Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

donderdag 14 mei 2009

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

jeudi 14 mai 2009

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.16 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.

La séance est ouverte à 14.16 heures et présidée par M. Patrick Dewael.

 

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:

Herman Van Rompuy.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Daniel Ducarme, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;

Elio Di Rupo, Francis Van den Eynde, wegens ambtsplicht / pour devoirs de mandat;

Mark Verhaegen, met zending buitenslands / en mission à l'étranger.

 

Actualiteitsdebat

Débat d'actualité

 

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Jan Jambon aan de eerste minister over "het reddingsplan van de regering voor KBC" (nr. P1065)

- de heer Servais Verherstraeten aan de eerste minister over "het reddingsplan van de regering voor KBC" (nr. P1066)

- de heer Yvan Mayeur aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "het reddingsplan voor KBC" (nr. P1074)

- mevrouw Meyrem Almaci aan de eerste minister over "het reddingsplan van de regering voor KBC" (nr. P1067)

- de heer Bruno Tuybens aan de eerste minister over "het reddingsplan van de regering voor KBC" (nr. P1068)

01 Questions jointes de

- M. Jan Jambon au premier ministre sur "le plan de sauvetage de la KBC élaboré par le gouvernement" (n° P1065)

- M. Servais Verherstraeten au premier ministre sur "le plan de sauvetage de la KBC élaboré par le gouvernement" (n° P1066)

- M. Yvan Mayeur au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "le sauvetage de la KBC" (n° P1074)

- Mme Meyrem Almaci au premier ministre sur "le plan de sauvetage de la KBC élaboré par le gouvernement" (n° P1067)

- M. Bruno Tuybens au premier ministre sur "le plan de sauvetage de la KBC élaboré par le gouvernement" (n° P1068)

 

Het lijkt mij vrij evident dat dit debat, zoals de heer Annemans mij heeft gevraagd, het statuut van een minidebat krijgt.

 

01.01  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, eens te meer is uw regering moeten tussenkomen in een bankdossier. Mijnheer de eerste minister, ik sta hier absoluut niet om kritiek te geven op wat er zich gisteravond en eventueel vanmorgen heeft afgespeeld. Ik denk dat er een adequaat optreden is geweest van de federale regering, maar ik zou nog wel enkele vragen ter verduidelijking willen stellen en eventueel een vraag over de toekomst.

 

De informatie waarover wij beschikken, is enerzijds de persmededeling die u vanmorgen hebt verspreid op de persconferentie en anderzijds de persmededeling van KBC zelf. Daar staat toch een aantal zaken in die op het eerste gezicht niet met elkaar stroken. Ik heb begrepen dat het reddingsplan uit drie tranches bestaat. U zegt in uw persmededeling dat in de eerste tranche KBC zelf moet bijdragen voor 5,7 miljard aan verliezen, waarvan al 4,1 miljard zou zijn afgeschreven. Bij KBC zelf lezen wij: “Een eerste eigen verliestranche wordt bepaald op 3,2 miljard euro.” Vanwaar de verschillen? Wat is er juist aan de hand?

 

In de tweede tranche zou de Staat te hulp komen bij wijze van een kapitaalsverhoging ter waarde van 2 miljard euro. Wie is hier de Staat? Als ik het goed heb begrepen, is KBC al dinsdag komen aankloppen bij de federale regering. Men kon niet onmiddellijk een consensus bereiken, waarna KBC ’s woensdags naar de Vlaamse regering is getrokken, om uiteindelijk samen met de Vlaamse regering en de federale regering tot dit akkoord te komen. Is het dus al zeker dat de federale Staat kapitaal zal inbrengen, is dat de Vlaamse Staat of moet dat nog worden uitgemaakt?

 

Mijnheer de voorzitter, ik heb nog een derde, heel eenvoudige vraag. Welke voorwaarden zijn aan deze deal verbonden? We lezen in uw persmededeling wel welke bijdragen er zijn, maar wat zijn de voorwaarden?

 

Ten slotte, mijnheer de eerste minister, als zo’n brand uitbreekt, moet u op dat moment als pompier uitrukken. Er is geen weg naast, dat moet gebeuren en u hebt dat op een goede manier gedaan.

 

Mijn vraag is de volgende. Is het niet aangewezen om dringend een Belgische stresstest los te laten op de drie financiële instellingen waar wij zelf aandeelhouder zijn, om te weten te komen hoe groot het risico is dat wij lopen?

 

01.02  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, een bank is het fundament, de motor van onze economie. Banken zijn ook belangrijke werkgevers en zij beheren het geld van al onze Belgische spaarders. Het is dan ook logisch dat de regering tussenkomt wanneer er problemen opduiken. Deze regering heeft dat het laatste jaar reeds een paar maal gedaan. Ik denk aan de waarborgen voor het interbancair verkeer en aan de waarborgen ten aanzien van de spaarders. Nu was er alweer een bank in de problemen. Een bank die in België meer dan 18.000 werknemers telt en meer dan 4 miljoen spaarders en met een marktaandeel van ongeveer 25 procent. Het is dan ook logisch dat de regering ter hulp snelt.

 

Mijnheer de eerste minister, mijn vragen zijn de volgende.

 

Wat zijn de modaliteiten en de essentiële bepalingen van de gemaakte afspraken? Wat zijn de gevolgen, zowel voor de overheid als voor KBC?

 

Het lijkt mij ook logisch dat wanneer wij zoiets doen, collega’s, wij dat niet onbesuisd doen. Het gaat hier ook om geld van de belastingbetaler. Wij spelen eigenlijk verzekeraar van een bank. Dan is het logisch dat wij dit niet kosteloos doen. Welke vergoedingen krijgt de Staat? Wat kan dit de Belgische Staat opleveren als, laten wij hout vasthouden, alles goed afloopt?

 

Collega’s, er zijn concurrenten op de markt, ook op de Belgische markt, die zich zorgen maken en zich de vraag stellen of banken die staatssteun krijgen niet worden bevoordeeld en aan oneerlijke concurrentie zouden doen ten overstaan van degene die dat niet krijgen. Levert dit een probleem op? Zo ja, hoe wordt het benaderd? Is er ter zake contact opgenomen met de Europese Commissie of zal dit gebeuren? Welke werkafspraken zullen dienaangaande worden gemaakt?

 

01.03  Yvan Mayeur (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, une de nos banques est à nouveau fort exposée. La KBC va devoir bénéficier d'une troisième intervention de l'État pour soulager ses difficultés.

 

Je constate que, lorsque nous avions reçu M. Bergen en commission spéciale sur la crise financière, il nous avait dit que la situation était sous contrôle et réglée à la KBC. Il n'en est évidemment rien! De plus, il y a un observateur du gouvernement belge auprès de la KBC, M. Wunsch, qui est le chef de cabinet du ministre des Finances. Enfin, la CBFA a également pour mission de vérifier l'état de la situation.

 

Monsieur le premier ministre, quel est le degré exact d'information des autorités dans tout cela? N'y avait-il pas lieu de faire modifier la communication de la KBC? Quand les informations ne sont pas tout à fait exactes, cela joue sur l'économie générale du pays. Le gouvernement avait-il les moyens d'intervenir plus tôt et d'éviter ce qui s'est passé?

 

Dans la procédure qui est en cours, est-il envisageable que l'État entre dans le capital de la KBC?

 

Quel sera l'impact pour le contribuable, pour le budget en général, de cette nouvelle intervention?

 

01.04  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Geachte premier, als een donderslag bij heldere hemel, zo kwam de berichtgeving over de nieuwe reddingsoperatie van KBC aan. Voor de derde maal in acht maanden kwam de bank haar hand ophouden bij de overheid. Dat is wellicht een triest wereldrecord. Men zou denken dat na drie reddingsoperaties, drie inspanningen van de overheid, die laatste ook stevig grip zou hebben op die bank. Wanneer men echter de communicatie van vanochtend van KBC zelf bekijkt, dan rijzen er toch wel een aantal vragen. De overheid riskeert nu 15 miljard euro verlies te lijden – corrigeer mij straks gerust als ik een en ander fout mocht hebben geïnterpreteerd – in ruil voor 800 miljoen aan risicopremies en een handvol KBC-aandelen. We wachten op dividenden, waarvan we niet weten wanneer die voor het eerst zullen worden uitgekeerd.

 

Geachte premier, enkele weken geleden stonden wij hier ook voor de Kamer om het rapport van de bankencommissie voor te stellen. Daar kwam André Bergen verklaren dat zijn bank uit het woelige vaarwater was verdwenen, dat er geen echt grote problemen meer waren. In die bankencommissie werd de piste voorgesteld van een good bank in plaats van een bad bank, waarbij de overheid in plaats van de slechte activa te waarborgen de goede activa zou waarborgen. Dat was de aanbeveling van meerderheid en oppositie. Luttele weken nadat het rapport is verschenen, zien we echter een andere weg.

 

De vraag is waar die eindigt. Hoever kan men het risico dat de belastingbetaler op zich moet nemen, nog strekken? Ik had graag enkele antwoorden, niet alleen op deze vragen, maar ook met betrekking tot de rol van de toezichthouder hier, de aanbevelingen en het rapport van de bijzondere bankencommissie en wat de regering nu eigenlijk krijgt voor de risicopositie van meer dan 20 miljard euro die ze nu heeft ingenomen.

 

01.05  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik sluit mij aan bij de vragen om verduidelijking die door de collega’s zijn gesteld. Ik zal die dus niet herhalen. Een bijkomende vraag is die naar de werkzekerheid voor KBC-medewerkers. In hoeverre wordt die gegarandeerd? Wat zijn de beslissingen die ter zake de voorbije 48 uur zijn genomen?

 

Bovendien heb ik de premier laten weten dat ik ook een vraag zou stellen over Dexia, meer specifiek over de reactie die we van de voorzitter van de raad van bestuur van Dexia mochten horen op het ogenblik waarop de vakbonden die worden geacht het personeel dat zij vertegenwoordigen, te verdedigen, horen dat er 900 jobs worden geschrapt en dat wordt beslist dat 15 procent bijkomend moet worden bezuinigd.

 

De voorzitter van de raad van bestuur van Dexia zegt dan dat de vakbonden in hetzelfde bedje ziek zijn, want zij durven te vragen op welke basis de ceo 20 procent meer verdient dan de vorige ceo. Ik vond dat nogal vreemd te horen van de voorzitter van de raad van bestuur van Dexia, vooral omdat het gewezen eerste minister Dehaene is, die naar ik dacht van ACV-strekking was. Ik vond dat getuigen van een bepaalde hooghartigheid, eerlijk gezegd, die toch het vermelden waard is.

 

Ik wil vooral van de premier weten of de overheid de twee bestuurders van de overheid in de raad van bestuur van Dexia effectief de opdracht heeft gegeven om het remuneratieverslag van de raad van bestuur goed te keuren, zodat die loonsverhoging of die 20 procent meer loon voor de heer Mariani effectief door de overheid wordt gesteund.

 

01.06 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, collega's, de federale regering is, in tegenstelling tot wat enkele uren nog werd gezegd, snel en in alle sereniteit overgegaan tot een derde overheidsinterventie voor KBC. De bank werd immers geconfronteerd met ontwikkelingen op de financiële markten die de overheid ertoe noopten samen met KBC een coherente en evenwichtige oplossing uit te werken.

 

Ik zal u niet lastigvallen met allerhande technische details, maar ik zal onvermijdelijk een aantal vaktermen moeten gebruiken. In essentie komt het hierop neer. Toen de KBC enkele maanden geleden een geruststellende boodschap uitstuurde over de risico's op haar portefeuille gestructureerde kredietproducten, vooral over de zogenaamde CDO's, schuldpapier waaraan een onderpand is gekoppeld, ging ze ervan uit dat een deel van de portefeuille voor een nominaal bedrag van 14,4 miljard euro geen reëel risico had. Ze had daarvoor immers een verzekering gesloten bij de Amerikaanse kredietverzekeraar MBIA met een uistekende reputatie, die het debiteurenrisico integraal afdekte.

 

Sinds het uitbreken van de financiële crisis bestaan er echter niet veel zekerheden meer. MBIA kondigde in februari 2009 een controversiële herstructurering aan en kwam in woelig water terecht. Daardoor rezen er twijfels over de waarde van de verzekering van MBIA. Als gevolg daarvan moet KBC nu de boekwaarde van die portefeuille aanpassen door een bijkomende voorziening aan te leggen. Ook voor een andere CDO-portefeuille van nominaal 5,4 miljard euro dienen bijkomende voorzieningen te worden aangelegd.

 

Dergelijke voorzieningen tasten op hun beurt het eigen vermogen aan. Daarom heeft KBC aan de federale regering gevraagd of ze tegen betaling bereid was om een garantie te verstrekken op een CDO-portefeuille met een oorspronkelijk waarde van nominaal 22,5 miljard euro en die op 31 december 2008 in de boeken van de bank op 18,4 miljard euro werd gewaardeerd.

 

Chers collègues, ces dernières semaines, le comité de pilotage, qui assiste le gouvernement dans la gestion de la crise financière, s'est réuni régulièrement et dans la plus grande discrétion au sujet de KBC. Pour le gouvernement, il importait de veiller à ce que les conditions de la nouvelle intervention, sur laquelle je reviendrai dans quelques instants, soient en grande partie comparables aux conditions offertes à Fortis banque et à Dexia.

 

Il s'agit d'un point de départ évident, mais qui n'est pas facile à réaliser en pratique, parce que les caractéristiques des portefeuilles garantis sont tout à fait différentes. Le comité de pilotage et le gouvernement ont dû répondre à toute une série de questions. J'en cite quelques-unes:

- Quels sont les risques du portefeuille assuré?

- Quelle couverture l'assurance MBIA peut-elle encore offrir?

- Quelle sera l'influence de toute l'opération sur la solvabilité du groupe KBC?

 

De eerste verliezen, tot een bedrag van 5,7 miljard, worden gedragen door KBC zelf. Daarvan is al 4,1 miljard afgeboekt op 31 december 2008. Ik beschik over geen andere cijfers dan deze, mijnheer Jambon. Indien de verliezen hoger oplopen en KBC aan de overheid vraagt om bij te springen, dan gebeurt dat, voor een volgende tranche van 2 miljard, via een kapitaalverhoging waarbij de federale overheid KBC-aandelen verwerft. KBC moet trouwens de overheid vergoeden voor dit engagement tot kapitaalverhoging. Het overblijvende risico, tot slot, wordt gedekt door de federale overheid. Indien deze laatste waarborg ooit zou worden aangesproken, betaalt de overheid in cash voor deze globale garantieregeling en betaalt KBC uiteraard marktconforme premies.

 

Voor de volledigheid vermeld ik nog dat KBC tevens haar trekkingsrecht zal uitoefenen op de resterende 1,5 miljard bij het Vlaams Gewest. U zult zich herinneren dat de federale overheid in de herfst van vorig jaar al 3,5 miljard euro heeft ingebracht in KBC, in de vorm van hybride kapitaal, en dat de Vlaamse overheid begin dit jaar, volgens dezelfde formule, voor 2 miljard euro ter beschikking heeft gesteld, met de mogelijkheid voor KBC om nog eens 1,5 miljard op te vragen.

 

Het gaat om aanzienlijke bedragen, maar voor alle duidelijkheid wil ik toch onderstrepen dat het om een garantieregeling gaat. De staatsschuld wordt er niet door verhoogd, op voorwaarde dat de waarborg niet effectief wordt aangesproken. De staatsschuld verhoogt alleen wanneer de premies te gering zouden zijn. Voor de begroting gaat het op korte termijn over extra inkomsten.

 

Wat Dexia betreft, mijnheer Tuybens, verwijs ik naar het antwoord dat ik hier op 23 april heb gegeven, op een mondelinge vraag van de heer De Man. Ik heb daar trouwens niet veel aan toe te voegen.

 

U moet de heer Dehaene zelf ondervragen over zijn uitlatingen. Het is toch interessant om te weten dat de vergoeding van de voorzitter van de raad van bestuur van de Dexia Groep vandaag een kwart bedraagt van die van zijn voorganger die onder een ander beleid is aangesteld. Ik verwijs naar mijn antwoord dat ik destijds aan de heer De Man heb gegeven.

 

Het dossier, mijnheer Verherstraeten, wordt bezorgd aan de Europese Commissie. Ik heb eergisterenavond en vandaag trouwens al contact gehad met mevrouw Kroes om haar op de hoogte te brengen van dit dossier. Zij zal moeten nagaan of de regels inzake concurrentie en staatssteun worden geëerbiedigd.

 

Pour ce qui est de la CBFA, le ministre des Finances fournira une réponse complète, peut-être devant la Chambre mais au moins au Sénat. Je renvoie donc à la réponse qu'il fournira.

 

De Bankcommissie heeft, zodra zij op de hoogte was van die evolutie, aan de KBC gevraagd om een risicoanalyse uit te voeren en de financiële impact daarvan te becijferen. Tevens werd de beoordeling van een erkende revisor gevraagd.

 

KBC heeft daarop de financiële situatie van MBIA verder onderzocht, inclusief door middel van een bezoek ter plaatse. Het resultaat daarvan zijn de belangrijke afboekingen in het eerste kwartaal van 2009.

 

Afin d'examiner si la KBC a respecté ses obligations réglementaires en termes d'information financière, il convient de se référer aux obligations en matière d'information privilégiée prévues par les directives européennes. Une telle information est une information qui n'a pas été rendue publique, qui a un caractère précis et qui serait susceptible d'influencer de façon sensible le cours des instruments financiers concernés. Une information privilégiée n'existe donc que dès lors qu'elle est suffisamment précise.

 

Les difficultés de MBIA ont dû être évaluées, leur impact modélisé et discuté au sein du comité d'audit de la société, avec des commissaires réviseurs, avant de pouvoir constituer une information précise.

 

Tot slot, deze nieuwe staatsinterventie herinnert ons eraan dat de financiële en economische crisis jammer genoeg niet voorbij is, ook al tekent zich op economisch vlak een geleidelijke stabilisering af.

 

Ik prijs me dan ook gelukkig dat het Fortisdossier is afgerond. Dat is een zorg minder voor de overheid. Voor het overige blijft de regering de lijn aanhouden die zij vanaf de eerste dag van de financiële crisis heeft uitgezet: de stabiliteit verzekeren van het financiële systeem, de spaarders beschermen en binnen de grenzen van wat budgettair haalbaar is al het mogelijke doen om de relance van onze economie te bevorderen.

 

Ik meen te mogen zeggen dat de regering in haar opdracht is geslaagd: een evenwichtige oplossing vinden voor een acute uitdaging, rekeninghoudend met de belangen van de klanten, spaarders en personeelsleden van de bank, de belangen van de KBC en haar aandeelhouders, en rekeninghoudend met onze aandeelhouders, de Belgische belastingbetalers.

 

KBC staat nu voor de moeilijke opdracht om geleidelijk het vertrouwen van de markt te herwinnen. Wij geloven dat dit met de hand die de federale en andere overheden hebben aangereikt, zal lukken.

 

De voorzitter: Collega's, dit is een minidebat en ik geef dus eerst het woord aan mevrouw Pas, vervolgens aan de heer Daems.

 

Mijnheer Mayeur, u vraagt het woord?

 

01.07  Yvan Mayeur (PS): Monsieur le président, compte tenu de la réponse du premier ministre, le ministre des Finances ne pourrait-il pas nous communiquer maintenant les éléments qui relèvent de sa compétence? La question portant sur les "stress tests", il serait préférable d'entamer la discussion générale en présence du ministre des Finances, de manière à ce qu'il puisse aussi apporter des précisions.

 

De voorzitter: Ik stel voor om eerst aan andere sprekers de kans te geven. Vindt u dat goed, mevrouw Pas en mijnheer Daems? Dan krijgt u de kans te repliceren. De regering zal daarna uitmaken wie namens haar een eventuele slotrepliek zal geven.

 

01.08  Barbara Pas (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, laat ons hopen voor de werknemers en voor de beleggers en spaarders dat het “derde keer, goede keer” is voor KBC. De garanties die vandaag worden gegeven, zijn broodnodig.

 

Het is echter wel opvallend dat de redding van KBC een heel andere aanpak meekrijgt dan de redding van Dexia. Bij de redding van Dexia waren meteen alle aandeelhouders aangesproken en werd een ruime borgstelling afgesproken. Bij KBC werd volgens het voorzichtigheidsprincipe veel zuiniger en in schijfjes gewerkt.

 

De garanties zijn broodnodig. Het is dus goed dat zij er vandaag zijn. Er moeten echter ook lessen worden getrokken uit de zaak. Toen begin 2008 de topman van KBC, André Bergen, door het weekblad Trends tot manager van het jaar werd uitgeroepen, schreven de commentatoren verheugd dat de topman van KBC aan de “K” van KBC een andere betekenis had gegeven. De “K” stond niet langer voor “kerktoren” maar voor “kosmopolitisme”.

 

Wij hebben er in de bijzondere commissie betreffende de bankencrisis al op gewezen dat internationalisering en mondialisering wel degelijk gevaren inhouden. Wij moeten daarvan vandaag de gevolgen dragen.

 

Wij, Vlaamsnationalisten, staan erg kritisch tegenover het blinde geloof in de veronderstelling dat steeds grotere verbanden en instellingen per definitie ook grotere voordelen opleveren. Wij stellen vandaag vast dat uitgerekend de banken die in hun internationale transacties heel voorzichtig zijn geweest, het minst beschadigd uit de hele bankencrisis komen.

 

Ook KBC bewijst het tegendeel. De afboekingen van eind 2008 en begin 2009 hadden louter op Oost-Europese producten betrekking. Ook vandaag is er een probleem met de verzekerde producten, omdat de Amerikaanse verzekeringsmaatschappij niet meer deugt.

 

Wij pleiten er dus voor om uit alle internationale avonturen van de voorbije jaren duidelijke lessen te trekken.

 

Voor ons is de conclusie dat KBC toch beter de bank “van hier” was geweest. Laat KBC dan ook in Vlaanderen verankeren, met een open geest naar Europa.

 

01.09  Hendrik Daems (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, premier, ik dacht te repliceren maar zal er meteen een vraag aan toevoegen.

 

Het gevoelen dat ik krijg bij dit dossier is er een van het probleem aanpakken als het zich stelt want we kunnen het voordien niet zien. Dat gevoel maakt het voor iedereen in dit halfrond en, naar ik aanneem, ook binnen de regering toch soms ongemakkelijk.

 

Ik neem het voorbeeld waar we voor staan. Een aantal interessante, renderende producten werden herverzekerd in een AAA. In Amerika stuikt dat ding in mekaar. Wie moet de gebroken potten lijmen? Wij, hier.

 

We moeten toch vaststellen dat wij op de globale problematiek, althans op korte termijn, te weinig zicht hebben, zeker vanuit het Parlement, naar ik aanneem wel meer vanuit de regering en de opvolgingscommissie, maar toch.

 

Eén randbemerking. De vraag kan toch worden gesteld waar de rapportering van het CBFA steeds blijft. We zouden toch mogen verwachten dat de CBFA dichter op de bal speelt. De indruk die ik althans krijg, is dat daar toch een beetje afstand van de realiteit bestaat. Dat kan ook ingegeven zijn door het internationaal gegeven.

 

Los van de antwoorden die u hebt gegeven en los het belang van het garanderen van stabiliteit voor zowel de spaarders, het personeel als de kredietnemers, is mijn concrete vraag de volgende.

 

Mijnheer de eerste minister, zou het niet nuttig zijn om in de schoot van de commissie voor de Financiën een opvolgingscommissie op te richten? Geef toe, niemand in dit halfrond weet vandaag nog welke totale verzekeringen er werden gegeven, hoeveel de inkomsten en uitgaven voor de Staat bedragen, hoe fel ons budget geëngageerd is. We moeten dat mondjesmaat, telkens opnieuw, vragen aan de minister van Financiën of aan de staatssecretaris van Begroting, die dat altijd heel waarheidsgetrouw meedelen.

 

Mijn enige vraag, los van het dossier, is of het toch niet nuttig is – uiteraard met de nodige discretie –, een opvolgingscommissie te installeren waar wij die problematiek kunnen bekijken? In die opvolgingscommissie kunnen wij bijvoorbeeld ook garanderen dat er geen concurrentievervalsing komt tussen de verschillende banken – het gaat immers om meerdere dossiers –, want dat is het laatste wat we willen.

 

Dat wij enerzijds de banken helpen, is normaal. Zij vormen de draaischijf van onze economie en onze samenleving. Wij mogen echter geen perturbaties creëren. Dit is ook een concrete vraag aan u, voorzitter. Het lijkt mij verstandig om die commissie zo snel mogelijk te installeren met voor mijn part een contractuele discretieplicht van de leden.

 

De voorzitter: Werk dit even uit, mijnheer Daems, en dan is dit misschien iets voor de volgende Conferentie van de voorzitters.

 

01.10  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de eerste minister, hartelijk dank voor uw duidelijke antwoorden. Ik heb toch nog twee elementen die ik zou willen toevoegen.

 

Ten eerste, ik deel het ongemakkelijke gevoel van de heer Daems daar waar hij zei dat wij altijd achter de feiten aanlopen. Dit is geen verwijt aan de regering. Ik blijf herhalen dat er vanuit de Belgische Staat een ernstige audit moet gebeuren van de financiële instellingen waarin de Staat participeert. Op die manier kunnen wij misschien ervoor zorgen dat wij vóór de feiten kunnen handelen en niet altijd erna.

 

Bij het tweede element voel ik mij nog ongemakkelijker, mijnheer de eerste minister. U hebt hier bevestigd dat de federale Staat zal tussenbeide komen en aandeelhouder zal worden van KBC. U hebt verwezen naar het Fortis-dossier dat werd afgerond. Ik hoop het KBC-dossier niet op dezelfde manier zal worden afgerond, namelijk een zoveelste uitverkoop aan de Franse Staat.

 

01.11  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de eerste minister, ik dank u en alle leden van de regering voor het snelle en serene antwoord dat u hebt gegeven op dit plotse en acute probleem. Van KBC, collega's, verwacht ik dat zij, mede dankzij de steun, haar rol als kredietverstrekker aan gezinnen en bedrijven maximaal zal blijven spelen.

 

Collega's, sommigen in dit Huis geven deze regering de kritiek dat zij niet bestuurt. De feiten spreken dit tegen. Ook dit dossier spreekt dit tegen. Ik denk bijvoorbeeld aan het relanceplan waarin wij hebben beslist over sociale uitkeringen en fiscale maatregelen zoals de verlaging van de btw in de bouw. Ik denk ook aan de begroting. Wij laten op dat vlak weliswaar de koord vieren, maar minder dan in andere Europese landen zodat ook sociale maatregelen kunnen worden genomen. Ik denk aan het interprofessioneel akkoord waarbij wij kostenmatigend sociaal kunnen zijn. Ik denk ook aan maatregelen met betrekking tot de tijdelijke werkloosheid voor bedienden. Jarenlang is dit probleem onopgelost gebleven. De sociale partners konden hierover geen akkoord bereiken.

 

Ook dit dossier toont dit eens te meer aan. Deze regering toont dat ze sterk is in moeilijke tijden.

 

01.12  Yvan Mayeur (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, encore une fois, l'État intervient pour sauver les banques!

 

Je tiens quand même à attirer l'attention sur le fait que cela est moins naturel que cela semble l'être! Cela a d'ailleurs été mis en évidence dans la commission spéciale sur la crise financière lors des discussions que nous avons eues au sujet de la crise.

 

Par ailleurs, je regrette que nous n'ayons pas eu de réponse maintenant quant au rôle de l'observateur de l'État et de la CBFA. Toutefois, si je comprends bien, l'information a dû être transmise au comité de pilotage, ce qui correspond d'ailleurs à une recommandation émise par notre commission.

 

Je voudrais mettre l'accent sur la mise en œuvre rapide des propositions qui figurent dans les conclusions de notre commission parlementaire. En effet, des mesures doivent être prises dès aujourd'hui. En outre, j'estime qu'il ne faut pas attendre que des évènements surviennent pour réagir. Une réponse globale doit être apportée.

 

La création d'une commission de suivi, évoquée par mon collègue Hendrik Daems, est reprise dans les recommandations que nous avons faites. Notre assemblée doit mettre sur pied une commission chargée de suivre la situation des banques et la manière dont l'État répond et réagit à la situation et à l'évolution des marchés et leur impact sur la situation financière belge. En la matière, des éléments doivent être pris en considération et des mesures doivent être mises en œuvre.

 

01.13  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, geachte collega Verherstraeten, ik heb gemerkt dat CD&V het begrip “wishful thinking” tot nieuwe hoogten heeft gebracht.

 

De hamvraag blijft hoeveel lijken er nog uit de kast zullen vallen. De overheid draagt 90 procent van de risico’s, zoals daarnet voorgelezen en engageert zich voor meer dan 17 miljard op 20 miljard euro met beperkte tegenvergoeding; de verwatering van de aandeelhouders blijft beperkt door middel van een waarborg met geld van de belastingbetaler. De analyse van de KBC-deal komt, kort gezegd, neer op een maximum aan risico voor de belastingbetaler en een maximum aan winst voor de aandeelhouder. Dat, en dat alleen, is vast te stellen in het persbericht van KBC.

 

U hebt verwezen naar de MBIA. Daarover wil ik het volgende zeggen. Via de MBIA heeft KBC zijn producten verzekerd en herverzekerd door middel van hightechhoogstandjes om deze van zijn balans te houden. Nu moeten ze terugkomen op die balans omdat de MBIA in de problemen zit. Het gevolg is dat men meteen naar de overheid moet stappen en zijn hand moet ophouden voor al de hightechhoogstandjes waarmee men al die jaren aan de slag is gegaan. Opnieuw een ondersteuning van het rapport dat de bijzondere onderzoekscommissie heeft opgesteld.

 

Ik heb er daarnet naar verwezen en ik verwijs opnieuw naar de piste van de good bank. Wil onze overheid alstublieft een langetermijnvisie ontwikkelen over hoe dit soort problemen zullen worden aangepakt? Dit lijk is uit de kast gevallen en ik vrees, net zoals collega Daems daarnet zei, dat er nog zullen volgen. Het ernstig uitwerken van een good bank zal het risico voor de belastingbetaler beperken en zal de overheid in staat stellen dit soort problemen helemaal anders aan te pakken.

 

Ik stel de regering dan ook voor om dringend het rapport van de bijzondere bankencommissie te lezen. Het begint er hoe langer hoe meer op te lijken dat de banksector waarmee wij in dit land zijn opgezadeld, een zwart gat is dat al het geld van deze regering aanzuigt.

 

01.14  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik heb zoals u zelf hebt gehoord, twee vragen gesteld. Ik heb op die twee vragen geen antwoord gekregen. Ik heb de premier gevraagd naar de situatie inzake tewerkstelling en werkzekerheid bij KBC. Uit zijn niet-antwoorden heb ik begrepen dat de overheid het niet nuttig of niet nodig acht om in dergelijke operaties de werkzekerheid op de agenda te zetten. Het is niet zo dat ik eraan twijfel of dit bij KBC specifiek voor problemen zou zorgen, maar ik vind het wel zeer belangrijk dat de overheid het signaal geeft dat in deze zaak wel degelijk vragen mogen worden gesteld omtrent de werkzekerheid en dat het niet alleen een kwestie is van een vergoeding te verkrijgen.

 

Ik heb ook een vraag gesteld over de uitspraak van de heer Dehaene, specifiek met betrekking tot de verloning van de heer Mariani. Mijnheer de eerste minister, ik haal dat niet uit de lucht; in de aanbevelingenlijst van de bijzondere kamercommissie staat onder nummer 98 dat de superviserende autoriteit specifieke bevoegdheden moet krijgen voor de remuneratie. Mijn vraag was dan ook heel uitdrukkelijk of de twee leden van de overheid in de raad van bestuur van Dexia effectief de opdracht hebben gekregen van de regering om het loon van de heer Mariani goed te keuren. Ik heb daarop geen antwoord gekregen en ga ervan uit dat dit niet is gebeurd. Dat staat dan wel in schril contrast met de aanbevelingen van de commissie.

 

Bovendien wijs ik u er nogmaals op dat het volgens de heer Cortebeeck een kwestie van "sérieux" is dat er eindelijk iets gebeurt op het vlak van de toplonen. Welnu, ik kan slechts vaststellen dat de aanbevelingen van het ACV beter zouden behartigd worden met meer sp.a dan met meer CD&V.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Tinne Van der Straeten aan de eerste minister over "de overname van SPE door EDF" (nr. P1069)

- mevrouw Katrien Partyka aan de eerste minister over "de overname van SPE door EDF" (nr. P1070)

- de heer Philippe Henry aan de eerste minister over "de participatie van EDF in SPE-Luminus" (nr. P1071)

- de heer Willem-Frederik Schiltz aan de eerste minister over "de overname van SPE door EDF" (nr. P1088)

- de heer Jean-Luc Crucke aan de eerste minister over "de overname van SPE door EDF" (nr. P1089)

02 Questions jointes de

- Mme Tinne Van der Straeten au premier ministre sur "la reprise de SPE par EDF" (n° P1069)

- Mme Katrien Partyka au premier ministre sur "la reprise de SPE par EDF" (n° P1070)

- M. Philippe Henry au premier ministre sur "l'implication d'EDF dans SPE-Luminus" (n° P1071)

- M. Willem-Frederik Schiltz au premier ministre sur "la reprise de SPE par EDF" (n° P1088)

- M. Jean-Luc Crucke au premier ministre sur "la reprise de SPE par EDF" (n° P1089)

 

02.01  Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de eerste minister, begin deze week werd het nieuws bevestigd dat EDF SPE zal overnemen. De Belgische elektriciteitsmarkt is dus nu verdeeld tussen twee spelers, een hele grote en een iets minder grote.

 

Een nog belangrijker vaststelling is dat de aandelen van die twee spelers in grote mate in handen zijn van de Franse overheid. Ik stel dan ook de vraag of dat onze elektriciteitsmarkt wel ten goede zal komen. Het is immers niet duidelijk of bedrijven die dezelfde hoofdaandeelhouder hebben, staan te trappelen om mekaar sterk te beconcurreren.

 

Ik lees, nogal prozaïsch, in de beleidsnota van de heer Magnette dat de regering resoluut werk zal maken van de concurrentie in de productie en van lagere prijzen. Ik ga ervan uit dat de regering nog altijd van plan is om werk te maken van die concurrentie. Het enige wat ze tot nu toe echter heeft gedaan, is de CREG meer bevoegdheden geven om de markt te monitoren en tal van observatoria oprichten: een prijsobservatorium van de heer Van Quickenborne, een energieobservatorium van de heer Magnette, een marktobservatorium, dat dan nog eens bij de Europese Commissie ligt.

 

Dat is veel toekijken, maar heel weinig doen. Het lijkt alsof de energiemix wel belangrijk is – nog een cadeau voor Frankrijk –, maar de elektriciteitsmarkt opsplitsen, meer concurrentie en lagere prijzen zijn geen prioriteiten voor deze regering.

 

Ik verneem graag of er overleg werd gepleegd met de Europese Commissie, zoals de heer Van Quickenborne had aangekondigd. Is er overleg geweest met de Franse Staat? Bent u de mening toegedaan dat onze elektriciteitsmarkt heel sterk geconcentreerd is? Bent u van plan om daaraan iets te veranderen? Meent u dat de intrede van EDF de concurrentie ten goede zal komen? Ten slotte, zal de regering zich verzetten tegen de almaar verdergaande concentratie? Welke initiatieven werden daarvoor al genomen?

 

02.02  Katrien Partyka (CD&V): Mijnheer de eerste minister, ik wil u een vraag stellen over de overname van SPE door EDF.

 

De liberalisering van onze energiemarkt is niet echt een succesverhaal. Verschillende rapporten van de Europese Commissie en het IMF wijzen op een gebrek aan concurrentie en aan competitieve prijzen in België.

 

Het is ook in die context dat in het regeerakkoord stond dat er absoluut werk moest worden gemaakt van betere concurrentievoorwaarden met het oog op redelijke prijzen voor de consumenten.

 

Deze week werd 51 procent van SPE overgenomen door Electricité de France, dat voor 85 procent in handen is van de Franse Staat en dat in België als dominante speler op de markt Suez-Gaz de France zal vinden, dat voor 35 procent in handen is van de Franse Staat. De belangrijkste vraag is of de komst van EDF zal leiden tot meer concurrentie en dus tot betere prijzen voor de consumenten. Ik denk dat minstens toch wat voorzichtigheid op zijn plaats is.

 

Hebt u concrete aanwijzingen dat de komst van EDF een goede zaak zal zijn voor de concurrentie op de energiemarkt in België?

 

De gemeenten hebben nog altijd 43 procent van de aandelen van SPE in handen. Uw collega Peeters roept de Vlaamse en Waalse gemeenten vandaag op om de Belgische belangen in dat energiebedrijf te verankeren en te verdedigen.

 

Ook in Nederland zien wij een soortgelijke problematiek. De tegenhanger van het Belgische VBO in Nederland vraagt aan de regering-Balkenende om een moratorium in te stellen op de verkoop van hun aandelen in de energiebedrijven Nuon en Essent, om ook een Nederlandse verankering te garanderen. Wat is uw standpunt? Moeten de gemeenten een rol spelen in een nationale verankering?

 

Hoe zult u concreet op een correcte marktwerking toezien? Ik verwijs naar de CREG. Zal de Raad voor de Mededinging een rol spelen? Zal de regering effectief een onderzoek vragen bij de Europese Commissie, zoals uw collega Van Quickenborne heeft aangekondigd?

 

02.03  Philippe Henry (Ecolo-Groen!): Monsieur le premier ministre, l'annonce de la reprise par EDF de la SPE est une nouvelle étape dans l'évolution de notre paysage énergétique dont je ne sais si on peut le qualifier encore de belge puisque cela va porter à 86% l'alimentation électrique française de notre pays. Je ne peux m'empêcher de sourire quand on nous dit qu'on a besoin de conserver du nucléaire pour garantir notre indépendance énergétique.

 

La première chose que je voulais vous demander, c'est votre analyse de la situation et celle du gouvernement. Êtes-vous au moins d'accord avec nous pour constater l'existence d'un problème majeur de manque de concurrence et de diversification dans ce marché?

 

Surtout, je voulais savoir comment vous avez agi ou allez-vous agir en termes de contacts avec EDF, l'État français ou la Commission européenne? En effet, j'ai lu dans la presse que le ministre Van Quickenborne souhaitait qu'on demande à la Commission européenne une enquête sur ce manque de concurrence sur le marché belge. Est-ce la position du gouvernement? Cela a-t-il été suivi d'effets? Cette demande a-t-elle été transmise à la Commission européenne? Une étude sera-t-elle commandée?

 

En outre, avez-vous entrepris d'autres actions? Ce sont des enjeux très sensibles pour notre stratégie énergétique nationale et aussi pour les intérêts des consommateurs, en termes de prix et de garantie d'alimentation en énergie.

 

02.04  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, iedereen voelt met zijn ellebogen aan dat de verkoop van SPE aan EDF geen goede zaak is.

 

Juridisch is de situatie echter niet zo evident. Er is de Europese fusierichtlijn die minister Van Quickenborne op zijn weg helaas zal aantreffen. Nochtans ben ik verheugd dat de regering bij monde van minister Van Quickenborne op zijn minst de Europese Commissie op het probleem attent maakt.

 

Het probleem is tweezijdig. Enerzijds proberen wij in België meer concurrentie en meer spelers op de markt te krijgen. Anderzijds is er de stijgende noodzaak van een Europees energiebeleid dat niet aan lidstaten is gebonden.

 

De Franse Staat neemt stelselmatig participaties in energiebedrijven en lijkt zich als het ware op zichzelf terug te plooien. Dat is een bijna protectionistische maatregel, zij het via de weg van de marktmechanismen.

 

Mijnheer de minister, mijn vragen zijn de volgende.

 

Ten eerste, hoe schat u voornoemde evolutie in?

 

Ten tweede, ten tijde van de Pax Electrica werd duidelijk gesteld dat Electrabel een contingent nucleaire energie moest afstoten. Daartoe werd SPE gevonden dat het contingent kon inkopen. Er werd echter de voorwaarde aan gekoppeld dat de tweede of de derde speler geen nucleaire producent mocht zijn. EDF is dat uiteraard wel. Wat gebeurt er bijgevolg met de Pax Electrica? Wat schiet daarvan nog over?

 

Le président: Je donne la parole à M. Crucke qui avait une question similaire à l'attention de M. Van Quickenborne.

 

02.05  Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, ma question était effectivement adressée au ministre de l'Économie et faisait suite aux déclarations du week-end relatives à la reprise de SPE Luminus par EDF. Il s'agit en soi d'un événement industriel; un recours aurait été introduit auprès de la Commission européenne et poserait problème. Monsieur le premier ministre, pouvez-vous le confirmer?

 

Sachant que l'État français se cache derrière EDF, j'imagine qu'il y a eu des contacts avec l'État français pour garantir la continuité des règles existantes sur le marché belge. C'est en effet surtout cela qui est intéressant pour le consommateur! Monsieur le premier ministre, pouvez-vous aujourd'hui nous donner ces garanties?

 

02.06 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, waarde collega’s, de Belgische energiemarkt werd opengesteld in 2003 met een uittreden van Electrabel en SPE uit het Controlecomité voor Gas en Elektriciteit. De keuze voor liberalisering die toen werd gemaakt gaat onvermijdelijk gepaard met een terugdringen van de impact van de nationale regeringen op de bewegingen tussen nutsbedrijven.

 

De ruiloperatie, want daarover gaat het, tussen EDF en Centrica is in de eerste plaats een zaak van bedrijven en tussen bedrijven. Deze operatie houdt geen uitverkoop aan het buitenland in. Het betrokken aandeel is sinds 2005 in handen van buitenlandse bedrijven.

 

De overige 49 procent is in handen van Belgische gemeenten en Belgische financiële instellingen. Zij krijgen de mogelijkheid om meer te verkopen of om te behouden. Via deze aandelen kan met andere woorden worden geopteerd voor een Belgische verankering. Het is hun keuze. Op die manier hebben zij zelfs een blokkeringminderheid.

 

Wie kiest voor liberalisering moet die ook voltrekken. Veel concurrentie hebben wij echter in de jaren na 2003 niet gezien. Electrabel blijft met voorsprong de grootste. Het kleinere SPE heeft zich gaandeweg minimaal versterkt maar had tot op heden weinig concrete groeiperspectieven, onder meer door een gebrek aan een stabiel aandeelhouderschap enerzijds en anderzijds door het ontbreken van een langetermijnvisie. Andere noemenswaardige producenten zijn er in de afgelopen jaren niet bijgekomen.

 

Er moeten nieuwe producenten op de Belgische markt treden die in staat zijn een tegengewicht te vormen aan de grootste producent. Deze moeten bereid en capabel zijn om in België duurzaam te investeren en te groeien. EDF kan die troeven hebben. Het is van een kaliber dat gelijkwaardig is aan dat van Suez-Electrabel. EDF is de grootste nucleaire producent wereldwijd en de grootste in Frankrijk, de tweede in Italië en de derde in Duitsland. In Frankrijk, ondanks het gemeenschappelijk aandeelhouderschap, is EDF de sterkste concurrent van Suez. Waarom zou dat in België niet kunnen?

 

Daarnaast heeft EDF een investeringsplan in België op langere termijn. Er zijn concrete plannen om naast de verwerving van bestaande capaciteit nieuwe centrales te bouwen en te investeren in hernieuwbare energie. Tot op heden vertoonde Centrica deze intenties niet.

 

Verder heeft EDF op dit ogenblik reeds een beperkt klantenbestand in ons land en een beperkt nucleair aandeel. EDF start dus niet van nul.

 

EDF a les cartes en mains pour offrir de la concurrence sur le marché belge; c'est ce à quoi nous nous attendons. Bien évidemment, le dossier doit être suivi de très près. Le fait que l'État français soit actionnaire tant d'EDF que du producteur historique doit inciter les autorités à faire preuve de davantage de vigilance.

 

Comme je l'ai déjà dit, en France, EDF mène déjà une rude bataille avec Suez. Un actionnaire commun n'est donc pas automatiquement synonyme de concentration.

 

En première instance, il faudra de toute manière notifier cette opération à la Commission européenne, conformément au droit européen. La Commission procèdera à un examen ex ante pour évaluer si d'éventuels problèmes risquent de se poser en termes de concurrence. La Commission approuvera ou désapprouvera cette opération. Elle pourra également proposer des mesures à prendre en complément des remèdes, comme cela a été fait dans le cas de la fusion GDF-Suez.

 

La proposition du ministre Van Quickenborne visant à un examen par la Commission est donc en tout cas d'application.

 

Kortom, voor zover men spreekt over verankering is er een belangrijke verantwoordelijkheid voor de Belgische gemeenten en financiële instellingen die een belangrijk aandeel behouden. EDF kan een tegenspeler voor Suez zijn. De CREG kan een heel belangrijke rol spelen.

 

Je compte expressément sur le régulateur énergétique belge, la CREG, qui vient d'être renforcé sur ce plan par la loi portant des dispositions diverses du 8 juin 2008.

 

Finaal zal de Commissie moeten oordelen of alle voorwaarden van de faire concurrentie zijn vervuld.

 

02.07  Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor het antwoord. De heer Verherstraeten zei daarnet: sterk in moeilijke tijden. Het lijkt wel alsof dat wil zeggen: vooral de andere kant opkijken, of België verder verzwakken.

 

Ik denk dat het essentieel is dat de mededingingsautoriteiten in ons land worden versterkt om hierop toe te kijken, maar dat ook een engagement wordt genomen en meer nog, concrete voorstellen worden uitgewerkt om een daadwerkelijke mededinging op onze markt te realiseren. Alleen daarvoor vertrouwen op EDF is zeer vrijblijvend en garandeert op geen enkele manier dat er meer concurrentie zal zijn zolang er een dominante speler is met een dominante macht waaraan niets wordt gedaan.

 

De bevoegdheden van de CREG zijn inderdaad versterkt. Ik ben daarmee heel blij. De regering moet echter eindelijk ook eens duidelijk zijn over wat ze wil. Drie observatoria in ons land, gaan die alle drie toekijken? Een sterke mededingautoriteit die samenwerkt met de regulator om zo een efficiënte mededinging te organiseren zou een veel beter antwoord zijn dan gewoon in het ijle blijven dromen van een eventuele andere speler die EDF zou kunnen zijn.

 

02.08  Katrien Partyka (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, in essentie zijn wij het eens. Er is nood aan meer concurrentie op de Belgische markt in het belang van de Belgische consument. Het is ook zo dat het om een transactie tussen twee privébedrijven gaat. Daarnaast is het ook aan de overheid om voorwaarden te scheppen om de concurrentie beter mogelijk te maken. Ik denk dat wij daar nog stappen kunnen zetten.

 

Wij zijn het ook eens over de rol van de toezichthouders. Ik moet mevrouw Van der Straeten bijtreden dat naast de CREG ook onze eigen mededingingsautoriteiten op dat vlak meer bevoegdheden zouden moeten krijgen.

 

02.09  Philippe Henry (Ecolo-Groen!): Monsieur le premier ministre, je refuse de partager votre fatalisme. Je comprends évidemment votre description de la situation. Nous l'avons d'ailleurs suffisamment dénoncée par le passé. En effet, la mise en œuvre de cette libéralisation, notamment la reprise par Suez, etc., les Pax Electrica, tout cela a déjà largement fait débat ici.

 

Aujourd'hui, nous ne pouvons évidemment accepter que la discussion sur l'organisation du marché de l'électricité en Belgique se déroule hors de toute action possible de l'État et des pouvoirs publics. La situation est grave et peut poser de graves problèmes à l'avenir, en termes de diversification, de stratégie de l'État et de protection des consommateurs. Il importe que le gouvernement prenne des contacts et des mesures en la matière.

 

En ce qui concerne la Commission européenne, j'entends que M. Van Quickenborne a fait de grandes déclarations comme il peut parfois en faire. De toute façon, la situation sera analysée et nous ne manquerons pas d'en suivre l'évolution. Mais je ne peux certainement pas accepter la position fataliste du gouvernement. Ce sujet est vraiment grave. Ce n'est qu'une étape de plus dans la démission des pouvoirs publics par rapport au marché de l'énergie.

 

02.10  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik ben het niet eens met de vorige spreker. Ik vind niet dat het de verantwoordelijkheid is van de Staat om nu plots weer baas in energieland te worden.

 

U hebt terecht gewag gemaakt van de moeilijkheden die met een liberalisering gepaard kunnen gaan. De eerste consequentie is dat men de transacties tussen privépartijen privé laat zijn. Het probleem ligt hem echter niet daar, het ligt hem niet in fatalisme.

 

Ik denk, zoals u pertinent stelde, dat het probleem hem ligt in visie, een gebrek aan visie. Ik ben bevreesd u te moeten zeggen: een gebrek aan visie bij de regering.

 

Wij wachten nu namelijk al enkele maanden, zelfs al jaren, op een Energieminister die duidelijk uitstippelt hoe hij de toekomst van de energiesector ziet, niet alleen in ons land, maar ook in Europa. Willen wij meer concurrentie krijgen in ons eigen land, is de keuze om de intercommunales en de gemeentes te overladen met de zware taak om ’s lands belangen te vrijwaren, niet de juiste weg. Neen, wij moeten zorgen voor een Europese vrijgemaakte markt, en dat kunnen wij in België realiseren door de creatie van een stabiel en duidelijk investeringsklimaat. Dat ontbreekt vandaag de dag nog steeds.

 

U hebt niet geantwoord op mijn vraag naar de Pax Electrica. Ik neem u dat niet kwalijk. Die vraag was louter bedoeld om aan te tonen dat die Pax Electrica, toch zeker in hoofde van minister Magnette, volledig “op zijn gat” ligt. Er is geen beleid en geen visie waar we naartoe moeten. Het is wachten op Godot, of totdat minister Magnette naar de Waalse regering verhuist.

 

02.11  Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le premier ministre, il me semble évident que la Belgique n'est pas une île au milieu d'un désert économique européen. Je souscris à votre analyse et j'estime qu'elle correspond à la réalité sur le plan économique, avec le bémol que vous avez émis, à savoir qu'il faut rester vigilant. De fait, notre seul souci n'est pas d'influencer le marché ou une quelconque entreprise mais bien de garantir l'existence d'un marché pour le consommateur. À mon sens, il n'y a aucune raison que cela ne puisse se faire, évidemment sous la vigilance du gouvernement.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Ik heb voor de premier nog één vraag, namelijk van de heer Jambon. Die vraag was gericht tot de vicepremier en minister van Financiën, maar de premier zal antwoorden.

 

03 Vraag van de heer Jan Jambon aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "het OESO-rapport" (nr. P1077)

03 Question de M. Jan Jambon au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "le rapport de l'OCDE" (n° P1077)

 

03.01  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ook de OESO heeft nu haar licht laten schijnen over de Belgische situatie en heeft daarover een rapport gepubliceerd. Ik citeer: “België moet dringend structureel ingrijpen om te vermijden dat de economie de komende jaren blijft slabakken.” De OESO zegt letterlijk: “De economische crisis mag niet gebruikt worden als een excuus om geen hervormingen door te voeren.”

 

Dat staat in schril contrast met het non-beleid dat u tot nu toe hebt gevoerd. De OESO voorspelt voor volgend jaar ook een schuldgraad van opnieuw meer dan 100 procent, en een begrotingstekort van 5 procent, en beveelt een hele reeks maatregelen aan.

 

Mijn vraag is eenvoudig: blijft u bij uw eerdere visie of kan, na het IMF en na de Europese Commissie, de OESO misschien deze regering in gang trappen?

 

03.02 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, waarde collega, het document waarnaar u verwijst, is – veronderstel ik – een uitgelekt werkdocument van de OESO. Een rapport met aanbevelingen van de organisatie, waarover u het hebt, is er niet. Ik kan daarop zelfs geen commentaar geven.

 

Vermits u er toch over spreekt, kan ik u meedelen dat wij de voorbije dagen, zoals gezegd – de heer Verherstraeten heeft dat briljant vertolkt – een belangrijke beleidsdaad hebben gesteld, na het onderbrengen van Fortisbank in BNP Paribas, door het zo goed mogelijk veiligstellen van KBC.

 

Wij hebben – dat is een belangrijke hervorming, waarop men al lang wacht – een alternatief gevonden, met stilzwijgende goedkeuring van de sociale partners die daarin zelf eerst niet waren geslaagd, voor de economische werkloosheid van bedienden, wat wellicht de belangrijkste maatregel was die men in de strijd tegen de werkloosheid kon nemen.

 

Het bedrijfsleven vroeg trouwens maar twee zaken. Ten eerste, een interprofessioneel akkoord met een belangrijke kostenmatiging. Dat hebben zij zelf gesloten. De regering heeft het gefaciliteerd. Het werd bij wet ingediend in het Parlement in het begin van dit jaar en het is goedgekeurd.

 

Ten tweede, het instellen van een of andere vorm van onderbreking van activiteit voor bedienden, wat wij gemeenzaam de economische werkloosheid voor bedienden noemen. Dat is ook gerealiseerd. Morgen keuren wij het wetsontwerp goed.

 

Dat waren de centrale vragen van het bedrijfsleven. Wij zijn daarop ingegaan.

 

Wat de begroting betreft, heb ik u al tot vervelens toe gezegd dat wij met de voorbereiding van de begroting 2010 bezig zijn. Het is de eerste etappe van een plan om terug te keren naar een evenwicht, over een termijn van zes jaar, precies de periode die ik heb meegemaakt in de jaren ’90 om de begrotingstoestand van ons land recht te trekken. Ik mag zeggen dat ik toen, in de regering-Dehaene, daarin ben geslaagd. Ik zeg het u nogmaals: u zult de eerste zijn die kritiek zal leveren, de dag dat er beslissingen in dat raam worden getroffen.

 

U hebt dat woord nu niet gebruikt, maar ik heb gelezen dat u spreekt van een comateuze toestand van de regering. Ik ben echter dikwijls klaarwakker op zoek, niet in coma, naar uw briljante invallen, naar uw positieve suggesties en naar uw constructieve voorstellen om de crisis te bestrijden, maar zelfs met de medewerking van de beste privédetective in het land heb ik die nog niet gevonden.

 

03.03  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, u had het verkeerde plaatje voor u. Wanneer u naar privédetectives verwijst, hebt u het, naar ik aanneem, over een andere partij dan de mijne. Wij hebben al tal van voorstellen gedaan om uit de crisis te geraken.

 

Mijnheer de eerste minister, ons land gaat niet naar de finale van het Eurovisiesongfestival. Wij hebben volgens het rapport van OESO echter wel een wereldkampioenschap gewonnen. De Belgische werknemer wint het fiscaal wereldkampioenschap. Van elke 100 euro die hij verdient, houdt hij welgeteld 44 euro over.

 

Mijnheer de eerste minister, uw regering heeft vanochtend en gisteren goed geageerd bij het blussen van de branden.

 

Mijnheer Verherstraeten, regeren is echter iets anders. Regeren is aanbevelingen, zoals bijvoorbeeld de OESO heeft gedaan, in concreto omzetten. Op dat vlak komt de regering zelfs nog niet aan het begin toe.

 

De voorzitter: Dat was moeilijk in sterke tijden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van mevrouw Martine De Maght aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de hoge concentratie aids en hiv in Brussel" (nr. P1078)

04 Question de Mme Martine De Maght à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le nombre élevé de personnes atteintes du sida et infectées par le VIH à Bruxelles" (n° P1078)

 

04.01  Martine De Maght (LDD): Mevrouw de minister, uit de cijfers die u ter beschikking stelde op de vraag van een collega of u kon zeggen, verdeeld per Gewest, welke concentraties er waren van hiv-aidsgevallen, is duidelijk gebleken dat Brussel wel degelijk een probleemzone is. Dat mochten wij ook lezen in de Artsenkrant, die titelde: “Aids-hiv geconcentreerd in Brussel.”

 

Wat blijkt? In Brussel zijn er 19 nieuwe hiv-gevallen en 4,3 nieuwe aidsgevallen per 100.000 inwoners. Het nationale gemiddelde ligt op 10,1 per 100.000. Dat is zo hoog doordat de cijfers in Brussel zo hoog zijn. Daar er in Brussel nog altijd een grote sociale en economische migratie is, hebben wij enkele vragen daarover.

 

Blijkbaar is Brussel wel degelijk een probleemzone. Dat mocht ook blijken uit de communicaties eerder deze week inzake een andere problematiek, namelijk dat er te weinig hulpverleners zijn om aan bepaalde problemen tegemoet te komen.

 

Mevrouw de minister, mijn vragen in dit verband zijn de volgende. Heeft men, gezien het feit dat het aantal hiv-diagnoses zoveel hoger is in Brussel dan in de rest van België, alle elementen onderzocht waarom die cijfers in Brussel zo hoog zijn? Hoe kunnen wij die cijfers verklaren? Heeft dit expliciet te maken met de sociale en economische migratie? Of zijn er nog andere zaken aanleiding voor die hoge concentratie in Brussel?

 

Gaat men, gezien het feit dat de cijfers zijn gestegen tegenover 2002, bijkomende maatregelen nemen om deze problematiek te stabiliseren door ze met andere dan preventieve maatregelen aan te pakken?

 

Is er sprake van een gelijkaardige stijging in vergelijkbare grote steden in het buitenland?

 

Welke acties, behoudens preventieacties, zullen uw diensten nog ondernemen om de problematiek te remediëren?

 

Wordt er expliciete ondersteuning gegeven aan de lokale besturen om beter te kunnen interveniëren?

 

04.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, eerst en vooral wil ik eraan herinneren dat de preventie en de controle van infectieziekten onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen valt. Wat de cijfers betreft, heb ik de cijfers van het WIV.

 

Het aantal nieuwe hiv-besmettingen in 2007 bedroeg in Brussel 191, wat overeenkomt met 19 nieuwe diagnoses per 100.000 inwoners. In Vlaanderen waren het er 344, wat overeenkomt met 5,7 nieuwe diagnoses per 100.000 inwoners. In Wallonië waren er 146, wat overeenkomt met 4,3 nieuwe diagnoses per 100.000 inwoners.

 

Wat het aantal nieuwe gevallen van aids betreft in 2007 waren dat er in Brussel 43, wat overeenkomt met 4,3 nieuwe diagnoses per 100.000 inwoners, in Vlaanderen 20, wat overeenkomt met 0,3 nieuwe diagnoses en in Wallonië 15, wat overeenkomt met 0,4 nieuwe diagnoses.

 

Zoals ik heb gezegd valt de bestrijding en dus ook de analyse van mogelijke oorzaken onder de verantwoordelijkheid van de Gemeenschappen. We kunnen evenwel praten over deze cijfers in de interministeriële conferentie Volksgezondheid. Het is echter een bevoegdheid van de Gemeenschappen.

 

Ten tweede, in uw schriftelijke vraag stelde u ook vragen over de prijs. Ik kan u meedelen dat in 2007 51,7 miljoen euro werd uitgegeven aan de terugbetaling van antiretrovirale medicatie. Er zijn geen cijfers per Gewest beschikbaar.

 

04.03  Martine De Maght (LDD): Mijn repliek zal zeer kort zijn.

 

Cijfergegevens zijn analyseerbaar en als u mij aangeeft dat dit door de Gewesten moet gebeuren, dan maak ik mij toch de bedenking dat u als minister van Volksgezondheid uiteraard de taak heeft om te waken over de volksgezondheid van alle inwoners van België. Er moet dan toch een wisselwerking mogelijk zijn? De analyse moet toch in de praktijk kunnen worden gebracht? U heeft immers ook aangegeven dat er hiv-screeningen gebeuren op kosten van de federale overheid om in dat kader mee te helpen aan preventie en het stabiliseren van de stijging van het aantal gevallen.

 

Als ik het antwoord goed interpreteer, gebeurt er praktisch gezien niets met die informatie behoudens datgene wat vandaag al in de praktijk wordt toegepast.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de sponsoring van het Belgavox-concert door de Nationale Loterij" (nr. P1072)

05 Question de M. Gerolf Annemans au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la sponsorisation du concert Belgavox par la Loterie Nationale" (n° P1072)

 

05.01  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het Belgavoxconcert zegt u, alsof het iets is wat iedereen zou moeten kennen. Eerlijk gezegd, ik kende het tot voor enkele dagen niet. Het is ook geen grote traditie, want de vzw die Belgavox organiseert, is pas op 13 maart in het Staatsblad verschenen, overigens helemaal in het Frans, een eentalig Franse akte.

 

"(…) et son siège social est établi à Woluwe-Saint-Lambert, Chemin des deux Maisons, dans l'arrondissement judiciaire de Bruxelles."

 

Heel die akte is in het Frans opgesteld. Dat komt ook een beetje toe aan een zo Belgische instelling als Belgavox.

 

Het succes van Belgavox is niet gering. Als men op drie maanden tijd én Belgacom én de VRT – niet te versmaden! – én de Nationale Loterij achter zijn organisatie kan zetten om een gratis concert te organiseren enkele dagen vóór de verkiezingen, dan zal men wel goede contacten en netwerking ten toon kunnen spreiden.

 

Wat is mogelijkerwijze de reden daarvoor? De principes van Belgavox zijn uitvoerig beschreven in alle communicatie die ze momenteel opzetten: “Ondanks alle pogingen om verdeeldheid te zaaien en Vlamingen, Walen en Brusselaars tegen elkaar op te zetten, blijft België voor ons een erg waardevol samenlevingsmodel. Op Belgisch niveau zijn we beter beschermd tegen de schokken van de globalisering, die een regio in de ene eeuw opstuwt naar de vaart der volkeren, om ze de andere eeuw diep in de armoede te storten. Omdat het versterken van de solidariteit ons dierbaar is, steunen wij initiatieven zoals het volksfeest Belgavox" et cetera, et cetera.

 

Ik weet niet of u dat beseft, mijnheer de minister, maar dat zijn politieke stellingnamen. Dat zijn stellingnamen tegen de ene politieke strekking, voor de andere politieke strekking. Dat is dus een partijdige aangelegenheid op enkele dagen voor de verkiezingen. Waarom steunt de Nationale Loterij in godsnaam dat initiatief?

 

05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Annemans, ik heb een document bij voor u waaruit blijkt dat er een sponsoring is, goedgekeurd door de Nationale Loterij, voor een bedrag van 50.000 euro inclusief btw. De sponsoring gebeurde op vraag van de vzw Belgavox.

 

Het sponsoringdossier werd door de sponsoringdienst van de Nationale Loterij autonoom beoordeeld en goedgekeurd volgens dezelfde criteria als veel andere initiatieven en organisaties en dezelfde criteria waarop bijvoorbeeld alle andere zomerevents worden behandeld en ondersteund. In dat verband denk ik bijvoorbeeld aan – en het is voor u misschien interessant om te noteren – Vlaanderen Zingt, in 35 Vlaamse steden, en Zomerfestival Vlaanderen, in 15 steden.

 

Ik heb een lijst bij met de sponsoringcriteria, zodat u kunt lezen welke de criteria zijn voor alle initiatieven en goedgekeurd door de zeer autonome sponsoring van de Nationale Loterij.

 

Voorts heb ik daarop geen commentaar. Ik overhandig u de lijst van opgesomde sponsoringcriteria.

 

05.03  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, bedankt, ik zal dat met veel aandacht lezen, maar ik ken het ongeveer. Het komt erop neer dat de Nationale Loterij autonoom is, dat het beheerscontract met de Nationale Loterij dit toelaat en dat u daartegen als minister niets kunt ondernemen.

 

Dat neemt niet weg – Vlaanderen Zingt is in dat opzicht absoluut geen enkele vergelijking – dat wij dat beschouwen als een politiek initiatief van een bepaalde kliek in dit land, die overheidssubsidies krijgt via de Nationale Loterij, via de openbare omroep en via Belgacom, om een politieke stellingname tegen een bepaalde belangrijke strekking van de Vlaamse publieke opinie te organiseren, vlak voor de verkiezingen.

 

Mij maakt u niet wijs dat daar niet veel meer achter zit. Mij maakt u niet wijs dat dit niet zuiver politiek is.

 

Ik wens al die mensen een groot succes, zoals ik iedereen succes wens die een concert organiseert. Daartegen maak ik geen enkel bezwaar. Wel heb ik bezwaar tegen het versluizen van geld naar één bepaalde politieke strekking.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la Caisse d'Investissement de Wallonie" (n° P1073)

06 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de 'Caisse d'Investissement de Wallonie'(Investeringskas voor Wallonië)" (nr. P1073)

 

06.01  Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, la Caisse d'Investissement de Wallonie - à moins que je doive dire du gouvernement wallon car on n'a jamais vu un gouvernement communiquer autant à la place d'une caisse paraît-il indépendante –, vient de lancer son premier emprunt obligataire. On en espère 150 millions d'euros, mais ce montant change tous les jours. Demain, ce sera peut-être encore deux fois plus.

 

Le problème qui peut se poser, en dehors du fait que certains milieux spécialisés ont émis quelques réserves, concerne la régularité de cette opération. Les conditions du secteur sont-elles bien respectées? Il semble que la CBFA ait émis un certain nombre de conditions. Monsieur le vice-premier ministre, quelles sont ces conditions et sont-elles respectées?

 

Il existe une crainte de voir la moitié des fonds propres être engloutis en moins de deux ans dans l'opération.

La CBFA a-t-elle relevé cet élément?

 

N'y avait-il pas d'autres moyens afin de mobiliser l'épargnant wallon tout en lui garantissant un intérêt convenable? Si j'ai bien compris, il faut déjà disposer de solides moyens financiers pour pouvoir accéder au bénéfice fiscal.

 

06.02  Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, cher collègue, tout d'abord, l'administration fédérale exerce un contrôle logique, sur le plan fiscal, des conditions d'exonération fiscale et de ses modalités d'octroi par un pouvoir régional à des citoyens. Cela fut le cas en Flandre avec le dossier Arkimedes, fort comparable à certains égards au dossier de la Caisse d'investissement wallonne.

 

Le projet de décret a été soumis à mon département. J'ai eu l'occasion de faire part d'un très grand nombre de remarques au gouvernement wallon qui en a tenu compte dans le projet déposé au Parlement wallon.

 

L'arrêté d'exécution relatif au volet fiscal a également été soumis à mon administration. Il ne posait manifestement plus de problème en matière d'avantage fiscal accordé par le gouvernement wallon aux souscripteurs d'un tel emprunt.

 

Par ailleurs, la CBFA s'était d'abord inquiétée de l'annonce de la création d'une banque. Mais il s'avère qu'il n'y a manifestement pas de volonté de création d'une banque.

 

Il n'y a pas non plus d'autre législation s'appliquant directement à cette caisse. Je pense ici à la loi de juillet 2004 sur la forme de gestion collective de portefeuilles d'investissement. En effet, aucune exception n'est demandée dans le cadre de la Caisse wallonne. Ce n'est pas non plus un établissement de crédit, en tout cas en ce qui concerne ses activités telles que décrites actuellement. En effet, la CBFA a reçu l'assurance que le projet tel qu'il était conçu n'était pas constitutif d'une activité simultanée de récolte de fonds remboursables et d'octroi de crédits.

 

La CBFA suivra donc réellement l'activité pour voir si, à côté de la collecte de fonds, des crédits sont accordés par la Caisse proprement dite. S'il n'y en a pas, la législation ne s'applique pas. La CBFA doit aussi vérifier la conformité du prospectus avec la réglementation européenne. Sur ce plan, la CBFA n'a pas détecté de problème.

 

J'en arrive, enfin, à la question du coût. Je ne peux pas en dire grand chose car nous n'exerçons pas de contrôle direct. Je peux seulement faire quelques remarques au regard des chiffres annoncés. Ainsi, l'emprunt est émis à 4,6%. L'État fédéral a émis un emprunt obligataire de 300 millions d'euros à un taux de 3,75% pour, une nouvelle fois, couvrir les charges des entreprises, notamment dans le secteur des PME, par le biais du Fonds de participation. La différence est donc assez nette. Et si je reprends les chiffres actuels, je constate que l'État se finance à 10 ans à 4%. La Région wallonne accorde, pour sa part, une prime pour arriver à 4,6%.

 

En outre, quand on agit au niveau fédéral pour lever 300 millions d'euros, par exemple, au Fonds de participation, on le fait à travers une institution existante sans créer une nouvelle structure. Ici, une structure a été mise en place avec un conseil d'administration et, semble-t-il, un premier 'business plan'. Si j'ai bien compris, les frais de fonctionnement annuels de cette nouvelle caisse s'élèveraient à 500.000 euros.

 

Nous allons évidemment suivre cette situation.

 

Par ailleurs, je compte faire savoir à mon collègue du gouvernement wallon qu'à travers le financement de l'État, on pourrait, peut-être, obtenir des conditions plus favorables. Mais il s'agit là d'un choix d'opportunité.

 

06.03  Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le vice-premier ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

C'est un système extrêmement hybride qui nous est présenté et expliqué. En matière environnementale, un processus hybride a parfois un sens; en matière financière, c'est nettement plus risqué.

 

Cela dit, il faudra bien sûr suivre l'affaire, ainsi que vous l'indiquez. Mais, à l'instar des poudres à laver qui lavent plus blanc que blanc alors que laver blanc convient suffisamment, pourquoi faire compliqué quand on peut faire très simple? Cela doit être une recette wallonne du moment!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de staat van de gebouwen van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie" (nr. P1075)

07 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "l'état des bâtiments de l'Institut National de Criminalistique et de Criminologie" (n° P1075)

 

07.01  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de minister, het NICC luidde deze week inderdaad de alarmbel over de toestand van hun gebouwen. Het NICC voert onder andere wetenschappelijke onderzoeken in strafzaken uit. Het valt eigenlijk onder de bevoegdheid van Justitie, maar voor de toestand van de gebouwen is de Regie der Gebouwen verantwoordelijk en bent u de bevoegde minister.

 

Deze week is gebleken dat die toestand lamentabel is. De brandveiligheid is niet in orde. De vloeren zijn zodanig instabiel dat sommige gevoelige apparatuur niet kan worden gebruikt enzovoort. Er is dus een probleem met de zeer dure apparatuur die in die gebouwen staan die niet in orde zijn. Er is een probleem met de arbeidsomstandigheden. Het probleem dat men soms lang moet wachten op de resultaten van de onderzoeken, is te wijten aan die slechte omstandigheden, waardoor zelfs de voorlopige hechtenis van sommige verdachten onnodig lang duurt.

 

Het probleem moet dus worden aangepakt. De Regie der Gebouwen heeft in een eerste reactie deze week gezegd dat er de voorbije twee jaren werken zijn uitgevoerd.

 

Mijnheer de minister, welke werken zijn precies uitgevoerd? Wat plant u op korte en lange termijn om de toestand te verbeteren?

 

07.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Lahaye-Battheu, ik heb een antwoord van de Regie der Gebouwen. Dat is de reden waarom ik een document bij mij heb.

 

De Regie der Gebouwen is goed op de hoogte van de toestand en blijft in het NICC wel degelijk werken uitvoeren.

 

Ik heb ook details over de gerealiseerde werken. In 2002 werd vleugel B met nieuwe laboratoria heringericht. Sinds 2007 werden meerdere werken uitgevoerd, zoals de vernieuwing van de dakbedekking van blok L, de opfrissing van de lokalen in hetzelfde blok en de vernieuwing van een nooddeur. Tussen blokken A, B en C werd de bodem gesaneerd. De wegenis werd na de uitvoering van de bodemsanering vernieuwd.

 

Inzake de brandbeveiliging en de veiligheidsdeuren heeft de Regie der Gebouwen wel degelijk een procedure opgestart. De procedure heeft echter niet tot het beoogde resultaat geleid, omdat de aannemer niet aan de voorwaarden voldeed. Daarom heeft de Regie der Gebouwen een nieuwe procedure moeten opstarten.

 

Gisteren, 13 mei 2009, werden de offertes voor de levering en plaatsing van de brandhaspels ontvangen. Het dossier wordt prioritair behandeld, zodat de plaatsing nog in 2009 kan worden uitgevoerd. Ook de uitvoering van de werken aan de veiligheidsdeuren zijn voor 2009 gepland.

 

Voor de vernieuwing van de lokalen wenst de Regie der Gebouwen gebruik te maken van een raamcontract, zodat de werking van het NICC tijdens de uitvoering van de werken niet in het gedrang wordt gebracht.

 

Eind mei 2009 wordt een nieuwe fase in de verwijdering van asbest opgestart. Daarbij worden strikte veiligheidsmaatregelen genomen. Bovendien zijn er in 2009 ook andere, punctuele interventies inzake loodgieterij en sanitair, veiligheidsomheiningen, herinrichting van lokalen, nooduitgangen, verluchtingsroosters, het tellerlokaal, werken aan verzakkingen en vernieuwen van lokalen gepland. Andere interventies zoals omgevingswerken, zijn gepland voor 2010.

 

Op termijn wordt naar een nieuwe locatie voor het NICC gezocht. De Regie der Gebouwen zal eerstdaags aan de Ministerraad een voorstel van nota voorleggen, waarin de toelating wordt gevraagd een studiebureau aan te stellen dat de opdracht meekrijgt om in een eerste fase in samenspraak met het NICC een gedetailleerd behoefteprogramma op te stellen, een gedetailleerde kostenraming te maken en een voorstel voor de te volgen procedure en financiering uit te werken. Wij moeten ook het akkoord van het departement Begroting krijgen, wat niet meer dan normaal is.

 

Wij zijn dus al sinds enkele jaren bezig met vele werken. Wij gaan ermee door, maar willen ook een andere locatie voor het NICC vinden.

 

07.03  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw gedetailleerde antwoord, dat aantoont dat het probleem wordt erkend en aangepakt. U kondigt zelf aan dat deze week offertes zijn binnengekomen voor de werken brandbeveiliging en veiligheidsdeuren, die nog dit jaar zullen worden uitgevoerd. Het is ook belangrijk dat u aangeeft dat wordt gezocht naar een nieuw gebouw voor het NICC, zodat een optimale werking kan worden verzekerd. Dat alles is hoopvol voor een goede samenwerking tussen Justitie en Financiën.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de M. Georges Dallemagne au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "les stress-tests pour les banques" (n° P1076)

08 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de stresstests voor banken" (nr. P1076)

 

08.01  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, l'interpellation adressée précédemment au premier ministre montre que la crise financière est loin d'être derrière nous. Nous pensions qu'aujourd'hui nous nous attaquerions davantage à ses conséquences économiques et sociales. Or, nous voyons que certains établissements chez nous (KBC, Dexia, etc.) et d'autres à l'étranger restent fragiles.

 

En outre, d'autres nuages semblent arriver d'outre-Atlantique. L'immobilier commercial serait en mauvaise posture aux États-Unis et d'autres signaux se manifesteraient, tels que l'endettement des ménages américains lié à la sur-utilisation de cartes de crédit. Par rapport à cette situation, le Fonds monétaire international a demandé à ce que l'Union européenne procède à un test de résistance de ces établissements bancaires. Dans ce cadre, vous avez rencontré, la semaine dernière, vos collègues européens et vous vous êtes mis d'accord sur la mise en place d'un tel stress test, un test de résistance de ces établissements à de nouvelles dégradations du marché financier.

 

J'ai personnellement été interpellé par le fait que ce test, mis en place par les différents États membres sur le plan européen, diverge assez sensiblement de celui des États-Unis. Il semblerait qu'on n'évalue qu'un échantillon d'établissements bancaires. Les résultats ne seraient pas publiés et resteraient confidentiels. Enfin, il ne serait pas envisagé de demander qu'il y ait une recapitalisation des établissements qui auraient des problèmes de liquidité.

 

Monsieur le ministre, quelle est la nature exacte de ces tests? S'agit-il des tests effectués aujourd'hui par la CBFA ou bien s'agit-il d'une nouveauté? Pourquoi mène-t-on ces tests différemment qu'aux États-Unis? Quelle est véritablement l'efficacité de ces tests? Pourrons-nous à l'avenir mieux anticiper une dégradation supplémentaire du marché financier? On m'a également fait savoir qu'un rapport sur ces tests sortirait en septembre? Ce délai ne semble-t-il pas être une éternité par rapport à la situation financière et au souhait de chacun de pouvoir mieux anticiper les crises financières?

 

08.02  Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je remercie M. Dallemagne pour sa question et son constat que nous sommes toujours dans le suivi de la crise financière. J'avais déjà, il y a quelques mois, précisé que nous étions au deuxième tour d'intervention dans le secteur financier. Nous en sommes d'ailleurs au troisième dans le cas de la KBC. À l'époque, le fait d'avouer qu'un deuxième et un troisième tour seraient probablement nécessaires avait suscité l'émoi. Il vaut mieux dire la vérité et expliquer exactement où nous en sommes.

 

On constate aujourd'hui que c'était la réalité. Nous sommes effectivement au deuxième et au troisième tour d'intervention dans le secteur financier. Il n'empêche que l'on aperçoit aussi des signes de reprise dans un certain nombre d'autres domaines. Il convient d'être prudent en la matière.

 

Vous avez évoqué la nouvelle circulaire de la CBFA. Vous faites la distinction, ce qui est positif. Cette circulaire vise les stress tests en matière de liquidités, ce qui est différent des thèmes débattus au plan européen. Ces tests, la CBFA les a développés depuis 2006. Nous pourrons, en commission des Finances, donner de plus amples détails sur les mesures renforçant encore cette logique de tests de liquidités.

 

Mais ce qui a été fait aux États-Unis et ce qui est envisagé en Europe est différent: il s'agit d'un test sur la solvabilité, les risques de crédits et les risques de marché. La dernière réunion de l'Ecofin s'est penchée sur le sujet. C'est une coordination des superviseurs qui interviendra en Europe. Elle se fera sur un nombre limité d'institutions. Ce sont des institutions que l'on considère à l'échelon européen comme réellement systémiques, donc d'une taille telle qu'elles ont une activité transfrontalière suffisante pour influencer l'ensemble du système financier et économique.

 

C'est un premier échantillon. Le but est de ne pas vouloir soumettre trop d'institutions aux stress tests de crainte de reporter les échéances. Cela n'empêchera pas d'aller plus loin par la suite. Pour l'instant, une vingtaine d'institutions seraient retenues par les superviseurs eux-mêmes en collaboration avec les autres autorités européennes.

 

Certes, on nous annonce des résultats pour le mois de septembre. À cet égard, je voudrais préciser certains points. Il est normal que les Américains se posent, enfin, des questions sur la résistance de leur propre système financier, qui est à l'origine de l'ensemble de la crise. Il ne faudrait pas inverser les rôles.

 

Nous sommes intervenus dans de nombreuses entreprises financières. Ce que nous voulons examiner, c'est la résistance de celles-ci, y compris après les interventions. Donc, le délai ne me paraît pas exagéré si le test est réellement tout à fait coordonné. Ce serait aussi une première à l'échelon européen. Pour l'instant, l'intention n'est pas de communiquer les résultats institution par institution. Cela ne signifie pas qu'il n'y aura pas une communication sur la résistance du système financier, les points forts, les faiblesses en Europe, lorsque les tests auront été réalisés.

 

Mais il n'y a pas d'intention de communiquer de manière individuelle. La crainte est évidemment l'effet que pourrait avoir sur les marchés la communication de tests individuels et la conséquence aussi sur la coupure d'information qui pourrait en résulter. On ne tient pas à ce que les institutions se referment elles-mêmes.

 

Voilà ce que je puis vous dire sur ces tests. On poursuivra le débat à l'échelon européen. En tout cas, je plaide pour les étendre progressivement à un nombre un peu plus important d'institutions que celles retenues dans la première liste.

 

08.03  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, merci d'avoir établi la distinction entre ce que faisait la CBFA et ce que demande l'Union européenne. Il reste cette radioscopie que vous avez demandée à la banque Lazard.

 

À un moment, il conviendra de bien préciser qui fait quoi et quels sont les mécanismes de surveillance et de contrôle du marché et d'anticipation d'éventuelles crises supplémentaires.

 

Je compte sur vous pour continuer à être extrêmement proactif. Je remarque aujourd'hui que c'est le FMI qui a demandé à l'Union européenne de réaliser ce test. J'aurais préféré que l'Union européenne réagisse plus rapidement, comme l'ont fait les institutions américaines, sans attendre cette demande du FMI.

 

Je souligne aussi que le Fonds monétaire international émet des doutes sur la rigueur et souhaite que ces résultats soient rapides. Elle trouve indispensable ce qu'elle appelle un "grand nettoyage de printemps" en matière financière pour que nos plans de relance sur le plan économique soient réellement efficaces.

 

Il est donc important de notre part de rester proactifs. Dans cet ordre d'idées, je rejoins les collègues qui ont demandé une mise en œuvre rapide des recommandations de la commission spéciale sur la crise financière.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Samengevoegde vragen van

- de heer Jenne De Potter aan de vice-eerste minister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen over "de sociale onrust bij de NMBS" (nr. P1079)

- de heer David Lavaux aan de vice-eerste minister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen over "de problemen bij de NMBS" (nr. P1080)

- de heer Herman De Croo aan de vice-eerste minister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen over "de sociale onrust bij de NMBS" (nr. P1081)

09 Questions jointes de

- M. Jenne De Potter au vice-premier ministre et ministre de la Fonction publique, des Entreprises publiques et des Réformes institutionnelles sur "le malaise social à la SNCB" (n° P1079)

- M. David Lavaux au vice-premier ministre et ministre de la Fonction publique, des Entreprises publiques et des Réformes institutionnelles sur "les problèmes à la SNCB" (n° P1080)

- M. Herman De Croo au vice-premier ministre et ministre de la Fonction publique, des Entreprises publiques et des Réformes institutionnelles sur "le malaise social à la SNCB" (n° P1081)

 

09.01  Jenne De Potter (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de geruchten over de moeizame samenwerking bij de NMBS-top klinken steeds luider. Recentelijk deed ACOD-topman Jos Digneffe openlijk zijn beklag. Dat is natuurlijk problematisch, zeker omdat het gekibbel aan de top een weerslag zou hebben op de dagelijkse werking en de arbeidsomstandigheden, in die zin zelfs dat er wordt gedreigd met een staking.

 

Een en ander vloeit natuurlijk voort uit de keuzes die men een aantal jaren geleden heeft gemaakt om de NMBS op te splitsen in drie naast elkaar bestaande entiteiten. Dat is altijd al voorwerp geweest van discussie en het blijft dansen op een slappe koord, enerzijds om te voldoen aan de Europese regelgeving, maar anderzijds ook om tegemoet te komen aan de andere doelstellingen op het vlak van mobiliteit, financiën, sociale aspecten enzovoort.

 

Ik deel de mening van degenen die zeggen dat men moet vasthouden aan de basiskeuzes die men toen heeft gemaakt, wil men de structuur een gedegen kans op groei bieden en een stabiele werking kunnen verzekeren. Dat neemt echter niet weg dat maatregelen nodig zullen zijn om de werking te verbeteren en een aantal zaken te stroomlijnen, bijvoorbeeld het aanpakken van de pijnpunten die naar voren zijn gekomen in het rapport-Berger.

 

Ik heb de volgende vragen aan de minister.

 

Wat is uw visie op de kritiek over het functioneren van de NMBS-top in het algemeen? Erkent u dat er een probleem is?

 

Ten tweede, acht de minister de bepalingen die in het beheerscontract zijn opgenomen, waarbij de NMBS-Holding instaat voor de coördinatie van de drie entiteiten, voldoende?

 

Ten derde, overweegt de minister wijzigingen of bijkomende maatregelen om de werking tussen de drie entiteiten te verbeteren?

 

Ten vierde, wat is de stand van zaken met betrekking tot het in de praktijk brengen van de aanbevelingen van het rapport-Berger? Welke suggesties van het rapport zullen in de toekomst worden geïmplementeerd?

 

09.02  David Lavaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, comme on l'a dit, un grand syndicat de cheminots a tiré la sonnette d'alarme: "Rien ne va plus entre les trois directions de la SNCB". C'est le règne du chacun pour soi, chacun dans son coin.

 

Le comité de pilotage ne s'est pas encore réuni cette année, apparemment pour diverses raisons. S'agit-il de prétextes – on voudrait bien le savoir – où existe-t-il réellement une impossibilité de se réunir?

 

De très nombreuses tâches qui pourraient être confiées à des services internes sont de plus en plus fréquemment confiées à des sous-traitants.

 

On en arrive à un point tel que les syndicats doivent maintenant jouer le rôle de pompier pour essayer de faire en sorte que les directions se parlent. C'est le monde à l'envers!

 

Monsieur le ministre, allez-vous rapidement proposer des clarifications pour permettre le déblocage de cette situation?

 

Envisagez-vous de refondre rapidement la structure établie en tenant compte de l'audit Berger?

 

Le comité de pilotage pourra-t-il rapidement se réunir afin de permettre aux syndicats de se concerter avec l'ensemble du groupe SNCB?

 

09.03  Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik ben al zowat dertig jaar geïnteresseerd in de NMBS en collega Schouppe weet zeer goed dat ik gedurende acht jaar de raad van bestuur voorzat. Onder mijn leiding werden 250 stations gesloten. Daarna werden er van deze 250 geen enkele opnieuw geopend. Ik heb de IC/IR-plannen gelanceerd.

 

Wat mij toch treft, is dat wij niet voldoende bewust zijn van wat die NMBS ons kost. Wij geven daaraan per jaar 3,2 miljard euro uit. In dat bedrag zit zowat 800 miljoen euro voor pensioenen. In oude Belgische frank – men gebruikt dit nog bij grote bedragen – komt dit neer op 2 miljard per week. De Staat heeft een schuld van 7,4 miljard euro overgenomen. Er is echter al een nieuwe schuld van 3,2 miljard euro. Dat is heel veel geld. 1,5 miljard euro komt van ABX en de zaken draaien niet omdat de NMBS in zijn drievuldigheid – dat past voor sommige godsdiensten maar iets minder voor bedrijven – amper 7 procent van de pendelaars vervoert. De kostprijs voor die 7 procent – zonder de pensioenen – bedraagt 2,4 miljard euro per jaar. Dat is heel veel geld.

 

De drie pijnpunten waarmee wij vandaag moeten afrekenen, zijn de volgende. B-Cargo moet nu in de open wereld vechten en wordt niet langer gesubsidieerd. Een tweede pijnpunt vormt ABX. Er is daar een schuld van 1,5 miljard euro. Het derde pijnpunt is reeds door mijn collega's aangehaald en betreft de functionering van de instellingen zelf.

 

In maart van vorig jaar heeft mevrouw Vervotte het rapport-Berger op haar bureau gekregen. Blijkbaar is daarmee niet zo veel gebeurd. Ik verwijs kort naar de situatie in Nederland waar men twee maatschappijen heeft: een voor de infrastructuur en een voor de uitbating. Ik denk dat u ooit ook tot die oplossing zult moeten komen. U zult mij zeggen dat dit is gebeurd onder een paarse regering. Ik weet dat ook wel. Errare humanum est, perseverare diabolicum.

 

Dit is eigenlijk de essentie van mijn vragen, mijnheer de minister.

 

09.04 Minister Steven Vanackere: Ik heb natuurlijk kennis genomen van de onrust die er vandaag bestaat en die zeker ook te maken heeft met een aantal herstructureringsopdrachten in bijvoorbeeld B-Cargo.

 

Ik kom bij het probleem waarnaar werd verwezen.

 

Je vais brièvement vous expliquer pourquoi le comité de pilotage ne s'est plus réuni. Vous savez qu'en date du 22 décembre 2008, la Chambre a voté une loi en vue de garantir l'indépendance entre les opérateurs et les gestionnaires de l'infrastructure.

 

De Kamer heeft dat goedgekeurd, maar deze wet heeft aanleiding gegeven tot juridische misverstanden, in zoverre dat sommigen het interpreteren als een onmogelijkheid om nog verder te participeren in bijvoorbeeld het sturingscomité of vergaderingen met de vakbonden.

 

Ik wil toch signaleren dat ook andere Europese landen hebben moeten inspelen op die vraag van Europa en dat er geen uniek model bestaat. Ik kom straks nog even terug op de opmerkingen van de heer De Croo met betrekking tot het model dat werd gekozen.

 

Er bestaan evenveel modellen als er landen in Europa zijn. Ik wil vooral het feit benadrukken dat deze Kamer vorige week een oplossing heeft goedgekeurd voor de problematiek inzake het sturingscomité en dat de plenaire vergadering van de Senaat vandaag een wetsontwerp tot wijziging van ons voorstel zal goedkeuren, waardoor we vanaf juni opnieuw de voortzetting van de normale werkzaamheden van het sturingscomité mogen verwachten.

 

Ik vind het ook belangrijk om te benadrukken dat men niet zomaar mag zeggen dat het sturingscomité niet meer samenkomt en er dus geen sociale dialoog is. Dat is helemaal niet juist. De sociale dialoog heeft de afgelopen maanden gefunctioneerd.

 

Sinds 22 december 2008 zijn er zeven bijeenkomsten geweest van het nationaal paritair comité en de subcommissies. Verschillende paritaire overlegcomités hebben hun normale intensieve verloop gekend en de sociale dialoog over cargo – die de zenuwachtigheid van vandaag het best verklaart – is bezig met werkgroepen die zichzelf als ambitie hebben gesteld om tegen juli af te ronden.

 

Dat functioneert allemaal. Men mag dus niet zomaar de kritiek met betrekking tot het sturingscomité verengen tot beweren dat er geen sociale dialoog meer is.

 

Nog een paar laatste woorden over die structuur als dusdanig. Zoals u zelf met veel fairplay hebt gezegd, is die in 2004 goedgekeurd op een manier dat het een antwoord was op de Europese vraag naar autonomie tussen de essentiële functies en de operatoren.

 

Het is gepaard gegaan met een derde entiteit – de holding – omdat we het belangrijk vonden dat er een eenheid van bedrijf, statuut en sociale dialoog zou blijven bestaan en dat dit zou gebeuren op een manier die tegelijkertijd een antwoord gaf op de vraag van Europa.

 

Wat stel ik vier jaar na dato vast? Laat ons eens kijken naar de resultaten. De verwachte reizigersgroei is er gekomen, en is zelfs groter dan hetgeen men had verhoopt. De doelstellingen met betrekking tot de financiële leefbaarheid en de controle van de schuld op het niveau van het beheerscontract zijn vandaag meer dan gerespecteerd. Het investeringsprogramma wordt uitgevoerd. Alles tezamen, is er een behoorlijke sociale dialoog.

 

J'ai envie de dire qu'entre les expressions "tout va pour le mieux dans le meilleur des mondes" et "rien ne va", il y a encore de la marge. Je ne suis pas en train de dire que tout va très bien mais il faut reconnaître que de bons résultats ont été engrangés.

 

Ten slotte is er het rapport-Berger. Daarin staat niet dat er een nieuwe structuur moet worden gemaakt. Het rapport-Berger stelt dat de structuur zoals die vandaag bestaat, een aantal grijze zones heeft die moeten worden weggewerkt: grijze zones op het niveau van de overlegorganen, grijze zones op het niveau van service level agreements tussen de verschillende entiteiten, grijze zones met betrekking tot hoe de communicatie moet verlopen. Ik noem daar drie voorbeelden waar vooruitgang is geboekt tussen de drie entiteiten. Er is nog een aantal dingen te doen op het niveau van het beheer van de human ressources en op het niveau van het beheer van de stations.

 

Alles tezamen heb ik sinds mijn aantreden al dertig rapporten of actieplannen ontvangen ter uitvoering van het rapport-Berger. Wie wil verklaren dat er niets is gebeurd met dat rapport, vergist zich. Wie in het rapport-Berger leest dat we die structuur weer helemaal moeten laten exploderen en herbeginnen, vergist zich ook. Ik heb het gevoel dat men hier de aangegane koers best handhaaft. Als men een bepaalde richting heeft gekozen en het begint te regenen, is het niet noodzakelijk de beste keuze om op zijn stappen terug te keren en helemaal opnieuw te beginnen, integendeel, dan moet men de problemen aanpakken en hopen dat we zo snel als mogelijk in rustiger vaarwater terechtkomen.

 

09.05  Jenne De Potter (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Ik stel vast dat u met vuur een aantal maatregelen verdedigt die ondertussen zijn genomen, net als een aantal acties die ondertussen lopen.

 

Ik deel uw mening als u zegt dat we de ingeslagen weg verder moeten bewandelen. Het zou inderdaad niet de goede oplossing zijn om helemaal terug te keren. Langs de andere kant ben ik nog altijd beducht en wat op mijn ongemak over zaken die in de pers worden verklaard, waarbij een grote vakbond het laat uitschijnen alsof er niets aan de hand is. We moeten daar voorzichtig op reageren. De interne samenwerking tussen de drie ceo’s – het overleg zoals u zegt – kan zoals de samenwerking tussen de diensten in ieder geval nog veel verbeteren.

 

09.06  David Lavaux (cdH): Monsieur le ministre, je ne vous accablerai pas de tous les maux de la SNCB comme l'a fait M. De Croo.

 

Je prends bonne note des progrès qui se réalisent et qu'on suit régulièrement en commission. Je suis heureux d'apprendre que le dialogue reprend entre les directions, avec les syndicats.

 

Je ne peux que vous encourager – nous y serons particulièrement attentifs – à gommer toutes les zones grises restantes, comme vous les avez appelées, pour parvenir à une gestion efficace de la SNCB, ce que nous souhaitons tous.

 

09.07  Herman De Croo (Open Vld): Ik neem akte van uw goede wil, mijnheer de vice-eerste minister.

 

Ik weet uiteraard dat u het goed meent met die maatschappij. Ik ook, en iedereen trouwens. Maar, deze maatschappij, die uit drie maatschappijen bestaat – een met ongeveer 21.000 tewerkgestelden voor de exploitatie, een met ongeveer 12.000 mensen voor de infrastructuur en een met een goede 4.000 voor de holding – is een systeem dat in de praktijk niet geeft wat het zou moeten geven.

 

Nu kunt u zeggen: wij gaan proberen het systeem te verbeteren en hier en daar de hoekjes afvijlen. Maar ik meen ernstig dat het na vier jaar grondig herzien moet worden. U hebt gelijk te zeggen dat ik de fair play had te zeggen hoe het zover is gekomen. Het moet grondig worden herzien en ik verwijs daarvoor naar het Nederlandse model, dat ook door de Europese Unie als model wordt gekozen.

 

Ten slotte, deze uitsmijter: “Wat wij zelf doen, doen wij beter.” De dekkingsgraad van De Lijn is 12 procent, en de kostprijs bedraagt 1 miljard euro per jaar.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Ik heb nog een aantal vragen voor de minister van Justitie, die hier nog niet is. Ik zie dat de staatssecretaris aanwezig is, maar die is hier niet om vragen te beantwoorden. De minister van Sociale Zaken is ook aanwezig, maar ook niet om vragen te beantwoorden.

 

De regering hoort in het halfrond te zijn…

 

Ik zie nu de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Hoe zou ik u kunnen vergeten, minister Michel. Komt u naar het spreekgestoelte?

 

10 Question de Mme Karine Lalieux au ministre de la Coopération au développement sur "le calendrier de mise en oeuvre de l'accord avec les ONG" (n° P1085)

10 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "het tijdpad voor de uitvoering van de overeenkomst met de ngo's" (nr. P1085)

 

10.01  Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, vous avez signé un accord avec les ONG de développement prévoyant des engagements réciproques en vue de renforcer l'efficacité de l'aide belge dans les pays du Sud, ce dont je me réjouis. Plusieurs de ces engagements étaient d'ailleurs des priorités de ces ONG.

 

Le premier engagement est l'annulation de 100% des dettes des pays les moins avancés. Ces derniers sont touchés de plein fouet par la crise financière et économique; ils ont besoin de dividendes et doivent pouvoir faire des emprunts. Annuler leurs dettes bilatérales leur donnerait une petite bouffée d'oxygène. Monsieur le ministre, quel est le timing par rapport à cette proposition?

 

Vous avez dit que vous alliez introduire des critères de développement dans les accords commerciaux, dans la régulation des marchés financiers et en ce qui concerne les paradis fiscaux. Quelles mesures comptez-vous encourager au niveau européen et international pour répondre à ces engagements?

 

Vous avez également précisé que vous alliez trouver des mécanismes additionnels pour financer la coopération au développement. Je voudrais rappeler que ce Parlement, et vous en étiez, a voté la taxe Tobin en 2004. Allez-vous remettre ce point à l'ordre du jour du Conseil des ministres européens? Si non, quelles autres mesures comptez-vous prendre?

 

Les ONG ont un cadre stratégique 2008-2013 et elles doivent planifier leurs actions à court, moyen, et long termes.

Avez-vous établi un échéancier pour toutes les mesures que vous avez mentionnées, de sorte à pouvoir travailler avec les ONG?

 

Enfin, de nombreuses propositions de loi concernent l'annulation de la dette des pays les moins avancés. Allez-vous travailler avec le Parlement sur cette question?

 

10.02  Charles Michel, ministre: Monsieur le président, chers collègues, en effet, un accord a été conclu après de très longues discussions et un dialogue approfondi de près de dix mois avec le représentant de l'ensemble des ONG.

 

Cet accord a été conclu à la satisfaction de toutes les parties, je pense pouvoir le dire: il est particulièrement équilibré, il identifie les engagements du gouvernement belge par la signature que j'ai apposée sur ce document d'accord et d'engagement des ONG pour s'orienter vers un volontarisme plus manifeste, plus marqué en termes d'efficacité et d'efficience de l'aide internationale.

 

En guise de synthèse, trois éléments de cet accord sont particulièrement importants.

 

D'abord, la volonté de renforcer la cohérence dans la politique belge de coopération au développement en faisant en sorte que les divers canaux de la coopération soient plus harmonisés et plus alignés les uns sur les autres. Ensuite, un engagement sur la quantité de moyens nécessaires; à cet égard, j'ai rappelé l'engagement de ce Parlement de s'orienter vers les 0,7% du PIB. L'accord sur les moyens porte aussi sur des engagements en faveur de l'annulation des dettes des pays les moins avancés; j'y suis effectivement favorable.

 

À ce point de vue, particulièrement pour cette question qui retient votre attention, il faut distinguer dans l'accord les éléments qui relèvent d'une décision unilatérale de la Belgique, à travers son parlement et son gouvernement, et les décisions qui relèvent d'une initiative plus collective dans les enceintes internationales, comme le FMI et le Club de Paris.

 

Ainsi, en restant conséquent avec la position que j'ai défendue envers les ONG, je plaide régulièrement, surtout pour les pays partenaires de la coopération bilatérale, pour trouver les moyens afin que ces pays rencontrent le plus vite possible les conditions pour bénéficier de ces allègements de dettes, voire leur annulation. Dans quelques jours, des rencontres seront organisées à Bruxelles avec les représentants de la RDC et les quelques pays européens plus particulièrement concernés par cette question. Il s'agira d'étudier concrètement, dans le cadre du FMI, comment attribuer à la Belgique un rôle de plaidoyer actif et dynamique pour réussir à mettre en œuvre cet engagement.

 

Bien entendu, pour de telles considérations, il n'est pas possible d'établir un calendrier précis de manière généralisée, car on avancera pays par pays et on progressera en fonction de la capacité de chacun de rencontrer les conditions.

 

Le troisième élément, outre les moyens et la cohérence, est l'obsession pour la qualité de l'aide. Davantage de concentration et, pour cela, un exemple concret: dans le cadre de cet accord, pour la toute première fois dans l'histoire de Belgique mais aussi de l'Union européenne, un gouvernement et des ONG s'accordent pour qu'à l'avenir, les ONG, en échange d'un financement pluriannuel garanti en termes d'enveloppe, concentreront davantage leurs projets dans quelques pays cibles.

 

Ainsi, en accord avec les ONG, une liste de 50 pays a été arrêtée et devra être précisée avant 2011 pour les ONG projets, c'est-à-dire celles qui rentrent des programmes pluriannuels, et une liste de 22 pays devra être arrêtée pour les ONG programmes, c'est-à-dire celles à projets annuels.

 

Cet accord me semble donc satisfaisant, équilibré et volontariste. Je compte bien me mobiliser dans le plaidoyer politique avec l'appui du Parlement et des différents collègues responsables pour le mettre en œuvre dans les mois et années qui viennent.

 

10.03  Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie d'avoir expliqué les contours de l'accord. Toutefois, il y a urgence pour les pays les moins avancés. La population est touchée de plein fouet. Un signal serait aussi de voter ici, au Parlement, une loi annulant cette dette.

 

Monsieur le ministre, vous n'avez pas évoqué la taxe Tobin ni les financements complémentaires et supplémentaires que vous envisagez pour la coopération au développement. Vous parlez de cohérence et d'efficacité mais tout cela est tourné vers les ONG. Il faut selon moi avoir un programme politique beaucoup plus précis et des échéanciers plus clairs. C'est pour cette raison que je déposerai une nouvelle question orale en commission des Affaires étrangères à laquelle j'espère obtenir une réponse beaucoup plus précise.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de M. Josy Arens au ministre de la Défense sur "les vols d'avions militaires à basse altitude" (n° P1083)

11 Vraag van de heer Josy Arens aan de minister van Landsverdediging over "de scheervluchten van militaire vliegtuigen" (nr. P1083)

 

11.01  Josy Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, la province de Luxembourg, province à faible densité de population, est le théâtre d'exercices de l'aviation militaire.

 

Vous connaissez le problème puisque depuis plusieurs mois, avec des responsables politiques locaux – je pense à la bourgmestre d'Herbeumont qui habite dans une commune où les avions volent à la faible altitude de 80 mètres, ainsi qu'à la députée provinciale Isabelle Poncelet –, nous vous avons demandé de revoir la zone de survol, voire de la délocaliser, ce qui serait bien entendu l'idéal.

 

Je pense aussi à la zone d'entraînement en Flandre – nous sommes tout de même collègues et amis. Monsieur le ministre, nous devons évoluer dans ce dossier pour toutes les zones belges.

 

Je sais que vous avez demandé à vos services une étude à la suite de notre requête. Je pense qu'il est temps aujourd'hui d'en connaître le résultat. En fonction de celui-ci, vous prendrez probablement ou avez déjà pris certaines décisions. Je souhaiterais dès lors connaître l'évolution de l'état du dossier concernant cette zone de survol de la province de Luxembourg par l'aviation de la Défense nationale.

 

11.02  Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, cher collègue, suite à la réorganisation de la Défense, à l'évolution de ses missions, à la révision des concepts d'entraînement et à l'adaptation plus fine de nos capacités d'entraînement, j'ai demandé à l'état-major de mettre en cartes une proposition de zones de survol dans la province. Le 4 mars dernier, j'ai marqué mon accord de principe sur une proposition en ce sens que m'a soumise l'état-major. Cette proposition doit encore être affinée par l'état-major en tenant compte de nos impératifs opérationnels. Une carte doit être établie reprenant les zones concernées par le survol à basse altitude. Le périmètre de ce survol reste inchangé mais les zones d'interdiction à l'intérieur de ce périmètre seront revues. Une proposition complète me sera soumise mi-juin.

 

Monsieur le président, cher collègue, afin de permettre le respect de la libre concurrence dans le marché de l'implantation d'éoliennes, un plan de communication clair est établi. À cet effet, un courrier sera envoyé par l'état-major aux institutions concernées par le sujet des éoliennes ainsi qu'aux différentes firmes ayant introduit une demande. Une distinction sera donc opérée entre les institutions et les firmes qui signent une convention de confidentialité – et qui recevront le courrier accompagné de la carte modifiée ainsi qu'une version électronique – et celles qui ne signeront pas cette convention et qui ne recevront que le courrier.

 

Je crois que je vous ai fourni la réponse la plus claire possible. Nous aurons l'occasion de suivre cette affaire.

 

11.03  Josy Arens (cdH): Et d'affiner! En effet, il y a l'implantation des éoliennes mais aussi des nuisances sonores et des risques pour les villages survolés à très basse altitude, comme je l'ai dit. Je pense à Herbeumont que les hélicoptères survoleraient à 80 mètres d'altitude, si mes informations sont exactes, c'est-à-dire pratiquement au ras des pâquerettes, avec tous les dangers que cela peut entraîner. Je compte sur vous pour aller encore plus loin dans un second temps et délocaliser cette zone de survol. C'est vraiment ce que nous attendons.

 

11.04  Pieter De Crem, ministre: Je vous tiendrai au courant.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la position de la CREG concernant les conventions de consultance de la SPRL IDEE avec les intercommunales IGH et IEH" (n° P1084)

12 Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van Klimaat en Energie over "het standpunt van de CREG met betrekking tot de consultancyovereenkomsten tussen de bvba IDEE en de intercommunales IGH en IEH (nr. P1084)

 

12.01  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le ministre, j'ai été étonné des propos tenus par le porte-parole de la CREG dans le journal "L'Écho" de ce matin. La CREG, depuis 2003, contrôle les tarifs des intercommunales de gaz et d'électricité. Nombre de ces intercommunales mixtes ont recours aux services de sociétés de consultance pour aider les communes notamment dans leur partenariat avec une société privée du secteur de l'électricité. Il n'y a dans ce cadre rien d'illégitime.

 

La CREG mentionne simplement que: "Les prestations du cabinet d'expertise Didier Donfut ont été rejetées car les coûts étaient déraisonnables par rapport aux autres honoraires d'experts auprès des intercommunales. Ces coûts étaient également peu justifiés par rapport à l'intérêt que les consommateurs pouvaient en retirer". La CREG nous indique qu'en 2005, ces coûts n'ont pas impacté les coûts pour le consommateur en matière de gaz, puisqu'il s'agit de l'IGH (Intercommunale gazière du Hainaut). Rien n'est mentionné pour les exercices suivants.

 

Votre département est-il au courant de l'impact sur le coût du gaz et de l'électricité d'honoraires de consultance auprès d'intercommunales mixtes dans le secteur énergétique pour les années 2006-2007-2008? Si cet impact a été réel, dans quelle mesure a-t-il pu concourir à l'augmentation du coût pour le consommateur?

 

12.02  Paul Magnette, ministre: Monsieur Bacquelaine, je ne peux, pour la période postérieure à 2005, que confirmer les propos du porte-parole de la CREG relatés dans la presse. En effet, en 2005, la CREG a considéré que ces dépenses n'étaient pas éligibles pour la fixation des tarifs de distribution et n'ont pu être prises en considération. On peut donc en déduire qu'elles n'ont pas eu d'impact sur ses tarifs de distribution, de même pour les années ultérieures. Pour la période antérieure à 2005, le mécanisme était différent, puisque le tarif de distribution était péréquaté sur l'ensemble du pays et fixé par le Comité de contrôle. Les seuls mécanismes de contrôle qui existent sont internes à chacune des intercommunales, où les administrateurs peuvent juger si les dépenses sont légitimes ou excessives.

 

12.03  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je pense que, de manière générale, les conventions entre les bureaux de consultance, comme celui de M. Donfut, et les intercommunales ressortent à la Région wallonne et que le caractère justifié ou non des honoraires relatifs à des prestations effectives ou non, compte tenu de l'intérêt qu'elles ont pour l'intercommunale et le consommateur in fine, sont sans doute du ressort judiciaire et je ne veux pas anticiper en la matière.

 

Monsieur le ministre, je sais que vous êtes partisan de l'Observatoire des prix; en ce qui concerne le contrôle des prix dans le secteur de l'énergie, il importe d'être vigilant aux impacts de cette pratique sur l'élaboration de la structure des coûts.

 

Si la CREG est autonome dans l'exercice de son contrôle, nous devons cependant être attentifs à l'impact que pourrait avoir pour le consommateur la pratique de la consultance dans le secteur de l'énergie (gaz et électricité).

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister van Justitie over "de invoering van een drugspas in Maastricht" (nr. P1082)

13 Question de M. Bert Schoofs au ministre de la Justice sur "l'instauration d'un pass drogues à Maestricht" (n° P1082)

 

13.01  Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb u en uw voorganger en de man die naast u zit toen hij nog minister van Binnenlandse Zaken was en zijn opvolger al vaker geïnterpelleerd over de kwestie van de Limburgse grensgemeenten die te lijden hebben onder de criminaliteit en de overlast van drugssteden zoals Luik en Maastricht.

 

In Nederland treedt weldra, aan het eind van het jaar, een nieuwe fase in omdat er een globaal plan van aanpak is voorgesteld. Een van de spraakmakende maatregelen is de invoering van een drugspasje. Het gedoogbeleid in Nederland zal dus worden teruggeschroefd.

 

Dit wekt opnieuw onrust bij de burgemeesters van de Limburgse grensgemeenten. Dat zijn kleine politiezones met weinig manschappen en weinig middelen om op te tornen tegen de overlast die wordt veroorzaakt. Men vreest natuurlijk voor een waterbedeffect. Wanneer Nederland dit gaat invoeren, zal de toevloed van drugs aan onze kant van de grens toenemen.

 

Mijnheer de minister, hebt u al overlegd met uw collega van Binnenlandse Zaken, want er bestaat zoiets als een Nationaal Veiligheidsplan en een kadernota inzake integrale veiligheid? Hebt u al overlegd met uw Nederlandse collega om eventueel te vragen dat de Belgische drugsgebruikers geen pasje zouden krijgen?

 

Neemt u de overwegingen van de professoren Fijnhout en De Ruyver eindelijk eens ter harte? Zij hebben reeds enkele maanden geleden voorgesteld om een euregionaal rechercheteam of een speciaal drugsbestrijdingteam in het leven te roepen? Volgt u het advies dat door professor De Ruyver is gegeven? Professor Fijnhout zal dat uiteraard bijtreden.

 

België moet zijn wagon nu aanhaken of men mist de trein volledig en dan loopt het helemaal fout met het drugsbestrijdingbeleid aan onze kant van de grens.

 

13.02 Minister Stefaan De Clerck: Mijnheer de voorzitter, het is een materie die u en Jo Vandeurzen goed bekend is.

 

De stap die Nederland nu zet is natuurlijk een stap in de goede richting. Het is eigenlijk een beetje erkennen dat het gedoogbeleid faalt en dat men zeker in deze grensregio moet kijken hoe men met een andere houding een andere politiek kan volgen. Men opteert dus voor een soort gesloten inrichting met tal van voorwaarden. Er is een soort pasje, met moet gelegitimeerd zijn. In principe is er alleen toegang voor ingezetenen uit Nederland. Er zijn veertien voorwaarden bepaald en ik denk dat ze nogal strak zijn.

 

Wat het effect daarvan zal zijn op de zone daarbuiten is natuurlijk nog niet bekend. Er is natuurlijk een bepaald risico van verschuivingen. We zullen daar zeer attent op moeten zijn. We zullen overleg moeten plegen en de burgemeesters aan Belgische kant zullen de zaak natuurlijk opvolgen.

 

Voor ons is het echter duidelijk dat wij verder moeten gaan, op basis van de studies die in het verleden zijn gemaakt, met het globaal geïntegreerd actieplan. Dit is op alle echelons in debat, dit wordt verder geconcretiseerd. Het moet dit jaar af zijn. Het is momenteel nog niet af maar ik heb dit opnieuw opgenomen. Vanavond heb ik een debat daarover en ga ik op werkbezoek in de grensregio om te kijken hoe het aan de Frans-Belgische grens inzake drugsproblematiek, drugspanden en drugskoeriers moet worden aangepakt.

 

We staan in contact met Nederland en we zullen dat finaliseren. De bedoeling moet zijn dat wij eigenlijk tot een coherent, gemeenschappelijk beleid komen zodat het Belgische en het Nederlandse beleid aan beide kanten van de grens gelijklopend zijn. Aangezien ik dezer dagen regelmatig contact heb met de Nederlandse collega’s van Justitie denk ik dat het niet moeilijk zal zijn om hen aan te spreken met betrekking tot de drugsproblematiek en te kijken of die coherentie wel degelijk volledig wordt gerealiseerd.

 

13.03  Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik werd bijna beneveld door de wierrook die u spuide over het Nederlandse drugsbeleid maar aan onze kant van de grens is het natuurlijk heel wat anders. Het Nationaal Veiligheidsplan wordt niet uitgevoerd en op de politieagenten die werden beloofd – het is natuurlijk uw collega van Binnenlandse Zaken die ze moet aanleveren – wacht men als zes maanden.

 

In de kadernota integrale veiligheid wil u de gemeenten aansporen om mee in te treden in het veiligheidsbeleid. U laat de grensgemeenten echter zelf in de steek. Dat is het cynische van heel deze kwestie.

 

Ik citeer toch nog even professor De Ruyver. Hij zegt onder andere: “In België beweegt niets terwijl de aanbevelingen al maanden klaarliggen. België heeft hier nog niets mee gedaan.” – met dat EU-regionaal rechercheteam, met dat speciaal drugsbestrijdingsteam – “Dit stoort me mateloos". De burgemeester van Riemst zei op een bepaald ogenblik dat hij nog altijd op 30 agenten wacht. Hij heeft al verschillende brieven verstuurd maar hij kreeg geen antwoord. Hij heeft dat op 13 mei gezegd. Ten slotte zegt de heer De Ruyver: “De Limburgse grensgemeenten worden aan hun lot overgelaten. Gewoonweg beschamend. Toen ik een grensoverschrijdende grenscontrole bijwoonde waren er 30 tot 40 Nederlandse agenten en één politieman uit Voeren. België is niet in de positie om hoog van de toren te blazen.

 

Mijnheer de minister, ten slotte herinner ik u zeer graag aan uw vorige ambtsperiode als minister van Justitie. Toen hebt u de laagste vervolgingsprioriteit ingevoerd voor cannabis. Dat hebt u gedaan. U hebt toen onkruid gezaaid en u hebt het nu geoogst, onder andere in de grensgemeenten, maar u slaagt er niet in het te maaien. U slaagt er niet in weed te wieden. Dit is stilstaan en achteruit boeren in de nevelen van roesverwekkende middelen die u zelf hebt geschapen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de internationale wapenbeurs ITEC" (nr. P1086)

14 Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre de l'Intérieur sur "le salon international de l'armement ITEC" (n° P1086)

 

14.01  Ludwig Vandenhove (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, eigenlijk was mijn vraag gericht aan de minister van Binnenlandse Zaken, Guido De Padt, maar ik ga ervan uit dat ik hem daarover nog zal kunnen ondervragen in de commissie voor de Binnenlandse Zaken, mocht dit antwoord onvoldoende zijn.

 

Tot vanavond vindt in Brussels Expo the International Training and Education Conference plaats. Dat is eigenlijk een wapenbeurs, waar misschien minder materiële zaken, maar meer technische zaken te koop zijn, onder andere trainingsapparatuur. Gisteren deed er zich een incident voor, in die zin dat een aantal parlementsleden, gemeenteraadsleden, vredesactivisten en journalisten de toegang werd geweigerd.

 

Wij stellen vast dat die beurs zaken doet met regimes die op zijn zachtst uitgedrukt controversieel zijn, onder andere regimes die de mensenrechten schenden. De beurs werd in Amsterdam in 2005 verboden. Wij hebben in het Parlement een resolutie goedgekeurd die wapenbeurzen ethisch en politiek ongewenst verklaart.

 

Mevrouw de minister, ik heb de volgende vragen. Welke afspraken hebben de bevoegde instanties en de organisatoren gemaakt, onder andere met Binnenlandse Zaken, inzake de toegang en de veiligheid? Kan het volgens u dat de toegang wordt geweigerd, zelfs voor parlementsleden, maar ook voor vredesactivisten, mensen van de pers en andere verkozen politici? Is het correct dat er bij de organisatoren van de beurs een zwarte lijst bestaat van vredesactivisten die geweigerd zouden worden? Hoe is die lijst tot stand gekomen? Hebben wij daar weet van? Wat is uw mening over de aanwezigheid van deze beurs in Brussel? Ik heb daarnet de vergelijking met Amsterdam gemaakt. Strookt dit met vroeger gemaakte politieke afspraken en resoluties in het Parlement?

 

Ik lees in de krant zelfs dat, na een halfuur of een uur, de parlementsleden onder politiebegeleiding de deur werd gewezen. Het is toch wel heel straf dat de politie naar een privébeurs wordt geroepen om deze mensen uiteindelijk te verwijderen.

 

De voorzitter: Minister Turtelboom antwoordt namens haar collega, minister De Padt, die verhinderd is.

 

14.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, minister De Padt heeft navraag laten doen bij de lokale politie. Hij vernam dat enkele parlementsleden zich inderdaad hebben aangeboden voor een bezoek aan de internationale wapenbeurs ITEC. Het gaat over een organisatie die volledig in privéhanden berust.

 

Overwegende dat de parlementsleden vergezeld waren door de pers, besliste de organisator om hen de toegang tot de beurs te verbieden. De politie is niet bevoegd om in dergelijke beslissing te interveniëren.

 

De voorzitter: Een beknopt antwoord op een lange vraag.

 

14.03  Ludwig Vandenhove (sp.a): Mijnheer de voorzitter, inderdaad, ik had dat antwoord een beetje verwacht.

 

Mevrouw de minister, ik zal daarop zeker terugkomen in de commissie voor de Binnenlandse Zaken.

 

Morgen zal ik daarover een brief schrijven naar het Comité P, want indien u mijn vraag afdoet met het antwoord dat het eigenlijk een privéaangelegenheid is waarmee wij niets te maken hebben, dan begrijp ik ook niet waarom de politiediensten ingeschakeld moeten worden tegen parlementsleden en vredesactivisten die daar op een vreedzame manier willen binnengaan.

 

Dat verhaal zal dus worden voortgezet in de commissie voor de Binnenlandse Zaken en ik vraag aan het Comité P een onderzoek te voeren naar de reden waarom de Brusselse politie uiteindelijk werd ingeschakeld om parlementaire vredesactivisten en andere democratisch verkozen personen de toegang te weigeren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de verkeerscontroles" (nr. P1087)

15 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de l'Intérieur sur "les contrôles routiers" (n° P1087)

 

15.01  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega’s, mevrouw de minister, ik dank u alvast dat u het antwoord van minister De Padt wil overbrengen.

 

Minister De Padt heeft gisteren in een communiqué en vanmorgen op de radio een aantal verklaringen afgelegd met betrekking tot de politiecontroles in het verkeer. Hij verklaarde dat de kwaliteit van die controles omhoog moet, hij had het over de geloofwaardigheid van de controles enzovoort. Dat zijn allemaal heel positieve zaken, maar ik heb er toch een aantal vragen bij.

 

In zijn verklaringen had hij het over een verhoging van de kwaliteit in plaats van de kwantiteit van de controles. Hij had het ook over controles gericht op bepaalde plaatsen en bepaalde tijdstippen, waardoor hij enigszins de indruk wekt dat op andere plaatsen en andere tijdstippen controles overbodig zouden zijn of niet meer moeten worden gehouden. Dat zijn toch een aantal zaken die om verduidelijking vragen.

 

Ik wil eraan herinneren dat een aantal kwantitatieve doelstellingen naar voren zijn geschoven door de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid, die ook zijn overgenomen in de beleidsnota van de minister en het veiligheidsplan van de minister van Binnenlandse Zaken. Ik neem aan dat die kwantitatieve doelstellingen toch niet worden verlaten. Daarvan wil ik graag de bevestiging krijgen.

 

15.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, op een vergadering van 12 mei van de interministeriële taskforce Verkeersveiligheid heeft minister De Padt de lokale en federale politie aanbevolen om tijdens hun verkeerscontroles meer aandacht te schenken aan kwaliteit, met het doel de subjectieve pakkans en de bestraffing van gevaarlijke overtredingen te doen stijgen.

 

De politiecapaciteit moet inderdaad gericht zijn op prioritaire domeinen, zoals alcohol, snelheid, gordel en kinderzitjes, en tegelijkertijd op prioritaire doelgroepen, zoals jongeren, motor- en bromfietsrijders en vrachtwagenchauffeurs. De controles moeten ook op de juiste plaats en het juiste tijdstip gebeuren, zodat ze geloofwaardig zijn voor het publiek en voor de overtreders. Er moet dus vooral worden gecontroleerd op onveilige plaatsen en op momenten waarop er vaak ongevallen gebeuren. Minister De Padt zal overigens aan de Algemene Inspectie van de geïntegreerde politie vragen dat zij bij elke audit van een politiezone nagaat of de zone haar zevende basisfunctionaliteit verkeersveiligheid doelgericht en doelmatig invult. Hij vraagt de politiediensten dus geenszins om de door de Staten-Generaal vooropgestelde kwantitatieve doelstellingen niet langer na te streven, maar wel dat zij hun capaciteit zo adequaat mogelijk zouden aanwenden.

 

15.03  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord van uw collega. Er zitten zeker een aantal positieve elementen in, maar ik blijf erbij dat de communicatie daarover enigszins ongelukkig is geweest, omdat ze de indruk wekt dat controles niet altijd en niet overal nodig zijn en dat de kwaliteit belangrijker is dan de kwantitatieve doelstellingen, die nochtans door deze regering zijn onderschreven. Ik ben blij dat u tenminste bevestigt dat de kwantitatieve doelstellingen behouden blijven.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Agenda

16 Agenda

 

De voorzitter: Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 13 mei 2009, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag in te schrijven:

- het wetsontwerp houdende begeleidende maatregelen met betrekking tot de instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep, een vertegenwoordigingsorgaan en procedures betreffende het medezeggenschap van de werknemers in ondernemingen ontstaan ten gevolge van een grensoverschrijdende fusie van kapitaalvennootschappen (nr. 1951/1);

- het wetsontwerp houdende diverse bepalingen met betrekking tot de instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep, een vertegenwoordigingsorgaan en procedures betreffende het medezeggenschap van de werknemers in ondernemingen ontstaan ten gevolge van een grensoverschrijdende fusie van kapitaalvennootschappen (nrs 1952/1 en 2);

- het wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de belastingaangiften (nrs 1957/1 en 2).

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 13 mai 2009, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi:

- le projet de loi portant des mesures d'accompagnement en ce qui concerne l'institution d'un groupe spécial de négociation, d'un organe de représentation et de procédures relatives à la participation des travailleurs dans les sociétés issues de la fusion transfrontalière de sociétés de capitaux (n° 1951/1);

- le projet de loi portant des dispositions diverses en ce qui concerne l'institution d'un groupe spécial de négociation, d'un organe de représentation et de procédures relatives à la participation des travailleurs dans les sociétés issues de la fusion transfrontalière de sociétés de capitaux (n°1952/1 et 2);

- le projet de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui concerne les déclarations aux impôts (n°1957/1 et 2).

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ontwerpen en voorstellen

Projets et propositions

 

17 Wetsontwerp betreffende de wetenschappelijke alternatieven voor dierproeven in het biomedisch onderzoek en tot oprichting van een Belgisch Centrum voor toxicogenomica (1918/1-4)

17 Projet de loi relatif aux alternatives scientifiques à l’expérimentation animale dans le domaine de la recherche biomédicale et à la création d'un Centre belge de toxicogénomique (1918/1-4)

 

Overgezonden door de Senaat

Transmis par le Sénat

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

17.01  Katia della Faille de Leverghem, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, de commissie voor de Volksgezondheid heeft voorliggend wetsontwerp tijdens haar vergaderingen van 21 en 28 april 2009 besproken. Het betreft een wetsontwerp dat ons door de Senaat werd overgezonden.

 

Tijdens haar toelichting schetste de minister het kader van het ontwerp. De voorliggende tekst heeft betrekking op het dierenwelzijn, vooral op het welzijn van proefdieren in laboratoria. Het schenkt dus veel aandacht aan de alternatieven voor het gebruik van dieren voor proeven.

 

Het ontwerp ligt in het verlengde van een resolutie die tijdens de vorige legislatuur werd goedgekeurd en waarin wordt gevraagd een studiecentrum voor toxicogenomica op te richten.

 

Toxicogenomica is een discipline die is ontstaan uit het ontcijferen van het menselijk genoom en die, zonder op proefdieren een beroep te moeten doen, van belang is voor het ontwikkelen van het biomedisch onderzoek alsook voor het nagaan van de toxiciteit van producten.

 

Het wetsontwerp wil de basis leggen voor het oprichten van een dergelijk centrum. Het ontwerp bepaalt dat de voorwaarden door de Koning zullen worden ingevuld.

 

De minister wijst er tot slot op dat er in ons land jaarlijks 800.000 dieren in laboratoria worden gebruikt. Vanuit voornoemde context moet de ontwikkeling van alternatieven een prioriteit zijn.

 

Tijdens de bespreking verklaren alle leden dat zij met het uitgangspunt en de filosofie van het ontwerp akkoord gaan. Niettemin rijzen er verschillende vragen, vooral over de wettelijke taken en de financiering van het centrum.

 

Mevrouw Snoy et d’Oppuers wil weten of in de begroting 2009 reeds de nodige middelen zijn opgenomen dan wel of op de begroting 2010 dient te worden gewacht.

 

Mevrouw Muylle heeft twijfels bij de oprichting van een nieuwe instelling, temeer omdat het ontwerp nergens de taken van het centrum in kwestie omschrijft.

 

Aansluitend merkt de heer Flahaux op dat het op te richten centrum best de werkwijze van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen zou overnemen.

 

Mevrouw Avontroodt wijst erop dat in de Senaat op een haalbaarheidsstudie was aangedrongen. In het voorliggende ontwerp is er evenwel nergens van een dergelijke studie sprake.

 

In haar antwoord stelt de minister dat de begrotingsenveloppe 400.000 euro bedraagt. Voornoemd bedrag dient over vier jaar te worden gespreid.

 

Voorts verklaart de minister zich akkoord met een betere taakomschrijving van het centrum.

 

Tot slot geeft de minister aan dat zij erg gesteld is op dit ontwerp, temeer omdat het verbod op het welzijn van de dieren is gericht.

 

Collega Muylle neemt geen genoegen met het antwoord van de minister en dringt andermaal aan op een betere omschrijving van de opdrachten van het centrum. Zij kondigt dan ook aan dat haar fractie zich zal onthouden bij de stemming indien de taken van het centrum niet nader worden omschreven.

 

Collega Avontroodt vraagt of het niet wenselijk is om advies in te winnen bij het Vlaams Instituut voor Biotechnologie. Het VIB is immers betrokken partij. Tevens vraagt zij zich af of het wel zin heeft een zoveelste instelling op te richten. De opdrachten zouden immers ook kunnen worden toegewezen aan de FOD Wetenschapsbeleid.

 

Collega Schyns hoopt op een spoedige consensus gelet op de noodzaak om te werken aan dierenwelzijn.

 

Collega Bultinck vraagt of bij de opstelling van het ontwerp wel degelijk rekening is gehouden met de institutionele bevoegdheidsverdeling aangezien het wetenschappelijk onderzoek, waaraan het op te richten centrum een bijdrage dient te leveren, vooral een materie is van de Gewesten.

 

Collega Pécriaux vindt dat het ontwerp een impuls geeft aan het dierenwelzijn zodat er op dit gebied vooruitgang kan worden geboekt. Zij dient hierop zeven amendementen in die tegemoetkomen aan de verschillende opmerkingen van de leden van de commissie. Deze amendementen worden dan ook eenparig aangenomen.

 

Er worden nog een aantal technische correcties aan de tekst aangebracht. Onder andere de naam van het ontwerp wordt veranderd en de doelstellingen worden verruimd.

 

Ten slotte wordt het geamendeerde wetsvoorstel eenparig aangenomen door de commissie voor de Volksgezondheid.

 

17.02  Marie-Claire Lambert (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, mon groupe se réjouit aujourd'hui de l'adoption de ce projet de loi qui a été initié par un collègue sénateur. Ce projet a trait au bien-être animal et plus particulièrement des animaux de laboratoire. Il a trait aussi aux méthodes alternatives à leur utilisation.

 

Initialement axé sur la toxicogénomique, méthode prometteuse en termes de recherche biomédicale et de toxicité des produits sans recours à l'expérimentation animale, le projet a été élargi à toutes les méthodes alternatives et nous en sommes vraiment satisfaits.

 

Comme l'a souligné le rapporteur, mon groupe a été particulièrement actif dans la rédaction d'amendements qui ont permis de renforcer le texte initial. Ainsi, le texte, qui vous est soumis aujourd'hui précise clairement quels seront les objectifs et missions du futur centre belge de référence pour le développement de méthodes alternatives à l'expérimentation animale.

 

Il ne faut pas oublier qu'en Belgique, environ 800.000 animaux de laboratoire sont utilisés et que cette utilisation ne fait que croître. Même si les méthodes alternatives à l'expérimentation animale ne remplaceront jamais tout à fait celle-ci, on ne peut nier l'importance d'encourager de nouvelles méthodologies qui allient haute technologie, souci d'éthique, mais aussi économies. En effet, certaines méthodes alternatives sont parfois plus fiables mais aussi plus économiques que l'expérimentation animale.

 

Ce centre aura donc pour mission de stimuler, de coordonner, de soutenir la recherche en la matière. Il est donc source de grandes espérances et je remercie une fois encore son instigateur d'avoir mis ce sujet sur la table des parlementaires et du gouvernement. D'ailleurs, la ministre de la Santé est particulièrement sensibilisée à cette problématique et je rappelle qu'elle a interdit l'expérimentation animale concernant les produits du tabac et les expériences sur les singes en 2008.

 

17.03  Christine Van Broeckhoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, het voorliggend wetsontwerp is geboren in de Senaat. Het is eigenlijk een kind van de heer Philippe Mahoux, die daar blijkbaar heel wat tijd en energie in heeft gestoken, in eerste instantie in de Senaat, met een resolutie en daarna een wetsvoorstel, een colloquium en hoorzittingen. Dat alles had als belangrijkste doel de introductie van alternatieve methoden voor het testen van de toxiciteit, de giftigheid van chemische stoffen.

 

Dat is natuurlijk niet alleen het idee van de heer Mahoux geweest. Het komt ook van het Europees niveau, waar onder meer werd beslist dat een methode moest worden ontwikkeld voor de meting van de toxiciteit van chemische stoffen, producten die voorkomen in de landbouw en in de industrie, naast de geneesmiddelen. Het belang daarvan ligt hem voor de Europese Commissie uiteraard in de veiligheid van de Europese burgers.

 

Op Europees niveau zijn er dan ook verschillende initiatieven genomen, er zijn verschillende debatten gevoerd en verschillende programma’s uitgewerkt, zoals het REACH-programma, met een zeer specifieke richtlijn voor de toxiciteit van chemische stoffen.

 

Proefdieren worden veelvuldig gebruikt in het biomedisch onderzoek, meestal voor het testen van geneesmiddelen. Wij kunnen als wetenschappers uiteraard geen nieuwe producten op mensen testen, alleszins niet rechtstreeks. Wij moeten kijken naar de toxiciteit en ook naar de efficiëntie van die nieuwe stoffen wanneer het gaat over de behandeling van bepaalde ziektes.

 

De proefdieren die tegenwoordig het meest worden gebruikt, zijn knaagdieren, zoals muizen en ratten, maar ook konijnen. Het groot aantal proefdieren neemt elk jaar toe door de stijging van het biomedisch onderzoek ingevolge de toenemende kennis omtrent verschillende ziekten.

 

Het is dus zeer belangrijk om alternatieven te vinden waar dat mogelijk is. Het zal niet mogelijk zijn om proefdieren volledig uit het wetenschappelijk onderzoek te verwijderen, omdat er situaties zijn waarbij men moet kunnen testen op een levend organisme. Knaagdieren zijn natuurlijk geen mensen, maar ze laten zich gemakkelijk hanteren in een laboratoriumomgeving en voor een aantal experimenten zijn ze vergelijkbaar met de mens.

 

Er wordt al zeer lang toezicht gehouden op het welzijn van proefdieren en er werden heel wat regels en maatregelen genomen om dat welzijn te garanderen. Er werden heel wat ethische maatregelen en richtlijnen uitgewerkt. Onderzoekers in universiteiten of in de industrie zijn verplicht documenten in te vullen waaruit moet blijken waarom ze proefdieren zullen gebruiken in hun experimenten, hoeveel proefdieren ze zullen gebruiken, hoe de proefdieren worden behandeld, of de proefdieren in leven worden gehouden en, als de proefdieren worden gedood, of dit gebeurt op diervriendelijke wijze.

 

Er is heel wat reglementering over de huisvesting. Het aantal muizen per kooi bijvoorbeeld is gereglementeerd. Vaak wordt in wetenschappelijke middens gezegd dat er meer belangstelling is voor de levenskwaliteit van de proefdieren dan voor de levenskwaliteit van de onderzoekers want ten aanzien van hen bestaat er namelijk geen reglementering over het aantal personen per vierkante meter bij wetenschappelijk onderzoek.

 

Elk jaar wordt er een inventaris opgesteld. Elke instelling, universiteit of bedrijf, moet het aantal gebruikte proefdieren, de soort proefdieren en het type experimenten opnemen in een inventaris. De inventarissen worden bijgehouden door de FOD Volksgezondheid.

 

Het sterk verminderen van het gebruik van proefdieren kan slechts mits toepassing van alternatieve methoden die tot een vergelijkbaar resultaat kunnen leiden of toch minstens, in een eerste fase, een resultaat kunnen opleveren op basis waarvan men kan beslissen of men al of niet op mensen zou testen, afhankelijk van of men geneesmiddelen test of chemische producten.

 

Een alternatief is het gebruik van cellen, afgeleid van de mens en die men in een laboratorium kan kweken in vitro. Aan de proefbuis kan men dan chemische stoffen toevoegen om na te gaan hoe de cellen reageren op de aanwezigheid van een toxische stof. Men kan de genetische reacties nagaan en dat noemt men toxicogenomica, maar men kan evengoed de reactie van de verschillende eiwitten bestuderen en dat noemt men toxicoproteomica.

 

Men kan ook heel simpel in silico werken. Men kan uit de kennis die men de dag van vandaag heeft van eiwitten computermodellen maken. Men kan simulaties doen. En men kan door vergelijkende studies afleiden of bepaalde producten al dan niet toxisch zijn alvorens men experimenten gaat doen in het laboratorium.

 

Toch is het belangrijk om ook hier te zeggen dat hoewel men verschillende alternatieven heeft die voorafgaand kunnen worden getest, er situaties zijn waar men alsnog zal moeten testen op mensen om zeker te zijn dat de resultaten die verkregen zijn in een laboratorium bewijzen dat de toxiciteit niet in die mate gevaarlijk is voor de mensen.

 

Dit wetsontwerp dat een lang leven kent sinds 2006 en nu in 2009 in de Kamer na bespreking in de commissie voor de Volksgezondheid quasi unaniem is aangenomen met 10 stemmen voor en 1 onthouding, regelt twee zaken.

 

Ten eerste, het stimuleren van nieuwe methoden, alternatieve methoden voor het testen van toxische stoffen of van geneesmiddelen waarbij het aantal proefdieren drastisch zou moeten dalen. Dat is het belangrijkste.

 

Ten tweede, de planning en de oprichting van een centrum, een Belgisch centrum voor toxigenomica. Ik wil even een randopmerking maken. Die kan men misschien ook meedelen aan de minister. In dit geval is een Belgisch centrum voor toxigenomica een beetje voorbijgestreefd omdat men niet alleen genomica gebruikt maar ook proteomica. Centrum voor toxicologie zou waarschijnlijk een betere benaming zijn.

 

Hoe dan ook, men wenst een centrum op te richten. Dat centrum staat niet op zich. Dat is toch de wens van de minister, heb ik gelezen. Dit nationaal centrum zal samenwerken met het Europese niveau, met verschillende instituten die op Europees niveau reeds alternatieve methoden zoeken voor het vermijden van het gebruik van proefdieren of althans proberen om het aantal proefdieren te verminderen of die kijken naar de toxiciteit van stoffen via andere methoden.

 

Het zou een aanvulling zijn op ons nationaal niveau van wat er reeds gebeurt op Europees niveau. Men kan dat als een soort van coördinatie beschouwen van methoden. Men kan het ook beschouwen als een inventaris van informatie over verschillende methoden die op Europees niveau worden gebruikt in de verschillende lidstaten, waardoor deze veel sneller het wetenschappelijk onderzoek kunnen penetreren. Zoals de minister heeft gezegd tijdens een hoorzitting in de commissie voor de Sociale Zaken van de Senaat, het zou ook als een referentiecentrum kunnen optreden.

 

De sp.a heeft vanuit de Senaat ook dit voorstel gesteund van bij het begin. Het voorstel heeft trouwens heel veel steun gekregen van bij het begin omdat het een onvermijdelijk iets is dat men het aantal proefdieren moet verminderen door middel van alternatieve methoden.

 

Dit centrum is nog niet volledig gedefinieerd in het wetsontwerp. Wij vertrouwen erop dat de minister daarvoor een volledig kader gaat ontwikkelen.

 

In 2010 zal dit centrum, zoals voorspeld, van start kunnen gaan.

 

Als wetenschapper die zelf van proefdieren gebruikmaakt, wil ik er ook op wijzen dat er zeker geen weerstand van wetenschappers is tegen het gebruik van alternatieve methoden en dat de wetenschap een coördinerend referentiecentrum, zoals dit centrum zou moeten zijn, toejuicht.

 

De sp.a-fractie zal dit wetsontwerp steunen.

 

17.04  Katia della Faille de Leverghem (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, dames en heren collega’s, vandaag ligt zoals u weet het wetsontwerp tot oprichting van het Belgisch centrum voor alternatieven van dierproeven ter stemming. Ik wil ter zake nog enkele elementen meegeven.

 

Dierproeven zijn echt een doorn in het oog van vele burgers. Vanuit Open Vld heb ik mij meermaals geëngageerd om dierproeven geleidelijk te bannen en om alternatieven van dierproeven – 800.000 dieren in dit land – te zoeken en te gebruiken. Dit alles houdt verband met de zogenaamde drie V’s: vervanging van dierproeven door alternatieve methoden, vermindering van het aantal proefdieren, en verbetering van de experimenten. Dat is echter allesbehalve eenvoudig. Denken wij gewoon maar aan de medische en farmaceutische wereld.

 

Bij de uiteindelijke totstandkoming van dit geamendeerde wetsvoorstel werd in de Kamercommissie voor de Volksgezondheid niet over één nacht ijs gegaan. Dat bewijst dat wij er grondig over hebben nagedacht en dat wij zorgvuldig te werk zijn gegaan. Dat is een goede zaak.

 

Het is belangrijk even stil te staan bij enkele elementen die leidden tot de realisatie van dit ontwerp.

 

In de vorige legislatuur werd de regering via een resolutie gevraagd een Centrum voor Toxicogenomica op te richten. Door toxicogenomica kan immers de ontcijfering van het menselijk genoom, en daardoor de verdere ontwikkeling van de biomedische wetenschap, alsook de verificatie van het toxisch gehalte van producten, worden uitgevoerd zonder dierproeven.

 

Het in de Senaat ingediende wetsvoorstel oriënteerde zich hier volledig op. Open Vld heeft tijdens de besprekingen in de commissie voor de Volksgezondheid steeds aangedrongen op een degelijke transparante taakomschrijving van het centrum. Het Vlaams Instituut voor Biotechnologie werd in de aanloop tot de stemmingen dan ook geconsulteerd. Mede daardoor werd de tekst grondig geamendeerd. Er wordt niet meer uitsluitend op toxicogenomica gefocust, daar dit zoals u weet slechts één van de verschillende methodes is.

 

Er wordt bovendien een centrum opgericht dat zich ten dienste stelt van het wetenschappelijk onderzoek voor universiteiten en privélaboratoria. Dat laatste, collega’s, is echt cruciaal. Er zal moeten worden samengewerkt met alle Belgische onderzoeksinstellingen. Het is dan ook logisch dat alle partijen zeer positief hebben gereageerd op de voorgestelde wijzigingen.

 

Collega’s, het gewijzigde ontwerp gaat wegens de amendering terug naar de Senaat. Na aanneming door de Senaat komt het eropaan zo snel mogelijk de uitvoeringsbesluiten te schrijven, alsook in de nodige budgetten te voorzien opdat dit ontwerp daadwerkelijk zo spoedig mogelijk op het terrein kan worden geïmplementeerd.

 

U begrijpt dat, indien wij werk willen maken van degelijke alternatieven voor dierproeven, we geen tijd meer mogen verliezen. Onderhavig wetsontwerp verdient dan ook onze steun. Enkel dan kan de Senaat het zo spoedig mogelijk opnieuw behandelen en kunnen uitvoeringsbesluiten worden geschreven.

 

Vanuit het Parlement willen we nu reeds een oproep doen naar de regering om tijdig de nodige budgettaire middelen vrij te maken, opdat de wet geen dode letter zou blijven. We zijn het de vele dierenliefhebbers verschuldigd. Zij hebben zich al jaren ingezet en actie gevoerd voor een humanere omgang met dieren en bijgevolg voor een gevoelige vermindering en – wie weet – ooit een afschaffing van dierproeven.

 

Collega's, de graad van beschaving in een samenleving hangt immers in grote mate af van de omgang met haar dieren, zoals de grote Mahatma Ghandi terecht stelde.

 

Open Vld heeft dergelijke ethische principes steeds hoog in het vaandel gedragen en zal die lijn ook in de toekomst consequent blijven doortrekken. We beseffen echter dat dat enkel stapsgewijs kan gebeuren als alle betrokken partijen vandaag willen meewerken.

 

Tot op de dag van vandaag worden commerciële en industriële belangen nog te vaak en te vlug naar voren geschoven om daadwerkelijk iets aan het grootschalig dierenleed te veranderen.

 

Collega's, laten we nu samen beslissen om de graad van beschaving van onze samenleving te verbeteren.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1918/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1918/4)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsontwerp tot oprichting van een Belgisch Centrum voor alternatieven voor dierproeven”

L’intitulé a été modifié par la commission en “projet de loi portant création d’un Centre belge des méthodes alternatives à l’expérimentation animale“

 

Het wetsontwerp telt 8 artikelen.

Le projet de loi compte 8 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 8 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 8 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

18 Ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van artikel 26 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof (1283/1-5)

18 Projet de loi spéciale modifiant l'article 26 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage (1283/1-5)

 

Overgezonden door de Senaat

Transmis par le Sénat

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Terwingen, rapporteur, verwijst naar zijn schriftelijk verslag. De heer Willem-Frederik Schiltz heeft het woord.

 

18.01  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega’s, voor ons ligt een ontwerp van bijzondere wet, dat ertoe strekt de wet op het Arbitragehof te wijzigen. Deze bekommernis werd ingegeven om een bestaand conflict tussen onze twee hoogste rechtscolleges op te heffen. Het conflict bestaat erin dat zowel het Grondwettelijk Hof als het Hof van Cassatie in bepaalde omstandigheden over dezelfde zaken dreigden te kunnen oordelen. Het gaat over zaken waarbij een grondrecht wordt beschermd in een internationale bepaling en eveneens in onze eigen Grondwet wordt beschermd.

 

In de commissie werd uitvoerig en hard gewerkt aan een amendement, want de commissie was van oordeel dat de tekst, zoals ingediend door de Senaat, nogal omslachtig was en dreigde voorbij te gaan aan de intenties die het ontwerp beoogde. De amendementen werden nagenoeg met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

 

Collega’s, het past evenwel u van op dit spreekgestoelte een en ander toe te lichten bij het advies van de Raad van State. Er is een zekere vaagheid ontstaan over een zeer specifieke bewoording. Ik meldde u al dat deze materie gaat over de analoge bescherming van een grondrecht, zowel in de Grondwet als in een internationale bepaling. De Raad van State geeft in zijn advies een vreemde interpretatie aan het begrip “analoog grondrecht”. Verder suggereert de Raad van State dat het begrip bij voorkeur in de parlementaire voorbereidingen wordt toegelicht. Dat doe ik vandaag voor u, om zeker te zijn dat het ontwerp niet post factum kan worden uitgehold door terug te grijpen naar al dan niet vage parlementaire voorbereidingen.

 

Laat mij dus zeer duidelijk zijn, collega’s. Ik denk dat ik voor de commissie mag spreken. Zij die het niet met mij eens zijn, moeten mij maar tegenspreken. De commissie heeft, net zoals de Senaat, de bedoeling om onder “analoog” het volgende te verstaan. Ik citeer: “Een gedeeltelijk analoog grondrecht is een grondrecht met een gelijke draagwijdte, maar met een verschillend toepassingsgebied of met een gelijke draagwijdte, maar met verschillende beperkingsvoorwaarden”. Het gaat hier dus niet, zoals de Raad van State verkeerdelijk stelt, over een bijzondere bepaling en een algemene bepaling, waarbij de bijzondere bepaling dan voorrang moet krijgen op de algemene bepaling. De toedracht van dit ontwerp moet zijn dat een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof moet worden gesteld zodra een rechter vaststelt dat het grondrecht in kwestie zowel in Titel II van onze Grondwet als in de internationale bepaling wordt beschermd. Verder zijn er een paar kleine uitzonderingen die we daarin hebben opgenomen. U hebt het allen kunnen lezen.

 

Collega’s, als de Raad van State ons oproept om in de parlementaire voorbereiding een duidelijke interpretatie te geven van de tekst die voorhanden ligt, vind ik het belangrijk om dat alsnog te doen.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1283/5)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1283/5)

 

Het ontwerp van bijzondere wet telt 2 artikelen.

Le projet de loi spéciale compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

19 Wetsontwerp houdende aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2009 (1924/1-3) (1923/1)

- Wetsontwerp houdende eerste aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2009 (1925/1-4)

19 Projet de loi contenant l'ajustement du budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2009 (1924/1-3) (1923/1)

- Projet de loi contenant le premier ajustement du Budget général des dépenses de l'année budgétaire 2009 (1925/1-4)

 

Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces deux projets de loi. (Assentiment)

 

Overeenkomstig artikel 116 van het Reglement wordt een beperkte algemene bespreking gehouden.

Conformément à l'article 116 du Règlement, le projet de loi fait l'objet d'une discussion générale limitée.

 

Beperkte algemene bespreking

Discussion générale limitée

 

De beperkte algemene bespreking is geopend.

La discussion générale limitée est ouverte.

 

19.01  Jean-Jacques Flahaux, rapporteur: Monsieur le président, chers collègues, je suis chargé de vous rapporter le projet de loi contenant l'ajustement du budget des Voies et Moyens et celui contenant le premier ajustement du Budget général des dépenses de l'année 2009.

 

Notre commission des Finances et du Budget s'est réunie à deux reprises en avril et a pu bénéficier de deux exposés extrêmement intéressants: d'une part, celui du secrétaire d'État, Melchior Wathelet, qui nous a fait le scope du contrôle budgétaire et, d'autre part, celui du ministre des Finances sur l'évolution conjoncturelle non seulement en Belgique mais aussi dans l'ensemble du monde et dans l'Union européenne et sur la révision de l'estimation des recettes 2009.

 

Pour ce qui est de ces deux exposés, la situation étant tellement changeante au fur et à mesure du temps, je propose que vous vous référiez essentiellement aux documents. Je passe donc directement aux éléments principaux de la discussion générale.

 

Lors de la discussion, le député Goyvaerts (Vlaams Belang) a considéré que le contrôle budgétaire était en retard sur la réalité car il n'entraînait qu'un ajustement en matière de recettes et non de dépenses. Il considère également que la contraction de l'économie belge sera supérieure aux estimations du FMI, en fonction de l'évolution de l'économie allemande. Dès lors, le déficit belge sera pire qu'annoncé.

 

Il regrette qu'aucune mesure de résorption du déficit budgétaire ne soit adoptée ni même en matière de coût du vieillissement. Il pose enfin une série de questions sur diverses mesures qui auraient dû être proposées selon lui.

 

Le député Jambon (N-VA) considère que le contrôle budgétaire est le signe de l'absence totale de dynamisme et de prévoyance du gouvernement fédéral. Il dénonce déjà l'équilibre virtuel du budget initial et constate que, malgré le recul de l'inflation, les dépenses primaires augmentent encore de 321 millions d'euros. Il espère dès lors qu'un nouveau contrôle budgétaire se mette en œuvre directement après les élections régionales.

 

Présidente: Corinne De Permentier, première vice-présidente.

Voorzitter: Corinne De Permentier, eerste ondervoorzitter.

 

Le député Daems de l'Open Vld renvoie au rapport du Conseil supérieur des Finances de mars 2009 qui met l'accent sur les quatre éléments qui limitent très fortement dans le Royaume la capacité de l'instrument budgétaire et fiscal à des fins de relance. Il appelle dès lors le gouvernement à procéder, après les régionales, à un réaménagement de la structure financière de l'État belge et de l'assainissement des finances publiques avec le soutien de tous les niveaux de pouvoir.

 

Le député Vanvelthoven, sp.a, critique le fait que le secrétaire d'État Wathelet fasse à présent lui-même ce que son parti a tant critiqué sous la coalition violette, à savoir reporter les charges vers le futur.

 

Le député Van de Velde calcule que le déficit 2009 s'élèvera à 3,4% du PIB dont 20 à 25% résultent du plan de relance et de l'accord interprofessionnel. Il regrette aussi qu'aucune estimation de l'incidence des interventions publiques dans les banques n'ait été réalisée. Il dénonce enfin les frais de gestion de la Régie des Bâtiments et déclare aussi qu'il convient de mettre un terme aux abus de la sécurité sociale.

 

Le député De Potter estime qu'il ne s'agit pas de remédier à un déficit structurel en matière de période de crise économique mais constate néanmoins que les projets de budget et d'ajustement surestiment systématiquement le montant des recettes.

 

Enfin, la députée Almaci qualifie l'ajustement budgétaire de "désespérant", je la cite, et qu'il est la preuve du défaitisme du gouvernement qui a décidé de ne plus faire le moindre effort pour redresser la situation.

 

Je dois aussi faire part du fait que toute une série de questions techniques et ponctuelles ont été posées auxquelles le ministre et le secrétaire d'État ont répondu.

 

Le vote sur les articles 1 à 11 de l'ajustement du budget des Voies et Moyens, ainsi que l'ensemble du projet de loi a été voté par 9 voix contre 3. Pour ce qui est des articles 1-01-1 à 7-01-1 du projet de loi contenant le premier ajustement du Budget général des dépenses, aucun commentaire n'a été fait et ils ont été adoptés par 9 voix pour et 3 voix contre.

 

J'ai essayé d'être le plus bref possible.

 

19.02  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mevrouw de voorzitter, ik was even aan het wachten op de staatssecretaris want die zou nog wat info voor mij moeten hebben over de notionele intrestaftrek. Daar zullen we het echter straks over hebben.

 

Collega’s, de regering heeft er weer een zootje van gemaakt. Dat is eigenlijk de korte samenvatting van deze begrotingsaanpassing. Die begrotingsaanpassing is geen gunst van de regering, ze is er gekomen omdat de eerste opmaak van de begroting hopeloos achterhaald was en men dat ook maar al te goed besefte. Geachte collega Verherstraeten, de slogan is eerder “hopeloos in moeilijke tijden”.

 

De gemakkelijkste begrotingsaanpassing ooit werd er gezegd. Het is de meest hopeloze ooit. Dat zijn woorden van deskundigen. Wie het verslag van het Rekenhof leest kan het alleen als een litanie van tekortkomingen – ik zeg het dan nog proper – zien. Een litanie van tekortkomingen. De lichtzinnigheid van dit document is wraakroepend. Zoals gewoonlijk was men niet mals. De ontvangsten zijn nog steeds overschat, zo stelt het Rekenhof, en men wacht op dividenden die misschien nooit zullen komen. De bepaalde aanpassingen zijn niet voldoende verantwoord. De regels voor de herverdeling van de basisallocaties werden geschonden. Bepaalde organieke fondsen hebben nog steeds een negatief saldo – ik denk aan het DAVO-fonds – terwijl dat wettelijk verboden is. Er is ook nog steeds niet in een structurele oplossing voorzien voor het DAVO-probleem dat nu toch al zeer lang aansleept. U zult misschien aanvoeren dat dit peulschillen zijn, misschien niet al te belangrijk in grootteorde. We weten hoe relatief bedragen zijn in deze tijden van financiële crisis. Maar toch, er is geen transparantie, geen nauwkeurigheid, gebrek aan gedetailleerde berekeningen enzovoort. Eigenlijk alles wat we de banken verwijten.

 

Wat betreft de ontvangsten zien we dat na een maandenlange ontkenningsfase onze regering eindelijk de werkelijkheid onder ogen moet zien. Dat ons land in een diepe recessie is beland, vertaalt zich in die begroting en de tegenvallende ontvangsten. Maar toch, hoewel men zegt dat er geen sprake meer is van overmatig optimisme, blijven die ontvangsten voor een deel overschat.

 

Ook de notionele intrestaftrek blijft nog steeds een pijnpunt. De regering beweert nu dat de intrestkost daarvan zal dalen met 62 miljoen ten opzichte van vorig jaar omdat ze is gekoppeld aan de OLO-intrestvoet.

 

Daarover bestond nog wat onduidelijkheid tijdens de commissievergadering. De staatssecretaris heeft mij ter zake trouwens een antwoord beloofd. Ik weet niet of dit antwoord met betrekking tot de kostprijs van die notionele intrestaftrek in de begroting van 2009 er ondertussen is?

 

19.03 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Het gaat hier over het verschil van intrestlast qua rekening van de notionele intrest. De basis is dezelfde gebleven in de verschillende tabellen. Het verschil van intrest heeft een repercussie op de budgettaire impact van de notionele intrest en dat is het verschil van die 62 miljoen euro. Normaal gezien werd er een schriftelijk antwoord verstuurd naar de commissie. Ik denk dat dit ook in het verslag staat vermeld. Als u mij nog enkele minuten geeft, zal ik kunnen aantonen dat het antwoord echt werd verstuurd.

 

19.04  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Dank u wel.

 

In ieder geval impliceert dit dat er van de 259,2 miljoen euro, die oorspronkelijk was ingeschreven, 62 miljoen euro aan intrestlast af zou gaan. We zouden dan uitkomen op een ingeschreven last aan notionele intresten van zowat 200 miljoen euro. Als ik niet fout ben en als dit straks niet wordt tegengesproken, moeten we het volgens mij op die manier interpreteren.

 

Ondertussen is tijdens de week van bespreking van de begrotingsaanpassing een euvel aan het licht gekomen dat wij ook bij de initiële opmaak van die begroting hard hebben aangeklaagd. Die notionele intrestaftrek creëert geen enkele extra job en genereert geen enkele extra investering in het binnenland. Integendeel, in de pers zijn artikels verschenen op basis van rapporten die aangeven dat die investeringen eerder naar het buitenland gaan.

 

De kapitaalsinjecties in Belgische vennootschappen hebben een absoluut record van 125 miljard euro bereikt in 2008. Dit zou de Schatkist in 2009 tot 2 miljard euro meer kunnen kosten dan wat de notionele intrestaftrek ons al kostte zonder dat er een extra job wordt gecreëerd en zonder dat er binnenlandse investeringen zijn gebeurd. Dit alles komt boven op de 2,4 miljard euro brutokost die dit al opleverde bij de opmaak van de begroting. Terwijl de kost van de notionele intrestaftrek op dit moment zowat 4 miljard euro bedraagt, zien wij na de begrotingsaanpassing dat de kost ook nog naar beneden wordt gehaald. Onvoorstelbaar! Dit tart elke verbeelding omdat men als sinds de opmaak van de begroting weet dat het mechanisme van de notionele intrestaftrek niet of nauwelijks ten goede komt aan de eigen economie en dat het zeer veel geld kost. Toch zien wij die realiteit nergens weerspiegelt in de begroting.

 

Desondanks blijven grote ondernemingen hun werknemers afdanken en vestigingen in ons land sluiten. Groen! en Ecolo hebben reeds vóór de begrotingsopmaak van 2009 een wetsvoorstel ingediend om het systeem van de notionele intrestaftrek niet af te schaffen maar wel te verbinden aan jobcreatie en investeringen in de eigen economie.

 

Wij zijn dus pro, maar onder voorwaarden. U hebt al een jaar de tijd om dat wetsvoorstel goed te keuren. U hebt al een jaar de tijd om die kosten te drukken, die de spuigaten uitlopen en niet ten goede komen aan onze eigen economie, zeker niet in deze economisch moeilijke tijden waaraan prioriteit zou moeten worden gegeven. U hebt die mogelijkheid, maar u doet het niet. Integendeel, bij uw begrotingsaanpassing gaat u gewoon verder op het vrolijke, oude liedje, en sluit u de ogen voor de realiteit. Wij hebben overigens nog altijd niet het verslag gekregen dat ons ooit was beloofd over de evaluatie van de kostprijs van de notionele intrestaftrek van de minister van Financiën.

 

U sluit uw ogen voor iets wat nefast is, voor uw eigen portemonnee, als overheid. Dat brengt geen jobs op. Integendeel, we zien dat banken, die via de notionele intrestaftrek grote winsten hebben kunnen genereren in de voorbije jaren, nu ook hun personeel afdanken. Waar zijn wij mee bezig? De regering moet eens ophouden met sinterklaas te spelen voor de grote bedrijven en de zwartepiet door te schuiven naar de werknemers en de belastingbetaler.

 

Het Rekenhof zegt ook dat de situatie bij de Regie der Gebouwen, met de alternatieve financiering van 129,1 miljoen euro, niet echt duidelijk is. En, zoals al werd geopperd in de commissie, is dat niet een doorschuiven van de lasten naar de toekomst? Wie zal dat betalen en wanneer? Op die vraag is er gewoon geen antwoord.

 

Maar, los daarvan, neem de begroting van 2008 opnieuw in handen. Toen werd ons beloofd dat er een lijst zou komen van de gebouwen die zouden worden verkocht, waarvan de inkomsten overigens al in die begroting stonden. Die verkoop zou 100 miljoen euro opbrengen. De regering wist nog niet welke gebouwen er zouden worden verkocht, maar wel al wat die verkoop zou opbrengen. Het Rekenhof merkt nu op, bij de begrotingscontrole, dat die lijst er nog niet is – wij hebben ze nooit gekregen – en dat ook die 100 miljoen euro aan inkomsten er niet zijn – uiteraard, want als men niet kan bepalen welke gebouwen men verkoopt, zal men er ook moeilijk inkomsten uit kunnen genereren. Dat is gewoon de opstelling van een virtuele begroting. Dat is gewoon eigen wensen voor lief aannemen, opnieuw wishfull thinking tot ongekende hoogtes brengen.

 

Ik zal niet ingaan op alle details. Het is dermate bedroevend. Bovendien, we hebben al zo veel dieptepunten gehad dat de aandacht voor dat soort van zaken steeds meer verslapt, dat degenen die het hardst roepen om een evenwicht, nu het hardst zwijgen, als het erop aankomt.

 

Aan uitgavenzijde maakt de regering alweer de foute keuzes. Alweer. Ondanks het feit dat verschillende malen is aangegeven dat er effectief zou worden gewerkt aan een groene fiscaliteit enzovoort, wat zien we? Ondanks het feit dat in de landen rondom ons het besef groeit dat de vergroening van de economie een noodzaak is en dat zelfs het VBO een “green deal” heeft voorgesteld?

 

Wij zien dat deze regering bekrompen blijft vasthouden aan de economische opvattingen van de vorige eeuw, in de klassieke zin, die al lang hun failliet hebben bewezen. Iedereen heeft het begrepen, behalve onze centrumrechtse regering. Ik geef twee sprekende voorbeelden.

 

Op de post “terugvorderbaar voorschot voor onderzoeksprogramma’s van Airbus” komt er 10,1 miljoen euro bij. Dat is een stijging met 70 procent. Om de kosten van onderzoek en ontwikkeling van Airbus te dekken, komt er 11,6 miljoen euro bij. Dat is een stijging met 152 procent. Het vliegtuig, collega’s, is het meest vervuilende vervoermiddel, maar toch blijft de regering ook in moeilijke tijden daaraan centen spenderen. Voor een zelfde reis stoot een vliegtuig 40 keer meer CO2 uit per passagier dan de trein.

 

Laten we dat eens vergelijken met de bijdrage aan de NMBS in de begroting. De bijdrage aan de NMBS voor het binnenlandse vervoer van passagiers daalt met 56,2 miljoen euro of 6,1 procent. Uitgedrukt in Belgische frank is dat 2,2 miljard frank minder voor het binnenlandse vervoer van passagiers, op een ogenblik dat vele honderdduizenden reizigers nu al lijden onder de vele treinvertragingen. Ikzelf neem elke dag de trein, op de lijn Antwerpen-Brussel. Ik nodig de voltallige regering uit om hetzelfde traject eens een maand lang met mij mee te doen.

 

Ook de bijdrage aan Infrabel voor het onderhoud en het beheer van de spoorweginfrastructuur wordt met de begrotingsaanpassing met 17,9 miljoen euro of 8,2 procent verminderd. De deelname van de Staat in het kapitaal van de NMBS voor de financiering van investeringen wordt verminderd met 11,4 miljoen of 2,1 procent. Iedereen zegt dat spoorverkeer en modal split cruciaal zijn voor onze economie, maar de cijfers bewijzen het tegendeel. De cijfers bewijzen dat men enkel lippendienst bewijst aan groene thema’s. Als het erop aankomt, kiest men in de harde cijfers altijd weer voor de oude oplossingen.

 

De trein is een vervoersmiddel dat veel minder CO2 uitstoot dan wegvervoer of luchtvaart. De verbetering van het spoorvervoer kan de files verminderen. Dagelijks nemen honderdduizenden mensen als ik de trein om van en naar hun werk te gaan. Het spoor verdient dus bijkomende investeringen. Die investeringen zijn duurzaam. Ze zijn goed voor pendelaars, creëren jobs en zijn dus ook goed voor de economie.

 

Naast het leegroven van de reserves zien wij nu dit. Door net die begrotingsposten te verminderen, toont de regering aan dat zij liever de grote vliegtuigconstructeurs een handje helpt en pleziert dan moedig de weg in te slaan van een duurzamere Belgische economie. Er zijn zo nog voorbeelden.

 

Collega's van oranje-blauw en van de PS, als u straks de groene stemknop indrukt, besef dan heel goed wat u doet en voor welk soort oplossingen u kiest: meer geld voor Airbus, minder geld voor treinen, geld blijven verkwisten aan een maatregel die veel beter zou kunnen worden gekaderd om efficiënt te kunnen zijn, mist blijven spuiten over wat u effectief met uw centen doet, het woord transparantie een negatieve dimensie blijven geven, onnauwkeurig blijven zijn en blijven dromen van cijfers die nooit zullen worden gerealiseerd.

 

Het mag duidelijk zijn: Ecolo en Groen! zullen straks tegen de begrotingsaanpassing stemmen. Mijnheer de minister, ik heb u al elke keer gezegd dat u telkens de brokken mag komen lijmen, nadat de anderen in de pers grote uitspraken hebben gedaan.

 

Ik hoop dat de regering snel haar draai vindt. We hebben al te veel tijd verloren. Ik hoop dat er werk wordt gemaakt van de kadering van de notionele intrest en dat, in plaats van er lippendienst wordt bewezen aan de groene economie, u werkelijk daarvoor kiest. We hebben geen tijd te verliezen. We worden door alle ons omringende landen ingehaald. Het is simpelweg schandelijk en schaamtelijk.

 

19.05  Hendrik Bogaert (CD&V): Mevrouw de voorzitter, collega's, het is mij een waar genoegen om het over de begroting te hebben. Het wordt, zoals de traditie dat vraagt, een "lofzang" op paars. Verhofstadt is inderdaad een vooruitziend man. Hoe verklaren we anders dat hij negen jaar voor het uitbreken van de financiële crisis al was begonnen met een relanceplan?

 

We staan er niet zo goed voor, en dat is het understatement van het jaar. Volgens onderhavige begrotingscontrole loopt het begrotingstekort op tot 12 miljard euro. We kijken een beetje bang uit naar de voorspelling van het Planbureau. Misschien wordt dat nog meer. Hoe dan ook, de begrotingscontrole spreekt in elk geval al van een tekort van 12 miljard euro.

 

We zien dat het primair saldo als sneeuw voor de zon is gesmolten. Het primair saldo, het saldo buiten de rentelast, is zowat het spaarvarken van de begroting, dat onder Dehaene en Van Rompuy ongeveer 7 procent was. Op het ogenblik dat paars het schip verliet, was dat bijna gehalveerd, van 7 naar 3,5 procent van het bruto binnenlands product.

 

Sinds dat bewuste ogenblik, zijnde het uitbreken van de financiële crisis, is de voornoemde 3,5 procent helemaal tot nul herleid.

 

Collega’s, wij kunnen dus op basis van de indicator van het primair saldo besluiten dat de schade die de regeringen-Verhofstadt aan de begroting hebben toegebracht, even groot is als de schade die door de financiële crisis aan de voorliggende begroting is aangebracht.

 

Iedereen wordt nu wakker. Mijnheer De Croo, ik zal het even herhalen, want ik zie u heel verward opkijken.

 

Toen paars aan de macht kwam, was er een primair saldo van 7 procent. Toen paars het schip verliet, bedroeg het primair saldo 3,5 procent. Sinds het uitbreken van de financiële crisis is het primair saldo tot nul herleid. De schade die door de financiële crisis aan de begroting en het primair saldo is aangericht, is dus even groot als de schade die door de diverse regeringen van Verhofstadt is aangericht.

 

Ik wil hier de volledige statistiek voorlezen. Ik zie dat u nog steeds in de ontkenningsfase zit. Ik zal dus even uitweiden.

 

In 1999 was er een primair saldo van 7 procent. Volgt u nog? Er was dus een primair saldo van 7 procent op het ogenblik dat Verhofstadt aan de macht is gekomen. Op het ogenblik dat de financiële crisis is uitgebroken, is het primair saldo nog 3,5 procent. Dus: 7 min 3,5 is 3,5 procent verlies aan primair saldo. Het primair saldo ging van 3,5 naar 0 procent door de financiële crisis.

 

De redenering is dus dat de schade die de financiële crisis aan de begroting heeft aangebracht, even groot is als de schade die de regeringen-Verhofstadt aan de begroting hebben aangebracht.

 

Gelukkig zijn er sinds het voornoemde moment een aantal positieve zaken te melden.

 

Ten eerste, de facturen worden stipter betaald. De onbetaalde facturen, die nog 1,7 miljard euro bedroegen, toen de heer Verhofstadt het schip verliet, zijn ondertussen tot 600 miljoen euro afgezwakt. Er is dus een inhaaloperatie van 1,1 miljard euro aan onbetaalde facturen geweest.

 

Ik neem één departement, met name het departement van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, als voorbeeld. Eind 2006 waren er voor 27 miljoen euro onbetaalde facturen. Dat is eind 2007 gezakt naar 11 miljoen euro aan onbetaalde facturen. Dat was dus al een verbetering. De daling bleef zich doorzetten, want op 31 december 2008 waren er voor 6 miljoen euro onbetaalde facturen. Wij kunnen dus een verbetering vaststellen. Niettemin is er eind 2008 nog altijd 6 miljoen euro aan onbetaalde facturen. Wij zijn dus op de goede weg, maar we zijn er nog niet helemaal.

 

Het voorgaande is een voorbeeld. Het globale cijfer is dat van de oorspronkelijke 1,7 miljard euro aan onbetaalde facturen waarvan er nu nog 600 miljoen euro openstaat.

 

Wat ook is rechtgezet, zijn de thesaurierekeningen van voormalig minister Flahaut. U weet dat op het ogenblik dat deze socialistische minister van Landsverdediging een tekort had, hij niet zei dat het ankerprincipe niet klopte of dat de besparingen te stringent waren voor hem. Hij heeft geld genomen uit de thesaurierekeningen, een soort cashrekening die bedoeld was om operaties ten dienste van de NAVO – personeelsoperaties en andere – te betalen. Het was een apart potje dat was opzijgezet en waaruit de regering geld mocht terugnemen op het ogenblik dat er facturen binnenkwamen, dus als er inning was ten opzichte van de NAVO.

 

Het ankerprincipe gold voor alle departementen, maar blijkbaar niet voor defensie en die rekening werd compleet misbruikt door minister Flahaut, voor een bedrag van 161 miljoen euro. In 2008 heeft deze regering dat helemaal rechtgezet.

 

Een volgend actueel thema is de verkoop en het weer inhuren van gebouwen. In dat verband telt onze bevolking twee groepen van mensen. Er zijn degenen in dit land die 10 procent rendement op zulke transacties normaal vinden en er zijn er heel veel anderen die 10 procent rendement op zulke transacties niet normaal vinden; zij vinden dat 6 procent goed betaald is, dat 8 procent zeer goed betaald is en dat 10 procent eigenlijk een plundering is van de staatskas.

 

Het zou goed zijn – het is een eis van onze fractie – mochten die contracten, waar dat mogelijk is, worden heronderhandeld. Er zijn natuurlijk contracten met een zeer lange looptijd, maar er zijn ook contracten die al vervallen in 2012. Dat is de vroegste vervaldatum die gevonden is en het betreft het ontvangstenkantoor van Ciney, de douane van Luik, het centrum Financiën van Luik en nog een ander gebouw in Luik. In 2015 vervallen contracten in Binche, Namen, Izegem, Harelbeke, Menen, Torhout, Ninove en Kortrijk. Een aantal gebouwen zal dus relatief vroeg vrijkomen. Ik meen dat daarover moet worden onderhandeld op de vervaldatum.

 

De vraag rijst natuurlijk of wij met het oog op goed bestuur zulke contracten niet kunnen openbreken? Er zijn contracten bij met een looptijd van 30 jaar. Zou het niet verstandig zijn contact op te nemen met die mensen? In de privésector gebeurt dat ook. Als men zich als contracterende partij op een of andere manier slecht behandeld voelt, staat men weliswaar zwak, omdat het contract er is, maar men kan contact opnemen met de andere contractant om te zien of het contract niet kan worden opengebroken, met eventueel een nieuwe looptijd en met nieuwe onderhandelingen over het bedrag. Ik ben voorstander daarvan. Het zal wat moed vergen, maar ik meen dat de belangen van de belastingbetaler zodanig zijn geschaad dat het verantwoord is die stap te zetten en na te gaan of men die contracten niet kan openbreken en beter onderhandelen, ten voordele van de reeds zwaar getergde belastingbetaler.

 

Voorts, men beweert dat ik zaag over het verleden, maar het gaat nu eenmaal om kosten die ik terugvind in de begroting en de begrotingscontrole 2009. In de eerste plaats gaat het om de overname van het Belgacompensioenfonds: waardoor er 283 miljoen euro op onze begroting weegt, en wel wegens trucs uit het verleden. Door het kunstmatig rechthouden van de begroting toen, weegt er nu 283 miljoen euro concreet op onderhavige begroting. Dat is spijtig geld. Op een ogenblik waarop het bijzonder moeilijk gaat, op een ogenblik waarop we het lastig hebben op het vlak van begroting, blijkt er nog een cadeau uit het verleden toe te komen: 283 miljoen euro voor het Belgacompensioenfonds.

 

Het volgende hoofdstuk betreft de effectisering van belastingschulden. Uit de commissie die de bankencrisis heeft onderzocht, is naar voren gekomen dat dat een van de meest verderfelijke zaken is en tegelijk een van de oorzaken van de crisis. Ook de regeringen uit het verleden hebben meegedaan aan de effectisering: een operatie van 500 miljoen euro en een operatie van 600 miljoen euro. Hetzelfde principe heeft geleid tot de bankencrisis: men neemt een pakket schulden, men doet er een mooi inpakpapier en een strik rond, men verkoopt het door aan iemand anders. Dat gaat zo vier tot vijf stappen verder, tot niemand meer weet wat er in het pakket zit.

 

De paarse regeringen hebben daar ook aan meegedaan: 500 miljoen achterstallige schulden van de personenbelasting en 600 miljoen van de btw, verpakt en doorgegeven. Ik weet niet waar ze zitten. Ik zie hier wel het effect op onze begroting: 164 miljoen euro weegt op onderhavige begroting 2009, nogmaals, op het ogenblik waarop we het zeer hard nodig hebben, 89 miljoen euro bij de directe belastingen en btw, 29 miljoen euro bedrijfsvoorheffing enzovoort.

 

Toch heeft de regering een aantal rechtzettingen gedaan, wat een breuk met het verleden betekent. Deze regering verdient daarvoor krediet.

 

De schuldgraad rijst de pan uit en stijgt naar 92 procent volgens de begrotingscontrole. De Europese Commissie verwacht een schuldgraad van 100 procent voor België tegen 2010. Men is niet goed bezig, als men dat zo ziet! Het is een ontluisterend cijfer, als men even bezig is met die begroting. We gaan terug naar maar liefst 100 procent.

 

Vijf procent is natuurlijk te wijten aan het redden van de banken. Ook vandaag was er weer lof voor de alerte reactie van de regering, maar die reactie verhoogt potentieel wel opnieuw de schuldgraad.

 

Het was een wijze beslissing van deze regering om een stuk mee te ademen met de economie en de begroting mee te laten gaan met de economie en de automatische stabilisatoren te laten werken. Dat was een verstandige beslissing, mijnheer de staatssecretaris. Wij doen daarmee willens nillens aan deficit spending. Dat kan evenwel niet eeuwig blijven duren.

 

Mijnheer Vanvelthoven, we nemen ook afstand van wat de s.pa op dat vlak heeft gezegd. Wij zijn er absoluut tegenstander van om nog tweemaal 5 miljard euro toe te voegen aan het tekort. Dat tekort zal al 12 miljard euro groot zijn volgens onderhavige begrotingscontrole.

 

Ik neem aan dat daarop veel kritiek zal zijn vanuit uw fractie, maar uw fractie is er voorstander van om aan die 12 miljard nog eens 5 miljard toe te voegen. Dan komt men uit op 17 miljard euro. Voor sommige mensen is het tekort natuurlijk nooit groot genoeg.

 

19.06  Peter Vanvelthoven (sp.a): Ik wil even reageren, want u vertelt ongelooflijke onzin. Het komt zelden voor dat ik zoiets hoor, en dat voor de begrotingsspecialist van CD&V. Het schaamrood zou u op de wangen moeten komen.

 

John Crombez heeft gezegd dat deze regering het tekort zodanig heeft laten oplopen dat wij vandaag jammer genoeg niet meer kunnen doen om deze crisis aan te pakken. Wij waren er inderdaad voorstander van om het tekort te laten oplopen, ervan uitgaande dat deze regering het lopende tekort – dat niets met de economische en financiële crisis te maken heeft – tenminste binnen de perken zou hebben gehouden. Vermits de regering dat niet heeft gedaan, is er inderdaad geen verdere ruimte. Als deze regering had gedaan wat ze had moeten doen, dan hadden we voor de crisis heel andere maatregelen kunnen nemen. Dan zouden we meer geld hebben gehad om de bedrijven en de mensen te helpen. Het is de fout van deze regering dat ze het tekort al twee jaar laat oplopen en dat er bij elke begrotingscontrole helemaal niets gebeurt, zelfs niet vóór het uitbreken van de economische crisis. Dat is het probleem dat wij vandaag hebben. Meer hebben John Crombez en de sp.a daarover niet gezegd.

 

19.07  Hendrik Bogaert (CD&V): Ik zal daarop toch even ingaan. Ik kom straks terug op het zogenaamde ontsporen van deze begroting. Over een aantal maatregelen wil ik een kritische stem laten horen, maar dan gaat het over enkele tientallen miljoenen euro. U en ik zullen er wellicht akkoord mee gaan dat er een ontsporing is van enkele tientallen miljoenen euro.

 

Uw vertegenwoordiger en lijsttrekker van West-Vlaanderen, John Crombez, heeft over vijf miljard gesproken. Om heel duidelijk te zijn, citeer ik hem: “Zowel dit jaar als volgend jaar zijn maatregelen ter waarde van telkens vijf à zes miljard euro nodig.” Dat heeft hij in De Standaard gezegd. U hebt dus geen punt, want als men die vijf tot zes miljard extra bijvraagt, komt dat bovenop het tekort van 12 miljard euro dat puur te wijten is aan een tekort aan ontvangsten.

 

Hoe is die 12 miljard in wezen samengesteld? 8,4 miljard zijn minderontvangsten op federaal vlak, in de vennootschapsbelasting, de bedrijfsvoorheffing en in andere ontvangsten. In de sociale zekerheid is er 2,2 miljard euro te kort omdat de uitgaven groter zijn, terwijl er minder ontvangsten zijn. In de lokale besturen is er 1,2 miljard te kort, omdat alles ook een weerslag heeft op de deelstaten en de gemeenten. Dat is de samenstelling van de 12 miljard.

 

Als u meent wat u zegt, moet u straks aan de hand van een tabel aangeven welk deel van de 12 miljard u precies zou wegsnijden. Wij houden ons er ook mee bezig en ik zie enkele tientallen miljoenen euro die we in de context die u nu beschrijft, zouden kunnen wegsnijden, maar u voegt er wel 5 miljard euro aan toe.

 

U moet echter de grootteorde goed zien in een begroting. U voegt immers 5 miljard euro toe, boven op de 12 miljard. Het wordt dus 17 miljard euro. Als u mij vraagt waarom ik over het verleden spreek, dan doe ik dat omdat u niet bijleert. U hebt de traditie van grote begrotingstekorten uit het verleden en u wil er nog eens 5 miljard euro aan toevoegen. Dat is de realiteit.

 

19.08  Peter Vanvelthoven (sp.a): De schaamteloosheid blijft duren bij CD&V. Het is onwaarschijnlijk. Ik zou CD&V willen herinneren aan een van de vele gebroken verkiezingsbeloften. Een belofte was een begroting in evenwicht. We hebben twee jaar Leterme en Van Rompuy gehad. In geen van die jaren, zelfs niet voor de economische en financiële crisis, is er een begroting in evenwicht afgeleverd. Dat was al erg op zich. Bovendien heeft uw minister van Financiën de fiscale ontvangsten – we hebben daarover gediscussieerd in dit Parlement – …

 

(…): (…)

 

19.09  Peter Vanvelthoven (sp.a): Ik heb het over uw regering. Ik begrijp dat de regering daar ongemakkelijk van wordt.

 

(…): (…)

 

19.10  Peter Vanvelthoven (sp.a): De minister van Landsverdediging, degene die zijn budget het meest laat ontsporen, voelt zich geroepen om nu tussen te komen. Dat is toch ongelooflijk!

 

Er is dus geen begroting in evenwicht, ondanks de beloften aan de kiezer. Geen enkele begroting was in evenwicht. Erger nog, …

 

(…): (…)

 

La présidente: Monsieur Vanvelthoven, veuillez terminer car je pense que ce débat a déjà eu lieu en commission. Nous n'allons donc pas le recommencer ici.

 

Monsieur Bogaert, je vous prie de bien vouloir conclure bientôt.

 

19.11  Peter Vanvelthoven (sp.a): Er is geen enkele begroting in evenwicht afgeleverd. Het ergste wat er is gebeurd, is dat de minister van Financiën de fiscale ontvangen onrealistisch hoog heeft ingeschat. Hij schatte ze meer dan een miljard hoger in dan zijn eigen administratie aan de regering en aan het Parlement liet weten. U weet dat, mijnheer de staatssecretaris. Waarom heeft men dat gedaan, collega Bogaert? Men heeft die fiscale ontvangsten zo irrealistisch ingeschat opdat men dat miljard ook nog eens kon uitgeven. Dat is wat ik deze regering verwijt. Men heeft er niet alleen niet voor gezorgd dat de begroting in evenwicht was, men heeft zelfs uitgaven gedaan waarvan men wist dat ze niet gedekt waren. Dat gebeurde op een moment dat er nog geen crisis was. Het gevolg daarvan is dat we vandaag in onze ogen onvoldoende recessiemaatregelen hebben kunnen nemen terwijl we die wel hadden kunnen nemen als uw partij en uw regering ervoor hadden gezorgd dat het huishoudboekje klopte.

 

19.12 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Vanvelthoven, ik wil het debat niet opnieuw openen, alleen wat toevoegen.

 

Overschatting van de fiscale ontvangsten? Ik zal u Leuven niet herinneren. Leuven, verkiezingsjaar, voorafbetalingen: 15 procent.

 

U zegt dat wij voor de begroting de cijfers van de administratie van Financiën moeten nemen. Wat hebben wij gedaan in de begrotingsaanpassing? Welke cijfers hebben wij genomen als fiscale ontvangsten in die begrotingsaanpassing? Precies de cijfers die werden gegeven door de administratie. Niet meer, niet minder. Dat is precies wat u zonet zegt. Applaudisseer maar want de begrotingsaanpassing vertaalt precies in de cijfers wat u zegt dat wij moeten doen, en wat wij hebben gedaan in termen van fiscale ontvangsten. Dat is precies wat u zojuist hebt gezegd.

 

19.13  Hendrik Bogaert (CD&V): Ik kom tot de departementen. De redenering van de regering bestaat erin dat de departementen niet buiten de initiële begroting gaan. Nochtans gaan zij voor 326 miljoen euro wel buiten de begroting. Mijnheer de staatssecretaris, dat is een opvallend cijfer.

 

Een groot deel van die 326 miljoen euro die de regering buiten de begroting gaat, is gerelateerd aan het relanceplan, namelijk 135 miljoen euro voor de korting op de energiefactuur, inbegrepen 4 miljoen euro aan werkingskosten, wat mij redelijk veel lijkt; 26 miljoen euro is voor groene leningen en voor leningen aan bedrijven in het raam van de betaling van de bedrijfsvoorheffing.

 

Dan is er nog voor 166 miljoen euro aan niet-gerelateerde maatregelen die toch zorgen dat we buiten het budget gaan. Het is interessant om daar even op te focussen.

 

Mijnheer Vanvelthoven, de discussie die nu komt, is interessant. U pleit er namelijk sterk voor dat wij moeten zorgen, los van de relance, voor het onder controle houden van het initieel budget. U zei dat u daarin een miljard zou kunnen vinden. Ik stel voor dat u nu even uw laptop aan de kant zet en even luistert.

 

In die niet-gerelateerde maatregelen zit onder meer veiligheid van de Europese top voor 17,5 miljoen euro. Dat is een factuur van paars, mijnheer Vanvelthoven, die hier wordt betaald.

 

U hebt kritiek op de regering omdat zij buiten het budget gaat maar zij doet dit om een enkele reden, namelijk om facturen van uw regering te betalen.

 

Er is nog een punt waarop deze regering buiten het budget gaat. Deze regering gaat voor een goede 10 miljoen euro buiten het budget op buitenlandse zaken. Wat is de reden? De reden is de ambassade van Tokio, mijnheer Vanvelthoven. U hebt de ambassade van Tokio verkocht voor een bruto bedrag van 420 miljoen euro, goed wetende dat er nog een factuur van 30 miljoen euro zou komen voor de heropbouw van de ambassade van Tokio op dat kleine stukje grond van 2.000 vierkante meter. Onder uw ministers, mijnheer Vanvelthoven, werd beslist om het volledige bedrag van 420 miljoen euro in te schrijven op de begroting. U hebt die last van 30 miljoen euro, waarvan u wist dat zij nog verschuldigd was, ook verschoven naar deze regering. U geeft nu kritiek op deze staatssecretaris van Begroting door te zeggen dat hij buiten het budget gaat. Het is dezelfde persoon die dat zegt. Het is een grote schande, mijnheer Vanvelthoven!

 

19.14  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Ik wens een korte vaststelling te maken want ik was er de voorbije vier jaar niet. Blijkbaar vindt CD&V het voorbeeld van de vorige regering zo slecht dat zij het zelf overneemt. Ik vind het een schitterende manier van werken: anderen veroordelen voor hun gebrek aan ethisch gehalte en fouten uit het verleden, maar wel vrolijk het ergste uit het verleden meenemen in de huidige begroting en bovendien de eigen coalitiepartner schofferen. Ik vind dat schitterende "tsjeventruken" maar vooral ook ongelooflijk hypocriet, mijnheer Bogaert, gelet op de kritiek die u destijds hebt geuit.

 

19.15  Hendrik Bogaert (CD&V): U daagt mij uit. U zegt dus dat deze regering hetzelfde doet als in het verleden. U moet eens goed luisteren naar mijn reactie. Ik heb gezegd dat deze regering zijn facturen aan het inlopen is en voor 1,1 miljard euro aan facturen uit het verleden heeft betaald. Het is dus niet omgekeerd. Men schuift geen facturen door naar de toekomst. Men betaalt de facturen uit het verleden.

 

Ik heb geen weet van een thesaurierekening die wordt misbruikt door Defensie. Ik heb geen weet van slechte onderhandelingen op het vlak van verkoop van gebouwen en lease back. Ik heb geen weet van een overname van een pensioenfonds. Ik heb geen weet van een effectisering van een schuldoperatie. Ik heb geen weet van een ambassadegebouw dat in die omstandigheden wordt verkocht. Moet ik nog doorgaan of is het genoeg?

 

19.16  Dirk Van der Maelen (sp.a): (…)

 

La présidente: Monsieur Van der Maelen, je ne vous ai pas donné la parole.

 

J'aimerais que ce débat intéressant retrouve un peu de calme. Cependant, il a déjà eu lieu en commission et, pour l'instant, chacun établit un inventaire de ce qu'il a mieux fait que l'autre.

 

Monsieur Vanvelthoven, on est peut-être dans une période suspecte. Je vous donne la parole pour une dernière fois et je demande au collègue Bogaert de bien vouloir conclure ensuite.

 

19.17  Peter Vanvelthoven (sp.a): Ik begrijp dat de liberale kamervoorzitter de oppositie niet graag aan het woord laat en dat ik nu de laatste keer het woord krijg. Ik betreur dat, maar goed, als het de manier van debatteren is in het Parlement, dat men maar twee keer het woord krijgt, ik heb begrepen dat men daarvoor bang is.

 

Collega Bogaert, ik wil u twee zaken zeggen. Ten eerste, u kunt de paarse regering verwijten wat u wilt, maar de paarse regering heeft ten minste pogingen ondernomen om de inkomsten en de uitgaven in evenwicht te brengen. De vraag is – en daarover gaat het debat vandaag over en daarover zwijgt u in alle talen – welke pogingen heeft deze regering gedaan om een begroting in evenwicht in te dienen.

 

(…): (…)

 

19.18  Peter Vanvelthoven (sp.a): Minister De Crem, u lacht met de sociale zekerheid.

 

Waarover het hier gaat, is dat deze regering het begrotingstekort laat oplopen en alleen maar verwijst naar fouten die in het verleden zouden zijn gemaakt. Het tekort loopt op en ik heb de afgelopen twee jaren geen enkele maatregel van deze regering gezien om de begroting in evenwicht te krijgen of om zelfs maar de cijfers onder controle te krijgen.

 

Het ergste is dat we een begrotingscontrole hebben gehad waarbij de regering en uw partij zeiden dat zij hadden geacteerd wat de cijfertjes waren. U hebt een aantal bijkomende uitgaven gedaan, maar voor de rest hebt u de cijfertjes geacteerd. Die cijfertjes kloppen volgens de internationale instellingen zelfs niet meer. Het tekort waarvan deze regering uitgaat, is intussen alweer achterhaald.

 

Ten tweede, collega Bogaert, u moet eens goed nadenken over hetgeen ik nu zal zeggen. Ons land wacht op een vertrouwenswekkend signaal van de regering. Welk vertrouwenswekkend signaal hoor ik van deze regering? Ik hoor de premier twee maanden geleden zeggen dat hij aan alle belangrijke dossiers, Brussel-Halle-Vilvoorde, staatshervorming, begroting, kernenergie en asiel, het eerste halfjaar niets meer zal doen. Dat is precies het tegenovergestelde van een vertrouwenswekkend signaal.

 

Een ander vertrouwenswekkend signaal dat u vandaag geenszins geeft, is het feit dat u hier op het spreekgestoelte inhakt op een coalitiepartner die u nodig heeft. (Protest)

 

Neen, u had het over de paarse regering, en met andere woorden ook de liberale collega's, die nu allemaal beschaamd in een boekje zitten te kijken en niet durven te reageren.

 

Dat u zo zit na te trappen naar uw huidige coalitiepartner, getuigt van het gebrek aan vertrouwen dat u onderling hebt. Daarop zitten de mensen vandaag niet te wachten.

 

Doe echter maar voort als u denkt dat u goed bezig bent. De kiezer zal u de rekening wel presenteren.

 

19.19  Hendrik Bogaert (CD&V): U wilt dat ik zwijg, maar ik kan niet zwijgen omdat dit in deze begrotingscontrole staat, mijnheer Vanvelthoven. U verwijt deze regering inertie. Ik was heel blij vanochtend te horen dat deze regering de KBC, een belangrijke Vlaamse bank, heeft gered.

 

Voorzitter: Patrick Dewael, voorzitter.

Président: Patrick Dewael, président.

 

Ik ga er nog iets aan toevoegen, mijnheer Vanvelthoven. Had u minder gesjoemeld met de begroting in het verleden, dan was onze schuldgraad minder hoog geweest en hadden wij Fortis misschien ook nog kunnen redden. Daarover moet u eens nadenken, mijnheer Vanvelthoven.

 

19.20  Hendrik Daems (Open Vld): Sommigen zouden zeggen dat men met zo'n partner geen oppositie nodig heeft.

 

Ik zou even naar de toekomst willen kijken. Ik zou ook een klein antwoordje aan de heer Bogaert willen geven. Dikke vrienden, samen in de regering. Natuurlijk proberen wij een goed beleid te voeren, maar ik wil gewoon een paar zaken meegeven.

 

Persoonlijk vind ik het niet erg gepast, Hendrik, dat je hier een verhaal afsteekt als zou de begrotingspolitiek van de vorige regering, toen u in de oppositie zat, absoluut op niets hebben getrokken. Dat is volledig onwaar. Als men alleen al de schuldgraad bekijkt en die vergelijkt met die in de rest van de Europese landen, zou u beter moeten weten.

 

De schuldgraad is de enige, onafhankelijke meter. Die is van ruim 113 procent naar 80 procent gedaald in de acht jaar dat de vorige regering aan het bewind was. Wij zijn toen met een beleid dat expansief was en dat het primaire saldo heeft doen dalen, er toch in geslaagd om de schuldgraad met een goede 30 procent te doen dalen. Dat is de echte garantie op betaalbaarheid in de toekomst.

 

Als u de schuldgraad bekijkt – dat weet u ook want u kent de begroting deksels goed – weet u dat de schuldgraad in de andere landen is gestegen. Daar waar de afstand tussen onze schuldgraad 60 tot 70 procent was in vergelijking met eender welke gemiddelde, was het vorig jaar voor de bankencrisis geslonken tot minder dan 30 procent. Dat is de realiteit.

 

Voorts, u zegt dat er meer structurele uitgaven zijn gekomen. Dat is juist, maar u moet wel een zaak weten. In het rapport van de Hoge Raad voor de Financiën dat ik hier bij mij heb, wordt onze belastingverlaging als een structurele uitgave genoteerd, mijnheer Vanvelthoven.

 

Ik ben fier op die structurele uitgave. Ik als liberaal ben fier dat wij voor meer dan een paar miljard euro structurele uitgaven hebben gedaan, zo genoteerd in het rapport van de Hoge Raad voor de Financiën. Dat zijn eigenlijk letterlijk belastingverlagingen voor de burger en het bedrijfsleven.

 

Ik heb destijds, toen u nog in de oppositie zat, uw belastingbrief bovengehaald. Ik zal dat niet opnieuw doen, maar uiteindelijk was het duidelijk dat de burger op dat ogenblik tot 10 procent minder personenbelastingen betaalde. Dat is de realiteit van het beleid van de vorige regering. Uiteraard kunnen daarover een aantal opmerkingen worden gemaakt. Men kan die uiteraard ook op deze regering maken. Het punt is alleen, heel simpel samengevat, dat de schuld van 113 naar 80 is gegaan. Het verschil met andere Europese landen is teruggebracht tot minder dan de helft. Er werden structurele uitgaven gedaan waarop wij, als liberalen, fier zijn, met name meer dan 2 miljard belastingverlagingen. Voor mij is dat de conclusie van de vorige periode.

 

Ik wil het echter even over de toekomst hebben. Het is waar – de oppositie heeft daar een punt, maar dat punt maken wij zelf ook – dat de begroting 2009 niet direct een mooi kind is, maar wat wil men? Hoe kan men in de huidige context, met de bankencrisis en de economische situatie, een begroting in evenwicht maken? Dat is gewoon niet mogelijk. Ik heb het hier destijds eens in het Frans verwoord: “A l’impossible nul n’est tenu.” Hoezeer wij ook een begrotingsevenwicht willen, vanuit de liberale fracties in het algemeen, en de Open Vld in het bijzonder, dit is vandaag gewoon niet mogelijk.

 

Ik kom nu tot het rapport van de Hoge Raad voor Financiën aangaande het stabiliteitsprogramma. Dat moeten wij samen doen. Hoe zullen wij in de toekomst budgettaire stabiliteit brengen? Welke lijnen zullen wij uitzetten om, gegeven de situatie die wij nu kennen, een tekort van 3 à 4 procent – men kan het haast niet voorspellen – goed te maken?

 

In de rand wil ik toch vermelden, voor al degenen die doemdenkend doen, dat een begrotingstekort van 3 à 4 procent enorm is, maar het staat nog altijd in schril contrast met de begrotingstekorten die een aantal jaren daarvoor werden opgetekend. Als men zegt dat het een onmogelijke taak is om dit recht te trekken, dan is dat niet juist, want wij zijn ooit van een tekort van 14 procent naar een evenwicht gegaan, weliswaar over een periode van meer dan tien jaar. Ik wil dus niet positief doen. Ik wil gewoon realistisch zijn, wetende dat dit een zeer belangrijke inspanning zal vergen. De politiek die daartoe is gevoerd, is verschillend geweest: een politiek van gestage belastingverhoging om het gat te dekken, versus een politiek waarbij de taart groter wordt gemaakt, waardoor men meer belastinginkomsten krijgt.

 

De gestage belastingverhoging met de niet-indexering van de belastingschalen, was de politiek van Dehaene. De politiek waarbij men probeerde de taart te vergroten en de belastingen te verlagen, wat ook is gelukt, was de politiek van paars. Dat wil ik proberen voort te zetten in deze regering.

 

Wat zijn de punten die ik naar voren wil brengen uit het rapport van de Hoge Raad voor Financiën waarop de regering zich nota bene ondertussen heeft gebaseerd om te zeggen dat men een lijn zal trekken naar 2015 voor het evenwicht? Men moet kijken naar de kansen en de bedreigingen. Ik zal een aantal zaken uit de commissie herhalen, mijnheer de minister, maar ik vind het belangrijk dat die in de plenaire vergadering even naar voren worden gebracht, omdat de analyse van de Hoge Raad voor Financiën in mijn ogen te beperkt was.

 

Wat zegt de Hoge Raad voor Financiën?

 

De Hoge Raad van Financiën stelt dat vier factoren onze begroting bedreigen.

 

Er is, ten eerste, onze economische openheid. Eenvoudig gezegd houdt zulks in dat als wij iets doen voor de eigen bedrijven, de getroffen maatregelen vaak meer de bedrijven buiten ons land baten. Er is, ten tweede, de schuldgraad en, ten derde, de rentevoet, die met de schuldgraad samenhangt. Er is, ten vierde, de vergrijzing.

 

Mijns inziens zijn hier twee elementen vergeten die, zo mogelijk, nog belangrijker zijn.

 

Een eerste element is de budgettaire kaalslag van het federale niveau. Het tweede element is het gebrek aan officiële activiteit.

 

Er is ook een derde element, dat ik even wil aanhalen. Wij zullen in de commissie nog de kans krijgen daarop nader in te gaan. Dat is het feit dat wij in onze budgettaire handelwijze vaak een aantal vaste uitgaven aan variabele inkomsten hebben gekoppeld.

 

Ik geef een voorbeeld. Een aandeel van de btw wordt gebruikt om de sociale zekerheid te betalen. Als het dan economisch minder goed gaat, dan is het gevolg dat variabele inkomsten aan een vaste uitgave zijn gelinkt. Een sociale uitgave kan immers niet zomaar worden verminderd. Dit element zullen wij echter op een ander moment naar voren brengen.

 

Nu wil ik het thema van de federale kaalslag aansnijden. Ik heb voor het verslag een tabel. Het is goed, mocht hij worden afgedrukt. Collega’s, in de tabel is de evolutie van het federale België goed merkbaar. Het is een heel eenvoudige tabel, die de twee grote staatshervormingen in cijfers weergeeft en die vertelt welk aandeel de regio’s sinds 1989 in de uitgaven vertegenwoordigen en welk groter aandeel zij sinds het Lambermontakkoord vertegenwoordigen.

 

Als wij de tabel bekijken, merken wij dat op dit ogenblik de regio’s drie keer meer dan het federale niveau verantwoordelijk zijn voor staatsuitgaven. Eenvoudig gezegd, zowat 10 procent primaire uitgaven zijn nog federaal – wij hebben het niet over de rente – en zowat 30 procent primaire uitgaven zijn afkomstig van de regio’s.

 

Met andere woorden, mochten wij nu eens heel eenvoudig redeneren en stellen dat op basis van het uitgavenpakket verantwoordelijkheid in de schulden wordt genomen, dan zou tussen 3,5 en 4 miljard euro rente door de regio’s worden betaald.

 

Alleen hadden wij bij de opeenvolgende staatshervormingen – de foute redenering werd door iedereen, behalve door de liberalen met het Lambermontakkoord, gemaakt – als volgt moeten redeneren: wij dragen verantwoordelijkheden, competenties en middelen over, maar wij dragen echter ook de schulden over die daarmee verband houden. In dat geval zouden we al een heel ander plaatje krijgen.

 

Is het voorgaande vandaag mogelijk? Neen, want budgettair gesproken zullen alle regio’s voornoemde overdracht niet kunnen dragen.

 

19.21  Hendrik Bogaert (CD&V): Zonder in polemiek te willen treden, collega Daems, ten eerste, uw argument is dat de deelstaten niet verantwoordelijk worden gesteld voor een deel van de schuld. U zegt dat er heel veel schuld op federaal vlak is, terwijl de deelstaten geen schuld hebben en dat dat moet worden rechtgezet. De financieringswet van 1989 bepaalt heel duidelijk dat er wel een verdeling van de schuld is. In plaats van 100 procent van de middelen te geven heeft men in de financieringswet van 1989 ingeschreven dat de deelstaten slechts 85 procent kregen van wat toen beschikbaar was, en 15 procent was impliciet hun solidariteit in de schuld. Ik zeg dat gewoon.

 

Ten tweede, het verhaal dat wij 4 miljard euro aan rentelasten naar de deelstaten gaan doorschuiven, zit in elk geval niet vervat in de verkiezingsprogramma’s van eender wie, ook Open Vld niet. Niemand verkoopt dat op dit ogenblik aan de buitenwereld. Als die 4 miljard moet worden verdeeld over de deelstaten – en laten wij zeggen dat Vlaanderen daarvan de helft op zich neemt, 2 miljard euro – zie ik niet onmiddellijk in welke uitgavenposten men op Vlaams niveau zal snijden om aan die 2 miljard te komen en ze te vervangen door 2 miljard aan rentelasten, zoals u nu zegt. Ik meen dat dat niet realistisch is.

 

Ten derde, de budgettaire uitdaging van deze regering is zo groot – de begrotingscontrole spreekt over een tekort van 12 miljard euro – dat, ook al zou u 2 miljard naar Vlaanderen of in totaal 4 miljard naar de deelstaten doorschuiven –, de dimensies nog altijd heel groot zijn.

 

Ik voorspel dat – ik geef een willekeurig voorbeeld – de deelstaat Wallonië niet erg happig zal zijn om ook maar 100 miljoen of 200 miljoen euro bij te dragen. U spreekt over 4 miljard euro die moet worden gedragen door de deelstaten. Ik meen dat u met die 200 miljoen euro al met uw voertuig vastzit in het zand. Het verhaal dat u wil brengen, is niet realistisch. Ik denk dat Wallonië nooit 100 miljoen euro, of 200 miljoen of een miljard euro extra op de schouders zal nemen. De crisis staat zelfs de vraag toe: kan Wallonië dat wel?

 

19.22  Hendrik Daems (Open Vld): Ik ben blij met uw interventie. Ik merk dat de heer Goyvaerts ook wil tussenkomen.

 

19.23  Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Volgens mij loopt uw redenering een beetje mank, collega Daems. Het is natuurlijk altijd leuk om de schuldenlast op federaal niveau te verschuiven naar de deelstaten. Met de financieringswet en het Lambermontgedeelte zelf, dat weet u zeer goed, hebt u echter een staatshervorming tot stand gebracht door middel van een afkoopprocedure ten aanzien van de Franstaligen. Dat heeft geld gekost, zonder dat daar in feite bevoegdheden tegenover staan. U hamert er al twee jaar op, dat er niets in huis komt van de staatshervorming, maar het heeft uiteraard geen zin om steeds meer geld naar de regio’s te sturen, als men op een gegeven moment niet zegt dat zij er nu ook verantwoordelijk voor zijn.

 

U weet zeer goed dat er op federaal niveau tal van bevoegdheden zijn die volgens Kris Peeters onmiddellijk kunnen worden overgenomen door het Vlaams niveau. Doe dat dan ook! Dan zijn die uitgaven er niet meer op federaal niveau. Dan hebt u natuurlijk ook het tabelletje niet dat u nu voorstelt en waarbij u zegt dat het er toch wel triestig mee is gesteld, omdat op federaal niveau de kas steeds kleiner wordt, terwijl de bevoegdheden dezelfde blijven. Ik stel dus voor dat te verhelpen en die bevoegdheden naar de deelstaten te transfereren. Dat zal misschien helpen.

 

19.24  Hendrik Daems (Open Vld): Het is interessant om de twee tussenkomsten te horen. De financieringswet. Ik was er nog bij, toen daarover werd gedebatteerd. Gerolf Annemans ook. De amendementen, die kwamen wat later. Toen vielen sommigen nog in slaap in de Kamer.

 

Wat de financieringswet betreft, was er bij een van de drie luiken inderdaad een voorafname van middelenoverdracht, met name de financiering van gewestbevoegdheden. Na tien jaar is dat omgeschakeld. Terwijl men voor de eerste schijf van tien jaar had voorzien dat men normaal zou evolueren met een stijgingspercentage gelijk aan de inflatie, is dat nadien omgeschakeld naar een stijgingspercentage gelijk aan de nominale groei van het bnp. Met andere woorden, de 15 procent is al lang ingelopen in het oorspronkelijk ontwerp van de financieringswet. In een eerste periode zat men wat lager, maar daarna is men overgeschakeld naar de nominale stijging van het nationaal inkomen. Na drie tot vier jaar was dat zogezegde helpen aan de schuld al weg.

 

Voor alle duidelijkheid, ik heb geen pleidooi gehouden opdat alle deelstaten pro rata een uitgavenpakket aan de schuldaflossing, of aan de schuldbetaling in de vorm van rente, zouden besteden. Mijn punt is dat het federaal niveau alleen de budgettaire problematiek niet meer opgelost krijgt. Dat is wat ik wil aanhalen.

 

Bekijkt men de verdeling van de uitgaven, dan merkt men dat nog 10 procent van de uitgaven zich situeert bij de federale Staat, terwijl we hier allemaal verwachten dat het budgettair probleem voor 100 procent wordt opgelost door de federale Staat alleen. Dat is het punt dat ik wil maken. Met andere woorden, willen wij komen tot het oplossen van de budgettaire situatie, dan moet zowel de financieringswet, het Lambermontakkoord als de sociale zekerheid op een fatsoenlijke manier worden herzien.

 

Dat zijn niet mijn bewoordingen, maar wel die van de Hoge Raad voor de Financiën, die dat op een speciale manier zegt.

 

Dat punt wil ik hier maken. De Hoge Raad van Financiën heeft ons namelijk allen wat doen panikeren toen hij stelde dat het onoplosbaar was geworden, op pagina 10 van haar verslag. De heer Bogaert en andere collega’s van de commissie kennen dat. Men is natuurlijk een stukje vergeten te lezen, dat ik voor de goede orde nu zal citeren.

 

Op pagina 10 is er sprake van het volgende. Als die vereiste saneringsinspanning om tot een evenwicht te komen in 2015, het pad dat de regering heeft gekozen, moet gebeuren vanuit het primair federaal saldo, dan moet er 4 miljard worden gesneden uit een begroting van pakweg een goeie 10 miljard, zal ik nu maar zeggen om het eenvoudig te houden.

 

Het punt dat ik wil maken, gaat over de passage die daarop volgt. Ik citeer: “Indien dezelfde saneringsinspanning globaal en/of tot alle overheidsgeledingen verruimd wordt tot de primaire uitgaven, inclusief de vergrijzinggebonden uitgaven, en exclusief de overheidsontvangsten” – we blijven dus van de inkomsten af, we laten de belastingen niet stijgen – “dan zou de gemiddelde reële groei van die uitgaven tot 0 procent teruggebracht moeten worden.”

 

Wat betekent dat? Welnu, de Hoge Raad van Financiën zegt: als wij alle entiteiten van de Staat – federaal, regionaal, lokaal, sociale zekerheid – gewoon mee betrekken in het saneringsverhaal, dan volstaat globo een nulgroei – het gaat dan om een reële nulgroei: gewoon evenveel blijven uitgeven als daarvoor – in een periode van vier jaar om het evenwicht te bereiken.

 

Daar ligt natuurlijk politiek het probleem, en dat is het punt dat ik wilde maken. Na 7 juni – voor 7 juni weten wij allemaal dat dit politiek niet doenbaar is – zal er een oefening moeten komen die alle overheidsgeledingen in zich draagt. Immers, de illusie wekken dat wij op federaal niveau de begroting in evenwicht kunnen brengen, is even aberrant als de idee naar voren brengen dat nu in een keer de regio’s 3,5 miljard euro van de rentelasten zouden overnemen.

 

Dat is mijn waarschuwing en mijn punt. Politiek moet iedereen in dit halfrond ervan overtuigd zijn – het heeft niets met oppositie en meerderheid te maken –, dat we er nooit zullen komen indien niet alle geledingen worden betrokken. Van een kaalslag, federaal, komen we dan regelrecht terecht in een probleem, federaal, waar het dan de sociale zekerheid zal zijn – dat willen wij als liberalen ook niet – die vroeg of laat de rekening zal betalen.

 

19.25  Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer Daems, ik volg uw redenering, conceptueel, maar op het einde gaat het over de vraag wie het federale tekort betaalt. Voor een stuk zal het federaal niveau moeten besparen. Maar de deelstaten en het federaal niveau zijn communicerende vaten. Als het federaal niveau ter waarde van een bepaald aantal miljard euro wordt ontlast, dan betaalt iemand anders dat. Het is geen “magic box”, waardoor er, door een ander mechanisme van de financieringswet, plots een miljard euro opduikt. Als het federaal niveau voor een miljard wordt ontlast, dan komt dat miljard gewoon bij de deelstaten. Het komt niet uit de lucht vallen. Iemand betaalt het.

 

Welnu, aan Franstalige kant zal men daar niet happig op zijn. Aan Vlaamse kant ook niet, maar zeker niet aan Franstalige kant. Ik denk dus dat heel uw verhaal conceptueel gezien wel klopt, maar als puntje bij paaltje komt, is er sprake van miljoenen euro, en wat zal dat opbrengen voor het federaal niveau? Ik denk dat het een klein beetje opbrengt, maar dat het niet in verhouding staat tot de uitdaging van het tekort van 12 miljard euro.

 

Ook u zult kleur moeten bekennen, collega Daems. Ook u zult op een bepaald ogenblik moeten zeggen, als u federaal wil helpen, welk bedrag u wil dat iemand anders betaalt.

 

U zult naar het Vlaams Parlement moeten gaan of uw vertegenwoordigers zullen moeten zeggen dat de federale regering er niets van gebakken heeft – ik zal niet het debat van daarnet heropenen – dat de opportuniteiten er waren, maar dat de federale regering het begrotingtechnisch niet zo goed heeft gedaan – whatever the reason – en dat zij moeten betalen. U zult wel kleur moeten bekennen. Is het een miljard dat u wilt doorschuiven? Is het een half miljard? Is het twee miljard? Is het drie miljard? Dat is de cruciale vraag.

 

19.26  Hendrik Daems (Open Vld): Om te beginnen is dat een zeer statische redenering. Ik zal daarop terugkomen, want de heer Goyvaerts wil ook zijn duit in het zakje doen.

 

19.27  Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Ik kan het alleen maar onderschrijven. Het is uw eigen Vlaamse minister van Begroting, Dirk Van Mechelen, die zelf heeft gezegd dat zij reeds meer hebben gedaan dan de federale Staat van hen verwachtte. Ik denk dat ze vorig jaar 2 miljard euro meer naar het federale niveau hebben doorgesluisd dan ze moesten doen, van 4 naar 6 miljard.

 

De redenering dat men iets ten laste gaat leggen van de deelstaten om er globaal te geraken, gaat niet op voor Vlaanderen, want ze hebben reeds meer gedaan dan van hen werd verwacht.

 

Ik weet niet wat u nog allemaal zult kunnen verwachten van de toekomstige Vlaamse minister van Begroting. Laten wij hopen dat het opnieuw Dirk Van Mechelen zal worden, niet als minister-president maar als minister van Begroting, dan kunt u hem met die cijfers confronteren.

 

19.28  Hendrik Daems (Open Vld): De twee onderbrekingen getuigen werkelijk zeer treffend van een gevaarlijk budgettair nimbygehalte – not in my backyard, weet u wel. Dat is eigenlijk wat ik hoor. Men zegt dat dat niet gaat, want dat men nergens anders dan federaal een en ander zal kunnen doen.

 

Communicerende vaten, dat werkt als men natuurlijk vertrekt van eenzelfde massa. Men moet die massa zien te vergroten. Met andere woorden, men moet die activiteitsgraad verhogen. Ik zal daartoe zo meteen komen.

 

Waarmee ik het natuurlijk wel lastig heb, is dat wij allemaal doodleuk aanvaarden dat men in Vlaanderen de personeelsuitgaven met 7 tot 8 procent laat stijgen, terwijl ze moeten krimpen, of dat wij de pensioenuitgaven van Vlaamse ambtenaren blijven betalen. Ik neem dat voorbeeld, omdat de heer Goyvaerts het aanhaalt. Dan zegt men dat er geen marge of ruimte is om een fatsoenlijk gesprek te voeren hoe wij dat samen, met alle geledingen, kunnen aanpakken.

 

Qu’on m’explique en Wallonie pourquoi la Communauté n’a pas encore fusionné avec la Région?

 

Dat men mij dat eens uitlegt. Waarom is de Gemeenschap en het Gewest in Wallonië nog niet gefusioneerd? Dat is voor mij een raadsel. Als men dat doet, heeft men meteen een synergie van minstens 10 procent op dat budget. Dan gaat men van een tekort naar, misschien, een evenwicht. Ik wil dat gegeven aanhalen. Als men niet op een creatieve manier naar de begroting kijkt en daarbij alle geledingen betrekt, geraakt men niet uit deze problematiek.

 

Ik kom op een tweede element, los van alle entiteiten: de activiteitsgraad. Ik zal zeer kort zijn, mijnheer de voorzitter, want het is niet meer zo vroeg, maar ik wil het toch aanhalen voor het verslag. Het is campagne. We moeten nog allemaal de kiezer overtuigen, maar dat mag onze job hier niet raken, want wij zijn wel federaal verkozen, los van diegenen die morgen regionaal verkozen willen zijn.

 

De activiteitsgraad verhogen is nog een element. Ik geef een eenvoudig voorbeeld. Boven de 55 jaar hinken wij meer dan 10 procent in activiteitsgraad achter op de ons omringende landen. Beeld u eens in dat we die 10 procent activiteitsgraad wel zouden hebben. Een groot deel daarvan is nota bene niet officieel. Dat is gericht tot Wallonië, Vlaanderen en Brussel. Ook tot Wallonië. Ik zal het straks nog eens in het Frans herhalen, mijnheer Annemans. Dan heeft iedereen het verstaan.

 

Hoe dan ook moet die activiteitsgraad omhoog. Daarbij zijn twee grote elementen van belang. Een eerste element is het werken aan de bestaande activiteit. Ten tweede moet men proberen om nieuwe activiteit te laten ontstaan, want men kan het niet zelf creëren.

 

Voor de bestaande activiteit moet men iets doen aan de loonkosten. Ik begin het stilaan zat te worden dat de inspanning die door de belastingbetaler bij het maken van interprofessionele akkoorden op tafel wordt gelegd, erodeert in loonkostenverhogingen. Dat weten we toch allemaal. Dat is het groot probleem van de interprofessionele akkoorden die we vandaag kennen. Het is een beetje verbeterd in het laatste IPA, maar wat was de realiteit daarvoor, ook met de collega’s te linkerzijde in de regering? We legden een lastenverlaging op tafel, terwijl men in het IPA de sociale vrede afkocht met een aantal loonstijgingen.Zo komt men er natuurlijk niet.

 

Met andere woorden, ook daar is er ruimte om eens na te denken of we niet een piste kunnen vinden waarbij het loon van de mensen stijgt maar waarbij de kosten niet moeten verhogen. Ik heb al een piste aangereikt en ik zal ze verder ontwikkelen in een van de volgende commissies.

 

Men zou namelijk perfect de werknemersbijdrage kunnen gebruiken als kussen. In plaats van de verkeerde loonkostenredenering te houden van werknemers- en werkgeversbijdrage zou men op een pad van enkele jaren de werknemersbijdrage kunnen laten zakken. Het gevolg daarvan is dat de kosten kunnen worden bevroren. Men kan dan zeggen dat het bedrijfsleven niets meer betaalt, maar het nettoloon van de mensen zal stijgen. Dat is natuurlijk het gegeven van de werknemersbijdrage. Er is toch een marge van 17 procent die men kan gebruiken. Men kan dan zeggen dat dit minder inkomsten oplevert voor de sociale zekerheid. Dat is juist. Wie echter vandaag nog akkoord gaat met stijgingspercentages van 4 procent, 5 procent en 6 procent is onverantwoord. Daar zijn we het toch over eens. Op die manier zou men de loonkosten kunnen bevriezen, de concurrentiepositie verbeteren en toch het nettoloon verhogen.

 

Een tweede voorbeeld. De heer Bonte is er niet maar de voorstellen zijn al een aantal keer op tafel gekomen. Men zou de opportuniteit eens moeten meten van het laten dalen van de sociale lasten vanaf een bepaalde leeftijd. Bekijk elk bedrijf. Vanaf het moment waarop een werknemer in dit land 50 jaar wordt, moet hij eruit, vaak omdat we dat zelf organiseren. Dat is een reden waarom er zo’n lage activiteitsgraad is.

 

De hoofdreden is evenwel dat de kosten van de persoon versus wat hij voor het bedrijf waard is altijd maar blijven stijgen. Het is toch niet logisch dat naarmate een werknemer minder productief wordt hij steeds meer blijft kosten. Dan komt men op een punt waarop hij eruit moet, puur om financiële reden.

 

Denk dus gewoon eens even mee na. Men zou kunnen zeggen dat men de sociale lasten in een periode van tien jaar op nul laat komen, opdat bijvoorbeeld een werknemer van 60 jaar geen sociale lasten meer betaalt. Als men vraagt wat dat kost, er zijn geen kosten meer. Als men ze houdt levert dat sowieso iets op want dan hebben ze een hoger loon in plaats van een vervangingsinkomen en men heeft meer belastinginkomsten. Dat is nu eens puur redeneren in termen van investeren in plaats van in termen van het gemakkelijkheidshalve behouden van de systemen die we vandaag hebben.

 

Simpel gezegd, kostenverlaging, lastenverlaging brengt regelrecht op. Men kan dat wiskundig duiden. Dat zijn twee voorbeelden die ik gewoon geef om aan te geven hoe na 7 juni, mijnheer de eerste minister, een aantal andere pistes in die zin moeten worden aangehaald.

 

Ik sluit af met drie nieuwe markten. Over een markt zijn we het allemaal eens. Laat ons die de ecologische markt noemen. Als we die goed bespelen vanuit de regels en als er federaal fiscale instrumenten bestaan, dan is dat een enorme groeimarkt. Er kunnen daar dan gigantisch veel jobs worden gecreëerd. Duitsland heeft dat gedaan en doet dan nog.

 

Dat is een goede piste. De vorige regering heeft de aanzet gegeven en de huidige regering gaat hiermee verder.

 

Er zijn nog twee andere markten. Ik geef een simpel voorbeeld: de diensten aan huis. Vandaag bestaat het systeem van de dienstencheques. Beeldt u zich echter eens in dat alle diensten die aan huis worden geleverd – gaande van kinderopvang over de loodgieter tot de tuinman – geheel of gedeeltelijk fiscaal aftrekbaar worden gemaakt voor de betrokkenen. Dit zou voor effect hebben dat heel die sector vandaag op morgen wordt gewit.

 

Wat gebeurt er nu? Willen we het eens aan mekaar zeggen? Hoeveel kuisvrouwen in België kuisen er in het wit? Stelt u zich eens voor dat men morgen de kostprijs van de kuisvrouw zou mogen aftrekken van de belastingen. De dienstencheque speelt daar voor een stuk op in maar dekt heel dat veld niet. Men heeft dan uiteraard een bewijsstuk nodig dat men dit heeft betaald. Degene die de centen krijgt, heeft het bewijsstuk en degene die het fiscaal inbrengt, heeft ook het bewijsstuk. Als men daarvan de som zou maken, zou men uitkomen op een positieve som voor de Staat. Ook daar weer even creatief zijn.

 

Tot zover, voorzitter, een aantal pistes die ik wil meegeven. Ik wil toch niet wachten om nog een laatste piste mee te geven aan onze Franstalige en Waalse collega's, en dan vooral mijn collega's van de MR. Ik vraag mij altijd af waarom zij tegen een regionalisering blijven van een aantal belastingen. Ik begrijp dat niet. Vandaag is Zichem-Zussen-Bolder, een kleine gemeente in Vlaanderen, verantwoordelijk voor bijna 70 procent van haar inkomsten. De kleinste burgemeester, de kleinste schepen en het kleinste gemeenteraadslid hebben een verantwoordelijkheid ten belope van 70 procent van de eigen inkomsten. Zij hebben ter zake een aansprakelijkheid ten opzichte van hun kiezers.

 

De regio's hebben een aansprakelijkheid ten aanzien van hun kiezers van minder dan 30 procent, namelijk 25 procent. Dat is toch niet normaal. Hoe wil men nu democratisch logisch zijn, hoe wil men nu democratische aansprakelijkheid hebben als men maar voor een kwart van de inkomsten verantwoordelijk is? Volgens mij is dit een correct argument om eens na te denken over een systeem waarbij de verantwoordelijkheid voor stukken van de belastingen volledig bij de regio's komt te liggen. Men kan die belastingen dan verhogen of verlagen als men dat wil. Die flauwekul van concurrentie tussen de twee landsdelen gaat niet op want dan is het alsof de grenzen met Frankrijk en Nederland niet zouden bestaan. Wat is dat nu voor iets? Die concurrentieredenering klopt dus niet.

 

Ik zal een voorbeeld a contrario geven. Als enigszins ervaringsdeskundige in Wallonië zou ik een voorbeeld willen geven. Als Waal zou ik durven pleiten voor de regionalisering van de vennootschapsbelasting. Ik probeer de Franstaligen natuurlijk wat te lokken.

 

Ik wil van de minister slechts een antwoord op één vraag. Dit zijn immers allemaal bedenkingen voor na 7 juni. Waarom is Wallonië tegen de regionalisering van de vennootschapsbelasting? De vennootschapsbelasting in Wallonië brengt amper 1 miljard op – en nu nog minder – met slechts 60.000 bedrijven. Ik zeg dat ietwat polemisch. In Vlaanderen brengt ze 6 miljard euro op met 220.000 bedrijven.

 

Als ik een Waal was, zou ik vragen om die vennootschapsbelasting te regionaliseren. Ik zou die dan ineens kunnen terugbrengen van 33 naar 1 procent en het zou mij budgettair bijna niets kosten. Dat zou een gigantisch competitief voordeel zijn tegenover bijvoorbeeld Frankrijk; het hoeft niet tegenover Vlaanderen te zijn.

 

Ik richt mij nog steeds tot de minister, tot nader order nog altijd een Waal. Dat is toch wel een win-winsituatie. Leg mij eens uit waarom die niet-aflatende houding blijft bestaan om dat niet te overwegen. Dit is een voorbeeld waardoor Wallonië de opportuniteit zou hebben om de minst belaste regio van Europa te zijn inzake vennootschapsbelastingen en bijna onmiddellijk honderden bedrijven aan te trekken, zoals Ierland heeft gedaan na zijn beleid slecht te hebben gewijzigd.

 

Dat is toch wel een voorbeeld waarbij het regionaliseren van belastingen profitabel zou kunnen zijn voor alle landsdelen, niet het minst het landsdeel dat er vandaag het meest huiverig tegenover staat.

 

Tot daar, mevrouw de voorzitter, een aantal zaken die in de commissie werden besproken, maar die ik wou herhalen opdat ze in het verslag van deze plenaire vergadering zouden worden opgenomen.

 

Ik wacht met bijzonder veel belangstelling op het antwoord van de minister op de vraag wanneer hij zijn collega's ervan zal overtuigen om de vennootschapsbelasting te regionaliseren.

 

Présidente: Corinne De Permentier, première vice-présidente.

Voorzitter: Corinne De Permentier, eerste ondervoorzitter.

 

19.29 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mevrouw de voorzitter, ik heb een precieze vraag gekregen van de heer Daems. Ik heb dat antwoord natuurlijk niet voorbereid, want wij zijn bezig met een debat over de begrotingsaanpassing. De vraag was waarom er geen regionalisering van de vennootschapsbelasting komt. Ik zal daar niet op antwoorden.

 

Ierland als voorbeeld nemen is misschien niet het beste, zeker op dit moment. Ik wil Ierland zeker niet als voorbeeld nemen. Ik ben nooit voorstander geweest – dat is een persoonlijke opmerking – van fiscale concurrentie tussen landen of tussen regio’s of tussen systemen. Ik meen dat dit niet de beste oplossing is. Het kan misschien iets opleveren op korte termijn maar op langere termijn is het geen goede oplossing.

 

Daarom vind ik dat een Europese aanpak van de verschillende fiscale bevoegdheden meer zekerheden biedt. Dit is, mijns inziens, een beter aanpak om fiscale concurrentie te vermijden. Maar het is een interessant debat dat wij samen zouden kunnen voeren.

 

19.30  Hendrik Daems (Open Vld): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, het zou interessant zijn om op uw bemerking te antwoorden.

 

Volgens u moeten wij de zaak op Europees vlak aanpakken, omdat geen concurrentie beter zou zijn.

 

Dat is, ten eerste, een vreemde uitspraak. Concurrentie is immers de basis van vooruitgang.

 

Ten tweede, het Ierse voorbeeld is de voorbije jaren enigszins vertekend. In het economische beleid van Ierland heeft de overheid immers een aantal domme dingen gedaan. Bekijk echter eens wat Ierland tien jaar geleden heeft gedaan. Het heeft toen een plan uitgetekend om de vennootschapsbelasting per jaar met 3 procent te doen dalen. Het resultaat was dat Ierland letterlijk duizenden bedrijven heeft aangetrokken. Daardoor werd het land, de voorbije jaren buiten beschouwing gelaten, compleet uit het slop gehaald.

 

Ik geef het enkel als voorbeeld, maar het zou fiscaal gezien niet zo stom zijn om het voorgaande gewoon nog maar te overwegen. De berekening kan gemakkelijk worden gemaakt. Stel dat de vennootschapsbelasting in Wallonië wordt gehalveerd. Dat heeft een budgettaire kostprijs van 500 miljoen euro. Ik garandeer u dat er niet veel duizenden bedrijven moeten bijkomen om het voornoemde bedrag van 500 miljoen euro aan nieuwe inkomsten te bereiken.

 

Ik geef het voorgaande maar gewoon als idee mee.

 

Ten tweede, u zegt dat de zaak op fiscaal vlak op Europees niveau moet worden aangepakt. Voor we het weten, zijn wij dan ook op het sociale vlak bezig, waardoor er één probleem ontstaat. Onze schuldgraad zal ons in dat geval met name altijd een concurrentienadeel blijven opleveren. De andere lidstaten hebben voornoemd sociaal element immers niet. Wij moeten dus op een andere manier en met een andere dynamiek uit de problemen komen.

 

Met andere woorden, het is een piste die het bekijken waard is. Dat u nu, zeker politiek gezien, niet op mijn suggestie kan antwoorden, begrijp ik best. Het is echter in ieder geval een reflectie die wij in de periode na 7 juni 2009 zullen moeten maken.

 

Voorzitter: Patrick Dewael, voorzitter.

Président: Patrick Dewael, président.

 

19.31 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Daems, ik ben bereid het debat zonder enig bezwaar te voeren. Ik zie uw suggestie echter niet positief in. Immers, hoewel ik geen probleem heb met concurrentie, moet de concurrentiestrijd op de Europese markt met dezelfde middelen voor iedere onderneming worden aangegaan. Een concurrentie tussen de Gewesten of tussen landen op basis van de fiscale aspecten is volgens mij niet de beste manier om een serene concurrentiestrijd te krijgen tussen ondernemingen op de unieke markt die de Europese markt is geworden.

 

Ten tweede, ik heb de heer Vanvelthoven horen opwerpen dat er in de begrotingsaanpassing niets staat. Er is echter de uitvoering van een nieuw IPA en het wegvallen van het ankerprincipe. Er zijn ook de maatregelen om de autosector te steunen en de maatregelen op btw-vlak, met name de vermindering van de voorafbetalingen. Zeggen dat de hiervoor opgesomde maatregelen niets zijn, begrijp ik dan ook niet.

 

Ik ga akkoord met de redenering van de heer Daems dat de activiteitsgraad een belangrijke rol moet spelen in het Stabiliteitspact, indien wij in 2015 opnieuw tot een begrotingsevenwicht willen komen. Daarom moet de begrotingsaanpassing samen met het Stabiliteitspact worden gelezen. De activiteitsgraad is er een heel belangrijk element van en moet dan ook een heel grote rol spelen.

 

Mijnheer Daems, u had het ook over de transfers, zowel van de federale Staat naar de deelstaten als naar de sociale zekerheid. De sociale zekerheid is de begrotingspost die de voorbije jaren de grootste verhoging heeft gekend. Het is een systeem dat werd ingevoerd en jaarlijks steeds meer kost. Een en ander moet echter op een geconsolideerde manier worden bekeken.

 

De redenering van de heer Bogaert ter zake is dat, indien een miljard euro van de federale Staat naar de sociale zekerheid wordt overgeheveld, maar op een geconsolideerde manier toch wordt uitgegeven, zulks ons saldo niet vooruithelpt.

 

Daarom moet men dat op een geconsolideerde manier bekijken. Wat u zegt, is waar. De inkomsten van de federale Staat zijn niet groot genoeg om al die transfers te dekken. Dan krijgt men op een bepaald moment een probleem. Dat is duidelijk.

 

Ten tweede, de grootste impact van de zeer slechte groeinorm zal in eerste instantie te voelen zijn op het federale niveau. Waarom? Daarom moet een en ander op een geconsolideerde manier worden bekeken. De federale Staat is het grootste slachtoffer van de heel moeilijke economische situatie.

 

Met betrekking tot de groeinorm, men heeft in de commissie verschillende keren gezegd dat volgens het Rekenhof de groeinorm van –1,9 procent een te optimistisch cijfer is. Dat is waar. Daarna waren er verschillende andere ramingen, onder ander van het IMF. Er komt ook nog een raming van het Planbureau. In dergelijke onzekere tijden is het heel moeilijk om een exact groeicijfer te bepalen voor dit jaar. Daarom moeten wij eerlijk blijven en er rekening mee houden dat dat altijd kan veranderen. De begrotingsaanpassing werd gemaakt op basis van een groeinorm van –1,9 procent. Dat is het cijfer dat werd gegeven door de Nationale Bank en het Planbureau en door de andere internationale instellingen.

 

Zal het nog veranderen? Zeker. Zullen er nog andere groeicijfers van andere instellingen komen? Ja. Waarom? Omdat het de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog is. Merkwaardig dit jaar was ook de grote onzekerheid over de situatie.

 

Er waren drie precieze vragen van mevrouw Almaci. Ik zal geen debat voeren over de notionele intrest. Daarover heeft zij al verschillende keren vragen gesteld. Zij heeft ook een vraag gesteld over de 62 miljoen euro vermindering van de brutokosten van de notionele intrest. Dat is het gevolg van de referentierentevoet. De referentierentevoet van de notionele intrest is de OLO op tien jaar. Die is gestegen van 4,35 procent in 2008 naar 4,44 procent in 2009. Het gevolg daarvan in brutokosten van de notionele interest is die 62 miljoen euro. Dat is de reden waarom dat in de begrotingsaanpassing werd geschreven.

 

Zij stelde ook een vraag over de verkoop van gebouwen. Het betrof een bedrag van 100 miljoen euro. In 2008 werden er gebouwen voor een bedrag van 100 miljoen euro verkocht. Dit was het engagement van de regering: wij hebben niet meer uitgegeven dan wat werd verkocht. Het principe van een steen voor een steen werd precies uitgevoerd in de begroting 2008 en die werkwijze wordt gehandhaafd.

 

Een laatste punt gaat over het bedrag van 47 miljoen euro aan de NMBS.

 

Cette diminution de dotation de la SNCB constitue, en quelque sorte, la compensation de la trop importante diminution de précompte dont la SNCB a bénéficié.

 

Dans le cadre de l'ajustement budgétaire, nous avons donc traduit la mesure du plan de relance relative à la réduction de précompte et nous avons budgété un montant de réduction de précompte pour la totalité du personnel de la SNCB, mais seule une partie de ce personnel exerce des activités concurrentielles. Or, la diminution de précompte ne se justifie que pour les activités concurrentielles de la SNCB. La diminution de dotation vient donc compenser la recette que fera la SNCB qui est liée à la diminution de précompte. La différence servira à couvrir une réalité de diminution de précompte pour le personnel de la société exerçant des activités commerciales, raison pour laquelle une diminution de dotation de 47 millions d'euros a été prévue. Cela dit, en réalité, cette diminution est moins importante que la recette que fera la SNCB grâce à la diminution de précompte. Il s'agit plutôt d'une augmentation que d'une diminution de dotation, ce qui permettra à la SNCB de rester concurrentielle. Étant présente sur un marché, il n'aurait, en effet, pas été logique que, pour des activités concurrentielles, la SNCB ne puisse pas bénéficier de mesures similaires à celles dont peuvent bénéficier des entreprises concurrentes.

 

Pour conclure, monsieur le président, je voudrais rappeler que l'ensemble des estimations figurant dans cet ajustement budgétaire ont été réalisées avec la plus grande prudence. Ainsi, pour ce qui concerne les dividendes de la totalité de l'opération bancaire, on a inscrit un montant de zéro pour l'ensemble des postes. Tous ces postes ont été examinés avec la plus grande précision, la plus grande correction et la plus grande prudence.

 

Par ailleurs, j'ai expliqué en commission la difficulté d'estimer la recette qu'allait générer pour l'État la garantie liée au risque de l'interbancaire. Nous avons donc simplement repris dans l'ajustement budgétaire, la traduction et l'extrapolation en 12 mois des deux premiers mois de l'année.

 

C'est pour être certain de garder les chiffres les plus prudents possible dans le cadre de cet ajustement budgétaire. Bien sûr, le déficit est important; bien sûr, il sera important à la fin 2009, mais je répète qu'il n'aurait pas été cohérent ni responsable d'établir ce plan de relance, tout dernièrement encore évalué positif par l'OCDE, de réinvestir de l'argent dans notre économie tout en le récupérant d'un autre côté, c'est-à-dire d'ajouter de l'austérité budgétaire à l'austérité macroéconomique déjà présente aujourd'hui. Le signal n'aurait été ni correct ni cohérent vis-à-vis de la population et de nos entreprises.

 

Cependant, je rappelle que, dès la sortie de cette crise, il conviendra de lire cet ajustement budgétaire en parallèle avec le programme de stabilité déposé auprès de l'Union européenne, non que je sois un ayatollah de l'équilibre budgétaire à l'horizon 2015, mais simplement parce que, sans cet effort pour un retour à l'équilibre budgétaire à cette échéance, la crise nous coûterait à tous encore davantage en charge d'intérêts.

 

C'est la raison pour laquelle nous ne pouvons nous permettre de ne pas respecter le programme de stabilité que nous avons introduit devant la Commission. Sans cela, une nouvelle fois, la facture deviendrait encore bien plus importante pour la population belge et les générations futures.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De beperkte algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale limitée est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp houdende aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2009. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1924/1)

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi contenant l'ajustement du budget des Voies et Moyens pour l'année budgétaire 2009. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1924/1)

 

Het wetsontwerp telt 11 artikelen.

Le projet de loi compte 11 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 11 worden artikel per artikel aangenomen, alsmede de tabellen in bijlage.

Les articles 1 à 11 sont adoptés article par article, ainsi que les tableaux annexés.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp houdende eerste aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2009. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1925/1)

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi contenant le premier ajustement du Budget général des dépenses de l'année budgétaire 2009. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1925/1)

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1-01-1, 1-01-2, 2.02.1, 2.14.1, 2.17.1, 2.18.1, 2.19.1 tot 2.19.4, 2.21.1, 2.23.1, 2.25.1 tot 2.25.4, 2.32.1 tot 2.32.3, 2.33.1, 2.33.2, 2.44.1 tot 2.44.4, 3-01-1, 4-01-1, 6-01-1 en 7-01-1 worden artikel per artikel aangenomen, alsmede de tabellen in bijlage.

Les articles 1-01-1, 1-01-2, 2.02.1, 2.14.1, 2.17.1, 2.18.1, 2.19.1 à 2.19.4, 2.21.1, 2.23.1, 2.25.1 à 2.25.4, 2.32.1 à 2.32.3, 2.33.1, 2.33.2, 2.44.1 à 2.44.4, 3-01-1, 4-01-1, 6-01-1 et 7-01-1 sont adoptés article par article, ainsi que les tableaux annexés.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

20 Wetsontwerp houdende instemming met het Internationaal Verdrag van 2001 inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door bunkerolie, en met de Bijlage, gedaan te Londen op 23 maart 2001 (1933/1-2)

20 Projet de loi portant assentiment à la Convention internationale de 2001 sur la responsabilité civile pour les dommages dus à la pollution par les hydrocarbures de soute, et à l'Annexe, faites à Londres le 23 mars 2001 (1933/1-2)

 

Overgezonden door de Senaat

Transmis par le Sénat

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

20.01  Herman De Croo, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik heb twee opmerkingen bij dit verdrag.

 

Ten eerste, wat de reden van de laattijdigheid betreft, acht jaar na de indiening, de maritieme administratie had de capaciteit niet om de certificering van die schepen waar te maken. Ik kan dat begrijpen.

 

Ten tweede, een bemerking van de Raad van State – die belangrijker was – verwees naar een Europese richtlijn of een Europese verordening die de Raad van State graag in het dispositief van het ontwerp had zien opnemen. De minister heeft geantwoord dat dit niet nodig was, door de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie. Waarvan akte.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1933/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1933/1)

 

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

Le projet de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

21 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol van 1996 tot wijziging van het Verdrag van 1976 inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen, gedaan te Londen op 2 mei 1996 (1934/1-2)

21 Projet de loi portant assentiment au Protocole de 1996 modifiant la Convention de 1976 sur la limitation de la responsabilité en matière de créances maritimes, fait à Londres le 2 mai 1996 (1934/1-2)

 

Overgezonden door de Senaat

Transmis par le Sénat

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

21.01  Herman De Croo, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, deze goedkeuring brengt met zich mee dat een verdrag van 1976 wordt ingetrokken. Daarom moet de Belgische wetgeving worden aangepast. De minister zegt dat dit zal gebeuren via een commissie voor maritiem recht, die nu reeds een tweetal jaren is opgericht. Maar de tijd dringt! Eens dit verdrag door de Kamer is goedgekeurd, zal men dringend onze maritieme code moeten aanpassen. Ik zeg dat hier, opdat men het niet zou vergeten binnen de regering.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Neen)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1934/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1934/1)

 

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

Le projet de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

22 Wetsontwerp houdende begeleidende maatregelen met betrekking tot de instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep, een vertegenwoordigingsorgaan en procedures betreffende het medezeggenschap van de werknemers in ondernemingen ontstaan ten gevolge van een grensoverschrijdende fusie van kapitaalvennootschappen (1951/1-3)

- Wetsontwerp houdende diverse bepalingen met betrekking tot de instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep, een vertegenwoordigingsorgaan en procedures betreffende het medezeggenschap van de werknemers in ondernemingen ontstaan ten gevolge van een grensoverschrijdende fusie van kapitaalvennootschappen (1952/1-2)

22 Projet de loi portant des mesures d'accompagnement en ce qui concerne l'institution d'un groupe spécial de négociation, d'un organe de représentation et de procédures relatives à la participation des travailleurs dans les sociétés issues de la fusion transfrontalière de sociétés de capitaux (1951/1-3)

- Projet de loi portant des dispositions diverses en ce qui concerne l'institution d'un groupe spécial de négociation, d'un organe de représentation et de procédures relatives à la participation des travailleurs dans les sociétés issues de la fusion transfrontalière de sociétés de capitaux (1952/1-2)

 

Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces deux projets de loi. (Assentiment)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

22.01  Hilâl Yalçin, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen van het wetsontwerp nr. 1951. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1951/3)

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 1951. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1951/3)

 

Het wetsontwerp telt 14 artikelen.

Le projet de loi compte 14 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 14 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 14 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen van het wetsontwerp nr. 1952. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1952/1+2)

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 1952. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1952/1+2)

 

Het wetsontwerp telt 7 artikelen.

Le projet de loi compte 7 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 7 worden met tekstverbeteringen op artikel 6 artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 7 sont adoptés article par article, avec des corrections de texte à l'article 6.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

23 Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de belastingaangiften (1957/1-2)

23 Projet de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui concerne les déclarations aux impôts (1957/1-2)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

23.01  Dirk Van der Maelen, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.

 

De voorzitter: Algemene bijval, mijnheer de rapporteur.

 

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1957/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1957/1)

 

Het wetsontwerp telt 7 artikelen.

Le projet de loi compte 7 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 7 worden met tekstverbeteringen op artikel 7 artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 7 sont adoptés article par article, avec des corrections de texte à l'article 7.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

24 Urgentieverzoeken van de regering

24 Demandes d'urgence du gouvernement

 

De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen met betrekking tot de instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep, een vertegenwoordigingsorgaan en procedures betreffende het medezeggenschap van de werknemers in ondernemingen ontstaan ten gevolge van een grensoverschrijdende fusie van kapitaalvennootschappen (nr. 1952/1).

Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des dispositions diverses en ce qui concerne l'institution d'un groupe spécial de négociation, d'un organe de représentation et de procédures relatives à la participation des travailleurs dans les sociétés issues de la fusion transfrontalière de sociétés de capitaux (n° 1952/1).

 

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

 

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

L'urgence est adoptée par assis et levé.

 

25 Inoverwegingneming van voorstellen

25 Prise en considération de propositions

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

26 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:

- de heer Jan Jambon over "het falen van de bestrijding van de fiscale fraude door vertragingen in de toepassing van het Data Warehouse project" (nr. 316)

- de heer Dirk Van der Maelen over "het Data Warehouse project" (nr. 319)

26 Motions déposées en conclusion des interpellations de:

- M. Jan Jambon sur "l'échec de la lutte contre la fraude fiscale, imputable aux retards dans la mise en œuvre du projet Data Warehouse" (n° 316)

- M. Dirk Van der Maelen sur "le projet Data Warehouse" (n° 319)

 

Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Financiën en de Begroting van 6 mei 2009.

Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission des Finances et du Budget du 6 mai 2009.

 

Twee moties werden ingediend (MOT n° 316/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Jan Jambon en Dirk Van der Maelen;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Josée Lejeune en de heren Guy Coëme, Christian Brotcorne, Jenne De Potter en Luk Van Biesen.

Deux motions ont été déposées (MOT nr. 316/1):

- une motion de recommandation a été déposée par MM. Jan Jambon et Dirk Van der Maelen;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Josée Lejeune et MM. Guy Coëme, Christian Brotcorne, Jenne De Potter et Luk Van Biesen.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

82

Oui

Nee

47

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

131

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.

 

26.01  Freya Van den Bossche (sp.a): Mijnheer de voorzitter, voor deze stemming en de volgende stemmingen heb ik een stemafspraak met Mathias De Clercq.

 

26.02  Bart De Wever (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik heb een stemafspraak met mijn goede vriend Jo Vandeurzen.

 

27 Moties ingediend tot besluit van het debat over het verslag van de parlementaire onderzoekscommissie belast met het onderzoek van de grote fiscale fraudedossiers (34/4)

27 Motions déposées en conclusion du débat sur le rapport de la commission d'enquête parlementaire chargée d'examiner les grands dossiers de fraude fiscale (34/4)

 

De voorzitter: Deze moties werden ingediend in de plenaire vergadering van 13 mei 2009.

Ces motions ont été déposées en séance plénière du 13 mai 2009.

 

Vier moties werden in de volgende chronologische orde ingediend (34/5):

- een eerste motie werd ingediend door de heren Stefaan Van Hecke en Jean-Marc Nollet. Deze motie werd later ingetrokken;

- een tweede motie werd ingediend door mevrouw Barbara Pas en de heer Hagen Goyvaerts;

- een derde motie werd ingediend door de heer Patrick De Groote;

- een vierde motie werd ingediend door mevrouw Carina Van Cauter en de heren François-Xavier de Donnea, Luk Van Biesen, Christian Brotcorne, Raf Terwingen, Jenne De Potter, Stefaan Van Hecke, Jean-Marc Nollet, Dirk Van der Maelen, Alain Mathot.

Quatre motions ont été déposées dans l'ordre chronologique suivant (34/5):

- une première motion a été déposée par MM. Stefaan Van Hecke et Jean-Marc Nollet. Elle a ensuite été retirée;

- une deuxième motion a été déposée par Mme Barbara Pas et M. Hagen Goyvaerts;

- une troisième motion a été déposée par M. Patrick De Groote.

- une quatrième motion a été déposée par Mme Carina Van Cauter et MM. François-Xavier de Donnea, Luk Van Biesen, Christian Brotcorne, Raf Terwingen, Jenne De Potter, Stefaan Van Hecke, Jean-Marc Nollet, Dirk Van der Maelen, Alain Mathot.

 

Ik stel u voor te stemmen over de moties in de chronologische orde van indiening.

Je vous propose de voter sur les motions dans l'ordre chronologique de leur dépôt.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

Ik breng dus de motie van mevrouw Barbara Pas en de heer Hagen Goyvaerts in stemming.

Je mets donc aux voix la motion de Mme Barbara Pas et M. Hagen Goyvaerts.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

19

Oui

Nee

112

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

132

Total

 

De motie is verworpen. Bijgevolg kan de Kamer zich uitspreken over de andere moties.

La motion est rejetée. Par conséquent, la Chambre peut se prononcer sur les autres motions.

 

Ik breng de motie van de heer Patrick De Groote in stemming.

Je mets aux voix la motion de M. Patrick De Groote.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

25

Oui

Nee

104

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

130

Total

 

De motie is verworpen. Bijgevolg kan de Kamer zich uitspreken over de vierde motie.

La motion est rejetée. Par conséquent, la Chambre peut se prononcer sur la quatrième motion.

 

Ik breng de motie van mevrouw Carina Van Cauter en de heren François-Xavier de Donnea, Luk Van Biesen, Christian Brotcorne, Raf Terwingen, Jenne De Potter, Stefaan Van Hecke, Jean-Marc Nollet, Dirk Van der Maelen en Alain Mathot in stemming.

Je mets aux voix la motion de Mme Carina Van Cauter et MM. François-Xavier de Donnea, Luk Van Biesen, Christian Brotcorne, Raf Terwingen, Jenne De Potter, Stefaan Van Hecke, Jean-Marc Nollet, Dirk Van der Maelen et Alain Mathot.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

106

Oui

Nee

9

Non

Onthoudingen

16

Abstentions

Totaal

131

Total

 

De motie is aangenomen. (Applaus)

La motion est adoptée. (Applaudissements)

 

(De N-VA-fractie heeft voor gestemd)

 

28 Wetsontwerp houdende aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2009 (1924/1)

28 Projet de loi contenant l'ajustement du budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2009 (1924/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

92

Oui

Nee

32

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

126

Total

 

28.01  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, u hebt de stemmingen omgedraaid. Wij dachten dat het ging over het wetsontwerp betreffende de alternatieven voor dierproeven. Dat is de volgorde zoals ze was voorzien.

 

De voorzitter: Ik zal de stemming laten overdoen.

 

(Le vote n°5 est annulé.)

(Stemming nr. 5 is geannuleerd)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

83

Oui

Nee

47

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1924/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1924/4)

 

29 Wetsontwerp houdende eerste aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2009 (1925/1)

29 Projet de loi contenant le premier ajustement du Budget général des dépenses de l'année budgétaire 2009 (1925/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

83

Oui

Nee

46

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

131

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1925/5)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1925/5)

 

30 Wetsontwerp tot oprichting van een Belgisch Centrum voor alternatieven voor dierproeven (nieuw opschrift) (1918/4)

30 Projet de loi portant création d'un Centre belge des méthodes alternatives à l'expérimentation animale (nouvel intitulé) (1918/4)

 

Overgezonden door de Senaat

Transmis par le Sénat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 8)

Ja

127

Oui

Nee

1

Non

Onthoudingen

3

Abstentions

Totaal

131

Total

 

Bijgevolg amendeert de Kamer het wetsontwerp. Het zal aan de Senaat worden teruggezonden. (1918/5)

En conséquence, la Chambre amende le projet de loi. Il sera renvoyé au Sénat. (1918/5)

 

Reden van onthouding?

Raison d'abstention?

 

30.01  Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, als u het mij toestaat wil ik even een korte reden van onthouding geven. Uiteraard is het Vlaams Belang ervoor gewonnen om te zoeken naar alternatieven wat dierproeven betreft, enerzijds. De collega's zullen evenwel begrijpen dat wij niet meteen vragende partij zijn om een nieuw Belgisch centrum op te richten, anderzijds. Vandaar ons stemgedrag.

 

30.02  Patrick Cocriamont (FN): Monsieur le président, je me suis trompé de vote. Veuillez considérer que je vote en faveur du projet.

 

Le président: Vous avez voté non. Ce n'est donc pas une abstention.

 

30.03  Katrien Partyka (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb ja gestemd. U bent echter zo snel dat ik niet kan volgen.

 

De voorzitter: Ik ben niet altijd zo snel. Ik zal de correctie noteren.

 

31 Wetsontwerp houdende instemming met het Internationaal Verdrag van 2001 inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door bunkerolie, en met de Bijlage, gedaan te Londen op 23 maart 2001 (1933/1)

31 Projet de loi portant assentiment à la Convention internationale de 2001 sur la responsabilité civile pour les dommages dus à la pollution par les hydocarbures de soute, et à l'Annexe, faites à Londres le 23 mars 2001 (1933/1)

 

Overgezonden door de Senaat

Transmis par le Sénat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

31.01  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat op de borden achter u de bijzondere wet over het Arbitragehof staat. Ik vrees dat u die misschien vergeten bent.

 

De voorzitter: Dan zijn de borden verkeerd. De bijzondere wet wordt namelijk gestemd volgens een ander stemmechanisme en ze komt aan het einde. Als u niet op de borden let maar naar mij luistert komt alles in orde, mijnheer Schiltz.

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 9)

Ja

131

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1933/3)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1933/3)

 

32 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol van 1996 tot wijziging van het Verdrag van 1976 inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen, gedaan te Londen op 2 mei 1996 (1934/1)

32 Projet de loi portant assentiment au Protocole de 1996 modifiant la Convention de 1976 sur la limitation de la responsabilité en matière de créances maritimes, fait à Londres le 2 mai 1996 (1934/1)

 

Overgezonden door de Senaat

Transmis par le Sénat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 10)

Ja

132

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1934/3)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1934/3)

 

33 Wetsontwerp houdende begeleidende maatregelen met betrekking tot de instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep, een vertegenwoordigingsorgaan en procedures betreffende het medezeggenschap van de werknemers in ondernemingen ontstaan ten gevolge van een grensoverschrijdende fusie van kapitaalvennootschappen (1951/3)

33 Projet de loi portant des mesures d'accompagnement en ce qui concerne l'institution d'un groupe spécial de négociation, d'un organe de représentation et de procédures relatives à la participation des travailleurs dans les sociétés issues de la fusion transfrontalière de sociétés de capitaux (1951/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 11)

Ja

132

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (1951/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (1951/4)

 

34 Projet de loi portant des dispositions diverses en ce qui concerne l'institution d'un groupe spécial de négociation, d'un organe de représentation et de procédures relatives à la participation des travailleurs dans les sociétés issues de la fusion transfrontalière de sociétés de capitaux (1952/1+2)

34 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen met betrekking tot de instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep, een vertegenwoordigingsorgaan en procedures betreffende het medezeggenschap van de werknemers in ondernemingen ontstaan ten gevolge van een grensoverschrijdende fusie van kapitaalvennootschappen (1952/1+2)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 11)

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (1952/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (1952/4)

 

35 Projet de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui concerne les déclarations aux impôts (1957/1)

35 Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de belastingaangiften (1957/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 12)

Ja

83

Oui

Nee

23

Non

Onthoudingen

26

Abstentions

Totaal

132

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (1957/3)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. 1957/3)

 

35.01  Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wilde mij onthouden in plaats van tegenstemmen.

 

De voorzitter: U verandert uw neen-stem in een onthouding. Waarvan akte.

 

36 Projet de loi spéciale modifiant l'article 26 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage (1283/5)

36 Ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van artikel 26 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof (1283/5)

 

Transmis par le Sénat

Overgezonden door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Conformément à l'article 4, dernier alinéa, de la Constitution, les dispositions et l'ensemble du projet de loi spéciale doivent être adoptés à la majorité des suffrages de chaque groupe linguistique, à condition que la majorité des membres de chaque groupe se trouve réunie et pour autant que le total des votes positifs émis dans les groupes linguistiques atteigne les deux tiers des suffrages exprimés.

Overeenkomstig artikel 4, laatste lid, van de Grondwet, moeten de bepalingen en het geheel van het ontwerp van bijzondere wet aangenomen worden met de meerderheid van stemmen in elke taalgroep,op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt.

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 13)

 

F

Tot.

N

 

Oui

54

132

78

Ja

Non

0

0

0

Nee

Abstentions

0

0

0

Onthoudingen

Total

54

132

78

Totaal

 

Le quorum des suffrages dans chaque groupe est atteint. Le quorum des présences dans chaque groupe linguistique est atteint. La majorité des 2/3 des suffrages est atteinte. En conséquence, la Chambre amende le projet de loi spéciale. Il sera renvoyé au Sénat. (1283/6)

De meerderheid van de stemmen in elke taalgroep is bereikt. De meerderheid van de aanwezigen in elke taalgroep is bereikt. De 2/3 meerderheid is bereikt. Bijgevolg amendeert de Kamer het bijzondere wetsontwerp. Het zal aan de Senaat worden teruggezonden. (1283/6)

 

37 Goedkeuring van de agenda

37 Adoption de l’agenda

 

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

 

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

 

La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 20 mai 2009 à 14.15 heures.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 20 mei 2009 te 14.15 uur.

 

La séance est levée à 19.02 heures.

De vergadering wordt gesloten om 19.02 uur.

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 52 PLEN 098 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 52 PLEN 098 annexe.

 

 

 


Detail van de naamstemmingen

 

Détail des votes nominatifs

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 001

 

 

Ja         

082

Oui

 

Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bogaert Hendrik, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, della Faille de Leverghem Katia, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Ducarme Denis, Eerdekens Claude, Flahaux Jean-Jacques, Frédéric André, Galant Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Goutry Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jeholet Pierre-Yves, Kindermans Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Maingain Olivier, Mathot Alain, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pécriaux Sophie, Perpète André, Prévot Maxime, Reuter Florence, Salvi Véronique, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Terwingen Raf, Tommelein Bart, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

047

Non

 

Annemans Gerolf, Boulet Juliette, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght Martine, De Man Filip, De Rammelaere Els, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Geerts David, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Henry Philippe, Jambon Jan, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Lahssaini Fouad, Landuyt Renaat, Logghe Peter, Mortelmans Jan, Nollet Jean-Marc, Pas Barbara, Peeters Jan, Schoofs Bert, Sevenhans Luc, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Stevenheydens Bruno, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Broeckhoven Christine, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Vijnck Dirk, Vissers Linda, Werbrouck Ulla, Weyts Ben

 

 

Onthoudingen

002

Abstentions

 

De Wever Bart, Van den Bossche Freya

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 002

 

 

Ja         

019

Oui

 

Annemans Gerolf, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, Colen Alexandra, De Bont Rita, De Groote Patrick, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Jambon Jan, Laeremans Bart, Logghe Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Schoofs Bert, Sevenhans Luc, Stevenheydens Bruno, Valkeniers Bruno, Vissers Linda

 

 

Nee        

112

Non

 

Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bogaert Hendrik, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, della Faille de Leverghem Katia, De Maght Martine, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Rammelaere Els, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Ducarme Denis, Eerdekens Claude, Flahaux Jean-Jacques, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goutry Luc, Hamal Olivier, Henry Philippe, Jadin Kattrin, Jeholet Pierre-Yves, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Maingain Olivier, Mathot Alain, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pécriaux Sophie, Peeters Jan, Perpète André, Prévot Maxime, Reuter Florence, Salvi Véronique, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tommelein Bart, Tuybens Bruno, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Broeckhoven Christine, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Bossche Freya, Vandenhove Ludwig, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Vijnck Dirk, Werbrouck Ulla, Weyts Ben, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Onthoudingen

001

Abstentions

 

De Wever Bart

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 003

 

 

Ja         

025

Oui

 

Annemans Gerolf, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght Martine, De Man Filip, De Rammelaere Els, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Jambon Jan, Laeremans Bart, Logghe Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Stevenheydens Bruno, Valkeniers Bruno, Vijnck Dirk, Vissers Linda, Werbrouck Ulla, Weyts Ben

 

 

Nee        

104

Non

 

Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bogaert Hendrik, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, della Faille de Leverghem Katia, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Ducarme Denis, Eerdekens Claude, Flahaux Jean-Jacques, Frédéric André, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goutry Luc, Hamal Olivier, Henry Philippe, Jadin Kattrin, Jeholet Pierre-Yves, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Maingain Olivier, Mathot Alain, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pécriaux Sophie, Peeters Jan, Perpète André, Prévot Maxime, Reuter Florence, Salvi Véronique, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Sevenhans Luc, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tommelein Bart, Tuybens Bruno, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Broeckhoven Christine, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Bossche Freya, Vandenhove Ludwig, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Onthoudingen

001

Abstentions

 

De Wever Bart

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 004

 

 

Ja         

106

Oui

 

Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bogaert Hendrik, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, della Faille de Leverghem Katia, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Ducarme Denis, Eerdekens Claude, Flahaux Jean-Jacques, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goutry Luc, Hamal Olivier, Henry Philippe, Jadin Kattrin, Jeholet Pierre-Yves, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Maingain Olivier, Mathot Alain, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pécriaux Sophie, Peeters Jan, Perpète André, Prévot Maxime, Reuter Florence, Salvi Véronique, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Sevenhans Luc, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tommelein Bart, Tuybens Bruno, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Broeckhoven Christine, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Bossche Freya, Vandenhove Ludwig, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

009

Non

 

Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght Martine, De Rammelaere Els, Jambon Jan, Smeyers Sarah, Vijnck Dirk, Werbrouck Ulla, Weyts Ben

 

 

Onthoudingen

016

Abstentions

 

Annemans Gerolf, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, Colen Alexandra, De Man Filip, De Wever Bart, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Laeremans Bart, Logghe Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Schoofs Bert, Stevenheydens Bruno, Valkeniers Bruno, Vissers Linda

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 005

 

 

Ja         

092

Oui

 

Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bogaert Hendrik, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, della Faille de Leverghem Katia, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Rammelaere Els, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Ducarme Denis, Eerdekens Claude, Flahaux Jean-Jacques, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Giet Thierry, Goutry Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Jeholet Pierre-Yves, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Maingain Olivier, Mathot Alain, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Pas Barbara, Pécriaux Sophie, Perpète André, Prévot Maxime, Reuter Florence, Salvi Véronique, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Sevenhans Luc, Smeyers Sarah, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Terwingen Raf, Tommelein Bart, Tuybens Bruno, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Broeckhoven Christine, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

032

Non

 

Annemans Gerolf, Boulet Juliette, Bultinck Koen, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Maght Martine, De Man Filip, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Douifi Dalila, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Henry Philippe, Laeremans Bart, Lahssaini Fouad, Logghe Peter, Mortelmans Jan, Nollet Jean-Marc, Schoofs Bert, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Stevenheydens Bruno, Tobback Bruno, Valkeniers Bruno, Vandenhove Ludwig, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Vijnck Dirk, Vissers Linda, Werbrouck Ulla

 

 

Onthoudingen

002

Abstentions

 

De Wever Bart, Van den Bossche Freya

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 006

 

 

Ja         

083

Oui

 

Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bogaert Hendrik, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, della Faille de Leverghem Katia, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Ducarme Denis, Eerdekens Claude, Flahaux Jean-Jacques, Frédéric André, Galant Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Goutry Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jeholet Pierre-Yves, Kindermans Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Maingain Olivier, Mathot Alain, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pécriaux Sophie, Perpète André, Prévot Maxime, Reuter Florence, Salvi Véronique, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Sevenhans Luc, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Terwingen Raf, Tommelein Bart, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

047

Non

 

Annemans Gerolf, Boulet Juliette, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght Martine, De Man Filip, De Rammelaere Els, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Douifi Dalila, Geerts David, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Henry Philippe, Jambon Jan, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Lahssaini Fouad, Landuyt Renaat, Logghe Peter, Mortelmans Jan, Nollet Jean-Marc, Pas Barbara, Peeters Jan, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Stevenheydens Bruno, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Broeckhoven Christine, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Vijnck Dirk, Vissers Linda, Werbrouck Ulla, Weyts Ben

 

 

Onthoudingen

002

Abstentions

 

De Wever Bart, Van den Bossche Freya

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 007

 

 

Ja         

083

Oui

 

Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bogaert Hendrik, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, della Faille de Leverghem Katia, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Ducarme Denis, Eerdekens Claude, Flahaux Jean-Jacques, Frédéric André, Galant Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Goutry Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jeholet Pierre-Yves, Kindermans Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Maingain Olivier, Mathot Alain, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pécriaux Sophie, Perpète André, Prévot Maxime, Reuter Florence, Salvi Véronique, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Sevenhans Luc, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Terwingen Raf, Tommelein Bart, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

046

Non

 

Annemans Gerolf, Boulet Juliette, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, Colen Alexandra, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght Martine, De Man Filip, De Rammelaere Els, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Douifi Dalila, Geerts David, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Henry Philippe, Jambon Jan, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Lahssaini Fouad, Landuyt Renaat, Logghe Peter, Mortelmans Jan, Nollet Jean-Marc, Pas Barbara, Peeters Jan, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Stevenheydens Bruno, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Broeckhoven Christine, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Vijnck Dirk, Vissers Linda, Werbrouck Ulla, Weyts Ben

 

 

Onthoudingen

002

Abstentions

 

De Wever Bart, Van den Bossche Freya

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 008

 

 

Ja         

127

Oui

 

Annemans Gerolf, Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bogaert Hendrik, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, De Groote Patrick, della Faille de Leverghem Katia, De Maght Martine, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Rammelaere Els, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Ducarme Denis, Eerdekens Claude, Flahaux Jean-Jacques, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goutry Luc, Hamal Olivier, Henry Philippe, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Jeholet Pierre-Yves, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Logghe Peter, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Pas Barbara, Pécriaux Sophie, Peeters Jan, Perpète André, Prévot Maxime, Reuter Florence, Salvi Véronique, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Sevenhans Luc, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Stevenheydens Bruno, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tommelein Bart, Tuybens Bruno, Uyttersprot Ilse, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Broeckhoven Christine, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Bossche Freya, Vandenhove Ludwig, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Vijnck Dirk, Vissers Linda, Werbrouck Ulla, Weyts Ben, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

001

Non

 

Cocriamont Patrick

 

 

Onthoudingen

003

Abstentions

 

Bultinck Koen, De Wever Bart, Goyvaerts Hagen

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 009

 

 

Ja         

131

Oui

 

Annemans Gerolf, Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bogaert Hendrik, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Bultinck Koen, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Cocriamont Patrick, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, De Groote Patrick, della Faille de Leverghem Katia, De Maght Martine, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Rammelaere Els, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Ducarme Denis, Eerdekens Claude, Flahaux Jean-Jacques, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goutry Luc, Goyvaerts Hagen, Hamal Olivier, Henry Philippe, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Jeholet Pierre-Yves, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Logghe Peter, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pas Barbara, Pécriaux Sophie, Peeters Jan, Perpète André, Prévot Maxime, Reuter Florence, Salvi Véronique, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Sevenhans Luc, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Stevenheydens Bruno, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tommelein Bart, Tuybens Bruno, Uyttersprot Ilse, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Broeckhoven Christine, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Bossche Freya, Vandenhove Ludwig, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Vijnck Dirk, Vissers Linda, Werbrouck Ulla, Weyts Ben, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

001

Abstentions

 

De Wever Bart

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 010

 

 

Ja         

132

Oui

 

Annemans Gerolf, Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bogaert Hendrik, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Bultinck Koen, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Cocriamont Patrick, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, De Groote Patrick, della Faille de Leverghem Katia, De Maght Martine, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Rammelaere Els, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Ducarme Denis, Eerdekens Claude, Flahaux Jean-Jacques, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goutry Luc, Goyvaerts Hagen, Hamal Olivier, Henry Philippe, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Jeholet Pierre-Yves, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Logghe Peter, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pas Barbara, Pécriaux Sophie, Peeters Jan, Perpète André, Prévot Maxime, Reuter Florence, Salvi Véronique, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Sevenhans Luc, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Stevenheydens Bruno, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tommelein Bart, Tuybens Bruno, Uyttersprot Ilse, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Broeckhoven Christine, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Bossche Freya, Vandenhove Ludwig, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Vijnck Dirk, Vissers Linda, Werbrouck Ulla, Weyts Ben, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 011

 

 

Ja         

132

Oui

 

Annemans Gerolf, Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bogaert Hendrik, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Bultinck Koen, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Cocriamont Patrick, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, De Groote Patrick, della Faille de Leverghem Katia, De Maght Martine, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Rammelaere Els, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Ducarme Denis, Eerdekens Claude, Flahaux Jean-Jacques, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goutry Luc, Goyvaerts Hagen, Hamal Olivier, Henry Philippe, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Jeholet Pierre-Yves, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Logghe Peter, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pas Barbara, Pécriaux Sophie, Peeters Jan, Perpète André, Prévot Maxime, Reuter Florence, Salvi Véronique, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Sevenhans Luc, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Stevenheydens Bruno, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tommelein Bart, Tuybens Bruno, Uyttersprot Ilse, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Broeckhoven Christine, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Bossche Freya, Vandenhove Ludwig, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Vijnck Dirk, Vissers Linda, Werbrouck Ulla, Weyts Ben, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 012

 

 

Ja         

083

Oui

 

Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bogaert Hendrik, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bue Valérie, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, della Faille de Leverghem Katia, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Ducarme Denis, Eerdekens Claude, Flahaux Jean-Jacques, Frédéric André, Galant Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Goutry Luc, Hamal Olivier, Jadin Kattrin, Jeholet Pierre-Yves, Kindermans Gerald, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Maingain Olivier, Mathot Alain, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pécriaux Sophie, Perpète André, Prévot Maxime, Reuter Florence, Salvi Véronique, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Sevenhans Luc, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Terwingen Raf, Tommelein Bart, Uyttersprot Ilse, Van Biesen Luk, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van Grootenbrulle Bruno, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

023

Non

 

Boulet Juliette, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, Douifi Dalila, Geerts David, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Henry Philippe, Kitir Meryame, Lahssaini Fouad, Landuyt Renaat, Nollet Jean-Marc, Peeters Jan, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Broeckhoven Christine, Vandenhove Ludwig, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan

 

 

Onthoudingen

026

Abstentions

 

Annemans Gerolf, Bultinck Koen, Cocriamont Patrick, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Jean Marie, De Groote Patrick, De Maght Martine, De Man Filip, De Rammelaere Els, De Wever Bart, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Jambon Jan, Laeremans Bart, Logghe Peter, Mortelmans Jan, Pas Barbara, Schoofs Bert, Stevenheydens Bruno, Valkeniers Bruno, Van den Bossche Freya, Vijnck Dirk, Vissers Linda, Werbrouck Ulla, Weyts Ben

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 013

 

 

Ja         

132

Oui

 

Annemans Gerolf, Arens Josy, Avontroodt Yolande, Bacquelaine Daniel, Baeselen Xavier, Becq Sonja, Bogaert Hendrik, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Bultinck Koen, Burgeon Colette, Claes Ingrid, Clarinval David, Cocriamont Patrick, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe, Cornil Jean, Daems Hendrik, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, De Groote Patrick, della Faille de Leverghem Katia, De Maght Martine, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Rammelaere Els, De Schamphelaere Mia, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dieu Camille, Doomst Michel, Douifi Dalila, Ducarme Denis, Eerdekens Claude, Flahaux Jean-Jacques, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goutry Luc, Goyvaerts Hagen, Hamal Olivier, Henry Philippe, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Jeholet Pierre-Yves, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Laeremans Bart, Lahaye-Battheu Sabien, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lavaux David, Lecomte Carine, Lejeune Josée, Logghe Peter, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mortelmans Jan, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Nyssens Clotilde, Otlet Jacques, Partyka Katrien, Pas Barbara, Pécriaux Sophie, Peeters Jan, Perpète André, Prévot Maxime, Reuter Florence, Salvi Véronique, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Sevenhans Luc, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Staelraeve Sofie, Stevenheydens Bruno, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tommelein Bart, Tuybens Bruno, Uyttersprot Ilse, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Broeckhoven Christine, Van Campenhout Ludo, Van Cauter Carina, Van Daele Lieve, Van den Bergh Jef, Van den Bossche Freya, Vandenhove Ludwig, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van der Straeten Tinne, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vautmans Hilde, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Versnick Geert, Vervotte Inge, Vijnck Dirk, Vissers Linda, Werbrouck Ulla, Weyts Ben, Wiaux Brigitte, Yalçin Hilâl

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions