Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

donderdag 13 november 2008

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

jeudi 13 novembre 2008

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.16 uur en voorgezeten door de heer Herman Van Rompuy.

La séance est ouverte à 14.16 heures et présidée par M. Herman Van Rompuy.

 

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:

Yves Leterme.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Linda Vissers, Hilâl Yalçin, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;

Mia De Schamphelaere, Sabien Lahaye-Battheu, Clotilde Nyssens, Katrien Schryvers, Marie-Christine Marghem, Thierry Giet, Bruno Stevenheydens, Renaat Landuyt, Stefaan Van Hecke, Florence Reuter, met zending buitenslands / en mission à l'étranger;

Mathias De Clercq, verhinderd / empêché;

Ludo Van Campenhout, buitenslands / à l'étranger.

 

Vragen

Questions

 

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Jean-Marc Nollet aan de eerste minister over "de verklaringen van Europees commissaris Kroes" (nr. P0540)

- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister over "de verklaringen van Europees commissaris Kroes" (nr. P0541)

- de heer Peter Vanvelthoven aan de eerste minister over "de verklaringen van Europees commissaris Kroes" (nr. P0542)

- de heer Robert Van de Velde aan de eerste minister over "de verklaringen van Europees commissaris Kroes" (nr. P0543)

01 Questions jointes de

- M. Jean-Marc Nollet au premier ministre sur "les déclarations de la commissaire européenne, Mme Kroes" (n° P0540)

- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "les déclarations de la commissaire européenne, Mme Kroes" (n° P0541)

- M. Peter Vanvelthoven au premier ministre sur "les déclarations de la commissaire européenne, Mme Kroes" (n° P0542)

- M. Robert Van de Velde au premier ministre sur "les déclarations de la commissaire européenne, Mme Kroes" (n° P0543)

 

01.01  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, on a rarement vu un conflit aussi ouvert, des accusations aussi graves et des termes aussi vifs entre un premier ministre en exercice et une commissaire européenne.

 

Monsieur le premier ministre, ma question est toute simple. Pourquoi avoir déclaré que la commissaire Neelie Kroes, son cabinet, ses collaborateurs et son entourage étaient injoignables le dernier week-end du mois de septembre lors du début des négociations autour du dossier Fortis alors que, manifestement, les uns comme les autres étaient parfaitement joignables? La commissaire a d'ailleurs précisé qu'elle possédait deux gsm et que ses collaborateurs ont planché tout le week-end dans leurs bureaux.

 

Monsieur le premier ministre, comptez-vous à nouveau dire que nous ne vous avons pas bien compris et que la presse a déformé vos propos? Cette fois-ci, il y a des images et du son. Vous ne pourrez pas vous débiner derrière ce genre d'excuse trop souvent utilisée. Une fois de plus, monsieur le premier ministre, vous avez décrédibilisé notre pays vis-à-vis de l'étranger et sur la scène internationale. Nos entreprises et nos citoyens le paieront cash!

 

Ce n'est pas pour rien qu'au moment même où elle ironisait sur le fait que vous aviez menti, la commissaire a aussi rappelé que vous n'aviez toujours pas répondu à leur demande. Or, il s'agit d'une transmission basique d'informations relatives à cette opération Fortis qui pose manifestement beaucoup de questions pas uniquement au niveau du parlement et des citoyens qui se demandent pourquoi vous avez démantelé cette banque mais également auprès de la Commission européenne qui attend de vous une série d'informations. C'est aussi à ce sujet que je voulais vous interroger.

 

01.02  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste minister, als er extra argumenten moeten worden gevonden om u te zeggen dat u uw meerderheid zou moeten vragen om niet langer een parlementaire onderzoekscommissie met de nodige bevoegdheden te blokkeren, dan komt het argument-Kroes er nog eens bij.

 

Het argument-Kroes is niet het enige wat ons deze week noopt tot de vraag wat Leterme bezielt. Dat is trouwens een vraag die in de publieke opinie in Vlaanderen al een tijdje wordt gesteld, maar deze week zijn er in het dossier van uw paradepaardje – uw bankoperatie die u probeert uit te werken en te presenteren als datgene wat het grote verschil zal maken met de totale besluiteloosheid van uw regering –, drie hoeken van waaruit wordt gevraagd wat u eigenlijk bezielt.

 

De eerste hoek is mevrouw Kroes. Mijnheer de voorzitter, u zult mij verontschuldigen – het woord komt niet van mij – dat ik het onparlementaire woord “liegen” hier laat noteren. Het woord komt van Kroes. Dat is een merkwaardig incident. Het is nog nooit vertoond tussen een eerste minister en een Europese commissaris. Wat heeft u daarin bezield, mijnheer de eerste minister? Zij waren daar wel. Dat is ontegensprekelijk. Als u dus probeert uit te leggen dat u die meldingsplicht hebt verzuimd omdat u hen niet kon bereiken, dan is er geen twijfel mogelijk. U liegt op dat ogenblik. Ik mag het zelf niet zeggen, maar mevrouw Kroes heeft wel gelijk als zij dat woord gebruikt. Wat heeft u bezield?

 

Ook in de rechtszaal van het proces vraagt men zich nu af: wat u heeft bezield. BNP Parisbas stelde daar gisteren de vraag wat die man bezielde om te zeggen dat Fortis twee millimeter van het faillissement stond, terwijl dat gewoon niet waar is. Wat kon hem inspireren om dat zomaar te zeggen?

 

Mijnheer de eerste minister, niet alleen de kleine aandeelhouder en de kleine spaarder die u probeert te redden in het beeld dat u tracht te creëren van de held Leterme, de redder van de banken in Vlaanderen, maar ook de Open Vld is blijkbaar gisteren voor de eerste keer on the record komen zeggen dat zij het niet eens zijn met de BNP Parisbasoperatie. Karel De Gucht heeft, in het vuur van zijn betoog, toen hij probeerde zichzelf en zijn Mireille te redden, on the record verklaard dat de Open Vld het er niet mee eens was en het er nog niet mee eens is, maar dat men zich wegens “les besoins de la cause” bij de consensus van de regering heeft aangesloten.

 

U staat daar dus nu niet alleen ontbloot door mevrouw Kroes en BNP Parisbas zelf, maar ook door uw enige Vlaamse coalitiepartner. Mijn terechte vraag is dus wat u, in dat zogenaamde paradepaardje, bezielde om te zeggen wat u hebt gezegd en om te doen wat u hebt gedaan?

 

01.03  Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, wat hier aan de hand is, moeten we onder de noemer “zwaarwichtig” catalogeren. Inderdaad, een Europees commissaris – en niet van de minste – beschuldigt de premier van een lidstaat ervan leugens te verkopen. Ik denk dat het ongezien is. Dat is nog nooit gebeurd.

 

Ik leer daar twee zaken uit. Ik leer daar in de eerste plaats uit dat u het in het belangrijk dossier van de Fortisdeal niet nodig vond daarover voorafgaand contact te hebben met de bevoegde Europese commissaris. U hebt met haar geen contact gehad en geen contact gezocht. In zo’n belangrijk dossier, voor de bank op zich en nog veel belangrijker voor de spaarders en de kleine beleggers die hun hoop in u hadden gesteld, overlegt u niet – zelfs niet op het cruciale moment – met de bevoegde Europese commissaris. Dat is een ongelooflijk zwaarwichtig feit, te meer omdat vandaag blijkt dat Nederland en Luxemburg dat wel hebben gedaan.

 

Het tweede zwaarwichtig feit is dat u daarover achteraf liegt. Het feit dat u geen contact hebt opgenomen, ligt volgens uw redenering – zoals altijd – niet aan u, want de kantoren waren gesloten. Wel, de kantoren waren niet gesloten. Meer zelfs, de Europese commissaris zegt dat ze zelf daar was, dat haar kabinetschef daar was en dat een batterij ambtenaren met het Fortisdossier bezig was.

 

U weet hoe ver de kantoren van elkaar gelegen zijn; de Lambermont, waar u zat, en het Berlaymontgebouw, waar Mevrouw Kroes zat. Nog geen kilometer van elkaar werkt u aan hetzelfde dossier, zonder dat er overleg is.

 

Mijnheer de eerste minister, ik heb u gisteren luidruchtig horen zwijgen over die zaak. Ik hoop dat u hier vandaag, voor het Parlement, duidelijkheid brengt. Als het klopt dat u over dergelijke zwaarwichtige zaken hebt gelogen en u ons land in zijn blootje hebt gezet ten opzichte van de Europese Commissie, dan wil ik graag weten wat volgens u daarvan de gevolgen voor uzelf zouden moeten zijn.

 

01.04  Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de voorzitter, premier, in het Fortisdossier beginnen stilaan de maskers af te vallen. We hebben tijdens verscheidene gelegenheden al kunnen praten over iets wat ik van in het begin duidelijk heb gemaakt, met name dat ik twijfelde aan de juistheid van de gevoerde operaties.

 

Nu komt u in aanvaring met een Europees commissaris, een belangrijk figuur die u nog nodig zult hebben om de dossiers die u in de financiële crisis hebt opgesteld, te laten goedkeuren. Dat slaat werkelijk alles. We hebben hier al verschillende commentaren gehoord omtrent de vraag of het nu mogelijk was contact te hebben of niet, maar eigenlijk heeft een zeer ijverige journaliste op 30 september in De Tijd geschreven: “Europees commissaris voor mededinging Neelie Kroes stond afgelopen weekend de redders van Fortis alvast bij met raad en daad”. U hebt duidelijk gemaakt dat dit alvast niet de Belgische redders van Fortis waren. Wat dit betreft, is dat al een eerste duidelijk punt. Wanneer zij zegt dat u liegt, kan ik alleen maar vaststellen dat dit ook correct is.

 

Dat is nog niet alles. Daarnaast wordt u ook nog eens serieus op de korrel genomen door haar voor de belabberde communicatie in de verschillende bankdossiers. U moet weten dat in Duitsland, Frankrijk en zelfs Nederland al dossiers zijn goedgekeurd. Onze dossiers laten op zich wachten: KBC, Fortis, Dexia, Ethias zijn nog niet aangeboden. Gaat u die ook nog aanbieden, of waar zitten ze?

 

Dan nog een klein puntje over de KB’s. Op 29 september dient u een KB in van de Federale participatiemaatschappij voor de kapitaalsverhoging voor de aankoop. De volgende KB’s zijn nog niet gepubliceerd, dus u kunt in principe nog geen dossier indienen. Waar zitten ze? Zijn er KB’s opgemaakt? Wanneer worden ze gepubliceerd?

 

01.05 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik dank de collega’s voor de vragen omdat die mij toelaten dat wat de afgelopen dagen nutteloos commotie heeft veroorzaakt, vooral in perskringen en onder politici, in de juiste context te plaatsen. In de uitzending waarrond commotie is ontstaan wordt een beeld geschetst van de vergadering van zondagnamiddag 28 september, niet in de Lambermont maar in de Wetstraat 16, waar, trouwens op onze vraag, de voorzitter van de Europese centrale bank, de heer Trichet, en de dienstdoend voorzitter van de Ecofin-raad – die daar echter vooral zat als vertegenwoordiger van de Franse regering – mevrouw Lagarde, aanwezig waren. Ik heb daar effectief op een bepaald moment terloops de opmerking gemaakt of de Commissie niet fysiek aanwezig moest zijn. Er is mij toen gezegd dat zij niet beschikbaar was. Dat is hetgeen waarop ik allusie heb gemaakt. Ik ben daar niet verder bij blijven stilstaan, wat u zich wellicht moeilijk kunt inbeelden Op dat moment was de doelstelling echter vooral een strijd tegen de klok om de bank in kwestie te redden.

 

Men heeft mij intussen gemeld dat mevrouw Kroes die zondag aanwezig was. Er zijn trouwens ook contacten geweest op het niveau van de medewerkers. Het is goed dat zij aanwezig was en dat ze werkt aan het dossier. Over het woordgebruik dat mevrouw Kroes heeft gehanteerd ten aanzien van een eerste minister van een Europese lidstaat zal ik haar in de komende dagen mijn mening wel eens onder vier ogen vertellen. Ik zal het daar met haar over hebben.

 

Voor de rest denk ik dat de samenwerking tussen mijn diensten, die van collega Reynders en die van de Europese Commissie voorbeeldig is. Het Fortisdossier en bij afgeleide ook het Dexiadossier behoren tot de meest complexe die er zijn in heel de aanpak van de financiële en bancaire crisis omdat ze boven op de “klassieke” problemen die ondertussen aan het licht komen bij alle banken ten gevolge van wat zich in de Verenigde Staten heeft afgespeeld ook heel specifieke kenmerken hebben die in deze een rol spelen. De contacten zijn dus goed. Dat is ook de inschatting van de mensen van de Commissie die we daarstraks nog hebben gecontacteerd. Het verloop van de procedure zal zijn beslag kennen zoals dat voorzien is. Dat is de job van de commissaris in kwestie. Ik ga ervan uit dat die job goed wordt ingevuld.

 

Ik wil echter nog eens herhalen wat mijn doelstelling en die van de regering is. Ik wil het belang van alle Belgen en alle spaarders beschermen. Dat objectief is mij bij manier van spreken alles waard. Ik wil ervoor zorgen dat onze mensen, de Belgen, te allen tijde in het bezit blijven van hun spaargeld dat zij vaak met hard werken verdiend hebben. Dat is mijn objectief. Ik breng veel respect op voor de scheiding der machten. Er is een gerechtelijke procedure aan de gang in dit dossier. Ik breng ook heel veel respect op voor het werk dat de Europese Commissie moet doen, namelijk het toetsen van de dossiers aan de Europese regelgeving inzake de eenheidsmarkt. Ik denk dat de Europese Commissie ook nog een aantal andere zaken moet doen maar dat zal ik op de Europese Raad namens ons land wel uiteenzetten.

 

Ik breng daar heel wat respect voor op. Maar voor mij is de centrale bedoeling heel veel waard, zoniet alles waard. Wij zullen doen dat wat wij hebben aangekondigd, met name ervoor zorgen dat het geld van onze landgenoten in veilige handen blijft. Dat is de centrale doelstelling en daarvoor zet ik mij in.

 

01.06  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le premier ministre, vous tentez de réécrire l'histoire pour mieux cacher vos mensonges. Aujourd'hui vous nous dites qu'on "vous a dit que…". Cependant, à la télévision hollandaise vous avez affirmé avoir essayé vous-même de joindre ces personnes, et que personne n'était joignable, ni les collaborateurs, ni les membres du cabinet. C'est ce qui vous est reproché aujourd'hui. Et le reste, c'est une manière pour vous de dissimuler, de changer les faits.

 

Si vous avez tant insisté pour que Jean-Claude Trichet soit là, pourquoi n'avez vous pas autant insisté pour que la Commission soit présente? Vous deviez certainement avoir des raisons. Ce dossier Fortis devient un feuilleton. Chaque jeudi, il est à l'ordre du jour de la séance plénière, chaque mardi en commission. Maintenant il est même à l'ordre du jour de la commission des Relations extérieures, le mercredi! Et je ne prends aucun risque, monsieur Reynders, en disant que nous n'en avons pas encore fini, que chaque semaine nous reviendrons ici! Tant que la clarté ne sera pas faite et que les mensonges se multiplieront, nous continuerons à traiter ce dossier.

 

Monsieur le premier ministre, dans ce dossier, votre ligne de défense s'effrite, que ce soit au Parlement, au tribunal ou dans la presse. Après le temps des menaces, voici celui des mensonges! Vous avez géré ce dossier avec beaucoup d'amateurisme, et les dégâts sont immenses; nous l'avions déjà dit voici dix jours, nous le disons aujourd'hui et peut-être devrons nous encore le redire.

 

01.07  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste minister, zo goedkoop komt u er niet vanaf.

 

U probeert de zaak hier voor te stellen alsof aan de ene kant de man staat die de spaarcenten van de kleine belegger en van de kleine spaarder wil redden. Aan de andere kant zouden dan waanzinnig geworden parlementsleden en journalisten staan die zijn intenties verdacht willen maken.

 

Zo is het natuurlijk niet. Als u er inderdaad alles voor over hebt dat de kleine spaarder beschermd blijft, moet u ervoor zorgen dat de operatie op een ordentelijke manier verloopt. U moet er dan voor zorgen dat de operatie niet in conflict komt met de overheden die de operatie achteraf kunnen terugfluiten. U moet in het dossier dan de rust en de kalmte behouden.

 

Dat hebt u niet gedaan. U hebt dat niet gedaan ten aanzien van mevrouw Kroes, waarmee u in een onmogelijk conflict terecht dreigt te komen. U hebt dat ook niet gedaan inzake het proces over de overname van Fortis. In Het Laatste Nieuws antwoordt u tijdens een interview op 8 november immers het volgende op de vraag hoe het met Fortis verder moet, indien de rechtbank de verkoop niet rechtsgeldig zou verklaren. Leterme antwoordt dat in dat geval de overheid haar geld terugtrekt en dat zulks dan een meevaller voor de begroting is. Is dat rust brengen? Is dat alles in het werk stellen om de mensen gerust te stellen? Dergelijke uitlatingen zijn niet de uitlatingen die in het belang zijn van de kleine spaarder.

 

U probeert hier een voorstelling van zaken te geven die niet klopt. U moet ordentelijk communiceren. U moet nu aan de Europese instellingen overhevelen en bezorgen wat u moet bezorgen. Kroes liet gisteren naar aanleiding van een persconferentie in de krant nog optekenen dat u haar ook in het dossier-KBC, in het dossier-Dexia en in andere dossiers nog moet documenteren. Haar verklaring dat zij haar documentatie nog altijd niet heeft, is een ernstige afdreiging. U mag het hier dan niet voorstellen alsof u de kleine spaarder beschermt. U brengt de kleine spaarder nog meer in gevaar.

 

De Europese Commissie heeft gisteren verklaard dat de Belgen een lamentabele communicatie voeren, omdat zij met het proces over de overname van Fortis in hun nek zitten en omdat zij kampen met een Vld die de operatie zelf niet ondersteunt.

 

De voorzitter: Mijnheer Annemans, dit is geen repliek meer!

 

01.08 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Wanneer Europa u een lamentabele communicatie verwijt, moet u het hier niet komen voorstellen alsof u de kleine spaarder beschermt. U brengt hem immers nog meer in gevaar.

 

01.09  Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de eerste minister, uw antwoord getuigt van een totaal gebrek aan verantwoordelijkheidszin.

 

U schuift het opnieuw op iemand anders af. U hebt geen contact gehad met de Europese Commissie. Nederland en Luxemburg hebben dat wel gehad op het cruciale moment. België heeft dat niet gehad. Wat is uw uitleg voor de Nederlandse televisie? Het is niet uw schuld, want de kantoren van de Europese Commissie waren dicht. Men hoeft u niets te verwijten, aangezien de kantoren dicht waren. Het was dus de schuld van iemand anders.

 

De Europese commissaris tikt u op de vingers, veegt u de mantel uit en zegt dat u liegt. Dan komt u hier met het verhaaltje dat het uw schuld niet is. U had het op de 16 aan iemand gevraagd en die heeft u gezegd dat de kantoren dicht waren. Het is weerom iemand anders die van u de schuld krijgt. Het is telkens hetzelfde.

 

U bent verantwoordelijk voor de aanpak van de financiële crisis, niet een medewerker of wie dan ook die u zegt dat de kantoren dicht waren. Ze waren niet dicht. U had als premier rechtstreeks contact moeten nemen met de bevoegde Europese commissaris, zoals uw Nederlandse en uw Luxemburgse collega dat hebben gedaan. U hebt dat nagelaten en dat is uw verantwoordelijkheid, niet die van iemand anders.

 

01.10  Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de eerste minister, ik heb van u eerlijk gezegd heel weinig antwoorden gekregen. U steekt de schuld inderdaad op een ander.

 

We krijgen vandaag te horen dat er blijkbaar een of ander gesprek is gevoerd waarin werd gezegd dat mevrouw Kroes en haar team er niet waren. U wordt niet alleen voor dat feit teruggefloten. U wordt ook teruggefloten voor het feit dat die dossiers niet in orde komen, dat er een belabberde communicatie is, dat dat niet werkt.

 

Bovendien wordt u nog eens beklad door de advocaten van BNP en de Federale Participatiemaatschappij. Hoe lang zult u het spelletje volhouden?

 

U komt telkens terug met de uitspraak dat u hebt ingegrepen voor de spaarders. Niemand verwijt u dat. Intussen is er echter ook 40 miljard marktkapitalisatie weg, is er een eigen vermogen van minstens 20 miljard gedraineerd uit een onderneming en dat gaat u helemaal uit de weg.

 

U hebt van een storm een tsunami gemaakt en nu liggen de brokstukken op straat en moeten andere mensen ze oprapen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten aan de eerste minister over "de financiering van het offshorewindmolenpark" (nr. P0544)

02 Question de Mme Tinne Van der Straeten au premier ministre sur "le financement du parc d'éoliennes offshore" (n° P0544)

 

02.01  Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, de financiële crisis heeft veel slachtoffers gemaakt, blijkbaar ook in de sector van de hernieuwbare energie. Navraag bij de EWEA, het Europees Windenergie Agentschap leert mij dat vooral de projecten die op projectbasis worden gefinancierd, moeilijkheden ondervinden om nog een lening te krijgen. De leningen drogen immers op ten gevolge van de problemen bij de banken.

 

Dat is bijzonder ironisch, want ik ben er echt van overtuigd dat net de groene sector, de sector van de hernieuwbare energiesector, een boost voor onze economie en een uitweg uit onze crisis kan zijn. Ik denk dan ook dat u uw persoonlijke voorliefde voor kernenergie een beetje in de koelkast moet steken en voor de dag moet komen met een goed investeringsplan voor hernieuwbare energie.

 

Mijnheer de eerste minister, ik heb een aantal concrete vragen. Ten eerste, in het raam van de bankgarantie hebt u gezegd dat er no such thing as a free lunch is. De banken moeten opnieuw gaan lenen. Wat gaat u daaraan doen? Gaat u controleren of de banken leningen toekennen? Als dat niet zo is, wat gaat u daaraan doen?

 

Ten tweede, bent u op de hoogte van de versoepeling van de regels inzake staatsteun in het raam van het pakket 20-20-20 van de Europese Commissie? Ziet u daar misschien een mogelijkheid om hernieuwbare energie te ondersteunen?

 

Ten derde, is het een optie om ook een staatsgarantie aan dergelijke projecten te geven?

 

Ten vierde, iedereen heeft het vandaag de dag over het Synatom-fonds. Zelfs de regering gebruikt het om het gat in haar begroting te dichten. Welke toekomst ziet u voor het Synatom-fonds?

 

02.02 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van der Straeten, de basisproblematiek is natuurlijk het gebrek aan beleid in hoofde van de banken om krediet te verlenen aan projecten zoals dat van de offshore windenergie op de Thorntonbank. Dat is in eerste instantie uiteraard de verantwoordelijkheid van de banken, die daarop moeten worden aangesproken. Wij doen dat in het algemeen bij het verlenen van staatsgarantie, zoals wij al aan Dexia hebben verleend en – ter verbetering van wat sommigen schrijven – wat tot nog toe alleen nog maar in het geval van de Dexia-bank is gebeurd. Dat laatste als rechtzetting.

 

In het raam van de verlening van die staatsgarantie vragen wij effectief dat de betrokken bankbedrijven hun kredietfaciliteiten, hun producten, of datgene wat zij produceren aan kredieten, op peil zouden houden ten voordele van de gezinnen, de bedrijven, en misschien ook de lokale besturen wanneer het over Dexia gaat. Wij hebben daar echter geen volstrekt afdwingbare instrumenten toe. Indien we die zouden hanteren, zou dat aanleiding geven tot extra vragen naar waarborg en komen we in een vicieuze cirkel terecht. Dat is echter niet de kern van de vraag die u stelt.

 

Wat de versoepeling van de houding van de Europese Commissie aangaat ter ondersteuning van projecten inzake hernieuwbare energie, heb ik begrepen dat dit deel zal uitmaken van de mededeling van 26 november die zal worden besproken – dat hoop ik toch, wanneer ze tijdig wordt opgeleverd – op de Europese Raad van december.

 

Inzake Synatom wil ik u er toch op wijzen dat datgene wat wordt gevraagd, reeds bestaat. Artikel 14, § 7, van de zogenaamde Synatomwet, de wet van 11 april 2003, voorziet erin dat 2,5% van de provisies moet worden uitgeleend aan projecten of rechtspersonen in het energiedomein aan een tarief lager dan de marktrente. Dat is een bestaand wettelijk instrument. Zeer eigenaardig, tot op heden heeft niemand daar gebruik van gemaakt. Die bedragen – iets meer dan 100 miljoen – blijven ongebruikt.

 

Goed, dat moet natuurlijk technisch worden nagekeken op een meer grondige manier dan ik kan doen in de tijdspanne van het drietal uur sinds uw vraag mij heeft bereikt. Ik denk dus dat het wel aanbeveling verdient om technisch na te gaan wat dat artikel 14, § 7, concreet kan opleveren wanneer het gaat om het vrijmaken van middelen – bij ontstentenis van voldoende kredietfaciliteiten in hoofde van de banken – ter ondersteuning van die offshore projecten.

 

De lijst van de begunstigden van artikel 14, § 7, is nog niet opgesteld. Wellicht kan die lijst ook worden opgesteld met het oog op het begunstigen van precies projecten van groene energie.

 

02.03  Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de eerste minister, het verbaast mij dat u niet weet waarom artikel 14, § 7, van de Synatom-wet niet werkt. Dat is zo omdat er gewoon geen besluiten zijn en omdat de toezichtcommissie niet vergadert. Ik herhaal dat er vandaag geen reglementen bestaan zodat dat artikel kan worden toegepast. Ik heb uw collega, minister Magnette daarover eerder ondervraagd, maar die blijft daarover in het vage. Er is blijkbaar niemand in de regering die het Synatom-fonds ter harte wil nemen, tenzij om het gat in de begroting te dichten. Ik vind dat werkelijk aberrant. Uw fractie is daartegen altijd ten strijde getrokken.

 

Ten gronde, mijnheer de eerste minister, vind ik het volgende belangrijk. Om een goed investeringsklimaat te creëren voegt u best de daad bij het woord en stelt u samen met uw energieminister een plan op. Op die manier biedt u een stabiele investeringsbasis voor projecten inzake hernieuwbare energie in ons land. Het is goed voor de Kyoto-doelstellingen, maar het is vooral goed voor de werkgelegenheid.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van de heer Bart De Wever aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de stand van zaken van de gemeenschapsdialoog" (nr. P0545)

03 Question de M. Bart De Wever au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "l'état d'avancement du dialogue communautaire" (n° P0545)

 

03.01  Bart De Wever (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik richt mij tot u in uw bevoegdheid van Institutionele Hervormingen, een bevoegdheid die u net als Financiën al vele jaren met vigeur behartigt. In het federaal regeerakkoord staat – u zult zich dat herinneren als bevoegd minister – toch een vrij ambitieuze ambitie over de staatshervorming. Het gaat om een hele lijst topics waarover een groot akkoord zou worden gesloten. We hadden een maand geleden in de state of te union natuurlijk graag vernomen welke visie de federale regering nog heeft op de uitvoering van dat onderdeel, maar we zijn daar een beetje op onze honger gebleven, om het zacht uit te drukken. We hebben daar toen niet te veel over gezegd. Er is natuurlijk heel veel gebeurd in het afgelopen anderhalf jaar en we wisten ook dat op dat ogenblik het nieuwe vehikel van start ging om dit deel van het regeerakkoord te verwezenlijken, met name de dialoog van de deelstaten, waaraan u als titelvoerend minister deelneemt.

 

Nu we een maand later zijn en de dialoog vier of vijf keer heeft vergaderd, wil ik u vragen naar de stand van zaken.

 

U zult zich zeker herinneren dat de Vlaamse regering een aantal voorwaarden heeft gesteld, want u was degene die de voorwaarden aan Franstalige kant het hardste heeft weggelachen. U hebt dat gedaan voor ze zijn gesteld, op het moment dat u ze zogezegd had aanvaard en ook nog kort daarna.

 

Sindsdien lopen de versies van het verhaal nogal uiteen. Ook dat is een reden om een stand van zaken te vragen. Aan de ene kant leest men in de Vlaamse pers vrij bemoedigende berichten. De Vlaamse minister-president laat ons weten dat de sfeer goed is, een beetje zoals Robert Waseige: “De sfeer is goed.” Hij zegt dat er al heel wat is besproken. Het eerste pakket is nog eens afgeborsteld, voor de derde keer, als ik mij niet vergis. Ook aan het arbeidsmarktbeleid – dat deed mijn hart van enthousiasme opspringen – zouden zeer grondige besprekingen zijn gewijd en daarin zouden ook heel wat vorderingen zijn geboekt. Ik zou graag weten of dat inderdaad zo is. We zouden ons hebben vergist om niet deel te nemen, als er over zo’n belangrijke bevoegdheid al een bijna-akkoord is, hopelijk over de opsplitsing per deelstaat van dat beleid.

 

Aan de andere kant horen we andere berichten. In de Franstalige pers leest men iets minder positieve geluiden. De zwijgplicht van de dialoog is al min of meer doorbroken, anonieme bronnen getuigen dat het niet vooruitgaat, “Peeters piétine”, heb ik gelezen in La Libre Belgique. Er wordt ook een beetje meewarig gedaan over de Vlaamse deelnemers, over de minister-president in het bijzonder en over zijn leiding van de dialoog. Er wordt eigenlijk ontkend dat er veel vooruitgang is.

 

Wat schrijft men ondertussen op het wit blad, dat de Vlamingen nooit zouden aanvaarden, maar dat ze uiteindelijk toch hebben aanvaard? Men hoort aan Franstalige kant dat men opnieuw de aanhechting van Voeren bij Luik vraagt. Ik neem aan dat dat om te lachen is, maar ik lees ook ernstigere zaken, bijvoorbeeld dat BHV daar opnieuw zou worden besproken.

 

Is dat zo? Komt dat daar op de agenda?

 

Dan is er nog een bijzondere vraag. Wat heeft uw partijgenoot – of kartelgenoot – de heer Maingain gezegd over de benoeming van de burgemeesters? Dat zou ik toch echt willen weten. Is dat gekoppeld aan de dialoog of niet? Als de Vlaamse regering doet wat zij moet doen – zijnde deze maand de niet-benoeming bevestigen, want het is een juridische zaak en dat is altijd zo gezegd door de minister-president en door zijn voorganger – betekent dat effectief het einde van die dialoog? Of is dat voor u als titelvoerend minister en als belangrijk Franstalig politicus anders?

 

03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer De Wever, mag ik eerst en vooral één punt bevestigen? De sfeer is goed. Dat is klaar en duidelijk. Dat is toch belangrijk. Dat was niet altijd zo, u weet dat. Nu is de sfeer goed, en dat is een belangrijk punt.

 

Ten tweede, ik maak geen deel uit van die dialoog. Het is een dialoog van Gemeenschap tot Gemeenschap. Ik ben wel uitgenodigd, dus ik ga naar sommige vergaderingen.

 

Ik moet misschien zeggen: het is een dialoog tussen enerzijds, een zeer groot deel van de Vlaamse regering en anderzijds, de vertegenwoordigers van de Franstalige partijen. Dat zijn twee verschillende keuzes, maar goed, het is zo. De dialoog wordt gevoerd tussen enerzijds, leden van de Vlaamse regering en anderzijds, voor de Franstaligen, vertegenwoordigers van de verschillende partijen. Dat zijn mensen uit het federale Parlement, uit de Waalse regering. Daar zit mogelijk een evolutie in.

 

Voor alle duidelijkheid, ik zal vandaag geen stand van zaken geven. Ik herhaal, ik maak er geen deel van uit. Er zijn twee co-voorzitters: de heer Peeters, minister-president van de Vlaamse regering en de heer De Decker, voorzitter van de Senaat. Zij proberen een oplossing te vinden voor bepaalde betwiste punten tussen de verschillende regeringen: de federale regering en de gewestelijke regeringen. Het is mogelijk, meen ik, tot een oplossing te komen voor een aantal belangrijke punten.

 

U hebt tewerkstelling en arbeid genoemd en andere elementen. Wat dat betreft, proberen zij een correcte dialoog te voeren en een aantal oplossingen te vinden.

 

Ik herhaal dat ikzelf en de minister van Institutionele Hervormingen geen deel uitmaken van die dialoog. Wij zullen dus geen commentaar geven, week na week, wat die dialoog betreft. Ik herhaal gewoon twee punten.

 

Ten eerste, de sfeer is nu goed. Dat is een verschil, mijnheer De Wever, met de verschillende vorige vergaderingen. De sfeer is nu goed.

 

Ten tweede, zij proberen tot een aantal oplossingen te komen, en ik hoop dat dit mogelijk zal zijn, met de medewerking van mezelf en Jo Vandeurzen, als minister van Institutionele Hervormingen.

 

Wij zullen naar het federaal Parlement komen met één, twee of drie voorstellen daarover.

 

03.03  Bart De Wever (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik ben blij dat ik de moeite heb gedaan om u die vraag te stellen om een zeer duidelijk antwoord te krijgen. Dat was geen antwoord, dat was klank. Er is een groot verschil tussen een antwoord geven en klank produceren.

 

Eigenlijk bent u verpletterend duidelijk. U bent er zeer gerust in. U hebt niet gesproken over de burgemeesters. Ik denk dus dat u er zeer gerust in bent. Nu weet ik hoe ik de woorden van de minister-president van Vlaanderen in De Zevende Dag en gisteren in het Vlaams Parlement moet interpreteren, namelijk dat deze strikt juridische kwestie is losgelaten, dat dit een politieke kwestie wordt en dat u zich daarover helemaal geen zorgen maakt. U weet allicht zeer goed waarom.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Question de M. Alain Mathot au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "les prêts par des banques bénéficiant de la garantie de l'État" (n° P0546)

04 Vraag van de heer Alain Mathot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de leningen door banken met staatswaarborg" (nr. P0546)

 

04.01  Alain Mathot (PS): Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre et ministre des Finances, 240 milliards d'euros ont été dégagés par l'État, plus de 9 milliards d'euros pour Fortis, 3,5 milliards pour KBC, 3 milliards pour Dexia sans compter la participation française et luxembourgeoise, 1,5 milliard pour Ethias.

 

Une large majorité était d'accord pour dire que des solutions devaient être trouvées à la crise bancaire afin de venir en aide aux épargnants, mais aussi à tous les employés de ces banques.

 

Je ne polémiquerai pas sur la problématique de Fortis qui fera encore l'objet de nombreuses questions. Néanmoins, si je ne souhaite pas non plus paraphraser ma collègue Tinne Van der Straeten, je voudrais revenir sur la problématique de C-Power et la difficulté de cette société à trouver des fonds.

 

Je voudrais citer M. Sarkozy, qui est l'un de vos amis, si je ne me trompe pas, qui a dit: "Trop de risques, hier. Trop de prudence aujourd'hui. Les deux sont coupables". Mais quand on se rappelle que le président français a vanté les subprimes, il n'est pas nécessaire de commenter ces propos.

 

Toujours est-il qu'il est nécessaire de s'interroger quant aux solutions qui peuvent être envisagées pour remédier à la situation dans laquelle se trouve cette société, mais aussi d'autre petites et moyennes entreprises belges

 

Une solution consisterait évidemment à réglementer. Je vous ai d'ailleurs entendu vous exprimer sur le sujet en disant que toute une série de choses devaient être réglementées. Une réglementation est-elle réellement possible? Des études ont-elles été menées quant aux désengagements des banques? Les raisons pour lesquelles les PME ont tant de difficultés à obtenir des prêts ont-elles fait l'objet d'un examen? Dispose-t-on de chiffres?

 

Une autre solution consisterait – il s'agit ici d'une question d'ordre idéologique – à avoir un service public fort ayant la capacité de prêter de l'argent aux sociétés qui en ont besoin avec le risque, si tel ne devait pas être le cas, de se retrouver avec une situation économique qui viendrait s'ajouter à la situation financière que nous connaissons actuellement.

 

04.02  Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur Mathot, je reste évidemment très proche de la philosophie défendue par le président en exercice de l'Union européenne, qui est en outre celui de la République française, Nicolas Sarkozy. Je suis très heureux que, comme d'autres membres de cette assemblée, vous rejoigniez assez fortement ces derniers jours sa vision politique. Cette évolution vous honore.

 

Au-delà de ce constat, je voudrais dire que, concernant l'engagement pris par le secteur financier et bancaire, nous avons pris des participations dans plusieurs institutions financières. C'était indispensable, non pas pour sauver ces institutions, mais pour sauver l'épargne et protéger un très grand nombre de nos concitoyens disposant de comptes dans ces banques, sur lesquels ils reçoivent leur salaire, leur pension, leurs allocations sociales.

 

Nous donnons des garanties. Vous m'avez demandé si nous allions maintenir un niveau de crédit suffisant pour les petites et moyennes entreprises, les grandes entreprises, mais aussi pour les particuliers, en termes de crédit hypothécaire. Je n'ai évidemment pas attendu votre question pour agir. Cette demande figure parmi les conditions posées aux banques pour octroyer cette garantie.

 

Je vais évidemment vérifier auprès de nos partenaires actionnaires dans Dexia – puisque c'est de cette société qu'il s'agit –, c'est-à-dire les trois Régions, les communes et Ethias, s'ils sont bien d'accord avec nous pour exiger de Dexia, mais aussi d'autres banques susceptibles de demander la garantie de l'État, de maintenir au sein du groupe le même niveau d'engagement quant aux crédits aux entreprises et aux crédits aux particuliers, notamment le crédit hypothécaire, que le niveau en vigueur le 9 octobre dernier. Il s'agit de la date à laquelle nous avons accepté, avec la France et le Luxembourg d'accorder la garantie de l'État.

 

Je vous avoue que si les trois Régions, Ethias, le Holding communal veulent également prendre ce risque en tant qu'actionnaires, leur approbation ira dans le même sens que le courrier que j'ai déjà demandé aux responsables de Dexia de signer avant que je ne signe la garantie de l'État. Je le reconnais: c'est exactement la même demande que celle présentée au sein de l'Eurogroupe des chefs d'État et de gouvernement par le président de la République française, M. Sarkozy, lors de la réunion qui s'est tenue à Paris. Nous sommes donc tous les trois – Nicolas Sarkozy, vous et moi – sur la même ligne.

 

04.03  Alain Mathot (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous remercie. Cependant, je vous pose une question: est-ce moi qui rejoins les idées de Sarkozy ou est-ce Sarkozy qui a rejoint les nôtres? D'après ses discours pour vanter les "subprimes", je me pose la question de savoir si c'est moi qui ai changé d'idéal ou lui par rapport à la crise.

 

Néanmoins, j'entends votre réponse avec beaucoup d'intérêt, notamment sur Dexia, mais le problème ne se pose pas uniquement à l'égard de C-Power ou Dexia, mais aussi à l'égard de l'ensemble des banques, en général. Ce n'est pas parce qu'on trouve des solutions pour Dexia qu'on solutionnera tout le problème économique qui risque de se présenter demain pour les sociétés demandeuses de crédits d'investissement, facteur d'évolution économique.

 

Dès lors, bien que je sois heureux d'apprendre que Dexia continuera à prêter de l'argent, du moins que vous faites en sorte que ce soit le cas, je me demande si Dexia sera le seul bénéficiaire. L'objectif devrait être que toutes les banques puissent poursuivre leurs activités de prêteur, ce qui constitue finalement leur rôle essentiel.

 

04.04  Didier Reynders, ministre: Toutes les banques qui demanderont la garantie de l'État devront signer le même engagement. Au-delà de cela, avec le premier ministre, nous avons déjà demandé à l'ensemble du secteur financier de maintenir son niveau d'engagement. Dès qu'une demande de garantie d'État est introduite, il faut en contrepartie signer cet engagement.

 

J'ai d'ailleurs demandé que chaque banque – et ce sera le cas de Dexia – qui obtient la garantie de l'État nous présente pour le mois d'avril 2009 un rapport démontrant que ce niveau d'engagement aura été maintenu.

 

04.05  Alain Mathot (PS): Je vous remercie, mais il ne s'agit pas de demander mais d'exiger de leur part. Elles ont à répondre aux exigences du métier pour lequel elles ont été fondées et existent.

 

04.06  Didier Reynders, ministre: Je m'exprime peut-être trop en termes de ministre des Finances, mais quand un ministre des Finances demande, par la loi et par convention, de présenter un rapport, cela signifie dans votre langage une exigence.

 

04.07  Alain Mathot (PS): J'entends bien et je suis très heureux de votre réponse, monsieur le ministre. La commission des Finances maintiendra un suivi strict.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Mme Josée Lejeune à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'augmentation du nombre de patients atteints d'une maladie nosocomiale" (n° P0547)

05 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het stijgend aantal patiënten met een ziekenhuisinfectie" (nr. P0547)

 

05.01  Josée Lejeune (MR): Madame la ministre, ma question porte sur les infections nosocomiales, c'est-à-dire contractées en milieu hospitalier. Mon groupe vous a déjà interrogée à maintes reprises à ce sujet en commission mais aujourd'hui, le rapport d'expertise est rendu public. Ce dernier confirme que six personnes hospitalisées sur cent ont contracté une infection durant leur séjour en hôpital. "Les unités les plus touchées sont les soins intensifs où un adulte sur quatre est infecté et les services de néonatologie, où 13% des nouveau-nés sont concernés." Toujours selon ce rapport, les infections les plus fréquentes sont celles des voies urinaires, des voies respiratoires et du système circulatoire.

 

La situation est semblable dans les pays voisins, mais le taux d'infection est beaucoup moins élevé en France ou en Norvège, où il approche des 5%. Il faut rappeler également que la mortalité dans notre pays se situe entre 2.500 et 3.000 décès par an. Vous allez me répondre qu'on a pris des mesures, et je pense en particulier à l'engagement d'hygiénistes ou aux mesures nationales pour encourager le lavage des mains et la prévention en matière d'hygiène. La situation n'en est pas moins préoccupante.

 

Madame la ministre, quel est votre avis sur ce rapport qui vient d'être publié et sur le problème dont il traite? Quel est le coût annuel de ces infections nosocomiales? Le centre prévoit quatre recommandations – je cite -: "Nous recommandons un suivi généralisé des taux d'infections nosocomiales dans les services de soins intensifs et un suivi spécifique pour les services de soins néonataux intensifs. Nous recommandons également que des études nationales de prévalence des infections nosocomiales soient répétées à intervalles réguliers. Un financement supplémentaire doit être prévu pour les hôpitaux qui participent activement à la lutte contre les infections. La participation aux études d'enregistrement des infections nosocomiales doit devenir obligatoire pour tous les hôpitaux."

 

Madame la ministre, que pensez-vous de ces recommandations? Allez-vous les suivre? Avez-vous prévu un budget à cet effet?

 

05.02  Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, madame Lejeune, je pourrais tout simplement répondre par oui mais, vu l'importance du sujet, je vais revenir brièvement – comme vous l'avez très bien fait – sur les constats.

 

Cette étude de notre centre de connaissance a démontré que 6,2% des patients hospitalisés sont concernés à un moment donné par une infection à l'hôpital, ce qui correspond à 103.000 infections sur base annuelle. Je confirme également que cela suit une tendance générale. En effet, si on lit la littérature scientifique, on constate que le taux dans les autres pays européens se situe entre 5 et 9%.

 

C'est la première étude de prévalence en Belgique. Nous ne pouvons pas encore, à l'heure actuelle, regarder l'évolution dans le temps, étant donné que c'est la première étude du genre. Cela étant et pour répondre à votre question, un plan concret existe pour continuer cette étude dont les résultats seront proposés tous les deux ans, ce qui nous permettra vraiment d'examiner l'évolution et aussi l'incidence des mesures que nous prenons en vue de diminuer le niveau des maladies nosocomiales. Cela sera fait par la BAPCOC, l'Institut de santé publique et la plate-forme fédérale sur l'hygiène hospitalière.

 

Ceci dit, via l'enregistrement obligatoire des infections hospitalières, on peut déjà suivre l'évolution de certaines infections. Je puis, par exemple, vous dire que le staphylocoque doré diminue significativement avec le temps. Cela revient à dire que certaines mesures, que vous avez d'ailleurs citées, donnent de bons résultats.

 

Nous allons effectivement travailler sur toutes ces recommandations et prévoir des moyens supplémentaires. Ce sont entre autres des plates-formes régionales qui ont été créées et des normes d'agrément qui ont été adaptées pour l'hygiène hospitalière. Le financement a été augmenté pour l'hygiène dans les hôpitaux aigus. Enfin, deux campagnes pour le lavage des mains à l'hôpital ont été menées et, dans deux mois, une troisième campagne sera organisée. Nous suivons donc cela de très près.

 

05.03  Josée Lejeune (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Vous avez reconnu que les mesures qui ont été prises restent insuffisantes. Vous avez également rappelé que vous étiez en faveur d'une politique à long terme pour essayer de remédier à ces problèmes.

 

Pour notre groupe, il est évident que les quatre recommandations sont importantes, ainsi que le fait qu'un budget soit prévu pour mener une véritable politique à ce niveau.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van mevrouw Lieve Van Daele aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het baarmoederhalsvaccin" (nr. P0548)

06 Question de Mme Lieve Van Daele à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le vaccin du col de l'utérus" (n° P0548)

 

06.01  Lieve Van Daele (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, baarmoederhalskanker is jaarlijks verantwoordelijk voor de dood van 300 vrouwen in België. Het is daarmee de vijfde meest dodende kanker. De kanker wordt veroorzaakt door een virus dat zeer veel voorkomt. 70 tot 80% van de seksueel actieve bevolking is ooit drager. Opsporing is al lang mogelijk en gebeurt via een uitstrijkje.

 

Sinds kort is het ook mogelijk om die kanker te voorkomen door de ontwikkeling van een nieuw vaccin. Het vaccin is duur en, omdat wij van mening zijn dat gezondheidszorg geen voorrecht mag zijn voor wie het zich kan veroorloven, heeft onze fractie ook altijd geijverd voor de terugbetaling van het nieuwe vaccin voor jonge meisjes van 12 tot 15. Wij zijn ook voorstander van de aangekondigde uitbreiding tot 18 jaar.

 

Dat neemt niet weg dat wij niet doof mogen blijven voor de kritische vragen naar de houdbaarheid van het vaccin, noch voor de verontrustende berichten vandaag in de media dat er een ongeoorloogde belangenvermenging zou zijn tussen de adviseurs van de overheid en de farmaceutische industrie. Er werd namelijk bericht dat 4 van de 5 leden van de ad-hocwerkgroep die de overheid heeft geadviseerd, zouden zijn betaald als onderzoeker of adviseur voor de farmaceutische industrie die die vaccins heeft ontwikkeld.

 

Mevrouw de minister, hebt u weet van die aantijgingen? Kloppen ze? Zo ja, is het dan mogelijk om daartegen maatregelen te nemen? Ik denk dat wij ervan overtuigd moeten kunnen zijn dat wij ons beleid op objectieve gegevens baseren.

 

06.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw Van Daele, eerst wil ik bevestigen dat vanaf 1 december het vaccin tegen het papillomavirus zal worden terugbetaald voor meisjes van 12 tot 18 jaar. Tot nu is in de terugbetaling voorzien voor meisjes van 12 tot 15 jaar.

 

Ten tweede, we hebben een akkoord met de Gemeenschappen over een algemene en systematische vaccinatiecampagne. De interministeriële conferentie zal plaatsvinden op 8 december. We discussiëren nog over sommige modaliteiten, bijvoorbeeld over de financiering van de campagne.

 

De uitbreiding van de terugbetaling is een van de beslissingen van het kankerplan.

 

Les avis divergent sur l'opportunité de cette vaccination. Je voudrais rappeler que le Plan cancer est le résultat de concertations avec les patients, les médecins et les chercheurs. Au sujet du vaccin contre le papillomavirus, il y avait un consensus sur le plan médical. Le Livre blanc contre le cancer, qui rassemble des scientifiques de tout le pays, réclamait notamment l'élargissement du remboursement de ce vaccin. Vous avez raison de dire que ce vaccin est cher. Il était important d'intervenir financièrement.

 

Chaque fois que j'ai rencontré des médecins et des scientifiques, ils m'ont tenu le même langage. Il s'agit d'une nécessité absolue! Il est vrai que la campagne des firmes pharmaceutiques a été agressive. Mais ce n'est pas pour cette raison que nous avons décidé de rembourser ce vaccin, mais bien parce qu'il y a un large consensus quant à la nécessité du remboursement.

 

Ce n'est pas parce que nous avons lancé une campagne pour la vaccination, ni parce que nous élargissons la tranche d'âge pour le remboursement du vaccin, qu'il ne faut pas continuer le dépistage. Le dépistage contre le cancer du col de l'utérus est indispensable. Nous allons l'améliorer, nous travaillons entre autres sur un registre des frottis cervicaux. J'espère pouvoir annoncer prochainement au parlement des résultats concrets de ce dépistage, qui reste la meilleure technique de combat contre le cancer. Les résultats du vaccin, eux, ne seront connus que dans quelques années.

 

06.03  Lieve Van Daele (CD&V): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. Ik wil er zeker geen misverstand over laten bestaan: ieder die van dichtbij met de ziekte wordt geconfronteerd, weet dat voorkomen veel beter is dan de moeilijke weg naar genezing. In die zin zijn we blij met de aangekondigde maatregelen.

 

Ik heb niet echt een antwoord gehoord op de bekommernis naar vooral de objectieve advisering, naar de specifieke problematiek van belangenvermenging. Ik wil dat alleen maar meegeven in de hoop dat u het toch zult laten onderzoeken. Het is belangrijk als politici te weten dat de besluitvorming is gestoeld op objectieve criteria, zoals het ook voor de mensen heel belangrijk is erop te kunnen vertrouwen dat de medicatie die hun wordt voorgeschreven, wordt voorgeschreven, omdat ze voor hen de beste is en niet omdat ze andere belangen dient.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Question de M. Josy Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le financement des zones de police et des services de secours" (n° P0549)

07 Vraag van de heer Josy Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de financiering van de politiezones en de hulpdiensten" (nr. P0549)

 

07.01  Josy Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, dans nos différentes communes et dans nos zones de police, nous élaborons les budgets 2009 et nous constatons que l'intervention communale est de plus en plus importante vers les zones de police. Vous savez aussi bien que moi que de nombreuses zones ont dû engager des policiers supplémentaires par rapport au nombre obtenu en fonction de la norme KUL.

 

Monsieur le ministre, quand allez-vous accepter de revoir cette norme KUL ou d'évaluer sur le terrain comment on peut arriver à gérer autrement les zones de police?

 

Plusieurs mesures ont été prises récemment dont la dernière était le doublement de la part forfaitaire de l'allocation de fin d'année. On m'a signalé que cette mesure a été prise sur le budget communal. Quelles sont vos informations à ce sujet? Comment sont pris en charge les trois sauts d'index de l'année 2008? Sera-ce par une modification budgétaire, sera-ce sur la dotation 2009?

 

En ce qui concerne le financement des services d'incendie, depuis le vote de la loi de la réforme de ces services, vous avez toujours dit que nous devions arriver à une participation de 50% du fédéral et de 50% du niveau communal. Comme vous le savez, aujourd'hui, nous sommes à 90% de la part du communal et 10% de la part du fédéral. Dernièrement, vous nous faisiez savoir, par la bouche de la ministre Turtelboom, que dans le calcul de la dotation fédérale, vous teniez compte du coût de la protection civile. J'espère que ce n'est pas vrai puisque vous avez dit exactement l'inverse depuis un an et demi: les 50-50 ne devaient concerner que le financement des services d'incendie.

 

Voilà mes questions sur ces points budgétaires qui me semblent importants.

 

07.02  Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher collègue, vous me posez des questions concrètes. Je vais essayer, dans la mesure du possible, de vous donner des réponses tout aussi concrètes.

 

Je voudrais tout d'abord nuancer ce que vous dites. Les communes n'augmentent pas toutes leur contribution au financement de la police. On constate en Wallonie, en moyenne, une diminution de 1,2% des dotations des communes pour cette année.

 

Quant à la dotation fédérale, comme vous le savez, elle suit l'évolution de l'indice santé. Cela signifie, pour répondre concrètement à votre question, que la dotation fédérale 2008 a été fixée sur la base d'une prévision de croissance de 2,8%.

 

Il sera tenu compte de la croissance de l'indice santé en 2008. Une indexation complémentaire aura donc bien lieu et sera réglée dans le contrôle budgétaire 2009.

 

Troisièmement, s'agissant de l'allocation de fin d'année, j'ai reçu un avis absolument positif du Conseil consultatif des bourgmestres. Aucune remarque n'a été émise à ce sujet.

 

Quant à la norme KUL, comme je l'ai dit et répété en commission, un consortium universitaire examine en ce moment le système de financement des zones de police. À partir du résultat de leur étude, je suis prêt et ouvert à un débat.

 

Enfin, pour la protection civile, vos informations ne sont pas exactes: la répartition de 90% et 10% était celle en vigueur au moment de mon arrivée à la tête de ce département. Elle est actuellement de 80% pour les communes et de 20% pour l'État fédéral. L'objectif de la loi est bien clair: nous devons parvenir à une répartition égale. À cette fin, je puis vous dire qu'en 2009, j'ai réservé un montant de dix millions d'euros supplémentaires pour le financement des services d'incendie. Je suis donc surpris par vos propos car, dans le calcul des 90-10 ou des 80-20, la protection civile était toujours incluse. Et je n'ai pas l'intention de changer cette réalité.

 

07.03  Josy Arens (cdH): Monsieur le ministre, vos réponses sont claires, et je vous en remercie.

 

Néanmoins, je voudrais revenir sur cette répartition paritaire. Quand nous avons parlé de la réforme des services d'incendie, nous n'avons jamais évoqué la protection civile.

 

Pour les zones de police et la norme KUL, il existe une véritable urgence. La zone du Sud-Luxembourg – 53 agents selon la norme KUL – compte 71 agents sur le terrain; c'est-à-dire 17 agents en plus sur le budget communal et des milliers d'heures supplémentaires. La zone d'Arlon passe de 95 à 105 agents; 25.000 heures supplémentaires s'ajoutent donc. La zone Gaume dispose de 25.000 heures supplémentaires. La zone Centre-Ardenne passe de 102 à 114 agents, soit 15.000 heures supplémentaires de plus. La zone Famenne compte 25.000 heures supplémentaires de plus. Quant à la zone Semois-Lesse, elle passe de 92 agents à 101 agents, soit 4.000 heures supplémentaires. Ceci prouve qu'il est très urgent de revoir ces normes.

 

De plus, si je vous ai bien compris, l'intervention du fédéral dans le doublement de la part forfaitaire de l'allocation de fin d'année sera nulle. Les communes ne peuvent vraiment pas cautionner cela, je vous le signale. C'est franchement inacceptable! Non seulement le gouvernement fédéral se contente de décider, mais il demande de surcroît aux budgets communaux de financer ses propres décisions.

 

07.04  Patrick Dewael, ministre: Monsieur le député, vous avez un Conseil consultatif des bourgmestres.

 

07.05  Josy Arens (cdH): Monsieur le ministre, je suis d'accord, mais ce n'est pas à lui de décider à la place des bourgmestres. C'est inacceptable!

 

07.06  Patrick Dewael, ministre: Je ne peux pas aller interroger chaque bourgmestre. Le Conseil consultatif a émis un avis positif.

 

07.07  Josy Arens (cdH): Cette situation est totalement inacceptable!

 

Le président: Ce n'est pas un débat, mais le moment des questions et réponses.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Questions jointes de

- M. Georges Gilkinet à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "l'augmentation des tarifs de la SNCB" (n° P0554)

- Mme Karine Lalieux à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "l'augmentation des tarifs de la SNCB" (n° P0555)

- M. David Geerts au premier ministre sur "l'augmentation des tarifs de la SNCB" (n° P0556)

08 Samengevoegde vragen van

- de heer Georges Gilkinet aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de tariefverhoging bij de NMBS" (nr. P0554)

- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de tariefverhoging bij de NMBS" (nr. P0555)

- de heer David Geerts aan de eerste minister over "de tariefverhoging bij de NMBS" (nr. P0556)

 

08.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, madame la ministre, 5,9%, c'est l'augmentation moyenne des titres de chemins de fer qui a été annoncée la semaine passée et qui devrait entrer en vigueur le 1er février 2009 avec, qui plus est, des augmentations particulières pour les tickets seniors, les abonnements, etc.

 

J'ai fait quelques calculs concernant l'évolution des prix depuis 5 ans. Les résultats sont assez explicites. Si l'inflation aura augmenté d'environ 12% entre 2004 et 2009, le prix du billet de train aura, quant à lui, augmenté de près de 21% sur la même période. Le prix du billet senior aura augmenté de 66%, passant de 3 à 5 euros. Le prix de la Key Card aura presque doublé entre 2003 et 2009, passant de 0,92 euro à 1,7 euro par voyage.

 

Cette situation est complètement incompréhensible, madame la ministre, quand on sait que l'on est aujourd'hui confronté à une crise sociale, que le budget des ménages est "serré", y compris pour les transports écologiques. Il faut que nous nous mobilisions pour diminuer notre production de CO2 et nos émissions de particules. De plus, on ne peut pas dire que le service se révèle toujours être à la hauteur des attentes.

 

Madame la ministre, je suis assez déçu. En effet, je pensais que vous auriez mieux défendu le budget de la SNCB. Pourquoi encore augmenter le prix des billets de train alors que le pouvoir d'achat des ménages se dégrade? Pourquoi ne pas avoir augmenté la part contributive de l'État alors que de plus en plus de citoyens prennent le train et qu'il faut les encourager dans ce sens? Pourquoi ne pas donner la priorité au transport par le rail alors que l'expansion de ce moyen de transport est nécessaire d'un point de vue social et environnemental?

 

08.02  Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, madame la ministre, ma question avait initialement été déposée en commission et pour éviter les répétitions, je vous avais interrogée sur l'ensemble des augmentations au niveau des entreprises publiques. En effet, en dehors des hausses enregistrées au niveau de la SNCB, le prix des timbres a également augmenté. Il en va de même pour le prix des appels téléphoniques effectués via Belgacom.

 

Pour ce qui concerne la SNCB, une augmentation de 6% est annoncée.

 

Pour justifier leurs augmentations, les entreprises publiques avancent des arguments que je qualifierais de "magiques". Ainsi, selon elles, les augmentations sont toujours dictées par l'inflation, d'une part, et par la hausse des matières premières, d'autre part. Ce genre d'arguments est assez surprenant. Ainsi, dans ses publicités, dans ses opérations de communication, la SNCB revendique le fait qu'elle est une championne en termes d'économie d'énergie et de diminution de la consommation de matières premières.

 

Je voudrais vous poser quelques questions concernant cette augmentation de 6%. Ainsi, pouvez-vous nous donner les calculs qui ont mené à cette augmentation? Cela nous permettrait de savoir sur quoi se base la SNCB pour justifier cette augmentation de 6%. Dans le cadre de cette augmentation, la SNCB a-t-elle tenu compte de la hausse du nombre de passagers? En effet, les gains sont de plus en plus grands puisque sans cesse plus de navetteurs prennent le train, ce qui est d'ailleurs heureux pour l'environnement.

 

Pensez-vous que le contrat de gestion protège assez les usagers vis-à-vis de l'augmentation des tarifs dans le rapport entre l'État et nos entreprises publiques autonomes?

 

Enfin, beaucoup de nos concitoyens utilisent leur voiture pour se rendre à la gare, puis prennent le train. Du fait de cette hausse des tarifs de la SNCB, ils subiront une deuxième augmentation d'affilée puisqu'ils avaient déjà dû supporter le boom pétrolier. Ils sont donc doublement taxés.

 

08.03  David Geerts (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de Go Pass wordt 10% duurder en het seniorenbiljet 25%. U hebt verklaard dat u akkoord gaat met deze tariefstijgingen. U gaat akkoord met duurdere ticketten voor precies twee groepen die vrij kwetsbaar zijn en die weinig andere mogelijkheden hebben om zich te verplaatsen.

 

Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat deze regering bijkomende reizigers als een last beschouwt en dat u door die sterke tariefverhoging de jongeren en senioren wil wegpesten.

 

U hebt ook gezegd dat dit mag omdat het klopt met de stiptheidscijfers. U neemt echter een loopje met de waarheid. U haalt het percentage van 90% aan. Als men de stiptheidscijfers bekijkt van vóór de neutralisatie, dus van vóór de afgeschafte treinen, komt men aan 85% en wordt u vooral gered door de boemeltreinen. Als u een trein neemt van Antwerpen naar Brussel zult u zien dat een op vijf daarvan vertraging heeft.

 

Mevrouw de minister, ik kan helemaal niet akkoord gaan met deze tariefstijging voor deze groepen. Kom niet aandraven met het argument dat dit past op de inflatie, want 10 en 25% kloppen helemaal niet.

 

08.04 Minister Inge Vervotte: Mijnheer de voorzitter, collega's, jaarlijks past de NMBS haar prijzen aan en jammer genoeg is dat jaarlijks een verhoging. Ook dit jaar zal dat opnieuw het geval zijn.

 

Uiteraard is de vraag op welke manier en voor welk bedrag. Dat ligt telkens voor. Die aanpassing gebeurt op basis van drie elementen: de evolutie van de gezondheidsindex, de evolutie van de kosten met betrekking tot de energieprijzen en de resultaten inzake de stiptheid.

 

Ik blijf even stilstaan bij die drie parameters. Mijn excuses voor de techniciteit, maar ik wil het Parlement een antwoord geven. Ten eerste, de evolutie van de gezondheidsindex. Vooral de mensen die hier aanwezig zijn, kennen en volgen de actualiteit voldoende om te weten dat we wat dat betreft dit jaar een uitzonderlijk situatie hebben gekend.

 

Er is met name een dubbele inflatie waardoor de gezondheidsindex oploopt tot een bedrag van 5,07%. Laten we dat even vergelijken met het verleden. De prijszetting voor 2008 gebeurde op basis van een gezondheidsindex van 1,30% en voor 2007 van 1,68%. U ziet het verschil. Dat is dus een hoog bedrag.

 

Iedereen weet wat de waarde van de gezondheidsindex is. Die is van toepassing op de lonen en de sociale uitkeringen. Dat is belangrijk voor alle personeelsleden van de NMBS en voor alle loontrekkenden en uitkeringsgerechtigden. Dat betekent uiteraard dat deze bedragen ook moeten worden doorverrekend.

 

De tweede parameter is de energieprijs. Ik heb ook gehoord – ik begrijp dat – dat men zegt dat het geen goed ogenblik is om de ticketprijs te verhogen omdat de olieprijzen aan het dalen zijn. Het grootste gedeelte van de energiekosten van de NMBS is te wijten aan de enorme kostenstijging van de energiefactuur. Wij hebben een stijging van de kosten van de energiefactuur gemeten. Er is inderdaad een rationalisering van het gebruik, maar de factuur stijgt. De factuur is gestegen met maar liefst 40%. Wij hebben met de NMBS afgesproken dat zij die stijging niet zomaar automatisch mag doorrekenen, want het gaat over een enorm bedrag, ik meen 100 miljoen euro. Er is afgesproken dat men dit alleen mag doorrekenen wanneer het gaat over een gevoelige afwijking ten opzichte van de gezondheidsindex, waarmee wij duidelijk worden geconfronteerd, met een maximum van 1%. Er mag dus maar een zeer kleine fractie daarvan worden doorgerekend.

 

De derde parameter is inderdaad de stiptheid. Voor de periode juli 2007- juli 2008 komen wij, na de afgesproken neutralisatie, nu ook met de afgeschafte treinen die er vroeger niet werden bijgerekend, aan een percentage van 93,4%. Dat is ongeveer gelijklopend ten opzichte van vorig jaar. Ik denk dat het percentage toen 93,3 bedroeg. Er is dus een kleine, niet echt significante verbetering. De afgeschafte treinen zitten er nu wel in. De doelstelling was 91%. Men haalt die doelstelling. Daarom is ook de komende verhoging toegelaten. Er mag opnieuw maximaal 1% worden doorgerekend.

 

Als men een optelsom maakt, dan krijgt men 5,07% van de index, 1% en 1%. Dat betekent dat de NMBS in principe 7,07% zou mogen doorrekenen.

 

Ik heb gevraagd aan de NMBS om dat niet volledig toe te passen en na te gaan of het niet mogelijk was om daarvan af te wijken, omdat het grootste gedeelte van de verhoging ten laste van de werkgever valt. De werkgever levert namelijk een bijdrage van 56 à 100% van de kosten van de treinkaarten en abonnementen. Wij weten dat de bedrijven het vandaag al moeilijk hebben en dat zij door de hoge gezondheidsindex zelf al met een kostenverhoging worden geconfronteerd. Daarom heeft de NMBS het voorstel gedaan om de verhoging te beperken tot 6,25% voor de abonnementen en een gemiddelde van 5,5% voor de andere producten.

 

Ik vind, net als jullie allemaal, die prijsstijging niet prettig, maar ik vind wel dat de NMBS ze kan verantwoorden.

 

Ten eerste zijn er de stijgende kosten. Wat kan een onderneming doen als ze met zulke kostenstijgingen wordt geconfronteerd? Men kan die uiteraard opvangen door een stijgende productiviteit. Ik kan u echter zeggen dat de NMBS dat doet. Ze vangt een gedeelte op door stijgende productiviteit. De stijging van de lonen die hoger ligt dan de index wordt bij de NMBS opgevangen door productiviteitswinsten. Verder is er het feit dat we met een enorme groei zitten en dat de dotatie gelijk blijft, uiteraard mits indexering. Ook dat wordt opgevangen door de stijgende productiviteit.

 

Ten tweede kan men de uitgaven verminderen. Ook dat doet de NMBS. Zij heeft al heel wat gerationaliseerd. Tegelijkertijd moet men echter weten dat dit enorm wordt beperkt omdat we heel wat eisen stellen en verwachtingen hebben inzake kwaliteit en dienstverlening. Men heeft daar dus niet veel ruimte, onder meer ook door de enorme groei van het aantal reizigers.

 

Ten derde kan men het doorrekenen in de prijs. Dat gebeurt hier ook gedeeltelijk.

 

Ten vierde kan men dit elders compenseren, door de overheid die tussenbeide komt zoals hier ook wordt gesuggereerd. Dit moet nog worden beslecht binnen de regering maar persoonlijk denk ik dat het zinvoller is om prioriteit te geven aan wat de sociale partners bespreken in het IPA. De middelen van de federale regering zijn immers zeer beperkt. Iedereen weet voor welke moeilijke toestand wij staan. Als er in het IPA afspraken worden gemaakt over het woon-werkverkeer vind ik persoonlijk dat het belangrijker is om daar de middelen van de overheid naartoe te laten vloeien. Dat moet echter nog worden beslecht binnen de regering.

 

Hoe zit het met de buurlanden? Dat is een van de redenen die in rekening worden gebracht om dit te verantwoorden. In België is de gemiddelde prijs 0,077 euro per kilometer. Als we dat afzetten tegen de prijs in Duitsland, Frankrijk en Nederland gaat het om 0,15 euro per kilometer. Ten opzichte van de ons omringde landen doen we het dus nog goed. We zien dat de evolutie inzake prijsstijging gelijklopend is in de omliggende landen.

 

De concurrentie met de auto blijft nog steeds, zeker en vast als men gaat kijken naar de netto prijzen, wanneer de afrekening gebeurt met de werkgever en als men rijdt met benzine.

 

Samengevat, omdat er nog steeds een groot spanningsveld is tussen de kwaliteit enerzijds en de kwantiteit anderzijds door de enorme groei van het aantal reizigers, omdat wij niet willen inboeten aan kwaliteit en zelfs willen dat die kwaliteit verbetert en omdat de gezondheidsindex dit jaar uitzonderlijk hoog zat op 5,07% vind ik de vooropgestelde prijsstijging te verantwoorden, uiteraard mits de correctie die moet worden doorgevoerd voor de werkgevers die tussenkomen voor de werknemers omdat dit de grootste groep reizigers is. We weten heel goed voor welke uitdagingen wij vandaag en morgen op economisch vlak komen te staan. Daarom is volgens mij de aanpassing of correctie noodzakelijk.

 

08.05  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, votre réponse était aussi longue que peu convaincante. Je m'attendais à cette argumentation sur le prix de l'énergie. Tout le monde est touché par cette augmentation, y compris les citoyens qui prennent le train. J'avais gardé un autre calcul pour ma réplique: celui de l'augmentation des recettes "voyageurs" depuis 2004. En effet, le prix du billet augmente mais aussi le nombre de voyageurs. Les recettes de la SNCB ont augmenté pendant cette période de plus de 36%, 150 millions d'euros apportés par les navetteurs sur un montant total de 550 millions d'euros.

 

Madame la ministre, les navetteurs, les employeurs, les usagers du train ont fourni leur effort. Maintenant, c'est à l'État de consentir un effort. La SNCB ne peut plus être une variable d'ajustement budgétaire, elle doit être une priorité sociale et environnementale.

 

08.06  Karine Lalieux (PS): Je remercie la ministre pour sa réponse, mais, une fois de plus, sur qui vont retomber les augmentations? Sur les travailleurs, sur les employeurs, sur les étudiants, alors que l'État fait un effort depuis quelques années pour nous inciter à changer de mode de transport. Il ne faudrait pas que des augmentations successives découragent ceux qui ont changé de mode de transport. Même si la qualité du train et sa ponctualité augmentent, le confort n'augmente pas spécialement sur certaines lignes. Avant de se livrer à des augmentations, il faut réfléchir.

 

Encore une fois, les recettes "voyageurs" de la SNCB augmentent et les gens sont doublement touchés: le coût de la voiture augmente, le prix du train augmente.

 

08.07  David Geerts (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord en voor al de cijfers die u hebt gegeven. Het is een vrij technisch antwoord. Het is mij echter nog altijd niet duidelijk waarom precies de jongeren 10 procent meer moeten betalen en de senioren 25 procent meer. U hebt veel cijfers gegeven, maar die twee cijfers heb ik nergens gehoord. Mij lijkt het, mevrouw de minister, dat er nu geen vliegtaks komt, maar wel een treintaks. Het risico is dat jongeren – ik heb het daarstraks ook aan de premier meegegeven – hun Go Pass terug naar afzender sturen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de M. David Lavaux à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "le sabotage de l'infrastructure ferroviaire en France" (n° P0557)

09 Vraag van de heer David Lavaux aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de sabotage van de spoorweginfrastructuur in Frankrijk" (nr. P0557)

 

09.01  David Lavaux (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, le réseau ferroviaire français a connu une série d'attentats ces dernières semaines, touchant principalement les lignes TGV et Thalys en provenance de notre pays. Cela n'a heureusement pas fait de victimes, mais entraîné de nombreux dégâts. En outre, plus de 160 trains ont vu leur horaire modifié ou ont été supprimés. Les faits sont suffisamment graves pour nous interpeller.

 

On sait que cela provient d'une mouvance anarchiste dont plusieurs membres ont d'ailleurs été arrêtés. On sait déjà aussi que, dans notre contrat de gestion actuel, l'article 19 prévoit la mise en place d'un plan d'action contre le terrorisme. Ce contrat de gestion, dont la rédaction a pris deux ans, vient de prendre cours.

 

J'aimerais poser quelques questions, madame la ministre.

 

Des faits similaires sont-ils susceptibles de se produire en Belgique? J'espère que non.

 

Le contrat de gestion dans son état actuel, avant la mise en route de ce plan d'action, intègre-t-il déjà des documents exposant des consignes ou procédures à suivre en cas d'attaque terroriste sur notre réseau?

 

Le Comité fédéral est-il déjà en place et organise-t-il déjà des réunions?

 

Les événements récents qui se sont déroulés en France ont-ils amené vous-même et/ou la SNCB à prendre des initiatives dans ce cadre?

 

09.02  Inge Vervotte, ministre: Monsieur le président, en 2007, 3.195 appels ont été enregistrés pour circulation illégale, dont 190 concernaient des dépôts d'objets. Ces faits sont considérés comme des actes de malveillance ou de vandalisme. C'est le parquet qui, après enquête, décide si ces actes peuvent être dénommés "entraves méchantes à la circulation ferroviaire".

 

À ce jour, à ma connaissance, aucun acte qualifié d'acte terroriste n'a été commis sur l'infrastructure ou le domaine ferroviaires. Une étude de vulnérabilité par rapport à la menace terroriste a été rédigée en mars 2006, conformément à l'arrêté royal.

 

À la suite des événements de New York et Madrid, des mesures préventives et curatives ont été élaborées au sein du Groupe SNCB par le Corporate Security Service. Ces mesures doivent évidemment rester confidentielles et seront reprises dans le plan d'action à établir dans le cadre du contrat de gestion 2008-2012.

 

Je dispose de la composition du Comité fédéral et je vous la ferai parvenir, car il s'agit d'une liste qu'il serait fastidieux de lire ici. Ce Comité ne s'est pas encore réuni depuis le début des attaques sur le territoire français. Cependant, le centre de crise du gouvernement et le chef du Corporate Security Service au sein de la SNCB-Holding restent en contact permanent, et ce, en fonction du niveau de la menace terroriste.

 

Pour l'instant, des mesures particulières de sécurité n'ont pas été demandées par le centre de crise du gouvernement, mais il est clair que, depuis les événements en France, le personnel de sécurité reste particulièrement vigilant.

 

09.03  David Lavaux (cdH): Merci pour votre réponse. Le nombre d'actes malveillants qui sont répertoriés sur une année est édifiant. Avec le vol de métaux sur le réseau ferroviaire, ces attaques doivent retenir toute notre attention.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de treindienst tussen Antwerpen en Brecht" (nr. P0558)

10 Question de M. Jef Van den Bergh à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "la desserte ferroviaire entre Anvers et Brecht" (n° P0558)

 

10.01  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, ik weet niet of u gisteren de kans hebt gekregen om naar het Eén-programma Volt te kijken, maar het ging onder andere over het spookstation Noorderkempen.

 

In Brecht in de Noorderkempen ligt een schitterende spoorlijn. Er ligt een station met alle mogelijke voorzieningen, een grote parking, verlichting die reeds dag en nacht brandt, maar het enige wat daar leeft, is het onkruid. Collega’s, ik wil er toch even op wijzen dat 750 miljoen werd gestoken in een schitterende spoorlijn en een station dat daar klaarligt om te gebruiken, maar dat ligt er nu al twee jaar en nog steeds rijdt er geen enkele trein. Kortom, er dringt zich heel dringend, liever gisteren dan vandaag om bepaalde personen te parafraseren, een oplossing op. De NMBS verschuilt zich achter twee elementen: enerzijds de Europese regelgeving en anderzijds de constructeur, Bombardier, die zijn verplichtingen niet nakomt met betrekking tot het leveren van het treinmaterieel met het ondertussen bekende ETCS-veiligheidssysteem.

 

Mevrouw de minister, ik denk dat er vandaag twee mogelijkheden zijn. Ofwel moet de NMBS het contract met Bombardier vernietigen en elders treinmaterieel vinden. De NMBS stelt dat er in heel Europa geen dergelijk treinmaterieel te vinden is. Ik moet dat echter tegenspreken: in Nederland, op de Betuwelijn, rijdt wel degelijk gehomologeerd treinmaterieel, dat ook op de HSL zou kunnen rijden ten noorden van Antwerpen. De andere mogelijkheid zou erin kunnen bestaan – het zou wellicht de snelste manier zijn – om voorlopig met een klassiek veiligheidssysteem te rijden. Ik wil u daarom nogmaals uitdrukkelijk vragen dat de NMBS die piste zou willen onderzoeken, maar niet alleen dat: ook effectief forceren, opdat daar heel snel treinen gaan rijden.

 

10.02 Minister Inge Vervotte: Jammer genoeg hebben we het al zeer veel over dat dossier gehad. Zoals u weet, werkt constructeur Bombardier ondertussen al maanden aan de seinuitrusting ERMTS, die nodig is voor de hogesnelheidslijn tussen Antwerpen en Brecht. Ondertussen heeft Bombardier officieel en formeel laten weten de toestellen niet te zullen kunnen leveren op korte termijn en dus buiten de voorafgesproken termijnen te zullen gaan, en ook dat het nog zeer lang zal duren alvorens zij inderdaad die toestellen kunnen leveren.

 

We kunnen alles onderzoeken. Hoe dan ook heb ik ook aan de NMBS gevraagd naar andere constructeurs uit te zien. Men zegt mij dat dat zeker zo lang zal duren en dus geen oplossing zal zijn qua timing. Dan zit men uiteraard nog met alle procedures in verband met contracten en zo meer; dat zal niet echt een oplossing ten gronde zijn en er niet voor zorgen dat men sneller zal kunnen rijden.

 

Omdat ik weet hoe belangrijk het dossier is voor de reizigers van de Kempen, evenals voor de geloofwaardigheid van de NMBS, heb ik de NMBS-groep gevraagd om alle mogelijke alternatieven te onderzoeken. Zij hebben andere alternatieven met betrekking tot toestellen onderzocht. Is het mogelijk met andere toestellen te werken? Men heeft mij gezegd dat het technisch mogelijk zou zijn, maar dat dat geen oplossing met betrekking tot de timing zou bieden. Men zou immers evenveel tijd nodig hebben om dat operationeel te krijgen.

 

Dat betekent dat er nog een piste overblijft, namelijk het werken met een klassiek veiligheidssysteem. Op 4 november 2008 heb ik aan de NMBS en Infrabel gevraagd om een technisch dossier ter zake te bezorgen, zodat ik aan de administratie toelating kan vragen om, ten eerste, tijdelijk, ten tweede, met een klassiek veiligheidssysteem en, ten derde, met gewone treinen te kunnen rijden op de lijn Antwerpen-Noorderkempen. Ik zal dat dossier ook verdedigen bij de administratie, aangezien de veiligheidsrisico's volgens mij verwaarloosbaar zijn. Het is nu wachten op het antwoord van de administratie.

 

Belangrijk om te weten is ook dat, indien de administratie positief adviseert – wat nog niet zo evident is, want dat betekent dat wij met een klassiek veiligheidssysteem zouden werken, hoewel ervoor is geopteerd om met het andere veiligheidssysteem te werken –, zal opnieuw het nodige moeten worden gedaan om de signalisatie aan te passen. Ook dat zal opnieuw tijd vragen.

 

Ik kan u garanderen dat wij het dossier van zeer nabij volgen en het belang ervan zeer goed kunnen inschatten. Wij hebben ook aan de NMBS gevraagd om, sinds formeel is geworden dat Bombardier niet op tijd zal kunnen leveren, andere oplossingen voor te stellen en zelfs te gaan tot de laatste oplossing die ik ooit mogelijk achtte, namelijk werken met een klassiek veiligheidssysteem, waarvan ik bereid ben om de risico's te dragen, omdat ik denk dat ze verwaarloosbaar zijn.

 

10.03  Jef Van den Bergh (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb vorige week in de commissie de tiende vraag over het onderwerp gesteld, waarvan een hele reeks aan uw voorgangers, de heer Tuybens, de heer Vande Lanotte. Dat is niet abnormaal, want de ingebruikname van de spoorlijn was gepland voor juni 2005. Sindsdien is dat tientallen keren uitgesteld.

 

Ik ben blij met uw antwoord. U hebt al eerder uw verontwaardiging omtrent het dossier uitgedrukt. Nu geeft u ook blijk van een persoonlijk engagement in het dossier. Dat stemt ons hoopvol. Wij zullen u nog niet danken. Ik denk dat ik u pas samen met de reizigers zal kunnen danken op het moment dat er daadwerkelijk een trein rijdt. Ik hoop dat dat heel snel zal zijn.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Questions jointes de

- M. Yvan Mayeur à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur "le droit de grève" (n° P0550)

- Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur "le droit de grève" (n° P0551)

- M. Daniel Bacquelaine à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur "le droit de grève" (n° P0552)

11 Samengevoegde vragen van

- de heer Yvan Mayeur aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "het stakingsrecht" (nr. P0550)

- mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "het stakingsrecht" (nr. P0551)

- de heer Daniel Bacquelaine aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "het stakingsrecht" (nr. P0552)

 

11.01  Yvan Mayeur (PS): Monsieur le président, madame la ministre, ces dernières semaines ont eu lieu dans de nombreuses entreprises des conflits sociaux collectifs qui débouchent malheureusement souvent devant les tribunaux de par l'action du patronat qui choisit la voie judiciaire pour tenter de les résoudre. Il en découle parfois des incidents, entre autres la condamnation des organisations syndicales à des astreintes ou la venue d'un huissier, parfois accompagné des forces de l'ordre sur décision de certains bourgmestres, donnant lieu à des conflits qui dégénèrent et à des incidents graves à l'égard des militants syndicaux. On peut dès lors s'interroger sur l'effectivité de l'exercice du droit de grève.

 

Je tiens d'ailleurs à mettre cette question en parallèle avec deux remarques qui sont régulièrement adressées à la Belgique. L'une provient du Comité européen des droits sociaux qui considère que l'intervention des présidents des tribunaux, notamment sur requête unilatérale sans un exercice réel du droit de la défense de la part des organisations syndicales, est une entrave à la Charte sociale européenne. L'autre émane du Comité des droits économiques, sociaux et culturels des Nations unies qui considère, quant à lui, que "le système juridique de la grève en Belgique est confus et incertain, après avoir constaté que des cas continuent de se présenter dans lesquels le droit de grève est restreint par des pratiques jurisprudentielles et ce, au-delà des restrictions autorisées par l'article 31 de la Charte."

 

Comme c'est également le sentiment sur le terrain, les instances européennes voire internationales qui traitent des droits sociaux et des droits du travail estiment que la manière dont la requête unilatérale peut être posée devant les tribunaux par le patronat est une forme d'atteinte au droit de grève.

 

Notre pays a choisi la concertation sociale et, depuis 2002, au travers d'un gentlemen's agreement, il a fait en sorte que le patronat renonce à introduire une procédure judiciaire et que les organisations syndicales s'engagent à respecter un préavis de grève et toute une procédure avant de déclencher une grève.

 

Madame la ministre, peut-on à ce point ne pas respecter cet engagement-là? S'il n'est pas respecté, ne serait-il pas opportun de valider un tel accord entre les partenaires sociaux au travers d'une forme législative quelconque ou d'une initiative du SPF Emploi?

 

Le président: Puis-je vous demander de conclure?

 

11.02  Yvan Mayeur (PS): Je suis nettement moins long que d'autres collègues sur des sujets qui ne me paraissent pas plus fondamentaux.

 

Le président: Je pratique un chronométrage quasi-fondamentaliste.

 

11.03  Yvan Mayeur (PS): Excusez-moi, monsieur le président, mais vous vous montrez moins fondamentaliste quand d'autres, notamment du Vlaams Belang, interviennent très longuement dans une réplique comme tout à l'heure. Je vous prie de me laisser terminer ma question!

 

Le président: C'est absolument faux!

 

11.04  Yvan Mayeur (PS): Je vous propose de visionner l'enregistrement de la séance sur internet. On constatera qui vous laissez faire!

 

Le président: Je peux vous montrer tous mes chronométrages.

 

11.05  Yvan Mayeur (PS): Je faisais allusion à la réplique d'un collègue du Vlaams Belang, de l'avis général extrêmement longue.

 

Le président: Je l'ai interrompu à quatre reprises pour le lui signifier.

 

11.06  Yvan Mayeur (PS): Si vous le permettez, je terminerai donc ma question qui me paraît sérieuse et intéressante. Des milliers de travailleurs de plusieurs entreprises sont dans les rues, je crois qu'on peut en parler.

 

Soit on prend acte d'une certaine manière d'un gentlemen's agreement quand il intervient entre les partenaires sociaux, soit on encadre légalement le droit de grève de manière à éviter cette judiciarisation des conflits sociaux collectifs qui ne me paraît pas de nature à maintenir un climat social serein dans notre pays.

 

11.07  Zoé Genot (Ecolo-Groen!): En cette période de crise économique où chaque matin est porteur de mauvaises nouvelles, de nouvelles de licenciements, il est très important que des droits fondamentaux comme le droit de grève soient respectés et que le dialogue social puisse avoir lieu normalement. On l'a entendu dans de nombreux conflits à Ikea, Beaulieu, Elia, Citec ou celui emblématique de Carrefour, cela ne se passe pas bien.

 

Que se passe-t-il dans le cas de Carrefour? On est face à des travailleurs qui se mettent en grève non pas pour défendre leur propre pain mais parce que d'autres travailleurs ne vont pas être payés correctement, vu que le Carrefour de Bruges propose des salaires inférieurs de 25% et assortis de l'obligation de travailler le samedi et 40 dimanches sans sur-salaire. Il y a donc un problème dénoncé également par des patrons de PME: le fait d'avoir usé d'un subterfuge juridique pour être versé dans une commission paritaire qui n'était pas destinée à un hypermarché.

 

Les syndicats ont joué le jeu. Ils ont rapidement exigé une conciliation sociale qui permettrait un véritable dialogue social et ils ont déposé des préavis et essayé que cela se déroule convenablement. Qu'ont fait les patrons, avant même que la grève ne commence? Ils sont allés devant les tribunaux, déclaré qu'ils ne connaissaient pas les gens qui allaient faire grève et exigé des requêtes unilatérales.

 

Pourtant, en 2002, un "gentlemen's agreement" avait été conclu suite au non-respect par la Belgique de la Charte économique et sociale qui protège le droit de grève. Cet accord prévoyait que les syndicats devaient déposer un préavis et s'engageaient à ne pas abîmer l'outil de travail notamment, et que les patrons n'auraient pas recours aux requêtes unilatérales. Ce "gentlemen's agreement" n'est pas respecté. En outre, la police intervient maintenant, en plus des juges et des huissiers. On assiste à une aggravation du problème.

 

En octobre 2005, au moment du conflit sur le Pacte entre les générations, M. Dewael avait envoyé une circulaire à l'ensemble des bourgmestres pour demander une réponse forte de la police. Dernièrement, des délégués syndicaux ont été arrêtés à Ninove et à Berchem. On a même vu à Sint-Pieters-Leeuw un huissier interdire la distribution de tracts. Distribuer des tracts aux clients porterait atteinte à leur capacité à accéder au supermarché!

 

Des droits fondamentaux sont menacés. Madame la ministre, comment allez-vous faire pour que le droit de grève soit respecté dans notre pays?

 

11.08  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, je vais essayer d'être plus long que M. Mayeur mais ce sera difficile!

 

Madame la ministre, nous considérons le droit de grève comme fondamental. Pas d'ambiguïté sur ce point. Il s'agit de l'un des droits les plus fondamentaux, celui de ne pas travailler quand on estime que les conditions de travail ne sont pas acceptables. J'ajoute que nous privilégions la concertation sociale comme mode de résolution des conflits.

 

Le droit de grève n'est pas inscrit en tant que tel dans la loi, ou dans la Constitution. Mais il a été largement consacré dans le cadre d'un arrêt de la Cour de cassation de 1981 et dans le cadre de la Charte sociale européenne, qui a été approuvée par la Belgique.

 

Faut-il distinguer le droit de grève d'un certain nombre d'éléments s'exerçant dans sa marge? Un piquet de grève qui informe les travailleurs, notamment ceux qui ne font pas grève, est légitime. Il en va autrement d'un piquet de grève qui fait obstacle à la liberté de circulation et au droit de ne pas faire grève. Le droit de grève est un droit individuel qui comporte son contraire, le droit de ne pas faire grève.

 

La véritable question est donc de savoir si le piquet de grève bloquant fait partie du droit de grève. Pour ma part, je considère qu'il n'en fait pas partie, qu'il est en marge, qu'il est un moyen disproportionné qui n'a rien à voir avec le droit fondamental à la grève. Dans ce cadre, je souhaiterais connaître votre analyse de la situation.

 

Je pense que le climat actuel envenime les négociations à venir dans le cadre de l'accord interprofessionnel, ce que je regrette.

 

Je crois qu'il est vraiment temps de préciser la position du gouvernement sur ce sujet. Les piquets de grève bloquants font-ils partie du droit de grève et sont ils-légitimes? Je ne le pense pas. Il faudra sans doute légiférer pour apporter un peu plus de clarté dans cette situation.

 

11.09  Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, permettez-moi d'abord de me réjouir car quand il n'y a pas d'accord, on est interpellé mais quand il y a un accord, personne ne dit rien. Pour avoir vécu les interpellations hier en commission et par rapport à un éminent membre de cette assemblée qui semblait mettre en doute les méthodes de la concertation sociale, je ne peux que me réjouir qu'en trois entrevues, dont une très longue, ces deux derniers jours, on ait pu arriver à un pré-accord dans le conflit Carrefour. Il n'y aura pas de communication sur ce pré-accord mais il sera présenté et défendu lundi par les instances syndicales. En attendant cette date, toutes les actions sont suspendues.

 

Dans ce conflit très important, il est réjouissant d'arriver à une issue heureuse dans le cadre d'une concertation sociale. Cela prouve que c'est avant tout par la concertation sociale qu'on se sort des conflits et cela donne un signal positif au moment où les partenaires sociaux vont commencer des discussions très importantes pour le pays en vue d'un accord interprofessionnel.

 

En ce qui concerne le droit de grève, on a évoqué les différentes chartes et éléments juridiques internationaux qui le consacrent, ainsi que la jurisprudence. Il est vrai qu'il n'y a pas de disposition constitutionnelle ni législative jusqu'à présent. Il y a un "gentlemen's agreement" de 2002, que j'ai sous les yeux, et qui précise notamment qu'en ce qui concerne les organisations d'employeurs, elles adressent une recommandation solennelle à leurs membres afin d'éviter la mise en œuvre de procédures judiciaires pour des aspects liés à un conflit collectif dans la mesure où les recommandations réciproques sont respectées. On peut lire aussi, pour les organisations de travailleurs, qu'on appelle leurs membres à faire en sorte que dans les modalités d'exercice en cas de conflit, elles mobiliseront les travailleurs directement concernés par celui-ci.

 

Il me semble que ce "gentlemen's agreement" n'est pas toujours entièrement respecté. Ce sujet est relativement brûlant et est évoqué, pour des raisons évidemment différentes, par chacun des partenaires sociaux. Je comptais demander au Conseil national du Travail de se charger de l'analyse de ce protocole d'accord et de ses difficultés d'application, puis d'émettre des recommandations. Cela me paraît être le lieu idéal pour cette tâche. Il ne s'agit pas d'interférer dans les discussions interprofessionnelles.

 

Cette question doit avant tout être abordée par les protagonistes eux-mêmes dans le cadre de la concertation sociale.

 

11.10  Yvan Mayeur (PS): Madame la ministre, nous nous réjouissons comme vous du pré-accord qui est intervenu dans le conflit au sein de Carrefour. Je prends acte de votre proposition de confier au Conseil national du Travail l'examen du "gentlemen's agreement" en vue de le pérenniser.

 

Le droit de grève, y compris au moyen des piquets, constitue une manière de défendre un droit essentiel pour les travailleurs, à savoir celui de travailler dignement et dans des conditions de travail qui soient respectées par les employeurs. Il s'agit d'un élément essentiel de notre vie collective.

 

11.11  Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Les acteurs sociaux vont donc se pencher à nouveau sur ce "gentlemen's agreement". J'espère que le texte sera respecté par les deux parties.

 

Je souhaite aussi que vous discutiez avec votre collègue de l'Intérieur, M. Dewael, de la façon disproportionnée dont les forces de l'ordre sont intervenues dans certains piquets. Je vous recommande le visionnage de quelques films sur internet. Quand un piquet de grève composé de trente personnes se retrouve, après cinq minutes de discussions, dans un combi policier, cela pose un problème que le gouvernement doit régler. J'espère donc que vous vous en chargerez.

 

11.12  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, madame la ministre, je me réjouis que la concertation l'emporte et que l'on puisse déterminer un modus vivendi efficace.

 

Cela étant, le "gentlemen's agreement" de 2002 dont il est question parle du droit de grève. Il ne parle pas de piquets de grève bloquants. Il faut donc bien différencier les choses. En effet, ces piquets de grève bloquants, qui constituent une véritable pression physique, relèvent davantage de la violence que du droit du travail et, en particulier du droit de grève.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "de lijst van het Wereld Economisch Forum met betrekking tot de gelijke kansen tussen mannen en vrouwen" (nr. P0553)

12 Question de Mme Hilde Vautmans à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur "la liste du Forum économique mondial concernant l'égalité des chances entre hommes et femmes" (n° P0553)

 

12.01  Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, België is negen plaatsen gezakt op de internationale ranking van het Wereld Economisch Forum op het vlak van gelijkheid tussen mannen en vrouwen. U weet dat dit forum onderzoek doet in 130 landen en nagaat hoe het is gesteld met de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. In 2006 stonden wij op de 20ste plaats en in 2007 op de 19de plaats. Wij waren dus naar boven aan het schuiven. Nu ineens tuimelen wij naar de 28ste plaats.

 

Ik heb het goed bestudeerd. Ik zie wel dat ons resultaat eigenlijk gelijk blijft, dat België stagneert op het vlak van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Wij worden echter voorbijgestoken door landen die grote sprongen vooruit maken, zoals Nederland en Frankrijk, die in de strijd tegen de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen meer stappen vooruitzetten. Bij de Scandinavische landen merken wij dat de kloof bijna volledig is weggewerkt.

 

Er worden vier criteria gehanteerd, namelijk het onderwijs, de gezondheidszorg, de arbeidsmarkt en de deelname aan de politiek. Voor ons land ligt het probleem vooral bij de deelname aan de politiek, waar men ziet dat vrouwen nog steeds minder deelnemen. Wij hebben slechts een kwart van de achterstand ingehaald.

 

Het grootste pijnpunt is de loonkloof; vandaar dat ik mij tot u richt. Wij zien in dit onderzoek dat vrouwen voor dezelfde functie nog steeds slechts 60% verdienen van wat mannen verdienen. Elk jaar op Vrouwendag zien wij heel veel politieke verenigingen actie voeren voor het wegwerken van die loonkloof. Nu stellen wij echter vast dat het daarmee slechter is gesteld. Vele mensen zeggen dat de methode voor het onderzoek niet helemaal juist is. Ook het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zegt dat de strijd tegen de loonkloof stagneert, dat die is stilgevallen, net of het bewustzijn daaromtrent ietwat is weggeëbd.

 

Het Wereld Economisch Forum zegt dat de competitiviteit van een land ook afhangt van de mate waarin men de talenten van de vrouwen verzilvert. Dat vind ik een mooie uitspraak. Daarom is het natuurlijk voor onze economie heel belangrijk dat wij die loonkloof wegwerken, dat wij de vrouwen op de arbeidsmarkt stimuleren.

 

U hebt gereageerd en gezegd dat het niet zo erg is als het eruitziet. Dat weet ik wel. Wij stagneren. Voor mij is het echter wel een probleem. Als wij die loonkloof niet wegwerken, is dat een economische handicap.

 

Mevrouw de minister, heel eenvoudig, welke stappen gaat u zetten opdat wij volgend jaar terug een sprong kunnen maken in die index en die loonkloof eindelijk kunnen wegwerken?

 

12.02 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, ik ben het eens met mevrouw Vautmans en uiteraard ben ik een voorstander van de strijd tegen de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Dat is en blijft een reëel probleem.

 

Wat de resultaten van het verslag van het World Economic Forum betreft, is het eerst en vooral nuttig om zich vragen te stellen over de evaluatiemethode van dat rapport, dat verschillende indicatoren aanhaalt.

 

Om de loonkloof te meten, baseert de studie zich op de Executive Opinion Survey van het World Economic Forum. Er wordt gepeild naar de percepties van de bedrijfsleiders om tot bedoelde cijfers voor de loonkloof te komen. Dat zal per land natuurlijk een ander beeld geven. Bovendien zal er per land met de gevoeligheden van de materie rekening moeten worden gehouden.

 

Voornoemde indicatoren geven dus niet de loonkloof weer, zoals wij die berekenen. Zij zijn het resultaat van een bij een aantal managers gemeten perceptie. Het verslag over de loonkloof, dat op 4 maart 2008 door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen aan de hand van cijfers van het Federaal Planbureau werd opgesteld, is veel objectiever.

 

Er kan worden geconcludeerd dat de resultaten in dezelfde lijn liggen van de resultaten van 2007. Bijgevolg kunnen wij veeleer van een stagnering spreken. In 2007 hadden wij evenwel bijna geen regering. Wij konden dus geen nieuwe maatregelen treffen. Dat is misschien een van de redenen.

 

Het belang van het verslag van het World Economic Forum ligt dus veeleer in het feit dat de managers in de ondernemingen moeten worden gesensibiliseerd. Dat is heel belangrijk.

 

In dat kader zijn het koninklijk besluit, dat op 14 oktober 2008 in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd, en de cao 25, bindend en betekenen een bijzonder grote stap vooruit. Zij bepalen dat de gelijkheid van lonen tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers op het vlak van alle loonelementen en loonvoorwaarden moet worden verzekerd, met inbegrip van de evaluatiesystemen van functies.

 

Voornoemde systemen moeten de gelijke behandeling waarborgen bij de keuze van de criteria, bij het evenwicht en bij de omzetting van de evaluatieve waarden die het loon beïnvloeden.

 

De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 25 wordt door het koninklijk besluit van de sectoren bindend gemaakt. Door bedoelde overeenkomst moeten de sectoren en de ondernemingen, in functie van de verplichte genderneutraliteit, de nodige correcties aan hun evaluatiesystemen van functies en aan hun loonclassificatie aanbrengen. Dat kan ook via het IPA gebeuren. Ik nodig de sociale partners expliciet uit om hun inspanningen op het vlak van de functieclassificatie in het kader van de onderhandelingen voor het IPA 2009-2010 of in een ander kader te versterken.

 

Voornoemde nieuwe cao 25 is echter een heel belangrijke stap voor de vrouwen en een goed middel om een evenwicht te bereiken.

 

Bovendien steun ik de voortzetting van het EVA-project voor de evaluatie van de genderneutrale functieclassificatie, in verband met het genderplan. De vakbonden worden momenteel gesensibiliseerd met de brochure “De analytische functieclassificatie, een basis voor een genderneutraal loonbeleid”. Dat is een wijze om een grote sensibiliseringscamapgne te voeren.

 

12.03  Hilde Vautmans (Open Vld): Mevrouw de minister, ik had u zelf gezegd dat de methode altijd vatbaar is voor kritiek. Ik ben van opleiding een sociologe en dus weet ik dat wel. Wanneer men een onderzoek doet, dan is het eerste waarover de mensen het hebben de methode, maar niet alleen het Wereld Economisch Forum, ook het Instituut voor gelijkheid van kansen en uzelf kaarten aan dat de loonkloof nog altijd een echt probleem is. Andere landen zetten grotere sprongen voorwaarts.

 

U zegt dat er nu een KB is en dat er een cao is. Ik hoop dat u tijdens de IPA-onderhandelingen blijvend aandacht daarvoor zult vragen. Ik meen dat wij erover moeten nadenken om bijkomende stappen te zetten, anders zullen wij volgend jaar nog lager uitkomen, want het wordt natuurlijk altijd op dezelfde manier gemeten. Men voelt toch wel een evolutie. U zegt dat er in 2007 geen regering was. Helaas, er was er wel een.

 

12.04 Minister Joëlle Milquet: (…)

 

12.05  Hilde Vautmans (Open Vld): Dat hebt u gezegd, mevrouw de minister. U bent minister, ik niet.

 

Ik hoop alleszins dat u daarvoor blijvend aandacht zult vragen en dat u maatregelen zult nemen, want de competitiviteit van een land hangt af van de mate waarin vrouwen in het economisch proces worden betrokken en gewaardeerd, dat wil zeggen gelijk worden betaald.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Sarah Smeyers aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "de regularisatie van vreemdelingen" (nr. P0559)

- mevrouw Dalila Douifi aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "de regularisatie van vreemdelingen" (nr. P0560)

- mevrouw Leen Dierick aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "de regularisatie van vreemdelingen" (nr. P0561)

- de heer Filip De Man aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "de regularisatie van vreemdelingen" (nr. P0562)

13 Questions jointes de

- Mme Sarah Smeyers à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "la régularisation des étrangers" (n° P0559)

- Mme Dalila Douifi à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "la régularisation des étrangers" (n° P0560)

- Mme Leen Dierick à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "la régularisation des étrangers" (n° P0561)

- M. Filip De Man à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "la régularisation des étrangers" (n° P0562)

 

13.01  Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, wat reeds lang duidelijk was, werd vandaag door de federale ombudsman bevestigd. U hebt de asielzoekers die de afgelopen maanden in hongerstaking zijn gegaan ongelijk behandeld ten opzichte van asielzoekers die zich niet hebben laten leiden door actievoerders en die niet in hongerstaking zijn gegaan.

 

U hebt hongerstakende asielzoekers een verblijfsvergunning gegeven omdat ze daarop volgens de huidige wettelijke regeling recht hadden.

 

Mevrouw de minister, u antwoordt telkens weer dat de bestaande vreemdelingenwet bepaalt dat vreemdelingen waarvan de verwijdering om medische redenen tijdelijk of definitief onmogelijk is drie maanden langer in het land mogen blijven om te recupereren.

 

Dat is het huidige wettelijk systeem. Het perverse van dit systeem is dat de wet geen onderscheid maakt tussen mensen die onvrijwillig in die ziektetoestand zijn terechtgekomen en mensen die zich vrijwillig in die toestand hebben gebracht. Ik vraag mij af waarop u wacht om die wet te wijzigen.

 

Ik herhaal de woorden die ik tijdens de plenaire vergadering van juni heb uitgesproken. Ik kan me niet ontdoen van de indruk dat u in de macht bent van PS en cdH. Deze twee partijen willen een verregaande regularisatie, nota bene een standpunt dat bijna nergens in Europa nog wordt ingenomen.

 

Mevrouw de minister, u kondigt al lang aan dat er een omzendbrief komt om de criteria van uw regularisatiebeleid te bepalen. Die zou er zijn tegen 14 oktober, de dag van de beleidsverklaring, maar die is er niet gekomen. Waarop wacht u? Wanneer zult u de juiste conclusies trekken?

 

13.02  Dalila Douifi (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, deze ochtend ging het opnieuw over uw bevoegdheden. We konden de kritiek en de verslaggeving van de federale ombudsman lezen op het internet.

 

De ombudsman verwijt u een aantal zaken. Samenvattend zou ik kunnen zeggen dat het om onduidelijkheid gaat, waardoor er rechtsonzekerheid bestaat. Er is een ongelijke behandeling van verschillende soorten hongerstakers, afhankelijk van de situatie of van de kerk die zij uitkiezen voor hun hongerstaking.

 

Daarnaast is er ook zeer scherpe kritiek op het niet uitvoeren van wat is beloofd. Het is moeilijker, ook voor de ombudsman, om kritiek te geven op wat reeds is uitgevoerd omdat dit heel weinig is. Dat lijstje is heel veel korter, ook inzake uw bevoegdheid, dan dat van wat niet is uitgevoerd uit het regeerakkoord. Het gaat om het uitblijven van wat is beloofd, namelijk duidelijkheid scheppen en duidelijke criteria naar voren schuiven in verband met de regularisaties.

 

Mevrouw de minister, tot nu toe was het steeds de minister van Binnenlandse Zaken die zich deze aangelegenheid aantrok. Iedereen was daar eigenlijk vrij tevreden mee. Ik heb er met minister Dewael ook altijd heel intensief over kunnen debatteren en tot akkoorden kunnen komen. Sedert die bevoegdheid echter apart is geïnstalleerd, iets waarvan iedereen veel verwachtte, heb ik niet echt de indruk dat u als politiek gewicht op een of andere manier iets kunt laten bewegen. Ik weet niet of u daar nog gelukkig mee bent. Men komt immers maar niet tot een akkoord.

 

Collega Smeyers vroeg al waar u op wacht. Ik vind dat u zich niet langer kunt verbergen achter politieke onenigheid in de regering. Dat is eigenlijk niet ernstig meer, mevrouw de minister. Ik nodig de collega’s uit om dat luik van het regeerakkoord er nog eens op na te lezen. Het regeerakkoord is heel duidelijk. Waar wacht u op om het regeerakkoord uit te voeren, mevrouw de minister?

 

13.03  Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het is reeds gezegd dat het rapport van de federale ombudsman enerzijds de ongelijke behandeling van hongerstakers aanklaagt en anderzijds ook het uitblijven van de omzendbrief waarin duidelijke regularisatiecriteria moeten staan. De hele kwestie sleept nu toch al een aantal maanden aan. De conclusies van de ombudsman zijn dan ook niet echt een verrassing. Reeds verscheidene keren werd er gewezen op de ongelijke afhandeling van de hongerstakingen. Het uitblijven van de omzendbrief blijkt eigenlijk de rechtsonzekerheid te doen toenemen. Het geheel heeft een beetje weg van governing by accident. Men gaat steeds een bepaalde oplossing zoeken afhankelijk van hoe de situatie zich gaat voordoen. In dergelijke gevoelige materies moet men daar toch voor opletten.

 

CD&V gaat er nog steeds ten volle mee akkoord dat er een globaal akkoord moet komen om deze problematiek op te lossen. De toestand van onduidelijkheid die nu heerst, dreigt een aanzuigeffect te creëren, niet alleen voor de mensen die illegaal in ons land verkeren maar in de hele Europese Unie. Deze onduidelijkheid creëert immers bij hen hoop. Zolang die hoop er is gaan ze blijven. Het is duidelijk dat de oplossing die uit de bus gaat komen geen oplossing zal zijn voor de vele mensen die hier illegaal zijn.

 

Maar toch, de onduidelijkheid moet hier worden weggewerkt. Mevrouw de minister, welke specifieke maatregelen zult u nemen om de gelijke afhandeling van verschillende regularisatiedossiers echt te garanderen? Wij staan erop dat het gelijkheidsbeginsel wordt gehanteerd. Kunt u ook nog eens expliciet verduidelijken wanneer de afkondiging van die rondzendbrief er nu effectief zal komen?

 

13.04  Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, na al die lieve dames, de boze wolf. Het gaat dus over een klacht die door een stuk of drie linkse verenigingen werd ingediend bij de federale ombudsman. Dat is hoogst bevreemdend, want ik dacht dat de ombudsman zich moest bezighouden met problemen die onze burgers kennen. Tot nader order, misschien tot ergernis van sommige linkse partijen, zijn illegalen nog altijd geen burgers van dit land. Dit even terzijde.

 

Wat is er verder aan de hand? Die man zegt dat er een regeling moet komen om de illegale vreemdelingen toch duidelijk te maken op welke basis zij hier kunnen blijven. Ik vraag mij af waarom de dames voor mij zich zo druk maken, want in feite wordt er nu al massaal geregulariseerd. Men vraagt hier eigenlijk naar iets wat volop, dag in dag uit, gaande is, met name 12.000 regularisaties per jaar. Als ik goed kan tellen zijn er sedert Verhofstadt en nu ook onder Leterme 120.000 regularisaties van illegale vreemdelingen. Eerlijk gezegd, voorzitter, ik begrijp niet waarom die dames zo lastig doen, want hun wensen worden volop vervuld. Het systeem draait volop, het produceert geregulariseerde illegalen die op termijn allemaal Belg worden en die dan ook op termijn de linkse partijen aan nieuw electoraat moeten helpen. Eerlijk gezegd, ik zie de noodzaak niet in van deze vragen van de dames.

 

Mevrouw de minister, het is natuurlijk zo dat u een en ander uitlokt door uw houding, net als de regering in het algemeen trouwens. In andere landen – beschaafde Europese landen – worden illegale vreemdelingen wanneer ze zich bezondigen aan kerkbezettingen, kraanbezettingen, hongerstakingen in welke panden dan ook, gewoon verwijderd. Ze worden opgepakt en verwijderd. U en de regering in haar totaliteit geven die vreemdelingen de mogelijkheid om chantage te doen lonen. Dat is wat er nu gebeurt: chantage loont. Men wordt beloond door de minister van Immigratiezaken wanneer men maar genoeg stampei maakt, bijvoorbeeld een kraan bezet of lang genoeg aan hongerstaking doet. Ik zou dus willen dat deze minister mij uitlegt waarom deze regering niet hetzelfde doet als de regeringen in Nederland, Duitsland, Frankrijk, Engeland enzovoort.

 

13.05 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, ik zou eerst graag twee voorafgaande opmerkingen willen maken, vooral ook naar de collega’s die zich bezighouden met deze problematiek, om toch voorzichtig te zijn met de terminologie die we gebruiken.

 

Een asielzoeker is iets anders dan een erkend vluchteling, dan iemand die geregulariseerd is of dan iemand die illegaal is. Als ik vandaag op een aantal plaatsen lees over een “hongerstakende asielzoeker”, moet ik eerst zeggen dat een asielzoeker meestal geen hongerstaking doet, want die zit in een procedure en wacht tot er een uitspraak is gedaan door een onafhankelijk orgaan in zijn procedure.

 

Ten tweede, ik neem er akte van dat de ombudsman een aantal hongerstakingen heeft vergeleken. Hij stelt dat de onzekerheid op het terrein maakt dat er hongerstakingen zijn. Daarbij moet ik wel constateren dat er ook een hongerstaking werd bijgenomen uit de periode voor het regeerakkoord was gesloten. Dat is een beetje bizar, als men de link wil leggen tussen een hongerstaking en een regeerakkoord of een beleid.

 

Wat de aanbevelingen van de ombudsman inzake de hongerstakingen betreft, komt het rapport een beetje laat. Waarom? Sinds een paar maanden passen wij immers heel strikt de wet toe op het gebied van hongerstakingen. Als iemand in ons land dermate is verzwakt dat hij niet kan worden teruggestuurd naar het land van herkomst – er is ook geen enkele luchtvaartmaatschappij die iemand die erg is verzwakt, zou willen meenemen, omdat dat een te groot medisch risico inhoudt – kan die individueel een aanvraag doen op basis van de wet waarover hier in het Parlement democratisch is gestemd, om nog drie maanden in ons land te verblijven om te recupereren. Ik denk niet dat iemand van ons wil dat we voor iemand die dermate is verzwakt een risico zouden nemen en een luchtvaartmaatschappij zouden dwingen hem terug te voeren, wat zij trouwens niet willen doen. Een dergelijke procedure is de praktijk in heel veel Europese landen. Sommige Europese landen hebben dat in de wet ingeschreven. Telkens gaat het erom dat men de mensen tijdelijk in het land laat verblijven om te recupereren vanwege medische redenen. Dat is een heel duidelijke afspraak.

 

Ik wil trouwens benadrukken dat de ombudsman heeft gezegd dat het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel in deze kwestie niet is geschonden. Enerzijds stelt hij dat er misschien wel een discriminatie is, maar anderzijds wordt het gelijkheidsbeginsel niet geschaad. Daarover is hij zeer formeel.

 

Wat de rondzendbrief betreft, ik heb al in mei een objectieve rondzendbrief – die een invulling is van het regeerakkoord – op tafel gelegd. Daarover is op dit ogenblik geen akkoord, maar de oude wetgeving blijft gelden tot op het moment dat er een nieuwe wetgeving is. Als men spreekt over een rechtsonzekere situatie, geldt dat dan ook voor het hoofdstuk over werk in het regeerakkoord? Geldt het ook voor de hoofdstukken over pensioenen of over de staatshervorming? Dan zijn we allemaal rechtsonzeker omdat er een staatshervorming is beloofd, maar er nu nog geen staatshervorming is. Ik denk dat de wetgeving op dat vlak zeer duidelijk is: bestaande wetgeving geldt zolang er geen akkoord is over nieuwe wetgeving.

 

Tot slot wil ik nog het volgende zeggen. Ja, we regulariseren. Dat doen we nog elke dag. We regulariseren ongeveer duizend mensen per maand, omwille van een lange procedure of omwille van medische redenen. Dat zijn duidelijke, klare, objectieve criteria die door een vorige democratische meerderheid zijn bepaald en die op de website te vinden zijn, waar iedereen ze kan consulteren.

 

13.06  Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de minister, ik heb u die vraag in de commissie ook al herhaaldelijk gesteld. U antwoordt telkens dat uw rondzendbrief op tafel ligt. Hij is klaar. Uw opinie is nog steeds dezelfde vóór de verkiezingen als in uw beleidsnota.

 

U slaagt er echter niet in om de woorden uit uw beleidsnota om te zetten in daden. Dat lukt niet. Waarom niet? Welnu, u wordt gedomineerd door de Franstalige vleugel van uw regering. U stopt zich weg achter de bestaande wetgeving. U verwijst daarbij – inderdaad ook terecht – naar de beleidsnota Werk en andere beleidsnota’s, waarvoor er binnen de regering geen akkoord wordt bereikt.

 

Mevrouw de minister, uw regering loopt voor geen meter. Wanneer zult u daar de juiste conclusies uit trekken?

 

13.07  Dalila Douifi (sp.a+Vl.Pro): Mevrouw de minister, u levert altijd een inspanning om enkele antwoorden te geven die erop wijzen dat alles relatief onder controle is. Ik zeg u: alles draait in de soep, wat uw bevoegdheid aangaat. Er is niet uitgevoerd, totnogtoe, wat is afgesproken en overeengekomen door deze regeringspartners. Alles draait in de soep.

 

Er werden u een verslaggeving en aanbevelingen toegestuurd door een federaal ombudsman. Dat is een onafhankelijke ambtenaar, een onafhankelijke instantie. U kunt in elk geval niet zeggen dat het van een oppositiepartij komt, van een of andere politieke kleur, of wat dan ook. Het is een onafhankelijk verslag.

 

U reageert door te zeggen dat u de federale ombudsman en zijn diensten oproept om voorzichtig te zijn in wat zij zeggen. Welnu, mevrouw de minister, ik zou u ertoe willen oproepen om niet langer voorzichtig te zijn, maar wel om politiek gewicht in de schaal proberen te leggen.

 

Ik zou zelfs nog wat stouter kunnen zijn en mij afvragen hoe lang de Vld zich nog zal laten uitroken op dat dossier.

 

Ik vind het niet langer verantwoord dat er steeds maar wordt vooruitgeschoven. Als u niet de ambitie hebt om te landen nog voor de verkiezingen, als het enkel de bedoeling is om aan politieke profilering te doen – niet alleen door uw partij, ook door andere partijen in dit dossier –, maar als het de bedoeling is om alles vooruit te schuiven tot na de verkiezingen, dan is er in onze ogen niet langer een minister van Asiel en Migratie.

 

13.08  Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, als het rapport en de kritiek van de federale ombudsman iets duidelijk maakt, is het precies de bevestiging van de waas van ongelijke behandeling, ja zelfs de zweem van favoritisme dat momenteel heerst bij de beslissingen inzake de asiel- en regularisatiedossiers. Het is precies die ongelijke behandeling die CD&V absoluut wenst te vermijden door in het regeringakkoord op te nemen dat er een rondzendbrief moest komen met duidelijke regularisatiecriteria.

 

Wij dringen nogmaals aan op een snelle, globale aanpak van dit dossier, waar een gelijke behandeling absoluut wordt gegarandeerd. Wij hopen dat alle betrokken partijen hun verantwoordelijkheid nemen, dat ze constructief meewerken zodat er een rondzendbrief komt met duidelijke en objectieve criteria die de onduidelijkheid wegneemt en een gelijke behandeling garandeert.

 

13.09  Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het antwoord van de minister heeft een zaak duidelijk gemaakt. Een hongerstaking door illegale vreemdelingen mag en het wordt bovendien beloond. U hebt dat vanmorgen in de pers verklaard: het wordt beloond. Na een hongerstaking krijgt men een tijdelijke verblijfsvergunning. Dat is de ene keer drie maanden, de andere keer zes maanden, de volgende keer negen maanden. Dat kan ook met een arbeidskaart gepaard gaan, waardoor men ze helemaal niet meer buiten krijgt.

 

Wat doet u eigenlijk, mevrouw de minister van Immigratie? U bent hopen en hopen steuntrekkers aan het aanzuigen, terwijl u eigenlijk de profeet van de economische immigratie bent. U vindt dat een aantal mensen onze economie hier moet komen rechthouden. U doet precies het tegenovergestelde. U zorgt ervoor dat de OCMW-kas in dit land verder wordt leeggehaald.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Vraag van de heer Guido De Padt aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister over "het juridisch kader voor het systeem van fotogrammetrie" (nr. P0563)

14 Question de M. Guido De Padt au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "le cadre juridique pour le système de photogrammétrie" (n° P0563)

 

14.01  Guido De Padt (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, mijn vraag heeft een juridische inslag. Ze gaat over de fotogrammetrie. Tot gisteren wist ik niet goed wat dat betekent. Ik heb het nu echter wel geleerd door middel van wat opzoekingwerk.

 

Dat moet worden afgetoetst aan een ongeval op de E313 gisteren, waardoor opnieuw heel wat fileleed is veroorzaakt en aan de intenties die de voorbije jaren reeds zijn geformuleerd om de plaats van een ongeval binnen de kortste keren te ontruimen.

 

U moet weten dat alle vrachtwagens en personenwagens samen nu reeds ongeveer 60.000 uur per dag in de file vertoeven. Dat komt neer op een kostprijs van ongeveer 76 miljoen euro per jaar.

 

Mijnheer de staatssecretaris, tegen die achtergrond is het goed dat er voort werk wordt gemaakt van de pogingen om die verkeersongevallenlocaties zo vlug mogelijk te ontruimen.

 

Er bestaan daarvoor systemen en middelen, namelijk de fotogrammetrie, die ertoe leidt dat men binnen de kortste keren van de totale ongevalsituatie een soort van luchtfoto kan maken, die dan kan dienen in de rechtbank om uitspraak te doen over de verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden. Wanneer men dat systeem zou gebruiken, zou de ongevalplaats binnen een half uur kunnen worden ontruimd.

 

De Vlaamse overheid is reeds bezig met pilootprojecten daaromtrent. Uw partijgenote Hilde Crevits heeft gewezen naar de federale overheid en stelde dat zij wel inspanningen wil leveren om mee voeding te geven aan die betrachting, maar dat de federale overheid moet zorgen voor het juridische kader in verband met die systematiek, zodat rechtbanken daarmee ook rekening kunnen houden.

 

Mijnheer de staatssecretaris van Mobiliteit, welke inspanningen zijn er in het verleden reeds genomen om dat systeem in te voeren?

 

Minister van Mobiliteit Renaat Landuyt heeft in 2005 op vraag van Dirk Claes aangekondigd dat men daarvan werk zou maken. Dat is nog niet gebeurd. Ik hoop dat dezelfde klacht van lethargie niet in uw schoenen zal kunnen worden geschoven.

 

14.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer De Padt, het oogmerk dat u omschrijft, is uitermate lovenswaardig.

 

Bij ernstige verkeersongevallen, en zeker wanneer er doden te betreuren vallen, zijn de eerste aanwezigen het parket en nadien de verkeersdeskundige. Zij doen allerlei opmetingen om de uiteindelijke verantwoordelijkheden te kunnen vaststellen. Dat vraagt heel wat tijd, soms twee tot drie uur naar gelang van de ernst van het ongeval. Dat heeft heel wat negatieve gevolgen voor de vlotheid van het verkeer en is de oorzaak van heel wat stremmingen in het verkeer, soms over een heel lange afstand.

 

Het principe is bekend. Men overweegt om via fotogrammetrische opmetingen de omstandigheden van het ongeval vast te leggen om achteraf op deskundige manier de verantwoordelijkheid te proberen vastleggen.

 

We hebben de aangelegenheid reeds met mensen van Justitie besproken. Ik verheel u niet dat de parketten daar vandaag niet zo positief tegenover staan. Niettemin hebben wij toch kunnen bereiken dat zij zullen deelnemen aan een experiment dat in het Antwerpse zal worden gevoerd. Het parket-generaal zal daaraan zijn volle medewerking verlenen.

 

De aangelegenheid zal voort met minister Vandeurzen worden besproken, aangezien het de minister van Justitie is die de knoop zal moeten doorhakken. Als de ervaringen die men daarbij opdoet, toelaten om positieve conclusies te trekken omtrent het gebruik van fotogrammetrie, denk ik dat we dat nuttig zullen kunnen aanwenden om op die manier bij ongevallen de wegen veel gemakkelijker en sneller vrij te maken en zodoende de gevolgen voor het verkeer minimaal te houden.

 

Ik kan u geen resultaten over enkele maanden beloven. We moeten eerst de conclusies en vooral de inhoudelijke goedkeuring vanwege het parket krijgen. Ik zal de aangelegenheid in elk geval aankaarten bij de minister van Justitie, zodat hij zelf de zaken vanuit zijn departement zou kunnen monitoren om vooruitgang te boeken.

 

Ik ben vragende partij en ik hoop dat de parketten het spel in die richting willen meespelen.

 

14.03  Guido De Padt (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, nu ik weet wat het woord fotogrammetrie betekent, zal het mij ook toelaten om dat meer van nabij te volgen en u daarop af en toe aan te spreken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Agenda

15 Agenda

 

De voorzitter: Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 12 november 2008, stel ik u voor volgende punten te verdagen naar de plenaire vergadering van 20 november 2008:

- het wetsvoorstel van mevrouw Katrien Schryvers en de heer Raf Terwingen tot wijziging van het Gerechtelijke Wetboek voor wat betreft de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat (nrs 930/1 tot 5);

- het wetsvoorstel van de heer Renaat Landuyt tot wijziging van het Gerechtelijke Wetboek voor wat betreft de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat (nrs 1049/1 en 2);

- het wetsontwerp tot invoeging van een artikel 1067bis in het Gerechtelijk Wetboek (overgezonden door de Senaat) (nrs 1286/1 en 2);

- het wetsvoorstel van mevrouw Clotilde Nyssens tot invoeging van een artikel 1067bis in het Gerechtelijk Wetboek (nrs 111/1 en 2).

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 12 novembre 2008, je vous propose de reporter les points suivants à l'ordre du jour de la séance plénière du 20 novembre 2008:

- la proposition de loi de Mme Katrien Schryvers et M. Raf Terwingen modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la répétibilité des honoraires et des frais d'avocat (n°s 930/1 à 5);

- la proposition de loi de M. Renaat Landuyt modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la répétibilité des honoraires et des frais d'avocat (n°s 1049/1 et 2);

- le projet de loi insérant un article 1067bis dans le Code judiciaire (transmis par le Sénat) (n° 1286/1);

- la proposition de loi de Mme Clotilde Nyssens insérant un article 1067bis dans le Code judiciaire (n°s 111/1 en 2).

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ontwerpen en voorstellen

Projets et propositions

 

16 Wetsontwerp houdende eindregeling van de begrotingen van de diensten van algemeen bestuur van de Staat van het jaar 2006 en van Staatsdiensten met afzonderlijk beheer van voorgaande jaren (1207/1-2)

16 Projet de loi contenant le règlement définitif des budgets des services d'administration générale de l'État pour l'année 2006 et des Services de l'État à gestion séparée pour des années précédentes (1207/1-2)

 

Overeenkomstig artikel 116 van het Reglement wordt een beperkte algemenen bespreking gehouden.

Conformément à l'article 116 du Règlement, le projet de loi fait l'objet d'une discussion générale limitée.

 

Beperkte algemene bespreking

Discussion générale limitée

 

De beperkte algemene bespreking is geopend.

La discussion générale limitée est ouverte.

 

16.01  Jenne De Potter, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar mijn zeer kort schriftelijk verslag.

 

De voorzitter: Ik dank u. Dat is beknopt en bovendien zeer juist.

 

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De beperkte algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale limitée est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1207/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1207/1)

 

Het wetsontwerp telt 24 artikelen.

Le projet de loi compte 24 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 24 worden artikel per artikel aangenomen, alsmede de tabellen.

Les articles 1 à 24 sont adoptés article par article, ainsi que les tableaux.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

17 Inoverwegingneming van voorstellen

17 Prise en considération de propositions

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als zijnde aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

18 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Jan Mortelmans over "de werking van het comité van de gebruikers bij de NMBS" (nr. 175)

18 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Jan Mortelmans sur "le fonctionnement du comité consultatif des usagers auprès de la SNCB" (n° 175)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven van 3 november 2008.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques du 3 novembre 2008.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 175/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Jan Mortelmans, Bruno Stevenheydens en Peter Logghe;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Jef Van den Bergh en François Bellot.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 175/1):

- une motion de recommandation a été déposée par MM. Jan Mortelmans, Bruno Stevenheydens et Peter Logghe;

- une motion pure et simple a été déposée par MM. Jef Van den Bergh et François Bellot.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

18.01  Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het verbaasde mij dat er na mijn motie van aanbeveling een eenvoudige motie werd ingediend. Inderdaad, volgens mij is de inhoud van mijn motie zeer redelijk want ik vraag niet minder of niet meer dan dat alle nodige maatregelen zouden worden getroffen opdat het Raadgevend Comité van de Gebruikers bij de NMBS in alle onafhankelijkheid en met de nodige middelen zijn taken kan vervullen.

 

Ik kan aannemen dat de meerderheid in dit dossier – ik zeg wel: in dit dossier – vertrouwen heeft in de regering, maar dan is het zeker onbegrijpelijk dat het Parlement mijn motie niet ondersteunt aangezien zij ter zake een bijkomende ondersteuning vormt voor de minister.

 

Ik hoop dus dat de leden de eenvoudige motie niet zullen goedkeuren, zodat wij ons over de motie van aanbeveling van uw dienaar kunnen uitspreken.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

77

Oui

Nee

48

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

125

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

(De heren Bruno Valkeniers en Daniel Bacquelaine doen teken dat zij zoals hun fractie hebben gestemd.)

 

19 Motions déposées en conclusion des interpellations de:

- M. Georges Gilkinet sur "la contribution de la Poste au budget 2009 de l'Etat fédéral" (n° 163)

- M. Georges Gilkinet sur "la contribution de la SNCB au budget 2009 de l'Etat fédéral" (n° 164)

19 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:

- de heer Georges Gilkinet over "de bijdrage van De Post aan de begroting 2009 van de federale Staat" (nr. 163)

- de heer Georges Gilkinet over "de bijdrage van de NMBS aan de begroting 2009 van de federale Staat" (nr. 164)

 

Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques du 3 novembre 2008.

Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven van 3 november 2008.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 163/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Georges Gilkinet;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Valérie De Bue et M. Jef Van den Bergh.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 163/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Georges Gilkinet;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Valérie De Bue en de heer Jef Van den Bergh.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

19.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je veux insister auprès de mes collègues sur l'importance de cette motion, notamment chez ceux qui, comme moi et le groupe Ecolo-Groen!, s'inquiètent en commission ou en séance plénière de l'avenir de La Poste, du futur statut de ses travailleurs, de l'évolution des investissements ferroviaires ou de l'augmentation des tarifs de la SNCB dont nous avons parlé à l'instant. Mesdames Dieu et Lalieux, messieurs Lavaux et Arens, c'est notamment à vous que je m'adresse.

 

Dans le cadre de ses travaux budgétaires, le gouvernement a décidé de construire son pseudo-équilibre notamment sur le dos des entreprises publiques stratégiques que sont La Poste et la SNCB malgré les enjeux sociaux et environnementaux qu'elles représentent au quotidien. C'est la raison pour laquelle je vous invite à soutenir cette motion en donnant ainsi un signal clair au gouvernement sur les choix qu'il doit faire en la matière en revenant sur ses options de définancement de ces entreprises publiques.

 

Le président: Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 2)

 

 

Ja

78

Oui

Nee

47

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

126

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

19.02  Olivier Hamal (MR): Monsieur le président, j'ai voté pour.

 

19.03  Freya Van den Bossche (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, ik heb voor deze en volgende stemmingen een stemafspraak met de heer Mathias De Clercq.

 

20 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Hans Bonte over "het uitblijven van een wettelijke regeling inzake hoofdelijke aansprakelijkheid bij de tewerkstelling van buitenlandse werknemers" (nr. 173)

20 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Hans Bonte sur "l'absence d'une réglementation légale en matière de responsabilité solidaire en cas d'occupation de travailleurs étrangers" (n° 173)

 

De voorzitter: Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Sociale Zaken van 4 november 2008

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Affaires sociales du 4 novembre 2008.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 173/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Hans Bonte;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Sonja Becq, Josée Lejeune en Florence Reuter en de heren Maxime Prévot en Stefaan Vercamer.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 173/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Hans Bonte;

- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Sonja Becq, Josée Lejeune et Florence Reuter et MM. Maxime Prévot et Stefaan Vercamer.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

20.01  Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, ik wil de leden van de Kamer meedelen dat deze motie werd ingediend na discussies en lange besprekingen over allerlei wantoestanden die ontstaan op onze arbeidsmarkt ten gevolge van allerlei fraudemechanismen die vooral worden gebruikt bij de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. De regering, minister Milquet in het bijzonder, is absoluut vragende partij om ook die hoofdelijke aansprakelijkheid als sluitstuk van de controle op fraude met buitenlandse werknemers in te voeren. Zij kondigde dat ook aan.

 

Mijn motie van aanbeveling stelt letterlijk dat we willen dat de regering dat kan invoeren. Ik weet dat de PS daar absoluut vragende partij voor is. Ik dacht dat dit vroeger ook gold voor CD&V. Ik ben dus zeer benieuwd naar het stemgedrag omtrent de eenvoudige motie. Ik heb tot mijn spijt moeten erkennen dat ook mensen van de ACV-vleugel zonder boe of bah zomaar een eenvoudige motie indienden daar waar wij vragen dat de minister van Werk haar werk zou kunnen doen.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

79

Oui

Nee

47

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

127

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

21 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:

- de heer Filip De Man over "de onbeveiligde webstek van de federale politie" (nr. 178)

- de heer Flor Van Noppen over "de beveiliging van www.fedpol.be" (nr. 179)

21 Motions déposées en conclusion des interpellations de:

- M. Filip De Man sur "le site web non sécurisé de la police fédérale" (n° 178)

- M. Flor Van Noppen sur "la sécurisation de www.fedpol.be" (n° 179)

 

Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 5 november 2008.

Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique du 5 novembre 2008.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 178/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Filip De Man en Bert Schoofs;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Leen Dierick en Jacqueline Galant en de heren Michel Doomst en André Frédéric.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 178/1):

- une motion de recommandation a été déposée par MM. Filip De Man et Bert Schoofs;

- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Leen Dierick et Jacqueline Galant et MM. Michel Doomst et André Frédéric.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

79

Oui

Nee

48

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

127

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

22 Projet de loi contenant le règlement définitif des budgets des services d'administration générale de l'État pour l'année 2006 et des Services de l'État à gestion séparée pour des années précédentes (1207/1)

22 Wetsontwerp houdende eindregeling van de begrotingen van de diensten van algemeen bestuur van de Staat van het jaar 2006 en van Staatsdiensten met afzonderlijk beheer van voorgaande jaren (1207/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

22.01  Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zal mij bij deze stemming onthouden, want ik heb een stemafspraak met mevrouw Hilâl Yalçin.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

94

Oui

Nee

2

Non

Onthoudingen

29

Abstentions

Totaal

125

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1207/3)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1207/3)

 

(De heer De Man en mevrouw Colen doen teken dat zij zoals hun fractie hebben gestemd)

 

23 Goedkeuring van de agenda

23 Adoption de l’agenda

 

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerpagenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

 

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 20 november 2008 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 20 novembre 2008 à 14.15 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 16.53 uur.

La séance est levée à 16.53 heures.

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 52 PLEN 060 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 52 PLEN 060 annexe.

 

 

 


  


Detail van de naamstemmingen

 

Détail des votes nominatifs

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 001

 

 

Ja         

077

Oui

 

Arens, Avontroodt, Baeselen, Becq, Bellot, Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Daems, Dallemagne, De Block, De Bue, De Clerck, De Croo, della Faille de Leverghem, De Padt, De Permentier, De Potter, Deseyn, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, George, Goutry, Hamal, Jambon Jan, Jeholet, Kindermans, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Salvi, Schiltz, Schyns, Somers, Staelraeve, Steegen, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Van Biesen, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van der Auwera, Van Grootenbrulle, Van Rompuy, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wiaux

 

 

Nee        

048

Non

 

Almaci, Annemans, Bonte, Boulet, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Maght, De Man, De Rammelaere Els, Detiège, De Vriendt, De Wever, D'haeseleer, Douifi, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Jambon Jan, Kitir, Laeremans, Lahssaini, Logghe, Luykx, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters, Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Tobback, Tuybens, Van Broeckhoven, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Noppen, Vanvelthoven, Werbrouck

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 002

 

 

Ja         

078

Oui

 

Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Daems, Dallemagne, De Block, De Bue, De Clerck, De Croo, della Faille de Leverghem, De Padt, De Permentier, De Potter, Deseyn, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, George, Goutry, Jadin, Jambon Jan, Jeholet, Kindermans, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Salvi, Schiltz, Schyns, Somers, Staelraeve, Steegen, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Van Biesen, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van der Auwera, Van Grootenbrulle, Van Rompuy, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wiaux

 

 

Nee        

047

Non

 

Almaci, Annemans, Bonte, Boulet, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Maght, De Man, De Rammelaere Els, Detiège, De Vriendt, De Wever, D'haeseleer, Douifi, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Jambon Jan, Kitir, Laeremans, Lahssaini, Logghe, Luykx, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters, Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Tobback, Tuybens, Valkeniers, Van Broeckhoven, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Noppen, Vanvelthoven, Werbrouck

 

 

Onthoudingen

001

Abstentions

 

Van den Bossche

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 003

 

 

Ja         

079

Oui

 

Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Daems, Dallemagne, De Block, De Bue, De Clerck, De Croo, della Faille de Leverghem, De Padt, De Permentier, De Potter, Deseyn, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, George, Goutry, Hamal, Jadin, Jambon Jan, Jeholet, Kindermans, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Salvi, Schiltz, Schyns, Somers, Staelraeve, Steegen, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Van Biesen, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van der Auwera, Van Grootenbrulle, Van Rompuy, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wiaux

 

 

Nee        

047

Non

 

Almaci, Annemans, Bonte, Boulet, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Maght, De Man, De Rammelaere Els, Detiège, De Vriendt, De Wever, D'haeseleer, Douifi, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Jambon Jan, Kitir, Laeremans, Lahssaini, Logghe, Luykx, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters, Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Tobback, Tuybens, Valkeniers, Van Broeckhoven, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Noppen, Vanvelthoven, Werbrouck

 

 

Onthoudingen

001

Abstentions

 

Van den Bossche

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 004

 

 

Ja         

079

Oui

 

Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Daems, Dallemagne, De Block, De Bue, De Clerck, De Croo, della Faille de Leverghem, De Padt, De Permentier, De Potter, Deseyn, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, George, Goutry, Hamal, Jadin, Jambon Jan, Jeholet, Kindermans, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Salvi, Schiltz, Schyns, Somers, Staelraeve, Steegen, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Van Biesen, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van der Auwera, Van Grootenbrulle, Van Rompuy, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wiaux

 

 

Nee        

048

Non

 

Almaci, Annemans, Bonte, Boulet, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Maght, De Man, De Rammelaere Els, Detiège, De Vriendt, De Wever, D'haeseleer, Douifi, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Jambon Jan, Kitir, Laeremans, Lahssaini, Logghe, Luykx, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters, Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Tobback, Tuybens, Valkeniers, Van Broeckhoven, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Noppen, Vanvelthoven, Werbrouck

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 005

 

 

Ja         

094

Oui

 

Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bonte, Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Daems, Dallemagne, De Block, De Bue, De Clerck, De Croo, della Faille de Leverghem, De Padt, De Permentier, De Potter, Deseyn, Detiège, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, Geerts, George, Goutry, Hamal, Jadin, Jambon Jan, Jambon Jan, Jeholet, Kindermans, Kitir, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Otlet, Partyka, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Salvi, Schiltz, Schyns, Somers, Staelraeve, Steegen, Terwingen, Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Vandenhove, Van der Auwera, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Van Noppen, Van Rompuy, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wiaux

 

 

Nee        

002

Non

 

De Wever, Luykx

 

 

Onthoudingen

029

Abstentions

 

Almaci, Annemans, Boulet, Cocriamont, De Bont, Dedecker, De Maght, De Rammelaere Els, De Vriendt, D'haeseleer, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Laeremans, Lahssaini, Logghe, Mortelmans, Nollet, Pas, Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Valkeniers, Van den Eynde, Van der Straeten, Van de Velde, Werbrouck