Séance plénière |
|
van donderdag
12 november 2009 Namiddag ______ |
du jeudi 12 novembre 2009 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.
La séance est ouverte à 14.18 heures et présidée par M. Patrick Dewael.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Steven Vanackere,
Herman Van Rompuy.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Maya Detiège, Luc
Sevenhans, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;
Valérie Déom, met
zending buitenslands / en mission à l'étranger;
Hendrik Daems,
Ludo Van Campenhout, buitenslands / à l'étranger;
François-Xavier de Donnea, IPU / UIP.
- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid over "de mogelijke Europese roeping van de eerste minister" (nr. P1378)
- de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid over "de mogelijke Europese roeping van de eerste minister" (nr. P1379)
- M. Gerolf Annemans au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile sur "la vocation européenne supposée du premier ministre." (n° P1378)
- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile sur "la vocation européenne supposée du premier ministre" (n° P1379)
01.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste minister, ik heb het enkel van horen zeggen dat u kans maakt om een post in de Europese Unie te betrekken. U zou iets kunnen voorzitten dat volledig ten onrechte presidentschap wordt genoemd.
Ik mag hopen dat, mocht u mogelijkerwijze ooit in voornoemde functie mensen als Obama en andere door het volk verkozenen dienen te ontmoeten, zij zullen inzien dat u slechts door een heel beperkt achterkamertjesclubje bent aangesteld. Ik mag tevens hopen dat zij u niet zullen zien als iemand die door het volk is verkozen.
Mijnheer de eerste minister, ik hoor het argument in Europa waaien dat wie België kan besturen, ook in staat mag worden geacht Europa te kunnen besturen. Ik hoop van harte dat Europa beseft dat het, indien het voorgaande het argument is om u Europa te laten besturen, ook moet kijken naar de manier waarop u België bestuurt, namelijk helemaal niet.
Er volgt straks een debat over de Europese opmerkingen over uw begroting, dat heel interessant zal zijn. Ik hoop dat er in Europa correspondentie is over de hoogst protocollaire manier waarop u het voorbije jaar de rol van eerste minister op u hebt genomen.
Ten derde, mijnheer de eerste minister, ik mag ook hopen dat u, indien u wordt geroepen, ons niet zal opzadelen met iemand die ook niet in de Kamer is verkozen. Ik hoor allerlei namen waaien, zoals de heer Vanackere en Marianne Thyssen. Ik hoop dat u aangaande het eerste ministerschap, indien u het Europese presidentschap aanvaardt – ik zal met graagte vernemen wat u ter zake verklaart –, al een idee hebt op welke manier en door wie u hier het land wil laten besturen. Ik hoop dat u, democraat zijnde, ons ter zake iets kan mededelen.
Ik heb alles enkel van horen zeggen. Ik zou hier in het Parlement graag horen wat u over het voorgaande te vertellen hebt.
01.02 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik wil absoluut de laatste kans, de historische kans niet laten voorbijgaan om u nog één keer te interpelleren. Ik hoor dat er volgende week witte rook uit de schouw zou komen. Als u volgende week terugkomt, zal ik u nog een keer ondervragen.
Ik hoop alleen dat wij niet in een Eurosongfestivalscenario zitten. U kent dat. Wij vertrekken steeds als grote favoriet, maar achteraf komen wij met de staart opgetrokken terug.
Mijnheer de eerste minister, ik kan heel goed begrijpen dat als Suzanne van Interlabor belt en u de job van uw leven aanbiedt, u dan ja moet zeggen. Eerlijkheidshalve, u mag van mij naar Europa, met alle plezier. Dat is goed voor de uitstraling van ons land.
Alleen kan ik de keuze niet goed begrijpen. Mijn voorgaande collega heeft het reeds gezegd. Ik wil de inertie van België niet overdragen op Europa. Of misschien is dat de enige reden waarvoor u bent gekozen. Als de groten in Europa beslissen, dan dansen wij naar hun pijpen.
Misschien bent u gekozen als beloning voor het feit dat wij de helft van ons land hebben uitverkocht aan de Fransen. De Fransen zijn ontzettend gelukkig om ons een keer een tegencadeau te doen, waardoor u de protocolaire functie van het presidentschap in Europa mag waarnemen.
Hetgeen mij een beetje verontrust is wie er na u komt. Want als Suzanne heeft geroepen en u de job van uw leven hebt, dan bent u weg. Wie komt er dan? Komt de man van de stilstand? Wij zitten nu in de rustige vastgeroestheid. Komt de man van de stilstand dan terug? Wie krijgen wij?
Er was vandaag zelfs het bericht dat de heer Ducarme, iemand uit uw eigen coalitie, zich tegen u verzet. Ik kan heel goed begrijpen dat Verhofstadt nu ook een maagzweer krijgt. De numero uno ziet dat aan zich voorbijgaan.
Ik zou heel graag weten wat uw houding momenteel is. Ik verwacht een heel kort antwoord, net als uw beleid is geweest. Wat is uw houding vandaag ten opzichte van die kandidatuur? Ik hoop dat als u weggaat, wij niet het scenario krijgen van 21 juli, dat wij geen resem ministers krijgen, dat wij de heer Daerden niet krijgen om de bar open te houden, dat wij geen nieuwe regeringscommissaris krijgen, maar dat wij in het democratische debat ook onze inspraak krijgen.
01.03 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, waarde collega’s, het Zweedse voorzitterschap heeft gisteren meegedeeld dat het op 19 november eerstkomend een Europese Raad bijeenroept om in het bijzonder de Permanente Voorzitter van de Europese Raad en de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheid aan te stellen. De benoemingen vereisen een gekwalificeerde meerderheid in de Raad.
Voor een dergelijke functie is een eerste minister in functie en als zodanig lid van de Europese Raad, geen kandidaat. Daarvoor zijn het nationaal mandaat en zijn verantwoordelijkheid in eigen land te groot. Indien echter in de Europese Raad een consensus aanwezig is, kan die man of vrouw niet weigeren die belangrijke Europese functie te aanvaarden.
De consensus is er op dit ogenblik volgens het Zweedse voorzitterschap niet. Dat is mijn benadering geweest sinds het probleem ter sprake kwam. Als gevolg daarvan heeft mijn kabinet, noch de Belgische diplomatie, noch ikzelf enig initiatief ter zake genomen en wacht ik de Raad van volgende donderdag af.
Voor de rest lees, hoor en zie ik wat er wordt geschreven. Ik herken er vaak mezelf niet in, noch in het goede, noch in het kwade dat over mij wordt verteld. Ik denk er telkens het mijne over en werk hier in het land met volle overtuiging voort. (Luid applaus)
01.04 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste minister, ik vraag mij af waarvoor u nu applaus krijgt. Voor de gedachte die de CD&V koestert dat u hier gaat blijven, of voor de schim van de mogelijkheid die ze hebben gezien dat u gaat vetrekken? Ik vraag het mij werkelijk af.
U doet het toch maar weer! U creëert de sfeer die u ook vorig jaar hebt gecreëerd, namelijk alsof Herman Van Rompuy iemand is die liever niet weg zou gaan en liever zijn land zou blijven besturen, zoals hij vorig jaar liever de Kamer voort had bestuurd, maar die, omdat hij geroepen wordt, toch zal vertrekken. Die sfeer probeert u opnieuw te creëren. Gefeliciteerd daarvoor.
De CD&V zal wel gelukkig zijn dat ze een halve heilige naar Europa kan sturen, maar ik blijf in alle geval met de belangrijkste vraag zitten. U doet alsof u er allemaal niets mee te maken hebt, hoewel wij in de kranten niet alleen kwaad over u lezen, maar ook dat u bijvoorbeeld Catherine Ashton probeert te herstellen als een Britse kandidaat voor die buitenlandse post — u fronst de wenkbrauwen, maar blijkbaar leest u niet alles —, terwijl u achter de schermen samen met uw diplomaten actief probeert die post te bemachtigen. Het siert u natuurlijk niet indien dat waar zou zijn. Het zou u sieren indien het niet waar zou zijn, maar u zegt er niets over in de Kamer. Ik had meer openheid, een klein beetje meer democratie en een klein beetje minder achterkamertjesgedoe verwacht omtrent de wijze waarop u die Europese functie probeert te bemachtigen. Ik had liever een democratisch antwoord gehad.
01.05 Jean Marie Dedecker (LDD): Ik heb minder tijd nodig mijnheer de voorzitter.
Ik had een afscheid van u verwacht, mijnheer de premier, met een prachtige haiku, maar die is er deze keer niet uitgekomen. Ik houd u aan uw woord op dit vlak, misschien is het een afscheidshaiku. Het is u gegund; ik zou het schitterend vinden mocht er een landgenoot president van Europa worden. U stelt de zaken echter voor alsof het ofwel Van Rompuy, ofwel de chaos is, net zoals een jaar voor de CD&V.
Mijn vraag was tweeledig, maar u hebt er niets op geantwoord. Heren van de CD&V, ik hoor u zo mooi zoemen. U mag ook neuriën, maar een naam noemen, dat mag u niet. Krijgen wij van u de redder des vaderlands, de heer Leterme, terug? Of wie van CD&V zal dit land uit de nood helpen en het van een gebrek aan beleid redden?
Wie krijgen wij als u zomaar vertrekt, mijnheer de eerste minister? Wij stellen hier de vragen in het Parlement en wij verwachten op onze vragen een nederig antwoord. Als u toch vertrekt zeg ik: vaartwel mijnheer de premier, ende leve scone ergens in een presidentieel paleis in Brussel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- mevrouw Meyrem Almaci aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid over "de begroting en de kritiek van de Europese Commissie" (nr. P1380)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid over "de begroting en de kritiek van de Europese Commissie" (nr. P1381)
- de heer Bruno Tobback aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid over "de begroting en de kritiek van de Europese Commissie" (nr. P1382)
- de heer Yvan Mayeur aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid over "de door de Europese Unie geëiste begrotingssanering" (nr. P1383)
- Mme Meyrem Almaci au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile sur "le budget et les critiques de la Commission européenne à son propos" (n° P1380)
- M. Hagen Goyvaerts au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile sur "le budget et les critiques de la Commission européenne à son propos" (n° P1381)
- M. Bruno Tobback au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile sur "le budget et les critiques de la Commission européenne à son propos" (n° P1382)
- M. Yvan Mayeur au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile sur "l'exigence de rigueur budgétaire de l'Union européenne" (n° P1383)
02.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, geachte premier, over naar wat ons land op dit moment echt zou moeten bezighouden, met name de put die we de komende jaren moeten wegwerken. De put schijnt groter te worden. Berekeningen van de heer Van Biesen tonen aan waar we mogelijks op afstevenen nu de fiscale ontvangsten tegenvallen.
Mijn vraag is eigenlijk heel eenvoudig. Europa heeft al twee keer gezegd dat het Stabiliteitspact en ook de aangepaste begroting, te vaag en te optimistisch zijn opgesteld. Dat is net de kritiek van de oppositie in de Kamer op al die documenten. Wat zien we dan? Als Europa vraagt om sneller te saneren, zegt minister Reynders onmiddellijk dat dat niet gaat, dat het onmogelijk is, terwijl we vandaag op Belga lezen dat hij niet meteen neen zal zeggen.
Wat is het nu? Wat is de mening van de meerderheid? Wat is uw positie, geachte premier?
Ten tweede, voor iemand die zo’n speerpunt heeft gemaakt van vertrouwen, komt het toch hard aan om al twee keer van Europa een dergelijke sneer of aanmaning te krijgen en zich zelfs in een clubje te bevinden, samen met Italië en Griekenland, van landen wier begrotingsschuld de pan uitswingt.
Wat gaat u uiteindelijk doen aan de uit de hand lopende begrotingsschuld van het land?
02.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, u zult zich herinneren dat tijdens het debat over uw beleidsverklaring en de daaraan gekoppelde begrotingsnota, dat de Vlaams Belangfractie nogal forse kritiek had op de manier waarop u in de komende jaren de overheidsfinanciën zal saneren. De Europese Commissie heeft zich al enkele keren gemoeid met uw begroting. Gisteren is dat voor de tweede keer gebeurd. De Europese Commissie is van oordeel dat u niet tot 2013 hoeft te wachten om het begrotingstekort naar 3 procent te brengen. De Europese Commissie is ook van oordeel dat de aangekondigde besparingsmaatregelen van 1,5 procent van het bbp onvoldoende en de begrotingshypothesen voor 2010 en 2011 niet echt geloofwaardig zijn.
Daarbij komt het debat over de staatsschuld. U weet dat u opnieuw tot de slechte leerlingen van de Europese klas zult behoren, samen met Italië en Griekenland. Dat noopt de Europese Commissie ertoe om een aantal pertinente vragen te stellen.
De jongste dagen zijn we wat overrompeld door een aantal berichten die u waarschijnlijk ook te beurt zijn gevallen met betrekking tot het Europese presidentschap, maar de Europese Commissie heeft u woensdag opnieuw met uw twee voeten op de grond gezet en een aantal elementen naar voren geschoven.
Ik heb slechts een vraag. Mijnheer de eerste minister, wat gaat u doen om aan de vraag van de Europese Commissie tegemoet te komen, want een aantal ministers van u leggen verklaringen af die mijns inziens tegenstrijdig zijn. Wat zult u doen om ervoor te zorgen dat uw begrotingstekort tegen 2012 op of onder de 3 procent van het bbp geraakt?
02.03 Bruno Tobback (sp.a): Mijnheer de eerste minister, de heren Dedecker en Annemans hebben hier lelijke dingen gezegd over uw mogelijk voorzitterschap. Ik wil u zeggen dat ik het u van ganser harte gun. Uit pure solidariteit heb ik vandaag zelfs mijn grijsbruin kostuum aangetrokken, voor mevrouw De Win in het bijzonder.
Mijnheer de eerste minister, ik weet sinds vandaag echter ook waarom u nog niet voorzitter bent en waarom die beslissing een week is uitgesteld.
U hebt nog een week gekregen van Europa om uw huiswerk te maken, om een begroting in te dienen die beantwoordt aan de Europese criteria, om een begroting in te dienen die voldoet aan de normen die een beschaafd Europees land zou moeten naleven. Dat blijkt niet gebeurd te zijn, als ik de Europese Commissie hoor.
Bovendien, wanneer ik minister Vanhengel hoor, blijkt het nog erger te zijn dan wat de Europese Commissie beoordeeld heeft. Blijkbaar zal er nog een tekort van 5 miljard bij komen. Minister Vanhengel zegt dat hij dat eigenlijk wel wist, maar op een of andere manier is dat toch niet in de begroting gekomen of is het niet doorgegeven aan Europa.
Ten derde, uw begroting is zelfs nog niet ingediend in het Parlement, mijnheer de eerste minister. Ik denk te weten waarom. Ik hoorde namelijk de reactie van minister Vanhengel, die zei dat u dat zou proberen op te lossen, terwijl minister Reynders geen probleem ziet. Waarom verbaast die uitspraak mij overigens niet? Kortom, ik stel vast dat er in uw regering zelfs daarover geen akkoord bestaat.
Mijnheer de eerste minister, daarover heb ik de volgende twee vragen.
Bent u van plan om van die extra week die u van Europa hebt gekregen, gebruik te maken om hier in het Parlement een sluitende begroting voor te leggen, die we kunnen bespreken?
Of bent u echt van plan om nog een week lang, tot volgende donderdag, streepjes te trekken in de hoop dat het dan voor u over is en dat de volgende de miserie mag oplossen?
02.04 Yvan Mayeur (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, comme l'ont dit mes prédécesseurs, la Commission nous pointe du doigt ainsi que 14 autres États membres en raison d'un déficit excessif non conforme aux critères de Maastricht. Nous en sommes évidemment conscients.
Le gouvernement présentera bientôt au parlement un budget bien sûr déficitaire mais contrôlé, qui devrait nous conduire, comme l'a dit le ministre des Finances, à retrouver les critères de convergence aux environs de 2013 si la situation va en s'améliorant. Nous devons, selon moi, nous en tenir à ce choix politique.
Monsieur le premier ministre, je vous interroge pour clarifier la situation. En effet, il n'est pas bon, pour un ministre de Finances et pour un ministre du Budget de ne pas tenir le même langage. La collégialité est un élément indispensable au sein d'un gouvernement et le ministre du budget devrait peut-être s'en imprégner.
Le ministre du Budget dit que l'on aboutira peut-être à ces critères en 2012 alors qu'il sait pertinemment que ce serait en touchant au pouvoir d'achat de la population, en faisant des économies dans les budgets nécessaires au bon fonctionnement de l'État. C'est inacceptable pour le PS. Si de telles mesures devaient être envisagées, mon parti est favorable, je le rappelle, à un étalement au-delà de 2013. En effet, il n'y a aucune raison que le citoyen paie une deuxième fois la crise bancaire et financière et ses conséquences sur le plan économique en subissant de nouvelles mesures d'austérité fédérales.
Monsieur le premier ministre, pourriez-vous rappeler ici la décision du gouvernement pour 2013, qui correspond je pense aux propos tenus par le ministre des Finances?
02.05 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, collega’s, de federale regering neemt akte van het voorstel van de Europese Commissie om het begrotingsdeficit van de Belgische overheid onder de 3 procent te brengen tegen 2012. De regering neemt er ook akte van dat het begrotingstekort in België duidelijk lager is dan in de rest van de Europese Unie. Voor 2009 bedraagt het bij ons 5,9 procent tegen 6,9 procent in de Europese Unie, en in 2010 bedraagt het 5,8 procent tegen de 7,5 procent in de Unie.
Het huidige begrotingstraject voorzag dat de 3 procentnorm pas in 2013 zou worden bereikt. In 2012 zou -4,4 procent worden bereikt. Dat traject is goedgekeurd door alle Belgische overheden na advies van de Hoge Raad voor Financiën. Het traject was dus onderbouwd door een onafhankelijk orgaan en kon op een brede consensus rekenen.
België is een van de weinige landen die reeds in 2010 beginnen met de zogenaamde exitstrategie, in tegenstelling tot alle ons omringende landen. Ik verheug er mij trouwens over dat de economische groei volgend jaar haast zeker ruim sterker zal zijn dan de voorziene 0,4 procent, wat onze begrotingstoestand in 2010 en daarna ten goede zal komen.
Ik herhaal dat de regering vasthoudt aan een budgettair evenwicht in 2015, waar de Europese Commissie niet over spreekt. Op die manier wordt de toekomst veiliggesteld. De federale overheid zal samen met de andere lidstaten in de Europese Raad de voorstellen van de Europese Commissie bestuderen om tot aanbevelingen te komen voor de begrotingstrajecten in de Ecofinraad van 2 december eerstkomend, waaraan de ministers van Financiën deelnemen.
Hierbij zal de Belgische federale overheid — maar ook andere lidstaten — oog hebben voor een geloofwaardige en dus houdbare invulling van het Europees Stabiliteitspact in tijden van zwakke economische groei. Met dat doel zal de federale overheid bijkomende verduidelijkingen vragen over de coherentie van de methodologie die de Europese Commissie heeft gebruikt. Ik zou dit met vele voorbeelden kunnen staven. De regering zal er ook over waken dat aan landen met vergelijkbare problemen dezelfde inspanningen worden gevraagd. Het lijkt daarbij evident dat het lijvige rapport van de Europese Commissie over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in 2009, dat werd gepubliceerd in oktober, de basis van deze oefening vormt.
02.06 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): We zijn het in het Parlement eigenlijk wel vaker gewend dat men het ontberen van een boodschap verdrinkt in heel veel loze en inhoudsloze woorden. Dat gebeurt nu opnieuw. U hebt twee keer een aanmaning gekregen, twee waarschuwingen, van de Europese Commissie dat de begroting te vaag is en gebaseerd op te onrealistische uitgangspunten. Daar wordt weer niets aan gedaan, aan de kritiek die hier al tweeënhalf jaar wordt gegeven. Ook aan de problematiek van de vergrijzing, die als een stormram op ons afkomt, wordt niets gedaan. Aan de problematiek van de armoede wordt niets gedaan. Het je-m’en-foutisme bereikt werkelijk een hoogtepunt. De meerderheid overtreft zichzelf daar telkens weer in.
Ik heb één boodschap, als u na tweeënhalf jaar nietsdoen nog zin hebt om daarnaar te luisteren. De begroting is structureel ziek. Pak die ziekte aan, word actiever. Sluit uw achterpoortjes, bijvoorbeeld met de regularisatie van zwart geld. Zorg ervoor dat Electrabel een goede bijdrage betaalt. Zorg dat het duidelijk is wat de banken moeten betalen. IJver er in Europa voor dat die Tobintaks, waarover er ook is gediscussieerd, er komt. Uw begroting zal er structureel sterk op vooruitgaan.
02.07 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste minister, dank u voor uw antwoord, dat niet veelzeggend was.
U mag natuurlijk niet verwijzen naar andere landen, de staatsschuld in dit land is een van de hoogste van Europa. U moet eens leren vegen voor eigen deur in plaats van de oefening voor anderen te maken. Bovendien wil ik er toch op wijzen dat sinds juni 2007, het moment waarop CD&V op federaal niveau het beleid is beginnen uit te maken, de staatsschuld is gestegen met zegge en schrijve 55 miljard euro. Daar staat u dan met uw goed bestuur.
Tot slot, geloof maar niet dat Vlaanderen die rekening zal blijven betalen. Ik denk dat men de bevolking veel blaasjes kan wijsmaken. Ik had gehoopt dat ik hier een eerste minister voor mij had staan die van visie getuigt en zich wil inzetten voor de sanering van de openbare financiën. Ik stel alleen vast dat ter zake weinig of niets gebeurt.
02.08 Bruno Tobback (sp.a): Mijnheer de eerste minister, ik betreur het ten zeerste dat u zelfs niet meer de moeite doet om te praten zoals een Belgische eerste minister zou moeten praten. Van het verhaal dat u drie weken geleden hebt afgerond, zegt uw minister van Begroting vandaag dat het best eens zou kunnen dat we er nog 5 miljard verder naast zitten, dat de put nog 5 miljard dieper is dan u drie weken geleden aan het Parlement hebt verteld en op basis waarvan u uw begroting hebt gemaakt.
Als iemand dat opmerkt, in België of in Europa, is uw enige reactie, mijnheer de eerste minister, hier een toelichting komen geven over hoe de Europese Commissie een betere afweging moet maken tussen de verschillende inspanningen van lidstaten. Het spijt mij, mijnheer de premier – of moet ik al president zeggen –, dat interesseert de Belgische bevolking niet wanneer het gaat over hun belastingen en hun middelen. Wat hen interesseert, is wat u doet met de begroting, die over hun centen gaat, en niet hoe goed u vergelijkingen met Frankrijk, Roemenië of Polen zijn.
Mijnheer de eerste minister, uw antwoord hier was het antwoord dat de regering al heel de tijd geeft als het gaat over begroting. U, de heer Reynders en de heer Vanhengel lijken hoe lange hoe beter op de drie aapjes van horen, zien en zwijgen terwijl de problemen ondertussen groeien. Ik vind dat absoluut een tekortschieten aan verantwoordelijkheid.
02.09 Yvan Mayeur (PS): Monsieur le président, je remercie le premier ministre pour sa réponse qui va dans le sens de ce que nous souhaitions. On parle de rigueur, d'austérité, quand on se trouve dans l'opposition au fédéral, mais quand on participe à la majorité dans les Régions, c'est différent: il y a un plan de relance en Région wallonne et un autre en Région bruxelloise. Il faudrait peut-être tenir une attitude cohérente.
J'invite donc à ne pas toucher au plan de relance économique pour permettre à notre pays de se redresser, au départ de ses Régions et avec le fédéral, et que nous conservions une cohérence de la politique. Bien entendu, ici aussi, nous avons à tenir un discours cohérent. Donc merci, monsieur le premier ministre.
Quoi qu'il en soit, bon vent où que vous alliez! Bon vent, monsieur le premier ministre!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid over "de coördinatie van het asielbeleid" (nr. P1384)
03 Question de Mme Dalila Douifi au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile sur "la coordination de la politique d'asile" (n° P1384)
03.01 Dalila Douifi (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega's, u hebt net vóór de zomer in het kader van de verschillende aspecten van de asielproblematiek het dossier naar u toe getrokken. U bent coördinator van het asieldossier geworden in deze regering. Het spijt mij u dit zo te moeten zeggen, mijnheer de eerste minister, maar ik vroeg mij de voorbije weken af of u, in al uw rustige vastheid waarmee u zegt te regeren, eigenlijk wel iets afweet van de problemen, de chaos, de onmenselijke toestanden en de miserie op het terrein als het aankomt op de opvang van asielzoekers.
Ik zal u de meest recente cijfers geven. Vandaag, mijnheer de eerste minister, zijn er 173 asielaanvragen waarbij de overheid de wettelijke verplichting heeft om die personen materiële opvang te bieden. 113 daarvan worden de straat opgestuurd. Collega's, mijnheer de eerste minister, het opvangbeleid van uw regering bestaat er vandaag in mensen de straat op te sturen, maar niet zomaar. Zij krijgen iets in de hand, namelijk een brochure, een gids voor daklozen. U moet zich inbeelden dat gezinnen met kinderen die asiel aanvragen in dit land, worden doorgestuurd naar Fedasil die de wettelijke verplichting heeft mensen materiële opvang te bieden. Die personen krijgen daar een brochure mee en ze worden vervolgens de deur gewezen. Daarmee is de kous af. Sinds oktober werden reeds 800 mensen de straat opgestuurd.
De voorzitter: U moet afronden want uw tijd is eigenlijk om.
03.02 Dalila Douifi (sp.a): De vraag is eigenlijk heel eenvoudig. Mijnheer de eerste minister, naast de heer Wathelet, de heer Courard en mevrouw Milquet – drie ministers belast met het asielbeleid – bent u als eerste minister de coördinator van dat beleid. De vraag is dus heel simpel. Hoe lang zult u nog wachten om in te grijpen in de noodopvang die er dringend moet komen, en de acute crisis – die allang geen acute crisis meer is, maar een structurele crisis is geworden die het gevolg is van het non-beleid van deze regering – op te lossen?
03.03 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, collega, mijn rol inzake het asiel- en migratiebeleid is een ondersteunende rol naar coördinatie en afstemming tussen de bevoegde ministers. De eigenlijke bevoegdheden liggen bij staatssecretaris Wathelet, toegevoegd aan vice-premier Milquet — u hebt daarover gesproken — en voor wat de opvang van asielzoekers betreft, bij staatssecretaris Courard, toegevoegd aan vice-premier Onkelinx. Ik organiseer met hen telkens wanneer het nodig is een coördinatieoverleg.
Wat de opvangcrisis betreft, de sterke stijging van het aantal asielzoekers sedert het begin van het jaar, niet alleen in ons land, maar in haast alle omringende landen, is mee de oorzaak van die opvangcrisis. Mijn kabinet is daaromtrent in voortdurend contact met het kabinet van de heer Courard. Voor 2009 en 2010 werd in extra middelen voorzien voor de opvang. Zoals u terecht zei volstaan middelen niet en moet de infrastructuur op het terrein aanwezig zijn. Ik geef graag toe dat er een discrepantie is tussen de enorme stijging van de asielaanvragen die onverwacht was, niet alleen bij ons, maar ook elders, en de infrastructuur om de mensen op te vangen.
De staatssecretaris pleegt overleg met de verschillende betrokken ministers om bijkomende opvangplaatsen te creëren op een zo kort mogelijke termijn. Daarover is constant overleg. In de meeste gevallen verloopt het goed, zij het soms trager dan wij hadden gehoopt.
Iedereen is zich bewust van de ernst van de situatie, u hoeft mij daar niet van te overtuigen. Alle mogelijke pistes worden onderzocht. De staatssecretaris brengt daar op mijn vraag morgen opnieuw verslag over uit op de Ministerraad. Trouwens, de heer Courard zal volgende week in de commissie verder ingaan op de oplossingen die hij op korte termijn kan realiseren.
03.04 Dalila Douifi (sp.a): Mijnheer de eerste minister, u doet uw paraplu open. Er is meer aan de hand dan de asielaanvragen die ook in andere Europese landen stijgen. In België zijn ze in enorm snel tempo aan het stijgen, elke dag opnieuw. De aanvragen vandaag zijn al talrijker dan vorige week. Dat blijft zich cumuleren; er is meer aan de hand. Ik zou er op kunnen doorgaan waarom dat is.
Die chaos wordt bijna georganiseerd, al anderhalf jaar aan een stuk, door deze regering. Dringendheid is aan de orde, mijnheer de eerste minister. De heer De Crem is verantwoordelijk voor het opvorderen van overheidsgebouwen inzake de kazernes. Mevrouw Turtelboom kan dingen doen als het op politie en rijkswachtgebouwen aankomt, en civiele bescherming. De heer Reynders is bevoegd voor de Regie der Gebouwen als het erop aankomt hoogdringendheid in te roepen om wooncontainers aan te kopen en te installeren. U moet zich niet elke week eens vergewissen van de problemen op het terrein. U moet er iets aan doen. U hebt de politieke mogelijkheid om dat te doen. Zijn de daadkracht en de wil er wel om dat te doen? Zet u aan het werk, mijnheer de eerste minister!
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Raf Terwingen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "het uitstel van de betaling van de personenbelasting" (nr. P1385)
04 Question de M. Raf Terwingen au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "le report de paiement dans le secteur de l'impôt des personnes physiques" (n° P1385)
04.01 Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de minister, als iets goed is dan moet het ook gezegd worden en ik denk dat we mogen zeggen dat Tax-on-Web stilaan goed begint te werken. Er worden heel wat aangiftes gedaan via het internet en als gevolg daarvan kan er sneller worden verwerkt, en daarover gaat mijn vraag dan ook hier vanmiddag.
Het blijkt dat de versnelling die er komt door Tax-on-Web ervoor zorgt dat de inkohieringen en dus ook de belastingsbrieven sneller in de bus vallen. Dit is natuurlijk goed voor de mensen die geld terugkrijgen, omdat ze hun geld sneller terugkrijgen, maar dat betekent ook dat een aantal mensen dit jaar twee belastingsaanslagen zullen ontvangen: diegene die ze sowieso hebben ontvangen in mei of juni van dit jaar voor de inkomsten 2007, aanslagjaar 2008, maar tegelijkertijd ook reeds de belastingsaanslag voor de inkomsten 2008, aanslagjaar 2009. Concreet betekent dit dat een aantal Belgen, Vlamingen twee keer belastingen zullen moeten betalen op zes, zeven maanden tijd, en dat is natuurlijk voor sommigen onmogelijk.
Daarenboven komt ook nog het eerder Vlaams dan Belgisch probleem, dat als gevolg van de wijziging van de informaticasystemen met betrekking tot de onroerende voorheffing in Vlaanderen een vertraging is tot stand gekomen waardoor dat sommige mensen die in juni belastingen hebben betaald, nu opnieuw een belastingsbrief hebben gekregen met betrekking tot de inkomsten 2008, maar ook nog een keer dit najaar worden geconfronteerd met de Vlaamse belasting van de onroerende voorheffing. Dit geeft een cascade van belastingen, die die mensen helaas in financiële problemen dreigt te brengen. Mijn vraag is of u op de hoogte bent van het probleem en wat u er aan kan doen.
04.02 Didier
Reynders, ministre:
Mijnheer Terwingen, ik dank u voor uw commentaar. Ik zie drie elementen in uw
vraag. Ten eerste is er een goede werking van Tax-on-Web, met meer dan 2
400 000 elektronische aangiften, wat een zeer grote vooruitgang is in
vergelijking met vorig jaar. Het volgende jaar moeten we daar nog mee
verdergaan, zodat één derde van de belastingaangiften zal gebeuren via
Tax-on-Web, wat een zeer goede evolutie zou zijn.
Ten tweede hebben
we nu een versnelling van de inkohiering en dit is ook voor veel mensen een
goede zaak. Er wordt nu meer terugbetaald aan de belastingplichtigen dan
teruggevraagd, wat zeer positief is voor velen van hen in tijden van crisis.
Ten derde is er
een oplossing voor de mensen die twee keer in hetzelfde jaar een belasting
moeten betalen, namelijk die van 2008 en 2009 voor de
inkomsten van respectievelijk 2007 en 2008. Ik heb hier, mijnheer de
voorzitter, een antwoord voor de administratie voor wat de normale procedure
betreft. De belastingontvangers zijn persoonlijk en geldelijk aansprakelijk
voor de invordering van de belasting, waarvan de inning hen is toevertrouwd.
Zij oordelen dan ook soeverein over de vraag om uitstel van betaling die zij ontvangen. Zij nemen daarbij alle elementen van het verzoek in het dossier in ogenschouw om na te gaan of de betrokken belastingschuldige daadwerkelijk in de onmogelijkheid verkeert om het bedrag binnen de wettelijke betalingstermijn te vereffenen, en om, in voorkomend geval, de draagwijdte van het uitstel te bepalen.
De omvang van twee belangrijke te betalen belastingaanslagen gedurende eenzelfde jaar kan vanzelfsprekend een van die elementen zijn. Het is perfect mogelijk dat de belastingontvangers positief antwoorden op de mensen die een dubbele betaling doen voor 2007 en 2008.
04.03 Raf Terwingen (CD&V): Dat is het probleem. Een aantal boekhoudkantoren en een aantal fiscalisten die mensen bijstaan bij het invullen van hun belastingen, hebben mij erop gewezen dat de belastingontvangers in de praktijk op dat punt niet zo toegeeflijk zijn. U kunt een incentive nemen om de belastingontvangers, die hoofdelijk verantwoordelijk zijn voor het innen van de belastingen, duidelijk te maken dat zij rekening moeten houden met de menselijke kant van de zaak.
Uw kabinet kan een oproep doen om rekening te houden met de unieke omstandigheden van dit jaar. Daarmee moeten we rekening houden, gezien de crisis en gezien de dubbele of zelfs driedubbele belastingen die men dit jaar in Vlaanderen dreigt te moeten betalen. We moeten ervoor zorgen dat die mensen een rustig en gelukkig financieel eindejaar kunnen vieren.
L'incident est clos.
- mevrouw Maggie De Block aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie over "het misbruik van de uitgaven van de Belgische ziekteverzekering" (nr. P1386)
- mevrouw Catherine Fonck aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie over "de medische fraude" (nr. P1387)
- Mme Maggie De Block à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale sur "les abus sur le plan des dépenses de l'assurance-maladie belge" (n° P1386)
- Mme Catherine Fonck à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale sur "la fraude médicale" (n° P1387)
05.01 Maggie De Block (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, deze informatie kon ik mij toch niet laten ontgaan. 7 miljard euro per jaar – dat is een derde van de uitgaven van het RIZIV – is een immens budget.
Ik weet dat u ook te vatten bent voor de mening dat elke euro goed besteed moet zijn, dat elke euro ten goede moet komen van de patiënten.
Ik heb gezien dat de topman van het Europees netwerk tegen fraude en corruptie in de gezondheidszorg zegt dat hij de medewerking heeft van het RIZIV. Hij zegt misschien nog meer mensen en middelen nodig te hebben om na te gaan wat eraan kan worden gedaan. We zijn hier in België nog niet het slechtst af.
Maar 7 miljard euro, daar kunnen we niet omheen, is een groot bedrag.
Mevrouw de minister, gelet op de informatie die uit die dienst komt, wat zult u daaraan doen? Zult u nog mensen en middelen ter beschikking stellen om daar tegenin te gaan, om maatregelen te nemen om de mensen die goed met de middelen omgaan, te belonen? Zult u dan ook de slechte leerlingen van de klas straffen?
05.02 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, je me réfère aux mêmes informations sur cette étude publiées dans le Trends d'aujourd'hui. Je ne rappellerai pas tous les chiffres, mais sept milliards d'euros, c'est une somme particulièrement étonnante. Mes questions sont très simples. Avez-vous des informations sur cette étude? D'où viennent ces chiffres? Même s'il s'agit d'une estimation, il faut savoir ce qui a amené à s'y livrer. Ces chiffres sont-ils crédibles et sérieux?
05.03 Laurette Onkelinx, ministre: En effet, quand j'ai vu ces chiffres de 30 % de fraude sur le total des moyens des soins de santé, j'ai failli tomber à la renverse! Il s'agit d'environ 7,5 milliards: c'est l'équivalent du budget des honoraires médicaux, c'est davantage que le budget pour les hôpitaux, c'est deux fois le budget pour le remboursement des médicaments aux patients. Bref, c'est surréaliste, d'autant plus que ce même réseau parlait il y a un an non pas de 30 % mais de 5 %.
Plus sérieusement, l'INAMI avance le chiffre de 1 %. Cela dit, c'est déjà trop en matière de fraude et d'usage impropre et cela représente déjà plus de 200 millions. Nous travaillons donc contre la fraude et contre les usages impropres.
Inzake fraudebestrijding bijvoorbeeld werd tijdens de periode 2003-2007 van de zorgverleners een bedrag van in een totaal 30,9 miljoen euro teruggevorderd, hetzij ongeveer 7 miljoen euro per jaar. Voornoemde cijfers hebben uitsluitend betrekking op vastgestelde inbreuken inzake geneeskundige verzorging.
Autres exemples en ce qui concerne les usages impropres. Vous savez que pour la première fois, nous mettons en œuvre toute la législation sur les montants de référence dans les hôpitaux afin de supprimer toute disparité entre eux pour la prise en charge de pathologies simples. Nous avons également prévu dans le budget cent millions d'économie en biologie clinique et en imagerie médicale. Ou encore, depuis la loi santé de 2008, les maisons de repos qui font un usage abusif de l'échelle de Katz, qui est la mesure de dépendance, peuvent se voir sanctionnées financièrement.
Ce ne sont que quelques exemples parmi beaucoup d'autres mais qui prouvent que, grâce à la concertation – nous ne travaillons jamais avec des "il n'y a qu'à" –, nous travaillons à assurer la sécurité tarifaire et nous arrivons à contrer ces tentatives de fraude au profit de la population en réorientant les moyens au profit des patients.
05.04 Maggie De Block (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het gaat waarschijnlijk deels over fraude en deels over oneigenlijk gebruik. Wij zijn steeds beducht voor de zijweggetjes en de grijze zones in de wetten. Ik stel ook voor dat wij in de komende programmawet daaraan bijzondere aandacht besteden.
05.05 Catherine Fonck (cdH): Madame la ministre, il ne serait pas inintéressant de décoder ce qui a amené à une telle affirmation et à cette publication interpellante parue dans le magazine Trends. Quoi qu'il en soit, soit ces informations tiennent la route et demandent dès lors une réaction particulièrement forte, soit elles sont fausses voire invérifiables.
Comme vous l'avez rappelé, que ce soit à hauteur de 1 % ou de plus par rapport à l'ensemble du budget des soins de santé, l'enjeu est effectivement d'utiliser ce budget correctement et de façon pertinente pour ceux qui en ont besoin.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Ben Weyts aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de naleving van de wet op de zondagsrust" (nr. P1392)
06 Question de M. Ben Weyts au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "le respect de la loi sur le repos du dimanche" (n° P1392)
06.01 Ben Weyts (N-VA): Mevrouw de minister, collega’s, een van de basisprincipes van de arbeidswet is geen zondagsarbeid. Gelukkig zijn er heel wat uitzonderingen op die regel: bakkerszaken, voedingszaken met minder dan vijf werknemers, beperkingen voor andere voedingszaken die mogen openen tot de middag, supermarkten die zes zondagen per jaar naar vrije keuze mogen openen, wat heel belangrijk is voor tal van kleine zelfstandigen die op zondag geen concurrentie van de supermarkten hebben en op die dag de recette van de week kunnen goedmaken. Daarnaast zijn er, bij wijze van uitzondering, ook toeristische centra die veertig zondagen mogen openhouden. Dat is bijna het hele jaar. Om maar te zeggen dat we momenteel een heel soepele regelgeving hebben.
In Maasmechelen is er een winkelcentrum dat zich, niettegenstaande de uitzondering van veertig zondagen per jaar, niet aan de regelgeving wil houden. Zij willen alle zondagen openhouden. Meer nog, zij gaan dat ook doen.
Dat is een flagrante schending van de bestaande regelgeving. Men zou denken dat de regering onmiddellijk zou reageren. Minister van Quickenborne die anders supersnel voor de camera schiet, is plots een en al rustige vastheid. Iedereen zwijgt. Geen enkele minister reageert. Men tolereert het zomaar. Het winkelcentrum zegt: pak me dan, als je kan.
Mevrouw de minister, ik veronderstel toch dat de inspectiediensten onmiddellijk zullen optreden en bestraffen?
Wat is het standpunt van de regering omtrent die zondagse sluiting? Kunt u duidelijkheid scheppen of zij al dan niet wil prutsen aan de zondagsregeling?
06.02 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, zoals u weet, mogen volgens de wet handelszaken in badsteden en toeristische zones, boven op de normale regeling in de wetgeving, ook tijdens de hiernavolgende periodes de hele zondag geopend blijven.
Dat is, ten eerste, van 1 mei tot 30 september en, ten tweede, tijdens de kerst- en paasvakantie. Bovendien mogen zij, behalve tijdens de in de twee voorgaande punten bedoelde periode, maximum dertien zondagen per kalenderjaar open zijn.
De redenen daarvoor zijn tweeërlei.
Een eerste reden is dat er tijdens het weekend een toeloop van toeristen is, bezienswaardigheden of bekende, culturele, historische of religieuze sites te bezichtigen zijn of dat de natuur er prachtig is. Een tweede reden is dat er manifestaties worden gehouden.
Voornoemde reglementering werd in 2007 gewijzigd na onderhandelingen met en goedkeuring door alle sociale partners. Ik heb zelf een nieuwe wijziging aan het koninklijk besluit van 9 mei 2007 aangebracht. Er werd daarbij een vergetelheid rechtgezet, namelijk door het toevoegen van de notie “toeristische toeloop”.
Ik wil dat voormelde nieuwe reglementering wordt toegepast en nageleefd. Ik wil het debat zeker niet heropenen.
Maasmechelen werd via het ministerieel besluit van 14 september 2007 en met ingang op 20 september 2007 als toeristisch centrum erkend. De genoemde gemeente kan dus alle voormelde afwijkingen toepassen. Er is geen sprake van het toekennen van andere afwijkingen.
De ondernemingen, zoals de ondernemingen uit Maasmechelen, die zich niet aan voornoemde regelgeving houden, staan uiteraard bloot aan vaststelling van overtreding van de betrokken wetgeving. Zij zullen bij vaststelling de vastgelegde strafsancties en administratieve sancties ondergaan.
Mijn standpunt wordt trouwens door alle sociale partners gedeeld, zowel door de vakbonden als door de zelfstandigenorganisaties zoals Unizo.
06.03 Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik wou horen – ik hoop ook dat er gevolg aan wordt gegeven – dat er effectief zal worden opgetreden en dat er effectief inspectiediensten op pad zullen worden gestuurd. U hebt immers niet benadrukt dat er momenteel geen probleem is.
België heeft al het grootste aantal openingsuren van heel Europa. Er is geen probleem. Er ontstaat enkel een probleem voor duizenden werknemers, mochten wij bijvoorbeeld voor de supermarkten de opening op zondag toelaten. Er zou in dergelijk geval een dramatisch probleem ontstaan voor heel wat zelfstandigen die op zondag hun recette maken.
Wij hebben vandaag mogen lezen dat de lasten voor de ondernemingen, inclusief de zelfstandigen, door de beslissingen van de huidige regering toenemen, met name met 1,2 miljard euro in 2010. De schade die de huidige regering heeft aangericht, is al groot genoeg.
Ik zou dus voorstellen om alstublieft niets aan de regelgeving in kwestie te veranderen.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au ministre des Affaires étrangères sur "les enjeux du sommet de la FAO (Food and Agriculture Organization)" (n° P1388)
07 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de inzet van de FAO-top (Food and Agriculture Organization)" (nr. P1388)
07.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le ministre, plus d'un milliard de personnes dans le monde ont faim. Ce n'est pas une fatalité, puisque l'on produit suffisamment de nourriture. Le problème, c'est l'accès à l'alimentation pour toutes ces personnes.
Certes, l'agriculture est à la croisée des chemins. C'est un des secteurs visés par le problème du changement climatique pour ses émissions de gaz à effet de serre. De plus, vous connaissez les crises récentes en matière agricole.
Un sommet mondial de la FAO commence lundi. De nombreux pays y envoient leur chef d'État. Quant à notre pays, je souhaiterais savoir qui représentera le gouvernement à ce sommet; il me semble important de marquer la présence de la Belgique.
Par ailleurs, je voudrais connaître la position que la Belgique défendra. En effet, il importe d'être cohérent par rapport à la position que nous adopterons lors du Sommet de Copenhague relatif au changement climatique. Je vous rappelle la résolution votée au sein de notre parlement pour lutter contre la crise alimentaire. Ces positions seront-elles défendues à leur juste valeur à ce sommet de la FAO? Quel suivi comptez-vous réserver à cette problématique?
07.02 Yves Leterme, ministre: Madame Snoy, je vous remercie pour votre question qui a trait à un sujet très important. Il est opportun qu'il soit inscrit à l'ordre du jour de la Chambre.
Nous tenons évidemment compte de la résolution, qui a été déposée à la Chambre. La Belgique a d'ailleurs déjà pris une position sur ce débat en plaidant pour que les pays donateurs réinvestissent dans le secteur agricole et consacrent, dès 2010, 10 % de leur aide publique au secteur de l'agriculture avant de passer à 15 % en 2015.
Ces réinvestissements dans le secteur de l'agriculture doivent naturellement être aussi opérés par les gouvernements du Sud. À juste titre, vous souligniez l'importance de l'agriculture pour le développement de ces pays.
La semaine prochaine à Rome, la Belgique défendra une approche centrée sur le renforcement de la sécurité alimentaire à travers le soutien au monde rural et à la petite agriculture de base. Elle attachera, par ailleurs, une grande importance à la dimension d'égalité entre hommes et femmes dans ce secteur.
La recherche agricole sera également une priorité. La Belgique cadrera son approche dans le contexte des Objectifs du Millénaire. Nous ne souhaitons pas nous engager sur de nouveaux objectifs de sécurité alimentaire, par exemple, à l'horizon de 2025. Il s'agit avant tout, à nos yeux, de réitérer notre volonté de contribuer aux Objectifs du Millénaire et de réduire la pauvreté et la malnutrition de moitié pour l'échéance 2015.
On peut en outre noter, dans les budgets 2009 et 2010, un effort considérable pour augmenter les moyens budgétaires alloués à l'aide au développement.
Le lien entre le changement climatique, qui sera discuté lors du Sommet de Copenhague, et la sécurité alimentaire fait l'objet d'une attention particulière car l'impact du réchauffement climatique aura nécessairement un effet désastreux sur les populations les plus pauvres. C'est dans ce contexte qu'il faut revoir notre action afin d'intégrer cette nouvelle menace et investir une partie additionnelle de notre aide publique au développement dans des actions ciblées, en vue de contribuer à l'adaptation des cultures aux nouvelles contraintes climatologiques. À cet effet, il est important de collaborer davantage sur des projets visant à l'amélioration des systèmes d'irrigation car 90 % de la production agricole en Afrique dépend exclusivement des pluies saisonnières irrégulières.
07.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, vous n'avez pas précisé qui allait participer à ce Sommet. J'espère que le gouvernement y sera bien représenté.
Je vous rappelle aussi que, dans notre résolution, il était bien sûr question de l'augmentation des budgets de l'aide au développement investis dans l'agriculture mais cela ne suffit pas pour résoudre le problème agricole. Dans notre résolution, nous souhaitions entre autres que les produits alimentaires fassent l'objet d'un traitement spécifique à l'Organisation mondiale du commerce. Nous demandions de mettre l'accent sur l'agriculture vivrière. C'est pourquoi je vous adresse cette question. Peut-être aurais-je dû également la poser au premier ministre car il ne s'agit pas seulement de coopération au développement; il faut aussi revoir notre modèle agricole qui est fort émetteur de gaz à effet de serre et qui draine les ressources alimentaires beaucoup trop vers les pays riches du Nord plutôt que vers les pays du Sud.
L'incident est clos.
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden door het Congolese leger" (nr. P1389)
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden door het Congolese leger" (nr. P1390)
- M. Francis Van den Eynde au ministre des Affaires étrangères sur "les violations des droits de l'homme et les crimes de guerre commis par l'armée congolaise" (n° P1389)
- M. Wouter De Vriendt au ministre des Affaires étrangères sur "les violations des droits de l'homme et les crimes de guerre commis par l'armée congolaise" (n° P1390)
08.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, op 5 augustus van dit jaar stelde ik u een schriftelijke vraag met betrekking tot de wandaden van het Congolees leger gepleegd ten aanzien van de eigen bevolking in Oost-Congo. Ik heb het over moord, diefstal, plundering en verkrachting.
Ik kreeg deze week van u een antwoord, een beetje laat maar ik kreeg toch een antwoord, waarin u mij zei: “Zonder de ernst van de situatie te willen onderschatten, zou ik u willen meegeven dat volgens de laatste gegevens de schaal van de wandaden gestaag zou afnemen, mede door het strenge optreden van de stafchef en het beleid van nultolerantie van president Kabila.” U gaf dus de indruk dat er licht schijnt aan het einde van de tunnel.
Pech, want dezelfde dag mochten wij vernemen dat zeven verschillende posten van Artsen Zonder Grenzen, waar men bezig was met het uitdelen van vaccinaties tegen de mazelen, tegelijkertijd werden aangevallen door het Congolees leger. Het gevolg was geen vaccinatie, geen inentingen, de bevolking opnieuw op de vlucht en de artsen van AZG teruggeplooid in Goma. Met andere woorden, alweer is een operatie totaal mislukt.
Mijnheer de minister, ik stel u dan de vraag of u beseft dat het Congolees leger gedeeltelijk door ons is opgeleid, dat wij hebben gezorgd voor kaders, dat wij hebben gezorgd voor de mengeling van rebellen en soldaten in dezelfde compagnies, dat wij een soort van verantwoordelijkheid hebben en dat wij blijkbaar niet in staat zijn om aan die wandaden een halt toe te roepen.
Wat doen wij op dat vlak nog in Congo? Zouden wij ons niet beter beperken tot echte humanitaire hulp? Al de rest is immers blijkbaar zwaar aan het mislukken, met het gevolg dat wij zelf ook verantwoordelijk zijn en ik neem aan dat u ook een geweten hebt.
08.02 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, wat moet de reactie van de internationale gemeenschap zijn als er zich ergens ter wereld een grootschalige humanitaire ramp voltrekt met miljoenen vluchtelingen tot gevolg en honderdduizenden onschuldige doden? Mijnheer de minister, die situatie doet zich nu voor in het oosten van Congo waar het Congolees leger een offensief voert tegen de rebellen. Dat offensief wordt rechtstreeks gesteund door een VN-vredesmacht. De humanitaire tol is enorm en is niet alleen toe te schrijven aan de rebellen, maar ook aan de daden van het Congolees leger dat door een VN-vredesmacht en dus door ons wordt gesteund.
Er hebben zich nieuwe feiten voorgedaan. Er vond een raid plaats van het Congolees leger op zeven vaccinatieplaatsen van Artsen zonder Grenzen. Duizenden Congolezen stonden daar te wachten op hun vaccinatie, vooral kinderen. Dit is uiteraard niet kunnen doorgaan omdat iedereen op de vlucht sloeg.
Mijnheer de minister, iedereen is verontwaardigd. Heel wat mensen stellen zich vragen bij de steun van de VN aan dat Congolees leger. Ik wil u naar uw standpunt vragen, mijnheer de minister. Een aantal weken geleden hebt u in de commissie eigenlijk al gezegd wat uw standpunt is. U hebt toen gezegd dat voor u de voortzetting van de steun van de VN aan het Congolees leger geen probleem is. U toonde zich voorstander daarvan. Er zijn nu nog maar eens nieuwe elementen, er is dringend humanitaire hulp nodig. Blijft u bij uw standpunt over de steun van de VN aan het Congolees leger?
Ik wil u bovendien vragen of de internationale gemeenschap niet zeer dringend een grotere inspanning moet leveren om het menselijk lijden in het oosten van Congo te stoppen? Ik wil u vragen of u als Belgisch minister geen diplomatieke initiatieven kunt nemen ten aanzien van de sleutelfiguren in de regio, te weten Kabila en Kagame, om hen te wijzen op hun verantwoordelijkheid. Mijnheer de minister, er wordt immers geluisterd als u iets zegt. België heeft een zeer grote kennis van de regio en dat wordt gewaardeerd door alle internationale partners. Alstublieft, mijnheer de minister, stap af van uw rustige vastheid en toon politieke moed. Toon lef, verhef eindelijk eens uw stem en zet alle diplomatieke zeilen bij om ervoor te zorgen dat de humanitaire leed in het oosten van Congo stopt.
08.03 Minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, collega’s Van den Eynde en De Vriendt, de vermeende incidenten aan de vaccinatieposten van Artsen Zonder Grenzen zijn vooral in de uiteenzetting van collega Van den Eynde aan de orde gekomen. Ook in de schriftelijke weerslag van uw eerste vraag, mijnheer De Vriendt of Van den Eynde, vroeg u of ik op de hoogte was.
We hebben het nagetrokken. Het is via het communiqué van 4 november van Artsen Zonder Grenzen dat wij kennis hebben genomen van een incident dat plaats had gevonden op 19 oktober. De Belgische ambassade in Kinshasa beweert dat er voordien in de lokale pers geen sprake is geweest van het incident, in Goma, noch in Kinshasa. Informatie van andere bronnen dan Artsen Zonder Grenzen is nog aan het binnenkomen en wordt nog verwerkt door onze diensten. In de mate dat het zou hebben plaatsgevonden met de scherpte die u hier schetst, is het incident uiteraard bijzonder schadelijk voor de acties van Artsen Zonder Grenzen op het terrein. Het is daarom van belang dat dit wordt aangekaart bij de bevoegde Congolese autoriteiten.
Zonder de ernst van het incident te willen onderkennen, wil ik langs de andere kant vandaag nog een zekere voorzichtigheid aan de dag leggen, meer voorzichtigheid dan in uw beweringen. Ik wens die voorzichtigheid aan de dag te leggen aangezien er tegenstrijdige berichten binnenkomen. Volgens sommige lokale bronnen was het incident heel anders en veel minder ernstig dan wat in het communiqué van Artsen Zonder Grenzen beschreven staat. Eén van de bronnen in Goma zegt bijvoorbeeld dat er helemaal geen slachtoffers zijn gevallen en het meer om intimidatie en het lastigvallen van een aantal personen ging, dan om de doelgerichte aanval waarover u het hebt. Ik wens mij te baseren op feiten en niet op slogans, krantenartikels of geruchten. Daarom geef ik er de voorkeur aan om te beschikken over de precieze informatie vooraleer er uitspraken over te doen. Er is een andere bron die zegt dat er wel degelijk doden zijn gevallen, weliswaar aan de kant van het Congolese leger. Ook daarvan hebben we nog geen bevestiging gekregen, doordat er van het Congolese leger, noch van de Congolese regering een officiële reactie is gekomen.
Ik herhaal dat ik mij met een zekere voorzichtigheid uitdruk, aangezien over datgene dat u aanhaalt als zijnde feitelijke waarheden, nog geen sluitend bewijs bestaat. Dit gezegd zijnde is het evident, mijnheer Van den Eynde en mijnheer De Vriendt, dat de operaties onder de noemer Kimia II in de Kivu negatieve humanitaire gevolgen met zich meebrengen. Dat heb ik nooit ontkend en heb ik zelf naar voren gebracht. De mensenrechtenschendingen die daarmee gepaard gaan mogen we dus zeker niet bagatelliseren. Dat was de reden waarom we via Roeland van de Geer tussenkomen bij de officiële Congolese gesprekspartners.
Ik herhaal dat in New York op dit moment gesprekken plaatsvinden om het mandaat van de MONUC en de wijze waarop ze functioneert, te herzien. De eventuele verlenging van de MONUC wordt besproken. U hebt daar trouwens straks naar verwezen. De echte discussie zal echter pas van start kunnen gaan wanneer de secretaris-generaal hierover zijn rapport zal hebben uitgebracht. Dat zal jammer genoeg pas begin december het geval zijn.
Wegens de laattijdigheid van dat rapport gaan er trouwens reeds stemmen op voor een soort technische verlenging van het mandaat.
Nogmaals, inzake wat er is gebeurd rond de vaccinatiepost van Artsen Zonder Grenzen, sluit ik mij aan bij de zorg daarover. Ik wens echter, vooraleer daar conclusies uit te trekken, mij te baseren op feiten die geverifieerd zijn bij verschillende bronnen.
08.04 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, u minimaliseert min of meer de feiten.
U verwijst als eerste bron naar de Congolese pers. Neem mij niet kwalijk, maar de Congolese pers neem ik in dit geval, in deze zaak, zeker niet ernstig.
U zei dat het volgens een bepaalde bron slechts om intimidatie gaat. Welnu, wanneer militairen die maanden aan een stuk hebben gemoord, verkracht en geplunderd, intimideren, dan veroorzaakt dat even grote paniek als wanneer zij de moorden plegen. Wanneer Artsen Zonder Grenzen zijn medische antennes terugplooit op Goma, dan zal er wel iets ernstigs aan de hand zijn, want die organisatie trekt zich niet zonder reden terug.
Nogmaals, wat zijn wij daar nog militair aan het steunen? Een leger dat niet alleen zijn eigen bevolking niet kan verdedigen, maar dat bovendien zijn eigen bevolking terroriseert.
08.05 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, ik denk dat wij eigenlijk hetzelfde doel delen, met name de stopzetting van het menselijk lijden in het oosten van Congo. Daartoe zijn er echter wel politieke beslissingen en actie nodig.
Mijnheer de minister, u zegt dat er tegenstrijdige berichten binnenkomen aangaande de incidenten rond Artsen Zonder Grenzen. Ik geef u toch nog een ander cijfer. Human Rights Watch spreekt sinds maart dit jaar van vijfhonderd burgerdoden, veroorzaakt door acties van het Congolees leger. Het is dus precies dat Congolees leger dat de VN, de internationale gemeenschap, en dus ook België, blijven steunen.
U antwoordde niet op mijn vraag of u de steun van de VN aan het Congolees regeringsleger blijft verdedigen.
Evenmin beantwoordde u mijn vraag inzake meer of grotere inspanningen van België en de internationale gemeenschap om te komen tot een ware humanitaire interventiemacht, met als eerste opdracht de bescherming van de burgerbevolking.
Ik stel laksheid vast ten opzichte van het optreden van de internationale gemeenschap. Ik stel ook laksheid vast ten opzichte van het standpunt van de Belgische regering.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Jacques Otlet au ministre de la Justice sur "la grève dans les prisons (Ittre) et le remplacement des gardiens par des policiers locaux" (n° P1391)
09 Vraag van de heer Jacques Otlet aan de minister van Justitie over "de staking in de gevangenissen (Ittre) en de vervanging van de cipiers door lokale politieagenten" (nr. P1391)
09.01 Jacques Otlet (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, les agents pénitentiaires de la prison d'Ittre ont été en grève depuis le début de ce mois jusqu'à ce jour, soit une dizaine de jours. Ils ont été remplacés, conformément à la réglementation en vigueur, par les agents de la police locale de la zone ouest du Brabant wallon.
Jusque-là, pas de problème particulier sauf lorsque l'on sait que le volume des prestations exigées de cette police locale fut telle que quatre commissariats de quartier sur cinq ont dû être fermés pendant cette période particulièrement difficile, privant ainsi la population de la zone de police concernée des services de sa police de proximité.
Monsieur le ministre, le droit de grève des agents de surveillance des prisons est certes respectable. Je peux même souvent les comprendre vu leurs conditions de travail particulièrement difficiles. En revanche, ce qui est inadmissible, c'est que, sous prétexte de l'existence d'une prison dans une zone de police déterminée, on en arrive à une situation où des services aussi importants que les services de police de proximité ne soient plus rendus à la population, en l'occurrence à plusieurs dizaines de milliers d'habitants.
J'en viens à ma question. Cette situation n'est pas acceptable dans une démocratie telle que nous l'entendons. Je viens donc vous demander, monsieur le ministre, quelles sont les dispositions que vous avez prises ou que vous comptez prendre pour éviter que de telles situations ne se reproduisent à l'avenir.
09.02 Stefaan De Clerck, ministre: Monsieur le président, cher collègue, la problématique des prisons est bien connue. Nous essayons de faire le maximum pour opérer des investissements supplémentaires. Encore ce matin, nous venons d'entamer une rénovation à Tournai, comme nous l'avions fait à Paifve. De nouveaux établissements sont prévus et j'attends les décisions du gouvernement régional pour nous indiquer les sites où les construire.
Nous sommes en discussion permanente avec les syndicats, avec les directions, avec les gens qui travaillent au sein des prisons. Malheureusement, certaines grèves surviennent, comme celle d'Ittre.
Cela dit, toute une partie du personnel est restée active; tous les agents n'ont pas quitté le travail. Une équipe minimale est demeurée présente, mais il est vrai que la police a dû intervenir. Je répète que c'est leur mission; en effet, on commence à oublier qu'il s'agit bien d'une mission confiée à la police, inscrite clairement dans la loi de base sur la fonction de police, inscrite dans la loi relative à l'intégration des services de police.
J'ai l'impression que les bourgmestres et les chefs de corps préféreraient ne plus devoir intervenir en cas de difficultés mais malheureusement, on a besoin de ces services en cas de grève.
J'ai bien compris qu'il faut essayer de trouver un nouvel équilibre entre une bonne organisation au sein de la prison et l'intervention des services de police. C'est la raison pour laquelle j'ai déjà discuté à plusieurs reprises avec le ministre des Affaires intérieures pour essayer de rééquilibrer ces deux interventions. Il est vrai que parfois, il y a un peu de nervosité entre les deux corps. Je crois que c'est au gouvernement fédéral de trouver un accord équilibrant les devoirs des deux parties.
09.03 Jacques Otlet (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour ces explications et je vous rejoins lorsque vous dites qu'il faut absolument trouver un accord permettant de continuer à rendre les deux services.
Vous dites fort justement que la police a pour mission de suppléer aux gardiens dans les prisons mais je vous dirai aussi que la police a pour mission première d'assurer la sécurité des habitants de la zone qui la concerne.
Il faut absolument trouver un juste milieu entre ces différentes missions, quitte le cas échéant à revenir sur la question de l'éventuel service minimum, voire la révision de ces fameuses normes KUL dont on nous parle depuis fort longtemps mais qui me semblent aujourd'hui dépassées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer de minister van Landsverdediging, mag ik u vragen naar beneden te komen om te antwoorden?
10 Question de M. Georges Dallemagne au ministre de la Défense sur "la piraterie au large des côtes de la Somalie" (n° P1393)
10 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de minister van Landsverdediging over "de piraterij voor de kust van Somalië" (nr. P1393)
10.01 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous interroge pour faire le point sur l'efficacité de la lutte contre la piraterie au large des côtes somaliennes. D'une part, nous avons vu une nouvelle vague d'attaques. Hier, un chimiquier grec s'est fait arraisonner par des pirates; il y a quelques jours, c'était un supertanker de Hong-Kong; des bateaux de pêche sont également concernés. D'autre part, il semble que les pirates se sont adaptés aux initiatives de la communauté internationale: avant, ils attaquaient principalement dans le golfe d'Aden, aujourd'hui ils attaquent surtout dans l'océan Indien, de plus en plus loin des côtes somaliennes. Outre des rançons, ils demandent aussi à présent la libération de leurs collègues détenus dans des prisons européennes, notamment en Espagne.
Estimez-vous que l'opération Atalante est toujours efficace? Treize bateaux et 230 hommes d'équipage sont détenus pour l'instant. Par ailleurs, l'opération Atalante se développe-t-elle pour faire face à ces évolutions? J'ai vu l'accord, dont je me réjouis, avec les Seychelles pour des opérations belges dans les eaux des Seychelles. Ces évolutions sont-elles suffisamment efficaces par rapport à ce qui se passe dans ces parages?
Autant je suis ravi des opérations menées par la Belgique, notamment du Louise-Marie, au large des côtes somaliennes, autant j'ai été quelque peu surpris par cette opération d'escorte d'un skiff somalien dont l'équipage, aux dires du capitaine de la frégate belge, avait jeté des armes par-dessus bord et qui a été escorté jusqu'aux eaux territoriales somaliennes. Est-ce bien notre rôle et quels sont les critères pour l'avenir pour l'escorte de skiffs suspects d'opérations de trafic voire de piratage dans les eaux de l'océan Indien?
10.02 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, cher collègue, pour répondre précisément à vos questions, à l'heure actuelle, sept navires et deux Maritime Patrol and Reconnaissance Aircrafts (MPRA) opèrent dans la région de la Corne de l'Afrique sous l'égide de l'Union européenne. D'autres navires y sont également déployés, que ce soit sous mandat national ou international, c'est-à-dire de l'OTAN ou dans le cadre d'une coalition.
En moyenne, comme vous l'avez dit, 14 navires militaires effectuent au quotidien des missions dans la zone en question et la frégate Louise-Marie a rejoint en septembre 2009 l'escadre de l'Union européenne Atalante pour une période de quatre mois. Je tiens à souligner que l'espace à couvrir est grand comme deux fois l'Europe. J'ai assisté à une réunion où on m'a expliqué que cela équivalait à régler le trafic en Europe avec trois ou quatre agents de police. Cette comparaison donne une idée des proportions du problème.
Vous le savez, l'opération Atalante a débuté voici environ 18 mois. Le nombre de navires piratés a été réduit de manière considérable. Même si pour le moment le nombre de navires attaqués reste constant, cette opération a un aspect dissuasif. Dans 77 % des cas, il s'agit de l'accompagnement des navires qui opèrent dans le cadre du World Food Program. Dans les quelque 30 % restant, il s'agit de navires marchands.
La Défense n'a pas encore pris connaissance de la proposition espagnole de bloquer les ports somaliens d'Hobart et Bari. En tout cas, cette proposition me semble personnellement inconcevable dans la mesure où ces lieux s'apparentent plus à des plages qu'à des ports.
Par ailleurs, la législation belge ne permet pas à ce jour de détenir plus de 24 heures des présumés pirates sans preuve formelle. Après ce laps de temps, ils doivent donc être libérés. Imaginez que l'on garde à bord d'une de nos frégates des pirates ou des soi-disant pirates pendant une période qui excéderait 24 heures. La situation serait très difficile non seulement pour le commandant qui dirige le navire, mais aussi pour le gouvernement belge parce que nous nous inscrivons dans une législation internationale. Un projet de loi devrait permettre à la Belgique de détenir et de juger les pirates, même s'il n'existe pas de lien avec des intérêts belges. Comme vous le savez, ce projet de loi est actuellement examiné par ce parlement.
Néanmoins, je tiens à ajouter qu'au niveau européen, la situation est perçue de manière très différente. Il existe une réelle menace de piratage et la façon dont l'opération Atalante se prépare à relever d'autres défis est insuffisante. Je répète que la menace que représentent les pirates existe bel et bien. Elle est sous-estimée par l'Union européenne et, ce faisant, toute une région est mise en danger.
Dans cette affaire, il faut tenir compte du cadre légal international, de l'application des législations internationales et de la législation belge.
Nous effectuons un travail exemplaire. Et pour ma part, plutôt que de bloquer des ports sur les côtes somaliennes, je préférerais qu'un grand nombre d'États membres de l'Union européenne suivent notre exemple et mettent à bord des VPD (Vessel Protection Detachment) qui ont une valeur dissuasive considérable. Mais apparemment, les autres États membres ne sont pas d'accord avec nous sur ce point. Des débats ont déjà eu lieu dans d'autres parlements.
En conclusion, il est faux de croire que la menace de la piraterie va diminuer. Si l'on pense résoudre le problème de la piraterie sans traiter le problème de la Somalie, on se trompe complètement! La lutte anti-piraterie est l'épiphénomène d'un problème qui se joue sur le continent en Afrique de l'Est. Là aussi, la communauté internationale et l'Europe devront jouer leur rôle.
Avec la frégate, notre marine réalise un travail exemplaire mais pas sans danger.
10.03 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, étant donné que vous nous avez fourni une longue réponse, je serai bref dans ma réplique.
Je vous remercie pour ces informations et me félicite du travail du Louise-Marie. Je note avec vous la difficulté de cette opération qui revient à chercher une aiguille dans une botte de foin.
Il faudrait effectivement pouvoir mettre en place des détachements sur ces bateaux. La réponse est également politique.
Toutefois, je ne sous-estimerais pas l'idée d'un filtrage à partir des côtes somaliennes des bateaux qui quittent certains ports car on connaît les endroits d'où partent ces bateaux pirates. Dans certains cas, ils sont même filmés. Dans quelle mesure ne pourrions-nous pas tenter de les arrêter à ce niveau-là? Autrement, l'opération risque d'être de moins en moins efficace vu l'évolution actuelle de la piraterie somalienne.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Linda Musin au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "la réforme des permis de conduire B" (n° P1395)
11 Vraag van mevrouw Linda Musin aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister over "de hervorming van de rijopleiding categorie B" (nr. P1395)
11.01 Linda Musin (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, cela fait maintenant un an que vous avez marqué votre volonté de vouloir réformer le permis de conduire B en modifiant l'arrêté royal de 1998. Nous avons immédiatement tiré la sonnette d'alarme car nous craignions fortement pour l'avenir de la filière libre d'apprentissage du permis de conduire.
À l'occasion de chacune des interventions de membres du groupe PS, vous vous êtes voulu rassurant, sans vraiment être convaincant.
Quant aux auto-écoles, nous les avons souvent entendues exprimer leur volonté de supprimer la filière libre, ce qui leur permettrait d'avoir ainsi le monopole en la matière.
Une de nos craintes en cas de suppression de la filière libre est le coût qu'elle pourrait représenter pour les futurs conducteurs. La politique des prix pourrait changer; Test-Achats le souligne d'ailleurs également.
L'argument principal des auto-écoles est l'aspect sécuritaire. Or aucun élément ne peut être mis en avant pour justifier un tel aspect.
Monsieur le secrétaire d'État, quelles sont vos réelles intentions en la matière? Voulez-vous vraiment garantir une accessibilité à tous pour le permis de conduire, en ce compris aux plus modestes d'entre nous?
Par ailleurs, êtes-vous favorable au maintien de la filière libre dans son intégralité, qu'elle soit professionnalisée ou non, c'est-à-dire avec des instructeurs brevetés ou non?
11.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président, je dois rappeler à Mme Musin tout d'abord qu'il existe un consensus général pour essayer de réduire le nombre de morts sur nos routes. Nous en décomptions 2 000 il y a 15, 20 ans. Au début des années 2000, le chiffre est descendu à 1 500. Nous nous sommes fixé pour objectif de ramener ce nombre de 1 000 à 750 morts en 2010 et à 500 en 2015. Tout le monde est d'accord avec cet objectif.
Ensuite, le deuxième constat que je dois poser est qu'il existe un consensus général sur les causes des accidents, à savoir la vitesse, l'alcool, les drogues et le port de la ceinture de sécurité.
Le problème est de savoir comment bien éduquer les nouveaux conducteurs. Là est le nœud!
Comme on le constatera tout à l'heure avec les réponses qui seront données aux questions posées au sujet de l'accident à Oosterzele, lorsqu'un accident grave se produit, d'une part, les professionnels affirment que ce sont des professionnels qui doivent donner cette formation, avec toutes les conséquences qui en résultent, et, d'autre part, il y a un plaidoyer, notamment de Test-Achats encore aujourd'hui, pour maintenir la situation présente.
Nous avons choisi d'emprunter une certaine voie et je ferai des propositions à ce sujet à brève échéance.
J'ai demandé à la Commission fédérale de la sécurité routière d'examiner les avantages et les inconvénients des deux solutions. Nous sommes arrivés à la conclusion qu'une initiation de base assurée par des professionnels est indispensable car il faut apprendre à conduire de façon défensive, économique et écologique. Bref, cette initiation doit être assurée par des gens qui ont une vraie expérience.
D'un autre côté, il faut reconnaître que, même après avoir suivi vingt heures de formation, on n'est pas encore un conducteur. On ne le devient que lorsqu'on a fait soi-même un certain nombre de kilomètres.
Je souhaite marier ces deux idées en imposant une initiation minimale – nous fixerons le nombre d'heures – assurée par des professionnels. Même les organisations qui proposent des initiations "gratuites" font appel à des professionnels.
Je souhaite donc qu'il y ait une formation de base donnée par des professionnels et, ensuite, un accompagnement par des personnes qui répondent à certains critères. De plus, il me semble souhaitable de limiter le nombre de ces accompagnateurs à deux par exemple. C'est vers ce type de solutions que je vais m'orienter.
J'espère pouvoir faire une proposition définitive d'ici quelques mois, dès que j'aurai obtenu l'avis de la Commission fédérale de la sécurité routière.
11.03 Linda Musin (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie de votre réponse. L'objectif est évidemment de réduire le nombre de blessés et de tués sur la route. Lorsque vous dites qu'on va faire appel à des professionnels, on se dirige vers un monopole des auto-écoles et on n'aura plus accès à des associations comme Drive Mut, qui fait pourtant appel à des professionnels brevetés pour l'apprentissage d'une conduite responsable et écologique. Je me dis qu'on va peut-être se priver de professionnels et de formations qui sont soit gratuites soit très peu coûteuses.
En matière de sécurité, quand on parle de coût, aucun chiffre ne prouve qu'on aura moins vite un accident si on a choisi l'auto-école plutôt que la filière libre. Comme vous l'avez dit, après vingt heures d'auto-école, on est seul sur la route. La filière libre permet un accompagnement beaucoup plus long.
En ce qui concerne le coût, j'espère que ce mariage des deux filières fera en sorte que tout le monde puisse avoir accès au permis de conduire.
L'incident est clos.
- de heer Jenne De Potter aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister over "het ongeval in Oosterzele" (nr. P1396)
- de heer Roland Defreyne aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister over "de preventiecampagnes rond alcohol in het verkeer" (nr. P1397)
- M. Jenne De Potter au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "l'accident survenu à Oosterzele" (n° P1396)
- M. Roland Defreyne au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "les campagnes de prévention axées sur la consommation d'alcool dans la circulation routière" (n° P1397)
12.01 Jenne De Potter (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, gisteren werd ons land opnieuw opgeschrikt door een toch wel dramatisch ongeval, waarbij twee jonge meisjes het leven lieten.
Wat mij en vele anderen daarbij shockeert en opstandig maakt, is dat dit geen alleenstaand feit is, maar keer op keer in ons land voorkomt. Opnieuw wordt gewezen op de mogelijke onervarenheid van de bestuurder van de wagen. Wanneer we spreken over ervaring en rijden, dan spreken we al snel over opleiding. Ook nu weer is er heel wat kritiek op de rijopleiding die in 2006 werd hervormd. Ik denk dan aan het verlaten van de vaste begeleider of het terugdringen van de periode van vaste begeleiding naar drie maanden.
Ook nu weer komen deze punten in volle kritiek te liggen. Zo wijst de Internationale Automobielfederatie er op dat de rijopleiding in België tot de slechtste van de wereld behoort. Ik denk dan ook dat een verstrenging zeker op zijn plaats is, bijvoorbeeld het optrekken van de periode van de vaste begeleiding, bijvoorbeeld het aantal begeleiders optrekken. Dat zijn twee voorbeelden die ik zou kunnen geven. Ik wil u dan ook een aantal vragen stellen.
Ten eerste, kunt u iets meer duidelijkheid verschaffen over de precieze omstandigheden van het ongeval?
Ten tweede, op welke manier kan het federale mobiliteitsbeleid bijkomend sturend werken, zodat deze ongevallen niet meer zouden voorkomen of minder zouden voorkomen? Wat zult u doen aan de rijopleiding?
12.02 Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, veiligheid in het algemeen en verkeersveiligheid in het bijzonder zijn belangrijke items op de agenda van alle burgers in dit land. Het dodelijke ongeval in Oosterzele confronteert het beleid ook nog eens met de oorzaken van dergelijke ongevallen.
Overdreven snelheid en rijden onder invloed zijn de twee grootste oorzaken van verkeersongevallen met lichamelijk letsel. Vaak is het de combinatie van deze twee die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, die voor dit fenomeen zorgt. Iemand die onder invloed achter het stuur kruipt, gaat in veel gevallen sneller rijden en vertoont daardoor ook meer ongecontroleerd gedrag in het verkeer.
Er is een zekerheid in deze problematiek en dat is dat voldoende controles kunnen leiden tot een gedragsverandering bij de autobestuurder. Dat bewijzen de Bob-campagnes tijdens de eindejaarsperiode. Zo zijn bijvoorbeeld vorig jaar in de periode tussen eind november en eind december 117 000 autobestuurders gecontroleerd. 5 600 daarvan werden gesanctioneerd of 4,8 procent. Dat is een verbetering ten opzichte van 2007 toen 5,2 procent een positieve test aflegde.
Deze cijfers zouden ons positief kunnen stemmen ware het niet dat er andere cijfers zijn, namelijk het cijfer van het aantal ongevallen met lichamelijk letsel dat te wijten is aan het rijden onder invloed. Dat cijfer gaat van 2004 tot nu gestaag omhoog.
Ik zou graag twee vragen stellen. De eerste vraag heeft betrekking op de Bob-campagne. Waarschijnlijk wordt die dit jaar opnieuw georganiseerd. Vanaf wanneer en over welke periode loopt die?
Ten tweede, ik verneem dat de politie bezorgd is over het aantal mensen dat ze ter beschikking hebben voor het uitvoeren van die controles. Kunt u mij zeggen of er overleg gepleegd is met Binnenlandse Zaken om ervoor te zorgen dat voldoende werkingsmiddelen en personeel ter beschikking worden gesteld voor een goed verloop van de eindejaarscontroles?
12.03 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter, het ongeluk dat in Oosterzele te betreuren viel is een zeer dramatisch voorval, ik zou bijna zeggen een echt ongeluk. Dat die auto toevallig op dat uur van de dag of de nacht, op het moment waarop die vier personen daar passeerden, naar de overkant van de weg gekatapulteerd is was echt ongelukkig. Als men het geprogrammeerd zou doen, zou men waarschijnlijk veel meer het objectief missen dan voorgevallen is. Het is een echt ongeluk.
Laten we duidelijk zijn wat de oorzaken betreft. Het is zoals een journalist deze morgen in een van de Vlaamse kranten schreef typisch Belgisch. We weten allemaal dat we voor 0,5 promille maximaal drie pintjes mogen drinken maar we gaan ervan uit dat het nog altijd goed is als we er vier of vijf hebben gedronken. We weten allemaal dat waar wij zeventig mogen rijden het zou moeten lukken dat er juist een politiepatrouille staat als we tachtig of vijfentachtig rijden. Overdreven snelheid, gebruik van alcohol en drugs op sommige dagen van de week en de gordeldracht zijn, zoals ik ook aan mevrouw Musin heb geantwoord, de belangrijkste oorzaken van ongelukken.
Ik ken de precieze oorzaak nog niet. Ik zal dat trouwens overlaten aan de politie die de vaststellingen moet doen en de passende analyses moet maken. Het gaat echter in de richting van snelheid gecombineerd met iets teveel gedronken. Iets te snel gereden en iets teveel gedronken. Wat kan men daaraan doen vanuit het beleid? Niets. Men kan er alleen voor zorgen dat er veel meer controles zijn, dat er meer controles zijn op onverwachte ogenblikken, zowel wat snelheid als het gebruik van alcohol of drugs betreft.
Als men dan meteen een oorzaak gaat zoeken bij de rijopleiding moet ik zeggen dat het mij wat stoort te zien hoe verschillende belangengroepen meteen op dit ongeval springen – ik zou bijna zeggen als haviken – om van de ene kant te zeggen dat de vrije begeleiding verder moet gestimuleerd worden en van de andere kant dat de professionele opleiding veel langer moet duren. Zoals ik aan mevrouw Musin heb geantwoord, ik denk dat er een gezonde mix moet komen van de twee.
De opleiding moet waarschijnlijk wat worden verlengd. Zelfs de personen met een opleiding van twintig uur door professionelen kunnen nog niet met de wagen rijden. Dat leert men al doende. Daarvoor moet men de ervaring van een aantal kilometers hebben.
Ik weiger doodeenvoudig een reglementering op te stellen, gesteund op factuele zaken en punctuele aangelegenheden. Ik wil niet plots eisen dat iedereen nu in dat keurslijf moet lopen. We moeten dat met redelijkheid en gezond verstand benaderen. Wij weten waar we naartoe moeten. Wij weten wat we willen bereiken: een vermindering van het aantal verkeersdoden.
Wij stellen ook vast dat de vermindering niet meer zo groot is als in het verleden. Er is een stagnering en soms zelfs een lichte stijging. Vandaar de noodzaak om verder te gaan in onze campagnes en onze controles. Wij gaan, mijnheer Defreyne, de Bob-campagne opnieuw herhalen. Mediaspecialisten zegden mij dat het thema versleten is, maar ik stel vast dat enorm veel mensen het in de kerst- en nieuwjaarsperiode, net door die strenge controles, rustiger aan doen. Zij denken dat er buiten die periodes dan weer minder controles zijn. Dat is onjuist, maar dat gevoel bestaat in elk geval.
Wij zetten de Bob-campagnes verder. Dat is besproken in overleg met de politiediensten en de FOD Binnenlandse Zaken. Wij beperken ons niet tot de Bob-campagne die eind november start en loopt tot begin januari. We beperken ons niet tot die periode. U hebt kunnen constateren dat mevrouw Turtelboom de zevende basisfunctie van de politie, toezicht op het verkeer, middels een koninklijk besluit heeft gepubliceerd. De federale en lokale politie zetten de verkeerscontroles in elk geval verder, niet alleen tijdens de Bob-campagnes, maar ook daarbuiten. Wij breiden controles zoals WODKA in Antwerpen met de gepaste gestrengheid verder uit. Er is een overeenkomst met Binnenlandse Zaken. De Bob-campagnes gaan verder, ook buiten de verwachte periodes.
Mijnheer De Potter, ik wil, zoals ik eerder al aan mevrouw Musin zei, een gezonde mix. Elke minister die Mobiliteit in zijn bevoegdheid heeft probeert er aan te schaven. Wij moeten een zo breed mogelijke consensus hebben. Alles kan beter. Iedereen probeert dat ook en hoopt dat de wijzigingen effectief zijn.
Ik doe pas nieuwe voorstellen binnen enkele maanden, wanneer het Federaal Comité van de Verkeersveiligheid haar voorstellen heeft uitgewerkt.
12.04 Jenne De Potter (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik noteer dat u met een gezonde mix de rijopleiding zult hervormen en ik denk dat dit eigenlijk wel nodig is.
Een tweede belangrijk punt is, dat er meer controles komen en dat de objectieve en subjectieve pakkans worden verhoogd, wat cruciaal is om een aantal van die zaken te vermijden. Controle is bij mensen vaak het enige middel om hen tot een gewijzigd gedrag aan te zetten, en daarin steun ik u en minister Turtelboom dan ook ten volle.
12.05 Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik neem met genoegen kennis van het feit dat de Bob-campagne wordt voortgezet en dat u ook bewustmakingscampagnes verder zal ondersteunen.
In het kader van de cijfers is het belangrijk erop te wijzen dat er dit jaar in vergelijking met vorig jaar 40 procent meer rijbewijzen zijn ingetrokken, als gevolg van het rijden onder invloed. Ook daar moet de nodige aandacht aan worden gegeven, en we mogen echt de armen niet laten zakken.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. François Bellot au ministre du Climat et de l'Énergie sur "l'exportation en France d'électricité produite en Belgique" (n° P1394)
13 Vraag van de heer François Bellot aan de minister van Klimaat en Energie over "de uitvoer van in België geproduceerde elektriciteit naar Frankrijk" (nr. P1394)
13.01 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, nous avons appris qu'en France, 15 réacteurs nucléaires sur 58 étaient à l'arrêt et qu'il était possible que quatre réacteurs supplémentaires ferment. Ces fermetures n'étaient pas prévues, mais résultent d'incidents ou d'accidents.
Ainsi, la France, qui traditionnellement et chaque année exportait entre 10 et 15 % de sa production d'électricité, notamment vers la Belgique, se trouve être aujourd'hui un importateur sérieux de l'électricité au moins jusqu'au milieu de l'hiver. Or, notre pays connaît un excédent de production d'électricité du fait du ralentissement de l'activité économique, mais il semble que la consommation commence à reprendre.
Quelles sont les dispositions que vous avez imaginées concernant cette demande de la France qui peut s'avérer importante? En effet, l'insuffisance évoquée dans la presse concerne 35 % de la production et des besoins belges. Quelles sont les mesures que vous envisagez pour garantir à la fois la sécurité de notre approvisionnement électrique et les prix? En effet, les droits de passage aujourd'hui, du fait de la forte demande de la France sur le réseau international, sont passés de deux euros le mégawatt à 17 euros le mégawatt et on parle de 25 euros le mégawatt avec une incidence possible sur le tarif de vente d'électricité à terme sur la Belgique.
Quelles sont les dispositions pour éviter l'interruption de l'alimentation électrique en cas d'hiver intense et long? Quelles sont les dispositions pour maintenir et garantir le prix sur l'approvisionnement dans notre pays?
13.02 Paul Magnette, ministre: Monsieur Bellot, selon les chiffres des dernières semaines publiés par Elia, la Belgique est momentanément devenue exportatrice d'électricité vers la France, ce qui est une inversion de situation par rapport à celle dans laquelle on se trouvait l'année dernière à la même époque.
Cette situation est essentiellement conjoncturelle. Elle est liée au très fort ralentissement de l'activité économique dans notre pays et donc à une surcapacité temporaire. J'insiste sur le terme "temporaire", puisque l'année dernière, à la même période, nous étions à des flux d'importation de l'ordre de 20 % avec, certains jours, des pics d'importation à 30 % par rapport à la France.
Il n'est pas question d'empêcher les échanges de se faire. Il va de soi que nos entreprises veillent d'abord à alimenter le marché national et n'exportent que les surplus éventuels, ce qui est logique. Cela permet d'éviter de gaspiller ce type de surplus et d'équilibrer la production entre les différents pays. Cela étant, ne nous faisons pas d'illusions! À moyen terme, la Belgique sera à nouveau en situation de sous-capacité de production. Nous redeviendrons importateurs nets aussi longtemps que de nouvelles capacités de production n'auront pas été construites. Se poser la question en termes structurels et quant à la décision de poursuivre l'exportation sera bientôt superflu.
Pour ce qui est des prix, ils ne sont pas directement liés aux flux d'importation et d'exportation. Ils sont liés aux cours sur le marché Belpex, qui est le marché dominant, et au coût marginal de production. Il n'y a donc pas de lien direct entre ces transferts.
13.03 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, j'aurais voulu savoir si vous avez reçu la garantie, en cas de grande insuffisance d'alimentation électrique en France, d'épuiser préalablement les capacités belges avant de décider d'interruptions de l'alimentation électrique en France, ce qui pourrait engendrer des conséquences sur l'alimentation électrique en Belgique. Ou bien le raisonnement sera-t-il de servir d'abord la Belgique avant toute exportation vu que les producteurs d'électricité belges sont des producteurs d'électricité français?
C'est dans ce sens que j'aimerais obtenir des garanties pour que l'exportation de notre électricité ne concerne que la quantité réellement excédentaire à notre pays, sans placer notre réseau sous une tension telle qu'elle risquerait de produire des interruptions d'alimentation comme la France les évoque.
13.04 Paul Magnette, ministre: Jusqu'ici, la situation ne s'est jamais présentée. Jamais deux pays ne se sont trouvés en situation de sous-capacité de production au même moment. Le système fonctionne bien puisque les Français ont comblé nos manques par moments comme, à d'autres moments, nous comblons le manque français. S'il devait un jour y avoir une sous-capacité plus générale, ce qui ne devrait pas se produire, nous devrions réfléchir à des solutions avec d'autres pays voisins desquels nous pourrions également importer, comme l'Allemagne ou les Pays-Bas. Dans tous les cas, à ce stade, il n'existe pas de problème structurel.
13.05 François Bellot (MR): Ce que j'espère, c'est qu'il n'y aura pas d'incident de centrale nucléaire belge.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter:
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van deze middag,
stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het
wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 januari 2003 tot
oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het
handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende
diverse bepalingen, wat de taken van het één-loket betreft (nrs 2212/1 tot
4) in te schrijven.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents de ce midi, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi le projet de loi modifiant la loi du 16 janvier 2003 portant création d'une Banque-Carrefour des Entreprises, modernisation du registre de commerce, création de guichets-entreprises agréés et portant diverses dispositions, en ce qui concerne les tâches du guichet unique (n°s 2212/1 à 4).
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
15 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap betreffende de onverenigbaarheden voor de leden van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap (2018/6-7)
15 Projet de loi modifiant la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la Communauté germanophone en ce qui concerne les incompatibilités pour les membres du Parlement de la Communauté germanophone (2018/6-7)
Geamendeerd door de Senaat
Amendé par
le Sénat
Overeenkomstig artikel 87 van het Reglement wordt geen algemene bespreking in plenaire vergadering gewijd aan een wetsontwerp dat door de Senaat naar de Kamer is teruggestuurd, tenzij de Conferentie van voorzitters anders beslist.
Conformément à l'article 87 du Règlement, les projets de loi renvoyés à la Chambre par le Sénat ne font plus l'objet d'une discussion générale en séance plénière, sauf si la Conférence des présidents en décide autrement.
15.01 Willem-Frederik Schiltz, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega’s, het betreft hier een kleine discussie over de inwerkingtreding van de wet en een mogelijke retroactiviteit die door enkele leden van de Kamer gewenst was.
Het ontwerp werd teruggestuurd naar de Senaat, die zich erover gebogen heeft en aanbevolen heeft dat er geen terugwerkende kracht ingelast zou worden. Vervolgens is in de commissie voor de Herziening van de Grondwet besloten dat de wijsheid van de Senaat in deze geëerbiedigd kon worden en werd het ontwerp aangenomen.
De voorzitter: Wij
vatten de bespreking van de artikelen. De door de commissie aangenomen tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2018/6)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2018/6)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
16 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake gezondheid (2172/1-5)
16 Projet de loi portant des dispositions diverses en matière de santé (2172/1-5)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
16.01 Katia della Faille de Leverghem, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, de commissie voor de Volksgezondheid besprak dit ontwerp tijdens haar vergaderingen van 20 en 27 oktober jongstleden. Het ontwerp brengt een aantal wijzigingen aan bestaande wetten aan alsook aan het KB nr. 78 dat de uitoefening van de gezondheidsberoepen regelt.
Collega’s, ik zal mij beperken tot een aantal wijzigingen. Voor de overige wijzigingen verwijs ik heel graag naar het schriftelijke verslag dat een volledige opsomming geeft van de doorgevoerde wetswijzigingen.
Een eerste wet die wordt gewijzigd, is de wet betreffende de ziekenhuizen. Het gaat om een verduidelijking. Tandartsen, klinisch biologen en apothekers die zijn tewerkgesteld in een ziekenhuis, worden gelijkgesteld met een ziekenhuisgeneesheer.
Een andere wijziging bepaalt dat documenten in het ziekenhuis die strijdig zijn met documenten die de patiënt bij opname ter ondertekening krijgt met betrekking tot de tarieven, nietig zijn.
Deze artikelen werden eenparig aangenomen.
Een tweede wijziging heeft betrekking op de wet inzake patiëntenmobiliteit. De inwerkingtreding van deze wet wordt met een jaar uitgesteld.
Een andere wijziging bepaalt dat het Observatorium voor Patiëntenmobiliteit nu wordt beschouwd als een gezamenlijke instelling van het RIZIV en de FOD Volksgezondheid.
Beide artikelen werden eenparig aangenomen.
Ook de wet betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het vlak van de voedingsmiddelen en andere producten wordt gewijzigd. Het wordt verboden om alcohol te verkopen, te schenken of aan te bieden aan min-16-jarigen. Deze wijziging werd met 13 stemmen voor en 1 onthouding aangenomen.
De wet betreffende het dierenwelzijn ondergaat eveneens een kleine aanpassing. Hierdoor wordt het nu mogelijk om dieren in beslag te nemen die worden gehouden door mensen aan wie een verbod op het houden van dieren werd opgelegd. Ook dit artikel werd eenparig aangenomen.
Ook aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering worden wijzigingen aangebracht. Zo breidt het ontwerp de verhoogde tegemoetkoming uit tot twee nieuwe categorieën, namelijk de eenoudergezinnen en de langdurige werklozen. Dat artikel werd aangenomen met 13 stemmen voor en 1 onthouding.
Inzake de commissie voor de Permanente Doorlichting van de Nomenclatuur wordt nu bepaald dat alle leden, met uitzondering van de leden met een raadgevende stem, kunnen worden gekozen als voorzitter. Zowel de regering als collega Burgeon hebben een aantal amendementen ingediend die werden aanvaard.
Het aldus geamendeerde wetsontwerp werd door de commissie goedgekeurd met 11 stemmen voor en 3 onthoudingen.
16.02 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je souhaitais effectivement intervenir sur cette loi portant des dispositions diverses en matière de santé pour dire que notre groupe approuve…
16.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het zou misschien goed zijn, mocht de bevoegde minister voor zo'n belangrijk ontwerp aanwezig zijn. Ik zou u willen vragen waar de bevoegde minister, zijnde mevrouw Onkelinx, is?
De voorzitter: De regering is vertegenwoordigd door onder andere minister Magnette. Ik verneem dat mevrouw Onkelinx op dit ogenblik vragen beantwoordt in de Senaat.
Kunt u daarmee leven? Dank u wel voor uw begrip.
16.04 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, notre groupe approuvera, comme il l'a fait en commission, ce projet de loi portant des dispositions diverses. Il contient beaucoup d'adaptations techniques qui ne concernent pas de gros enjeux, mais il comporte néanmoins des dispositions extrêmement importantes.
D'abord, nous nous réjouissons de constater que ce projet de loi intègre des propositions issues de nos initiatives parlementaires. L'une de ces propositions, déposée par Mme Gerkens, vise à rendre obligatoire l'affichage des tarifs par les médecins. Cette proposition a été reprise intégralement dans la loi que nous allons voter aujourd'hui. Une proposition de loi déposée par Mme Almaci et moi-même relative au bien-être animal vise à permettre aux fonctionnaires de l'administration de la Santé de saisir les animaux des propriétaires en infraction pour mauvais traitement. Elle a également été reprise dans le projet de loi en discussion.
Par ailleurs, je voudrais revenir très brièvement sur deux éléments.
Le premier a trait à la question de la vente d'alcool aux mineurs. La ministre propose de clarifier la législation en la matière. En effet, la vente d'alcool aux moins de 16 ans sera dorénavant interdite. Entre 16 et 18 ans, seule la vente de boissons faiblement alcoolisées sera autorisée.
Vous savez que le CRIOC a récemment remis un rapport démontrant que la loi sur la vente d'alcool et de spiritueux aux mineurs était inappliquée dans 91 à 92 % des cas par les commerçants, et surtout ignorée par la population. Ainsi, bien que ce soit interdit, les alcoopops étaient allègrement vendus aux mineurs, parfois âgés seulement de 12 ou 13 ans. Par ailleurs, on croyait que la vente de bières était interdite aux mineurs. Bref, on déplorait un manque de connaissance de la loi et donc de son application.
Je ne pense pas que la disposition que nous allons adopter aujourd'hui fera que la loi sera appliquée par miracle à cent pour cent dans tous les magasins. Nous allons voter un texte important mais la disposition est loin de tout résoudre si on ne met pas des moyens sérieux. Un avantage de la disposition en question est qu'il appartiendra au SPF Santé de contrôler les commerces parallèlement au contrôle qu'il exerce en matière de vente de tabac. Il y aura donc une harmonisation des contrôles réunis dans les mains du SPF Santé. Néanmoins, on ne peut être partout et modifier d'un seul coup les pratiques.
Comment les commerçants vont-ils faire pour connaître l'âge des jeunes à qui ils vont vendre l'alcool? Oseront-ils demander la carte d'identité? Comment distinguer autrement des jeunes de moins de 16 ans, des jeunes de 16 ans et des jeunes de 18 ans? Cela risque d'être difficile dans la pratique. Malgré les moyens de contrôle, la législation sera sans doute imparfaitement ou partiellement appliquée.
C'est pour cela que je voudrais insister au nom de mon groupe pour que cette disposition concernant la vente d'alcool aux mineurs soit accompagnée d'autres mesures que le gouvernement fédéral notamment pourrait prendre. Puisque le ministre de la Protection des consommateurs est présent, il convient de rappeler la législation sur la publicité pour l'alcool. La convention Arnoldus avec le secteur de l'alcool a été transformée par le ministre Demotte, à l'époque, en règle obligatoire. Cette législation sur la publicité dit qu'elle ne peut pas cibler les mineurs, qu'elle ne peut pas valoriser les comportements de consommation d'alcool des jeunes. Mais de nouveau, dans la pratique, on constate l'omniprésence de la publicité pour l'alcool. Elle est présente dans les lieux fréquentés par des jeunes, y compris des clubs de sport où le sponsoring par les marques de bière s'affiche partout.
Malgré tout, notre société continue à promouvoir implicitement la consommation d'alcool. La valorisation de la consommation d'alcool, dont les adolescents sont de grandes victimes, passe entre les mailles d'un filet réglementaire particulièrement lâche.
Madame la ministre, vous aviez reconnu que cette disposition d'interdiction de vente était encore insuffisante et vous attendiez de vos collègues de compléter cette disposition par des mesures en matière de protection du consommateur et éventuellement en matière de fiscalité. Le gouvernement fédéral et vos collègues sont ainsi concernés pour compléter et rendre totalement effectif un dispositif visant à diminuer la surconsommation d'alcool chez les jeunes.
Les campagnes de prévention et de sensibilisation qui doivent avoir lieu concernent les entités fédérées. Un énorme travail reste à faire.
Madame la ministre, j'ignore dans quelle mesure vous pourrez exercer ce contrôle sur les ventes. Vos services comptent-ils suffisamment de personnel pour le faire? C'est une question de moyens budgétaires. Vous savez que nous avons voté en faveur de cette mesure. Cependant, avant votre arrivée, je disais qu'on ne doit pas s'attendre directement à un miracle, étant donné déjà la difficulté de la mise en œuvre de la législation actuelle.
16.05 Laurette Onkelinx, ministre: Madame Snoy, je suis absolument d'accord. Comme je l'ai dit, c'est un premier pas qui entre dans le cadre de mes compétences mais qu'il faut compléter par diverses autres mesures qui ont notamment été discutées en conférence interministérielle de la Santé publique.
Pour ce qui est du contrôle, nous faisons un effort particulier. Nous avons du personnel supplémentaire et un transfert du service du ministère des Finances et des Affaires économiques, qui a cette habitude de contrôle avec les dispositions sur le tabac, a été opéré vers la Santé. En s'entourant de spécialistes, nous essayerons d'être beaucoup plus efficaces pour lutter contre ce problème qui touche beaucoup de jeunes.
16.06 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Le CRIOC avait mis le doigt sur cette absence d'application de la loi. Dans un communiqué, il apprécie la mesure que nous prenons aujourd'hui mais met également le doigt sur la nécessité d'assurer un suivi de la mise en œuvre, y compris en permettant soit au CRIOC, soit à d'autres organisations de consommateurs, de faire des tests pour vérifier les attitudes des commerçants.
Je voulais également ajouter un mot sur la question de l'attractivité des professions de la santé. Vous avez marqué votre intérêt pour valoriser la profession d'infirmière. Nous sommes d'accord sur le fait qu'il faille la valoriser.
Une question semble susciter des réactions dans le milieu des infirmières: on soutient et renforce l'attractivité de la profession d'infirmière spécialisée hospitalière, surtout en neurologie, mais que fera-t-on pour l'ensemble des infirmières et comment?
À ce point de vue, d'après ce que j'ai pu consulter de votre projet de budget, nous constatons 75 millions pour valoriser la profession d'infirmière hospitalière, mais 1,5 million pour valoriser la profession d'infirmière à domicile. C'est l'éternelle question de la première ligne: comment donner plus d'importance, plus de priorité à cette première ligne par rapport à l'hôpital?
Nous resterons donc demandeurs d'une revalorisation de la première ligne, en particulier des infirmières à domicile.
Voilà ce que je voulais dire au sujet de ce projet de loi que nous approuverons.
16.07 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, sur le plan de l'attractivité, je préférerais que nous en parlions plus largement lors du dépôt du budget. Vous verrez et vous comprendrez mieux le travail réalisé pour soutenir les infirmières, non seulement hospitalières mais également celles qui oeuvrent en première ligne, à domicile.
16.08 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): J'attends donc de voir cela et je ne demande qu'à vous croire.
16.09 Jacques Otlet (MR): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, au cours de ce débat, je souhaiterais, au nom de notre groupe, aborder plus particulièrement cinq thèmes de ce projet: les dispositions relatives à l'interdiction de vente d'alcool aux mineurs, l'extension du système d'intervention majorée, le mode de rémunération des pharmaciens, l'information des prestataires quant à leur statut de conventionné ou non et, enfin, la pédiatrie hospitalière.
Le groupe MR approuve sans réserve les articles 12 et 13 qui modifient la loi du 24 février 1977 relative à la protection de la santé des consommateurs pour regrouper, harmoniser et clarifier les mesures relatives à l'interdiction de vendre, servir ou offrir des boissons alcoolisées aux jeunes de moins de 16 ans, ainsi que des boissons spiritueuses aux moins de 18 ans.
L'abus d'alcool provoque des ravages irrémédiables sur la santé. Nous devons donc prendre toutes les mesures utiles pour lutter contre ce fléau.
Chez les jeunes, deux nouveaux phénomènes alarmants sont dénoncés par les observateurs spécialisés: le rajeunissement des consommateurs, d'une part, et l'augmentation du binge drinking ou ivresse immédiate, d'autre part.
Il est donc urgent de réagir pour clarifier au mieux la législation et surtout la faire respecter.
Désormais, le contrôle de l'ensemble de ces mesures sera confié aux inspecteurs du SPF Santé publique. Il conviendra bien entendu de leur donner les moyens d'être réellement opérationnels et efficaces. Nous souhaiterions qu'une évaluation régulière de leur travail et de l'application de la législation soit organisée et communiquée à votre commission de la Santé.
En ce qui concerne l'article 19 et l'extension automatique du système de l'intervention majorée (dit BIM) aux chômeurs de longue durée de moins de 50 ans et aux familles monoparentales, nous rappelons que ces deux catégories de personnes étaient déjà couvertes de manière similaire par le statut Omnio. Toutefois, à la différence du système BIM qui, lui, est automatique, le statut Omnio impose une démarche proactive dans le chef du demandeur qui doit introduire une demande d'intervention et attester ne pas dépasser un seuil déterminé de revenus. Or, il nous revient qu'aujourd'hui 600 000 personnes susceptibles de bénéficier du statut Omnio n'auraient pas fait les démarches utiles pour l'obtenir. Nous allons donc leur ouvrir la voie du droit automatique.
Cette mesure est éminemment sociale mais on peut légitimement se poser des questions sur l'efficacité des informations et sur le suivi social fourni par les assureurs et services sociaux. Il aurait en effet été plus responsable, me semble-t-il, de renforcer l'information des populations les plus précarisées et de maintenir la procédure imposant ainsi une démarche responsable aux demandeurs pour obtenir un statut spécial.
Enfin, nous attirons une nouvelle fois l'attention du gouvernement sur le fait que cet avantage social pourrait devenir un nouveau piège à l'emploi dès lors qu'un retour au travail priverait la famille concernée de remboursements majorés et influencerait dès lors ses revenus nets à due concurrence.
Il y aura également quelques difficultés de contrôle du statut des familles monoparentales par les organismes assureurs qu'il faudra encore surmonter. Mais nous avons bien noté que Mme la ministre était consciente de ces difficultés et envisage la création d'un groupe de travail chargé d'analyser les pièges à l'emploi et de faire des propositions pour y remédier.
Bien entendu, madame la ministre, nous nous inscrivons dans ce groupe de réflexion avec plaisir.
Mme la ministre a également annoncé son souhait de mettre en place une évaluation permanente de cette législation. Nous l'encouragerons dans cette voie.
Les articles 25 et 26 visent à préciser et à améliorer le futur système de rémunération des pharmaciens. Le MR revendique depuis longtemps l'instauration d'un honoraire de délivrance pour valoriser justement le rôle actif du pharmacien dans le système des soins de santé.
De préparateur de médicaments, le pharmacien est devenu un dispensateur et un conseiller dans le domaine du médicament. Il est un acteur majeur de la médecine de proximité, un prestataire de première ligne. Certes, le dossier avance mais plutôt à la vitesse du pas de la tortue que du saut du lièvre car lors du méga-Conseil des ministres d'Ostende, en mars 2004, une note d'orientation ayant pour objectif d'assurer l'accessibilité, la qualité et la durabilité des prestations dans le secteur du médicament prévoyait déjà qu'une réforme du rôle et de la rémunération du pharmacien serait mise en place pour 2006.
On nous annonce aujourd'hui le lancement du nouveau système de rémunération en mars 2010; j'en appelle à ce que cette réforme fondamentale ne souffre plus de retard.
Les articles 51et 52, qui traitent de l'obligation qu'ont les dispensateurs de soins d'informer leurs patients quant à leur statut de conventionné ou de non-conventionné, nous apparaissent tout particulièrement importants dans le cadre de la protection des patients et du respect de la loi sur les droits de ces derniers. Je rappellerai que si nous sommes attachés au système en vigueur de la liberté du médecin d'adhérer ou non à la convention et de pratiquer les tarifs en vigueur, nous souhaitons en corollaire que chaque patient en soit correctement informé et que chaque médecin assume clairement son choix et le fasse savoir.
Je voudrais ajouter qu'il est souhaitable que cette information obligatoire soit également d'application pour les actes techniques qui sont bien souvent demandés par communication téléphonique du patient à un secrétariat médical. Il arrive, malheureusement, que des patients reçoivent la mauvaise surprise d'une surcharge d'honoraires sous prétexte que le médecin qui a effectué le protocole de l'acte technique était hors heures conventionnées au moment où il l'a fait.
Pour terminer, j'évoquerai l'amendement déposé par la majorité qui vise à donner une base légale au Roi pour établir des honoraires forfaitaires en vue de stimuler la présence de médecins spécialistes en pédiatrie dans les hôpitaux. Cette disposition était attendue par la profession et est nécessaire pour permettre un redéploiement de la pédiatrie hospitalière.
Elle est aussi indispensable pour garantir l'encadrement et la qualité des soins pédiatriques hospitaliers. Il y a donc tout lieu de se réjouir de l'adoption de cette disposition.
Voilà, monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, les différents commentaires que notre groupe souhaitait émettre au cours de ce débat.
16.10 Katia della Faille de Leverghem (Open Vld): Mevrouw de minister, collega’s, naar goede gewoonte is onderhavige gezondheidswet weer een verzameling van wetswijzigingen. Ik beperk mijn betoog tot vier concrete punten.
Een item uit de gezondheidswet dat zeker tot debat heeft geleid, is dat de verhoogde tegemoetkoming werd verruimd tot werklozen en eenoudergezinnen. Niet alleen opent het opnieuw het debat over de controleerbaarheid van wat eenoudergezinnen precies zijn, nog meer doemt het beeld op van nieuwe werkloosheidsvallen. Blijkbaar kan de wetgever het niet laten mensen in categorieën op te splitsen, veeleer dan dat die kijkt naar het inkomen van de betrokkenen.
Ik hoop, mevrouw de minister, collega’s, dat in deze legislatuur niet wordt gestart met de creatie van nieuwe inkomensvallen, nadat wij gedurende twee legislaturen hard hebben gewerkt om die inactiviteitvallen weg te werken. Ook in deze tijden van crisis is het essentieel dat het beleid signalen blijft uitzenden dat werken meer moet lonen dan niet werken. Meer nog, met een belangrijk budgettair probleem en met de vergrijzing, die de komende decennia loodzwaar op onze sociale zekerheid zal wegen, moet die boodschap duidelijker dan ooit van het beleid uitgaan.
Het verbod op de verkoop van alcohol aan jongeren kreeg in de commissie een algemene ondersteuning. Een pijnpunt blijft evenwel de controle. Dat pijnpunt laat zich ook voelen bij het verbod op de verkoop van tabakproducten aan jongeren. Daarbij wordt voor de handelaar de rol van politieagent weggelegd en dat past echt niet in onze Vlaamse aard.
Belangrijker dan het zoveelste verbod is de noodzaak jongeren te leren omgaan met alcohol. Verboden zijn mooi. Zij worden vlot goedgekeurd. Zij leveren ons een goed geweten. In theorie zijn zij zelfs gemakkelijk te controleren. Tegelijkertijd moeten wij echter beseffen dat de consumptie van wat verboden is, net doordat het verboden is, extra aantrekkelijk wordt gemaakt. Het verbod zal het probleem in feite niet oplossen. Genotsmiddelen bestaan. Genotsmiddelen zullen altijd blijven bestaan. Men zal altijd een weg vinden om eraan te geraken. De echte vraag is hoe wij onze jongeren wapenen hiermee verantwoord om te springen. Het is bijzonder spijtig dat daaraan zo weinig, zelfs onvoldoende aandacht wordt besteed!
Regeringen hebben het blijkbaar heel moeilijk met wetten die niet afkomstig zijn van de regering, maar die door het Parlement zijn goedgekeurd en die dus worden gedragen door onze assemblee.
De regering kan het immers niet nalaten om er naderhand nog van alles aan te wijzigen. Ik geef twee concrete voorbeelden in de gezondheidswet waaraan werd gesleuteld: de wet op de patiëntenmobiliteit en de wet tot oprichting van het comité voor de permanente doorlichting van de nomenclatuur. Niet toevallig zijn het twee moeilijke wetten over delicate dossiers, die te lang zijn blijven liggen en waarin oplossingen niet meteen voor het grijpen zijn.
De wet van 4 juni 2007 wil de patiëntenmobiliteit bevorderen. De wet wordt met een jaar uitgesteld. Feit is dat patiëntenmobiliteit vandaag een realiteit is. Ons hoofd in het zand steken en het fenomeen ontkennen, is niet meer mogelijk. Het is echt van belang om het fenomeen in goede banen te leiden, onze structuren aan te passen en instrumenten op te zetten, opdat wij ons als land goed zouden kunnen voorbereiden, de negatieve effecten in kaart brengen en ze nadien aanpakken.
De wet is tot stand gekomen in overleg met de verschillende meerderheidspartijen. Verschillende ziekenfondsen waren vragende partij en ik hoop echt dat de regering erin zal slagen om de wet uit te voeren en de uitdaging zal omzetten in een groot succes. De oprichting van een observatorium voor patiëntenmobiliteit is al een zeer goede stap in de juiste richting.
Voorzitter: Mia De Schamphelaere, ondervoorzitter.
Présidente: Mia De Schamphelaere, vice-présidente.
Het tweede dossier in de reeks betreft het comité voor de permanente doorlichting van de nomenclatuur. Dat comité werd opgericht bij de wet van 27 april 2004. Dat is ondertussen al vijf jaar geleden. Sindsdien is de wet onderhevig aan de wijzigingsdrang van de opeenvolgende ministers bevoegd voor Volksgezondheid. Ook die wet was een parlementair initiatief. De talloze wijzigingen doen bijna veronderstellen of vermoeden dat de bevoegde ministers niet veel zin hebben om het comité op te richten. Voor de zoveelste keer heeft de minister beloofd om een voorzitter aan te stellen, zodat het comité nu eindelijk effectief van start kan gaan.
Het belang van het comité, collega's, kan niet genoeg worden onderstreept. In ons ziekteverzekeringsstelsel worden intellectuele prestaties immers echt zwaar onderschat. Dat heeft nefaste gevolgen voor de huisartsen en de specialisten, die vooral werken met intellectuele prestaties. Psychiaters, kinderpsychiaters en pediaters vormen de meest bekende voorbeelden. Het is dan ook niet toevallig dat er precies voor die specialisaties weinig interesse bestaat bij de studenten geneeskunde.
Ik hoop dat de wijziging ter zake de laatste is die nodig is om het comité in de feiten te laten werken.
De
voorzitter: Vraagt
nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen.
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2172/5)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2172/5)
Het wetsontwerp telt 60 artikelen.
Le projet de loi compte 60 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 60 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 60 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
17 Wetsontwerp betreffende de betalingsdiensten (2179/1-5)
- Voorstel van resolutie over de SEPA-richtlijn (1850/1-2)
17 Projet de loi relatif aux services de paiement (2179/1-5)
- Proposition de résolution concernant la directive SEPA (1850/1-2)
Voorstel ingediend door:
Proposition déposée par:
Karine Lalieux, Colette Burgeon
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
17.01 Sofie Staelraeve, rapporteur: Mevrouw de voorzitter, beste collega’s, vandaag bespreken wij het wetsontwerp in verband met de betalingsdiensten. De bespreking werd gekoppeld aan een voorstel van resolutie over de SEPA-richtlijn, van de collega’s Lalieux en Burgeon.
Als verslaggever van dit wetsontwerp wil ik erop wijzen dat straks nog een tweede luik ervan zal worden besproken. Het eerste luik, waarvoor ik rapporteur ben, gaat meer bepaald over de consumentenbescherming, een aantal informatieverplichtingen en de procedures voor betalingsdiensten.
Dit wetsontwerp kadert in de toepassing van de Europese SEPA-richtlijn, dus het maken van een Europees geïntegreerde ruimte voor betalingsdiensten in Europa, en vormt de toepassing van die richtlijn in België.
Zo veel mogelijk werd de tekst van die richtlijn aangehouden.
Op één punt werd de richtlijn niet gevolgd. Meer bepaald op vraag van de zelfstandigenorganisaties werd het luik voor de kleine ondernemingen eruit gelicht en aan hun eigen onderhandelingsmogelijkheden overgelaten, om de richtlijn specifiek toe te passen op hun sector.
In de bespreking van dit wetsontwerp kwam een aantal interessante elementen aan bod, die ik hier kort even wens toe te lichten namens de verschillende partijen.
In eerste instantie gaat het over de timing en de afstemming. Wanneer kunnen we die richtlijn toepassen in België? Wanneer zal ze volledig van kracht zijn? Vanaf wanneer zullen de banken volledig de Europese regels toepassen? Die timing en die afstemming komen er. De richtlijn is van toepassing vanaf 1 november 2009 en zou van toepassing zijn drie maanden na publicatie in het Staatsblad. Er wordt een overgangsregeling voorzien voor alle banken, zodat zij volledig geïntegreerd zijn binnen de drie jaar na goedkeuring.
De collega’s Plasman en Lalieux vroegen in de commissie of er voldoende informatie is of zal worden gegeven over die richtlijn en over de veranderingen voor de consument inzake betalingen, domiciliëring, bankkaarten; enzovoort. De minister heeft daarop bevestigend geantwoord. Er komt namelijk een informatiecampagne door de FOD Economie en ook door de Nationale Bank, begin volgend jaar.
Collega’s uit andere partijen stelden vragen over de circulaire cheques. Ik verwijs ook naar de vraag van mevrouw Lalieux daarover, die zich afvroeg of de circulaire cheques op termijn uit verloop zouden worden genomen. De minister zei dat dit niet het geval is en dat er daaraan in essentie niets wordt gewijzigd door het ontwerp.
Daarnaast is een belangrijk aspect van dat wetsontwerp dat de domiciliëring wordt omgekeerd. Door dat wetsontwerp is het de klant, de consument, die de opdracht geeft aan een winkel of aan een ondernemer om zijn factuur te domiciliëren. Dat is een omkering in verhouding tot wat nu bestaat.
Tegelijk is het een gelijkschakeling met de Europese regelgeving wat het gemakkelijker maakt om domiciliëringen te regelen in heel Europa. Die bepaling is wel van belang omdat de klant wordt beschermd ingeval van misbruik. Hij wordt beschermd doordat hij tot acht weken na datum zijn geld kan terugeisen en bij fraude zelfs tot drie maanden. Dit is gebaseerd op de wetgeving in Nederland.
Er lag ook een amendement voor van collega Plasman op artikel 17 in verband met het opzeggen van het raamcontract dat een klant heeft met een bank, ertoe strekkend de opzegtermijn meteen te laten ingaan en niet pas na één maand. De bedoeling van het amendement was, zo zei men, om de overgang tussen banken te vergemakkelijken.
De regering heeft daarop geantwoord dat een alternatief voor de onmiddellijke overschakeling een soort van verhuisdienst van de banken kan zijn, waardoor de klant wordt begeleid, ondersteund en geholpen in alles wat te maken heeft met het wisselen tussen twee banken. Die verhuisdienst ligt al vervat in een akkoord met de banksector, dat nu al van kracht is en ten volle zijn beloop zal kennen tegen 1 oktober 2010.
Een ander thema dat nog ter sprake kwam was de overdraagbaarheid van bankrekeningen, dus hoe men zijn bankrekeningnummer gewoon kan meenemen naar een volgende bank. Een goed idee, zo werd gezegd, maar technisch moeilijk realiseerbaar omdat in de Europese codes met betrekking tot de bankrekeningen, een deel ervan gelinkt is aan de bank zelf en het rekeningnummer bijgevolg niet zonder meer kan worden overgedragen.
Ten slotte waren er nog discussies over het maandelijks verstrekken van schriftelijke informatie aan de klant, over bewegingen op rekeningen, over wat moet worden begrepen onder grove nalatigheid bij het verlies van bankkaarten of kredietkaarten en over de valutadatum van verrichtingen uit de zogenaamde wet-Poty, die geïntegreerd wordt in dit nieuwe wetsontwerp.
Uiteindelijk kwamen wij tot de stemming waarbij het wetsontwerp werd goedgekeurd met 9 stemmen voor en 2 onthoudingen, waardoor het eerste luik van het wetsontwerp op betalingsdiensten werd goedgekeurd en thans ter goedkeuring aan de Kamer kan worden voorgelegd.
17.02 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, chers collègues, les commémorations entourant les 20 ans de la chute du Mur de Berlin nous rappellent, si besoin était, que l'Union européenne trouve ses fondements, bien entendu, dans la paix retrouvée, mais également dans l'abolition des frontières intérieures des 27 États membres. Cinq cents millions de citoyens peuvent, aujourd'hui, circuler librement. Cette liberté de circulation est également celle des marchandises et des services dans un vaste marché sans frontière. Dès lors, la création d'un espace de paiement européen unifié est logiquement l'étape suivante.
Le groupe PS ne peut qu'applaudir les avancées vers une plus grande intégration européenne. Nous pouvons, à juste titre, considérer le projet qui nous est présenté cet après-midi comme une nouvelle pièce au puzzle construisant la citoyenneté européenne pleine et entière.
Néanmoins, l'intégration doit se faire au bénéfice des citoyens et non seulement des institutions financières, commerciales ou bancaires. Certes, le projet de loi contient des effets positifs, dont nous pouvons nous féliciter. Ils ont été soulignés dans l'excellent rapport de ma collègue: une obligation d'information dans le chef du prestataire; l'obligation et responsabilité renforcée dans le chef des banques; nouveaux régimes adaptés de plaintes et de sanctions; instauration d'un délai de huit semaines pour contester les prélèvements et aussi de 36 mois pour porter plainte en cas de fraude. Tous ces éléments plus que positifs ont été soulignés lors des débats.
Il ne faut pas oublier la problématique de la domiciliation. Nous ne donnerons plus l'ordre à nos opérateurs, nos entreprises de payer, mais les banques le feront directement. À cet égard, il faudra prévenir le citoyen. L'information du citoyen sera importante à ce moment pour vérifier les virements et les paiements effectués par les opérateurs, car on sait combien les opérateurs télécoms se trompent parfois dans les factures. Comme ce sera fait d'office, le citoyen devra être correctement informé.
Par contre, le groupe PS considère les avancées contenues dans ce projet comme un strict minimum et regrette que la discussion du projet de loi n'ait pas donné lieu à un plus large débat sur les conséquences de la transposition de la directive SEPA sur les publics les plus fragilisés. Je veux parler ici des pensionnés, des allocataires sociaux ou encore des personnes surendettées. Je parle ici de l'absolue nécessité de conserver les chèques circulaires et les assignations postales, d'interdire la compensation sur les sommes insaisissables et d'évaluer le système d'insaisissabilité qui est mis en place depuis quelques années.
Tout cela, je l'avais demandé dans une proposition de résolution jointe à nos travaux de cet après-midi, car pour les plus fragiles d'entre nous, la loi pourrait être synonyme de régression sociale et non de progrès social.
Les chèques circulaires sont un instrument financier encore largement utilisé par les organismes de la sécurité sociale et par les mutuelles. Ceux-ci ont l'avantage de pouvoir payer directement les personnes de la main à la main indépendamment du fait qu'elles bénéficient ou non d'un compte bancaire.
Aujourd'hui, nous constatons déjà que, et ce surtout dans les provinces de Namur et de Liège – monsieur Reynders, cette dernière province vous concerne –, la majorité des institutions bancaires profitent de la transposition de la directive SEPA pour ne plus payer les chèques circulaires au guichet de la banque partant du principe qu'en cas d'absence de compte bancaire, le paiement de ces chèques ne doit plus être effectué. Cette pratique est totalement illégale. Mais que peut faire une personne face au refus de l'employé de la banque d'effectuer un tel paiement?
Une nouvelle fois, on renvoie les personnes vers les bureaux de poste et la Banque de La Poste. Or, on assiste à un grand nombre de fermetures de bureaux de poste; ce faisant, il est difficile de prendre possession d'argent qui est pourtant dû.
Je répète que nous avons le sentiment que les banques profitent de la directive SEPA pour ne plus accepter les chèques circulaires, ce en toute illégalité.
Il faut rappeler aux institutions bancaires que les chèques circulaires peuvent continuer à exister malgré la directive précitée. Rien dans cette dernière n'interdit lesdits chèques, même si je crois que ce type de paiement doit disparaître. Cela dit, tant qu'il est nécessaire pour un certain public, il faut le garantir. Cela a d'ailleurs été dit et répété par le Steering Committee qui estime que les chèques circulaires doivent être maintenus dans un certain nombre de cas. Il en va exactement de même pour les assignations postales.
Un autre problème a trait à la compensation bancaire. Nous avons eu un très long débat dans cette enceinte sur la problématique de l'insaisissabilité des sommes versées sur les comptes bancaires et garanties par le Code civil. Nous avons obtenu l'insaisissabilité, la traçabilité et la garantie de ces sommes. Toutefois, aujourd'hui, les banques peuvent encore compenser; autrement dit, elles sont les premiers créanciers.
On sait, par exemple, que les banques
permettent, même si cela n'est pas autorisé, d'aller en dessous de zéro pour
les comptes de base. Cette compensation s'effectue donc automatiquement même
lorsqu'il s'agit de
sommes insaisissables. Tel n'est pas l'esprit de la loi. Je demande donc aux
trois ministres réunis ici que, parallèlement au vote de cette loi, on procède
au vote de la proposition de loi déposée depuis bien longtemps relative à
l'interdiction de la compensation bancaire sur les sommes insaisissables. C'est
indispensable si l'on veut que les gens optent de plus en plus pour des
transactions non papier et pour un compte bancaire.
Voilà les
questions que je me pose encore au niveau de la transposition de cette
directive. Mais je ne doute pas que les trois ministres présents dans cet
hémicycle mettront tout en œuvre pour arriver à la non-compensation bancaire et
au maintien des chèques circulaires et des assignations postales tant que cela
s'avérera nécessaire.
Comme il y aura la nécessité que tout se fasse par transaction bancaire, il faudra aussi maintenir de nombreuses agences bancaires et de nombreux distributeurs puisque l'argent sera de plus en plus virtuel. Il est donc important de maintenir un réseau d'agences dans notre pays.
17.03 Cathy Plasman (sp.a): Mevrouw de voorzitter, collega’s, ik ben blij dat minister Van Quickenborne hier aanwezig is. Er liggen vandaag drie wetsontwerpen op tafel ter uitvoering van de zogenaamde SEPA-richtlijn. Ik zal in mijn uiteenzetting de twee andere ontwerpen mee behandelen en onze fractie zal straks bij het volgende agendapunt niet meer tussenkomen.
Deze ontwerpen hebben een belangrijke impact op de consument en het vertrouwen dat deze mag hebben in de betalingsdiensten en in de manier waarop hij dagelijks zijn betalingen uitvoert via een overschrijving, domiciliëring of bij het gebruik van betaalkaarten. De huidige financiële crisis heeft ondertussen wel een impact gehad op het functioneren van zowel de banksector als op het vertrouwen van de consumenten in die banksector.
Gelet op de dominantie in België van de Belgische grootbanken inzake betalingsdiensten, dreigt met deze richtlijn het gevaar dat het louter theoretisch is dat de concurrentie zal spelen en er nieuwe spelers op de markt zullen komen. Onze fractie vraagt zich af in hoeverre de consumenten zullen profiteren van performante betaaldiensten aan goedkopere prijzen, wat toch de doelstelling was bij de totstandkoming van de Europese richtlijn.
Zowel uit de bespreking in de commissie voor het Bedrijfsleven, collega Staelraeve heeft daarover al een toelichting gegeven, als in de commissie voor de Financiën blijkt duidelijk dat SEPA in België aanleiding dreigt te geven tot meer kosten voor de consumenten en de handelaars. In verband met de handelaars verwijs ik graag naar de resolutie van mevrouw Lalieux. Deze resolutie gaat niet enkel over de circulaire cheque, maar ook over het hier en daar verdwijnen van bankautomaten, zodat kleine handelaren moeten investeren in een bankcontact-systeem omdat de consumenten anders te ver moeten wandelen om geld af te halen. Mijn bakker op de hoek heeft dat ook voorgehad. Ik denk dat dit de verkeerde richting is, en niet de richting waar de harmonisering naartoe zou moeten gaan. Dat lijkt voor ons alles behalve een goede zaak.
Nochtans wordt er in de richtlijn de mogelijkheid geboden om subsidiariteit na te streven. Iedere lidstaat kan verder gaan ten gunste van de bescherming van de consument. Ik denk dat net daar het schoentje knelt. Minister Van Quickenborne pakt zo graag uit met die bankverhuisdienst, waarbij hij zegt dat we in de omzetting van de richtlijn verder gaan dan Europa. Geen enkel amendement van ons kon echter worden aanvaard omdat het zogezegd niet kon van Europa. Ik denk aan artikel 17 waar de consument plots één maand opzegtermijn op zijn bord krijgt, terwijl de wet van 2007, waar dat niet in vervat zat, juist de doelstelling had de mobiliteit en op die manier ook de concurrentie tussen de banken te verbeteren.
Ik zie daar toch wel een inconsequentie in deze interpretatie, ook met de valutadata. Er is een substantiële verhoging van het aantal dagen, van de termijnen, wat een serieuze stap achteruit is ten opzichte van de huidige situatie. Wij begrijpen niet waarom dit plots zo moet zijn. Wij hebben daar in de commissie voor het Bedrijfsleven een technische uitleg over gekregen, maar toch begrijpen wij niet dat bij een elektronische betaling naar een andere bank dit een dag langer moet duren. Waarom zouden wij de interbancaire systemen die nu twee keer per dag actief zijn, niet vier keer per dag laten werken? Dit kan toch niet zo’n probleem zijn.
We hebben lange discussies gehad met de collega’s over de grove nalatigheid. Dat zou natuurlijk iets nieuws toevoegen. Nu zitten we dikwijls in de grijze zone van wie er schuld heeft aan het verliezen van een bankkaart. Daar zitten we nu in de situatie waarbij de banken interpreteren wie de schuldige is en of men verantwoordelijk is voor nalatigheid of niet. Er is natuurlijk de gerechtelijke procedure, maar toch vinden wij dat we daar een kans hebben gemist. Om al deze redenen vinden wij dat er afbreuk wordt gedaan aan de huidige consumentenbescherming en zal onze fractie zich onthouden.
De voorzitter: Dank u en proficiat met uw maidenspeech, mevrouw Plasman.(Applaus)
17.04 Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame Lalieux, comme nous l'avons dit en commission, il est urgent de revoir le gentlemen's agreement de 2004. Avec mes collègues, Paul Magnette et Didier Reynders, nous devons examiner ce que nous pouvons faire de plus. Un accord est intervenu sur un certain nombre de transactions qui pourraient être gratuites pour le consommateur. Vos préoccupations doivent être discutées avec le secteur bancaire. Nous devons aller plus loin que le contenu du gentlemen's agreement et ce, avant la fin de l'année.
Collega Plasman, we hebben natuurlijk een uitvoerige discussie gehad in de commissie. U zei dat u uw twijfels hebt bij meer concurrentie. Ik weet niet of u het nieuws hebt gevolgd. Dan hebt u gezien dat een nieuwe kaart, PayFair, op de Belgische markt is gekomen. Die is pas een paar dagen geleden voorgesteld. Hieruit blijkt dat SEPA wel degelijk aanleiding zal geven tot meer concurrentie.
Uiteraard is concurrentie alleen niet genoeg, er moet ook voldoende toezicht zijn. Dat toezicht is er ook. In het ontwerp leggen we precies vast wat de begindatum is voor dat aantal valutadagen. Dat was in de wet-Poty niet vastgelegd, waardoor een aantal banken nu zelfs veel langer rekenden. Ik heb u ook uitgelegd dat het vandaag technisch niet mogelijk is dat een overschrijving van de ene bank naar een andere na tien minuten is uitgevoerd, gewoon omdat onze systemen daar vandaag niet voor zijn aangepast. Uiteraard zullen we proberen daar verder in te gaan.
Collega’s, uit de cijfers van de Europese Commissie blijkt dat we een van de goedkoopste landen zijn voor consumenten om te bankieren. ik denk dat we die troef moeten behouden. De omzetting van de SEPA-richtlijn in Belgische wetgeving zal ons hierbij helpen. Uiteraard is goed toezicht nodig door de bevoegde ministers. Ook daartoe heb ik mij in de commissie geëngageerd en dat wil ik nu opnieuw doen.
17.05 Paul Magnette, ministre: Pour compléter ce qui vient d'être dit et rassurer Mme Lalieux, outre l'actualisation du gentlemen's agreement avec le secteur que vient d'évoquer M. Van Quickenborne, en ce qui concerne les guichets disponibles, les retraits gratuits, etc., nous continuerons à examiner l'opportunité d'une modification législative pour rassurer sur la question des compensations. Nous veillerons aussi à ce que le passage au système SEPA n'ait pas d'impact sur la tarification au consommateur, notamment en usant des pouvoirs de l'Observatoire des prix.
17.06 Didier Reynders, ministre: Je voudrais moi aussi rassurer Mme Lalieux en lui disant que je partage tout ce que mes deux collègues viennent de dire.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2179/5)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2179/5)
Het wetsontwerp telt 81 artikelen.
Le projet de loi compte 81 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 81 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 81 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
18 Wetsontwerp betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen (2182/1-3)
- Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot instelling van de vordering tot staking van de inbreuken op de wet betreffende de betalingsdiensten (2183/1-3)
18 Projet de loi relatif au statut des établissements de paiement, à l'accès à l'activité de prestataire de services de paiement et à l'accès aux systèmes de paiement (2182/1-3)
- Projet de loi modifiant la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers et instaurant l'action en cessation des infractions à la loi relative aux services de paiement (2183/1-3)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan
deze twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces deux projets de loi. (Assentiment)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
18.01 Guy Coëme, rapporteur: Madame la présidente, en raison du caractère technique de ces deux projets transposant une directive européenne, en accord avec le président et Mme le greffier, je renvoie à l'excellent rapport écrit.
18.02 Kristof Waterschoot (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik sluit mij aan bij de bevindingen van de rapporteur die stelde dat het op het eerste gezicht om een vrij technisch stuk gaat, met als enig doel een Europese richtlijn om te zetten in Belgische wetgeving. Ik denk alleen dat het nog iets verder gaat dan dat. De gemiddelde consument heeft bij ons de indruk dat het betalingsverkeer door de banken wordt geregeld, ook al is dat niet echt waar. In België weten we, zoals de collega’s die dit onderwerp hebben gevolgd, dat het voornamelijk door Athos en Maestro wordt geregeld.
Het voorliggende wetsontwerp creëert een nieuwe categorie van financiële instellingen, met name de betalingsinstellingen. Het regelt statuut, toegang, enzovoort. Het komt neer op een bankenstatuut light.
De uniforme regels met een vergunningsplicht, een Europees paspoort, zijn zeer positief en betekenen een vooruitgang tegenover het huidige systeem. Mijn fractie gaat absoluut akkoord met de liberalisering van het betalingsverkeer. Dat juridisch kader betekent een flinke stap vooruit naar een eengemaakte betaalruimte. Gelet op de ambities die België zich in het kader van de Lissabondoelstellingen en de competitieve markt heeft gesteld, kunnen we dat enkel maar toejuichen.
Een aantal collega’s is er al op ingegaan bij het vorige ontwerp uit de commissie voor het Bedrijfsleven. Er zijn aandachtspunten die ons angst inboezemen. Angst is een te sterk woord, we moeten waakzaam zijn voor angeltjes.
Het is jammer dat de richtlijn een lidstaat beperkt in haar mogelijkheid om af te wijken. Dat betekent dat België, als een van de beste leerlingen in de klas inzake betalingsverkeer, in de mindere regelgeving, die vandaag in een aantal andere Europese landen geldt, tot een compromis moet komen. Dat bespreken we nu.
In het kader van SEPA en het Belgische rekeningnummer ben ik blij dat de regering voldoende garanties biedt op een goede informatiestroom richting consument. In het kader van de betaalsystemen wil ik uitdrukkelijk pleiten voor een goede informatiestroom richting handelaars. Vooral het feit dat in de kleinhandel er meerdere operatoren zullen komen, verdient de nodige aandacht.
Voor de Europese Unie als geheel en als interne markt, is het zeker een goed verhaal. Voor België en haar duopolie wordt het afwachten. Geruststellend was dat de minister van Financiën in de commissie voor de Financiën heeft verzekerd dat andere spelers heel wat interesse hebben in onze bestaande duopolie, met als doelstelling de concurrentie te vergroten. Dat zal geen probleem zijn. Dat is positief.
Rond het verhaal van de kosten en de kosten van het betaalverkeer zullen we een beetje moeten uitkijken. We zijn daarin heel goedkoop. We moeten dat ook zeggen: in België, en dat is voor een keer dan eens positief de laatste tijd, werkt het financiële systeem heel goedkoop, zelfs vijf tot zes keer goedkoper dan in een aantal Zuid-Europese landen. Het zal een uitdaging zijn om dat zo te behouden.
Het risico zit hem vooral daar dat men meerdere aanbieders kan hebben. We moeten vermijden dat elke handelaar met drie tot vier of vijf systemen zal moeten werken. Het aantal systemen waarmee wordt gewerkt, werkt kostenverhogend en we weten allemaal dat die kosten uiteindelijk voor een stuk bij de consument zullen terechtkomen.
In de commissie voor de Financiën heeft de minister dat probleem erkend en gezegd daar zeer waakzaam in te zijn. Ik denk dat dit op dit moment meer dan volstaat en geruststellend moet zijn om daarin verder te gaan. In tal van landen is de omzetting van deze richtlijn, de 2007/64, nog bezig. De Kamer moet dat ontwerp zeer snel en dringend goedkeuren, wat we hopelijk vandaag ook doen met iedereen, vooral voor de geloofwaardigheid van Brussel als hoofdstad van de Europese Unie en als financieel centrum. We hebben daar een voorbeeldrol in te vervullen en moeten dat absoluut goedkeuren. Ik zou het dan ook heel moeilijk hebben mochten collega’s deze ontwerpen vanuit Financiën niet goedkeuren: dat lijkt mij onbegrijpelijk.
De voorzitter: Proficiat.
Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking aan van de
artikelen van het wetsontwerp nr. 2182. De door de commissie verbeterde
tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2182/3)
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 2182. Le texte corrigé par la commission sert de base à
la discussion. (Rgt 85, 4) (2182/3)
Het wetsontwerp telt 58 artikelen.
Le projet de loi compte 58 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 58 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 58 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
Wij vatten de bespreking aan van de
artikelen van het wetsontwerp nr. 2183. De door de commissie verbeterde
tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2183/3)
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 2183. Le texte corrigé par la commission sert de base à
la discussion. (Rgt 85, 4) (2183/3)
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot instelling van de vordering tot staking van de inbreuken op de wet van … betreffende de betalingsdiensten".
L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi modifiant la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers et instaurant l'action en cessation des infractions à la loi du … relative aux services de paiement".
Het wetsontwerp telt 6 artikelen.
Le projet de loi compte 6 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 6 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 6 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
19 Wetsontwerp houdende bevestiging van diverse koninklijke besluiten genomen krachtens de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen (2191/1-5)
19 Projet de loi portant confirmation de divers arrêtés royaux pris en vertu de la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité et de la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations (2191/1-5)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
19.01 Willem-Frederik Schiltz, rapporteur: Mevrouw de voorzitter, collega’s, een bijzonder moeilijke wetgeving ligt met het voormelde ontwerp voor. Het gaat over de bekrachtiging van drie types van koninklijke besluiten.
Een eerste type zijn de koninklijke besluiten over de federale bijdragen waarvan de bekrachtigingtermijn door de wet lichtelijk was overschreden. De tweede categorie behelst soortgelijke koninklijke besluiten over federale bijdragen waarvan de termijn nog niet was verstreken. Een derde categorie gaat over de meerjarentarieven op de distributiemarkt.
Collega’s, de federale bijdrage op de elektriciteitsfactuur wordt gebruikt om diverse, sociale en openbare dienstverplichtingen te financieren. Er wordt voor de levering van groene stroom een korting op bedoelde bijdrage toegekend.
In de commissie is er enige discussie ontstaan over de mogelijkheid om retroactief de bedoelde koninklijke besluiten te bekrachtigen. De minister heeft uiteengezet dat er op dat vlak geen bezwaren bestaan, omdat er een algemeen belang in het spel is, zijnde het creëren van rechtszekerheid. Immers, naar aanleiding van voornoemde koninklijke besluiten is er, onder andere voor het hof van beroep te Brussel, enige betwisting gerezen.
In de commissie is ook hevig over de inhoud van de desbetreffende koninklijke besluiten gedebatteerd. Onder andere werd door de oppositie, met mevrouw Plasman en mevrouw Van der Straeten op kop, opgemerkt dat de inhoud voor discussie vatbaar is, wat door een aantal meerderheidspartijen werd beaamd.
Collega’s, niettemin heeft de meerderheid ervoor geopteerd de minister ter zake te steunen en komaf te maken met de rechtsonzekerheid die thans in verband met de thema’s in kwestie heerst.
Een particuliere vraag die vanuit de verschillende geledingen aan de minister werd gericht, betrof het toestaan van de korting voor groene stroom, met name of ze nu op het product sloeg. Met andere woorden, collega’s, indien u aan een leverancier vraagt 100 procent groene stroom aan te kopen, bent u dan volledig van de genoemde, federale bijdrage vrijgesteld? Wordt de federale bijdrage daarentegen per leverancier op de totale brandstofmix berekend? Indien de betrokken leverancier 20 procent groene stroom in zijn totale portefeuille zitten, krijgt hij in voornoemd geval een korting van 20 procent.
Over voormelde vraag is discussie ontstaan, omdat stroomregulator CREG halverwege de oorspronkelijke teksten en de tekst die thans voorligt, zijn interpretatie heeft gewijzigd. Wij hebben de minister de vraag gesteld wat de bedoeling kan zijn geweest. Hij heeft op onze vraag geantwoord dat het volgens hem in de bedoeling van de wetgever, die de regering toch is, lag ervoor te zorgen dat het wel degelijk over een korting op het product ging, dus voor de levering aan de individuele consument.
Uiteindelijk heeft mevrouw Plasman nog amendementen ingediend om nog wat aan de injectietarieven voor groene stroom te veranderen. Haar amendementen werden echter door de commissie niet aangenomen.
Zoals ik als vermeldde, hebben wij de minister uiteindelijk in zijn vraag naar meer rechtszekerheid gesteund. Hij heeft ons ook op het hart gedrukt dat over de inhoud van de koninklijke besluiten, zeker over de distributietarieven, ook in het systeem van de federale bijdragen, nog nadere discussies zullen plaatsvinden. Hij wil thans een overleg organiseren om over de materie in kwestie klare wijn te schenken.
Persoonlijk kan ik aan het voorgaande toevoegen dat mijn bezorgdheid over de koninklijke besluiten, zeker aangaande de meerjarentarieven, werden geprikkeld, omdat de materie nu opnieuw onder ogenschouw werd genomen.
Mijnheer de minister, u mag gerust zijn, in deze volgt mijn legistieke hart u een beetje. Ik wil de collega’s melden dat rechtszekerheid in deze troebele materie wel degelijk een eerste stap moet zijn. Er waren wel veel opmerkingen. Ik herinner mij de debatten die voorafgingen aan de goedkeuring van de teksten en die zeer intens waren. Maar, mijnheer de minister, in de commissie heb ik u uitgenodigd snel voort te maken met uw overleg en de globale distributie- en transitmarkt onder handen te nemen en dat wil ik ook nu doen.
Voorzitter: Patrick Dewael, voorzitter
Président: Patrick Dewael, président.
19.02 Cathy Plasman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, onderhavig ontwerp is een mooi voorbeeld hoe het niet moet. Alle truken van de foor worden hier bovengehaald in naam van het algemeen belang en van de rechtszekerheid. Het advies van de Raad van State is dan ook niet min.
Dat niemand nog weet hoe het allemaal in elkaar zit, was zeer illustratief. Het was te merken bij de bespreking van artikel 20 in de commissie. Het ging daar louter over de impact van de vervanging van twee woorden en er was hilariteit alom. Idem dito bij artikel 24 over de vrijstelling van de federale bijdrage bij aankoop van groene energie. Onduidelijkheid alom! De heer Schiltz heeft dat daarnet trouwens bevestigd.
Ik meen dat wij hier zijn om kwalitatief goede wetten af te leveren en niet om gedrochten in elkaar te steken, die in plaats van rechtszekerheid nog meer onzekerheid geven.
Zoals de heer Schiltz in zijn verslag al heeft gezegd, waren er ook discussies door collega’s van de meerderheid. Zij zijn dat niet vergeten, maar intussen steunen zij natuurlijk wel de minister bij de stemming. Toch wil ik hen oproepen ons amendement inzake het schrappen van de injectietarieven te steunen. Ik meen dat dat in het kader van het klimaatbeleid en het energiebeleid van de regering – en ik heb de beleidsnota van de heer Magnette doorgenomen – perfect past.
Waarom moeten wij de groene productie, de hernieuwbare energie en de warmtekrachtkoppeling nog verder belasten met extra bijdragen op de tarieven, terwijl die gemakkelijk te schrappen zijn? Daar de heer Magnette het advies van de CREG toch niet officieel heeft gevraagd, stellen wij voor dat hij dat niet meer doet en dat wij straks bij de stemming het amendement goedkeuren, zodat die bijdragen worden geschrapt.
Waarom is er geen advies van de CREG? De heer Magnette heeft aan de CREG ook geen advies gevraagd om de injectietarieven erin te stoppen. Dan kunnen zij ook gewoon worden geschrapt.
Nog een reden om een en ander te steunen is dat er een consensus was in de commissie, maar ook in het Overlegcomité. Dat is een extra argument. Niemand is tegen het schrappen. Het enige argument betrof dat advies van de CREG. Ik meen dat wij die maatregel gezien de huidige situatie kunnen laten vallen en het amendement aanvaarden.
19.03 David Clarinval (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, comme l'a rappelé M. Schiltz, le présent projet de loi vise à obtenir une confirmation législative de divers arrêtés royaux pris en vertu de la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité et de la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux. L'absence de confirmation législative entraîne une grave insécurité juridique puisque, dorénavant, toute décision d'approbation ou de refus par la CREG de propositions tarifaires présentées par des gestionnaires de réseau ou de distribution est susceptible d'être annulée.
Monsieur le ministre, vous n'ignorez pas qu'il existe un petit souci dans l'approbation des articles 24 et 34 qui déterminent les modalités d'exonération des composantes Kyoto et de dénucléarisation de la cotisation fédérale pour l'électricité produite à partir de sources d'énergie renouvelables ou d'unités de cogénération de qualité. La manière dont le texte est libellé pose un problème d'interprétation qu'il convient d'éclaircir.
La loi du 29 avril 1999 organise en effet une cotisation fédérale et prévoit une exonération pour certaines parties de cette cotisation pour les clients qui ont des "contrats verts". Les parties de la cotisation fédérale ainsi exonérées concernent, d'une part, la cotisation d'un fonds en vue de la dénucléarisation des centrales nucléaires et, d'autre part, la constitution d'un fonds de soutien pour les politiques destinées à atteindre les objectifs de Kyoto.
Il était logique que les clients ayant fait le choix d'une électricité verte soient dispensés de participer à la constitution de ces deux fonds. La loi parle très justement "d'exonération en fonction de la part d'électricité fournie à des clients finaux et produite à partir de sources d'énergie renouvelables ou d'unités de cogénération de qualité". En d'autres mots, un consommateur qui a un contrat 100 % vert a droit à 100 % d'exonération et un consommateur qui a un contrat 30 % vert a droit à 30 % d'exonération.
L'exonération est donc proportionnelle à la quantité de vert dans le contrat du client, ce qui est tout à fait logique et cohérent. L'ensemble des fournisseurs a opéré de cette manière pour octroyer l'exonération. L'article 24 du présent projet de loi parle d'exonération en fonction de la proportion globale des sources d'énergie primaire, ce qui n'était pas de la volonté du législateur lors de la rédaction de la loi de 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité.
Ceci impliquerait qu'un même consommateur n'aurait droit qu'à une exonération selon le pourcentage de vert repris dans le fuel mix global pour l'ensemble des fournitures pour toute la clientèle de ce même fournisseur plutôt que le pourcentage de vert repris dans le fuel mix du produit qui lui est fourni individuellement.
La CREG a accepté l'exonération des composantes Kyoto et Dénucléarisation de la cotisation fédérale par produit fourni jusque fin 2007. Elle a toutefois fait savoir fin 2008 qu'elle modifiait son interprétation de ces modalités pour le rapportage depuis le 1er janvier 2008 et qu'elle n'acceptait d'exonération qu'en fonction du fuel mix global de chaque fournisseur et non en fonction du fuel mix du produit fourni au client concerné. Ceci obligerait les fournisseurs à rectifier toutes leurs factures.
Nous pensons que cette interprétation est discriminatoire car elle impliquerait des différences d'exonération pour un même produit chez les différents fournisseurs. Un client avec un contrat 100 % vert chez un fournisseur qui vend également des contrats non exclusivement verts ne bénéficierait plus d'une exonération à 100 % vu que, selon la CREG, ce fournisseur doit accorder une exonération en fonction de son fuel mix global à l'ensemble de sa clientèle. Inversement, cela reviendrait également à exonérer des clients qui ont un contrat gris.
Un client qui a un contrat vert chez un nouveau fournisseur ne bénéficierait d'aucune exonération étant donné que ce dernier n'a pas encore de fuel mix global approuvé par le régulateur régional. Un client avec un contrat 100 % vert chez un fournisseur qui ne fait que du vert bénéficierait bien de l'exonération à 100 %.
L'origine de la modification de l'interprétation de la CREG se situe vraisemblablement dans le constat d'une différence sensible entre ce qu'elle avait estimé pour les fonds Kyoto et Dénucléarisation et les rentrées réelles.
Monsieur le ministre, en commission, avec d'autres collègues, notamment Mme Partyka, Mme Van der Straeten et M. Schiltz, nous vous avons interrogé à cet égard et vous avez été très clair dans votre réponse. Malgré cela, le lendemain, la CREG persistait à interpréter différemment ce texte et mettait même en demeure les fournisseurs de s'exécuter. Je trouve que ce procédé est limite et qu'il est incroyable que votre interprétation soit contestée ainsi par la CREG.
Je reviens donc aujourd'hui en séance plénière, d'une part, avec la même question et, d'autre part, pour vous demander pour quelles années cette interprétation est valable? En d'autres termes, quid des années 2008 et 2009?
En outre, peut-on espérer qu'une concertation entre les protagonistes, la CREG, les fournisseurs et votre cabinet, puisse être mise en place au plus vite afin de mettre un terme rapide à cette problématique qui pourrait devenir très désagréable pour les consommateurs d'électricité verte?
19.04 Katrien Partyka (CD&V): Mijnheer de voorzitter, voor de bespreking van dit ontwerp wil ik verwijzen naar het verslag van de commissie waar we ter zake uitgebreid van gedachten over hebben gewisseld. Ik wil me wel graag aansluiten bij de collega’s betreffende de vraag naar een oplossing voor de problematiek van de korting op de federale bijdrage inzake groene stroom.
De voorzitter: Mevrouw Tinne Van der Straeten heeft zich ingeschreven, en ook mijnheer Van Noppen.
19.05 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, collega’s, een debat als dit zorgt er vaak voor dat mensen tot de conclusie zouden komen dat energiedebatten, als het gaat over de elektriciteitswet en de gaswet, een complexe, technisch en moeilijke materie betreffen.
Het is mijn mening dat de elektriciteits- of gasmaterie as such niet technisch of moeilijk of complex is, maar dat wij vandaag wel beschikken over een elektriciteits- en gaswet die zeer complex ineenzit en die op verschillende punten zichzelf tegenspreekt. Ik kijk dus heel erg uit naar het engagement van de minister. Hij heeft deze week in de commissie gezegd dat het zijn voornemen is om beide wetten te coördineren, ze coherent te maken en de tegenstrijdigheden die erin zitten eruit te halen.
Het ontwerp dat hier vandaag voorligt in de Kamer voert een aantal nieuwe tegenstrijdigheden in. In de commissie hebben wij een aantal technische zaken opgemerkt. Wat wij hier vandaag worden gevraagd te doen, namelijk overgaan tot een wettelijke bekrachtiging van diverse KB’s, is een zeer brute techniek waarbij wij de kans missen om een aantal fouten dat in beide wetten is geslopen, recht te zetten.
De techniek van de wettelijke bekrachtiging is een zeer ongebruikelijke techniek, zeker als ze wordt gebruikt om eventuele onwettigheden die zijn geslopen in de diverse KB’s te dekken. Voor een deel van de KB’s is dat niet het geval, met name die KB’s die betrekking hebben op de federale bijdragen, waar de elektriciteitswet zelf erin voorziet dat een wettelijke bekrachtiging moet volgen binnen de 12 maanden. Voor de laatste twee KB’s van het ontwerp is dat echter absoluut niet het geval.
De laatste twee KB’s van het ontwerp zijn twee KB’s die de meerjarentarieven voor distributie betreffen, zowel voor gas als voor elektriciteit. Daar is een wettelijke bekrachtiging absoluut niet ingeschreven in de wet. Die wettelijke bekrachtiging wordt vandaag van u gevraagd omdat er grote discussies zijn over de inhoud van desbetreffend KB.
Het gaat over meerjarentarieven voor distributie, zowel voor gas als voor elektriciteit. Collega’s, distributie betreft ongeveer een derde van uw factuur. Technieken om de distributietarieven te beheersen, niet de pan te laten uitswingen, zijn enorm belangrijk.
Wij hebben daar verschillende conflicterende belangen. Enerzijds zijn er de distributienetbeheerders, die natuurlijk de investeringen die ze doen in hun netwerken moeten kunnen financieren, hun kosten moeten terugbetaald krijgen. Anderzijds zijn er de aandeelhouders van de distributienetbeheerders, de gemeenten, die belang hebben bij hoge tarieven voor hun inkomsten.
Het zijn twee zaken die conflictueel kunnen zijn. Vandaar het belang van een goede regulator die beide belangen op een goede manier tegenover elkaar kan afwegen, die vooral heel sterk kan toekijken op de kosten die de verschillende distributienetbeheerders indienen en die eventueel kosten kan verwerpen.
Mijnheer de minister, wij hebben daarbij lang stilgestaan in de commissie, in diverse hoorzittingen. Het is mijn mening dat het KB daar heel wat mogelijkheden laat liggen, zeker in verband met de kostenbeheersing. Uw twee KB’s hebben ook als gevolg gehad dat vooral in het zuiden van het land de meerjarentarieven drastisch zijn gestegen, tot 30 procent in bepaalde gemeenten.
Ik betreur dit. Ik meen ook dat op de distributietarieven nog wel degelijk wat vet zit dat wij kunnen wegsnijden. De CREG heeft dit in het Parlement overigens overtuigend aangetoond. Ik heb het dan niet over het terugbetalen van kosten voor pensioenfondsen of investeringen in de netwerken. Het is maar evident dat dit in de tarieven zit. Het is echter net zo evident dat de regulator in het KB de nodige bevoegdheden krijgt om de kosten te beoordelen op hun werkelijkheid en de overdreven kosten er kan uithalen.
Dit KB heeft gezorgd voor heel wat discussie, ook voor de rechtbank, omwille van de manier waarop het is tot stand gekomen. De regulator heeft een voorstel gedaan zoals het is voorzien in het Europees gemeenschapsrecht. Vervolgens heeft de Koning in het voorstel van de regulator nog een aantal dingen gewijzigd. Daarover werd door de Raad van State aangevoerd, en dit werd herhaald in zijn advies bij dit ontwerp, dat het niet aan de Koning toekomt om een tariefvoorstel van de regulator te wijzigen. Het komt enkel toe aan de Koning om het aan te nemen of te verwerpen, maar niet om er eigen wijzigingen in aan te brengen, ook niet als dit gebeurt op vraag van de CREG zelf. Dit is een fout die de CREG in het Parlement zelf heeft toegegeven.
Ik denk dat het een grote schande is dat die onwettigheid hier vandaag wordt gedekt bij wet, zeker als we weten dat België vorige week nog werd veroordeeld door de Europese Commissie omwille van een gelijkaardige bepaling. Het ging over artikel 12novies van de elektriciteitswet en het vaststellen van distributie- en transporttarieven voor interconnectiecapaciteit voor projecten van nationaal en internationaal belang. U heeft in de commissie gezegd dat u in het nieuwe artikel dezelfde woorden zou gebruiken om tegemoet te komen aan de veroordeling van het Europese Hof, namelijk dat er op voorstel van de regulator een KB wordt vastgesteld. Net met betrekking tot dat KB hebben wij vastgesteld hoe iets dat juridisch-technisch misschien niet in strijd is met het EG-recht in de praktijk verkeerd kan worden toegepast. Met de meerjarentarieven is ten overvloede bewezen dat het in de praktijk verkeerd werd voorgesteld.
Om dezelfde reden, collega Plasman, kan ik uw amendement over de injectietarieven moeilijk steunen. Ten gronde ben ik het helemaal met u eens. Ik denk dat wat in het KB zit met betrekking tot de injectietarieven voor een stuk tot de bevoegdheden van de Gewesten behoort en dan vooral betreffende het ondersteuningsmechanisme voor groene stroom. De diverse Gewesten hebben een systeem om groene stroom te ondersteunen. Als in het KB tegelijkertijd een injectietarief wordt opgelegd, is dat contradictoir en zal dit zeker de groene energie niet bevorderen.
Echter, collega Plasman — om coherent te zijn met mijzelf — het komt de regulator toe om de tarieven en minstens de tariefmethodologie vast te stellen. Ik was er tegen dat de minister of de Koning wijzigingen heeft aangebracht in het koninklijk besluit. Ik vind ook dat het niet aan de wetgever toekomt om die zaken te wijzigen. Het komt de regulator, en alleen de regulator, toe om de tarieven en de tariefmethodologie te wijzigen.
Naar aanleiding van de discussie die is ontstaan op het overlegcomité, aangekaart door de gewestelijke ministers mevrouw Van den Bossche en de heer Nollet, werd daar ook beslist dat de CREG zal komen tot een nieuw voorstel inzake de injectietarieven. Ik hoop dat de uitkomst van dat nieuw voorstel wel degelijk zal zijn dat die injectietarieven, zoals ze nu vervat zijn in het koninklijk besluit, daar niet op hun plaats zijn omdat ze eigenlijk de gewestelijke bevoegdheden tegenspreken.
Mijnheer de minister, als dat het geval is, dan hoop ik ook dat u een wetsontwerp indient om dat te wijzigen. Vandaag vraagt u aan ons immers de wettelijke bekrachtiging van twee koninklijke besluiten. Dat wil zeggen dat die wet worden en dat ze voorts alleen nog bij wet kunnen worden gewijzigd. Ik verwacht dan ook van u, als er een nieuw voorstel is van de CREG — dat normaal gezien in een koninklijk besluit moet worden gegoten maar dat door de voorliggend wettelijke bekrachtiging in een wet zal moeten worden gegoten —, dat u als bevoegd minister niet zult wachten, zelfs geen twee maanden, om die wetswijziging door te voeren. Ik denk namelijk dat de ontwikkeling van groene energie ons allemaal na aan het hart ligt. Hernieuwbare energieproducenten mogen we zeker niet in de kou laten staan, mocht de CREG tot een andere vaststelling komen, wat ik effectief hoop.
Dat wilde ik zeggen in verband met de meerjarentarieven.
Nu wil ik het hebben over de federale bijdrage.
Over de federale bijdrage heb ik al gezegd dat de wet voorziet dat de wettelijke bekrachtiging hoe dan ook moet gebeuren. De regering was dat vergeten voor tal van koninklijke besluiten. Ik denk dat de regering in het hele lijstje van opgesomde KB’s een koninklijk besluit is vergeten, met name het KB van 21 oktober 2008 tot vaststelling van de bedragen die zijn bedoeld voor de sanering van de nucleaire kerkhoven in de Kempen, BP 1 en BP 2, twee nucleaire passiva waarvoor in het verleden nooit in geld werd voorzien en waarvoor de kosten voor de sanering eigenlijk moeten worden opgehoest via de elektriciteitsfactuur. Indertijd is dat door de heer Deleuze vastgesteld op 55 miljoen euro per jaar. Het was een vijfjarenprogramma. U hebt een nieuw vijfjarenprogramma ingevoerd bij KB van 21 oktober 2008, waarbij u het bedrag van 55 miljoen hanteert.
In de marge zou ik kunnen opmerken dat volgens mij het bedrag van 55 miljoen aan de lage kant is. U hebt zelf in de commissie gezegd dat voor de sanering van beide sites, BP 1 en BP 2, de meest recente raming het heeft over 884 miljoen euro. De werken zijn momenteel aan de gang en zullen minstens moeten worden voortgezet tot 2020. 55 miljoen euro per jaar, om uit te komen op 884 miljoen. Ik meen dat het bedrag van 55 miljoen aan de lage kant werd ingeschat. Het zou misschien een goede zaak zijn om alleszins te beginnen met een indexering van die bedragen.
55 miljoen in 2003 is al iets anders dan 55 miljoen vandaag. Als we dat nu weer betonneren op vijf keer 55 miljoen denk ik dat we echt het risico lopen dat we tegen 2020 niet aan het benodigde bedrag van 884 miljoen zullen komen. Dan lopen we ook het risico dat de consument op dat moment een zeer groot bedrag zal moeten ophoesten.
Ik heb een amendement gemaakt dat er uitsluitend toe strekt het KB dat u bent vergeten, met name over de nucleaire passiva BP1/BP2, te bevestigen bij wet. De termijn is nog niet verstreken: het moet gebeuren binnen de 12 maanden. We hebben dus nog anderhalve maand de tijd. Zo verhinderen we dat we alsnog op een later moment in hoge urgentie zouden moeten bijeenkomen om KB’s te bekrachtigen. Dan is dat op zijn minst al gebeurd. Misschien dat er op een later moment dan toch nog kan worden voorzien in de indexering van die bedragen.
De elektriciteitswet voorziet wel degelijk in een wettelijke bekrachtiging van de KB’s die te maken hebben met de federale bijdragen, maar daarmee is de kous niet af. Tijdens onze commissievergadering en ook hier bij de voorgaande sprekers, is gebleken dat er toch nog een groot aantal interpretatiemoeilijkheden zijn met betrekking tot een bepaalde inhoud van een bepaald KB, namelijk de vrijstelling voor groene stroom. Ik denk dat u daarover in de commissie duidelijk was. U hebt daar gezegd dat de vrijstelling voor groene stroom wel degelijk geldt per product en niet voor de hele fuel-mix van de leveranciers. Blijkbaar blijft dit echter zorgen voor enige commotie en tegengestelde interpretaties. Ik ben van mening dat een wet maar kan worden geïnterpreteerd volgens de wil van de wetgever. Als het de wil van de wetgever is dat de vrijstelling geldt per product, heeft iedereen zich aan de interpretatie van de wetgever te houden. Als dat toch voor problemen blijft zorgen, vraag ik mij af of er dan geen technische oplossingen mogelijk zijn, in de vorm van een interpretatieve nota of iets anders. Op die manier kan worden vastgesteld wat nu de oorspronkelijke wil van de wetgever was.
Vandaag komt hier een aspect naar boven, met name de vrijstelling voor de groene stroomproducten, maar ik sluit niet uit dat in de toekomst nog verschillende andere interpretatiemoeilijkheden naar boven zullen komen. Dat is te wijten aan het feit dat onze beide wetten, namelijk de gaswet en de elektriciteitswet, coherentie missen en op bepaalde punten elkaar tegenspreken. Ik hoop, mijnheer de minister, dat dat kan worden opgelost door de coördinatie die u hebt beloofd in de commissie.
Ik hoop ook dat die coördinatie in het Parlement kan komen voor uw termijn is verstreken en dat tenminste deze legislatuur kan worden afgesloten met een coherente wet. Dat geldt zeker aangezien wij binnenkort, voor 2011, moeten overgaan tot de omzetting in intern recht van het derde pakket interne markt energie. Dat pakket zal zeer verregaand zijn, zowel voor de gaswet als voor de elektriciteitswet. Ik denk dat het een goede zaak is als we daarvoor kunnen starten met een schone lei en niet telkens verschillende koterijen moeten aanbouwen, zoals we vandaag ook weer doen.
19.06 Flor Van Noppen (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik kan heel kort zijn. Onze fractie zal zich onthouden om twee redenen. De eerste heeft betrekking op de gang van zaken. Er werden verschillende KB's om verschillende redenen bekrachtigd en op één hoop gegooid.
U verwacht dat het Parlement deze zal bekrachtigen. Dat rammelt langs alle kanten. Het Parlement wordt gebruikt om de nalatigheid van deze en vorige regeringen recht te trekken.
De tweede reden heeft betrekking op de regeling inzake injectietarieven uit het KB van 2 september 2008. De tarifering is nog altijd de bevoegdheid van de federale regering, maar het is duidelijk dat de injectietarieven een grote invloed zullen hebben op het beleid van de Gewesten met betrekking tot hernieuwbare energie. Er werd daarover een advies gevraagd aan de CREG, maar dat advies is er nog niet en het lijkt mij dan ook meer dan logisch het eerst af te wachten en later pas de wettelijke basis daarvoor te voorzien of niet.
19.07 Paul Magnette, ministre: Monsieur le président, M. Clarinval a posé une question très claire en commission à laquelle je me suis efforcé d'apporter une réponse tout aussi claire. Il a à nouveau posé cette question aujourd'hui et je confirme, avec la même clarté, ce que j'ai dit en commission. En ce qui concerne ces dérogations, selon le gouvernement, l'interprétation à donner concerne les produits jusqu'à l'année 2009. Pour les années suivantes, la question devra être clarifiée et elle le sera juridiquement dans les prochains mois.
Over het amendement van mevrouw Van der Straeten, ik weet dat die twee KB’s wettelijk moeten worden bevestigd. Dat is voorzien in de wet houdende diverse bepalingen die hier de komende weken zal worden bediscussieerd.
Wat het amendement van mevrouw Plasman over de injectietarieven betreft, we hebben inderdaad een akkoord bereikt in het overlegcomité. We hebben beslist de CREG te vragen die mogelijkheid te bestuderen maar ook om de impact van een dergelijke derogatie op de verschillende categorieën van consumenten na te gaan. Op basis van de conclusies van de CREG zullen wij zien of het economisch en sociaal pertinent is om de wet zo te wijzigen.
Je confirme par ailleurs ce que j'ai dit en commission à ce propos; ces deux lois gaz et électricité ont été fortement modifiées ces dernières années. Elles l'ont été par application de dispositions de droit européen et aussi simplement par des modifications de priorités politiques, au point qu'elles sont devenues parfois illisibles. Elles comportent de nombreuses zones d'ombre et d'incertitude juridique. J'ai d'ores et déjà demandé, tant à l'administration qu'à la CREG, d'examiner la possibilité d'une consolidation juridique de ces lois pour en clarifier la portée, pour les rendre plus lisibles, pour identifier toute ambiguïté juridique possible et faire en sorte qu'au moment où nous entrerons dans le travail de transposition de la troisième directive de libéralisation des marchés gaz et électricité, nous puissions le faire dans les meilleures conditions de clarté juridique.
19.08 Cathy Plasman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik had van de minister graag geweten wanneer hij nu het advies aan de CREG zal vragen. Twee weken geleden was mij gezegd dat het al was gevraagd, maar het is nog altijd niet gevraagd. Als u tegen het einde van het jaar een advies wil ontvangen, dan zult u dat spoedig moeten aanvragen.
19.09 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het antwoord over de vrijstelling voor groene stroom frappeert mij een beetje, omdat het anders is dan het antwoord dat u in de commissie hebt gegeven. Ik heb het in het verslag nagelezen. In het verslag staat er enkel dat u zegt dat de vrijstelling geldt per product. Vandaag zegt u: “Alleszins tot en met 2009. Voor de jaren nadien zullen we wel verder zien”. Ik denk niet dat dit de rechtszekerheid in de hand werkt.
Het gaat over een wettelijke bekrachtiging met terugwerkende kracht die onbeperkt geldt. Er staat niet dat die bekrachtiging geldt voor een, twee, drie of vier jaar. Nee, die wettelijke bekrachtiging geldt voor het verleden, voor de toekomst en tot nader order. Vandaag zegt de minister tot 2009 een bepaalde visie te willen hanteren en na 2009 eens te zullen nadenken over hoe dat er zal uitzien. Ik vind dat zeker voor de leveranciers bijzonder onduidelijk, omdat het voor de leveranciers een grote impact zal hebben. In die zin ben ik bezorgd over het antwoord van de minister. Ik denk dat we beter een eenduidige interpretatie hebben en die als dusdanig interpreteren, en ze dus niet om de haverklap wijzigen.
19.10 Paul Magnette, ministre: Monsieur le président, je poserai la question à la CREG dans les meilleurs délais.
Pour ce qui concerne la dernière remarque de Mme Van der Straeten, j'ai indiqué l'interprétation à donner jusqu'à fin 2009. C'est là-dessus que nous avons besoin de clarté afin de pouvoir prendre les bonnes décisions. Pour 2010, je n'ai pas dit que nous allions adopter un autre système, j'ai dit que nous allions clarifier les choses.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2191/3)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2191/3)
Het opschrift in het Nederlands werd door de
commissie gewijzigd in “wetsontwerp houdende bekrachtiging van diverse
koninklijke besluiten genomen krachtens de wet van 29 april 1999
betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van
12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en
andere door middel van leidingen”.
L’intitulé en
néerlandais a été modifié par la commission en “wetsontwerp houdende
bekrachtiging van diverse koninklijke besluiten genomen krachtens de wet van
29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt
en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige
producten en andere door middel van leidingen”.
Het wetsontwerp telt 42 artikelen.
Le projet de loi compte 42 articles.
* *
* * *
Amendements déposés:
Ingediende
amendementen:
Opschrift/Intitulé
1 –
Cathy Plasman (2191/4)
Art. 36
2 –
Cathy Plasman (2191/4)
Art.
40/1 (n)
3 – Tinne Van
der Straeten cs (2191/5)
* *
* * *
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, het opschrift, het aangehouden artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements, l'intitulé et l'article réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
* * * * *
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
Conclusion de la discussion des articles:
Réservé: le
vote sur l'intitulé, les amendements et l'article 36.
Aangehouden: de stemming over het opschrift, de amendementen en artikel 36.
Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 – 35, 37 – 42, alsmede de
bijlage.
Adoptés article par article: les
articles 1-35, 37-42, ainsi que l'annexe.
20 Wetsontwerp tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 8 december 2008 betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, B, C en E voor het kalenderjaar 2009 (2192/1)
20 Projet de loi portant confirmation de l'arrêté royal du 8 décembre 2008 relatif à la contribution aux frais de fonctionnement, de personnel et d'installation de la Commission des jeux de hasard due par les titulaires de licences de classe A, B, C et E pour l'année civile 2009 (2192/1)
Zonder verslag
Sans rapport
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2192/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2192/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
21 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, wat de taken van het één-loket betreft (2212/1-4)
21 Projet de loi modifiant la loi du 16 janvier 2003 portant création d'une Banque-Carrefour des Entreprises, modernisation du registre de commerce, création de guichets-entreprises agréés et portant diverses dispositions, en ce qui concerne les tâches du guichet unique (2212/1-4)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Mevrouw Sofie Staelraeve, rapporteur, verwijst naar haar schriftelijk rapport. We nemen daar akte van, mijnheer Versnick.
Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen.
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2212/4)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2212/4)
Het wetsontwerp telt 12 artikelen.
Le projet de loi compte 12 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 12 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 12 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
22 Vast Comité van toezicht op de politiediensten – Hernieuwing van de samenstelling (werkende leden) – Ingediende kandidaturen
22 Comité permanent de contrôle des services de police – Renouvellement de la composition (membres effectifs) – Candidatures introduites
Het mandaat van de leden van het Comité P loopt af op 2 februari 2010. In het Staatsblad van 22 oktober 2009 werd een oproep tot kandidaatstelling bekendgemaakt voor de benoeming van de werkende leden van het Comité P. De kandidaturen dienden uiterlijk op donderdag 5 november 2009 te zijn ingediend.
Le mandat des membres du Comité P vient à expiration le 2 février 2010. Un appel aux candidats pour la nomination des membres effectifs du Comité P est paru au Moniteur belge le 22 octobre 2009. Les candidatures devaient être introduites pour le 5 novembre 2009 au plus tard.
Volgende kandidaturen werden binnen de voorgeschreven termijn ingediend:
Kandidaat voorzitter:
- de heer Bart Van Lijsebeth (N), procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, uittredend voorzitter (kandidaat voor de hernieuwing van zijn mandaat als voorzitter);
Kandidaat ondervoorzitter:
- de heer Guy Cumps (F), eerste substituut-procureur des Konings te Nijvel, uittredend ondervoorzitter (kandidaat voor de hernieuwing van zijn mandaat als ondervoorzitter);
Kandidaat voorzitter, ondervoorzitter of werkend lid:
- de heer Émile Dejehansart (F), raadsheer bij het hof van beroep te Bergen, thans voorzitter van de Franstalige kamer van de tuchtraad van de leden van de politiediensten;
Kandidaten werkend lid:
- de heer Gil Bourdoux (F), uittredend werkend lid van het Comité P (kandidaat voor de hernieuwing van zijn mandaat als werkend lid);
- de heer Bernard Claude (F), procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Namen;
- de heer Herman Daens (N), substituut-procureur-generaal bij het hof van beroep te Gent;
- de heer Philippe De Cock (N), hoofdcommissaris van politie, lid van de Dienst Enquêtes van het Comité P, plaatsvervangend lid van het Comité P;
- mevrouw Johanna Erard (N), substituut-procureur-generaal bij het hof van beroep te Gent;
- mevrouw Diane Reynders (N), eerste substituut procureur des Konings te Antwerpen, thans met mandaat als adviseur-generaal voor het strafrechtelijk beleid;
- de heer Marcel Verbelen (N), advocaat-generaal bij het hof van beroep te Brussel.
Les candidatures suivantes ont été introduites dans le délai prescrit:
Candidat président:
- M. Bart Van Lijsebeth (N), procureur du Roi près le tribunal de première instance d'Anvers, président sortant (candidat au renouvellement de son mandat en qualité de président);
Candidat vice-président:
- M. Guy Cumps (F), premier substitut du procureur du Roi de Nivelles, vice-président sortant (candidat au renouvellement de son mandat en qualité de vice-président);
Candidat président, vice-président ou membre effectif:
- M. Émile Dejehansart (F), conseiller près la cour d'appel de Mons, actuellement président francophone du conseil de discipline des membres du personnel des services de police;
Candidats membre effectif:
- M. Gil Bourdoux (F), membre effectif sortant du Comité P (candidat au renouvellement de son mandant en qualité de membre effectif);
- M. Bernard Claude (F), procureur du Roi près le tribunal de première instance de Namur;
- M. Herman Daens (N), substitut du procureur général près la cour d'appel de Gand;
- M. Philippe De Cock (N), commissaire principal de police, membre du Service Enquêtes du Comité P, membre suppléant du Comité P;
- Mme Johanna Erard (N), substitut du procureur général près la cour d'appel de Gand;
- Mme Diane Reynders (N), premier substitut du procureur du Roi d'Anvers, actuellement mandat en qualité de conseiller général en matière pénale;
- M. Marcel Verbelen (N), avocat général près la cour d'appel de Bruxelles.
Volgende kandidaten hebben hun kandidatuur ingediend voor een mandaat van plaatsvervangend lid :
- de heer Serge Lipszyc (F), procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Aarlen;
- de heer Frank Schuermans (N), advocaat-generaal bij het hof van beroep te Gent, gewezen lid van het Comité P;
- de heer Dirk Van Der Kelen (N), voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, plaatsvervangend lid van het Comité P.
Aangezien de oproep enkel betrekking heeft op de werkende leden van het Comité P en overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van vanmiddag worden de drie kandidaturen als onontvankelijk beschouwd.
Les candidats suivants ont introduit leur candidature pour un mandat de membre suppléant :
- M. Serge Lipszyc (F), procureur du Roi près le tribunal de première instance d'Arlon;
- M. Frank Schuermans (N), avocat général près la cour d'appel de Gand, ancien membre du Comité P;
- M. Dirk Van Der Kelen (N), président du tribunal de première instance de Termonde, membre suppléant du Comité P.
Étant donné que l'appel aux candidats ne concernait que les membres effectifs du Comité P et conformément à l'avis de la Conférence des présidents de ce midi, ces trois candidatures sont déclarées irrecevables.
Het curriculum vitae van de kandidaten zal aan de politieke fracties bezorgd worden.
Le curriculum vitae des candidats sera transmis aux groupes politiques.
23 Parlementair Comité belast met de wetsevaluatie
23 Comité parlementaire chargé du suivi législatif
Ik deel u de namen van de senatoren mee die zijn aangewezen als lid van het Parlementair Comité belast met de wetsevaluatie:
Je vous communique les noms des sénateurs
désignés en tant que membre du Comité parlementaire chargé du suivi législatif:
- CD&V:
vaste leden / effectifs: Hugo Vandenberghe, Tony
Van Parys, Sabine de Bethune;
plaatsvervangers / suppléants: Jan Durnez, Cindy
Franssen, Pol Van Den Driessche;
- MR:
vaste leden / effectifs: Caroline Persoons,
Philippe Fontaine;
plaatsvervangers / suppléants: Alain Courtois,
Alain Destexhe;
- Open Vld:
vast lid / effectif: Marc Verwilghen;
plaatsvervanger / suppléant: Martine Taelman;
- VB:
vast lid / effectif: Anke Van dermeersch;
plaatsvervanger / suppléant: Hugo Coveliers;
- PS:
vaste lid / effectif: Philippe Mahoux;
plaatsvervanger / suppléant: Christophe Collignon;
- sp.a:
vast lid / effectif: Johan Vande Lanotte;
plaatsvervanger / suppléant: Guy Swennen;
- cdH:
vast lid / effectif: Francis Delpérée;
plaatsvervanger / suppléant: Vanessa Matz;
- Ecolo-Groen!:
vast lid / effectif: José Daras;
plaatsvervanger /
suppléant: Cécile Thibaut.
24 Parlementaire vergadering van de Raad van Europa en vergadering van de Westeuropese Unie
24 Assemblée parlementaire du Conseil de l'Europe et Assemblée de l'Union de l'Europe occidentale
De Ecolo-Groen!-fractie heeft mij de kandidatuur van mevrouw Juliette Boulet medegedeeld, als plaatsvervangend lid van de Parlementaire vergadering van de Raad van Europa en vergadering van de Westeuropese Unie.
Le groupe Ecolo-Groen! m'a fait parvenir la candidature de Mme Juliette Boulet comme membre suppléante de l'Assemblée parlementaire du Conseil de l'Europe et Assemblée de l'Union de l'Europe occidentale.
Aangezien er geen andere kandidaturen zijn, moet er niet gestemd worden en verklaar ik mevrouw Juliette Boulet verkozen als plaatsvervangend lid in de Parlementaire vergadering van de Raad van Europa en vergadering van de Westeuropese Unie.
Étant donné qu'il n'y a pas d'autres candidatures, il n'y a pas lieu à scrutin et je proclame Mme Juliette Boulet élue en qualité de membre suppléante de l'Assemblée parlementaire du Conseil de l'Europe et Assemblée de l'Union de l'Europe occidentale.
25 Rekenhof – Benoeming van de voorzitter van de Nederlandse Kamer
25 Cour des comptes – Nomination du président de la Chambre néerlandaise
Aan de orde is de geheime stemming voor de benoeming van de voorzitter van de Nederlandse Kamer van het Rekenhof ter vervanging van de heer Franki Vanstapel, eerste voorzitter van het Rekenhof en voorzitter van de Nederlandse Kamer van het Hof, die gemachtigd werd aanspraak te maken op een rustpensioen vanaf 1 januari 2010.
L'ordre du jour appelle le scrutin pour la
nomination du président de la Chambre néerlandaise de la Cour des comptes en
remplacement de M. Franki Vanstapel, premier président de la Cour des comptes
et président de la Chambre néerlandaise de la Cour, admis à faire valoir ses
droits à une pension de retraite à partir du 1er janvier 2010.
Op donderdag 25 juni 2009 heeft de plenaire vergadering de termijn voor de indiening van de kandidaturen op 14 dagen vastgesteld met ingang van maandag 29 juni 2009.
Le jeudi 25 juin 2009, la séance plénière a fixé le délai pour l’introduction des candidatures à 14 jours à partir du lundi 29 juin 2009.
Volgende kandidaturen werden ingediend binnen de bepaalde termijn:
de heer Jozef Beckers, raadsheer in het Rekenhof;
de heer Ignace Desomer, raadsheer in het Rekenhof.
Les candidatures suivantes ont été introduites dans le délai fixé:
M. Jozef Beckers, conseiller à la Cour des comptes ;
M. Ignace Desomer, conseiller à la Cour des comptes.
De kandidaturen werden aangekondigd tijdens de plenaire vergadering van 16 juli 2009.
Les candidatures ont été annoncées en séance plénière du 16 juillet 2009.
De subcommissie "Rekenhof" heeft de kandidaten op 26 oktober 2009 gehoord.
La sous-commission "Cour des comptes" a entendu les candidats le 26 octobre 2009.
Bij brief van 6 november 2009 trekt de heer Jozef Beckers zijn kandidatuur in.
Par lettre du 6 novembre 2009, M. Jozef Beckers retire sa candidature.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 12 november 2009 kan, aangezien er slechts één kandidaat is – met toepassing van artikel 157.6 van het Kamerreglement - de heer Ignace Desomer voor verkozen worden verklaard.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 12 novembre 2009, étant donné qu’il n’y a qu’un seul candidat, la Chambre peut déclarer élu M. Ignace Desomer, en application de l’article 157.6 du Règlement de la Chambre.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Bijgevolg roep ik de heer Ignace Desomer tot voorzitter van de Nederlandse Kamer van het Rekenhof uit.
Par conséquent, je proclame M. Ignace Desomer président de la Chambre néerlandaise de la Cour des comptes.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie
van voorzitters van 12 november 2009, zal in het Staatsblad een
oproep tot de kandidaten voor het ambt van raadsheer (N) - vacant op 1 januari
2010 tengevolge van deze benoeming - worden gepubliceerd. De kandidaturen moeten uiterlijk de veertiende dag
na deze publicatie aan de voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers
worden gericht.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 12 novembre 2009, un appel aux candidats pour la fonction de conseiller (N) - vacant à la date du 1er janvier 2010 à la suite de cette nomination - sera publié au Moniteur belge. Les candidatures devront être adressées au président de la Chambre des représentants au plus tard le quatorzième jour qui suit cette publication.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
26 Urgentieverzoek van de regering
26 Demande d'urgence du gouvernement
De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp betreffende de strijd tegen piraterij op zee en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek (nr. 2215/1).
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi relatif à la lutte contre la piraterie maritime et modifiant le Code judiciaire (n° 2215/1).
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Een spoedbehandeling inzake het wetsontwerp op de piraterij, mevrouw Vautmans, dat is dringend. Is het niet, mijnheer de minister van Landsverdediging?
Ik organiseer een tegenproef.
26.01 Bruno Tobback (sp.a): Mijnheer de voorzitter, wilt u zo vriendelijk zijn om voor de tegenproef aan de oppositie te laten weten wat zij geacht worden te stemmen?
De voorzitter: Ik had deze ochtend genoteerd dat daar een consensus over bestond. Het verbaasde mij dat u bleef zitten.
26.02 Bruno Tobback (sp.a): U had zich natuurlijk ook alleen maar tot de regeringspartijen gericht. Bij deze mag u noteren dat er een consensus over bestaat.
De voorzitter: U bent toch niet voor piraterij? Grapje.
26.03 Bruno Tobback (sp.a): Dat hangt af van de locatie, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter: De urgentie is dus aanvaard.
Het urgentieverzoek wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
La demande d'urgence est adoptée par assis et levé.
27 Inoverwegingneming van voorstellen
27
Prise en considération de propositions
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Ik stel u ook voor in overweging te nemen:
- het voorstel van resolutie van de heren Georges Dallemagne en Patrick Moriau en mevrouw Clotilde Nyssens betreffende een krachtdadiger optreden van België met het oog op de universele afschaffing van de doodstraf (nr. 2235/1);
- het voorstel van resolutie van de heren Georges Dallemagne, Jean Cornil en Patrick Moriau over het tot staan brengen van de ontbossing in de tropen en over duurzaam bosbeheer, met name in Congo (nr. 2239/1).
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen.
Je vous propose également de prendre en considération:
- la proposition de résolution de MM. Georges Dallemagne et Patrick Moriau et Mme Clotilde Nyssens visant à intensifier l'action de la Belgique en vue de l'abolition universelle de la peine de mort (n° 2235/1);
- la proposition de résolution de MM. Georges Dallemagne, Jean Cornil et Patrick Moriau visant à arrêter la déforestation tropicale et visant à la gestion durable des forêts, notamment au Congo (n° 2239/1).
Renvoi à la commission des Relations
extérieures.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
27.01 Magda Raemaekers (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de urgentie voor het voorstel van resolutie nr. 2217 over de verbetering van de werking van de Dienst voor alimentatievorderingen.
De voorzitter: U hebt het voorstel gehoord van mevrouw Raemaekers. Is de Kamer het daarmee eens? Ik stel voor dat de Kamer zich uitspreekt over die vraag tot urgentie bij zitten en opstaan.
Het urgentieverzoek wordt bij zitten en opstaan verworpen.
La demande d'urgence est rejetée par assis et levé.
28 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:
- de heer Ben Weyts over "een belangenconflict over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde" (nr. 375)
- de heer Bart Laeremans over "het belangenconflict van de Duitstaligen inzake de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde" (nr. 381)
28 Motions déposées en conclusion des interpellations de:
- M. Ben Weyts sur "l'invocation éventuelle d'un conflit d'intérêts en ce qui concerne la scission de Bruxelles-Hal-Vilvorde" (n° 375)
- M. Bart Laeremans sur "le conflit d'intérêts des germanophones en ce qui concerne la scission de Bruxelles-Hal-Vilvorde" (n° 381)
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 27 oktober 2009.
Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique du 27 octobre 2009.
Twee moties werden ingediend (MOT n° 375/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bart Laeremans;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Leen Dierick en de heren Josy Arens en André Frédéric.
Deux motions ont été déposées (MOT nr. 375/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Bart Laeremans;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Leen Dierick et MM. Josy Arens et André Frédéric.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
80 |
Oui |
Nee |
50 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
130 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
29 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Georges Gilkinet sur "la qualité et le volume de l'emploi dans le secteur postal" (n° 368)
29 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Georges Gilkinet over "het aantal banen in de postsector en de kwaliteit daarvan" (nr. 368)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Affaires sociales du 27 octobre 2009.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Sociale Zaken van 27 oktober 2009.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 368/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mmes Juliette Boulet et Zoé Genot et M. Georges Gilkinet;
- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Valérie Déom et Isabelle Tasiaux-De Neys.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 368/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de dames Juliette Boulet en Zoé Genot en de heer Georges Gilkinet;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Valérie Déom en Isabelle Tasiaux-De Neys.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Début du
vote / Begin van de stemming.
Tout le
monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd?
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
83 |
Oui |
Nee |
50 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
133 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
30 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Dirk Van der Maelen over "het besluit van 22 juni 2009 houdende de benoemingen van de gewestelijk directeurs" (nr. 347)
30 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Dirk Van der Maelen sur "l'arrêté du 22 juin 2009 concernant les nominations des directeurs régionaux" (n° 347)
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Financiën en de Begroting van 28 oktober 2009.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Finances et du Budget du 28 octobre 2009.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 347/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Dirk Van der Maelen;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Marie Arena en de heren Olivier Hamal, Luk Van Biesen en Kristof Waterschoot.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 347/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Dirk Van der Maelen;
- une motion pure et simple a été déposée
par Mme Marie Arena et MM. Olivier Hamal, Luk Van Biesen et Kristof Waterschoot.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
30.01 Dirk Van der Maelen (sp.a): Ik zou even kort de feiten willen herhalen.
Op 13 juni 2000, in een zaak tussen een ambtenaar en het ministerie van Financiën, spreekt de rechter van de rechtbank van eerste aanleg de volgende zin uit: "…kan het niet betwist worden dat er sprake is van kwade trouw en of opzet de belastingen te ontduiken".
Amper een jaar en een week later benoemt de minister van Financiën deze ambtenaar. Ik richt mij nu tot mijn collega’s van CD&V.
Ten eerste, ik herinner hen er aan dat zij die minister van Financiën in 2007 nog de slechtste minister van Financiën ooit noemden.
Ten tweede, collega’s, wat met de motie van aanbeveling aan u wordt gevraagd is eigenlijk iets heel minimaal: wij vragen u niet om deze minister terecht te wijzen; wij vragen u zelfs niet om deze benoeming ongedaan te maken; het enige dat wij vragen van u, collega’s van CD&V, is dat het dossier even kan worden ingekeken. Wij vragen van u dus geen vijf minuten, maar slechts één seconde politieke moed: duw op het groene knopje. (Tumult)
Ik bedoel natuurlijk het rode knopje.
Als u dit niet doet, collega’s van CD&V, dan zal men zich buiten afvragen: wie gelooft die mensen nog?
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
83 |
Oui |
Nee |
48 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De dames Douifi en Genot, en de heer Vandenhove hebben tegengestemd.
31 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap betreffende de onverenigbaarheden voor de leden van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap (2018/6)
31 Projet de loi modifiant la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la Communauté germanophone en ce qui concerne les incompatibilités pour les membres du Parlement de la Communauté germanophone (2018/6)
Geamendeerd door de Senaat
Amendé par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
31.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, collega’s, dit ontwerp handelt over een kleine wijziging aan de onverenigbaarheden voor Duitstalige parlementsleden. In feite is het te onbelangrijk om er veel aandacht aan te besteden.
Toch is er één reden om dat wel te doen. Ik wil er namelijk langs deze weg op wijzen dat dit Parlement in het verleden reeds heel veel tijd en energie heeft gestoken in de autonomie van de Duitstalige Gemeenschap en in het bevoorrechte statuut van de Duitstalige parlementsleden. Een Gemeenschap van amper 80 000 zielen beschikt daar in de Oostkantons, mede door de inspanningen van vele Vlaamse kamerleden, over een belangrijke autonomie, over eigen ministers, 25 parlementsleden, een gemeenschapssenator en zelfs een Europees parlementslid.
Daarom vinden wij het bijzonder ongepast dat diezelfde Duitstalige Gemeenschap haar bevoegdheden en haar autonomie vandaag misbruikt om te verhinderen dat dit Parlement zijn werk kan doen, om te verhinderen dat dit Parlement de voorstellen tot splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde zou goedkeuren.
De inwoners van Halle-Vilvoorde begrijpen dat niet. Zij voelen dat manifeste rechtsmisbruik aan als een dolksteek in de rug. De Duitstaligen gaan zich hierbij, met de actieve medeplichtigheid van de Vlaamse meerderheidspartijen, die heel dat valse spel in gang hebben gezet, te buiten aan ongrondwettelijk en hoogst antidemocratisch gedrag, een parlementaire instelling onwaardig.
Wij vinden het zeer betreurenswaardig dat deze Kamer zich dat allemaal laat welgevallen, dat deze Kamer zomaar ondergaat dat zijn democratisch functioneren wordt geblokkeerd. Als parlementsleden zouden wij zoiets eigenlijk niet mogen aanvaarden.
Mijnheer de voorzitter, ik zal mij dus onthouden, omdat ik van oordeel ben dat de Duitstaligen zich inzake BHV beter zelf ook hadden onthouden.
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
133 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2018/8)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2018/8)
32 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake gezondheid (2172/5)
32 Projet de loi portant des dispositions diverses en matière de santé (2172/5)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
96 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
38 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2172/6)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2172/6)
33 Wetsontwerp betreffende de betalingsdiensten (2179/5)
33 Projet de loi relatif aux services de paiement (2179/5)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
98 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
36 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2179/6)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2179/6)
34 Wetsontwerp betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen (2182/3)
34 Projet de loi relatif au statut des établissements de paiement, à l'accès à l'activité de prestataire de services de paiement et à l'accès aux systèmes de paiement (2182/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
95 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
39 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2182/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2182/4)
35 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot instelling van de vordering tot staking van de inbreuken op de wet van (...) betreffende de betalingsdiensten (nieuw opschrift) (2183/3)
35 Projet de loi modifiant la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers et instaurant l'action en cessation des infractions à la loi du (...) relative aux services de paiement (nouvel intitulé) (2183/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 7)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan.
Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2183/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2183/4)
36 Aangehouden amendementen, opschrift en artikel van het wetsontwerp houdende bekrachtiging van diverse koninklijke besluiten genomen krachtens de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen (nieuw opschrift) (2191/1-5)
36 Amendements, intitulé et article réservés du projet de loi portant confirmation de divers arrêtés royaux pris en vertu de la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité et de la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations (2191/1-5)
Stemming over amendement nr. 1 van Cathy
Plasman op het opschrift.(2191/4)
Vote sur l'amendement n° 1 de Cathy Plasman à
l'intitulé.(2191/4)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming nr. 8 wordt geannuleerd)
(Le vote n°
8 est annulé)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
39 |
Oui |
Nee |
83 |
Non |
Onthoudingen |
12 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is het opschrift aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'intitulé est adopté.
Stemming over amendement nr. 2 van Cathy
Plasman op artikel 36.(2191/4)
Vote sur l'amendement n° 2 de Cathy Plasman à
l'article 36.(2191/4)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 9)
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 36 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 36 est adopté.
Stemming over amendement nr. 3 van Tinne Van
der Straeten cs tot invoeging van een artikel 40/1 (n).(2191/5)
Vote sur l'amendement n° 3 de Tinne Van der
Straeten cs tendant à insérer un article 40/1 (n).(2191/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||
Ja |
51 |
Oui |
Nee |
83 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
37 Geheel van het wetsontwerp houdende bekrachtiging van diverse koninklijke besluiten genomen krachtens de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen (nieuw opschrift) (2191/3)
37 Ensemble du projet de loi portant confirmation de divers arrêtés royaux pris en vertu de la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité et de la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations (2191/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 11) |
||
Ja |
82 |
Oui |
Nee |
15 |
Non |
Onthoudingen |
36 |
Abstentions |
Totaal |
133 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2191/6)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2191/6)
38 Wetsontwerp tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 8 december 2008 betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, B, C en E voor het kalenderjaar 2009 (2192/1)
38 Projet de loi portant confirmation de l'arrêté royal du 8 décembre 2008 relatif à la contribution aux frais de fonctionnement, de personnel et d'installation de la Commission des jeux de hasard due par les titulaires de licences de classe A, B, C et E pour l'année civile 2009 (2192/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
38.01 Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega’s, de sp.a zal zich onthouden bij deze stemming. Ik zal proberen duidelijk te maken waarom.
Wat is hier gaande? We moeten wettelijk bekrachtigen wat de bijdragen zijn die casino’s en andere gokinstanties moeten bijdragen tot het functioneren van de Kansspelcommissie. We bekrachtigen hier dus met een wet wat in een KB staat. Eigenlijk is het gewoon de verlenging van een KB van december 2008. De regering heeft in haar regeerverklaring en intussen in de Ministerraad — u kunt dat nalezen in de ontwerpen van programmawet en van begroting — de Kansspelcommissie verplicht om bij te dragen aan het Fonds voor overmatige schuldenlast.
Er is dus tot alternatieve financiering beslist in de schoot van de regering ter financiering van dit fonds dat vooral moet instaan voor het financieren en het begeleiden van mensen met veel schulden. De regering is blijkbaar vergeten om daartoe ook de bedragen aan te passen die nodig zijn om dat fonds te stijven. Van goed bestuur gesproken! Dit is alweer een mooie illustratie van beslissingen die lopende zijn, maar waarbij men vergeet in te pikken op de budgettaire beslissingen die daarna komen. Men zal dus gegarandeerd weer problemen hebben met het Fonds voor overmatige schuldenlast.
Le président: Quelqu'un
demande-t-il encore la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt nog iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming
/ Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 12) |
||
Ja |
122 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
13 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2192/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2192/2)
38.02 Martine De Maght (LDD): Mijnheer de voorzitter, ik heb mij onthouden maar ik wilde eigenlijk voor stemmen.
De voorzitter (voor de staande vergadering)
Le président (devant l'assemblée debout)
Mesdames et
Messieurs, chers collègues, aujourd'hui, je souhaiterais évoquer quelques
instants la mémoire de notre ancien collègue, Ernest Glinne, décédé inopinément
le 10 août dernier.
Né le
30 octobre 1931 à Forchies-la-Marche, dans le Hainaut, il contracta très
tôt le virus de la politique.
Après l'obtention
d'une licence en sciences politiques, sociales et diplomatiques à l'ULB, il fut
l'un des fondateurs, en 1958, du "Centre de recherche et d'information
socio-politiques" - le CRISP. Par la suite, il se lança pleinement dans la
politique active, aux niveaux tant communal, national qu'européen.
Élu
conseiller communal à Courcelles en 1964, il y devint échevin, puis
bourgmestre, en 1965, fonction qu'il exercera jusqu'en 1977.
Dès mars
1961 - il était alors âgé de trente ans - il avait été élu à la Chambre,
siégeant sur les bancs du PS comme député de l'arrondissement de Charleroi;
mise à part une éclipse de trois ans, il allait siéger dans cet hémicycle
jusqu'en juin 1984.
De
werkijver die Ernest Glinne als Kamerlid aan de dag legde, bleef niet onopgemerkt:
van januari 1973 tot april 1974 was hij in de
regeringen-Leburton I en –Leburton II minister van Werkgelegenheid en
Arbeid, uitgerekend de twee sectoren waar zijn voorkeur naar uitging.
Ondertussen
had Ernest Glinne een grote activiteit ontplooid in het Europees Parlement,
waarvan hij in 1968 lid geworden was. Hij wijdde er zich zesentwintig jaar lang
aan de materies die hem na aan het hart lagen: werkgelegenheid en arbeid,
economie en financiën, maar ook regionale politiek en ontwikkeling. Van 1979 tot
1984 was Ernest Glinne in het Europees Parlement bovendien ook voorzitter van
de socialistische groep.
Na zijn
vertrek uit het Europees Parlement, in 1994, was Ernest Glinne nog zeer actief
in zijn partij. Ook het lokale niveau bleef zijn aandacht genieten: in 2000
werd hij opnieuw gemeenteraadslid in Courcelles; hij bleef het tot aan zijn
overlijden.
Mesdames,
messieurs, chers collègues, avec le décès d'Ernest Glinne, le monde politique
belge a perdu un progressiste convaincu, qui s'est consacré tout au long de sa
carrière à ses concitoyens et, plus particulièrement, aux plus démunis d'entre
eux. Un homme de qualité, également soucieux, en tant qu'individu, du sort des
moins nantis du Tiers Monde, ainsi qu'en témoigne son engagement, à un âge déjà
avancé, en faveur d'une association octroyant des bourses d'études à des
enfants originaires du Sénégal.
Puis-je vous
demander d'observer une minute de silence en dernier hommage à notre ancien
collègue?
39.01 Pieter De Crem, ministre:
Monsieur le président, c'est au nom du gouvernement que je m'associe aux
paroles que vous venez d'exprimer. Le gouvernement a adressé ses condoléances à
sa famille ainsi qu'à ses amis.
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
La Chambre observe une minute de silence.
40 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, wat de taken van het één-loket betreft (2212/4)
40 Projet de loi modifiant la loi du 16 janvier 2003 portant création d'une Banque-Carrefour des Entreprises, modernisation du registre de commerce, création de guichets-entreprises agréés et portant diverses dispositions, en ce qui concerne les tâches du guichet unique (2212/4)
Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
40.01 Peter Logghe (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, op zich heeft onze fractie niets tegen een modernisering van het handelsregister en tegen het opstellen van een één-loketmodel, zoals dat hier door de minister wordt voorgesteld. Onze fractie zal dus in elk geval een positieve stem uitbrengen.
Ik zal mij echter onthouden en ik zal bondig verklaren waarom.
Mijn onthouding heeft alles te maken met de verdeling van de bevoegdheden tussen de deelstaten en de federale overheid. Voor ons moet de volle bevoegdheid vanzelfsprekend bij de deelstaten liggen. Zolang dat niet het geval is, zullen wij ons met alle macht verzetten tegen elke recuperatie of poging tot recuperatie door de federale overheid van bevoegdheden die eigenlijk tot de Gewesten behoren.
Ik zeg niet dat zulks in het wetsontwerp gebeurt. Ik zeg wel dat ik met mijn onthouding wil waarschuwen voor een mogelijke recuperatie.
Mijnheer de voorzitter, er wordt aan de Kamer gevraagd om het wetsontwerp goed te keuren, terwijl het akkoord met de deelstaten naar een latere wet wordt verschoven. Zo heeft de federale overheid opnieuw een dikkere vinger in de pap. Bovendien is er ook nog steeds geen zicht op de samenstelling van het adviescomité dat eigenlijk tussen de federale overheid en de Gewesten zou moeten coördineren.
Dat is de verklaring waarom ik mij bij de stemming zal onthouden.
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 13) |
||
Ja |
123 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
12 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2212/5)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2212/5)
41 Adoption de l’ordre du jour
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 19 november 2009 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 19 novembre 2009 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 18.11 uur.
La séance est levée à 18.11 heures.
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 52 PLEN 120 bijlage. |
L'annexe
est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 52 PLEN 120
annexe. |
|
|
|
|
Naamstemming - Vote nominatif: 001
Ja
|
080 |
Oui |
Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Baeselen
Xavier, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik,
Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy,
Colinia Françoise, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue
Valérie, De Croo Herman, Defreyne Roland, della Faille de Leverghem Katia, De
Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel,
Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, Dieu Camille, Doomst Michel, Flahaut André,
Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, George
Joseph, Giet Thierry, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Lahaye-Battheu
Sabien, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine,
Lejeune Josée, Libert Eric, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan,
Milcamps Guy, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde,
Otlet Jacques, Partyka Katrien, Perpète André, Schiltz Willem-Frederik, Schyns
Marie-Martine, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Tasiaux-De Neys
Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van
Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van
Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark,
Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Waterschoot Kristof,
Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee
|
050 |
Non |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny,
Bonte Hans, Boulet Juliette, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, Colen
Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght Martine,
De Man Filip, De Rammelaere Els, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Douifi
Dalila, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Jadot
Eric, Jambon Jan, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Lahssaini Fouad, Landuyt
Renaat, Logghe Peter, Luykx Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Peeters Jan,
Plasman Cathy, Ponthier Annick, Raemaekers Magda, Schoofs Bert, Snoy et
d'Oppuers Thérèse, Stevenheydens Bruno, Tobback Bruno, Tuybens Bruno,
Valkeniers Bruno, Van Broeckhoven Christine, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen
Dirk, Van der Straeten Tinne, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Vanhie
Paul, Van Noppen Flor, Vijnck Dirk
Onthoudingen |
000 |
Abstentions |
Naamstemming - Vote nominatif: 002
Ja
|
083 |
Oui |
Arena Marie, Arens Josy, Bacquelaine Daniel,
Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart Philippe, Bogaert
Hendrik, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David,
Coëme Guy, Colinia Françoise, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie,
De Bue Valérie, De Croo Herman, Defreyne Roland, della Faille de Leverghem
Katia, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn
Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, Dieu Camille, Doomst Michel, Flahaut
André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant
Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin
Kattrin, Kindermans Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Libert Eric, Maingain
Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy,
Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques,
Partyka Katrien, Perpète André, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine,
Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen
Raf, Thiébaut Eric, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van
Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle
Bruno, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark, Verherstraeten
Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Waterschoot Kristof, Wiaux Brigitte,
Yalçin Hilâl
Nee
|
050 |
Non |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny,
Bonte Hans, Boulet Juliette, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, De Bont Rita,
Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght Martine, De Man Filip, De
Rammelaere Els, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Douifi Dalila, Genot Zoé,
Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Jambon Jan,
Kitir Meryame, Laeremans Bart, Lahssaini Fouad, Landuyt Renaat, Logghe Peter,
Luykx Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Peeters Jan, Plasman Cathy, Ponthier
Annick, Raemaekers Magda, Schoofs Bert, Snoy et d'Oppuers Thérèse,
Stevenheydens Bruno, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van
Broeckhoven Christine, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten
Tinne, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Vanhie Paul, Van Noppen Flor,
Vijnck Dirk, Weyts Ben
Onthoudingen |
000 |
Abstentions |
Naamstemming - Vote nominatif: 003
Ja
|
083 |
Oui |
Arena Marie, Arens Josy, Bacquelaine Daniel,
Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart Philippe, Bogaert
Hendrik, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David,
Coëme Guy, Colinia Françoise, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie,
De Bue Valérie, De Croo Herman, Defreyne Roland, della Faille de Leverghem
Katia, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn
Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, Dieu Camille, Doomst Michel, Flahaut
André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant
Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin
Kattrin, Kindermans Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Libert Eric,
Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps
Guy, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet
Jacques, Partyka Katrien, Perpète André, Schiltz Willem-Frederik, Schyns
Marie-Martine, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Tasiaux-De Neys
Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van
Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van
Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark,
Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Waterschoot Kristof,
Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee
|
048 |
Non |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny,
Bonte Hans, Boulet Juliette, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, De Bont Rita,
Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght Martine, De Man Filip, De
Rammelaere Els, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Gerkens Muriel, Gilkinet
Georges, Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Jambon Jan, Kitir Meryame, Laeremans
Bart, Lahssaini Fouad, Landuyt Renaat, Logghe Peter, Luykx Peter, Mortelmans
Jan, Pas Barbara, Peeters Jan, Plasman Cathy, Ponthier Annick, Raemaekers
Magda, Schoofs Bert, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Stevenheydens Bruno, Tobback
Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Broeckhoven Christine, Van den
Eynde Francis, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van de Velde
Robert, Van Hecke Stefaan, Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vijnck Dirk, Weyts Ben
Onthoudingen |
000 |
Abstentions |
Naamstemming - Vote nominatif: 004
Ja
|
133 |
Oui |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arena Marie,
Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Balcaen Ronny, Becq Sonja,
Bellot François, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Boulet
Juliette, Brotcorne Christian, Bultinck Koen, Burgeon Colette, Claes Ingrid,
Clarinval David, Cocriamont Patrick, Coëme Guy, Colen Alexandra, Colinia
Françoise, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De
Croo Herman, Dedecker Jean Marie, Defreyne Roland, De Groote Patrick, della
Faille de Leverghem Katia, De Maght Martine, De Man Filip, De Permentier
Corinne, De Potter Jenne, De Rammelaere Els, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel,
Destrebecq Olivier, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dieu
Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques,
Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Genot Zoé, George Joseph,
Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc,
Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir
Meryame, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée,
Libert Eric, Logghe Peter, Luykx Peter, Maingain Olivier, Marghem
Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Moriau Patrick,
Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques,
Partyka Katrien, Pas Barbara, Peeters Jan, Perpète André, Plasman Cathy,
Ponthier Annick, Raemaekers Magda, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert,
Schyns Marie-Martine, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine,
Staelraeve Sofie, Stevenheydens Bruno, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Ilse, Valkeniers
Bruno, Van Biesen Luk, Van Broeckhoven Christine, Van Cauter Carina, Van Daele
Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Eynde Francis, Vandenhove Ludwig, Van der
Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van de Velde
Robert, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanhie Paul, Van Noppen
Flor, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais,
Versnick Geert, Vervotte Inge, Vijnck Dirk, Waterschoot Kristof, Weyts Ben,
Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee
|
000 |
Non |
Onthoudingen |
001 |
Abstentions |
Laeremans Bart
Naamstemming - Vote nominatif: 005
Ja
|
096 |
Oui |
Almaci Meyrem, Arena Marie, Arens Josy,
Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Balcaen Ronny, Becq Sonja, Bellot
François, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Boulet Juliette, Brotcorne
Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Colinia
Françoise, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De
Croo Herman, Defreyne Roland, della Faille de Leverghem Katia, De Permentier
Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq
Olivier, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dieu Camille, Doomst Michel,
Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant
Jacqueline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet
Georges, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans
Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Libert Eric,
Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps
Guy, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet
Jacques, Partyka Katrien, Perpète André, Raemaekers Magda, Schiltz
Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart,
Somers Ine, Staelraeve Sofie, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut
Eric, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van
den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Straeten Tinne, Van
Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan,
Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge,
Waterschoot Kristof, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee
|
000 |
Non |
Onthoudingen |
038 |
Abstentions |
Annemans Gerolf, Bonte Hans, Bultinck Koen,
Cocriamont Patrick, De Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght
Martine, De Man Filip, De Rammelaere Els, D'haeseleer Guy, Douifi Dalila,
Goyvaerts Hagen, Jambon Jan, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Landuyt Renaat,
Logghe Peter, Luykx Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Peeters Jan, Plasman
Cathy, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Stevenheydens Bruno, Tobback Bruno,
Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Broeckhoven Christine, Van den Eynde
Francis, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Vanhie
Paul, Van Noppen Flor, Vijnck Dirk, Weyts Ben
Naamstemming - Vote nominatif: 006
Ja
|
098 |
Oui |
Annemans Gerolf, Arena Marie, Arens Josy,
Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart
Philippe, Bogaert Hendrik, Brotcorne Christian, Bultinck Koen, Burgeon Colette,
Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Colinia Françoise, Cornil Jean,
Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Croo
Herman, Defreyne Roland, della Faille de Leverghem Katia, De Man Filip, De
Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel,
Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dieu Camille, Doomst
Michel, Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André,
Galant Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc,
Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Laeremans Bart, Lahaye-Battheu
Sabien, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine,
Lejeune Josée, Libert Eric, Logghe Peter, Maingain Olivier, Marghem
Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Moriau Patrick,
Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques,
Partyka Katrien, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Schiltz
Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Somers Bart, Somers Ine,
Staelraeve Sofie, Stevenheydens Bruno, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Uyttersprot Ilse, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter
Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Eynde Francis, Van der Auwera
Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen
Mark, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Waterschoot
Kristof, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee
|
000 |
Non |
Onthoudingen |
036 |
Abstentions |
Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Bonte Hans,
Boulet Juliette, Cocriamont Patrick, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De
Maght Martine, De Rammelaere Els, De Vriendt Wouter, Douifi Dalila, Genot Zoé,
Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Jambon Jan, Kitir Meryame,
Lahssaini Fouad, Landuyt Renaat, Luykx Peter, Peeters Jan, Plasman Cathy,
Raemaekers Magda, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van
Broeckhoven Christine, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten
Tinne, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Vanhie Paul, Van Noppen Flor,
Vijnck Dirk, Weyts Ben
Naamstemming - Vote nominatif: 007
Ja
|
095 |
Oui |
Almaci Meyrem, Arena Marie, Arens Josy,
Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Balcaen Ronny, Becq Sonja, Bellot
François, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Boulet Juliette, Brotcorne
Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Colinia
Françoise, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De
Croo Herman, Defreyne Roland, della Faille de Leverghem Katia, De Permentier
Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq
Olivier, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dieu Camille, Doomst Michel,
Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant
Jacqueline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet
Georges, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans
Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire,
Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Libert Eric, Maingain Olivier,
Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Moriau
Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka
Katrien, Perpète André, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Snoy et
d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Tasiaux-De Neys
Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van
Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van
der Straeten Tinne, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vautmans Hilde,
Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais, Versnick Geert,
Vervotte Inge, Waterschoot Kristof, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee
|
000 |
Non |
Onthoudingen |
039 |
Abstentions |
Annemans Gerolf, Bonte Hans, Bultinck Koen,
Cocriamont Patrick, De Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De
Maght Martine, De Man Filip, De Rammelaere Els, D'haeseleer Guy, Douifi Dalila,
Goyvaerts Hagen, Jambon Jan, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Landuyt Renaat,
Logghe Peter, Luykx Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Peeters Jan, Plasman
Cathy, Ponthier Annick, Raemaekers Magda, Schoofs Bert, Stevenheydens Bruno,
Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Broeckhoven Christine, Van
den Eynde Francis, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert,
Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vijnck Dirk, Weyts Ben
Naamstemming - Vote nominatif: 008
Ja
|
037 |
Oui |
Annemans Gerolf, Bonte Hans, Bultinck Koen, De
Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght Martine, De Man
Filip, De Rammelaere Els, D'haeseleer Guy, Douifi Dalila, Goyvaerts Hagen,
Jambon Jan, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Landuyt Renaat, Logghe Peter, Luykx
Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Peeters Jan, Plasman Cathy, Ponthier
Annick, Raemaekers Magda, Schoofs Bert, Stevenheydens Bruno, Tobback Bruno,
Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Broeckhoven Christine, Van den Eynde
Francis, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van
Noppen Flor, Vijnck Dirk, Weyts Ben
Nee
|
079 |
Non |
Arena Marie, Arens Josy, Bacquelaine Daniel,
Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart Philippe, Brotcorne
Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Colinia
Françoise, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De
Croo Herman, Defreyne Roland, della Faille de Leverghem Katia, De Permentier
Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq
Olivier, Dieu Camille, Doomst Michel, Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques,
Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, George Joseph, Giet
Thierry, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Lahaye-Battheu Sabien,
Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune
Josée, Libert Eric, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain,
Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie,
Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Perpète André, Schiltz
Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve
Sofie, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Uyttersprot
Ilse, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef,
Van Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark,
Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Waterschoot Kristof,
Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Onthoudingen |
014 |
Abstentions |
Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette,
Cocriamont Patrick, De Vriendt Wouter, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet
Georges, Jadot Eric, Lahssaini Fouad, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Van der
Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Vanhie Paul
Naamstemming - Vote nominatif: 009
Ja
|
039 |
Oui |
Annemans Gerolf, Bonte Hans, Bultinck Koen,
Cocriamont Patrick, De Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De
Maght Martine, De Man Filip, De Rammelaere Els, D'haeseleer Guy, Douifi Dalila,
Goyvaerts Hagen, Jambon Jan, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Landuyt Renaat,
Logghe Peter, Luykx Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Peeters Jan, Plasman
Cathy, Ponthier Annick, Raemaekers Magda, Schoofs Bert, Stevenheydens Bruno,
Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Broeckhoven Christine, Van
den Eynde Francis, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert,
Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vijnck Dirk, Weyts Ben
Nee
|
083 |
Non |
Arena Marie, Arens Josy, Bacquelaine Daniel,
Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart Philippe, Bogaert
Hendrik, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David,
Coëme Guy, Colinia Françoise, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie,
De Bue Valérie, De Croo Herman, Defreyne Roland, della Faille de Leverghem
Katia, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn
Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, Dieu Camille, Doomst Michel, Flahaut
André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline,
George Joseph, Giet Thierry, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin,
Kindermans Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire,
Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Libert Eric, Maingain Olivier,
Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Moriau
Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka
Katrien, Perpète André, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Somers
Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van Daele
Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno,
Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais, Versnick
Geert, Vervotte Inge, Waterschoot Kristof, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Onthoudingen |
012 |
Abstentions |
Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette,
De Vriendt Wouter, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric,
Lahssaini Fouad, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Van der Straeten Tinne, Van Hecke
Stefaan
Naamstemming - Vote nominatif: 010
Ja
|
051 |
Oui |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny,
Bonte Hans, Boulet Juliette, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, De Bont Rita,
Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght Martine, De Man Filip, De
Rammelaere Els, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Douifi Dalila, Genot Zoé,
Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Jambon Jan,
Kitir Meryame, Laeremans Bart, Lahssaini Fouad, Landuyt Renaat, Logghe Peter,
Luykx Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Peeters Jan, Plasman Cathy, Ponthier
Annick, Raemaekers Magda, Schoofs Bert, Snoy et d'Oppuers Thérèse,
Stevenheydens Bruno, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van
Broeckhoven Christine, Van den Eynde Francis, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen
Dirk, Van der Straeten Tinne, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Vanhie
Paul, Van Noppen Flor, Vijnck Dirk, Weyts Ben
Nee
|
083 |
Non |
Arena Marie, Arens Josy, Bacquelaine Daniel,
Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart Philippe, Bogaert
Hendrik, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David,
Coëme Guy, Colinia Françoise, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie,
De Bue Valérie, De Croo Herman, Defreyne Roland, della Faille de Leverghem
Katia, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn
Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, Dieu Camille, Doomst Michel, Flahaut
André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant
Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin
Kattrin, Kindermans Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Libert Eric,
Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps
Guy, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet
Jacques, Partyka Katrien, Perpète André, Schiltz Willem-Frederik, Schyns
Marie-Martine, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Tasiaux-De Neys
Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van
Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van
Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark,
Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Waterschoot Kristof,
Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Onthoudingen |
000 |
Abstentions |
Naamstemming - Vote nominatif: 011
Ja
|
082 |
Oui |
Arena Marie, Arens Josy, Bacquelaine Daniel,
Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart Philippe, Bogaert
Hendrik, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David,
Coëme Guy, Colinia Françoise, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie,
De Bue Valérie, De Croo Herman, Defreyne Roland, della Faille de Leverghem
Katia, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn
Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, Dieu Camille, Flahaut André, Flahaux
Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, George
Joseph, Giet Thierry, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans
Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux
David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Libert Eric, Maingain Olivier, Marghem
Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Moriau Patrick, Musin
Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien,
Perpète André, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Somers Bart,
Somers Ine, Staelraeve Sofie, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut
Eric, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van
den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno, Vautmans
Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais, Versnick
Geert, Vervotte Inge, Waterschoot Kristof, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee
|
015 |
Non |
Annemans Gerolf, Bultinck Koen, De Bont Rita,
De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Laeremans Bart, Logghe Peter, Mortelmans
Jan, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Stevenheydens Bruno,
Valkeniers Bruno, Van den Eynde Francis
Onthoudingen |
036 |
Abstentions |
Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Bonte Hans,
Boulet Juliette, Cocriamont Patrick, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De
Maght Martine, De Rammelaere Els, De Vriendt Wouter, Douifi Dalila, Genot Zoé,
Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Jambon Jan, Kitir Meryame,
Lahssaini Fouad, Landuyt Renaat, Luykx Peter, Peeters Jan, Plasman Cathy,
Raemaekers Magda, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van
Broeckhoven Christine, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten
Tinne, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Vanhie Paul, Van Noppen Flor,
Vijnck Dirk, Weyts Ben
Naamstemming - Vote nominatif: 012
Ja
|
122 |
Oui |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arena Marie,
Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Balcaen
Ronny, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Boulet
Juliette, Brotcorne Christian, Bultinck Koen, Burgeon Colette, Claes Ingrid,
Clarinval David, Cocriamont Patrick, Coëme Guy, Colinia Françoise, Cornil Jean,
Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Croo
Herman, Dedecker Jean Marie, Defreyne Roland, De Groote Patrick, della Faille
de Leverghem Katia, De Man Filip, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De
Rammelaere Els, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, De
Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dieu Camille, Doomst Michel,
Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant
Jacqueline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet
Georges, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric,
Jambon Jan, Kindermans Gerald, Laeremans Bart, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini
Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine,
Lejeune Josée, Libert Eric, Logghe Peter, Luykx Peter, Maingain Olivier,
Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Moriau
Patrick, Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet
Jacques, Partyka Katrien, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Schiltz
Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Snoy et d'Oppuers Thérèse,
Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Stevenheydens Bruno, Tasiaux-De Neys
Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Uyttersprot Ilse, Valkeniers Bruno, Van
Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den
Eynde Francis, Van der Auwera Liesbeth, Van der Straeten Tinne, Van de Velde
Robert, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanhie Paul, Van Noppen
Flor, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais,
Versnick Geert, Vervotte Inge, Vijnck Dirk, Waterschoot Kristof, Weyts Ben,
Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee
|
000 |
Non |
Onthoudingen |
013 |
Abstentions |
Bonte Hans, De Maght Martine, Douifi Dalila,
Kitir Meryame, Landuyt Renaat, Peeters Jan, Plasman Cathy, Raemaekers Magda,
Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Broeckhoven Christine, Vandenhove Ludwig, Van
der Maelen Dirk
Naamstemming - Vote nominatif: 013
Ja
|
123 |
Oui |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arena Marie,
Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Balcaen
Ronny, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte
Hans, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Bultinck Koen, Burgeon Colette,
Claes Ingrid, Clarinval David, Cocriamont Patrick, Coëme Guy, Colen Alexandra,
Colinia Françoise, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bont
Rita, De Bue Valérie, De Croo Herman, Defreyne Roland, della Faille de
Leverghem Katia, De Man Filip, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De
Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, De Vriendt Wouter, Dewael
Patrick, D'haeseleer Guy, Dieu Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Flahaut
André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Genot Zoé, George
Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Gustin
Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir
Meryame, Laeremans Bart, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux
Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lavaux David, Lecomte Carine,
Lejeune Josée, Libert Eric, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot
Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Moriau Patrick, Mortelmans Jan, Musin Linda,
Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pas Barbara,
Peeters Jan, Perpète André, Plasman Cathy, Ponthier Annick, Raemaekers Magda,
Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Snoy et d'Oppuers
Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Stevenheydens Bruno,
Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens
Bruno, Uyttersprot Ilse, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Broeckhoven
Christine, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Eynde
Francis, Vandenhove Ludwig, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van
der Straeten Tinne, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vautmans Hilde,
Vercamer Stefaan, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais, Versnick Geert,
Vervotte Inge, Waterschoot Kristof, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee
|
000 |
Non |
Onthoudingen |
012 |
Abstentions |
Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De
Maght Martine, De Rammelaere Els, Jambon Jan, Logghe Peter, Luykx Peter, Van de
Velde Robert, Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vijnck Dirk, Weyts Ben