Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

donderdag 11 maart 2010

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

jeudi 11 mars 2010

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.19 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.

La séance est ouverte à 14.19 heures et présidée par M. Patrick Dewael.

 

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:

Yves Leterme, Didier Reynders.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Daniel Ducarme, Bruno Tuybens, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;

Jean Marie Dedecker, familieaangelegenheden / raisons familiales;

Philippe Blanchart, Luc Sevenhans, met zending / en mission;

Sofie Staelraeve, met zending buitenslands / en mission à l'étranger.

 

Vragen

Questions

 

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Francis Van den Eynde aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "het bezoek van de Koning aan de DRC en de verklaringen van de eerste minister" (nr. P1750)

- de heer Dirk Van der Maelen aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "het bezoek van de Koning aan de DRC en de verklaringen van de eerste minister" (nr. P1751)

- de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "het bezoek van de Koning aan de DRC en de verklaringen van de eerste minister" (nr. P1752)

- de heer Peter Luykx aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "het bezoek van de Koning aan de DRC en de verklaringen van de eerste minister" (nr. P1753)

01 Questions jointes de

- M. Francis Van den Eynde au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "la visite du Roi en RDC et les déclarations du premier ministre" (n° P1750)

- M. Dirk Van der Maelen au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "la visite du Roi en RDC et les déclarations du premier ministre" (n° P1751)

- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "la visite du Roi en RDC et les déclarations du premier ministre" (n° P1752)

- M. Peter Luykx au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "la visite du Roi en RDC et les déclarations du premier ministre" (n° P1753)

 

01.01  Francis Van den Eynde (VB): Mijnheer de eerste minister, wij kregen van u gisteren twee bevestigingen.

 

Ten eerste, al wekenlang meldt de regering ons dat ze aarzelt in verband met de uitnodiging die aan de Koning is gestuurd met betrekking tot de 50e verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo. Wekenlang wordt er gezegd dat men niet weet wat er gaat gebeuren. En toen kwam mevrouw Onkelinx terug uit Congo, en die zei: “Hij zal gaan”. En inderdaad, hij gaat. De eerste bevestiging is dat we eens te meer weten wie de echte baas is in dit land.

 

De tweede bevestiging die we verwacht hadden, was inderdaad dat hij zou gaan omdat er hogere belangen op het spel staan. Want, mijnheer de eerste minister, ik vraag mij af wat hij daar anders zou gaan verdedigen. Wij hebben daar niks te vieren! De onafhankelijkheid van Congo is 50 jaar oud, en dat is een verhaal van 50 jaar mislukkingen en rampen. Mijnheer de minister, ik weet dat die vaststellingen u misschien wat zenuwachtig maken, maar dat is zo. 50 jaar mislukkingen en rampen. Ik weet niet hoe dat gevierd moet worden.

 

Met de aanwezigheid van de Koning geven we dat regime een moreel gezag, een regime - er zijn geen andere woorden voor - dat niet democratisch is, dat in feite een kleptocratie is, dat corrupt is tot op het bot en waarvan het leger haar eigen bevolking niet alleen uitmoordt maar ook regelmatig massaal verkracht. En daar gaan wij braaf naast de generaals en het staatshoofd zitten. En wees gerust, zij gaan daar natuurlijk gebruik van maken om aan heel de wereld te zeggen dat ze de morele goedkeuring hebben van het westen.

 

Dan vraag ik mij af welke andere reden er zou kunnen bestaan om te gaan, tenzij hogere zakelijke belangen die voornamelijk Franstalig zijn.

 

01.02  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de premier, wat u en mij onderscheidt inzake Congo is het volgende. U en uw regering doet er alles aan om goede relaties met de leiders te hebben. Ik en mijn partijj onderscheiden ons van u en de vorige spreker omdat voor ons het lot van de Congoleze bevolking bepalend is in ons Congo-beleid.

 

Om die reden zijn we dus tegen het bezoek van de Koning. Het bezoek dekt het wanbeleid van president Kabila af en zal door diezelfde president misbruikt worden om zijn beleid nog te versterken.

 

Ik sta hier vandaag omdat ik elke laatste sprankel hoop in deze wil benutten. Ik heb uw verklaring en die van uw minister van Buitenlandse Zaken aandachtig gelezen. Daar las ik dat u zegt dat u de komende maanden waakzaam zult zijn. Uw minister van Buitenlandse Zaken zegt dat als er een haar in de boter komt de reis niet doorgaat.

 

Ik vraag u nu, premier, hoeveel meer moorden en hoeveel meer verkrachtingen er nog moeten komen. Hoeveel meer moet Kabila nog op Mobutu gaan lijken vooraleer u met uw regering inziet dat het totaal misplaatst is om de Koning vandaag naar Congo te sturen?

 

01.03  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in tegenstelling tot mijn vorige collega’s zijn mijn bezwaren voor het feit dat onze koning wat kaarsjes gaat uitblazen op het verjaardagsfeestje van Kabila niet zo groot. Ik zal u zeggen waarom. Ten eerste, als daar meer dan 50 tot 100 staatshoofden zijn van de internationale gemeenschap vind ik dat wij daar niet mogen ontbreken, zeker niet in Congo. Als men als maatstaf neemt dat een staatshoofd geen bloed aan de handen mag hebben, dan moet men constant thuisblijven.

 

Maar, het zou voor onze koning een goede gelegenheid zijn om te zeggen dat het roof- en plundergedrag van zijn grootoom Leopold II niet ten goede is gekomen aan de Congolezen. Anderzijds zou het ook wel eens een goede gelegenheid zijn om te zeggen dat in de periode dat wij het er voor het zeggen hadden de bevolking het beter had dan vandaag. U zult dat wel neokolonialisme noemen, maar het is de realiteit.

 

De koning is daar de vertegenwoordiger, de spreekbuis van uw beleid. Vandaar mijn vraag nu aan u en niet gisteren aan minister Vanackere. Welke politiek zult u voeren in de toekomst? Zult u doorgaan met de plat-op-de-buikpolitiek van de cdH en de PS? Zoals bijvoorbeeld Milquet die vorige week is vertrokken naar Congo en daarvoor speciaal een vliegtuig aan de grond heeft gehouden waarmee Congolezen gedwongen moesten worden gerepatrieerd. Dit is vorige week gebeurd, mijnheer de eerste minister. Zult u het moraliserend, paternalistisch standpunt van De Gucht volgen? Sabena mocht daardoor niet meer landen en u mocht nadien dan gaan pleiten voor het heropenen van een lijn. Of zult u een pragmatische lijn volgen? Een pragmatische, economische lijn zoals Sarkozy en de Chinese president doen. Die socialist zal daar ook zijn op die viering, mijnheer Van der Maelen.

 

Ik wil van u weten welke politiek u zult voeren ten opzichte van Congo en niet of de koning al dan niet vijftig kaarsjes mag gaan uitblazen.

 

01.04  Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, de kogel is door de kerk. De beslissing is genomen: de koning gaat naar Congo. Na de ellenlange stoet van federale excellenties die de voorbije maanden een bezoek aan Kinshasa brachten, gaat nu koning Albert in hoogsteigen persoon de kers op de taart van het 50-jarig jubileum zetten.

 

De relaties met Congo zijn immers genormaliseerd. Dat was de opdracht van minister Vanackere. Het pad is geëffend. België is erin geslaagd om opnieuw normale contacten te voeren met een regime dat uitblinkt in corruptie, moord, kindsoldaten en verkrachting als oorlogswapen. Proficiat.

 

De halve regering liep de deur plat in Kinshasa, maar hiermee hebt u niet meer en niet minder bevestigd dat het regime van Kabila legitiem is. Hiermee bevestigt u opnieuw, nog voor de uitnodiging vertrok, dat het regime in Kinshasa legitiem is.

 

De goede Albert gaat. In de plaats van te wachten op de uitnodiging, zegt hij nu al dat hij gaat.

 

Mijnheer de eerste minister, vergis u niet. Voor Kabila is dit niet meer of niet minder dan een grote pr-stunt van zijn beleid.

 

Mijnheer de eerste minister, legt u mij nu eens uit wat wij in Congo gaan doen? Tot voor kort was het standpunt van de Belgische regering duidelijk, bij monde van de heer De Gucht. Het was duidelijk voor Kabila. Het was duidelijk voor de burgers in dit land. Wat gaan wij nu doen? Gaat de koning een feestneus opzetten en zonder slag of stoot meevieren? Of gaat hij de pret durven bederven en in een duidelijke boodschap aan Kabila zeggen dat het beter en anders moet?

 

01.05 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, collega’s, de eerste keer dat er een formele mondelinge uitnodiging van de Congolese overheid aan Zijne Majesteit koning Albert II kwam, was naar aanleiding van een ontmoeting die ik had in New York in de marge van de algemene vergadering van de Verenigde Naties in september van vorig jaar, sinds enige tijd dus. Het is een mondelinge uitnodiging zoals ook andere staatshoofden zo’n uitnodiging hebben gekregen, formeel of informeel, om de viering van 50 jaar onafhankelijkheid van de Democratische Republiek Congo te vieren. Ook recent naar aanleiding van het bezoek van collega Vanackere is die uitnodiging mondeling gericht tot de Belgische autoriteiten.

 

Gisteren werd op het kernkabinet effectief gesproken over de informele vraag van de Congolese autoriteiten. Het kernkabinet heeft het licht op groen gezet voor een mogelijke formele uitnodiging uitgaande van de Congolese autoriteiten, meer in het bijzonder president Kabila. De uitnodiging zal uiteraard aan de Koning worden herhaald en die zal ook door het Paleis worden beantwoord. Hiermee wordt mijns inziens een proces op gang gebracht, waarbij de verdere modaliteiten van een aanwezigheid van ons staatshoofd in Kinshasa op 30 juni kunnen worden onderzocht.

 

Ik denk dat de positieve respons een normale reactie is in het kader van onze genormaliseerde betrekkingen met Congo. Wanneer een dergelijke herdenkingsplechtigheid wordt georganiseerd, behoort het tot de normale geplogenheden om daar hoffelijk op in te gaan. De eventuele aanwezigheid van ons staatshoofd, koning Albert II, op de viering moet worden gezien als een teken van respect voor dat land en voor zijn bevolking.

 

Gelet op de historische banden die ons land met Congo heeft, komt het erop aan ervoor te zorgen dat de verplaatsing een werkelijke opportuniteit vormt voor de verdere uitbouw van onze betrekkingen, in volle respect voor de gemeenschappelijke verklaring van januari 2009, die ik heb kunnen voorbereiden in 2008 en die uiteindelijk door Herman Van Rompuy en eerste minister Muzito is gesloten, waarin overeengekomen is dat we met Congo niet alleen respectvolle, maar ook openhartige relaties wensen. Dat betekent betrekkingen die een werkelijke dialoog toelaten met het oog op de voortzetting van de inspanningen op het vlak van de consolidatie van de vrede, de democratie, het goed bestuur, op het vlak van de ontwikkelingssamenwerking en de verbetering van de veiligheidstoestand, in het bijzonder in Oost-Congo, uiteraard in het voordeel van de Congolese bevolking.

 

01.06  Francis Van den Eynde (VB): Mijnheer de voorzitter, ik zou eerst aan eerwaarde heer Van der Maelen, die hier het monopolie opeist van solidariteit met de Congolese bevolking, willen zeggen dat uit mijn vragen vandaag en honderden andere vragen die ik al heb gesteld, blijkt dat hij niet alleen staat met die solidariteit. Ik wil hem eraan herinneren dat in de vorige regering zijn partij aan het bewind was en dat die evengoed zoete broodjes ging bakken met Kabila. Nu komt hij doen alsof er niets aan de hand is.

 

Mijnheer de eerste minister, ik heb met aandacht naar uw antwoord geluisterd, maar u hebt niet geantwoord op het terechte verwijt dat u met dat bezoek aan het feest, een pseudofeest - want er is niets te vieren – een regime legitimeert dat bestaat uit kleptocraten, uit corrupte mensen en uit militairen die de eigen bevolking plunderen, verkrachten en vermoorden.

 

01.07  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik wil zeggen dat mijn partij en ikzelf, of we nu in een regering zitten of niet, met betrekking tot koninklijke bezoeken dezelfde hoge ethische normen hanteren. Ik wil erop wijzen dat in 2006 sp.a in de regering heeft doorgedrukt dat de Koning toen niet mocht gaan. Vandaag zitten we in de oppositie. Ik wil gewoon zeggen dat het voor ons een zaak van ethiek is. Als men de Koning uitstuurt, geeft men daarmee een signaal. Het is het hoogste politieke symbool dat men in de buitenlandse politiek kan gebruiken. We sturen onze Koning niet naar Soedan en volgens mij mag hij ook niet naar Congo gaan, zolang er daar geen regering is die bestuurt met respect voor de mensenrechten en in het belang van zijn eigen bevolking en die niet, zoals nu het geval is, bezig is om, samen met een aantal andere kleptocraten rond de president, de eigen zak te vullen. Dat doet een regering die ethiek heeft, niet.

 

01.08  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, het debat krijgt een heel hypocriet toontje. Er is hier een opbod aan de gang wie de meest menslievende partij is. Laten we zeggen dat ik met de goedkeuring dat de Koning daar naartoe trekt voor de verjaardagskaarsjes, geen enkele goedkeuring geef aan het regime. Ik was daar wel in 2006, met de verkiezingen. Ik weet dat België toen heeft bijgedragen aan de 400 miljoen dollar die de verkiezingen hebben gekost. De socialisten waren toen inderdaad mee aan de macht en zij hebben gelopen voor de erkenning van de verkiezing van Kabila als democratisch verkozen staatshoofd. Zij hebben de internationale gemeenschap platgelopen om die verkiezingen te erkennen. Ook Open Vld was daarbij. Die partijen waren toen aan de macht.

 

Mijnheer de premier, ik had een vraag gesteld, waarover ik alleen een flou artistique hoor.

 

Waar het mij om gaat, is welke politiek u in de toekomst zult voeren ten opzichte van Congo. Gaat het over de plat-op-de-buik-politiek uit het verleden? Gaat u door met die oude politiek? Daarover gaat het. Wat zult u onze Koning daar laten zeggen? Dat is het belangrijkste!

 

01.09  Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de eerste minister, veni vidi vici, de Koning zal naar Congo gaan. Hij zal Congo zien en Kabila zal overwinnen. U haalt een aantal redenen aan om het bezoek van de Koning te rechtvaardigen, onder andere de historische banden, voor wat die nog waard zijn vandaag. Maar, mijnheer de eerste minister, er zijn niet één, niet duizend, maar honderdduizenden redenen om niet naar Congo te gaan. In januari 2010 verscheen er een rapport van het Human Security Report Project van de Simon Fraser University in Canada. Dat rapport berekende dat tussen 1998 en 2008 5,4 miljoen Congolezen stierven door oorlogsgerelateerde incidenten.

 

Elk van die Congolezen, man en vrouw, gestorven door ziekte, oorlogsgeweld, enzovoort is een reden voor Albert om thuis te blijven.

 

Mijnheer de eerste minister, ik geef u 5,4 miljoen redenen, opdat Albert niet naar Congo zou gaan!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van de heer Bruno Tobback aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "het indexmechanisme en het sociaal overleg" (nr. P1763)

02 Question de M. Bruno Tobback au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "le mécanisme de l'indexation et la concertation sociale" (n° P1763)

 

02.01  Bruno Tobback (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, het uitgangspunt voor mijn vraag is het aanvangen, op een nogal plechtstatige manier, op uw initiatief trouwens, van de nieuwe ronde in het interprofessioneel overleg in dit land.

 

Tegen het einde van het jaar moet dat overleg resulteren in een akkoord voor de komende jaren. De onderhandelingsronde en het akkoord zullen bijzonder moeilijk zijn, in de eerste plaats omdat alle werkende Belgen geconfronteerd worden met de gevolgen van de crisis op hun arbeidsomstandigheden, hun loon en hun jobzekerheid, maar ook, en misschien nog meer, omdat het interprofessioneel akkoord, als het er komt, het eerste instrument zal zijn dat zal inspelen op de immense sociaaleconomische uitdagingen waarvoor ons land staat in de komende jaren en dat een impact zal hebben die verder gaat dan de volgende verkiezingen, vermits daarin structurele beslissingen genomen zullen worden en dat deze regering overduidelijk, met als enige uitzondering de mogelijkheid om Pasen te verplaatsen, niet meer van plan is om nog structurele beslissingen te nemen die langer dan enkele maanden duren.

 

Het is dus belangrijk dat dit in een serene sfeer kan verlopen. Ik apprecieer uw inspanningen, mijnheer de eerste minister. Ik heb ook de persconferentie gezien en de iet of wat gespannen glimlach die er af en toe was op het gezicht van sommige aanwezigen. De start was redelijk sereen. Ik heb zelfs begrepen dat de sociale partners zelf afgesproken hebben om over de moeilijkste dossiers, onder andere arbeiders/bedienden, niet publiek te communiceren.

 

De regering heeft laten weten – ik heb daarvoor alle begrip – dat zij geen middelen heeft om het overleg te smeren. Ik kan daar perfect in komen. Wat mij wel verbaasde, was dat de regering daarnaast zelfs niet de inspanning doet om minstens te proberen niet in de weg te lopen van een sereen overleg. Nog maar twee dagen later hoorde ik de minister van Economie, naar aanleiding van de vaststelling dat de prijzen van consumptiegoederen in dit land sneller stijgen dan elders, zeggen dat hij eigenlijk niet in staat is om de prijzen in bedwang te houden, maar dat hij in ruil daarvoor vindt dat het indexmechanisme voor de lonen dan maar aangepast en teruggeschroefd moet worden.

 

Mijn vragen aan u zijn nogal voor de hand liggend.

 

Ten eerste, ik heb gemerkt dat een andere regeringspartij een uur later precies het tegenoverstelde beweerde. Is het al dan niet een standpunt van uw regering dat het interprofessioneel akkoord moet leiden tot het terugschroeven van het indexeringsmechanisme van de lonen?

 

Ten tweede, vindt u dat nu echt de best mogelijke manier om dat overleg op een serene manier te laten verlopen?

 

02.02 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Tobback, in het tijdsgewricht dat voor ons ligt moeten wij kantelen van een anticrisisbeleid met de redding van de banken, relancemaatregelen en versterking van de economische slagkracht van ons land, naar het nemen van structurele economische maatregelen ter versterking van het economisch draagvlak in België. In een lange traditie is de visie van de regering dat dit beleid best tot stand komt in goed overleg met de verschillende regeringen van dit land. Daarom heb ik in samenspraak met de collega’s van het kernkabinet volgende week vrijdag een gemeenschappelijke vergadering belegd met de verschillende regeringen van dit land.

 

Dit moet ook gebeuren op basis van een goede dialoog tussen de sociale partners. Het is juist dat die dialoog de afgelopen maanden moeilijk is verlopen; dat is evenwel normaal in moeilijke tijden op economisch vlak. De sociale partners hebben elkaar moeilijk gevonden in een aantal moeilijke dossiers. We hebben eraan gewerkt om de dialoog te herstellen. Ik deel de tevredenheid die u zopas uitdrukte — waarvoor dank — voor het feit dat de sociale dialoog opnieuw op gang is gebracht. Wij hebben maandag een goede bijeenkomst gehad in een constructieve sfeer. Natuurlijk moeten er nu resultaten worden geboekt. Wat dat betreft is de afspraak onder de sociale partners om het dossier arbeiders-bedienden in eigen beheer te nemen en daarin de komende weken en maanden, met een redelijk verre tijdshorizon, eindelijk tot resultaat te komen, een positief element.

 

Daarnaast hebben de sociale partners en de regering de vaste wil uitgedrukt om tot een interprofessioneel akkoord te komen. In eerste instantie berust die verantwoordelijkheid bij de sociale partners. Het is heel belangrijk om de loonontwikkeling in ons land in de hand te houden. Het interprofessioneel akkoord moet als het ware gebaseerd zijn op drie elementen die elkaar kunnen uitsluiten, een evenwichtige aanpak van de concurrentiekracht en van de sociale cohesie via de koopkracht en tevens de werkgelegenheid en de situatie op de arbeidsmarkt. Dit alles moet gebeuren in een veel moeilijker budgettaire context waar een herhaling van wat eind 2008 gebeurd is — achteraf beschouwd is het goed dat dit gebeurd is omdat het mede ertoe heeft geleid dat het consumentenvertrouwen in ons land niet te zwaar is aangetast — niet mogelijk is. Zoals in 2008, lastens de begroting en de sociale zekerheid een interprofessioneel faciliteren, zit er deze keer echter niet in. De sociale dialoog is opnieuw op gang gebracht en dat is goed. De sociale partners hebben ook gevraagd om op het vlak van de materies die hen aanbelangen inzake beleidsinitiatieven, een zekere terughoudendheid aan de dag te leggen.

 

Er is nu naar aanleiding van de publicatie van het jaarverslag van het prijzenobservatorium wat actualiteit geweest rond de evolutie van de prijzen. De evolutie van de prijzen wordt door de regering nauwkeurig gevolgd. Wat de impact daarvan op de index betreft, weze het duidelijk dat er binnen de regering volstrekte eensgezindheid is. Het geldende indexatiemechanisme en een akkoord daarover is een zaak van de sociale partners. De inwerkingtreding van dat indexatiemechanisme is uiteraard gekoppeld aan de uitvoering van de wet van 1996 waarbij de loonontwikkeling in ons land wordt vergeleken met de ons omringende grote economieën, Nederland, Duitsland en Frankrijk, die tevens onze grootste klanten zijn.

 

Dat is dus de huidige situatie. De sociale dialoog is op gang gebracht. Namens de regering is de bevestiging er dat elementen zoals het indexatiemechanisme behoren tot het sociaal overleg. Ten slotte is er de eensgezinde houding van onze regering ter zake.

 

02.03  Bruno Tobback (sp.a): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw enigszins omfloerst antwoord waaruit ik concludeer dat uw regering niet het indexeringsmechanisme van de lonen in ons land in vraag stelt. Dat is in tegenstelling met de verklaringen van uw minister van Economie. Ik neem echter aan dat uw minister van Economie soms meer meegesleept wordt door zijn enthousiasme dan door zijn realiteitszin, dus laat ik het daarop houden. Ik beschouw hem bij deze als teruggefloten.

 

Mijnheer de eerste minister, ik wil er toch op aandringen dat u zich niet in een positie laat werken waarin u iedere week zulke vragen moet komen beantwoorden. U merkt terecht op dat wij staan voor bijzonder zware uitdagingen, zowel op korte termijn als op lange termijn, op sociaaleconomisch vlak in ons land. Als wij die willen aanpakken, dan zal er inderdaad politieke moed en beslissingskracht nodig zijn.

 

In de eerste plaats zal het echter absoluut nodig zijn om aan de inwoners van ons land, zij die iedere maand die bijdragen betalen, het vertrouwen te geven en een toekomstperspectief te bieden. Het toekomstperspectief dat uw minister van Economie de voorbije week heeft geschetst, is er een van een regering die niet in staat is en niet bereid is om prijzen van normale goederen onder controle te houden en die de rekening daarvan doorschuift naar werkende mensen die dan maar een oplossing moeten vinden in een sociaal akkoord.

 

Dat, mijnheer de eerste minister, is niet het sociaal-economisch landschap waarin ik wil leven. Dat is niet het sociaaleconomisch landschap waarnaar ik de burgers van ons land wil meenemen. Ik hoop van u hetzelfde.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van mevrouw Meyrem Almaci aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "het voorstel van de Opelvakbonden" (nr. P1754)

03 Question de Mme Meyrem Almaci au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "la proposition des syndicats d'Opel" (n° P1754)

 

03.01  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, geachte premier, eergisteren hebben de vakbonden een nieuw voorstel, een tegenvoorstel gelanceerd om Opel te redden. Zij vragen voldoende productiecapaciteit om tot eind 2011 verder te kunnen blijven produceren en externe investeerders te kunnen zoeken. Vorige week hebt u in een vraag rond dit dossier laten weten dat u als federale regering ter beschikking staat en in eerste instantie een ondersteunende rol wil spelen in dit dossier.

 

Uw Vlaamse collega, Kris Peeters, heeft al laten verstaan dat hij, als het tegenvoorstel aanvaard wordt door Nick Reilly, zijn steun zal bieden en zijn schouders onder het project zal zetten. De vakbonden hebben ook laten voelen dat zij federale steun verwachten. Normaal gezien zou u hen vandaag ontmoeten. Ik weet niet of dit al is gebeurd. Het is in ieder geval duidelijk dat na maanden van ongerustheid en onzekerheid zowel de federale als de Vlaamse overheid realistische en concrete maatregelen moeten nemen en dat zij de werknemers moeten steunen die op een verantwoorde en constructieve manier de drieste plannen van de directie hebben aangeklaagd.

 

Ik heb dan ook een aantal heel eenvoudige vragen, mijnheer de premier. Hebt u vandaag de vertegenwoordigers van de vakbonden ontvangen? Zal u hun vraag steunen? Op welke manier zal u die vraag concretiseren? Maakt het voor u een verschil uit wat voor soort productie, welk type wagen er eventueel naar ons land wordt gehaald in het tegenvoorstel?

 

03.02 Eerste minister Yves Leterme: Mevrouw Almaci, collega’s, ik wil ons gemeenschappelijk streven van alle stakeholders in dit dossier, namelijk de werknemers van Opel Antwerpen, de vakbonden, de vakbondvertegenwoordigers, de mensen van de sector, de lokale directie, de Vlaamse en de federale regering, nog eens heel duidelijk stellen. Het gemeenschappelijk streven is om in Opel Antwerpen een echte autoassemblage-activiteit te behouden. Dat zijn we verplicht aan de werknemers, aan hun familie, aan heel de streek en uiteraard ook aan ons land.

 

Er is gebleken uit recente gunstige beslissingen van andere automerken dat automobielassemblage, dankzij maatregelen van de Vlaamse regering, en ook van de Brusselse regering wat Audi betreft, en de maatregelen van de federale regering, dat dit wel degelijk op een competitieve manier kan in ons land.

 

Ik kan u zeggen dat wij de tegenvoorstellen van de vakbonden op het plan van de Opel-directie volmondig en actief steunen. Het voorstel is immers de basis om in Antwerpen een belangrijke autoproductiesite te behouden, met een assemblagehal, een spuiterij en een staalperserij. Het voorstel van de vakbonden biedt ook de mogelijkheid om de fabriek tot 2012 open te houden met een voldoende hoge tewerkstelling en een redelijk fair productievolume, teneinde de fabriek aantrekkelijk te houden voor eventuele overnemers.

 

De federale regering heeft tot nu toe altijd haar ondersteunende en faciliterende rol ten volle vervuld, zoals afgesproken in het kader van de strategie, die uitgestippeld wordt in de Opel-stuurgroep onder leiding van collega Kris Peeters. Ook in de zoektocht naar een nieuwe investeerder, wil ik mij, desgevallend op vraag van de Vlaamse regering, ten volle concreet inzetten en concrete stappen zetten om daarin te helpen.

 

Ik heb daarover gisteren met de minister-president van de Vlaamse regering contact gehad, en hij heeft tijdens de Opel-stuurgroep die gisteren plaatsvond, duidelijk bevestigd dat de steun van de federale regering meer dan welkom zal zijn in de zoektocht naar een investeerder.

 

We zullen daarenboven, wanneer nodig, klaarstaan om in het kader van de lopende zogenaamde Renault-procedure, onze verantwoordelijkheden op te nemen. Dat is heel duidelijk: wij nemen onze verantwoordelijkheid op.

 

Verder steunen we uiteraard de Vlaamse regering volmondig en concreet in haar demarches bij de Europese Commissie, teneinde te waken over de toepassing en het volledig respect van de Europese interne markt en subsidieregels, die gelden voor andere landen, maar die ook gelden voor ons land en onze regering.

 

Ik vat kort samen. De federale regering staat volledig achter het tegenvoorstel van de vakbonden en zal op vraag van de Vlaamse regering en de werkgever- en werknemersorganisaties mee helpen zoeken naar investeerders. Zowel op het nationale vlak in overleg met de Vlaamse regering, als op het Europese en globale vlak is dit dossier een blijvende prioriteit. Ik hoop dat de gezamenlijke inspanningen van eenieder, laat ons hopen, binnen afzienbare tot echte, concrete resultaten kunnen leiden ten voordele van de werknemers van het bedrijf.

 

03.03  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik dank u voor het uitgebreid antwoord en voor uw steun aan het plan van de vakbonden. Natuurlijk gaat het om meer dan openblijven tot 2012 alleen. Als wij werkelijk een duurzame toekomst willen bieden aan de fabriek is het belangrijk dat men inzet op de modellen die ook op langere termijn op de markt zullen worden gevraagd. Het voorstel van de vakbonden om het Ampera-model naar hier te halen, is zeer interessant.

 

Ik weet niet of u het hebt gemerkt. Onlangs verscheen een manifest van onder meer Eric Goeman van Attac, Eddy Goovaerts van ABVV Metaal Antwerpen en verschillende hoogleraren en professoren, die oproepen om het dossier van Opel Antwerpen te gebruiken als een aanzet om in te zetten op een groenere economie. Dat is de stap die u vandaag zou moeten zetten.

 

In het manifest staat dat ook met zo veel woorden. Om duurzaam te blijven en tewerkstelling te kunnen blijven garanderen op langere termijn, moeten in die autofabriek verschillende modellen van groenere auto’s worden geproduceerd. U kunt daarmee ook een aanzet geven voor de gehele tewerkstelling in dit land.

 

Ik denk dat het belangrijk is dat u die daad stelt en dat u samen met uw collega Peeters de federale initiatieven neemt die nodig zijn om het kader te scheppen voor een dergelijke tewerkstelling en economie en de vergroening van de economie voor de toekomst mogelijk te maken. Ik hoop dat daarvan werk wordt gemaakt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de CO2-uitstoot van milieuvriendelijke auto's" (nr. P1755)

04 Question de Mme Katia della Faille de Leverghem au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "les émissions de CO2 des voitures écologiques" (n° P1755)

 

04.01  Katia della Faille de Leverghem (Open Vld): Mijnheer de vice-eerste minister, vandaag zijn de resultaten bekend van een grootschalig Nederlands onderzoek dat de CO2-uitstoot op 240 000 wagens heeft getest. De resultaten zijn gekend en ze zijn bedroevend. Elke wagen stoot meer uit dan de officiële cijfers. De resultaten van de eco-wagens zijn nog bedroevender. Die wagens stoten in reële omstandigheden 40 % meer CO2 uit dan aanvankelijk werd gedacht.

 

Daar is natuurlijk een uitleg voor. Die Europese normen zijn gebaseerd op Europese testen. Die testen worden in een laboratorium uitgevoerd. Dat is natuurlijk niet hetzelfde als de CO2-uitstoot die op de baan werd gemeten. Die testen zijn sinds 1958 niet meer herzien. Ik heb vernomen dat er in 2014 een herziening zal gebeuren. Het is dus nog even wachten.

 

Uit de studie heb ik onthouden dat de properste wagens die wij kennen, nog altijd de properste wagens zijn. Ze stoten wel meer uit, maar proportioneel nog altijd minder dan de andere. Dat is het goede nieuws.

 

In België hebben wij een heel goed beleid. Sinds 2004 geven wij premies aan mensen die ervoor kiezen om een ecologische wagen te kopen. Dat systeem werkt. In 2004 gaven wij daar 6 miljoen euro aan uit. In 2009 klom het naar 65,5 miljoen euro.

 

Na deze studie hebben wij nood aan duidelijkheid. De mensen werden wakker met zware krantentitels, zoals ‘eco-auto’s verdienen geen premie’. Ik ga ervan uit dat de mensen die ervoor hebben gekozen wel een premie verdienen.

 

Wat vindt u van die studie? Zijn de groene wagens nog groen?

 

Zult u uw beleid wijzigen?

 

Zult u staatssecretaris Clerfayt aanmanen om deze premies af te schaffen? Ik hoop van niet.

 

Zult u in het kader van het Europese voorzitterschap samen met de heren Schouppe en Clerfayt rond de tafel zitten om die Europese testen sneller dan in 2014 te herbekijken opdat ze meer met de werkelijkheid in contact zouden staan?

 

04.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw della Faille, ik dank u voor uw commentaar op ons beleid inzake de kortingen in verband met de CO2-uitstoot van wagens.

 

Ten eerste, er is geen vrees voor de burgers. Wij gaan verder met de toepassing van de kortingen. Het beleid wordt onveranderd uitgevoerd. Er is dus geen probleem voor de burgers. Zij hebben premies of een korting op de factuur gekregen. Wij gaan verder met de toepassing van de korting.

 

Ten tweede, wij zullen een aantal kortingen toepassen tot en met eind 2011. Dat werd al voor de begroting beslist. Daarover is er dus geen discussie, niet voor 2010 en ook niet voor 2011.

 

Ten derde, het is een echt probleem op Europees vlak om tot echte normen en nieuwe testen te komen. Wij zullen dus vragen, gedurende het Belgische voorzitterschap, maar misschien al vroeger, om de procedure te herzien.

 

Ten vierde, het is zeer nuttig om een nieuwe test en misschien betere normen in te voeren op het Europese niveau, maar zelfs met de huidige test volgen wij dezelfde redenering. Wij hebben een korting gegeven aan de propere wagens, zelfs met meer uitstoot dan voorzien, zoals ook in de verschillende publicaties geschreven werd.

 

Wij geven nu een korting aan propere wagens. Wij gaan daarmee verder. De burgers moeten niet bevreesd zijn, wij zullen hen niets vragen. Wij zullen in 2010 en 2011 de toepassing en de uitvoering van het beleid voortzetten en wij zullen, tot slot, proberen om een herziening op het Europese vlak te krijgen. Na die herziening zal het misschien ook mogelijk zijn om ons beleid te herzien en nieuwe normen en nieuwe testen in te voeren.

 

04.03  Katia della Faille de Leverghem (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw geruststellende woorden. Ik meen dat de mensen die nodig hadden. Blijkbaar garandeert u de premies nog zeker twee jaar. Dat is al een grote geruststelling. Op mijn steun kunt u rekenen. Ik hoop dat u verder de ingeslagen weg zult blijven bewandelen. Ik heb trouwens al een paar wetgevende initiatieven genomen. Ik zal dat ook verder blijven doen. Ik bepleit dat de ecoauto’s meer dan ooit een premie verdienen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Mme Marie Arena au ministre de la Justice sur "l'hyperlien renvoyant vers des sites négationnistes sur le site web de la Grande Mosquée de Bruxelles" (n° P1756)

05 Vraag van mevrouw Marie Arena aan de minister van Justitie over "de link op de website van de Grote Moskee van Brussel naar negationistische websites" (nr. P1756)

 

05.01  Marie Arena (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, les 9 et 10 mars, Le Soir et la RTBF mentionnaient que la Grande Mosquée de Bruxelles faisait référence à des sites internet qui tenaient des propos clairement négationnistes vis-à-vis du génocide des Juifs.

 

De fait, ces propos avaient déjà été observés sur ce site en 2009 et il me semble important de rappeler la loi du 23 mars 1995 qui prévoit que "toute attitude qui tend à minimiser grossièrement, à nier, justifier ou à approuver de manière publique le génocide juif est punissable pénalement". Le Centre pour l'égalité des chances a déjà identifié ce qui se passait sur le site de la Grande Mosquée.

 

Estimez-vous que la Grande Mosquée porte une responsabilité en la matière? Dans l'affirmative, quelles mesures comptez-vous prendre?

 

De voorzitter: Collega Tobback, u vraagt altijd ernst voor het debat als u aan het woord bent. Mag ik dezelfde attitude vragen van u?

 

05.02  Stefaan De Clerck, ministre: Chère collègue, à la suite de votre question, je ferai, bien entendu, le tour de tous ceux qui pourraient être responsables et qui pourraient m'informer quant au suivi réservé aux éléments mentionnés dans les médias francophones.

 

Si les informations diffusées dans la presse s'avèrent exactes, il s'agit bel et bien d'une infraction à la loi et il importe d'agir. Jusqu'à présent, aucune procédure n'a été entamée. Après avoir reçu votre question, j'ai demandé que le nécessaire soit fait immédiatement. Je me suis informé auprès du Collège des procureurs généraux (au parquet général de Bruxelles), auprès du procureur fédéral et même auprès du FCCU, l'unité de police qui effectue les recherches spécifiques en la matière. Ces personnes ne sont pas informées de ces éléments. Je leur ai donc demandé d'entamer de suite une enquête, afin d'en déterminer ou non l'exactitude et je suivrai personnellement ce dossier. Mais jusqu'à présent, rien n'avait été entamé.

 

05.03  Marie Arena (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Il faut croire que ce sujet a tendance à faire rire certains. Personnellement, cela ne me fait pas rire du tout! J'entends bien qu'au sein du gouvernement, on fasse respecter la loi.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van de heer Hendrik Daems aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "de evolutie van het aantal zelfstandigen, oorzaken en gevolgen" (nr. P1757)

06 Question de M. Hendrik Daems à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "l'évolution du nombre d'indépendants, causes et conséquences" (n° P1757)

 

06.01  Hendrik Daems (Open Vld): Mevrouw de minister, de zelfstandigen vormen een beroepsbevolking die ons allemaal, u nu in het bijzonder en ook mij, als minister in een niet zo ver verleden, in het bijzonder, na aan het hart ligt. Wanneer wij vandaag de cijfers geïnterpreteerd zien door bepaalde media, zouden wij nu moeten zeggen: “Hoera, nog nooit ging het zo goed met de zelfstandigen!” Dat is het beeld dat gecreëerd wordt.

 

Inderdaad, er zijn nog nooit zoveel zelfstandigen in hoofdberoep actief geweest: 720 000. Doe daar de 200 000 zelfstandigen in bijberoep bij en wij hebben te maken met een groep van 920 000 mensen. Voor de collega’s en de buitenwereld: het gaat om 920 000 mensen die hun eigen job creëren en die er nog honderdduizenden bij creëren voor anderen.

 

Laat ik nog een bijkomende opmerking maken. De industrie die ons zeer na aan het hart ligt, heeft geen 600 000 loontrekkenden. Die sector is in volume kleiner, maar veel van de aandacht gaat daar, terecht, naartoe. Ik durf te zeggen dat er minder aandacht gaat, ten onrechte, naar die grote economische groep van de zelfstandigen.

 

Maar ik vrees dat de indruk gewekt wordt als zou het nog nooit zo goed zijn gegaan, omdat er zoveel zelfstandigen zijn, niet de juiste is. Wanneer men de cijfers van dichterbij bekijkt, behoren daartoe maar liefst 70 000 zelfstandigen die ouder dan 65 zijn en blijven doorwerken als zelfstandige in hoofdberoep. Dat is toch niet alleen voor hun plezier? Velen doen dat, omdat een ander statuut niet mogelijk was, bijvoorbeeld buitenlanders, en die noodgedwongen dat statuut hebben aangenomen.

 

Ik heb ter zake enkele vragen, mevrouw de minister. Ten eerste, kunt u mij een indicatie geven wat de reden van de evolutie is? Er gaan daar spijtig genoeg misschien negatieve tendensen achter schuil. Ik ben bereid mee te gaan in de oefening dat dieper te bekijken.

 

Ten tweede, mevrouw de minister, acht u het niet normaal, nu nogmaals blijkt hoe breed en hoe belangrijk de groep is, dat het sociaal statuut van de zelfstandigen eindelijk geregeld wordt? Ik ben daar zelf mee begonnen. Ik ben heel blij dat u het zo ver hebt kunnen doortrekken, maar er zijn nog enkele elementen niet geregeld. Mevrouw de minister, acht u het mogelijk dat op korte termijn ook dat kleine gat wordt dichtgereden?

 

Ten derde, er is gesteld dat het startersplan voor werklozen zou worden uitgebreid tot andere categorieën. Normaal gezien zit het ontwerp van wet nog bij de Raad van State. Kunt u mij een indicatie geven wanneer het terugkomt, zodat wij bijkomende stimulansen kunnen geven om het ondernemersschap in ons land verder te bevorderen?

 

06.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer Daems, net zoals u vind ik dat wij nog meer moeten doen voor het ondernemerschap in België. We moeten met de verschillende regeringen nieuwe maatregelen nemen. Bijvoorbeeld, op federaal vlak heb ik met mijn collega van Justitie en mijn collega van Economie een nieuwe vorm van vennootschappen in het leven geroepen, de bvba Starter. Ik hoop dan ook dat er in de volgende jaren steeds meer zelfstandigen komen.

 

Ik ga helemaal akkoord met u om te pleiten voor meer zelfstandigen. Dat wil niet zeggen dat de economische toestand van de zelfstandigen beter is.

 

Er zijn redenen waarom we meer zelfstandigen hebben dan zes jaar geleden, maar we moeten ook wat relativeren. We hebben een verhoging van het aantal, maar het gaat over 1 tot 2 % per jaar. Op tien jaar tijd is dat verschil wel groot.

 

We beschikken niet over een vaste, brede studie die ons leert wat de redenen zijn. We kunnen dat wel vragen aan het RSVZ. Er zijn verschillende redenen, denk ik. Er zijn meer starters, omdat meer mensen misschien een job willen creëren. We hebben nu ook een beter, aantrekkelijker sociaal statuut dan vroeger. Ook komen er meer buitenlanders in België die een job willen creëren. Maar ik heb dus geen universitaire studie op basis waarvan ik de redenen precies kan vernoemen. Ik kan slechts enkele elementen vernoemen. Wel klopt het dat zelfstandigen meer actief blijven na de pensioenleeftijd dan vroeger.

 

Wij moeten ook strijden tegen misbruik van het sociaal statuut van zelfstandigen. Bijvoorbeeld, de termijn van negentien dagen tussen het begin van de activiteit en de inschrijving in het sociaal statuut willen we afschaffen voor 1 april 2010. We moeten nog meer doen voor het sociaal statuut en voor de aantrekkelijkheid ervan.

 

06.03  Hendrik Daems (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor het antwoord. Ik neem aan dat zij het ermee eens is dat wij op zeer korte termijn proberen toch iets meer te doorgronden wat de inhoud van de trend is. Alleen al het feit dat in verhouding tienduizenden zelfstandigen meer boven de 65 jaar zelfstandig in hoofdberoep blijven, moet toch de vraag doen rijzen hoe dat komt. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat het sociaal statuut vandaag nog niet geweldig is. Dat is juist. Dat was een van de bevindingen toen wij het meerjarenplan voor het sociaal statuut hebben gemaakt. De belangrijkste reden om al dan niet zelfstandig te worden, was een goed sociaal statuut. Dat is voor een stuk opgevangen.

 

Ik geef nog een laatste bedenking mee. Wij kijken allemaal naar het interprofessioneel akkoord, waarbij ook u betrokken bent, mevrouw de minister. We kijken allemaal naar de inspanningen die wij zullen leveren voor de statuten van arbeiders en bedienden. Ik reken erop dat u als minister het statuut van de zelfstandigen, niet eraan gekoppeld maar in de rand van het debat, minstens gelijkwaardig mee op de tafel zult brengen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Questions jointes de

- Mme Françoise Colinia à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "le déraillement de train à Mons" (n° P1758)

- Mme Catherine Fonck à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "le déraillement de train à Mons" (n° P1759)

- Mme Juliette Boulet à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "le déraillement de train à Mons" (n° P1760)

07 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Françoise Colinia aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de treinontsporing in Bergen" (nr. P1758)

- mevrouw Catherine Fonck aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de treinontsporing in Bergen" (nr. P1759)

- mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de treinontsporing in Bergen" (nr. P1760)

 

07.01  Françoise Colinia (MR): Monsieur le président, madame la ministre, ce mardi, Mons était encore sous les feux de l'actualité, une bien triste actualité, étant donné qu'un train a à nouveau déraillé. Très rapidement, les radios locales et nationales annonçaient la catastrophe et suggéraient de consulter le site railtime.be. Il y était indiqué qu'aucun train ne circulait entre Mons et Quévy ni entre Mons et Saint-Ghislain. Il n'y avait que des bus. À partir de Mons jusque Bruxelles, des perturbations et des retards étaient annoncés mais les trains étaient maintenus.

 

Je prends le train trois à quatre fois par semaine. Ce jour-là, je devais arriver à la Chambre pour 10 h 15. Je suis arrivée vers 8 h 00 à la gare après avoir consulté le site railtime.be, où il était indiqué que le train Mons-Bruxelles était maintenu. À mon arrivée à la gare, seuls quatre trains figuraient au tableau. Il y avait énormément de confusion et d'agressivité à l'égard des préposés car certains trains, même ceux à destination de Charleroi, de Namur ou de La Louvière, n'étaient pas annoncés. En outre, je me suis rendu compte qu'il n'y avait pas de train de Mons à Braine-le-Comte. Il fallait prendre le bus jusque la gare de Braine-le-Comte et prendre le train à partir de là.

 

Étant donné cette mauvaise information, je me suis renseignée. Il m'a alors été dit que, dans la mesure où on ne savait pas à quel quai arrivait le train, on ne pouvait absolument pas afficher: ni la destination, ni l'heure, ni le retard éventuel, ce qui a évidemment provoqué une certaine angoisse chez les personnes qui se rendaient ailleurs qu'à Bruxelles et dont les trains étaient à l'heure mais qui restaient sous-informées.

 

S'il avait été indiqué sur railtime.be qu'il n'y avait pas de train jusque Braine-le-Comte, j'aurais pu prendre la voiture. Il m'a été expliqué qu'à partir du moment où un train part d'une gare à l'heure, il est indiqué comme ayant du retard ou non mais que, s'il s'arrête jusqu'environ 30 minutes avant la gare de destination, en l'occurrence celle de Mons, le site ne peut pas transmettre l'information. Il a dès lors été considéré comme maintenu alors qu'en fait, il avait été supprimé.

 

Madame la ministre, je me rends bien compte que cela n'est pas simple. Qu'envisagez-vous pour essayer de fluidifier la communication, de manière à éviter cette agressivité tout à fait dommageable et inutile? Je suis également très troublée par le fait que le déraillement de la voiture s'est produit au même endroit que celui du 19 novembre dernier qui a coûté la vie à une jeune accompagnatrice de train. Je suis ce dossier de très près. J'ai entendu à la télévision et à la radio que les travaux étaient plus longs que prévu. Est-ce dû au fait que l'on a mal évalué les avaries? Enfin, s'agit-il d'une avarie au niveau du wagon ou d'un problème au niveau de l'infrastructure?

 

07.02  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, malheureusement, il ne se passe pas un jour sans que la SNCB ne fasse l'actualité avec des incidents. C'est le cas dans divers endroits, dont Rhode-Saint-Genèse, mais il est à noter qu'ils se déroulent plus particulièrement sur la ligne qui relie Mons à Bruxelles. Aujourd'hui, sur les quatre derniers mois, trois incidents ont eu lieu, dont deux tragiques: bien sûr, l'accident de Hal (Buizingen), mais on se souviendra aussi de l'accident de Mons où une accompagnatrice est décédée. Au début de cette semaine, un nouvel incident s'est produit sur la même ligne.

 

Madame la ministre, cette ligne est-elle particulière? Oui ou non, cette ligne rencontre-t-elle un nombre d'incidents et d'accidents plus élevé que la statistique moyenne des autres lignes sur l'ensemble du réseau belge? Cette ligne a-t-elle subi des modifications particulières récentes, des travaux, des problèmes de sol, des rectifications de voies, des adaptations de trains ou de locomotives? Qu'en est-il?

 

Certains s'expriment aujourd'hui dans la presse et prévoient que, lundi, tout ira bien. Madame Vervotte, vous qui êtes la ministre de tutelle, quelles informations pouvez-vous nous donner? Que pouvez-vous nous fournir comme éléments pour rassurer les voyageurs particulièrement inquiets, dont certains n'osent même plus prendre le train?

 

Enfin, comme la ligne Mons-Bruxelles n'est pas la seule du réseau, que mettez-vous en place pour l'ensemble des navetteurs pour la Belgique?

 

07.03  Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, madame la ministre, il n'est pas anodin que trois parlementaires de la région montoise vous interrogent aujourd'hui.

 

Au-delà des propos tenus par Mme Fonck, il s'agit bien de quatre incidents en quatre mois et non pas trois. De toute façon, c'est trop!

 

On ne peut que comprendre l'inquiétude et la colère des usagers des transports ferroviaires, d'autant plus que l'incident d'il y a deux jours s'est produit exactement au même endroit que celui du 19 novembre. C'est inquiétant!

 

Comme je vous l'ai dit hier en commission de l'Infrastructure, il faut bien faire la différence entre incidents et accidents mais aussi distinguer les responsabilités. L'accident du 4 février relevait plutôt de la responsabilité du camionneur qui a décidé de faire demi-tour sur une voie ferrée. La SNCB a plutôt bien géré cette situation.

 

La responsabilité de la SNCB réside dans la qualité de la communication et des informations fournies aux usagers en temps de crise. Cela a déjà été dit, sur le site railtime.be mais aussi dans les gares, l'information était déficiente non seulement par rapport aux retards des trains mais aussi par rapport aux itinéraires alternatifs. Et dieu sait si l'information est indispensable en temps de crise! La SNCB aurait pu prévoir des agents dans les gares afin de répondre à toutes les questions, de rassurer les voyageurs et de leur proposer des alternatives.

 

Madame la ministre, peut-on lier l'incident d'hier avec celui survenu le 19 novembre au même endroit? Avez-vous des détails au sujet de cet incident?

 

Pour d'éviter que la population ne "fuie" durablement le transport ferroviaire, qu'allez-vous mettre en œuvre pour renforcer l'information et la communication en temps de crise?

 

07.04  Inge Vervotte, ministre: Chers collègues, tout d’abord, je vais vous livrer davantage d’informations sur l’accident même. Ce mardi, à 4 h 53, lors du départ du train vide de Mons à Saint-Ghislain, la dernière voiture du convoi a déraillé à la hauteur d’un aiguillage. Il n’y avait pas de voyageurs dans le train et personne n’a été blessé. Pour l’instant, il est impossible de fournir des informations quant aux causes de l’accident. Plusieurs possibilités doivent être examinées et l’enquête est en cours. Quant à l’accident survenu le 19 novembre 2009, il concernait un train à destination de Mons avant la zone des aiguillages d’entrée. L’accident de cette semaine a eu lieu avec un train au départ dans la zone des aiguillages. Même si les deux lieux sont proches l’un de l’autre, il ne s’agit pas du même endroit.

 

L’enquête devra déterminer s’il y a un lien entre les deux accidents. Ce sont les deux seuls accidents qui ont eu lieu à Mons ces cinq dernières années: il n’y a donc pas plus d’accidents dans cette région ou sur cette ligne. Le nombre d’accidents causant des défaillances à l’infrastructure ferroviaire est très limité.

 

Quant aux wagons vétustes, nous faisons des efforts énormes. En 2008, nous avons décidé de commander du nouveau matériel roulant d’une valeur dépassant 1,7 milliard d’euros. À partir de cette année, ces trains seront systématiquement mis en circulation. Cette commande garantit mille nouvelles voitures. De plus, le matériel existant est continuellement modernisé.

 

J’admets que la communication entre le Groupe SNCB et les voyageurs ne se déroule pas toujours comme elle le devrait. Sur ce plan également je continue à insister pour qu’on apporte des améliorations, notamment par le biais de moyens technologiques modernes. Vous devez aussi savoir que pour certains incidents, on ne peut pas toujours connaître immédiatement la cause exacte du problème et par conséquent on ne sait pas quand la solution sera trouvée. En effet, trouver des solutions opérationnelles demande du temps. Dès lors le client ne peut pas toujours être informé immédiatement. Dans ce cas, on a recours à des équipes de crise pour informer au plus vite le client.

 

Pour conclure, je rappelle que je veux, en accord avec les directeurs généraux du Groupe SNCB et les représentants des syndicats reconnus, procéder à des décisions sur l'accélération et l'approfondissement des divers aspects de la sécurité dans les chemins de fer.

 

À côté de cela, il y a encore naturellement aussi la commission spéciale, où on étudie la sécurité sur le rail. Différentes initiatives sont en cours pour améliorer la situation.

 

J'ai également reçu, aujourd'hui, le communiqué de presse de la SNCB faisant état d'améliorations concrètes prévues pour les voyageurs de la région de Mons: "À partir de lundi prochain, sur la relation entre Binche et Louvain-la-Neuve-Université, la SNCB va mettre en service un train composé de huit nouvelles voitures modernes de type M6 à deux niveaux. Ce train circulera pendant les heures de pointe du matin et du soir, selon l'horaire suivant (…). D'une capacité totale de 1 060 places assises, ce train remplacera un train plus ancien. Le gain représente environ 260 places assises supplémentaires avec le matériel le plus moderne et le plus confortable qu'on ait sur le rail belge".

 

07.05  Françoise Colinia (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Néanmoins, je voudrais vous rappeler que la gare de Mons accueille 12 000 navetteurs et qu'elle est la troisième gare wallonne.

 

07.06  Catherine Fonck (cdH): Madame la ministre, je vous remercie pour vos informations. J'en retiens, premièrement, qu'il n'y a pas plus d'accidents sur cette ligne qu'ailleurs. Cependant, on peut comprendre que les navetteurs de cette ligne soient particulièrement touchés par la succession rapide des événements. Deuxièmement, il est certes important de se doter de voitures de type M6, mais que cela ne donne pas lieu à une forme d'illusion dans le chef des navetteurs! Ce ne sont, en effet, pas les M6 qui, demain, garantiront à elles seules une sécurité à 100 %. Ce ne sont pas non plus les M6 à elles seules qui pourront assurer une ponctualité parfaite. Je sais, madame la ministre, que vous êtes convaincue de l'objectif final et que vous avancez pas à pas. Mais j'en appelle aussi à ce que chacun ne donne pas de faux espoirs.

 

Je ne doute pas que nous pourrons continuer à œuvrer dans un objectif à court, moyen et long terme pour ce qui nous préoccupe tous: la sécurité, la ponctualité et la mobilité.

 

07.07  Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, comme vous le disiez, je pense qu'il est important d'éviter tout amalgame. Je rappelle que quatorze des dix-huit victimes de la catastrophe de Buizingen sont originaires de la région de Mons. Toute la population de cette région est touchée et meurtrie. Il faut l'entendre et le comprendre.

 

J'apprécie que vous reconnaissiez que l'information et la communication en temps de crise sont effectivement lacunaires et qu'il convient de faire un effort. Je vous le disais dans ma question, il suffit parfois simplement d'une présence plus importante d'agents de la SNCB dans la gare pour informer et rassurer le personnel. Cela peut être un premier pas, une bonne première étape. Cela ne coûte pas très cher et se met rapidement en place. Il faut vraiment faire un gros travail sur l'information et la communication.

 

Pour conclure, et je vous l'avais déjà demandé précédemment, lorsque le rapport de l'enquête du 19 novembre sortira, je voudrais que l'on puisse en faire un point spécial dans la commission qui travaille sur la sécurité de la SNCB.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de Mme Clotilde Nyssens au ministre de la Défense sur "l'utilisation des militaires pour éduquer les jeunes délinquants" (n° P1761)

08 Vraag van mevrouw Clotilde Nyssens aan de minister van Landsverdediging over "de inzet van militairen om jonge delinquenten herop te voeden" (nr. P1761)

 

08.01  Clotilde Nyssens (cdH): Madame la ministre, j'aurais voulu poser une question à M. De Crem, mais en son absence vous avez la gentillesse de me répondre.

 

Je ne reviendrai pas sur les faits graves qui se sont déroulés pour la énième fois. Mon propos ne porte pas sur les problèmes de sécurité à Bruxelles. J'évoquerai très brièvement les idées étonnantes et simplistes que j'ai pu lire hier dans la presse et qui ont été exprimées par le président du Sénat. Je ramasserai succinctement ses déclarations: M. De Decker propose de demander à des militaires de s'occuper de jeunes délinquants.

 

En démocratie, il faut respecter le rôle et la place de chacun. Je viens simplement aux nouvelles. M. De Crem est-il enthousiasmé par cette idée? Est-il envisageable, à ses yeux, de demander à des militaires de se transformer en éducateurs de notre jeunesse, qu'il s'agisse de mineurs ou d'adultes?

 

Pour me rassurer, j'aimerais savoir s'il pense recourir à des militaires pour accomplir des tâches judiciaires. D'emblée, je répondrai que ce sont d'autres acteurs qui doivent intervenir.

 

08.02  Inge Vervotte, ministre: Monsieur le président, je vais donc répondre au nom de M. De Crem.

 

Chers collègues, il peut vous rassurer: l'ambition de l'armée n'est pas de se substituer ni à la justice ni à la police. Il est toutefois à noter que, depuis 2005, la Défense offre la possibilité d'effectuer des peines de travail au sein de ses structures. Les modalités pratiques sont réglées dans un protocole d'accord entre le ministre de la Justice et le ministre de la Défense, signé le 31 janvier 2005.

 

Les principes généraux contenus dans le protocole sont les suivants: ce protocole d'accord constitue le cadre général dans lequel la Défense offre la possibilité d'effectuer des peines de travail à la Défense. La Défense est responsable de l'offre, de l'encadrement et de la mise à disposition du matériel et de l'infrastructure nécessaires à l'exécution de la peine de travail. L'exécution de la peine de travail est prévue en concertation avec les représentants de la maison de la justice. Les autorités responsables veilleront à ce que l'exécution des peines de travail n'occasionne aucun frais supplémentaires pour la défense.

 

Il n'entre pas dans les intentions du ministre de la Défense d'étendre le champ d'application de ce protocole d'accord signé le 31 janvier 2005.

 

08.03  Clotilde Nyssens (cdH): Madame la ministre, je vous remercie. Vos propos me rassurent: il est évident que ce protocole signé entre dans le cadre général de la peine de travail. Comme pour toutes les peines de travail, des employeurs potentiels sont invités à se manifester, qu'ils soient publics ou privés, encadrés dans le cadre strict d'une peine de travail autonome.

 

Je remercie le ministre De Crem qui, si j'ai bien compris, n'a aucune intention d'élargir ce genre de peines, ni de se substituer à la justice ainsi que vous l'avez dit dans votre première phrase.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

(…): (…)

De voorzitter: Als de vraagstellers akkoord gaan, kunnen we de volgorde van de vragen wijzigen. Het is niet de regering, die de volgorde bepaalt, mijnheer de minister.

 

08.04 Minister Vincent Van Quickenborne: (…)

 

De voorzitter: Ik weet het wel. Ik vraag de assemblee of mevrouw Turtelboom mag voorgaan. (Neen)

 

We respecteren dus de volgorde. Mijn excuses, mevrouw de minister van Binnenlandse Zaken, maar het Parlement staat op sommige van zijn rechten.

 

09 Questions jointes de

- Mme Karine Lalieux au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "le rapport annuel de l'Observatoire des prix" (n° P1762)

- M. Ronny Balcaen au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "le mécanisme de l'indexation" (n° P1764)

09 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Karine Lalieux aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "het jaarverslag van het Prijzenobservatorium" (nr. P1762)

- de heer Ronny Balcaen aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "het indexmechanisme" (nr. P1764)

 

09.01  Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, les rapports de l'Observatoire des prix se succèdent et se ressemblent: augmentation des prix des produits de base pour les ménages, augmentation beaucoup plus conséquente que celle des pays qui nous entourent malgré la diminution des prix de l'énergie et des matières premières.

 

Monsieur le ministre, je vous ai déjà souvent interrogé sur ces rapports trimestriels de l'Observatoire des prix. Souvent, je vous ai demandé ce que vous attendiez pour réagir par rapport à cette augmentation des prix. Jusqu'à aujourd'hui, je n'avais jamais compris votre silence. À présent, je comprends que vous vouliez avoir un rapport annuel, c'est-à-dire une vue d'ensemble sur ces prix qui s'envolent et qui gonflent les marges des distributeurs et des industriels. Hier, vous avez désigné le coupable de cette augmentation des prix comme étant l'index et l'augmentation des salaires. Vous dites: "halte à l'index, halte à l'augmentation des salaires!"

 

Alors que, depuis un certain nombre de mois, voire d'années, j'accuse la grande distribution de gonfler les prix pour les ménages, vous-même accusez les travailleurs de faire gonfler ces prix. Monsieur le ministre, il existe toujours une gauche et une droite. Personnellement, j'appuie le gouvernement dans ses efforts pour soutenir le pouvoir d'achat de l'ensemble de nos familles. Quant à vous, vous soutenez probablement la non-intervention de l'État envers la grande distribution et les industries.

 

L'Observatoire des prix, monsieur le ministre, a été créé dans un unique but: voir où en sont les prix au niveau de la Belgique et, surtout, déterminer s'il existe des marges bénéficiaires inacceptables de la part des acteurs de la chaîne. L'Observatoire des prix n'est pas là pour confirmer ces marges mais pour que le gouvernement, à un moment donné, puisse agir.

 

Monsieur le ministre, pensez-vous que les prix ont augmenté du fait de l'index et du salaire des travailleurs? Ou bien, estimez-vous que les industriels, la grande distribution et les industries transformatrices gonflent leurs marges?

 

09.02  Ronny Balcaen (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, l'Observatoire des prix a remis son rapport annuel relatif à l'analyse des prix. On peut en tirer quatre enseignements en ce qui concerne les produits alimentaires transformés.

 

- Lorsque le prix des matières premières augmente, les prix des produits transformés augmente très rapidement pour suivre cette tendance.

- Lorsque le prix des matières premières diminue, les prix descendent beaucoup plus lentement au niveau des produits alimentaires transformés.

- Les prix augmentent plus rapidement chez nous que dans les pays étrangers: 1,7 % en moyenne contre 0,6 % chez nos voisins.

- Conclusion: l'industrie alimentaire et/ou le secteur de la distribution disposent d'un certain pouvoir de marché.

 

Observer, c'est bien! De nombreux observatoires ont été créés pour observer l'évolution des prix dans toute une série de secteurs, notamment celui de l'énergie. Il est clair que l'Observatoire doit encore recevoir des moyens complémentaires pour étudier notamment la question des marges bénéficiaires aux différentes étapes du processus d'industrialisation et de commercialisation. Observer, c'est bien, mais décider, c'est aussi utile! Et décider en la matière, cela signifie peut-être, à certains moments, contrôler les prix et leur évolution dans certaines situations.

 

Monsieur le ministre, que pensez-vous de ce qui précède?

 

En parallèle, vous remettez en cause l'indexation automatique des salaires. Sur quoi vous basez-vous concrètement pour remettre en cause cette indexation, alors que les 300 à 400 000 employés qui émargent à la commission paritaire 218 verront, en 2010, leur salaire diminuer réellement de 0,43 %. Vous remettez un élément en cause qui, finalement, n'a pas tellement d'influence sur l'évolution des prix alimentaires. Comment comptez-vous réagir par rapport à cette analyse en termes de contrôle des prix, de sauvegarde et de promotion du pouvoir d'achat de nos citoyens?

 

09.03  Vincent Van Quickenborne, ministre: Cher collègue, je suis content d'avoir ce débat. C'est grâce à la création de l'Observatoire des prix – et à tout seigneur tout honneur, madame Lalieux, vous en étiez à la base – que le débat peut avoir lieu en temps opportun sur le sujet.

 

Comme je vous l'ai mentionné en commission, nous allons doter l'Observatoire d'instruments supplémentaires permettant de vérifier les marges, entre autres, des supermarchés.

 

Quelle est la situation? Nous enregistrons une inflation de 0,0 %, donc inférieure au taux de 0,3 % enregistré aux Pays-Bas, en Allemagne et en France. Il ne faut pas dramatiser la situation.

 

Certes, un problème se pose. En ce qui concerne les produits alimentaires transformés, les hausses sont supérieures à celles enregistrées dans les pays voisins.

 

Que pouvons-nous faire? Il existe une explication objective, vu que les Belges préfèrent davantage les marques de grande qualité que ne le font d'autres peuples. Si vous regardez les parts de marché des hard discount en Allemagne, vous constaterez une autre forme de relation commerciale.

 

Ensuite, une autre explication m'inquiète. Si l'on constate une entente sur les prix dans un secteur donné, il convient de s'y opposer. Nous l'avons fait dans le secteur des télécommunications en infligeant une amende de 66 millions d'euros en 2009. Et nous allons maintenant mettre en cause une entreprise active dans le secteur chocolatier devant le Conseil de la concurrence. Donc, le gouvernement réagit et n'a pas attendu les résultats de cet Observatoire pour entamer des actions.

 

Pour l'index, c'est très simple. Je lis le rapport de l'Observatoire des prix: "L'hypothèse était que la différence d'inflation sous-jacente, enregistrée au deuxième semestre 2008 et au début 2009, avait pour origine des effets secondaires intervenus prématurément à cause de l'indexation automatique des salaires en Belgique." Ce n'est pas moi qui le dis, mais l'Observatoire des prix!

 

Faut-il en conclure qu'il convient d'abolir l'indexation automatique? Je réponds non. Mais, chers collègues, la loi de 1996 qui a été conçue par un prédécesseur très connu – M. Di Rupo, le président de votre parti – défend l'indexation automatique des salaires tout en disant aussi que l'écart salarial historique entre la Belgique et les trois autres pays, qui se situe au moins à 3,5 %, doit prendre fin.

 

Voilà ce que j'ai dit: les partenaires sociaux doivent conserver les deux pour l'accord interprofessionnel qui sera conclu à la fin de l'année. Je ne conteste pas l'indexation automatique, à condition que des mesures soient prises contre cet écart salarial. Pour corriger les interprétations de certains journalistes, notamment francophones, je n'ai jamais dit que je mettais en cause l'indexation, mais qu'il fallait respecter la loi Di Rupo de 1996.

 

Le président: Vous n'y êtes pas opposée, madame Lalieux?

 

09.04  Karine Lalieux (PS): Á la loi Di Rupo, certainement pas, mais j'ai aussi entendu le premier ministre répondre au chef de groupe du sp.a qu'il ne remettait pas du tout en cause l'indexation automatique des salaires. Il défend une autre interprétation.

 

Monsieur le ministre, si vous citez le rapport de l'Observatoire des prix, je vais aussi le faire: "Il n'est pas exclu que certains maillons de la chaîne alimentaire aient augmenté leur marge bénéficiaire au cours des derniers mois mais cela ne peut être affirmé avec certitude."

 

Pourquoi cela ne peut-il être affirmé avec certitude, monsieur le ministre? Parce que depuis des mois, je vous demande – et je sais que vous allez réagir positivement – l'accès aux chiffres de la distribution, de l'agroalimentaire et de la production, afin de savoir quelle marge ces secteurs réalisent et de pouvoir répondre à cette question.

 

Très sincèrement, on a l'impression – et j'en suis presque convaincue – qu'aujourd'hui des marges gonflent au niveau de la distribution et de l'agroalimentaire alors que le pouvoir d'achat des ménages ne cesse de diminuer. Les graphiques sont là, monsieur le ministre!

 

À la lecture du rapport de l'Observatoire des prix, il me semble que ce dernier dit bien qu'il suspecte des marges bénéficiaires anormales dans le chef des acteurs de la chaîne alimentaire. Dès lors, je vous demande d'être rapide sur ce sujet et de solliciter un nouveau rapport lorsque cet Observatoire aura enfin les outils pour travailler sur les marges bénéficiaires de chaque acteur de la chaîne alimentaire.

 

09.05  Ronny Balcaen (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, même si vous nuancez les propos repris dans la presse et que vous semblez faire quelque peu marche arrière, je regrette que vous ayez pointé hier essentiellement cet aspect du rapport de l'Observatoire, sans mettre en évidence le rôle effectif des acteurs industriels et de la distribution qui ont une responsabilité dans l'évolution des prix. Il semble que vous ayez voulu pointer essentiellement la responsabilité des travailleurs alors qu'elle paraît particulièrement ténue dans ce domaine.

 

Pour le reste, monsieur le ministre, je voudrais dire que l'autorité de l'État ne s'exerce pas uniquement dans les domaines régaliens; elle doit aussi s'exercer dans les domaines tels que ceux de l'évolution et de la fixation des prix. Sur ce sujet, vous ne m'avez pas apporté de réponse quant à une régulation de l'évolution de certains prix et un contrôle des prix lorsque cela met en cause le pouvoir d'achat de nos citoyens.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het akkoord met de politievakbonden" (nr. P1765)

10 Question de M. Michel Doomst à la ministre de l'Intérieur sur "l'accord conclu avec les syndicats de police" (n° P1765)

 

10.01  Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik weet dat zwart uw lievelingskleur is. Ik had dat ook al gezien. Ik denk dat u niet rouwig bent dat de blauwe woede stilaan aan het luwen is. Toegegeven, het zou geen sterk signaal zijn, mochten we op het ogenblik dat Brussel de handen vol heeft met de veiligheid, met een staking zitten, of met een resem Europese raden voor de boeg, in het korps met problemen zouden zitten. Begin februari was een actieplan of acht puntenplan onvoldoende. Blijkbaar was het product wat te mager, maar is er ondertussen wat vet en room bijgekomen, naar ik aanneem binnen de budgettaire beperkingen die zich stellen.

 

Welk vet heeft het akkoord nu wat oversaust? Waarmee komt men op korte en lange termijn over de brug? Klopt het dat er 300 aanwervingen in het vooruitzicht werden gesteld? Wat zijn de andere maatregelen? Wordt dat volgende week definitief gefinaliseerd?

 

10.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, na wat er gebeurd is de voorbije weken in Brussel hadden de politievakbonden inderdaad een stakingsaanzegging ingediend. Eerst was dat alleen een stakingsaanzegging met betrekking tot de veiligheidssituatie in Brussel. Op basis daarvan is een aantal maatregelen genomen zoals het akkoord met Defensie om ook militairen in te zetten en over te schakelen naar het politiestatuut, de uitbreiding van drugshulp, de kogelvrije vesten die waren toegezegd, een optimalisering van de rekrutering voor de politieaanpak van de spijbelaars enzovoort. Iedereen kent de acht punten die toen besproken zijn.

 

Bij de tweede vergadering heeft men de stakingsaanzegging die alleen over Brussel ging, omgezet in een nationale stakingsaanzegging. Ik moet u bevestigen dat wij gisteren na toch wel moeilijke onderhandelingen tot een voorakkoord zijn gekomen met de vakbonden. Daarbij hebben we hun belangrijkste bekommernis ter harte genomen, in casu het niet vervangen van een aantal politieagenten waardoor er echt wel heel objectief een aantal tekorten zou ontstaan. Bij CGSU zou er op korte termijn een tekort kunnen ontstaan tot 25 % van de personeelsleden van de diensten door die niet-vervanging. Na ruggesteun van de kern ben ik onderhandelingen aangegaan. We hebben gisteren een voorakkoord bereikt dat nu tijdens de budgetcontrole gefinaliseerd moet worden, om dan nadien hopelijk onze handtekening onder het definitieve akkoord te kunnen zetten.

 

10.03  Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, dank u voor dit antwoord. Ik hoop dat het blauwe geweld niet alleen met geld wordt afgekocht, maar dat we vooral toch in Brussel blijven aandringen op een heel efficiënte en resultaatgerichte organisatie, met meetbare resultaten. Federaal en lokaal moeten we het maximum halen uit een sector die nu toch al enorm financieel wordt gesteund. Ik verwijs naar onder andere de verklaring van collega Daems vorige week op de radio. Hij zei dat we dat apparaat moesten ontvetten. Dit mag geen aanleiding zijn om te vervetten. Ik blijf aandringen op een correcte meting van mensen en middelen. Bijkomende veiligheidsmaatregelen voor mensen die op het terrein staan.

 

Ik denk dat vooral correct meten, dat moet na tien jaar politiehervorming toch kunnen, correct weten en werken is. Ik hoop dat hieruit geen steekvlambediening komt. Anders zullen er straks andere groepen uit de veiligheidssector aankloppen en hetzelfde vragen.

 

De voorzitter: Meten is weten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van de heer Filip De Man aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, over "de werklast bij de Dienst Vreemdelingenzaken" (nr. P1766)

11 Question de M. Filip De Man à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, sur "la charge de travail à l'Office des étrangers" (n° P1766)

 

11.01  Filip De Man (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris voor Immigratie, u hebt vorig jaar een eenmalige regularisatie afgekondigd. Het was wel al de tweede keer dat dit gebeurde in 10 jaar. Het ging dus om een tweede eenmalige regularisatieronde en die liep van 15 september tot 15 december.

 

Wij zijn nu een half jaar na het begin van die regularisatieronde en drie maanden na het einde ervan. Ik had natuurlijk graag van u, mijnheer de staatssecretaris, geweten wat dit nu allemaal heeft opgeleverd. Hoeveel werden er tijdens die drie maanden ingediend? Over hoeveel personen gaat het in die dossiers? Hoeveel van die dossiers steunen op criteria die u vorig jaar in juli had uitgevaardigd bij middel van een zogenaamde instructie? Kunt u mij ten slotte ook zeggen hoeveel van die dossiers al werden behandeld en hoeveel mensen een regularisatie hebben verkregen?

 

11.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mijnheer De Man, u verwijst naar de data van 15 september en 15 december, en naar de instructie. U weet echter ook dat deze instructie werd ingetrokken door een arrest van de Raad van State. Ik heb geen statistiek op basis van verschillende data van indiening van een procedure aangezien die instructie werd vernietigd door de Raad van State.

 

U weet ook dat er verschillende procedures bestaan voor zij die een aanvraag willen indienen. Wij hebben om praktische redenen en voor een efficiënte behandeling van de dossiers een actualisering van de dossiers doorgevoerd. Wij hebben uiteraard verschillende actualiseringen van dossiers ontvangen.

 

U weet ook dat personen die een regularisatiedossier indienen – en dit gebeurde niet alleen tijdens de periode van 15 september tot 15 december, maar ook ervoor en erna -, hierbij toepassing vragen van de wet. Deze aanvraag moet eerst worden ingediend bij de gemeenten. De gemeenten moeten een verblijfscontrole uitvoeren. Pas daarna worden de dossiers naar de Dienst Vreemdelingenzaken gestuurd. Wij wachten nog op verschillende dossiers van verschillende gemeenten.

 

U moet ook begrijpen dat ik nu geen onvolledige, incorrecte cijfers zal geven omdat wij nog wachten op dossiers die ons vanuit de verschillende gemeenten moeten bereiken. Ik zal daarom nu zeker geen cijfers geven omdat die cijfers per definitie onvolledig zijn. Wij weten immers dat wij nog veel dossiers zullen ontvangen van de verschillende gemeenten.

 

11.03  Filip De Man (VB): Dat is toch wel een zeer onbetamelijk antwoord. Er wordt hier met zoveel woorden gezegd dat het Parlement niet mag weten wat de regering uitspookt inzake regularisaties. We krijgen geen cijfers. De dienst Vreemdelingenzaken, waar bijna 2 000 mensen werken, is niet in staat om te zeggen hoeveel aanvragen nu al zijn binnengekomen, terwijl de gemeenten, dacht ik toch, de aanvragen massaal hebben ingestuurd halverwege december.

 

Ik ben op de dienst Vreemdelingenzaken geweest, en men heeft daar bevestigd dat er meer dan 1 000 aanvragen per dag binnenkwamen. En nu zegt u aan mij dat het Parlement niet mag weten hoeveel dossiers dat zijn. Ik vind dat echt onbetamelijk, en ik denk dat ik volgende week de voogdijminister van DVZ zal moeten ondervragen. Misschien wil zij wel cijfers geven, want dit kan niet, mijnheer de staatssecretaris. Het is absoluut ontoelaatbaar dat men die cijfers niet kan krijgen.

 

11.04 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Beste vriend, u vraagt mij cijfers, maar u weet zelf dat er duizenden dossiers zijn. Ik zal natuurlijk de cijfers geven, als die volledig zijn, en wanneer ik zeker weet dat ze correct zijn. En u weet, net zoals ik, dat die dossiers moeten komen van de gemeenten. U weet, net zoals ik, dat als een dossier wordt ingediend voor 15 september, na 15 december of nog daarna, eerst de wooncontrole moet plaatsvinden bij de gemeente. En natuurlijk wil ik deze cijfers geven, wanneer ze correct en volledig zijn.

 

Mijnheer De Man, dat is van in het begin mijn engagement geweest. Ik heb nooit iets anders gezegd, zelfs niet voor 15 september. Ik heb altijd dezelfde lijn gehouden. Wanneer wij de volledige cijfers zullen hebben, zal ik uiteraard, zoals altijd en in volle transparantie, alle cijfers geven omtrent actualisatie en indiening van nieuwe procedures. Dat is normaal en het is de enige correcte manier van werken.

 

11.05  Filip De Man (VB): Mijnheer de staatssecretaris, weet u wanneer u die cijfers zult hebben? Is dat binnen een maand, binnen een half jaar, of gaat u wachten tot na de verkiezingen van volgend jaar?

 

11.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Het zal zeker niet na de verkiezingen van volgend jaar zijn. Ik zal een datum geven wanneer ik iets weet. U hebt veel informatie over de DVZ, u hebt misschien ook meer informatie over de gemeenten waarvan de dossiers moeten komen. Ik wacht dus nog op de dossiers van de verschillende gemeenten. Dat hangt dus niet van mij af.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Questions jointes de

- Mme Jacqueline Galant au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "l'astreinte au bénéfice de demandeurs d'asile" (n° P1767)

- Mme Martine De Maght au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "l'astreinte au bénéfice de demandeurs d'asile" (n° P1768)

12 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Jacqueline Galant aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de dwangsommen aan asielzoekers" (nr. P1767)

- mevrouw Martine De Maght aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de dwangsommen aan asielzoekers" (nr. P1768)

 

12.01  Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, depuis le mois de novembre, 55 demandeurs d’asile ont introduit une action en justice parce qu’ils n’ont nulle part où dormir. Si mes informations sont bonnes, l’État est condamné à payer une astreinte de 500 euros par jour et par personne. En octobre dernier, je vous avais déjà interpellé à ce sujet. Des places ont été libérées dans l’urgence pour héberger toutes ces personnes. On sait aussi que depuis octobre dernier, plus de 2 000 demandeurs d’asile n‘ont pas pu trouver de place dans un centre ou dans un hôtel. Imaginez les conséquences si ces demandeurs d’asile introduisent tous un recours en justice et qu’ils obtiennent gain de cause.

 

Partant du principe que si une place est offerte à ces plaignants, la procédure est suspendue et on ne doit plus verser ces astreintes, des places ont été libérées. Quel est le pourcentage de places occupées actuellement par les demandeurs d’asile? Combien de places sont-elles disponibles à ce jour? Pouvez-vous m’expliquer le montant exorbitant de cette astreinte de 500 euros par personne et par jour? Même si nous sommes en procédure d’asile, que le ministre Wathelet accompagné du premier ministre s’en va de par le monde et notamment en Macédoine pour expliquer que la Belgique n’est pas une terre d’accueil idyllique, je me dis qu’avec de tels messages, la Belgique a vraiment l’air d’un pays de Cocagne!

 

12.02  Martine De Maght (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, het is inderdaad een debat dat al een tijdje aan de gang is. Wij mochten vorige week vernemen dat er tot 205 000 euro dwangsommen betaald zijn van november tot februari. Drieënveertig mensen aan wie dit uitbetaald werd, zijn in feite nieuwe asielzoekers; vier dienden al eerder een aanvraag in en twee gezinnen waren hier in feite illegaal.

 

Als asielzoekers een plaats aangeboden krijgen zegt de wetgever dat zij geen recht meer hebben op die dwangsommen als ze de plaats weigeren. Impliciet kan men hieruit afleiden dat indien zij daar wel op ingaan, de dwangsommen blijven uitbetaald worden. Ik wou u bovendien toch meegeven dat de Europese richtlijn 2003/9 EG in artikel 13, § 3, 2lid voorziet in de mogelijkheid dat indien blijkt dat een asielzoeker over voldoende bestaansmiddelen beschikt om in zijn opvangbehoeften te voorzien, de lidstaten van de asielzoeker kunnen vragen dat hij deze voorzieningen ook vergoedt. Iedereen kan ervan uitgaan dat mensen die gedurende een bepaalde periode — we spreken hier over twee maanden — die dwangsommen uitbetaald kregen per gezinslid, wel vermogend genoeg zijn. Er zijn geen cijfergegevens ter beschikking gesteld over het aantal betrokken personen en de periode waarin ze dwangsommen uitbetaald gekregen hebben. Die mensen moeten echter effectief vermogend genoeg zijn als ze per gezinslid 500 euro per dag uitbetaald gekregen hebben. Er zijn bovendien twee gezinnen bij die hier illegaal verbleven. Ik heb dus wel enige vragen.

 

Kunt u mij zeggen op welke juridische basis die mensen zijn uitbetaald, gegeven het feit dat ze hier illegaal waren?

 

Kunt u mij bevestigen wat de eerste minister vorige week heeft verklaard, namelijk dat er sinds de verklaring geen uitbetalingen van dwangsommen meer gebeurd zijn?

 

Bent u bereid om Fedasil de opdracht te geven een vergoeding te eisen van de asielzoekers die deze dwangsommen hebben ontvangen voorafgaand aan de opvang in een asielcentrum?

 

Hoeveel mensen van wie de asielprocedure al is afgesloten bevolken vandaag de opvangcentra? Maakt u effectief werk van de uitstroom uit de opvangcentra van mensen die daar niet meer thuishoren?

 

12.03 Staatssecretaris Philippe Courard: Mijnheer de voorzitter, dat zijn veel vragen. Ik heb reeds in de commissie op deze vragen geantwoord en de cijfers gegeven.

 

Het extra budget van 9,5 miljoen euro werd toegekend in 2009 om 850 opvangplaatsen te financieren, verdeeld als volgt: 130 plaatsen beheerd door la Croix-Rouge in het centrum van Beho in de provincie Luxemburg, 160 plaatsen voor CIRE en Vluchtelingenwerk Vlaanderen en 560 plaatsen beheerd door de OCMW’s en de LOI’s.

 

La question principale concernait les astreintes, car beaucoup d'autres éléments ont déjà été donnés en commission. Je tiens à redire que cela me paraît pour le moins étonnant.

 

Le fait que la justice condamne en toute indépendance me paraît légitime; par contre, les montants – on parle de 500 à 1 000 euros – me paraissent totalement excessifs. C'est un message désastreux qui est envoyé à la population, et qui suscite l'incompréhension.

 

L'accueil coûte environ 40 euros par personne par jour, donc le fait d'en arriver à des astreintes aussi importantes ne me paraît pas être un bon signal, comme vous l'avez indiqué. J'espère que la justice va revoir sa position. J'ai d'ailleurs introduit un recours dans le but de signaler que c'est un problème majeur et que cet argent consacré au paiement d'astreintes peut être utilisé pour l'organisation d'un accueil de qualité, c'est cela que je souhaite, pendant la durée de l'instruction de la procédure.

 

Nous allons voir ce qu'il est possible de faire. Je rappelle que la justice agit de manière totalement indépendante et, contrairement à ce que certains disent ou pensent, il n'est pas de la responsabilité du gouvernement de lui apporter une autre information, si ce n'est de constater, comme l'ensemble des Belges, que les montants paraissent anormaux.

 

Le président: Il y a un recours qui est pendant.

 

12.04  Jacqueline Galant (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse.

 

La majorité des Belges sont choqués par ces montants: des familles monoparentales et des ménages qui ont du mal à boucler les fins de mois entendent de tels montants versés à des demandeurs d'asile. Il me semble important de réagir car nous avons l'impression que le gouvernement devient fou!

 

Il convient absolument de prendre des dispositions quant à la gestion de l'immigration, de l'asile et de prendre des mesures plus sévères par rapport à l'accueil. Nous assistons à une arrivée massive, qu'il faut à présent gérer, même si un recours est pendant. Il reste qu'une décision tombera un jour ou l'autre. Même si les montants seront réduits, ils n'en demeureront pas moins exorbitants au vu de la crise financière que traverse actuellement la Belgique.

 

12.05  Martine De Maght (LDD): Mijnheer de staatssecretaris, het zal u niet verbazen dat uw antwoord in feite niet tegemoet komt aan de vragen die ik u gesteld heb. Ik heb trouwens nooit beweerd dat u geen inspanningen levert voor het opvangen van asielzoekers of dat het inderdaad een goed signaal zou zijn dat er dwangsommen uitbetaald worden, integendeel.

 

Het is juist dat wat ik u vraag. Doe er iets mee! De mensen maken gebruik van de wetgeving die vandaag voorhanden is, neem het hen kwalijk. Ik vraag u zeer expliciet om exacte gegevens gebaseerd op de instroom en de uitstroom. Maak een beleid en pas daarop de wetgeving aan. Dat gebeurt vandaag niet en dat zou gisteren reeds moeten gebeurd zijn. Doe dat alstublieft want wij geven inderdaad een verkeerd signaal. Ik hoop dat u alsnog Fedasil de boodschap geeft dat er onmogelijk kan verondersteld worden dat die mensen onvermogend zijn die deze dwangsommen van de federale regering mochten ontvangen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van mevrouw Lieve Van Daele aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de opvangplaatsen die door Defensie ter beschikking gesteld worden voor asielzoekers" (nr. P1769)

13 Question de Mme Lieve Van Daele au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "les places d'accueil pour les demandeurs d'asile mises à disposition par la Défense" (n° P1769)

 

13.01  Lieve Van Daele (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, mijn vraag kan naadloos aansluiten bij de vorige vragen. Ik hoorde u in uw antwoord zeggen dat u verder zult uitzoeken wat er moet gebeuren om de bijkomende opvang te creëren. Ik heb het gevoel dat het stilaan tijd wordt om te stoppen met uitzoeken wat er moet gebeuren. Er zijn opportuniteiten en er zijn al beslissingen. Daar moet mee gewerkt worden.

 

Ik heb vernomen dat Defensie zich akkoord heeft verklaard – het werd ook binnen de regering besproken – om 700 plaatsen ter beschikking te stellen. Op dit ogenblik kunnen nog maar 300 plaatsen worden ingevuld omdat er in twee kazernes nog infrastructuurwerken moeten gebeuren. Het is uw taak om daarin actie te ondernemen.

 

Welke initiatieven hebt u ter zake al genomen? Wanneer voorziet u in de uitvoering van de nodige werken? Een paar weken geleden hebben wij hier gedebatteerd over de komst van een nieuwe commissaris. U hebt toen gezegd dat de opdacht zou zijn op het terrein de opvangplaatsen mogelijk te maken. Is de commissaris in dit dossier al ingeschakeld? Het moet niet meer onderzocht worden. Wanneer gaat het gebeuren?

 

13.02 Staatssecretaris Philippe Courard: Mijnheer de voorzitter, eerst en vooral wil ik erop wijzen dat het gaat om 476 plaatsen en niet om 700 zoals gezegd. Zij zijn als volgt verdeeld. In Dinant zijn er 220 plaatsen bezet op het totaal van 236 beschikbare plaatsen sinds december. In Poelkapelle zijn er nu 32 plaatsen bezet. Na aanwerving van bijkomend personeel in de komende dagen zal de capaciteit daar oplopen tot 100 plaatsen en nadien, na de werken, tot 199.

 

De appartementen in Luik bieden 8 plaatsen, die in de komende dagen in gebruik worden genomen. Wij bestuderen nog andere sites. Ik heb voor u geen andere boodschap vandaag.

 

13.03  Lieve Van Daele (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik zit niet zozeer op een boodschap te wachten. Ik denk dat de mensen op het terrein vooral op de realisatie zitten te wachten.

 

U verwijst naar Poelkapelle waar er inderdaad werken moeten gebeuren. De Regie der Gebouwen moet dat eerst en vooral op de prioritaire lijst van werken zetten. Ik vind uw antwoord hier nu minder belangrijk, maar ik zou wel willen vragen dat u eens nagaat of uw commissaris daartoe opdracht geeft, of dat effectief al gebeurd is.

 

Aansluitend bij de bedenkingen van de collega’s daarnet, wil ik nog het volgende kwijt. Wanneer we zelf de instrumenten in handen hebben in gebouwen die we in handen hebben, denk ik dat het verhaal van de dwangsommen nog meer hallucinant wordt.

 

We zullen dat uiteraard van zeer nabij opvolgen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

14 Agenda

14 Ordre du jour

 

De voorzitter: Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 10 maart 2010, stel ik u voor de bespreking van het wetsvoorstel van mevrouw Ingrid Claes, de heren François Bellot en André Flahaut en de dames Hilde Vautmans en Brigitte Wiaux tot tijdelijke uitvoering van de regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties van het militair personeel (nrs 2366/1 en 2) te verdagen.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 10 mars 2010, je vous propose de reporter la discussion de la proposition de loi de Mme Ingrid Claes, MM. François Bellot et André Flahaut et Mmes Hilde Vautmans et Brigitte Wiaux portant exécution temporaire de l'organisation des relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire (n°s 2366/1 et 2).

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ontwerpen en voorstellen

Projets et propositions

 

15 Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de machtiging tot burgerlijke partijstelling in het kader van de voogdij betreft (1838/1-4)

15 Proposition de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne l'autorisation pour une constitution de partie civile dans le cadre de la tutelle (1838/1-4)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Raf Terwingen, Mia De Schamphelaere, Mark Verhaegen, Sonja Becq

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

15.01  Thierry Giet, rapporteur: Monsieur le président, je renvoie à mon rapport écrit.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1838/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1838/4)

 

Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.

La proposition de loi compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

Geheime stemming

Scrutin

 

16 Grondwettelijk Hof – Benoeming van een Franstalige rechter

16 Cour constitutionnelle – Nomination d'un juge d'expression française

 

Aan de orde zijn de geheime stemmingen over het dubbeltal van kandidaten dat de Kamer moet voordragen met het oog op de benoeming van een Franstalige rechter in het Grondwettelijk Hof.

L'ordre du jour appelle les scrutins pour la liste double de candidats que la Chambre doit présenter en vue de la nomination d'un juge d'expression française à la Cour constitutionnelle.

 

Het stuk met de namen van de kandidaten (nr. 2453/1) werd u rondgedeeld.

Le document portant les noms des pétitionnaires (n° 2453/1) vous a été distribué.

 

De Kamer moet overgaan tot de geheime stemming. Ik herinner u dat overeenkomstig artikel 32, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, het dubbeltal moet worden aangenomen met een meerderheid van twee derde der stemmen van de aanwezige leden.

Il y a lieu de procéder au scrutin. Je vous rappelle que, conformément à l'article 32, alinéa premier, de la loi spéciale du 6 janvier 1989, la liste double doit être adoptée à la majorité des deux tiers des suffrages des membres présents.

 

De stembiljetten voor de eerste kandidaat werden reeds rondgedeeld.

Les bulletins de vote pour le premier candidat ont été distribués.

 

Daar de stemming geheim is, mogen de stembiljetten niet ondertekend worden.

Le scrutin étant secret, les bulletins ne peuvent être signés.

 

We moeten eerst een of twee bureaus van stemopnemers bij loting samenstellen. Elk bureau bestaat uit vier leden. Ik stel u evenwel voor om voor de stemopneming de twee secretarissen aan te wijzen die heden aan het bureau hebben plaatsgenomen.

Nous devons d'abord procéder au tirage au sort d'un ou de deux bureaux de scrutateurs composés chacun de quatre membres qui seront chargés du dépouillement. Je vous propose cependant de désigner les deux secrétaires siégeant au bureau ce jour pour dépouiller les scrutins.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

De dames Maggie De Block en Camille Dieu worden aangesteld om de stemmen op te nemen.

Mmes Maggie De Block et Camille Dieu sont désignées pour dépouiller les scrutins.

 

Ik stel u voor dat de stembiljetten geteld worden in de Conferentiezaal, in aanwezigheid van de stemopnemers.

Je vous propose de procéder au dépouillement des scrutins à la salle des Conférences, en présence des scrutateurs.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

We zullen dus overgaan tot de stemming voor de eerste kandidaat.

Nous allons donc passer au vote pour le premier candidat.

 

Ik nodig de secretarissen uit de namen af te roepen.

J'invite les secrétaires à procéder à l'appel nominal.

 

Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.

Il est procédé à l'appel nominal.

 

Heeft iedereen gestemd? (Ja)

Tout le monde a-t-il déposé son bulletin dans l'urne? (Oui)

 

Ik verklaar de stemming voor gesloten. Ik nodig de stemopnemers uit over te gaan tot de stemopneming.

Je déclare le scrutin clos et invite les scrutateurs à procéder au dépouillement.

 

La séance est suspendue.

De vergadering is geschorst.

 

La séance est suspendue à 16.09 heures.

De vergadering wordt geschorst om 16.09 uur.

 

La séance est reprise à 16.23 heures.

De vergadering wordt hervat om 16.23 uur.

 

La séance est reprise.

De vergadering is hervat.

 

17 Grondwettelijk Hof – Voordracht van twee kandidaten met het oog op de benoeming van een Franstalige rechter

17 Cour constitutionnelle – Présentation de deux candidats en vue de la nomination d'un juge d'expression française

 

Uitslag van de stemming voor de eerste kandidaat

Résultat du scrutin pour le premier candidat

 

Votants

110

Stemmen

Blancs ou nuls

4

Blanco of ongeldig

Valables

106

Geldig

Majorité des deux tiers

71

Tweederde meerderheid

 

De heer Pierre Nihoul heeft 90 stemmen bekomen.

M. Pierre Nihoul a obtenu 90 suffrages.

 

Mevrouw Marie-Françoise Rigaux heeft 16 stemmen bekomen.

Mme Marie-Françoise Rigaux a obtenu 16 suffrages.

 

De heer Pierre Nihoul die de tweederde meerderheid van de stemmen heeft bekomen, is tot eerste kandidaat uitgeroepen voor het vacante ambt van Franstalige rechter in het Grondwettelijk Hof.

M. Pierre Nihoul ayant obtenu la majorité des deux tiers des suffrages, est proclamé premier candidat à la place vacante de juge d'expression française à la Cour constitutionnelle.

 

Wij gaan nu over tot de stemming voor de aanwijzing van de tweede kandidaat.

Nous allons procéder maintenant au scrutin en vue de la désignation du second candidat.

 

Ik nodig de secretarissen uit de namen af te roepen.

J'invite les secrétaires à procéder à l'appel nominal.

 

Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.

Il est procédé à l'appel nominal.

 

Heeft iedereen gestemd? (Ja)

Tout le monde a-t-il déposé son bulletin dans l'urne? (Oui)

 

Ik verklaar de stemming voor gesloten. Ik nodig de stemopnemers uit over te gaan tot de stemopneming.

Je déclare le scrutin clos et invite les scrutateurs à procéder au dépouillement.

 

La séance est suspendue.

De vergadering is geschorst.

 

La séance est suspendue à 16.30 heures.

De vergadering wordt geschorst om 16.30 uur.

 

La séance est reprise à 16.41 heures.

De vergadering wordt hervat om 16.41 uur.

 

La séance est reprise.

De vergadering is hervat.

 

18 Grondwettelijk Hof – Voordracht van twee kandidaten met het oog op de benoeming van een Franstalige rechter

18 Cour constitutionnelle – Présentation de deux candidats en vue de la nomination d'un juge d'expression française

 

Uitslag van de stemming voor de tweede kandidaat

Résultat du scrutin pour le second candidat

 

Votants

110

Stemmen

Blancs ou nuls

5

Blanco of ongeldig

Valables

105

Geldig

Majorité des deux tiers

71

Tweederde meerderheid

 

Mevrouw Marie-Françoise Rigaux heeft 101 stemmen bekomen.

Mme Marie-Françoise Rigaux a obtenu 101 suffrages.

 

Mevrouw Bernadette Renauld heeft 4 stemmen bekomen.

Mme Bernadette Renauld a obtenu 4 suffrages.

 

Mevrouw Marie-Françoise Rigaux die de tweederde meerderheid van de stemmen heeft bekomen, is tot tweede kandidaat uitgeroepen voor het vacante ambt van Franstalige rechter in het Grondwettelijk Hof.

 

Mme Marie-Françoise Rigaux ayant obtenu la majorité des deux tiers des suffrages, est proclamée second candidat à la place vacante de juge d'expression française à la Cour constitutionnelle.

 

19 Verzending van voorstellen naar een andere commissie

19 Renvoi de propositions à une autre commission

 

Op aanvraag van de heer Georges Dallemagne, stel ik u voor het wetsvoorstel van de heren Georges Dallemagne en Christian Brotcorne, de dames Marie-Martine Schyns en Maya Detiège, de heren Jean Cornil, Philippe Blanchart en Xavier Baeselen, mevrouw Nathalie Muylle en de heer Willem-Frederik Schiltz betreffende de reclame voor motorfietsen (nr. 2427/1) te verwijzen naar de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing.

À la demande de M. Georges Dallemagne, je vous propose de renvoyer à la commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société, la proposition de loi de MM. Georges Dallemagne et Christian Brotcorne, Mmes Marie-Martine Schyns et Maya Detiège, MM. Jean Cornil, Philippe Blanchart et Xavier Baeselen, Mme Nathalie Muylle et M. Willem-Frederik Schiltz relative à la publicité concernant les motocyclettes (n° 2427/1).

 

Dit wetsvoorstel werd vroeger verzonden naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw.

Cette proposition avait été précédemment renvoyée à la commission de l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Op aanvraag van de indieners, stel ik u voor het voorstel van resolutie van mevrouw Rita De Bont en de heer Koen Bultinck tot terugbetaling van fitnessbeoefening onder begeleiding in erkende fitnesscentra op doktersvoorschrift (nr. 901/1) te verwijzen naar de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing.

À la demande des auteurs, je vous propose de renvoyer à la commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société, la proposition de résolution de Mme Rita De Bont et M. Koen Bultinck relative au remboursement des séances de fitness encadrées, pratiquées sur prescription médicale dans des centres de fitness agréés (n° 901/1).

 

Dit wetsvoorstel werd vroeger verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken.

Cette proposition avait été précédemment renvoyée à la commission des Affaires sociales.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Op aanvraag van de indieners, stel ik u eveneens voor het wetsvoorstel van de heren Daniel Bacquelaine en Xavier Baeselen, de dames Françoise Colinia en Corinne De Permentier en de heren Daniel Ducarme, Denis Ducarme en Éric Libert tot instelling van een verbod op het dragen van kleding die het gezicht volledig dan wel grotendeels verbergt (nr. 2289/1) te verwijzen naar de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt.

À la demande des auteurs, je vous propose également de renvoyer à la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique, la proposition de loi de MM. Daniel Bacquelaine et Xavier Baeselen, Mmes Françoise Colinia et Corinne De Permentier et MM. Daniel Ducarme, Denis Ducarme et Éric Libert visant à interdire le port de tout vêtement cachant totalement ou de manière principale le visage (n° 2289/1).

 

Dit wetsvoorstel werd vroeger verzonden naar de commissie voor de Justitie.

Cette proposition avait été précédemment renvoyée à la commission de la Justice.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

20 Inoverwegingneming van voorstellen

20 Prise en considération de propositions

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ik stel u ook voor in overweging te nemen:

- het wetsvoorstel van mevrouw Camille Dieu, de heer Yvan Mayeur, de dames Marie Arena en Valérie Déom en de heer Bruno Van Grootenbrulle tot wijziging van de arbeidswet van 16 maart 1971 in verband met de bescherming tegen ontslag in geval van omzetting van moederschapsverlof in vaderschapsverlof (nr. 2460/1);

- het wetsvoorstel van de heren Georges Gilkinet en Wouter De Vriendt tot wijziging van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, teneinde de zelfredzaamheid van de bejaarden te steunen (nr. 2471/1).

Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken;

- het voorstel van resolutie van de heren Georges Dallemagne en Xavier Baeselen, mevrouw Yolande Avontroodt, de heer Patrick Moriau en de dames Nathalie Muylle en Hilde Vautmans over de oprichting van een Europees korps voor civiele hulpverlening (nr. 2463/1).

Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen;

- het wetsvoorstel van de heer Jenne De Potter, mevrouw Sonja Becq, de heer Hendrik Bogaert, mevrouw Mia De Schamphelaere en de heren Raf Terwingen, Jef Van den Bergh, Stefaan Vercamer en Kristof Waterschoot tot wijziging van de werking in de tijd van de artikelen 1quater tot 1sexies van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven (nr. 2470/1).

Verzonden naar de commissie voor de Financiën en de Begroting.

 

Je vous propose également de prendre en considération:

- la proposition de loi de Mme Camille Dieu, M. Yvan Mayeur, Mmes Marie Arena et Valérie Déom et M. Bruno Van Grootenbrulle modifiant la loi du 16 mars 1971 sur le travail en ce qui concerne la protection contre le licenciement en cas de conversion du congé de maternité en congé de paternité (n° 2460/1);

- la proposition de loi de MM. Georges Gilkinet et Wouter De Vriendt modifiant la loi du 27 février 1987 sur les allocations aux personnes handicapées, visant à soutenir l’autonomie des personnes âgées (n° 2471/1).

Renvoi à la commission des Affaires sociales;

- la proposition de résolution de MM. Georges Dallemagne et Xavier Baeselen, Mme Yolande Avontroodt, M. Patrick Moriau et Mmes Nathalie Muylle et Hilde Vautmans relative à la mise en place d'un corps européen de secours civil (n° 2463/1).

Renvoi à la commission des Relations extérieures;

- la proposition de loi de M. Jenne De Potter, Mme Sonja Becq, M. Hendrik Bogaert, Mme Mia De Schamphelaere et MM. Raf Terwingen, Jef Van den Bergh, Stefaan Vercamer et Kristof Waterschoot modifiant les effets dans le temps des articles 1erquater à 1ersexies de l’arrêté royal n° 20 du 20 juillet 1970 fixant les taux de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux (n° 2470/1).

Renvoi à la commission des Finances et du Budget.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

21 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Bruno Stevenheydens over "de overbevolking in onze gevangenissen en de geringe benutting van de mogelijkheid om criminelen hun straf in het land van herkomst te laten uitzitten" (nr. 417)

21 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Bruno Stevenheydens sur "la surpopulation dans nos prisons et le recours limité à la possibilité de faire purger la peine de prison dans le pays d'origine" (n° 417)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Justitie van 3 maart 2010.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Justice du 3 mars 2010.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 417/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bruno Stevenheydens;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Carina Van Cauter en de heer Michel Doomst.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 417/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Bruno Stevenheydens;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Carina Van Cauter et M. Michel Doomst.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

21.01  Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de voorzitter, ik vraag met deze motie de aandacht voor de overbevolking in onze gevangenissen. In twee derde van onze gevangenissen is er overbevolking. Wij hebben 101 verschillende nationaliteiten. Meer dan 44 % van onze gevangenen is van vreemde nationaliteit. Sinds 2005 bestaat de mogelijkheid om gevangenen hun straf te laten uitzitten in het land van herkomst. De minister van Justitie is hier aanwezig. Zijn voorgangster heeft dat toen bejubeld.

 

Op vijf jaar tijd heeft men slechts 21 gevangenen overgebracht naar het land van herkomst om daar hun straf uit te zitten. Dat is een bedroevend laag aantal. Wij vragen met deze motie aandacht voor dat probleem. Er is nood aan meer internationaal overleg om deze mogelijkheid beter te benutten.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

88

Oui

Nee

52

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

140

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

22 Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de machtiging tot burgerlijke partijstelling in het kader van de voogdij betreft (1838/4)

22 Proposition de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne l'autorisation pour une constitution de partie civile dans le cadre de la tutelle (1838/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

138

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

138

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1838/5)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1838/5)

 

Mijnheer Goutry en mevrouw De Schamphelaere, u hebt ook ja gestemd, maar u was verstrooid? Dat kan gebeuren.

 

23 Goedkeuring van de agenda

23 Adoption de l’ordre du jour

 

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

 

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 18 maart 2010 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 18 mars 2010 à 14.15 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 16.48 uur.

La séance est levée à 16.48 heures.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 52 PLEN 145 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 52 PLEN 145 annexe.

 

 

 


  


Detail van de naamstemmingen

 

Détail des votes nominatifs

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 001

 

 

Ja         

088

Oui

 

Arena Marie, Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bellot François, Bogaert Hendrik, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Colinia Françoise, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, della Faille de Leverghem Katia, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Ducarme Denis, Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Goutry Luc, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Libert Eric, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Peetermans Luc, Perpète André, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Somers Bart, Somers Ine, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Waterschoot Kristof, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

052

Non

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, De Bont Rita, De Groote Patrick, De Maght Martine, De Man Filip, De Rammelaere Els, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Douifi Dalila, Geerts David, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Jambon Jan, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Lahssaini Fouad, Landuyt Renaat, Logghe Peter, Luykx Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Peeters Jan, Plasman Cathy, Ponthier Annick, Raemaekers Magda, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Stevenheydens Bruno, Tobback Bruno, Valkeniers Bruno, Van Broeckhoven Christine, Van den Eynde Francis, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vijnck Dirk, Weyts Ben

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 002

 

 

Ja         

138

Oui

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arena Marie, Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Balcaen Ronny, Becq Sonja, Bellot François, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Bultinck Koen, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Cocriamont Patrick, Coëme Guy, Colinia Françoise, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, De Groote Patrick, della Faille de Leverghem Katia, De Maght Martine, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Rammelaere Els, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Ducarme Denis, Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lavaux David, Lecomte Carine, Libert Eric, Logghe Peter, Luykx Peter, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Moriau Patrick, Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pas Barbara, Peetermans Luc, Peeters Jan, Perpète André, Plasman Cathy, Ponthier Annick, Raemaekers Magda, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Stevenheydens Bruno, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Uyttersprot Ilse, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Broeckhoven Christine, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Eynde Francis, Vandenhove Ludwig, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van de Velde Robert, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vijnck Dirk, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions