Séance
plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 1 mars 2012 Après-midi ______ |
van Donderdag 1 maart 2012 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14.16 heures et présidée par M. André Flahaut.
De vergadering wordt geopend om 14.16 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Laurette
Onkelinx, Melchior Wathelet
Alexandra Colen,
David Geerts, Karel Uyttersprot, Veerle Wouters, pour raisons de santé / wegens
gezondheidsredenen;
Nathalie Muylle,
deuil familial / familierouw;
François-Xavier
de Donnea, OCDE / OESO.
Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, ik heb niet goed gehoord of u de premier en de vicepremiers hebt verontschuldigd.
De voorzitter: Ze zijn er vandaag niet.
Gerolf Annemans (VB): Is dat wegens de Europese top?
De voorzitter: Ja, absoluut.
Gerolf Annemans (VB): Ik wil er dan toch bij u op aandringen om daar geen gewoonte van te maken. Het was niet zo dat premier en vice-premiers allemaal gelijktijdig werden verontschuldigd voor een Europese top die twee straten verder plaats heeft. De premier reed over en weer.
De voorzitter: Het is geen verrassing, mijnheer Annemans.
Gerolf Annemans (VB): Ik herinner mij dat u dat gezegd hebt, maar ik realiseer mij nu – daarom vraag ik het – dat dat kon omdat er een Europese top was. Ik verzet mij tegen jurisprudentie waarbij de helft van de regeringstop weg is en hier slechts twee straten verder zit.
Ik stel voor dat u aandringt bij de premier en zijn vicepremiers dat ze proberen hier op donderdag zoveel mogelijk aanwezig te zijn, in de mate van het mogelijke. Wij zijn ter zake soepel. In principe excuseren, dat vind ik een beetje te gek, zeker in Brussel.
De voorzitter: Ik heb een brief gekregen van de eerste minister en van de andere ministers voor de vergadering van vandaag. Ik heb een kopie van die brief voor u, als u wilt.
Gerolf Annemans (VB): Ik snijd het punt nu aan, omdat ik mij realiseer dat zij afwezig zijn wegens de Europese top. U had mij niet gezegd dat het daardoor kwam. Als het daarvoor is, stel ik voor om daar toch niet al te soepel in te worden. Dat is het enige wat ik wilde zeggen.
Le président: C’était pour éviter le mauvais spectacle auquel nous avons eu droit, il y a quelques semaines, lorsque Mme Smeyers a dû poursuivre un premier ministre qui quittait l’hémicycle. J’essaye de garder une certaine dignité aux travaux de cette assemblée.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 29 février 2012, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi:
- la proposition de résolution de MM. Patrick Moriau, Philippe
Blanchart et Roel Deseyn et Mme Christiane Vienne concernant la situation
du camp d'Achraf en Irak (n°s 716/1 à 9);
- la proposition de résolution de
Mme Els Demol, MM. Jan Jambon et Peter Luykx, Mmes Ingeborg
De Meulemeester et Daphné Dumery et MM. David Clarinval et Stefaan
Vercamer concernant la situation dans le camp d'Achraf (n°s 1873/1
à 6).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 29 februari 2012, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag in te schrijven:
- het voorstel van resolutie van de heren Patrick Moriau, Philippe
Blanchart en Roel Deseyn en mevrouw Christiane Vienne over de situatie in kamp
Ashraf in Irak (nrs 716/1 tot 9);
- het voorstel van resolutie van mevrouw Els Demol, de heren Jan
Jambon en Peter Luykx, de dames Ingeborg De Meulemeester en Daphné Dumery
en de heren David Clarinval en Stefaan Vercamer over de situatie in Kamp Ashraf
(nrs 1873/1 tot 6).
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
02 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "de problemen met kunstheupen en implantaten in het algemeen" (nr. P0785)
02 Question de Mme Maya Detiège à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "les problèmes relatifs aux prothèses de la hanche et aux implants en général" (n° P0785)
02.01 Maya Detiège (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijn vraag gaat over een probleem met betrekking tot heupprothesen en borstimplantaten dat al een aantal maanden op de agenda van onze commissie staat, maar dat al jaren bestaat.
Europa is minder streng dan de VS wanneer het gaat over het op de markt brengen van implantaten of medische hulpmiddelen. De klinische studies die gebeuren zijn ook veel strenger in de VS dan in Europa. De impact ervan is echter heel groot.
Op Europees vlak zijn het private initiatieven die hun goedkeuring geven voor het al dan niet op de markt brengen van die implantaten of prothesen.
Mevrouw de minister, ik wil u vandaag vragen om voor de heupprothesen, ik heb dat in de commissie al gedaan voor de PIP-implantaten, op Europees vlak op tafel te slaan en ervoor te pleiten om hetzelfde niveau van de VS te evenaren.
Ik vrees dat de lobby van de industrie in Europa heel sterk is, veel sterker dan in de VS. Wij moeten voor een gelijkstelling van de wet zorgen. Er moeten ook veel betere studies voorafgaan aan het op de markt brengen van een product.
Omdat dit via private circuits gaat, is het FAGG eigenlijk een beetje afhankelijk van een controle achteraf in plaats van op voorhand, preventief. Dat heeft uiteraard gevolgen, want zij hangen dan af van de informatie die zij krijgen van artsen, ziekenhuizen of patiënten wanneer er iets fout loopt.
Daarom ook mijn volgende vraag. Wilt u als minister ervoor zorgen dat er in België goede databanken komen waarin alle bestaande prothesen, implantaten en medische hulpmiddelen worden opgenomen? Ik weet dat dit inzake heupprothesen niet verplicht is via eHealth. De andere implantaten, zeker die van hoog risico, zouden zeker moeten worden opgenomen.
Bovendien zou er een goede marktcontrole moeten gebeuren.
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw Detiège, zoals u weet, hebben wij gisteren in de commissie voor de Volksgezondheid een uitgebreid debat gehad over onder meer heupimplantaten. Ik kan hieraan een drietal preciseringen toevoegen.
Ten eerste, er bestaat in België geen exhaustief register voor alle implantaten. Het Riziv houdt een vrijwillig register bij van heup- en knieprothesen, en een verplicht register voor vier types implantaten die gebruikt worden bij hart- en bloedcirculatieproblemen. Dit is een grote werf voor de toekomst. Zoals u weet, werken het FAGG en het Riziv hieraan in het kader van mijn actieplan. Ik wil nog dit jaar resultaten zien.
Ten tweede, de herziening van de Europese regelgeving is inderdaad een werk van lange adem. Wij kunnen ons verwachten aan heel wat lobbywerk.
Ik kan u evenwel verzekeren dat België in dit verband een zeer voluntaristische houding zal blijven aannemen.
Ten derde, wat uw vraag inzake de controle op de certificatieorganismen betreft, dat is een heel belangrijk punt van de hervorming, zowel op Europees als op nationaal niveau. Ik zal in dat verband overleg plegen met mijn collega Vande Lanotte die de bevoegdheid heeft voor de erkenningsinstantie van deze organismen. Het staat gepland en ik hoop op resultaat binnen enkele weken.
02.03 Maya Detiège (sp.a): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. Wat die lijst betreft, zegt u dat het vrijwillig gebeurt. Ik wil opnieuw bepleiten om dat te verplichten zodat in de toekomst negatieve zaken kunnen worden vermeden.
In de Europese context zijn wij Belgen altijd heel strikt als het gaat over het geneesmiddelenbeleid. Wij hebben een naam op Europees vlak. Ik hoop dat u dat ook inzake implantaten en medische hulpmiddelen kunt garanderen. Ik hoop dat u echt wel heel sterk op tafel zult slaan.
Wat de controle betreft blijf ik bepleiten dat die van tevoren moet gebeuren en niet als al het kwaad geschied is.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Willem-Frederik Schiltz aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de onvoldoende financiële middelen waarover de nucleaire spelers beschikken voor het afvalbeheer" (nr. P0794)
03 Question de M. Willem-Frederik Schiltz à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les moyens financiers insuffisants dont disposent les acteurs nucléaires pour la gestion des déchets" (n° P0794)
03.01 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris voor Energie, ik wil u graag een vraag stellen over de nucleaire voorzieningen. De nucleaire voorziening is een systeem opgesteld door uzelf, de wetgever, in 2003, om een reserve aan te leggen. Het betreft een financiële buffer voor de tijd waarin wij de kerncentrales zouden ontmantelen. Wij moeten er namelijk zeker van zijn dat er genoeg geld is om die centrales te ontmantelen, wanneer wij letterlijk de stekker eruit trekken.
De behandeling van het radioactieve materiaal zal veel geld kosten. Daarom worden die provisies aangelegd. Ook de verwerking van het afval wordt dus op die manier door de sector zelf gedragen. Er is een Commissie voor nucleaire voorzieningen die geregeld vaststelt of de voorzieningen voldoende zijn. In die commissie zetelen – volgens mij helaas – ook Electrabel en Synatom, de dochter van Electrabel die de fondsen mag beheren en er nog een beetje mee mag spelen, tot ze die effectief op de tafel moet leggen.
Recentelijk heeft die commissie een beslissing genomen om het bedrag van de voorzieningen dat door de sector opgehoest moet worden met 240 miljoen euro te verlagen. Laat dat nu toevallig ongeveer hetzelfde bedrag zijn dat Electrabel zou moeten betalen ingevolge uw moedige beslissing om de nucleaire rente te verhogen. U begrijpt vanzelfsprekend dat ikzelf en het publiek, de mensen die bezorgd zijn over het niveau van de nucleaire voorzieningen, zich daarbij vragen stellen.
Electrabel moet meer betalen, maar verlaagt haar verplichtingen om het afval te verwerken en de centrales te ontmantelen. Bovendien is die beslissing niet zonder slag of stoot verlopen. De instantie die daadwerkelijk de fysische zorg op zich neemt, die dat afval moet verwerken en adviezen moet geven over hoe een centrale ontmanteld kan worden, heeft zich niet akkoord verklaard met die verlaging. Zij zegt dat Electrabel met een nota wel beweert dat het bedrag naar beneden kan, maar dat Electrabel natuurlijk de eerste belanghebbende partij is om zo min mogelijk te betalen. De NIRAS-experten zijn het daarmee dus niet eens. Zij voorspellen dat er meer geld nodig zal zijn. Die verlaging is dus niet gepast.
Mijnheer de staatssecretaris, wat zal de regering doen om de beslissingsprocedure inzake de nucleaire voorzieningen op peil te houden en om die beslissingen transparant en onafhankelijk te kunnen nemen?
03.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Schiltz, wat u hebt uiteengezet, is correct. Ik zal het niet allemaal herhalen. Er was duidelijk een probleem inzake de uitvoering van de wet van 2003. Het gevolg is dat het NIRAS nu een juridische procedure begonnen is tegen de verlaging van de provisiebedragen voor de energievoorziening. Deze procedure was een unaniem besluit van de raad van bestuur van NIRAS. De Commissie voor nucleaire voorzieningen heeft immers de bedragen verlaagd zonder eensluidend advies van het NIRAS te vragen. Het NIRAS betwist de verlaging van die bedragen.
Ik heb al gezegd dat ik de procedure van het NIRAS steun. Een belangrijkere vraag is: wat moeten wij veranderen om er zeker van te zijn dat de provisies op peil blijven? Wij moeten er bovendien voor zorgen dat de betwisting tussen de Commissie voor nucleaire voorzieningen en het NIRAS geen onzekerheid creëert.
Ik acht het dus belangrijk dat wij de procedure van de wet van 2003 herzien om er zeker van te zijn dat de provisies voldoende blijven. Ik heb ter zake advies gevraagd aan mijn administratie, maar ik ben ook van mening dat een samenwerking met het Parlement over zo’n belangrijke kwestie wenselijk is. Indien de Kamer ter zake op een bepaald moment tot aanbevelingen of resoluties kan komen, zal dat zeker een meerwaarde betekenen voor het debat. Het gaat immers om de provisies voor de komende jaren.
Kortom, een goede samenwerking tussen de regering – op basis van de voorstellen van de administratie – en het Parlement – in de vorm van aanbevelingen of resoluties – is zeker wenselijk wat deze belangrijke materie betreft.
03.03 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u vooral omdat u het Parlement erbij wil betrekken. Zoals u terecht zegt, die problematiek is te belangrijk om het Parlement daarin niet te horen.
Bovendien hebben de partijen van de meerderheid u met hun beleidsnota’s gesteund. Zij zijn dus ook het engagement aangegaan om werk te maken van de kernuitstap. De oudste centrales zullen gesloten worden. Enkel door ervoor te zorgen dat het bedrag van de nucleaire voorzieningen hoog genoeg is, kunnen wij laten zien dat wij wel degelijk werk maken van dat engagement.
Het Parlement en onze fractie zullen u daarin uiteraard bijstaan. Wij zullen een constructieve bijdrage leveren om een betere, transparantere en efficiëntere methode op punt te stellen.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Denis Ducarme au ministre de la Défense sur "le projet d'une armée Benelux" (n° P0786)
04 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de minister van Landsverdediging over "de plannen voor de oprichting van een Beneluxleger" (nr. P0786)
04.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, la première chose que je voudrais faire, c'est féliciter Ecolo qui, en la personne de Juliette Boulet – qui malheureusement n'est pas présente –, a été plus rapide que le ministre de la Défense pour rallier Den Helder en train!
Monsieur le ministre, nous avons été quelques-uns à être surpris à la lecture de la presse ce matin, nous indiquant que l'armée Benelux était en formation. Le MR a voulu veiller à ce que la coopération internationale entre les défenses européennes soit totalement renforcée.
Si une coopération organisée pour l'avenir avec les Pays-Bas s'avère opportune, parler d'Air Force unique, d'entretiens et de formations partagés exclusivement avec les Pays-Bas, nous semble prématuré, dès lors qu'aucun accord du gouvernement – vous me le confirmerez – n'existe sur ce point et que pas le moindre débat parlementaire n'a été organisé, tel que l'accord de gouvernement le prévoyait, par rapport aux investissements majeurs.
Le remplacement du F-16 est un investissement
majeur. Et toute définition de l'Air Force belge ne pourra être effective
qu'après des débats parlementaires. Anticiper déjà sur une Air Force One unique
nous semble être un pas trop loin, d'autant que nous avons beaucoup à partager
au Sud comme nous le faisons déjà.
Aussi, cette coopération avec la France concernant la formation de l'ensemble de nos pilotes sur Alpha Jet continuera-t-elle? Les engagements prévus avec la France par rapport à la formation des pilotes des NH90 vont-ils se concrétiser? Outre la coopération bilatérale envisagée avec les Pays-Bas et le Luxembourg, avez-vous pris contact avec votre homologue français, en vue de coopérations bilatérales avec la France? Nous demanderons un débat en commission sur ces questions qui nous paraissent essentielles pour l'avenir de notre Défense.
Le président: Monsieur Mayeur, M. Ducarme a utilisé le temps de parole qui lui était imparti. Ce temps est le même pour tous les membres qui posent une question orale.
04.03 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, monsieur Ducarme, il est évident que la collaboration militaire n'est pas limitée à un pays ou à un partenaire. Je vous en fournirai d'ailleurs la preuve.
Toutefois, je constate avec vous – ce n'est pas nouveau – que la collaboration militaire belgo-hollandaise est un véritable succès. Elle n'est pas nouvelle, mais elle a été intensifiée durant ces dix dernières années. Elle se déroule à la satisfaction de tous les partenaires, qu'il s'agisse de la Belgique, de la Hollande ou du Luxembourg. De plus, elle est considérée comme un exemple au niveau de l'Union européenne.
Par ailleurs, il existe des perspectives en termes d'intensification de la coopération de la Défense au sein du Benelux. Nous sommes partis de ce cadre pour effectuer non pas un exercice théorique, mais un exercice pratique, à savoir les hélicoptères NH90 dont j'espère que la première livraison aura lieu fin de cette année sur le Air Policing, c'est-à-dire le Quick Reaction Alert.
Il s'agit d'une opération dans le cadre de laquelle les escadrilles de Florennes et de Kleine-Brogel sont impliquées. J'ai fait une proposition très concrète en vue d'une coopération entre ces deux escadrilles ainsi qu'au niveau de l'entraînement commun de nos paras. En effet, c'est une entité dont les Hollandais ne disposent pas. Il est également question de nombreuses autres activités d'entraînement. Je vous en fournirai la liste, comme je l'ai déjà fait.
Cela dit, je voudrais attirer votre attention sur le fait que la coopération belgo-hollandaise n'est pas la seule qui existe. J'ai déjà eu l'occasion de parler, à plusieurs reprises, avec mon collègue français, M. Longuet. D'ailleurs, des programmes de collaboration existent. Je pense ici à la formation des pilotes, à la formation que vous avez mentionnée. Mais d'autres projets sont aussi sur la table comme des achats en commun.
Le dossier n'est donc pas nouveau. Bien entendu, la France est un partenaire important, sans oublier l'Allemagne. Mon collègue allemand m'en a d'ailleurs parlé. Mais c'est depuis Gand que la concrétisation de ce partage et de cette mutualisation a réellement pris forme.
Hier, nous avons reçu le feu vert de nos collègues hollandais pour continuer dans cette voie. Quasiment, pour ne pas dire toutes les réactions ont été unanimes. Je compte prendre rapidement contact avec mes collègues français et allemand pour voir comment cette collaboration peut être étendue à d'autres pays.
Je peux donc dire qu'il s'agit d'un succès, même s'il est de taille réduite. Enfin, je tiens à mettre en exergue les efforts de la Belgique au niveau de cette coopération appelée à devenir bien plus importante.
04.04 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie. Je ressens un certain soulagement à vous entendre dire que votre volonté n'est pas d'avoir une coopération bilatérale exclusive avec les Pays-Bas, comme celle qui est prônée par le professeur De Vos, qui avait été cité par la N-VA dans le cadre des débats que nous avons eus récemment. Nous savons que vous êtes assez proche de la N-VA sur un certain nombre de sujets; je suis donc ravi de vous entendre dire que les coopérations avec l'Allemagne et la France sont à l'ordre du jour et qu'elles seront renforcées à l'avenir.
Le Mouvement Réformateur vous y aidera parce que nous avons des rendez-vous prévus avec le président de la commission de la Défense de l'Assemblée nationale en France, avec lequel nous avons ébauché un travail sur les coopérations en cours et les projets de coopérations.
Nous reviendrons sur ce sujet en commission pour partager cette perspective au Sud avec vous.
Het incident is gesloten.
- M. André Frédéric à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "l'intervention d'une milice privée à l'occasion d'un conflit social au sein de l'entreprise Meister Benelux de Sprimont" (n° P0777)
- M. Olivier Maingain à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "l'intervention d'une milice privée à l'occasion d'un conflit social au sein de l'entreprise Meister Benelux de Sprimont" (n° P0778)
- Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "l'intervention d'une milice privée à l'occasion d'un conflit social au sein de l'entreprise Meister Benelux de Sprimont" (n° P0779)
- Mme Meryame Kitir à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le recours à une milice privée par l'entreprise Meister" (n° P0780)
- de heer André Frédéric aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het optreden van een privémilitie naar aanleiding van een sociaal conflict bij Meister Benelux in Sprimont" (nr. P0777)
- de heer Olivier Maingain aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het optreden van een privémilitie naar aanleiding van een sociaal conflict bij Meister Benelux in Sprimont" (nr. P0778)
- mevrouw Zoé Genot aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het optreden van een privémilitie naar aanleiding van een sociaal conflict bij Meister Benelux in Sprimont" (nr. P0779)
- mevrouw Meryame Kitir aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het inzetten van een privémilitie door het bedrijf Meister" (nr. P0780)
05.01 André Frédéric (PS): Monsieur le président, madame la ministre, les faits se sont passés dimanche. J'étais sur place aux côtés des travailleurs et je dois vous confier que je suis toujours choqué. Loin de moi l'idée de contester l'attitude de la police locale ou fédérale …
Le président: Madame la ministre, s'il vous plaît!
05.02 André Frédéric (PS): Madame la ministre, je ne me serais pas permis de vous faire une remarque, bien que j'ai vu que vous ne m'écoutiez pas. Mais vous avez été interrompue par des collègues et je leur saurais gré de bien vouloir respecter le travail parlementaire.
05.03 Laurent Louis (MLD): (…)
Le président: Monsieur Louis, vous n'avez pas droit à la parole pour l'instant!
05.04 André Frédéric (PS): Ce qui s'est passé à l'entreprise Meister à Sprimont n'intéresse peut-être pas tout le monde, auquel cas, n'écoutez pas!
Madame la ministre, je disais donc que j'étais sur place et que j'ai été choqué. J'ai été choqué par le fait que, lors d'un conflit social, un patron d'entreprise allemand fasse intervenir une société privée, que certains ont appelé 'milice privée'. Très subjectivement, étant donné leur accoutrement, leur look et l'arrogance qu'ils ont eue, tout au long de la soirée et une partie de la nuit, à l'égard des travailleurs se trouvant devant l'entreprise, j'ai cru me retrouver quelques années en arrière, avant la loi Tobback, alors que j'étais jeune et que des milices, que je ne citerai pas, intervenaient sur le territoire belge dans certaines contrées wallonnes. Mais c'est une autre histoire!
Madame la ministre, après avoir fait appel à cette entreprise, il y a eu coups et blessures envers les travailleurs. Les organisations représentatives sur place ont voulu porter plainte. Cela leur a été refusé une première fois par la police locale. Elles se sont également rendues à la police locale de Liège où, à nouveau, elles ont été renvoyées. Leur plainte n'a pas été acceptée.
Je ne l'ai pas moi-même constaté mais de nombreux témoins attestent avoir découvert des armes dans les coffres des voitures des membres de cette milice privée, qui s'apprêtait à emporter des pièces de l'entreprise, armes qui sont illégales sur le territoire belge: des Tasers, des battes de base-ball, des sprays au poivre, des gilets pare-balles, matériel avec lequel on n'est pas censé se promener sur notre territoire.
Il y a ensuite eu des négociations pendant des heures, négociations qui ont débouché sur le 'transport' de cette milice privée à l'extérieur de l'entreprise. Après, c'est le point d'interrogation. Ils auraient été emmenés au poste d'Aywaille et puis on les aurait ramenés en Allemagne, ce qui serait un comble.
Madame la ministre, je voudrais que vous puissiez nous apporter des éléments concrets sur les événements qui se sont produits à Sprimont dimanche. Y a-t-il eu refus d'acter la plainte? Les gens ont-ils été arrêtés? Y a-t-il eu des contrôles d'identité? Ont-ils été reconduits à la frontière avec la police locale ou fédérale?
05.05 Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, madame la vice-première ministre, il est vrai que les faits de dimanche dernier doivent interpeller tous les démocrates. Soyons clairs, la séquestration des directions d'entreprises ne sont pas des faits acceptables non plus sur le plan du respect de la loi! Mais il faut dire aussi que le recours à une organisation de gens qui à l'évidence sont préparés à exercer la violence pour imposer la volonté de leurs commanditaires n'est pas non plus acceptable dans un État de droit.
Vous nous expliquerez sans doute dans le détail la manière dont les forces de l'ordre ont été amenées à faire face à cette situation. Il n'en demeure pas moins que, sur la base des informations fournies par la presse, nous avons la désagréable impression d'un abandon de l'autorité publique – aussi bien, peut-être, du côté des responsables judiciaires que du côté du ministère de l'Intérieur.
Je puis comprendre que l'on recherche des modes de conciliation; je ne puis admettre qu'on le fasse avec des individus qui viennent commettre des actes violant la loi. Il faut donc expliquer clairement quel était l'objet de cette conciliation.
Cet abandon de l'autorité publique me conduit à vous poser une question précise. N'estimez-vous pas qu'il est de votre devoir de convoquer la direction de l'entreprise pour lui rappeler la loi? Si j'avais été le bourgmestre de la commune, c'est d'ailleurs la première initiative que j'aurais prise. C'est ce que je fais dans ma commune, lorsque des citoyens violent la loi. Un bourgmestre exerce des pouvoirs de police administrative.
J'attends de savoir si vous allez prendre des initiatives plus fermes à l'égard de la direction de l'entreprise incriminée.
05.06 Zoé Genot (Ecolo-Groen): Madame la ministre, dimanche dernier, nous avons vu des individus armés payés par la maison-mère de l'entreprise Meister s'introduire dans l'usine, poursuivre les travailleurs, les violenter, leur arracher leur gsm, les garder, les empêcher de sortir et de communiquer. À l'évidence, il s'agit d'un recours à une milice. Or la loi de 1934 est très claire: en Belgique, les milices sont interdites. Toute organisation de particuliers qui vise à recourir à la force ou à se substituer à l'action de police est prohibée. Tous les démocrates ont été choqués et effrayés par les images qu'ils ont vues. Je ne pourrais pas accepter que notre État de droit ne fasse pas respecter les règles.
De plus, cela s'est produit lors d'un conflit social. Le recours à des méthodes liberticides menace indiscutablement notre modèle social. Les limites ont été franchies, comme l'admet l'avocat de la maison-mère en personne. En de telles circonstances, le rôle de la police est de rappeler les règles et de les faire respecter en déférant à la justice ceux qui y ont contrevenu.
Madame la ministre, cet incident me pose un réel problème. La police a négocié pendant longtemps, près de 14 h 30, jusque 01 h 00 – pour simplement en fin de compte emmener ces gens et les reconduire à la frontière avec leurs armes, sans les interroger ni les identifier.
La police a refusé d'acter la plainte des travailleurs; or on ne peut refuser d'acter une plainte: il s'agit d'un droit fondamental du citoyen.
Vous avez été mise au courant et avez suivi les événements heure par heure.
Madame la ministre, les renforts ont-ils été insuffisants? Qui a donné ces instructions? Pourquoi notre État de droit n'a-t-il pas été respecté? Pourquoi la police ne l'a-t-elle pas fait respecter?
05.07 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de directie van de firma Meister vond er deze week niets beter op dan een knokploeg in te huren om het protest van het personeel tegen de dreiging van een sluiting van de fabriek te breken.
Wij hebben allemaal de foto’s in de krant gezien. De gemiddelde voetbalhooligan was niets vergeleken bij de leden van deze knokploeg. In ware commandostijl, gewapend met matrakken en traangas, werden arbeiders geïntimideerd. Werknemers werden opgesloten en werden verplicht hun gsm’s af te geven. Zij kregen klappen indien zij dit niet deden. Praten hielp niet, want de zware jongens spraken alleen maar Duits. Verschillende werknemers hebben een klacht ingediend wegens slagen en verwondingen.
Mevrouw de minister, dit is absoluut onaanvaardbaar. Met deze praktijken wordt de klok teruggedraaid naar de 19de eeuw, toen het sociaal overleg nog niet bestond. Indien wij dit toelaten, zetten wij de deur open om elk sociaal conflict voortaan met geweld op te lossen.
Het heeft er ook alle schijn van dat de directie van Meister de wet heeft overtreden. De wet-Tobback stipuleert duidelijk dat iedere privébewakingsdienst erkend moet zijn door Binnenlandse Zaken. Aangezien de directie van Meister deze jongens in Duitsland is gaan ronselen, mochten zij geen bewakingswerk verrichten, laat staan mensen bedreigen of opsluiten.
Mijn vragen zijn de volgende. Zijn er ondertussen juridische stappen ten aanzien van de directie van Meister? Welke sanctie riskeren betrokkenen?
Welke acties zult u ondernemen om ervoor te zorgen dat sociale conflicten niet meer op deze manier ontaarden?
05.08 Joëlle Milquet, ministre: Chers collègues, je vous remercie pour vos questions. Je vous avoue que, pour avoir vécu les événements tout au long de cette soirée, je condamne, comme d'autres, la présence d'un service de gardiennage et de sécurité non agréé sur le sol belge ayant exercé, dans un lieu privé, des missions qui n'étaient pas les siennes et auxquelles il n'était pas habilité.
Les événements évoqués touchent trois thématiques différentes pour lesquelles il convient de procéder à des analyses et à des réponses séparées. Premièrement, il y a la problématique du caractère illégal de la présence sur le territoire d'un service de gardiennage privé. Je confirme que 35 personnes, accompagnées d'un directeur, sont entrées dans l'entreprise.
Geen enkele buitenlandse bewakingsfirma mag op Belgisch grondgebied werken als hiervoor vooraf geen toelating werd verkregen. De toelating wordt niet toegekend als niet wordt voldaan aan een aantal voorwaarden, door de bewakingsfirma enerzijds en door het personeel van de firma anderzijds.
Bovendien zijn er twee verschillende bepalingen in de wetgeving. Ten eerste, is het voor bewakingsfirma’s of interne bewakingsdiensten verboden om zich in te laten of tussen te komen in politieke of sociale conflicten. Ten tweede, is het verboden om tussenbeide te komen naar aanleiding van syndicale activiteiten of activiteiten met een politieke doelstelling.
Sur cette base, dès dimanche, une infraction évidente avait déjà été commise, relevant de l'autorité judiciaire. À plusieurs reprises durant cette soirée, dans le cadre de discussions pour trouver une solution, j'ai eu des contacts avec le directeur; je l'ai rappelé fermement.
Pour répondre à la question de M. Maingain, une démarche sera effectuée en lien avec Mme Annemie Turtelboom, ministre de la Justice, à l'égard de cette firme, outre l'enquête en cours.
Le premier élément est donc l'aspect administratif concernant les services de gardiennage et les milices privées.
Un deuxième aspect n'a pas été souligné, qui s'est achevé pour le mieux dimanche et qui relevait de l'urgence: la question de la sécurité des personnes. Il convenait d'éviter un affrontement violent, qui était pourtant à deux doigts de se produire. La situation était en effet explosive: à l'intérieur de l'entreprise se trouvaient des membres du service de gardiennage, ne parlant pas la langue et dans un état d'énervement relativement avancé; en face, un nombre important de syndicalistes.
Pour gérer l'ordre public et l'aspect administratif, 78 membres de la police de la zone Secova sont d'abord intervenus. Ensuite, selon le protocole d'accord de collaboration, sont intervenues les zones de police voisines, dans les minutes qui ont suivi la demande. Puis, la police fédérale de la province de Liège, police des autoroutes et des chemins de fer, est arrivée avec une dizaine de policiers de plus dans la demi-heure. Ensuite, la police fédérale, d'après les disponibilités, est arrivée avec une arroseuse et dix policiers. Enfin, la police de Liège s'est jointe aux autres avec un Alpha Peloton de 27 policiers et 4 chiens.
Total: 78 personnes, ce qui constitue un groupe ne pouvant pas lever de questionnement d'un point de vue quantitatif. C'est grâce à tous ces contacts que j'ai pu assurer l'arrivée de ces renforts.
Il s'agissait bien des compétences de la police locale, avec un chef de zone et le bourgmestre de Sprimont, M. Ancion, que j'ai eu au téléphone et qui se trouvait chez lui dans la soirée.
Quel était l'objectif? Dans une situation relativement difficile, il s'agissait d'assurer une évacuation sans affrontement, sans blessé ni problème.
Après différentes négociations, tout d'abord une évacuation dans les combis de police a eu lieu et, ensuite, les véhicules ont été restitués. Une solution pacifique a finalement été trouvée au niveau de la police administrative.
J'en arrive ainsi au troisième volet qui est, vraisemblablement, le plus problématique, à savoir celui de la police ou de l'autorité judiciaire. Un rapport circonstancié devra sans doute être rédigé, mais cet aspect relève plutôt de la compétence de ma collègue de la Justice.
Des contacts ont certes eu lieu avec un membre du parquet et un auditeur du travail, mais aucun représentant de l'autorité judiciaire n'était présent au moment des faits.
Il est vrai que les identités auraient dû être relevées. Mais il y a eu dans l'appréciation de la police locale, à tort ou à raison – le rapport approfondi que j'ai demandé le dira –, une sorte d'équilibre entre la volonté de recourir aux notions de police administrative et la volonté d'éviter les affrontements, raison pour laquelle les aspects judiciaires ont sans doute été négligés. Mais je répète qu'à l'issue de l'évacuation, toutes les identités auraient dû être relevées alors que cela n'a été fait que partiellement.
Par ailleurs, des infractions ont effectivement été constatées. Cet aspect ne relève pas de mes compétences, mais de celles de la ministre de la Justice qui suit d'ailleurs cette affaire de près. En effet, il semble que certains étaient en possession, notamment de battes de base-ball et de matraques qui peuvent être considérées comme des armes, et qu'elles n'ont pas été confisquées. Des coups et blessures semblent avoir également été constatés, mais cela doit encore être confirmé par l'enquête judiciaire qui est en cours. En tout cas, dès le dimanche, il y a eu infraction à la loi Tobback au niveau des différents aspects judiciaires.
Comme ces points ne relèvent pas de ma compétence, ma collègue Mme Turtelboom devrait pouvoir vous donner des informations à ce sujet, au moment opportun, en commission.
En résumé, au-delà des données qui nous ont déjà été fournies, j'ai demandé un rapport circonstancié.
Après analyse, j'estime que nous disposons de circulaires en matière de gestion négociée de l'espace public. Cependant, nous vivons dans une période de crise où les conflits sociaux sont importants et en augmentation; ils peuvent mener à des actes de violence.
Il est donc primordial que le SPF Intérieur établisse une circulaire très claire précisant les principes d'action et la répartition des rôles de chacun dans de telles circonstances.
Outre les démarches que je devrai entreprendre avec ma collègue de la Justice – que je dois encore rencontrer – à l'égard de cette entreprise (sans parler des enquêtes judiciaires qui relèvent d'un pouvoir indépendant et sur lesquelles je ne me prononcerai pas), je reviendrai très rapidement avec une proposition de circulaire.
05.09 André Frédéric (PS): Madame la ministre, je voudrais vous remercier car vous avez reconnu un certain nombre de manquements que j'avais observés en étant sur place.
Premièrement, cette milice privée n'avait pas à intervenir dans un conflit social sur le territoire belge.
Deuxièmement, j'ai bien entendu que vous confirmiez que les identités n'auraient pas été prises sur place et que les armes, battes de base-ball et autres joyeusetés, n'auraient pas été retirées. Même si ce sont les mauvaises langues qui s'exprimaient, j'ai même entendu dire que c'était l'objet même de la négociation pour que ces types acceptent de sortir de l'entreprise.
Tout cela est évidemment à vérifier mais cela reste extrêmement grave et je vous invite à être particulièrement attentive: ce genre d'intervention ne peut plus se reproduire sur notre territoire!
Je ne mets pas en doute la bonne volonté des zones de police locale et des policiers fédéraux qui devaient gérer le conflit dans l'urgence.
Vous dites qu'il fallait éviter les affrontements. Soyons sérieux! Les plus arrogants étaient les 20 barbouzes de cette entreprise privée qui insultaient les travailleurs – je n'entendais pas mais je voyais; je n'oserai pas reproduire les gestes que j'ai observés mais vous pouvez les imaginer – qui eux, ne demandaient qu'une chose, le respect la loi belge. N'importe quel citoyen belge qui se fait arrêter sur la voie publique avec une arme blanche dans son coffre se fait contrôler, se fait embarquer au poste et risque des poursuites judiciaires! Cela n'a pas été le cas. C'est dommageable et je le regrette!
05.10 Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, Mme la ministre nous a expliqué avec beaucoup de franchise la relation des faits. Cela reste plus que troublant et même totalement inacceptable. Cela laisse entendre qu'il y aurait une sorte de contradiction ou de conflit entre les missions de police administrative et les missions de police judiciaire, ce qui n'est évidemment pas une contradiction.
Par définition, c'est comme si on nous expliquait que, pour sortir d'une maison, un voleur négociait les conditions de sortie, alors que l'on sait qu'il a commis un délit. C'est comme s'il disait: je ne sortirai qu'à mes conditions et je négocie la meilleure façon de sortir. D'après ce qui nous a été expliqué, nous sommes un peu dans cette logique.
Je ne dis pas que les intentions des autorités sur place n'étaient pas d'éviter un bain de sang. Je dis simplement que les effectifs de police sur place devaient permettre une application correcte, pleine et entière de la loi. Il est vrai que cette responsabilité incombait aux autorités judiciaires. C'est pourquoi j'interrogerai également la ministre de la Justice pour savoir comment le parquet et l'auditorat du travail ont dirigé l'aspect judiciaire des événements.
05.11 Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, ce n'est évidemment pas commun! Ces personnes qui étaient clairement en infraction – les éléments qui posent problème ont d'ailleurs été cités – ont négocié leur sortie. On voulait éviter un affrontement. Or, quand des malfrats sont sur le terrain, il faut les arrêter, au moins administrativement, le temps d'examiner leur cas.
Dire qu'il y avait les aspects judiciaires … Non, madame la ministre de l'Intérieur! Vous êtes responsable de la police qui n'a pas fait son travail. Elle n'a pas confisqué les armes ni identifié ces personnes. Elle les a gentiment reconduits à la frontière. C'est un problème de responsabilité; la police n'a pas fait son travail!
À la moindre manifestation, tout le monde est
arrêté et envoyé au commissariat et les drapeaux sont confisqués car ils
pourraient constituer des armes. En l'occurrence, des barbouzes ont été
gentiment reconduits à la frontière. C'est inacceptable!
05.12 Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, ik ben tevreden dat u de zaak ernstig neemt.
Betreffende de verantwoordelijkheid van de werkgever zal ik mijn vragen richten aan de minister van Justitie. We mogen niet vergeten dat zij hierin een grote verantwoordelijkheid heeft. Het is belangrijk om dat soort praktijken scherp te veroordelen. We moeten waakzaam zijn voor herhaling. Het geval toont ook aan hoe belangrijk het sociaal overleg is. We moeten blijven inzetten op sociale vrede. Over enkele weken ondervraag ik u opnieuw over de resultaten van de acties die u nu hebt aangekondigd.
Le président: Nous aurons l'occasion de revenir sur ce sujet dans les prochains jours et les prochaines semaines. Ceci était l'amorce d'un débat plus approfondi. Il y aura d'ailleurs encore une question de M. Madrane à la ministre de la Justice tout à l'heure.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Eva Brems aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "gaybashing" (nr. P0781)
06 Question de Mme Eva Brems à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le gay bashing" (n° P0781)
06.01 Eva Brems (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ons land mag er trots op zijn dat zijn premier en verschillende ministers in de regeringen openlijk homo kunnen zijn. We mogen er trots op zijn dat ons land een voortrekkersrol heeft gespeeld en nog steeds speelt met de wetgeving inzake gelijke rechten van holebi’s.
Ik ben er echter over verontrust dat een deel van die verworvenheden nu dreigt teruggedraaid te worden door de verspreiding van een klimaat van onveiligheid voor holebi’s op straat. Ik stel mijn vraag naar aanleiding van een zoveelste geval van gay bashing. Getuigenissen uit de holebigemeenschap geven aan dat verbale en fysieke agressie jammer genoeg dagelijkse kost is in het centrum van onze hoofdstad, de hoofdstad van Europa. Er bestaat zelfs een app voor de smartphone waar men kan aangeven waar men slachtoffer werd van geweld. De app is jammer genoeg heel succesvol.
Het fenomeen blijft ook niet beperkt tot Brussel. Het afgelopen weekend werden in Leuven enkele jongens in elkaar geslagen door iemand die vond dat hij dat recht had enkel en alleen omdat zij homo’s zijn. Mevrouw de minister, dat kan niet. Dat kunnen we niet tolereren. Mensen horen in ons land, van de Grote Markt tot onze grote steden, niet bang te zijn om elkaar een hand of een kus te geven.
Het regeerakkoord belooft een krachtdadige aanpak van homofoob geweld. Mijn vraag gaat over die krachtdadige aanpak.
Ten eerste, erkent u dat er sprake is van een zich verspreidend en groeiend fenomeen?
Ten tweede, als minister van Binnenlandse Zaken, wat doet u in overleg met uw collega van Justitie om het aantal aangiftes en de aangiftebereidheid hieromtrent te verhogen en om de nodige prioriteit te geven aan de vervolging en de bestraffing van homofoob geweld?
Le président: Madame Genot, puis-je vous demander, lorsqu’un ministre est interrogé, qu’on ne l’interrompe, s’il vous plaît? C’est valable pour tout le monde. C’est une question de respect de l’orateur et du ministre.
06.02 Eva Brems (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik heb nog een laatste vraag. U combineert de beide bevoegdheden Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen. Als minister van Gelijke Kansen lijkt het mij dat u de aangewezen persoon bent om initiatieven te nemen om te komen tot een broodnodig actieplan tegen homofoob geweld.
Mevrouw de minister, welke initiatieven neemt u daaromtrent om samen te zitten met relevante actoren, zoals burgemeesters, ministers van Onderwijs, allochtone gemeenschappen en alle andere mogelijke relevante actoren?
06.03 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, het geweld tegen holebi’s is inderdaad totaal onaanvaardbaar. Ik werk daarom aan een globaal actieplan om homofobie en transfobie te bestrijden en om te strijden tegen het geweld tegen holebi’s.
Mijn kabinet ontmoette reeds de drie koepelorganisaties van de holebibeweging, het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding en ook het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, om over die problematiek te praten. Ik heb mij ertoe geëngageerd om driemaandelijks de koepelorganisaties te ontmoeten om het fenomeen nauwgezet op te volgen.
Natuurlijk hebben wij al een groot aantal initiatieven, die heel belangrijk zijn. Ik vernoem de site www.meld-it.be van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, de conventie tussen het Centrum en de federale politie over een betere vorming van de politieagenten, een werkgroep Discriminatie Justitie-Politie en een module voor de basisopleiding. Er is nog een groot aantal andere maatregelen.
Om het actieplan voor te bereiden, ben ik bezig met een overleg met alle betrokken diensten van Binnenlandse Zaken, zoals de vaste commissie, de lokale politie, de dienst Diversiteit van de federale politie en de algemene directie Veiligheid en Preventie. Als minister van Gelijke Kansen kan ik daar ook het Instituut en het Centrum bij betrekken. Er liggen ook initiatieven klaar met de ministers van Onderwijs. Het is ook een kwestie van cultuur en mentaliteit. Wij moeten daarom ook aan preventie werken.
Ik zal ook het thema van het geweld tegen holebi’s opnemen in de kadernota "Integrale veiligheid" voor mei of juni.
Ten slotte steun ik de nieuwe organisatie Rainbow Cops België, die bij de politie een andere mentaliteit wil ontwikkelen.
06.04 Eva Brems (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik hoor u graag het actieplan aankondigen. U moet er wel voor zorgen dat de gevolgen van het plan op het terrein snel voelbaar zijn. Ik heb alvast de ervaring – misschien delen collega's die – dat het fenomeen de afgelopen weken en maanden in de eigen omgeving toeneemt en voor onze ogen groeit op plaatsen waar het tevoren niet bestond.
We moeten snel reageren. We kunnen de situatie nog keren en moeten dat ook doen. De voortrekkersrol die wij hebben gespeeld inzake het homohuwelijk en die wij blijven spelen, kunnen wij ook op dat vlak waarmaken. Wij kunnen de ambitie aan een land te worden waar niemand bang hoeft te zijn om in elkaar te worden geslagen en geweld te ondervinden om wie men is. Wij willen geen racistisch geweld, geen antisemitisch geweld en geen homofoob geweld.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de versturing van Franstalige oproepingsbrieven in de faciliteitengemeenten" (nr. P0782)
07 Question de M. Peter Logghe à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "l'envoi de convocations électorales en français dans les communes à facilités" (n° P0782)
07.01 Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, de omzendbrief-Peeters is de jongste dagen door u opnieuw in het nieuws gekomen. Zoals u ongetwijfeld weet is de omzendbrief-Peeters al jaren de correcte interpretatie van de faciliteiten. Dat zegt niet alleen professor Van Orshoven, dat zeggen ook heel wat andere personaliteiten. Het is juist die omzendbrief die u door de Raad van State wilt laten intrekken.
Mevrouw de minister, kunt u bevestigen dat u de omzendbrief-Peeters inderdaad wilt laten intrekken via de Raad van State?
07.02 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, ik zal ook een heel kort antwoord geven.
Ik wil geen enkele polemiek over BHV. Iedereen kent de stand van zaken en de inhoud van de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken. Zoals ik in de commissie heb gezegd, zal in de toekomst de algemene vergadering van de Raad van State uiteraard bevoegd zijn over interpretatieproblemen met betrekking tot deze materie.
07.03 Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, ik vermeld uitdrukkelijk dat ik u niet bedank voor uw antwoord. Ik vind het compleet onjuist. Professor Van Orshoven vindt uw project eigenlijk totaal waanzinnig.
Mijnheer de voorzitter, mijn repliek is een duidelijke boodschap aan de Vlaamse minderheid in deze regering, vooral aan CD&V en de heer Verherstraeten. Nog voor de staatshervorming is afgerond ligt dit project van de Franstaligen, en het is duidelijk een project van de Franstaligen, ter tafel.
Dames en heren van de Vlaamse minderheid in deze regering, u zult het ongetwijfeld goedkeuren. De strijd is niet eens begonnen, mijnheer Verherstraeten en de andere collega’s van CD&V, of de frontale aanval op het koninginnestuk van het Vlaams beleid in de Vlaamse rand rond Brussel ligt al in het vuur. Ik houd werkelijk mijn hart vast voor wat er in de komende maanden op ons afkomt.
Het incident is gesloten.
- Mme Jacqueline Galant à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le plan national de sécurité" (n° P0783)
- M. Michel Doomst à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le plan national de sécurité" (n° P0784)
- M. Bart Somers à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les priorités de la police fédérale et le plan Armes" (n° P0792)
- mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het nationaal veiligheidsplan" (nr. P0783)
- de heer Michel Doomst aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het nationaal veiligheidsplan" (nr. P0784)
- de heer Bart Somers aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de prioriteiten van de federale politie en het wapenplan" (nr. P0792)
08.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, madame la ministre, le plan national de sécurité a été approuvé aujourd'hui par le Conseil des ministres. Il met l'accent sur différents points, notamment la criminalité informatique, le trafic illégal d'armes, la violence intrafamiliale, etc. Il est temps de restaurer un climat de confiance et de sécurité pour le citoyen, toutes ces mesures sont donc très importantes.
Madame la ministre, ma question concerne la concrétisation de toutes ces mesures. Nous avons l'impression d'avoir un catalogue de bonnes intentions devant nous mais il n'y a rien de vraiment concret. Si je prends le trafic illégal d'armes, comment allez-vous essayer d'éviter les tragédies que nous avons connues récemment dans la région de Liège? J'espère qu'on ne se trompera plus de public et qu'on n'embêtera pas les braves gens, les collectionneurs ou les tireurs sportifs.
En ce qui concerne la police de proximité, vous avez dit que vous vouliez vous recentrer sur son core business. Comment allez-vous agir en ce domaine?
J'ai également un problème quant à la rédaction de la note cadre de sécurité intégrale. En principe, le plan national de sécurité vient dans la foulée de cette note, qui permet une concertation entre la Justice, l'Intérieur et les entités fédérées afin d'harmoniser l'action des services de police sur l'ensemble du territoire. Je sais que vous avez eu peu de temps mais on a l'impression qu'on travaille à l'envers: on a d'abord le plan national de sécurité et seulement ensuite la note cadre. Le plan devra donc être adapté suite à la rédaction de cette note. Comment allez-vous procéder et où en sont les concertations avec les différents acteurs pour la rédaction de la note cadre?
08.02 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, wij vernemen dat wij een goedgekeurd nationaal veiligheidsplan hebben en daar zijn wij blij om. Wij zijn uiteraard ook geweldig nieuwsgierig. Als het Parlement iets te nieuwsgierig is, betekent dit toch ook wel dat er nog werk aan de winkel is, want wij willen heel graag betrokken worden bij de concrete invulling en uitvoering.
Ik meen ook te weten dat er een nieuw wapenplan is, alsook een nieuwe commissaris-generaal is. Ook zou opvolging worden gegeven aan de tragische incidenten in Luik, daarover hebben wij fragmenten gehoord en gezien in kranten, radio en televisie. De vraag luidt wanneer onze parlementaire nieuwsgierigheid zal worden geblust. Kan dat heel snel? Kunnen wij daarover met de nieuwe commissaris-generaal overleggen? Wanneer en hoe zullen alle adviezen ter zake binnen zijn? Ik meen dat het hoog tijd is voor veiligheid, ook in het Parlement.
08.03 Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijn vraag was van dezelfde orde. Ik had ze aan u gericht, maar blijkbaar had men ze doorgeschoven naar de minister van Justitie. Aangezien de vraag hetzelfde thema betreft, wil ik mij graag aansluiten bij de vorige sprekers.
De regering heeft vandaag een wapenplan goedgekeurd, als antwoord op het drama dat zich op 13 december in Luik heeft afgespeeld. De nieuwe regering Di Rupo was toen één week in dienst en werd geconfronteerd met dit afschuwelijke drama. Vandaag werd een wapenplan goedgekeurd, dat uit veel aspecten bestaat. Er wordt een speciale cel geïnstalleerd die de wapenhandel moet aanpakken. De wapenwet zal worden verstrengd. Er zal in de toekomst meer proactief dan reactief opgetreden worden. Ook het Wetboek van Strafvordering zal worden aangepast om opsporingsdiensten meer instrumenten te geven om de strijd tegen de wapenhandel op een effectieve en efficiënte manier te voeren. Op het eerste gezicht lijkt het wapenplan mij heel coherent. Hoe moet het nu echter verder?
Ik heb twee specifieke vragen. Ten eerste, het Wetboek van Strafvordering moet worden gewijzigd, alsook de wet op de wapenhandel. Wanneer worden deze wetsontwerpen in het Parlement behandeld?
De tweede vraag is van budgettaire aard. Indien men engagementen aangaat om een bijzondere cel Wapenhandel te installeren en de coördinatie te verbeteren, dan vergt dat mensen en middelen, en dat in budgettair zeer moeilijke omstandigheden. Zijn er reeds engagementen aangegaan? Is er in middelen voorzien? Zal deze regering voldoende financiële middelen ter beschikking stellen om dit wapenplan meer te laten zijn dan een mooi plan, maar ook een realiteit op het terrein?
08.04 Joëlle Milquet, ministre: Chers collègues, je vous remercie pour vos questions. Je suis étonnée par les questions de la première intervenante, le rapport ayant été distribué il y a une heure à peine! Il est peut-être prématuré de dire que son contenu est dénué de propositions concrètes, d'autant que votre formation politique l'a approuvé avec enthousiasme, tout comme l'ensemble du gouvernement ce matin en Conseil des ministres.
En ce qui concerne le plan d'action pour les armes, une mesure claire, forte se dégage au-delà de toutes les autres, à savoir l'interdiction en vente libre d'armes à feu, ce qui me semble tout sauf anodin.
Die documenten, het nationaal veiligheidsplan en de actieplannen betreffende vuurwapens en de gevolgen van het drama in Luik, zijn natuurlijk heel belangrijk. Ik ben, samen met mijn collega Annemie Turtelboom, bereid om na het conclaaf naar hier te komen, in een gezamenlijke commissie, ook met de nieuwe commissaris-generaal, om de verschillende voorstellen uit te leggen en een echt debat met de Parlementsleden te voeren. Dat kan dus na het conclaaf, op het einde van volgende week of de week erna.
Wat uw vragen betreft, mijnheer Somers, de kalender van de verschillende wetsontwerpen zal op dat ogenblik uitgelegd worden. Wat de financiële middelen betreft, zal ik hopelijk na het conclaaf een duidelijker antwoord kunnen geven.
08.05 Jacqueline Galant (MR): Madame la ministre, je vous remercie de votre réponse. Nous avons pu prendre partiellement connaissance du rapport relatif à votre plan grâce à une dépêche Belga. J'y ai lu que vous aviez décidé de soumettre dorénavant à autorisation préalable la vente d'armes à feu historiques, folkloriques et décoratives, mettant ainsi fin aux dernières possibilités d'acquérir librement des armes à feu sur le marché belge. Je ne suis pas sûre que ce soit la mesure la plus susceptible d'empêcher la vente illégale d'armes.
Je vous invite à venir dans différents endroits: dans certains lieux publics, cafés et arrière-cuisines, vous pouvez aller choisir librement des armes issues d'un trafic. Des mesures plus appropriées doivent donc être prises. Je sais que vous ne détenez pas la réponse divine en ce domaine.
Le président: L'incident est clos.
08.06 Jacqueline Galant (MR): Laissez-moi terminer ma réplique! Vous ne m'avez pas répondu au sujet de la note cadre de sécurité intégrale; vous ne m'avez pas dit où en étaient les concertations avec les entités fédérées et votre collègue de la Justice.
Le président: Madame Galant et madame la ministre, je vous propose d'attendre la publication du rapport et d'en discuter sur la base de documents que nous aurons sous les yeux, et pas à partir de dépêches Belga.
08.07 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, het is misschien wel een primeur, maar ik ben van mening dat men met zulke primeurs zo snel mogelijk naar het Parlement moet komen.
Dit Veiligheidsplan moet snel omgezet worden in veiligheidsactie. De nieuwe commissaris-generaal zegt terecht dat de band tussen het lokale en het federale niveau versterkt moet worden. Ik vind dat het Parlement haar ter zake spoedig diep in de ogen moet kunnen kijken. De politiezones zitten echt te wachten op het Veiligheidsplan. Het moet snel getoetst worden door het Parlement. Wij vragen u dus dat u dringend met uw plan naar de commissie komt.
08.08 Bart Somers (Open Vld): Mevrouw de minister, het is evident dat u op deze korte termijn geen concreet antwoord kunt geven op de vragen die hier gesteld zijn. Ik vind de reactie van de regering op het drama in Luik een coherent plan, maar dat plan wordt pas echt geloofwaardig, en de regering heeft pas echt haar taak volbracht, als de noodzakelijke wetswijzigingen gebeurd zijn.
Ik heb begrepen dat het de ambitie is daar snel mee naar het Parlement te komen. Ik juich dat toe. Het plan wordt bovendien pas geloofwaardig wanneer u, in deze budgettair moeilijke tijden, voor deze zeer belangrijke prioriteit voor de veiligheid van de mensen voldoende middelen vrijmaakt.
Als het plan echt een prioriteit is, moet u dat op het terrein kunnen hardmaken. Het moet meer zijn dan een plan. Ik vind het dus heel belangrijk dat de regering bij de volgende budgetcontrole voldoende ruimte vindt om dit plan tot realiteit te maken op het terrein. Dan zal de regering haar engagement van 13 december volwaardig nagekomen zijn.
Het incident is gesloten.
- M. Georges Dallemagne au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la Société Belge d'Investissement pour les Pays en Développement (BIO)" (n° P0787)
- M. Tanguy Veys au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "le fonctionnement de la Société Belge d'Investissement pour les Pays en Développement" (n° P0788)
- M. Jean Marie Dedecker au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "le fonctionnement de la Société Belge d'Investissement pour les Pays en Développement" (n° P0789)
- M. Jenne De Potter au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "le fonctionnement de la Société Belge d'Investissement pour les Pays en Développement" (n° P0790)
- de heer Georges Dallemagne aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO)" (nr. P0787)
- de heer Tanguy Veys aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de werking van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO)" (nr. P0788)
- de heer Jean Marie Dedecker aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de werking van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO)" (nr. P0789)
- de heer Jenne De Potter aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de werking van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO)" (nr. P0790)
09.01 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, je reviens sur les révélations du journal Le Soir de cette semaine, deux jours de suite, concernant la Société belge d'Investissement pour les Pays en développement.
Je rappelle que cette société est censée faire de la coopération au développement, d'aider les pays les plus pauvres à s'en sortir, notamment via des emplois durables et le développement d'une économie durable.
Or, qu'apprend-on? Ce n'est qu'une demi-surprise pour ceux qui tentent de suivre ce dossier depuis quelques mois ou quelques années:
- cette société investit des fonds publics dans des produits financiers à risque dans des paradis fiscaux;
- ces produits financiers servent, le cas échéant, lorsque cela fonctionne bien, à financer des projets plutôt dans des pays émergents que dans les pays les plus pauvres;
- il s'agit de projets assez curieux: on parle d'un palace au Nigeria, de poudre servant à faire des burger kings au Costa Rica, etc;
- le PDG de cette entreprise serait rémunéré – je parle au conditionnel car les membres du conseil d'administration de BIO n'auraient pas accès à ce contrat -, par sa propre société à hauteur de 320 000 euros par an, pour de la coopération au développement je le rappelle.
Je passe outre les mesures d'ingénierie fiscale, puisque, à travers les intérêts notionnels, très peu d'impôts sont prélevés sur les bénéfices de cette société. Par ailleurs, plus de la moitié du personnel interne de cette entreprise estime qu'il y a un problème de gouvernance au sein de l'entreprise.
Vraiment, si je me réjouis que l'évaluation de cette entreprise ait été envisagée dans l'accord de gouvernement, je pense qu'il y a aujourd'hui urgence en la matière. Vous avez vous-même récemment déclaré, à la suite de ces révélations, que vous alliez demander des explications à cette société, mais je pense que le parlement a également besoin d'explications. En effet, il faut faire toute la lumière à ce sujet, car cela crée un mal terrible à l'ensemble de la coopération au développement, aux autres acteurs de la coopération au développement qui, eux, font un travail extraordinaire et formidable au jour le jour en matière d'aide aux pays les plus pauvres.
Bref, j'aimerais savoir si l'ensemble de ces révélations sont exactes, notamment celle relative à la rémunération du PDG de BIO.
09.02 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in het regeerakkoord van 1 december 2011 dat u mee hebt onderhandeld en goedgekeurd, staat, ik citeer: “dat er bijzondere aandacht zou besteed worden aan de coördinatie van de verschillende betrokken actoren om tot een samenhangend Belgisch optreden inzake ontwikkelingssamenwerking te komen en om een efficiënte besteding van de overheidsmiddelen en dus lagere werkingskosten te bekomen. Bovendien zou de regering een evaluatie van de activiteiten en investeringen van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden opstarten.”
Blijkbaar heeft 11.11.11 reeds voor u het werk gedaan. Het gebeurt niet vaak dat iemand van het Vlaams Belang verwijst naar studiewerk van 11.11.11, laat staan dat hij het eens is met een aantal analyses en conclusies van de studie “Ondernemen tegen armoede”. Die zijn echter bijzonder pijnlijk.
Blijkbaar heeft u noch uw voorganger ooit die analyse gemaakt, want 11.11.11 stelt samen met mij vast dat ongeveer 151 miljoen euro van 0,5 miljard euro die de BIO investeert, naar investeringsfondsen gaat. Tot daar geen vuiltje aan de lucht, maar wat blijkt? Die investeringsfondsen zijn niet gevestigd zijn in België, maar op de Bahama’s, Guernsey, Mauritius, Luxemburg en de Kaaimaneilanden. Men heeft een mooi overzicht gemaakt van het financieel netwerk van de BIO in de wereld.
BIO blijkt niet zozeer een ontwikkelingsorganisatie te zijn maar meer een veredelde beleggingsclub. In de raad van bestuur zetelen capabele mensen die iets van beleggen weten: Marcel Colla, gewezen sp.a-minister, Jean-Claude Fontinoy, voorzitter van de NMBS-Holding, en een econoom, de heer Tollet van de ULB. Het verwondert mij trouwens dat de heer Haek daar niet tussen staat, want dat is ook iemand die iets weet van beleggen.
Wanneer wij het hebben over het aantal projecten, moeten er toch ernstige vragen worden gesteld. Mijnheer de minister, vindt u het als minister kunnen dat er wordt belegd onder meer in fitnesscentra in Colombia, aspergeteelt in Peru, windmolens in Nicaragua, een vijfsterrenhotel in Nigeria, een privékliniek voor medisch toerisme?
Ik denk dat u toch dringend maatregelen moet nemen, al was het maar om het toploon van de CEO aan te pakken.
09.03 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, ik denk dat ik de vraag aan de verkeerde persoon stel. Ik moet de vraag over het investeringsfonds voor ontwikkelingslanden stellen aan onze nieuwe staatssecretaris voor fraudebestrijding. Als ik het goed bekijk, bevat dit alle elementen die in deze regering beweerd bestreden te worden.
Ik begin bij het begin. U hebt dit de BIO genoemd. Ik noem dat een veredeld hefboomfonds. Het fonds investeert in landen, bijvoorbeeld de Kaaimaneilanden en Mauritius. Ze investeren zelfs in Delaware companies. Als u niet weet wat dit zijn, kunt u dat aan de heer De Gucht vragen, maar ik kan daar ook uitleg over geven. Dat is wat gebeurt in bijvoorbeeld Liechtenstein of Luxemburg, waar men niet weet welke investeerders daarachter schuilgaan.
Nog erger. De directeur-generaal die het boeltje tien jaar geleden heeft opgericht, factureert al jaren aan een managementvennootschap. Hij strijkt ook nog wat bonussen op die in socialistische oren heel goed zouden klinken: tot 320 000 euro per jaar en dergelijke meer. Men maakt ook misbruik van de notionele intrest. Iets van ontwikkelingssamenwerking maakt 4,2 miljoen euro winst op jaarbasis en betaalt daar maar 110 000 euro belastingen op, zegge en schrijve 2,6 %, doordat men gebruikmaakt van de notionele intrest.
Mijnheer de minister, ik vraag het u klaar en duidelijk: zult u dit hefboomfonds opdoeken? Zult u nu eindelijk, na tien jaar, zeggen dat dit misbruik is van overheidsfondsen? Het beheert meer dan een half miljard euro van de belastingbetaler, gegeven voor ontwikkelingshulp maar belegd in hefboomfondsen in fiscale paradijzen.
09.04 Jenne De Potter (CD&V): Mijnheer de minister, de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO), waarvan de Belgische Staat voor 84 % aandeelhouder is en die voor een half miljard euro aan belastingsgeld besteedt, is actief op vlak van ontwikkelingssamenwerking. Het geld van de BIO moet worden geïnvesteerd in lokale economie en lokale bedrijven om op die manier sociale vooruitgang, duurzame economische groei en blijvende welvaart te realiseren.
Tegen dat basisprincipe hebben we ten gronde geen bezwaren. We stellen ons wel vragen bij de manier waarop de BIO momenteel wordt bestuurd en hoe de financiële middelen worden belegd. Wanneer wij vernemen dat 150 miljoen euro wordt belegd via investeringsfondsen in landen waarvan het fiscale regime op zijn zachtst gezegd twijfelachtig is, mogen wij onszelf terecht vragen stellen. Ik vraag me of de manier van beleggen en beheer van middelen voldoende transparant en ethisch correct is, gelet op het feit dat dit naar het schijnt perfect legaal zou zijn.
Een tweede kritiek die ik wil formuleren betreft de effectieve aanwending van middelen. Wanneer ik hoor dat er wordt belegd in sectoren die actief zijn in fossiele brandstoffen en petrochemie, stel ik me vragen. De BIO moet niet alleen winstmaximalisatie nastreven maar moet ook aandacht hebben voor het terrein en wat de resultaten zijn van haar werk. Volgens mij moet er meer gefocust worden op investeringen in kleinschalige ondernemingen, op familiale landbouw en kleine coöperaties.
Ik heb de indruk dat bij de investeringspolitiek van de BIO meer wordt gefocust op financiële redenen dan op ontwikkelingsdimensie. Wanneer ik bovendien hoor dat er interne kritiek is op het beheer en beleid van de BIO, dringen meer vragen zich op en wil ik aandringen op een echte doorlichting en een audit van wat bij de BIO gebeurt.
Mijnheer de minister, wat is uw evaluatie van het werk en van het beleid van de BIO? In het regeerakkoord staat vermeld dat de regering een evaluatie van de activiteiten en investeringen van de BIO zal opstarten. Wanneer zal dit een aanvang nemen? Hoe ziet u dit?
Hoe zal deze doorlichting gebeuren, die effectief nodig is? Welke toekomst ziet u voor de BIO?
09.05 Paul Magnette, ministre: Monsieur le président, on m'annonçait d'autres questions, notamment de la part d'Ecolo-Groen; ces éléments seront donc réservés pour plus tard.
J'ai déjà eu l'occasion de m'exprimer sur la problématique de BIO. Comme le disait M. Dallemagne, c'est une demi-surprise, car ceux qui suivent le dossier BIO savent que nous avons certaines préoccupations, voire des motifs d'insatisfaction à l'égard de cette société. Ce n'est pas par hasard si l'accord de gouvernement évoquait déjà la nécessité de procéder à une évaluation en profondeur de cette société, ni par hasard que ma note de politique générale prévoyait sa refonte en profondeur.
Behoudens tegenbewijs is er geen wettelijk probleem. Er is wel een ethisch probleem. Wij moeten de wet versterken, in het bijzonder de ethische criteria in de wet. Er zijn verschillende wetsvoorstellen in voorbereiding, waarvan een van Marie Arena en Olga Zrihen. Ik heb duidelijk gesteld dat mijn doelstelling was zo vlug mogelijk de wetgeving op te stellen die in fine de BIO zou moeten verbieden nog financiële investeringen te realiseren in fondsen die in fiscale paradijzen gevestigd zijn.
Ik heb, ook al in 2012, aan de bijzondere evaluator voor ontwikkelingssamenwerking een evaluatie van de BIO gevraagd die zowel haar financiële strategie als de uitvoering van haar mandaat zal omvatten. De evaluatie zal onvermijdelijk ook een analyse bevatten van de compatibiliteit tussen haar sociaal mandaat en de financiële doelstellingen die de Staat vastgelegd heeft. Zoals bepaald in het KB van 2010 ter oprichting van de dienst van de evaluator, zal die verantwoording afleggen aan het federaal Parlement en dus direct aan u.
En ce qui concerne le statut du CEO de BIO – en ik ben met u eens mijnheer Dedecker, er was een probleem –, j'ai demandé qu'on mette un terme à la convention de consultance entre la SPRL qui mettait le CEO à disposition de BIO et BIO. Une procédure d'appel à candidature a été lancée, ainsi qu'un processus de benchmarking pour évaluer ce que serait le bon niveau de rémunération pour un nouveau CEO, qui aurait cette fois un statut de salarié en bonne et due forme. Comme pour tous les dirigeants d'entreprises publiques, les rémunérations de ce dernier devront être soumises à un plafonnement. J'introduirai un projet de loi en ce sens dans quelques semaines.
J'ai envoyé un courrier le 25 janvier au commissaire du gouvernement pour qu'il vérifie les mesures prises par le conseil d'administration. Une seconde lettre ayant la même teneur a été envoyée le 28 février. Ce dossier est donc bien en cours de résolution.
Ik kom tot de meer specifieke vragen. De wet houdende de oprichting van de BIO bepaalt dat deze maatschappij leningen kan toekennen of kapitaalsparticipaties kan nemen in de structuren waarin zij zelf investeert. Dit houdt op termijn een financieel engagement in. De vastleggingen van de BIO in intermediaire structuren betroffen in 2011 ongeveer 143 miljoen euro.
De wet van 3 november houdende oprichting van de nv BIO bepaalt in artikel 4 dat zij onderworpen is aan de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen. In dat opzicht kan zij dus op legale wijze gebruikmaken van de notionele intrestaftrek, ook al kunnen wij dat betreuren.
En guise de conclusion, je puis vous dire que nous sommes conscients de la situation. Même s'il n'y a pas de problème d'ordre légal, cela pose un problème en termes d'éthique. Les dispositions légales qui encadrent BIO doivent être renforcées. J'ai aussi indiqué qu'une cohérence devait être établie entre tous les instruments de la politique de coopération. Autrement dit, BIO doit se conformer aux même règles de transparence, d'accountability et d'objectifs de développement durable que tous les autres opérateurs de la coopération.
Mais, à l'instar de certains orateurs, je plaide pour que nous évitions les amalgames. BIO représente au maximum 5 % de l'aide publique belge au développement. Les 95 % restants, gérés par les autorités publiques, par des ONG, par la CTB, font l'objet d'évaluations très strictes à la pleine satisfaction des pays qui en sont bénéficiaires. Les problèmes posés par BIO, que je reconnais, ne doivent pas entacher la coopération au développement, qui ne le mérite pas.
09.06 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie et vous félicite de vous emparer de ce problème. Bien entendu, j'approuve votre dernière remarque.
Vous avez dit qu'il fallait entreprendre des réformes en profondeur. Pour ma part, je me pose la question de l'existence même de BIO. Je dois rappeler que celle-ci ne figurait pas dans la refonte de la coopération au développement. Quand la CTB a été créée en 2009, il était prévu qu'un département s'occupe des investissements privés. Or nous nous trouvons aujourd'hui devant une société dont les activités restent opaques, qui n'est pas contrôlée, qui a été voulue par le ministre Boutmans et qui ne fonctionne pas du tout. Il est temps de ramener ses activités, lorsqu'elles sont pertinentes, dans la CTB.
Vous avez répondu à beaucoup de questions, mais pas à celle qui portait sur les rémunérations. En tant que parlementaire, j'ai le droit de savoir combien le PDG de BIO a été payé pendant une dizaine d'années, alors qu'il était censé se charger de coopération au développement. Je reviendrai sur cet aspect qui me semble très important.
Enfin, nous rencontrons quotidiennement les acteurs de la coopération. Et c'est ce qui m'a embarrassé dès le début chez BIO: cela fait 20 ans que je suis actif dans ce domaine, aussi bien comme coopérant que comme parlementaire; jamais, je n'ai croisé de représentants de BIO. Donc, je n'ai jamais su exactement ce qu'ils faisaient. Il est temps qu'ils viennent rendre compte de leur travail.
09.07 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, blijkbaar kan men in België ongestoord gedurende jaren belastinggeld beleggen in fiscale paradijzen, kan een CEO zichzelf ongestoord een gemiddeld jaarloon van 320 000 euro uitkeren —ik heb geen andere cijfers — en dit alles onder het toeziend oog van de vertegenwoordigers van uw regering in die raad van bestuur. Mensen hebben geen vertrouwen meer in Ontwikkelingssamenwerking en stellen zich vragen bij de fondsen die naar die sector gaan. Toch is uw enige reactie dat het slechts gaat om 500 miljoen euro en dat er ook nog vele andere activiteiten zijn.
Welnu, volgens mij is 500 miljoen euro een heel groot bedrag en, rekening houdend met de aard van de projecten waarvoor die middelen worden uitgetrokken, is een en ander niet tolereerbaar.
Samen met u kijk ik uit naar de evaluatie die hopelijk snel gebeurt, althans sneller dan bij de NMBS. Ik hoop eveneens dat u aan de bestuurders die daar namens uw regering zitten, een attest van onbekwaamheid uitreikt.
09.08 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord. Ik duid u niets ten kwade aangezien u nog maar net in dienst bent, maar u moet eerlijk zijn.
Dit is een toestand die al gaande is sinds 2001. Ik hoor u heel graag zeggen dat het een semi-surprise is. Wel, dat is het niet. Er is een doorlichting geweest in 2007. Toen wist men bijvoorbeeld al dat er werd geïnvesteerd in het Investment Fund op de Kaaimaneilanden. Dat is een huis met 19 000 brievenbusadressen. Mijnheer Crombez, de gebeurtenissen in de BIO zouden een goede les kunnen zijn voor u. Alles zit erin, managementvennootschappen, misbruik, overheidsgeld, Kaaimaneilanden, Luxemburg enzovoort. Als u de kleine man aanvalt met zijn bedrijfswagentje, dan kunt u deze aangelegenheid ook eens bekijken.
In 2007 was er een doorlichting en 52 % van het personeel had het over misbruik van overheidsfondsen. Er is echter nog steeds niets veranderd. Zoals gebruikelijk in overheidszaken, zetelen notoire politici in de raden van bestuur, onder anderen de ex-minister van Ontwikkelingssamenwerking, minister Colla, en de directeur-generaal van de FOD Buitenlandse Zaken, de heer Moors.
Ik kan staatssecretaris Crombez slechts aanraden om er zijn tanden in te zetten, om zijn collega te helpen, en om de boel op te doeken. Deze zaak stinkt, van hier tot aan de Kaaimaneilanden.
09.09 Jenne De Potter (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. De aangekondigde acties en initiatieven die u wenst te nemen zijn zeer goed. U wilt de wet wijzigen om te vermijden dat er nog kan gewerkt worden via investeringsfondsen in belastingsparadijzen. Het is echter absoluut noodzakelijk om dit niet op de lange baan te schuiven.
Ik pleit ook voor een grondige evaluatie, herdenking en doorlichting van het systeem en van de werking ervan. Het is noodzakelijk om hieraan de maximale transparantie te geven, eveneens aan het Parlement. Het Parlement is tot op heden veel te weinig of zelfs niet betrokken geweest bij de werking van de BIO en het is noodzakelijk dat hier verandering in komt.
De BIO moet een voorbeeldfunctie hebben op het vlak van transparant, maatschappelijk en ethisch verantwoord ondernemen. Het is noodzakelijk dat het Parlement hierbij wordt betrokken. Ik dank u voor uw actie en voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Rachid Madrane à la ministre de la Justice sur "les suites judiciaires données à l'intervention d'une milice privée à l'occasion d'un conflit social au sein de l'entreprise Meister Benelux de Sprimont" (n° P0791)
10 Vraag van de heer Rachid Madrane aan de minister van Justitie over "de gerechtelijke gevolgen van het optreden van een privémilitie naar aanleiding van een sociaal conflict bij Meister Benelux in Sprimont" (nr. P0791)
10.01 Rachid Madrane (PS): Monsieur le président, chers collègues, madame la ministre, il a été dit ce dimanche que "ça suintait, ça puait le fascisme". Nous sommes nombreux, face à ces images présentées à la télévision, à avoir été scandalisés devant ces énergumènes, bodybuildés, habillés de chemises noires, venus "casser" de l'ouvrier et du futur chômeur. Cela m'a profondément choqué. Nous sommes nombreux à avoir eu ce sentiment. C'était scandaleux. Comme l'ont dit plusieurs de mes collègues à la ministre de l'Intérieur, les événements de Sprimont sont indignes; ces pratiques sont inacceptables dans un État de droit et totalement contraires à la concertation sociale. Traiter ainsi les ouvriers qui défendent leur emploi met à mal cet État de droit.
En outre, comment expliquer qu'une milice étrangère débarque dans notre pays pour casser et agresser avant de s'en retourner, escortée par des forces de police, comme s'il s'agissait de tourisme. C'est incompréhensible!
Comme le disait la ministre de l'Intérieur, certains faits sont avérés et des infractions ont été commises: infraction à la loi Tobback, infraction à la loi sur les milices privées de juillet 1934.
Madame la ministre, quelle a été l'attitude du procureur du Roi de Liège? La police a-t-elle prévenu le procureur du Roi de Liège de ses constats d'infraction? Si oui, à quelle heure? Comment le procureur du Roi de Liège a-t-il réagi? Est-il descendu sur place? Des mandats d'arrêt ont-ils été délivrés? Nous l'ignorons. A-t-il été demandé de relever les identités? Le procureur du Roi l'a-t-il demandé? Je ne le sais pas, car nous n'avons pas obtenu la réponse.
L'auditeur du travail a-t-il été contacté? S'est-il rendu sur place? J'aimerais le savoir.
Madame la ministre, pouvez-vous nous confirmer que nous sommes face à une violation de la loi du 29 juillet 1934 qui interdit les milices privées?
Quelles suites seront-elles données à ces actes qui constituent de nombreuses infractions, comme il a été dit?
Quelles peuvent être les conséquences réservées aux exécutants, à ces "chemises noires", mais aussi aux commanditaires?
Madame la ministre, nous attendons de vous que vous fassiez la lumière sur ces évènements. Nous ne voulons plus que ce genre de faits se reproduisent. Plus jamais! Cela nous a fait penser aux heures les plus sombres qu'ont connues notre pays et notre continent.
10.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, monsieur Madrane, dans la nuit du dimanche 26 février, contrairement aux dispositions de l'article 34 de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police, les fonctionnaires de police de la zone de police n'ont pas contrôlé l'identité des auteurs, alors qu'ils quittent les lieux sous escorte policière et sont conduits dans des véhicules de police jusqu'à la frontière.
Mardi 28 février, le ministère public charge en conséquence la police judiciaire fédérale de Liège de poursuivre l'information judiciaire du chef d'infraction à l'article 34 interdisant les milices privées, de séquestrations arbitraires, d’associations de malfaiteurs, de vols avec violence et d'éventuelles infractions au droit pénal social.
Ce 29 février, lors de la première réunion de coordination, alors que le procureur général coordonne la réunion, il a été décidé d'identifier les auteurs des faits et d'identifier et d'entendre les commanditaires sur les faits.
10.03 Rachid Madrane (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Tout ceci est incompréhensible et incroyable. Je répèterai ce qu'a dit mon collègue, M. Frédéric. Une milice étrangère débarque armée dans notre pays. Elle vient "casser" de l'ouvrier, du futur chômeur et saccage une entreprise pour livrer des marchandises que des clients attendent dans un autre pays. Ces gens ressortent accompagnés sans que l'on sache qui ils sont. Je suis abasourdi!
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Koenraad Degroote aan de minister van Justitie over "de aangekondigde staking van het VSOA wegens het uitblijven van een minimale dienstverlening door de politie in de gevangenissen" (nr. P0793)
11 Question de M. Koenraad Degroote à la ministre de la Justice sur "la grève annoncée par le VSOA-SLFP en raison de l'absence de service minimum assuré par la police dans les prisons" (n° P0793)
11.01 Koenraad Degroote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, ik wil het even hebben over de stakingsaanzegging van het VSOA die vandaag ingaat. De politievakbond is niet tevreden over het uitblijven van een regeling voor minimale dienstverlening bij stakingen in gevangenissen. Het probleem blijft inderdaad aanslepen.
Dienaangaande, mevrouw de minister, zou ik u graag even confronteren met enkele van uw uitspraken in de periode dat u minister van Binnenlandse Zaken was, ontslagnemend minister en minister in de periode van lopende zaken. Ik citeer er enkele. In De Standaard van 2010 zegt u: “Zo kan het niet meer verder.” In De Morgen: “De minister zal de lokale politie dan ook niet opvorderen in geval van staking. Er moet een andere oplossing komen: een minimumdienstverlening.” Een ander citaat uit De Morgen: “Agenten hebben meer dan genoeg aan hun eigen taak. Ik heb ze nodig om boekhandels en apothekers te bewaken, die steeds vaker het doelwit zijn van overvallers, niet om ze in gevangenissen te laten opdraven voor stakende cipiers. Wij zijn op een punt gekomen dat het pleidooi voor een minimale dienstverlening niet meer dan terecht is. Het herenakkoord werkt niet.” In Het Laatste Nieuws stond te lezen: “Het moet nu maar eens stoppen dat de politie systematisch voor gevangenisbewaker moet spelen. De politie hoort daar niet thuis. Dit dossier moet eindelijk eens heel scherp op tafel komen en moet opgelost geraken.”
Mevrouw de
minister, die uitspraken deed u in de periode van lopende zaken. In die periode
werden ook een aantal wetsvoorstellen ingediend om de minimale dienstverlening
mogelijk te maken. Wat hebben wij de voorbije weken geconstateerd bij de
behandeling van die wetsvoorstellen? Eerst waren er enkele zielige scenario’s
om allerhande uitstel te verkrijgen en nadien was er als klap op de vuurpijl uw
verklaring dat u tot het zomerreces zou wachten op de evaluatie van het
protocol. Dat betekent dat de problematiek in de koelkast zit en opnieuw vier à
vijf maanden uitstel. Dat kan zo niet verder.
Ik heb dan ook
enkele vragen, mevrouw de minister. Ik neem aan dat u zich uw uitspraken van
vorig jaar toch nog wel herinnert? De vraag is of u nog wel achter die
uitspraken van vorig jaar staat?
Zo ja, waarom hebt u een andere houding aangenomen; waarom hebt u een bocht gemaakt? Heeft dat misschien te maken met de onenigheid in de regeringsploeg? Er is op diverse punten onenigheid, onder andere over de index en de tweetaligheid. Heeft het iets te maken met de onenigheid met betrekking tot de materie van de minimale dienstverlening? Ik verneem het graag van u.
11.02 Minister Annemie Turtelboom: Een vakbond heeft inderdaad een stakingsaanzegging voor de periode van 1 maart tot 30 april ingediend voor het voltallige personeel van de geïntegreerde politie dat ingezet wordt om cipiers te vervangen tijdens stakingen. In concreto betekent het dus dat een stakingsaanzegging mogelijk is, zodra er een staking uitbreekt in de gevangenissen.
Betreffende de problematiek van de stakingen in de gevangenissen heb ik het engagement op mij genomen, conform het regeerakkoord, om een evaluatie te maken van protocol 351. Ik heb steeds gezegd dat als het protocolakkoord werkt, een wettelijke basis niet nodig is. Die evaluatie is voor mij een absolute topprioriteit. Ze moet snel en grondig gebeuren. Mijn administratie heeft al een methodologie ontwikkeld. De timing is voorgesteld aan de vakbonden. Wij zullen ons deel van de evaluatie doen. Dat zal dan voorgelegd worden aan de vakbonden. Nadien volgt er uiteraard verder overleg. Mijn deel moet voltooid zijn tegen het zomerreces. Op basis van de resultaten, op basis van feiten en op basis van de evaluatie zal ik overgaan tot politieke actie.
11.03 Koenraad Degroote (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Hopelijk leidt een en ander tot iets. Het probleem moet in ieder geval dringend worden opgelost. Er zijn heel veel vragende partijen. De politievakbond is vragende partij, want de politie moet iedere keer weer opdraven. Het protocol heeft nu al bewezen dat de politie meer moet optreden.
Ook de maatschappij is vragende partij, want de tijd die de politie besteedt aan alle taken aldaar, kan ze niet besteden aan essentiële veiligheidsopdrachten. Zelfs bij de cipiers in de gevangenissen zijn er al die zeggen dat een minimale dienstverlening normaal zal worden.
Mevrouw de minister, wij kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat u hier de gevangene bent. U bent de gevangene van de regeringspartijen die de materie niet genegen zijn. Die regeringspartijen zijn eigenlijk uw cipiers. Die cipiers bewaken u, maar ze staken niet, opdat u niet zou kunnen ontsnappen en uw kordate uitspraken van vorig jaar niet ten uitvoer zou brengen.
Mevrouw de minister, leg kordaatheid aan de dag, zodat het geen voorbeeld wordt van het gezegde “Luister naar mijn woorden, maar kijk niet naar mijn daden”.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Christian Brotcorne au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "le permis de bâtir de la prison de Leuze-en-Hainaut et le retard pris dans l'exécution des travaux" (n° P0795)
12 Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de bouwvergunning voor de gevangenis te Leuze-en-Hainaut en de vertraging bij de uitvoering van de werken" (nr. P0795)
12.01 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, dommage que Mme la ministre de la Justice s'en aille car cette question l'intéresserait également.
Nous savons tous que le masterplan prison est une pièce essentielle pour mener une politique carcérale digne de ce nom. On sait que de nouvelles prisons doivent être construites et on sait même que si on les construit, on n'aura pas encore suffisamment de places pour faire face aux décisions judiciaires de condamnations.
C'est dans ce contexte, monsieur le secrétaire d'État, que j'ai appris avec étonnement en lisant un excellent journal ce matin, Le Courrier de l'Escaut, que de nouvelles difficultés surgissaient pour l'obtention du permis de bâtir d'une de ces nouvelles prisons sur le territoire de Leuze-en-Hainaut.
On avait déjà subi quelques retards en raisons des procédures mais cette fois, on invoque l'intervention de fonctionnaires qui considèrent – en tout cas, c'est ce que relaie le ministre wallon de l'Environnement – que le projet tel qu'il est proposé, notamment les toitures vertes, ne peut convenir et doit être adapté. Ils indiquent qu'il aurait fallu demander une dérogation au ministre de l'Intérieur pour pouvoir faire ce type de toiture, voire recommencer la procédure.
C'est particulièrement dérangeant dans un dossier dont on connaît l'urgence et l'importance.
Le ministre wallon semble dire qu'il faudra en effet tout recommencer.
Je souhaite évidemment connaître le point de vue de la Régie des Bâtiments, maître de l'ouvrage pour le SPF Justice.
Étiez-vous au courant? Avez-vous pris des mesures? Quelles sont-elles? Comment pourra-t-on rectifier cette situation sans avoir à recommencer la procédure? Je pense qu'il y va de la viabilité du projet mais aussi des finances de l'État. Nous savons tous que dans ces dossiers, à chaque retard, des indemnités sont dues.
12.02 Servais Verherstraeten, secrétaire d'État: Monsieur le président, chers collègues, j'ai aussi été étonné d'entendre cela. Il y avait bien des remarques formulées mais elles avaient été levées selon les procédures habituelles. Nous étions donc au courant.
Un courrier du 15 février a été envoyé au demandeur, le consortium Future Prisons. Cette lettre a pour but d'introduire des plans modificatifs pour répondre aux exigences de la réglementation incendie.
Conformément à l'article 93, § 3, du décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement, la demande a pour effet d'interrompre les délais de réponse du fonctionnaire délégué. C'est donc maintenant l'article 86, § 3, qui compte. La procédure recommence selon ces modalités, ce à dater de la réception par le fonctionnaire des plans modificatifs et du complément corollaire de notice d'évaluation des incidences sur l'environnement.
La procédure est en attente. Elle reprendra par la suite. Il ne faut donc pas tout recommencer. Il est inexact de prétendre qu'il faut repartir à zéro.
Les compléments demandés seront introduits après concertation avec l'administration. Le dossier suit son cours comme prévu initialement. Les mesures alternatives ne sont pas envisageables. Je reste, cher collègue, persuadé que ce dossier connaîtra une suite positive. Chacun s'y engage, je n'en doute pas. L'ambition du gouvernement, tout comme la vôtre assurément, monsieur Brotcorne, est de pouvoir démarrer les travaux aussi rapidement que possible.
12.03 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, je remercie le secrétaire d'État pour son excellente réponse. Je lui demande de rester vigilant et je le serai, avec lui, pour que ce dossier connaisse une évolution positive et rapide.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de inventarisatie van de staatshervorming en de gegevensuitwisseling ter zake tussen de federale overheid en de deelstaten" (nr. P0796)
13 Question de Mme Sonja Becq au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "l'inventorisation de la réforme de l'État et l'échange de données en la matière entre les autorités fédérales et les entités fédérées" (n° P0796)
13.01 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, in het kader van het Vlinderakkoord, en de hele staatshervorming die erin beschreven staat, zijn er concrete vragen omtrent de overheveling van bevoegdheden en wat dat zal betekenen voor het personeel dat werkzaam is in de verschillende domeinen die overgeheveld zullen worden.
Gisteren heeft de minister-president in het Vlaams Parlement verklaard dat hij 82 fiches had waarin de verschillende stappen beschreven staan die voor hen belangrijk zijn en waarvan een inventaris werd gemaakt. Ik veronderstel dat u veel meer fiches zult moeten maken, want het gaat niet alleen om Vlaanderen, maar ook om Wallonië en Brussel. De vraag van de minister-president was vooral ook om dat in onderling overleg te kunnen doen. Ook vanuit de federale regering wordt de vraag gesteld om een en ander op een heel coherente manier te laten verlopen, zowel wat de bevoegdheden betreft, als de financiering en het personeel dat in de overhevelingen zal worden betrokken.
Mijnheer de staatssecretaris, op welke manier zal deze regering dat aanpakken? Zal het in overleg gebeuren?
13.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mijnheer de voorzitter, collega, uw eerste vraag heeft betrekking op het in kaart brengen van de zesde staatshervorming. Tijdens de Ministerraad van 27 januari werd een methodologie bepaald voor de voorbereidende werkzaamheden die nodig zijn voor de belangrijke bevoegdheidsoverdrachten. In het kader van het deel van de staatshervorming betreffende die bevoegdheidsoverdrachten dient uiteraard, zoals u terecht aanhaalde, een aanzienlijk technisch voorbereidend werk geleverd te worden.
Zoals op Vlaams niveau, werd beslist voor elke bevoegdheid een inventaris uit te werken van de federale wetgevingen die bij de overdracht betrokken zijn, van alle opdrachten, activiteiten en processen die onder de bedoelde bevoegdheid of materie vallen en van de instelling of federale dienst die met de uitoefening ervan werd belast.
Het is deze inventaris die bij het opstellen van de juridische teksten in het kader van de werkzaamheden van het uitvoeringscomité voor institutionele hervormingen zal worden gebruikt. Zonder deze teksten is het onmogelijk te weten wat er precies zal worden overgedragen.
Dit belet uiteraard niet dat er tegelijkertijd voorbereidend werk wordt geleverd over de meer praktische vragen. Dit werk moet absoluut voor de concrete bevoegdheidsoverdracht worden afgerond. Daarom moet voor dezelfde bevoegdheden ook een inventaris van de middelen inzake budget, personeel en gebouwen worden opgesteld. Dat is van essentieel belang om de precieze impact van de hervorming te kennen en de bevoegdheidsoverdracht naar de deelstaten voor te bereiden.
Om een antwoord te geven op de verschillende vragen is een standaard vragenlijst uitgewerkt en er is gevraagd dat de verschillende administraties deze lijst tegen 15 maart zouden beantwoorden.
Deze lijst zal dus een eerste antwoord zijn, een eerste algemeen overzicht met het oog op de omvangrijke staatshervorming. Zoals de minister-president van de Vlaamse regering trouwens stelde gaat het om work in progress.
Uw tweede vraag ging over de manier waarop de gegevensuitwisseling tussen het federale niveau en de deelstaten zal worden georganiseerd met het oog op een vlotte uitvoering van de staatshervorming.
De deelstaten bereiden de modaliteiten met betrekking tot de ontvangst van de nieuwe bevoegdheden voor. Om ervoor te zorgen dat de overdracht van de bevoegdheden harmonieus gebeurt zonder dat de dienstverlening aan de burgers wordt onderbroken, is het van belang dat de administraties van de deelstaten over een federaal contactpersoon beschikken voor de voorbereiding van de praktische aspecten met betrekking tot de bevoegdheidsoverdrachten.
Deze morgen heeft de Ministerraad beslist om een ambtenaar van de FOD Kanselarij van de eerste minister aan te stellen als contactpunt voor de administraties van de deelstaten voor inlichtingen over de modaliteiten van de bevoegdheidsoverdrachten.
Deze ambtenaar zal de contactpersoon zijn voor de coördinatoren die op het niveau van de deelstaten worden aangeduid. Hij moet uiteraard zelf niet onderhandelen, hij zal over de contacten met de administraties van de deelstaten rapporteren aan het Uitvoeringscomité voor Institutionele Hervormingen.
Voor de eerste minister, voor collega Wathelet en voor mijzelf is de uitvoering van het institutionele akkoord voor de zesde staatshervorming belangrijk. Zij wordt voor ons geleid door de 8 betrokken partijen die in volle vertrouwen werken.
Het is van belang dat de deelstaten op technisch en administratief niveau het terrein kunnen voorbereiden, door de praktische gevolgen van de overdrachten te onderzoeken, gebaseerd op de beschikbare informatie. Precies daarom worden er contactpersonen aangeduid.
Om de institutionele akkoorden concreet te realiseren, moeten in eerste instantie teksten worden opgesteld door de 8 partijen die in het Uitvoeringscomité voor Institutionele Hervormingen vertegenwoordigd zijn. Deze teksten moeten ook ter goedkeuring aan het Parlement worden voorgelegd. Dat is onze prioriteit. Een goede samenwerking en een goed overleg tussen de regio’s en de federale overheid zijn onontbeerlijk, en die garanderen wij.
13.03 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, het Halfrond kan hier wel schamper over doen, maar ik vind het belangrijk dat er concrete afspraken worden gemaakt en dat er concrete stappen worden gezet. Het is belangrijk dat wij die opvolgen, en wij zullen dat zeker doen. Het is belangrijk over een goed stappenplan te beschikken. Dat het er komt, hebt u zonet duidelijk gemaakt.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister, over "de recente dossiers inzake uitkerings- en bijdragefraude" (nr. P0798)
14 Question de Mme Nadia Sminate au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale, adjoint au premier ministre, sur "les récents dossiers de fraude aux allocations et aux cotisations sociales" (n° P0798)
14.01 Nadia Sminate (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, sociale fraude is een hot topic geworden, niet alleen door ons werk in het Parlement of in de regering, maar ook en vooral door de actualiteit. Ik wil hier met u twee recente dossiers inzake sociale fraude bespreken.
Ten eerste zijn er de artsen die valse doktersvoorschriften hebben afgeleverd. Wij hebben daar de reactie van minister Onkelinx op gezien: zij vond dat schandalig. Ik vind dat ook schandalig. Ook de bonafide artsen hebben gezegd dat dit niet kan. Wellicht zult ook u zeggen dat dit schandalig is en niet kan. U bent wel hiervoor bevoegd staatssecretaris, maar tot hiertoe hebben wij u in dit debat nog niet gehoord. Wij vragen ons af wat er gaat gebeuren, wanneer u in actie zult komen en, vooral, wat u zult doen met de gegevens over het voorschrijfgedrag van de artsen. Zult u dat gebruiken in uw beleid om fraudeurs op te sporen?
Ik kom tot het tweede dossier. Wij hebben vanmorgen kunnen lezen dat het ABVV een studie heeft gemaakt over frauderende werkgevers. Zij beweren dat ongeveer een op vijf werkgevers fraudeert. Terloops gezegd, ik vind het nogal straf dat het ABVV dit kan becijferen, maar de inspectiediensten die daar al zo lang mee bezig zijn, niet. Het is goed dat het ABVV probeert uw beleid te ondersteunen, maar als zij de gegevens van werkgevers van wie zij beweren dat die frauderen — er is nog niets bewezen en er is nog geen onderzoek lopende — on line zetten, dan vinden wij dat er zwaar over.
Mijnheer de staatssecretaris, ik wil hier vandaag uit uw mond horen dat u alles zult doen om dit te voorkomen.
14.02 Staatssecretaris John Crombez: Mevrouw Sminate, u hebt voorbereid wat ik moet zeggen.
Laten wij beginnen bij het begin. Ik ben het er volledig mee eens dat de bestrijding van sociale fraude een hot topic is. Dat is niet altijd het geval geweest.
Het gaat om verschillende zaken. Het gaat om de bestrijding van sociale fraude. Wij hebben gisteren in de commissie heel wat maatregelen besproken en goedgekeurd om ervoor te zorgen dat de concurrentie in sectoren bijvoorbeeld op peil blijft. Het gaat ook over uitkeringsfraude, bijstandsfraude enzovoort.
Wij hebben daarover al een paar discussies gehad. Laat mij beginnen met het voorschrijfgedrag van de dokter, die ook valsheid in geschrifte pleegt. Dat zijn aanzienlijke vergrijpen. Ik verwijs in dat verband naar de discussie die wij in de commissie hebben gevoerd in het kader van de bespreking van mijn beleidsnota en waar sommige commissieleden redelijk enthousiast werden. Ik zei, zoals in het regeerakkoord staat, dat ik de responsabilisering van de artsen mee wil uitvoeren door het voorschrijfgedrag te bekijken en daarop risicodetectie te doen. Van de dokter in kwestie, de dokter in Laken, hebben wij waarschijnlijk niet de gegevens. Wij kunnen hoogstens de risicodetectie doen van zijn werk als arts, maar er is daar meer aan de hand.
Collega Bogaert heeft vanochtend een ontwerp voorgelegd op de Ministerraad, dat ertoe strekt het uitwisselen van gegevens veel beter te combineren om dat soort risicodetectie te doen, ook bij geneesheren.
Ik herhaal wat in mijn beleidsbrief staat. Niet alleen minister Onkelinx heeft gereageerd, maar ook het RIZIV. Het RIZIV heeft duidelijk gezegd dat er al maatregelen zijn, maar dat die nog moeten worden versterkt. De risicodetectie is daarvan een deel.
Ik heb mij trouwens al uitgesproken over de zaak van die dokter, maar u kunt niet alles in de media vernomen hebben. Dat is helemaal niet erg, integendeel.
Wat het tweede luik betreft, ik heb vandaag in dit Parlement al twee vragen gekregen om een uitspraak te doen over studies en over studies die door derden werden uitgevoerd. Ik vind het bijzonder moeilijk om een uitspraak te doen over de studie op zich.
Het is opmerkelijk dat er in die krant twee studies staan. Het artikel begint met de studie van de vakbond, die zich buigt over de cijfers van de balanscentrale, en daaruit afleidt hoeveel procent van de bedrijven onder een bepaald nettoloon zouden betalen op basis van de balanscentrale, de studie en de jaarrekeningen. Ik beschik alleen maar over het artikel en niet over de studie. Vervolgens gaat het over een studie van het VBO. Die berekent op basis van de jaarrekeningen het effectief belastingstarief van de bedrijven.
Ik zal mij over geen van beide studies uitspreken. Ik vind het trouwens niet gepast dat het Parlement zich uitspreekt over de kwaliteit van dergelijke studies. Ik vind het niet slecht dat organisaties studies uitvoeren.
Ik kom, tot slot, tot het tweede deel van uw vraag en de tekst die u voor mij had voorbereid. Ik zal die uitspraak helemaal niet doen. Ik ga niet alles in het werk stellen om organisaties te beletten te doen wat zij willen doen, zolang zij binnen de bepalingen van de wet blijven. Er werd in dit geval een studie gemaakt op basis van publieke informatie, waarvan de resultaten publiek zullen gemaakt worden. Iedereen kan, volgens wat ik lees, op deze studie repliceren. Op dit moment zie ik daarom niet in wat het probleem is van die aankondiging. Ik heb dat volgens mij voldoende voorzichtig geformuleerd.
14.03 Nadia Sminate (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik vind het sympathiek dat u hier al sedert 14 u 15 aanwezig bent en wacht tot ik mijn vraag aan u kan stellen. Ik had echter meer verwacht van uw antwoord. U vindt dat ik geen vragen kan stellen over de kwaliteit van een studie. Dat was echter niet de hoofdvraag.
Wat volgens mij niet kan, is dat er gegevens van bedrijven worden gepubliceerd. U hebt genoeg relaties met het ABVV om dit te kunnen voorkomen. Het betreft hier persoonlijke, vertrouwelijke gegevens van bedrijven die volgens mij niet aan de schandpaal genageld kunnen worden.
Wat het tweede deel van mijn vraag betreft, is het effectief zo dat u de gegevens van het voorschrijfgedrag van artsen zult gebruiken. Dat hebt u bevestigd. Ik vrees dat u de hele medische wereld tegen u in het harnas zult jagen. Wat betreft privacy treedt hier immers een groot probleem op, zowel voor artsen als voor patiënten.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Laurent Louis au secrétaire d'État à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "l'accès à certains emplois de la fonction publique fédérale aux étrangers" (n°P0797)
15 Vraag van de heer Laurent Louis aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de openstelling van bepaalde betrekkingen bij het federaal openbaar ambt voor vreemdelingen" (nr. P0797)
15.01 Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, nous le savons, la Wallonie est une terre d'accueil, mais la décision qui a été prise dernièrement par le gouvernement wallon met gravement en danger notre démocratie et nos valeurs.
Comme vous devez le savoir, après Bruxelles, la Wallonie a décidé d'ouvrir l'accès aux emplois de la fonction publique aux étrangers, c'est-à-dire à ceux qui n'ont pas la nationalité belge et qui ne sont pas européens.
Je sais que notre pays brade depuis des années notre nationalité, mais il y a quand même des limites à ne pas dépasser. Il est inadmissible, alors que nous connaissons un chômage important, d'ouvrir la fonction publique aux étrangers.
Nous avons déjà octroyé aux étrangers le droit de vote. Bien souvent, en matière d'aide sociale, ils bénéficient d'avantages et de droits dont ne bénéficient pas nos compatriotes. Nous leur ouvrons maintenant les portes de la fonction publique. Allons-nous bientôt leur reconnaître aussi le droit à l'éligibilité? Un étranger hors Union européenne pourra-t-il bientôt être élu dans sa commune ou même au sein de ce parlement?
Vous devez comprendre, monsieur le secrétaire d'État, qu'en laissant prendre de telles décisions, nous mettons notre démocratie en danger.
Tout le monde sait que d'ici quinze ans, Bruxelles sera une ville à majorité musulmane. Personne n'ignore qu'il existe, au sein de cette communauté, des intégristes qui n'attendent qu'une chose: pouvoir appliquer la charia dans notre pays.
Avec de telles décisions, il est évident que nous leur ouvrons grand la porte. Et si nous continuons dans cette voie, nous aurons une fonction publique totalement voilée. Et je n'ose imaginer à quoi ressemblera notre Parlement! Il ressemblera sûrement à ce à quoi aspirent le PS, le cdH et Ecolo. Pour s'en convaincre, il suffit de citer le cas de Mme Ozdemir, la première députée bruxelloise à se présenter voilée, soutenue par le cdH qui – je le rappelle – est votre parti frère.
Les Belges ne veulent pas de cet avenir, monsieur le secrétaire d'État!
Je sais qu'à des fins électoralistes, les partis traditionnels font de plus en plus tomber les murs en vue de s'approprier les voix des étrangers de Belgique, mais "trop is te veel"!
Pouvez-vous rassurer les Belges? Pouvez-vous nous éclairer sur la position du gouvernement fédéral en la matière? Comptez-vous, oui ou non, participer au délitement de notre pays?
15.02 Hendrik Bogaert, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Louis, le gouvernement fédéral n'a pas à suivre les gouvernements wallon ou bruxellois dans la mesure où ces dispositions se trouvent déjà, pour une très large part, dans le statut applicable aux fonctionnaires fédéraux. Pour ce qui n'est pas actuellement prévu, le recrutement statutaire d'étrangers non européens, je pense que ce n'est pas opportun.
Si vous le permettez, je ferai un bref rappel. L'article 10 de la Constitution réserve les emplois civils, c'est-à-dire la qualité de fonctionnaire, aux Belges. Mais le traité sur le fonctionnement de l'Union européenne garantit en son article 45 la libre circulation des travailleurs. Le paragraphe 4 de cet article, qui exclut les emplois dans l'administration publique, est interprété de façon très restrictive par la Cour de justice. Seuls les emplois qui comportent une participation directe ou indirecte à l'exercice de la puissance publique, ainsi que les fonctions qui ont pour objet la sauvegarde des intérêts de l'État ou des autres collectivités publiques, peuvent être réservés aux ressortissants nationaux.
Les mêmes règles s'appliquent au sein de l'Espace économique européen (EEE) – les 27 États de l'Union – élargi à l'Islande, à la Norvège et au Liechtenstein, et à la Confédération helvétique. C'est la raison pour laquelle le statut des agents de l'État requiert d'être belge lorsque les fonctions à exercer sont liées à l'exercice de la puissance publique et destinées à sauvegarder les intérêts généraux de l'État ou, dans les autres cas, d'être belge ou citoyen d'un autre État faisant partie de l'Espace économique européen ou de la Confédération helvétique.
En résumé, le statut s'aligne sur le traité précité et sur la jurisprudence de la Cour de justice de l'Union européenne.
Un arrêté royal a autorisé le recrutement de contractuels sans aucune condition de nationalité. Le Conseil d'État a estimé, à l'époque, que cette ouverture était contraire à la Constitution.
Je n'ai pas l'intention de modifier cet arrêté pour l'instant, mais je vous dis à titre personnel que je ne trouve pas normal qu'un arrêté royal ne soit pas conforme à la Constitution. Il me semble donc que nous devrions modifier l'article 10 de la Constitution pour y introduire la condition prévue par le statut, c'est-à-dire d'être belge lorsque les fonctions à exercer sont liées à l'exercice de la puissance publique et destinées à sauvegarder les intérêts généraux de l'État ou, dans les autres cas, d'être belge ou citoyen d'un autre État faisant partie de l'Espace économique européen ou de la Confédération helvétique.
En conclusion, je n'envisage pas d'ouvrir les fonctions statutaires aux citoyens de pays extérieurs à l'Union européenne, contrairement à ce que prévoit le projet de décret du Parlement wallon.
15.03 Laurent Louis (MLD): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse complète. Bien entendu, je prends acte de la position du gouvernement. Simplement, je tiens à lui conseiller de ne pas ignorer la réalité et de maintenir sa position quoi qu'il arrive.
La fonction publique doit être réservée aux Belges ou aux Européens – nous sommes d'accord. Mais, tous les jours, des Belges se font insulter en plein Bruxelles: on les traite de "sales Belges" et de "sales blancs". Nos femmes sont harcelées et insultées si elles osent traverser un quartier à forte présence musulmane. C'est inacceptable! Je comprends qu'on lutte activement contre le racisme; c'est une cause noble que je salue. Mais ce n'est pas en donnant toujours plus de droits aux étrangers qu'on y parviendra. En effet, aujourd'hui, c'est le racisme anti-belge ou anti-blanc qu'il faut combattre.
J'espère que les partis de gauche ne réussiront jamais à forcer le fédéral à suivre leurs mauvaises idées, qu'ils appliquent malheureusement au niveau régional.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Projet de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne la copropriété (1538/6-11)
16 Wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de mede-eigendom betreft (1538/6-11)
Amendé par le Sénat
Geamendeerd door de Senaat
Le président: Conformément à l'article 87 du Règlement, les projets de loi renvoyés à la Chambre par le Sénat ne font plus l'objet d'une discussion générale en séance plénière, sauf si la Conférence des présidents en décide autrement.
Overeenkomstig artikel 87 van het Reglement wordt geen algemene bespreking in plenaire vergadering gewijd aan een wetsontwerp dat door de Senaat naar de Kamer is teruggestuurd, tenzij de Conferentie van voorzitters anders beslist.
MM. Bert
Schoofs et Christian Brotcorne renvoient au rapport écrit.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1538/11)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1538/11)
L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne la copropriété et modifiant l'article 46, § 2, du Code judiciaire".
Het opschrift werd gewijzigd door de commissie in "wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de mede-eigendom betreft en van artikel 46, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek".
Le projet de loi compte 6 articles.
Het wetsontwerp telt 6 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 6 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 6 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
17 Proposition de loi visant à permettre la régularisation des procédures d'adoption réalisées à l'étranger par des personnes résidant habituellement en Belgique (1730/1-4)
17 Wetsvoorstel tot regularisatie van de adoptieprocedures die in het buitenland zijn gevoerd door personen die hun gewone verblijfplaats in België hebben (1730/1-4)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Catherine Fonck, Christian Brotcorne
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
17.01 Carina Van Cauter, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik zal verwijzen naar het schriftelijk verslag.
De voorzitter: Hartelijk dank, mevrouw.
17.02 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, je ne serai pas très longue. Tout d'abord, je voudrais saluer l'ensemble du travail réalisé par les parlementaires en commission et par les différents services d'adoption, aux niveaux de l'autorité centrale fédérale, des autorités centrales communautaires et du SPF Justice.
Cette proposition permettra de régler des situations absurdes et tout à fait dramatiques sur le plan humain, vécues par des parents qui, ne voulant pas contourner la législation, ont accueilli et adopté des enfants de façon strictement légale dans leur pays d'origine.
Alors que ces enfants sont aujourd'hui séparés de leurs parents, il me semble important de permettre, sous conditions, la reconnaissance en Belgique de ces procédures d'adoption qui ont été légalement établies à l'étranger.
Je ne reviens pas sur les différentes conditions cumulatives prévues dans le texte. Nous en avons longuement discuté en commission. Depuis la nouvelle législation du 1er septembre 2005, il y a eu en Belgique 2 865 adoptions internationales et 452 refus de reconnaissance d'adoptions intervenues à l'étranger.
Ces 452 adoptions refusées ne rentreront évidemment pas dans le cadre de cette modification de la législation. Par contre, pour certaines d'entre elles qui n'ont pas été réalisées dans le but de contourner la loi, une procédure de reconnaissance pourra être entamée, aboutir à la reconnaissance de l'adoption et établir la filiation entre l'enfant et les parents.
Avec mon collègue, Christian Brotcorne, nous en avons fait une priorité au cdH. C'était avant tout pour répondre à l'appel de nombreux parents concernés. Cela nous a poussés à continuer à vouloir aboutir à une solution. Chers collègues, je vous remercie de bien vouloir répondre à ces parents et, surtout, à ces familles qui se trouvaient dans des difficultés majeures.
17.03 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik zal niet alles herhalen wat in de commissie is gezegd. In 2003 is de adoptiewetgeving gewijzigd in het belang van het kind. Adoptie-ouders moeten sindsdien – en terecht – in het belang van het kind een hele procedure doorlopen eer zij een kind kunnen adopteren in die specifieke omstandigheden. Dit wetsvoorstel strekt ertoe een oplossing te bieden in een specifiek aantal situaties.
N-VA zal net zoals in de commissie dit wetsvoorstel steunen omdat het specifiek over die situaties gaat. Het wetsvoorstel heeft vijf voorwaarden die cumulatief moeten worden vervuld opdat dit type van adoptie tot stand kan komen. Die vijf voorwaarden zijn goed geformuleerd zodat van deze uitzonderlijke situatie vervat in deze wetgeving geen misbruik kan worden gemaakt. Het belang van het kind blijft in deze wetgeving overeind en zal blijven prevaleren. N-VA steunt dit wetsontwerp.
17.04 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik kom kort nog even tussenbeide. CD&V steunt dit voorstel. Het is echter niet de bedoeling om de poort open te zetten voor regularisaties maar wel om in heel specifieke en uitzonderlijke omstandigheden adoptie in het belang van het kind toch mogelijk te maken.
Le président: Quelqu'un
demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1730/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1730/4)
La proposition de loi compte 3 articles.
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
18 Proposition de loi modifiant la loi du 10 novembre 2006 relative aux heures d'ouverture dans le commerce, l'artisanat et les services en ce qui concerne les dérogations autorisées (1385/1-8)
- Proposition de loi modifiant la loi du 10 novembre 2006 relative aux heures d'ouverture dans le commerce, l'artisanat et les services en ce qui concerne les dérogations autorisées (1708/1-2)
18 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening wat de toegelaten afwijkingen betreft (1385/1-8)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening, wat de toegestane afwijkingen betreft (1708/1-2)
Propositions déposées par:
Voorstellen ingediend door:
- 1385: Peter Luykx, Liesbeth Van der Auwera, Peter
Vanvelthoven, Patrick Dewael
- 1708:
Ronny Balcaen, Meyrem Almaci, Muriel Gerkens, Kristof Calvo
La proposition de loi n° 1385 a été renvoyée en commission le 30 juin 2011.
Het wetsvoorstel nr. 1385 werd op 30 juni 2011 naar de commissie teruggezonden.
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces deux propositions de loi. (Assentiment)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsvoorstellen te wijden. (Instemming)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De rapporteur is de heer Uyttersprot.
18.01 Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de voorzitter, de heer Uyttersprot is niet aanwezig wegens een medische ingreep en verwijst naar zijn schriftelijk verslag.
Le président: Madame la ministre de la Justice, nous avons appelé un autre membre du gouvernement. Je vous demande d'attendre pour assurer la garde et nous éviter ainsi un problème.
Mme Laruelle est en route.
18.02 Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het voorliggend voorstel heeft al een lange weg afgelegd, maar het is dan toch uiteindelijk in de juiste stal terechtgekomen, op de goede plaats.
In de wet van november 2006 werd een regeling geschreven voor de openingsuren en de mogelijke afwijkingen daarop. Op basis van wetten gaan ondernemers en investeerders te werk; zij ondernemen en creëren werkgelegenheid.
Dat geldt ook voor de tankstations in ons land. Iedereen kent het fenomeen wel van de shops verbonden aan een tankstation. Naast brandstof tanken, kan men ook kleine aankopen doen in een soort van depannageshop.
Wat was het probleem? De wet bleek onduidelijk te zijn. Er bleek een tegenspraak te zijn, die tot uiting kwam in verschillende juridische vonnissen. Voor de ondernemers op het terrein was het daardoor moeilijk om hun investeringen te handhaven.
Het is dan ook een logisch gevolg dat het Parlement als wetgever corrigerend optreedt. De eerste aanzet werd gegeven door VOKA Limburg, dat een aantal betrokkenen rond de tafel riep en dat ervoor gezorgd heeft dat er nu, met de verschillende collega’s uit de commissie voor het Bedrijfsleven, een voorstel op tafel ligt waarin duidelijkheid geschapen wordt.
Met het voorliggend voorstel bestaat er niet langer rechtsonzekerheid. Dat is een eerste punt. Ten tweede moet onderstreept worden dat het voorstel kan rekenen op grote eensgezindheid van heel de sector. Tot slot zorgt het voorstel niet voor meer concurrentie voor de buurtwinkels.
Onze fractie zal het voorliggend voorstel dus zeker steunen. Collega’s, ik vraag u om hetzelfde te doen.
De voorzitter: Mevrouw Van der Auwera, voorzitter van de commissie voor het Bedrijfsleven, heeft het woord.
18.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij kunnen hier vandaag in de plenaire vergadering overgaan tot de stemming over onderhavig wetsvoorstel. U herinnert zich dat het de vorige keer terug werd gezonden naar de commissie. Wij hebben van die periode gebruikgemaakt om over het dossier, dat voortvloeit uit een onduidelijkheid in de wetgeving, verschillende overlegmomenten te organiseren met alle betrokken organisaties in allerhande werkgroepen. Uiteindelijk zijn wij tot het voorgelegde compromis gekomen. VOKA, Federauto, UCM, VFP, de buurtwinkels en UNIZO, die de gesprekken heeft gecoördineerd, liggen ten grondslag aan wat hier vandaag op tafel ligt.
Het is daarbij enkel de bedoeling afwijkingsvoorwaarden te verduidelijken en te vereenvoudigen. De voorwaarden gelden voor shops bij benzinestations, dagbladwinkels, traiteurs en videozaken. Het aanbod van dergelijke winkels moet beperkt blijven tot een duidelijk depannageaanbod. Wij zijn blij dat vandaag een oplossing is gevonden voor een segment waarin een belangrijke groep van onze bevolking is tewerkgesteld.
18.04 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, pour rappel, certains commerces bénéficient de dérogations pour leurs heures d'ouverture. Nous débattons de cette proposition depuis longtemps et, sans entrer dans les détails, il nous est apparu essentiel de soutenir le texte qui permet qu'un commerce puisse rentrer dans les critères de dérogations d'heures d'ouverture quand la vente d'un des groupes de produits constituant l'activité principale représente au moins 50 % du chiffre d'affaires annuel.
La question du cumul qui posait problème en termes de jurisprudence est donc éteinte avec le nouveau texte qui sera voté tout à l'heure. Dorénavant, les produits ne peuvent plus être cumulés pour atteindre les 50 %.
Par ailleurs, les conditions que prévoyait la loi en terme d'assortiment limité et d'interdiction de la publicité posaient des problèmes d'interprétation et d'insécurité juridique. Ces problèmes ont été réglés dans la proposition soumise aujourd'hui au Parlement.
Suite à ces balisages clairs, le groupe MR soutiendra ce texte.
18.05 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik wil niet over de inhoud tussenbeide komen, maar wel over de manier waarop dit wetsvoorstel ter stemming wordt voorgelegd. Het is immers toch wel uniek dat dit al voor de tweede keer in de plenaire vergadering komt.
De vorige keer is dat voorstel naar de commissie teruggestuurd omdat vanuit het middenveld, de organisaties, de vraag naar bijschaving was gerezen.
Ik denk dat dit een mooi voorbeeld is van de goede manier waarop dit Parlement kan werken. Het Parlement gaat in discussie met het middenveld en de verschillende betrokken organisaties om samen tot de beste oplossing te komen waarin iedereen zich kan vinden.
Ik verwacht dan ook dat deze inspanningen, niet alleen van het Parlement maar ook van de middenveldorganisaties, vandaag worden gehonoreerd. Ook mijn fractie zal dat doen.
18.06 Bert Schoofs (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, mevrouw de minister, “Schat, heb je zin in een pizza want ik moet nog tanken” is een samenvatting van wat het wetsvoorstel waarover nu moet worden gestemd ’s avonds laat zal teweegbrengen in menig Limburgse huiskamer. Ik vermoed overigens dat het de bedoeling is dat dit tafereel zal uitwaaieren over heel Vlaanderen en waarom niet over heel België.
Het begon allemaal met vier Limburgse volksvertegenwoordigers die de oorspronkelijke tekst hebben ingediend. Die tekst strekte ertoe om de wet op de openingsuren van handelszaken te wijzigen. In een samenleving met respect voor het sociale leven, ook van ondernemers en vooral van kleine ondernemers, is het nuttig en zinvol dat openings- en sluitingsuren worden vastgelegd. Er kan in een uitzondering worden voorzien voor nachtwinkels, op voorwaarde dat zij beperkt blijven in aantal. Er kan ook in een uitzondering voorzien worden voor een aantal andere producten die wat ons betreft terecht bij wet zijn vastgelegd, zoals krantenwinkels, videozaken, tankstations, ijssalons en verkooppunten van afhaalmaaltijden, op voorwaarde dat men ze niet op één hoop gooit.
Tot op vandaag zegt de wet dat aan een van de vijf bovengenoemde uitzonderingen wordt voldaan, als de hoofdactiviteit minstens vijftig procent van de omzet bedraagt. Tevens mag er aan de buitenzijde van de handelszaak geen verwijzing zijn naar de verkoop van de nevenproducten, mag daar evenmin reclame voor gemaakt worden en moet het aanbod van nevenproducten beperkt zijn. Voor ons is dat duidelijk. Wat de hoofdactiviteit betreft gelden de wettelijk geldende openings- en sluitingstijden niet. Die gelden wel voor nevenactiviteiten en nevenproducten.
In Limburg is sinds geruime tijd een slimme neringdoener aan het werk die het lumineuze idee had om broodjes en pizza’s te verkopen in zijn tankstations. Deze stations krijgen de bijnaam “Bruno’s Foodcorner”, verwijzend naar de weliswaar sympathieke man. Dat heeft hem al meermaals vorderingen tot staking opgeleverd vanwege de concurrentie en vaak met succes voor deze laatste. Voor de rechters is er in feite niet veel aan de hand. De pizza’s en broodjes worden momenteel ook verkocht buiten de reguliere openingstijden. Dat kan u controleren door de website te bekijken. De hoofdactiviteit van deze neringdoener bestaat onbetwistbaar uit het uitbaten van tankstations. De pizza’s en broodjes zijn dus een nevenactiviteit van het leveren van brandstof aan de consument.
Alleen wie van slechte wil is, kan de huidige wettekst als een vage wettekst interpreteren. Voor mij is hij heel duidelijk. Het principe dat erin vervat ligt, is duidelijk en bijgevolg is de geest van de wet dat ook. Misschien had een interpretatieve wet nog explicieter kunnen stellen dat het combineren van twee nevenactiviteiten niet toegelaten is, voor zover men ze allebei tegelijk wil laten ontsnappen aan de door de wet opgelegde openingstijden. Men had evengoed kunnen stellen dat slechts voor één activiteit een uitzondering kan worden gemaakt.
Dit is de geest van de wet, dit is het principe: ofwel sluiten de tankstations tijdens de gewone openingstijden en zijn er dag en nacht broodjes en pizza verkrijgbaar, ofwel andersom. Dat is volgens ons een duidelijk en degelijk principe. Dat was echter niet naar de zin van de Limburgse neringdoener en zijn invloedrijke achterban. Ik heb u trouwens al verteld welke mooie aanwinst deze man is voor de sp.a in Limburg. Jawel, het bloed van het grootkapitaal kruipt waar het niet gaan kan.
Inmiddels is hij er al in geslaagd een groot deel van de concurrentie uit te schakelen, met name de nachtwinkels in Genk. Toevallig of niet zetelt hij daar in de gemeenteraad. Daar heeft men een reglement uitgevaardigd waarin wordt gesteld dat nachtwinkels slechts geopend mogen zijn tot middernacht. Het is geen toeval dat die draconische maatregel wordt genomen in het belang van de openbare orde en veiligheid, en dus niet om de tankstations van Bruno’s Foodcorner niet te veel in de weg te lopen. In Genk is de zaak geregeld. Vandaag is Brussel aan de beurt.
Ik heb hier het wetsvoorstel van de vier Limburgers. Het oorspronkelijke wetsvoorstel, wel te verstaan, want ondertussen is er wel een en ander met de teksten gebeurd. Dat wil ik u zeker niet onthouden.
Aanvankelijk kwam er heel wat protest van vooral ondernemers en van organisaties die de belangen van vooral kleine ondernemers willen behartigen. Daarom werd de stemming in de plenaire vergadering in juni 2011 nog tegengehouden. Na de vorming van de regering vonden sommigen opnieuw de euvele moed om – na eerst de mede-indiener van N-VA aan de kant te hebben geschoven – het wetsvoorstel opnieuw op de agenda te plaatsen, zij het met een amendement.
De oorspronkelijke tekst was er nog op gericht de wet zodanig te wijzigen dat de 50 %-regel inzake de omzet gold indien niet één maar meerdere toegelaten uitzonderingen samen optraden waardoor 50 % van de omzet werd overschreden. Ik verduidelijk. Wie een ijssalon uitbaatte in een tankstation, waar ook video’s gehuurd konden worden en waar men een krant kon aankopen of bij het buitengaan ook een pizza of een broodje kon meenemen, zou dus ongebreideld van de uitzondering kunnen genieten. Dat is waar men naartoe wou, dat was het oorspronkelijke voorstel!
Dat ging heel wat ondernemers en organisaties te ver, en daarom werd op het nippertje niet over het wetsvoorstel gestemd. De druk werd misschien een beetje te groot. Het voorstel werd uit de plenaire vergadering gelicht en moest terug naar de commissie.
Na het reces kwam collega Schiltz met een nieuw amendement. N-VA was toen al dik tegen haar zin gedumpt, zoals ik zei. In het amendement werd gesteld dat binnen de vestigingseenheid toch reclame gemaakt mocht worden voor andere producten. Ook werd de keuzebeperking van die nevenproducten opgeheven, en de term “omzet” werd zowaar vervangen door “jaarlijks zakencijfer,” een zeer belangrijke wijziging.
Hiermee waren het gepruts, geknoei en gemorrel echt begonnen. Collega Van der Auwera deed haar intrede – zij kon niet op het appèl ontbreken – en deed een poging met een ander amendement waarin werd gesteld dat er geen restricties meer waren op de verwijzing aan de buitenzijde van de handelszaak naar de producten die binnen verkocht werden en dat ook hier het verbod op reclame voor nevenactiviteiten werd opgeheven. Let op, het omzetcijfer van 50 % werd zowaar vervangen door het magische getal – waarschijnlijk economisch zeer relevant – van 60 %. Was dat nu een spelletje vogelpik of het resultaat van een koehandel, wie zal het zeggen? Ik weet het niet, collega’s. In elk geval, de opmerking van uw dienaar tijdens de commissiezitting dat men misschien best elektronische kassa’s zou installeren – waarmee men de horeca ook al gaat lastigvallen – deed de ogen van sommigen rollen in de oogkassen. Men zou die tickets toch niet gaan controleren zeker? Nu ja, wat moet voor de ene in dit land wordt de andere blijkbaar bespaard, als men maar invloedrijk genoeg is.
Ik stel mij terloops een aantal futiele vragen bij de wijze waarop dit wetsvoorstel werd afgehandeld. Waarom werd de Raad van State niet geconsulteerd? Dit is immers een belangrijke materie. Blijkbaar is het echter geen belangrijke materie want de Raad van State werd niet geconsulteerd, ondanks het gehussel met amendementen. Waarom waren veel organisaties eerst tegenstander en nu voorstander van de tekst, zonder dat deze tot op heden wezenlijk gewijzigd is? Ik ben dus niet onder de indruk van de briefwisseling die ik de laatste dagen heb mogen ontvangen van bepaalde organisaties, hoegenaamd niet. Collega’s, naar mijn bescheiden mening is men de diverse belangenverenigingen afgegaan met de boutade dat alleen het Vlaams Belang de goede zaak verdedigde en dat men er beter zijn handen af kon houden.
Te elfder uur werd trouwens alweer een nieuw amendement ingediend dat uiteindelijk zijn neerslag vond in de voorliggende tekst. Let nu goed op. Het was alweer afkomstig van de heer Schiltz en bevatte de volgende regeling: het verbod op de verwijzing aan de buitenzijde naar nevenactiviteiten en de reclame ervoor vervalt. De 50 %-norm van het omzetcijfer blijft gehandhaafd. Het wordt dus geen 60 % voor de hoofdactiviteit. Dan de deus ex machina, het woord producten dat moet slaan op de toegestane uitzonderingen wordt nu vervangen door – hou u vast – “productgroepen”. Dat is echt wel de klap op de vuurpijl.
Verschillende commissiezittingen na elkaar heeft men geschermd met het argument dat de rechtszekerheid niet werd gediend met de huidige bepaling, terwijl men zoals gezegd echter een zeer slechte tekstexegeet moet zijn om een onduidelijkheid te vinden terwijl er nu een totaal nieuwe term wordt gelanceerd die door de rechtspraak opnieuw zal moeten en kunnen worden ingevuld, met name: “productgroepen”. Het is een term die elders in de wet nergens voorkomt.
Rechtsonzekerheid troef dus. Wat een consequente houding! Kijk eens aan, de term “jaarlijks zakencijfer” die zo belangrijk was is alweer verdwenen. Het woord omzet blijft staan. Het steekt niet zo nauw. Het resultaat is er. Dat is dus het moeizaam bereikte compromis. Men maakt de wet zelf moedwillig onduidelijk en verkoopt dit als onduidelijkheid. Dit is schaamteloosheid troef. Het is zo absurd als dag en nacht pizza’s verkopen in een tankstation.
Laten we niet hypocriet zijn: dit is geen technische wetsaanpassing, in godsnaam. Zoals ik reeds zei bij het begin van mijn betoog: als er al een onduidelijkheid in de wet had gestaan, kan deze alleen worden weggewerkt door voor één, en slechts één, activiteit een uitzondering toe te staan, met name dan nog indien deze minstens 50 % van de gehele omzet vertegenwoordigt. Men vergeet echter dat de wet voor de particuliere goede zaak destijds werd goedgekeurd om ongebreidelde consumptie en consumptiedrang langs alle kanten tegen te gaan en om de uitbaters van kleine handelszaken ook een sociaal leven te gunnen. Omdat er in Limburg één groot kapitalist van de sp.a rondloopt, moet dit beginsel nu wijken.
Men heeft geprobeerd mij ervan te beschuldigen advocaat van de nachtwinkels te willen spelen. Niets is minder waar. Ik ben geen virulent tegenstander van nachtwinkels, maar ik vind inderdaad dat hun activiteiten aan banden gelegd moeten worden. Niettemin verdienen ook uitbaters van deze winkels een sociaal leven en een eerlijke concurrentie, want ook zij dragen bij tot het sociaal-economisch leven. Ik wil er trouwens op wijzen dat de winkels van Bruno’s Foodcorner eveneens een serieuze concurrentiefactor zullen vormen ten opzichte van broodjesbars en pizzeria’s in de onmiddellijke omgeving, voor zo ver deze dagactiviteiten ontplooien. Ze zijn 24 uur op 24, 7 uur op 7 open. Dat is concurrentie voor iedereen. Dit is geen sociale wet, maar een antisociale wet. Dan heb ik het nog niet gehad over het gelobby dat hieraan ten grondslag ligt.
Ik durf te zeggen dat deze wet een particuliere wet à la tête du client is waarbij de uitzondering op de regel wat moet uitgerekt worden om één bepaald bedrijf ter wille ter zijn.
Nu ja, voorzitter, collega’s, we zitten ook maar in het Belgisch Parlement. Het verval van deze staat en van deze rechtsstaat kan niet beter gesymboliseerd worden dan door dit soort wetten op bestelling. Dit is een afhaalwet voor afhaalpizza’s in tankstations. Alleen het Vlaams Belang staat hier om de belangen van kleine ondernemers te verdedigen, de principes die daarvoor gehuldigd moeten worden, ook en zeker door de wetgever, en de strikte toepassing ervan.
Laat mij besluiten met een vrolijke noot. Ik houd mijn hart vast voor de toekomst, voorzitter. Weet u, in Limburg is er nog een probleem, een ander probleem, met name in Sint-Truiden, op de zogenaamde Chaussée d’Amour. Daar moet ook nog een en ander geregeld worden. Misschien vinden we wel weer een aantal volksvertegenwoordigers die hun diensten willen aanbieden om de problemen ginder te verhelpen. We kunnen de dames misschien uitnodigen naar deze federale barak hier, want als het over prostitutie gaat, kunnen ze nog wat bijleren, me dunkt.
Het debat zal dan wel een stuk pikanter zijn dan de pizza’s die we kunnen kopen in alle pizzeria’s in Limburg waar een benzinepomp voor geplant staat.
Dames en heren, u maakt een slechte beurt. We are not pleased. We are not impressed. We are not amused. Het Vlaams Belang zal met overtuiging tegen deze wet stemmen.
18.07 Guy Coëme (PS): Monsieur le président, je ne comptais pas intervenir, mais après avoir écouté l'intervenant précédent, je voudrais simplement démentir l'impression selon laquelle nous pourrions nous trouver au Conseil provincial du Limbourg. Il ne s'agit pas de cela! On nous a beaucoup parlé de lobbying, mais en vérité, la proposition telle qu'elle nous est présentée s'appliquera à l'ensemble du territoire national.
Le compromis qui a été trouvé a pris des mois et des mois avant d'être élaboré. C'est un excellent travail qui a été fait! Il s'agit, en l'occurrence, de pratiques de commerce. Je préfère parler de pratiques de consommation, car ce sont les consommateurs qui évoluent! Je suis convaincu que, grâce à cette proposition, il sera mis fin à une hypocrisie, à savoir celle d'interdire la publicité pour les produits connexes, alors que, pour être viables, certains commerces doivent pouvoir bénéficier de meilleures conditions. Ceci devrait y contribuer.
Je suis convaincu, par ailleurs, que l'amélioration que l'on constatera après le vote tout à l'heure ne constituera pas la fin. On ne mettra pas un point final, car ces pratiques de commerce et de consommation sont comme la vie, elles évoluent et c'est à l'honneur du législateur que de les sanctionner en termes de loi. Il y a un compromis. Votons-le!
18.08 Ronny Balcaen (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je voudrais rappeler que, dans sa version première, ce texte date de mai 2011 et on se souvient que notre séance plénière du 30 juin dernier avait renvoyé ce texte en commission, à la suite d'une levée de boucliers du secteur.
Le temps a permis de faire évoluer la première version. À l'occasion des nouvelles discussions, la proposition de loi que le groupe Ecolo-Groen avait déposée a pu, se basant sur l'avis quasi unanime des organisations représentatives du secteur, être discutée de manière conjointe.
Des amendements de la majorité, en opposition avec le point de vue du secteur, ont été discutés. Nous avons obtenu que des consultations écrites soient organisées sur ceux-ci, ce qui a permis d'aboutir à une solution de compromis qui remporte une large adhésion. Ce compromis reprend pour partie la lettre et le principe de notre proposition de loi.
Je ne vais pas revenir sur le fond du dossier puisqu'il a déjà été évoqué longuement en commission et aujourd'hui par les autres collègues. Je voudrais simplement rappeler que c'est la thèse non cumulative qui a été choisie pour déterminer l'activité principale du commerce.
Je pense que la proposition de loi telle qu'elle a été in fine adoptée en commission va apporter un plus en termes de sécurité juridique. On sait en effet que la jurisprudence n'était pas unanime à cet égard et mettait donc en difficulté les commerçants. Ce texte permettra aussi, selon moi, le développement d'une concurrence saine et loyale dans le secteur du petit commerce au bénéfice des commerçants, des employés de ces commerces mais aussi de la vitalité du commerce dans les centres-villes.
Je voudrais terminer en disant que contrairement aux premières démarches qui visaient à satisfaire certains intérêts particuliers, le texte de compromis tel qu'il est proposé aujourd'hui est un texte qui recherche l'intérêt général du secteur.
Nous nous étions opposés au texte initial. Nous disposons désormais d'une proposition qui effectue un virage à 180 degrés. Nous apporterons donc notre soutien à cette proposition.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1385/8)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1385/8)
La proposition de loi compte 2 articles.
Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
19 Proposition de loi modifiant la réglementation en vue de régler le problème que pose, pour la pension, l'intégration des formations académiques des écoles supérieures au sein des universités (1896/1-4)
19 Wetsvoorstel tot wijziging van de regelgeving naar aanleiding van de pensioenproblematiek bij de integratie van academische opleidingen van hogescholen in universiteiten (1896/1-4)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Stefaan Vercamer,
David Clarinval, Mathias De Clercq, Catherine Fonck, Meryame Kitir, Nahima
Lanjri, Nathalie Muylle, Jef Van den Bergh, Liesbeth
Van der Auwera, Christiane Vienne
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
19.01 Wouter De Vriendt, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, wij hebben onderhavig wetsvoorstel in de commissie voor de Sociale Zaken van 8 februari besproken. De hoofdindiener is de heer Stefaan Vercamer van CD&V.
Het wetsvoorstel komt er ten gevolge van de hervorming van Bologna. Door de integratie van bepaalde opleidingen van het hoger niet-universitair onderwijs in de universitaire opleidingen moet ook het betrokken lesgevend personeel in de personeelsbestanden van de universiteiten worden geïntegreerd. Het probleem is echter dat er formeel gezien geen wettelijke regeling meer was op grond waarvan die personeelsleden hun recht op een overheidspensioen konden behouden. Er was dus een wetswijziging nodig voor het personeel van zowel de Vlaamse Gemeenschap als van de Fédération Wallonie-Bruxelles.
Het voorstel wil de wetgeving aanpassen, zodat de personeelsleden die naar de universitaire instellingen worden overgedragen, hun recht op een staatspensioen kunnen behouden en in hetzelfde socialezekerheidsregime kunnen blijven.
Het gaat wel degelijk om een uitdovende maatregel, die geen extra kosten voor het federale budget met zich meebrengt
De heer Vercamer heeft ook gepreciseerd dat het wetsvoorstel in overleg met de twee Gemeenschappen tot stand is gekomen.
De heer De Clercq van Open Vld heeft een aantal technische amendementen ingediend, die de formulering hebben verfijnd. De amendementen en het wetsvoorstel werden eenparig in de commissie goedgekeurd.
Ook mevrouw Sminate en ikzelf hebben onze blijdschap over het wetsvoorstel verkondigd.
19.02 Stefaan Vercamer (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de collega’s voor de zeer constructieve medewerking in de commissie. Met het wetsvoorstel worden de pensioenrechten van de personeelsleden die van de hogeschool naar de universiteiten gaan, gegarandeerd.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1896/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1896/4)
L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi visant à assurer les droits à la pension des membres du personnel de l'enseignement supérieur non universitaire suite à leur intégration au sein des universités".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel tot behoud van pensioenrechten van personeelsleden van hogescholen bij hun integratie in universiteiten".
La proposition de loi compte 5 articles.
Het wetsvoorstel telt 5 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
20 Proposition de résolution visant à améliorer et coordonner l'information et la communication mise en place par les entreprises du Groupe SNCB envers ses usagers et d'en assurer la gratuité (1690/1-4)
20 Voorstel van resolutie over de verbetering en coördinatie van de informatie en communicatie waarin de ondernemingen van de NMBS-Groep voor hun gebruikers voorzien, alsmede over de gewaarborgd kosteloze terbeschikkingstelling ervan (1690/1-4)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Anthony
Dufrane, André Frédéric, Linda Musin, Karine Lalieux
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4) (1690/4)
De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1690/4)
L'intitulé a été modifié par la commission en "proposition de résolution visant à améliorer et coordonner l’information et la communication mises en place par les entreprises du Groupe SNCB envers ses usagers et d’en assurer le financement".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "voorstel van resolutie over de verbetering en coördinatie van de informatie en communicatie waarin de ondernemingen van de NMBS-Groep voor hun gebruikers voorzien, alsmede over de financiering ervan".
La discussion est ouverte.
De bespreking is geopend.
Mme De Bue renvoie à son rapport écrit.
20.01 Anthony Dufrane (PS): Monsieur le président, chers collègues, je voudrais compléter le rapport écrit de Mme De Bue et rappeler l'objectif de cette proposition.
Au-delà de la problématique fondamentale de la ponctualité, l'information et la communication à l'adresse des usagers du rail constituent un problème récurrent au sein du Groupe.
Les entreprises du Groupe SNCB ont pourtant pris de nombreuses initiatives visant à renforcer leur communication, mais des problèmes de transmission de l'information subsistent néanmoins. Ces derniers résultent principalement du fait que ces services ne sont pas coordonnés au sein du Groupe SNCB.
Les navetteurs se soucient peu de savoir si les informations qui leur sont données émanent d'Infrabel, du Groupe SNCB ou de la SNCB tout court. Le plus important pour eux est d'obtenir rapidement les informations les plus concrètes, les plus pertinentes et les plus précises possible.
C'est la raison pour laquelle cette résolution demande, entre autres, la création d'un projet, d'un outil unique au sein du Groupe SNCB coordonnant et rassemblant toutes les informations disponibles à destination des navetteurs.
Chers collègues, comme nous le savons, le gouvernement, par l'entremise du ministre Magnette, prépare actuellement une restructuration du Groupe SNCB. Cette réorganisation doit amener plus de cohérence et d'efficacité au sein du Groupe. Cette résolution rappelle que la sécurité et la ponctualité sont, évidemment, des priorités absolues. L'information et la communication données aux navetteurs par le Groupe SNCB sont également des éléments cruciaux qui doivent bénéficier de cette future réforme.
Je voudrais terminer mon intervention en vous
demandant de bien vouloir m'excuser de n'avoir pu être présent en commission
pour défendre cette proposition de résolution et remercier mon collègue André
Frédéric de l'avoir fait pour moi. (Applaudissements)
Le président: Je suppose qu'on applaudit M. Frédéric. C'est en effet la Journée des compliments!
20.02 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het voorliggende voorstel van resolutie werd inderdaad op uitmuntende wijze ingeleid door onze collega. Het gaat over de communicatie vanuit de NMBS-Groep.
Wij moeten natuurlijk als absolute prioriteit naar voren blijven schuiven dat de treinen stipt moeten rijden. Op momenten dat treinen niet stipt rijden, is een goede communicatie aan de reizigers essentieel.
Vandaag vertoont die communicatie toch een aantal gebreken. Er zijn kosteninefficiënties en overlappingen tussen de communicatiesystemen van zowel Infrabel als de NMBS-vervoerder. Het voorstel dringt erop aan dat die overlappingen verdwijnen, dat er op een efficiëntere en goede manier wordt gecommuniceerd.
Ik ben er erg tevreden mee dat wij via een amendement een bepaling hebben kunnen nuanceren. Het gaat namelijk over het gratis verstrekken van de informatie. Het gratis verstrekken van informatie aan de reiziger lijkt een evidentie, maar wij moeten er wel voor oppassen dat wij hiermee geen extra kosten afschuiven op de transportgroep. Om die reden hebben wij via een amendement het tweede lid van de tekst zo aangepast dat de NMBS er geen inkomsten aan over mag houden. Het is een kleine nuance, maar ik meen dat het wel een belangrijke wijziging is, omdat hierdoor ook geen extra kosten op de NMBS-Groep worden verhaald.
Tot zover, mijnheer de voorzitter, collega’s, mijn uiteenzetting, waarmee wij het voorstel van de resolutie ten volle willen ondersteunen.
20.03 Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het is goed dat wij zijn aangekomen op het belangrijkste onderdeel van vannamiddag en dat wij een heel belangrijk voorstel van resolutie kunnen bespreken, met name over de communicatieproblemen bij de spoorwegengroep in België.
Ik wou dat ik zo zou kunnen beginnen, maar dat is niet het geval. Het voorliggende voorstel kaart een aantal problemen aan. Een probleem is dat onze treinen niet stipt rijden. Wij kunnen ermee akkoord gaan dat, als de treinen niet stipt rijden, er op zijn minst op een fatsoenlijke manier, snel en juist over moet worden gecommuniceerd aan de reizigers, die alweer door een nieuw ongemak worden getroffen. In die zin zullen wij dus ook niet tegen het voorstel resolutie stemmen.
Tegelijkertijd zijn wij ervan overtuigd dat de indieners met de tekst een signaal geven, waarbij zij een en ander impliciet erkennen. Er wordt in de aanhef en in de overwegingen van het voorstel van resolutie aangegeven dat er op korte termijn geen mogelijkheid zou zijn om ernstig in te grijpen op de laattijdigheid van onze treinen.
Wij gaan daarmee niet akkoord. In het voorstel wordt verwezen naar de verschillende beheerscontracten. Mevrouw Vervotte weet dat wij hierover vroeger al van gedachten hebben gewisseld in commissievergaderingen. Zij beseft dat de tekst een gemiste kans is om te zeggen wie verantwoordelijk is voor de communicatie met de reizigers.
Wij gaan ervan uit dat de systemen Railtime en NMBS Mobility op de een of andere manier gelijktijdig moeten kunnen bestaan en ineenvloeien. Zo gaat het niet. Mevrouw Vervotte heeft destijds als minister heel duidelijk gezegd dat de verantwoordelijkheid voor communicatie aan de reizigersheel concreet ligt bij de exploitant en dat het een specifieke verantwoordelijkheid van de infrastructuurbeheerder is om de exploitant de gegevens te bezorgen die die nodig heeft om op een juiste manier met de reizigers te kunnen communiceren. Daarmee wordt meteen ook de overbodigheid van het voorstel van resolutie aangetoond.
De tekst gaat daarom heen en schept ter zake geen duidelijkheid. Het ergste is echter het pleidooi om een aantal bepalingen in de beheerscontracten in te voegen. Over welke beheerscontracten hebben we het eigenlijk? Dat is een retorische vraag. Minister Magnette zei afgelopen week in de commissie dat we ons daar allemaal niet te veel van mochten voorstellen, dat de regering een plan klaar zou hebben tegen juli en dat op 1 januari 2013 alles in orde zou zijn.
Hebben we het over de bestaande beheerscontracten van de NMBS, Infrabel en NMBS-Holding? Klaarblijkelijk is men die beheerscontracten nog niet aan het voorbereiden. Men heeft ook de ondernemingen van de Groep nog niet gevraagd om iets voor te bereiden. Hebben we het over de contracten met de eventuele toekomstige entiteiten, die in elk geval zouden pogen om de reiziger een betere dienst te verlenen dan ze vandaag doen?
Wij zullen niet tegenstemmen, maar wij zullen het resolutievoorstel jammer genoeg ook niet steunen. U geeft immers impliciet toe dat er niet veel zal veranderen. Uit de hoorzitting met de minister afgelopen week in de commissie hebben we geleerd dat we op dat vlak in elk geval niet veel verandering mogen verwachten.
Als we al veranderingen mogen verwachten, dan zijn het niet die die de NMBS-Groep nodig heeft.
20.04 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik wil toch even reageren op het betoog van collega Vandeput.
Mijns inziens verwijst het voorstel van resolutie er nergens naar alsof wij ons zouden neerleggen bij de slechte stiptheidscijfers van de NMBS. Ik heb net ook beklemtoond dat stiptheid de allereerste prioriteit blijft. Het is een illusie om te denken dat 100 % van de treinen op tijd zal rijden. Een goede communicatie naar de reizigers zal altijd noodzakelijk blijven.
Bovendien is het evident dat de lopende beheersovereenkomsten, die in theorie eind 2012 aflopen, blijven doorlopen tot de nieuwe structuur er is en dat er met de nieuwe structuur en met het aantal entiteiten dat er dan zal zijn, nieuwe beheersovereenkomsten worden gesloten. Vandaag geven we eigenlijk een voorzet voor die bespreking, wat de communicatie betreft. Wij willen dat de communicatie uit één mond komt. Verder moet daar niets achter worden gezocht.
Het is jammer dat men op basis van een aantal vermoedens en het tussen de lijnen lezen van een en ander het voorstel van resolutie niet wil goedkeuren. Dat getuigt niet echt van de wil om constructief te discussiëren.
20.05 Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik word verplicht om hierop te reageren want er worden mij woorden in de mond gelegd die ik niet heb uitgesproken.
Eerst en vooral verwijs ik naar punt D van de overwegingen in aanhef van het voorstel tot resolutie, en ik citeer: “Overwegende dat een forse en duurzame verbetering van de stiptheid zich maar op middellange of lange termijn kan voordoen”, is een impliciet erkennen dat op korte termijn er weinig of niets zal gebeuren.
Vervolgens, mijnheer van den Bergh, heb ik op geen enkel ogenblik gezegd dat de stiptheidsproblemen volledig zullen zijn opgelost zodra er een nieuwe structuur is. U weet net als ik, ook ingevolge mijn interventies in het verleden in de commissie, dat een structuur de behoeften moet volgen, en niet andersom. Deze resolutie gaat opnieuw uit van het feit dat wij entiteiten hebben, wat ook in aanhef wordt aangegeven. Sinds 2009 hebben zowel de NMBS als Infrabel ICT-oplossingen bedacht. Opnieuw gaat men uit van de structuur. Ik pleit er echter voor om de zaken om te draaien, waarbij wij eerst kijken naar de noden, waarna wij een fatsoenlijke structuur uitbouwen die kan voldoen aan onze vraag, als maatschappij, ten opzichte van onze spoorwegen. Volgens mij zijn wij het eens over de functie van de spoorwegen, namelijk mensen en goederen veilig en tegen een aanvaardbare maatschappelijke kost van A naar B vervoeren.
20.06 Jef Van den Bergh (CD&V): Dat is precies wat de resolutie beoogt, met name dat er wordt uitgegaan van de klant, waarbij de communicatie ten aanzien van deze klant eenduidig is en slechts uit een communicatiekanaal afkomstig is. Volgens mij zitten wij perfect op een lijn en kunt u dus de resolutie goedkeuren.
Président: André Frédéric, vice-président.
Voorzitter: André Frédéric, ondervoorzitter.
20.07 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het is altijd leuk om in het Parlement problemen te bespreken. In het verleden hebben wij de problematiek reeds aangepakt van de fietsers, die te lang voor het rood licht stilstaan en vandaag hebben wij het over de communicatie bij de NMBS.
Wat is het probleem bij veel treinreizigers? Dat is niet zozeer de vertragingen, de afgeschafte treinen, de overvolle treinen of de treinstakingen, maar wel de communicatie over deze problemen. De communicatie over deze problemen is een prioriteit voor de collega’s die deze resolutie hebben ingediend. Veel liever had ik een resolutie gezien waarbij de thans afwezige minister Magnette en de NMBS-Groep worden aangemaand om de problemen met betrekking tot stiptheid, veiligheid - ik denk aan de seinvoorbijrijdingen -, bezetting, afschaffing of staking aan te pakken. Die problemen blijken evenwel niet prioritair te worden aangepakt, maar wel de communicatie erover, want die werd in deze resolutie aangekaart.
Het is jammer, mijnheer de voorzitter, dat de rapporteur, mevrouw De Bue, niet aanwezig was om haar verslag te brengen en evenmin aanwezig is tijdens dit debat. Het is opvallend dat wanneer in de commissie gevraagd wordt naar een rapporteur en een lid van het Vlaams Belang zijn hand omhoogsteekt, plots bijna alle andere commissieleden kandidaat zijn. Wanneer men echter vraagt om verslag uit te brengen voor de plenaire vergadering, dan is het betrokken parlementslid in de verste verte niet te bespeuren.
Wie zichzelf een beetje respecteert mag in de toekomst wel zo beleefd of zo collegiaal zijn om bij het debat aanwezig te zijn of om minstens zijn verslag uit te brengen, ook al uit respect voor de ambtenaren die het op papier hebben gezet. Ik zal dat bij gelegenheid in de commissie nog vermelden, ten aanzien van die vaak afwezige collega's.
Een tweede aspect is dat de PS het initiatief heeft genomen om de problematiek over de communicatie van problemen aan te kaarten via deze resolutie. De oorspronkelijke bedoeling was een gewaarborgde kosteloze terbeschikkingstelling van de communicatie. Wij moeten hieronder begrijpen dat het een gratis communicatie betreft. Wij weten ook dat een gratis initiatief vanwege de socialisten helemaal niet gratis is. Het is duidelijk dat het oorspronkelijke initiatief om zich per sms te abonneren, niet gratis is. Ik ben zelf een vaste klant op de lijn Gent-Brussel, zodat ik per sms op de hoogte wordt gebracht van vertragingen. Net zomin is het initiatief gratis om per sms dringende en belangrijke nieuwsberichten te ontvangen vanwege televisie en kranten. Wij betalen daarvoor; dat staat netjes op de factuur van ons gsm-verbruik, maar niemand maakt daar een probleem van.
In de gratisfilosofie vonden de oorspronkelijke indieners echter dat die informatie ook gratis verstrekt zou moeten worden. Nu al heeft de NMBS moeite om de eindjes aan elkaar te knopen om diverse redenen, maar blijkbaar vonden de indieners dat belangrijk. Dat gebeurt ook op een moment waarop veel mensen zich niet meer enkel informeren per sms, maar vaak ook via een smartphone, BlackBerry, iPhone, waarmee men perfect kan surfen op het internet. Inspanningen uit het verleden maken dat men op de trein kan surfen, ook al is de kwaliteit misschien niet altijd even goed. Er zijn echter voldoende alternatieven aanwezig, zodat niet meer gepleit moet worden voor een gratis sms-dienst over de problemen van de NMBS.
Immers, als een trein vertraging heeft of afgeschaft is en de reiziger ziet die informatie via een betalende of zelfs een gratis sms, wat is daarvan de meerwaarde dan nog? Het belangrijkste is dat de treinen op tijd rijden, dat ze veilig zijn, dat er geen seinvoorbijrijdingen gebeuren en dat er niet wordt gestaakt. Die zaken zijn prioritair en niet zozeer de communicatie over het probleem, want dan is het niet meer zo urgent. Bovendien zijn er al meerdere communicatiekanalen, al kan desnoods de informatie nog worden gecentraliseerd, en dus kan volgens mij een gratis sms zeker niet van prioritair belang zijn.
Ik wil niet alleen negatief zijn. Ik ben blij dat, onder meer nadat het Vlaams Belang heeft gewezen op de zogenaamde kosteloosheid, men heeft ingezien dat de initiatieven minstens alleen kostendragend zouden moeten zijn. Het is niet de bedoeling, wanneer men zich abonneert op een sms-dienst, dat daaraan nog verdiend kan worden. Ik denk dat het een goede zaak is dat de resolutie in die zin werd aangepast.
Ik blijf bij het standpunt dat de resolutie op zich een fout signaal is. Veel beter had men een resolutie opgesteld, gericht aan de thans afwezige minister Magnette, waarin gevraagd wordt aan de NMBS om werk te maken van al de problemen, waarover nadien misschien gecommuniceerd zou moeten worden.
Daarbij wil ik nog een laatste bedenking maken. In de voorliggende resolutie lees ik: “…verzoekt de regering alle initiatieven te nemen om de directe en indirecte communicatie tussen de vennootschappen van de NMBS-Groep en de gebruikers ervan te verbeteren.” Collega’s, minister Magnette heeft een groot plan, met name de hervorming van de NMBS; dat is het ei van Columbus. Ondanks het werk dat mevrouw Vervotte verricht heeft, kan dat blijkbaar nog niet gerealiseerd worden en minister Magnette heeft een studie gevraagd aan het Rekenhof. Het Rekenhof zal gedurende vijf maanden alleen de financiële stromen onderzoeken. En wij vragen hier en passant in een resolutie om de communicatie tussen de diverse onderdelen van de NMBS vlotter te trekken! Als het Rekenhof al vijf maanden nodig heeft enkel en alleen om de financiële stromen te kennen, hoe kan dan worden ingegaan op de vraag van het Parlement om de communicatie tussen de diverse onderdelen te verbeteren?
Het toont de absurditeit van deze resolutie aan. Vandaar kunnen wij niet anders dan ons bij de stemming onthouden.
20.08 Christophe Bastin (cdH): Monsieur le président, chers collègues, mon groupe soutiendra, bien entendu, cette proposition de résolution. Les priorités de mon groupe restent la sécurité et la ponctualité. Ce texte favorise aussi un premier pas utile vers une amélioration de la communication de la SNCB à l'égard de ses usagers. Et nous ne pouvons que nous en réjouir.
Nous avons également cosigné l'amendement du CD&V visant à ce que les services et outils qui seront mis en place ne soient pas gratuits. Ce n'est en effet pas à la SNCB de prendre en charge les coûts, qui risqueraient d'être répercutés d'une manière ou d'une autre sur le contribuable.
La résolution est destinée à établir une communication qui soit centrale, optimale, complète et efficace pour les navetteurs, ce dont je me réjouis.
Le président: Quelqu'un
demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun
amendement n'a été déposé ou redéposé.
Er
werden geen amendementen ingediend of heringediend.
Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.
21 Projet de loi modifiant la loi du 24 janvier 1977 relative à la protection de la santé des consommateurs en ce qui concerne les denrées alimentaires et les autres produits, visant à interdire le bisphénol A dans les contenants de denrées alimentaires (1996/1-5)
- Proposition de loi relative à l'interdiction du bisphénol A dans les récipients alimentaires (818/1-2)
21 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, teneinde bisfenol A te verbieden in verpakkingen voor voedingsmiddelen (1996/1-5)
- Wetsvoorstel tot instelling van een verbod op bisfenol A in recipiënten voor voedingsmiddelen (818/1-2)
Projet transmis par le Sénat
Ontwerp overgezonden door de Senaat
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Thérèse
Snoy et d’Oppuers, Kristof Calvo
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
21.01 Colette Burgeon, rapporteur: Monsieur le président, je me réfère à mon rapport écrit. J'interviendrai très brièvement pour le groupe PS.
Le président: Je vous invite donc à intervenir immédiatement.
21.02 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, en octobre 2010, le sénateur Philippe Mahoux a déposé une proposition de loi visant l'interdiction du bisphénol A dans les contenants alimentaires.
Les auditions organisées au Sénat, les avis des scientifiques ainsi consultés ont permis de dégager un consensus: le bisphénol A, dans dix mois seulement, ne pourra plus être utilisé dans la fabrication de contenants alimentaires destinés aux enfants de zéro à trois ans. Le matériel de puériculture ainsi visé est large. Comme vous l'avez précisé en commission, madame la ministre de la Santé publique, sont visés certes les petits pots pour bébé, mais aussi les assiettes, les bols, les gobelets leur étant destinés, les babycooks, les stérilisateurs, les boîtes de lait et j'en passe.
Évidemment, certains diront que la mesure ne va pas assez loin et qu'il faudrait bannir purement et simplement le bisphénol A de tous les contenants alimentaires. Je pense que la problématique est encore plus vaste que cela: le bisphénol A est présent dans de nombreux objets: les jouets, par exemple.
Les perturbateurs endocriniens ne se limitent malheureusement pas au bisphénol A. Aussi, une réflexion globale doit absolument être entamée, des études scientifiques doivent être menées d'urgence pour permettre au législateur d'adapter les règles selon l'état des connaissances scientifiques.
Mme la ministre a ainsi indiqué avoir demandé un avis au Conseil supérieur de la Santé sur les différentes voies d'exposition au bisphénol A. Cet avis sera rendu en juin prochain, soit dans trois mois. La ministre a également signalé que notre pays participait à une étude européenne sur les perturbateurs endocriniens. Une nouvelle réglementation - une extension de l'interdiction -, pourrait donc prochainement intervenir, et ce, si les avis scientifiques le recommandent.
Ainsi, pour être sûr d'avancer, pour être certain de protéger au plus vite le groupe le plus vulnérable à l'exposition du bisphénol A, à savoir les nourrissons et les jeunes enfants, le groupe PS soutiendra ce texte qui constitue une première avancée et n'exclut évidemment pas que d'autres adaptations à la législation soient faites dans un avenir plus ou moins proche.
21.03 Flor Van Noppen (N-VA): Mijnheer de voorzitter, een belangrijke vaststelling is dat er onduidelijkheid blijft over de exacte invloed van bisfenol A op de gezondheid, zeker bij volwassenen. Voor kinderen is het een heel ander verhaal. Hoewel bisfenol A in zuigflessen verwijderd kan worden door die een aantal maal op te warmen en bisfenol A dus niet noodzakelijk in de babyvoeding terechtkomt, is dat niet het geval bij verpakkingen voor kant-en-klare voeding. Daarom, en omwille van het voorzichtigheidsprincipe, kunnen wij ons vinden in een verbod voor het gebruik van bisfenol A in verpakkingen die bestemd zijn voor kinderen jonger dan drie jaar.
Het invoeren van een verbod op 1 januari 2013 komt volgens ons echter te vroeg. Wij moeten de industrie de kans geven om veilige en betrouwbare alternatieven te bieden voor bisfenol A. Bovendien is zowel de Hoge Gezondheidsraad als het Europees Voedselveiligheidsagentschap aan een nieuw rapport aan het werken. Het lijkt ons aangewezen daarop te wachten.
Daarom dient onze fractie een amendement in om dit voorstel pas in werking te laten treden vanaf 1 januari 2014. Indien ons amendement niet aanvaard wordt, zullen wij ons onthouden.
21.04 Valérie Warzée-Caverenne (MR): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, à ce jour, en matière d'interdiction de bisphénol A, seule une décision a été prise pour les biberons. Depuis le 1er mars 2011, dans l'Union européenne, il est interdit de fabriquer des biberons contenant du bisphénol A. Cette interdiction a été prévue par la directive 2011/8 de l'Union européenne. Adoptée fin janvier 2011, elle proscrit également, à compter du 1er juin 2011, la mise sur le marché et l'importation dans l'Union de biberons contenant du bisphénol A. La directive a été transposée dans notre pays via l'arrêté royal du 10 février 2011.
Le texte qui nous est soumis aujourd'hui va plus loin que les dispositions européennes puisqu'il vise à interdire le bisphénol A dans tous les contenants alimentaires à destination des enfants de moins de trois ans. Ce texte ne prévoit donc pas une interdiction totale mais bien une interdiction limitée aux contenants pour les enfants de moins trois ans à partir du 1er janvier 2013. Lors des débats en commission, la ministre a d'ailleurs bien défini le champ d'application de ce texte. Il tient compte à la fois du fait que ni la littérature scientifique ni les nombreuses études internationales sur la toxicité du bisphénol A n'ont pu permettre de conclure qu'il est nocif pour la santé de manière générale. Sans toxicité avérée, d'une part, et sans alternative pour les entreprises fabriquant ces produits, d'autre part, il nous semble prématuré et inadéquat de bouleverser le secteur alimentaire belge, particulièrement en période de crise. Une interdiction générale du bisphénol A en Belgique serait singulièrement dommageable pour ces entreprises dont 95 % sont des PME, avec les conséquences importantes que cela pourrait engendrer sur l'emploi.
Par ailleurs, le texte s'appuie sur l'avis du Conseil supérieur de la Santé (n° 8697 du 3 novembre 2010) qui prévoyait notamment que: "Compte tenu des incertitudes existantes relatives à la toxicité du bisphénol A, le Conseil supérieur de la Santé recommande, dans le cadre du principe de précaution, de limiter l'exposition des jeunes enfants au bisphénol A à un niveau aussi faible que possible." Le Conseil supérieur de la Santé recommandait donc de prendre des mesures permettant de limiter de manière importante la présence de bisphénol A dans les matériaux destinés à entrer en contact avec les aliments spécifiques aux nourrissons et aux enfants de moins de trois ans.
Certains estimeront que le projet est insuffisant, que le texte ne va pas assez loin ou que l'entrée en vigueur n'est pas assez rapide ou trop rapide. D'autres trouveront que les industries n'ont qu'à utiliser des alternatives pour leurs contenants sans s'inquiéter d'une éventuelle nocivité qu'elles pourraient générer.
Pour notre part, nous privilégions une approche pragmatique, une approche par étapes et nuancée en tenant compte de la littérature scientifique, des études internationales et des recommandations du Conseil supérieur de la Santé en la matière.
C'est la raison pour laquelle, monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, notre groupe apportera son soutien au présent projet de loi.
Le président: Chers collègues, je vous invite à applaudir chaleureusement Mme Warzée-Caverenne qui vient de faire son maiden speech. (Applaudissements)
21.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, la proposition à l'examen ne satisfait nullement le groupe Ecolo.
Pour ceux qui n'en auraient pas connaissance, je vais dresser un petit historique du dossier. Il faut savoir qu'au départ, une proposition de loi que je qualifierai de "bonne" avait été déposée par le sénateur PS, le docteur Philippe Mahoux. Cette proposition visait à l'interdiction de bisphénol A dans tous les emballages alimentaires.
Par la suite, étrangement, un amendement, que je qualifierai d'amendement "petits pots", a été déposé par le sénateur Brotchi. En effet, cet amendement visait à diminuer considérablement l'impact de la proposition de M. Mahoux puisqu'il limitait l'interdiction du bisphénol A aux emballages alimentaires contenant des aliments pour enfants âgés de 0 à 3 ans, autrement dit, en gros, aux petits pots. Tous les aliments donnés à ces enfants n'étaient donc plus concernés puisque, comme vous le savez pertinemment, les mères de familles ne donnent pas à leurs enfants que des petits pots; il leur arrive aussi de donner des purées de légumes conservées dans un Tupperware, réchauffées dans une casserole ou au four à micro-ondes. Cet amendement a donc considérablement dévalorisé la proposition de loi initialement déposée.
Pourtant, M. Brotchi qui s'est réjoui du vote de la proposition de loi amendée a déclaré qu'il plaidait, au niveau de la prévention, pour le renforcement de l'information donnée aux femmes enceintes ainsi qu'aux professionnels de la santé en évoquant le fait que, malheureusement, le bisphénol A passe aussi par le placenta et par le lait. Ce n'est pas moi qui le dis, mais le sénateur MR M. Brotchi qui est – je le rappelle – à l'origine de l'amendement qui a dévalorisé la loi.
C'est arrivé ainsi à la Chambre et malheureusement, la majorité n'a pas voulu l'adapter et élargir son champ d'application.
J'ai introduit avec mon groupe un amendement demandant que le bisphénol A soit non seulement interdit dans les petits pots, biberons, récipients pour enfants mais également dans tous les emballages alimentaires. Nous avons pris la précaution de dire qu'on l'interdisait d'abord au 1er janvier 2013 dans les récipients pour bébés, pour aboutir au 1er janvier 2014 à une interdiction complète. C'est ce qu'a fait l'Assemblée nationale française en octobre 2011.
Pourquoi est-ce insuffisant? Le bisphénol A est un perturbateur endocrinien qui a des effets graves sur la santé. C'est en effet le système hormonal qui peut être perturbé par notre exposition au bisphénol A.
On a découvert que cette substance migrait des emballages alimentaires (boîtes de conserve, plastiques) vers les aliments. Nous sommes donc contaminés par le bisphénol A via les aliments. Cela représente 90 % de notre exposition au bisphénol A.
Cette substance qui passe dans le sang se transmet et contamine l'enfant in utero. Un grand nombre de scientifiques confirment aujourd'hui que le problème n'est pas la dose. Ce n'est pas la dose qui fait le poison, comme le veut la conception traditionnelle de l'épidémiologie, mais c'est le moment de l'exposition. Il est reconnu que c'est pendant la 16ème semaine de la grossesse que l'enfant est exposé à cette contamination, ce qui peut avoir des effets sur l'enfant, peut-être à long terme.
L'exposition prénatale ou postnatale de l'enfant, via le placenta pendant la grossesse et l'alimentation par la suite, notamment le lait maternel, est néfaste pour lui. Vous comprendrez qu'interdire le bisphénol A seulement dans les emballages alimentaires contenant des aliments pour bébés est totalement insuffisant. On ne protège pas ainsi l'enfant in utero, on ne protège pas l'enfant nourri par le lait maternel, on ne protège pas les mères. C'est toute la population qui doit être protégée, y compris les pères car il y a aussi une transmission possible par le sang et par le sperme.
Je ne vais pas reprendre la liste des effets avérés.
Madame Warzée, quand vous dites que les scientifiques n'ont pas relevé de certitudes, c'est totalement faux!
Comment pouvez-vous prétendre cela? Il y a actuellement 193 études publiées sur le bisphénol A et 96 % d'entre elles montrent des effets avérés sur l'animal. L'Agence nationale de sécurité sanitaire française (Anses) en a fait le relevé. On dispose de peu d'études épidémiologiques sur l'homme, mais on en a beaucoup sur les animaux de laboratoire.
Après exposition au bisphénol A, on constate effectivement un effet sur la reproduction, sur l'évolution hormonale (puberté précoce chez les femelles et malformations génitales chez les mâles), sur les maladies cardiovasculaires, sur l'obésité, sur le cancer. Il est malhonnête de dire que rien n'est prouvé et qu'actuellement, l'exposition à de faibles doses n'est pas dangereuse.
Le président: Mme Warzée souhaite intervenir, mais essayons de ne pas refaire le débat. Je vous rappelle que nous ne sommes pas en commission mais en séance plénière. Les débats ont déjà eu lieu en commission. Mais je sais que, pour la postérité, il est important que chacun puisse trouver des traces de ses interventions dans les documents parlementaires.
21.06 Valérie Warzée-Caverenne (MR): Monsieur le président, je voudrais rappeler les propos de Mme Burgeon. Nous attendons le rapport du Conseil supérieur de la Santé pour le mois de juin. Notre groupe souhaite avancer étape par étape en se basant sur des textes scientifiques, comme le fait d'ailleurs Mme la ministre.
21.07 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je tiens à compléter mon exposé. Je voudrais ajouter que nous déposons – et nous sommes soutenus par le FDF -, un amendement demandant que l'ensemble des contenants alimentaires soient visés au 1er janvier 2014. Ainsi, nous donnons aux entreprises la possibilité de préparer des alternatives. Il en existe déjà. Je ne les reprendrai pas toutes ici.
Avez-vous entendu la RTBF ce matin? Qu'a-t-on de nouveau raconté sur Eternit et sur l'amiante? La firme Eternit avait un substitut pour l'amiante. Elle n'a pas choisi d'utiliser un substitut tant que la loi ne l'imposait pas. Pour les entreprises, il faut une prévisibilité et une clarté. Le report constant des décisions n'est pas bon. C'est ainsi que nous avons agi pour le tabac et nous avons été sanctionnés par la Cour constitutionnelle! Cela suffit! Je m'adresse aux mères et aux futures mères de famille. Je ne comprends pas comment vous n'exigez pas la protection contre ce genre de substance toxique qui va affecter les générations futures.
Le président: Après M. Thiéry, ce sera au tour de Mme Schyns et enfin de Mme Vervotte.
21.08 Damien Thiéry (FDF): Monsieur le président, je vous remercie.
Madame la ministre, chers collègues, je ne vais pas répéter l'intégralité des discussions, car nous pouvons nous en tenir aux propos de Mme Snoy.
Je voudrais souligner le caractère constructif des débats que nous avons eus en commission. Je remercie tout particulièrement Mme la ministre de nous avoir expliqué les tenants et aboutissants du projet et de nous avoir aussi soumis plusieurs propositions qui me semblent aller dans le bon sens.
J'ai parcouru les études et dossiers relatifs au bisphénol A dans leur intégralité. Ce fut une tâche extrêmement compliquée, car il y en a eu énormément. Il convient de distinguer les travaux qui ont été réalisés avant et après 2009. Il est exact que, jusqu'à cette année-là, il était difficile de démontrer une action particulière du bisphénol susceptible d'entraîner des effets secondaires très importants. En revanche, après 2009, avec des techniques probablement plus poussées, nous avons constaté – et je m'inscris ici en faux vis-à-vis des propos de Mme Warzée – que ces effets secondaires pouvaient être importants, voire dramatiques dans certains cas. Je parle ici plus précisément sur le plan du tractus gastro-intestinal et du système immunitaire afin de compléter l'intervention de Mme Snoy.
C'est la raison pour laquelle il convient d'avoir une vision responsable et à long terme du problème. Nous devons aboutir à des mesures beaucoup plus approfondies. Comme je l'ai dit en commission, mais je tiens à le répéter parce que cela me semble fondamental: c'est bien le principe de précaution qui doit être appliqué. L'interdiction totale s'impose chaque jour davantage. Nous avons même reçu le soutien des pédiatres qui ont communiqué plusieurs recommandations - lesquelles sont loin d'être anodines. Bien entendu, comme je l'ai également expliqué en commission, au texte proposé par le Sénat je préfèrerais une proposition de loi semblable à la française.
Je puis évidemment me satisfaire des engagements pris par la ministre de travailler étape par étape et je l'en remercie. C'est en effet probablement la meilleure manière de fonctionner.
Vous avez dit attendre le rapport du Conseil supérieur de la Santé pour le mois de juin. Malheureusement, nous l'attendions déjà pour mars. Qu'en est-il? C'est pourquoi je me demande dans quelle mesure il ne conviendrait pas d'imposer des dates butoirs.
C'est la raison pour laquelle nous nous inscrivons tout à fait dans la proposition d'amendement du groupe Ecolo: laisser le temps au temps et travailler par étapes en conservant cette date butoir de 2014. À ce moment, comme en France et d'autres pays européens, il s'agira de supprimer toute fabrication, importation, exportation et mise sur le marché de tout conditionnement alimentaire contenant du bisphénol A.
Président: André Flahaut, président.
Voorzitter: André Flahaut, voorzitter.
21.09 Marie-Martine Schyns (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, je signalerai simplement que la portée du texte provenant du Sénat a été partiellement réduite en justifiant la nécessité pour les fabricants de trouver une alternative, sans risque pour la santé.
D'abord, le cdH avait soutenu le texte initial: le principe de précaution nous paraissait évident. Des études scientifiques ont démontré que les risques potentiels toxiques n'étaient certes pas banals. Ce principe de précaution s'imposait donc à nos yeux.
Ensuite, nous avons aussi accepté la proposition de compromis composée avec la majorité. En effet, un premier pas est préférable à aucune avancée. Nous n'envisageons ce premier pas que comme une étape, un signal envers les fabricants en balisant le temps nécessaire pour trouver des alternatives crédibles et non nocives.
Au nom de notre groupe, j'ai également souligné en commission de la Santé que nous étions prêts à aller plus avant, notamment après réception des résultats de l'étude du Conseil supérieur de la santé, en juin, et que l'interdiction totale en 2014 restait bien l'option à retenir et à défendre. Elle est indispensable pour la santé; inutile de revenir sur la longue discussion qui a mené à un accord quasi général. Cette option doit rester réaliste pour les fabricants.
C'est pourquoi nous soutenons le projet de loi tel que présenté aujourd'hui. Nous soutenons également la ministre dans les différentes études qu'elle initie et dans les futures décisions à prendre.
21.10 Inge Vervotte (CD&V): Collega’s, ik houd het kort, want het essentiële is al gezegd. Sommigen verwijten ons dat wij te ver gaan, anderen verwijten ons dat wij niet ver genoeg gaan. Waarschijnlijk hebben beide groepen op een of andere manier gelijk. Het belangrijkste is dat wij al een eerste stap gedaan hebben in de richting van de juiste maatregelen. Daar heeft de minister zeer sterk op aangedrongen.
Wij kunnen akkoord gaan met de werkwijze omdat de minister zich persoonlijk geëngageerd heeft het proces voort te zetten. Op basis van de elementen waarover wij nu beschikken kunnen wij nu al maatregelen nemen, en dan kunnen wij kijken welke gegevens wij verder nodig zullen hebben. De minister heeft zich geëngageerd de discussies die ter zake op Europees vlak plaatsvinden mee te nemen in onze debatten.
Samenvattend, het zou foute beeldvorming zijn indien wij zeiden dat wij hier allemaal heel tevreden mee zijn. Iedereen had het gevoel dat er iets gedaan moest worden, en dat hebben wij gedaan. Dit is een eerste duidelijke stap. Wij kunnen nu maatregelen nemen. Langer wachten zou niet verantwoord zijn. Tegelijkertijd moeten wij er wel voor zorgen dat wij op de juiste manier handelen, rekeninghoudend met het proces dat in de commissie vooropgesteld is door de minister.
Wij zullen dit verder opvolgen. Het Parlement moet vandaag een eenduidige boodschap geven, namelijk dat onze ondernemingen moeten investeren in alternatieven. Zij moeten daar niet mee wachten. Onze boodschap is duidelijk: wij nemen al maatregelen, en wij zullen later nog meer maatregelen nemen wanneer het nodig is. Intussen brengen wij de zaken al in een bepaald perspectief.
21.11 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je voudrais rappeler pour Mme Snoy notamment, que l'on voudrait tous qu'il y ait une action communautaire en la matière. En effet, ce que vous considérez comme évident ne l'est pas pour tous et ne justifie pas actuellement une action au niveau européen. Avec ce texte, nous nous situons bien au-delà des mesures proposées ou prises par l'Union européenne.
Par ailleurs, certains proposent d'aller plus loin à partir du 1er janvier 2014. Nous leur avons fait savoir qu'une première initiative serait déjà prise, sur base de l'avis du Conseil supérieur de la Santé, au 1er janvier 2013. Nous attendons le prochain avis de ce conseil qui sera rendu au mois de juin prochain. Sur base de cet avis, nous ferons de nouvelles propositions qui pourraient entrer en vigueur – pourquoi pas? – le 1er janvier 2014.
Je signale également que puisqu'il n'y a pas d'action communautaire, le projet de loi a été signifié au niveau européen. Nous ignorons encore si en allant plus loin que l'interdit de l'Union européenne, nous ne serons pas recalés pour entrave à la libre concurrence. Vous le savez.
Enfin, je voudrais ajouter que nous considérons la question avec sérieux. Comme je viens de le dire, un nouvel avis du Conseil supérieur de la Santé – le dernier avis remonte à 2010 – est attendu dans les mois à venir et nous prendrons de nouvelles initiatives sur base de ses conclusions.
Nous travaillons également sur deux grands projets de recherche. Il y a, tout d'abord, une étude des substituts aux polycarbonates dans la fabrication des biberons. Plusieurs types de biberons sans BPA sont apparus sur le marché. Et on ne sait pas encore si le substitut au BPA n'est pas plus dangereux que le BPA lui-même. Nous prenons tous ces aspects en considération, en recherche contractuelle avec la DG4. Nous travaillons également sur un projet de recherche de biomonitoring de la population européenne – la Belgique est l'un des leaders en la matière – sur la présence, dans l'organisme, de différentes substances chimiques. C'est le projet DEMOCOPHES. Il s'agit d'évaluer l'exposition de la population à ces substances via des analyses d'urine et sanguines. Quelle que soit la source d'exposition, plusieurs substances réputées être des perturbateurs endocriniens ont été identifiées, comme les phtalates, le bisphénol A, le triclosan, etc.
Vous voyez qu'en la matière, nous sommes à la pointe. Plutôt que de critiquer ce que nous faisons alors qu'il s'agit d'une étape et que nous sommes, à la limite, meilleurs que la plupart des autres pays européens, il faut se réjouir du premier pas accompli, même si nous ne devons pas nous en contenter. Il faut aller de l'avant.
Nous attendons l'avis du Conseil supérieur de la Santé pour préparer l'avenir. Nous devons travailler ensemble sans nous engager dans des polémiques stériles.
21.12 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Madame la ministre, nous demandons mieux, ce qui ne me semble pas stérile.
Ce serait bien que tout ceci se passe au niveau européen. Cependant, vous savez que la décision à ce niveau est basée sur un rapport de l'EFSA, l'Autorité européenne de sécurité alimentaire qui n'a pris en considération qu'une petite proportion des études, en particulier celles financées par l'industrie même. Ceci a été confirmé par l'Anses.
Quant au comité qui a rendu un avis sur le bisphénol A, il y avait conflit d'intérêts pour 11 personnes sur 20. La Commission européenne est gelée par ce conservatisme et ces conflits d'intérêts au sein de l'EFSA.
Continuer les recherches sur l'exposition des personnes au bisphénol A, c'est très bien! L'université d'Anvers a fait des recherches: 96 % des personnes en Belgique sont contaminées par le bisphénol A. On le sait! Il faut continuer les recherches mais cela ne doit pas nous empêcher d'avancer et d'appliquer le principe de précaution.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1996/5)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1996/5)
Le projet de loi compte 4 articles.
Het wetsontwerp telt 4 artikelen.
*
* * * *
Amendements déposés ou redéposés:
Ingediende of heringediende amendementen:
Art. 2
• 3 - Thérèse Snoy et d'Oppuers cs (1996/3)
Art. 4
• 2 - Reinilde Van Moer cs (1996/2)
* *
* * *
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
*
* * * *
Conclusion
de la discussion des articles:
Besluit van de
artikelsgewijze bespreking:
Réservé:
le vote sur les amendements et les articles 2 et 4.
Aangehouden:
de stemming over de amendementen en artikelen 2 en 4.
Adoptés
article par article: les articles 1 et 3.
Artikel per
artikel aangenomen: de artikelen 1 en 3.
* *
* * *
22 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre la Communauté européenne et ses États membres, d'une part, et la République d'Afrique du Sud, d'autre part, modifiant l'Accord sur le commerce, le développement et la coopération, fait à Kleinmond, Afrique du Sud, le 11 septembre 2009 (2022/1)
22 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking, gedaan te Kleinmond, Zuid-Afrika, op 11 september 2009 (2022/1)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
Sans rapport
Zonder verslag
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2022/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2022/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
23 Projet de loi portant assentiment à l'Accord modifiant, pour la deuxième fois, l'Accord de Partenariat entre les Membres du Groupe des États d'Afrique, des Caraïbes et du Pacifique, d'une part, et la Communauté européenne et ses États membres, d'autre part, signé à Cotonou le 23 juin 2000 et modifié une première fois à Luxembourg le 25 juin 2005, et à l'Acte final, ouverts à la signature à Ouagadougou le 22 juin 2010 et à Bruxelles du 1er juillet au 31 octobre 2010 (2023/1-2)
23 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tot tweede wijziging van de Partnerschapsovereenkomst tussen de Leden van de Groep van Staten in Afrika, het Caribische Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 en voor de eerste maal gewijzigd te Luxemburg op 25 juni 2005, en met de Slotakte, open voor ondertekening te Ouagadougou op 22 juni 2010 en te Brussel van 1 juli tot en met 31 oktober 2010 (2023/1-2)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
M. Roel
Deseyn, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2023/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2023/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
24 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre les États du Benelux (le Royaume de Belgique, le Grand-Duché de Luxembourg, le Royaume des Pays-Bas) et la République d'Arménie relatif à la réadmission des personnes en séjour irrégulier, et au Protocole d'application, faits à Bruxelles le 3 juin 2009 (2024/1-2)
24 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden) en de Republiek Armenië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen, en met het Uitvoeringsprotocol, gedaan te Brussel op 3 juni 2009 (2024/1-2)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
M. Roel Deseyn, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
24.01 Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, wij willen het toch even hebben over de niet onbelangrijke overeenkomst die hier voorligt. Het gaat over een re-admissieakkoord tussen de Benelux en Armenië. Deze is goed en mijn fractie zal dit dan ook goedkeuren.
Ik wil wijzen op de opzet van dit samenwerkingsakkoord over de terugnameovereenkomst. Het betreft Armeense onderdanen die illegaal in dit land verblijven en zonder reisdocument of paspoort moeten terugkeren naar hun land en die daar niet vrijwillig op ingaan. De gedwongen terugkeer moet in samenwerking met het herkomstland gemakkelijker kunnen verlopen.
Als we naar de Armeense onderdanen kijken, blijkt dat in 2011 geen enkele Armeense onderdaan die asiel heeft gevraagd, werd erkend. Toch staat Armenië in de top tien van meervoudige asielaanvragen. Dit wil zeggen dat deze mensen bij weigering van een asielaanvraag steeds opnieuw dergelijke aanvraag indienen en geen gevolg geven aan een verzoek om het land vrijwillig te verlaten. Samenwerking met Armenië is cruciaal. De meesten hebben geen nationaal paspoort en kunnen dus ook niet reizen. Een laissez-passer is dus nodig.
Dat is niet alleen nodig voor Armenië, maar ook voor andere landen waarmee dergelijke overeenkomst broodnodig is. We hebben daar in commissies al een aantal keer op aangedrongen en willen aan de hand van deze overeenkomst daar nog eens de aandacht op vestigen. Wij denken dan aan een overeenkomst met Algerije. Wij vragen ons steeds af hoe ver het daarmee staat, want dit moet er dringend komen. Heel wat onderdanen van Algerije beweren geen paspoort te hebben en de Algerijnse overheid weigert elk re-admissieakkoord met ons land of de Benelux te sluiten. Een voorbeeld zoals Armenië is dan ook nodig. Wij insisteren dan ook om bij elk contact van ons land via diplomatieke posten met dergelijke landen over terugnamebeleid om een re-admissieakkoord als het voorliggende te sluiten.
Wanneer men over dergelijk akkoord onderhandelt, kan men ook eens spreken over de kosten van de verwijdering. Wij merken in het voorliggende akkoord dat hierover geen debat werd gevoerd en vinden dit jammer: België draagt eenzijdig alle kosten voor de gedwongen verwijdering. Wanneer men een samenwerkingsakkoord sluit met een land, zou men ook kunnen spreken over gedeelde aansprakelijkheid voor de kosten. Wij hopen dan ook dat in de toekomst de opmerkingen die wij hierover gemaakt hebben, zullen worden meegenomen en dat daarmee rekening zal worden gehouden bij volgende re-admissieakkoorden waarover hier in de plenaire vergadering zal worden gestemd.
Le président: Quelqu'un
demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2024/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2024/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
25 Proposition de loi modifiant les règles légales relatives à la légitime défense et introduisant la cause absolutoire générale de l'excès de légitime défense (1552/1-2)
25 Wetsvoorstel tot wijziging van de wettelijke regeling inzake noodweer en tot invoering van de algemene schulduitsluitingsgrond "noodweerexces" (1552/1-2)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Bert Schoofs,
Peter Logghe, Gerolf Annemans
La commission de la Justice propose de rejeter
cette proposition de loi. (1552/2)
De commissie voor de Justitie stelt voor dit
wetsvoorstel te verwerpen. (1552/2)
Conformément à l’article 88 du Règlement, l’assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les auteurs.
Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.
25.01 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de voorzitter, dit dossier werd in de commissie toegelicht door de indiener, collega Schoofs. Na de algemene toelichting heeft de N-VA-fractie een aantal algemene vragen gesteld. Daarna is het wetsvoorstel reeds op artikel 1 weggestemd. Tot daar mijn verslag.
Wat onze fractie betreft kan ik enkel meedelen dat ik het jammer vind dat er geen grondig debat is gevoerd. U kan het eens of oneens zijn met de standpunten zoals die zijn opgenomen in het voorstel. Ik denk dat de problematiek die is aangekaart wel een debat verdient.
Toeval of niet, maar deze namiddag vond in Hoboken een overval op een juwelier plaats, waarbij deze heeft geschoten en één van de overvallers heeft geraakt. Het is een actueel thema, dat leeft in de maatschappij en dat een oplossing verdient binnen Justitie. Dit hoeft niet noodzakelijk de oplossing te zijn die is voorgedragen. Wat duidelijk is, is dat dit thema een debat verdient. Om die reden zal onze fractie tegen de verwerping stemmen.
25.02 Bert Schoofs (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, bij dezen betreurt het Vlaams Belang dat het wetsvoorstel tot wijziging van de wettelijke regeling inzake noodweer en tot invoering van de algemene schulduitsluitingsgrond noodweerexces in de commissie zonder al te veel debat werd afgevoerd, zoals reeds gezegd door collega De Wit. Ik dank haar hierbij ook voor haar interventie en het aanvaarden van het rapporteurschap.
Alleen de N-VA had de moed en nam de moeite om enigszins constructief mee te werken, maar zelfs ons eenvoudige verzoek om een advies aan de Raad van State te vragen en een panel van deskundigen uit te nodigen, was er voor de andere fracties helaas te veel aan. De N-VA had er inhoudelijk moeite mee dat wij in een schulduitsluitingsgrond voorzien en dat daarbij niet alleen de fysieke integriteit van personen wordt beschermd, maar ook die van goederen. Uiteraard mag zulks voor ons zeker het voorwerp van een debat uitmaken. Wij hebben de waarheid niet in pacht. Laat dat duidelijk zijn.
Ik wil er u op wijzen dat in onze buurlanden Nederland en Duitsland inmiddels gelijkaardige wettelijke regelingen in het leven zijn geroepen die ertoe strekken burgers te ontslaan van strafrechtelijke vervolging indien zij niet alleen zichzelf of een medemens, maar ook hun goederen en kostbaar bezit willen beschermen. Vooral Groen liet zich van haar smalste zijde zien door te verwijzen naar Far Westtoestanden die dan zouden ontstaan. Zowel in Nederland als in Duitsland heeft de invoering van een wettelijke regeling inzake noodweerexces – voor alle duidelijkheid – niet geleid tot extreem of zinloos geweld.
In die landen is gewoonweg maatschappelijk en juridisch aanvaard dat een burger die wordt aangevallen zich uit angst of verwarring of door een ernstige verstoring van de gemoedstoestand mag verweren. Het moet dus wel degelijk gaan over een onmiddellijke reactie op een effectief dreigend gevaar, waarbij proactief geweld of wraak achteraf uitgesloten is. In de rechtspraak is trouwens reeds een zekere evolutie merkbaar in de richting van wat het wetsvoorstel beoogt. Dat blijkt ook uit het feit dat een bejaarde man die enkele maanden geleden in Borgerhout een jonge overvaller doodde niet gerechtelijk vervolgd wordt.
Zoals collega De Wit daarstraks al zei, is er vandaag weer een gelijkaardig geval. Het maatschappelijke debat is dus wel voldoende manifest aanwezig. De zaak kan wel worden besproken.
Collega’s, echte rechtszekerheid kan maar worden verkregen indien de wet wordt aangepast en indien die voldoende nauwkeurigheid biedt. Dat is momenteel nog niet het geval. Het maatschappelijke debat over dergelijke ernstige ingrepen in het strafrecht kan immers niet alleen op basis van precedenten in de rechtspraak worden gevoerd. Het is de taak van het Parlement om in te grijpen.
Mijnheer de voorzitter, collega’s, vroeg of laat zal deze kwestie allicht toch ter sprake komen en dan zal het alweer de verdienste van het Vlaams Belang zijn geweest dat het taboe werd doorbroken en dat er ook over een dergelijke problematiek kan worden gepraat.
Wie de moed en het fatsoen heeft om deze discussie nu reeds te willen aanvatten, roepen wij dan ook op om tegen de verwerping te stemmen. Ik dank nogmaals nadrukkelijk de collega’s Vlaams-nationalisten van N-VA.
Le président: Plus personne ne peut prendre la parole.
Geen andere spreker mag het woord nemen.
Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de loi aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel tot verwerping van dit wetsvoorstel zal later plaatsvinden.
26 Proposition de résolution concernant la situation du camp d'Achraf en Irak (716/1-9)
- Proposition de résolution concernant la situation dans le camp d'Achraf (1873/1-6)
26 Voorstel van resolutie over de situatie in kamp Ashraf in Irak (716/1-9)
- Voorstel van resolutie over de situatie in Kamp Ashraf (1873/1-6)
Propositions déposées par:
Voorstellen ingediend door:
- 716: Patrick Moriau, Philippe Blanchart, Roel Deseyn, Christiane
Vienne
- 1873: Els
Demol, Jan Jambon, Peter Luykx, Ingeborg De Meulemeester, Daphné Dumery,
David Clarinval, Stefaan Vercamer
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces deux propositions de résolution. (Assentiment)
Ik stel u voor één enkele bespreking aan
deze twee voorstellen van resolutie te wijden. (Instemming)
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt. 85, 4)
(716/9)
De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt. 85, 4) (716/9)
La discussion est ouverte.
De bespreking is
geopend.
26.01 Ingeborg De Meulemeester, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen heeft twee voorstellen van resolutie over de situatie in het kamp Ashraf – namelijk het voorstel van de heer Moriau en de heer Blanchart, en het voorstel van mevrouw Demol en collega’s – tijdens haar vergaderingen van 25 en 28 februari 2012 besproken.
Tijdens de vergadering van 28 februari heeft de commissie beslist het voorstel nr. 716 van de heren Moriau en Blanchart, en meer bepaald amendement nr. 15 van de heer de Donnea dat dit voorstel vervangt, als basistekst te nemen.
De heer Moriau heeft zijn voorstel toegelicht. Kamp Ashraf is in de loop van de jaren ’80 opgericht voor de opvang van leden van de Iraanse Volksmoedjahedin (PMOI.) Deze groep richtte zich tegen het Iraanse regime. Er verblijven nu ongeveer 3 400 mensen, onder wie vrouwen en kinderen.
Na de invasie in Irak in 2003, op initiatief van de Verenigde Staten, hebben de leden van de PMOI die in Ashraf verbleven de wapens neergelegd, en op grond van de Vierde Conventie van Genève de status van beschermde personen gekregen. Deze bescherming liep echter af in 2009 toen de Iraakse regering opnieuw verantwoordelijk werd voor de meeste interne zaken.
Sindsdien zijn de schendingen van de mensenrechten talrijk. Vele mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty International, hebben talrijke verklaringen afgelegd die gericht waren tegen de onmenselijke omstandigheden waarin de bewoners van kamp Ashraf zich bevinden.
De jongste maanden evolueerde het dossier echter op een gunstige manier. Het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties en de VN-missie in Irak hebben daarin een belangrijke rol gespeeld. De Iraakse regering besliste het kamp tegen eind 2011 te ontmantelen en alle PMOI-leden van het grondgebied te verwijderen. Onlangs verlengde de Iraakse eerste minister al-Maliki de termijn voor de evacuatie van het kamp tot eind april 2012. Voor de eerste keer hebben de bewoners van kamp Ashraf aanvaard het kamp te verlaten.
Op 25 december 2011 werd een memorandum van overeenstemming afgesloten tussen de Iraakse regering en de Verenigde Naties. Dit memorandum legt de regels vast voor de overbrenging van de bewoners van kamp Ashraf naar een transitoord, kamp Liberty, waarbij het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen de mogelijkheid krijgt hun statuut te controleren en hun repatriëring of hervestiging te vergemakkelijken.
Toch blijven er grote problemen bestaan. De Commissie voor politieke zaken en democratie van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa heeft op 25 januari 2012 haar bezorgdheid uitgesproken in verband met de voorwaarden die de Iraakse regering wil opleggen in het kamp Liberty en heeft de Iraakse autoriteiten uitdrukkelijk gevraagd om te vermijden dat dit kamp een open gevangenis wordt.
Dit voorstel van resolutie beoogt dan ook dat de federale regering, in samenspraak met de Europese instellingen en de internationale gemeenschap, een duurzame oplossing helpt te bereiken voor de bewoners van het kamp Ashraf, met respect voor de Conventie van Genève.
Het is de bedoeling een deel – de legitieme vraag van de Iraakse Staat om zijn macht over het hele Iraakse grondgebied te kunnen uitoefenen – en een ander deel – de inachtneming van de internationale humanitaire principes en de mensenrechten voor de kampbewoners – met elkaar te verzoenen, in het raam van het memorandum van 25 december 2011 en onder het toezicht van de Verenigde Naties.
Dit voorstel van resolutie verzoekt de regering ook om via de VN en de EU bij de Iraakse overheid erop aan te dringen dat familiebezoeken, toegang tot gepaste medische verzorging en bezoeken van advocaten worden toegestaan en dat de rechten van de bewoners worden gevrijwaard, in overeenstemming met het internationaal recht, alsmede dat uitzetting of gedwongen verplaatsing van de kampbewoners wordt voorkomen.
Na de toelichting van de heer Moriau is de commissie onmiddellijk overgegaan tot de bespreking van het overwegende en het verzoekende gedeelte van het voorstel, amendement nr. 15 van de heer de Donnea.
Mevrouw Brems diende een aantal subamendementen in om zowel in het overwegende als in het verzoekende gedeelte nog meer de nadruk te leggen op het verslag dat op 5 mei 2005 door Human Rights Watch werd gepubliceerd. Daarin stonden getuigenissen over wantoestanden en ondemocratische praktijken in het kamp Ashraf onder de Iraakse oppositiegroepering PMOI.
Zij dringt erop aan dat de Europese Unie de Iraakse regering officieel verzoekt het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen en de andere bevoegde agentschappen van de Verenigde Naties de tijd en de middelen te geven om asielaanvragen van de bewoners van het kamp Ashraf geval per geval te behandelen op een neutrale locatie buiten het kamp Ashraf, zonder de aanwezigheid van PMOI-leiding.
Mevrouw Brems is ook van mening dat de Belgische regering haar ernstige bezorgdheid moet uitdrukken over de gerapporteerde praktijken van psychische en fysieke manipulatie en ernstige schendingen van mensenrechten binnen de PMOI-cultusbeweging onder leiderschap van de Rajavi’s.
Er werd door verschillende leden gewezen op het feit dat het verslag van Human Rights Watch slaat op de periode 1991-2003 en dat het door verschillende instellingen werd bekritiseerd.
De subamendementen werden verworpen. De commissie heeft daarentegen volgende subamendementen van de heren Desseyn en Moriau en mevrouw Demol en collega’s aangenomen.
In overweging J wordt gepreciseerd dat het verslag van Human Rights Watch op de periode 1991 tot februari 2003 slaat.
Overweging R wordt aangevuld en verwijst naar de uitdrukkelijke vraag van de commissie voor Politieke Zaken en Democratie van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa aan de Iraakse autoriteiten om te vermijden dat kamp Liberty een open gevangenis wordt. De commissie heeft immers grote vragen bij de recente initiatieven van de Iraakse regering, die de bewegingsvrijheid van de kampbewoners drastisch wil inperken.
In het verzoekende gedeelte wordt punt 4 aangevuld om de regering te verzoeken er via de VN en de EU bij de Iraakse autoriteiten op aan te dringen dat de roerende goederen van de bewoners van het kamp Ashraf mogen worden meegenomen en dat hun onroerende goederen niet worden geconfisqueerd.
Punt 5 wordt eveneens aangevuld met de vraag dat de erkende vertegenwoordiging van de EU, het Internationale Rode Kruis en het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen zonder oponthoud tot het kamp Ashraf toegang krijgen.
De tekst wordt verder aangevuld met punt 7 om ervoor te pleiten dat de instellingen tot het kamp Liberty zonder oponthoud toegang zouden krijgen.
In punt 6 wordt de verwijzing naar de kampleiding van kamp Ashraf geschrapt om te vermijden dat de specifieke vermelding polariserend zou werken. Het is immers belangrijk dat alle betrokken partijen constructief meewerken en naar een oplossing zoeken.
Amendement nummer 15 van de heer de Donnea en het hele voorstel van resolutie, zoals gesubamendeerd en met inbegrip van een aantal technische correcties, werd met 15 stemmen tegen 1 stem aangenomen.
26.02 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, mes chers collègues, la résolution que nous nous apprêtons à voter traite d'un sujet dont les bases remontent à de nombreuses années et qui pourrait, je l'espère, trouver une solution équitable et pacifique dans les quelques semaines à venir. Le MR adoptera cette résolution.
Les 3 400 résidents du camp d'Achraf sont, en grande partie, des membres de l'Organisation des moudjahidines du peuple d'Iran (OMPI), le principal mouvement d'opposition extérieur au régime en place en Iran. À la demande du secrétaire général des Nations unies, le gouvernement irakien a prolongé le délai pour la clôture du camp d'Achraf vers le camp Liberty.
Les 400 premiers transferts se sont déroulés de manière volontaire, sûre, ordonnée, pacifique, dans le cadre d'une solution humanitaire digne. Il faut poursuivre ce processus de réinstallation sans plus de délai. Le mémorandum d'accord signé le 25 décembre 2011 entre les Nations unies et le gouvernement irakien a jeté les bases d'une solution pacifique et durable, respectant tant la souveraineté de l'Irak que ses obligations en vertu des droits de l'homme et du droit international humanitaire.
Le gouvernement irakien a préparé un site de transit temporaire pour accueillir les résidents et permettre au HCR d'entreprendre le processus d'identification des réfugiés, d'entamer les démarches nécessaires pour qu'ils obtiennent le statut de réfugiés et puissent quitter l'Irak. Comme l'a rappelé Catherine Ashton, le gouvernement irakien a la responsabilité première de la sécurité et du bien-être des résidents du camp d'Achraf. Dans le même temps, les résidents du camp ont également la responsabilité de respecter les lois du pays. Toute provocation ou violence doit être évitée et serait inacceptable.
Monsieur le président, depuis le 1er janvier dernier, le HCR a confirmé que les infrastructures et les locaux du site de transit temporaire étaient conformes aux normes humanitaires internationales stipulées dans le mémorandum d'accord. Il me semble évident que ces bonnes conditions doivent être vérifiées sur le moyen et le long terme par des observateurs neutres et que si des déficiences se manifestent, elles doivent être corrigées.
La sûreté et le bien-être des résidents doivent être garantis à travers un accès libre et direct aux services médicaux. La MANUI, Mission d'assistance des Nations unies pour l'Irak, sous la direction de son représentant spécial, M. Martin Kobler, doit maintenir les portes du camp Liberty ouvertes aux journalistes, aux avocats et aux familles des résidents. Nous exhortons les autorités irakiennes et les résidents du camp d'Achraf à continuer à coopérer, afin de finaliser le processus dans une atmosphère la plus détendue possible.
Je souhaite que notre commission des Affaires étrangères reste saisie de cette question jusqu'au 30 avril, date de la fermeture définitive du camp.
26.03 Els Demol (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, eindelijk ligt de resolutie over de situatie in een kamp als Ashraf voor ter stemming. Mijn fractie diende op 9 november van vorig jaar een resolutie in, gesteund door de heren Clarinval en Vercamer, naar aanleiding van het ultimatum voor ontruiming van kamp Ashraf, voor 31 december 2011, dat door de Iraakse regering werd gesteld. De levensomstandigheden in het kamp en de behandeling van de bewoners waren toen al geruime tijd onmenselijk. De benoeming van landgenoot Jean De Ruyt als speciaal gezant van de EU voor mevrouw Ashton zagen wij als een extra troef om druk achter het dossiers te zetten.
In onze resolutie stond het zoeken naar een humane en duurzame oplossing voor alle bewoners van kamp Ashraf voorop. kamp Ashraf is het hoofdkwartier van de People’s Mujahedin of Iran. Een doorlichting van alle bewoners en een strikte monitoring door het Comité voor de Rechten van de Mens, de VN missie in Irak en het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen, moet zowel de vrijheid van mening, denken en bewegen waarborgen, als het statuut van de bewoners bepalen en controleren.
Zoals wij dat wel vaker zien, kwamen de gebeurtenissen in een stroomversnelling terecht. Op 26 december werd een memorandum van overeenstemming gesloten tussen de Verenigde Naties en Irak, dat de volle steun krijgt van de Europese Unie en van de Verenigde Staten. Een uitstel van zes maanden voor de ontruiming van het kamp, werd toegestaan.
Op 18 februari verlieten de eerste bewoners vrijwillig kamp Ashraf. Zij werden door de Iraakse autoriteiten overgebracht naar het overgangskamp Liberty of kamp Guria zoals het nu wordt genoemd. De omstandigheden waaronder dit gebeurde en de manier waarop, laten te wensen over. Om hiermee rekening te houden, amendeerden wij deze resolutie.
Collega’s, dinsdag was er nogal wat te doen over het punt J. Om mijn argumentatie op dat moment kracht bij te zetten en om te bewijzen wat ik toen heb beweerd, namelijk dat het rapport van Human Rights Watch niet echt koosjer was, zal ik nu de conclusies lezen van een onderzoek dat werd ingesteld door de Vrienden van een Vrij Iran.
De conclusies zijn in het Engels opgesteld, maar ik ga ervan uit dat iedereen voldoende passieve kennis heeft om dit te begrijpen. Met dit citaat wil ik mijn woorden van dinsdag nogmaals kracht bijzetten.
“After conducting exhaustive research and investigation, FOFI, based on all the evidence, reached the conclusion that the HRW report contained serious flaws, both in methodology and substance.” In methodologie én in inhoud.
“The
organization has clearly violated the most fundamental principles of a fair and
impartial investigation. It failed to accord the PMOI the right to respond to
the allegations, ignored other available information including detailed replies
to some of the allegations, did not seek the opinion of the coalition forces
who had first hand knowledge about life in Camp Ashraf, and chose not to
visit the camp where most of the abuses were alleged to have taken place,
despite repeatedly being invited by the PMOI to make such a trip.”
“FOFI,” dus
de vrienden van Iran, “concludes those in Camp Ashraf are there because they
choose to be and are not imprisoned.”
“Finally,
FOFI believes there is sufficient evidence to conclude that the HRW report was
politically motivated. Far beyond the mandate of a human rights organization
and in tandem appeasement advocates, HRW lashed out at Iran’s main opposition,
tacitly recommending that the group be taken off the terrorist lists.”
De volgende alinea is volgens mij speciaal voor de heer Dallemagne geschreven.
“It is
wholly inappropriate for a human rights NGO to become a party to a political
dispute and lobby in defence of a particular policy under the pretext of human
rights. FOFI has refrained from dealing with the political aspect of the issue.
Nevertheless, as the HRW recommendation is a political one, FOFI disagrees with
its recommendation. The PMOI must be removed from terrorists lists.”
Collega’s, vandaag 1 maart ligt de resolutie over de situatie van kamp Ashraf eindelijk voor ter stemming. Eindelijk!
Collega’s, over deze resolutie kon reeds in januari gestemd worden. Kostbare tijd is verloren gegaan aan zaken die niets met een humane en duurzame oplossing voor de bewoners van kamp Ashraf te maken hebben en alles met kip-en-ei-discussies en de partijpolitieke kleur van indieners en ondertekenaars. Politieke spelletjes ten koste van menselijkheid: il faut le faire!
In dit dossier vandaag is rood voor mij niet de kleur van de liefde, zoals Marco Borsato zo mooi zingt, maar van de schaamte voorbij.
Collega’s, vandaag ligt deze resolutie eindelijk voor, dankzij N-VA. Doordat wij dit dossier prioritair behandeld wilden zien, werd de bespreking aangevat. Los van de politieke spelletjes hoop ik nu dat deze resolutie een duidelijk signaal is aan de regering om er alles aan te doen om een duurzame oplossing te vinden voor de inwoners van kamp Ashraf en kamp Liberty. Deze mensen verdienen eindelijk een menswaardige oplossing.
26.04 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, je m'exprimerai rapidement.
L'objet de la proposition de résolution que nous allons soutenir est de contribuer à une solution pacifique et durable à la situation précaire que vit la population du camp d'Achraf. Grâce à l'intervention de la communauté internationale, il faut le dire, les autorités irakiennes ont accepté d'en reporter la fermeture, qui était prévue pour la fin du mois de décembre. Elle est désormais programmée pour le début du mois d'avril. Un premier transfert d'un groupe de 400 personnes a eu lieu voici une dizaine de jours vers le camp Liberty, que l'on appelle aussi le camp New Iraq. D'après mes informations, il s'est bien déroulé. Il faut espérer que le reste de la population d'Achraf – puisqu'un accord a été conclu à ce sujet – puisse être aussi transférée dans ce nouveau camp sans difficultés et que le HCR puisse procéder rapidement – et c'est d'ailleurs l'un des objets de la résolution – à la détermination du statut juridique de ces résidents.
Mais je dois avouer que la véritable question politique qui se pose est que le maintien à long terme de cette population en Irak est impossible. Il faut pouvoir le reconnaître: le contentieux qui existe entre l'Organisation des moudjahidines du peuple d'Iran et une très grande partie de la population irakienne est trop grave. Il tient notamment au rôle joué par cette organisation à l'époque du régime de Saddam Hussein dans la répression des Kurdes et dans celle des chiites. Certaines des personnes se trouvant dans ce camp rentreront certainement en Iran; d'autres devront être accueillies par des pays tiers. La Belgique a déjà accepté d'en accueillir six. Nous devrons nous interroger sur les efforts complémentaires que l'Union européenne pourra fournir à cet égard.
J'aimerais conclure en rappelant qu'il ne faudrait pas non plus occulter qu'une authentique opposition populaire et démocratique existe en Iran. Elle est née en 2009. C'est le Mouvement vert, qui a été réprimé dans le sang. Ne nous laissons pas détourner par une organisation qui est, je suis désolé de le rappeler, paramilitaire et qui ne jouit pas – loin de là! – de la même popularité auprès des Iraniens, à l'intérieur comme à l'extérieur du pays, que le Mouvement vert.
Rappelons-nous aussi que le scrutin législatif qui aura lieu demain en Iran est largement cadenassé. Nous n'assisterons qu'à une lutte entre conservateurs. Ce sont donc les démocrates du Mouvement vert qui méritent tout notre soutien et toute notre détermination.
26.05 David Clarinval (MR): Monsieur le président, en complément à l'intervention de ma collègue De Permentier, je tiens à dire ma joie de voir aboutir le présent dossier. En effet, voilà plusieurs années, depuis le départ de notre ancien collègue Jean-Pierre Malmendier, que je suis attentif à la cause des prisonniers du camp d'Achraf; d'ailleurs, j'étais cosignataire d'une des deux propositions de résolution à ce sujet.
Dès lors, je salue le travail des membres de la commission des Relations extérieures qui ont pu aboutir à ce texte de compromis.
En ce qui me concerne, je suis très heureux de constater que la perception des uns et des autres a évolué favorablement au cours du temps sur ce dossier. Il fut une époque où peu d'entre nous y prêtaient attention. Mon collègue Moriau fut le premier à défendre cette cause.
J'espère que, par la présente pierre, nous contribuerons à la réalisation d'une solution durable pour les résidents du camp d'Achraf.
26.06 Patrick Moriau (PS): Monsieur le président, mes chers collègues, comme tous ceux qui ont pris la parole, je ne peux que me réjouir. Grâce au travail constructif de la commission des Relations extérieures, notre assemblée peut débattre de cette résolution que j'avais déposée en 2010.
Le camp d'Achraf a été construit dans les années '80 afin d'y accueillir les membres de l'Organisation des moudjahidines du peuple d'Iran (OMPI) conduisant à ce que, aujourd'hui, plus de 3 000 personnes occupent ce camp situé à une soixantaine de kilomètres au nord de Bagdad. À la suite de l'invasion de l'Irak en 2003, les membres de l'OMPI résidant à Achraf ont déposé les armes; ils se sont vu accorder le statut de personnes protégées au titre des conventions de Genève.
Rappelons que, pour le Haut Commissariat aux Réfugiés, les personnes hébergées dans le camp, ayant soumis des demandes de statut de réfugiés, sont officiellement des demandeurs d'asile selon le droit international. Cependant, cette protection a pris fin en 2009, date à laquelle le gouvernement irakien est redevenu responsable de la plupart des affaires internes du pays: une stratégie Ponce Pilate à la sauce américaine, car, depuis, dans des conditions souvent troubles, de nombreuses atteintes aux droits de l'homme ont été relayées par beaucoup d'organisations de droits de l'homme, notamment Amnesty International. Une telle situation est simplement inacceptable.
Cependant, à l'heure actuelle, le dossier semble enfin évoluer de manière positive. En effet, le 18 février, pour la première fois depuis trente ans, des opposants iraniens ont accepté de quitter le camp d'Achraf pour être provisoirement relogés dans une ancienne base américaine située près de l'aéroport de Bagdad.
Cette sortie de crise, comme la période de transition, doivent néanmoins impérativement garantir à la fois des prérogatives de l'autorité irakienne, mais aussi et surtout le respect des droits de l'homme et des principes humanitaires pour les résidents d'Achraf.
Cette préoccupation double et essentielle a été pleinement soutenue par la haute représentante de l'Union européenne, Catherine Ashton.
Ainsi, l'effort conjoint de l'Union européenne et de la communauté internationale a contribué à l'accord conclu le 25 décembre 2011 avec le gouvernement irakien en faveur du plan de l'ONU permettant d'aboutir à une solution pour les résidents du camp d'Achraf, le tout sous monitoring de l'ONU et du Haut Commissariat aux Réfugiés.
Le premier ministre Maliki qui avait déclaré à son homologue iranien qu'il réglerait très rapidement le problème a, quant à lui, sous la pression internationale, décidé de prolonger le délai pour l'évacuation du camp d'Achraf jusqu'à la fin du mois d'avril 2012.
La résolution qui a été adoptée à une très large majorité en commission et qui nous est soumise aujourd'hui a été actualisée par un amendement général afin de tenir compte pleinement des dernières évolutions de la situation en place.
Cependant, chers collègues, de nombreuses inquiétudes persistent. Ainsi, au Conseil de l'Europe, la commission des Questions politiques de l'assemblée parlementaire a dénoncé les conditions carcérales que le gouvernement irakien entend imposer à des opposants iraniens réfugiés sur son sol. Par exemple, le nouveau territoire du camp Liberty est réduit de 80 fois par rapport à la superficie de l'ancien camp avec une liberté de circulation qui serait très limitée. Ces inquiétudes font partie intégrante de ce texte.
Néanmoins, comme je l'ai déjà dit en commission, je veux aussi clarifier certains points. Notre texte de consensus s'est voulu équilibré et centré sur l'humanitaire! Ce texte n'a absolument pas pour but de s'occuper de la politique interne dans le camp d'Achraf ou de dénigrer ou de mettre en avant l'OMPI. Ce mouvement a figuré pendant longtemps sur la liste noire des organisations terroristes, a donné lieu à de nombreuses actions en justice et on a fini par reconnaître que cette désignation était infondée.
Je le répète, l'objectif de la présente proposition est purement humanitaire. Il s'agit de 3 500 familles qui vivent dans des conditions épouvantables. C'est pourquoi notre texte fait également référence à un rapport du Human Rights Watch de 2005 dénonçant certaines dérives au sein du camp pour la période que nous avons bien précisée allant de 1991 à 2003. J'insiste sur ce point car ce rapport a, depuis lors, été controversé tout comme la référence de l'OMPI sur la liste des organisations terroristes.
En effet, comme plusieurs collègues l'ont souligné, ce rapport a été critiqué par plusieurs organisations internationales et notamment une mission du Parlement européen effectuée plus tard en a réfuté les conclusions. Ce rapport couvrant la période 1991-2003 existe et continue à nous rappeler simplement – sa référence est là –que le respect des droits est indispensable pour toutes les parties prenantes dans un dossier aussi complexe que celui-ci.
J'insiste à nouveau; il ne faudrait pas que les autorités irakiennes utilisent faussement cette référence afin de continuer ce qu'il faut bien appeler "leurs exactions" à l'égard des résidents d'Achraf.
Au-delà de ce considérant, il faut, tant dans le dénouement actuel que dans l'avenir de ce camp, que notre pays, via sa diplomatie européenne et en concertation avec l'ONU, soutienne les efforts accomplis au sein de la communauté internationale pour résoudre de manière durable la situation au camp d'Achraf et de ses résidents.
Notre résolution demande que cette solution concilie, d'une part, la demande légitime de l'État irakien de pouvoir exercer son autorité sur l'ensemble de son territoire et, d'autre part, le respect des principes humanitaires et des droits de l'homme par toutes les parties dans le cadre du mémorandum conclu le 25 décembre 2011 et sous le monitoring des Nations unies.
Mais il s'agira également de veiller à ce que le respect de ces droits soit un fait durant la phase de transition, mais aussi au niveau des conditions d'hébergement du camp Liberty ainsi que dans les possibilités de visite des familles ou de l'accès aux soins dans le cadre du droit international. Car, mes chers collègues, le respect des droits de l'homme et du droit international ne doit pas connaître de frontière; il doit être un principe pour tous et respecté de tous.
Je vous remercie pour votre attention et surtout pour le soutien que vous apporterez – en tout cas, je l'espère – à ce texte qui, je le répète encore une fois, se veut humanitaire.
Enfin, je voudrais ajouter que les jeux politiques qui ont malheureusement été associés au travail de la commission des Relations extérieures n'incombent certainement pas à ceux que certains dénoncent, comme cela a encore été le cas, aujourd'hui. (Applaudissements)
26.07 Juliette Boulet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, j'ai écouté tous mes collègues avec grand intérêt. C'est surtout Mme Brems qui a suivi les travaux en commission. J'étais là au moment du cafouillage entre les amendements et autres sous-amendements.
J'ai quand même du mal à comprendre le soutien de mes collègues à cette proposition en raison du rapport de Human Rights Watch. Si l'on reconnaît la légitimité de son contenu, alors on le considère comme tel dans le texte – et cela me semble être le cas. Mais j'entends aussi beaucoup d'éléments contradictoires.
Mon groupe va s'abstenir, étant donné la confusion qui règne entre les représentants de l'OMPI. Le rapport susnommé mentionne des éléments extrêmement inquiétants. À mon sens, ils ne sont pas suffisamment pris en compte dans cette résolution. La confusion est visible entre les collègues qui estiment que le rapport devait y être mentionné et ceux qui affirment qu'il y figure et que c'est très bien. J'ignore si cela va s'exprimer dans les votes, mais ce sera assez clair pour nous.
26.08 Patrick Moriau (PS): Je ne vois pas de confusion ni de contradiction. En effet, nous nous référons à toutes les autres analyses qui ont été fournies, notamment par les organisations internationales telles que la Haute Autorité.
Je pense sincèrement que c'eût peut-être été mieux de ne pas y faire référence, mais vous savez qu'un tel travail de commission est le fruit d'un consensus. Toutes les parties doivent y être intégrées. Cet amendement indique très clairement que le rapport est relatif à la période 1991-2003 et qu'il a été controversé. Dès lors, il n'y a pas de confusion possible.
26.09 Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik was niet van plan om het woord te nemen, want mijn stem laat het mij niet toe, maar ik wil toch verwijzen naar de werkwijze die wij gebruikt hebben.
Het was een achterhaald voorstel van resolutie, maar het werd volledig geactualiseerd, met een amendement. Er was, voor 90 %, een consensus in de commissie. Bijkomend hadden wij een technisch advies van Buitenlandse Zaken. De heer Moriau heeft gelijk: onderhavig voorstel van resolutie is actueel, nodig en positief.
26.10 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, moi aussi, je pense qu'il n'existe aucune confusion possible sur l'objet de cette résolution. Il s'agit clairement d'essayer de résoudre une situation humanitaire.
Après, il y a un contexte politique. Vous avez bien entendu que des appréciations politiques différentes coexistent. Ce n'était pas l'objet de la résolution. Son objet est d'éviter tout bain de sang, comme cela pourrait être le cas dans les prochaines semaines. Voilà le véritable objet de notre travail commun, malgré nos différences d'intérêts et de points de vue sur le contexte politique, sur l'évolution de la situation et sur ses causes.
Aujourd'hui, nous devons aider les organisations internationales qui essaient de trouver une solution avec le gouvernement irakien, avec l'OMPI, pour éviter toute fin tragique et faire en sorte que ce déménagement dans le Camp Liberty se fasse correctement.
26.11 Juliette Boulet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je remercie les collègues de leurs réponses.
J'entends bien que, au sujet de ce fameux rapport de Human Rights Watch et à son investigation, certains préfèrent qu'elle ne figure pas dans le texte de la résolution. Pourtant cette ONG, qui a excellemment réalisé son travail, a mis en évidence les problèmes au sein de l'OMPI et de ses représentants qui ont participé, entre autres, à la répression des Kurdes et des Chiites.
J'entends bien qu'il est question d'un principe essentiellement humanitaire. Je saurai me souvenir des propos de M. Moriau: ce principe doit être le même pour tous. Il me semble important d'observer les événements en Iran et les potentielles tensions dans ce pays. Il s'agira pour la commission de rester prête à prendre en charge ce dossier, encore trop laissé de côté, à mon sens.
26.12 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het zou inderdaad jammer zijn dat de discussie door één considerans van het essentiële weggeleid wordt. Die is natuurlijk geformuleerd vanuit humanitaire bezorgdheden. Men mag niet onderschatten hoe de problematiek is ontstaan. Mensen zijn verdreven door bepaalde regimes. Het zou voor ons uiterst verleidelijk zijn ook een bilan te maken van bepaalde regimes in Irak en Iran. Daar hebben we bewust niet voor gekozen om een brede consensus te vinden rond deze meerderheid.
We willen dat deze mensen in de meest menswaardige omstandigheden daar ook een verblijf zullen kennen. Als de verhuizing plaatsvindt, moet dit met groot respect voor de mensenrechten gebeuren. Deze mensen mogen absoluut niet ingezet worden als levend schild en zij mogen niet het voorwerp zijn van bilaterale twisten of andere interne spanningen die in die landen te situeren zijn.
Natuurlijk is er een verzetsbeweging die daarmee gepaard gaat, maar we kiezen geen partij voor deze of gene beweging. Wij steunen alle democratische tendensen en de mensen die het slachtoffer zijn geweest van hun engagement om bepaalde regimes in een meer democratische richting te sturen. Dat moet toch ook even gezegd worden.
26.13 Patrick Moriau (PS): Monsieur le président, je dirai à l'intention de Mme Boulet qu'il n'est pire sourd que celui qui ne veut pas entendre! De toute évidence, personne ne remet en cause le rapport de Human Rights Watch. Le problème, c'est qu'il porte sur une période et que les choses ont évolué depuis.
Si je vous dis préférer qu'il ne figure pas dans le texte, c'est que je ne voudrais pas que les autorités irakiennes, qui depuis des années, bénéficient de la complicité de forces paramilitaires qui viennent d'Iran, puissent utiliser cette phrase du parlement belge pour continuer leurs exactions. Il s'agit simplement d'une question de pragmatisme.
Quant aux principes humanitaires, c'est clair, toutes les parties doivent les respecter. Je l'ai dit également, mais attention, car l'on ne discute pas d'une résolution en Irak comme on en discute devant le Parlement belge. Nous faisons des compromis, nous recherchons des consensus. Nous sommes allés jusqu'au bout. Nous avons beaucoup discuté. Je rappelle une dernière fois que cette résolution est avant tout d'ordre humanitaire. Elle n'est pas politique. Cela fait l'objet d'un autre débat.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.
Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.
Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.
27 Conseil d'État – Présentation d'un assesseur francophone
27 Raad van State – Voordracht van een Franstalig assessor
La liste de trois candidats présentés par le Conseil d'État pour une place d'assesseur francophone, vous a été communiquée au cours de la séance plénière du 9 février 2012.
De lijst met drie kandidaten voorgedragen door de Raad van State, voor een ambt van Franstalig assessor, werd u meegedeeld tijdens de plenaire vergadering van 9 februari 2012.
La présentation n'étant pas unanime, la Chambre peut, conformément à l’article 70, § 1er, alinéa 8, des lois sur le Conseil d’État coordonnées le 12 janvier 1973, et dans un délai ne pouvant dépasser trente jours à compter de la réception de la communication de cette présentation, soit confirmer la liste présentée par le Conseil d'État, soit présenter une autre liste de trois noms formellement motivée.
Aangezien de voordracht niet unaniem is, kan de Kamer, overeenkomstig artikel 70, § 1, achtste lid, van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, binnen een termijn van ten hoogste dertig dagen vanaf de ontvangst van de mededeling van deze voordracht, hetzij de door de Raad van State voorgedragen lijst bevestigen, hetzij een tweede uitdrukkelijk gemotiveerde lijst met drie namen voordragen.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 29 février 2012, je vous propose de confirmer la liste présentée par le Conseil d'État:
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 29 februari 2012 stel ik u voor de door de Raad van State voorgedragen lijst te bevestigen:
- premier candidat / eerste kandidaat:
Christian BEHRENDT;
- deuxième candidat / tweede
kandidaat: Jacques CLESSE;
- troisième candidat / derde
kandidaat: Pierre MOREAU.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
28 Comité P – Titre honorifique
M. Bart Van Lijsebeth a pris sa retraite le 1er janvier 2012.
Op 1 januari 2012 is de heer Bart Van Lijsebeth met pensioen gegaan.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 29 février 2012, je vous propose d'accorder à M. Bart Van Lijsebeth le titre honorifique de président du Comité permanent de contrôle des services de police.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 29 feburari 2012 stel ik u voor de heer Bart Van Lijsebeth de eretitel van voorzitter van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten te verlenen.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
29 Renvoi d'une proposition de
loi à une autre commission
29 Verzending van een
wetsvoorstel naar een andere commissie
À la demande de Mme Sonja Becq, je vous
propose de renvoyer à la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et
de la Fonction publique, la proposition de loi de Mme Sonja Becq, M. Yvan
Mayeur, Mme Catherine Fonck, M. Jef Van den Bergh et
Mmes Leen Dierick et Nahima Lanjri modifiant l'article 7 de la loi du
8 juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale
(n° 399/1).
Op aanvraag van mevrouw Sonja Becq, stel ik
u voor het wetsvoorstel van mevrouw Sonja Becq, de heer Yvan Mayeur, mevrouw
Catherine Fonck, de heer Jef Van den Bergh en de dames Leen Dierick
en Nahima Lanjri tot wijziging van artikel 7 van de organieke wet van
8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk
welzijn (nr. 399/1) te verwijzen naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt.
Cette proposition avait été précédemment
renvoyée à la commission de la Santé publique, de l'Environnement et du
Renouveau de la Société.
Dit wetsvoorstel werd vroeger verzonden naar
de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke
Hernieuwing.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
30 Renvoi en commission d’amendements à la loi-programme (2081/1)
30 Verzending naar de commissie van amendementen op de programmawet (2081/1)
Deux amendements à la loi-programme ont été déposés:
- un amendement n° 1 de Mme Nadia Sminate cs à l'article 12,
- un amendement n° 2 de Mme Nadia Sminate cs tendant à insérer un article 12bis.
Je vous propose de renvoyer ces deux amendements en commission des Affaires sociales.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
31 Prise en considération de propositions
31
Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du
jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en
considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een
lijst van voorstellen voor, waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet et à l'exception des propositions n°s 2037/1 et 2038/1 de M. Laurent Devin qui demande le retrait de la demande de prise en considération de ses propositions, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.
Indien er geen bezwaar is, en met uitzondering van de voorstellen nrs 2037/1 en 2038/1 van de heer Laurent Devin die de intrekking van het verzoek van de inoverwegingneming van zijn voorstellen vraagt, beschouw ik ze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 29 février 2012, je vous propose également de prendre en considération la proposition de loi de MM. Ben Weyts, Siegfried Bracke, Koenraad Degroote et Jan Van Esbroeck modifiant les lois sur le Conseil d'État, coordonnées le 12 janvier 1973, en ce qui concerne l'évaluation des projets ou propositions de révision de la Constitution (n° 2091/1).
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique
Overeenkomstig
het advies van de Conferentie van voorzitters van 29 februari 2012,
stel ik u ook voor het wetsvoorstel van de heren Ben
Weyts, Siegfried Bracke, Koenraad Degroote en Jan Van Esbroeck tot
wijziging van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad
van State wat de evaluatie van ontwerpen of voorstellen tot herziening van
de Grondwet betreft (nr. 2091/1) in
overweging te nemen.
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
31.01 Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de urgentie voor het laatstvermelde wetsvoorstel (nr. 2091/1). Ik zou ook graag toelichten waarom ik dat doe.
Ik merk het enthousiasme in de zaal. Mijn vraag betreft dus de urgente behandeling van het wetsvoorstel nr. 2091/1. Dat wetsvoorstel zorgt er gewoon voor dat de Raad van State bevoegd wordt om zich uit te spreken en advies te geven over voorstellen of ontwerpen tot herziening van de Grondwet. De behandeling ervan is dringend, want het betreft een zeer specifieke casus. De regeringspartijen, aangevuld met de behulpzame groene fractie, willen namelijk momenteel de Grondwet herzien, zogezegd om een staatshervorming door te voeren.
Zij hebben een voorstel tot herziening van artikel 195 van de Grondwet op tafel gelegd. Wij zijn best vragende partij om te debatteren over een herziening van artikel 195 en over een herziening van de manier waarop de Grondwet wordt aangepast, maar dan wel met een minder rigide procedure, die geldt voor het heden en voor de toekomst. Hetgeen momenteel door de regering op de banken gelegd wordt, is de tijdelijke uitschakeling van de Grondwet, het opschorten van artikel 195 van de Grondwet. Hoe doet men dat? Men doet dat met juridische hocus pocus. Men voegt aan artikel 195 een overgangsbepaling toe.
Die overgangsbepaling bevat een lijst van artikelen die voor herziening vatbaar verklaard worden. Normaliter wil dat zeggen dat er een ontbinding van het Parlement komt, en dat er verkiezingen worden uitgeschreven. Nu is dat niet zo, want er staat letterlijk: “Deze overgangsbepaling is geen verklaring in de zin van artikel 195, tweede lid.” Dat staat er letterlijk. De kat is geen kat meer, maar wordt plots een hond, en wanneer de overgangsbepaling afloopt, wordt de hond opnieuw een kat. Dat is hier de bedoeling, en de mensen moeten dat maar snappen.
Artikel 195 wordt geschorst. Nochtans zegt artikel 187 van de Grondwet dat men de Grondwet niet kan en niet mag schorsen.
Tot daar mijn korte technische uiteenzetting, die u allen uitermate heeft kunnen boeien.
Nu is de vraag: heb ik gelijk?
“Ja” zegt men hier. “Neen,” zegt men daar. Laten wij aan de Raad van State vragen wie gelijk heeft. Is dat niet eerlijk? Wij keuren dit voorstel goed, en wij vragen aan de Raad van State wie gelijk heeft.
Mijn vraag is heel concreet, aan iedereen in dit Parlement: wilt u een legale herziening van de Grondwet, een legale staatshervorming? Ik vraag zeer specifiek aan de collega’s van Groen en Ecolo: wilt u een legale herziening van de Grondwet? Of bent u gewoon het hulpje van deze regering? U hebt de keuze. U kunt uw keuze duidelijk maken door samen met ons te stemmen voor de dringende behandeling van dit voorstel. Zo eenvoudig kan het leven soms zijn.
31.02 Barbara Pas (VB): Collega Weyts, wij weten ondertussen allemaal dat deze staatshervorming voor u geen nachtmerrie is en dat u ervan zult steunen wat goed is. Dit voorstel is weer zo een typische “weytsiaanse procedurele techniciteit” volgend op uw nummertje, uw mediaoptreden in De Zevende Dag. Zoals wij in de commissie deze week al hebben laten weten kunt u voor dit voorstel op onze steun rekenen. Ik zal u ook zeggen waarom. In tegenstelling tot wat de bedoeling was van de herziening van dat artikel 195…
Le président: Chers collègues, conformément au Règlement, Mme Pas a droit à un temps de parole de cinq minutes. Après nous avancerons.
31.03 Barbara Pas (VB): U kunt de uiteenzettingen van Open VLD en CD&V van vóór de verkiezingen erop nalezen. Vóór de verkiezingen was het bij de bespreking over de artikelen die voor herziening vatbaar moesten worden verklaard de bedoeling van de Vlamingen om artikel 195 voor herziening vatbaar te verklaren en om die procedure te vereenvoudigen. In het voorstel van de regeringspartijen en hun groene handlangers dat vandaag voorligt wordt die procedure as such helemaal niet vereenvoudigd, wel integendeel. In dit voorstel blijft die procedure even log. Ze wordt ad hoc eventjes aangepast en versoepeld om de toegevingen aan de Franstaligen inzake BHV even te kunnen betonneren. Nadien gaan de grendels weer dicht. Het is een staaltje politieke loodgieterij waar Jean-Luc Dehaene volgens mij heel jaloers op moet zijn.
Aangezien de regeringspartijen en hun groene handlangers in de commissie deze week het voorstel om grondwetspecialisten in deze te horen hebben afgeketst en hoorzittingen hebben geweigerd, kan de commissie dan ook niet aftoetsen of deze truc, deze als het ware tijdelijke schorsing van artikel 195, wel legaal is.
Er is onduidelijkheid over de wettelijkheid. Het is niet duidelijk of een en ander niet in strijd is met een ander artikel van de Grondwet, bijvoorbeeld artikel 187, dat zegt dat de Grondwet noch geheel, noch ten dele geschorst kan worden.
Enige duidelijkheid is dan ook nodig. Mijnheer Weyts, daarin hebt u een punt. Wij zullen de vraag tot urgentie dan ook steunen.
Le président: Nous allons procéder à un vote par assis et levé.
La demande d’urgence est rejetée par assis et levé.
Het urgentieverzoek wordt bij zitten en opstaan verworpen.
32 Demande d'urgence de la part du gouvernement
32 Urgentieverzoek vanwege de regering
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi-programme (II) (n° 2082/1).
De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het ontwerp van programmawet (II) (nr. 2082/1).
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence est adoptée par assis et levé.
De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
33 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:
- de heer Peter Dedecker over " het onbehoorlijk bestuur (conflict en schikking met advocatenkantoor Claeys & Engels) en de optredens van CEO Didier Bellens in de commissie Infrastructuur en in de pers" (nr. 8)
- de heer Tanguy Veys over "het functioneren van Belgacom-CEO Didier Bellens" (nr. 9)
- de heer Stefaan Van Hecke over "de verklaringen van de CEO van Belgacom, de heer Bellens, in de commissie Infrastructuur" (nr. 10)
33 Motions déposées en conclusion des interpellations de:
- M. Peter Dedecker sur "la mal-administration (conflit et arrangement avec le cabinet d'avocats Claeys & Engels) et les interventions du CEO Didier Bellens en commission de l'Infrastructure et dans la presse" (n° 8)
- M. Tanguy Veys sur "le fonctionnement de M. Didier Bellens, CEO de Belgacom" (n° 9)
- M. Stefaan Van Hecke "les déclarations faites par le CEO de Belgacom, M. Didier Bellens, en commission de l'Infrastructure" (n° 10)
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven van 14 februari 2012.
Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques du 14 février 2012.
Vier moties werden ingediend (MOT nr. 8/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Peter Dedecker;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Tanguy Veys;
- een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Stefaan Van Hecke;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Rachid Madrane.
Quatre motions ont été déposées (MOT n° 8/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par M. Peter Dedecker;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Tanguy Veys;
- une troisième motion de recommandation a été déposée par M. Stefaan Van Hecke;
- une motion pure et simple a été déposée par M. Rachid Madrane.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
33.01 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, zoals u weet wordt Belgacom geteisterd door een stroom van malversaties die beetje bij beetje aan het licht komt in de pers. Het betreft zaken over mogelijke corruptie bij verkoop van gebouwen en grote sponsorcontracten, over een falend personeels- en HR-beleid met een groot vertrek van mensen aan de top van Belgacom, over mistige juridische adviezen die besteld en duur betaald worden door het bedrijf om de CEO in te dekken.
Die CEO, Didier Bellens, mocht tot twee keer tekst en uitleg komen geven in de Commissie voor de Infrastructuur. Tot twee keer toe was dat een bijzonder schandelijke vertoning. Het was een CEO die blijk gaf van een groot geheugenverlies, of simpelweg een leugentje om bestwil verkocht. Bij de tweede hoorzitting besefte hij niet eens wat hij daar kwam doen.. Een CEO van een overheidsbedrijf die tekst en uitleg moet komen geven maar niet beseft wat hij daar komt doen. Dit is te gek voor woorden.
De reacties van de collega’s, zowel van de oppositie als van de meerderheid, waren dan ook niet min.
Na afloop van die tweede hoorzitting spurtten collega’s Van Hecke en Geerts naar de camera’s om hun ontgoocheling uit te drukken en liet collega Van den Bergh in de pers optekenen dat hij de commissie had verlaten met meer vragen dan hij bij het binnenkomen had. Het zijn heel terechte vragen van de heer Van den Bergh.
Collega Fonck van de zusterpartij liet optekenen bezorgd te zijn over de situatie bij Belgacom en zei dat de regering zich zorgen zou moeten maken over Belgacom. De meest tot actie oproepende uitspraak kwam echter van collega Lalieux van de PS, van dezelfde partij als de voogdijminister en de CEO. Zij stelde dat Belgacom onder verhoogd toezicht moest worden geplaatst.
Collega’s, dit zijn allemaal gelijkluidende signalen vanuit verschillende fracties van deze Kamer. Ik kan mij daarbij alleen maar aansluiten.
Het wordt tijd om orde op zaken te stellen en na te gaan hoe een en ander daar is gebeurd en hoe een en ander kan worden verantwoord. Belgacom is niet zomaar een klein overheidsbedrijf, maar is het kroonjuweel van onze overheidsbedrijven, waarvan wij allemaal aandeelhouders zijn.
Die aandeelhouders hebben recht op duidelijkheid inzake het beheer van dat bedrijf, net als de miljoenen klanten en de 16 000 personeelsleden die niet te spreken zijn over de gang van zaken, die met angst leven en spreken van het afluisteren van telefoongesprekken. Dit kan niet.
Ik heb dan ook een motie ingediend om het beleid bij Belgacom inzake die malversaties te laten doorlichten door een externe organisatie. Die motie is een concrete invulling van wat mevrouw Lalieux vraagt: een verhoogd toezicht en onderzoek naar wat daar gebeurt. Dergelijke motie is een concreet antwoord op de bezorgdheden van zowel mevrouw Fonck als de heer Van den Bergh. Die motie wegstemmen door de eenvoudige motie van de meerderheid goed te keuren, zou een complete tegenspraak zijn. Ik reken dan ook op uw steun.
33.02 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, noblesse oblige. Collega’s, de problematiek is belangrijk genoeg om vanop het spreekgestoelte nog eens te wijzen op de onophoudelijke stroom problemen. Het gaat niet alleen over wat in de pers komt, maar ook over personele problemen en problemen op het vlak van de werking van Belgacom. Er zijn dringend maatregelen nodig. Als we daar de bevoegde minister, hier nu helaas afwezig, op aanspreken, verbergt hij zich achter het argument dat Belgacom een autonoom overheidsbedrijf is, waarvan de bestuursautonomie wordt gewaarborgd door de wet van 21 maart 1991. Voorts dekt hij zich in met het argument dat de regeringscommissaris toeziet op de naleving van de wet, de beheersovereenkomst en het organiek statuut. Niks gezien of gehoord, zegt de minister, tout va très bien, Madame la Marquise, en intussen is het kot aan het afbranden.
Het valt op dat niemand zich aan Franstalige zijde geroepen voelde om zich in het debat te mengen. Nochtans holde na de hoorzitting iedereen naar de pers om zijn appreciatie te geven, zoals collega Dedecker vermeldde. Toen ze echter politiek kleur moesten bekennen, waren ze in de verste verte niet te bespeuren.
Voor het eerst heb ik er goede hoop in dat een motie van het Vlaams Belang vandaag zal worden goedgekeurd. Immers, als wij kijken naar de reacties in de pers …
33.03 Jef Van den Bergh (CD&V): (…)
33.04 Tanguy Veys (VB): Mijnheer Van den Bergh, ik kan mij moeilijk voorstellen dat uw slecht gevoel weg is, tenzij u ondertussen iets hebt gegeten.
Wij kijken ook uit naar de parlementaire vragen van de heer Geerts met betrekking tot zaken die niet in orde zijn. Ik wacht trouwens niet alleen op de vragen, maar ook op de heer Geerts zelf.
Mevrouw Fonck, voor de duidelijkheid zal ik de citaten in het Frans herhalen.
"Le gouvernement doit à présent s'inquiéter de ce qui se passe à l'intérieur de l'entreprise tant pour son personnel que pour son image extérieure. Didier Bellens ne m'a pas convaincu du tout".
Mevrouw
Lalieux u bent al een paar keer geciteerd, bij deze doe ik dat graag nog eens
opnieuw: "Je prône la mise sous surveillance de Belgacom".
Ik denk dat die taal duidelijk is. Wat wij vragen in onze motie, is precies wat u komt te zeggen. Collega’s, daarom vraag ik u om voor een keer allen samen deze motie goed te keuren.
Le président: Chers collègues, je voudrais préciser que le ministre n'était pas obligé d'être présent puisque le gouvernement est représenté.
Par ailleurs, je regrette que l'on ait attiré l'attention sur l'absence de M. Geerts qui est excusé pour raison de maladie.
Pour ce qui concerne le téléphone, avoir des abonnés absents, c'est très courant, monsieur Veys.
33.05 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, niemand zal ontkennen dat er zich ernstige problemen voordoen aan de top van Belgacom. Toen we de hoorzitting hebben gehad met mijnheer Bellens over het sponsorbeleid of over het personeelsbeleid, heb ik zelden een CEO van een overheidsbedrijf zo door de mand zien vallen. Dat deze man een selectief geheugen had als er moeilijke vragen werden gesteld en totaal ongeloofwaardig was, was bijzonder ontgoochelend. De reacties van de andere collega’s, ook vanuit de meerderheid, waren allemaal van dezelfde aard. Als het er evenwel op aankomt actie te ondernemen, merken we dat er niks gebeurt.
De interpellatie die volgde ten aanzien van mijnheer Magnette bracht ook niet veel op. We hebben aanbevolen dat een externe audit zou worden georganiseerd om het sponsorbeleid en het personeelsbeleid van Belgacom te laten onderzoeken. De minister zoekt echter weer uitvluchten. Hij zegt dat hij dit niet kan doen omdat het een autonoom overheidsbedrijf betreft.
Mijnheer de voorzitter, u weet goed dat er wel één en ander mogelijk is ten aanzien van overheidsbedrijven. Via u is er bijvoorbeeld gevraagd aan het Rekenhof om een aantal onderzoeken te doen naar de financiële stromen binnen de NMBS-Groep. Indien dit mogelijk is voor de NMBS dan is het ook mogelijk om een onderzoek te voeren naar Belgacom. De minister moet zich niet verschuilen achter het feit dat het een autonoom overheidsbedrijf betreft. Via dit Parlement kunnen wij beroep doen op het Rekenhof om een aantal onderzoeken uit te voeren.
Het antwoord van de minister was totaal onvoldoende. Daarom hebben wij een motie opgesteld. Wij vragen u om die steunen.
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et
vérifié son vote?
Einde van
de stemming / Fin du vote.
Uitslag van
de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
89 |
Oui |
Nee |
51 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
34 Wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de mede-eigendom betreft en van artikel 46, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek (nieuw opschrift) (1538/11)
34 Projet de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne la copropriété et modifiant l'article 46, § 2, du Code judiciaire (nouvel intitulé) (1538/11)
Geamendeerd door de Senaat
Amendé par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
138 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
Bijgevolg amendeert de Kamer het
wetsontwerp. Het zal aan de Senaat worden teruggezonden. (1538/12)
En conséquence, la Chambre amende le projet de
loi. Il sera renvoyé au Sénat. (1538/12)
35 Wetsvoorstel tot regularisatie van de adoptieprocedures die in het buitenland zijn gevoerd door personen die hun gewone verblijfplaats in België hebben (1730/4)
35 Proposition de loi visant à permettre la régularisation des procédures d'adoption réalisées à l'étranger par des personnes résidant habituellement en Belgique (1730/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
140 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1730/5)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1730/5)
36 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening wat de toegelaten afwijkingen betreft (1385/8)
36 Proposition de loi modifiant la loi du 10 novembre 2006 relative aux heures d'ouverture dans le commerce, l'artisanat et les services en ce qui concerne les dérogations autorisées (1385/8)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
129 |
Oui |
Nee |
10 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1385/9)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1385/9)
37 Wetsvoorstel tot behoud van pensioenrechten van personeelsleden van hogescholen bij hun integratie in universiteiten (nieuw opschrift) (1896/4)
37 Proposition de loi visant à assurer les droits à la pension des membres du personnel de l'enseignement supérieur non universitaire suite à leur intégration au sein des universités (nouvel intitulé) (1896/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
140 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1896/5)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1896/5)
38 Voorstel van resolutie over de verbetering en coördinatie van de informatie en communicatie waarin de ondernemingen van de NMBS-Groep voor hun gebruikers voorzien, alsmede over de financiering ervan (nieuw opschrift) (1690/4)
38 Proposition de résolution visant à améliorer et coordonner l'information et la communication mise en place par les entreprises du Groupe SNCB envers ses usagers et d'en assurer le financement (nouvel intitulé) (1690/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
103 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
36 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1690/5)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (1690/5)
39 Aangehouden amendementen en artikelen van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, teneinde bisfenol A te verbieden in verpakkingen voor voedingsmiddelen (1996/1-5)
39 Amendements et articles réservés du projet de loi modifiant la loi du 24 janvier 1977 relative à la protection de la santé des consommateurs en ce qui concerne les denrées alimentaires et les autres produits, visant à interdire le bisphénol A dans les contenants de denrées alimentaires (1996/1-5)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Stemming over amendement nr. 3 van Thérèse
Snoy et d'Oppuers cs op artikel 2.(1996/3)
Vote sur l'amendement n° 3 de Thérèse Snoy et
d'Oppuers cs à l'article 2.(1996/3)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
25 |
Oui |
Nee |
62 |
Non |
Onthoudingen |
52 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is het artikel 2 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 2 est adopté.
Stemming over amendement nr. 2 van Reinilde
Van Moer cs op artikel 4.(1996/2)
Vote sur l'amendement n° 2 de Reinilde Van Moer
cs à l'article 4.(1996/2)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8) |
||
Ja |
26 |
Oui |
Nee |
105 |
Non |
Onthoudingen |
9 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is het artikel 4 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 4 est adopté.
40 Geheel van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, teneinde bisfenol A te verbieden in verpakkingen voor voedingsmiddelen (1996/5)
40 Ensemble du projet de loi modifiant la loi du 24 janvier 1977 relative à la protection de la santé des consommateurs en ce qui concerne les denrées alimentaires et les autres produits, visant à interdire le bisphénol A dans les contenants de denrées alimentaires (1996/5)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
94 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
45 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1996/6)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1996/6)
(De heer Jambon heeft zich onthouden)
41 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre la Communauté européenne et ses Etats membres, d'une part, et la République d'Afrique du Sud, d'autre part, modifiant l'Accord sur le commerce, le développement et la coopération, fait à Kleinmond, Afrique du Sud, le 11 septembre 2009 (2022/1)
41 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking, gedaan te Kleinmond, Zuid-Afrika, op 11 september 2009 (2022/1)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Oui)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Ja)
41.01 Rita De Bont (VB): Mijnheer de voorzitter, mijn partij heeft uiteraard geen probleem met de inhoud van deze overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de republiek van Zuid-Afrika. Integendeel, Zuid-Afrika ligt ons na aan het hart. Wij zijn wel van mening dat de Europese Gemeenschap van deze hernieuwing van de overeenkomst had moeten gebruikmaken om meer aandacht te vragen voor een flagrante schending van de mensenrechten die al sinds 1994 in Zuid-Afrika aan de gang is. België had bij de onderhandelingen over deze overeenkomst daarop moeten aandringen.
Ik heb het daarbij niet enkel over de hoge mate van geweld in het algemeen, maar vooral over de systematische gruwelijke moorden op boeren, hun families en hun personeel. Sinds 1994 zijn er in Zuid-Afrika al meer dan 1 550 boeren vermoord. Men kan daarbij terecht spreken van een genocide, daar dat aantal in verhouding tot het totale aantal boeren veel hoger ligt dan het relatieve aantal moorden voor de totale bevolking van Zuid-Afrika. In de landbouwgemeenschap waren er in de voorbije jaren 313 moorden op 100 000 landbouwers. Voor de totale bevolking waren er 13 moorden op 100 000.
De boerengemeenschap is dus een minderheidsgroep die bedreigd wordt. Daarmee komen spijtig genoeg de totale voedselvoorziening, de werkgelegenheid en het sociale weefsel in Zuid-Afrika onder druk. Het was onze verantwoordelijkheid om dat probleem onder de aandacht te brengen, zoals het Vlaams Belang had voorgesteld in een voorstel van resolutie, teneinde de problematiek van de zogenaamde plaasmoorden in Zuid-Afrika aan te kaarten.
Die resolutie vond buiten mijn partij spijtig genoeg geen steun. Mooie woorden, zoals de eerbiediging van de democratische beginselen en fundamentele mensenrechten, waarover wij het vandaag nog gehad hebben, de uitroeiing van de armoede en terrorismebestrijding hebben geen zin als men die enkel selectief toepast en een betrokken bevriende overheid die men zelf aan de macht heeft geholpen niet voor haar verantwoordelijkheid durft te plaatsen, uit schrik om haar te schofferen.
Men had de gelegenheid om in artikel 86 van deze overeenkomst, dat men trouwens heeft vervangen, dit vraagstuk toe te voegen aan de lijst van opgesomde vraagstukken met betrekking tot sociale problemen in de samenleving na het apartheidstijdperk, waarover de partijen een dialoog zouden aangaan. Men heeft deze kans gemist. België heeft zijn verantwoordelijkheid niet genomen. Om dit aan te klagen, zal mijn fractie zich onthouden.
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||
Ja |
130 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
10 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2022/2)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2022/2)
42 Projet de loi portant assentiment à l'Accord modifiant, pour la deuxième fois, l'Accord de Partenariat entre les Membres du Groupe des Etats d'Afrique, des Caraïbes et du Pacifique, d'une part, et la Communauté européenne et ses Etats membres, d'autre part, signé à Cotonou le 23 juin 2000 et modifié une première fois à Luxembourg le 25 juin 2005, et à l'Acte final, ouverts à la signature à Ouagadougou le 22 juin 2010 et à Bruxelles du 1er juillet au 31 octobre 2010 (2023/1)
42 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tot tweede wijziging van de Partnerschapsovereenkomst tussen de Leden van de Groep van Staten in Afrika, het Caribische Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 en voor de eerste maal gewijzigd te Luxemburg op 25 juni 2005, en met de Slotakte, open voor ondertekening te Ouagadougou op 22 juni 2010 en te Brussel van 1 juli tot en met 31 oktober 2010 (2023/1)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 11) |
||
Ja |
140 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2023/3)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2023/3)
43 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre les Etats du Benelux (le Royaume de Belgique, le Grand-Duché de Luxembourg, le Royaume des Pays-Bas) et la République d'Arménie relatif à la réadmission des personnes en séjour irrégulier, et au Protocole d'application, faits à Bruxelles le 3 juin 2009 (2024/1)
43 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden) en de Republiek Armenië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen, en met het Uitvoeringsprotocol, gedaan te Brussel op 3 juni 2009 (2024/1)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 12) |
||
Ja |
127 |
Oui |
Nee |
12 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2024/3)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2024/3)
44 Proposition de rejet faite par la commission de la Justice de la proposition de loi modifiant les règles légales relatives à la légitime défense et introduisant la cause absolutoire générale de l'excès de légitime défense (1552/1-2)
44 Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Justitie van het wetsvoorstel tot wijziging van de wettelijke regeling inzake noodweer en tot invoering van de algemene schulduitsluitingsgrond "noodweerexces" (1552/1-2)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 13) |
||
Ja |
102 |
Oui |
Nee |
38 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de rejet. La proposition de loi n° 1552/1 est donc rejetée.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot
verwerping aan. Het wetsvoorstel nr. 1552/1 is dus verworpen.
(MM. Maingain,
Clerfayt et Thiéry ont voté oui)
45 Voorstel van resolutie over de situatie in kamp Ashraf in Irak (716/9)
45 Proposition de résolution concernant la situation du camp d'Achraf en Irak (716/9)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 14) |
||
Ja |
128 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
12 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (716/10)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (716/10)
46 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 8 maart 2012 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 8 mars 2012 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 19.21 uur.
La séance est levée à 19.21 heures.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 073 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 53 PLEN 073 bijlage. |
|
|
|
|
Vote nominatif - Naamstemming: 001
Oui
|
089 |
Ja |
Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin
Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans,
Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme
Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan,
De Clercq Mathias, De Croo Herman, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom
Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq
Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick
Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez
Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant
Jacqueline, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe,
Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Kitir Meryame,
Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen
Benoît, Madrane Rachid, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel Charles, Moriau
Patrick, Musin Linda, Özen Özlem, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten
Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco,
Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina,
Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van
Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter,
Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof,
Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank
Non
|
051 |
Nee |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny,
Beuselinck Manu, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Calvo y Castañer Kristof,
Clerfayt Bernard, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote
Koenraad, Deleuze Olivier, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal,
Demol Elsa, De Ridder Min, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dumery Daphné,
Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen,
Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx
Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers
Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Valkeniers
Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke
Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien,
Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 002
Oui
|
138 |
Ja |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph,
Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck
Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried,
Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne
Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe,
Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De
Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Defreyne Roland, Degroote
Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester
Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De
Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya,
Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie,
Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné,
Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken
Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Gennez Caroline, Genot Zoé, George
Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe,
Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin,
Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lalieux Karine,
Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis
Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain
Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel Charles, Moriau Patrick, Musin
Linda, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn,
Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco,
Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers
Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien,
Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter
Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der
Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno,
Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van
Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer
Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof,
Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
001 |
Onthoudingen |
De Bont Rita
Vote nominatif - Naamstemming: 003
Oui
|
140 |
Ja |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph,
Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq
Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke
Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof,
Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard
Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan,
De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie,
Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man
Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De
Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq
Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael
Patrick, De Wit Sophie, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane
Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut
André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline,
Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry,
Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin
Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald,
Kitir Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri
Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane
Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel
Charles, Moriau Patrick, Musin Linda, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin
Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns
Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia,
Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen
Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers
Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven,
Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van
Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann,
Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh
Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy,
Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank,
Wollants Bert
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 004
Oui
|
129 |
Ja |
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck
Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried,
Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne
Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe,
Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De
Croo Herman, Dedecker Peter, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze
Olivier, Delizée Jean-Marc, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa,
Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn
Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt
Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme
Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia,
Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant
Jacqueline, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet
Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc,
Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir
Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima,
Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier,
Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel Charles, Moriau Patrick, Musin Linda, Özen
Özlem, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik,
Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate
Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin,
Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van
Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der
Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan,
Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam,
Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien,
Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane,
Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants
Bert
Non
|
010 |
Nee |
Annemans Gerolf, De Bont Rita, De Man Filip,
Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Louis Laurent, Pas Barbara, Schoofs Bert,
Valkeniers Bruno, Veys Tanguy
Abstentions |
001 |
Onthoudingen |
Dedecker Jean Marie
Vote nominatif - Naamstemming: 005
Oui
|
140 |
Ja |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph,
Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq
Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke
Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof,
Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard
Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan,
De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie,
Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man
Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De
Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq
Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael
Patrick, De Wit Sophie, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane
Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut
André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline,
Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry,
Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin
Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald,
Kitir Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri
Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane
Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel
Charles, Moriau Patrick, Musin Linda, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André,
Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns
Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia,
Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen
Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers
Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven,
Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van
Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann,
Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh
Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy,
Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx
Frank, Wollants Bert
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 006
Oui
|
103 |
Ja |
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart
Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Burgeon Colette,
Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard,
Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck
Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Defreyne Roland, Deleuze Olivier,
Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn
Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt
Wouter, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery
Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric
André, Galant Jacqueline, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens
Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry
Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lalieux
Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane
Rachid, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel Charles, Moriau
Patrick, Musin Linda, Özen Özlem, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten
Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco,
Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman
Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens
Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera
Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan,
Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan,
Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve,
Wilrycx Frank
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
036 |
Onthoudingen |
Annemans Gerolf, Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, De Bont Rita, Dedecker
Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester
Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné,
Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Logghe Peter,
Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers
Sarah, Sminate Nadia, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda,
Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh
Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 007
Oui
|
025 |
Ja |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny,
Boulet Juliette, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, De Bont Rita, De
Croo Herman, Deleuze Olivier, De Man Filip, De Vriendt Wouter, Genot Zoé,
Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Logghe Peter,
Louis Laurent, Maingain Olivier, Pas Barbara, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry
Damien, Valkeniers Bruno, Van Hecke Stefaan, Veys Tanguy
Non
|
062 |
Nee |
Bacquelaine Daniel, Battheu Sabien, Blanchart
Philippe, Bonte Hans, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David,
Coëme Guy, Collard Philippe, De Bue Valérie, De Clercq Mathias, Defreyne
Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, Destrebecq
Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Dewael Patrick, Ducarme Denis, Dufrane
Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Frédéric
André, Galant Jacqueline, Gennez Caroline, Giet Thierry, Goffin Philippe,
Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kitir Meryame, Lalieux Karine,
Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Madrane Rachid, Mathot Alain, Mayeur
Yvan, Michel Charles, Moriau Patrick, Musin Linda, Özen Özlem, Perpète André,
Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Seminara Franco, Somers Bart, Somers
Ine, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Cauter
Carina, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann,
Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vienne Christiane, Wierinck Godelieve,
Wilrycx Frank
Abstentions |
052 |
Onthoudingen |
Arens Joseph, Bastin Christophe, Becq Sonja,
Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Dallemagne Georges, De
Clerck Stefaan, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De
Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Potter Jenne, De Ridder Min,
Deseyn Roel, Devlies Carl, De Wit Sophie, Dierick Leen, Doomst Michel, Dumery
Daphné, Fonck Catherine, Francken Theo, George Joseph, Grosemans Karolien,
Jambon Jan, Kindermans Gerald, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Luykx Peter,
Maertens Bert, Muylle Nathalie, Rolin Myriam, Schoofs Bert, Schyns
Marie-Martine, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Terwingen Raf,
Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck
Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien,
Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 008
Oui
|
026 |
Ja |
Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Dedecker
Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir
Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo,
Grosemans Karolien, Jambon Jan, Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah,
Sminate Nadia, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van
Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben,
Wollants Bert
Non
|
105 |
Nee |
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart
Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Burgeon Colette,
Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard,
Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck
Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Defreyne Roland, Deleuze Olivier,
Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn
Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt
Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane
Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck
Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Gennez Caroline, Genot Zoé,
George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe,
Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir
Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima,
Louis Laurent, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Maingain Olivier, Mathot Alain,
Mayeur Yvan, Michel Charles, Moriau Patrick, Musin Linda, Özen Özlem, Perpète
André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns
Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse,
Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry
Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van
den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle
Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven
Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof,
Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank
Abstentions |
009 |
Onthoudingen |
Annemans Gerolf, De Bont Rita, De Man Filip,
Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Pas Barbara, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno,
Veys Tanguy
Vote nominatif - Naamstemming: 009
Oui
|
094 |
Ja |
Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin
Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans,
Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David,
Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue
Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Jean
Marie, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne,
De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent,
Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane
Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck
Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Gennez Caroline, George Joseph,
Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin,
Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt
Renaat, Lanjri Nahima, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Maingain
Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel Charles, Moriau Patrick, Musin
Linda, Özen Özlem, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz
Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers
Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien,
Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh
Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno,
Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan,
Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve,
Wilrycx Frank
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
045 |
Onthoudingen |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Beuselinck Manu, Boulet
Juliette, Bracke Siegfried, Calvo y Castañer Kristof, De Bont Rita, Dedecker
Peter, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, De Man Filip, De Meulemeester
Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Vriendt Wouter, De Wit
Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet
Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Logghe Peter, Luykx
Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia,
Snoy et d'Oppuers Thérèse, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde
Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen
Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 010
Oui
|
130 |
Ja |
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja,
Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke
Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof,
Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard
Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq
Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Defreyne Roland,
Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Meulemeester
Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De
Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya,
Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie,
Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné,
Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine,
Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Gennez Caroline, Genot Zoé,
George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe,
Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric,
Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Luykx Peter,
Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan,
Michel Charles, Moriau Patrick, Musin Linda, Özen Özlem, Perpète André, Rolin
Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine,
Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers
Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric,
Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina,
Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen
Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van
Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen
Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan,
Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck
Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
010 |
Onthoudingen |
Annemans Gerolf, De Bont Rita, De Man Filip, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter,
Louis Laurent, Pas Barbara, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy
Vote nominatif - Naamstemming: 011
Oui
|
140 |
Ja |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph,
Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq
Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke
Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof,
Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard
Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan,
De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Defreyne
Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De
Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier
Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier,
Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick,
De Wit Sophie, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony,
Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck
Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Gennez Caroline,
Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges,
Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry
Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame,
Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe
Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens
Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel Charles, Moriau
Patrick, Musin Linda, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam,
Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine,
Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers
Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut
Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen
Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera
Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van
Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van
Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven
Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane,
Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants
Bert
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 012
Oui
|
127 |
Ja |
Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu,
Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon
Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy,
Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck
Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean
Marie, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De
Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier
Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier,
Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, De Wit Sophie,
Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle,
Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo,
Frédéric André, Galant Jacqueline, Gennez Caroline, George Joseph, Giet
Thierry, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc,
Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lalieux
Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter,
Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert,
Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel Charles, Moriau Patrick,
Musin Linda, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten
Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine,
Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Somers Bart,
Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien,
Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter
Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der
Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno,
Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus,
Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge,
Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck
Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert
Non
|
012 |
Nee |
Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette,
Calvo y Castañer Kristof, Deleuze Olivier, De Vriendt Wouter, Genot Zoé,
Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Van
Hecke Stefaan
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 013
Oui
|
102 |
Ja |
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart
Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Burgeon Colette,
Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy,
Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De
Clercq Mathias, De Croo Herman, Defreyne Roland, Deleuze Olivier, Delizée
Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel,
Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt
Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane
Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck
Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Gennez Caroline, Genot Zoé,
George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe,
Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir
Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima,
Louis Laurent, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel
Charles, Moriau Patrick, Musin Linda, Özen Özlem, Perpète André, Rolin Myriam,
Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara
Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine,
Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno,
Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth,
Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann,
Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge,
Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank
Non
|
038 |
Nee |
Annemans Gerolf, Beuselinck Manu, Bracke
Siegfried, Clerfayt Bernard, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie,
Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol
Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts
Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Logghe Peter, Luykx Peter, Maertens
Bert, Maingain Olivier, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate
Nadia, Thiéry Damien, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda,
Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh
Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 014
Oui
|
128 |
Ja |
Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu,
Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon
Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy,
Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck
Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean
Marie, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De
Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier
Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier,
Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, De Wit Sophie,
Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné,
Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine,
Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Gennez Caroline, George
Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin
Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir
Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima,
Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid,
Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel Charles,
Moriau Patrick, Musin Linda, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin
Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns
Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia,
Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry
Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van
Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van
der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle
Bruno, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen
Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan,
Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben,
Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
012 |
Onthoudingen |
Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Calvo y Castañer Kristof,
Deleuze Olivier, De Vriendt Wouter, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet
Georges, Jadot Eric, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Van Hecke Stefaan