Séance plénière |
|
van donderdag 1 april 2010 Namiddag ______ |
du jeudi 1 avril 2010 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.17 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.
La séance est ouverte à 14.17 heures et présidée par M. Patrick Dewael.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Yves Leterme.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance
est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Daniel Ducarme,
Jan Peeters, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;
Éric
Libert, verhinderd / empêché;
François-Xavier
de Donnea, Patrick Moriau, Geert Versnick, IPU / UIP.
Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, wij hebben vernomen dat de minister van Justitie de vraag over de lezing van Benno Barnard niet wil beantwoorden want hij heeft die vraag doorgeschoven naar minister Turtelboom. Wij insisteren op het feit dat dit een vraag is over de gerechtelijke gevolgen van die incidenten en niet over de politionele afhandeling ervan.
De voorzitter: Ik heb uw vraag daarjuist genoteerd. Ik heb aan minister Turtelboom gevraagd of dit klopt. Mevrouw Turtelboom zegt dat zij een vraag heeft gekregen van de heer Weyts, in hetzelfde verband. Het gaat over de incidenten rond de lezing van Benno Barnard. De heer De Man heeft hierover een vraag gesteld aan de minister van Justitie. De heer Weyts heeft een vraag gesteld aan de minister van Binnenlandse Zaken. Beiden zijn overeengekomen dat minister Turtelboom zou antwoorden op beide vragen wat mij ook logisch lijkt. Misschien kunt u hiermee geen genoegen nemen.
Mijnheer De Man, ik heb uw vraag nagelezen en uit de wijze waarop ze is geformuleerd kon ik niet afleiden dat ze specifiek was gericht aan de minister van Justitie.
Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, wij hebben er geen enkel probleem mee dat de vraag aan de heer De Clerck wordt gesteld en niet aan mevrouw Turtelboom. Het belangrijkste is dat dit debat hier vandaag kan worden gevoerd.
De voorzitter: Sta mij toe om beide regeringsleden even te contacteren, om te overleggen wie de vragen zal beantwoorden. Ondertussen kan het vragenuurtje van start gaan. Het was de bedoeling van de regering om mevrouw Turtelboom beide vragen te laten beantwoorden. Als er bij de vraagstellers consensus bestaat dat de minister van Justitie beter antwoordt, dan laat ik dat even nakijken.
- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de uitspraken van een partijgenoot van de minister van Institutionele Hervormingen" (nr. P1818)
- de heer Bruno Tobback aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de uitspraken van een partijgenoot van de minister van Institutionele Hervormingen" (nr. P1819)
- mevrouw Meyrem Almaci aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de uitspraken van een partijgenoot van de minister van Institutionele Hervormingen" (nr. P1820)
- M. Gerolf Annemans au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "les déclarations d'un collègue de parti du ministre des Réformes institutionnelles" (n° P1818)
- M. Bruno Tobback au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "les déclarations d'un collègue de parti du ministre des Réformes institutionnelles" (n° P1819)
- Mme Meyrem Almaci au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "les déclarations d'un collègue de parti du ministre des Réformes institutionnelles" (n° P1820)
01.01 Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de eerste minister, ik weet niet of u het beseft, maar de uitspraken van de heer Maingain zijn naar mijn oordeel revisionistisch of zelfs negationistisch, omdat zij het lijden van heel wat mensen – Joodse en andere mensen – tijdens de Tweede Wereldoorlog minimaliseren door een vergelijking te maken met de toepassing van de Grondwet en de decreten van de Vlaamse Gemeenschap door de Vlaamse regering.
Die vergelijking is onaanvaardbaar. Bij een vorig incident, enkele jaren geleden, noemde de heer Moureaux van de PS Vlaams minister-president Van den Brande een Gauleiter. Van den Brande eiste toen excuses en ging naar eerste minister Dehaene. Dehaene heeft er toen voor gezorgd dat er ook excuses kwamen.
Ik heb begrepen dat wij nu al een stadium verder zitten en dat de CD&V-regeringsleider probeert zich er niets meer van aan te trekken wanneer zoiets gebeurt. Ik vraag u: kunt u, durft u in deze zaak nog iets anders doen dan een nietszeggende zin uitspreken, over provocaties dan nog, alsof het de Vlaamse regering was die had geprovoceerd in deze zaak?
Ik moet u ook wijzen op de consequentie. U kunt niet de ene week in uw pen kruipen en als een duivel in een wijwatervat uit de bol gaan wanneer een of andere Brit in het Europese Parlement uw partijgenoot en het Koninkrijk België met een paar epitheta bedenkt, en twee weken later, wanneer Vlaanderen, de hele Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse regering en de Vlaamse wetgeving worden geschoffeerd op gruwelijke manier – een vergelijking met de nazi’s wordt gemaakt – doen alsof uw neus bloedt.
Het is het een en het andere, want anders moet ik vandaag vaststellen dat u wel voor de heer Van Rompuy maar niet voor de Vlamingen optreedt. Ik wil u dus vragen mij mee te delen of u opheldering hebt gevraagd bij uw coalitiepartner die verantwoordelijk is voor deze zaak, de minister van Institutionele Hervormingen, de heer Reynders? Hebt u desgevallend met hem daarover gesproken? Wilt u afstand nemen, en wil hij afstand nemen van die bewoordingen? Zijn daarvoor excuses gevraagd door u?
01.02 Bruno Tobback (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik ben daar op
zich minder gevoelig voor dan de heer Annemans, om begrijpelijke redenen…
01.03 Gerolf Annemans (VB): Zeer begrijpelijk!
01.04 Bruno Tobback (sp.a): … maar ook omdat ik denk dat er voor serieuze mensen maar
één reactie mogelijk is op uitspraken zoals die van de heer Maingain. Ik stel
vast dat hij hier nu niet aanwezig is, maar ik zal het in het Frans zeggen,
zodat zijn collega’s het hem kunnen overbrengen. De enige redelijke reactie op zoiets luidt:
"Que la bave du crapaud n'atteigne pas la blanche colombe".
Met andere woorden, in het Nederlands: “Zit stil en laat de grote mensen
hun werk doen”.
Mijnheer de eerste
minister, ik denk dat dit ook in grote mate is wat er u gevraagd werd vanuit de
regering. Ik heb uw twee vicepremiers, de heren Vanackere en Vanhengel, horen
vragen om daar iets aan te doen, om minister Reynders daar minstens afstand van
te laten nemen. Ik heb vastgesteld dat de heer Reynders vertikt, nogal
flagrant, om daar ook maar één millimeter afstand van te nemen.
Mijn enige
conclusie, naast verontwaardiging, is dat ik daaruit moet leren dat de grote
mensen eigenlijk niet bezig zijn met hun werk te doen. Voor minister Reynders
is de heer Maingain belangrijker dan dat u dat bent. Voor minister Reynders is
de band met de MR belangrijker dan de werking van de regering die u voorzit. De
kans dat u nog iets gedaan krijgt van die partij, dus van deze coalitie, die al
geen meerderheid heeft in Vlaanderen en nu blijkbaar ook geen betrouwbare
partners meer in Wallonië, is klein. De leefbaarheid van uw meerderheid is
gereduceerd tot nul. U bent nog slechts bezig met mekaar te omhelzen in een
soort van doodskus, die hopelijk voor alle partijen nog zo lang mogelijk duurt,
want dat schijnt uw enige ambitie te zijn.
Mijnheer de eerste
minister, mijn vraag is dan ook heel eenvoudig. Ik zie dat minister Reynders nu
net binnenkomt. Zal hij het doen of zal hij het niet doen? Is hij nog bereid om
u ook maar één millimeter plezier te gunnen, zelfs al zou hem dat iets kosten?
Of is voor hem echt alles belangrijker dan uw regering, uw gezamenlijk project
en uw gezamenlijke doelstellingen? Is het ja of is het neen?
Mijnheer Reynders,
wilt u dan zo vriendelijk zijn om dat hier te doen?
01.05 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de eerste minister, geachte collega’s, de spanning tussen de regeringspartijen en ook in de regering over de communautaire dossiers begint danig te stijgen,. Er rest koninklijk opdrachtgever Dehaene nog slechts enkele weken om met een oplossing te komen om de communautaire knoop – en dit is uiteindelijk een ultieme deadline – te ontwarren. De uitlatingen en provocaties van de voorbije dagen dreigen die toch wel delicate oefening ernstig te verstoren.
Sommige partijen creëren liever problemen dan oplossingen. Een dergelijke houding is, gezien de voorbije drie jaar van deze regering, die wij met horten en stoten hebben meegemaakt, absoluut laakbaar. Ze biedt ook geen enkele oplossing voor de uitdaging waarvoor wij nu staan.
Collega’s, het is evident dat het vraagstuk van de benoeming van de drie burgemeesters en van Brussel-Halle-Vilvoorde een oplossing moet krijgen. De beide groene partijen, zowel in het noorden als in het zuiden van het land, hebben dat reeds 2,5 jaar lang herhaaldelijk gezegd en hebben zich steeds bereid getoond om daaraan mee te werken. U hebt op dat vlak ook steeds op ons kunnen rekenen.
Tegelijkertijd is het overduidelijk dat sommigen beslist hebben om van het conflict uitentreuren de uitdaging te maken om te blijven provoceren. Wij vinden dat trieste partijpolitieke spelletjes, die geen enkele oplossing aanbrengen, zoals ik reeds heb gezegd.
Geachte eerste minister, ik heb u horen verklaren in de pers dat u de provocaties betreurt en ook dat het land nood heeft aan bedaring. Dat is iets wat ik een jaar geleden en twee jaar geleden ook reeds heb gezegd. Ondertussen aanhoren wij wel de tegenstelling tussen uw vice-eerste ministers in uw regering. Mijn vraag gaat dus over de samenhang en de stabiliteit van uw regering. Wat is uw positie over de uitlating van de verschillende vice-eerste ministers?
Is de hele coalitie bereid unisono mee te werken aan de realisatie van de oplossing die de koninklijke opdrachthouder heeft uitgetekend of aan het uittekenen is en dus uiteindelijk ook om met oplossingen te komen voor het probleem, om dan eindelijk werk te maken van oplossingen voor de sociaaleconomische milieu- en energieproblemen, waarmee wij ook reeds drie jaar en meer kampen?
01.06 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, ik heb ook kennis genomen van de uitspraken van het betrokken federaal parlementslid, naar wie verwezen werd. Deze uitspraken binden uiteraard op geen enkele wijze de regering. De regering kan er uiteraard niet worden op aangesproken. Ze worden in elk geval niet door de regering onderschreven.
Ik herhaal bovendien dat ik de uitspraken, zonder mij uit te spreken over de inhoud van het dossier, naar de vorm onaanvaardbaar vind.
Ik betreur overigens alle provocaties die het werk van de koninklijke opdrachthouder bemoeilijken. Alle politici van dit land hebben vandaag de opdracht en de verantwoordelijkheid om naar oplossingen te zoeken, veeleer dan ruzie te maken.
01.07 Gerolf Annemans (VB): Premier, heb ik dat goed verstaan? Onaanvaardbaar naar de vorm? U bent het dus eens met de inhoud? Is het dat wat u hier vandaag zegt?
In alle ernst, ik stel die vraag niet om mij te amuseren of wat dan ook te doen, ik stel die vraag hier omdat de heer Maingain een van de mensen is waarmee u voor de onderhandelde oplossing waarnaar BHV nu verwezen is, op dit moment onderhandelt.
Ik kan verstaan dat Groen! en de sp.a wat voorzichtiger zijn. Ik word niet gecontacteerd door de heer Dehaene. De heer Moureaux heeft bijvoorbeeld gisteren in een debatprogramma nog gezegd dat hij daar niet teveel mocht zeggen omdat het niet aan hem was om de toegevingen aan Vlaamse kant op te lijsten en te devoileren Ik stel ook vast dat de heer De Clerck in zijn hervorming van de Justitie tersluiks de rechtbank van koophandel en de arbeidsrechtbank van Leuven overhevelt naar de tweetalige rechtbanken van Brussel. Wat wordt het hier eigenlijk op dit moment? Wat moeten wij verwachten?
Ik maak mij ongerust. U probeert de heren Reynders en Maingain af te dekken omdat u met die mensen onderhandelt. U krijgt geen millimeter om u te distantiëren van Reynders of Maingain. Dat is betreurenswaardig want de brouwer en bankier uit Vilvoorde is weer een brood aan het bakken van het oude deeg. Vlamingen moeten hun rechten afkopen met toegevingen. Dat is wat ik vrees. Dat is de context waarmee we hier langzaam aan te maken krijgen.
Ik vraag u, mijnheer de premier, hou op en scheer u weg zodat de Vlaamse leden van deze Kamer datgene kunnen doen waarvoor zij verkozen zijn, namelijk vijf minuten politieke moed vergaren en dat wetsvoorstel zonder meer goedkeuren.
01.08 Bruno Tobback (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik heb begrepen dat u het niet zult doen. Ik heb nog iets anders begrepen uit uw antwoord, namelijk dat u hier enkel nog staat als eerste minister in naam, maar op geen enkele manier als eerste minister in de feiten.
Een regeringsleider, met partijen die een doel en een richting hebben en mekaar steunen, staat hier om ondubbelzinnig in naam van heel zijn regering, van ieder lid van die regering, van iedere minister van die regering, van iedere vicepremier van die regering afstand te nemen van het gestook dat onder andere vanuit die regeringspartijen komt.
Wat u doet, is hier komen met een nietszeggende slogan die alleen maar dient om te verstoppen dat u de beheerder bent van een leeg huis, waar enkel nog grote woorden door de gangen galmen maar waar nooit nog iets door de voordeur zal komen behalve het lijk van de leden ervan. Ik kan alleen maar hopen dat dit zo snel mogelijk gebeurt.
01.09 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, dit is bij uitstek een dossier waarbij heel wat verbaal spierballenvertoon te pas komt.
Ik heb net uw oproep tot het opnemen van verantwoordelijkheid, zoals die gisteren in de pers verscheen, opnieuw gehoord. Gisteren hebben wij, na ons werk van de voorbije tweeënhalf jaar, met Groen! en Ecolo gezamenlijk “nee” gezegd tegen het huidige communautaire opbod. Wij hebben dat heel rustig gedaan.
Laat u niets wijsmaken; het land kan zich geen nieuwe communautaire blokkering veroorloven. Provocaties om de institutionele dialoog te torpederen zijn vandaag misplaatst, gezien de luttele weken die ons nog resten voor wij —dat verwachten wij althans — een voorstel ontvangen dat niemand op dit moment kent in dit Parlement. De regering moet dit moeilijke vraagstuk tot een goed einde brengen. Voorzover ik het kan zien, is de noodzakelijke coherentie binnen de regering om dit tot een goed einde te brengen, er nog altijd niet.
Wij hebben u daarnet heel duidelijk gevraagd of uw regering die verantwoordelijkheid kan opbrengen en zal opnemen om dit effectief tot een goed einde te brengen. Dat is niet duidelijk en wij betreuren dat. De volledige groene familie wil dat benadrukken. Wij wensen dat de communautaire knoop eindelijk ontward wordt, dat de communautaire discussie eindelijk het middel kan zijn tot het doel waarvoor het dient, met name het efficiënter maken van onze overheid, zodat de effectieve problemen van ons land kunnen worden aangepakt.
De voorzitter: Mag ik nogmaals benadrukken dat de replieken bedoeld zijn om te reageren op elementen van het antwoord van de regering, niet om een tweede betoog te ontwikkelen.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Robert Van de Velde aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de uitspraken op Canal Z over een systeem van péage en een vermindering van de lasten op arbeid" (nr. P1821)
02 Question de M. Robert Van de Velde au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "les déclarations sur Canal Z relatives au péage et à la réduction des charges sur le travail" (n° P1821)
02.01 Robert Van de Velde (LDD): Ik zag dat de minister van Financiën net zijn excuses aan het aanbieden was aan de eerste minister. Ik laat hem rustig doen.
Mijnheer de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen, uw volledige titel, ik heb van u al een aantal kronkels gevolgd, maar de jongste die u via Canal Z hebt verspreid, was van een zeer hoog niveau. U wenste de lasten op arbeid te verlagen door de invoering van een soort van péage. Tegelijkertijd, en zonder enige Europese schroom, wenst u een discriminatie tussen buitenlandse en lokale gebruikers in te voeren.
Als wij op termijn en op een correcte manier laten betalen voor het autogebruik in plaats van het autobezit, dan kunnen wij daar nog in mee. Dat betekent dat btw-accijnzen, DIV, verkeersbelasting ofwel worden verminderd ofwel worden afgeschaft. Gezien de huidige bevoegdheidsverdeling spreekt u wartaal. U kunt de lasten op arbeid niet verlagen door een extra belasting voor de autogebruiker. Ofwel regionaliseert u de fiscaliteit en verlaagt u de lasten op arbeid met de opgehaalde pot uit het verkeer. Maar van zoveel communautaire wil zal ik u niet verdenken. Ofwel – en daar stuurt u volgens mij vooral op aan – komt er een nieuwe belasting op het wegennet.
Ik vraag mij af hoe u, in uw rol van minister van Financiën en Institutionele Hervormingen, die idee kan poneren? Is dat met regeringsleden doorgesproken?
Zult u een belasting opleggen, die Vlaanderen het meeste zal kosten?
Is het opnieuw een losse flodder of een grondig doordacht idee?
02.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van de Velde, als minister van Financiën ga ik ook naar de Ecofinraad. Zoals ik aan Canal Z en andere media heb gezegd, zullen wij in het tweede semester van 2010 het voorzitterschap van de Europese Raad op ons nemen.
Wij zullen in juli, in samenwerking met alle sociale partners zoals VOKA, Unizo, VBO maar ook de vakbonden, een bespreking aanvatten met alle collega’s van de Ecofinraad en andere mensen met betrekking tot de financiering van de overheid in de toekomst.
Er liggen verschillende elementen ter zake op de tafel. Er is het relanceplan dat moet worden gefinancierd. Er is een nieuw evenwicht voor België in 2015. U weet misschien dat er een tekort van minder dan 1 % in 2012 zal zijn. Er zijn ook nieuwe lasten met betrekking tot de vergrijzing en de strijd tegen de klimaatverandering.
Wat zijn de mogelijke pistes ter zake? Ik heb drie pistes vernoemd. Ten eerste, een goed beheer van de uitgaven. Ik denk dan aan een uitwisseling van de best practices op Europees vlak tussen de verschillende landen. De vraag rijst dan of wij hetzelfde niveau van uitgaven in de verschillende sectoren als nu aanhouden. Dat is een eerste mogelijkheid om meer middelen voor de overheden te genereren.
Ten tweede, er is de de mogelijkheid van een tarificatie van verschillende diensten. De verschillende Gewesten hebben een péage, een betaling voor de wegen en autosnelwegen, geopperd. Dat was een van de pistes. Dat is niet nieuw. Dat was ook een voorstel van het Vlaamse Gewest. In Antwerpen bestaat al een specifieke infrastructuur met een tarificatie. In de toekomst zullen wij dat misschien ook op nieuwe infrastructuur moeten toepassen. De tarificatie wordt ten andere ook toegepast met betrekking tot de bussen en treinen en veel andere diensten, georganiseerd door de verschillende overheden.
Ten derde, de mogelijkheid tot een transfer tussen de verschillende belastingsbasissen. Ik denk dat daarvoor een duidelijk engagement bij de federale overheid bestaat. Ik denk dat wij moeten opteren voor een verlaging van de lasten op arbeid, de sociale lasten, de fiscale lasten maar ook een transfer naar andere lasten. Ik heb zelf een wet in het Belgisch Parlement voor een nieuwe belasting op internationaal vlak met betrekking tot de financiële transacties goedgekeurd. Dat is een mogelijke optie. Er zijn ook andere opties in Frankrijk en België en op internationaal niveau voor een carbontaks.
Het is de normale taak van de minister van Financiën van België die in het tweede semester van 2010 voorzitter van de Econfinraad zal zijn, om met alle partners een algemeen debat te voeren over een correcte financiering van de overheid op basis van een aantal doelstellingen: het relanceplan, het evenwicht van de overheidsfinanciën, vergrijzingkosten, maar ook de strijd tegen de klimaatverandering. Daarvoor is een goed beheer van de uitgaven vereist, een tarificatie van sommige diensten op de verschillende niveaus, ook in de regio’s, en een evolutie van de fiscaliteit van lasten op arbeid naar een andere belastingbasis.
02.03 Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de minister, wij zijn het over twee zaken volledig eens, namelijk de verlaging van de lasten op arbeid en een beter beheer, zodat de uitgaven naar beneden gaan. Wat mij wel stoort, is dat u de directe link maakt tussen de verlaging van de lasten op arbeid en het idee van de péage, omdat u – en u weet dit perfect – als minister van Financiën en Institutionele hervormingen die bevoegdheid niet hebt.
Indertijd had de Franse Zonnekoning geen last van bevoegdheidsverdelingen. U wel. Op dit moment is er duidelijk een onderscheid tussen wat er gebeurt in de Gewesten en wat er gebeurt op het nationale vlak. Wat dat betreft, denk ik dat u ten minste een uitschuiver maakt.
Wat mij vooral positief stemt, is dat u nu eigenlijk hebt toegeven dat het hoog tijd is dat wij de fiscaliteit regionaliseren. Uw uitleg bewijst het. Om de lasten op arbeid te verlagen, hebben wij namelijk alle andere instrumenten ook nodig. Die instrumenten zijn voor een deel aan de Gewesten toegewezen. Doe dus de volgende stap en zorg ervoor dat de fiscaliteit wordt geregionaliseerd. Vlaanderen zal u gedenken.
02.04 Minister Didier Reynders: Samenwerking met de Gewesten is een andere mogelijkheid.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Georges Dallemagne au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles sur "les excuses de la Serbie pour le massacre de Srebrenica" (n° P1822)
03 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen over "de verontschuldigingen van Servië voor het bloedbad in Srebrenica" (nr. P1822)
03.01 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, le parlement de Serbie a adopté dans la nuit de mardi à mercredi une déclaration importante qui me semble essentielle et qui condamne avec une extrême vigueur le crime commis contre la population bosniaque en juillet 1995, tel qu'établi par l'arrêt de la Cour internationale de justice.
Cette déclaration n'est peut-être pas dépourvue d'arrière-pensées opportunistes liées à la volonté de la Serbie d'entrer dans l'Union européenne. Cela doit être aussi mis en lumière par le fait que le mot "crime de génocide" n'a pas été formellement prononcé. Cela reste malgré tout un pas important dans la région pour la réconciliation, pour la mémoire de l'Europe, pour la justice, pour qu'enfin ces peuples puissent vivre en paix.
Les Pays-Bas ont immédiatement réagi. Ce pays est resté traumatisé par le fait qu'il n'avait pas pu protéger ces 8 000 personnes. Je rappelle ici qu'il s'agit du plus grand crime commis en Europe depuis la fin de la Seconde Guerre mondiale. Les Pays-Bas, qui n'avaient pas pu empêcher ce crime, ont salué ce pas en avant de la part de la Serbie.
Monsieur le ministre des Affaires étrangères, j'aurais voulu connaître votre appréciation? Comment réagissez-vous à cette déclaration, certes sans doute encore insuffisante, notamment parce qu'elle ne reconnaît pas formellement l'implication des responsables serbes de l'époque et maintient malgré tout les frontières actuelles de la Serbie?
Comment voyez-vous l'adhésion de la Serbie dans l'Union européenne? Comment la communauté internationale s'organise-t-elle pour que les plus grands criminels qui courent toujours puissent enfin répondre de leurs actes devant un tribunal? Que ce soit devant le tribunal pénal international de La Haye, qui doit fermer ses portes d'ici la fin de l'année, ou devant un autre tribunal.
Je ne peux m'empêcher d'évoquer notre responsabilité à tous, celle de la communauté internationale, qui avait mandat de protéger cette population et qui ne l'a pas fait. Comment le gouvernement belge pourrait-il faire en sorte qu'il y ait là une recherche de justice, une recherche de vérité et pourquoi pas de réparation à l'égard de ces victimes?
03.02 Steven Vanackere, ministre: Monsieur le président, monsieur Dallemagne, la perpétuation du souvenir des massacres de Srebrenica est d'abord une obligation de mémoire humaine, et probablement aussi un élément crucial et nécessaire pour parvenir à une réconciliation régionale. La confrontation avec la vérité fait partie de cet effort indispensable à la réconciliation. Vous avez tout à fait raison de le souligner.
La Belgique s'associe aux propos de la haute représentante Ashton et du commissaire européen pour l'Élargissement et à la Politique européenne de voisinage, M. Füle. Voici deux jours, ils ont déclaré considérer cette déclaration du parlement serbe comme "une étape importante contribuant à la stabilité et à la réconciliation". Le mot "étape" dit tout. Vous l'avez dit, il s'agit d'un pas. Il ne suffit probablement pas, mais il constitue un pas important.
À propos de la discussion sur l'adhésion, en juin 2000, le Conseil européen a donné à tous les pays des Balkans occidentaux une perspective claire quant à leur future intégration dans l'Union européenne. C'est en décembre 2009 qu'une lettre contenant la candidature officielle de la Serbie a été formalisée.
La prochaine étape dans ce processus sera le prononcé par la Commission d'un avis au Conseil européen pour, le cas échéant, se voir attribuer par ce Conseil européen un mandat de négociation. C'est dans le cadre de ce mandat que s'inscrira la conditionnalité: nous devrons évaluer les conditions de Copenhague, c'est-à-dire des institutions stables, une économie de marché viable et les obligations découlant de l'acquis communautaire.
Pour ce qui concerne la diplomatie belge, à ces trois conditions s'en ajoute une autre: l'entière et parfaite coopération avec le Tribunal pénal international pour l'ex-Yougoslavie (TPIY). C'est exactement cette pression qui a mené à l'arrestation de M. Karadzic en 2008. Selon les dires de M. Brammertz, Belge haut responsable au sein du TPI, il y a eu intensification de la coopération entre la Serbie et le TPI. La diplomatie belge manifeste sa volonté de maintenir cette condition. Dans le cadre du mandat à conférer, le cas échéant, la parfaite collaboration avec le TPI restera une priorité pour la Belgique.
03.03 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, je salue et je soutiens la ligne que vous adoptez. C'est une ligne d'ouverture et de fermeté au regard du devoir de justice et de vérité relativement à ce qui s'est passé là-bas. La communauté internationale doit aussi remplir ce devoir et notre petit pays doit en prendre sa part. Vous savez que les mères, les sœurs et les épouses de ces 8 000 hommes assassinés ont demandé réparation pour le préjudice immense qu'elles ont subi. Elles devraient donc obtenir aussi l'oreille de notre pays.
L'incident est clos.
- mevrouw Sofie Staelraeve aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, over "de werkzaamheidsgraad van 50-plussers in België" (nr. P1823)
- mevrouw Meryame Kitir aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, over "de werkzaamheidsgraad van 50-plussers in België" (nr. P1824)
- mevrouw Sarah Smeyers aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, over "de werkzaamheidsgraad van 50-plussers in België" (nr. P1825)
- Mme Sofie Staelraeve à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, sur "le taux d'emploi des plus de 50 ans en Belgique" (n° P1823)
- Mme Meryame Kitir à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, sur "le taux d'emploi des plus de 50 ans en Belgique" (n° P1824)
- Mme Sarah Smeyers à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, sur "le taux d'emploi des plus de 50 ans en Belgique" (n° P1825)
04.01 Sofie Staelraeve (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, wij gooien met zijn allen een heleboel talent weg. Dat blijkt deze week nog maar eens uit een onderzoek van de heer Sels waaruit blijkt dat slechts 5 % van alle aanwervingen in 2009 vijftigplussers betreft.
In de Kamer zetelen heel wat vijftigplussers. Dat zou betekenen dat al deze mensen aan de kant worden geschoven. Dat is niet wat wij willen, laat dat duidelijk zijn. Dat is immers een hele hoop talent.
Het is essentieel dat wij deze mensen begeleiden, ondersteunen en hen in het arbeidsproces houden. Als zij er op de een of andere manier zijn uitgevallen, moeten wij proberen hen er opnieuw in te brengen. Dat is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle sociale partners en zeker van de overheid. U als minister en wij als politici kunnen allemaal aan de kar trekken.
U kunt heel wat doen. U kunt bijvoorbeeld het gegeven dat wij meer oudere mensen moeten inschakelen dit najaar op de agenda plaatsen van de Werkgelegenheidsconferentie. U kunt de disporegeling voor tweeënvijftigjarigen versneld invoeren in plaats van pas in 2012.
U kunt ook de financiering van de begeleiding van werklozen op een andere manier regelen en de begeleiders belonen voor de resultaten die zij behalen. U kunt ervoor zorgen dat de loonvorming anders gebeurt. Ik denk bijvoorbeeld aan het beperken of het afschaffen van de anciënniteit.
Dat zijn allemaal mogelijke maatregelen. Wij vragen u welke van deze maatregelen u ter hand zult nemen.
De voorzitter: Collega’s, mag ik u verzoeken iets minder rumoerig te zijn, met enige aandacht voor het debat.
04.02 Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, in uw beleidsbrief met de noemer Werkgelegenheidsplan 2009 kondigt u al een aantal maatregelen aan inzake de werkgelegenheid voor vijftigplussers. Ik lees even voor wat er in uw brief staat: “Een grote sensibiliseringscampagne inzake het voordeel van langer werken of van de aanwerving van oudere werknemers zal gelanceerd worden voor een ruimer publiek: oudere werkzoekenden, oudere leden van de actieve beroepsbevolking, diverse organisaties, werknemers en het grote publiek. Er is in een bedrag van 600 000 euro voor deze campagne voorzien. Tijdens de komende weken zal een meerjarenplanning worden uitgewerkt en de eerste sensibiliseringscampagne zal begin 2009 van start gaan”.
Mevrouw de minister, we zijn anderhalf jaar verder en we hebben daar nog altijd niets van gezien. Uit een recent onderzoek van het steunpunt Werk en Sociale Economie blijkt dat 5,7 % van de Vlaamse nieuwe intreders vijftigplussers zijn. Er is dus een dalende trend. Ook internationale onderzoeken hebben uitgewezen dat sensibiliseringscampagnes wel degelijk werken, dat ze wel degelijk hun nut hebben. Mijn vraag is dus wat er gebeurd is met die 600 000 euro die voorzien was. Wat gaat u doen?
04.03 Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de minister, zoals reeds gezegd heeft het onderzoek van professor Luc Sels uitgewezen dat de vijftigplussers slechts 5,7 % van de vacatures invullen. De kansen voor zowel de werkende als de werkzoekende vijftigplussers op de arbeidsmarkt zijn dus zeer klein of ondermaats en gaan nog achteruit. U zegt vaak dat dit alleen in Vlaanderen een probleem is maar ook Brussel, Wallonië en zelfs Slovenië zijn drie regio’s die nog slechter scoren dan Vlaanderen. Internationaal scoren we niet goed. De conclusie is dat oud nog altijd out is op onze arbeidsmarkt. Ik vraag u dan ook wat u daar concreet aan zult doen. Mevrouw Staelraeve heeft een hele resem maatregelen opgesomd. Uw wetsontwerp houdende hervorming van de banenplannen is ingediend en zal wellicht na de paasvakantie besproken worden in de commissie voor de Sociale Zaken. Ik vraag u nu al wat u van plan bent met de maatregelen inzake vijftigplussers die nu toch al iets goedkoper zijn voor werkgevers. U bent van plan daaraan te tornen. Ik vraag u dus concreet naar uw standpunt ter zake en de inhoud van het wetsontwerp. Wij hebben dat immers voorlopig nog niet kunnen zien.
04.04 Minister Joëlle Milquet: De recente studie van het Steunpunt Werk en Sociale Economie leert ons niets nieuws en dit tijdens een heel zware crisis. De tewerkstellingsgraad van oudere werknemers is al sinds lange tijd een van de grootste bekommernissen van de vorige en de huidige regering.
In het kader van de doelstellingen BE2020 zal in een becijferde doelstelling voorzien zijn om de activeringsgraad van de vijftigplussers te verhogen. In dit kader en in het kader van de Nationale Conferentie voor de Pensioenen zullen wij aanvullende maatregelen bespreken. Dit moet ook een echte prioriteit zijn voor het volgende IPA.
Ik heb al verschillende maatregelen genomen en koninklijke besluiten uitgevaardigd om de tewerkstellingsgraad van de vijftigplussers te verhogen. Wat de tewerkstellingssteun betreft, via het Activaplan bestaat er een aanzienlijke steun voor werkzoekenden ouder dan 45 jaar met een vermindering van de RSZ-bijdrage van 1 000 euro per trimester en een tussenkomst van 750 euro in het nettoloon. Sinds januari 2010 kan een uitkeringsgerechtigde werkloze van 50 jaar of ouder via het win-winplan, dat ik heb voorgesteld, recht hebben op een werkloosheidsactivering van 1 000 euro per maand. Dat is een goede steun voor het nettoloon.
Vanaf april 2009 heb ik de toegangsvoorwaarden voor de werkhervattingstoeslag ook uitgebreid. Het gaat om een premie die de RVA maandelijks uitbetaalt aan werklozen die 50-plusser zijn of ouder, en die het werk hervatten of zelfstandige worden. Sinds april 2009 is de voorwaarde van 50 jaar met een bepaald beroepsverleden niet meer vereist. Dat is volgens mij ook een goed voorbeeld.
In het kader van de herstructureringen met collectief ontslag zijn de tewerkstellingscellen sinds midden 2009 verplicht. Belangrijk hierin is de verplichting om outplacement aan te bieden aan alle werknemers, ook aan de vijftigplussers.
Ik heb nog een groot aantal voorbeelden. Wij hebben volgens mij dus een groot aantal maatregelen genomen. Door de crisis is de toestand uiteraard niet zo goed.
Binnenkort, tijdens onze onderhandelingen in het kader van de Nationale Pensioenconferentie, zullen wij aanvullende maatregelen nemen. Wat de sensibiliseringscampagne betreft, wegens de crisis van 2009 hebben wij beslist de campagne in 2010 te voeren. Alles is nu voorbereid, in samenwerking met mijn administratie. De campagne zal in 2010 plaatsvinden.
04.05 Sofie Staelraeve (Open Vld): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt een heel scala aan maatregelen aangehaald. Het gaat vooral over centen, uitkeringen en extra middelen. In de cijfers wordt aangetoond dat dit nog steeds niet voldoende is. Daarom pleziert het mij dat u het hoog op de agenda van het IPA zult plaatsen. Ik had het niet over de Pensioenconferentie, maar wel over het IPA, in het najaar, want het mag absoluut niet zo zijn dat wie op tram vijf zit helemaal niet meer meespeelt.
04.06 Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik weet nu nog altijd niet wat er met die 600 000 euro gebeurd is en wat er gepland was. U somt heel wat maatregelen op om de werklozen aan het werk te krijgen, maar ik hoor niks – de oudere werknemers krijgen nu eenmaal te maken met de vooroordelen die werkgevers hebben – over het wegwerken van die vooroordelen. U verwijst ook naar de Pensioenconferentie. De Pensioenconferentie bestaat niet meer. Wij hebben nu een groenboek en een witboek.
Mevrouw de minister, dit is niets nieuws. Dat hebt u zelf gezegd. Het probleem is bekend. In uw beleidsnota zien wij heel wat maatregelen die u daarvoor wilt nemen. Er wordt geld voor uitgetrokken, maar als puntje bij paaltje komt, zien wij echter dat er niets gebeurt. Mevrouw de minister, ik hoop dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt.
04.07 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, u hebt een pak maatregelen aangekondigd en bestaande maatregelen nog eens in het licht gezet, maar die zijn er wel allemaal om de werkzoekenden te activeren. Het concept van de actieve vijftigplusser wordt door uw wetsontwerp dat na de paasvakantie besproken zal worden echter wel op de helling gezet. De goedkopere maatregel voor werkgevers om vijftigplussers aan het werk te houden, wordt op de helling gezet. U kent mijn standpunt daarover. Vlaanderen zit daar niet op te wachten. Ik hoop dat u de enige goede maatregel voor de actieve vijftigplussers niet zomaar zult schrappen. Vlaanderen zal dat niet laten passeren. In Vlaanderen zit men klaar met een belangenconflict. Ik hoop dat een verwittigde vrouw er twee waard is.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Valérie Déom à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, sur "la fermeture de Cartomills Mettet" (n° P1826)
05 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, over "de sluiting van Cartomills Mettet" (nr. P1826)
05.01 Valérie Déom (PS): Madame la ministre, on est au bout de la première phase de la procédure Renault pour le site de Mettet de Cartomills qui a annoncé sa fermeture. Des solutions alternatives ont été mises sur la table par les syndicats; malheureusement, il semble que la direction les refuse et continue à s’orienter vers une fermeture pure et simple du site.
Quand on parle de ce dossier, en fait de quoi parle-t-on? Cartomills est une entreprise en bénéfice; en effet, sur les deux dernières années, son bénéfice comptable net était de plus de 7 millions d’euros. Le site de Mettet participe à ce mouvement puisque le bénéfice d’exploitation du site a presque doublé en 2009. Quand on parle de cette entreprise, on parle aussi de 68 travailleurs peu qualifiés au départ mais qui se sont évidemment spécialisés dans le maniement des machines nécessaires à la fabrication du carton; 68 travailleurs qui, pour la plupart, comptent plus de 15 années d’ancienneté sur le site de Mettet; 68 travailleurs qui ont reçu une prime l’année passée car leur niveau de production était très bon. On parle enfin de 68 travailleurs que, finalement sans état d’âme, on néglige, on jette et on sacrifie sur l’autel du profit. Car c’est bien pour réaliser plus de profit que Cartomills décide de fermer le site de Mettet. Rien à voir donc ici avec la crise!
On parle également d’une entreprise qui a recours à une pratique pour le moins interpellante qui lie chômage économique et intérimaires. Des intérimaires sont engagés pendant quelques jours pour accélérer le niveau de production et puis, quand on arrive au niveau de production habituel, les travailleurs fixes sont mis en chômage économique. D'où des économies pour la société mais des coûts pour la collectivité: 900 000 euros sur ces deux dernières années. On parle d’une entreprise qui bénéficie d’aides d’État, de la Région, de réductions de cotisations sociales et qui, après avoir bien utilisé le système belge, décide de fermer, sans état d’âme une fois de plus et sans sanction.
Madame la ministre, en dix ans, l’entreprise a bénéficié annuellement, en moyenne, de 660 000 euros de réductions de cotisations sociales. Ce constat doit relancer le débat sur l’opportunité de récupérer les réductions de charges consenties ou de supprimer les aides à l’embauche lorsqu’une entreprise restructure afin de maximiser ses profits. Qu’en pensez-vous et allez-vous prendre une initiative dans ce sens et dans ce domaine?
En ce qui concerne le système du chômage économique et du chômage intérimaire, êtes-vous au courant de cette pratique? Qu'en pensez-vous?
Allez-vous apporter votre soutien aux travailleurs dans le cadre de la phase qui se poursuit de la procédure Renault?
05.02 Joëlle Milquet, ministre: Madame Déom, eu égard à vos trois questions, concernant la responsabilité sociale des entreprises, je me suis déjà exprimée à plusieurs reprises. J'ai demandé au Conseil supérieur de l'Emploi d'analyser la manière avec laquelle on pouvait rendre les entreprises plus socialement responsables par rapport à l'emploi, notamment en matière de restructuration, et d'examiner la façon de les responsabiliser tant en ce qui concerne les cotisations sociales que le statut fiscal.
En ce qui concerne le chômage économique, sur la base de la demande adressée à l'ONEM, je n'ai constaté aucune irrégularité par rapport à l'utilisation que l'entreprise que vous citez aurait pu faire du chômage économique. En effet, un chômage économique ne s'octroie pas selon le degré de rentabilité ou non d'une entreprise. Je suis désolée, cela n'entre pas dans la réglementation et la législation qui doivent être appliquées dans notre pays. Ce que l'on doit considérer, ce sont les raisons temporaires pour lesquelles l'entreprise est privée de travail, par exemple une baisse des bons de commande, un ralentissement de l'activité. Ce fut le cas sur la base des demandes de chômage économique qui ont été introduites par cette entreprise. Je n'ai pas à juger d'autres comportements. Je vous parle en tant que tel de l'utilisation qui a été faite du chômage économique. Aucune irrégularité n'a été relevée par l'ONEM et les conditions étaient totalement respectueuses de la réglementation et de la législation.
Je suis énormément l'état des différentes restructurations dans le pays. Un conciliateur social a été désigné. Au moins cinq réunions de concertation différentes ont eu lieu. En tout cas, notre tâche est de nous assurer, le cas échéant, si les décisions sont confirmées, dans le cadre de la procédure Renault, de la mise en œuvre d'un plan social le plus optimal possible pour les travailleurs avec les meilleures conditions d'outplacement. C'est notamment la tâche du conciliateur social.
05.03 Valérie Déom (PS): Madame la ministre, en ce qui concerne le chômage économique, vous me dites qu'aucune irrégularité n'a été constatée. Néanmoins, même si le fait d'engager des intérimaires pour booster la production et d'ensuite avoir recours au chômage économique n'est pas un contournement de la loi, cela signifie qu'il y a un vide juridique. Cela paraît tout à fait aberrant. Il faudrait examiner le système afin d'éviter les abus.
Je pense que nous devons agir rapidement car il faut mettre un terme à l'impunité dont bénéficient les entreprises qui profitent du système belge, des aides, des réductions de cotisations sociales et, finalement, des travailleurs belges et qui licencient sans aucune raison économique et sans aucune sanction.
Vous savez que le profil humain de l'entreprise Cartomills est très délicat; le plan social sera dès lors difficile à mettre en œuvre. Je vous encourage donc à donner encore une chance au plan light qui a été proposé par les syndicats.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Valérie De Bue à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, sur "l'écart salarial hommes-femmes" (n° P1827)
06 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, over "de loonkloof tussen mannen en vrouwen" (nr. P1827)
06.01 Valérie De Bue (MR): Madame la ministre, l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes vient de publier son rapport pour ce qui concerne les chiffres de 2007. Certains sont inquiétants. Il est question d'un écart salarial entre les hommes et les femmes se situant aux alentours de 24 %. Dans le secteur privé, il peut atteindre 37 %. D'autres chiffres m'ont impressionnée: 46 % des femmes font partie des salariés mais ne perçoivent malheureusement que 37 % de la masse salariale. Seulement 48 % de ces différences sont identifiées tandis que les 52 % restants restent inexpliqués.
Lors de la discussion de votre note de politique générale, vous aviez exprimé plusieurs intentions, portant notamment sur l'accord interprofessionnel. Comment traduire ces intentions en actes?
Plus concrètement, j'aimerais d'abord savoir comment améliorer l'analyse des causes? En effet, beaucoup d'entre elles restent inexpliquées. Qu'allez-vous proposer lors du prochain accord interprofessionnel? Et, surtout, un agenda est-il prévu? Comptez-vous inscrire le thème de l'écart salarial dans les priorités européennes?
06.02 Joëlle Milquet, ministre: Chère collègue, tout d'abord, les causes sont multiples, mais je ne vais pas les énumérer ici. L'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes les a déjà largement établies, tout comme plusieurs associations actives au sein de l'égalité des chances. Je peux citer la formation et l'orientation professionnelles, le mental et le plafond de verre. De plus, les femmes sont plus communément actives dans le secteur non marchand, qui est lui-même précaire et moins bien payé. Je songe aussi à l'accès aux fonctions dirigeantes. Sans oublier le retrait de la vie active pour des raisons familiales, comme l'éducation des enfants.
Ensuite, qu'allons-nous faire? Je précise que je suis entrée en fonction en 2008, alors que ces chiffres datent de 2007. Comme je l'ai de nouveau expliqué hier aux syndicats lors de la présentation du rapport, je demande très officiellement qu'à partir de l'accord interprofessionnel de cette année, les partenaires sociaux s'engagent très clairement à pouvoir supprimer l'écart salarial par le biais de trois - voire quatre au maximum - accords interprofessionnels. La vision doit être progressive, et les méthodes d'évaluation doivent être établies par les partenaires sociaux. J'ai d'ailleurs demandé aux présidents des différentes commissions paritaires de s'y atteler afin de généraliser la classification des fonctions qui a été rendue obligatoire par la convention 25ter.
Par ailleurs, l'écart salarial est une des priorités de la présidence européenne tant en matière d'emploi qu'en matière d'égalité de chances. Dans le cadre d'une grande conférence interministérielle dédicacée à l'inégalité dans l'emploi, nous consacrerons une journée à l'écart salarial et nous porterons au niveau européen les attentes exprimées au niveau belge.
Il existe également d'autres propositions d'arrêté en chantier et qui seront bientôt déposées au gouvernement. Une de ces propositions vise à ventiler le bilan social des entreprises selon le genre afin d'avoir un aperçu plus précis des pratiques d'écart salarial pour des fonctions similaires ou proches. Une autre proposition est une adaptation de l'arrêté royal de 1987 visant à rendre obligatoires, à la demande du conseil d'entreprise ou du conseiller en prévention, les mesures prises par une entreprise en matière de lutte contre l'écart salarial ainsi que les pratiques égalitaires tant pour les salaires classiques que pour les avantages extralégaux.
06.03 Valérie De Bue (MR): Madame la ministre, nous sommes en 2010 et il est un peu dommage de ne disposer que des chiffres de 2007. La collecte des statistiques devrait peut-être être améliorée.
Vous avez cité deux mesures concrètes mais je pense qu'il faut faire preuve de plus d'engagement. Comment réduire concrètement l'écart salarial? Il est bien de s'engager mais il est mieux de produire des mesures concrètes.
Par ailleurs, nous n'avons pas d'agenda précis.
Une proposition de résolution a été déposée en commission des Affaires sociales dans laquelle on propose d'aller beaucoup plus loin, notamment en organisant une sensibilisation des entreprises et en mettant en place un compte épargne-temps. Bref, il s'agit de mesures qui pourraient faire en sorte que l'écart se réduise réellement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer de minister van Justitie, er werden vier vragen ingediend over de hervorming van het gerechtelijke landschap.
Over de vraag van de heer De Man is er een discussie. De vraag handelt over de reactie op de incidenten naar aanleiding van de lezing door de heer Barnard in de Universiteit van Antwerpen op 31 maart 2010.
De heer Weyts heeft een vraag over dezelfde problematiek gericht aan de minister van Binnenlandse Zaken. De heer De Man zou die vraag aan u willen stellen, maar de regering kan uiteraard altijd uitmaken wie antwoordt. Als u zegt dat de minister van Binnenlandse Zaken antwoordt op de twee vragen dan wordt het zo afgesproken.
06.04 Gerolf Annemans (VB): Uit een onderhoud tussen de eerste minister en de heer Vanackere had ik begrepen, en die laatste heeft mij dat ook bevestigd, dat de heer De Clerck graag op die vraag zal antwoorden.
De voorzitter: Ik kan vernemen wat de heer Vanackere verneemt.
06.05 Gerolf Annemans (VB): De vice-eerste minister is voor mij een ernstig man. Dat kan misschien een vergissing zijn.
De voorzitter: Er is een vraag aan de minister van Binnenlandse Zaken, en een vraag aan de minister van Justitie over dezelfde problematiek. De minister van Binnenlandse Zaken antwoordt en de minister van Justitie zegt dat hij aanwezig blijft op het ogenblik dat het antwoord wordt verstrekt.
Het blijft nog altijd een recht van de regering om uit te maken wie op een vraag antwoordt.
06.06 Gerolf Annemans (VB): Wij zijn niet geïnteresseerd in de politionele afwikkeling van de zaak gisterenavond, maar in de gerechtelijke gevolgen van deze zaak. Het is dus logisch dat minister De Clerck daarop antwoordt, want mevrouw Turtelboom kan daar niet op antwoorden.
De voorzitter: De heer Weyts vindt het antwoord van mevrouw Turtelboom toch belangrijk. Ik stel voor dat mevrouw Turtelboom antwoordt. Ik neem nota van het engagement, en dat siert hem, van de minister van Justitie om aanwezig te blijven.
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Justitie over "de hervorming van het gerechtelijk landschap" (nr. P1829)
- de heer Renaat Landuyt aan de minister van Justitie over "de hervorming van het gerechtelijk landschap" (nr. P1830)
- mevrouw Kattrin Jadin aan de minister van Justitie over "de hervorming van het gerechtelijk landschap" (nr. P1831)
- de heer Fouad Lahssaini aan de minister van Justitie over "de hervorming van het gerechtelijk landschap" (nr. P1832)
- M. Servais Verherstraeten au ministre de la Justice sur "l'accord Atomium" (n° P1829)
- M. Renaat Landuyt au ministre de la Justice sur "l'accord Atomium" (n° P1830)
- Mme Kattrin Jadin au ministre de la Justice sur "l'accord Atomium" (n° P1831)
- M. Fouad Lahssaini au ministre de la Justice sur "l'accord Atomium" (n° P1832)
07.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik vind het zeer positief nieuws dat u gisteren in de kern een doorbraak hebt bereikt inzake de Justitiehervormingen. Het is een belangrijke stap vooruit wat de professionalisering en de efficiëntie betreft. Ik meen dat die hervormingen ook noodzakelijk zijn om de informatica bij Justitie op het juiste spoor te brengen.
Voor ons is het een uiterst belangrijk uitgangspunt dat de rechtbank dichtbij de mensen staat. Dat geldt voor de vredegerechten, dat geldt voor alle rechtbanken in de arrondissementen. Dat is zo, en dat zal zo moeten blijven. Vandaar onze uitdrukkelijke vraag om die nabijheid van de rechtbank te verankeren.
U sprak vooral over een hervorming van de zetel. Wat ons bekommert is dat er naast samenwerking op het niveau van de zetel, ook samenwerking en integratie tot stand wordt gebracht op het niveau van de parketten.
Ten slotte, mijnheer de minister, wij hebben vanuit de oppositie en nu ook vanuit de meerderheid, jaren gehamerd op de werklastmeting, opdat het personeel en de magistraten efficiënt zouden worden ingezet. Met deze nieuwe hervorming en met de nieuwe schalen moet het mogelijk zijn ter zake een tandje bij te steken. Daar dringen wij dan ook op aan.
07.02 Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de minister van Justitie, gisteren zag ik uw blijdschap. Ik zou graag delen in uw blijdschap, vandaar mijn vraag. Waarover hebt u nu eigenlijk een akkoord?
Als ik het goed begrepen heb, is iedereen het erover eens dat de 27 arrondissementen moeten worden herleid tot 16 arrondissementen. Ik meende dat wij het daarover met zijn allen al eens waren en dat wij dat al 16 of zelfs 27 keer hadden herhaald. Is dat nu concreet? Weten wij nu concreet hoe dit van Brussel, over Vilvoorde en tot in Brugge zal worden geregeld?
Een tweede punt van het akkoord is dat het beheer dichter bij de rechtbanken geplaatst zou worden, in een of ander college. Ik meende, tot december, dat wij het daar met zijn allen al over eens waren. Alleen was de vraag hoe men dat gaat doen. Daarover heb ik niet echt duidelijkheid gekregen.
Een derde punt van het akkoord zoals het gisteren werd aangekondigd, is dat het tuchtrecht zal veranderen. Het zal dus gedaan zijn met mevrouw De Tandt.
Wat gaat er veranderen aan het tuchtrecht? Ik dacht dat we er al maanden geleden over akkoord gingen dat we het tuchtrecht zouden veranderen. Wat gaan we veranderen en, vooral, waarover gaan we akkoord?
Ten vierde, er is een akkoord om een college van de zetel op te richten. Ik dacht dat ik al maanden geleden had gehoord dat we een akkoord hadden over het college van de zetel, met andere woorden, dat we er met zijn allen akkoord over gaan dat adviesorgaan nummer vierentwintig zou worden opgericht.
Mijnheer de minister, kunt u een klein beetje duidelijker zijn, zodat we in uw blijdschap kunnen delen?
07.03 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, je pense également que cette réforme est nécessaire, d'autant plus que l'importance de maintenir un service de proximité, un service judiciaire proche du citoyen me tient particulièrement à cœur ainsi qu'à mon groupe politique.
Monsieur le ministre, j'habite Eupen. Ainsi pourrez-vous déjà situer l'ampleur de mon questionnement! Hier, vous avez fait plusieurs déclarations lors de votre conférence de presse, notamment sur le découpage des arrondissements. Je pense vous avoir bien lu, lorsque vous disiez que l'accord intervenu sur le nouveau découpage des arrondissements judiciaires ne porterait cependant pas sur le cas spécifique des arrondissements de Huy-Waremme, Verviers et Eupen.
Confirmez-vous que cette décision est toujours en suspens, car vous n'êtes pas sans savoir que, pour des raisons linguistiques et géographiques, les arrondissements de Verviers et de Huy rendront de facto la fusion très difficile? Je vous invite à vous rendre sur place. De manière tout aussi importante, l'arrondissement judiciaire d'Eupen qui, depuis 1988, est organisé en langue allemande, constitue un acquis très important pour les citoyens de ma région.
J'aurais également voulu savoir si la réflexion est toujours en cours sur cette question très sensible et si vous pouvez confirmer que les concertations auront bien lieu avec les acteurs concernés. C'est très important pour nous, car il faut y associer les acteurs intéressés. Avez-vous déjà pu rencontrer les magistrats, les représentants des avocats francophones et germanophones, d'autres acteurs? Le dialogue sera primordial.
Par ailleurs, avez-vous pris connaissance de la résolution unanime du Parlement de la Communauté germanophone pour maintenir l'arrondissement judiciaire d'Eupen? Vous êtes, en tous les cas, bien averti sur ce dossier. Des contacts ont-ils déjà eu lieu avec la Communauté germanophone? Ses représentants seront-ils effectivement associés à la consultation à venir?
Il y a plus d'un an déjà, j'ai déposé une proposition de loi concernant la création d'un tribunal d'arrondissement intégré, pour lequel l'arrondissement judiciaire d'Eupen pourrait servir de projet pilote. Ce serait très intéressant pour l'amorce de la réforme que vous vous attelez à entamer.
Monsieur le ministre, avez-vous pris connaissance de cette proposition? Le cas échéant, pouvez-vous nous dire quel est votre avis?
07.04 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, je ne vais pas vous faire l'historique de la mise sur pied du groupe Atomium, ni de notre participation en tant que groupe de l'opposition, qui a été loyale et constructive. Ce sont des choses qui ne valent pas la peine d'être répétées ici.
Nous avons été étonnés d'entendre votre sortie hier. Si le groupe Atomium n'a pas poursuivi ses travaux, nous pensons que c'est en raison d'un manque de consensus à deux niveaux. Le premier se situait au sein de la majorité; c'est ce qui est apparu au cours des travaux du groupe Atomium. Le deuxième consensus manquant se situait au sein du monde judiciaire. Malgré vos efforts, le constat était qu'il n'y avait pas encore de consensus dégagé à ce niveau.
Hier, vous avez parlé au nom du gouvernement, mais nous n'avons rien appris de neuf. Ce que vous avez annoncé, c'est ce à quoi nous étions arrivés le 21 décembre. Aujourd'hui, j'aimerais savoir si le kern a obtenu de nouveaux résultats. Y a-t-il vraiment un accord sur la taille des arrondissements? Il y avait là un problème qui se posait de manière régulière. Y a-t-il vraiment un accord sur la discipline, en particulier du fait de la présence de personnes extérieures?
Vous avez annoncé que cette réforme serait neutre et indolore financièrement. Comment pouvez-vous affirmer cela maintenant, alors que le groupe qui avait fait la proposition de départ pour le paysage judiciaire signalait souvent qu'un coût supplémentaire devrait être consenti pour cette réforme?
Monsieur le ministre, j'espère que vous n'allez pas mener cette réforme et ces économies selon la stratégie de la circulaire 154. Et quid de l'Atomium?
07.05 Minister Stefaan De Clerck: Mijnheer de voorzitter, collega’s, inderdaad, na veel voorbereidende werken, ook binnen de Atomium-groep, hebben wij tot eind december gedebatteerd in Kamer en Senaat. Toen konden we al een aantal elementen als consensus noteren.
Maar toen we in december uit elkaar gegaan zijn, waren er ook enkele knelpunten genoteerd. Die knelpunten waren heel duidelijk gekoppeld aan de vraag op welke manier de arrondissementele structuren, de rechtbanken, zouden worden georganiseerd, op welke manier het management daarvan zou worden georganiseerd, onder wiens leiding dat zou gebeuren en hoe die rechtbank precies samengesteld zou worden. In dat debat was bekend dat dit het probleem was, op dat ogenblik.
Daarover is er advies gevraagd aan veel instanties, zoals aan het College van procureurs-generaal, de magistraten van de zetel, de Hoge Raad voor de Justitie. De vraag werd ook gesteld aan de Nationale Arbeidsraad, omdat ook dat een deel van het debat was. Op welke manier moeten we omgaan met de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel? Wordt dat al dan niet volledig geïntegreerd, krijgt het een eigen karakter of behoudt het zijn identiteit? Dat waren de punten van debat. Dat was een probleem.
Op basis van de ontvangen adviezen heb ik een nieuwe synthese gemaakt. De knelpunten heb ik voorgelegd aan de regering. In twee bewegingen hebben we binnen de regering het volgende gezegd.
Ten eerste, wij valideren wat er in het Atomium-overleg al is verworven. We nemen dat mee en bevestigen dat.
Ten tweede, tegelijk hebben we een akkoord over een aantal van die knelpunten. Daarin willen we nu vooruitgang boeken: we willen dat omzetten in wetteksten.
Vandaar komen we nu tot een systeem, een belangrijke hervorming van Justitie, denk ik, waarrond een globaal akkoord gevormd kan worden, waarbij wij de kwaliteit voor de rechtsonderhorigen nastreven.
Het eerste groot luik is de decentralisatie. Nu zit alles centraal in die administratie. We opteren voor een gemeenschappelijke beheersdienst. We zullen het college van de zetel moeten oprichten. Hierover bestaat er een akkoord. Met het College van procureurs-generaal zullen we overleg plegen, nationaal, op federaal niveau. Dan zullen we verdelen en zeggen hoe de middelen verder verdeeld worden. Dat is de decentralisatie in overleg met alle partners.
Dan was de vraag: waar komt dat terecht? Waar zijn de beheersentiteiten? Dat is nu uitgeklaard. Er is beslist dat wij op het arrondissementeel niveau een integraal management kunnen realiseren, waarbij een rechtbank van eerste aanleg, afdeling koophandel, afdeling arbeid, vredegerechten, politierechtbanken, deel uitmaken van een arrondissementeel geheel dat onder leiding staat van een voorzitter, een magistraat, die zal worden aangeduid. Die magistraat zal een beheerscollege vormen. Dat college zal de enveloppe krijgen. Zij zullen een contract afsluiten met het federaal niveau. Op die manier zullen zij met hun middelen en met het menselijk potentieel werken. Het gaat in grote mate immers ook om menselijk potentieel. Alle magistraten worden in één geheel gebracht. Alle medewerkers van Justitie worden op dat arrondissementeel niveau samengebracht. Dat is de doorbraak. Dat is heel belangrijk.
Daarom moeten wij inderdaad naar grotere arrondissementen evolueren. We moeten dat professionaliseren. We gaan dus van 27 arrondissementen – ik blijf op mijn lijn – naar 16 arrondissementen.
Dat aantal van 16 is belangrijk omdat wij daardoor voldoende schaalgrootte hebben en omdat wij daardoor voldoende kritische massa hebben. Wij kunnen dus op dat niveau een voorzitter-manager installeren, wij kunnen op dat niveau een beheersdirecteur installeren. Daar is dus voldoende kritische massa aanwezig om er een integraal management toe te passen.
Ook voor de hoven van beroep zal dat zo blijven. De hoven van beroep zijn ook een beheersentiteit, die middelen krijgt die ze autonoom, zelfstandig kunnen beheren.
De conclusie is de volgende. Er bestaat thans een akkoord over mijn oorspronkelijke nota met een aantal punten die werd bijgesteld na adviezen van iedereen. We kunnen nu een grote stap voorwaarts zetten. Waar wij in 1998 geëindigd waren met Octopus, sluiten wij nu opnieuw aan. Ik hoop oprecht dat in datzelfde elan nu kan worden overgegaan tot de tenuitvoerlegging van die grote visie, in overleg met alle actoren.
Je répète qu’il faut organiser la concertation et la discussion avec tout le monde, évidemment! Nous avons proposé les 16 arrondissements et nous avons décidé d’organiser une concertation.
Suite à la discussion que nous avons eue aussi sur Eupen, la manière d'organiser cet arrondissement doit faire l’objet d’une exception. Nous trouverons une solution tout à fait spécifique pour Eupen.
La concertation va se concrétiser le plus vite possible afin de fixer ces 16 arrondissements car je crois qu’une échelle plus grande est absolument indispensable pour organiser un meilleur management.
Collega Verherstraeten, ik wil het nog eens herhalen voor iedereen hier, want iedereen zal worden aangesproken: de rechtbanken blijven gevestigd op dezelfde plaats als vandaag. De vrederechters, de rechtbanken van eerste aanleg, de rechtbanken van koophandel, de arbeidsrechtbanken en andere blijven gevestigd in de gebouwen die er nu zijn. De proximiteit blijft verzekerd. Het is alleen de achterliggende structuur die wordt aangepakt. De back office wordt aangepakt en geprofessionaliseerd. De nabijheid van de rechters blijft dus verzekerd.
U haalt een belangrijk punt aan over het parket. Wij hebben beslist dat wij nu de opdracht geven aan het College van procureurs-generaal om, rekeninghoudend met het klassieke parket en het klassieke auditoraat, ervoor te zorgen dat er een integratie ontstaat, niet noodzakelijk op het vlak van de structuur, maar op het vlak van de werking. De dossiers moeten geïntegreerd kunnen worden aangepakt. Het is de vraag van iedereen om de criminaliteit zo breed mogelijk aan te pakken en resultaten te boeken over bevoegdheidsverdelingen heen. Dat is de ambitie en daarvoor zal het College van procureurs-generaal zorgen.
Uw andere vraag gaat over de werklastmeting. Wij zullen natuurlijk verder gaan op die weg. Tegen het einde van het jaar moeten die werklastmetingen zijn uitgevoerd. Wij hebben bepaald dat de toegevoegde rechters nu al ter beschikking zullen staan van het gehele arrondissement en op een heel flexibele manier kunnen worden ingezet. Later, wanneer de werklastmeting uitwijst dat magistraten in een of andere pijler beschikbaar zijn, zullen zij ook in de gemeenschap kunnen worden gebracht, zodat op arrondissementeel niveau een aantal magistraten echt projectmatig, op basis van bepaalde noden, kan worden ingezet.
Ik denk dat op al die punten een antwoord kan worden geformuleerd.
Collega Landuyt, u neemt soms een beetje een dubbelzinnige houding aan. U zegt dat u wil meewerken, dat ik moet vooruitgaan, enzovoort. U hebt zelfs hier gezegd dat ik u daarover mag aanspreken en dat u daaraan wil meewerken. Wel, ik reken erop dat u blijft meewerken, maar u bent eigenlijk ook een beetje tevreden als ik geen akkoord bereik. Uw ambitie om verwarrende signalen uit te sturen, moet stoppen. We zijn nu tot een akkoord gekomen en we moeten samenwerken met alle mensen die er intellectueel van overtuigd zijn dat het goed is om Justitie in die lijn te hervormen. Wij moeten kijken hoe wij tot resultaten kunnen komen.
Madame Jadin, je confirme que nous ferons une exception pour Eupen, comme je l'ai dit hier. D'une certaine manière, il faut combiner les particularités d'Eupen et les avantages d'un management plus large. La manière dont on traite les bâtiments, l'ICT, la manière d'organiser la sécurité, cela ne concerne pas la langue mais les tribunaux en soi. Il faut donc essayer de combiner les deux: le management plus efficace et la spécificité des magistrats d'Eupen. Je vais poursuivre le dialogue avec les acteurs juridiques et les autorités politiques.
Mijnheer de voorzitter, dit is een historische stap. We moeten nu proberen aan te sluiten op dit akkoord om in deze legislatuur het wetgevende werk en een aantal experimenten te doen, zodat nu definitief de modernisering van Justitie kan worden doorgevoerd.
De voorzitter: Ik dank u, mijnheer de minister. U hebt het dus begrepen, de proximiteit is verzekerd; midden de mensen!
07.06 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik dank ook de collega’s van de oppositie die verder aan die hervorming willen meewerken, maar ik hoop ook op enige consistentie ter zake.
Collega Landuyt, als ik u hoor, bestonden die akkoorden maanden geleden al. Sta mij toe te citeren uit De Morgen van 24 februari: “Het is triest vast te stellen dat er in de regering geen akkoord is over de te nemen maatregelen. Tot echte beslissingen komt hij niet”. Het is het ene of het andere; ofwel waren er akkoorden en zat u toen naast de waarheid toen u sprak, ofwel zit u er nu naast. Enige consistentie graag.
Uiteraard is het werk niet af. Uiteraard zullen de hervormingen van Justitie niet losstaan van de institutionele hervormingen. Uiteraard moeten de wetsontwerpen nog gemaakt worden. Uiteraard zal daarover in dit huis gedebatteerd worden. De richting en het doel waarover daarnet is gesproken, zijn evenwel duidelijk. De principes staan vast, namelijk beter geïntegreerde justitie, sneller en efficiënt en, mijnheer de voorzitter, even nabij.
De voorzitter: Mijnheer Landuyt, voor uw repliek en een persoonlijke reactie, zoals ik heb begrepen, krijgt u een halve minuut spreektijd erbij.
07.07 Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, waarde collega’s, ik dank collega Verherstraeten voor het bijhouden van mijn uitspraken. Dat kan altijd belangrijk zijn.
Men moet redelijk blijven. Ik doe mijn best om te helpen, maar ik moet wel weten waaraan ik help. Had u zich niet geconcentreerd op het citaat van wat ik heb gezegd en had geluisterd naar de minister, dan zou u gehoord hebben dat hij bevestigde dat wij al lang akkoord waren om 27 arrondissementen te herleiden tot 16 arrondissementen, dat wij akkoord gingen met arrondissementele beheerdiensten, dat wij akkoord gingen inzake tucht en dat wij akkoord gingen inzake het college, maar dat er een paar knelpunten waren. Mijn vraag is precies hoe het zit met de knelpunten.
Wat ik heb gehoord is dat men in de kern akkoord is gegaan om de knelpunten op te lossen. Ik denk bijvoorbeeld aan Eupen. Wij gaan het oplossen. Wij weten nog niet hoe, maar wij gaan akkoord om het op te lossen. Over de beheersdienst hoor ik gisteren in het enthousiasme dat de arbeidsrechtbanken georganiseerd zullen worden op het niveau van de hoven van beroep. Op die manier gaan ze samenhoren. Vandaag hoor ik dat arbeidsrechtbanken, koophandel en eerste aanleg toch samen in een beheerstructuur zitten. Wat is het nu? Het is het ene of het andere. Of is er een of andere ingewikkelde constructie?
Kortom, mijnheer de minister, als u wilt dat wij helpen, geef ons dan de tekst van uw akkoord.
07.08 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, je tiens à préciser que je suis élue directe, donc élue sur l'ensemble de la province de Liège. En cette qualité, je vous avais posé des questions sur Eupen, ce qui est normal en tant que germanophone, mais également sur Huy-Waremme et Verviers où, là aussi, des solutions doivent pouvoir être trouvées, car ces entités connaissent également des difficultés en ce qui concerne les découpages envisagés.
Quant à l'arrondissement judiciaire d'Eupen, je vous entends bien et je vous ai bien lu: vous avez confirmé ce que vous avez dit hier. Je m'interroge cependant: tout en étant soucieuse de la qualité, de la meilleure gestion (administration, ICT, meilleur management) et aussi d'une meilleure mobilité entre les magistrats et l'ensemble des membres du SPF Justice, il faut savoir que la justice dans ma région est rendue en langue allemande. Si la mobilité fonctionne bien dans un sens, elle ne fonctionnera pas forcément dans l'autre sens.
C'est pourquoi je vous avais suggéré la lecture de ma proposition qui posait des solutions assez intéressantes. Je reviendrai donc vers vous pour vous interroger à leur sujet, car je n'y ai pas obtenu de réponse.
07.09 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le ministre, vous n'avez pas répondu à ma question sur ce que deviendra l'Atomium.
J'ai deux ou trois petites choses à dire sur mes questions précises: où en êtes-vous par rapport au blocage apparu lors de ces discussions jusqu'au 21 décembre? Apparemment, rien de neuf sous le soleil.
Cette réforme, nous l'avons tous souhaitée; nous avons tous participé à ces travaux. Elle avait et a toujours pour objectif de rendre la justice plus transparente, plus efficace et plus accessible au citoyen. J'espère que tout ce qui a été fait ne s'apparentera pas à l'histoire de la montagne qui accouche d'une souris. Nous espérons qu'il en ressorte du concret et qu'on puisse avancer.
Si j'ai bien compris, monsieur le ministre, vous enterrez l'Atomium?
07.10 Stefaan De Clerck, ministre: J'ai pris rendez-vous avec le président de la commission, qui vient de quitter l'hémicycle, pour discuter le plus vite possible en commission, donner tous les détails de l'accord, puis décider comment continuer.
Le président: C'est aussi ce que je propose: vous aurez l'occasion de poursuivre ce débat en commission.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Landsverdediging over "de bekendmaking van de opvolging van het transformatieplan aan de militairen" (nr. P1833)
08 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense sur "l'annonce du suivi du plan de réforme aux militaires" (n° P1833)
08.01 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de minister, morgen is een belangrijke dag. In oktober 2009 hebt u uw transformatieplan bekend gemaakt, 32 kazernes zullen sluiten. Er zijn meer dan 16 000 militairen ondervraagd over waar zij naartoe willen muteren. De ondervragingen zijn afgerond, de enquêtes zijn verwerkt. Morgen zullen de korpscommandanten de militairen individueel inlichten. Vanavond zullen enkele families in spanning afwachten naar waar zij mogen of moeten muteren. U kent de bekommernis van Open Vld. Wij zijn heel erg bekommerd om de sociale begeleidingsmaatregelen.
Als u morgen die mutaties bekendmaakt, wat wordt er dan gecommuniceerd over de begeleidingsmaatregelen die met die individuele mutaties zullen gepaard gaan?
Dit interesseert iedereen heel erg. Naar waar zullen die militairen muteren? Heeft u een zicht op het percentage van de militairen dat hun eerste keuze toegewezen krijgt?
Heeft u een zicht op de probleemgevallen, op het aantal militairen dat zover moet muteren dat ze verplicht is om van woonplaats te verhuizen?
Er zijn op dit ogenblik een aantal militairen op zending in het buitenland. Hoe gebeurt de communicatie naar hen en naar hun families? Het is natuurlijk heel erg moeilijk wanneer de man of vrouw op zending is en hun partner thuis. Hoe worden zij begeleid bij het bekendmaken van hun keuze?
08.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega’s, aan de basis van de mutatie van het personeel binnen Defensie liggen de organisatietabellen, de fameuze OT’s. Deze nota is goed gekend binnen en buiten Defensie.
Om het nogmaals duidelijk te maken, zo een organisatietabel geeft de structuur van de eenheid weer. Per voorziene functie wordt er in een graadniveau en een specificiteit voorzien. Deze tabellen zijn in het informaticasysteem van de dienst Human Resources ingevoerd. Dat gebeurde op basis van de activering van de nieuwe eenheden. Het gaat enkel over een intern beheersinstrument dat met het oog op de nieuwe noodzakelijkheden wordt geactiveerd. Een organisatietabel is een document dat evolueert. Het is ook vatbaar voor aanpassingen, zowel kwalitatief als kwantitatief.
Er zijn geen mutaties geregeld die op voorhand zijn afgesproken. In de memorie van uw schriftelijke vraag was dat het geval.
08.03 Hilde Vautmans (Open Vld): Dat is een vraag die in de commissie hangende is. Die zal in de commissie aan bod komen.
08.04 Minister Pieter De Crem: Zonder een evaluatie van de ondervragingen en enkel de algemene directie Human Resources, die is bevoegd voor het voorschrijven van de mutaties. Op 2 en 5 maart 2010 is er ook een koninklijk besluit onderhandeld. Dat is natuurlijk het richtsnoer voor de mutatiebeweging die wordt aangevat.
Ondertussen hebben twee syndicale organisaties – ACMP en CCOD, het ACV openbare diensten – zich akkoord verklaard met het koninklijk besluit, met de voorstellen die werden gedaan, ook met betrekking tot de begeleidingsmaatregel. Ik herhaal dat het gaat over 22 miljoen euro die op de eigen begroting worden voorzien. Dat koninklijk besluit is van toepassing op het personeel dat rechtstreeks betrokken is bij de transformatie.
Vanaf 16.00 uur zullen de korpscommandanten aan hun personeelsleden kunnen meedelen welke affectatieplannen er van toepassing zijn. Dat kan ook in de loop van morgen gebeuren. Het personeel zal volledig geïnformeerd worden over de toekomstige affectatie via de geëigende kanalen, hetzij met een rechtstreekse mededeling, hetzij met een dienstorder.
Ongeveer 70 % van de personeelsleden die op een of andere manier gevat zijn door een nieuwe affectatie hebben genoegdoening gekregen. Dat wil zeggen dat een eerste, tweede of derde suggestie die zij zelf hebben ingevuld, werd gevolgd. Ik meen dat dit een mooi resultaat is.
08.05 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u hebt een heel lang antwoord gegeven, maar u ging uit van mijn vraag in de commissie. Ik heb hier echter andere vragen gesteld.
U zegt dat 70 % een eerste, tweede of derde keuze krijgt. Hoeveel procent krijgt een eerste keuze? Hoeveel mensen zullen effectief moeten verhuizen? Dat is volgens mij het punt.
U verwijst naar het koninklijk besluit. Wat zijn de concrete sociale begeleidingsmaatregelen die morgen zullen worden meegedeeld aan de militairen? Dat is heel belangrijk.
08.06 Minister Pieter De Crem: Het aantal mensen dat door de affectatie is gevat, een kleine 7 000, zal minstens al moeten verhuizen naar een nieuwe affectatieplaats. Zoveel is duidelijk.
Hoeveel mensen er zullen moeten veranderen van domicilie weet ik niet. In elk geval weet ik dat er begeleidingsmaatregelen zijn. Ik vind het een groot succes dat bijna 70 % een van hun keuzes gerealiseerd ziet.
Er zijn syndicale organisaties geweest die hun leden hebben aangeraden om slechts één preferentieplaats aan te duiden, wat ik persoonlijk bijzonder betreurd heb en die nadien de logica zijn bijgetreden van het aanduiden van meerdere affectatieplaatsen.
Het is een bijzonder ingrijpend werk dat echter tot minstens 70 % voldoening zal leiden.
08.07 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de minister, ik hoop dat we het verder hierover zullen kunnen hebben in de begeleidingsgroep die werd opgericht. Ik hoop dat u die heel snel samenroept zodat wij de problemen kunnen nagaan en oplossingen kunnen bieden aan de individuele militairen die echt problemen zullen ondervinden.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Karine Lalieux au ministre du Climat et de l'Énergie sur "l'arrêt de la Cour constitutionnelle sur la contribution de 250 millions des producteurs d'énergie nucléaire" (n° P1834)
09 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Klimaat en Energie over "het arrest van het Grondwettelijk Hof over de bijdrage van 250 miljoen van de kernenergieproducenten" (nr. P1834)
09.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, on dit souvent que les journalistes ne parlent pas des trains qui arrivent à l’heure. Je pourrais dire la même chose de mes collègues lors de cette séance de questions-réponses en séance plénière. En effet, il n’y a aucune question sur l’arrêt de la Cour constitutionnelle qui vous donne raison, monsieur le ministre, par rapport à la contribution de 250 millions en 2008 des producteurs d’électricité de centrales nucléaires.
Vous savez que mon groupe défend, depuis de nombreuses années, cette contribution, cette rente due à un amortissement accéléré payé par l’ensemble des consommateurs belges. Nous avions déjà déposé une proposition de loi à ce sujet en 2007.
La Cour constitutionnelle vous donne donc raison et vous légitime dans votre acharnement à vouloir récupérer une partie de cette rente nucléaire. Je vais évidemment vous féliciter au nom de tous, au nom aussi des gens qui n’y croyaient pas, comme notamment Écolo-Groen!, le sp.a et parfois aussi des partis de la majorité. Je pense que vous aviez raison de persévérer dans cette mission.
Mes questions sont simples. Quels sont les arguments de la Cour constitutionnelle? Pour 2009, qu'en sera-t-il de cette contribution; posera-t-elle problème?
09.02 Paul Magnette, ministre: Madame Lalieux, en effet, l'arrêt de la Cour a de quoi réjouir le gouvernement, mais je dirais qu'il en est de même pour l'État dans son ensemble. Car c'est aussi une manière de dire que, lorsqu'un secteur engrange des bénéfices qui sont excessifs et accumulés aux dépens du consommateur, et pour autant que l'État argumente bien, celui-ci a le droit de récupérer cette somme et de la redistribuer aux citoyens.
C'est aussi, en termes de réaffirmation de l'autorité publique, un arrêt dont la signification dépasse ce cas de figure. La Cour estime que cet arrêt n'a rien de discriminatoire et que la situation propre du secteur de l'électricité nucléaire se justifie, dans la mesure où elle n'opère pas de discrimination entre les différentes entreprises. Par ailleurs, la Cour dit que le montant fixé constitue un juste équilibre. C'est tout un art de trouver le juste équilibre entre les producteurs et l'intérêt général.
La Cour ne faisant aucune référence à des circonstances particulières de 2008 et n'émettant aucun commentaire quant à l'avenir, nous pouvons imaginer que cet avis ne devrait pas être remis en cause pour 2009. Mais il dépend d'abord des producteurs de décider s'ils intenteront ou non des recours contre la décision de 2009.
Comme vous le savez, pour 2010 et les années suivantes, nous entrerons dans un mécanisme structurel. Je m'en réjouis évidemment, car il n'a pas été facile de convaincre qu'il y avait une rente – et vous le savez, puisque votre groupe avait déposé des initiatives avant que le gouvernement ne se saisisse de ce thème. Il ne fut pas non plus aisé de convaincre qu'il fallait récupérer cette rente par des moyens contraignants et sans contrepartie. La fixation d'un montant suffisamment important et équilibré – pour ne pas être considéré comme une atteinte à la capacité contributive des entreprises – ne fut pas simple non plus.
En l'occurrence, nous y sommes manifestement parvenus avec cette loi. Au nom du gouvernement, et à l'instar du secrétaire d'État au Budget, j'en suis évidemment ravi!
Le président: Le ministre est très content!
09.03 Karine Lalieux (PS): Je vous remercie pour cette réponse, monsieur le ministre. Encore une fois, je crois que c'est une bonne nouvelle juste avant Pâques. Le gouvernement a 500 millions que le ministre du Budget ne voulait pas acter au budget. Il faut plutôt croire à la puissance publique face au privé que remettre en cause des lois que vote ce parlement!
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de benoemingen van de top van de federale politie" (nr. P1835)
10 Question de M. Michel Doomst à la ministre de l'Intérieur sur "les nominations de la direction de la police fédérale" (n° P1835)
10.01 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, het is een hele tijd stil geweest over de top van de federale politie. Die windstilte is goed. Dat komt de stabiliteit van de kepies ten goede, zeker op dat hoog niveau.
In het najaar had de auditeur van de Raad van State in zijn voorconclusies aangekondigd dat hij met die benoemingen problemen zou hebben. Nu horen wij dat de Raad van State de aanstellingen van de commissaris-generaal en van de directeurs-generaal niet aanvecht.
Mevrouw de minister, zorgt dat voor enige opluchting? Ik denk dat het antwoord daarop ja is.
Ik wou ook enige toelichting over de uiteindelijk motivering van de Raad van State. Kunnen wij nu smetteloos voortwerken? Moeten wij uit het dossier ook niet enkele conclusies voor de toekomst trekken?
10.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, ik heb natuurlijk kennisgenomen van het arrest van de Raad van State. In het kader van de scheiding der machten word ik daarvan in kennis gesteld. De Raad van State heeft inderdaad geoordeeld dat er geen redenen waren om de benoeming van Fernand Koekelberg als commissaris-generaal bij de federale politie te vernietigen. Dat wil zeggen dat zowel de opmaak van het profiel, de samenstelling van de selectiecommissie, het verloop van de procedure in al haar aspecten, als de uiteindelijke motivering van de benoeming allemaal correct is geschied. Om die reden gaat hij niet over tot de vernietiging van de benoeming van de commissaris-generaal.
Daarnaast deel ik mee dat er in de lopende procedure tegen Libois en Van Branteghem, de twee andere directeurs-generaal, een tussenarrest is geveld dat de opening van de debatten beveelt. Er is daarover dus nog geen uitspraak. Ik wacht dus nog op het definitief arrest ter zake.
Ik heb akte genomen van het arrest van de Raad van State, dat ons volledig, op alle punten in het gelijk stelt en zegt dat de benoeming met recht en reden is geschied.
10.03 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, het is goed dat er in het politielandschap rust komt, zowel aan de basis als aan de top. In die zin is het goed dat de hoogste leidinggevenden tot volgend jaar de nodige stabiliteit hebben om hun werk voort te zetten. Ik hoop dat zij echt in rustige vastheid aan de verfijning van de politiehervorming voort zullen werken.
De voorzitter: In rustige vastheid, dat is mooi.
L'incident est clos.
- de heer Filip De Man aan de minister van Justitie over "de incidenten naar aanleiding van de lezing in de Universiteit Antwerpen op 31 maart" (nr. P1828)
- de heer Ben Weyts aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de incidenten naar aanleiding van de lezing in de Universiteit Antwerpen op 31 maart" (nr. P1836)
- M. Filip De Man au ministre de la Justice sur "les incidents survenus le 31 mars à l'occasion de la conférence à l'Université d'Anvers" (n° P1828)
- M. Ben Weyts à la ministre de l'Intérieur sur "les incidents survenus à l'occasion de la conférence organisée à l'Université d'Anvers le 31 mars" (n° P1836)
11.01 Filip De Man (VB): Mijnheer de voorzitter, ik had, zoals reeds gezegd, die vraag gericht tot de minister van Justitie om te weten wat de gerechtelijke follow up van de incidenten van gisteren zou zijn. U hebt gezegd dat de regering beslist dat de minister van Binnenlandse Zaken zou antwoorden. U had echter beloofd dat de minister van Justitie stand-by zou staan, maar hij is hier niet.
De voorzitter: De heer Weyts stelt over dezelfde problematiek een vraag aan de minister van Binnenlandse Zaken. De regering beslist dat de minister van Binnenlandse Zaken antwoordt. Men kan hier elke week een spelletje van maken, maar ik speel niet mee. De minister van Binnenlandse Zaken antwoordt namens de regering, zoals afgesproken in de regering. Ik neem daarvan nota en u ook.
11.02 Filip De Man (VB): Mijnheer de voorzitter, uw belofte van daarstraks is ondertussen ingeslikt.
De voorzitter: Mijn belofte van daarstraks was gebaseerd op wat de minister van Justitie had aangekondigd. Hij is nu naar de Senaat geroepen om daar een vraag te beantwoorden. Als wij nu zo verder doen, zijn wij vijf minuten verder en zult u waarschijnlijk helemaal voldaan zijn.
11.03 Filip De Man (VB): Mijnheer de voorzitter, zeer zeker niet.
Mevrouw de minister, er zijn door de opeenvolgende regeringen in dit land meer dan 600 000 moslims toegelaten. Dat heeft natuurlijk gevolgen. Een van die gevolgen konden wij gisteren zien op de universiteit in Antwerpen, waar een bende, voor een deel gemaskerde moslims, het spreekrecht van Benno Barnard hebben belet. Men heeft dus een fundamenteel principe van onze samenleving met voeten getreden.
Mevrouw de minister, ik ben zeer verbaasd dat uw diensten niet optraden. Wat was het geval? Sedert dagen was bekend dat er werd opgeroepen om die voordracht over de islam, een islamkritische voordracht, te beletten. Ik neem aan dat uw diensten daar toch van wisten.
Ik ben voorts zeer verbaasd dat, wanneer zich zo’n gemaskerde bende in een universitaire aula aanmeldt, ze ook nog worden binnengelaten en wanneer ze hun herrie hebben veroorzaakt, ze ook nog mogen beschikken. Er is bij mijn weten niemand aangehouden, zelfs niet administratief.
Mevrouw de minister, en ik richt mij tot de regering in het algemeen, het is toch degoutant — en ik denk dat de hele bevolking in Vlaanderen dit degoutant vindt — dat iemand die islamkritisch uit de hoek wil komen daartoe wordt belet door een bende deels gemaskerde moslims. De regering is daarvan dagen op voorhand op de hoogte. Iedereen moet vaststellen dat uw diensten helemaal niet optreden.
Ik zou dus willen weten waarom dat allemaal toegelaten is.
Ten tweede — en ik had het antwoord op deze vraag die collega Laeremans enkele weken geleden al heeft gesteld, liever gekregen van de minister van Justitie —, wat zal de regering doen tegen de groep Sharia4Belgium, die oproept om hier de jihad te importeren, die terrorisme verheerlijkt, enzovoort?
De voorzitter: Er zijn toch een aantal elementen van uw vraag die gericht zijn tot de minister van Binnenlandse Zaken. Het gaat over de diensten van de minister van Binnenlandse Zaken, dat heb ik toch begrepen.
11.04 Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zal enkele uitspraken citeren van de groep, Sharia4Belgium, te vinden op hun website. “Democratie is de werkelijke essentie van de ketterij”. “Democratie is valsheid die geen plaats heeft in de islam”. Diezelfde mensen maken nochtans dankbaar gebruik van die democratie die ze zo verketteren. Zij hebben het recht om dat te zeggen in het kader van de vrijheid van meningsuiting. Hun vrijheid van meningsuiting houdt natuurlijk echter op wanneer zij die misbruiken om de vrijheid van meningsuiting van anderen te beknotten.
De vraag is hoever wij kunnen gaan in onze verdraagzaamheid tegenover de onverdraagzamen. In dat opzicht meen ik dat wij niet kunnen tolereren, mevrouw de minister, dat een bende semi-gemaskerden — ik weet niet precies hoe het in mekaar zat — een democratische activiteit komt verhinderen, meer dan verstoren, niet toevallig in de universiteit, de tempel van de vrije meningsuiting, de plaats waar wij onze jongeren opvoeden in het kader van de vrije meningsuiting, de plaats bij uitstek van het vrije woord. Ziet u het andersom al gebeuren dat bijvoorbeeld een groep holebi’s of vrijzinnigen een gespreksavond over de islam binnenvalt? Het land zou te klein zijn!
De politie en de staatsveiligheid waren op voorhand op de hoogte van deze actie. Dat is ook niet moeilijk, het stond uitgebreid op de website vermeld. Toch heeft niemand die mensen een strobreed in de weg gelegd, niet vóór hun activiteit, niet erna. Integendeel, ze hebben hun doel bereikt. Ze hadden aangekondigd dat ze die activiteit zouden verhinderen en ze zijn daarin geslaagd.
Mijn vraag aan u en aan uw collega van Justitie — u antwoordt namens u beiden heb ik begrepen — is hoe u samen met hem gaat verhinderen dat zulke activiteiten in de toekomst nog plaatsvinden?
De voorzitter: In de verdediging van de verdraagzaamheid is extremisme een deugd.
11.05 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, collega’s, wij zijn het er allemaal over eens dat het recht op vrije meningsuiting een grondrecht in de samenleving is. Het is een van de pijlers van de democratie. Ik ben even verontwaardigd als Benno Barnard over wat er gisteren gebeurd is.
Ik zal meer zeggen, ik heb het zelf ook twee keer meegemaakt, toen ik nog minister voor Migratie was, zowel aan de VUB als in Leuven. Een keer is de lezing wel kunnen doorgaan, dankzij het optreden van de organisatoren die na een kwartier gezegd hebben dat men zijn punt kon maken, waarna zij overgingen tot de lezing. Een andere keer kon de lezing niet doorgaan, omdat het tumult niet te stoppen was. Ik heb twee keer meegemaakt dat ik gewoon mijn mening niet op een rustige manier kon verdedigen, in een debat met vraag en antwoord. Ik heb dat twee keer als zeer ingrijpend ervaren.
Wat is er gisteren gebeurd? De politie was inderdaad op de hoogte en heeft alle preventieve maatregelen genomen die zij kon nemen. Er waren bodyguards. Er werden camera’s op de publiekstribune geplaatst. Er was een verbod van interpellatie tijdens de lezing. Er zijn nadien identificaties gebeurd. Er is geen fysiek geweld gepleegd, maar er werd op een bepaald ogenblik besloten om de lezing niet verder te laten doorgaan.
Wat heb ik vandaag beslist? De website Sharia4Belgium zal vanuit het OCAD permanent gevolgd worden, zodat, als er strafbare feiten gepleegd worden, daarop doorgegaan wordt. De website werd tot nu toe maar sporadisch gevolgd, maar zal vanaf nu permanent gevolgd worden, zodat wij de vinger aan de pols houden. Als er strafbare feiten gepleegd worden, dan zullen die onmiddellijk aan Justitie worden doorgegeven, zodat er een justitieel vervolg aan gegeven kan worden. De informatie moet ook leiden naar het ontmantelen van of het meer zicht krijgen op de groeperingen die erachter zitten. Wij zullen sneller de vinger aan de pols kunnen houden. Op die manier geven wij duidelijk het signaal dat het recht op vrije meningsuiting een basispijler in onze democratie is.
11.06 Filip De Man (VB): Mevrouw de minister, u probeert natuurlijk nog een beetje te redden wat er te redden valt, maar in Groot-Brittannië bestaat er een zusterorganisatie van die Sharia4Belgium en zij is daar gewoon verboden.
11.07 Minister Annemie Turtelboom: U heeft het over de website.
11.08 Filip De Man (VB): Achter zo’n webstek staan natuurlijk wel een paar mensen.
11.09 Minister Annemie Turtelboom: Ik waak erover dat uw repliek juist is.
11.10 Filip De Man (VB): Computers generen zelf geen haatteksten. Die haatteksten worden door mensen gemaakt. In Engeland treedt men daar zeer krachtdadig tegen op. Men heeft daar beslist dat het daarmee, poef, gedaan was. Wat doet men in dit land? Men heeft hier blijkbaar schrik om eens duchtig op te treden en beperkt zich ertoe om een en ander nog wat beter in het oog te houden. Het gevolg is dat gisterenavond iemand die zijn mening wou uiten over de islam, dat niet kon. Dat is bijzonder erg.
Ik wil besluiten met wat de heer Barnard vanmorgen zei. Het ligt in feite aan het aantal. Met hoe meer zij hier neerstrijken, met hoe meer van die problemen wij te maken zullen krijgen. Ik hoop dat u dat ooit eens in uw kopje wilt steken!
11.11 Ben Weyts (N-VA): Mevrouw de minister, u zegt zonder enige zweem van ironie dat alle preventieve maatregelen werden genomen. Ik stel vast dat die maatregelen dan toch niet erg doeltreffend waren. Die mannen zijn immers gewoon volledig geslaagd in hun opzet en er is hun geen strobreed in de weg gelegd. Dat is maar een vaststelling. Die preventieve maatregelen hebben niet gewerkt.
U kondigt nu de screening van een website aan. Ik dacht dat dat al lang gebeurde, want iedereen kan die website volgen. Ik denk trouwens dat de politie dat ook al doet, want anders zou zij niet ter plaatse zijn geweest. Ik denk dat u meer moet doen. Ik denk dat wij allemaal meer moeten doen. Als samenleving, als politiek en als overheid moeten wij een signaal geven dat hier een grens is en dat het hier ophoudt.
De vrijheid van meningsuiting houdt op wanneer zij wordt ingezet om de vrijheid van meningsuiting van anderen te dwarsbomen. Laat het hier alstublieft niet zo ver komen als in Nederland, waar verschillende persoonlijkheden enkel buiten kunnen komen onder permanente bewaking en zij moeten leven onder permanente terreur. Laat dat niet gebeuren.
Wij hebben vroeger alles in het werk gesteld om de hooligans in het voetbal te bestrijden. Als wij alle hooligans in het voetbal kunnen bestrijden, dan moeten wij dat ook kunnen met alle hooligans tegen de vrije meningsuiting.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Christian Brotcorne au secrétaire d'État à la Modernisation du Service public fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances, sur "le projet de taxe carbone" (n° P1837)
12 Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën, over "de plannen voor een koolstoftaks" (nr. P1837)
12.01 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, la question que tout le monde se pose aujourd'hui est la suivante: taxe carbone ou pas taxe carbone? À vous entendre, on réfléchit, on discute et vous viendrez avec des propositions de taxe carbone. Le lendemain, vous dites n'avoir jamais utilisé les mots "taxe carbone", que ce n'est pas tout à fait cela que vous avez voulu dire. Quand il est question de 17 euros la tonne de CO2 qui pourraient être éventuellement augmentés progressivement, on se demande "si ce n'est pas une taxe carbone, qu'est-ce que c'est?". On dit même que sur votre site web, on emploie l'expression "taxe carbone", neutre budgétairement, qui doit opérer ce fameux glissement entre la fiscalité sur le travail et celle sur d'autres types de ressources.
Et puis, patatras!, hier soir, sur une chaîne de télévision publique francophone, le premier ministre dit qu'il n'y aura pas de taxe carbone. Monsieur le secrétaire d'État, qu'en est-il? Est-ce un effet d'annonce? Il semble pourtant qu'il y ait eu des discussions à ce sujet avec certains milieux, concertations qu'on impute d'ailleurs parfois au ministre Magnette qui a aussi son mot à dire au sujet d'une taxation du CO2, me semble-t-il? Je voudrais entendre votre réponse.
12.02 Bernard Clerfayt, secrétaire d'État: Monsieur Brotcorne, comme je l’ai annoncé de longue date – ce n’est pas la première fois que j’ai indiqué que j’estimais cette réflexion sensée et raisonnable pour un pays comme la Belgique – je consulte actuellement les partenaires sociaux sur l’opportunité et les moyens de diminuer la pression fiscale sur les revenus du travail.
Tout le monde est d’accord pour dire qu’il y a une pression fiscale exagérée sur les revenus du travail mais, comme une diminution ne peut pas être envisagée dans le cadre budgétaire que l’on connaît, la proposition est d’augmenter de manière totalement compensatoire les accises sur non pas l'ensemble des énergies mais sur celles qui contribuent au réchauffement climatique par la production de CO2, en particulier les énergies fossiles. Il n'y aurait aucun prélèvement supplémentaire de la part de l’État; cela se ferait en transférant d’un type d’acteur à un autre – et sans doute les mêmes acteurs –, donc sans effets macro-économiques en termes de revenus globaux.
Les effets positifs d’une telle mesure sont bien compris par tout le monde. Baisser la pression fiscale sur le travail augmente le pouvoir d’achat des ménages. Si l’on baisse les cotisations sociales patronales, cela a un effet stimulant et d’encouragement à la création d’emplois. Augmenter légèrement la pression fiscale sur les énergies fossiles, et seulement celles-là, cela réduirait les émissions de CO2 sans mettre à mal notre consommation d’énergie, puisque des énergies alternatives seraient rendues rentables. On pourrait mieux développer la production d’énergies alternatives compensatoire à la baisse de consommation des énergies fossiles. Cette mesure serait socialement progressive car elle serait avantageuse pour les bas et moyens revenus; je pense à une réduction de la pression fiscale, une réduction du taux de taxation de la première tranche, qui est à 25 %, aux alentours de 20 %, peut-être moins que cela. C’est envisageable dans ce schéma-là.
À ce stade, cette proposition est bien accueillie dans son principe par les partenaires sociaux. Il y a une volonté de travailler ce sujet-là. Des discussions ont lieu sur les modalités. Il est vrai que, à ce stade, je n’ai rien déposé sur la table du gouvernement. Nous sommes toujours au stade des consultations. Dès que celles-ci auront abouti et seront terminées, je viendrai avec des propositions précises.
Pour terminer, je n'ai, par contre, jamais utilisé les deux mots que vous avez prononcés par deux fois dans le titre de votre question. J'ai parlé d'un "glissement fiscal vert".
12.03 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, ce n'était pas sur votre site? Si j'en crois Le Soir d'avant-hier, vous plaidiez en faveur d'une taxe carbone à la belge. J'irai vérifier, à moins que vous n'ayez corrigé votre site depuis lors.
J'ai bien écouté votre réponse, mais elle n'était pas très précise. En tout cas, vous ne précisez pas les modalités pratiques ni un calendrier.
Lorsque nous avons discuté de la note de politique générale au début de cette année, je vous avais dit que votre note sur la fiscalité verte reprenait mot pour mot celle de l'année précédente. Mon constat reste identique: on discute beaucoup, des symposiums et des colloques sont organisés, mais nous ne voyons toujours rien venir. La fiscalité verte est essentielle et elle fait partie de la déclaration gouvernementale.
Devrais-je conclure mon intervention en supposant qu'au FDF, on est plus fort avec les mots qu'avec les actes?
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Op vraag van de indiener en overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 31 maart 2010, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het voorstel van resolutie van de dames Camille Dieu en Marie Arena en de heren Philippe Blanchart en Guy Milcamps waarbij wordt gevraagd het Europese minimumloon op de agenda te plaatsen van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie in 2010 (nrs 2199/1 tot 3) in te schrijven.
À la demande de l'auteur et conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 31 mars 2010, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi la proposition de résolution de Mmes Camille Dieu et Marie Arena et MM. Philippe Blanchart et Guy Milcamps visant à inscrire la question du salaire minimum européen à l'agenda de la présidence belge de l'Union européenne en 2010 (n°s 2199/1 à 3).
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
14 Wetsontwerp houdende vijfde aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2009 (2447/1-3)
14 Projet de loi contenant le cinquième ajustement du Budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2009 (2447/1-3)
Overeenkomstig artikel 116 van het Reglement wordt een beperkte algemene bespreking gehouden.
Conformément à l'article 116 du Règlement, le projet de loi fait l'objet d'une discussion générale limitée.
De beperkte algemene bespreking is geopend.
La discussion générale limitée est ouverte.
14.01 Jean-Jacques Flahaux, rapporteur: Monsieur le président, la discussion a été relativement brève pour ce cinquième ajustement du budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2009.
M. le secrétaire d'État, Melchior Wathelet, en présentant sa proposition, a indiqué que le projet de loi avait été déposé tardivement au Parlement pour des raisons techniques.
La loi de mai 2003 portant organisation du budget de la comptabilité de l'État est entrée partiellement en vigueur le 1er janvier 2009 pour cinq départements transversaux. L'application de ces nouvelles dispositions, notamment l'expression des dépenses en termes de droit constatés avait pour conséquence que le salaire du mois de décembre des fonctionnaires de cinq départements a dû être imputé sur le budget de l'année en cours, c'est-à-dire 2009.
Cette adaptation du budget 2009, cependant, a été neutre d'un point de vue du système européen des comptes économiques. C'est la raison pour laquelle une correction a dû être apportée au niveau des comptes des SPF pilotes du projet FEDCOM pour ne pas comptabiliser 13 mois de salaire en 2009.
Le secrétaire d'État a également insisté en commission sur le fait que ces adaptations ne modifiaient en rien les résultats définitifs du budget 2009 en termes du SEC.
La principale et quasiment unique intervenante dans cette commission a été Meyrem Almaci qui renvoyait à la remarque de la Cour des comptes relative à la nouvelle ventilation de l'allocation de base. Celle-ci, en effet, soulignait que la nouvelle ventilation constitue une violation du principe légal de spécialité budgétaire. L'intervenante constatait aussi qu'il ne s'agissait pas d'un cas isolé tant en ce qui concerne le budget 2009 que le budget 2010 et interrogeait le secrétaire d'État à cet égard.
Le secrétaire d'État souligne que la mise en œuvre du projet FEDCOM permettra d'assurer une meilleure traçabilité de chaque montant budgétaire, ce qui ne peut que renforcer la bonne application du principe de stabilité budgétaire.
Mme Almaci a également posé quelques questions: d'abord, sur le fait de savoir si nous ne connaîtrons pas en 2010 la réitération de cette situation; ensuite, des questions techniques sur le résultat exact du budget pour l'année budgétaire 2009 auxquelles a été donnée une réponse complémentaire du secrétaire d'État datée du 24 mars, comprenant seulement une petite variation de 0,1 % concernant les entités 2, c'est-à-dire les Régions; enfin, une question pour savoir si la contribution du secteur énergétique pour 2009 avait été versée, question reposée encore tout à l'heure en plénière par une collègue, à laquelle une réponse affirmative a été confirmée par le secrétaire d'État.
Les
articles 1 à 4 ont été adoptés par 9 voix pour et 3 abstentions.
14.02 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, ik wil nog een kleine opmerking maken, zonder terug te komen op mijn betoog in de commissie. Het gaat om een aanpassing voor het jaar 2009. Dat jaar is natuurlijk al voorbij. Dat is misschien een klein detail voor deze meerderheid, maar ik vraag mij af hoe men zou reageren indien lokale of andere overheden achteraf een aanpassing doen aan de begroting van een jaar dat al voorbij is?
Daarmee worden volgens mij op een technische wijze de grenzen van een goed begrotingsbestuur toch heel ver uitgerekt. Ik hoop dat men dit niet meer zal herhalen in de toekomst. Ik hoop dat men niet opnieuw een jaar nadien of nog langer nadien aanpassingen doet voor een jaar dat reeds voorbij is.
14.03 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mevrouw Almaci, zoals uitgelegd werd in de commissie verandert dit niets aan de ESER-comptabiliteit van de Staat. Het is gewoon, zoals de heer Flahaux heeft gezegd in zijn uitstekende verslag, een aanpassing van de begroting. Het is de vijfde aanpassing van de begroting, maar zij was al meegerekend voor de ESER-comptabiliteit die werd voorgesteld begin 2010, dus net na het einde van 2009.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De beperkte algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale limitée est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2447/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2447/1)
Het wetsontwerp telt 4 artikelen.
Le projet de loi compte 4 articles.
Amendement nr.1 van de regering (2447/3) werd ingetrokken.
L'amendement n° 1 du gouvernement (2447/3) a été retiré.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen, alsmede de tabellen in bijlage.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article, ainsi que les tableaux annexés.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
15 Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de procedure inzake echtscheiding betreft (1517/1-7)
- Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de procedure inzake echtscheiding betreft (1706/1-2)
15 Proposition de loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la procédure de divorce (1517/1-7)
- Proposition de loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la procédure de divorce (1706/1-2)
Voorstellen ingediend door:
Propositions déposées par:
- 1517: Katrien
Schrijvers, Raf Terwingen, Servais Verherstraeten
- 1706:
Sabien Lahaye-Battheu, Carina Van Cauter
Ik stel u voor een enkele bespreking aan
deze wetsvoorstellen te wijden. (Instemming)
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces propositions de loi. (Assentiment)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
15.01 Sabien Lahaye-Battheu, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, de commissie voor de Justitie heeft dit wetsvoorstel besproken in haar vergaderingen van 10 en 17 maart laatsleden. Er waren betogen van collega’s Marghem, Nyssens, Terwingen en mezelf.
Mevrouw Marghem heeft verslag uitgebracht van de werkzaamheden in de subcommissie Familierecht, want deze wetsvoorstellen werden in eerste instantie, mijnheer de staatssecretaris, in onze subcommissie behandeld. Het verslag van mevrouw Marghem komt neer op het volgende. Het is zo dat de samengevoegde wetsvoorstellen nr. 1517 en nr. 1706 besproken werden in de subcommissie op 4 en 11 februari, op 25 maart, 22 april en 10 juni van vorig jaar en dit jaar in de commissie van 3 maart 2010. De inhoud van deze wetsvoorstellen raakt niet wezenlijk aan de echtscheidingsprocedure zelf. De wetsvoorstellen betreffen een aantal technische aanpassingen die voor de praktijk wel van belang zijn.
Door de subcommissie werd schriftelijk advies ingewonnen zowel bij de OVB, de OBFG als bij professor Senaeve. Er werden ook hoorzittingen georganiseerd in de subcommissie Familierecht. Uiteindelijk heeft de subcommissie Familierecht de tekst met heel wat amendementen doorgestuurd naar de commissie voor de Justitie.
In de commissie voor de Justitie heeft mevrouw Nyssens onder andere gesteld dat deze teksten zich eigenlijk beperken tot het wegwerken van “de naar aanleiding van de toepassing van de wet van 27 april 2007, betreffende de hervorming van de echtscheiding, vastgestelde kinderziekten”.
Collega Terwingen stelde dat de wetswijziging vooral een technische aangelegenheid betreft en heeft in een notendop nog eens samengevat wat de aanpassingen inhouden. Ik herhaal ze hier dan ook. In de eerste plaats gaat het erover dat de inleiding van de echtscheiding bij een tegensprekelijk verzoekschrift dient te gebeuren, de inleiding overeenkomstig artikel 229, § 2, van het Burgerlijk Wetboek.
In de tweede plaats gaat het erover dat de betekening behouden blijft. Echtscheidingsvonnissen moeten blijvend betekend worden om de beroepstermijn te laten lopen.
In laatste instantie stelt de tekst voor om de cassatietermijn gelijk te schakelen op drie maanden in echtscheidingszaken zoals ook in andere procedures het geval is.
Mijnheer de voorzitter, dat is in een notendop het resultaat van onze werkzaamheden. Wij hebben de tekst met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.
De voorzitter: Mevrouw de verslaggeefster, ik dank u voor uw rapport.
Het woord is aan de heer Terwingen.
15.02 Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil de verslaggeefster danken voor haar zeer volledig verslag. Het gaat inderdaad over vooral technische aanpassingen aan de wet, die noodzakelijk waren omdat in de praktijk gebleken was dat er dienaangaande problemen rezen. Mevrouw Lahaye-Battheu heeft dat goed verwoord. Aangezien er geen andere sprekers zijn en ik kan rekenen op de unanimiteit van de Kamer, zal ik niet verder uitweiden.
De
voorzitter: Vraagt
nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1517/7)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1517/7)
Het opschrift werd gewijzigd door de commissie in "wetsvoorstel tot wijziging van sommige bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en van het Gerechtelijk Wetboek wat de procedure inzake echtscheiding betreft".
L'intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant certaines dispositions du Code civil et du Code judiciaire en ce qui concerne la procédure de divorce".
Het wetsvoorstel telt 10 artikelen.
La proposition de loi compte 10 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 10 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 10 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
16 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 308, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (2475/1-2)
16 Projet de loi modifiant l'article 308, § 3, du Code des impôts sur les revenus 1992 (2475/1-2)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
16.01 Christian Brotcorne, rapporteur: Monsieur le président, chers collègues, le texte que nous avons adopté à l'unanimité – une fois n'est pas coutume – en commission des Finances vise à permettre à l'administration de ne plus adresser aux contribuables le formulaire de déclaration fiscale annuelle pour autant qu'ils aient fait le choix d'un mandataire. Celui-ci recourant en général à Tax-on-web, ce sera un gain en termes d'impression, de papier et en coûts d'envoi. C'est donc un bénéfice à la fois financier et environnemental. Ceux qui renonceront à leur mandataire recevront à nouveau par la suite la version papier.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2475/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2475/1)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen, met tekstverbeteringen op artikelen 2 en 3.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article, avec des corrections de texte aux articles 2 et 3.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
17 Voorstel van resolutie waarbij wordt gevraagd het Europese minimumloon op de agenda te plaatsen van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie in 2010 (2199/1-3)
17 Proposition de résolution visant à inscrire la question du salaire minimum européen à l’agenda de la présidence belge de l’Union européenne en 2010 (2199/1-3)
Voorstel ingediend door:
Proposition déposée par:
Camille
Dieu, Marie Arena, Philippe Blanchart, Guy Milcamps
De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2199/3)
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4) (2199/3)
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “voorstel van resolutie waarbij wordt gevraagd een minimumloon vastgesteld boven de armoedegrens in elk Europees land op de agenda te plaatsen van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie in 2010".
L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de résolution visant à inscrire la question d’un salaire minimum situé au-dessus du seuil de pauvreté dans chaque pays européen à l’agenda de la présidence belge de l’Union européenne en 2010".
De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.
17.01 Maggie De Block, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, de commissie voor de Sociale Zaken besprak het voorliggende voorstel tijdens haar vergaderingen van 16 en 23 maart. Mevrouw Dieu, hoofdindiener van de tekst, lichtte in een eerste vergadering de resolutie toe. Zij wees erop dat de Europese harmonisering vooral vooruitgang heeft geboekt op economisch en monetair vlak en veel minder op sociaal vlak. Bijgevolg beschouwen vele modale Europeanen Europa veeleer als een factor van instabiliteit wat betreft hun sociale rechten dan als een instrument om de mondialisering in goede banen te leiden.
Door de invoering van een minimumloon in alle Europese lidstaten zou de mogelijkheid om aan sociale dumping te doen, tegengegaan worden en een aldus op de groei gericht inkomstenbeleid gevoerd kunnen worden. Het is in het teken van de strijd tegen de armoede dat het voorstel werd ingediend, niet toevallig in het jaar van de armoede: Europa heeft het jaar 2010 tot het jaar van de armoede uitgeroepen. Het gaat wel over inkomsten uit arbeid, niet over een minimuminkomen.
De minister van Werk heeft tijdens de voorstelling haar medewerking betuigd en gezegd dat het voor haar een van de zaken is die zij prioritair zal stellen tijdens het Belgisch voorzitterschap.
Enkele collega’s hadden enkele bedenkingen, waardoor wij tijdens de tweede vergadering de nodige tekstaanpassingen hebben gedaan. We vragen de Europese Commissie ook een impactstudie uit te voeren naar de haalbaarheid van de invoering van een minimumloon in alle Europese lidstaten.
Président: André Flahaut, deuxième vice-président.
Voorzitter: André Flahaut, tweede ondervoorzitter.
U begrijpt dat dit een zeer moeilijke oefening zal zijn, van noord naar zuid en van west naar oost.
Onze fractie heeft volop meegewerkt aan het totstandkomen van de resolutie. Wij hebben wel de bedenking gemaakt of het niet aan de late kant was om dit als prioriteit naar voren te schuiven. Voor de minister was dat blijkbaar geen probleem.
17.02 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, chers collègues, c'est avec grand plaisir que je prends la parole à la tribune. Je remercie beaucoup Mme De Block pour son rapport fidèle ainsi que tous les commissaires qui ont vraiment travaillé dans un esprit d'ouverture pour aboutir à une résolution qui est véritablement devenue le fruit de cette commission.
C'est ainsi que nous sommes passés de l'idée d'un salaire minimum, qui paraissait un peu vague à l'origine, à celle d'un salaire minimum à instaurer dans chaque pays européen. En effet, nous devions être clairs au vu de la situation. Autrement dit, il n'était pas question de déstabiliser les acquis sociaux dans des pays qui bénéficient d'une protection sociale plus élevée.
Comme l'a rappelé Mme De Block, la stratégie dite "de Lisbonne", axée sur trois volets, avait surtout été concrétisée dans le domaine économique, avait connu quelques timides avancées dans le domaine environnemental et avait donné lieu à des tentatives minimales du point de vue social.
Mme De Block l'a dit, c'est l'Année européenne de la lutte contre la pauvreté. Et nous prenons la présidence européenne le 1er juillet. Il nous semblait donc important d'adopter une position emblématique aux yeux des travailleurs européens, qui sont aujourd'hui beaucoup trop méfiants envers la construction européenne. Il suffit de voir l'abstention dans les pays où le vote n'est pas obligatoire ou encore les résultats de référendums sur l'Europe dans certains pays voisins.
Il s'agissait pour nous de combattre le dumping social, mais surtout d'instaurer une solidarité entre les travailleurs européens et entre ceux-ci et les allocataires sociaux et de donner un peu d'espoir à tous ceux qui ont une protection sociale bien moindre que dans notre pays. Par ailleurs, nous estimons que cela peut contribuer à conférer du sens aux mesures d'activation des demandeurs d'emploi.
Monsieur le président, chers collègues, cette proposition était ouverte. Nous voulons instituer ce salaire minimum au-dessus du seuil de pauvreté dans les pays qui n'en bénéficient pas.
J'avais proposé comme piste de réflexion, même si cela ne se retrouve pas en tant que tel dans la proposition, de prendre en compte le salaire médian – et non pas le salaire moyen. C'est ouvert, c'est une proposition à soumettre également aux partenaires sociaux européens et à défendre par notre ministre de l'Emploi au Conseil EPSCO.
17.03 Hilâl Yalçin (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, onze fractie staat volledig achter de resolutie die de regering oproept om op Europees niveau te pleiten voor een decent minimumloon in alle landen van de Europese Unie.
De waardigheid van de werknemers wordt ook bij ons hoog in het vaandel gedragen. Ook kan een decent minimumloon in alle Europese landen een belangrijk instrument zijn in het tegengaan van sociale concurrentie tussen lidstaten.
Bovendien kan een minimumloon groeibevorderend zijn aangezien hogere lonen bij lagere inkomensgroepen in belangrijke mate leiden tot hogere consumptie.
We zullen deze resolutie van de commissie voor de Sociale Zaken dan ook met volle overtuiging goedkeuren.
Wij vinden echter dat er geen illusies mogen worden gewekt. De kans dat een decent minimumloon, namelijk een loon dat minstens twee derde van een mediaal loon bedraagt, daadwerkelijk wordt ingevoerd in alle EU-lidstaten is redelijk klein.
Een aantal belangrijke lidstaten in de Europese Unie erkent immers geen wettelijk of interprofessioneel minimumloon, zoals de Scandinavische landen en Duitsland. Vooral de positie van Duitsland is hierin heel belangrijk als grootste markt.
De Duitse regering heeft reeds aangegeven dat zij geen wettelijk minimumloon wil invoeren in eigen land. Enkel minimumlonen voor specifieke sectoren in het kader van de detacheringswet worden aanvaard. Daarbij komt ook nog dat in sociale kwesties op Europees niveau met unanimiteit wordt beslist. De procedure van gekwalificeerde meerderheden zoals die gelden voor andere bevoegdheden zoals de interne markt is hier niet van toepassing.
Ook moet bij de invoering van een decent minimumloon in alle Europese landen erop worden toegekeken of de economieën van bepaalde Oost-Europese landen wel voldoende draagkracht hebben om te voorzien in dit minimumloon.
Dat minimumloon bedraagt, zoals ik al eerder gezegd heb, twee derde van het mediaan loon voor al hun werknemers. In dat opzicht dient er uitgekeken te worden naar de resultaten van een impactstudie van de Europese Commissie. Het is voor ons een pluspunt dat dit ook in de resolutie opgenomen is. Tevens wensen wij te benadrukken dat het principe van een decent minimumloon er niet toe mag leiden dat de hoogte van het minimumloon in ons land, en in een aantal andere Europese landen waar het redelijk hoog is, naar beneden wordt bijgesteld.
Er kan dus geen sprake zijn van een standaardminimumloon, in absolute, noch in relatieve cijfers. Een overeenkomst op Europees niveau moet dus ruimte laten voor individuele lidstaten om het niveau van een minimumloon vast te leggen boven op de afgesproken Europese standaarden.
17.04 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ook de Ecolo-Groen!-fractie zal deze resolutie goedkeuren. Wij verwelkomen deze resolutie en willen onze waardering uitdrukken ten aanzien van de initiatiefnemers.
De resolutie is actueler dan wij zouden kunnen vermoeden, aangezien de opvolger van de Lissabondoelstellingen, de EU 20-20-doelstellingen, een tekort aan sociale dimensie heeft. Naar verluidt heeft ook de Belgische regering zich ingespannen om, onder andere inzake armoede, een aantal doelstellingen mee te nemen, maar is dat niet gelukt. Lissabon zelf was in sociaal opzicht al een proces met een aantal gebreken. De sociale dimensie van de Lissabondoelstellingen was onvoldoende opgenomen en is ook onvoldoende bereikt. Het is des te belangrijker om effectief een bepaling van het minimumloon op Europees vlak, in de Europese lidstaten, na te streven. Op die manier zou het project van de Europese Unie misschien wat meer aan draagvlak kunnen winnen.
Europa blijft op dit moment nog veel te veel een ver-van-mijn-bed-project. Het is er enkel op gericht om intern naar een vrije markt te gaan en monetair een aantal zaken te regelen. Dat is deels realiteit maar zeker de perceptie die bij heel wat mensen leeft.
Dit jaar is ook het Europese jaar voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. De bepaling van een minimumloon dat boven de armoedegrens ligt is een belangrijk element. Hoe meer sociale regelgeving op Europees niveau, hoe beter. Ook de vakbonden zijn heel erg vragende partij.
Als we op Europees niveau niet naar een systeem van minimumlonen gaan, dan houden wij de sociale dumping in stand. Werkgevers zullen hun economische activiteiten verplaatsen naar die landen binnen de eigen Europese Unie waar geen minimumlonen van tel zijn. Dat sociale dumping bij globalisering speelt, weten wij allemaal. Maar laten wij die sociale dumping toch niet in stand houden en intern binnen de Europese Unie organiseren. Het is belangrijk dat de lidstaten die al op een hoog niveau staan bij het bepalen van een minimumloon in Europese context niet geneigd zullen zijn om hun niveau van sociale bescherming naar beneden te halen. Ik heb gemerkt dat zulks in de discussie voldoende aan bod is gekomen en dat het zeker niet de bedoeling is om een dergelijk risico in te bouwen.
Het is zo dat de Europese Unie niet bevoegd is voor het instellen van minimumlonen. Niettemin, indien de Belgische regering de vragen, vervat in deze resolutie, positief beantwoordt, dan wordt de kwestie van het minimumloon besproken tijdens het Belgische voorzitterschap en meer bepaald in de ministerraden Werkgelegenheid en Sociaal Beleid.
Ik zou mijn kast niet willen vullen met alle resoluties die niet door de regering werden uitgevoerd. Als deze resolutie wordt uitgevoerd is het een belangrijke signaalfunctie. We moeten nog afwachten wat de concrete impact zal zijn. Een wetsvoorstel is altijd sterker, zeker ook in het licht van het Europees jaar van de bestrijding van armoede.
Wij willen opnieuw wijzen op het wetsvoorstel dat Ecolo-Groen! een tijd geleden heeft ingediend om de minima van leeflonen en sociale uitkeringen tot boven de armoedegrens op te trekken. Dat is de belangrijke stimulus om armoede in Europa uit te roeien. Wij willen beginnen in eigen land.
Wij vragen aan de partijen, de fracties en de indieners hier aanwezig om daar ook in eigen land werk van te maken. Het realiseren van zwaardere uitkeringen en een hoger leefloon hangt af van uw politieke steun.
Het Belgisch voorzitterschap is er een mooie aanleiding voor, evenals het Europees jaar van de bestrijding van armoede. Een op zeven Belgen is arm, collega’s. De kwestie is dus urgent.
17.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, chers collègues, la résolution que nous allons adopter est généreuse. Elle vise à faire jouer à la Belgique un rôle actif pour une Europe plus sociale dans le cadre de la présidence que nous exercerons au second semestre. Comme nous sommes un groupe généreux et que nous voulons que la Belgique joue un rôle actif dans la construction d'une Europe non seulement plus sociale mais aussi plus verte, nous voterons ce texte que Mme Dieu a eu le mérite de déposer.
Nous avons formulé plusieurs propositions, corrections ou amendements avec nos collègues de la commission des Affaires sociales. Il s'agissait notamment de préciser qu'il ne fallait pas revenir sur des avantages acquis dans certains pays. En matière d'harmonisation sociale, nous défendons avec les Verts européens le principe d'une directive "paliers-cliquets", avec des avancées sociales par palier, mais aussi avec des cliquets pour éviter des reculs dans certains pays plus avancés. Il ne s'agit pas d'instaurer un salaire minimum européen, mais d'instaurer dans chaque pays d'Europe un salaire minimum qui se situerait au-dessus du seuil de pauvreté. C'est ce que nous avons précisé lors des travaux.
Autre précision, il s'agit d'inscrire cette résolution dans le contexte de l'Année européenne de lutte contre la pauvreté et l'exclusion sociale. Ce sont des outils qui valent ce qu'ils valent, il faut les utiliser comme leviers afin de combattre les inégalités qui sont malheureusement toujours plus fortes.
Il s'agissait aussi de rappeler que le problème fondamental aujourd'hui, c'est la baisse de la part relative des salaires dans le produit intérieur brut de chaque pays d'Europe par rapport aux revenus financiers, qui contribuent de façon insuffisante au financement des fonctions collectives et à la redistribution des richesses. C'est à mon avis un problème fondamental et la variable sur laquelle il faut travailler pour lutter contre la pauvreté.
Enfin, il s’agissait de préciser et d’insister sur le fait que les augmentations des plus bas salaires servent à l’économie, profitent à l’économie; ces revenus sont réinvestis directement et servent à répondre aux besoins fondamentaux et primaires des personnes concernées.
C'est une résolution généreuse – et je ne vois pas comment on pourrait s'y opposer. Cela étant dit, une fois que la résolution est adoptée, tout reste à faire. Ce n’est pas la septième merveille du monde! Madame Dieu, je ne veux pas vous décevoir!
C’est un outil. Si on ne l’utilise pas plus tard, si Mme la ministre de l’Emploi n’arrive pas à inscrire ce sujet – mais je suis certain qu’elle va essayer de le faire – à l’ordre du jour d’un prochain Conseil des ministres européens en charge du Travail, notre commission se sera fait plaisir en discutant le texte, notre assemblée plénière sera fière de l’avoir adopté mais, comme disait mon collègue Wouter De Vriendt, elle s’ajoutera à la pile de toutes les résolutions que nous avons déjà votées et qui sont dans les armoires!
17.06 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, je voudrais dire à M. Gilkinet que, dans la vie et surtout en politique, il faut continuer à être optimiste et à vouloir! Il faut croire en ce que l’on fait. Je n’ai pas déposé ce texte de résolution pour que vous le mettiez dans votre tiroir! Je l’ai fait parce que je voudrais que l’on arrive à quelque chose de concret, parce que nous avons aussi des parlementaires européens et qu’il faut activer tous nos relais afin que ce texte aboutisse.
Bolkenstein, souvenez-vous, quand on l’a voté ici, on est tout de même arrivé – même si ce n’est pas parfait, je le sais –, à mettre en branle toute une série de choses qui ont permis de modifier le texte sur des points fondamentaux. Je suis une incurable optimiste politique, c’est pour cela que je suis socialiste d’ailleurs, et je vous dis que cela va marcher!
17.07 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame Dieu, c'est bien parce que j'y crois que je prends le temps d'intervenir sur ce sujet, malgré une assemblée qu'on aurait pu espérer plus nombreuse. C'est bien parce que j'y crois que je fais de la politique avec les objectifs que je poursuis!
Il ne faut pas être naïf, il faut entretenir l'optimisme. Mais l'optimisme approche parfois le cynisme quand on voit le résultat des derniers sommets européens. Le sommet de printemps, comme l'a dit mon collègue De Vriendt, a été extrêmement décevant sur le plan social.
Il y a une concurrence fiscale au sein même des pays européens – et la Belgique y participe avec le système des intérêts notionnels –, qui entraîne la baisse des revenus de l'impôt, et donc la capacité de redistribution pour l'ensemble des pays.
Il y a la crise de l'euro. La Grèce connaît des difficultés suite au manque de souplesse dans le système monétaire européen actuel. Les salaires y sont extrêmement bas et son endettement explose. Il y a donc vraiment du travail!
Il faut entretenir l'optimisme mais pas au point d'être naïf ni de passer outre le manque d'avancées, voire les reculs, auxquels l'Europe conduit.
La présidence belge de l'Union européenne au second semestre sera un moment important. Nous appelons de nos vœux le fait que l'État fédéral avec les entités fédérées jouent un rôle actif. Nous avons fait diverses propositions en matière de lutte contre la pauvreté en garantissant un revenu minimum, en veillant à ce que la croissance des salaires se poursuive. Il faut que les revenus de remplacement soient au-delà du seuil du risque de pauvreté.
Lors de la présidence belge, une directive sur le temps de travail sera à l'ordre du jour; il faudra pouvoir discuter de la question du partage du temps de travail.
En effet, on voit exploser le chômage dans tous les pays européens, résultat de la crise financière et de la crise économique qui a suivi. Il faut pouvoir prendre des mesures contre les licenciements abusifs dans le chef des entreprises bénéficiaires, guider l'Europe sur la voie d'un autre développement, plus durable et plus vert et orienter notre économie vers ces secteurs; ils permettront à la fois de diminuer notre empreinte environnementale et de mieux partager les richesses.
Tant de choses restent à faire et je ne voudrais pas qu'on croie que cette résolution résoudra tout. Cependant, je la voterai et je veux y croire. Je veux croire aussi que le fait de la voter, et que Mme Milquet l'inscrive à un moment donné à l'ordre du jour d'un Conseil des ministres européen pourra faire, peu ou prou, avancer les choses.
J'ai d'autres exemples de situations qui n'avancent pas: l'Année européenne de la lutte contre la pauvreté. Au niveau belge, comme vous le savez, monsieur Mayeur, nous avons déposé une proposition visant à fixer les allocations sociales, au minimum, au seuil de pauvreté. Certains pays européens n'ont pas de salaire minimum suffisant et la Belgique doit montrer l'exemple, mais nous devrions pouvoir agir sur d'autres éléments.
Au risque de m'écarter du sujet, je pourrais vous parler de la situation dramatique des plus petites pensions, de l'augmentation du nombre de travailleurs dits pauvres, en situation précaire, notamment dans le secteur des titres-services. Le constat de situations dramatiques est posé chaque jour: Mme Déom l'a fait tout à l'heure à propos d'un dossier qui m'est également cher, l'entreprise Cartomills à Mettet. D'autres exemples sont connus de part et d'autre de la frontière linguistique. N'oublions pas non plus la multiplication des licenciements.
Au-delà de cette résolution que nous allons voter, nous attendons que la Belgique joue un rôle moteur dans le cadre de la présidence belge pour avancer dans cette lutte contre les inégalités, vers une harmonisation sociale, fiscale et environnementale qui fera que l'Europe ne sera pas un concept abstrait, qu'elle sera plus proche des gens et qu'elle pourra jouer un rôle de levier pour plus d'égalité entre tous les citoyens européens.
En conclusion, même si nous voterons avec optimisme et enthousiasme cette résolution à laquelle nous avons collaboré, nous ne donnons pas quitus au gouvernement de ses responsabilités pour agir ici et maintenant contre la pauvreté dans ce pays.
En la matière, nous avons déposé quantité de textes tant sur l'augmentation des allocations sociales au seuil de pauvreté que pour faciliter l'accessibilité à l'aide aux personnes âgées, notamment celles qui doivent entrer en maison de repos, les pensionnés plus âgés, dont le niveau de pension a relativement baissé vu la non-liaison des allocations sociales au bien-être.
Nous attendons de la part de l'ensemble de ceux qui, tout à l'heure, voteront en faveur de cette résolution autant de participation active et positive à l'analyse de ces textes, voire au vote de ces textes. En effet, c'est à ce moment qu'on pourra effectivement faire la différence et enrayer cette machine infernale de l'exclusion.
17.08 Isabelle Tasiaux-De Neys (cdH): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, monsieur le ministre, notre groupe a marqué son intérêt et son appui pour cette proposition de résolution. Le salaire minimum européen doit exister par souci de justice sociale. C'est, en effet, une manière de pallier les inégalités qui ont été engendrées par une économie de marché concurrentielle et donc, de corriger, de gommer les imperfections du marché.
Par ailleurs, le salaire minimum permet de favoriser le travail par rapport au non-travail grâce à un revenu minimum supérieur aux prestations sociales, le principe étant qu'un salarié doit vivre suffisamment bien par son travail pour s'écarter du seuil de pauvreté.
Il n'est, bien entendu, pas question d'établir un salaire minimum européen identique pour chaque pays. Le Traité européen interdit toute harmonisation des rémunérations sur le plan européen, mais le Parlement européen peut demander que chaque État soit tenu d'introduire un salaire minimum. Par conséquent, chaque État membre reste libre d'en fixer le montant. Une difficulté pour cette harmonisation réside dans le fait qu'il existe des différences importantes quant à la définition nationale du salaire minimum.
Nous ne doutons pas de pouvoir arriver à un résultat socialement important. C'est la raison pour laquelle nous soutenons la proposition de résolution d'inscrire la question du salaire minimum européen parmi les nombreux chantiers de la présidence belge.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De bespreking is gesloten.
La discussion est close.
Er werden geen amendenten ingediend of heringediend.
Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.
De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.
Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.
Président: Patrick Dewael, président.
Voorzitter: Patrick Dewael, voorzitter.
18 Inoverwegingneming van voorstellen
18
Prise en considération de propositions
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Ik stel u ook voor in overweging te nemen:
- het voorstel van resolutie van de
heer Roel Deseyn, mevrouw Lieve Van Daele, de heer Stefaan Vercamer, mevrouw
Katrien Partyka en de heer Georges Dallemagne over de erkenning van de
Holodomor, de hongersnood in Oekraïne tussen 1932 en 1933 (nr. 2529/1).
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen;
- het voorstel van resolutie van de
dames Marie-Claire Lambert en Colette Burgeon en de heren Jacques Otlet,
Jean-Jacques Flahaux en Luc Goutry over de instelling van 22 oktober als
nationale dag van het chronisch inflammatoir darmlijden (nr. 2530/1).
Verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing.
Je vous propose également de prendre en
considération:
- la proposition de résolution de M. Roel
Deseyn, Mme Lieve Van Daele, M. Stefaan Vercamer, Mme Katrien Partyka et M.
Georges Dallemagne relative à la reconnaissance de l'Holodomor, la famine
organisée en Ukraine entre 1932 et 1933 (n° 2529/1).
Renvoi à la commission des Relations
extérieures;
- la proposition de résolution de Mmes
Marie-Claire Lambert et Colette Burgeon et MM. Jacques Otlet, Jean-Jacques
Flahaux et Luc Goutry relative à l'instauration du 22 octobre comme
journée nationale dédiée aux Maladies Inflammatoires Chroniques Intestinales
(MICI) (n° 2530/1).
Renvoi à la commission de la Santé publique,
de l'Environnement et du Renouveau de la Société.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
De voorzitter (voor de staande vergadering)
Le président (devant l'assemblée debout)
Collega's, op 9 maart jongstleden overleed in Poperinge op 91-jarige leeftijd gewezen Kamerlid Arlette Duclos.
Mevrouw Duclos startte haar politieke carrière in 1949, toen ze voor de PVV provincieraadslid werd voor West-Vlaanderen.
En 1952, Madame Duclos fut élue conseillère communale à Poperingue dont elle fut ensuite échevine de l’État civil et du Tourisme de 1983 à 2000.
Mevrouw Duclos maakte deel uit van onze assemblee van maart 1968 tot maart 1974 en van december 1978 tot november 1981.
Namens de Kamer heb ik haar familie mijn
oprechte deelneming betuigd.
19.01 Minister Vincent Van Quickenborne: In naam van de regering sluit ik mij aan bij de blijken van medeleven.
Arlette Duclos, que j’ai personnellement connue, était une des premières femmes à avoir été élue dans cette Chambre, ce qui montre qu'elle était une femme de caractère, avec une vision d'avenir. Elle a fait une carrière de 53 ans dans la politique, dont 9 à la Chambre. Elle en était fière et elle pouvait l'être.
Mevrouw Duclos, of beter Madame Arlette, zoals wij haar noemden, was lid van de liberale partij. Zij blijft in onze herinnering als een zeer waardige vrouw. Zij paarde haar zin voor decorum aan een grote eenvoud en toegankelijkheid voor haar stadsgenoten van Poperinge, en bleef daarom populair in West-Vlaanderen.
Namens de regering biedt ik mijn oprechte deelneming aan aan haar familie en aan haar vrienden.
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
La Chambre observe une minute de silence.
20 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Muriel Gerkens sur "la discrimination des consommateurs belges en matière de prix du livre" (n° 416)
20 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Muriel Gerkens over "de discriminatie van de Belgische consumenten op het vlak van de boekenprijzen" (nr. 416)
Le président: Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture du 23 mars 2010.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw van 23 maart 2010.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 416/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Muriel Gerkens;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Liesberth Van der Auwera.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 416/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Muriel Gerkens;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Liesbeth Van der Auwera.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik die motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
20.01 Ronny Balcaen (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, la motion déposée par Mme Gerkens demande à M. le ministre de l’Économie et à M. le ministre de la Protection du consommateur de prendre langue avec leurs homologues du gouvernement français en vue de mettre fin à la persistance de la tabelle.
Pour rappel, la tabelle est une pratique qui a été abolie dans la loi depuis plusieurs années mais elle persiste dans les faits. Concrètement, cela amène un consommateur belge à payer entre 10 et 17 % de surcoût sur les livres français, les livres édités en France et achetés en Belgique. Un livre acheté à Lille 19 euros coûtera 23 euros par exemple à Tournai.
Il y a là clairement une pratique commerciale qui se fait au détriment du consommateur et cela parce que les distributeurs français obligent nos libraires à recourir à des filiales belges de distribution plutôt que de se fournir directement chez l’éditeur-distributeur français. La motion demande également, outre ce contact avec le gouvernement français, qu’un avis soit demandé sur la question au Conseil de la consommation puisqu’il y a bien ici une pratique commerciale non fondée qui lèse le consommateur belge, dans le cadre d’un marché transfrontalier qu’on aurait pu penser plus transparent.
Le président: Début du vote / Begin van de stemming.
Tout le monde
a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd?
Fin du vote /
Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
76 |
Oui |
Nee |
53 |
Non |
Onthoudingen |
2 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
21 Wetsontwerp houdende vijfde aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2009 (2447/1)
21 Projet de loi contenant le cinquième ajustement du Budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2009 (2447/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
78 |
Oui |
Nee |
40 |
Non |
Onthoudingen |
13 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2447/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2447/4)
22 Wetsvoorstel tot wijziging van sommige bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en van het Gerechtelijk Wetboek en van het Gerechtelijk Wetboek wat de procedure inzake echtscheiding betreft (nieuw opschrift) (1517/7)
22 Proposition de loi modifiant certaines dispositions du Code civil et du Code judiciaire en ce qui concerne la procédure de divorce (nouvel intitulé) (1517/7)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration
avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
120 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
12 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1517/8)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1517/8)
23 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 308, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (2475/1)
23 Projet de loi modifiant l'article 308, § 3, du Code des impôts sur les revenus 1992 (2475/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
130 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2475/3)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2475/3)
24 Voorstel van resolutie waarbij wordt gevraagd een minimumloon vastgesteld boven de armoedegrens in elk Europees land op de agenda te plaatsen van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie in 2010 (nieuw opschrift) (2199/3)
24 Proposition de résolution visant à inscrire la question d'un salaire minimum situé au-dessus du seuil de pauvreté dans chaque pays européen à l'agenda de la présidence belge de l'Union européenne en 2010 (nouvel intitulé) (2199/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
131 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (2199/4)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2199/4)
Mevrouw Detiège en de heer Vandenhove hebben voorgestemd. Dat zijn dus twee supplementaire stemmen. Ook de heer Goutry heeft voorgestemd.
25 Adoption de l’ordre du jour
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 22 april 2010 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 22 avril 2010 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 17.01 uur.
La séance est levée à 17.01 heures.
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 52 PLEN 150 bijlage. |
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 52 PLEN 150 annexe. |
|
|
|
|
Naamstemming - Vote nominatif: 001
Ja
|
076 |
Oui |
Arens Josy, Avontroodt Yolande, Baeselen
Xavier, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Brotcorne Christian,
Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Colinia Françoise,
Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block
Maggie, De Bue Valérie, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Defreyne Roland,
della Faille de Leverghem Katia, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De
Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, Dierick
Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck
Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry,
Goutry Luc, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald,
Lahaye-Battheu Sabien, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine,
Lejeune Josée, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Musin Linda,
Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Peetermans
Luc, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Somers Bart, Somers Ine,
Staelraeve Sofie, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf, Uyttersprot Ilse,
Van Biesen Luk, Van Campenhout Ludo, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van
der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Verhaegen Mark,
Verherstraeten Servais, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee
|
053 |
Non |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny,
Bonte Hans, Boulet Juliette, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, Colen
Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght
Martine, De Man Filip, De Rammelaere Els, Detiège Maya, De Vriendt Wouter,
D'haeseleer Guy, Douifi Dalila, Geerts David, Genot Zoé, Gilkinet Georges,
Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Jambon Jan, Kitir Meryame, Laeremans Bart,
Lahssaini Fouad, Landuyt Renaat, Logghe Peter, Luykx Peter, Mortelmans Jan, Pas
Barbara, Plasman Cathy, Ponthier Annick, Raemaekers Magda, Schoofs Bert,
Sevenhans Luc, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Stevenheydens Bruno,
Tobback Bruno, Valkeniers Bruno, Van Broeckhoven Christine, Van den Eynde
Francis, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van de
Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vijnck Dirk,
Weyts Ben
Onthoudingen |
002 |
Abstentions |
Déom Valérie, Lalieux Karine
Naamstemming - Vote nominatif: 002
Ja
|
078 |
Oui |
Arens Josy, Avontroodt Yolande, Baeselen
Xavier, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Brotcorne Christian,
Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Colinia Françoise,
Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block
Maggie, De Bue Valérie, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Defreyne Roland,
della Faille de Leverghem Katia, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter
Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick,
Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques,
Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, George Joseph, Giet
Thierry, Goutry Luc, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans
Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux
David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain,
Mayeur Yvan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques,
Partyka Katrien, Peetermans Luc, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine,
Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen
Raf, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Campenhout Ludo, Van Daele Lieve,
Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno, Vautmans
Hilde, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee
|
040 |
Non |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny,
Boulet Juliette, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, Colen Alexandra, De Bont
Rita, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght Martine, De Man Filip,
De Rammelaere Els, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Genot Zoé, Gilkinet
Georges, Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Jambon Jan, Laeremans Bart, Lahssaini
Fouad, Logghe Peter, Luykx Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Schoofs Bert, Sevenhans Luc, Smeyers Sarah, Stevenheydens Bruno, Valkeniers
Bruno, Van den Eynde Francis, Van der Straeten Tinne, Van de Velde Robert, Van
Hecke Stefaan, Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vijnck Dirk, Weyts Ben
Onthoudingen |
013 |
Abstentions |
Bonte Hans, Detiège Maya, Douifi Dalila, Geerts
David, Kitir Meryame, Landuyt Renaat, Plasman Cathy, Raemaekers Magda, Snoy et
d'Oppuers Thérèse, Tobback Bruno, Van Broeckhoven Christine, Vandenhove Ludwig,
Van der Maelen Dirk
Naamstemming - Vote nominatif: 003
Ja
|
120 |
Oui |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Josy,
Avontroodt Yolande, Baeselen Xavier, Balcaen Ronny, Becq Sonja, Blanchart
Philippe, Bogaert Hendrik, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Bultinck Koen,
Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Cocriamont Patrick, Coëme Guy,
Colen Alexandra, Colinia Françoise, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems
Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bont Rita, De Bue Valérie, De
Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, Defreyne Roland, De Groote
Patrick, della Faille de Leverghem Katia, De Maght Martine, De Man Filip, Déom
Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Rammelaere Els, De
Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, De Vriendt Wouter, Dewael
Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Flahaut
André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Genot Zoé, George
Joseph, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goutry Luc, Goyvaerts Hagen, Gustin
Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald,
Laeremans Bart, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Logghe Peter, Luykx
Peter, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan,
Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques,
Partyka Katrien, Pas Barbara, Peetermans Luc, Ponthier Annick, Schiltz
Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Sevenhans Luc, Smeyers
Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie,
Stevenheydens Bruno, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf, Uyttersprot Ilse,
Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Campenhout Ludo, Van Daele Lieve, Van den
Bergh Jef, Van den Eynde Francis, Van der Auwera Liesbeth, Van der Straeten
Tinne, Van de Velde Robert, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanhie
Paul, Van Noppen Flor, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark,
Verherstraeten Servais, Vijnck Dirk, Weyts Ben, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee
|
000 |
Non |
Onthoudingen |
012 |
Abstentions |
Bonte Hans, Detiège Maya, Douifi Dalila, Geerts
David, Kitir Meryame, Landuyt Renaat, Plasman Cathy, Raemaekers Magda, Tobback
Bruno, Van Broeckhoven Christine, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk
Naamstemming - Vote nominatif: 004
Ja
|
130 |
Oui |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Josy,
Avontroodt Yolande, Baeselen Xavier, Balcaen Ronny, Becq Sonja, Blanchart
Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brotcorne Christian,
Bultinck Koen, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Cocriamont
Patrick, Coëme Guy, Colen Alexandra, Colinia Françoise, Collard Philippe,
Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bont Rita,
De Bue Valérie, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie,
Defreyne Roland, De Groote Patrick, della Faille de Leverghem Katia, De Maght
Martine, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De
Rammelaere Els, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège
Maya, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dieu
Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques,
Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, George
Joseph, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goutry Luc, Goyvaerts Hagen, Gustin
Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald,
Kitir Meryame, Laeremans Bart, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux
Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée,
Logghe Peter, Luykx Peter, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot
Alain, Mayeur Yvan, Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens
Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pas Barbara, Peetermans Luc, Ponthier
Annick, Raemaekers Magda, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns
Marie-Martine, Sevenhans Luc, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers
Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Stevenheydens Bruno, Tasiaux-De Neys
Isabelle, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Uyttersprot Ilse, Valkeniers Bruno, Van
Biesen Luk, Van Broeckhoven Christine, Van Campenhout Ludo, Van Daele Lieve,
Van den Bergh Jef, Van den Eynde Francis, Vandenhove Ludwig, Van der Auwera
Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van de Velde Robert, Van
Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vautmans
Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais, Vijnck Dirk,
Weyts Ben, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee
|
000 |
Non |
Onthoudingen |
001 |
Abstentions |
Landuyt Renaat
Naamstemming - Vote nominatif: 005
Ja
|
131 |
Oui |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arena Marie,
Arens Josy, Avontroodt Yolande, Baeselen Xavier, Balcaen Ronny, Becq Sonja,
Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brotcorne
Christian, Bultinck Koen, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David,
Cocriamont Patrick, Coëme Guy, Colen Alexandra, Colinia Françoise, Collard
Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De
Bont Rita, De Bue Valérie, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Jean
Marie, Defreyne Roland, De Groote Patrick, della Faille de Leverghem Katia, De
Maght Martine, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter
Jenne, De Rammelaere Els, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq
Olivier, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dieu
Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques,
Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé,
George Joseph, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc,
Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir
Meryame, Laeremans Bart, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux
Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lavaux David, Lecomte Carine,
Lejeune Josée, Logghe Peter, Luykx Peter, Maingain Olivier, Marghem
Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle
Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pas Barbara,
Peetermans Luc, Plasman Cathy, Ponthier Annick, Raemaekers Magda, Schiltz
Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Sevenhans Luc, Smeyers
Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Stevenheydens Bruno,
Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Uyttersprot Ilse,
Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Broeckhoven Christine, Van Campenhout
Ludo, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Eynde Francis, Vandenhove
Ludwig, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne,
Van de Velde Robert, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanhie Paul,
Van Noppen Flor, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark,
Verherstraeten Servais, Vijnck Dirk, Weyts Ben, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee
|
000 |
Non |
Onthoudingen |
000 |
Abstentions |