Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

donderdag 24 april 2008

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

jeudi 24 avril 2008

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.19 uur en voorgezeten door de heer Herman Van Rompuy.

La séance est ouverte à 14.19 heures et présidée par M. Herman Van Rompuy.

 

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:

Jean-Marc Delizée, Yves Leterme, Laurette Onkelinx.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Guy D’haeseleer, Bert Schoofs, wegens ziekte / pour raisons de santé;

Véronique Salvi, zwangerschapsverlof / congé de maternité;

Hilde Vautmans, met zending buitenslands / en mission à l'étranger;

Luc Sevenhans, Benelux;

Daniel Ducarme, Raad van Europa / Conseil de l’Europe.

 

01 Wijzigingen binnen de regering

01 Modifications au sein du gouvernement

 

Bij brief van 20 april 2008 zendt de eerste minister een afschrift over, van het koninklijk besluit van 20 april 2008 met als opschrift "Regering – Ontslag – Benoeming".

Par lettre du 20 avril 2008, le premier ministre transmet copie de l'arrêté royal du 20 avril 2008 intitulé "Gouvernement – Démission – Nomination".

 

Het gaat over het ontslag van de heer Laloux en de benoeming van de heer Delizée tot secrétaire d’État à la Lutte contre la pauvreté, adjoint au ministre de l’Intégration sociale.

 

Mes félicitations, cher ancien vice-président de la Chambre. (Applaudissements)

 

02 Eedaflegging van een opvolgend lid dat zitting zal hebben ter vervanging van een lid dat door de Koning tot staatssecretaris werd benoemd

02 Prestation de serment d'un membre suppléant appelé à siéger en remplacement d'un membre nommé par le Roi en qualité de secrétaire d'État

 

Artikel 50 van de Grondwet bepaalt het volgende: "Een lid van een van beide Kamers dat door de Koning tot minister wordt benoemd en de benoeming aanneemt, houdt op zitting te hebben en neemt zijn mandaat weer op wanneer de Koning een einde heeft gemaakt aan zijn ambt van minister."

L'article 50 de la Constitution dispose que "le membre de l'une des deux Chambres, nommé par le Roi en qualité de ministre et qui l'accepte, cesse de siéger et reprend son mandat lorsqu'il a été mis fin par le Roi à ses fonctions de ministre".

 

Volgens artikel 1bis van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de Wetgevende Kamers, wordt de minister of de staatssecretaris van de federale regering die ophoudt zitting te hebben, vervangen door de eerst in aanmerking komende opvolger van de lijst waarop de minister of de staatssecretaris gekozen is.

Selon l'article 1bis de la loi du 6 août 1931 établissant des incompatibilités et interdictions concernant les ministres, anciens ministres et ministres d'État, ainsi que les membres et anciens membres des Chambres législatives, le ministre ou le secrétaire d'État du gouvernement fédéral qui cesse de siéger est remplacé par le premier suppléant en ordre utile de la liste sur laquelle le ministre ou le secrétaire d'État a été élu.

 

Wij moeten dus overgaan tot de toelating en de eedaflegging van de opvolger die zitting zal hebben ter vervanging van de heer Jean-Marc Delizée, staatssecretaris voor Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden.

Nous devons donc procéder à l'admission et à la prestation de serment du suppléant appelé à siéger en remplacement de M. Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et des Grandes villes.

 

De opvolger die in aanmerking komt om hem te vervangen is mevrouw Valérie Déom, eerste opvolger voor de kieskring Namen.

La suppléante appelée à le remplacer est Mme Valérie Déom, première suppléante de la circonscription de Namur.

 

Haar verkiezing tot opvolger werd in de vergadering van 28 juni 2007 goedgekeurd.

Les pouvoirs de cette suppléante ont été validés en notre séance du 28 juin 2007.

 

Daar het aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het in de huidige omstandigheden om een loutere formaliteit.

Comme la vérification complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions d'éligibilité, il apparaît que cette vérification, n'a, dans les circonstances présentes, qu'un caractère de pure formalité.

 

Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van deze opvolger die zitting heeft in de hoedanigheid van lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers ter vervanging van een lid dat door de Koning tot staatssecretaris werd benoemd en zolang het ambt van deze duurt.

Je vous propose donc de passer à l'admission de cette suppléante appelée à siéger en qualité de membre de la Chambre des représentants en remplacement d'un membre nommé par le Roi en qualité de secrétaire d'État et pendant la durée des fonctions de celui-ci.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".

Je rappelle les termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".

 

Ik verzoek mevrouw Valérie Déom de grondwettelijke eed af te leggen.

Je prie Mme Valérie Déom de prêter le serment constitutionnel.

 

Mevrouw Valérie Déom legt de grondwettelijke eed af in het Frans.

Mme Valérie Déom prête le serment constitutionnel en français.

 

Mevrouw Valérie Déom zal deel uitmaken van de Franse taalgroep.

Mme Valérie Déom fera partie du groupe linguistique français.

 

(Applaudissements)

 

Alvorens met de orde van de werkzaamheden voort te gaan, wil ik het volgende meedelen. Sommigen hebben daarnet een bloemstuk gezien op de bank van de heer Luk Van Biesen.

 

Mijnheer Van Biesen, ik stel er prijs op u namens heel de Kamer geluk te wensen met het huwelijk dat u morgen zult aangaan. (Applaus)

 

Les mariés: les aventuriers des Temps modernes!

 

Beroep op het Reglement

Rappel au Règlement

 

02.01  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik doe een beroep op het Reglement, meer bepaald op artikel 17. Ik heb u daarover een brief geschreven.

 

De voorzitter: Collega's, ik heb een brief gekregen van de heer Annemans, gisteren, op 23 april. Ik geef daar eerst lezing van.

 

"Mag ik u verzoeken, in uitvoering van artikel 17 punt 3, van het Kamerreglement, aan het begin van het plenum van morgen, donderdag 24 april" – dat is vandaag dus – "de volgende motie ter stemming voor te leggen:

 

'Gelet op het feit dat het Overlegcomité van woensdag 23 april geen beslissing heeft genomen over het belangenconflict in verband met het wetsvoorstel tot wijziging van de kieswetgeving met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, met als gevolg dat met toepassing van artikel 102 van het Kamerreglement de Kamer de behandeling van voornoemd wetsvoorstel kan hervatten, verzoekt de Kamer, met toepassing van artikel 17 van het Kamerreglement, aan de agenda van het plenum van donderdag 24 april, het wetsvoorstel tot wijziging van de kieswetgeving met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, document 0037, toe te voegen.' Met oprechte hoogachting, Gerolf Annemans."

 

Die brief heb ik gisteren gekregen.

 

Mijnheer Annemans, wenst u dat toe te lichten?

 

02.02  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ja, ik zou dat graag toelichten, mijnheer de voorzitter.

 

De voorzitter: U krijgt het woord.

 

02.03  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, u hebt die brief inderdaad van mij gekregen en ik ben een beetje benieuwd hoe u zult vermijden dat wij hier vandaag, met vijf minuten politieke moed, onverwijld Brussel-Halle-Vilvoorde kunnen splitsen. Ik ben benieuwd want normaal gesproken kan niets dat verhinderen.

 

De fameuze termijn is afgelopen, al was het maar door het feit dat het Overlegcomité gisteren aan de wereld heeft bekendgemaakt dat het niet tot een oplossing voor die zaak is kunnen komen. De regering heeft de zaak niet naar zich toegetrokken. Men heeft akte genomen van de niet-beslissing. Daardoor treedt in functie van artikel 102 van het Kamerreglement de procedure in werking waardoor wij kunnen vaststellen dat niets de Kamer nog verhindert om te stemmen over deze zaak.

 

De Kamer heeft dat vernomen via allerlei kanalen, via de pers en dies meer. Ook ik heb dat officieel als lid van de Kamer vernomen, onder meer van twee mensen die daar aanwezig waren, de heer Kris Peeters – u welbekend, mijnheer de premier - en de heer Van Mechelen. Zij hebben lezing gegeven van de notificatie en hebben zelfs aangeduid dat de notificatie van dat Overlegcomité, het verslag van dat Overlegcomité, nog een probleem had gegeven tussen de heer Reynders en hen zelf. Niettemin, ze hebben uiteindelijk de definitieve tekst ervan voorgelezen in het Vlaams Parlement. Hij is ons dus allen bekend of hij zou ons allen bekend kunnen zijn. Niets verhindert dan ook dat wij over die zaak stemmen.

 

In functie daarvan kunnen we onze agenda van vandaag wijzigen. Die agenda is vastgelegd in de Conferentie van voorzitters van vorige week en door de plenaire vergadering van vorige week naar hier gebracht. Nu kunnen wij die agenda van vorige week wijzigen met toepassing van een ander artikel van ons Reglement, namelijk artikel 17.

 

Mijn verzoek is dus, kameraden, collega’s-Kamerleden, om die vijf minuten politieke moed waarover in 2003 sprake van was bij monde van de heer Leterme nu even aan de dag te leggen. Het momentum was eigenlijk niet het momentum in de Europazaal onder leiding van de heer De Crem, het momentum is nu. Deze plenaire vergadering kan zich daar nu over uitspreken. Niets verhindert dat. In 2003 – waar is de tijd – was Bart Somers minister-president. Herinnert u zich dat, mijnheer de premier? U was nog geen minister-president, u zat op het bankje waar nu uw opvolger zit, Servais Verherstraeten. U liet toen in het vage of u het Vlaamse niveau ging veroveren. Herinnert u zich die tijd?

 

Bart Somers maakte een manifest met de burgemeesters. De heer Doomst is hier nu niet, maar Bart Somers, Michel Doomst en anderen beloofden plechtig dat de Vlaamse regering onverwijld werk zou maken van de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. In 2003 was dat. Toen stond – herinnert u zich dat – Yves Leterme recht en zei: dat is niet genoeg, mijnheer Somers, u bent maar een kloddenzak, ik zal het beter doen, ik zeg u: wij gaan naar de kiezer en wij beloven dat wij anders niet in de Vlaamse regering stappen. Dat is nogal wat anders dan een manifest: wij gaan niet eens in de Vlaamse regering als Brussel-Halle-Vilvoorde niet gesplitst is. In 2004 was dat. Daar hebt u toen de verkiezingen mee gewonnen.

 

Vervolgens hebt u “onverwijld” nu al tot meer dan 4 jaar gerokken. Ik meen dan ook dat er geen enkele reden is om nu te proberen, mijnheer de eerste minister, om een of andere procedureregel te vinden om er alsnog aan te ontsnappen. De termijn is verlopen. Er is geen nieuw beroep en geen nieuw belangenconflict. De heer Reynders, neem ik aan, zal toch niet beginnen foefelen, en u ook niet, mijnheer de eerste minister, met het verslag van het Overlegcomité.

 

Laten wij met andere woorden het Kamerreglement toepassen en er vandaag over stemmen.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord hierover? (Neen)

 

Dan stel ik voor, collega’s, met toepassing van artikel 17.3 van het Kamerreglement, te verifiëren of er 50 leden zijn die het verzoekschrift steunen.

 

Het gaat dus over een verzoek om de agenda te wijzigen. Mochten er 50 of meer leden zijn, dan moeten wij ons daarover achteraf nog uitspreken.

 

02.04  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, (…) zijn CD&V - N-VA, LDD en Vlaams Belang. Wij zijn met 50. U hoeft daar niet aan te twijfelen.

 

De voorzitter: Het is geen eigenlijke stemming, maar een verificatie of u met 50 bent.

 

02.05  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ik voorspel u dat dat geen enkel probleem is.

 

De voorzitter: Wij zullen ons nu hierover elektronisch uitspreken. Alleen degenen die het verzoek van de heer Annemans steunen, stemmen ja. De anderen hoeven niets te doen.

 

Er wordt elektronisch geteld.

Il est procédé au comptage électronique.

 

18 leden hebben het verzoek van de heer Annemans gesteund. Dat is minder dan 50. De agenda blijft dus ongewijzigd.

 

02.06  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik ben van mijn paard geslagen. Dat had ik van CD&V niet verwacht.

 

Vragen

Questions

 

03 Samengevoegde vragen van

- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister over "de resultaten van het Overlegcomité met betrekking tot de procedure Brussel-Halle-Vilvoorde" (nr. P0218)

- de heer Bruno Tobback aan de eerste minister over "de resultaten van het Overlegcomité met betrekking tot de procedure Brussel-Halle-Vilvoorde" (nr. P0219)

03 Questions jointes de

- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "les résultats du Comité de concertation concernant la procédure Bruxelles-Hal-Vilvorde" (n° P0218)

- M. Bruno Tobback au premier ministre sur "les résultats du Comité de concertation concernant la procédure Bruxelles-Hal-Vilvorde" (n° P0219)

 

03.01  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste minister, we hebben hier net meegemaakt hoe zelfs uw eigen fractie doet alsof Brussel-Halle-Vilvoorde niet op een automatische manier naar de Kamer gekomen is. Mijn eerste vraag over het Overlegcomité van gisteren is: klopt het en kunt u officieel aan de Kamer mededelen dat het Overlegcomité niet tot een resultaat is gekomen in deze zaak in de zin van het Kamerreglement, volgens hetwelk die zaak momenteel geschorst is in de Kamer tot wanneer het Overlegcomité daarover heeft beslist? Kunt u dit bevestigen? Is het waar dat gisteren niks werd beslist, zodat de termijn niet loopt tot 9 mei, maar tot nu, bij het antwoord van deze vraag, namelijk het moment waarop de Kamer verneemt dat er gisteren niks werd beslist?

 

Ten tweede, ik heb ook vernomen dat u met het Overlegcomité hebt vergaderd met het oog op de regeling van de zaak van de BTW en de registratierechten die op zo’n prachtige manier werden ontwikkeld in Vlaanderen, zelfs zodanig dat die op een redelijke manier het bouwen en verwerven van eigendom door Vlamingen hebben bevorderd met meeneemrechten en dergelijke, een mooi netwerkje dat eigenlijk een sierstukje was van goed bestuur. Dat netwerkje hebt u nu niet te vuur en te zwaard verdedigd, zo blijkt, want zowel u als Kris Peeters als CD&V klaarblijkelijk hebben erkend dat dit door Europa moet worden opgelost. Daardoor treedt u natuurlijk in de rol van Pontius Pilatus die, zoals u weet, zijn handen in onschuld waste en geen oordeel wilde vellen, maar het klusje door iemand anders wilde laten regelen.

 

Hebt u daardoor als CD&V, maar natuurlijk ook als Yves Leterme, niet dat kunstwerkje van het Vlaams woningbeleid uitgeleverd aan de Europese instellingen? Bent u daardoor niet bij de duivel te biechten gegaan? Is het niet zo dat het triomferen van Kris Peeters en zelfs van Eric Van Rompuy – excuseer voorzitter – in het Vlaams Parlement gisteren totaal misplaatst was, omdat er geen reden is om te triomferen? Dit dan omdat u ervoor hebt gezorgd dat onder uw leiding heel dit pakket nu naar Europa is verdwenen en dat u, CD&V en zelfs Kris Peeters zich ertoe hebben geëngageerd om te aanvaarden wat daarop via de brievenbus zal binnenkomen. U hebt niet voor dat mooie kantwerkje van het Vlaams woningbeleid gestreden, u hebt zich minstens gedragen – ik zal het woord lafheid niet gebruiken – als een Pontius Pilatus.

 

03.02  Bruno Tobback (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, u weet ongetwijfeld beter dan wie ook hoe groot de verleiding is om vanuit de oppositie te schieten op al wat de regering doet. U weet ongetwijfeld ook hoeveel groter nog de verleiding is om als voormalig lid van de regering al wat de volgende regering doet slecht te vinden.

 

Ik zal proberen niet te bezwijken voor die verleiding. Voor u staat een deemoedig man. U merkt hoe verrassend dat is en hoeveel moeite mij dat kost.

 

Desondanks denk ik dat velen het met mij eens zullen zijn wanneer ik zeg dat u nu al, na een maand premierschap, Guy Verhofstadt hebt overtroffen. Zelfs de collega's van Open Vld zullen mij niet tegenspreken wanneer ik zeg dat deze regering inzake opendebatcultuur toppen scheert die paars nooit heeft bereikt.

 

We hebben gisteren de beleidsnota van de dames Milquet en Onkelinx gehoord. We hebben vastgesteld dat u hoogstpersoonlijk naar de Europese Commissie stapt om inzake biobrandstoffen precies het tegenovergestelde te zeggen van uw minister van Energie.

 

We hebben de heren Wathelet en Reynders over 200 miljoen, een detail in de begroting, precies het tegenovergestelde horen zeggen in de commissie voor de Begroting.

 

We hebben de heer Magnette horen zeggen dat de 70 miljoen die in de begroting is ingeschreven een beetje moeilijk zal worden.

 

We hebben gisteren op het Overlegcomité vastgesteld dat die 21% - 20 miljoen dit jaar, 40 miljoen volgend jaar en de daaropvolgende jaren - er naar alle waarschijnlijkheid ook niet zal zijn.

 

Wij kunnen zeggen dat het enige dat op dit ogenblik in dit land nog sneller daalt dan het ondernemingsvertrouwen uw begroting is.

 

De kers op de taart van het Overlegcomité was toch wel het akte nemen van het feit dat er geen akkoord werd gevonden inzake Brussel-Halle-Vilvoorde. Ik verwijs naar de euforie van de heer Eric Van Rompuy die zegt dat de Franstaligen beslist hebben geen belangenconflict meer in te roepen. Dat betekent dat het op uw bord zal komen te liggen, mijnheer de eerste minister.

 

De vragen zijn heel simpel.

 

Zult u nu met die federale regering een initiatief nemen? Komt er een voorstel van u of van die federale regering? Bestaat er een timing? Is dat een deel van het fameuze, roemruchte tweede pakket dat er zou moeten aankomen?

 

Zult u binnen uw eigen regering, maar ook binnen uw eigen partij, ooit tot een akkoord komen? Als ik de heer Kris Peeters hoor, heb ik de indruk dat hij niet van plan is u deze keer uit de nood te helpen. Ik denk dat het in ons aller belang is om tegen 15 juli te weten wat u van plan bent.

 

03.03 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Annemans, mijnheer Tobback, ziehier een zo duidelijk mogelijk antwoord op uw vragen.

 

Het Overlegcomité heeft akte genomen van hetgeen de Senaat heeft goedgekeurd, met name het advies - en ik citeer -: “Het zoeken naar een oplossing van het probleem” - zijnde de conformiteit van onze kieswetgeving aan het arrest van het Arbitragehof, een arrest dat er is gekomen na een bepaalde wijziging van het kieswetboek onder de vorige legislaturen -, “is geagendeerd in het kader van de lopende onderhandelingen zoals weergegeven in het voorstel van bijzondere wet houdende institutionele maatregelen”. Dit voorstel ligt momenteel neer in de Senaat.

 

Wat vervolgens de btw betreft, heb ik twee elementen van toelichting. Mijnheer Tobback, wat betreft de begroting, gaat ook dit deel van uw redenering niet op in die zin dat het nooit het objectief is geweest van de regering om daar per se meer inkomsten uit te puren. Trouwens, conform de beslissing van het Overlegcomité van 5 maart en conform ook de notificatie van het Overlegcomité van gisteren, is er voorzien in een compensatie ten voordele van de Gewesten in het geval een dergelijke maatregel zou worden genomen.

 

Wat de opmerking betreft als zouden wij ons lot in de handen van de Europese Commissie hebben gelegd, het volgende. Nee, wij hebben vastgesteld dat er een probleem is en dat iedereen erkent dat er een probleem is. Er is onduidelijkheid rond de precieze interpretatie van het arrest - de datum ervan ontsnapt mij - door het Europees Hof van Justitie gewezen. Het is ook raadzaam, omwille van de rechtszekerheid, het advies van de Europese Commissie - een instantie die trouwens regelmatig geroepen is om uitlegging te geven aan Europese regelgeving - in te winnen. Wij hebben ook kunnen vaststellen dat elke regering, elke gefedereerde entiteit zich heeft geëngageerd om de uitkomst van die adviesvraag ook te implementeren in de eigen regelgeving.

 

03.04  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, iedereen erkent dat er een probleem is. Neem mij niet kwalijk, maar ik dacht dat er geen probleem was. Ik had dat immers van de heer Peeters gehoord. Ik had dat ook gehoord van de Vlaamse politici die hun registratierechten verdedigden. Zij verklaarden dat er geen probleem was. Er was enkel een Duits arrest dat al acht jaar in de schuif lag. Er was dus geen probleem. Voor hen is het dus een politieke zaak. Zij steunen de registratierechten.

 

Dat was het standpunt van de CD&V, tot zij bij de heer Reynders op het matje van de Belgische Ministerraad moesten komen. Nu erkent de CD&V zelf dat er een probleem is, inclusief – dat is interessant voor mijn collega’s van het Vlaams Parlement – Kris Peeters, die het er – luidens uw woorden hier – nu blijkbaar ook mee eens is dat er met voornoemd, Europees arrest een probleem is. De CD&V heeft zich op een week tijd dus 180° gedraaid.

 

Voor het overige richt ik mij voor het dossier Brussel-Halle-Vilvoorde tot de Kamervoorzitter. U kent het Reglement. Indien het Overlegcomité binnen de gestelde termijn geen beslissing heeft genomen of de Kamer vóór het verstrijken van voornoemde termijn ervan op de hoogte is gebracht dat het Overlegcomité geen uitspraak kan doen, mag de Kamer de behandeling hervatten. U kent het bewuste vijfde luik.

 

Ik vraag u dan ook per brief en officieel dat wij in toepassing van het bedoelde deel van het Reglement de agenda van 30 april 2008, die nog niet door de Kamer werd goedgekeurd, als dusdanig zouden aanpassen. Gelet op de verklaringen van de eerste minister hier vandaag, die hij officieel aan de Kamer bevestigt en die in de Kamerverslagen zullen worden opgenomen, begint vanaf nu de termijn te lopen en kunnen wij aldus over de zaak Brussel-Halle-Vilvoorde uiterlijk volgende woensdag stemmen.

 

03.05  Bruno Tobback (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik ben heel benieuwd naar de opstelling van de meerderheidspartijen tegenover de laatste vraag van de heer Annemans.

 

Ik stel in ieder geval vast dat ik op heel weinig vragen die ik stelde, een antwoord heb gekregen. Het enige antwoord dat ik wel kreeg, was dat de eerste minister de discussie over Brussel-Halle-Vilvoorde koppelt aan een kwestie waarover al een akkoord bestond, namelijk het eerste pakket van de staatshervorming.

 

Ik wil er bij deze op wijzen dat ook mijn partij met voornoemd eerste pakket akkoord ging. Er is echter geen sprake van dat wij het pakket opnieuw onderhandelen, negotiëren en bijsturen, omdat u over het tweede pakket en over Brussel-Halle-Vilvoorde niet tot een akkoord komt.

 

Nogmaals, de verantwoordelijkheid in voornoemde zaken zal geheel en al de uwe zijn. Ik wacht dan ook op een initiatief en op een antwoord van u op mijn heel concrete vragen.

 

Wat betreft de 21% btw, stel ik vast dat Europa de ene keer wel en de andere keer niet nodig is. Mijnheer de eerste minister, het zou misschien geen kwaad kunnen dat u de heer Reynders eens met de hele begroting naar de Europese Commissie stuurt. Misschien kunnen wij op die manier over zes maanden een echte, goede begrotingscontrole krijgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister over "Congo" (nr. P0220)

- mevrouw Nathalie Muylle aan de eerste minister over "Congo" (nr. P0221)

- de heer André Flahaut aan de eerste minister over "Congo" (nr. P0222)

- de heer Christian Brotcorne aan de eerste minister over "Congo" (nr. P0223)

- mevrouw Juliette Boulet aan de eerste minister over "Congo" (nr. P0224)

04 Questions jointes de

- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "le Congo" (n° P0220)

- Mme Nathalie Muylle au premier ministre sur "le Congo" (n° P0221)

- M. André Flahaut au premier ministre sur "le Congo" (n° P0222)

- M. Christian Brotcorne au premier ministre sur "le Congo" (n° P0223)

- Mme Juliette Boulet au premier ministre sur "le Congo" (n° P0224)

 

04.01  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik heb spijt dat ik het interview met Kabila ben vergeten op mijn bureau. Hebt u het toevallig bij u, mijnheer de eerste minister? Alleen in het Frans of in het Nederlands?

 

Nu hoop ik dat de eerste minister toont dat hij een Vlaming is en de Vlaamse versie heeft. U hebt het ook niet bij u?

 

De bevolking zal in Le Soir en De Standaard het interview met Kabila kunnen lezen.

 

(…): (…)

 

04.02  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): De ACV’er komt boven en wijst erop dat het vandaag ook in Het Volk staat.

 

U hebt de erg schokkende bewoordingen van de heer Kabila gelezen. Ze zijn schokkend, omdat de wijze waarop hij aan de Belgische delegatie toont wie er de baas is, in fel contrast staat met de open hand waarmee Congo nog altijd naar België gericht staat. Hij zegt ongeveer dat die delegatie niet goed was voorbereid. U weet dat. Hij illustreert dat door te stellen dat aanvankelijk alleen de heer De Crem zou gaan, waarna de heer De Gucht en Charles Michel zich daar tussen hebben gewrongen om een mensenrechtenboodschap te brengen, terwijl Kabila die boodschap nooit meer wil horen. Hij heeft eraan toegevoegd dat hij degene is die het land in handen heeft en dat hij geen lessen meer te ontvangen heeft van degenen die hem vroeger hebben gekoloniseerd. Het zijn de klassieke verwijten van de Congolese regeringsleiders.

 

Mijnheer de eerste minister, ik ben blij dat u zelf op deze vragen antwoordt en ze niet doorstuurt aan een of andere staatssecretaris. U neemt zelf de verantwoordelijkheid voor het beleid dat u hebt uitgetekend.

 

U hebt op 18 maart hier, in de Internationale zaal, verklaard dat er nooit een onderscheid is geweest tussen u, de oppositie, en de paarse meerderheid van destijds, waarvan men weet dat het zeer dikke vrienden waren van al degenen die in Congo aan het bewind zijn.

 

Bevestigt u die woorden ook na het agressieve en arrogante interview met Kabila van vanmorgen? Zult u het beleid voortzetten zoals het de afgelopen jaren werd ontwikkeld?

 

04.03  Nathalie Muylle (CD&V - N-VA): Mijnheer de eerste minister, er is heel wat te doen over het bezoek van onze drie ministers aan Congo. Ik meen dat onze drie ministers daar een duidelijke boodschap gebracht hebben in naam van de Belgische regering, een boodschap die vooral ging over de toestand ter plaatse en over de evolutie daar op het terrein.

 

President Kabila heeft daarop gereageerd en hij heeft gezegd: ik laat mij de les niet spellen door de Belgen. Ook minister De Gucht heeft gereageerd en hij heeft gezegd: vandaag staan wij eigenlijk op een keerpunt wat de relaties van ons land met Congo betreft. Vandaar, mijnheer de eerste minister, dat ik enkele vragen heb aan u.

 

Onderschrijft u de analyse van de minister van Buitenlandse Zaken? In welke mate kan de repliek van president Kabila, die vandaag in verschillende kranten te lezen was, de relaties met ons land verstoren? Wat zijn vooral de diplomatieke en economische gevolgen van de jongste incidenten?

 

04.04  André Flahaut (PS): Monsieur le premier ministre, trois de vos ministres se sont rendus au Congo; deux d'entre eux poursuivent leur périple africain, le troisième étant déjà revenu. Il n'entre pas dans mes intentions, aujourd'hui, de porter des considérations sur la politique de Défense, si ce n'est pour constater que le ministre de la Défense a signé un accord de partenariat avec les autorités congolaises pour prolonger celui qui avait été conclu lors des deux législatures précédentes.

 

Je vous avouerai, monsieur le premier ministre, mon inquiétude par rapport à ce qui s'est passé. En effet, s'il est honorable de rappeler notre combat contre la corruption et pour la bonne gouvernance – et nous devons le rappeler dans tous les pays – la forme et le ton employés posent quelques problèmes, mais j'espère qu'ils ne laisseront pas de traces.

 

Je voudrais simplement vous demander s'il est possible que vous contactiez les autorités congolaises, et en l'occurrence le président de la République démocratique du Congo, pour lui rappeler à nouveau les termes de l'accord de gouvernement et de la déclaration gouvernementale, qui sont précis, mais différents des propos entendus ces derniers jours. Agir de la sorte permettrait d'éviter des problèmes ultérieurs.

 

En tout cas, il importe que nous revenions le plus rapidement possible à des relations normales et retrouvions le calme dans ce dossier. Je vous remercie.

 

04.05  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le premier ministre, j'ai été assez surpris de lire les interviews parues dans "Le Soir" et "De Standaard", qui semblent répondre à des propos tenus publiquement par notre ministre des Affaires étrangères à l'occasion d'une réception à Kinshasa. Ceci donne le ton de la discussion qui a eu lieu au cours de la rencontre entre notre délégation et le président de la République démocratique du Congo.

 

Les propos des uns et des autres ont de quoi laisser perplexes. Ceux du président congolais sont, en particulier, très forts et très durs à l'égard de la Belgique.

 

Mes questions seront très simples, monsieur le premier ministre.

 

D'abord, les déclarations de notre ministre des Affaires étrangères reflètent-elles exactement le mandat qui lui a été confié par le gouvernement belge au départ de sa mission?

 

En outre, ne devons-nous pas délivrer un message d'espoir à destination des populations? En effet, l'objectif consiste à montrer notre soutien aux Congolais.

 

Enfin, connaissant un peu le pays pour m'y être rendu à plusieurs reprises, je me demandais s'il ne serait pas opportun, comme l'a suggéré M. Flahaut, qu'en votre qualité de premier ministre du gouvernement belge vous preniez la décision non seulement d'appeler le président de la République démocratique du Congo, mais aussi d'envisager un voyage sur place afin d'éteindre ce qui ne devrait pas devenir une polémique stérile. De la sorte, la Belgique – qui conserve une présence historique et qui peut encore montrer son savoir-faire sur la scène internationale – ne risquerait pas de perdre le rôle qu'elle peut encore jouer dans la région de l'Afrique des Grands Lacs, thème qui fut d'ailleurs abordé dans la déclaration gouvernementale.

 

04.06  Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, vous avez envoyé le chef de la diplomatie belge porter un message au chef d'État de la République démocratique du Congo. Visiblement, ce message n'est pas très bien passé. On s'interroge dès lors sur les propos tenus par le ministre des Affaires étrangères et sur la concertation avec les deux autres ministres présents, celui de la Coopération au développement et celui de la Défense. Que s'est-il passé?

 

Pour être allée sur place le mois dernier, je sais que les enjeux sont énormes et que le Congo se relève petit à petit, peut-être un peu trop lentement à notre goût, mais il se relève de ces maux qui l'ont ravagé pendant près de 40 années.

 

Il me semble que nous participons au processus de paix et de démocratisation du Congo, notamment via la Conférence de Goma. Nous entretenons dès lors des relations privilégiées avec les acteurs. Je sais aussi que les Congolais tiennent vraiment à maintenir ces relations privilégiées avec la Belgique. Or, hier, le ministre des Affaires étrangères a tout cassé! Il a "aboyé" sur le chef d'État et a adopté une attitude colonialiste et paternaliste.

 

Bien entendu, le Congo a encore beaucoup de défis à relever, que ce soit au niveau des violences sexuelles faites aux femmes, par rapport au pillage des ressources naturelles ou encore au processus difficile de la décentralisation. Le chemin à parcourir est encore long et il me semble que nous devons aider ce pays à avancer.

 

Monsieur le premier ministre, quelle est la stratégie du gouvernement? Quelle est votre vision de la diplomatie belge? N'y a-t-il pas là deux poids, deux mesures quand on compare ce comportement inapproprié et irrespectueux du ministre des Affaires étrangères envers le chef d'État du Congo et l'attitude de la Belgique face à la Chine? En ce qui concerne la Chine, on tarde à prendre une position claire. On s'en remet à l'Europe et on craint les sanctions économiques.

 

Nous ne faisons que fragiliser nos relations avec le Congo et, pire encore, nous le précipitons dans les bras de la Chine notamment qui, elle, a moins de scrupules à piller ses ressources naturelles et qui se tracasse beaucoup moins de l'évolution démocratique du Congo.

 

Enfin, monsieur le premier ministre, comment envisagez-vous de réparer l'outrage que le gouvernement a commis en envoyant son chef de la diplomatie tenir des propos de ce genre?

 

04.07 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, chers collègues, geachte collega's, laat ik eerst en vooral zeggen dat de inhoud van de boodschap die de minister van Buitenlandse Zaken en de twee andere collega's in de Democratische Republiek Congo hebben gebracht, de boodschap is van heel de regering. Wij hebben die inhoud ook vastgelegd, vorige week, in een overleg in de kern, waar uitvoerig is gesproken over de uiteenzettingen die collega De Gucht zou houden. Voor alle duidelijkheid, het is dus geen boodschap van de minister van Buitenlandse Zaken alleen, zelfs niet een boodschap van enkele ministers, maar een boodschap van heel de regering.

 

Madame Boulet, une concertation a eu lieu non seulement entre les trois collègues qui se sont déplacés en République démocratique du Congo mais également au sein du kern.

 

Ten tweede, de inhoud van de boodschap die wij brengen, is dat de gang van zaken in de Democratische Republiek Congo ons zorgen baart. Die baart ons zorgen, omdat wij vandaag vaststellen dat er te weinig vooruitgang is op het vlak van goed bestuur, organisatie van de rechtsstaat en strijd tegen de corruptie onder andere. Nochtans zijn het essentiële domeinen. Collega’s, zonder vooruitgang op dat vlak zal dat land met enorme mogelijkheden er nooit bovenop komen. Die elementen zijn de fundamenten van een gezonde sociaal-economische ontwikkeling en van vooruitgang van de levensomstandigheden van de Congolese bevolking. Ook de situatie in het oosten van Congo – al spelen daar uiteraard belangrijke regionale dimensies mee – is verre van genormaliseerd.

 

Le sort de la population congolaise nous tient particulièrement à coeur et notre pays entend continuer à la soutenir. La Belgique consacre tous les ans un montant de 100 millions d'euros au Congo, l'Union européenne lui consacre 750 millions d'euros; ce ne sont donc pas de petites sommes. Cependant, la Belgique ne veut pas atténuer son point de vue sur la bonne gouvernance, l'État de droit et la lutte contre la corruption.

 

Geachte collega, u ondervraagt mij over de gevolgen van wat de afgelopen dagen over en weer verklaard werd.

 

Vous m'interrogez sur les répercussions éventuelles des propos échangés ces derniers jours. Chers collègues, la République démocratique du Congo est un pays souverain avec lequel la Belgique entretient et entend entretenir à l'avenir une relation de partenariat. C'est une relation particulière qui s'inscrit dans une longue histoire, ce qui autorise chacun à faire preuve de franchise. J'observe d'ailleurs que dans l'interview citée, le président Kabila estime lui-même qu'il n'y a pas eu d'incident.

 

Pour terminer, je fais observer que nous avons reçu les présidents de l'Assemblé et du Sénat du Congo qui étaient en Belgique cette semaine et qu'à cette occasion, ceux-ci ont minimisé les faits et réitéré leur appréciation de l'action de la Belgique dans leur pays.

 

04.08  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik dank de eerste minister voor zijn antwoord. Ik had wel liever gehad dat hij de heer Kabila – hij had van deze kans gebruik kunnen maken – wat strenger had toegesproken. Men kan niet volstaan met te zeggen dat het ons zorgen baart.

 

Ik ben blij dat de corruptie en de mensenrechten daar aangekaart zijn door een delegatie, die kennelijk niet slecht maar goed was voorbereid. Dat is een duidelijke repliek aan het adres van Kabila. Ik kan aanvaarden, mijnheer de eerste minister, dat u hem wijst op de vele gelden die vanuit België naar Congo gaan. Uw berekening van 100 miljoen euro is zelfs min of meer juist. Wij hebben zelf vanmiddag de berekening gemaakt en wij kwamen aan meer. Sinds 1998, sinds paars met de heer Reynders als minister van Financiën het bewind gekomen is hebben wij daar ongeveer 2,9 miljard euro of bijna 120 miljard Belgische frank ingepompt.

 

Het kwam de heer Kabila dus wel toe een toontje lager te zingen. Het zou beter geweest zijn wanneer u dat iets strenger had gezegd dan u hebt gedaan. Ik neem aan dat u het diplomatisch wil doen. Dan zal ik het maar doen in uw plaats: mijnheer Kabila, u moet een toontje lager zingen, want anders zullen wij als Vlamingen die kraan ooit eens moeten dichtdraaien!

 

04.09  Nathalie Muylle (CD&V - N-VA): Mijnheer de eerste minister, dank u wel voor uw antwoord.

 

Ten eerste, voor mij blijft het duidelijk dat de boodschap herhaald moet worden. Wij hebben de jongste jaren mensen en middelen in het transitieproces gestoken. Het is noodzakelijk dat te blijven doen.

 

Ten tweede, het is voor mij enorm belangrijk – en dit is in het debat nog niet aangehaald – dat wij na wat deze week in Kinshasa gebeurd is, met één stem blijven spreken. Wij hebben hier de jongste jaren in het Parlement andere zaken meegemaakt wanneer het ging over het Congobeleid van de Belgische regering. Vandaar, die ene stem is noodzakelijk.

 

Ten derde, het belang van de Congolese bevolking moet de drijfveer zijn. Dat is ook altijd onze drijfveer geweest vanuit de oppositie. Wij hebben het Congobeleid van de regering gesteund, precies omdat wij zagen dat op het terrein goede zaken gebeurden. Dat gebeurt vandaag perfect via de indirecte samenwerking.

 

Wij hebben ook bilaterale samenwerking, via een samenwerkingsovereenkomst, waarin de nodige transparantie is ingebouwd en waar controlepunten zijn ingebouwd. Trouwens, de BTC doet op dat vlak goed haar werk. Ik meen, mijnheer de eerste minister, dat wij op die koers moeten blijven. Wij moeten die lijn aanhouden. Als blijkt, op termijn, dat men daar niet mee overweg kan, moeten wij daar onze conclusies uit trekken. Maar vandaag moeten wij doen wat wij bezig zijn.

 

04.10  André Flahaut (PS): Monsieur le premier ministre, je ne partage pas votre analyse pessimiste sur la situation au Congo. L'analyse doit être objective. Il convient de considérer le chemin parcouru depuis la mise en place des autorités élues dans ce pays. Ensuite, il faut répéter que le Congo est un pays souverain avec des autorités élues et être convaincu que nos projets ne seront pas réalisés sans de bonnes relations et des relations de confiance avec ces autorités élues. Il y a urgence à rétablir cette confiance.

 

Par ailleurs, monsieur le premier ministre, un partenariat, ce n'est pas une question de chiffres et de millions d'euros ajoutés les uns aux autres. Un partenariat, c'est une relation de confiance entre des personnes responsables qui s'engagent tant dans la durée que dans le respect des engagements pris. Ce partenariat doit aussi évoluer en fonction des circonstances nouvelles. C'est vrai qu'aujourd'hui au Congo, la Belgique n'est plus le partenaire exclusif ni le partenaire privilégié. D'autres sont venus à notre place. Il faut compter avec eux dans la discussion. Nous sommes encore acceptés autour de cette table, mais nous ne sommes plus le partenaire exclusif qui dit exactement ce qu'il faut faire en levant l'index et en expliquant ce qu'il faut faire.

 

En conséquence, monsieur le premier ministre, je réitère ma suggestion de rétablir un contact direct entre le chef de l'État congolais et vous-même, chef du gouvernement, et de revenir à une situation plus normale et plus calme.

 

04.11  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le premier ministre, en citant le président Kabila, vous dites qu'il n'y a pas d'incident. Je m'inquiète de savoir ce que nous apprendrons par la presse le jour où il y en aura véritablement un. Ce que nous devons faire, c'est précisément éviter qu'il se produise, ce qui pourrait se révéler dramatique. L'objectif est quand même d'aider les populations de ce grand pays qu'est le Congo. Tous ceux qui s'y sont rendus savent qu'une société civile responsable existe heureusement et que l'absence d'État est le réel mal endémique de ce pays.

 

Je ne crois pas que ce soit en adoptant des attitudes négatives envers cet État, mais au contraire, par la voie diplomatique, en lui faisant savoir ce qui ne nous convient pas tout en le soutenant également, que nous devons travailler car il est indispensable que cet État retrouve une structure effective et efficace dans le pays.

 

Je ne peux, à mon tour, que réitérer mon invitation à vous voir prendre personnellement contact, de quelque manière que ce soit, avec le président de la RDC.

 

04.12  Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je dois vous avouer que je suis d'autant plus inquiète de savoir – et vous avez attiré l'attention sur ce fait – que les propos tenus l'ont été au nom du gouvernement belge.

 

Lors de la déclaration gouvernementale, vous aviez dit que vous accorderiez une attention toute particulière à l'Afrique des Grands Lacs et plus spécifiquement au Congo. Or, au regard de ce qui s'est passé hier, j'ai pourtant le sentiment que ce n'est pas du tout le cas.

 

Par ailleurs, nous n'avons toujours pas reçu la note de politique générale du ministre des Affaires étrangères. Dès lors, celui-ci s'est exprimé au nom de la Belgique et en notre nom sans qu'une discussion préalable ait pu avoir lieu à ce sujet dans ce Parlement.

 

Aussi, je répète ma position, à savoir que les propos qui ont été tenus sont inappropriés, voire déplacés. Selon moi, beaucoup de temps a été perdu, beaucoup de choses ont été déconstruites. Je ne peux donc que vous conseiller d'aller sur place pour réparer l'outrage, mais aussi et surtout pour vous rendre compte de la réalité et pour avoir une idée de ce que les Congolais attendent réellement.

 

Enfin, je voudrais rappeler à M. Flahaut que son groupe fait partie de la majorité et que lorsqu'il s'est rendu sur place en tant que ministre de la Défense, il n'était pas forcément mandaté par le gouvernement.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Vraag van mevrouw Meyrem Almaci aan de eerste minister over "de uitspraken over agrobrandstoffen" (nr. P0225)

05 Question de Mme Meyrem Almaci au premier ministre sur "les déclarations relatives aux agrocarburants" (n° P0225)

 

05.01  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de eerste minister, u, ikzelf en wellicht ook heel wat leden van dit Parlement zijn op de hoogte van het feit dat er wereldwijd een grote voedselcrisis dreigt die miljoenen mensen bedreigt.

 

De oorzaak van die voedselcrisis ligt in het feit dat in landen zoals China, de landen met opkomende economieën, er steeds meer vraag is naar energie en naar vlees. Bovendien hebben zich verschillende klimaatcatastrofes voorgedaan die tot gevolg hadden dat oogsten zijn mislukt en er zijn ook veel speculaties. Een klein deel van de voedselcrisis wordt ook verklaard door het gebruik van agrobrandstoffen die tegenwoordig erg worden gepromoot, onder meer door de Europese Unie.

 

De groenen hebben van bij de opkomst van die brandstoffen in heel Europa, dus ook in België en Vlaanderen, heel duidelijk hun ethisch standpunt gegeven. Wij hebben gezegd dat bij het ethische dilemma tussen eten of tanken voedselzekerheid zeker en vast vooropstaat. Voedselzekerheid staat voorop en wij zien nu ook dat heel wat prominenten ons daarin bijtreden. Ziehier een paar aanhalingen.

 

De voorzitter: Collega’s, mag ik uw aandacht vragen voor degene die de vraag stelt?

 

05.02  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Dank u, voorzitter.

 

Dominique Strauss-Kahn, de voorzitter van het Internationaal Monetair Fonds, spreekt onomwonden van een moreel probleem. Hij voorspelt dat een wereldwijde voedselcrisis zal leiden tot opstanden door honger en het gevaar op oorlogen zal aanwakkeren. De Europese commissaris voor Ontwikkelingshulp, Louis Michel, zegt dat de mode van de biobrandstoffen zal uitdraaien op een voedselramp in arme landen. Jean Ziegler, VN-rapporteur, spreekt dan weer van een misdaad tegen de menselijkheid. Ook Europees commissaris voor Milieu, Dimas, stelt zich heel wat vragen.

 

Mijnheer de eerste minister, deze week heeft u zelf bevestigd dat u als minister van Landbouw destijds ethische vragen had bij het gebruik van voedsel voor het aandrijven van motoren. Geachte premier, ik wens u met die uitspraak te feliciteren. Ik wens u met die uitspraak expliciet te feliciteren en te zeggen dat wij blij zijn dat u een zo duidelijk standpunt inneemt. Er is evenwel een verschil tussen woorden en daden en het zijn de daden die we vandaag broodnodig hebben.

 

Ik kom nu tot mijn vraag. Bent u bereid, of gaat u effectief de 10%-maatregel, die Europa heeft voorgesteld met betrekking tot agrobrandstoffen, op de volgende EU-Top contesteren zolang er niet aan de milieuvoorwaarden en voedselzekerheidsvoorwaarden wordt voldaan? Welke gevolgen heeft uw uitspraak voor het landbouwbeleid, zowel federaal als voor de Gewesten, alsmede voor de producenten van agrobrandstoffen? Welke maatregelen bent u van plan met deze regering te nemen om wereldwijd de voedselcrisis aan te pakken om bijvoorbeeld, zoals de Boerenbond zelf heeft gesuggereerd, structurele maatregelen te nemen om kleine boeren te ondersteunen?

 

05.03 Eerste minister Yves Leterme: Mevrouw Almaci, laten wij ernstig blijven. U vraagt mij welke maatregelen de Belgische regering zal nemen om de wereldwijde voedselcrisis te keren. Laten we, uit respect voor de mensen die hongerlijden, niet spreken over de mogelijkheid om vanuit België de wereldwijde voedselcrisis aan te pakken.

 

Wat ik vorige week heb willen zeggen op de plaats waar het moest worden gezegd, is het volgende. Ik onderschrijf volledig het objectief Horizon 2010 dat op Europees vlak werd vastgelegd. Ik lig trouwens, samen met collega's Reynders en Tobback, in een vorige hoedanigheid althans wat collega Tobback en mijzelf betreft, mee aan de basis van het feit dat het beleid inzake biobrandstoffen in ons land tot stand is gekomen. Het is een mogelijk alternatief wat afzet voor de landbouw betreft en het is een van de kleine maatregelen voor de reductie van CO2-uitstoot.

 

Het is natuurlijk iets anders wanneer men, zonder dat de discussie over de biobrandstoffen van de tweede generatie volledig is gevoerd op Europees vlak en gezien de problematiek van de verduurzaming van de productie van biobrandstoffen, meedoet met de zogenaamde mediatieke boom van biobrandstoffen en doelstellingen vooropgezet in Horizon 2020. Daarin is sprake van een verdubbeling van het objectief dat geldt voor 2010. Ik heb aan commissievoorzitter Barroso en aan een aantal collega's gezegd dat ik daarbij ethische vragen heb.

 

Ik heb die zeker naar aanleiding van de evolutie van de afgelopen maanden. Men stelt namelijk vast dat de massale productie van gewassen die kunnen dienen voor de productie van biobrandstoffen een inbreuk kunnen zijn op de kansen tot het behoud van de biodiversiteit en dat zij wellicht ook een impact hebben op de prijsvorming van voedsel op de wereldmarkt.

 

Als men een maatregel neemt en men mogelijk een dergelijk effect ziet op mensen die sterven van de honger, is het volgens mij niet meer dan normaal dat men zich ook in West-Europa afvraagt of we wel op de juiste weg zijn met het bevorderen van de productie van biobrandstoffen op basis van gewassen die ook kunnen dienen voor de productie van voedsel.

 

Als de afweging moet worden gemaakt tussen de maag van een arme die honger lijdt en de tank van onze wagens is, wat mij persoonlijk betreft, de afweging snel gemaakt. Dat betekent echter niet dat we, zeker wanneer het gaat over de productie van producten van de tweede generatie, geen bijkomende maatregelen kunnen nemen

 

05.04  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de eerste minister, heb ik goed begrepen dat u de 10%-doelstelling in Europa contesteert, maar in eigen land de doelstellingen aangaande productie van agrobrandstoffen niet direct in vraag stelt?

 

05.05 Eerste minister Yves Leterme: Mevrouw, waarom zou ik tegen de productie van agrogrondstoffen in ons land zijn? Het is de vrijheid van de landbouwsector om daarover te beslissen, conform uiteraard een aantal regelgevingen die slaan op leefmilieu en die van Europese aard zijn. Wij gaan dat toch niet in hun plaats regelen?

 

05.06  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de eerste minister, ik stelde u die vraag om de volgende reden. U hebt indertijd, als Vlaams minister van Landbouw, gezegd dat u een ethisch probleem had bij de productie van een aantal agrobrandstoffen, maar tegelijk hebt u de omschakeling van boeren naar de productie van agrobrandstoffen effectief gepromoot. U hebt toen ook in de commissievergadering op 27 juni 2005, in antwoord op een vraag over agrobrandstoffen, geantwoord, en ik citeer: "Er zal hoe dan ook sprake zijn van invoer van koolzaad. Het is niet realistisch om te verwachten dat op zo'n korte termijn heel Vlaanderen vanuit Vlaanderen kan worden bevoorraad. Welke landen daarvoor in aanmerking komen en of wij vanuit de Vlaamse regering bepaalde ontwikkelingslanden kunnen uitsluiten, is nog maar de vraag".

 

Dat is essentieel voor mij. Het verhaal van de voedselzekerheid, het verhaal dat daarnet is gedaan en dat door uzelf op ethisch vlak werd onderschreven, hangt daar natuurlijk volledig mee samen. Dat is essentieel.

 

U zegt dat u maatregelen zult nemen voor agrobrandstoffen, maar dat op Europees vlak die 10% niet haalbaar is en dat u ethisch niet akkoord gaat. Als Vlaams minister hebt u dat echter tegelijk gepromoot en gezegd dat de invoer van koolzaad nodig is. In dat geval werkt u mee aan het probleem op globaal vlak.

 

Mijnheer de eerste minister, u bent degene die indertijd op Vlaams niveau aan de boeren velden vol goud heeft beloofd. Nu blijkt het zich tegen hen te keren. Nu blijkt het een ethisch dilemma.

 

Ik vraag u dan ook welke maatregelen u als eerste minister effectief in dit land zult nemen, nu dat ethisch dilemma zich klaar en duidelijk voordoet.

 

De voorzitter: Mevrouw Almaci, u hebt slechts recht op spreektijd voor een repliek. Dit is geen debat.

 

(…): (…)

 

De voorzitter: Daarover? Dit is geen debat.

 

(…): (…)

 

De voorzitter: De orde der werkzaamheden, ja! Ik zal wel oordelen of het daarover gaat.

 

05.07  Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik heb gisteren in de commissie voor de Binnenlandse Zaken identiek dezelfde vraag gesteld als mevrouw Almaci, over dezelfde problematiek. Mevrouw Almaci had zich toen moeten aansluiten bij mijn vraag. Normaal kan het reglementair niet dat dezelfde vraag nadien ook nog eens in de plenaire vergadering aan bod komt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de voorafbetalingen van belastingen op de beroepsinkomsten van grensarbeiders" (nr. P0226)

06 Question de M. Roel Deseyn au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "les versements anticipés d'impôts sur les revenus professionnels des travailleurs frontaliers" (n° P0226)

 

06.01  Roel Deseyn (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-eerste minister en minister van Financiën, het is vandaag donderdag 24 april of veertien dagen na de deadline voor de voorafbetaling van het eerste kwartaal voor het aanslagjaar 2007.

 

Op zich zou dat geen schokkend nieuws zijn, mijnheer de minister, ware het niet dat een groep van enkele duizenden Belgische gezinnen in de grootste verwarring is daarover. Meer specifiek gaat het over de categorie Belgische grensarbeiders, die echt niet goed meer weten waar ze nu aan toe zijn. U hebt meegedeeld en beloofd dat er geen voorafbetalingen meer moesten gebeuren voor deze groep werknemers in 2007: zij konden vanaf dan hun belastingen vereffenen in Frankrijk. Dit is natuurlijk nog niet het geval.

 

Ik hoef de historiek van het dossier van het dubbelbelastingverdrag niet te herhalen. Ik feliciteer u en uw collega’s in de regering trouwens met het uitstel: ik denk dat alle werkgevers en werknemers in België daar beter van zullen worden op de middellange termijn. Er is natuurlijk wel een aspect van cruciaal belang in dit dossier en het zou ook goed zijn mocht dit uit het belastingverdrag gelicht worden om eindelijk tegemoet te kunnen komen aan die groep van 5.000 Belgische gezinnen die eigenlijk al jarenlang fiscaal wordt gediscrimineerd, die fiscaal en financieel slechter af is en voor wie er eindelijk licht was aan het einde van de tunnel. Zij waren werkelijk gefixeerd op die datum van 1 januari 2007. Men had zijn leven daarop georiënteerd. Men had bepaalde financiële engagementen aangegaan inzake aankopen of de aanschaf van een huis. Nu worden zij geconfronteerd met een zeer moeilijke politieke opstelling: u kunt deze engagementen niet volledig honoreren.

 

Waar moeten de Belgische grensarbeiders vanaf heden hun belastingen betalen? Moeten zij dat nog doen in België of kunnen zij daarop een uitzondering verkrijgen als zij in Frankrijk werken?

 

Ten tweede, hoe zult u de betrokken groep maximaal informeren? Ik krijg daarover dagelijks, wellicht net als u, diverse mails en telefoons. Verwarring is troef. Hoe zal de regering haar verantwoordelijkheid opnemen om maximaal aan sensibilisering en voorlichting te doen voor deze groep?

 

Ten slotte, welke maatregelen zult u nemen om te vermijden dat de Belgische grensarbeiders door het uitblijven van een definitieve regeling in financiële problemen terechtkomen?

 

06.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Deseyn, ik ben verrast. Ik had een zeer goed akkoord door middel van een avenant met Frankrijk sinds december 2007 dat ertoe strekte dat de Belgische grensarbeiders die in Frankrijk werken niet meer belastingen zouden betalen vanaf 1 januari 2007. Er was dus geen probleem meer.

 

Door uw vraag en die van uw collega's om opnieuw te onderhandelen met Frankrijk voor de Belgische werkgevers, hebben wij echter een vertraging. Wij hadden daarvoor, samen met de eerste minister, een oplossing gevonden: drie jaar meer voor de aanwerving van Belgische werkgevers tot en met 1 januari 2012. Ik probeer om een oplossing te vinden, niet alleen voor de werkgevers, maar ook voor de Belgische grensarbeiders die in Frankrijk werken.

 

Het is toch vreemd. Door uw vraag tot onderhandeling is er vertraging. Nu vraagt u aan mij om een oplossing te vinden. Ik probeer dat te doen. Ik zal alle nodige informatie aan de mensen bezorgen via de website van de FOD Financiën. Ik hoop, misschien voor een keer met uw steun, dat wij tot een definitief avenant kunnen komen, met de mogelijkheid tot retroactiviteit vanaf 1 januari 2007, om alleen in Frankrijk belastingen te betalen voor de mensen die in Frankrijk werken.

 

Mijnheer de voorzitter, ik vind het vreemd. De heer Deseyn stelde de vraag om dit niet in het Parlement te behandelen zonder nieuwe onderhandelingen. Nu zegt de heer Deseyn dat er vertraging is. Het is het een of het ander, mijnheer Deseyn.

 

06.03  Roel Deseyn (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u geeft een vreemde lectuur van mijn politieke handelingen in het bewuste dossier.

 

U maakt natuurlijk een globale appreciatie van wat u onderhandelt. Ik heb altijd gezegd dat het goed is dat wij uitstel kunnen bekomen voor de rem die op de rekrutering van Fransen wordt gezet. Voor het andere deel, voor de groep Belgische gezinnen die onder dergelijk statuut valt, is de wijziging echter noodzakelijk. U kan het nalezen in de notulen van de parlementaire handelingen: ik heb voornoemd standpunt altijd verdedigd.

 

Precies in het bedoelde, fiscale en financiële dossier kunnen wij het beste van twee werelden verzoenen. Ik blijf er dan ook op aandringen.

 

Het is heel goed dat u de gedachte van de retroactiviteit nog eens in herinnering brengt. Er is echter nog altijd geen echte duidelijkheid voor de betrokkenen over de plaats waar zij hun voorafbetalingen nu concreet moeten doen. Waarvan akte.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la suppression du poste de pompiers du boulevard Pachéco" (n° P0227)

07 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de afschaffing van de brandweerpost op de Pachecolaan" (nr. P0227)

 

07.01  Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, je voudrais revenir sur un événement rapporté par la presse et qui est, certes, de compétence régionale. Il s'agit de la fermeture d'un poste avancé de pompiers au boulevard Pachéco. Cette information a l'air anodine, mais ce poste concerne l'ensemble du pentagone bruxellois. Ce n'est pas anecdotique, puisque nous savons que ce dernier comprend nos institutions, le Palais royal, plusieurs hôtels – autant de victimes potentielles en cas d'incendie.

 

Le gouvernement bruxellois semble avoir pris cette décision, si j'en crois la presse. À mon sens, les conséquences pourraient être dramatiques, car nous savons que les premières minutes d'intervention sont les plus importantes pour sauver des vies.

 

Monsieur le ministre, je souhaitais savoir si vous aviez été informé de cette décision par le gouvernement bruxellois ou, éventuellement, par le ministre bruxellois compétent en cette matière, à savoir M. Cerexhe.

 

Par ailleurs, ce choix entraînera-t-il des conséquences relativement aux plans d'urgence? Leur mise en œuvre dépend non seulement des Régions, mais aussi des gouverneurs. Nous savons que nous avons encore un gouverneur à Bruxelles, qui est chargée de l'implémentation des plans d'urgence.

 

Monsieur le ministre, les délais d'intervention supplémentaires que va nécessiter la fermeture de ce poste auront-ils des effets dans la mise à exécution de ces plans?

 

07.02  Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher collègue, je dois vous dire tout d'abord que je n'ai pas été informé directement de cette décision, même si j'étais effectivement au courant; en effet, cette décision découle du fait que le centre administratif a été vendu par le gouvernement fédéral.

 

Par ailleurs, vous savez comme moi que les services d'incendie de Bruxelles ont été régionalisés en vertu de la loi de 1989; l'organisation est donc régionale.

 

En outre, il est possible que le planning d'urgence et d'intervention doive être adapté, mais cela relève entre autres de la compétence du gouverneur de Bruxelles.

 

Si une adaptation s'avère nécessaire ou s'il convient de respecter une disposition, il appartient au gouverneur de Bruxelles, Mme Paulus, de prendre une initiative en ce sens et de mener une concertation avec la Région bruxelloise. En tout cas, je compte bien suivre de près le dossier.

 

07.03  Xavier Baeselen (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Je n'ose imaginer un seul instant que le gouvernement bruxellois ait pris cette décision sans avoir pensé aux conséquences en termes d'intervention et de secours, notamment pour ce qui concerne les personnes.

 

Cela dit, Mme le gouverneur devra effectivement être attentive aux éventuelles conséquences de la fermeture de ce poste.

 

Pour ma part, je souhaitais vous interroger, monsieur le ministre, car j'entends déjà certains membres de la majorité bruxelloise annoncer que si l'on a fermé le poste du boulevard Pachéco, c'est notamment en raison d'un sous-financement des services d'incendie à Bruxelles – et chacun sait que c'est faux –, et renvoyer la balle au fédéral.

 

07.04  Patrick Dewael, ministre: Je répète que ce poste se trouve dans un bâtiment du centre administratif qui a été vendu; il s'agit du dossier RAC.

 

À partir du moment où cette décision a été prise, une alternative devait être trouvée. Et si une adaptation des plans d'urgence et d'intervention s'avère nécessaire, il appartient à chacun de prendre ses responsabilités.

 

Attendons de voir ce que le gouverneur de Bruxelles fera ou ne fera pas.

 

Le président: Monsieur le ministre, je vous rappelle que comme il ne s'agit pas d'un débat, le dernier mot revient au Parlement.

 

07.05  Patrick Dewael, ministre: C'est à vous de décider, monsieur le président.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Questions jointes de

- Mme Corinne De Permentier au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles sur "le plan de sécurité de la zone de police Bruxelles-Midi" (n° P0228)

- M. Raf Terwingen au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles sur "le plan de sécurité de la zone de police Bruxelles-Midi" (n° P0229)

- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles sur "le plan de sécurité de la zone de police Bruxelles-Midi" (n° P0230)

08 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Corinne De Permentier aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen over "het veiligheidsplan van de politiezone Brussel-Zuid" (nr. P0228)

- de heer Raf Terwingen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen over "het veiligheidsplan van de politiezone Brussel-Zuid" (nr. P0229)

- de heer Renaat Landuyt aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen over "het veiligheidsplan van de politiezone Brussel-Zuid" (nr. P0230)

 

08.01  Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre de la Justice, mes chers collègues, la semaine dernière, dans la zone de police Midi, nous avons une nouvelle fois connu des incidents. Il est vrai qu'aujourd'hui, certains quartiers de cette zone ne peuvent être inspectés par notre police pour ses visites routinières. En effet, certains jeunes considèrent que ces quartiers leur appartiennent.

 

Une voiture de patrouille est passée par la chaussée de Mons et a essuyé des tirs. Les policiers sont sortis de leur véhicule pour constater les dégâts et ont remarqué que la voiture était criblée de plombs. Des jeunes se sont alors mis à ameuter d'autres jeunes pour fomenter une émeute. Des voitures de police ont été appelées en renfort. La première qui est arrivée sur les lieux a subi le même traitement avec, en outre, des gestes obscènes et des insultes; donc un absolu non-respect de l'uniforme.

 

Deux jeunes ont été interpellés. Ils sont âgés de 19 ans et sont bien connus des services de police. À leur arrivée au commissariat, comme leurs amis estimaient leur interpellation injuste, ils ont immédiatement exigé leur libération, sans autre condition. Un de ces jeunes âgé de 21 ans, particulièrement agressif et parfaitement connu de la police, s'en est pris physiquement à un policier dans l'enceinte même du commissariat. Il a été immédiatement arrêté. Tous trois ont été déférés au parquet.

 

Mais quelle ne fut pas notre surprise: sans aucun commentaire, le parquet les a purement et simplement relaxés.

 

Je peux comprendre la démotivation des services de police, je peux également comprendre les réactions du syndicat de la police à Anderlecht et celles du bourgmestre, très surpris d'une telle attitude. Comment pourrait-on rassurer la population avec de telles réactions?

 

En campagne électorale, chacun s'accorde à prôner une justice plus rapide, plus efficace, accompagnée de sanctions immédiates pour des cas aussi graves. Pourtant, ces trois jeunes ont été relaxés avec, sans doute, un sentiment d'impunité.

 

Monsieur le ministre, voilà qui m'inquiète: un tel exemple pourrait amener d'autres jeunes à copier leurs aînés. Si, aujourd'hui, on peut tirer à la carabine à plombs, qui nous dit que, demain, on ne tirera pas de vraies balles? En effet, lors de l'arrestation de ces jeunes, ont été découverts deux armes prohibées, une carabine à plomb, une bombe lacrymogène et d'autres accessoires.

 

J'aimerais connaître votre opinion quant à cette situation totalement indigne à mes yeux.

 

08.02  Raf Terwingen (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de feiten werden reeds uitgebreid toegelicht door onze collega. Er zijn problemen geweest met jongerenbendes en jongeren in Anderlecht. Hetgeen mij dienaangaande echter ten zeerste heeft verontrust zijn de getuigenissen van mensen in de straat die getuigenissen hebben afgelegd op televisie en in interviews waar zij hun angst uitten omtrent uitgaan in Anderlecht na 17.00 uur. Voor alle duidelijkheid, omtrent deze feiten bent u reeds ondervraagd geweest in de commissie. U hebt daar reeds uitgebreid geantwoord.

 

Mijnheer de minister, belangrijker voor ons is dat u toen reeds hebt aangekondigd dat u snel maatregelen zou nemen. Dat is ondertussen gebeurd. U zou maatregelen nemen van repressieve aard, op korte termijn. U hebt echter ook aangekondigd dat er een aantal geïntegreerde oplossingen moesten komen om op langere termijn aan dit soort structurele problemen met jongeren in moeilijke wijken oplossingen te bieden.

 

Mijnheer de minister, u hebt inderdaad woord gehouden. Gisteren hebt u reeds op een persconferentie aangekondigd dat er zou gereageerd worden, nadat u met een aantal spelers op het veld contacten hebt gehad. Daarover gaat deze vraag.

 

Wat gebeurt er met dat aangepaste veiligheidsplan voor Brussel-Zuid? Kan u concreet toelichten wat de politionele en gerechtelijke maatregelen zijn op korte termijn die u zal nemen.

 

Hoe zit het met de meer geïntegreerde maatregelen die u hebt aangekondigd om zo op een structurele en met een langetermijnvisie in deze problemen orde op zaken te stellen.

 

08.03  Renaat Landuyt (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, tijdens het weekend was ik verwonderd dat er geen enkele reactie kwam van de procureur van Brussel, maar ook niet van de minister van Justitie inzake de opmerkingen die gemaakt werden door de burgemeester en de politie van Brussel-Zuid, meer in het bijzonder van Anderlecht. De opmerkingen of beweringen waren niet mals. Er was geen samenwerking tussen politie en parket. Blijkbaar ligt het thema dermate gevoelig dat de politiemensen ook anoniem verklaringen hebben afgelegd.

 

Mijnheer de minister van Justitie, dat was de reden van mijn reactie op maandag om toch even aan u te vragen dat u als hoofd van de procureurs zou optreden. Ik was enorm ontgoocheld in de reactie op maandag, maar ik was des te meer tevreden met de reactie dinsdag en ik ben nog veel meer tevreden met de vlugge ontmoeting, uiteindelijk woensdag, met de procureur van Brussel.

 

Terwijl u dinsdag akkoord ging om effectief de procureur bij u te roepen, was de procureur nog aan het uitleggen, voor het eerst, dinsdagmiddag, dat de feiten voor hem niet voldoende zwaar waren om anders op te treden dan dat men opgetreden was. Het was voor mij dan ook niet aangenaam vast te stellen dat ook gisteren de procureur van Brussel nogmaals zijn verhaal herhaalde dat het eigenlijk niet kan binnen de huidige wetgeving om strenger op te treden.

 

Ik hoop dat u met hem betere afspraken hebt gemaakt dan dat hij laat uitschijnen en dat u niet zult wachten tot er een plan op papier staat opdat de procureur des Konings - ik hoop dat u die afspraak hebt gemaakt -, anders zal optreden morgen dan gisteren.

 

Daarom heb ik deze vraag, niet naar bijkomende politie, niet naar kampen, niet naar bijkomende wetgeving. Zal de procureur van Brussel in het raam van de huidige wetgeving vanaf vandaag of vanaf morgen anders optreden ten opzichte van de toch bijzondere situatie in Anderlecht, meer in het bijzonder in Kuregem?

 

08.04 Minister Jo Vandeurzen: Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, wat de feiten betreft, heb ik een zeer punctueel relaas gegeven in de commissie. Ik hoop dat u mij toestaat om wat betreft de juiste chronologie van de evenementen die zich hebben voorgedaan naar het verslag te verwijzen.

 

In algemene termen, wat gebeurd is, is natuurlijk onaanvaardbaar. Het is heel begrijpelijk dat de mensen die daar wonen en de publieke opinie verontwaardigd zijn wanneer men moet vaststellen dat veiligheid op straat blijkbaar niet meer kan verzekerd worden.

 

Ik heb al verwezen naar het nationaal veiligheidsplan en naar het plan dat door collega Dewael en mezelf is ondertekend waarbij de aanpak van de straatcriminaliteit tot een belangrijke prioriteit is uitgeroepen. Ik heb er eveneens op gewezen dat we echt van plan zijn om dat ook gezamenlijk te doen, de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en het openbaar ministerie. Het openbaar ministerie heeft de instructie gekregen om na te gaan op welke wijze het aan deze prioriteiten gevolg kan geven.

 

U weet dat het openbaar ministerie onafhankelijk is inzake individuele opsporing en vervolging. Ik heb uiteengezet wat mij gerapporteerd werd als reden waarom het openbaar ministerie op die bepaalde manier heeft gereageerd. De jongeren zijn opgepakt, moesten een nacht in het politiekantoor blijven en zijn ondervraagd door het openbaar ministerie. Men is dan tot de conclusie gekomen dat er tegen de drie betrokkenen die waren vastgehouden niet voldoende elementen waren om aan de onderzoeksrechter de aanhouding te vragen.

 

Ik denk dat ik ondertussen al voldoende heb aangegeven dat ik betreur dat het openbaar ministerie niet snel en duidelijk gecommuniceerd heeft over wat er is gebeurd en waarom men zo heeft gehandeld. De indruk dat er straffeloosheid is, dat men niet reageert en dat men niet kort op de bal speelt terwijl daar toch afspraken over zijn gemaakt, mag immers absoluut niet ontstaan. Als men daarover iets te zeggen heeft, moet men dat doen. Ik ben dan ook blij dat de procureur daarover gisteren naar aanleiding van onze ontmoeting publiek nog eens verklaringen heeft gegeven en de afwegingen heeft verduidelijkt die zijn openbaar ministerie hebben gebracht tot die standpunten.

 

Het moet nog eens duidelijk beklemtoond worden dat er natuurlijk geen sprake is van het blauwblauw laten van de zaak. Er zal worden vervolgd, er zal verder worden opgespoord en er zal het nodige gevolg aan worden gegeven.

 

Met collega Dewael heb ik gisteren de burgemeester van Anderlecht ontvangen. We vonden het belangrijk dat ook het openbaar ministerie daarbij aanwezig was. We hebben een aantal dingen afgesproken. Ten eerste gaan we alle krachten bundelen om aan dat fenomeen echt paal en perk te stellen. We zijn allen overtuigd dat dit gevoel van onveiligheid en het aangevoelde gebrek aan duidelijkheid over wie in het straatbeeld eigenlijk kan optreden onaanvaardbaar is. We hebben afgesproken om in plaats van te kijken wat we allemaal fout kunnen vinden bij elkaar te proberen de krachten te bundelen.

 

Ten tweede, er moet ook voor de zone een zonaal veiligheidsplan worden opgesteld. Dat is een uniek moment om de prioriteiten vast te leggen en samen zeer concrete acties af te spreken die kunnen worden ondernomen om de straat terug veilig te maken en de mensen in die buurt opnieuw de veiligheid te geven waarop zij uiteraard recht hebben. In dat raam heeft collega Dewael aangeboden om, als het nodig is, op bepaalde momenten bijkomende capaciteit en interventieploegen in te zetten en heb ik vanuit Justitie ook aangeboden om de opmaak van dat plan te laten ondersteunen door de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid.

 

Er is een vraag geweest van de burgemeester om hem te ontlasten van een aantal politietaken, door bijvoorbeeld het transport van gedetineerden over te nemen. Justitie heeft zich geëngageerd om dat te onderzoeken en daarvoor het nodige te doen.

 

Het openbaar ministerie, bij monde van de procureur, heeft verklaard dat men ter plaatse in de wijk zal gaan. Men zal ervoor zorgen dat het openbaar ministerie er is en dat het, als er acties worden ondernomen, zeer snel kan reageren.

 

Ik denk dat dit belangrijk is. Het is natuurlijk een eerste stap, maar wij hebben de overtuiging dat we door de middelen samen in te zetten, aan de mensen ter plaatse echt kunnen laten zien dat het ons menens is om het fenomeen aan te pakken.

 

Ten slotte, het gaat ook over de vraag naar een integrale aanpak van de veiligheid. Ook dat hebben wij gisteren besproken. Het gaat ook over de vraag hoe deze wijk een toekomst kan krijgen, hoe er wordt omgesprongen met de mobiliteitsvraagstukken, de huisvestingsvraagstukken enzovoort. Dat kunnen langetermijninvesteringen zijn. Alleszins hebben collega Dewael en ikzelf erop aangedrongen dat de lokale bestuursverantwoordelijken dat idee meenemen, als we dat probleem samen gaan aanpakken. Het moet in een globaal kader kunnen gebeuren. Dat is mijn ambitie. We moeten van de opmaak van dat zonale veiligheidsplan en de uitwerking ervan, echt een voorbeeld maken van hoe we door de middelen samen te brengen, erin kunnen slagen om de straatcriminaliteit met succes aan te pakken. Dat is heel belangrijk.

 

08.05  Corinne De Permentier (MR): Monsieur le ministre, j'aurai l'occasion de revenir vous interroger souvent sur ce sujet qui m'intéresse tout particulièrement. Je ne vous ai pas attendu pour poser maintes questions sur les violences dans la zone Midi. Le ministre Dewael a pris des mesures pour augmenter la présence policière dans la rue. Cependant, on peut envoyer autant de policiers qu'on veut dans la rue, si la justice ne joue pas son rôle, il y aura toujours ce sentiment d'impunité chez les agresseurs et un certain ras-le-bol des policiers de terrain.

 

Vous venez d'arriver à la tête du département et je vous fais confiance. Le ministère public est descendu quand j'étais bourgmestre de Forest dans la même zone et on n'a rien vu: encore du laxisme! Je ne veux pas qu'il y ait des morts, je ne veux pas que les jeunes pensent qu'on peut faire n'importe quoi avec des armes à feu. La violence est en progression. On donne des moyens à la prévention mais il faut aussi pouvoir dire "stop"!

 

08.06  Raf Terwingen (CD&V - N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

U pakt het juist aan. Enerzijds hebt u aandacht voor de repressieve kant om het fenomeen aan te pakken, zoals u zegt, teneinde op die manier onmiddellijk resultaten te verkrijgen. Anderzijds hebt u ook oog voor de integrale, globale aanpak, die op dat vlak heel belangrijk is om op langere termijn resultaten te krijgen.

 

Ik verwijs trouwens naar het opiniestuk van Gerrit Six vandaag in De Standaard, die als onderwijzer en leraar in Anderlecht duidelijk aangeeft waar het probleem rijst. Hij verwijst onder meer ook naar de verantwoordelijkheid van de ouders.

 

Bij een integrale aanpak moet alleszins ook op de begeleiding van de ouders de aandacht worden gevestigd teneinde te voorkomen dat voor de eventuele, toekomstige generaties dezelfde problemen zouden opduiken.

 

08.07  Renaat Landuyt (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister van Justitie, het is heel goed dat u de procureur van Brussel bij de zaak hebt betrokken. Ik hoop dat u zijn handelen goed zal opvolgen.

 

Ik vroeg ook wanneer de procureurs naar de wijken zouden afdalen. Indien ik het goed heb begrepen, zullen substituut-procureurs naar Kuregem gaan. Dat is een heel belangrijke stap. Ik hoop echter dat de stap niet over een paar maanden maar wel vanaf het komende weekend zal worden gezet. Daartoe is niet veel planning nodig.

 

Dat gezegd zijnde, steun ik u ten volle in het nemen van uw verantwoordelijkheid. U zou immers ooit verantwoordelijk zijn geweest, mocht u de verantwoordelijkheid niet hebben genomen, wat u deze week wel hebt gedaan. Ik steun u daarin ten volle. Immers, indien iedereen verantwoordelijk is, moet ook iedereen zijn verantwoordelijk nemen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen over "de oprichting van de Vlaamse Toezichtscommissie en de overname van de taken van de federale privacycommissie" (nr. P0231)

09 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles sur "la création de la 'Vlaamse Toezichtscommissie' et le transfert des missions de la Commission fédérale de la protection de la vie privée" (n° P0231)

 

09.01  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, minister Bourgeois legt momenteel de laatste hand aan het decreet Elektronisch Bestuurlijk Gegevensverkeer. Dat decreet voorziet onder andere in de oprichting van een Vlaamse Toezichtscommissie. Die Vlaamse Toezichtscommissie zou een deel van de taken van de federale privacycommissie, waarvoor u bevoegd bent, overnemen, namelijk het verlenen van machtigingen voor het uitwisselen van elektronische gegevens tussen de verschillende Vlaamse administraties.

 

De federale privacycommissie heeft een advies gegeven over die nieuwe Vlaamse Toezichtscommissie, alsook een eigen voorstel geformuleerd. In dat advies staat dat de commissie vreest dat een nieuwe Vlaamse commissie in de eerste plaats niet de coherentie op het vlak van gegevensuitwisseling ten goede zal komen. Voorst zullen de elektronische gegevensstromen tussen de verschillende administraties worden bemoeilijkt. Dat is dus veeleer een negatief advies.

 

Zij heeft ook een opbouwend voorstel gedaan in die zin dat zij zelf sectorale comités wil oprichten om zelf die taken op zich te nemen. Zij stelt voor om de privacycommissie fundamenteel te hervormen. In dat geval zou men eraan moeten denken om niet alleen vertegenwoordigers uit de Kamer, maar ook uit de regionale parlementen af te vaardigen.

 

Mijnheer de minister, u hebt een overleg ter zake met minister Bourgeois gehad. Wat is het resultaat? Wordt verder gegaan op de piste van een Vlaamse Toezichtscommissie, of zal de federale privacycommissie worden hervormd? Wat zijn uw initiatieven inzake de federale privacycommissie en op welke termijn ziet u dat?

 

09.02 Minister Jo Vandeurzen: Ik kan eigenlijk zeer kort zijn. Het is evident dat de problematiek van de privacy, de commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer of privacycommissie en de vraag hoe we de Gemeenschappen en Gewesten kunnen betrekken bij de werking ervan, aan bod zullen komen bij de onderhandelingen over de staatshervorming en de institutionele hervormingen.

 

U mag verwachten dat het thema aan bod zal komen, al is het maar door de feiten die u zelf hebt gesitueerd en die nopen tot overleg daarover. Ik neem mij voor om in het kader van die onderhandelingen na te gaan hoe wij daarin het juiste evenwicht kunnen vinden.

 

09.03  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de minister, wanneer ik het goed begrijp, zegt u dat daarover zal worden onderhandeld. Ik neem aan dat in afwachting het decreet over de oprichting van een Vlaamse Toezichtscommissie waarschijnlijk zal worden uitgesteld.

 

Onze bezorgdheid is vooral dat de middelen inzake elektronische gegevensstromen efficiënt worden beheerd en dat er geen overlapping komt van structuren die eigenlijk hetzelfde doen, met eigen middelen en eigen mensen. Wij volgen dat verder op de voet.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden over "de verdwijning van niet-begeleide minderjarigen uit asielcentra" (nr. P0232)

10 Question de Mme Maggie De Block à la ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et des Grandes villes sur "la disparition de mineurs non accompagnés des centres d'asile" (n° P0232)

 

10.01  Maggie De Block (Open Vld): Mevrouw de minister, u bent als minister van Maatschappelijke Integratie bevoegd voor de open asielcentra. Deze week heeft Child Focus zijn jaarrapport voorgesteld. Het was toch wel onthutsend om te lezen dat in de open centra van Steenokkerzeel en Neder-over-Heembeek, die in mijn kiesomschrijving liggen, vorig jaar 902 minderjarige kinderen zonder ouderlijk gezag verdwenen zijn. Meestal verdwenen zij binnen de 48 uur nadat zij daar werden geplaatst. Het waren er respectievelijk 631 in Neder-over-Heembeek en 271 in Steenokkerzeel.

 

Jaarlijks gaat het om 1.500 tot 2.000 kinderen die hier toekomen uit niet-Europese landen en die niet onder begeleiding of toezicht staan van een ouder of een voogd. Het is ontstellend om te weten dat hier 2.000 minderjarige kinderen toekomen en dat de helft daarvan verdwijnt.

 

Bij de politie werd er voor amper 63 gevallen aangifte gedaan bij Child Focus. De argumenten voor dit geringe aantal zijn dat de identiteit van die kinderen niet helemaal vaststond, bij gebrek aan papieren of gebrekkige papieren, en omdat die kinderen vaak zogezegd “vrijwillig” verdwijnen. Het ging ook om een groot aantal zwangere, minderjarige meisjes.

 

Het is onthutsend en het moet ons bezorgen dat zoiets hier kan gebeuren, vooral omdat het om een zeer kwetsbare groep van minderjarigen gaat. Wij durven er niet aan denken waar die jonge mensen allemaal terechtkomen. Vermits zij binnen de 48 uur na hun toekomst verdwijnen, moet er toch sprake zijn van een vorm van mensenhandel of trafiek. Zij komen dan ook misschien in criminele milieus of in de prostitutie terecht.

 

Mevrouw de minister, wat zult daaraan doen?

 

10.02  Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik heb dezelfde vraag al in de commissie ingediend.

 

De voorzitter: Ik zal het nakijken.

 

10.03 Minister Marie Arena: Wat het aantal verdwijningen betreft, volgens de informatie van Fedasil zijn veel van deze verdwijningen familiegebonden. Fedasil meldt ons slechts vijf onrustwekkende verdwijningen op 1.325 vertrokken jongeren. Deze verdwijningen hebben betrekking op zwangere jonge meisjes, jongeren met mentale gezondheidsproblemen, jongeren waarvan wordt vermoed dat zij het slachtoffer zijn geweest van bijvoorbeeld mensenhandel of jongeren onder de 12 jaar.

 

Wat de beschermingsmaatregelen betreft, het is belangrijk te melden dat in beschermingsmaatregelen werd voorzien in het koninklijk besluit van 9 april 2007.

 

10.04  Maggie De Block (Open Vld): Mevrouw de minister, u hebt niet gezegd wat u daaraan zult doen. U zegt dat een koninklijk besluit de beschermingsmaatregelen regelt, maar dat voldoet niet. Ik vind het een schande, want het gaat over de helft van de jonge kinderen die hier aankomen. U hebt andere cijfers, maar dat is juist omdat, zoals Child Focus zegt, zij gewoon weggegaan zijn en meegegaan zijn met mensen. De vraag is echter met wie zij meegaan en waar zij terechtkomen. Waar worden ze getraceerd? Het gaat om minderjarige jonge mensen, elk jaar een duizendtal, die zomaar in ons land verdwijnen. Ik vind dat daaraan iets gedaan moet worden, al was het maar om humanitaire redenen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van de heer Jean Marie Dedecker aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "Eurostar UK1 die reeds 5 jaar in de werkplaats te Vorst staat" (nr. P0239)

11 Question de M. Jean Marie Dedecker à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "l'Eurostar UK1 immobilisé à l'atelier de Forest depuis 5 ans déjà" (n° P0239)

 

11.01  Jean Marie Dedecker (LDD): Mevrouw de minister, ik had hier liever uw collega voor Mobiliteit gehad, de heer Schouppe. De vraag is weliswaar aan u gesteld, maar de heer Schouppe is de oorzaak van het feit dat ik u vandaag deze vraag moet stellen.

 

Mijnheer de voorzitter, ik wil u er ook attent op maken dat wij die vraag ook al twee keer schriftelijk gesteld hebben, namelijk op 28 februari en op 9 april, maar dat wij geen antwoord gekregen hebben. Daarom stel ik nu mijn vraag hier.

 

Mevrouw de minister, in de helft van de jaren '90 werden er met de groep Eurostar ongeveer zevenentwintig treinen gekocht. Door de grootheidswaanzin – laat me het zo zeggen – van de heer Schouppe op dat moment, heeft hij ook nog op eigen houtje een trein gekocht, de UK1, de 31-01, de 31-02, met een capaciteit van zevenhonderdvijftig reizigers.

 

Die laatste trein is momenteel teruggevonden in Vorst. Die trein heeft zes jaar gereden, maar staat daar nu al zes jaar stil. Ik kan u er een foto van laten zien.

 

Die trein staat vol met graffiti en in die trein logeren meer muizen dan passagiers. Die trein is vanbinnen vernietigd. Er zijn wisselstukken van weggenomen. Zelfs de transfo is weggenomen, zodat de trein toch heel moeilijk kan rijden.

 

Als wij daar iets over vragen is dat omdat het gaat om een kapitaal van 38 miljoen euro dat daar al 6 jaar staat te verrotten. De heer Schouppe lag ooit onder vuur wegens het sale-and-lease-backsysteem. Dat systeem is ook op dit moment gebruikt. Die trein zal pas in 2010 afbetaald zijn. Wat antwoordt de heer Stevens van de NMBS daarop laconiek? Pas als de hoge huurprijzen stoppen zal de NMBS de trein opnieuw gebruiken.

 

Dat wil dus zeggen dat die trein aangekocht is voor de wisselstukken? Het is alsof men een Ferrari koopt en er nog een bijkoopt omdat men die nodig kan hebben voor wisselstukken. In principe is er geen geld voor wisselstukken.

 

Nu is niet alleen de vraag: waarom staat die trein daar te verrotten, waarom wordt een dergelijk kapitaal niet gebruikt? Op dit moment loopt er een bestelling voor 2 tracktreinen die u zult huren voor de lijn tussen de Noorderkempen en Antwerpen. Die trein die daar staat te verrotten kunt u daarvoor ook inschakelen. In de realiteit is het een dubbele verkwisting van kapitaal. Hoe komt dat eigenlijk, mevrouw? En wat zult u eraan doen?

 

11.02 Minister Inge Vervotte: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik heb altijd naar voren geschoven dat ik het heel belangrijk vind dat onze overheidsbedrijven en ook onze overheidsdiensten kostenefficiënt werken. Ik heb dat ook heel expliciet benadrukt in mijn beleidsnota. Ik wil daar ook graag op toezien want ik vind dat zij bij het beheer van hun materiaal en bij het beheer van hun onderneming in het algemeen moeten optreden als een goede huisvader.

 

Om op uw vragen te antwoorden beschik ik vandaag over onvoldoende elementen om mij ervan te kunnen vergewissen of men in dit dossier wel of niet als een goede huisvader is opgetreden. Dat is dan ook de reden waarom ik de NMBS heel concreet om uitleg zal vragen. Ik zal de vragen die ik aan de NMBS zal stellen samen met u overlopen.

 

Volgens de gegevens die ik vandaag heb – maar ik wil ze formeel bevestigd of ontkend zien door de NMBS – zou de aankoop niet gebeurd zijn op basis van overheidsdotaties maar op basis van de eigen middelen die de NMBS verwerft via de verkoop van tickets, daar het hier over internationaal vervoer gaat. Maar ik wil dat formeel bevestigd zien door de NMBS.

 

Dat neemt niet weg dat ik toch nog een aantal andere vragen zal stellen omdat ik wil bekijken of men als een goede huisvader is opgetreden.

 

De eerste vraag waarover ik meer uitleg van de NMBS wil krijgen, is de vraag of de aankoop van het treinstel verantwoordbaar was. Op basis van welke elementen heeft men destijds de keuze gemaakt om dat treinstel aan te kopen?

 

Ten tweede, er is gekozen om te werken met een sale-and-lease-backcontract. Was dat een goede keuze? Op basis van welke elementen? Zat in het contract zelf een clausule? Zo ja, welke? Zo neen, waarom heeft men er niet voor geopteerd om er een aantal risicoclausules in te zetten?

 

Ik zal de NMBS een derde vraag om uitleg stellen. Toen er is beslist om dat treinstel uit exploitatie te halen – die trein heeft wel jaren gereden – welke stappen heeft de NMBS dan ondernomen om een herbestemming te zoeken? Was dat mogelijk of niet? Zijn er al dan niet technische belemmeringen? Welke stappen heeft men daarvoor ondernomen? Welke stappen heeft men ondernomen om het toestel te verhuren of te verkopen aan anderen? Dat zijn allemaal mogelijke opties. Welke stappen heeft men ondernomen om het leasingcontract te herbekijken, te heronderhandelen of af te sluiten?

 

Heeft men de nodige stappen ondernomen om het treinstel in veilige en goede omstandigheden onder te brengen?

 

Ik vind het belangrijk om deze vragen concreet en formeel aan de NMBS over te maken, zodat ze mij alle argumenten daaromtrent kunnen geven. Ik verwacht dan ook een antwoord van de NMBS op deze vragen. Op basis van deze antwoorden, zal ik bekijken welke stappen dienen ondernomen te worden, omdat ik vind dat dit bedrijf kostenefficiënt moet werken. Op basis van de argumenten en de elementen die zij ons zullen geven, zullen wij dan samen beoordelen of ze in deze zaak als een goede huisvader hebben gehandeld of niet.

 

11.03  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik ben verwonderd dat u een beetje een omslachtig antwoord geeft. Ik kan goed begrijpen dat u nog op onderzoek moet gaan. Ik heb die vraag nochtans al gesteld op 28 februari.

 

Ik zal u ook uit uw lijden verlossen. U zegt dat u niet weet waar de centen vandaan kwamen. Ik kan u het wel zeggen. Ik heb hier een nota bij van 1995. De heer Schouppe lag toen ook al onder vuur omdat het om een sale-and-lease-backoperatie ging ter waarde van 18 miljard frank. Toen zei men al dat met een inkomen van 600 miljoen frank voor dat jaar, een contract voor de commercialisering van de Eurostar werd doorgedrukt door de heer Schouppe voor 577 miljoen. Toen stond er al bij dat dit wanbeleid was.

 

Ik heb daarover een laatste opmerking. Heren van de Open Vld, ik heb een voorstel tot oprichting van een onderzoekscommissie ingediend over de heer Schouppe en ABX. We kunnen dit er misschien nog bijvoegen. Ik reken op uw steun, of toch zeker op uw lippendienst. In realiteit zal het wel niet zo zijn.

 

U hebt gisteren verklaard aan de pers dat maandag werd beslist om dit stel 3101/3102 aan Eurostar UK te verhuren.

 

Dat begrijp ik niet goed. Ik heb het document bij. Dat komt van uw diensten. U zegt dat u van niets weet. U verklaart dan in de pers dat dit stel terug zal kunnen worden opgekalefaterd. U kunt het niet meer opkalefateren. Dat zal een fortuin kosten. Zelfs de transfo is er uitgehaald. Ik vind dat u een beetje rond de pot draait, maar u krijgt het voordeel van de twijfel. Ik hoop dat u de volgende keer een volledig antwoord geeft, mevrouw de minister.

 

11.04 Minister Inge Vervotte: Mijnheer Dedecker, ik denk dat u goed moet weten dat de NMBS een autonoom bedrijf is. Ik ben in principe afhankelijk van de informatie die men mij geeft. Daarom vind ik het cruciaal om deze vragen concreet en formeel aan hen over te maken, zodat zij mij ook concreet en formeel schriftelijk antwoorden. Ik denk dat dit noodzakelijk is. Op basis daarvan ben ik bereid om opnieuw met u de dialoog ter zake aan te gaan. Ik vind het echter heel belangrijk dat wij op basis van alle elementen en argumenten die de NMBS aangeeft tot de juiste besluitvorming komen. Ik wil dus niet rond de pot draaien. Ik denk dat ik zeer transparant wil zijn, anders zou ik niet zoveel concrete vragen aan de NMBS bezorgen.

 

Wat de communicatie die ik zou hebben gevoerd betreft, ik heb daarover geen communicatie gevoerd. Het is de NMBS die nu het leasingcontract heeft heronderhandeld en erin is geslaagd om na zoveel jaar naar een subverhuur over te gaan. Dat is echter communicatie die de NMBS heeft gevoerd en waarmee ik niets te maken heb.

 

Nogmaals, ik ontsla mij hier niet van mijn verantwoordelijkheid, ondanks het feit dat het hier volgens mij gaat over zaken die niet door de overheidsdotatie zijn gedekt, maar onder het eigen financieel beheer van de NMBS ressorteren. Toch zal ik concrete vragen aan de NMBS stellen zodat ik u verder concreet kan antwoorden.

 

11.05  Jean Marie Dedecker (LDD): Mevrouw de minister, er bestaat een heel mooi spreekwoord: verba volent, scripta manent. Ik zal u een document van woensdag 23 april overhandigen, waarin letterlijk staat: "Hierbij vindt u het antwoord van minister Vervotte". Het is opgestuurd door de heer Hans Seeuws. Ik citeer daaruit: "Momenteel, sinds eergisteren, heeft de NMBS met Eurostar UK, de Engelse Eurostar-partner, een overeenkomst gesloten. Eurostar UK zal het treinstel huren".

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de Mme Karine Lalieux au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "l'index sentimental" (n° P0233)

12 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de gevoelsindex" (nr. P0233)

 

12.01  Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, la semaine dernière, le Conseil de la concurrence procédait à des perquisitions dans le secteur du pain dans le but de déceler une possible entente des industries meunières. Hier, vous annonciez que l'indice "sentimental" qui reprend les dix produits les plus consommés par les Belges avait augmenté de 6,6% alors que l'index ne suit pas. Il y a donc un écart de 4,3% par rapport à l'augmentation moyenne des prix de l'alimentation.

 

Les consommateurs constatent depuis des mois que les prix augmentent toujours alors même que les agriculteurs et les producteurs en général se plaignent d'une diminution de leurs revenus, sauf pour certains segments limités. Il y a un problème entre les deux bouts de la chaîne. Je ne crois pas que l'augmentation du prix des carburants ou des céréales puisse expliquer les augmentations dans tout le secteur agroalimentaire. C'est dans le processus de formation du prix que nous devons chercher la réponse.

 

Notre pays ne possède pas d'instrument pour analyser la formation des prix, la structure des prix des produits alimentaires. Votre prédécesseur, Mme Laruelle, avait lancé l'idée d'un conseil d'analyse. Nous sommes parvenus à inclure dans la déclaration gouvernementale la mention d'un observatoire des prix de la vie quotidienne, à propos duquel j'avais déjà déposé un projet de loi en septembre. Voyez comme on anticipe chez nous, monsieur le président!

 

Monsieur le ministre, quand vous attellerez-vous à la réalisation de cet observatoire, en sachant qu'il y a urgence pour les consommateurs? Quelles seront exactement ses compétences? Allez-vous associer aux représentants du secteur les associations de consommateurs et les représentants des familles? J'ai souvent posé cette question à Mme Laruelle qui ne m'a jamais répondu.

 

12.02  Vincent Van Quickenborne, ministre: Monsieur le président, chère collègue, vous faites référence à l'indice "sentimental" et non "santé mentale", qui n'est pas une alternative à l'indice santé par exemple. Cet indice est basé sur dix produits identifiés par le CRIOC et qui reflètent le sentiment du consommateur. Cet indice est plus élevé que l'inflation, qui se chiffre à 4,39% pour le mois de mars 2008.

 

Il est vrai que les prix augmentent en fonction de la conjoncture internationale, sur laquelle on ne peut influer. Par contre, en tant qu'État, nous pouvons faire deux choses. Premièrement, nous pouvons lutter contre les ententes au sein du marché, et je pense que vous avez posé une question sur la problématique de la distribution en commission de l'Économie la semaine passée. Je suppose que vous avez lu dans la presse néerlandophone et dans "L'Écho" les articles concernant le Conseil de la concurrence. Il y a donc des choses qui bougent à ce niveau. Deuxièmement, si on discute des prix, il faut bien identifier les besoins, d'où la nécessité d'un observatoire.

 

J'en ai déjà discuté avec le président du SPF Économie, il faut mettre autour de la table tous les acteurs compétents. Je pense notamment à la Banque nationale, au Bureau fédéral du Plan mais il y a encore d'autres acteurs et j'en discuterai avec mon collègue Paul Magnette. Il faut bien comprendre les différentes composantes des prix avant de pouvoir mener des actions si on constate des ententes au sein du marché.

 

Je pense que vous connaissez ma motivation pour combattre les ententes au sein du marché car j'estime que la concurrence doit être honnête en Belgique. Avec cet observatoire des prix, la Belgique doit suivre le même chemin que la France ou l'Allemagne, pays où il y a également des problèmes.

 

12.03  Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je prends acte de votre volonté d'avancer en la matière en collaboration avec le ministre Paul Magnette. C'est effectivement la meilleure des choses à faire, ce dernier ayant la protection des consommateurs dans ses attributions, ce qui lui permettra de les associer.

 

Par ailleurs, le gouvernement devra se donner les moyens de réagir, le cas échéant, si on estime entre autres que des marges bénéficiaires sont trop excessives. À nouveau, ce n'est pas le producteur qui est visé. C'est le consommateur qui débourse, mais évidemment, c'est toute l'industrie de la grosse distribution ainsi que l'industrie alimentaire qui – il nous semble, mais objectivement, nous n'en savons rien, car nous ne disposons pas des structures des prix – exagèrent au niveau de leurs marges bénéficiaires.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Samengevoegde vragen van

- de heer Bruno Tuybens aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "het vasthouden van minderjarigen in gesloten asielcentra" (nr. P0234)

- de heer Bruno Tuybens aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "het vasthouden van minderjarigen in gesloten asielcentra" (nr. P0235)

- de heer Fouad Lahssaini aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "het vasthouden van minderjarigen in gesloten asielcentra" (nr. P0236)

- mevrouw Clotilde Nyssens aan de minister van Migratie- en asielbeleid over "het vasthouden van minderjarigen in gesloten asielcentra" (nr. P0237)

13 Questions jointes de

- M. Bruno Tuybens à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "la détention de mineurs en centre fermé" (n° P0234)

- M. Bruno Tuybens à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "la détention de mineurs en centre fermé" (n° P0235)

- M. Fouad Lahssaini à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "la détention de mineurs en centre fermé" (n° P0236)

- Mme Clotilde Nyssens à la ministre de la Politique de migration et d'asile sur "la détention de mineurs en centre fermé" (n° P0237)

 

13.01  Bruno Tuybens (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, kinderen die al dan niet begeleid asiel zoeken in ons land, worden opgesloten in gesloten detentiecentra, soms maandenlang. U hebt onlangs in de Senaat en in een interview volgende citaten gebracht: “Ik werk aan maatregelen om de opvang van kinderen te verbeteren. Ik vind die aanpak beter dan te muggenziften over de vraag of ons beleid al dan niet ingaat tegen de rechten van de mens of de rechten van het kind”. Wanneer ik dan lees, onder meer in uw beleidsverklaring, welke alternatieven u wenst te laten onderzoeken – die zijn overigens al onderzocht door de studie van SumResearch, waarover we het ook in januari in de plenaire vergadering al even hebben gehad –, dan stel ik vast dat u als alternatief een haalbaarheidsstudie zou vragen aan de Regie der Gebouwen. Ik denk dat de kans groter is, bij manier van spreken, dat de paus nu onaangekondigd in het Parlement binnenkomt, dan dat u binnen deze legislatuur van de Regie der Gebouwen een correcte haalbaarheidsstudie zult krijgen. De Regie der Gebouwen is al zeven jaar bezig met nadenken over de wijze waarop zij een nieuw detentiecentrum zou bouwen. Vandaar mijn vraag.

 

Is dat het enige alternatief dat u wenst te ontwikkelen? Zoals ik ook aan uw voorganger heb gezegd, zou ik de situatie beoordelen vanuit de situatie van het kind en niet van de ouders, die zich al dan niet willen conformeren aan de wet. Het is het kind dat hier moet bekeken worden.

 

Ik vraag mij tegelijk af of de Belgische regering van plan is om zich volledig te conformeren aan de internationale verdragen inzake de rechten van de mens en de rechten van het kind. Dat is op dit ogenblik immers niet het geval. Wij worden daarover op de vingers getikt. Vandaar mijn vraag wat de regering zal doen om zich te conformeren aan de internationale verdragen in verband met die problematiek.

 

13.02  Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, madame la ministre, voici une semaine, vous répondiez à une question posée au Sénat par ma collègue Freya Piryns sur la légalité de la détention des mineurs et sur le respect éventuel par la Belgique des conventions internationales. Vous avez affirmé que la Belgique ne les transgressait pas. Hier encore, en commission, vous avez argué que la détention d'enfants en centres fermés ne constituait pas un problème très important, si bien que nous devrions considérer cet enfermement comme une espèce de dégât collatéral.

 

Plusieurs associations de défense des droits de l'homme et des droits de l'enfant ont réagi à vos propos qui sont difficilement admissibles. Je rappelle que la Belgique a ratifié la Convention internationale des droits de l'enfant au début des années 1990. Ce texte comprend au moins deux articles qui doivent être signalés.

 

Premièrement, l'article 37 renvoie aux conditions nécessaires et obligatoires pour qu'une détention puisse avoir lieu. Celle-ci n'est acceptable qu'en dernier ressort et doit se dérouler aussi brièvement que possible. Des instances internationales, des ONG chargées de promouvoir les droits de l'enfant et même des groupes de travail des Nations unies dénoncent les pratiques de la Belgique et estiment que celle-ci ne respecte pas la Convention internationale des droits de l'enfant, en termes de placement en centres en dernier ressort et de délais de détention.

 

Deuxièmement, l'article 3 nous incite à prendre prioritairement en considération l'intérêt de l'enfant. Enfermer des enfants dans de tels centres, compte tenu de tous les traumatismes qui peuvent en résulter, montre que cette priorité n'est pas respectée.

 

Madame la ministre, confirmez-vous votre déclaration selon laquelle la Belgique respecterait la Convention internationale des droits de l'enfant et que les pratiques utilisées sont légales?

 

Ensuite, je sais que, vu les réactions, vous avez rencontré des organisations nationales et internationales, et en particulier le groupe des Nations unies qui traite de la détention arbitraire. J'aimerais savoir ce que vous leur avez répondu, madame la ministre.

 

13.03  Clotilde Nyssens (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, je me permets de revenir sur une question que je vous ai posée, en ce lieu même, sur le même sujet voici quinze jours. Je crois que nous ne nous étions pas comprises et je profite de l'intervention de mes collègues pour poser à nouveau cette même question.

 

Vous vous souviendrez que je vous ai interpellée sur la détention des mineurs en centres fermés. À l'occasion d'un cas individuel, je vous avais posé une question bien précise. Votre gouvernement a-t-il été interpellé sur la détention arbitraire par le groupe d'experts de l'ONU qui siège à Genève? Je ne parle pas d'une procédure particulière. Néanmoins, comme la question est posée aujourd'hui d'une manière collective et sur le principe, je voudrais simplement savoir si une procédure, une négociation ou une interpellation est en cours entre ce groupe d'experts et vous-même.

 

Il est évident que vous avez relancé un peu le débat en vous positionnant sur la détention des mineurs en centres fermés. Nous n'allons pas faire ici l'analyse juridique. Mon collègue a parlé des articles 3 et 37. On pourrait aussi parler de l'article 2 de la Convention des droits de l'enfant qui dit que l'enfant doit être protégé contre ce qui pourrait apparaître comme sanctions à partir de la situation des parents. L'enfant ne peut souffrir de sanctions à cause de la situation juridique de ses parents.

 

Madame la ministre, ma question est simple et précise. Êtes-vous interpellée par ledit comité d'experts sur les détentions arbitraires pour enfants?

 

13.04 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, in verband met de polemiek over het opsluiten van kinderen in gesloten centra, zou ik een beetje willen herhalen wat ik ook gisteren tijdens de bespreking van mijn beleidsnota gezegd heb.

 

Ik heb daarover gezegd in de Senaat wat ik gezegd heb. Ik neem daar ook geen enkel woord van terug. Ik heb geciteerd uit een aantal arresten van rechtbanken, maar ik ben politica en ik respecteer de scheiding der machten. U zult van mij begrijpen dat ik daaruit gewoon geciteerd heb. Ik ben ook geen rechter, dus ik kan die citaten ook niet veranderen. Waar wil ik wel mijn energie in steken? Zoals ik gisteren gezegd heb, ik wil mijn energie steken in het zoeken naar een oplossing voor de gezinnen met kinderen in de gesloten centra.

 

Ik zou de polemiek wat willen overstijgen. Voor de technische antwoorden verwijs ik naar het antwoord dat ik vorige week in de Senaat heb gegeven.

 

De heer Tuybens had een vraag over de haalbaarheidsstudie van de Regie der Gebouwen. Welnu, er is effectief een haalbaarheidsstudie besteld en die wordt de komende weken gefinaliseerd. Maar ik verschuil mij niet achter de haalbaarheidsstudie van de Regie der Gebouwen en zal dat ook niet als excuus gebruiken om geen oplossing te vinden.

 

Stel dat de Regie der Gebouwen niet onmiddellijk met een goede, betaalbare oplossing kan komen gelet op de begroting van dit jaar, dan zal ik mij daar niet achter verschuilen. Ik zal dan binnen de middelen die op dit ogenblik in mijn departement aanwezig zijn, toch een oplossing zoeken. Ik wil mijn energie steken in het zoeken naar een oplossing, veeleer dan opnieuw de polemiek te versterken, want daar is niemand bij gebaat.

 

Op de vraag van collega Nyssens moet ik opnieuw, jammer genoeg, stellen dat ik hier echt niet kan spreken over individuele gevallen. Ik weet waarnaar u verwijst, maar ik kan echt niet op een individueel geval ingaan, hoe vervelend dat soms ook is en hoe groot de verleiding soms ook kan zijn om het wel te doen. Ik kan u wel garanderen dat, als er een tussenkomst is geweest, mijn administratie binnen de termijn waarbinnen ze moet reageren, ook effectief zal reageren.

 

13.05  Bruno Tuybens (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, u verklaarde in de Senaat dat de door u vooropgestelde aanpak beter is dan over de rechten van de mens te muggenziften. Het is echter van belang om hier aan te duiden dat de mensenrechten erg belangrijk zijn.

 

U duidde aan dat het beter is een beleid te voeren dan te muggenziften over de vraag of dat beleid al dan niet conform de mensenrechten is. Dat is wat u hebt verklaard. Het is echter de plicht van ons land om op het vlak van de mensenrechten steeds een voorbeeldrol te spelen en ook om de rol van de mensenrechten niet te minimaliseren, zeker niet wanneer het over kinderen gaat. Het is totaal ongepast om zulks te doen.

 

Ten tweede, u beweert de polemiek te willen verlaten. Ik zou u dan ook de raad willen geven om de piste van de Regie der Gebouwen effectief te verlaten. Indien u de polemiek wil verlaten, ga dan na welke alternatieven de studie reeds heeft aangetoond. Het zijn alternatieven die nu al in Zweden en Noorwegen bestaan. Vanuit het oogpunt van het kind zijn zij in ieder geval conform de internationale verdragen inzake de rechten van het kind.

 

Er zijn, met andere woorden, al alternatieven. U hoeft ze zelfs niet meer te onderzoeken. U zou ze gewoon kunnen overnemen en in uitvoering brengen.

 

Ten slotte, de regering heeft wat mij betreft een moedig standpunt over de situatie van de mensenrechten in Congo en in China. Mensenrechten zijn echter universeel. Dat betekent dat, wanneer ons land op grond van het internationale verdrag voor de rechten van de mens en het Europese verdrag voor de rechten van de mens, onder andere door het Arbitragehof – u wees zelf op de scheiding der machten – over het beleid dat wij nu voeren, op de vingers wordt getikt, het van groot belang is, vermits de mensenrechten universeel zijn, dat de Belgische regering dat beleid doortrekt en de mensenrechten hoog in het vaandel draagt, niet alleen wanneer het over situaties buiten België gaat, maar ook wanneer het over situaties binnen ons land gaat.

 

13.06  Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, madame la ministre, merci pour votre réponse, mais je suis désolé: pour moi, il ne s'agit pas d'une polémique mais bien d'un vrai débat.

 

Vous avez fait le choix de soutenir une jurisprudence qui va dans le sens de ce que vous voulez, mais je peux vous présenter trois à quatre fois plus de jurisprudences allant dans le sens contraire. Ce n'est absolument pas une simple polémique visant à occuper le champ.

 

Vous avez énoncé clairement qu'il n'était pas important à vos yeux de maintenir des enfants dans les centres fermés: c'est difficile à admettre. Considérer une violation des droits de l'enfant comme dégât collatéral est très grave pour moi. En effet, c'est une incitation pour les services, un encouragement puisque vous les couvrez dans leurs pratiques de transgression de conventions signées par la Belgique.

 

À mes yeux, ce n'est vraiment pas de la polémique. On ne peut laisser passer de tels faits et tourner la page.

 

En outre, une plainte a été déposée au pénal sur cette question. Il conviendrait de prêter une attention particulière aux déclarations des uns et des autres, car personne ne sait ce que va engendrer cette plainte.

 

Comment trouver des solutions? Il n'existe pas de solution miracle. Il conviendrait avant tout de préciser les critères de régularisation, de mettre en place un moratoire, ensuite d'étudier ce qui reste. C'est alors qu'il sera possible de développer des solutions adéquates pour les enfants, vis-à-vis de qui tout enfermement devrait être prohibé, et pour les familles.

 

13.07  Clotilde Nyssens (cdH): Madame la ministre, je vous invite à relire très minutieusement l'arrêt Tabitha prononcé par la Cour européenne des droits de l'homme de Strasbourg. Je vous invite aussi à relire les articles 3, 6 et 37 de la Convention des droits de l'enfant. Mais je vous invite surtout à avancer rapidement afin de trouver des alternatives aux centres fermés et, conformément à votre note de politique générale, à accélérer la cadence en vue de trouver lesdites alternatives.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

14 Question de M. David Clarinval au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les cours de conduite donnés par des personnes non agréées" (n° P0238)

14 Vraag van de heer David Clarinval aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister, over "de rijlessen die door niet-erkende personen worden gegeven" (nr. P0238)

 

14.01  David Clarinval (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, en 2004, la législation relative à l'agrément des auto-écoles a considérablement été renforcée. Or, depuis cette date, on constate la recrudescence d'activités de filières d'auto-écoles, qui utilisent la filière libre pour développer des activités parallèles non agréées. Je ne parle pas ici des pères de famille qui apprennent à conduire à leurs enfants. Je parle vraiment d'une filière organisée, structurée et avec des tarifs et toute une série de choses non reprises par l'agrément.

 

Cette situation engendre trois problèmes selon moi. Le premier est une concurrence déloyale pour le secteur agréé. Il va de soi que les agences illégales pratiquent des tarifs inférieurs concurrençant ainsi de manière vraiment négative le secteur qui respecte la loi. Le deuxième est un problème de qualité de formation. Il va de soi que la filière libre a été prévue afin de, précisément, permettre une formation libre, mais si le but est le même, la manière de former n'est pas identique. On peut donc craindre un problème au niveau de la qualité de la formation. Le troisième problème est celui de la sécurité. Récemment, deux personnes se sont noyées à Liège, dans le cadre de cours donnés par le biais d'une filière libre parce que, malheureusement, le véhicule n'était pas équipé de pédales doubles et d'autres moyens de sécurité qui auraient peut-être pu les sauver.

 

Monsieur le secrétaire d'État, j'ai été interpellé par cette situation. J'aurais aimé obtenir vos réponses aux questions suivantes.

 

- Quelles sont les mesures que vous comptez mettre en place pour lutter contre cette concurrence déloyale qui constitue vraiment un problème pour le secteur officiel?

- Si les contrôles ne sont pas suffisants, comptez-vous revoir à la baisse les critères d'agrément pour la filière officielle, par exemple supprimer les aires d'exercice autour des agences d'auto-école qui sont coûteuses pour les agences situées en ville?

- Selon vous, quel sera, pour le secteur, l'impact de la régionalisation annoncée en la matière?

 

14.02  Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Clarinval, suite à l'accident qui s'est produit à Liège et les deux personnes qui se sont noyées, je m'attendais à des questions sur l'écolage et la formation des conducteurs. J'ai dès lors immédiatement pris contact avec la fédération des auto-écoles pour discuter des procédures qui sont actuellement d'application ainsi que des problèmes que pose la filière libre aujourd'hui.

 

Cette filière libre a été instaurée en 2006 et les spécialistes en la matière ainsi que mon administration se posent des questions sur les résultats de la formation actuellement dispensée par des personnes qui ne doivent pas disposer des capacités ni de l'expérience requises, même si je sais que certains d'entre eux sont des ex-instructeurs d'auto-écoles.

 

J'ai demandé de faire un relevé des difficultés afin de trouver une solution et de voir dans quel sens il faut agir. Je ne vous cache pas que nous devrons peut-être revenir à la situation d'avant 2006 pour faire en sorte que des instructeurs agréés accompagnent les élèves conducteurs.

 

Je vais proposer, à brève échéance, l'inscription obligatoire du nom de l'accompagnateur sur le permis provisoire afin de pouvoir l'identifier et d'éviter que des personnes n'ayant pas l'expérience requise puissent apprendre à conduire aux élèves conducteurs.

 

Les mesures que je peux prendre sont temporaires car à partir du 1er janvier 2009, la compétence de l'organisation de l'écolage des conducteurs sera transférée aux Communautés.

 

14.03  David Clarinval (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je suis content d'apprendre que vous êtes conscient du problème.

 

Selon moi, il est urgent de prendre des mesures en la matière. Il faut agir dès à présent et ne pas attendre l'année prochaine et la régionalisation du dossier.

 

Par ailleurs, je tiens à vous dire que la limitation du nombre d'accompagnateurs est, selon moi, une bonne mesure.

 

Le président: Chers collègues, je tiens à féliciter M. Clarinval dont c'était la première intervention.

 

(Applaudissements)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

15 Mededeling

15 Communication

 

Bij brief van 24 april 2008 deelt de voorzitter van de sp.a-spirit-fractie mij mede dat de sp.a-spirit-fractie van de Kamer de benaming sp.a + VlaamsProgressieven heeft aangenomen.

Par lettre du 24 avril 2008, le président du groupe sp.a-spirit m'informe que le groupe sp.a-spirit de la Chambre a adopté la dénomination sp.a + VlaamsProgressieven.

 

Ontwerpen en voorstellen

Projets et propositions

 

16 Wetsontwerp houdende eindregeling van de begrotingen van de instellingen van openbaar nut van het jaar 1999 (980/1-2)

- Wetsontwerp houdende eindregeling van de begrotingen van de instellingen van openbaar nut van het jaar 2000 (981/1-2)

16 Projet de loi contenant le règlement définitif des budgets d'organismes d'intérêt public pour l'année 1999 (980/1-2)

- Projet de loi contenant le règlement définitif des budgets d'organismes d'intérêt public pour l'année 2000 (981/1-2)

 

Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces deux projets de loi. (Assentiment)

 

Overeenkomstig artikel 116 van het Reglement wordt, in plenaire vergadering, een beperkte algemene bespreking gehouden.

Conformément à l''article 116 du Règlement, le projet de loi fait l'objet d''une discussion générale limitée en séance plénière .

 

Beperkte algemene bespreking

Discussion générale limitée

 

De beperkte algemene bespreking is geopend.

La discussion générale limitée est ouverte.

 

16.01  Jean-Jacques Flahaux, rapporteur: Monsieur le président, je renverrai pour l'essentiel au rapport écrit et je me contenterai d'ajouter que la commission est contente d'avancer dans le rattrapage en matière de budgets d'organismes d'intérêt public. L'objectif est de retrouver d'ici trois ans une conformité avec la loi, comme l'ont rappelé plusieurs membres de la commission. Il faut observer qu'en 1999, le retard était de 11 ans. Le rattrapage est en cours mais il faudra poursuivre l'effort.

 

16.02  Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de voorzitter, ik was eerst niet van plan om het woord te nemen, maar aangezien de heer Devlies aanwezig is, wil ik hem, gezien zijn nieuwe functie, onze mening meedelen over de toestand van de openbare instellingen van categorie A.

 

Ik ben heel tevreden dat de heer Flahaux erop wijst dat de opgelopen achterstand wordt ingehaald. De heer Reynders is in 1999 begonnen met een achterstand van 11 jaar. Ondertussen is het 2008. Hij is dus iets meer dan 8 jaar aan het bewind geweest en we hebben 3 jaar ingehaald. Ik vind dat niet echt een superprestatie.

 

Ik wil erop wijzen dat het Rekenhof in de commissie voor de Financiën heel duidelijk heeft gesteld dat zij in staat is de komende 2 jaar de achterstand volledig weg te werken. Ik wil u erop wijzen dat dit noodzakelijk is, niet alleen voor een goede financiële en fiscale toestand van de Regie der Gebouwen maar ook omdat er een goed overzicht moet zijn van de rijksmiddelen, niet alleen van de centen maar ook van de activa.

 

Mijnheer Devlies, een tweede punt waarop ik u wil wijzen, betreft de fraudedossiers die bij de Regie der Gebouwen ondertussen bekend zijn sinds 2006 en die nu verder worden onderzocht. Het wordt tijd dat die eindelijk afgehandeld kunnen worden en in dat verband moet verder worden gekeken naar alle bouwdossiers die telkens weer budgettair de pan uitswingen.

 

Ik wil deze nieuwe regering heel duidelijk vragen snel en accuraat te reageren. Door een verslapte controle zijn allerlei mistoestanden mogelijk en we zien dat dit nu nog steeds gebeurt.

 

16.03  Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, net als collega Van de Velde was ik aanvankelijk niet van plan het woord te nemen in de bespreking van dit wetsontwerp, maar er zijn toch een aantal belangrijke elementen.

 

Het dossier van de Regie der Gebouwen sleept al een aantal jaren aan, zeker wat betreft de rekeningen. De rekeningen hebben een aanzienlijke achterstand opgelopen. In het licht van de begrotingsbespreking heb ik de kans gehad om aan de mensen van het Rekenhof te vragen of zij bijkomende inspanningen kunnen doen om bij prioriteit de rekeningen van de Regie der Gebouwen te controleren. Zij hebben daarvoor de capaciteit, zowel op het vlak van het personeel als op het vlak van de middelen. Zij zeggen echter wel dat de minister van Financiën er dan absoluut werk van moet maken om de Regie der Gebouwen aan te manen om de rekeningen van de Regie der Gebouwen in te lopen.

 

Naar verluidt zouden de rekeningen van 2001 nu ongeveer klaar zijn. Ik verzoek u, mijnheer de staatssecretaris, om binnen de regering een absolute prioriteit te maken van de Regie der Gebouwen, want bij elke begrotingsronde keuren wij hier dotaties voor de Regie der Gebouwen goed. Ieder jaar is er een discussie over het patrimonium van de Regie der Gebouwen, de stand van zaken in de renovatiewerken, de toegewezen contracten, de halfafgewerkte contracten en een aantal fraude-elementen die bij de Regie der Gebouwen hangende zijn?

 

Ik meen dat het passend zou zijn dat deze nieuwe regering bij prioriteit hiervan werk maakt en dus afstapt van het mechanisme waarbij slechts twee rekeningen per jaar afgehandeld worden. Dat moet veel sneller kunnen. Het Rekenhof is er klaar voor. De minister van Financiën moet gewoon zijn dienst ertoe verplichten om snel te reageren en daarvan werk te maken. Dat is het enige wat ik wil toevoegen aan dit ontwerp.

 

16.04 Staatssecretaris Carl Devlies: Mijnheer de voorzitter, een korte reactie. Ik kan u meedelen dat de regering de bekommernis van de twee sprekers deelt en het bijwerken van de rekeningen van de openbare besturen als prioritair beschouwt. Er is een belangrijke inhaaloperatie geweest tijdens de voorbije jaren. Momenteel is het ook zo dat de rekeningen op basis van twee jaren tegelijk worden bijgewerkt zodoende dat tegen het einde van de deze legislatuur de rekeningen volledig zullen bijgewerkt zijn. Bovendien heeft de minister van Financiën ook het voorstel gedaan om een discussie te houden over de situatie van de Regie der Gebouwen in de commissie voor de Financiën en de Begroting. Het is dus aan de leden van de Kamer om dit te agenderen in de commissie voor de Financiën en de Begroting.

 

16.05  Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de voorzitter, ik wil er nog iets aan toevoegen. Ook in deze begroting staat opnieuw een aantal gebouwen dat zal worden verkocht. Het lijkt ons een beetje pokerspel om, zolang de juiste situatie niet is gekend, gebouwen zomaar te verkopen. Wij dienen dan ook een wetsvoorstel in om erover te waken dat het niet de minister is die samen met de Regie der Gebouwen eenzijdig kan beslissen om gebouwen te verkopen, maar dat de Kamer een duidelijk toezicht op de verkoop van de gebouwen kan houden zolang deze jaarrekeningen niet op een deftige manier in orde zijn. Ik denk dat het in de huidige omstandigheden niet meer dan logisch en verantwoord is om dit via de Kamer te doen en niet alleen via de ministers en de Regie.

 

16.06  Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président, j'entends bien ce qui est dit et, en tant que nouveau parlementaire, je ne puis que partager les exigences du simple respect de la loi: les comptes doivent normalement être approuvés durant l'année suivante.

 

Cependant, il faut savoir qu'en 1999, sous les précédents ministres des Finances, Philippe Maystadt et Jean-Jacques Viseur, nous avions accumulé 11 années de retard dans les comptes. Dans ce contexte, comme l'ont reconnu tous les membres de la commission, d'une part, les services de l'administration générale sont parvenus à rattraper le retard et, d'autre part, nous allons pouvoir voter aujourd'hui les exercices 1999 et 2000. La Cour des comptes, quant à elle, examine actuellement les comptes des années 2001 et 2002.

 

J'ose donc espérer qu'il ne faudra pas attendre la fin de la législature pour que les organismes d'intérêt public soient à jour, comme la loi l'exige tout simplement. Nous rattrapons donc ainsi une situation antérieurement épouvantable.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De beperkte algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale limitée est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 980. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (980/1)

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 980. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (980/1)

 

Het wetsontwerp telt 6 artikelen.

Le projet de loi compte 6 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 6, met de tabellen in bijlage, worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 6, ainsi que les tableaux annexés, sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 981. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (981/1)

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 981. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (981/1)

 

Het wetsontwerp telt 5 artikelen.

Le projet de loi compte 5 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 5, met de tabellen in bijlage, worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 5, ainsi que les tableaux annexés, sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

Geheime stemming over de naturalisaties

Scrutin sur les naturalisations

 

Aan de orde is de geheime stemming over de naturalisaties. (1029/1-4)

L’ordre du jour appelle le scrutin sur les naturalisations. (1029/1-4)

 

16.07  Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, zoals u ongetwijfeld weet, gaat het om vijf voorstellen van naturalisatiewetten. Aan voornoemde vijf voorstellen is ook een algemene bespreking verbonden. De heer Goyvaerts en ikzelf zouden graag in de algemene bespreking een uiteenzetting willen geven. Wij doen dat niet altijd. Wij hebben dat tijdens de vorige legislatuur één keer gedaan. Wij zouden dat nu graag vanop het spreekgestoelte opnieuw willen doen.

 

Wij zullen voor de vijf wetsontwerpen een globale uiteenzetting geven.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, voor de eerste keer sinds de verkiezingen krijgen wij te maken met een pak naturalisaties. Oorspronkelijk zouden het er 5.339 zijn geweest, maar vanmiddag heeft de commissie voor de Naturalisaties zich opnieuw gebogen over twee dossiers, die nu uit het bulletin zullen worden gehaald. Wij zijn nog maar pas vertrokken en het is al van dat.

 

Het geeft mij natuurlijk de gelegenheid om zowel voor de nieuwe Kamerleden als voor de anciens, de nefaste werking van de snel-Belgwet uit de doeken te doen. Ik zal van de gelegenheid ook gebruikmaken om het standpunt van het Vlaams Belang uiteen te zetten. Wie denkt dat het Vlaams Belang tegen de nationaliteitsverwerving zou zijn, heeft het bij het verkeerde eind, maar daar kom ik straks op terug.

 

Ten eerste ga ik in op de vergadering van vanmiddag en het schrappen van twee aanvragers uit onderhavige lijst van meer dan 5.000 aanvragers. Van een van de dossiers was ikzelf rapporteur. Ik vroeg het dossier te verdagen, maar de commissie voor de Naturalisaties is niet gevolgd en adviseerde gunstig. De namen van de aanvragers worden nu uit de lijst geschrapt, nadat de parketten van Brussel en Mechelen bijkomende opmerkingen formuleerden.

 

Mijn verdaging was een principiële verdaging, een verdaging die wij al jaren adviseren voor ogenschijnlijk gunstige dossiers die gebaseerd zijn op de wet van 1 maart 2000, tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit, in gewone mensentaal, de snel-Belgwet. Dat is een wet met nefaste gevolgen voor de toekomst van dit land, nefast voor onze kinderen en kleinkinderen. Ook daar kom ik later nog op terug. Onze houding in de commissie moet dan ook in die zin worden begrepen.

 

Voorzitter, collega’s, het is trouwens niet de eerste keer dat dat gebeurt. In 2002 moest de Kamer uit de wet zeven namen schrappen van maffiosi en verdachten van terroristische organisaties - ik zie de heer De Croo knikken –, die de Kamer enkele weken voordien had genaturaliseerd. De wet was evenwel nog niet in het Staatsblad gepubliceerd. Een reparatiewetsvoorstel moest die wet ongedaan maken.

 

Eind 2004 deed zich opnieuw een probleem voor. Op het ogenblik dat de geheime stemming over de naturalisaties moest plaatsvinden, vroeg de voorzitter van de Kamer om geen rekening te houden met de achternaam die toen op pagina 173 stond. Dat dossier zou opnieuw naar de commissie worden verzonden. Uiteindelijk werd de stemming over de naturalisaties, mijnheer De Croo, met een week uitgesteld.

 

In 2005 moest de Kamer heksentoeren uithalen, omdat de Koning de naturalisatiewetten reeds had ondertekend die in het Staatsblad zouden verschijnen.

 

De Kamer heeft toen in allerijl een wetsvoorstel aangenomen waarin een naam werd geschrapt en die wet werd dan gelijktijdig met de naturalisatiewet in het Staatsblad gepubliceerd, zodat betrokkene eerst genaturaliseerd werd en onmiddellijk gedenaturaliseerd. Te gek voor woorden!

 

Vandaag gebeurt de schrapping, vooraleer de wet zal worden goedgekeurd. Ik hoor sommige collega’s al een zucht van verlichting slaken. Er zijn er wellicht ook bij die zullen zeggen dat het systeem werkt, dat de wet werkt, maar niets is minder waar. Hetgeen hier vandaag gebeurt, is juist het bewijs dat de wet niet werkt. Waarom is dat niet zo?

 

Ten eerste zijn het toevalstreffers. In een van de dossiers is het een verwante geweest die de dienst voor de Naturalisaties op de hoogte bracht dat er mogelijk wat aan de hand was. In eerste instantie heeft het parket zelfs niet gereageerd. Hoeveel dossiers zullen er zo zijn?

 

Ten tweede, hoeveel dossiers zullen er niet zijn die het parket niet doorstuurt naar de Kamer, nadat er negatieve elementen zijn bijgekomen?

 

Ten derde, vergis u niet, dames en heren: de naturalisaties zijn slechts het topje van de ijsberg van de nationaliteitsverwerving. Er zijn niet minder dan 29 manieren om de nationaliteit te krijgen. Negenentwintig. Men moet al bijna van de planeet Mars komen om geen manier te vinden om de nationaliteit te verkrijgen. De nationaliteitswetgeving is een grabbelton geworden waarbij iedereen wel zijn gading zal kunnen vinden.

 

Wat in dit verband belangrijk is om te melden, is het feit dat slechts 18% van de nationaliteitsverwervingen via de naturalisatie gebeurt. Dat wil, met andere woorden, zeggen dat de grote hoop hier niet passeert, met alle gevolgen vandien. Als het parket na zijn gunstig advies nieuwe, negatieve elementen aandraagt, dan is het onherroepelijk te laat. Bij de nationaliteitsverklaring schrijft de ambtenaar van de burgerlijke stand de aanvrager ambtshalve in. Punt, uit. Dan mag het parket nog zoveel negatieve adviezen geven als het wil, het is te laat. Over hoeveel dossiers zou het hier gaan?

 

Voorzitter, collega’s, dat men niet afkomt met te zeggen dat het zal beteren in het licht van de beloofde wijziging van de snel-Belgwet. Wat lees ik in het regeerakkoord van Leterme? Dat niets, maar dan ook niets, zal gewijzigd worden aan de nationaliteitsverklaring. We blijven dus op dat vlak de komende jaren met dezelfde problematiek geconfronteerd. Maar het zou toch allemaal veranderen als CD&V in de regering zou zitten?

 

De kiezer werd maandelijks op de hoogte gebracht van de nefaste gevolgen van de snel-Belgwet. De kiezer had ook oren naar dat uitgesproken Vlaamse programma en naar de belofte dat het zou gedaan zijn met de snel-Belgwet.

 

Die kiezer komt echter bedrogen uit. Nog steeds immers zullen deze situaties zich binnen de nationaliteitswetgeving blijven voordoen, zelfs in de veronderstelling dat er een zekere verstrenging zou komen, wat nog af te wachten valt. Ik wil eerst zien en dan geloven. Zelfs in die veronderstelling bestaat er nu en zal er in de toekomst nog steeds geen mogelijkheid bestaan om een nationaliteitsverlening ongedaan te maken. Het is niet voorzien en het wordt niet voorzien in de wet.

 

Trouwens, het tijdens de voorbije legislatuur aangepaste artikel 23 over de vervallenverklaringen biedt uiteraard geen soelaas. Ondanks alle mooie woorden destijds functioneert dit niet. De vervallenverklaringen dateren van net na de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, met respectievelijk 4 en 34. Sedertdien is er geen enkele meer geweest. Dat is de realiteit van het fameuze artikel 23, dat enerzijds veel te vaag en anderzijds meestal niet van toepassing is.

 

Hetgeen Onkelinx in december 2006 via een ontwerp houdende diverse bepalingen probeerde te verkopen als een verstrenging was dat uiteraard niet. Ik geef slechts één voorbeeld, het zogenaamde centrale register, dat dit natuurlijk niet is. In de wet staat dat een verzoek tot naturalisatie wordt verdaagd als de aanvrager een verzoek indient tot het verkrijgen van de nationaliteit op grond van de artikelen 12bis tot 17. Dit zou dus zogezegd het centraal register moeten zijn. De verantwoordelijkheid ligt hier echter bij de parketten. Als zij dit niet melden aan de dienst voor de Naturalisaties, dan blijft de procedure gewoon verder lopen.

 

Er is echter meer. Stel dat een aanvrager tot het rechtsgebied Mechelen behoort. De dienst voor de Naturalisaties stuurt het dossier voor advies door naar Mechelen. Die adviseert. Ondertussen verhuist de betrokkene naar Brussel en dient daar een verklaring in. Wedden dat het zogenaamde centrale register niet functioneert? Er is immers geen enkele communicatie tussen de parketten op dat vlak. Zo simpel is het.

 

Dit is geen centraal register. Als men problemen wil voorkomen, moet men één instantie hebben die zich over de nationaliteitswervingen buigt, niet meer maar ook niet minder.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik heb de voorbije jaren aangetoond dat het soms gemakkelijker is de nationaliteit te verkrijgen dan een verblijfsvergunning, zeker via de naturalisatieprocedure, maar ook via de verklaring. In de vreemdelingenwet wordt de gezinshereniging beperkt tot de minderjarige kinderen. Er worden door de dienst Vreemdelingenzaken dure leeftijdsonderzoeken verricht om na te gaan of aan de leeftijdsvoorwaarden wordt voldaan.

 

Een gevolg van de nieuwe nationaliteitswetgeving is dat ouders die wegens de in de verblijfsreglementering gestelde leeftijdsvoorwaarden hun kinderen niet meer kunnen laten overkomen de nationaliteit aanvragen, enkel en alleen om op die wijze de verblijfsvergunning te omzeilen.

 

Ik heb het nog even specifiek over de nationalisatieprocedure. In de oranje-blauwe deelakkoorden las ik dat de gunstprocedure die de naturalisatie toch is, de uitzondering zou worden. In het ontwerp van de regeerverklaring van eerste minister Leterme stond dat ook nog. Maar uiteindelijk werd die bepaling, onder invloed van de PS die een van haar favoriete sporten wil blijven beoefenen, met name politiek dienstbetoon, uit het regeerakkoord gehaald.

 

De commissie voor de Naturalisaties zal ook in de toekomst te kampen blijven hebben met de problemen uit het verleden. Ik verwijs daarvoor naar het betoog van collega Goyvaerts. Ik geef slechts enkele voorbeelden: het feit dat een aantal commissarissen nalaat zijn werk te doen, het verschil in adviezen van de verschillende parketten, de verschillende interpretaties, het dienstbetoon, enzovoort.

 

Trouwens, ook wat de integratiebereidheid betreft valt af te wachten waarmee deze regering op de proppen zal komen. Integratiebereidheid is niet hetzelfde als integratie. Van het beheersen van een van de landstalen, zoals nog stond in de oranje-blauwe akkoorden en in het ontwerp van regeerakkoord, is in het uiteindelijke regeerakkoord ook al geen sprake meer.

 

Dames en heren, de snel-Belgwet gaat ondertussen haar achtste jaar in. Ik wil gerust de regering-Leterme het voordeel van de twijfel gunnen maar ik heb er geen goed oog in. Eerst en vooral, als er al een wijziging komt in deze legislatuur, zal die uiteraard niet ver genoeg gaan. De PS wil absoluut niet dat er fundamenteel geraakt wordt aan wat ik gemakshalve de Belgenfabriek noem. Want het electorale effect van de snel-Belgwet mag niet onderschat worden. De gevolgen zijn nog ingrijpender dan de toekenning van het gemeentelijk stemrecht aan vreemdelingen, daar het verkrijgen van het Belgisch staatsburgerschap leidt tot stemrecht op alle niveaus en niet enkel op gemeentelijk vlak.

 

Het is goed eraan te herinneren dat de drastische versoepeling van de nationaliteitswetgeving er niet is gekomen omdat vreemdelingen grote moeilijkheden zouden ondervinden om het lidmaatschap van de Belgische nationaliteit te verkrijgen, maar wel om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk vreemdelingen zouden kunnen stemmen, zonder dat men dat met zoveel woorden vreemdelingenstemrecht hoefde te noemen. Het is dan ook ronduit ironisch dat wij opgezadeld zitten met de snel-Belgwet en het vreemdelingenstemrecht erbovenop krijgen.

 

De soepelste nationaliteitswetgeving van Europa, en wellicht van de hele wereld, heeft ondanks de voortdurende immigratie, geleid tot een vermindering van het aandeel van de niet-Belgen in de Belgische bevolking en komt dus neer op een grote verdwijntruc.

 

Door de snel-Belgpolitiek tracht de overheid te verdoezelen dat de immigratiestop zo lek is als een zeef. Deze politiek verdoezelt eveneens het werkelijke aandeel van vreemdelingen in de criminaliteit. Wanneer we weten dat 40 procent van de gevangenispopulatie bestaat uit vreemdelingen, dan dienen we er rekening mee te houden dat onder meer de Marokkanen en Turken met de Belgische nationaliteit daar niet inbegrepen zijn.

 

Dat het op grote schaal verlenen van het Belgische staatsburgerschap aan vreemdelingen geen oplossing voor de integratieproblematiek vormt, werd trouwens treffend verwoord door de VLD in haar verkiezingsprogramma van 1999. Ik citeer: “Ten aanzien van de huidige spanningen tussen allochtonen en autochtonen lost de huidige, soepele nationaliteitswetgeving niets op”. Het gaat hier zelfs nog niet over de snel-Belgwet, dames en heren. Ik citeer verder: “Integendeel, zo’n wetgeving creëert slechts de illusie van een oplossing. Heel wat allochtonen zullen een Belgische nationaliteit krijgen, maar aan de reële oorzaken van hun achteruitstelling en van hun isolement verandert er niets”.

 

16.08  Xavier Baeselen (MR): Monsieur le président, je voudrais simplement interrompre M. le député pour lui demander pourquoi il nous tient des discours interminables sur la nationalité belge alors qu'il n'accorde aucune espèce d'importance à celle-ci. Cela ressemble à de la schizophrénie!

 

16.09  Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Dat klopt, maar dat wil niet zeggen dat wij niet voor het staatsburgerschap zouden zijn. Ik kom onmiddellijk terug op het Vlaamse staatsburgerschap.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, is het Vlaams Belang tegen de nationaliteitswetgeving? Uiteraard niet. Ten bewijze daarvan ligt hier in de Kamer reeds voor de derde keer, mijnheer Baeselen, een wetsvoorstel voor tot invoering van het staatsburgerschap. De nationaliteitsverwerving moet, wat ons betreft, opnieuw de bekroning worden van een geslaagd assimilatieproces.

 

Met ons wetsvoorstel willen wij een halt toeroepen aan de uitholling van het nationaliteitsbeginsel. Het voorstel gaat uit van het beginsel van de afstamming, dat tot voor enkele jaren de basis was van het Belgische nationaliteitsrecht en dat overal ter wereld van kracht is. De toekenning van het staatsburgerschap op grond van afstamming van een Belgische ouder moet, wat ons betreft, de algemene regel zijn. Voor meerderjarigen die de nationaliteit niet hebben op grond van afstamming, moet de naturalisatie volstaan als mogelijkheid om de nationaliteit te verwerven. Die naturalisatie dient echter van meer en veel strengere voorwaarden afhankelijk te worden gemaakt dan momenteel het geval is, mijnheer Baeselen. Ik denk bijvoorbeeld aan 25 jaar oud zijn, 10 jaar wettelijk een hoofdverblijf hebben in dit land, een talenkennis, geen gevangenisstraf hebben opgelopen van meer dan drie maand, een advies van het college van burgemeester en schepen omtrent goed gedrag en zeden, financiële draagkracht en integratie. Daarom moet er, wat ons betreft, een burgerschapsproef worden ingevoerd, zoals die onder meer bestaat in de Verenigde Staten, Canada en Nederland.

 

In ons voorstel wordt de naturalisatieprocedure trouwens omgekeerd. Het is pas als het dossier volledig en gunstig geadviseerd is dat de ambtenaar van de burgerlijke stand het naar de Kamer doorstuurt. De rol van de Kamer wordt dan beperkt tot een soort protocollaire en plechtige functie. In het voorstel kanten wij ons trouwens ook tegen het meervoudige staatsburgerschap. Vreemdelingen moeten een duidelijke keuze maken. Als zij hun lot willen verbinden aan dat van onze samenleving, dan moeten zij kiezen voor onze nationaliteit en hun oorspronkelijke nationaliteit opgeven. Ten slotte kan de overheid het staatsburgerschap altijd intrekken na bewezen fraude of na een veroordeling voor zware criminele feiten.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, de gevaren van en de problemen met de snel-Belgwet zijn zeven jaar na de inwerkingtreding nog steeds zodanig groot dat alleen de afschaffing van deze wet en de invoering van een volledig nieuw wetboek staatsburgerschap soelaas kan bieden. In afwachting daarvan roep ik u op om tegen de naturalisaties te stemmen, omdat u de nationaliteit verleent aan mensen waaronder er zijn die manifest weigeren zich te integreren of de taal te spreken, aan geregulariseerden wiens identiteit men niet kent, mijnheer Baeselen, aan criminelen en fraudeurs. Daarom doet de Vlaams Belangfractie niet mee aan deze vaudeville en zal zij de naturalisatieboeken niet in de urne deponeren.

 

Integendeel, we zullen er de boer mee opgaan en de Vlaamse kiezers laten zien wat de gevolgen zijn van deze nefaste wetgeving, een wetgeving daterend uit de Verhofstadt-periode die nu onder Leterme gewoon wordt voortgezet. Uiteraard zullen wij straks tegen de naturalisaties stemmen.

 

16.10  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, ik wil kort reageren.

 

Mijnheer Mortelmans, ik wil alleen zeggen dat op basis van uw betoog daarnet en op basis van de criteria die u aanhaalt ik u uitdaag om na te gaan of ik in aanmerking zou komen voor naturalisatie. Ik zeg u, neen. Ik vraag u evenwel heel duidelijk of ik geïntegreerd ben.

 

16.11  Patrick Cocriamont (FN): La nationalité, ce n'est pas une question de carte d'identité, c'est une question de chair et de sang!

 

16.12  Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het behoort tot de traditie van het Vlaams Belang om voorafgaand aan de definitieve stemming over de naturalisatiewetten vanop het spreekgestoelte een aantal elementen of aandachtspunten van de voorliggende nationaliteitswetten wereldkundig te maken.

 

Wij doen dat om twee redenen.

 

Ten eerste, wij willen vooral de nieuwe leden van de meerderheid, meer bepaald de Vlaamse fracties van Open Vld en CD&V - N-VA, wijzen op de nefaste gevolgen van de wetten. Ik zag daarjuist de heer Bogaert met een glimlach doorheen het boek van de nationaliteitswetten bladeren en de ene grimas na de andere trekken. Ik hoop dat u de politieke eerlijkheid hebt om met voorliggend werkstuk naar huis te gaan, het aan uw kiezers voor te leggen en aldus te laten zien hoe nefast de snel-Belg-wet wel is.

 

Ten tweede, wij willen de nefaste gevolgen van de fameuze snel-Belg-wet even onder de aandacht brengen opdat u nadien niet zou beweren dat u niet wist waarover het ging.

 

Mijnheer de voorzitter, ik ben sinds 2003 lid van de commissie voor de Naturalisaties. Ik heb het boek nooit eerder zo dik geweten. Het is een aardige turf geworden. U mag de symboliek of het politieke signaal van de dikte van het boek niet onderschatten, zeker niet wanneer straks uw CD&V - N-VA –fractie de naturalisatiewetten mee zal goedkeuren.

 

Ik moet ook eerlijk bekennen dat ik sinds het aantreden van de nieuwe bestuursmeerderheid zowel in haar voorlopige als in haar huidige definitieve vorm, naar de nieuwe trendbreuk van goed bestuur, dat zowel voor als na de verkiezingen met veel tromgeroffel werd aangekondigd, op zoek ben gegaan.

 

Niettegenstaande onze strijd, samen met de collega’s van de CD&V, de voorbije twee legislaturen tegen de huidige, slechte snel-Belgwet, ga ik ervan uit dat u zo dadelijk met de ogen dicht het boek in de urne zal steken.

 

Mijnheer de voorzitter, ik stel ook vast dat u misschien het risico loopt dat het boek niet in de urne past. Ik weet niet of de gleuf van de urne groot genoeg is. Ik weet evenmin of de urne op zich groot genoeg is. Het boek wordt immers alsmaar dikker. Het zou dus ook wel eens voor een praktisch probleem kunnen zorgen.

 

Vandaag bevat het boek 5.339 dossiers, waarvan 4.939 - zowat 92% - via de procedure van de snel-Belg-wet.

 

Zoals het Reglement van de Kamer voorschrijft, mag ieder lid gedurende veertien dagen alle dossiers inkijken om na te gaan hoe de adviezen van de administratie luiden en hoe de besluitvorming in ieder dossier verloopt.

 

Ik neem telkens alle dossiers opnieuw door. Ik heb daar de voorbije veertien dagen vele tientallen uren gespendeerd zonder iemand te zien van zowel de nieuwe als de oude collega's van de commissie voor de Naturalisaties. Ik heb vastgesteld da, zoals bij voorgaande reeksen van naturalisatiewetten het geval was, er ook deze keer een aanzienlijk aantal regularisatiedossiers bij zijn.

 

Ik heb 5.262 dossiers gecontroleerd, met aanvragen tussen 1999 en 2007. Daarvan zijn 1.214 dossiers op basis van een regularisatie, dus op basis van een illegaal verblijf. Dat is ongeveer 23% van dit hele naturalisatieboek.

 

Die regularisatie gebeurt dan zowel op basis van de wet van 15 december 1980 als op basis van, en dat is in meerdere gevallen het geval, de regularisatiewet van 12 december 1999, bij iedereen bekend als de wet-Duquesne.

 

Veel van deze regularisatiedossiers tonen aan op welke manier de betrokkenen alle mogelijke procedures hebben gebruikt en misbruikt om uiteindelijk hun slag thuis te halen en een definitief verblijfsstatuut te bekomen. Zij deden dat ofwel via de Regularisatiecommissie ofwel via de dienst Vreemdelingenzaken, dus via de minister van Binnenlandse Zaken. We weten uit de cijfers dat minister Dewael de afgelopen jaren de kampioen bij uitstek is geweest van wat hij dan de individuele regularisatie noemt.

 

Er zijn zelfs personen die worden geregulariseerd terwijl hun asielprocedure nog loopt. Een beter voorbeeld van een wereld op zijn kop kan men zich niet voorstellen.

 

Zij die dachten dat het aantal regularisatiedossiers na de piekjaren 2002 en 2003 zou afnemen, zijn er aan voor de moeite. Zowel voor de dossiers van 2004 en 2005 als voor de dossiers van 2006 en 2007 blijft het aantal toekenningen van de nationaliteit op basis van een regularisatie op een aanzienlijk niveau.

 

Ik geef nog enkele cijfers voor het verslag van de dossiers in dit feuilleton. Voor het jaar 2002 bedraagt het aantal regularisatiedossiers 41%, voor 2003 16%, voor 2004 43%, voor 2005 31%, voor 2006 17% en voor het kleine deeltje dossiers van 2007 22%. Het gemiddelde van het voorliggende naturalisatieboek bedraagt dus 23%. Dat wil zeggen dat een op vier van de toekomstige nieuwe Belgen zijn nationaliteit aan een illegaal verblijf te danken heeft.

 

De cijfers geven dan ook aan hoelang een eenmalige regularisatiewet in de tijd blijft doorwerken. We zijn nu bijna 8 jaar na de goedkeuring van de wet-Duquesne en nog altijd kunnen mensen een beroep doen op de regularisatiewetgeving om een definitief verblijfsstatuut te krijgen, niettegenstaande zij hier al die tijd illegaal hebben verbleven.

 

Wat betreft al die regularisatiedossiers, formuleert de dienst Vreemdelingenzaken natuurlijk vanzelfsprekend een advies. Het is natuurlijk onnodig te vertellen dat zij in haar adviezen met de regelmaat van een klok blijft schrijven dat zij voorbehoud maakt bij de juiste identiteit van de betrokken persoon.

 

Een tweede element dat ik heb onderzocht in deze 5.339 dossiers zijn de landen van herkomst. U zult het waarschijnlijk niet geloven, maar ik vertaal dat veelal in een grafiekje. Het is spijtig dat we niet kunnen beschikken over elektronische middelen om een aantal data te presenteren. Ik zal het grafiekje uit de hand laten zien. U ziet dat er een aantal streepjes op staat met een vijftal uitschieters. Dat vijftal uitschieters zijn natuurlijk degenen die in belangrijke mate de landen van herkomst weergeven waaraan de nationaliteitsverwervingen worden toegekend. In totaal zullen er in dit naturalisatieboek 125 landen van oorsprong terug te vinden zijn. U hoort het goed: 125 landen van oorsprong.

 

Ik heb zoals gewoonlijk een top 5 gemaakt. Op de eerste plaats, met stip, staat als land van herkomst Marokko, dat ongeveer 16% van alle naturalisaties uitmaakt. Op de tweede plaats komen we de Russen tegen uit de Russische Federatie. Dat is een nieuw element. In het verleden waren de naturalisatieaanvragen via de Russische Federatie een minderheid, maar die zijn ondertussen al opgeklommen tot 11% in dit naturalisatieboek. Dat wordt gevolgd door Congo, met 9,5% van de naturalisaties. Op de vierde plaats staat Turkije met zowat 6% van de nationaliteitstoekenningen. Dan komt Servië-Montenegro met 5,7%.

 

Collega’s, het minste wat men kan zeggen is dat het gezelschap uit die 125 landen van herkomst straks onze nieuwe medeburgers worden, voor zo ver ze natuurlijk bereid zijn zich sociaal te integreren in onze leefmaatschappij, onze taal te spreken en te begrijpen, en waarbij in vele gevallen in het dossier niet laconiek, maar toch weliswaar vermeld staat dat ofwel de echtgenote, ofwel de echtgenoot, al dan niet met de kinderen, nog steeds verblijft in het land van oorsprong, hoogstwaarschijnlijk om te wachten op een bericht van het thuisland om binnen de kortste tijd het gezin te vervoegen en opnieuw te herenigen, om dan ook de nieuwe gezinsleden op een nagenoeg automatische manier de nationaliteit toe te kennen. Dat passeert dan natuurlijk niet meer in de Kamer van volksvertegenwoordigers.

 

Ik moet daar geen tekening bij maken, collega’s. Dergelijke uitwassen van de snel-Belgwet zijn niet langer te tolereren en dat is in feite ook geen behoorlijk bestuur. Het leidt er alleen maar toe dat er van een degelijk integratie- en assimilatieproces geen sprake is en dat het hele mechanisme van de gezinshereniging er steeds opnieuw toe leidt dat het hele integratieproces vanaf nul moet herbeginnen. Bijgevolg rijst de vraag – daarmee rond ik mijn betoog af, mijnheer de voorzitter – hoelang de nieuwe meerderheid van liberalen en christendemocraten deze werkwijze zullen blijven aanvaarden. Hoelang kan ze de alsmaar groter wordende spreidstand volhouden tussen de verkiezingsbelofte om de snel-Belgwet te verstrengen en aan te passen enerzijds en het beleid dat nu wordt gevoerd en nog altijd in stand wordt gehouden anderzijds? Hoe geloofwaardig is op dit moment al de gazettenpraat die uw collega en nu minister van Justitie Jo Vandeurzen hier destijds heeft verteld?

 

Van de liberalen is het duidelijk. Na acht jaar paars weten we dat het slikvermogen van de liberalen wat dat betreft oneindig groot is. Daarvan moeten we ons niets meer aantrekken, maar ik ben zeer benieuwd hoe slaafs of hoe weerbaar de CD&V – die toch de nieuwe minister van Justitie heeft geleverd – zich zal opstellen om de snel-Belgwet grondig bij te sturen, niet vergetende dat de PS, destijds dankzij minister Onkelinx de architect van deze snel-Belgwet, nog steeds in deze meerderheid zit. Ik ben zeer benieuwd hoe u daar zult uitgeraken.

 

De Vlaams Belangfractie – mijn collega Jan Mortelmans heeft het uitvoerig besproken – heeft zich steeds van bij aanvang consequent opgesteld met betrekking tot de snel-Belgwet. Zolang er geen integratiecriterium annex burgerschapsproef wordt voorgesteld, zolang de vereiste verblijfsduur bijzonder minimalistisch blijft, zolang de verschillende procedures tot verkrijging van de nationaliteit naast elkaar blijven bestaan, zolang het verkrijgen van het staatsburgerschap niet afhankelijk wordt gesteld van de afstand van de oorspronkelijke nationaliteit en zolang er massaal aanvragen blijven komen uit het buitenland zonder dat men ooit een voet heeft gezet op dit grondgebied, zal het Vlaams Belang zich verzetten tegen deze nefaste snel-Belgwet en het aan de lopende band produceren van nieuwe Belgen, want ondertussen tikt de klok steeds verder. Sinds de invoering van de rampzalige snel-Belgwet staat de teller al op 381.862 nieuwe Belgen.

 

Vanaf vandaag, straks, komen er daar met een vingerknip 5.339 bij. Aan die tsunami van nieuwe Belgen wil het Vlaams Belang een halt toeroepen. Bijgevolg zullen wij het voorliggende naturalisatieboek niet goedkeuren.

 

16.13  Gerald Kindermans (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil alleen even reageren op de heer Goyvaerts.

 

Mijnheer Goyvaerts, u doet het voorkomen alsof de commissie voor de Naturalisaties daar een loopje mee neemt en daar weinig tijd en energie in steekt. Ik moet zeggen dat ik persoonlijk erg verrast was door de energie die dagen- en maandenlang gestoken wordt in de behandeling van de vele duizenden dossiers. U spreekt over een dik boek. U moet niet vergeten dat dit een boek is van een heel jaar. Er zijn immers sinds meer dan een jaar geen naturalisaties meer behandeld. Er waren meer dan 14.000 dossiers die behandeld moesten worden. U weet hoeveel dagen er monnikenwerk geleverd is door de verschillende leden van de commissie, de 17 mensen die daar vele dagen zijn gaan zitten, om de dossiers individueel te behandelen.

 

U weet dat onze fractie tegen de snel-Belgwet heeft gestemd. Ik kan nu al aankondigen dat wij een initiatief zullen nemen. Ik weet dat mevrouw Van Cauter van de Open Vld-fractie ook een initiatief klaar heeft. Er zal een wijziging van de snel-Belgwet komen. Wij hebben echter niet de gewoonte om wetten waarmee we het niet eens zijn voorlopig niet toe te passen. U misschien wel. Wij passen echter de wetten toe die op dit ogenblik bestaan en wij moeten met die wetgeving rekening houden.

 

16.14  Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Waarde collega, u hebt gelijk, wij besteden daar enorm veel tijd aan. Als Vlaams Belangfractie vragen we ons zelfs af wat die dienst voor de Naturalisaties bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers blijft doen. Wij zijn van oordeel dat die hier niet thuishoort. Wij zijn in die commissie secretarissenwerk aan het doen. Daarvoor dienen wij niet als parlementsleden. Dat is een eerste element.

 

Ten tweede, of dat boek nu van de laatste zes maanden is of van het laatste jaar, ik neem aan dat u de politieke verantwoordelijkheid neemt voor dit boek. Dit is een wet die u goedkeurt. U draagt daar de politieke verantwoordelijkheid voor. Of u nu voor of tegen de snel-Belgwet bent, of u nu aankondigt dat u die gaat verstrengen of niet, u had natuurlijk de politieke moed kunnen hebben om in de commissie voor de Naturalisaties bij meerderheid te zeggen dat u alle dossiers verdaagt tot daar bijvoorbeeld een taalcriterium aan toegevoegd wordt.

 

Op die manier kunnen die mensen dan op een eerbiedwaardige manier behandeld worden.

 

Ten derde, dan sluit ik af, collega. Ik vind het wel merkwaardig. Wij hebben hier acht jaar paars gehad met socialisten en liberalen in de commissie voor de Naturalisaties. Ik stel vast dat het met de CD&V-collega’s in de commissie voor de Naturalisaties nog veel gemakkelijker gaat om alle mogelijke procedures te ontwijken.

 

Ik verklaar mij nader. Vroeger was het zo dat de dienst zei dat men het een jaar ging verdagen vanwege het taalcriterium om daarna opnieuw te toetsen of zij aan die taalvereisten via een taalcursus hadden voldaan. Nu stel ik vast dat heel wat CD&V-collega’s toch van oordeel zijn dat dit jaar niet moet afgewacht worden en men onmiddellijk gunstig kan adviseren.

 

Ik kan tientallen dossiers uit het dossier halen, daarvoor ben ik ook tien dagen in die commissie gaan zitten, om vast te stellen dat de nieuwe CD&V-leden blijkbaar toch niet goed geluisterd hebben naar hun voorgangers of toch niet goed gekeken hebben, want dan had u ten minste die eerlijkheid gehad. Ik stel echter vast dat het niet snel genoeg kan gaan. Heel uw verhaal van uw versnelling en verstrenging is ongeloofwaardig.

 

16.15  Gerald Kindermans (CD&V - N-VA): Het grote verschil is dat wanneer wij in die commissie zetelen, wij daar zijn om de wetgeving toe te passen en u daar alleen bent om populisme te prediken. U gaat duizenden dossiers nakijken, niet met de bedoeling om dat in eer en geweten te doen, maar alleen maar om een bepaald politiek statement te maken. Daarmee treedt u de rechten van die mensen serieus met voeten.

 

Wij zijn niet tegen naturalisaties, maar wij willen dat ze op een correcte manier gebeuren. U hebt het over de taalkennis. U weet zeer goed dat de commissie sommige dossiers één of twee jaar uitstelt om daarover bijkomend onderzoek te doen, om na te gaan of mensen zich ondertussen geïntegreerd hebben.

 

Dat is hetgeen er gebeurt. Die commissie doet nu voor een stuk aan remediëring voor een wetgeving die volgens ons niet goed in mekaar zit. Tot nader order moeten wij die echter toe passen, wat u niet bereid bent te doen.

 

16.16  Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Ondertussen produceert u aan de lopende band mensen die zich helemaal niet wensen te integreren. Ik geef een voorbeeld.

 

Er is een dossier van een 28-jarig meisje dat dit land binnenkomt en de taal spreekt noch begrijpt. De CD&V-commissaris heeft gezegd dat zij de Belgische nationaliteit waardig was. Ik vind dat onaanvaardbaar.

 

De voorzitter: Mijnheer Kindermans, ik feliciteer u voor uw eerste uiteenzetting in deze Kamer.

 

16.17  David Lavaux (cdH): Monsieur le président, chers collègues, je ne vous chanterai pas aujourd'hui "Johnny, c'est fini", mais je viens vous parler sérieusement au sujet de la commission des Naturalisations. En effet, j'en ai assez qu'à chaque vote à la Chambre, seul le Vlaams Belang prenne la parole et nous assène de ses chiffres. J'en ai assez de sa façon de maltraiter tant les candidats belges que la manière de travailler de la commission.

 

(Applaudissements)

 

Monsieur le président, chers collègues, sur plus de 14.000 dossiers examinés, la commission propose aujourd'hui à la naturalisation 5.337 personnes. C'est vous dire que ce n'est pas n'importe qui, n'importe quoi qui est proposé!

 

Je tiens à souligner l'excellent travail réalisé par cette commission. En cinq mois, nous avons réalisé le travail d'une année complète. Je vous rappelle que la dernière fois où la Chambre a été sollicitée pour un vote, c'était en mars 2007. En cinq mois, c'est un travail consciencieux qui a été effectué, un travail de longue haleine, chaque dossier étant étudié sérieusement.

 

Ce n'est pas, comme on le dit, un simple travail de secrétaire. Oui, c'est un travail de secrétaire lorsqu'il suffit de noter "Rejet", "Non", "Verworpen" et de signer! Alors c'est un travail de secrétaire! Mais quand un dossier est examiné à fond, quand on prend la peine de lire les motivations des personnes qui vivent dans notre pays depuis parfois des dizaines d'années, alors il ne s'agit pas d'un travail de secrétaire.

 

Nous travaillons consciencieusement, nous en discutons entre nous très largement: c'est autre chose que d'inscrire simplement "Rejet" ou "Ajournement de six mois". En effet, la pire des hypocrisies, c'est d'inscrire "Ajournement de six mois" alors que les quatre avis sont positifs, que les autres députés ont dit oui, qu'on dispose de six avis positifs sur un dossier. Dites au moins oui ou non, mais arrêtez cette hypocrisie!

 

Je tenais donc à souligner et la quantité du travail qui a été accompli par la commission et la qualité de celui-ci. S'il y a beaucoup d'ajournements, c'est parce que nous avons demandé des compléments d'enquête, que nous voulons aller plus loin pour éviter des dérapages et des fraudes. Il en existe; nous les connaissons: fraudes au mariage, faux papiers d'identité, alias – et nous nous en soucions.

 

Je vous propose aujourd'hui la candidature de 5.337 personnes à la naturalisation belge. Ce ne sont ni des fraudeurs ni des bandits, comme d'aucuns veulent le laisser croire et le répètent trop souvent à cette tribune.

 

Je vous demande, dès lors, de faire confiance à cette commission, qui exécute un excellent travail en profondeur. Et je vous demande donc d'accorder généreusement la naturalisation à ces 5.337 personnes dont la candidature vous est présentée aujourd'hui.

 

16.18  Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président, chers collègues, je vous avoue que je ne comptais pas intervenir. Parfois, je me pose des questions au vu de la liste des naturalisations, mais s'il me fallait un argument pour voter en faveur de celles-ci, il s'agirait des propos du Vlaams Belang. Quel débat étrange avons-nous ici! Cette discussion me met mal à l'aise, puisque nous entendons constamment un certain parti qui ne cesse de stigmatiser l'existence même de la Belgique et exige un nouveau pays, mais qui se mêle finalement d'intervenir dans un débat qui ne le concerne pas, puisque nous parlons de la naturalisation belge.

 

Je voudrais vous signaler que M. Stirn, ex-ministre français et ancien médiateur de la République française, a publié voici quelques années un livre qui fut d'abord pris pour un brûlot intitulé "L'immigration, une chance pour la France".

 

À l'époque, cet ouvrage avait été perçu de manière très négative. Je voudrais vous rappeler que, voici deux ans, la Commission européenne a sorti des études très fouillées qui montrent que sans immigration aucune, …

 

Je rappelle aux messieurs du Vlaams Belang que c'est aussi le patronat flamand qui réclame une nouvelle immigration économique! Je suis surpris de voir que vous avez des états d'âme sur ce point alors que vous êtes si proches, de par votre président, d'un certain patronat flamand!

 

En outre, en tant qu'historien, je voudrais vous rappeler que très certainement – et c'est ce qui fait la richesse de la Belgique –, nous sommes issus de différents abords. Au fil du temps, la Belgique a été une terre de confluence et d'immigration progressive. Il ne faut pas aller très loin pour trouver, même dans le groupe parlementaire du Vlaams Belang, des gens qui viennent d'ailleurs. C'est ce qui fait le terreau et la force de notre pays! S'il fallait prouver une présence en Belgique de 25 générations avant de pouvoir être belge, l'écrasante majorité du Parlement ne pourrait pas être élue aujourd'hui.

 

Je peux comprendre qu'on exige une volonté d'intégration de la part de ceux qui veulent être belges mais que cela vienne de ceux qui n'hésitent pas à brûler le drapeau belge, je trouve cela inacceptable!

 

Rien n'étant jamais définitivement perdu, même au Vlaams Belang, je crois qu'il est temps que vous réfléchissiez à ce qui va se passer dans quelques années. Le nouvel élément important des statistiques de l'INS de 2007, c'est que, depuis 2007, la moyenne d'âge est plus élevée en Flandre qu'en Wallonie. Le taux de vieillissement s'accélère de manière importante. Or, qui va payer les pensions de retraite dans le futur?

 

D'une part, je vous rassure, les francophones seront là pour payer les retraites de la Flandre. D'autre part, l'immigration sera également une chance pour la Belgique. Tout à l'heure, l'intervention de Corinne De Permentier était tout à fait fondée. Elle portait sur l'existence inacceptable de zones de non-droit dans certains quartiers. De ce point de vue là, je suis aussi à droite. Mais l'immigration, c'est une chance pour la Belgique!

 

Je voudrais que vous, Vlaams Belang, vous pensiez aussi à l'avenir. Ne vous recroquevillez pas constamment sur le passé! La Flandre, c'est magnifique! La Flandre, c'est bien plus que cela! La Flandre ne vous mérite pas!

 

(Applaudissements)

 

De voorzitter: Mevrouw Van Cauter, u had het woord gevraagd?

 

16.19  Carina Van Cauter (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega’s, na het tumult wil ik toch vanuit Open Vld ons standpunt toelichten, namelijk dat naturalisatie en nationaliteitsverwerving het sluitstuk is van een integratieproces en integratiebereidheid. Daar zijn wij het volledig mee eens. Dat staat vandaag als dusdanig in de regelgeving ingeschreven.

 

Het is correct, collega’s, dat de bestaande regelgeving aangevuld wordt door rechtspraak. De rechtspraak en de adviezen komen vanuit de commissie. De voorzitter van de commissie en ook collega Kindermans hebben daarnet gewezen op de ernst waarmee de verschillende dossiers worden onderzocht en waarmee een aantal dossiers wordt uitgesteld om de betrokkenen te stimuleren zich nog beter te integreren.

 

Als wij als Kamerleden van oordeel zijn dat het integratieproces en de integratiebereidheid ingeschreven worden in bepaalde regels, moeten wij daartoe initiatieven nemen. Dat hebben wij ook vanuit de meerderheid reeds gedaan. Ik heb die bereidheid ook teruggevonden in de beleidsnota van minister Vandeurzen. Kortom, ik meen dat wij ons daaraan kunnen verwachten, en terecht.

 

Collega’s van het Vlaams Belang, ik zal mij echter verzetten tegen de manier waarop jullie alles hier op een hoopje komen te gooien, tegen de manier waarop jullie naturalisatieaanvragen gelijkschakelen met praktijken van personen die in ons land ten onrechte proberen een verblijfstitel te verwerven. Dat is niet juist.

 

Collega, u weet heel goed dat iemand, om de Belgische nationaliteit te verwerven, het recht op onbeperkt verblijf op ons grondgebied moet hebben verworven. U stelt het voor…

 

De voorzitter: Laat mevrouw uitspreken. Daarstraks mochten uw redenaars ook uitspreken.

 

16.20  Carina Van Cauter (Open Vld): Mijnheer Goyvaerts, u stelt het voor, alsof iemand door het verwerven van de Belgische nationaliteit hier het recht verwerft om op ons grondgebied te verblijven. Dat is de waarheid geweld aandoen. Daartegen moet ik mij, in mijn hoedanigheid van democratisch verkozen parlementslid en lid van Open Vld, met de meeste klem verzetten. Daaraan doen wij niet mee.

 

Le président: Monsieur Cocriamont, vous êtes déjà intervenu.

 

16.21  Patrick Cocriamont (FN): Je tiens à protester contre ceux qui se prétendent patriotes et ne défendent que les structures, que les lois de notre État. Être patriote, c'est bien plus que cela: c'est défendre le peuple. Ceux qui votent en faveur de l'immigration ne défendent pas les gens qui souffrent de l'immigration, les petites gens. Ils souffrent de l'immigration car elle fait augmenter les loyers, car on trouve de plus en plus difficilement du travail à cause de l'immigration.

 

Tout à l'heure, j'ai tenu des propos qui peuvent paraître un peu forts: la nationalité, ce n'est pas une question de carte d'identité, c'est une question de chair et de sang. C'est aussi la culture. Or pas une des personnes citées ici n'a prouvé qu'elle était culturellement belge.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De leden worden verzocht het voorstel van naturalisatiewetten te deponeren in de stembus.

Les membres sont priés de déposer la proposition de lois de naturalisation dans l’urne.

 

Het voorstel van naturalisatiewetten mag niet ondertekend worden.

La proposition de lois de naturalisation ne peut pas être signée.

 

Wanneer een lid gekant is tegen de naturalisatie van een aanvrager schrapt hij de naam van de belanghebbende op de lijst die hem werd bezorgd.

Le membre qui n’entend pas accorder la naturalisation à un demandeur biffera le nom de l’intéressé sur la liste qui lui a été remise.

 

Twee secretarissen moeten tot de stemopneming overgaan. Ik stel u voor de heer Van der Maelen en mevrouw De Block, secretarissen, als stemopnemer zonder loting aan te duiden.

Deux secrétaires doivent procéder au dépouillement du scrutin. Je vous propose de désigner M. Van der Maelen et Mme De Block en qualité de scrutateur.

 

Ik nodig de secretarissen uit de namen af te roepen.

J'invite les secrétaires à procéder à l'appel nominal.

 

Collega’s, ik stel voor dat wij elkaar, nadat wij gestemd hebben, terugzien omstreeks 18.00 uur. Ik zal dus een korte schorsing inlassen. Wij moeten trouwens ook nog op zoek naar een minister, want voor de stemming moet er een minister aanwezig zijn.

 

Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.

Il est procédé à l’appel nominal.

 

Wij gaan de geheime stemming over de naturalisatieaanvragen sluiten.

Nous allons clore le scrutin pour les demandes de naturalisation.

 

Ik vraag de leden die zulks nog niet gedaan hebben hun stembiljet onmiddellijk in de bus te steken.

Je prie les membres qui n’ont pas encore déposé leur bulletin de le faire immédiatement.

 

De geheime stemming is gesloten.

Je déclare le scrutin clos.

 

De vergadering is geschorst.

La séance est suspendue.

 

De vergadering wordt geschorst om 17.39 uur.

La séance est suspendue à 17.39 heures.

 

De vergadering wordt hervat om 18.26 uur.

La séance est reprise à 18.26 heures.

 

De voorzitter: De vergadering is hervat.

La séance est reprise.

 

Geheime stemming over de naturalisaties (voortzetting)

Scrutin sur les naturalisations (continuation)

 

Ziehier de uitslag van de geheime stemming over de naturalisaties. (1029/2+4)

Voici le résultat du scrutin sur les naturalisations. (1029/2+4)

 

Aantal stemmen

119

Nombre de votants

Geldige stemmen

119

Votes valables

Volstrekte meerderheid

60

Majorité absolue

 

Alle naturalisaties hebben de volstrekte meerderheid bekomen. Over het voorstel van naturalisatiewetten zal dadelijk worden gestemd.

Toutes les naturalisations ont obtenu la majorité absolue. Le vote sur la proposition de lois de naturalisation aura lieu dans un instant.

 

Het voorstel van de commissie voor de Naturalisaties omvat vijf delen (A, B, C, D en E) die elk verscheidene aan te nemen artikelen tellen.

La proposition de la commission de Naturalisations est divisée en cinq parties (A, B, C, D et E) comportant chacune plusieurs articles à adopter.

 

Voorstel van naturalisatiewetten

Proposition de lois de naturalisation

 

17 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 28 juni 1984 betreffende sommige aspecten van de toestand van de vreemdelingen en houdende invoering van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel A) (1029/2)

17 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 28 juin 1984 relative à certains aspects de la condition des étrangers en instituant le Code de la nationalité belge (partie A) (1029/2)

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel A) zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie A) aura lieu ultérieurement.

 

18 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de naturalisatieprocedure en van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel B) (1029/2)

18 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 13 avril 1995 modifiant la procédure de naturalisation et le Code de la nationalité belge (partie B) (1029/2)

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel B) zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie B) aura lieu ultérieurement.

 

19 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 22 december 1998 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit wat de naturalisatieprocedure betreft (deel C) (1029/2)

19 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 22 décembre 1998 modifiant le Code de la nationalité belge en ce qui concerne la procédure de naturalisation (partie C) (1029/2)

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel C) zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie C) aura lieu ultérieurement.

 

20 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit (deel D) (1029/2+4)

20 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge (partie D) (1029/2+4)

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel D) zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie D) aura lieu ultérieurement.

 

21 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel E) (1029/2)

21 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses et modifiant le Code de la nationalité belge (partie E) (1029/2)

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel E) zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie E) aura lieu ultérieurement.

 

22 Inoverwegingneming van voorstellen

22 Prise en considération de propositions

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als zijnde aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ik stel u ook voor in overweging te nemen het wetsvoorstel van de heren Koen Bultinck, Jan Mortelmans, Guy D'haeseleer, Hagen Goyvaerts en Peter Logghe en de dames Barbara Pas, Rita De Bont en Linda Vissers tot wijziging van de bijlage van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat de verlaging van de tarieven met betrekking tot de bouw en levering van privéwoningen betreft (nr. 1098/1).

Verzonden naar de commissie voor de Financiën en de Begroting

Je vous propose également de prendre en considération la proposition de loi de MM. Koen Bultinck, Jan Mortelmans, Guy D'haeseleer, Hagen Goyvaerts et Peter Logghe et Mmes Barbara Pas, Rita De Bont et Linda Vissers modifiant l'annexe de l'arrêté royal n° 20 du 20 juillet 1970 fixant les taux de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux, en ce qui concerne la diminution des taux relatifs à la construction et à la livraison d'habitations privées (n° 1098/1).

Renvoi à la commission des Finances et du Budget

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

23 Rouwhulde

23 Éloge funèbre

 

De voorzitter (voor de staande vergadering)

Le président (devant l'assemblée debout)

 

Met leedwezen heeft de Kamer kennis genomen van het plotse overlijden op 18 april van mevrouw Ann De Foer.

 

Als directeur van de dienst Personeel en Sociale Zaken van onze assemblee heeft ze gedurende 18 jaar de Kamer met grote bekwaamheid en ervaring bijgestaan.

 

Haar plotse heengaan op 51-jarige leeftijd heeft het personeel van de Kamer diep getroffen.

 

Elle laissera dans nos mémoires le souvenir d’une fonctionnaire remarquable, très appréciée et dévouée, qui parvenait toujours à résoudre les problèmes les plus épineux.

 

La Chambre exprime ses condoléances à la famille de la défunte, à son époux ainsi qu’à ses trois enfants auxquels elle manquera énormément.

 

De Kamer neemt een minuut stilte in acht.

La Chambre observe une minute de silence.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

24 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Linda Vissers over "de problematiek van de Limburgse vrijwilligers van de civiele bescherming" (nr. 46)

24 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Linda Vissers sur "la problématique des volontaires limbourgeois de la protection civile" (n° 46)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 16 april 2008.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique du 16 avril 2008.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 046/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Linda Vissers;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Philippe Collard, David Clarinval en Michel Doomst.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 046/1):

- une motion de recommandation a été déposée par Mme Linda Vissers;

- une motion pure et simple a été déposée par MM. Philippe Collard, David Clarinval et Michel Doomst.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

24.01  Linda Vissers (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het aantal Limburgse kernvrijwilligers bij de civiele bescherming is de laatste jaren van 180 naar 37 geslonken. De federale reserve heeft sinds begin 2006 geen signalen van de permanente eenheid meer gekregen om lessen te volgen, interventies te mogen doen of medisch te worden gekeurd. Daarbij komt nog dat de Limburgse vrijwilligers in Antwerpen moeten worden opgeleid, terwijl diezelfde lessen ook in Limburg kunnen worden gevolgd.

 

De fractie van het Vlaams Belang vraagt in deze motie het volgende. Ten eerste, dringend werk te maken van de uitbouw een permanente eenheid voor de civiele bescherming in Hasselt. Ten tweede, de opleiding van vrijwilligers van de civiele bescherming zo veel mogelijk te laten plaatsvinden in Limburg, in de brandweerschool van Genk. Ten derde, voldoende materiaal ter beschikking te stellen van de Limburgse civiele bescherming zodat zij in normale omstandigheden kan werken. Ten vierde, dringend werk te maken van een statuut voor de vrijwilligers van de civiele bescherming.

 

De civiele bescherming in Limburg is op dit moment misnoegd. Ik durf dan ook vooral aan de Limburgse collega's in dit halfrond te vragen om samen met de fractie van het Vlaams Belang deze motie goed te keuren.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

95

Oui

Nee

44

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

139

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

25 Wetsontwerp houdende eindregeling van de begrotingen van de instellingen van openbaar nut van het jaar 1999 (980/1)

25 Projet de loi contenant le règlement définitif des budgets d'organismes d'intérêt public pour l'année 1999 (980/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

119

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

20

Abstentions

Totaal

139

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (980/3)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (980/3)

 

(Mevrouw Mia De Schamphelaere doet teken dat zij met haar fractie heeft gestemd)

 

26 Wetsontwerp houdende eindregeling van de begrotingen van de instellingen van openbaar nut van het jaar 2000 (981/1)

26 Projet de loi contenant le règlement définitif des budgets d'organismes d'intérêt public pour l'année 2000 (981/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 2)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (981/3)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (981/3)

 

Wij gaan over tot de stemming over het voorstel van naturalisatiewetten waarvan wij zojuist de artikelen hebben besproken.

Nous allons procéder au vote sur la proposition de lois de naturalisation dont nous venons d'examiner les articles.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

27 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 28 juni 1984 betreffende sommige aspecten van de toestand van de vreemdelingen en houdende invoering van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel A) (1029/2)

27 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 28 juin 1984 relative à certains aspects de la condition des étrangers en instituant le Code de la nationalité belge (partie A) (1029/2)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

123

Oui

Nee

15

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

138

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van naturalisatiewet (deel A) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie A). Elle sera soumise à la sanction royale.

 

28 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de naturalisatieprocedure en van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel B) (1029/2)

28 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 13 avril 1995 modifiant la procédure de naturalisation et le Code de la nationalité belge (partie B) (1029/2)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(stemming/vote 3)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van naturalisatiewet (deel B) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie B). Elle sera soumise à la sanction royale.

 

29 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 22 december 1998 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit wat de naturalisatieprocedure betreft (deel C) (1029/2)

29 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 22 décembre 1998 modifiant le Code de la nationalité belge en ce qui concerne la procédure de naturalisation (partie C) (1029/2)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(stemming/vote 3)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van naturalisatiewet (deel C) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie C). Elle sera soumise à la sanction royale.

 

30 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit (deel D) (1029/2+4)

30 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge (partie D) (1029/2+4)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(stemming/vote 3)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van naturalisatiewet (deel D) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie D). Elle sera soumise à la sanction royale.

 

31 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel E) (1029/2)

31 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses et modifiant le Code de la nationalité belge (partie E) (1029/2)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(stemming/vote 3)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van naturalisatiewet (deel E) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie E). Elle sera soumise à la sanction royale.

 

32 Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Naturalisaties van de dossiers die in haar verslagen nr. 1029/1, op bladzijden 4 tot 10, en nr. 1029/3 zijn opgenomen

32 Proposition de rejet faite par la commission des Naturalisations en ce qui concerne les dossiers repris dans ses rapports n° 1029/1, aux pages 4 à 10, et n° 1029/3

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

139

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

139

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet.

 

33 Goedkeuring van de agenda

33 Adoption de l’agenda

 

33.01  Servais Verherstraeten (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik stel voor om de vastlegging van de agenda voor volgende week uit te stellen en deze vastlegging te bespreken tijdens de volgende Conferentie van voorzitters.

 

De voorzitter: Uw voorstel is dus om de vastlegging van de agenda vandaag uit te stellen en die agenda voor de openbare zitting van woensdag vast te leggen op dinsdag.

 

33.02  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, betekent dit dat er geen agenda is voor de komende week tot dinsdag?

 

De voorzitter: Als ik het goed begrepen heb, betekent dit dat wij de agenda vastleggen op de Conferentie van voorzitters dinsdag.

 

33.03  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Als wij mekaar goed begrijpen, dan betekent dit dat de agenda zoals die op de vorige Conferentie van voorzitters werd vastgelegd wordt weggeveegd en niet bestaande is; er zijn daar door niemand engagementen genomen en die wordt hier teruggetrokken.

 

Over de gehele agenda kan vanaf nul gedebatteerd worden dinsdag? Wij stemmen daarover nu niet. Wij gaan hier niets beslissen.

 

De voorzitter: Wij moeten wel akkoord gaan over het feit dat wij een uitstel hebben van de vastlegging van de agenda. Daarover moeten wij het wel eens zijn.

 

33.04  Peter Vanvelthoven (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik hoor het voorstel van de heer Verherstraeten. Om ons eigen stemgedrag te kunnen bepalen, zou ik alleen willen weten om welke reden van de normale procedure wordt afgeweken.

 

Mijnheer de voorzitter, ik vraag begrip voor het feit dat wij nog maar pas in de oppositie zitten. Het zou misschien interessant zijn dat de vorige oppositie ons uitlegt wat de reden voor de afwijking van de normale procedure is.

 

33.05  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik wil het aan de heer Vanvelthoven uitleggen.

 

Nu volgt er vanwege de heer Verherstraeten alleen een sibillijnse glimlach. Kijk. (Hilariteit.)

 

33.06  Servais Verherstraeten (CD&V - N-VA): Mijnheer Annemans, u krijgt meer dan een sibillijnse glimlach.

 

Er werd ons een vraag tot wijziging van de agenda voorgelegd. Ik wens de vraag tijdens de volgende Conferentie van voorzitters grondig met de collega’s te bespreken.

 

33.07  Bart Tommelein (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat het voorstel van collega Verherstraeten onze steun krijgt.

 

33.08  Peter Vanvelthoven (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, 30 april is de dag vóór Rerum Novarum en ook de dag vóór 1 mei. Ik weet uit ervaring dat dat voor velen een heel bijzondere dag is en voorbereiding vergt. Het zou dus goed zijn als we ook precies in onze agenda kunnen inschatten hoe die dertigste april er volgende week uit zal zien. Het is misschien een goede suggestie ten behoeve van ieders agenda, zowel oppositie als meerderheid, dat we nu onmiddellijk de Conferentie van voorzitters samenroepen en de discussie gewoon uitklaren.

 

33.09  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Indien het voorstel om de agenda te wijzigen waarmee we nu worden geconfronteerd en waarnaar collega Verherstraeten verwijst, het voorstel is dat ik u na mijn parlementaire vraag aan de heer Leterme heb bezorgd, dan lijkt het voorstel van de heer Vanvelthoven mij een zeer nuttig voorstel.

 

De voorzitter: Ik wil daarop ingaan, maar de kans is heel groot dat we het voorstel van de heer Verherstraeten zullen overnemen. Ik ben bereid een conferentie te houden, geen probleem.

 

De anderen moeten natuurlijk blijven.

 

33.10  Thierry Giet (PS): Monsieur le président, je ne m'oppose pas à la réunion d'une Conférence des présidents mais une proposition a été faite et la Chambre pourrait se prononcer d'abord sur cette proposition.

 

33.11  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat collega Giet zich vergist.

 

De Kamer kan zich uitspreken over een voorstel van de Conferentie van voorzitters om een agenda goed te keuren. De Kamer kan zich echter niet uitspreken over een voorstel om geen agenda goed te keuren. Dat is zonder voorwerp.

 

De voorzitter: Volgens artikel 49 kan de Kamer zich daarover wel uitspreken. De Kamer kan zich uitspreken over het feit dat wij de vastlegging van de agenda nu niet beslissen.

 

33.12  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): De Conferentie doet een voorstel en de Kamer moet dat voorstel goedkeuren. Dat is de procedure. De Kamer kan natuurlijk niet goedkeuren dat er niets wordt goedgekeurd.

 

De voorzitter: Ik moet u ontgoochelen. Na uw jarenlange parlementaire ervaring moet ik u nog iets bijleren. Artikel 49, derde lid geeft aan dat een prealabele kwestie kan worden gesteld. Dit is een prealabele kwestie en wij kunnen daarover stemmen.

 

De reden waarom ik bereid ben in te gaan de Conferentie samen te roepen, berust op een lange traditie. Als een paar mensen van de oppositie daarom vragen, gaat men daarop in. Ik heb dat geleerd van de heer De Croo.

 

Ik zeg u echter op voorhand dat de mogelijkheid evengoed bestaat dat wij binnen 10 minuten terugkomen met het voorstel van de heer Verherstraeten.

 

33.13  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik vind dat een dergelijke knoop onverwijld moet worden doorgehakt.

 

Dat vraagt slecht 5 minuten!

 

33.14  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, il y a deux propositions: celle de M. Verherstraeten et celle de réunir la Conférence des présidents dès maintenant. La première proposition nous permettra de travailler en toute tranquillité mardi et de préparer "Rerum Novarum" ainsi que le 1er mai en parfaite sérénité.

 

Le président: Je propose que nous ayons une très courte Conférence des présidents.

 

La séance est suspendue.

De vergadering is geschorst.

 

La séance est suspendue à 18.44 heures.

De vergadering wordt geschorst om 18.44 uur.

 

La séance est reprise à 19.14 heures.

De vergadering wordt hervat om 19.14 uur.

 

Le président: La séance est reprise.

De vergadering is hervat.

 

Collega’s, mag ik uw aandacht vragen? Wij hebben zojuist een korte bijeenkomst gehad van de Conferentie van voorzitters, maar wij zijn daar niet tot een unanieme stellingname gekomen.

 

Het voorstel van de heer Verherstraeten blijft hier op tafel liggen, bij wijze van spreken, en heeft het karakter van een prealabele of prejudiciële vraag en moet dus ook in deze orde prioritair worden behandeld, tenzij iemand het woord daarover vraagt. Er is een spreektijd voor dat soort van debatten van vijf minuten per politieke fractie.

 

Wie vraagt hierover het woord?

 

33.15  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik ga niet veel tijd nemen, maar ik wil aan de Kamer toch even uitleggen – voor wie de Conferentie van voorzitters niet heeft bijgewoond – wat de draagwijdte van deze stemming is.

 

Laten we besluiten dat indien wij het voorstel van de heer Verherstraeten goedkeuren, we dan erkennen dat de notificatie, namelijk het verslag van het Overlegcomité, hier schriftelijk moet arriveren, omdat de Kamer heeft beweerd in de Conferentie van voorzitters dat zij niet op de hoogte is van wat er in het Overlegcomité heeft plaatsgevonden.

 

Als we dat doen, dan leveren wij eigenlijk de mogelijkheid om dat volgende week te agenderen uit aan iets wat de premier hier reeds aan de pers heeft verklaard, namelijk dat er mogelijkerwijze met het opsturen van het verslag naar de Kamer zal kunnen worden geschoven.

 

Onder die voorwaarden zou ik voorstellen dat de Vlaams-Belangfractie het voorstel goedkeurt en vervolgens dinsdag vaststelt of er inderdaad wordt gefoefeld met het naar hier sturen van dat verslag en dan hebben we daar dinsdag en vervolgens woensdag ook een debat over want het voorstel van de heer Verherstraeten heeft een voordeel en dat is dat alles openblijft. Ik ben zeer benieuwd wat er vanaf nu tot dinsdag zal gebeuren met dat verslag waarvan ik in de wandelgangen hoor dat de heer Reynders zegt dat het maar zal worden opgestuurd op 30 april. Gelet op het voorstel van onze collega Verherstraeten hoop ik niettemin dat het hier dinsdag alsnog zal arriveren.

 

33.16  Peter Vanvelthoven (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, heel kort. Ik had een ander voorstel gedaan om het voorstel van collega Verherstraeten te counteren omdat ik in de Conferentie van voorzitters had begrepen dat de zaken eigenlijk heel simpel zijn.

 

Vandaag zijn de Kamer en deze voorzitter niet in kennis van een notificatie van de beslissing van het Overlegcomité. Mijn simpele geest was zo ver om te zeggen dat we de agenda van de Conferentie van voorzitters van deze week konden behouden als er niets binnen is en als die notificatie er alsnog komt, laten wij er dan op dat ogenblik over beraadslagen.

 

Zo simpel lijken mij de zaken nog altijd.

 

Dat een dergelijk simpel voorstel – gewoon behouden wat wij hebben beslist en wijzigen, indien het verslag toch binnenkomt – geen steun vindt, bewijst alleen maar het volgende. Het vindt geen steun, omdat de huidige meerderheid het om een of andere reden opnieuw over een dossier niet eens is. Nadat zij de btw-discussie niet heeft willen beslissen en naar Europa heeft geëvacueerd, wil zij ook de beslissing in kwestie vandaag niet nemen en evacueert zij de beslissing naar misschien volgende week en naar misschien nog later.

 

Mijnheer de voorzitter, ik wil enkel aangeven dat ik vaststel dat het met de huidige meerderheid telkens opnieuw hetzelfde is. Zij is verdeeld over alles, zelfs over een simpele zaak als de agenda van de plenaire vergadering.

 

Ik betreur dat. Wij zullen zien wat de volgende dagen zullen brengen.

 

33.17  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, notre groupe estime qu'il n'y a pas de raison de modifier l'ordre du jour tel que proposé pour l'instant par la Conférence des présidents. Au cours de la réunion de la Conférence, vous avez signalé ne pas avoir reçu de notification. Or, d'un point de vue légal, il faut effectivement recevoir une notification avant de pouvoir faire quoi que ce soit, dans un sens ou dans l'autre. La Chambre n'a pas reçu cette notification. Il n'y a donc pas de raison de modifier maintenant cet ordre du jour. Mais il n'y a pas de raison non plus de reporter la décision sur l'ordre du jour.

 

Comme je l'ai dit en réunion de la Conférence, je rappelle que si des faits nouveaux devaient intervenir, la Conférence des présidents de mardi pourra toujours proposer à la séance plénière de mercredi de modifier son agenda.

 

En fonction de ces deux éléments, notre groupe s'abstiendra sur la proposition soumise par M. Verherstraeten. Vous avez fait appel, monsieur le président, à la sagesse. J'aimerais terminer mon intervention en rappelant ce que les Sages ont écrit dans un texte que huit partis, ici représentés, ont signé.

 

Ce texte dit deux choses: d'une part, "le gouvernement est invité à faire une déclaration à la Chambre des représentants avant la mi-juillet sur le contenu du second paquet" – nous n'y sommes pas encore; d'autre part, "on examinera la problématique de la législation électorale en étudiant des points aussi délicats, vu les divergences de vue, que l'instauration d'une circonscription électorale fédérale, la simultanéité des élections fédérales et régionales et une solution négociée pou répondre à l'arrêt de la Cour constitutionnelle relatif à l'arrondissement de Bruxelles-Hal-Vilvorde". Huit partis ont signé ce texte. La sagesse se trouve là!

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Neen)

 

Ik leg het voorstel van de heer Verherstraeten om het vastleggen van de agenda van de volgende openbare vergadering uit te stellen, ter stemming.

 

Degenen die dat voorstel steunen, stemmen ja. Degenen die het verwerpen, stemmen neen. U kunt zich ook onthouden.

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

107

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

22

Abstentions

Totaal

129

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel aan.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition.

 

Wij zien mekaar volgende woensdag terug.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 30 april 2008 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 30 avril 2008 à 14.15 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 19.21 uur.

La séance est levée à 19.21 heures.

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met volgnummer CRIV 52 PLEN 034 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro consécutif CRIV 52 PLEN 034 annexe.

 

 

 


  


Detail van de naamstemmingen

 

Détail des votes nominatifs

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 001

 

 

Ja         

095

Oui

 

Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bogaert, Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Crucke, Daems, De Block, De Bue, De Clerck, De Clercq, De Croo, de Donnea, della Faille de Leverghem, Déom, De Padt, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, De Wever, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, George, Giet, Goutry, Hamal, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Luykx, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Reuter, Schiltz, Schryvers, Schyns, Smeyers, Somers, Staelraeve, Steegen, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Uyttersprot, Van Biesen, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van der Auwera, Van Grootenbrulle, Van Noppen, Van Rompuy, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

044

Non

 

Almaci, Annemans, Bonte, Boulet, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Maght, De Man, Detiège, De Vriendt, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Kitir, Laeremans, Lahssaini, Landuyt, Logghe, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters, Snoy et d'Oppuers, Stevenheydens, Tobback, Tuybens, Valkeniers, Van Broeckhoven, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van de Velde, Van Hecke, Vanvelthoven, Vijnck, Vissers, Werbrouck

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 002

 

 

Ja         

119

Oui

 

Almaci, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bogaert, Bonte, Boulet, Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Crucke, Daems, De Block, De Bue, De Clerck, De Clercq, De Croo, de Donnea, della Faille de Leverghem, Déom, De Padt, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, Detiège, De Vriendt, De Wever, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, George, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goutry, Hamal, Henry, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Kitir, Lahssaini, Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Luykx, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Schiltz, Schryvers, Schyns, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Somers, Staelraeve, Steegen, Terwingen, Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Vandenhove, Van der Auwera, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Van Noppen, Van Rompuy, Vanvelthoven, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

020

Abstentions

 

Annemans, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Maght, De Man, Goyvaerts, Laeremans, Logghe, Mortelmans, Pas, Stevenheydens, Valkeniers, Van den Eynde, Van de Velde, Vijnck, Vissers, Werbrouck

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 003

 

 

Ja         

123

Oui

 

Almaci, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bogaert, Bonte, Boulet, Brotcorne, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Collard, Cornil, Crucke, Daems, De Block, De Bue, De Clerck, De Clercq, De Croo, Dedecker, de Donnea, della Faille de Leverghem, De Maght, Déom, De Padt, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, Deseyn, Destrebecq, Detiège, De Vriendt, De Wever, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, George, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goutry, Hamal, Henry, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Kitir, Lahssaini, Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Luykx, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Schiltz, Schryvers, Schyns, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Somers, Staelraeve, Steegen, Terwingen, Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Vandenhove, Van der Auwera, Van der Maelen, Van de Velde, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Van Noppen, Van Rompuy, Vanvelthoven, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Vijnck, Werbrouck, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

015

Non

 

Annemans, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, De Man, Goyvaerts, Laeremans, Logghe, Mortelmans, Pas, Stevenheydens, Valkeniers, Van den Eynde, Vissers

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 004

 

 

Ja         

139

Oui

 

Almaci, Annemans, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bogaert, Bonte, Boulet, Brotcorne, Bultinck, Burgeon, Claes, Clarinval, Cocriamont, Coëme, Colen, Collard, Cornil, Crucke, Daems, De Block, De Bont, De Bue, De Clerck, De Clercq, De Croo, Dedecker, de Donnea, della Faille de Leverghem, De Maght, De Man, Déom, De Padt, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, Detiège, De Vriendt, De Wever, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, George, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goutry, Goyvaerts, Hamal, Henry, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Kitir, Laeremans, Lahssaini, Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Logghe, Luykx, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Mortelmans, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet, Partyka, Pas, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Schiltz, Schryvers, Schyns, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Somers, Staelraeve, Steegen, Stevenheydens, Terwingen, Thiébaut, Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Valkeniers, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Auwera, Van der Maelen, Van de Velde, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Van Noppen, Van Rompuy, Vanvelthoven, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 005

 

 

Ja         

107

Oui

 

Annemans, Arens, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Bogaert, Brotcorne, Bultinck, Burgeon, Claes, Clarinval, Coëme, Colen, Collard, Cornil, Crucke, Daems, De Block, De Bont, De Clercq, De Croo, Dedecker, de Donnea, della Faille de Leverghem, De Maght, Déom, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, Destrebecq, De Wever, Dierick, Dieu, Doomst, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Galant, George, Giet, Goutry, Goyvaerts, Hamal, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Logghe, Luykx, Maingain, Marghem, Mathot, Mayeur, Moriau, Mortelmans, Musin, Muylle, Nyssens, Otlet, Partyka, Pas, Pécriaux, Perpète, Prévot, Reuter, Schiltz, Schryvers, Schyns, Smeyers, Somers, Staelraeve, Steegen, Stevenheydens, Terwingen, Thiébaut, Tommelein, Uyttersprot, Valkeniers, Van Biesen, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Eynde, Van der Auwera, Van de Velde, Van Grootenbrulle, Van Noppen, Van Rompuy, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Vijnck, Vissers, Werbrouck, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

022

Abstentions

 

Almaci, Bonte, Boulet, Detiège, De Vriendt, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Henry, Lahssaini, Landuyt, Nollet, Peeters, Snoy et d'Oppuers, Tobback, Tuybens, Van den Bossche, Vandenhove, Van der Maelen, Van Hecke, Vanvelthoven