Séance plénière |
|
van donderdag
22 oktober 2009 Namiddag ______ |
du jeudi 22 octobre 2009 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.23 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.
La séance est ouverte à 14.23 heures et présidée par M. Patrick Dewael.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Paul Magnette,
Didier Reynders, Herman Van Rompuy.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Luc Sevenhans,
Ilse Uyttersprot, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;
Hendrik Bogaert,
wegens ambtsplicht / pour devoirs de mandat;
David Clarinval,
Patrick Moriau, met zending buitenslands / en mission à l'étranger;
Rik Daems, Luc
Goutry, WEU / UEO;
Maya Detiège, met
zending / en mission.
01 Verzending van een wetsontwerp naar commissie
01 Renvoi d'un projet de loi en commission
De heer Christian Brotcorne c.s. hebben een amendement ingediend op het wetsontwerp houdende fiscale en diverse bepalingen (nrs. 2170/1 tot 4).
M. Christian Brotcorne et consorts ont déposé un amendement sur le projet de loi portant des dispositions fiscales et diverses (n°s 2170/1 à 4).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 21 oktober 2009 stel ik u voor dit te verzenden naar de commissie voor de Financiën en de Begroting die vandaag nog vergadert.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 21 octobre 2009 je vous propose de renvoyer cet amendement en commission des Finances et du Budget qui se réunira aujourd'hui.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
01.01 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, je propose de fixer la réunion de la commission des Finances à 15.00 heures.
02.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik heb u een motie bezorgd om de agenda van onze plenaire vergadering te wijzigen in verband met de stemming over het wetsontwerp Brussel-Halle-Vilvoorde. Wanneer zou u dat willen behandelen?
De voorzitter: Ik stel voor dat we dat doen na het vragenuurtje.
02.02 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Na het vragenuurtje, dat is goed. Onverwijld?
De voorzitter: Onverwijld. Stante pede.
02.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Als het onverwijld is, is het goed.
- mevrouw Muriel Gerkens aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de overeenkomst met Suez over kernenergie" (nr. P1327)
- de heer Bart Laeremans aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de overeenkomst met Suez over kernenergie" (nr. P1328)
- mevrouw Karine Lalieux aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de overeenkomst met Suez over kernenergie" (nr. P1329)
- de heer Bruno Tobback aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de overeenkomst met Suez over kernenergie" (nr. P1330)
- de heer Georges Dallemagne aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de overeenkomst met Suez over kernenergie" (nr. P1331)
- de heer Flor Van Noppen aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de overeenkomst met Suez over kernenergie" (nr. P1332)
- de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de overeenkomst met Suez over kernenergie" (nr. P1333)
- mevrouw Tinne Van der Straeten aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de overeenkomst met Suez over kernenergie" (nr. P1334)
- de heer François Bellot aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de overeenkomst met Suez over kernenergie" (nr. P1335)
- Mme Muriel Gerkens au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "l'accord avec Suez sur le nucléaire" (n° P1327)
- M. Bart Laeremans au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "l'accord avec Suez sur le nucléaire" (n° P1328)
- Mme Karine Lalieux au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "l'accord avec Suez sur le nucléaire" (n° P1329)
- M. Bruno Tobback au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "l'accord avec Suez sur le nucléaire" (n° P1330)
- M. Georges Dallemagne au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "l'accord avec Suez sur le nucléaire" (n° P1331)
- M. Flor Van Noppen au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "l'accord avec Suez sur le nucléaire" (n° P1332)
- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "l'accord avec Suez sur le nucléaire" (n° P1333)
- Mme Tinne Van der Straeten au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "l'accord avec Suez sur le nucléaire" (n° P1334)
- M. François Bellot au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "l'accord avec Suez sur le nucléaire" (n° P1335)
De voorzitter: Collega's, er zijn een hele reeks vragen aan de eerste minister over de problematiek rond het akkoord met Suez, sur l'accord avec Suez sur le nucléaire. Ik stel voor dat we dit debat omvormen tot een minidebat. Dit wil dus zeggen dat er ook anderen kunnen tussenkomen maar dat ze moeten laten weten of ze dit wensen te doen tijdens de vraagsessie of tijdens de replieksessie.
03.01 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik wil graag interveniëren tijdens de vragensessie.
De voorzitter: Zijn er nog andere leden die niet op de sprekerslijst zijn ingeschreven, maar die toch willen interveniëren, nu het een minidebat wordt? Ik noteer nog dat de heer Verherstraeten en mevrouw Partyka willen tussenkomen.
03.02 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, van waar wij zitten kunnen wij u begrijpen maar van de collega’s die gesproken hebben van op hun bank hebben wij quasi geen woord verstaan. Ik weet niet wat er aan de hand is maar het is moeilijk op die manier de debatten te volgen.
De voorzitter: Ik meen dat men boven werkt aan het afstellen van de geluidsinstallatie.
Het komt er eigenlijk gewoon op neer dat de vragenronde met betrekking tot Suez, die heel wat vragen telt, wordt omgevormd tot een minidebat. Dat wil zeggen dat ook andere leden ook mogen tussenkomen, in de vragensessie of tijdens de replieken. De heer Schiltz zal dat doen in de vragensessie en mevrouw Partyka, alsook de heer George tijdens de replieken.
03.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, la semaine passée, lors de la discussion sur la déclaration gouvernementale, vous nous annonciez, par l'entremise du ministre de l'Énergie, M. Magnette, un accord qui s'est révélé non signé entre le gouvernement et GDF Suez-Electrabel.
Vous avez repris ce dossier en main en exigeant un accord signé pour aujourd'hui, avant de rencontrer les parlementaires. Que contient cet accord?
Je vous avoue que je m'attendais à recevoir des documents. Peut-être les photocopieuses fonctionnent-elles à plein régime? À défaut de document, je vais devoir vous interroger en me basant sur les articles parus dans la presse.
Dans l'accord signé avec GDF Suez-Electrabel, y a-t-il réellement un cadre normatif et régulateur stable? Si c'est le cas, je me permettrai de dire qu'il s'agit d'une couche supplémentaire dans le renforcement du monopole de GDF Suez-Electrabel! Cela signifie que jusqu'à la sortie du nucléaire, il ne sera plus possible de réguler les prix – l'Observatoire des prix peut donc aller à la poubelle –, il ne sera plus possible de cadrer le monopole de cet acteur – M. Schiltz, votre proposition de loi passera également à la poubelle – et il ne sera plus possible pour le gouvernement d'initier de nouvelles politiques d'orientation énergétique.
Est-il vrai qu'il n'y a rien concernant les 500 millions dus pour 2009 dans cet accord? Si c'est exact, cela signifie qu'Electrabel reçoit des garanties, paie très peu et est dispensé de ses obligations antérieures.
Enfin, pouvez-vous nous garantir que le fonctionnement démocratique de notre Chambre sera respecté? Autrement dit, les dispositions ne devraient pas être prises via une loi-programme mais bien via un projet de loi, ce qui permettra aux parlementaires, aux partenaires sociaux et aux différents acteurs de travailler ensemble sur un texte.
Est-il possible de recevoir une copie des documents reprenant les accords, signés et non signés, entre le gouvernement et GDF Suez-Electrabel?
03.04 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, uw regering heeft de voorbije weken toch wel een vrij belachelijk figuur geslagen voor half Europa in heel het dossier van Suez zoals vorige week nog is gebleken met de uitspraken van de heer Mestrallet. Hij kwam parmantig verkondigen dat er geen euro van de 500 miljoen zou worden betaald. Deze week volgde de kers op de taart van burggraaf Davignon die kwam vertellen dat die 500 miljoen zelfs nog niet eens ter sprake was gebracht door deze regering. Dit was toch wel zeer pijnlijk voor uw regering.
Volgens de media blijkt er sinds gisterenavond een akkoord te zijn, maar die 500 miljoen zou daar opnieuw niet in staan. Nog veel erger: in de toekomst wordt dit bedrag zelfs meer dan gehalveerd waardoor er minder dan 250 miljoen overblijft, ondanks het enorme cadeau van de verlengde levensduur van de kerncentrales.
Bovendien, en dat is nog veel erger, zal de monopoliepositie van Electrabel en Suez worden versterkt omdat er een stabiel, regulatoir en normatief kader komt. De wetgeving zal dus niet meer worden veranderd. Dit betekent dat er niets zal worden afgepingeld van het marktaandeel van Suez. Dit is toch heel verregaand want zij hebben een dominant marktaandeel.
Dit heeft als gevolg dat de concurrenten zeer boos zijn. Ik citeer hier Erwin Van Laethem van Essent die zegt: "Wij willen verder investeren in de Belgische energiemarkt, maar dan wel op voorwaarde dat wij niet met ongelijke middelen moeten strijden. Het kan niet zijn dat een speler een disproportioneel concurrentieel voordeel heeft en dat voordeel nog eens wordt versterkt." Hij heeft meer dan gelijk.
Mijn vragen, mijnheer de eerste minister, zijn de volgende. Klopt het dat die 500 miljoen nooit ter sprake zijn gebracht door uw regering? Wie is verantwoordelijk voor die fout? Kan u meer zeggen over het akkoord dat gisteren zou zijn getekend? Klopt het dat daar opnieuw geen sprake is van die 500 miljoen?
Klopt het dat het monopolie van Electrabel normatief verder zal worden versterkt of dat er garanties zijn gegeven dat deze wetgever niets meer zal kunnen veranderen de komende jaren om dat dominante marktaandeel van Suez te handhaven?
03.05 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, cela fait quelques années que je m'occupe du dossier "Énergie" à la Chambre; je constate que les mentalités ont évolué, y compris dans la majorité. En 2007, j'avais déposé une proposition de loi pour capter une rente sur les centrales nucléaires déjà amorties. Je n'avais reçu le soutien que de très peu de partis, à part le sp.a et Ecolo-Groen!. Aujourd'hui, plus personne ne conteste la nécessité de cette rente et l'existence d'un windfall profit au niveau du gouvernement.
Monsieur le premier-ministre, monsieur le ministre de l'Énergie, je me souviens très bien de ce que vous avez dit la semaine dernière. Vous nous avez dit qu'il n'y avait pas d'accord pour 2008, vu qu'une affaire est toujours pendante devant la Cour constitutionnelle et que pour 2009, nous ne pouvions pas encore avoir d'accord pour les mêmes raisons.
J'ai entendu, en commission, l'opposition déclarer qu'il s'agissait d'un échec. Je ne le crois pas. Il me semble serein d'attendre la fin de la procédure avant de prendre une décision au niveau du gouvernement.
Le groupe PS ne désire pas que l'on fasse l'impasse sur cette rente due par Electrabel pour le budget 2009.
Monsieur le premier-ministre, vous avez aujourd'hui un accord. Quels en sont les termes? Des changements sont-ils intervenus par rapport à ce que vous nous avez déclaré la semaine passée? Quelles garanties a obtenu le ministre de l'Énergie en matière d'emploi, d'investissements, de recherche et de développement, d'énergie renouvelable et de centres de décision? Ces points sont importants pour notre avenir. Quel est le montant de la rente que nous pouvons espérer de la part d'Electrabel?
03.06 Bruno Tobback (sp.a): Mijnheer de eerste minister, het was hier vorige week een zootje. U zei de ene dag het ene, uw minister van Begroting zei de volgende dag op de televisie iets anders en uw minister van Energie zei niets. Blijkbaar had u ook een aantal dingen vergeten. Men heeft in Parijs zoveel medelijden met u gekregen dat men beslist heeft de heer Davignon te sturen om het ons uit te leggen, zodat ook wij, collega’s, het zouden begrijpen.
Ik heb het nu begrepen, sinds ik hem eergisteren heb gezien. Suez wou de kerncentrales helemaal niet openhouden. U hebt het hen gevraagd: “Alstublieft.” Suez heeft geantwoord: “Als u aandringt, willen wij wel, maar op voorwaarde dat wij een paar dingen kunnen krijgen. Wilt u ons ten eerste, alstublieft een belastingverlaging geven? Ten tweede, zullen wij zwijgen over die 500 miljoen die wij u eigenlijk nog moeten? En ten derde, kunt u ons beloven dat wij nu voor altijd gerust zijn?”
Wanneer ik vandaag de kranten lees– wij lezen het allemaal in de kranten tegenwoordig, want van de regering krijgen wij zelden grondige informatie –, stel ik vast dat hij zijn zin heeft gekregen. U hebt nu een akkoord. Misschien staat het op papier, misschien niet. Misschien hebt u het wel bij u en zegt u straks: “Die lage belasting is afgesproken. Die 500 miljoen vergeten wij. Wij hadden ze vergeten vragen, maar wij zullen ze nu helemaal vergeten.” Want daar staat blijkbaar geen letter over in het akkoord.
Ten slotte, hebt u blijkbaar – ik meen dat wij daar heel zwaar aan moeten tillen, collega’s van meerderheid en oppositie – een deal gesloten waarbij u belooft dat deze regering en het Parlement, maar ook alle volgende regeringen en volgende Parlementen, Suez geen pijn zullen doen.
Mijnheer de eerste minister, hebt u dat namens de regering op papier gezet? Hebt u daar uw handtekening onder gezet? Hebt u met andere woorden in ruil voor geld van de belastingbetaler aan dat bedrijf beloofd dat het de volgende 15 jaar geen angst hoeft te hebben voor het Belgische Parlement? Dat wil ik nu graag van u horen.
03.07 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le premier ministre, tout d'abord, je voudrais vous féliciter d'avoir remonté les bretelles de ce M. Mestrallet! Vous avez eu raison et d'autres membres du gouvernement l'ont fait également. Ce n'est pas parce qu'on est un grand capitaliste, qu'on bénéficie de revenus réguliers venant des ménages belges, qu'on a le droit d'afficher du mépris à l'égard de la Belgique et de ses contribuables. Ceux-ci méritent, en effet, le respect.
Il est normal que le gouvernement cherche à récupérer une partie du pactole formidable lié à la décision de sécuriser notre approvisionnement en électricité. Il est normal que le gouvernement procède de la sorte, tant pour l'élaboration de son budget qu'en matière d'emploi et de stabilité pour les consommateurs.
Monsieur le premier ministre, que contient l'accord que vous avez signé? Que contient-il tout d'abord au niveau de la contribution que reversera GDF Suez sur cette rente nucléaire? Que contient-il pour 2009, car ce n'est pas moins de 500 millions qui sont dus par GDF Suez? Que contient-il pour 2010 à 2014 et pour les années suivantes, notamment en termes de flux nets, puisqu'une partie de ces montants permettra une déduction fiscale?
Quel sera le flux net d'emplois créés par Electrabel? En effet, on a tout d'abord parlé de création d'emplois avant de parler aujourd'hui de recrutement. Quelles sont les garanties offertes aux consommateurs en ce qui concerne les tarifs?
03.08 Flor Van Noppen (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, aangezien er door de collega’s al veel is gezegd, moet ik het al niet meer hebben over de rampzalige onderhandelingsstrategie, de kamikazeactie, en de vraag naar 500 miljoen. Ik lees dat u een akkoord hebt, daarom ga ik onmiddellijk over tot mijn vragen.
Wat staat er precies in dat akkoord voor de periode 2010-2014, voor de periode na 2014, over de 10 000 extra jobs en over investeringen op het gebied van hernieuwbare energie?
Blijkbaar zal Electrabel vijf miljoen investeren in onderzoek naar afvalbeheer. Kunt u dat bedrag bevestigen? Mag ik dit zien als een financiering voor het MYRRHA-project?
Kunt u ons hier en nu een kopie bezorgen van het volledige akkoord? Liefst ook meteen met de geheime bijlagen, om onaangename verrassingen te voorkomen zoals bij Pax Electrica I en II.
Er wordt een belasting opgelegd aan de kernexploitanten. Hoeveel moet Electrabel hiervan precies betalen? Wat is de verdeelsleutel? Is er ook een akkoord met andere, kleinere kernexploitanten?
Een technische vraag. Kan Electrabel de belastingen die het vanaf 2010 moet betalen, boeken als kosten? Het bedrijf heeft in het verleden al bewezen dat het via financiële spitstechnologie geen belastingen moet betalen. Ik hoop dat u ten minste de deur hiervoor heeft dichtgedaan, anders zal Electrabel onmiddellijk een derde van dit bedrag opnieuw recupereren via de belastingen.
Welke garanties heeft u om Electrabel te verplichten of zelfs te dwingen dat akkoord na te leven?
Over de 500 miljoen is het oorverdovend stil. Dat u voor 2009 het innen van de belasting van 250 miljoen euro van de kernexploitanten nog niet gaat uitvoeren, kan ik enigszins begrijpen omdat er nog een procedure loopt bij de Raad van State. Dat u de andere 250 miljoen in het kader van het Begrotingsfonds niet int, kan ik niet begrijpen. Of is de heer Magnette vergeten dat Begrotingsfonds op te richten?
De voorzitter: Mijnheer Van Noppen, uw spreektijd is voorbij. U overschrijdt uw spreektijd omdat u een stuk voorleest. Ik moet ervoor zorgen dat iedereen in gelijke mate aan bod komt. Collega Van Noppen, uw tijd is voorbij.
03.09 Flor Van Noppen (N-VA): Hoe zult u voorkomen dat die belastingen worden doorgerekend aan de consument?
De voorzitter: Nogmaals, mijnheer Van Noppen, u overschrijdt uw spreektijd omdat u stukken voorleest. Dat brengt u altijd verder dan u zelf denkt.
Ik geef het woord aan de heer Dedecker, zonder papier.
03.10 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, zonder stukken, inderdaad. Ik hoop dat de premier de stukken bij zich heeft.
Mijnheer de premier, ik denk dat u een dubbel probleem hebt. U hebt een lilliputter minister gemaakt — hij zit achter u — u hebt hem op een nucleaire paddenstoel geplaatst, en dat is als een politieke atoombom in uw gezicht ontploft.
Uw tweede probleem is dat de Belgische regering met haar politiek inzake energie nog een dwerg is en voor dwergen is het heel kwaad kersen eten met de reuzen in Parijs.
Ik kom terug op het eerste punt en ik zal mijn vragen onmiddellijk formuleren.
Mijnheer de eerste minister, wat hebt u ons hier vorige week wijsgemaakt? Welk zootje hebt u ervan gemaakt? Het ging toen over de begroting. Voor de heer Vanhengel was de 500 miljoen al uitgeschreven, nu blijkbaar niet en zullen we ze alsnog krijgen. Uiteindelijk krijgen we ze niet door de schuld van die lilliputter van een minister. Immers, wat lees ik? Hij moest zelfs een vzw oprichten waarin 250 miljoen terechtkomt, maar die zou er niet zijn. Vandaar mijn eerste vraag: bestaat die vzw? Zal die 250 miljoen voor hernieuwbare energie worden gestort in die vzw?
Voorts heb ik de heer Davignon, een van de coryfeeën van onze Belgische economie, die als vazal vooruitgestuurd is van Parijs, horen zeggen dat het bedrijf wel 500 miljoen wil betalen. Maar die is nog niet ingekohierd, als ik het woord inkohieren zou mogen gebruiken. Is dat ondertussen gebeurd? Zullen wij dat bedrag krijgen of niet?
Mijn laatste vraag gaat over onze dwergfunctie. Wij hebben door politiek cliëntelisme van de voorbije decennia, waaraan alle partijen fantastisch hebben meegewerkt, een monopolie gegeven aan Electrabel. Negentig procent van onze elektriciteitsproductie is in handen van de Fransen. Nu verkoopt u uw ziel voor enkele kruimels, want 245 miljoen euro is misschien nog 5 procent op de winsten die worden gemaakt door Electrabel als gevolg van het openhouden van de kerncentrales. Het is nog niet eens de onroerende voorheffing. Wat zult u doen om dat monopolie te doorbreken? Of hebt u nu uw ziel verkocht voor enkele jaren om de gaten in de begroting te dichten?
De voorzitter: Mevrouw Van der Straeten, neem mij niet kwalijk. Hoe kon ik u vergeten?
03.11 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, dat begrijp ik ook niet goed.
Mijnheer de eerste minister, vorige week waren wij hier naar aanleiding van de beleidsverklaring samengekomen. Toen heeft niet alleen u maar heeft ook de minister van Energie, de heer Magnette, zich sterk gemaakt dat u een akkoord had, weliswaar zonder handtekening. Wij hoefden ons echter geen zorgen te maken: er was een akkoord.
Vandaag staan wij hier opnieuw en weten wij alleszins dat er een handtekening is. In het tegenovergestelde geval zou u ongetwijfeld niet naar de Kamer zijn gekomen.
Niettemin blijft de vraag: wat is het akkoord?
Nu is het moment gekomen waarop u uw belofte van vorige week en de belofte van de minister van Energie kan hardmaken, met name dat het Parlement alle documenten zou krijgen die met het akkoord te maken hebben. Ik vraag dus aan u het akkoord op zich. Ik vraag echter ook aan u alle ondersteunende documenten. Wij hebben hier vorige week immers gemerkt dat er nog gemakkelijk een of ander lijk uit de kast kan vallen, zoals bijvoorbeeld de 500 miljoen euro, die iedereen in de marge wat was vergeten.
Ik sluit dus niet uit dat het huidige akkoord, dat over tewerkstelling en hernieuwbare energie gaat, een akkoord is dat ons zand in de ogen zal strooien. Het zal immers een akkoord zijn dat het monopolie bevestigt en de winsten veiligstelt. In ruil daarvoor worden er enkele, schamele stuivers voor de begroting gegeven.
Mijnheer de eerste minister, ik had graag het volgende geweten.
Ten eerste, zult u zo dadelijk aan uw medewerkers vragen het akkoord te kopiëren en ineens aan ons te bezorgen?
Ten tweede, welke maatregelen hebt u getroffen of zult u treffen om het monopolie van Electrabel te doorbreken? Daarom gaat het immers uiteindelijk. U en ik, wij wensen allebei meer productiecapaciteit en meer hernieuwbare energie, maar dat zal slechts kunnen als het monopolie wordt doorbroken.
Ten derde, wat gebeurt er met de voornoemde 500 miljoen euro? Voormeld bedrag behoort stricto senso niet tot het akkoord. Komt er derhalve een wet die bepaalt dat de 500 miljoen euro zal worden geïnd?
Ik heb nog een andere vraag, die misschien off topic is.
De heer Magnette heeft zich altijd sterk gemaakt dat de 1,2 miljard euro die Electrabel voor het gratis doorrekenen van emissierechten aan de bedrijven heeft doorgerekend, zou worden gerecupereerd.
Hebt u aan Electrabel een stabiel, fiscaal en reglementair kader beloofd? Houdt uw belofte in dat wij definitief naar de voornoemde 1,2 miljard euro, waarvoor de heer Reynders een voorstel zou uitwerken, kunnen fluiten?
03.12 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, un point d'équilibre semble avoir été trouvé pour 2010 et les années suivantes dans le cadre des négociations entre le gouvernement et GDF Suez. Comment comptez-vous régler les difficultés nées du recours devant la Cour constitutionnelle pour l'année 2008? Quel est l'état des négociations pour ce qui concerne l'année 2009?
Par ailleurs, on envisage la constitution d'un comité chargé du suivi de cette politique nucléaire. Ce comité devrait notamment assurer le suivi des tarifs pratiqués. Il est bien entendu que, lorsque l'on parle de tarifs pratiqués, on doit trouver un point d'équilibre entre la rente liée au prolongement des centrales nucléaires et les tarifs pratiqués à l'égard des consommateurs et, à partir de là, dégager le montant de l'avantage financier retiré, dont une part devrait revenir au gouvernement fédéral. Il s'agit ici d'une question délicate qu'il convient de régler.
Par ailleurs, je vous ai déjà interrogé sur la clause de la golden share qui avait été négociée, il y a quatre ou cinq ans et qui a été abandonnée entre-temps.
Enfin, il est évident que le choix de prolonger les trois anciens réacteurs qui appartiennent aujourd'hui à GDF Suez n'est pas neutre dans la politique de concurrence existante puisque, parmi les quatre réacteurs restants, il y a notamment des réacteurs appartenant à SPE-Luminus et EDF.
En choisissant de prolonger uniquement la vie des anciens réacteurs, ne craignez-vous pas qu'une faiblesse apparaisse? Ne craignez-vous pas que l'on mette le doigt dans un engrenage en raison d'une distorsion de concurrence qui pourrait être évoquée par celui ou ceux qui s'estimeraient lésés par le choix intermédiaire qui vient d'être fait.
.
03.13 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, als ik de advertenties mag geloven stelt Electrabel zich blijkbaar tot taak om monsters te verjagen. Ze verjagen echter alleszins niet het monster van de dreigende monopolisering. Daarom wil ik vragen, naar aanleiding van de overeenkomst die u hebt gesloten met Suez, in welke mate u zult afdwingen wat nog moest worden uitgevoerd van de Pax Electrica I en II. In welke mate zal een nieuwe elektrische vrede een warme gloed of een elektrocutie van de vrije markt betekenen?
03.14 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, waarde collega’s, ik herhaal wat ik hier vorige week heb gezegd.
Voor 2008 werd 250 miljoen euro van de elektriciteitsproducenten ingeschreven in de begroting. Dit gaat terug tot de beslissingen van het begrotingsconclaaf van maart 2008. De begrotingsnotificatie voorzag dat "indien onderhandelingen niet tot een uitkomst zouden leiden, de nodige beslissingen zouden genomen worden om de inning van de middelen te verzekeren". De onderhandelingen hebben niet tot een resultaat geleid. In de programmawet van 22 december 2008 werd bijgevolg de nodige wettelijke basis gecreëerd. De bijdrage werd betaald op 31 december 2008 en vervolgens aangevochten voor het Grondwettelijk Hof. Op dit moment is nog geen datum voor de zitting of de uitspraak voorzien.
On emprunte la même voie pour 2009. Le gouvernement précédent a décidé de prévoir à nouveau une contribution mais, cette fois, en deux tranches. Conformément à la notification budgétaire, on poursuit, pour la première tranche de 250 millions d'euros, la même voie juridique que celle de 2008. En revanche, selon la notification budgétaire, une seconde tranche de 250 millions d'euros devra être versée dans un fonds qui servira à des investissements ou des dépenses dans le domaine de l'énergie au sens large. Ceci comprend, toujours selon la notification, notamment des mesures s'inscrivant dans le cadre des compétences fédérales au niveau de l'économie d'énergie au sein d'un partenariat public/privé. Le gouvernement créera donc la base légale nécessaire dans la loi-programme pour l'exécution de ces décisions budgétaires.
Er is een protocolakkoord tussen de Belgische Staat en de groep GDF Suez over onder meer, ten eerste, een mechanisme waarbij de bijdragen jaar na jaar worden betaald, tot aan het eind van de exploitatie van de kerncentrales, en ten tweede, een jaarlijkse bijdrage van 215 à 245 miljoen euro voor de jaren 2010 tot en met 2014. Die engagementen staan op papier en werden ondertekend door minister Magnette en mezelf namens de Belgische Staat, en door de heren Mestrallet en Hansen, namens GDF Suez.
De minister van Energie staat ter beschikking van de Kamer om in commissie alle uitleg hieromtrent te verschaffen.
In de geest van het akkoord, en rekening houdend met de beslissingen van de regering, zullen GDF Suez en de regering de hangende betwistingen onderzoeken.
Tot slot wil ik nog een vaststelling met u delen. Ik stel vast dat er, alle grote woorden en alle verklaringen ten spijt, en met uitzondering van de vermijdbare heffing van 70 miljoen euro op de niet-benutte sites, in het verleden nooit, nooit een euro aan de sector werd gevraagd.
03.15 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Monsieur le premier ministre, je suis évidemment déçue de votre réponse.
Vous nous dites que vous faites signer un document. On découvre dans la presse tout ce que ce document doit contenir. On vous interroge, y compris les membres de la majorité, sur ce que contient exactement ce document et vous nous renvoyez au ministre de l'Énergie un autre jour!
Nous voulions avoir des réponses aujourd'hui! J'estime que, pour une fois, on pourrait avoir accès aux documents.
03.16 Herman Van Rompuy, premier ministre: Vous aurez les documents tout à l'heure.
03.17 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Et bien tant mieux car, depuis des années, les documents se retrouvent dans des placards ou dans des mallettes; ils ne sont pas respectés et nous n'arrivons pas à en assumer le contrôle.
Ce document contient-il des clauses régulatrices? Le gouvernement s'est-il astreint par cet accord à ne pas agir en tant qu'organe politique pouvant modifier la politique énergétique et adopter des mesures de régulation envers les acteurs du marché? Sans entrer dans les détails, c'est une information minimum que vous pouvez nous livrer.
Enfin, si jamais il n'y a pas les 500 millions de 2009 et les 250 millions de 2008, en raison d'un arrêt rendu par la Cour constitutionnelle ou parce que vous n'avez pas réintroduit cette demande dans l'accord présent, quand on calcule ce que GDF Suez est supposé verser jusqu'en 2014, nous obtenons 85 millions par an et pas 215. C'est ce qui s'appelle se faire rouler dans la farine! Faites le calcul, monsieur Wathelet: 1,2 milliard sur cinq ans moins 750 millions, cela ne fait plus grand chose dans la mallette.
De voorzitter: Alleszins noteer ik dat de premier zegt dat het document ter beschikking is van het Parlement. Het debat kan en moet worden voortgezet in de commissie, uiteraard met de minister van Energie.
Mijnheer Laeremans, u krijgt het woord voor uw repliek.
03.18 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste minister, u hebt veel verteld over het verleden. Dat zijn zaken die we al wisten, herhaald van vorige week.
Over het akkoord hebt u echter zeer weinig verteld. U hebt in elk geval niet bevestigd of erkend dat de 500 miljoen geen deel uitmaken van het akkoord.
De taks wordt vanaf volgend jaar meer dan gehalveerd. Er blijft minder dan de helft van over.
U spreekt ook niet tegen wat vandaag in de kranten staat, met name dat de markt niet wordt opengebroken. De dominante positie van Electrabel kan dus worden gehandhaafd. In alle andere Europese landen wordt die markt wel opengebroken, maar hier wordt ze gebetonneerd. Wij zullen de volgende jaren meer dan ooit de melkkoe zijn van Frankrijk.
Mijnheer de eerste minister, door onderdanige mensen van uw kaliber hangt ons land jaar na jaar de wieken naar het zuiden, ook al komt de wind uit andere richtingen.
03.19 Karine Lalieux (PS): Monsieur le premier ministre, comme vous l'avez indiqué avec le ministre de l'Énergie, vous êtes revenu avec un accord signé que tout le monde pourra consulter cet après-midi. Je crois qu'il s'agit d'un accord solide et ambitieux.
Par ailleurs, je suis lasse d'entendre l'opposition continuer à entretenir la confusion entre l'accord annoncé la semaine dernière, au sujet de 2010-2015 et les dix années suivantes, et ce qui était annoncé aux budgets 2008 et 2009, qui se trouve en dehors de l'accord tel qu'on l'a toujours dit et comme on le répète depuis quelques semaines, monsieur Tobback!
L'affaire est encore pendante devant la Cour constitutionnelle. Nous avons rappelé que nous voulions cette contribution pour le budget 2009. Attendons l'arrêt de la Cour constitutionnelle!
Subitement, nous entendons d'aucuns pleurer au sujet de l'option de l'Observatoire des prix. Personne ne m'avait soutenue lorsque je voulais faire intervenir l'Observatoire; on ne jurait que par la CREG et, aujourd'hui, on la met de côté!
L'accord existe. Il est bon, que vous y croyiez ou non!
03.20 Muriel
Gerkens (Ecolo-Groen!):
(…)
03.21 Karine Lalieux (PS): Vous allez le lire, madame Gerkens!
Vous êtes marri de l'accord obtenu, accord ambitieux et solide!
03.22 Bruno Tobback (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik heb veel geleerd uit uw antwoord. Om te beginnen, u hebt ons in aanloop naar uw begroting aangekondigd dat u op jacht ging naar groot wild, geld van Suez, geld dat moet dienen om de begroting in stand te houden. Als ik uw antwoord goed begrijp bent u thuisgekomen met een fopspeen.
Mijnheer de eerste minister, u fietst daar met een elegante boog rond, maar als u het niet nodig vond om te onderhandelen toen u toch aan tafel zat, als u vergat te vragen naar de 250 miljoen van 2008 en het niet de moeite vond om te onderhandelen over de 500 miljoen van 2009, dan wil ik het voor u eens voorrekenen, op zijn Muyters. Het zal drie jaar duren met het akkoord dat u nu hebt, vooraleer u zelfs maar het gat hebt opgevuld dat u achterlaat door het feit dat u niet hebt onderhandeld over de bijdrage van de vorige jaren.
Mijnheer de eerste minister, als u onderhandelde over geld, waarom onderhandelde u dan niet over al het geld? Ik zal het u zeggen. Ik leer dat uit hetgeen ik in de kranten lees over dat akkoord. Het is omdat u eigenlijk bent gaan smeken. Om redenen die mij vreemd zijn, wilde u immers absoluut die kerncentrales openhouden en was u bereid om daarvoor te betalen, te betalen met geld dat u niet zult krijgen en te betalen door het betonneren van een machtspositie, een monopolie van een bedrijf waarvan de concurrenten vandaag in De Tijd zeggen dat het voor hen in België eigenlijk niet te doen is om op de markt actief te zijn omdat alles wordt geblokkeerd voor Suez en Electrabel.
Het erge is dat u dat hebt verkocht en dat u er nog eens voor hebt betaald ook. Mijnheer de eerste minister, ik wacht met veel genoegen op die tekst die wij gaan krijgen, maar ik weet nu reeds dat het ons vijf jaar zal kosten om terug te betalen wat u daar hebt weggegeven.
03.23 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour vos explications et votre transparence car nous recevrons cet accord sous peu. C'est suffisamment exceptionnel que pour le souligner. C'est, selon moi, un bon accord. C'est un accord pour une contribution structurelle, pluriannuelle qui nous offre des garanties en matière de recherche et d'énergie renouvelable.
En dehors de cet accord reste effectivement la question de 2009. Vous avez rappelé ces deux tranches. Pour l'une d'entre elles, nous attendons encore l'avis de la Cour constitutionnelle. Pour l'autre, à savoir ce fonds de 250 millions pour la recherche en matière d'énergie, j'encourage véritablement le gouvernement à aller de l'avant car, pour cette tranche, nous n'avons pas à attendre l'arrêt de la Cour constitutionnelle.
03.24 Flor Van Noppen (N-VA): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Eigenlijk heb ik weinig antwoorden gekregen op mijn vragen, maar ik wil u wel een ding meegeven. U wou hiermee een nieuwe pax electrica en ik denk dat u dat goed is gelukt. De Pax Electrica I en II staan symbool voor de verkoop van de energiesector aan Frankrijk. Ik denk dat u met Pax Electrica III op goede weg bent om de energiesector in België verder uit te verkopen. De monopoliepositie van Electrabel wordt gehandhaafd en nochtans was het een uitgelezen kans om een marktaandeel van Electrabel af te nemen, maar dat hebt u nagelaten.
03.25 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, ik blijf wat twee puntjes betreft op mijn honger. Ik kan inderdaad de heer Tobback volgen wanneer hij zegt dat u op jacht bent geweest. Volgens mij bent u zelf teruggekeerd als het tamme konijn. Ik zal u zeggen wat mij dwars blijft zitten.
U heb gelijk dat men in het verleden zelfs nooit geld heeft gevraagd. Waarom? Omdat die partijen ons hebben misleid. Zij hebben gezegd dat de markt zou worden geliberaliseerd, maar er is niets geliberaliseerd. Dat is ons probleem. 90 procent van de productie is nog altijd in handen van dezelfde Franse maatschappij.
Waarom heb ik het over een tam konijn? Door de verbintenissen die u nu hebt gesloten, betonneert u de overeenkomst dat zij het monopolie blijven houden in de toekomst. Dat verontrust mij ontzettend voor de toekomst.
Voor het overige hoop ik dat uw collega-minister zijn fondsje heeft geopend, zodat er geld in kan worden gestort. Ik hoop dat wij hier volgende week niet opnieuw hoeven te staan, omdat de verbintenissen, die vandaag zogezegd zijn gesloten, weer herroepen zijn.
03.26 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Er is geen enkele reden, mijnheer de premier en collega's van de meerderheid, om u vandaag op de borst te kloppen omdat u een akkoord hebt gemaakt met een grote energiegroep, met name Suez. Sinds wanneer sluiten wij in ons land akkoorden met grote, machtige groepen? Wij zijn samen toch de verzamelde wetgevende macht? Wij hebben alle recht om wetten aan te nemen om het monopolie te breken. Het gaat niet op om een akkoord te maken om een cadeau te geven van 2 miljard min 200 miljoen of 1,8 miljard aan Suez en Frankrijk.
De prijzen zullen hoog blijven voor de consumenten en dat wordt hier vandaag besloten. Het resultaat is immobilisme op het energievlak en dat tientallen jaren lang.
03.27 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, il faut souligner qu'un accord consacre toujours une sécurité juridique, une sécurité dans l'approvisionnement, un point d'équilibre sur le plan économique. On oublie très souvent qu'il consacre aussi une sécurité d'approvisionnement quand on sait que c'est un point de tension en Europe.
Il est donc bon de souligner la qualité de l'accord que nous découvrirons; nous l'analyserons et reviendrons devant le ministre de l'Énergie.
Bien entendu, il reste l'incertitude pour 2008. Sur cet aspect, laissons agir le pouvoir indépendant du nôtre, puisque c'est un principe consacré. Pour 2009, j'imagine qu'une porte reste ouverte à une certaine négociation dès l'instant où c'est en 2009 que nous avons décidé le prolongement des outils de trois réacteurs anciens.
Je rappelle cependant les incertitudes quant aux règles relatives au respect de la concurrence entre les divers opérateurs.
03.28 Katrien Partyka (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben eerlijk gezegd tevreden dat de eerste minister dat akkoord over de nucleaire rente heeft gesloten. Ik stel vast dat de verlenging van de drie oudste centrales een windfall profit oplevert van 4 miljard op tien jaar, of 400 miljoen per jaar. Ik stel alleen vast dat wij erin slagen 215 tot 240 miljoen euro per jaar te recupereren.
U hebt indertijd zero euro gerecupereerd,
mijnheer Tobback, dus dat is in ieder geval beter. (Applaus)
Wat onze energiemarkt betreft, is er inderdaad een probleem. Wij vullen onze dagen in de commissie met die problemen te bespreken. De voorzitter van Gemix zegt dat de geliberaliseerde markt een fictie is. Dat is niet nieuw. Dat is vandaag niet anders dan gisteren en dat zal morgen ook niet anders zijn na dat akkoord. Die geliberaliseerde markt is niet in akkoorden te gieten. Dat is precies de essentie van een liberale markt.
03.29 Bruno Tobback (sp.a): Voorzitter, mag ik (…)
De voorzitter: Mijnheer Tobback, u hoeft zich niet zenuwachtig te maken. De eerste minister kan ook nog repliceren, maar nu heeft mevrouw Partyka het woord voor haar repliek. Zij mag zich richten tot om het even wie, ook tot u.
03.30 Bruno Tobback (sp.a): U begrijpt dat ik veeleer op de repliek van mevrouw Partyka wil antwoorden dan op die van de eerste minister.
De voorzitter: Dan gaan wij er misschien op vooruit.
(…): (…)
De voorzitter: Mevrouw Partyka, laat u niet afleiden.
03.31 Katrien Partyka (CD&V): Er is nog het volgende.
Hoe ging alles precies in zijn werk, met de Pax Electrica? U was er toch bij, dus u weet het beter dan ik. Er was een geheime brief van Verhofstadt, die uiteindelijk uitlekte in oktober 2006, maar waarvoor het Parlement weken of zelfs maanden heeft moeten smeken en bedelen om die te mogen inkijken, zonder notities of kopieën te nemen.
Thans stel ik vast dat de eerste minister
zegt dat wij een open debat kunnen voeren met de minister van Energie. Dat
stemt mij zeer tevreden en ik hoop dat wij samen wetgevend werk zullen kunnen
verrichten om de problemen die zich stellen op te lossen. (Applaus)
03.32 Joseph George (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, accord il y a! N'en déplaise à vos détracteurs! Et comme le stipule l'adage populaire, "Un tiens vaut mieux que deux tu l'auras". Cela signifie incontestablement que nous avons la certitude de percevoir une partie de cette rente nucléaire. Pacta sunt servanda diraient les latinistes.
Peut-être conviendrait-il de rappeler que cette rente de rareté existait depuis plus de dix ans, puisque les premières centrales sont amorties depuis plus de dix ans, et que les précédentes majorités n'ont jamais voulu capter même une partie de cette rente. Il importe de le rappeler.
J'insisterai sur deux points relatifs aux investissements de sécurité à réaliser pour prolonger l'activité des centrales: le problème du stockage provisoire sur les sites pour lequel une solution doit être apportée et l'appréciation du coût du démantèlement en raison de la prolongation de leur activité.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de reactie van minister Milquet met betrekking tot de inspectie van de Franstalige scholen in Vlaanderen" (nr. P1336)
04 Question de M. Francis Van den Eynde au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "la réaction de la ministre Milquet concernant l'inspection des écoles francophones en Flandre" (n° P1336)
04.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, gisteren heeft het Vlaams Parlement eindelijk het decreet goedgekeurd dat aan de inspecteurs van het Nederlandstalig onderwijs de bevoegdheid geeft om ook de Franstalige klassen in de randgemeenten te inspecteren. Dat is de meest doodgewone zaak van de wereld vermits het de Vlamingen zijn die betalen voor die Franstalige scholen. Terloops gezegd, de enige Vlaamse school in een Franstalige faciliteitengemeente wordt tegen de wet in niet betaald door de Waalse regering. Maar goed, de Vlamingen betalen en willen inspecteren.
Dat schijnt nogal wat ergernis veroorzaakt te hebben, in het bijzonder bij de minister voor Werk, mevrouw Milquet, de Calamity Jane van uw regering. Zij reageerde zeer heftig en verklaarde dat “dit een provocatie is, een belediging voor de Franstaligen en dat bovendien de Vlamingen daarin niet geïnteresseerd zijn”. Ze mogen wel betalen van mevrouw Milquet, maar daarmee is het uit.
Mijnheer de eerste minister, heeft de betrokken dame, minister is in uw regering, op dat ogenblik gesproken namens de regering?
04.02 Eerste minister Herman Van Rompuy: Het antwoord is neen.
04.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Ik zal u eerlijk zeggen dat ik dit antwoord had verwacht. Het is dan toch wel heel merkwaardig. Een dame wordt namens haar partij, een regeringspartij overigens, naar de regering gestuurd, en legt verklaringen af als partijleidster, terwijl ze minister is. Ik weet wel, mijnheer de eerste minister, dat de Heilige Drievuldigheid iets is dat moeilijk uit te leggen is, zelfs voor theologen. Hier hebben wij te maken met de Heilige Tweevuldigheid, maar het is nog wat moeilijker. De Heilige Geest, God de Vader en God de Zoon, die waren het meestal eens. Hier hebben wij God de Moeder en God de Moeder, maar die vertellen blijkbaar verschillende zaken: de ene namens de regering, de andere niet.
Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat wij hier te maken hebben met een vorm van schizofrenie. Wij hebben mevrouw Joëlle Jekyll, wanneer zij anti-Vlaamse uitspraken doet en mevrouw Joëlle Hyde omgekeerd, ik weet het niet meer. Het wordt zeer moeilijk, maar schizofrenie is het zeker.
Mijnheer de eerste minister, dat kom ervan wanneer die Franstalige partijen voorzitters in de regering zetten. Want ze is niet de enige. Er is ook nog de voorzitter van de MR, die op dit ogenblik problemen heeft met de familie of de bvba Michel vader en zoon en die ook in het gedrang komt.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Ludo Van Campenhout aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de Duitse overheidssteun voor Opel" (nr. P1337)
05 Question de M. Ludo Van Campenhout au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "l'aide publique allemande à Opel" (n° P1337)
05.01 Ludo Van Campenhout (Open Vld): Mijnheer de premier, ik heb u al een aantal vragen gesteld over Opel Antwerpen en gepleit voor waakzaamheid en actie.
Ik denk dat actie meer dan ooit raadzaam is. In het overnamedossier is gebleken dat dankzij de inspanningen van het management en vooral de arbeiders Opel Antwerpen zowat de meest productieve vestiging is. Wat kan dat nu doorkruisen? Dat is – u mag het van een liberaal aannemen – ongeoorloofde staatssteun, protectionisme, wat in strijd is met de Europese regelgeving. Er is opgemerkt door de fractievoorzitter van de liberalen in het Europees parlement en door commissaris Neelie Kroes dat er indicaties zijn van ongeoorloofde staatssteun. Dat is bevestigd door de voorzitter van de Commissie, Barroso.
De Belgische federale regering heeft de mogelijkheid om na aanmelding van de ondersteuning door de Duitse regering – het gaat om 4,5 miljard euro – klacht in te dienen. Ik zou u willen vragen om dat dossier zeer waakzaam te volgen. Als blijkt dat het effectief om ongeoorloofde staatssteun of protectionisme gaat, verzoek ik u om effectief namens de Belgische federale regering klacht in te dienen bij de Europese Commissie.
05.02 Eerste minister Herman Van Rompuy: Collega, het is effectief niet de eerste keer dat u mij daarover bevraagt.
Het is mijn rol als eerste minister van de federale regering om de Europese Commissie, die de bewaker is van de regels van de goede concurrentie, op haar plichten te wijzen. In dat kader heb ik juist voor het zomerreces – ik denk zelfs dat het in juni was, terwijl u nu bronnen aangeeft die van veel later zijn, wat uw goed recht is, want het zijn politieke vrienden van u – samen met minister-president Peeters een gemeenschappelijke brief geschreven aan de Europese Commissie, aan de heren Barroso en Verheugen. Hierin werd de Commissie gevraagd om in het overnamedossier van Opel te waken over het volledig respecteren van de regels van de interne markt en de subsidie. Het respecteren van die regels en het bannen van elke vorm van potentieel protectionisme vormen namelijk de enige weg om een echte toekomst te garanderen voor Opel in Europa.
Sindsdien heb ik onverminderd mijn contacten voortgezet, zij het niet altijd zichtbaar voor de buitenwereld, dat geef ik graag toe. Soms moet men echter discreet zijn om efficiënt te zijn. Ik zal dat ook blijven doen tijdens de menigvuldige bezoeken die ik op dit ogenblik aan verschillende hoofdsteden breng. Als gevolg van die demarche van juni heeft de Europese Commissie bij monde van mevrouw Kroes recentelijk aangegeven dat er significante indicaties zijn – dat is de uitdrukking die zij gebruikte – dat de door Duitsland beloofde steun van 4,5 miljard euro verbonden is aan een welbepaalde overnemer, aan Magna.
Zij heeft gezegd dat dat mogelijkerwijs niet conform de Europese interne markt- en subsidieregels is. Ondertussen heeft de Duitse overheid al aangegeven dat de steun aan elke potentiële overnemer zal worden toegewezen.
De Duitse regering zal dus, net zoals de Vlaamse regering, alleen overheidssteun kunnen geven aan een overname wanneer die conform de EU-regels verloopt. Ik vestig er nogmaals de aandacht op dat wij die belangrijke aanwijzing van mevrouw Kroes niet zouden hebben gekregen, hadden wij dat initiatief in juni niet genomen.
Het is effectief van bijzonder belang om zich vandaag verder toe te leggen op het in de verf zetten van de economische voordelen van Opel bij Magna. Opel Antwerpen kan perfect competitief en perfect verdedigbaar zijn in de nieuwe Opelgroep, niet het minst dankzij de genomen maatregelen. Zoals u heel terecht zegt, is dat ook te danken aan de inspanningen van de leiding van het bedrijf en aan de werknemers, aan wie ik hulde breng, omdat ze tijdens die hele periode hun kalmte bewaarden.
Ik ben ervan overtuigd dat Opel Antwerpen duidelijke troeven heeft. Ik wil er alles aan doen om, samen met de Vlaamse regering, de Opel assemblagefabrieken in Antwerpen te houden.
05.03 Ludo Van Campenhout (Open Vld): U spreekt terecht met respect over onze inspanningen. Dat heeft Opel Antwerpen inderdaad geholpen, maar we zitten nu volop in het overnamedossier. In de Commissie is er toch een indicatie van ongeoorloofde steun. Het enige wat ik u vraag is om, in het belang van de arbeiders die Opel Antwerpen tot de beste Europese fabriek hebben gemaakt, het dossier waakzaam op te volgen en desgevallend een klacht neer te leggen wanneer er Duitse ongeoorloofde staatssteun zou zijn.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Valérie De Bue à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, sur "la suspension du contrôle des chômeurs à Châtelet" (n° P1338)
06 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, over "de opschorting van de werklozencontrole in Châtelet" (nr. P1338)
06.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, madame la vice-première ministre, le conseil communal de Châtelet a voté une motion pour suspendre le contrôle des chômeurs. Il a considéré que cette politique était inefficace et qu'elle alourdissait la charge de travail des CPAS vu l'exclusion des chômeurs.
Cette motion me semble témoigner d'un malaise sur le terrain. En effet, cette politique du suivi des chômeurs ressemble plus à une chasse aux sorcières alors qu'il faudrait mettre en place un véritable plan d'accompagnement pour les demandeurs d'emploi.
Dès 2005, notre groupe avait insisté sur un accompagnement individualisé, dès le début du chômage, sur la mise en place d'un guichet unique en collaboration avec l'ONEM et les Régions mais aussi sur la valorisation des indemnités lors d'une démarche active dans la recherche d'un emploi.
Madame la ministre, à l'occasion de votre rentrée politique avec vos collègues régionaux, vous avez clairement manifesté votre volonté de mieux suivre et encadrer les jeunes, et de prévoir une simplification administrative grâce à la mise en place du guichet unique, d'un seul référent et d'un coaching individualisé.
Ce qui s'est passé à Châtelet, et qui risque de s'étendre dans d'autres communes, doit nous pousser à passer des intentions aux actes. Un accord de coopération est nécessaire. Je désirerais connaître vos intentions. Avez-vous déjà pu progresser dans vos contacts avec les Régions? Où en est cet accord de coopération?
06.02 Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, madame De Bue, je vous donnerai tout d'abord mon avis par rapport à la motion votée par le conseil communal de Châtelet et, ensuite, j'aborderai la thématique de l'activation de manière générale.
J'ai été interrogée par la presse à ce propos et je trouve l'attitude de la commune de Châtelet tout à fait contre-productive. En effet, la politique d'activation n'a pas pour objectif la chasse aux chômeurs. Son but est d'aider les demandeurs d'emploi à s'insérer au plus tôt dans le marché du travail, à se former et à être accompagnés dans toutes les démarches de recherche active d'emploi. Il s'agit d'une aide accordée aux demandeurs d'emploi et non d'une politique de sanction. De plus, nous n'avons jamais pénalisé une personne qui ne trouve pas de travail. Nous pénalisons la personne qui ne fait pas d'effort pour en chercher, c'est différent!
Le message qui est donné est terriblement pessimiste, très peu volontariste et très contre-productif.
Certes, nous sommes dans une période de crise, nous connaissons des problèmes d'emploi et les débouchés dans certains secteurs du privé sont moindres. Toutefois, il y a des demandes d'emploi dans le secteur des titres-services; de plus, des secteurs sont en pénurie de main-d'œuvre. Par contre, d'autres secteurs, comme celui de la distribution, ne sont pas ou sont moins touchés.
Le fait de dire à des demandeurs d'emploi qu'il n'y a pas de travail dans la région de Charleroi ou dans le Hainaut est le plus mauvais des signaux à donner.
Par ailleurs, il est vrai que j'avais dit aux services de l'ONEM qu'il fallait s'adapter aux circonstances dans les entretiens avec les chômeurs. Voilà pour la motion du conseil communal de Châtelet.
En ce qui concerne l'activation, vous connaissez les répartitions de compétences entre le fédéral et le régional. La politique d'activation et d'accompagnement des demandeurs d'emploi, dès leur inscription, appartient essentiellement aux Régions. Au niveau régional, des politiques (de formation entre autres) qui visent à prendre en charge les demandeurs d'emploi le plus tôt possible sont mises en place, ce dont je me réjouis.
Un accord de coopération a été déposé depuis plus d'un an. Jusqu'à présent, une Région n'avait pas la volonté de le conclure. Je vais rencontrer un ministre régional demain et j'aborderai ce sujet avec lui. En attendant, le plan d'activation des demandeurs d'emploi est d'application et fonctionne.
06.03 Valérie De Bue (MR): Madame la ministre, je partage votre analyse de la situation à Châtelet. Selon moi, les mesures en vigueur sont insuffisantes et inefficaces. On ne va pas assez loin dans l'accompagnement des chômeurs. Notre groupe a insisté à plusieurs reprises sur ce point. Nous avons d'ailleurs déposé, il y a plus d'un an, une résolution dans laquelle nous insistons sur la mise en place d'un système dès l'entrée au chômage, sur l'extension du système aux plus de cinquante ans et sur le traitement du chômage de longue durée
Nous avons eu des débats en commission concernant le système actuel, nous avons constaté que les délais entre les entretiens sont trop longs et qu'il faut une meilleure organisation.
Je suis déçue de votre réponse. Il faudrait aller plus vite. Il conviendrait maintenant de conclure cet accord de coopération afin d'améliorer le système. Il y a urgence à trouver des solutions pour accompagner et sortir les gens du chômage.
L'incident est clos.
07 Question de Mme Marie Arena au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "les financements innovants pour la coopération au développement" (n° P1339)
07 Vraag van mevrouw Marie Arena aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de innovatieve financieringsbronnen voor ontwikkelingssamenwerking" (nr. P1339)
07.01 Marie Arena (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, il s'agit d'une question d'actualité toute fraîche, étant donné que vous avez participé ce matin à une réunion organisée par M. Kouchner sur cette taxe internationale sur les mouvements financiers. Comme vous le savez, le PS a toujours été partie prenante en matière de taxe Tobin. Il l'a toujours soutenue.
Monsieur le ministre, avec quel mandat avez-vous été envoyé à cette réunion organisée par M. Kouchner? Quelle position le gouvernement vous a-t-il demandé de défendre? Avez-vous milité pour la loi qui a été votée dans cette assemblée? Quelle alternative a-t-elle été proposée par M. Kouchner en la matière? Quels ont été les rapports de force qui se sont établis entre les pays européens lors de cette réunion car, comme vous le savez, cette loi a été votée dans l'intention de pouvoir rallier un certain nombre de pays européens à la taxe Tobin?
07.02 Yves Leterme, ministre: Monsieur le président, madame Arena, je ne vais pas retracer toute l'histoire de la taxe Tobin, loi de juin 2004 qui a été votée dans cette Chambre. Toujours est-il qu'en 2006 a été constitué un groupe pilote qui, entre-temps, a réuni 59 pays. En mai 2009, la Belgique a décidé, au sein de ce groupe de pays, de participer également au groupe plus restreint des dix ou onze pays qui dirigent l'activité de ce groupe de pilotage. Un groupe d'experts a été chargé de mener une recherche sur les possibilités, les faisabilités et les aspects techniques des taxations innovantes de transactions financières. La définition de l'objet de la recherche est plus étendue que celle reprise dans la disposition législative de 2004 adoptée à la Chambre.
La Belgique a été invitée car, après la France, elle est le deuxième pays à s'être doté d'un dispositif législatif. Comme vous le signalez à juste titre, l'entrée en vigueur de cette loi est liée à l'adoption d'un même système par tous les pays de l'Union européenne.
La réunion de ce matin rassemblait de grandes zones économiques autour de la table (le Japon, la France, le Royaume-Uni, l'Italie) ainsi que des pays émergents et en voie de développement (le Brésil, le Chili, le Sénégal, etc.) Ce matin, j'ai ressenti qu'il y a une demande, de par le monde, de répondre à l'appel du G20 de Pittsburgh.
Sous l'impulsion des Allemands, des Anglais, des Français (Mme Merkel et MM. Steinbrück, Brown et Sarkozy), à Pittsburgh, on a inséré dans les conclusions la demande "de préparer un rapport sur les différentes options que les pays ont adoptées ou envisagent d'adopter sur la manière dont le secteur financier pourrait assurer une contribution juste et substantielle au paiement de toute charge liée aux interventions des gouvernements pour remettre en état le système bancaire."
Se basant sur cette demande qui, partant de Pittsburgh, était adressée au FMI, le leading group a décidé, il y a quelques semaines, de mandater un groupe d'experts pour réaliser une étude fouillée sur la faisabilité, entre autres technique. Ce groupe a été installé ce matin. Je me réjouis de pouvoir dire qu'il y aura un Belge parmi ses neuf membres. Ce groupe doit délivrer un rapport au mois de mai 2010. Ensuite, sur la base des informations du FMI et aussi sur la base des recherches de ces experts, il appartiendra au prochain sommet du G20 d'examiner les possibilités et la volonté politique d'aboutir.
J'y attache une importance particulière et pas seulement parce qu'une loi a été votée en Belgique – sans considérations de la majorité à cette époque. Il faut aussi savoir que lors du sommet du G20 qui traitera cette matière dans la seconde moitié de 2010, la Belgique fera partie de la délégation européenne. C'est une des raisons pour lesquelles j'attache une importance particulière à notre présence lors de ces pourparlers.
07.03 Marie Arena (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour ces explications. On avait débattu d'un principe important à défendre, à savoir que cette taxe ne pouvait être décidée sur une base volontaire. Le deuxième principe à défendre était qu'elle ne permette pas d'alléger les charges des pays vis-à-vis des pays tiers en matière de coopération au développement. C'est une aide financière supplémentaire au développement de ces pays et je compte sur vous pour défendre cette position auprès des différentes instances. Je me réjouis de savoir que la Belgique sera représentée dans ces discussions.
L'incident est clos.
- mevrouw Sofie Staelraeve aan de minister van Justitie over "de malafide reclameronselaars" (nr. P1340)
- mevrouw Mia De Schamphelaere aan de minister van Justitie over "de malafide reclameronselaars" (nr. P1341)
- Mme Sofie Staelraeve au ministre de la Justice sur "les démarcheurs publicitaires malhonnêtes" (n° P1340)
- Mme Mia De Schamphelaere au ministre de la Justice sur "les démarcheurs publicitaires malhonnêtes" (n° P1341)
08.01 Sofie Staelraeve (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u bent op de hoogte van het probleem. Deze ochtend op de radio heb ik er onder meer over gehoord, maar ook al enkele maanden geleden. In de voorbije maanden is het probleem ook al in de Kamer aan bod gekomen.
Heel veel handelaars, maar ook scholen en vzw’s, worden geconfronteerd met malafide reclameronselaars. Ook gemeentebesturen krijgen er vaak mee te maken. Het gaat om mensen die reclame ronselen, die een contract onder de neus schuiven en er heel veel geld voor vragen, maar die in ruil daarvoor geen dienst bieden.
Keer op keer blijkt dat er daarover heel wat klachten zijn. Er zijn daartegen ook al preventiecampagnes opgezet. Het mangelt echter aan de opvolging van de dossiers bij de parketten.
Mijnheer de minister, pleegde u ter zake al overleg met de parketten?
Welke stappen zult u ondernemen?
Kunt u een stand van zaken geven over enkele klachten die al behandeld zijn of die lopende zijn sinds het begin van dit jaar?
08.02 Mia De Schamphelaere (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb eigenlijk precies dezelfde vragen.
Het gaat inderdaad om een kwaal voor onze bedrijven, maar ook voor onze verenigingen en organisaties.
Een aantal maanden geleden werd in dit Parlement gezegd dat er een oproep zou worden gedaan tot de procureurs-generaal om deze problematiek beter op te volgen.
Belangenorganisaties roepen nu hun leden op die met dat probleem werden geconfronteerd om klacht in te dienen. Die klachten zijn dan gegroepeerd bij het Brussels parket.
Heeft een oproep op dit moment zin voor die belangenorganisaties? Zal daaraan gevolg worden gegeven? Het gaat om tientallen miljoenen euro’s die uit onze economie op een malafide wijze worden afgetroggeld en verdwijnen uit ons economisch leven.
08.03 Minister Stefaan De Clerck: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik waardeer de inspanningen die Unizo levert om die praktijken stop te zetten.
Ik heb nog eens geïnformeerd bij het parket-generaal en bij het College van procureurs-generaal om de cijfers te verkrijgen die waren gevraagd naar aanleiding van een mondelinge vraag die voor volgende week geagendeerd staat. Dat is nu versneld. Momenteel heb ik de cijfers nog niet, maar nogmaals, in het hele land zijn die cijfers opgevraagd.
Ik weet echter dat er nog niet veel resultaten zijn. Het is ook geen gemakkelijk dossier. Voor het verschil tussen publiciteit die zo wordt geworven, publiciteit die wordt gemaakt, documenten die worden voorgelegd als commerciële praktijk, tegenover een oplichtingdossier, moet de valsheid bewezen kunnen worden. Dat is niet altijd eenvoudig.
Er is nu gevraagd dat de klachten zouden worden gegroepeerd in Brussel. Als al die dossiers worden ingediend en de klachten — ik heb ze nog niet gezien — in Brussel binnenkomen, dan zullen deze prioritair worden behandeld en zal daarvan als het ware een modeldossier worden gemaakt. Daartoe heeft men zich geëngageerd. Ik hoop dat het lukt. Ik hoop dat de oplichting kan worden bewezen, wat niet zo gemakkelijk is.
Globaal heb ik er bij het College van procureurs-generaal op aangedrongen, ook op het laagste echelon, ook ten aanzien van de politiediensten, in de informatie- en veiligheidsplanning die wordt gemaakt met de politie, en ook op initiatief van het parket, om de problematiek wat scherper te stellen en te zeggen dat er een gevoeligheid moet bestaan, zodanig dat winkeliers of organisaties lokaal heel gemakkelijk bij de politie terechtkunnen, om van daaruit efficiënt via het parket te kunnen vervolgen.
De zaak wordt dus, zij het voorlopig zonder veel resultaat, opgevolgd. Het is slechts heel occasioneel dat nu al procedures worden behandeld. De cijfers zal ik u de komende dagen kunnen bezorgen. Zij zijn er tot op vandaag nog niet.
08.04 Sofie Staelraeve (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw vastberadenheid en voor uw aanpak. Wij zullen dus zeker cijfers ter zake krijgen.
Er is de aanpak en de vordering bij de parketten. De economische inspectie heeft echter ook al heel wat klachten gebundeld en ik weet dat zij ook telkens verwijst naar die mensen om klacht in te dienen bij de politie. Wij zouden dus al zicht moeten hebben op heel veel lopende zaken sinds begin 2009 en ook sinds 2008 want de economische inspectie haalt dat telkens aan en verlaagt die drempel.
08.05 Mia De Schamphelaere (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het is belangrijk dat de kwestie op het publieke forum wordt besproken. Informatie over het bestaan van dergelijke praktijken is immers een goede, preventieve strategie.
Er moet ook worden voortgewerkt aan de mogelijkheden om de internetcriminaliteit te lijf te gaan. Ook op Europees vlak moet er worden samengewerkt. Heel veel internetbedrijven die dergelijke mails sturen, werken van over de grens.
08.06 Minister Stefaan De Clerck: Mijnheer de voorzitter, de FOD Economie stuurt inderdaad via de inspectie dossiers door. Hij zet echter ook een campagne op en zal opnieuw campagnes voeren. Ik zal ter zake heel zeker met collega Van Quickenborne overleg plegen om ervoor te zorgen dat de kwestie met hetzelfde, ondernemende karakter wordt opgevolgd.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de controle op drugsgebruik" (nr. P1342)
09 Question de M. Ludwig Vandenhove à la ministre de l'Intérieur sur "les contrôles anti-drogue" (n° P1342)
09.01 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mijnheer de voorzitter, Limburger, maar geen West-Vlaming.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, mijn vraag gaat over iets wat vanmorgen in de gesproken en geschreven media aan bod kwam, met name een rapport en een brief van een aantal wetenschappers, maar ook politici van de Kamer of de Senaat, partijgenoten van u als ondertekenaar, zijnde liberale senatoren.
Waarover gaat het? Mensen op het terrein weten al langer dat er met drugs altijd problemen zijn en dat er inzake kwaliteit ongelofelijk wordt gesjoemeld en gemarchandeerd. Ik citeer maar twee dingen. Ten eerste, het ontmantelen van de aanvoer en het aanpakken van de dealers. Dat is heel duidelijk een zaak voor de politie. Ten tweede, een andere zaak. Men verwijst onder andere naar de fuif die in het weekend in Gent doorgaat, dus een grote activiteit waarvan men bijna met zekerheid weet dat dit soort drugs daar wordt gebruikt.
Ik heb er u gisteren in de commissie nog een vraag over gesteld. Ik hoor u langs de andere kant immers zeggen dat wij opnieuw een debat moeten voeren over de prioriteiten van de politie. U zegt 600 mensen voor de politie niet te zullen aanwerven. Ik heb gisteren gewezen op het rapport van de afdeling van de federale politie die hiermee ook bezig is. De link tussen zaken voor dieren als hormonen en dit soort drugs is zeer nauw.
Wat is uw reactie op die brief, op die feiten, op die vaststelling die we al lang kenden maar die vandaag nog eens wordt benadrukt?
Hoe rijmt u dat met het feit dat eigenlijk de federale politie wat dat betreft minder bevoegdheden en taken krijgt en zelfs een stuk wordt afgebouwd, terwijl dit eigenlijk expliciet een taak is voor de federale politie?
09.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, ik kan de heer Vandenhove zeggen dat de drugproblematiek in zijn veelheid een prioriteit blijft. Het staat in het nationaal veiligheidsplan en dus staat het ook in de zonale veiligheidsplannen, vermits de zones hun veiligheidsplannen baseren op het nationaal veiligheidsplan.
Heel concreet, voor het evenement in Gent waarnaar u verwijst, I Love Techno, kan ik u meegeven dat daar een zero tolerance zal worden gehanteerd. Er zal heel wat lokale politie aanwezig zijn, 70 mensen van de federale politie zullen voor versterking zorgen en er zullen ook drugshonden zijn. Er zal dus dit weekend in Gent een zeer doorgedreven controle zijn, zowel van mensen in uniform op openbaar terrein als anonieme agenten die ook controles zullen uitvoeren.
De drugproblematiek vraagt een samenwerking van heel veel departementen. Ik heb u gisteren in de commissie nog gezegd dat de 600 agenten waaraan u refereert hoofdzakelijk mensen zijn die in administratieve diensten zitten en dat wij de operationele diensten maximaal vrijwaren, precies omdat onder andere drugs een absolute prioriteit zijn en blijven.
Wij werken ook heel nauw samen met Nederland, u weet dat vanuit uw provincie, en ook met Luxemburg. In Limburg gaat dat dan vooral over de drugsrunners. In andere streken is het vooral rond megadiscotheken en grote evenementen. Wij hebben daarvoor ook joined information teams. Ook Interpol heeft in oktober 2008 een samenwerkingsakkoord gesloten om nog meer informatie door te geven, want dit is natuurlijk geen problematiek van alleen België of van alleen de buurlanden.
Ook in de opleidingen bij de politie steken wij een tandje bij. Wij doen daar meer rond het herkennen van producten en het opsporen van plantages en labo’s. Vanaf 2010 zullen in de politiescholen die twee zaken ook in het programma worden opgenomen, zodat ook agenten in wording, aspiranten op dat ogenblik heel wat kennis van het terrein zullen hebben.
Ik heb het u gisteren ook in de commissie gezegd. Wij doen internetrecherche vanuit de politiediensten, maar wij zullen ook twee mensen extra aanwerven voor de internetbewaking, waardoor wij veel meer proactief kunnen werken. Dat doen wij samen met het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid en met het departement Volksgezondheid.
De voorzitter: U hebt uw spreektijd lichtjes overschreden.
09.03 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ten eerste, ik begin met het positieve. In verband met die technofuif dit weekend, de mediaberichten zullen er wellicht iets mee te maken hebben.
Ten tweede, ik heb dat gisteren ook in de commissie gezegd bij de vragen die ik heb gesteld over het rapport van de federale politie over alles dat rond hormonen en internettoestanden gebeurt. Dat rapport en de berichten van vanochtend hebben ongelooflijk veel met mekaar te maken. Ik zou willen vragen dat u als minister van Binnenlandse Zaken daaraan superprioriteit geeft. U sprak gisteren over twee mensen, u zegt dat nu nog, dat is voor mij veel te weinig.
Ten derde, op de problematiek in Limburg zal ik ongetwijfeld nog terugkomen in een aparte parlementaire vraag. Er is daar immers heel veel beloofd, maar weinig waargemaakt op het terrein. Wij maken ons daar hopeloos belachelijk ten opzichte van Nederland, dat zijn engagement wel nagekomen is. Wij in België hebben dat niet gedaan.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de mensenhandel" (nr. P1343)
10 Question de M. Michel Doomst à la ministre de l'Intérieur sur "la traite des êtres humains" (n° P1343)
10.01 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, op uw website heb ik gelezen – mijn sympathie is groot, zoals u ziet – dat u begin deze week een ontmoeting hebt gehad met koningin Paola en met de Zweedse koningin Silvia. U zult begrijpen dat ik wel wat interesse heb om daar iets meer over te weten. Er is onder andere gesproken over samenwerking inzake mensenhandel met onze buurlanden en met landen van de Balkan.
U begrijpt dat mijn verbeelding wat op hol sloeg. Het interesseert mij te weten wat daar is gezegd door dat trio. Ik weet dat uw partij in trio’s een meerwaarde ziet. Ik vermoed dat dat ook nu is gebleken.
Gisteren hebben wij nog gehoord dat er nabij Brugge vier mensensmokkelaars zijn opgepakt; als ervaren gidsen waren ze blijkbaar mensen naar onze kust aan het lokken. Organisaties die werken rond het fenomeen mensenhandel zeggen dat dat soort trafiek nog altijd toeneemt.
Het is goed dat u de Europese kaart trekt. Er is door gewezen minister Vandeurzen nog een integraal plan opgemaakt om daaraan te werken. Is er ter zake tijdens die bijeenkomst enige vooruitgang gekomen? Is daar niet alleen "gehautecoutured", maar ook op het thema voortgeborduurd?
10.02 Minister Annemie Turtelboom: Beste collega’s, niet alleen ik, maar ook de collega’s De Clerck en Wathelet waren op de conferentie aanwezig. Mensenhandel zit immers op het raakvlak van Binnenlandse Zaken, Justitie en uiteraard Migratie- en Asielbeleid.
Men heeft daar vooral gefocust op samenwerking. Het was een Europese conferentie waarvan de verklaring niet bindend is, maar die toch belangrijk is om het netwerk te versterken. Mensenhandel kan men alleen maar bestrijden in een internationale context, met samenwerking tussen de verschillende departementen.
In verschillende betogen werden nieuwe ideeën aangebracht. Ik heb zelf een aantal voorstellen gelanceerd, namelijk een versterking van de preventie in de landen waar de mensenhandel ontstaat, speciale aandacht voor de specifieke situatie van kinderen en nieuwe operationele akkoorden tussen politie en Justitie, want dat is essentieel om de strijd te kunnen leveren. Voorts pleitte ik voor meer geïntegreerde controles, zoals die in Jabbeke waarnaar u verwees en waar vier mensenhandelaren, tussenpersonen die er veel geld aan verdienen, zijn opgepakt. U merkt dat zo’n geïntegreerde aanpak tot resultaten leidt. Daarnaast drong ik aan op het sensibiliseren van de bedrijfswereld en, uiteraard, het exporteren van onze geïntegreerde aanpak naar de landen van oorsprong.
De Europese conferentie, onder voorzitterschap van Zweden, dat nu voorzitter is van Europa, en in aanwezigheid van twee koninginnen, heeft zeker vruchtbare ideeën opgebracht. Natuurlijk is het nu aan de Europese Commissie, aan alle lidstaten en ook aan ons land om die te implementeren. Daartoe wil ik mij zeker engageren. Ik heb door de aanwezigheid van de minister van Justitie en de staatssecretaris van Migratie- en Asielbeleid gemerkt dat dat engagement ook zeker bij hen aanwezig is.
10.03 Michel Doomst (CD&V): Ik hoop dat er een actieplan van komt en dat een en ander niet in de schuif belandt. Heel wat gemeentebesturen zijn betrokken.
België is gegeerd, wegens zijn ligging en de souplesse. Heel wat handelaars en smokkelaars verklaren: We love Belgium; het is hier toch zo goed; hier rijden we niet vast; hier geraken we altijd los.
We moeten dat Clouseaugevoel bij die mensen niet nodeloos aanwakkeren.
L'incident est clos.
- de heer Jean Marie Dedecker aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de plannen voor een open asielcentrum in Oostende" (nr. P1344)
- de heer Koen Bultinck aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de plannen voor een open asielcentrum in Oostende" (nr. P1345)
- de heer Roland Defreyne aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "de plannen voor een open asielcentrum in Oostende" (nr. P1346)
- M. Jean Marie Dedecker au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "les projets d'aménagement d'un centre d'asile ouvert à Ostende" (n° P1344)
- M. Koen Bultinck au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "les projets d'aménagement d'un centre d'asile ouvert à Ostende" (n° P1345)
- M. Roland Defreyne au secrétaire d'État à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "les projets d'aménagement d'un centre d'asile ouvert à Ostende" (n° P1346)
11.01 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, de staatssecretaris is hopeloos op zoek naar 450 extra opvangplaatsen. Dat kan ook niet anders want hij zet de deuren wagenwijd open en wie hier lang genoeg blijft, wordt toch geregulariseerd. Het aanzuigeffect is dus een feit.
Wat verwonderlijk is, mijnheer de staatssecretaris, is dat u ook Oostende hebt vernoemd. Ik heb gezien dat de burgemeester van Oostende heeft gereageerd. De vraag moet dus al officieel zijn gesteld.
Voor mij is dat verwonderlijk. De vorige minister van Integratie, Johan Vande Lanotte, kwam uit Oostende. Destijds is er ook sprake van geweest om een kazerne te ontruimen. Ondertussen is die kazerne weg om plaats te maken voor een prachtig immobiliënproject voor de firma Vande Lanotte. Men heeft toen een eindje verder, in Westende, Zon en Zee gekocht. U kent de problematiek van Hengelhoef. De ACW-zuil werd daarmee een plezier gedaan. De overheid heeft daar 19 miljoen euro aan verloren.
De reden die de heer Vande Lanotte, uw voorganger, opgaf om dit niet in Oostende te doen, was het feit dat de aanzuigkracht van een haven om over te steken naar Engeland ontzettend groot is. Een eindje verder, in Calais, was er ook een asielcentrum, in Sangatte. Men heeft dat gesloten omdat de aanzuigkracht daarvan te groot was. De criminaliteit vormde ook een probleem en bovendien bleek de oversteek naar Engeland heel gemakkelijk.
Ik hoor nu dat u plannen hebt voor Oostende. Men heeft al een probleem qua aanzuigkracht in Oostende. Vorig jaar is er een prachtige show geweest met het opruimen van het Maria Hendrikapark. Men heeft toen honderdnegentig asielzoekers opgepakt. Zij zaten te wachten om op de boot te springen naar Engeland. Om al die redenen is dat toen niet doorgegaan. Ik ben dan ook verwonderd dat u het heeft over Oostende.
Ik zou ten eerste willen weten of er een centrum komt in Oostende. Ten tweede, waar zal het centrum komen in Oostende? Ten derde, hoeveel mensen zullen er kunnen worden opgevangen?
11.02 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, u moet mij vandaag in dit belangrijk streekdossier toch eens uitleggen waarom u een bijkomend asielzoekerscentrum zou willen openen in Oostende. Voor mij als West-Vlaming is dit onaanvaardbaar. Iedereen die weet waar Oostende ligt, weet dat het aan zee ligt. Ik nodig u, als Franstalige, uit om even te komen kijken waar Oostende ligt. Misschien kunt u dan ook eens akte nemen van het feit dat Oostende nu reeds zeer veel problemen heeft met illegalen. Ieder logisch mens zou zich dan ook afvragen hoe een staatssecretaris erbij komt om, daar waar al zeer veel problemen zijn, eventueel nog wat bijkomende problemen te creëren.
Ik heb een zeer concrete vraag. Wat zijn de concrete plannen inzake de al dan niet opening van een nieuw asielzoekerscentrum in Oostende? Wat is de stand van zaken? Hoever staat het met de plannen? Wat ons betreft, en wij worden hierin gesteund door de burgemeester en de buurtbewoners, is dit totaal onaanvaardbaar.
11.03 Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik zal hier zeker geen reclame komen maken voor Oostende. De vorige sprekers hebben dat al afdoende gedaan.
Naar ik verneem, voert Fedasil onderhandelingen in verband met de aankoop of huur van een private woning voor een open opvangcentrum. Ik vraag mij af of Fedasil wel op de hoogte is van de bijzondere veiligheidsproblematiek waarmee Oostende te kampen heeft en die duidelijk blijkt uit het verslag van professor De Ruyver, waarin ook de link wordt gelegd met de aanwezigheid van de haven en de nabijheid van het Verenigd Koninkrijk. De vorige minister van Binnenlandse Zaken, Guido De Padt, heeft die problematiek wel onderkend, doordat hij aan de stad bijkomende politie-inspecteurs ter beschikking heeft gesteld.
Wat hoor ik nu? Begin deze week zei staatssecretaris Wathelet in de commissie voor de Binnenlandse Zaken dat sinds begin dit jaar tot eind september al meer dan 700 illegalen in Oostende werden opgepakt. We zijn daarvan allemaal enorm geschrokken. Bijgevolg, mijnheer de staatssecretaris, als we nu vernemen dat in een Oostende een dergelijk open asielcentrum zou worden geplaatst, denk ik dat de kat een beetje bij de melk wordt gezet, vandaar een viertal vragen.
Ten eerste, kent u de specifieke veiligheidsproblematiek in de badstad Oostende?
Ten tweede, erkent dat de aanwezigheid van de haven en de nabijheid van het Verenigd Koninkrijk voor een bijkomende overlast zorgen?
Ten derde, bent u het met mij eens dat er misschien inspanningen moeten worden gedaan om dat plan tijdens de onderhandelingen toch een beetje bij te sturen, gelet op wat hier door de vorige sprekers is gezegd?
Ten slotte, in welk stadium bevinden die onderhandelingen zich?
11.04 Staatssecretaris Philippe Courard: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, het is een moeilijk probleem. U kent het. Ik heb niet alle antwoorden. Veel bevoegdheden liggen bij andere collega’s, maar ik ben verantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers. Ik wil meer plaatsen vinden. Ik heb enkele voorstellen gedaan om plaatsen te vinden, die ik wil analyseren met mijn administratie.
Oostende is een mogelijkheid. Een privépersoon zegt dat er een mogelijkheid is in Oostende. Het is nu heel belangrijk om plaatsen te vinden. U kent het probleem met de hotels. Ik wil geen asielzoekers meer in hotels en ik meen dat velen het daarmee eens zijn.
Ik wil plaatsen vinden. Ik zoek plaatsen en Oostende is een mogelijkheid. Volgende keer kan ik misschien iets meer zeggen over de opvangplaatsen. Er is echter eerst een analyse nodig om duidelijkheid te brengen en een oplossing te vinden.
11.05 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de staatssecretaris, u moet mij niet bedanken voor mijn aandacht. U houdt ons hier voor de gek. Is dat een antwoord op een parlementaire vraag? Wij stellen heel concrete vragen. Gaat het door in Oostende of niet? U zegt dat u op zoek bent. Iedereen is op zoek. U kunt de wet veranderen. U bent toch verantwoordelijk!
Wij vertegenwoordigen het volk in Oostende. De burgemeester van Oostende houdt een wijkvergadering in Raversijde, heel mooi gelegen, om met de mensen te praten over het feit dat er in de omgeving een asielcentrum komt.
Wij zijn door de mensen in Oostende, ook door de mensen in Raversijde, verkozen. Wij stellen u een vraag, maar uw antwoord heeft, eerlijk gezegd, het hoogste onnozelheidgehalte. Gelieve mij te verontschuldigen voor deze uitdrukking, mijnheer de voorzitter, maar een dergelijk antwoord heb ik nog nooit gehoord. U zegt niets, mijnheer de staatssecretaris. U houdt ons compleet voor de gek, in verband met een problematiek die de mensen werkelijk aangaat, zeker in die streek als men hoort dat er al zevenhonderd mensen zijn opgepakt. En u komt ons zeggen dat u op zoek bent. Ik hoop dat u niet blijft zoeken tot 2011!
11.06 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, ik wil u het volgende duidelijk maken.
Dit is het Parlement. In een parlement ondervragen de parlementsleden een minister of een staatssecretaris, en zij gaan ervan uit een antwoord te krijgen op hun vragen. Ik raad u aan een cursus grondwettelijk recht ter hand te nemen, dan zult u weten dat u in een parlement antwoorden moet geven.
Wat zegt de staatssecretaris in zijn antwoord? Hij zegt dat Oostende een mogelijkheid is. Mijnheer de staatssecretaris, ik ben niet gediend met het niveau van uw antwoord. Wij zijn gewoon om antwoorden te krijgen in het Parlement. Ik raad u aan om in het vervolg antwoorden te geven op parlementaire vragen, of minimaal de indruk te geven dat u een antwoord kunt geven.
U bewijst dat u verdergaat op de lijn die is ingezet door de regering om een asielbeleid te voeren dat geen asielbeleid is. U bent inderdaad het volgende prototype dat dit nog moet komen voortzetten. Ik zeg u zeer duidelijk, met de inwoners van Oostende en met de burgemeester zullen wij ons met hand en tand blijven verzetten.
11.07 Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik wil niet zover gaan noch zo beledigend zijn als de vorige sprekers. Niettemin wil ik er graag uw aandacht op vestigen dat uw diensten bij het zoeken naar mogelijkheden voor opvang meer rekening zouden moeten houden met de specifieke veiligheidsproblematiek in de omgeving die u op het oog hebt.
Dat is alles wat ik daarover wil meegeven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Bij brief van 14 oktober 2009 heeft de kabinetschef van de Koning mij de wensen van Zijne Majesteit de Koning voor het welslagen van de werkzaamheden van onze Vergadering overgezonden.
Par lettre du 14 octobre 2009, le chef de cabinet du Roi m'a transmis les voeux de Sa Majesté le Roi pour le succès des travaux de notre Assemblée.
13 Constitutie van het Parlement van de Brusselse Hoofdstedelijk Gewest
13 Constitution du Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale
Bij brief van 21 oktober 2009 brengt het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement ons ter kennis dat het ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.
Par message du 21 octobre 2009, le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.
14.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, kunt u de motie vóór de stemming behandelen?
De voorzitter: Het is zoals u verkiest.
Collega's, ik heb een motie ontvangen van de heer Gerolf Annemans om de wetsvoorstellen tot wijziging van de kieswetgeving met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde toe te voegen aan de agenda.
Ik wil de Kamer ter zake raadplegen. Ik stel echter voor dat wij eerst de ontwerpen behandelen, waarna ik aan de heer Annemans het woord zal geven om zijn motie toe te lichten.
15.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, dat is dan natuurlijk vooraleer wij tot de stemmingen overgaan. Ik wil met mijn motie immers een punt toevoegen aan de agenda.
De voorzitter: Hebt u mij ooit van iets anders kunnen verdenken?
15.02 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Dat zou ik nooit durven.
16 Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (2157/1-2)
16 Projet de loi visant à modifier le Code de la taxe sur la valeur ajoutée (2157/1-2)
De voorzitter: De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
16.01 Luk Van Biesen, rapporteur: Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2157/1+2)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2157/1+2)
Het wetsontwerp telt 30 artikelen.
Le projet de loi compte 30 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 30 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 30 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
Het volgende ontwerp is de bespreking van het ontwerp fiscale en diverse bepalingen. De aangenomen tekst van de commissie moet nog worden rondgedeeld. De diensten laten mij weten dat deze nog niet klaar is. Ik stel dus voor om dat ontwerp even opzij te zetten.
17 Wetsontwerp houdende eindregeling van de begrotingen van de diensten van algemeen bestuur van de Staat van het jaar 2007 en van Staatsdiensten met afzonderlijk beheer van voorgaande jaren (2067/1)
17 Projet de loi contenant le règlement définitif des budgets des services d'administration générale de l'État pour l'année 2007 et des Services de l'État à gestion séparée pour des années précédentes (2067/1)
Zonder verslag
Sans rapport
Overeenkomstig artikel 116 van het Reglement wordt een beperkte algemene bespreking gehouden.
Conformément à l’article 116 du Règlement, le projet de loi fait l’objet d’une discussion générale limitée.
De beperkte algemene bespreking is geopend.
La discussion générale limitée est ouverte.
Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
De beperkte algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale limitée est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2067/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte
adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2067/1)
Het wetsontwerp telt 63 artikelen.
Le projet de loi compte 63 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 63, met de tabellen A tot H in bijlage, worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 63, ainsi que les tableaux A à H annexés, sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
18 Wetsontwerp houdende wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's (2076/1-5)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's (828/1-2)
- Wetsvoorstel houdende wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's (1411/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's (1736/1-3)
18 Projet de loi visant à modifier la loi du 21 mars 2007 réglant l'installation et l'utilisation de caméras de surveillance (2076/1-5)
- Proposition de loi modifiant la loi du 21 mars 2007 réglant l'installation et l'utilisation de caméras de surveillance (828/1-2)
- Proposition de loi visant à modifier la loi du 21 mars 2007 relative à l'installation et à l'utilisation de caméras de surveillance (1411/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi du 21 mars 2007 réglant l'installation et l'utilisation de caméras de surveillance (1736/1-3)
Wetsontwerp overgezonden door de Senaat
Projet de loi transmis par le Sénat
Voorstellen ingediend door:
Propositions déposées par:
- 828: Ludwig Vandenhove
- 1411: Xavier Baeselen, Daniel Bacquelaine, Jacqueline Galant, Corinne De Permentier
- 1736: Bart
Tommelein, Hilde Vautmans, Sabien Lahaye-Battheu, Sofie Staelraeve
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
18.01 Jacqueline Galant, rapporteuse: Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, en juillet 2008, la commission de l'Intérieur et des Affaires administratives du Sénat recevait du ministre de l'Intérieur une note concernant l'évaluation de la loi du 21 mars 2007 réglant l'installation et l'utilisation des caméras de surveillance.
Dans la foulée de cette évaluation, les sénateurs de l'Open Vld ont déposé une proposition visant à modifier cette loi dite "caméras".
Une modification était en effet indispensable car l'utilisation de caméras de surveillance était, jusque-là, une matière complexe qui n'était bien maîtrisée que par une poignée de personnes. Il fallait d'urgence clarifier la législation, notamment en ce qui concerne l'utilisation des caméras mobiles.
Les caméras mobiles sont par nature régulièrement déplacées afin de filmer à partir de différents lieux ou positions. Elles sont régulièrement utilisées par la police dans les lieux ouverts, principalement sur la voie publique et dans les lieux fermés accessibles au public. Elles équipent les arroseuses et les hélicoptères, certains véhicules de patrouille ou sont utilisées par les équipes vidéo et les équipes de preuves de la réserve générale.
Jusqu'à présent, la prise de décision quant à l'usage de caméras mobiles par la police rencontrait divers obstacles.
Comment exiger du conseil communal, qui doit rendre un avis préalable, qu'il soit disponible en permanence? Que faire si les opérations de police sont planifiées sur plusieurs communes? Autres difficultés: la question des pictogrammes, celle du consentement préalable des personnes filmées, le respect des délais requis, etc.
Le projet de loi prévoit que les caméras mobiles ne pourront être utilisées que dans un cadre précis, celui des grands rassemblements tels que visés à l'article 22 de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police. Il s'agit exclusivement des missions non permanentes et dont la durée d'exécution est limitée.
Les objectifs de l'utilisation des caméras mobiles sont limités à, soit de prendre des mesures préventives destinées à éviter une perturbation de l'ordre public, soit de réunir la preuve de faits constitutifs d'une infraction ou d'une atteinte à l'ordre public, soit de réunir la preuve de faits constitutifs de dommages ou de nuisances, soit de rechercher à identifier l'auteur des faits, un perturbateur de l'ordre public, des témoins ou des victimes.
De plus, si les images ne peuvent contribuer à faire la preuve de nuisances, d'une infraction ou d'un dommage ou ne peuvent permettre d'identifier un auteur, un perturbateur de l'ordre public, un témoin ou une victime, elles ne pourront être conservées plus d'un mois.
Dans le cas des lieux ouverts, le bourgmestre devra être informé par l'officier de police administrative qui a la responsabilité opérationnelle et qui prend la décision d'utiliser ce type de caméra.
Dans le cas des lieux fermés accessibles au public, le bourgmestre prendra lui-même la décision.
Par ailleurs, la loi dite "caméras" contenait une autre pierre d'achoppement à laquelle il convenait de remédier: l'obligation de disposer de deux avis, celui du conseil communal et du chef de corps en cas de placement et d'utilisation de caméras fixes dans certains lieux, ce qui entraînait parfois des incohérences.
Désormais, la décision d'installer une ou plusieurs caméras de surveillance dans un lieu ouvert sera prise par le responsable du traitement, après avis positif du conseil communal de la commune où se situe le lieu. Le conseil communal rend son avis après avoir lui-même consulté préalablement le chef de corps de la zone où se situe le lieu.
Lorsque la commission de l'Intérieur de la Chambre a entamé l'examen de ce projet de loi en juillet 2009, il avait été décidé de demander un avis au Conseil d'État et à la Commission de la protection de la vie privée. L'un et l'autre se sont déclarés favorables au projet, mais en formulant un certain nombre de suggestions constructives auxquelles les membres de la commission de l'Intérieur souhaitaient donner une suite utile.
Afin de ne pas retarder l'adoption d'un texte de loi attendu sur le terrain, il a été décidé que ces précisions ne seraient pas intégrées au projet de loi, mais qu'elles feraient l'objet d'une circulaire rédigée par la ministre de l'Intérieur, qui serait présentée à la commission de l'Intérieur avant l'adoption du projet de loi en plénière. La circulaire a été présentée le 20 octobre, comme prévu.
Dans le cadre de la discussion générale, M. Xavier Baeselen affirme qu'il est urgent de légiférer en la matière. Toutefois il ne s'oppose pas à l'idée de recourir à une circulaire, bien que le respect de la vie privée touche aux libertés fondamentales et ressortisse plutôt des compétences du législateur. Il est souhaitable que les membres expriment leurs demandes afin que la circulaire puisse s'inspirer des travaux préparatoires.
M. Doomst émet une opinion par rapport aux avis du Conseil d'Etat et de la Commission de la protection de la vie privée; il dit que ces avis doivent être pris au sérieux. Eu égard à la nécessité d'agir rapidement, le recours à une circulaire est préférable à l'adoption d'amendements impliquant un renvoi au Sénat à condition, bien entendu, que cette circulaire soit communiquée à bref délai.
M. Lahssaini estime que si la protection de la société doit être assurée, il convient également de veiller au respect de la liberté de la vie privée. Répondre aux observations de la Commission de la protection de la vie privée par le biais d'une circulaire comporte des dangers, ce qui n'est guère convaincant.
M. Josy Arens, pour le cdH, demande à la ministre d'exposer le contenu de la circulaire, ce qui permettrait non seulement d'anticiper le travail en commission, mais aussi de gagner du temps.
La ministre répond pour éclairer les membres de la commission. Elle se déclare disposée à énoncer les éléments qu'elle compte prendre en considération de manière à pouvoir présenter la circulaire à la commission, ce qui a été fait rapidement.
M. Vandenhove approuve le recours à une circulaire, l'urgence étant de mise.
M. Thiébaut, pour le PS, adhère lui aussi au principe de la circulaire à condition toutefois qu'elle soit émise très prochainement.
Comme les orateurs précédents, M. Roland Defreyne (Open Vld) invite à rencontrer les observations formulées par le Conseil d'État et la Commission de la protection de la vie privée sans délais, c'est-à-dire par le moyen d'une circulaire.
Dans le cadre de la discussion des articles, à l'article 11, M. Baeselen demande si cet article signifie que la police peut entrer avec des caméras mobiles dans un lieu fermé accessible au public, sans autorisation préalable, et visionner par la suite des images enregistrées.
M. Baeselen évoque ainsi l'exemple d'un night-club, c'est à dire un lieu fermé accessible au public. Un pictogramme à l'entrée mentionne la phrase suivante: "Vous êtes filmés ici". Le texte permet-il aux forces de police d'y pénétrer avec des caméras et d'y filmer sans fournir aucune justification?
La collaboratrice de la ministre expose que le projet de loi vise uniquement les grand rassemblements. Il s'ensuit que la réponse est positive, mais l'action doit être limitée dans le temps, puisqu'elle ne peut dépasser une heure. Comme elle nécessite en outre l'autorisation du bourgmestre, les garanties sont suffisantes pour éviter les observations inutiles.
M. Baeselen est rassuré, mais souhaite que la circulaire se prononce sur ce point, afin que les forces de police puissent réaliser que la loi n'a pas pour objet de permettre aux forces de l'ordre de scruter des citoyens de manière générale sans objectif particulier.
Ceci termine la lecture de mon rapport, monsieur le président. Puis-je me permettre de poursuivre avec mon intervention?
Le président: Je vous en prie! En tout cas, je vous remercie pour votre rapport!
18.02 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, le projet de loi n° 2076 vise à répondre aux réalités de terrain quant à l'usage de caméras de surveillance. Son objectif est donc de rectifier le tir pour plus d'efficience.
Le principal apport de ce projet de loi est d'intégrer dans la loi dite "caméras", l'utilisation de caméras mobiles par les services de police. Personne ne niera que ces caméras ont leur utilité. Il était donc essentiel que leur utilisation soit réglementée, comme c'est le cas pour les autres types de caméras, pour éviter toute dérive et assurer l'harmonisation des pratiques.
Le groupe MR avait déposé une proposition de loi dans laquelle nous suggérions une solution plus ou moins identique à celle proposée dans le projet de loi que nous examinons.
Nous constatons que toutes les garanties semblent avoir été prises pour une utilisation appropriée, sans dérives, et qui n'entrave pas le travail de la police par une procédure administrative trop lourde empêchant toute action rapide et efficace.
Pour ces raisons, notre groupe soutient ce projet de loi et nous nous réjouissons des avancées qu'il permet. Cela étant, si nous prônons l'utilisation de caméras car elles permettent d'appréhender les criminels et les délinquants et qu'elles ont un effet dissuasif et préventif à l'égard des faits répréhensibles, nous les envisageons comme complément à la présence policière sur le terrain.
Pour le MR, les caméras de surveillance sont des outils, des supports, sur lesquels la police peut s'appuyer pour aboutir à une action plus efficace et plus rapide sur le terrain, pour éviter les interventions policières inutiles, pour mettre à disposition les moyens adéquats lors de rassemblements, pour mettre les auteurs d'infractions, de délits ou crimes face à leurs responsabilités et enfin, pour contribuer à la lutte contre le sentiment d'insécurité. Nous tenons cependant à rappeler que l'utilisation de caméras ne doit en rien diminuer l'importance de la visibilité des forces de l'ordre dans nos rues.
18.03 Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, dames en heren collega’s, elke wet beïnvloedt op een of andere wijze in mindere of meerdere mate het leven van de burgers in onze maatschappij. Elke wet moet ook het samenleven van de burgers in onze maatschappij op een dusdanige wijze regelen dat de grondwettelijke rechten en vrijheden van die burgers optimaal kunnen worden beschermd. In die zin is de camerawet geen uitzondering op die principes. Integendeel, ze bevestigt ze juist.
De camerawet van 21 maart 2007 en de vandaag voorliggende wijziging van die wet vormden een delicate evenwichtsoefening tussen enerzijds het vervullen van een taak van openbaar belang en anderzijds het respecteren van het fundamentele recht op eerbiediging van het privéleven. In de vorige legislatuur werd de wet goedgekeurd voor de plaatsing en het gebruik van de vaste camera’s. Die wet was een eerste aanzet om een kader te scheppen waarbinnen bewakingscamera’s konden worden gebruikt, met respect voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
De wet veroorzaakte op het terrein een aantal toepassingsproblemen en bood ook geen antwoord voor het gebruik van de mobiele camera’s. Daarom diende Open Vld bij monde van de Kamerleden Hilde Vautmans, Sabine Lahaye en Sofie Staelraeve een wetsvoorstel in bij de Kamer. Het is uiteindelijk de verdienste van de minister en de leden van de commissie geweest dat ze met de voorliggende wetswijziging twee vliegen in een klap hebben geslagen.
Ten eerste worden de problemen die op het terrein waren gerezen bij het gebruik van de vaste camera’s, opgelost.
Ten tweede worden met de nieuwe regeling inzake mobiele camera’s nieuwe middelen aan de politie en de bestuurlijke overheden verschaft om preventief overlast te bestrijden, misdrijven op te sporen en in het algemeen de openbare orde te handhaven.
De minister heeft ten slotte ook gevolg gegeven aan het verzoek van de leden van de commissie om rekening te houden met de adviezen van zowel de Raad van State als de commissie ter Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer in de aangelegenheid.
De technische aspecten van de wet die op het terrein aanleiding zouden kunnen geven tot interpretatie, zullen worden verduidelijkt in een ministeriële omzendbrief. De minister is niet bij de pakken blijven zitten, waar de commissie nochtans voor gevreesd had, maar heeft de omzendbrief al aan de commissie voor de Binnenlandse Zaken bezorgd. De commissie heeft ook al concrete suggesties hieromtrent kunnen formuleren. De omzendbrief verduidelijkt onder meer, ten eerste, dat overlast moet worden begrepen zoals bedoeld door artikel 135 van de nieuwe gemeentewet en, ten tweede, hoe de beslissing tot plaatsing van vaste camera's wordt genomen door de gemeenteraad na voorafgaande raadpleging van de korpschef.
Ten derde beschrijft de omzendbrief hoe de burgemeester door de officier van bestuurlijke politie in kennis moet worden gesteld van het gebruik van de mobiele camera, ten vierde, de uitzonderlijke omstandigheden waarin gebruik mag worden gemaakt van de mobiele camera, ten vijfde, de wijze waarop de privacycommissie in kennis moet worden gesteld van het gebruik en, ten zesde, de door het publiek waarneembare manier waarop mobiele camera’s moeten worden gebruikt bij grote volkstoelopen.
Onze fractie is ervan overtuigd dat met de voorliggende wetswijziging en de omstandige toelichting in de ministeriële omzendbrief bereikt wordt wat politie en bestuurlijke overheden verlangen, namelijk een op het terrein werkbare wet die hen in staat stelt om hun taken van openbaar belang nog beter te vervullen.
18.04 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, beste collega’s, namens de CD&V-fractie zijn wij ook heel blij dat wij met de aanpassingen een aantal onvolkomenheden bij de dagelijkse toepassing van de wet van maart 2007 voor het plaatsen en gebruiken van bewakingscamera’s wegwerken. Er was onder meer een probleem voor het gebruik van mobiele camera’s door politiediensten. Onderhavig ontwerp komt ter zake met een oplossing en legt de procedure vast die moet worden gevolgd om mobiele camera’s te gebruiken in overeenstemming met de privacywetgeving.
De omzendbrief, die de minister van Binnenlandse Zaken naar aanleiding van het Kamerdebat ook zal publiceren, zal ook meer duidelijkheid geven over die procedures. Voor ons is het belangrijk dat werk wordt gemaakt van de mogelijkheid om de gegevens ook elektronisch aan de privacycommissie te bezorgen. Wij zullen hiermee de politiediensten en de privacycommissie zelf zo veel mogelijk van onnodige administratieve ballast ontlasten. Wij zijn dan ook blij dat op dat verzoek positief is gereageerd.
Voor de rest biedt het ontwerp ook duidelijkheid over de procedure voor het verlenen van advies door de gemeenteraad bij plaatsing van vaste camera’s. Voortaan zal de gemeenteraad een advies verschaffen nadat de korpschef van de politiezone is geraadpleegd.
In de huidige wetgeving lag er immers al een grotere verantwoordelijkheid bij de korpschef dan bij de verwerker van de beelden. Met de voorliggende wetswijziging is het evenwicht hersteld en zal de verwerker van beelden moeten aantonen dat de plaatsing van een camera in overeenstemming is met de principes van noodzakelijkheid en proportionaliteit, zoals dat ook door de privacywetgeving is voorgeschreven.
Wij zijn er dus van overtuigd dat de tekst een belangrijke aanvulling is voor het correct en nuttig gebruik van bewakingscamera’s, al zal natuurlijk de concrete toepassing en het gebruik ervan in de praktijk de uiteindelijke bewijzen moeten leveren.
Belangrijk is dat we daarmee niet stilstaan. We moeten goed beseffen dat de technische en wetenschappelijke ontwikkeling, ook inzake camerabewaking, enorm snel vooruitgaan. Het is eigenlijk jammer dat wij met de wetgeving telkens een beetje achterna hollen. Hopelijk zal de wetgever die aspecten beter opvolgen en zullen onze politiediensten dankzij de nieuwe camerawet het instrument van de camerabewaking voor politiewerk op een degelijke en rechtsgeldige manier kunnen benutten.
18.05 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, chers collègues, madame la ministre, monsieur le ministre, monsieur le secrétaire d'État, je me limiterai aujourd'hui à des considérations générales suivies de trois points. Tout d'abord, tout en reconnaissant l'utilité des caméras de surveillance dans certaines situations, pour la prévention, pour la constatation des délits et d'autres situations problématiques ou pour aider la police à élucider certaines affaires, nous estimons que les conditions d'emploi des caméras doivent être pensées dans le but de trouver un équilibre toujours délicat entre protection de la société et protection de la vie privée. À cet égard, le débat en commission n'a pas été poussé assez loin pour établir les conditions du respect de cet équilibre auquel notre groupe Ecolo-Groen! tient particulièrement.
Par ailleurs, nous devons savoir que les caméras de police ne vont pas tout résoudre, elles ne vont pas remplacer la présence d'un policier, qui peut être rassurante. Par contre, la présence de caméras peut laisser croire que les lieux ne sont pas sûrs. La présence d'un policier peut apporter autre chose que le sentiment d'être filmé. La présence d'une caméra donne l'impression que tous nos faits et gestes sont contrôlés et on ne sait pas très bien ce qu'il devient de ces images. Il est important de ne pas croire que les caméras sont la panacée et qu'avec elles, on résoudra tous les problèmes.
Un problème plus important et qui n'a pas été abordé dans les débats au Sénat ou à la Chambre est la tendance de la police à développer des fichiers, à recourir à des collectes dites "proactives" destinées à contrer des menaces supposées. Ces données engrangées par les caméras, stockées on ne sait où, sont utilisées à des fins que le citoyen ne comprend pas toujours. Je regrette la manière dont les travaux se sont déroulés en commission qui a permis d'évacuer cette question.
Je n'évoquerai pas non plus la menace qui pèse aujourd'hui sur la protection de la vie privée à partir de l'utilisation de GSM, d'images volées dans la rue à tout moment, qui sont envoyées sur des sites internet et diffusées dans le monde entier, sans aucun contrôle.
Ce sont là deux rendez-vous manqués par notre commission et je le regrette profondément.
La réforme de la loi qui nous occupe aujourd'hui traite de l'utilisation des caméras mobiles. Le citoyen ne sait pas quand et où il est filmé. Il ne connaît pas l'utilisation faite des fichiers constitués à son insu. Les caméras mobiles vont constituer un outil encore plus intrusif dans la vie privée des citoyens d'autant plus qu'elles peuvent être utilisées par la police dans des endroits qui ne sont pas portés à la connaissance des personnes.
Cela est d'autant plus dangereux que l'utilisation de caméras mobiles dépend en grande partie de la subjectivité de l'agent qui filme ce qui l'intéresse. Nous nous écartons ici des conditions fixées lors de l'élaboration de la loi sur les caméras fixes. En plus de la subjectivité de l'agent qui utilise la caméra mobile, il faut aussi tenir compte de la subjectivité de l'agent qui va traiter les informations. Ce débat n'a pas pu être mené lors de la commission.
Que s'est-il passé lors de cette commission?
Je voudrais évoquer trois points. Deux concernent la forme et un concerne le fond.
Lors de la première séance de la commission, nous étions en possession des remarques du Conseil d'État et de celles de la Commission de la protection de la vie privée. Sur la base d'un consensus, les membres de la commission ont décidé de ne pas ouvrir le débat. Le débat que nous allons mener aujourd'hui durera probablement plus longtemps que celui que nous avons eu durant les deux séances de commission.
Il a uniquement été décidé de suivre l'avis de la ministre qui nous a dit qu'elle allait répondre aux remarques et aux critiques de la Commission de la protection de la vie privée, sur la base d'une circulaire. Il y avait là de quoi tomber à la renverse! La commission s'était dessaisie d'un débat de fond qui touchait à des questions essentielles, en le confiant à la ministre sur la base d'une circulaire!
Vous me direz qu'il n'y a rien d'illégal mais nous sommes dépossédés des débats de fond, qui constituent les bases de notre société démocratique. Si on se débarrasse de ce type de débats, si on travaille à la hussarde comme on l'a fait en commission, je crie au malaise. Il faut en revenir au droit des parlementaires de tenir un débat de fond et de l'assumer. À la première séance, on botte en touche et on attend que la ministre apporte les remarques de la Commission de la protection de la vie privée. Ensuite, on clôt les débats en votant la loi!
Chers collègues, je voudrais que vous sachiez dans quelle pièce on joue! On vote la loi alors qu'on n'a pas encore connaissance du contenu de la circulaire, on ne sait pas de quelle manière cette circulaire va répondre aux critiques de la Commission de la protection de la vie privée. Vous pouvez considérer cela comme anodin; moi, je considère que c'est grave!
18.06 Josy Arens (cdH): Monsieur Lahssaini, nous avons voté la loi en commission après avoir reçu de la ministre l'assurance de pouvoir examiner la circulaire avec elle. Cela n'arrive pas souvent au parlement!
Le fait de dire que nous n'avons eu aucun débat démocratique dans cette commission est inacceptable!
18.07 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Effectivement, vous avez raison de dire que nous avons acheté un chat dans un sac!
18.08 Josy Arens (cdH): C'est exactement l'inverse!
18.09 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Nous n'avions aucun texte. Je n'avais pas de raison de ne pas faire confiance à la ministre. Je lui ai fait confiance, mais ce n'est pas l'enjeu. L'enjeu est que nous nous sommes dessaisi du débat. Ce n'est pas le parlement qui a essayé de répondre aux critiques de la Commission de la protection de la vie privée; on a confié ce travail à la ministre. Je ne critique pas le travail de la ministre, je critique notre travail et notre responsabilité.
Monsieur Arens, vous avez dit dans un premier temps que vous aviez des réticences; ensuite vous avez accepté que la commission se dessaisisse du dossier. Je reviendrai par la suite sur ce qui s'est passé lors de la deuxième séance.
Toujours lors de la première séance, plusieurs collègues souhaitaient obtenir cette circulaire le plus vite possible et la ministre s'y était engagée.
18.10 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur Lahssaini, ma circulaire a été déposée et nous en avons d'ailleurs discuté. Je ne comprends dès lors pas votre intervention. Vous avez reçu le texte de la circulaire. Étiez-vous dans une autre commission?
18.11 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Il est vrai que je ne savais plus où donner de la tête! J'étais assommé! Lors de la première séance, tout nous a été transmis très rapidement et nous avons reçu la circulaire lors de la deuxième réunion de commission à h 10 alors que celle-ci commençait à 14 h 00!
18.12 Annemie Turtelboom, ministre: Ce n'est pas vrai!
18.13 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Comment osez-vous dire que ce n'est pas vrai! Madame la ministre, je ne critique pas votre circulaire mais n'est-il pas vrai que nous l'avons reçue dix minutes après l'ouverture de la séance?
18.14 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, ik kan mijn e-mail terug opendoen en ik kan tonen wanneer wij die e-mail hebben doorgestuurd naar het Parlement. Dat was vóór de commissie. Wij hebben die circulaire besproken in de commissie. Dat was in aanvulling op besluiten van de Raad van State en van de privacycommissie. Op die manier werd het wetgevend werk niet vertraagd, maar werd ervoor gezorgd dat wij vandaag hier over de wet kunnen stemmen, wetende dat alle wettelijke garanties die er moesten zijn en opmerkingen van de privacycommissie hierin vervat zaten. Ik zie eigenlijk het probleem niet.
Ik laat u vooral weten dat dit een wetsvoorstel is dat overkomt uit de Senaat. Ik zette alleen, na opmerkingen van de Raad van State en de privacycommissie, verduidelijkingen in een circulaire waarmee ik naar het Parlement ben gekomen, zoals de heer Arens zegt. Op zich hoefde ik dat niet te doen, maar ik heb dat toch gedaan, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter: Ik heb persoonlijk ook enige voorkennis van het ontstaan van dit voorstel, mevrouw de minister.
18.15 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Je répliquerai tout simplement en disant qu'il ne faut pas confondre vitesse et précipitation.
J'ai l'impression que notre commission a travaillé avec précipitation. Nous étions tous d'accord de travailler sur les textes mais de le faire de manière sérieuse, de ne pas les confier à d'autres ni de les traiter sur la base d'une circulaire que personne n'a lue. Personne n'a lu cette circulaire, je le répète! Personnellement, je l'ai lue après la réunion. On n'avait pas le temps! En deux fois quinze minutes, le projet a été adopté. Trouvez-vous cela normal? Moi pas!
Pour en venir au fond de la circulaire, je n'aurai que quelques remarques à formuler et deux questions à poser à Mme la ministre.
Une des principales remarques de la Commission de la protection de la vie privée concernait l'utilisation de termes comme "nuisances" et "ordre public". La circulaire reprend textuellement la formulation de ladite Commission mais ne donne pas plus d'éclaircissements. On sait pourtant très bien que les termes "nuisances" et "ordre public" sont des termes fourre-tout qui peuvent vouloir dire tout et son contraire alors que l'utilisation de caméras de surveillance exige d'être précis.
Quant à mes questions, la première est technique. Dans le cas des caméras fixes, lorsqu'il y a désaccord entre l'avis de l'agent de police et celui du conseil communal, c'est l'avis de ce dernier qui est prépondérant. Dans ce cas, le conseil communal doit-il se conformer à la même fiche que celle que doit remplir l'agent de police lorsqu'il demande l'autorisation? Cette fiche reprend une série de critères très précis relatifs à la destination, la durée de stockage, le visionnage.
La deuxième question est plus générale mais plus fondamentale. La Commission de la protection de la vie privée met le doigt sur les trois principes fondamentaux, à savoir la finalité, la subsidiarité et l'efficacité.
Mon collègue, Michel Doomst, a surtout insisté sur le principe d'efficacité.
Pour ma part, je voudrais insister sur le principe de finalité. Qu'allez-vous faire, madame la ministre, pour que les images stockées par la police ne se retrouvent pas, comme cela a déjà été plusieurs fois le cas, sur la place publique? Comment allez-vous faire pour garantir qu'au sein du corps de police, il y ait une plus grande maîtrise et un plus grand contrôle des utilisateurs qui ont accès à ces images? Avez-vous prévu des sanctions en cas d'utilisation abusive de ces images? Voilà pour le fond, madame la ministre.
Monsieur le président, sur le plan de la forme, je voudrais maintenant vous faire part de mon malaise. Il a notamment trait, comme je l'ai déjà dit, à la précipitation dans laquelle a travaillé la commission. De plus, lors des discussions sur le projet et les propositions de loi qui nous occupent aujourd'hui, je ne savais plus très bien si je me trouvais au niveau législatif ou exécutif. En effet, la majeure partie des membres de la commission est composée de bourgmestres et d'échevins. Bien entendu, cette situation n'a rien d'illégal. Et je n'ai absolument rien à dire à ce sujet. Seulement, je ne peux m'empêcher de penser que les députés, qui sont aussi bourgmestres ou échevins et donc compétents en matière d'installation de caméras, se trouvaient dans une situation un peu particulière. Je m'interroge donc quant à la bonne gouvernance et je vous demande, monsieur le président, de bien vouloir que l'on s'attarde quelque peu sur ce point. En effet, je suis très mal à l'aise à l'idée que des membres du pouvoir législatif fassent également partie de l'exécutif dans la mesure où ils remplissent également le rôle de bourgmestre et qu'ils sont directement concernés par cette loi.
Voilà, monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, l'ensemble des points que je voulais aborder avec vous. Je voulais aussi attirer votre attention sur le malaise qui est le mien depuis l'adoption de ce projet de loi par la commission. Voilà pourquoi mon groupe ne votera pas ledit projet.
18.16 Ludwig Vandenhove (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, dit wetsvoorstel is een wetsontwerp geworden nu het van de Senaat komt. Mijn uiteenzetting zal kort zijn, ondanks het aandringen van collega Landuyt voor het tegendeel.
Mevrouw de minister, ik heb het al gezegd in de commissie: uiteraard stemt onze fractie voor en wel omdat dat wetsontwerp gebaseerd is op een wetsvoorstel dat door mij werd ingediend op 14 februari 2008. Dat was toen het eerste wetsvoorstel dat was ingediend. Achteraf volgde een aantal collega’s met ongeveer dezelfde inhoud. Uiteindelijk is er een aantal technische aanpassingen gebeurd aan dit wetsvoorstel, met als bedoeling de oorspronkelijke wet van maart 2007 aan te passen. In die zin stemmen wij als sp.a-fractie voor. Ik herhaal dat het voorstel van onze hand kwam en dat het nu hoofdzakelijk technische opmerkingen betreft. Ik heb hetzelfde in de commissie gezegd.
Ten eerste, wij betreuren dat wij vandaag iets goedkeuren dat werd ingediend in het Parlement in maart 2007, dus ongeveer twee jaar en zes maanden geleden. In de politiek is dat een eeuwigheid en zeker op het terrein van politiemensen. Ik begrijp het spel van meerderheid en oppositie, maar toen ik dat wetsvoorstel indiende heb ik mij ook niet laten leiden door gegevens uit het luchtledige, maar heb ik mij laten inspireren door politiemensen op het terrein. Mijn collega’s uit de meerderheidspartijen hebben dat een maand nadien bij het indienen van hun wetsvoorstel ook gedaan. Ik begrijp het spel van meerderheid en oppositie, maar ik betreur dat daarmee deze wet eigenlijk twee jaar en zes maanden te laat in dit Parlement komt.
We keuren nu een aanpassing goed van de oorspronkelijke wet van 2007, maar eigenlijk zijn de feiten op het terrein achterhaald, waardoor we nu eigenlijk al een derde aanpassing zouden moeten goedkeuren. Wij stemmen voor, maar dat betreur ik.
Ten tweede, er is de rondzendbrief waarover de collega van Ecolo het ook al heeft gehad. Deze wet wordt vandaag goedgekeurd, neem ik aan, gezien de tussenkomst in het Parlement en de stemming in de commissie. Het is betreurenswaardig dat wij op hetzelfde ogenblik een rondzendbrief die wij deze week in de commissie hebben besproken, moeten rondsturen om al verduidelijking bij deze wet te geven. Eigenlijk bevestigt dit wat ik net heb gezegd: de wet die we nu goedkeuren, had al twee jaar geleden goedgekeurd moeten zijn. We moeten immers rekening houden met de opmerkingen van de mensen op het terrein die we nu kennen, waardoor we nu misschien al een derde aanpassing zullen moeten doen. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het spel van meerderheid en oppositie, maar ook met het feit dat we op iets meer dan een jaar tijd al aan onze derde minister van Binnenlandse Zaken toe zijn.
Ten derde, u hebt mij aangeraden het volgende te vermelden, wat ik ook zal doen.
In de omzendbrief staat een aantal zaken, waarmee ik gelukkig ben, wat ik u ook heb medegedeeld, en die terecht zijn. Ik wil er onmiddellijk heel kort op ingaan. Uiteraard kan u in de omzendbrief ook een aantal zaken, die nu op het terrein al gebeuren en niet in de wet zijn vastgelegd, niet opnemen. De omzendbrief moet immers in het kader van de wet in kwestie vallen.
Ik zal derhalve op relatief korte termijn zelf een wetsvoorstel ter zake indienen. Ik ben blij dat de huidige Kamervoorzitter in zijn hoedanigheid van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken er uitdrukkelijk om verzocht dat de Senaat en daarna de Kamer de bewuste wet zouden maken. Daarom zal ik een wetsvoorstel indienen, waarin ik opnieuw zal aandringen op een aantal aanpassingen, die weinig met politiek te maken hebben, maar veeleer te maken hebben met het feit dat op het terrein ondertussen al een aantal zaken is achterhaald.
Een en ander heeft in mijn ogen niets met slechte wetgeving te maken. Het getuigt van goede wetgeving dat wij wetten goedkeuren, vervolgens op het terrein nagaan of zij al dan niet toepasbaar zijn, dat wij naar de betrokkenen luisteren en de wet daarna aanpassen.
In die zin zal ik zelf een wetsvoorstel indienen. Ik hoop dat wij dan dezelfde weg opgaan en dat de leden van de meerderheidspartijen voor mijn wetsvoorstel zijn. Ik hoop echter ook dat wij daarna niet zo lang wachten als nu om de nieuwe aanpassing van de wet door te voeren.
Ten vierde, er gebeuren een aantal goede aanpassingen. Ik zal er niet in detail op ingaan.
Goed is dat het aspect overlast nu in de wetgeving heel duidelijk wordt omschreven. Overlast is een heel belangrijk fenomeen in heel veel steden en gemeenten. Overlast is, subjectief of objectief bekeken, bijna het veiligheidsprobleem bij uitstek. Het is een heel goede zaak dat de voorliggende wet een en ander heel duidelijk omschrijft op basis van artikel 135 van het nieuwe gemeentedecreet. Dat is een goede zaak: overlast, camera’s inschakelen, samen met politiemensen op het terrein.
Een aantal zaken staat er echter niet in. Wij hebben deze week in de commissie trouwens nog over de kwestie gedebatteerd, niet gediscussieerd, want wij zijn het erover eens. Wij zijn het er ook over eens dat u een en ander niet met de omzendbrief kunt oplossen.
Ten opzichte van de oorspronkelijke wet en ook ten opzichte van de voorliggende aanpassing is er al een hele evolutie op het terrein inzake het gebruik van vaste en mobiele camera’s. Ik wil het debat hier niet voeren. Echter, iedereen die enigszins in de sector thuis is en iedereen die in een gemeente op het vlak van de veiligheid actief is, is het erover eens dat wij bedoelde zaken dringend moeten aanpassen. Zulks kan niet via de voornoemde omzendbrief.
Het voorgaande is voor mij een reden om de wet, die hier al twee jaar geleden had moeten zijn goedgekeurd, zo snel mogelijk aan te passen. Ik val in herhaling. Ik zal de aanpassing voorstellen in een nieuw wetsvoorstel.
Ten slotte, mevrouw de minister, wil ik nog een punt aanhalen dat ik ook in de commissie heb aangehaald.
Ik ben blij dat u voorstelt om dit wetsontwerp, dat van de Senaat komt, vandaag goed te keuren.
U zegt de parlementsleden dat als er tekortkomingen zijn of als er zaken moeten worden geactualiseerd omdat mensen op het terrein dat adviseren, zij een wetsvoorstel moeten indienen. Ik hoop dat dat over de partijgrenzen heen kan gebeuren.
Ik hoop dat we er ook een goed debat over kunnen voeren. Op dit moment gebeurt er op het terrein heel veel. Mijn grootste motivatie om die camerawet in de Senaat mee gestalte te geven, was precies omdat er rond die camerawet in de praktijk heel wat dingen gebeurden die wettelijk niet waren geregeld.
Ondanks de actualisering van de camerawet die we vandaag goedkeuren, stel ik vast dat er bij wijze van spreken in de media elke week feiten opduiken rond cameragebruik op vlak van veiligheid die ook niet in deze wet zijn geregeld.
Ik overloop enkel de media van de laatste weken. Ik heb u ondervraagd, mevrouw de minister. Ik heb uw voorganger, de voorzitter van de Kamer, ondervraagd. Ik heb de heer De Padt ondervraagd over bijvoorbeeld de onwettelijke camera’s op de helmen of de kepi’s van de politie. Er is momenteel geen enkele wet die dat toelaat. Ik heb deze week een vraag in de commissie ingediend over de fameuze videobril. Die is onwettelijk, ook volgens de Privacycommissie. Het dragen van die bril kan wel aanleiding geven tot spannende situaties, mevrouw de minister, ik geef dat toe.
Ik heb deze week in de krant gelezen dat men bepaalde brandweerwagens zal uitrusten met camera’s om bij grote rampen sneller te kunnen oordelen en op basis van beelden te beslissen welke ingrepen men moet doen. Dat is een goede evolutie maar er is geen wettelijke basis voor.
Ik hoor dat De Lijn in sommige steden, zoals Gent, nadenkt over bepaalde camera’s die niet alleen de veiligheid in het oog houden, maar ook aan verkeersgeleiding zouden doen. Ook dat is wettelijk niet geregeld.
Om een lang verhaal kort te maken: wij zullen deze wet goedkeuren omdat ze dringend nodig is. Alleen komt ze te laat. Wij vinden het spijtig dat nu al een aantal zaken met een omzendbrief moet worden aangepast. Wij zullen op relatief korte termijn een wetsvoorstel indienen ter aanpassing van de hiaten die op dit moment op het terrein gebeuren maar niet wettelijk zijn geregeld. Ik hoop dat het zo snel mogelijk, en over de partijgrenzen kan worden geregeld.
Ik hoop dat we bij die gelegenheid een fundamenteel debat kunnen voeren over al de in de praktijk bestaande maar onwettige cameratoepassingen.
18.17 Eric Thiébaut (PS): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, avant tout, je tiens à féliciter nos collègues du Sénat pour le travail accompli dans ce dossier. Le travail de fond, et je m'adresse plus spécialement à mon ami Fouad Lahssaini, réalisé par les sénateurs est loin d'être négligeable: ils ont organisé un débat, ont procédé à des auditions et ont réfléchi afin que le texte qui nous est soumis ce jour soit équilibré, mesuré et surtout respectueux de la loi sur la protection de la vie privée. En ce qui concerne le fond, nous devons donc respecter la tâche réalisée par le Sénat.
C'est pourquoi il me semble peu utile de recommencer exactement le même travail de fond à la Chambre.
D'un côté, il s'agissait de donner un cadre légal à nos zones de police pour leurs missions de police administrative et de prévention; d'un autre côté, il s'agissait aussi d'assurer le respect de la vie privée pour l'ensemble des dispositions prévues dans le texte.
Lors de nos débats en commission avant les vacances parlementaires, nous avions demandé l'avis du Conseil d'État et de la Commission de la protection de la vie privée sur le texte. Ces deux avis ont été entendus et les recommandations qu'ils contiennent seront intégrées dans une circulaire que Mme la ministre nous a présentée en commission cette semaine.
À cet égard, madame la ministre, vous me voyez venir et vous savez ce que je compte vous dire. Évidemment, je vous féliciterai pour la rapidité avec laquelle vous avez rédigé cette circulaire; en effet, dans d'autres circonstances, vous n'avez pas toujours fait preuve d'autant de célérité. Dans le cas qui nous occupe aujourd'hui, vous avez réussi en trois jours; comme quoi, lorsqu'on veut aller vite, c'est toujours possible.
Pour mon groupe, ce qui était fondamental résidait dans les garanties en termes de protection de la vie privée. C'est chose faite via cette circulaire. Nous nous en réjouissons.
Le projet de loi présenté aujourd'hui offre non seulement des garanties en termes de protection de la vie privée, puisque, dans l'ensemble des cas de figure, une notification détaillée de la décision est envoyée à la Commission de la protection de la vie privée, mais également en termes de contrôle démocratique puisque l'utilisation de caméras mobiles est soumise, dans tous les cas, à l'avis de l'autorité locale.
À ce propos, j'émettrais une petite remarque. Il est clair pour moi que le fait d'avoir des bourgmestres – j'en suis également un – au sein de cette commission n'est pas nécessairement un problème: ils connaissent parfaitement le fonctionnement de la police administrative puisqu'ils en sont responsables. L'avis d'un bourgmestre dans cette commission est toujours intéressé.
Cela dit, prenant des dispositions légales pour l'ensemble des citoyens de ce pays, comme nous sommes tous des citoyens, nous prenons fatalement toujours des dispositions légales pour nous-mêmes également. Alors où arrêtons-nous la limite, la chasse aux sorcières et le débat sur la bonne gouvernance? Il convient de ne pas aller trop loin non plus dans ce sens.
Monsieur le président, chers collègues, pour toutes ces raisons, mon groupe votera favorablement ce projet de loi.
18.18 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Cher collègue, vos propos sont identiques à ceux que j'ai tenus dans mon intervention. En effet, l'avis du bourgmestre ou de l'échevin qui siègent en notre commission est intéressé. J'aurais aimé qu'il soit intéressant, qu'il soit pertinent, qu'il nous apporte des informations dont nous ne disposons pas. Le débat a été inconsistant. Je ne minimise absolument pas le débat qui a eu lieu au Sénat et qui a duré plusieurs mois.
Entre-temps, le Conseil d'État et la Commission de la protection de la vie privée ont rendu leurs avis. Qu'en avons-nous fait?
C'est la raison pour laquelle j'affirme avoir eu affaire à des collègues très intéressés en la matière!
18.19 Eric Thiébaut (PS): Je pense que nous étions surtout intéressés par l'efficacité du travail parlementaire à cet égard. À partir du moment où l'on intégrait toutes les remarques du Conseil d'État et de la Commission de la protection de la vie privée, nous pouvions avoir tous nos apaisements.
Par conséquent, mon groupe votera ce texte tel qu'il est présenté aujourd'hui. Je ne m'étendrai pas davantage, les débats ayant déjà eu lieu tant au Sénat qu'à la Chambre.
18.20 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, permettez-moi tout d'abord de vous signaler à nouveau que, sur les bancs situés à l'entrée de l'hémicycle, nous n'entendons vraiment rien. Il faut indiquer aux services que, sans l'oreillette, on n'entend rien du tout!
Le président: Nous allons examiner ce problème. Comme vous le savez, c'est sous mon prédécesseur que les techniciens ont commencé à chipoter à la machinerie! Toutes les installations ont été changées mais on n'a plus jamais réussi à rétablir l'acoustique.
18.21 Josy Arens (cdH): Cela fonctionnait effectivement mieux auparavant.
Monsieur le président, chers collègues, lors de l'adoption de la loi du 21 mars 2007 réglant l'installation et l'utilisation de caméras de surveillance, il avait été convenu de procéder à son évaluation. Deux ans après l'application de cette loi, les services de police, les Unions des villes et des communes, le SPF Intérieur et la Commission de la protection de la vie privée ont émis différentes propositions.
Deux difficultés majeures sont apparues dans la mise en œuvre de la loi susmentionnée. D'une part, les règles en vigueur compromettaient l'utilisation des caméras de surveillance mobiles par les services de police, notamment pour les hélicoptères ou les équipes de surveillance vidéo. Il est impossible de satisfaire au devoir d'information figurant dans la loi au moyen du pictogramme pour ces gens-là.
D'autre part, il fallait déterminer précisément la chronologie des avis du chef de corps et du conseil communal dans le cadre de l'installation des caméras fixes dans les lieux ouverts. Tout cela est aujourd'hui réglé par cette loi.
Outre la nécessité de pallier ces deux difficultés, il fallait également procéder à des corrections légistiques, puisque la loi de 2007 comportait certaines incohérences au niveau des termes utilisés. Le projet de loi répond aux préoccupations qui émanent des acteurs de terrain. C'est important! Nous ne pouvons que nous en réjouir.
Par ailleurs, dès lors que l'utilisation de caméras de surveillance touche au respect de la vie privée, il était primordial pour notre groupe que celle-ci fasse l'objet d'un contrôle du respect de la vie privée. C'est dans ce sens que, lors des travaux au Sénat, notre groupe avait déposé un amendement obligeant l'officier de police administrative à notifier sa décision à la Commission de la protection de la vie privée. Grâce à cet amendement, le projet de loi met au même niveau deux valeurs fondamentales de notre société, à savoir la sécurité de nos concitoyens, notamment par le maintien de l'ordre, et le respect de la vie privée.
L'avis de la Commission de la protection de la vie privée a été demandé sur l'initiative du ministre de l'époque qui craignait que l'amendement soit inutile. Par la même occasion, la commission de l'Intérieur à la Chambre avait également saisi le Conseil d'État.
Tant le Conseil d'État que la Commission de la protection de la vie privée ont approuvé l'amendement du cdH et ont formulé des remarques supplémentaires dont il a fallu tenir compte.
Le Conseil d'État a indiqué que les conditions auxquelles les articles 7.1 et 7.2 en projet soumettent l'utilisation des caméras mobiles paraissent compatibles avec les exigences auxquelles l'article 22 de la Constitution, lu en combinaison avec l'article 8, § 2 de la Convention européenne des Droits de l'homme, soumet pareille ingérence dans le droit au respect de la vie privée.
La Commission de la protection de la vie privé a quant à elle proposé que les officiers de police administrative notifient la décision d'utiliser des caméras mobiles par voie électronique en vue de la simplification administrative.
Enfin, elle a proposé de rassembler les informations collectées dans une banque de données non publique en vue de garantir un contrôle de l'usage des caméras mobiles, conformément à la loi 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée, à l'égard des traitements de données à caractère personnel.
La Commission de l'Intérieur a exigé que l'ensemble des remarques de la Commission de la protection de la vie privée et du Conseil d'État soit intégré dans une circulaire ministérielle qui devait être élaborée avant le vote en séance plénière de la Chambre.
Je me permets de remercier Mme la ministre de nous avoir fait part, dès la première réunion, du contenu de la circulaire et d'avoir amené la circulaire définitive avant la séance plénière durant laquelle nous allons voter pour ce projet de loi.
Bien évidemment, notre groupe votera en faveur de ce projet de loi car la sécurité des citoyens est importante mais comme je l'ai dit, le respect de la vie privée est tout aussi important. Nous trouvons un réel équilibre entre ces deux éléments dans le texte proposé.
Pour terminer, je me réjouis que des bourgmestres et des échevins siègent encore dans cette commission de l'Intérieur car leur expérience et leur connaissance du terrain ont été un élément important, et j'espère qu'il continuera à en être ainsi.
18.22 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, voor ons ligt ter stemming het wetsontwerp houdende de wijziging van de wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s. Bij de goedkeuring van de wet van 21 maart 2007 werd immers gepland dat de wet spoedig zou worden geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd.
Bijsturing bleek nodig. Overleg met alle actoren in het veld toonde aan dat er een aantal onduidelijkheden moesten worden weggewerkt en dat een aantal wettelijke bepalingen duidelijker en concreter moest worden vastgelegd. Zo werden er wettelijke bepalingen vastgelegd voor het gebruik van mobiele camera’s en mag men de camera’s voortaan ook gebruiken om overlast te registreren.
Met betrekking tot de beslissing tot het plaatsen van een camera in een niet-besloten plaats is alleen nog het positieve advies van de gemeenteraad nodig.
Als voorafgaande toestemming om gefilmd te worden, geldt nu ook de aanwezigheid op een niet-besloten plaats of een voor het publiek toegankelijke besloten plaats waar op zichtbare wijze van mobiele bewakingscamera’s gebruik wordt gemaakt.
Mobiele bewakingscamera’s gemonteerd op niet-gebanaliseerde voertuigen, vaartuigen of luchtvaartuigen worden geacht op zichtbare wijze gebruikt te worden.
Tot zover de technische details van dit wetsontwerp.
Collega’s, het zal niemand verwonderen dat onze fractie zich kan vinden in de verdere uitvoering van dit wetsontwerp. Ik trap een open deur in als ik stel dat wij als Vlaams Belang bijzonder veel belang hechten aan de veiligheid en het bestrijden van criminaliteit.
Een herwaardering van de instanties die voorzien in de veiligheid van de burgers, is dringend aan de orde. Heel wat steden en politiezones wijzen op het preventieve karakter van bewakingscamera’s en op een verhoogde ophelderinggraad van misdrijven. Het gebruik neemt dan ook elk jaar toe. Ook in mijn thuisstad Bilzen heeft het plaatsen van bewakingscamera’s reeds vaak geresulteerd in het vatten van vandalen en criminelen. De camera’s vervangen de aanwezigheid van politiemensen niet, maar dragen ontegensprekelijk bij tot het vergemakkelijken van het beroep.
Ook Justitie doet steeds vaker een beroep op camerabeelden voor de opheldering van overvallen op banken en warenhuizen. Het gerecht maakt handig gebruik van die beelden om de daders te identificeren en op te sporen.
Denken wij maar terug aan de moord op de jonge Joe Van Holsbeeck, niet ver hier vandaan, waar het gebruik van bewakingscamera’s ervoor heeft gezorgd dat de daders snel werden gevat en konden worden verantwoordelijk gesteld voor hun laffe daden.
Collega’s, wij weten ook dat het gebruik van camera’s op tegenkanting stuit wegens het recht op privacy dat zou worden geschaad. Vanzelfsprekend betreurt ook Vlaams Belang dat het plaatsen van camera’s nodig is om de veiligheid in onze steden te garanderen. Wij zijn dan ook geen voorstander van Big Brothertoestanden, waar alles en iedereen 24/7 wordt gecontroleerd of in het oog wordt gehouden. Het recht op privacy, collega’s, zou echter niet moeten voorgaan op de sense of urgency, en die is er ontegensprekelijk.
Zolang er een taboe blijft rusten op een degelijk onderzoek naar het verband tussen immigratie en onveiligheid, zullen wij ons inziens nooit de gehele waarheid mogen zien. Maar dat is weer een heel ander debat.
Indien dit wetsontwerp ook maar in de minste mate kan bijdragen tot het verhogen van enerzijds het veiligheidsgevoel en, anderzijds van de veiligheid op zich van de burgers, zijn wij verplicht hier gezamenlijk achter te staan en zo de uitoefening van alle veiligheidsgerelateerde beroepen te ondersteunen.
Samengevat kunnen wij zonder twijfel stellen dat het een goede zaak is dat het gebruik van mobiele camera’s nu duidelijk wettelijk wordt geregeld. Vlaams Belang is altijd voorstander geweest van het plaatsen van veiligheidscamera’s, en onze fractie zal dit wetsontwerp dan ook voluit steunen.
De voorzitter: Collega’s, ik merk op dat dit de maidenspeech was van collega Ponthier, waarvoor onze gelukwensen. (Applaus)
Zo zijn wij ook aan het einde gekomen van de sprekerslijst in de algemene bespreking. Misschien vraagt de regering nog het woord voor een korte repliek?
18.23 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, ik moet collega Arens bijtreden als hij zegt dat er hier een beetje een blinde vlek is op het geluid.
Ik heb een korte opmerking.
Ten eerste, in verband met de beelden en wat ermee wordt gedaan verwijs ik naar artikel 40 van de wet op het politieambt. Dat artikel bepaalt wat men mag doen met op die manier verzamelde beelden. Daar valt uiteraard ook deze nieuwe wet onder.
Volgens mij was dat de enige opmerking ter verduidelijking die gevraagd was.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2076/5)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2076/5)
Het wetsontwerp telt 13 artikelen.
Le projet de loi compte 13 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 13 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 13 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
19 Wetsontwerp houdende fiscale en diverse bepalingen (2170/1-7)
19 Projet de loi portant des dispositions fiscales et diverses (2170/1-7)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Het gaat hier om het wetsontwerp dat wij naar de commissie hadden teruggezonden, en waaromtrent wij ondertussen de tekst rondgedeeld hebben gekregen op de banken. In de commissie heeft er een bespreking plaatsgevonden, waarvoor de heer Van Biesen rapporteur is. Ik heb het wel degelijk over het ontwerp houdende fiscale bepalingen.
Mijnheer Van Biesen, u krijgt het woord voor uw verslag. Ik meen dat u daarna ook even namens uw fractie wil spreken. De heer Goyvaerts is eveneens ingeschreven.
19.01 Luk Van Biesen, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de heer Gustin rapporteur is van het volledig verslag over de werkzaamheden. Hij heeft volgens mij al gemeld dat hij zou verwijzen naar het schriftelijk verslag. Ik zal het specifiek hebben over het gedeelte dat wij vandaag hebben behandeld.
Wij zijn vandaag even samengekomen omtrent een amendement dat nodig was om het voorliggende wetsontwerp te wijzigen. De reden is de volgende. Wij hebben een aantal jaren geleden een gezamenlijk initiatief genomen, meerderheid en oppositie, in de commissie voor de Financiën. Wij stelden ons daarbij de vraag hoe wij in de sport een fiscale stimulans konden creëren zodat onze jeugdspelers en onze jeugdopleiding fundamenteel konden worden verbeterd. Wij zijn tot een kamerbreed akkoord gekomen dat dit het beste kon door 80 procent van de bedrijfsvoorheffing niet te laten doorstorten, op voorwaarde dat de clubs een groot gedeelte van dat geld zouden investeren in jeugdwerking, opleiding van trainers, officiële betaling van trainers en — dat werd op het laatste toegevoegd — in de lonen van spelers jonger dan 23 jaar.
Het voorliggend wetsontwerp, voorzag echter in een aanpassing van deze wet om vanaf 1 januari 2009 het gedeelte dat de vergoeding van lonen aan spelers betreft, niet in ogenschouw te laten nemen voor de terugstorting van de bedrijfsvoorheffing. Heel wat collega's vonden het niet billijk dat tijdens een sportseizoen deze regels zouden worden aangepast. Wij hebben dan ook met de vijf meerderheidspartijen een amendement ingediend. Dit werd besproken in de commissie. Er was een tussenkomst van de heren Hagen Goyvaerts en Van der Maelen. Dit amendement is goedgekeurd met 13 stemmen voor en 4 tegen.
Tot zover, mijnheer de voorzitter, het verslag van de vergadering van de commissie voor de Financiën die deze namiddag plaatsvond, tijdens de plenaire vergadering.
De voorzitter: Bedankt, mijnheer de rapporteur. U mag nu voortgaan in uw andere kwaliteiten.
19.02 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, geachte leden van de commissie, geachte Kamerleden, het voorliggend wetsontwerp bevat een hele reeks technische correcties en ook een aantal aanpassingen ingevolge uitspraken van het Grondwettelijk Hof en bekrachtigingen van diverse besluiten.
In de Senaat heeft een senator voor dat wetsontwerp het woord “vuilnisbakwet” in de mond genomen. Ik vind dat een zeer pijnlijke en onterechte opmerking.
Hoewel het ontwerp diverse bepalingen bevat, moet ik eerlijk toegeven dat de bepalingen die erin staan, niet louter reparaties zijn of niet louter aanpassingen aan wetgeving of opmerkingen van de administratie. Er staan ook een aantal fundamentele wijzigingen in die werden doorgevoerd. Voor wie het graag wil horen, moet ik het toch even kwijt, er staan in die wet houdende diverse bepalingen ook een aantal belastingverminderingen die werden doorgevoerd. Ik som ze graag even op.
Dankzij dit wetsontwerp komt er een annulering van de verhoging met 40 procent van het kadastraal inkomen voor materiaal en outillage. Dat staat in artikel 2 van het ontwerp.
Er komt een uitbreiding van de verhoogde investeringsaftrek voor beveiliging van het rollend materiaal. Iedereen herinnert zich wellicht dat toen onze Kamervoorzitter nog minister van Binnenlandse Zaken was, hij een fundamentele uitbreiding heeft voorgesteld, en door de Kamer goedgekeurd gekregen, die bepaalt dat investering in beveiligingsmateriaal fiscaal zou worden gestimuleerd. Wel, nu gaat het ook over de beveiliging van het rollend materiaal. Dat geldt, zoals u weet, vooral voor de transportsector die een zeer belangrijke sector is in onze economie. Uiteindelijk zijn hun vrachtwagens rollende kantoren, het zijn kantoren op wielen. Voor de investeringen die zullen worden gedaan voor de beveiliging van het rollend materiaal, krijgt de transportsector nu ook een verhoogde investeringsaftrek.
De mogelijkheid wordt gecreëerd om aftrekbare giften te doen aan de Koninklijke Muntschouwburg, evenals de mogelijkheid om aftrekbare giften te doen aan gelijkwaardige verenigingen of instellingen gevestigd in andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte.
We maken werk van de invoering van een nieuwe belastingvermindering voor de verwerving van voertuigen in nieuwe staat, uitsluitend aangedreven door een elektrische motor.
Door dat wetsontwerp komt er ook een invoering van een volledige decumul bij de berekening van de belastingvermindering voor werkloosheidsuitkeringen, ingevolge — iedereen herinnert zich dat — de uitspraak van het Grondwettelijk Hof, die toch heel wat persaandacht heeft gekregen.
Tot slot passen wij de regeling inzake de fiscale gunstmaatregelen aan voor sportclubs die investeren in hun jeugdwerking. Daarnet heb ik daar als verslaggever reeds even allusie op gemaakt.
Sta mij toe even stil te staan bij twee van deze maatregelen.
Door een wijziging van het artikel 104 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 door te voeren, creëren we een aanzienlijke verbreding van de mogelijkheid om giften aan culturele instellingen fiscaal aftrekbaar te maken. Met de goedkeuring van het wetsontwerp zijn niet alleen donaties aan instellingen gevestigd in België fiscaal aftrekbaar. Ook wie schenkt aan culturele instellingen die zich in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte bevinden, geniet dat belastingsvoordeel. Daardoor kan men vanaf nu een fiscaal voordeel genieten als men een gift doet – ik geef een aantal voorbeelden, zodat iedereen goed begrijpt waarover het gaat – aan het nationaal museum van Groot-Brittannië voor internationale moderne kunst, aan het Guggenheimmuseum in Bilbao, het Koninklijk Concertgebouworkest in Amsterdam of zelfs de Wiener Philharmoniker. Men is dus zeer ver gegaan in het mecenaat dat men kan doen ten voordele van instellingen die zich met cultuur bezighouden.
Bovendien werd het artikel nog op een andere wijze gewijzigd. Omdat in de wet van 19 april 1963 werd bepaald dat de Koninklijke Muntschouwburg zowel in eigen land als in het buitenland werkzaam was, waren giften aan deze belangrijke instelling voorheen niet fiscaal aftrekbaar. Daarom heeft dit wetsontwerp beslist de Koninklijke Muntschouwburg op te nemen in artikel 104, 3°, f. Dankzij die wijziging genieten ook schenkers aan deze instelling een financieel voordeel.
Dat alles werd goedgekeurd in de commissie voor de Financiën. Het zal u niet verwonderen dat wij het ontwerp, als liberalen, volledig steunen. Het wijst op de broodnodige aandacht voor cultuur. Daarnaast betekent het een verruiming en aanmoediging van private financiering in de culturele sector. Mijn partij blijft beklemtonen dat het ontwikkelen van een aantrekkelijk financieringsklimaat hiervoor onmisbaar is.
Ik wil nog even terugkomen op het gunstig fiscaal regime voor sportclubs, als men investeert in de jeugdwerking. De regering had in dit wetsontwerp de huidige fiscaal gunstige maatregel voor sportclubs terug ingekort. Ik heb daarnet in het verslag allusie gemaakt op het feit dat het belangrijk is dat wij onze jeugd kunnen stimuleren hier actief te blijven. Daarnaast moesten we ook de vroeger nogal grijze zone waarin jeugdtrainers en jeugdwerkingen dienden te opereren – laten we daarover eerlijk zijn – logisch en fiscaal transparant maken. Het voorstel dat toen in de commissie voor de Financiën is goedgekeurd en dat niet door de regering was voorgesteld, maar in de commissie zelf werd voorgedragen door bijna alle politieke partijen, heeft tot voordeel gehad dat heel wat mensen hebben geïnvesteerd in de jeugdwerking.
De Profliga van de voetbal heeft al duidelijk gemaakt dat het wetsvoorstel zeer belangrijk is geweest. Voor de voetballiefhebbers onder ons – u weet dat het niet alleen over voetbal, maar over alle sporttakken gaat – betekent het dat, als de wet niet was goedgekeurd, Lukaku niet zijn vier Europese doelpunten had kunnen maken, of dat een zekere Rits niet meer aan de slag zou zijn bij Germinal Beerschot, maar al lang naar het buitenland zou zijn overgeplaatst.
Wij hebben dus niet alleen het niveau van het Belgisch voetbal maar ook het niveau van de basket, de volleybal en van de andere sportclubs kunnen opkrikken. Ik denk dat het daarom belangrijk is dat wij de amendementwijziging vandaag doorvoeren.
Wij zullen in het voorjaar 2010 met de commissie voor de Financiën de hele wet opnieuw evalueren en nagaan in welke mate wij de jeugdwerking en de zwarte zone die ook in het voetbal bestaat beter kunnen aanpakken, zodat alles transparanter en duidelijker wordt, met betere resultaten voor het Belgisch voetbal, het Belgisch basketbal en het Belgische volleybal.
19.03 Jenne De Potter (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik wil kort stilstaan bij een aantal punten uit het wetsontwerp. Ik zal het geen vuilnisbakwet noemen, maar het is toch niet eenvoudig leesbaar door een amalgaam van maatregelen en een aantal technische correcties die erin is opgenomen.
Er zijn goede maatregelen in het wetsontwerp opgenomen, die ik kort even wil toelichten, hoewel de heer Van Biesen er al een aantal heeft aangestipt.
Een eerste belangrijke maatregel, de regering wil met het ontwerp een verhoogde investeringsaftrek voor de beveiliging van beroepslokalen doortrekken naar rollend materieel. Uiteraard zal dat ten goede komen van de transportsector, die soms door de diefstal van vrachtwagens en opleggers wordt geplaagd. Het is de verwachting dat bedrijven bijkomende inspanningen zullen leveren om hun rollend materieel beter tegen diefstal te beschermen.
Daarnaast bevat dit wetsontwerp ook een belangrijke stimulans voor de aankoop van elektrische voertuigen. De toenemende luchtvervuiling in onze steden en in de industrielanden is een oorzaak van gezondheidsproblemen en klimaatopwarming. Het opleggen van strengere normen voor de automobiel heeft er al voor gezorgd dat er grotere inspanningen zijn geleverd inzake conventionele dieselmotoren en benzinemotoren en dat er meer werk wordt gemaakt van technische ontwikkelingen inzake elektrische motoren.
Het is dan ook de plicht van de overheid om de aankoop van elektrische voertuigen aan te moedigen. Ik ben blij dat de regering hiertoe een initiatief heeft genomen. Met een belastingvermindering van 15 procent op de aankoopprijs neemt zij haar verantwoordelijkheid.
Ik wil ook wijzen op de decumul van de belastingvermindering voor werkloosheidsuitkeringen van gezinnen en op het afstemmen van de fiscale kmo-definitie op de definities die worden gehanteerd voor het indienen van de jaarrekeningen. Het is een zeer kleine stap in de vereenvoudiging van de fiscale wetgeving, het moet uiteraard nog veel verder gaan, maar elke kleine stap is er een voorwaarts.
Wij gaan ook akkoord met de vereenvoudiging van het fiscaal stelsel van zeelieden ter Belgische koopvaardij. Wij zijn erover verheugd dat de staatssecretaris in zijn antwoord heeft laten weten dat er voor de betwistingen van het verleden onderhandelingen aan de gang zijn om tot een minnelijke schikking te komen.
Ten slotte wil ik ook even stilstaan bij het amendement dat wij vannamiddag in de commissie hebben goedgekeurd. Sinds 1 januari 2008 genieten clubs van professionele sportbeoefenaars een vrijstelling van 80 procent voor doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor de bezoldigingen toegekend aan hun sportbeoefenaars. Dat is een zeer goede maatregel, die erop gericht is de opleiding van jonge sportbeoefenaars te bevorderen en die toelaat dat jonge talenten, waaraan onze clubs grote nood hebben, langer in ons land kunnen blijven en schitteren in de sport. Die jonge talenten gaan nu al te vaak te vroeg naar het buitenland, gelokt door grote contracten. De cijfers bewijzen dat de maatregel een positief effect heeft.
Het was dan ook spijtig dat op een wat verdoken manier een maatregel in het wetsontwerp is geslopen die het systeem toch wat op de helling zette, zeker omdat die maatregel met terugwerkende kracht werd ingevoerd. Dat betekent dat een aantal clubs een deel van hun reeds ingehouden bedrijfsvoorheffing terug moest storten, plus de nalatigheidintresten daarop. Clubs hebben reeds een begroting opgemaakt voor het komende seizoen. Dat was dan ook een financiële aderlating. Er werden daarbij bedragen tussen de 180 000 euro en de 500 000 euro voor de 10 professionele voetbalclubs van ons land aangehaald. Ik denk dat die maatregel dan ook geen goede zaak zou zijn, integendeel.
19.04 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de Potter, sta me toe u even te onderbreken, niet om een aanval te lanceren, maar om te zeggen dat ik het grotendeels met uw opmerkingen eens ben.
Het getuigt evenwel niet van goed bestuur om, wanneer de stemming ei zo na is aangebroken, een amendement te moeten bespreken en naar voren te brengen. Ik ben het er absoluut mee eens dat het amendement nodig is gezien de situatie. Nogmaals, het getuigt van een weinig vertrouwenwekkende werking van de meerderheid wanneer zij luttele momenten voor er over een tekst moet worden gestemd, met een dergelijk amendement naar de commissie moet komen.
Maar goed, het is noodzakelijk, we zullen het dus ook goedkeuren. Het heeft geen zin om de sportclubs te chanteren, door de wijziging nu niet goed te keuren. U zult het met mij eens zijn dat het niet de beste manier is om een wetsontwerp met een dergelijke hoop bepalingen, die ook zeer technisch van aard, te behandelen.
We hebben twee weken gehad om ze te bekijken. Ik moet heel eerlijk zeggen dat de gevolgen die uit artikel 70 voortvloeiden, eigenlijk voor niemand echt duidelijk waren bij de bespreking. Het stemt echter tot nadenken dat we een en ander op een dergelijke manier moeten oplossen. Ik hoop dan ook dat de meerderheid zich engageert om dergelijke situaties te voorkomen.
19.05 Jenne De Potter (CD&V): Ik deel uw mening dat het niet de beste manier is om een en ander te regelen. Maar bij de opmaak van het wetsontwerp, was de administratie zich niet voor honderd procent bewust van de gevolgen op korte termijn voor onder andere voetbal-, basket- en volleybalclubs.
Wij hebben vandaag de moed om de bepalingen ter zake uit te stellen tot een latere datum. Het is immers belangrijk dat er beter overleg komt met de sector, vooraleer men een beslissing neemt. Daarmee ga ik volledig akkoord. De tussentijd die nu wordt gecreëerd, moeten we gebruiken om te bekijken op welke manier we het systeem kunnen verbeteren in overleg met de sector. De evaluatie van de wet die we voor volgend jaar hebben gepland, is daar een ideaal moment voor. Investeren in jeugdspelers, jeugdopleiding en –omkadering moeten we blijven doen. Al die zaken moeten hand in hand gaan. Overleg is daarbij van het grootste belang. Wij kunnen met de wijziging, het amendement en al de andere voorgestelde maatregelen volmondig akkoord gaan. Onze fractie zal het wetsontwerp steunen.
19.06 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mijnheer de staatssecretaris, de regering heeft opnieuw een aardig turfje met betrekking tot fiscale en diverse bepalingen eind september in de Kamer ingediend. Het is een lijvig document met een veertigtal maatregelen. Op zich is dat de moeite, alleen is het belang van iedere maatregel te bediscuteren of varieert het sterk. Het is ook op een drafje door de commissie gejaagd.
Soms gaat het over een aantal overbodige maatregelen. De regering voelt zich genoodzaakt om voor heel het systeem van de maaltijdcheques een nieuw kader te scheppen. Ik heb niet begrepen wat er nu ten gronde wijzigt, maar goed, het zij zo. Een ander element is het gegeven dat deze regering op basis van een aantal wettelijke uitspraken en wettelijke bevestigingen en administratieve standpunten een aantal aanpassingen aan wetteksten moet doen. Neem het begrip KMO: daar heeft men er nu uiteindelijk voor gekozen om de uniforme KMO-definitie te gebruiken zoals in het Wetboek voor de vennootschappen. De vraag is of dit voldoende zal zijn en de definitie consequent zal worden doorgevoerd. Ik denk niet dat dit zal volstaan, maar het is misschien een eerste stap.
Ook voor werklozen zorgt het wetsontwerp voor een wetsaanpassing die haar oorsprong vindt in een uitspraak van een rechtbank, het Grondwettelijk Hof naar ik meen. Dat was van oordeel dat men voor werklozen de cumul niet meer kan aanvaarden en dat er in de personenbelasting een decumul dient te worden doorgevoerd. Dat wil zeggen dat elk van beide echtgenoten of wettelijk samenwonende partners afzonderlijk dient belast te worden op de eigen inkomsten, wat tot op heden niet van toepassing was op werkloosheidsuitkeringen. Het werd dus de hoogste tijd om dat te regelen.
Er is ook een aantal belastingplichtigen dat wel eens de wenkbrauwen zal fronsen bij het in werking treden van een aantal bepalingen in dit wetsontwerp, zoals daar zijn de banken, de verzekeraars en de beursvennootschappen. Ik verwijs dan naar de manier waarop nu wordt vermeden dat dividenden twee keer worden belast: een eerste keer in hoofde van de uitbetalende vennootschap en een tweede keer bij de vennootschap die ze ontvangt. Tot op heden gold een uitzondering voor de bankiers, de verzekeraars en de beursvennootschappen. Met dit wetsontwerp wordt die voorkeursbehandeling geschrapt.
Dan is er het hele verhaal van de sportbeoefenaars en hun sportclubs. Die zullen na het amendement nu ook wel wat uitstel hebben gekregen. Onze kritiek gold daar de voorwaarden die men had gecreëerd voor de verhoogde aftrek of vrijstelling van 80 procent van de bedrijfsvoorheffing. Een van die voorwaarden was de inwerkingtreding op 1 januari 2009. Men komt daar nu op terug nadat de stemming in de commissie plaats heeft gevonden. Een aantal lobbygroepen is bij de meerderheidspolitici gaan onderhandelen om uitstel te krijgen, onder het motto dat dit niet was voorzien in de budgetten of onder het motto dat het speelseizoen al was begonnen. Het toont aan dat men over deze artikelen met betrekking tot de sportbeoefenaars en de fiscale elementen daarvan onvoldoende of niet heeft overlegd met de sector.
Nu moet de regering met enige hand- en spandiensten op haar maatregelen terugkomen. Zij moet de inwerkingtreding naar juli 2010 verdagen, wat niet echt getuigt van een goede voorbereiding van bedoelde elementen in het wetsontwerp aangaande de fiscale en diverse bepalingen.
Een ander element is het volgende. Het is bijna het einde van het jaar en dus moeten er een aantal fiscale snoepjes in het wetsontwerp vervat zitten. Een van de fiscale snoepjes is de nieuwe belastingvermindering bij de aanschaf van elektrisch aangedreven voertuigen.
Het probleem dat ter zake rijst, is dat de betrokkenen hadden gedacht dat er een korting op de factuur zou worden doorgevoerd, wat de minst administratief belastende en meest eenvoudige manier van uitvoering is. Een dergelijke werkwijze kan de federale regering echter niet hanteren, omdat zij zich in dat geval op het terrein van de Gewesten begeeft en dus met een bevoegdheidsconflict wordt geconfronteerd.
Bijgevolg heeft de federale regering ervoor gekozen de vermindering middels een belastingaftrek via het aanslagbiljet door te voeren, wat op zich administratief complexer en opnieuw geen toonbeeld van administratieve vereenvoudiging is. De federale overheid wou de zaak echter regelen en een en ander niet aan de Gewesten overlaten.
Een aantal wijzigingen is ook door hogere overheden, zijnde Europa, opgelegd. Zo wordt de fiscale aftrek van de giften in de gevallen waar de aftrek tot nu toe beperkt was tot giften aan in België gevestigde instellingen, nu uitgebreid tot giften aan instellingen die in de Europese Unie zijn gevestigd. Voornoemde regel bevat dus alle lidstaten van de Europese Unie plus een aantal andere, bijkomende lidstaten, zoals IJsland, Noorwegen en Liechtenstein.
Mijnheer de voorzitter, in globo bevat het wetsontwerp een aantal goede elementen maar ook een aantal elementen waarbij wij een aantal vraagtekens hebben, bijvoorbeeld de fiscale regeling van de belastingvermindering op elektrische voertuigen evenals de hele regeling die voor de sportbeoefenaars is uitgewerkt. Dat is ook de reden waarom de Vlaams Belang-fractie zich op het geheel van het ontwerp zal onthouden.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2170/7)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2170/7)
Het wetsontwerp telt 96 artikelen.
Le projet de loi compte 96 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 96 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 96 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
20 Verzending van een wetsonwerp naar commissie
20 Renvoi d'un projet de loi en commission
De dames Marie-Claire Lambert en Colette Burgeon hebben een amendement ingediend op het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake gezondheid (nr. 2172/1).
Mmes Marie-Claire Lambert et Colette Burgeon ont déposé un amendement sur le projet de loi portant des dispositions diverses en matière de santé (n° 2172/1).
Ik stel u voor dit te verzenden naar de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing.
Je vous propose de renvoyer cet amendement en commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
21 Urgentieverzoek van de regering
21 Demande d'urgence du gouvernement
De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, en tot instelling van de vordering tot staking van de inbreuken op de wet betreffende de betalingsdiensten (nr. 2183/1).
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers, et instaurant l'action en cessation des infractions à la loi relatif aux services de paiement (n° 2183/1).
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
De urgentie wordt aangenomen bij instemming.
L'urgence est adoptée par assentiment
22 Inoverwegingneming van voorstellen
22
Prise en considération de propositions
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Ik stel u ook voor in overweging te nemen:
- het wetsvoorstel van de heer Dirk Van der Maelen, mevrouw Marie Arena en de heer Alain Mathot tot invoering van de de una via-regel in fiscale strafzaken, de oprichting van een fiscaal auditoraat en de oprichting van een comité F (nr. 2210/1);
- het wetsvoorstel van de heren Dirk Van der Maelen en Alain Mathot tot wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 over de opheffing van het bankgeheim (nr. 2205/1).
- het wetsvoorstel van de heren Georges
Gilkinet en Stefaan Van Hecke tot opheffing van het bankgeheim
(nr. 2216/1).
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en de Begroting;
- het voorstel van resolutie van de dames Camille Dieu en Marie Arena en de heren Philippe Blanchart en Guy Milcamps waarbij wordt gevraagd het Europese minimumloon op de agenda te plaatsen van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie in 2010 (nr. 2199/1).
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen.
Je vous propose également de prendre en considération:
- la proposition de loi de M. Dirk Van der Maelen, Mme Marie Arena et M. Alain Mathot instaurant la règle una via dans les affaires pénales fiscales et instituant un auditorat fiscal et un comité F (n° 2210/1).
- la proposition de loi de MM. Dirk Van der Maelen et Alain Mathot modifiant certaines dispositions du Code des impôts sur les revenus 1992 relatives à la levée du secret bancaire (n° 2205/1);
- la proposition de loi de MM. Georges Gilkinet et Stefaan Van Hecke
visant à supprimer le secret bancaire (n° 2216/1).
Renvoi à la commission des Finances et du Budget;
- la proposition de résolution de Mmes Camille Dieu en Marie Arena en de heren Philippe Blanchart en Guy Milcamps visant à inscrire la question du salaire minimum européen à l'agenda de la présidence belge de l'Union européenne en 2010 (n° 2199/1).
Renvoi à la commission des Relations
extérieures
.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Ik heb een motie ontvangen van de heer Gerolf Annemans om de wetsvoorstellen tot wijziging van de kieswetgeving met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (nrs 37 en 39) toe te voegen aan de agenda.
J'ai reçu une motion de M. Gerolf Annemans afin d'ajouter à l'ordre du jour les propositions de loi modifiant les lois électorales, en vue de scinder la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde (n°s 37 et 39).
De heer Annemans doet hierbij beroep op artikel 17 van ons Kamerreglement. Ik wil meegeven dat een wijziging van een goedgekeurde agenda enkel kan op vraag van de regering, wat wellicht niet het geval is; of op voorstel van de voorzitter, wat ik niet zinnens ben te doen; op vraag van een lid, maar dan moet zijn vraag door vijftig leden worden gesteund. Ik geef de heer Annemans het woord voor de argumentatie van zijn verzoek.
23.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, vanmorgen hebben wij uit de mond van mevrouw Milquet mogen vernemen – naar aanleiding van een incident rond de controle op het Vlaamse onderwijs, dat Franstalig wordt georganiseerd in faciliteitengemeenten en het decreet dat ter zake gisteren in het Vlaams Parlement werd goedgekeurd – dat zij niet begreep waarom de Vlamingen zo ver gingen, want dat dit project de Vlamingen niet eens aanbelangt. Zij vindt dat het een onaanvaardbaar project is en alleszins een bijkomende provocatie vormt.
Naar analogie daarvan zou ik mevrouw Milquet kunnen vragen wat het de Duitstaligen aanbelangt de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde tegen te houden.
Uit de communicatie die door Karl-Heinz Lambertz werd verspreid, hebben wij vernomen dat hij België wil redden. Hoewel hij ook wel erkent dat de Duitstaligen er niets mee te maken hebben, zal hij zijn parlementje oproepen opnieuw een belangenconflict in te dienen, want, zo zegt hij, dan kan hij België redden en heeft de heer Van Rompuy drie maanden langer. Dat is een volledige negatie van alles wat ooit door de grondwetgever is bepaald in verband met belangenconflicten en alarmbellen en alle beschermingen van minderheden.
Het Duitstalige Parlement gaat zich inschakelen, niet voor het redden van België, maar voor een theaterstuk dat moet dienen om Van Rompuy inderdaad meer tijd te geven. Niet omdat hij daarmee België gaat redden, want ook de heer Picqué heeft al gezegd dat hij nadien de Brusselse Raad gaat vragen een belangenconflict in te dienen. Dan wordt het natuurlijk nog gekker, want in die raad moeten Vlamingen en Franstaligen daarvoor samen een meerderheid vormen, neem ik aan – ik weet niet hoe het daar werkt – om dat belangenconflict op tafel te leggen.
Wij noemen al die speculaties nutteloos. Zij zijn misbruik van het recht. Ja, de Grondwet en de bijzondere wet geven al die taalgroepen en die parlementjes die bestaan in het Belgische koninkrijk het recht dat te doen. Doch, het is rechtsmisbruik!
Voorzitter, als Karl-Heinz Lambertz hiermee doorgaat, is dat het vierde belangenconflict in verband met dit wetsvoorstel. Normaal vragen de journalisten dan in de wandelgangen: “Mijnheer Annemans, hoe lang duurt zo’n belangenconflict? U kent daar iets van.” Officieel duurt dat maximaal 120 dagen. Maar het eerste belangenconflict, dat van de Franse Gemeenschap heeft 156 dagen geduurd. Een beetje statistiek mag wel, collega’s. Er moest wel een beetje worden gefoefeld met vakantiedagen en zo, maar het ging nog.
Bij het tweede belangenconflict begon men de smaak te pakken te krijgen. Let op, niet alleen de Franstaligen, ook Vlamingen in functies als die van de voorzitter, hier achter mij, speelden dat spel mee van het schorsen wegens vakantiedagen, enzovoort. Het tweede belangenconflict, van de Franse Gemeenschapscommissie van Brussel, zat al aan 253 dagen.
Het derde belangenconflict, van het Waalse Gewest, heeft het record al geklopt en heeft alles bijeen 265 dagen geduurd, sinds 14 januari. Dat is rechtsmisbruik, ik herhaal het! Daarvoor moet worden gefoefeld.
Daarvoor moeten zij die betekeningstermijn rekken. Ook Herman Van Rompuy, in zijn hoedanigheid van Kamervoorzitter, heeft daar fel aan meegedaan. Ook de samenscholing van het bureau van de Senaat heeft daar aan meegedaan. Allerlei trucs zijn toegepast om dat totaal uit de hand te laten lopen.
Wij hebben vernomen dat het belangenconflict van het Waalse Gewest nu definitief voorbij is. Wij kunnen hier in de Kamer tot de stemming overgaan. Dat is mijn verzoek vandaag.
Ik heb een kleine berekening gemaakt. Ik veronderstel dat LDD en N-VA zouden meestemmen, alsook sp.a aangezien die niet in de federale regering is betrokken. Ik ben niet ingelicht over de heer Sevenhans, maar ik vermoed dat hij eventueel wel zou kunnen meestemmen, al ben ik niet helemaal zeker. En dan nog, er zijn maar zeven flamingante CD&V’ers nodig om mij vijftig mensen te bezorgen die de agenda vandaag kunnen wijzigen.
Het is veel gevraagd. De afgelopen maanden en jaren hebben we het aantal zien afnemen. De flamingante toorts die gedurende meer dan een jaar door België heeft gevlamd, is langzaam aan het uitdoven.
Mijnheer de voorzitter, wij zijn met acht leden die dit voorstel doen. Ik geloof dat er toch nog een zevental flamingante CD&V’ers zijn die samen met mij in een hoofdelijke stemming zullen vaststellen of er vijftig leden zijn die de agenda willen wijzigen. Ik ben er vast van overtuigd dat het zal gebeuren.
23.02 Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik heb zeer goed nieuws vandaag, voor iedereen en niet alleen voor de Vlamingen. Ik richt mij eerst tot de Vlaamse collega's. Jullie hebben altijd gezegd inzake BHV: "Wij willen dat wel stemmen, maar wij mogen dat niet, wij kunnen dat niet. Hou ons tegen." Altijd waren er die verdraaide Franstaligen die u inderdaad hebben tegengehouden om te stemmen over de splitsing van BHV door die verdraaide belangenconflicten.
Maar vandaag bent u vrij. Er is niemand die u nog tegenhoudt. U moet mij daarvoor niet geloven. U moet daarvoor collega Annemans niet geloven. Ik heb immers een onverdachte bron om dat te bewijzen. Ik heb een proces-verbaal van het Overlegcomité van 16 september 2009. De volgende personen waren aanwezig: Herman Van Rompuy, Didier Reynders, Laurette Onkelinx, Steven Vanackere en Guy Vanhengel. Tot nader order zijn dit allemaal mensen die u nog gelooft, weze het bij wijze van laatste carré.
In dat verslag is punt zes interessant om lezen. Dit is een punt dat werd geagendeerd door de federale regering, de premier zelve. Het gaat hier over het belangenconflict tussen het Waals Parlement en de Kamer van volksvertegenwoordigers inzake de splitsing van BHV. U weet dat een belangenconflict drie fasen kent. In een eerste fase is er overleg tussen het klagende en het beklaagde parlement. Een tweede fase is om advies in te winnen van de Senaat. De laatste fase van dertig dagen geldt voor het Overlegcomité.
Dit is het verslag van het Overlegcomité van 16 september. Daarin staat te lezen in verband met de beslissing die het Overlegcomité neemt, ik citeer: "Het Comité neemt akte van het feit dat het dossier werd geagendeerd op het Overlegcomité dat binnen de dertig dagen een advies zal moeten uitbrengen." Dit is een beslissing die op 16 september 2009 werd genomen. Als men daar 30 dagen bijtelt dan zijn wij die datum al gepasseerd.
Collega's, u bent dus totaal vrij. U moet mij niet geloven, het is nonkel Herman en de plezante nonkel Guy die het zeggen. Zelfs tante Laurette zegt het. Nonkel Didier zegt het ook. Hier is het bewijs. U bent dus volledig vrij. U kunt niet alleen de wetsvoorstellen agenderen, u kunt ook gewoon splitsen. U hebt daarvoor de toestemming gekregen van heel de federale regering. U hebt de toestemming gekregen van alle regeringen van dit land.
Ik weet niet wat u nog meer nodigt heeft om u bevrijd te weten. Vlaamse collega’s, u kunt uzelf vandaag bevrijden van uw ketenen van slaafse trouw aan uw partijchefs. Het is tijd voor trouw aan uw verkiezingsbeloften, het is tijd voor trouw aan uw verkiezingsprogramma, het is tijd voor trouw aan wat u allemaal persoonlijk heeft beloofd.
Ik richt mij niet alleen tot de collega’s van de sp.a maar specifiek ook tot de collega’s van CD&V en Open Vld. Wij hebben gisteren in het Vlaams parlement een voorstel van decreet van de N-VA goedgekeurd. Wij hebben ervoor gezorgd dat er geen bijkomend belangenconflict kon worden ingeroepen tegen het zogenaamde interpretatieve decreet. Dat decreet zorgt ervoor dat de Vlaamse overheid voortaan eindelijk bevoegd is voor de inspectie van het Franstalig onderwijs in de faciliteitengemeenten. Wij zijn daar sinds die stemming van gisteren voor bevoegd. Wij hebben met die stemming gisteren verhinderd dat er een bijkomend belangenconflict zou worden ingeroepen. Wij kunnen dat vandaag ook.
U hebt dus een unieke kans om samen terug een Vlaams front te vormen zoals wij dat gisteren hebben gedaan in het Vlaams parlement. De partijdiscipline heeft u allen – ik begrijp dat – twee jaar verhinderd om uw beloften aan uw kiezers na te komen. Vandaag kunt u daarmee eigenlijk breken. Gedaan met de lijdensweg van op handen en voeten door de modder kruipen op bevel van uw partijchefs, gedaan met die onnozele kronkels en die onnozele verklaringen die men u dwingt af te leggen inzake BHV. Gedaan met de onnozele show die u moet verkopen door bijvoorbeeld uw plaats te verlaten uit eerlijke schaamte wanneer deze thematiek ter sprake komt. Vandaag kan u ervoor zorgen dat dit allemaal gedaan is, vandaag kan u de splitsing van BHV agenderen en vandaag kan u eindelijk de splitsing van BHV goedkeuren.
De voorzitter: Collega's, aangezien niemand meer het woord vraagt, breng ik even het Reglement in herinnering. De heer Annemans baseert zijn vraag op artikel 17.
Nogmaals, de agenda alleen kan worden gewijzigd wanneer een motie schriftelijk is ingediend — wat gebeurd is — en als die motie gesteund is door een derde van de leden van de Kamer.
Om te weten of een derde van de leden van de Kamer dat voorstel steunt, stel ik voor te laten stemmen bij zitten en opstaan.
23.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mag ik vragen dat u ook toepassing maakt van artikel 58? Tenzij uitdrukkelijk anders voorzien, kunnen wij de hoofdelijke stemming vragen over gelijk welke vaststelling die moet worden gemaakt.
Om vast te stellen of er 50 leden die motie steunen, is het toch niet te veel gevraagd dat iedereen zijn knopje induwt, dat iedereen kleur bekent. Er zijn niet veel kleuren. De keuze kan niet moeilijk zijn.
Laat de leden gewoon allemaal zeggen wat zij te zeggen hebben, namelijk "wij willen niet dat daarover nu wordt gestemd", of, in mijn geval "ja, ik wil wel dat er nu gestemd wordt".
De voorzitter: Ja, maar eigenlijk…
23.04 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, probeer dat nu niet te vermijden. Er is geen enkele bepaling die stelt dat artikel 17 moet worden getoetst door een stemming bij zitten en opstaan.
De voorzitter: Nee, dat weet ik.
23.05 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): U mag een stemming bij zitten en opstaan alleen gebruiken als er niemand is die vraagt, samen met acht leden, om een hoofdelijke stemming te houden. Maakt u het nu niet te ingewikkeld.
De voorzitter: Ik maak het heel eenvoudig, want…
23.06 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ja, dat denk ik wel.
De voorzitter: Bent u uitgesproken?
23.07 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Zegt u het maar.
De voorzitter: Gaat u mij het woord geven?
23.08 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Doe maar.
De voorzitter: Voorlopig is het nog altijd andersom, en dat zal nog wel een tijdje duren.
Ik wil zeggen dat artikel 17 eigenlijk een telling beoogt, met name te weten of een voldoende quorum in de Kamer voorhanden is om te doen wat in de motie wordt gevraagd. Een naamstemming is wat anders. Een naamstemming omvat een lijst die wordt gepubliceerd waaruit duidelijk blijkt wie wat heeft gestemd over een bepaald voorstel.
Met andere woorden, ik kan alleen de leden vragen op te staan indien ze de motie steunen. Als u zegt dat u, om zeker te zijn dat 50 leden uw motie steunen, gebruik wil maken van het elektronisch stembord, dan ben ik zelfs bereid om daarop in te gaan.
Aldus zeg ik dat degenen die het voorstel van de heer Annemans steunen, "ja" stemmen. Dat is de enige stem die wordt uitgebracht. Komt u niet aan 50, dan is uw voorstel niet gesteund.
23.09 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Dat is voor mij ook goed. Het is een novum. Ik ben voor een moderne voorzitter die alles een beetje interpreteert totdat het er wat modern uitziet.
Hoe dan ook, de leden die straks zullen stemmen voor welk wetsontwerp dan ook, maar die niet voor mijn motie stemmen, zijn degenen die niet voor een agendering van Brussel-Halle-Vilvoorde zullen hebben gestemd. Laten wij het zo interpreteren.
Het woord "telling" staat niet in artikel 58, voor de goede orde.
De voorzitter: Mijnheer Annemans, u moet voor eens en voor altijd aannemen dat uw interpretatie de uwe is, maar de rest van de Kamer niet bindt. Zijn wij het daarover eens?
23.10 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het Reglement voorziet niet zoiets als een telling. U misbruikt het Reglement niet, maar u zet het naar uw hand. Tot daaraan toe, maar ik zal interpreteren wat u daarmee bedoelt.
De voorzitter: Ik pas het toe op een moderne manier. We gaan over tot de telling. We gaan gebruikmaken van de elektronische stemmogelijkheid. Diegenen die het voorstel van de heer Annemans steunen stemmen ja, diegenen die het niet steunen hoeven niet deel te nemen aan de stemming. Enkel degenen die het voorstel van de heer Annemans steunen stemmen ja.
Ceux qui
soutiennent la proposition de M. Annemans votent oui, ceux qui ne sont pas
d'accord ne votent pas.
Il est procédé au comptage électronique.
Er wordt elektronisch geteld.
27 membres soutiennent la proposition. Il y a une abstention.
27 leden steunen het voorstel. Er is één onthouding.
Het voorstel van de heer Annemans behaalt niet het vereiste quorum.
23.11 Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik heb mij onthouden omdat ik vermoed dat ik een stemafspraak heb…
(…): (…)
23.12 Hans Bonte (sp.a): Het staat op het scorebord.
De voorzitter: Reden van onthouding?
23.13 Hans Bonte (sp.a): Het is bij mijn weten de eerste keer dat een voorzitter de stemming open verklaart, maar dat er slechts een deel mag deelnemen. Ik heb mij onthouden, mijnheer de voorzitter, omdat ik vermoed dat ik een stemafspraak heb met collega Doomst, die hier niet is.
24 Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (2157/1+2)
24 Projet de loi visant à modifier le Code de la taxe sur la valeur ajoutée (2157/1+2)
Le président:
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
95 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
40 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2157/3)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2157/3)
25 Wetsontwerp houdende fiscale en diverse bepalingen (2170/7)
25 Projet de loi portant des dispositions fiscales et diverses (2170/7)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
95 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
40 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2170/8)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2170/8)
26 Projet de loi contenant le règlement définitif des budgets des services d'administration générale de l'État pour l'année 2007 et des Services de l'État à gestion séparée pour des années précédentes (2067/1)
26 Wetsontwerp houdende eindregeling van de begrotingen van de diensten van algemeen bestuur van de Staat van het jaar 2007 en van Staatsdiensten met afzonderlijk beheer van voorgaande jaren (2067/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
97 |
Oui |
Nee |
19 |
Non |
Onthoudingen |
19 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2067/2)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2067/2)
26.01 Bruno Tobback (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik steun u volledig in uw moderne interpretatie van het Reglement. Daarom zou ik u willen voorstellen dat wij de procedurestemming van daarstraks even hernemen, aangezien de heer Doomst nu zijn plaats opnieuw heeft kunnen innemen.
27 Projet de loi visant à modifier la loi du 21 mars 2007 réglant l'installation et l'utilisation de caméras de surveillance (2076/5)
27 Wetsontwerp houdende wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's (2076/5)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
Le président:
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
124 |
Oui |
Nee |
11 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2076/6)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2076/6)
27.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je voulais voter contre. J'ai appuyé trop tard mais je voudrais qu'on acte mon vote négatif.
28 Adoption de l’ordre du jour
De voorzitter: Wij moeten ons thans
uitspreken over de ontwerpagenda die de Conferentie van voorzitters u
voorstelt.
Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 29 octobre 2009 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 29 oktober 2009 om 14.15 uur.
La séance est levée à 17.50 heures.
De vergadering wordt gesloten om 17.50 uur.
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 52 PLEN 118 bijlage. |
L'annexe est reprise dans une brochure séparée,
portant le numéro CRIV 52 PLEN 118 annexe. |
Detail
van de naamstemmingen |
|
|
|
001 (elektronische telling – comptage électronique)
Ja |
027 |
Oui |
Naamstemming - Vote nominatif: 002
Ja |
095 |
Oui |
Almaci Meyrem, Arena Marie, Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel,
Baeselen Xavier, Balcaen Ronny, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart
Philippe, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid,
Coëme Guy, Colinia Françoise, Collard Philippe, Cornil Jean, Dallemagne
Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De Croo Herman, de Donnea
François-Xavier, Defreyne Roland, della Faille de Leverghem Katia, Déom
Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn
Roel, Destrebecq Olivier, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dieu
Camille, Ducarme Denis, Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine,
Frédéric André, Galant Jacqueline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel,
Giet Thierry, Gilkinet Georges, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jadot
Eric, Kindermans Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux
Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée,
Libert Eric, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur
Yvan, Milcamps Guy, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet
Jacques, Perpète André, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Snoy et
d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Tasiaux-De Neys
Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Van Biesen Luk, Van Campenhout Ludo,
Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth,
Van der Straeten Tinne, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vautmans
Hilde, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge,
Waterschoot Kristof, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee |
000 |
Non |
Onthoudingen |
040 |
Abstentions |
Annemans Gerolf, Bonte Hans, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, Colen
Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Man Filip,
De Rammelaere Els, D'haeseleer Guy, Douifi Dalila, Geerts David, Goyvaerts
Hagen, Jambon Jan, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Landuyt Renaat, Logghe Peter,
Luykx Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Plasman Cathy, Ponthier Annick,
Raemaekers Magda, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Stevenheydens Bruno, Tobback
Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Broeckhoven Christine, Van den
Eynde Francis, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert,
Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vijnck Dirk, Weyts Ben
Naamstemming - Vote nominatif: 003
Ja |
095 |
Oui |
Almaci Meyrem, Arena Marie, Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine
Daniel, Baeselen Xavier, Balcaen Ronny, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart
Philippe, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid,
Coëme Guy, Colinia Françoise, Collard Philippe, Cornil Jean, Dallemagne
Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De Croo Herman, de Donnea
François-Xavier, Defreyne Roland, della Faille de Leverghem Katia, Déom
Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn
Roel, Destrebecq Olivier, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dieu
Camille, Ducarme Denis, Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine,
Frédéric André, Galant Jacqueline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel,
Giet Thierry, Gilkinet Georges, Gustin Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jadot
Eric, Kindermans Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux
Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée,
Libert Eric, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur
Yvan, Milcamps Guy, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet
Jacques, Perpète André, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Snoy et
d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Tasiaux-De Neys
Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Van Biesen Luk, Van Campenhout Ludo,
Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth,
Van der Straeten Tinne, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vautmans
Hilde, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge,
Waterschoot Kristof, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee |
000 |
Non |
Onthoudingen |
040 |
Abstentions |
Annemans Gerolf, Bonte Hans, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, Colen
Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Man Filip,
De Rammelaere Els, D'haeseleer Guy, Douifi Dalila, Geerts David, Goyvaerts
Hagen, Jambon Jan, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Landuyt Renaat, Logghe Peter,
Luykx Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Plasman Cathy, Ponthier Annick,
Raemaekers Magda, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Stevenheydens Bruno, Tobback
Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Broeckhoven Christine, Van den
Eynde Francis, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert,
Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vijnck Dirk, Weyts Ben
Naamstemming - Vote nominatif: 004
Ja |
097 |
Oui |
Arena Marie, Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen
Xavier, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne
Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Coëme Guy, Colinia Françoise, Collard
Philippe, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De
Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, della Faille de
Leverghem Katia, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De
Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, Dierick
Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Ducarme Denis, Flahaut André,
Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline,
Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Giet Thierry, Gustin Luc, Hamal
Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lahaye-Battheu Sabien,
Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte
Carine, Lejeune Josée, Libert Eric, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine,
Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens
Clotilde, Otlet Jacques, Perpète André, Plasman Cathy, Raemaekers Magda,
Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Somers Bart, Somers Ine,
Staelraeve Sofie, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut Eric,
Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Broeckhoven Christine, Van
Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef,
Vandenhove Ludwig, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van
Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Verhaegen Mark, Verherstraeten Servais,
Versnick Geert, Vervotte Inge, Waterschoot Kristof, Wiaux Brigitte, Yalçin
Hilâl
Nee |
019 |
Non |
Annemans Gerolf, Bultinck Koen, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker
Jean Marie, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Laeremans Bart, Logghe Peter,
Mortelmans Jan, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Stevenheydens
Bruno, Valkeniers Bruno, Van den Eynde Francis, Van de Velde Robert, Vanhie
Paul, Vijnck Dirk
Onthoudingen |
019 |
Abstentions |
Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Cocriamont Patrick, De Groote
Patrick, De Man Filip, De Rammelaere Els, De Vriendt Wouter, Gerkens Muriel,
Gilkinet Georges, Jadot Eric, Jambon Jan, Luykx Peter, Smeyers Sarah, Snoy et
d'Oppuers Thérèse, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Noppen Flor,
Weyts Ben
Naamstemming - Vote nominatif: 005
Ja |
124 |
Oui |
Annemans Gerolf, Arena Marie, Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine
Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bellot François, Blanchart Philippe, Bonte
Hans, Brotcorne Christian, Bultinck Koen, Burgeon Colette, Claes Ingrid,
Cocriamont Patrick, Coëme Guy, Colen Alexandra, Colinia Françoise, Collard
Philippe, Cornil Jean, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bont Rita, De
Bue Valérie, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne
Roland, De Groote Patrick, della Faille de Leverghem Katia, De Man Filip, Déom
Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Rammelaere Els, De
Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, D'haeseleer
Guy, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Ducarme Denis,
Flahaut André, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant
Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Giet Thierry, Goyvaerts Hagen, Gustin
Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir
Meryame, Laeremans Bart, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée,
Libert Eric, Logghe Peter, Luykx Peter, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine,
Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milcamps Guy, Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle
Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Pas Barbara, Perpète André, Plasman
Cathy, Ponthier Annick, Raemaekers Magda, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs
Bert, Schyns Marie-Martine, Smeyers Sarah, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve
Sofie, Stevenheydens Bruno, Tasiaux-De Neys Isabelle, Terwingen Raf, Thiébaut
Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van
Broeckhoven Christine, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve,
Van den Bergh Jef, Van den Eynde Francis, Vandenhove Ludwig, Van der Auwera
Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van Grootenbrulle Bruno,
Vanhie Paul, Van Noppen Flor, Vautmans Hilde, Verhaegen Mark, Verherstraeten
Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Vijnck Dirk, Waterschoot Kristof, Weyts
Ben, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl
Nee |
011 |
Non |
Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, De Vriendt Wouter, Genot
Zoé, Gerkens Muriel, Jadot Eric, Lahssaini Fouad, Snoy et d'Oppuers Thérèse,
Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan
Onthoudingen |
000 |
Abstentions |