Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

donderdag 10 december 2009

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

jeudi 10 décembre 2009

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.21 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.

La séance est ouverte à 14.21 heures et présidée par M. Patrick Dewael.

 

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:

Stefaan De Clerck, Didier Reynders, Steven Vanackere.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Els De Rammelaere, Daniel Ducarme, Luc Sevenhans, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;

Marie-Martine Schyns, zwangerschapsverlof / congé de maternité;

Olivier Maingain, wegens ambtsplicht / pour devoirs de mandat;

Hendrik Daems, Olivier Hamal, buitenslands / à l'étranger;

François-Xavier de Donnea, OVSE / OCDE.

 

01 Communication – Décès de M. Pierre Lano

01 Mededeling – Overlijden van de heer Pierre Lano

 

De voorzitter (voor de staande vergadering)

Le président (devant l'assemblée debout)

 

Waarde collega’s, met ontsteltenis hebben wij het overlijden vernomen van de heer Pierre Lano, eresecretaris van de Kamer. Dat deze ruimdenkende en immer optimistische ondernemer niet meer onder ons is, heeft ons allen met verbijstering geslagen.

 

Au nom de la Chambre, j'ai exprimé mes plus profonds regrets à l'épouse de Pierre Lano.

 

Tijdens de eerste plenaire vergadering na de rouwplechtigheid zal in het bijzijn van zijn familie een hulde worden uitgesproken.

 

Ik stel u voor een minuut stilte in acht te nemen.

 

De Kamer neemt een minuut stilte in acht.

La Chambre observe une minute de silence.

 

02 Rouwhulde – Pierre Harmel

02 Éloge funèbre – Pierre Harmel

 

De voorzitter (voor de staande vergadering)

Le président (devant l'assemblée debout)

 

Chers collègues, la nouvelle du décès du ministre d’État Pierre Harmel nous a profondément affligés.

Pierre Harmel avait fait partie de notre Assemblée de 1946 à 1971, année où il obtint un siège au Sénat, dont il devint le président en 1973.

 

Né en 1911, il avait reçu une solide formation juridique qui l’avait parfaitement préparé à faire carrière dans l’enseignement universitaire.

 

Docteur en droit, licencié en sciences sociales, licencié en notariat, agrégé de l’enseignement supérieur en droit fiscal de l’université de Liège, auteur et orateur, Pierre Harmel allait, d’entrée de jeu, s’imposer comme un maître.

 

Jeune officier de réserve en 1940, il fit la campagne des 18 jours. Sa conduite exemplaire lui valut la Croix de Guerre avec Palmes.

 

Pour diverse et étendue qu’elle ait été, l’activité de Pierre Harmel n’a pas été dispersée. L’enseignement et la politique en furent en effet les axes principaux.

 

On doit à Pierre Harmel d’innombrables ouvrages juridiques, notamment dans le domaine du droit notarial.

 

Après sa première élection à la Chambre, le 17 février 1946, il allait exercer à maintes reprises de très hautes fonctions politiques.

 

Hij maakte deel uit van de homogene katholieke regeringen die geleid werden door de heren Duvieusart, Pholien en Van Houtte en was er houder van de portefeuille van wat toen “Openbaar Onderwijs” werd genoemd.

 

Hij legde meteen zijn beleidsdoelstellingen vast, namelijk de reorganisatie van het technisch onderwijs, de oprichting van een nationaal studiefonds en het realiseren van de schoolvrede die volgens hem moest stoelen op het principe dat elke huisvader, ongeacht zijn persoonlijke overtuiging, de verzekering moest krijgen dat hij de school van zijn kinderen vrij zou kunnen kiezen.

 

In zijn ogen impliceerde die garantie dat het vrij onderwijs gesubsidieerd moest worden. Pierre Harmel liet met dat doel veertien wetsontwerpen goedkeuren waarvan de toepassing van 1954 tot 1958 door de volgende regering onder leiding van Achille Van Acker fel bestreden zou worden.

 

Na van juni tot november 1958 het ambt van minister van Justitie te hebben uitgeoefend, werd Pierre Harmel in de derde regering die door wijlen burggraaf Eyskens werd geleid, de allereerste minister van Cultuur.

In die hoedanigheid liet hij de wet houdende organisatie van de Instituten der Belgische Radio en Televisie goedkeuren.

 

Als beginselvast man met sterke principes, wist Pierre Harmel op zeer tactvolle wijze zijn tegenstanders weerwerk te bieden en zijn doelstellingen met rustige vastberadenheid na te streven.

 

Na de val van de regering Theo Lefèvre, bekleedde Pierre Harmel gedurende enkele maanden het ambt van eerste minister.

 

Van 1966 tot 1972 was hij in de regeringen Paul Vanden Boeynants en Gaston Eyskens minister van Buitenlandse Zaken. In de uitoefening van die functie die hem op het lijf geschreven stond, getuigde hij steeds van een klare kijk en gaf hij blijk van gehechtheid aan de openbare zaak.

 

Pierre Harmel fut un grand ministre, qui plaçait l’intérêt national au-dessus des passions partisanes qu’il avait d’ailleurs tendance à ne considérer que comme de simples péripéties.

 

Il fut mondialement apprécié pour sa contribution active à la mise en place de la fameuse doctrine qui porte son nom et qui a pour fondement la détente mondiale et le respect des peuples.

 

Sa connaissance approfondie des rouages de l’État et ses grandes qualités personnelles le désignaient tout naturellement aux yeux de ses pairs pour assurer la présidence du Sénat en 1973.

 

Son style onctueux, son impartialité, son sens de la mesure et sa distinction naturelle firent de lui le digne successeur du géant que fut Paul Struye.

 

Ainsi se termina la carrière politique fertile d’un honnête homme. Après sa mise à la retraite, Pierre Harmel eut souvent l’occasion de prodiguer ses sages conseils à bien des hommes politiques venus le consulter dans la plus grande discrétion.

 

Pierre Harmel fut l’illustration parfaite des grandes vertus parlementaires.

 

Je vous propose d’observer une minute de silence à la mémoire de l’homme d’État que notre pays vient de perdre.

 

02.01  Steven Vanackere, ministre: Monsieur le président, chers collègues, au nom du gouvernement, je me joins à l'hommage rendu par la Chambre au ministre d'État Pierre Harmel.

 

Avec sa disparition, la Belgique a perdu un grand homme d'État plein de sagesse qui aura laissé une trace indélébile dans la vie politique de notre pays durant le troisième quart du siècle dernier.

 

Pierre Harmel était, sur la base de l'engagement qui le caractérisait et des idéaux qui le nourrissaient, l'une des personnalités ayant ouvert les voies que nous continuons à emprunter encore aujourd'hui tant en politique intérieure qu'en politique étrangère.

 

Le Centre Harmel a anticipé dans les années cinquante la nécessité d'une réforme de l'État. Et le ministre des Affaires étrangères de l'époque jouissait, à l'étranger, d'un respect général pour son ouverture d'esprit et sa vision équilibrée.

 

Dans le rapport Harmel, il a rédigé, en 1967, la doctrine de l'OTAN qui est restée en vigueur jusqu'à la chute du Mur de Berlin en 1989, à savoir la politique à deux voies de défense persévérante et de dialogue avec le bloc de l'Est.

 

La chute du Mur, événement historique, et la réunification de l'Allemagne au sein de l'Union européenne et de l'OTAN ont donné raison à la vision de Pierre Harmel pour qui l'engagement européen et la loyauté atlantique n'étaient pas contradictoires, mais complémentaires.

 

Ik wil daar nog aan toevoegen dat iedereen die Pierre Harmel gekend heeft, mij getuigt dat hij gekenmerkt was door beschaving, hoffelijkheid, waardigheid en noblesse in gedrag en in daad, en dat dat de mens Pierre Harmel karakteriseert.

 

Au nom du gouvernement, je tiens à adresser mes sincères condoléances aux membres de sa famille.

 

La Chambre observe une minute de silence.

De Kamer neemt een minuut stilte in acht.

 

Vragen

Questions

 

03 Samengevoegde vragen van

- de heer Dirk Van der Maelen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de notionele interestaftrek" (nr. P1462)

- mevrouw Meyrem Almaci aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de notionele interestaftrek" (nr. P1463)

03 Questions jointes de

- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la déduction des intérêts notionnels" (n° P1462)

- Mme Meyrem Almaci au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la déduction des intérêts notionnels" (n° P1463)

 

03.01  Dirk Van der Maelen (sp.a): Op basis van recent beschikbaar gekomen informatie, zoals het antwoord op een vraag van mij, en informatie van Trends en de Nationale Bank, denk ik dat ik drie conclusies kan trekken.

 

Mijn eerste conclusie is, zoals ik nu al twee jaar zeg, dat u een gevaarlijk minister van Financiën bent, omdat u uitgaven niet kunt ramen. De brutokosten van de notionele interestaftrek had u geraamd op 500 miljoen euro. Voor 2006 bedroeg de kostprijs uiteindelijk 2,4 miljard euro en voor 2007, op basis van de jongste cijfers die nu beschikbaar zijn, loopt de kostprijs op tot 4 miljard euro.

 

De tweede conclusie die ik maak, is dat ik reeds twee jaar in de Kamer voorspel dat de kostprijs van de notionele interestaftrek tot een budgettaire ontsporing zal leiden. De cijfers stellen vast dat de ontsporing er is, en erger nog: voor 2008 en 2009 wordt het nog slechter.

 

Een derde conclusie trek ik op basis van een rapport van de Nationale Bank. Daaruit blijkt dat de nettokosten, die ik raam op 1,5 miljard euro, dus 60 miljard Belgische frank geschenken aan het bedrijfsleven, niet leidt tot reële investeringen in de echte economie of tot jobs.

 

Mijnheer de minister, hoelang zult u nog blijven toezien op die budgettaire ontsporing? Is het niet hoog tijd dat u ingrijpt en u het voordeel dat aan de bedrijven gegeven wordt, linkt aan echte investeringen en aan echte jobs?

 

03.02  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de vicepremier, 4 miljard en still rising, uw geesteskind, uw paradepaardje, de notionele intrestaftrek lijkt meer en meer op een budgettaire slokop, een budgettair monster waar niemand nog vat op heeft. Die was begroot op 500 miljoen, maar we weten niet waar het zal uitkomen. Ik heb dus een aantal heel concrete vragen.

 

Wij hebben met onze fractie al in 2008 een wetsvoorstel ingediend om de notionele intrestaftrek niet af te schaffen, maar te kaderen binnen enerzijds jobcreatie en anderzijds duurzame investeringen. Wanneer u weet dat de helft van uw uitgaven voor de notionele intrestaftrek gaat naar banken, consultants en multinationals, die veelal gebruikmaken van technische hoogstandjes en weinig tot niets aan jobs of investeringen genereren, dan is mijn eerste vraag of u van plan bent dat eindelijk te kaderen. Of laat u uw geesteskind verder evolueren tot een groot budgettair monster?

 

Wanneer krijgt de Kamer eindelijk waar ze recht op heeft, namelijk een degelijke kosten-batenanalyse, zodat wij met eigen ogen kunnen zien waar de terugverdieneffecten waar u altijd naar verwijst, zitten? Ik ben ervan overtuigd dat de KMO’s wat dat betreft goed presteren, maar ik heb toch ernstige vragen wat de anderen betreft. Graag uw reactie.

 

03.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, de heer Van Der Maelen en mevrouw Almaci hadden het over uitgaven, maar het is een probleem van inkomsten en opbrengsten, wat de notionele intrestaftrek betreft.

 

Ten eerste, sinds 2001 stellen we een evolutie in de opbrengsten van de vennootschapsbelastingen vast. Tussen 2001 en 2003 was er een daling. In 2003 was er een vermindering van de tarificatie van de vennootschapsbelasting, van 39 % naar 33 %. Vanaf 2004 werd er jaar na jaar een meeropbrengst opgetekend. In 2007 werd de notionele intrestaftrek ingevoerd. In 2008 verhoogde de opbrengst van de vennootschapsbelasting. In de commissie kunnen we de cijfers gedetailleerder bespreken.

 

Ik volg uw redenering over de kosten niet. De opbrengsten door de vennootschapsbelasting stijgen stelselmatig, zelfs na de verlaging van de tarificatie en de invoering van de notionele intrestaftrek.

 

Ten tweede, ik heb vandaag nog een interview met de heer Trichet, de voorzitter van de Europese Centrale Bank, gelezen. In de strijd tegen de crisis vraagt hij om meer eigen vermogen voor de bedrijven. Welk instrument is geschikter dan de notionele intrestaftrek?

 

Ten derde, mevrouw Almaci, u vraagt naar de maatregelen. Dat is al beslist. Voor 2010 en 2011 ligt een maximumtarificatie van 3,8 % voor de notionele intrestaftrek vast. Meer maatregelen komen er de twee volgende jaren niet.

 

03.04  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, u geeft het antwoord dat wij hadden verwacht. Wat u hebt beslist, zijn peanuts.

 

Ik richt mij echter tot de collega’s van Open Vld.

 

Collega’s, van Open Vld, hoelang zult u nog aanvaarden dat een fiscale gunstmaatregel voor drie vierde naar de 500 grootste bedrijven gaat, terwijl volgens de trendcijfers de 29 500 andere bedrijven en kmo’s zich met een habbekrats tevreden moeten stellen?

 

Collega’s van CD&V, vooral van ACW-zijde, hoelang zult u nog aanvaarden dat er onder de huidige regering, volgens de cijfers uit het rapport van 2009 van de Nationale Bank van België, een verlaging met een derde van de vennootschapsbelasting is, terwijl de belastingen op wedden en lonen gelijk blijven?

 

Ik nodig alle collega’s uit om de sp.a te volgen. Wij stellen voor dat op de uitgaven voor de notionele intrestaftrek wordt gekort en dat de aldus gedane besparing wordt gebruikt voor het ondersteunen van de koopkracht van degenen die door de economische crisis worden getroffen.

 

De voorzitter: Mijnheer Van der Maelen, uw spreektijd is om.

 

03.05  Dirk Van der Maelen (sp.a): Collega’s van Open Vld, wij stellen ook voor dat het aldus bespaarde geld voor onderzoek en voor investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen wordt gebruikt. Het onderzoek van vandaag zijn immers de investeringen van morgen en de jobs van overmorgen.

 

(Rumoer)

 

De voorzitter: Collega's, mevrouw Almaci heeft het woord.

 

03.06  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, ik wil gerust de leden van CD&V hun frustraties laten luchten.

 

Geachte minister, u bent een van de beste van alle ministers in deze coalitie om te koketteren met het feit dat u niets doet aan dingen die duidelijk verkeerd lopen. U vindt dat fantastisch en zegt zelfs dat u gedurende twee jaar de zaken zult laten zoals ze zijn, en dus een en ander uit de hand zult laten lopen. U gaat de zaken niet kaderen want dat is nergens voor nodig. Het is volgens u geen enkel probleem dat Electrabel-Suez nu al 0 % vennootschapsbelasting betaalt; dat vindt u ethisch perfect te verantwoorden. Wat mevrouw Onkelinx hier in 2008 met zoveel woorden fraude noemde toen het ging over het misbruik van de notionele intrestaftrek, dat vindt u evenmin een probleem.

 

Ik vind het fantastisch hoe u uw eigen vakgebied, uw eigen departement, uw eigen ministerie op deze manier degradeert tot een persoonlijk kerstmankabinet voor grote bedrijven, banken en multinationals die geen jobs creëren, die niet investeren en die dubbel langs de kassa passeren omdat wij hun eigen vermogen hebben opgekrikt tijdens de financiële crisis. U vindt dat maar normaal.

 

Ik kan slechts vaststellen dat hier de grootste neoliberaal zit, en dat op een moment dat de financiële crisis ons heeft geleerd dat er een absoluut failliet is van wat u hier iedere dag propageert. Ik stel voor dat deze coalitie eens ernstig nadenkt over haar financieel beleid.

 

De voorzitter: Mevrouw Almaci, u hebt uw spreektijd ruimschoots overschreden.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Questions jointes de

- M. Christian Brotcorne au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la convention fiscale franco-belge" (n° P1464)

- M. Roel Deseyn au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la convention fiscale franco-belge" (n° P1465)

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Christian Brotcorne aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "het dubbelbelastingverdrag met Frankrijk" (nr. P1464)

- de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "het dubbelbelastingverdrag met Frankrijk" (nr. P1465)

 

04.01  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, la convention franco-belge de double imposition a beaucoup occupé les parlementaires concernés par les problèmes des frontaliers. On a trouvé cet accord et, cerise sur le gâteau, l'Assemblée nationale française vient de ratifier cet accord. Ma question, déposée en commission, est d'ordre technique et je me bornerai à celle-là.

 

Comment sera répartie la somme de 25 millions que la France garantit pendant 25 ans, le temps que durera encore le statut de frontalier au bénéfice des Français? Selon quels critères et entre quels pouvoirs? Les pouvoirs locaux essentiellement, les communes étant très demanderesses, attendent beaucoup et certaines croient qu'elles pourront ainsi doper leurs finances. Comment va-t-on répartir cette somme, voilà ma question aujourd'hui.

 

04.02  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik zal niet zeggen dat wij de absolute finale van het dubbelbelastingverdrag inzetten, maar dit is toch een zeer belangrijke tussensprint of misschien wel de eindsprint van dit jaar. Met de eindejaarsperiode in het vooruitzicht zitten duizenden Belgen nagelbijtend te wachten op juridische zekerheid, om te weten of zij hun inkomsten van 2008-2009 al dan niet in Frankrijk mogen declareren als zij daar werkprestaties hebben verricht.

 

Mijnheer de minister, zijn er, nu de zaak in het Franse Staatsblad is gepubliceerd, nog andere wettelijke bezwaren langs Belgische zijde om daarover absolute rechtzekerheid te krijgen? Wat zal de administratie doen? Wat zult u als bevoegd minister doen om die duizenden Belgen, die families, in te lichten over hun rechten inzake fiscale aangiften?

 

Moeten er nog uitvoeringsbesluiten of publicaties komen? Zullen zij een sluitende, formele garantie krijgen over de retroactiviteit met betrekking tot de inkomsten van 2007? Tot op heden wachtte de administratie op een publicatie van de Fransen. Die publicatie was er op 3 december.

 

Wat met die 25 miljoen euro compensaties die Frankrijk aan België doet, als onderdeel van dit verdrag? Zullen er ook middelen worden gereserveerd voor tewerkstellingsprojecten om de regio, bijvoorbeeld zuidwest-Vlaanderen, aantrekkelijk te maken als investeringsgebied, als tewerkstellingsgebied, voor onder meer Franse en Belgische werknemers?

 

04.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Deseyn, wij wachten op een officiële communicatie, op een tekst vanuit Frankrijk voor wij overgaan tot de inwerkingtreding. U weet dat. Wij zullen voor alle actoren een algemene communicatie geven over de details van die toepassing van het nieuwe dubbelbelastingverdrag. Het zal zeer nuttig zijn om de commissie voor de Financiën informatie te geven van alle consequenties daarvan.

 

Ik hoop dat het mogelijk zal zijn om zeer vlug bericht te krijgen uit Frankrijk. Er is reeds contact tussen onze ambassade in Parijs en de Franse regering. Ik zal het echter ook vragen aan mijn Franse collega.

 

Pour ce qui concerne les suites financières de cette convention, je voudrais rappeler certaines choses simples. Les 25 millions d'euros ne seront pas répartis de manière compliquée; ils vont entrer dans le trésor fédéral car c'est une compensation pour l'impossibilité de taxation à l'impôt des non-résidents.

 

Je rappelle que les communs ont la possibilité de prélever les additionnels communaux à charge des personnes physiques qui obtiennent des revenus professionnels fiscalisés en France en fonction de l'avenant. Il y a évidemment un équilibre; la compensation vient dans les comptes de l'État fédéral parce que nous ne pouvons pas taxer à l'impôt des non-résidents. Par contre, les communes reçoivent individuellement la capacité, qu'elles demandaient depuis longtemps, de pouvoir prélever l'additionnel à l'IPP sur les revenus promérités par des personnes physiques mais taxés à l'impôt sur le revenu en France.

 

Les collègues ont raison: il faudra présenter une communication générale à tous les acteurs et je propose qu'on en donne le détail en commission des Finances.

 

04.04  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, je remercie le vice-premier ministre de sa réponse. Nous étions effectivement bien au fait de la manière dont les choses se dérouleront, mais on entend dire certaines choses ça et là. Certains bourgmestres croient qu'ils auront des capacités personnelles de réaliser certaines choses en fonction de l'autonomie communale mais la somme des 25 millions reste dans le budget du fédéral.

 

Puisqu'on sait que la procédure est régularisée en France, on pourrait s'atteler aujourd'hui à communiquer sur la manière dont les choses pourront se passer. Monsieur le vice-premier ministre, je vous remercie d'y penser.

 

04.05  Roel Deseyn (CD&V): Er moet blijkbaar nog een formeel gaatje dichtgereden worden. Er moet nog een officiële notificatie komen. Laten wij die via alle mogelijke kanalen zo snel mogelijk bekomen. Volgende vrijdag hebben wij in het Parlement de Franse staatssecretaris voor Europese Aangelegenheden op bezoek. Ik meen dat dit dossier een mooi voorbeeld is van Europese harmonisatie. Het is immers de uitvoering van een OESO-richtlijn dat men belastingen betaalt in het land waar men werkt. In die zin is het logisch en in lijn met de Europese politiek.

 

Laten wij bijzondere aandacht hebben voor de follow-up. Laten wij nagaan of de kritische drempel voor de werknemers in de bedrijven nog bereikt kan worden op de arbeidsmarkt, opdat geen enkele economische activiteit door dergelijke vertragingen verdwijnt. Want dat zou een zeer pijnlijke kwestie zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

- de heer Koen Bultinck aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de Q-koorts bij schapen en geiten" (nr. P1466)

- de heer Flor Van Noppen aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de Q-koorts bij schapen en geiten" (nr. P1467)

- de heer Roland Defreyne aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de Q-koorts bij schapen en geiten" (nr. P1468)

05 Questions jointes de

- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la fièvre Q chez les ovins et les caprins" (n° P1466)

- M. Flor Van Noppen à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la fièvre Q chez les ovins et les caprins" (n° P1467)

- M. Roland Defreyne à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la fièvre Q chez les ovins et les caprins" (n° P1468)

 

05.01  Koen Bultinck (VB): Mevrouw de minister, ik mag hopen dat de afwezigheid van de eerste minister in het Parlement vandaag toch niets te maken heeft met de gezondheidstoestand van zijn geitjes, die hij uiteraard in Ieper als hobbyist mag kweken. In alle ernst, mevrouw de minister, op dit moment is er in Nederland nogal wat paniek ontstaan over de Q-koorts. Dat is een ziekte die zich onder geiten voordoet, maar die via de lucht overgedragen kan worden op de mens. Een aantal experts zegt dat die ziekte risicovoller is dan de Mexicaanse griep, die nu toch al een aantal weken in ons land rondwaart.

 

Ondertussen is ook het Veterinair Comité bijeengekomen, mevrouw de minister, is er vanmiddag overleg gepland met de Vlaamse overheid en is er ook overleg gepland met het Federaal voedselagentschap.

 

Mevrouw de minister, wat is de stand van zaken? Bestaat er inderdaad een reëel risico voor de volksgezondheid? Hoever staat het met het overleg tussen de Vlaamse overheid en het federaal voedselagentschap?

 

05.02  Flor Van Noppen (N-VA): Bedankt mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, we lezen de voorbije dagen in de media alsmaar vaker over de Q-koorts of de zogenaamde geitenziekte, die van Nederland naar België zou oprukken. Vanmiddag hebt u daarover een onderhoud met de Vlaams minister-president Kris Peeters en het FAVV.

 

Vandaar heb ik de volgende vragen. Wat is momenteel de stand van zaken? Welke maatregelen hebt u voor ogen om te voorkomen dat de ziekte zich uitbreidt?

 

05.03  Roland Defreyne (Open Vld): Mevrouw de minister, uw Nederlandse collega-ministers van volksgezondheid en landbouw hebben een aantal maatregelen genomen tegen de Q-koorts, zoals onder andere het slachten van meer dan 10 000 dieren. De bacterie die verantwoordelijk is voor de ziekte, komt vrij bij mislukte zwangerschappen en wordt overgedragen door de lucht. Daar komt nog bij dat de ziekte overdraagbaar is van dier naar mens. De incubatieperiode ligt tussen de 9 en 40 dagen. Intussen zijn in Nederland al meer dan 2 000 personen besmet geraakt, waarvan er 11 ondertussen overleden zijn. Ook de Vlaamse dienst voor Infectiebestrijding leert dat er ondertussen al 19 personen besmet zijn geraakt.

 

Ik lees dat de Boerenbond aan de regering vraagt om een vaccin ter beschikking te stellen, maar te wachten met de eigenlijke vaccinatie.

 

Mevrouw de minister, ten eerste, acht u het wel verstandig dat in België nog gewacht wordt met de vaccinatie gelet op het feit dat de incubatieperiode zes weken kan zijn en dat men in Nederland reeds in april begonnen is met de vaccinatie?

 

Ten tweede, hoe schat u het belang, de omvang van de besmetting en het gevaar voor de volksgezondheid in ons land vandaag in?

 

Ten derde, welke maatregelen overweegt u te nemen in overleg met de Vlaamse regering?

 

Ten vierde, is er overleg met de Nederlandse autoriteiten in verband met de problematiek?

 

05.04 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, Q-koorts is een zoönose, een dierenziekte die op de mens kan overgedragen worden. De getroffen dieren zijn herkauwers, meer bepaald geiten. De symptomen bij mensen zijn in het algemeen die van een griepachtig syndroom, met soms ernstige pulmonaire complicaties.

 

Nederland stelt op zijn grondgebied een zorgwekkende evolutie vast. Men spreekt voor 2009 over 2 500 besmette personen en zes overlijdens. Nederland is reeds lang getroffen door de ziekte. Dat is een gevolg van het type Nederlandse kwekerijen, te weten bedrijven met meer dan 5 000 geiten. Vaccinatie is verplicht in het zuiden en zal in 2010 worden uitgebreid naar het hele land.

 

In ons land is de situatie totaal anders, dankzij het minder intensief kweken van de dieren. Wij hebben volgende cijfers voor ziektes vastgesteld bij de mens: 14 gevallen in 2007, 27 gevallen in 2008, 36 gevallen in 2009, merendeels in Vlaanderen, waaronder een zeker aantal mensen besmet werd in het buitenland.

 

Ondanks alles moeten wij wel waakzaam blijven. Inderdaad, Het CODA en DGZ of Dierengezondheidszorg hebben studies gedaan. Die hebben aangetoond dat de Q-koorts wel degelijk in België circuleert. De studies concluderen nochtans dat op dit moment Q-koorts niet hoeft te worden beschouwd als zo problematisch dat algemene maatregelen zoals een verplichte vaccinatie nodig zouden zijn.

 

De Vlaamse Gemeenschap, bevoegd voor controle en preventie van infectieuze ziekten, heeft een vergadering georganiseerd voor vanmiddag om 16 uur. Vertegenwoordigers van het WIV en het FAVV zullen aanwezig zijn.

 

Wij zullen daar de toestand bestuderen en de eventuele nood aan eerst en vooral preventieve maatregelen bespreken. Ik zal uiteraard samen met mijn collega, mevrouw Laruelle, verslag uitbrengen in het Parlement indien nodig.

 

05.05  Koen Bultinck (VB): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. Wij zullen verplicht zijn het dossier verder te volgen, al was het maar omdat de landbouwsector van crisis naar crisis gaat. Dat is uiteraard onze eerste bezorgdheid en de invalshoek die wij vandaag kiezen.

 

Ik blijf wel wat op mijn honger wat mijn concrete vragen betreft over de risico’s voor de volksgezondheid. Nu een aantal wetenschappers insinueert dat de Q-koorts wel eens een groter risico kan vormen dan de Mexicaanse griep, waarover wij ondertussen in de commissie zeer frequent spreken, zou het goed zijn daar snel duidelijkheid over te krijgen.

 

In tweede orde moet er ook snel duidelijkheid komen of de sector tot vaccinatie, al dan niet verplicht, overgaat. Ik meen in elk geval dat wij het dossier in de commissie van nabij zullen moeten volgen.

 

05.06  Flor Van Noppen (N-VA): Mevrouw de minister, ik hoop dat u tijdig voorzorgmaatregelen zult nemen om te voorkomen dat de ziekte verder uitbreidt, net zoals dat gebeurd is met de blauwtongziekte bij schapen.

 

05.07  Roland Defreyne (Open Vld): Mevrouw de minister, ik noteer eveneens uw voornemen de situatie op de voet te volgen.

 

Ik wil uw bijzondere aandacht vragen voor het feit dat de haard van de besmetting zich zeer dicht bij de grens van België bevindt, in Nederlands Limburg. Daar woont een pak ongeruste schapenboeren en geitenboeren. Het gevaar voor de volksgezondheid mag dus zeker niet uit het oog verloren worden.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de Mme Juliette Boulet au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles sur "la création d'un organe 'onusien' pour la liberté des femmes" (n° P1469)

06 Vraag van mevrouw Juliette Boulet aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen over "de oprichting van een VN-orgaan voor de vrijheid van de vrouwen" (nr. P1469)

 

06.01  Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, chaque année, le 10 décembre, Amnesty International invite la population de nombreux pays à allumer une bougie pour attirer l'attention sur les droits des hommes et des femmes partout dans le monde. Depuis des années, la nuit du 10 décembre est appelée la nuit de la liberté.

 

Cette année, Amnesty International se concentre sur la liberté des femmes et met en place une pétition, qu'elle fait signer dès aujourd'hui, pour appeler à la création d'un organe à l'ONU, qui serait spécifiquement dédié aux femmes et qui veillerait au respect des droits et des libertés des femmes. Vous me répliquerez qu'il existe déjà au sein de cette organisation quelques institutions dédiées aux femmes mais, hélas, sans statut propre, sans financement propre et sans réel soutien de la part des États.

 

Vous êtes nouvellement installé en qualité de ministre des Affaires étrangères. C'est la première fois que je m'adresse à vous à ce titre et à celui de chef de la diplomatie. J'aurais voulu connaître votre point de vue sur cet appel à la création d'un organe onusien, étant donné que la Belgique préside aujourd'hui le Conseil des droits de l'homme à Genève et qu'elle dispose ainsi d'un levier supplémentaire pour ce faire.

 

06.02  Steven Vanackere, ministre: Monsieur le président, madame Boulet, vous me donnez l'occasion d'apporter quelques éléments complémentaires en ce qui concerne la création, souhaitée par d'aucuns, d'une nouvelle entité "genre" au sein des Nations unies. Elle visera principalement l'empowerment des femmes, les droits des femmes et la prise en compte de la dimension du genre dans le cadre de toutes les activités de l'ONU.

 

Le 19 novembre 2009, mon administration a organisé une consultation de la société civile à ce sujet. La directrice de l'UNIFEM Bruxelles était présente à cette occasion et a présenté en détail les modalités d'une nouvelle institution, de son mandat et des prévisions budgétaires. Comme vous l'avez signalé, l'objectif est de coordonner les différents efforts qui existent déjà par la création d'une architecture indépendante, de regrouper les quatre entités "genre" qui existent déjà et d'en augmenter les capacités propres. Cela mènera à une meilleure gestion des ressources disponibles et à une rationalisation des activités opérationnelles.

 

Il a été demandé au secrétaire général de l'ONU d'établir rapidement, avant la fin décembre, un rapport sur la création d'un tel organisme. Comme vous le soulignez à juste titre, jusqu'à présent, la Belgique a joué un rôle de pionnier dans ce débat. Dès que le rapport du secrétaire général sera disponible, il sera également discuté au niveau européen. Je m'engage à ce que la Belgique coordonne une position européenne à ce sujet au sein du groupe de travail du Conseil de l'Union européenne compétent et à ce qu'elle recherche le soutien d'autres pays qui partagent sa vision. Je pense notamment à un certain nombre de pays scandinaves, à la Suisse, etc. Il faut pouvoir garantir un mandat large à cette entité et elle doit être soutenue par une forte volonté politique.

 

06.03  Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, je vous remercie pour ces détails ainsi que pour votre engagement, d'autant plus que nous aurons l'occasion de présider l'Union européenne en 2010. Vous pourrez travailler main dans la main avec Mme Ashton ainsi qu'avec votre collègue, M. Van Rompuy.

 

Je vous rappelle également que 2010 sera l'année de la lutte contre la pauvreté. Or, ce sont les femmes qui sont les plus touchées par la pauvreté et lors de conflits. Elles ont davantage de difficultés à accéder à la santé, à l'éducation, à l'alimentation, au logement, etc. Ce gigantesque problème nous touche ici et partout dans le monde!

 

Monsieur le ministre, j'ai bien entendu votre engagement et je vous en remercie. J'en profite pour vous offrir cette petite bougie d'Amnesty International sur laquelle est écrit: "halte à la violence faite aux femmes".

 

Le président: Madame Boulet, je déplore que vous n'en ayez pas apporté une pour le président de la Chambre!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, over "de besparingsmaatregel op de PWA-dienstenchequeondernemingen" (nr. P1470)

07 Question de M. Hans Bonte à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, sur "la mesure d'économie relative aux ALE-entreprises de titres-services" (n° P1470)

 

Mijnheer Bonte, het antwoord zal door staatssecretaris Wathelet worden gegeven. Hij vervangt vice-eerste minister Milquet, die heeft laten weten dat zij verhinderd is.

 

07.01  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het is vervelend dat wij de discussie over de hold-up van 55,2 miljoen euro zonder de aanwezigheid van de bevoegde minister moeten voortzetten. Ik vermoed echter dat de heer Wathelet goed geïnformeerd is.

 

In elk geval hebben wij de voorbije dagen in de commissie voor de Sociale Zaken heel veel – volgens sommigen veel te veel – tijd besteed aan de moeilijke discussie over het bedrag van 55,2 miljoen euro, dat bij alle PWA’s van het land zou worden opgevraagd en aangeslagen.

 

De minister heeft geantwoord wat ter zake haar bedoelingen zijn.

 

Mijnheer Wathelet, de verbazing was erg groot, toen ik vandaag via mijn mailbox vernam dat er blijkbaar iets nieuws is beslist dan de beslissing die gisteren of eergisteren in de commissie voor de Sociale Zaken is besproken. Er wordt met name overal in het land gemeld dat de PWA-dienstenchequeondernemingen geen schrik moeten hebben. Immers, als zij de bedoelde aanslag niet kunnen betalen, zullen zij hem niet moeten betalen, omdat zij anders in hun bestaan bedreigd zijn.

 

Het is precies de minister van Werk – dixit het verhaal dat nu de ronde doet – die zich ertoe engageert dat het bestaan van geen enkele PWA-dienstenchequeonderneming door voornoemde maatregel van 55,2 miljoen euro in het gedrang mag komen.

 

Mijnheer Wathelet, wat is dus de bedoelde, nieuwe maatregel?

 

Op welke manier zal in de begroting het bedrag van 55,2 miljoen euro, dat vandaag in de begroting is ingeschreven, kunnen worden teruggevonden?

 

07.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Bonte, de regering heeft tijdens het begrotingsconclaaf van 2009 een dubbele beslissing genomen. De PWA's moeten voor hun traditionele afdeling 4 miljoen euro, 26 % van hun reserve eind 2008, terugbetalen in 2011. De PWA's met dienstenchequeondernemingen moeten 55,2 miljoen euro, 60 % van de reserve eind 2008, terugbetalen in 2011.

 

Deze beslissing past in de beslissing van het conclaaf Tijdelijke Tewerkstellingsmaatregelen, zoals het verhogen van de activering van de werkloosheidsuitkering en het verstrekken van de vermindering van de RSZ-bijdrage voor de lage lonen. Dit wordt gefinancierd door een eenmalige terugname van de reserve van de PWA's.

 

De middelen van de PWA's worden dus ingezet om bijkomende tewerkstelling te creëren. Concreet zullen de reserves bij de PWA's met een dienstenchequeonderneming worden teruggevorderd op basis van de programmawet die dinsdag in de comissie voor de Sociale Zaken werd goedgekeurd. Ik veronderstel dat het zo is gebeurd.

 

De regels van terugvordering zullen ook in een KB worden vastgelegd. Het is niet de bedoeling die ik ze in het kader van een actualiteitsdebat opsom.

 

Deze sterk geïndividualiseerde aanpak garandeert dus dat op een correcte en objectieve manier wordt vastgesteld welk bedrag van de reserve zal moeten worden terugbetaald. Bovendien garandeert dit dat geen enkele PWA hierdoor in financiële moeilijkheden komt. De bijkomende reserves, opgebouwd in de loop van 2009, worden niet in rekening gebracht.

 

Voor de traditionele afdelingen van de PWA's zal op een gelijkwaardige manier te werk worden gegaan. Er zal bijkomend rekening worden gehouden met de inspanningen die geleverd zijn voor de vorming van PWA'ers. Met andere woorden, de PWA's die grotere inspanningen voor vorming leveren dan wettelijk is verplicht, zullen deze kunnen verrekenen in het terug te betalen bedrag van de reserve.

 

07.03  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, ik stel vast dat het antwoord dat men in uw handen heeft geduwd, voor een stuk in de tijd teruggaat en eigenlijk geen rekening houdt met wat in de commissie daarover werd gezegd. In de commissie werd effectief gezegd wat nu door de CD&V-mandatarissen in Vlaanderen wordt gezegd, namelijk dat die maatregel geen enkele PWA-dienstenchequeonderneming in moeilijkheden zal brengen.

 

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, om dat staaltje van hypocrisie duidelijk te maken, ook in dit Parlement, wil ik op het volgende wijzen. Dinsdag hebben we in de commissie een beslissing genomen omtrent de wet. Ik lees, zoals eergisteren in de commissie, dat een CD&V-parlementslid die dit mee goedkeurt op dinsdag, op diezelfde dag zegt dat als uitgerekend die dienstenchequebedrijven in de sociale sector hun reserves moeten inleveren aan de overheid, dit een schande is. Dus een lid van de meerderheid zegt dat die besparing een schande is, de minister gaat daar op in en zegt een aantal bijsturingen te zullen doen, en vandaag spreekt u precies over de maatregel zoals die is beslist in het regeerakkoord. Ik wil weten welk hypocriet verhaal aan de gang is. Ik ben het wel voor 100 % eens met het punt dat de manier waarop de regering die lokale besturen nu aan het pakken is, schandalig is. Het was een bedrag in de begroting dat niet werd toegelicht en vandaag weten we nog altijd niet wat de spelregels zijn die de PWA-dienstenchequeondernemingen morgen zullen moeten respecteren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- de heer Renaat Landuyt aan de minister van Justitie over "KB Lux" (nr. P1489)

- de heer Raf Terwingen aan de minister van Justitie over "KB Lux" (nr. P1490)

- de heer Stefaan Van Hecke aan de minister van Justitie over "KB Lux" (nr. P1491)

- de heer Bart Laeremans aan de minister van Justitie over "KB Lux" (nr. P1492)

- de heer Georges Gilkinet aan de minister van Justitie over "KB Lux" (nr. P1493)

- mevrouw Carina Van Cauter aan de minister van Justitie over "KB Lux" (nr. P1494)

- de heer Jean Marie Dedecker aan de minister van Justitie over "KB Lux" (nr. P1495)

- mevrouw Marie-Christine Marghem aan de minister van Justitie over "KB Lux" (nr. P1496)

08 Questions jointes de

- M. Renaat Landuyt au ministre de la Justice sur "KB Lux" (n° P1489)

- M. Raf Terwingen au ministre de la Justice sur "KB Lux" (n° P1490)

- M. Stefaan Van Hecke au ministre de la Justice sur "KB Lux" (n° P1491)

- M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur "KB Lux" (n° P1492)

- M. Georges Gilkinet au ministre de la Justice sur "KB Lux" (n° P1493)

- Mme Carina Van Cauter au ministre de la Justice sur "KB Lux" (n° P1494)

- M. Jean Marie Dedecker au ministre de la Justice sur "KB Lux" (n° P1495)

- Mme Marie-Christine Marghem au ministre de la Justice sur "KB Lux" (n° P1496)

 

De voorzitter: Ik verzoek de vraagstellers om zeker niet in herhaling te vallen. Ik luister even of elke vraag een toegevoegde waarde heeft voor het debat. De heer Landuyt mag de spits afbijten. Aan zijn toegevoegde waarde wordt niet getwijfeld.

 

08.01  Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, zoals we hebben moeten vaststellen was er alweer een groot dossier dat door onze rechtbanken niet behandeld raakte. Er is opnieuw een vernietiging omdat het onderzoek zo gevoerd werd dat dit als een oneerlijk proces werd beschouwd, alvast door één rechter.

 

Wat betreft KB Lux zal ik uiteraard niet ingaan op de inhoud van de tenlastelegging, maar wel op het vonnis. Ik ga ervan uit dat u intussen kennis hebt kunnen nemen van het vonnis en dat u er een analyse van hebt kunnen maken. Als dat niet zo is, dan betreur ik samen met u dat zelfs dat niet mogelijk is, dat u als betrokken partij — via het parket — het vonnis vandaag niet eens hebt kunnen lezen.

 

Als ik het goed begrepen heb, bevat het vonnis een analyse van het onderzoek, wat het bijzonder boeiend maakt en eigenlijk u zelf terugplaatst in 1996-1997. In de schaduw van de zaak Dutroux waren er uiteraard toen ook al de problemen omtrent KB Lux, die nu en dan tot een parlementair debat leidden.

 

Ik veronderstel dus dat wij met het vonnis in de hand samen verder de analyse zullen maken van het onderzoek. Wat is daar misgelopen? Wat zijn de gevolgen van het feit dat er destijds teveel onderzoekers werden weggenomen en dat er te weinig op het dossier werden geplaatst? Dat is mijn eerste vraag.

 

Om niet in herhaling te vallen ga ik over tot de tweede vraag.

 

Mijnheer de minister, waarom heeft het parket-generaal nog geen hoger beroep aangetekend? Twijfelt het om hoger beroep aan te tekenen? Is het zo moeilijk om alvast tijd te winnen door hoger beroep aan te tekenen? Zal het parket-generaal, al dan niet op uw verzoek, het nodige doen opdat dit dossier binnen de kortste keren kan worden behandeld voor het hof van beroep? Alzo zou de overheid haar rechten tenminste ten volle uitputten.

 

De voorzitter: Mijnheer Landuyt, uw spreektijd is voorbij.

 

08.02  Renaat Landuyt (sp.a): Een derde vraag.

 

De voorzitter: Nee, houd nog wat tijd over voor uw repliek. Uw spreektijd is nu verstreken.

 

08.03  Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, onderbreek mij niet, dan kan ik tijd winnen.

 

De voorzitter: Mijnheer Landuyt, probeer misschien wat sneller te praten. Rond nu af.

 

08.04  Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mag ik eerst even tussenkomen over een persoonlijk feit of kan dat straks?

 

Mijn derde vraag. Naar aanleiding van de cannabiszaak — dat was geloof ik in juni 2009 — hebt u zelfs via de radio gezegd dat u ermee akkoord gaat om de wet zodanig te veranderen dat er geen nietigheden meer kunnen uitgesproken worden behalve als dat als concrete benadeling van de procespartij bekeken wordt. Er zou dus geen nietigheid meer zijn zonder schade. U deelt toch dat principe? Kunnen we daaraan beginnen?

 

08.05  Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, elke week is er wel iets in het nieuws waardoor u vragen krijgt over individuele dossiers of individuele procedures. Ik kan mij voorstellen, mijnheer de minister, dat zulks voor u persoonlijk vervelend is, maar vooral ook voor het gerecht. Als advocaat vind ik het erg dat zoiets gebeurt, en als medespeler binnen het gerecht moet ik vaststellen dat we daarmee steeds vaker worden geconfronteerd.

 

In dit concrete dossier, en de woorden van onze voorzitter indachtig, ga ik u niet vragen naar de oorzaken van wat er is misgegaan, en ik ga u evenmin vragen naar de cijfers, want ik denk dat daarover zo meteen genoeg suggestieve vragen zullen worden gesteld door de oppositie. Het is namelijk de rol van de oppositie om te trachten u te destabiliseren.

 

Wat ik u echter wel vraag, mijnheer de minister, is wat u eraan zult doen? Het is namelijk de rol van de meerderheid om te zien hoe de zaken kunnen worden opgelost.

 

08.06  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb mijn suggestieve vragen mee, maar voor ik ze stel, nog even dit.

 

Deze week is nogmaals op pijnlijke wijze aangetoond dat België niet in staat is om belangrijke fraudedossiers tot een goed einde te brengen. Dit dossier is een absoluut dieptepunt in de strijd tegen de fiscale fraude, niet alleen omdat de overheid 400 miljoen euro verliest — die kunnen we misschien nog recupereren — maar ook omdat er blijkbaar bepaalde technieken werden gebruikt en zware fouten werden gemaakt in het onderzoek. Dat is dubbel zo erg.

 

De mensen begrijpen niet dat de grote fraudeurs kunnen ontsnappen aan een veroordeling, terwijl de gewone burger, de werknemer, de bediende, de arbeider of de ambtenaar die jaarlijks hun belastingen betalen, de mogelijkheid niet hebben om daaraan te ontsnappen. Er is een kloof, mijnheer de minister, tussen recht en rechtvaardigheid. Dit dossier is daarvan een goede illustratie. De vraag is hoe wij die kloof kunnen overbruggen.

 

Wat zult u concreet in dit dossier doen, mijnheer de minister?

 

Wordt er hoger beroep aangetekend? Het is natuurlijk geen garantie op een goede afloop, maar het is alleszins noodzakelijk om dit dossier voor een hogere rechtinstantie te brengen.

 

Onlangs was er de onderzoekscommissie Fiscale Fraude. U bent vrijdag naar de opvolgingscommissie geweest. Zes maanden na de unanieme stemming staat u nog niet ver in de uitvoering van de meer dan twintig aanbevelingen met betrekking tot Justitie. Mijnheer de minister, bent u bereid om heel snel werk te maken van de uitvoering van alle aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie? Dit is de enige mogelijkheid om in de toekomst een degelijk vervolgingsbeleid voor fiscale fraude mogelijk te maken.

 

08.07  Bart Laeremans (VB): Mijnheer de voorzitter, er is al veel gezegd. Ik ga de feiten niet opnieuw schetsen. Dit is de zoveelste blamage voor het Brussels gerecht, dat er blijkbaar niet in slaagt grote fiscale dossiers tot een goed einde te brengen.

 

Het is in elk geval een pijnlijke zaak, ook al omdat men spreekt over manipulaties van het onderzoek. Er is sprake van een gemanipuleerde huiszoeking en van valsheid in geschrifte. Ik citeer De Morgen van gisteren: “Rechter Hendrickx vindt in het dossier wel 20 aanwijzingen van onregelmatigheden en onwettigheden. De rechter vermoedt dat het parket en onderzoeksrechter Jean-Claude Leys op de hoogte geweest moeten zijn van de manipulaties maar dat zij er ondanks de druk van de verdediging nooit iets aan hebben gedaan.”

 

Als dat waar is, en als Cassatie – dat daarnaar een onderzoek heeft gevoerd – deze feiten niet aan het licht heeft gebracht, wijst alles erop dat men vanuit Cassatie bepaalde magistraten heeft proberen te beschermen en dat men bepaalde flaters heeft proberen toe te dekken. Als dat gebeurd is, is het wel bijzonder ernstig.

 

Mijnheer de minister, ten eerste, wat zult u doen om dit te onderzoeken? Komt er een audit naar de manipulaties die er geweest zijn? Schakelt u de Hoge Raad voor de Justitie in, opdat er wordt nagegaan wat er fout is gegaan? Kunnen er nog sancties komen? Het Hof van Cassatie heeft blijkbaar een aantal personen vrijgepleit, maar is dat definitief? Of kunnen de verantwoordelijken en de betrokken magistraten nog gesanctioneerd worden?

 

Ten tweede, zult u ervoor zorgen dat de secties bij het parket en de onderzoeksrechters die met dit soort dossiers bezig zijn versterkt worden? Dat was immers de vraag, of de aanbeveling, van de commissie. Wij vragen dat al jaren. Er is ter zake een enorm probleem in Brussel.

 

08.08  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le ministre, toutes celles et tous ceux qui sont en faveur de plus de justice fiscale ont pris un coup sur la tête ce mardi, par ce jugement du tribunal correctionnel de Bruxelles. Il s'agit d'une des plus grandes affaires de fraude fiscale de l'histoire de notre pays, avec des faits avérés pour environ 400 millions d'euros, une affaire qui a connu de multiples tentatives d'intimidation envers les enquêteurs.

 

Mes questions sont simples. Monsieur le ministre, avez-vous à présent eu l'occasion de lire ce jugement, puisque vous teniez à l'analyser? Le parquet fera-t-il, oui ou non, appel du jugement? Si ce n'est pas le cas, comptez-vous intervenir? Il existe un précédent avec l'affaire Kirschen pour laquelle le ministre de la Justice de l'époque avait demandé au parquet de faire appel; en effet, à mon sens, dans cette affaire, tout doit être tenté pour que la justice fiscale soit rendue.

 

Ensuite, au-delà de cette affaire particulière, le rapport de commission d'enquête, voté par notre parlement le 7 mai 2009, à la quasi-unanimité, contient 108 recommandations très précises dont beaucoup concernent la justice: quand seront-elles votées? En accélérerez-vous enfin le calendrier?

 

08.09  Carina Van Cauter (Open Vld): Zoals hier al een paar keer gezegd is, dreigt een van de belangrijkste fraudedossiers in ons land opnieuw spaak te lopen door procedurefouten. Ik heb voor u drie vragen.

 

Ten eerste, het onderzoek heeft 14 jaar geduurd. Waarom heeft het zo lang moeten duren? Bent u bereid om werk te maken van een van de belangrijkste aanbevelingen van de commissie voor de Fiscale Fraude, namelijk de invoering van het model una via, zodat er snel kan gewerkt worden, mijnheer de minister? De doeltreffendheid ervan is door de administratie trouwens bewezen, meer specifiek in het KBC-dossier, waarbij toch 100 miljoen euro gerecupereerd kon worden. Moeten we dat model niet veralgemenen?

 

Ten tweede, wat moet er gebeuren met het onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal, en nog veel erger, met de beweerde manipulaties? Zal er ter zake een onderzoek, zowel intern als extern, worden gevoerd?

 

Ten derde denk ik dat de boom dringend gesnoeid moet worden. De strafprocedure moet eenvoudiger gemaakt worden, met eenvoudigere en duidelijkere bewijsregels. Bent u bereid om de strafprocedure te hervormen, zodanig dat het evenwicht tussen enerzijds de bestrijding van de criminaliteit, en anderzijds de rechten van de verdediging kunnen hersteld worden?

 

08.10  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, ik zal een en ander toevoegen. Ten eerste, het onderzoek dateert inderdaad van 1994. Ik denk, mijnheer de minister, dat u minister was van 1995 tot 1998 en dat u toen ook minister van de gerechtelijke politie was, want dat zat toen nog onder uw bevoegdheid. Wat de gerechtelijke politie ervan gemaakt heeft, is desastreus. Op 9 april 1998, luister goed naar de datum, was er een onderzoek van het Comité P. Het Comité P kwam onmiddellijk tot de conclusie dat frauduleuze manoeuvres gebruikt werden om een schijn van legaliteit te geven aan de manier waarop de bij KB Lux gestolen documenten aan de juridische autoriteiten bezorgd werden.

 

Ten tweede, het officieel proces-verbaal uit 2004 is niet opgesteld door de eerste de beste, maar door de man die u de grote baas gemaakt hebt van de gerechtelijke politie in Brussel, de heer Glenn Audenaert. Ik zal dat toch eens voorlezen, mijnheer de minister, want de gerechtelijke politie viel op dat moment onder uw bevoegdheid: “Speurders kregen traditioneel een al te grote vrije beleidsruimte in het opstarten van financiële onderzoeken à la tête du client. Dit situeert zich in een periode van 15 jaar…” – maar liefst 15 jaar, mijnheer de minister -“ waar de GTP de facto geen leiding had. Dit heeft daar geleid tot collectieve normvervaging. Ik maakte zelf deel uit van deze dienst. Men maakte zich sterk” - luister goed mijnheer de minister -”dat men tegen om het even wie een onderzoek kon opstarten, handig gebruikmakende van onervaren substituten en onderzoeksrechters, en door te wachten tot deze samen van dienst waren".

 

Ik kan u dat overhandigen, maar u geraakt daar makkelijker aan dan ik.

 

Dat vond allemaal plaats toen u ook minister van Justitie was, waaronder de Gerechtelijke Politie valt. Vandaag zijn we 15 jaar later, er zijn miljoenen euro’s verkwanseld aan dat onderzoek en waar staan we? We staan nergens! We zijn niet alleen 400 miljoen euro kwijt, maar ook het geld van dat onderzoek.

 

Vandaar mijn vraag, mijnheer de minister, en ik citeer u: “ik vind dit dramatisch en als er verantwoordelijken zijn, zullen we duidelijk optreden als er manifeste fouten gemaakt zijn.” Om te controleren of er manifeste fouten zijn gemaakt, kunt u de rapporten inkijken van Comité P. U stapt af de heer Glenn Audenaert, u zult dat ook wel weten. Hij moet voor een keer ook maar verantwoordelijkheid nemen. Wat zult u nu specifiek doen tegen de mensen die die fouten hebben gemaakt?

 

08.11  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, on dit souvent qu'un mauvais arrangement vaut mieux qu'un bon procès. Ici, en l'espèce, on devrait dire au contraire qu'un bon arrangement a valu mieux qu'un mauvais procès. En effet, personne ne l'a dit jusqu'à présent, par le biais de transactions, le ministère des Finances a récupéré 161 millions d'euros sur 9 000 contribuables.

 

Certains vous diront que la transaction, surtout en matière pénale, est quelque chose de délicat, bien qu'elle existe et que dans une transaction, il y a toujours une part d'abandon de prétentions de part et d'autre. Mais finalement, quand on examine les choses aujourd'hui, on se dit qu'on aurait mieux fait de pousser plus avant ce principe de règlement de conflits pour obtenir un maximum alors qu'un procès très long et semé d'embûches, notamment pour des questions relatives à l'organisation judiciaire – ou plus exactement à la mauvaise organisation judiciaire –, a abouti à l'irrecevabilité des poursuites.

 

Ma question est double et rejoint en partie celle de mes collègues. Dans les conclusions de la commission d'enquête sur la grande fraude fiscale, l'appareil judiciaire est critiqué, fustigé parce qu'il ne correspond pas aux exigences en matière de poursuites et de traitement des dossiers fiscaux par manque de spécialistes en ces matières, que ce soit au siège ou au parquet.

 

Outre le fait qu'il faudrait aller sans doute en appel de ce jugement et voir ce qui s'est passé concrètement dans ce dossier, j'insisterai avec ma collègue Carina Van Cauter pour qu'on prenne désormais toutes les mesures dans l'appareil judiciaire pour que ceux qui préfèrent la voie judiciaire à la transaction parce qu'ils ont envie de mener le procès jusqu'au bout puissent le vivre dans les conditions de régularité nécessaires et que l'on puisse espérer récupérer ce qui est récupérable, alors que ce n'est pas le cas aujourd'hui.

 

08.12 Minister Stefaan De Clerck: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ten aanzien van al die vragen die gesteld worden en ten aanzien van het vonnis van de 49ste kamer dat eergisteren is uitgesproken, moet ik met de nodige voorzichtigheid nagaan wat er nu moet gebeuren. Het is immers een bijzonder complex dossier.

 

Het dossier heeft niet alleen dertien tot veertien jaar onderzoek gekend, met alles wat erbij hoort. Het feit dat het zo lang heeft geduurd, heeft op zich al een grote betekenis.

 

Het is ook een dossier waarin zeer veel belangen aan bod komen. De hele symboolproblematiek van de financieel-fiscale fraude komt erin aan bod.

 

Met het vonnis dat nu is uitgesproken, is een onontvankelijkheid uitgesproken. Er is nog niet ten gronde geoordeeld.

 

Het is onontvankelijk omwille van – dat is de verschrikkelijke vaststelling – de wijze waarop het onderzoek opgebouwd werd. Er is sprake van enscenering, manipulatie en dergelijke.

 

Het vonnis zelf heb ik nog niet gelezen. Ik heb namelijk heel bewust gevraagd dat ik het vonnis alleen maar wil lezen als ik er een omstandig verslag bij krijg, omdat het in een hele context geplaatst moet worden. Het vonnis telt zowat honderd bladzijden, bijzonder gemotiveerd. Ik was er niet bij op de zitting; ik zat toen in de Kamer. Er is in de pers wel al wat verslag over uitgebracht, maar het vonnis telt honderd bladzijden. Ik heb gevraagd om dat bijzonder te analyseren en dat ik verslag zou kunnen krijgen vanwege het parket van Brussel en vanwege het parket-generaal van Brussel, om na te gaan op welke elementen ingegaan moet worden.

 

De eerste vraag die rijst, is de aantekening van beroep. Ik ga ervan uit dat alles geanalyseerd zal worden met het oog op de instelling van beroep. Ik wacht echter de conclusies af van het parket-generaal, de studie ten gronde van dat uitvoerig vonnis, om dat definitief te bevestigen. Wellicht zal er beroep aangetekend worden, maar de studie daaromtrent is bezig.

 

Er is nog een tweede belangrijk element waarom ik dat omstandig verslag gelijktijdig heb gevraagd. Het gaat natuurlijk om de interferentie met andere procedures. Er is een veelheid aan procedures lopende in het gehele KB-Lux-verhaal. Verschillende van die procedures zijn ingeleid, maar nog niet afgehandeld.

 

Twee van die procedures vermeld ik in het bijzonder.

 

Ten eerste, ten aanzien van de politiediensten verwijs ik naar een brief die ik daarover nu gekregen heb omdat ik die informatie gevraagd heb. Ik vroeg mij namelijk af wat er gebeurt ten aanzien van de politiediensten. De heer Dedecker heeft het daarover ook gehad. Ik citeer uit de brief van de heer Bulthé, welke brief mij nu net medegedeeld is.

 

"Le dossier à charge des policiers ayant enquêté dans l'affaire KB Lux est toujours en cours. Un juge d'instruction est toujours saisi de ce dossier. Le ministère public avait déposé ses réquisitions écrites de non-lieu le 9 mai 2008. À cette époque, aucune inculpation n'était intervenue suite au dépôt par KB Lux (Verwilghen, Wigny) (…) d'une requête en date du 15 octobre 2008. C'est à l'audience de la chambre du conseil du 16 octobre 2008 que l'affaire a été remise sine die. Le 23 juin 2009, à la suite d'un interrogatoire récapitulatif, M. le juge d'instruction Lugentz a inculpé le policier X (…). Aucun autre policier n'a été inculpé".

 

Met andere woorden, het strafonderzoek lastens een van de politiemensen is nog volop lopende. Ik wil weten wat de interferentie met voornoemd onderzoek is.

 

Ik wil ook weten wat de interferentie is met de uitspraak van het Hof van Cassatie van 27 juni 2007 is. Het Hof van Cassatie heeft immers lastens magistraten die in het bewuste dossier hebben gehandeld en geïnstrumenteerd, handelend in zijn hoedanigheid van raadkamer, al beslist dat er geen verwijzing moest gebeuren. Ik wil weten welke argumenten tijdens de zitting in kwestie door het Hof zijn ontwikkeld, op welke manier werd geanalyseerd en waarom het Hof tot het besluit is gekomen dat de zaak waarvan sprake niet naar de rechtbank ten gronde moest worden verwezen.

 

Natuurlijk moeten wij voornoemde zaken naast elkaar leggen. Het ene arrest van het Hof van Cassatie, handelend in zijn bevoegdheid van raadkamer, spreekt over bepaalde magistraten. Anderzijds is er nu het vonnis van de correctionele rechtbank, waarin over dezelfde feiten en over hetzelfde onderzoek een uitspraak is gedaan. Dat is de reden waarom ik aan het parket-generaal een uitvoerig verslag vraag, teneinde te weten op welke manier wij met het geheel van de procedures moeten omgaan, wat de interferentie is en welke conclusies ik uiteraard moet trekken.

 

Het is immers evident dat, indien het vonnis zou worden bevestigd en definitief wordt, wat het vandaag nog niet is, wij moeten bekijken of er beroep wordt aangetekend. Wellicht zullen wij beroep aantekenen. Wij moeten in voorkomend geval bekijken wat de betekenis moet zijn ten aanzien van de betrokken politiemensen en magistraten. Het is een zaak die ik uiteraard van heel nabij zal opvolgen.

 

Collega’s, ik was vrijdag aanwezig op de commissie, waar wij anderhalf uur over de strijd tegen de fiscale fraude hebben gedebatteerd. Tijdens een vorige legislatuur – toen ik inderdaad ook minister was, mijnheer Dedecker – hebben wij de nodige beslissingen genomen en hebben wij alle nodige voorbereidingen getroffen om de politiediensten te integreren om tot een nieuwe, gestructureerde politie te komen. Voornoemde hervorming is ondertussen tien jaar geleden uitgevoerd en functioneert goed. Op dezelfde manier is nu ook het debat over de hervorming van het gerechtelijke landschap bezig. Wij werken er elke maandag aan.

 

Tijdens het debat van vorige vrijdag hebben wij haarfijn kunnen aantonen dat het absoluut noodzakelijk is om de capaciteit voor de strijd tegen de fiscale en de fiscaal-sociale fraude te versterken. Wij hebben daartoe de hervorming van het parket en het auditoraat nodig. Wij moeten ook specialiteit en zelfs hyperspecialiteit invoeren. Wij moeten veel meer mogelijkheden hebben om netwerken binnen het openbaar ministerie te organiseren. Wij moeten veel meer menselijke en materiële middelen hebben. Wij moeten tevens een afdeling Fraudebestrijding hebben.

 

Los van de vele, goede zaken die binnen het openbaar ministerie al lopende zijn, is het absoluut noodzakelijk dat bedoelde hervormingsbeweging nu ook binnen de gerechtelijke diensten kan worden aangepakt.

 

De strijd tegen de fiscale fraude past perfect in de hele strategie van hervorming van het gerechtelijk landschap, opdat Justitie een veel grotere slagvaardigheid kan bekomen.

 

Tot slot, inzake de transacties die er zijn geweest, ga ik ervan uit – mijn collega van Financiën zal op de vraag beter kunnen antwoorden – dat de transacties, enerzijds, definitief zijn. Zij zijn er. Een heel pak dossiers is echter nog “en route”.

 

Des dossiers sont à l'étude et des procédures sont en cours. La grande question qui se pose est de savoir quelles sont les conséquences pour les procédures qui ne sont pas encore terminées.

 

Conclusie. Ik denk dat we hier niet voorbarig, niet overmoedig, niet te geweldig grote verklaringen moeten afleggen. Het dossier is dermate belangrijk, de complexiteit en de interferentie tussen al die dossiers is zo groot, de impact voor iedereen, voor de burger, maar ook voor het hele gerechtelijke landschap over de wijze waarop men in het verleden die soort gerechtelijke dossiers heeft aangepakt, is zo belangrijk dat ik met de grootste voorzichtigheid, maar ook met vastberadenheid dit dossier zal volgen. Ik zal met heel veel plezier verslag uitbrengen in de commissie voor de Justitie wanneer men mij daarover zal ondervragen, maar vandaag doe ik dat nog altijd met de grootste voorzichtigheid. Ik wil met kennis van zaken zien hoe we dit dossier verder stevig blijven aanpakken.

 

08.13  Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat ik een betoog zal kunnen houden zonder onderbroken te worden of op mijn spraakgebrek gewezen te worden.

 

De voorzitter: Als u binnen uw spreektijd blijft, is het goed.

 

08.14  Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de minister, drie puntjes. Ten eerste, ik begrijp echt niet waarom het parket-generaal niet onmiddellijk beroep aantekent en waarom u daar niet voor zorgt. U weet toch dat ze het zullen moeten doen. Of ze nu honderd of tweehonderd bladzijden moeten lezen, ze gaan zich toch niet neerleggen bij dit gewone vonnis! Ik denk dat ze beroep moeten aantekenen om tijd te winnen. Ze kunnen misschien al uitkijken naar en afspreken met het hof van beroep wanneer de zittingen van start zullen gaan. Ze zullen er lang over doen om die honderd bladzijden te lezen en we zullen weer een paar maanden tijd verliezen. Laat mij toe u te vragen dat u de procureur-generaal zou vragen dat hij ten minste beroep aantekent en zorgt dat er vlug een zitting komt. Hij kan dat doen los van de inhoud.

 

Wat die honderd bladzijden betreft, het vonnis is openbaar. Ik veronderstel dat we zullen mogen meelezen en analyseren. Ik denk dat u daar geen bezwaar tegen hebt.

 

De voorzitter: Mijnheer Landuyt, u gaat weer over uw spreektijd. Het probleem is niet dat u een spraakgebrek hebt, maar dat u zich te veel herhaalt.

 

08.15  Renaat Landuyt (sp.a): Ik herhaal dus niet dat ik er op reken het vonnis te krijgen, maar ik wens dit vonnis ook in detail te lezen samen met u. Ik herhaal: we keren terug naar de debatten uit 1996 en 1997.

 

De voorzitter: Mijnheer Landuyt, uw repliek is ten einde.

 

08.16  Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, alstublieft!

 

De voorzitter: Er zijn regels, ook voor u.

 

08.17  Renaat Landuyt (sp.a): Derde punt.

 

De voorzitter: Mijnheer Landuyt, u staat niet boven het Reglement. Uw tijd is voorbij. De heer Terwingen heeft het woord. Het Reglement geldt voor iedereen, ook voor u.

 

08.18  Renaat Landuyt (sp.a): Dit is nu precies wat op de rechtbank veel te veel gebeurt: het Reglement gaat boven de inhoud. Ik vraag de minister wanneer we de nietigheden zullen regelen.

 

De voorzitter: The show is over. De heer Terwingen heeft het woord.

 

08.19  Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, hier wordt zoveel deining teweeggebracht over het feit dat er snel beroep moet worden aangetekend. Er zal snel beroep worden aangetekend. Wij zitten met een strafdossier, met een strafvonnis. Er zal dus binnen de 15 dagen beroep worden aangetekend. Het is dus niet zo dat dit maanden zal duren, zoals ik net heb gehoord. De beslissing zal snel moeten worden genomen. Ik denk dat daarover geen discussie kan bestaan.

 

Het gaat hier over een concreet dossier, maar eigenlijk gaat het over een bredere discussie. Volgens mij gaat de discussie vooral over de regels van onderzoek. Het is maar goed dat er regels van onderzoek zijn, want op de dag dat wij zelf eventueel het voorwerp van een strafrechtelijk onderzoek zouden uitmaken, zijn wij blij dat er regels zijn waaraan speurders zich houden.

 

Ik ben het wel eens met het principe dat wij moeten nadenken over de gevolgen van die regels, die tot nietigheid kunnen leiden. Dat moet misschien worden herdacht, zodat kleine overtredingen van dergelijke regels geen grote gevallen van nietigheid met zich kunnen meebrengen.

 

08.20  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, ik heb in uw antwoord heel vaak het woord "wacht" gehoord. U wacht op de conclusies; u wacht op het advies; u wacht op de studies; u wacht op de andere procedures; u wacht op het arrest van het Hof van Cassatie. U wacht, net zoals u wacht op de uitvoering van de concrete aanbevelingen van de onderzoekscommissie.

 

Er is het gerechtelijk landschap, maar daarnaast zijn er nog zoveel aanbevelingen geweest over de versterking van het parket, meer specialisatie, versterking van de politiediensten, wijzigingen van de wet-Franchimont, enzovoort.

 

Zes maanden na goedkeuring van het rapport is er nog geen concreet plan op tafel gekomen.

 

Mijnheer de minister, wacht niet langer, maar schiet in actie.

 

Een belangrijke aanbeveling die ook veel kan helpen, is de opheffing van het bankgeheim. Dan zullen de speurders niet meer moeten proberen op een creatieve manier aan dergelijke documenten te geraken. Dat moet dringend worden geregeld.

 

08.21  Bart Laeremans (VB): Mijnheer de minister, ik ben blij dat u meteen na de kerstvakantie naar de commissie voor de Justitie komt. Ik hoop dat u vooraf aan alle leden van de commissie de documenten bezorgt, namelijk de vonnissen en de onderzoeken van het Comité P en van het Hof van Cassatie, zodat wij ons kunnen voorbereiden en met dezelfde kennis als u kunnen debatteren over deze aangelegenheid.

 

Er moet een audit komen van de Hoge Raad voor de Justitie over de manipulaties en het onderzoek van het Hof van Cassatie, want het kan niet zijn dat magistraten in bescherming worden genomen wanneer ze medeplichtig zijn aan valsheid en manipulatie. Dat kan niet. Die audit is echt nodig. Ik hoop dat u snel die instructie geeft.

 

Tot slot, dit dossier heeft nogmaals aangetoond dat het Brussels gerecht niet efficiënt kan functioneren. U bent toch bezig met de hervorming van de gerechtelijke arrondissementen. Welnu, doe ook ter zake het nodige en zorg ervoor dat het Brussels gerecht tot de essentie wordt herleid, zijnde Brussel 19, en een splitsing van het Brussels arrondissement.

 

08.22  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, je m'étonne de votre prudence et je la regrette. J'ai quant à moi un sentiment d'urgence par rapport à ce dossier.

 

Comme je l'ai dit, voilà sept mois que nous avons adopté les conclusions de la commission d'enquête sur la grande fraude fiscale et il y avait, dans ce parlement, une quasi-unanimité sur le sujet.

 

J'aurais aimé vous entendre dire qu'évidemment, le parquet fera appel. Vous m'avez dit qu'on avait le temps (14 jours). Si vous aviez annoncé aujourd'hui qu'il y aurait appel ou que vous comptiez utiliser votre droit d'injonction pour qu'il y ait appel, vous auriez donné un signal rassurant, contrairement à celui qui a été donné mardi, laissant à penser qu'en Belgique, la fraude fiscale est impunie et le restera. Des mesures doivent être prises. Il faut renverser la logique afin de faire savoir que les choses ont changé dans ce pays.

 

Le rapport de la commission d'enquête comprend 108 recommandations. L'une d'entre elles se trouve sur les bancs de cette assemblée. Elle a trait à la levée du secret bancaire au niveau international. Si, à l'époque, on avait disposé de cet outil, nous n'aurions pas connu tous ces problèmes et la chose aurait pu être jugée.

 

Tout à l'heure, je demanderai aux collègues qui sont intervenus sur la question d'accepter de voter l'urgence pour ce texte.

 

08.23  Carina Van Cauter (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega Van Hecke, u wacht. Ik hoop dat de minister lang genoeg aanblijft en de boom snoeit. Ik hoop dat de procedureregels vereenvoudigd worden, met eenvoudige bewijsregels, eenvoudige procedureregels en de mogelijkheid tot een minnelijke schikking ook in geval van fiscale fraude, zodanig dat de boom van Justitie vruchten draagt.

 

08.24  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, ik zal u niet vragen wat er gebeurt met het vonnis. De scheiding der machten is voor mij heilig. Dat is hier gedeeltelijk bewezen.

 

Voor mij, collega’s, gaat het om de verantwoordelijkheid.

 

Mijnheer de minister, wat betreft de gerechtelijke politie is men vandaag nog bezit met het onderzoek. De malversaties zijn begonnen in 1994. Het is nu vijftien jaar later. U kreeg een rapport van het Comité P. U was destijds zelf de baas van de gerechtelijke politie en u was ook toen minister van Justitie. Op 12 juli 1999 verscheen het rapport. Toen hebben de speurders, de leden van het Comité P — ik kan ze bij naam noemen; ik heb de informatie in mijn bezit — verwezen naar het jaarverslag. Het Parlement moet het jaarverslag van het Comité P controleren. Aan de collega's die nog aanwezig zijn vraag ik om eens te kijken in het achterkamertje van hun geweten. Wat is er met dat verslag gebeurd? Toen had men het in dat verslag al over malversaties. Waar is dat verslag naartoe? Wie draagt hiervoor de verantwoordelijkheid?

 

Tot slot wil ik zeggen dat u zich niet achter feiten moet wegsteken, mijnheer de minister. We hebben meer mensen nodig. We hebben het grootste aantal politieagenten en magistraten per capita van West-Europa, maar we hebben ook de grootste achterstand. Het is tijd dat we daar iets aan doen.

 

08.25  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, un bon point et un mauvais point! Un bon point parce que tout avocat qui se respecte analyse un dossier avant d'aller en appel et que, de toute façon, le délai d'appel est de 15 jours; je ne vois donc pas en quoi il y aurait une urgence particulière à interjeter appel dès le premier jour du délai.

 

Un mauvais point parce que, là où il y a urgence, qui provient du retard à agir, avec ou sans réforme du paysage judiciaire, il convient d'avoir des professionnels des matières fiscales – au siège, au parquet et à la police – qui soient en mesure de construire un dossier cohérent. Sur ce point, je vous demande vraiment de faire l'effort de prévoir des effectifs sans attendre la mise en place d'une réforme en matière d'organisation judiciaire. On peut le faire sans cela. Qu'attendons-nous alors?

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De voorzitter: De vraag van de heer Dallemagne aan minister Michel is verdaagd, in overleg tussen de vraagsteller en de minister. Minister Michel is verhinderd.

 

09 Vraag van de heer Ludo Van Campenhout aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de stiptheidscijfers van de NMBS" (nr. P1472)

09 Question de M. Ludo Van Campenhout à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "les statistiques en matière de ponctualité de la SNCB" (n° P1472)

 

09.01  Ludo Van Campenhout (Open Vld): Mevrouw de minister, mijnheer de staatssecretaris, ik heb u gisteren nog gezegd dat ik onder de indruk was van de korte reistijd tussen Parijs en Brussel. Om halfnegen vertrok ik in Parijs en om vijf na tien zat ik in de commissie. Ik was er sneller dan mijn collega's uit Aarlen en Antwerpen.

 

Stiptheid is belangrijk. Het Centraal Station en omgeving hebben daarvoor een prijs mogen ontvangen. Het was een zeer wijze beslissing om door de stad te rijden en niet rond de stad. Maar goed, het is hier niet de gemeenteraad, maar het Parlement. Desalniettemin spreek ik mijn dank uit.

 

De voorzitter: Het licht staat nog altijd niet op groen. Alleen wanneer het op rood staat, moeten we panikeren, mijnheer Van Der Maelen.

 

09.02  Ludo Van Campenhout (Open Vld): Met alle respect, maar ik denk dat ik iets duidelijker praat dan collega Landuyt.

 

In ieder geval, stiptheid is belangrijk. Mevrouw de minister, de vereniging Trein-Tram-Bus heeft vastgesteld dat 60 % van de reizigers in de ochtendspits vertraging oploopt. In 2006 was dat nog 40 %. De NMBS meet enkel de vertraging van de treinen en niet van de reizigers. U weet dat er een kettingeffect is. Bij een gemiste aansluiting komt de vertraging van de trein niet overeen met de vertraging van de reiziger.

 

De voorzitter: Mijnheer Van Campenhout, uw vraag?

 

09.03  Ludo Van Campenhout (Open Vld): Ik heb drie vragen.

 

Wat vindt u van de resultaten van de Trein-Tram-Bus-enquête?

 

Om de normen van het beheerscontract te halen en om de tarieven te kunnen opslaan, zou men de vertragingen in de aansluitingen niet meer doen. Maar dat betekent dat nog meer reizigers hun aansluiting zullen missen, met nog meer vertragingen voor de reiziger tot gevolg.

 

De voorzitter: Mijnheer Van Campenhout!

 

09.04  Ludo Van Campenhout (Open Vld): Er komt een onderzoek. Wanneer kennen wij de resultaten?

 

09.05 Minister Inge Vervotte: Mijnheer de voorzitter, ik zal niet rond de pot draaien. De stiptheidscijfers zijn niet goed. Na een verbetering in 2008, stellen we na de eerste drie trimesters van 2009 opnieuw een verslechtering vast. In de beheersovereenkomsten en in de beleidsnota 2010 is stiptheid als een absolute prioriteit opgenomen.

 

Een van de belangrijkste punten in het beheerscontract was een objectievere, uitgebreidere en transparantere stiptheidsmeting. In tegenstelling tot wat algemeen wordt gesuggereerd dat wij enkel de stiptheid van de treinen meten, speelt ook de bezetting van de treinen mee in het systeem van weging dat we hebben opgezet.

 

Treinen met een hoge bezetting, de drukste treinen, wegen vier keer meer door op het eindresultaat dan minder bezette treinen. Ook de grote assen wegen zwaarder door in de stiptheidsresultaten, alsook de aankomst in de grotere stations. We houden dus niet alleen rekening met de treinen, maar ook met andere parameters zoals de bezetting of de aankomst in grote stations, omdat men daar vaak een aansluiting naar andere richtingen heeft. Al die elementen worden mee in rekening gebracht om beter te kunnen kijken naar de ervaringen van de reiziger zelf.

 

In overlegmomenten met de NMBS-groep blijf ik uiteraard hameren op een veel betere stiptheid. We hebben gelukkig ook geïnvesteerd in bijkomende technologie, zodat we nu alle treinen kunnen meten en we door al die gedetailleerde metingen ook een beter inzicht zullen krijgen op de manier waarop we de resultaten kunnen verbeteren. Per trein kunnen we nu zien wat de oorzaken van een vertraging zijn. Daardoor kunnen we een veel meer gedetailleerd actieplan opstellen.

 

Het verzekeren van een aansluiting, waaraan u refereert, heeft voor- en nadelen. Voor reizigers die hun aansluiting halen, betekent het dat zij niet hoeven te wachten op de volgende trein, maar de reizigers die in de wachtende trein zitten, lopen wel het risico dat zij op hun beurt hun aansluiting missen, met als gevolg een sneeuwbaleffect, zeker op drukke lijnen. Daarom is voor mij een appreciatie mogelijk, dus een striktere opvolging van bestaande wachttijden, maar geen inkorting. We spreken niet over een inkorting. Dat is foute informatie. Een betere toepassing van de wachttijden kan voor ons wanneer er een aansluiting met een andere trein zou kunnen zijn.

 

De voorzitter: Mevrouw de minister, u moet afronden.

 

09.06 Minister Inge Vervotte: Ik rond af, maar ik probeer te antwoorden op alle vragen die zijn gesteld.

 

Wat het laatste punt betreft, voor mij kan men dus wel soepeler omspringen met de wachttijden, wanneer, bijvoorbeeld, de laatste bestemming de eindbestemming is. Dan heeft het natuurlijk geen zin dat de trein vertrekt, terwijl de mensen nog aan het toestromen zijn op het perron. Dat zou natuurlijk ook geen goede zaak zijn.

 

Ten slotte, de consultancyopdracht is inderdaad gegeven. De resultaten worden midden 2010 verwacht. Dan zullen we die samen verder bespreken.

 

De voorzitter: De plenaire vergadering is niet bedoeld voor een commissiedebat. Mijnheer Van Campenhout, ik geef u het woord voor een zeer korte repliek.

 

09.07  Ludo Van Campenhout (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, de minister was zeer duidelijk. Ik kijk uit naar het resultaat van het onderzoek.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de Mme Jacqueline Galant à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "les nouveaux dysfonctionnements dans les procédures de sélection du Selor" (n° P1473)

10 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "nieuwe disfuncties in de selectieprocedures van Selor" (nr. P1473)

 

10.01  Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, madame la ministre, la presse a relaté un épisode qui s'est déroulé au Selor, à la suite d'une demande du SPF Économie, en vue d'organiser un examen pour recruter un responsable du développement durable en matière d'énergie.

 

Apparemment, les tests de connaissances auraient été rédigés par le candidat lui-même. Cette affaire repose la question du fonctionnement général de Selor. Plusieurs interpellations ont déjà eu lieu sur le sujet. Personnellement, j'ai visité Selor en compagnie d'une collègue parlementaire du Vld, où la transparence des procédures nous a été démontrée. Si tous les membres de la commission étaient invités, nous n'étions que deux.

 

Madame la ministre, pouvez-vous nous donner des éclaircissements sur cette affaire? Qui rédige les questions pour les tests de connaissances? Comment sont composés les jurys pour ce qui concerne les tests de compétences?

 

En juin 2008, le MR avait déposé une proposition de loi visant à créer une commission d'enquête parlementaire, afin précisément de mettre en lumière tous ces dysfonctionnements. Sans doute n'y a-t-il pas de dysfonctionnement, mais au moins cette commission d'enquête permettrait de mettre en lumière la façon dont Selor fonctionne? Peut-être pourriez-vous, madame la ministre, inviter le directeur de Selor à venir en commission pour y apporter toute la clarté sur cette affaire?

 

10.02  Inge Vervotte, ministre: Madame Galant, je dois à nouveau insister sur le fait que Selor doit absolument garantir le traitement égal de chaque candidat en créant des procédures objectives, transparentes, qui doivent être soumises à des contrôles de qualité permanents.

 

Les experts en sélection de Selor doivent garantir l'objectivité nécessaire à chaque étape de la procédure de sélection. Ils se chargent également de l'analyse des résultats et garantissent une méthodologie approuvée par le comité scientifique. Toutefois, lorsque certaines questions portant sur les connaissances sont nécessaires, Selor est dépendant de l'input fourni par le client.

 

Selor exerce toujours des contrôles méthodologiques des questionnaires. De plus, il a approuvé un code de déontologie qui fait partie intégrante du Service Level Agreement (SLA) conclu avec le client. Ce contrat peut être examiné sur le site web de Selor.

 

En cas de non-respect de ce code, Selor a le droit d'annuler la sélection demandée. Pour organiser les épreuves de sélection, Selor se base presque exclusivement sur les compétences et non sur les connaissances. Par conséquent, les connaissances préalables ne constituent pas un avantage pour les participants à ces épreuves. Tous les candidats se trouvent ainsi sur un pied d'égalité.

 

En ce qui concerne l'article paru dans la presse, Selor ne peut confirmer ni infirmer l'authenticité des extraits de mails ou courriers dont il est question.

 

Selor indique que les résultats des premières épreuves (épreuves écrites) ont attiré l'attention de son experte en sélection chargée de ce dossier à l'époque. Les résultats de l'un des candidats étaient particulièrement élevés par rapport à la moyenne et atteignaient même le maximum, ce qui a éveillé les soupçons chez elle. Toutefois, comme Selor ne disposait pas de preuve pour confirmer ces soupçons, l'épreuve n'a pas pu être annulée. Selor a alors entrepris les démarches nécessaires pour éviter toute fraude éventuelle et a décidé d'organiser l'épreuve suivante (épreuve orale) uniquement avec des membres du jury externes n'appartenant donc pas au SPF Économie.

 

Lors de la rédaction du SLA avec le client, il avait été prévu que ce soit des membres du jury du SPF Économie qui siègent dans le jury pour l'épreuve orale. Mais en raison des soupçons du Selor, il a alors été proposé au SPF Économie de modifier le SLA original et d'indiquer qu'il serait fait appel pour l'épreuve orale à des membres du jury externes totalement indépendants du SPF Économie. Celui-ci a accepté cette modification.

 

L'épreuve orale consistait notamment en une interview en vue d'évaluer les compétences. À aucun moment une preuve de fraude n'a été établie.

 

Si une fraude est commise par un fonctionnaire du SPF Économie, il appartient alors au président de ce SPF de prendre les mesures qu'il jugera adéquates. Le fait que les collaborateurs du Selor ont été attentifs a permis de faire en sorte que cette procédure de sélection aboutisse.

 

10.03  Jacqueline Galant (MR): Madame la ministre, je vous remercie. En l'occurrence, le cas est particulier puisque le problème s'est apparemment posé au sein du SPF Économie en 2007.

 

Je reviendrai sur le fonctionnement général du Selor en commission où le débat sera beaucoup plus approfondi qu'en séance plénière. Cela permettra d'examiner la proposition de loi relative à la mise en place d'une enquête parlementaire afin d'apporter toute la transparence voulue dans ce dossier. De nombreux recours ont été introduits concernant la nomination dans différentes administrations de top managers. La composition des jurys est souvent remise en cause.

 

Je sais qu'il convient de faire une distinction entre les tests de connaissances et les tests de compétences mais il semble que des problèmes se posent même au niveau des compétences pour la composition des jurys. Comme je l'ai déjà dit, je reviendrai donc en commission sur le sujet.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de M. Eric Thiébaut à la ministre de l'Intérieur sur "la pénurie de radio-isotopes" (n° P1474)

11 Vraag van de heer Eric Thiébaut aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het tekort aan radio-isotopen" (nr. P1474)

 

11.01  Eric Thiébaut (PS): Monsieur le président, madame la ministre, l'énergie nucléaire peut sauver des vies; on ne le dit pas toujours assez dans l'opinion publique. Pourtant la médecine nucléaire connaît de nombreuses applications: l'utilisation de radioéléments peut permettre de diagnostiquer des tumeurs cancéreuses, d'analyser le fonctionnement de certains organes ou de diagnostiquer des maladies cardio-vasculaires; par la radiothérapie, elle permet aussi de traiter véritablement des tumeurs cancéreuses.

 

Un des éléments que l'on utilise en radiothérapie est le molybdène 99. Il s'agit d'un radioélément, un isotope du molybdène qui permet de diagnostiquer précocement certaines formes de cancer et de maladies cardiaques. Dans le monde d'aujourd'hui, plus de 40 millions d'examens de ce type sont réalisés chaque année. Cette technique permet ainsi de sauver énormément de vies.

 

Madame la ministre, vous n'êtes pas sans savoir que nous risquons de connaître d'ici la fin de l'année une pénurie de production de ce type d'isotope parce que l'IRE ne devrait plus pouvoir produire le molybdène 99 à partir du 15 décembre si vous ne prenez pas un nouvel arrêté royal.

 

Or, à ma connaissance, il n'est pas encore pris et je sais que l'Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN) vous a préparé un projet, qui doit se trouver dans votre cabinet. Madame la ministre, vous conviendrez qu'il serait problématique de ne pas pouvoir continuer à produire ces isotopes à Fleurus, d'autant que nous risquons alors de devoir reporter des examens médicaux et peut-être de supprimer purement et simplement des examens pouvant sauver des vies.

 

Pour conclure, avez-vous signé cet arrêté?

Si oui, pourquoi avez-vous pris autant de temps pour le signer? Si non, pourquoi ne le signez-vous pas?

 

11.02  Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, cher collègue, je suis consciente de l'impact d'une pénurie de radio-isotopes à usage médical et des espoirs de milliers de patients. Je constate que le vieillissement des réacteurs de recherche menace la livraison des radio-isotopes. Le parc de réacteurs au niveau international a besoin d'une modernisation qui tarde à se réaliser. En plus, des défaillances techniques imprévues des réacteurs aux Pays-Bas et au Canada viennent d'être constatés.

 

Il existe bien une menace d'une nouvelle pénurie mondiale attendue en début d'année 2010. Dans un courrier daté du 20 novembre, la Maison Blanche à Washington demandait aux autorités belges de considérer une augmentation temporaire du plafond de production de l'IRE. Dans ce contexte, l'IRE joue un rôle important au niveau mondial dans l'approvisionnement du secteur médical en radio-isotopes.

 

Mais vous savez comme moi que l'IRE a connu ses propres problèmes: fin août 2008, il s'est produit un grave incident qui a entraîné un rejet d'iode radioactif dans l'environnement.

 

Cet incident a été classé par l'AFCN comme étant grave. Ils ont établi un plan d'action et ont pris les mesures nécessaires. Ils ont surtout décidé d'une tolérance zéro pour tout problème lié à la sécurité.

 

Pour ce qui concerne ce dossier, je n'ai pas encore signé l'arrêté royal. Mais l'équilibre doit être respecté entre, d'une part, la sécurité des travailleurs de l'entreprise et de la population et, d'autre part, le besoin en isotopes.

 

Cela dit, je prendrai une décision en la matière le plus rapidement possible.

 

11.03  Eric Thiébaut (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Si même la Maison Blanche vous interpelle sur le sujet, c'est que je dois avoir raison de me préoccuper de ce problème!

 

Je ne manquerai pas de vous réinterroger au début de l'année prochaine si vous n'avez pas encore pris la mesure permettant à l'IRE de continuer sa production, nécessaire pour les hôpitaux.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Samengevoegde vragen van

- de heer Ben Weyts aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de agressie tegen politieagenten" (nr. P1475)

- de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de agressie tegen politieagenten" (nr. P1476)

12 Questions jointes de

- M. Ben Weyts à la ministre de l'Intérieur sur "les agressions contre des policiers" (n° P1475)

- M. Michel Doomst à la ministre de l'Intérieur sur "les agressions contre des policiers" (n° P1476)

 

12.01  Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, vandaag gaat de stakingsaanzegging van het VSOA in. Het is vooral een noodkreet die de politiebonden slaken met betrekking tot de bescherming van politieagenten, met betrekking tot de aanvallen op politieagenten. Zij zijn het doelwit van bedreigingen, van regelrechte aanvallen. Zij vragen meer bescherming. Zij vragen meer mensen op straat.

 

Het VSOA en de politie voelen zich echter, zo heb ik toch begrepen, vooral een beetje in de steek gelaten door deze regering en door u, mevrouw de minister. De stakingaanzegging werd trouwens ingediend naar aanleiding van het feit dat u een brief met een vraag tot overleg, van het VSOA, blijkbaar meer dan een maand onbeantwoord hebt gelaten.

 

Ten eerste, hebt u intussen overleg gepleegd? Zult u zorgen voor een betere communicatie met de politievertegenwoordigers?

 

Ten tweede, ondersteunen de regering en u de vraag, onder meer van het VSOA, voor een strengere bestraffing van geweld en geweldplegers tegen gezagsdragers, zoals politieagenten? Er is een voorstel in de commissie voor de Justitie, maar het is mij niet duidelijk of de regering op één lijn zit en of alle regeringspartijen op een en dezelfde lijn zitten.

 

Ten slotte, ondersteunt u de vraag naar concrete maatregelen, naar een breed debat over concrete maatregelen om te zorgen voor minder bureaucratie en om ervoor te zorgen dat de agenten meer op straat zijn en minder aan hun bureau?

 

12.02  Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de liberale vakbond laat inderdaad het zwaailicht draaien en de sirene loeien voor een vakbondsactie. De kern is natuurlijk dat de weerbots van het geweld in de grootsteden stilaan ook een weerslag heeft op de agenten. Zij moeten figuurlijk de brand blussen terwijl het commissariaat letterlijk in brand staat. Zij krijgen het verwijt de roede niet te sparen, wat hen wel gevraagd wordt, en daarna krijgen zij de zwartepiet toegestuurd.

 

Zij vragen ook meer middelen. De verdeling van de middelen moet worden verbeterd. Bovendien vragen zij dat geweldpleging op agenten zwaarder zou worden bestraft.

 

In die zin pleit ik ervoor dat wij onze schouders zetten onder het wetsvoorstel dat al werd goedgekeurd in de Senaat. De goedkeuring in de Senaat garandeert nog niets. Ik weet wel dat u zult zeggen dat dit een parlementaire aangelegenheid is. Gisteren is echter bewezen dat men niet in de spits hoeft te staan en dat ook een keeper indien nodig met een kopbal kan scoren. Dat wil ik ook van u vragen.

 

12.03 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, voor alle duidelijkheid, geweld op politieagenten nemen wij altijd zeer ernstig. Elke korpschef, de commissaris-generaal, en ook ik als minister bekijken elke vorm van agressie met de grootste aandacht omdat het gaat om onze mensen die aan de spits staan. Dit zijn de mensen die elke dag het gezag van onze samenleving uitstralen. Agressie tegen hen kan men niet tolereren.

 

Dat is ook de reden waarom er al in het verleden een aanpassing gebeurde waardoor geweld tegen agenten zwaarder bestraft wordt dan geweld tegen andere mensen. Die wet is van kracht sinds 2007.

 

Wij hebben ook veel geïnvesteerd in extra vorming, in opleiding, in bescherming en in uitrusting. Wij zullen daar blijvend aandacht voor hebben. Ik kan u nu al zeggen dat ik op 9 december beslist heb in bijkomende middelen te voorzien, ook voor de interventiekorpsen, voor de gespecialiseerde eenheden, omdat zij zich in de eerste linie bevinden wanneer er rellen zijn of wanneer er iets ernstigs gebeurt.

 

Ik heb al overleg gepleegd met mijn collega, de minister van Justitie, om te kijken welke bijkomende maatregelen wij nog kunnen nemen. Wij willen bijvoorbeeld de lokale overheden aanraden zich burgerlijke partij te stellen wanneer er iets is gebeurd. Dat zorgt ervoor dat er gevolg gegeven wordt aan een gewelddaad, en dat in de toekomst het afschrikkingeffect veel groter is.

 

Ik heb dit gisteren, een paar uur voor het perscommuniqué waarnaar u verwijst, uitgepraat met de vakbonden. Gisteren werd afgesproken dat wij dit zullen formaliseren in een brief. De brief vertrekt deze week, of begin van volgende week. Begin januari heb ik zelf nog een overleg met de vakbonden.

 

Mijnheer Weyts, het debat over de kerntaken, waarnaar u verwijst, stond in mijn beleidsnota. Ik was heel graag met u daarover het debat aangegaan in de Kamercommissie, maar u was er jammer genoeg niet.

 

12.04  Ben Weyts (N-VA): Mevrouw, wat de kerntaken zijn er diverse concrete voorstellen — dat weet u best, want wij hebben het daarover al gehad —, niet alleen van de politiebonden en de politievertegenwoordigers, maar ook van verschillende inspecteurs, van gewone politiemensen. Het gaat om concrete voorstellen voor minder bureaucratie en voor meer concentratie op de politietaken. Om die concrete maatregelen is het vooral te doen. Wij vragen daar nu al zo lang naar, maar zij blijven uit.

 

Tot slot, ik hoop dat er voortaan een betere communicatie zal zijn, want de voorbije twee maanden hebben wij in de commissie drie keer gedebatteerd over communicatiefouten van uw diensten, met betrekking tot de eindejaarspremie van de politie, over de afslanking van de politiemacht en over de voertuigen van de luchtvaartpolitie. Al die incidenten waren te wijten aan een verkeerde communicatie. Kortom, ik hoop dat er ook op dat vlak enige beterschap komt.

 

12.05  Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, volgens mij moet omgaan met stress meer worden benadrukt tijdens de opleiding. Daarvan moet de volgende maanden werk worden gemaakt.

 

Wat Brussel betreft moet er absoluut een gesprek worden gevoerd. Niet “divide et impera”, maar “unitas et fortis”, moet de leus zijn.

 

Tot slot, wetsvoorstellen ertoe strekkend de straffen voor misdaden tegen agenten strenger te maken, moeten dringend worden aangenomen en ik reken op dat vlak op uw morele steun.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

13 Question de Mme Isabelle Tasiaux-De Neys à la ministre de l'Intérieur sur "le projet d'implantation d'une unité de la protection civile à Gembloux" (n° P1477)

13 Vraag van mevrouw Isabelle Tasiaux-De Neys aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de plannen voor de vestiging van een eenheid van de civiele bescherming in Gembloux" (nr. P1477)

 

13.01  Isabelle Tasiaux-De Neys (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, en date du 28 juin 1996, le Conseil des ministres a avalisé la création de trois postes ou centres affectés à la protection civile à Jabbeke, Gembloux et Hasselt. La future implantation à Gembloux est censée répondre aux besoins de deux provinces, la province de Namur et celle du Brabant wallon. Les services de protection civile viennent actuellement de Ghlin, de Crisnée ou encore de Libramont. Vous en conviendrez, c'est bien loin pour un délai d'intervention urgente. En outre, il faut savoir que la population de ces deux provinces augmente. Forcément, les activités économiques suivent le mouvement et, par conséquent, les risques d'incidents requérant une intervention de la protection civile sont aussi accrus.

 

Des bruits persistants annoncent que ces lieux seraient désormais affectés à d'autres utilisations. Or la Régie des Bâtiments avait émis en son temps un avis tout à fait favorable sur la question. On a effectué des travaux conséquents dans cette ancienne caserne qui correspondent aux besoins de la protection civile, avec création de garages, d'ateliers mécaniques, de bassins d'eau de pluie, d'une station-service, d'une antenne, d'un pylône. La configuration des lieux répond donc à un besoin spécifique. Ces travaux représentent la bagatelle de 12 millions d'euros.

 

Il est vraiment urgent de réagir et d'implanter cette unité de protection civile à Gembloux, d'une part, pour la population, pour une question de sécurité et, d'autre part, pour que toutes ces dépenses ne tournent pas au gaspillage. Madame la ministre, je voudrais savoir quand.

 

De voorzitter: Ik maak van de gelegenheid gebruik om te zeggen dat mevrouw Tasiaux haar eerste uiteenzetting houdt, haar maidenspeech. Ik feliciteer u, mevrouw. (Applaus)

 

13.02  Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, chère collègue, le dossier de Gembloux a déjà une longue histoire. Après le Conseil des ministres d'avril 2009, un groupe de travail a été mis en place. Il est actif. Mais, malgré un avis positif, le budget n'a jamais suivi.

 

Les crédits demandés pour l'implantation n'ont toujours pas été octroyés. Il sera dès lors difficile d'élargir l'unité opérationnelle de Gembloux, de même que celle d'Hasselt. Je tiens néanmoins à souligner que ceci est sans conséquence pour la sécurité de la population. Comme vous l'avez dit, les unités de Ghlin, de Crisnée et de Libramont parviennent à mener efficacement les différentes interventions sur le territoire des provinces de Namur et du Brabant wallon.

 

13.03  Isabelle Tasiaux-De Neys (cdH): Madame la ministre, vous déclarez qu'il faut engager de nouveaux budgets pour pouvoir concrétiser ce projet. Or, depuis plus de dix ans, l'État fédéral a investi 12 millions d'euros pour cette unité de protection civile potentielle. En réalité, les moyens ont toujours été prévus à cet effet et sont normalement suffisants pour que l'unité de protection puisse enfin voir le jour. Les bâtiments ont été aménagés. Tant le matériel que le personnel sont prêts. On n'attend plus que vous!

 

Vous dites également qu'on manque de moyens et qu'il faudrait demander un budget supplémentaire. Or, l'avis de l'inspection des Finances n'a apparemment jamais été demandé.

 

Ne serait-il pas judicieux et opportun d'effectuer des compensations budgétaires pour arriver à la concrétisation au plus vite? On le sait, 6 millions d'euros sont potentiellement exploitables.

 

Madame la ministre, j'insiste sur l'urgence car, au niveau de la sécurité, notre zone abrite des firmes pharmaceutiques ainsi que des sites Seveso!

 

Le président: Madame Tasiaux, je vous ai laissée dépasser légèrement votre temps de parole, tenant compte qu'il s'agissait de votre première intervention. À l'avenir, je serai plus sévère!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

14 Question de Mme Camille Dieu au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le trafic diffus" (n° P1478)

14 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister, over "het niet-geconcentreerd vervoer" (nr. P1478)

 

14.01  Camille Dieu (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, nous savons que les organisations syndicales représentatives des travailleurs du rail mènent actuellement des négociations, difficiles d'ailleurs, avec les dirigeants de la SNCB à propos de l'avenir de B-Cargo et de sa filialisation.

 

De voorzitter: Collega’s, ik weet dat het moeilijk is, maar ik wil toch vragen dat u aandacht hebt voor het debat of iets anders elders doet.

 

14.02  Camille Dieu (PS): Merci, monsieur le président.

 

Je voudrais vous parler d'un point particulier de cette problématique, à savoir l'avenir du trafic diffus. Qu'entend-on par trafic diffus?

 

Il faut savoir que le transport de marchandises se fait soit par train seul, par trains combinés ou par lotissements, soit par trafic diffus. Cela signifie que des wagons sont groupés d'une gare de triage à une autre. Il s'agit d'une opération multidimensionnelle qui prend du temps, qui est coûteuse et qui n'est plus rentable.

 

On sait déjà que les opérateurs éventuels concurrents de B-Cargo ne s'intéresseront pas à ce créneau.

 

Si j'osais une comparaison, je dirais que la situation de B-Cargo est la même que celle de La Poste. Ainsi, dans un marché totalement libéralisé, les opérateurs concurrents de l'opérateur historique se sont focalisés sur les grosses agglomérations, les grosses entreprises. Ils n'avaient certainement pas envie de distribuer une petite lettre à un concitoyen au fin fond de la province de Luxembourg. Selon moi, le trafic diffus et le service public universel de La Poste, c'est la même chose.

 

Le trafic diffus mérite d'être soutenu parce qu'il s'agit d'un service rendu sur l'ensemble du territoire. Il s'inscrit également dans le cadre de la mobilité durable que vous défendez dans votre note de politique générale, si je suis bien informée.

 

Par conséquent, il me semble qu'il faudrait défendre l'option qui a été défendue et obtenue pour La Poste. Ainsi, l'État pourrait encore, au moins pendant quelques temps, soutenir financièrement l'opération trafic diffus comme cela a été le cas pour le service universel postal.

 

Monsieur le ministre, êtes-vous prêt à défendre ce point de vue lors du Conseil des ministres prévu la semaine prochaine?

 

14.03  Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Madame Dieu, vous savez très bien que le trafic diffus est différent du wagon isolé, puisque vous visez en fait le wagon isolé. La plus grande partie du trafic diffus a déjà été abandonnée par la SNCB, car il vise également tout transport possible par la voie ferrée dont le volume est inférieur au wagon. C'est un créneau dont la SNCB s'est dessaisie. Il s'agissait d'un choix stratégique pris voici environ cinq ans.

 

Vous avez en fait parlé du groupage et du dégroupage du trafic par wagon isolé. Comme vous l'avez souligné, cette opération est assez coûteuse, demande beaucoup de main-d'œuvre et une utilisation assez intensive des installations ferroviaires.

 

Je suis intimement persuadé qu'étant donné les circonstances présentes (l'excédent de personnel dans la division Cargo de la SNCB et une période transitoire qui peut durer cinq ans ou plus), il est on ne peut plus sensé, dans le cadre de l'utilisation du personnel statutaire, de faire usage de la possibilité offerte.

 

Je crois savoir, partant de certaines réponses que Mme Vervotte a déjà données en commission, qu'elle est favorable à une solution dans ce sens. Cependant, l'on doit se rendre compte que, dans les conditions présentes de la réglementation européenne, l'aide financière de l'État n'est pas possible. Je suis parvenu à un accord pour l'expédition de conteneurs et du trafic diffus expédié par conteneurs dans des trains complets. Pour ce qui concerne les wagons isolés, aucun accord ne m'est parvenu de la Commission européenne. Je n'ai pas connaissance d'une demande qui soit venue de quelque réseau que ce soit.

 

Néanmoins, j'ai répondu à Mme Vervotte que j'étais prêt à discuter avec la DG TREN, afin de déterminer si une acceptation éventuelle n'était pas envisageable dans le cadre de l'assainissement de l'activité Cargo de la SNCB. Sur ce volet, je suis favorable à l'idée, mais l'on doit se rendre compte qu'aucun arrangement ne peut intervenir sur le résultat visé, puisque contraire à la politique menée jusqu'à présent pour les wagons isolés.

 

14.04  Camille Dieu (PS): Monsieur le ministre, je pense que vous devriez essayer. Les lignes directrices du 22 juillet 2008 de la Commission européenne reprennent les conditions dans lesquelles une intervention d'État est possible. Cela pourrait se faire sous forme de compensation aux obligations de service public ou sous forme d'aide à la coordination des transports.

 

Je souhaiterais que vous me disiez que vous allez essayer.

 

14.05  Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Vous savez que j'ai obtenu l'accord pour l'attribution de quelque 90 millions d'euros pour les quatre ans à venir pour le trafic par conteneurs mais je n'ai pas d'autorisation pour utiliser cet argent pour les wagons diffus.

 

14.06  Camille Dieu (PS): Mais vous allez essayer.

 

14.07  Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Je vais essayer.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De voorzitter: Collega’s, er zijn nog acht vragen voor staatssecretaris Wathelet en drie voor staatssecretaris Courard. In totaal zijn er dus 35 vragen.

 

J'ai aujourd'hui au total 35 questions. Cela résulte de l'application du principe qui veut que les questions qui ont été posées en commission "montent" automatiquement. C'est l'application du Règlement.

 

Ik vraag mij echter af of het de bedoeling was van het vragenuurtje om op donderdag tussen 14 uur en 15 uur of 15 u 30 een debat mogelijk te maken tussen regering en Parlement. Er zijn dus nog 11 vragen, vandaag waren er 36 in totaal. Mag ik vragen dat de fractieleiders van de kerstperiode gebruik zouden maken om daar nog eens goed over na te denken? Ik meen dat we aan het overdrijven zijn in een bepaalde richting. Straks om 18 uur of om 19 uur komen zeer goede collega’s mij dan de vraag stellen waarom het allemaal zolang duurt en wanneer we gaan stemmen. We moeten eens goed nadenken over wie wat doet bij het indienen van vragen in de commissies.

 

15 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Leen Dierick aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de regularisatie-instructie" (nr. P1479)

- de heer Roland Defreyne aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de regularisatie-instructie" (nr. P1480)

- mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de regularisatie-instructie" (nr. P1481)

- de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de regularisatieprocedure" (nr. P1482)

- de heer Michel Doomst aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de regularisatie-instructie" (nr. P1483)

- mevrouw Zoé Genot aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de regularisatieprocedure" (nr. P1484)

- mevrouw Dalila Douifi aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de regularisatie-instructie" (nr. P1485)

- de heer Filip De Man aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen over "de regularisatie-instructie" (nr. P1486)

15 Questions jointes de

- Mme Leen Dierick au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'instruction relative à la régularisation" (n° P1479)

- M. Roland Defreyne au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'instruction relative à la régularisation" (n° P1480)

- Mme Sarah Smeyers au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'instruction relative à la régularisation" (n° P1481)

- M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la procédure de régularisation" (n° P1482)

- M. Michel Doomst au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'instruction relative à la régularisation" (n° P1483)

- Mme Zoé Genot au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "la procédure de régularisation" (n° P1484)

- Mme Dalila Douifi au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'instruction relative à la régularisation" (n° P1485)

- M. Filip De Man au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales sur "l'instruction relative à la régularisation" (n° P1486)

 

15.01  Leen Dierick (CD&V): Bedankt mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, we herinneren ons allemaal nog de lange discussies over een oplossing voor het regularisatiedossier. Uiteindelijk is er in juli van dit jaar een oplossing uit de bus gekomen in de vorm van een instructie aan DBZ, waarin duidelijk werd gemaakt hoe artikel 9 bis van de Vreemdelingenwet geïnterpreteerd moest worden. Momenteel heeft de eerste auditeur bij de Raad van State een negatief advies gegeven over die instructie. Nu is het natuurlijk de vraag wat het uiteindelijke advies van de Raad van State zal zijn. Zal de Raad van State de instructie vernietigen of niet? Graag vernam ik welke mogelijke pistes u onderzoekt indien er een vernietiging zou zijn.

 

15.02  Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, de auditeur die het negatieve advies heeft gegeven, baseerde zich op het feit dat het volgens hem een aangelegenheid was die door het Parlement geregeld moest worden, en niet door de regering. Als de Raad van State dat advies volgt, wat zeer waarschijnlijk is, dan zal daaruit volgen dat een aantal mensen, die ondertussen een aanvraag hebben gedaan, in een toestand van onzekerheid belanden. In de media hebt u verklaard dat u wel rechtszekerheid wil geven aan die mensen die ondertussen een aanvraag hebben gedaan. Ik had heel graag van u willen vernemen of, in geval van de vernietiging van de regularisatienota, u van plan bent om elk dossier individueel verder te behandelen? Zult u daarbij rekening houden met de criteria met betrekking tot de individuele, eenmalige regularisatie die in de regering zijn afgesproken? Bent u van plan om bij een vernietiging nog maatregelen te nemen om nieuw wettig leven te blazen in de regeringsnota?

 

15.03  Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik heb een zeer korte vraag aangezien de feiten gekend zijn. Als de Raad van State het verslag van de auditeur volgt, vraag ik mij af of het huiswerk moet worden overgemaakt en vraag ik me zeker af of het Parlement dan uiteindelijk toch inspraak krijgt in de invulling van die regularisatie.

 

15.04  Xavier Baeselen (MR): Je me joins aux autres questions.

 

15.05  Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik houd het zeer kort. Mijnheer de staatssecretaris, we hebben in de commissie al een paar keer over pijnpunten gepraat: begin september over de praktische problemen voor steden en gemeenten, een maand later over de laakbare praktijken voor tandartsen en artsen en twee weken geleden over de valse arbeidscontracten. Het wordt natuurlijk heel gevaarlijk wanneer de regularisaties nu door de Raad van State onwettig worden verklaard. U zegt “ne soit pas inquiet”, maar mijn vraag is de volgende: hebt u een juridische grond voor die tranquilité? Kunt u garanderen dat we niet naar chaos afglijden? Riskeert u nu dat u, in plaats van Wathelet, Damocles moet zijn in de dossiers?

 

15.06  Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Monsieur le secrétaire d'État, si j'ai bien compris vos déclarations, vous ne comptez pas adopter de loi maintenant, sauf si le Conseil d'État la réclame explicitement.

 

En 1999, le Conseil d'État avait déjà obligé le gouvernement à revoir sa copie et à déposer un projet de loi sur les bancs du Parlement, en relevant qu'on ne pouvait travailler de la façon espérée par le gouvernement.

 

Pourquoi n'avoir pas tenu compte de ce précédent? En quoi pensez-vous que la façon de procéder cette fois est différente de cette époque-là? Avez-vous un accord du gouvernement pour très rapidement disposer d'un texte et sécuriser les dossiers actuels si le Conseil d'État l'exige? Actuellement, les gens hésitent en effet à déposer une demande.

 

15.07  Dalila Douifi (sp.a): De regering heeft er bijna twee jaar over gedaan om een akkoord te bereiken, en nu eenmaal een akkoord bereikt is, is de kans bijzonder groot dat het akkoord onwettig is. Ik denk dat het daarom nu heel belangrijk is, mijnheer de minister, dat de regering, ten eerste, duidelijkheid verschaft over wat we precies moeten begrijpen onder uw uitspraak. Gisteren was u namelijk heel snel om te zeggen dat de juridische zekerheid voor alle betrokken aanvragers gegarandeerd is.

 

Ten tweede - en dit is misschien wel het belangrijkste, want we weten allemaal dat het advies van een auditeur in principe gevolgd wordt door de Raad van State -, bent u al aan het overleggen en aan het anticiperen op het arrest? U moet namelijk al bijna bezig zijn met de teksten te schrijven, want anders komen er nog meer problemen op het terrein dan nu al het geval is, zowel voor de asielaanvragers als voor de mensen die op de verschillende bestuurniveaus bezig zijn met de behandeling van de dossiers.

 

De voorzitter: Mevrouw Partyka, het is goed dat u af en toe op de knieën ligt, maar ik zou dat toch voor een andere gelegenheid voorbehouden.

 

15.08  Christian Brotcorne (cdH): Vous êtes jaloux, monsieur le president?

 

Le président: Mais non, pas jaloux, mais ce n'est pas une pose pour le Parlement.

 

15.09  Filip De Man (VB): Meneer de staatssecretaris, er is dus de wet op het politieambt, die u hopelijk toch wel bekend is en die zegt dat illegale vreemdelingen moeten opgespoord en gevat worden. Er is een tweede wet, de Vreemdelingenwet, die 15 keer stelt in diverse artikelen dat illegale vreemdelingen niet alleen gevat moeten worden, maar ook minstens teruggeleid moeten worden naar de grens of zelfs gerepatrieerd moeten worden naar de landen van herkomst. Ik neem aan dat u die wetgeving kent?

 

Maar wat hebt u afgelopen zomer gedaan? U hebt op een ietwat achterbakse manier een instructie uitgevaardigd, een voor mij volslagen innovatie, waarmee de wetgeving opzijgezet werd. U hebt met uw kompanen in de regering de Vreemdelingenwet uitgehold en nu wordt u teruggefloten door de Raad van State. Ik heb gisteren de zitting bijgewoond en ik moet u zeggen dat de eerste adviseur zeer assertief en bondig was. Hij zei dat de instructie van de regering gewoon vernietigd moet worden.

 

Ik zou dus van u willen weten of u als lid van de uitvoerende macht erop zult toezien dat vanaf nu opnieuw de wet wordt toegepast, de wet die oplegt dat illegale vreemdelingen opgespoord worden en door de politie worden teruggeleid naar de grens en eventueel gerepatrieerd worden. Dat is de wet en ook u als excellentie moet zich daaraan houden, mijnheer de staatssecretaris.

 

15.10 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, leden van het Parlement, er is inderdaad een hangende procedure. Gisteren hebben er voor de Raad van State verschillende pleidooien plaatsgevonden. Het is ook waar dat enkele parlementsleden een procedure hebben ingesteld.

 

Ik had ter zake een politiek debat verwacht. Het is de taak van parlementsleden om in het Parlement debatten te voeren, bijvoorbeeld naar aanleiding van vragen of een politieke nota. De betrokken parlementsleden hebben echter verkozen het debat op een andere plaats, met name voor de Raad van State, te voeren.

 

Wij hebben ons voor de Raad van State verdedigd. Wij hebben gisteren onze argumenten naar voren gebracht. Ik ben ook enkele jaren parlementslid geweest. Ook in het dossier waarvan sprake is het belangrijk de democratische debatten in het Parlement te voeren.

 

Een procedure kan echter altijd worden ingesteld. De arresten van de Raad van State zullen door de regering natuurlijk worden gerespecteerd.

 

La question posée aujourd'hui est celle de la sécurité juridique. Vous avez, pour beaucoup, voté ce texte et le Conseil d'État y fait référence dans l'exposé des motifs et dans son avis concernant cette loi de 2006. Le pouvoir discrétionnaire du gouvernement quant aux critères qu'il prend en considération pour régulariser les personnes est bien maintenu. C'est effectivement ce pouvoir discrétionnaire que nous avons voulu rendre transparent, préciser et objectiver dans le cadre de l'instruction.

 

J'ai toujours cru qu'il était préférable, en respectant le principe de bonne administration, d'expliquer en toute transparence et en toute objectivité la manière dont nous exerçons notre pouvoir discrétionnaire. C'est ce que j'ai fait dans le cadre de l'instruction et c'est ce qui est contesté aujourd'hui.

 

Quand j'ai participé aux débats parlementaires, c'était plutôt l'opacité du travail du gouvernement qui était pointée du doigt ou le fait que le gouvernement ne rendait pas suffisamment de comptes.

 

Ces critères de transparence dans le cadre de cette instruction font partie des arguments que nous avons défendus devant le Conseil d'État.

 

Enfin, j'insiste quant au fond, quant à la manière dont je vais exercer ce pouvoir discrétionnaire. Nous garantissons la totale sécurité juridique par rapport aux personnes qui ont introduit un dossier ou qui vont l'introduire, sur base de certains éléments de l'instruction, jusqu'au 15 décembre 2009.

 

15.11  Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, eigenlijk is deze discussie voorbarig vermits de uitspraak van de Raad van State moet worden afgewacht.

 

Wat dat arrest ook moge inhouden, voor ons is het volgende van essentieel belang. Er moet juridische rechtszekerheid zijn voor alle betrokken asielzoekers. Dat betekent dat de dossiers op individuele basis moeten worden gecontroleerd om na te gaan of zij voldoen aan de criteria. Aan de criteria zelf wensen wij niets te veranderen. Dat is een uitvoering van het regeerakkoord. Daarover was, is en blijft er een akkoord. Wij zijn er vast van overtuigd dat dit de juiste criteria zijn die objectief beoordeeld kunnen worden.

 

Tot slot hebben sommige politieke partijen, zoals sp.a, N-VA en Ecolo-Groen! mij verbaasd, in die zin dat zij tijdens de discussies veel kritiek gaven op de criteria zelf, maar het middel, met name de instructie, nooit ter sprake brachten of in twijfel trokken.

 

15.12  Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik neem nota van uw voornemen om rechtszekerheid te bieden aan die mensen, die niet de speelbal mogen zijn van een procedureslag. Daarin hebt u gelijk.

 

Daarnaast wens ik dat bij de individuele behandeling van elk dossier de criteria die door de regering werden overeengekomen, rigoureus worden gerespecteerd.

 

15.13  Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik sta verstomd dat u zegt dat u hierover een politiek debat had verwacht. Bent u vergeten dat het Parlement amper inspraak had over het conclaaf dat net voor het reces werd bedisseld en waaruit de regularisatiecriteria zijn gevloeid? Dat zou tenminste een politiek debat zijn geweest, en dat was op tijd gekomen.

 

Nu zegt u dat u binnen de lijntjes kleurt met die instructie. Wel, gelet op de impact van deze regularisatiecampagne — men rekent op 50 000 dossiers die goedgekeurd zullen worden — …

 

15.14 Staatssecretaris Melchior Wathelet: (…)

 

15.15  Sarah Smeyers (N-VA): Men rekent daarop. Cijfers geeft u mij niet.

 

Men rekent op 50 000 dossiers, om nog maar te zwijgen over de gezinsherenigingen die daarop zullen volgen en het ongelooflijk aanzuigeffect dat deze tweede regularisatiecampagne zal hebben. Het ware op zijn minst correct geweest hadden de volksvertegenwoordigers daarover mee mogen debatteren.

 

15.16  Dalila Douifi (sp.a): Collega Dierick, een parlementair debat van de oppositiepartijen over de instructie, vergt uiteraard dat de instructie zou zijn ingediend in het Parlement en dat daarover een parlementair debat zou zijn georganiseerd. Terwijl uw partij, samen met de andere regeringspartijen, op een zaterdagvoormiddag in een asielconclaaf zat, zijn de oppositiepartijen door de pers van de instructie op de hoogte gebracht, om ons een uur later op te bellen om ons rechtstreeks op de radio om commentaar te vragen. Kom ons niet zeggen dat we nooit commentaar hebben gegeven op de instructie, want we hebben daartoe nooit de gelegenheid gehad. De pers heeft ons naar onze reacties gevraagd.

 

Mijnheer de staatssecretaris, u zegt dat er eigenlijk geen probleem is voor de asielaanvragers. De procedure loopt nog tot 15 december, men is dat allemaal aan het verwerken en er is geen probleem met die dossiers. U zegt dat u eigenlijk kan doen wat u wilt, dat het een politieke keuze is om die mensen via de criteria in de instructie te regulariseren. Juridisch is er geen probleem, volgens u. Een instructie van de regering of van de minister is voldoende om die mensen te regulariseren. We zullen nog afwachten wat de Raad van State beslist.

 

De voorzitter: Mevrouw Douifi, u moet afronden.

 

15.17  Dalila Douifi (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, ik wil erop wijzen dat het eens te meer aanduidt dat u er eigenlijk wettelijk een poespas van maakt.

 

De voorzitter: Dat punt hebt u gemaakt. Dat is geen repliek meer.

 

15.18  Dalila Douifi (sp.a): Ik wil nog een volgende punt maken. De regering doet wat ze wil via de discretionaire bevoegdheid van de minister. Dat is politiek niet ernstig. Kijk naar de andere problemen op dit terrein. Men is bezig een wettelijke poespas of grijze brij te creëren, zonder rechtszekerheid of rechtsgelijkheid voor iedereen.

 

15.19  Xavier Baeselen (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse. J'espère de tout cœur que l'arrêt sera favorable à la thèse des arguments juridiques que vous venez d'avancer, à savoir qu'il ne s'agissait pas de nouveaux critères mais d'une précision de la législation existante.

 

Un élément de l'avis de l'auditeur du Conseil d'État concernait la commission spéciale qui allait être constituée pour examiner certains…

 

15.20  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Cette commission existe dans la loi de 1980. Le président peut en attester! Il n'y a aucune nouvelle création juridique ni aucune création de commission. Cette commission existe et la loi prévoit que le ministre peut la saisir quand il le veut. C'est ce que j'ai fait!

 

15.21  Xavier Baeselen (MR): J'espère que le Conseil d'État sera raisonnable par rapport aux arguments que nous avons avancés juridiquement au nom de l'État belge. Je reste cependant dubitatif sur le volet sécurité juridique si l'arrêt du Conseil d'État ne devait malheureusement pas suivre la thèse avancée par les avocats du Conseil d'État.

 

15.22  Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, zoals we nu duurzaamheid in het klimaat aan het zoeken zijn, moeten we toch ook duurzaamheid in de asielprocedure zien te vinden. De ozonlaag is de eenmalige regularisatie en het feit dat er in die toepassing discussies vatbaar blijven. Ik pleit dus echt voor een correcte toepassing met wettelijke maatregelen die duidelijk zijn. Een toepassing die correct zou zijn dus en ik hoop vooral dat de gevolgen niet op lokaal niveau komen: het mag een duurzame lokale verankering zijn, maar geen dure lokale verankering.

 

15.23  Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, vous n'avez pas répondu à la question relative au fait que l'on n'a pas tiré les leçons de 1999. En effet, en 1999, nous avons connu le même type de difficultés à l'égard desquelles le Conseil d'État a dit la même chose: qu'il aurait fallu une loi.

 

C'est pourquoi, depuis 2004, Ecolo plaide pour instaurer une loi réglant clairement de telles situations.

 

Vous dites que vous agissez avec plus de transparence que le pouvoir discrétionnaire du ministre précédent. Oui, vous faites plus transparent et c'est une bonne chose. Nous aurions cependant aimé avoir encore plus de transparence et plus de sécurité juridique: en effet, actuellement, des gens hésitent, se demandent ce qui se passera et c'est vraiment dommageable.

 

15.24  Bruno Tobback (sp.a): (…)

 

De voorzitter: Eerst moet ik het lijstje afwerken van diegenen die mogen repliceren in eerste orde. Dan wil de heer Wathelet nog iets zeggen. Daarna heeft het Parlement het laatste woord. Zo heb ik het altijd geleerd, van uw vader, mijnheer Tobback.

 

15.25  Filip De Man (VB): Mijnheer de voorzitter, ik ben een beetje verbaasd over de durf waarmee sommige partijen hier uitpakken met klachten over wat deze regering uitspookt omdat ze dit verdorie zelf vorig jaar allemaal hebben goedgekeurd. CD&V, Open Vld en N-VA hebben vorig jaar in maart de eerste regeerverklaring van Leterme hier in deze Kamer goedgekeurd. Nu komen zij hier een jaar later klagen over wat ze zelf gegenereerd hebben, namelijk een gigantische regularisatieoperatie. Mijnheer Weyts, jullie hebben die regularisatieoperatie goedgekeurd op 20 maart 2008. Kom nu dus niet aan de klaagmuur staan voor iets dat jullie zelf goedgekeurd hebben.

 

Mijnheer Weyts, zeg het heel uw partij, een regularisatieronde zoals deze en die van 1999 genereert een gigantische stijging van het aantal asielaanvragen. Nu staat u aan de klaagmuur dat Vlaanderen zoveel meer asielzoekers zal moeten opvangen. Dat is mede uw fout, mijnheer Weyts, u hebt dat vorig jaar goedgekeurd.

 

15.26  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur le président, je vais me limiter à la question posée par Mme Genot, à laquelle je n'avais pas répondu et qui concerne la différence avec la situation de 1999.

 

Ici, nous avons spécifié les critères, la manière selon laquelle le pouvoir discrétionnaire du gouvernement sera utilisé tandis que, dans le cadre de la loi de 1999, la notion de circonstance exceptionnelle ne devait plus être justifiée au moment de l'introduction du dossier et c'est cet élément qui a été porté devant le Conseil d'État et qui a justifié la modification législative.

 

Les critères ne sont donc pas les mêmes; la façon de procéder n'est pas la même. On ne peut donc pas établir de parallèle avec la situation de 1999.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "het spreidingsplan voor asielzoekers" (nr. P1487)

- de heer Francis Van den Eynde aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de regularisatieoperatie en de kosten voor de OCMW's" (nr. P1488)

- mevrouw Yolande Avontroodt aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "het spreidingsplan 42 en de opvang van asielzoekers" (nr. P1497)

16 Questions jointes de

- Mme Sarah Smeyers au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le plan de répartition des demandeurs d'asile" (n° P1487)

- M. Francis Van den Eynde au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "l'opération de régularisation et son coût pour les CPAS" (n° P1488)

- Mme Yolande Avontroodt au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le plan de répartition n° 42 et l'accueil des demandeurs d'asile" (n° P1497)

 

16.01  Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik had mijn vraag over het spreidingsplan aan de heer Leterme gesteld, omdat minister Bourgeois vanuit de Vlaamse regering om overleg met hem had gevraagd. Ik had graag de resultaten van dat overleg gekend. Misschien kunt u die toelichten?

 

Ik zou graag weten wat er precies met het spreidingsplan zal gebeuren. U kent de voorgeschiedenis. Ik heb van u de cijfers ontvangen. Er is een ongelooflijke wanverhouding tussen Vlaanderen en Wallonië wat betreft het aantal op te vangen asielzoekers. U lacht het weg. U vindt het theoretisch en hypothetisch. U zegt dat het koninklijk besluit waarop het spreidingsplan is gebaseerd, van 1999 dateert. Maar in uw wet houdende diverse bepalingen verwijst u nu opnieuw naar een koninklijk besluit dat de gemeenten verplicht nieuwe asielzoekers op te vangen.

 

Ik hoor het van mevrouw Douifi ook. In uw wet houdende diverse bepalingen is het zeer onduidelijk, ten eerste, of het erin staat, en ten tweede, naar welk koninklijk besluit u verwijst. Verwijst u naar het oude koninklijk besluit of komt er een nieuw? Er is al genoeg aan het licht gekomen. Ik roep u op om het spreidingsplan, zoals het nu voorligt en gecommuniceerd werd aan de verschillende steden en gemeenten, te herzien.

 

De wanverhouding tussen Vlaanderen goed voor 88 %) en Wallonië goed voor 11 % is voor ons onaanvaardbaar. Sinds de bekendmaking van de cijfers zijn ze ook voor de VVSG onaanvaardbaar. Sommige gemeenten hebben bij de Raad van State klacht ingediend.

 

De voorzitter: Uw vraag, mevrouw Smeyers?

 

16.02  Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, wat is daarvan aan?

 

De wet houdende diverse bepalingen biedt geen duidelijkheid.

 

Bent u bereid het spreidingsplan te herzien?

 

De rest hou ik voor mijn repliek.

 

De voorzitter: Dat is een goed idee.

 

16.03  Francis Van den Eynde (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik kom u vragen wat de OCMW's in Vlaanderen u hebben misdaan.

 

Er is eerst en vooral het verhaal van de regularisaties, wat een enorme stijging met zich meebrengt inzake leeflonen. Er is ook dat fameuze spreidingsplan, dat verdomd totaal onrechtvaardig is. Ik geef gewoon een paar cijfers.

 

Wist u dat de gemeente van mevrouw Avontroodt er meer moet ontvangen dan heel de provincie Namen? Wallonie, terre d’accueil! Henegouwen: 201. Oost-Vlaanderen: 1 324. Vlaams-Brabant in totaal 1 556. Waals-Brabant: 199. Wallonie, terre d’accueil! West-Vlaanderen: 1 224. Luxemburg: 132. Wallonie, terre d’accueil! Kom mij niet zeggen dat het iets te maken heeft met rijke gemeenten, want heel toevallig moeten de zes faciliteitengemeenten rond Brussel, die inderdaad rijk zijn - u weet het: les trois bourgemestres -, er geen nemen. Kunt u dat verklaren?

 

De voorzitter: Mevrouw Avontroodt heeft ook een vraag en misschien een persoonlijk feit.

 

16.04  Yolande Avontroodt (Open Vld): Ik denk dat het een feit is dat de hele gemeente aanbelangt. Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wat is niet nieuw? Niet nieuw is dat er een spreidingsplan is, spreidingsplan 42. Niet nieuw is dat er een tekort is aan opvangplaatsen. Wat is wel nieuw? Dat is inderdaad dat de gemeenten worden geconfronteerd met toch wel irrealistische cijfers, cijfers van dossiers over mensen waar we geen humane oplossing voor kunnen bieden.

 

Zoals de heer Van den Eynde opmerkte, stijgt het aantal op te vangen asielzoekers in de gemeente die ik goed ken, met 375 %. Hoe kan men dan op een humane manier onmiddellijk opvang verlenen? Vandaar mijn vraag.

 

Ten tweede, bent u ervan op de hoogte dat die irreële opdracht effectief ten laste komt van een aantal gemeenten?

 

Ten tweede, bent u bereid om het spreidingsplan niet te reactiveren, maar het aan te passen en te herzien?

 

16.05 Staatssecretaris Philippe Courard: Mijnheer de voorzitter, mensen die geregulariseerd worden, krijgen volwaardige rechten. Het is heel belangrijk om dat te zeggen.

 

Sommigen komen voor sociale hulp terecht bij een OCMW. Ik ben mij ervan bewust dat dat voor problemen zorgt bij de OCMW’s, die nochtans hun sociale hulp terugbetaald krijgen. Wij hebben inderdaad geld ingeschreven op de begroting 2010 om de OCMW’s te helpen.

 

Er wordt gevraagd naar een contact tussen de eerste minister en minister Bourgeois. Minister Bourgeois heeft eerste minister Leterme gesproken over het spreidingsplan nr. 42. Uiteraard zijn dergelijke zaken bespreekbaar. Ik denk trouwens dat het belangrijk is hier de context te schetsen. De cijfers uit de media zijn niet juist.

 

Mevrouw Smeyers, gisteren heb ik reeds in de commissie in detail geantwoord op uw vragen over het spreidingsplan. Ik herhaal dat uw vraag zonder voorwerp is. Het spreidingsplan is verbonden aan de oude asielprocedure.

 

In het kader van de nieuwe asielprocedure wordt het spreidingsplan voorlopig niet toegepast. Het belangrijkste is om nieuwe plaatsen te vinden. Het centrum van Heusden-Zolder is deze week geopend. Het centrum van Banneux opent volgende week. Ik heb ook een akkoord van de burgemeester van Dinant voor de opening van het centrum in Dinant.

 

In verband met de berekening voor het spreidingsplan verwijs ik u door naar de dienst Vreemdelingenzaken, die hiervoor verantwoordelijk is.

 

16.06  Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, u staat hier gewoon te liegen. U staat hier in mijn gezicht te liegen. Gisteren hebt u niet gezegd dat de cijfers niet klopten. Gisteren hebt u die bevestigd, hebt u het allemaal gerelativeerd, hebt u gezegd dat het theoretisch en hypothetisch is. U zegt dit nu ook: het spreidingsplan zal voorlopig niet worden uitgevoerd.

 

Ik vraag mij dan wel af waarom de steden en gemeenten, de Vlaamse steden en gemeenten en de Waalse ook, tot drie keer toe een schrijven ontvingen. Ik heb die brieven. Stop nu eens met liegen! Ze hebben tot drie keer toe een nieuwe brief gekregen. Waarom kregen zij tot drie keer toe een nieuwe brief met een nieuwe formule en excuses voor een foute berekening als alles dan toch zo hypothetisch is?

 

U hebt het zelf in uw beleidsnota gezegd, uw regularisatiecampagne, uw wanbeleid inzake asiel en migratie zal voor een enorm aanzuigeffect zorgen, zal de Vlaamse steden en gemeenten dermate belasten. Ik vind de wanverhouding waarbij Vlaanderen moet opdraaien voor een asielbeleid waarvoor het zelf niet eens gekozen heeft, gewoon onaanvaardbaar.

 

16.07  Francis Van den Eynde (VB): Mijnheer de staatssecretaris, het woord “liegen” is naar verluidt geen parlementair woord. Ik zal het dus anders uitdrukken. U zegt de waarheid niet.

 

U zegt de waarheid niet en ik zal u dat aantonen. U verklaart dat de pers de kwestie heeft misbruikt. Het verhaal van Schilde, met name de vergelijking tussen Schilde met zijn 124 opvangplaatsen en de provincie Namen met 110 opvangplaatsen, staat niet enkel in de pers. Het werd gisteren in het Vlaams Parlement in antwoord op een vraag van Filip Dewinter door minister Bourgeois bevestigd.

 

Ten tweede, neem contact met de Vlaamse provincieraden. Elke Vlaamse provincieraad beschikt over het bewuste document. Dit is het volledige document met de cijfers voor de gemeenten, op basis waarvan de vergelijking met Wallonië kan worden gemaakt.

 

U zegt ons de waarheid niet. U bedriegt Vlaanderen. U bedriegt de Vlaamse OCMW’s.

 

16.08  Yolande Avontroodt (Open Vld): Mijnheer de minister, ik kan enkel aangeven dat het cijfer van 124 plaatsen zwart op wit in een document staat dat in onze gemeente is toegekomen.

 

Mijnheer de minister, ik wou echter vooral de volgende vraag stellen. Ook het contingent LOI's is bereikt. Op dat vlak kunnen de lokale overheden hun verantwoordelijkheid niet nemen. Het contingent en het plafond voor de uitbreiding zijn immers bereikt.

 

Mijn vragen zijn dus de volgende. Ten eerste, hoe zult u de lokale overheden ondersteunen?

 

Ten tweede, bent u bereid het spreidingsplan te herzien?

 

De voorzitter: Het debat wordt ongetwijfeld, tenzij de staatssecretaris nu nog wil repliceren, in commissie en in plenum vervolgd. Wij werken voort aan de rest van de agenda.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

17 Agenda

17 Ordre du jour

 

Overeenkomstig artikel 17, 3, van het Reglement, vraagt de regering volgende wetsontwerpen toe te voegen:

1. het wetsontwerp tot aanpassing van sommige wetgevingen aan de richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt (nrs 2275/1 tot 4);

2. het wetsontwerp betreffende de uitoefening van een vrij en gereglementeerd cijferberoep door een rechtspersoon (nr. 2261/1).

 

En application de l'article 17, 3, du Règlement, le gouvernement demande d'ajouter les projets de loi suivants:

1. le projet de loi adaptant certaines législations à la directive 2006/123/CE du Parlement européen et du Conseil relative aux services dans le marché intérieur (n°s 2275/1 à 4);

2. le projet de loi relatif à l'exercice d'une profession libérale et réglementée du chiffre par une personne morale (n° 2261/1).

 

De urgentie wordt verleend met toepassing van artikel 80 van de Grondwet voor de twee wetsontwerpen.

L'urgence est acquise en application de l'article 80 de la Constitution pour les deux projets de loi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ontwerpen en voorstellen

Projets et propositions

 

18 Wetsontwerp tot invoeging van een nieuw boek betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen in de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten (2276/1-4)

18 Projet de loi introduisant un nouveau livre relatif à la motivation, à l'information et aux voies de recours dans la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services (2276/1-4)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

18.01  Guy Coëme, rapporteur: Monsieur le président, chers collègues, il s'agit d'un projet de loi introduisant un nouveau livre relatif à la motivation, à l'information et aux voies de recours à la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services.

 

Mes chers collègues, votre commission a d'abord entendu un exposé introductif du secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude adjoint au premier ministre. M. Carl Devlies, secrétaire d'État, a indiqué que le projet de loi comportait deux objectifs principaux.

 

D'une part, transposer la directive du Parlement européen et du Conseil du 11 décembre 2007 modifiant les directives du Conseil en ce qui concerne l'amélioration de l'efficacité des procédures de recours en matière de passation des marchés publics. D'autre part, d'étendre partiellement ces dispositions aux marchés non soumis aux directives européennes relatives à la coordination des procédures de passation des marchés publics.

 

Lors de la discussion générale, M. George a observé que le présent projet de loi représentait une révolution par rapport à la situation actuelle. Il pose dès lors une série de questions.

 

Le gouvernement peut-il apporter des précisions quant à la portée de l'article 78 en projet? En effet, il prévoit la possibilité de mettre à néant le contrat lui-même. Depuis quelques années, des entreprises introduisent des recours soit devant le Conseil d'État soit devant le juge des référés pour obtenir une mesure de suspension.

 

Quelle sera dorénavant la ligne de démarcation entre ces deux procédures?

 

Le Conseil d'État disposera-t-il d'une compétence exclusive ou faudra-t-il, comme auparavant, introduire un recours devant le Conseil d'État et, ensuite, une procédure en dommages et intérêts devant les tribunaux de l'ordre judiciaire?

 

Enfin, le gouvernement peut-il préciser comment il entend dorénavant organiser ces procédures à bref délai?

 

M. Waterschoot, pour sa part, a fait remarquer que le système de qualification est seulement applicable dans les secteurs spéciaux et non dans les secteurs classiques.

Est-il possible d'instaurer également, se demande-t-il, ce système de qualification pour les secteurs classiques?

 

Le gouvernement envisage-t-il de prendre également d'autres mesures pour améliorer la qualité des marchés publics?

 

De son côté, Mme Almaci a fait remarquer que la directive date déjà de 2007. Elle déplore que le gouvernement ait tellement tardé à déposer le projet de loi à l'examen. Pourquoi a-t-il été déposé aussi tard? Elle se demande aussi si la directive peut être transposée intégralement et correctement en modifiant la loi du 24 décembre 1993, alors que les directives n'ont pas été transposées par cette loi mais par les lois des 15 et 16 juin 2006 qui ne sont pas encore entrées en vigueur.

 

M. le secrétaire d'État a répondu que la transposition de la directive a demandé beaucoup de temps parce que la structure assez complexe de la directive devait être intégrée dans la législation belge. Les adaptations apportées par le présent projet de loi à la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, et de ses arrêtés d'exécution, prévoient la transposition des dispositions contraignantes de ces directives. Un vaste arrêté royal est encore en préparation et une concertation est actuellement menée avec les secteurs concernés.

 

Vu la technicité juridique des réponses apportées à MM. George, Waterschoot et, ensuite, à MM. Daems et Van Biesen, il m'apparaît sage, monsieur le président, de m'en remettre à l'excellent rapport écrit préparé par les services.

 

L'ensemble du projet de loi, amendé par MM. Daems et Waterschoot, a en définitive été approuvé par dix voix et trois abstentions.

 

18.02  Joseph George (cdH): Monsieur le président, mon intervention sera très brève.

 

Monsieur le ministre, chers collègues, j'avais effectivement fait observer que le présent projet de loi constituait une véritable révolution. Le secrétaire d'État m'a de fait répondu que l'article 78 amenait un changement radical. Dorénavant en effet – je crois qu'il faut insister sur l'importance de cette disposition ‑, pour nous mettre en conformité avec la directive du Parlement européen et du Conseil de 2007, le Conseil d'État aura la possibilité de suspendre les marchés publics alors que jusqu'à présent, il se limitait à suspendre l'acte détachable.

 

Il pourra d'ailleurs prendre des décisions beaucoup plus importantes puisque l'efficience des décisions rendues par le Conseil d'État va être assurée par le fait que les juridictions de l'ordre judiciaire pourront, elles aussi, suspendre le contrat lui-même. Les droits des adjudicataires resteront donc sauvegardés.

 

Je crois qu'il était intéressant et important d'insister sur cet aspect. Par ce projet de loi, non seulement nous mettons notre droit des marchés publics en conformité avec les dispositions européennes mais aussi nous augmentons la protection des candidats adjudicataires qui trop souvent étaient lésés et devaient alors attendre de longs procès devant le Conseil d'État puis en dommages et intérêts pour être indemnisés.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2276/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2276/4)

 

Het wetsontwerp telt 7 artikelen.

Le projet de loi compte 7 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

Artikel 1 wordt aangenomen. De artikelen 65/1 tot 65/34, door artikel 2 ingelast in de wet van 24 december 1993, worden artikel per artikel aangenomen. De artikelen 2 tot 7 worden artikel per artikel aangenomen.

L'article 1 est adopté. Les articles 65/1 à 65/34, insérés par l'article 2 dans la loi du 24 décembre 1993, sont adoptés article par article. Les articles 2 à 7 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

19 Wetsontwerp tot aanpassing van sommige wetgevingen aan de richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt (2275/1-4)

19 Projet de loi adaptant certaines législations à la directive 2006/123/CE du Parlement européen et du Conseil relative aux services dans le marché intérieur (2275/1-4)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mme Lalieux se réfère à son rapport écrit.

 

19.01  Ronny Balcaen (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, le texte soumis au vote aujourd'hui constitue la troisième étape du processus de la transposition de la directive Services. La première étape portait sur le guichet unique, tandis que la deuxième, à savoir le projet de loi horizontal, se fait toujours attendre.

 

Or, le projet de loi que nous avons sous les yeux s'appuie sur ce texte horizontal que nous n'avons pas encore examiné. Ainsi, par exemple, l'amendement adopté en commission portant sur la loi relative à l'autorisation d'implantations commerciales se justifie par "les raisons impérieuses d'intérêt général", concept défini par la directive elle-même et sans doute par le futur projet de loi horizontal.

 

Il faut donc reconnaître que nous plaçons la charrue avant les bœufs dans ce grand chantier de transposition de la directive Services, puisque ce concept d'intérêt général ne sera défini que dans la deuxième étape.

 

Cela dit, Ecolo-Groen! accueille, bien entendu, favorablement les ouvertures permises par ce concept de "raisons impérieuses d'intérêt général", qui permet de déroger à certaines dispositions de la directive. Appliqué à la loi Ikea, cela permettra à l'avis du Comité socio-économique national pour la distribution de reposer encore à l'avenir sur des considérations liées à l'impact sur l'environnement urbain, au respect du droit des travailleurs ou encore à la prise en compte du petit commerce de proximité. Cela devrait aller de soi, puisque la directive Services entend promouvoir d'abord les PME.

 

Nous nous inquiétons, par contre, de la suppression de certaines dispositions, qui sont désormais perçues comme des entraves à la liberté de prestation des services. Pour ne reprendre qu'une illustration déjà évoquée en commission, je citerai la suppression de l'obligation d'enregistrement préalable des entreprises de courtage matrimonial et le remplacement de cette obligation par une simple inscription à la Banque-Carrefour des Entreprises et une information par le SPF Économie. Voilà pourtant un secteur d'activités qui est particulièrement sensible dans un objectif de protection des consommateurs, mais aussi dans le cadre de la lutte contre la traite des êtres humains.

 

Cette nouvelle procédure plus légère s'inscrit, selon nous, en porte-à-faux avec certains avertissements et recommandations d'organismes comme Europol et l'Office international pour l'immigration. Nous pensons donc que dans ce cas présent, "les raisons impérieuses d'intérêt général" auraient pu être invoquées pour maintenir la situation actuelle. C'est ce qui motivera notre abstention lors du vote. Le ministre a promis – je tenais à le rappeler – durant le débat en commission d'intensifier le contrôle dans ce secteur et dans celui du time-sharing. Nous y serons attentifs.

 

Je conclurai en revenant sur le projet de loi horizontal, l'important volet de la transposition. Lorsque Frits Bolkestein avait présenté sa proposition de directive Services en janvier 2004, il l'avait présentée comme "l'impulsion la plus forte donnée au marché intérieur depuis sa création en 1993". Que l'on aime ou non ce texte, sa transposition mérite un travail parlementaire sérieux. C'est la raison pour laquelle il serait démocratiquement inacceptable que, en raison de l'approche de la date butoir du 28 décembre que, plus que probablement, nous dépasserons, le parlement soit mis dans une position telle qu'il ne disposera que de quelques heures pour examiner ce projet de loi, alors que ce texte a mobilisé le gouvernement pendant sept mois, sans oublier le travail en amont réalisé par les différentes administrations.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2275/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2275/4)

 

Het wetsontwerp telt 19 artikelen.

Le projet de loi compte 19 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 19 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 19 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

20 Wetsontwerp betreffende de uitoefening van een vrij en gereglementeerd cijferberoep door een rechtspersoon (2261/1-3)

20 Projet de loi relatif à l'exercice d'une profession libérale et réglementée du chiffre par une personne morale (2261/1-3)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

20.01  Joseph George, rapporteur: Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, la commission Droit commercial a examiné ces dernières semaines le projet de loi relatif à l'exercice d'une profession libérale et réglementée du chiffre par une personne morale. Elle m'a chargé de faire un rapport oral de ses travaux.

 

Dans son exposé introductif, Mme Laruelle a indiqué que les réviseurs d'entreprises, les experts-comptables et les comptables exercent déjà leur activité sous le couvert de ceci et qu'ils sont inscrits au tableau de l'Institut. Elle indique également que la portée du projet de loi est de faire en sorte que ces mêmes administrateurs délégués ou gérants, qui sont des personnes physiques, ne soient plus responsables de leurs fautes professionnelles, à l'exception des fautes lourdes et des fautes qui s'apparentent au dol.

 

La discussion a été ouverte et plusieurs intervenants se sont exprimés, permettant ainsi de circonscrire l'enjeu et la portée du projet.

 

Le premier d'entre eux était M. Van Biesen qui a fait remarquer que ce projet avait l'assentiment des représentants des secteurs concernés, comptables, experts-comptables, conseillers fiscaux et réviseurs d'entreprises. Il a insisté sur le fait que le projet de loi prévoit une obligation légale pour les intéressés de souscrire une assurance en responsabilité professionnelle, ce qui est une garantie pour les tiers.

 

Madame Uyttersprot a indiqué que l'obligation d'assurance n'était pas d'application pour les réviseurs d'entreprises, se posant la question de savoir si elle existait bel et bien. La ministre Laruelle a répondu qu'elle existait déjà effectivement pour cette profession.

 

Je suis moi-même intervenu dans le débat, posant plusieurs questions à Mme la ministre, notamment sur le problème de l'étendue des couvertures d'assurance et sur le fait qui si on dégage les gérants de sociétés de leurs responsabilités vis-à-vis des tiers, les dispositions prises en matière fiscale rendaient ces gérants débiteurs légaux de la TVA et des contributions directes.

 

Mme Gerkens a lié le débat à un autre projet de loi, voté récemment, concernant la SPRL S. Elle a indiqué que, trop souvent, les personnes qui constituaient de petites sociétés faisaient référence à des formulaires standardisés, parfois pour des raisons d'économie, et que la responsabilité de ceux qui constituent ces dossiers et ces plans financiers était fortement engagée et qu'il ne fallait pas que, par le biais de cette loi, cette obligation soit encore allégée.

 

M. Tuybens a ouvert plus largement le débat en relevant que, dans le cadre de la récente crise financière et bancaire, de graves erreurs pouvaient être imputées aux personnes responsables du chiffre. Il s'agissait pour elles d'être plus préoccupées par la rentabilité de leur entreprise que par la qualité du travail qu'elles assuraient.

 

M. Van Biesen a répliqué que pour l'instant, les professions intellectuelles réglementées du chiffre avaient de toute façon la possibilité d'exercer leur activité sous forme d'une société et de limiter leur responsabilité, M. Tuybens répliquant à son tour que cela ne modifiait en rien leur responsabilité de facto. En oure, M. Tuybens a indiqué que nombre de ces sociétés du chiffre dépendaient d'une ou de deux personnes et qu'il y avait une sorte de glissement de responsabilité par le fait d'exercer le contrôle sous le couvert d'une société qui elle-même serait dégagée de sa responsabilité. Selon lui, nous avons déjà connu les conséquences des approximations du secteur et il convenait d'en tenir compte.

 

S'est déroulé ensuite un échange de vues entre M. Tuybens et M. Van Biesen sur l'historique d'une loi de 2006 concernant les architectes dont je passerai les détails. M. Perpète est intervenu dans le débat pour demander des précisions quant aux recommandations de la commission chargée de la fraude fiscale, insistant sur le fait que la responsabilité des intermédiaires, notamment des professions du chiffre, des avocats, était l'objet de l'attention de cette commission. Une de ses recommandations visait à obliger ce groupe à collaborer à la lutte contre la fraude fiscale en instaurant des règles en matière de rapportage. Il fit état qu'une des recommandations était d'infliger des sanctions plus sévères aux personnes qui prêtaient la main ou recommandaient des constructions fiscales qui s'avéraient frauduleuses.

 

La ministre a répondu que ce comportement, comme par le passé, pouvait entraîner tant la radiation que des sanctions civiles et pénales et qu'il était clair que les recommandations du parlement en matière de lutte contre la fraude fiscale ne sont pas en contradiction avec l'actuel projet de loi.

 

Le débat fut clos, l'article 1er adopté à l'unanimité, l'article 2 par onze voix contre une.

 

20.02  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, madame la ministre, nous vivons des moments surréalistes. En effet, on nous a dit en commission qu'il s'agissait d'un projet très important, qu'il fallait qu'il soit discuté le plus rapidement possible en séance plénière. Pourtant, à part M. Van Biesen, M. Clarinval et M. George, je ne sais pas si quelqu'un, dans cet hémicycle, écoute ce qui se dit. Il est vrai que la situation actuelle où l'on reçoit des textes très tard, qui sont lus et votés rapidement, n'incite évidemment pas à l'indulgence.

 

Pour ce qui concerne ce projet, madame la ministre, chers collègues, j'ai fait part, en commission, de certaines réserves et de certaines craintes.

 

Même si on peut dire qu'une forme d'encadrement est mise en place: obligation d'assurance pour une société, possibilité de retrait d'agrément, et qu'on la rend ainsi responsable, ce qui me perturbe, c'est qu'en renforçant la possibilité pour le personnel du chiffre de travailler via une société plutôt qu'en personne physique, on dilue selon moi la responsabilité de l'individu à l'égard de son client. En effet, dorénavant, c'est la société qui devra assumer.

 

Par ailleurs, une personne morale peut tomber en faillite puis renaître sous une autre appellation à un autre moment et dans un autre lieu. Une personne physique reste une personne physique. J'estime donc que le suivi de l'activité du professionnel du chiffre est moins bien assuré lorsque ce dernier travaille sous forme de société.

 

En outre, madame la ministre, pourriez-vous me dire ce qui se passe si cette société est en défaut d'assurance?

 

Il existe des systèmes qui prévoient une centralisation. Je pense, par exemple, aux notaires qui doivent cotiser en faveur d'un fonds de solidarité. Et c'est grâce à l'ensemble des cotisations des notaires qu'il y a réparation via ce fonds.

 

Cela permet d'une part de vérifier que la société ou l'individu est assuré et, d'autre part, de veiller à ce qu'il y a ait indemnisation et que tout fonctionne bien. Ici, il n'y a pas ce type de mécanisme.

 

Si je suis inquiète ou en tout cas si j'attire l'attention sur ce point c'est, comme M. Georges l'a relayé, parce que de plus en plus de nouveaux entrepreneurs dépendent de la qualité du plan d'entreprise, par exemple sur ce que va faire l'expert comptable pour pouvoir bénéficier de ce nouveau statut starter et pour bénéficier de crédits. La qualité de ces plans et de l'accompagnement sera souvent aussi une condition pour la poursuite de l'activité puisqu'on sait que c'est généralement durant les cinq premières années que les sociétés font faillite.

 

Par conséquent, autant je peux comprendre l'intérêt pour certaines personnes de travailler en statut de société car cela apporte des avantages fiscaux (frais à déduire), autant j'ai parfois des difficultés à accepter qu'on encourage le recours à la forme de société là où cela empêche la continuité de l'activité de la même manière et là où l'on dilue la responsabilité de l'individu face à ses clients qui sont dépendants de lui, pour leur carrière, pour leur chiffre d'affaires et pour leur avenir.

 

C'est la raison pour laquelle nous nous abstiendrons lors du vote de ce projet qui contient des dispositifs qui encadrent mais aussi une part de risque dans la qualité et dans la continuité de l'activité.

 

20.03  Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, je n'interviendrai pas très longuement car nous en avons déjà discuté en commission. Je voudrais tout de même formuler deux remarques.

 

Tout d'abord, au niveau du statut fiscal, cela ne change rien vu que les entrepreneurs pouvaient déjà exercer en société. La seule chose qui change ici, c'est que l'assurance pourra être prise sous la forme de société. C'est exactement ce qu'on a fait pour les architectes. Le statut fiscal ne change donc pas du tout.

 

Je rappelle aussi à Mme Gerkens que les instituts auront obligation de vérifier que les sociétés inscrites aux tableaux sont assurées tout comme ils doivent déjà le faire pour les personnes physiques. Il y aura donc bien un contrôle a priori.

 

20.04  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Celui qui n'est pas assuré ne pourra donc pas fonctionner sous forme de société.

 

20.05  Sabine Laruelle, ministre: Ou de personne physique! Il y a une obligation d'assurance. Soit, ils exercent en tant que personne physique et un contrôle a lieu a priori. Soit, ils souscrivent leur assurance sous forme de société. Les sociétés devront être inscrites à l'Ordre et un contrôle aura lieu a priori.

 

20.06  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, cet élément rassure mais…

 

20.07  Sabine Laruelle, ministre: Vous vous abstiendrez quand même!

 

20.08  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): C'est un des éléments rassurants que j'avais en partie compris. Je vous ai communiqué les arguments pour lesquels nous nous abstiendrons. Ce sont essentiellement la dilution et la non-continuité de la personne morale par rapport à la personne physique.

 

20.09  Sabine Laruelle, ministre: (…)

 

20.10  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Non! Une société naît, fait faillite, etc. tandis que la personne physique est soit vivante, soit morte!

 

20.11  Sabine Laruelle, ministre: À sa mort, les héritiers deviennent bénéficiaires de l'assurance! Il y a une plus grande continuité dans le chef d'une personne morale que d'une personne physique. Restons-en là car je n'arriverai pas à convaincre Mme Gerkens!

 

20.12  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Non, madame la ministre, vous n'y arriverez pas! On doit renforcer les exigences vis-à-vis des professionnels du chiffre, de la qualité des rapports, des plans financiers et du contrôle ou du soutien qu'ils apportent. Une certaine rigueur et un encadrement sont nécessaires. Cela doit se faire avec les instituts mais aussi avec le politique.

 

Certains se constituent en société, disparaissent et réapparaissent. Le fait de se mettre en société encourage ces dispositifs-là.

 

20.13  Sabine Laruelle, ministre: Je ne réussirai pas à convaincre Mme Gerkens. Elle, non plus, ne me convaincra pas!

 

20.14  Ilse Uyttersprot (CD&V): Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, dit wetsontwerp biedt een wettelijk kader voor accountants, belastingspecialisten en bedrijfsrevisoren om hun beroep uit te oefenen als rechtspersoon met een beperkte aansprakelijkheid. Dat is een nobele doelstelling.

 

Het voorliggende wetsontwerp is een natuurlijke voortzetting van de stappen die reeds in 2006 ondernomen werden om hetzelfde te doen bij de architecten, waaraan CD&V destijds als oppositiepartij actief meewerkte.

 

Wij vinden het belangrijk dat dit wetsontwerp in samenspraak met de sector werd opgesteld, zodat het in de praktijk gemakkelijk toepasbaar is en beantwoordt aan de wettelijke noden van de sector.

 

Voor de klanten van deze cijferberoepen is het belangrijk dat zij kunnen terugvallen op de verplichte verzekering die de vennootschappen moeten onderschrijven. Omdat er tot heden een persoonlijke aansprakelijkheid gold, was het bij een vennootschap met verschillende accountants niet altijd duidelijk wie de fout had gemaakt. Daardoor moest men in het slechtste geval meerdere personen voor de rechter slepen. Door deze wet kan men eenvoudigweg de vennootschap aanklagen, daar deze de aansprakelijkheid draagt.

 

Doordat de vennootschappen bij uitvoering van dit wetsontwerp een goedgekeurde verzekering moeten onderschrijven, is de klant zeker dat er een dekking zal zijn om de geleden schade grotendeels te vergoeden. Voor de vennoten zelf is het daarnaast belangrijk dat er nu een duidelijke scheiding ontstaat tussen hun eigen vermogen en dat van de vennootschap. Dit zorgt ervoor dat zij zonder zorgen hun eigen vermogen, schenkingen en nalatenschap kunnen beheren en dat de erfgenamen zich geen zorgen meer hoeven te maken.

 

Belangrijk is evenwel dat bij bewuste fraude of bij bewust toebrengen van schade men nog wel persoonlijk aansprakelijk blijft.

 

Bij bepaalde partijen heerst de mening dat een beperking van de aansprakelijkheid ertoe zal leiden dat men zijn werk minder ernstig gaat nemen. Wij vinden dit een miskenning van de deontologische code die de cijferberoepen – wel of niet werkzaam onder de vorm van een rechtspersoon – onderschrijven. Bovendien heeft het controleorgaan IAB bijkomende strengere mogelijkheden om op te treden.

 

Wij kijken intussen uit naar de verdere stappen die de minister zal ondernemen om de overige wetsontwerpen te schrijven, zodat ook de verenigingen van andere intellectuele beroepen een beperkte aansprakelijkheid kunnen krijgen wanneer zij onder de vorm van een rechtspersoon werken.

 

Mevrouw de minister, wij vragen u uitdrukkelijk met die sectoren even uitvoerig overleg te plegen als u nu hebt gedaan, daar hun noden nog specifieker zijn dan die van de cijferberoepen. Maar onze fractie is tevreden met dit wetsontwerp. Wij zullen het dan ook goedkeuren.

 

20.15  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik wil heel kort tussenbeide komen vanuit mijn bank. Ik wil toch een licht protest laten horen in verband met de werkzaamheden inzake dit onderwerp.

 

Ik begrijp dat er een vraag is geweest om dit ontwerp aan de agenda van de plenaire vergadering van vandaag toe te voegen. Dat is ook aanvaard. De bespreking van dit wetsontwerp heeft twee dagen geleden plaatsgevonden in de commissie belast met de problemen inzake Handels- en Economisch Recht. Ik begrijp van de rapporteur dat hij de tekst een tiental minuten geleden heeft gekregen en dat hij dus heel snel een samenvatting heeft moeten maken van de bespreking in de commissie.

 

Tijdens de bespreking hebben wij een aantal vragen gesteld aan minister Laruelle over deze problematiek, waarop ik geen volledig antwoord heb gekregen. Daarom waren wij ons erover aan het bezinnen om hierover inhoudelijk het woord te nemen. Dat is nu niet meer mogelijk, omdat er blijkbaar een groot probleem bestaat en het ontwerp echt binnen de twee dagen door het Parlement moet worden gejaagd. De redenering daarvoor is mij in ieder geval volslagen onbekend. Een dergelijke houding komt de kwaliteit van het verslag van de bespreking niet ten goede, noch de kwaliteit van het debat en in fine uiteraard de kwaliteit van de wetgeving.

 

Ik zou één vraag willen herhalen die ik eergisteren heb gesteld, omdat ik ze ook verder wou uitwerken in mijn uiteenzetting die ik voor volgende week had gepland. Ik heb gevraagd waarom het hier voorliggende systeem in 2006 voor de architecten is aanvaard, maar niet voor de cijferberoepen, zoals het nu wordt voorgesteld. Ik heb het zeer interessante antwoord van de minister gekregen dat we nu in de 21ste eeuw leven. Collega’s, ik dacht dat 2006 ook in de 21ste eeuw was. Ik heb daarop geantwoord dat het voorstel in 2006 ook aan de orde was, maar dat de sp.a toen, als regeringspartij, om tal van redenen die ik ook in de commissie heb uitgelegd, heeft geweigerd om het voor de cijferberoepen te regelen. Ik heb daarvan ondertussen nog een bevestiging gekregen.

 

Dat het er drie jaar later wel komt, zegt veel over deze regering, maar niet over de toenmalige regering. Ik denk dat de sp.a toen, als regeringspartij, uitdrukkelijk heeft aangetoond waarom het ontwerp niet kon worden ingediend.

 

Ik wilde dit verder ontwikkelen. Ik krijg daar nu geen tijd meer voor want er zit minder dan 48 uur tussen de behandeling in de commissie en in de plenaire vergadering. Ik vind dit echt een door de strot rammen van de Kamer, dit is echt niet meer ernstig. Ik protesteer dan ook, ook al weet ik dat dit geen enkel effect meer zal hebben, tegen de handelswijze die hier door de regering wordt gevraagd.

 

Collega Van Biesen heeft in de commissie Handelsrecht inderdaad de suggestie gedaan om dit spoedig in de plenaire vergadering te brengen. Dat was een suggestie. Ik begrijp van u dus dat de regering de hoogdringendheid gevraagd heeft. Daarom wens ik de regering twee specifieke vragen te stellen.

 

Ten eerste, waarom is het zo dat dit wetsontwerp in 2006 niet is doorgegaan en nu wel in 2009? Het antwoord van de minister van dinsdag zal dus volledig verschillen van het antwoord dat zij vandaag zal geven.

 

Ten tweede, leden van de regering, waarom moest dit wetsontwerp zonodig in twee dagen door de Kamer gejaagd worden? Zelfs de rapporteur heeft met moeite de teksten kunnen lezen vooraleer hij rapport heeft uitgebracht. Dat zijn twee pertinente, specifieke vragen die ik de regering stel.

 

20.16  Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, de heer Tuybens noemt mij graag in deze aangelegenheid en ik dank hem daarvoor aangezien dit een belangrijk wetsontwerp is voor de cijferberoepen. Er zijn verschillende convenanten afgesloten tussen de cijferberoepen en de regering om adequaat werk te kunnen leveren. Wij zijn dan ook bijzonder blij dat dit wetsontwerp er komt. Wij houden er geen betoog over, we hebben dat in de commissie kunnen doen. De enige reden waarom ik gevraagd heb om dit vandaag aan de dagorde toe te voegen was dat een heel brede meerderheid gezegd had achter dit wetsontwerp te staan. Er waren bijzonder weinig discussies over. Het kon dus perfect op een dag als vandaag, waarop er bijzonder weinig wetsontwerpen aan de agenda stonden, toegevoegd worden zodat we iets meer tijd konden hebben om er nog over te praten. Blijkbaar volstaat dat echter niet voor de sp.a.

 

Ten tweede, ik maak mij erg boos over de systematische onjuistheid van het betoog van de heer Tuybens. De heer Tuybens zegt dat dit wetsontwerp in 2006 op de regeringsbanken lag. Dat is onjuist. Het is toen niet door de sp.a tegengehouden, het bestond op dat ogenblik niet. We waren op dat ogenblik nog steeds in overleg met de cijferberoepen over het wetsontwerp. Als de sp.a hier beweert dat dit in 2006 door de sp.a niet aanvaard werd binnen de regering is dat totaal onjuist. Op dat ogenblik was het overleg met de cijferberoepen nog aan de gang.

 

Le président: Je donne la parole au ministre, pour répondre aux questions qui ont été posées par M Tuybens.

 

20.17 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, tijdens de commissievergadering hebben wij veel gesproken over dit ontwerp.

 

Ik heb voor de heer Tuybens herhaald dat in 2006 de regering en ook de Kamer een andere wet hebben goedgekeurd over dezelfde principes voor de architecten. Nu, drie jaar later, is er een goede evaluatie van het systeem voor de architecten. Door dat systeem hebben wij geen problemen met de architecten.

 

De regering heeft beslist om die principes in te dienen voor de cijferberoepen. Dat is het doel van het voorliggend ontwerp. Wij willen hetzelfde toepassen voor de economische beroepen. Ik heb met mijn collega's bevoegd inzakie Justitie en inzake Gezondheidszorg al een gesprek gehad over de andere beroepen.

 

Ik vind dus dat het heel belangrijk is om dat te doen.

 

Waarom dienen wij dat ontwerp nu in? Welnu, de wet voor de revisoren, bijvoorbeeld, dateert uit 1953, dus uit de vorige eeuw! In 1953 bestonden er bijna geen vennootschappen. Tegenwoordig zijn er meer beroepen en heel wat beoefenaars van beroepen werken niet meer onder de vorm van fysiek persoon, maar richten een vennootschap op.

 

Plus sous forme de personne physique. C'est pourquoi nous le faisons maintenant et que cela n'a pas été proposé en 1953, époque à laquelle je n'étais d'ailleurs pas née, monsieur le président.

 

Le président: Je ne vais pas demander votre âge, madame la ministre.

 

20.18  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, volgens de heer Van Biesen is er over het voorliggend wetsontwerp nauwelijks discussie geweest tijdens de commissievergaderingen, terwijl het volgens de minister lang en uitgebreid werd besproken. Het is aangewezen dat zij in de toekomst onder mekaar beter afspreken over wat zij specifiek gaan zeggen.

 

Ik heb kritiek geuit tijdens de bespreking van eergisteren in de kamercommissie Handelsrecht, omdat, inzake de revisoren en de externe auditoren, bij een de facto verschuiving van de aansprakelijkheid van de cijferberoepen, een situatie ontstaat waarbij de winstgevendheid van externe auditoren en revisoren een belangrijker aspect wordt voor de vennootschappen dan de controle van het werk dat wordt geleverd. Dat is de reden waarom wij in 2006 als toenmalige regeringspartij tijdens de regeringsbesprekingen hebben gezegd dat we daarmee niet akkoord konden gaan. Dat is ook de reden waarom ik in de commissie heb tegengestemd, zoals ik trouwens ook straks zal doen in deze plenaire vergadering.

 

Nogmaals, ik heb een vraag gesteld aan de minister, maar zij gaf geen antwoord. Waarom is, op twee dagen blijkbaar, thans de hoogdringendheid nodig? Kan het, ten voordele van de kwaliteit van het debat, niet een week worden uitgesteld? Bovendien, mijnheer de voorzitter, heb ik twee dagen geleden in de commissie gevraagd of de minister een zicht had op de houding van de verzekeringssector. Wat betreft de aansprakelijkheid wordt het verplicht om een volledige verzekering te sluiten. Ik heb aan de minister gevraagd wat de houding van de verzekeringssector daarover was en ook daarop kreeg ik geen antwoord. Die twee elementen blijven voor mij nog steeds onbeantwoord in deze plenaire vergadering. Ik wilde dat verder ontwikkelen, alleen krijg ik niet de tijd om dat te doen.

 

De voorzitter: Ik laat het aan de appreciatie van de regering over om nog tussen te komen.

 

Ik kan alleen maar zeggen, mijnheer Tuybens, dat wij gisteren in de Conferentie van voorzitters de vraag kregen van de regering om het wetsontwerp vandaag aan de agenda toe te voegen. Daar is enige discussie over geweest, omdat er ook nog andere vragen waren. Over de twee wetsontwerpen waartoe ik mij op de agenda van vandaag heb beperkt, bestaat er evenwel urgentie, in toepassing van artikel 80. Met andere woorden, in geval van urgentie bij toepassing van artikel 80, dan kan daarover niet worden gediscussieerd. Ik weet niet of de heer George, zoals u zegt, zich in 1001 bochten heeft moeten wringen voor zijn verslag.

 

Hij heeft verslag uitgebracht. Wij hebben het in een algemene discussie besproken. U heeft uw argumenten naar voren kunnen brengen. Wij kunnen nu toch moeilijk ingaan op de vraag van een lid om de zaak met een week uit te stellen? Dat zou toch geen ordentelijke manier van werken zijn?

 

Ik richt mij tot de regering. Mijnheer Tuybens heeft een aantal vragen gesteld en een aantal antwoorden gekregen. Wenst de minister in het debat nog tussen te komen?

 

20.19  Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, vous l'avez dit et tout s'est passé en commission comme cela a été dit: M. Van Biesen a proposé l'urgence et j'ai évidemment accepté l'urgence.

 

20.20  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, voor het verslag noteer ik in ieder geval dat twee pertinente vragen niet werden beantwoord door de regering

 

Het is schandalig dat wij in plenaire vergadering een wetsontwerp moeten behandelen en erover moeten stemmen, terwijl een aantal vragen erover nog niet werden beantwoord. Ik verwijs naar de vraag van mevrouw Uyttersprot in haar betoog over het verzekeringsaspect, waarop naar mijn mening ook geen volledig antwoord werd gegeven.

 

Als het de wens is van de regering om tijdens de plenaire vergadering wetsontwerpen te behandelen waarover nog vragen openstaan, dan kan ik daar alleen maar node nota van nemen.

 

20.21  Sabine Laruelle, ministre: Ce n'est pas parce que M. Tuybens n'apprécie pas mes réponses ou qu'il n'y croit pas que je n'ai pas répondu! En commission, alors que je lui répondais, M. Tuybens parlait avec M. Van Biesen. Je ne vais pas répéter cent fois parce qu'ils parlent ensemble au lieu d'écouter ce que dit le gouvernement. Pour les assurances, j'ai donné une réponse très claire. Il y a eu évidemment des contacts avec les assurances.

 

Het systeem met betrekking tot de architecten werd zeer goed geëvalueerd. Nogmaals, er is geen probleem met de verzekeringssector!

 

De voorzitter: Als men het niet eens is met het wetsontwerp of met de antwoorden van de regering, dan kan men dat straks laten blijken via het stemgedrag. Dat is nog altijd de manier waarop het Parlement functioneert.

 

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2261/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2261/3)

 

Het wetsontwerp telt 8 artikelen.

Le projet de loi compte 8 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 8 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 8 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

21 Verzending van een wetsontwerp naar commissie

21 Renvoi d'un projet de loi en commission

 

Ik heb een amendement ontvangen van de dames Karine Lalieux, Kattrin Jadin en Katrien Partyka en de heer Joseph George op het ontwerp van programmawet (nr. 2278/1).

J'ai reçu un amendement de Mmes Karine Lalieux, Kattrin Jadin et Katrien Partyka et de M. Joseph George au projet de loi-programme (n° 2278/1).

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van woensdag 8 december 2009 stel ik u voor dit te verzenden naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du mercredi 8 décembre 2009 je vous propose de renvoyer cet amendement en commission de l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Scrutin

Geheime stemming

 

22 Benoeming van de werkende leden van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten

22 Nomination des membres effectifs du Comité permanent de contrôle des services de police

 

Aan de orde is de stemming met het oog op de benoeming van de werkende leden van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten (Comité P).

L'ordre du jour appelle le scrutin en vue de la nomination des membres effectifs du Comité permanent de contrôle des services de police (Comité P).

 

Overeenkomstig artikel 4 van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten, gewijzigd door de wet van 1 april 1999, is het Comité P samengesteld uit vijf leden, onder wie een voorzitter en een ondervoorzitter, en uit vijf plaatsvervangende leden.

Conformément à l'article 4 de la loi du 18 juillet 1991 organique du contrôle des services de police et de renseignements, modifiée par la loi du 1er avril 1999, le Comité P se compose de cinq membres effectifs dont un président et un vice-président et de cinq membres suppléants.

 

Met uitzondering van de voorzitter telt het Comité P evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden.

Le président excepté, le Comité P comprend autant de membres d'expression française que de membres d'expression néerlandaise.

 

De voorzitter van een van de Vaste Comités van toezicht op de politie- of inlichtingendiensten is Nederlandstalig, de voorzitter van het andere Comité Franstalig. Gelet op het feit dat de voorzitter van het Comité I Franstalig is, is de voorzitter van het Comité P Nederlandstalig. Daarentegen is de ondervoorzitter van het Comité P Franstalig.

Le président d'un des Comités permanents de contrôle des services de police ou des services de renseignements est d'expression française et l'autre, d'expression néerlandaise. Étant donné que le président du Comité R est d'expression française, le président du Comité P est d'expression néerlandaise. Par contre, le vice-président du Comité P est d'expression française.

 

Bovendien moet de voorzitter van het Comité P een magistraat zijn.

En outre, le président du Comité P doit être magistrat.

 

De kandidaturen werden aangekondigd tijdens de plenaire vergadering van 12 november 2009.

Les candidatures ont été annoncées en séance plénière du 12 novembre 2009.

 

Ik vestig nochtans uw aandacht op het feit dat wij voor de voorzitter niet hoeven te stemmen. Voor dat mandaat is er maar één kandidaat. Bijgevolg is de heer Bart Van Lijsebeth, met toepassing van artikel 157.6 van het Kamerreglement, verkozen tot werkende voorzitter van het Comité P.

J'attire cependant votre attention sur le fait qu'il n'y a pas lieu de procéder à un scrutin pour le mandat de président. En effet, il n'y a qu'un candidat pour ce mandat. Je déclare donc élu M. Bart Van Lijsebeth, en application de l'article 157.6 du Règlement de la Chambre, en qualité de président effectif du Comité P.

 

Pas d'observations? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

(Applaus)

(Applaudissements)

 

Wij moeten:

- één Franstalige ondervoorzitter benoemen,

- twee Nederlandstalige werkende leden benoemen en

- één Franstalig werkend lid benoemen.

 

Nous devons procéder à la nomination:

- d'un vice-président francophone,

- de deux membres effectifs néerlandophones et

- d'un membre effectif francophone.

 

Wij beginnen met de benoeming van de Franstalige ondervoorzitter.

Nous commençons par la nomination du vice-président francophone.

 

De kandidatenlijst werd op de banken rondgedeeld onder het nr. 2291/1.

La liste des candidats a été distribuée sur les bancs sous le n° 2291/1.

 

De stembiljetten werden reeds rondgedeeld.

Les bulletins de vote ont déjà été distribués.

 

Daar de stemming geheim is, mogen de stembiljetten niet worden ondertekend.

Le scrutin étant secret, les bulletins ne peuvent être signés.

 

We moeten eerst een of twee bureaus van stemopnemers bij loting samenstellen. Elk bureau bestaat uit vier leden. Ik stel u evenwel voor om voor de stemopneming de twee secretarissen aan te wijzen die heden aan het bureau hebben plaatsgenomen.

Nous devons d'abord procéder au tirage au sort d'un ou de deux bureaux de scrutateurs composés chacun de quatre membres qui seront chargés du dépouillement. Je vous propose cependant de désigner les deux secrétaires siégeant au bureau ce jour pour dépouiller les scrutins.

 

Pas d'observations? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

De dames Camille Dieu en Maggie De Block worden aangewezen om de stemmen op te nemen.

Mmes Camille Dieu et Maggie De Block sont désignées pour dépouiller les scrutins.

 

Ik stel u voor dat de stembiljetten geteld worden in de Conferentiezaal, in aanwezigheid van de stemopnemers.

Je vous propose de procéder au dépouillement des scrutins à la salle des Conférences, en présence des scrutateurs.

 

Pas d'observations? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Ik verzoek elk lid om bij het afroepen van zijn naam zijn ongetekende stembiljet in de stembus te komen deponeren. Gelieve langs mijn linkerzijde op het spreekgestoelte te komen en het aan mijn rechterzijde te verlaten.

A l'appel de son nom, chaque membre est prié de venir déposer son bulletin non signé dans l'urne, en montant à la tribune, de ma gauche à ma droite.

 

Ik wijs erop dat, om te stemmen, men een kruisje in het vakje tegenover de naam van de gekozen kandidaat plaatst.

Je rappelle qu'il y a lieu de voter en traçant une croix dans la case figurant en regard du nom du candidat choisi.

 

Ik nodig de secretarissen uit de namen af te roepen.

J'invite les secrétaires à procéder à l'appel nominal.

 

Er wordt overgegaan tot de naamafroeping

Il est procédé à l'appel nominal.

 

Heeft iedereen gestemd? (Ja)

Tout le monde a-t-il déposé son bulletin dans l'urne? (Oui)

 

De stemming is gesloten. Ik nodig de secretarissen uit over te gaan tot de stemopneming.

Je déclare le scrutin clos et invite les scrutateurs à procéder au dépouillement.

 

Collega’s, ik schors de vergadering voor een tiental minuten tot we het resultaat kennen van de eerste stemming, alleszins zo lang als de telling duurt. Immers, het resultaat is natuurlijk van invloed op de volgende stemmingen.

 

La séance est suspendue.

De vergadering is geschorst.

 

La séance est suspendue à 17.45 heures.

De vergadering wordt geschorst om 17.45 uur.

 

La séance est reprise à 17.55 heures.

De vergadering wordt hervat om 17.55 uur.

 

La séance est reprise.

De vergadering is hervat.

 

23 Vast Comité van toezicht op de politiediensten – Benoeming van de ondervoorzitter (F) – Uitslag van de stemming

23 Comité permanent de contrôle des services de police – Nomination du vice-président (F) – Résultat du scrutin

 

Votants

139

Stemmen

Blancs ou nuls

3

Blanco of ongeldig

Valables

136

Geldig

Majorité absolue

69

Volstrekte meerderheid

 

De heer Guy Cumps heeft 120 stemmen bekomen.

M. Guy Cumps a obtenu 120 suffrages.

 

De heer Émile Dejehansart heeft 16 stemmen bekomen.

M. Émile Dejehansart a obtenu 16 suffrages.

 

De heer Guy Cumps die de volstrekte meerderheid heeft bekomen, is benoemd tot ondervoorzitter (F) van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.

M. Guy Cumps ayant obtenu la majorité absolue, est proclamé vice-président (F) du Comité permanent de contrôle des services de police.

 

Nu gaan wij over tot de benoeming van twee Nederlandstalige werkende leden en één Franstalig werkend lid.

Maintenant nous procédons à la nomination de deux membres effectifs néerlandophones et d'un membre effectif francophone.

 

Ik nodig de secretarissen uit de namen af te roepen.

J'invite les secrétaires à procéder à l'appel nominal.

 

Er wordt overgegaan tot de naamafroeping

Il est procédé à l'appel nominal.

 

Heeft iedereen gestemd? (Ja)

Tout le monde a-t-il déposé son bulletin dans l'urne? (Oui)

 

De stemming is gesloten. Ik nodig de secretarissen uit over te gaan tot de stemopneming.

Je déclare le scrutin clos et invite les scrutateurs à procéder au dépouillement.

 

Collega’s, ik schors opnieuw heel even de vergadering voor de telling van de stemmen.

 

De vergadering is geschorst.

La séance est suspendue.

 

De vergadering wordt geschorst om 18.04 uur.

La séance est suspendue à 18.04 heures.

 

La séance est reprise à 18.22 heures.

De vergadering wordt hervat om 18.22 uur.

 

La séance est reprise.

De vergadering is hervat.

 

24 Vast Comité van toezicht op de politiediensten – Benoeming van twee werkende leden (N) – Uitslag van de stemming

24 Comité permanent de contrôle des serivces de police – Nomination de deux membres effectifs (N) – Résultat du scrutin

 

 

Votants

138

Stemmen

Blancs ou nuls

4

Blanco of ongeldig

Valables

134

Geldig

Majorité absolue

68

Volstrekte meerderheid

 

De heer Herman Daens heeft 106 stemmen bekomen.

M. Herman Daens a obtenu 106 suffrages.

 

De heer Philippe De Cock heeft 15 stemmen bekomen.

M. Philippe De Cock a obtenu 15 suffrages.

 

Mevrouw Johanna Erard heeft 7 stemmen bekomen.

Mme Johanna Erard a obtenu 7 suffrages.

 

Mevrouw Diane Reynders heeft 112 stemmen bekomen.

Mme Diane Reynders a obtenu 112 suffrages.

 

De heer Marcel Verbelen heeft 3 stemmen bekomen.

M. Marcel Verbelen a obtenu 3 suffrages.

 

Aangezien de heer Herman Daens 106 stemmen heeft bekomen, dit is de volstrekte meerderheid, is hij uitgeroepen tot werkend lid (N) van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.

M. Herman Daens ayant obtenu 106 suffrages, soit la majorité absolue, est proclamé membre effectif (N) du Comité permanent de contrôle des services de police.

 

Aangezien mevrouw Diane Reynders 112 stemmen heeft bekomen, dit is de volstrekte meerderheid, is zij uitgeroepen tot werkend lid (N) van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.

Mme Diane Reynders ayant obtenu 112 suffrages, soit la majorité absolue, est proclamée membre effectif (N) du Comité permanent de contrôle des services de police.

 

25 Vast Comité van toezicht op de politiediensten – Benoeming van een werkend lid (F) – Uitslag van de stemming

25 Comité permanent de contrôle des services de police – Nomination d'un membre effectif (F) – Résultat du scrutin

 

Votants

138

Stemmen

Blancs ou nuls

4

Blanco of ongeldig

Valables

134

Geldig

Majorité absolue

68

Volstrekte meerderheid

 

De heer Gil Bourdoux heeft 17 stemmen bekomen.

M. Gil Bourdoux a obtenu 17 suffrages.

 

De heer Bernard Claude heeft 2 stemmen bekomen.

M. Bernard Claude a obtenu 2 suffrages.

 

De heer Émile Dejehansart heeft 107 stemmen bekomen.

M. Émile Dejehansart a obtenu 107 suffrages.

 

De heer Émile Dejehansart die de volstrekte meerderheid heeft bekomen, is benoemd tot werkend lid (F) van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.

M. Émile Dejehansart ayant obtenu la majorité absolue, est proclamé membre effectif (F) du Comité permanent de contrôle des services de police.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

26 Rekenhof – Ingediende kandidaturen voor het ambt van raadsheer in de Nederlandse Kamer

26 Cour des comptes – Candidatures introduites pour la fonction de conseiller de la Chambre néerlandaise

 

De Kamer van volksvertegenwoordigers dient over te gaan tot de benoeming van een raadsheer in de Nederlandse Kamer van het Rekenhof ter vervanging van de heer Ignace Desomer die tot voorzitter van de Nederlandse Kamer werd verkozen.

La Chambre des représentants doit procéder à la nomination d'un conseiller de la Chambre néerlandaise de la Cour des comptes en remplacement de M. Ignace Desomer, élu président de la Chambre néerlandaise.

 

In het Belgisch Staatsblad van 24 november 2009 werd een oproep tot kandidaatstelling gepubliceerd. De kandidaturen dienden uiterlijk op dinsdag 8 december 2009 te zijn ingediend.

Un appel aux candidats a été publié au Moniteur belge du 24 novembre 2009. Les candidatures devaient être introduites pour le mardi 8 décembre 2009 au plus tard.

 

De volgende kandidaturen werden ingediend:

- de heer Wim Claessens, auditeur bij het Rekenhof;

- de heer Marc Galle, eerste auditeur bij het Rekenhof;

- de heer Herman Matthijs, hoogleraar aan de VUB;

- de heer Stefaan Mergaerts, hoofdadviseur bij het Vlaams Parlement;

- de heer Rudi Moens, eerste auditeur-revisor bij het Rekenhof;

- mevrouw Caroline Penders, adviseur van de Limburgs gedeputeerde Gilbert Van Baelen;

- de heer Emmanuel Vandenbossche, raadgever op het kabinet van de vice-eerste minister en minister van Begroting;

- de heer Mark Vandersmissen, manager-auditor bij het Agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie;

- de heer Marc Van Hoeymissen, eerste auditeur bij het Rekenhof.

 

Les candidatures suivantes ont été introduites:

- M. Wim Claessens, auditeur à la Cour des comptes;

- M. Marc Galle, premier auditeur à la Cour des comptes;

- M. Herman Matthijs, professeur à la VUB;

- M. Stefaan Mergaerts, conseiller principal au Parlement flamand;

- M. Rudi Moens, premier auditeur-réviseur à la Cour des comptes;

- Mme Caroline Penders, conseillère du député permanent limbourgeois Gilbert Van Baelen;

- M. Emmanuel Vandenbossche, conseiller au cabinet du vice-premier ministre et ministre du Budget;

- M. Mark Vandersmissen, manager-auditeur auprès de l'Agence d'audit interne de l'administration flamande;

- M. Marc Van Hoeymissen, premier auditeur à la Cour des comptes.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 9 december 2009 zullen de kandidaten op 15 december 2009 door de subcommissie "Rekenhof" worden gehoord.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 9 décembre 2009, les candidats seront entendus le 15 décembre 2009 par la sous-commission "Cour des comptes".

 

Pas d'observations? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Het curriculum vitae van de kandidaten zal aan de politieke fracties en aan het secretariaat van de subcommissie "Rekenhof" worden bezorgd.

Le curriculum vitae des candidats sera transmis aux groupes politiques et au secrétariat de la sous-commission "Cour des comptes".

 

27 Hulde aan generaal-majoor Pierre Segers

27 Hommage au général-major Pierre Segers

 

De voorzitter: Beste collega’s, we nemen vandaag afscheid van de Militaire Commandant van het Paleis der Natie, generaal-majoor van het Vliegwezen, Pierre Segers, die op 1 januari met pensioen gaat. Hiermee komt een einde aan een bijna 50 jaar lange militaire carrière.

 

Le général-major Segers est né le 25 octobre 1944 à Kinrooi. Il a rejoint l'armée à l'âge de 16 ans et, à l'issue d'une formation à l'École royale des cadets et à l'École des sous-lieutenants, il a été nommé en 1966 officier à la Force aérienne belge.

 

In 1967 volgde Pierre Segers de cursus voor luchtverdedigingofficieren aan de US Army Air Defence School in Fort Bliss, Texas, waarna hij aangesteld werd bij de 13Wing Missiles in Duitsland.

 

Vanaf 1984 zette Pierre Segers zijn militaire loopbaan in België verder: hij was achtereenvolgens stafofficier in de Divisie Operaties van de Luchtmachtstaf in Brussel, militair hoogleraar, belast met de cursussen Luchtverdediging en Commando en Controle, aan het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie in Brussel, bevelhebber bij het Luchtverkeersleidingcentrum van de Luchtmacht in Gavere-Semmerzake, directeur van de personeelsadministratie in de Personeelsdivisie van de Generale Staf, chef van het departement Inlichtingen bij de dienst Inlichtingen en veiligheid van het Belgische leger, kabinetschef van de Chef van de Generale Staf, en, vanaf januari 1999, Chef van de Divisie Operaties in de Generale Staf.

 

Au 1er janvier 2002, le général-major Segers a accédé au poste de Commandant militaire du Palais de la Nation. Durant ces huit années, il s'est surtout attaché à la coordination de l'intervention des militaires, des services de police et du personnel de sécurité. Il a renforcé les contacts entre la Police Militaire du Parlement et les services de police et autres administrations, ce qui a notamment conduit à l'élaboration d'une convention sur l'accès des parlementaires et des fonctionnaires à la zone neutre lors de manifestations. Le général-major Segers s'est également beaucoup investi dans une harmonisation de la politique de sécurité des sept assemblées parlementaires que compte notre pays. Il a par ailleurs doté le détachement des MP d'un équipement plus performant, garant d'une meilleure efficacité.

Par sa discrétion et son sens de la diplomatie, il a su établir et entretenir de bons contacts avec les sphères politique et administrative.

 

Generaal-majoor Segers, U bent er de man niet naar om na uw pensionering in een zwart gat te vallen. Tot uw hobby’s behoren lezen, wintersport en reizen: van welingelichte zijde verneem ik dat u reeds in maart 2010 in Cuba zult vertoeven. Bovenal zult u als minzame Bourgondiër nu meer dan ooit kunnen genieten van culinaire hoogstanden alsook van de tijd die vrijkomt voor uw familie en kleinkinderen.

 

In naam van de assemblee wil ik u, beste generaal, oprecht danken voor wat u voor ons gedaan heeft, en u alle geluk toewensen in uw verdere leven.

 

(Applaus)

(Appaludissements)

 

28 Urgentieverzoeken van de regering

28 Demandes d'urgence du gouvernement

 

De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake migratie en asiel (nr. 2305/1).

Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des dispositions diverses en matière de migration et d'asile (n° 2305/1).

 

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

 

Het urgentieverzoek wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

La demande d'urgence est adoptée par assis et levé.

 

De regering heeft eveneens de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende fiscale bepalingen (nr. 2311/1).

Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des dispositions fiscales (n° 2311/1).

 

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

 

Het urgentieverzoek wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

La demande d'urgence est adoptée par assis et levé.

 

29 Inoverwegingneming van voorstellen

29 Prise en considération de propositions

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ik stel u ook voor in overweging te nemen:

- het wetsvoorstel van de dames Sonja Becq, Leen Dierick, Lieve Van Daele en Ingrid Claes en de heer Stefaan Vercamer ter bestrijding van de loonkloof tussen vrouwen en mannen (nr. 2309/1).

Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken;

- het wetsvoorstel van mevrouw Meyrem Almaci, de heer Georges Gilkinet, mevrouw Juliette Boulet, de heer Wouter De Vriendt, de dames Zoé Genot en Muriel Gerkens en de heren Eric Jadot en Stefaan Van Hecke tot opheffing van het bankgeheim in het kader van nationale en internationale verrichtingen (nr. 2304/1);

- het wetsvoorstel van de heren Georges Gilkinet en Stefaan Van Hecke, mevrouw Meyrem Almaci, de heren Ronny Balcaen en Wouter De Vriendt, mevrouw Muriel Gerkens en de heer Eric Jadot tot optimalisering van de taks op de beursverrichtingen (nr. 2308/1).

Verzonden naar de commissie voor de Financiën en de Begroting;

- het wetsvoorstel van de heer Servais Verherstraeten, mevrouw Yolande Avontroodt, de heren Christian Brotcorne, Jean-Jacques Flahaux en Thierry Giet en de dames Marie-Claire Lambert, Nathalie Muylle en Hilde Vautmans tot wijziging van de wet van ... betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook (nr. 2317/1).

Verzonden naar de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing.

 

Je vous propose également de prendre en considération:

- la proposition de loi de Mmes Sonja Becq, Leen Dierick, Lieve Van Daele et Ingrid Claes et M. Stefaan Vercamer visant à lutter contre l'écart salarial entre les femmes et les hommes (n° 2309/1).

Renvoi à la commission des Affaires sociales;

- la proposition de loi de Mme Meyrem Almaci, M. Georges Gilkinet, Mme Juliette Boulet, M. Wouter De Vriendt, Mmes Zoé Genot et Muriel Gerkens et MM. Eric Jadot et Stefaan Van Hecke visant à lever le secret bancaire dans le cadre d'opérations nationales et internationales (n° 2304/1);

- la proposition de loi de MM. Georges Gilkinet et Stefaan Van Hecke, Mme Meyrem Almaci, MM. Ronny Balcaen et Wouter De Vriendt, Mme Muriel Gerkens et M. Eric Jadot visant à optimaliser la taxe sur les opérations de bourse (n° 2308/1).

Renvoi à la commission des Finances et du Budget;

- la proposition de loi de M. Servais Verherstraeten, Mme Yolande Avontroodt, MM. Christian Brotcorne, Jean-Jacques Flahaux et Thierry Giet et Mmes Marie-Claire Lambert, Nathalie Muylle et Hilde Vautmans modifiant la loi du ... instaurant une réglementation générale relative à l'interdiction de fumer dans les lieux fermés accessibles au public et à la protection des travailleurs contre la fumée du tabac (n° 2317/1).

Renvoi à la commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Urgentieverzoeken

Demandes d'urgence

 

29.01  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de urgentie voor de behandeling van het wetsvoorstel nr. 2317.

 

De voorzitter: Het gaat om een wetsvoorstel, ingediend door de heer Verherstraeten en consoorten, tot wijziging van de wet houdende de algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen, toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook. Vraagt iemand het woord over dit urgentieverzoek?

 

29.02  Koen Bultinck (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, wat hier wordt gevraagd door de fractieleider van CD&V maakt deel uit van die draak van een akkoord over het rookverbod.

 

Ik zal zeer duidelijk zeggen waarom de fractie van het Vlaams Belang zich tegen de dringende behandeling verzet.

 

Ten eerste, wij zijn uiteraard geen voorstander van een totaal rookverbod. Wat ons betreft, moet het nog altijd mogelijk zijn om in een gewoon klein biercafeetje een sigaretje op te steken.

 

Ten tweede, als wij het goed begrepen hebben uit de persberichten, was er wel degelijk voorzien in begeleidende maatregelen voor de horeca. Wanneer ik het beschikkend gedeelte van het wetsvoorstel dat nu voorligt aandachtig lees, zie ik dat daarin niets over begeleidende maatregelen voorkomt.

 

Wij krijgen dus een lege doos voorgeschoteld. Eigenlijk vraagt de regering een blanco cheque. Men houdt zelfs de schijn niet op dat men van plan zou zijn begeleidende maatregelen voor de horeca te nemen. Wij zullen ons met overtuiging verzetten tegen de dringende behandeling van het betrokken wetsvoorstel.

 

29.03  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je trouve assez paradoxal que la majorité demande ici l'urgence pour une proposition de loi qui, d'abord, a été retardée d'une semaine alors que nous nous apprêtions à voter l'autre proposition de loi; qu'ensuite, il a été refusé d'intégrer les amendements du Sénat alors que les motivations les justifiant se retrouvent dans la proposition qui nous est soumise aujourd'hui.

 

Nous demander ce vote dans l'urgence alors que nous parlons de concertation avec le secteur et de mesures d'accompagnement, voilà qui ne me paraît vraiment pas très cohérent ni justifié.

 

Néanmoins, je veux bien qu'on mette cette proposition de loi à l'ordre du jour de la commission de la Santé dès la rentrée; je peux m'y engager. Cependant, j'estime que cela ne nécessite pas, ni aujourd'hui ni avant Noël, un traitement en extrême urgence.

 

29.04  Bruno Tobback (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ondanks de hoogdringendheid heeft heel dit voorstel een geweldige geschiedenis die erop neerkomt dat men van een onwerkbaar voorstel in de Kamer gegaan is naar een bijna werkbaar voorstel in de Senaat om dan opnieuw te eindigen met een onwerkbaar voorstel in de Kamer, waarvan mijn fractie, die voor alle duidelijkheid voor een rookverbod is, het nut niet van inziet.

 

Ik stel vooral vragen bij de plotse hoogdringendheid. De heer Verherstraeten doet zelfs niet de moeite om die helemaal te verantwoorden. Als ik het goed begrepen heb, komt heel het verhaal erop neer dat men het rookverbod uitstelt tot in 2014, maar desondanks is de bespreking ervan dringend vereist. Ik vraag mij toch af wat de motivatie daarachter is, mijnheer Verherstraeten.

 

29.05  Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het inhoudelijke debat zal in de commissie gevoerd worden, maar ik wil mij absoluut verzetten tegen de hoogdringendheid. Ik vind het trouwens absurd wat er hier aan het gebeuren is. De meerderheid vraagt nu de hoogdringendheid voor een wetsvoorstel tot wijziging van een wet die nog geen datum heeft, maar waarvan ze het ontwerp wel drie dagen geleden zelf heeft goedgekeurd. Qua perceptie kan dat tellen.

 

De voorzitter: De Kamer moet zich uitspreken over de vraag tot urgentie van de heer Verherstraeten. Wie de vraag tot urgentie steunt, staat op. Wij doen daarna de tegenproef.

 

Het urgentieverzoek wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

La demande d'urgence est adoptée par assis et levé.

 

29.06  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, il y a d'autres prises en considération et je voudrais demander l'urgence sur un autre texte.

 

Chers collègues, vous avez sur vos bancs la proposition de loi n° 2304, visant à lever le secret bancaire dans le cadre d'opérations nationales et internationales. Ce serait une réponse politique à cet événement judiciaire intervenu mardi dont nous avons débattu tout à l'heure, qui démontrerait la volonté d'avancer rapidement sur une des 108 recommandations de la commission spéciale relative à la grande fraude fiscale, dont le rapport avait été approuvé au mois de mai.

 

Accorder l'urgence à ce texte permettrait de donner un signal politique important. Certes, il existe d'autres textes, que nous avons signés, qui portent quasiment sur le même thème. Celui-ci a une dimension internationale particulière. Cela permettrait de rejoindre nos collègues socialistes sur l'analyse du texte. De plus, il serait réellement utile que la Chambre lance ce signal politique. Vous venez d'accorder l'urgence à un autre texte, qui a une portée symbolique, à mon sens, plus négative. J'ai envie de voir où sont les priorités de notre parlement. Ce serait un signal opportun d'accorder l'urgence à ce texte. Je remercie d'avance ceux qui poseront ce geste.

 

29.07  Marie Arena (PS): Monsieur le président, nous travaillons sur le même projet en commission qui traite de la fraude fiscale. L'urgence qui est demandée est peut-être un effet d'annonce en rapport avec l'actualité du procès KB Lux. Je pense qu'il est important que nous puissions continuer à travailler sereinement. Cette proposition peut être jointe à l'analyse en cours dans cette commission.

 

De voorzitter: Wij stemmen bij zitten en opstaan over het urgentieverzoek voor het wetsvoorstel van de heer Gilkinet en mevrouw Almaci nummer 2304/1.

 

Het urgentieverzoek wordt bij zitten en opstaan verworpen.

La demande d'urgence est rejetée par assis et levé.

 

29.08  Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het zal me niet gauw overkomen, maar ik vraag de hoogdringende behandeling van drie initiatieven van de MR, een voorstel van resolutie, een voorstel tot herziening van de Grondwet en een wetsvoorstel.

 

We weten allemaal dat enkele liberale collega's in de Senaat werken aan een voorstel omtrent het verbod op kruisbeelden op de kerkhoven. Volgens hen maakt dat deel uit van het debat over de scheiding tussen kerk en staat. Wat wel belangrijk is in dat debat over de scheiding tussen kerk en staat en waar de mensen wel wakker van liggen, is het debat dat regelmatig de kop opsteekt, dat van de hoofddoeken en andere uiterlijke elementen van een politieke of religieuze overtuiging door ambtenaren.

 

Collega Bacquelaine en anderen van de MR stellen heel concreet voor om dat debat snel aan te vatten in het Parlement. Het lijkt ons zeer nuttig om daar dringend werk van te maken.

 

De voorzitter: De heer Weyts verzoekt om de dringende behandeling van de voorstellen n°2287/1, n° 2288/1 en n° 2289/1.

 

Vraagt nog iemand het woord?

 

29.09  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, je remercie M. Weyts de sa sollicitude, de l'intérêt qu'il porte à nos propositions et de sa brutale conviction par rapport à nos propositions sur les signes convictionnels.

 

Mais je pense que ces propositions peuvent être utilement renvoyées à la commission de l'Intérieur. Cette dernière n'est pas débordée par le travail. Il n'y a qu'à regarder la bonne santé de son président! Il est en pleine forme! Je n'ai aucun doute quant à la possibilité pour la commission de l'Intérieur d'agender rapidement ces propositions et de permettre ainsi un débat constructif sur lesdites propositions.

 

Fait personnel

Persoonlijk feit

 

29.10  André Frédéric (PS): Monsieur le président, je demande la parole pour un fait personnel.

 

Tout d'abord, je remercie le docteur Bacquelaine pour l'intérêt qu'il porte à ma santé!

Plus sérieusement, je voudrais dire que vous connaissez ma volonté de tenir compte des demandes de l'ensemble de mes collègues. J'essaierai donc d'agender ces propositions dans les meilleurs délais.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De voorzitter: U dringt aan op een stemming?

 

Wie de vraag tot urgentie van de heer Weyts steunt, mag opstaan. Daarna doen we de tegenproef.

 

Het urgentieverzoek wordt bij zitten en opstaan verworpen.

La demande d'urgence est rejetée par assis et levé.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

30 Projet de loi introduisant un nouveau livre relatif à la motivation, à l'information et aux voies de recours dans la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services (2276/4)

30 Wetsontwerp tot invoeging van een nieuw boek betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen in de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten (2276/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

87

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

53

Abstentions

Totaal

140

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2276/5)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2276/5)

 

31 Projet de loi adaptant certaines législations à la directive 2006/123/CE du Parlement européen et du Conseil relative aux services dans le marché intérieur (2275/4)

31 Wetsontwerp tot aanpassing van sommige wetgevingen aan de richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt (2275/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

103

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

36

Abstentions

Totaal

139

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2275/5)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2275/5)

 

32 Wetsontwerp betreffende de uitoefening van een vrij en gereglementeerd cijferberoep door een rechtspersoon (2261/3)

32 Projet de loi relatif à l'exercice d'une profession libérale et réglementée du chiffre par une personne morale (2261/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

114

Oui

Nee

14

Non

Onthoudingen

11

Abstentions

Totaal

139

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2261/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2261/4)

 

32.01  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de voorzitter, ik heb “ja” gestemd.

 

33 Goedkeuring van de agenda

33 Adoption de l’ordre du jour

 

De voorzitter: Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

 

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering dinsdag 15 december 2009 om 10.00 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le mardi 15 décembre 2009 à 10.00 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 18.45 uur.

La séance est levée à 18.45 heures

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 52 PLEN 127 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 52 PLEN 127 annexe.

 

 

 


  


Detail van de naamstemmingen

 

Détail des votes nominatifs

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 001

 

 

Ja         

087

Oui

 

Arena Marie, Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Colinia Françoise, Collard Philippe, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Defreyne Roland, della Faille de Leverghem Katia, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Ducarme Denis, Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Goutry Luc, Gustin Luc, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Libert Eric, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Peetermans Luc, Perpète André, Schiltz Willem-Frederik, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Waterschoot Kristof, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

053

Abstentions

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght Martine, De Man Filip, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Douifi Dalila, Geerts David, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Jambon Jan, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Landuyt Renaat, Logghe Peter, Luykx Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Peeters Jan, Plasman Cathy, Ponthier Annick, Raemaekers Magda, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Stevenheydens Bruno, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Broeckhoven Christine, Van den Eynde Francis, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vijnck Dirk, Weyts Ben

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 002

 

 

Ja         

103

Oui

 

Annemans Gerolf, Arena Marie, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Brotcorne Christian, Bultinck Koen, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Cocriamont Patrick, Coëme Guy, Colen Alexandra, Colinia Françoise, Collard Philippe, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Defreyne Roland, della Faille de Leverghem Katia, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Ducarme Denis, Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Goutry Luc, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Laeremans Bart, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Libert Eric, Logghe Peter, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pas Barbara, Peetermans Luc, Perpète André, Ponthier Annick, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Stevenheydens Bruno, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Uyttersprot Ilse, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Eynde Francis, Van der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Waterschoot Kristof, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

036

Abstentions

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Bonte Hans, Boulet Juliette, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght Martine, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, Douifi Dalila, Geerts David, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Jambon Jan, Kitir Meryame, Landuyt Renaat, Luykx Peter, Peeters Jan, Plasman Cathy, Raemaekers Magda, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Broeckhoven Christine, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vijnck Dirk, Weyts Ben

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 003

 

 

Ja         

114

Oui

 

Annemans Gerolf, Arena Marie, Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Brotcorne Christian, Bultinck Koen, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Cocriamont Patrick, Coëme Guy, Colen Alexandra, Colinia Françoise, Collard Philippe, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, Defreyne Roland, De Groote Patrick, della Faille de Leverghem Katia, De Maght Martine, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Ducarme Denis, Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Goutry Luc, Gustin Luc, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Laeremans Bart, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Libert Eric, Logghe Peter, Luykx Peter, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pas Barbara, Peetermans Luc, Perpète André, Ponthier Annick, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Stevenheydens Bruno, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Uyttersprot Ilse, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Eynde Francis, Van der Auwera Liesbeth, Van de Velde Robert, Van Grootenbrulle Bruno, Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vijnck Dirk, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

014

Non

 

Bonte Hans, Detiège Maya, Douifi Dalila, Geerts David, Kitir Meryame, Landuyt Renaat, Peeters Jan, Plasman Cathy, Raemaekers Magda, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Broeckhoven Christine, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk

 

 

Onthoudingen

011

Abstentions

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, De Vriendt Wouter, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan