorkennis, want ze zitten in de raad van bestuur en in het directiecomité. Zij stappen naar onze ministers. Er is altijd wel een minister van het ACW van dienst. Op de ministervergadering, het ministercomité van 11 september 2011, wordt er besloten dat ARCO inderdaad zijn levensverzekering krijgt: de spaargarantie zal worden uitgewerkt via een KB.
Er moet echter nog gezwegen worden. Waarom moet er gezwegen worden, collega’s? Wat gebeurt er op dat moment? Men moet zwijgen, want de ARCO-aandeelhouders, de vennoten-coöperanten, hebben het recht hun geld op te vragen tot 30 september.
Die filou’s van ARCO besluiten om dat te verzwijgen en zij roepen de ministers op om ook te zwijgen. Pas op 10 oktober brengen zij dat uit, terwijl het al op 11 september werd beslist in de Ministerraad. Wij hebben hier over Kabila gepraat. Als dat in Congo gebeurt, wordt men waarschijnlijk in de Congostroom gegooid. Al die situaties hebben zich afgespeeld.
Gisteren komen wij dan nog tot de vaststelling dat de heer Leterme de bank voor 4 miljard euro heeft gekocht, met uitsluiting van, ik citeer, “l’exception de 300 000 parts bénéficiaires nominatives”. We mochten op dat moment nog niet weten om wie het ging. Wij hebben geprobeerd dat te vernemen bij Belfius, maar mevrouw Monique De Vroede, ex-secretaresse van onze vriend Jean-Luc Dehaene, gaf daarop geen antwoord. Nu blijkt dat het om het ACW gaat.
Beste vrienden, er is maar één oplossing. Ik ben tevreden dat Open Vld van mening is veranderd, maar we zullen zien wat dat zal geven als over de moties moet worden gestemd. Die zaak moet juridisch worden uitgespit. Die 300 000 winstbewijzen moeten terugkomen naar de overheid. De belastingbetaler is daar eigenaar van en niet die bank, die zich nog de bank van de arbeiders durft te noemen. Het riekt naar oplichting.
13.04 Minister Steven Vanackere: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik hoor hier termen als “malversaties”, “bloedzuigers”, “en stoemelings”, “neerdalen in een bank”, “stinkende potjes”, “graaicultuur”, “slippendragers”, “bankroven”, “klojo’s”, “filou’s” en “wij moeten mensen in de Congostroom gooien”. De burgers verwachten veel, maar zij willen minstens ook begrijpen wat er werkelijk waar is. Zij willen begrijpen wat moet worden onderscheiden wanneer men zaken beweert en wanneer men de waarheid zegt.
In het enthousiasme om problemen aan te kaarten, moet men heel zorgvuldig zijn en de zaken zeggen zoals ze zijn. Er werd hier een interpellatie aangekondigd over winstbewijzen, maar ik moet, om te beginnen, vaststellen dat een aantal collega’s – ik wil er gerust op ingaan – heel veel van hun tijd hebben gebruikt om eerst nog eens de geschiedenis, hun geschiedenis, te vertellen van hoe een en ander zover is kunnen komen. Ik begrijp dat, vlak nadat wij tien uur lang gesproken hebben over onder andere de werkzaamheden van een bijzondere commissie. Ik zal alvast in mijn antwoord vooral ingaan op het onderwerp van de interpellatie, namelijk de winstbewijzen.
Wanneer men mij, bijvoorbeeld, vragen stelt over de waarborgregeling – ik aanvaard dat men die nog eens opnieuw herhaalt –, dan moet ik verwijzen naar wat ik eerder hier op het spreekgestoelte heb gezegd met betrekking tot de waarborgregeling, niet voor ARCO, niet voor organisaties van het ACW – het is nooit goed een amalgaam te maken –, maar voor de individuele gezinnen en spaarders, de vele honderdduizenden die een stuk van hun spaargeld daarin hebben gestopt.
Mijnheer Dedecker, in 2008 was ik nog Vlaams minister van Welzijn. Ik kan niet heel veel zijn tussengekomen in de federale regering, want ik was hier op dat ogenblik niet.
Mijnheer Jambon, wat de garantieregeling betreft, wil ik gerust opnieuw bevestigen dat wij in een eerste fase vragen hebben gekregen van de Europese Commissie om te kijken of die bescherming voor de kleine mensen – géén bescherming voor ARCO of organisaties, want dat is een misverstand, dat u blijft volhouden – wettelijk is. De enige waarborgregeling die goedgekeurd werd, is een waarborgregeling ten gunste van mensen, niet ten gunste van ARCO of organisaties.
Als ik de waarheid niet zeg, spreekt u mij gerust tegen. Iedereen die de indruk wekt dat de waarborgregeling, die in 2008 door de federale regering is beloofd, samen met de waarborgregeling voor het spaargeld op de spaarboekjes, samen met datgene wat rond Tak21 werd beloofd, samen met datgene wat voor alle coöperanten werd beloofd, een waarborgregeling voor organisaties is, moet nog eens heel zorgvuldig bekijken op welke manier hij dat kan staven.
Als u mij vraagt hoe het dan verder is kunnen komen, moet ik ook verwijzen naar een wet die een paar maanden later in dit Parlement werd goedgekeurd.
Ik wil het daarover gerust hebben, zoals ik het daarover al eerder heb gehad, maar ik denk dat ik mijn tijd vooral moet gebruiken voor hetgeen hier op de schermen staat, namelijk de winstbewijzen van Belfius. Daarover wil men iets weten.
Collega’s, zeker degenen die graag de woorden “en stoemelings” en “een of andere deal” willen gebruiken, wil ik eraan herinneren dat sinds de jaren ’50 – het spijt mij dat ik terug in de tijd moet gaan – het ACW en de MOC een jaarlijkse aanbrengvergoeding ontvangen van BAC, dat later BACOB werd. Een zelfde commissieregeling gold voor DVV, De Volksverzekering. Toen BACOB in 2000 de vorm van een nv aannam, werden winstbewijzen gecreëerd die, zonder stemrecht te verlenen, het ACW een jaarlijks winstaandeel verzekerden dat in de lijn lag van die aanbrengvergoedingen.
Deze winstbewijzen bleven bestaan toen de toenmalige aandeelhouder ARCOFIN zijn aandelen in Artesia Banking Corporation inbracht in Dexia NV. In ruil voor deze kapitaalinbreng verwierf Groep ARCO 15,5 % van Dexia NV.
De aanbreng en de getrouwheidsrelatie ten aanzien van BACOB Bank en DVV bleven onverkort bestaan, net zoals de winstbewijzen. Wij spreken dus over iets dat al verschillende decennia bestaat.
Op dat moment werd het bestaan van die winstbewijzen meegedeeld aan de overnemer. De toenmalige leden van de raad van bestuur van Dexia NV hadden daar dus weet van.
Wij zijn nog niet ver opgeschoven in de geschiedenis. De fusie op 1 april 2002 van alle Belgische bankactiviteiten die onder Dexia Holding ressorteerden - BACOB, Artesia en Dexia Bank - tot een enkele Dexia Bank België heeft niets gewijzigd aan het statuut en de rechten verbonden aan deze winstbewijzen, behalve een mathematische aanpassing van de berekeningswijze van de inkomsten aan de integratie van BACOB in een groter geheel.
Ook die operatie werd uiteengezet en toegelicht in documenten die ter beschikking waren van de raden van bestuur van de vroegere instellingen en de nieuwe fusiemaatschappij. Hetzelfde geldt voor de fusie tussen DVV Verzekeringen en Dexia Verzekeringen op 20 juni 2005. Dus, als men nu aangeeft dat men iets ontdekt heeft, moet het toch minstens gaan over iets waarnaar men al die jaren niet zo bijzonder aandachtig gekeken heeft.
Er werd geen geheim gemaakt van het bestaan van deze winstbewijzen en van de winstuitkering in de jaarrekeningen en jaarverslagen van Dexia Bank België of Dexia Verzekeringen. Ik citeer willekeurig uit de jaarrekening van 2004: “In de voorgestelde resultaatwerking voor het jaar 2004 werd 8,65 miljoen voorzien als uitkering aan deze winstbewijzen ten opzichte van 8,4 miljoen het jaar tevoren.” U kunt dat nog steeds consulteren op de website van de balanscentrale van de Nationale Bank.
Het jaarverslag van 2006 geeft zelfs meer informatie. Daar staat: “Daarnaast zijn er 300 000 nominatieve winstbewijzen die geen nominale waarde hebben en het maatschappelijk kapitaal niet vertegenwoordigen. De rechten verbonden aan deze winstbewijzen zijn statutair en contractueel vastgelegd. Aan de algemene vergadering van aandeelhouders van 25 april 2007 zal de raad van bestuur voorstellen om een preferent dividend ten belope van in totaal 9 miljoen uit te keren aan de winstbewijshouders.” Met andere woorden, het is normaal dat de regering in het bod, via de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij, aan Dexia NV op de totaliteit van de aandelen Dexia Bank België duidelijk maakte dat zij op de hoogte was van het bestaan van deze winstbewijzen. Het omgekeerde schrijven zou eigenlijk bijzonder onzorgvuldig zijn.
Mijnheer Jambon, daarvoor hoefde niemand neer te dalen in banken, daarvoor moest geen deal gesloten worden, daarvoor moest niet ergens in een hoekje iets worden afgesproken; dat is gewoon de situatie zoals zij bestaat sinds de jaren ’50.
Verschillende interpellanten stelden mij expliciet de vraag waarom die winstbewijzen bij het akkoord van 9 oktober niet werden overgenomen door de federale regering. Met andere woorden, men vraagt eigenlijk waarom men daar dan geen geld op tafel heeft gelegd om dat te doen verdwijnen, om dat te kopen, om dat bestaande voordeel op een of andere manier binnen te halen en daarvoor ongetwijfeld ook een prijs te betalen. Dat is een interessante vraag, maar in dat verband moet ik erop wijzen dat die winstbewijzen statutair niet zomaar verhandelbaar of overdraagbaar zijn. Artikel 560 van de vennootschapswetgeving bepaalt dat elke wijziging aan het statuut van een specifieke categorie, in casu winstbewijzen, alleen mogelijk is middels een besluit dat een meerderheid vereist van de houders van die specifieke categorie rechten.
Het lag dan ook voor de hand dat het statuut van die winstbewijzen bij de afspraak niet zomaar kon worden gewijzigd, net zomin als dat statuut bij de inbreng in Dexia NV in 2001 en bij de fusie in 2002 werd gewijzigd. Wij spreken dus niet over iets waarvan men kan aannemen dat het op dat ogenblik absoluut moest worden geregeld. In het verleden had men immers bij herhaling een gelijkaardige situatie met die winstbewijzen; een situatie die trouwens niet alleen niet onwettelijk, maar ook niet onzindelijk is. Het ging om iets bestaand en men heeft daaraan op dat ogenblik geen wijzigingen aangebracht.
Ik hoor sommige interpellanten zeggen dat de zaak juridisch moet worden uitgespit. Als jurist beaam ik dit. Laten wij deze zaak juridisch uitspitten. Laten wij ook zeggen dat elke toekomstige regeling conform de wet zal moeten zijn en dat zij de rechtszekerheid zal moeten blijven waarborgen.
13.05 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de minister, ik had gedacht dat u een poging zou doen om de verontwaardiging die over dat dossier bestaat weg te nemen. U hebt precies het tegendeel bereikt. U hebt geen verontwaardiging weggenomen. Integendeel, u hebt de bestaande verontwaardiging nog aangewakkerd.
Ik kijk naar niemand, maar ik zie collega’s van de meerderheid nu knikken.
Over de waarborgregeling voor de spaarders zegt u dat het was om de spaarders veilig te stellen en niet de organisatie ARCO. Dat zou er nog moeten bij komen!
(…): (…)
13.06 Jan Jambon (N-VA): Nee. Wat heb ik gezegd? Ik heb gezegd dat niet de belastingbetaler, maar ARCO had moeten opdraaien voor zijn spaarders, en dat hij de factuur niet had moeten doorsturen naar de belastingbetaler. Dat zou zindelijk geweest zijn vanwege ARCO, zeker na een verslag van de experts van de Dexiacommissie waarin staat dat precies ARCO mee aan de basis ligt van de ondergang van Dexia door zijn onverantwoord gedrag in de raad van bestuur!
Een tweede element, de winstbewijzen. Wie heeft hier gezegd dat die winstbewijzen niet al lang bestonden? Heeft iemand dat hier gezegd? Wij hebben gezegd, in het kader van het debacle, dat het feit dat het ACW die winstbewijzen nog als een uitzondering in de deal durfde te laten inschrijven, terwijl het al 1,5 miljard euro bij de belastingbetaler gaat halen, niet onwettelijk maar wel onzindelijk was.
Ik heb drie woorden voor heel deze zaak, namelijk zelfbediening, belangenvermenging en schaamteloosheid. Dat typeert dit dossier op dit moment, mijnheer de minister.
Er is werk aan de winkel, zowel voor de Kamer als voor deze regering. Ik hoop dat wij een beroep kunnen doen op het fatsoen van alle politieke partijen als wij in de commissie voor de Financiën zullen vragen om hoorzittingen te organiseren met de organisatoren van dit handeltje. Mevrouw Swiggers, de heer Develtere, de heer Dehaene, de heer Leterme en de heer Reynders mogen komen uitleggen hoe dit verhaal werd gemonteerd. Zij zijn die verantwoording aan de belastingbetaler verschuldigd.
Wij zullen bij het Rekenhof een verzoek indienen om de aanwending van belastinggeld in dit dossier nader te onderzoeken. Dat is een taak die de Kamer verschuldigd is.
Ten tweede, mijnheer de minister, moet de deal met de winstbewijzen ongedaan gemaakt worden. Punt. Daarvoor dien ik een motie in, die als volgt luidt: “De Kamer roept de regering op met betrekking tot alle bestaande winstbewijzen in de bank en verzekeringstak van Dexia Bank België - Belfius - om met respect voor de statuten de opheffing om niet te eisen van het ACW.” Die motie overhandig ik aan de voorzitter, en ik hoop dat zij wordt goedgekeurd.
Ten derde, indien de regering het meent dat zij haar verantwoordelijkheid wil opnemen, dan zorgt zij ervoor dat tijdens de algemene vergadering van 9 mei geen decharge wordt verleend aan de bestuurders. Het kan niet dat wij hier in de Kamer het gerecht oproepen zijn werk te doen, terwijl wij en stoemelings Dehaene, Swiggers en consorten via de algemene vergadering van Dexia laten ontsnappen. Dat zou ook onzindelijk zijn.
In naam van collega Peter Dedecker dien ik een tweede motie in. Zij luidt als volgt: “De Kamer roept de regering op met betrekking tot de aandeelhoudersvergadering van Dexia Holding om een negatief advies te geven met betrekking tot de decharge van de bestuursleden zolang er geen duidelijkheid is over de precieze gerechtelijke stappen die zullen worden genomen tegen de verantwoordelijken die genoemd worden in het rapport dat de experten overmaakten aan de leden van de bijzondere commissie Dexia.” Mijnheer de voorzitter, alstublieft.
Collega’s, ik besluit. Wij weten allemaal dat straks, nadat hier gestemd is over het Dexiarapport en over de aanbevelingen, het ACW een persconferentie zal geven. Mijnheer de minister, neem nog eens contact op met het ACW en zeg wat het te doen staat om de belastingbetaler morgen nog in de ogen te kunnen kijken. Dat is uw plicht.
13.07 Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor het uitgebreid historisch antwoord. U hebt mij echter niet kunnen overtuigen. U maakt een amalgaam van de historiek. U had het over de bank als private instelling, maar u vergat te zeggen dat in oktober 2011 Dexia, nu Belfius, een staatsinstelling is geworden. Die instelling wordt overeind gehouden met belastinggeld. Dat zorgt voor een wezenlijk verschil met betrekking tot de winstbewijzen.
U zegt ook dat het ACW niets onwettigs heeft gedaan. Dat zou er nog aan moeten ontbreken! Managers die fenomenale bonussen binnenrijven, overtreden de wet ook niet. Multinationals die geen belastingen betalen omdat zij de notionele intrest toepassen, overtreden de wet evenmin. Er bestaat echter wel zoiets als maatschappelijke rechtvaardigheid en fatsoen. In dit dossier is daar geen sprake meer van. Sterker nog, het eigenbelang en de graaicultuur die blijven hangen aan die christelijke zuil, moeten volgens mij en mijn fractie ophouden. Wij vinden het onaanvaardbaar dat een private partij winst haalt uit een instelling die wordt rechtgehouden met het geld van de belastingbetaler.
Toen wij destijds het akkoord tussen de federale overheid en Dexia in de Kamer bespraken, hebben wij bij de aanvang gezegd dat het belangrijk was om tussen de lijnen te lezen en de dubbele bodems in het contract in het oog te houden. Vandaag krijgen wij gelijk. Er zitten inderdaad dubbele bodems in dat contract. De 300 000 winstbewijzen tonen dat aan.
Mijnheer de minister, voor het Vlaams Belang is de zaak relatief eenvoudig. Ik zal een motie van aanbeveling indienen die ertoe strekt dat, ten eerste, de regering ervoor moet zorgen dat de uitbetaling van winst of dividenden door het genationaliseerde Belfius en de verzekeringsmaatschappij onmogelijk wordt gemaakt door de winst aan de reserves van de genationaliseerde bank toe te wijzen en dat, ten tweede, de regering van het ACW eist om afstand te doen van de 300 000 winstbewijzen en deze overdraagt aan de Staat. Voor minder kunt u hiermee niet wegkomen.
13.08 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, uw antwoord verbaast mij. Ik had verwacht dat u zou zeggen: verdorie, er is meer aan de hand. Op het einde van uw antwoord geeft u dat voor een stuk ook toe. U zegt immers dat er een juridisch onderzoek moet komen.
Collega’s, dat is heel belangrijk. Kennelijk zullen onze moties straks allemaal goedgekeurd worden, ook door de meerderheid.
Er moet inderdaad een juridisch onderzoek komen, een onderzoek naar de strafrechtelijke aansprakelijkheid, de burgerlijke aansprakelijkheid, de vennootschapsaansprakelijkheid. Het is hoog tijd dat dat onderzocht wordt.
Mijnheer de minister, u beweegt eigenlijk als een duiveltje in een wijwatervat. U zegt dat de overheid een zieke koe gekocht heeft en dat die koe een lintworm heeft. Die lintworm, dat zijn de deelbewijzen, die erbij hangen. Wij hadden maar moeten zien dat die lintworm erin zat.
Welnu, ik heb het contract bij mij dat de heer Leterme geschreven heeft aan Dexia, aan de heer Dehaene, vermoedelijk wel een bekende in ACW-middens, en de heer Mariani. In dat contract staat letterlijk:
"Objet: l'offre porte sur 100 % des actions de DBB."
"Cent pour cent des actions", in het Nederlands betekent dat honderd procent. Dat wil zeggen: alles.
Maar dan, ineens, blijkt er nog een lintworm aan te hangen van 300 000 winstbewijzen.
Mijnheer de minister, ik hoor u dan nog heel graag de zaak verdedigen van de vennoten-coöperanten.
Ik weet dat het niet interessant is voor de PS, maar het zou nochtans eens goed zijn dat de PS-leden luisteren, want de socialistische zuil Ethias heeft er ook mee van geprofiteerd.
Wat zijn vennoten-coöperanten? Ik ben er zelf een. Ik heb dat ook moeten doen. Ik heb geloofd in uw instelling, ik heb geloofd in die BACOB Bank. Eerlijk gezegd, toen ik aan judo deed, heeft die bank mij ook wel veel gesponsord. Hoe dan ook, ik heb erin geloofd.
Weet u waarom ik erin geloofde? Welnu, de bank had een systeem waarbij men ofwel extra interest kreeg als men spaarde, ofwel een interestvermindering kreeg als men een hypothecaire lening aanging. Door een soort van chantage was men dus wel verplicht om vennoot-coöperant te worden. Als er eerst chantage wordt gepleegd, kan ik wel begrijpen dat achteraf alles wordt gedaan om dat te vergoeden.
Waar u echter niet op ingaat, mijnheer de minister, is het feit dat u in 2009 samen met de heer Schouppe de spaargarantie in elkaar steekt, terwijl men dan nog vertikt om de minimumpremie te betalen voor die garantie. U flikt het dan nog om dat op 11 september, twintig dagen voor de einddatum waarop de mensen hun geld konden ophalen – ze konden hun geld in principe tot 30 september ophalen bij ARCO – allemaal in elkaar te flansen. We kunnen erover blijven discussiëren, we hebben dat gisteren al gedaan.
Het gaat in feite over schaamte. Ik vraag mij eigenlijk af waar de schaamtegrens ligt voor het ACW, waar de schaamtegrens ligt voor ARCO. Als het in Oostende zou zijn, ben ik er zeker van die onder de zeespiegel ligt.
Collega’s, ik heb een motie van aanbeveling ingediend. Die motie zegt net hetzelfde als wat mijn collega’s van de N-VA zeggen. Het is de plicht van de overheid om de 300 000 winstbewijzen op te eisen als onderdeel van de deal. Collega’s, ik hoop dat u dat allemaal zult goedkeuren. U bent allemaal verantwoordelijk. Wij vertegenwoordigen het volk, dat voor 100 % eigenaar is van de nieuwe bank, van Belfius, zonder lintwormen, zonder achterpoortjes en zonder allerhande maatregelen die passen in de zelfbediening van het ACW en de graaicultuur die zich daar al twintig jaar meester van maakt.
Mijnheer de voorzitter, ik dank u voor de extra minuut.
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jan Jambon en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jan Jambon, Hagen Goyvaerts en Jean Marie Dedecker
en het antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken,
roept de regering op
met betrekking tot ALLE bestaande winstbewijzen in de bank- en verzekeringstak van Dexia Bank België/Belfius, om met respect voor de statuten, de opheffing om niet te eisen van het ACW."
Une première motion de recommandation a été déposée par M. Jan Jambon et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jan Jambon, Hagen Goyvaerts et Jean Marie Dedecker
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique,
invite le gouvernement
à exiger que l'ACW procède, conformément aux statuts, à l'annulation sans contrepartie de TOUTES les parts bénéficiaires dans la branche banque et assurances de Dexia Banque Belgique/Belfius."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Peter Dedecker en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jan Jambon, Hagen Goyvaerts en Jean Marie Dedecker
en het antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken,
roept de regering op
met betrekking tot de aandeelhoudersvergadering van de Dexia Holding om een negatief advies te geven met betrekking tot de decharge van de bestuursleden, zolang er geen duidelijkheid is over de precieze gerechtelijke stappen die zullen worden genomen tegen de 'verantwoordelijken' die genoemd worden in het rapport dat de experten overmaakten aan de leden van de bijzondere commissie Dexia."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Peter Dedecker et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jan Jambon, Hagen Goyvaerts et Jean Marie Dedecker
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique,
invite le gouvernement
en ce qui concerne l'assemblée générale des actionnaires de Dexia Holding, à formuler un avis négatif à propos de la décharge des administrateurs tant que ne seront pas précisément connues les actions judiciaires qui seront entreprises contre les 'responsables' cités dans le rapport transmis par les experts aux membres de la commission spéciale Dexia.“
Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Hagen Goyvaerts en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jan Jambon, Hagen Goyvaerts en Jean Marie Dedecker
en het antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken,
eist van de regering
1. dat de uitbetaling van winst of dividenden door de genationaliseerde Belfiusbank en de verzekeringsmaatschappij onmogelijk wordt gemaakt door de winst aan de reserves van de genationaliseerde bank toe te wijzen;
2. dat het ACW haar 300 000 winstbewijzen overdraagt aan de Staat en er dus afstand van doet."
Une troisième motion de recommandation a été déposée par M. Hagen Goyvaerts et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jan Jambon, Hagen Goyvaerts et Jean Marie Dedecker
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique,
exige de la part du gouvernement
1. que le versement de bénéfices ou de dividendes par la banque nationalisée Belfius ou par la compagnie d'assurance soit rendu impossible par l'affectation du bénéfice aux réserves de la banque nationalisée;
2. que l'ACW se sépare de ses 300 000 parts bénéficiaires et les cède à l'État.“
Een vierde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jean Marie Dedecker en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jan Jambon, Hagen Goyvaerts en Jean Marie Dedecker
en het antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken,
heeft in het verslag van de bijzondere commissie verscheidene argumenten en bewijzen gelezen van foute of op zijn minst verdachte handelingen van bestuurders en bestuursorganen van zowel de NV Dexia en van andere vennootschappen in haar perimeter, zoals de referentieaandeelhouders ARCOFIN, Gemeentelijke Holding en Ethias,
verzoekt de Christelijke Arbeidersbeweging ACW om haar 300 000 winstbewijzen van de bank Belfius over te dragen aan de Belgische Staat;
en beveelt de regering aan om indien de houders van de bewuste winstbewijzen weigeren de geïnde dividenden terug te storten, en/of weigeren er in de toekomst afstand van te doen, om hetzij de uitbetaling van die dividenden door de Belfiusbank onmogelijk te maken, hetzij de nodige stappen te zetten om de bewuste dividenden in beslag te laten nemen."
Une quatrième motion de recommandation a été déposée par M. Jean Marie Dedecker et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jan Jambon, Hagen Goyvaerts et Jean Marie Dedecker
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique,
a trouvé dans le rapport de la commission spéciale plusieurs arguments et preuves permettant de considérer comme fautifs ou pour le moins suspects certains actes posés par des administrateurs et des organes de gestion de la SA Dexia et d'autres sociétés situées dans son périmètre, tels que les actionnaires de référence ARCOFIN, Holding Communal et Ethias,
demande à l'ACW (Christelijke Arbeidersbeweging) de céder à l'État belge ses 300 000 parts bénéficiaires de la banque Belfius;
et recommande au gouvernement, si les détenteurs des parts bénéficiaires en question refusent de rembourser les dividendes perçus et/ou refusent de s'en séparer à l'avenir, soit de rendre impossible le versement de ces dividendes par la banque Belfius, soit d'entreprendre les démarches qui s'imposent pour faire saisir les dividendes en question.“
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Catherine Fonck en Karin Temmerman en door de heren Daniel Bacquelaine, Patrick Dewael, Thierry Giet en Raf Terwingen.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Catherine Fonck et Karin Temmerman et par MM. Daniel Bacquelaine, Patrick Dewael,
Thierry Giet et Raf Terwingen.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
14 Projet de loi visant à instaurer l'ordre de paiement pour les infractions à la législation sur la circulation routière (2074/1-3)
- Proposition de loi modifiant la réglementation en ce qui concerne le paiement de certaines amendes de roulage (1542/1-2)
14 Wetsontwerp betreffende de invoering van het bevel tot betalen na inbreuken op de wetgeving inzake het wegverkeer (2074/1-3)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving wat de betaling van sommige verkeersboetes betreft (1542/1-2)
Projet de loi transmis par le Sénat
Wetsontwerp overgezonden door de Senaat
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Jef
Van den Bergh, Raf Terwingen
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
14.01 Minneke De Ridder, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik verwijs graag naar het schriftelijk verslag.
14.02 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega’s, enkele weken geleden, bij de voorstelling van de verkeersonveiligheidsstatistieken van 2011, heb ik al aangekaart dat elke week in ons verkeer ongeveer vijftien mensen sterven. Vijftien mensen per week. We kunnen dat cijfer niet genoeg herhalen en moeten er meer en meer bij stilstaan.
Handhaving is de essentiële sleutel om te komen tot veiliger verkeer, samen met natuurlijk alle andere mogelijke inspanningen. Handhaving moet uiteraard ook gevolgd worden door een geloofwaardige afhandeling van de boetes. Dat is het onderwerp van het voorliggende wetsontwerp. Het is essentieel dat opgelegde boetes ook effectief worden betaald, zo niet dreigt het hele draagvlak voor de afhandeling van boetes onderuit te worden gehaald. Er mag absoluut geen gevoel van straffeloosheid ontstaan. Iedereen moet op dezelfde voet behandeld worden. Een boete krijgen is een boete betalen!
Niet alleen is een boete een boete, een overtreding is ook een overtreding. De niet-betaalde minnelijke schikkingen zorgen momenteel voor ongeveer 25 % van de werklast bij de politieparketten. Vandaar de beslissing van sommige parketten om kleine overtredingen niet langer te vervolgen en te seponeren. Dan krijgt men situaties waarbij in het ene gerechtelijk arrondissement, bijvoorbeeld, overtredingen tot 137 kilometer per uur worden geseponeerd, terwijl dat in een ander arrondissement tot pakweg 127 kilometer per uur is. Dit brengt een vorm van discriminatie met zich mee van de ene burger ten opzichte van de andere, wat erg gevaarlijk is voor het draagvlak van ons handhavingsbeleid. Een overtreding is een overtreding en mag geenszins afhankelijk zijn van de plaats waar ze werd begaan.
Daarnaast is het essentieel dat politierechtbanken hun zittingscapaciteit kunnen reserveren voor zaken die echt belangrijk zijn. Het kan, bijvoorbeeld, niet dat in Antwerpen meer dan de helft van de 25 000 tot 30 000 dossiers, die jaarlijks door de politierechtbank worden verwerkt, over niet-betaalde boetes gaat. Dat zijn eenvoudige boetes waarover weinig discussie bestaat en die objectief zijn vastgesteld, bijvoorbeeld door snelheidscamera’s. De rechtbanken hebben belangrijkere zaken. Ik denk, bijvoorbeeld, aan het rijden onder invloed van alcohol, ongevallen met doden of gewonden, rijden spijts verval enzovoort. De vrijgekomen capaciteit moet een snellere afhandeling van deze belangrijke dossiers mogelijk maken. Het voorliggende wetsontwerp is daarvoor een goede stap.
Présidente: Corinne De Permentier, deuxième vice-présidente.
Voorzitter: Corinne De Permentier, tweede ondervoorzitter.
Wij menen evenwel dat er nog meer nodig is. Er ligt nog meer werk op de plank, mijnheer de staatssecretaris.
U heeft deze morgen ook aangekondigd dat recidive op een betere manier zal worden aangepakt. Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om de vraag op te werpen of heel het systeem van de onmiddellijke inning niet aan een evaluatie toe is. Wanneer een onmiddellijke inning of een minnelijke schikking wordt betaald – ofwel spontaan, ofwel in een vroeger systeem na dagvaarding en in het nieuwe systeem via een bevel tot betaling –, is de overtreder vrij van iedere verdere vorm van strafvordering. Steeds meer ontstaat de indruk dat bestuurders van verkeersovertredingen vooral via die onmiddellijke inningen hun boetes afkopen en de boetes verder geen sturend effect meer hebben op het rijgedrag.
Ik denk dat wij drie specifieke gevallen voor ogen moeten houden waarin korter op de bal zou moeten worden gespeeld.
Ten eerste, de recidivegevallen. Als iemand veelvuldig wordt betrapt op verkeersinbreuken rijst de vraag of hij aan iedere verdere vorm van strafvordering kan blijven ontsnappen. Als die persoon elke keer opnieuw zijn onmiddellijke inning plichtsgetrouw betaalt, dan heeft het parket geen enkel element om die recidive vast te stellen en kan het dit niet op een goede manier aanpakken.
Een tweede geval vormen de alcoholovertredingen. Alcoholovertredingen tot 1,5 promille kunnen worden geregeld via onmiddellijke inning of minnelijke schikking. Ik vraag mij af of het geoorloofd is dat iemand met 1,5 promille in het bloed iedere verdere strafvordering kan ontlopen door het betalen van een simpele geldboete en dat de betrokkene in dergelijke gevallen niet kan worden veroordeeld tot, bijvoorbeeld, een verval van het recht tot sturen. Er moet worden bekeken of de wetgever dit echt voor ogen had bij het uittekenen van het systeem van de onmiddellijke inning.
Een derde element is de specifieke behandeling van de beginnende bestuurders. Zoals u weet, zijn beginnende bestuurders, de eerste twee jaar nadat zij hun rijbewijs hebben behaald, onderworpen aan strengere boetes en moeten zij eventueel hun rijopleiding opnieuw volgen als zij tijdens die termijn van twee jaar een zware overtreding begaan. Als dergelijke overtredingen automatisch worden afgehandeld via een onmiddellijke inning of een minnelijke schikking rijst ook daar het probleem dat het parket hierop geen zicht heeft en dat deze maatregelen voor de beginnende bestuurders in veel gevallen een redelijk lege doos zijn.
Ik denk dan ook dat er een aantal redenen zijn om heel het boetesysteem, de manier van werken met onmiddellijke inningen en minnelijke schikkingen, nog verder te bekijken.
Aangezien het voorliggend ontwerp een grotere administratieve afhandeling van boetes van wanbetalers met zich zal meebrengen, wordt die discussie nu op de voorgrond geplaatst. Een herziening van het hele systeem – het gaat zowel over betaalde en niet-betaalde boetes, als over de onderliggende principes en het toepassingsgebied – lijkt ons nodig. Wij zijn in ieder geval tevreden met het ontwerp, zoals het voorligt. Wij steunen het, omdat het een vlottere inning van de boetes mogelijk maakt, de zittingscapaciteit van de rechtbanken vrijmaakt voor belangrijkere zaken, de werklast van de parketten vermindert en een gelijke behandeling garandeert.
14.03 Tanguy Veys (VB): Mevrouw de voorzitter, collega’s, mijnheer de staatssecretaris, het is noodzakelijk dat er boetes zijn, want wij weten hoe het eraan toegaat, ook op het vlak van de verkeersveiligheid. Er moet nu eenmaal een sanctionerende overheid zijn, die optreedt wanneer de burger er niet in slaagt om de verkeersreglementering te respecteren.
Niemand betaalt graag boetes, maar wij gaan ervan uit dat de meeste boetes billijk zijn. Er bestaat in dit land een draagvlak voor het opleggen van die boetes. Boetes worden ook vaak gehanteerd wanneer men vaststelt dat er zich ineens een sterke verhoging voordoet van bepaalde verschijnselen, snelheid of dronkenschap, bijvoorbeeld. Boetes zijn een veel gekozen instrument.
Wij hebben vastgesteld dat vorig jaar het aantal verkeersongevallen ernstig is toegenomen. Men komt dan tot de vaststelling dat de cijfers waarop men zich baseert voor het voeren van een verkeersveiligheids- en bestraffingsbeleid blijkbaar niet de juiste zijn of niet voldoende geanalyseerd konden worden. Dat hebt u gezegd, mijnheer de staatssecretaris, maar ook uw Vlaamse evenknie, mevrouw Crevits, zegt hetzelfde.
Ik ben dus een beetje verwonderd dat er de voorbije jaren een beleid werd gevoerd op basis van onvolledige cijfers die men niet kan interpreteren. Wat dat betreft, zijn preventie en bestraffing aan mekaar verbonden.
Ik wil enig voorbehoud maken bij het beleid zoals dat tot op heden werd gevoerd. Men zegt dat die boetes nu eenmaal doorgevoerd zijn en dus moeten worden betaald, maar er is de voorbije jaren toch enige moeheid opgetreden.
Het gaat om diverse redenen. Het gaat, bijvoorbeeld, om mensen die geen parkeerticket hebben. Daarbij is er dan nog de discussie of de boete daarvoor wel door een firma mag worden geïnd en in welke mate de verbalisant toegang mag hebben tot de gegevens van de eigenaar van de wagen.
Als wij die moeheid om te betalen bekijken, is men nu eindelijk tot inzicht gekomen. Om tot een snellere en efficiëntere inning te komen, was er jammer genoeg zowel een wetsontwerp als een wetsvoorstel nodig, een initiatief van Open Vld in de Senaat.
Het is toch vreemd dat het initiatief van het Parlement moet komen om daartoe over te gaan, terwijl dat al heel lang een pijnpunt was. Wat heeft de regering ervan weerhouden om al veel vroeger over te gaan tot die efficiënte inning? Het is vreemd dat men nu pas het licht heeft gezien.
Ik zeg niet dat wij moeten oproepen om zo veel mogelijk boetes te betalen, maar als men boetes uitschrijft, lijkt het mij logisch dat die efficiënt worden geïnd. Wij hebben hier een overheid die heel efficiënt belastingen kan innen, maar blijkbaar was dat tot op heden niet mogelijk voor boetes.
Wanneer het gaat over de inning en het opleggen van die boetes doet er zich een zeer bizar fenomeen voor. Eerst en vooral stel ik inzake het opleggen van die boetes vast dat het merendeel van die boetes door de Vlamingen wordt betaald. Zijn de Vlamingen zoveel crimineler? Misschien vinden sommigen dat, en dan kijk ik naar de collega’s van het FDF. Wanneer wij het hebben over de betaling van boetes, is er echter een duidelijke scheeftrekking. Als wij bekijken van waar de middelen voor het verkeersboetefonds juist komen – ik kijk naar de cijfers voor 2010 –, dan stellen wij vast dat 83 % van de geïnde boetes uit Vlaanderen komt, niet uit Wallonië, want daar is het maar een klein percentage.
Collega’s, hoe zou dat komen? Ik meen dat dit niet zozeer heeft te maken met het criminele rijgedrag. Als wij kijken naar het aantal verkeersslachtoffers zijn de stijgingen immers vooral te situeren in Wallonië. Er is in elk geval geen correlatie met het aantal boetes dat in Vlaanderen werd geïnd. Toch komt 83 % van de geïnde boetes uit Vlaanderen. Dat betekent dat er in Vlaanderen veel meer boetemechanismen zijn. Ik verwijs dan naar de flitspalen. Wij hebben in het verleden mooie kaartjes gezien over de verdeling van het aantal flitspalen. Het gaat over meer dan 1 300 flitspalen in Vlaanderen versus een honderdtal in Wallonië. Men heeft gezegd dat er een inhaaloperatie bezig zou zijn, maar daarvan moeten wij nog de eerste vruchten plukken of de resultaten zien, in zoverre men boetes kan omschrijven als vruchten.
Enerzijds is er dus het aspect van de inning. De kans om betrapt of geflitst te worden is veel groter in Vlaanderen dan in Wallonië.
Anderzijds, wanneer het gaat over de financiering van de politiezones, stellen we ook een scheeftrekking vast. Veel politiezones halen hun middelen immers uit dat verkeersboetefonds. Wanneer wij kijken naar de cijfers voor Vlaanderen – ik moet nu wat verder teruggaan in de tijd, want ik heb helaas geen recentere cijfers – in de periode 2003-2004, dan stellen wij vast dat, ook al zorgt de Vlaming voor 83 % van de middelen van het verkeersboetefonds, toch slechts 57 % van het verkeersboetefonds naar de financiering van politiezones in Vlaanderen gaat.
En dan komen wij natuurlijk tot de vaststelling dat vele politiezones in Vlaanderen kampen met een personeelstekort, dat ze kampen met de financiering, met een tekort aan middelen. Dat is natuurlijk logisch, als men in dat verkeersboetefonds zorgt voor een scheeftrekking, en het gaat over een serieuze scheeftrekking: 83 % van de opbrengsten komt uit Vlaanderen, maar bij de beweging terug daalt dat tot 57 %. De werking van de politiezones lijdt hieronder.
Zo kom ik tot de essentie van die cijfers. Ik moet vaststellen dat inzake de financiering van de politiezones in Wallonië slechts 16 euro per inwoner wordt betaald, terwijl de Vlaming meer dan 24,7 euro mag ophoesten.
Mijnheer de staatssecretaris, ik vermoed dat het terecht is als iemand een boete opgelegd krijgt en dat die boetes nu efficiënter zullen worden geïnd. Toch wil ik erop aandringen dat er werk wordt gemaakt van een correcte en meer gerechtvaardigde verdeling van de boetes. U moet niet alleen wakker liggen van die inning, maar u moet er ook van wakker liggen dat de verdeling van die boetes op dezelfde, correcte manier gebeurt.
14.04 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mevroux de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, deze wettekst over het betalingsbevel gaf in de commissie voor de Infrastructuur aanleiding tot weinig opmerkingen. De behandeling ervan is vlug gegaan. De tekst was voorafgaandelijk dan ook lange tijd doorwrocht in de Senaat, waar ook het advies van de Raad van State werd ingewonnen. Ik wil hier nog eens uitdrukkelijk mijn collega Martine Taelman vernoemen, de indienster van het oorspronkelijke wetsvoorstel.
Collega’s, dit wetsvoorstel heeft een dubbel doel, ten eerste, voorkomen dat verkeersboetes onbetaald blijven en, ten tweede, het ontlasten van onze politieparketten en politierechtbanken.
In dit kader wil ik nog eens duidelijk stellen dat voor Open Vld het beter innen van de verkeersboetes een belangrijk item is, maar dat dit ook geldt voor het beter innen van de gerechtelijke boetes, de boetes opgelegd door correctionele rechtbanken en door de hoven van beroep.
Daarom blijven wij ook op die andere nagel kloppen, met name een betere inning van de gerechtelijke boetes. Die moet gerealiseerd worden door een betere samenwerking tussen aan de ene kant Justitie, dat de straffen met boetes uitspreekt, en aan de andere kant Financiën, dat instaat voor de inning, en dit allemaal onder de noemer van het tegengaan van de straffeloosheid.
Mijnheer de staatssecretaris, u hebt in de commissie gezegd dat deze wetswijziging een extra opbrengst van ongeveer 37 miljoen euro zou betekenen, wat een belangrijk bedrag is. Wij zullen eind volgend jaar kunnen evalueren of dat bedrag effectief gehaald werd.
Ik zou kort de volgende pluspunten van dit wetsontwerp willen opsommen. De wet treedt in voege op 1 januari 2013 en houdt de volgende belangrijke voordelen in.
Ten eerste zal de kostprijs voor het innen van verkeersboetes aanzienlijk dalen, aangezien heel wat gerechtskosten, dagvaardingen en betekeningen niet langer nodig zullen zijn.
Ten tweede wordt niet geraakt aan de rechten van de overtreder. Mijnheer de staatssecretaris, u hebt hieromtrent in de commissie vragen gekregen en u hebt bevestigd dat de overtreder met deze wetswijziging nog steeds voldoende middelen zal hebben om zijn rechten te laten gelden. Ik wil ertoe oproepen om te waken over de duidelijkheid van de op te stellen teksten, opdat overtreders goed zullen begrijpen op welke manier zij bezwaar kunnen aantekenen.
Ten derde, er wordt ook niet geraakt aan de bevoegdheid van het parket, dat nog altijd autonoom zal beslissen of er al dan niet een minnelijke schikking wordt voorgesteld.
Last but not least biedt deze wettekst een antwoord op het actuele systeem dat kaduuk is wegens het toenemend aantal onmiddellijke inningen dat niet op een behoorlijke manier verwerkt kan worden door de politie en het parket. Het systeem is ook kaduuk wegens de lagere bereidheid van overtreders om vrijwillig tot betaling over te gaan.
Vandaar, collega’s, mijnheer de staatssecretaris, dat de Open Vld dit voorstel uiteraard zal goedkeuren.
Ik verwijs ook naar wat collega Van den Bergh heeft gezegd. Dit betreft een oproep aan u, mijnheer de staatssecretaris, om in het debat over het verkeersveiligheidsplan dat wij woensdag na de paasvakantie zullen voeren, ook aandacht te hebben voor de problematiek van onmiddellijke inningen en minnelijke schikkingen. De vraag is of dit tegenwoordig niet in te veel gevallen mogelijk is.
Ik wil eraan toevoegen dat de gerechtelijke behandeling van verkeerszaken heel wat minpunten heeft. Ik denk, bijvoorbeeld, aan het feit dat een politierechter die een straf uitspreekt en die weliswaar beschikt over het strafregister van de overtreder, daarop niet kan terugvinden of een eerder opgelegde straf daadwerkelijk werd uitgevoerd. Het strafregister vermeldt bijvoorbeeld een boete van 50 euro, maar men kan er niet uit afleiden of die boete al dan niet werd betaald.
Ik wil maar zeggen dat de behandeling van verkeerszaken nog op heel wat punten verbeterd moet worden. Daar zullen wij na de paasvakantie in de commissie voor de Infrastructuur zeker bij stilstaan.
14.05 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mevrouw de voorzitter, ik wil de commissieleden bedanken. Het voorstel dat aan de basis van dit ontwerp lag, werd enkele jaren geleden ingediend door senator Martine Taelman. De tekst is op verschillende punten aangepast door de Senaat en ik meen dat hij nu echt de goede richting uitgaat. Hij verzekert immers dat de opvolging van de betaling van de boetes op een betere manier wordt uitgevoerd. Kortom, ik vind dat het ontwerp voor een meerwaarde zorgt.
Zoals reeds gezegd door verschillende Parlementsleden, is dit een stap in de goede richting, maar er is nog veel te doen wat de verkeersveiligheid betreft. Daaraan zullen wij zeker verder samenwerken.
Dit is een stap in de goede richting, die meer efficiëntie creëert terwijl de rechten van verdediging gewaarborgd blijven. De rechten van de burgers worden verzekerd, terwijl er meer efficiëntie wordt gecreëerd wat de sancties betreft. Dit is een stap in de goede richting, waarvoor ik nogmaals alle betrokken Parlementsleden bedank.
La
présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2074/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2074/3)
Le projet de loi compte 6 articles.
Het wetsontwerp telt 6 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 6 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 6 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
15 Projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers (2077/1-5)
15 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (2077/1-5)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
15.01 Bart Somers, rapporteur: Mevrouw de voorzitter, beste collega’s, het wetsontwerp zet een Europese richtlijn van 25 mei 2009 om in Belgisch recht. Het is een richtlijn die betrekking heeft op de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan in ons land of in een land van de Europese Unie.
De invoering van een Europese blue card naar het voorbeeld van de green card in de VS streeft ernaar de komst van hoogopgeleide werknemers naar de EU-lidstaten en hun verblijf op het EU-grondgebied te vereenvoudigen.
Die blauwe kaart zal door alle lidstaten worden uitgereikt aan alle hoogopgeleide werknemers die de voorwaarden van de richtlijn vervullen, en verleent de werknemers veel rechten, ook op het vlak van mobiliteit.
De kaart beantwoordt aan een uniform Europees model en geldt als verblijfsvergunning en werkvergunning. Dat is een primeur, die past in het kader van de single permit die Europa heeft ingesteld.
De kaart geldt voor 13 maanden en kan eenmaal voor dezelfde periode worden verlengd. Gedurende die periode is een zekere controle van de activiteiten van de werknemer mogelijk. Als de werknemer bijvoorbeeld van werkgever wil veranderen, moet die laatste bij het bevoegde Gewest een nieuwe aanvraag tot tewerkstelling indienen.
Na een periode van 2 jaar ontvangt de hoogopgeleide werknemer een blue card die 3 jaar geldig zal zijn. Na 5 jaar kan de houder van een blauwe kaart aanspraak maken op het statuut van langdurig ingezetene en een permanent verblijf verwerven. Het wetsontwerp bevat een aantal afwijkende regels met betrekking tot hooggekwalificeerde werknemers om de voordelige bepalingen van beide statuten in stand te houden.
De houder van een Europese blauwe kaart die het statuut van langdurige ingezetene na 5 jaar verwerft, kan 2 jaar naar zijn land van herkomst terugkeren. De reden daarvoor is om de effecten van braindrain en brainwaste in het land van oorsprong te beperken.
De Gewesten zullen zich moeten onthouden van een actieve werving van werknemers uit ontwikkelingslanden met een tekort aan arbeidskrachten. Wij moeten een ethisch wervingskader creëren waarbinnen een beleid kan worden gevoerd om in sleutelsectoren zoals de gezondheidszorg en het onderwijs in derde landen, vaak ontwikkelingslanden, geen schade te berokkenen.
De blue card kan ook worden ingetrokken of niet meer worden vernieuwd als de voorwaarden van het statuut van de hooggekwalificeerde werknemer niet meer vervuld zijn. Dat kan als hij langdurig werkloos is, in het geval van fraude, als hij een gevaar voor de openbare orde is of indien zijn bestaansmiddelen niet toereikend zijn voor het onderhoud van zijn familieleden.
Indien het statuut wordt ingetrokken of geweigerd, zal ook de werkgever eerst worden verwittigd, zodat hij niet het gevaar loopt dat hij zijn werknemer illegaal tewerkstelt.
De richtlijn, die voor het eerst verblijf- en werkvergunning combineert, is een eerste stap in een evolutie die zich waarschijnlijk in de toekomst zal uitbreiden. Europa maakt sinds 2004 immers werk van de ontwikkeling van een aangestuurd migratiebeleid dat rekening houdt met de huidige en toekomstige behoeften van de nationale arbeidsmarkten. Een dergelijk beleid wordt als een belangrijke factor gezien in het versterken van de kenniseconomie en de economische ontwikkeling in Europa, met name de concurrentiekracht en de economische groei.
Collega’s, ik besluit. Met onderhavig wetsontwerp wordt een eerste stap gezet op een pad dat we de volgende jaren verder zullen moeten bewandelen. Het is belangrijk om oog te hebben voor actieve migratie en niet enkel passieve migratie, zoals dat in ons land in het verleden te vaak het geval is geweest. Het wetsontwerp beoogt dus de actieve migratie te bevorderen, wat volgens mij toe te juichen valt. Mijn partij is altijd voorstander geweest van een wettelijk kanaal voor migratie en economische migratie, om aan de behoeften van de arbeidsmarkt te kunnen voldoen en om illegale arbeid te kunnen bestrijden.
De bepalingen met betrekking tot de werkvergunning behoren tot de bevoegdheid van de Gewesten, wat, in alle eerlijkheid, de zaken niet noodzakelijk vereenvoudigt. Het is echter de Belgische institutionele rechtsorde, waarmee men absoluut rekening moet houden. Hier is een taak weggelegd voor de Gewesten om overleg te organiseren tussen de drie Gewesten van ons land, om mogelijke en onvermijdelijke coördinatieproblemen proactief te vermijden en aan te pakken.
Collega’s, het gehele wetsontwerp werd met enkele technische verbeteringen aangenomen met dertien stemmen tegen één.
15.02 Karin Temmerman (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, collega’s, wij zullen het ontwerp steunen, vooral omdat het de omzetting is van de Europese richtlijn.
Sp.a heeft twee principiële problemen. Ten eerste, door de Europese richtlijn en dus ook het wetsontwerp bevorderen we eigenlijk de braindrain vanuit de derde wereld. Dat wordt sowieso meer aangemoedigd. Nochtans ligt een echte oplossing voor ons asiel- en migratieprobleem in de ontwikkeling van de ontwikkelingslanden zelf. We hebben er dus alle belang bij dat hun inwoners ter plekke hun land ontwikkelen, en dat we ze niet hierheen halen.
U zult het mij niet kwalijk nemen dat ik hier zeer kort Kumi Naidoo, Afrikaan en internationaal directeur van Greenpeace, citeer. Tijdens het toekomstcongres Noord-Zuid ongeveer twee jaar geleden hier in Brussel, zei hij in zijn toespraak het volgende: “De logica die stelt dat de rijke landen Afrika hebben geholpen, is verkeerd.” Met “wij” bedoelt hij het Westen. “In feite investeren zij, namelijk de Afrikanen, sociaal in de rijkste landen. Illustratief is het voorbeeld van Manchester waar er meer dokters werken uit Malawi dan in heel Malawi zelf.”
Collega’s, dit is wraakroepend en met deze richtlijn moedigen wij deze praktijken terug aan. Aangezien dit een omzetting is van een Europese richtlijn zullen wij dit toch goedkeuren.
Een tweede principieel probleem dat wij met deze omzetting hebben, is dat wij nu opnieuw een discriminatie creëren voor niet-EU-burgers. Ook daar is sprake van een bijkomende discriminatie. Maar nogmaals, aangezien dit een omzetting is van een Europese richtlijn zullen wij dit wetsontwerp steunen.
15.03 Peter Logghe (VB): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, collega’s, zoals collega Somers heeft gezegd, beoogt dit wetsontwerp de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn van de Raad van Europa van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen, met het oog op een hooggekwalificeerde baan. Het betreft de invoering van de zogenaamde Europese blauwe kaart die wordt uitgereikt aan onderdanen van derde landen die een aanvraag indienen om toegang te krijgen tot het grondgebied van een lidstaat met het oog op een hooggekwalificeerde baan.
Onze algemene beoordeling, mevrouw de staatssecretaris, heb ik u al gegeven in de commissie. Voor alle duidelijkheid zou ik toch het volgende willen zeggen. Decennia geleden stelde het Vlaams Belang dat arbeidsmigratie slechts een meerwaarde kan betekenen voor onze economie als het gaat om goed integreerbare, hoogopgeleide immigranten. Wij voegden daar onmiddellijk aan toe dat het aantrekken van nieuwe gastarbeiders, ook al zijn ze hooggeschoold, onvermijdelijk zou leiden tot een toename van de gezinsmigratie, de volgmigratie zeg maar. Het gevaar bestaat daarbij dat deze volgmigranten overwegend zullen terechtkomen in een situatie van netto-ontvangers van onze sociale zekerheid.
De kans is dus verre van denkbeeldig dat de totale inwijking die met arbeidsmigratie gepaard gaat, voornamelijk ongeschoold van aard zal zijn en derhalve een belasting zal vormen voor onze reeds beproefde overheidsfinanciën.
Wij zijn als politieke fractie niet gewonnen voor het systeem van de Europese blauwe kaart. Ons principe is dat de lidstaten ter zake vrij moeten worden gelaten. Zij moeten die keuzes maken die het best passen bij de behoeften van hun arbeidsmarkt en bij de wil en de voorkeur van hun bevolking. Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bepaalt dat de Raad maatregelen inzake het immigratiebeleid aanneemt. Ze hebben onder meer betrekking op de voorwaarden voor toegang en verblijf en op de normen van de procedures voor de afgifte door de lidstaten van langlopende visa en verblijfsvergunningen. In tegenstelling tot de gezinshereniging wordt niet met zoveel woorden geëist dat er maatregelen moeten worden genomen inzake de toelating van hooggekwalificeerde arbeidsmigranten. Dat is ons algemeen principe. Ik heb ze voor u in de commissievergadering al verduidelijkt.
De richtlijn is er en dus moet ze in Belgische nationale wetgeving worden omgezet. Krachtens artikel 23 van de richtlijn moeten de lidstaten uiterlijk tegen 19 juni 2011 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om aan de richtlijn te voldoen. De Belgische overheid is dus opnieuw al enige tijd in gebreke.
Wat ons in dezen verder bezighoudt, is de vraag op welke manier de richtlijn in Belgische wetgeving is omgezet en of de Belgische wetgever de in de richtlijn zelf ter beschikking gestelde instrumenten heeft gebruikt om de richtlijn zo strikt mogelijk om te zetten. In de commissie heb ik u proberen aan te tonen dat de Belgische wetgever dat niet heeft gedaan. Er zitten opnieuw veel gaten in. Opnieuw bespeur ik geen ommekeer in het immigratiebeleid. Past het niet in het politieke spel? Past het niet voor de politieke families? Ik weet het niet. In elk geval kan ik maar vaststellen dat men de richtlijn niet strikt heeft uitgevoerd en dat men daarin redelijk ver is gegaan.
De betrokken richtlijn, mevrouw de staatssecretaris, verplicht de lidstaten om aan de derdelanders die voldoen aan de voorwaarden die in de richtlijn bepaald worden en ten aanzien van wie er geen weigeringsgrond aanwezig is, een Europese blauwe kaart uit te reiken en de houders van een dergelijke Europese kaart de rechten te garanderen die voortvloeien uit die status.
In een aantal opzichten geeft de richtlijn de lidstaten echter een keuzevrijheid bij het invullen van het systeem van de Europese blauwe kaart. Met name de wijze waarop de Belgische regering, als indiener van het wetsontwerp, al dan niet van deze discretionaire beleidsvrijheid gebruikmaakt, heeft aanleiding gegeven tot onze vele amendementen, die wij ook al in de commissie hebben verdedigd en toegelicht.
Ik zal proberen in een zestal punten onze fundamentele kritiek mee te geven. Wij hebben die dus ook in amendementen omgezet.
Ten eerste, krachtens artikel 6 van de richtlijn staat het de lidstaten vrij het aantal onderdanen van derde landen te bepalen dat zij op grond van de richtlijn op hun grondgebied toelaten, met het oog op een hooggekwalificeerde baan. In uw wetsontwerp wordt ervoor gekozen om geen maximum vast te stellen. U motiveert die keuze ook op geen enkele manier.
Ten tweede, artikel 4 van het wetsontwerp bepaalt inzake de gezinshereniging voor de houder van een Europese blauwe kaart dat, indien het gezin al gevormd of opnieuw gevormd is in een andere lidstaat van de Europese Unie, de gezinshereniger niet het bewijs moet leveren van een voldoende huisvesting en dat inzake de vereiste stabiele, regelmatige en toereikende bestaansmiddelen, ook rekening wordt gehouden met de persoonlijke middelen van het overkomende gezinslid. De richtlijn, mevrouw de staatssecretaris, verplicht geenszins tot die vrijstelling. Ik verwijs daarvoor naar artikel 19 van de richtlijn.
Ten derde, in het bij artikel 13 van het wetsontwerp ingevoegde artikel 61/27 van de vreemdelingenwet wordt geëist dat de aanvrager een geneeskundig getuigschrift voorlegt waaruit blijkt dat hij niet is aangetast door een van de ziektes die in de bijlage van de vreemdelingenwet zijn opgesomd, alsook een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document, waaruit blijkt dat hij niet veroordeeld werd wegens misdaden of wanbedrijven van gemeen recht, uitgereikt door het land van herkomst of door het land van zijn laatste verblijfplaats.
Paragraaf 1, tweede lid echter, mevrouw de staatssecretaris, bepaalt dat wanneer het onmogelijk is om deze documenten voor te leggen, de minister, of de Dienst Vreemdelingenzaken, de vreemdeling "rekening houdend met de omstandigheden” desalniettemin kan machtigen “om in België te verblijven met het oog op het uitoefenen van een hooggekwalificeerde baan”.
In de memorie van toelichting wordt bepaald dat deze uitzondering het mogelijk maakt een hooggekwalificeerde werknemer die slechts licht werd veroordeeld toch een verblijfsmachtiging te verstrekken. Mevrouw de staatssecretaris, de richtlijn bevat geen verplichting om een dergelijke uitzondering te maken.
In de ontwerptekst is er evenmin een verwijzing naar het begrip “lichte veroordeling”. Los van de vraag wat onder “lichte veroordeling” moet worden verstaan, vind ik dat u hier de deur opnieuw openzet. Ook dat artikel hebben wij vanzelfsprekend geamendeerd. Ons amendement werd trouwens gesteund door andere collega’s.
Ik kom tot mijn vierde punt van fundamentele kritiek. Artikel 11, eerste lid van de richtlijn bepaalt dat de lidstaten uiterlijk binnen een termijn van 90 dagen moeten beslissen over een aanvraag tot het verkrijgen van de Europese blauwe kaart, en dat de nationale wetgeving van de betrokken lidstaat de eventuele gevolgen bepaalt van het uitblijven van die beslissing binnen de 90 dagen. Artikel 14 van het wetsontwerp handhaaft inderdaad de maximale beslissingstermijn van 90 dagen, maar bepaalt dat de machtiging tot verblijf moet worden toegekend indien geen enkele beslissing werd genomen na het verstrijken van die termijn.
Mevrouw, in plaats van het uitblijven van een beslissing te beschouwen als een stilzwijgende goedkeuring laat de richtlijn de mogelijkheid het gelijk te stellen met een stilzwijgende weigering. De Belgische wetgever heeft er blijkbaar voor gekozen de afwezigheid van een beslissing binnen de vastgelegde termijn gelijk te stellen met een goedkeuring. Ik vind dat eerlijk gezegd niet meteen een forse omkering van uw migratie- en asielbeleid.
Ik kom tot mijn vijfde punt van kritiek. Artikel 16 van het wetsontwerp maakt geen gebruik van de mogelijkheid die artikel 9, derde lid, aanhef en d) van de richtlijn aan de lidstaten biedt, om de Europese kaart in te trekken of te weigeren te verlengen "wanneer de houder van een Europese blauwe kaart sociale bijstand vraagt, op voorwaarde dat de betrokken lidstaat hem daarover van tevoren passende schriftelijke informatie heeft verstrekt". Dit kan uiteraard wel in aanmerking genomen worden als mogelijkheid om de Europese blauwe kaart in te trekken of te weigeren ze te verlengen, indien de houder niet beschikt over voldoende bestaansmiddelen ten behoeve van zichzelf of zijn gezinsleden, om te voorkomen dat zij ten laste van de openbare overheden vallen.
Mevrouw de staatssecretaris, het verdient wat ons betreft aanbeveling om in geval van een beroep op sociale bijstand voor die Europese sociale kaart het verblijfsrecht automatisch te beëindigen. Wij hebben dan ook in die zin een amendement ingediend in de commissie dat wij hier opnieuw indienen.
Président: André Flahaut, président.
Voorzitter: André Flahaut, voorzitter.
Ik kom tot mijn zesde punt. Hoewel de toegevoegde omzettingstabel die wij in de commissie hebben gekregen het anders liet uitschijnen, werd geen gebruikgemaakt van de door artikel 8, vijfde lid van de richtlijn geboden mogelijkheid om een aanvraag voor die Europese blauwe kaart af te wijzen indien tegen de werkgever naar nationaal recht, dus naar Belgisch recht, een sanctie is uitgesproken voor zwartwerk en/of illegale tewerkstelling.
Dames en heren, wij kunnen nog een tijdje doorgaan. Wij kunnen hier al die artikelen fileren. Onze partij heeft in totaal 13 amendementen ingediend. Mocht deze regering ooit de wil hebben gehad om een duidelijk en stringenter migratiebeleid te voeren, dan had zij deze amendementen, of althans een aantal ervan, in de commissie met een ruime meerderheid goedgekeurd. Het is echter anders gelopen. Geen enkele partij vond de amendementen zelfs de moeite waard om te bespreken. Een ander migratiebeleid mag blijkbaar niet in deze constellatie van de federale politiek. Het is goed dat dit ook eens aan de oppervlakte is gekomen.
Het Vlaams Belang zal dit wetsontwerp in elk geval niet goedkeuren, om verschillende redenen. De meest fundamentele reden is dat u niet eens gebruikmaakt van de mogelijkheden opgenomen in de Europese richtlijn om de Europese blauwe kaart beperkend in te voeren. Zowel qua aantal als qua gevolgen mist men steeds opnieuw de mogelijkheid om eindelijk het begin van een trendbreuk in het migratiebeleid te realiseren. Het zal in elk geval niet met ons zijn.
15.04 Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het voorliggend wetsontwerp is globaal bekeken goed. Het is de omzetting van een Europese richtlijn. Eigenlijk vereenvoudigt men de toegang tot de arbeidsmarkt voor hooggekwalificeerde arbeidskrachten. Men heeft eindelijk aandacht voor actieve migratie in plaats van voor de gebruikelijke initiatieven, zoals wij hier steeds gewoon zijn, rond regularisatie en passieve migratiekanalen.
De reactie van de sp.a verbaast mij evenwel. Niet alleen wordt hier een verblijfsmachtiging gegeven op grond van een blauwe kaart, maar men regelt hier ook de gezinshereniging. Dat betekent dat iemand die valt onder de categorie hooggeschoold en hoogtechnologisch personeel, zijn gezin kan meebrengen. Men regelt meteen ook het statuut van langdurig ingezetene. Men heeft het hier over derdelanders en men kijkt alleen naar de braindrain van de derde wereld.
Wij moeten ons in Europa realiseren dat er een demografische winter op ons afkomt. De vergrijzing is in heel Europa een trend en die trend is ook hier van belang. Wij moeten ermee rekening houden dat wanneer wij ons sociaal model in stand willen houden, er arbeidsplaatsen moeten ingevuld worden en dat wij moeten openstaan voor migratie, voor actieve migratie en de migratie die wij zelf willen.
In het wetsontwerp staan een aantal toelatingscriteria die heel algemeen zijn opgesteld en voor iedereen gelden, zoals een geldig reisdocument en een ziektekostenverzekering. Er zijn ook een aantal specifieke voorwaarden, waaronder een arbeidsovereenkomst voor hooggekwalificeerde banen; men moet bruto 50 000 euro per jaar verdienen om van dit statuut te kunnen genieten.
Wij begrijpen echter niet dat er een uitzondering wordt gemaakt op twee algemene criteria die voor iedereen gelden. Elke vreemdeling die binnenkomt moet wel degelijk een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet besmet is met ziektes die op een lijst zijn vermeld, bijvoorbeeld tbc, en hij moet een bewijs van goed gedrag en zeden voorleggen, waaruit blijkt dat hij geen onderdaan is die gevaarlijk kan zijn voor onze openbare orde. Voor de vreemdeling die de blauwe kaart krijgt, kan deze uitzondering wel gemaakt worden. Dat begrijpen wij niet, want die vreemdeling kan bijvoorbeeld aan tbc lijden, of kan een crimineel zijn.
Daarom hebben wij een amendement ingediend waarvan wij hopen dat alle aanwezigen het zullen beoordelen zoals wij het wetsontwerp hebben beoordeeld, namelijk op inhoud en kwaliteit. Wij steunen het wetsontwerp. Collega's, wij hopen dat ons amendement ook uw steun zal kunnen genieten.
15.05 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, chers collègues, pour l'Union européenne, les thèmes de l'immigration et de la mobilité des travailleurs font partie des grands défis posés par la mondialisation, des défis qui peuvent d'autant mieux être surmontés si les États membres agissent ensemble dans le cadre d'une politique globale, équilibrée et cohérente, qui prend sur elle d'aborder tous les effets du phénomène des migrations.
La directive européenne dont il est question aujourd'hui fait partie de l'ensemble des mesures prises par l'Europe dans le but de faire de l'Union européenne l'économie de la connaissance la plus compétitive et dynamique du monde. Elle a pour but, moyennant le respect d'un certain nombre de conditions, d'attirer et de conserver une main-d'œuvre hautement qualifiée provenant des pays tiers. C'est cette directive que le projet de loi aujourd'hui soumis à nos votes transpose.
Au MR, nous nous en réjouissons, d'autant plus qu'au cours des derniers mois, la Belgique a principalement porté son attention sur l'immigration passive. Ce projet de loi va nous permettre de stimuler une immigration active et c'est une très bonne chose! Le MR souhaite depuis longtemps l'ouverture assumée d'un canal légal de migration économique. Nous pensons que la migration économique permettrait d'aider à combler les besoins de notre marché du travail et de lutter contre le travail illégal. Nous considérons qu'une immigration économique bien pensée est un atout pour nos économies, mais aussi un facteur de développement tant pour l'Europe que pour les pays du Sud.
Le projet que nous allons voter s'inscrit pleinement dans cette vision; c'est pourquoi nous le soutiendrons. Dans notre pays comme ailleurs se fait sentir, depuis un bon moment, la nécessité de mettre au point une véritable politique de migration économique. Qu'il s'agisse de répondre au manque de main-d'œuvre dans les métiers à haute qualification ainsi que dans les métiers en pénurie ou de pourvoir au vieillissement démographique et au déséquilibre entre les parts d'actifs et d'inactifs sur le marché du travail, tous les indicateurs vont dans le sens de la migration économique.
Nous devons donc attirer chez nous des travailleurs étrangers qui possèdent certaines compétences. Or, avec ses nombreuses législations nationales, l'Europe a été, jusqu'à présent, moins attractive que les États-Unis, le Canada ou l'Australie. L'Europe apparaît trop souvent aux travailleurs étrangers comme un ensemble morcelé et complexe. C'est pourquoi la directive Blue Card, qui simplifie les procédures d'admission et de combinaison d'autorisation de séjour et de permis de travail est une excellente initiative que nous ne pouvons que valider et encourager.
Cela étant, malgré l'avancée que permettra la nouvelle réglementation, nous devrons être attentifs à la problématique du risque de fuite des cerveaux ou du gaspillage des compétences. Nous devrons également veiller à ce que s'établissent correctement les indispensables partenariats avec les autorités régionales. Nous serons vigilants en la matière.
15.06 Rachid Madrane (PS): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, chers collègues, le projet de loi qui nous est soumis aujourd'hui vise à transposer une directive européenne.
Nous soutiendrons bien évidemment ce texte malgré les quelques réserves que nous avons exprimées en commission, et que je rappellerai dans un instant.
En résumé, le principe de ce texte est simple et uniforme pour l'ensemble des pays européens
Une des grandes nouveautés apportées par ce projet est la création d'une autorisation unique – la carte bleue – qui servira à la fois de titre de séjour et de permis de travail aux personnes hautement qualifiées qui viennent travailler dans notre pays pour une durée minimale d'un an avec un salaire annuel brut d'au moins 50 000 euros par an.
Le travailleur recevra un titre de séjour de plus de trois mois et pourra travailler en toute légalité dans notre pays. Après cinq ans de séjour sur notre territoire, il pourra obtenir le statut permanent de résident de longue durée. Les membres de sa famille bénéficieront d'un délai de traitement raccourci de maximum quatre mois. Ce délai pourra cependant être prolongé, mais à une seule reprise et pour une période de trois mois, lorsque le caractère complexe du dossier le nécessitera.
Toutefois, madame la secrétaire d'État, nous avons une remarque fondamentale. Á l'instar de ma collègue Karin Temmerman, je voudrais attirer votre attention sur le fait que la fuite des cerveaux dans les pays tiers doit faire l'objet d'une grande vigilance, fuite qui pourrait être stimulée avec cette directive. En fait, si l'on voulait vraiment aider ces pays, il faudrait faire l'inverse et les inciter à garder leurs travailleurs hautement qualifiés afin que ces derniers apportent leur participation à la construction de leur pays. Il y a dans ce projet quelque chose d'un peu illogique. C'est la rançon de ce texte.
Cela dit, je voudrais profiter de cette occasion pour vous reposer les deux questions que je vous ai déjà soumises en commission. Ainsi, une concertation sur ce texte a-t-elle eu lieu avec les Régions, qui sont compétentes pour ce qui concerne la délivrance des titres de travail?
Par ailleurs, que se passera-t-il quand un travailleur hautement qualifié voudra procéder à un regroupement familial si sa famille n'était pas encore constituée lors de son arrivée sur notre territoire?
Voilà, madame la secrétaire d'État, chers collègues, les quelques remarques que je souhaitais faire.
Comme je l'ai dit au début de mon intervention, malgré les quelques réserves que j'ai exprimées, mon groupe soutiendra le projet de loi dont il est question.
15.07 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal een korte uiteenzetting houden met betrekking tot de blue cards of de werkvergunningen voor hoger opgeleiden.
Ik vind het goed dat de Unie mogelijkheden creëert om hooggeschoolde werkkrachten aan te trekken. Het is belangrijk voor de ontwikkeling van onze economie, omdat het duidelijk is dat de toekomstige economische ontwikkeling van de Unie en ook van ons land vooral in de kenniseconomie ligt en in mindere mate in handenarbeid en industrieel-economische sectoren.
Voor die laatste sectoren moeten we vooral zorgen dat wij ook de huidige arbeidsreserve en de werklozen maximale kansen op tewerkstelling geven. Daarnaast moeten wij er rekening mee houden dat wij naast werklozen in eigen land ook te maken hebben met het vrije verkeer van werknemers binnen de EU. Daarvan hebben wij nog niet alles gezien, dit loopt nog volop. Het afgelopen jaar zijn veel werknemers uit Polen naar ons land gekomen. Ook bij de nieuw toegetreden lidstaten zien wij een toename. Ik denk dat het belangrijk is dat wij dat mee in rekening nemen.
De discussie in de commissie ging ook over de mogelijke nadelige gevolgen van dergelijke Europese richtlijn, met name de gevolgen voor de landen zelf. Is er eventueel sprake van een braindrain of wijst alles zich op termijn uit en kan een circulaire migratie ook positieve effecten hebben voor de landen van herkomst?
Wij mogen niet blind zijn voor problemen, maar wij maken deel uit van een geglobaliseerde wereld en wij zien dat mensen uiteraard altijd op zoek zijn naar een betere toekomst. Bepaalde hoger opgeleiden zullen naar het Westen komen, terwijl andere mensen noden zullen invullen in die landen van ontwikkeling. Wij kunnen ook kijken welke vormen van ondersteuning wij vanuit ons land kunnen bieden aan dergelijke landen. Dat is toch belangrijk.
Wij merken ook dat hoger opgeleiden in eigen land te weinig mogelijkheden hebben. Er zijn soms ook te veel hoger opgeleiden die niet allemaal aan werk geraken in eigen land. Die mensen kunnen wij zeker gebruiken, bijvoorbeeld bij knelpuntberoepen, vooral omdat wij een uitbreiding hebben in onze kenniseconomie.
Wij moeten zorgen voor een win-winsituatie voor iedereen, niet alleen voor ons maar ook voor de landen van herkomst.
De gevolgen van de invoering van de blue card zullen op termijn moeten worden geëvalueerd. Zitten wij juist met onze reactie? Kunnen wij ervoor zorgen dat er geen braindrain is? Kunnen wij ervoor zorgen dat die landen er ook beter van worden en niet alleen onze arbeidsmarkt?
Wij zullen ook moeten bekijken wat dit voor Europa zal opleveren. De mensen uit derde landen die naar Europa komen, ook als ze vandaag naar Frankrijk, Spanje of Engeland gaan, zullen na 5 jaar het statuut van langdurig ingezetene hebben. Dat betekent dat ze automatisch ook het recht krijgen om naar een andere lidstaat te verhuizen, inclusief België. Wij zullen er op Europees niveau over moeten spreken en erover moeten waken dat dit geharmoniseerd verloopt.
Wij zagen dat een aantal mensen uit Spanje, Portugal en Griekenland nu al naar ons land komt. Die landen worden immers het zwaarst door de crisis getroffen. Ook de mensen uit derde landen die daar al 5 jaar wonen, komen dan naar ons land.
Er zal een belangrijke bijdrage aan de Gewesten moeten worden gevraagd. Zij worden bevoegd voor de toekenning van de arbeidscriteria. De Gewesten zullen in de toekomst zelf de arbeidscriteria kunnen bepalen en een arbeidsvergunning kunnen geven. Uiteraard blijven wij bevoegd voor de verblijfsvergunning, maar zij mogen bepaalde voorwaarden opleggen, zoals dit mogelijk maken voor bepaalde beroepscategorieën.
Dat is een positief effect. Men kan daarmee een beleid uitstippelen op maat van de noden en de behoeften van een Gewest. Dit moet uiteraard in relatie met het land van herkomst gebeuren.
Tot slot wil ik ervoor pleiten dat wij moeten afstappen van het utilitaire idee dat de mensen hier alleen komen werken voor een korte periode, voor bijvoorbeeld zes maanden. Dat zal soms het geval zijn, maar voor mensen die hier een langere periode komen werken, moeten wij ervoor zorgen dat zij zich op zeer korte termijn in ons land kunnen integreren en de taal leren. Wij moeten ervoor zorgen dat zij mee zijn en dat hun gezin en kinderen zich maximaal in onze samenleving kunnen integreren. Het zal een opdracht voor de Gemeenschappen zijn om daarvan verder werk te maken.
Het is voor ons belangrijk om daarover te waken bij de omzetting van de Europese richtlijn.
Wij keuren het uiteraard goed, maar vragen ook te gepasten tijde evaluatie en overleg met de andere Europese landen om een aantal misbruiken of nadelige gevolgen te kunnen opvangen.
15.08 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, de besprekingen in de commissie waren zeer uitvoerig. Ik dank de collega’s voor hun steun, hun bezorgdheid en hun opmerkingen bij de omzetting van de Europese richtlijn. Het zou inderdaad beter geweest zijn om eerst de unieke permis in te voeren, maar, zoals in de commissie is gezegd, is er vertraging opgetreden bij de Europese richtlijn en is de omzetting van de richtlijn inzake de blue card dus als eerste gekomen.
Het gaat erom voor hooggeschoolden afkomstig uit derde landen economische migratie mogelijk te maken. Daar is vraag naar op onze arbeidsmarkt. Zoals in de commissie is opgemerkt, hoeven wij geen quota te hanteren. Immers, als uit de cijfers blijkt dat te veel kandidaten een aanvraag doen voor een arbeidskaart in een bepaald beroep, kunnen de Gewesten die weigeren.
Ik begrijp de bezorgdheid van de collega’s over een eventuele braindrain; wij moeten het fenomeen goed opvolgen en ter zake voorzichtig handelen.
De heer Logghe heeft een meer dan goede uitleg gekregen, niet alleen hier over de zes amendementen, maar ook in commissie over de zeven andere amendementen. Ik zal die niet herhalen.
Circulaire migratie moet in de toekomst inderdaad mogelijk zijn. De omzetting van de richtlijn geeft daartoe een goede aanzet, aangezien de mogelijkheid wordt geboden om naar het land van herkomst terug te gaan.
De heer Logghe heeft zijn bezorgdheid over de gevolgen voor de sociale zekerheid geuit. Personen met een inkomen van meer dan 50 000 euro zullen niet zo snel een leefloon aanvragen. Zij zullen zich tevens een geschikte woning kunnen aanschaffen. Hij heeft in de commissie amendementen ingediend om de grens van het loon naar 75 000 of 100 000 op te trekken. Ik heb hem toen uitgenodigd om op straat te zoeken naar werknemers die een dergelijk loon verdienen.
Na de omzetting van de richtlijn moeten wij op Europees niveau bekijken wat de mogelijke nefaste of verontrustende gevolgen zijn. Er is immers vrij verkeer. Dat is werk voor de toekomst.
Le président: Quelqu'un demande-t-il
encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2077/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2077/4)
Le projet de loi compte 17 articles.
Het wetsontwerp telt 17 artikelen.
*
* * * *
Amendements déposés ou redéposés:
Ingediende of heringediende amendementen:
Art. 4
• 3 - Peter Logghe (2077/2)
Art. 12
• 1 - Peter Logghe (2077/2)
Art. 13
• 2 - Peter Logghe (2077/2)
• 12 - Peter Logghe (2077/2)
• 13 - Peter Logghe (2077/2)
• 4 - Peter Logghe (2077/2)
• 16 - Daphné Dumery cs (2077/5)
• 5 - Peter Logghe (2077/2)
• 6 - Peter Logghe (2077/2)
Art. 14
• 7 - Peter Logghe (2077/2)
Art. 15
• 8 - Peter Logghe (2077/2)
• 9 - Peter Logghe (2077/2)
Art. 16
• 11 -
Peter Logghe (2077/2)
• 10 - Peter Logghe (2077/2)
* *
* * *
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
*
* * * *
Conclusion de la discussion des articles:
Besluit van de
artikelsgewijze bespreking:
Réservé: le vote sur les amendements et les
articles 4, 12, 13, 14, 15 et 16.
Aangehouden:
de stemming over de amendementen en artikelen 4, 12, 13, 14, 15 en 16.
Adoptés article par article: les articles 1-3,
5-11 et 17.
Artikel per
artikel aangenomen: de artikelen 1-3, 5-11 en 17.
* *
* * *
16 Comité P - Nomination d'un premier président suppléant
16 Comité P - Benoeming van een eerste plaatsvervangend voorzitter
Conformément à l'article 6, troisième alinéa, de la loi du 18 juillet 1991 organique du contrôle des services de police et de renseignement et de l'Organe de coordination pour l'analyse de la menace, la Chambre doit procéder à la nomination d'un premier président suppléant du Comité P.
Overeenkomstig artikel 6, derde lid, van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse dient de Kamer over te gaan tot de benoeming van een eerste plaatsvervangend voorzitter van het Comité P.
La candidature a été annoncée en séance plénière du 8 mars 2012.
De kandidatuur werd aangekondigd tijdens de plenaire vergadering van 8 maart 2012.
Étant donné que Mme Johanna Erard est la seule candidate à cette fonction et en application de l'article 157.6 du Règlement de la Chambre, je vous propose – conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 28 mars 2012 – de nommer Mme Johanna Erard en qualité de première présidente suppléante du Comité P.
Aangezien mevrouw Johanna Erard als enige haar kandidatuur heeft ingediend voor deze functie en met toepassing van artikel 157.6 van het Reglement van de Kamer, stel ik u voor – overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 28 maart 2012 – mevrouw Johanna Erard als eerste plaatsvervangend voorzitter van het Comité P te benoemen.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Je proclame Mme Johanna Erard première présidente suppléante du Comité P.
Ik roep mevrouw Johanna Erard uit tot eerste plaatsvervangend voorzitter van het Comité P.
Étant donné que Mme Johanna Erard avait été nommée second président suppléant du Comité P en date du 16 décembre 2010, la Chambre doit procéder à la nomination d'un nouveau second président suppléant du Comité P.
Aangezien mevrouw Johanna Erard op 16 december 2010 tot tweede plaatsvervangend voorzitter van het Comité P werd benoemd, dient de Kamer over te gaan tot de benoeming van een nieuwe tweede plaatsvervangend voorzitter van het Comité P.
Un appel aux candidats pour le mandat de second président suppléant sera publié au Moniteur belge.
Een oproep tot kandidaatstelling voor het mandaat van tweede plaatsvervangend voorzitter zal in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
17 Renvoi d'une proposition de
loi à une autre commission
17 Verzending van een
wetsvoorstel naar een andere commissie
Je vous propose de renvoyer à la commission de
l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de
l'Agriculture, la proposition de loi de Mme Liesbeth
Van der Auwera et MM. Jef Van den Bergh, Jenne
De Potter et Joseph George modifiant la loi du 2 août 2002
relative à la publicité trompeuse et à la publicité comparative, aux clauses
abusives et aux contrats à distance en ce qui concerne les professions
libérales (n° 2017/1).
Ik stel u voor het wetsvoorstel van mevrouw
Liesbeth Van der Auwera en de heren Jef Van den Bergh,
Jenne De Potter en Joseph George tot wijziging van de wet van
2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame,
de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de
vrije beroepen (nr. 2017/1) te verwijzen naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs,
de nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw.
Cette proposition avait été précédemment
renvoyée à la commission chargée des problèmes de Droit commercial et économique.
Dit wetsvoorstel werd vroeger verzonden naar
de commissie belast met de problemen inzake Handels- en Economisch Recht.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
18 Prise en considération de
propositions
18 Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du
jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en
considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een
lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les
propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze
als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de
bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
La parole est à M. Louis qui demande l'urgence pour la proposition de résolution n° 2114/1. Le Règlement prévoit un temps de parole de cinq minutes. Le Règlement, c'est le Règlement!
18.01 Laurent Louis (MLD): Cinq minutes, monsieur le président, c'est parti!
Monsieur le président, chers collègues, un pays ne peut se grandir qu'en ayant le courage de regarder son histoire en face et de reconnaître ses crimes et ses erreurs. En ce sens, et afin d'entamer une nouvelle collaboration saine, éthique et respectueuse entre notre pays et la République démocratique du Congo, je pense que notre devoir – comme l'ont fait avant nous d'autres anciennes puissances coloniales – est de consulter les pages les plus sombres de notre histoire. L'heure est venue d'oser regarder la vérité en face et d'oser reconnaître que notre pays n'aurait jamais pu se développer comme il l'a fait sans avoir pillé les richesses du Congo ni asservi le peuple congolais.
De nombreux bâtiments bruxellois tels que le Cinquantenaire et le Musée de Tervuren ont été érigés avec le sang du peuple congolais. De grands projets comme le port de Zeebrugge ont été financés par les richesses du Congo. Le travail forcé imposé par Léopold II, le roi des Belges, avec l'assentiment du parlement, entre 1885 et 1908 ne s'est pas fait sans mal. Des populations furent massacrées, domptées par la force de l'envahisseur; des femmes furent violées par les représentants de l'autorité coloniale; la déportation fut pratiquée Et n'oublions pas la tristement célèbre coutume colonialiste des mains coupées qui frappa également des enfants.
Après le règne de Léopold II, la colonisation a, elle aussi, fait de nombreux dégâts et de multiples victimes. Au total, notre pays est responsable de la mort de dix millions de Congolais! Chers collègues, cela mérite un peu de respect! C'est un des plus grands génocides au monde. Ces chiffres furent évoqués, non pas par moi, mais par une commission officielle du gouvernement belge en 1919. Dix millions de morts, cela représente 50 % de la population congolaise de l'époque mais, jamais, notre pays ne s'est sincèrement excusé pour ces exactions.
Bien sûr, le comportement brutal des colonisateurs était monnaie courante à cette époque mais ces éléments ne changent et n'excusent en rien les faits qui ont été commis par des représentants de la Belgique avec l'approbation claire et ferme du souverain de l'époque, le roi Léopold II. L'ambition de notre Roi et le statut qu'il voulait offrir à notre pays ne doivent …
(Brouhaha)
Chers collègues, je vous demande un peu d'attention et de respect pour tous ces morts!
Nous ne pouvons pas manipuler la mémoire collective de la Belgique ni salir la mémoire collective des Congolais. Aujourd'hui, plus de cent ans après ces faits, notre pays a l'obligation morale de faire un devoir légitime et élémentaire de mémoire. Le Congo est pour toujours un pays frère, un pays sans lequel jamais la Belgique ne serait devenue une grande puissance européenne.
Nous ne pouvons pas jouer la politique de l'autruche, ignorer la réalité et transformer l'histoire comme bon nous semble. En tant que démocrates, nous devons nous excuser pour le mal que nous avons causé au Congo. C'est bien la moindre des choses.
En hommage aux Congolais qui ont connu le travail harassant exigé en échange de salaires qui ne leur permettaient ni de manger à leur faim ni de se vêtir ou de se loger décemment ou encore d'élever leurs enfants comme des êtres chers. Pour ceux qui ont connu les ironies, les insultes, les coups, matin, midi et soir, parce qu'ils étaient des nègres, ceux qui n'oublieront jamais qu'un noir, on lui disait simplement "tu", non pas comme à un ami mais simplement parce que le "vous" honorable était réservé aux seuls blancs. En hommage à ceux qui ont vu leurs terres spoliées au nom de textes prétendument légaux qui ne faisaient en fait que reconnaître le droit du plus fort, le droit du colon. Pour ces gens qui durent accepter le fait que la loi n'était jamais la même selon qu'il s'agissait d'un blanc ou d'un noir, pour ceux qui ont connu les souffrances atroces des relégués pour leurs opinions politiques ou pour leurs croyances religieuses comme Simon Kimbangu, exilés dans leur propre patrie et pour qui un avenir pire que la mort était réservé. En hommage à l'auteur d'une partie de ce texte, Patrice Lumumba, arrêté et tué parce qu'il avait eu le courage de dire la vérité. Au Congo belge, il y avait dans les villes des maisons magnifiques pour les blancs et des paillotes croulantes pour les noirs.
Pour tout cela, pour toutes les souffrances infligées au peuple congolais, je vous demande de ne pas faire passer cette proposition dans l'oubli. Je demande à tous ceux qui se prétendent amis du peuple congolais d'accepter d'au moins ouvrir le débat rapidement en commission. Malgré ce que vous dites, malgré le fait que vous n'écoutiez pas, partout dans le monde, cette proposition est soutenue par des millions de Congolais.
S'il le faut, nous déposerons une pétition avec des milliers de signatures.
Néanmoins, aujourd'hui, je fais appel à votre bon sens. Je voudrais aussi faire appel à la N-VA, qui flirte depuis un certain temps avec la communauté congolaise via les actions du sénateur Karl Vanlouwe. Il est temps aujourd'hui de poser un geste fort: les paroles ne suffisent plus, les Congolais vous regardent.
Mes chers collègues, …
Le président: J'ai laissé jouer les prolongations. Merci, monsieur Louis! Vous avez eu votre temps de parole.
(Le micro est coupé)
18.02 Laurent Louis (MLD): … il ne manque plus que des gens courageux, honnêtes et démocrates… ni être de droite, ni être de gauche, ni de la majorité, ni de l'opposition, il suffit d'être courageux.
(Brouhaha)
18.03 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, er moet mij iets van het hart. Mijn partij en ikzelf staan mijlenver af van de meeste ideeën die de heer Louis hier op het spreekgestoelte verkondigt. Iedereen in de Kamer is echter een verkozene des volks en ik denk dat we voor iedereen in de Kamer een elementaire beleefdheid aan de dag moeten leggen als die op het spreekgestoelte staat.
18.04 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, le sujet évoqué est particulièrement important. Certes, le parlement a déjà effectué un travail sur la responsabilisation de la Belgique dans sa relation avec le Congo. Demander qu'un travail soit exécuté autour de la responsabilité de la Belgique eu égard à sa politique de colonisation est également un sujet important, de même que la préoccupation sur la situation actuelle du Congo. Le parlement se réunira après les vacances de Pâques pour en débattre. Mais le traitement de ces sujets requiert un contexte et une manière de travailler plus digne que celle-ci. Si nous soutenons la préoccupation de M. Louis, nous ne soutenons pas sa demande.
18.05 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, à l'instar de ma collègue Mme Gerkens, j'estime que la question de la démocratie au Congo et de l'histoire congolaise sont des sujets extrêmement importants et sur lesquels il faut pouvoir se pencher. Je pense également que ce combat pour la démocratie ne passe ni par l'insulte ni par la haine, ni par l'invective et qu'il faut cesser d'opposer les uns aux autres. Traitons de ce sujet en bons démocrates et non à l'inverse, ce qui vient encore d'être illustré aujourd'hui à plusieurs reprises par M. Louis!
18.06 Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ook onze fractie vindt dit thema natuurlijk belangrijk. Het moet ook in een historisch perspectief geplaatst kunnen worden. Wij menen dat daaraan voldoende aandacht mag besteed worden en dat sommige zaken zeker relevant zijn. Wat minder relevant is, is dat hier honderd jaar na de feiten de hoogdringendheid wordt gevraagd. Wij menen dat we dit wel kunnen bespreken en dat er gelegenheden genoeg zijn om dit ten gronde te kunnen doen.
18.07 Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, l'histoire a évidemment ses droits mais je fais partie de ceux qui pensent que le parlement n'est pas nécessairement le lieu le plus approprié pour faire œuvre historique. Il est toujours délicat, en tant qu'élu, de vouloir s'arroger le droit de refaire un travail de mémoire.
Ce travail de mémoire est effectivement indispensable, mais pour ce faire, il existe des lieux d'expression plus appropriés encore qu'une assemblée parlementaire. Il appartient sans doute au gouvernement de prendre une initiative à ce sujet.
Pour le surplus, nous estimons que le débat doit porter sur la situation politique actuelle en République démocratique du Congo, situation politique particulièrement préoccupante. Mais notre pays, tout comme un certain nombre d'autres, d'ailleurs, n'a pas l'audace de dire un certain nombre de vérités au pouvoir en place.
Pour ma part, j'estime que la priorité doit être donnée à ce débat car c'est celui-là qu'attendent les démocrates congolais.
18.08 Laurent Louis (MLD): La position du cdH et d'Ecolo est particulièrement hypocrite. Il ne faut pas tourner autour du pot: soit, il y a un génocide, soit, on refuse de nommer ainsi ces événements, mais la qualité de celui qui dépose le texte n'a pas à entrer en ligne de compte. Le pire exemple d'atteinte à la démocratie, monsieur Dallemagne, c'est vous qui le donnez chaque fois que je prends la parole dans ce parlement, où personne ne me laisse m'exprimer convenablement, où il faut hurler pour se faire entendre! Vous êtes les fossoyeurs de la démocratie!
Le président: Madame Fonck, je rappelle que nous débattons de la demande d'urgence, comme l'a rappelé M. Luykx.
18.09 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, je voudrais inciter M. Louis à faire
preuve d'un peu plus de respect.(Applaudissements)
Le président: Je vous propose de vous prononcer sur l'urgence par assis et levé.
L'urgence est rejetée par assis et levé.
De urgentie wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
19 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:
- de heer Stefaan Van Hecke over "de lijst van politieke benoemingen" (nr. 20)
- de heer Bruno Valkeniers over "de lijst van de politieke benoemingen" (nr. 24)
- de heer Siegfried Bracke over "benoemingskadaster" (nr. 25)
- de heer Jean Marie Dedecker over "de lijst van politieke benoemingen" (nr. 27)
19 Motions déposées en conclusion des interpellations de:
- M. Stefaan Van Hecke sur "la liste des nominations politiques" (n° 20)
- M. Bruno Valkeniers sur "la liste des nominations politiques" (n° 24)
- M. Siegfried Bracke sur "le cadastre des nominations" (n° 25)
- M. Jean Marie Dedecker sur "la liste des nominations politiques" (n° 27)
De interpellaties werden gehouden in de plenumvergadering van 22 maart 2012.
Ces interpellations ont été développées en séance plénière du 22 mars 2012.
Vijf moties werden ingediend (MOT nr. 20/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bruno Valkeniers;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Siegfried Bracke;
- een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Stefaan Van Hecke;
- een vierde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jean Marie Dedecker;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Catherine Fonck en door de heren Daniel Bacquelaine, Patrick Dewael, David Geerts, Thierry Giet en Raf Terwingen.
Cinq motions ont été déposées (MOT n° 20/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par M. Bruno Valkeniers;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Siegfried Bracke;
- une troisième motion de recommandation a été déposée par M. Stefaan Van Hecke;
- une quatrième motion de recommandation a été déposée par M. Jean Marie Dedecker;
- une motion pure et simple a été déposée
par Mme Catherine Fonck et par MM. Daniel Bacquelaine, Patrick Dewael, David Geerts,
Thierry Giet et Raf Terwingen.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik die motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
19.01 Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, ce sera très court. Le clientélisme et la particratie ont ruiné la Wallonie et Bruxelles. Maintenant que le PS se croit tout puissant dans ce gouvernement où les autres partis jouent les toutous, il veut transposer le même système maffieux d'application dans le Sud du pays sur l'ensemble du territoire.
Je crois qu'il faut se mobiliser pour barrer la route à ceux qui profitent de la démocratie et du pouvoir pour défendre leurs propres intérêts en méprisant les intérêts des citoyens.
En tant que Wallon, je vous le dis clairement: j'en ai marre, j'en ai marre d'avoir honte de ma Région parce qu'elle est mal gérée par les socialistes! Je ne veux plus avoir honte de ma Région et je ne veux certainement pas avoir honte de mon pays!
Je ne laisserai donc pas faire le PS de Di Rupo. Et surtout, que les socialistes sachent que notre pays appartient au peuple, pas aux partis politiques et encore moins aux parvenus!
(Pour des raisons techniques, il n’y a pas de vote n° 1)
(Om technische redenen is er geen stemming nr. 1)
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
79 |
Oui |
Nee |
51 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
130 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
20 Motions déposées en conclusion du débat sur le rapport de la commission spéciale chargée d'examiner les circonstances qui ont contraint au démantèlement de la Dexia SA (1862/2)
20 Moties ingediend tot besluit van het debat over het verslag van de bijzondere commissie die ermee belast wordt de omstandigheden te onderzoeken die geleid hebben tot de ontmanteling van de NV Dexia (1862/2)
Ces motions ont été déposées en séance plénière du 28 mars 2012.
Deze moties werden ingediend in de plenaire vergadering van 28 maart 2012.
Cinq motions ont été déposées dans l'ordre chronologique suivant (1862/3):
- une première motion a été déposée par Mme Veerle Wouters et MM. Jan Jambon et Peter Dedecker;
- une deuxième motion a été déposée par
MM. Bruno Valkeniers,
Gerolf Annemans et Hagen Goyvaerts;
- une troisième motion a été déposée par
Mmes Marie-Christine Marghem et Christiane Vienne et par MM. Kristof Waterschoot, Philippe Goffin, Luk
Van Biesen et Dirk Van der Maelen;
- une quatrième motion a été déposée par Mme Meyrem Almaci et par M. Georges Gilkinet;
- une cinquième motion a été déposée par M. Jean Marie Dedecker.
Vijf moties werden in de volgende chronologische orde ingediend ((1862/3):
- een eerste motie werd ingediend door mevrouw Veerle Wouters en de heren Jan Jambon en Peter Dedecker.
- een tweede motie werd ingediend door de heren Bruno Valkeniers, Gerolf Annemans en Hagen Goyvaerts.
- een derde motie werd ingediend door de dames Marie-Christine Marghem en Christiane Vienne en door de heren Kristof Waterschoot, Philippe Goffin, Luk Van Biesen en Dirk Van der Maelen.
- een vierde motie werd ingediend door mevrouw Meyrem Almaci en door de heer Georges Gilkinet.
- een vijfde motie werd ingediend door de heer Jean Marie Dedecker.
Je vous propose de voter sur les motions dans l'ordre chronologique de leur dépôt à l'exception de la quatrième qui peut être considérée comme un amendement à la troisième.
Ik stel u voor te stemmen over de moties in de chronologische orde van indiening met uitzondering van de vierde motie die als een amendement op de derde motie kan beschouwd worden.
Quelqu'un demande-t-il la parole?
Vraagt iemand het woord?
20.01 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, ik ga akkoord met deze werkwijze op voorwaarde dat er op mijn motie als amendement wordt gestemd.
Le président: Non, nous ne voterons pas sur votre motion.
20.02 Jean Marie Dedecker (LDD): (…)
Le président: Votre motion sera donc également considérée comme un amendement. Je propose donc que nous procédions à un vote par motion déposée et pour chaque motion, un intervenant aura l'occasion de justifier son vote.
Je mets donc aux voix la
motion de Mme Veerle Wouters et MM. Jan Jambon et Peter Dedecker.
Ik breng dus de motie van mevrouw Veerle Wouters en de heren Jan Jambon en Peter Dedecker in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une explication de vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
20.03 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, in onze motie geven we de mogelijkheid om tegemoet te komen aan de oproep die de heer Van Biesen hier gisteren heeft gedaan om een brief naar het ACW te sturen om toch af te zien van die dingen. Ik neem aan dat het voor de meeste partijen geen enkel probleem is om die motie te steunen.
Le président: Début du vote / Begin van de stemming.
Tout le monde
a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd?
Fin du vote /
Einde van de stemming.
Résultat du vote
/ Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
35 |
Oui |
Nee |
83 |
Non |
Onthoudingen |
13 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
La motion est rejetée. Par conséquent, la Chambre peut se prononcer sur les autres motions.
De motie is verworpen. Bijgevolg kan de Kamer zich uitspreken over de andere moties.
Je mets aux voix la motion de MM. Bruno Valkeniers, Gerolf Annemans et Hagen
Goyvaerts.
Ik breng de motie van de heren Bruno Valkeniers, Gerolf Annemans en Hagen Goyvaerts in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
explication de vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Début du vote /
Begin van de stemming.
Tout le monde
a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd?
Fin du vote /
Einde van de stemming.
Résultat du vote
/ Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
12 |
Oui |
Nee |
119 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
La motion est rejetée. Par conséquent, la Chambre peut se prononcer sur les autres motions.
De motie is verworpen. Bijgevolg kan de Kamer zich uitspreken over de andere moties.
Je mets aux voix la motion de Mme Meyrem Almaci et de M. Georges Gilkinet.
Ik breng de motie van mevrouw Meyrem Almaci en de heer Georges Gilkinet in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
explication de vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
20.04 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, nous n'allons pas refaire le débat de plus de dix heures d'hier, ni les 120 heures d'audition de la commission spéciale, mais je pense qu'il est utile de prendre le temps de vous expliquer le contenu de notre motion.
La commission Dexia a été une occasion manquée par ce parlement. Occasion manquée de donner un signal clair à la population que ses représentants étaient capables de considérer que ce dossier était l'un des plus importants dont il a eu à traiter au cours des dernières années et qu'il se donnait les moyens de l'étudier jusqu'au bout. Occasion manquée d'identifier ensemble les responsabilités, y compris sur le plan politique, dans cette débâcle financière qui coûte très cher à notre État et à nos concitoyens. Occasion manquée de faire en sorte qu'il y ait un véritable changement. J'ai exprimé hier combien la majorité, qui a adopté ces recommandations contre l'opposition, donne l'impression du changement, sans réellement changer ce qui doit l'être en matières financières.
Mais il n'est pas trop tard, chers collègues. En complément des recommandations adoptées par la majorité vendredi dernier, majorité contre opposition, Mme Almaci et moi-même avons déposé dix recommandations alternatives qui complètent celles de la majorité.
Je ne vais pas vous les réexpliquer une par une mais je vais vous en expliquer la substance.
Chers collègues, il s'agit de faire toute la lumière sur ce dossier. Il n'est pas trop tard. Nous avons refusé de faire de cette commission spéciale une commission d'enquête. Monsieur Bacquelaine, nous proposons de recourir à une expertise internationale, comme cela a été fait dans d'autres pays par rapport à d'autres traumatismes financiers similaires à celui que nous avons vécu.
Nous demandons au gouvernement de renégocier la répartition des garanties entre les États français, luxembourgeois et belge. Les 60,5 % que nous avons accepté d'assumer pèsent très lourd sur l'avenir budgétaire de notre pays.
Nous demandons au gouvernement et à la majorité d'envisager toutes les possibilités d'ester en justice contre les responsables de cette débâcle, y compris les agences de notation car il n'y a rien de pire que ce sentiment d'impunité qui existe encore à l'égard des responsables de ce dossier. Les agences de notation, comme d'autres, ont joué un rôle important pour faire tomber Dexia avec toutes les conséquences que nous connaissons.
Nous demandons de gérer, de façon proactive et durable, les participations publiques dans le secteur bancaire et financier, en faisant notamment de la banque Belfius, une banque qui est actuellement 100 % publique, un modèle éthique et durable que n'a pas été Dexia.
Nous demandons d'apporter sans attendre et sans délai les changements qui s'imposent dans le secteur financier, à commencer – ce qui n'a pas été fait en 2008 – par la séparation des métiers bancaires entre ces banques de dépôt belges, saines, coopératives ou publiques, et cette banque française, banque d'affaires spéculative, qui nous a conduits à la faillite.
Il n'est pas trop tard, je l'ai dit. C'est pourquoi nous proposons à l'ensemble de ce parlement de rattraper la sauce et de soutenir ces dix recommandations alternatives que nous avons élaborées afin qu'il y ait effectivement un avant et un après Dexia parce qu'il n'y a pas eu d'après Fortis.
Le président: Début du vote / Begin van de stemming.
Tout le monde
a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd?
Fin du vote /
Einde van de stemming.
Résultat du vote
/ Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
38 |
Oui |
Nee |
90 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
128 |
Total |
La motion est rejetée. Par conséquent, la Chambre peut se prononcer sur les autres motions.
De motie is verworpen. Bijgevolg kan de Kamer zich uitspreken over de andere moties.
20.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, j'ai voté pour.
Le président: Dont acte.
Je mets aux voix la motion de M. Jean Marie Dedecker.
Ik breng de motie van de heer Jean Marie Dedecker in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une explication de vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
20.06 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, ik zal het heel kort houden, want het is een heel korte motie. De motie omvat maar twee punten. Ik meen dat iedereen ermee zal instemmen.
Het eerste punt heb ik deze namiddag al aangehaald en zelfs het ACW ging ermee akkoord. Minister Vanackere heeft immers gezegd dat er een juridisch onderzoek mag komen naar wat er is misgelopen bij Dexia. Ik verwacht hierop van de CD&V-fractie een positief antwoord.
De tweede fractie waarvan ik ook een positief antwoord verwacht, is de Open Vld-fractie. Ik zat vorige week zondag met de heer Van Biesen in een debat en hij zei toen dat dit onderzoek er niet moet komen. Ik lees vandaag in de kranten dat het er wel moet komen. Hij heeft dit hier gisteren ook gezegd. Wij zijn amper vijf à zes uur later en ik ben dan ook honderd procent zeker dat de Open Vld mijn motie zal goedkeuren.
Zij hebben hier gisteren bovendien klaar en duidelijk gezegd dat die 300 000 winstbewijzen, die in handen zijn van het ACW, moeten worden overdragen aan de Staat. Ik verwacht hier een enorme sympathie voor deze motie van alle mensen die vóór mij zitten en aan de linkerkant van de zaal. Aan u om te stemmen.
Le président: Début du vote / Begin van de stemming.
Tout le monde
a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd?
Fin du vote /
Einde van de stemming.
Résultat du vote
/ Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
35 |
Oui |
Nee |
80 |
Non |
Onthoudingen |
16 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
La motion est rejetée. Par conséquent, la Chambre peut se prononcer sur la dernière motion.
De motie is verworpen. Bijgevolg kan de Kamer zich uitspreken over de laatste motie.
Je mets aux voix la motion de
Mmes Marie-Christine Marghem et Christiane Vienne et par MM. Kristof Waterschoot, Philippe Goffin, Luk
Van Biesen et Dirk Van der Maelen.
Ik breng de motie van de dames Marie-Christine Marghem en Christiane Vienne en door de heren Kristof Waterschoot, Philippe Goffin, Luk Van Biesen en Dirk Van der Maelen in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
explication de vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Début du vote /
Begin van de stemming.
Tout le monde
a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd?
Fin du vote /
Einde van de stemming.
Résultat du vote
/ Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
80 |
Oui |
Nee |
51 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
La motion est adoptée.
De motie wordt aangenomen.
21 Wetsontwerp betreffende de invoering van het bevel tot betalen na inbreuken op de wetgeving inzake het wegverkeer (2074/3)
21 Projet de loi visant à instaurer l'ordre de paiement pour les infractions à la législation sur la circulation routière (2074/3)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van
de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et
vérifié son vote?
Einde van
de stemming / Fin du vote.
Uitslag van
de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8) |
||
Ja |
131 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2074/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2074/4)
22 Aangehouden amendementen en artikelen van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (2077/1-5)
22 Amendements et articles réservés du projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers (2077/1-5)
Stemming over amendement nr. 3 van Peter
Logghe op artikel 4.(2077/2)
Vote sur l'amendement n° 3 de Peter Logghe à
l'article 4.(2077/2)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
11 |
Oui |
Nee |
120 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 4 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 4 est adopté.
Stemming over amendement nr. 1 van Peter
Logghe op artikel 12.(2077/2)
Vote sur l'amendement n° 1 de Peter Logghe à
l'article 12.(2077/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 9)
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 12 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 12 est adopté.
Stemming over amendement nr. 2 van Peter
Logghe op artikel 13.(2077/2)
Vote sur l'amendement n° 2 de Peter Logghe à
l'article 13.(2077/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 9)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 12 van Peter
Logghe op artikel 13.(2077/2)
Vote sur l'amendement n° 12 de Peter Logghe à
l'article 13.(2077/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 9)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 13 van Peter
Logghe op artikel 13.(2077/2)
Vote sur l'amendement n° 13 de Peter Logghe à
l'article 13.(2077/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 9)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 4 van Peter
Logghe op artikel 13.(2077/2)
Vote sur l'amendement n° 4 de Peter Logghe à
l'article 13.(2077/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 9)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 16 van Daphné
Dumery cs op artikel 13.(2077/5)
Vote sur l'amendement n° 16 de Daphné Dumery cs
à l'article 13.(2077/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||
Ja |
35 |
Oui |
Nee |
93 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
128 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
(De heer Bart Somers heeft tegengestemd)
Stemming over amendement nr. 5 van Peter
Logghe op artikel 13.(2077/2)
Vote sur l'amendement n° 5 de Peter Logghe à
l'article 13.(2077/2)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 11) |
||
Ja |
11 |
Oui |
Nee |
119 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
130 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Vote sur l'amendement n° 6 de Peter Logghe
à l'article 13.(2077/2)
Stemming over amendement nr. 6 van
Peter Logghe op artikel 13.(2077/2)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
(Stemming/vote 11)
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 13 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 13 est adopté.
Vote sur l'amendement
n° 7 de Peter Logghe à l'article 14.(2077/2)
Stemming over amendement nr. 7 van
Peter Logghe op artikel 14.(2077/2)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
(Stemming/vote 11)
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 14 est adopté.
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 14 aangenomen.
Vote sur l'amendement n° 8 de Peter Logghe
à l'article 15.(2077/2)
Stemming over amendement nr. 8 van
Peter Logghe op artikel 15.(2077/2)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
(Stemming/vote 11)
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 9 van
Peter Logghe op artikel 15.(2077/2)
Vote sur l'amendement n° 9 de Peter Logghe
à l'article 15.(2077/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 11)
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 15 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 15 est adopté.
Vote sur l'amendement n° 11 de Peter
Logghe à l'article 16.(2077/2)
Stemming over amendement nr. 11 van
Peter Logghe op artikel 16.(2077/2)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
(Stemming/vote 11)
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Vote sur l'amendement n° 10 de Peter
Logghe à l'article 16.(2077/2)
Stemming over amendement nr. 10 van
Peter Logghe op artikel 16.(2077/2)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
(Stemming/vote 11)
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 16 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 16 est adopté.
23 Geheel van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (2077/4)
23 Ensemble du projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers (2077/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 12) |
||
Ja |
120 |
Oui |
Nee |
11 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2077/6)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2077/6)
24 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 19 avril 2012 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 19 april 2012 om 14.15 uur.
La séance est levée à 19.17 heures.
De vergadering wordt gesloten om 19.17 uur.
L'annexe est reprise dans une brochure séparée,
portant le numéro CRIV 53 PLEN 081 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 53 PLEN 081 bijlage. |
|
|
|
|
Vote nominatif - Naamstemming: 001
Oui
|
080 |
Ja |
Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin
Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Brotcorne Christian,
Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne
Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman,
Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De
Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Devin Laurent, Devlies Carl,
Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony,
Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Fonck Catherine, Frédéric André,
Galant Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe,
Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lalieux Karine,
Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane
Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda,
Muylle Nathalie, Özen Özlem, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns
Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine,
Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno,
Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen
Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vercamer
Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck
Godelieve, Wilrycx Frank
Non
|
049 |
Nee |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny,
Beuselinck Manu, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer
Kristof, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter,
Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, Demir Zuhal, De Ridder
Min, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot
Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien,
Jadot Eric, Jambon Jan, Lahssaini Fouad, Logghe Peter, Luykx Peter, Maertens
Bert, Maingain Olivier, Pas Barbara, Schoofs Bert, Sminate Nadia, Snoy et
d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde
Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen
Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 002
Oui
|
079 |
Ja |
Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin
Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Brotcorne Christian,
Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne
Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman,
Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De
Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Devin Laurent, Devlies Carl,
Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony,
Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine,
Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Giet Thierry,
Goffin Philippe, Gustin Luc, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lalieux Karine,
Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane
Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda,
Muylle Nathalie, Özen Özlem, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns
Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine,
Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno,
Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen
Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vercamer
Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wilrycx Frank
Non
|
051 |
Nee |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny,
Beuselinck Manu, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer
Kristof, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter,
Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, Demir Zuhal, De Ridder
Min, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot
Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien,
Jadot Eric, Jambon Jan, Lahssaini Fouad, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx
Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers
Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Valkeniers
Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke
Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien,
Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 003
Oui
|
035 |
Ja |
Annemans Gerolf, Beuselinck Manu, Bracke
Siegfried, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie,
Degroote Koenraad, De Man Filip, Demir Zuhal, De Ridder Min, D'haeseleer Guy,
Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan,
Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Schoofs
Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van
Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus,
Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert
Non
|
083 |
Nee |
Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin
Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Brotcorne Christian,
Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard
Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq
Mathias, De Croo Herman, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De
Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Devin
Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme
Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut
André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, George
Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin
Kattrin, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt
Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Maingain Olivier, Marghem
Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie,
Özen Özlem, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine,
Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin,
Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van
Cauter Carina, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle
Bruno, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge,
Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank
Abstentions |
013 |
Onthoudingen |
Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette,
Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, De Vriendt Wouter, Genot Zoé, Gerkens
Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Lahssaini Fouad, Snoy et d'Oppuers
Thérèse, Van Hecke Stefaan
Vote nominatif - Naamstemming: 004
Oui
|
012 |
Ja |
Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita,
Dedecker Jean Marie, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe
Peter, Pas Barbara, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy
Non
|
119 |
Nee |
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja,
Beuselinck Manu, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva,
Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne
Valérie, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De
Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker
Peter, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, Demir Zuhal, Déom
Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel,
Destrebecq Olivier, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael
Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery
Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck
Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David,
Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges,
Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin,
Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine,
Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Luykx
Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Marghem
Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie,
Özen Özlem, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine,
Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers
Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut
Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter
Carina, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van
Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan,
Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus,
Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane,
Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants
Bert
Abstentions |
001 |
Onthoudingen |
Louis Laurent
Vote nominatif - Naamstemming: 005
Oui
|
038 |
Ja |
Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Beuselinck Manu,
Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof,
Clerfayt Bernard, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, Demir
Zuhal, De Ridder Min, De Vriendt Wouter, Dumery Daphné, Francken Theo, Gerkens
Muriel, Gilkinet Georges, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Lahssaini
Fouad, Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Smeyers Sarah, Sminate
Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Vandeput Steven, Van Eetvelde
Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen
Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert
Non
|
090 |
Nee |
Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Brotcorne
Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Coëme Guy, Colen Alexandra,
Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck
Stefaan, De Croo Herman, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Déom
Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq
Olivier, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick
Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez
Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant
Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe,
Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald,
Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe
Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine,
Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas
Barbara, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara
Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk,
Van Cauter Carina, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van
Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vercamer Stefaan,
Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wilrycx
Frank
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 006
Oui
|
035 |
Ja |
Annemans Gerolf, Beuselinck Manu, Bracke
Siegfried, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie,
Degroote Koenraad, De Man Filip, Demir Zuhal, De Ridder Min, D'haeseleer Guy,
Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan,
Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Schoofs
Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van
Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus,
Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert
Non
|
080 |
Nee |
Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin
Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Brotcorne Christian,
Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne
Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, Defreyne Roland,
Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn
Roel, Destrebecq Olivier, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick
Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez
Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant
Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin
Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid,
Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle
Nathalie, Özen Özlem, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns
Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine,
Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno,
Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen
Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vercamer
Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck
Godelieve, Wilrycx Frank
Abstentions |
016 |
Onthoudingen |
Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette,
Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, De Vriendt Wouter, Genot
Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Lahssaini Fouad, Maingain
Olivier, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Van Hecke Stefaan
Vote nominatif - Naamstemming: 007
Oui
|
080 |
Ja |
Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin
Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Brotcorne Christian,
Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne
Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, Defreyne Roland,
Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn
Roel, Destrebecq Olivier, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick
Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez
Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant
Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin
Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid,
Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle
Nathalie, Özen Özlem, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns
Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine,
Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno,
Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen
Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vercamer
Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck
Godelieve, Wilrycx Frank
Non
|
051 |
Nee |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny,
Beuselinck Manu, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer
Kristof, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter,
Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, Demir Zuhal, De Ridder
Min, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot
Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien,
Jadot Eric, Jambon Jan, Lahssaini Fouad, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx
Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers
Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Valkeniers
Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke
Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien,
Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 008
Oui
|
131 |
Ja |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph,
Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq
Sonja, Beuselinck Manu, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems
Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne
Valérie, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe,
Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo
Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Defreyne Roland, Degroote
Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Demir Zuhal, Déom Valérie, De
Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq
Olivier, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick,
D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony,
Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck
Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot
Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin
Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin
Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Lahssaini Fouad, Lalieux
Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter,
Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert,
Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin
Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Rutten Gwendolyn, Schiltz
Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers
Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart,
Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback
Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina,
Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde
Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste
Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van
Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne
Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank,
Wollants Bert
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 009
Oui
|
011 |
Ja |
Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita,
De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Pas Barbara,
Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy
Non
|
120 |
Nee |
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja,
Beuselinck Manu, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva,
Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne
Valérie, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De
Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean
Marie, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, Demir Zuhal, Déom
Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel,
Destrebecq Olivier, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael
Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery
Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck
Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David,
Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges,
Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin,
Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine,
Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Louis Laurent, Lutgen
Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine,
Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Rutten
Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco,
Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers
Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien,
Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Vandeput
Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van
Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann,
Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh
Kristien, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot
Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 010
Oui
|
035 |
Ja |
Annemans Gerolf, Beuselinck Manu, Bracke
Siegfried, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie,
Degroote Koenraad, De Man Filip, Demir Zuhal, De Ridder Min, D'haeseleer Guy,
Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan,
Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Schoofs
Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van
Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus,
Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert
Non
|
093 |
Nee |
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte
Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y
Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard
Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo
Herman, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier
Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt
Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane
Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck
Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George
Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin
Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Lahssaini
Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima,
Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine,
Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Rutten
Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco,
Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Ine, Temmerman Karin,
Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van
Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk,
Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam,
Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve,
Wilrycx Frank
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 011
Oui
|
011 |
Ja |
Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita,
De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Pas Barbara,
Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy
Non
|
119 |
Nee |
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja,
Beuselinck Manu, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva,
Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne
Valérie, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De
Clerck Stefaan, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Defreyne
Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, Demir Zuhal, Déom Valérie, De
Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq
Olivier, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick,
Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné,
Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine,
Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé,
George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe,
Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric,
Jambon Jan, Kindermans Gerald, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Louis Laurent, Lutgen Benoît,
Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Marghem
Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie,
Özen Özlem, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine,
Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers
Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut
Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter
Carina, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van
Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan,
Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus,
Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane,
Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants
Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 012
Oui
|
120 |
Ja |
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja,
Beuselinck Manu, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva,
Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne
Valérie, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De
Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean
Marie, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, Demir Zuhal, Déom
Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel,
Destrebecq Olivier, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael
Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery
Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck
Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David,
Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin
Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot
Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Louis Laurent, Lutgen Benoît,
Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Marghem
Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie,
Özen Özlem, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine,
Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers
Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut
Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter
Carina, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde
Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste
Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van
Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane,
Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants
Bert
Non
|
011 |
Nee |
Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita,
De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Pas Barbara,
Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |