Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

donderdag 14 februari 2008

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

jeudi 14 fÉvrier 2008

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.20 uur en voorgezeten door de heer Herman Van Rompuy.

La séance est ouverte à 14.20 heures et présidée par M. Herman Van Rompuy.

 

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:

Patrick Dewael, Sabine Laruelle, Jo Vandeurzen, Guy Verhofstadt.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Patrick Moriau, wegens ziekte / pour raisons de santé;

Juliette Boulet, Yvan Mayeur, wegens ambtsplicht / pour devoirs de mandat;

Christian Brotcorne, met zending buitenslands / en mission à l'étranger.

.

 

Vragen

Questions

 

01 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de eerste minister over "de koopkracht van de Belgische bevolking" (nr. P0080)

01 Question de M. Peter Vanvelthoven au premier ministre sur "le pouvoir d'achat de la population belge" (n° P0080)

 

01.01  Peter Vanvelthoven (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, collega's, mijnheer de eerste minister, ik heb gisteren gezien dat u een mooi initiatief hebt genomen door de regeringsleden uit te nodigen voor een museumbezoek. U weet dat een van onze grootste schilders René Magritte was. René Magritte stond erg bekend omwille van het aanhangen van het surrealisme.

 

We bevinden ons toch in surrealistische tijden, mag ik zeggen. Het feit dat we veertien ministers hebben zonder regering, weten we al langer. Maar sinds een paar dagen vind ik met de sp.a-fractie dat het surrealisme toch echt wel ten top gaat.

 

We hebben uitspraken en uitlatingen gehoord van een aantal werkgeversorganisaties, van Unizo, van het VBO, van Voka, en gisteren van de heer Quaden van de Nationale Bank, met eigenlijk dezelfde boodschap, namelijk de boodschap dat er inzake koopkracht – het duurder worden van het leven – niets aan de hand is in ons land. Zij verwijzen daarvoor – ik zie dat u het rapport bij hebt – naar wat er de afgelopen twee jaar is gebeurd.

 

Waar het vandaag om gaat, is echter niet de levensduurte van de afgelopen twee jaar, maar wel de levensduurte van vandaag. U weet ook zeer goed dat de energieprijzen ernstig zijn verhoogd. Electrabel heeft dat aangekondigd een paar dagen na de verkiezingen, en die verhogingen zijn nu aan het ingaan. Ze worden berekend op 300 euro, gemiddeld, op jaarbasis voor een gezin. De mazoutprijzen slaan dag na dag nieuwe records. De inflatie – dat is vorige week nog in de pers geweest – bereikt het hoogste peil sedert zestien jaar.

 

Als ik op zo'n moment zo veel hoor zeggen dat er met de koopkracht geen enkel probleem is, dan vind ik dat een beetje crapuleus.

 

Dat staat natuurlijk haaks op wat u zelf hebt gezegd, hier in de Kamer. Ik wil u even twee zinnen citeren uit uw eigen regeerakkoord.

 

U had tien prioriteiten en de absolute prioriteit was, naar mijn indruk in ieder geval, het aanpakken van de daling van de koopkracht van de mensen. Ik citeer uit punt 2 van uw prioriteiten: “De regering zal waken over het intomen van de prijsstijgingen die knagen aan het gezinsbudget.” en “Zo zal de aandacht prioritair gaan naar de vermindering van de facturen van de lage en de gemiddelde inkomens.”

 

Dat is wat u een kleine anderhalve maand geleden hebt gezegd. Vandaag beweren heel wat mensen dat er geen sprake is van een probleem. Wel, er is wel degelijk een probleem. De mensen voelen dat dag na dag. Wat ik van u wil weten, mijnheer de eerste minister, is heel eenvoudig of u die analyses deelt, niet dat er in 2006 en 2007 geen probleem zou zijn geweest, maar of er in 2008 een probleem voor de mensen komt.

 

Mijnheer de eerste minister, deelt u met uw 14 ministers de analyse van diegenen die het zonlicht ontkennen? In ieder geval, tot op heden hebben wij nog niet veel gezien van maatregelen om iets te doen aan de koopkracht van de mensen. Wij hebben er nog maar heel weinig van gezien, behalve het Stookoliefonds, dat heel beperkt is en eigenlijk pas na de winter van toepassing zal komen.

 

Graag vernam ik wat u de volgende dagen en weken ter zake zult gaan doen?

 

01.02 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, de vraag zoals de heer Vanvelthoven ze stelt, is wat de regering denkt van de analyse die de Nationale Bank heeft gemaakt in haar jaarverslag van 2007, en of wij die analyse delen en welke maatregelen wij in dat verband zullen nemen.

 

Ik meen, mijnheer Vanvelthoven, dat wij de zaken objectief, voor iedereen hier in het Halfrond, naar voren moeten brengen. Wat heeft de Nationale Bank gezegd? De Nationale Bank zegt helemaal niet dat er geen probleem zou zijn met de koopkracht van de mensen, zeker wanneer zij behoren tot de lage inkomenscategorieën. Integendeel, de Nationale Bank zegt in haar verslag dat bepaalde herverdeelmaatregelen ten gunste van de laagste inkomenscategorieën wel degelijk verantwoord kunnen zijn om de koopkracht van die lagere inkomenscategorieën te ondersteunen.

 

De Nationale Bank zegt ook dat we moeten oppassen daarbij niet te vervallen in de fouten uit de jaren zeventig en tachtig, waarbij we door algemene maatregelen te nemen om de koopkracht te ondersteunen, de zogenaamde ruilvoetverslechtering – die we ondergaan door de stijging van de energieprijzen wereldwijd – afwentelen, hetzij op de overheid met een enorm overheidsdeficit als gevolg, hetzij op de bedrijven met als gevolg een verlies aan competitiviteit voor onze bedrijven. Dat zegt de Nationale Bank.

 

De Nationale Bank zegt dat de overheid verstandige, herverdelende maatregelen kan nemen ten gunste van de laagste inkomenscategorieën om de koopkracht te ondersteunen, maar waarschuwt daarbij niet terug te vallen op de recepten uit het verleden waarbij door algemene maatregelen te nemen in verband met de koopkracht, ofwel de gezondheid van de Belgische publieke financiën werd ondergraven, ofwel de competitiviteit van onze bedrijven. Dat zegt de Nationale Bank.

 

Ik ben van plan, mijnheer Vanvelthoven – ik hoop dat u dat ook van plan zou zijn, mocht u in mijn schoenen staan – om het advies van de Nationale Bank te volgen. Ik wil helemaal niet terugkeren naar de verkeerde recepten uit de jaren zeventig en tachtig waarvoor wij vandaag nog altijd voor een stuk de prijs betalen. Als wij vandaag een overheidsschuld hebben van 84 of 85 procent van het bbp, is dat onder meer het gevolg van fouten die in de jaren zeventig en tachtig zijn gemaakt. Ik ben niet van plan om die fouten te herhalen.

 

Om concreet op uw vraag te antwoorden. De regering zal specifieke maatregelen nemen voor de laagste inkomenscategorieën om voor hen de inkomenssituatie te verbeteren en de koopkrachtproblemen op te vangen. Het Stookoliefonds is er één van. U doet nu alsof dat niet belangrijk was. Indertijd hebt u zelf een voorstel ingediend om het mogelijk te maken. We hebben dat niet letterlijk overgenomen. We hebben de slechte kantjes weggelaten en de juiste weg gekozen met de regering. Die maatregel is genomen.

 

Er volgen andere maatregelen. Zij zullen verband houden met de aanpassing van de laagste uitkeringen aan de koopkrachtevolutie. Ik denk onder meer aan de welvaartsaanpassingen waartoe wij al in het verleden hebben beslist.

 

Ik heb immers een specifiek verslag gevraagd aan de Nationale Bank dat wellicht volgende week zal worden afgeleverd. Zodra ik in het bezit ben van het verslag is het de bedoeling om convenanten af te sluiten met bepaalde sectoren zoals de distributiesector en de energiesector waar de prijsstijgingen zich het zwaarst doen voelen.

 

Op die manier hanteren we, mijns inziens, een meer op de laagste inkomenscategorieën gerichte en een meer verstandige aanpak van het koopkrachtprobleem in plaats van te vervallen in algemene koopkrachtmaatregelen die leiden tot een ontsporing van de openbare financiën of tot een vermindering van de competitiviteit van het Belgisch bedrijfsleven.

 

01.03  Peter Vanvelthoven (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik ben erg blij dat u de uitspraken van VBO, Unizo en VOKA niet volgt. Hun conclusie was dat er geen probleem was met de koopkracht en dat het zelfs onverantwoord zou zijn om vandaag eisen te stellen inzake loonsverhogingen en onderhandelingen met bedrijven. Het verheugt me dat u die stelling niet volgt, erkent dat er een koopkrachtprobleem is en dat u daaraan iets wilt doen.

 

Ik kan echter alleen maar vaststellen dat er na bijna twee maanden interim-regering, behalve het Stookoliefonds dat volgens ons te beperkt is, tot op vandaag niets is gerealiseerd

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Question de M. Georges Gilkinet au premier ministre sur "l'accès aux données statistiques des membres du gouvernement et du Parlement" (n° P0101)

02 Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de eerste minister over "de toegang tot statistische gegevens voor leden van de regering en van het Parlement" (nr. P0101)

 

02.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je souhaite vous interroger aujourd'hui sur la capacité qu'ont les membres du gouvernement mais aussi les parlementaires ou les organismes importants, comme la Cour des comptes, d'obtenir des données fiables en différentes matières, notamment en matière de finances publiques.

 

Le groupe Ecolo-Groen! constate, depuis le début de cette non-législature, qu'il est de plus en plus difficile d'obtenir des données fiables et qu'une certaine culture de la rétention d'informations et de l'opacité tend à se développer.

 

Pour ne pas parler dans le vide, je prends deux exemples concrets pour illustrer mon propos. Hier matin, en commission des Finances, j'ai suivi une discussion intéressante relative à une proposition de loi libérale visant à supprimer la déductibilité fiscale sur les plus-values. Selon moi, la méthode utilisée par la commission était bonne. La commission avait demandé à la Cour des comptes de procéder à une évaluation financière du coût potentiel de cette mesure. En l'occurrence, il me paraît tout à fait utile de vous lire un extrait du rapport de la Cour des comptes: "À la suite de la présente question de la commission des Finances et du Budget relative aux conséquences budgétaires de la proposition de loi à l'examen, la Cour des comptes a pris contact avec les services compétents du SPF Finances en les priant de fournir toutes les informations utiles pour pouvoir répondre à la question posée par la commission parlementaire." C'est à partir d'ici que cela devient important: "La Cour des comptes n'a cependant pas reçu de réponse, de sorte que les informations dont elle dispose se limitent à des données financières générales qu'elle a pu obtenir auprès de certaines organisations spécialisées du secteur financier ainsi que dans une littérature spécialisée en la matière." Il me semble assez grave que la Cour des comptes doive s'adresser à des organismes extérieurs à notre État pour tenter d'évaluer le coût d'une mesure.

 

Mon deuxième exemple date d'hier soir. Pour ne pas déroger au Règlement, je ne citerai pas la mesure concernée. Plusieurs dépêches Belga sont parues à propos d'un échange que vous avez eu avec le nouveau ministre de l'Emploi, M. Piette. Celui-ci essaie de faire un état des lieux et d'évaluer les conséquences sur la création d'emplois d'une mesure que le gouvernement a prise en matière de fiscalité des sociétés. Il voudrait savoir si effectivement cela a permis de créer de l'emploi et éventuellement ajuster cette mesure, l'amplifier, la remettre en cause ou la supprimer. Cela me paraît être une bonne méthode de la part de M. Piette.

 

Par ailleurs, si l'on obtient des informations sur le coût réel de la mesure, il est dès lors possible de faire un ratio entre l'emploi créé et le coût réel de la mesure, d'évaluer si une entreprise active dans le secteur de l'énergie, qui a réalisé une plus-value de 30 millions grâce des intérêts notionnels, a effectivement créé de l'emploi. Il serait intéressant de savoir combien chaque emploi a coûté.

 

Je vais conclure, monsieur le président, en citant certains propos que M. Piette a tenus en commission des Affaires sociales à ce sujet.

 

Il a déclaré: "Il convient d'évaluer concrètement les données. À ce sujet, je vous signale que j'ai adressé une lettre circonstanciée au premier ministre pour essayer d'y voir clair. Je n'ai pas les chiffres et je ne peux pas les inventer. J'ai donc demandé au premier de pouvoir obtenir les données de la Banque nationale car elle abrite notamment la Centrale des bilans. On pourra avoir alors une ventilation précise."

 

Monsieur le premier ministre, il semble que vous ayez refusé, hier, à M. Piette l'accès aux données de la Banque nationale. Cette information est-elle exacte? Est-ce une pratique courante? Quelle est la capacité des membres du gouvernement à avoir accès à ce type de données? Trouvez-vous normal que le SPF Finances ne fournisse pas les informations demandées par la Cour des comptes? Enfin – et c'est ma question principale, monsieur le président – en tant qu'animateur en chef, coordinateur de cette équipe, que comptez-vous faire pour lutter contre cette culture de la rétention d'informations en matière de finances publiques qui semble voir le jour aujourd'hui?

 

02.02  Guy Verhofstadt, premier ministre: Monsieur le président, cher collègue, je tiens tout d'abord à dire que je ne pense pas qu'il y ait rétention d'informations à l'égard du Parlement, ce tant en ce qui concerne nos finances publiques que tout autre information d'ordre financier. Je pense plutôt le contraire. D'ailleurs, je vous fais remarquer que le rapport de la Banque nationale a été publié ce matin, c'est-à-dire le jour-même où vous m'interrogez. Vous y trouverez toutes les réponses à vos questions.

 

(Applaudissements)

 

La prochaine fois que vous voudrez m'interroger, je vous invite à attendre une semaine avant de déposer votre question ou à la déposer un peu plus tôt.

 

Par ailleurs, je voudrais dire que le gouvernement a pris, à la demande des groupes parlementaires Écolo et Groen!, une initiative particulière. En effet, il a passé un accord avec le Parlement et s'est engagé à transmettre à ce dernier toutes les notifications du gouvernement et du Conseil des ministres. C'est là une nouveauté.

 

Ensuite, il est exact que c'est au ministère des Finances, d'une part, et à la Banque nationale, d'autre part, dans son rapport et d'autres publications, de donner au Parlement tous les éléments nécessaires pour juger la politique du gouvernement.

 

Je transmettrai au Parlement l'étude, dont j'ai parlé tout à l'heure en répondant à M. Vanvelthoven, concernant l'évolution du pouvoir d'achat dans notre pays. J'ai demandé cette étude particulière afin de pouvoir estimer les mesures à prendre en la matière durant le conclave budgétaire. Il est donc de mon intention, selon votre suggestion, de la transmettre au Parlement.

 

Finalement, au sujet de l'emploi, il convient de reconnaître, comme cela apparaît dans ce rapport de la Banque nationale, que toutes les mesures prises ont créé des emplois, y compris la mesure relative aux intérêts notionnels, dont l'interpellant nous a parlé.

 

En effet, ce rapport indique que, de 2004 à 2007, 200.000 emplois ont été créés en Belgique, dont 71.000 au cours de l'année 2007. Plutôt que de critiquer la performance, il me paraît préférable de considérer cet avis comme un encouragement à nous engager encore dans des mesures créatrices d'emplois dans notre pays. La meilleure manière de sauvegarder le pouvoir d'achat est de créer de l'emploi. C'est le meilleur moyen d'augmenter le bien-être dans notre pays.

 

02.03  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, la demande que je relaie aujourd'hui provient de votre propre gouvernement: c'est votre ministre de l'Emploi qui le demande, il l'a dit en commission des Affaires sociales. On a déjà entendu M. Reynders lui-même évoquer les statistiques générales. Le rapport de la Banque nationale est très intéressant mais l'analyse souhaitée est une analyse entreprise par entreprise pour évaluer dans chacune d'entre elles si la création d'emplois est due au bénéfice de cette mesure que je ne citerai pas, car je m'y suis engagé, ou à autre chose. S'agit-il des titres-services ou du passage au temps partiel?

 

Hier, il y a eu un incident assez grave avec cet échange entre le ministre de l'Emploi et vous via Belga. Malgré le fait que vous invitiez vos collègues au restaurant, ce qui est sans doute une bonne méthode pour le management d'équipe, la confiance ne règne pas et la confiance des citoyens fait défaut également. En matière de finances publiques, on a déjà posé une bonne vingtaine de questions en ces lieux, si pas trente, sur le coût réel de cette mesure prise par le gouvernement violet: elles n'ont pas reçu de réponse claire. Une bonne politique publique ne peut s'appuyer que sur des éléments statistiques que vous demandait M. Piette, que je peux appuyer. Or vos déclarations restent vagues, comme celles du ministre des Finances. Cela ne va pas, monsieur le ministre!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van de heer Robert Van de Velde aan de eerste minister over "de begrotingskalender" (nr. P0081)

03 Question de M. Robert Van de Velde au premier ministre sur "le calendrier budgétaire" (n° P0081)

 

03.01  Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de eerste minister, ik zal het kort houden. Ik zal bewijzen dat het Vlaams ook gesproken en niet alleen geschreven korter is dan het Frans.

 

Uw kernkabinet heeft gisteren beslist om de begrotingskalender wat vooruit te schuiven en met enkele dagen te verlengen. Op 23 of 24 februari zullen de definitieve cijfers worden vastgelegd. Ik moet u toch even herinneren aan uw beloften. Ik zie u nog op zondag 23 december als redder des vaderlands staan. U zei toen: “Het is daarom tijd om vooruit te gaan, tijd om het vertrouwen te herstellen”. Een van uw topprioriteiten was op dat moment de begroting. Ik stel vast dat we, ten eerste, twee maanden verloren hebben. Ten tweede schuiven we de hete aardappel maar wat vooruit. Ik vraag mij af wat erachter zit. Dat is echter niet de essentie van mijn vraag.

 

De essentie van mijn vraag, beste eerste minister, is dat wij in de Kamer een grondig en diepgaand debat moeten kunnen voeren door tijdig over de cijfers en de maatregelen te beschikken. Door het vooruitschuiven van de kalender riskeren we in een situatie terecht te komen waarbij – zoals dat in de oude politieke cultuur van toepassing was – deze 150 mensen als een soort stemmachine zullen worden gebruikt om de begroting gauw door het Parlement te jagen. Ik moet u zeggen, zo functioneert het niet. Wij willen tijdig de cijfers, zodat we een grondig debat kunnen voeren met u en uw ploeg.

 

Mijnheer de eerste minister, ik heb drie zeer concrete vragen. Ten eerste, staat u er garant voor dat wij de gegevens tijdig zullen ontvangen, zodat het debat hier vóór Pasen kan worden gevoerd?

 

Ten tweede, ook niet onbelangrijk, heb ik nog een citaat van u: “Ten laatste op 23 maart zal de leider van de belangrijkste politieke formatie, Yves Leterme, worden voorgesteld om de definitieve regering op de been te brengen”. Indien de begroting effectief over Pasen heen wordt getild, met welke meerderheid zult u ze dan goedkeuren? Moet ik daar ook uit opmaken dat u van mening bent veranderd en dat u nog een tijdje bij ons zult blijven?

 

03.02 Eerste minister Guy Verhofstadt: Ik hoop nog een tijdje bij u te blijven, dat in elk geval, maar niet in de functie die ik nu uitoefen, mijnheer Van de Velde.

 

Ik kan op uw vragen heel positief antwoorden. Wij zullen alle documenten en alle bescheiden met betrekking tot de begroting in de komende weken indienen, dus vóór Pasen. Dat was immers uw concrete vraag. Wij zullen op 23 en 24 februari het begrotingswerk afronden. Dat is trouwens gisteren al meegedeeld, na afloop van het kernkabinet.

 

Ik kan u meedelen dat wij op dinsdag 26 februari in de commissie voor de Financiën en de Begroting de officiële algemene begrotingstabel plus de inleiding zullen indienen. Zodoende kan vanaf 26 februari het Parlement debatteren en oordelen over het begrotingswerk van de regering.

 

In de twee weken daarna zullen wij de departementale begrotingstabellen indienen, dat wil zeggen, vanaf het einde van februari tot midden maart. Wij zullen reeds op 20 maart de programmawet indienen bij de Kamer van volksvertegenwoordigers. Dat is het schema dat wij hebben vastgelegd.

 

Met andere woorden, vóór het paasreces – Pasen valt vroeg dit jaar, als ik mij niet vergis op 23 maart – zullen alle begrotingsdocumenten, programmawet, departementale begrotingstabellen en algemene begrotingstabel, bij het Parlement zijn ingediend. Vanaf 26 februari kan het debat in het Parlement een aanvang nemen.

 

03.03  Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de eerste minister, ik hoop dat ik u op uw woord kan vertrouwen. Het staat ondertussen ook genotuleerd. Ik hoop alleen dat die manoeuvres geen rechtstreekse aanleiding zullen zijn tot een nieuwe financiewet. Wij kunnen immers concluderen dat dat het meest perfide en slechte middel is dat bestaat. Ik hoop dat wij een effectieve en goede begroting zullen hebben.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de eerste minister over "de gerechtelijke vervolging in Spanje van de Rwandese president Kagame" (nr. P0082)

04 Question de M. Luc Sevenhans au premier ministre sur "les poursuites judiciaires menées en Espagne contre le président rwandais Kagame" (n° P0082)

 

04.01  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, het dossier Rwanda zal u wellicht ook na aan het hart liggen. Mij ligt het in elk geval na aan het hart. Ik heb, zoals u weet, een hart voor Afrika.

 

Wellicht zal mij vanaf vandaag hetzelfde lot als Peter Verlinden zijn beschoren. Ook hij mag niet langer Rwanda binnen wegens een aantal kritische bemerkingen over het regime aldaar.

 

Mijnheer de minister, u weet uiteraard dat vorige week het hoogste, Spaanse gerechtshof een aanhoudingsbevel ten aanzien van veertig hoge militairen uitvaardigde. De allerhoogste militair kan echter niet worden gedagvaard want hij heeft immuniteit.

 

Mijnheer de eerste minister, u weet wellicht nog dat ik u ooit, in maart 2000, met dezelfde vraag hier in de Kamer interpelleerde. Dat is alweer acht jaar geleden. Toen werd langzaam maar zeker duidelijk dat het huidige regime betrokkenheid had in de genocide van 1994.

 

Mijnheer de eerste minister, dat ik mijn vraag aan u stel, is niet echt toevallig. U herinnert zich wel uw periode als jonge senator in de Rwandacommissie en uw gedrevenheid in voornoemde commissie. Ondertussen reizen heel wat van uw ministers op regelmatige basis naar Rwanda. Ik heb niet de intentie om elke minister afzonderlijk te interpelleren. Daarom stel ik mijn vraag aan de eerste minister.

 

Wat nu? Er kwam een heel woedende reactie uit Kigali. De beschuldiging in Spanje zou helemaal op racisme en leugens zijn gebaseerd.

 

Mijnheer de eerste minister, ik weet dat er een grond van waarheid is. U weet dat ook.

 

Wij hebben nu een probleem. Stel u voor dat morgen een van die veertig betrokken militairen op ons grondgebied aanwezig is. Wat zullen wij in dat geval doen? Ik vraag niet dat u morgen de oorlog aan Rwanda verklaart. Wij hebben echter een ernstig probleem.

 

Welke waarde hecht u aan voornoemd signaal uit Spanje?

 

04.02 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, ik moet eerlijk zeggen dat ik daarover moeilijk iets kan zeggen. Het gaat hier over een gerechtelijke vervolging in Spanje van veertig Rwandese officieren. Het betreft hier met andere woorden een initiatief van buitenlandse gerechtelijke diensten. Het is toch een beetje raar dat men aan de eerste minister van België vraagt om een mening te hebben over gerechtelijke vervolgingen die in Spanje, weliswaar een lidstaat van de Europese Unie, worden ingesteld ten opzichte van een ander land dat niet België is.

 

Met andere woorden, ik ben compleet niet bevoegd om daarover enige verklaring af te leggen. Ik kan ook niet oordelen over de feiten omdat ik de feiten niet ken. Ik ken de dossiers niet. De enige mogelijkheid zou zijn de Spaanse minister van Justitie uit te nodigen voor het vragenuurtje van volgende week, mijnheer de voorzitter. Misschien kunnen wij deze vragen dan aan hem stellen.

 

04.03  Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste minister, het antwoord verbaast mij niet echt maar het ontgoochelt mij wel. Het is zo dat de situatie in Oost-Congo voor een groot deel wordt veroorzaakt door het regime in Kigali. Ik weet dat en u weet dat. Ik kan het misschien dankzij mijn freedom of speech hier vrijuit zeggen; u niet.

 

Mijnheer de eerste minister, zolang de schuldigen van de genocide, wie het ook mogen zijn, niet voor een rechtbank komen … Ik beschuldig niemand, maar ik neem aan dat de beschuldigingen van het hoogste Spaanse gerechtshof toch op iets gebaseerd zijn. U weet op wat die zijn gebaseerd, uiteraard weet u dat. Ik had gehoopt dat u vandaag misschien eens wat meer uw hart zou laten spreken, in plaats van een koel en kil antwoord te geven. Zolang niemand het zich wil aantrekken, zal het moorden blijven doorgaan, mijnheer de eerste minister. U weet dat. Ik vind het jammer dat u niet eens wat verder wil gaan dan dit antwoord.

 

Mijnheer de eerste minister, slaap zacht.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Mme Clotilde Nyssens au ministre de l'Intérieur sur "les sans-papiers grévistes de la faim" (n° P0086)

05 Vraag van mevrouw Clotilde Nyssens aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de sans-papiers in hongerstaking" (nr. P0086)

 

05.01  Clotilde Nyssens (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, je reviens pour la énième fois sur une problématique difficile. Vous savez tous que les grévistes de la faim poursuivent leur action à la rue Royale, à quelques mètres d'ici. Je crois qu'ils en sont à leur 45ème jour de grève.

 

Monsieur le ministre, je suis d'accord avec vous sur le fait que la grève de la faim n'est pas un moyen pour obtenir un titre de séjour. Je crois que nous sommes tous d'accord avec cela. Il est probablement temps de dire à ces personnes d'une manière très forte que, par ce moyen, il n'y a pas d'espoir d'obtenir un titre de séjour. Je vous rejoins dans la conception que vous défendez souvent. Néanmoins, le fait existe toujours. Je ne vous décris pas l'état physique dans lequel se trouvent ces 130 ou 140 personnes de toutes les nationalités, dont des femmes âgées, et de toutes catégories.

 

Ce problème subsiste et est le symptôme d'un problème collectif non résolu. On ne va pas commencer ici un discours sur les flux migratoires, on ne va pas reparler de toute la problématique de la régularisation mais cette situation hyper délicate montre combien il est urgent de trouver des solutions structurelles collectives à ce phénomène. Ces personnes croient effectivement qu'il y a encore un espoir parce que d'autres ont obtenu, dans le passé, certaines régularisations par le biais de grèves de la faim.

 

Je n'ai qu'une seule question. Je connais l'agenda politique du gouvernement intérimaire mais quand des personnes sont en situation de danger physique, je demande, et j'insiste pour que ce gouvernement, peu importe son nom, prenne des pré-décisions, des décisions sur la manière dont on peut gérer le problème des sans-papiers dans notre pays, sans entrer dans les catégories. Il y va de la vie de certaines personnes ces jours-ci.

 

J'ai un message à faire passer. N'est-il pas urgent d'envisager que le critère des attaches sociales durables, pour ceux qui sont depuis longtemps dans notre pays, soit pris en compte pour une décision à venir?

 

Je vous remercie de la réponse que vous pourrez me donner. J'insiste, les jours qui viennent sont critiques pour la vie de certaines personnes, avec tous les préalables que je vous ai rappelés.

 

05.02  Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chère collègue, premièrement, je suis entièrement d'accord avec votre introduction. Une grève de la faim est un moyen inacceptable dans un État de droit, en ce sens qu'elle ne peut créer des droits, des faveurs quelconques, etc.

 

Deuxièmement, on peut débattre des critères exigés en vue de la régularisation d'une personne. On l'a fait sous la législature précédente. Certains de ces critères peuvent être assouplis, mais les grèves de la faim existeront toujours, car même avec des critères assouplis, ceux qui n'y répondront pas entameront des actions. En effet, il faut être conscient que, en dépit de critères assouplis – on en a débattu lors des tentatives de formation d'un gouvernement –, parmi les demandeurs d'asile, qu'ils soient dans les églises ou rue Royale, nombre d'entre eux ne répondent à aucun critère.

 

Troisièmement, il faut lancer la piste de la migration économique. Je l'ai défendue ici dans cette assemblée. Même au niveau de ce gouvernement intérimaire, j'ai invité les ministres régionaux de l'Emploi pour leur faire part de mon opinion favorable en la matière et pour avoir un échange de vues avec eux à ce sujet. La question soulevée est de savoir s'il est possible pour notre pays d'envisager des formules de migration économique. La coopération des Régions en ce sens s'avère en effet indispensable.

 

Quant aux grévistes de la faim se trouvant rue Royale, j'ai la conviction que les communications qui ont été faites par mon administration à leurs avocats n'ont pas été correctement traduites aux grévistes de la faim. Mon administration s'est rendue sur place, à plusieurs reprises, pour leur expliquer les possibilités légales dans le cadre actuel, mais les avocats persistent à réclamer un séjour illimité et une sorte de régularisation collective.

 

C'est la raison pour laquelle j'ai demandé ce matin, à 10.00 heures, à mon administration de se rendre à nouveau sur place - j'en recevrai le rapport imminemment - pour expliquer aux grévistes, sans le biais des avocats, les possibilités légales. S'il n'y a pas de négociations, il y a en tout cas communication. Un dialogue est en cours et j'espère avec vous qu'une certaine forme de raison refera surface.

 

05.03  Clotilde Nyssens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour cette annonce. Il est capital que votre administration se soit rendue sur les lieux. En effet, un manque d'information était à déplorer.

 

Par ailleurs, je persiste à croire qu'il ne s'agit que de la pointe de l'iceberg et que ces gens restent convaincus qu'ils finiront par avoir gain de cause, même si c'est à tort; ils le pensent parce que, par le passé, certains ont obtenu un titre de séjour après avoir fait une grève de la faim. Je demande donc que l'on s'attèle à trouver et à affiner les critères nécessaires et que l'on n'attende pas Pâques ou la Trinité pour résoudre un problème éminemment urgent.

 

En tout cas, le cdH est prêt à travailler avec vous à l'élaboration de ces critères. Je répète qu'il est indispensable d'affiner ces derniers en allant peut-être plus loin que par le passé et d'informer les intéressés des critères qui pourront être envisagés à très brève échéance.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de vingerafdrukken aan de grenzen" (nr. P0087)

06 Question de M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "le contrôle des empreintes digitales aux frontières" (n° P0087)

 

06.01  Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik denk dat wij gisteren in de commissie voor de Binnenlandse Zaken een bijzonder interessante gedachtewisseling over het voorliggende nationaal veiligheidsplan new look voor de komende vier jaar hebben gehad. Ik denk dat er duidelijk is afgesproken dat wij elkaar niet alleen zouden informeren, maar dat wij ook op tijd zouden evalueren en op bepaalde zaken zelfs anticiperen.

 

Naar aanleiding van een actueel idee wil ik daarop vandaag voortborduren. Een van de prioriteiten is de bestrijding van het terrorisme en het weren van mogelijke gevaren aan de buitengrenzen, waar vooral gevaar dreigt via de luchtvaart. Op Europees niveau werd recent het idee gelanceerd om via nieuwe methodieken van vingerafdrukken en oogfoto's mensen met een crimineel verleden zo snel mogelijk te detecteren en ervoor te zorgen dat zij de grenzen en ons land niet binnen kunnen.

 

In de evaluatie van de voorbije vier jaar en kijkend naar de toekomst viel het ons op dat minder op het middenniveau, maar meer op het micro- en het macroniveau wordt gemikt. Met het microniveau bedoel ik de wijkwerking, dicht bij de mensen. Er is echter ook een grote nadruk op het macroniveau, namelijk het gevaar, de criminaliteit, het terrorisme dat ons van buiten en binnen Europa bedreigt. Daar hebben wij de voorbije weken aangevoeld dat wij daaraan dringend iets moeten doen.

 

Mijnheer de minister, hoe kijkt de regering tegen dat Europees voorstel aan? Hoe ver staan wij met dergelijke technieken? Wat is de ambitie om dit in de nabije toekomst ook in de werking van de controle in te bouwen?

 

06.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, het gaat om een mededeling die gisteren, dus heel recent, door de bevoegde commissaris Frattini werd gedaan.

Het gaat om een elektronisch systeem van toegang en exit met het opslaan van een aantal gegevens, verbonden aan het individu en in belangrijke mate een systeem van vingerafdrukken. Ik denk dat de bedoeling van de commissie duidelijk is, namelijk hoe kunnen wij er met de Europese Unie voor zorgen dat er een betere strijd tegen het terrorisme, maar ook tegen allerlei vormen van illegale immigratie komt.

 

In principe staan wij daarachter. Ik denk alleen dat wij het systeem dat door de Commissie werd voorgesteld goed moeten onderzoeken. Ik vind alles goed als men effectief tot efficiënte technieken kan overgaan die resultaten op het terrein kunnen boeken. Als iemand bijvoorbeeld voor een bepaalde periode tot het grondgebied is toegelaten, zou hij of zij ook automatisch vernemen wanneer de duurtijd van zijn of haar verblijf is afgelopen en hij of zij dus illegaal wordt op ons grondgebied. Dat zijn allemaal voordelen.

 

Men moet natuurlijk ook waarborgen hebben in verband met de privacy. Men moet ook waarborgen hebben over wat er met al die gegevens gebeurt. Ik pas ook voor een big-brothermaatschappij waarin alle mogelijke gegevens van mensen worden opgestapeld om er wat dan ook mee te gaan doen. Ik pleit daar ook voor vormen van democratische controle en democratisch toezicht.

 

Ter afronding kan ik u meedelen dat commissaris Frattini daarover nog geen debat heeft geopend tijdens de jongste Raad van de Europese ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie in Slovenië. Dat zal wel op de volgende Raad gebeuren. Ik pleit ook voor een zeer nauwe betrokkenheid van het Europees Parlement in deze materie.

 

06.03  Michel Doomst (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb de vraag ook gesteld omdat mij iets opviel in de evaluatie van de voorbije vier jaren. Er is bijvoorbeeld het fenomeen mobiele telefoon, waar heel veel dingen te detecteren zijn. Wij hebben daar in vier à vijf jaren volledig onze achterstand ingehaald ten opzichte van degenen die daarmee crimineel bezig zijn. Het pleit er dus echt voor om in alle andere technieken ook het voortouw te nemen, ervoor te zorgen dat wij mee zijn.

 

Ik ben heel blij dat u positief ingaat op de signalen die wij daar krijgen. Ik hoop dat wij ook vanuit het Parlement in de toekomst daaraan kunnen werken om in de verfijning van al die technieken mee te zijn. Men ziet wat het terreuralarm allemaal aan kosten meebrengt. Er mogen dus zeker ook meerkosten zijn om in de toekomst daaraan iets te doen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Question de M. Patrick Cocriamont au ministre des Affaires étrangères sur "l'évolution des relations entre l'Union européenne et la Russie et la question du Kosovo" (n° P0088)

07 Vraag van de heer Patrick Cocriamont aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de evolutie van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland en het Kosovodossier" (nr. P0088)

 

07.01  Patrick Cocriamont (FN): Monsieur le président, monsieur le ministre, la Slovénie exerce la présidence de l'Union européenne pour le premier semestre de cette année. C'est la première fois qu'un des nouveaux pays adhérents de l'Union européenne exerce cette responsabilité. C'est dans ce pays, dans la ville de Brdo, que se tient actuellement une conférence sur les relations entre l'Union européenne et la Russie. Les discussions y auront trait aux livraisons de gaz, aux troubles au Moyen-Orient, à l'affaire de la Transnistrie et aussi du Kosovo. Vous n'êtes pas sans savoir que la Russie est fortement irritée par les positions européennes au sujet d'une indépendance du Kosovo qui pourrait être déclarée le week-end prochain, selon certains journaux belges.

 

J'ai lu récemment un article émanant du journal français d'opposition nationale européenne "Rivarol". Je le cite: "Les États-Unis, dont l'ancien secrétaire d'État Donald Rumsfeld avait flétri la Vieille Europe issue du Traité de Rome se croient-ils les maîtres des nouveaux entrants balkaniques et danubiens? Alors que la Slovénie assure la présidence tournante des 27, la presse de Ljubljana publiait un ahurissant document interne du gouvernement américain. Dans ce texte classé top secret, un certain Daniel Fried, proche collaborateur de Mme Rice, fait pression sur le gouvernement slovène et l'incite à profiter de sa présidence pour être parmi les premières nations au sein de l'Union européenne à reconnaître l'indépendance du Kosovo. Incapable de démentir cette ingérence caractérisée, le ministre des Affaires étrangères slovène s'est contenté d'ouvrir une enquête sur l'origine des fuites".

 

Monsieur le ministre, je voudrais savoir si la Belgique va soutenir l'indépendance du Kosovo ou s'opposer à l'immixtion scandaleuse de l'administration américaine dans les affaires européennes.

 

Je voudrais savoir si l'Europe continuera à soutenir l'UCK qui pratique à l'heure actuelle un véritable génocide contre les populations serbes au Kosovo.

 

07.02  Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers collègues, voici une brève réponse au nom de mon collègue des Affaires étrangères.

 

Le Conseil de sécurité des Nations unies tiendra ce jeudi 14 février des consultations sur la question du Kosovo. Cela fait suite à une demande de la Serbie qui souhaite évoquer devant le Conseil l'éventualité d'une déclaration d'indépendance des autorités kosovares. Le ministre des Affaires étrangères de Serbie, M. Jeremic, y donnera la position de son pays à ce sujet.

 

Par ailleurs, la question du Kosovo et du déploiement de la mission européenne EULUX Kosovo figure également à l'ordre du jour du Conseil Affaires générales et Relations extérieures, qui réunit les ministres des Affaires étrangères de l'Union européenne; elle se tiendra ce lundi 18 février à Bruxelles.

 

07.03  Patrick Cocriamont (FN): Monsieur le ministre, je vous remercie pour cette réponse. Je note cependant que nous nous trouverons devant le fait accompli.

 

Par ailleurs, M. le premier ministre vient de parler de défense du coût de la vie. Si la Russie augmente le prix de ses exportations de gaz, c'est à nouveau le consommateur belge qui subira le fait que, systématiquement, notre pays soutient les pays islamiques en Europe contre des pays dont la culture et la religion sont plus proches de la nôtre.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de M. Jean-Marc Delizée à la ministre de l'Économie, des Indépendants et de l'Agriculture sur "les petits risques" (n° P0089)

08 Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de minister van Economie, Zelfstandigen en Landbouw over "de kleine risico's" (nr. P0089)

 

08.01  Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, fin 2007, nous avons voté dans cette assemblée une proposition de loi visant à intégrer, dans l'assurance obligatoire soins de santé, les petits risques pour les travailleurs indépendants. Il y avait d'ailleurs un large consensus pour réaliser cette avancée historique en la matière, même si – madame la ministre, vous vous en souvenez – nous avons âprement discuté en commission des modalités de financement de cette mesure et des modalités relatives au paiement des cotisations entre les indépendants.

 

Madame la ministre, la presse d'hier, en l'occurrence le journal "La Libre Belgique", nous indique que, pour ce qui concerne ces petits risques, il y a des plaintes "en pagaille". Vous avez également l'article. Il rejoint l'analyse que nous faisions à l'époque. M. Mené, le président de l'Union des Classes Moyennes nous indique que, si 70% des indépendants ne paient pas davantage, voire moins, que dans le passé, par contre 30% des travailleurs indépendants concernés paient davantage, dans une proportion relativement importante. Nous l'avions aussi dit lors du débat en commission. Si c'était à refaire M. Mené exigerait que l'impact de la mesure sur le portefeuille des indépendants soit mieux étudié au préalable. Il admet aussi que dans la communication vers le grand public, il aurait fallu indiquer de manière plus claire, plus transparente que certains indépendants paieraient davantage que dans l'ancien système.

 

On revient donc à cette question de savoir si, dans ce mécanisme, on introduit ou non davantage de solidarité entre les travailleurs qui bénéficient de plus hauts revenus et ceux qui bénéficient de très petits revenus. Dans le passé, près de 20% des travailleurs indépendants n'étaient pas couverts par les petits risques. Or, c'était particulièrement cette tranche, cette catégorie de travailleurs que nous voulions couvrir avec des cotisations qui n'étaient pas supérieures. C'était en tout cas le sens des amendements que nous avions adoptés à l'époque. Mon groupe a voté la proposition de loi telle qu'elle se présentait.

 

Madame la ministre, comment réagissez-vous face à la déclaration de M. Mené, à savoir qu'il estime que l'impact financier sur les petits indépendants n'a pas été correctement étudié et que l'information de la communication des travailleurs indépendants n'a pas été faite de manière satisfaisante? En effet, ils n'ont pas été correctement informés sur le fait que certains d'entre eux paieraient davantage. Sur la base de ces éléments et des plaintes très nombreuses qui parviennent à l'Union des Classes Moyennes, envisagez-vous une évaluation de l'impact financier et un éventuel correctif du mécanisme?

 

08.02  Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, monsieur Delizée, nous avons la même lecture mais nous n'avons pas surligné les mêmes paragraphes. Je n'ai pas lu que M. Mené se plaignait des conditions des petits indépendants. Il se plaint du fait que les indépendants payent plus en moyenne aujourd'hui qu'auparavant, et il ne s'agit pas de ceux qui gagnent peu mais justement de ceux qui gagnent bien leur vie.

 

Monsieur Delizée, je suis vraiment persuadée que si on avait dû suivre votre proposition, le déséquilibre aurait encore été beaucoup plus important. Ce ne sont pas 30% qui auraient payé davantage mais bien 40, 50 voire 60%. Cet article me conforte vraiment dans l'idée que nous avons bien fait de ne pas suivre votre proposition mais bien de suivre la position unanime des organisations des classes moyennes.

 

Dans la communication, j'ai toujours dit qu'en moyenne, les indépendants n'allaient pas payer davantage. Et qui dit moyenne, dit qu'un certain nombre paiera plus. J'ai aussi dit que ceux qui ne cotisaient pas pour les petits risques, donc 20% des indépendants – on retrouve déjà deux tiers des 30% facilement –, allaient devoir cotiser et allaient donc payer davantage.

 

En matière d'analyse, il faut pouvoir moduler la réaction. Il est clair que la facture des cotisations sociales est à chaque fois adaptée lors du premier trimestre de l'année. Par exemple, ceux qui ont eu un revenu plus important il y a trois ans que celui d'il y a quatre ans, voient naturellement leurs cotisations adaptées. Il faut donc faire la part des choses.

 

Quand des indépendants se plaignent en me disant que leur cotisation sociale a augmenté de 400 euros par trimestre, ils oublient de me préciser que leur assurance petits risques a diminué de 200 ou de 300 euros. Le différentiel réel est donc bien moins important que ce qui ressort dans la presse. Cela étant dit, on voit plus facilement ce qu'on doit payer en plus que ce qu'on paye en moins.

 

Nous suivrons bien évidemment l'évolution des choses.

 

08.03  Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, madame la ministre, nous ne parviendrons jamais à nous convaincre sur ce dossier et ce n'est pas une question d'actualité qui nous permettra d'examiner les tableaux avec les différents revenus, les montants des cotisations, etc. Effectivement, les travailleurs indépendants, qui n'avaient pas les moyens d'être couverts dans le passé, sont ceux qui connaissent les difficultés sociales les plus fortes, ceux qui gagnent moins de 10.000 euros bruts imposables annuellement. Voilà qu'à présent, on augmente les cotisations de 25%! Ce n'est pas dans leurs moyens.

 

Il conviendra de réaliser cette évaluation et d'examiner la possibilité d'apporter des corrections. M. Mené fait le même constat aujourd'hui. Il dit que le système n'a pas été bien étudié et qu'il faut revoir les données. En tout cas, notre groupe souhaite un système plus solidaire. Nous continuerons de travailler en ce sens.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van de heer Bruno Steegen aan de minister van Justitie over "de gerechtelijke achterstand" (nr. P0092)

09 Question de M. Bruno Steegen au ministre de la Justice sur "l'arriéré judiciaire" (n° P0092)

 

09.01  Bruno Steegen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het is waarschijnlijk niet de eerste keer dat het thema in dit halfrond wordt besproken. Heel wat collega’s gingen mij vooraf. Ook u sneed als parlementslid het voorbije jaar het thema regelmatig aan.

 

Ik stelde als praktiserend advocaat de voorbije periode vast dat door de hervormingen aan het Gerechtelijk Wetboek heel wat zaken ten goede zijn veranderd.

 

Ik stel ook vast dat er gisteren in de gezamenlijke commissie een discussie was, waarbij om de gerechtelijke achterstand tegen te gaan, werd beslist tot verlenging van de maatregel aangaande de aanvullende kamers van beroep.

 

De reden waarom ik het thema nog even aansnijd, is echter het interview dat Yves Liégeois, de voorzitter van het College van procureurs-generaal, de voorbije week aan een van onze kranten gaf. In dat interview stelt hij dat het wegwerken van de gerechtelijke achterstand volgens hem tien jaar in plaats van de geplande twee jaar zal duren. Hij stelt vast dat men bij het in kaart brengen van de gerechtelijke achterstand heel nuchter moet blijven en dat men tot een resultaat kwam dat niet zo goed was dan verwacht.

 

Mijn vraag in dat verband is drieledig.

 

Ten eerste, ik neem aan dat u kennis hebt van het verslag. Werd de achterstand vastgesteld op elk rechtsdomein of heeft hij enkel betrekking op de financieel-economische dossiers, die in het interview als voorbeeld werden aangehaald?

 

Ten tweede, is uit het verslag merkbaar dat het handelt over bepaalde rechtsgebieden of betreft het een gemiddelde voor het hele land?

 

Ten derde, de heer Liégeois zegt in zijn interview dat hij tegen juli 2008 een verslag wenst te maken, dat hij daarna aan de federale regering zal bezorgen. Gezien de situatie vandaag en gezien het feit dat er slechtere cijfers dan verwacht beschikbaar zijn, zal u in uw hoedanigheid van minister van Justitie via concrete voorstellen proactief ingrijpen of wacht u het verslag van het College van procureurs-generaal af?

 

09.02 Minister Jo Vandeurzen: Mijnheer de voorzitter, collega, het thema van de gerechtelijke achterstand is natuurlijk een erg breed thema. Over het thema kan een heel lang en interessant debat worden gevoerd. Ik zal proberen heel beknopt te antwoorden.

 

Het is juist dat wij een onderscheid moeten maken tussen twee soorten debatten over de gerechtelijke achterstand.

 

Een eerste debat handelt over de vraag en de zorg van het openbaar ministerie. Dat is ook waarnaar u verwijst.

 

Ik heb nog geen kennis van bedoeld verslag. Ik heb het interview gelezen en leid eruit af dat het verslag in voorbereiding is en dat het College het verslag aan het afwerken is. Het is echter heel duidelijk dat het openbaar ministerie zich erg om het thema bekommert. Het doet ook ernstige inspanningen om de doorlooptijden van de onderzoeken in kaart te brengen. Het legt bovendien prioriteiten vast en heeft het vooral over de gerechtelijke onderzoeken. Het zet ook een databank op.

 

In die zin zou het mij inderdaad niet verbazen dat het openbaar ministerie en het College een dergelijke studie voorbereiden en met de resultaten op een bepaald ogenblik naar de minister zullen komen. Uiteraard zullen wij ze dan hier in de Kamer kunnen bespreken.

 

Een tweede debat handelt over de gerechtelijke achterstand bij de zetel. Op dat vlak weten wij het meeste over de hoven van beroep. U verwees er terecht naar. Er wordt, ten eerste, via de invoering van de aanvullende kamers een inspanning gedaan.

 

Er werd, ten tweede, heel wat geïnvesteerd in de samenwerkingsprotocollen met de verschillende hoven van beroep, waarbij raadsheren in overtal werden benoemd.

 

Ten derde, het vorige Parlement keurde een wet ter bestrijding van de gerechtelijke achterstand goed. Ik hoor heel wat reacties op voornoemde wet. Wij moeten ook eens bekijken wat de effecten van de bewuste wet zijn.

 

Globaal genomen kan ik alleen maar zeggen dat de basis van een structurele aanpak vanuit het beleid uiteraard een objectieve werklastmeting moet zijn. Dat instrument, meten wat er wordt gedaan met de ingezette middelen, is eigenlijk ontwikkeld voor het openbaar ministerie. Het zal u bekend zijn uit vorige antwoorden die ik heb gegeven, dat het alleszins mijn intentie is om dat instrument nu ook in te brengen in de werking van de zetel. Op die manier denk ik dat wij de beste structurele basis leggen om dat probleem in de toekomst voort aan te pakken.

 

09.03  Bruno Steegen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat de minister de bekommernis van velen van ons deelt, dat het College van procureurs-generaal een signaal geeft dat het misschien toch niet zo makkelijk zal zijn als het er allemaal uitziet.

 

Er worden initiatieven genomen, onder meer aangaande het Gerechtelijk Wetboek. De conclusietermijnen zijn op dit moment veel korter. Als advocaat stellen wij elke dag vast dat we minder naar de rechtbank moeten gaan en dat we sneller de conclusietermijnen krijgen. Ik denk dat dit een goed teken is.

 

In de strafrechtbanken verloopt dat nog niet op die manier. Ik hoop in elk geval, wanneer wij tegen het gerechtelijk verlof dat verslag mogen inkijken van de procureurs-generaal, dat ook dan de nodige initiatieven worden genomen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Ik dank de heer Steegen voor zijn eerste uiteenzetting in de Kamer.

 

(Applaus)

(Applaudissements)

 

10 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Justitie over "het lidmaatschap van magistraten van een politieke partij" (nr. P0093)

10 Question de M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur "l'adhésion de magistrats à un parti politique" (n° P0093)

 

10.01  Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag betreft een ander interview met een andere magistraat, dat gisteren op de website van Gazet van Antwerpen stond.

 

Het was een verbazingwekkend interview waarbij magistraat-strafrechter Walter De Smedt zich zeer zwaar politiek engageert en heel duidelijk zijn extreme liberale opvattingen ventileert. Het zijn extreme opvattingen en hij zegt liberaal te zijn.

 

Bovendien doet hij in dat interview allerlei zware partijpolitieke uitspraken, waaronder een heel straffe uitspraak over mijn eigen partij, waar ik niet naast kan kijken. Hij vindt dat magistraten in de toekomst opnieuw een partijpolitiek etiket moeten krijgen en lid moeten zijn van een politieke partij. Ze mogen van alle politieke partijen lid zijn, behalve van het Vlaams Belang, mijn partij.

 

Als argument brengt hij aan dat onze partij tot doel heeft de instellingen kapot te maken. Zo staat te lezen. Dat is absolute waanzin. Dat is een pertinente leugen. De enige instelling die wij immers weg willen hebben, is de Belgische Staat en dat is nog altijd een legitieme betrachting. Het vrijheidsstreven van de volkeren is in Europa een van de belangrijkste stromingen geweest de afgelopen zeventien jaar. Het is een van de belangrijkste politieke krachten, een heel bevrijdende kracht.

 

Die man permitteert zich om vlakaf een beroepsverbod te bepleiten voor mensen die voorstander zijn van een onafhankelijke Vlaamse staat. Het is werkelijk heel verregaand. Ik pik zoiets niet. Ik aanvaard niet dat een magistraat zegt dat bepaalde juristen geen lid mogen worden van de magistratuur, omdat ze een welbepaald politiek ideaal hebben. Dat kan niet. Dat mag niet. Ik hoop dat u zich daarvan heel duidelijk distantieert.

 

Ik wil u daarom een aantal voor de hand liggende vragen stellen. Ten eerste, hoe reageert u op een magistraat die dergelijke verregaande politieke uitspraken doet in alle richtingen? Aanvaardt u dat op die manier, als dat wordt toegelaten, de magistraten een vorm van oorlog zullen ontketenen waarbij ze mekaar om de oren kunnen slaan met politieke uitspraken?

 

Ten tweede, hoe reageert u op de uitspraak ten opzichte van degenen die de Vlaamse onafhankelijkheid bepleiten? Vindt u het normaal dat magistraten bepleiten dat die mensen geen magistraat mogen worden?

 

Ten derde, is het vandaag al zo dat mensen die voorstander zijn van Vlaamse onafhankelijkheid, geen toegang krijgen tot de magistratuur?

 

10.02 Minister Jo Vandeurzen: Mijnheer de voorzitter, ik heb daarop slechts twee dingen kort te zeggen.

 

Ten eerste, in het algemeen, het is mijn persoonlijke mening dat magistraten recht hebben op een overtuiging en een mening, maar ze moeten daarmee wel omgaan op een manier waardoor het vertrouwen van de publieke opinie en de burgers, die rekenen op een onpartijdige rechtspraak, overeind blijft. Dat is mijn algemene overtuiging.

 

Wat de concrete situatie betreft, is er een scheiding der machten in ons land. Ik zal mij daarover dus absoluut niet uitspreken.

 

10.03  Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik begrijp dat de minister vanuit bepaalde liberale banken applaus krijgt, maar ik vind het eigenlijk beneden alles. Ik vind het een zeer bange reactie, mijnheer de minister.

 

U kunt als minister van Justitie veel meer. U kunt vandaag zeggen dat u zich van dat soort uitspraken distantieert en u zou de procureurs-generaal en de korpsoversten een rondzendbrief kunnen sturen waarin duidelijk staat dat er een zekere terughoudendheid in acht moet worden genomen door de magistraten. Dat laatste is hier duidelijk niet het geval.

 

Uw antwoord verbaast mij echt, mijnheer de minister. Ik had een veel krachtdadiger antwoord verwacht, want dit schendt de magistratuur. Dit is beschamend. Als dat de teneur wordt, als magistraten aan het partijpolitieke debat beginnen deel te nemen, dan degradeert de magistratuur zich tot een schiettent waarin zij niet alleen mekaar beschieten maar ook zullen worden beschoten vanuit de politiek. Dat is vrij logisch. Als wij worden aangevallen, zullen wij natuurlijk reageren op die magistraten. Dat is niet de rol van de magistratuur, dat is niet hun taak.

 

Ik had ook gehoopt dat u zich zou distantiëren van het feit dat mensen die de onafhankelijkheid van Vlaanderen bepleiten, niet tot de magistratuur zouden kunnen worden toegelaten. U hebt daarover niets gezegd. Ik vind dat nogal zorgwekkend, mijnheer de minister. Ik hoop dat u er in elk geval op toeziet – ik rond af, mijnheer de voorzitter – dat de Hoge Raad voor de Justitie dat criterium in de toekomst in elk geval niet zal hanteren. U weet ook dat de heer De Smedt in bepaalde tentakels van bepaalde belangengroepen verstrikt zit. Ik hoop dat die belangengroepen niet de overhand halen binnen de Hoge Raad en dat u in elk geval belet dat mensen wegens hun politieke opinie worden uitgesloten van de magistratuur. Ik reken erop dat u daarop zult toezien, mijnheer de minister.

 

Ik hoop in elk geval dat uw daden sterker zullen zijn dan uw woorden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Ik heb een reeks vragen die gericht zijn aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit. De minister van Justitie zal in zijn plaats antwoorden.

 

11 Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre de la Justice sur "le projet de vignette automobile et le contrôle technique" (n° P0094)

11 Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van Justitie over "het plan voor de invoering van een autowegenvignet en de technische keuring" (nr. P0094)

 

11.01  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, la presse se fait l'écho d'une proposition du SPF Mobilité d'apposer une vignette sur le pare-brise des voitures attestant du contrôle technique. La mesure me semble intéressante. En Belgique, à l'heure actuelle, beaucoup de véhicules roulent sans être en ordre de contrôle technique, ce qui représente sans conteste un danger pour la circulation routière et la préservation des personnes qui empruntent les voies publiques. Avec le groupe MR, j'ai déposé une proposition concernant la vignette "assurance" car là aussi, on estime à plus de 100.000 le nombre de véhicules en Belgique roulant sans assurance, ce qui est beaucoup par rapport au danger que cela représente pour la population.

 

Ma question est donc la suivante. Ne serait-il pas opportun de joindre les deux dossiers, celui de la vignette "contrôle technique" et celui de la vignette "assurance" pour en faire une seule et même vignette qui serait disponible au contrôle technique, là où on peut requérir la carte verte comme d'autres documents, le certificat de conformité ou la carte grise? C'est l'occasion de débattre de la possibilité pour les forces de l'ordre de voir au premier coup d'œil quels véhicules sont en conformité du point de vue du contrôle technique et de l'assurance.

 

11.02  Jo Vandeurzen, ministre: Monsieur le président, cher collègue, je vais vous communiquer la réponse de mon collègue M. Leterme.

 

Tout d'abord, je dois vous signaler que le communiqué de presse dans lequel on parle d'une vignette automobile attestant de la réussite du contrôle technique venait du service de communication de mon administration, dont l'intention était de proposer une piste envisageable afin de faire face aux problèmes des propriétaires et détenteurs de véhicules qui ne vont pas au contrôle technique.

 

En Belgique, on parle depuis longtemps de l'introduction éventuelle d'une vignette concernant le problème de la non-assurance des véhicules motorisés et des véhicules non contrôlés.

 

Toutefois, en ce qui concerne l'assurance, je dois vous diriger vers mon collègue, la ministre de l'Économie, qui est compétente en la matière.

 

Pour l'instant, je ne suis pas pour ou contre l'introduction d'une vignette pour le contrôle technique. À première vue, je crois au caractère dissuasif d'une telle vignette qui doit rester collée et bien visible sur le côté intérieur du pare-brise et qui doit être facilement contrôlable. Toutefois, je me pose des questions sur le rapport coût/bénéfice d'une telle opération. Finalement les coûts pèseront sur les conducteurs tandis qu'il n'est pas certain qu'il y aura moins de véhicules non contrôlés. En tout cas, la présence d'indications sur la vignette devrait être contrôlée mais il reste à savoir si, effectivement, ce contrôle aura lieu.

 

Lors d'un contrôle routier, l'attestation du contrôle technique peut également être demandée.

 

Peut-être que, dans un proche avenir, une nouvelle piste pour résoudre le problème de la non-assurance et des véhicules non contrôlés s'ouvrira.

 

La technologie en matière de circulation (les caméras digitales) nous permet d'identifier automatiquement la plaque d'immatriculation, après quoi il y a une connexion automatique vers le fichier contenant les données sur les véhicules non assurés ou non contrôlés. Les personnes concernées peuvent alors être sommées d'exhiber devant la police leur attestation d'assurance ou de passage positif au contrôle technique.

 

11.03  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour cette réponse. Si on envisage le problème de la vérification du contrôle technique, il faut, en même temps, envisager le contrôle de l'assurance du véhicule. Les deux problèmes sont liés. D'autres pays européens ont pris des initiatives en ce sens et ont obtenu un certain nombre de résultats.

 

Actuellement, plus de 10.000 accidents par an impliquent des véhicules non assurés. Et c'est finalement le consommateur qui paye, par l'intermédiaire du fonds commun de garantie. La prime d'assurance du consommateur est donc augmentée parce qu'il y a des véhicules non assurés. Je pense qu'il faut trouver une solution à ce problème à bref délai.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Samengevoegde vragen van

- de heer Bruno Tobback aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingen over "de monstertrucks" (nr. P0095)

- de heer Bruno Stevenheydens aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingen over "de monstertrucks" (nr. P0096)

- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingen over "de monstertrucks" (nr. P0097)

- mevrouw Meyrem Almaci aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Mobiliteit en Institutionele Hervormingen over "de monstertrucks" (nr. P0098)

12 Questions jointes de

- M. Bruno Tobback au vice-premier ministre et ministre du Budget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles sur "les super-camions" (n° P0095)

- M. Bruno Stevenheydens au vice-premier ministre et ministre du Budget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles sur "les super-camions" (n° P0096)

- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et ministre du Budget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles sur "les super-camions" (n° P0097)

- Mme Meyrem Almaci au vice-premier ministre et ministre du Budget, de la Mobilité et des Réformes institutionnelles sur "les super-camions" (n° P0098)

 

De voorzitter: In het Nederlands zijn dat “de monstertrucks”.

 

12.01  Bruno Tobback (sp.a-spirit): Monstertrucks zijn nog wat anders, mijnheer de voorzitter, maar ik hoop dat het geen monsters worden. Ik had er eigenlijk naar uitgekeken om hierover met de minister van Mobiliteit een uitgebreidere discussie te voeren in de commissie. De omstandigheden maken dat het blijkbaar niet kan, maar ik twijfel er niet aan dat we dat nog zullen kunnen doen.

 

Ik ben toch zeer benieuwd, niet alleen naar het antwoord op de concrete vragen, maar vooral naar de achterliggende visie. Ik begrijp uit de pers dat de minister van Mobiliteit aan zijn Vlaamse collega een brief heeft gestuurd om hem te bevestigen dat hij akkoord gaat met het invoeren of het in gebruik nemen van dit soort van supertrucks – trucks van meer dan zestig ton en 25 meter lengte – in Vlaanderen.

 

Om te beginnen had ik graag een discussie gehad over de vraag of dit überhaupt wenselijk is. Ik kan u niet verhelen dat ik ontzettend veel vragen heb bij de ingebruikneming van dit soort van vrachtwagens, ten eerste omdat ik niet geloof dat het beperkt kan blijven tot proefprojecten. Als dit ontstaat, zal het binnen de kortste keren over een zeer breed wegennet verspreid zijn en dus ook voor ernstige verkeersveiligheidsproblemen zorgen. Ten tweede, ik heb grote vragen bij een verdere ontwikkeling, waarbij men in Vlaanderen – een nu al volledig verzadigde regio als het gaat over wegverkeer – blijft mikken op logistieke activiteiten die voornamelijk gepaard gaan met grote volumes aan verkeer over de weg. Ik denk dat dit, zelfs op korte termijn, een compleet zinloze en zeer gevaarlijke evolutie is.

 

Ik wil vandaag graag concreet weten of er naast die brief, ook al een koninklijk besluit is. Deze maatregel veronderstelt dat er een KB komt dat de technische normen voor vrachtwagens op de wegen versoepelt. Wanneer zullen we dat KB te zien krijgen? Zal het KB een algemene toestemming geven voor dit soort van zeer lange, zeer zware vrachtwagens of zal het beperkt blijven en in dat geval, tot waar? Wat zullen de garanties zijn dat, bijvoorbeeld, geen van die vrachtwagens door bebouwde kommen of bebouwde zones zullen rijden? Zal hier een einddatum op staan? Zal er een maximumaantal op staan?

 

Kortom, mijnheer de minister, wat is het plan inzake deze – wat mij betreft – zeer gevaarlijke evolutie?

 

12.02  Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb gisteren met veel belangstelling de discussie in het Vlaams Parlement over dit onderwerp gevolgd. Ik heb ook de besluitvorming die het voorbije jaar daaraan vooraf is gegaan, nagelezen.

 

Een aantal terechte vragen krijgen daar wel een antwoord, want afgezien van het KB is het een Vlaamse materie. Ik zou graag willen verwijzen naar de resolutie die vorig jaar in juli door het Vlaams Parlement werd aangenomen. Ik zou er ook graag een citaat uit willen voorlezen. Die resolutie werd door alle partijen, afgezien van Groen!, in het Vlaams Parlement goedgekeurd.

 

Ik citeer: “De indieners stellen voor om ook in Vlaanderen via een proefproject te onderzoeken of door het inzetten van lange, zware vrachtwagens een bijdrage kan worden geleverd tot de verbetering van de efficiëntie van het wegtransport op ecologisch en economisch vlak. Daarbij moeten de strengste eisen gelden op het vlak van de verkeersveiligheid en moeten complementariteit en multimodale aanpak van de goederenstromen centraal staan.”

 

Mijnheer de minister, dat was een citaat uit de resolutie die vorig jaar in het Vlaams Parlement eenparig werd goedgekeurd. Ik meen dat wij zaken die in het Vlaams Parlement worden beslist, en waarover al studiewerk werd verricht, niet moeten herhalen in het federaal Parlement, maar dat wij vertrouwen moeten hebben in de resolutie van het Vlaams Parlement.

 

Mijnheer de minister, de ecocombi’s – het werd bestudeerd – leveren een milieuwinst en kunnen ervoor zorgen dat de files worden ingekort. Zij zullen, als men de juiste maatregelen neemt voor de ondersteuning van het spoorverkeer en voor de infrastructuur van de binnenscheepvaart, niet voor concurrentie zorgen. Ook dat werd bestudeerd.

 

Mijnheer de minister, ik stel voor om vertrouwen te hebben in de Vlaamse overheid en ik wil u dan ook concreet vragen of uw collega, de minister van Mobiliteit, of de federale regering gevolg zal geven aan de vraag van de Vlaamse regering om het KB aan te passen, om het maximumgewicht en de lengte van de vrachtwagens aan te passen.

 

12.03  Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, j'ai eu l'occasion d'évoquer cette question, il y a quasiment un an, au Parlement wallon. Le ministre Daerden s'était montré favorable à la suite d'une enquête menée par l'administration, laquelle relevait les avantages et les inconvénients de l'utilisation de "supercamions".

 

Les avantages sont d'ordre écologique et environnemental. Cette demande émane du patronat. On connaît évidemment la nécessité d'augmenter la capacité des transports. Les inconvénients visent la possibilité pour notre infrastructure routière de supporter ces grands camions, mais aussi la dangerosité naturellement présentée par un tel camion sur une voirie.

 

La suggestion du ministre Daerden à l'époque était d'effectuer un test, une expérience avec des balises bien précises et, sur cette base, d'examiner si nous confirmons ce qui est déjà fait en Suède, au Danemark, aux Pays-Bas et en Allemagne. Il manquait du côté wallon le déclic du ministre Antoine! Il lui faut toujours un peu de temps pour réagir! J'ai pu constater qu'un an plus tard, il avait marqué son accord.

 

Monsieur le ministre, au niveau fédéral, pourrons-nous modifier l'arrêté royal de 1968 et faire en sorte, à l'instar de la Wallonie qui est prête à tenter l'expérience, d'avancer avec des "supercamions"?

 

12.04  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het is zeer jammer dat de heer Leterme hier niet kan zijn en wij de discussie niet in de commissie konden voeren. Ik wens hem in elk geval een heel spoedig herstel toe. Dat is belangrijk.

 

Niettemin blijft onze vraag rond monstertrucks hangende. Monstertrucks, supertrucks noemt minister Leterme ze, anderen noemen ze ecotrucks, zijn trucks van maar liefst 25 meter lang en 60 ton zwaar die op onze wegen zouden komen te rijden. Het gaat hier om het faciliteren van experimenten op onze Vlaamse wegen na een studie die gebeurd is in het Vlaams Parlement. Onze vice-eerste minister en minister van Mobiliteit zou daarvoor het koninklijk besluit moeten aanpassen zodat de wegcode verandert en de technische specificaties van 1968 gemoderniseerd worden.

 

Op zich is dat niet vreemd. De minister was voor zijn huidige betrekking minister-president in Vlaanderen. Hij was toen zelf de voortrekker van de invoering van deze monstertrucks. De vraag van Vlaanderen is blijven liggen omdat zijn federale voorganger minister Landuyt het KB niet veranderd heeft, een vraag die nu terug op zijn boterham is gekomen.

 

Op zich is het helemaal niet vreemd dat minister Leterme nu die zaak wil aanpakken. Wat wel vreemd is, is zijn motivatie. Hij zegt dat dit zowel de ecologie als de mobiliteit ten goede zou komen. Ik stel daar persoonlijk toch wel enkele vragen bij.

 

De argumentatie is dat in de plaats van elke drie vrachtwagens die nu op onze wegen rijden er twee monstertrucks zouden komen, wat een CO2-besparing zou betekenen. Dat zou kunnen kloppen, ware het niet zo dat uit verschillende studies blijkt dat die CO2-uitstoot helemaal niet lager komt te liggen, maar in totaliteit hoger is, omdat mensen uiteindelijk gaan overstappen van het spoor- en watervervoer naar die superlange trucks. De totale opbrengst is dus negatief.

 

Een tweede zaak is dat dit ook voor heel wat mensen die dagelijks op de snelwegen rijden een grote verslechtering zou betekenen. In een keer aan de rechterkant in plaats van de gewone vrachtwagens, die muur die er nu reeds is, supertrucks zien verschijnen, het is sowieso niet leuk om te rijden, ik kan mij inbeelden dat het dan helemaal rampzalig wordt.

 

Niet alleen wij zeggen dat. Ook de topman van de NMBS, Jannie Haek, stond op zijn achterste poten bij deze beslissing. Ook de vrachtwagenchauffeurs zelf waren helemaal niet opgezet met dit voorstel.

 

In Duitsland zijn ze ondertussen ook verboden.

 

Daarom heb ik volgende vraag.

 

Welke argumenten heeft minister Leterme, onze vice-eerste minister, om te zeggen dat dit zowel op ecologisch vlak als op mobiliteits- en veiligheidsvlak een verbetering zou betekenen?

 

12.05 Minister Jo Vandeurzen: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik kan u namens minister Leterme het volgende antwoorden. Het zijn vijf punten.

 

Ten eerste, er was de vraag waaruit het proefproject bestaat. De vraag naar een proefproject gaat uit van het Vlaams Gewest in het kader van de logistieke ontwikkeling en de verbetering van de efficiëntie van het wegtransport op ecologisch en economisch vlak.

 

Het gaat dus duidelijk om een proefproject van het Vlaams Gewest en dus niet van de federale minister van Mobiliteit, hoewel die natuurlijk wel dezelfde economische en ecologische bekommernissen deelt, uiteraard naast de bekommernissen inzake verkeersveiligheid.

 

Aan de federale minister van Mobiliteit wordt alleen gevraagd om een afwijking toe te staan op de technische reglementering waaraan vrachtwagens moeten voldoen inzake afmetingen en gewichten.

 

Voor alle duidelijkheid, een vrachtwagen, trekker-opliggercombinatie mag op dit ogenblik maximaal 18,75 meter lang zijn en 44 ton wegen. De gevraagde afwijking voor de lange en zware vrachtwagencombinaties, de LZV’s, bedraagt maximaal 25,25 meter en maximaal 60 ton.

 

Ten tweede, het gaat over de voorwaarden in de reglementering. Vanwege de mogelijke effecten op de verkeersveiligheid wenst de minister deze afwijking, waarvoor op dit ogenblik nog de geschikte juridische basis wordt gezocht, te omkaderen met een aantal voorwaarden die betrekking hebben op: de aard en het gebruik van de reiswegen, die uiteraard bepaald worden door het Vlaams Gewest in het kader van het project, de technische eisen van de voertuigen, de verkeersregels voor deze voertuigen, de rijvaardigheid van de bestuurders en, ten slotte, het aantal voertuigen dat aan het project zal deelnemen.

 

Aangezien het gaat om een proefproject, is het logisch dat het gaat om een project van een bepaalde duur en dat er een evaluatie moet komen door het Vlaams Gewest waarbij het federale niveau uiteraard betrokken moet worden.

 

Ten derde, andere landen. De LZV’s, supertrucks of ecocombi’s zijn sinds lang in het verkeer gebracht in Finland en Zweden. In Nederland is er gedurende acht jaar mee geëxperimenteerd en is men nu overgegaan tot definitieve toelating, weliswaar met een maximum van 50 ton. In Duitsland is men ermee gestopt omwille van de te zware belasting van de bruggen en de veiligheidsrisico’s. In Denemarken en Groot-Brittannië gaat men de zaak bestuderen.

 

Ten vierde, de infrastructurele aanpassingen. De infrastructurele voorwaarden inzake belasting van bruggen en wegen en eventuele infrastructurele aanpassingen om dit project te realiseren behoren duidelijk tot de bevoegdheid van het gewest.

 

Ten slotte, de effecten op de andere transportmodi. Het gevaar zou kunnen bestaan dat het inzetten van deze LZV’s het goederenvervoer over de weg nog zou doen toenemen, dit ten nadele van het spoor en de binnenvaart. De minister vraagt zich echter af of dit wel het geval zal zijn. De komende decennia zullen we immers nog een stijging zien van het economisch vervoer voor alle transportmodi, vooral inzake het vervoer van en naar grote havens. Dat zijn precies de trajecten waarvoor de ecocombi’s zouden kunnen worden ingezet. De inzet van de ecocombi’s moet er juist voor zorgen dat er minder vrachtwagens op de weg komen. Theoretisch zijn twee ecocombi’s gelijk aan drie gewone vrachtwagens. Ze moeten er ook voor zorgen dat het energieverbruik en de CO2-uitstoot worden verminderd.

 

12.06  Bruno Tobback (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik kan niet verstoppen dat dit toch een eerder teleurstellend antwoord is, vooral het laatste deel. Redeneren dat het niet nadelig is voor bijvoorbeeld CO2-uitstoot en het milieu en voor het goederenvervoer per spoor en over het water omdat ze allemaal gaan stijgen is natuurlijk een redelijk absurde redenering als men ervan uitgaat dat het precies de bedoeling is om transport van de weg naar de alternatieve modi te brengen teneinde de verkeersveiligheid te bevorderen en de problemen inzake congestie en CO2-uitstoot te verminderen. Als ze allemaal stijgen en het aandeel van alles blijft gelijk, dan hebben we precies niets bereikt, behalve dan dat er meer rondrijdt. Dan is het nog de vraag – en ik ben blij dat tegenwoordig zelfs Agoria die vraag stelt – of het rondrijden van kartonnen dozen door Vlaanderen het geld, de moeite en de miserie ook economisch waard is. Dat is echter een andere discussie.

 

Mijnheer de minister, u merkt zelf in uw antwoord terecht op dat men in Nederland na acht jaar proefproject gezegd heeft dat 60 ton absurd is en dat dit niet kon. Na acht jaar experimenteren heeft men het beperkt tot 50 ton. Wat doet men nu blijkbaar in België? Men gaat acht jaar terug in de tijd en men gaat opnieuw proberen of het met 60 ton toch niet zou gaan. Ik pleit er dus heel sterk voor om als men proefprojecten doet minstens te leren uit de lessen van anderen en andermans fouten niet te blijven herhalen. Daartoe roep ik u op. In Duitsland had men redenen om erop terug te komen, in Nederland had men redenen om het te beperken. In België moeten we er eerst nog eens acht jaar over nadenken in plaats van gebruik te maken van de kennis van de anderen. Ik kan dat eerlijk gezegd allesbehalve goed bestuur noemen.

 

12.07  Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben wel tevreden met uw antwoord.

 

U verwijst ook naar zaken die in de goedgekeurde resolutie van het Vlaams Parlement staan. Daar staat bijvoorbeeld in, ik citeer: “Anderzijds dragen lange, zwaardere vrachtwagens bij tot een beter leefmilieu. Het brandstofverbruik en de emissie van CO2 en fijn stof van een supertruck liggen beduidend lager dan bij het gebruiken van twee afzonderlijke gewone trucks.

 

Ik begrijp de vraagstelling van de vorige spreker dan ook niet aangezien zijn partij in het Vlaams Parlement deze resolutie mee heeft goedgekeurd. Deze resolutie is door 95% van de leden in het Vlaams Parlement goedgekeurd. Ik begrijp dan ook niet dat die inhoud vandaag in het federaal Parlement ter discussie wordt gesteld. Dit behoort tot de autonomie van het Vlaams Parlement.

 

Het enige wat moet gebeuren, is het KB aanpassen. Ik vraag dan ook dat dit zou gebeuren, maar ik heb vernomen dat dit zal gebeuren.

 

12.08  Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie. J'ai toujours du mal à comprendre pourquoi on s'énerve lorsqu'on reçoit une réponse positive. Je vais donc rester calme car votre réponse est positive.

 

Dans ce pays, il faut souvent deux clés pour ouvrir une porte. Comme je vous l'ai dit, en Wallonie, la clé a été insérée depuis longtemps. J'entends maintenant que le fédéral actionnerait la sienne en modifiant cet arrêté royal. Je ne peux vous dire qu'une seule chose: merci. Vous remettrez également mes vœux de sympathie au vice-premier qui est souffrant pour l'instant.

 

12.09  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, ook ik moet beamen dat ik eigenlijk op mijn honger blijf zitten. Ik had een aantal vragen aan de minister waarop ik geen duidelijk antwoord heb gekregen. Hij erkent dat het risico bestaat dat er goederenvervoer naar de weg zou gaan, maar hij zegt dat we dat pas achteraf zullen weten. Als men weet dat daardoor experimenten in Duitsland zijn stopgezet en dit ook in Oostenrijk en Zwitserland is verboden, stel ik mij de vraag of het protest van Jannie Haek en de vrachtwagenchauffeurs eigenlijk wel aankomt. Ik vind dat zeer bizar. Ik vraag mij af wat minister Vervotte, die zelf afkomstig is uit vakbondmiddens en zelf met de NMBS te maken heeft, hiervan vindt.

 

Een andere en een zeer belangrijke zaak, ook op Vlaams niveau, is dat mevrouw Crevits onlangs heeft beslist om op de middenberm borden te plaatsen omdat men vanuit de auto, door de muur van vrachtwagens, de afrit niet meer kan zien. Zij zegt letterlijk in de krant: “Mensen ondernemen gevaarlijke manoeuvres omdat ze te laat merken dat ze hun afrit moeten nemen”.

 

Met de komst van de monstertrucks zal dat niet verbeteren, integendeel. Als minister Leterme via zijn woordvoerder gisteren op een congres over verkeersveiligheid, georganiseerd door Freya Piryns, zegt dat dit prioritair is, vraag ik mij af waar de logica zit. Het gaat net om de logica. Het was beter geweest dat deze minister begon met een slimme kilometerheffing, met het promoten van goederenvervoer over water, om dan te kijken wat er verder nog mogelijk was. Dan kon het verhaal van de supertrucks misschien nog aan bod komen, maar nee hij neemt een losse maatregel zonder meer. Ik noem dat borrelnootjespolitiek. De logica is voor mij volledig zoek. Het is dan ook spijtig dat deze minister nog altijd geen duidelijke visie op de mobiliteit heeft geëtaleerd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van de heer Hans Bonte aan de minister van Werk over "de strengere aanpak van werklozen" (nr. P0091)

13 Question de M. Hans Bonte au ministre de l'Emploi sur "le renforcement de la politique à l'égard des chômeurs" (n° P0091)

 

De voorzitter: Deze vraag zal worden beantwoord door de minister van Justitie.

 

13.01  Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik hoop dat de andere regeringsleden gezond blijven.

 

Ik heb daarnet de premier gehoord die in antwoord op een vraag van collega Vanvelthoven aankondigde dat er maatregelen op komst zijn om de koopkracht te versterken voor de laagste inkomensgroepen.

 

U weet evengoed als ik dat heel wat mensen die moeten rondkomen met een werkloosheidsuitkering precies tot die laagste inkomensgroepen behoren. Als ik de recentste uitspraken van minister Dewael hoor, heb ik het gevoel dat het wel eens bijzondere koopkrachtversterkende maatregelen zouden kunnen zijn voor mensen die vandaag werkloos zijn.

 

Ik lees dat het tekort in de begroting mede zal worden gedicht door inspanningen in de werkloosheid, met de nadruk op de Waalse werklozen en op de werkloze vijftigplussers. Dat verbaast mij. Het verbaast mij niet dat te vernemen uit de mond van minister Dewael, maar wel omwille van het feit dat wij nog maar een paar weken geleden in de commissie een discussie hadden met minister Piette over een zinnetje in het regeerakkoord.

 

Dat zinnetje had precies als onderwerp de versterking van de controle op de werklozen. Minister Piette deelde toen mee dat de interimregering - zoals het hoort - de aan de gang zijnde grondige evaluatie in verband met de opvolging en controle van werkloosheid zou afwachten alvorens daaromtrent een beslissing te nemen.

 

Nu hoor ik dat minister Dewael dit wil in het kader van de begrotingsbespreking. Mijn vraag is duidelijk. Werd een concreet voorstel ter tafel gebracht dat besparingen vooropstelt voor werkzoekenden die een werkloosheidsuitkering genieten? Welk bedrag moeten we daarop plakken? Hoeveel moet die categorie mensen inleveren?

 

13.02 Minister Jo Vandeurzen: Mijnheer de voorzitter, ik kan u namens mijn collega het volgende meedelen.

 

Het activeren van het zoekgedrag is een hervorming die in 2004 werd ingevoerd. Deze hervorming is heel belangrijk voor het herinschakelen van werkzoekenden en het goed functioneren van het werkloosheidsstelsel en van de arbeidsmarkt.

 

De vorige regering had voorzien dat deze hervorming na drie jaar opnieuw zou worden geëvalueerd. Bijgevolg heeft de huidige regering deze doelstelling overgenomen. De regeringsverklaring voorziet hieromtrent, en ik citeer: "Wij zullen de activeringspolitiek evalueren en zullen hieruit lessen trekken teneinde de begeleiding van werkzoekenden te verbeteren in het kader van een versterkte opvolging."

 

Een globale en diepgaande evaluatie zal effectief eind februari, begin maart plaatsvinden. De uitnodigingen hiertoe werden verstuurd. Twee vergaderingen werden al gepland, de eerste op 18 februari, dat is volgende week maandag, en de tweede op 28 februari. Deze evaluatie zal worden uitgevoerd samen met de bevoegde ministers van de Gewesten en de Gemeenschappen en de sociale partners. Het Parlement zal uiteraard uitvoerig worden geïnformeerd.

 

Deze evaluatie zal gebaseerd zijn op de verslagen van de leidinggevende ambtenaren van de administraties die belast zijn met de uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 30 april 2004 tussen ONEM, FOREM, VDAB, Actiris en Arbeitsamt. Ze zal eveneens gebaseerd zijn op de studie die door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg werd toevertrouwd aan de firma ID-Consult. Andere studies zullen eveneens in aanmerking worden genomen. De evaluatie zal slaan op twee delen van het plan, namelijk op de begeleiding en de opvolging van de werkzoekenden en op de resultaten.

 

Het is gepast te wachten op deze belangrijke evaluatie alvorens conclusies te trekken en maatregelen voor te stellen.

 

13.03  Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer Vandeurzen, ik weet dat u maar de boodschapper bent, maar wat u nu voorgelezen hebt, is bijna de letterlijke weergave van het verslag uit de commissie van twee weken geleden, toen ik minister Piette daarover heb ondervraagd. Het was overigens niet dezelfde vraag.

 

De enige die niet wacht, mijnheer Vandeurzen, is blijkbaar minister Dewael. Vooraleer de evaluatie bezig is en voor er conclusies aan verbonden worden, vindt hij plotseling dat de Waalse en oudere werklozen zullen moeten inleveren om het begrotingsgat te dichten. Hij is degene die niet wacht. Ik stel inderdaad consequent dezelfde vragen aan de minister van Werk.

 

De volgende stap, mijnheer de minister van Justitie, zal misschien zijn dat de Waalse of oudere werklozen in gesloten instellingen of gevangenissen gestopt moeten worden. Dat zal misschien de volgende stap zijn, als men de mentaliteit van de heer Dewael daaromtrent begrijpt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

14 Question de Mme Marie-Claire Lambert au ministre des Pensions et de l'Intégration sociale sur "l'accueil des demandeurs d'asile" (n° P0090)

14 Vraag van mevrouw Marie-Claire Lambert aan de minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie over "de opvang van asielzoekers" (nr. P0090)

 

14.01  Marie-Claire Lambert (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, la presse, notamment le quotidien "Le Soir" de ce week-end, a fait état d'un sentiment d'inquiétude face à l'organisation de l'accueil des demandeurs d'asile.

 

Il semble que le nombre de personnes hébergées dans les structures d'accueil existantes connaisse une croissance constante, qui va même jusqu'à aboutir à des taux d'occupation assez inconfortables et préoccupants. Ce phénomène existe depuis l'entrée en vigueur de la nouvelle procédure d'asile.

 

Si j'ai bien compris, il est envisagé de rétablir le plan de répartition entre les communes. Or la loi que nous avons votée le 12 janvier 2007 instaure un nouveau système d'aide et d'accompagnement des demandeurs d'asile. Ce nouveau système doit, notamment, éviter les effets pervers auxquels avaient été confrontés beaucoup de CPAS dans le passé, en raison de ce fameux plan de répartition.

 

Au regard de la situation actuelle, je voudrais que vous me fassiez connaître, monsieur le ministre, votre position quant à l'accueil des demandeurs d'asile et les solutions que vous envisagez de prendre pour que puisse être respecté le nouveau système d'aide et d'accompagnement prévu dans la loi de 2007.

 

14.02  Christian Dupont, ministre: Monsieur le président, madame Lambert, nos structures d'accueil sont effectivement occupées à 96% alors qu'elles l'étaient à 82% l'an dernier.

 

Pourquoi? Avec la nouvelle procédure d'asile, les demandeurs restent dans les centres ouverts pendant toute la durée de la procédure alors que, par le passé, ils étaient "dispatchés" suivant un plan de répartition, après trois ou quatre mois. Nous avons donc toujours su que la première année de l'instauration du nouveau système serait difficile puisque nous savions que nous allions devoir faire face à une augmentation, non pas soudaine, mais prévue d'un certain nombre de demandeurs alors que nos centres ne se videraient pas à due concurrence.

 

À l'heure actuelle, nos centres comptent 2.000 demandeurs de plus que l'année dernière, simplement parce qu'auparavant, ils étaient répartis entre les communes ou les CPAS de l'ensemble du Royaume.

 

Il faut également tenir compte des personnes qui ont déposé un recours au Conseil d'État – elles sont aujourd'hui 5.000 –, dont le nombre diminue lentement, mais sûrement.

 

Par ailleurs, il existe une autre catégorie de demandeurs d'asile qui contribue à augmenter légèrement le taux d'occupation de nos centres. Il s'agit de personnes dont le dossier est réglé, mais qui habitent encore dans nos centres parce qu'elles n'ont pas encore trouvé de logement.

 

Cela vaut pour 200 ou 300 personnes. La saturation ou quasi-saturation est due à la nouvelle procédure. Face à cette situation, nous avons demandé aux centres de maximaliser les possibilités d'hébergement. Nous l'avons fait également dans les ILA. Pour l'instant, on tient la route avec les places disponibles. On est au septième ou au huitième mois de la procédure, un moment où devraient commencer à tomber les premières décisions positives ou négatives. Ce qu'on sait pour la procédure, c'est que le filtre installé fonctionne bien: il y a moins de recours au Conseil d'État. Pour l'instant, la situation est encore tendue.

 

Le recours à une aide financière serait la dernière des solutions possibles. D'abord, il faut examiner quelle capacité supplémentaire on peut obtenir dans nos propres centres et dans les ILA, et comment éviter aussi la sous-capacité. Ensuite, on peut éventuellement lever le moratoire sur les ILA pour créer un certain nombre de places. Enfin, on peut voir ce qu'il y a lieu de faire en termes d'aide financière si certaines personnes devaient se retrouver trop longtemps dans la procédure nouvelle, ce qui est prévu par la loi. On n'en est pas là.

 

Pour l'instant, par rapport à l'an dernier à la même époque et avec le même nombre de demandeurs, soit 10.500, il y a plus de personnes dans nos centres. La raison simple et évidente en est qu'ils sont en aide matérielle pendant toute la durée de la procédure alors qu'avant, ils passaient en aide financière après quelques mois de procédure.

 

14.03  Marie-Claire Lambert (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour ces éclaircissements. Comme vous, je crois qu'il faut tout mettre en œuvre pour maintenir et préserver le système que nous avons voulu. Vous dites qu'une catégorie de personnes qui ont été régularisées et jouissent donc d'un statut normal leur permettant de vivre normalement sur notre territoire restent hébergées dans ces structures pour des raisons pratiques, surtout de logement.

 

Avant d'envisager un quelconque plan de répartition, ne faudrait-il pas travailler avec les communes et les CPAS pour accompagner ces personnes dans la recherche d'un logement? C'est alors de nouveau vers les communes et les CPAS qu'on les envoie mais il s'agit de personnes dont le séjour parmi nous est censé être durable.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

15 Question de Mme Kattrin Jadin au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la lutte contre la pollution" (n° P0099)

15 Vraag van mevrouw Kattrin Jadin aan de minister van Klimaat en Energie over "de bestrijding van de vervuiling" (nr. P0099)

 

15.01  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, j'aimerais faire le point avec vous sur la gestion des alertes de pollution qui touchent notre pays dans son ensemble.

 

Force est de constater que dans notre pays, trois ministres sont compétents au niveau des Régions. Ils prennent manifestement des mesures différentes chacun de leur côté, ce qui engendre des situations cocasses.

 

Par exemple, un conducteur lambda qui emprunterait l'autoroute à Eupen pour se rendre à Bruxelles est amené à suivre des recommandations en termes de vitesse en cas d'alerte de pollution. Une fois arrivé à Leuven, il doit les respecter sous peine d'être flashé et risque aussi, une fois aux portes de Bruxelles, de devoir laisser la voiture sur place si par malchance il a la mauvaise plaque d'immatriculation ce jour-là.

 

Vous conviendrez avec moi que la pollution ne s'arrête pas aux frontières régionales ou linguistiques et qu'il s'agit d'avoir une réflexion beaucoup plus globale en la matière.

 

Dès lors, monsieur le ministre, quelles mesures comptez-vous prendre pour favoriser une concertation plus cohérente afin d'agir au niveau fédéral pour mettre fin à cette situation que je juge kafkaïenne?

 

15.02  Paul Magnette, ministre: Monsieur le président, madame Jadin, dans la lutte contre la pollution, il faut distinguer les mesures structurelles et les mesures d'urgence, prises lorsqu'on constate des pics de pollution.

 

Les mesures d'urgence que vous évoquez relèvent de la compétence strictement régionale.

 

Il existe une cellule Air qui mesure les pics de pollution et un protocole qui vise à déclencher des mesures urgentes quand celles-ci apparaissent nécessaires. C'est de la compétence des Régions. C'est ainsi. Je n'ai pas l'intention d'y toucher. Je trouve que cela relève d'une certaine logique sachant, par exemple, qu'à Bruxelles, les deux tiers des émissions sont dues à la circulation alors qu'en Wallonie, les deux tiers des émissions sont liées aux bassins industriels de Charleroi et de Liège. Il est donc important que les Régions puissent prendre des mesures adaptées à leur situation propre.

 

Qu'elles coordonnent davantage ces positions pour faciliter la vie des automobilistes, tant mieux, mais ce n'est pas de la compétence du fédéral.

 

En revanche, en ce qui concerne les mesures structurelles de lutte contre la pollution, il y a là un partage des compétences entre l'État fédéral et les Régions. Ces dernières sont responsables pour les installations fixes, liées au territoire. Le fédéral l'est pour tout ce qui est mobile, les véhicules, l'électroménager, etc. Nous avons une concertation au sein de la conférence interministérielle de l'Environnement, qui est une concertation régulière que je vais relancer, dès la fin février, pour veiller à ce qu'elle soit plus intensive qu'elle ne l'a été durant les derniers mois.

 

15.03  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. J'entends bien qu'une concertation accrue soit nécessaire. J'avais connaissance du fait qu'il s'agissait là aussi d'un partage de compétences entre le fédéral et des Régions. N'oublions quand même pas que la problématique en tant que telle concerne aussi la santé publique et touche l'ensemble de la population. Je plaide pour une meilleure coordination des mesures à prendre lorsqu'on constate un pic de pollution mais également avant, pour éviter que le pic de pollution ne se produise. Cela me semble tout à fait utile.

 

Le président: Madame, c'était votre première intervention dans cet hémicycle. (Applaudissements)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

16 Question de M. Melchior Wathelet au ministre du Climat et de l'Énergie sur "les mécanismes visant à compenser les émissions de CO2" (n° P0100)

16 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de minister van Klimaat en Energie over "de mechanismen voor de compensatie van de CO2-uitstoot" (nr. P0100)

 

16.01  Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, je me permets de relayer une bonne idée du ministre de la Coopération au développement, qui relaie une bonne idée dont un de mes collègues, Maxime Prévot, vous avait fait part en commission, voilà quelques semaines, par le biais d'une question parlementaire. Elle concernait la possibilité de compenser la totalité des voyages des membres du gouvernement par le versement d'un certain montant dans un fonds qui permettrait d'investir dans des projets de coopération au développement.

 

Il est vrai que nous avons lu une réticence de votre part dans les journaux, dans les articles de "La Libre Belgique" et de "L'Écho". Cependant, aujourd'hui, il semblerait que le ministre de la Coopération au développement affine son propos et précise bien que "l'ensemble des projets qu'il vise sont des projets additionnels, que ce soit en matière de coopération au développement ou que ce soit en matière d'impact environnemental". En ce sens, à mon avis, il répond aux réticences que vous aviez émises en début de semaine.

 

Continuez-vous à affirmer vous engager à ce que l'ensemble des membres du gouvernement compensent leurs trajets?

 

Pensez-vous qu'il serait possible de mettre sur pied ce fonds de compensation permettant à la Belgique d'investir dans des pays dont elle est proche via la coopération au développement? Je pense au Congo et à la question de la "forestation" au profit de laquelle Bali permet d'investir via des projets de reforestation ou d'absence de déforestation. La Belgique aurait tout intérêt à se focaliser sur des projets dans lesquels elle peut apporter une valeur ajoutée de par sa connaissance du terrain et de par sa connaissance environnementale. Trouvez-vous l'idée intéressante, qu'elle mérite d'être amplifiée et qu'il conviendrait de trouver ces projets additionnels liant et environnement et coopération au développement?

 

L'idée d'ouvrir ce fonds à d'autres investisseurs que le gouvernement, comme des privés ou des entreprises, permettrait-elle de développer ce fonds et d'investir dans de tels projets? C'est l'idée que mon collègue Maxime Prévot avait également évoquée dans sa question pour dynamiser les deux volets, coopération au développement et environnement.

 

16.02  Paul Magnette, ministre: Monsieur le président, monsieur Wathelet, j'ai également été ravi, en lisant la presse, de constater que le ministre de la Coopération au développement se ralliait à cette idée. J'avais déposé le point sur la table du Conseil des ministres une dizaine de jours plus tôt et j'étais satisfait d'observer qu'un ministre de plus s'y ralliait. Plus on est nombreux à être convaincu qu'il faut compenser, mieux c'est.

 

Cela étant, ne perdons pas de vue que cette politique est essentiellement symbolique, mais la symbolique est importante en politique. En effet, les montants dégagés en compensant les vols des cabinets, peut-être aussi des administrations, ne seront pas des montants énormes. Il reste cependant important que le gouvernement montre l'exemple, voire qu'il essaie d'inciter d'autres à le suivre. Aujourd'hui, tout particulier a le droit et la liberté de décider de compenser ses émissions de CO2 en utilisant les mécanismes mis en place.

 

Néanmoins, j'ai émis certaines réticences, non pas que je désirais que cela restât dans le giron du SPF Santé publique et des services de l'administration liés à l'Environnement et au Climat.

 

Je suis parfaitement ouvert à ce que la compensation se fasse en étant le plus possible en phase avec les 18 pays qui sont au centre de la politique de coopération au développement de la Belgique. Je n'ai à cet égard absolument aucune réticence. Je tiens néanmoins à ce que le mécanisme reste aussi solide, aussi dur que lorsqu'il a été conçu. Il doit, petit à petit, être mis en place. Ce mécanisme ne doit évidemment pas être un mécanisme où chaque ministre pourrait décider sur base volontaire, puisque lors de sa réunion du 27 avril 2007, le Conseil des ministres avait décidé d'accepter le principe de la compensation. Il fallait encore en déterminer les modalités.

 

Décider que ce soit sur une base volontaire serait revenir en arrière et cela reviendrait à détricoter un acquis politique. En outre, il faut que ces réductions soient effectives et vérifiées et non pas simplement que l'on s'improvise compensateur. Il y a là toute une méthodologie et des critères qui ont été mis en place. Ils doivent être respectés. S'ils le sont par d'autres organes que ceux auxquels nous avons recours aujourd'hui, je n'ai à cet égard aucune objection. Néanmoins, la méthodologie, la vérification qu'il s'agit bien là de véritables mécanismes de compensation, est importante.

 

Enfin, il doit s'agir de compensations additionnelles. Il ne s'agit pas d'essayer d'atteindre les objectifs de 0,7% du PIB pour le budget de la Coopération au développement à travers cet instrument mais d'ajouter ceci à l'aide que la Belgique doit apporter à la coopération au développement.

 

Pour répondre à vos questions et vous rassurer puisque vous sembliez un peu inquiet sur l'état des relations au sein du gouvernement, j'en discute très sereinement avec le ministre de la Coopération au développement. Je l'avais encore au téléphone en arrivant au parlement et j'en ai discuté longuement avec lui ce matin. Nous cherchons à trouver une formule qui soit la meilleure pour l'ensemble du gouvernement en très bonne intelligence. En ce qui me concerne, pour autant que ces trois critères que j'ai énoncés soient respectés, je suis ouvert à toute forme de compromis.

 

16.03  Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour cette réponse tout à fait constructive. Je prends bonne note de votre position qui tend à dire que tout le monde doit participer au mécanisme et que cela ne doit pas se faire de manière volontaire. Comme vous, je pense qu'il faut étendre un maximum l'assiette et que l'ensemble du gouvernement doit s'engager à le faire.

 

Le fait d'étendre l'assiette revient à la proposition que Maxime Prévot avait évoquée en commission, c'est-à-dire à ouvrir ce type de compensation encadrée dans des projets qui respectent l'ensemble des obligations internationales. Je n'imaginerais pas que la Belgique se lance dans un mécanisme de compensations qui ne respecterait pas les contraintes, que nous connaissons bien, de l'ensemble des conventions internationales auxquelles nous sommes liées au niveau environnemental. Il faut ouvrir l'assiette et faire en sorte que les particuliers puissent utiliser ces fonds et y avoir recours. Pourquoi ne pas également le permettre aux entreprises? Certaines sont aujourd'hui sensibilisées par cette question-là. Profitons-en et ouvrons l'assiette!

 

Dans ce cadre-là, nous nous permettrons, monsieur le ministre, d'émettre un certain nombre de propositions. Il me semble que vous avez la même approche que nous dans ce domaine. En tout cas, je l'espère. Il faut véritablement se nourrir de toutes ces propositions pour mettre en place un mécanisme qui permet d'avoir la plus large assiette possible et d'allier le mieux possible coopération au développement et environnement pour l'ensemble de notre planète. Il y va de notre intérêt à tous!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Collega’s, mevrouw Onkelinx laat weten dat zij in de Senaat weerhouden is door een minidebat. Ofwel stellen wij de drie vragen van mevrouw Avontroodt, de heer Bultinck en mevrouw Van Daele uit naar het einde van de vergadering, ofwel verplaatsen wij alles naar volgende week.

 

On peut reporter toutes ces questions à la semaine prochaine, tout en gardant le nombre de questions par groupe. Je préfère pour ma part la dernière solution.

 

Als de drie intervenanten het daarmee eens kunnen zijn, hernemen wij die vragen volgende week.

 

16.04  Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik heb voor één keer geen probleem met uw voorstel, maar ministers moeten wel weten dat zij voor ons ter beschikking moeten zijn. We moeten misschien ook een beetje op onze strepen staan. Er is een verschil tussen de Kamer en de Senaat. Ik denk dat we af en toe moeten laten blijken dat de prioriteit hier ligt, dat de lamp hier brandt en dat de senatoren het dan maar zonder mevrouw Onkelinx moeten doen, of met iemand anders.

 

De voorzitter: Laten we het niet verheffen tot een groot debat. Ik denk dat de ministers hier bijna altijd aanwezig zijn. Het is de eerste keer dat ik dat hier hoor. Laten we een uitzondering dus niet verheffen tot een algemene regel of een algemeen verwijt.

 

U gaat ermee akkoord om dat volgende week prioritair te behandelen?

 

Daarmee sluiten we het vragenuurtje.

 

16.05  Bart Tommelein (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik begrijp dat de minister hier niet kan zijn, omdat zij weerhouden is in de Senaat? Is zij heel de middag weerhouden in de Senaat? Dit is toch het actuele vragenuurtje?

 

De voorzitter: De beslissing is genomen, mijnheer Tommelein. Wij komen daar niet meer op terug. De drie intervenanten waren het eens het punt naar volgende week te verschuiven. Wij houden niet twee keer hetzelfde debat, omdat u binnenkomt.

 

"Il faut garder ses principes pour les grandes occasions", Albert Camus.

 

17 Agenda

17 Agenda

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 13 februari 2008, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van vannamiddag het voorstel van resolutie van de dames Hilde Vautmans, Karine Lalieux, Nathalie Muylle en Maya Detiège en de heren François-Xavier de Donnea en Christian Brotcorne ter bestrijding van seksueel geweld tegen vrouwen in conflictgebieden (nrs 688/1 tot 4) in te schrijven.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 13 février 2008, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi la proposition de résolution de Mmes Hilde Vautmans, Karine Lalieux, Nathalie Muylle et Maya Detiège et MM. François-Xavier de Donnea et Christian Brotcorne visant à lutter contre les violences sexuelles à l'égard des femmes dans les zones de conflit (n°s 688/1 à 4).

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ik stel u eveneens voor het voorstel van besluit met betrekking tot de verlenging van de aanvullende kamers van de hoven van beroep op de agenda in te schrijven, overeenkomstig artikel 106bis van het Gerechtelijk Wetboek (nr. 813/1).

Je vous propose également d'inscrire à notre ordre du jour la proposition de décision concernant la prorogation des chambres supplémentaires des cours d'appel que nous devons prendre en application de l'article 106bis du Code judiciaire (n° 813/1).

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Mevrouw Clotilde Nyssens, rapporteur, zal mondeling verslag uitbrengen.

Mme Clotilde Nyssens, rapporteur, fera rapport oral.

 

Ontwerpen en voorstellen

Projets et propositions

 

18 Voorstel van resolutie ter bestrijding van seksueel geweld tegen vrouwen in conflictgebieden (688/1-5)

18 Proposition de résolution visant à lutter contre les violences sexuelles à l'égard des femmes dans les zones de conflit (688/1-5)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Hilde Vautmans, Karine Lalieux, Nathalie Muylle, Maya Detiège, François-Xavier de Donnea, Christian Brotcorne, Daniel Ducarme

 

Bespreking

Discussion

 

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (688/4)

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (688/4)

 

De bespreking is geopend.

La discussion est ouverte.

 

18.01  Jean-Luc Crucke, rapporteur: Monsieur le président, chers collègues, l'unanimité ayant fait défaut pour que la résolution de Mme Vautmans visant à lutter contre les violences sexuelles à l'égard des femmes dans les zones de conflits vous soit présentée en plénière, au lendemain de la commission du 30 janvier 2008, c'est aujourd'hui que ce rapport vous est soumis.

 

Mme Vautmans a tenu à insister sur la plus-value de la présente proposition de résolution au regard de celle déposée lors de la précédente législature.

1. Les femmes y sont présentées comme des acteurs du développement.

2. La centralisation de la lutte en faveur du droit des femmes par la création, au sein des Nations unies, d'une agence spécifique et spécialisée.

 

Évoquant le déboîtement de l'EUFOR au Tchad et en République centrafricaine, le collègue Flahaut rappela les missions spécifiques confiées aux troupes des Nations unies en la matière.

 

Mme Muylle tint à insister sur l'urgence d'une solution face aux situations critiques rencontrées par certaines femmes et la nécessité de relayer ce message dans toutes les assemblées parlementaires.

 

Bien qu'elle déplorât de ne pas avoir eu l'occasion de signer la résolution, Mme Boulet a introduit plusieurs amendements: un premier faisant référence à une résolution adoptée par le Parlement européen le 17 janvier 2008; un deuxième relatif au contexte culturel; un troisième quant à la promotion de la mise en place d'un système judiciaire; un quatrième concernant la promotion de l'autonomisation de la société civile.

 

Après des observations du ministre Charles Michel et des collègues Vautmans et Brotcorne, les amendements furent adoptés à l'exception du troisième. L'ensemble de la proposition de résolution sera, néanmoins, adoptée à l'unanimité.

 

18.02  Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, eerst en vooral wil ik de rapporteur danken voor zijn bondig, maar adequaat verslag. Ik wil ook heel graag alle mede-indieners bedanken voor hun steun aan dit voorstel van resolutie.

 

Collega’s, reeds tijdens de vorige legislatuur hebben wij een resolutie goedgekeurd betreffende het seksueel geweld in Congo. Wij vroegen toen aandacht voor de vaak seksuele agressie tegen vrouwen en meisjes. Met deze resolutie, die we straks hopelijk zullen goedkeuren, willen wij verder gaan. Wij willen aandacht vragen voor alle vrouwen die proberen te overleven in conflictgebieden. Ik zeg wel degelijk: proberen te overleven. Vaak is dat niet gemakkelijk.

 

Allereerst moeten zij afrekenen met het geweld tegen de strijdende partijen en bovendien zijn zij heel vaak het slachtoffer van seksueel geweld. In een eerste fase van een conflict is seksueel geweld heel vaak een ontsporing van de vijandelijkheden. Als je een dorp inneemt dan plunder je de huizen, steelt de geiten, pikt het bier en verkracht de vrouwen. Zo gaat het daar eigenlijk heel vaak.

 

Het is pas in de tweede fase van een conflict dat seksueel geweld echt een oorlogswapen wordt. Seksueel geweld wordt doelgericht ingezet om een gemeenschap op haar gevoeligste plek te treffen en haar totaal te ontwrichten. Vrouwen worden op een systematische en gruwelijke manier verkracht en vaak verminkt. De mannelijke familieleden worden gedwongen om toe te kijken, soms zelfs deel te nemen en nadien worden zij doodgeschoten.

 

Ik bezocht laatst met de minister van Ontwikkelingssamenwerking een tehuis voor weeskinderen in Goma. Vaak waren het geen weeskinderen. Het waren kinderen die daar waren achtergelaten omdat ze ontstaan zijn na een verkrachting, uit geweld, maar niet uit liefde. Die kinderen verblijven daar in moeilijke omstandigheden en vaak zonder hoop op een goede toekomst.

 

Collega’s, de systematiek die achter die verkrachtingen zit, doet heel vaak denken – ik ga een zwaar woord gebruiken omdat ik het echt wel meen – aan een genocide. Het is een systematische, gruwelijke marteling die zonder reden of mededogen wordt uitgevoerd. Ronduit beestachtig.

 

Het meest verontrustende is de derde fase van het conflict. Wanneer een conflict zijn einde nadert, ziet men dat verkrachting als oorlogswapen niet vermindert, maar systematisch doorgaat. Seks wordt iets wat je neemt als je het nodig hebt en vrouwen worden wegwerpproducten.

 

Het gaat niet alleen over Afrika. In Bosnië-Herzegovina werden tussen 1991 en 1995 naar schatting 40.000 vrouwen systematisch verkracht. Internationale waarnemers zijn het erover eens dat de seksuele geweldpleging op vrouwen in conflictgebieden elk jaar toeneemt.

 

Daarom willen wij met deze resolutie het belang van de VN-resolutie nr. 1325 benadrukken. Deze resolutie, die op 31 oktober 2000 werd aangenomen, is een mijlpaal in de erkenning van de rol van vrouwen in conflictgebieden, als slachtoffers, maar ook als actoren bij de consolidatie van de vrede.

 

Het u allen welbekende charter - en dan vooral bij de hier aanwezige vrouwen - "Vrouwenkracht is vredesmacht" speelt hier een belangrijke rol.

 

Met deze resolutie willen wij vooral acties vragen op het niveau van de Verenigde Naties. Er is immers nood aan een globale aanpak die zowel de strijd tegen de straffeloosheid opvoert, het gedrag en de mentaliteit van het leger en de milities aanpakt, als de versterking van de plaats van de vrouwen in de samenleving beoogt.

 

Met onze resolutie vragen wij de Belgische regering te ijveren voor een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in conflictpreventie en vragen wij garanties ter preventie van seksueel geweld bij alle acties van de Verenigde Naties. Wij vragen ook, heel belangrijk, garanties dat de VN-troepen die worden uitgestuurd, mechanismen inbouwen waarbij geweld door hun eigen militairen wordt uitgesloten en wij vragen om een specifiek orgaan bij de VN op te richten om dit alles te monitoren en te stroomlijnen.

 

Tot slot vragen wij onze regering om in ons land een rondetafel te organiseren over seksueel geweld.

 

Collega's, ik vraag u allen, mannen en vrouwen, met aandrang om deze resolutie vandaag goed te keuren. Ik denk dat wij vanuit ons land een heel sterk signaal moeten geven dat wij de strijd tegen seksueel geweld en tegen verkrachting als oorlogswapen, ernstig nemen en hoog op de politieke agenda willen krijgen en houden.

 

18.03  Maya Detiège (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, de dag dat de voorliggende resolutie aan bod komt, is een heel mooie dag. Het is Valentijnsdag, de dag van de liefde en de vriendschap. In dat verband weet ik bijvoorbeeld dat Bruno Tobback, die momenteel niet aanwezig is, gisteren bij de vrouwen was gaan eten. Er lagen hartjes op tafel en hij werd heel warm onthaald. Peter Vanvelthoven deelde vanochtend appels uit. Ik vroeg hem of de vrouwen enthousiast waren. Hij zei “ja” en voegde eraan toe dat het geweldig was. Hij werd door de vrouwen in de armen gesloten. Hij zei, toen hij de appels overhandigde, dat het een pomme d’amour was.

 

Een tijdje geleden was ik in Congo, waar een politicus, Luberwa, in een zaal zei: “Les femmes, c’est l’amour.” Hij zei dat op een internationale vrouwendag. De reacties van de vrouwen waren net iets anders. Wanneer een man in België een dergelijke uitspraak doet, zijn de vrouwen content. Het hangt er wel vanaf wie het zegt, maar toch. Echter, indien een man, zeker een politieke leider, in Congo zoiets zegt, wordt hij bijna gelyncht. Dat was ook het geval. Er was een ongelooflijke turbulentie in de zaal. Er waren vrouwen met afgehakte handen die met hun armen zwaaiden. Ik vroeg mij af wat er gaande was.

 

Ik leerde uit het voorval – ik heb een aantal missies meegemaakt, onder andere met 11.11.11 – dat vrouwen er worden mishandeld. Seks wordt gebruikt om de vrouwen te onderdrukken. Bijvoorbeeld, wij hebben er toneelstukken bijgewoond, die door Unicef werden georganiseerd en waarin aan jonge meisjes en ook aan de leraar zelf wordt geleerd dat het niet kan dat zij, indien zij slechte punten hebben, met de leraar naar bed gaan. Dat zijn nochtans gebruiken die in Congo gebeuren.

 

Iedereen weet dat in tijden van oorlog en geweld ook dergelijke praktijken gebeuren. Ik ben heel blij met de resolutie. Een punt dat mij na aan het hart ligt, is het punt van de VN-blauwhelmen. Iedereen die met internationale politiek bezig is, weet dat het imago van de blauwhelmen niet echt goed is. U moet daarvoor maar eens met de vrouwen zelf praten.

 

Ik was bijvoorbeeld op een markt in Kisangani en vroeg er rechtstreeks aan vrouwen of dergelijke praktijken echt gebeuren. Zij bevestigden dat, alsook het feit dat de vrouwen er worden verkracht en dat zij bang zijn.

 

Wij moeten daar dan ook iets aan doen. Wij hebben het geluk dat België momenteel in de VN-Veiligheidsraad een belangrijke rol kan spelen. Wij moeten dat dan ook doen. Daarin schuilt het belang van de hoorzitting die door Hilde Vautmans, Nathalie Muylle en mijzelf – dus door alle ondertekenaars van het voorstel – wordt gevraagd. Op die manier kunnen wij in het Parlement het dossier goed voorbereiden. Op die manier kunnen wij, ook aan de VN en aan andere, meewerkende landen, vragen om te reageren op het gedrag van een aantal mensen, van de rebellen, van de VN-blauwhelmen en van de mensen van het officiële leger. Er moet immers iets gebeuren.

 

Ik ben dus heel blij dat wij van het voorgaande werk kunnen maken.

 

18.04  Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, chers collègues, il est bon d'avoir une proposition à l'ordre du jour; en effet, nous sommes un peu en mal de propositions, de vrais sujets, de projets. Il est bien que cette première proposition concerne un sujet aussi grave et que, malgré ce que nous pouvons dire entre nous, nous parvenions, heureusement, à nous mettre d'accord sur ce type de problématique. Il y a donc encore de l'espoir!

 

Comme Mme Vautmans l'a rappelé, l'instabilité politique et les conflits armés, malheureusement toujours plus nombreux, entraînent toutes formes de violences et facilitent la perpétration de crimes contre l'humanité, de crimes de guerre, de massacres et surtout de viols et de violences sexuelles à l'égard des femmes.

 

Quand on s'attaque aux femmes, c'est toute la communauté qui est atteinte. Ces violences déshumanisent totalement la femme; une femme violée devient une chose, ce n'est plus une personne. De plus, elles ont des conséquences non seulement à court terme, comme des conséquences physiques et psychologiques énormes, mais aussi à long terme. On pense aux centaines de réfugiés qui fuient les villages, qui sont expulsés de leurs villages par les hommes, mais aussi à la transmission de maladies sexuelles, au sida. On pense également aux centaines d'enfants qui sont nés à la suite de ces viols, qui sont complètement rejetés et qui gonflent les meutes d'enfants de rues dans les grandes villes, totalement abandonnés à leur sort. Ils entrent alors eux-mêmes dans la violence de la rue, deviennent enfants soldats ou victimes de la prostitution. Un tel processus met à mal toute une société. Ce sujet n'est pas encore suffisamment pris à bras-le-corps par la communauté internationale et peut-être aussi par la Belgique, au niveau des Affaires étrangères et de la Coopération au développement.

 

Mme Vautmans a relevé tout ce que nous demandons. Je voudrais insister sur une priorité en particulier, celle de ne pas accepter l'impunité. Dans de trop nombreux pays aujourd'hui, lorsqu'on négocie la paix, les femmes ne sont pas représentées et on oublie ces crimes commis contre elles. Justice n'est donc pas faite. Il ne peut y avoir de réconciliation dans un pays si la justice n'est pas faite et si les mots ne sont pas mis sur les choses et sur ces crimes. C'est pourquoi nous demandons qu'il y ait justice et qu'il n'y ait plus d'impunité.

 

Cette résolution parle clairement de ces violences sexuelles à l'égard des femmes. C'est la raison pour laquelle je pense qu'une grande majorité d'entre nous la votera. Il est positif que nous la votions en tout début de législature.

 

18.05  Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, chers collègues, je ne serai pas longue.

 

Je souhaiterais d'abord remercier Mme Vautmans qui a été à l'initiative de cette proposition de résolution.

 

Ensuite, je voudrais rappeler toute l'importance que nous accordons à la lutte contre la violence sous toutes ses formes, en l'occurrence ici la lutte contre les violences sexuelles à l'égard des femmes dans les zones de conflit.

 

La violence à l'égard des femmes est considérée comme une violation très grave des droits de l'homme en raison du nombre élevé de droits qui sont en même temps violés, ainsi que le rappellent les Nations unies. L'instabilité et les conflits armés entraînent une augmentation de toutes les formes de violence et facilitent la perpétration de crimes contre l'humanité, de crimes de guerre, de massacres, de viols et d'autres formes de violences sexuelles. Pendant les conflits, la violence à l'égard des femmes est souvent utilisée comme une arme de guerre pour déshumaniser les femmes ou pour porter atteinte à la communauté à laquelle elles appartiennent.

 

La présente proposition de résolution s'appuie sur la résolution 1325/2000 du Conseil de sécurité des Nations unies mais elle se réfère aussi au rapport sur la République démocratique du Congo remis en septembre 2007 au Conseil de sécurité des Nations unies par le sous-secrétaire général des Nations unies, aux termes duquel il est précisé entre autres que la brutalité des violences sexuelles constitue une caractéristique spécifique et atroce du conflit en RDC et qui plaide ainsi en faveur d'une augmentation de la capacité de lutte contre ce type de violences sexuelles au sein des Nations unies.

 

La proposition se réfère également aux différents rapports d'Amnesty International relatifs aux violences perpétrées contre les femmes dans les situations de conflit, dont il ressort que les femmes constituent la majeure partie des victimes civiles au cours des conflits, que les violences perpétrées contre les femmes sont souvent utilisées comme armes de guerre, que les femmes sont fréquemment recrutées par des groupes armés qui souvent les exploitent sexuellement, que les femmes et les enfants sont généralement contraints de prendre la fuite et constituent alors, dans leur nouvel environnement, un groupe fragilisé et exposé à un risque accru de violence et enfin, qu'après les conflits, les femmes sont souvent victimes de violences conjugales en raison de la présence d'armes et d'une atmosphère de violence généralisée.

 

Aussi, nous demandons, par le vote de cette proposition dont c'est tout le sens et dont Mme Vautmans vient de nous rappeler le contenu, que le gouvernement mette tout en œuvre, notamment au sein du Conseil de sécurité des Nations unies pour lutter contre les violences sexuelles à l'égard des femmes dans les zones de conflit.

 

18.06  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le ministre, ayant participé à ce récent voyage au Congo, tout comme Mme Vautmans, je voudrais apporter mon témoignage sur la situation bouleversante des femmes de ce pays. Mais, auparavant, je tiens à dire qu'il aurait été intéressant qu'un homme prenne la parole à cette tribune aujourd'hui pour défendre ces femmes.

 

À l'occasion de ce voyage, nous avons pu constater, en particulier dans l'est du Congo, que le viol, la violence sexuelle étaient devenues une arme de guerre systématique, une arme de destruction de la société rurale de cette région.

 

Après avoir été violentées, les femmes sont chassées par leur famille et se retrouvent seules ou avec leurs enfants en bas-âge sans aucun moyen de subsistance et complètement traumatisées physiquement et psychologiquement.

 

J'interviens ici bien évidemment pour vous demander d'appuyer le vote de cette résolution, mais aussi pour vous dire que ce vote ne suffit pas. En effet, nous devrons – et je m'adresse ici en particulier à M. Charles Michel qui est compétent en matière de coopération de développement – continuer à soutenir ces femmes non seulement par le biais des soins de santé et en les aidant à se réinsérer dans la société, mais aussi en apportant notre soutien à la mise en place d'un système judiciaire pour que les auteurs de tels actes ne soient pas impunis. Ne nous arrêtons pas à cette résolution!

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De bespreking is gesloten.

La discussion est close.

 

Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

 

De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

 

19 Voorstel van besluit met betrekking tot de verlenging van de aanvullende kamers van de hoven van beroep, te nemen met toepassing van artikel 106bis, §1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek (813/1)

19 Proposition de décision concernant la prorogation des chambres supplémentaires des cours d'appel à prendre en application de l'article 106bis, §1er, alinéa 1er du Code judiciaire (813/1)

 

Bespreking

Discussion

 

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (813/1)

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (813/1)

 

De bespreking is geopend.

La discussion est ouverte.

 

19.01  Clotilde Nyssens, rapporteur: Monsieur le président, au cours d'une réunion commune et en présence du ministre de la Justice, les commissions de la Justice de la Chambre et du Sénat se sont réunies pour discuter de la prorogation de la durée de fonctionnement des chambres supplémentaires des cours d'appel. D'emblée, le ministre a exprimé ses sentiments mitigés sur le fait de proroger ou non ces chambres supplémentaires qui ont pour but de résorber l'arriéré judiciaire dans chaque ressort des cours d'appel.

 

Il se fait que c'est par une loi de 1997 qui était prévue comme temporaire que les cours d'appel ont reçu des moyens complémentaires, c'est-à-dire des juges venus assister les magistrats professionnels, pour tenter de résorber l'arriéré. Cela fait pas mal de temps que le Parlement renouvelle ces chambres supplémentaires. Le ministre, après y avoir bien réfléchi, demande de proroger encore pour deux ans ce système. Cette prolongation est étudiée sur la base d'un rapport de chaque cour d'appel, rapport chiffré sur l'état de l'arriéré judiciaire dans chaque ressort.

 

Il se fait qu'à la lecture de ces rapports, on constate que certaines cours d'appel souhaitent le renouvellement de la mesure et d'autres ne le souhaitent pas. Il y a de l'arriéré judiciaire dans certaines cours d'appel, pas dans d'autres. Les situations sont très inégales. Certaines cours d'appel ont présenté des rapports volumineux, complets et intéressants, d'autres ont présenté des rapports succincts, de quelques lignes, de quelques pages. Les rapports, comme les situations, sont très inégaux.

 

Le ministre nous propose de renouveler cette mesure pour deux nouvelles années étant donné que certaines cours connaissent encore un arriéré important et que la notion d'arriéré au sens où l'entend le Code judiciaire est encore présent dans toutes les cours d'appel, même si certains présidents considèrent qu'il n'y a plus d'arriéré au sens commun du terme.

 

Il y aurait autant d'arguments contre la prolongation de cette mesure que d'arguments en sa faveur. Étant donné que le gouvernement est provisoire, que l'arriéré reste lourd dans certaines cours et que cet outil est intéressant et contribue à la résorption de l'arriéré, le ministre nous propose de reconduire cette mesure pour deux ans encore, tout en ne niant pas les difficultés.

 

Il est difficile de trouver des conseillers venant aider les magistrats professionnels pour veiller à cet arriéré; il est difficile de motiver ces personnes venant travailler quasi bénévolement pour secourir les magistrats professionnels et il est difficile d'organiser des chambres complémentaires. Voilà pour la partie négative. En positif, relevons que ces magistrats venant aider les magistrats professionnels jouissent d'une expérience et d'une expertise encore bien utiles.

 

Bien entendu, en commission, s'est engagée une discussion sur les mesures structurelles à prendre pour résorber l'arriéré dans les ressorts de cours d'appel, là où subsiste un arriéré. Le ministre de nous expliquer alors ses projets. Son idée principale est, à très court terme, de trouver un outil, une mesure de la charge de travail par cour d'appel, par ressort, par magistrat pour évaluer plus avant le volume de l'arriéré.

 

Le ministre s'y attelle. En effet, sur la base d'études confiées à des universités – Louvain et Liège –, nous disposerons d'ici peu d'un outil de la charge de travail par cour d'appel. En outre, le ministre a l'intention de confier à un organe au sein de chaque cour d'appel, à des magistrats, la gestion de cette mesure de la charge de travail.

 

Voilà le résumé des propos du ministre.

 

En commission, chacun s'est positionné. Les uns de trouver évident qu'il convenait de prolonger encore cette mesure exceptionnelle, même si elle était prévue à titre temporaire; d'autres d'estimer que certaines cours d'appel ne "méritaient" plus de disposer de cet outil vu qu'elles avaient fourni des rapports trop peu volumineux, et même insuffisants, pour le dire de façon plus directe. Et d'autres cours d'appel disaient elles-mêmes n'avoir plus d'arriéré et donc plus besoin de cet outil.

 

S'est alors engagée une discussion pour savoir si l'on pouvait encore prolonger une mesure pour aider les cours d'appel qui n'avaient plus besoin de cet outil. Finalement, la commission s'est prononcée par neuf voix pour et trois abstentions en faveur du prolongement de cet outil pour résorber l'arriéré judiciaire dans les cours d'appel.

 

Chers collègues, voilà le résumé de la discussion. Cette mesure restera valable deux ans. D'ici là, je crois que l'outil ne sera plus utilisé.

 

19.02  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik dank mevrouw Nyssens voor haar objectief en heel uitgebreid verslag van de werkzaamheden in de gezamenlijke commissie van Kamer en Senaat.

 

De strijd tegen de gerechtelijke achterstand is een heel belangrijk punt, ook voor de regering en voor de interim-regering. Die achterstand, onder andere in de hoven van beroep, was en is ernstig. De strijd om de gerechtelijke achterstand weg te werken, zullen we nog een tijdje moeten voeren.

 

Het voorstel dat vandaag voorligt, is één maatregel om die te verhelpen; het is niet dé maatregel die het probleem zal oplossen, maar wel een van de maatregelen die genomen zullen moeten worden.

 

Vandaag moeten we, met de maatregel die we nemen, wel een aantal spelregels volgen. Die spelregels zijn ook vastgelegd in het Gerechtelijk Wetboek. Mevrouw Nyssens heeft er al naar verwezen. De verschillende hoven van beroep hebben een werkingsverslag ingediend. Enfin, dat was de bedoeling; dat moeten zij doen. Mevrouw Nyssens heeft het al gezegd: een aantal hoven heeft dat goed gedaan, met uitgebreide tabellen om aan te tonen hoe zij de aanvullende kamers hebben gebruikt, hoe zij de werklast hebben verminderd, hoe zij de achterstand hebben teruggebracht, met concreet cijfermateriaal.

 

Andere zijn in gebreke gebleven. Mevrouw Nyssens sprak van een summier rapport. Welnu, het was zeer summier, soms een briefje gewoon.

 

Dat is nu net het probleem. De wet is heel duidelijk: er moet een werkingsverslag zijn. Twee hoven van beroep vonden het echter niet de moeite om een werkingsverslag in te dienen.

 

Ik denk dat wij, als leden van de Kamer die nu moeten beslissen over de verlenging van die maatregel, dat niet kunnen aanvaarden. Om die reden, collega's, hebben wij ons onthouden bij de stemming in de commissievergadering en zullen wij ons ook nu onthouden om een duidelijk signaal te geven. Dat signaal houdt in dat, wanneer wij een dergelijke beslissing nemen in zo'n belangrijke materie, wij een correct en volledig dossier moeten krijgen. Dat dossier moet niet van de wetgevende of de uitvoerende macht komen, maar van de voorzitters van de hoven van beroep.

 

Collega's, mijnheer de minister, begrijp ons niet verkeerd: wij steunen alle maatregelen om de gerechtelijke achterstand aan te pakken. Ik denk dat we heel wat dossiers kunnen behandelen. Er is reeds verwezen naar de werklastmeting, wat zeker een belangrijk dossier is om aan te werken.

 

Maar denken we ook aan de recente wetgeving die in de vorige legislatuur werd goedgekeurd om de gerechtelijke achterstand weg te werken, die net als gevolg heeft dat de gerechtelijke achterstand in de praktijk aan het verruimen is. Ik denk dat we ook dringend die maatregelen moeten evalueren om na te gaan hoe we dat op de meest efficiënte manier kunnen aanpakken.

 

Structurele maatregelen zijn dus noodzakelijk en daarvoor kunt u voor 100% op ons rekenen.

 

Een half dossier zoals hetgeen hier vandaag voorligt, is echter onaanvaardbaar en een kaakslag voor de Kamer, die hierover vandaag moet beslissen. Dat is de reden voor onze onthouding.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De bespreking is gesloten.

La discussion est close.

 

Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

 

De stemming over het voorstel van besluit zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition de décision aura lieu ultérieurement.

 

20 Rekenhof – Benoeming van een griffier (F)

20 Cour des comptes – Nomination d'un greffier (F)

 

Overeenkomstig artikel 1 van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof dient de Kamer van volksvertegenwoordigers een griffier in de Franstalige Kamer te benoemen.

Conformément à l'article 1er de la loi du 29 octobre 1846 portant organisation de la Cour des comptes, la Chambre des représentants doit nommer un greffier au sein de la Chambre française.

 

De vacature werd aangekondigd in plenaire vergadering van 20 december 2007 en op 9 januari 2008 werd een bericht in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De kandidaturen moesten uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van de oproep tot kandidaten per aangetekend schrijven ingediend worden bij de voorzitter van de Kamer.

La vacance a été annoncée en séance plénière le 20 décembre 2007 et le 9 janvier 2008 un avis a été publié au Moniteur belge. Les candidatures devaient parvenir par lettre recommandée au président de la Chambre au plus tard le 21ème jour après la publication de l'appel aux candidats.

 

De volgende kandidaturen werden ingediend:

- de heer Alain Bolly, eerste auditeur bij het Rekenhof;

- de heer Patrick Delaunois, inspecteur van Financiën;

- de heer Frédéric Foubert, attaché aan de Koninklijke Bibliotheek en praktijkassistent aan de ULB;

- mevrouw Fabienne Görller, eerste auditeur bij het Rekenhof, momenteel adjunct-kabinetschef belast met de begroting en het kabinetssecretariaat van de minister voor Gezondheid en Jeugd van de Franse Gemeenschap;

- de heer Olivier Mazy, kabinetsmedewerker bij de beleidscel van de vice-eerste minister en minister van Financiën;

- de heer Xavier Simon, adjunct-kabinetsdirecteur van de minister van Begroting van de Franse Gemeenschap.

 

Les candidatures suivantes ont été introduites:

- M. Alain Bolly, premier auditeur à la Cour des comptes;

- M. Patrick Delaunois, inspecteur des Finances;

- M. Frédéric Foubert, attaché à la Bibliothèque royale et assistant chargé d'exercices à l'ULB;

- Mme Fabienne Görller, première auditrice à la Cour des comptes, actuellement directrice de cabinet adjointe en charge du budget et du secrétariat du cabinet de la ministre de la Santé, de l'Enfance et de l'Aide à la Jeunesse de la Communauté française;

- M. Olivier Mazy, collaborateur de cabinet auprès de la cellule de politique générale du vice-premier ministre et ministre des Finances;

- M. Xavier Simon, directeur de cabinet adjoint du ministre du Budget de la Communauté française.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 19 december 2007 zullen de kandidaten in de subcommissie "Rekenhof" worden gehoord.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 19 décembre 2007, les candidats seront entendus en sous-commission "Cour des comptes".

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 13 februari 2008 zullen de cv's van de kandidaten aan de politieke fracties bezorgd worden. De voorzitter van de subcommissie zal verslag uitbrengen aan de Conferentie van voorzitters.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 13 février 2008, le cv des candidats sera transmis aux groupes politiques. Le président de la sous-commission fera rapport à la Conférence des présidents.

 

Daarna zal de Conferentie van voorzitters een datum voorstellen voor de geheime stemming in plenum.

Ensuite la Conférence des présidents proposera la date de la séance plénière où il sera procédé au scrutin secret.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

21 Inoverwegingneming van voorstellen

21 Prise en considération de propositions

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als zijnde aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ik stel u ook voor in overweging te nemen:

- het wetsvoorstel van de dames Katrien Partyka, Mia De Schamphelaere en Liesbeth Van der Auwera en de heer Stefaan Vercamer tot wijziging van de wetgeving inzake consumenten- en hypothecair krediet voor wat betreft de reclame, nr. 793/1.

Verzonden naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw;

- het wetsvoorstel van de heren Alain Mathot, Guy Coëme, Peter Vanvelthoven, Dirk Van der Maelen en Yvan Mayeur tot invoeging van een bepaling ter voorkoming van misbruik van de notionele-interestaftrekregeling, nr. 792/1.

Verzonden naar de commissie voor de Financiën en de Begroting;

- het wetsvoorstel van mevrouw Katrien Schryvers en de heer Raf Terwingen tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat betreft de procedure inzake bepaalde huurgeschillen, nr. 815/1.

- het wetsvoorstel van mevrouw Mia De Schamphelaere, de heer Roel Deseyn, mevrouw Leen Dierick, de heer Luc Goutry, mevrouw Lieve Van Daele en de heren Stefaan Vercamer en Mark Verhaegen tot wijziging van het Strafwetboek voor wat betreft het draagmoederschap, nr. 822/1.

Verzonden naar de commissie voor de Justitie.

 

Je vous propose également de prendre en considération:

- la proposition de loi de Mmes Katrien Partyka, Mia De Schamphelaere et Liesbeth Van der Auwera et M. Stefaan Vercamer modifiant la législation sur le crédit à la consommation et le crédit hypothécaire en ce qui concerne la publicité, n° 793/1.

Renvoi à la commission de l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture;

- la proposition de loi de MM. Alain Mathot, Guy Coëme, Peter Vanvelthoven, Dirk Van der Maelen et Yvan Mayeur visant à introduire une disposition anti-abus dans le mécanisme des intérêts notionnels, n° 792/1.

Renvoi à la commission des Finances et du Budget;

- la proposition de loi de Mme Katrien Schryvers et M. Raf Terwingen modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la procédure relative à certains litiges en matière de louage, n° 815/1.

- la proposition de loi de Mme Mia De Schamphelaere, M. Roel Deseyn, Mme Leen Dierick, M. Luc Goutry, Mme Lieve Van Daele et MM. Stefaan Vercamer et Mark Verhaegen modifiant le Code pénal en ce qui concerne la maternité de substitution, n° 822/1.

Renvoi à la commission de la Justice.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

22 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Koen Bultinck over "het aanvullend pensioen voor contractuele ambtenaren" (nr. 19)

22 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Koen Bultinck sur "la pension complémentaire des agents contractuels" (n° 19)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Sociale Zaken van 29 januari 2008.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Affaires sociales du 29 janvier 2008.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 019/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Koen Bultinck en Guy D’haeseleer;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Josée Lejeune, Camille Dieu en Maggie De Block.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 019/1):

- une motion de recommandation a été déposée par MM. Koen Bultinck et Guy D’haeseleer;

- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Josée Lejeune, Camille Dieu et Maggie De Block.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

86

Oui

Nee

46

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

132

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

22.01  Camille Dieu (PS): Monsieur le président, j'ai voulu voter oui.

 

(Mme Burgeon fait signe qu’elle a voulu voter avec son groupe)

 

23 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Filip De Man over "de politieschool van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" (nr. 18)

23 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Filip De Man sur "l'école de police de la région de Bruxelles-Capitale" (n° 18)

 

De voorzitter: Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 29 januari 2008.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique du 29 janvier 2008.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 018/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Filip De Man;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Hilde Vautmans en de heer Michel Doomst.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 018/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Filip De Man;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Hilde Vautmans et M. Michel Doomst.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

85

Oui

Nee

46

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

131

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

De heren Verherstraeten en Stefaan De Clerck doen teken dat zij met hun fractie wensten mee te stemmen.

 

24 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Linda Vissers over "het voorstel om knelpuntberoepen open te stellen voor illegalen" (nr. 21)

24 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Linda Vissers sur "la proposition d'ouvrir aux illégaux les professions confrontées à une pénurie de main-d'oeuvre" (n° 21)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 29 januari 2008.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique du 29 janvier 2008.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 021/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Linda Vissers;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Hilde Vautmans en de heer André Frédéric.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 021/1):

- une motion de recommandation a été déposée par Mme Linda Vissers;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Hilde Vautmans et M. André Frédéric.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

24.01  Linda Vissers (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, minister Dewael bevestigde in commissie dat hij in de komende wegen overleg zal plegen met zijn collega-ministers van Werk, de heer Marcourt, de heer Cerexhe, de heer Vandenbroucke en de heer Piette. Concreet zal de minister polsen welke knelpuntberoepen kunnen worden opengesteld voor vreemde arbeidskrachten. Het voorstel zou zijn dat men voor vacatures die niet opgevuld raken, eenmalig en voor een korte periode een beroep kan doen op buitenlanders en op hen die al enkele jaren in ons land verblijven. Zij zouden een tijdelijke arbeids- en verblijfsvergunning krijgen.

 

Er werd gesproken over een opmerkelijk initiatief, zeker binnen de huidige interim-regering. Het summiere regeerakkoord van Verhofstadt III bepaalt immers niets over de migratieproblematiek. De kwestie van de regularisatie van sans-papiers is trouwens een heel gevoelig thema binnen de meerderheid. In het regeerakkoord is er enkel sprake van het beter op elkaar afstemmen van het arbeidsaanbod en de vraag naar werk.

 

Op de vraag of er al dan niet overleg was geweest met de collega’s van de interim-regering, werd door de minister niet geantwoord. Wat dacht coalitiepartner PS over de actie van minister Dewael? Ook hierop bleef hij het antwoord verschuldigd.

 

Onze fractie stelt vast dat de PS, voordat ze in de regering zat, felle kritiek had op dit voorstel. Herinner u de persberichten van oktober 2007. Niettegenstaande de felle tegenkantingen van de PS, werd de eenvoudige motie toch mee ondertekend door onze PS-commissievoorzitter.

 

Illegalen bevinden zich, in strijd met onze migratiewetgeving, op Belgisch grondgebied. Wanneer men illegalen nu zou toestaan om in het reguliere arbeidscircuit te werken, dan beloont men niet alleen de overtredingen van onze nationaliteitswetgeving, maar moedigt men deze overtredingen zelfs aan.

 

Het zou een signaal zijn dat ervoor kan zorgen dat Vlaanderen aantrekkelijk wordt voor illegalen om hier te verblijven. Dit kan een toevloed van illegalen tot gevolg hebben. Bovendien gaat men op deze manier illegale vreemdelingen een officieel statuut geven, wat eigenlijk neerkomt op een sluipende regularisatie van vreemdelingen in ons land.

 

Het feit dat zij hier mogen werken, impliceert dat zij hier mogen verblijven. Althans dat hun verblijf wordt gedoogd. Door illegalen op te nemen in de knelpuntberoepen dreigen de huidige langdurige werklozen en werkloze jongeren uit de boot te vallen. Het Vlaams Belang is dan ook van mening dat de prioriteit moet gaan naar het bijscholen van langdurige werklozen en werkloze jongeren in de richting van de knelpuntberoepen.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

89

Oui

Nee

46

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

135

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

De heer Kindermans doet teken dat hij met zijn fractie wenste mee te stemmen.

 

25 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Bruno Stevenheydens over "de Liefkenshoekspoortunnel" (nr. 13)

25 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Bruno Stevenheydens sur "le tunnel ferroviaire du Liefkenshoek" (n° 13)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven van 30 januari 2008.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques du 30 janvier 2008.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 013/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bruno Stevenheydens;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Jef Van den Bergh, Josy Arens, François Bellot en Ludo Van Campenhout.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 013/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Bruno Stevenheydens;

- une motion pure et simple a été déposée par MM. Jef Van den Bergh, Josy Arens, François Bellot et Ludo Van Campenhout.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

25.01  Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, collega's, daarstraks in het vragenuur hebben wij het over de inzet van de ecocombi's gehad. Ik heb toen gezegd dat de overheid in de noodzakelijke infrastructuurwerken moet voorzien om het transport via het water en het spoor te stimuleren en bevorderen. Mobiliteit en de impact van het fileleed is een zeer belangrijke materie. Het is onbegrijpelijk dat de bevoegde federale minister de aanleg van een Liefkenshoekspoortunnel eind jaren '80 niet aan de Liefkenshoekautotunnel heeft gekoppeld. Nochtans werd daarop zowel vanuit Antwerpen als het Waasland aangedrongen. De autotunnel werd reeds in 1991 geopend. Als er men er onmiddellijk een spoortunnel naast had gelegd, dan had men het aantal files de voorbije jaren kunnen verminderen. Elke dag dat wij op deze noodzakelijke spoorinfrastructuur moeten wachten, is er een te veel.

 

Enkele jaren geleden werd de principiële beslissing tot de aanleg van een spoortunnel genomen, maar we worden telkens met uitstel geconfronteerd. De PPS-transactie heeft vertraging opgelopen omdat men voorrang aan andere dossiers heeft gegeven. Ik vermoed dat men bij Infrabel de hoogdringendheid van dit project niet juist inschat. Ondanks de toewijding van de huidige minister wil ik er met deze motie op aandringen dat alle mogelijke hinderpalen zo snel mogelijk worden weggenomen en wij niet met nieuwe vertragingen in dit dossier worden geconfronteerd.

 

Collega's, ik wil u vragen om de eenvoudige motie weg te stemmen en onze motie goed te keuren.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

89

Oui

Nee

46

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

135

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

26 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Hagen Goyvaerts over "de recente ontwikkelingen in het kader van het Belgisch-Frans dubbelbelastingverdrag" (nr. 15)

26 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Hagen Goyvaerts sur "les développements intervenus récemment dans le cadre de la convention franco-belge préventive de la double imposition" (n° 15)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Financiën en de Begroting van 30 januari 2008.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Finances et du Budget du 30 janvier 2008.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 015/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Barbara Pas en de heer Hagen Goyvaerts;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Josée Lejeune en de heren Luk Van Biesen en Jean-Luc Crucke.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 015/1):

- une motion de recommandation a été déposée par Mme Barbara Pas et M. Hagen Goyvaerts;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Josée Lejeune et MM. Luk Van Biesen et Jean-Luc Crucke.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

26.01  Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik ben de derde in rij en ik zal het nog iets korter houden dan mijn voorgangers. Het betreft een belangrijk dossier, het dubbelbelastingverdrag tussen België en Frankrijk, dat overduidelijk aantoont dat men in deze federale staat in de onmogelijkheid is komen te verkeren om nog een degelijk tewerkstellingsbeleid te voeren. In Vlaanderen, zeker in de regio Zuid-West-Vlaanderen, heeft men momenteel een historisch lage werkloosheid. Meer specifiek heeft men daar een oorlog om talent terwijl men enkele kilometers verder, in de provincie Henegouwen, met een torenhoge werkloosheid zit. In dat PS-bastion slaagt men er maar niet in om de werklozen uit hun hangmat te halen.

 

Met het dubbelbelastingverdrag zoals het nu voorligt, collega’s, stuikt de West-Vlaamse economie begin volgend jaar, in 2009, waarschijnlijk in elkaar en dreigt er ook een delokalisatie van Vlaamse bedrijven naar andere regio’s in het buitenland. Wij kunnen dat niet aanvaarden. Daarom vraagt het Vlaams Belang via de motie van aanbeveling om de overgangsmaatregelen die nu bestaan te verruimen. De termijn tot 2010 voldoet immers niet aan de verzuchtingen en de werkelijke behoeften van ondernemend Vlaanderen in het algemeen en de West-Vlaamse regio in het bijzonder. Gelet op het feit dat ook CD&V de eenvoudige motie niet mee getekend heeft, rekenen wij in dit dossier op hun steun. Ik zou zeggen dat een beetje liefde voor werk in eigen streek op een dag als vandaag niet zou misstaan. We zijn zeer benieuwd naar het stemgedrag van CD&V.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

81

Oui

Nee

46

Non

Onthoudingen

7

Abstentions

Totaal

134

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

27 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Dirk Van der Maelen over "de kostprijs van de notionele intrestaftrek" (nr. 20)

27 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Dirk Van der Maelen sur "le coût de la déduction des intérêts notionnels" (n° 20)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Financiën en de Begroting van 30 januari 2008.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Finances et du Budget du 30 janvier 2008.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 020/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Dirk Van der Maelen;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Josée Lejeune en de heren Hendrik Bogaert, Jean-Jacques Flahaux en Luk Van Biesen.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 020/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Dirk Van der Maelen;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Josée Lejeune et MM. Hendrik Bogaert, Jean-Jacques Flahaux et Luk Van Biesen.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

27.01  Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, collega’s, laat er geen onduidelijkheid over bestaan: sp.a is vóór de wet, hoewel men het tegendeel wil doen uitschijnen.

 

Wij zijn in essentie om twee redenen vóór de wet. Ten eerste, de wet beoogt een gelijke, fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen van een vennootschap. Ten tweede en vooral, de maatregel kan tot investeringen leiden, die op hun beurt jobs opbrengen.

 

Echter, met de wet zijn er drie problemen.

 

Het eerste probleem is dat er niet één keer, niet tien keer, maar minstens al honderd keer uit vakkringen signalen zijn gekomen dat kunstmatige constructies worden opgezet. Ik verwijs vandaag naar De Tijd, waarin advocaat Denis-Emmanuel Philippe, een specialist in fiscaal recht bij Loyens Loeff, zegt – ik citeer: “Zulke, kunstmatige constructies zijn immers schering en inslag.”

 

Het tweede probleem is de budgettaire kostprijs, die door de minister op 500 miljoen euro werd geraamd. Er circuleren echter bedragen die tot 2,5 miljard euro gaan. Vandaag nog wijst een rapport van de Nationale Bank van België erop dat een budgettaire ontsporing dreigt.

 

Het derde element is het volgende. Over de investeringen geeft minister Reynders cijfers. Wij weten echter hoe sterk hij is bij het geven van cijfermatige ramingen. Inzake jobs vernamen wij gisteren dat minister van Werk Piette van de eerste minister een weigering kreeg om zich tot de Nationale Bank van België te richten. Minister Piette beweert dat hij zelf cijfers heeft.

 

Wij, hier in het Parlement, hebben ze niet.

 

Collega's, wij, van sp.a, stellen voor dat we een discussie ten gronde voeren.

 

Om die discussie te voeden, gaan wij op zoek naar objectieve gegevens. Daarom wordt in de motie voorgesteld dat aan de Hoge Raad van Financiën, aan de Nationale Bank en aan het Planbureau door de regering de opdracht gegeven zou worden om de kostprijs van de maatregel en de opbrengst in de vorm van investeringen en jobs te becijferen. Ik hoop, collega's in de Kamer, dat steun verleend wordt aan die motie.

 

Tot de collega's van de meerderheid…

 

De voorzitter: Mijnheer Van der Maelen, u moet wel afronden. Dit is een stemverklaring.

 

27.02  Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik rond af.

 

Ik zou een citaat willen voorlezen.

 

De voorzitter: Mijnheer Van der Maelen, kunt u toch afronden? De spreektijd voor een stemverklaring bedraagt twee minuten.

 

27.03  Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Ja.

 

Ik wil het citaat van premier Verhofstadt voorlezen van op het einde van zijn regeringsverklaring. Ik citeer: "Gezien het om een overgangsregering gaat, wil ik u voorstellen om het Parlement veel nauwer te betrekken bij de besluitvorming."

 

Collega's, u krijgt straks, bij de stemming, de kans om die informatie te vragen.

 

Aan de collega's van CD&V zou ik het volgende willen zeggen. Goed bestuur betekent dat u bereid bent om aan onafhankelijke instellingen de opdracht te geven om een maatregel die budgettair dreigt te ontsporen, en waarvan geen zicht is op het aantal investeringen en het aantal jobs die ze oplevert, te onderzoeken. Als we die resultaten hebben, zullen we een discussie ten gronde over die maatregel kunnen voeren.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

88

Oui

Nee

29

Non

Onthoudingen

17

Abstentions

Totaal

134

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

28 Voorstel van resolutie ter bestrijding van seksueel geweld tegen vrouwen in conflictgebieden (688/4)

28 Proposition de résolution visant à lutter contre les violences sexuelles à l'égard des femmes dans les zones de conflit (688/4)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

137

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

137

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement.

 

29 Voorstel van besluit met betrekking tot de verlenging van de aanvullende kamers van de hoven van beroep, te nemen met toepassing van artikel 106bis, §1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek (813/1)

29 Proposition de décision concernant la prorogation des chambres supplémentaires des cours d'appel à prendre en application de l'article 106bis, §1er, alinéa 1er du Code judiciaire (813/1)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

29.01  Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de voorzitter, uiteraard zijn wij voor een goede rechtsbedeling. Dit is een juiste handelswijze, maar wij zullen ons bij de stemming over dit voorstel onthouden, omdat wij vinden dat er eindelijk werk gemaakt moet worden van een definitieve oplossing. Het gebeurt al te veel dat wij in de Kamer pleisters op een houten been blijven kleven. Er moet nu definitief werk gemaakt worden van de organisatie van onze rechtbanken.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 8)

Ja

89

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

48

Abstentions

Totaal

137

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel aan. Het besluit zal aan de regering worden overgezonden.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition. La décision sera transmise au gouvernement.

 

30 Goedkeuring van de agenda

30 Adoption de l’agenda

 

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

 

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 21 février 2008 à 14.15 heures.

De vergadering is gesloten. Volgende vergadering donderdag 21 februari 2008 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 17.10 heures.

De vergadering wordt gesloten om 17.10 uur.

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met volgnummer CRIV 52 PLEN 020 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro consécutif CRIV 52 PLEN 020 annexe.

 

 

 


Detail van de naamstemmingen

 

Détail des votes nominatifs

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 001

 

 

Ja         

086

Oui

 

Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Becq, Bellot, Chastel, Clarinval, Clerfayt, Coëme, Cornil, Crucke, Daems, De Block, De Bue, De Clerck, De Clercq, De Croo, de Donnea, Delizée, della Faille de Leverghem, De Padt, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, De Wever, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Flahaut, Flahaux, Frédéric, George, Giet, Goutry, Hamal, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Luykx, Maingain, Marghem, Muylle, Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz, Schryvers, Smeyers, Somers, Steegen, Terwingen, Tommelein, Uyttersprot, Van Biesen, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van Grootenbrulle, Van Noppen, Van Quickenborne, Van Rompuy, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wathelet, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

046

Non

 

Almaci, Annemans, Bonte, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Maght, De Man, Detiège, De Vriendt, D'haeseleer, Douifi, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Laeremans, Lahssaini, Landuyt, Logghe, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters, Schoofs, Sevenhans, Snoy et d'Oppuers, Stevenheydens, Tobback, Valkeniers, Van Broeckhoven, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Hecke, Vanvelthoven, Vijnck, Vissers, Werbrouck

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 002

 

 

Ja          

085

Oui

 

Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Becq, Bellot, Bogaert, Burgeon, Chastel, Clarinval, Clerfayt, Coëme, Cornil, Crucke, Daems, De Block, De Bue, De Clercq, De Croo, de Donnea, Delizée, della Faille de Leverghem, De Padt, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, Dierick, Dieu, Di Rupo, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, George, Giet, Goutry, Hamal, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Luykx, Maingain, Milquet, Muylle, Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz, Schryvers, Smeyers, Somers, Steegen, Terwingen, Tommelein, Uyttersprot, Van Biesen, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van Grootenbrulle, Van Noppen, Van Quickenborne, Van Rompuy, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

046

Non

 

Almaci, Annemans, Bonte, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Maght, De Man, Detiège, De Vriendt, D'haeseleer, Douifi, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Laeremans, Lahssaini, Landuyt, Logghe, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters, Schoofs, Sevenhans, Snoy et d'Oppuers, Stevenheydens, Tobback, Valkeniers, Van Broeckhoven, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Hecke, Vanvelthoven, Vijnck, Vissers, Werbrouck

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 003

 

 

Ja         

089

Oui

 

Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Becq, Bellot, Bogaert, Burgeon, Chastel, Clarinval, Clerfayt, Coëme, Cornil, Crucke, Daems, De Block, De Bue, De Clerck, De Clercq, De Croo, de Donnea, Delizée, della Faille de Leverghem, De Padt, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, De Wever, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, George, Giet, Goutry, Hamal, Jadin, Jambon, Jeholet, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Luykx, Maingain, Marghem, Milquet, Muylle, Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz, Schryvers, Smeyers, Somers, Steegen, Terwingen, Tommelein, Uyttersprot, Van Biesen, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van Grootenbrulle, Van Noppen, Van Quickenborne, Van Rompuy, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wathelet, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

046

Non

 

Almaci, Annemans, Bonte, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Maght, De Man, Detiège, De Vriendt, D'haeseleer, Douifi, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Laeremans, Lahssaini, Landuyt, Logghe, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters, Schoofs, Sevenhans, Snoy et d'Oppuers, Stevenheydens, Tobback, Valkeniers, Van Broeckhoven, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Hecke, Vanvelthoven, Vijnck, Vissers, Werbrouck

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 004

 

 

Ja         

089

Oui

 

Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Becq, Bellot, Bogaert, Burgeon, Chastel, Clarinval, Clerfayt, Coëme, Cornil, Crucke, Daems, De Block, De Bue, De Clerck, De Clercq, De Croo, de Donnea, Delizée, della Faille de Leverghem, De Padt, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, Deseyn, De Wever, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, George, Giet, Goutry, Hamal, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Luykx, Maingain, Marghem, Milquet, Musin, Muylle, Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schryvers, Smeyers, Somers, Steegen, Terwingen, Tommelein, Uyttersprot, Van Biesen, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van Grootenbrulle, Van Noppen, Van Quickenborne, Van Rompuy, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wathelet, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

046

Non

 

Almaci, Annemans, Bonte, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Maght, De Man, Detiège, De Vriendt, D'haeseleer, Douifi, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Laeremans, Lahssaini, Landuyt, Logghe, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters, Schoofs, Sevenhans, Snoy et d'Oppuers, Stevenheydens, Tobback, Valkeniers, Van Broeckhoven, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Hecke, Vanvelthoven, Vijnck, Vissers, Werbrouck

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 005

 

 

Ja         

081

Oui

 

Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Becq, Bellot, Burgeon, Chastel, Clarinval, Clerfayt, Coëme, Cornil, Crucke, Daems, De Block, De Bue, De Clercq, De Croo, de Donnea, Delizée, della Faille de Leverghem, De Padt, De Permentier, De Potter, Dierick, Dieu, Di Rupo, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, George, Giet, Goutry, Hamal, Jadin, Jeholet, Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Maingain, Marghem, Milquet, Musin, Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz, Schryvers, Smeyers, Somers, Steegen, Terwingen, Tommelein, Uyttersprot, Van Biesen, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van Grootenbrulle, Van Noppen, Van Quickenborne, Van Rompuy, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wathelet, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

046

Non

 

Almaci, Annemans, Bonte, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Maght, De Man, Detiège, De Vriendt, D'haeseleer, Douifi, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Henry, Laeremans, Lahssaini, Landuyt, Logghe, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters, Schoofs, Sevenhans, Snoy et d'Oppuers, Stevenheydens, Tobback, Valkeniers, Van Broeckhoven, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Hecke, Vanvelthoven, Vijnck, Vissers, Werbrouck

 

 

Onthoudingen

007

Abstentions

 

Bogaert, De Clerck, De Rammelaere, Deseyn, De Wever, Jambon, Muylle

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 006

 

 

Ja         

088

Oui

 

Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Becq, Bellot, Bogaert, Burgeon, Chastel, Clarinval, Clerfayt, Cornil, Crucke, Daems, De Block, De Bue, De Clerck, De Clercq, De Croo, de Donnea, Delizée, della Faille de Leverghem, De Padt, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, De Wever, Dierick, Di Rupo, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, George, Giet, Goutry, Hamal, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Luykx, Maingain, Marghem, Milquet, Musin, Muylle, Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Salvi, Schiltz, Schryvers, Smeyers, Somers, Steegen, Terwingen, Tommelein, Uyttersprot, Van Biesen, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van Grootenbrulle, Van Noppen, Van Quickenborne, Van Rompuy, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wathelet, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

029

Non

 

Almaci, Bonte, Cocriamont, Dedecker, De Maght, Detiège, De Vriendt, Douifi, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Henry, Lahssaini, Landuyt, Nollet, Peeters, Snoy et d'Oppuers, Tobback, Van Broeckhoven, Van den Bossche, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Hecke, Vanvelthoven, Vijnck, Werbrouck

 

 

Onthoudingen

017

Abstentions

 

Annemans, Bultinck, Colen, De Bont, De Man, D'haeseleer, Goyvaerts, Laeremans, Logghe, Mortelmans, Pas, Schoofs, Sevenhans, Stevenheydens, Valkeniers, Van den Eynde, Vissers

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 007

 

 

Ja         

137

Oui

 

Almaci, Annemans, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Becq, Bellot, Bogaert, Bonte, Bultinck, Burgeon, Chastel, Clarinval, Clerfayt, Cocriamont, Coëme, Colen, Cornil, Crucke, Daems, De Block, De Bont, De Bue, De Clerck, De Clercq, De Croo, Dedecker, de Donnea, Delizée, della Faille de Leverghem, De Maght, De Man, De Padt, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, Detiège, De Vriendt, De Wever, D'haeseleer, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Flahaux, Frédéric, Geerts, Genot, George, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goutry, Goyvaerts, Hamal, Henry, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lahssaini, Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Logghe, Luykx, Maingain, Marghem, Milquet, Mortelmans, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet, Partyka, Pas, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz, Schoofs, Schryvers, Sevenhans, Smeyers, Snoy et d'Oppuers, Somers, Steegen, Stevenheydens, Terwingen, Tobback, Tommelein, Uyttersprot, Valkeniers, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Grootenbrulle, Van Hecke, Van Noppen, Van Quickenborne, Van Rompuy, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Vijnck, Vissers, Wathelet, Werbrouck, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 


 

Naamstemming - Vote nominatif: 008

 

 

Ja         

089

Oui

 

Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Becq, Bellot, Bogaert, Burgeon, Chastel, Clarinval, Clerfayt, Coëme, Cornil, Crucke, Daems, De Block, De Bue, De Clerck, De Clercq, De Croo, de Donnea, Delizée, della Faille de Leverghem, De Padt, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn, De Wever, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Frédéric, George, Giet, Goutry, Jadin, Jambon, Jeholet, Kindermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Luykx, Maingain, Marghem, Milquet, Musin, Muylle, Nyssens, Otlet, Partyka, Pécriaux, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz, Schryvers, Smeyers, Somers, Steegen, Terwingen, Tommelein, Uyttersprot, Van Biesen, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van Grootenbrulle, Van Noppen, Van Quickenborne, Van Rompuy, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wathelet, Wiaux, Yalçin

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

 

Onthoudingen

048

Abstentions

 

Almaci, Annemans, Bonte, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, Dedecker, De Maght, De Man, Detiège, De Vriendt, D'haeseleer, Douifi, Flahaux, Geerts, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goyvaerts, Hamal, Henry, Laeremans, Lahssaini, Landuyt, Logghe, Mortelmans, Nollet, Pas, Peeters, Schoofs, Sevenhans, Snoy et d'Oppuers, Stevenheydens, Tobback, Valkeniers, Van Broeckhoven, Van den Bossche, Van den Eynde, Vandenhove, Van der Maelen, Van der Straeten, Van de Velde, Van Hecke, Vanvelthoven, Vijnck, Vissers, Werbrouck