Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 9 février 2012

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 9 februari 2012

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.20 heures et présidée par M. André Flahaut.

De vergadering wordt geopend om 14.20 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Elio Di Rupo, Steven Vanackere, Johan Vande Lanotte, Sabine Laruelle, Monica De Coninck.

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Alexandra Colen, Thérèse Snoy et d'Oppuers, Veerle Wouters, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;

Anthony Dufrane, raisons familiales/ familieaangelegenheden;

Bruno Tobback, à l'étranger / buitenslands.

 

01 Ordre du jour

01 Agenda

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 8 février 2012, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi la proposition de résolution de MM. Dirk Van der Maelen et David Geerts relative à un traité international strict sur les armes (n° 1794/1).

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 8 februari 2012, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het voorstel van resolutie van de heren Dirk Van der Maelen en David Geerts met betrekking tot een sterk internationaal wapenverdrag (nr. 1794/1) in te schrijven.

 

Pas d'observations? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Questions

Vragen

 

02 Vraag van de heer Tanguy Veys aan de eerste minister over "de communicatie van minister Magnette omtrent het gerechtelijk onderzoek naar Belgacom" (nr. P0738)

02 Question de M. Tanguy Veys au premier ministre sur "la communication du ministre Magnette à propos de l'enquête judiciaire sur Belgacom" (n° P0738)

 

02.01  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de premier, u zit met een probleem! Blijkbaar druppelt langzaamaan de malaise bij Belgacom ook binnen in uw regering. Die malaise bij Belgacom verwijst naar de problemen die CEO Didier Bellens heeft om ervoor te zorgen dat er orde op zaken komt. Blijkbaar hebben sommige mensen een “trou de mémoire”, zoals men in schoon Vlaams zegt.

 

De heer Magnette, hier voorlopig nog niet aanwezig, bevestigde op de commissievergadering van dinsdag 7 februari jongstleden zeer duidelijk dat er een gerechtelijk onderzoek liep omtrent de sponsoring door Belgacom van een aantal projecten. Ook ik heb ernstige vragen bij die sponsoring. Ik verwijs naar tennistornooien, Ethias Trophy, de voetbalclub Bergen, het Festival International du Film d’Amour in Bergen in 2015. Daarover kunnen ernstige vragen worden gesteld, ook door het gerecht.

 

Het was bevreemdend dat, hoewel die namiddag 7 februari in de commissievergadering minister Magnette bevestigde dat er een onderzoek was en de leden van de pers, in het bijzonder van het persagentschap Belga, daar melding van maakten, minister Magnette zich ’s avonds ineens niet meer herinnerde wat hij had verklaard. Ook de heer Bellens had dat probleem: was ik op die vergadering, wat is daar gezegd, heeft die wel plaatsgevonden? De trou de mémoire was blijkbaar ook bij de heer Magnette aanwezig. Hij heeft een verklaring afgelegd aan Belga, nog geen uur na het eerste artikel, geen enkele aanwijzing te hebben om een onderzoek over de sponsoringactiviteiten van Belgacom te bevestigen of te ontkennen.

 

Premier, duidelijk is dat het probleem van Belgacom nu reeds in de regering zit. Men zit daar met trous de mémoire en weet niet meer wat men heeft verklaard. Om te vermijden dat men tot een guerre de sacoches komt in uw regering, had ik graag vernomen wat de regering wel weet en wat niet. Wat kan ze bevestigen en wat niet? Graag kreeg ik een antwoord, zonder dat u de leden van de pers en het Parlement in het ootje neemt.

 

02.02 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, de minister van Overheidsbedrijven heeft op 7 februari verduidelijkt dat hij over geen enkel element beschikt dat bevestigt of ontkent dat er een onderzoek naar de sponsoring van Belgacom zal worden geopend. Wat hij zegt, is duidelijk.

 

Voor de rest herinner ik u aan het fundamentele beginsel van de scheiding der machten. Dat beginsel is een van de fundamenten van onze democratie. De rechterlijke macht is onafhankelijk van de uitvoerende en de wetgevende macht.

 

Het behoort dan ook niet tot de bevoegdheden van de regering om te zeggen of er al dan niet een gerechtelijk onderzoek loopt.

 

Ik twijfel er niet aan dat ook u het belangrijk vindt dat het beginsel van de scheiding der machten wordt gerespecteerd.

 

02.03  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor het antwoord. Ik trek het principe van de scheiding der machten niet in twijfel. Wanneer een minister in een commissie in de Kamer antwoordt op een vraag van een lid, ga ik er echter van uit dat hij bij zijn verklaring blijft. Als de pers daarover bericht, kan het niet dat de minister achteraf zijn woorden verdraait. Daar gaat het hier om.

 

Ik zou willen dat u die boodschap aan uw collega’s in de regering overbrengt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van de heer Jan Jambon aan de eerste minister over "de begrotingsdoelstelling voor 2012" (nr. P0739)

03 Question de M. Jan Jambon au premier ministre sur "l'objectif budgétaire pour 2012" (n° P0739)

 

03.01  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Di Rupo, wij staan aan de vooravond van een belangrijke begrotingscontrole. Opnieuw wordt de indruk gewekt dat er in uw regering gekrakeel over de controle is. De indruk wordt gewekt dat de doelstelling van 2,8 % van het bruto binnenlands product door leden van uw regering in vraag wordt gesteld.

 

De eerlijkheid gebiedt mij te bevestigen dat de heer Van Quickenborne onmiddellijk heeft verklaard dat zulks voor hem niet kan. Voor hem moet de begrotingsdoelstelling op 2,8 % blijven.

 

Mijnheer Di Rupo, mijn vraag aan u is tamelijk eenvoudig.

 

Wat is het standpunt van de regering? Zal de begrotingsdoelstelling voor 2012 op 2,8 % blijven of is ter zake een versoepeling denkbaar?

 

Nu wij toch over de kwestie bezig zijn, heb ik twee bijkomende vragen.

 

Morgen – misschien al vandaag – zullen wij de reële groeicijfers voor 2012 kennen. Wij zullen op dat moment kunnen berekenen tot welk saneringsbedrag bedoelde cijfers moeten leiden.

 

Er zijn natuurlijk nog andere elementen die tot een bijkomende sanering aanleiding geven.

 

Mijn vraag is heel eenvoudig. Met welke andere elementen en bedragen, los van de aanpassing van de groeicijfers, houdt u rekening, om morgen de saneringsoefening te starten en te voleindigen?

 

Mijn derde vraag luidt als volgt.

 

Wij hebben de heer Giet, de voorzitter van uw partij, gehoord. Hij heeft verklaard dat er geen ruimte is om bijkomend te besparen.

 

Wij hebben de liberale partijen gehoord, die naar mijn aanvoelen de juiste analyse hebben gemaakt. Zij stellen dat er geen ruimte voor bijkomende belastingen is. Wij kampen immers al met de hoogste belastingen van heel Europa.

 

Mijnheer Di Rupo, hoe ziet u de verhouding tussen nieuwe inkomsten en bijkomende uitgaven?

 

03.02 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, mijnheer Jambon, u maakt zich zorgen over de begrotingsdoelstelling voor 2012. Zoals u weet, heeft België er zich in het Stabiliteitsprogramma toe verbonden zijn tekort in 2012 terug te brengen tot 2,8 % van het bbp. Deze doelstelling is overgenomen in het regeerakkoord. Met die vooruitzichten voor ogen heeft de regering de begroting 2012 opgesteld. Deze begroting is trouwens exact een week geleden door dit Parlement goedgekeurd.

 

De vastberadenheid van de regering om de begrotingsdoelstellingen na te komen, blijft intact. Daarvan getuigen de inspanningen van meer dan 11 miljard euro die wij hebben geleverd. Het is onze verantwoordelijkheid om onze overheidsfinanciën opnieuw gezond te maken. Iedereen weet dat het absoluut nodig is om ons land te beschermen tegen aanvallen van speculanten en om te antwoorden op de uitdaging van de vergrijzing. Wij zullen die verantwoordelijkheid niet uit de weg gaan. Bij de begrotingscontrole zullen wij dus vanzelfsprekend uitgaan van dezelfde doelstelling om het tekort te beperken tot 2,8 %.

 

Ik heb al eerder gezegd: de regering zal erover waken dat de genomen maatregelen evenwichtig zijn. Wij zullen er alles aan doen om de koopkracht van de burgers te vrijwaren en de competitiviteit van onze bedrijven te garanderen. Uiteraard zullen wij de begrotingscontrole uitvoeren, rekening houdend met de laatste economische groeicijfers die morgen door het Instituut voor Nationale Rekeningen zullen worden aangeleverd.

 

Ik dank u voor uw aandacht.

 

03.03  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Di Rupo, ik stel vast dat u alleen een antwoord geeft op mijn eerste vraag, en ik ben blij u te horen zeggen dat de begrotingsdoelstelling van 2,8 % behouden blijft, maar de twee andere vragen beantwoordt u niet. Daarom heb ik voor u een suggestie en een oproep.

 

Mijn suggestie is de volgende. De regering heeft het plan opgevat om de fraude te bestrijden, de fiscale fraude en ook de sociale fraude; de sociale fraude weliswaar in mindere mate, spijtig genoeg. Mijn suggestie is om de middelen die u daaruit puurt, te gebruiken voor lastenverlagingen op arbeid. Ons bedrijfsleven kreunt en dit zou enige zuurstof aan ons bedrijfsleven kunnen geven.

 

Mijn oproep is de volgende. U staat voor een ernstige begrotingsoefening. Doe die sanering van de publieke financiën alstublieft met besparingen en met structuurhervormingen en stop ermee om lasten af te wenden op de schouders van de werkende Vlamingen. De maat is vol!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Gwendolyn Rutten aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de vergadering van de ministers van Financiën van de eurozone over de situatie in Griekenland" (nr. P0740)

- de heer Jean Marie Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de vergadering van de ministers van Financiën van de eurozone over de situatie in Griekenland" (nr. P0741)

- mevrouw Karin Temmerman aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de vergadering van de ministers van Financiën van de eurozone over de situatie in Griekenland" (nr. P0742)

04 Questions jointes de

- Mme Gwendolyn Rutten au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la réunion des ministres des Finances de la zone euro sur la situation de la Grèce" (n° P0740)

- M. Jean Marie Dedecker au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la réunion des ministres des Finances de la zone euro sur la situation de la Grèce" (n° P0741)

- Mme Karin Temmerman au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la réunion des ministres des Finances de la zone euro sur la situation de la Grèce" (n° P0742)

 

04.01  Gwendolyn Rutten (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag gaat over Griekenland, maar bij uitbreiding over Europa, over de Europese Unie en de eurozone.

 

U staat aan de vooravond van een heel belangrijke vergadering met de ministers van Financiën van de eurozone. Door uitspraken van de voorbije dagen is de ongerustheid gegroeid. Ik verwijs naar de uitspraken van een Europees commissaris, mevrouw Kroes, en naar de uitspraken van de Nederlandse premier, die de ongerustheid over het uittreden van Griekenland uit de eurozone doen groeien. Mensen weten eerlijk gezegd niet meer waar zij aan toe zijn.

 

Ik heb altijd begrepen dat de Europese strategie er een was in drie stappen. De eerste stap is het Griekse probleem isoleren. Grienkenland heeft zich immers met valse cijfers toegang verschaft tot de eurozone. De tweede stap is versterking, ervoor zorgen dat het besmettingsgevaar beperkt blijft. De derde stap is ervoor zorgen dat het probleem ten gronde wordt aangepakt door een begrotingsunie en door begrotingen die structureel in orde zijn, zodat de eurozone niet wordt aangetast.

 

Mijnheer de minister, in het kader van recente uitlatingen, zowel van Europese commissarissen als van eerste ministers, is mijn vraag wat nu eigenlijk het reële gevaar is met betrekking tot Griekenland. Namens mijn fractie zeg ik u dat wij een Europa willen dat solidair is, één munt vertegenwoordigt en een politieke unie vormt. Daarom leveren wij de nodige begrotingsinspanningen. Kunt u ons de situatie toelichten?

 

Quid, vervolgens, met de tweede fase, het Europese stabiliteitsmechanisme, het ESM? Welke voorstellen liggen er op tafel?

 

Tot slot doen wij de volgende oproep met betrekking tot de begrotingscontrole en de nakende inspanningen. Een gezonde begroting, besparingen en ervoor zorgen dat ons land terug kan groeien op economisch vlak, vormen de allerbeste verdediging tegen instabiliteit.

 

04.02  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, vandaag onderhandelt Griekenland met de trojka over een nieuw infuus van 130 tot 170 miljard, om het hoofd boven water te houden. Wij horen veel over solidariteit. Wij horen ook dat wij het voor de Grieken moeten opnemen. U weet zeker, als minister van Financiën, dat de Grieken al 110 miljard euro gekregen hebben. Daaraan waren voorwaarden verbonden. Ik zal twee van die voorwaarden aanhalen, mijnheer de minister.

 

Een eerste voorwaarde is privatisering ten bedrage van 50 miljard euro. Vandaag is er nog geen enkele privatisering gebeurd. Waarom? De sterkte van de vakbonden heeft dat verhinderd.

 

Een tweede voorwaarde betreft het aantal ambtenaren, dat tegen 2015 met 150 000 moet dalen. Dat is ongeveer 30 000 ambtenaren per jaar. Tot op heden is het aantal ambtenaren nog niet gedaald. Omdat volgens de Griekse Grondwet ambtenaren niet kunnen worden ontslagen, werd er een systeem van reserves uitgedacht. Zij gaan als het ware met brugpensioen. In Griekenland is dat heel belangrijk, want er zijn ongeveer 600 zware beroepen — wie kan het uitvinden? — waarbij mannen met pensioen mogen op 50 jaar en vrouwen op 55 jaar.

 

Mijnheer de minister, wij staan voor meer dan 30 miljard euro borg voor het Europees noodfonds. Mevrouw Kroes zegt dat wij zonder de Grieken voort kunnen. De heer Rutte heeft berekend dat het Nederland 12 miljard euro zou kosten. De solidariteit kan niet uit één richting blijven komen. Hoe groot die ook is, af en toe moet men eens zeggen dat het voldoende geweest is. Het bewijs is er dat het voldoende geweest is. Ik denk dat wij hun een dienst kunnen bewijzen. Mijnheer de minister, hoeveel zal het ons land kosten als de Grieken uit de muntunie stappen?

 

04.03  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de socialisten zijn altijd al voor een verenigd Europa geweest. De reden daarvoor is zeer duidelijk. Wij geloven dat solidariteit en samenwerking iedereen kan vooruithelpen, en dat concurrentie enkel kan tegenwerken.

 

Wat tegenwoordig in Griekenland gebeurt, heeft maar weinig meer te maken met de grondgedachte van een verenigd Europa en met solidair zijn met elkaar. Kijk wat de gewone werkende Griek nu boven het hoofd hangt. Op een paar maanden tijd heeft Europa Griekenland tot vierdewereldland gemaakt! Kinderen gaan er met honger naar school en er moeten voedselpakketten worden uitgedeeld in de scholen. De pensioenen, die daar absoluut niet hoog waren, worden nog maar eens verminderd. De minimumlonen worden met 22 % verlaagd, en zij waren eerder al verlaagd. Ziekenhuizen kunnen hun medicijnen niet meer betalen, en er is nu een groot tekort aan medicijnen.

 

Zulke gegevens zijn wij gewoon van een vierdewereldland. Ja, mevrouw Rutten, ik ben het met u eens, in het verleden zijn sommige zaken zeker verkeerd gelopen in Griekenland. Die moeten vandaag op orde gebracht worden. De vraag is of de gewone Griek ermee gebaat is, als men blijft saneren en als de wurgpolitiek van Europa op de begroting wordt voortgezet.

 

Mijnheer de minister, wat is de Belgische houding ter zake? Hoe zal België in de toekomst omgaan met het probleem Griekenland en met het probleem Europa? Wat vindt u van de uitspraken van mevrouw Kroes en van de heer Rutte als zou Griekenland zomaar uit de eurozone kunnen stappen?

 

04.04 Minister Steven Vanackere: Mijnheer de voorzitter, het klopt inderdaad dat er vanavond om 18 u 00 een belangrijke vergadering plaatsvindt van de eurogroep. Wij zullen vergaderen over de situatie in Griekenland, nadat wij trouwens vorige zaterdag met de ministers van Financiën ook een telefonische conferentie hebben gehouden over hetzelfde onderwerp. De bedoeling zal vanavond eerst en vooral zijn, te luisteren naar wat de Griekse collega te vertellen heeft inzake de akkoorden die in zijn land tot stand gekomen zijn in het licht van de onderhandelingen met de trojka, het IMF, de ECB en de Europese Commissie.

 

Ik wil er nog even aan herinneren dat er aan de onderhandelingen twee luiken zijn verbonden die voor dat Europees land van cruciaal belang zijn.

 

Er is de absolute opdracht om ervoor te zorgen dat de schuldenlast van dat land wordt herleid tot draagbare niveaus. Het draagbare niveau dat vandaag naar voren wordt geschoven, is 120 % van het bruto nationaal product tegen het jaar 2020, terwijl het vandaag 162 % bedraagt.

 

Ik wil ook signaleren – verschillende collega’s hebben ernaar verwezen – dat de noodzaak om voldoende groei te realiseren in dat land natuurlijk de waarheidsgetrouwheid bepaalt van de stelling dat een overheidsschuld van 120 % van het bnp draaglijk is. Wanneer de groei in orde is, dan kan daarop inderdaad bevestigend geantwoord worden. Maar als een land onvoldoende groei kent — voor dit jaar wordt een negatieve groei van 4 % aangekondigd — dan is ook een schuld van 120 % ondraaglijk.

 

Om tot dat draagbaar schuldniveau te komen, wordt er van de privésector, de zogenaamde private sector involvement, gevraagd om een bijdrage te leveren. De onderhandelingen met de banken en de verzekeringsinstellingen lijken de goede richting uit te gaan. U weet dat men gaat in de richting van een haircut van om en bij de 50 %, waarbij het gedeelte dat nog van de schuld overblijft, voor een stuk wordt vertaald in schuld met een lage rente. Met andere woorden, de meeste experts spreken van een economische terugval, een economische kostprijs in de orde van grootte van 70 % voor elke euro die aan Griekenland werd geleend, wat formidabel veel is.

 

Ik kan bevestigen dat alvast in België onze instellingen en onze banken zich op dat verlies hebben voorbereid via de aangelegde provisies.

 

Wat zou dan de kostprijs zijn van het alternatieve scenario? Daarover wil ik straks nog een duidelijk politiek signaal geven. De kostprijs daarvan is voor België niet geringer wanneer men Griekenland zou loslaten. Ook dan nog zijn onze instellingen voor een belangrijk stuk geëngageerd in Grieks schuldpapier. Dat verlies van om en bij de 70 % doemt hoe dan ook op.

 

De andere doelstelling, naast de private sector involvement die moet zorgen dat de schuld op een aanvaardbaar niveau komt, betreft het tweede officiële hulpprogramma. Wat dit punt betreft, moeten de Grieken, de Griekse regering en de Griekse partijen in het bijzonder, aantonen dat ze in staat zijn om een saneringsprogramma tot een goed einde te brengen. Daarover wordt onderhandeld. Vanavond zullen we vernemen of men tot een akkoord is gekomen. Minister Venizelos zal ons inlichten over het resultaat van het intern Grieks overleg wat zondag nog ter goedkeurig aan het Griekse parlement moet worden voorgelegd.

 

Mevrouw Temmerman, ik onderschat de inspanningen die momenteel aan dit land worden gevraagd niet. Het is evenwel ook juist dat in het verleden heel wat situaties tot stand zijn gekomen die niet verantwoord zijn door de productiviteit van die economie. Er is een uitspraak: boontje komt om zijn loontje. Dat is voor de Grieken jammer genoeg hun realiteit.

 

U zal allebei begrepen hebben dat beide akkoorden, zowel PSI als het tweede hulpprogramma, onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Mijn thesis vanavond zal zijn dat het hulpprogramma tot stand moet komen op voorwaarde dat het saneringsprogramma geloofwaardig is. We hebben er geen enkel belang bij om een rampscenario te overwegen waarbij noch Griekenland, noch de eurozone, noch België belang heeft.

 

België heeft garanties toegekend aan het EFSF. Dit Parlement zal zich binnenkort kunnen uitspreken over de ratificatie van het definitieve stabiliteitsprogramma dat het EFSF vanaf juli zal vervangen.

 

04.05  Gwendolyn Rutten (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik zal de situatie als volgt samenvatten.

 

Het is kiezen tussen de pest en de cholera. Wat er ook gebeurt, het kost ons toch. In het ene geval kost het ons solidariteit. In het andere geval is de kostprijs een vraagteken. In voorkomend geval staat immers de geloofwaardigheid van een munt en van de Unie op het spel.

 

Wie de Europese gedachte dus hoog in het vaandel draagt en van solidariteit wil uitgaan, moet kiezen. Het kan niet aan ons zijn om Griekenland uit de Europese Unie/eurozone te zetten. Wij kiezen voor de solidariteit, ook met de Grieken. Wij kiezen daarvoor, ook als onze keuze ons geld kost en ook als ze moed vergt van ons.

 

Wij geloven immers in het Europese project. Wij geloven ook in de eenheidsmunt, zelfs indien ze na jaren van baten ook kosten met zich brengt.

 

Open Vld vraagt dat signaal van u, dat u de Europese gedachte met alles wat daarbij hoort, op de vergadering van vanavond mede ondersteunt.

 

Wat de Grieken zelf willen beslissen, beslissen zij uiteraard zelf in hun parlement. Wij moeten ter zake ons hart echter op de juiste plaats hebben.

 

Ten tweede, een boodschap die ik aan de hele regering wil meegeven, is de volgende.

 

De beste manier om, ongeacht wat er ook gebeurt, gewapend te zijn tegen wat komt, is een ijzersterke begroting, overheidsfinanciën die in orde zijn en het doorvoeren van besparingen aan overheidszijde.

 

Het voorgaande is de allerbeste boodschap die ik kan meegeven.

 

04.06  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-eersteminister, er bestaat een bancaire regel die zegt dat wanneer men iemand die ontzettend veel schulden heeft nog dieper in de schulden steekt, men daarmee niemand een plezier doet.

 

Dat Europees noodfonds is volgens mij eerder een bancontact dat misbruikt wordt voor mensen die niet kredietwaardig zijn.

 

Als een land 350 miljard euro schulden heeft en men geeft het nog eens 110 miljard, dan doet men dat land geen plezier. Mijn oordeel is dat men dat land beter een eigen munt geeft, zodat dit land die eigen munt kan devalueren, zoals Argentinië gedaan heeft. Dat is mijn oplossing. En dat is solidariteit, omdat dat tot oplossingen leidt.

 

Mijnheer de voorzitter, ik ben het ook moe, ik ben het moe door de linkse kant van onze samenleving beschuldigd te worden. Mevrouw Temmerman, het is hun eigen fout, ook nog vandaag. Een gemiddeld Grieks gezin betaalt 1 350 euro aan corruptiegeld per jaar. De belastingen worden geïnd met de elektriciteitsrekening omdat de belastingdiensten niet werken. U spreekt dan nog over geneesmiddelen; twee op drie geneesheren in Griekenland betaalt minder dan 12 000 euro aan belastingen, omdat men dan niet belast wordt.

 

Dus, eigen schuld, dikke bult; wel solidariteit, maar met ontzettend veel verstand, mevrouw Temmerman.

 

04.07  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Dedecker, misschien moeten wij eens een debat hebben over hoeveel de artsen hier betalen aan belastingen, maar dat is uiteraard een ander debat.

 

Mijnheer de minister, ik hoop inderdaad dat we die solidariteit, die aan de grondslag ligt van Europa, kunnen behouden. Ik hoop dat u die solidariteitsgedachte vanavond verdedigt, ook voor de Grieken.

 

Mijnheer Dedecker, de Grieken zijn niet verantwoordelijk voor de bankencrisis en de bankencrisis heeft toch ook wel voor een deel schuld aan wat er in Griekenland gebeurt.

 

Collega’s, ik ben het ermee eens dat men in de begrotingen orde op zaken moet stellen. Er zijn in het verleden in Griekenland zaken gebeurd die niet meer kunnen en daarom moeten de zaken nu op orde worden gesteld. Dit vragen aan de gewone werkende Griek zonder dat hij enig perspectief krijgt, zonder dat er enig perspectief is voor het land om uit de schuldencrisis te geraken, om daar economisch uit te geraken, is gewoon onmogelijk. Als wij verder doen met die begrotingswurging, zullen wij allemaal meegaan in de diepte.

 

Mijnheer de minister, daarom vraag ik u dat wij dit in gedachten meenemen en dat u maakt dat wij er samen met Griekenland bovenop kunnen geraken.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Mme Christiane Vienne au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "les initiatives en faveur de la taxe Tobin" (n° P0743)

05 Vraag van mevrouw Christiane Vienne aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de initiatieven voor een Tobintaks" (nr. P0743)

 

05.01  Christiane Vienne (PS): Monsieur le ministre, il y a dix ans dans ce parlement était voté un texte que mon parti, le PS, avait déposé à propos de la taxe sur les transactions financières.

 

C'est avec beaucoup de plaisir que nous voyons la droite au sein de l'Union européenne se rallier à notre point de vue car il est nécessaire de réguler la finance ainsi que réguler et empêcher les comportements spéculatifs.

 

Vous avez été à l'initiative - nous en sommes particulièrement heureux -, avec huit autres pays de l'Union européenne, d'un courrier destiné à la présidence danoise dont nous savons qu'elle n'est pas particulièrement enthousiaste à l'idée d'une taxe sur les transactions financières.

 

Monsieur le ministre, quel est le contenu précis de ce courrier? Implique-t-il une coopération renforcée en sachant que nous avons donné un avis, en commission des Finances, sur la subsidiarité et la proportionnalité de la mise en place de cette taxe sur les transactions financières? Je rappelle qu'elle pourrait rapporter 60 milliards par an, et l'avis spécifiait qu'elle pourrait être mise en place en 2018. Sont-ce les prémices de cette mise en place? Un groupe de travail sera-t-il instauré? Nous sommes bien évidemment attentifs à éviter à tout prix que nos économies ne soient en difficulté à cause de la fuite des capitaux. Il importe de réfléchir à tout cela.

 

Cette somme de 60 milliards constituera-t-elle des recettes propres pour l'Union européenne ou une partie des recettes pourrait-elle revenir aux États membres?

 

05.02  Steven Vanackere, ministre: Monsieur le président, madame Vienne, j'ai effectivement signé, ce 7 février, une lettre commune avec huit autres ministres des Finances de l'eurozone relative à la taxe sur les transactions financières, lettre qui peut, bien entendu, être mise à la disposition des collègues qui le souhaitent.

 

Dans cette lettre adressée à la présidence danoise de l'ECOFIN, nous demandons d'accélérer les travaux sur la récente proposition de la Commission visant à créer une taxe sur les transactions financières au niveau européen.

 

Par cette lettre, la Belgique se joint notamment à l'Allemagne, à la France et à l'Italie pour apporter un soutien clair à une idée que nous défendons depuis longtemps. Nous disposons, en Belgique, grâce à l'action du parlement, de la loi de 2004 qui nous permet de jouer un rôle actif en la matière. Cependant, cette loi est conditionnée par la mise en place d'un cadre européen.

 

La proposition récente de la Commission permet de progresser concrètement. Je lui apporte donc mon soutien. Elle est non seulement opportune, mais aussi légitime dans le contexte que nous connaissons aujourd'hui.

 

Cela étant, madame Vienne, il ne faut pas se voiler la face. Certains pays ont déjà clairement fait savoir leur opposition. La règle de l'unanimité sera donc difficile à respecter. Mais comme on dit, point besoin d'espérer pour entreprendre, ni de réussir pour persévérer.

 

05.03  Christiane Vienne (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Vous pouvez compter sur notre soutien pour vous encourager. Nous espérons, en tout cas, que votre persévérance sera récompensée.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Mme Laruelle assure le remplacement de M. Reynders pour répondre à trois questions.

 

06 Questions jointes de

- M. Georges Dallemagne au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "les initiatives du gouvernement belge vis-à-vis du drame syrien" (n° P0751)

- Mme Els Demol au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la résolution de l'ONU sur la Syrie" (n° P0752)

- M. Bruno Tuybens au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la résolution de l'ONU sur la Syrie" (n° P0758)

06 Samengevoegde vragen van

- de heer Georges Dallemagne aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de initiatieven van de Belgische regering met betrekking tot het drama in Syrië" (nr. P0751)

- mevrouw Els Demol aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de VN-resolutie over Syrië" (nr. P0752)

- de heer Bruno Tuybens aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de VN-resolutie over Syrië" (nr. P0758)

 

06.01  Georges Dallemagne (cdH): Madame la ministre, je voulais interpeller aujourd'hui le ministre des Affaires étrangères sur la situation dramatique qui prévaut en Syrie. Cela fait pratiquement un an que la révolte de la population syrienne a démarré, puisque c'était le 17 février 2011. Cette révolte s'est transformée en guerre civile et en bain de sang. La question est de savoir comment peut-on aider la population syrienne, à la fois en arrêtant ce bain de sang et en se débarrassant d'un régime dictatorial.

 

Nous avons rappelé notre ambassadeur pour consultation. Je pense que nous avons bien fait. En même temps, mon souhait est qu'il n'y ait pas un huis clos supplémentaire sur la situation en Syrie et que notre ambassadeur ne soit pas définitivement rappelé ici. J'aurais voulu vous entendre à ce sujet, parce que je pense qu'il est important qu'il y ait encore une présence diplomatique à Damas.

 

Concernant les sanctions, mes contacts avec l'opposition syrienne me montrent que ces sanctions sont utiles. Le ministre des Affaires étrangères s'est montré favorable à un accroissement du régime des sanctions. J'aurais voulu savoir quelles étaient ses propositions, qui doivent bien entendu être coordonnées au niveau européen. Pour autant qu'elles soient ciblées, je pense que ces sanctions sont utiles.

 

Il est extrêmement difficile d'acheminer l'aide humanitaire pour l'instant. Pourtant, on sait que la situation humanitaire est dramatique sur place. Il s'agit de savoir comment est-ce que nous pouvons créer des corridors humanitaires et développer une action humanitaire. Il y a des appels au secours de la part des hôpitaux, de la population, qu'elle soit en Syrie ou aux frontières de la Syrie.

 

Enfin, des initiatives diplomatiques sont en cours, malgré les vetos russe et chinois. Il y a l'initiative de la France, il y a maintenant une initiative de la Turquie. J'ai plaidé pour qu'il y ait une rencontre entre la Ligue arabe et l'Union européenne, le plus rapidement possible, sur la situation en Syrie. La Turquie a émis une proposition similaire. Quelle est notre position à cet égard? Comment allons-nous répondre à ces différentes initiatives?

 

06.02  Els Demol (N-VA): Mevrouw de minister, ik hoef u de situatie in Syrië niet te schetsen. In elke nieuwsuitzending worden wij om de oren geslagen met berichten over wat er gebeurt in Syrië. De publieke opinie is werkelijk gechoqueerd door het veto van China en Rusland.

 

Ik vind dat onze regering de enige juiste beslissing heeft genomen, toen zij onze ambassadeur uit Syrië terugriep. Dat was een goede en wijze reactie. Ik hoop dat zij zal worden gevolgd door een heleboel andere Europese landen. Het zal een krachtig signaal aan president Assad zijn.

 

Wij kunnen nog een veel krachtiger signaal geven door de Syrische diplomaten die nog in ons land verblijven, aan de deur te zetten. Ik herinner u aan de gevaren als wij ze hier laten. Denk maar aan de Libische diplomaten in de voormalige Hiltontoren.

 

De diplomatieke middelen zijn nog niet uitgeput. De twee permanente leden van de Veiligheidsraad die hun veto hebben gesteld, moeten bewust gemaakt worden van de verpletterende verantwoordelijkheid die zij nu dragen, niet alleen tegenover de Syrische bevolking, maar ook tegenover de internationale gemeenschap.

 

Mevrouw de minister, ik heb de volgende vragen voor u.

 

Welke aanpassingen aan de resolutie verdedigt ons land in de Europese Raad, om China en Rusland alsnog ervan te overtuigen ze te aanvaarden?

 

Wat is de mening van de Belgische regering inzake de expliciete uitsluiting van een buitenlandse militaire interventie?

 

Welke contacten heeft minister Reynders gehad met zijn Russische en Chinese collega’s? Met zijn Chinese collega sprak hij gisteren pas. Dat gesprek moet dus nog vers in het geheugen liggen. Wat was hun reactie?

 

In antwoord op een vorige vraag over Syrië gaf minister Reynders aan dat hij begin januari vertegenwoordigers van de Syrische oppositie zou ontmoeten. Weet u wat daar besproken is en welke conclusies uit het gesprek zijn getrokken?

 

06.03  Bruno Tuybens (sp.a): Mevrouw de minister, als het Syrische leger zijn eigen bevolking bombardeert, zoals in Homs gebeurd is, en vooraleer wij zomaar aanvaarden dat de topman van de Syrische Rode Halve Maan wordt vermoord, is het evident dat wij een reactie vragen.

 

Onze minister van Buitenlandse Zaken heeft, zoals mevrouw Demol heeft gezegd, zeer correct gehandeld en de ambassadeur van België teruggeroepen. Hij heeft dat trouwens gedaan, samen met zijn collega van het Verenigd Koninkrijk, als eerste in de EU. Dat mag ook wel eens gezegd worden.

 

Het veto van Rusland en China, voor de tweede keer overigens, is onverantwoord en onverantwoordelijk, zeker omdat een aantal scherpe kantjes uit de ontwerpresolutie van de VN-Veiligheidsraad werd gehaald. Toch bleek dat voor Rusland en China onvoldoende. Mijn vragen sluiten aan bij de vragen van mijn collega’s.

 

Welke restrictieve maatregelen zullen België en/of de EU tegen Syrië instellen? Welke bilaterale contacten zijn er op dit ogenblik aan de gang met de Chinese en Russische overheden? Wordt er ook gezorgd voor de veiligheid van onze eigen landgenoten in Syrië?

 

06.04  Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, je vous lis la réponse que le ministre des Affaires étrangères souhaite vous apporter.

 

Au vu de la dégradation de la situation sur le terrain, le ministre a décidé lundi matin de rappeler immédiatement l'ambassadeur belge en Syrie pour consultation. La Grande-Bretagne, l'Italie, l'Espagne, la France et les Pays-Bas en ont par ailleurs fait de même.

 

Il ne s'agit pas ici de fermer l'ambassade, je voudrais vous rassurer, mais plutôt d'envoyer un signal politique étant donné la poursuite d'actes de violence inacceptables perpétrés à l'encontre de la population.

 

Nous prévoyons de renvoyer l'ambassadeur belge à Damas, mais la date de son retour sera fixée en fonction de l'évolution de la situation.

 

En parallèle de cette décision de rappel, le ministre a demandé à la haute représentante, Catherine Ashton, d'organiser très rapidement une coordination des 27 États membres quant à la sécurité des postes diplomatiques et consulaires en Syrie, ainsi qu'aux mesures qu'il conviendrait de prendre pour faire face dans les meilleures conditions possibles à l'évolution de la situation.

 

Le COPS (Comité de politique et de sécurité) s'est déjà réuni hier à ce sujet, tout comme les chefs de poste européens à Damas. Il est en effet extrêmement important que les États membres de l'Union européenne et le Service européen pour l'action extérieure (SEAE) collaborent étroitement. La situation actuelle doit être une occasion pour la délégation européenne et le SEAE de jouer un rôle majeur de coordination dans de telles circonstances.

 

Toutes les options doivent être analysées pour assurer la continuité de nos services consulaires, en ce compris évidemment en cas d'évacuation d'urgence de nos ressortissants.

 

À l'instar de presque toute la communauté internationale, y compris le monde arabe, et avec beaucoup de déception et de consternation, le ministre a pris acte du veto russe et chinois contre le projet de résolution sur la situation en Syrie. Vous avez pris connaissance de la déclaration du ministre de dimanche dernier. Ce veto envoie le mauvais signal au régime syrien et pourrait donner l'impression que le peuple syrien est laissé à son sort. Par ailleurs, l'opposition pourrait également penser que seule la violence peut ouvrir une issue à cette crise.

 

Par conséquent, le ministre a appelé tous les membres du Conseil de sécurité des Nations unies, en ce compris la Russie et la Chine, à prendre leurs responsabilités afin de mettre immédiatement un terme à la violence en Syrie.

 

Le vote sur la résolution démontre que la Russie et la Chine ont adopté une position isolée. Préalablement au vote, les services ont eu un contact avec l'ambassade de Russie afin de convaincre de la position belge sur la résolution des Nations unies.

 

Een VN-resolutie moet het Syrische regime duidelijk maken dat de huidige strategie totaal onaanvaardbaar is. De resolutie moet het geweld streng veroordelen. Daarnaast is het essentieel dat er een duidelijke verwijzing komt naar het transitieplan, dat de Arabische Liga is overeengekomen. Dat plan verwijst onder meer naar een overdracht van de bevoegdheden van president Assad aan zijn vicepresident. De Europese Unie vraagt al sinds augustus 2011 het vertrek van president Assad. In de ontwerpresolutie, zoals die ter stemming voorlag, werd bovendien expliciet vermeld dat een militair ingrijpen op dit moment niet aan de orde is.

 

Het lijkt evident dat enige internationale coalitie over Syrië met de Arabische Liga moet worden georganiseerd. De Liga moet de centrale rol spelen, met een duidelijk relais naar de Verenigde Naties. Op dit moment wordt een nieuwe ronde van sancties besproken in de werkgroep van de Raad met als doel die nieuwe sancties aan te kondigen op de Raad van Buitenlandse Zaken van 27 februari 2012. Sinds het begin van de crisis is België er voorstander van geweest om de druk op het Syrische regime te verhogen en bijkomende sancties op te leggen. De minister heeft dat afgelopen week herhaald in zijn verklaring na de stemming in New York.

 

De effectiviteit van de Europese sancties is moeilijk te evalueren. We weten in ieder geval dat ze een zware last voor het budget van de Syrische staat betekenen, aangezien de sancties belangrijke olie-inkomsten ontnemen. Alle Europese sancties worden door alle Europese lidstaten ingesteld, hetgeen niet het geval is voor de sancties van de Arabische Liga, waarbij elke lidstaat zelf beslist om bepaalde sancties toe te passen. Daarom hecht de EU er belang aan om nauw samen te werken met de Arabische Liga om vooruitgang te boeken.

 

De minister heeft geen informatie over de impact van de Amerikaanse sancties, maar gelet op de beperkte handelsrelaties tussen Syrië en de Verenigde Staten, zijn het vooral de Europese sancties, die zwaar wegen voor Syrië.

 

Tijdens de ontmoetingen die de minister met twee belangrijke oppositiegroepen, de Syrische nationale raad en het nationaal coördinatiecomité, in januari heeft gehad, heeft hij dezelfde boodschap gegeven, namelijk dat het belangrijk is dat de oppositie een geloofwaardig alternatief biedt voor het post-Assadtijdperk. Dat alternatief kan er komen als de oppositie zich achter een gezamenlijk platform kan scharen. Indien een gezamenlijke structuur niet mogelijk is, zou de Syrische oppositie moeten trachten om ten minste overeenstemming te vinden over een strategie, een kalender en een aantal basisprincipes.

 

Beide oppositiegroepen hebben de minister bevestigd dat, ondanks het eerder afspringen van de onderhandelingen, zij zullen blijven trachten om tot een eensgezind standpunt te komen. De minister hoopt dat de jongste ontwikkelingen in New York een bijkomende stimulans kunnen zijn om dat te kunnen verwezenlijken.

 

Le président: Sans vouloir brider le débat, je demande aux parlementaires de faire preuve d’esprit de synthèse. Je voudrais simplement demander la même chose aux ministres et à leurs collaborateurs dans leurs réponses. Monsieur De Croo, j’essaie de tenir le débat dans un délai raisonnable et je mesure certains énervements à gauche et à droite.

 

06.05  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, je vous remercie. Je vais essayer de me montrer synthétique.

 

S’agissant du rappel de notre ambassadeur, le gouvernement a eu raison de le rappeler rapidement et a raison de le renvoyer. Il importe de ne pas aggraver le huis clos, comme je le disais.

 

Ensuite, les sanctions sont efficaces parce qu’elles touchent le premier cercle du pouvoir. Il faut donc les poursuivre, mais en les coordonnant mieux avec l’action de la Ligue arabe. C’est pourquoi une réunion avec celle-ci et les membres du Conseil de sécurité est nécessaire.

 

Cependant, vous n’avez pas dit un mot de l’aide humanitaire. Or il est urgent d’organiser des opérations en ce domaine, que ce soit aux frontières de la Syrie ou dans le pays même. Les hôpitaux ont besoin de tout: médicaments, matériel chirurgical, etc. Cette action humanitaire européenne est extrêmement importante pour l’avenir et la survie d’une partie de la population syrienne.

 

06.06  Els Demol (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben het met u eens dat nog niet alle diplomatieke middelen werden uitgeput. Ik heb dat daarstraks ook al gezegd. Ter ondersteuning van alle moeite die men vanuit ons land doet, dient mijn fractie een voorstel van resolutie in om de resolutie in de VN-Veiligheidsraad te ondersteunen, al is het maar een symbolische daad.

 

Ik wil iedereen eraan herinneren dat de VN-resolutie niet alleen wordt gedragen door de VS en Europa, maar ook door de Arabische wereld. Ik nodig dan ook alle andere fracties uit om zich bij ons voorstel van resolutie aan te sluiten.

 

06.07  Bruno Tuybens (sp.a): Mevrouw de minister, ik ben blij met het antwoord van de regering en de houding die de regering in de kwestie heeft aangenomen. Ik ben blij met de bijkomende sancties en de duidelijke veroordeling van het veto van China en Rusland.

 

Ik meen dat voort moet worden gesproken met de Chinese en Russische diplomaten, want daar ligt volgens mij een heel belangrijke sleutel.

 

Wij mogen ook nooit aanvaarden dat ambulances worden beschoten. Wat de verdere ontwikkelingen in het dossier ook zijn, ik meen dat er echt moet worden onderzocht, desnoods door internationale, gerechtelijke autoriteiten, in hoeverre de Conventie van Genève hier is geschonden, zodat hieruit lessen kunnen worden getrokken voor de toekomst.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van de heer Kristof Calvo aan de eerste minister over "het verslag van de CREG en de energieprijzen" (nr. P0744)

07 Question de M. Kristof Calvo au premier ministre sur "le rapport de la CREG et les prix de l'énergie" (n° P0744)

 

07.01  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, mijn vraag zal eerder kort zijn, omdat vooral het antwoord in dezen heel erg belangrijk is. Het antwoord moet er een zijn voor de duizenden gezinnen die vandaag kampen met torenhoge energiefacturen en zelfs moeten aankloppen bij de OCMW’s omdat ze die facturen vandaag niet kunnen betalen. Het moet ook een antwoord zijn voor onze Vlaamse, Waalse en Brusselse bedrijven die kampen met zeer hoge energiekosten als stevige competitiviteitshandicap.

 

Toen wij, Parlementsleden van meerderheid en oppositie, daarover de afgelopen weken en maanden vragen stelden, was het antwoord steevast dat er een studie zou komen. Die studie is er nu, ze is vorige week vrijdag op uw bureau beland en op het bureau van staatssecretaris Wathelet. Als Parlementsleden kunnen wij echter niet over die studie beschikken. Ik zie een parallel met het Dexiadossier. Er moet eerst wellicht nog een vergadering plaatsvinden van Parlementsleden, fractieleiders en de kern om samen de redactie van het rapport te plegen. Collega Schiltz, deze meerderheid is er een van censuur, van potjes die gedekt moeten blijven. Dat blijkt, voorlopig althans, ook zo te zijn met betrekking tot de studie over de energieprijzen.

 

Mijnheer de vice-eersteminister, aangezien ik niet over de studie beschik, wil ik u vandaag enkele vragen stellen.

 

Ten eerste, wat staat er in die studie? Wat zijn de conclusies?

 

Ten tweede, welke maatregelen zult u nemen voor onze bedrijven, onze gezinnen en de mensen in moeilijkheden?

 

Ten derde, wanneer kan het Parlement over die studie beschikken in haar volledige, liefst niet-gecensureerde versie?

 

07.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer Calvo, uw vraag verbaast mij heel erg. We hebben dat vorige week even besproken. Ik heb toen gezegd, en ik kan dat ook herhalen, dat wanneer de studie af is en de voorzitter van de commissie ernaar vraagt, hij ze dan ook zal krijgen. Zo hoort dat, meen ik. Men vraagt iets en men krijgt het.

 

De studie is klaar. Ze wordt nu vertaald en u zult ze krijgen. Ik heb echter geen officiële vraag gekregen. Mijnheer Calvo, als de voorzitter van de commissie deze studie vraagt, dan zullen wij die bezorgen en alle nodige uitleg geven. Dat is ook normaal: als die studie gevraagd wordt, dan zullen wij ze geven. Wij hebben de studie binnen en op dit moment legt men de laatste hand aan de vertalingen. Ik herhaal het, wanneer men het vraagt, zult u ze krijgen.

 

Ik stel echter voor – en ik meen dat dit veel verstandiger zou zijn – dat de commissie de voorzitter van de CREG vraagt om de studie toe te lichten. Dan zult u er mij niet van moeten verdenken dat ik iets zou achterhouden. Ik vind dat een beetje een schunnige suggestie. Men vraagt het niet en dan gaat men hier suggereren dat er zaken niet gegeven worden. Vraag ze en vraag dat de CREG ze zelf komt toelichten. Dan kunt u dat allemaal niet meer suggereren.

 

Wat zal de regering voorstellen?

 

Mijnheer Calvo, ik stel voor dat u mij laat uitspreken. Trouwens, ik heb u ook laten uitspreken. Na mijn antwoord kunt u dan repliceren. U hebt toch het laatste woord.

 

Ik heb samengezeten met collega Wathelet.

 

Wij hebben een nota opgesteld die we in de komende dagen aan de regering zullen voorleggen. In die nota formuleren wij een aantal voorstellen die kunnen inspelen op de conclusies van de CREG, ervoor zorgend dat in de energieprijzen kan worden ingegrepen.

 

U zult begrijpen, als staatssecretaris Wathelet en ikzelf die nota maken, dat wij die eerst aan de regering zullen geven. Wij zullen daarover zo vlug mogelijk beslissingen nemen. Vervolgens kunt u ons daarover, zoals het democratisch past, perfect interpelleren.

 

07.03  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, bedankt voor uw procedureel antwoord.

 

Op de maatregelen inzake de energieprijzen is het nog wachten. U hebt daaromtrent geen enkel antwoord gegeven.

 

U zegt dat ik te snel ga. U beticht mij van dingen die ik absoluut niet wil doen. Welnu, ik stel vast dat er in deze regering twee versies van democratie zijn: de versie-Wathelet en de versie-Vande Lanotte. Gisteren stelde ik als Parlementslid een vraag aan staatssecretaris Wathelet over de studie. Ik kreeg als antwoord dat ik de studie nog niet kon krijgen. Vandaag antwoordt u aan de oppositie dat wij spelletjes spelen en dat wij de onderste steen boven willen halen, wat niet terecht is. Het probleem zit in uw regering, mijnheer Vande Lanotte, niet in de oppositie. Leest u het verslag van de commissie voor het Bedrijfsleven van gisteren er maar eens op na. De oppositie kreeg van staatssecretaris Wathelet vandaag de studie nog niet. Er moest een niet-vertrouwelijke versie gemaakt worden, een gecensureerde versie, zoals dat ook gebeurt met andere dossiers in het Parlement.

 

Daarnaast is er nog de studie over de index. Mijn collega, de heer De Vriendt, heeft de studie over de index deze week aan de eerste minister gevraagd. Onze fractie heeft die studie evenmin mogen krijgen. Dat is de huisstijl van deze klassieke tripartite.

 

Ik formuleer een concrete suggestie van onze fractie. Er komt een begrotingscontrole aan. Wij vinden de uitspraak van de heer Giet wel belangrijk: verdeel die lasten op een eerlijke manier. Onze suggestie luidt: verhoog de nucleaire taks tot op het niveau dat de CREG gevraagd heeft en herinvesteer die 650 miljoen in onze bedrijven en in onze mensen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- de heer Patrick Dewael aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen over "het sociaal overleg over de pensioenhervorming" (nr. P0745)

- de heer Wouter De Vriendt aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen over "de aanpassing van de pensioenhervorming" (nr. P0746)

- de heer Georges Gilkinet aan de eerste minister over "de versoepeling van de pensioenhervorming" (nr. P0747)

08 Questions jointes de

- M. Patrick Dewael au vice-premier ministre et ministre des Pensions sur "la concertation sociale dans le cadre de la réforme des pensions" (n° P0745)

- M. Wouter De Vriendt au vice-premier ministre et ministre des Pensions sur "l'adaptation de la réforme des pensions" (n° P0746)

- M. Georges Gilkinet au premier ministre sur "l'assouplissement de la réforme des pensions" (n° P0747)

 

08.01  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, toen wij hier eind vorig jaar stemden over de wetgeving op de hervorming van de pensioenen, was dat voor ons land niets te vroeg. Als we de situatie van ons land vergelijken met de ons omringende landen, had deze pensioenhervorming reeds veel langer aan de orde moeten worden gesteld.

 

De bedoeling moet zijn – dat hebt u hier met verve verdedigd – om meer mensen aan de slag te krijgen en, vooral, mensen langer aan de slag te houden. Dat zijn de uitgangspunten, de fundamenten, waarop de sociale zekerheid en onze welvaartsstaat zijn gebaseerd. Er was toen heel veel kritiek op het feit dat het nodige sociaal overleg nog niet had plaatsgevonden. Wij hebben toen ook gezegd dat nood wet breekt en dat we de principes goedkeurden in het Parlement, waarna de regering overleg zou plegen over de overgangsmaatregelen die nog moeten volgen.

 

Mijnheer de minister, vanaf zondagavond en maandagmorgen hebben we vernomen dat een aantal scherpe kantjes werd afgevijld. Daarmee hebben we geen probleem. De perceptie de jongste dagen is echter dat hoe langer hoe meer groepen uitzonderingen beginnen te vragen op de goedgekeurde principes. Zo is er de brandweer, maar ik verneem nu ook via de media dat daaraan andere groepen worden toegevoegd, zoals de loodsen en de cipiers. Ik hoor zelfs dat de Vlaamse regering hele categorieën naar voren schuift die allemaal een beroep willen doen op een uitzondering.

 

Ik zeg u namens mijn fractie heel ondubbelzinnig dat het in dit dossier tijd is om af te sluiten, om af te kloppen. Het primaat van de politiek moet nu worden hersteld. Wij zullen niet toelaten dat het kind met het badwater wordt weggegooid. Ik stel u een duidelijke vraag. Wat is de houding van de regering tegenover al die uitzonderingen die de jongste uren en dagen naar voren worden gebracht?

 

08.02  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het sociaal protest en het oppositiewerk tegen uw pensioenhervorming hebben deze week een eerste resultaat opgeleverd. U hebt aanpassingen moeten doen en bent teruggekrabbeld. Dit bewijst dat u eind december veel te snel en veel te onoordeelkundig te werk bent gegaan.

 

Nu duikt een nieuw bericht op over foute cijfers die aan de basis zouden liggen van uw pensioenhervorming. Daarom wil ik u heel duidelijk vragen hoeveel u denkt te besparen met deze hervorming. Weet u dat eigenlijk wel?

 

U voert hervormingen door die diep snijden in het vel van de mensen en uw cijfers blijken niet te kloppen. Wij vragen meer nauwkeurigheid. Een pensioenhervorming gaat niet om de centen, maar om de mensen, mijnheer de minister, om de mensen, mijnheer Patrick Dewael.

 

Langer werken is een deel van de oplossing, maar het moet werkbaar blijven. Mijnheer Dewael, als u zegt dat het tijd is om af te sluiten en dat wij niet meer luisteren naar de terechte vragen en protesten van mensen die dag in dag uit op de werkvloer moeten arbeiden, dan hebt u geen voeling meer met de realiteit.

 

Zeker voor de zware beroepen is er een probleem. Wat met de brandweerlui? Zult u brandweermannen van 60 of 62 jaar nog de brandladder opsturen? Het is heel terecht dat een partij, nota bene een regeringspartij, hier vraagt om naar een menselijke pensioenregeling te gaan.

 

Mijnheer de minister, wat zult u zeggen aan de zestigjarige poetsvrouw met een versleten rug,die na een loopbaan van 38 jaar wordt afgedankt omdat zij te traag is? Wat met de negenenvijftigjarige verpleegster die het zware werk niet meer aankan na een loopbaan van 36 jaar?

 

Uw pensioenhervorming is een veel te theoretische oefening, ze houdt te weinig rekening met werkbaar werken en ze biedt te weinig perspectief aan mensen die wel een inspanning willen doen, die wel een beetje langer aan de slag willen blijven, maar die de regering vragen om de mogelijkheid en de juiste arbeidsomstandigheden daartoe te creëren.

 

08.03  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, c'est avec intérêt que nous avons appris dimanche la décision du gouvernement de revoir sa copie en matière de pensions. Cela confirme ce que je dis à cette tribune depuis la fin du mois de décembre. Vous avez réformé non seulement sans concerter mais aussi sans réfléchir et vous avez décidé, avec l'ensemble des partis de ce gouvernement, d'une réforme déséquilibrée et antisociale.

 

On ne peut dès lors que se réjouir du fait que le gouvernement se remette autour de la table et débatte avec les partenaires sociaux d'adaptations, pour autant qu'elles soient profondes et que vous revoyiez efficacement et complètement votre copie. Et puis, qu'apprend-on? Que les chiffres sont faux! Que les économies envisagées ne seront pas réalisées! Que c'est la faute du précédent ministre des Pensions ou de qui je ne sais d'autre! Cela engendre à nouveau de l'incertitude. Vous en êtes le spécialiste!

 

Monsieur le ministre, quels sont donc ces chiffres? Quels moyens vous restera-t-il pour procéder à ces adaptations qui sont attendues pour rendre les carrières possibles dans les métiers les plus pénibles, pour les enseignants et les infirmiers, mais aussi pour les métiers les plus dangereux, pour les pompiers? Après avoir décidé sans réfléchir et annoncé que vous alliez corriger, n'allez-vous rien faire? Nous attendons des adaptations! Vous ne pouvez pas décevoir l'ensemble des citoyens qui attendent une reprise en main de votre part.

 

08.04 Minister Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de voorzitter, collega’s, op dit ogenblik buigt de regering zich over de beslissingen die wij moeten nemen. Wij hebben begin januari van dit jaar het sociaal overleg opgestart, zowel informeel als formeel. Wij hebben dat sociaal overleg op een heel ernstige en grondige manier gevoerd, getuige de reacties van de sociale partners in de loop van deze week.

 

Voor alle duidelijkheid, zolang wij geen definitieve beslissing genomen hebben, is het niet raadzaam om op de details in te gaan, maar twee zaken staan wel vast.

 

Ten eerste, wij willen snel tot een oplossing komen. Het zou niet goed zijn om dit dossier nog weken met ons mee te nemen. Het is tijd om te landen. Zowel de werkgevers als de vakbonden hebben dat uitdrukkelijk aangegeven.

 

Ten tweede, ik wil aan de collega’s in de Kamer duidelijk maken dat degenen die denken dat er nog uitzonderingen kunnen worden toegevoegd aan hetgeen bestaat en aan hetgeen wij hebben beslist, zich vergissen.

 

Ik heb de jongste uren en dagen inderdaad vragen gekregen om in bijkomende uitzonderingen te voorzien. Ik heb van de Vlaamse regering zelfs een lange lijst van beroepen gekregen met het verzoek om die vrij te stellen. Men heeft mij gevraagd om onder meer ook de rattenvangers vrij te stellen van de pensioenhervorming. Hoeveel begrip ik ook mag hebben voor het beroep van de rattenvangers, ik meen dat ik niet op die vragen kan ingaan. Wij moeten allemaal langer werken. Wij zullen dat allemaal samen moeten doen.

 

Monsieur Gilkinet, vous avez posé la question des dispositions particulières pour les métiers pénibles. Il faut savoir qu’il existe déjà des tantièmes divergents pour certaines catégories dans le secteur public. Cela signifie que ces fonctionnaires auront des carrières complètes plus courtes, mais qu’ils bénéficieront d’une pension complète. Bien évidemment, nous tiendrons compte de la durée de la carrière exigée aujourd’hui. Mais, ne vous y trompez pas, travailler plus longtemps sera aussi nécessaire pour ces catégories.

 

En conclusion, il est évident que ces mesures transitoires auront un impact budgétaire. Celles dont les conséquences seront les plus importantes porteront sur l’enseignement obligatoire et supérieur, conformément aux demandes exprimées par toutes les entités fédérées. Je ne pourrai vous donner davantage de détails que lorsque les décisions définitives auront été prises, mais je tiens à souligner qu’il n’y aura pas d’impact en 2012.

 

08.05  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik zou eerst en vooral de heer De Vriendt willen uitnodigen om samen eens naar een brandweerkazerne te gaan. Het zal hem dan duidelijk worden dat er voor brandweerlieden op zestigjarige of eenenzestigjarige leeftijd andere taken zijn dan noodzakelijkerwijze interventies of een ladder beklimmen. In een brandweerkazerne zijn heel veel andere taken te verrichten.

 

Heel veel brandweerlieden zijn eigenlijk vragende partij om niet zo snel uit het arbeidsproces te worden gestoten en zich zolang mogelijk verdienstelijk te kunnen maken. Een en ander heeft ook met de waardigheid van het beroep te maken.

 

Ten tweede, mijnheer de minister, ik heb genoteerd dat u heel snel wil landen, wat ook mijn vraag was. Het onderscheidt ons misschien van andere fracties, maar er is zoiets als het primaat van de politiek. Het is goed dat inspraakrondes en overleg worden georganiseerd. Na de inspraak moet echter noodzakelijkerwijze voor ons ook een uitspraak volgen.

 

Mijnheer de minister, die uitspraak moet in de komende dagen volgen.

 

08.06  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, met uw verhaal over de rattenvangers trekt u natuurlijk heel de discussie over langer werken in het belachelijke. U zou ook iets anders kunnen doen, namelijk in actie schieten en luisteren naar de terechte bekommernissen van mensen. Onze fractie heeft dat gedaan. Wij hebben een wetsvoorstel ingediend dat bedoeld is om de pensioenregeling voor brandweerlieden te behouden zoals ze is, omdat er een probleem is voor die beroepscategorie om langer aan de slag te blijven. Dit laatste geldt trouwens voor veel beroepscategorieën.

 

U hebt de openheid van geest gehad om tijdens het weekend en begin van deze week een aantal aanpassingen door te voeren. Wij willen u vragen om een stap verder te gaan en ook aanpassingen door te voeren op het vlak van het tijdskrediet en de loopbaanonderbreking. Dit zijn twee systemen die de combinatie arbeid en gezin vergemakkelijken en daardoor mensen toelaten om langer aan de slag te blijven. Uw regering heeft die systemen ingeperkt. Dit is niet verstandig, ook niet vanuit de doelstelling langer werken.

 

Laten we verder nadenken, mijnheer Dewael, over mogelijkheden om mensen op het einde van hun beroepsloopbaan te laten doorschuiven naar functies waardoor zij langer aan de slag kunnen blijven. Laten we nadenken over systemen van mentorschap, halftijds pensioen, halftijdse job en dergelijke meer. Het probleem is, mijnheer Dewael, dat al de maatregelen die de overheid zou moeten nemen, niet in deze pensioenhervorming van uw regering zitten. Dat is het cruciale probleem.

 

08.07  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous l'ai déjà dit, décider l'essentiel et, ensuite, concerter, ce n'est pas de la concertation sociale.

 

Si les réactions ont été positives en ce début de semaine, rien de pire qu'un espoir déçu!

 

Monsieur le ministre, vous ne m'avez pas apporté de réponse quant à la réalité des chiffres. Comme la Cour des comptes l'a souligné après avoir analysé le budget 2012, vous avancez dans le brouillard en matière budgétaire. Cet état de fait suscite chez moi une grande inquiétude.

 

Pour ce qui concerne la fin de carrière de certains, il ne s'agit pas d'exception, mais d'adaptation. Il faut tenir compte du fait qu'une carrière n'est pas l'autre, qu'un travailleur n'est pas l'autre. Il faut aider les gens à pouvoir lever le pied, si c'est nécessaire. Il s'agit notamment là d'une manière de partager le temps de travail, de partager l'emploi. Mais il faut aussi créer de l'emploi. À ce niveau, vous devez faire preuve d'innovation. Malheureusement, vous faites plutôt preuve d'innovation dans le mauvais sens du terme lorsque vous ignorez la concertation sociale.

 

Les chiffres suscitent réellement mon inquiétude et, à la veille du contrôle budgétaire, je voudrais vous dire de manière un peu solennelle que nous n'accepterons pas de nouvelles coupes sombres au niveau des dépenses sociales. Si vous envisagez, avec votre gouvernement, de nouvelles économies en matière d'emploi et de pensions, soyez certains que vous nous trouverez sur votre chemin!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de M. Laurent Louis à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "l'islamisation radicale de certains quartiers de la capitale" (n° P0748)

09 Vraag van de heer Laurent Louis aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de opgang van de radicale islam in bepaalde wijken van de hoofdstad" (nr. P0748)

 

09.01  Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, madame la ministre, quand l'autorité publique et la police capitulent, c'est la démocratie tout entière qui régresse. C'est malheureusement ce qui est en train de se produire dans notre pays.

 

En effet, cette semaine, à la suite d'une note envoyée par la police de la zone Ouest de Bruxelles à la STIB, on apprenait qu'il n'y aurait plus de contrôle des titres de transport, jusqu'à nouvel ordre, dans certaines stations de métro de Molenbeek ou des environs, dont la Cage aux Ours ou les stations Saint-Guidon, Ribaucourt, Yser et Comte de Flandre.

 

Il existerait effectivement des menaces sérieuses dans cette commune, je cite: "à l'encontre de tout ce qui porte un uniforme".

 

Alors, face à cette réalité, je sais que vous vous plaisez à jouer d'ordinaire la carte du politiquement correct, mais, s'il est question de ces quartiers, c'est avant tout parce que ces quartiers accueillent une très grande communauté musulmane où règnent en maîtres quelques intégristes islamistes, qui refusent l'autorité publique belge et préfèrent appliquer leurs propres lois, voire la "charia".

 

En 2007, déjà, une journaliste avait dénoncé dans un reportage choc l'islamisation radicale à Molenbeek et ses zones de non-droit. En 2012, on peut dire que la situation n'a fait qu'empirer et les faits que je dénonce en sont la preuve criante.

 

Madame la ministre, vous devez savoir que cette capitulation est inadmissible pour un État de droit. Vous devez savoir que la population belge exige de vivre en sécurité, qu'elle exige une police forte, une justice ferme qui ne connaît pas la peur ni ne tolère l'intolérable. Sachez aussi que, jamais, le peuple belge n'acceptera de voir ses lois et ses valeurs bafouées par des individus pour qui le fanatisme prime sur la loi.

 

Ainsi, madame la ministre, que comptez-vous faire pour rétablir l'ordre sur notre territoire?

Quel est votre plan pour lutter contre cette islamisation toujours plus importante de certains quartiers, islamisation qui pose de très grands problèmes en matière de sécurité et de délinquance?

 

09.02  Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, je n'ai pas l'habitude de répondre aux propos excessifs et caricaturaux qui, pour moi, sont sans objet. (Applaudissements)

 

Monsieur Louis, je répondrai cependant à la question que vous posez puisque vous semblez vous baser, sans lire les démentis, hélas, sur des articles de journaux parus les 4 et 5 février dans La Dernière Heure. Je vous signale que ce ne sont pas encore les articles de journaux qui organisent la politique ni le maintien de l'ordre en Belgique. Vous auriez dû lire aussi le communiqué envoyé par la zone de Bruxelles-Ouest à ce journal, qui constitue un rectificatif sans l'ombre d'une ambiguïté.

 

Ce démenti explique que la zone n'a jamais demandé d'information à la STIB concernant des menaces, que la zone de police de Bruxelles-Ouest n'a jamais reçu aucune menace de ce genre, que la STIB a confirmé n'avoir reçu aucun document relatif à des menaces à l'encontre des policiers ni à l'arrêt des contrôles dans les stations de métro, que la zone de police Bruxelles-Ouest continue ses opérations de contrôle dans les stations de métro, quelles qu'elles soient et où qu'elles soient, et que la zone de police continuera ses contrôles dans les stations de métro et même appliquera de manière plus intensive encore le règlement général de police.

 

Je pense que ma réponse suffit amplement.

 

09.03  Laurent Louis (MLD): Madame la ministre, je comprends que vous préfériez jouer la politique de l'autruche par crainte de représailles de fanatiques, islamistes ou autres. Mais à un moment donné, il est temps d'avoir le courage de voir les problèmes en face et de les résoudre. Ceux que vous présentez comme excessifs font pourtant partie du quotidien de milliers de nos compatriotes.

 

Vous mettez en cause la réalité de l'info. Excusez-moi, mais cette information relayait également le témoignage d'un conducteur de la STIB disant clairement qu'il y avait des zones de non-droit, des zones où aucun contrôle n'était effectué. Mettriez-vous également en cause la parole de cet honnête travailleur?

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van de heer Filip De Man aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de uitspraak van Jozef De Witte over open grenzen als de finale doelstelling van het Belgische migratiebeleid" (nr. P0749)

10 Question de M. Filip De Man à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les déclarations de Jozef De Witte en ce qui concerne l'ouverture des frontières en tant qu'objectif final de la politique belge d'immigration" (n° P0749)

 

10.01  Filip De Man (VB): Mevrouw de minister, graag kende ik uw mening over de opmerkelijke uitspraken van Jozef De Witte, de baas van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, die volgens mij die ambtenaar niet toekomen.

 

In De Morgen van een dag of acht geleden, zei hij dat wij de belemmeringen moeten laten opheffen voor Roemenen en Bulgaren, zodat zij naar ons land kunnen komen. Dat is volgens mij in tegenspraak met de beslissing van de huidige regering-Di Rupo.

 

Voorts zei de heer De Witte dat er een economisch migratiebeleid moet worden gevoerd. Dat lijkt mij ook een politieke stellingname en dat hoort volgens mij niet tot de roeping van het centrum ter bestrijding van het racisme en van het Vlaams Belang in het bijzonder. Er zijn trouwens, zoals u wel weet, een half miljoen werklozen in dit land. Waarom wij dan economische migranten nodig hebben, is mij nog steeds een raadsel.

 

In een volgende uitspraak beweerde de heer De Witte dat de economische kostprijs van discriminatie gigantisch is. Waarop steunt hij zich? Is dat enkel stemmingmakerij? Is het alweer een politieke stellingname? Ik kan mij daar echt niet mee verzoenen.

 

Ten slotte, als klap op de vuurpijl, zei de heer De Witte in De Morgen, ik citeer: “Open grenzen, dat moet de finale doelstelling van het migratiebeleid zijn.” Dan frons ik toch de wenkbrauwen. Is het de taak van de heer De Witte om daarover uitspraken te doen?

 

Mevrouw de minister, u werd al een paar keer tegengesproken door de heer De Witte, maar ik had toch graag geweten wat u van de volgende uitspraak van hem denkt: “Open grenzen, dat moet de finale doelstelling van het migratiebeleid zijn.”

 

10.02 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, ik heb uiteraard kennisgenomen van het interview met de heer De Witte in De Morgen en in De Tijd. De uitspraken van de heer De Witte zijn natuurlijk persoonlijke uitspraken. Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding is ook een onafhankelijk centrum. De heer De Witte refereert in zijn voorstellen ook meermaals aan de wet en aan de internationale conventies.

 

Zoals u weet, bepaalt de wet dat het Centrum de handelingsbevoegdheid heeft om aanbevelingen te doen aan de overheden, wat de aard en de grootte van de migratiestromen betreft. In alle geval komt het de regering toe te beslissen over wat een gepast migratiebeleid is of niet.

 

10.03  Filip De Man (VB): Mevrouw de minister, het is natuurlijk gemakkelijk om te zeggen dat het een onafhankelijke instelling is, maar bij mijn weten benoemt de regering die man. Ten tweede, het is bekend dat de raad van bestuur wordt samengesteld op politieke basis. Het is toch bijzonder vreemd dat de baas van wat wij de gedachtepolitie noemen, de ‘gedapo’, zich alles en nog wat kan veroorloven. In De Tijd zegt hij dat hij van plan is om zich opnieuw kandidaat te stellen voor de functie van de interfederale instelling.

 

Die man heeft ons jarenlang de duvel aangedaan voor onze gedachten. Hij is zogenaamd voor de vrije mening, zegt hij in de krant, maar hij heeft toch tien jaar lang werk gemaakt van het vervolgen van een oppositiepartij die dingen zegde die politiek niet correct zijn. Ik hoop dat de regering die man niet meer herbenoemt binnen enkele maanden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van de heer Michel Doomst aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de pensioenleeftijd voor de brandweerlui" (nr. P0750)

11 Question de M. Michel Doomst à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "l'âge de la retraite des pompiers" (n° P0750)

 

Le président: Manifestement, c'est une question qui aurait dû être orientée ailleurs.

 

11.01  Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag is inderdaad enigszins gelijklopend met de vragen van daarstraks aan de heer van Quickenborne.

 

Mevrouw de minister, wij hebben vernomen dat u de brandweerpensioenladder met twee sporten naar beneden wil halen. U wil de brandweerpensioenleeftijd dus met twee jaar verlagen.

 

Ik begrijp uw sympathie. Ik begrijp ook de druk die u ervaart. Wij moeten echter ook de sympathie behouden met de mensen die genoemde ladder uiteindelijk moeten betalen.

 

Ik hoop dus dat uw voorstel door de hele regering en binnen het hele plaatje van de pensioenhervorming aan de betaalbaarheid wordt getoetst. Wat ik immers hoor, is dat de correcties natuurlijk geld kosten. Wij moeten de kosten dan ook goed incalculeren.

 

Wij sympathiseren ook met de brandweerlui op het terrein. Er zijn echter andere mogelijkheden om deze twee sporten te overbruggen en de pensioenlat op een hoogte te leggen die voor iedereen haalbaar is.

 

Ik wou u dus het volgende vragen.

 

Kunnen wij de brand in kwestie niet met andere middelen blussen?

 

Hebt u ook ingecalculeerd dat de maatregel op de plaatselijke factuur van de lokale besturen zal wegen?

 

11.02 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, de regering is, zoals u weet, in overleg over de uitvoering van de hervorming van de pensioenen en de werkgelegenheid. Gezien de vertrouwelijkheid van het dossier zal ik er hier en in de pers natuurlijk geen bijkomend commentaar op geven.

 

Persoonlijk ben ik evenwel van mening dat sommige teksten in het huidige stadium nog moeten worden verbeterd, teneinde meer rekening te houden met het objectieve karakter van het zware en gevaarlijke beroep van de brandweerlui. Net zoals politieagenten of militairen behoren zij tot de categorie van beroepen met een hoog risico. Dat is een objectieve inschatting.

 

Ik heb dan ook een aantal voorstellen gedaan en pistes gelanceerd, om met het dossier tot een overeenkomst en een echt compromis te komen. Natuurlijk schenk ik ter zake veel aandacht aan de financiële lasten van de gemeenten.

 

11.03  Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, voor de brandweer breekt een heel belangrijke periode aan, waarin wij de juiste prioriteiten moeten leggen bij een hervorming die heel belangrijk is.

 

Voor het basiskader van de brandweerlui is uw zorg om de werklast houdbaar te maken, terecht. Er zijn echter heel wat mogelijkheden om, in overleg met de sector, aangepaste maatregelen te nemen voor de noeste blussers. U kunt maatregelen nemen, evenwel zonder de kern van de pensioenhervorming aan te tasten, wat toch heel belangrijk is.

 

Ik hoop dat het overleg op voorgaande bedenking focust en dat wij bovendien vooral werk kunnen maken van het nieuwe statuut en de hervorming van de brandweer.

 

Ik hoop dat wij snel duidelijkheid krijgen, in gelijkheid met alle andere sectoren, voor de mensen van de brandweer.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van de heer Bert Wollants aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "het luchthavenakkoord van 2010" (nr. P0754)

12 Question de M. Bert Wollants au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "l'accord aéroportuaire de 2010" (n° P0754)

 

12.01  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, het luchthavenakkoord van 2010 is niet meer. Het ging volledig ten onder aan knoeiwerk en het negeren van adviezen. Twee jaar na het akkoord heeft de keizer geen kleren meer aan.

 

Ten eerste, mijnheer de staatssecretaris, negeert u de Vlaamse regering. Zij stelde als voorwaarde dat de spreiding van de routes over de Noordrand moest worden gerealiseerd. Dat was een harde randvoorwaarde. U veegt die onder de mat. U pleegt zelfs geen overleg. Minister Schauvliege heeft deze week in het Vlaams Parlement gezegd dat ze het compleet oneens is met u, dat zij die randvoorwaarden nog steeds eist en dat zij op korte termijn overleg wil. Wij blijven die voorwaarde eveneens op tafel leggen. Wij gaan er keihard op door, als het moet tot in het overlegcomité.

 

Ten tweede, een aantal van uw routes is wegens veiligheidsredenen niet uitvoerbaar. Dat hebt u twee weken geleden staalhard ontkent. Ik heb u toen gezegd dat ik op zoek zou gaan naar adviezen van Belgocontrol waarin staat dat die niet veilig zijn. Ik heb ze bij. Ik lees een aantal passages voor. “Concept is operationeel en technisch niet haalbaar." "Bijkomende risico’s ontstaan op incidenten of botsingen." "Belgocontrol herhaalt zijn negatief standpunt ter zake." "Alweer een veiligheidsrisico.”

 

Mijnheer de staatssecretaris, als u er bewust voor kiest om deze routes uit te voeren, dan brengt u de luchthaven en de omwonenden in gevaar.

 

Blijft u de voorwaarden van het Vlaams Gewest negeren? Wanneer gaat u over tot overleg?

 

Hoe verklaart u dat u in dit Parlement het negatief advies van Belgocontrol hebt achtergehouden en de inhoud hebt ontkend?

 

Zult u effectief die routes uitvoeren waarvan Belgocontrol nu al zegt dat zij onveilig zijn? Zet u de veiligheid van ons luchtverkeer op het spel?

 

12.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, ik wil de heer Wollants bedanken omdat ik eindelijk zjin vragen heb gekregen. Ik heb uw vraag deze voormiddag op mijn kabinet gekregen. Daarin stond: "Luchtvaartakkoord 2010”.

 

Daar stonden echter geen vragen bij. Gelukkig ben ik op de website van de N-VA gaan kijken, waar ik de vraag heb kunnen lezen.

 

U was misschien bang om de vragen te stellen of misschien was de N-VA bang voor een parlementair debat.

 

Ik zal nu antwoorden op de vraag.

 

Mijnheer de voorzitter, ik betreur de manier waarop de N-VA als oppositiepartij met het Parlement probeert te spelen. Die vraag werd immers al in de commissie gesteld en ik heb daarop al een antwoord gegeven. Ik zal dat evenwel herhalen.

 

12.03  Jan Jambon (N-VA): (…)

 

12.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Jambon, ik weet dat u weinig respect hebt voor het parlementair debat, maar….

 

C'est impossible de répondre, monsieur le président.

 

Le président: Monsieur le secrétaire d'État, je donne la parole à M. Jambon, et puis vous répondrez. Je demande aux membres de l'assemblée d'écouter et de réagir quand vous aurez terminé.

 

12.05 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik mag niet antwoorden!

 

Le président: Attendez!

 

Monsieur Jambon, je ne sais pas si c'est pour réchauffer la température, mais il y a beaucoup d'excitation aujourd'hui!

 

12.06  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik begrijp dat de staatssecretaris in moeilijke papieren komt met deze vraag van de heer Wollants. De vraag werd gesteld in de commissie en werd daar beantwoord met verkeerde informatie. Ondertussen, dus tussen het stellen van de vraag in de commissie en in deze plenaire vergadering, zijn er nieuwe elementen opgedoken, namelijk een advies van Belgocontrol. De heer Wollants heeft dus overschot van gelijk als hij hier vandaag de staatssecretaris confronteert met de verkeerde informatie die wij in de commissie gekregen hebben. Dat getuigt van respect voor het parlementair debat. Informatie achterhouden getuigt net van weinig respect!

 

Le président: J'invite maintenant le secrétaire d'État à nous communiquer sa réponse. S'il est interrompu, je dis que l'incident est clos et je renvoie en commission la semaine prochaine!

 

12.07 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, ik mag dus eindelijk antwoorden. Dat is vriendelijk. Het is trouwens beter om nu een antwoord te geven.

 

Natuurlijk heb ik het advies van Belgocontrol uit 2010 kunnen lezen. De heer Schouppe had dat advies gevraagd en ik heb dat nu gekregen. Sinds januari heb ik twee keer een bericht gestuurd naar Belgocontrol, om het regeerakkoord te kunnen uitvoeren. Wat kan de uitvoerende macht beter doen dan het regeerakkoord uitvoeren en daarvoor de nodige adviezen te vragen aan de instelling die de zekerheid en de veiligheid van het luchtvaartverkeer op Zaventem moet verzekeren? Wat zou ik anders kunnen doen?

 

In 2010 werd er een akkoord gesloten tussen de verschillende leden van de meerderheid. Dat akkoord werd bevestigd in het huidig regeerakkoord en ik moet dat uitvoeren. Als u dat mee had willen uitvoeren, dan had u mee moeten onderhandelen. Daarvoor hebt u niet gekozen.

 

Ik zal dat akkoord uitvoeren en ik heb daarvoor reeds twee brieven gestuurd naar Belgocontrol, met de vraag hoe wij dat akkoord kunnen uitvoeren zonder enig risico te nemen op het vlak van veiligheid. In die twee berichten stonden technische vragen, op basis van hun vragen, om de veiligheid te verzekeren.

 

Ik zal dit akkoord uitvoeren. Ik ben lid van de regering en mijn opdracht is om het regeerakkoord uit te voeren. Uiteraard zal ik nooit enig risico nemen op het vlak van veiligheid. Het is in die zin dat ik vragen heb gesteld aan Belgocontrol. Natuurlijk zal ik dat akkoord uitvoeren, maar ik zal nooit enig risico nemen op het vlak van veiligheid.

 

12.08  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, u ontkent mijn gegevens niet. U hebt de adviezen van Belgocontrol gelezen en u ging ermee akkoord.

 

De vorige staatssecretaris wist dat ook. In 2010 en in 2011 zijn er adviezen geweest en bepaalde zaken komen telkens terug in de brieven van Belgocontrol.

 

U maakt een akkoord, dat technisch niet haalbaar of realiseerbaar is en u zegt nu dat u niet anders kunt dan het uitvoeren. U moet instaan voor de veiligheid van het luchtverkeer. Als u een idioot akkoord sluit, dat technisch niet in orde is en dat de veiligheid van ons allen in het gedrang brengt, bent u fout bezig.

 

Als u dan wetens en willens in het Parlement komt verkondigen dat er geen enkel probleem is, dat het allemaal kan worden uitgevoerd…

 

12.09 Staatssecretaris Melchior Wathelet: (…)

 

12.10  Bert Wollants (N-VA): U hebt dat gezegd.

 

12.11 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Heb ik dat in het Nederlands gezegd?

 

12.12  Bert Wollants (N-VA): U hebt in het Nederlands gezegd: “Mijnheer Wollants, u vergist zich als u zegt dat bepaalde zaken niet kunnen worden uitgevoerd.”

 

Dit bewijst dat er effectief zaken zijn die niet kunnen worden uitgevoerd.

 

Ik roep bij dezen de collega’s van CD&V dan ook op om hun minister in de Vlaamse regering te steunen en ervoor te zorgen dat de voorwaarden die Vlaanderen oplegt, worden gerespecteerd, dat het vliegverkeer op een veilige manier wordt verzekerd en …

 

(…): (…)

 

12.13  Bert Wollants (N-VA): Iedereen is daarover boos, maar ik wil dat de veiligheid wordt gerespecteerd, mijnheer de staatssecretaris, en dat wij tot een goed akkoord komen, gelijk tussen het Brussels Gewest en het Vlaams Gewest, en daarop zal ik u telkens opnieuw afrekenen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van de heer Bruno Tuybens aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de antihomowet in Oeganda" (nr. P0753)

13 Question de M. Bruno Tuybens au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la loi contre l'homosexualité en Ouganda" (n° P0753)

 

13.01  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de minister, de parlementaire meerderheid in Uganda voert opnieuw een wetsvoorstel in om seks tussen personen van hetzelfde geslacht met de doodstraf te bestraffen. Wij vinden dat natuurlijk allemaal weerzinwekkend.

 

Het is wel opvallend dat Uganda een lid is van de VN-Mensenrechtenraad en ook een aantal internationale conventies geratificeerd heeft. Uganda is het land van de in 2011 vermoorde David Kato. Het is ook het land waar in kranten holebi’s worden geportretteerd, met hun adresgegevens, met de vraag om hen op te hangen. Het is een van onze 18 donorlanden, waarmee wij aan ontwikkelingssamenwerking doen.

 

Wat dergelijke zaken betreft, moeten wij voor zerotolerantie pleiten. Wij vragen ons als Parlementsleden natuurlijk af hoe een overheid haat tegenover medemensen in een wet kan gieten. Het spreekt voor zich dat wij dat allemaal zo krachtig mogelijk veroordelen.

 

Onze Belgische regering doet met Uganda aan ontwikkelingssamenwerking. Het is een van de 18 partnerlanden. Zal die parlementaire bespreking een invloed hebben op onze relatie met Uganda? In 2009, toen het betreffende wetsvoorstel ook aan het parlement werd voorgelegd, hebben wij geleerd dat het door internationale druk, zeker vanuit donorlanden, een stille dood is gestorven.

 

13.02 Minister Paul Magnette: Mijnheer Tuybens, wij willen in ieder geval het duidelijke signaal geven aan de Ugandese regering dat een dergelijke wet een flagrante schending zou betekenen van de internationale mensenrechten in het algemeen en op het vlak van de seksuele geaardheid in het bijzonder. Toch wil ik enige nuance aanbrengen. Het gaat hier om een parlementair initiatief, dat brede steun krijgt van de Ugandese bevolking in het algemeen en van het parlement in het bijzonder, zonder veel onderscheid tussen de meerderheid en de oppositie.

 

Homoseksualiteit is jammer genoeg een taboe in veel Afrikaanse landen. Wanneer het dan toch op tafel komt, blijken de antihomosentimenten wijdverspreid onder de bevolking. Het is de vraag in hoeverre in dergelijke gevallen ontwikkelingssamenwerking moet en kan gehanteerd worden als een instrument om welbepaalde politieke eisen af te dwingen. Het betekent dat we mensenrechten en andere politieke eisen hanteren als voorafgaande conditie.

 

Tegenover de schending van mensenrechten op het vlak van discriminatie en criminalisering op het vlak van seksuele geaardheid, staat de voortdurende schending van een hele reeks andere rechten, met name ook sociale en economische rechten. We moeten erover waken niet te selectief te reageren.

 

Om enige impact te hebben, willen wij dus reageren in multidonorverband, in eerste instantie Europees, maar zo mogelijk ook ruimer. Instructies voor onze ambassade in Kampala worden momenteel voorbereid en bevatten een duidelijk signaal over onze diepe ontgoocheling en ernstige bezorgdheid over een mogelijke achteruitgang op het vlak van mensenrechten. In het verleden is hetzelfde wetsvoorstel afgevoerd na een krachtig gezamenlijk signaal van de internationale gemeenschap. Wij vertrouwen erop dat dat opnieuw effect kan sorteren.

 

13.03  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, des te meer omdat u ervoor pleit om samen met andere EU-landen en zelfs breder gezamenlijk te ageren. Ik meen dat dat inderdaad de kracht van de reactie zal versterken.

 

Ik hoop echter dat er niet wordt toegegeven als er een gemeenschappelijke reactie wordt gezocht. Als het gaat over het criminaliseren van daden die volledig eigen zijn aan de mensen, om het zo te formuleren, moeten wij echt streven naar zerotolerantie en daarvoor strijden. Ik hoop dat u die boodschap ook aan de partners bij de EU en aan andere donoren zult kunnen meegeven, zodat het betreffende parlementair initiatief, dat inderdaad klaarblijkelijk breed gedragen wordt, stopgezet kan worden in dat land, uiteraard ten voordele van de mensen die steun vanuit de Europese of internationale gemeenschap nodig hebben.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

14 Questions jointes de

- M. Damien Thiéry au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "les dysfonctionnements du numéro vert réservé aux personnes handicapées au sein du SPF Sécurité sociale" (n° P0755)

- Mme Valérie De Bue au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "les dysfonctionnements du numéro vert réservé aux personnes handicapées au sein du SPF Sécurité sociale" (n° P0756)

- M. Franco Seminara au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "les dysfonctionnements du numéro vert réservé aux personnes handicapées au sein du SPF Sécurité sociale" (n° P0757)

14 Samengevoegde vragen van

- de heer Damien Thiéry aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de disfuncties bij het groene nummer voor personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid" (nr. P0755)

- mevrouw Valérie De Bue aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de disfuncties bij het groene nummer voor personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid" (nr. P0756)

- de heer Franco Seminara aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de disfuncties bij het groene nummer voor personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid" (nr. P0757)

 

14.01  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, des centaines de milliers d'appels sans réponse au numéro vert du service des personnes handicapées, c'est un sujet qui ne touche peut-être pas tout le monde mais qui n'en est pas moins extrêmement important.

 

Un numéro vert, même s'il est gratuit, à partir du moment où il ne fonctionne pas, il ne sert pas à grand-chose. Je sais que vous n'êtes pas directement responsable de la situation, étant donné qu'elle dure depuis un sacré bout de temps! Selon mes sources, votre prédécesseur avait d'ailleurs tenté de débloquer une somme d'environ 350 000 euros pour essayer de résoudre le problème. A contrario, plutôt que de conserver, voire d'augmenter, le nombre de lignes qui permettraient d'avoir une réponse aux interventions, j'ai entendu qu'elles seraient passées de 60 à 40. Ce sont en tout cas les informations que j'ai eues.

 

À côté de cela, la meilleure chose que l'on puisse faire à partir du moment où il y a un doute au sujet du fonctionnement d'un système, c'est de l'essayer soi-même! Je me suis, dès lors, permis de téléphoner aux deux lignes que vous avez mises en place, le numéro vert, d'une part, et le numéro payant, d'autre part, le 0528 … Pour ce qui est du numéro vert, il y a un certain nombre de tonalités mais on n'obtient jamais de réponse. Quant au numéro payant, après plusieurs essais, une voix enregistrée vous répond en disant: "on ne peut pas obtenir d'information sur les prestations aux personnes handicapées à ce numéro". C'est un peu surprenant! En outre, on ne vous communique pas un autre numéro auquel les personnes handicapées peuvent s'adresser.

 

Monsieur le secrétaire d'État, j'espère que ce problème pourra être résolu relativement rapidement. Confirmez-vous le dysfonctionnement du service? Quelle est votre opinion à ce propos? Comment comptez-vous résoudre ce problème et, surtout, dans quel timing?

 

14.02  Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, quand on clique sur le site de la Direction générale Personnes handicapées, on peut prendre connaissance du rapport stratégique. Son premier objectif vise à rendre l'administration plus accessible.

 

En première page du site figure aussi ce fameux numéro vert qui est effectivement inaccessible. Cette situation est kafkaïenne dans la mesure où ce service s'adresse à un public sensible et fragile. Le fait que 600 000 personnes n'aient plus accès à ce numéro vert depuis plusieurs mois est vraiment problématique! Votre prédécesseur, Jean-Marc Delizée, avait fait de ceci une priorité et il disposait d'un budget de 355 000 euros par an dédié à l'amélioration de l'accessibilité des services pour les personnes handicapées.

 

La direction de la DG aurait été au courant depuis la mi-2011 et aurait proposé différentes solutions: on pouvait soit revenir à 60 lignes, soit faire appel à des volontaires pour renforcer les équipes, soit communiquer aux personnes les numéros directs des fonctionnaires. Ces solutions n'ont pas été mises en pratique.

 

Vous avez réagi en disant que vous alliez entreprendre un audit pour repérer les dysfonctionnements et mettre fin à cette situation. Il y a urgence!

 

Monsieur le secrétaire d'État, dans quel délai pouvons-nous espérer une solution? Ne peut-on envisager d'utiliser d'autres technologies? Il y a un numéro vert mais d'autres possibilités existent, notamment la messagerie électronique ou les sites internet.

 

14.03  Franco Seminara (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, depuis quelques années, un vent nouveau souffle sur la Direction générale des Personnes handicapées du SPF Sécurité sociale. Il est vrai que la culture du service et de l'accessibilité fait son chemin, petit à petit.

 

Outre la conduite des chantiers gigantesques que sont la reconduction du délai de traitement, les demandes d'allocation ou la suppression progressive du prix de l'amour, une ferme impulsion a été donnée pour que l'administration se tourne réellement vers ses bénéficiaires, ses clients, comme on dit aujourd'hui dans les services publics, pour que des notions telles que la qualité du service et l'accessibilité de celui-ci prennent sens aux yeux des usagers.

 

Un guichet unique, Handiweb, permet à la personne en situation de handicap de disposer en ligne, immédiatement, d'informations et de l'aperçu de son dossier. Ce n'est pas rien! Ce guichet permet aux personnes d'introduire des demandes, éventuellement de demander une attestation de handicap pour les contributions, pour la TVA sur les véhicules, etc., et de signaler toute modification de leur état.

 

Cela peut se faire également via le numéro vert 0800/987 99. L'accessibilité de ce numéro pose aujourd'hui problème, comme la presse l'a relayé. Des milliers d'appels sont restés sans réponse, la ligne est saturée. Cela laisse dans l'expectative les quelque 310 000 personnes en situation de handicap et les 300 000 détenteurs d'une carte spécifique de stationnement, pour lesquels ce numéro a été créé.

 

Il est clair que la complexité de la législation relative aux personnes handicapées, l'explosion du nombre de demandes d'allocations et le profil particulier auquel s'adresse cette aide administrative pour personnes en situation de handicap sont des éléments qui ont perturbé les choses. Par ailleurs, on se rend compte aussi des difficultés éprouvées par le personnel de l'administration face à ce grand nombre d'appels.

 

Monsieur le secrétaire d'État, la situation ne peut en rester là. Comment expliquez-vous ce problème? Quelles mesures entendez-vous prendre pour optimaliser l'accessibilité de ce numéro vert? Dans quels délais pensez-vous pouvoir enrayer ce problème?

 

Monsieur le président, je vous remercie d'avoir étendu quelque peu mon temps de parole.

 

Le président: C'est bon pour une fois!

 

14.04  Philippe Courard, secrétaire d'État: Monsieur le président, chers collègues, effectivement, je ne peux que faire le même constat que vous: cela ne va pas! Beaucoup de personnes ne reçoivent pas de réponse à leur question. Bien sûr, on peut dire que le nombre de demandes a fortement augmenté ces dernières années. Il y a beaucoup de dossiers supplémentaires. Mais le délai de traitement des dossiers a été raccourci, ce qui est une bonne nouvelle. Ce numéro vert a été inondé d'appels, que ce soit concernant les cartes ou les différentes allocations. Cet embouteillage doit cesser.

 

J'ai demandé à mes services de prendre des mesures immédiates pour réorganiser le travail. Bien sûr, on avait réduit le nombre de lignes de 60 à 40, mais je ne pense pas que ce soit là le problème majeur. Il y a 45 personnes qui répondent au téléphone avec 40 lignes. Évidemment, les gens ne sont pas là tout le temps. Il y a du télétravail, etc. Je crois qu'il ne s'agit pas d'une difficulté majeure, mais nous allons quand même étudier ce point.

 

Recruter plus de personnel constitue une réponse, mais c’est un peu compliqué, vu nos moyens financiers.

 

Je crois surtout que se pose un problème d’organisation. J’ai déjà demandé que soient prises des mesures destinées à optimiser les plages horaires en fonction des besoins, de renforcer la participation des services de seconde main pour apporter une réponse plus rapide.

 

Et je demande également un audit, en respectant, bien entendu, les règles de commande. Nous verrons quelles sont les difficultés afin d’y remédier sur le moyen et le long termes.

 

Enfin, je rappelle que c’est un bon numéro et que c’est une bonne chose de pouvoir répondre à toute une série de questions, mais il faut que le service soit plus efficace. Je vais y travailler d’arrache-pied.

 

14.05  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le secrétaire d’État, je vous remercie de votre réponse. Très sincèrement, vous êtes l’un des rares ministres ou secrétaires d’État à oser dire clairement que quelque chose ne fonctionne pas dans ses services. Je vous en félicite!

 

Par ailleurs, j’ai bien compris votre méthode de travail. Un audit constitue une bonne initiative, encore faut-il que les conclusions vous conduisent à travailler de manière beaucoup plus organisée par après. En revanche, je serais enclin à vous demander: une solution définitive, oui; mais devrons-nous attendre juin 2012 ou bien juin 2014?

 

14.06  Valérie De Bue (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie de votre réponse franche.

 

En effet, comme vient de le dire mon collègue Damien Thiéry, vous n'avez pas répondu au sujet du délai. Or il faut absolument obtenir une date butoir. À l'heure des nouvelles technologies et des réseaux sociaux comme Facebook ou Twitter, cette situation semble parfaitement surréaliste. Mais je vous fais confiance pour y remédier au plus vite.

 

14.07  Franco Seminara (PS): Monsieur le président, je remercie le secrétaire d'État pour sa réponse. J'espère donc que cet audit apportera très rapidement une réponse aux questions soulevées et permettra de résoudre au plus vite le problème.

 

Manifestement, ce numéro est victime de son succès. Mais cette situation de saturation ne peut demeurer au risque de provoquer un effet boule de neige. Les répondants soumis à un stress difficilement agréable pourraient avoir tendance à écourter le temps d'appel et à négliger la qualité de leur réponse amenant ainsi les appelants à réitérer leur demande et à recomposer ce fameux numéro. Cela doit, selon moi, absolument être évité, monsieur le secrétaire d'État!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Beroep op het Reglement

Rappel au Règlement

 

14.08  Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik wil een beroep doen op het Reglement. Dat gebeurt niet vaak. Het vragenuurtje is een belangrijk moment in onze Kamer, en ik apprecieer dat, zelfs nu het een beetje uitloopt. Ik heb, zoals ook andere collega’s, eens te meer het vragenuurtje gevolgd, van de eerste tot de laatste vraag.

 

Ik zou mijn collega’s echter willen herinneren aan artikel 124, § 6: “De sprekers formuleren hun vragen en antwoorden zonder één enkel stuk bij zich te hebben.” Het principe van het vragenuurtje, the question time, is dat men “papierloos of documentloos” de vraag stelt en dat men op dezelfde wijze antwoordt, afgezien van referenties, statistieken en citaten.

 

Als wij daarvoor niet aandachtig zijn, vrees ik dat men in de toekomst een uitgeschreven tekst naar voren zal brengen en een tekst zal aflezen als antwoord. Mijnheer de voorzitter, ik zou willen insisteren dat u op een zeker ogenblik zegt – zoals ook de tijdsduur van vragen en antwoorden onder uw verantwoordelijkheid vallen – dat het Reglement ter zake moet worden toegepast.

 

De invoering van deze maatregel dagtekent nog van wijlen minister Hurez, toen hij minister en Kamerlid was. Toen werd er ook voorgesteld om zonder papieren te speechen. Zover moet men niet gaan, maar de mondelinge vragen hebben in ons Reglement het predikaat dat men het probeert te doen zonder tekst.

 

Ik zeg dit ten aanzien van alle collega’s uit de Kamer, met al mijn respect en sympathie voor de voorzitter ervan.

 

Le président: Je ne connais pas d'enceinte où l'on parle aussi souvent de modifier le Règlement, sans jamais passer à l'acte!

 

14.09  Herman De Croo (Open Vld): (…)

 

Le président: Vous avez siégé à ce fauteuil plus longtemps que moi puisque vous l'avez occupé pendant huit ans et demi. Vous avez donc eu le temps de le modifier. Pourtant, le Règlement est resté inchangé!

 

14.10  Herman De Croo (Open Vld): Il faut l'appliquer!

 

14.11  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, wie zijn wij om de meest ervaren man in het halfrond tegen te spreken? Ik wil mij als fractieleider van de grootste groep in het Parlement engageren voor al mijn fractieleden om hiermee in te stemmen, op voorwaarde dat de regering net hetzelfde toepast. Geef met mij toe, mijnheer De Croo, dat heel wat ministers, ook vandaag, hier vandaag hebben gestaan en letterlijk een tekst hebben afgelezen.

 

Ik wil heel graag meegaan in uw voorstel, maar dan wel op die voorwaarde.

 

Le président: J'essaie d'appliquer le Règlement avec bon sens afin que chacune et chacun, qu'elle ou qu'il siège dans cette assemblée depuis 44 ans ou deux mois puisse exercer son métier dans un certain confort. Il en va de même pour les ministres. J'ai été ministre pendant 12 ans et demi. Je parle donc en connaissance de cause. Je préfère appliquer le Règlement avec bon sens plutôt que d'établir des règles qui ne seront jamais appliquées.

 

14.12  Herman De Croo (Open Vld): Ik sta er niet om bekend dat ik geen "bon sens" zou hebben. Van tijd tot tijd moet men de Kamer aan de principes herinneren. Ik wil dus, vanuit een jezuïetische benadering, zeggen: "Il ne faut pas placer ses principes trop haut pour pouvoir passer en dessous sans dommage!".

 

Le président: D'accord! M. Eyskens rappelait cela très souvent! M. Dehaene disait aussi que l'objectivité était ce qui répondait à ses objectifs! Chacun a ses phrases à placer à l'un ou l'autre moment!

 

Ce qui me paraît le plus important, c'est de veiller à ne pas dépasser le temps de parole de deux minutes qui vous est imparti. Certains groupes le font bien. Je le rappelle à chaque fois. Une autre chose importante à l'intention des ministres aussi, c'est de se limiter à une synthèse au cours de leur réponse et ne pas refaire ici un numéro ou un exposé général. La réplique, quant à elle, est fondamentale, plus importante encore que le papier que l'on présente.

 

Avant de poursuivre, monsieur De Croo, je demande aux chefs de groupe ici présents d'inviter les membres de leur groupe et leurs secrétaires de groupe à bien vouloir veiller à ce que la formulation des questions soit un peu plus précise. En effet, l'intitulé de leurs questions est parfois laconique. Ce faisant, il n'est pas possible de vérifier si une question a ou non déjà été posée en commission. Il suffirait pourtant de préciser que tel ou tel élément nouveau est intervenu. Sinon, le risque existe que l'on considère que la question a déjà été posée et que l'on décide de la rejeter.

 

14.13  Herman De Croo (Open Vld): Monsieur le président, je crois pouvoir dire que mon chef de groupe partagera votre opinion et comprendra votre demande. Je transmettrai donc cette dernière avec grand plaisir.

 

Le président: Je formulerai ma demande par écrit de façon à ce qu'elle soit formulée dans les deux langues. Cela permettra d'éviter tout problème de traduction.

 

Projets et propositions

Ontwerpen en voorstellen

 

15 Proposition de loi modifiant le Code de commerce en ce qui concerne l'extension des types de bateau repris dans le registre matricule (1548/1-7)

15 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Koophandel wat de uitbreiding van de in het register van teboekstelling opgenomen soorten schepen betreft (1548/1-7)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Peter Dedecker, Steven Vandeput, Bert Wollants, Jef Van den Bergh, Maggie De Block, Karin Temmerman.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

De heer De Clercq verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

 

15.01  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, speciaal voor collega De Croo, spreek ik hier zonder papier.

 

Collega’s, het doet mij zichtbaar genoegen hier vandaag de goedkeuring te vragen voor onderhavig wetsvoorstel. Het gebeurt immers niet zo vaak dat een voorstel dat door de oppositie wordt geïnitieerd, het tot hier haalt. Ik kan dan ook alleen maar tevreden terugkijken op de constructieve samenwerking met de collega’s van de verschillende fracties over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, om een degelijke stap vooruit te zetten.

 

Het is wel degelijk een heel mooie stap vooruit: met de wet maken we het immers mogelijk dat schepen die niet worden gebruikt voor commerciële maritieme doeleinden, zoals woonboten, horecaboten of varend erfgoed, kunnen worden geregistreerd en opgenomen in het scheepsregister. Dankzij die opname wordt het ook mogelijk dat de eigenaars een hypotheek kunnen nemen op dat schip.

 

Voor alle duidelijkheid, het is een maatregel die de belastingbetaler niets kost, maar die het toch mogelijk maakt om de kosten van een lening voor aankoop of renovatie van die schepen te drukken, net omdat we de banken meer zekerheid geven. Het betekent dus een duwtje in de rug voor bewoners en kandidaat-bewoners van woonschepen, een duwtje in de rug voor ondernemers met een horecaboot, een expositieboot of een theaterschip.

 

Bovendien – en dit komt te weinig in de aandacht en wordt te veel onderschat – ondersteunen we hiermee ons varend erfgoed. We maken het goedkoper om historische schepen aan te kopen en te renoveren. Ik hoop dan ook dat onze steden, samen met de erfgoedverenigingen, hiervan gebruikmaken om ons watererfgoed in ere te herstellen en te bewaren. Steden als Antwerpen en Gent beschikken over een zeer rijke geschiedenis in dezen, bijvoorbeeld de prachtige historische voorhaven in Gent. Een beetje chauvinisme op het spreekgestoelte mag ook wel eens, ook als het niet van Antwerpen komt. Ik kijk er dan ook naar uit om die rijke geschiedenis vaker onder de aandacht te brengen en ik hoop dan ook dat onderhavige wettekst daartoe een verdere aanzet is.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1548/7)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1548/7)

 

L'intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi concernant l'immatriculation des bâtiments de navigation intérieure autres que les bateaux d'intérieur visés à l'article 271 du Livre II du Code de commerce".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel betreffende de teboekstelling van binnenvaartuigen andere dan binnenschepen als bedoeld in artikel 271 van Boek II van het Wetboek van Koophandel".

 

La proposition de loi compte 2 articles.

Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

16 Proposition de loi modifiant le Code judiciaire suite à la modification de la procédure de liquidation des sociétés (1604/1-4)

- Proposition de loi modifiant le Code des sociétés, en ce qui concerne la procédure de liquidation (1605/1-4)

16 Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek ingevolge de gewijzigde vereffeningsprocedure van vennootschappen (1604/1-4)

- Wetsvoorstel tot wijziging, wat de vereffeningsprocedure betreft, van het Wetboek van vennootschappen (1605/1-4)

 

Propositions déposées par:

Voorstellen ingediend door:

Leen Dierick, Raf Terwingen, Liesbeth Van der Auwera, Jef Van den Bergh, Karel Uyttersprot, Zuhal Demir, Veerle Wouters, Sophie De Wit

 

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces deux propositions de loi. (Assentiment)

Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsvoorstellen te wijden. (Instemming)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

16.01  Joseph George, rapporteur: Monsieur le président, je m'en réfère à mon rapport écrit.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles de la proposition de loi n° 1604. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1604/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsvoorstel nr. 1604. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1604/4)

 

L'intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la procédure de liquidation des sociétés".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat betreft de vereffeningsprocedure van vennootschappen".

 

La proposition de loi compte 3 articles.

Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Nous passons à la discussion des articles de la proposition de loi n° 1605. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1605/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsvoorstel nr. 1605. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1605/4)

 

L'intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant le Code des sociétés en ce qui concerne la procédure de liquidation".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen wat de vereffeningsprocedure betreft".

 

La proposition de loi compte 6 articles.

Het wetsvoorstel telt 6 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 6 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 6 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

17 Projet de loi modifiant l'article 458bis du Code pénal en vue d'étendre celui-ci aux délits de violence domestique (1995/1-2)

17 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek teneinde het uit te breiden voor misdrijven van huiselijk geweld (1995/1-2)

 

Transmis par le Sénat

Overgezonden door de Senaat

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Mme De Wit, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.

 

17.01  Koenraad Degroote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het gaat over de aanpassing van artikel 458bis. Om de gewezen Kamervoorzitter bij te treden, zal ik mijn uiteenzetting in die geest houden.

 

Het gaat over de invoering van het begrip partnergeweld in artikel 458bis van het Strafwetboek.

 

Voor de N-VA is partnergeweld absoluut onaanvaardbaar. Partnergeweld moet op elke manier worden aangepakt: constructief, daadwerkelijk en doeltreffend. Of dit doeltreffend zal worden aangepakt door de invoering van het begrip in de wet, is iets anders.

 

Vandaag hebben de hulpverleners in gevallen waarbij ernstig gevaar dreigt al spreekrecht, om niet te zeggen spreekplicht. Zij kunnen zich schuldig maken aan schuldig verzuim. Die mogelijkheden bestaan vandaag al.

 

Wij willen hier wijzen op het slecht wetgevend werk dat gebeurt. Het is nog maar drie maanden geleden dat we een aanpassing van artikel 458bis moesten doen om de kwetsbare personen in te schrijven. Toen hebben wij al gezegd dat die term niet heel duidelijk was vermeld.

 

Nu gaat men het begrip partnergeweld toevoegen. Binnen drie maanden kunnen wij hier terug staan om een nieuwe categorie in te schrijven.

 

Wij vinden het een beetje jammer dat men telkens iets nieuws wil inschrijven. Om die reden zullen wij ons onthouden.

 

De voorzitter: Mevrouw Becq is niet aanwezig.

 

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1995/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1995/1)

 

Le projet de loi compte 3 articles.

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

18 Proposition de résolution relative à un traité international strict sur les armes (1794/1-4)

18 Voorstel van resolutie met betrekking tot een sterk internationaal wapenverdrag (1794/1-4)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Dirk Van der Maelen, David Geerts

 

Discussion

Bespreking

 

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1794/4)

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1794/4)

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

18.01  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik heb contact opgenomen met mevrouw De Meulemeester. Zij is op de dienst Naturalisaties dossiers aan het bestuderen. Zij is nu onderweg naar hier. Het zal nog enkele minuutjes duren.

 

Le président: La séance est suspendue.

De vergadering is geschorst.

 

La séance est suspendue à 16.28 heures.

De vergadering wordt geschorst om 16.28 uur.

 

De vergadering wordt hervat om 16.43 uur.

La séance est reprise à 16.43 heures.

 

De vergadering is hervat.

La séance est reprise.

 

18.02  Ingeborg De Meulemeester, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega’s, eerst en vooral bied ik mijn excuses aan. Ik was samen met mijn twee collega’s dossiers aan het nakijken op de dienst Naturalisaties; vandaar dat ik er even niet was.

 

Ik zal een zeer kort mondeling verslag brengen over het voorstel van resolutie met betrekking tot een sterk internationaal wapenverdrag. De hoofdindiener van het voorstel van resolutie, de heer Dirk Van der Maelen, licht toe dat er elke minuut iemand sterft ten gevolge van het onwettige gebruik van een wapen. Dat zijn 500 000 slachtoffers per jaar. Bovendien raken elke minuut nog eens 3 mensen gewond.

 

De wapenhandel is zowel nationaal als Europees gereglementeerd, maar die maatregelen blijven ontoereikend. Daarom is het absoluut noodzakelijk over een alomvattend verdrag betreffende wapenhandel te beschikken.

 

Ook de vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken onderstreept dat het voorstel van resolutie aansluit bij het standpunt van de minister en de regering. Het is alvast een krachtige steun voor de komende onderhandelingen.

 

Mits een aantal amendementen, die allemaal werden goedgekeurd, hebben alle fracties onderhavig belangrijk voorstel van resolutie goedgekeurd.

 

18.03  Kristof Waterschoot (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega’s, wij willen uitdrukkelijk de heer Van der Maelen bedanken voor de indiening van het voorstel van resolutie. Wij willen ook de commissievoorzitter, de heer de Donnea, bedanken voor de manier waarop hij de debatten heeft geleid. Wij hebben met vele amendementen de tekst sterk kunnen verbeteren, dankzij de goede samenwerking in de commissie, wat niet altijd evident is. Namens onze fractie, bedankt.

 

Het belang van onderhavige tekst mag niet onderschat worden. In het verleden heeft België altijd een voortrekkersrol gespeeld inzake internationale wapenregulerende initiatieven. Wij vinden het belangrijk dat ons land die traditie voortzet.

 

Volgende week vindt in New York de vierde voorbereidende vergadering voor het Arms Trade Treaty plaats. Wij menen dat onze diplomaten daar wel beslagen op het ijs zullen komen, maar een goede steun in de rug vanwege de Kamer lijkt ons niet onbelangrijk.

 

Het thema is meer dan actueel. Kijk maar naar de debatten over wapenleveringen aan Syrië en aan Libië. Ook in Afrika hebben kleine wapens al tot grote moordpartijen geleid. Wapenleveringen brengen vaak onveiligheid, wetteloosheid en straffeloosheid teweeg, die in de eerste plaats gewone burgers treffen. Dat moet absoluut vermeden worden.

 

Wij moeten ook absoluut waakzaam blijven voor ons eigen land. In recente rapporten over wapenleveringen wordt soms ook België negatief vermeldt. Het gaat dan vooral over wapenleveringen aan Libië in 2009. Wij kunnen alvast de uitspraken over wapenleveringen en het recente discours over mensenrechten van onze minister van Buitenlandse Zaken absoluut toejuichen.

 

In verband met de amendementen die wij hebben ingediend, wil ik toch één opmerking maken. Wij hebben een amendement ingediend om inzake wapenhandel het overleg met de Gewesten op te starten. Aangezien het een gedeelde bevoegdheid is, is het zeer belangrijk om het overleg met de Gewesten op te starten en hen daarin te erkennen als volwaardige partners. Wij willen vanuit de Kamer de FOD Buitenlandse Zaken en de minister uitnodigen om regelmatig overleg te plegen met de Gewesten, om tot een gemeenschappelijk standpunt te komen. Immers, het verdrag over het systeem van de wapenvergunningen zal vooral door de Gewesten moeten worden uitgevoerd.

 

Wij vinden in verband met het toekomstige ATT-verdrag vooral nuancering, bondigheid en duidelijkheid erg belangrijk. In dat kader is het zeer belangrijk dat het in overeenstemming moet zijn, wat nogal logisch is, met het Handvest van de Verenigde Naties.

 

Voor ons is een robuust verdrag een verdrag met een duidelijk en eenvoudig juridisch kader, zodat het kan toegepast worden in heel veel omstandigheden waarbij levering van wapens een negatieve impact kan hebben op de burgerbevolking.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, de CD&V-fractie dankt de indiener en alle collega’s voor de manier waarop aan deze resolutie werd gewerkt.

 

18.04  Eva Brems (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, vooreerst wil ook ik de collega’s in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen bedanken voor hun uitzonderlijk constructieve samenwerking rond deze resolutie.

 

De internationale regulering van wapens heeft zich tot nu toe vooral gefocust op het verbieden van bepaalde types wapens, types die als bijzonder onmenselijk worden beschouwd. Het wapenhandelsverdrag in deze resolutie handelt over de conventionele wapens. Het gaat uiteraard niet om het verbieden van wapens. Die blijven onvermijdelijk om de veiligheid van mensen en gemeenschappen te waarborgen. Dit verdrag zal basisprincipes en mechanismen voor internationale wapentransfers vastleggen.

 

Het is interessant om de voorgeschiedenis van het verdrag in herinnering te brengen. Het initiatief kwam in 1997 van een groep Nobelprijswinnaars, onder leiding van de Costaricaan Oscar Arias. Zij riepen op tot een gedragscode voor wapentransacties. Vervolgens heeft een internationale groep van ngo’s zich daar achter gezet. Het idee om die principes in een bindend verdrag te gieten heeft meer en meer steun gekregen. Dat is logisch. Het gaat om principes waarvoor alle staten zich al hebben geëngageerd, zoals respect voor het internationaal recht en de mensenrechten, vreedzame internationale betrekkingen en duurzame ontwikkeling.

 

De consequenties van al die engagementen doortrekken wanneer het gaat om wapentransfers die tot grootschalige schendingen van die principes leiden, lag wat moeilijk zolang het initiatief op nationaal vlak bleef liggen. Men vreest dan immers voor een benadeling van de concurrentiepositie van de eigen wapenfabrikant.

 

Als die regels internationaal zijn, staat diezelfde bezorgdheid niet langer een ethische positie in de weg.

 

Zo zullen wij hopelijk kunnen komen tot een sterk verdrag met goede waarborgen voor de naleving ervan. Dat kan dan ook heel veel menselijk leed voorkomen.

 

Het is nuttig en waardevol dat wij hierover vandaag een resolutie goedkeuren. In de commissie bleek dat er een grote consensus bestaat over de nood aan een sterk wapenhandelsverdrag en over de wens om de Belgische diplomatie daarin een voortrekkersrol te zien spelen, in lijn met de reputatie die deze diplomatie geniet dankzij eerder werk, onder meer inzake antipersoonsmijnen en clustermunities.

 

Het was een beetje verrassend te zien dat in de beleidsnota van minister Reynders met geen woord wordt gerept over dit wapenhandelsverdrag. Het is nochtans een van de grote dossiers op de internationale agenda dit jaar.

 

Deze resolutie corrigeert dat. Wij waren dan ook heel tevreden te kunnen vaststellen dat de vertegenwoordiger van de minister de discussies bijwoonde en ze volledig steunt. Zo brengen wij dit dossier waar het hoort, bij de prioriteiten van Buitenlandse Zaken.

 

Bovendien is het schitterend dat wij vandaag al over deze resolutie kunnen stemmen, want volgende week, van 13 tot 17 februari, vindt de vierde voorbereidende vergadering voor het internationaal wapenhandelsverdrag plaats in New York, de laatste van vier voorbereidende vergaderingen voor de officiële onderhandelingen in juli.

 

Het is een agenda met voornamelijk procedurele elementen, maar het staat buiten kijf dat daar nog verder zal worden gediscussieerd over de inhoud van het verdrag.

 

Met deze resolutie geven wij de Belgische onderhandelaars een aantal sturende richtlijnen mee. In vergelijking met de briefing paper van de Argentijnse ambassadeur Roberto García Moritán, die nu in de onderhandelingen voorligt en een goede basis is voor de onderhandelingen, voegt deze resolutie nog een aantal cruciale elementen toe.

 

Wij wensen dat de criteria niet enkel van toepassing zijn bij export van wapens, maar tevens op andere types van transfers, zoals transit en tussenhandel. Wij wensen dat ook materiaal voor ordehandhaving, met name veiligheids- en politiewapens, worden opgenomen in het verdrag. Grove schendingen van mensenrechten gebeuren immers niet alleen met militair materieel. Wij leggen ook de nadruk op transparantie bij de rapportering.

 

De resolutie is ook vrij concreet en compleet voor de toetsingscriteria. Wij hebben, bijvoorbeeld, een referentie toegevoegd naar kindsoldaten als strijders. Ook wat de gewenste reikwijdte van het verdrag betreft vermelden wij expliciet munitie en technologie.

 

Deze resolutie geeft een duidelijk mandaat en concrete richtlijnen aan de vrouwen en mannen die in onze naam mee zullen onderhandelen om resoluut te gaan voor het onderste uit de kan voor een sterk wapenhandelsverdrag.

 

18.05  Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik heb de twee teksten meegenomen: de oorspronkelijke versie ingediend door de collega’s Van der Maelen en Geerts, en de resolutie zoals ze werd goedgekeurd dankzij de medewerking en actieve inzet van onze commissievoorzitter, de heer François-Xavier de Donnea.

 

U ziet dat deze resolutie werd verbeterd. Er waren bemerkingen van heel wat collega’s, die voor een evenwichtige resolutie hebben gezorgd, die wij ook zullen goedkeuren.

 

Mevrouw Brems heeft terecht aangehaald dat dit een goed moment is, want volgende week vindt in de Verenigde Naties ter zake de laatste voorvergadering plaats. Ik wil uw aandacht trekken op de bewoordingen van deze resolutie, in het bijzonder wanneer wij Europees samenwerken.

 

Het gaat hier over de invoer, uitvoer, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, materiaal voor ordehandhaving, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie.

 

Het is evident dat dit ook deel uitmaakt van het vrij verkeer in Europa. Met deze resolutie proberen wij dat – en later op het niveau van de UNO, als dat ooit lukt – aan banden te leggen.

 

Ik kijk met een zeker optimisme uit naar de uitslag van het internationaal wapenhandelsverdrag van 2 en 27 juni, wetende dat het ATT, het Arms Trade Treaty, nog heel wat voeten in de aarde zal hebben.

 

Na alles wat is gezegd, wil ik nog een aantal zaken aan de Kamer in herinnering brengen.

 

Wij hebben met enkelen – de heer Van der Maelen zal dat nooit vergeten – het fameuze debat over de Minimi gevolgd, de fameuze wapenlevering door België aan de prille democratie die Nepal sindsdien gebleven blijkt te zijn.

 

Deze debatten waren ongelooflijk. Ze vonden plaats op een eigenaardig tijdstip, in augustus, in een plenaire vergadering van de Kamer die niet hier plaatsvond vanwege herstellingen aan het halfrond, maar in de Congreszaal. Ik zal nooit dat intens moment van debat vergeten. De heer Van der Maelen en ikzelf hebben bijzondere herinneringen aan dat debat.

 

Het gevolg van dat debat was dat men de uitvoer en doorvoer van wapens aan de Gewesten heeft toevertrouwd. Ik veroorloof mij te zeggen dat men dat als het ware heeft ‘vergewest’. Dat is een belangrijk element dat in de resolutie aan bod komt.

 

Ik heb het mij inderdaad veroorloofd even na te kijken waar de Gewesten met de doortrekking van de richtlijnen staan. Ik merk dat uiterlijk op 30 juni 2011 de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen moeten doorvoeren, om aan de Europese richtlijn te voldoen.

 

Helaas staan de drie Gewesten nog niet ver. In Vlaanderen is het decreet ingediend. Het is echter nog verre van afgehandeld. Het zal vóór 30 juni 2012 moeilijk van toepassing kunnen zijn. Het decreet werd immers laattijdig ingediend. In Brussel is in januari 2012 het debat ter zake begonnen. Tenzij ik verkeerd ben geïnformeerd, wacht het Waals Gewest nog steeds, om in een alomvattend, Waals wapendecreet de verplichting in kwestie in zekere zin hard te maken.

 

De vragen die destijds, in 2003, inzake Nepal zijn gesteld, kunnen dan ook nu worden gesteld, zij het in de andere richting. Toen heeft de paarse regering — een echte paarse regering — beslist het probleem van de wapenlicenties en wapenuitvoer, dat een federale bevoegdheid was, bij de Gewesten onder te brengen. De waarheid gebiedt mij niettemin op te merken dat de Gewesten daarop heel traag reageren, zelfs in Vlaanderen. Ik vrees dat Vlaanderen nooit klaar zal zijn tegen de datum die Europees is aanvaard. Ik weet niet hoever Wallonië staat. Zij staan echter blijkbaar niet zo ver. Ook het Brussels Gewest is nog maar schuchter begonnen.

 

Vragen kunnen dus worden gesteld, wanneer hier over de wapenuitvoer naar Lybië en over andere elementen is gesproken. De vraag kan met name worden gesteld of het federale niveau niet ergens opnieuw een coördinerende rol zou moeten overwegen, om al deze elementen van de gewestelijke bevoegdheid op een gepaste wijze in lijn te brengen met onze Europese verplichtingen en met onze eventuele, latere, internationale verplichtingen. Die vraag moet men durven te stellen. Indien immers op federaal vlak een maatregel werd genomen om, in zekere zin en cru gesproken, van het probleem af te zijn, moet ervoor worden gezorgd dat een en ander beter verloopt, nadat het aan de gewestelijke bevoegdheid is toevertrouwd.

 

Ik merk dat op omdat op het einde van de resolutie — indien ik mij niet vergis, heeft ook de heer Waterschoot dit aangehaald —, via een aanvullend amendement dat de moeite loonde te worden overwogen, is vermeld dat het Parlement en de gewestregeringen periodiek over de door de regering geleverde inspanningen en het verloop van de onderhandelingen moeten worden geïnformeerd.

 

Het is niet, omdat iets om opportunistische redenen een zekere bestemming qua bevoegdheidsverdeling heeft gekregen, dat het omwille van concrete regelingen geen andere richting kan uitgaan. Wat wij wensen, is onze internationale, Europese verplichtingen in ons systeem tijdig te concretiseren. Waaraan wij ook zijn gehecht, is dat een en ander op internationaal vlak maximaal door de invloed, de impact en de actie van onze diplomatie kan worden gerealiseerd.

 

Wij moeten ons niet schamen over de maatregelen die wij genomen hebben. Ons land heeft op het gebied van landmijnen, bijvoorbeeld, een prioritaire houding ingenomen. Ons land kan als ‘vredestrekkend’ worden beschouwd in de wereld en wij moeten ons daarvoor niet schamen. Mocht de resolutie die wij gaan goedkeuren erin slagen ook de internationale beweging ter zake meer gestalte en inhoud te geven, dan zou dat een genoegdoening zijn die ons allen kan plezieren.

 

18.06  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, je voudrais, tout d'abord, féliciter mes collègues Geerts et Van der Maelen pour l'initiative qu'ils ont prise. En effet, il s'agit d'une résolution importante car lorsque l'on dresse le bilan, depuis la fin de la Seconde Guerre mondiale, on s'aperçoit que les armes légères ont tué entre vingt et trente millions de personnes. Ce sont de loin les armes qui tuent le plus, depuis des décennies, dans le monde.

 

Si un traité solide et large relatif à l'ensemble des types d'armements, des types de transferts et des situations dans lesquelles se passent ces transferts peut être voté, on franchira un grand pas.

 

Nous sommes nombreux à nous battre contre la vente d'armes dans certaines situations et on nous objecte souvent que si ce n'est pas nous ou l'Union européenne qui les vendons, ce seront d'autres.

 

Grâce à ce traité, l'ensemble de la communauté veillera, à l'avenir, plus que ce n'est le cas aujourd'hui, à ce que la communauté internationale ne vende ou ne transfère pas d'armes dans certaines situations.

 

Par ailleurs, je me réjouis qu'une information soit donnée aux Régions. En effet, ces dernières sont aujourd'hui compétentes en la matière, ce qui pose une série de questions, de difficultés. Je ne plaiderai pas ici pour une refédéralisation du commerce des armes, mais une concertation et une consultation me semblent importantes.

 

Nous sommes le seul pays au monde où l'État fédéral n'a pas de compétence en matière de vente et de transfert d'armes. Il est utile qu'à l'avenir, des consultations soient organisées afin d'éviter des situations comme celles que l'on a connues récemment, notamment en Libye.

 

Je me réjouis encore une fois que la Belgique ait été un précurseur en la matière, comme M. Waterschoot l'a dit. C'est notamment le ministre Moreels qui, il y a déjà une douzaine d'années, a organisé, en Belgique, la première conférence internationale sur l'interdiction et le commerce des armes. Je me félicite donc qu'une suite soit donnée à ces premiers efforts. Et j'espère – mais je suis confiant sur ce point – que le gouvernement en fera une des ses priorités au niveau de sa diplomatie.

 

18.07  François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, chers collègues, le projet de traité dont nous débattons aujourd'hui me paraît extrêmement important. Comme certains collègues l'ont dit, les armes légères et de petit calibre sont les seules armes de destruction massive qui ont été utilisées depuis Nagasaki et Hiroshima.

 

Ce sont des armes qui sont non seulement propagatrices, initiatrices ou facilitatrices de guerres civiles, mais aussi des armes qui sont à l'origine de tueries de type Fort Chabrol, par des fous du type de Breivik en Norvège ou de celui qui a déclenché la tuerie de Liège, etc.

 

Ce sont également les principaux outils de travail de ceux qui sont engagés dans le grand banditisme, qui sont engagés dans des subversions diverses. Concrètement, le fait que les Touaregs aient pu mettre la main sur de grands stocks d'armes, suite à la débâcle du régime de Kadhafi en Libye, a eu comme conséquence immédiate de relancer la guerre civile au Mali, de créer à nouveau des troubles au nord du Niger et du Tchad.

 

Dès lors, il est important de réglementer le commerce des armes légères et de petit calibre. Cela ne peut se faire uniquement au niveau d'un espace tel que l'Union européenne. Bien sûr, il est important que nous ayons pris des mesures très strictes au niveau de l'Union européenne. Mais la concurrence internationale fait que ce genre de chancres, de métastases, engendrés par les armes légères et de petit calibre ne peuvent être efficacement combattus qu'au niveau global.

 

Ce ne sont pas seulement l'Union européenne ou l'Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe, mais également les autres organisations régionales dans le monde qui, dans le cadre d'un traité global conclu au sein des Nations Unies, doivent lutter contre ce phénomène.

 

Aussi est-ce avec beaucoup de conviction que le MR votera ce texte aujourd'hui. Nous espérons que nos négociateurs à New York seront plus forts la semaine prochaine pour défendre des points de vue très clairs lors de la réunion préparatoire et, ensuite, lors de la réunion finale qui s'y tiendra cet été pour essayer d'aboutir à la conclusion d'un traité compréhensif sur le commerce des armes légères et de petit calibre.

 

18.08  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik bedank commissievoorzitter de Donnea en alle collega’s die dinsdag in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen snel en efficiënt gedebatteerd hebben over deze resolutie.

 

Ik heb niets toe te voegen aan wat de collega’s hier hebben gezegd. Zij hebben in hun betogen het belang van zo’n wapenhandelsverdrag treffend beschreven.

 

Ik nodig alle collega’s uit samen met mij de voortgang van het onderhandelingsproces op te volgen. Ik hoop dat ons land de traditie van het landmijnenverdrag, het clusterverdrag en andere, hoog zullen houden. Ik hoop ook dat de regering ons zal informeren. Mocht zij dit niet uit zichzelf doen, stel ik voor dat wij de minister sommeren om ons in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen permanent op de hoogte te houden van de verdere ontwikkelingen in het onderhandelingsproces.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

 

Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.

 

19 Conseil d'Etat – Présentation d'un assesseur francophone

19 Raad van State – Voordracht van een Franstalig assessor

 

Par lettre du 25 janvier 2012, le premier président du Conseil d'État porte à la connaissance de la Chambre qu'en son audience publique du 19 décembre 2011, l'assemblée générale de ce Conseil a procédé, conformément à l'article 80 des lois coordonnées sur le Conseil d'État, à l'établissement de la liste de trois candidats pour une place vacante d'assesseur francophone.

Bij brief van 25 januari 2012 deelt de eerste voorzitter van de Raad van State mede dat de algemene vergadering van die Raad ter openbare zitting van 19 december 2011, overeenkomstig artikel 80 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, overgegaan is tot het opmaken van een lijst van drie kandidaten voor een vacant ambt van Franstalig assessor.

 

Ont été présentés par le Conseil d'État, sans unanimité toutefois:

Werden door de Raad van State voorgedragen, evenwel zonder eenparigheid van stemmen:

 

Premier candidat: M. Christian Behrendt, professeur à la faculté de Droit de l'Université de Liège;

Deuxième candidat: M. Jacques Clesse, avocat au barreau de Liège, professeur à temps partiel à la faculté de Droit de l'Université de Liège;

Troisième candidat: M. Pierre Moreau, chargé de cours à la faculté de Droit de l'Université de Liège.

 

Eerste kandidaat: de heer Christian Behrendt, gewoon hoogleraar aan de faculteit Rechten van de Université de Liège;

Tweede kandidaat: de heer Jacques Clesse, advocaat aan de balie van Luik, deeltijds hoogleraar aan de faculteit Rechten van de Université de Liège;

Derde kandidaat: de heer Pierre Moreau, docent aan de faculteit Rechten van de Université de Liège.

 

La présentation n'étant pas unanime, la Chambre peut, conformément à l’article 70, § 1er, alinéa 8, des lois sur le Conseil d’État coordonnées le 12 janvier 1973, et dans un délai ne pouvant dépasser trente jours à compter de la réception de la communication de cette présentation, soit confirmer la liste présentée par le Conseil d'État, soit présenter une autre liste de trois noms formellement motivée.

Aangezien de voordracht niet unaniem is, kan de Kamer, overeenkomstig artikel 70, § 1, achtste lid, van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, binnen een termijn van ten hoogste dertig dagen vanaf de ontvangst van de mededeling van deze voordracht, hetzij de door de Raad van State voorgedragen lijst bevestigen, hetzij een tweede uitdrukkelijk gemotiveerde lijst met drie namen voordragen.

 

La présentation éventuelle d'une liste par la Chambre doit se faire sur base des candidatures reçues par le Conseil d'État.

De eventuele voordracht van een lijst door de Kamer dient op grond van de door de Raad van State ontvangen kandidaturen te geschieden.

 

Les candidatures suivantes ont été introduites:

- M. Christian Behrendt, professeur à la faculté de Droit de l'Université de Liège;

- M. Jacques Clesse, avocat au barreau de Liège, professeur à temps partiel à la faculté de Droit de l'Université de Liège;

- M. Jacques Englebert, avocat au barreau de Bruxelles;

- M. Pierre Moreau, chargé de cours à la faculté de Droit de l'Université de Liège.

 

Volgende kandidaturen werden ingediend:

- de heer Christian Behrendt, gewoon hoogleraar aan de faculteit Rechten van de Université de Liège;

- de heer Jacques Clesse, advocaat aan de balie van Luik, deeltijds hoogleraar aan de faculteit Rechten van de Université de Liège;

- de heer Jacques Englebert, advocaat aan de balie van Brussel;

- de heer Pierre Moreau, docent aan de faculteit Rechten van de Université de Liège.

 

Le délai dont dispose la Chambre pour présenter une liste ou pour confirmer la liste expire le 2 mars 2012.

De termijn waarover de Kamer beschikt om een lijst voor te dragen of om de lijst te bevestigen, verstrijkt op 2 maart 2012.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 8 février 2012, le curriculum vitae des candidats sera transmis aux secrétariats des groupes politiques.

Overeenkomst het advies van de Conferentie van voorzitters van 8 februari 2012 zullen de cv's van de kandidaten aan de fractiesecretariaten worden bezorgd.

 

Pas d'observations? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

20 Renvoi de propositions de loi à une autre commission

20 Verzending van wetsvoorstellen naar een andere commissie

 

À la demande des auteurs et conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 8 février 2012, je vous propose de renvoyer à la commission chargée des problèmes de Droit commercial et économique, la proposition de loi de MM. Karel Uyttersprot et Koenraad Degroote et Mmes Zuhal Demir, Kristien Van Vaerenbergh et Veerle Wouters modifiant la loi du 27 juin 1921 sur les associations sans but lucratif, les associations internationales sans but lucratif et les fondations (n° 1366/1) et la proposition de loi de MM. Karel Uyttersprot, Peter Dedecker, Peter Luykx en Flor Van Noppen modifiant la loi du 27 juin 1921 sur les associations sans but lucratif, les associations internationales sans but lucratif et les fondations en ce qui concerne les membres et leurs propositions (n° 1959/1).

 

Op aanvraag van de indieners en overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 8 februari 2012, stel ik u voor het wetsvoorstel van de heren Karel Uyttersprot en Koenraad Degroote en de dames Zuhal Demir, Kristien Van Vaerenbergh en Veerle Wouters tot wijziging van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen (nr. 1366/1) en het wetsvoorstel van de heren Karel Uyttersprot, Peter Dedecker, Peter Luykx en Flor Van Noppen tot wijziging van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen wat de leden en hun voorstellen betreft (nr. 1959/1) te verwijzen naar de commissie belast met de problemen inzake Handels- en Economisch Recht.

 

Ces propositions avaient été précédemment renvoyées à la commission de la Justice.

Deze wetsvoorstellen werden vroeger verzonden naar de commissie voor de Justitie.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

21 Prise en considération de propositions

21 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 8 février 2012, je vous propose également de prendre en considération:

- la proposition de loi de Mme Catherine Fonck modifiant la loi du 24 juillet 1987 sur le travail temporaire, le travail intérimaire et la mise de travailleurs à la disposition d'utilisateurs et la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, visant à améliorer le régime du travail intérimaire (n° 2036/1);

- la proposition de loi de MM. Georges Gilkinet et Wouter De Vriendt, Mme Zoé Genot, M. Ronny Balcaen, Mmes Muriel Gerkens, Eva Brems et Juliette Boulet et M. Kristof Calvo modifiant la loi du 28 décembre 2011 portant des dispositions diverses, concernant le maintien du droit à la pension anticipée en cas de nouvelle réglementation (n° 2039/1);

- la proposition de loi de MM. Georges Gilkinet, Wouter De Vriendt, Ronny Balcaen et Stefaan Van Hecke et Mme Zoé Genot modifiant la loi du 28 décembre 2011 portant des dispositions diverses, concernant le maintien des régimes favorables en matière de pensions pour les pompiers et les fonctions contraignantes (n° 2044/1).

Renvoi à la commission des Affaires sociales.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 8 februari 2012, stel ik u ook voor in overweging te nemen:

- het wetsvoorstel van mevrouw Catherine Fonck tot wijziging van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers en van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, teneinde het uitzendarbeidsstelsel te verbeteren (nr. 2036/1);

- het wetsvoorstel van de heren Georges Gilkinet en Wouter De Vriendt, mevrouw Zoé Genot, de heer Ronny Balcaen, de dames Muriel Gerkens, Eva Brems en Juliette Boulet en de heer Kristof Calvo tot wijziging van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen, aangaande het behoud van het recht op vervroegd pensioen in het kader van de nieuwe reglementering (nr. 2039/1);

- het wetsvoorstel van de heren Georges Gilkinet, Wouter De Vriendt, Ronny Balcaen en Stefaan Van Hecke en mevrouw Zoé Genot tot wijziging van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen, betreffende de handhaving van de gunstige pensioenregelingen voor de brandweerlieden en betreffende de belastende functies (nr. 2044/1).

Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

22 Éloge funèbre – M. Gilbert Temmerman

22 Rouwhulde – de heer Gilbert Temmerman

 

Le président (devant l'assemblée debout)

De voorzitter (voor de staande vergadering)

 

Mesdames et messieurs, chers collègues, Gilbert Temmerman, ministre d'État et vice-président honoraire de la Chambre des représentants, est décédé le 19 janvier dernier à Audenarde, à l'âge de 83 ans.

 

Nombre d'entre nous ont conservé le souvenir de notre ancien collègue qui siégea au sein de cette assemblée jusqu'en avril 1989.

 

Geboren in 1928 in een socialistisch geëngageerd gezin in Ledeberg, nu een deelgemeente van Gent, ondervond Gilbert Temmerman aan den lijve hoe hard het leven in die tijd kon zijn en hoe broos het geheel van sociale voorzieningen toen was. Vooral de armoede tijdens de oorlogsjaren tekende hem diep.

 

Sa vie durant, Gilbert Temmerman propagera les idées socialistes comme un message toujours actuel. Très jeune encore, il décida d'œuvrer à l'amélioration des conditions de vie des ouvriers et des simples citoyens.

 

Na een hele tijd rechtstreekse medewerker te zijn geweest van Edouard Anseele junior, werd hij in november 1971 lid van de Kamer.

 

Vrij vlug legde hij een grote bedrijvigheid aan de dag en werd hij een actief lid van onder andere de commissie voor het Leefmilieu en de Cultuur.

 

Pour Gilbert Temmerman, le travail en commission revêtait une importance capitale. À ses yeux, c’était en commission qu’un député montrait sa pleine mesure. Il tenait particulièrement à ce que le travail législatif soit toujours réalisé correctement et conformément aux dispositions du Règlement et aux accords conclus. Partant de ce principe, et vu notamment son passé professionnel, il était très important pour lui que les rapports rendent fidèlement compte des discussions en commission.

 

Il n’est pas étonnant dès lors que ce démocrate convaincu ait eu du mal à accepter la délégation de pouvoirs au gouvernement au début des années 1980. Pour lui, la délégation de pouvoirs minait le travail normal des parlementaires et avait pour effet de faire perdre aux ministres l'habitude de venir se justifier devant les commissions parlementaires.

 

Gilbert Temmerman was van 1983 tot 1988 eerste ondervoorzitter van de Kamer. In die hoedanigheid leidde hij vaak de plenaire vergadering. Hij deed dat op een vastberaden maar door iedereen gerespecteerde manier. Hij ontving ook buitenlandse delegaties en vertegenwoordigde zelf af en toe de Kamer in het buitenland.

 

Als ondervoorzitter kreeg Gilbert Temmerman de gelegenheid een commissie voor te zitten. Het was haast vanzelfsprekend dat hij, die van 1971 tot 1982 schepen was geweest in Gent, de commissie voor de Binnenlandse Zaken voorzat.

 

Un nombre impressionnant de propositions et de projets furent examinés en commission sous sa présidence, parmi lesquels des textes importants concernant la police communale, la nouvelle loi provinciale et les intercommunales. À une époque où le service militaire était encore en vigueur, il oeuvra assidûment à l'élaboration d'un statut à part entière pour les objecteurs de conscience.

 

En commission, il veillait à ce que chaque initiative puisse être examinée en dehors de toute manœuvre et autres batailles de procédure.

 

Gilbert Temmerman speelde eveneens een belangrijke rol in de Bijzondere Commissie ter verbetering van de betrekkingen tussen de burgers en het bestuur. Zijn jarenlange ervaring op gemeentelijk niveau hielp hem bij het uitwerken of bespreken van teksten met betrekking tot de informatieplicht van de overheid en het inzagerecht van de burger.

 

Élu bourgmestre de Gand début 1989, Gilbert Temmerman démissionna aussitôt de sa fonction de membre de la Chambre. Pour la première fois, un bourgmestre socialiste de la cité d'Artevelde allait diriger une coalition violette. Durant son mandat de bourgmestre qu’il exercera jusqu'en 1994, il soutiendra avec détermination la restauration de bâtiments culturels d’importance. Il donnera aussi le coup d'envoi d'une rénovation générale de la ville de Gand dont nous pouvons admirer les résultats aujourd’hui.

 

Gilbert Temmerman fut nommé ministre d'État par le Roi en 1992.

 

Nous garderons de lui le souvenir d'un collègue consciencieux et sérieux, très apprécié dans cette assemblée, et qui s’est toujours engagé pour le bien d’autrui.

 

Au nom de la Chambre, j'ai présenté nos sincères condoléances à la famille ainsi qu'à notre collègue Karin Temmerman, qui est présente parmi nous.

 

22.01 Staatssecretaris John Crombez: Geachte collega’s, de socialistische partij, de politiek en Gent zijn een groot man verloren: op 19 januari 2012 is Gilbert Temmerman plots overleden, een partijmilitant in hart en nieren. Hij werd in 1928 geboren in Ledeberg, wat een Gentse volksbuurt is. Zeker tijdens de oorlogsjaren 1940-1945 had het gezin Temmerman het niet breed. De wortels voor zijn sobere levensstijl zijn toen gelegd. Toen hij burgemeester werd, zei men in Gent dat men het record zou vestigen van de goedkoopste burgervader tot dan toe. Hij voerde ook een niet aflatende strijd voor de zwakkeren, die de rode draad van zijn leven vormde, sober voor zichzelf, maar woekerend met zijn krachten als het ging om de inzet voor de goede zaak.

 

Hij wist zich te onderscheiden in de manier waarop hij aan politiek deed. Met een heel sterke inzet en werkkracht zorgde hij ervoor dat de socialistische federatie Gent-Eeklo groter werd. Dat deed hij soms met ijzeren discipline, wat nodig was omdat hij jonge figuren als Luc Van den Bossche en Piet Van Eeckhaut mee onder zijn vleugels had. Zijn succes vertaalde hij de eerste keer in de verkiezingen van 1958. Hij was toen 30 jaar en het jongste gemeenteraadslid. Later zou hij schepen worden van Regie en Leefmilieu en in 1982, ondanks winst voor zijn partij, belandde hij opnieuw in de oppositie, maar met dezelfde gedrevenheid.

 

In 1989 werd Gilbert Temmerman de eerste socialistische burgemeester van Gent. Hij heeft er de fundamenten gelegd, waar zijn opvolgers op voort konden bouwen. Hij wist waar hij naartoe wilde met Gent. Een van zijn bekendste verwezenlijkingen was de gasverwarming.

 

Het feit dat hij toen al begaan was met het milieu illustreert dat hij aan politiek deed met een visie. De oprichting van het Stedelijk Grond- en Bouwbedrijf, de voorloper van het Stadsontwikkelingsbedrijf, is daar een illustratie van.

 

Hij was een man die zichzelf trouw bleef maar in het bijzonder ook de partij. Het moeilijkste moment in zijn politieke carrière, wat tijdens de hommages aan hem elke keer en terecht wordt aangehaald, was het moment dat hij de partijdiscipline heeft verlaten. Hij heeft dat een keer gedaan toen er werd gestemd over het NAVO-dubbelbesluit over de plaatsing van kernraketten op Europees grondgebied. Hij was aanwezig bij de stemming maar onthield zich, anders dan de rest van zijn partij. Hij heeft dat zelf altijd omschreven als het moeilijkste moment uit zijn carrière: het feit dat hij partijtrouw hoog in het vaandel droeg en toch de discipline van de partij doorbrak door zich te onthouden.

 

Bovenal is Gilbert iemand die Gent mee op de kaart heeft gezet. Als schepen en later als burgemeester heeft hij zijn stempel gedrukt. Veertig jaar na die periode is hij nog altijd bijzonder aanwezig in Gent. Dat heeft alles te maken met zijn dadendrang. Wie hem persoonlijk kent weet dat die is ingegeven door de verantwoordelijkheid die het burgervaderschap met zich brengt. Hij was een keiharde werker en bovenal allergisch voor elke vorm van onrecht.

 

Beste Gilbert, heel erg dank daarvoor.

 

De Kamer neemt een minuut stilte in acht.

La Chambre observe une minute de silence.

 

23 Éloge funèbre – M. Gaston Gillis

23 Rouwhulde – de heer Gaston Gillis

 

Le président (devant l'assemblée debout)

De voorzitter (voor de staande vergadering)

 

Nous avons appris le décès, le 15 janvier 2012, à l’âge de 100 ans, de M. Gaston Gillis, ancien membre de notre assemblée. Né à Ixelles, le 26 novembre 1911, Gaston Gillis siégea à la Chambre du 18 décembre 1963 au 23 mai 1965 où il représenta, pour le Parti socialiste belge, l’arrondissement de Bruxelles.

 

Lors de la Seconde Guerre mondiale, cet ancien combattant fit preuve d’un singulier courage. Résistant, prisonnier politique, il connut les affres de la déportation et de l’enfermement dans les camps de Breendonck et de Sachsenhausen-Oranienburg. Cet engagement, au nom d’un même idéal de service de la Nation et de la dignité de l’homme, lui valut beaucoup de distinctions et d’hommages fort mérités.

 

J’ai adressé à la famille du défunt les condoléances de notre assemblée.

 

23.01  John Crombez, secrétaire d'État: Monsieur le président, le gouvernement fédéral s'associe à l'hommage de la Chambre des représentants à M. Gaston Gillis, un homme qui a été décrit en trois mots après cent ans. Les trois mots sont: conviction, fidélité et sincérité. C'est un homme dont l'existence a été marquée par un combat constant pour les idéaux humanistes et socialistes. Sa vie aura aussi été celle d'un homme courageux qui a été arrêté et emprisonné pour être entré dans la résistance.

 

En sa qualité de militant et de mandataire politique, son action a toujours été au service de la justice et de l'égalité. Le gouvernement fédéral salue l'engagement de M. Gillis pour le bien de la communauté et présente toutes ses condoléances à sa famille.

 

La Chambre observe une minute de silence.

De Kamer neemt een minuut stilte in acht.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

24 Wetsvoorstel betreffende de teboekstelling van binnenvaartuigen andere dan binnenschepen als bedoeld in artikel 271 van Boek II van het Wetboek van Koophandel (nieuw opschrift) (1548/7)

24 Proposition de loi concernant l'immatriculation des bâtiments de navigation intérieure autres que les bateaux d'intérieur visés à l'article 271 du Livre II du Code de commerce (nouvel intitulé) (1548/7)

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

137

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

137

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1548/8)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1548/8)

 

25 Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat betreft de vereffeningsprocedure van vennootschappen (nieuw opschrift) (1604/4)

25 Proposition de loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la procédure de liquidation des sociétés (nouvel intitulé) (1604/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

138

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

138

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1604/5)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1604/5)

 

26 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen wat de vereffeningsprocedure betreft (nieuw opschrift) (1605/4)

26 Proposition de loi modifiant le Code des sociétés en ce qui concerne la procédure de liquidation (nouvel intitulé) (1605/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

137

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

137

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1605/5)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1605/5)

 

27 Projet de loi modifiant l'article 458bis du Code pénal en vue d'étendre celui-ci aux délits de violence domestique (1995/1)

27 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek teneinde het uit te breiden voor misdrijven van huiselijk geweld (1995/1)

 

Transmis par le Sénat

Overgezonden door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

103

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

35

Abstentions

Totaal

138

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1995/3)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1995/3)

 

28 Voorstel van resolutie met betrekking tot een sterk internationaal wapenverdrag (1794/4)

28 Proposition de résolution relative à un traité international strict sur les armes (1794/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

138

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

138

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1794/5)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (1794/5)

 

29 Adoption de l’ordre du jour

29 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

 

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 16 februari 2012 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 16 février 2012 à 14.15 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 17.29 uur.

La séance est levée à 17.29 heures.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 071 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 53 PLEN 071 bijlage.

 

 

 


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

137

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Ponthier Annick, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

138

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Ponthier Annick, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

137

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Ponthier Annick, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

103

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

035

Onthoudingen

 

Annemans Gerolf, Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Jambon Jan, Logghe Peter, Luykx Peter, Maertens Bert, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

138

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Ponthier Annick, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen