Séance plénière |
|
van donderdag 5 februari 2009 Namiddag ______ |
du jeudi 5 février 2009 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.
La séance est ouverte à 14.18 heures et présidée par M. Patrick Dewael.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Herman Van
Rompuy.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Bert Schoofs,
Francis Van den Eynde, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;
Elio Di Rupo, wegens ambtsplicht / pour devoirs de mandat;
François-Xavier de Donnea, buitenslands / à l'étranger;
Hilâl Yalçin,
zwangerschapsverlof / congé de maternité.
- de heer Bruno Valkeniers aan de eerste minister over "de federale inspanningen om Opel Antwerpen te redden" (nr. P0784)
- de heer Wouter De Vriendt aan de eerste minister over "de federale inspanningen om Opel Antwerpen te redden" (nr. P0785)
- M. Bruno Valkeniers au premier ministre sur "les efforts consentis au niveau fédéral pour le sauvetage d'Opel Anvers" (n° P0784)
- M. Wouter De Vriendt au premier ministre sur "les efforts consentis au niveau fédéral pour le sauvetage d'Opel Anvers" (n° P0785)
01.01 Bruno Valkeniers (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, de automobielsector in Europa – mispak u daar niet aan – is dankzij aanverwante sectoren zoals de plaatslagerij, de staalsector, de havensector, goed voor vele miljoenen arbeidsplaatsen. Ook in Vlaanderen is die sector vandaag nog altijd goed voor tienduizenden arbeidsplaatsen.
Dat is nu juist de sector die door de crisis in de hoogste mate wordt getroffen, zodanig zelfs dat volgens de vakbonden Opel Antwerpen met een imminente sluiting wordt bedreigd. Die sluiting zou onder andere het gevolg zijn van Duitse en Amerikaanse economische maatregelen, die echt tegen het protectionisme aanschurken.
Mevrouw Merkel en de topman van General Motors Europa zijn bijna leermeesters in de economische eigen-volk-eerst-theorie, en dat op een moment dat het federale België de indruk geeft – aan ons althans – dat naast de diamantsector en de KBC ook de autosector de overheid niet echt interesseert, want mogelijkerwijze te Vlaams.
Mijnheer de minister, ik heb een aantal duidelijke vragen voor u.
Klopt het dat u op 11 februari over het onderwerp met mevrouw Merkel een gesprek zult hebben? Zult u ook een gesprek hebben met de topman van General Motors Europa? Dat moet gebeuren voor 17 februari, want dan legt de man zijn businessplan voor de toekomst voor.
Hebben u en de federale regering een globale visie, een plan over de toekomst van de automobielsector in Europa en Vlaanderen? Hoe zult u dat plan meedelen? Hoe zult u dat erdoor krijgen in uw gesprekken met mevrouw Merkel en mogelijkerwijze met de top van General Motors Europa? Wat zal er gebeuren als u dat er niet door krijgt?
01.02 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de de premier, u zet alle zeilen bij om de werkgelegenheid bij Opel Antwerpen te redden. Ik meen dat dat goed is. De cijfers van het Planbureau zijn niet gunstig. In de voorbije maanden zijn maar liefst 56.700 jobs verloren gegaan door de economische crisis. In de komende maanden zal het nog erger worden.
Het lijstje van bedrijven en banken die staatssteun komen vragen, wordt steeds langer. Wij hebben al de Belgische banken gehad. Nu vragen Opel, Volvo, Audi en de farmaceutische bedrijven om staatssteun. Wat de banken betreft, werd er al een bedrag van 25 miljard euro in de banken gepompt. Dat is een zeer groot bedrag.
Mijnheer de premier, ik wil u met nadruk vragen om eindelijk een aantal maatschappelijke randvoorwaarden te koppelen aan die staatssteun. De crisis die wij vandaag meemaken, biedt namelijk ook kansen om het beter te doen in de toekomst, kansen voor de automobielsector om in de toekomst milieuvriendelijke wagens te produceren, in ruil voor staatssteun, en kansen om een betere controle tot stand te brengen op ons economisch systeem en op onze banken, opnieuw in ruil voor staatssteun, zodat de banken in de toekomst niet opnieuw dezelfde fouten zouden maken en opnieuw casino royale spelen met het spaargeld van de kleine spaarder.
Als de overheid geld geeft aan bedrijven en banken, dan pleit de fractie Ecolo-Groen! duidelijk voor het opleggen van een aantal voorwaarden. Voor dat belastinggeld willen wij iets in ruil. Als wij geen voorwaarden opleggen en geld blijven pompen, dan missen wij een aantal kansen om onze economie groener en socialer te maken. Dat is de weg die president Obama in de Verenigde Staten duidelijk kiest. Hij kiest voor staatssteun aan General Motors, op voorwaarde dat General Motors milieuvriendelijke wagens produceert.
Zult u, in uw inspanningen om Opel Antwerpen te redden, ook een aantal voorwaarden in die zin opleggen?
01.03 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, collega’s, wij hebben vorige week in het halfrond al aandacht besteed aan de automobielsector. De brief die ik samen met de Vlaamse minister-president heb verstuurd aan de directie van GM Europe, was de concrete aanleiding tot en voorwerp van dat debat.
Ik heb u toen verzekerd dat de federale regering de zaak ernstig nam en onderzocht hoe ze die vanuit haar bevoegdheden kon aanpakken. Zoals ik vorige week heb gezegd, is het gros van de micro-economische bevoegdheden dankzij de staatshervorming van 1988 - reeds twintig jaar geleden, ik heb daar het mijne toe bijgedragen - een regionale bevoegdheid. In de mate dat zij bevoegd is, zal de federale regering een antwoord bieden op de eventuele concrete vragen van GM.
Intussen
hebben wij het antwoord van GM ontvangen, waarin wordt gesteld: “With the
overcapacity situation that has been worsening dramatically due to the current
economic crisis, GM is under pressure to develop a viability plan which will
necessarily include significant cost reductions”.
De heer Forster spreekt zich in het schrijven verder nog niet uit over de eventuele gevolgen van het herstructureringsplan voor de productie-eenheid in België. Wat dat betreft, ik citeer opnieuw: “We will advise you of any significant development that might concern our operations in Belgium”. Dat is wat hij heeft geantwoord.
U weet dat wij een demarche hebben gedaan zowel schriftelijk als, door de heer Peeters in Davos, mondeling, voordat ons iets is gevraagd. Als men spreekt van proactief optreden, dan is het dat. Dat gezegd zijnde moet ik u niet verhelen dat wij desalniettemin ernstig bezorgd zijn over de mogelijke implicaties, zoals daarnet gezegd, voor de Opelfabriek in Antwerpen in het bijzonder en de Belgische voertuigindustrie in haar geheel.
Ik moet daar wel aan toevoegen dat van de vier fabrieken in Vlaanderen en België, elke vestiging een andere problematiek heeft, elke vestiging. Ik ben in Genk geweest, ik heb de ceo Europe van Volvo Cars aan de lijn gehad. Die komt trouwens volgende week opnieuw bij ons en ik zal hem ontvangen met de heer Peeters. Elk heeft een eigen problematiek en elk heeft aparte vragen of geen vragen. Als men geen vragen heeft, om aparte redenen. De sector als zodanig is eigenlijk erg heterogeen wat betreft de problemen die men heeft en de oplossingen die ervoor kunnen worden uitgevoerd.
Vandaar dat de regering zich gisteren in de kern, op basis van een nota van collega Van Quickenborne waartoe ik hem had verzocht, heeft gebogen over een aantal concrete acties op lange termijn.
Zo werd inderdaad overeengekomen dat ik bij mijn bilateraal onderhoud met de Duitse kanselier, mevrouw Merkel, in Berlijn volgende week de zaak van de automobielsector, en in het bijzonder van de vestiging in Antwerpen, sterk zal bepleiten.
In afwachting daarvan neem ik al contact met mevrouw Merkel om haar te vragen een overlegprocedure uit te werken die als kader kan dienen voor verdere bespreking en onderzoek van voorgestelde herstelplannen en maatregelen die een impact kunnen hebben op de productie-eenheden in beide landen. Ik wacht dus niet tot ik haar volgende week zie.
Daarnaast wordt onderzocht welke bijkomende diplomatieke contacten binnen en buiten Europa moeten worden gelegd om het dossier zo proactief mogelijk op te volgen.
Ten slotte nemen de verschillende bevoegde ministers - Economie, Werk en Financiën - het voortouw in een verdere evaluatie van een aantal generieke maatregelen, onder meer ook ecologische, die het herstel van de economie, en in het bijzonder de automobielsector, kunnen versnellen.
01.04 Bruno Valkeniers (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste minister, wij maken stilaan vooruitgang. Ik heb op een aantal vragen een antwoord gekregen. Dat is de eerste keer.
Ik heb ook op een aantal vragen geen antwoord gekregen. Ik kreeg bijvoorbeeld geen antwoord op mijn vraag of er een globale visie of een globaal plan voor de automotivesector is.
Ik ben het niet met u eens, wanneer u verklaart dat elk van de bedoelde, verschillende bedrijven en industrieën aparte problemen heeft. U hoeft mij de autosector niet te leren kennen. Ergens ten grondslag liggen dezelfde uitdagingen en is er hetzelfde probleem van overcapaciteit.
Tegenover voornoemd probleem moet een globaal plan of een globale visie worden geplaatst. Ik heb daarvan nog altijd niets gezien. Ik hoop echter dat het plan er komt. In het andere geval zal het antwoord – eerst in Antwerpen, daarna van Antwerpen naar Genk en van Genk naar Gent – immers “no change” zijn. “No change” wordt in dat geval “geen bestuur”.
Vlaanderen heeft meer dan dat nodig.
01.05 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de premier, ik heb u de vraag gesteld naar uw visie omtrent het koppelen van staatssteun aan het opleggen van een aantal groene en sociale voorwaarden, zodat we met onze samenleving een stap vooruit kunnen zetten naar een moderne groene economie. U bent daar amper op ingegaan. Ik denk dat we zo een gouden kans aan het missen zijn.
Ik heb het daarnet gehad over de productie van milieuvriendelijke wagens. Ook op sociaal vlak heb ik een aantal vragen. Kan het dat wij overheidssteun geven aan bedrijven die toplonen blijven uitbetalen aan hun managers? Kan het dat wij overheidsgeld geven aan bedrijven die de dag erna personeel ontslaan? Ik heb daar fundamentele vragen over. Ik mis in de aanpak van de economische crisis elementen die in die richting gaan, die fundamenteel het verschil zouden kunnen maken en die niet enkel de crisis herstellen, maar ook ons economisch systeem echt hervormen.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Georges Dallemagne au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la réintégration d'un évêque négationniste" (n° P0794)
02 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over "de rehabilitatie van een negationistische bisschop" (nr. P0794)
02.01 Georges Dallemagne (cdH): Chers collègues, monsieur le premier ministre, monsieur le président, Mgr Williamson qui vient d'être réintégré dans la hiérarchie catholique a tenu il y a quelques jours des propos ouvertement négationnistes, allant jusqu'à nier l'existence des chambres à gaz. Ses propos ont bien évidemment choqué la communauté internationale et le gouvernement allemand a réagi en demandant des éclaircissements à l'État du Vatican.
Nous entretenons également des relations diplomatiques avec l'État du Vatican. Je voudrais donc savoir si la Belgique compte effectuer le même type de démarche que la République fédérale allemande.
02.02 Herman Van Rompuy, premier ministre: Monsieur le président, cher collègue, la levée de l'excommunication de quatre évêques est une affaire de l'Église catholique et relève de la compétence exclusive du pape. Il ne m'appartient pas de prendre position sur la réintégration.
Mais comme vous, j'ai été choqué par les propos de Mgr Richard Williamson, un des quatre évêques en question. Je condamne ses propos, tout comme je condamne n'importe quelle forme de négationnisme.
Notre ambassadeur auprès du Saint-Siège sera chargé de porter cette position à la connaissance des autorités vaticanes.
02.03 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour vos propos clairs, rassurants et réconfortants pour l'ensemble des victimes de la Shoah et pour l'ensemble de la communauté internationale attentive à ce type de problèmes.
L'incident est clos.
- de heer Dirk Van der Maelen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "het bankgeheim" (nr. P0786)
- de heer Guy Coëme aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de opheffing van het bankgeheim" (nr. P0787)
- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "le secret bancaire" (n° P0786)
- M. Guy Coëme au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la levée du secret bancaire" (n° P0787)
03.01 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, deze week maakte EU-commissaris Laszlo Kovács een ontwerprichtlijn bekend die voor België voor gevolg zou hebben dat wij ons zouden moeten aansluiten bij de 24 andere landen die wel informatie over spaartegoeden van EU-burgers uitwisselen.
Ik heb vastgesteld dat eerste minister Juncker namens Luxemburg in de krant heeft gezegd dat dit voor hen bespreekbaar is. Ik heb vastgesteld dat u in de krant hebt gereageerd met als reactie dat u voorlopig niet wenst te reageren.
Mijn vraag is dan ook de volgende, mijnheer de minister. Kunt u de Kamer inlichten over uw standpunt met betrekking tot dit initiatief van de Europese Commissie.
Ik heb ook vastgesteld dat bij de voorstelling van de ontwerprichtlijn Laszlo Kovács heeft gezegd dat dit de eerste stap is naar de afschaffing van het bankgeheim in die landen waar dit nog bestaat. Ik zou graag van u weten of u het daarmee eens bent. Zo ja, wanneer gaan wij van u vernemen of het bankgeheim wordt afgeschaft? Zo neen, waarom niet?
03.02 Guy Coëme (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, les dérives du système financier néo-libéral amènent évidemment beaucoup de remous, notamment au niveau de la problématique du secret bancaire et de l'échange d'informations entre pays membres de l'Union européenne.
Comme vient de le dire mon collègue, M. Van der Maelen, cela s'est traduit entre autres par une position de la Commission européenne prônant une plus grande transparence et, par conséquent, une plus grande justice fiscale entre les pays membres de l'Union.
Le premier ministre du Grand-Duché de Luxembourg, M. Juncker, vient d'entrouvrir la porte estimant que ce dossier est aujourd'hui discutable.
Monsieur le ministre, quelle est votre position en la matière? Je tiens à attirer ici votre attention sur le fait qu'une position unanime de l'ensemble des ministres des Finances est nécessaire si l'on veut aboutir à une position en cette matière. Cette position sera-t-elle discutée au sein du gouvernement belge avant que vous n'en discutiez au niveau européen?
Enfin, je voudrais vous poser une dernière question qui a trait à la problématique des paradis fiscaux et plus particulièrement de la liste des paradis fiscaux établie par la Belgique en matière de revenus définitivement taxés. Cette liste est extrêmement restrictive par rapport à celle de l'OCDE. N'est-ce pas l'occasion d'actualiser cette liste de façon à pouvoir adopter une position internationale commune?
03.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, collega’s, eerst en vooral, wat de voorstellen van de heer Kovács aangaat, kan ik u zeggen dat ik exact dezelfde standpunten inneem als de heer Kovács. Hij vraagt een uitwisseling van inlichtingen, en dan vooral in verschillende verdragen, voor een bescherming van de dubbele belastingen. Dat is ook onze redenering. Het was reeds onze redenering in het verdrag met de Verenigde Staten. Twee jaar geleden hebben we bijvoorbeeld beslist om een uitwisseling van inlichtingen te organiseren. Ik heb er geen problemen mee om dezelfde aanpak voort te zetten.
Voor de spaarrekeningen geldt hetzelfde: we zullen zonder enig probleem inlichtingen uitwisselen met de andere lidstaten. Voor de voorstellen van de heer Kovács op Europees vlak doen er zich dus geen problemen voor.
Quant à l'évolution du secret bancaire, la Belgique a été confrontée à plusieurs dossiers, soit de grande fraude fiscale – une commission d'enquête travaille actuellement sur le sujet –, soit de corruption liée à des marchés publics importants. Dans ces dossiers, un des obstacles auquel se sont heurtés les enquêteurs était le secret bancaire dans certains pays de l'Union (le Luxembourg, l'Autriche, etc.), hors Union (la Suisse) ou encore plus éloignés.
Je suis tout à fait favorable à une progression vers un échange d'informations plus précises. En Belgique, il est toujours possible d'avoir accès aux données des comptes bancaires. Il n'y a pas de secret garanti par la Constitution, comme dans d'autres pays. Les administrations fiscales ont un accès direct à toute une série d'informations. Pour ce qui concerne les impôts directs, il faut passer par un magistrat.
Je rejoins la réflexion de M. Coëme à l'égard d'un certain nombre d'autres territoires plus éloignés avec lesquels nous devrons probablement tenter d'améliorer la collaboration car, ces vingt dernières années, à chaque fois que la justice belge a été confrontée à la nécessité de recueillir des informations, dans un dossier de fraude ou dans un dossier de corruption touchant à des grands marchés publics, elle s'est heurtée à un veto de la part de plusieurs pays à travers le monde.
En résumé, je suis favorable aux propositions de M. Kovács concernant l'échange d'informations dans les traités préventifs de double imposition, comme nous le faisons déjà, mais nous devons les lire. J'ai déjà annoncé, à plusieurs reprises, que la directive épargne serait appliquée. Nous n'allons cependant pas atteindre des montants de 30 à 35% d'impôt.
Pour le secret bancaire, il faut une collaboration beaucoup plus forte avec toute une série de pays ou de territoires à travers le monde, desquels, dans le passé, il n'a pas été possible d'obtenir de l'information, que ce soit en fraude fiscale ou dans des grands dossiers de corruption touchant à des marchés publics.
03.04 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, wij nemen met genoegen kennis van wat de minister van Financiën zegt. Ik ken hem wel. Pas op, als de vos de passie preekt…
Wij zullen dit van nabij volgen, mijnheer de minister, want wij hebben helaas al te vaak vastgesteld dat wat u hier in de Kamer zegt en wat u op de internationale scène zegt, verschillend is.
Wij van sp.a zijn van oordeel dat België het best zou aansluiten bij de praktijken van de andere Europese landen. Wat in België bestaat, is een hinderpaal voor eerlijke, correcte belastingen. Dankzij wat in België bestaat, ontsnappen grote vermogens en grote kapitalen aan een correcte belasting. Wij zijn van oordeel dat België dezelfde praktijken moet volgen als de andere landen. Wij zijn ervan overtuigd dat als wij dit doen het meer inkomsten met zich brengt, en wat sp.a betreft, moeten die meerinkomsten dan worden gebruikt om de belastingdruk op de lage en de middeninkomens te verlagen.
Wij stellen vandaag vast dat u die stap niet wilt zetten. U bevestigt dus dat u een minister bent voor grote vermogens en voor grote kapitalen.
03.05 Guy Coëme (PS): Monsieur le président, en cette matière comme en d'autres, le progrès se fait en marchant.
J'ai noté les réflexions du ministre des Finances. Je souhaiterais qu'en ce qui concerne tant l'échange d'informations que l'actualisation de la liste des paradis fiscaux, ces matières soient discutées le plus rapidement possible au sein du kern et du gouvernement de façon à vite aboutir à davantage de justice fiscale dans ce pays et au sein de l'Europe.
L'incident est clos.
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de recente nota van de studiedienst van Financiën en de overschatting van de ontvangsten" (nr. P0788)
- de heer Jan Jambon aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de recente nota van de studiedienst van Financiën en de overschatting van de ontvangsten" (nr. P0789)
- de heer Peter Vanvelthoven aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de recente nota van de studiedienst van Financiën en de overschatting van de ontvangsten" (nr. P0790)
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la récente note du service d'étude des Finances et la surestimation des recettes" (n° P0788)
- M. Jan Jambon au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la récente note du service d'étude des Finances et la surestimation des recettes" (n° P0789)
- M. Peter Vanvelthoven au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "la récente note du service d'étude des Finances et la surestimation des recettes" (n° P0790)
04.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister van Financiën, het is vandaag 5 februari maar de resultaten van de begroting van 2008 blijven u achtervolgen. Het is de studiedienst van Financiën – u geen onbekende instelling uit uw departement, neem ik aan – die een rapport heeft geschreven waarin wordt gesteld dat een tekort van minstens 3,5 miljard euro – to nu toe hebben wij nog geen exact cijfer voor de begroting van 2008 – niet alleen het gevolg is van een slechte economische conjunctuur.
Het rapport stelt namelijk zeer duidelijk dat er een bewuste en stelselmatige overschatting is van de inkomsten. Ongetwijfeld was het de bedoeling van de regering de rekeningen een beetje op te smukken en te doen kloppen.
Een tweede element dat in het rapport van de studiedienst van Financiën naar voren komt, is het gegeven dat u van oordeel was dat de verslechtering van de economie niet voorspelbaar was. De studiedienst beweert nu het tegendeel. Daarbovenop zegt de studiedienst dat in de loop van het jaar alle knipperlichten door de regering werden genegeerd.
Op zich zijn dat voor de oppositie geen nieuwe elementen. Die zaken werden echter steeds weggewuifd als oppositiepraat. Nu komt het naar boven in een rapport van uw studiedienst.
Mijnheer de minister, daarom heb ik de volgende twee vragen.
Ten eerste, wat is uw reactie op het rapport van de studiedienst van Financiën?
Ten tweede, ik neem aan dat u nu volop bezig bent met de begrotingscontrole 2009. Zult u daarin ook het Parlement blijven belazeren, of zult u nu eindelijk, na tien jaar, met werkelijke cijfers van uw studiedienst werken om uw ramingen van inkomsten bij te stellen?
04.02 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister van Financiën, ik zou u eerst en vooral willen bedanken voor het interessante bezoek dat wij gisteren met de commissie aan uw departement brachten. U weet dat het mijn gewoonte is om, als het goed is, dat ook te zeggen. Het was gisteren zeker een interessant bezoek, waarvoor ik u dank. Het was zeker een nuttig bezoek.
Ik heb genoeg bloemetjes gegooid. Nu volgt de pot.
De heer Goyvaerts heeft gewezen op het rapport waarvan wij de inhoud gisteren via de pers mochten vernemen. Het rapport komt van uw eigen departement van Financiën. Het wijst op een minderontvangst van 2,4 miljard euro aan fiscale ontvangsten.
Het rapport wijst er ook op dat de oorzaak, enerzijds, aan de conjunctuur te wijten is, wat niet verwonderlijk is. Het stelt echter ook dat er, anderzijds, een bewuste, stelselmatige overschatting van de inkomsten is.
Ik kan niet nalaten heel kort een aantal extracten uit het bedoelde rapport te citeren. Het rapport vermeldt het volgende. “Zeggen dat de verslechtering van de conjunctuur niet kon worden voorspeld, klopt niet. In de loop van het jaar zijn alle knipperlichten genegeerd.” Een tweede citaat: “Het tekort dat aan het einde van het jaar werd vastgesteld, werd tijdens het tweede halfjaar in verschillende rapporten aangekondigd. Geen reactie daarop.” Derde citaat: “De huidige crisis is een vertrouwenscrisis. In zo een context is het onverantwoord de zaken positiever voor te stellen dan ze in werkelijkheid zijn.”
Mijnheer de minister, ik heb twee vragen voor u.
Ten eerste, wat is uw verantwoording voor de vaststelling dat u continu een overschatting van de inkomsten maakt? Waarom laat u na om uw prognoses bij te sturen ondanks de verschillende rapporten die op voornoemde overschatting wezen?
Mijn tweede vraag is een punctuele vraag. Enkele weken geleden werden wij ervan op de hoogte gesteld dat het tekort voor 2008 ongeveer 3,5 miljard euro zou bedragen.
Blijft het geraamde tekort met de nieuwe cijfers op 3,5 miljard euro of stevenen wij op een groter tekort af?
04.03 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de minister, er wordt wel eens smalend gezegd in dit halfrond dat er oppositie wordt gevoerd omwille van de oppositie en dat dit logisch is. De ondertoon is dan dat de oppositie voor de rest niets te vertellen heeft.
Bij elk begrotingsdebat hebben we erop gewezen dat de inkomsten vorig jaar zwaar werden overschat. Dat is altijd weggelachen door de regering. Nu zien we dat uw eigen departement, uw eigen studiedienst dat komt bevestigen. U lacht daarmee, ik zie het aan uw gezicht.
Uw eigen studiedienst zegt dat ze de regering in juli heeft gezegd dat de inkomsten die u had ingeschat op dat ogenblik al 2 miljard te hoog waren. Dat zegt uw studiedienst in juli, voor de financiële crisis, voor de economische crisis. Het was toen al 2 miljard te hoog. Wat doet de regering op dat moment? Men zou denken dat men zou proberen om die 2 miljard te recupereren en dat men daarvoor maatregelen zou nemen. De regering doet er echter nog eens 300 miljoen bovenop. Dat is natuurlijk iets wat niet kan. Als de goede huisvader die thuis in zijn zetel zit weet dat hij volgend jaar extra uitgaven heeft, zet hij de tering naar de nering. Hij gaat dan niet tegen zijn vrouw zeggen dat hij ervan uitgaat dat hij het volgende jaar 500 euro per maand meer gaat verdienen. Dat is immers niet het geval.
U hebt dus niet alleen het Parlement bedrogen, u hebt heel de bevolking bedrogen. Het erge is dat heel de bevolking die overschatting van de inkomsten die u hebt gemaakt op een bepaald ogenblik zal moeten ophoesten. U hebt met andere woorden geld uitgegeven dat er niet is.
Ik wil van de minister weten wat hij van plan is te doen met dit rapport. Ofwel heeft uw administratie gelijk, ofwel hebt u als minister gelijk maar u kunt in deze zaak niet allebei gelijk hebben.
04.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik beschik sinds vele maanden over alle nota's van de studiedienst. U ontving ze misschien vroeger dan ik, maar ik heb ze ook.
We zullen de definitieve cijfers de volgende weken krijgen, maar we hebben een raming van de fiscale ontvangsten voor 2008 van 93,6 miljard. Ik heb een nota van de studiedienst van 23 september 2008 met een raming van de fiscale ontvangsten voor 2008 van 95,7 miljard. Dat is een verschil van 2,1 miljard met de definitieve cijfers, een verschil van 200 miljoen in verband met de regering.
Ik denk dat het een correcte werkwijze van de regering was om met de cijfers van dezelfde studiedienst te werken. Er is dus geen reden om te zeggen dat wij afstevenen op een catastrofe wat de fiscale ontvangsten betreft.
Eind september had de studiedienst het over 95,7 miljard. Er was geen reactie van de studiedienst. Ik heb geen kritiek op de studiedienst. Alleen wat de btw betreft, hebben we in een maand – december – een verlies van 600 miljoen euro.
In België zijn er nog enkele mensen, misschien nog drie in het Parlement, die geen crisis hebben opgemerkt tussen juli of zelfs september 2008 en begin 2009. Volgens u is er in België geen probleem geweest in oktober, november en december.
Volgens de cijfers van de studiedienst en van mij is er een probleem van 2 miljard. Net als de premier heb ik altijd gezegd dat we geen probleem hebben met een dergelijke verklaring. Ik herhaal dat er ook in België een crisis is, net zoals in andere Europese landen en zoals in de hele wereld.
04.05 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister van Financiën, u volhardt natuurlijk een beetje in uw koppigheid. Wij beweren niet dat er geen economische crisis is geweest. Uw eigen studiedienst heeft gezegd dat naast die economische crisis er een systematische overschatting is geweest van de inkomsten. U doet daar niets op af. Wij hebben dat destijds gezegd maar u heeft ons toen weggelachen. Het komt nu uit uw eigen departement.
Collega’s van CD&V, ik stel alleen vast dat de slechtste minister van Financiën van de afgelopen decennia op zijn plaats blijft zitten. Ik begrijp dat eerlijk gezegd niet goed meer. U heeft dat destijds verklaard en u zit er nu mee in een regering. U krijgt hem ter zake blijkbaar toch niet op betere gedachten. Ik denk dat de crisis voldoende ernstig is en dat het land een betere minister van Financiën verdient.
04.06 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de minister, ik had een spitsvondiger antwoord van u verwacht en niet zoiets als: “er is zoiets als een crisis”. Eigenlijk is dat maar al te gemakkelijk.
U spreekt over 95,7 miljard euro in de nota van 30 september. Dat klopt. Op dat moment stond in uw begroting 96,8 miljard euro. Wij zijn eens gaan kijken over de jaren heen en wij hebben een systematische overschatting gemerkt in vergelijking met de rapporten van Financiën.
In de laatste drie jaar zit u er systematisch 2,2 procentpunt naast. Ik zou dat een naam willen geven. Als wij in het vervolg naar uw cijfers kijken, mogen wij daar een Pinokkio-factor van 2,2% op toepassen.
04.07 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, het antwoord van de minister doet mij koud krijgen. Het doet mij echt koud krijgen. Hij ontkent wat zijn eigen administratie in een verslag schrijft. U kan nu misschien met een ander verslag staan schermen maar het gaat over een verslag van vóór de financiële en economische crisis. Op dat moment, zo stelt uw eigen administratie, hebt u in plaats van 2 miljard euro minder te boeken er nog eens 300 miljoen bij gedaan.
U moet niet neen schudden want dit staat in het rapport. U hebt een later verslag bij. Het verslag dat deze week werd gepubliceerd, is daar klaar en duidelijk over. De manier waarop u dat van de tafel veegt, moet vooral de PS ongerust maken want dat is een extra gat van 2,3 miljard euro. Mevrouw de vice-premier, die 2,3 miljard euro zal op een bepaald ogenblik wel moeten worden bespaard. Wij als socialisten vrezen ervoor dat dit zal moeten worden bespaard in de sociale zekerheid en daarom zeg ik hier vandaag dat ik het koud om het hart krijg om de nonchalante manier waarop cijfertjes worden bijgeschreven in de begroting. Dat is een schande, mijnheer de minister!
L'incident est clos.
- mevrouw Lieve Van Daele aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de vergoeding voor asbestziekten door het Asbestfonds" (nr. P0791)
- de heer Jean-Jacques Flahaux aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de vergoeding voor asbestziekten door het Asbestfonds" (nr. P0792)
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de vergoeding voor asbestziekten door het Asbestfonds" (nr. P0809)
- Mme Lieve Van Daele à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'indemnisation par le Fonds amiante des personnes atteintes de maladies de l'amiante" (n° P0791)
- M. Jean-Jacques Flahaux à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'indemnisation par le Fonds amiante des personnes atteintes de maladies de l'amiante" (n° P0792)
- Mme Yolande Avontroodt à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'indemnisation par le Fonds amiante des personnes atteintes de maladies de l'amiante" (n° P0809)
05.01 Lieve Van Daele (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, asbest is in de jaren ’60, ’70 en ’80 heel vaak gebruikt als isolatie. Reeds in de jaren ’60 is voor het eerst het verband gelegd tussen asbest en kanker. Het heeft echter tot midden de jaren ’80 geduurd eer de eerste beschermende maatregelen werden genomen.
Gelukkig is er ondertussen een volledig verbod op de productie ervan. Dat neemt niet weg dat de gevolgen van asbest nog altijd voelbaar zijn en in de toekomst voelbaar zullen blijven omdat er vaak een periode van 20 jaar is tussen de oorspronkelijke besmetting en het uitbreken van een ziekte.
Sinds 1 april 2007 is er een Asbestfonds, dat slachtoffers vergoedt. Dat is een hele goede zaak. Wat verwonderlijk is, is dat ondanks het aandringen van de Vereniging voor Asbestslachtoffers, longkanker niet is opgenomen op de lijst van vergoedbare ziekten, in tegenstelling tot longvlieskanker of stoflong. De mensen die dit meemaken voelen dat aan als een onterechte discriminatie tussen de slachtoffers.
Vandaar mijn vraag, mevrouw de minister. Kunt u longkanker toevoegen aan de lijst van vergoedbare ziekten? Zo ja, wanneer neemt u daartoe het initiatief? Als het niet kan, kunt u dan toelichten waarom er een onderscheid is en waarom dat onderscheid niet kan worden opgeheven, zoals dat in andere landen wel het geval is?
05.02 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président, madame la vice-première ministre, dans ce domaine précis, on doit se permettre de donner un coup de gueule!
L'Association belge des victimes de l'amiante s'est récemment indignée de la décision du Fonds des maladies professionnelles relative au non-paiement d'arriérés dus à une victime de l'amiante. En l'occurrence, une personne atteinte de cette maladie a vu sa maladie être reconnue mais est décédée avant le paiement de la rente mensuelle et des arriérés de la rente à laquelle elle avait droit.
Évidemment, l'administration a évoqué la loi en vigueur qui stipule, en effet, que si la personne n'a aucun des ayants droit prévus par la loi, les arriérés ne sont pas versés. La particularité de cette loi – et à dire vrai beaucoup n'ont pas été attentifs à cette disposition – est qu'elle fait en sorte que les bénéficiaires mineurs en profitent contrairement aux bénéficiaires majeurs. L'administration qui traite ces dossiers reconnaît qu'elle est en retard d'instruction de toute une série de dossiers. C'est le problème que je voudrais mettre en évidence.
Madame la vice-première ministre, pourriez-vous envisager de faire en sorte que, pour la période comprise entre le 1er avril 2007, date de création de l'AFA, et le 1er janvier 2009, date d'application de la nouvelle disposition, les personnes concernées puissent bénéficier de ce fonds? Combien de dossiers sont-ils concernés? Quel est l'impact budgétaire prévu? Prévoyez-vous une rétroactivité en la matière?
De voorzitter: Mevrouw Avontroodt vraagt het woord.
05.03 Yolande Avontroodt (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik wil alleen maar melden dat ik dezelfde vraag, gericht aan mevrouw de minister, in de commissie heb ingediend. Staat u mij toe om ze ook te stellen? Ze is ingediend.
De voorzitter: Dat ben ik niet kunnen nagaan, maar ik geef u graag even het woord, van op uw bank.
05.04 Yolande Avontroodt (Open Vld): Mevrouw de minister, buiten de vragen die de collega’s hebben gesteld, had ik nog de vraag eraan toegevoegd of u gegevens of cijfers hebt over de stadia waarin de patiënten met longkanker de aanvraag hebben ingediend.
Hebt u een zicht op het stadium van longkanker waarin men de aanvraag indient? Dat was een aanvullende vraag. Vermits u die niet hebt gekregen, kunt u er niet op antwoorden.
Mijn hoofdvraag blijft ook of u de intentie hebt om minstens te onderzoeken of de patiënten die lijden aan longkanker aan de lijst kunnen worden toegevoegd.
05.05 Minister Laurette Onkelinx: Ik zal de hele wet niet uitleggen. U hebt in december 2008 het luik omtrent de retroactiviteit, zonder discussie, onderzocht en goedgekeurd.
Vous savez que cette loi est plutôt positive. En effet et j'y reviendrai, nous avons élargi le nombre d'ayants droit aux arriérés lorsque la personne est décédée de mésothéliome.
En quoi consiste la difficulté relative à la rétroactivité? Nous touchons au Fonds amiante créé en 2007 et au Fonds des maladies professionnelles qui date, lui, des années 70. Le problème n'est donc pas simple.
Cette loi a été discutée et votée à la quasi-unanimité. Je suis tout à fait disposée à ce qu'on en reparle mais la question n'est pas simple car elle touche à des législations anciennes.
Pour le reste, je le dis et je le redis, le but de cette loi est d'élargir les "bénéfices" des arriérés aux cohabitants légaux et aux héritiers ne vivant pas sous le même toit que la personne décédée.
Nous devons d'abord nous réjouir de l'aspect positif de cette mesure et ensuite nous demander si oui ou non nous pouvons résoudre la difficulté de la rétroactivité dans le cadre d'une législation plus ancienne.
Ik kan hier geen toelichting geven over de cijfers. Dat kan eventueel in de volgende commissievergadering.
05.06 Lieve Van Daele (CD&V): Mevrouw de minister, u hebt geantwoord op de vraag van mijn collega over de terugwerkende kracht. Ik had echter een andere vraag, met name waarom longkanker niet in de lijst is opgenomen? Ik ben een beetje verrast.
05.07 Minister Laurette Onkelinx: Wij zullen deze wet uitbreiden. Wij kunnen daarover een discussie voeren in de commissie voor de Volksgezondheid.
05.08 Lieve Van Daele (CD&V): Ik ga zeker in op de suggestie om dat in de commissie opnieuw op de agenda te zetten. Ik denk immers dat het zeer belangrijk is voor de mensen die daardoor worden getroffen. Zij moeten vaak een hele medische lijdensweg ondergaan. Als daar nog een juridische lijdensweg bijkomt, is dat echt te veel. Ik ben blij met het aanbod om dit in de commissie verder uit te werken.
05.09 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président, je remercie Mme la ministre pour son ouverture vis-à-vis des suggestions qui lui sont adressées.
Une suggestion de plus: comme nous attendons une loi-programme pour les prochains jours, peut-être pourrions-nous procéder par amendements pour accélérer le processus dans ce domaine. En tout cas, madame la ministre, nous insisterons pour vous y rendre attentive.
Au-delà de cet élément, philosophiquement, l'important au sujet de l'asbeste et de l'amiante, c'est de travailler constamment selon un principe de précaution, surtout qu'en ce domaine, Pline l'Ancien avait déjà dénoncé les effets de l'asbeste.
05.10 Yolande Avontroodt (Open Vld): Mevrouw de minister, ik zou u willen vragen om naar de commissie te komen met de gegevens, onder meer over het aantal aanvragen dat vandaag hangende is en het aantal dat eventueel is geweigerd. Die gegevens zou ik graag krijgen.
Le président: C’était une première réponse. Le débat sera poursuivi en commission.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het akkoord van de vzw Healthcare Belgium met een ziekteverzekeraar uit het Midden-Oosten" (nr. P0793)
06 Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'accord conclu entre l'ASBL Healthcare Belgium et un organisme d'assurance maladie du Moyen-Orient" (n° P0793)
06.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik las onlangs in een krant dat onder impuls van het VBO een vzw waarin waarschijnlijk een aantal Belgische ziekenhuizen participeert, een akkoord heeft gesloten met de grootste ziekteverzekeraar uit het Midden-Oosten, Daman, en dat dit het perspectief opent op de komst van een aantal mensen van daar om hier in Belgische ziekenhuizen zorg te komen zoeken.
De globalisatie laat dus ook de organisatie van onze gezondheidszorg niet onberoerd. We hebben dat fenomeen eerst gekend onder druk van Europese rechtsspraak in de grensstreek, het verkeer van patiënten uit het buitenland naar ons land. Nu is dat op een schaal die internationaal is en die blijkbaar nu ook de gezondheidszorg als economisch goed of economische dienst promoot en dit ter ondersteuning van de Belgische economie. Ik heb daarbij een aantal vragen.
Ten eerste, kent u de overeenkomst? Weet u waarover het concreet gaat? Over welke soort van behandelingen zal het dan in eerste instantie gaan?
Ten tweede, is er een reglementering voor de prijzen die worden aangerekend als erelonen en prijzen van ziekenhuizen? Gaat men daarin vrij prijs mogen zetten? Ziekenhuizen zijn gedeeltelijk gesubsidieerd en er zijn conventies voor mensen die in het Belgisch systeem zorg gaan zoeken. Is er een afspraak over die prijzen? Het gaat over niet-Europeanen, wat de vraag oproept of er een verschil is met Europeanen?
Ten derde, er is natuurlijk de bezorgdheid dat dit soort activiteiten een pervers effect zou hebben voor de wachtlijsten voor de mensen die via de Belgische ziekteverzekering in die ziekenhuizen zorg gaan zoeken. Wat kan inzake het fenomeen van wachtlijsten of het risico daarop worden gedaan om corrigerend of bewarend op te treden?
06.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer Vandeurzen, ik begrijp uit uw vraag dat u niet akkoord gaat met dit systeem. Om het samen te vatten, wil ik onmiddellijk zeggen: ik ook niet.
Il s'agit d'une convention privée entre deux organismes privés, l'ASBL Healthcare et un organisme assureur des Émirats arabes unis qui permet à des clients fortunés de venir se faire soigner dans des hôpitaux belges.
Pour en venir précisément à vos questions, premièrement, le prix de journée doit être le même pour les patients étrangers que pour ceux de notre pays.
Par contre, pour les tarifs médicaux, il existe des recommandations mais il n'y a pas d'obligation d'égalité de tarif. Quant aux conséquences sur nos finances et sur la sécurité sociale, nous n'intervenons pas pour les soins médicaux, bien entendu, mais il y a une prise en compte assez large dans le prix de journée, notamment dans le résumé clinique minimum.
Par ailleurs, il y a des conséquences potentielles sur les listes d'attente au détriment des patients couverts par notre système d'assurance maladie-invalidité.
Ce type de convention existe-t-il à grande échelle? Nous le saurons mieux quand l'observatoire dont l'administration prépare les arrêtés d'exécution entrera en fonction. J'ai demandé à l'administration d'éclaircir et de modifier certains points. Je ne trouve pas du tout normal que les compétences médicales soient incluses dans le champ commercial. D'une part, je ne vois pas pourquoi nous interviendrions dans le prix de journée et d'autre part, je ne vois pas pourquoi nous ne pourrions pas imposer des conditions pour éviter les conséquences perverses et néfastes en termes de listes d'attente. Mon administration me communiquera des propositions à cet égard.
06.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Mijn reactie is er een van voorzichtigheid. Ik meen dat er enkele fenomenen zijn waarvan wij niet zomaar kunnen zeggen dat zij geen positief effect kunnen hebben voor ons land. Dat is, meen ik, te simpel. Maar er is inderdaad een aantal randvoorwaarden.
Ik zou daar graag klaarheid over hebben. De prijs voor een hartoperatie in de Belgische ziekenhuizen zonder meer overdragen op patiënten die niet in het stelsel zitten zal aanleiding geven tot merkwaardige effecten. Ik meen dat er systemen moeten komen om ervoor te zorgen dat zo geen wachtlijsten worden gecreëerd in ons eigen land. Ik ben ervan overtuigd dat als men daar eens goed en strategisch over nadenkt, het mogelijk moet zijn een aantal dingen te verzoenen met elkaar, met goede randvoorwaarden.
De eerste zaak moet zijn dat mensen die onder de verplichte ziekteverzekering vallen en die daarvoor betalen toegang krijgen tot kwaliteitvolle zorg in ons land. Die kan niet worden gehypothekeerd door die activiteiten, die wellicht nuttig en interessant kunnen zijn. Ik sluit mijn ogen daar niet voor, maar die kunnen alleen met goede randvoorwaarden.
Ik pleit ervoor dat u, zoals u aangeeft, zoekt naar de juiste randvoorwaarden om dat soort activiteiten goed te organiseren.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer De Clerck, minister van Justitie, u bent welgekomen want er zijn een aantal vragen aan u gericht. Ik raadpleeg even de vraagstellers, want twee vragen inzake de communicatie tussen het gerecht en de Dienst Vreemdelingenzaken over gerechtelijke procedures, zijn ook gericht aan de minister van Migratie. Laten we de minister van Justitie eerst antwoorden? Gaat iedereen daarmee akkoord? Dat is logischer.
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Justitie over "de communicatie tussen het gerecht en de Dienst Vreemdelingenzaken over gerechtelijke procedures" (nr. P0797)
- mevrouw Carina Van Cauter aan de minister van Justitie over "de communicatie tussen het gerecht en de Dienst Vreemdelingenzaken over gerechtelijke procedures" (nr. P0798)
- de heer Renaat Landuyt aan de minister van Justitie over "de communicatie tussen het gerecht en de Dienst Vreemdelingenzaken over gerechtelijke procedures" (nr. P0799)
- de heer Jean Marie Dedecker aan de minister van Justitie over "de communicatie tussen het gerecht en de Dienst Vreemdelingenzaken over gerechtelijke procedures" (nr. 0800)
- mevrouw Sarah Smeyers aan de minister van Justitie over "de communicatie tussen het gerecht en de Dienst Vreemdelingenzaken over gerechtelijke procedures" (nr. P0801)
- M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur "la communication entre l'appareil judiciaire et l'Office des Etrangers concernant des procédures judiciaires" (n° P0797)
- Mme Carina Van Cauter au ministre de la Justice sur "la communication entre l'appareil judiciaire et l'Office des Etrangers concernant des procédures judiciaires" (n° P0798)
- M. Renaat Landuyt au ministre de la Justice sur "la communication entre l'appareil judiciaire et l'Office des Etrangers concernant des procédures judiciaires" (n° P0799)
- M. Jean Marie Dedecker au ministre de la Justice sur "la communication entre l'appareil judiciaire et l'Office des Etrangers concernant des procédures judiciaires" (n° P0800)
- Mme Sarah Smeyers au ministre de la Justice sur "la communication entre l'appareil judiciaire et l'Office des Etrangers concernant des procédures judiciaires" (n° P0801)
07.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, wij hebben gisteren met niet-geringe verbazing de minister bezig gezien in TerZake op televisie, waar hij op een heel eigenaardige manier de feiten heeft verklaard. U hebt eigenlijk laten verstaan, mijnheer de minister, dat er bij de diensten zelf geen fouten zijn gemaakt, dat de oorzaak voor de vlucht van de twee aanranders van de Gentse scholier Simon Wijffels een gebrek aan communicatie is tussen twee diensten, dat is het dan, voor de rest hebben die diensten goed gefunctioneerd.
Mijnheer de minister, dat is natuurlijk absoluut niet waar. Integendeel, er is wel degelijk geblunderd. Wij hebben gisteren een staaltje gezien van zielige paraplupolitiek, waarbij die diensten alles gedaan hebben om alle verantwoordelijkheid van zich af te schuiven, terwijl zij wel degelijk hebben geklungeld in dat dossier.
Het is absoluut onaanvaardbaar dat in een zo eenvoudig dossier van jeugdrecht, waarbij de daders gekend zijn en waarbij de feiten zeer eenvoudig zijn, het zeventien maanden moet duren vooraleer het uiteindelijk kan voorkomen. Dat is onwaarschijnlijk. Hier heeft het parket geblunderd door de zaak alsmaar voor zich uit te schuiven.
Het is ook onbegrijpelijk dat het parket niet in beroep is gegaan. Ik heb hier de krantenknipsels bij van september. Het parket was zeer goed op de hoogte, moet op de hoogte geweest zijn van de afwijzing van het asielverzoek. Er staat letterlijk, in de krant van 5 september: “De asielaanvraag van het gezin van de Oekraïense daders werd inmiddels afgewezen. De oudste van de twee Oekraïense broers zit nog steeds opgesloten in de instelling van Ruiselede. Dat zal hoogstwaarschijnlijk zo blijven tot aan het proces”. Dat stond begin september in alle Vlaamse kranten. Het parket was dus op de hoogte dat er zich wel degelijk een probleem stelde in verband met de asielproblematiek.
Hoe komt het dat het parket in die omstandigheden geen beroep heeft ingesteld tegen de vrijlating?
Aanvaardt u de onwaarschijnlijke uitleg van het parket dat het vermoeden van onschuld hier zodanig speelde dat de dienst Vreemdelingenzaken niet mocht worden ingelicht? Dat is toch pure fictie. Aanvaardt u zoveel nonsens, mijnheer de minister?
Waarom werden de ouders, de slachtoffers niet ingelicht van de vrijlating? Dan hadden zij immers nog aan de alarmbel kunnen trekken.
Ten slotte, laat u dit allemaal blauwblauw of gaat u ervoor zorgen dat er een tuchtprocedure wordt ingesteld?
07.02 Carina Van Cauter (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de feiten die aan de basis liggen van mijn vraag, zal ik niet herhalen. Zij werden daarnet al geschetst.
Mijnheer de minister, al een vijftal keer ondervroeg ik uw voorganger, over de opvolging en de controle van de voorwaarden bij voorwaardelijke invrijheidstelling.
In het huidige dossier hebben wij te maken met twee jongeren, die ook voorlopig in vrijheid werden gesteld, maar van de gelegenheid gebruik hebben gemaakt om het land te verlaten. Als dusdanig zullen zij waarschijnlijk straffeloos blijven. Dat is onaanvaardbaar.
Mijnheer de minister, op welke wijze is in dit dossier het parket tussenbeide gekomen om de voorwaarden van de voorlopige invrijheidstelling te controleren en op te volgen?
Werd inzake de jeugdcriminaliteit de opvolging en de controle meegenomen in de omzendbrief die u zult uitbrengen om de opvolging en de controle op een efficiënte manier te laten gebeuren?
In Antwerpen liep er een proefproject dat aanleiding gaf tot een visienota of visietekst. Voormelde nota zal in een omzendbrief worden uitgewerkt.
Zal ook de jeugdcriminaliteit bij de bedoelde omzendbrief worden betrokken?
Ten tweede, de omzendbrief met betrekking tot de controle en de opvolging van de voorwaarden door de parketten en de justitieassistenten, is in de maak.
Wij vernemen via de media dat de dienst Vreemdelingenzaken geen toegang heeft tot de Algemene Nationale Gegevensbank. Is in dat verband een koninklijk besluit in de maak? Wanneer zal dit KB van kracht worden?
Zult u ervoor zorgen of is het uw intentie ervoor te zorgen dat de dienst Vreemdelingen ook toegang krijgt tot de Algemene Nationale Gegevensbank, zodat het vreemdelingenbeleid op een efficiënte manier kan worden ondersteund?
07.03 Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik kan de stelling van de minister bijtreden dat er in tien jaar tijd niet veel is veranderd.
De voorbije maanden zagen wij foutjes gebeuren waardoor mensen die wij liever voor de rechtbank of in de gevangenis hadden gezien, vrijkwamen. Ik kan u voorspellen wat het antwoord van de minister van Justitie zal zijn. Het is immers al meer dan tien jaar hetzelfde. Hij zal antwoorden dat wij de wet moeten veranderen. Hij zal dus niet zeggen dat er een probleem is met onze procureurs. Dat zijn de verantwoordelijke personen die ervoor moeten zorgen dat figuren van wie wij denken dat zij iets verkeerds hebben gedaan, voor de rechtbank komen en nadien in de gevangenis belanden. Die mensen, die daarvoor verantwoordelijk zijn, zeggen als er iets misloopt altijd dat het aan iemand anders ligt.
Ik geef u drie voorbeelden. Er is een situatie van hoger beroep en in de gevangenis loopt er iets fout. Er is iets verkeerd genoteerd en de procureur zegt dat het gevangenispersoneel moet worden opgeleid omdat het een fout heeft gemaakt.
Een ander voorbeeld. Er zijn carjackers die in de buurt van Dendermonde toeslaan. Zij worden een heel eind, in Gent, opgepakt. Men vraagt hun aanhouding en de procureur stuurt dat verzoek door naar de politie van Gent. Dan gebeurt daar toch wel een fout zeker, de politie van Gent heeft die fax niet gezien!
Het derde voorbeeld betreft een probleem met asielzoekers van wie de kinderen zware feiten hebben gepleegd. Dat is in de krant gekomen, iedereen weet van die zeer belangrijke zaak. Betrokkenen waren evenwel bezig met een asielprocedure. Maar ja, dat was iets anders en dat had niets te maken met het andere dossier en dus doet men daar niets aan!
Achteraf, als het misloopt, zoals het nu is gebeurd, zegt men dat er geen enkele wet is die bepaalt dat de procureur dat moet doen. Welnu, als de sfeer aanhoudt waarbij wij voor elk individueel geval in een wettekst moeten gieten dat de procureurs in ons land zouden vragen wat mensen met gezond verstand denken, met name dat de types die men voor de rechtbank wil brengen in het oog moeten worden gehouden, dan zijn wij nog langer dan tien jaar bezig.
Mijnheer de minister, als u als minister van Justitie zegt dat er in tien jaar niets is veranderd, dan is dat een zware verantwoordelijkheid. Dat betekent dat u het zelf moet veranderen. Bent u bereid om eindelijk de leiding te nemen over de procureurs en hen te zeggen dat ze zich minstens een beetje verantwoordelijk moeten voelen voor hun eigen werk? Zij moeten met name personen van wie zij menen of weten dat zij iets verkeerds hebben gedaan, voor de rechtbank brengen. Zij moeten bovendien in alle omstandigheden ervoor opletten dat die personen niet weglopen. Daar is geen bijkomende wet voor nodig.
Met andere woorden, mijnheer de minister, bent u bereid om uw verantwoordelijkheid te nemen, als hoofd van de ambtenaren van het openbaar ministerie, om hen erop te wijzen dat zij hun werk moeten doen? Zult u ook hier aanwijzen wie de schuldige is, wie zijn verantwoordelijkheid niet heeft genomen?
De voorzitter: Ik meen dat het iets bondiger kon. De heer Dedecker zal zeker aantonen dat het bondiger kan.
07.04 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, er is al veel gezegd. Het kan dus wel iets bondiger. Ik heb, net als de bevolking, echter soms de indruk dat wij hier op justitieel vlak in Absurdistan leven. Twee jeugdige criminelen – niet zomaar criminelen, het gaat over mensen die iemand anders de keel oversnijden – betaalt men een vliegtuigticket, men geeft hen nog 250 euro zakgeld, men laat hen met de noorderzon vertrekken en men ziet hen niet meer terug.
Daarna gingen de paraplu’s open. Mijnheer de minister, u zegt dat het niemands fout is. Pontius Pilatus wordt van stal gehaald. Als het niemands fout is, dan scheelt er iets aan het systeem. Het systeem, dat is de wetgevende macht, waarvoor wij verantwoordelijk zijn. U bent, als minister van Justitie, echter absoluut verantwoordelijk om wetten in te dienen om daaraan iets te doen.
Ik meen echter dat er wel verantwoordelijkheden zijn. Collega Laeremans heeft de fout al voor een stuk bij het parket gelegd. Andere collega’s leggen de fout bij de procureur, maar als de jeugdrechter beslist om iemand vrij te laten, dan komt hij toch automatisch onder toezicht van de sociale dienst van de jeugdrechtbank? Dan krijgt hij een consulent of een consulente, die twee taken heeft. U moet mij terechtwijzen als het niet klopt, mijnheer de minister.
Ten eerste, toezicht houden. U hoort het goed collega’s, toezicht houden.
Ten tweede, een maatschappelijke enquête doen over de familiale toestand. Misschien kwam de consulent van Mars, en wist hij niet dat de asielaanvraag al afgewezen was in de maand augustus. Waar is het rapport daarover? U kunt het rustig nakijken, mijnheer de minister. Iedereen was in principe op de hoogte van die familiale toestand en het feit dat die mensen weg wilden, zowel DVZ, het parket, als de jeugdconsulent.
Ik heb twee concrete vragen. De andere collega’s hebben mijn andere vragen al gesteld. Waarom werd de jeugdrechter niet verwittigd van het verblijfsstatuut van de Oekraïense familie en de toestand van uitwijzing? Dan had hij namelijk kunnen ingrijpen. Waarom stond dat niet in het maatschappelijk verslag?
Waarom werd er nooit gevraagd – dat is heel cruciaal – om de familie in België ter beschikking te houden? Dan had DVZ verwittigd kunnen worden, al gebeurt dat soms met de tamtam. Ik hoor dat men daar nog met fichesbakken werkt. De jeugdconsulenten hebben nog geen gsm. Er bestaat ook geen permanentie.
Dat is het systeem. Daaraan kunt u absoluut iets doen, maar ik zou concrete antwoorden op mijn vragen willen.
07.05 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de feiten zijn gekend en ik zal ze dus niet herhalen.
Een maand voor het proces zijn de twee broers die Simon Wijffels hebben vermoord, naar Israël vertrokken, nota bene op kosten van de Belgische Staat.
Erkent u dat het parket niet systematisch op de hoogte wordt gehouden door DVZ? Wat vindt u van de verklaring van het parket van Gent dat zij DVZ niet kunnen informeren over alle lopende dossiers omdat het er te veel zijn? Kent u het aantal dossiers?
Het excuus van het geheim van het onderzoek en het feit dat DVZ daarin als derde fungeert, lijkt mij toch wat te licht. Kan daaraan iets worden gedaan?
Op lange termijn, bestaat er een constructieve oplossing om dat in de toekomst te vermijden? Op korte termijn, met uw zoveelste steekvlamwetgeving, bestaat er een mogelijkheid om de daders alsnog te berechten?
07.06 Minister Stefaan De Clerck: Mijnheer de voorzitter, collega's, als ik mij gisteren boos heb gemaakt en heb gezegd dat er de laatste tien jaar niets is gebeurd – zoals een krantenkop vandaag titelt –, is dat niet om te zeggen dat Jo Vandeurzen niets zou hebben gedaan. Integendeel, hij heeft onvoorstelbaar veel initiatieven genomen, op basis waarvan ik kan verdergaan.
Is dat omdat ik als eerste reactie op mijn vraag aan het parket-generaal naar wat verkeerd is gelopen, een brief van mezelf krijg van 1997 waarin ik vraag wanneer dat probleem zal worden opgelost? Word ik kwaad omdat initiatieven die ik in 1997 heb opgestart, die inderdaad hebben geleid tot werkgroepen en bepaalde besprekingen in overleg met de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, naderhand zijn stilgevallen en daarmee niets meer is gebeurd?
Dan maak ik mij inderdaad boos en vraag ik mij af hoe dat mogelijk is. Ik doe dat in algemene termen, en niet om mijn collega's die na mij zijn gekomen op Justitie na mijn verdwijning op 23 april 1998, met de vinger te wijzen en te zeggen dat zij persoonlijke fouten hebben gemaakt.
Helemaal niet, maar het is inderdaad een feit dat dit een dossier is dat ik destijds heb opgestart, dat is stilgevallen en waarvan we vandaag worden geconfronteerd met de problemen.
Wat is er in dat dossier gebeurd? De jeugdrechtbank heeft op zich behoorlijk gefunctioneerd in de behandeling van dat dossier. Die ene jongere heeft 10 maanden en de andere 15 maanden in diverse instellingen doorgebracht. Het dossier werd onderzocht, heropend, er werden bijkomende vragen gesteld, er zijn diverse onderzoeken gebeurd. Het dossier was af en kon in principe in februari of maart worden behandeld. Op zich is dat correct verlopen.
Er is een aantal beslissingen genomen vanuit de jeugdrechtbank, toen ze op vrije voeten zijn gesteld. Dat zijn de klassieke initiatieven die worden genomen binnen de beschermende sfeer van een jeugdrechtbank. Een jeugdrechtbank volgt een eigen logica, heeft een eigen wetgeving en heeft eigen diensten. Er zijn voor de minderjarigen terecht een aantal uitzonderingen op het algemene systeem, zoals het functioneert voor Justitie in het algemeen.
Tegelijkertijd ziet men dat ook de dienst Vreemdelingenzaken zijn job heeft gedaan, op de normale manier. Men heeft de ouders, waartegen geen procedures liep, gezegd dat ze moesten vertrekken. Het dossier is op een normale manier behandeld, het bevel om het land te verlaten is op een normale manier betekend en op een bepaald ogenblik zijn ze ook op vrijwillige basis naar het buitenland vertrokken. Collega Arena is daarvoor medeverantwoordelijk.
Er is dus de paradox dat tussen die twee behoorlijk functionerende diensten geen synchronisatie heeft plaatsgevonden. Er is geen overleg geweest en er is geen informatie doorgestroomd. Die informatie stroomt wel door iedere keer dat een meerderjarige in de gevangenis terechtkomt. Die informatie wordt doorgegeven aan de DVZ. Iedere keer dat iemand wordt veroordeeld, wordt de informatie doorgegeven aan de DVZ. Iedere keer dat er vaststellingen gebeuren naar aanleiding van administratieve of politionele controles worden er administratieve verslagen gemaakt. Collega Turtelboom zal dat kunnen bevestigen. Er zijn dus diverse informatiekanalen waarlangs het dossier door de DVZ kan worden opgevolgd, aan de hand van justitiële informatie. Die lijnen lopen.
Wat is er niet georganiseerd? Dat is de problematiek van jeugdrechtbanken en de behandeling van dossiers aldaar. De instellingen waarin de jongeren terechtkomen, worden niet als een gevangenis beschouwd en zij sturen dus geen informatie door. Er is geen veroordeling geweest in het dossier, dus is er ook geen informatie vanuit die hoek doorgestuurd. Er zijn geen andere vaststellingen door de politie gedaan in de verdere behandeling, zodat er ook geen dossier is vanuit die hoek. Dat is niet geregeld. Er is geen enkele richtlijn of wetgeving die daarin voorziet. In die zin is er geen fout gemaakt in de letterlijke zin van het woord door een richtlijn of een wetgeving niet na te leven. Die verplichting bestaat als dusdanig niet.
Als u nu vraagt of het parket of de behandelende magistraat niet beter zelf een initiatief had genomen, dan zou ik daarnaar een onderzoek kunnen verrichten. Dat zou wel kunnen uit eigen initiatief. Dat onderzoek zal ik graag laten plaatsvinden, maar men kan niet a priori beweren dat wettelijke bepalingen of richtlijnen niet zijn nageleefd. Daarop zeg ik formeel, neen, dat bestaat dus niet.
Er zijn verschillende vragen gesteld omtrent dit dossier. Wat zal het antwoord zijn in eerste instantie? Ik heb daarover uiteraard contact opgenomen met collega Turtelboom en collega Arena, die daarbij betrokken zijn. Er moet een nieuwe regeling worden opgesteld over de informatiedoorstroming tussen de diensten. Dat is evident.
Ik keer terug naar 1997. Ik mag herbeginnen op de plek waar ik in 1997 bezig ben geweest.
Dat is de realiteit. Er moet een richtlijn worden gemaakt in welke categorieën, en vanaf welk ogenblik, die informatie doorstroomt. Er moeten afspraken worden gemaakt inzake mensen die een dossier hebben bij DVZ, om ze niet uit te wijzen, maar vooral te maken dat zij in het land blijven.
Vanaf morgen worden die overlegrondes gestart. Wij zullen moeten bepalen hoe wij er ten aanzien van minderjarigen mee omgaan. Ik meen dat wij zorgvuldig moeten kijken hoe dat wordt gepreciseerd. Wij zullen ook moeten kijken hoe wij met lopende dossiers, dossiers waarin nog geen veroordeling is, zullen omgaan.
Het punt maakt dus voorwerp uit van een verdere behandeling.
Ik wil hier nog enkele elementen aan toevoegen. De familie van de betrokkene is voortdurend geïnformeerd gebleven. Uit het dossier blijkt dat er slachtofferzorg geweest is en dat er zeer veel contacten zijn geweest. Die jongeren zijn nog altijd minderjarig. Er is geen beslissing tot uithandengeving. In principe komen zij op korte termijn voor de jeugdrechtbank, die over maatregelen zal beslissen.
Kunnen die jongeren hierheen worden gehaald? Dat zal zeer moeilijk zijn, maar ik laat nu onderzoeken wat de mogelijkheden nog zijn. In principe wordt voor minderjarigen een uitlevering niet zomaar aangevraagd of toegekend. Daarenboven, als zij de Israëlische nationaliteit hebben, zoals volgens mijn informatie het geval is, is de vraag of Israël eigen onderdanen zal uitleveren. Dat lijkt mij niet evident. Ik reserveer mijn antwoord wat dat betreft dus voor later, na onderzoek bij Buitenlandse Zaken.
Samengevat, vanaf morgen zitten wij aan tafel om richtlijnen uit te vaardigen die de contactlijnen herstellen. Ik onderzoek ook verder hoe men in jeugdrechtbanken en bij de sociale diensten meer initiatieven kan nemen, om los van de richtlijnen en de wetgeving ter zake, meer assertief op te treden.
07.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik ben toch ontgoocheld in uw antwoord. U blijft zeggen dat er strikt genomen geen fouten zijn gemaakt. Ik blijf het onvoorstelbaar vinden dat in zo’n eenvoudig dossier, waarbij de daders meteen bekend zijn en de feiten heel eenvoudig zijn – enkele messteken en dat is het – meer dan een jaar onderzoek nodig is en dat vijf maanden na de afsluiting van het onderzoek nog altijd niemand voor de rechter is gekomen. Dat is hallucinant. Hier is duidelijk gefaald. Men heeft de zaak duidelijk veel te lang op de lange baan geschoven.
Men heeft bovendien geen beroep aangetekend, terwijl het parket zeer goed wist dat er een probleem was en dat de zaak wat asiel betrof niet meer kon worden rechtgetrokken. Die mensen moesten het land uit. Men heeft ook geen inlichtingen gegeven aan de dienst Vreemdelingenzaken.
En dan zegt u: ik zou misschien wel eens een onderzoek kunnen doen. U blijft daar geweldig vaag en wollig over. Het is vandaag weer wolligheid troef. In plaats van een duidelijke tik te geven aan de magistraten die fout zijn geweest, of minstens vermanende woorden, zie ik dat u twee wollen handschoenen uit uw zakken haalt en die mensen over de bol aait, zeggend: het is allemaal goed geweest, u hebt uw best gedaan.
Ik vind het heel triestig. U zou veel duidelijker taal kunnen spreken.
07.08 Carina Van Cauter (Open Vld): Mijnheer de minister, het staat buiten kijf dat de parketmagistraat ervoor moet zorgen dat iemand zich niet onttrekt aan de strafrechter. Zeggen dat er gedurende tien jaar niets is gebeurd, is niet correct. Ik verwijs naar de wetgeving die op het einde van de vorige legislatuur met betrekking tot opvolging en controle tot stand is gekomen en ten gevolge waarvan vandaag de methodieken worden uitgewerkt.
Ik stel vast dat uw voorganger mij tot vijfmaal toe heeft gezegd dat er overleg wordt gepleegd en dat er nota’s worden opgesteld. Ik hoor nu dat u het overleg opnieuw opneemt en dat dat aanleiding zal geven tot richtlijnen die dat in de toekomst mogelijk zullen maken.
07.09 Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de minister, ik ben in elk geval blij dat het na tien jaar eindelijk zal veranderen. Ik neem u op uw woord.
Uw antwoord is natuurlijk riskant. Het ultieme woord is immers gevallen: het is niet geregeld. Dat is nu juist het drama bij onze procureurs en parketten. Als het niet in de wet staat, doen ze het niet. Als personen worden vervolgd en in een asielprocedure zitten, denkt iedereen dat we moeten opletten. Maar neen, aangezien het niet in de wet staat, doet de procureur niets. Van die mentaliteit moet u ons verlossen.
Ik heb begrepen dat u overleg zult plegen met de vraag om assertiever te worden. Ik zou hun gewoon vragen om hun gezond verstand te gebruiken. Als zij iemand voor de rechtbank willen brengen, moeten zij erop letten. Zij moeten niet de wetteksten lezen maar kijken of die typen niet weglopen. Probeer dat te realiseren en we zullen al tien jaar verder zijn.
07.10 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, ik hoop dat het land zich even sterk verwondert over uw terugkeer als uzelf. Dat zal blijken uit de eerste maanden. Als lid van de oppositie doet het deugd u te horen toegeven dat de heren Van Parys, Vandeurzen en Verwilghen, en mevrouw Onkelinx er niets van terecht hebben gebracht.
Wat is echter de essentie van de vraag? U hebt daarop niet geantwoord. Het gaat over toezicht. Jeugdige criminelen komen vrij en staan onder toezicht, letterlijk. Daarvoor dient de sociale dienst. Waarom heeft die sociale dienst niet gewerkt? Er moet daarover een maatschappelijk verslag bestaan.
Waarom moet er toezicht zijn? In de voorwaarden stond dat zij naar school moesten, niet meer mochten gaan boksen en uit de omgeving van het slachtoffer moesten blijven. Er is geen toezicht als hun een vliegtuigticket wordt gegeven en 250 euro drinkgeld zodat zij konden vertrekken. Zeg mij eens klaar en duidelijk waarom dat niet is gebeurd? Daarover gaat het. Dat moet worden onderzocht. Daar zijn de fouten gemaakt.
Ik zal het hier niet meer hebben over het parket. Waarom is die familie niet ter beschikking gesteld? Waarom heeft men niet meer toezicht gehouden? Dat is de essentie van mijn vraag.
07.11 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de minister, u zegt dat het punt niet is geregeld en dat dus het parket niet in fout is, noch de dienst Vreemdelingenzaken, noch de rechtbank. Waar zit de fout dan wel? Dan zit de fout bij Justitie, bij de minister van Justitie.
U verwijst terecht naar 1997. Tussen de lijnen door zegt u dat er tien jaar niets is gebeurd. U zegt dat openlijk, maar nu zegt u het alweer iets meer bedekt. U zegt dus eigenlijk dat, als u nog iets langer minister was geweest, dat niet was gebeurd. Ik heb dat begrepen. Onze hoop is dus op u gericht.
U antwoordt niet op mijn vraag of er iets zal veranderen. Komen ze of komen ze niet? Zullen ze worden berecht of zullen ze niet worden berecht? U weet het niet. De ouders van Simon Wijfels en Simon zelf, het slachtoffer weten het zelf ook niet. Wij hopen dat u niet een steekvlamwetgeving in het leven roept, maar de herstructurering van Justitie grondig aanpakt, zodat wij dergelijke zaken nooit meer hoeven mee te maken.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Raf Terwingen aan de minister van Justitie over "de oprichting van familierechtbanken" (nr. P0802)
08 Question de M. Raf Terwingen au ministre de la Justice sur "la création de tribunaux de la famille" (n° P0802)
08.01 Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, vandaag was ik verheugd te lezen in de krant De Standaard dat onze staatssecretaris voor Familierecht aankondigt dat er wel degelijk een familierechtbank zit aan te komen. Dat dossier ligt er al jaren. Al meer dan dertig jaar wordt er gesproken over de oprichting van een familierechtbank. Op zich was dat dus goed nieuws, vanmorgen. Onze partij, als gezinspartij bij uitstek, is natuurlijk voorstander van zo’n familierechtbank.
Mijnheer de minister, concreet heb ik daarover de volgende vragen.
Zit u op dezelfde lijn als de staatssecretaris voor Familierecht?
Welke knelpunten zijn er nu nog vooraleer kan worden overgegaan tot de oprichting van die familierechtbank?
Kunt u eventueel al een tipje van de sluier oplichten en ons zeggen hoe die familierechtbank eruit zal zien, op welk niveau zij zal worden geïnstalleerd?
08.02 Minister Stefaan De Clerck: Mijnheer de voorzitter, collega, het idee van een familierechtbank bestaat inderdaad al lange tijd. Al meer dan dertig jaar is dat idee in behandeling en in discussie op vele plekken. Volgens mij is het een goed idee, waar wij achter moeten staan.
Wellicht wordt de familierechtbank het best op het niveau van rechtbank van eerste aanleg georganiseerd. Er is namelijk een bundeling van diverse bevoegdheden. Het familierecht wordt nu tot op zes verschillende plekken behandeld.
Het is de bevoegdheid van staatssecretaris Melchior Wathelet om dat verder te coördineren, in overleg met Justitie, uiteraard.
Er zijn eigenlijk nog twee knelpunten.
Ten eerste, een vraag van algemene aard. Hoe passen wij de invoering van een familierechtbank in, in het raam van een globale rechterlijke reorganisatie die op stapel staat? Er loopt een globaal debat over de vraag wat we gaan doen met onder meer de rechtbanken, de arrondissementen. U kent dat debat. Dit is een eerste punt; dat is van algemene aard.
Ten tweede is er een heel precieze vraag: op welke manier gaan wij om met de bevoegdheden van de vrederechter? Daar is er namelijk een hele proximiteit van toepassing. De vraag luidt of de directe, bijna onmiddellijke verbondenheid van de vrederechtermateries al dan niet ook helemaal wordt overgedragen naar de familierechtbank.
Die twee debatten vormen het raam.
Principieel hopen wij dat, binnen deze legislatuur, de familierechtbank kan worden georganiseerd. Collega Melchior Wathelet en ik zelf zullen daar verder hard aan werken.
08.03 Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het is inderdaad goed dat die familierechtbank er komt. Nogmaals, reorganisaties in het gerecht die goed zijn voor het gerecht en die zorgen voor een betere procedure, zullen wij ten volle steunen, zeker in deze justitieel moeilijke tijden.
Wij zullen u zeker steunen met die familierechtbank, waardoor inderdaad de huidige vijf rechtbanken die er op dit ogenblik zijn om familiezaken te behandelen worden gebundeld en men een veel technischere en betere oplossing krijgt voor de juridische problemen die er zijn.
U hebt zelf ook reeds aangehaald, CD&V is ook steeds voorstander geweest van de rol van de vrederechter in dit hele verhaal. De vrederechter is bij uitstek de rechter die zeer kort bij de mensen staat, die ook zeer gemakkelijk en zeer snel kan handelen met de huidige procedures dringende en voorlopige maatregelen, die zeer goed werken. In heel dat debat moet dus ook de vrederechter erbij zijn.
U zegt zelf ook dat er bij Justitie heel wat reorganisaties noodzakelijk zijn. Hier gaat het over de familierechtbank. U hebt gesproken over de rechtbank van eerste aanleg. Ik denk ook aan de strafuitvoeringsrechtbank. Niet in het minst denk ik ook aan problematieken als het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Ook dat soort van reorganisaties zal er moeten komen de volgende maanden om efficiënter te kunnen werken.
Het incident is gesloten.
- Mme Camille Dieu au premier ministre sur "l'extension du chômage économique" (n° P0783)
- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur "le chômage économique des employés" (n° P0795)
- M. Pierre-Yves Jeholet à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur "le chômage économique des employés" (n° P0796)
- mevrouw Camille Dieu aan de eerste minister over "de uitbreiding van de regeling inzake economische werkloosheid" (nr. P0783)
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "economische werkloosheid voor bedienden" (nr. P0795)
- de heer Pierre-Yves Jeholet aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "economische werkloosheid voor bedienden" (nr. P0796)
09.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, madame la ministre, j'avais adressé ma question au premier ministre, non pas parce que je pensais que vous ne pourriez pas me répondre mais parce que je vous avais déjà interrogée sur cette problématique de l'extension du chômage économique aux employés, à l'instar de ce qui se fait pour les ouvriers, en commission des Affaires sociales il y a une quinzaine de jours. Je connais donc votre avis à cet égard.
Je vous avais interrogée à ce moment-là parce que M. Timmermans, patron de la FEB, avait posé cette revendication tout en s'en tenant à la concertation sociale.
Aujourd'hui, il remet le couvert en arguant du fait que les patrons ont tout fait pour faire face à la crise et qu'il faut de nouvelles mesures exceptionnelles. Cette fois, il pose sa revendication en impliquant le gouvernement. Il y a de quoi être surpris par cette position puisqu'un accord interprofessionnel exceptionnel vient d'être conclu et quinze jours après, le patronat émet une nouvelle revendication.
Cela dit, la réponse du gouvernement nous interpelle aussi. On apprend qu'un groupe de travail est mis sur pied pour examiner cette problématique. Je voudrais rappeler que l'accord qui vient d'être conclu a nécessité un financement alternatif, qui a finalement été renvoyé au contrôle budgétaire.
Je m'interroge donc sur la faisabilité de cette nouvelle revendication du monde patronal et sur le fait que M. Timmermans parle d'une "certaine catégorie d'employés", créant ainsi, vraisemblablement, une discrimination entre les employés.
Vous connaissez la réaction des syndicats à cet égard, tout le monde s'accorde à dire que cette demande fait partie d'un paquet plus général qui vise à rapprocher les statuts d'ouvrier et d'employé.
Madame la ministre, quel est l'objectif final de ce groupe de travail?
Finalement pourquoi met-on la concertation sociale en Belgique sous tutelle?
09.02 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, madame la ministre, après la crise financière, une crise économique risque de mener notre pays à des reculs environnementaux et sociaux. Pourtant, la réponse indispensable pour que la Belgique s'en sorte doit être à la fois environnementale, sociale et économique.
Sur l'initiative des représentants des employeurs, la question du chômage économique pour les employés est aujourd'hui proposée à la discussion. Hier, votre collègue, le ministre des Finances, déclarait que le gouvernement avait décidé de mettre en place un groupe de travail pour traiter ce sujet.
La matière est délicate: l'engrenage est dangereux, car il risque de faire peser sur la sécurité sociale le coût de la crise. Pourtant, au même moment, la revendication historique importante qu'est l'harmonisation du statut ouvrier avec le statut employé, reste lettre morte.
Madame la ministre, quel est votre point de vue sur l'hypothèse d'un élargissement du chômage économique aux employés?
Où en sont les travaux du gouvernement sur ce point?
Avez-vous un calendrier précis?
Personnellement, ou au nom du gouvernement, êtes-vous favorable à la jonction des deux dossiers, chômage économique pour les employés et harmonisation du statut ouvrier avec le statut employé?
Le cas échéant, cet élargissement du chômage économique aurait un coût important pour la sécurité sociale. Pourrez-vous enfin mettre sur la table des pistes de refinancement ou de financement alternatif de la sécurité sociale, parallèlement à ce chantier?
09.03 Pierre-Yves Jeholet (MR): Monsieur le président, madame la ministre, je ne me fais pas le porte-parole des partenaires sociaux, quels qu'ils soient, mais je tiens à rester simplement à l'écoute des citoyens. Ainsi que le disait mon collègue, nous vivons une crise sociale et économique terrible depuis quelques semaines. Malheureusement, la situation n'a que peu de chances de s'arranger dans les moments qui viennent.
C'est pourquoi nous devons tout tenter pour faire face à cette crise. Si nous parlons souvent de création d'activités et d'emplois, aujourd'hui, il est de notre devoir de prendre des mesures pour maintenir l'emploi existant.
La question qui porte sur l'extension du chômage économique pour les employés, à l'instar de ce qui existe en faveur des ouvriers, touche toutes les entreprises, tant dans le secteur pharmaceutique que dans les secteurs de l'automobile, bancaire, technologique ou autres. Toutes sont touchées.
Un groupe de travail est mis en place par le gouvernement. Il est clair qu'il convient d'étudier la mise en œuvre de cette mesure, d'en évaluer le coût budgétaire, mais aussi de mettre en place des mesures capables de contrer cette crise. C'est d'ailleurs de la responsabilité du gouvernement, en concertation avec les partenaires sociaux.
Je souhaiterais dès lors vous questionner, d'une part, sur votre position - sachant qu'un groupe de travail est mis en place – et, d'autre part, à propos du timing envisagé pour définir un tel type de mesure.
09.04 Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, chers collègues, j'ai déjà eu l'occasion de répondre en commission sur ce point et je vais à nouveau exprimer la position du gouvernement.
En ce qui concerne la crise économique et sociale actuelle, j'estime que les problèmes liés à l'emploi ne font que commencer et risquent de s'aggraver fortement dans les prochains mois. Il nous faut donc à la fois protéger et relancer l'emploi.
Au niveau de la protection, nous avons déjà pris une série de mesures: augmentation de 65 à 75% ou de 60 à 70%, selon les situations, de l'indemnité en cas de chômage économique, pour un montant global de 100 millions. Cette mesure était nécessaire et fait partie du plan de relance gouvernemental.
Il est évident et je l'ai encore dit samedi, qu'au-delà de l'accord interprofessionnel et du plan de relance, nous devons nous adapter en concertation avec les Régions et les partenaires sociaux afin de prévoir, le cas échéant, des mesures complémentaires pour protéger l'emploi.
Le chômage économique étendu aux employés peut être une de ces mesures, comme il en existe d'autres visant à essayer de doper l'emploi dans les secteurs où on peut encore créer des emplois en 2009. Nous avons encore d'autres pistes et je pense notamment à l'augmentation de l'activation de l'allocation de chômage pour permettre l'engagement de jeunes à moindre coût, même en période de crise, etc.
Hier, en comité restreint, j'ai proposé la création d'un groupe de travail qui analyse l'ensemble des besoins du moment par rapport à la problématique de l'emploi, par rapport à la problématique de certains secteurs, touchant dès lors tout un ensemble de sujets, dont celui du chômage économique des employés évoqué pour le moment.
Il va sans dire que, si nous devions avancer sur ce point, ce que l'on peut comprendre lorsqu'on connaît la situation, cela ne peut se faire qu'en accord avec les partenaires sociaux. Il est donc normal que ce point s'intègre dans la discussion qu'ils ont décidée d'entamer suivant un agenda fixé cette année et relative à la suppression progressive de la différence entre les employés et les ouvriers.
Je veux simplement rappeler que, suite aux nouvelles mesures qui ont été prises en matière de chômage économique et à une projection portant sur l'extension du nombre, nous sommes passés, pour l'année 2009, de 434 millions à 811 millions.
Il est évident qu'une éventuelle extension – mais pour ce, il faudrait arriver à un consensus, notamment avec les partenaires sociaux – du chômage économique aux employés aurait un coût très important. On en arriverait ainsi immanquablement à ce que le transfert des charges de salaires soit momentanément, et pour une période relativement longue, prise en charge par l'État. Cela n'est pas anodin. Cela ne peut pas se faire à n'importe quelle condition. Cela ne doit pas se faire de manière généralisée. Et surtout, cela doit faire l'objet de négociations avec les partenaires sociaux dans le cadre de discussions quant à d'autres besoins en matière d'emploi.
09.05 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, madame la ministre, comme vous le savez, mon groupe tient beaucoup au principe de la concertation sociale.
Quand des débats s'enlisent entre les partenaires sociaux, un coup de pouce peut être donné par le gouvernement comme cela est prévu par la loi depuis une quinzaine d'années.
Cependant – ce point a encore été abordé, hier, en commission dans le cadre de la discussion relative à la protection des travailleurs intérimaires –, mon groupe n'admettrait pas que soit invoqué systématiquement le caractère exceptionnel de la situation. Et encore faut-il savoir ce que l'on entend par-là. Chacun sait que la crise ne se terminera pas cette année et qu'elle sévira encore l'année prochaine.
Chacun a qualifié d'exceptionnel l'accord interprofessionnel qui vient d'être conclu. Pourquoi? Parce que, comme chacun s'accorde à le dire, cette pratique ne doit pas être utilisée de manière systématique.
Madame la ministre, j'estime, pour ma part, que, si après discussion, il est décidé que le gouvernement intervienne afin de faire avancer les choses en cette matière, cela doit se faire en tenant compte de l'ensemble du dossier relatif au rapprochement des statuts d'ouvrier et d'employé.
Monsieur Gilkinet, je ne dis pas qu'il faut calquer un statut sur l'autre. Chacun des statuts comporte des points positifs. Il faut tenter de voir comment obtenir un meilleur statut pour les deux catégories de travailleurs, ce qui implique la prise en considération des délais de préavis, du pécule de vacances et des jours de carence.
Nous resterons très attentifs au suivi qui sera donné à ce dossier.
09.06 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, la crise appelle des réponses exceptionnelles. Elle ne peut être l'occasion de plus de dérégulation. Au contraire! L'équilibre actuel est délicat. Je suis plutôt satisfait d'entendre que vous avez l'intention d'avancer à la fois sur ces deux chantiers: le chômage économique pour les employés et une amélioration du statut ouvrier en ne prenant que le meilleur du statut employé, comme l'a dit Mme Dieu. Je suis d'accord avec elle à ce propos!
Comme le font d'autres économies et comme le préconisent beaucoup d'économistes, il faut absolument, en ces temps de crise, poser des choix très pointus et orientés vers l'avenir tant sur le plan social qu'environnemental. C'est ce que nous attendons et je rejoins mon collègue, Wouter De Vriendt sur ce point. Monsieur le ministre, vous l'avez dit, tout ceci aura un coût supplémentaire pour la sécurité sociale. Il faudra trouver des solutions de financement et nous appelons vraiment une réponse du gouvernement en termes de financement alternatif de la sécurité sociale. Sinon, on ne s'en sortira pas!
09.07 Pierre-Yves Jeholet (MR): Madame la ministre, nous avons effectivement abordé le sujet en commission, Mme Dieu notamment. Toutefois, actuellement, tous les jours – et pas uniquement la FEB, madame Dieu! – des secteurs entiers crient au secours et demandent, pour sauver des centaines ou des milliers d'emplois, certaines mesures telles que l'extension du chômage économique aux employés.
Madame la ministre, je suis inquiet d'entendre qu'il faut attendre l'harmonisation des statuts des employés et ouvriers, à laquelle je suis d'ailleurs favorable, et discuter, à juste titre, avec les partenaires sociaux avant de prendre des mesures. C'est aujourd'hui que les entreprises demandent de l'aide! Des mesures importantes sont nécessaires maintenant – et non pas d'ici à la fin de l'année – dans de nombreux secteurs pour sauver des emplois. C'est évidemment la responsabilité du gouvernement et celle de la ministre de l'Emploi.
Je me réjouis évidemment de la mise en place d'un groupe de travail mais il faut avancer vite par rapport à cet élargissement du chômage économique aux employés ou à d'autres mesures qui permettraient de maintenir l'emploi dans la situation économique que nous connaissons.
Het incident is gesloten.
- M. David Clarinval au ministre du Climat et de l'Énergie sur "les producteurs belges de biocarburants en difficulté" (n° P0803)
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au ministre du Climat et de l'Énergie sur "les producteurs belges de biocarburants en difficulté" (n° P0804)
- de heer David Clarinval aan de minister van Klimaat en Energie over "de Belgische biobrandstoffenproducenten die in moeilijkheden verkeren" (nr. ¨P0803)
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de minister van Klimaat en Energie over "de Belgische biobrandstoffenproducenten die in moeilijkheden verkeren" (nr. P0804)
10.01 David Clarinval (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, en 2005, un arrêté royal prévoyait qu'à l'horizon 2010, 5,75% des carburants seraient issus de biocarburants produits en Belgique. Afin de mettre cette politique en œuvre, deux techniques étaient envisageables. La première, une défiscalisation; c'est l'optique qui a été retenue et mise en œuvre. La seconde, une obligation d'incorporation; elle a également été envisagée en 2007 dans la loi-programme. Toutefois, selon mes informations, étant donné l'existence de contraintes de concurrence qui permettraient le recours aux producteurs de biocarburants étrangers, cette deuxième optique n'a pas été retenue.
Malheureusement, en 2009, à peine 1% des carburants est issu des biocarburants. Les producteurs belges tirent la sonnette d'alarme, les mesures mises en œuvre s'avérant manifestement insuffisantes.
Monsieur le ministre, afin de rencontrer les attentes du secteur, quelles politiques convient-il de mettre en œuvre? Soit poursuivre la défiscalisation et peut-être encore l'accentuer, soit obliger l'incorporation de biocarburants en courant le risque que des producteurs de biocarburants liés aux producteurs de carburants normaux soient favorisés par leur groupe?
Une troisième possibilité résiderait dans un mélange de ces deux optiques? Mais peut-être pourriez-vous nous annoncer aujourd'hui une surprise, une quatrième possibilité?
Je le répète, il est urgent de répondre aux attentes du secteur, la problématique fait rage et le secteur est en crise.
10.02 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le ministre, les unités industrielles de production d'agrocarburants traversent une grande crise. On parle d'une production en sous-capacité de 20 à 30%, on parle de la fermeture d'usines. Biowanze, qui vient d'ouvrir, rencontrerait de nombreuses difficultés. L'emploi est menacé et les débouchés de produits agricoles s'amenuisent; alors que les agriculteurs sont déjà tellement malmenés, voilà que le ballon d'oxygène dont ils semblaient pouvoir bénéficier vient à manquer.
Notre groupe est assez critique quant à un développement inconsidéré des agrocarburants, surtout quand ils sont importés des pays du sud et qu'aucun critère de certification suffisamment solide n'existe pour garantir l'absence d'impact environnemental et social négatif.
En Belgique, la loi de 2006 a mis en œuvre des critères exigeants.
Nous pensons qu'il y a là une grande incohérence du gouvernement à laisser ces entreprises en difficulté et à ne pas avoir instauré une obligation pour le secteur pétrolier d'incorporer ces agrocarburants dans le carburant routier. J'aimerais savoir ce que vous comptez faire. Dans le Printemps de l'environnement, vous aviez prévu une évaluation de la politique belge en matière d'agrocarburants en décembre 2008. Cette évaluation a-t-elle été réalisée? Servira-t-elle de point de départ à de nouvelles mesures?
10.03 Paul Magnette, ministre: Madame Snoy, monsieur Clarinval, le problème n'est pas nouveau mais il n'en reste pas moins un problème: en effet, en 2008, 4,84% de biocarburant agréé et défiscalisé auraient dû être incorporées et on en est à 1,1%. C'est la raison pour laquelle le premier ministre a institué un groupe de travail qui associe les cabinets des Finances, de l'Économie et le mien, pour réfléchir à ces questions. J'ai notamment présenté la question de l'obligation d'incorporation qui pourrait constituer une piste. Je dois reconnaître cependant qu'il n'y a pas de solution à ce jour, le problème étant très compliqué.
Je ne veux en aucun cas remettre en cause les critères de durabilité qui se trouvent dans la loi de 2006. Ils font partie intégrante de l'idée même d'une filière éco-industrielle dans ce secteur. Il est donc hors de question d'y toucher. Nous ne pouvons certainement pas nous soustraire à nos obligations européennes en termes de libre circulation des biens sur le marché intérieur et risquer d'être condamnés pour des restrictions des échanges. Nous devons trouver le bon équilibre entre une transparence des prix, une transparence de la qualité, le respect de nos critères de développement durable et des critères européens. Il apparaît aujourd'hui que la défiscalisation pure et simple est insuffisante et il faut certainement apporter une certaine dose d'obligation de mélange mais je n'ai pas de solution toute faite. Si vous avez une suggestion, je suis preneur.
10.04 David Clarinval (MR): Monsieur le ministre, je n'ai pas non plus de solution parfaite mais le mélange de défiscalisation maximale et d'une dose d'obligation est possible si nos producteurs sont armés pour faire face à la concurrence. Aujourd'hui, nos producteurs sont solides et ils pourraient faire face à une concurrence européenne. Une dose d'obligation serait donc la bienvenue couplée à une politique de défiscalisation.
10.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, l'Italie vient d'intégrer cette obligation d'incorporation. Je ne vois pas pourquoi ce ne serait pas possible en Belgique. Je trouve que cela devrait être fait au moins pour les quantités pour lesquelles il y a eu appel d'offre, donc environ 380 millions de litres en biodiesel et 250 millions en bioéthanol. Je pense que le gouvernement doit avoir un certain courage politique vis-à-vis des pétroliers.
Quant à nous, notre proposition est de défiscaliser en fonction de l'efficience CO2. Nous estimons qu'il ne faut pas défiscaliser n'importe quelle filière de biocarburants mais bien celles qui sont les plus efficaces en termes de réduction d'émissions de CO2. Enfin, nous avons toujours demandé que les agrocarburants soient orientés vers des flottes captives, par exemple les flottes des transports en commun. Ce serait une manière beaucoup plus efficace d'en contrôler l'utilisation.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de aanpak van de problematiek van de kindsoldaten" (nr. P0805)
11 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de la Coopération au développement sur "l'approche de la question des enfants soldats" (n° P0805)
11.01 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag heeft vooral tot doel u aan te moedigen in de strijd tegen het inzetten van kindsoldaten, een van de meest gruwelijke zaken die in deze wereld nog steeds gebeuren. Ongeveer een jaar geleden gaf toenmalig eerste minister Verhofstadt het startschot voor de Red Hands-campagne, waarbij men een miljoen handtekeningen wil verzamelen om aan de VN af te geven.
Vandaag vond het slotevenement van de Belgische campagne plaats. U was daar ook. Meer dan 50.000 Belgen hebben hun handtekening gezet om uw beleid te ondersteunen inzake de strijd tegen kindsoldaten en om u op dat vlak aan te moedigen.
Ik weet wel dat er op internationaal vlak al heel wat is gebeurd, maar op het terrein is de situatie nog steeds van die aard dat er moet worden aangemoedigd om meer te doen. Meer dan een half miljoen kinderen werden geronseld als kindsoldaten in 85 landen, ook in 6 van onze concentratielanden. Meer dan 300.000 kinderen worden ingezet in gewapende conflicten. Ik heb samen met u projecten bezocht. U weet hoe die kinderen eraan toe zijn. Zij hebben hun vader en moeder moeten vermoorden om te tonen dat zij kunnen strijden.
Mijnheer de minister, ik heb een aantal vragen voor u.
Wat gaat u bijkomend doen in de strijd tegen kindsoldaten? Dat is essentieel. Voor Open Vld moeten er eigenlijk drie zaken gebeuren.
Ten eerste, een wapenverbod in landen waar kindsoldaten worden ingezet. Ons land heeft dat ingevoerd. Dat moet internationaal worden gevolgd. Minister De Gucht neemt initiatieven ter zake.
Ten tweede, de daders moeten worden berecht. Dat is een zaak voor het Internationaal Strafhof. Ik weet dat minister De Gucht ook daarin initiatieven aan het nemen is.
Ten derde – en dat is uw bevoegdheid, mijnheer de minister –, is er de vraag omtrent de "conditionaliteit" van de hulp. In zes van onze concentratielanden worden kindsoldaten ingezet. Wij geven hulp aan die landen. Zult u die hulp koppelen aan voorwaarden? Zult u de druk op die landen opvoeren om de kindsoldaten er uit te bannen?
11.02 Minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Vautmans, u hebt gelijk, in 2007 heeft de heer Verhofstadt een uitstekende en opmerkelijke toespraak gehouden voor de Veiligheidsraad van de VN. Dat heeft zeker een belangrijke rol gespeeld in deze belangrijke problematiek van de kindsoldaten.
België is sinds enkele jaren bijzonder actief in deze problematiek, met drie elementen.
Ten eerste, een internationaal; politiek pleidooi in het kader van een dialoog binnen de internationale instellingen, maar ook in het kader van ons bilateraal beleid en in het bijzonder met onze partnerlanden op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. Wij hebben systematisch de gelegenheid om een pleidooi te houden tegen het inzitten van kindsoldaten. Dat is voor ons bijzonder belangrijk.
Ten tweede, de concrete steun, te weten middelen voor de organisaties, bijvoorbeeld de ngo’s die actief zijn op het terrein. We hebben samen met andere collega’s enkele projecten bezocht. In dat verband denk ik aan medische steun en psychologische steun. Ook de dimensie re-integratie is bijzonder belangrijk voor de kindsoldaten, maar ook voor de omgeving, voor de familie van deze kinderen die slachtoffers zijn.
Een derde bijzonder belangrijk element is de bestrijding van straffeloosheid. Iedereen heeft begrepen of moet begrijpen dat iemand die kindsoldaten rekruteert, op een moment de factuur moet betalen. Daarbij spelen twee elementen. De versterking van de nationale justitie is een belangrijk element. Dat doen we bijvoorbeeld met Rejusto in Congo. Een voorstel van Guy Verhofstadt was ook om meer activiteit te ontwikkelen binnen de internationale justitie. De laatste dagen was er positief nieuws, met Thomas Lubanga, omtrent het proces dat werd geopend voor de internationale justitie.
Wat betreft uw concrete vraag over de opschorting van ontwikkelingssamenwerkingprojecten in sommige landen waar er kindsoldaten zijn, het volgende. Ik ben voorzichtig of zelfs pessimistisch ten opzichte van dat nochtans sympathiek en interessant idee. Immers, in concreto vrees ik dat men de bevolking zou straffen die precies steun nodig heeft, bijvoorbeeld voor gezondheidszorg en scholen. Ik begrijp het idee achter het voorstel, maar ik ben niet zeker dat deze piste wel de goede piste is om de problematiek van de kindsoldaten te bestrijden.
Ik vrees ook dat in het algemeen conflicten worden veroorzaakt door armoede en fragiliteit van de bevolking. Er is dus een risico op een vicieuze cirkel als men in deze richting zou werken.
11.03 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de minister, ik steun u in uw strijd: u heeft goede elementen aangehaald. Op mijn eerste vraag hebt u niet geantwoord: welke bijkomende middelen zal ons land vrijmaken voor de strijd tegen kindsoldaten?
U zegt dat u niet voor een opschorting van hulp bent. Mijnheer de minister, ik heb geen opschorting van hulp gevraagd! Ik heb wel gevraagd dat u in de concentratielanden waar kindsoldaten worden ingezet, de druk zou opvoeren. Dat kunnen wij wel doen. In landen waar wij de bevoorrechte partner zijn, kunnen wij wel degelijk de strijd opvoeren en hen vragen om hun kindsoldaten uit te bannen. Dat vroeg ik u. Ik vroeg niet om de hulp op te schorten, maar wel om de strijd op te voeren.
Ik hoop, mijnheer de minister, dat u mij daarin zult volgen en dat u tenminste dat zult aanklagen wanneer u op bezoek gaat in Congo, Rwanda of Burundi.
L'incident est clos.
- de heer Michel Doomst aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "de communicatie tussen het gerecht en de Dienst Vreemdelingenzaken over gerechtelijke procedures" (nr. P0806)
- de heer Filip De Man aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "de communicatie tussen het gerecht en de Dienst Vreemdelingenzaken over gerechtelijke procedures" (nr. P0807)
- M. Michel Doomst à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "la communication entre l'appareil judiciaire et l'Office des Etrangers concernant des procédures judiciaires" (n° P0806)
- M. Filip De Man à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "la communication entre l'appareil judiciaire et l'Office des Etrangers concernant des procédures judiciaires" (n° P0807)
12.01 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, ik denk dat we het rond incident van de Oekraïense jongeren geen spelletje pingpong moeten organiseren tussen Justitie en de dienst Vreemdelingenzaken. Dat zou niet goed zijn. Het gaat er blijkbaar in de communicatie niet over wie de telefoon niet heeft opgenomen, er is gewoon geen lijn voor dit soort incidenten tussen de dienst Vreemdelingenzaken en Justitie. We begrijpen dat het parket van Gent niet mocht of kon tussenbeide komen in deze zaak omdat het gaat om minderjarigen en om het geheim van het onderzoek niet te schenden. Ik begrijp ook dat de dienst Vreemdelingenzaken niet voor elk dossier contact kan opnemen met justitie.
Niemand begrijpt evenwel hoe een jeugdig duo dat een moordaanslag heeft uitgevoerd het land kan verlaten wanneer het hen tactisch goed uitkomt. Ik smeek u dus dat de uitwisseling van gegevens met justitie toch tot stand zou komen. In tennistermen is dat change calls please. Ik denk dat het in dit geval moet kunnen dat het spelreglement wordt gewijzigd zodat voor minderjarigen ook informatie kan worden uitgewisseld. We moeten ervoor zorgen dat de wet niet wordt gebruikt om recht te ontwijken maar opdat recht zou kunnen geschieden.
12.02 Filip De Man (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, de bevolking heeft vandaag iets geleerd, namelijk dat de informatie over minderjarige vreemdelingen die wordt verdacht van zware misdaden niet doorstroomt van het gerecht naar de DVZ. Dat had als gevolg dat wij van zware misdaden verdachte jongeren hebben laten vertrekken met het vliegtuig en dat wij hun ouders bovendien nog een cadeau hebben gedaan via de Internationale Organisatie voor de Migratie.
Mevrouw de minister, als ik het goed heb telt uw DVZ 1.700 personeelsleden. Het is toch aberrant te moeten vaststellen dat niemand van die 1.700 personeelsleden er vorig jaar aan heeft gedacht, toen duidelijk werd dat die asielzoekers het land zouden gaan verlaten aangezien hun aanvraag werd afgewezen, om het gerecht op de hoogte te brengen van het nakende probleem. Men heeft die verdachten van wat men toch een moordaanslag kan noemen – die pesterijen waren al een hele tijd bezig, men loopt niet zomaar gewapend op straat – niet kunnen tegenhouden.
Heeft niemand bij DVZ de kranten gelezen? Heeft niemand bij DVZ de televisiejournaals gezien die daarover dagenlang gingen? Moeten wij hier misschien een omhaling organiseren voor de dienst Vreemdelingenzaken opdat ze zich een paar krantenabonnementen zouden kunnen aanschaffen? Mevrouw de minister, kunt u uitleggen waarom niemand van uw dienst alert genoeg is geweest om het gerecht te verwittigen van wat er komende was?
Verder wil ik u natuurlijk ook vragen of u het eens bent met uw collega van Justitie dat er nu inderdaad een lijn moet worden opengezet van het gerecht naar DVZ in verband met die minderjarige allochtonen die worden verdacht van zware misdaden.
Ten slotte, mag ik van u ook weten of het correct is dat er een hele familie is vertrokken op kosten van IOM. Hoeveel mensen zijn er vertrokken? Hoeveel euro hebben zij uitgekeerd gekregen?
12.03 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, wat is gebeurd, is uiteraard onaanvaardbaar. Wij kunnen beginnen met kijken welke dienst wat had moeten doen. Iedereen kent het concrete geval. Het gaat om een minderjarige die betrokken is bij een steekpartij. Het parket heeft de dienst Vreemdelingenzaken niet verwittigd dat betrokkene niet meer was opgesloten, dat die vrij was en illegaal in ons land.
De dienst Vreemdelingenzaken heeft niet gebeld naar het parket. Ik kan u zeggen dat de dienst Vreemdelingenzaken om twee redenen niet heeft gebeld naar het parket. Ten eerste, de vrijwillige terugkeer is verlopen – zoals u net zei, mijnheer De Man – via de Internationale Organisatie voor Migratie. Dat passeert niet bij dienst Vreemdelingenzaken. Iemand die terugkeert via IOM kan rechtstreeks contact opnemen met die organisatie. Pas nadien brengt de organisatie mijn diensten op de hoogte dat iemand die illegaal in ons land verbleef, het land heeft verlaten. Dat is de eerste reden waarom mijn administratie geen contact heeft opgenomen met het parket.
Ten tweede, het is natuurlijk onmogelijk om voor elke verwijdering die mijn diensten doen, voor elke illegaal die via gedwongen terugkeer, de competentie van mijn diensten, terugkeert naar zijn land contact op te nemen met de 27 parketten.
Betekent dit dat er niets moet gebeuren? Absoluut niet. Wij hebben op dit ogenblik, zoals collega De Clerck reeds heeft gezegd, sinds verschillende jaren, een samenwerking tussen Justitie en dienst Vreemdelingenzaken. Voor iedereen die illegaal is op het grondgebied maar in de gevangenis verblijft omdat hij is veroordeeld of omdat hij in voorlopige hechtenis is, hebben wij reeds een samenwerking. Dit concrete geval, dat gaat om minderjarigen en daardoor een extra complexiteit heeft, zit daar niet in.
Uiteraard ben ik vragende partij om die samenwerking die wij reeds jaren hebben, verder te verfijnen. Concrete, praktische afspraken tussen de procureur-generaal en mijn diensten kunnen ons een heel eind ver helpen, enerzijds om te onderzoeken op welke manier wij ervoor kunnen zorgen dat iemand die illegaal op ons grondgebied verblijft, vertrekt, vrijwillig of gedwongen, maar, anderzijds om duidelijk te kunnen maken dat voor bepaalde gevallenvertrek naar het land van oorsprong niet de beste optie is.
Wij hebben al een aantal samenwerkingsakkoorden met Justitie. In de toekomst moet worden vermeden dat situaties zoals deze, die absoluut onaanvaardbaar zijn, niet meer plaats kunnen vinden.
12.04 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Wij moeten er niet te veel woorden aan spenderen, want de discussies zullen soms moeilijker blijken dan de oplossingen. Ik meen dat er een directe lijn met Justitie moet worden gecreëerd, geen stoptrein, maar een directe lijn, niet voor een simpele verkeersovertreding, maar voor wie een ernstig misdrijf heeft gepleegd. Ook voor minderjarigen moeten wij blijkbaar dringend de wet aanpassen. Het heeft geen zin om elkaar de zwartepiet toe te spelen. Zwarte Piet kan niet meer door de schouw. Wij moeten de schouw van de informatie dringend reinigen zodat dergelijke problemen zich in de toekomst niet meer voordoen.
12.05 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik moet vaststellen dat de minister niet antwoordt op mijn vraag. Ik vroeg of er bij de 1.700 mensen van DVZ iemand de krant leest of televisie kijkt. Blijkbaar is dat niet het geval en men heeft er dus ook niet aan gedacht om het gerecht te verwittigen van wat er ging gebeuren.
Illegalen zouden – zoals in ons voorstel, zoals het Vlaams Belang al jaren zegt – moeten worden vastgezet. Dat is fundamenteler, mevrouw de minister. Men moet ervoor zorgen dat illegalen niet, zoals is gebleken, vrij kunnen rondlopen en beschikken, zonder dat de autoriteiten weten waar zij zich bevinden.
U hebt ook niet geantwoord op mijn vraag over het aantal personen dat is vertrokken. Men schrijft daarover in de krant, maar hoeveel personen zijn er nu eigenlijk vertrokken? Hoeveel euro hebben zij meegekregen van de IOM? Weet u dat niet?
12.06 Minister Annemie Turtelboom: Collega De Man, ik heb u gezegd dat de vrijwillige terugkeer rechtstreeks via IOM gebeurt en dat men pas nadien aan mijn diensten meldt wie er effectief is vertrokken. Ik zal het gedetailleerd opvragen en ik zal het u laten weten.
U hebt mij echter een heel algemene vraag gesteld. Ik heb daarop algemeen geantwoord.
Het incident is gesloten.
13 Question de Mme Clotilde Nyssens à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "l'enfermement d'enfants" (n° P0808)
13 Vraag van mevrouw Clotilde Nyssens aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "de opsluiting van kinderen" (nr. P0808)
13.01 Clotilde Nyssens (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, je reviens sur le sujet, car, à la demande d'ONG, plusieurs d'entre nous, issus de divers partis politiques, sont allés vendredi dernier visiter le centre 127bis. Cette manifestation était organisée à l'échelle européenne: en cette journée internationale, les parlementaires étaient invités par des ONG de leur pays à des visites de leurs centres d'accueil pour étrangers.
Lors de notre visite, nous avons eu l'occasion d'observer la présence de peu d'enfants; en effet, vous avez décidé qu'ils n'y seraient plus enfermés, mais nous en avons cependant vu quelques-uns, seulement deux ou trois.
Le lendemain, nous avons été alertés par ces mêmes organisations qui fréquentent régulièrement le centre 127bis: plusieurs enfants auraient été enfermés. Notre visite aurait donc provoqué cette situation. Je viens aux nouvelles.
Les quelques enfants que nous avons vus le vendredi 30 répondent, je crois, au statut d'enfants hors frontières. Pouvez-vous me dire quel est leur statut exact?
Est-il vrai que, le lendemain ou le surlendemain, d'autres enfants s'y seraient retrouvés? Si oui, dites-le-moi. Combien? Sous quel statut?
En fait, il s'agit pour moi de contrôler l'information qui nous est parvenue par le biais de ces ONG.
13.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, chère collègue, quand j'ai présenté mon projet relatif aux familles avec enfants, j'ai bien précisé qu'il ne concernerait que les familles en séjour illégal et interceptées sur le territoire. J'ai clairement expliqué qu'il ne concernerait pas les familles qui introduisent une demande d'asile à la frontière ou qui n'ont pas les documents requis pour entrer sur le territoire belge.
Pourquoi une telle distinction? D'abord, pour des raisons juridiques. Ensuite, parce que je ne souhaite pas que la présence d'enfants soit utilisée comme nouveau sésame. Cela nuirait à la sécurité même des enfants.
Nous avons connu récemment plusieurs cas où des personnes avaient utilisé des enfants, qui n'étaient d'ailleurs pas les leurs, pour demander à entrer sur notre territoire. Après enquête, il s'agissait de cas de trafic d'enfants. D'autres États membres, comme les Pays-Bas, ont durant un temps tenté cette expérience. Ils ont dû y renoncer vu les abus et les trafics d'enfants constatés.
Aussi, pour répondre à votre question, les deux familles avec quatre enfants qui séjournent effectivement dans le centre 127bis, sont des familles qui ont demandé l'asile à la frontière. Il s'agit d'une famille en provenance du Sri Lanka, qui réside au centre depuis le 23 janvier, et d'une famille venant d'Angola, arrivée le 26 janvier. Leurs demandes d'asile sont en cours de traitement.
13.03 Clotilde Nyssens (cdH): Madame la ministre, je vous remercie pour ces explications. J'ai bien compris le statut des enfants qui sont encore là. Vous me dites que la Hollande a fait l'expérience d'enlever ces enfants pour les mettre dans d'autres endroits. Je vous invite quand même à examiner la question de savoir si même ces enfants-là pourraient rejoindre les autres lieux que vous avez ouverts.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Wetsontwerp tot opheffing van de wet van 11 april 1936 waarbij de regering gemachtigd wordt het binnenbrengen in België van sommige vreemde publicaties te verbieden (1284/1-4)
14 Projet de loi abrogeant la loi du 11 avril 1936 permettant au gouvernement d'interdire l'entrée en Belgique de certaines publications étrangères (1284/1-4)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
14.01 André Perpète, rapporteur: Monsieur le président, je serai extrêmement bref dans la mesure où ce projet de loi a été examiné et voté au cours d'une seule séance de la commission de la Justice, le 20 janvier dernier.
Ce projet de loi vise à abroger la possibilité pour le gouvernement d'interdire l'importation de certaines publications étrangères. Il s'agissait d'une loi de 1936 qui n'est plus appliquée depuis longtemps.
Les discussions ont porté sur la question de savoir s'il fallait maintenir la référence à l'article 383bis du Code pénal, qui avait été introduite et qui disait que la loi était abrogée sans préjudice de l'article 383bis du Code pénal. Dans la discussion qui s'en est suivi, chacun a considéré que cela pouvait prêter à confusion car il y a d'autres lois et d'autres articles, qui visent à lutter notamment contre la pédopornographie, qui ne sont pas abrogés et qui n'étaient pas cités.
Finalement, un amendement visant à remplacer l'article 2 a été introduit. Cet amendement a été approuvé, de même que l'ensemble du texte par douze voix pour et une abstention, celle du Vlaams Belang, qui considère que si la loi est effectivement obsolète, ce serait un mauvais signal à donner au plan idéologique.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1284/4)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1284/4)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
15 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 12bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (1695/1-2)
- Wetsvoorstel tot invoeging van een artikel 10quater in de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, teneinde de onmogelijkheid om zich een akte van de burgerlijke stand te verschaffen in het kader van de procedure tot gezinshereniging, te compenseren, en tot aanvulling van artikel 628 van het Gerechtelijk Wetboek (1103/1-2)
15 Projet de loi modifiant l'article 12bis de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers (1695/1-2)
- Proposition de loi insérant un article 10quater dans la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, en vue de suppléer, dans le cadre de la procédure de regroupement familial, à l'impossibilité de se procurer un acte de l'état civil et complétant l'article 628 du Code judiciaire (1103/1-2)
Wetsontwerp overgezonden door de Senaat
Projet de loi transmis par le Sénat
Voorstel ingediend door:
Proposition déposée par:
Jean Cornil, Linda Musin, Karine Lalieux
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
15.01 Leen Dierick, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, het voorliggend ontwerp werd ons overgezonden door de Senaat en is ontstaan uit bezorgdheid over de situatie van de vreemdelingen die geen officiële documenten kunnen voorleggen waaruit hun ouderband of aanverwantschap blijkt in het kader van de gezinshereniging. De minister wees er in haar uiteenzetting op dat de voorgestelde wetswijziging een evenwicht moest inhouden tussen enerzijds de rechten van de vreemdeling en anderzijds de beteugeling van de mogelijke misbruiken die kunnen leiden tot situaties van mensenhandel en kindersmokkel.
Een oplossing werd gevonden door de wijziging van artikel 12bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, dat handelt over de bewijzen die moeten worden voorgelegd.
Het voorkeurregime, dat tot nu toe enkel toepasbaar is op vluchtelingen, wordt uitgebreid tot de gezinshereniging met een vreemdeling die geen vluchteling is, voor zover hij kan aantonen dat hij in de onmogelijkheid is om zijn band met de vreemdeling die hier verblijft, met officiële documenten te bewijzen.
Het ontwerp voorziet in een cascadesysteem. Zo kan de vreemdeling andere geldige documenten voorleggen indien hij niet in de mogelijkheid is om officiële documenten voor te leggen. Een omzendbrief zal later aangeven wat precies wordt verstaan onder “andere geldige documenten”, dit om de rechtszekerheid te verhogen.
De lijn zal eveneens worden doorgetrokken naar de gezinshereniging ten aanzien van een Belg of EU-burger, door een wijziging van het gelijkaardig artikel 44 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981. Dit wetsontwerp moet door de organisatie van een transparant systeem in artikel 12bis van de wet van 15 december 1980 de situatie van onmogelijkheid om officiële documenten voor te leggen, definitief uit de weg helpen.
De heer Cornil drukte namens zijn fractie zijn tevredenheid uit over de mogelijkheden die door het ontwerp worden geboden aan de vreemdelingen die door omstandigheden hun bloed- of aanverwantschap met de gezinshereniger niet kunnen aantonen. Hij betreurt echter wel dat de mogelijkheid om gebruik te maken van de akte van bekendheid, zoals voorzien in het toegevoegde wetsvoorstel, niet wordt aangehouden. De minister wijst op de mogelijkheden tot misbruik die kunnen voortvloeien uit de akte van bekendheid en stelt dat het DNA-onderzoek in de praktijk het meest sluitend bewijs levert in het kader van de procedure van gezinshereniging.
De heer De Man is gekant tegen elke verdere uitbreiding van de mogelijkheden tot gezinshereniging. In vele gevallen betreft het volgens de spreker immers gevallen van gezinsvorming. Bovendien worden volgens de heer De Man vandaag reeds andere documenten gebruikt ter staving van de gezinsbanden en hij informeert hiernaar bij de minister.
De minister wijst op de documenten die hiervoor nu reeds worden toegelaten in de bestaande procedure voor erkende vluchtelingen. Deze zullen worden opgenomen in de reeds eerder vermelde omzendbrief. Het betreft een niet-exhaustieve lijst.
De heer Collard is tevreden met de voorgestelde wijzigingen en wijst eveneens het gebruik van de akte van bekendheid van de hand. De mogelijkheden tot misbruik zouden in dat geval veel te hoog zijn. Hij ziet meer zekerheid in de toepassing van het DNA-onderzoek. Anderzijds wijst de heer Collard op de hoge kostprijs van dergelijk DNA-onderzoek. Hij stelt namens zijn fractie dan ook voor om het DNA-onderzoek in deze dossiers kosteloos te maken. De minister erkent het probleem van de hoge kostprijs en laat onderzoeken om bij een volgende budgetcontrole hiervoor de nodige middelen te bekomen.
Het ontwerp werd uiteindelijk aangenomen met 10 stemmen tegen 1.
15.02 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het wetsontwerp tot wijziging van artikel 12bis van de vreemdelingenwet handelt over de aanvraag van een verblijfsmachtiging van onbeperkte duur, en dat met het oog op gezinshereniging.
Het gaat onder meer over de bewijzen die ter zake moeten worden voorgelegd. Men moet de band bewijzen met wie men wil worden herenigd.
Eerst en vooral dit, collega’s, die zogenaamde gezinshereniging vormt op dit moment het belangrijkste immigratiekanaal. In de overgrote meerderheid van de gevallen gaat het niet om gezinshereniging, maar om gezinsvorming, doordat – het fenomeen is bekend – de grote meerderheid van de hier verblijvende vreemdelingen bewust een partner gaat zoeken in het land van herkomst.
Vandaag wordt voorgesteld het voorkeursregime, dat nu enkel geldt voor familieleden van erkende vluchtelingen, uit te breiden tot vreemdelingen die geen vluchtelingen zijn. Zoals gezegd door de rapporteur, bestaat er een cascadesysteem. De vreemdeling die kan aantonen dat hij zich in de onmogelijkheid bevindt door middel van officiële documenten – daarmee wordt bedoeld: gelegaliseerde akten van de burgerlijke stand, bijvoorbeeld geboorteakten en huwelijksakten – de ingeroepen bloedband of verwantschapsband aan te tonen, mag die door andere geldige bewijzen vervangen. Bij die andere geldige bewijzen stellen wij grote vraagtekens.
Zoals daarjuist gezegd, zal een rondzendbrief bepalen wat moet worden begrepen onder “andere geldige bewijzen.” Uit het verslag kan men afleiden dat het gaat om geboorteakten, geboortecertificaten, geboorteattesten, huwelijksakten, notariële akten, nationale identiteitskaarten die de afstammingsband vermelden, huwelijkscontracten, uittreksels van geboorteregisters, vervangende vonnissen enzovoort.
Mevrouw de minister, zoals gezegd in de commissie is het Vlaams Belang ervan overtuigd dat door de wetswijziging de misbruiken van het systeem van de zogenaamde gezinshereniging nog weliger zullen tieren dan voorheen. De controle door de bevoegde dienst van de echtheid van de voorgelegde bewijzen zal aanzienlijk worden bemoeilijkt door de uitbreiding van het gunstregime, dat nu geldt voor erkende vluchtelingen en dus wordt uitgebreid tot de familieleden van alle vreemdelingen.
De kans op fraude neemt toe, mede gelet op het feit dat corruptie in de landen van herkomst vaak schering en inslag is.
Mevrouw de minister, hoe zullen uw diensten in hemelsnaam kunnen verifiëren of een notariële akte geen valse verwantschap vermeldt? Hoe zullen uw diensten in hemelsnaam kunnen verifiëren of bijvoorbeeld een huwelijksakte niet werd vervalst en door corruptie werd verkregen?
De kans op fraude neemt dus toe, maar de Open Vld heeft daarmee geen probleem. Nogmaals wordt bewezen dat Open Vld voor open grenzen staat.
Mijnheer Schiltz, dat klopt absoluut. Er is door verschillende mensen – niet alleen door leden van het Vlaams Belang – duidelijk op gewezen dat het risico van fraude vrij groot is. Voornoemd risico zal nu nog toenemen. Er is op het vlak van regularisaties en naturalisaties blijkbaar nog niet genoeg gefraudeerd. Er zal nu ook nog beter en meer dan ooit kunnen worden gefraudeerd op het vlak van de verblijfsmachtigingen voor de zogenaamde gezinsherenigers.
Collega’s, meer in het algemeen zou ik er nogmaals op willen wijzen dat slechts één partij wakker ligt van de vraag hoeveel niet-Europese vreemdelingen België nog kan toelaten, vooraleer aan de samenleving onherroepelijke schade wordt toegebracht. Ik heb het dan heus niet alleen over onze kreunende sociale zekerheid en over de stijgende criminaliteit, maar ook over de islamisering van onze steden, over het verdwijnen van de sociale cohesie, over het waardepatroon dat onze voorouders hebben uitgebouwd en over de fundamenten van onze beschaving zelf, die dreigen te worden vernietigd door een steeds groter wordende, onze cultuur uitspuwende groep allochtonen.
Mevrouw de minister, de groene en rode voorstanders van een opendeurpolitiek noemen u een harde tante. Het tegendeel is in feite waar. Door de voorliggende wetswijziging, waar u honderd procent achter staat, zal de immigratiesneeuwbal nog maar eens toenemen, net als door uw massale regularisaties en uw pleidooi voor nieuwe gastarbeiders trouwens.
Het Vlaams Belang is de enige partij die een einde aan de onophoudelijke en massale toestroom van niet-integreerbare vreemdelingen wil maken. Collega’s, vandaag wil geen enkele, andere partij luisteren. Ik ben er echter gerust in: ooit komt de slinger terug en zal de kiezer ons gelijk geven.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1695/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1695/1)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
16 Voorstel van resolutie betreffende de campagne tegen "het strijken van borsten" in ontwikkelingslanden (743/1-4)
16 Proposition de résolution relative à la campagne contre le "repassage des seins" dans les pays en développement (743/1-4)
Voorstel ingediend door:
Proposition déposée par:
Hilde Vautmans, Maya Detiège, Nathalie Muylle, Christian Brotcorne, François-Xavier de Donnea, Juliette Boulet, Wouter De Vriendt, Ulla Werbrouck, Karine Lalieux, Daniel Ducarme
De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (743/1)
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4) (743/1)
De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.
16.01 Georges Dallemagne, rapporteur: Monsieur le président, chers collègues, les auteurs de la proposition de résolution soumettent à notre attention un problème qui pourrait peut-être faire sourire certains, mais qui est une pratique extrêmement préoccupante et grave se déroulant dans certains pays d'Afrique, notamment au Cameroun.
Je rappelle que les auteurs de la proposition sont Mmes Hilde Vautmans, Maya Detiège et Nathalie Muylle, MM. Christian Brotcorne et François-Xavier de Donnea, Mme Juliette Boulet, M. Wouter De Vriendt, Mmes Ulla Werbrouck et Karine Lalieux et M. Daniel Ducarme.
Tous les groupes démocratiques ont co-signé cette proposition de résolution qui attire notre attention sur le fait qu'au Cameroun, près d'une jeune fille sur quatre, prépubère ou pubère (entre 9 et 13 ans), fait l'objet de pratiques qui s'assimilent à de la torture. Pour ne pas attirer le regard des garçons à l'époque où elles développent de la poitrine, ces jeunes filles font l'objet - souvent de la part de leurs proches - de pratiques de torture: on compresse et on brûle leur poitrine, ce qui entraîne des douleurs extrêmement importantes qui entravent la respiration. Certaines de ces jeunes filles délaissent leur scolarité et quittent leur maison; elles s'enfuient pour éviter cette pratique et toutes ses conséquences (infections, brûlures, malformations, etc.).
La résolution attire notre attention sur cette pratique et demande que le gouvernement fédéral agisse dans ce domaine, notamment en soutenant financièrement des campagnes d'information, en convainquant les pays concernés de prendre des dispositions légales afin d'interdire ce type de pratique et en soutenant des projets d'éducation sexuelle qui semblent très importants, notamment des campagnes liées à la contraception.
Dans la discussion, M. Herman De Croo est intervenu pour demander ce qui avait déjà été fait sur le plan de la sensibilisation. Mme Vautmans a répondu qu'elle avait déjà interpellé le ministre de la Coopération au développement à ce sujet.
M. Roel Deseyn s'est inquiété du caractère lacunaire des développements, ce à quoi Mme Vautmans – auteur principal – a répondu que certaines données techniques n'avaient pas pu être introduites dans les tableaux de la résolution.
Je suis également intervenu pour attirer l'attention sur le fait que ce n'étaient pas les seules pratiques préoccupantes, soulignant certaines des pratiques "magiques": je pense à la question des enfants sorciers et des enfants albinos, toute une série de résurgences concernant des atteintes à l'intégrité physique des enfants dans toute une série de pays d'Afrique et qu'il fallait également prendre attitude face à ces autres problèmes.
M. Moriau est également intervenu pour parler de la problématique plus vaste du statut de la femme, notamment en Afrique.
MM. De Croo et De Vriendt se sont interrogés sur la portée de l'instrument parlementaire qu'est une résolution.
Mme Vautmans a rappelé que le Règlement de la Chambre prévoit que le gouvernement précise, à l'occasion du dépôt des notes politiques, la manière dont il a répondu aux différentes résolutions.
Plusieurs membres ont demandé à ce que nous fassions le point sur l'ensemble des résolutions qui sont débattues et adoptées par la commission des Relations extérieures.
Cette proposition de résolution a été adoptée à l'unanimité.
Pour terminer, je voudrais, à titre personnel, remercier encore une fois Mme Vautmans qui a attiré notre attention sur cette pratique extrêmement préoccupante – cette torture – dont sont victimes des millions de jeunes filles. Dans nos relations politiques et par notre coopération, nous devons veiller à ce que de telles pratiques soient définitivement abolies.
16.02 Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik dank de verslaggever. Ik zal mij niet over de inhoud van deze resoluties uitspreken. Mevrouw Vautmans zal dit met haar gedreven bekwaamheid beter dan wie ook uit onze fractie kunnen verwoorden. Onze fractie zal deze en volgende resolutie uiteraard goedkeuren.
Mijnheer de voorzitter, ik wil een paar ogenblikken de aandacht van de Kamer vragen voor het probleem van de resoluties. Ik zal een aantal statistieken geven. U zult merken dat het een belangrijk instrument aan het worden is. Het loont de moeite eens na te gaan wat wij juist doen en welke impact wij hebben met dit instrument.
Tijdens de zittingsperiode 1999-2003 werden er 244 resoluties ingediend. 74 resoluties werden goedgekeurd. Dit is een kleine dertig procent. In de parlementaire zittingsperiode 2003-2007, gewone en buitengewone zitting inbegrepen, werden 371 resoluties ingediend waarvan er 57 werden goedgekeurd, of twintig procent. In de huidige legislatuur, buitengewone zitting inbegrepen, werden reeds 266 resoluties ingediend waarvan er 18 werden goedgekeurd. Wellicht zullen beide resoluties van vandaag er ook nog bijkomen. Dit komt neer op een kleine tien procent.
Het instrument van de resoluties moeten wij onder ogen durven nemen. Enkele tijd geleden werd op initiatief van mevrouw Vautmans en van mezelf, een wijziging aangebracht aan ons Kamerreglement. Er bestaan daarover interessante documenten. Op 14 oktober 2005 was er het wetsvoorstel van mevrouw De Meyer, de heer Tilmans, de heer Giet, de heer Tant, de heer Jean-Jacques Viseur, de heer T’Sijen en mevrouw Vautmans. Er is het rapport van 20 februari 2006. De wijziging van het Reglement werd reeds in april 2006 aangenomen.
De motivering van het eerste voorstel was interessant, Ik citeer uit de samenvatting: “Resoluties zijn een middel voor Kamerleden om, zonder wetgevend op te treden, aan de regering een signaal te geven op beleidsmatig vlak. Alhoewel een resolutie op zich niet afdwingbaar is, wil dit voorstel de leden van de regering verplichten om in de beleidsbrieven, die zij indienen ter gelegenheid van de begroting, in detail te beschrijven hoe zij" – de regering – "gevolg wensen te geven aan de resoluties die door de Kamer werden aangenomen”.
In ons Reglement staat een interessante beschikking, in artikel 155. Dit artikel bepaalt dat wij zesmaandelijks aan de Conferentie van voorzitters de lijst moeten zien voorleggen van de maatregelen die de regering heeft genomen om gevolg te geven aan de door de Kamer aangenomen resoluties.
Collega’s, het laatste verslag dateert van 6 december 2006, meer dan twee jaar en drie maand geleden. Ondanks het insisteren van collega’s als mevrouw Vautmans zien wij geen gevolg gegeven aan de beleidsbrieven. Wij moeten ons dus bezinnen. Heel belangrijke resoluties worden gewoonlijk door een goede wisselwerking in de bevoegde commissies unaniem goedgekeurd. Ofwel is dat ad pompam et ostentationem, om het in kerkelijk Latijn te verklaren, voor niets en doen wij aan belangrijke en geruststellende politieke zelfbevrediging. Ofwel houden wij aan onze resoluties en heeft de Kamer, het belangrijkste orgaan van dit land in een democratisch bestel, de wil om de regering te vragen dat er gevolg aan wordt gegeven of op zijn minst verslag over wordt uitgebracht.
Ik heb hier nog een brief in mijn archief liggen, ondertekend door de vice-premier en minister van Binnenlandse Zaken, die duidelijk zegt en gelijk had in die tijd: “U moet die resoluties overmaken aan de eerste minister. Die duidt een pilootminister aan. Dat gebeurt ook voor het goedkeuren of het omzetten van directieven of Europese beschikkingen in onze wetgeving. Dan kan die minister het aangebrachte resolutiegebeuren met aandacht volgen”.
In de beleidsbrieven die maar tot stand komen negen tot twaalf maand na de goedkeuring van de resolutie, is daar een deficit vanwege de uitvoerende macht. Ofwel houden wij de eer aan onszelf en keuren wij doordachte en prangende resoluties eenparig goed – zoals deze die vandaag worden besproken – en leggen wij die niet opzij, maar zorgen wij ervoor dat daar gevolg aan wordt gegeven, mijnheer De Man, en dat de uitvoerende macht ons rapporteert wat daarmee gebeuren kon of niet. Ofwel gaan wij voorbij aan het doel van de bespreking van grote maatschappelijke problemen zoals wij binnen een paar ogenblikken ten gronde gaan bespreken.
De heer Dallemagne is zo vriendelijk geweest te citeren wat ik in de commissie ter zake had aangebracht. Mijnheer de voorzitter, u kennende en terugkerende naar uw eerste liefde, het Parlement, zijn wij ervan overtuigd dat u zeker en vast ons zult willen steunen. Zo kunnen wij een nieuwe articulatie geven aan het Reglement van de Kamer en kan men stoutmoedig de begroting niet goedkeuren van een minister van wie de beleidsbrief bijvoorbeeld niet beantwoordt aan de ingediende resoluties. Dat zou een manier zijn om zich eventueel niet te viriliseren, maar zich te tonen als een echt parlement.
De voorzitter: Ik stel vast dat u terugkeert naar uw eerste liefde, namelijk de oppositie.
16.03 Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik heb altijd de neiging gehad om niet zeer conformistisch te zijn, zelfs wanneer ik in de meerderheid mag werken. Om het instrumentarium van het Parlement en de waardigheid van de Kamer op niveau te brengen, durf ik van dit voorstel te gewagen.
16.04 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, de heer De Croo zit al enkele decennia in het Parlement. Ik zit anderhalf jaar in het Parlement en in dat anderhalf jaar heb ik drie premiers gekend. Dat is echter een ander debat.
Collega De Croo, ik deel uw bekommernis. Ik heb ook geïntervenieerd in de commissie. Op zich is een resolutie een nuttig instrument, om een aantal vragen te stellen aan de regering, vanuit het Parlement. Ik meen dat de ongerustheid en de ontevredenheid van de collega’s over de werking van de resoluties hun oorsprong hebben in het gebrek aan feedback vanwege de regering aan het Parlement. Als wij unaniem een resolutie goedkeuren, zoals hier het geval is, dan vind ik het maar normaal dat er vanuit de regering een antwoord op onze vragen komt.
Wij stellen vragen aan de regering. Wij moeten dan ook weten in hoeverre de regering aan onze vragen tegemoetkomt. In die zin, mijnheer de voorzitter, wil ik u vragen of u daarin een initiatief kunt nemen. Wat is uw visie ter zake? Ik ga mee met de conclusie van de heer De Croo. Als wij zo voortdoen, als de methodiek van de resoluties op die manier wordt aangehouden, dan denk ik dat resoluties weinig zin hebben, terwijl ze nochtans een zeer nuttig instrument kunnen zijn voor parlementsleden die vragen hebben aan de regering.
De voorzitter: Ik heb dat punt begrepen. Ik zal het meenemen en wij zullen daarvoor een passende oplossing zoeken. Mevrouw Vautmans heeft het woord, als hoofdindienster.
16.05 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik wil eerst en vooral de rapporteur danken voor zijn uitstekend verslag. Ik dank ook collega De Croo voor zijn inzet opdat de resoluties daadwerkelijk zouden worden uitgevoerd.
Ik wil even ingaan op de inhoud. De meesten onder u hadden voor vandaag nog nooit gehoord van het strijken van borsten. Mijnheer de voorzitter, ik had het er daarnet even met u over en u keek bedenkelijk. Strijken van borsten is een van de best bewaarde geheimen in de Afrikaanse tradities.
Het wordt vooral gedaan om jonge meisjes te behoeden voor een zwangerschap omwille van een verkrachting. Ouders denken namelijk dat wanneer de borsten van een jong meisje zich ontwikkelen, ze aantrekkelijk wordt, ze kan worden aangerand en zwanger kan geraken. Om dat te vermijden, zorgt men ervoor dat de borsten niet kunnen groeien. Het strijken van borsten is dan ook een gruwelijke traditie.
Hoe gebeurt het? Ik wil u toch even wakker schudden op deze donderdagnamiddag. Het gebeurt met hete stenen, stampers, doeken, schelpen van kokosnoten of pitten van vruchten. Men drukt die hete voorwerpen op de borsten van jonge meisjes, kinderen tussen acht en dertien jaar. Overdag, als het kind niet thuis is en men het dus niet kan pijnigen met die hete stenen, bindt men een strak aangespannen elastiek rond het lichaam zodat het kind nauwelijks kan ademen.
De psychische en fysische moeilijkheden zijn niet te overschatten. Abcessen, zwellingen, infecties, misvormingen, brandwonden, we hebben de reportages allemaal gezien. Het probleem stelt zich vooral in Kameroen, maar het breidt zich uit. Een Duitse NGO meldt ons dat het stilaan uitbreidt naar Guinea, Togo, Benin, Nigeria en Ivoorkust.
Choquerend is dat een op de vier meisjes wordt geconfronteerd met het feit dat haar grootmoeder, moeder, zus of babysit haar borsten wil strijken.
Présidente:
Colette Burgeon, deuxième vice-président
Voorzitter:
Colette Burgeon, tweede ondervoorzitter
Ik heb al gezegd dat organisaties daarrond actief zijn en met voorlichtings- en preventiecampagnes en met onderwijs de ouders, grootouders, buurvrouw, neven en nichten proberen te overtuigen dat het strijken van borsten niets oplost. Het is een kwaad bestrijden met een veel erger kwaad dat niets oplost.
Vandaag wil ik u vragen om deze resolutie unaniem goed te keuren. Wij moeten als Parlement aandacht vragen voor dit probleem. Wij moeten vragen onze regering om die voorlichtings- en seksuele opvoedingscampagnes in onze ontwikkelingslanden, in onze partnerlanden, in Kameroen te steunen.
Wij moeten die landen ook aanmoedigen. U krijgt allemaal geregeld aanvragen van ambassadeurs om hen te zien. Check dan eens even op internet of die praktijken in dat land gebeuren en neem uw verantwoordelijkheid als parlementslid. Kaart het aan bij de bevoegde ambassadeur. Spreek hem erover aan. Moedig de parlementen aan in het raam van de IPU opdat die parlementen maatregelen zouden nemen om dat kwaad uit de wereld te helpen.
Beste collega’s, ik durf u vragen om uw massale steun. Ik durf u vragen om deze resolutie straks met eenparigheid goed te keuren.
16.06 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega’s, mevrouw Vautmans, wij gaan ons uiteraard aansluiten en deze resolutie mee goedkeuren. Deze resolutie wil deze ontoelaatbare praktijken onder de aandacht brengen van dit land.
Wij betreuren alleen dat wij zoals gewoonlijk niet betrokken zijn bij de opstelling of ondertekening van de resoluties. Ik was zelf wegens ziekte ook niet aanwezig in de commissie om daar mijn bijdrage te leveren. Ik wil dat bij deze dan doen.
Wij hebben een aantal amendementen ingediend. Er staan in de toelichting, in de voorstelling van feiten en in de resolutie zelf toch een aantal feiten waarvan ik denk dat wij nog verder zouden kunnen gaan. Het gaat om een resolutie die de regering vraagt om steun te verlenen aan een campagne die volledig is gericht naar de vrouwen in een land waar de mannen het grote probleem vormen.
Het volgende is er aan de hand. Wij moeten ons ervoor hoeden om te vlug, te impulsief en te impressionistisch allerlei acties zomaar te steunen zonder naar de achtergronden te peilen. In dit geval is er veel meer aan de hand. Hoe gruwelijk die praktijken ook zijn, de reden waarom ze bestaan is misschien nog gruwelijker.
Voor vrouwen zoiets doen, voor een moeder haar eigen dochter misvormt of martelt, moet er toch meer aan de hand zijn dan doodgewoon een traditie of schrik voor een zwangerschap. Ik denk niet dat de Afrikaanse vrouwen schrik hebben van zwangerschap of er taboes rond hebben. Dat is een heel ander continent dan hier. Daar gaat het niet om.
In de toelichting spreekt men van ongewenste aandacht en tienerzwangerschappen. Het zou toch beter zijn om daar doodgewoon te zeggen wat er echt aan de hand is, namelijk willekeurige verkrachting van vrouwen en meisjes door willekeurige mannen, voorbijgangers, familieleden, iedereen. Dat is daar de praktijk. Het gaat niet alleen om tienerzwangerschappen, maar ook om mensenhandel, mensenhandel op zeer grote schaal, en slavernij.
Men doet de Kameroenese vrouwen onrecht aan door daar niet op te focussen. Eigenlijk is het een minimalisering van hun eigen problemen. In een land waar verkrachting, mensenhandel en slavernij onderdelen zijn van het maatschappelijk leven, realiteiten waarmee elke vrouw op elk moment kan worden geconfronteerd, meen ik dat we in dit geval dieper moeten gaan en onze overheden en regeringen vragen om niet alleen campagnes te steunen die erop gericht zijn om vrouwen te sensibiliseren over hoe erg die praktijken zijn, er moeten ook campagnes komen om druk uit te oefenen op de overheid van landen als Kameroen om uiteindelijk alle geweld, uitbuiting van vrouwen en mensenhandel te elimineren.
Als we eens kijken naar de geschiedenis van Kameroen – dat is niet zo moeilijk, we kunnen dat tegenwoordig met een muisklik doen – zien we dat het een land is waar slavernij reeds voor de koloniale periode endemisch was. De eigen familie, de eigen stam en de eigen opperhoofden verkochten de dochters, meisjes en vrouwen eerst aan de musulmaanse slavenhandelaars, later aan Duitse kolonisten maar vooral lokaal. Wat een gruwel moet het geweest zijn om als volwassen vrouw, als moeder, te weten dat mensen uit het eigen huishouden de dochters zouden verkopen om een leven in slavernij te leiden.
De cultuur van Kameroen, de niet-verbale cultuur, is trouwens doordrenkt met het trauma van de geschiedenis van de slavenhandel. Hun dansen beelden het uit. Daar zijn interessante artikels over van antropologen en sociologen. De pogingen van wanhopige moeders om bij hun dochters de ontwikkeling van de borsten te belemmeren – dat is wat zij proberen – opdat echtgenoten en broers de meisjes niet zouden verkopen, moeten in dat licht worden gezien.
Erger nog, de slavenhandel in Kameroen is niet alleen een trauma uit het verleden, het bestaat nog steeds. Dit blijkt uit verslagen allerhande, verslagen van antropologen en sociologen, verslagen die bij het ILO of International Labour Office liggen, verslagen van mensenrechtenorganisaties en van diverse overheden. Ik zal enkele stukjes citeren uit het verslag over mensenhandel van de Amerikaanse regering van juni 2008. Daar wordt eerst een omschrijving gegeven van Kameroen, een land waar 51% van de bevolking onder de armoedegrens leeft en waar 56% van de bevolking jonger is dan twintig jaar. Kameroen is – dat staat er officieel – een oorsprong-, doorvoer- en bestemmingsland voor mensenhandel, voor vrouwen en kinderen die worden verhandeld om als gedwongen arbeiders te werken en voor commerciële seksuele exploitatie. De meeste slachtoffers zijn kinderen die worden verhandeld binnen het land zelf, met meisjes die vooral worden verhandeld om in huishoudens te gaan werken en voor seksuele uitbuiting.
Zowel jongens als meisjes worden in Kameroen verhandeld om als gedwongen arbeiders te werken in sweatshops, bars en restaurant en op de thee- en cacaoplantages. Kinderen worden dus buiten de interne mensenhandel binnen de landsgrenzen zelf, ook verhandeld naar Kameroen, of vanuit Kameroen naar Nigeria, naar Tsjaad, naar de Centraal-Afrikaanse Republiek, naar Congo, Benin en Niger om als gedwongen arbeiders in de landbouw, de visserij, als straatverkopers en in werkplaatsen te werken.
Kameroen is bovendien een doorvoerland voor kinderen die worden verhandeld tussen Gabon en Nigeria en van Nigeria naar Saoedi-Arabië. Het is een oorsprongland voor vrouwen die vooral in de seksindustrie in Europa terechtkomen, voornamelijk in Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en ongetwijfeld ook in België.
In het verslag van in dit geval de Amerikaanse Commissie voor Mensenhandel, maar er zijn gelijkaardige verslagen te vinden in de documentatie van andere landen en overheden, staat ook dat de regering van Kameroen niet voldoet aan de minimale normen voor de uitroeiing van deze mensenhandel. Er is ook geen enkel bewijs dat ze moeite doen om de mensenhandelaars te vervolgen en te veroordelen, laat staan om ze te bestraffen. Tot daar het verslag van de Amerikaanse Commissie voor Mensenhandel, van slechts zes maanden geleden.
In het verslag van de International Labour Organization van 2004 wordt beschreven hoe kinderen die in Kameroen werden verhandeld, werden gedwongen om te werken in de landbouw, in huishoudens, in sweatshops, in bars en restaurants en in de prostitutie. Daarin staat ook dat kinderen van bepaalde grote families op het platteland worden "uitgeleend" als huishoudelijke hulp, verkopers, prostituees of babysitters in de steden, in ruil voor geld voor de familie.
Voorzitter:
Patrick Dewael, voorzitter.
Président:
Patrick Dewael, président.
Er zijn ook verslagen van mensenrechtenverenigingen, onder andere een uit 2005, waarin bepaalde gevallen werden bekeken en tot de bevinding werd gekomen dat meisjes in het land zelf werden verhandeld vanuit de provincies, van Adamawa, het noorden, het verre noorden en het noordwesten naar de grote steden, naar Douala en Yaoundé, om te werken als huishoudsters, straatverkopers of als prostituees.
Er is ook een studie van de Kameroen Society for Prevention of Child Abuse and Neglect van 2004. Daarin kwam men tot de bevinding dat, van de 722 meisjes die men lukraak in de steden interviewde, er 291 het slachtoffer waren van seksuele uitbuiting.
Een ander onderzoek uit 2004 wijst erop dat Kameroen de wereldranglijst leidt als leverancier van meisjes en vrouwen die over de hele wereld seksuele diensten moeten leveren. Er wordt gemeld dat 40% van de kinderen in de steden – Bafoussam in het westen, Bamenda in het noordoosten, Douala en Yaoundé – tussen 9 en 20 jaar die slachtoffer zouden zijn of geweest zijn van kinderprostitutie.
Wat vooral opvalt, is dat men in al die verslagen keer op keer wijst op het grote stilzwijgen van de Kameroense regering en de Kameroense overheid.
Het is vooral in die context dat wij de gruwelijke praktijk van het strijken van borsten moeten plaatsen. Het verklaart, meer dan doodgewoon een schrik voor tienerzwangerschappen, waarom vrouwen zoiets nog altijd doen.
Daarom hebben wij ons gepermitteerd een aantal amendementen in te dienen. Men moet de praktijk van het strijken van borsten aanpakken, maar op zich is dit futiel wanneer men bedenkt dat men het zo voor die vrouwen nog erger gaat maken. Zij leven in een land waar willekeurig geweld en onrecht blijven bestaan. Ondertussen zullen die vrouwen zelf naar aanleiding van dergelijke campagnes worden gestraft naar aanleiding van hun wanhopige pogingen eraan te ontsnappen. Vandaar onze amendementen om beide fenomenen uit te roeien. Wanneer de oorzaken, namelijk slavernij en verkrachting, verdwijnen, zal het gemakkelijker zijn ook de praktijk van het strijken van borsten te doen verdwijnen. De oorzaken aanpakken is natuurlijk moeilijker. Men moet daarvoor ook de mannelijke bevolking opvoeden. De mannen hebben vrouwen steeds beschouwd als vee, als verhandelbaar goed, maar moeten ze leren zien als mensen, als individuen met hun eigen waardigheid en rechten.
De vrouwen zelf wil ik aanraden gebruik te maken van de middelen die zij reeds hebben en de Verenigde Naties te mobiliseren met klachten via het facultatieve protocol van het Verdrag voor de uitroeiing van alle vormen van geweld tegen vrouwen, een verdrag dat de Kameroense regering – hoe ironisch – reeds in 1981 ondertekende, maar waar zij zich voor de rest niets van aantrekt. Er schijnt overigens geen enkele regering in de wereld te zijn die op Kameroen druk uitoefent opdat zij zich daar iets zou van aantrekken.
Dat is de strekking van de amendementen die wij hebben ingediend.
16.07 Maya Detiège (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik zou toch even het woord willen richten tot mevrouw Colen. Zij heeft hier een heel lange uiteenzetting gehouden met een aantal opmerkingen op de resolutie, die trouwens een heel goede resolutie is. Ik vind het heel spijtig dat dat niet in de commissie is gebeurd en dat wij dat hier in de plenaire vergadering moeten aanhoren.
Los daarvan heb ik een aantal opmerkingen op haar amendementen.
16.08 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Ik ben begonnen met uit te leggen waarom dat niet in de commissie is gebeurd. Ik ben twee weken afwezig geweest, verontschuldigd wegens ziekte. Daar komt nog bij dat dergelijke resoluties nooit aan onze partij worden voorgelegd, noch om aan mee te werken, noch om te ondertekenen.
Ik heb dat wel degelijk uitgelegd, want anders had u heel mijn uiteenzetting wel degelijk in de commissie gehoord en misschien was u er wel van overtuigd geraakt om wat amendementen op de resolutie goed te keuren?
16.09 Maya Detiège (sp.a): Ik denk dat u kan begrijpen waarom verschillende partijen uw resoluties meestal niet steunen. Ik denk dat dat meer met het democratische aspect heeft te maken, zeker wanneer het gaat over de rechten van vrouwen.
Het strijken van de borsten is echt wel een probleem dat de vrouwen aangaat. Ik hoor van het Vlaams Belang een amendement waarin staat dat de campagne ook een mentaliteitswijziging bij de mannelijke bevolking moet bevorderen. Mevrouw Colen, ik herinner mij dat u vanuit het Vlaams Belang regelmatig de opmerking maakte dat vrouwen aan de haard hoorden. Ik zou het dan ook waarderen als u internationaal geen opmerkingen zou maken.
Mevrouw Colen zit nog steeds in jullie partij. Dus dat blijft gelden.
16.10 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Mevrouw Detiège, u kunt zich dat moeilijk herinneren want u was te jong…
16.11 Maya Detiège (sp.a): Ik was niet te jong, mevrouw Colen, ik was 16.
16.12 Alexandra Colen (Vlaams Belang): … om de argumenten die pleiten voor een opvoedersloon te bevatten. Dat was ter verdediging van de vrouwen. Voor het overige zie ik de relevantie niet in van de discussie.
16.13 Maya Detiège (sp.a): Geen probleem.
16.14 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Bent u misschien voor de mensenhandel in Kameroen?
16.15 Maya Detiège (sp.a): Als u regelmatig naar die landen gaat, dan weet u ook dat, wanneer in de resolutie staat dat de voorlichtingscampagne door Renata met lokale ervaringsdeskundigen wordt gevoerd, de ngo sowieso mannen en vrouwen erbij zal betrekken. Die zin heeft dus geen meerwaarde.
Ten tweede, wanneer het gaat over het strafbaar stellen van en hard optreden tegen ongewenst seksueel gedrag, aanranding, verkrachting en mensenhandel, dan moet u ook weten dat de bedoeling van onderhavige resolutie was om specifiek het strijken van borsten onder de aandacht te brengen. Heel veel parlementsleden kenden het bestaan van dergelijk fenomeen zelfs niet. Dat was de hoofdreden.
Bovendien, als men de tekst wil uitbreiden tot mensenhandel, verkrachting, aanranding, dan krijgt men een ongelofelijk brede resolutie. We hebben het hier specifiek over Kameroen, Togo, Benin en Nigeria. Maar mensenhandel is een meer wijdverspreid probleem. Als u regelmatig eens passeert langs het Falconplein in Antwerpen – mevrouw Colen, u bent Antwerpse –, dan kunt u vaststellen dat niet enkel Kameroense jonge vrouwen het slachtoffer worden van mensenhandel, maar een veel bredere groep dan dewelke u hier voorstelt.
Vandaar dat de meerderheidspartijen en ook een aantal partijen uit de oppositie niet akkoord gaan met uw punt twee. Hetzelfde geldt ook voor 5. Dus stel ik gewoon voor dat uw amendementen worden verworpen, mevrouw Colen.
Voor de rest wil ik zeggen dat de commissieleden hard werken aan verschillende resoluties over vrouwen en dat we dat moeten blijven doen. Misschien weet mevrouw Colen niet dat er ook een voorstel van resolutie over verkrachting als oorlogswapen is ingediend; wij zijn dus wel degelijk bezig met die onderwerpen.
16.16 Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, je ferai mon intervention depuis mon banc au nom de M. François-Xavier de Donnea, qui est co-signataire de cette proposition de loi et qui, étant à l'étranger, n'a pu être présent aujourd'hui.
Notre groupe soutiendra bien évidemment cette proposition de résolution dénonçant ce type de pratique tout à fait barbare et inacceptable. C'est l'occasion de rappeler, comme M. Dallemagne l'a fait en commission, ici à la tribune ainsi que dans son rapport, que nous insistons également sur le suivi des propositions de résolution. Je sais que la présidente de la commission des Relations extérieures y est également attentive. Nous devrons faire en sorte que les propositions de résolution que nous votons ici, en séance plénière, ne restent pas lettres mortes et que les demandes que nous formulons à l'attention du gouvernement soient suivies d'effet, au moyen d'un véritable tableau de suivi qui nous permettra de juger de l'action entreprise par le gouvernement sur la base des recommandations du parlement.
Je le répète. Notre groupe soutiendra bien évidemment ce texte auquel M. de Donnea est particulièrement attaché. Je tenais à vous le dire!
De voorzitter: Vraagt nog
iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De bespreking is gesloten.
La discussion est close.
* *
* * *
Ingediende
amendementen:
Amendements déposés:
Considérant/Considerans
F
• 1 – Alexandra Colen (743/4)
Points/Punten
1-3
• 2 – Alexandra
Colen (743/4)
* *
* * *
De stemming over de amendementen wordt
aangehouden.
Le vote sur les amendements est réservé.
De stemming over de aangehouden amendementen en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.
Le vote sur les amendements réservés et sur l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.
17 Voorstel van resolutie betreffende vrouwenmoorden in Midden-Amerika en Mexico (1677/1-3)
17 Proposition de résolution relative aux féminicides en Amérique centrale et au Mexique (1677/1-3)
Voorstel ingediend door:
Proposition déposée par:
Hilde Vautmans, Georges Dallemagne, André Flahaut, Maya Detiège, Juliette Boulet, Wouter De Vriendt, Nathalie Muylle, Peter Luykx, Martine De Maght, Xavier Baeselen
De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1677/1)
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4) (1677/1)
De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.
De rapporteur is de heer Deseyn. Aangezien de heer Deseyn niet aanwezig is, veronderstel ik dat hij refereert aan zijn schriftelijk verslag.
17.01 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, beste collega’s, in ons land wordt de aangifte van verkrachting door de politie- en hulpdiensten ernstig genomen. Wij moeten ook durven toegeven dat dit vroeger wel anders is geweest.
Ook bij huiselijk geweld en verkrachting binnen het huwelijk treedt een hele machinerie in werking om de slachtoffers te beschermen en de daders te bestraffen. In België kunnen wij het geweld tegen vrouwen helaas niet altijd voorkomen, maar wij kunnen wel optreden en gevolg eraan geven. In vele delen van de wereld is er op dat vlak nog een lange weg af te leggen. Met deze resolutie willen wij aandacht vragen voor één specifieke regio, namelijk Centraal-Amerika en Mexico, want daar is het geweld tegen vrouwen de laatste jaren zichtbaarder geworden. De publieke overheden zijn gevoeliger geworden voor deze problematiek. Sinds kort kan men daar aangifte doen van dit soort misdrijven.
Helaas stellen wij daardoor ook een enorme toename vast. Elk jaar worden letterlijk duizenden vrouwen vermoord. Ik weet niet of u het goed begrijpt. Er worden duizenden vrouwen vermoord. Men zegt mij dat vele gevallen het gevolg zijn van de mogelijkheid tot aangifte van een verkrachting. De dader zou nu eerder zijn slachtoffer vermoorden, dan het gewond achter te laten. Het gaat hier niet toevallig over geweld tegen vrouwen. Vrouwen hebben daar nog altijd als een achtergestelde positie. Er is een beetje discriminatie op basis van het geslacht.
Het heeft weinig zin om na te gaan of het machismo die moorden mogelijk maakt. Ik meen dat wij vooral moeten bekijken wat wij daaraan kunnen doen. Met deze resolutie willen wij vragen dat de Belgische regering haar verantwoordelijkheid neemt, met name in de bilaterale contacten die wij met die landen hebben, maatregelen vraagt tegen die misdaden en hulp biedt bij het onderzoek. Om goede maatregelen te nemen, heeft men natuurlijk een onderzoek nodig. Men moet in kaart brengen wat er misgaat en men moet steun en bescherming geven aan de mensenrechtenverdedigers.
Ik zie sommigen van u kijken. Misschien vraagt u zich af waarom wij hier op donderdag 5 februari in godsnaam moeten spreken over vrouwenmoorden in Mexico. Wat heeft dat te maken met de Belgische politiek en met dit Parlement? Beste collega’s, wij mogen onze ogen niet sluiten voor misdaden in het buitenland. Vorige week was ik met minister De Crem, samen met een aantal collega’s trouwens – ook mevrouw della Faille en de heer Crucke waren mee – op bezoek in Auschwitz en Birkenau. Toen wij daar stonden, met onze muts op, in de ijzige kou, en de rails zagen die naar het kamp leiden, de treinen, de gaskamers en de resten, vroegen wij ons af hoe het in godsnaam vijf jaar kon duren, zonder dat de wereld heeftgereageerd.
Als men daar staat, wordt men klein. Ik besefte dat ik, als voorzitter van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen, als lid van dit Parlement en als lid van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen, een taak heb.
Wij hebben een taak om misdaden tegen de menselijkheid en misdaden tegen vrouwen in de wereld strafbaar te stellen. Wij moeten niet met de vinger wijzen naar die landen, maar wij moeten onze hand uitsteken en die landen helpen om die misdaden op te sporen en te bestraffen.
Ik hoop dat ik, zoals bij mijn vorige resolutie, ook hier op uw steun kan rekenen. We mogen onze ogen niet sluiten, we mogen niet met de vinger wijzen, maar moeten de hand reiken. Nooit zullen we moeten zeggen dat we het niet hebben geweten.
17.02 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mevrouw Vautmans, u hoeft niet ongerust te zijn. U krijgt ook hier onze volmondige steun voor uw resolutie.
Ik wil terloops een probleem signaleren omtrent de definitie van vrouwenmoorden die in de toelichting staat en de statistieken die worden gehanteerd.
In de toelichting geeft men officiële cijfers uit Mexico, Guatemala en El Salvador over het aantal vrouwen en meisjes dat het slachtoffer werd van moord. Volgens voetnoot 2 omvatten deze cijfers ook de slachtoffers van verkeersongevallen en brand. Ik vraag mij af waarom zoiets nodig is. Zijn de echte cijfers niet dramatisch genoeg?
Dat is iets wat ik trouwens herhaaldelijk tegenkom in cijfers die door vrouwenraden en door de vrouwenbeweging wordt verspreid. Men vindt de cijfers op zich niet dramatisch genoeg en men verruimt de definities om zodoende elk ongeval te kunnen klasseren als een discriminatie of, in dit geval, zelfs als een moord.
Ik vind dat het probleem op zich al ernstig genoeg is en dat men niet met een dergelijke onwetenschappelijke methode moet werken. Men minimaliseert daarmee alleen maar het probleem, en heel de problematiek van discriminatie ten opzichte van vrouwen riskeert niet ernstig te worden genomen.
Onze partij neemt de problemen in elk geval wel ernstig. Op dat vlak willen wij wat toevoegen aan deze resolutie. Men zegt in de eerste zin van de toelichting dat de resolutie kadert in de globale strategie om wereldwijd het geweld tegen vrouwen uit te bannen. Er is dan geen enkele logische reden om het beschikkend gedeelte van deze resolutie te beperken tot Mexico en Midden-Amerika, tenzij men gewoon de actualiteit – ondertussen al eventjes geleden – wil aannemen om de resolutie goed te keuren.
Dat zijn immers niet de enige landen waarmee ons land bilaterale akkoorden heeft gesloten en waar vrouwen willekeurig worden ontvoerd, mishandeld, verkracht en vermoord. Dat gebeurt ook in andere ontwikkelingslanden waar de overheid en het rechtssysteem niet bereid zijn of niet in staat zijn om in het algemeen maatschappelijk leven de meest elementaire mensenrechten te doen naleven.
Zoals we net hebben gehoord, gebeurt dat dus in Kameroen, in Oost-Congo waar de oorlog werd gebruikt als excuus om alle remmen los te gooien en vrouwen op de meest weerzinwekkende manier te behandelen, in Zuid-Afrika waar het aantal verkrachtingen in verhouding tot het bevolkingsaantal al decennialang het hoogste ter wereld is. Zo kunnen we nog even doorgaan.
Daarom hebben wij amendementen ingediend waarin wij, conform de bedoeling om in een globale strategie het geweld wereldwijd te bannen, de regering oproepen om in de bilaterale contacten die zij heeft met alle landen waar de rechtstaat faalt met betrekking tot geweld gepleegd op vrouwen, toe te zien op het naleven van internationale verdragen betreffende de mensenrechten, niet alleen met verklaringen op internationale fora, maar ook in de eigen binnenlandse praktijk.
Wat mij opvalt wanneer men het even nakijkt, is dat veel van de landen waarover wij hier spreken wel ondertekenaar zijn van al de nodige internationale verdragen uitgaande van de Verenigde Naties om geweld tegen vrouwen in te dijken en in te perken, maar blijkbaar wordt er buiten de handtekening van hen niets meer gevraagd door de internationale gemeenschap.
Onze amendementen willen dus die van de meerderheid versterken. Wij scharen ons unaniem achter deze resolutie.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De bespreking is gesloten.
La discussion est close.
* *
* * *
Ingediende
amendementen:
Amendements déposés:
Intitulé/Opschrift
• 1 – Alexandra Colen (1677/3)
Considérant/Considerans
C
• 2 – Alexandra Colen (1677/3)
Considérant/Considerans
H
• 3 – Alexandra Colen (1677/3)
Considérant/Considerans
M
• 4 – Alexandra Colen (1677/3)
Point/Punt 7
• 6 –
Alexandra Colen (1677/3)
Points/Punten
1-5
• 5 – Alexandra Colen (1677/3)
* *
* * *
De stemming over de amendementen wordt
aangehouden.
Le vote sur les amendements est réservé.
De stemming over de aangehouden amendementen en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.
Le vote sur les amendements réservés et sur l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.
18 Raad van State – Voordracht van een Franstalig staatsraad
18 Conseil d'État – Présentation d'un conseiller d'État francophone
De lijst van drie kandidaten voorgedragen door de Raad van State voor het ambt van Franstalig staatsraad werd u meegedeeld tijdens de plenaire vergadering van 8 januari 2009.
La liste de trois candidats présentée par le Conseil d'État pour la place de conseiller d'État francophone vous a été communiquée au cours de la séance plénière du 8 janvier 2009.
Aangezien de voordracht niet unaniem was, kon de Kamer van volksvertegenwoordigers, overeenkomstig artikel 70, § 1, lid 7, van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, binnen een termijn van ten hoogste dertig dagen vanaf de ontvangst van de mededeling van de voordracht, hetzij de door de Raad van State voorgedragen lijst bevestigen, hetzij een andere lijst met drie namen voordragen.
Étant donné que la présentation n'était pas unanime, la Chambre des représentants pouvait, conformément à l’article 70, § 1er, alinéa 7, des lois sur le Conseil d’État coordonnées le 12 janvier 1973, dans un délai ne pouvant dépasser trente jours à compter de la réception de la présentation, soit confirmer la liste présentée par le Conseil d’État, soit présenter une autre liste de trois noms.
Aangezien er geen opmerkingen zijn, wordt de door de Raad van State voorgedragen lijst als goedgekeurd beschouwd.
Vu qu'il n'y a pas d'observation, la liste présentée par le Conseil d'État est considérée comme adoptée par la Chambre.
19 Verzending van wetsvoorstellen naar een andere commissie
19 Renvoi de propositions de loi à une autre commission
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 4 februari 2009, stel ik u voor het wetsvoorstel van de heer Olivier Hamal en de dames Marie-Christine Marghem, Sabien Lahaye-Battheu en Carina Van Cauter, de heer Raf Terwingen en mevrouw Clotilde Nyssens tot wijziging van de artikelen 1344ter en 1344sexies van het Gerechtelijk Wetboek, teneinde de centra voor maatschappelijk welzijn de hun toebedeelde rol beter te laten spelen ingeval huurders hun woning worden uitgezet (nr. 648/1) te verwijzen naar de commissie voor de Justitie.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 4 février 2009, je vous propose de renvoyer à la commission de la Justice la proposition de loi de M. Olivier Hamal et Mmes Marie-Christine Marghem, Sabien Lahaye-Battheu et Carina Van Cauter, M. Raf Terwingen et Mme Clotilde Nyssens modifiant les articles 1344ter et 1344sexies du Code judiciaire afin d'améliorer le rôle dévolu aux centres publics d'action sociale en cas d'expulsion de locataires (n° 648/1).
Dit voorstel werd vroeger verzonden naar de
commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke
Hernieuwing.
Cette proposition avait été précédemment
renvoyée à la commission de la Santé publique, de l'Environnement et du
Renouveau de la Société.
Op aanvraag van de indiener en overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 4 februari 2009, stel ik u eveneens voor het voorstel van resolutie van de dames Maggie De Block en Yolande Avontroodt, de heer Mathias De Clercq en mevrouw Katia della Faille de Leverghem tot uitbreiding van de verfijnde inkomenstoets tot de categorieën 1 en 2 voor de integratietegemoetkoming en voor de inkomensvervangende tegemoetkomingen (nr. 1368/1) te verwijzen naar de commissie voor de Sociale Zaken, teneinde het aan de bespreking over voorstellen van hetzelfde onderwerp toe te voegen aan.
À la demande de l'auteur et conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 4 février 2009, je vous propose également de renvoyer à la commission des Affaires sociales la proposition de résolution de Mmes Maggie De Block et Yolande Avontroodt, M. Mathias De Clercq et Mme Katia della Faille de Leverghem étendant le contrôle des ressources affiné aux catégories 1 et 2 pour l'allocation d'intégration et pour les allocations de remplacement de revenus (n° 1368/1) afin de la joindre à la discussion de propositions sur le même objet.
Dit voorstel werd vroeger verzonden naar de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing.
Cette proposition avait été précédemment renvoyée à la commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
20 Inoverwegingneming van voorstellen
20
Prise en considération de propositions
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Ik stel u ook voor in overweging te nemen:
- het wetsvoorstel van de dames Muriel Gerkens, Tinne Van der Straeten en Zoé Genot tot regeling van de arbeidstijd van de gezondheidswerkers tijdens hun opleiding en tot wijziging van de arbeidswet van 16 maart 1971 (nr. 1795/1);
Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken;
- het voorstel van resolutie van mevrouw Véronique Salvi, de heer Georges Dallemagne en mevrouw Marie-Martine Schyns betreffende een verbetering van het palliatief zorgaanbod om het beter af te stemmen op de behoeften (nr. 1796/1).
Verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing.
Je vous propose également de prendre en considération:
- la proposition de loi de Mmes Muriel Gerkens, Tinne Van der Straeten et Zoé Genot visant à réglementer le temps de travail des professionnels de la santé durant leur formation et modifiant la loi du 16 mars 1971 sur le travail (n° 1795/1);
Renvoi à la commission des Affaires
sociales;
- la proposition de résolution de Mme Véronique Salvi, M. Georges Dallemagne et Mme Marie-Martine Schyns relative à une amélioration de l'offre de soins palliatifs en vue d'une meilleure adéquation aux besoins (n° 1796/1).
Renvoi à la commission de la Santé publique,
de l'Environnement et du Renouveau de la Société.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
20.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je demande l'urgence pour la proposition de loi n° 1795 qui a pour objectif de réglementer le temps de travail des candidats stagiaires médecins spécialistes. Il s'agit de la transposition d'une directive qui aurait déjà dû avoir eu lieu en 2004, je pense. À présent, nous disposons de tous les éléments pour pouvoir y procéder. Il y a urgence. Des inspections ont été effectuées dans les hôpitaux universitaires et il en ressort que des dérives ont été constatées. Dès lors, je souhaiterais que mes collègues soutiennent cette demande afin de nous permettre de travailler le plus vite possible.
Le président: Je demande à l'Assemblée de se prononcer par assis et levé au sujet de la demande d'urgence.
La demande d'urgence est rejetée par assis et levé.
Het urgentieverzoek wordt bij zitten en opstaan verworpen.
21 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Georges Gilkinet au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "la transposition en droit belge de la directive sur la libéralisation du marché postal" (n° 256)
21 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Georges Gilkinet tot de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn over de vrijmaking van de postmarkt" (nr. 256)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques du 26 janvier 2009.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven van 26 januari 2009.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 256/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Georges Gilkinet;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Ine Somers et M. Jean-Luc Crucke.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 256/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Georges Gilkinet;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Ine Somers en de heer Jean-Luc Crucke.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
21.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, chers collègues, la présente motion était déjà à l'ordre du jour de la séance précédente. Elle vise à remettre en question la façon dont l'État fédéral envisage la libéralisation du marché postal, dans le sens d'une meilleure protection de l'entreprise publique postale, de ses travailleurs et de tous nos concitoyens qui bénéficient de ses services. J'insiste sur le fait que cette motion propose des mesures de régulation sans coût budgétaire, au contraire, mais qui ont un coût politique, celui de refuser une libéralisation débridée et irréfléchie du marché postal.
Cette motion revêt une importance d'autant plus grande vu les mouvements sociaux existant actuellement au sein de La Poste mais aussi à l'annonce du retrait de la poste danoise de l'actionnariat de la poste belge. À défaut de l'avoir été pour les travailleurs de La Poste, cette privatisation de l'entreprise postale aura été une bonne affaire pour la poste danoise qui a empoché près de 200 millions d'euros en un peu plus de trois ans. Il est temps d'arrêter cette gabegie; c'est le sens du vote que je vous propose aujourd'hui. Je scruterai les bancs, y compris ceux de la majorité, pour constater si certains ajoutent à leurs discours militants sur la défense du service public et de ses travailleurs le courage d'un vote favorable à cette motion ou au moins d'une abstention.
Le président: Début du vote / Begin van de stemming.
Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?
Fin du vote / Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
86 |
Oui |
Nee |
52 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
141 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
(De heer
David Geerts heeft een stemafspraak met mevrouw Hilâl Yalçin)
21.02 Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik heb nee gestemd.
De voorzitter: U was verstrooid. Dat kan gebeuren. Het wordt genoteerd.
22 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Tinne Van der Straeten tot de minister van Klimaat en Energie over "de stijging van de distributietarieven" (nr. 260)
22 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Tinne Van der Straeten au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la hausse des tarifs de distribution" (n° 260)
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw van 27 januari 2009.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture du 27 janvier 2009.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 260/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Tinne Van der Straeten en de heer Philippe Henry;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Karine Lalieux en de heer Jean-Luc Crucke.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 260/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Tinne Van der Straeten et M. Philippe Henry;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Karine Lalieux et M. Jean-Luc Crucke.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
22.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, de kwestie van de distributietarieven is hier al verschillende keren aan bod gekomen, zijdelings in de plenaire vergadering, maar vooral in de commissie voor het Bedrijfsleven en de Energie, waar er hoorzittingen zijn geweest en waar nadien ruimte was voor vragen en interpellaties.
Wij hebben daar kunnen vaststellen, ten eerste, dat de distributietarieven zullen stijgen als de voorstellen die bij de CREG zijn ingediend, zouden worden goedgekeurd. Dat zou een niet onaanzienlijke stijging voor de consument betekenen, die in Wallonië tot dertig procent kan oplopen en te betalen door de consument.
Wij hebben, ten tweede, ook gezien dat er over en weer verwijten worden gemaakt, dat de CREG voorstellen heeft gedaan waarmee de distributiebeheerders het al dan niet eens waren en dat ook TestAankoop daartussen is gekomen. Uiteindelijk heeft de minister een aantal zaken gedaan die hij beter niet had gedaan, namelijk hij is creatief geweest in het KB. Dat is de rechtstreekse oorzaak van de distributietarieven.
Mijnheer de voorzitter, ik denk dat dit een zeer ongezonde situatie is. Mijn motie strekt ertoe de regering te vragen de hele procedure opnieuw te starten, opnieuw een consultatie te houden en opnieuw de betrokken actoren te consulteren, met de CREG samen te zitten en een nieuw voorstel van KB te maken, zodat de ruzie stopt en er eerlijke distributietarieven komen waarvoor de consument niet noodzakelijk teveel moet opdraaien.
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
87 |
Oui |
Nee |
52 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
23 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:
- mevrouw Sarah Smeyers tot de minister van Justitie over "de behandeling van naturalisatiedossiers door het parket" (nr. 266)
- de heer Jan Mortelmans tot de minister van Justitie over "de snel-Belg-wet in het algemeen en de behandeling van naturalisatiedossiers door de parketten in het bijzonder" (nr. 267)
23 Motions déposées en conclusion des interpellations de:
- Mme Sarah Smeyers au ministre de la Justice sur "le traitement des dossiers de naturalisation par le parquet" (n° 266)
- M. Jan Mortelmans au ministre de la Justice sur "la loi instaurant une procédure accélérée de naturalisation en général et le traitement des dossiers de naturalisation par les parquets en particulier" (n° 267)
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Justitie van 27 januari 2009.
Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission de la Justice du 27 janvier 2009.
Drie moties werden ingediend (MOT nr. 266/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Jan Mortelmans en Bert Schoofs;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Sarah Smeyers;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Carina Van Cauter en de heer Raf Terwingen.
Trois motions ont été déposées (MOT n° 266/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par MM. Jan Mortelmans et Bert Schoofs;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme. Sarah Smeyers;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Carina Van Cauter et M. Raf Terwingen.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
23.01 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het antwoord van de minister was teleurstellend, maar ook voorspelbaar. Ze zei dat in het regeerakkoord staat dat de wetgeving moet worden aangepast en dat ze hoopt dat ze de zaak op korte termijn zal kunnen behandelen. Wat heeft de minister daarmee in werkelijkheid gezegd? Dat de PS beslist of er een wijziging komt. Met andere woorden, ze komt er niet of het zal in geen geval een verstrengen zijn. Daarom hoop ik dat de Kamer tegen de eenvoudige motie stemt, zodat we over de motie van aanbeveling kunnen stemmen om de snel-Belgwet drastisch aan te pakken.
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
88 |
Oui |
Nee |
51 |
Non |
Onthoudingen |
2 |
Abstentions |
Totaal |
141 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
24 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:
- de heer Ben Weyts tot de minister van Binnenlandse Zaken over "de organisatie van de Vlaamse en Europese verkiezingen en het standpunt van de Vlaamse regering inzake het niet optreden tegen boycottende burgemeesters" (nr. 258)
- de heer Bart Laeremans tot de minister van Binnenlandse zaken over "de organisatie van de Europese verkiezingen en van de regionale verkiezingen" (nr. 270)
24 Motions déposées en conclusion des interpellations de:
- M. Ben Weyts au ministre de l'Intérieur sur "l'organisation des élections flamandes et européennes et le point de vue du gouvernement flamand en ce qui concerne l'absence d'intervention contre les bourgmestres qui les boycottent" (n° 258)
- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur "l'organisation des élections européennes et régionales" (n° 270)
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 27 januari 2009.
Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique du 27 janvier 2009.
Drie moties werden ingediend (MOT nr. 258/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Linda Vissers en de heer Bart Laeremans;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Ben Weyts;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Jacqueline Galant en Sofie Staelraeve en de heren Josy Arens, Xavier Baeselen en André Frédéric.
Trois motions ont été déposées (MOT n° 258/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par Mme Linda Vissers et M. Bart Laeremans;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Ben Weyts;
- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Jacqueline Galant et Sofie Staelraeve et MM. Josy Arens, Xavier Baeselen et André Frédéric.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration
avant le vote?
24.01 Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijn motie is de gematigdheid zelve. In die motie roept het Parlement de regering op om geen juridische acties of sancties van welke aard dan ook te ondernemen tegen de burgemeesters die de Europese verkiezingen boycotten vanwege de niet-splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde.
Dat is de gematigdheid zelve. Dat is slechts het herhalen van een engagement dat is aangegaan door open Vld, CD&V en andere partijen in het Vlaams Parlement en in de Vlaamse regering. Het is misschien nuttig om vandaag dat engagement te herbevestigen? Vandaag heeft de Europese Commissie blijkbaar bepaalde vragen gesteld omtrent de boycot van de verkiezingen. Het zou dus nuttig zijn dat de Vlaamse partijen dit engagement nog eens herbevestigen.
Deze motie biedt hun daartoe de kans, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
87 |
Oui |
Nee |
52 |
Non |
Onthoudingen |
2 |
Abstentions |
Totaal |
141 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
25 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Filip De Man tot de minister van Binnenlandse Zaken over "de federale politiedotatie" (nr. 264)
25 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Filip De Man au ministre de l'Intérieur sur "la dotation de la police fédérale" (n° 264)
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 27 januari 2009.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique du 27 janvier 2009.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 264/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Linda Vissers en de heren Filip De Man en Bruno Stevenheydens;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Denis Ducarme en André Frédéric.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 264/1):
- une motion de recommandation a été
déposée par Mme Linda Vissers et MM. Filip De Man et Bruno Stevenheydens;
- une motion pure et simple a été déposée par MM. Denis Ducarme et André Frédéric.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
25.01 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het gaat om een materie die u niet onbekend is in uw vorige functie van minister van Binnenlandse Zaken.
Wat is het geval? Jaarlijks wordt 700 miljoen uitgedeeld aan de bijna 200 politiezones in dit land. Daarvan krijgt Vlaanderen met toch 60% van de bevolking minder dan 50%. Ik heb daarover uw voorganger Duquesne geïnterpelleerd. Ik heb u daarover verschillende keren geïnterpelleerd, zoals u zich zult herinneren. U hebt toen beloofd een studie te laten uitvoeren.
Ik heb uw opvolger gevraagd hoe het zit met de studie. Welnu, de studie zal worden voortgezet. Al die jaren sedert de federale politie bestaat, zijn de Vlaamse politiezones om en bij de 400 miljoen euro misgelopen door de zeer oneerlijke verdeling van de federale politiedotatie.
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
88 |
Oui |
Nee |
50 |
Non |
Onthoudingen |
2 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
25.02 Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik ben vergeten te stemmen.
De voorzitter: U bent vergeten te stemmen? En wat had u willen doen?
25.03
Hans Bonte (sp.a): (…)
De voorzitter: De heer Bonte heeft rood gestemd.
26 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:
- de heer Patrick De Groote tot de minister van Landsverdediging over "gebruik militair vliegtuig door een senator" (nr. 262)
- de heer David Geerts tot de minister van Landsverdediging over "gebruik van een militair vliegtuig door een senator" (nr. 263)
26 Motions déposées en conclusion des interpellations de:
- M. Patrick De Groote au ministre de la Défense sur "l'utilisation d'un avion militaire par un sénateur" (n° 262)
- M. David Geerts au ministre de la Défense sur "l'utilisation d'un avion militaire par un sénateur" (n° 263)
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Landsverdediging van 28 januari 2009.
Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission de la Défense nationale du 28 janvier 2009.
Drie moties werden ingediend (MOT nr. 262/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Patrick De Groote;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer David Geerts;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Ingrid Claes en Brigitte Wiaux.
Trois motions ont été déposées (MOT n° 262/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par M. Patrick De Groote;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. David Geerts;
- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Ingrid Claes et Brigitte Wiaux.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
26.01 David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega’s, zoals u wellicht weet, ben ik zelf geadopteerd. Je hoort dat ondertussen aan mijn Kempense klanken. Ik richt mij met deze motie vooral naar mijn collega’s van de CD&V.
Ik spreek mij niet uit over de grond van de zaak. U hebt dat zelf allemaal gedaan in de krant. Ik spreek mij wel uit over de bocht van minister De Crem waarover ik mij eigenlijk verheug. Het gaat om een bocht van 180 graden. Daar waar hij vroeger zei dat Defensie geen humanitair agentschap is, heeft hij nu blijk gegeven van het feit dat Defensie dit wel degelijk kan.
Collega’s, het probleem is wel dat Defensie niet enkel voor CD&V-mandatarissen een humanitair agentschap mag zijn. Om die reden heb ik een motie neergelegd om dit te objectiveren. Ik denk dat jullie de eersten zullen zijn om dit goed te keuren zodat alle kandidaat-adoptieouders gebruik kunnen maken van een zelfde voordeel als dat waarover CD&V-mandatarissen kunnen beschikken. Ik reken dan ook op jullie steun.
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
83 |
Oui |
Nee |
54 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
27 Wetsontwerp tot opheffing van de wet van 11 april 1936 waarbij de regering gemachtigd wordt het binnenbrengen in België van sommige vreemde publicaties te verbieden (1284/4)
27 Projet de loi abrogeant la loi du 11 avril 1936 permettant au gouvernement d'interdire l'entrée en Belgique de certaines publications étrangères (1284/4)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
141 |
Oui |
Nee |
1 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
Dienvolgens neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Aangezien het geamendeerd is zal het aan de Senaat worden teruggezonden. (1284/5)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Comme celui-ci a été amendé, il sera renvoyé au Sénat. (1284/5)
28 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 12bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (1695/1)
28 Projet de loi modifiant l'article 12bis de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers (1695/1)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8) |
||
Ja |
113 |
Oui |
Nee |
28 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
141 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1695/3)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1695/3)
29 Amendements réservés de la proposition de résolution relative à la campagne contre le "repassage des seins" dans les pays en développement (743/1-4)
29 Aangehouden amendementen van het voorstel van resolutie betreffende de campagne tegen "het strijken van borsten" in ontwikkelingslanden (743/1-4)
Vote sur l'amendement n° 1 de Alexandra Colen
au considérant F.(743/4)
Stemming over amendement nr. 1 van Alexandra
Colen op considerans F.(743/4)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
29 |
Oui |
Nee |
110 |
Non |
Onthoudingen |
2 |
Abstentions |
Totaal |
141 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
29.01 Maya Detiège (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik heb daarnet in mijn uiteenzetting verdedigd waarom de amendementen van het Vlaams Belang niet mochten worden goedgekeurd. Ik zou dus mijn stemgedrag willen aanpassen en rood stemmen.
De voorzitter: Mevrouw Detiège stemt dus rood.
Vote sur l'amendement n° 2 de Alexandra Colen
aux points 1-3.(743/4)
Stemming over amendement nr. 2 van Alexandra
Colen op punten 1-3.(743/4)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
(Stemming/vote 9)
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
30 Ensemble de la proposition de résolution relative à la campagne contre le "repassage des seins" dans les pays en développement (743/1)
30 Geheel van het voorstel van resolutie betreffende de campagne tegen "het strijken van borsten" in ontwikkelingslanden (743/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||
Ja |
141 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
141 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (743/5)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (743/5)
31 Aangehouden amendementen van het voorstel van resolutie betreffende vrouwenmoorden in Midden-Amerika en Mexico (1677/1-3)
31 Amendements réservés de la proposition de résolution relative aux féminicides en Amérique centrale et au Mexique (1677/1-3)
Stemming over amendement nr. 1 van Alexandra
Colen op het opschrift.(1677/3)
Vote sur l'amendement n° 1 de Alexandra Colen à
l’intitulé.(1677/3)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 11) |
||
Ja |
27 |
Oui |
Nee |
110 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
138 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
31.01 Florence Reuter (MR): Monsieur le président, je me suis trompée. Je voulais voter non.
31.02 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, je voulais voter non.
31.03 Katia della Faille de Leverghem (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw Staelraeve en ik hebben een seconde te laat op de rode knop gedrukt. Wij hebben dus ook neen gestemd.
De voorzitter: Collega’s mag ik tijdens de stemmingen toch wat meer aandacht en concentratievermogen vragen?
Stemming over amendement nr. 2 van Alexandra
Colen op considerans C.(1677/3)
Vote sur l'amendement n° 2 de Alexandra Colen
au considérant C.(1677/3)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 12) |
||
Ja |
27 |
Oui |
Nee |
115 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 3 van Alexandra
Colen op considerans H.(1677/3)
Vote sur l'amendement n° 3 de Alexandra Colen
au considérant H.(1677/3)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 12)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 4 van Alexandra
Colen op considerans M.(1677/3)
Vote sur l'amendement n° 4 de Alexandra Colen
au considérant M.(1677/3)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 12)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 5 van Alexandra
Colen tot invoeging van punten 1 tot 5.(1677/3)
Vote sur l'amendement n° 5 de Alexandra Colen
tendant à insérer les points 1 à 5.(1677/3)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 12)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 6 van Alexandra
Colen op punt 7.(1677/3)
Vote sur l'amendement n° 6 de Alexandra Colen
au point 7.(1677/3)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 12)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
32 Geheel van het voorstel van resolutie betreffende vrouwenmoorden in Midden-Amerika en Mexico (1677/1)
32 Ensemble de la proposition de résolution relative aux féminicides en Amérique centrale et au Mexique (1677/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 13) |
||
Ja |
141 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
141 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie unaniem aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1677/4)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution à l’unanimité. Il en sera donné connaissance au
gouvernement. (1677/4)
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 12 februari 2009 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le le jeudi 12 février 2009 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 17.47 uur.
La séance est levée à 17.47 heures.
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 52 PLEN 081 bijlage. |
L'annexe
est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 52 PLEN 081
annexe. |
Detail van de naamstemmingen |
|
|
|
Naamstemming
- Vote nominatif: 001
Ja |
086 |
Oui |
Arens,
Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Brotcorne, Burgeon, Claes,
Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Crucke, Daems, Dallemagne, De Block, De Bue,
De Croo, della Faille de Leverghem, Déom, De Permentier, De Schamphelaere,
Deseyn, Destrebecq, Dewael, Dierick, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme Denis,
Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, George, Giet, Goutry, Hamal,
Jadin, Jeholet, Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte,
Lejeune, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Nyssens, Otlet,
Partyka, Pécriaux, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz, Schyns, Somers, Somers,
Staelraeve, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Van Biesen,
Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van der Auwera,
Vandeurzen, Van Grootenbrulle, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten,
Versnick, Vervotte, Wiaux
Nee |
052 |
Non |
Almaci,
Annemans, Bonte, Boulet, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De
Groote, De Maght, De Man, De Rammelaere, Detiège, De Vriendt, De Wever,
D'haeseleer, Douifi, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Jambon, Kitir,
Laeremans, Lahssaini, Landuyt, Logghe, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters,
Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Stevenheydens, Tobback, Valkeniers, Van
Broeckhoven, Van den Bossche, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van
de Velde, Van Hecke, Van Noppen, Vanvelthoven, Vijnck, Vissers, Werbrouck,
Weyts
Onthoudingen |
003 |
Abstentions |
Dieu, Geerts,
Perpète
Naamstemming
- Vote nominatif: 002
Ja |
087 |
Oui |
Arens,
Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Brotcorne, Burgeon, Claes,
Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Crucke, Daems, Dallemagne, De Block, De Bue,
De Croo, della Faille de Leverghem, Déom, De Permentier, De Schamphelaere,
Deseyn, Destrebecq, Dewael, Dierick, Dieu, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme
Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, George, Giet, Goutry,
Hamal, Jadin, Jeholet, Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux,
Lecomte, Lejeune, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle,
Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schyns,
Somers, Somers, Staelraeve, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Uyttersprot, Van
Biesen, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van der Auwera,
Vandeurzen, Van Grootenbrulle, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten,
Versnick, Vervotte, Wiaux
Nee |
052 |
Non |
Almaci,
Annemans, Bonte, Boulet, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De
Groote, De Maght, De Man, De Rammelaere, Detiège, De Vriendt, De Wever,
D'haeseleer, Douifi, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Jambon, Kitir,
Laeremans, Lahssaini, Landuyt, Logghe, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters,
Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Stevenheydens, Tobback, Tuybens,
Valkeniers, Van Broeckhoven, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van
de Velde, Van Hecke, Van Noppen, Vanvelthoven, Vijnck, Vissers, Werbrouck,
Weyts
Onthoudingen |
003 |
Abstentions |
Geerts,
Schiltz, Van den Bossche
Naamstemming
- Vote nominatif: 003
Ja |
088 |
Oui |
Arens,
Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval,
Coëme, Collard, Cornil, Crucke, Daems, Dallemagne, De Block, De Bue, De Croo,
della Faille de Leverghem, Déom, De Permentier, De Schamphelaere, Deseyn,
Destrebecq, Dewael, Dierick, Dieu, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme Denis,
Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, George, Giet, Goutry, Hamal,
Jadin, Jeholet, Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte,
Lejeune, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Nyssens,
Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz, Schyns,
Somers, Somers, Staelraeve, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Uyttersprot, Van
Biesen, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van der Auwera,
Vandeurzen, Van Grootenbrulle, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten,
Versnick, Vervotte, Wiaux
Nee |
051 |
Non |
Almaci,
Annemans, Bonte, Boulet, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De
Groote, De Maght, De Man, De Rammelaere, Detiège, De Vriendt, De Wever,
D'haeseleer, Douifi, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Jambon, Kitir,
Laeremans, Lahssaini, Landuyt, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters, Sevenhans,
Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Stevenheydens, Tobback, Tuybens, Valkeniers, Van
Broeckhoven, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van
Hecke, Van Noppen, Vanvelthoven, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Weyts
Onthoudingen |
002 |
Abstentions |
Geerts, Van
den Bossche
Naamstemming
- Vote nominatif: 004
Ja |
087 |
Oui |
Arens,
Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Brotcorne, Burgeon, Claes,
Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Crucke, Daems, Dallemagne, De Block, De Bue,
De Croo, della Faille de Leverghem, Déom, De Permentier, De Schamphelaere,
Deseyn, Destrebecq, Dewael, Dierick, Dieu, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme Denis,
Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, George, Giet, Goutry, Hamal,
Jadin, Jeholet, Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte,
Lejeune, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Nyssens,
Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz, Schyns,
Somers, Somers, Staelraeve, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Uyttersprot, Van
Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van der Auwera, Vandeurzen,
Van Grootenbrulle, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick,
Vervotte, Wiaux
Nee |
052 |
Non |
Almaci,
Annemans, Bonte, Boulet, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De
Groote, De Maght, De Man, De Rammelaere, Detiège, De Vriendt, De Wever,
D'haeseleer, Douifi, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Jambon, Kitir,
Laeremans, Lahssaini, Landuyt, Logghe, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters,
Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Stevenheydens, Tobback, Tuybens,
Valkeniers, Van Broeckhoven, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van
de Velde, Van Hecke, Van Noppen, Vanvelthoven, Vijnck, Vissers, Werbrouck,
Weyts
Onthoudingen |
002 |
Abstentions |
Geerts, Van
den Bossche
Naamstemming
- Vote nominatif: 005
Ja |
088 |
Oui |
Arens,
Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Brotcorne, Burgeon, Claes,
Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Crucke, Daems, Dallemagne, De Block, De Bue,
De Croo, della Faille de Leverghem, Déom, De Permentier, De Schamphelaere,
Deseyn, Destrebecq, Dewael, Dierick, Dieu, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme
Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, George, Giet, Goutry,
Hamal, Jadin, Jeholet, Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux,
Lecomte, Lejeune, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Nyssens,
Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz, Schyns,
Somers, Somers, Staelraeve, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Uyttersprot, Van
Biesen, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van der Auwera,
Vandeurzen, Van Grootenbrulle, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten,
Versnick, Vervotte, Wiaux
Nee |
050 |
Non |
Almaci,
Annemans, Boulet, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Groote, De
Maght, De Man, De Rammelaere, Detiège, De Vriendt, De Wever, D'haeseleer,
Douifi, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Jambon, Laeremans,
Lahssaini, Landuyt, Logghe, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters, Sevenhans,
Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Stevenheydens, Tobback, Tuybens, Valkeniers, Van
Broeckhoven, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van
Hecke, Van Noppen, Vanvelthoven, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Weyts
Onthoudingen |
002 |
Abstentions |
Geerts, Van
den Bossche
Naamstemming
- Vote nominatif: 006
Ja |
083 |
Oui |
Arens,
Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Brotcorne, Burgeon, Claes,
Coëme, Collard, Cornil, Crucke, Daems, Dallemagne, De Block, De Bue, De Croo,
della Faille de Leverghem, Déom, De Permentier, De Schamphelaere, Deseyn,
Destrebecq, Dewael, Dierick, Dieu, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme Denis,
Eerdekens, Frédéric, Galant, George, Giet, Goutry, Hamal, Jadin, Jeholet,
Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune,
Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Nyssens, Otlet,
Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Salvi, Schiltz, Schyns, Somers, Somers,
Staelraeve, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Uyttersprot, Van Campenhout, Van
Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van der Auwera, Vandeurzen, Van
Grootenbrulle, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick,
Vervotte, Wiaux
Nee |
054 |
Non |
Almaci,
Annemans, Bonte, Boulet, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De
Groote, De Maght, De Man, De Rammelaere, Detiège, De Vriendt, De Wever,
D'haeseleer, Douifi, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry,
Jambon, Kitir, Laeremans, Lahssaini, Landuyt, Logghe, Mortelmans, Nollet, Pas,
Peeters, Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Stevenheydens, Tobback,
Tuybens, Valkeniers, Van Broeckhoven, Van den Bossche, Vandenhove, Van der
Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Hecke, Van Noppen, Vanvelthoven,
Vijnck, Vissers, Werbrouck, Weyts
Onthoudingen |
003 |
Abstentions |
Clarinval,
Flahaut, Flahaux
Naamstemming
- Vote nominatif: 007
Ja |
141 |
Oui |
Almaci,
Annemans, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bonte,
Boulet, Brotcorne, Bultinck, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Colen, Collard,
Cornil, Crucke, Daems, Dallemagne, De Block, De Bont, De Bue, De Croo,
Dedecker, De Groote, della Faille de Leverghem, De Maght, De Man, Déom, De
Permentier, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, Detiège, De
Vriendt, Dewael, De Wever, D'haeseleer, Dierick, Dieu, Doomst, Douifi, Ducarme
Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, Geerts,
Genot, George, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goutry, Goyvaerts, Hamal, Henry, Jadin,
Jambon, Jeholet, Kindermans, Kitir, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lahssaini,
Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Logghe, Maingain, Marghem,
Mathot, Mayeur, Moriau, Mortelmans, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet,
Partyka, Pas, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz,
Schyns, Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Somers, Somers, Staelraeve,
Stevenheydens, Terwingen, Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot,
Valkeniers, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele,
Van den Bergh, Van den Bossche, Vandenhove, Van der Auwera, Van der Maelen, Van
der Straeten, Vandeurzen, Van de Velde, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Van
Noppen, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick,
Vervotte, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Weyts, Wiaux
Nee |
001 |
Non |
Cocriamont
Onthoudingen |
000 |
Abstentions |
Naamstemming
- Vote nominatif: 008
Ja |
113 |
Oui |
Almaci,
Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bonte, Boulet,
Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Crucke, Daems,
Dallemagne, De Block, De Bue, De Croo, della Faille de Leverghem, Déom, De
Permentier, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, Detiège, De Vriendt, Dewael,
Dierick, Dieu, Doomst, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens,
Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, George, Gerkens, Giet,
Gilkinet, Goutry, Hamal, Henry, Jadin, Jeholet, Kindermans, Kitir,
Lahaye-Battheu, Lahssaini, Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune,
Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens,
Otlet, Partyka, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz,
Schyns, Snoy et d'Oppuers, Somers, Somers, Staelraeve, Terwingen, Thiébaut,
Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van
Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Vandenhove,
Van der Maelen, Van der Straeten, Vandeurzen, Van Grootenbrulle, Van Hecke,
Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick,
Vervotte, Wiaux
Nee |
028 |
Non |
Annemans,
Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Groote, De Maght, De Man, De
Rammelaere, De Wever, D'haeseleer, Goyvaerts, Jambon, Laeremans, Logghe,
Mortelmans, Pas, Sevenhans, Smeyers, Stevenheydens, Valkeniers, Van de Velde,
Van Noppen, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Weyts
Onthoudingen |
000 |
Abstentions |
Naamstemming
- Vote nominatif: 009
Ja |
029 |
Oui |
Annemans,
Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Groote, De Maght, De Man, De
Rammelaere, De Wever, D'haeseleer, Doomst, Goyvaerts, Jambon, Laeremans,
Logghe, Mortelmans, Pas, Sevenhans, Smeyers, Stevenheydens, Valkeniers, Van de
Velde, Van Noppen, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Weyts
Nee |
110 |
Non |
Almaci,
Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bonte, Boulet,
Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Crucke, Daems,
Dallemagne, De Block, De Bue, De Croo, della Faille de Leverghem, Déom, De
Permentier, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, De Vriendt, Dewael, Dierick,
Dieu, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux,
Frédéric, Galant, Geerts, George, Gerkens, Giet, Gilkinet, Hamal, Henry, Jadin,
Jeholet, Kindermans, Kitir, Lahaye-Battheu, Lahssaini, Lalieux, Lambert,
Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau,
Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Peeters, Perpète,
Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz, Schyns, Snoy et d'Oppuers, Somers, Somers,
Staelraeve, Terwingen, Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Van
Biesen, Van Broeckhoven, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh,
Van den Bossche, Vandenhove, Van der Auwera, Van der Maelen, Van der Straeten,
Vandeurzen, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer,
Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Vervotte, Wiaux
Onthoudingen |
002 |
Abstentions |
Detiège,
Goutry
Naamstemming
- Vote nominatif: 010
Ja |
141 |
Oui |
Almaci,
Annemans, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bonte,
Boulet, Brotcorne, Bultinck, Burgeon, Claes, Clarinval, Cocriamont, Coëme,
Colen, Collard, Cornil, Crucke, Daems, Dallemagne, De Block, De Bont, De Bue,
De Croo, Dedecker, De Groote, della Faille de Leverghem, De Maght, De Man,
Déom, De Permentier, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq,
Detiège, De Vriendt, Dewael, De Wever, D'haeseleer, Dierick, Dieu, Doomst,
Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric,
Galant, Geerts, Genot, George, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goutry, Goyvaerts,
Hamal, Henry, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Kitir, Laeremans, Lahaye-Battheu,
Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Logghe, Maingain, Marghem,
Mathot, Mayeur, Moriau, Mortelmans, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet,
Partyka, Pas, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz,
Schyns, Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Somers, Somers, Staelraeve,
Stevenheydens, Terwingen, Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot,
Valkeniers, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele,
Van den Bergh, Van den Bossche, Vandenhove, Van der Auwera, Van der Maelen, Van
der Straeten, Vandeurzen, Van de Velde, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Van
Noppen, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick,
Vervotte, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Weyts, Wiaux
Nee |
000 |
Non |
Onthoudingen |
000 |
Abstentions |
Naamstemming
- Vote nominatif: 011
Ja |
027 |
Oui |
Annemans,
Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Groote, De Man, De
Rammelaere, De Wever, D'haeseleer, Goyvaerts, Jambon, Laeremans, Logghe,
Mortelmans, Pas, Sevenhans, Smeyers, Stevenheydens, Valkeniers, Van de Velde,
Van Noppen, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Weyts
Nee |
110 |
Non |
Almaci,
Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bonte, Boulet,
Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Crucke, Daems,
Dallemagne, De Block, De Bue, De Croo, De Maght, Déom, De Permentier, De
Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, Detiège, De Vriendt, Dewael, Dierick, Dieu,
Doomst, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux,
Frédéric, Galant, Geerts, Genot, George, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goutry,
Hamal, Henry, Jadin, Jeholet, Kindermans, Kitir, Lahaye-Battheu, Lahssaini,
Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lejeune, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau,
Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Peeters, Perpète,
Prévot, Schiltz, Schyns, Snoy et d'Oppuers, Somers, Somers, Terwingen,
Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Van Biesen, Van
Broeckhoven, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den
Bossche, Vandenhove, Van der Auwera, Van der Maelen, Van der Straeten,
Vandeurzen, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer,
Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Vervotte, Wiaux
Onthoudingen |
001 |
Abstentions |
Lecomte
Naamstemming
- Vote nominatif: 012
Ja |
027 |
Oui |
Annemans,
Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Groote, De Man, De
Rammelaere, De Wever, D'haeseleer, Goyvaerts, Jambon, Laeremans, Logghe,
Mortelmans, Pas, Sevenhans, Smeyers, Stevenheydens, Valkeniers, Van de Velde,
Van Noppen, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Weyts
Nee |
115 |
Non |
Almaci,
Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bonte, Boulet,
Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Crucke, Daems,
Dallemagne, De Block, De Bue, De Croo, della Faille de Leverghem, De Maght,
Déom, De Permentier, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, Detiège, De Vriendt,
Dewael, Dierick, Dieu, Doomst, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis,
Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, George, Gerkens,
Giet, Gilkinet, Goutry, Hamal, Henry, Jadin, Jeholet, Kindermans, Kitir,
Lahaye-Battheu, Lahssaini, Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune,
Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens,
Otlet, Partyka, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz,
Schyns, Snoy et d'Oppuers, Somers, Somers, Staelraeve, Terwingen, Thiébaut,
Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van
Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Vandenhove,
Van der Auwera, Van der Maelen, Van der Straeten, Vandeurzen, Van
Grootenbrulle, Van Hecke, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen,
Verherstraeten, Versnick, Vervotte, Wiaux
Onthoudingen |
000 |
Abstentions |
Naamstemming
- Vote nominatif: 013
Ja |
141 |
Oui |
Almaci,
Annemans, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bonte,
Boulet, Brotcorne, Bultinck, Burgeon, Claes, Clarinval, Cocriamont, Coëme,
Colen, Collard, Cornil, Crucke, Daems, Dallemagne, De Block, De Bont, De Bue,
De Croo, Dedecker, De Groote, della Faille de Leverghem, De Maght, De Man,
Déom, De Permentier, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, Detiège,
De Vriendt, Dewael, De Wever, D'haeseleer, Dierick, Dieu, Doomst, Douifi,
Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant,
Geerts, Genot, George, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goutry, Goyvaerts, Hamal,
Henry, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Kitir, Laeremans, Lahaye-Battheu,
Lahssaini, Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Logghe,
Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Mortelmans, Musin, Muylle, Nollet,
Nyssens, Otlet, Partyka, Pas, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter,
Salvi, Schiltz, Schyns, Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Somers, Somers,
Staelraeve, Stevenheydens, Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot,
Valkeniers, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele,
Van den Bergh, Van den Bossche, Vandenhove, Van der Auwera, Van der Maelen, Van
der Straeten, Vandeurzen, Van de Velde, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Van
Noppen, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick,
Vervotte, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Weyts, Wiaux
Nee |
000 |
Non |
Onthoudingen |
000 |
Abstentions |