Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

donderdag 29 mei 2008

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

jeudi 29 mai 2008

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.21 uur en voorgezeten door de heer Herman Van Rompuy.

La séance est ouverte à 14.21 heures et présidée par M. Herman Van Rompuy.

 

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:

Sabine Laruelle, Yves Leterme, Charles Michel, Joëlle Milquet.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Hilâl Yalçin, Claude Eerdekens, wegens ziekte / pour raisons de santé;

Meryame Kitir, Elio Di Rupo, Alain Mathot, wegens ambtsplicht / pour devoirs de mandat;

Jean-Luc Crucke, met zending buitenslands / en mission à l'étranger;

Véronique Salvi, zwangerschapsverlof / congé de maternité;

Christine Van Broeckhoven, beroepsplicht / obligations professionnelles.

 

Questions

Vragen

 

01 Vraag van de heer Guy D'haeseleer aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "het afleveren van valse fiscale attesten aan werknemers door de fondsen voor bestaanszekerheid" (nr. P0316)

01 Question de M. Guy D'haeseleer à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur "la délivrance de fausses attestations fiscales à des travailleurs par les fonds de sécurité d'existence" (n° P0316)

 

01.01  Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mevrouw de vicepremier, dankzij het speurwerk van onze vakbondcel zijn wij er al een tijdje geleden op uitgekomen dat er op een compleet illegale manier inhoudingen worden verricht op de premies en vergoedingen die worden uitbetaald door de fondsen voor bestaanszekerheid.

 

Zo zijn er bepaalde fondsen die administratiekosten afhouden bij mensen die niet aangesloten zijn bij een vakbond. Andere fondsen betalen doodleuk de premies niet uit aan mensen die geen lid zijn van een vakbond. De bouw bijvoorbeeld houdt maandelijks 12% af op de uitkeringen voor het aanvullend brugpensioen en in de houtsector weigert men RSZ-bijdragen te betalen. Zo kan ik nog een tijdje doorgaan. De lijst met onwettelijke praktijken is zeer lang en honderdduizenden werknemers worden daardoor getroffen in hun portemonnee, en dat voor vele miljoenen euro.

 

Werknemers die bedrogen worden door hun vakbond, wij moeten het nog meemaken in deze tijden. Bovendien moeten die mensen er maandelijks voor betalen.

 

Die georganiseerde diefstal, met medeplichtigheid trouwens van de drie grote vakbonden – ACV, ABVV en ACLVB – is blijkbaar nog niet genoeg, want merkwaardig genoeg hebben wij nog iets anders ontdekt, dat zo mogelijk nog hallucinanter is. Wij ontdekten bijvoorbeeld, mevrouw de minister, dat er nu ook valse belastingfiches worden gestuurd naar die werknemers. Op die belastingfiches staan niet alleen de bedragen vermeld die de werknemers effectief hebben ontvangen, maar ook de bedragen die hun zijn ontstolen. Die werknemers worden dus niet alleen bestolen, maar moeten er ook nog eens belastingen op betalen.

 

Ik meen dat dat onvoorstelbaar en onaanvaardbaar is. Dat zijn pure maffiapraktijken. Ik neem van die woorden niets terug. Ik vraag u dan ook, mevrouw de minister, of u ook niet van mening bent dat het nu eindelijk genoeg geweest is. Ik hoop dat u de politieke moed hebt en over de nodige rechtvaardigheidszin beschikt om streng op te treden tegen die praktijken en dat u uw administratie de opdracht geeft de zaak tot op het bot uit te spitten in het belang van die honderdduizenden werknemers, die er tot de dag van vandaag zelfs nog niet vanop de hoogte zijn dat zij zijn bedrogen door de fondsen voor bestaanszekerheid.

 

01.02 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, mijn antwoord op deze vraag zal heel kort zijn. Het afleveren van bewuste valse attesten is bij wet strafbaar, laat dat duidelijk zijn. Als er fraude is, dan is die fraude strafbaar. Er is ook inspectie. Hoe dan ook, het onderzoek naar fiscale attesten behoort tot de bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst Financiën en de minister van Financiën. De fiscale attesten, vals of niet, vallen onder de bevoegdheid van de heer Reynders. Ik kan daarop geen uitgebreider antwoord geven. Natuurlijk zullen we heel streng zijn als we fraude opmerken. Tot nu toe hebben we geen klachten gekregen. Ik herhaal: er is inspectie en de gerechtelijke macht heeft ook haar taak.

 

01.03  Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mevrouw de vicepremier, nu breekt mijn klomp. U probeert uw hoofd in het zand te steken en de zaken te minimaliseren. U zou moeten beseffen, mevrouw de vicepremier, dat u met dergelijke antwoorden honderdduizenden mensen in de kou laat staan.

 

U hebt het altijd over koopkracht. U vraagt om superministerraden te organiseren om de minimumpensioenen met 10 euro te verhogen en bepaalde andere categorieën van sociaal zwakkeren meer koopkracht te bezorgen. Wanneer het dan gaat over fondsen en organen die tot uw rechtstreekse bevoegdheid behoren – want u bent politiek verantwoordelijk voor het functioneren van die fondsen –, dan maakt u daarover, waarschijnlijk onder druk van de vakbonden, niet te veel lawaai en kijkt u gewoon toe.

 

Uw administratie in de materie, mevrouw de minister, is een echte schande. Een aantal mensen dat werkzaam is in de bouw en op ons aanraden klacht heeft ingediend, is geholpen. Zij hebben hun centen teruggekregen van de fondsen voor bestaanszekerheid, maar het is uw plicht om actief op zoek te gaan naar iedereen die de voorbije jaren door de vakbonden en door die fondsen is bestolen.

 

Mijnheer de voorzitter, ik wil ook nog eens de hypocriete houding van de Luc Cortebeecken en de Rudy De Leeuwen in het dossier aanklagen, want zij zijn steevast aan het betogen voor meer koopkracht. Zij betogen met in de ene hand een bord waarop “meer koopkracht voor onze sociaal zwakkeren” staat, maar tezelfdertijd zitten zij met hun rechterhand in de zakken van de werknemers, doordat ze een deel van hun tegemoetkomingen inhouden.

 

Mevrouw de minister, u moet niet denken dat de zaak gesloten is door naar minister Reynders te verwijzen. Wij dringen erop aan dat er een groot onderzoek komt, dat u de stallen van bedoelde fondsen eindelijk zult uitmesten, dat de dossiers ambtshalve worden rechtgezet en dat betrokkenen hun centen terugkrijgen.

 

Het gaat hier dus niet over peanuts.

 

De voorzitter: U bent een toespraak aan het houden.

 

01.04  Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik zal onmiddellijk afronden. Ik begrijp dat de kwestie ook voor uw partij een heel delicate zaak is. Iedereen moet echter weten dat het hier gaat om bedragen tot 1,3 miljard euro. Dat zijn de bedragen die de RSZ vorig jaar aan voornoemde fondsen doorstortte. Wij spreken dan nog slechts over de helft van de fondsen.

 

Mijnheer de voorzitter, ik heb vorige week in ieder geval een wetsvoorstel tot oprichting van een onderzoekscommissie in overweging laten nemen. Ik zal volgende week in de commissie alle collega’s van de verschillende partijen vragen om mijn wetsvoorstel te steunen. Alle partijen die de voorbije maanden de mond vol hadden over een verhoging van de koopkracht, zal ik over het wetsvoorstel laten stemmen. Uit de stemming zal blijken welke partijen de kant van de bedrogen werknemers kiezen en welke partijen de kant van de kassen van de vakbonden kiezen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- de heer Wouter De Vriendt aan de eerste minister over "de diplomatieke betrekkingen met Congo" (nr. P0310)

- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister over "de diplomatieke betrekkingen met Congo" (nr. P0311)

- mevrouw Juliette Boulet aan de eerste minister over "de diplomatieke betrekkingen met Congo" (nr. P0312)

02 Questions jointes de

- M. Wouter De Vriendt au premier ministre sur "les relations diplomatiques avec le Congo" (n° P0310)

- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "les relations diplomatiques avec le Congo" (n° P0311)

- Mme Juliette Boulet au premier ministre sur "les relations diplomatiques avec le Congo" (n° P0312)

 

02.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, de minister van Buitenlandse Zaken, Karel De Gucht, heeft recentelijk een aantal uitspraken gedaan over de situatie in Congo. Daarvoor heeft hij veel kritiek gekregen, maar hij heeft daarvoor ook kritiek gekregen van mensen binnen zijn eigen regering, binnen deze meerderheid. De minister van Ontwikkelingssamenwerking, Charles Michel, roept minister Karel De Gucht op om niet langer olie op het vuur te gooien.

 

Mijnheer de premier, dat is een probleem. Het is een probleem wanneer een land intern verdeeld is en zo aan buitenlandse politiek doet. Het is trouwens hallucinant dat zo’n dossier, de mensenrechten in Congo, het onderwerp is van – opnieuw – communautair gekrakeel en geruzie binnen de meerderheid. Ik wil u formeel de vraag stellen of u nog altijd de uitspraken van Karel De Gucht steunt en of de hele regering de uitspraken van Karel De Gucht steunt.

 

Ik meen dat het zeer goed is dat er een kritisch signaal wordt gegeven ten aanzien van de situatie in Congo. Sommigen stellen vragen over de toon en over de stijl, maar ik meen dat wij moeten kijken naar de toekomst. Hoe bent u van plan om de diplomatieke relaties tussen België en Congo te herstellen? Plant u zelf nog initiatieven? Hebt u ondertussen al kunnen bellen met president Kabila, want dat was toch de bedoeling tijdens de voorbije dagen?

 

Collega’s, wij mogen niet vergeten dat er diplomatieke relaties nodig zijn om te bereiken wat wij allemaal willen in Congo, namelijk het stopzetten van het geweld in Oost-Congo, het verbeteren van de mensenrechtensituatie in Congo, een einde maken aan het seksuele geweld in Congo, enzovoort.

 

Tot slot, mijnheer de premier, wil ik u vragen hoe u verklaart dat de minister van Buitenlandse Zaken, Karel De Gucht, een moedige houding aanneemt in Congo, maar anderzijds zoete broodjes bakt met het regime in China. U weet dat wij er voorstander van zijn om de Olympische Spelen te gebruiken als hefboom om de mensenrechtensituatie in China te verbeteren, maar wij stellen vast dat minister Karel De Gucht nu een boycot van de openingsceremonie van de Spelen uitsluit, terwijl heel wat andere staatshoofden die openingsceremonie wel willen boycotten, om zo een kritisch signaal te geven ten aanzien van de mensenrechtenschendingen in China.

 

02.02  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, in wat voor wespennest hebt u zich nu weer gewaagd? Men had kunnen veronderstellen dat u het zou laten bij het antwoord dat u hier in de Kamer hebt gegeven op mijn vraag van 24 april en zou zeggen dat De Gucht daar heeft gesproken op basis van een tekst en op basis van politieke uitlatingen die u in het kernkabinet hebt overlegd, dat dit alles is en dat u zich daar verder niet meer mee bemoeide.

 

Wat doet de eerste minister? De Franstaligen gaan in overdrive en zeggen dat ze niet meer achter De Gucht staan. En Leterme bedient hen op hun wenken. Hij trekt het dossier naar zich toe. En Milquet gebruikt dat om te zeggen dat De Gucht alleen staat, want CD&V, bij monde van Leterme, heeft het naar zich toe getrokken en eigenlijk staat CD&V aan onze kant, dus het enige politieke probleem is dat van de geïsoleerdheid van Karel De Gucht.

 

Mijn vraag is vrij helder. Ik heb de toespraak van De Gucht bij. Daar staan zinsneden in als “straffeloosheid voor moorden en verkrachtingen”. Daar staan woorden als “corruptie” in. Daar staan woorden in als “rechtstaat” en “het achteroverdrukken van openbare gelden” of zinsneden als “Het inrichten van het presidentschap en van de instellingen volstaat niet. Er moet meer bijkomen. Er moeten ook verantwoordelijke oppositiepartijen komen.” Dit komt uit die vrij specifieke tekst waarvan ik u hier trouwens heb gezegd dat wij daarachter kunnen staan.

 

Staat u daar nog achter? Staat u namens CD&V daarachter? Of staat u samen met de Franstaligen aan de kant van degenen die proberen om De Gucht te isoleren? Dat is de vraag die ik te stellen heb.

 

Naar verluidt zou u na de uitspraken van mevrouw Milquet van gisterenmiddag dan weer gebeld hebben naar De Gucht om hem gerust te stellen, maar ten opzichte van wat dan? Staat de regering achter De Gucht? Of staat alleen CD&V achter de heer De Gucht? Of staat alleen Leterme van CD&V achter De Gucht? Zegt u mij eens in heldere bewoordingen hoe de situatie momenteel is en wat de verhouding binnen de regering is over dit thema.

 

02.03  Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le premier ministre, j'ai deux questions à vous poser. Je n'ai pas envie d'entrer dans une querelle communautaire; ce qui se passe au Congo est suffisamment grave pour éviter cet écueil supplémentaire.

 

Premièrement, avez-vous été en contact avec le président Kabila? On entend dire que ce n'est pas le cas. Est-ce reporté à plus tard? Refuse-t-il de vous parler pour l'instant? Pouvez-vous nous informer à ce sujet?

 

Deuxièmement, vous avez contacté votre homologue congolais. Que lui avez-vous dit au nom du gouvernement et qu'a-t-il répondu?

 

02.04 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, ik dank u voor de vragen. Dat biedt de gelegenheid om ten aanzien van de Kamer een stand van zaken te geven in het dossier van de relaties tussen ons land en Congo.

 

Lundi, j'ai été informé officiellement par le gouvernement congolais des décisions prises en conseil des ministres le vendredi précédent; j’ai noté leur décision de fermeture des consulats généraux à Bukavu et Lubumbashi.

 

J’ai immédiatement réuni le kern auquel j’ai proposé de prendre le dossier en mains en contactant personnellement les autorités congolaises. Ma proposition a été adoptée à l'unanimité en kern. Dès mardi, je me suis efforcé d’entrer en contact avec les autorités congolaises.

 

Tijdens het contact met mijn homoloog, eerste minister Gizenga, heb ik de kans gehad om hem het standpunt van de Belgische regering uit te leggen en hem ook een aantal voorstellen te doen die als doelstelling hebben om binnen een nuttige termijn te komen tot een normalisatie van de betrekkingen tussen ons land en de DRC.

 

Vanmorgen heb ik nog contact gehad met de eerste minister Gizenga. Bij die gelegenheid heeft hij meegedeeld wat de eerste reactie van de Congolese autoriteiten was op de voorstellen die ik dinsdag had geformuleerd, onder voorbehoud van de Ministerraad die morgen plaatsvindt. De komende uren en ook morgen zullen wij in navolgende contacten nog van gedachten wisselen.

 

Ik wens over de inhoud van die voorstellen niet in detail te treden omdat ik tot een oplossing wil komen en tot een noodzakelijke en gewenste normalisatie van de relatie tussen België en Congo.

 

Je n'entre pas plus en détails sur les propositions que j'ai faites à mon homologue congolais duquel j'ai reçu ce matin (vers 10.00, 11.00 heures) les premières réactions des autorités du gouvernement congolais sous réserve du conseil des ministres qui aura lieu demain au Congo.

 

Je n'entrerai pas dans les détails car mon objectif est qu'on revienne le plus tôt possible à une normalisation des relations diplomatiques entre deux États souverains, la Belgique et le Congo, dans un esprit de coopération basée sur un dialogue franc et constructif.

 

02.05  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord, maar u ging niet in op mijn vraag over de eensgezindheid op dit moment binnen de Belgische regering, ten opzichte van het dossier Congo en de mensenrechten.

 

Dat is een probleem, wanneer een land op het internationale toneel moet optreden. Ik kan echter niet anders dan vaststellen dat u zeer consequent bent, want het geruzie bij de meerderheid, dat wij kunnen vaststellen op binnenlands niveau, wordt gewoon voortgezet op buitenlands niveau. Dat is zeer, zeer schadelijk voor het land en voor het buitenlands beleid.

 

Mijnheer de premier, u wil niet in details treden over uw dialoog met de Congolese autoriteiten. Het is echter wel belangrijk dat het Parlement weet of u al dan niet een toezegging hebt gedaan aan de Congolese autoriteiten om de houding van België inzake Congo te veranderen. Ik begrijp dat dit de vraag is vanuit Congo; men vraagt dat wij onze houding aanpassen. Als parlementslid zou ik graag weten of dat in de komende dagen al dan niet zal gebeuren.

 

Tot slot, wat betreft mijn vragen omtrent twee maten en twee gewichten - enerzijds de moedige houding tegenover Congo en anderzijds zoete broodjes bakken bij het regime in China – het volgende. Een uurtje geleden ontving ik de speech die minister De Gucht afstak bij de overhandiging van het kunstwerk, tijdens zijn bezoek in China. Welnu, ik bemerk daar bitter weinig verwijzingen in naar de mensenrechten in China. Ik denk dat we op die manier geen duidelijk, kritisch signaal geven inzake de mensenrechtenschendingen die op dit moment plaatsvinden in China. Ik zou toch graag willen dat de regering ook daar een moediger standpunt inneemt.

 

02.06  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik ben een beetje geschokt door het verschil tussen de Leterme die ik vandaag heb gehoord en de Leterme die mij in april het volgende antwoordde. Ik citeer: “Mijnheer de voorzitter, chers collègues, geachte collega’s, laat ik eerst en vooral zeggen dat de inhoud van de boodschap, die de minister van Buitenlandse Zaken en de twee andere collega’s in de Democratische Republiek Congo hebben gebracht, de boodschap is van heel de regering. Wij hebben de inhoud van de boodschap vorige week vastgelegd tijdens een overleg in de Kern waarover uitvoerig is gesproken over die uiteenzettingen.” Vandaag antwoordt Leterme op mijn vragen en die van collega’s in alle vaagheid, hij durft niet eens meer zeggen dat hij nog altijd staat achter de bewoordingen en handelingen die De Gucht in dit dossier heeft gesteld. Hij kan dat ook niet meer want die premier moet hier nu spreken namens Franstaligen die zich daar allemaal, van de eerste tot de laatste, van gedistantieerd hebben.

 

Als hij de premier van deze regering is, kan hij niet meer achter De Gucht staan en moet hij vaag doen. “Ik heb met Gizenga getelefoneerd. Die heeft een eerste reactie gegeven. Over die eerste reactie kan ik nog niet veel zeggen.” Dat is het antwoord dat wij hier nu krijgen.

 

U maakt zichzelf vreselijk belachelijk. Het echte doel – wij weten dat allemaal en het is vandaag ook in de pers verschenen – is dat die consulaten in Bukavu en Lubumbashi dicht moeten omdat men daar, vanop het balkon als het ware, een uitzicht heeft op de slachtpartijen, de verkrachtingen en de moorden die door dat regime en met de verantwoordelijkheid van dat regime worden gepleegd. Men wil geen pottenkijkers meer.

 

Dat is de reden waarom de Franstaligen zich allemaal gedistantieerd hebben. Met hun “Forrest-belangen” zitten zij verstrengeld in die mijnhandel. Dat is de reden waarom de VLD in het hoekje van de populisten is terechtgekomen. Dat is ook de reden waarom Leterme de kool en de geit moet sparen. In naam van een premierschap waarvan men zich begint af te vragen wat de kostprijs ervan is. De kostprijs is uw geloofwaardigheid. De kostprijs is het feit dat u zich op een of andere manier op een ongelooflijke manier medeschuldig maakt aan hetgeen de Franstaligen in dit dossier vorige week hebben gedaan en dat is een spijtige zaak.

 

02.07  Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le premier ministre, votre objectif est louable. Je l'avais d'ailleurs remarqué dans votre déclaration gouvernementale où je trouvais qu'il était assez positif d'accorder une attention particulière à l'Afrique des Grands Lacs et au Congo plus spécifiquement. L'objectif est louable mais il faut aussi y mettre les moyens.

 

J'aurais souhaité que vous vous exprimiez sur les propositions que vous avez faites. Vous dites que vous avez réagi après l'expression de la volonté de fermer les consulats belges au Congo. Vous êtes-vous uniquement entretenu de cela avec votre homologue congolais? Quelle a été la réponse du premier ministre congolais? Était-elle plutôt positive, plutôt constructive? Vous ne donnez aucun élément, c'est donc un peu difficile. Allez-vous avoir un contact avec le président Kabila? On a lu qu'il était à Bukavu. J'y ai été aussi et il y a un réseau téléphonique, il doit donc être joignable sur son gsm. Si vous n'avez pas son numéro, je peux vous donner un coup de main pour le trouver!

 

C'est important! Il est nécessaire d'avoir une conversation d'égal à égal maintenant et pas uniquement sur la fermeture éventuelle des consulats, puisque c'est visiblement autour de cela que vous avez réagi, nous avez-vous dit.

 

Je voudrais insister sur la diplomatie que vous menez pour l'instant. Monsieur le premier ministre, j'ai consulté les sites internet "Foreign Policy" et on constate que l'indice de corruption de la Chine est quasiment identique à celui du Congo. Je pense donc que notre diplomatie pratique le "deux poids, deux mesures". Une réaction plus dure est nécessaire!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Question de M. Georges Dallemagne au premier ministre sur "le rapport du Conseil de l'Europe relatif à la nomination des bourgmestres" (n° P0313)

03 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de eerste minister over "het rapport van de Raad van Europa met betrekking tot de benoeming van de burgemeesters" (nr. P0313)

 

03.01  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, ce mardi, s'ouvrait à Strasbourg la quinzième session du Congrès des pouvoirs locaux et régionaux du Conseil de l'Europe.

 

Voilà un congrès auquel tous les partisans d'une autonomie locale forte accordent – j'imagine – beaucoup d'importance et d'autorité.

 

Michel Guégan, le chef de la mission d'inspection sur la situation en périphérie bruxelloise, qui est venu en visite dans notre pays les 13 et 14 mai 2008, a fait rapport sur la situation en périphérie bruxelloise à l'occasion de l'ouverture de cette session. Il n'est naturellement pas très agréable que ce soit la Belgique qui ait été mise en vedette à l'occasion de cette ouverture.

 

Le chef de cette délégation a relevé cinq manquements à la Charte européenne de l'autonomie locale. Je rappelle que la Belgique a ratifié cette Charte. De plus, la Région flamande elle-même l'a ratifiée par voie de décret, le 19 mars 2004.

 

Permettez-moi de vous citer ces cinq manquements:

1. La disproportion entre les infractions ou les pseudo-infractions reprochées et la sanction puisqu'il n'y a pas eu de demi-mesure. Aucune recherche n'a également était faite en vue de prendre d'autres types de mesures.

2. Le délai déraisonnable dans l'absence de nomination des bourgmestres qui entrave la bonne marche de la commune. Le Conseil de l'Europe n'est pas le seul à dire cela.

3. L'obligation de parler le néerlandais qui n'est pas de nature à encourager la participation à la vie locale.

4. La tutelle forte des autorités flamandes qui frôle l'ingérence.

5. L'absence de ratification par la Belgique de la Convention-cadre pour la protection des minorités nationales et l'absence de ratification de la Charte européenne des langues minoritaires et régionales.

 

Ce n'est pas la première fois que notre pays et la Flandre sont pointés du doigt par des instances internationales. En effet, les missions se suivent, se succèdent, s'accélèrent et sont organisées par toute une série d'instances internationales: le Conseil de l'Europe à deux reprises, la Commission européenne, l'ONU. Et on nous annonce que la Belgique pourrait être bientôt mise sous monitoring par le Conseil de l'Europe, institution tout à fait respectable.

 

Monsieur le premier ministre, quelles initiatives comptez-vous prendre pour répondre à ces manquements, éviter que l'image de la Belgique et celle de la Flandre ne soient durablement écornées par ces instances internationales et éviter aussi que de telles missions se poursuivent et se multiplient dans notre pays?

 

03.02  Yves Leterme, premier ministre: Monsieur le président, monsieur Dallemagne, d'emblée, je tiens à préciser que, depuis la réforme de l'État de 2001 à laquelle votre parti a apporté ses voix pour obtenir la majorité requise et à laquelle vous collaboriez comme PSC ou cdH, la nomination des bourgmestres est dévolue aux Régions. Comme il s'agit de communes situées en Région flamande, c'est le gouvernement flamand qui est compétent en la matière, selon votre volonté aussi.

 

En ce qui concerne l'avis en question, il a été rendu par le Congrès des pouvoirs locaux et régionaux, un organe consultatif, après l'envoi d'une mission d'enquête en Belgique les 13 et 14 mai. Le Congrès est bien un organe consultatif au sein du Conseil de l'Europe; il est chargé de promouvoir la démocratie locale et régionale.

 

Le rapport d'information a été déposé le 22 mai. Dans son point 10, il souhaite attirer l'attention des membres du Bureau du Congrès sur six éléments particuliers qui semblent poser problème au regard de la Charte européenne de l'autonomie locale.

 

Le 26 mai, ce Bureau du Congrès – auquel était destiné ce rapport – l'a transmis à sa Commission institutionnelle afin qu'elle se prononce sur les suites à donner à la visite d'enquête. Elle pourra soit recommander au Congrès des pouvoirs locaux et régionaux d'élaborer une recommandation au Comité des ministres du Conseil de l'Europe, soit procéder à un monitoring général, soit les deux.

 

La procédure n'est donc pas terminée. Il s'agit d'une procédure d'avis et de consultation. Nous verrons plus tard la suite des événements. Si cela s'avère un jour nécessaire, le gouvernement prendra position sur la base du texte définitif des organes en question.

 

03.03  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, j'entends bien votre réponse. Vous nous dites en substance qu'on verra bien. À ce sujet pourtant, la méthode Coué et la politique de l'autruche ne conviennent pas. Nous ne pouvons continuer à accepter que la Belgique fasse régulièrement les gros titres dans la presse étrangère; et pas seulement dans la presse francophone vu les articles dans l'"International Herald Tribune" ou le "New York Times".

 

Nous ne pouvons continuellement accepter que des missions soient organisées en Belgique, qui remettent des conclusions non suivies d'effet. Vous répondez qu'en Belgique, les Régions ont maintenant la tutelle des communes; fort bien. En l'occurrence – et cet argument de droit est souvent invoqué –, que vaut le droit s'il bafoue les libertés fondamentales, s'il bafoue les traités, les conventions, les chartes que nous avons signés sur le plan international? Dans un tel cas, il y a vraiment lieu de s'interroger sur la nature d'un tel droit.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Questions jointes de

- M. Georges Gilkinet à la ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et des Grandes villes sur "l'augmentation des pensions et les conséquences concrètes pour les pensionnés" (n° P0319)

- M. Luc Goutry à la ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et des Grandes villes sur "l'augmentation des pensions et les conséquences concrètes pour les pensionnés" (n° P0320)

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Georges Gilkinet aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden over "de concrete gevolgen van de pensioenverhoging voor de gepensioneerden" (nr. P0319)

- de heer Luc Goutry aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden over "de concrete gevolgen van de pensioenverhoging voor de gepensioneerden" (nr. P0320)

 

04.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je regrette que la ministre des Pensions soit absente. J'espère que la réponse du ministre des Finances sera claire.

 

Pour les pensionnés, le mois de mai est celui du paiement du pécule de vacances. Nombre d'entre eux ont eu la très grande et très mauvaise surprise de voir leur précompte exploser.

 

Un exemple concret avec une fiche de paiement de mai 2007: une pension de 902,23 euros – plus d'un million de pensionnés touchent moins d'un millier d'euros en Belgique – un précompte professionnel de 30,48 euros, un pécule de vacances de 535,90 euros, soit 1.451 euros versés sur le compte.

 

En mai 2008, monsieur le ministre des Finances, la pension était augmentée de 4%, deux sauts d'index, 957,45 euros, pécule de vacances 557,65 euros, bonus bien-être, 0,24 euro et surtout, précompte 216,72 euros – un précompte multiplié par 7. Résultat: un revenu net à la fin du mois diminuée de 108,64 euros.

 

Excusez-moi, monsieur le ministre des Finances, mais il me semble qu'il y a là un dysfonctionnement.

 

D'après les informations recueillies auprès de l'ONP et que vous allez confirmer ou infirmer, le problème vient d'une non-adaptation au mois de mai des barèmes fiscaux qui a pour conséquence que ce précompte a été augmenté – précompte qui ne devra pas être payé lorsque l'avertissement-extrait de rôle sera envoyé à la personne dont je cite l'exemple et qui le récupérera donc dans deux ans.

 

Pouvez-vous nous expliquer ce phénomène? Pourquoi les barèmes fiscaux n'ont-ils pas été adaptés en même temps que les pensions ou indexés en même temps que l'évolution du coût de la vie?

 

Avez-vous pris des contacts avec votre collègue ministre des Pensions pour régulariser cette situation?

 

Quel type de solution envisagez-vous? Pourrez-vous trouver une solution dans l'année en cours sans attendre le calcul des impôts? Quand on est pensionné, qu'on touche 950 euros par mois, deux ans d'attente, c'est beaucoup trop long.

 

04.02  Luc Goutry (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, ik sluit mij volledig aan bij deze vraag. Het is belangrijk voor de mensen in Vlaanderen en Wallonië en overal in ons land dat zij naar aanleiding van dit vragenuurtje opheldering kunnen krijgen, en dan vooral de gepensioneerden.

 

Deze regering heeft een ambitieus sociaal plan, waar wij uiteraard volledig achter staan en zelfs vanuit onze fractie een belangrijke inbreng in hebben gehad. Een van de punten die wij hebben aangekondigd is dat er dringend een verbetering moet komen in de sociale uitkeringen, in die zin dat zij welvaartsvast moeten worden gemaakt, en dat er vooral iets moet gebeuren aan de laagste en de oudste pensioenen. De pensioenen moeten beter worden voor de mensen! De regering heeft opslag beloofd en op 1 juli komt er 2% bij de minimumpensioenen bij.

 

Nu is er iets eigenaardigs aan de gang, waarvoor wij absoluut aandacht moeten hebben en hiervoor richt ik mij zowel tot de minister van Financiën als tot zijn collega van Sociale Zaken. Er is namelijk interferentie tussen de sociale uitkering en het fiscale gedeelte. Neem nu concreet de maand mei voor gepensioneerden. Zij krijgen opslag van hun vakantiegeld, maar daardoor vallen zij in een hogere belastingschijf, wat een effect heeft op de bedrijfsvoorheffing. Het gevolg is dat betrokkenen die meer zouden moeten ontvangen, uiteindelijk in feite minder in hun portemonnee hebben.

 

Ik kan het voorbeeld aanhalen van een tachtigjarige alleenstaande man met een pensioen van slechts 900 euro per maand. Vorig jaar kreeg hij 536 euro vakantiegeld en dit jaar krijgt hij 558 euro vakantiegeld, zijnde 22 euro meer. Welnu, netto heeft hij voor de maand mei 119 euro minder ontvangen, ondanks een verhoging van het vakantiegeld met 22 euro. Dat komt doordat door de bedrijfsvoorheffing de aanslag veel hoger is; hij valt in een hogere schijf. In plaats van goed te doen, doen we het eigenlijk slecht zonder het zelf te willen, want we bedoelen het goed. Vandaar mijn oproep om voor deze en andere sociale uitkeringen dringend te onderzoeken hoe we in concordantie met de verhoging van de sociale uitkeringen de fiscale barema’s kunnen aanpassen, zodat de mensen netto meer overhouden.

 

04.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Goutry, eerst en vooral is het goed nieuws om tot een verhoging van de pensioenen te beslissen.

 

Sinds enkele maanden is er een verhoging van de pensioenen, te danken aan een indexering en een welvaartsaanpassing. In april was er een forse verhoging van het netto pensioenbedrag voor veel mensen in ons land. Het belangrijkste punt is dus de verhoging van de pensioenen, dankzij een beslissing in de begroting van 2008 voor een indexering en een welvaartsaanpassing. Ook in de maanden juni, juli, augustus en daarna zal er een forse verhoging van de netto pensioenen zijn.

 

Par ailleurs, je suis très heureux de la question qui est posée car vous mettez l’accent tous les deux sur le fait que, pour les pensionnés, ce qui compte le plus, c’est le montant net et non l'évolution du brut.

 

C’est vrai pour les pensionnés mais aussi pour les travailleurs et ça montre bien que nous avons encore quelques efforts à faire en matière de réduction du poids de la fiscalité sur les revenus, en ce compris pour les pensionnés.

 

Je suis très heureux de vous entendre dire, monsieur Gilkinet, que ce qui intéresse les pensionnés aujourd’hui, c’est le net et pas les grands discours sur l’évolution du montant brut. J’espère que vous soutiendrez les mesures de réduction de la fiscalité qui seront proposées à leur égard.

 

En ce qui concerne la situation spécifique du mois de mai, mon attention a été attirée par les pensionnés car l’augmentation des pensions et le versement du pécule de vacances ont entraîné un précompte professionnel plus élevé. J’ai pris contact avec mon administration et l’Office national des pensions pour corriger cette situation. Je ne souhaite pas que les pensionnés restent dans l'attente de recevoir l’augmentation qui leur a été promise. Nous allons travailler via la suppression du précompte, pour ceux qui en paient, et par remboursement - un précompte positif en quelque sorte -, pour ceux qui ne paient pas de précompte.

 

Ik wil duidelijk zijn. Het is abnormaal om in mei 2008 minder te hebben in vergelijking met mei 2007. Het is echter een verhaal van de evolutie van het brutoloon of de bruto-uitkeringen in vergelijking met het nettoloon of de netto-uitkeringen.

 

Pour conclure, les pensions augmentent, ce qui est une très bonne chose, et on le voit mois après mois au cours de l'année 2008. Je constate un soutien, y compris de la part d'Ecolo, pour diminuer la charge fiscale et aller vers un montant net plus élevé. Bien entendu, je souhaite que dans les prochains mois, cette année et sans attendre l'exercice suivant, nous corrigions, supprimions ou remboursions des précomptes aux pensionnés qui auraient été lésés. J'ai demandé à l'Office national des Pensions de me faire part du nombre de dossiers concernés. Nous allons régler ces dossiers. Je vous réponds également et très volontiers au nom de la ministre des Pensions.

 

04.04  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre des Finances, on a beaucoup parlé ces derniers temps de revalorisation des pensions mais le contraste est fort entre les annonces triomphales et le résultat sur la fiche de paie des pensionnés. Je vous rappelle ce chiffre d'un million de pensionnés qui vivent avec moins de mille euros par mois. Les efforts doivent se porter principalement sur les petites pensions.

 

Par ailleurs, vous vous méprenez sur l'interprétation à donner à mon propos: il s'agit de personnes qui ne sont pas soumises à l'impôt parce qu'elles sont en deçà du montant imposable. C'est bien de celles-là que je parle et pour elles, un euro est un euro. Il faut se nourrir chaque jour, il faut remplir sa cuve à mazout, il faut se soigner. Les exemples que nous recevons au quotidien montrent l'urgence à maintenir une solidarité entre les actifs et les non-actifs. Les entreprises qui génèrent des moyens doivent participer au financement de notre sécurité sociale.

 

J'ai entendu un engagement que j'aurais voulu plus précis. Je vous demande de corriger la situation présente le plus rapidement possible, d'en informer les aînés. Ne vous trompez pas de priorité: la situation dramatique est celle des plus petites pensions

 

04.05  Luc Goutry (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het antwoord is belangrijk voor de vele gepensioneerden. Zij weten op die manier klaar en duidelijk dat het probleem veeleer in die ene maand is gesitueerd, omdat tijdens bedoelde maand het vakantiegeld in een keer wordt uitgekeerd.

 

Ik heb begrepen dat er door de verrekening op het einde van de rit een soort uitvlakking zal gebeuren. Wij moeten evenwel opletten. Vele gepensioneerden zijn immers niet meer belastingplichtig. Zij zullen het genoemde fiscale voordeel door een kleinere heffing op het einde niet uitgekeerd krijgen. Zij hoeven immers sowieso geen belastingen te betalen. Op dat vlak moeten wij dus voor een oplossing voor de toekomst zorgen.

 

Zouden we niet beter het bedrag dat in mei wordt toegevoegd, fiscaal spreiden? Op die manier is het bedrag dat, gespreid over twaalf maanden, bijkomt, dermate klein dat het fiscaal gezien geen repercussie heeft.

 

Mijnheer de minister, de kwestie moet ons zeker doen nadenken. Wij moeten er in de toekomst bij het aanpassen van sociale uitkeringen voortdurend over waken dat de aanpassing geen nefaste fiscale weerslag heeft.

 

Hetzelfde geldt voor andere barema’s. Heel wat uitkeringen zijn immers aan bepaalde barema’s gekoppeld. Wanneer de uitkeringen worden verhoogd, hebben de betrokkenen soms nadeel, omdat zij boven een bepaalde barema belanden.

 

In die zin is het dus heel goed dat wij nu de geruststelling krijgen dat de vergissing gedeeltelijk zal worden rechtgezet.

 

Ten tweede, wij koppelen aan het hele verhaal de les dat wij in de toekomst nog beter met dergelijke problemen rekening moeten houden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de uitbreiding van de maximumfactuur voor mucopatiënten" (nr. P0314)

- mevrouw Sonja Becq aan de vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de uitbreiding van de maximumfactuur voor mucopatiënten" (nr. P0338)

05 Questions jointes de

- Mme Katia della Faille de Leverghem à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'extension du maximum à facturer pour les patients atteints de mucoviscidose" (n° P0314)

- Mme Sonja Becq à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'extension du maximum à facturer pour les patients atteints de mucoviscidose" (n° P0338)

 

05.01  Katia della Faille de Leverghem (Open Vld): Mevrouw de minister, deze week hebben wij voor het eerst in België een mucoviscidoseweek, een mucoweek. Ik heb dankzij de Mucovereniging de kans gekregen om vandaag in de huid te kruipen van een mucopatiënt. Ik werd daarbij ook gecoacht door een formidabele vrouw en mucopatiënt, Katrien, die daarboven in de tribune zit, waarvoor dank.

 

In België is één op twintig drager van het mucogen. Het gaat dus over 500.000 Belgen. Elke week wordt een mucopatiëntje in ons land geboren. Er zijn 1.000 mucopatiënten.

 

Het is een erfelijke ziekte, die tot op heden ongeneesbaar is. Het is een zware ziekte die met twee belangrijke problemen gepaard gaat. Ten eerste, de levenskwaliteit is zeer moeilijk. Het gemiddeld aantal behandelingen neemt vier uur per dag in beslag. Als een patiënt de leeftijd van 40 jaar bereikt, heeft hij waarschijnlijk al 17 jaar van zijn leven aan behandelingen gespendeerd en een deel van zijn tijd in het ziekenhuis doorgebracht.

 

Ten tweede, een van de ergste problemen voor de mucopatiënten is de financiële dobber. Godzijdank bestaat het systeem van de maximumfactuur. Bepaalde producten en levensnoodzakelijke middelen zijn echter niet in het systeem van de MAF opgenomen. Ik denk bijvoorbeeld aan medicatie type 2, aan aangepaste voeding die de patiënten nodig hebben, aan bepaalde accessoires voor kinesitherapie, aan vervoerskosten. Zij reizen gemiddeld 5.000 kilometer per jaar naar het ziekenhuis en naar de kinesist. Dat alles is niet in de MAF vervat. Er bestaat ook een sociale MAF. Jammer genoeg valt 35% van de mucopatiënten uit die boot.

 

Mevrouw de minister, vandaar mijn concrete oproep aan u. Ik weet dat u een goed hart hebt. Kunt u trachten de MAF uit te breiden om ook die levensnoodzakelijke producten te laten terugbetalen? Ook mucopatiënten hebben immers recht op een betaalbare gezondheidszorg. Dat is het recht van elke Belg.

 

05.02  Sonja Becq (CD&V - N-VA): Mevrouw de minister, wij zijn niet vandaag in de huid van een mucopatiënt gekropen. Wij hebben ook niet voor het publiek gezorgd. Nathalie Muylle en ikzelf hebben ons dinsdag ingeleefd in de situatie van een mucopatiënte. Ik denk dat iedereen hier die oproep heeft ontvangen. Iedereen had daarop kunnen ingaan. Wij vonden het belangrijk om ons te kunnen inleven, omdat men dan niet alleen met het theoretisch kader van de ziekte te maken krijgt, maar omdat men dan aan de lijve kan ondervinden wat de patiënt meemaakt.

 

Zij verwijzen zowel naar de problemen als gevolg van het taai slijm alsook naar het feit dat zij enorm mager zijn omdat ze enorm veel energie moeten opnemen en, om hun spijsvertering te doen werken, ook nog medicatie moeten nemen.

 

Zij hebben ons met verschillende vragen en problemen waarmee zij te maken hebben, geconfronteerd. Hun vragen hebben enerzijds betrekking op de financiële toegankelijkheid van geneesmiddelen en anderzijds, op vervoer. De geneesmiddelen moeten betaalbaarder worden. De producten voor de aerosol die zij moeten gebruiken, worden bijvoorbeeld niet terugbetaald. Dat blijkt iets van een 57 euro per maand te kosten. Zij zeggen dat van de 200 euro aan kosten die zij maandelijks hebben, wel een deel wordt terugbetaald. Er is in remgeld voorzien en de kosten worden in rekening gebracht voor de maximumfactuur. Een groot deel van de producten wordt echter niet terugbetaald. Zij verwijzen ook naar de fameuze prijs van de liefde, waardoor zij ook geconfronteerd worden met een daling van hun inkomen. Dat staat ook in het regeerakkoord en ik denk dat u positief op vragen ter zake zult kunnen antwoorden. Voorts wijzen zij op het probleem van tewerkstelling. Om de zoveel maanden moeten ze immers veertien dagen naar het ziekenhuis.

 

Ik kan het niet nalaten te zeggen dat wij een voorstel inzake de verdubbeling van het zorgverlof hebben opgesteld. Zij zeiden dat dat hen ook zou kunnen helpen, als ouders van mucopatiëntjes daarvoor in aanmerking komen. In die zin vinden de betrokkenen dat wel belangrijk.

 

Mevrouw de minister, wat zijn de mogelijkheden op korte en langere termijn om de financiële toegankelijkheid – ik zal het in algemene termen stellen – voor mucopatiënten te verhogen?

 

05.03 Minister Laurette Onkelinx: Ik ben net als mijn collega zeer begaan met de situatie van patiënten met mucoviscidose of andere chronische ziekten. Hun situatie is heel moeilijk. Zij moeten jaarlijks duizenden euro’s betalen voor hun ziekte, die niet worden terugbetaald. Dat kan niet.

 

Op heel korte termijn, nog in 2008, heb ik nog 10 miljoen euro bestemd om de specifieke maximumfactuur uit te breiden. Ik verwacht - ik hoop voor juni – concrete voorstellen van het RIZIV.

 

Mais cela ne suffit pas. La situation que vous avez évoquée est réelle, cela concerne les médicaments, le remboursement de certaines prestations, certains frais de transport, des frais de garde d'enfants, la situation vis-à-vis du travail. À tous ces éléments, nous ne pouvons pas simplement répondre année après année en adaptant un petit peu le système du maximum à facturer et en prenant en compte de nouveaux produits. Je pense qu'il faut véritablement changer de système et qu'il faut revoir le maximum à facturer pour les malades chroniques, et donc aussi pour les patients atteints de mucoviscidose.

 

Vous l'avez dit, c'est prévu dans l'accord de gouvernement. Il a été prévu, à juste titre, de créer un système avec les associations de patients. J'ai donc envoyé un questionnaire à chaque association de patients (il y en a 346) concernées par les malades chroniques. À chaque fois, nous leur avons posé la question relative aux postes de dépenses qui sont les plus lourds à supporter pour eux et la question relative aux alternatives au système du maximum à facturer. J'attends le retour du questionnaire pour le 27 juin. Par la suite, en septembre, quand nous aurons travaillé sur toutes les réponses qui vont nous parvenir, nous allons avoir une réunion avec les associations de patients et nous ferons ensuite des propositions, de telle manière qu'elles puissent être prises en compte pour le budget 2009.

 

Comme vous le constatez, nous sommes extrêmement volontaires. En Belgique, on a beaucoup fait pour l'accès aux soins de santé pour les malades en général mais il reste un problème majeur, celui de l'accès aux soins pour les malades chroniques. J'en fais donc ma priorité.

 

05.04  Katia della Faille de Leverghem (Open Vld): Mevrouw de minister, ik kan niets anders doen dan u bedanken. Ik zie dat u het probleem sterk harte neemt. Ik heb er alle vertrouwen in. Ik wacht de maand september met veel belangstelling af.

 

Collega’s, ik zou u om af te ronden willen sensibiliseren voor deze ziekte. De meesten onder ons weten niet juist wat het is, en gelukkig maar, omdat maar 1.000 patiënten deze ziekte hebben. Als jullie een beetje het gevoel van de ziekte willen ervaren, kunt u gewoon uw neus dichtknijpen, een rietje in uw mond steken en de trappen op- en aflopen. U zult dan voelen hoe die mensen moeten proberen menswaardig om te springen met hun ziekte.

 

05.05  Sonja Becq (CD&V - N-VA): Ik dank de minister uiteraard voor haar antwoord. Ik hoop dat de manier waarop u een gigantische operatie probeert voor te bereiden in verband met de maximumfactuur voor de nodige toegankelijkheid, voor de nodige gelijkheid voor mensen die in gelijkaardige situaties zitten, voor de nodige eenvoud kan zorgen. Ook dit laatste is een van de dingen die in het kader van de maximumfactuur aan de orde zijn.

 

Mevrouw della Faille, ik heb na de ervaring die wij hadden, om te leven als een mucopatiënt, gezegd dat het voelt als ademen door een heel smal rietje. Mevrouw de minister, ik hoop dat de door u aangekondigde maatregelen niet alleen voor de nodige ademruimte zullen zorgen voor mucopatiënten maar ook voor alle chronisch zieken.

 

05.06  Katia della Faille de Leverghem (Open Vld): Ik wou daar nog een zinnetje aan toevoegen. Mevrouw Almaci heeft vandaag dezelfde ervaring ondergaan als wij.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van de heer Mathias De Clercq aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de aanvragen van scholen om educatieve reizen naar concentratiekampen te organiseren" (nr. P0315)

06 Question de M. Mathias De Clercq au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les demandes d'écoles relatives à l'organisation de voyages éducatifs vers des camps de concentration" (n° P0315)

 

06.01  Mathias De Clercq (Open Vld): Mijnheer de minister, eind februari van dit jaar stelde ik in de commissie voor de Landsverdediging een mondelinge vraag aan de minister van Defensie over zijn beslissing niet langer steun te verlenen aan educatieve bezoekprojecten voor scholieren aan de concentratiekampen van Buchenwald en Dora.

 

De minister bleef bij zijn beslissing, wat mij enorm ontgoochelde, samen met vele andere collega’s over de partijgrenzen heen. Ontgoocheld was ik omdat ik het essentieel acht dat wij de herinnering aan het verleden en aan de gruwel in stand houden, zeker nu de laatste getuigen, de laatste overlevenden, stilaan van ons aan het heengaan zijn. Ik vind het ook de taak van de overheid haar burgers en in het bijzonder de jongeren, de volwassenen van morgen, te informeren omtrent de wantoestanden die kunnen voortvloeien uit totalitaire systemen.

 

Ik acht het daarom noodzakelijk dat de overheid bussen ter beschikking stelt aan jongeren om die kampen te bezoeken.

 

De Vriendenkring van Buchenwald, die de bezoekprojecten organiseert, wordt rechtstreeks geconfronteerd met de beslissing van minister De Crem. Hij krijgt jaarlijks aanvragen binnen, en ook nu zijn er aanvragen, maar er zijn geen bussen. De scholieren kunnen niet vertrekken naar de kampen. In mijn repliek uitte ik dat ik dat onaanvaardbaar acht en dat ik mij zou wenden tot andere politiek verantwoordelijken in het land.

 

Vandaar, mijnneer de voorzitter, dat ik twee vragen heb voor de minister van Binnenlandse Zaken.

 

Ten eerste, mijnheer de minister, bent ook u ervan overtuigd dat het bijzonder zinvol is dat dergelijke bezoeken kunnen worden afgelegd door de jongeren, ter plekke zelf?

 

Ten tweede, bent u bereid middelen ter beschikking te stellen vanuit de FOD Binnenlandse Zaken teneinde toe te laten dat scholieren opnieuw naar die kampen kunnen gaan?

 

06.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik meen dat ik kort kan zijn. Het antwoord op de eerste vraag is uiteraard bevestigend. Ik meen dat wij er alles moeten aan doen opdat mensen, maar vooral jonge mensen, blijvend in herinnering wordt gebracht wat het nazisme aan gruwel heeft veroorzaakt. Zeker concentratiekampen zijn daarvan de meest afschuwelijke uiting.

 

Ik kan verwijzen naar wat wij in de Vlaamse Gemeenschap hebben gedaan inzake de Dossinkazerne, nu een museum dat stilaan vorm krijgt om zich te ontwikkelen tot een Holocaustmuseum in de ware betekenis van het woord. Ik heb daar destijds toe bijgedragen.

 

De zin van dat soort bezoeken lijkt mij vanuit educatief oogpunt zonder meer vast te staan. De vraag is hoe dat het beste wordt georganiseerd. De minister van Defensie deed dat vroeger. Er werden bussen ter beschikking gesteld. U stelt nu de vraag aan mij. Ik meen dat het goed zou zijn – en ik wil mij daar sterk voor maken – dat dit kan worden voortgezet. Maar ik meen dat wij daarvoor een overleg nodig hebben met de Gemeenschappen.

 

Ik neem mij voor – en ik meen dat ik daarmee uw tolk kan zijn – om samen met de collega’s van de federale regering maar ook met de collega’s van de Gemeenschappen die bevoegd zijn voor Onderwijs een overleg op te starten zodat in ons land dergelijke uitstappen en bezoeken verder kunnen worden georganiseerd.

 

Ik meen dat het belangrijk is dat die bezoeken kunnen blijven doorgaan. Ik meen dat ondergeschikt is welk departement het organiseert. Ik heb op mijn begroting daarvoor geen middelen. Mocht het noodzakelijk zijn, ben ik graag bereid daar een bijdrage toe te leveren. Ik zal het overleg eerstdaags opstarten.

 

06.03  Mathias De Clercq (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het verheugt mij bijzonder, want ik meen dat het essentieel is dat de overheid haar taak en verantwoordelijkheid opneemt, teneinde jongeren de kans te geven om daar ter plekke te gaan. Ik ben er namelijk van overtuigd dat geen enkel leerboek kan opwegen tegen de rechtstreekse confrontatie ter plekke.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van mevrouw Freya Van den Bossche aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de mededinging in de vastgoedsector" (nr. P0318)

07 Question de Mme Freya Van den Bossche au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "la concurrence dans le secteur immobilier" (n° P0318)

 

07.01  Freya Van den Bossche (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, deze week heeft het BIV als tuchtrechter een makelaar in immobiliën veroordeeld omdat hij te lage prijzen zou aanrekenen.

 

Mijn vraag gaat niet over dat concrete geval. Daar kunnen u noch ik uitspraken over doen. Wel gaan mijn vragen over de gevolgen die een dergelijke veroordeling kan hebben voor de gehele immobiliënsector.

 

Ten eerste, de redenering wordt gevolgd dat de hantering van een lagere prijs dan de meeste van de collega’s, de waardigheid van het beroep in gevaar zou brengen. De uitspraak van de commissie luidde: “Goedkoper werken dan de meeste van de collega’s, tast de waardigheid van het beroep aan”.

 

Mevrouw de minister, waardigheid wint men niet door duur te zijn. Ik snap niet hoe waardigheid te maken kan hebben met prijszetting.

 

Ten tweede, waar ik nog meer bezorgd over ben, is de concurrentie in een vrije markt. Als een vrije markt naar behoren functioneert, dan functioneert zij ook ten voordele van de consument. Dan zullen mensen die diensten aanbieden, van mekaar verschillen door op een andere manier service te leveren, maar ook de prijsbepaling. De prijs is een belangrijke manier om de concurrentie aan te gaan met anderen.

 

Minimumtarieven mogen niet worden gehanteerd. Zowel Europese als Belgische regels bepalen dat mededinging noodzakelijk is; dat concurrentie in de vrije markt essentieel is, ook voor de consument, en dat minimumtarieven niet mogen worden gehanteerd.

 

Nochtans zegt het BIV dat door te stellen dat een makelaar aan een te goedkoop tarief werkt, er een soort van minimumtarief geldt en dat dus minstens x moet worden aangerekend om het beroep te mogen uitoefenen. Het BIV kan ook de toegang tot het beroep ontzeggen aan iemand die te goedkoop werkt.

 

Dat baart mij zorgen. Ik zou namelijk niet willen dat dit het signaal zou zijn – daarom hoop ik dat u mij duidelijk kunt antwoorden – voor makelaars om allemaal wat duurder te worden, zeker zij die wat goedkoper zouden willen werken. Op die manier zou de markt eigenlijk verstarren door een soort van protectionistische, zelfs corporatistische reflex te introduceren in de immobiliënmarkt, in de mate dat die daar al niet zou bestaan.

 

Mevrouw de minister, daarom heb ik drie vragen.

 

Ten eerste, bent u het met mij eens dat minimumtarieven, ook in de immobiliënmarkt, niet kunnen?

 

Ten tweede, bent u bereid om te laten onderzoeken of er geen sprake is van een soort van prijzenpolitiek, van verdoken minimumtarieven?

 

Ten derde, bent u het met mij eens dat een deontologie, waarin de waardigheid van het beroep vanzelfsprekend een belangrijk aandachtspunt is, nooit een alibi mag zijn om een prijzenpolitiek te voeren? Daar bestaan andere organen voor. Een deontologische commissie mag iemand de toegang tot het beroep niet ontzeggen omdat die goedkoper zou werken dan collega’s.

 

07.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, eerst en vooral het volgende. De uitvoerende kamers en de kamers van beroep worden door een magistraat voorgezeten. Dat zijn dus onafhankelijke organen. De vastgoedmakelaars kunnen tegen een beslissing van de uitvoerende kamers in beroep gaan bij de kamer van beroep. Ze kunnen ook tegen een beslissing van de kamer van beroep in beroep gaan bij het Hof van Cassatie.

 

De plichtenleer heeft voor mij twee grote doelstellingen. Ten eerste, en daarin ga ik akkoord met u, een waarborg te bieden aan de consument en ten tweede, een correcte concurrentie tussen de verschillende vastgoedmakelaars. Artikel 25 van de plichtenleer van het Belgisch Instituut van Vastgoedmakelaars bepaalt: “Het ereloon moet de rendabiliteit, de waardigheid en de onafhankelijke uitoefening van het beroep verzekeren”. Dat is nu de plichtenleer. In de regering hebben wij in het verleden samen aan die plichtenleer gewerkt.

 

Je le répète, les chambres sont totalement indépendantes et il y a séparation des pouvoirs. Il faut trouver le bon équilibre. Vous avez entièrement raison de dire qu'on ne peut pas définir un barème. Les instituts des ordres et les codes de déontologie, encore moins, ne peuvent pas définir un tarif minimum ou maximum. Ce fut le cas pour les architectes et ils ont été pénalisés au niveau européen.

 

Il faut, d'une part, veiller au respect de ce code de déontologie et, d'autre part, être certain qu'il n'y a pas vente à perte. Les agents immobiliers doivent aussi respecter la loi sur les pratiques du commerce. C'est un équilibre qui n'est pas facile à trouver. Madame Van den Bossche, vous avez raison; ce sont bien les deux aspects qui entrent en compte. Cela relève de la protection du consommateur et on ne peut donc pas s'entendre sur des tarifs. S'il y a entente illicite, il faut qu'on puisse la combattre mais cela doit aussi permettre une concurrence correcte entre agents immobiliers. Il faut dès lors interdire, par exemple, l'exercice à perte.

 

07.03  Freya Van den Bossche (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik hoor dat u het met mijn redenering eens bent maar ik weet niet wat daarmee concreet zal gebeuren. Zult u concreet optreden in deze kwestie? Ik heb er geen probleem mee dat er in een plichtenleer staat dat de waardigheid van het beroep dient gewaarborgd te worden. Ik vraag mij wel af of men aan waardigheid wint door duurder te zijn. Ik geloof dat niet. Ik denk dat dit in tegenspraak is met elke andere regel. Als dat niet in tegenspraak is met regels, dan stel ik voor dat we een regel maken waardoor er meer tegenspraak is, want in deze kan de concurrentie enkel ten voordele van de consument spelen. De vrije markt moet absoluut worden beschermd, waar ze – we zien het allemaal – in het voordeel kan spelen van de consument. De minister van Ondernemen heeft er zijn mond van vol in zijn beleidsnota: meer concurrentie is beter zorgen voor de consument. Dit is het moment om te laten zien dat het deze regering op dat vlak menens is. Voor een liberaal moet dat niet zo moeilijk zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Aan de agenda staan thans een hele reeks vragen voor de minister van Klimaat, de heer Magnette, over de bijdrage van Electrabel aan de begroting.

 

07.04  Bart Tommelein (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik zou graag toepassing zien van artikel 125 van het Reglement. Er zijn tien vragen over dit onderwerp en ik vraag dat alle fracties aan bod kunnen komen. Ik stel voor dat collega Schiltz een uiteenzetting houdt namens de Open Vld-fractie.

 

De voorzitter: Ik heb daarmee geen probleem, tenzij iemand dat wel heeft?

 

07.05  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, ofwel wordt er beslist tot een minidebat in de Conferentie van voorzitters ofwel niet. Daarvoor dient de Conferentie van voorzitters. Wij mogen een vraag stellen. Onze vraag is daarop gebaseerd. Anders hadden wij de kans om nog een tweede vraag te stellen, wat wij nu niet mogen. Beslis dan vooraf om dit al of niet te doen.

 

07.06  Bart Tommelein (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat de heer Dedecker het democratisch spreekrecht van elke fractie wil beknotten. Mijnheer Dedecker, er zijn tien vragen over dit onderwerp. Volgens artikel 125 van het Reglement kan dit tot een minidebat leiden, tenzij een fractievoorzitter zich hiertegen verzet. Ik stel vast dat u zich als LDD-fractievoorzitter verzet tegen het feit dat alle fracties aan bod komen over dit onderwerp en dat u artikel 125 niet wilt toepassen. Dat is de vaststelling.

 

07.07  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer Tommelein is blijkbaar doof aan zijn rechteroor. Dat is al een tijdje zo bij Open Vld.

 

Ik heb er niets op tegen om een minidebat te houden en iedereen mag van mij tien keer het woord nemen. Ik wil alleen zeggen dat wanneer wij deze namiddag in een minidebat terechtkomen, wij ons recht op een tweede vraag verliezen. Daarover gaat het.

 

Ik stel vast dat de heer Tommelein LDD zijn democratisch recht op een bijkomende vraag ontzegt. Hij is blijkbaar ook doof aan zijn linkeroor.

 

07.08  Bart Tommelein (Open Vld): Als tien fracties een vraag stellen, kan volgens artikel 125 de facto een minidebat worden georganiseerd.

 

07.09  Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, Open Vld heeft de mogelijkheid om twee vragen in te dienen. Open Vld heeft gekozen om twee vragen in te dienen over de actualiteit. Open Vld heeft niet gekozen om hierover een vraag in te dienen. Nu er grote interesse bestaat vanwege de andere fracties, vraagt Open Vld om de twee vragen te mogen behouden en nog eens deze vraag erbij te krijgen.

 

Ik heb er geen probleem mee als dit nu de regel wordt. Als ik volgende week zie dat er een minidebat wordt gehouden omdat er over een bepaald onderwerp drie vragen worden gesteld waarbij mijn fractie niet is betrokken en er wordt gezegd dat de sp.a-fractie daaraan nog een vraag mag toevoegen, heb ik er geen probleem mee als dit precedent een precedent is dat we volgende week ook kunnen toepassen en waarvan niet alleen een meerderheidsfractie maar ook een oppositiefractie kan gebruikmaken.

 

07.10  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, vous vous souviendrez que j’ai demandé personnellement en Conférence des présidents l'organisation d'un mini-débat afin de trancher cette question-là, ainsi qu’une autre. Vous avez refusé en arguant que si c’était nécessaire, on réunirait une Conférence des présidents et on déciderait sur le coup; bref, on ne pouvait pas décider. C’est une erreur! Je l’ai dit à l’époque mais je n’ai pas été soutenu.

 

Aujourd’hui, je vois que d’autres considèrent que c’était, tout compte fait, bien utile d’organiser un mini-débat autour des propos tenus par le ministre Magnette et du problème survenu au sein du gouvernement. Aujourd’hui, le VLD voulait aussi s’exprimer, ce que je peux comprendre et accepter vu la situation politique dans laquelle on se trouve.

 

J'en profite pour dire qu'à l'avenir, il est clair que ce genre de situation peut se régler en amont, en Conférence des présidents. Là aussi, il faut pouvoir écouter les demandes des groupes de l’opposition, avant même que la majorité se rende compte que c’est aussi utile pour elle!

 

Monsieur le président, sur base de ce qui se passe aujourd’hui en séance plénière, je n’ai pas de problème à accorder le droit d'expression à qui le souhaite. Vous aviez dit l'inverse, en Conférence des présidents: il fallait d’abord convoquer une Conférence des présidents, décider si on organisait un débat d’actualité ou pas. Moi, j'avais anticipé; en effet, si on pose une question dans ce cadre-là sans que ce soit un mini-débat, alors on perd notre droit à une question, en conséquence logique du Règlement actuel. C’est la raison pour laquelle je demande qu’à l’avenir, on puisse appliquer cette question-là en amont, via la Conférence des présidents du mercredi. J’admets que cette semaine, elle s’est réunie le mardi, il était donc plus difficile d'anticiper toutes les "couches" que le ministre Magnette allait encore ajouter à ce dossier!

 

07.11  Bart Tommelein (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik wil mijn collega’s nog eens het Reglement voorlezen. In artikel 125 staat: “Wanneer verscheidene vragen als bedoeld in artikel 124 betrekking hebben op een actueel onderwerp, kan de voorzitter van de Kamer, op advies van de fractievoorzitters,” – ik zie dat er hier fractievoorzitters bezwaar maken – “op advies van de Conferentie van voorzitters of na raadpleging van de plenaire vergadering, die vragen samenvoegen om te worden behandeld tijdens een actualiteitsdebat dat op het vragenuurtje volgt.”

 

Ik stel hier vast dat er drie vragen ingediend worden en dat er dan zes uit de commissie komen. Misschien moeten wij het Reglement inzake vragen die overgezonden worden uit de commissies herzien, want ik stel vast dat een aantal partijen vragen in de commissie indienen, met de bijna algemene zekerheid dat ze dan in de plenaire behandeld zullen worden. Misschien moeten wij daarover dan eens discussiëren, maar ik verwijs nu naar artikel 125. Ik stel vast dat bepaalde fracties in dit halfrond twee minuten spreektijd voor Open Vld, in een debat met negen sprekers van de politieke partijen, weigeren. Als dat democratie is, dan weet ik het niet meer.

 

De voorzitter: Mijnheer Tommelein, u hebt gelijk. U verwijst naar artikel 125. Ik wou alleen eerst aan de heer Nollet zeggen, maar ik kan mij vergissen, dat het – toen wij daarover spraken in de Conferentie – in mijn herinnering ging over een minidebat of een actualiteitsdebat over Congo. Ik heb alleen herinneringen over Congo. Daarover zijn drie vragen gesteld. Het was niet de moeite om daarover een actualiteitsdebat te houden.

 

Het verschil tussen een vraag en een actualiteitsdebat is dat degenen die geen vraag gesteld hebben ook het recht hebben om een bijkomende vraag te stellen. Dat is het enige verschil. Lees artikel 125 en u zult dat ook merken. Collega’s, het is een belangrijk onderwerp. Er is deze week heel veel over te doen geweest. Collega Tommelein had de keuze kunnen maken om een vraag te stellen. Hij heeft dat niet gedaan. Ik zou voorstellen, in een geest van openheid, dat zij kunnen deelnemen aan het debat, misschien als toegift. U kunt dan kiezen: onmiddellijk na de vraagstelling of bij de replieken. Ik zou voorstellen, omdat u geen vraag hebt gesteld, dat u bij de replieken aan bod komt. Kunt u leven met dat salomonsoordeel?

 

U kunt er niet mee leven, mijnheer Dedecker?

 

07.12  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, ik kan er absoluut mee leven. Ik kan met meer dan dat leven, maar daarover gaat het niet. Er is op de Conferentie van voorzitters…

 

07.13  Bart Tommelein (Open Vld): (…)

 

07.14  Jean Marie Dedecker (LDD): Hou eens uw klep, Tommelein.

 

Op de Conferentie van voorzitters werd klaar en duidelijk gezegd, door de heer Nollet, dat wij een minidebat vroegen.

 

De voorzitter: Ik dacht dat het over Congo ging.

 

07.15  Jean Marie Dedecker (LDD): Het ging over twee zaken, namelijk over Congo en over elektriciteit. Het werd niet toegestaan. Vandaag komt een regeringspartij, die al lang iets had moeten doen aan dat Electrabel-probleem, en die geen vraag had ingediend, zich toch mengen in het debat. Ik heb daar niets op tegen, maar ofwel spreken wij iets af in de Conferentie van voorzitters, ofwel niet. Het is elke week hetzelfde. Ik heb mijn vraag niet ingediend voor de heer Magnette. Ik heb mijn vraag ingediend voor de premier. De vraag wordt dan verschoven naar de heer Magnette en dan zijn er nog meer. Het gaat hier over een begrotingsprobleem, mijnheer Leterme. U hebt 250 miljoen te kort. Daarover gaat de zaak in principe vandaag.

 

De voorzitter: Mijnheer Dedecker, doe nu niet alsof wij elke week een groot debat over de kwestie houden. Nog niet langer dan veertien dagen geleden heeft de hele Kamer u zonder enig probleem toegestaan om lid van de fraudecommissie te worden. Er was in dat verband geen enkele verplichting. De leden van de Kamer hebben het u toegestaan, omdat zij vonden dat u perfect recht daarop had.

 

Doe dus nu niet alsof wij u systematisch afremmen. Dat is niet het geval. (Applaus.)

 

De Vld-fractie neemt het woord in de repliek.

 

07.16  Bart Tommelein (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik ga akkoord om enkel in de repliek te spreken. Dat zal door mijn collega Schiltz worden gedaan.

 

Ik garandeer u dat, indien de heer Dedecker of de heer Vanvelthoven volgende week of de daaropvolgende maand zich in dezelfde situatie bevinden, ik zonder enig probleem zal toestaan dat zij hier spreekrecht hebben.

 

De voorzitter: Misschien kunnen wij dan nu tot de grond van de zaak overgaan. Dat lijkt mij het meest interessante.

 

Actualiteitsdebat

Débat d'actualité

 

08 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Tinne Van der Straeten aan de minister van Klimaat en Energie over "de bijdrage van Electrabel aan de begroting" (nr. P0321)

- de heer Christian Brotcorne aan de minister van Klimaat en Energie over "de bijdrage van Electrabel aan de begroting" (nr. P0322)

- de heer Bart Laeremans aan de minister van Klimaat en Energie over "de bijdrage van Electrabel aan de begroting" (nr. P0323)

- de heer Philippe Henry aan de minister van Klimaat en Energie over "de bijdrage van Electrabel aan de begroting" (nr. P0324)

- mevrouw Katrien Partyka aan de minister van Klimaat en Energie over "de bijdrage van Electrabel aan de begroting" (nr. P0325)

- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Klimaat en Energie over "de bijdrage van Electrabel aan de begroting" (nr. P0326)

- de heer Bruno Tobback aan de minister van Klimaat en Energie over "de bijdrage van Electrabel aan de begroting" (nr. P0327)

- de heer Jean Marie Dedecker aan de minister van Klimaat en Energie over "de bijdrage van Electrabel aan de begroting" (nr. P0328)

- de heer Pierre-Yves Jeholet aan de minister van Klimaat en Energie over "de bijdrage van Electrabel aan de begroting" (nr. P0329)

08 Questions jointes de

- Mme Tinne Van der Straeten au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la contribution d'Electrabel au budget" (n° P0321)

- M. Christian Brotcorne au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la contribution d'Electrabel au budget" (n° P0322)

- M. Bart Laeremans au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la contribution d'Electrabel au budget" (n° P0323)

- M. Philippe Henry au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la contribution d'Electrabel au budget" (n° P0324)

- Mme Katrien Partyka au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la contribution d'Electrabel au budget" (n° P0325)

- Mme Karine Lalieux au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la contribution d'Electrabel au budget" (n° P0326)

- M. Bruno Tobback au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la contribution d'Electrabel au budget" (n° P0327)

- M. Jean Marie Dedecker au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la contribution d'Electrabel au budget" (n° P0328)

- M. Pierre-Yves Jeholet au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la contribution d'Electrabel au budget" (n° P0329)

 

08.01  Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, beste collega’s, al tientallen jaren krijgt ons energiebeleid vorm aan tafel, ’s middags of ’s avonds, in achterkamertjes, ongetwijfeld met goede wijn. Als er dan informatie naar buiten komt, blijkt het altijd te gaan over deals, akkoorden waarmee vooral Electrabel, vandaag Suez, goed wegkomt. Dan blijkt dat zij helemaal niet de wilde weldoeners zijn die vlotjes geld uitdelen. Integendeel, dan blijkt dat zij het belang van de consument helemaal niet op nummer één hebben staan, laat staan het belang van het milieu.

 

Mijnheer de minister, wie is thans in ons land verantwoordelijk voor het energiebeleid? Bent u dat, als energieminister, of is dat Electrabel? Als u verantwoordelijk bent voor het beleid is het dan niet hoog tijd dat wij werk beginnen te maken van een transparante, wettelijke regeling om economisch onterechte winsten af te romen? Ik denk dat het Parlement, net als de CREG, objectieve bondgenoten van u zijn in deze materie. Is het dan geen tijd dat wij als bondgenoten de rangen sluiten, de eettafels en de achterkamertjes verlaten en werk maken van een duidelijk en transparant beleid?

 

08.02  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, ma question date de mardi matin quand j'ai lu et été interpellé par les deux communiqués de presse, le vôtre et celui d'Electrabel. L'un disait qu'il y avait un accord ferme sur 250 millions d'euros à titre de contribution au budget de l'État, sans contrepartie. La lecture du communiqué d'Electrabel nous apprenait qu'il s'agissait d'un élément éventuel parmi d'autres qui devaient encore être négociés selon des modalités à déterminer.

 

Depuis, la saga a continué. Si on veut connaître avec précision la suite des événements, il suffit de lire la presse de mercredi et encore celle d'aujourd'hui.

 

Mon but n'est pas de polémiquer et de savoir qui, dans ce bras de fer, a raison ou tort. Ma question est très simple. C'est une question à 250 millions d'euros. Y a-t-il oui ou non un accord aujourd'hui d'Electrabel pour verser au budget de l'État 2008 la somme de 250 millions d'euros sans contrepartie, comme vous l'avez affirmé?

 

Cet accord est-il concrétisé d'une manière particulière, le cas échéant par un écrit?

 

Subsidiairement comment a-t-on calculé ce montant de 250 millions? Est-il bien lié au fonds des centrales nucléaires?

 

Par ailleurs, s'agit-il comme vous l'avez dit d'une intervention qui sera récurrente, c'est-à-dire qui se répétera au fil des années au bénéfice du budget de l'État ou, au contraire, comme le laissait à nouveau entendre Electrabel, n'était-ce qu'un accord qui restait à finaliser pour 2008 exclusivement?

 

Enfin, si réellement il y a un accord, à quoi ce fonds sera-t-il affecté? Participera-t-il aux dépenses globales de l'État dans le cadre de l'unicité du budget ou sera-t-il affecté à des politiques particulières en matière d'énergie?

 

08.03  Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik heb deze vraag eveneens aan de eerste minister gesteld, omdat deze regering eigenlijk in de problemen zit. We zitten hier vandaag met een minister die zijn geloofwaardigheid heeft verspeeld. Mijnheer de voorzitter, wij zijn in onze commissie belazerd door deze minister, die vlakaf komt zeggen dat er een akkoord is met de producenten van kernenergie, terwijl dat akkoord er helemaal niet blijkt te zijn. De minister zegt ook dat er een jaarlijkse bijdrage zal zijn, terwijl daarover niet eens blijkt gesproken te zijn. Ten slotte zegt de minister ook dat er geen enkele tegenprestatie is, dat het een soort liefdadigheidsoperatie is van de betrokken sector, terwijl dat natuurlijk niet het geval is. Heel de regering heeft ondertussen bevestigd dat er wel degelijk allerlei andere akkoorden mee in verband staan.

 

De minister heeft het Parlement dus eigenlijk wat op de mouw gespeld. Ik vind dat bijzonder ernstig. Deze minister heeft natuurlijk geen parlementaire traditie. Hij is recht van de universiteit in de regering terechtgekomen, maar toch kan dit niet. Het is onaanvaardbaar dat u het Parlement zomaar wat wijsmaakt, mijnheer de minister.

 

Bovendien was uw reactie nadien ook heel straf. Electrabel had net gezegd dat er helemaal geen akkoord was, waarop u bijzonder furieus reageerde. U blies eigenlijk alle bruggen op en zei dat u de belasting zomaar zou opleggen, terwijl u zeer goed weet dat zo’n opgelegde belasting uiteindelijk ongedaan kan worden gemaakt door het Grondwettelijk Hof en tegelijkertijd ook veel meer kans maakt om doorgerekend te worden aan de consument, met alle gevolgen van dien qua prijsstijgingen, waarvoor u verantwoordelijk bent. Natuurlijk bent u nadien teruggefloten door de regering, want u had helemaal het mandaat niet om ineens zomaar iets te verklaren. Integendeel, u had een mandaat om te onderhandelen, maar u kunt blijkbaar niet onderhandelen.

 

Mijnheer de minister, wat is nu eigenlijk uw positie? U hebt zich echt in nesten gewerkt. U hebt uzelf onmogelijk gemaakt als onderhandelaar, u hebt zich ongeloofwaardig gemaakt ten opzichte van het Parlement en u bent teruggefloten in de regering. Acht u zich nog wel in staat om te functioneren als minister van Energie in deze regering of zult u uw mandaat inzake Energie teruggeven?

 

Als u zich in staat acht om te functioneren, hoe zult u dan uzelf en – vooral – dit dossier uit het moeras trekken?

 

08.04  Philippe Henry (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, j'ai été atterré par la succession des événements cette semaine entourant la négociation avec Electrabel. On a l'impression que cette négociation a été menée à la hussarde, avec de grandes déclarations et des annonces qui se succèdent et qui se contredisent.

 

Je voudrais rappeler de quoi il s'agit. Il est question ici d'un montant de 250 millions d'euros, et ce montant n'est rien par rapport aux enjeux en termes d'ouverture du marché, par rapport aux milliards de bénéfices accumulés par les centrales et les milliards encore à venir, par rapport aux fusions, aux tarifs de distribution du gaz, etc. Bref, 250 millions, c'est un montant à la fois très conséquent, mais aussi très faible au regard des enjeux.

 

On a le sentiment que vous n'avez pas pris ces négociations au sérieux, et que vous n'avez pris aucune responsabilité en la matière. Vous avez même dit en commission que, finalement, on pouvait comparer cette négociation avec celle du commerce de bétail, qu'il suffisait de se taper dans la main, sans que cela nécessite un écrit. Monsieur le ministre, je ne pense pas que vous procèderiez de la sorte pour signer les contrats d'emploi de vos collaborateurs, qui engagent pourtant des montants bien moins importants.

 

Cette situation me semble vraiment stupéfiante. Les enjeux sont pourtant considérables en termes de régulation du marché, d'accès au marché, de prix de l'énergie pour les ménages.

 

Monsieur le ministre, confirmez-vous que, comme le dit Electrabel, un accord avait bien été pris?

 

Pouvez-vous nous garantir qu'en cas de prélèvement de cet argent, il pourra être utilisé par l'État sans que cela n'entraîne de répercussions sur les factures des ménages?

 

Que devient le montant de 1,2 milliard que vous aviez annoncé, somme prélevée auprès des entreprises par Electrabel?

 

08.05  Katrien Partyka (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de regering besliste een bijdrage van 250 miljoen euro te vragen. Op zich vindt iedereen dat een goede zaak. Ik hoor immers niemand het tegengestelde beweren.

 

Maandag was er een principieel akkoord, wat Electrabel ook bevestigde. Er moesten wel nog details worden besproken. Dinsdag sloot u de commissie af door mee te geven dat er effectief een akkoord was, wat daarna werd ontkend. Naar de reden hebben wij het raden.

 

Wat onze fractie vooral interesseert, is dat de bijdrage er komt en dat ze niet aan de consument wordt doorgerekend. Daarom is de enige vraag die wij hebben, de volgende.

 

Wat is op dit moment de stand van zaken in de onderhandelingen over de bijdrage van de energieproducenten?

 

08.06  Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je ne voudrais pas que les polémiques politiciennes, la valse des communiqués, les bons mots stériles fassent oublier l'essentiel, le consommateur. Pour nous, cette contribution n'est pas un don d'Electrabel, n'est pas un deal du ministre ou du gouvernement avec Electrabel mais une dette de ce dernier envers chaque contribuable belge. Il nous semble essentiel de le rappeler.

 

Il y a eu un monopole d'Electrabel dans notre pays, il y a eu un amortissement rapide des centrales. Cet amortissement a apporté à Electrabel et aujourd'hui à Suez des bénéfices considérables mais malheureusement, cela n'a pas réduit le prix de l'énergie pour le consommateur belge. Voilà l'essentiel du débat.

 

En octobre 2007, le groupe socialiste déposait déjà une proposition de loi avec le sp.a; nous étions les premiers et les seuls à avoir déposé une telle proposition de loi qui prévoyait une contribution sur les centrales amorties et le fait qu'elle soit récurrente. Nous aurions préféré passer par une loi pour obtenir cette contribution d'Electrabel, ce qui nous éviterait de subir les manœuvres du groupe Suez que nous pouvons observer aujourd'hui.

 

Monsieur le ministre, sachant que le premier ministre vous a réitéré sa confiance hier – et il est présent dans cet hémicycle, sûrement pour vous soutenir –, comment envisager la suite des négociations avec les dirigeants d'Electrabel-Suez qui ont mangé leur parole, d'après ce qu'on a lu dans la presse? Pouvez-vous encore nous assurer que l'obtention de ces 250 millions ne sera pas conditionnée par une orientation favorable pour d'autres dossiers comme Distrigaz & Co., comme les tarifs de transit, comme Fluxys International?

 

À la lumière de la notification du gouvernement et de votre détermination dans le dossier et de celle de chaque membre de ce gouvernement, je sais que ces 250 millions finiront par être versés au budget. Je voudrais être certaine qu'il n'y ait pas de répercussion sur le client final, c'est-à-dire chaque consommateur. Vous avez déjà renforcé les pouvoirs de la CREG mais vous aviez dit aussi que le cas échéant, vous bloqueriez les prix. Là aussi, le client ne doit pas payer cette contribution.

 

08.07  Bruno Tobback (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de minister, ik kan ergens begrijpen dat u kwaad was. Niemand kan zeggen dat u het verstandig gespeeld hebt, maar dat is een andere discussie. Ik kan begrijpen dat u kwaad was. Nog maar net heeft de regering op vrijdag beslist om een cadeau van ettelijke honderden miljoenen te geven aan Suez dankzij de schorsing van de beslissing van de CREG over de Distrigastarieven, of hetzelfde Suez zegt twee dagen later met een stalen gezicht: de toegezegde 250 miljoen krijgt u ook niet. We zitten dan al 750 miljoen! Een mens zou voor minder kwaad worden.

 

Het is misschien toch niet slecht er nog eens aan te herinneren vanwaar die 250 miljoen komen. De 250 miljoen is een heffing, een taks, of zou dat toch moeten zijn, op de winsten die Electrabel int in België dankzij zijn monopoliepositie. Zelfs de meest voorzichtige berekening van de supplementaire monopoliewinsten in België levert jaarlijks 2,2 miljard op aan Electrabel van Belgische consumenten, zowel particulieren als bedrijven. Met andere woorden, een eerste opmerking: die 250 miljoen zijn peanuts. Dat is een belastingvoet op die monopoliewinst van welgeteld 10%. Als u al gewoon het tarief dat u en ik aan belastingen betalen op onze inkomsten, laat staan op onze winst, zou toepassen op Electrabel, dan moest er minstens 750 miljoen in de begroting staan. Dat is punt 1.

 

Ten tweede, ik stel vast dat, wanneer u in discussie komt met Suez, u binnen de kortste keren wordt afgevallen door de rest van uw regeringspartners. De heer Reynders kan niet snel genoeg zeggen dat u onhandig bent geweest en de heer Leterme kan niet snel genoeg zeggen dat er nog heel lang over onderhandeld moet worden. Ik wil zowel u als de twee anderen – ik had de vraag ook graag aan de eerste minister gesteld – er toch even op wijzen dat die 250 miljoen in uw begroting staan, dames en heren van de meerderheid, en dat ze dus wel degelijk zullen moeten geïnd worden. Wanneer ik vandaag zie hoe deze regering in verspreide slagorde optreedt tegen die energiegigant, die jaarlijks miljarden euro’s uit België, geld van Belgische consumenten, weghaalt in de eerste plaats naar Frankrijk, dan vraag ik mij heel erg af of deze regering, als ze al ooit slagkracht gehad heeft, nog de slagkracht heeft om in dezen op te treden tegen Suez en ooit te garanderen dat die peanuts van 250 miljoen er zullen komen.

 

Ik wil dus graag van u, mijnheer de minister, bij gebrek aan bereidheid van de eerste minister om te antwoorden, daar de bevestiging van hebben.

 

08.08  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik had deze vraag graag aan de premier gesteld om de eenvoudige reden dat wij nu al drie maand voorgelogen worden. Van bij de regeringsverklaring en de begroting werd constant gezegd dat men 250 miljoen had van de elektriciteitsboeren. Ik wil deze vraag in feite niet graag aan u stellen want in principe bent u maar de Guust Flater van dienst die naar de veemarkt trekt zonder boekje en pen in de hand. Ik ga u iets leren: veeboeren hebben een woord, mijnheer Magnette, maar elektriciteitsboeren niet. Dat moet u echt eens leren. Als u een contract afsluit, neem dan in de toekomst een balpen en een blad papier mee. Ik kan u dat klaar en duidelijk zeggen, zeker omdat u moet weten dat het met de elektriciteitsboeren kwaad kersen eten is.

 

Ik ga gewoon drie concrete vragen stellen. Ik ga vragen waarom u al drie maand aan een stuk – want ik heb de haan van Electrabel nu al drie keer horen kraaien in de laatste drie maand – toestaat dat de prijs van Distrigas en Co kunstmatig omhoog gedrukt wordt met 750 miljoen euro. Ik kan heel goed begrijpen dat dit tot meerdere eer en glorie van de burgemeesters is. Wie betaalt dit evenwel terug? Dat wordt betaald door de kleine man. U staat wel op straat om te zeggen dat we de koopkracht gaan verbeteren. Dat zegt u aan de linkerkant en aan de rechterkant haalt u hun beurs leeg.

 

Punt twee. Ik had ook dit liever aan de premier gevraagd want het gaat ook over de minister van de Vlaamse regering, toevallig mevrouw Crevits van zijn eigen partij. Waarom staat u Electrabel toe dat ze de gratis emissierechten die ze cadeau krijgt, verkoopt op de Londense beurs en ze dan nog doorrekent aan de ondernemingen ten bedrage van 1,217 miljard euro? Ik herhaal het, het ging om 1,217 miljard euro.

 

Ten derde, waarom fluit men de CREG terug als zij zegt de tarieven voor de gastoevoer met 75% te willen verlagen? Dezelfde partij, Open Vld, dient hier met veel gestes een wetsvoorstel in omdat de CREG meer macht moet krijgen. Als ze die macht echter gekregen heeft, gaat u haar terugfluiten met Open Vld op kop.

 

Ik zou graag een antwoord krijgen op die drie vragen. De 250 miljoen die u vraagt is immers een aalmoes. Vandaag kon u nog een prachtig artikel lezen van iemand die elektriciteitsboer geweest is. Hij zegt dat de meeropbrengst van de kerncentrales 30 miljard euro bedraagt. Het gaat om 30 miljard euro en u slaagt er nog niet in om een klein kalfje te kopen, laat staan om als veeboer naar de markt te gaan en met de koe thuis te komen. Mijnheer de minister, antwoord alstublieft eens op mijn drie vragen.

 

08.09  Pierre-Yves Jeholet (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, je ne polémiquerai pas. Vous avez été mandaté par le gouvernement pour négocier avec Electrabel, mais l'actualité de la semaine ne fait pas très sérieux. Cette situation discrédite toutes celles et tous ceux qui, dans ce pays, tentent de mener une politique énergétique responsable, y compris dans l'intérêt des citoyens dont nous savons combien ils souffrent du coût de l'énergie et de la baisse de leur pouvoir d'achat.

 

Des questions se posent donc quant à cet accord éventuel, ou plutôt à ces négociations toujours en cours. Elles concernent la récurrence, les modalités de l'accord, tant pour Electrabel que pour le gouvernement, notamment l'affectation du montant de 250 millions d'euros. Ce qui m'a surpris surtout, ce sont les déclarations remettant en cause la "Pax Electrica II" du gouvernement précédent dont votre formation politique faisait partie. En effet, en termes de responsabilité politique, je suis inquiet: qu'en est-il de cette remise en cause de ces accords? À mes yeux, c'est un sujet important.

 

Ce sont autant de questions autour de ces négociations en cours avec Electrabel. Pour l'image, cette situation n'est pas très sérieuse.

 

En outre, un élément m'a quelque peu heurté, monsieur le ministre. Je viens d'une commune rurale dans laquelle, chaque samedi matin, se tient un marché aux bestiaux. Comparer les négociateurs d'Electrabel à des marchands de bestiaux n'est pas très élogieux à l'égard ni des agriculteurs ni des marchands de bestiaux. La différence, monsieur le ministre, c'est que pour négocier, les marchands de bestiaux se tapent dans la main aussi longtemps qu'ils ne sont pas arrivés à un accord; cela dure quelques secondes à peine. Après ce court laps de temps, le marché est conclu: la vache est vendue.

 

Ma question est de savoir s'il existe réellement un accord formel avec Electrabel.

 

08.10  Paul Magnette, ministre: Monsieur le président, mesdames et messieurs les députés, c'est une question importante et difficile. Je vais essayer de répondre à l'ensemble de vos questions de manière précise et sans polémique, en vous rappelant d'abord les faits, qui sont relativement simples.

 

Lors de l'élaboration du budget 2008, je me suis vu confier le difficile mandat d'obtenir du secteur une contribution de 250 millions pour ce budget et de l'obtenir selon une méthode qui était très clairement définie dans la notification budgétaire, à savoir la concertation encadrée, organisée dans une bonne tradition belge. La concertation était organisée car le gouvernement a fixé un calendrier et une échéance qui est celle du contrôle budgétaire. De plus, la notification budgétaire a fixé un certain nombre de principes que je rappelle brièvement:

- maintenir à niveau la capacité de production;

- attirer de nouveaux investissements;

- garantir la sécurité de l'approvisionnement en gaz et en électricité à des prix abordables;

- sauvegarder la disponibilité et l'ampleur des provisions nucléaires;

- renforcer la position publique belge dans la gestion des réseaux de transport;

- réaliser les objectifs en matière de CO2 et d'énergie renouvelable.

 

Bref, les principes de la politique énergétique belge étaient réénoncés dans cette notification budgétaire et me servent de balises.

 

Enfin, cette notification rappelait – et cela a toute son importance – qu'au cas où la concertation n'aboutit pas au résultat voulu pour le contrôle budgétaire 2008, le gouvernement prendra les décisions nécessaires pour s'assurer de ces revenus en provenance du secteur. C'est dans le plus parfait respect de cette notification budgétaire que j'ai négocié depuis le premier jour, en ayant à l'esprit l'ensemble des dispositions de cette logique de concertation que je viens de vous rappeler.

 

J'ai eu de très nombreuses réunions avec le secteur et j'ai fini, à un moment donné, par formaliser un accord, qui est un accord oral. C'est vrai, c'est un accord oral et je m'en suis expliqué très franchement en commission dès le mardi midi. C'est un accord oral parce que c'est ce qui se pratique dans le secteur. L'expression "marchands de bestiaux" n'est pas de moi. Elle a circulé indirectement mais elle n'est pas de moi. Je vous renvoie au compte rendu intégral de la commission. Je n'ai pas parlé non plus de "taper dans la main". J'ai simplement dit que c'était un accord oral, comme cela se pratique dans d'autres secteurs, comme, par exemple, le secteur de la viande. Il n'était pas dans mon intention de créer une polémique autour de cela et je n'ai pas utilisé d'expression aussi brutale.

 

Tout cela pour dire qu'effectivement, il s'agit d'un accord oral. Or, comment fait-on pour valider un accord oral? On valide un accord oral en prenant à témoin de cet accord le témoin le plus fort que l'on puisse prendre, c'est-à-dire l'opinion publique.

 

C'est pour cela qu'après avoir informé à de nombreuses reprises les membres du gouvernement, après avoir informé le lundi matin les membres du gouvernement qu'un tel accord avait été atteint, j'ai envoyé un communiqué de presse extrêmement court et sobre expliquant qu'un accord avait été atteint. Quelques heures plus tard, Electrabel a envoyé un communiqué de presse qui confirmait cet accord, à nouveau confirmé par un Belga une heure ou deux plus tard.

 

Nous avions donc un accord lundi soir. Mardi, à 16.00 heures, j'apprends par un autre communiqué de presse qu'il n'y a plus d'accord. Il est vrai que j'ai été surpris, et, pour tout dire, un peu troublé. J'ai réagi, à nouveau par voie de communiqué de presse, après en avoir informé le premier ministre parce qu'il fallait rappeler l'esprit de la notification budgétaire et l'esprit de la concertation encadrée, mandat qui m'avait été donné par le gouvernement.

 

J'ai donc rappelé à ce moment-là que, si Electrabel maintenait ses positions, la concertation était terminée et qu'il faudrait prendre des mesures contraignantes. C'est le rôle de l'autorité publique de rappeler dans quel cadre procédural on fonctionne. C'est dans cet esprit que j'ai négocié; je n'ai pas fermé la porte à la négociation puisque j'ai dit que si cette position était maintenue, elle rendrait la concertation impossible car cette dernière nécessite un minimum de confiance mutuelle. Mais si Electrabel et le groupe Suez reviennent frapper à la porte en demandant de renégocier, toujours selon les termes de la notification budgétaire, je reprendrai bien entendu les négociations et elles pourront durer jusqu'au moment du contrôle budgétaire.

 

Je comprends qu'on puisse faire des liens entre ce dossier et d'autres dossiers, notamment dans l'opposition. Il y a beaucoup de dossiers pour le moment, le monde énergétique belge bouge beaucoup. Ces dossiers sont complexes, ils sont souvent entremêlés sans être tout à fait liés les uns aux autres et je comprends qu'on ait la tentation de faire un certain nombre de liens.

 

Pour ma part, je peux vous expliquer le rôle exact joué par le gouvernement fédéral dans chacun de ces dossiers et la rationalité des décisions ou des orientations qu'il a prises dans chacun d'entre eux. Il n'y a aucune contrepartie nucléaire, bien entendu. Il faut être un peu logique! Vous pensez bien que s'il y avait une contrepartie nucléaire, l'accord n'aurait jamais été dénoncé car la prolongation des centrales pour 250 millions constitue une sacrée aubaine! Et contrairement à ce que dit le communiqué de presse des Verts, il n'y a rien dans la notification budgétaire qui établisse un lien entre l'énergie nucléaire et cette contribution de 250 millions. Mais on l'écrit dans un communiqué de presse, on pense que les journalistes n'auront pas le temps de vérifier. Un petit mensonge en passant, c'est toujours efficace!

 

Madame Gerkens, ce n’est pas vous qui avez demandé en commission, contrairement à ce que dit votre communiqué de presse, que j’exhibe l’accord écrit – deuxième petit mensonge en passant – c’est un autre membre de cette commission, auquel je pense que vous ne souhaiteriez pas être associée. Mais passons sur ces petits trucs et ficelles de l’opposition.

 

Finalement, existe-t-il un lien avec le dossier des droits d’émission de CO2? Non, aucun. Dès que j’ai eu connaissance du rapport de la CREG, j’ai convoqué les producteurs et les gros consommateurs d’électricité. Ils sont convenus ensemble de poursuivre ce débat, d’une part, au sein du conseil général de la CREG, qui est le lieu normal pour avoir ce débat, et, d’autre part, sous l’égide de mon cabinet, dans une concertation qui doit aboutir à trouver une solution entre les deux parties.

 

Existe-t-il des mesures fiscales et réglementaires? Ce ne serait pas très logique: il n'y aura pas de mesures fiscales si, par ailleurs, on essaye d’apporter une contribution au budget. On ne peut pas à la fois creuser un trou et le combler.

 

Existe-t-il un laxisme réglementaire? Je crois avoir démontré le contraire. On a renforcé la CREG vu que ça n’avait jamais été fait, on lui a donné un pouvoir de régulation beaucoup plus fort. Il n’y a donc, là non plus, aucune tentative dans ce sens.

 

J'en viens aux autres dossiers délicats dont on parle pour le moment. Je vais vous parler sans aucun problème de l’ensemble des dossiers, et en parler clairement car il faut éviter cette impression que des choses se passent dessous la table et derrière des portes closes. Dans tous les dossiers, le gouvernement prend ses responsabilités et poursuit des objectifs, toujours les mêmes, à savoir assurer la sécurité et l’approvisionnement, garantir des prix abordables, accélérer la transition vers l’énergie durable, etc. On s’en est expliqué déjà longuement.

 

Que dire de la suspension de la décision de la CREG? D’abord, ce n’est pas une annulation, contrairement à ce qui a souvent été dit en débat, c’est une suspension. Le gouvernement a suspendu cette décision. Ce ne fut pas de gaieté de cœur. On se posait des questions quant à la cohérence juridique de cette décision tarifaire avec d’autres décisions tarifaires qui doivent être prises. On se posait des questions quant au signal que ça pouvait donner aux marchés internationaux si, d’un jour à l’autre, on réduit les tarifs de transit de 75%. On se posait des questions sur les fondements économiques de cette décision. Nous avons accompagné cette suspension de la décision de la CREG d’une demande d’explication à la CREG. J’ai toute confiance en notre régulateur et j’ai le plus grand respect pour son impartialité, dans laquelle je n’ai jamais essayé d’interférer. Je suis convaincu que la GREG pourra nous apporter tous les éclaircissements et tous les apaisements à ce propos.

 

En ce qui concerne la vente de Distrigaz, il s'agit d'une opération de marché, entre Suez et sans doute ENI – si on en croit les dernières informations.

 

Que fait le gouvernement dans ce cas? Il rencontre les parties. Il les interroge sur leurs intentions et il veille simplement à ce qui est stratégique pour l'État, c'est-à-dire à ce que la garantie d'approvisionnement des autres producteurs d'électricité pour assurer un vrai marché concurrentiel soit respectée. C'est ce que j'ai fait.

 

Le gouvernement a par ailleurs été clair à propos de Fluxys. C'est dans l'accord de gouvernement. Nous pensons qu'il faut assurer une autonomie des gestionnaires de réseau et que Suez doit descendre en dessous de 25%. C'est écrit noir sur blanc dans la déclaration et c'est dans ce sens que nous irons.

 

En ce qui concerne Fluxys International, il s'agit d'un dossier qui est en négociation entre Publigaz et Suez, à la demande de ce dernier. Bien évidemment, le gouvernement se tient informé de l'état des négociations. Si les deux parties décidaient d'un commun accord de créer cette filiale de Fluxys, nous veillerions à ce que les intérêts stratégiques de la Belgique y soient respectés, notamment en insérant dans Fluxys International une "golden share" et un commissaire du gouvernement, afin d'assurer un contrôle public.

 

Telles étaient, mesdames et messieurs, les réponses aussi précises que possibles que je pouvais vous fournir en essayant d'éviter toute polémique.

 

Je rappelle que j'ai un mandat. Ce mandat est clair, animé par des principes. Un calendrier est établi. Mon mandat est par ailleurs suspendu à une clause d'intervention, de prise de décisions nécessaires par le gouvernement au moment du contrôle budgétaire si la concertation ne devait pas aboutir.

 

De voorzitter: De tijd voor de repliek bedraagt één minuut.

 

08.11  Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, het is altijd fascinerend om vast te stellen dat u het ene moment zegt niet te polemiseren, maar dan vervolgens wel iedereen door het slijk haalt en ervan beschuldigt halve waarheden, onjuistheden of leugens te vertellen. Die twee gaan volgens mij niet echt samen.

 

In de diverse vragen die werden gesteld, zowel van meerderheid als van oppositie, stel ik wel vast dat iedereen vragen stelt bij de procedure en bij uw manier van handelen. Ook leden van de meerderheid!

 

Het is misschien eens tijd om de passage uit de regeerverklaring uit te werken en het Parlement te betrekken bij de werkzaamheden. Hier in het Parlement kunnen wij, als wettenmakers, een wet maken over een transparante regeling om de onterechte winsten af te romen en in eigen land te houden om te investeren in decentrale energieproductie en om werk te maken van een sociaal energiebeleid.

 

Mijnheer de eerste minister, vorige week hebt u aan mijn collega, mevrouw Almaci, en aan de voltallige groene fractie gevraagd of wij een weddenschap zouden aangaan dat u de 250 miljoen zou binnenhalen. Welnu, minister Magnette heeft ze niet. Wat wij gewonnen hebben, mogen wij dus, denk ik, ontvangen op onze fractie.

 

08.12  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le ministre, vos explications ne me posent pas de problème. Vous êtes d'ailleurs toujours assez convaincant.

 

Il est seulement dommage, monsieur le ministre, que vous ayez cru qu'il existait une nouvelle manière de fonder les contrats en parlant d'un accord oral qui était encore à valider par l'opinion publique. C'est à ce niveau que se situe la faiblesse du raisonnement.

 

Je dois donc conclure implicitement qu'il n'y a toujours pas d'accord aujourd'hui, que la question se négocie "dans un grand tout", que, pour une fois, le monde politique a voulu trouver un accord sur un point particulier en l'isolant du reste et que ses partenaires lui ont rappelé que, tant qu'il n'y avait pas d'accord sur tout, il n'y avait d'accord sur rien.

 

08.13  Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, zoals ik al zei, speldt de minister het Parlement allerlei zaken op de mouw. Hij deed dat hier daarnet opnieuw. Hij beweert dat de uitdrukking van de veemarkten niet van hem komt.

 

Ik citeer de minister op het einde van zijn antwoord in de commissie. Ik zal het in het Frans citeren. Het is geen vertaling. Mijnheer de minister, het is wat u hebt verklaard.

 

“Mais le secteur de l’énergie est comme le marché de la viande: on transige oralement. Ce sont des accords verbaux. Par la suite, il faut s’en tenir à la bonne foi des deux parties."

 

U hebt dus de vergelijking met de veemarkt gemaakt.

 

08.14  Paul Magnette, ministre: (…)

 

08.15  Bart Laeremans (Vlaams Belang): U hebt in elk geval de vergelijking gemaakt.

 

Ten tweede, u herhaalt dat er geen band met andere dossiers is. De maandag na de onderhandelingen beweert u een persbericht te hebben verstuurd. Ik heb echter heel andere informatie. Ik lees in de pers dat uw persbericht van vrijdag dateert. In bedoeld persbericht hebt u per ongeluk de bewuste datum laten staan.

 

Wat is er vrijdag gebeurd? Vrijdag heeft de huidige regering een akkoord inzake Fluxys gesloten, dat voor Electrabel heel lucratief was. Daarna hebt u als “pendant” of als reactie op voornoemd akkoord een persbericht klaargemaakt, dat u echter pas maandag rondstuurde.

 

Er is dus wel degelijk een band tussen het ene en het andere dossier.

 

Mijnheer de minister, uw persoon is vooral het probleem in heel het dossier. U staat immers een ernstig akkoord in de weg, omdat u, tegen het regeerakkoord in, obstinaat elke herziening van de uitstap uit de kernenergie weigert.

 

Precies daar zit de clou. Mijnheer de minister, uitgerekend in de tijd dat de CO2-uitstoot moet worden bestreden, dat de prijsstijgingen enorm zijn en er overal in Europa kerncentrales bijkomen, blijft u maar voorthollen op het pad van de groene utopisten. Daar ligt het probleem.

 

De regering zou van de elektriciteitssector een veel groter bedrag kunnen bekomen, als u de uitstap uit de kernenergie zou willen herzien. Als u dat debat zou heropenen, zou u kunnen zorgen voor zowel zekerheid voor de bedrijven als voor een betaalbare prijs – ook op termijn – voor de consumenten. U doet echter het tegenovergestelde, waardoor u verantwoordelijk bent voor onbetaalbare elektriciteitsprijzen in de komende jaren.

 

08.16  Philippe Henry (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le ministre, évidemment que tout est lié, évidemment qu'en cas de négociations sur des enjeux aussi considérables dont l'impact se prolongera pendant des décennies sur la politique énergétique de notre pays, évidemment que la manière dont se passent les négociations concernent divers sujets simultanément et qu'il est impossible d'isoler ces dossiers, comme vous essayez de nous le faire croire.

 

Deuxièmement, les 250 millions seront-ils versés à un moment donné? Mme Lalieux nous dit que oui, et je pense que ce sera effectivement le cas. Mais le problème ne sera pas celui-là. Par rapport aux montants en jeu, par rapport aux milliards de bénéfices déjà engrangés et encore à venir, les 250 millions ne représentent pas grand-chose.

 

Le vrai problème est de savoir dans quel cadre cette négociation sera menée et dans quelle situation se trouve le gouvernement aujourd'hui. Vous-même, ministre de l'Énergie, de quelle capacité de négociation disposerez-vous? Finalement, en échange de quelle contrepartie, ce versement sera-t-il perçu?

 

Vous avez parlé de divers éléments au cours de la semaine. Tous les médias ont pu nous renseigner et, ce matin, "La Libre Belgique", comme d'autres, nous reconstituait un compte rendu des événements, indiquant comment ils se sont enchaînés puis accélérés.

 

Monsieur le ministre, le communiqué d'Electrabel-Suez de ce lundi 26, avant vos déclarations démonstratives de mardi insistant sur un accord déjà conclu, stipule clairement – je cite la partie qui nous intéresse –: "Electrabel confirme que des principes ont été élaborés, que ces principes doivent être précisés, que leur confirmation et leur mise en œuvre pourraient intervenir prochainement…". J'en conclus, monsieur le ministre, qu'il ne s'agit pas d'un accord.

 

De toute évidence, nous avons donc assisté à une escalade dans les déclarations. J'estime que ce n'est pas responsable et que cela rend la situation extrêmement problématique vis-à-vis de l'enjeu d'ouverture du marché et de l'enjeu du prix de l'énergie pour les ménages.

 

08.17  Katrien Partyka (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw open en duidelijk antwoord. Ik verwacht dat u ons verder op de hoogte houdt over de gang van zaken.

 

In het algemeen verwachten wij van u nog meer dat u verder werk maakt van uw ambitieuze beleidsnota die maatregelen voorziet voor een goedwerkende markt, een sterke regulator en een beleid dat de consument ten goede komt. Dat is waarvoor wij samen met u willen gaan.

 

08.18  Karine Lalieux (PS): Je remercie le ministre pour ses réponses. Je voudrais répliquer à certains de mes collègues au vu de la chronologie des faits qu'il ne s'agit pas tant du discrédit du ministre mais du discrédit d'un opérateur.

 

Monsieur Nollet, ne hurlez donc pas tout le temps! Je ne vous demande pas d'être d'accord avec moi mais seulement de m'écouter. Si vous n'êtes pas d'accord, vous vous exprimerez par la suite, monsieur Nollet. Vous avez déjà eu la parole.

 

En outre, le ministre s'est exprimé à ce sujet en commission comme en plénière: tout n'est pas dans tout et ce dossier n'est pas lié aux autres dossiers. Il s'agit d'une contribution due à tous les contribuables belges en raison des bénéfices engrangés depuis des années par un opérateur qui avait le monopole. Enfin, le cas échéant, si ces négociations n'aboutissent pas, j'espère que toutes les composantes du gouvernement et en particulier le MR seront aux côtés du ministre pour rédiger un projet de loi qui rendra obligatoire cette contribution.

 

08.19  Bruno Tobback (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord.

 

U hebt het toverwoord gebruikt. U hebt gezegd: 15 juli. Vermits 15 juli zowat het zwarte gat is geworden voor alle problemen van de Belgische politiek, waarvan iedereen zowat uitgaat dat ze nooit zullen worden opgelost, hebt u mij daarmee niet echt gerustgesteld.

 

Ik wil u en iedereen hier toch nog even herinneren aan de inzet van heel de discussie. Het gaat niet over 250 miljoen. Het gaat erover of wij de operaties - u hebt er zelf naar verwezen - die momenteel aan de gang zijn op de Belgische energiemarkt als gevolg van de liberalisering, kunnen gebruiken om ervoor te zorgen dat we in de toekomst de fabelachtige winsten, die vandaag worden gemaakt in de energiesector, op een of andere manier ten goede kunnen laten komen aan Belgische gebruikers, Belgische gezinnen en Belgische bedrijven, in plaats van ze allemaal te zien verdwijnen naar Frankrijk of eender waar. Zo eenvoudig is het en daar draait het om.

 

Deze regering is daarin in ieder geval al twee keer gebuisd: een keer door de beslissing om de beslissing van de CREG te schorsen, die al een paar honderd miljoen heeft getransfereerd, en een keer door er nog altijd niet in te slagen die 250 miljoen te innen. Dat is twee keer dat geld van Belgische consumenten en Belgische gezinnen over de grens op een oncontroleerbare manier verdwijnt.

 

Ik roep u en de rest van de regering op, mijnheer de minister, om ervoor te zorgen dat het geen derde, vierde en vijfde keer gebeurt. In deze regering moet men een duidelijk standpunt innemen over de toekomst van de Belgische energiemarkt, waarbij men duidelijk maakt dat een en ander ten goede zal komen aan Belgische consumenten, wat vandaag niet het geval is. U zult het mij vergeven wanneer ik twijfel aan de kracht en de inspiratie van deze regering om daaraan iets te doen.

 

08.20  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, ik zal de woorden van mijn collega’s niet meer herhalen. Ik denk dat er al veel is gezegd. Er bestaat een heel oud spreekwoord: “scripta manent, verba volent”. Als u hier een verklaring aflegt, wordt dat wel genoteerd. Wat u hebt gezegd, zijn verklaringen in de Kamer. U had het over koehandel, over “on transige oralement dans le marché de la viande”. Dat staat hierin. Ik zal u dat overhandigen en houd het oude, Latijnse spreekwoord in gedachten wanneer u nog eens niet bij de veeboeren, maar bij de elektriciteitsboeren langsgaat.

 

Ik kan de vorige spreker bijtreden. U zegt: laten we eens praten over een algemeen akkoord. In de elektriciteitssector begint het inderdaad te gaan over een algemeen akkoord. Het gaat over het openhouden van de kerncentrales. U moet zich hier in honderd bochten wringen om iets te zeggen over Fluxys, Distrigas en Co. U moet de CREG terugfluiten, want die prijzen moeten zo hoog mogelijk blijven, omdat niet alleen Suez, maar ook de gemeenten en de schatkist daarvan profiteren. Het gaat over dat geheel.

 

Iets wat hier vandaag nog niet is gezegd, is het volgende. De rechten van Suez en Electrabel blijven ongewijzigd, zodat alles wat u vraagt, door hen zal worden doorgerekend aan de consument. Ik heb hierover geen enkel woord gehoord. Alles wat Electrabel zal doen, als zij die 250 miljoen zal betalen, is dat doorrekenen. SPE heeft al verklaard dat men het zal doorrekenen aan de consument. Het is uw grote uitdaging om tot een globale oplossing te komen, die de consument minder kost, en de 1,2 miljard euro terug te eisen die aan de bedrijven toekomt.

 

08.21  Pierre-Yves Jeholet (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, je dois dire que j'estime que le ton agressif de Mme Lalieux était inutile. Comme je l'ai dit, mon objectif n'est pas du tout de polémiquer, mais plutôt d'exprimer mon regret face au vaudeville auquel on a assisté, en début de semaine.

 

Madame Lalieux, je connais bien le milieu des marchands de bétail. Il s'agit de gens corrects, loyaux, honnêtes et qui respectent leurs engagements. La comparaison qui a été faite, madame, m'a choquée. Je vous le dis et vous le confirme.

 

Pour le reste, je soutiens le ministre. Il y a un accord de gouvernement. Il a été mandaté par ce dernier. Je l'encourage donc à poursuivre les négociations avec Electrabel au sujet des 250 millions d'euros, mais aussi au sujet de l'ensemble des dossiers qui devront être menés à bien et négociés avec les producteurs d'énergie.

 

Je n'ai pas voulu discréditer le ministre.

 

08.22  Karine Lalieux (PS): (….)

 

08.23  Pierre-Yves Jeholet (MR): Non, madame Lalieux, je n'ai pas dit cela! J'ai dit que le quiproquo de ce début de semaine discréditait tous les acteurs du secteur de l'énergie qui tentent de mener à bien une politique en matière d'énergie, ce qui est difficile, dans notre pays comme dans d'autres d'ailleurs en ce moment. Ne me faites donc pas de procès d'intention, s'il vous plaît!

 

Même si la communication a quelque peu été maladroite, je répète que je ne veux discréditer personne. Nous avons tous un jour été jeunes en politique et nous pouvons tous commettre des erreurs.

 

En tout cas, cela ne remet nullement en cause le soutien du Mouvement réformateur en matière de politique énergétique au mandat confié au ministre de l'Énergie par le gouvernement.

 

08.24  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de minister, u herinnert zich waarschijnlijk ons nachtelijk onderhoud, vorige week, bij de bespreking van de begroting en het beleid. Ik heb u toen het Homerische citaat voor de voeten geworpen: timeo Danaos et dona ferentes: ik vrees de Grieken en de geschenken die zij brengen.

 

Ik heb u toen gewaarschuwd voor het geschenk van Electrabel, dat er waarschijnlijk geen blijkt te zijn. Om in dezelfde klassieke trant voort te gaan, mijnheer Dedecker, er is gebleken: verba volant, scripta manent. Dat om even te puntjes op de i te zetten.

 

Mijnheer de minister, wij maken toch onze bedenkingen bij de taks die u in het vooruitzicht stelt. Wij steunen u uiteraard volledig wanneer u zegt dat wij die 250 miljoen moeten ophalen. Dat is zeer terecht. Die 250 miljoen mogen niet gekoppeld worden aan andere problemen van de energiemarkt die ondertussen in een mist is gehuld waarin een kat haar jongen niet zou terugvinden. Dat om nog wat meer spreekwoorden te gebruiken, mijnheer Dedecker.

 

Uiteindelijk, mijnheer de minister, moet ik u waarschuwen. Als u een taks installeert, nu, vandaag, zal die morgen voelbaar zijn op de facturen en in de zak van de consument. Wij willen dus bij u pleiten om zeker en vast de onderhandelingen met Electrabel voort te zetten en die 250 miljoen op te halen, die om tal van redenen gerechtvaardigd zijn, en daarnaast structurele maatregelen af te spreken, te bedingen, te onderhandelen. Ontwikkel een visie op het punt waar wij met de elektriciteitsmarkt tussen nu en een paar jaar heen moeten.

 

Er zijn verschillende instrumenten die u kunt aanwenden. Het hoeft niet onmiddellijk een taks te zijn. Bovendien wil ik u erop attent maken dat, mocht u zeggen dat u de doorrekening van die taks kunt verbieden, u dat niet kunt, omdat de CREG nog niet zodanig is georganiseerd en nog niet helemaal over de middelen beschikt om dat te kunnen tegenhouden.

 

Mijnheer de minister, ik dring erop aan om zeker en vast moedig te blijven en vol te houden in uw onderhandelingen, maar misschien van toon te wisselen Het is tegenwoordig toch populair het over de toon te hebben. Het is belangrijk voor ons dat u die 250 miljoen blijft vragen en daarnaast structurele maatregelen afspreekt die de energiemarkt kunnen openbreken en die op termijn tot meer concurrentie en meer transparantie kunnen leiden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Samengevoegde vragen van

- de heer Koen Bultinck aan de minister van Klimaat en Energie over "de federale beslissing om veldproeven met genetisch gewijzigde populieren niet toe te laten" (nr. P0330)

- de heer Flor Van Noppen aan de minister van Klimaat en Energie over "de federale beslissing om veldproeven met genetisch gewijzigde populieren niet toe te laten" (nr. P0331)

- de heer Willem-Frederik Schiltz aan de minister van Klimaat en Energie over "de federale beslissing om veldproeven met genetisch gewijzigde populieren niet toe te laten" (nr. P0332)

09 Questions jointes de

- M. Koen Bultinck au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la décision des autorités fédérales de ne pas admettre les essais en champ des peupliers génétiquement modifiés" (n° P0330)

- M. Flor Van Noppen au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la décision des autorités fédérales de ne pas admettre les essais en champ des peupliers génétiquement modifiés" (n° P0331)

- M. Willem-Frederik Schiltz au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la décision des autorités fédérales de ne pas admettre les essais en champ des peupliers génétiquement modifiés" (n° P0332)

 

09.01  Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u dreigt bijna het kneusje van de regering te worden, dat aan de hand van de eerste minister – hij is nu even weg – naar het Parlement geleid wordt en wat antwoorden mag geven. De eerste minister wil zeker zijn dat u niet andermaal foute info zal geven aan het Parlement.

 

In dit dossier gaat het over een fameus wetenschappelijk experiment waar een belangrijk Vlaams instituut wil experimenteren met genetisch gewijzigde populieren.

 

Mijnheer de minister, er was een positief advies van de respectievelijke adviesraden. Er was een positief advies van de minister van Leefmilieu op Vlaams niveau. En toch hebt u het nodig gevonden, samen met uw PS-collega mevrouw Onkelinx, om negatief te adviseren.

 

Mijnheer de minister, ondertussen is er gisteren in het Vlaams Parlement een debat geweest over de problematiek. Zowat alle fracties zijn tussenbeide gekomen in dit dossier. Het antwoord van de minister-president op Vlaams niveau kon aan duidelijkheid niets te wensen overlaten. Hij zei zeer duidelijk dat dit nog eens een voorbeeld is op federaal niveau van hoe het echt niet moet.

 

Mijnheer de minister, daarom heb ik een aantal concrete vragen.

 

Wat zijn de redenen waarom u, in tegenstelling tot alle positieve adviezen, toch negatief adviseerde?

 

Wat is de reden en op welke wetenschappelijke basis baseert u zich om die negatieve adviezen vanuit uw hoek te doen?

 

Ondertussen is er contact geweest met u door het Vlaamse niveau door de minister-president. Wat is uw reactie? Bent u al dan niet in deze teruggefloten door het Vlaamse niveau?

 

Zal u dit dossier bijsturen?

 

09.02  Flor Van Noppen (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ook ik ga het hier hebben over genetisch gemanipuleerde populieren. Met verwondering heb ik vernomen dat de federale regering de veldproefaanvraag van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie heeft verworpen.

 

Het is onbegrijpelijk dat u het positieve advies van de Adviesraad voor Bioveiligheid gewoon naast u neerlegt. Volgens de ARB is de veldproef volkomen veilig. Ik wil u er ook op wijzen dat de overheid de ARB heeft opgericht om dergelijke projecten op hun wetenschappelijkheid en veiligheid te beoordelen.

 

Mijnheer de minister, als het hier zou gaan over genetisch gemanipuleerde appelbomen of pruimenbomen zou ik de eerste zijn om u bij te treden, vermits het dan gaat over genetisch gemanipuleerd voedsel. Hier gaat het echter over genetisch gemanipuleerde populieren voor de productie van brandstof. Ik vind het dan ook zeer vreemd dat net u het onderzoek naar duurzame productie van biobrandstoffen van de tweede generatie dwarsboomt.

 

Ik heb u in de commissie meermaals vragen gesteld over biobrandstof en biobrandstoffen van de tweede generatie. Telkens kreeg ik van u het antwoord dat u het onderzoek naar biobrandstoffen en hernieuwbare energie wil steunen en sponsoren, mijnheer de minister.

 

Precies u zult dit onderzoek naar biologische brandstoffen boycotten. Dat is raar.

 

Ik wil u daarom de volgende vragen stellen. Op grond van welke argumenten legt u het advies van de Adviesraad voor Bioveiligheid naast u neer? Op welke manier onderbouwt u deze argumenten wetenschappelijk? Wat is het nut van de Adviesraad voor Bioveiligheid als zijn advies wordt genegeerd? U verwijst onder andere naar de negatieve reacties in de publieke bevraging. Op welke manier werd deze bevraging gehouden? Kunt u mij de precieze resultaten hiervan voorleggen?

 

09.03  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de minister, de voorliggende vragen betreffen de negatieve beslissing die u hebt genomen tegen de Adviesraad voor Bioveiligheid in.

 

Ik wil een aantal procedurele vragen stellen. Hoe komt het dat u samen met minister Onkelinx tot een negatief besluit bent gekomen, terwijl de Adviesraad voor Bioveiligheid een positief advies heeft uitgebracht?

 

In het bijzonder vraag ik mij af waarom u in de motivering die u hebt gericht aan de Vlaamse regering een specifiek onderzoeksprotocol eist terwijl daarover niets terug te vinden is in de wetgeving inzake genetisch gemanipuleerde organismes? Waarom interpreteert u bovendien de uitfasering van de antibioticumresistentiemerkers waarrond het probleem zich voordoet? Waarom wenst u een strengere toepassing van de wet dan wat zich wettelijk opdringt?

 

Tot slot, kunt u uw beslissing wat duidelijker motiveren dan wat momenteel in de documenten bekend is?

 

09.04 Minister Paul Magnette: Mijnheer de voorzitter, collega's, de Adviesraad voor Bioveiligheid heeft een gunstig advies uitgebracht op voorwaarde dat er wordt tegemoetgekomen aan maatregelen voor risicobeheer.

 

Ce Conseil a pris cette décision sur la base d'une évaluation scientifique que non seulement je ne conteste en aucune manière mais que Mme Onkelinx et moi saluons pour sa qualité. Ceci étant, d'autres aspects du dossier nous ont amenés à prendre cette décision.

 

Le premier, c'est que la législation actuelle prévoit que les gènes marqueurs antibiotiques devront avoir disparu au 31 décembre 2008. Comme il s'agit d'un essai pluriannuel, il y aurait dès lors une contradiction entre l'état de la loi aujourd'hui et les années suivantes.

 

Le deuxième aspect, c'est qu'il n'a pas été procédé à une évaluation environnementale pour cet essai. Or, un essai individuel peut avoir un impact environnemental.

 

Le troisième, c'est que l'arrêté royal nous oblige à tenir compte non seulement de l'avis du Conseil de biosécurité mais aussi de la consultation du public. La consultation du public a conduit à de très nombreuses questions sur les agrocarburants et les biocarburants. Il s'agit ici de recherches scientifiques visant à développer des agro- et biocarburants. Je répète que le gouvernement est évidemment favorable à la recherche et au développement des agrocarburants de deuxième, voire de troisième génération mais il nous a semblé que c'était une question de bonne gouvernance d'avoir d'abord un débat général sur les agrocarburants et sur les implications socio-économiques avant d'autoriser des essais individuels. Ceci étant, cette décision peut toujours être revue à la lumière de nouveaux éléments.

 

09.05  Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wat is dat voor een antwoord? Een aantal collega’s heeft het reeds gezegd: u hebt echt geen parlementaire ervaring. U weet niet dat het uw plicht is om in het Parlement antwoorden te komen geven. U zegt dat het eventueel zou kunnen worden gewijzigd of dat het eventueel zou kunnen worden bijgestuurd. Als de minister-president, mijnheer de minister, vanuit het Vlaamse niveau – zijn partijgenoot, de eerste minister, is hier in ons midden – zegt dat het moet worden bijgestuurd en dat Vlaanderen niet zal aanvaarden dat zo’n belangrijk onderzoek op wetenschappelijk vlak wordt tegengehouden door twee PS-ministers, dan hebt u geen keuze. Dan moet dat op het Overlegcomité worden besproken of dan moet dat worden bijgestuurd, mijnheer de minister. Laat daarover geen onduidelijkheid bestaan.

 

Het zal ons alvast, mijnheer de minister, andermaal sterken in onze overtuiging dat het Belgische niveau niet werkt. Sterker, u hebt, in hoogsteigen persoon, de munitie geleverd om de laatste stukjes van het wetenschappelijk onderzoek definitief over te hevelen naar de Gewesten en de Gemeenschappen, waar het thuishoort. Ik dank u dat u ons daarvoor andermaal een bijkomend argument hebt gegeven.

 

09.06  Flor Van Noppen (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, uw antwoord heeft mij zeker niet overtuigd. Daarom zal ik mijn repliek zeer kort houden.

 

Het is niet de eerste keer dat u een Vlaams onderzoekscentrum boycot, want ik noem dat een boycot. Ik denk dan aan het MYRRHA-project. Ik vraag mij dan ook af of u ook een negatief advies zou hebben gegeven, mochten deze twee projecten in Wallonië zijn gesitueerd.

 

09.07  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb een aantal korte bemerkingen bij het al dan niet wettelijk karakter van die resistente antibioticummerker. Ik ken het dossier uiteraard niet van A tot Z. Het actualiteitsdebat speelt in op de korte actualiteit, waardoor ik de ettelijke pagina’s niet heb kunnen lezen. Ik zou het echter ten zeerste betreuren, mocht het debat over dit onderzoeksproject – een belangrijk wetenschappelijk project, niet alleen voor Vlaanderen, maar ook voor Europa – vanwege communautaire redenen worden gekelderd. U bent er zich al dan niet van bewust, maar de manier waarop er momenteel wordt gecommuniceerd, zorgt ervoor dat het dossier communautair geladen wordt. Daarvoor wil ik ten zeerste waarschuwen, opdat u goed zou beseffen waarmee u bezig bent. Er is het gewicht van het project, de politieke delicaatheid ervan en de, naar mijn mening, beperkte onderbouwing van de argumenten die u nu als antwoord op onze vragen aanbrengt

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Questions jointes de

- M. Patrick Moriau au ministre de la Coopération au développement sur "la crise alimentaire mondiale" (n° P0333)

- M. Xavier Baeselen au ministre de la Coopération au développement sur "la crise alimentaire mondiale" (n° P0334)

10 Samengevoegde vragen van

- de heer Patrick Moriau aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de wereldwijde voedselcrisis" (nr. P0333)

- de heer Xavier Baeselen aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de wereldwijde voedselcrisis" (nr. P0334)

 

10.01  Patrick Moriau (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, la semaine prochaine, du 3 au 5 juin aura lieu le sommet mondial de la FAO à Rome. Hier vous nous avez appris que vous aviez consulté, avec Mme la ministre de l'Agriculture et des Classes moyennes, des ONG ainsi que des organisations du secteur agricole.

 

Vous avez annoncéque vous alliez augmenter le budget de la Coopération au développement pour le secteur alimentaire agricole, ce dont je vous félicite, budget qui est actuellement de 5,3%, je crois. Vous avez également indiqué que vous alliez plaider auprès de vos collègues européens pour qu'ils consacrent aussi 10% des dépenses publiques à ce domaine, rejoignant ainsi le cadre demandé par la FAO.

 

Je suis très heureux car je constate que vous avez pris conscience de l'importance de l'agriculture qui a été abandonnée depuis de nombreuses années par beaucoup d'États. On a déjà parlé en commission de l'abandon des cultures vivrières pour des cultures plus monnayables parce qu'exportables selon les consignes de la Banque mondiale, du FMI ou de l'Organisation mondiale du commerce.

 

Je viens d'obtenir de nouveaux éléments d'information. Vous savez qu'un fonds de survie existe au sein de ce Parlement; il représente aujourd'hui 34% de l'aide de la Coopération au développement dans le secteur alimentaire. Cela montre à suffisance qu'il y a eu un désinvestissement des politiques de coopération dans l'agriculture. Ce qui est encore plus symptomatique, c'est qu'aujourd'hui, dans cette crise alimentaire, nous constatons que là où le fonds de survie travaille, les populations sont moins sensibles à cette crise. J'en veux pour preuve ce graphique dans la région de Zinder où nous travaillons depuis dix ans. Auparavant, toute cette carte était rouge. Le rapport d'Aquadev affirme qu'aujourd'hui, la situation est normale. Les populations aidées en liant toute la problématique de l'agriculture à la pauvreté font preuve aujourd'hui d'une meilleure résistance à la crise alimentaire.

 

Je vous félicite donc bien évidemment pour cette volonté d'atteindre 10% mais j'ai quand même quelques questions.

 

Pouvez-vous nous donner des renseignements sur la position que compte prendre la Belgique lors de ce prochain sommet de la FAO?

 

Vous allez quasiment doubler l'aide à l'agriculture. Quelles mesures comptez-vous prendre afin d'atteindre cet objectif?

 

Pensez-vous que le fonds de survie peut constituer un pilier dans cette problématique particulière – au regard des chiffres, il semble qu'il le soit déjà?

 

À côté des réponses conjoncturelles apportées à la crise alimentaire sur le court et le moyen terme, ne pensez-vous pas que ce fonds de survie peut être un élément structurel à redynamiser bien plus encore?

 

10.02  Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, je ne vais pas revenir sur ce qui a été dit par M. Moriau. Nous partageons bien évidemment le constat. Nous avions déjà eu l'occasion en séance plénière, lors d'une question orale, d'évoquer avec vous le fait de centrer l'aide plus spécifiquement sur les projets de production locale.

 

Monsieur le ministre, la Belgique pourrait-elle concrètement faire en sorte de favoriser davantage les achats locaux de produits alimentaires?

 

Nous devrions aussi centrer notre attention sur les mesures qui vont être prises dans le cadre de la Conférence de Rome de la semaine prochaine, notamment sur les techniques qui permettront d'assurer un véritable développement durable dans la région. Ce sommet est sans doute l'occasion pour la Belgique de jouer un rôle moteur à propos de la crise alimentaire mondiale. Nous pourrons apporter des réponses pour faire en sorte, comme dirait M. Moriau, qu'il y ait de moins en moins de terres rouges et que les productions locales soient favorisées.

 

10.03  Charles Michel, ministre: Monsieur le président, chers collègues, vous avez raison de le dire, depuis quelques mois, c'est important, il y a une prise de conscience du fait que cette question de la sécurité alimentaire est fondamentale.

 

La Belgique souhaite agir de deux manières. Premièrement, en réagissant de manière urgente pour faire face à l'immédiateté. Le prix du riz a augmenté de 40% en 2007 et 2,5 milliards d'êtres humains se nourrissent principalement de riz. Les causes de cette croissance sont bien connues, je ne vais pas y revenir. Même si on peut avoir un débat sur l'impact de chacune de ces causes, la question qu'il faut se poser est: que faire? Nous avons voulu, avec la ministre Laruelle, développer une position – que nous allons défendre au sommet de la FAO la semaine prochaine – qui soit cohérente, structurée et qui vise à forcer le débat sur la scène internationale.

 

Les projets de conclusion du sommet FAO nous semblent, à ce stade, trop faibles et nous souhaitons pouvoir, à partir de cette réunion internationale, exprimer une position précise et concrète. Cette position repose sur le constat qu'il est essentiel et fondamental de renforcer la productivité des agriculteurs locaux dans les pays importateurs nets de produits alimentaires, essentiellement des pays africains. L'objectif est d'atteindre l'autosuffisance alimentaire en 2015. Le premier objectif du Millénaire dit qu'il faut réduire de moitié la pauvreté pour 2015. Il y a donc là un lien très étroit, que nous souhaitons faire, entre ces deux objectifs.

 

Nous avons deux propositions précises. Tout d'abord, plaider. La Belgique s'engage à montrer l'exemple pour faire passer la part de l'aide publique au développement consacrée à l'agriculture, de manière structurelle pour renforcer les capacités des agriculteurs locaux, d'environ 5%, qui est la moyenne européenne (6% pour le Fonds européen de Développement), à 10% en 2010 et à 15% en 2015. C'est la progression que nous souhaitons pouvoir défendre dans le cadre de cette enceinte internationale.

 

Il va de soi que nous sommes bien conscients qu’on ne va pas réussir à intégrer ce type d’engagement dans les conclusions de la FAO. Par contre, on veut pouvoir ouvrir le débat à la FAO pour permettre, dans toutes les enceintes internationales où on va débattre de cette question – l’OCDE, le CAD et les réunions qui auront lieu à New York au mois de septembre, la task force des Nations Unies mise en place par Ban Ki-moon – la défense systématique de cette position belge.

 

Deuxième élément, c’est le soutien aux achats locaux. Si on veut inciter les agriculteurs locaux des pays partenaires à développer leur productivité, il faut davantage renforcer le soutien aux achats locaux. La Belgique, depuis quelques années, a l’initiative en la matière. Là aussi, on veut préconiser, mais on ne donne pas de chiffres pour permettre un débat, une croissance progressive de la part de l’aide alimentaire qui est dédiée à des achats locaux. Il faut être attentif à ce que ce soient de vrais achats locaux pour éviter qu’en réalité, ce soient des produits alimentaires importés qui, par la magie de la transformation des étiquettes, soient considérés comme des achats de produits locaux. C’est un élément qui n’est pas simple techniquement à mettre en œuvre mais on pense que le mécanisme multilatéral, notamment du PAM peut jouer un rôle important. Le PAM consacre chaque année plus de 800 millions de dollars à l’aide alimentaire. C’est 56% de l’aide alimentaire mondiale qui transite par le biais du PAM. Aujourd’hui, pour l’ensemble de l’aide alimentaire mondiale, 19% reposent sur des achats locaux. On souhaite faire progresser ce seuil à 19%. Nous plaidons pour un engagement, phasé sur quelques années, pour tendre vers un objectif fixé afin de pouvoir comparer régulièrement les efforts réalisés par les différents bailleurs de fonds dans cette direction.

 

10.04  Patrick Moriau (PS): Monsieur le ministre, je partage tout à fait votre analyse. Néanmoins, vous savez bien que cela ne suffit pas. Il faut aussi influer les gouvernements locaux pour qu'ils changent aussi leur politique agricole. Dans les années 80, la Banque mondiale, le FMI et l'Organisation mondiale du Commerce ont cru qu'on allait tout résoudre avec l'exportation. Or, ces pays qui sont étranglés par leurs dettes souvent odieuses essaient d'avoir des matières exportables et abandonnent la culture vivrière, comme je l'ai déjà dit.

 

Nous aurons certainement l'occasion d'y revenir mais, pour ma part, je me félicite quand je vous entends car, comme vous le savez, j'ai déposé une résolution sur la crise alimentaire et même une proposition de loi visant à interdire toute spéculation financière sur les produits agricoles. Monsieur le ministre, je compte donc sur votre soutien car nous sommes sur la même longueur d'onde. Nous avons vraiment besoin en la matière de pouvoir réguler un marché de produits de première nécessité qui ne tient pas suffisamment compte de la dimension humaine.

 

10.05  Xavier Baeselen (MR): Monsieur le ministre, nous savons bien que c'est à travers divers leviers que l'on va pouvoir tenter de résoudre cette crise alimentaire. Je me réjouis en tout cas que le gouvernement, de par la position qui sera défendue à Rome la semaine prochaine, prenne une position qui soit ambitieuse – cela a d'ailleurs été votre volonté et celle de la ministre Laruelle – mais aussi concertée avec les acteurs de terrain qui se fondent sur une grande expertise. Je retiens aussi de votre réponse, monsieur le ministre, un élément important sur les produits locaux. En effet, faire en sorte que l'on pousse à l'achat des produits locaux me semble important. Je me félicite donc du dossier que vous porterez, avec volontarisme et ambition, à Rome la semaine prochaine.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Questions jointes de

- Mme Clotilde Nyssens à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "la circulaire relative à la régularisation" (n° P0335)

- Mme Tinne Van der Straeten à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "la circulaire relative à la régularisation" (n° P0336)

11 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Clotilde Nyssens aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "de circulaire betreffende de regularisatie" (nr. P0335)

- mevrouw Tinne Van der Straeten aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "de circulaire betreffende de regularisatie" (nr. P0336)

 

11.01  Clotilde Nyssens (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, je reviens sur un sujet qui vous occupe actuellement et je serai assez brève. Il s'agit de cette fameuse circulaire que nous attendons tous, nous qui sommes sur le terrain, pour ces personnes qui pourraient prétendre à une régularisation. Et vous n'ignorez pas que la situation sur le terrain est difficile, que les gens sont non seulement curieux de connaître le contenu de cette circulaire, mais en même temps nerveux: des drames humains ne sont donc pas à écarter.

 

Je serai très précise. Avez-vous déjà établi un agenda, un calendrier précis? Peut-on annoncer à ces gens plus ou moins à quel moment ils pourront rentrer leurs demandes et quand elles seront prises en considération?

 

Cette semaine s'est déroulée sans événements puisque, je crois, vous n'avez pas convoqué de réunion et que vous préparez peut-être un nouveau projet à soumettre aux autres partenaires de la coalition. En fait, je n'en sais rien, mais j'aimerais savoir si vous disposez déjà d'un agenda précis.

 

Deuxièmement, révisez-vous votre premier projet, notamment sur les questions qui posent problème? Il s'agit de la pondération des points, des conditions de séjour à remplir pour entrer dans le cadre de cette nouvelle circulaire.

 

Ensuite, lors de cette fameuse manifestation qui a conduit à des dérapages, des personnes ont été arrêtées. Leur présence dans les centres fermés, dans des conditions difficiles, ne pourrait-elle être résolue? On pourrait permettre à certaines d'entre elles de sortir; en effet, on peut comprendre que la manifestation a produit des effets de surprise pour certains.

 

Enfin, je crains que le temps consacré à rédiger cette circulaire ne nuise à la réputation de notre pays à travers d'éventuelles condamnations par la Cour européenne des droits de l'homme.

 

Je viens aux nouvelles essentiellement afin de pouvoir informer les nombreuses personnes, les milliers de personnes qui essaient de savoir ce que décidera le gouvernement. Je vous remercie à l'avance pour vos réponses.

 

11.02  Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, er is al veel gezegd over de rondzendbrief. Er is ook al veel verwarring over ontstaan. Er is veel onduidelijkheid. Ik heb ook gemerkt dat dit al geleid heeft tot manifestaties voor uw kabinet. Het leidt ook tot open brieven. Kortom, tot veel verwarring.

 

Mijn vragen gaan eigenlijk over de methode. Graag zou ik van u willen weten welke methode er nu gehanteerd wordt om tot die rondzendbrief te komen. In de commissie had u verklaard, in het raam van de beleidsnota, dat u eind mei klaar zou zijn. Eind mei is voorbij. Wordt de deadline nu ook het zwarte gat van 15 juli?

 

Is er misschien overleg gepland, bijvoorbeeld met de burgemeesters, maar ook met de middenveldorganisaties? Ik denk dat overleg echt nodig is om tot een gedragen voorstel te komen.

Wanneer komt de tweede versie? Met andere woorden, hoe zal dat proces tot een goed einde worden gebracht? Wat is de timing en welke methode hebt u daarvoor voor ogen?

 

11.03 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, collega’s, voor alle duidelijkheid: ik werk nog aan de rondzendbrief. Ik heb een eerste voorstel ter tafel gebracht en ik denk dat iedereen dat ook gemerkt heeft.

 

Ik heb altijd gezegd dat ik in dit dossier niet alleen een snelle, maar ook een goede oplossing wil. Dat is ook de reden waarom ik op een bepaald ogenblik aangekondigd heb dat we ter zake overleg zouden plegen binnen de toch wel ruime tweederde meerderheid in het Parlement.

 

Comme je l'ai déjà indiqué, les fuites dans la presse et les communiqués de presse incendiaires ne sont pas de nature à faciliter le débat.

 

Ik heb echter ook gezegd dat een omzendbrief geen onderwerp van het café du commerce kan zijn.

 

Ik heb er altijd voor gekozen om zeer veel overleg daarover te hebben. U verwijst naar de middenveldorganisaties, mevrouw Van der Straeten. Ik heb heel veel contact met hen. Elke keer dat zij een afspraak op mijn kabinet vragen, worden zij ook ontvangen. Ik blijf daarover heel veel contacten hebben. Wij zijn nog volop bezig.

 

Pendant ce temps, nous poursuivons nos recherches afin de trouver une solution.

 

De bedoeling van die omzendbrief is te komen tot goede, heel transparante, duidelijke en objectieve criteria.

 

Mevrouw Nyssens, u hebt verwezen naar de hongerstakingen van de voorbije week. Dat is natuurlijk een heel delicaat thema. Het gaat over het recht op vrije meningsuiting, maar het kan natuurlijk geen instrument zijn om bepaalde rechten af te dwingen, want het staat haaks op de nodige objectiviteit. Het blijft ook de reden waarom ik zo snel mogelijk tot een omzendbrief wil komen.

 

U hebt ook verwezen naar “la condition du séjour légal”.

 

Il est vrai que cela n’est pas inscrit dans l’accord gouvernemental, mais il n’est pas inscrit non plus que cela n’est pas exigé. Il s’agit donc d’un élément de négociation, ook op dit ogenblik nog, in de interkabinettenwerkgroepen.

 

Het allerbelangrijkste voor mij op dit ogenblik is dit debat uit de polemieken te halen. Ik wil ervoor zorgen dat wij heel snel een oplossing vinden voor dit dossier. Het moet een heel verstandige, maar ook een maatschappelijk gedragen oplossing zijn.

 

11.04  Clotilde Nyssens (cdH): Monsieur le président, je remercie Mme la ministre pour ses explications.

 

Madame la ministre, avez-vous une idée du délai qui sera nécessaire pour que vous puissiez "accoucher" de cette circulaire?

 

11.05 Minister Annemie Turtelboom: Zoals ik in de commissie heb gezegd: le plus vite possible.

 

11.06  Clotilde Nyssens (cdH): J'espère que ce sera dans un délai plus que raisonnable. En effet, il est vraiment urgent que les gens puissent être fixés.

 

Je vous invite donc à prendre des décisions politiquement utiles sur la notion de séjour. En effet, il ne servirait à rien de prendre une circulaire très étroite, ne permettant pas de régler le problème sur le terrain, parce que beaucoup de personnes ne seraient pas concernées. Si la circulaire va apporter des solutions, vous savez aussi que des milliers de personnes ne quitteront pas la Belgique. C'est un fait! Je vous invite donc à mener une réflexion efficace.

 

11.07  Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mevrouw de minister, u blijft herhalen dat u zo snel mogelijk tot een oplossing wilt komen. Het blijft onduidelijk wat dat precies wil zeggen.

 

Ik denk dat het belangrijkste is om te komen tot een gedragen oplossing. Als wij een uitweg willen uit de manifestaties, uit de hongerstakingen, uit het onbegrip, zullen wij moeten komen tot een regeling waarin niet alleen de meerderheid van de regering, maar ook de meerderheid van de samenleving zich kan terugvinden. Ik vraag u dan ook om daarover een ruime gedachtewisseling te organiseren en dat eventueel ook ter gedachtewisseling voor te leggen aan het Parlement.

 

Een rondzendbrief moet niet goedgekeurd worden door het Parlement. Dat is ook niet wat ik van u vraag. Wij hebben liever een wettelijke regeling, u kiest voor een rondzendbrief. Hierover zou een debat of gedachtewisseling moeten kunnen plaatsvinden in de optiek dat wij de voelsprieten zijn van de samenleving en dat uit een parlementaire gedachtewisseling eventuele problemen naar boven kunnen komen, net zoals uit de diverse middenveldorganisaties die er zijn, die het opnemen voor de mensen die in hun buurt wonen en die vaak ook een zicht hebben op zeer pijnlijke situaties. Als we op die manier die mensen erbij kunnen betrekken, kunnen we komen tot een gedragen voorstel, wat de enige uitweg is uit deze zeer moeilijke problematiek.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de Mme Marie-Claire Lambert à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "la situation et les dérives dans les centres de détention fermés belges" (n° P0337)

12 Vraag van mevrouw Marie-Claire Lambert aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "de (wan)toestand(en) in de Belgische gesloten opvangcentra" (nr. P0337)

 

12.01  Marie-Claire Lambert (PS): Madame la ministre, vous n’êtes pas sans savoir qu’hier a été rendu public le rapport annuel d’Amnesty International sur la situation des droits de l’homme dans le monde. Nous sommes pointés dans ce rapport sur des problèmes cruciaux en ce qui concerne notre politique générale d'asile. En tant que membre de la commission de la Santé publique, je suis surtout interpellée par les problèmes de santé. Le rapport souligne qu’il manque, dans nos centres fermés, des services médicaux adaptés pour rencontrer les problèmes, parfois très importants, tant de santé physique que psychologique des migrants enfermés.

 

Par ailleurs, vous avez aussi dû prendre connaissance du témoignage d’un médecin du centre fermé 127bis, qui a assisté à une grève de la faim de deux parents qui devaient recevoir des soins. Or, tout traitement médical leur a été interdit alors que le dossier médical, d’après le témoignage, imposait au moins un traitement médicamenteux pour accompagner ces personnes dans leur douleur, leur souffrance, et surtout éviter des séquelles irréversibles.

 

Ma question est simple: comptez-vous prendre des mesures concrètes, si oui lesquelles, pour améliorer les services médicaux dans les centres fermés, essentiellement pour répondre aux problèmes physiques ou psychologiques graves? Les centres, tels qu’ils sont organisés actuellement, ne sont pas adaptés pour répondre à ce type de besoin. Enfin, par rapport au cas de ce témoignage, quelle est votre position en la matière?

 

12.02  Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, chère collègue, dans le rapport d'Amnesty International, je relève au chapitre traitant des migrants, des réfugiés et des demandeurs d'asile trois remarques.

 

La première concerne le délai de 15 jours pour introduire un recours après la première décision dans la procédure d'asile. Depuis l'arrêt de la Cour constitutionnelle de ce mardi 27 mai, cette remarque est devenue caduque.

 

La deuxième a trait aux personnes souffrant d'un problème de santé mentale placées dans les centres de détention. Il s'agit là d'une remarque fondée. C'est la raison pour laquelle l'Office des étrangers examine actuellement la possibilité d'aménager un centre spécifique pour l'accueil des personnes qui ne peuvent être placées en régime de groupe.

 

Troisièmement, Amnesty International déclare que la nouvelle législation en matière d'asile élargit l'éventail des motifs justifiant le maintien en centre fermé des demandeurs d'asile. Je rappelle tout d'abord qu'il s'agit d'une loi votée par une majorité au Parlement. Cette nouvelle loi n'a pas augmenté pour autant les possibilités de maintien. En revanche, elle précise limitativement les cas dans lesquels les demandeurs d'asile pouvaient être maintenus.

 

Je ne me prononcerai pas sur les cas individuels auxquels le rapport fait allusion.

 

Dat zijn de belangrijkste punten in het rapport van Amnesty International. Bovendien is er nog het rapport dat in een commissie van het Europees Parlement werd goedgekeurd. Van voormeld rapport heb ik de tekst echter nog maar pas gekregen. Ik hoop dus dat wij er in de commissies meer in detail op kunnen terugkomen.

 

12.03  Marie-Claire Lambert (PS): Madame la ministre, je vous remercie. Pour ce qui me préoccupe essentiellement en matière de santé, j'entends bien que l'on étudie la possibilité d'un centre adapté. Cela prendra malheureusement un certain temps mais, en attendant, les problèmes sont bien réels. Je me demande dès lors s'il ne faudrait pas étudier la possibilité de travailler avec les institutions de soins existantes, avec nos infrastructures, et trouver des solutions pour les cas qui méritent d'être pris en charge.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

13 Agenda

13 Agenda

 

De voorzitter: Ik stel u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het wetsvoorstel van mevrouw Karine Lalieux en de heren Olivier Hamal en Fouad Lahssaini tot wijziging van de wetten van 9 mei 2008 die naturalisaties verlenen (nr. 1185/1) in te schrijven.

Je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi la proposition de loi de Mme Karine Lalieux et MM. Olivier Hamal et Fouad Lahssaini modifiant les lois du 9 mai 2008 accordant des naturalisations (n° 1185/1).

 

Dit wetsvoorstel werd eenparig aangenomen, zonder verslag, door de commissie voor de Naturalisaties.

Cette proposition de loi a été adoptée à l'unanimité, sans rapport, par la commission des Naturalisations.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Projets et propositions

Ontwerpen en voorstellen

 

14 Wetsvoorstel tot wijziging van de wetten van 9 mei 2008 die naturalisaties verlenen (1185/1)

14 Proposition de loi modifiant les lois du 9 mai 2008 accordant des naturalisations (1185/1)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Karine Lalieux, Olivier Hamal, Fouad Lahssaini

 

Zonder verslag

Sans rapport

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

14.01  Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, collega’s, vorige maand haalden wij, nog vóór er door de Kamer over werd gestemd, twee dossiers uit het voorstel van naturalisatiewetten. Deze keer liggen de zaken iets anders. Het voorval is evenwel niet nieuw. Immers, ook in 2002, 2004 en 2005 maakten wij gelijkaardige situaties mee.

 

Het voorliggende voorstel wil de naturalisatiewetten wijzigen door het schrappen van een naam die hier vorige maand door de Kamer wel werd goedgekeurd. Het probleem is niet alleen dat het hier om een goedgekeurd document gaat, maar ook dat het document reeds door de Koning werd getekend en nu bij hem in de schuif op publicatie in het Belgisch Staatsblad ligt te wachten.

 

Dat bedoelde wetten, die de betrokken naturalisaties toch zijn, nog niet werden gepubliceerd, hebben wij te danken aan – mijnheer de voorzitter, ere wie ere toekomt – de dienst Naturalisaties, die de nodige voorzichtigheid aan de dag legt en een soort wachtperiode inlast, vooraleer tot publicatie over te gaan.

 

Niemand zal mij echter tegenspreken, wanneer ik opper dat wij, alles bij elkaar genomen, heksentoeren moeten uithalen om de naturalisatiewetten van 9 mei 2008 te wijzigen door bedoelde wetten te publiceren en door voorliggend wetsvoorstel, nadat het straks zal zijn goedgekeurd, op hetzelfde ogenblik te publiceren.

 

Met andere woorden, de betrokkene krijgt de Belgische nationaliteit, die hem vervolgens onmiddellijk opnieuw wordt afgenomen.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, de plenaire vergadering is niet de plaats om over de inhoud van het dossier te spreken, hoewel een aantal kanttekeningen bij het dossier kan worden geplaatst. Onze fractie zal ze maken tijdens het nieuwe onderzoek dat wij in de commissie voor de Naturalisaties zullen doen.

 

De plenaire vergadering is echter wel de plaats om ten gronde over de nationaliteitsverwerving te praten. Dat soort incidenten, zoals ze zich hier in het Parlement hebben voorgedaan, helemaal uitsluiten, kan natuurlijk nooit. Daarvan ben ik mij ten volle bewust. Ze tot het uiterste minimum beperken, kan echter wel. Ik vrees immers dat het bewuste voorval slechts een topje van de ijsberg is.

 

De vraag bij hoeveel van de nationaliteitsverwervingen wij te laat komen, moet in eerste instantie onze bekommernis zijn. Tot op vandaag stel ik echter vast dat bedoelde problematiek niet wordt verholpen. Onze fractie heeft alleszins haar voorstellen ter zake klaar.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1185/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1185/1)

 

Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.

La proposition de loi compte 4 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

15 Wetsontwerp houdende opheffing van het verval van sommige wetsontwerpen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet (757/4-5)

15 Projet de loi relevant de caducité certains projets de loi réglant une matière visée à l'article 77 de la Constitution (757/4-5)

 

Geamendeerd door de Senaat

Amendé par le Sénat

 

Zonder verslag

Sans rapport

 

Overeenkomstig artikel 87 van het Reglement wordt geen algemene bespreking in plenaire vergadering gewijd aan een wetsontwerp dat door de Senaat naar de Kamer is teruggestuurd, tenzij de Conferentie van voorzitters anders beslist.

Conformément à l'article 87 du Règlement, les projets de loi renvoyés à la Chambre par le Sénat ne font plus l'objet d'une discussion générale en séance plénière, sauf si la Conférence des présidents en décide autrement.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (757/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (757/4)

 

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

Le projet de loi compte 3 articles.

 

*  *  *  *  *

Amendement déposé:

Ingediend amendement:

 

Art. 2

  • 1   Bart Tommelein cs (757/5)

*  *  *  *  *

 

15.01  Bart Tommelein (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik heb met mijn collega’s-fractieleiders een amendement ingediend. Het wetsontwerp was hier goedgekeurd. Daarna is het naar de Senaat gegaan waar het geamendeerd werd. Men heeft er een wetsontwerp uitgehaald. Aangezien ik een amendement heb ingediend in de plenaire vergadering, denk ik dat het beter is om het ontwerp terug te sturen naar de commissie waar het verder kan worden behandeld.

 

15.02  Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, l'amendement qui est proposé aujourd'hui en séance plénière me semble être en décalage par rapport à la procédure suivie par ce projet.

 

Ce projet a été voté à l'unanimité, voici 15 jours, en commission de l'Intérieur de la Chambre tel qu'il avait été amendé par le Sénat. Ce projet a suivi une longue procédure. Le 14 mai dernier, nous étions tous au courant de ce qui se passait: du contenu du projet et de l'amendement.

 

Cet amendement a été déposé au Sénat par la totalité des partis démocratiques. Je ne sais pas si le sens de l'engagement politique existe encore. Je pense que nous avons aussi intérêt à conserver l'aspect bicaméral du suivi du Comité P et du Comité R; cela reste une garantie permettant une certaine indépendance des deux chambres par rapport à ces dossiers.

 

Ce n'est pas en retirant ce type de dossier au Sénat qu'on lui permettra de tenir son rôle, d'autant plus qu'il s'agit de questions sensibles, que le projet visé a subi des évolutions nouvelles. Il y a au cœur de l'un des articles une question sensible qui a fait l'objet d'un rapport qui n'était pas des plus tendres pour l'organisme visé.

 

Il me semble par ailleurs qu'on court après quelque chose qui a échappé à la vigilance de la majorité. Si c'était l'opposition, je comprendrais qu'elle essaie de se rattraper et qu'en séance plénière elle vienne dire qu'elle avait raté l'occasion d'intervenir en commission parce que trop peu nombreuse. Mais c'est la majorité qui préside la commission, qui décide de voter à l'unanimité ce projet et aujourd'hui, elle veut faire marche arrière. Je trouve ces pratiques politiques bizarres!

 

15.03  Bart Tommelein (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, we kunnen wel een discussie wijden aan de inhoud van het wetsontwerp. Het enige dat ik gevraagd heb, is om het terug te sturen naar de commissie ter bespreking. Daar wil ik ten gronde nog eens de discussie voeren.

 

De vraag tot terugsturing naar de commissie is ondertekend door de fractievoorzitters van de meerderheidspartijen. Bijgevolg moet nu niet hier de discussie daarover worden gevoerd. Dat heeft geen zin. Ik vraag de terugsturing naar de commissie.

 

De voorzitter: We stemmen straks over het amendement. Wenst nog iemand het woord te voeren?

 

(…): (…)

 

De voorzitter: Mijnheer Tommelein, vraagt u de terugzending naar de commissie?

 

15.04  Bart Tommelein (Open Vld): Ja.

 

De voorzitter: Ah bon. Ik meende dat we dat anders hadden afgesproken. Ik dacht dat we vandaag over het amendement zouden stemmen, en volgende week over het geheel.

 

Wat vraagt u nu precies, mijnheer Tommelein?

 

15.05  Bart Tommelein (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik vermoed dat het amendement in de commissie behandelen en erover stemmen de eenvoudigste manier is om het amendement te behandelen. Het komt eigenlijk op hetzelfde neer. Ik laat het aan uw wijsheid over, mijnheer de voorzitter.

 

15.06  Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je ne connais pas bien le Règlement mais il me semble que pour demander le renvoi en commission sans qu'il y ait eu au préalable un changement de l'ordre du jour, il faut l'unanimité.

 

Le président: Cinquante membres doivent demander le renvoi en commission. Nous allons vérifier et nous allons voter sur le renvoi.

 

15.07  Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, uw interpretatie is absoluut correct. Er waren twee methodes. We konden het amendement goedkeuren, de tekst naar de commissie sturen en terugkomen naar de plenaire vergadering. Het is echter niet hoogdringend. We kunnen het volgende week doen als het ontwerp en het amendement nu naar de commissie gaan. 50 leden moeten dat wel steunen. Dat is de kortste oplossing.

 

De voorzitter: We zullen verifiëren of 50 leden dat steunen. Dan sturen we het terug naar de commissie.

 

16 Inoverwegingneming van voorstellen

16 Prise en considération de propositions

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als zijnde aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ik stel u ook voor in overweging te nemen:

- het wetsvoorstel van mevrouw Camille Dieu en de heer Stefaan Vercamer tot verhoging van de forfaitaire bedragen die worden uitgekeerd aan de slachtoffers van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, alsook tot herstel van de sociaaleconomische percentages als parameter bij de berekening van het percentage blijvende arbeidsongeschiktheid van de slachtoffers van een beroepsziekte die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt (nr. 1194/1).

Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken;

- het voorstel van resolutie van mevrouw Kattrin Jadin, de heren Willem-Frederik Schiltz en Olivier Destrebecq, mevrouw Katia della Faille de Leverghem, de heren David Clarinval, Mathias De Clercq en Xavier Baeselen en mevrouw Sofie Staelraeve betreffende de instelling van een verbod op het gebruik van systemen van het type "Mosquito" om hangjongeren te verjagen (nr. 1186/1);

- het voorstel van resolutie van de dames Colette Burgeon en Marie-Claire Lambert, de heren Yvan Mayeur en Jean Cornil en mevrouw Linda Musin betreffende het verbod op de verkoop en het gebruik van toestellen die hoogfrequente golven uitzenden om adolescenten en jonge volwassenen te hinderen en te verjagen (nr. 1192/1);

- het voorstel van resolutie van de heer Jef Van den Bergh, de dames Katrien Schryvers, Leen Dierick, Sarah Smeyers en Els De Rammelaere, de heren Jenne De Potter en David Lavaux en de dames Brigitte Wiaux, Marie-Martine Schyns en Nathalie Muylle tot de invoering van een verbod op de verkoop, het plaatsen of laten plaatsen van Mosquito-toestellen en gelijkaardige technische apparaten in België (nr. 1198/1).

Verzonden naar de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing;

- het wetsvoorstel van de heren Patrick Moriau, Jean Cornil en Dirk Van der Maelen om financiële speculatie op de prijsstijging van voedingsproducten te verbieden (nr. 1196/1).

Verzonden naar de commissie voor de Financiën en de Begroting;

- het wetsvoorstel van de heren Patrick Moriau, Jean Cornil en Dirk Van der Maelen met betrekking tot een nieuw algemeen beleid van België inzake de strijd tegen de honger in het licht van de wereldvoedselcrisis (nr. 1197/1).

Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen.

 

Je vous propose également de prendre en considération:

- la proposition de loi de Mme Camille Dieu et M. Stefaan Vercamer augmentant les montants forfaitaires accordés aux victimes d'un accident du travail ou d'une maladie professionnelle et réinstaurant les pourcentages socio-économiques dans le calcul du taux d'incapacité permanente des victimes d'une maladie professionnelle qui ont atteint l'âge de 65 ans (n° 1194/1).

Renvoi à la commission des Affaires sociales;

- la proposition de resolution de Mme Kattrin Jadin, MM. Willem-Frederik Schiltz et Olivier Destrebecq, Mme Katia della Faille de Leverghem, MM. David Clarinval, Mathias De Clercq et Xavier Baeselen et Mme Sofie Staelraeve visant à interdire l'utilisation de dispositifs répulsifs anti-jeunes de type "Mosquito" (n° 1186/1);

- la proposition de résolution de Mmes Colette Burgeon et Marie-Claire Lambert, MM. Yvan Mayeur et Jean Cornil et Mme Linda Musin visant l'interdiction de la vente et de l'utilisation d'appareils émettant des ondes à hautes fréquences destinés à gêner et à éloigner les adolescents et jeunes adultes (n° 1192/1);

- la proposition de résolution de M. Jef Van den Bergh, Mmes Katrien Schryvers, Leen Dierick, Sarah Smeyers et Els De Rammelaere, MM. Jenne De Potter et David Lavaux et Mmes Brigitte Wiaux, Marie-Martine Schyns et Nathalie Muylle visant à instaurer une interdiction de vendre, de placer ou de faire placer des appareils "Mosquito" ainsi que des appareils techniques similaires en Belgique (n° 1198/1).

Renvoi à la commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société;

- la proposition de loi de MM. Patrick Moriau, Jean Cornil et Dirk Van der Maelen visant à interdire en Belgique la spéculation financière sur la hausse des prix des produits alimentaires (n° 1196/1).

Renvoi à la commission des Finances et du Budget;

- la proposition de loi de MM. Patrick Moriau, Jean Cornil et Dirk Van der Maelen relative à une nouvelle politique générale de lutte contre la faim dans la perspective de la crise alimentaire mondiale (n° 1197/1).

Renvoi à la commission des Relations extérieures.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Urgentieverzoeken

Demandes d'urgence

 

16.01  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, je veux en effet demander l'examen d'urgence de la proposition de résolution que j'ai déposée le vendredi 21 mai 2008 visant à interdire l'utilisation et la commercialisation, sur le territoire belge, des répulsifs anti-jeunes de type "Mosquito". Je souhaiterais qu'elle soit examinée de manière urgente.

 

Le président: Il s'agit du texte n° 1186/1 concernant l'utilisation des dispositifs répulsifs anti-jeunes de type "Mosquito".

 

16.02  Jef Van den Bergh (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik denk dat er uit alle politieke groepen resoluties naar voren zijn gekomen over hetzelfde onderwerp, namelijk het laten verbieden van mosquitotoestellen in ons land. Ik wil dan de vraag van collega Jadin steunen om hiervoor de spoedbehandeling te vragen. Ik denk dat wij op die manier snel kunnen overgaan tot een beslissing ter zake.

 

Ik verzoek u dan ook ons voorstel van resolutie, document nummer 1198/1, op te nemen in de spoedbehandeling.

 

16.03  Thierry Giet (PS): Monsieur le président, je demande le même traitement pour le document n° 1192/1, à savoir la proposition de résolution déposée par Mme Burgeon, Mme Lambert, M. Mayeur, M. Cornil et Mme Musin sur le même sujet.

 

16.04  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijn fractie vindt dat er in het veiligheidsbeleid wel andere dringende prioriteiten zijn dan een poging om iets te verbieden dat in vele Europese landen volop wordt gebruikt. Nog afgezien van de vraag of het moet worden verboden, vinden wij niet dat het de urgentie verdient.

 

Le président: Trois propositions de résolution traitent du même sujet. On demande un vote d’urgence pour les trois. Que ceux qui soutiennent l’urgence se lèvent.

 

Wij stemmen bij zitten en opstaan.

 

De urgentie wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

L'urgence est adoptée par assis et levé.

 

17 Delegatie BHV

17 Délégation BHV

 

Ik deel u de samenstelling van de delegatie van de Kamer mee die overleg zal plegen met het "Parlement francophone bruxellois" in het kader van het belangenconflict over de wetsvoorstellen Brussel-Halle-Vilvoorde (nrs 37 en 39/1):

Je vous communique la composition de la délégation de la Chambre qui se concertera avec le Parlement francophone bruxellois dans le cadre du conflit d'intérêts sur les propositions de loi Bruxelles-Hal-Vilvorde (n°s 37 et 39/1):

 

- Président / Voorzitter: André Frédéric

- CD&V ‑ N-VA: Michel Doomst

- MR: Daniel Bacquelaine

- PS: Thierry Giet

- Open Vld: Bart Tommelein

- VB: Bart Laeremans

- sp.a+Vl.Pro: Hans Bonte

- Ecolo-Groen!: Tinne Van der Straeten

- cdH: Christian Brotcorne

- LDD: Jean Marie Dedecker

 

17.01  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, denkt u dat die nog zal kunnen samenkomen vóór 15 juli?

 

17.02  Herman De Croo (Open Vld): Van dit jaar!

 

17.03  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Sibillijnse glimlach van Van Rompuy.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

18 Wetsvoorstel tot wijziging van de wetten van 9 mei 2008 die naturalisaties verlenen (1185/1)

18 Proposition de loi modifiant les lois du 9 mai 2008 accordant des naturalisations (1185/1)

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

130

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

130

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1185/2)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet à la sanction royale. (1185/2)

 

19 Vraag om advies

19 Demande d'avis

 

Bij brief van 23 mei 2008 heeft de voorzitter van de commissie voor de Justitie de wens uitgedrukt het advies in te winnen van de Hoge Raad voor de Justitie over het wetsvoorstel van de dames Mia De Schamphelaere, Els De Rammelaere en Katrien Schryvers, de heer Raf Terwingen en mevrouw Carina Van Cauter tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de benoemings­voorwaarden betreft (nr. 1159/1).

Par lettre du 23 mai 2008, le président de la commission de la Justice a communiqué le souhait de sa commission de demander l'avis du Conseil supérieur de la Justice sur la proposition de loi de Mmes Mia De Schamphelaere, Els De Rammelaere et Katrien Schryvers, M. Raf Terwingen et Mme Carina Van Cauter modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne les conditions de nomination des conseillers (n° 1159/1).

 

Ik stel u voor ons vandaag over dit verzoek uit te spreken en de termijn waarbinnen de Hoge Raad een advies moet geven, vast te stellen op 30 werkdagen.

Je vous propose de nous prononcer aujourd'hui sur cette demande et de fixer à 30 jours ouvrables, le délai dans lequel le Conseil devra donner son avis.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ik herinner u eraan dat, met toepassing van artikel 259bis-12, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek, de meerderheid van de leden van de Kamer zich voor het verzoek om advies moet uitspreken.

Je vous rappelle qu'en application de l'article 259bis‑12, § 1 du Code judiciaire, la majorité des membres de la Chambre doit se prononcer en faveur de la demande d'avis.

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

130

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Het verzoek is aangenomen.

La demande est adoptée.

 

20 Agenda

20 Agenda

 

20.01  Bart Tommelein (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, in tegenstelling tot hetgeen ik daarnet gevraagd heb, denk ik dat het beter is om vandaag te stemmen over het amendement. Op die manier moet het wetsontwerp immers niet terug naar de commissie en kunnen wij volgende keer, als het amendement wordt goedgekeurd, opnieuw de zaak op de agenda zetten.

 

De voorzitter: Als wij het amendement goedkeuren, kunnen wij de eindstemming niet vandaag hebben, maar is die volgende week.

 

20.02  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je veux bien entendre beaucoup de choses mais je souhaiterais un peu de cohérence. Vous avez clôturé les travaux sur ce projet relevant certains projets de lois de caducité en signalant, suite à la demande du collègue Tommelein, que le projet allait être renvoyé en commission. Je vous ai demandé de le préciser.

 

Maintenant, alors que nous sommes au moment des votes, on changerait ce qui a été dit tout à l'heure. La demande formulée tout à l'heure et sur laquelle nous devons nous prononcer maintenant était de rajouter ce point à l'ordre du jour et de le renvoyer en commission. Nous n'allons pas changer les choses maintenant alors que les travaux ont avancé et ont été clôturés.

 

Je veux bien qu'il y ait de l'amateurisme au sein du gouvernement mais essayons, au sein du Parlement, de faire les choses comme il faut.

 

Le président: Pour être clair, vous demandez une modification de l'agenda.

 

20.03  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je ne demande pas la modification de l'agenda. Je demande qu'on respecte ce qui a été dit au moment où ce point était à l'ordre du jour de la séance plénière, il y a dix minutes. On ne change pas les choses au moment où on arrive aux votes.

 

Relisez ce qu'il y a dans le compte rendu à propos de la demande formulée tout à l'heure! (…)

 

Le président: Si M. Tommelein retire sa demande de modification de l'agenda, il est libre de le faire.

 

20.04  Bart Tommelein (Open Vld): Waarover men allemaal een probleem kan maken.

 

Het wetsontwerp is in deze Kamer eenparig goedgekeurd. Het is naar de Senaat overgezonden en daar heeft men een wetsvoorstel eruitgeschrapt. Het amendement dat ik indien strekt ertoe het wetsontwerp in zijn oorspronkelijke staat te herstellen zodat wij met eenparigheid, die er was in de Kamer, dit wetsontwerp opnieuw kunnen goedkeuren.

 

Als men daarvan nu een staatszaak wil maken. Ik heb gezocht naar de minst moeilijke weg om dit wetsontwerp verder te behandelen. Mij lijkt het nu mogelijk om te stemmen over het amendement. Indien dit amendement wordt goedgekeurd, kan het ontwerp volgende week in de plenaire vergadering in zijn geheel worden goedgekeurd. Als men erop aandringt het ontwerp opnieuw naar de commissie te verwijzen om zich daar nog eens uit te spreken over dit ontwerp dan is dat voor mij geen probleem.

 

Ik denk dat het simpeler is om nu over het amendement te stemmen.

 

De voorzitter: U trekt uw vraag tot wijziging van de agenda in en u vraagt de stemming over het amendement?

 

(Instemming van de heer Tommelein)

 

20.05  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je crois que M. Tommelein devrait réfléchir un peu plus avant de parler.

 

(….):(…)

 

20.06  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Ma collègue, Mme Gerkens, a raison de signaler que cela est peut-être l'expression d'une certaine impulsion.

 

Monsieur le président, je voudrais signaler qu'en commission, le texte, tel que transmis par le Sénat, a été voté à l'unanimité.

 

Pour ma part, le texte tel qu'adopté au Sénat me convient. Votons donc sur ce texte. Il ne nous reste plus qu'à voter sur ce point. Ou bien nous passons à ce vote ou bien nous votons sur la proposition de M. Tommelein de le renvoyer en commission. Mais on ne peut pas voter sur l'amendement maintenant alors que vous avez clôturé les débats. De deux choses l'une, soit M. Tommelein maintient sa proposition visant à renvoyer l'amendement en commission, soit nous votons sur le texte non amendé et non amendable puisque les travaux sont terminés. Nous sommes maintenant passés aux votes.

 

De voorzitter: Ik ga ervan uit dat de heer Tommelein zijn vraag, na wijziging van de agenda, intrekt. Dat moet ik eerst weten.

 

Vous ne demandez pas une modification? (Non)

 

Voor mij is het dan simpel. Als de heer Tommelein zijn vraag intrekt en er is niemand die ze overneemt, stemmen we over het amendement.

 

J'accepte une dernière intervention et puis on vote.

 

20.07  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je n'ai rien contre le fait que M. Tommelein retire sa proposition de renvoi en commission mais à ce moment-là, il n'est plus possible de voter sur l'amendement. Puisque les travaux ont été clôturés tout à l'heure sans dépôt d'amendement et sans modification de l'ordre du jour.

 

Le président: Monsieur Nollet, personne ne demande la modification de l'agenda: on vote sur l'amendement.

 

20.08  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, on ne peut pas voter sur l'amendement, il n'y a pas eu de rapport. On ne votera pas sur l'amendement!

 

Le président: Nous votons sur l'amendement de M. Tommelein.

 

21 Amendement et article réservés du projet de loi relevant de caducité certains projets de loi réglant une matière visée à l'article 77 de la Constitution (757/4-5)

21 Aangehouden amendement en artikel van het wetsontwerp houdende opheffing van het verval van sommige wetsontwerpen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet (757/4-5)

 

Amendé par le Sénat

Geamendeerd door de Senaat

 

Vote sur l'amendement n° 1 de Bart Tommelein cs à l'article 2. (757/5)

Stemming over amendement nr. 1 van Bart Tommelein cs op artikel 2. (757/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

81

Oui

Nee

23

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

105

Total

 

En conséquence, l'amendement est adopté.

Bijgevolg is het amendement aangenomen.

 

De stemming over het geheel zal volgende week plaatsvinden.

Le vote sur l'ensemble aura lieu la semaine prochaine.

 

(M. Otlet et Mme Reuter font signe qu'ils ont voté comme leur groupe.)

 

22 Goedkeuring van de agenda

22 Adoption de l’agenda

 

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

 

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 5 juni 2008 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 5 juin 2008 à 14.15 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 17.15 uur.

La séance est levée à 17.15 heures.

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 52 PLEN 042 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 52 PLEN 042 annexe.

 

 

 


  


Detail van de naamstemmingen

 

Détail des votes nominatifs

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 001

 

 

Ja         

130

Oui

 

Almaci, Annemans, Arens, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bogaert, Bonte, Boulet, Brotcorne, Bultinck, Burgeon, Claes, Clarinval, Cocriamont, Coëme, Colen, Collard, Cornil, Daems, Dallemagne, De Block, De Bont, De Bue, De Clerck, De Clercq, De Croo, Dedecker, della Faille de Leverghem, De Maght, De Man, De Padt, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, De Vriendt, D'haeseleer, Dierick, Dieu, Doomst, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Flahaut, Flahaux, Geerts, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goutry, Goyvaerts, Hamal, Henry, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lahssaini, Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Logghe, Luykx, Marghem, Moriau, Mortelmans, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet, Partyka, Pas, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Schiltz, Schoofs, Schryvers, Schyns, Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Somers, Staelraeve, Steegen, Stevenheydens, Terwingen, Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Valkeniers, Van Biesen, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Van Noppen, Van Rompuy, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Wiaux

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 002

 

 

Ja         

130

Oui

 

Almaci, Annemans, Arens, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bellot, Bogaert, Bonte, Boulet, Brotcorne, Bultinck, Burgeon, Claes, Clarinval, Cocriamont, Coëme, Colen, Collard, Cornil, Daems, Dallemagne, De Block, De Bont, De Bue, De Clerck, De Clercq, De Croo, Dedecker, della Faille de Leverghem, De Maght, De Man, De Padt, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, De Vriendt, D'haeseleer, Dierick, Dieu, Doomst, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Flahaut, Geerts, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goutry, Goyvaerts, Hamal, Henry, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lahssaini, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Logghe, Luykx, Maingain, Marghem, Moriau, Mortelmans, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet, Partyka, Pas, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Schiltz, Schoofs, Schryvers, Schyns, Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Somers, Staelraeve, Steegen, Stevenheydens, Terwingen, Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Valkeniers, Van Biesen, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Van Noppen, Van Rompuy, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Wiaux

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

002

Abstentions

 

Flahaux, Landuyt

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 003

 

 

Ja         

081

Oui

 

Arens, Bacquelaine, Baeselen, Bellot, Bogaert, Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Cornil, Daems, Dallemagne, De Block, De Bue, De Clerck, De Clercq, De Croo, della Faille de Leverghem, De Padt, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, Dierick, Dieu, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Flahaut, Flahaux, Giet, Goutry, Hamal, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Luykx, Marghem, Moriau, Musin, Muylle, Nyssens, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Schiltz, Schryvers, Schyns, Smeyers, Somers, Staelraeve, Steegen, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Uyttersprot, Van Biesen, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van Grootenbrulle, Van Noppen, Van Rompuy, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wiaux

 

 

Nee        

023

Non

 

Annemans, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Maght, De Man, D'haeseleer, Goyvaerts, Laeremans, Logghe, Mortelmans, Pas, Schoofs, Sevenhans, Stevenheydens, Valkeniers, Van den Eynde, Van de Velde, Vijnck, Vissers, Werbrouck

 

 

Onthoudingen

001

Abstentions

 

Van den Bossche