Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

donderdag 5 juni 2008

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

jeudi 5 juin 2008

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.23 uur en voorgezeten door de heer Herman Van Rompuy.

La séance est ouverte à 14.23 heures et présidée par M. Herman Van Rompuy.

 

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:

Bernard Clerfayt, Yves Leterme.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Luc Sevenhans, wegens ziekte / pour raisons de santé;

Véronique Salvi, zwangerschapsverlof / congé de maternité;

Jean Cornil, Georges Dallemagne, Maya Detiège, met zending buitenslands / en mission à l'étranger;

Philippe Collard, buitenslands / à l'étranger;

Hendrik Daems, Raad van Europa / Conseil de l’Europe;

Daniel Ducarme, Luc Goutry, Gerolf Annemans, WEU / UEO.

 

01 Agenda

01 Agenda

 

01.01  Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, een maand geleden hebben werd in deze voltallige Kamer een naturalisatiewet goedgekeurd waardoor een zekere Jalal Sadeqi, een Afghaan, een nieuwe Belg werd. Ondertussen hebben wij ontdekt dat dit heerschap een celstraf van vijf jaar gekregen heeft wegens mensenhandel. U hebt dat allicht net als ik gelezen in de kranten. Die man zit opgesloten in de gevangenis van Dendermonde, wat op zich al geen geruststelling is.

 

Ik zou toch willen weten wat u als Kamervoorzitter daaraan wilt doen. Wij hebben mogen meemaken dat alle partijen, Groen!, sp.a, Open Vld, CD&V, N-VA en zelfs LDD, Lijst Dedecker, gestemd hebben voor die naturalisatie. Alleen wij hebben dat, traditioneel, niet gedaan.

 

Mijnheer de voorzitter, het is niet de eerste keer dat wij over een reparatiewet moeten stemmen om een dergelijke blunder recht te zetten. Ik kan u eraan herinneren dat ooit uit een pakket naturalisaties niet minder dan zeven maffiosi en terroristen moesten worden verwijderd, mensen die dus de Belgische nationaliteit hadden gekregen. Ik wil er ook op wijzen dat het slechts gaat over het topje van de ijsberg. Bij recente strafprocessen in dit land is immers gebleken dat nogal wat van de veroordeelde terroristen eigenlijk nieuwe Belgen waren.

 

Mijnheer de voorzitter, u weet dat ik hierover de regering niet kan ondervragen. Dit is een initiatief van de commissie voor de Naturalisaties van de Kamer. Het is deze voltallige Kamer die daarover beslist. Ik zou van u, als behoeder van deze instelling, willen weten wat u gaat doen in verband met de blunder waardoor een Afghaanse mensenhandelaar een nieuwe Belg is geworden.

 

De voorzitter: Mijnheer De Man, u weet dat op dit ogenblik de commissie voor de Naturalisaties bijeen is om te zien wat ze met dat dossier zal doen. Het is niet uitgesloten dat men deze namiddag nog vraagt om die zaak hier op de agenda te plaatsen, dat men de urgentie daarvoor vraagt en dat wij gebeurlijk zelfs vandaag nog zouden stemmen over een eventuele reparatiewetgeving.

 

Ik wacht dus op het verslag van de commissie voor de Naturalisaties. Ik moet dat verslag afwachten alvorens iets te kunnen doen.

 

01.02  Filip De Man (Vlaams Belang): Zult u, zodra de voorzitter van de commissie u daarover uitleg heeft gegeven en u de beslissing heeft meegedeeld, deze voltallige Kamer inlichten over wat er zal gebeuren?

 

De voorzitter: Zodra ik bericht krijg van de commissie voor de Naturalisaties licht ik de Kamer daarover in.

 

01.03  David Lavaux (cdH): Monsieur le président, la commission des Naturalisations vient de se réunir et a décidé, à l'unanimité, de déposer une proposition de loi visant à rectifier la décision relative à la naturalisation de la personne citée tout à l'heure.

 

Je vous demande donc de bien vouloir prendre cette proposition en considération afin de pouvoir encore procéder au vote de cette dernière aujourd'hui.

 

Le président: Après que le texte m'aura été remis, on prendra la proposition de loi en considération et l'urgence sera demandée. La proposition sera ensuite renvoyée en commission, puis elle reviendra en séance plénière, éventuellement sans rapport, pour être votée encore cet après-midi, espérons-le.

 

01.04  Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, u denkt dat daarover nog voor 17 uur vandaag zou kunnen worden gestemd?

 

De voorzitter: Wij zullen proberen.

 

Vragen

Questions

 

01.05  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag over de risicovolle beleggingsproducten is toegevoegd aan een vraag van mevrouw Van den Bossche aan de heer Clerfayt. Ik heb u daarover daarnet aangesproken, maar mijn vraag was oorspronkelijk gesteld aan minister Magnette, bevoegd voor Consumentenzaken. Ik ben gecontacteerd door een van de medewerkers van het kabinet van de heer Magnette over de inhoud van mijn vraag. Ik heb hem laten weten dat mijn vraag daadwerkelijk de bescherming van consumenten betrof. Ik heb nu een overzicht van de vragen gekregen en zie dat mijn vraag dus wel degelijk bij de heer Clerfayt is terechtgekomen, bij ontstentenis van minister Reynders. Ik ben daar niet gelukkig mee, zoals u weet. Ik hoop dat de heer Clerfayt ook op de inhoud van mijn vraag zal ingaan. Wij hebben drie ministers van Consumentenzaken en niemand daarvan antwoordt op mijn vraag. Ik vind dat een belangrijke vaststelling. Ik zou willen vragen dat dit toch niet meer gebeurt in de toekomst en dat men mij toch de minister laat bevragen die ik oorspronkelijk heb gevraagd.

 

De voorzitter: Wij hebben het er daarnet nog over gehad. De heer Clerfayt spreekt namens de regering, niet alleen namens zijn collega van Financiën, maar ook van klimaat. Ik ben gevoelig voor uw argument dat u er de voorkeur aan geeft dat de betrokken minister zelf antwoordt op uw vraag met een specifieke invalshoek. Ik ben dus gevoelig voor uw argument.

 

01.06  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, dit wordt dus best vermeden.

 

De voorzitter: Ik beloof het u.

 

02 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de eerste minister over "de Belgische inflatie" (nr. P0339)

02 Question de M. Peter Vanvelthoven au premier ministre sur "l'inflation en Belgique" (n° P0339)

 

02.01  Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega's, u weet dat wij ons al enkele maanden ernstig zorgen maken over de prijsstijgingen, de inflatie in ons land. Ook de bevolking ligt daarvan wakker. We weten sinds vorige week dat het VBO daar niet van wakker ligt. Het VBO zegt dat er geen probleem is.

 

Sinds deze week wordt onze ongerustheid echter gedeeld door de rest van Europa. U hebt de cijfers gezien en de reactie van de Ecofinraad, de Europese ministers van Financiën, die zich heel ongerust maken over het Belgisch inflatiecijfer van 5,2%, terwijl dat in de rest van de eurozone 3,6% is. Ons inflatiecijfer ligt met andere woorden 1,6% hoger dan in de rest van de eurozone.

 

Dat is een recordinflatie. België wordt dus terecht op de vingers getikt door de voorzitter van de Europese Centrale Bank en door de andere Europese ministers. Het is echter verbazingwekkend dat ik maar een reactie zie van deze regering, met name die van minister Reynders, die gewoonweg zegt dat hij het zelf heeft aangebracht op de Ecofinraad.

 

Ik zou verwachten dat, wanneer de cijfers zo desastreus zijn en de inflatie een dergelijke recordhoogte bereikt, de regering iets zou ondernemen. Zij onderneemt echter niets. Er is geen enkele reactie, geen enkele aankondiging van een maatregel, zelfs geen aankondiging van een superministerraad. Niets.

 

Dat is tekenend voor deze regering, wanneer we de afgelopen weken bekijken. Mijnheer de premier, inzake sociaaleconomische dossiers kondigde u twee weken geleden de hoogmis af met de superministerraad. Er werd daarop niets beslist, behalve dat er 50 technische werkgroepen zullen komen.

 

Deze week was er een nieuwe hoogmis inzake de staatshervorming, waarop niets werd beslist, behalve dat er 6 technische werkgroepen zullen komen. Ik heb echter begrepen van minister Milquet dat zij dat wat te veel vindt.

 

Wat mij de jongste tijd het meeste opvalt, is dat u, mijnheer de premier, daarin afwezig blijft. Brussel-Halle-Vilvoorde hebben we gezien, we hebben twee ministers van Institutionele Hervorming, die daarmee niet meer bezig zullen zijn. De regering zal er niet meer mee bezig zijn. Het werd uitbesteed aan de Kamervoorzitter en aan de voorzitter van de Senaat. De regering is daar niet meer mee bezig.

 

U bent daar niet mee bezig. Voor de tweede fase van de staatshervorming zitten heel veel partijen rond de tafel, maar de eerste minister – voor wie dat het belangrijkste dossier is – is daar niet bij aanwezig. U bent waarnemer, terwijl u die zaak zou moeten trekken.

 

Mijnheer de voorzitter, vandaar mijn vraag dat de eerste minister dan ten minste de inflatie aanpakt, waarvoor we echt met een probleem zitten. Vandaar mijn vraag wat deze regering bij die onrustwekkende cijfers zal ondernemen om de inflatie op zijn minst terug te krijgen op het niveau van de rest van Europa.

 

02.02 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Vanvelthoven, ik wil eerst zeggen dat er twee heel specifieke oorzaken zijn – die ook op de betrokken vergadering zijn uiteengezet – waarom er een hogere opstoot van inflatie is in ons land dan in andere Europese lidstaten. Het is uiteraard uw goed recht om daar vooral de jongste paar maanden mee bezig te zijn, mijnheer Vanvelthoven, maar dat betekent wel dat u er in de afgelopen 19 jaar bijzonder weinig interesse voor hebt gehad.

 

Wat de koopkracht van de mensen betreft, hebben wij niet alleen onze bezorgdheid in woorden geuit, maar zijn er ook daden. Misschien was de heer Vanvelthoven wat onverschillig of verstrooid in de afgelopen weken, maar de meerderheid, die wel degelijk maatregelen neemt, heeft in de Kamer een begroting 2008 en een programmawet goedgekeurd. Ik denk aan de maatregelen met betrekking tot de werkbonus, die in mei in werking zijn getreden. Ik denk aan een aantal specifieke ingrepen.

 

Zonder het evenwicht van de begroting in gevaar te brengen – we vervallen dus niet in de fouten van sommige voorgangers – hebben wij in maatregelen voorzien die de mensen vanaf 1 juli, dus ongeveer over een maand, zullen voelen. Deze regering doet iets aan de koopkracht van de mensen door maatregelen te nemen voor gepensioneerden, chronisch zieken en – via het optrekken van het belastingvrij minimum – de belastingbetalers. Meer bepaald zal een aantal pensioenen worden aangepast, is er een welvaartsaanpassing met een extra inspanning voor de laagste pensioenen en wordt er een ingreep gedaan waardoor het belastingvrij minimum ten belope van 250 euro wordt verhoogd, wat de mensen zullen voelen in hun netto-inkomen. Er worden dus maatregelen genomen ten belope van ongeveer 200 miljoen, om tegemoet te komen aan het probleem van de algemene stijging van de levensduurte, die vanwege specifieke kenmerken in ons land wat hoger is dan in andere landen, zonder dat we het begrotingsevenwicht in gevaar brengen.

 

U weet ook dat wij, specifiek voor de energieprijzen, maatregelen hebben genomen met betrekking tot de brandstof voor de verwarming bij de mensen. Daarnaast zijn er ook voor elektriciteit en gas een aantal voorzieningen in stelling gebracht.

 

Wat de oppositie ook moge beweren – het is kenschetsend dat de heer Vanvelthoven zich vooral de afgelopen paar maanden daarover zorgen begint te maken, want zijn partij heeft negentien jaar de kans gehad om maatregelen te nemen –, wij nemen beslissingen. In de begroting 2008 is reeds voorzien in een aantal maatregelen voor gepensioneerden, chronisch zieken en voor belastingbetalers in het algemeen. Daarnaast leveren we een specifieke inspanning voor de laagste inkomens.

 

02.03  Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, het wordt stilaan lachwekkend hoe de premier zijn eigen falen voortdurend afwentelt op de afgelopen negentien jaar.

 

Mijnheer de eerste minister, het is het afgelopen jaar dat de inflatie in het jaar recordhoogtes bereikt. Het is niet sp.a die dat zegt, niet de oppositie, maar wel de Europese ministers van Financiën zeggen dat. België steekt erboven uit in Europa. Inzake inflatie is dat in de afgelopen negentien jaar niet het geval geweest. Onder één jaar Leterme steken we er op een ongelooflijke manier bovenuit.

 

U zegt eigenlijk, ondanks die onheilsberichten, dat de regering daar verder niets aan zal doen. Bij de paar maatregelen die u genomen hebt voor een bedrag van 200 miljoen euro in mei, komt niets meer bij, terwijl we ondertussen weten dat de inflatie in België een heel stuk hoger ligt dan in de rest van Europa, waar veel drastischere maatregelen worden genomen dan u vandaag durft te doen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de eerste minister over "de behandeling van een parlementslid op de Belgische ambassade in Rome" (nr. P0340)

03 Question de M. Francis Van den Eynde au premier ministre sur "la manière dont a été traité un parlementaire à l'ambassade de Belgique à Rome" (n° P0340)

 

03.01  Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik stel deze vraag met een zekere verontwaardiging. Ik zou durven stellen “Wat is me dat?”

 

Op dit ogenblik is een wereldconferentie van de FAO, de Wereldvoedselorganisatie, aan de gang in Rome. De conferentie heeft betrekking op de stijgende voedselproblemen in de wereld. Dat is verdomd belangrijk. Er is daar een delegatie die men Belgisch noemt. Van die delegatie maken deel uit: de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de heer Michel junior, en een aantal andere mensen, waaronder vier Kamerleden die aangeduid zijn – dat is belangrijk in het verhaal – door de Kamer van volksvertegenwoordigers. Die vier kamerleden zijn de heer Cornil van de PS, mevrouw Snoy van Ecolo-Groen!, de heer Van Noppen van de N-VA en de heer Laeremans van het Vlaams Belang. De heer Laeremans is ook voorzitter van de commissie voor de Landbouw van de Kamer. Met andere woorden, het enige lid van de commissie voor de Landbouw van dit Parlement dat daar aanwezig is, is de heer Laeremans.

 

Wat vernemen wij? We vernemen dat daar vergaderingen plaatsvinden waar onder meer amendementen en teksten worden opgesteld met betrekking tot de eindverklaring van deze zo belangrijke vergadering en dat, op uitdrukkelijk verzoek van de heer Michel junior, de heer Laeremans systematisch niet mag deelnemen aan de verschillende vergaderingen, wegens zijn politieke overtuiging omdat hij van het Vlaams Belang is.

 

Mijnheer de eerste minister, kent men in uw regering nog het verschil tussen het Parlement en de regering? Hebt u nog enige notie van de scheiding der machten? Het is niet de regering die moet bepalen welk parlementslid aan een vergadering mag deelnemen.

 

Heeft men in uw regering nog respect voor Vlamingen? De heer Laeremans is namelijk toevallig lid van de tweede grootste partij van Vlaanderen. Door deze boycot te organiseren, spuwt de heer Michel in het gelaat van alle Vlamingen.

 

Mijnheer de eerste minister, hoe kunt u als regeringsleider dit verklaren?

 

03.02 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, mijnheer van den Eynde, hoewel de betrokken parlementsleden geen deel van de afvaardiging namens de regering uitmaken, veronderstel ik dat ook de voorzitter van de Kamer op de hoogte is dat effectief vier parlementsleden op rechtstreeks uitnodiging van de FAO, naar Rome werden afgevaardigd.

 

De betrokken delegatie kreeg tijdens haar aanwezigheid de volle steun en medewerking van de diensten van de ambassade. Zij werden door ambassadepersoneel afgehaald. Er werd een dossier ter beschikking gesteld. Zij konden ook voor al hun taken ter plekke op de nodige begeleiding rekenen.

 

Het klopt dat de minister van Ontwikkelingssamenwerking, de heer Michel, in het raam van de voorbereiding van de Belgische interventie tijdens de Voedseltop een werkdiner heeft georganiseerd. Het klopt ook dat op voornoemd werkdiner een aantal medewerkers van de minister, een aantal vertegenwoordigers van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling en enkele leden van de parlementaire delegatie aanwezig waren.

 

Ik zal de heer Michel zodra hij opnieuw in het land is, bevragen over het feit dat op bedoelde bijeenkomst niet de voltallige parlementaire delegatie werd uitgenodigd.

 

03.03  Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

U werd echter niet helemaal goed geïnformeerd. Ik neem aan dat u ons een eerlijk antwoord geeft. Daarover gaat het niet. U werd echter niet goed geïnformeerd. Het boycotten van de heer Laeremans van het Vlaams Belang gebeurde immers tot tweemaal toe.

 

De eerste avond was er een vergadering in de residentie van de ambassadeur. De vergadering had de bedoeling om alle leden van de Belgische delegatie aan elkaar voor te stellen. Misschien was aan de vergadering inderdaad een werkdiner, zoals dat wordt genoemd, verbonden. De heer Laeremans is niet iemand die zich boos zal maken over de afwezigheid op een diner. Hij werd op dat moment echter wel geboycot.

 

De volgende dag was er tijdens de voormiddag opnieuw een werkvergadering die opnieuw in de residentie van de ambassadeur plaatsvond. De ambassade heeft uitdrukkelijk en op bevel van de heer Michel de heer Laeremans niet uitgenodigd.

 

Ik herhaal het: de feiten zijn een belediging voor alle Vlamingen. Ik dank u omdat u de heer Michel vragen over de gebeurtenissen zal stellen. Het wordt niettemin tijd dat hij voor dergelijke Waalse arrogantie op de vingers wordt getikt en dat u hem ter zake de nodige opmerkingen maakt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van de heer Robert Van de Velde aan de eerste minister over "het sociaaleconomisch beleid van de federale regering" (nr. P0341)

04 Question de M. Robert Van de Velde au premier ministre sur "la politique socio-économique du gouvernement fédéral" (n° P0341)

 

04.01  Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de eerste minister, ik zou bij het begin van mijn vraag eventjes willen terugkeren naar wat u daarnet zei, namelijk dat u met de lastenverlagingen de begroting niet in gevaar brengt. Inderdaad, de kruimels die aan de bevolking worden teruggegeven, brengen deze begroting niet in gevaar.

 

Nochtans, toen ik vandaag het rapport van de OESO inkeek, stelde ik vast dat zij, net als het federaal Planbureau, waarschuwt voor een begrotingstekort van 0,3% dit jaar en 0,9% volgend jaar. Wanneer u zegt dat u de begroting niet in gevaar brengt dan is dat inderdaad waar aan de kant van de burger, maar dan is dat niet waar aan de kant van de uitgaven die uzelf, uw ploeg en uw administratie maken.

 

Ik heb hier ook de beloftencatalogus van uw Ministerraad van 23 mei even meegebracht. Ik had daarop zelf een aantal bestellingen genoteerd die ik wel interessant en waardevol vond, zoals het verlagen van de lasten op arbeid en de loonkosten in toom houden. Wat zie ik deze week? Wij werden deze week geconfronteerd met een aantal zowel nationale als internationale organisaties die rapporten uitbrengen en die ons in België heel duidelijk op de vingers tikken.

 

De Belgische werknemer is de op drie na duurste in Europa. De loonkostenhandicap stijgt spectaculair. Tot slot en dat is misschien het minst prettige nieuws, ondanks het feit dat wij zo’n dure arbeid hebben, houdt onze werknemer wereldwijd bijna het minste over in zijn beurs. Als wij het dan hebben over koopkrachtstijging en inflatie dan moeten er zeer dringend maatregelen worden genomen, zowel inzake de koopkracht als inzake de uitgaven. Uw begroting stevent immers af op een stevig tekort.

 

Vandaar mijn vragen. Ten eerste, wat gaat u doen aan de kant van de koopkracht? Ten tweede, wat gaat u doen aan de kant van de beperking van uw overheidsuitgaven? Ten derde, en dat vind ik nog het meest bevreemdende, waarom blijft u wachten met de begrotingscontrole waarvan u op voorhand weet dat ze dramatisch zal zijn? Grijp nu in!

 

04.02 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van de Velde, ten eerste, wat de maatregelen betreft inzake koopkracht, verwijs ik naar de begroting die hier werd goedgekeurd en naar wat ik daarstraks heb gezegd.

 

Ten tweede, wat de uitgaven betreft, had ik gisteren nog contact met de verantwoordelijke voor begroting. Het gemiddeld bestedingspercentage van de kredieten lag de afgelopen jaren in deze periode rond 43%. Wij zitten perfect op die lijn wat de uitvoering van de begroting betreft.

 

Ten derde, wij verschillen op dat vlak van mening, maar ik blijf erbij dat de begrotingscontrole zal plaatsvinden volgens de kalender die is vastgelegd op 24 april.

 

04.03  Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de voorzitter, soms moet men met een bescheiden applaus tevreden zijn, nietwaar?

 

Wat betreft de financiering denk ik dat we toch eens eventjes mogen kijken naar het financieringstekort van 1,6 miljard dat we op dit moment vaststellen bij het Agentschap van de Schuld. Blijkbaar vindt u dat u volledig op schema zit, perfect dus. In elk geval, het immobilisme dat u aan de dag legt, met de vooruitzichten van een tekort van 0,3% in 2008 en een tekort van 0,9% in 2009, kost de bevolking elke dag dat u weigert om in te grijpen, 8,5 miljoen euro. Elke dag!

 

Wat betreft het regelen van de koopkracht, mijnheer Leterme, zult u moeten zoeken naar interessante en intelligente oplossingen.

 

(…): (…)

 

04.04  Robert Van de Velde (LDD): Inderdaad. U mag in elk geval komen aankloppen.

 

Een van die oplossingen is een indexsprong op het gebied van de sociale zekerheid, zodat u een loonsverhoging geeft op het netto salaris, in plaats van telkens op basis van een loonsverhoging ook nog eens sociale zekerheid te laten betalen en de bedrijven daarop nog te belasten waardoor er nog steeds een lager bedrag terechtkomt in de beurs van de bevolking.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les tests sur animaux pratiqués par l'industrie du tabac" (n° P0342)

05 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de dierproeven ten behoeve van de tabaksindustrie" (nr. P0342)

 

05.01  Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, madame la vice-première ministre, la société Philip Morris s'est vu refuser par un collège communal un permis d'environnement pour un projet d'extension de ses locaux à Louvain et ce, pour des raisons d'ordre éthique. Les recherches que la compagnie tente de mener consistent à tester sur les animaux les effets biologiques de la fumée active et passive de nouveaux types de cigarettes.

 

Selon une association de défense des animaux, 4 à 6.000 animaux seraient annuellement déjà sacrifiés par ce laboratoire, l'objectif de celui-ci étant la commercialisation de nouveaux produits du tabac en totale contradiction avec la santé publique et le bien-être des gens.

 

Si on ne peut que se réjouir de cette décision communale, force est de constater que la pratique de tels tests devrait être réglementée à un niveau plus élevé. Il ne s'agit pas d'interdire tous les tests menés de la sorte dont certains contribuent au développement de nouveaux moyens thérapeutiques, mais de réglementer fortement ces pratiques.

 

Quelle est la législation actuellement en vigueur en matière de tests pratiqués sur les animaux? Quelles sont les principales industries ayant recours à ce mode d'expérimentation? Ne serait-il pas utile de pouvoir se référer à une clause éthique lors des demandes visant l'autorisation de telles pratiques? Ne serait-il pas utile d'interdire à certaines industries développant des produits nocifs pour la santé de recourir à ce genre de pratiques? L'industrie du tabac serait-elle la seule concernée dans ce cas?

 

05.02  Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, chère collègue, la législation de référence est la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux. Un arrêté royal très important concernant les tests sur animaux en laboratoire date de 1993, mais a été régulièrement revisité.

 

Les secteurs qui font le plus souvent appel aux tests sur animaux sont la pharmacie et la recherche médicale fondamentale.

 

Toutes les expériences menées en laboratoire obéissent à des protocoles soumis à l'analyse de comités éthiques. Cependant, nous avons remarqué divers problèmes. Dès lors, nous avons décidé de réviser leur fonctionnement et leur composition pour imposer plus d'indépendance et d'objectivation de leurs décisions.

 

Enfin, à l'heure actuelle, les expériences sur les animaux ne sont autorisées qu'en cas d'absolue nécessité. En effet, elles sont parfois indispensables en vue de tester la toxicité d'un produit. Mais, au fur et à mesure des années, la législation et ses décisions ont été progressivement plus restrictives. En général, les domaines qui posent le moins de problèmes sont les tests sur les médicaments et les vaccins.

 

Cependant, en 2005, les tests sur animaux ont été interdits pour les produits cosmétiques. De plus, j'ai demandé à mon administration de préparer une nouvelle législation concernant les produits du tabac. Je reviendrai devant le parlement lorsque les travaux de préparation seront terminés.

 

05.03  Colette Burgeon (PS): Je vous remercie pour votre réponse. Cette expérience ne me paraît pas absolument nécessaire. Non seulement on fait du tort aux animaux mais, au-delà, on cause du tort aux personnes puisqu'il s'agit de tabac. Le danger est double!

 

Vous m'affirmez que les tests pour les produits cosmétiques sont interdits; il faudra alors faire preuve de vigilance car il en existerait encore.

 

Je voudrais vous féliciter pour le travail fourni et pour votre ténacité car pour beaucoup de personnes, avoir un animal de compagnie, c'est important.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Questions jointes de

- Mme Muriel Gerkens à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les stagiaires en médecine" (n° P0343)

- M. Jean-Jacques Flahaux à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les stagiaires en médecine" (n° P0344)

- Mme Sarah Smeyers à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les stagiaires en médecine" (n° P0345)

06 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de artsen in opleiding" (nr. P0343)

- de heer Jean-Jacques Flahaux aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de artsen in opleiding" (nr. P0344)

- mevrouw Sarah Smeyers aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de artsen in opleiding" (nr. P0345)

 

06.01  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, madame la ministre, ce n'est malheureusement pas la première fois que j'interpelle sur le sujet. Les années précédentes, j'ai déjà interrogé, à plusieurs reprises, le ministre Demotte.

 

Une nouvelle fois, les étudiants en médecine candidats en spécialisation, qui doivent effectuer des stages en hôpital, se mobilisent et demandent aux politiques d'assumer leurs responsabilités. En effet, il existe une loi, la loi Colla, et une directive européenne qui prévoient que le temps de travail de ces stagiaires en médecine doit être réglementé. Lorsqu'ils prestent suffisamment longtemps, ils doivent avoir des temps de repos. Or, en réalité, on s'aperçoit qu'ils prestent parfois 36 heures d'affilée sans pouvoir se reposer. En outre, ils doivent poser des actes et assumer des gardes sans disposer d'un encadrement suffisant.

 

Madame la ministre, laisseriez-vous un médecin qui n'a pas beaucoup d'expérience, car il est en formation, et qui est épuisé d'avoir travaillé pendant 36 heures, opérer votre enfant? De la même manière, laisserions-nous rentrer chez elle, en voiture, une personne qui a travaillé et a été stressée pendant 36 heures? Des études réalisées à l'étranger montrent qu'il y a insécurité tant pour les patients que pour les stagiaires.

 

Madame la ministre, je voudrais cependant aussi vous interpeller sur un autre élément important. Les dispositifs de la loi Colla prévoient que le stagiaire peut se retourner et porter plainte contre son maître de stage. Or, dans les faits, on constate que le sort de ce candidat stagiaire est évidemment lié à l'appréciation que le maître de stage portera sur son travail et sur sa capacité à accepter toute une série d'ordres et à se plier à ses exigences. On sait aussi que certains maîtres de stage prolongent parfois la durée du stage et de la formation des candidats dans certaines spécialisations, non pas parce que le candidat n'est pas bon mais parce que l'hôpital manque de personnel pour pouvoir poser tous les actes qui doivent l'être. Dès lors, il est impossible de demander à ces candidats stagiaires de porter plainte contre leur maître de stage. Nous devons appliquer et faire appliquer les dispositifs légaux!

 

Madame la ministre, que comptez-vous faire, en insistant sur le fait qu'il ne s'agit pas ici d'une situation particulière aux hôpitaux francophones wallons? En effet, il est bien connu que les stagiaires des hôpitaux de Courtrai et d'Ostende sont de garde toutes les trois nuits. Ces hôpitaux ont donc bien une pénurie de spécialistes et d'étudiants candidats en spécialisation et connaissent aussi ce genre de situations illégales et insécurisantes pour tout le monde.

 

06.02  Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président, madame le ministre, je suis ravi de voir que l'intérêt de parlementaires de trois groupes différents se porte sur cette question.

 

Alors que nous travaillons constamment dans nos différentes commissions parlementaires à lutter contre les discriminations, les scandales et les injustices, nous sommes face à une situation digne du 19ème siècle, de l'époque de Dickens, qui peut être à l'origine de drames.

 

Madame le ministre, vous le savez, je vous ai déjà interpellée en commission sur le problème des accidents dans les hôpitaux. Le sujet de ma question porte sur l'un des paramètres qui contribuent certainement aux accidents: les jeunes médecins en formation sont épuisés, ils doivent parfois faire des opérations, comme l'a dit Muriel Gerkens, 36 heures d'affilée, effectuer des gardes de 80 heures, qui s'ajoutent aux journées de travail qui commencent vers 07.00-08.00 heures et se terminent vers 19.00, voire 20.00 heures. C'est totalement inacceptable.

 

Comme l'a dit Muriel Gerkens, l'arrêté Colla de 1999 interdit de faire travailler des médecins en formation plus de 9 heures par jour, plus de 48 heures par semaine hors garde. Cet arrêté impose un repos de 12 heures minimum après chaque garde. J'ajoute qu'une directive européenne de 2003 aurait dû être incluse dans le droit interne pour le 1er août 2004; nous avons quasiment 4 ans de retard dans ce domaine.

 

Madame le ministre, cette situation fait partie des problèmes que vous vous efforcez, je le sais, de résoudre.

 

Un cri d'alarme a été lancé par l'Association pour la défense des droits des médecins en formation. Nous voudrions le relayer et vous poser différentes questions.

 

Quelle est votre position sur le problème dénoncé par cette ASBL qui vient d'être créée et qui a également son pendant néerlandophone?

 

Où en est-on dans la mise en œuvre de la directive européenne dans le droit belge?

 

Quelles actions comptez-vous prendre afin de résoudre ce grave problème, sans attendre que nous soyons condamnés par l'Union européenne?

 

06.03  Sarah Smeyers (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de associatie voor de verdediging van de rechten van artsen in opleiding klaagt aan dat dokters die stage lopen soms werkdagen hebben van 36 uur en soms werkweken van 84 uur. De associatie wijst erop – u zult het daar ongetwijfeld mee eens zijn – dat die structurele overbelasting de kans op medische fouten doet toenemen.

 

Het ministerieel besluit van 30 april 1999 stelt dat een normale werkdag voor een geneesheer-specialist in opleiding maximum 9 uur mag kennen. Een gemiddelde werkweek mag maximum 48 uur kennen, zo staat in het ministerieel besluit.

 

Volgens mij verzoent dat ministerieel besluit de nood aan flexibiliteit die in de medische wereld toch wel nodig is met het recht op respectabele arbeidsomstandigheden. Ik denk echter dat een degelijk controlesysteem ontbreekt, evenals een degelijk sanctiemechanisme.

 

Mevrouw de minister, wat zult u concreet doen om de excessen van die overdreven aantallen werkuren aan een stuk door aan te pakken?

 

Steunt u de vraag van de associatie om, in geval van zware overtreding van de wet ter zake, de erkenning van de stagemeesters in te trekken?

 

06.04  Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, les trois intervenants ont parfaitement planté le décor.

 

Le problème n'est pas neuf. Il existe depuis au moins une petite dizaine d'années, en tout cas dans la foulée de la loi Colla.

 

La situation est très problématique avec des conséquences incalculables qui portent sur la santé des stagiaires en formation et, comme vous l'avez très bien dit, sur la santé des personnes dont s'occupent ces stagiaires, en l'occurrence leurs patients.

 

Je ne dirai pas que je peux régler cette situation d'un coup de baguette magique. Il s'agit d'une situation complexe et qui varie selon la nature des hôpitaux. Certains hôpitaux, notamment en Wallonie, ont de véritables problèmes pour assurer des gardes. Il existe également un problème de contrôle; selon moi, les moyens fédéraux pour le contrôle ne sont pas suffisamment développés.

 

Quand je pose des questions à mon administration, je constate qu'il y a peu de réponses, ce qui veut dire qu'il existe un problème quant au recueil des données qui permettent de solutionner le problème.

 

Actuellement, quatre travaux sont en cours. J'espère pouvoir revenir devant vous, en octobre, lors de l'examen du budget 2009, pour vous faire part d'avancées réelles et complètes.

 

Premièrement, j'ai demandé à mon administration de mettre à jour la liste des maîtres de stage agréés et des services de stage agréés. Il faut savoir que cette mise à jour répond à une réelle nécessité. Il s'agit d'un travail d'envergure. Environ 2.000 courriers ont été envoyés. Le travail s'effectue, à l'heure actuelle, sur base des premières réponses qui ont été reçues.

 

Ten tweede, daarna moeten de overeenkomsten die werden gesloten tussen de stagemeesters en de stagiairs worden verzameld. Met dat werk is men bezig. Mijn administratie moet mij de komende weken een eerste tussentijds rapport bezorgen.

 

Ten derde, er werd een werkgroep van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen opgericht die zich zal buigen over de vraag. Deze werkgroep zal in juli aan de slag gaan.

 

Enfin, je prépare le dossier pour obtenir un supplément de personnel – et c'est pour cela que je parlais du budget 2009 – pour renforcer en termes de contrôle le service chargé de ce dossier.

 

Voilà les quatre grands travaux en cours. Je ne suis pas en train de dire qu'ils seront bientôt lancés: soit on se réunit, soit on collecte des réponses, soit on met au point les demandes d'augmentation de personnel. J'espère trouver des solutions à un problème que je constate tout comme vous et que je trouve moi aussi intolérable.

 

06.05  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, vos initiatives sont louables et permettront sans doute de rencontrer la situation mais vous pourriez prendre certaines mesures plus rapidement, par exemple imaginer une autre manière pour les candidats stagiaires de se plaindre. Il est impossible pour eux de porter plainte contre leur maître de stage. Comme je vous l'ai expliqué, l'avenir de leurs études dépend de lui. On pourrait faire en sorte qu'un service de contrôle puisse investiguer suite à des plaintes et proposer des réponses.

 

Il est étonnant de ne pas disposer des listes des maîtres de stage mais je peux le comprendre car il nous manque tellement de données dans les hôpitaux en ce qui concerne les registres des médecins.

 

Lorsque vous parlez du Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes, prévoyez-vous d'y inclure les représentants des stagiaires? Certains médecins spécialistes s'expriment pour dénoncer cette situation mais d'autres mettent un point d'honneur à considérer qu'un futur médecin se doit d'être à la disposition des malades et qu'il faut être prêt à travailler autant d'heures que nécessaire sans se reposer. C'est une attitude conservatrice de la part des maîtres de stage, c'est une manière d'empêcher les nouveaux médecins d'agir et de laisser les stagiaires œuvrer sur le terrain en prenant des risques tandis qu'eux-mêmes pratiquent à l'extérieur de l'hôpital parce que c'est financièrement plus rentable.

 

06.06  Laurette Onkelinx, ministre: Je voudrais signaler que les deux propositions sont évidemment excellentes. Nous allons travailler sur une nouvelle procédure en ce qui concerne les plaintes et nous allons intégrer les stagiaires dans la concertation.

 

06.07  Jean-Jacques Flahaux (MR): Madame la ministre, je partage ce qui a été dit par Mme Gerkens. Je voulais simplement ajouter que c'est un domaine extrêmement complexe où se mélangent la sécurité des patients et les bonnes conditions de travail des professionnels. Tout cela est aussi lié à la problématique des vocations et des conditions matérielles des professionnels de la santé. C'est donc, comme vous l'avez justement dit, un problème multidimensionnel.

 

Vous nous avez donné des dates en signalant qu'au moment de l'élaboration du budget 2009, vous espérez qu'on pourra prendre des décisions pour améliorer la situation. Nous serons extrêmement attentifs à ce que vous ferez de positif en la matière.

 

06.08  Sarah Smeyers (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik ben blij te vernemen dat u werk zult maken van de zaak, die in de commissie verder zal kunnen worden opgevolgd.

 

Het probleem is volgens mij inderdaad het aantal controles en de wijze van controleren. Zoals mevrouw Gerkens al opmerkte, hangt de arts tijdens zijn opleiding van de stagemeester af om eventueel later nog in hetzelfde ziekenhuis aan de slag te kunnen. Aan de objectiviteit van de controles, evenals aan de sancties die in geval van overtreding gelden, kan dus zeker nog worden gewerkt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Question de Mme Marie-Martine Schyns au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'incident nucléaire survenu en Slovénie" (n° P0346)

07 Vraag van mevrouw Marie-Martine Schyns aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het nucleair incident in Slovenië" (nr. P0346)

 

07.01  Marie-Martine Schyns (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, ce matin, la Commission européenne a pris une décision assez inhabituelle, puisqu'elle a déclenché le système d'alerte européen sur les risques radioactifs à la suite d'un incident survenu hier soir dans une centrale nucléaire slovène, dont je m'abstiendrai de prononcer le nom. Cet incident a nécessité l'arrêt de la centrale.

 

On parle d'une fuite de liquide, voire d'une fuite d'eau dans un circuit de refroidissement. Toutefois, dans un premier temps, l'information transmise parlait non pas d'un incident, d'une panne réelle mais d'un exercice. Les autorités slovènes se veulent très rassurantes en précisant qu'il n'y a pas de risques ni pour l'environnement ni pour la population et que cet incident est sans gravité.

 

Dès lors, monsieur le ministre, pourquoi l'alerte européenne a-t-elle été déclenchée? Dispose-t-on d'informations sur les causes de l'incident, l'étendue des dégâts? Avez-vous pris contact, à l'instar de vos homologues, allemand et autrichien, avec votre collègue slovène? La Belgique court-elle un risque radioactif? Avons-nous toutes les garanties que cet incident n'aura aucune incidence sur notre environnement? La prise par les autorités belges de mesures préventives qui s'imposent dans pareil cas était-elle nécessaire?

 

07.02  Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chère collègue, les instances européennes ont été informées par les autorités slovènes. Ainsi, la Commission européenne a-t-elle communiqué les incidents mineurs par un système de notification européen, appelé ECURIE et ce, dans un souci de transparence. C'est via ce canal que les autorités belges, en particulier l'Agence nucléaire et le centre de crise, ont été informées.

 

L'Agence a confirmé les informations reçues par le biais des réseaux internationaux, plus spécialement celui des autorités de sûreté slovènes. Sur cette base, il a été conclu que la situation à la centrale nucléaire est sous contrôle et qu'elle ne présente aucun danger de dispersion dans l'environnement. L'Agence a pris toutes les initiatives nécessaires afin d'être prête dans l'hypothèse d'un changement de celle-ci et les experts nécessaires ont été mis en "stand by".

 

Étant donné ces informations, la Belgique ne court, à l'heure actuelle, aucun risque. Les réseaux de surveillance de la radioactivité (TELERAD) slovènes ne signalent aucune contamination de l'environnement.

 

L'Agence et notre centre de crise restent mobilisés afin de suivre la situation de près.

 

07.03  Marie-Martine Schyns (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie. ECURIE est un système d'alerte utilisé fréquemment, mais il est relativement rare que la Commission européenne juge utile de rendre l'incident public.

 

Je suis donc très satisfaite de constater que les experts sont encore mobilisés et que toute la prudence de mise en de tels cas soit présente en Belgique.

 

Le président: Je vous remercie pour votre première intervention dans ce parlement. (Applaudissements)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Questions jointes de

- M. Georges Gilkinet à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "la menace de nouvelles actions à la SNCB" (n° P0349)

- M. Guido De Padt à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "la menace de nouvelles actions à la SNCB" (n° P0350)

08 Samengevoegde vragen van

- de heer Georges Gilkinet aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de dreiging van nieuwe acties bij de NMBS" (nr. P0349)

- de heer Guido De Padt aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de dreiging van nieuwe acties bij de NMBS" (nr. P0350)

 

08.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, madame la ministre, cette semaine on pensait être sorti des problèmes de grève à la SNCB puisqu'on nous annonçait un protocole d'accord proche d'être signé entre la direction des chemins de fer, la CGSP Cheminots et son équivalent CSC Transcom.

 

Mais, patatra – si j'ose dire –, le syndicat indépendant des cheminots (SIC) annonce que cela ne lui convient pas du tout et qu'il va sans doute entreprendre de nouvelles actions comme il l'a déjà fait quelques samedis au mois de décembre.

 

J'en viens directement à mes questions car, comme je l'ai déjà dit, nous sommes inquiets sur l'état des relations sociales au sein de notre entreprise des chemins de fer.

 

J'aurais d'abord voulu vous interroger sur le statut exact du SIC. S'agit-il, selon vous, d'une organisation syndicale représentative, apte à signer avec la direction de la SNCB des conventions collectives de travail? A-t-elle été impliquée dans les négociations en cours? Pourquoi ne donne-t-elle pas son accord? Des sanctions sont-elles prévues si les formes utilisées pour entreprendre des actions syndicales ne sont pas respectées?

 

Par ailleurs, je vous ai déjà posé ces questions en commission. Qu'allez-vous entreprendre pour éviter ces grèves et pour stopper la dégradation des relations sociales au sein de l'entreprise dont sont victimes les navetteurs?

 

Enfin – si vous pouvez m'apporter une réponse précise à cette dernière question, j'en serais heureux –, comptez-vous et dans quel calendrier organiser des élections sociales au sein de la SNCB de façon à asseoir la responsabilité et la représentativité de chacun des acteurs syndicaux et de travailler peut-être dans un climat social beaucoup plus sain et beaucoup plus clair?

 

08.02  Guido De Padt (Open Vld): Mevrouw de minister, veel pendelaars zullen opgelucht geweest zijn op het ogenblik waarop ze hoorden dat er binnen de NMBS een sociaal akkoord was bereikt. Dat sociaal akkoord kost ongeveer 50 miljoen euro, op te tellen bij de meer dan drie miljard die de Belgische staat jaarlijks aan de NMBS geeft. Groot was echter de verwondering toen we deze week lazen dat een kleine vakbond daar niet tevreden mee is en overweegt om stakingen te organiseren en stiptheidsacties uit te voeren waardoor de pendelaars natuurlijk opnieuw gefnuikt zullen worden in hun verwachtingen inzake een goed openbaarvervoerbeleid.

 

Mevrouw de minister, ik heb daar twee vragen of opmerkingen over. Een, in de regeerverklaring staat dat de regering zich ertoe verbindt om een systeem van continuïteit van dienstverlening uit te bouwen. Open Vld is bereid u daarin te steunen omdat we denken dat er ook continuïteit van de dienstverlening mag zijn als de belastingbetaler daar zoveel geld in steekt. Ik wou even polsen naar de stand van zaken. Hoe zit het daarmee? Is dat ook verwerkt in de beheersovereenkomsten die morgen aan de agenda van de Ministerraad staan? Ik zeg het nog eens, u zult onze steun krijgen om het doel van de regering te bereiken.

 

Twee, wij hebben al eens geopperd dat onze fractie – dat is misschien verwonderlijk – positief staat tegenover de mogelijkheid om ook in de overheidssector sociale bemiddeling toe te laten. Nu is dat enkel mogelijk in de privésector maar we denken dat ook bij de overheid en in overheidsbedrijven een sociaal bemiddelaar moet kunnen optreden als er sociale conflicten zijn om die conflicten af te vlakken en te trachten tot een overeenkomst te komen. Mevrouw de minister, ik heb gelezen dat u gunstig staat tegenover die gedachte en dat u een wetgevend initiatief zou nemen. Ook daarin willen wij u ten volle steunen. Ik wil even peilen naar de stand van zaken in dit dossier.

 

08.03 Minister Inge Vervotte: Mijnheer de voorzitter, de OVS is een aangenomen organisatie bij de NMBS-groep. Dat wil zeggen dat ze dezelfde rechten heeft als een erkende organisatie. Het enige verschil is dat OVS niet zetelt in de nationale paritaire commissie. Om te kunnen zetelen in de nationale paritaire commissie moet 10% van de personeelsleden aangesloten zijn bij de organisatie. Binnen de NMBS is 84% van de personeelsleden van de NMBS-groep aangesloten bij het ACV of bij het ABVV. Met andere woorden, OVS heeft geen 10% aangesloten personeelsleden, wat een voorwaarde is om te kunnen zetelen in de nationale paritaire commissie. Op basis van een telling met betrekking tot het ledenaantal wordt dan de zetelverhouding in de nationale paritaire commissie bepaald.

 

Persoonlijk ben ik principieel voorstander van sociale verkiezingen. Vraag is of dat op dit moment het meest belangrijke is dat we moeten aanpakken binnen de NMBS-groep.

 

Met betrekking tot het sociaal akkoord hebben inderdaad intensieve onderhandelingen plaatsgevonden. Op 2 juni heeft men kunnen beslissen tot een ontwerp van protocol van akkoord. Het loopt in principe over 3 jaar en bevat elementen van enerzijds koopkracht en anderzijds productiviteitsstijging. De organisaties hebben zich geëngageerd, niet onbelangrijk, om dit ontwerp van protocolakkoord dan ook te verdedigen bij hun achterban. De huidige afspraak is dat het personeel wordt geconsulteerd over heel België. Dat gebeurt op een zeer grondige wijze. De consultatierondes bij het personeel zijn nu bezig en lopen nog tot en met 10 juni.

 

Omdat ik het belangrijk vind dat het sociaal akkoord kan goedgekeurd worden en dat de consultaties van het personeel kunnen gebeuren in een sereen en goed klimaat, is het laatste wat u vandaag van mij kunt verwachten dat ik enige provocerende uitspraken zou doen die dat in het gedrang kunnen brengen. Het akkoord is te belangrijk voor het personeel, voor het bedrijf en voor de dienstverlening die daaruit voortvloeit.

 

Met betrekking tot de zin die in het regeerakkoord staat over het afsprakenkader dat gezocht wordt met de vakbonden over de continuïteit van de dienstverlening, is zoals vermeld in het regeerakkoord het overleg met de vakbonden daarover lopend. Ondertussen wordt alles in het werk gesteld om het personeel zo goed en gedetailleerd mogelijk te informeren over de werkelijke inhoud met betrekking tot het sociaal akkoord.

 

Tot slot wens ik u nog graag te uwer informatie mee te geven dat er tot op de dag van vandaag nog geen enkele stakingsaanzegging werd ingediend.

 

08.04  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, j'entends qu'il n'y a pas de préavis de grève en tant que tel. Je lis aussi dans la presse qu'on annonce de nouvelles actions de rétorsion dont pourraient être victimes les utilisateurs du train. Cela devrait vous inquiéter.

 

Vous dites souvent que ce n'est pas à vous à aller négocier, que vous devez laisser faire la négociation. Je respecte cela mais je dois vous redire, en votre qualité de ministre responsable des Entreprises publiques, que la situation est réellement inquiétante et problématique.

 

En termes de solutions, vous déclarez être favorable aux élections sociales au sein des entreprises publiques – je n'en attendais pas moins de votre part – tout en ajoutant qu'il n'y a pas urgence. J'ai un doute. Je suis d'accord avec les organisations syndicales au sein de la SNCB qui constatent qu'il y a un problème de représentativité et de légitimité des interlocuteurs. On a calculé que s'ils n'avaient pas 10%, ils n'auraient pas accès au conseil d'entreprise. Mais ce calcul n'a pas été fait selon une élection sociale démocratique. On vit dans le flou et cela ne contribue pas à la qualité des relations sociales dans l'entreprise. Aujourd'hui, ce sont les navetteurs qui en sont victimes. Il y a là un véritable problème dont vous devez vous emparer et non pas attendre qu'il se résolve de lui-même.

 

08.05  Guido De Padt (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

Wat de continuïteit van de dienstverlening betreft, mevrouw de minister, moeten we ons geen begoochelingen maken. Met de syndicale organisaties zal op dat vlak waarschijnlijk geen resultaat worden bereikt. Ik geloof dat het aanbod ten opzichte van de syndicale organisaties om de sociale bemiddeling in overheidsbedrijven toe te laten misschien toch wel een stap in de goede richting is om in het dossier van de continuïteit van dienstverlening ook een stap vooruit te zetten. Ik herhaal dat u op dat vlak op onze steun mag rekenen voor het ondersteunen van een wetgevend initiatief ter zake.

 

08.06 Minister Inge Vervotte: Mijnheer de voorzitter, ik wou hier nog op antwoorden want ik was inderdaad vergeten om in te gaan op de sociale bemiddeling. Ik ben zelf ook voorstander van die sociale bemiddeling. Ik wil in het overleg met de syndicale organisaties bekijken wat er op dat vlak mogelijk is voor de NMBS-groep.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de M. Maxime Prévot à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "le contrat conclu entre Belgacom et un ancien ministre des Entreprises publiques" (n° P0351)

09 Vraag van de heer Maxime Prévot aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "het contract tussen Belgacom en een gewezen minister van Overheidsbedrijven" (nr. P0351)

 

09.01  Maxime Prévot (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, je tiens tout d'abord à préciser que ma volonté est plus de poser des questions quant à une situation rencontrée plutôt que d'incriminer une personne en particulier.

 

Cette précision étant faite, nous avons appris en lisant la presse de ce matin qu'un ancien ministre en charge des Télécommunications, en fonction il y a quelques années, s'était vu confier, par les équipes dirigeantes de Belgacom, une sorte de contrat dûment signé, au demeurant; un contrat que l'on pourrait qualifier de lobbying ou de prospection visant, toujours à en croire les informations révélées, à décrocher des marchés pour l'opérateur en question au Qatar. Une rémunération était prévue sur base des résultats obtenus. En soi, cela n'est pas surprenant; une telle pratique est courante. In fine, il semble qu'aucun honoraire n'ait été réclamé à l'opérateur public Belgacom par l'intéressé, les résultats n'ayant pas été à la clé.

 

Madame la ministre, je souhaite vous poser deux questions.

 

Outre le fait qu'un ancien ministre des Télécommunications, ayant lui-même contribué à installer l'équipe dirigeante actuelle, ait pu être sollicité par celle-ci pour remplir une telle mission, est-il courant ou pas que pareil contrat soit cosigné sans l'aval d'un conseil d'administration? En effet, il semblerait que tous les administrateurs n'aient pas été amenés à se prononcer sur l'opportunité ou non de la conclusion de ce genre de contrat.

 

Ma deuxième question est une question de principe, question particulièrement importante pour le parlementaire que je suis. Ainsi, un parlementaire n'est-il pas en délicatesse lorsqu'il accepte de remplir une mission de lobbying pour une entreprise publique autonome? Une telle situation ne peut-elle pas être qualifiée de "borderline" – si je puis m'exprimer ainsi – au regard de certains éléments comme la transparence et la séparation des pouvoirs? Un parlementaire qui fait un travail de lobbying pour une entreprise publique autonome n'outrepasse-t-il pas sa mission de base?

 

09.02  Inge Vervotte, ministre: Cher collègue, le contrat auquel vous faites allusion date d'avril 2007. Des contrats de consultance limités font partie de la gestion quotidienne de l'entreprise et ne sont donc pas soumis pour approbation au conseil d'administration. Le contrat est resté sans objet; aucune suite n'a été donnée. En d'autres termes, il n'y a eu aucune facturation et Belgacom n'a pas payé pour l'exécution de ce contrat. Il n'existe pas de disposition juridique qui empêche un parlementaire d'exécuter ce type de mission. Il n'existe pas non plus d'obligation de publicité pour les parlementaires dans ce type de mission. Il me semble cependant logique qu'on se pose des questions à ce sujet.

 

Il est toutefois évident que tout parlementaire ou ex-ministre doit évaluer si accepter ou proposer ce type de contrat est compatible avec sa propre déontologie ou avec ce qu'on attend d'un homme politique.

 

09.03  Maxime Prévot (cdH): Je remercie la ministre pour sa réponse aussi courte que claire. Je peux comprendre qu'il s'agisse d'un acte de gestion courante et qu'il ne doive donc pas être soumis à l'approbation du conseil d'administration. Mais surtout, en dehors du fait qu'un contrat est resté sans objet, ce dont on peut peut-être se réjouir, on peut être interpellé et se poser des questions. Une disposition légale permettrait peut-être à l'avenir de prévoir un cadre qui évite à un représentant de l'État de se retrouver en indélicatesse avec la défense des intérêts d'une entreprise publique autonome. C'est une question personnelle mais elle donne lieu à une interpellation de portée globale.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Samengevoegde vragen van

- de heer Michel Doomst aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen over "de toestand in Anderlecht" (nr. P0352)

- de heer Raf Terwingen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen over "de toestand in Anderlecht" (nr. P0353)

10 Questions jointes de

- M. Michel Doomst au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles sur "la situation à Anderlecht" (n° P0352)

- M. Raf Terwingen au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles sur "la situation à Anderlecht" (n° P0353)

 

10.01  Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mevrouw de minister, de incidenten in Anderlecht vormen een blijvende bron van zorgen. Ik heb daar trouwens al een vraag over gesteld aan minister Dewael en nu ook aan minister Vandeurzen die ik allebei in die zin een groot hart toedraag omdat het een dossier is waarvoor maatschappelijk absoluut een oplossing noodzakelijk is. Ik denk ook dat we dit in een totaalplan moeten zien. De politie is kordaat opgetreden, het gerecht heeft het speurwerk op gang gebracht maar de slotsom was wel dat er een brede aanpak van dit dossier nodig zou zijn omdat preventie echt onontbeerlijk zal blijken om daadwerkelijk oplossingen aan te brengen op het terrein.

 

Ik denk dat de politie haar werk heeft gedaan. Het is letterlijk en figuurlijk paardenwerk geweest. De vraag is natuurlijk hoe lang men dat kan houden. Zal die steun blijven? Hoe kunnen we nog een hele tijd echt manifest op straat aanwezig zijn zoals dat nu in de feiten gebeurt?

 

De opvolging van de geweldaanpak zal nog belangrijker zijn. In die zin is het onbegrijpelijk dat het incident duidelijk maakt dat het blijkbaar echt niet botert tussen de politiezone Zuid en het parket in Brussel. Mevrouw de minister, moet dit nu structureel aangepakt worden? Is dit een kwestie van een aantal personen die elkaar niet verstaan? Is het een kwestie van de juiste afspraken op het goede moment? Zitten hier soms echt structurele problemen die wij moeten aanpakken?

 

We geven vandaag geen loos alarm. In de krant zeggen welzijnswerkers dat er middelen genoeg zijn maar dat er alleen geen visie of beleid is en dat we echt veel meer moeten samenwerken, zoniet komt dit dossier vroeg of laat op onze tafel terecht. Mijn vraag is dus hoe we naast repressief ook remediërend zullen werken? Zullen de gerechtelijke instanties het verstand hebben om elkaar te begrijpen en in de goede richting samen te werken?

 

10.02  Raf Terwingen (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijn vraag sluit enigszins aan bij de vraag van mijn collega Doomst, maar ik was vooral gealarmeerd door het feit dat de politievakbond had aangekondigd dat er stakingsaanzeggingen zouden gebeuren voor de politiezone Brussel-Zuid. Niet zozeer de aanzegging van de staking op zich, maar wel de oorzaak van de aanzegging verontrustte mij enigszins. Blijkbaar zouden er in de kwestieuze politiezone wel degelijk frustraties zijn. Die frustraties zouden vooral te maken hebben met de indruk dat het parket, na acties van de politiediensten, de mensen die worden aangehouden niet au sérieux vervolgt en te snel zou vrijlaten.

 

Dat leek mij een vraag voor de minister van Justitie, die vandaag helaas niet hier is. Er zouden frustraties groeien tussen, enerzijds, de politiediensten, die de vervolgingen doen en, anderzijds, het parket, dat te laks zou optreden of te snel zou vrijlaten. Dat is een slechte situatie, zeker voor deze, op dit ogenblik, moeilijke politiezone.

 

Ik had de volgende concrete vragen aan de minister. Is het gevoel van de politieagenten in die politiezone concreet en objectief vaststelbaar? Ik had ook geïnformeerd naar de toestand in de andere zones. Wat zijn de cijfers inzake de vervolgingen? Hoe gaat het parket daarin te werk?

 

Als het veeleer om een subjectief gevoel gaat, dan is dat niet minder belangrijk, want ik wil heel veel respect hebben voor de politieagenten aldaar. In dat geval moet er worden gewerkt aan het subjectieve gevoel van de politieagenten dat men niet au sérieux wordt genomen, want dat is een beetje het signaal dat men geeft.

 

Als het komt tot een staking, welke initiatieven zal de minister dan op voorhand nemen, om verdere ongelukken en ongeregeldheden te voorkomen?

 

10.03 Minister Inge Vervotte: De minister van Justitie heeft inderdaad met de procureur des Konings van Brussel een onderhoud gehad op het kabinet, op dinsdagavond 3 juni.

 

Het onderhoud had betrekking op de verdere opvolging van de situatie in Anderlecht, naar aanleiding van de rellen van vrijdag 23 mei, en de gebeurtenissen van het voorbije weekend, toen een man vrijgelaten werd op bevel van het parket, nadat hij in een café drie schoten had gelost en een klant raakte in de dij. Het ging ook over de relaties tussen de politiek en het parket.

 

Tijdens het onderhoud van dinsdagavond heeft de procureur de minister beloofd dat hij met de politie van de zone Brussel-Zuid verder zal overleggen, om tot een goede werkrelatie te komen. De minister van Justitie wil er toch de nadruk op leggen dat hij zich niet rechtstreeks moet bemoeien met het dagelijks bestuur van een parket, en ook niet met de relatie tussen het parket en de politie. De minister heeft echter wel uitdrukkelijk gevraagd aan de procureur des Konings om de relatie met de politiezone Zuid zo veel mogelijk te professionaliseren. Het is niet aanvaardbaar dat de relaties niet optimaal zouden zijn, juist nu, wanneer de situatie in de gemeenten zeer moeilijk is op het vlak van veiligheid, openbare orde en de relaties tussen de verschillende gemeenschappen.

 

Bovendien heeft de minister ook gevraagd de communicatie te verbeteren over lopende gerechtelijke onderzoeken. De communicatie moet uiteraard rechtstreeks via de aangeduide persmagistraat gebeuren en niet, als het ware, via de beleidscel van de minister zelf.

 

De vrijlating van de schutter vorige zondag is te wijten aan een inschattingsfout van de parketmagistraat van dienst en heeft niets te maken met een vrijwillige beslissing van het parket om in te gaan tegen de aanpak van de politie. Dit neemt niet weg dat dergelijke misverstanden of inschattingsfouten uiteraard moeten worden vermeden en dat er aan een betere communicatie moet worden gewerkt.

 

Het valt niet te ontkennen dat de relaties de laatste maanden niet evident waren. Dat heeft ook te maken met het feit dat er gerechtelijke dossiers moeten worden geopend wegens feiten begaan door politieambtenaren van de zone Zuid. Van een totaal verzuurde of slechte relatie spreken tussen de politie van de zone Zuid en het parket, komt niet helemaal overeen met de realiteit. Er werden door de bevoegde afdelingen van het parket en door de politiezone Zuid op het terrein reeds talrijke initiatieven genomen om de werkrelaties alsook de communicatie tussen parketmagistraten en de politie te verbeteren.

 

Ik citeer de volgende initiatieven. Sinds 2007 hebben de magistraten, bevoegd voor de zone, herhaaldelijk op eigen initiatief zich begeven naar het vormingscentrum van de politie, teneinde er de interventieploegen te ontmoeten. Er werden vergaderingen gehouden met het doel elkaars werkmethode beter te begrijpen en ook de respectievelijke moeilijkheden waarmee magistraten en politiemensen elk in hun eigen werkveld geconfronteerd worden, beter te kunnen inschatten. In het vervolg van deze vergaderingen, die aan beide kanten ten zeerste geapprecieerd worden, hebben de parketmagistraten de politie uitgenodigd om zittingen bij te wonen op het Justitiepaleis, specifiek met betrekking tot de verdachten die door de zone Zuid aangehouden werden en waarin zij het onderzoek gevoerd hebben. De magistraten zijn ook de laatste maanden en jaren op het terrein afgestapt, onder meer in de wijk van het Zuidstation, in Kuregem enzovoort. Tijdens de laatste rellen, onder meer op de beruchte vrijdag 23 mei, was een substituut de hele avond ter plaatse aanwezig en bleef constant in dialoog met de politie zelf. Op 27 mei 2008 vond een werkvergadering plaats, welke door andere vergaderingen zal gevolgd worden, met als uniek agendapunt een echte synergie op te bouwen tussen politie en parket.

 

Parket en politie werken, onder meer op aandringen van de beleidscel van de minister van Justitie, momenteel volop aan het zonaal veiligheidsplan, waarbij een globaal en geïntegreerd beleid wordt vooropgesteld met politiescholen, psychosociale diensten en preventiediensten om een evenwichtig antwoord te kunnen bieden, zowel op het vlak van repressie als op het vlak van de preventie.

 

In termen van effectieve vervolgingen tijdens het jaar 2007 en in de eerste vijf maanden van 2008, deelt het parket de minister van Justitie de volgende cijfers mee, mede met betrekking tot de politiezone Zuid:

 

Er werden 735 gerechtelijke onderzoeken geopend en 706 vorderingen tot regeling van de procedure opgesteld. Meer concreet betekent dit cijfer dat er per maand gemiddeld 42 dossiers naar de raadkamer worden verstuurd. Er werden 283 rechtstreekse dagvaardingen opgesteld.

 

Wanneer men het criterium van de zogenaamde terbeschikkingstellingen hanteert, werden enkel voor de zone Zuid 661 meerderjarige verdachten voorgeleid in 2007 en reeds 295 meerderjarige verdachten in de eerste vijf maanden van 2008. Het totale cijfer is dus 956 meerderjarigen die op beslissing van het parket in 2007 en 2008 ter beschikking werden gesteld. Voor de minderjarigen bedraagt het totale aantal 374 personen voor 2007 en de eerste vijf maanden van 2008.

 

In 2007 werden op vordering van het parket 245 mensen onder aanhoudingsmandaat geplaatst. In 2008 zijn het er reeds 82. Ik spreek nog steeds enkel over de zone Zuid. Men kan dus niet beweren dat er niet wordt vervolgd.

 

De eventuele stakingsaanzegging zal eerst en vooral worden behandeld conform de vastgelegde overlegprocedure waarbij zal worden getracht om tot oplossingen te komen binnen het onderhandelingscomité, waarvan de minister van Justitie deel uitmaakt. Het spreekt voor zich dat de minister van Justitie vertrouwen heeft in die vorm van overleg.

 

Indien het overleg alsnog zou mislukken, zal de veiligheid worden gegarandeerd door het uitvoeren van de minimaal uit te voeren opdrachten daartoe. Desgevallend kunnen mijn collega's van Binnenlandse Zaken en van Justitie, evenals het politiecollege de uitvoering van die opdrachten bevelen.

 

10.04  Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor de charmante vertaling van een juridische werkelijkheid.

 

Ik wil daaruit twee besluiten trekken. Ten eerste, we moeten hier echt in de diepte werken, te beginnen met de relatie tussen de politie Zuid en het parket. Er wordt gesproken over communicatie, maar ik denk dat het goed zou zijn dat er werkvergaderingen zijn waar concrete werkafspraken worden gemaakt over het beter op mekaar afstemmen. Het is immers een publiek geheim dat er echte problemen zijn, niet alleen in verband met communicatie, maar ook inzake concrete werkafspraken. Ik dank u voor het concreet antwoord en de opvolging.

 

Ten tweede, ik denk dat het incident als casus moet worden opgelost. Dat betekent dat we remediërend vooruitgang moeten maken. Ik hoop dat men, zeker vanuit Brussel, beseft dat men middelen en mensen veel beter met mekaar moet doen samenwerken. Dat is een les voor Brussel en ik hoop dat ze op het terrein concreet wordt gevolgd.

 

10.05  Raf Terwingen (CD&V - N-VA): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik ben enigszins gerustgesteld. De cijfers zijn duidelijk. Op objectieve wijze wordt hier vastgesteld dat er wel degelijk werk wordt gemaakt van de moeilijke situatie in Brussel-Zuid. De cijfers zijn er en kunnen niet worden ontkracht.

 

Subjectief, als daar nog een probleem rijst, zal dat door communicatie moeten worden opgelost. De heer Doomst heeft het ook al gezegd. Communicatie tussen de betrokken diensten zal ervoor zorgen dat men elkaar begint te begrijpen. Op die manier kan een en ander worden opgelost.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van mevrouw Sofie Staelraeve aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "de plannen van de regering in verband met creatieve economie en innovatie" (nr. P0348)

11 Question de Mme Sofie Staelraeve à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "les projets du gouvernement relatifs à l'économie créative et à l'innovation" (n° P0348)

 

11.01  Sofie Staelraeve (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, deze week nog vond in Parijs een OESO-forum plaats over innovatie en verandering in de economische ontwikkeling, waarop onder meer ook de heren Bellot en Van der Maelen aanwezig waren.

 

Wij volgden er diverse sessies over innovatie en verandering van de economie in de toekomst in een geglobaliseerde wereld.

 

In België kennen wij een open economie. Een van de sectoren waarin wij sterk zijn, is de creatieve economie. Vandaag nog werd dat bevestigd door een rapport van de Verenigde Naties, waaruit blijkt dat België de negende plaats inneemt inzake de uitvoer van creatieve producten. Wij zijn sterk in de modewereld, de muziekwereld en de filmwereld, maar ook in de wereld van design en van ambachtelijke bewerking van producten.

 

Wij weten ook dat de regio’s op voornoemde terreinen heel actief zijn. Beide regio’s hebben ter zake ook al een uitgebreid beleid met financiële stimulansen ontwikkeld.

 

Voor de federale regering is het belangrijk dat de economie verder wordt gestimuleerd. U verklaarde dat trouwens zelf al meermaals. Ook in uw hoedanigheid van minister van Middenstand komt u heel veel in aanraking met bedoelde sectoren, die vaak ook kleine bedrijfjes herbergen. Ik denk in dat verband bijvoorbeeld aan nieuwe sectoren, zoals de gamesindustrie, die een aantal kleine maar sterke producenten van games telt die de toekomst voor zich hebben.

 

Mevrouw de minister, daarom heb ik de volgende vragen voor u.

 

Wat plant de regering en wat plant u precies ter stimulering van de creatieve economie in ons land?

 

Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat er een eensgezind beeld naar buiten treedt, los van wat de regio’s ter zake al doen? Hoe kunnen wij het desbetreffende beleid coördineren, zodat wij op dat vlak in de toekomst nog sterker naar buiten komen?

 

11.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, ik was niet in Parijs aanwezig, maar het rapport van de Verenigde Naties kreeg wel mijn volle aandacht.

 

Onze goede, negende plaats is voor mij heel goed nieuws. Ze toont echter ook aan – ik ga op dat vlak helemaal akkoord met u – dat wij samen met de Gewesten nog beter kunnen. Wij kunnen en moeten in de toekomst dus beter doen.

 

U weet ook heel goed dat de verschillende, ambachtelijke sectoren een van mijn prioriteiten zijn. Wij zullen, samen met mijn collega’s in de regering, een KMO-plan indienen, niet alleen met verschillende horizontale maatregelen, maar ook met specifieke maatregelen.

 

Het rapport van de Verenigde Naties lijkt mij een uitstekend uitgangspunt om een specifieke studie van de impact van de creatieve sectoren op onze Belgische economie te maken.

 

Wij hebben al verschillende maatregelen ingediend. De meest gekende is bijvoorbeeld de tax shelter van mijn collega, Didier Reynders. Ik zal ook met de bevoegde overheden analyseren welk mechanisme wij zullen moeten invoeren om die sector nog te versterken voor de zekerheid van de ondernemers. Er moet ook een versterking komen van het kwaliteitslabel voor onze producten in het buitenland. Wij moeten onze ondernemers nog meer helpen om hun activiteiten verder te ontwikkelen en hun producten nog meer uit te voeren.

 

11.03  Sofie Staelraeve (Open Vld): Mevrouw de minister, ik onthoud dat u een studie plant naar de impact van deze sector en dat ook de Gewesten hierbij heel nauw zullen worden betrokken. Het is absoluut niet mijn bedoeling om de federale staatskas nog meer leeg te plunderen. Ik denk dat het de verantwoordelijkheid is van de Gewesten om ter zake heel actief te zijn, maar de federale overheid kan wel coördineren en afstemmen zodat de maatregelen de hele sector ten bate komen.

 

Wij kijken in elk geval uit naar deze stappen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Ik zie de heer Van Quickenborne niet. Ik ga dan ook over tot de vragen aan de heer Schouppe.

 

12 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Sonja Becq aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister over "de verhoging van het aantal nachtvluchten" (nr. P0356)

- mevrouw Corinne De Permentier aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister over "het spreidingsplan" (nr. P0357)

12 Questions jointes de

- Mme Sonja Becq au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "l'augmentation du nombre de vols de nuit" (n° P0356)

- Mme Corinne De Permentier au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "le plan de dispersion des vols" (n° P0357)

 

12.01  Sonja Becq (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, u hebt hier nog niet zo lang geleden meegedeeld, net zoals dat het geval was in de commissie naar aanleiding van de bewegingen en het ongeluk in Zaventem, dat u probeert om stille nachten te creëren voor de omwonenden. Ik denk dat iedereen verheugd is dat er stille nachten kunnen komen.

 

Nu horen wij dat de luchthavenuitbater vragende partij is om het nu door Vlaanderen op 16.000 vastgelegde aantal nachtvluchten, te verhogen.

 

Bij mij roept dat vragen op, mijnheer de staatssecretaris. U hebt verklaard met verschillende luchtvaartmaatschappijen te hebben gesproken met het oog op die stille nachten. Wij hadden begrepen dat er bereidheid was bij de luchtvaartmaatschappijen om daar effectief aan mee te werken.

 

Hebt u in de loop van die gesprekken ook effectief gehoord dat er vraag was naar meer nachtvluchten of meer bewegingen? U hebt toen wel een onderscheid gemaakt tussen landen en opstijgen, als ik mij dat goed herinner. Hebt u eventueel bepaalde beloften gedaan aan de luchtvaartmaatschappijen voor meer ruimte voor nachtvluchten? Dat zou mij wel enigszins verwonderen.

 

Tweede vraag. Bent u zinnens om met het Vlaams Gewest contact op te nemen over het aantal nachtvluchten? Wat zal uw houding ter zake zijn?

 

12.02  Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, je ne comprends plus rien dans le plan de dispersion des vols! Je vous ai vu à la télévision et vous nous avez donné plein d'espoir. Je vous ai lu le 29 mai 2008, à la suite de l'accident qui s'est produit à l'aéroport de Zaventem, et vous déclariez qu'à l'avenir, seul le critère de sécurité serait pris en compte et seule la vitesse des vents déterminerait l'utilisation des pistes conformément aux règles internationales. Vous alliez dans le même sens le 31 mai 2008. Et j'ignore pourquoi, soudainement, voici deux jours, on revient en intercabinet avec la sacro-sainte règle des quotas. On n'a plus tellement l'air de se préoccuper des vents et de la dangerosité, alors que vous disiez très clairement dans les médias qu'il fallait vraiment sortir ce dossier de la main des politiques et se fier uniquement aux normes techniques et aéronautiques.

 

Monsieur le secrétaire d'État, les journalistes auraient-ils mal compris ou bien des éléments neufs, dont vous nous donnerez la teneur, sont-ils apparus? Y a-t-il eu des pressions? M. Leterme, en tant que ministre de la Mobilité, a déclaré qu'il allait réduire le nombre de vols à 16.000 et, au début de votre mandat, vous alliez dans ce sens. Je souhaiterais dès lors comprendre pourquoi, avant-hier, ce nombre est à nouveau passé à 18.000 vols. Enfin, pourquoi y a-t-il une concentration sur l'Oostrand et la route n° 20 le week-end? J'aimerais avoir des réponses à ces questions.

 

12.03 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter, geachte dames, voor het aantal nachtvluchten is het inderdaad correct dat ik conform de vraag van de regering op het initiatief dat de heer Leterme in maart genomen heeft, contacten heb gehad met de verschillende maatschappijen die opereren vanuit Zaventem met goederenvervoer. Daarbij heb ik nagegaan hoe de exploitatievoorwaarden van die maatschappijen kunnen verenigd worden met de wens die geformuleerd werd door de heer Leterme om zo mogelijk voor vier stille nachten te zorgen.

 

Ik heb dat contact gehad. Ik heb die besprekingen gevoerd. Ik heb die maatschappijen ontmoet. Ik heb ook de luchthavenexploitant gesproken. Bij deze gelegenheid is gebleken dat, door de verhuis van DHL en het feit dat Zaventem niet langer de mainhub is maar een subhub is geworden, het inderdaad mogelijk is om het aantal nachtvluchten substantieel te verminderen.

 

Verder bouwend op dat principe heb ik dan gezocht hoe en in welke mate de noden van die maatschappijen op het vlak van de exploitatie konden verenigd worden met de wens een stille nacht te bezorgen. Ik heb dan als mogelijk voorstel vooropgesteld dat het mogelijk moet zijn minimaal drie nachten na mekaar aan te bieden tijdens het weekend en door een verstandige keuze van de banen die gebruikt worden voor het opstijgen zelfs te komen tot vijf nachten op zeven zonder opstijgende vliegtuigen voor de mensen die wonen in het verlengde van een van de assen.

 

Mevrouw De Permentier, voor het aantal vluchten kan ik u verzekeren dat er geen voorstel is om 18.000 bewegingen toe te staan. Ik heb aan de collega-vertegenwoordigers van de verschillende ministers gezegd dat er een formele vraag is van de luchthavenexploitant voor 18.000 bewegingen. Dat staat niet in mijn voorstel. Ik kan u bevestigen dat hetgeen ik voorgesteld heb aan de verschillende vertegenwoordigers van de ministers van het kernkabinet wel degelijk overeenstemt met hetgeen ik aangekondigd heb.

 

J'ai annoncé, primo, une proposition qui garantirait un maximum de sécurité; secundo, que j'éviterais des interventions politiques dans le choix des pistes; tertio, que je chercherais des solutions afin d'entraîner un minimum de conséquences négatives à l'égard de tous ceux dont l'habitation se situe dans l'axe de l'une des pistes.

 

Pour arriver à de tels résultats, j'ai clairement marqué dans ma proposition que, premièrement, le décollage se ferait face au vent; deuxièmement, qu'il était préférable pour éviter des interventions politiques que les critères météorologiques soient identiques pour toutes les pistes; troisièmement, que, pour arriver à un minimum de conséquences négatives pour les riverains, des choix s'avéraient indispensables. Ainsi, j'ai clairement indiqué qu'imposer un choix alternatif entre les pistes 25 et 20 par vent d'ouest permettrait de leur accorder cinq nuits calmes. Finalement, j'ai suggéré d'installer "l'Instrument Landing System" (ILS) sur la piste 07 pour permettre, dans le cas où l'utilisation de la piste 02 ne serait pas souhaitable ou souhaitée, une alternative suffisamment sûre et sécurisée pour une exploitation normale de l'aéroport.

 

Malheureusement, je constate que, déjà le lendemain de notre réunion, certaines personnes cherchaient à orienter les travaux en lançant une campagne d'intox. Cela ne me semble pas la bonne voie pour aboutir à un résultat, au contraire. De toute façon, je continuerai à travailler sur les propositions que j'avais initialement annoncées.

 

12.04  Sonja Becq (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. Ik reken erop dat u daadwerkelijk zorgt dat de stille nachten waaraan u werkt, doorgang kunnen vinden. Ik vertrouw er ook op dat u voor zowel de dagvluchten als de weekendvluchten rekening houdt met de veiligheid, maar dat u binnen de internationaal aanvaarde normen inzake veiligheid ook zoekt naar een rechtvaardige en eerlijke spreiding over de verschillende banen en in de verschillende richtingen.

 

12.05  Corinne De Permentier (MR): Monsieur le secrétaire d'État, me voilà apaisée puisque vous venez de confirmer vos propos des 29 et 31 mai publiés dans "La Libre Belgique" selon lesquels vous prônez la sécurité avant tout.

 

J'espère que vos négociations au sein du gouvernement aboutiront dans le sens que vous empruntez. Pas de favoritisme Oostrand ou Noordrand car je pense que la priorité est la vitesse des vents et les normes aéronautiques. Nous ne voulons pas voir se produire à Bruxelles ou ailleurs un accident qui pourrait avoir des conséquences fâcheuses.

 

Je vous fais confiance et je reviendrai à cette tribune si nécessaire et si la presse joue à nouveau l'intox.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Minister Van Quickenborne en staatssecretaris Clerfayt zijn onderweg. We zullen even wachten tot ze aangekomen zijn. Ik kan er niets aan doen; ik kan ze niet zelf gaan halen, zoals een vroegere eerste minister ooit heeft gezegd.

 

(De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris, betreedt het halfrond)

(M. Bernard Clerfayt, secrétaire d'État, entre dans l'hémicycle)

 

Monsieur le ministre, nous vous attendions avec impatience.

 

13 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Freya Van den Bossche aan de staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Financiën over "risicovolle beleggingsproducten" (nr. P0358)

- mevrouw Meyrem Almaci aan de minister van Klimaat en Energie over "risicovolle beleggingsproducten" (nr. P0359)

13 Questions jointes de

- Mme Freya Van den Bossche au secrétaire d'État, adjoint au ministre des Finances sur "les produits de placement à risque" (n° P0358)

- Mme Meyrem Almaci au ministre du Climat et de l'Énergie sur "les produits de placement à risque" (n° P0359)

 

13.01  Freya Van den Bossche (sp.a+Vl.Pro): Redelijk wat banken adviseren consumenten beleggingsproducten die niet aangepast zijn aan het profiel van die consumenten. Ik zeg dat niet zomaar, het is de Unie van Zelfstandige Bankbemiddelaars die dat heeft laten weten. Ook de CBFA, het controleorgaan, getuigt dat er een probleem is. Ter illustratie, zondagavond kon men kijken naar een reportage op de openbare omroep waarin ontluisterend werd aangetoond op welke wijze beleggingsadviseurs consumenten producten aansmeren – ik zal het zo noemen – die totaal niet bij hun profiel passen.

 

Er is de MiFID, die sinds november vorig jaar van toepassing is. Die legt eigenlijk drie belangrijke verplichtingen op. Ten eerste moet de bank de consument loyaal informeren. Ten tweede moet de consument altijd duidelijke, volledige – daar knelt het schoentje minstens – en relevante informatie krijgen. Ten derde moet het beleggingsproduct te allen tijde aangepast zijn aan het profiel van de consument. Het lijkt mij duidelijk op basis van al die uitspraken. De CBFA stelt dat misschien niet elke bank hetzelfde doet, maar dat het toch een bestaand probleem is en dat de richtlijn niet werkt.

 

Het is mogelijk dat die niet op de juiste wijze wordt toegepast en dan is de vraag of u daar een grootschalig onderzoek naar zult voeren. Dat is echt nodig. Mensen die hun spaarcenten beleggen, moeten correct geïnformeerd worden. Onderzoeken hebben uitgewezen dat 76% van de Belgische spaarders de informatie vandaag niet begrijpt. Dat is meer dan driekwart.

 

Vindt u soms dat de MiFID niet is overtreden? Zult u dan maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat banken verplicht worden om de consument essentiële en volledige informatie te bezorgen? Die essentiële informatie wil ik eenvoudig gezegd omschrijven als zijnde niet enkel informatie over het potentiële winstvoordeel van een product, maar ook steeds informatie over het potentiële verlies, het risico van dat product.

 

13.02  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, ik sluit mij volledig aan bij de vraag van mevrouw Van den Bossche. Ook ik heb de reportage van Panorama gezien en een aantal artikels gelezen.

 

De praktijk van het aansmeren van foute beleggingspakketten aan klanten is niet nieuw en gaat al ettelijke jaren mee. Een van de redenen waarom de MiFID er is gekomen, is om het vertrouwen van de consument in de banken te verhogen en aan de banken een juridisch instrument te geven om zichzelf in te dekken bij klachten van klanten.

 

Die klachten zijn er, niet alleen van klanten zelf, maar ook van verschillende mensen die werken in de banksector. Ik heb een citaat van een voormalig bankdirecteur die getuigt, ik citeer: “Van de vertrouwensband die bankiers vroeger met hun klanten hadden, is niet veel meer over. Grootbanken hebben tegenwoordig meer aandacht voor hun aandeelhouders dan voor hun klanten. Alles draait om winst. Als de winst jaarlijks niet met minstens 15% stijgt, zijn ze slecht bezig. Voor een grote bank zijn de klanten vandaag dan ook louter nummers, rekeningnummers.”

 

Men moet weten dat de vier grote, beursgenoteerde banken vorig jaar in volle financiële crisis samen 19 miljard euro winst hebben gemaakt, maar dat tegelijkertijd ook zeer veel kleine beleggers grote verliezen hebben geleden. Vandaag merkt men in heel wat reportages en onderzoeken dat er heel wat misbruiken zijn van de MiFID. Mensen krijgen suggesties om een bepaald antwoord te geven bij het invullen van hun profiel of zien dat profiel naast zich neergelegd op het moment dat zij een voorstel krijgen van de bank. Bankmedewerkers getuigen dat zij onder zware druk staan om dergelijke praktijken toe te passen.

 

Ik vraag dan ook op welke manier de minister van Consumentenzaken de consumenten in bescherming zal nemen tegen dat soort van misbruiken. Welke maatregelen en acties zal hij nemen om de MiFID niet alleen beter bekend te maken bij de consument, maar ook beter te laten toepassen en de misbruiken aan te pakken?

 

13.03 Staatssecretaris Bernard Clerfayt: Mijnheer de voorzitter, mijn excuses voor mijn laattijdige aankomst.

 

Ik geef u het antwoord in naam van de minister van Financiën. In antwoord op uw vraag kan de minister u bevestigen dat hij de bezorgdheid van de geachte collega en de pers deelt, opdat de nieuwe bepaling van de MiFID op een correcte manier zou worden toegepast. De nieuwe bepaling zorgt voor een nieuw evenwicht van verantwoordelijkheden tussen de banken en hun klanten in beleggingsadvies.

 

Terwijl er in de oude wetgeving enkel sprake was van beleggingsadvies wanneer daartoe een specifieke formele overeenkomst werd gesloten tussen de klant en zijn bank en er een vergoeding voor die dienstverlening werd afgesproken, hebben wij nu te maken met beleggingsadvies, zodra de klant een gepersonaliseerd aankoop- of verkoopadvies krijgt voor een financieel instrument.

 

Banken mogen een dergelijk advies pas verlenen wanneer zij van een klant voldoende informatie hebben verkregen inzake zijn kennis en ervaring met de betrokken instrumenten, zijn doelstellingen evenals zijn financiële draagkracht. Het geheel van die elementen bepaalt het profiel van de klant. De banken mogen alleen de adviezen aan hun klant verschaffen die in dat profiel als geschikt worden beschouwd voor de klant.

 

Blijkt naderhand dat een advies niet geschikt was voor een klant, dan kan de aansprakelijkheid van de bank in gedrang komen. De bank zal moeten aantonen, hetzij dat de verrichting in tempore non suspecto wel geschikt was, hetzij dat de klant zelf verantwoordelijk was voor de verrichting. In het laatste geval zal de instelling moeten kunnen bewijzen dat zij de klant de verrichting heeft afgeraden en dat die desondanks uitdrukkelijk heeft verzocht de verrichting uit te voeren, buiten het beleggingsadvies om.

 

De nieuwe bepalingen betekenen dan ook een grotere verantwoordelijkheid voor de banken en een grotere bescherming van de klant. De bescherming van de klant hangt evenwel in ruime mate af van de volledigheid en juistheid van de informatie die door hem wordt gegeven. Ook de klant zelf draagt hierin dus een verantwoordelijkheid. Het is evenwel duidelijk dat de bank zich in die fase moet onthouden van iedere beïnvloeding of sturing van informatie die de klant verschaft. De praktijken die door de pers worden geïnsinueerd, kunnen dan ook niet door de beugel.

 

Ik wens er hier aan toe te voegen dat ook buiten iedere vorm van beleggingsadvies om, de banken in principe enkel de financiële instrumenten mogen verkopen waarvan zij zeker zijn dat hun klanten over voldoende kennis en ervaring beschikken om de risico’s ervan in te schatten. Indien zij de mening zijn toegedaan dat hun klant het instrument niet begrijpt of niet in staat is de risico’s ervan in te schatten, moeten zij hem of haar daarop wijzen. Enkel wanneer de bank kan aantonen dat de verrichting uitdrukkelijk op initiatief van de klant zelf gebeurt, zonder actieve tussenkomst van de bank, bijvoorbeeld via internet – en dan nog enkel in de gevallen waarbij het gaat om niet-complexe instrumenten –, hoeft de bank geen toetsing te doen van de kennis en ervaring van de klant. In dat geval draagt de klant zelf de volledige verantwoordelijkheid voor zijn beleggingsbeslissingen.

 

13.04  Freya Van den Bossche (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de staatssecretaris, u hebt mij een lezing gegeven van wat de richtlijn vertelt. Dat weet ik ook. Ik heb gevraagd of de CBFA hiernaar een onderzoek zal voeren en of de richtlijn al dan niet is overtreden. Als ze niet is overtreden, komen er dan nieuwe maatregelen?

 

Dat waren mijn vragen. Op niet een van die vragen hebt u geantwoord. Het enige wat ik u hoor zeggen, is wat er in de wetgeving en in de richtlijn staat. U zegt ook dat het gaat over praktijken die door de pers worden geïnsinueerd. Het gaat niet over insinuaties. De CBFA zegt dat er een probleem is. Insinueert de CBFA? Ik weet het niet. Insinueert de Unie van Zelfstandige Ondernemers? Beweren zij dat er een probleem is dat er eigenlijk niet is? Volgens mij is er een probleem en steekt u uw kop in het zand. U zegt dat de consument ook een eigen verantwoordelijkheid heeft. Natuurlijk heeft de consument een eigen verantwoordelijkheid, maar hij heeft ook recht op informatie. Er zou een plicht moeten komen om de consument volledig te informeren.

 

Ik herhaal mijn vragen. Zal de CBFA die praktijken onderzoeken? Zullen er sancties komen tegen de overtreders of, wanneer blijkt dat er geen overtredingen zijn en dat dit wettelijk zomaar kan, komen er dan nieuwe maatregelen?

 

13.05  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de staatssecretaris, ik kan alleen vaststellen dat in deze regering vandaag drie ministers bevoegd zijn voor Consumentenzaken, maar dat, op het ogenblik dat de consumenten en de consumentenbescherming heel duidelijk in gevaar zijn, geen van die ministers effectief een maatregel neemt. Ik vind dat schrijnend. U geeft hier de theorie, maar in de praktijk blijkt iets helemaal anders. U weigert daarvoor uw ogen te openen. U weigert maatregelen te nemen. Ik vind dat ongelofelijk problematisch, zeker met deze regering, in een situatie waarin wij een financiële crisis hebben gehad. Heel wat mensen stellen hun vertrouwen in banken die hen soms tot duizend verschillende beleggingspakketten aanbieden. De mensen kunnen door de bomen het bos niet meer zien.

 

Een verwittigd belegger is er twee waard. U zou dus perfect kunnen sensibiliseren en acties ondernemen. Ik doe u twee suggesties. Ik hoop dat u ze meeneemt. Wat de MiFID-richtlijn betreft, op het moment dat iemand een profiel moet invullen – dat is niet altijd het geval – heeft men heel expliciet veertien dagen bedenktijd. Men kan met het formulier naar huis gaan, verdere informatie opzoeken en dan eventueel teruggaan naar de bank. De overheid kan ook zelf een modelformulier maken voor de banken, dat de richtlijn omzet in een aantal criteria die mensen vooraf kunnen raadplegen, zodat zij de draagwijdte ervan kunnen inschatten. Dat zijn al twee kleine suggesties. Ik stel voor dat de ministers bevoegd inzake consumentenzaken zich daarmee bezighouden.

 

13.06 Staatssecretaris Bernard Clerfayt: Ik heb vergeten u te zeggen dat ik contact heb gehad met de CBFA. In dit kader heeft de CBFA al een aantal thematische controles gedaan. De CBFA is echter gebonden aan het beroepsgeheim en is niet gerechtigd om informatie te leveren over concrete dossiers. Het is dan ook onmogelijk om verslag uit te brengen over concrete inspectieverslagen of individuele maatregelen die de CBFA genomen zou hebben ten opzichte van bepaalde instellingen. De Ministerraad en de Europese Commissie pleiten voor het nemen van een nieuw initiatief inzake financiële vorming en financiële informatie ten aanzien van de consumenten.

 

13.07  Freya Van den Bossche (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, mijn collega en ik hebben gevraagd welke banken in de fout gaan. Mij maakt het niet uit welke bank er in de fout gaat; er mag geen enkele bank in de fout gaan. Ik wil de conclusies van het onderzoek kennen, geen pv met de namen van de overtreders! De conclusies van die onderzoeken die moet u openbaar kunnen maken. Hoe kan het Parlement zijn controlerende functie vervullen wanneer wij niet mogen weten waar het probleem zit? Ik weet niet waar deze regering mee bezig is, maar alvast niet met te doen wat zij zou moeten doen en dat is in dezen de consumenten geven waar ze recht op hebben, en het minste is: informatie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De laatste vraag is de vraag van mevrouw Musin aan minister Van Quickenborne die ik verzoek om de volgende keer op tijd te zijn. Dat is een zaak van elementaire beleefdheid.

 

14 Question de Mme Linda Musin à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "la directive retour" (n° P0355)

14 Vraag van mevrouw Linda Musin aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "de terugkeerrichtlijn" (nr. P0355)

 

14.01  Linda Musin (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, aujourd'hui et demain a lieu à Luxembourg un Conseil des ministres de l'Intérieur des Vingt-Sept. Voici quelques heures, ces ministres ont adopté un texte qui est plus connu sous le nom de directive retour qui propose des mesures concrètes en matière de bannissement ou d'expulsion des sans-papiers. Tout un programme!

 

Cette nouvelle législation contraindrait les États à choisir entre la régularisation des sans-papiers ou leur expulsion. Je voudrais dire, d'une part, que le groupe PS est tout à fait d'accord avec une mise en place d'un cadre global pour une politique d'immigration commune sur le plan européen. Cela me paraît nécessaire. D'autre part, ce texte présente des aspects radicaux et excessifs et je voudrais en souligner plusieurs.

 

Tout d'abord, la durée de détention dans des centres fermés – la détention étant déjà en soi une aberration pour des personnes qui n'ont pas commis de délit – peut aller jusqu'à 18 mois. Cela me paraît excessif. Dans ce texte, il est aussi question de la détention des enfants sans qu'un encadrement ne soit prévu, ce qui est d'autant plus choquant! Enfin, une interdiction de séjour de 5 ans est prévue pour les personnes qui auraient reçu un avis de quitter le territoire.

 

Au vu de ce qui précède, monsieur le ministre, je souhaiterais vous poser deux questions. Quelle position la Belgique a-t-elle défendue au sein de ce Conseil des ministres de l'Intérieur de l'Union? Quelles sont les conséquences directes et concrètes liées à l'adoption de ce texte qui sera faite au Parlement européen durant ce mois de juin?

 

Le président: Madame Musin, la question a été posée au ministre de la Politique de migration et d'asile mais c'est M. le ministre Van Quickenborne qui vous répond.

 

14.02  Vincent Van Quickenborne, ministre: Monsieur le président, chère collègue, ma collègue, Mme Turtelboom, suppose que vous faites allusion à la directive relative aux normes et aux procédures communes applicables dans les États membres au retour des ressortissants de pays tiers en séjour irrégulier.

 

La ministre vous remercie, tout d'abord, pour votre question. J'en arrive ainsi à sa réponse.

 

Comme la ministre de la Politique de migration et d'asile l'a déjà indiqué à plusieurs reprises, la durée maximum de détention est de 18 mois. Ce délai comprend un premier délai de 6 mois et une possibilité, dans des cas limités seulement, d'un délai de 12 mois supplémentaire. Le texte actuel est le fruit du compromis entre ceux qui souhaitaient une durée maximale de 6 mois et ceux qui voulaient une durée de détention illimitée.

 

Lors de la transposition, les États membres conservent la possibilité de fixer, dans leur législation nationale, des durées inférieures à celles mentionnées dans la directive. La ministre s'est d'ailleurs déjà prononcée à ce sujet. L'intention de la Belgique est de conserver sa législation actuelle et de ne pas augmenter les délais de maintien actuellement prévus, à savoir 5 mois maximum et 8 mois pour les cas d'ordre public. En revanche, les États membres qui, jusqu'ici, ne prévoyaient pas de délai maximum seront obligés d'en introduire un.

 

En ce qui concerne le maintien des mineurs, la directive ne prévoit pas l'obligation de détenir des mineurs. Elle se contente de prévoir certaines mesures de protection spécifique dans le cas où certains États membres recourent à l'enfermement des familles des mineurs non accompagnés.

 

Pour ce qui est de l'interdiction d'entrée, la Belgique a obtenu que cette mesure ne soit plus systématique, mais soit encadrée en tenant compte des circonstances du séjour illégal. Afin de respecter et de mettre en œuvre la priorité donnée au retour volontaire, l'interdiction d'entrée ne sera décidée que quand l'intéressé n'aura pas obtempéré au premier ordre de quitter le territoire ou lorsqu'un risque de fuite sera avéré, selon les autorités. En outre, le délai de 5 ans auquel vous faites référence est un délai maximum. La directive stipule clairement que la durée de l'interdiction d'entrée doit être modulée en fonction des circonstances propres liées au cas précis. Enfin, les États membres ont toute liberté pour ne pas délivrer, retirer ou suspendre toute interdiction d'entrée pour des raisons humanitaires.

 

Ce dernier compromis de la présidence slovène a été présenté, ce matin, au Conseil Justice et Affaires intérieures qui se tient actuellement à Luxembourg et auquel assiste Mme Turtelboom.

 

La présidence a procédé à un état des lieux de la question. Elle a ainsi constaté qu'une très large majorité pouvait accepter le compromis actuel. Elle va écrire au Parlement européen. Ce dernier sera amené à voter le 18 juin. Le Conseil sera alors appelé à voter le texte. La Belgique se réserve le droit d'examiner ce texte.

 

14.03  Linda Musin (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Je retiens que vous me parlez de durée de détention maximum. J'entends aussi qu'il n'y a pas d'obligation en la matière mais il est dommage qu'il n'y ait pas tout simplement d'interdiction.

 

J'entends qu'il faut toujours atteindre un consensus au niveau européen. C'est rassurant.

 

Je pense aussi que, dans le cas de certains pays, cela ne peut entraîner que des garanties supplémentaires pour les étrangers par rapport à la politique menée jusqu'à présent. En tout cas, j'espère que cette directive n'aura aucun effet néfaste dans notre pays et que les préoccupations du groupe PS seront écoutées, à savoir une politique plus humaine en matière d'immigration.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

15 Inoverwegingneming van een wetsvoorstel

15 Prise en considération d'une proposition de loi

 

Ik stel u voor in overweging te nemen het wetsvoorstel van de dames Jacqueline Galant en Karine Lalieux en de heren Stefaan Vercamer, Jan Mortelmans en David Lavaux tot wijziging van de wetten van 9 mei 2008 die naturalisaties verlenen (nr. 1225/1).

Je vous propose de prendre en considération la proposition de loi de Mmes Jacqueline Galant et Karine Lalieux et MM. Stefaan Vercamer, Jan Mortelmans et David Lavaux modifiant les lois du 9 mai 2008 accordant des naturalisations (n° 1225/1).

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Vraag om spoedbehandeling? (Ja)

Demande d'urgence? (Oui)

 

Ik stel u voor dit wetsvoorstel naar de commissie voor de Naturalisaties te zenden opdat de commissie zo vlug mogelijk zou bijeenkomen.

Je vous propose de renvoyer cette proposition en commission des Naturalisations afin que celle-ci puisse se réunir immédiatement.

 

Zodoende zouden wij vandaag nog over deze tekst kunnen stemmen.

Nous pourrions ainsi encore voter le texte aujourd'hui.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

16 Agenda

16 Agenda

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 4 juni 2008, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het wetsontwerp tot wijziging van artikel 1597 van het Burgerlijk Wetboek (overgezonden door de Senaat) (nr. 1173/1) in te schrijven.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 4 juin 2008, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi le projet de loi modifiant l'article 1597 du Code civil (transmis par le Sénat) (n° 1173/1).

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Herziening van de Grondwet

Révision de la Constitution

 

17 Voorstel tot herziening van artikel 22bis van de Grondwet (175/1-6)

17 Proposition de révision de l'article 22bis de la Constitution (175/1-6)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Marie-Christine Marghem, Clotilde Nyssens, Servais Verherstraeten, Sabien Lahaye-Battheu

 

Bespreking van het enig artikel

Discussion de l'article unique

 

Overeenkomstig artikel 85, alinea 4 van het Reglement wordt de door de commissie aangenomen tekst als basis voor de bespreking van het enig artikel genomen. (175/6)

Conformément à l'article 85, alinéa 4 du Règlement, le texte adopté par la commission sert de base à la discussion de l'article unique. (175/6)

 

De bespreking van het enig artikel is geopend.

La discussion de l'article unique est ouverte.

 

17.01  Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de voorzitter, is het mogelijk om nog even terug te komen op die inoverwegingneming?

 

De voorzitter: Wij hebben niet in overweging genomen. Dat punt is afgesloten. U kunt straks daarover het woord voeren.

 

17.02  Willem-Frederik Schiltz, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, dames, heren, een korte toelichting bij het rapport over de werkzaamheden bij de herziening van de Grondwet, artikel 22bis.

 

De herziening van dit grondwetsartikel kent een rijke geschiedenis die aanvang heeft genomen in de Senaat, waar ook diverse hoorzittingen met grondwetspecialisten hebben plaatsgevonden. Uiteindelijk is dit voorstel reeds enige legislaturen geleden ingediend en aldus bij ons terechtgekomen.

 

De discussie in de commissie voor de Grondwetsherziening heeft zich vooral toegespitst op de wenselijkheid van het opnemen van een dergelijk specifiek artikel, waar ook de herziening van de gehele titel 2 op de agenda stond. Daarover werd van gedachten gewisseld. Uiteindelijk heeft men geoordeeld dat het toch opportuun was om dit artikel te bespreken omdat een herziening van artikel 2 niet meer voor deze legislatuur zou zijn.

 

De indieners van het voorstel hebben benadrukt dat hun tekst, het nieuwe artikel 22bis, vooral een politieke, symbolische en programmatorische boodschap in de nobele zin wenst uit te zenden. Zoals u al dan niet weet, heeft dit artikel geen onmiddellijke rechtstreekse werking, maar de symbolische functie ervan werd toch als voldoende belangrijk ervaren.

 

Er waren opmerkingen van onder meer de heer de Donnea over de opportuniteit. Hij merkte mijns inziens terecht op dat de wetgever en ook de grondwetgever al te vaak geneigd zijn om gericht in te grijpen eerder dan algemeen. Zeker met betrekking tot de herziening van de Grondwet leek dit mij een zeer pertinente opmerking, die bovendien door meerdere fracties werd bijgetreden.

 

De heer Verherstraeten van CD&V heeft uiteindelijk het pleit beslecht en de sluitende bemerking gemaakt dat zowel de voorstellen pro als contra zeer valabel waren. Hij heeft ons aangespoord om dit artikel toch doorgang te laten vinden omdat daarmee, in navolging van de nobele bedoeling van de indieners, een signaal werd gegeven en ook de positionering van het kind in ons rechtsysteem extra onder de aandacht werd gebracht.

 

Ook belangrijk is op te merken dat de indienster gewag heeft gemaakt van het feit dat de commissie voor de Justitie wijzigingen met betrekking tot de erkenning van de mening van het kind ter discussie wil stellen.

 

Ik kan besluiten door te stellen dat, zoals mevrouw Nyssens terecht heeft gesteld, men dankzij de wijziging van de Grondwet een duidelijker zicht zal krijgen op de positie van het kind in de samenleving alsook op de verhouding tussen kinderen en volwassenen.

 

Geachte collega’s, ik heb ook nog een kleine persoonlijke noot. Zoals reeds in de commissie werd aangegeven ben ik van oordeel dat men niet al te gericht en specifiek moet ingrijpen in de wijzigingen van de Grondwet. Het kind is een rechtssubject zoals alle onderdanen van dit land. Het specifiek toekennen van rechten aan specifieke categorieën lijkt mij op termijn te kunnen leiden tot een versnippering van de Grondwet.

 

Desalniettemin heb ik mij geschaard achter de nobele bedoelingen van de indieners.

 

Het voorstel werd, na aandiening van een amendement om redactionele redenen, met unanimiteit aanvaard.

 

17.03  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, chers collègues, je suis aujourd'hui particulièrement heureuse – et je ne suis certainement pas la seule – que le texte qui a été soumis à votre examen arrive au terme de son parcours législatif. En effet, ce travail a débuté sous la législature 1999-2003, au cours de laquelle un nouvel article 22bis visant à garantir à chaque enfant le droit au respect de son intégrité morale, physique, psychique et sexuelle a été inséré dans la Constitution.

 

Il ressort des travaux parlementaires de l'époque une volonté quasi unanime d'aller plus loin dans la reconnaissance de l'enfant au sein de notre ordre juridique belge. Le souhait prégnant était d'intégrer la Convention du 20 novembre 1989 relative aux droits de l'enfant adoptée à New York dans notre Constitution.

 

Cette intégration aurait constitué un prolongement naturel de la Convention alors que celle-ci n'est pas directement applicable en droit belge. Cependant, le prescrit de la déclaration de révision de la Constitution publié le 5 mai 1999 ne permettait pas une telle modification. C'est la raison pour laquelle, lors de la déclaration de révision de la Constitution du 10 avril 2003, l'article 22bis a expressément été soumis à révision dans le but de compléter la protection de l'enfant qu'il avait ainsi ébauchée.

 

Une proposition de révision déposée par Mme la sénatrice Nathalie de T'Serclaes a été déposée le 20 octobre 2003 et visait, dans la continuité des travaux entamés sous la législature précédente, à intégrer les grands principes de la Convention des droits de l'enfant dans la Constitution belge. Cette proposition largement débattue au Sénat a d'ailleurs donné lieu, au sein d'un débat de longue haleine, à l'audition d'experts, l'établissement d'un groupe de travail, la rédaction de textes, etc.

 

Sur la base de l'audition de plusieurs professeurs spécialistes en la matière et de l'échange de vues qui s'en est suivi, le groupe de travail qui avait été établi à cette époque a abouti à la rédaction d'un texte de consensus, stipulant pour chaque enfant, d'une part, "le droit de s'exprimer sur toute question qui le concerne", à savoir que son opinion serait prise en considération sur chaque question qui le concerne eu égard à son âge et son discernement et, d'autre part, "le droit de bénéficier des mesures et des services qui concourent à son développement".

 

Ce texte vise en outre à assurer que, dans toute décision qui le concerne, l'intérêt de l'enfant sera une considération primordiale. La loi, le décret ou la règle visés à l'article 134 et garantissant les droits de l'enfant sont ainsi pris en compte.

 

Cette réforme a été adoptée par le Sénat le 9 décembre 2004. Or ce n'est qu'un an plus tard, en décembre 2005, que les commissions ad hoc de la Chambre en ont été saisies.

 

Le groupe de travail Titre II de la Chambre a remis un rapport en mars 2006. Ce rapport levait toutes les difficultés techniques relevées précédemment et estimait n'avoir aucune objection à formuler à l'encontre de la modification proposée.

 

Il a malheureusement été constaté que, faute de véritable volonté politique, le texte n'a pu être voté par la commission. Il est d'ailleurs regrettable que ce soit le seul texte constitutionnel – je m'empresse de le dire – qui a été voté par le Sénat, transmis à la Chambre, mais qui n'a pas abouti sous la législature 2003-2007.

 

La déclaration de révision de la Constitution du 1er mai 2007 a heureusement permis de reprendre ce chantier, ce que ma collègue Clotilde Nyssens et moi-même nous sommes empressées de faire également en redéposant le texte ainsi adopté au Sénat. Ce dépôt fut effectué dès le 9 octobre 2007.

 

Il s'agit d'une démarche politique essentielle dans un pays démocratique que d'accorder une place aux droits de l'enfant et à l'intérêt de celui-ci dans notre droit interne. Certes, la Convention européenne relative aux droits de l'enfant trouve à s'appliquer dans son ensemble, nous le savons, mais, comme déjà mentionné, une controverse subsiste sur son applicabilité immédiate dans l'ordre juridique belge. Dès lors, l'objectif de la présente révision est de lancer un message politique et symbolique clair afin d'intégrer la Convention dans notre droit belge et, pour ce faire, de consacrer ce message provenant directement de la Convention relative aux droits de l'enfant dans notre charte fondamentale, la Constitution, garante des droits et libertés individuelles.

 

Lors des débats qui se sont déroulés à la Chambre, certains se sont interrogés sur le bien-fondé de constitutionnaliser les dispositions de la Convention européenne des droits de l'enfant plutôt que d'une autre convention internationale. Ils craignaient sans doute que le législateur, voire le constituant, n'interviennent une fois encore par voie ponctuelle et que l'objectif poursuivi soit d'instaurer une hiérarchie entre les différentes conventions internationales auxquelles la Belgique a adhéré.

 

C'est bien au contraire qu'il faut souligner que c'est l'actuel article 22bis de la Constitution que l'on peut considérer comme trop réduit et reflétant trop fortement une problématique particulière, c'est-à-dire celle posée directement après l'affaire Dutroux. Nous savons pourtant qu'il est essentiel d'aborder l'ensemble des droits de l'enfant. La présente proposition a le mérite de mettre l'accent sur sa place au sein de la société, son droit d'expression, dans leur ensemble, à l'heure où l'on parle de l'enfant et des enfants au sein de notre système judiciaire.

 

D'autres parlementaires craignaient également que l'on risquait d'aboutir par cette modification particulière à une lecture décousue et disparate de la Constitution. Dès lors, ils prônaient une réforme globale du Titre II de notre charte fondamentale. Or une telle modification n'est actuellement pas envisageable, le Titre II n'étant pas soumis à révision sous cette législature. Si l'on veut attendre encore une telle réforme de l'article 22bis, il aurait fallu reporter les débats à la prochaine législature, ce que personnellement je ne souhaitais pas.

 

Une autre source d'inquiétude pour d'aucuns était la possible création de droits supplémentaires dans le chef des enfants du fait de l'inscription de ces principes dans notre Constitution. Cependant, je le rappelle, les conclusions du groupe de travail chargé de l'examen du Titre II de la Constitution sont particulièrement claires. Cette modification que nous apportons à l'article 22bis ne crée aucun droit supplémentaire que ceux déjà offerts par la Convention elle-même. C'est donc bien le minimum que notre société démocratique garantisse le même niveau de droit dans son ordre juridique interne que celui auquel elle s'engage dans des conventions internationales sur le même sujet.

 

En outre l'article 22bis ne fait que transposer de manière spécifique aux enfants les droits que ceux-ci tireraient de la Constitution belge s'ils étaient majeurs. C'est pourquoi, en tant que déléguée du Parlement fédéral aux droits de l'enfant, je me réjouis spécialement de voir aboutir ce texte qui constitue maintenant une véritable passerelle entre notre ordre juridique belge et la Convention relative aux droits de l'enfant.

 

Il est le reflet de la garantie en droit belge que l'intérêt de l'enfant dans son acception la plus large est un principe général de droit qui a tout à fait sa place dans notre charte fondamentale.

 

C'est pourquoi, chers collègues, le groupe MR et moi-même soutiendrons ce texte.

 

17.04  Clotilde Nyssens (cdH): Monsieur le président, chers collègues, dans la foulée de ce qui vient d'être dit, je voudrais ajouter qu'il n'est pas anodin de changer la Constitution et que ce n'est pas tous les jours, dans cet hémicycle, que nous modifions notre Constitution à l'unanimité.

 

Comme ma collègue Marie-Christine Marghem l'a rappelé, cela fait longtemps qu'au Sénat un travail a été effectué à l'initiative de Mme de T'Serclaes, notamment sous la législature 1999-2003 avec l'article 22bis qui insère dans la Constitution le droit de chaque enfant à être respecté dans son intégrité morale, physique, psychique et sexuelle. Bien entendu, la protection de l'enfant ne se limitait pas à cette disposition, il fallait aller de l'avant. Mme de T'Serclaes avait alors déposé une nouvelle proposition pour élargir cette formulation des droits de l'enfant. Le Sénat a beaucoup travaillé sur la version de ce texte en 2003 et en 2004, dans une ambiance de consensus au sein de la commission de Révision. Au bout du compte, un texte commun avait non seulement été travaillé mais aussi adopté.

 

Il est important que notre Constitution rappelle périodiquement tous les droits de la Convention des droits de l'enfant. Ici au Parlement, dans toutes nos commissions de travail, nous invoquons régulièrement cette Convention dans tous les secteurs, que ce soit en Justice pour la manière dont l'enfant est entendu dans notre ordre judiciaire devant les cours et tribunaux, que ce soit en commission de l'Intérieur où nous avons souvent parlé d'enfants dans le cadre de l'immigration, dans le cadre de centres, fermés ou ouverts. Chaque semaine, nous parlons de la place de l'enfant dans nos institutions, dans les organes de l'État, que ce soit encore en droit de la famille ou en droit social.

 

Il est évident qu'on ne pouvait pas énumérer l'ensemble des droits de la Convention des droits de l'enfant dans une disposition constitutionnelle et qu'il a fallu choisir.

 

Il a fallu choisir quelques phrases, quelques principes qui résumaient au mieux le fil rouge de la Convention des droits de l'enfant. C'est pourquoi le texte d'aujourd'hui propose de retenir trois idées fondamentales. La première est le droit, pour chaque enfant, de s'exprimer sur toute question qui le concerne, son opinion étant prise en considération eu égard à son âge et à son discernement. La deuxième idée est le droit, pour chaque enfant, de bénéficier des mesures et services qui concourent à son développement. La troisième est la prise en considération, de manière primordiale, de l'intérêt de l'enfant dans toute décision qui le concerne.

 

Je veux ajouter immédiatement que c'est évidemment la loi ou le décret qui doit garantir ces droits. Ces droits sont importants et impliquent une idée non seulement d'autonomie, d'émancipation ou de prise en compte de l'opinion de l'enfant mais aussi de protection. Je crois que tout l'avenir de l'application de la Convention des droits de l'enfant dans notre pays, c'est ce perpétuel équilibre à rechercher entre droit et protection. L'enfant n'est évidemment pas un adulte et le but de la Constitution et d'une loi n'est pas non plus de dire qu'un enfant a la personnalité juridique d'un adulte et doit être traité de la même manière.

 

De plus en plus dans nos sociétés modernes et post-modernes, l'opinion d'un enfant doit être prise en considération et les décisions sans doute doivent être souvent prises par les éducateurs, les parents ou les organes de l'État destinés à lui assurer des services et qui concourent à son développement.

 

Mme Marghem en a parlé: à quoi servent ces dispositions qu'on insère aujourd'hui dans la Constitution, puisqu'elles n'ont pas un effet direct? Il est vrai que ces dispositions ont une portée symbolique et programmatique mais toutes les dispositions de constitutions modernes, de nos pays voisins également, ont généralement une portée programmatique et symbolique sans effet direct. Cela ne veut pas dire qu'il s'agit d'un simple exercice de style et que cela ne sert à rien de mettre ces dispositions dans la Constitution. En effet, il est évident que nos juridictions, nos tribunaux, nos services sont inspirés par de telles dispositions pour mieux concourir aux services auxquels ont droit les enfants, tous les enfants, en particulier les plus faibles, là où les familles ne disposent pas des outils d'éducation nécessaires à l'épanouissement de leur enfant.

 

En conclusion, voici quelques années, trois propositions de loi ont été déposées, examinées et votées au Sénat sur le thème général de la place de l'enfant devant les cours et tribunaux. Il comprenait par exemple le droit à être entendu et on pourrait réexaminer l'utilité de l'article 931 du Code judiciaire, s'il convient de le modifier ou de l'ajuster. On peut aussi se demander si nos juridictions sont outillées pour décoder la parole d'un enfant dans des conflits. Vous savez que les conflits entre parents sont difficiles à vivre pour l'enfant et que sa place dans ces conflits est particulièrement délicate.

 

Je voudrais donc que la révision de la Constitution soumise au vote aujourd'hui soit l'occasion de revenir sur ces trois propositions de loi. Il serait opportun d'examiner ces textes notamment en commission de la Justice ou dans d'autres commissions concernées. Ces textes votés au Sénat voici quelques années sont nécessaires.

 

Le cdH votera bien évidemment ces dispositions avec enthousiasme.

 

17.05  Servais Verherstraeten (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, vooreerst wil ik de rapporteur danken voor zijn schitterend verslag. Ook wil ik mijn dank uitdrukken ten opzichte van al de collega’s van de afgelopen legislaturen in de Senaat en in de Kamer en ook de deskundigen die we gehoord hebben, voor hun inbreng die uiteindelijk de aanleiding heeft gegeven tot wetgevend initiatief en tot deze bespreking, hier, in de plenaire vergadering.

 

Het is volgens mij goed dat wij de kinderrechten meer expliciet en uitgebreider verankeren in onze Grondwet. Daarmee integreren wij eigenlijk alle hoofdpunten die ook in het internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind staan. Kinderen zijn onze toekomst. Zij hebben recht op gezondheidszorg, opvoeding, onderwijs, sociale zekerheid. Daarnaast hebben zij recht op bescherming. Uiteraard hebben ze ook recht op participatie in onze samenleving, recht op een eigen mening, recht op vereniging, recht op privacy. Dat zijn drie fundamentele pijlers in het internationaal verdrag voor de rechten van het kind.

 

Het grondwetsartikel stelt dat het belang van het kind dient te primeren, een ongeschreven regel die het VN-comité eigenlijk al jaren hanteert.

 

Deze tekst heeft voornamelijk een symbolische waarde die het kind als volwaardige partner in onze samenleving plaatst. Over de juridische meerwaarde bestaat er mogelijkerwijs discussie. Het is onze overtuiging dat de tekst een juridische meerwaarde inhoudt. Het heeft direct werking in onze rechtsorde en het laat ook toetsing toe door ons Grondwettelijk Hof.

 

Om die redenen zullen wij het voorstel dan ook goedkeuren.

 

De voorzitter: De bespreking van het enig artikel is gesloten.

La discussion de l'article unique est close.

 

De stemming over het voorstel tot herziening wordt aangehouden.

Le vote sur la proposition de révision est réservé.

 

Ontwerpen en voorstellen

Projets et propositions

 

18 Voorstel van resolutie teneinde 10 oktober in België officieel te erkennen als "Dag tegen de doodstraf" (355/1-2)

18 Proposition de résolution visant la reconnaissance officielle par la Belgique de la date du 10 octobre comme Journée contre la peine de mort (355/1-2)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Florence Reuter, Kattrin Jadin, François-Xavier de Donnea, Charles Michel, Jean-Luc Crucke

 

Bespreking

Discussion

 

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (355/1)

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (355/1)

 

De bespreking is geopend.

La discussion est ouverte.

 

Mevrouw Vautmans verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

18.01  Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, dit is wel een parlementair initiatief, maar ik vestig er toch de aandacht op dat geen minister aanwezig is.

 

De voorzitter: Mist u ze?

 

18.02  Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Helemaal niet.

 

18.03  Florence Reuter (MR): Intervention hors micro

 

(…) de la peine de mort est une évidence. C'est une réalité en Belgique comme dans 133 pays du monde, mais il reste aujourd'hui 64 pays et territoires qui maintiennent la peine de mort et d'autres qui envisagent de la réhabiliter dans certaines circonstances exceptionnelles.

 

Il est pourtant prouvé, depuis de nombreuses années maintenant, qu'il n'y a pas de lien entre la peine de mort et le taux de criminalité. La peine capitale constitue un simulacre brutal et vengeur de justice, comme le rappelle très bien le secrétaire général du Conseil de l'Europe, Terry Davis.

 

Il est donc important pour nous que notre pays, qu'une démocratie comme la Belgique montre l'exemple et la voie à suivre, notamment aux pays en transition vers la démocratie. La Belgique a depuis 1996, date de l'abolition officielle de la peine de mort, ratifié un bon nombre de protocoles internationaux allant tous dans la même direction: celle de l'abolition universelle de la peine de mort.

 

Le Parlement européen a lui adopté une résolution appelant à l'instauration d'un moratoire universel sur les exécutions capitales. Et le Conseil de l'Europe a, pour sa part, pu proclamer le 10 octobre "Journée européenne contre la peine de mort", et ce, malgré la seule opposition polonaise. Enfin, l'Assemblée des Nations Unies lui a emboîté le pas puisqu'une résolution appelant à un moratoire sur les exécutions, en vue d'une abolition totale de la peine de mort, a été adoptée le 18 décembre dernier.

 

En 2006, 1.591 prisonniers ont été exécutés dans 25 pays à travers le monde. C'est pour nous inacceptable. C'est pourquoi il faut encourager chaque initiative destinée à abolir la peine de mort et c'est pourquoi la reconnaissance officielle par la Belgique de la date du 10 octobre comme Journée contre la peine de mort est un pas important.

 

Je me réjouis que cette proposition de résolution ait été adoptée à l'unanimité en commission des Relations extérieures. Je compte sur vous, chers collègues, pour qu'il en soit de même lors de cette séance plénière.

 

18.04  Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, collega’s, afwezige leden van de regering, ik zal de vorige spreker moeten ontgoochelen. Zij vroeg ons dit voorstel unaniem goed te keuren maar mijn fractie zal dat alvast niet doen. Mijn fractie zal zich onthouden. Ik wil toch even uitleggen op basis van welke redenering wij tot die conclusie gekomen zijn.

 

Eerst en vooral moet ik u bekennen dat wij het beu zijn om dagelijks geconfronteerd te worden met “de dag van iets”. Ik heb hier deze namiddag, zonder om het even wat te consulteren, heel even gewoon een beroep gedaan op mijn geheugen om u te vertellen welk soort dagen wij hier allemaal beleven in dit land. Er is de dag van de armoede, de dag van de democratie, de dikketruiendag, de dag van de vrouw, de dag van de myelo, de dag van het park, de dag van het openbaar vervoer, de dag over psoriasis, de dag van de fiets, de dag van de verdraagzaamheid, de dag tegen racisme, de dag voor aids, de dag van de vrede, de dag van de derde wereld, de autovrije zondag, de dag tegen homofobie en de dag van de derde leeftijd. Er zijn er nog veel meer. Ik neem mij voor, waarde collega’s, om eerlang een voorstel van resolutie in te dienen voor het invoeren van de dag van de gewone dag. Alleen al daarom beginnen wij echt sceptisch aan de behandeling van zo’n voorstel.

 

Ten tweede, waarde collega’s, zal niemand kunnen ontkennen dat wij inzake criminaliteit en inzake bestraffing van criminaliteit wel andere prioriteiten hebben dan het goedkeuren van zo’n vrome – het woord is niet te sterk – tekst die misschien heel mooi klinkt, maar voor het overige niets betekent en die vooral – neem het mij niet kwalijk –, wanneer men hem vergelijkt met de dagelijkse realiteit van de politiek, ook van dit land, bijzonder hypocriet is. Ik hoor jullie allemaal graag voorstellen om een dag tegen de doodstraf in te richten en die af te stemmen op de Europese dag tegen de doodstraf en, waarom niet, een werelddag tegen de doodstraf. Dat is allemaal heel mooi maar tegelijk laten wij toe dat de Olympische Spelen dit jaar plaatsvinden in een land dat als het ware de olympische kampioen is in het uitvoeren van doodstraffen.

 

Volgens Amnesty International zou China zich veroorloven ongeveer 10.000 doodstraffen per jaar uit te voeren. Daarmee is het liedje bovendien niet uit. Wij mogen ons niet verzetten tegen de Olympische Spelen en wij mogen daar wel kritisch over zijn maar vooral niet te luid. Als klap op de vuurpijl gaan wij op het ogenblik waarop wij zo’n tekst hier bespreken en ter goedkeuring voorleggen, de minister van Buitenlandse Zaken naar China laten vertrekken om daar een geschenk af te geven waarvan de waarde 5 miljoen euro bedraagt, dat wil zeggen ongeveer 200 miljoen voormalige Belgische frank. Dat is een geschenk dat kan tellen. Ik moet u bekennen dat ik dergelijk bedrag nog nooit heb gezien en u waarschijnlijk ook niet.

 

Wij doen dat zonder problemen. Degene die daarover opmerkingen maakt, wordt geklasseerd als ketter of als rechts-radicaal of hij krijgt andere lieflijke aantijgingen te horen. Geef toe, qua schijnheiligheid kan dat tellen. Hier teksten goedkeuren, vrome teksten, ik herhaal het, met een land dat nochtans als nummer 1 in de tekst wordt geciteerd, met name China.

 

18.05  Mia De Schamphelaere (CD&V - N-VA): U heeft een langdradige inleiding, u spreekt over schijnheiligheid, u draait een beetje rond de pot, maar ik luister zeer aandachtig, want misschien komt het nog. Wat ik eigenlijk zou willen vernemen is of uw fractie voor of tegen de doodstraf is. Als ik dat kan vernemen van u, zal ik zeer tevreden geluisterd hebben.

 

18.06  Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Dat is een mooie vraag en prachtig gesteld. Ik heb geantwoord door te zeggen dat wij vinden dat het niet het ogenblik is om dergelijke vrome moties in te dienen.

 

18.07  Mia De Schamphelaere (CD&V - N-VA): U bent precies een tsjeef.

 

18.08  Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Naar het schijnt is dit niet altijd een belediging. Nog niet zo lang geleden hoorde ik in dit halfrond zeggen dat dit feitelijk geen belediging is. Ik geef toe dat ik in een katholiek college ben opgevoed. Ik heb daar ook geen spijt van of geen complexen over. Eerlijk gezegd, ik ben daar zelfs een beetje trots op.

 

Dit gezegd zijnde, herhaal ik wat ons grootste bezwaar is: de hypocrisie van onze houding. Wij zijn allemaal tegen de doodstraf. Het klinkt mooi, het is modieus, het is prachtig. Wij vinden dat dit niet mag en wij kijken stoer en streng, maar als het erop aankomt, doen wij niets, behalve vrome teksten brengen.

 

Wij spelen daar niet in mee.

 

18.09  Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, ik ben een beetje laat voor het verslag maar ik wou toch nog de collega’s bedanken die in de commissie hebben meegewerkt om deze resolutie in de commissie unaniem goed te keuren. Ik denk dat wij vandaag wel een heel belangrijk signaal geven.

 

Wij zullen straks hopelijk – het Vlaams Belang heeft al aangekondigd dat het zich zal onthouden – toch wel een belangrijk signaal geven aan de rest van Europa. Wij gaan 10 oktober erkennen als de internationale dag tegen de doodstraf.

 

Collega’s, het allereerste voorstel dat ik hier indiende toen ik pas verkozen was, betrof het inschrijven in onze Grondwet van de afschaffing van de doodstraf. Dat is ondertussen gebeurd en ik ben er eigenlijk nog altijd heel fier op dat wij dat als land verankerd hebben uit vrees dat andere partijen het misschien opnieuw willen invoeren. Dit zal dan toch zeer moeilijk zijn, mijnheer Van den Eynde.

 

Er is veel meer aan de hand met dit. De internationale dag tegen de doodstraf kan ons helpen om andere landen ervan te overtuigen die wrede praktijken niet meer toe te passen. Op dit ogenblik is er een debat in verschillende landen gaande over het al dan niet afschaffen van de doodstraf. Een aantal landen heeft recent beslist om de doodstraf af te schaffen. Ik denk daarbij onder andere aan Gabon, Zuid-Korea en Oezbekistan.

 

Onze steun aan die internationale dag kan ons helpen. Ik denk dat wij een voortrekkersrol moeten spelen in die strijd. Het Handvest van de grondrechten heeft het daarover in artikel 2. Daar staat dat iedereen het recht heeft op leven, niemand wordt tot de doodstraf veroordeeld of terechtgesteld.

 

Collega’s, als liberalen voeren wij een strijd om die doodstraf wereldwijd af te schaffen. Wij denken dat een sanctie nemen door iemand het leven te ontnemen, door iemand ter dood te veroordelen, niet kan in deze 21ste eeuw. Sommigen zeggen dat het behouden van de doodstraf de daders afschrikt om wreedheden te plegen. Wij zien allemaal, collega’s, dat dit helemaal niet werkt. Erger nog, wij zien dat de evolutie van de medische apparatuur ons tot de conclusie doet komen dat sommige mensen die eigenlijk…

 

(Rumoer op verscheidene banken)

 

Voorzitter, het is echt heel moeilijk spreken op deze manier. Ik heb soms echt de indruk dat ik beter in de cafetaria kan gaan spreken dan hier in het Parlement.

 

De voorzitter: Dat is niet nieuw, mevrouw, dat kan ik u verzekeren. Gaat u toch maar door, ik zal erop letten.

 

18.10  Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, u moet dan wel met harde hand optreden.

 

De voorzitter: Ja, maar dat moest u ook vroeger gezegd hebben tegen uw vorige collega’s.

 

18.11  Hilde Vautmans (Open Vld): Ja, dat klopt.

 

De voorzitter: Spreekt u verder.

 

18.12  Hilde Vautmans (Open Vld): Ik denk dat wij met de vooruitgang van de nieuwe technologieën ook zien dat een aantal mensen wordt vrijgesproken. Daaruit blijkt dat sommige mensen, na het doen van een DNA-test, onterecht in death row zaten. Ik denk dat wij er zeker over moeten waken dat wij geen onschuldige mensen ter dood veroordelen. De strijd is lang en ik hoop dat wij ze samen tot een goed einde kunnen brengen. Ik hoop dat de meerderheid deze resolutie als een belangrijk signaal zal goedkeuren. Ik dank de paar collega's die toch hebben willen luisteren.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De bespreking is gesloten.

La discussion est close.

 

Er werden geen amendenten ingediend of heringediend.

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

 

De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.

 

19 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 1597 van het Burgerlijk Wetboek (1173/1)

19 Projet de loi modifiant l'article 1597 du Code civil (1173/1)

 

Overgezonden door de Senaat

Transmis par le Sénat

 

Zonder verslag

Sans rapport

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1173/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1173/1)

 

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

Le projet de loi compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

20 Wetsvoorstel tot wijziging van de wetten van 9 mei 2008 die naturalisaties verlenen (1225/1)

20 Proposition de loi modifiant les lois du 9 mai 2008 accordant des naturalisations (1225/1)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Jacqueline Galant, Karine Lalieux, Stefaan Vercamer, Jan Mortelmans, David Lavaux

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

20.01  Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, collega’s, zoals ik de vorige keer al zei, het is dankzij het puike optreden van de dienst Naturalisaties - ere wie ere toekomt - dat het dikke naturalisatieboek van 3.336 dossiers – vandaag valt er wellicht weer een af en als wij aan dit tempo blijven doorgaan, zullen er binnenkort niet veel meer overblijven – nog altijd in de schuif van de Koning ligt. Zo kunnen wij dus inderdaad nog via een reparatiewet verder onheil voorkomen. Mocht dat niet het geval zijn, dan weten wij dat wij nergens staan. Het fameuze artikel 23, de vervallenverklaring, functioneert namelijk niet. Het heeft nooit gefunctioneerd en het zal in de toekomst ook niet functioneren.

 

Zonder ten gronde over de inhoud van dit dossier te spreken, mijnheer de voorzitter, collega’s, wil ik toch enkele feiten op een rijtje zetten.

 

Het is dankzij informatie van het Vlaams Belang dat de bal aan het rollen is gegaan. Het is uw dienaar die de dienst Naturalisaties op de hoogte heeft gebracht van een mogelijk probleem. De dienst Naturalisaties heeft contact genomen met het parket van Brussel, dat, om het zacht uit te drukken, uit de lucht viel. Men hoorde het in Keulen donderen. Het is de dienst Naturalisaties die, met bijkomende informatie, daarna contact nam met het parket van Dendermonde, dat slechts over summiere, niet-recente informatie beschikte.

 

Pas na diepgaander onderzoek is de echte toedracht van de feiten bekendgeraakt. In dit verband wil ik toch even verwijzen naar mijn betoog op 24 april jongstleden, toen die dikke naturalisatieturf, waarin ook de betrokkene steekt, ter stemming lag. Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik stel voor dat u die tekst er nog eens op naleest. Ik wees toen namelijk op het grote probleem bij een verhuis van een aanvrager van de nationaliteit. Dan loopt het helemaal fout. Niemand weet nog van iets. De parketten zijn dan als kippen zonder kop. Het loopt dus grondig mis bij de parketten. Er is geen enkele coördinatie. Er is geen enkele communicatie. Er is geen centraal register. Paars-groen en paars hebben er een puinhoop van gemaakt. Het is maar de vraag hoe en op welke termijn die rechtgezet kan worden door deze regering. Ik vrees er alvast voor.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, de Kamercommissie treft in het concrete dossier geen schuld. De commissieleden hebben een oordeel geveld op basis van een tekort aan informatie, te wijten aan de parketten. De partijen van paars-groen uit het verleden en deze regering dragen wel een bijzonder grote verantwoordelijkheid. Ik hoop dan ook dat de commissieleden die het hart op de juiste plaats hebben, hun respectieve partijtoppen ervan kunnen overtuigen dat er bijzonder veel werk aan de winkel is.

 

Er moet dringend werk worden gemaakt van een centraal register, van een efficiënte coördinatie en communicatie tussen de parketten en binnen de parketten. Bovenal, mijnheer de voorzitter, collega’s, moet de snel-Belgwet worden aangepast, en wel drastisch. Dat is de essentie van de zaak. Het mag dus niet bij verkiezingsbeloftes blijven. Willen wij voorkomen dat voortaan nog criminelen de nationaliteit krijgen en dat mensen die onze taal niet willen of kunnen spreken of die zich niet willen integreren of die niet aan de grondvoorwaarden voldoen om de nationaliteit te verkrijgen, de nationaliteit toch krijgen, dan moeten wij de snel-Belgwet onmiddellijk aanpakken.

 

Vergis u niet, zoals collega De Man het daarstraks reeds zei, dit is slechts het topje van de ijsberg.

 

De grote meerderheid van de nationaliteitsverwervingen gebeurt niet via de Kamer, maar gewoonweg via de gemeentehuizen. Mocht onderhavig dossier daar zijn gepasseerd, dan liep de betrokkene, weliswaar in de gevangenis, ondertussen met een Belgische identiteitskaart rond. Tegenover de enkelen die wij er hier uithalen, geraken er honderden of zelfs duizenden ongestoord door de mazen van het net. Daaraan moet een einde komen. Ik waarschuw hiervoor al negen jaar. Het wordt hoog tijd dat men daarvan werk maakt. U weet, collega’s, dat ons voorstel ter bespreking in de commissie voor de Justitie ligt.

 

Tot slot, mijnheer de voorzitter, collega’s, het feit dat het Vlaams Belang het wetsvoorstel mee heeft mogen ondertekenen, bewijst onze uiterst belangrijke inbreng in de commissie voor de Naturalisaties en in dit dossier in het bijzonder.

 

De voorzitter: Collega’s, in verband met het wetsvoorstel waarvan we de algemene bespreking zonet bijna hadden afgesloten, hebben een aantal leden mij op problemen geattendeerd om dat vandaag nog onder goede voorwaarden te kunnen afhandelen. Daarom stel ik voor dat de commissie voor de Naturalisaties nog even bijeenkomt, zodanig dat wij vandaag nog dat wetsvoorstel kunnen afwerken.

 

20.02  Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, met ons slecht karakter vermoeden wij dat de naam van de heer Mortelmans, die het voorstel mee ondertekend heeft, de Franstaligen zodanig schoffeert dat zij die naam nu willen doen schrappen. Wij vragen ons af of dat inderdaad de reden is waarom dat voorstel, dat in overweging werd genomen, de hoogdringendheid heeft gekregen en dat zonet in de commissie unaniem werd goedgekeurd, nu toch alsnog opnieuw naar diezelfde commissie moet.

 

De voorzitter: Mijnheer De Man, er zijn problemen in dat verband gerezen. Ik zou willen dat de tekst vandaag nog wordt aangenomen omwille van het belang dat u er ook aan hecht, net zoals ik. Ik stel dan ook voor dat de commissie voor de Naturalisaties opnieuw zou samenkomen.

 

20.03  Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het is een traditie onder uw voorzitterschap aan het worden dat een toevallige club van Franstaligen die even naar boven komt op het spreekgestoelte van de voorzitter, beslist wanneer er al dan niet gestemd mag worden. Het gaat, nogmaals, om een wetsvoorstel dat zonet bij unanimiteit werd goedgekeurd in de commissie voor de Naturalisaties.

 

Op welke regel in het Reglement baseert u zich om dat nu plotseling terug te sturen?

 

De voorzitter: Die vraag wordt gesteld op basis van artikel 17, §3. Ik moet dan wel laten tellen of vijftig leden van terugsturing voorstander is.

 

20.04  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, u baseert zich op artikel 17, §3. Wat is de inhoud van de reden van de weerroeping? Dat zou ik wel eens graag willen weten.

 

De voorzitter: Anders vrees ik dat we vandaag niet kunnen stemmen. Ik zou graag hebben dat we vandaag over dat voorstel kunnen stemmen.

 

20.05  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag betreft de reden waarom dit voorstel weerroepen wordt. Dat is mijn vraag, gewoon wat uitleg.

 

De voorzitter: De vraag gaat niet over de inhoud, de vraag gaat effectief over de vorm.

 

20.06  Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, voor alle duidelijkheid, commissievoorzitter Lavaux heeft gevraagd wie het wetsvoorstel wilde ondertekenen. Ik heb mij aangeboden en de heer Lavaux heeft daar geen enkel probleem van gemaakt. Hij heeft letterlijk gezegd dat hij er geen probleem van maakte dat Jan Mortelmans het voorstel mee zou ondertekenen. Alle andere collega’s die aanwezig waren hebben dat beaamd. Er is dus geen enkel probleem, wij kunnen dit wetsvoorstel hier nu rustig ter stemming voorleggen.

 

20.07  Filip De Man (Vlaams Belang): …Welk reglement?

 

De voorzitter: Artikel 17 punt 3. Als u insisteert, moet ik dan een telling laten doen. Dat zal ik straks voorstellen.

 

20.08  Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, sur le document relatif à la proposition déposée en commission des Naturalisations tout à l'heure figuraient deux noms: le mien et celui du président David Lavaux. J'étais signataire principale et personne ne m'a demandé de pouvoir cosigner cette proposition. En tant que signataire principale, je n'ai donné l'autorisation à personne de cosigner.

 

Je demande maintenant de retirer mon nom de cette proposition de loi.

 

20.09  Filip De Man (Vlaams Belang): (…) hic et nunc toepast.

 

De voorzitter: Zijn er nog andere sprekers?

 

Dan laat ik bellen voor de stemmingen.

 

20.10  Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, ne souhaitant pas être associée au Vlaams Belang dans cette proposition, je souhaite que mon nom en soit retiré.

 

20.11  David Lavaux (cdH): Monsieur le président, je retire mon nom de la proposition de loi.

 

20.12  Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, tout comme le président de la commission des Naturalisations, ayant été trompée en commission et refusant bien évidemment de figurer à côté d'un élu du Vlaams Belang sur une proposition de loi, je retire ma signature.

 

20.13  Servais Verherstraeten (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat sommige collega's hun handtekening hebben teruggetrokken op dit wetsvoorstel. Wij nemen daarvan akte. Ik zou suggereren, gelet op de nieuwe omstandigheden, om de stemming over dit voorstel niet uit te stellen. Straks kunnen wij dan stemmen over dit wetsvoorstel dat alleen nog zal zijn ingediend door de collega's die hun handtekening hebben gehandhaafd.

 

De voorzitter: Ik trek mijn voorstel tot verzending naar de commissie in. Wij zullen straks over het geheel stemmen.

 

20.14  Sarah Smeyers (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik kan nog melden dat de heer Luykx en ikzelf het voorstel daarnet mee hebben ondertekend.

 

De voorzitter: Dat is sympathiek, maar eigenlijk kan het niet meer.

 

20.15  Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik heb uw laatste beschouwing over de twee extra handtekeningen niet mogen aanhoren.

 

De voorzitter: Dat is een sympathiek voorstel, maar daarvoor is het te laat.

 

20.16  Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, staat er ook iemand van Open Vld, LDD en N-VA op die lijst?

 

De voorzitter: Als ik zie welke handtekeningen er zijn teruggetrokken, blijven de heren Mortelmans en de heer Vercamer op de lijst van de indieners staan.

 

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1225/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1225/1)

 

Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.

La proposition de loi compte 4 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

21 Raad van State – Benoeming van een staatsraad (Nederlandstalig kader)

21 Conseil d'État – Nomination d'un conseiller d'État (cadre néerlandais)

 

Tijdens de plenaire vergadering van 15 mei 2008 werd de drievoudige lijst van kandidaten voor een vacant ambt van staatsraad in het Nederlandstalig kader meegedeeld.

Au cours de la séance plénière du 15 mai 2008 la liste triple de candidats pour la fonction vacante de conseiller d'État dans le cadre néerlandais a été communiquée.

 

De heer Bert Thys, eerste auditeur in de Raad van State, werd door de algemene vergadering van de Raad van State van 15 april 2008 eenparig voorgedragen als eerste kandidaat om tot staatsraad benoemd te worden.

M. Bert Thys, premier auditeur au Conseil d'État, a été présenté, à l'unanimité, en tant que premier candidat par l'assemblée générale du Conseil d'État du 15 avril 2008.

 

Overeenkomstig artikel 70, §1, vijfde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, deelt de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken, bij brief van 28 mei 2008, mee dat hij de eenparige voordracht van de heer Bert Thys tot staatsraad (N) aanneemt.

Conformément à l'article 70, §1er, alinéa 5, des lois coordonnées sur le Conseil d'État, le vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur communique, par lettre du 28 mai 2008, qu'il accepte la présentation unanime de M. Bert Thys pour la fonction de conseiller d'État (N).

 

De Kamer beschikt over ten hoogste 30 dagen om eventueel de voordracht te weigeren maar enkel als zij van oordeel is dat het aantal leden benoemd uit het auditoraat te hoog zou worden ten aanzien van het aantal andere leden van de Raad van State (artikel 70, §1, vijfde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State).

La Chambre dispose de 30 jours maximum pour éventuellement refuser la présentation mais seulement si elle estime que le nombre de membres du Conseil d'État qui ont été nommés parmi les membres de l'auditorat est trop élevé par rapport aux autres membres du Conseil d'État (article 70, §1er, alinéa 5, des lois coordonnées sur le Conseil d'État).

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 4 juni 2008 stel ik u voor deze voordracht te bevestigen.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 4 juin 2008, je vous propose de confirmer cette présentation.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Op verzoek van de Conferentie van voorzitters zal ik overleg plegen met de Raad van State en de minister van Binnenlandse Zaken opdat voordrachten, voor het Nederlandstalige College, rekening zouden houden met het evenwicht tussen de staatsraden afkomstig uit het auditoraat en de andere staatsraden.

À la demande de la Conférence des présidents, je me concerterai avec le Conseil d'État et le ministre de l'Intérieur pour qu'à l'avenir, la présentation, pour le Collège néerlandais, tienne compte de l'équilibre entre les conseillers d'État issus de l'auditorat et les autres conseillers d'État.

 

22 Hervorming van de civiele veiligheid – Samenstelling van de parlementaire delegatie

22 Réforme de la sécurité civile – Composition de la délégation parlementaire

 

Bij brief van 20 mei 2008 vraagt de minister van Binnenlandse Zaken de namen van de Kamerleden mee te delen die zitting zullen hebben in het nationaal raadgevend comité van de zones in het kader van de civiele veiligheid.

Par lettre du 20 mai 2008 le ministre de l'Intérieur demande de communiquer les noms des membres de la Chambre qui siègeront au Comité consultatif national des zones dans le cadre de la sécurité civile.

 

De Conferentie van voorzitters van 4 juni 2008 stelt voor één lid per politieke fractie aan te duiden.

La Conférence des présidents du 4 juin 2008 propose de désigner un membre par groupe politique.

 

Volgende namen worden medegedeeld:

Les noms suivants sont communiqués:

 

- CD&V ‑ N-VA: Michel Doomst

- MR: Jacqueline Galant

- PS: André Frédéric

- Open Vld: Bruno Steegen

- VB: Linda Vissers

- sp.a+Vl.Pro: Jan Peeters

- Ecolo-Groen!: Jean-Marc Nollet

- cdH: Josy Arens

- LDD: Martine De Maght

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

23 Inoverwegingneming van voorstellen

23 Prise en considération de propositions

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als zijnde aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ik stel u ook voor in overweging te nemen:

- het voorstel van resolutie van de heren Daniel Bacquelaine, Xavier Baeselen en Pierre-Yves Jeholet, de dames Florence Reuter en Carine Lecomte en de heren Jean-Luc Crucke en Denis Ducarme betreffende de hervorming van de werkloosheidsverzekering (nr. 1204/1).

Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken;

- het voorstel van resolutie van de heer Philippe Henry, mevrouw Tinne Van der Straeten, de heer Jean-Marc Nollet en de dames Meyrem Almaci, Muriel Gerkens en Thérèse Snoy betreffende de conclusies van de hoorzittingen en debatten ingevolge het rapport van de Commissie "Energie 2030" (nr. 1212/1).

Verzonden naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw;

- het wetsvoorstel van de heer David Geerts tot instelling van het verbod op de verkoop en het gebruik van systemen en apparaten die hoogfrequente golven uitzenden, die geluidshinder of geluidsoverlast bezorgen aan personen (nr. 1224/1).

Verzonden naar de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing.

 

Je vous propose également de prendre en considération:

- la proposition de résolution de MM. Daniel Bacquelaine, Xavier Baeselen et Pierre-Yves Jeholet, Mmes Florence Reuter et Carine Lecomte et MM. Jean-Luc Crucke et Denis Ducarme visant à réformer le système d'assurance-chômage (n° 1204/1).

Renvoi à la commission des Affaires sociales;

- la proposition de résolution de M. Philippe Henry, Mme Tinne Van der Straeten, M. Jean-Marc Nollet et Mmes Meyrem Almaci, Muriel Gerkens et Thérèse Snoy relative aux conclusions des auditions et débats faisant suite au rapport de la Commission "Energie 2030" (n° 1212/1).

Renvoi à la commission de l'Economie, de la Politique scientifique, de l'Education, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture;

- la proposition de loi de M. David Geerts visant à instaurer une interdiction de vendre et d'utiliser des systèmes et appareils émettant des ondes à haute fréquence provoquant des gênes ou nuisances sonores pour les personnes (n° 1224/1).

Renvoi à la commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Urgentieverzoek

Demande d'urgence

 

23.01  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, ik vraag het woord voor een urgentieverzoek.

 

Mijnheer de voorzitter, ik vraag de urgentie voor ons voorstel 1193/1. Ik baseer dit op het feit dat ik vandaag in de krant moest lezen dat Open Vld absoluut een aanpassing wil van de wet zodat ik absoluut zeker ben dat zij zullen meestemmen voor het urgentieverzoek voor het wetsvoorstel tot aanpassing van de wet op de inkomenscompensatievergoeding. Ik zie echter dat de heer Mathias De Clercq hier niet aanwezig is.

 

23.02  Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, onze fractie zal de urgentie die collega Dedecker vraagt wel degelijk steunen, al was het maar omdat er vanuit onze fractie reeds zeer lang geleden, op 29 januari van dit jaar, een gelijkaardig wetsvoorstel werd ingediend. Ik ben dus tevreden dat onze collega’s van Lijst Dedecker onze fractie ook in deze andermaal volgen.

 

Het voorstel wordt bij zitten en opstaan verworpen.

La proposition est rejetée par assis et levé.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

24 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Jan Mortelmans over "de minimale dienstverlening bij de NMBS" (nr. 60)

24 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Jan Mortelmans sur "le service minimum à la SNCB" (n° 60)

 

De voorzitter: Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven van 26 mei 2008.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques du 26 mai 2008.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 060/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Jan Mortelmans en Francis Van den Eynde;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Camille Dieu en door de heren François Bellot, Jef Van den Bergh, David Lavaux en Ludo Van Campenhout.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 060/1):

- une motion de recommandation a été déposée par MM. Jan Mortelmans et Francis Van den Eynde;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Camille Dieu et par MM. François Bellot, Jef Van den Bergh, David Lavaux et Ludo Van Campenhout.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

24.01  Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, met mijn motie vraag ik noch meer noch minder dan dat de Kamer de regering verzoekt om het overleg met alle betrokkenen voort te zetten voor het organiseren van de minimumdienstverlening. Ik hoor wel, net nog tijdens het vragenuurtje, dat er sociaal overleg is en dat men dit en dat zal bespreken, maar ik stel voornamelijk vast dat de regering hierover bijzonder vaag doet. Los van het initiatief dat de regering al dan niet neemt, kan het geen kwaad dat de Kamer met een meerderheid die er ongetwijfeld zal zijn, deze aanbeveling doet. In het andere geval is de conclusie dat dit dossier in de onderste schuif belandt.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

88

Oui

Nee

45

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

133

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

25 Eindstemming over het wetsontwerp houdende opheffing van het verval van sommige wetsontwerpen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet (757/6)

25 Vote final du projet de loi relevant de caducité certains projets de loi réglant une matière visée à l'article 77 de la Constitution (757/6)

 

En application de l’article 95, alinéa 3, du Règlement on procède au vote nominatif du projet de loi susmentionné.

Bij toepassing van artikel 95, derde lid, van het Reglement gaan wij over tot de naamstemming over voornoemd wetsontwerp.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

25.01  Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, chers collègues, le projet de loi dont il est question aujourd'hui a suivi la procédure classique. Il a été traité tant par la Chambre que par le Sénat et amendé par ce dernier. Le but de cet amendement était de retirer un point concernant un dossier bien particulier. La grande majorité des partis démocratiques a voté à l'unanimité cet amendement au Sénat.

 

Le texte est ensuite revenu à la Chambre, conformément au circuit classique; il a été voté quasiment sans discussion. En près de cinq minutes, chacun a donné son aval pour voter à l'unanimité ce projet amendé. Hélas, entre le vote au Sénat et l'arrivée du projet en plénière, la majorité a, de toute évidence, trouvé quelque chose de suspect dans l'amendement du Sénat; j'ignore de quoi il s'agit et ce que cache cette demande de renvoi du texte en commission de la Chambre.

 

Quant au fond, je voudrais rappeler qu'en 2002, nous avons voté une loi permettant à la Chambre d'exercer le contrôle sur le Comité P et au Sénat d'exercer le même contrôle sur le Comité R. Chacune des chambres pouvait ainsi exercer un contrôle sur deux organes dont la fonction est des plus sensibles.

 

Or, la proposition qui est remise en question aujourd'hui vise à ce que seule la Chambre procède au contrôle des deux organes. Pourquoi pas? Cela fait partie du travail parlementaire et le principe est défendable. Mais par cette procédure, nous allons commencer à grignoter les pouvoirs du Sénat et à faire en sorte que le gestionnaire des budgets soit le contrôleur permanent de ces deux organes.

 

Permettez-moi de penser, pour ma part, que la distance et le recul que permet de prendre le Sénat sont importants.

 

Par ailleurs, les dossiers dont question sont très sensibles. Et on a pu se rendre compte du rôle que pouvaient avoir ces deux organes lorsqu'il a été question de certaines menaces terroristes. Ce bicaméralisme est donc, à mon avis, essentiel.

 

Cela dit, si une contestation avait dû être émise, c'est le Sénat qui aurait dû en être à l'origine. En effet, c'est lui qui est chargé du contrôle du Comité R et qui a attiré l'attention sur le fait que le personnel de ce comité fait l'objet d'une discrimination en termes de rémunérations comparativement à celui du Comité P. Si cela avait été le cas, j'aurais été le premier à appuyer ce renvoi en commission. Mais s'il s'agit de retirer un peu plus de compétences au Sénat et de mettre tout en œuvre pour attribuer tous les pouvoir à la Chambre, je m'y oppose. Dans ce cas, je ne peux que m'opposer au revirement de la majorité.

 

De voorzitter: Mijnheer Dedecker, u vraagt het woord voor een stemverklaring?

 

25.02  Jean Marie Dedecker (LDD): Ja, als ik mag. Ik kan de collega bijtreden, hoewel ik moet zeggen dat het werk van die begeleidingscommissie in werkelijkheid tot niets deugt. Dus veel verschil zal het niet uitmaken.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

104

Oui

Nee

16

Non

Onthoudingen

13

Abstentions

Totaal

133

Total

 

Bijgevolg amendeert de Kamer het wetsontwerp. Het zal aan de Senaat worden teruggezonden. (757/7)

En conséquence, la Chambre amende le projet de loi. Il sera renvoyé au Sénat. (757/7)

 

Reden van onthouding?

 

25.03  Dirk Van der Maelen (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, ik heb een stemafspraak met collega Rik Daems.

 

25.04  Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, ik heb een stemafspraak met de dame van N-VA, mevrouw Els De Rammelaere.

 

26 Voorstel van resolutie teneinde 10 oktober in België officieel te erkennen als "Dag tegen de doodstraf" (355/1)

26 Proposition de résolution visant la reconnaissance officielle par la Belgique de la date du 10 octobre comme Journée contre la peine de mort (355/1)

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

116

Oui

Nee

1

Non

Onthoudingen

13

Abstentions

Totaal

130

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (355/3)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (355/3)

 

27 Projet de loi modifiant l'article 1597 du Code civil (1173/1)

27 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 1597 van het Burgerlijk Wetboek (1173/1)

 

Transmis par le Sénat

Overgezonden door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

130

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

130

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1173/2)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1173/2)

 

28 Proposition de loi modifiant les lois du 9 mai 2008 accordant des naturalisations (1225/1)

28 Wetvoorstel tot wijziging van de wetten van 9 mei 2008 die naturalisaties verlenen (1225/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

28.01  Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik heb niet goed gevolgd. Is dat de wet-Mortelmans die nu ter stemming voorligt?

 

De voorzitter: Het wetsvoorstel nr. 1225/1.

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

125

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

3

Abstentions

Totaal

128

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet à la sanction royale. (1225/2)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1225/2)

 

28.02  Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, j’ai oublié de voter, donc, je me suis abstenue puisqu’on joue à des petits jeux…

 

29 Voorstel tot herziening van artikel 22bis van de Grondwet (175/6)

29 Proposition de révision de l'article 22bis de la Constitution (175/6)

 

De voorzitter: De ontwerpen tot herziening van de Grondwet moeten met een speciale meerderheid aangenomen worden. (artikel 195 van de Grondwet)

Les projets de révision de la Constitution doivent être adoptés à la majorité spéciale. (article 195 de la Constitution)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

132

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Het quorum van de aanwezigen is bereikt. De 2/3 meerderheid is bereikt. Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot herziening van artikel 22 van de Grondwet aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (175/7)

Le quorum des présences est atteint. La majorité des 2/3 est atteinte. En conséquence la Chambre adopte la proposition de révision de l'article 22 de la Constitution. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (175/7)

 

30 Adoption de l’agenda

30 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

 

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 12 juin 2008 à 14.15 heures.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 12 juni 2008 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 17.58 heures.

De vergadering wordt gesloten om 17.58 uur.

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 52 PLEN 043 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 52 PLEN 043 annexe.

 

 

 


  


Detail van de naamstemmingen

 

Détail des votes nominatifs

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 001

 

 

Ja         

088

Oui

 

Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bogaert, Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Crucke, Daems, De Block, De Bue, De Clerck, De Croo, de Donnea, della Faille de Leverghem, Déom, De Padt, De Permentier, De Potter, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, De Wever, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, George, Giet, Hamal, Jadin, Jeholet, Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Luykx, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Reuter, Schiltz, Schryvers, Schyns, Smeyers, Somers, Staelraeve, Steegen, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Uyttersprot, Van Biesen, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van der Auwera, Van Grootenbrulle, Van Rompuy, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

045

Non

 

Almaci, Annemans, Bonte, Boulet, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Maght, De Man, De Vriendt, D'haeseleer, Douifi, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Kitir, Lahssaini, Landuyt, Logghe, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters, Schoofs, Stevenheydens, Tobback, Tuybens, Valkeniers, Van Broeckhoven, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Hecke, Vanvelthoven, Vijnck, Vissers, Werbrouck

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 002

 

 

Ja         

104

Oui

 

Annemans, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bogaert, Brotcorne, Bultinck, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Colen, Crucke, Daems, De Block, De Bont, De Bue, De Clerck, De Croo, de Donnea, della Faille de Leverghem, De Man, Déom, De Padt, De Permentier, De Potter, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, De Wever, D'haeseleer, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, George, Giet, Goyvaerts, Hamal, Jadin, Jeholet, Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Logghe, Luykx, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Mortelmans, Musin, Muylle, Nyssens, Otlet, Partyka, Pas, Pécriaux, Perpète, Prévot, Reuter, Schiltz, Schoofs, Schryvers, Schyns, Smeyers, Somers, Staelraeve, Steegen, Stevenheydens, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Uyttersprot, Valkeniers, Van Biesen, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Eynde, Van der Auwera, Van Grootenbrulle, Van Rompuy, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Vissers, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

016

Non

 

Almaci, Boulet, Dedecker, De Maght, De Vriendt, Genot, Gerkens, Gilkinet, Henry, Lahssaini, Nollet, Van der Straeten, Van de Velde, Van Hecke, Vijnck, Werbrouck

 

 

Onthoudingen

013

Abstentions

 

Bonte, Cocriamont, Douifi, Geerts, Kitir, Landuyt, Peeters, Tobback, Tuybens, Van Broeckhoven, Van den Bossche, Vandenhove, Van der Maelen

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 003

 

 

Ja         

116

Oui

 

Almaci, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bogaert, Bonte, Boulet, Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Crucke, De Block, De Bue, De Clerck, De Croo, Dedecker, de Donnea, della Faille de Leverghem, De Maght, Déom, De Padt, De Permentier, De Potter, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, De Vriendt, De Wever, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Douifi, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, George, Gerkens, Giet, Gilkinet, Henry, Jadin, Jeholet, Kindermans, Kitir, Lahaye-Battheu, Lahssaini, Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Luykx, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Schiltz, Schryvers, Schyns, Smeyers, Somers, Staelraeve, Steegen, Terwingen, Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Vandenhove, Van der Auwera, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Van Rompuy, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Vijnck, Werbrouck, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

001

Non

 

Cocriamont

 

 

Onthoudingen

013

Abstentions

 

Bultinck, Colen, De Bont, De Man, D'haeseleer, Goyvaerts, Mortelmans, Pas, Schoofs, Stevenheydens, Valkeniers, Van den Eynde, Vissers

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 004

 

 

Ja         

130

Oui

 

Almaci, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bogaert, Bonte, Boulet, Brotcorne, Bultinck, Burgeon, Claes, Clarinval, Cocriamont, Coëme, Crucke, De Block, De Bont, De Bue, De Clerck, De Croo, Dedecker, de Donnea, della Faille de Leverghem, De Maght, De Man, Déom, De Padt, De Permentier, De Potter, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, De Vriendt, De Wever, D'haeseleer, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Douifi, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, George, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goyvaerts, Hamal, Henry, Jadin, Jeholet, Kindermans, Kitir, Lahaye-Battheu, Lahssaini, Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Luykx, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Mortelmans, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet, Partyka, Pas, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Schiltz, Schoofs, Schryvers, Schyns, Smeyers, Somers, Staelraeve, Steegen, Stevenheydens, Terwingen, Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Valkeniers, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Auwera, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Van Rompuy, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 005

 

 

Ja         

125

Oui

 

Almaci, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bogaert, Bonte, Boulet, Brotcorne, Bultinck, Claes, Clarinval, Cocriamont, Coëme, Colen, Crucke, De Block, De Bont, De Bue, De Clerck, De Croo, Dedecker, de Donnea, della Faille de Leverghem, De Maght, De Man, Déom, De Padt, De Permentier, De Potter, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, De Vriendt, De Wever, D'haeseleer, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Douifi, Flahaut, Flahaux, Galant, Geerts, George, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goyvaerts, Hamal, Henry, Jadin, Jeholet, Kindermans, Kitir, Lahaye-Battheu, Lahssaini, Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Luykx, Maingain, Marghem, Moriau, Mortelmans, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet, Partyka, Pas, Pécriaux, Peeters, Prévot, Reuter, Schiltz, Schoofs, Schryvers, Schyns, Smeyers, Somers, Staelraeve, Steegen, Stevenheydens, Terwingen, Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Valkeniers, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Auwera, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Van Rompuy, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

003

Abstentions

 

Frédéric, Mayeur, Perpète

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 006

 

 

Ja         

132

Oui

 

Almaci, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bogaert, Bonte, Boulet, Brotcorne, Bultinck, Burgeon, Claes, Clarinval, Cocriamont, Coëme, Colen, Crucke, De Block, De Bont, De Bue, De Clerck, De Croo, Dedecker, de Donnea, della Faille de Leverghem, De Maght, De Man, Déom, De Padt, De Permentier, De Potter, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, De Vriendt, De Wever, D'haeseleer, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Douifi, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, George, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goyvaerts, Hamal, Henry, Jadin, Jeholet, Kindermans, Kitir, Lahaye-Battheu, Lahssaini, Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Logghe, Luykx, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Mortelmans, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet, Partyka, Pas, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Schiltz, Schoofs, Schryvers, Schyns, Smeyers, Somers, Staelraeve, Steegen, Stevenheydens, Terwingen, Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Valkeniers, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Auwera, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Van Rompuy, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions