Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

dinsdag 15 december 2009

 

Voormiddag

 

______

 

 

du

 

mardi 15 décembre 2009

 

Matin

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 10.10 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.

La séance est ouverte à 10.10 heures et présidée par M. Patrick Dewael.

 

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:

Bernard Clerfayt.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Philippe Collard, Daniel Ducarme, Luc Sevenhans, Christine Van Broeckhoven, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;

Marie-Martine Schyns, zwangerschapsverlof / congé de maternité;

Yolande Avontroodt, Eric Jadot, Josée Lejeune, met zending buitenslands / en mission à l'étranger;

Magda Raemaekers, beroepsplicht / obligations professionnelles.

 

Ontwerpen en voorstellen

Projets et propositions

 

01 Wetsontwerp betreffende de algemene regeling inzake accijnzen (2257/1-4)

01 Projet de loi relatif au régime général d'accise (2257/1-4)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteur, de heer Guy Coëme, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

 

01.01  Gerolf Annemans (VB): (…)

 

De voorzitter: Dat is wat de diensten mij meedelen, mijnheer Annemans.

 

01.02  Gerolf Annemans (VB): Ooit moeten wij het statuut van rapporteur toch eens herzien, mijnheer de voorzitter.

 

De voorzitter: Neemt u daarvoor een initiatief?

 

01.03  Gerolf Annemans (VB): Ik zal een initiatief nemen.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2257/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2257/4)

 

Het wetsontwerp telt 52 artikelen.

Le projet de loi compte 52 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 52 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 52 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

02 Wetsontwerp betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrije dranken en koffie (2258/1-4)

02 Projet de loi relatif au régime d'accise des boissons non alcoolisées et du café (2258/1-4)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

02.01  Jenne De Potter, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik zal het zeer kort houden en van op mijn bank spreken.

 

Dit wetsontwerp handelt over het accijnsstelsel voor koffie en alcoholvrije dranken. De minister van Financiën lichtte toe dat vanaf 1 april 2010 een nieuw elektronisch systeem voor communautaire accijnsproducten in werking treedt. Met dit wetsontwerp beoogt men het systeem in België af te stemmen op de communautaire regeling dienaangaande.

 

De heer Van de Velde uitte een aantal vragen over het feit dat de opbrengst van de accijnsheffing op koffie vrij gering is. De minister repliceerde dat de opbrengst van de accijnsheffing voor de eerste elf maanden van 2009 een bedrag vertegenwoordigt van 12 miljoen euro wat koffie betreft, en van 48 miljoen euro wat alcoholvrije dranken betreft. Voor de minister is dat niet gering.

 

Het wetsontwerp werd aangenomen met tien stemmen voor en vijf onthoudingen.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2258/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2258/4)

 

Het wetsontwerp telt 39 artikelen.

Le projet de loi compte 39 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 39 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 39 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

03 Wetsontwerp houdende fiscale en diverse bepalingen (2310/1-5)

- Wetsontwerp houdende fiscale bepalingen (2311/1-3)

03 Projet de loi portant des dispositions fiscales et diverses (2310/1-5)

- Projet de loi portant des dispositions fiscales (2311/1-3)

 

Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces deux projets de loi. (Assentiment)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

03.01  Kristof Waterschoot, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik wil toch een kort verslag uitbrengen voor de aanwezige collega’s, die vanmorgen talrijk zijn opgekomen.

 

Het gaat over twee wetsontwerpen, het ene betreffende fiscale en diverse bepalingen, het andere alleen betreffende fiscale bepalingen.

 

Het wetsontwerp nr. 2310 houdende fiscale en diverse bepalingen telt 7 hoofdstukken. Collega’s, maak u niet ongerust. Ik zal ze niet allemaal overlopen, maar ik wens wel de belangrijkste elementen uit het wetsontwerp aan te stippen.

 

Voor de natuurlijke personen gaat het in de eerste plaats over het niet toepassen van een negatieve indexering voor de bedragen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wat positief is voor de belastingplichtigen. Voor de rechtspersonen gaat het voornamelijk over de tax shelter, die wordt uitgebreid naar Belgische inrichtingen van vennootschappen die aan de belasting der niet-inwoners zijn onderworpen. Bovendien wordt het toepassingsgebied uitgebreid van de langspeelfilm naar de film. Voor de rest zijn in hoofdstuk 2 van het ontwerp een aantal technische aanpassingen aangenomen ten gevolge van de circulaire-Cobelfret.

 

In de bespreking heeft collega De Potter naar aanleiding van de uitbreiding van de tax shelter gevraagd of het mogelijk is om die ook uit breiden naar de sector van de videospellen. De minister heeft daarop geantwoord dat hij positief tegenover dat voorstel staat en hij suggereerde om daarvoor een parlementair initiatief te nemen. De heer Goyvaerts informeerde in verband met de tax shelter of de steunregeling met de Europese Commissie was afgestemd. De minister antwoordde daarop positief.

 

Er werd een amendement ingediend door de heer De Potter en consorten, met als opschrift “Bijzondere bepalingen met betrekking tot de bedrijfsvoorheffing”. Het gaat om een aantal artikelen ter verduidelijking van de toepassing van de vrijstelling van doorstorting van door bezoldigingen van onderzoekers verschuldigde bedrijfsvoorheffing. Het amendement werd in de commissie met 10 stemmen voor, 1 stem tegen en 2 onthoudingen aangenomen.

 

Hoofdstuk 3 van het betreffende ontwerp behandelt technische wijzigingen aan de Belgische wetgeving ingevolge de spaarrichtlijn. Hoofdstuk 4 bepaalt dat het verlaagde accijnstarief enkel wordt gereserveerd voor ondernemingen die aantonen dat ze een energiebesparend plan invoeren.

 

Hoofdstuk 5 wijzigt de strafbepalingen inzake douane en accijnzen, rekening houdend met een arrest van het Grondwettelijk Hof. Hoofdstuk 6 wijzigt hoofdstuk 5 van de wet diverse bepalingen van 2008 betreffende de overdracht van waardeloze effecten en het beheer van slapende effectenrekeningen. Last but not least: hoofdstuk 7 regelt de afschaffing van het Belgisch-Congolees Fonds voor delging en beheer.

 

Met een amendement van de heer Gustin en consorten werd in de commissie een hoofdstuk 8 ingevoerd om de gegevensuitwisseling inzake de inschrijving van voertuigen te regelen. De heren Tobback en Bogaert stelden dat ze verheugd waren met de maximale gegevensuitwisseling tussen overheidsdiensten, waarop de minister antwoordde dat hij een wetsontwerp zal indienen bij de Kamer om gegevensuitwisseling tussen overheidsdiensten verder mogelijk te maken. Het amendement werd eenparig aangenomen. Het gehele geamendeerde ontwerp werd met 10 stemmen voor bij 4 onthoudingen aangenomen.

 

Zo kom ik bij stuk 2311, het wetsontwerp houdende fiscale bepalingen. Dit bepaalt een wijziging van de voorwaarden voor een verzoek tot subsidiaire aanslag ten gevolge van een arrest van het Grondwettelijk Hof. Door de heer Brotcorne en consorten werden op de artikelen 2 en 3 amendementen ingediend die door de regering werden gesteund. De heer Tobback stelde tijdens de bespreking dat deze bepalingen zouden afwijken van de gerechtelijke procedure. De amendementen werden aangenomen met 10 stemmen voor bij 4 onthoudingen. Ook dit geheel werd aangenomen met 10 stemmen voor bij 4 onthoudingen.

 

De voorzitter: Er hebben zich geen sprekers aangemeld. Er is echter wel een amendement, mevrouw Almaci. Vraagt u het woord in de algemene bespreking of mag ik u onmiddellijk het woord geven om uw amendement te verdedigen?

 

03.02  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, graag in de algemene bespreking.

 

De voorzitter: U hebt het woord in de algemene bespreking.

 

03.03  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, ik excuseer mij in ieder geval voor de vertraging. Ik kom recht van de hoorzittingen van het Rekenhof. Ik was net antwoord aan het krijgen van de persoon die wij aan het interviewen waren.

 

Ik had reeds aangekondigd in de commissie dat ik het woord wenste te nemen. Het heeft natuurlijk alles te maken met de snelheid waarmee dit en andere wetsontwerpen door dit Parlement worden gejaagd en de uitzonderlijke apathie die werd tentoongespreid in de commissie voor de Financiën en die ook overvloedig werd aangeklaagd in de Conferentie van voorzitters.

 

Ik moet de collega's uit de commissie er niet aan herinneren dat de meerderheid de voorbije weken bijzonder moeizaam aanwezig was. Wij hebben quasi elke vergadering een uur moeten schorsen en dit verschillende keren.

 

Tevens wens ik een woordje te zeggen over de taak van deze instelling. De taak van deze instelling is natuurlijk de regering controleren en men doet dat door voldoende tijd te nemen om de verschillende wetsontwerpen, die op de agenda staan, degelijk te bekijken. Wat merken we evenwel? Dit wetsontwerp, dat wij hebben gekregen om 13 u 13 de dag vóór de commissiebesprekingen, wordt op het moment van de commissievergadering zelf, de dag erna, op 9 december om 14 u 30 met een stemming van de meerderheid, die in aantal was, er gewoon doorgeduwd. Niemand die daar zat, had – gelet op de zwaarbeladen agenda van de commissie – de tijd gehad om dat wetsontwerp te bekijken. Met uitzondering van twee collega's van CD&V, die ik daarvoor feliciteer, heeft de meerderheid dit gewoon laten passeren. Men wou daar niet langer zitten dan nodig want men zou dan alleen maar zichzelf pijn doen.

 

Men was meer geïnteresseerd in de nakende vakantie dan in het controlerecht van het Parlement. Dat is absoluut waar. Het is mij zelfs met zo veel woorden gezegd. U doet alleen uzelf pijn. Dit heeft geen zin.

 

Wij hebben die drukproef de dag ervoor ontvangen en de dag erna, zonder dat iemand echt de moeite heeft kunnen nemen om dat degelijk te bekijken, is dat erdoor gejaagd.

 

De collega's van CD&V, de heren De Potter en Waterschoot, hebben ons gesteund. Jammer genoeg vond de rest van de meerderheid haar taak niet belangrijk genoeg om dat wetsontwerp tijd te geven, het te laten bezinken, het te onderzoeken en het te bespreken en haar rol, die zij eigenlijk moet opnemen, ten volle op te nemen.

 

Het is vroeg en het valt misschien wat zwaar op de maag dan, maar ik zou een heel verhaal kunnen beginnen over de scheiding der machten en wat eigenlijk de rol van het Parlement is. Ik besef dat, gezien het circus dat zich al tweeënhalf jaar hier afspeelt met een continue heropstarting, mensen al eens naar een beetje rust kunnen snakken.

 

Nu een dergelijke reeks belangrijke ontwerpen op de agenda staat, de vergadering op die manier te laten verlopen, is eigenlijk absoluut betreurenswaardig. Wat u in de commissie uit handen geeft, zal u misschien in de toekomst zuur opbreken, want u maakt het de staatssecretaris en de minister gewoon dat dat de gang van zaken is, dat als zij de agenda maar genoeg beladen, u wel zal volgen en zonder enige kritiek uitvoeren en goedkeuren wat zij u voorleggen.

 

Maar laat ik het inhoudelijk en fundamenteel over twee zaken hebben. Ik heb mijn werk gedaan. Eerst en vooral wil ik het over de tax shelter hebben. Ik heb het verslag gelezen.

 

Voor alle duidelijkheid, onze fractie werkt mee aan het herbekijken van het systeem om de maatregel uit te breiden naar alle cultuurproducten. Ik ben blij dat de heer De Potter in de commissie naar de gaming heeft verwezen. Ik heb in augustus 2008 al een wetsvoorstel ingediend om de tax shelter uit te breiden naar de sector van de videogames, omdat dat een van de hedendaagse, creatieve vrijetijdsindustrieën is. Het is een sector met een wereldwijde omzet van 30 miljard euro in 2007, die probleemloos de vergelijking doorstaat met die van de muziek- en de filmindustrie.

 

Een spel ontwikkelen is echter duur en kost al gauw tussen de 30 en 50 miljoen euro. Om dat terug te verdienen, moet men minstens al een half miljoen exemplaren hebben verkocht.

 

Daaruit de conclusie trekken dat ons land best zijn handen afhoudt van gameontwikkeling, is fout, gelet op de hoge scholingsgraad, het aantal educatieve spelen dat er in ons land wordt ontwikkeld en onze sterke creatieve traditie niet alleen inzake strips, maar ook inzake de filmindustrie. De filmindustrie – daar zit een heel mooie parallel – gedijt zeer goed onder de tax shelter. De combinatie van creativiteit en specifieke opleidingen heeft ook daar ervoor gezorgd dat wij internationaal prijzen pakken en hoge ogen gooien.

 

Gameontwikkeling kan bovendien ook investeringen naar ons land halen, werkgelegenheid creëren en perfect passen in het streven naar een kenniseconomie, zoals de Lissabondoelstellingen vooropstellen.

 

Ons wetsvoorstel ligt er. Mijnheer de staatssecretaris, wij blijven voortwerken om samen tot een herwerking van de tax shelter te komen. Wij hopen dat de tijd eindelijk rijp is om ook de gamesector daarbij te betrekken en dat die bloeiende positieve sector in ons land de kansen krijgt die hij verdient. Die sector staat nu zwaar onder druk van concurrentie uit Nederland en uit Frankrijk, waar er al fiscale gunstregimes zijn. We zien dan ook dat uit West-Vlaanderen en zelfs uit Wallonië verschillende jonge talenten net de grens over gaan om daar een job te vinden, terwijl zij hier toch eigenlijk alle mogelijkheden zouden moeten krijgen.

 

Voor alle duidelijkheid, in het Vlaams Parlement werd een aantal jaren geleden een resolutie daaromtrent goedgekeurd met steun van de groene fractie. Wij hopen dat wij ofwel snel kunnen beginnen aan de bespreking van ons wetsvoorstel in de commissie, op een goede manier, ofwel sneller vooruit kunnen gaan met de hervorming.

 

Het tweede deel van mijn tweede uiteenzetting is iets problematischer. Het gaat over de spaarrichtlijn. U zult zien dat wij een amendement hebben ingediend, mee ondertekend door de collega’s van sp.a. Dat amendement betreft de artikelen 12 tot 15 van de spaarrichtlijn. In de programmawet zijn er voor die artikelen enkele wijzigingen voorgesteld. Die wijzigingen zijn het gevolg van de overstap van een systeem van bronbelasting naar een systeem van gegevensuitwisseling voor de toepassing van de richtlijn van de Raad van de Europese Unie inzake de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, meer bepaald dus de spaarrichtlijn. Het artikel 338 bis vloeit voort uit die spaarrichtlijn en een aantal artikelen uit de spaarwet wordt hier opgeheven. In artikel 338 bis wordt nu verwezen naar de spaarrichtlijn zelf in plaats van naar de spaarwet.

 

De bestaande delegatie aan de Koning is onvolkomen. Inzake het territoriaal toepassingsgebied van artikel 338 bis moet immers eveneens rekening gehouden worden met de afhankelijke en geassocieerde gebieden, met de gebieden waarmee er bilaterale overeenkomsten die in een wederkerigheidverplichting voorzien, gesloten zijn. Ik weet dat dat technisch is, maar het is toch belangrijk. Het gaat immers meer bepaald over de overeenkomsten die ons land heeft gesloten met de Nederlandse Antillen, Aruba, de Guernsey-eilanden, het eiland Man, Jersey, Anguilla, de Britse Maagdeneilanden, Montserrat en de Turkse eilanden en Caicoseilanden.

 

Degenen die de problematiek volgen, weten dat dit vaak landen zijn waar de fiscale belasting op zijn zachtst gezegd redelijk flexibel is.

 

De derde paragraaf van artikel 338bis bepaalt dat de inlichtingen van andere lidstaten bekomen in uitvoering van de spaarrichtlijn, door de administratie bevoegd voor de vestiging van de inkomstenbelasting mogen worden gebruikt voor de juiste vaststelling van de inkomstenbelasting. In de vierde paragraaf wordt daaraan toegevoegd dat artikel 318 niet van toepassing is op de uitwisseling van inlichtingen, geregeld in de paragrafen twee en drie.

 

Uit de voorbereidende werken valt niet op te maken waarom die paragrafen noodzakelijk zijn. Waarom zouden die noodzakelijk zijn om ten gevolge van de spaarrichtlijn op een rechtmatige manier ontvangen inlichtingen te kunnen aanwenden voor fiscale doeleinden? Het is ook niet duidelijk waarom de loutere omzetting van de spaarrichtlijn hiervoor onvoldoende zou zijn. De regering is dus van mening dat die afgeschaft moet worden.

 

Volgens de regering is artikel 318 niet van toepassing op de verkregen inlichtingen van de buitenlandse administraties. Artikel 318 bepaalt het volgende, en ik citeer: "In afwijking van de bepaling van artikel 317 en onverminderd de toepassing van de artikelen 315, 315bis en 316 is de administratie niet gemachtigd in de rekeningen, boeken en documenten van de bank-, wissel-, krediet- en spaarinstellingen inlichtingen in te zamelen met het oog op het belasten van hun cliënten”. Volgens de interpretatie van de regering heeft artikel 318 dus geen extraterritoriale werking en bijgevolg geen rechtstreekse invloed op de informatieverzameling door de buitenlandse fiscale administratie in de rekeningen van buitenlandse financiële instellingen. Het omgekeerde beweren zou een schending betekenen van de territoriale soevereiniteit van de buitenlandse fiscus. Op zich verbiedt artikel 318 niet dat de buitenlandse fiscale administratie informatie met betrekking tot de buitenlandse bankrekeningen zou inzamelen en deze zelf spontaan zou overmaken aan de Belgische fiscale administratie, noch dat de Belgische administratie daarvan dan gebruik zou maken om de belasting te bepalen. De administratie is dus gerechtigd om de op basis van de artikelen 315, 315bis en 316 verkregen informatie te gebruiken met het oog op het belasten van die derden.

 

De regering is dus van mening — als ik de diverse bepalingen goed heb geïnterpreteerd — dat de wet geen beperking stelt aan het gebruik dat kan worden gemaakt van rechtmatig verworven gegevens. Volgens haar is de derde paragraaf van artikel 338bis bijgevolg overbodig en wordt hij opgeheven. Mocht die interpretatie van de regering niet helemaal correct zijn, dan is er ook geen wettelijke basis meer om die gegevens in België te gebruiken. Dat is het gevaar.

 

Daar zit het angeltje, want dan is het gissen naar de houding van het gerecht. De fiscale wet moet volgens het gerecht zeer restrictief worden geïnterpreteerd. Alles wat niet expliciet wordt toegestaan, is verboden. Dat is de letter en de geest van de wet. Bovendien kunnen de verkregen inlichtingen in het kader van de spaarrichtlijn, voortvloeien uit niet-aangegeven beroepsinkomsten, schenkingen of erfenissen. Het is dus aangewezen om te voorzien dat de ontvangen inlichtingen door alle fiscale administraties bruikbaar zijn voor een correcte vaststelling van alle belastingen. Tot op heden bepaalt paragraaf 3 van artikel 358 bis dat deze inlichtingen voor de vaststelling van de inkomensbelasting mogen worden gebruikt.

 

Het wetsontwerp over de fiscale en diverse bepalingen dat wij thans bespreken, voorziet in de afschaffing van die paragraaf 3. Daarom is er een nieuwe paragraaf nodig om de wet sluitend te maken en om elke betwisting voor het gerecht over het mogelijk gebruik van die inlichtingen te vermijden. We zien dat de regering dat niet heeft gedaan. Wij — en de Vlaamse socialisten steunen ons hierin — willen paragraaf 3 niet schrappen maar behouden, en zelfs uitbreiden. Dat is de kern van ons amendement.

 

De conclusie van mijn veeleer technische uitleg is de volgende. U liet door uw interpretatie de mogelijkheid open tot betwistingen voor de rechtbank en betwistingen over landen waar de fiscale wetgeving bijzonder laks is, om niet te zeggen fiscale paradijzen. Eigenlijk had u de wet sluitend moeten maken.

 

Collega's van de meerderheid, dit is niet zomaar een detail. Had de meerderheid in de commissie de moeite genomen om dit wetsontwerp degelijk te bekijken, dan had ze zelf gezien dat we ons op glad ijs wagen. Nu doen we het tegendeel van wat we beweren. Dit is geen goed bestuur. Wij vragen u dan ook met aandrang om ons amendement op dat vlak te steunen, zoniet gaat u in tegen de logica van wat de publieke opinie vraagt en tegen de logica die hier vaak in mooie woorden wordt verkondigt, maar die in de praktijk vaak achterwege blijft. In de praktijk creëert u wettelijke achterpoortjes om misbruik mogelijk te maken, veeleer dan het te voorkomen. U wil een artikel afschaffen dat eigenlijk moet worden uitgebreid.

 

Ik roep u met aandrang op om dit amendement te steunen. Zo kunt u de gemiste kans uit de commissie herstellen en uw rol terug ernstig opnemen.

 

Ik merk dat de leden van de meerderheid bijzonder weinig in aantal zijn, net zoals in de commissie. Ik hoop niettemin dat de aanwezige leden van de meerderheidspartijen het verhaal van nu zullen vertellen en tegen het moment van de stemming de inhoud van het amendement en de inhoud van de programmawet inzake de spaarrichtlijn zullen hebben herbekeken.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord in verband met het amendement zoals ingediend door mevrouw Almaci?

 

03.04  Bernard Clerfayt, secrétaire d'État: Monsieur le président, je voudrais indiquer qu'à sa première demande, le gouvernement a décidé, pour des raisons budgétaires, d'étendre le système du tax shelter à d'autres secteurs que ceux qui sont actuellement visés. Ceci ne figure pas dans le budget. La seconde demande concerne l'échange d'informations avec les pays avec lesquels nous avons des accords. La base légale est donc contenue dans ces accords qui sont votés au parlement selon la norme de l'OCDE. Nous n'avons donc pas besoin de corriger le texte en question.

 

03.05  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, ik heb een heel omstandige uitleg gegeven. Wie het ontwerp houdende diverse bepalingen goed had gelezen, zou de inhoud van mijn uiteenzetting hebben kunnen volgen.

 

De logica van de toelichting van de staatssecretaris of van wat hij hier meent te verdedigen, uit zich echter niet met de technische inhoud van de tekst.

 

Ik stel dus voor en hoop dat de regering snel een correctie aan de desbetreffende bepaling aanbrengt. Ik hoop ook dat wij geen vijf jaar moeten wachten om na een evaluatie te corrigeren wat nu al duidelijk scheef zit.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen van het wetsontwerp nr. 2310. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2310/4)

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 2310. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2310/4)

 

Het wetsontwerp telt 58 artikelen.

Le projet de loi compte 58 articles.

 

*  *  *  *  *

Amendement déposé:

Ingediend amendement:

 

Art. 16/1 (n)

  • 10 - Meyrem Almaci cs (2310/5)

*  *  *  *  *

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement en over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement réservé ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

*  *  *  *  *

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

Réservé: le vote sur l'amendement 10.

Aangehouden: de stemming over het amendement 10.

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 – 58.

Adoptés article par article: les articles 1 – 58.

*  *  *  *  *

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen van het wetsontwerp nr. 2311. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2311/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2311/3)

 

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

Le projet de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

04 Wetsontwerp houdende fiscale en diverse bepalingen (2170/9)

04 Projet de loi portant des dispositions fiscales et diverses (2170/9)

 

Geamendeerd door de Senaat

Amendé par le Sénat

 

Zonder verslag

Sans rapport

 

Overeenkomstig artikel 87 van het Reglement wordt geen algemene bespreking in plenaire vergadering gewijd aan een wetsontwerp dat door de Senaat naar de Kamer is teruggestuurd, tenzij de Conferentie van voorzitters anders beslist.

Conformément à l'article 87 du Règlement, les projets de loi renvoyés à la Chambre par le Sénat ne font plus l'objet d'une discussion générale en séance plénière, sauf si la Conférence des présidents en décide autrement.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2170/9)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2170/9)

 

Het wetsontwerp telt 95 artikelen.

Le projet de loi compte 95 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 95 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 95 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

05 Ontwerp van programmawet (2278/1-20)

05 Projet de loi-programme (2278/1-20)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteurs zijn mevrouw Smeyers, mevrouw Dieu, mevrouw De Schamphelaere, de heer Thiébaut, mevrouw Van der Auwera, mevrouw Lalieux, de heer De Potter, de heer Van den Bergh en mevrouw Lambert.

 

Collega’s, ik heb een amendement nr. 2 (2278/21) ontvangen van mevrouw Becq en consorten. Vraagt iemand het woord in verband met dit amendement, dat de terugzending naar de commissie voor de Justitie vraagt met het oog op de behandeling als een afzonderlijk wetsontwerp, dat een aangelegenheid uitmaakt zoals bedoeld in artikel 77 van de Grondwet?

 

Niemand van de indieners vraagt het woord?

 

05.01  Hagen Goyvaerts (VB): Toch wel, mijnheer de voorzitter.

 

De voorzitter: U behoort niet tot de indieners, maar ik geef u het woord, mijnheer Goyvaerts.

 

05.02  Hagen Goyvaerts (VB): Wat het amendement betreft, kan ik er begrip voor opbrengen dat men tot de vaststelling is gekomen dat een aantal artikelen niet meer van toepassing of in tegenstrijd is met datgene wat in de programmawet staat, maar dan volstaat het misschien om de artikelen gewoon te schrappen en dat als amendement in te dienen.

 

Ik heb nog nooit geweten dat men via een amendement vraagt twee artikelen terug naar de commissie te verwijzen. Ofwel beslissen wij dat te doen en dan kan de commissie haar werkzaamheden later vandaag of aanstonds aanvatten. Men kan toch geen amendement indienen om artikelen naar de commissie te verwijzen. Dat lijkt mij een beetje een anomalie.

 

De voorzitter: Mijnheer Goyvaerts, uit het feit dat een amendement wordt ingediend, leid ik af dat wij de bespreking van het ontwerp voorlopig opschorten, dat wij bijvoorbeeld tijdens de middag de gelegenheid zoeken de commissievergadering bijeen te roepen, dat wij de rest van de agenda afwerken en dat het de bespreking van het desbetreffende ontwerp wordt opgeschort totdat het in de commissie is gepasseerd.

 

(…): (…)

 

De voorzitter: De indieners zijn mevrouw Vautmans, mevrouw Becq, mevrouw Lalieux, de heer Brotcorne en de heer Baeselen.

 

05.03  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, ne conviendrait-il pas de suspendre la séance pour que la commission puisse se réunir?

 

De voorzitter: Er kan geen commissie plaatsvinden tijdens de plenaire vergadering, dus misschien kan het gebeuren tijdens de middag.

 

05.04  Hilde Vautmans (Open Vld): (…) commissie voor de Justitie. Het betreft veeleer een technisch amendement, omdat een aantal van die artikelen bicameraal zijn. Het kan perfect vanmiddag in de commissievergadering worden behandeld en dan kunnen wij hier voort. Het is niet de bedoeling te vertragen. Het is veeleer een technische aanpassing.

 

De voorzitter: U hebt mevrouw Vautmans gehoord. Ook de voorzitter van de commissie voor de Justitie komt net binnen.

 

05.05  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, le déroulement de ces travaux me paraît quelque peu curieux et je m'attendais à la présence de nombreux membres au sein de cette assemblée.

 

En cas de renvoi de la loi-programme en commission - un amendement du gouvernement portant sur certains de ses articles -, il est évident qu'on ne pourra l'examiner pendant ce temps. Si j'ai bien compris, la réunion de la commission de la Justice est prévue ce midi. Je ne vois aucun inconvénient à postposer les travaux relatifs à la loi-programme après la réunion de la commission de la Justice. On peut examiner les autres points entre-temps.

 

05.06  Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, on avancera évidemment en fonction des différentes matières et des différents ministres. Mais ce n'est pas parce qu'un amendement doit être examiné en commission de la Justice qu'on ne peut pas travailler sur le reste de la loi-programme. Postposer l'ensemble de la discussion me semble excessif, mais c'est encore vous qui décidez du déroulement des travaux, monsieur le président!

 

05.07  Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, si je peux comprendre la remarque de Mme Lalieux, je peux également comprendre l'observation de Mme Gerkens et de l'opposition. De nombreux points étant inscrits à notre ordre du jour, je propose effectivement que la discussion de la loi-programme soit postposée à cet après-midi et d'examiner les autres points inscrits à l'ordre du jour. Cela me semble plus correct à l'égard de l'opposition!

 

Le président: Chers collègues, vous venez d'entendre M. Baeselen. Chacun peut-il se rallier à cette proposition qui me paraît très sage? (Assentiment)

 

Het amendement nr. 2 (2278/21) wordt dus samen met het ontwerp (2278/18) naar de commissie verwezen. De commissie vergadert om 12 uur.

 

Dan kunnen we nu onze agenda verder afwerken en we zijn aan het zesde punt.

 

06 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle op het Rekenhof (2230/1-3)

06 Projet de loi modifiant la loi du 16 mai 2003 fixant les dispositions générales applicables aux budgets, au contrôle des subventions et à la comptabilité des communautés et régions, ainsi qu'à l'organisation du contrôle de la Cour des comptes (2230/1-3)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

06.01  Guy Coëme, rapporteur: Monsieur le président, je me réfère à l'excellent rapport, d'une page et demie, établi par les services.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2230/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2230/3)

 

Het opschrift in het Nederlands werd door de commissie gewijzigd in “wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof”.

L’intitulé en néerlandais a été modifié par la commission en “wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof”.

 

Het wetsontwerp telt 11 artikelen.

Le projet de loi compte 11 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 11 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 11 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

07 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (II) (2161/1-7)

- Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 962 van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de kwalificatie van de geneesheren-deskundigen (246/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende het deskundigenonderzoek (1523/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen wat de voorwaarden voor de hulp van de Staat aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden betreft (1749/1-2)

- Wetsvoorstel tot uitbreiding van de toepassingssfeer van de wet betreffende de schadeloosstelling van de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden (1750/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen wat de voorwaarden voor de hulp van de Staat aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden betreft (1751/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen (1761/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis (1930/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 972 en 987 van het Gerechtelijk Wetboek, in verband met het gerechtelijk deskundigenonderzoek (1955/1-2)

- Wetsvoorstel tot uitbreiding van de categorieën van personen en van de schadeposten die in aanmerking komen voor een vergoeding door de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden (2007/1-2)

07 Projet de loi portant des dispositions diverses en matière de Justice (II) (2161/1-7)

- Proposition de loi modifiant l'article 962 du Code judiciaire relatif à la qualification des médecins experts (246/1-2)

- Proposition de loi réformant les dispositions du Code judiciaire sur l'expertise (1523/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 1er août 1985 portant des mesures fiscales et autres en ce qui concerne les conditions d'octroi de l'aide de l'Etat aux victimes d'actes intentionnels de violence (1749/1-2)

- Proposition de loi visant à étendre le champ d'application de la loi relative à l'indemnisation des victimes d'actes intentionnels de violence (1750/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 1er août 1985 portant des mesures fiscales et autres en ce qui concerne les conditions d'octroi de l'aide de l'Etat aux victimes d'actes intentionnels de violence (1751/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 1er août 1985 portant des mesures fiscales et autres (1761/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive (1930/1-2)

- Proposition de loi modifiant les articles 972 et 987 du Code judiciaire en ce qui concerne l'expertise judiciaire (1955/1-2)

- Proposition de loi étendant les catégories de personnes et de postes de dommages susceptibles de faire l'objet d'une indemnisation par la commission pour l'aide financière aux victimes d'actes intentionnels de violence (2007/1-2)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 246: Daniel Bacquelaine, Marie-Christine Marghem, Carine Lecomte

- 1523: Joseph George, Gerald Kindermans, Clotilde Nyssens

- 1749: Stefaan Van Hecke, Zoé Genot, Fouad Lahssaini

- 1750: Clotilde Nyssens

- 1751: Renaat Landuyt, Bruno Tobback, Bruno Tuybens

- 1761: Carina Van Cauter, Willem-Frederik Schiltz

- 1930: Raf Terwingen, Mia De Schamphelaere

- 1955: Carine Lecomte, Josée Lejeune

- 2007: Peter Logghe, Koen Bultinck, Francis Van den Eynde, Hagen Goyvaerts, Bart Laeremans, Bert Schoofs, Bruno Stevenheydens, Filip De Man, Gerolf Annemans, Rita De Bont

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Ik veronderstel dat de heer Renaat Landuyt naar zijn uitstekend verslag verwijst.

 

07.01  Gerolf Annemans (VB): (…)

 

De voorzitter: Mijnheer Annemans, er zijn geen zekerheden.

 

07.02  Gerolf Annemans (VB): (…)

 

07.03  Rita De Bont (VB): Mijnheer de voorzitter, er is een zekerheid dat het geen Vlaams Belanger mag zijn, maar wij zijn hier wel aanwezig.

 

07.04  Jan Mortelmans (VB): En wij zijn bereid om het verslag (…)

 

De voorzitter: Dat gaat nu eenmaal niet. De heer Landuyt verwijst naar zijn verslag.

 

De heer Terwingen en mevrouw De Schamphelaere zijn ingeschreven in de algemene bespreking.

 

Mijnheer de fractieleider, wat stelt u voor? Het zijn twee leden van uw groep.

 

Als de ingeschreven sprekers er niet zijn, ga ik ervan uit dat ik ze mag schrappen van de sprekerslijst.

 

07.05  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, ne serait-il pas intéressant de prendre une pause de dix minutes, de manière à ce que les rapporteurs des différents projets qui sont à l'ordre du jour après la loi-programme mais qui passent maintenant puissent être présents? Leur groupe pourrait ainsi les en informer. Pour ma part, j'ai déjà fait passer le message au niveau de mon groupe.

 

Le président: Chers collègues, je constate entre-temps que Mme Marghem a demandé la parole dans le cadre de la discussion générale du projet de loi portant des dispositions diverses en matière de Justice. Un membre souhaite déjà intervenir. Nous verrons ensuite ce qu'il en sera pour les autres membres inscrits.

 

07.06  Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, j'entends bien Mme Gerkens. Néanmoins, nos travaux doivent avancer. Si les membres ne sont pas capables d'y assister un jour de séance, c'est qu'ils ne savent pas remplir leur mission parlementaire!

 

De voorzitter: Mevrouw Marghem is hier en de heer Terwingen is ondertussen ook aanwezig.

 

Ik wil toch even opmerken dat over het vorige ontwerp een amendement is ingediend, waardoor het ontwerp naar de commissie voor de Justitie is verwezen en de behandeling ervan in plenaire vergadering op dit ogenblik is opgeschort. We kunnen nu proberen alles snel af te werken. Ik ben daarvan een voorstander, maar we moeten daarbij wel een aantal regels in acht nemen, zodat collega’s die een betoog hebben voorbereid, ook de kans krijgen die te houden. Dat is mijn plicht als voorzitter.

 

Geef ik mevrouw Marghem of de heer Terwingen eerst het woord? Mijnheer Terwingen, u was de eerst ingeschreven spreker. U laat het voordeel aan mevrouw Marghem, maar zij verwijst opnieuw naar u. Kunnen we eruit geraken? Men first, zegt mevrouw Marghem.

 

Mijnheer Terwingen, u hebt het woord.

 

07.07  Gerolf Annemans (VB): (…)

 

07.08  Raf Terwingen (CD&V): Ik zal de heer Annemans op zijn wenken bedienen en het niet te lang trekken.

 

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik wil in het kader van de bespreking van het ontwerp houdende diverse bepalingen betreffende Justitie twee elementen kort aanhalen die voor onze fractie van belang zijn.

 

Ten eerste, vaak houden ontwerpen houdende diverse bepalingen een aantal technische aanpassingen in van wetten die ondertussen al van kracht zijn. Zo zijn er heel wat bepalingen terug te vinden over het deskundig onderzoek. In dat verband heeft een wet van 2007 heel wat praktische problemen veroorzaakt. De collega’s die de diverse bepalingen op dat punt hebben nagekeken, zullen vaststellen dat heel wat aanpassingen worden doorgevoerd die vooral technisch van aard zijn, maar waarvoor de commissie toch haar werk heeft gedaan en heeft getracht om duidelijke verbeteringen aan te brengen.

 

Dienaangaande is het vooral van belang dat partijen in het kader van zulke deskundige onderzoeken voortaan zelf kunnen beslissen om een deskundige voor te dragen. Die mogelijkheid was geschrapt in de wetgeving, maar dat wordt nu herzien. De voordracht van een deskundige door partijen is opnieuw uitdrukkelijk mogelijk.

 

Bovendien kunnen de partijen ook steeds een opschorting vragen van het deskundig onderzoek. Ook op dat vlak rees er een praktisch probleem. Vaak gaan partijen tijdens expertises op een gegeven ogenblik naar een consensus zoeken. De wet liet dat niet toe. De expertise moest doorgaan. Op dit ogenblik is er opnieuw een mogelijkheid voor partijen om die zaken praktisch aan te pakken en aan de deskundige te vragen om het onderzoek stop te zetten. Dat is ook een belangrijke aanpassing.

 

Ook een derde pijnpunt dat in de praktijk is aangekaart, wordt aangepast. De tot nu toe verplichte organisatie van een installatievergadering wordt afgeschaft. Dat is een goed punt, waardoor de partijen opnieuw meer meester van het geding worden, wat een aantal praktische voordelen heeft en de formele samenroeping van de installatievergadering niet meer noodzakelijk maakt.

 

Ten vierde, indien er problemen zijn inzake het betalen van voorschotten aan de deskundige, kan de deskundige in samenspraak met de rechter beslissen niet verder op te treden. Met andere woorden, indien de partijen niet consigneren, kan het komen tot een opschorting van het deskundigenverslag en van de deskundige expertise tout court, wat bijkomende tijd biedt om eerst over te gaan tot consignatie. Op die manier worden er geen tijd en energie verloren zonder dat er betaald wordt.

 

Ik meen, mijnheer de voorzitter, dat deze technische aanpassingen de praktijk zeer ten goede zullen komen. De parlementsleden die zich beziggehouden hebben met deze aspecten van de diverse bepalingen zullen wel meer mails gekregen hebben vanuit het werkveld dat men daar meer aanpassingen wou en dat men meer wou nadenken over deze wet. De wet dateert van 2007. Deze aanpassingen zijn technisch van aard. Ik roep de minister van Justitie toch op te streven naar een herziening van de wet, of de wet te evalueren op een grondiger manier.

 

Er worden immers ook vragen gesteld over de principiële beslissingen die in 2007 genomen zijn in verband met het deskundigenonderzoek. Ik meen dat wij dit verder moeten evalueren. Dat neemt niet weg dat de aanpassingen die nu op tafel liggen alleszins een stap vooruit zijn.

 

Mijnheer de voorzitter, ik wil nog kort een tweede aspect aanhalen dat ook in het ontwerp houdende diverse bepalingen betreffende Justitie is opgenomen. Misschien kan ik dat nu toelichten? Ik weet niet of u thematisch bepaalde punten hebt afgebakend. Het ging over het deskundigenonderzoek in het kader van de diverse bepalingen.

 

Het is belangrijk even te wijzen op de geschiktheidvonnissen, die ook in het ontwerp houden diverse bepalingen zijn vervat. Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om de parlementsleden, alsook de minister en in dit geval ook de staatssecretaris bevoegd voor Familierecht te bedanken, omdat zij het Parlement de mogelijkheid hebben gegeven inzake de geschiktheidvonnissen een initiatief te nemen.

 

In het kader van de artikelen die nu op tafel liggen, heeft de meerderheid een amendement ingediend dat door alle, andere partijen is gesteund. Het gaat over het geschiktheidvonnis bij adoptie.

 

Mijnheer de voorzitter, het probleem is dat de geschiktheidvonnissen in tijd beperkt waren. In oktober 2008 hebben wij ter zake reeds een vroegere wet goedgekeurd, die bepaalt dat de geschiktheidvonnissen met een jaar werden verlengd. Voornoemde verlenging was nog niet voldoende. Een aantal kandidaat-adoptieouders dreigde helaas, ondanks de genoemde verlenging, nog steeds hun geschiktheidvonnis te zien verloren gaan.

 

Daarom is een amendement ter zake in de commissie – ik herhaal – unaniem aangenomen. Het amendement beoogt een verlenging van de geschiktheidvonnissen tot twee jaar langer dan de huidige vonnissen. Dat wil dus zeggen dat de betrokkenen binnen vijf maand vóór het verstrijken van de huidige geschiktheidduur een verlenging van twee jaar kunnen vragen. Genoemde periode van twee jaar is bovendien naderhand nog verlengbaar. Zij kunnen dus telkens met twee jaar verlengen.

 

Voornoemd amendement komt niet enkel ten goede aan de adoptieve ouders, die anders met grote frustraties achterblijven, omdat zij eerst een geschiktheidvonnis hebben gekregen, maar vervolgens toch niet kunnen adopteren, omdat bijvoorbeeld de procedures in het buitenland te lang duren. Wij doen ter zake ook goed voor de adoptiekindjes, die aldus meer zekerheid krijgen dat hun zaak op kortere termijn wordt geregeld en ze dus een nieuwe toekomst in ons land krijgen.

 

07.09  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je vous remercie de m'avoir laissé le temps de prendre mes marques dans cette assemblée au cours de laquelle vous avancez à un train d'enfer. Il fallait donc être inspirée au moment approprié, ce à quoi je m'efforcerai pour le sujet qui nous occupe.

 

Monsieur le ministre, comme votre prédécesseur M. Vandeurzen l'avait annoncé, nous sommes aujourd'hui appelés à voter des textes dans les mesures diverses, destinées à améliorer ou corriger l'application de certaines lois, comme l'indique leur intitulé.

 

Quant à la méthodologie, pratiquer ce genre d'exercice fourre-tout peut être intéressant, mais doit toujours s'inscrire dans des limites bien déterminées. En effet, il faut tenir compte des leçons de la pratique et adapter les législations pour faciliter, simplifier ou clarifier – c'est bien le moins – la vie des justiciables et des professionnels de la justice. Il n'est pas concevable d'introduire par ce biais des réformes d'envergure qui escamotent le débat et qui surprennent tout le monde de manière inappropriée; cela a été rappelé par plusieurs intervenants.

 

Monsieur le ministre, de ce point de vue, vous avez parfaitement exécuté le contrat. Vous avez évité d'utiliser la loi sur les dispositions diverses comme un fourre-tout pour des dispositions d'envergure et de tenter ce faisant d'escamoter le débat. Vous avez donc très correctement utilisé ce moyen. Vous avez bénéficié à cette fin du soutien des collègues qui ont profité de l'occasion pour déposer des amendements visant à corriger d'autres législations.

 

J'axerai principalement mon intervention sur la plus-value des mesures votées à l'égard des justiciables et consacrerai un large volet à l'amélioration de la procédure d'expertise votée en 2007, que les dispositions qui nous sont soumises entendent apporter.

 

Parlons de l'expertise judiciaire. La méthodologie est idéale. Après avoir laissé faire les pratiques, la jurisprudence et la doctrine, avec un recul de deux ans puisque la réforme date de 2007, vous avez tenté de répondre aux observations et suggestions d'amélioration que ces années d'expérience ont suscitées.

 

Nous sommes particulièrement heureux que le projet de loi ait répondu à deux préoccupations qui nous avaient interpellés et au sujet desquelles nous avons déposé une proposition de loi.

 

La première est la problématique de la réunion d'installation. La loi du 15 mai 2007 stipule que la juridiction qui a ordonné une expertise, doit organiser une réunion d'installation préalable à l'expertise. Le législateur d'alors a voulu s'inspirer d'une bonne pratique mise en place dans certaines juridictions, dans le souci de raccourcir la procédure et de renforcer l'efficacité de celle-ci. Cependant, si une telle réunion revêt toute son importance pour les expertises d'une certaine ampleur, elle ne peut pas se justifier lorsqu'il s'agit d'une expertise sans difficulté particulière. Dans cette dernière hypothèse, les juges demandent souvent aux parties si elles renoncent à la réunion d'installation. C'est ce qui se passe dans la pratique, vous le savez. Il est dès lors opportun de remettre en cause le principe de l'automaticité de cette réunion d'installation comme le fait le projet de loi.

 

Il propose de n'instaurer cette réunion que si le juge l'estime nécessaire ou si la demande est faite par toutes les parties. De cette manière, la réunion d'installation continuera de jouer pleinement son rôle de canalisation de la mission d'expertise et uniquement quand cela sera nécessaire. En outre, le texte propose de pouvoir tenir cette réunion d'installation dans les lieux les plus opportuns: le tribunal, les lieux à expertiser ou encore le bureau de l'expert. L'expert lui-même peut ne pas être présent ou ne l'être que virtuellement via les moyens de communication modernes.

 

Le deuxième problème qui nous avait interpellés concernait le préfinancement par les experts de leurs travaux. En effet, en vertu de la loi précitée du 15 mai 2007, il est prévu que le juge statue désormais sur la question des provisions d'honoraires et fixe le montant à consigner au greffe des tribunaux ou auprès d'une institution bancaire et éventuellement des provisions à libérer dans le cadre de l'expertise. De même, le magistrat détermine par quelle partie et dans quel délai cela doit être fait.

 

Pour le groupe MR, le système de consignation de provisions d'honoraires au greffe du tribunal n'est pas adéquat. En effet, le greffe n'est pas une banque et le greffier n'est pas un banquier. Il a bien d'autres tâches à accomplir, vous le savez, et la gestion des consignations et des libérations des provisions d'expertises vient encore alourdir la liste de ses missions.

 

Les bâtiments de justice ne sont pas non plus équipés pour tenir un tel rôle en termes de sécurité ou de matériel. Nous estimons dès lors qu'il vaut mieux inciter les parties à recourir à l'ouverture d'un compte en banque spécial, comme le texte de la loi de 2007 le permet déjà.

 

Le projet de loi ne revient pas sur le système des consignations au greffe. Cependant, il introduit la possibilité d'une délégation au Roi quant à la détermination des modalités de consignation. Nous espérons que le gouvernement pourra saisir cette occasion pour explorer la piste d'une généralisation de ce système de caution bancaire en négociant avec le secteur sur la question des tarifs de ces opérations afin que leur coût soit réduit le plus possible.

 

Le projet de loi propose en outre des solutions pragmatiques à la problématique du préfinancement proprement dit des expertises. Le système introduit par la loi de 2007 interdit aux experts de se faire payer directement auprès des parties. Il a été instauré pour mettre un terme à certains pratiques abusives. C'est dans ce sens qu'il faut le lire. Les parties dès lors désireuses de ne pas hypothéquer leurs chances acceptaient finalement de payer immédiatement la provision demandée par l'expert, quel que soit le montant, ce qui pouvait mener à certains abus.

 

Il semble toutefois que cette nouvelle disposition entraîne de nouveaux contentieux dans le contentieux, ce qui est malheureusement regrettable et doit être évité à tout prix. L'octroi des honoraires et des provisions d'honoraires devient une véritable question de débat et nécessite des audiences consacrées exclusivement à ce sujet. Dans ce cas, soit les travaux d'expertise sont interrompus et laissés en suspens le temps que ce litige soit tranché, soit l'expert finance préalablement lui-même les travaux. Ce qui, vous en conviendrez, ne va pas non plus!

 

Ces effets négatifs sont encore accentués par le fait que les décisions sur ces questions sont souvent rendues à l'issue des travaux d'expertise. Il est donc à craindre que certains experts refusent d'accomplir certaines missions pour les tribunaux au grand préjudice des justiciables. Sans revenir au paiement direct par la partie à l'expert, donc par le justiciable à l'expert, le texte qui nous est soumis aménage l'obligation de consignation de provision et la libération éventuelle d'une partie de celle-ci. Il est proposé que le juge statue chaque fois sur le montant de la provision à consigner et éventuellement à libérer en faveur de l'expert, que ce soit dans la décision qui ordonne l'expertise quand il n'y a pas de réunion d'installation ou dans la décision rendue à l'issue de cette réunion d'installation.

 

En outre, le projet de loi prévoit que le juge peut accorder un titre exécutoire contre la partie chargée de consigner la provision qui ne remplirait pas son obligation. L'expert peut quant à lui suspendre l'exécution de ses travaux tant qu'il n'a pas la preuve de cette consignation.

 

De manière plus générale, d'autres mesures clarifient la procédure d'expertise judiciaire sur d'autres points essentiels pour les praticiens du droit et les justiciables. Ainsi, il est précisé quels sont les types de précision intervenant en cours d'expertise qui sont ou non susceptibles de recours; le choix commun des parties quand un expert est respecté sauf circonstances exceptionnelles; l'expertise peut ne pas démarrer tout de suite après le jugement qui l'ordonne si l'ensemble des parties comparantes demande une suspension de la notification de ce jugement, par exemple, pour leur laisser le temps de trouver un accord amiable.

 

Le résultat de tout ceci peut paraître mince aux yeux des ardents défenseurs d'une réforme de fond de l'expertise judiciaire et, plus particulièrement, de l'instauration d'un statut de l'expert judiciaire garant de sa qualité et de ses compétences spécifiques en la matière.

 

Cependant, comme je l'ai dit en guise d'introduction, monsieur le ministre, le but n'était pas d'entreprendre une réforme d'une telle envergure dans le cadre d'un projet de loi portant des dispositions diverses que je qualifierais, sans péjoration, de "fourre-tout". Ce ne serait pas respectueux de la matière et ce serait irresponsable parce que nous n'avons pas les moyens de mener un débat approfondi dans ce cadre pour une réforme aussi importante.

 

La question du statut de l'expert, de l'encadrement de sa désignation par le juge au moyen de la liste existant auprès des tribunaux ou d'autres outils ainsi que la mise en œuvre d'une véritable formation en expertise judiciaire constituent – vous le savez – des questions à examiner en profondeur, et il conviendra de le faire ultérieurement.

 

Je profite cependant de l'occasion qui m'est donnée pour réitérer à l'actuel ministre de la Justice la volonté du groupe MR d'avancer dans ce dossier et de trouver une solution. Faute de quoi, aussi belle que soit la réforme de la procédure, le risque est grand de retomber dans les abus et travers anciens, à savoir le manque de transparence et de garanties quant à l'indépendance de l'expert, noyau fondamental de cette problématique.

 

J'épinglerai maintenant quelques mesures qui vont dans le sens d'une clarification de la loi pour le citoyen et qui ont, dès lors, tout à fait leur place dans le cadre d'un projet de loi portant des dispositions diverses. Je me limiterai à épingler plusieurs éléments de la matière relative à la filiation et à l'adoption.

 

Le projet de loi vise à mettre un terme à une jurisprudence disparate ainsi qu'au risque d'insécurité juridique résultant de la modification par la loi de 2006 de la reconnaissance d'enfants adultérins par un homme marié et, plus spécifiquement, du remplacement de la condition d'homologation par une notification à l'épouse de l'auteur de la reconnaissance.

 

Le projet énonce clairement que les reconnaissances faites avant l'entrée en vigueur de la loi de 2006 restent soumises à l'ancien article 391bis du Code civil et qu'elles nécessitent, pour être définitives, une homologation par le juge. De cette manière, l'initiative de rendre définitive une reconnaissance dépend encore de celui qui a effectué cette reconnaissance.

 

En ce qui concerne le deuxième volet relatif à l'adoption, le projet de loi entend répondre au problème de l'expiration des jugements d'aptitude à l'adoption, d'une part pour des situations actuelles d'urgence et, d'autre part, en instaurant une solution pérenne pour des situations identiques à l'avenir.

 

Dès lors, malgré la prolongation de la durée de validité du jugement d'aptitude à quatre ans adoptée l'an dernier, force est de constater, dans la pratique de l'adoption internationale, que ce délai est souvent insuffisant pour que les candidats à l'adoption se voient confier un enfant. Le texte proposé change la durée initiale de validité du jugement d'aptitude et la porte à quatre ans.

 

Il instaure également un nouveau système de renouvellement de l'aptitude à adopter devant le tribunal de la jeunesse. Cette demande doit intervenir au plus tôt cinq mois avant l'expiration de leur jugement d'aptitude et au plus tard le dernier jour de la validité du jugement d'aptitude. Une actualisation du rapport de l'enquête sociale est transmise au greffe. Elle comprend une évaluation de la situation actuelle du ou des adoptants et décrit les éventuels éléments susceptibles d'avoir une incidence sur l'aptitude à adopter, tels que la naissance d'un enfant biologique, une mésentente conjugale, une séparation ou une condamnation.

 

Enfin, le projet proroge jusqu'au 31 mai 2010 les jugements d'aptitude rendus depuis le 1er septembre 2005 et qui viendront à échéance dans les semaines et mois à venir. Cette prolongation d'office devrait permettre aux candidats à l'adoption d'introduire rapidement une requête en renouvellement de leur aptitude à adopter par application de la nouvelle procédure.

 

Plutôt que de corriger tous les ans le délai de validité des jugements d'aptitude à adopter, le projet de loi a choisi opportunément d'apporter une réponse prévenant l'urgence et confiant au juge le soin de proroger ou non le jugement d'aptitude à adopter en fonction de l'évolution de la situation familiale.

 

Monsieur le ministre, tous ces choix nous semblent opportuns. Comme j'ai pris l'habitude de le faire, je vous décernerai dès lors un bon point de la part du groupe MR concernant le projet de loi portant des dispositions diverses. Le MR soutiendra ce projet!

 

07.10  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, het wetsvoorstel tot uitbreiding van de categorieën van personen en van de schadeposten die in aanmerking komen voor een vergoeding door de Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden is aan voorliggend wetsontwerp gekoppeld. Ik zal het wetsvoorstel heel kort toelichten zodat u het belang ervan inziet alvorens u erover stemt.

 

Slachtoffers van gewelddaden waarvan de daders hetzij niet gekend zijn, hetzij onvermogend blijken te zijn, bleven lange tijd in de kou staan. Zij werden niet of onvoldoende vergoed, er was in niets voorzien. Ook hun directe familieleden moesten vaak opdraaien voor de vaak zeer dure geneeskundige kosten. Kortom, miserie alom!

 

Dit mankement werd opgelost door de wet van 26 maart 2003 waarbij een Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden als overheidsinstelling, onder bepaalde voorwaarden weliswaar, financiële hulp kan toekennen. Het ergste leed kon hierdoor in een aantal gevallen worden gelenigd.

 

De finaliteit van deze wet van 2003 besloeg vier punten. Ten eerste, uitkeren van financiële hulp aan slachtoffers van gewelddaden, nabestaanden, ouders of verwanten tot de tweede graad. Ten tweede, eventueel voorzien in een voorschot ingeval er nog geen definitieve rechterlijke beslissing is genomen. Ten derde, naast de financiële hulp en het voorschot, verlenen van noodhulp als er vertraging optreedt bij de toekenning van de hulp, die de verzoeker een ernstig nadeel berokkent. Ten vierde, eventueel voorzien in aanvullende hulp als na de toekenning van de hulp het nadeel kennelijk is toegenomen.

 

De wet van 2003 lijkt op het eerste gezicht volledig. Op het eerste gezicht was die wet ook volledig, maar vrij snel bleek dat een aantal categorieën van slachtoffers volledig buiten de toepassing ervan vielen. Een aantal schrijnende toestanden bleef bestaan.

 

In mijn toelichting heb ik het over de al dan niet toevallige derden, buren, vrienden, die zich op het moment van de gewelddaden al dan niet op de plaats van het delict bevinden en die materieel of lichamelijk worden getroffen. In mijn toelichting bij het wetsvoorstel heb ik een aantal voorbeelden opgesomd die ik hier evenwel niet allemaal zal herhalen om u niet te vervelen. Ik zal er slechts een aanhalen. In de nasleep van de gewelddaden tegen het slachtoffer wordt bijvoorbeeld de woning van een buurman getroffen. De buur behoort niet tot een van de vergoedbare categorieën opgenomen in wet van 2003, bedoeld in artikel 31 van de wet van 1 augustus 1985. Hij zal dus tevergeefs een beroep doen op een uitkering door de bedoelde commissie.

 

Dat zijn zaken die eigenlijk niet kunnen, zeker wanneer wij uit persberichten vernemen dat steeds meer rechtstreekse slachtoffers een beroep moeten doen op de overheid, omdat steeds meer daders van gewelddaden onvermogend of niet-identificeerbaar blijken te zijn. Met andere woorden, in steeds meer gevallen blijkt dat rechtstreekse slachtoffers in de kou blijven. Wanneer wij die redenering aanhouden voor de onrechtstreekse slachtoffers, zou ik u willen oproepen om dit wetsvoorstel, dat de categorieën van de wet en een aantal bedragen wil uitbreiden, goed te keuren. Ik dank u voor uw aandacht en sta uiteraard open voor uw vragen.

 

07.11  Clotilde Nyssens (cdH): Monsieur le président, j'interviendrai brièvement sur ce projet de loi. Deux sujets importants retiennent mon attention. Le premier est celui relatif à l'adoption. Ce projet de loi habilitera les couples qui ont déjà entamé une procédure à ne pas la renouveler pour examiner leur aptitude à adopter. Toutes les démarches entreprises resteront valables pour leur permettre de rester dans la procédure en attendant un enfant. C'est capital. Cette loi avait déjà été retouchée à plusieurs reprises, mais dans le cas présent, on structure de manière définitive le renouvellement de la phase préliminaire d'adoption.

 

Deuxièmement, en ce qui concerne les procédures d'expertise, les réformes sont cycliques. Le but est évidemment de les rendre plus simples, plus rapides et élaborées en bonne intelligence entre les experts, les parties et le juge. Néanmoins, je voudrais faire observer que ce projet de loi ne règlera pas le problème posé par les fameuses listes d'experts agréés près les tribunaux et le statut de l'expert. En effet, nous avons reçu du courrier émanant d'experts, lesquels mentionnaient que pour l'énième fois, les projets de loi ne trouvaient pas de solution à ces deux points.

 

Certes, c'est à dessein que ce projet de loi n'a pas légiféré sur ces deux matières qui ne relèvent pas de la procédure. Depuis 1967, un article souhaite que des listes définitives d'experts agréés près les tribunaux soient fixées dans le Code judiciaire, mais on n'a pas encore trouvé la bonne formule. Par ailleurs, le statut de l'expert est une tout autre chose et est totalement étranger aux procédures. Organiser une profession ne relève pas du Code judiciaire; je précise cela pour répondre aux experts qui sont parfois mécontents des textes qui seront bientôt votés.

 

Pour le reste, j'espère que la procédure d'expertise se portera mieux après le vote de ce projet.

 

07.12  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik zal kort even het woord nemen namens mijn fractie vanop mijn bank.

 

De drie hoofdpunten werden al uitvoerig beschreven door mevrouw Marghem. Toch wil ik daar nog enkele appreciaties van ons aan toevoegen. Zeker wat de erkenning betreft, het eerste onderdeel, zijn wij verheugd dat er meer rechtszekerheid is geschapen. De weg die wij bewandeld hebben naar meer flexibilisering, heeft er in de praktijk helaas toe geleid dat er nogal wat anomalieën ontstonden en die worden door dit ontwerp weggewerkt, waarvoor dank.

 

Het tweede onderdeel omhelst het deskundigenverslag. Samengevat komt dit neer op het meer betrekken van de partijen bij de procedure, een flexibelere procedurehandhaving en ook het vrijmaken van kennisgevingen door middel van moderne communicatietechnologieën. Deze zijn essentieel en wij danken u dan ook omdat u in de commissie zeer bereidwillig hebt meegewerkt om onze amendementen met enige welwillendheid ter zake te beschouwen. Ook vooral de realistischere verdeling van de procedure-initiatieven, zoals ik al zei. Het is nu minder rigide: de partij die meent actie te moeten ondernemen, kan dat nu doen. Men kan ook uitstellen wanneer dit nodig is. Dit geheel van procedurele maatregelen zal er toe leiden dat de deskundigenwerking tenminste meer op maat van de hedendaagse juridische en werkelijke realiteit geschoeid zal zijn.

 

Een derde punt dat mijn fractie ook zeer ter harte gaat, is dat van de adoptie. Wij hebben ervaren dat mensen van zeer goede wil, bijzonder capabel en geschikt om te adopteren, dikwijls in de problemen geraakten wanneer zij internationale adopties wensten uit te voeren, omdat hun geschiktheidserkenning door de rechtbank al was verstreken. De uitbreiding van die termijn en ook het vervroegen van de mogelijkheid om al te appliceren voor een verlenging wanneer men merkt dat de internationale procedure wat langer aansleept dan verwacht, is zeer toe te juichen.

 

Zoals in de commissie formuleer ik ook vandaag toch enigszins mijn bezorgdheid aangaande de factoren die in overweging moeten worden genomen om die geschiktheid te bepalen. U zult zich herinneren, mijnheer de minister, dat wij toch enig bezwaar hebben wanneer de sociale diensten en de maatschappelijke werkers komen aandraven met omschrijvingen als “mensen die moeilijk kunnen omgaan met het wachten”. Als men iemand wil adopteren en daar volledig mentaal op ingesteld is, dan is het logisch dat men op de duur nerveus wordt wanneer dat lange wachten blijft aanslepen. Als de procedure enkel op objectief verantwoorde factoren gebaseerd zal zijn, dan applaudisseren wij ook hier voor het versoepelen en het verruimen van de mogelijkheden voor geschikte ouders om te adopteren.

 

07.13  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, de vorige minister van Justitie heeft al een tijdje geleden de wet inzake diverse bepalingen betreffende Justitie aangekondigd, met de bedoeling om in een keer een debat over een aantal noodzakelijke aanpassingen aan diverse wetgevingen te voeren. Ik denk dat dat een goede methode is, op voorwaarde dat het goed wordt voorbereid en wij ruimschoots op voorhand kennis kunnen nemen van de stukken en ons goed kunnen voorbereiden.

 

Het Hof van Cassatie maakt jaarlijks een rapport met daarin heel wat opmerkingen over problemen bij interpretatie van wetgeving, anomalieën, tegenstrijdigheden. Het Hof van Cassatie doet dan vaak aanbevelingen en voorstellen van aanpassingen. Het zou misschien wel een goede methode zijn om jaarlijks te proberen het verslag van het Hof van Cassatie op dat punt nauwkeurig na te kijken, mijnheer de minister. Sommige opmerkingen zullen moeten leiden tot echte wetsvoorstellen en ontwerpen, die grondiger zijn, maar veel zal kunnen worden opgelost met kleine technische bepalingen.

 

Mochten wij erin slagen om dat werk jaarlijks te doen, denk ik dat het werk van het Hof van Cassatie zeer nuttig zal zijn en wij kort op de bal kunnen spelen om wetgeving die slecht is gemaakt en die problemen geeft bij de interpretatie, sneller te kunnen aanpakken. Ik hoop dat wij dat in de toekomst ook op die manier kunnen doen.

 

Het voorliggend ontwerp bevat een aantal belangrijke correcties, die onder andere voortvloeien uit verslagen van het Hof van Cassatie. Ik zal er twee positieve noemen.

 

Een probleem dat een jaar geleden aan de orde is gekomen, is het probleem van de steun aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden. Veel politieke partijen en fracties hebben wetsvoorstellen ingediend om dat probleem op te lossen. Wie namelijk niet geldig in het land verbleef, had geen recht op ondersteuning van het Slachtofferfonds. Dat gaf aanleiding tot onrechtvaardige situaties.

 

Ook Ecolo-Groen! had een wetsvoorstel ingediend. Wij hebben gezien dat in onderhavig wetsontwerp diverse bepalingen een regeling is overgenomen, die voor ons voldoet. Ik denk dat hiermee een belangrijke stap in de noodzakelijke aanpassing van de wetgeving is gezet.

 

Ik wil nog een opmerking maken over de wijziging aan de terminologie. Ik heb dat ook al in de commissie opgemerkt. Men heeft naar mijn mening het toepassingsgebied een beetje verengd. Men spreekt niet langer over nabestaanden die recht op een vergoeding hebben, maar over erfgerechtigden. Wij hebben daarover een hele discussie gevoerd. Erfgerechtigden heeft een heel specifieke juridische betekenis in het Belgisch recht. Op die manier verengen wij de mogelijkheden van het Slachtofferfonds om vergoedingen toe te kennen aan nabestaanden, wat een ruimer begrip is.

 

De mensen van het Slachtofferfonds hebben ons verzekerd dat ze altijd met de nodige sociale ingesteldheid naar oplossingen zoeken. Dat kan ik best begrijpen, maar wie zegt dat zulks binnen enkele jaren nog altijd het geval zal zijn? Ik vrees bovendien dat men meer en meer problemen zal krijgen bij de toepassing van die IPR-regels als buitenlandse slachtoffers, of slachtoffers met buitenlandse familieleden, in aanmerking komen voor een uitkering. Dan moet men de definitie van erfgerechtigden bekijken. Dat is zeer strikt. We kennen de term in het Belgische recht. Het is niet omdat persoon X een erfgerechtigde is van een overledene, dat zulks ook in Zuid-Amerika, Azië of Afrika geldt.

 

Ik hoop dat we door deze wijziging van nabestaanden naar erfgerechtigden, het toepassingsgebied van deze wettelijke bepalingen niet gaan beperken. Het staat haaks op wat we met de voorgestelde wijziging beogen.

 

Men heeft ons bij het Slachtofferfonds gegarandeerd dat er geen probleem is en dat men de dossiers op een heel sociale en creatieve manier zal behandelen. Ik hoop dat het zo zal zijn. Mochten er zich toch nog problemen voordoen, dan moeten we dat maar snel corrigeren, mijnheer de minister. Misschien volgend jaar in een andere wet diverse bepalingen.

 

De vorige sprekers hebben de wijzigingen van het deskundigenonderzoek al besproken. Twee jaar geleden heeft men een zeer grondige wijziging in het Gerechtelijk Wetboek doorgevoerd. Die is toen vrij snel tot stand gekomen, zonder al te veel overleg met de betrokkenen en de balies. Dat stuitte op heel wat verzet. Het gaf in de praktijk aanleiding tot heel wat moeilijkheden: er zijn veel expertises, advocaten worden er in bouwzaken en vele andere discussies mee geconfronteerd. We hebben nood aan een werkbare wet. De voorgestelde wijzigingen in het wetsontwerp leiden er toe dat deze belangrijke zaken worden gecorrigeerd zodat de deskundigenonderzoeken in de praktijk vlotter kunnen verlopen. Het is een positieve evolutie.

 

Ik hoop dat we dit werk, op basis van de verslagen van het Hof van Cassatie, regelmatig kunnen doen. Ik hoop dat u zich daartoe kan engageren.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2161/7)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2161/7)

 

Het wetsontwerp telt 66 artikelen.

Le projet de loi compte 66 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 66 worden met tekstverbeteringen bij artikelen 7, 9, 10, 33, 58, 59 en 61 artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 66 sont adoptés article par article avec des corrections de texte aux articles 7, 9, 10, 33, 58, 59 et 61.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

08 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (I) (2160/1-6)

- Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 138 van het Wetboek van strafvordering (1622/1-2)

08 Projet de loi portant des dispositions diverses en matière de Justice (I) (2160/1-6)

- Proposition de loi modifiant l'article 138 du Code d'instruction criminelle (1622/1-2)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Clotilde Nyssens

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mevrouw Carina Van Cauter, rapporteur, verwijst naar haar schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2160/6)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2160/6)

 

Het wetsontwerp telt 23 artikelen.

Le projet de loi compte 23 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 23 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 23 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

09 Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden over de terbeschikkingstelling van een penitentiaire inrichting in Nederland ten behoeve van de tenuitvoerlegging van bij Belgische veroordelingen opgelegde vrijheidsstraffen, gedaan te Tilburg (Nederland) op 31 oktober 2009 (2302/1-2)

09 Projet de loi portant assentiment à la Convention entre le Royaume de Belgique et le Royaume des Pays-Bas sur la mise à disposition d'un établissement pénitentiaire aux Pays-Bas en vue de l'exécution de peines privatives de liberté infligées en vertu de condamnations belges, faite à Tilburg (Pays-Bas) le 31 octobre 2009 (2302/1-2)

 

Overgezonden door de Senaat

Transmis par le Sénat

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

09.01  Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, bij mijn weten is het verslag ter zake pas gisteren rondgedeeld. Ik vraag dus de toepassing van artikel 85 van het Kamerreglement. Wij kunnen het ontwerp nu niet bespreken.

 

De voorzitter: Van welk artikel vraagt u de toepassing?

 

09.02  Gerolf Annemans (VB): Ik vraag de toepassing van artikel 85 van het Reglement. Wij kunnen het ontwerp niet bespreken, omdat het verslag pas gisteren is rondgedeeld. Is dat voor u een probleem?

 

De voorzitter: U vraagt correct de toepassing van het Reglement. Artikel 85 staat inderdaad aan ieder lid toe een punt, indien de termijn van drie dagen niet is gerespecteerd, te laten verdagen.

 

Mijnheer Annemans, indien u van bedoeld recht gebruik wenst te maken, moeten wij het punt op de agenda van donderdag inschrijven.

 

09.03  Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, aangezien het hier toch een Poppenkastparlement is, moet er toch iemand aan de rem trekken. Volgens mij is het nog erger dan ten tijde van de paarse regering. De Croo zou dergelijke zaken niet hebben aangedurfd.

 

De voorzitter: Het verslag is rondgedeeld. U hebt het over het ontwerp houdende diverse bepalingen inzake volksgezondheid.

 

09.04  Gerolf Annemans (VB): Volgens mij zou Verhofstadt een dergelijke handelwijze niet hebben aangedurfd. Het is echt Leterme die daarmee is begonnen. De Croo zou het hebben aangedurfd, mocht Verhofstadt het hebben geëist.

 

Mijnheer de voorzitter, de zaak is simpel. U hebt alle verslagen in kwestie gisteren rondgedeeld. Er is ter zake geen hoogdringendheid gevraagd. Ik vraag dus de toepassing van het Reglement voor de bedoelde drie punten.

 

De voorzitter: Mijnheer Annemans, sta mij even toe met de griffier te overleggen – u kan anders misschien hier achter mij komen staan – om een aantal data en uren te checken. Mag ik dat even doen? U vraagt immers de toepassing van het Reglement.

 

09.05  Gerolf Annemans (VB): Dat is geen probleem. U hoeft mij natuurlijk niet op mijn woord te geloven.

 

De voorzitter: U vraagt de toepassing. Ik trek een en ander even na.

 

De verslagen van de drie ontwerpen, waarvoor de heer Annemans conform het Reglement de verdaging vraagt, zijnde punten 11, 12 en 13 op de agenda, zijn inderdaad pas gisteravond rondgedeeld. Het punt dat hij maakt, lijkt mij bijgevolg terecht.

 

Ik beëindig derhalve de ochtendzitting. Wij hervatten de zitting om 14.00 uur met de bespreking van de programmawet

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering dinsdag 15 december 2009 om 14.00 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le mardi 15 décembre 2009 à 14.00 heures.

 

La séance est levée à 11.30 heures.

De vergadering wordt gesloten om 11.30 uur.

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 52 PLEN 128 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 52 PLEN 128 annexe.