Séance plénière |
Plenumvergadering |
du jeudi 18 janvier 2007 Après-midi ______ |
van donderdag 18 januari 2007 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14.16 heures et présidée par M. Herman De Croo.
De vergadering wordt geopend om 14.16 uur en voorgezeten door de heer Herman De Croo.
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Guy
Verhofstadt.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Alexandra
Colen, Corinne De Permentier, pour raisons de santé / wegens ziekte;
Patrick
Moriau, en mission à l'étranger / met zending buitenslands;
Sabine
Lahaye-Battheu, empêché / verhinderd;
Ludo Van
Campenhout, à l'étranger / buitenslands;
Daniel Ducarme,
en mission / met zending.
01 Admission, vérification des pouvoirs et prestation de serment de M. Dominique Van Roy
01 Toelating, onderzoek van de geloofsbrieven en eedaflegging van de heer Dominique Van Roy
Mme Anne Barzin, représentante de la circonscription électorale de Namur, est démissionnaire en date du 17 janvier 2007.
Mevrouw Anne Barzin, vertegenwoordiger voor de kieskring Namen, is ontslagnemend met ingang van 17 januari 2007.
M. Willy Borsus, premier suppléant de la liste sur laquelle figurait Mme Anne Barzin, se désiste par lettre du 15 janvier 2007. Le deuxième suppléant appelé à la remplacer est M. Dominique Van Roy.
De heer Willy Borsus, eerste opvolger van de lijst waarop mevrouw Anne Barzin werd verkozen, doet afstand van het ambt van Kamerlid, bij brief van 15 januari 2007. De tweede opvolger die in aanmerking komt om haar te vervangen is de heer Dominique Van Roy.
L’élection de ce dernier, comme membre suppléant de la Chambre, a été validée au cours de la séance du 5 juin 2003. Comme la vérification complémentaire, prévue par l’article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions d’éligibilité, il apparaît que cette vérification n’a qu’un caractère de pure formalité.
Zijn verkiezing tot opvolger werd in de vergadering van 5 juni 2003 goedgekeurd. Daar het aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het om een loutere formaliteit.
Je vous propose donc de passer aussitôt à l’admission de M. Dominique Van Roy comme membre de la Chambre, sans renvoi à une commission de vérification des pouvoirs.
Ik stel u dan ook voor de heer Dominique Van Roy onmiddellijk uit te roepen tot lid van de Kamer, zonder dat tot verzending naar een commissie tot onderzoek der geloofsbrieven wordt besloten.
Pas d’observation? (Non)
Geen bezwaar? (Nee)
Je proclame M. Dominique Van Roy membre de la Chambre des représentants.
Ik roep de heer Dominique Van Roy tot lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers uit.
Je rappelle les
termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik
zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu
beachten".
Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu beachten".
Je prie M. Dominique Van Roy de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek de heer Dominique Van Roy de grondwettelijke eed af te leggen.
M. Dominique Van Roy prête le serment constitutionnel en français.
De heer Dominique Van Roy legt de grondwettelijke eed af in het Frans.
M. Dominique Van Roy fera partie du groupe linguistique français.
De heer Dominique Van Roy zal deel uitmaken van de Franse taalgroep.
(Applaudissements)
(Applaus)
- mevrouw Nahima Lanjri aan de eerste minister over "het uitvoeringsbesluit van de anti-discriminatiewet" (nr. P1714)
- de heer Filip De Man aan de eerste minister over "het uitvoeringsbesluit van de anti-discriminatiewet" (nr. P1715)
- mevrouw Annelies Storms aan de eerste minister over "het uitvoeringsbesluit van de anti-discriminatiewet" (nr. P1716)
- Mme Nahima Lanjri au premier ministre sur "l'arrêté d'exécution de la loi anti-discrimination" (n° P1714)
- M. Filip De Man au premier ministre sur "l'arrêté d'exécution de la loi anti-discrimination" (n° P1715)
- Mme Annelies Storms au premier ministre sur "l'arrêté d'exécution de la loi anti-discrimination" (n° P1716)
02.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, drie jaar geleden, op 25 februari verscheen de wet ter bestrijding van discriminatie. Die wet vermeldt zeer uitdrukkelijk dat via praktijktesten kan worden aangetoond of er sprake is van discriminatie. Om de praktijktesten op het terrein mogelijk te maken, is een KB nodig. Vandaag, zoveel jaar later, is er nog steeds geen KB ter beschikking.
Het is zeker niet de eerste keer dat hierover in het Parlement vragen worden gesteld. In 2004, 2005, 2006 tot zelfs een maand geleden naar aanleiding van de bespreking van de beleidsbrief heb ik minister Dupont steeds opnieuw gevraagd naar de reden voor het uitblijven van het KB. Onze vraag waarom er nog steeds geen praktijktesten zijn, is dus zeker niet nieuw.
Een aantal regeringsleden, waaronder uzelf, mijnheer de eerste minister, wordt gedagvaard in een burgerlijke procedure. Dat is volgens ons, terecht. Wetten die het Parlement heeft goedgekeurd, moeten worden uitgevoerd. Zo niet, zet de regering het Parlement buiten spel. Zo'n handelwijze is een kaakslag voor het Parlement. Een wetgever die zich ernstig neemt, moet hier werk van maken.
Dames en heren van de meerderheid, deze vraag wordt door de oppositie gesteld. Vooraleer ermee te schermen dat CD&V geen ideeënpartij is. Zelfs vanuit de oppositie heeft CD&V regelmatig concrete en constructieve voorstellen gelanceerd en ervoor gezorgd dat het Parlement kan werken zoals het hoort
Ik kom tot mijn vragen.
Mijnheer de eerste minister, wat is de reactie van de regering op de dagvaarding? Het Parlement heeft jarenlang erop aangedrongen om werk te maken van de uitvoeringsbesluiten. Het verheugt me dat burgers hun verantwoordelijkheid nemen en vinden dat het zo niet langer kan.
Wanneer mag de publicatie van de uitvoeringsbesluiten worden verwacht? Wat zal het kader zijn waarbinnen de praktijktesten kunnen plaatsvinden? Veel zal afhangen van de voorwaarden voor de praktijktesten. Ik geef een voorbeeld. Het verplicht inschakelen van een deurwaarder maakt de praktijktest de facto onmogelijk.
Om nogmaals te bewijzen dat CD&V een ideeënpartij is met eigen standpunten, herhaal ik nog eens dat het kader duidelijk moet zijn en zorgvuldig voorbereid.
02.02 Nahima Lanjri (CD&V): Ja, maar ik meen dat wij vanuit de meerderheid vragen ook te mogen antwoorden als er kritiek op ons is.
Wij reiken ook een antwoord aan. Wij zeggen dat er testverantwoordelijken moeten komen. De testpersonen moeten onder de verantwoordelijkheid van de sociale inspectie komen. Die moet ervoor zorgen dat het testen goed gebeurt. Er moet een beëdigd persoon zijn, bijvoorbeeld via de sociale inspectie. Deurwaarders kan men echter niet in alle gevallen verplicht maken. Het moet tot de mogelijkheden behoren maar het mag zeker geen verplichting zijn. Ik ben benieuwd of de regering het meent en een KB zal invoeren dat het werkelijk mogelijk maakt om de praktijktesten uit te voeren. Dat mag geen lapje voor het bloeden zijn.
De voorzitter: Mevrouw Lanjri, kom naast mij zitten, want u hebt de vraag bijna beantwoord.
02.03 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het gaat inderdaad over die zogenaamde antidiscriminatiewet. Die wet is volgens ons een schrijnend voorbeeld van de manier waarop men het denken en zelfs het handelen aan het politiek correct denken wil onderwerpen. De manier van vrij kiezen die vroeger bestond, de manier van de vrije uitdrukking van zijn voorkeur, wordt door die wet aan banden gelegd.
Ook de VLD – mijnheer de voorzitter, u zult zich dat wel herinneren – was lang geleden de partij voor de vrijheid. Die vrijheid wordt volgens ons door die wet gefnuikt. Ook de VLD heeft die wet goedgekeurd, de praktijktest inbegrepen. Een schandelijk middel om het politiek correcte op te leggen aan de mensen.
Deze week heeft, naar het schijnt, een kandidaat van de Moslim Democratische Partij in Gent de eerste minister aangeklaagd voor de burgerlijke rechtbank omdat hij, naar eigen zeggen, wegens racisme niet in een dancing binnen mocht. Het parket heeft daar zo zijn twijfels bij, maar goed, dat is een zaak voor het gerecht.
Maar ik stel alleszins vast dat de heer Verhofstadt de boemerang in eigen gezicht terugkrijgt. Daarom heb ik een vraag voor de heer Verhofstadt.
Mijnheer de eerste minister, wat denkt u van de eis van tal van coalitiepartners in uw regering om een soort van Stasi-agenten aan te stellen, die het land moeten afschuimen op zoek naar mensen die zij kunnen betrappen op een overtreding van die zogenaamde antidiscriminatiewet?
Die agenten zijn beëdigde ambtenaren, zo wordt gezegd, maar voor mij lijken het meer agenten op de political correctness, die werkgevers, herbergiers, uitbaters van fitnesszalen, verhuurders van woningen, en dies meer, moeten gaan betrappen.
De eerste minister heeft indertijd gezegd dat hij daar eigenlijk ook geen voorstander van was, want dat zou neerkomen op een soort van verklikkersmaatschappij.
Derhalve had ik graag geweten van de eerste minister…
De voorzitter: (…) Mijnheer De Man, laat u zich niet afleiden.
02.05 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste minister, zult u ingaan op de vraag van uw linkse coalitiepartners om een soort van beëdigde ambtenaren de baan op te sturen om die jacht op overtredingen te gaan uitvoeren?
02.06 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, in 2003 werd in deze Kamer de wet ter bestrijding van discriminatie goedgekeurd. Die wet staat vol mooie principes.
Begin deze week werd op een heel pijnlijke manier de achillespees van deze wet blootgelegd. In de praktijk blijkt het voor slachtoffers van discriminatie nog steeds heel moeilijk te zijn om die discriminatie aan te tonen. De wetgever besefte dat in 2003 natuurlijk ook en toen werd bepaald dat wanneer slachtoffers die feiten aanvoeren die een vermoeden van discriminatie kunnen betekenen, het aan de tegenpartij is om te bewijzen dat er geen discriminatie is.
Voor ons is hier van belang dat een slachtoffer van discriminatie in staat wordt gesteld om op een sluitende manier bewijzen te verzamelen van die discriminatie en dat ook de nodige rechtszekerheid wordt geboden aan de slachtoffers, maar ook aan de vermeende daders.
Mijnheer de eerste minister, daarom had ik graag van u vernomen wat de regering zal ondernemen om aan die slachtoffers van discriminatie de mogelijkheid te geven om op een sluitende manier bewijzen te verzamelen van discriminatie, met de nodige rechtzekerheid, zowel voor de slachtoffers als voor de vermeende dader.
02.07 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik wil eerst en vooral zeggen dat ik zal antwoorden op de vragen van de dames Lanjri en Storms. Ik zal dat minder doen wat de heer De Man betreft. Zijn vraag komt er immers op neer dat hij tegen een antidiscriminatiewetgeving is en in feite wil dat er geen dergelijke wetgeving zou bestaan in ons land. Hij vindt dat er mag worden gediscrimineerd en hij denkt dat de vrijheid van de mens erin bestaat andere mensen te discrimineren. Dat is het tegenovergestelde van de vrijheid zoals ik dat in elk geval altijd heb begrepen.
Mijnheer De Man ik zou u de volgende raad willen geven. Spreek over nationalisme en over andere zaken, maar waag u niet aan het definiëren van de term "vrijheid", want dan komen we in de onvrijheid terecht zoals u daarnet zelf hebt aangetoond met uw vraag.
Nogmaals, uw vraag was gesteld tegen de wetgeving op zich. U vindt dat discrimineren van mensen, racisme dus, een onderdeel is van de autonomie van de mensen. Ik vind dat niet. Ik vind dat de vrijheid van de mensen een beperking heeft. Ze houdt op wanneer ze leidt tot onvrijheid voor anderen. Voor de vrijheid van de ene is ook de vrijheid van de andere nodig. Men moet beiden respecteren en niet, zoals u doet, er een kleine jungle van maken in de samenleving, wat uit uw vraagstelling meer dan ooit bleek.
Het is juist dat na de wetgeving die werd gepubliceerd, wij moesten komen met een koninklijk besluit dat uitvoering gaf aan een onderdeel ervan, meer bepaald het definiëren van de praktijktest. Het ging niet zozeer over de inhoud. Laten we eerlijk toegeven dat er hier in het Parlement een discussie was over wie dat moest uitvoeren: beëdigde ambtenaren, politie, gerechtsdeurwaarders of misschien personen die op een of andere manier door een of ander centrum worden aangeworven om dergelijke praktijktesten tot stand te brengen.
Uiteindelijk bereikte de regering een akkoord om het gerezen probleem op een andere manier op te lossen. We zullen aan de rechter meer bevoegdheden toekennen. We zullen de komende weken naar het Parlement komen met een wetsontwerp dat de discriminatiewetgeving wijzigt en letterlijk uitvoering geeft aan de Europese richtlijn. De antidiscriminatiewetgeving is overigens een gevolg van een aantal Europese richtlijnen, meer bepaald van richtlijn 2043 die aangeeft dat er in elk nationaal rechtstelsel een antidiscriminatieregeling moet worden ingevoerd.
Wij zullen nu, veeleer dan verder op een vrij bureaucratische manier te omschrijven wat een test is en wie hem kan gebruiken, letterlijk de bepaling overnemen die in de richtlijn naar voren wordt gebracht. Wat bepaalt die richtlijn?
De richtlijn zegt dat in elk van de nationale rechtsstelsels een regeling moet worden opgenomen waarbij aan de rechter de mogelijkheid wordt gegeven om in geval van vermoedens of feiten van discriminatie de bewijslast om te keren. We zullen, met andere woorden, een wetsontwerp indienen bij het Parlement dat een nieuwe bepaling doet opnemen in de antidiscriminatiewet waarbij de rechter, wanneer hij merkt dat er vermoedens of aanwijzingen van discriminatie zijn, de bewijslast omkeert. Daardoor zal de verweerder moeten aantonen dat er geen sprake is van discriminatie.
Op die manier vermijden we een discussie over praktijktests en vermijden we zeker ook de discussie over wie zich daarmee moet bezighouden en zetten we letterlijk de bepaling van artikel 8 van Europese richtlijn 2043 om in nationale wetgeving.
02.08 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ofwel begrijpt u de hele situatie niet, ofwel probeert u gewoon er zich gemakkelijk vanaf te maken. Het ene heeft immers wel degelijk niets met het andere te maken. De praktijktesten werden door het Parlement goedgekeurd en moeten worden uitgevoerd. Dat staat los van het momenteel voorliggende wetsontwerp tot hervorming van de antidiscriminatiewet en in uitvoering van de Europese richtlijn.
U komt het nu voorstellen alsof daarmee de zaak is afgehandeld. Niets is minder waar. Dat is heel straf, omdat u de heer De Man er, misschien terecht, op wijst dat het zijn bedoeling is om het racisme niet aan te pakken. Ik begin mij echter ernstige vragen te stellen over uw bedoelingen en de bedoelingen van VLD. Wat u immers doet, is een wet die hier in het Parlement werd goedgekeurd, niet uitvoeren. U voert de wet niet uit, want u wijzigt de wet nu. De wijziging gaat over een andere wet. U verklaart nu gewoon dat er geen praktijktesten hoeven te komen.
In elk geval is de praktijktest juist een instrument om mogelijke discriminatie aan te tonen of juist te bewijzen dat er geen discriminatie in het spel is. Het is dus belangrijk dat er een kader komt om vast te leggen in welke omstandigheden de test moet kunnen, zodat ook schijntesten uitdrukkelijk tot het verleden behoren. Anders werken de testen niet. Hoe zullen mensen anders nog kunnen aantonen dat zij worden gediscrimineerd?
Mijnheer de minister, u haalt bewust twee zaken door elkaar die niet met elkaar mogen worden verward. U probeert aldus de kiezers te misleiden. Dat zal echter niet pakken, mijnheer de eerste minister.
02.09 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, als ik het goed begrepen heb, wordt de remedie nog erger dan de kwaal. Die schandelijke wet blijft hoe dan ook bestaan. Die schandelijke wet zal maken dat als iemand bijvoorbeeld zijn eigen woning of een van zijn eigen panden wil verhuren, hij daarover niet langer vrij mag beschikken en hij dat zelf niet meer vrij mag invullen. Wanneer mensen in de horecasector problemen hebben met een bepaald publiek, zullen zij in feite worden verplicht om hun zaak kapot te laten gaan. Dat is de realiteit van elke dag in de grootsteden, voorzitter. Dat is wat hier in deze wet staat.
Vroeger was vrijheid blijkbaar heilig voor de liberalen, maar nu steken zij de zelfstandigen en de verhuurders een mes in de rug.
02.10 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de eerste minister, niet je afkomst is belangrijk, maar je toekomst. Dat zijn niet mijn woorden, het zijn wel de woorden die u hebt uitgesproken bij de beleidsverklaring.
In onze samenleving kunnen wij mensen die worden gediscrimineerd, niet in de kou laten staan, want hun toekomst hangt ervan af. Het is nog altijd een feit voor veel te veel mensen dat hun afkomst hun toekomst bemoeilijkt. De regering heeft de plicht om al het nodige te doen om die mensen te helpen en hen uit hun zwakke positie te halen.
Als de oplossing wordt gevonden in een grote beoordelingsvrijheid voor de rechter, dan kan ik, op het eerste gezicht althans – ik heb de tekst nog niet gezien – daarmee akkoord gaan, maar dan moeten er wel voldoende garanties zijn dat het slachtoffer niet van het kastje naar de muur wordt gestuurd en dat hij of zij duidelijk weet welk bewijs aanvaardbaar is en welk bewijs niet, zodat vermeende slachtoffers van discriminatie niet met het rechtskundig weekblad, waarin alle vonnissen en arresten van de rechters staan, rond hoeven te lopen om te weten wat aanvaardbaar is en wat niet. Er moet voldoende rechtszekerheid zijn en een sluitende manier om discriminatie aan te tonen. Dat is voor ons belangrijk. Ik hoop dat dat in het amendement vervat zal zijn.
L'incident est clos.
- de heer Dirk Claes aan de eerste minister over "de aankondiging van de verkiezingsdatum" (nr. P1717)
- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister over "de aankondiging van de verkiezingsdatum" (nr. P1718)
- M. Dirk Claes au premier ministre sur "l'annonce de la date des élections" (n° P1717)
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "l'annonce de la date des élections" (n° P1718)
03.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de eerste minister, gisteren was het in het nieuws: de verkiezingen zullen op 10 juni plaatsvinden.
Wij zijn even gaan nakijken naar uw verklaringen die u hebt afgelegd vóór de verkiezingen van 2003. U hebt toen twee redenen genoemd om de verkiezingen te vervroegen naar 18 mei. De eerste reden waren de studenten, die in mei 2003 rustig zouden kunnen gaan kiezen. Een tweede reden vormde het feit dat families met niet-schoolplichtige kinderen vaak in juni op vakantie gaan, net zoals gepensioneerden, die juni als een geprefereerde vakantiemaand beschouwen.
De studentenorganisaties hebben een aantal beloftes gekregen van een aantal regeringsleden. Misschien kunt u dat met hen toch ook nog eens nakijken.
De verkiezingen zouden nu toch op 10 juni plaatsvinden. Waarom is dat moeilijk voor de studenten? Er zijn drie redenen. Ten eerste is er hun passief kiesrecht. De student staat erop zelf een stem uit te brengen. De student weigert het briefje te halen op de universiteit dat aantoont dat hij moet studeren, waardoor zijn pa of ma in zijn plaats mag gaan. Ten tweede is er het actief kiesrecht. Een student wil zelf deelnemen aan de verkiezingen. Collega's, het is volgens mij belangrijk voor ons dat hier ook studenten zijn vertegenwoordigd. Tenslotte vertegenwoordigen zij toch 5% van de kiezers en ik vind dat studenten op de lijsten moeten kunnen staan. Bovendien moeten zij voldoende kansen krijgen om verkozen te raken. In de examentijd zal dat echter zeer moeilijk worden. Ten derde, wij zijn bezig met de kieshervorming. Die beoogt de verlaging van de leeftijd van de bijzitters van 30 naar 18 jaar. Het zou wel eens kunnen dat een aantal studenten wordt opgeroepen om in de kiesbureaus zitting te nemen en de kiesformaliteiten tot een goed einde te brengen.
Waarom is er geen rekening gehouden met de vraag van de studentenorganisaties? De studentenorganisaties waren dit keer op tijd. Zij hebben hun vraag op 17 oktober gesteld. Er was dus meer dan voldoende tijd om dat rustig te bekijken. Is de regering bereid om nog een andere, geschiktere datum voor de verkiezingen te zoeken?
03.02 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, goede collega Claes, ik ben ook eens in de archieven gedoken om de verklaringen die de eerste minister deed in 2003 erop na te houden. Het was zeer interessant!
Ik meen dat het een toespraak was naar aanleiding van de manager van het jaar of zo, waar u ervoor gekozen hebt zich te outen wat de verkiezingsdatum betreft, mijnheer de eerste minister. Uw argumentatie was toen inderdaad de verkiezingen te vervroegen. Men zocht erachter dat u het niet tot op het einde zou kunnen volhouden en dat u eigenlijk de handdoek in de ring gooide. Nee, dat was niet de reden. De reden was de volgende. Ik citeer: “15 juni was ongelukkig voor de studenten met examenkoorts en vroege vakantiegangers.” Dat stond in De Tijd van 9 januari 2003.
In De Standaard zei Karel De Gucht, u wel bekend: “Nu hebben alle partijen tenminste rustig de tijd om na de verkiezingen een regering te vormen. 15 juni zat daarvoor iets te dicht bij de vakantie. Dat wij de datum nu officieel aankondigen is niet om de cohesie binnen de regering te versterken. Er is wat dat betreft geen probleem". In De Standaard van 9 januari 2003, zei de heer Ducarme – toen nog MR-voorzitter: “Het vastleggen van de verkiezingsdatum is een zeer goede zaak. Zo hebben wij meer tijd voor de vakantie begint. Er is meer belangstelling voor de verkiezingen vanwege de studenten die nog niet in de examens zitten, en vooral, de samenstelling van de regering blijft niet uit tot september. Het Belang van Limburg van 9 januari 2003: “Voor de vervroeging van de verkiezingsdatum is er zowel een politieke als een technische uitleg. De politieke uitleg is dat de politici van de meerderheidspartijen verwachten dat er deze keer iets meer tijd nodig zal zijn om een regering te vormen en het regeerakkoord te onderhandelen. Willen zij toch met vakantie gaan in augustus, dan moeten de verkiezingen van 15 juni worden vervroegd ". Last but not least, citeer ik ook uit De Morgen van 11 januari van 2003. Noël Slangen – u inmiddels alweer goed bekend – antwoordde "met plezier" omdat men hem vroeg of hij werd geconsulteerd over de verkiezingsdatum. Hij zei dus: "Met plezier. Dat behoort tot de mogelijkheden, ja. De premier heeft deze week heel goed uitgelegd waarom 18 mei om puur technische redenen een goede verkiezingsdatum is. Bij elke verkiezing zijn er 8% nieuwe kiezers, die veelal nog studenten zijn. Dan is het een slechte zaak wanneer iedereen midden in de examenperiode naar de stembus moet. Op dat moment hebben de studenten geen tijd om zich goed te informeren, om een krant te lezen of om een debat op televisie te bekijken".
Dus waarom hebben De Gucht, Slangen, Verhofstadt en consorten een heel andere argumentatie vandaag? Ik zoek naar de echte redenen. Vandaar mijn vraag aan u: wat zijn de echte redenen waarom het nu met omgekeerde argumenten een heel andere datum is? Ik ben werkelijk geïntrigeerd. Ik ben benieuwd hoe u dat zult uitleggen.
03.03 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, ik heb gemerkt dat de heer Annemans met enorm veel nostalgie terugkijkt naar 2003, zowel wat de verkiezingsdatum betreft als, naar ik vermoed, wat de uitslag betreft. Ik weet niet of hij daar allusie op maakte.
Voor de heer Claes kan ik niet verwijzen naar de verkiezingen die in 1999 of ervoor ook in juni zijn gehouden. Dat is maar een detail, daar gaat het eigenlijk vandaag niet zozeer over. In 1999 vielen ze op 13 juni.
Waar het wel om gaat, is dat wij wel hebben geprobeerd om hier zoveel mogelijk rekening mee te houden. Dat doet men bij het vastleggen van een verkiezingsdatum. Er waren deze keer twee imperatieven, die trouwens niet of in mindere mate bestonden in 2003. Het eerste imperatief is natuurlijk het belangrijke arrest van 26 mei 2003 van het Arbitragehof dat bepaalde dat wij binnen een periode van vier jaar na de volledige samenstelling van het vorige Parlement verkiezingen moesten houden binnen de huidige kieskringen. Het maakt zeer duidelijk dat die verkiezingen vóór 19 juni 2007 moeten worden georganiseerd. U leest het arrest van het Arbitragehof zoals u wil, ik lees letterlijk wat er in uitspraak B.9.8 van het Arbitragehof staat. Dat was een eerste overweging. Mijnheer Annemans, u trekt zich misschien niets aan van de uitspraken van het Arbitragehof, maar wij als meerderheid hebben daar nog altijd belang bij. Dat was het eerste punt.
Ik wist niet dat men bij het Vlaams Belang zo gaf om de uitspraken van het Arbitragehof. Dat lijkt mij een interessante terugkeer tot de normaliteit. In elk geval, mijnheer de voorzitter, de eerste belangrijke reden was de uitspraak van het Arbitragehof van mei. Die verplicht ons in feite, als we met dezelfde kieskringen willen werken, zoals het Arbitragehof die aangeeft, om dat binnen een bepaalde termijn te doen, namelijk binnen de termijn van vier jaar na de volledige samenstelling van het vorige Parlement, zijnde vóór 19 juni 2007. Dat is een eerste overweging. Die overweging is van belang, aangezien het om een uitspraak gaat van het hoogste rechtscollege van ons land.
Tweede overweging is deze van de begroting. Wij hebben een begroting ingediend met een overschot van 0,3% van het bruto binnenlands product. Wij denken dat er in elk geval voor moet worden gezorgd dat ondanks de verkiezingen die wij in het jaar 2007 zullen hebben, wij alle maatregelen nemen om die begroting in evenwicht en met overschot uit te voeren. Wij gaan dus een klassieke begrotingscontrole uitvoeren in de maand maart. Het is mijn intentie, als dit nodig zou zijn om het overschot van 0,3% te realiseren, om een stuk programmawet nog na de paasvakantie in het Parlement in te dienen.
Mijnheer de voorzitter, ik zou u willen vragen de nodige schikkingen te treffen om dit stuk wet, noodzakelijk om de begroting op het spoor te houden, uitgevoerd te krijgen. Dat is de reden waarom wij na de paasvakantie in elk geval nog een tweetal weken nodig zullen hebben om eventuele maatregelen op het vlak van begroting tot uitvoering te brengen. Ik weet dat het anderen misschien niet zal interesseren dat wij na zeven jaar ook een achtste jaar met een begroting in evenwicht en met overschot hebben. Dat interesseert het Vlaams Belang allemaal niet. Discriminatie van mensen wel, maar een begroting in evenwicht en gezonde openbare financiën? On s'en fou, om het zo te zeggen. Ons interesseert dat wel.
Wij willen met andere woorden nog over twee weken beschikken na de paasvakantie om eventuele maatregelen te kunnen nemen, indien nodig. Het is een vorm van voorzichtig bestuur om ervoor te zorgen dat wij dit kunnen doen. De ontbinding van de Kamer zal dan gebeuren eind april, op 1 mei. 40 dagen daarna is 10 juni en dat is de reden waarom de verkiezingsdatum op 10 juni is vastgelegd.
03.04 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, wij weten allemaal dat de begrotingscontrole er zal komen voor de schone schijn.
Ik wil ook even ingaan op het arrest van het Arbitragehof, van 26 mei 2003. U denkt het arrest te kunnen omzeilen, maar u slaagt daarin niet. En waarom slaagt u daarin niet? Omdat dit geen oplossing is naar de geest en de letter van het arrest. Vandaag geeft u impliciet toe dat u er niet in bent geslaagd om dit probleem op te lossen. De wetgever heeft u één legislatuur gegeven om het probleem op te lossen, naar de geest en de letter van de wet. Daarin bent u niet geslaagd.
Voorts wil ik nog eens wijzen op een discriminatie die niet wordt opgeheven en waarmee wij misschien een probleem zullen hebben bij de volgende verkiezingen. Er blijft discriminatie bestaan tussen de kandidaten van Brussel-Halle-Vilvoorde en de kandidaten van de andere provincies. In Brussel-Halle-Vilvoorde kunnen immers ook andere kandidaten kandideren dan de kandidaten uit de eigen kieskring. Dat blijft een discriminatie.
Er blijft ook een discriminatie tussen de kandidaten van Leuven en de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. De kandidaten van Brussel-Halle-Vilvoorde kunnen ook stemmen halen van kiezers buiten hun kieskring. De kandidaten van Leuven kunnen dat niet. Dat blijft ook zo. Misschien brengt dat problemen met zich mee omtrent de verkiezingen.
Het ging hier over de studenten, maar ik heb niets over de studenten gehoord. De groep die zich vandaag moet gediscrimineerd voelen, zijn precies de studenten. Zij zijn met 300.000. Zij hebben vandaag kunnen horen dat de politieke belangen van de meerderheid belangrijker zijn dan de belangen van de studenten. Gelukkig zijn de studenten visionair. Gelukkig weten zij nu al met wie zij geen rekening zullen moeten houden en op wie ze niet zullen moeten stemmen op 10 juni. Dat weten ze nu al. Bedankt daarvoor.
03.05 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, wat is die eerste minister van ons toch een ongelooflijk liegbeest! Als wij hem ondervragen en hem zeggen dat hij in de knel zit met de antidiscriminatiewet van mevrouw Onkelinx, dat hij de stasi's de straat op zal moeten sturen, dan zegt hij dat wij willen discrimineren. Hij probeert daar altijd uit weg te geraken, maar hij behandelt nooit de kern van de zaak.
Als wij hem hier confronteren met citaten omtrent de studentjes – och arme – en de vakantie, die hij gebruikte om een vervroegde verkiezingsdatum te krijgen, dan praat hij daarnaast. Hij spreekt zelfs niet over de studenten, maar begint te peroreren dat ik niet geïnteresseerd zou zijn in zijn begroting.
De realiteit is dat u toen en nu gewoon doet wat de heer Slangen vindt dat u moet doen en dat is de meest geschikte verkiezingsdatum zoeken, of die nu van uw begroting afhankelijk is of niet. Wij verweten u toen dat u de datum vervroegde omdat u een vervroegde begrotingscontrole moest kunnen uitvoeren en dat de timing dus niets met studenten te maken had. Dat is ook nu het geval. De studenten ondervinden vandaag dat de timing toen niets met hen te maken had, net zo min als hij nu met hen iets te maken heeft. Hij gaat over het feit, mijnheer de eerste minister – u weet dat zeer goed en dat blijkt ook uit het geruchtencircuit van de afgelopen dagen hier in de Wetstraat – dat de PS aan u heeft opgedrongen dat de verkiezingsdatum moest vallen na de verkiezingen van Ségolène Royal in Frankrijk.
De verkiezingsdatum in Vlaanderen is dus bepaald door de Franstaligen, die volledig gebiologeerd zijn door een hopelijk socialistische overwinning voor hen. Het enige dat wij hier vandaag vaststellen, is dat de VLD in de persoon van Guy Verhofstadt daar op zijn knieën achter loopt. Dat hebben wij hier vandaag vastgesteld.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de eerste minister over "het openstellen van de arbeidsmarkt voor buitenlandse werknemers" (nr. P1719)
04 Question de Mme Greta D'hondt au premier ministre sur "l'ouverture du marché du travail aux travailleurs étrangers" (n° P1719)
04.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, in 2004, bij de uitbreiding van de Europese Unie met tien nieuwe lidstaten, besloot ons land om de grenzen niet open te stellen voor buitenlandse arbeidskrachten. België koos voor een overgangsperiode van twee jaar, tot 1 mei 2006, om tijd te hebben om alle wettelijke en reglementaire bepalingen te kunnen nemen om de grenzen open te stellen.
Begin 2006 moesten we evenwel vaststellen dat de paarse regering de overgangsperiode van twee jaar niet had benut om de nodige maatregelen te nemen. Men drong aan op een nieuw uitstel.
Mijnheer de eerste minister, CD&V heeft altijd beklemtoond voorstander te zijn van het openstellen van de grenzen voor buitenlandse werknemers. Vooraleer dit gebeurde, moesten evenwel vier voorwaarden zijn vervuld. Onze voorwaarden waren vrij gelijklopend met de vier voorwaarden die de heer Vanvelthoven, minister van Werk, naar voren schoof.
Wat stellen we vandaag vast, bijna eind januari 2007 en drie jaar later? Twee van de vier voorwaarden zijn vervuld. Twee andere niet. Het is heel kort dag aan het worden indien vóór 1 mei 2007 nog wettelijke bepalingen moeten worden genomen.
Vandaar mijn vragen.
Mijnheer de eerste minister, hoever staat het? Ik hoop dat u ons land de schande zult besparen om tussen 2004 en 2007 niet in staat te zijn de nodige wettelijke maatregelen te nemen om de grenzen te kunnen openstellen voor buitenlandse arbeidskrachten.
04.02 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, ik weet niet of het een schande is.
Mevrouw D'hondt, op bepaalde punten hebben we een andere visie. U wil de grenzen gemakkelijk openzetten. Wij hebben hieraan altijd bepaalde voorwaarden gekoppeld. Midden 2007 werd altijd als richtdatum naar voren geschoven.
U vraagt naar de stand van zaken met betrekking tot de vier voorwaarden.
De eerste voorwaarde heeft betrekking op de verplichte voorafgaande melding van alle grensoverschrijdende arbeid. Dit werd via de programmawet goedgekeurd.
De tweede voorwaarde handelt over de hoofdelijke aansprakelijkheid met betrekking tot de loon- en arbeidsvoorwaarden van buitenlandse terbeschikkinggestelde werknemers. De administratie stoomt ter zake op dit ogenblik een ontwerp klaar. Zodra het klaar is en de Ministerraad passeert zal ik het in het Parlement indienen.
Derde voorwaarde, een samenwerkingsakkoord tussen de verschillende inspectiediensten voor het beter bestrijden van de misbruiken. De dienst SIOD is opgericht via de programmawet.
De vierde voorwaarde is de invoering van een vorderingsrecht voor buitenlandse werknemers en werknemersorganisaties bij de Belgische rechtbanken. Een ontwerp ter zake werd aan de NAR gezonden. De NAR heeft reeds advies uitgebracht dat thans wordt verwerkt in het ontwerp van de regering. Daarna zal het voor advies aan de Raad van State worden bezorgd.
Mijnheer de voorzitter, ik denk dat het mogelijk zal zijn binnen deze legislatuur uitvoering te geven aan de vier voorwaarden die wij hebben gesteld. Onmiddellijk erna kan een in de Ministerraad overlegd KB worden uitgevaardigd dat de grenzen zal openmaken binnen de vier gestelde voorwaarden.
Inmiddels hebben wij ook uitvoering gegeven aan een tweede, volgens mij even belangrijk, deel van de beslissing, namelijk het deel betreffende de knelpuntberoepen. U herinnert zich dat wij hebben gezegd dat naast het openen van de grenzen midden 2007 – op basis van deze vier voorwaarden, en zodra het wordt goedgekeurd in het Parlement, wordt een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit genomen – voor de knelpuntberoepen er een nieuwe, eenvoudige procedure zou komen voor het afleveren van de arbeidsvergunningen. Dat is ondertussen gebeurd, zodat werknemers uit nieuwe lidstaten die behoren tot deze knelpuntberoepen op een veel soepelere manier toegang tot onze arbeidsmarkt kunnen krijgen.
04.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de eerste minister, dat u niet luistert naar wat andere mensen zeggen, weten wij al lang, maar nu doet u het hier nogmaals. Ik heb gezegd dat wij inderdaad “voorstander zijn van het openstellen van de grenzen mits aan vier voorwaarden werd voldaan”. Wat maakt u daarvan? “U bent voorstander van het openstellen van de grenzen.” Die prietpraat hangt mijn keel uit.
Mijnheer de voorzitter, u mag deze woorden schrappen, ik heb daar geen probleem mee, maar het is gemeend.
04.04 Eerste minister Guy Verhofstadt: Dat is al zeven jaar zo.
04.05 Greta D'hondt (CD&V): Inderdaad, mijnheer de eerste minister. Wat u nu antwoordt, namelijk dat er nog twee voorwaarden moeten worden vervuld, is hetzelfde antwoord dat wij kregen in de commissie begin november vorig jaar. De regering staat stil op dat gebied. 1 mei komt heel dichtbij. Wat is uw conclusie? “Wij hopen dat wij nog in deze legislatuur...” Mijnheer de eerste minister, dat is dus drie jaar na de eerste datum die de regering had vooropgesteld. Wij hebben die arbeidskrachten nodig, maar er moeten vier voorwaarden worden vervuld.
Mijnheer de eerste minister, door anderen belachelijk te maken, probeert u te verhelen dat paars een aankondigingsregering is en geen uitvoeringsregering.
Het incident is gesloten.
Le président: Madame Wiaux, M. Dewael se trouve au Sénat. Il arrivera dans quelques instants. Vous devez passer votre tour mais nous ne vous oublions pas.
05 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de toename van het aantal voedselpakketten en van het aantal klanten in de sociale restaurants" (nr. P1722)
05 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "l'augmentation du nombre de clients dans les restaurants sociaux et de colis alimentaires" (n° P1722)
05.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wij hebben het er in de commissie al meermaals over gehad. Armoede wordt in ons land een steeds groter probleem. Gezien de grote hoeveelheid mensen die op voedselhulp een beroep doen – het nieuws stond vandaag nog in de kranten –, dringt een heel groot debat zich op.
In 2005 ging het om 250.000 mensen en in 2006 om 450.000 mensen. We merken daarbij een verschuiving op. Het gaat niet alleen meer om ouderen. Wat mij vooral bekommert is dat steeds meer jonge, alleenstaande, gescheiden moeders in de armoede belanden. Dat is ook merkbaar aan het aantal mensen dat naar de sociale restaurants gaat die vaak op vrijwilligerswerk draaien. Het aantal mensen dat in de sociale restaurants komt eten, stijgt spectaculair.
Mijn vraag is heel kort en bondig en omvat twee aspecten.
Welke initiatieven plant de minister, vooral voor de alleenstaande, gescheiden moeders die in de armoede verzeild geraken? Ik behoor zelf tot een leeftijdscategorie waarbinnen ik mij heel sterk betrokken voel met de vrouwen die in de armoede belanden. Ik dring aan op specifieke maatregelen voor voornoemde doelgroep.
Ten tweede, wanneer komt eindelijk het grote debat dat u ons in de commissie heeft beloofd? Ik zou heel graag een diepgaand debat willen voeren. Ik ben er immers van overtuigd dat de VDL het beste voorstel heeft om armoede te voorkomen. Participatie op de arbeidsmarkt is nog altijd de beste waarborg om armoede te voorkomen. Wij hebben er al vaak over gesproken, maar ik zou toch graag nog tijdens de huidige legislatuur het debat willen voeren.
05.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, dat steeds meer mensen tot de Restos du Coeur of de voedselbanken hun toevlucht moeten nemen, is helaas niet nieuw. Twee jaar geleden heb ik de voorzitter van de Restos du Cœur ontmoet, die mij vertelde dat hij een groei constateerde van het aantal mensen dat op voedselbanken of Restos du Cœur was aangewezen.
Wat hebben wij gedaan? Het debat dat u vraagt, hebben wij in feite gevoerd. Wij hebben alle provincies bezocht en hebben naar alle actoren geluisterd. Na de vergaderingen in de provincies kwam er een verslag. Wij zijn bezig het verslag zo goed mogelijk in praktijk te brengen.
Er kan niet worden gezegd dat de regering zonder reactie is gebleven. Wij voerden een aantal maatregelen in, zoals bijvoorbeeld de werkbonus, de verhoging van het minimumloon en de verhoging met 10% van het leefloon over twee legislaturen. Wij voerden ook de welvaartsvastheid voor alle uitkeringen door. Op gezondheidsniveau verbeterde mijn collega Rudy Demotte de maximumfactuur nog. Hij voerde ook een nieuw statuut in, het OMNIO-statuut om de toegang tot de gezondheidszorgen te verbeteren. De regering nam bovendien een aantal maatregelen inzake huisvesting, zoals de vermindering van de btw van 12% naar 6% voor de sociale woningen, de verplichte vermelding van de prijs, de verplichte registratie van de pachten en de invoering van de paritaire huurcommissies. Ook werd de schoolpremie ingevoerd, die een van de zaken was die in het verslag over de armoede werd gevraagd. Wij voerden ten slotte ook een nieuw fonds in, het Stookoliefonds.
Op de twee gebieden die aan de mensen het meeste kosten, zijnde energie en huur, hebben wij geprobeerd te reageren.
Het is en blijft echter een feit dat de armoede in ons land aan het stijgen is. Dat is een schandvlek voor onze maatschappij. Wij allen moeten ons dus bezinnen over een manier waarop wij nog beter kunnen reageren.
Ik heb gedurende de afgelopen drie jaar inspanningen gedaan om voorstellen in de praktijk te kunnen brengen. Ik ben ervan overtuigd dat er nog veel moet worden gedaan op het vlak van de minimumuitkeringen bijvoorbeeld. Men moet in dat geval ook oppassen voor werkloosheidsvallen.
De zaak is niet altijd makkelijk. Het probleem van de armoede is een heel ingewikkelde zaak. Het is een probleem dat een eigen ontwikkeling kent. Een paar jaar geleden dacht men dat men met de sociale huisvesting een antwoord had gevonden voor het probleem van de huisvesting. Dat blijkt niet zo te zijn. Een paar maanden geleden dacht men dat men de problemen van energie achter de rug had. Dat is absoluut niet zo. Er komen nieuwe vormen van armoede of uitsluiting, bijvoorbeeld de zogenaamde digitale kloof. Dit is erg want veel jobs worden nu het eerst op internet bekendgemaakt.
Wij weten allemaal dat we nog een lange weg moeten afleggen. Iedere dag proberen wij nieuwe maatregelen te vinden om tegen het fenomeen te strijden.
05.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, ik weet dat deze regering heel goede maatregelen heeft genomen. Degene die u hebt opgesomd, hebben inderdaad bijgedragen tot het pogen verkleinen van de kloof van de armoede. Ik blijf echter op mijn honger zitten.
Een, ik zou echt willen aandringen - ik weet niet of de voorzitter van de commissie hier is maar ik zie hem niet - op een degelijk debat in de commissie. Twee, er moet worden nagedacht over specifieke maatregelen voor alleenstaande ouders met kinderen, die nu vaak in de armoede belanden. Ik zou hierop echt willen hameren. Drie, ik blijf erbij dat de voorstellen van onze eerste minister in zijn vierde burgermanifest – het aanbieden van een buurtjob aan langdurig werklozen zodat ze terug voet aan de grond kunnen krijgen op de arbeidsmarkt – in het armoededebat moeten worden opgenomen. Werk hebben is immers nog altijd de beste sociale bescherming. Ik zou hiervoor echt willen pleiten.
L'incident est clos.
- de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de invoering van het wegenvignet" (nr. P1723)
- de heer François Bellot aan de minister van Mobiliteit over "de invoering van het wegenvignet" (nr. P1724)
- M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "l'instauration de la vignette routière" (n° P1723)
- M. François Bellot au ministre de la Mobilité sur "l'instauration de la vignette routière" (n° P1724)
06.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, er is deze week heel wat te doen geweest over de invoering van een wegenvignet, die in eerste instantie werd aangekondigd door het Vlaamse Gewest. Nadien is gebleken dat ook Brussel en Wallonië zich achter die stap scharen en dat het de bedoeling is per 1 januari 2008 dat wegenvignet in te voeren. De bedoeling is om jaarlijks 60 euro te vragen aan elkeen die gebruikmaakt van al onze wegen – autosnelwegen en gewone wegen. Die 60 euro die de Belgen zouden betalen, zou men compenseren via de verkeersbelasting. Ik meen dat de Vlaamse overheid daarin toch iets te concreet in is geweest.
Daar is een aantal reacties op gekomen, vooral van Nederland en van Duitsland, mijnheer de minister, die de toetsing van die maatregel met de Europese regelgeving in vraag stellen.
Vandaag is er in De Tijd een bijdrage verschenen van een professor van de KUL die deze stelling bevestigt en die zegt dat men iets te dik heeft uitgesmeerd dat men hetzelfde bedrag zou gaan teruggeven aan de Belgische autobestuurders, wat er op neer komt dat een discriminatie zou zijn tussen Belgen en andere EU-onderdanen. Ik meen dat u als minister van Mobiliteit wellicht een corrigerende rol, of een coördinerende rol, in dit geheel zult moeten spelen, al was het maar om de duurtijd van een en ander te bekijken. Er zou immers een verschil kunnen zijn tussen de duurtijd van een vignet in Wallonië en een Vlaanderen. Dat moet natuurlijk op elkaar worden afgestemd.
In dat verband had ik van u toch graag geweten, mijnheer de minister, in welke mate u zelf van oordeel bent dat die maatregel zoals die nu is vooropgesteld, de toets van Europa zal kunnen doorstaan? Want wanneer dat niet het geval is, meen ik dat men aan bijsturingen zal moeten doen.
Minister Van den Brempt heeft gezegd dat de invoeringsdatum, 1 januari 2008 vooral afhankelijk zal zijn van de snelheid waarmee de federale regering haar initiatieven die de implementatie van die maatregel mogelijk moeten maken, zal nemen. De vraag is nu: welke maatregelen moet de federale overheid nemen? En zal men op tijd zijn om een en ander op 1 januari 2008 te kunnen invoeren?
06.02 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, la question de la discrimination par rapport aux utilisateurs des voiries des États voisins se pose évidemment. Je ne reviendrai pas sur les interrogations de mon collègue.
Je voudrais connaître vos intentions par rapport à la vignette de courte durée qui est demandée, notamment pour les brefs séjours effectués dans notre pays ou simplement sa traversée, de manière occasionnelle, par les habitants des pays voisins. Envisagez-vous, eu égard à l'utilisation de la vignette, des mesures fiscales particulières? Certes, cette matière ne relève pas directement de votre ministère, mais cette question apparaît de manière récurrente pour toutes les entreprises qui disposent de véhicules de société pour lesquels la question de la déductibilité se pose aujourd'hui.
En ce qui concerne tous les poids lourds, envisagez-vous une modification particulière du système actuel, qui fait l'objet d'un accord entre quasiment cinq pays européens, simultanément à l'adoption de la vignette autoroutière et des grands axes qu'il conviendra encore de définir au niveau de l'État fédéral de manière coordonnée entre les trois Régions, puisque cela ne s'appliquera pas uniquement aux autoroutes mais aussi aux routes de grand gabarit? Il importera d'harmoniser ces règles. Aussi, quelles sont les dispositions que vous comptez prendre pour cette reconnaissance des routes à grand gabarit de notre pays?
06.03 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde collega’s, vooreerst wil ik opmerken dat onze Nederlandse vrienden zeer goed de Belgische politiek volgen, maar vergeten wat in Nederland al in december 2005 werd bekendgemaakt. Nederland heeft in december 2005 beslist en bekendgemaakt dat het overstapt tot een betaling per kilometer voor het gebruik van de wegen, en dat het dat in mindering zal brengen van de bestaande voertuigenbelasting. Met andere woorden, wat wij wensen te beslissen in België, is in Nederland al beslist. De reactie van onze Nederlandse collega’s is dus minstens eigenaardig.
Op Europees niveau bestaat er reeds een richtlijn voor de vrachtwagens vanaf 3,5 ton. Er werd een Europees kader geschapen en voorwaarden werden gesteld waarbinnen kan worden overgegaan tot de invoering van een wegenvignet. Ik veronderstel dat, indien – dit is de optie – in België de Gewesten overstappen naar een wegenvignet vanaf 1 januari 2008, dat vignet volledig zal passen binnen de afgesproken omstandigheden en voorwaarden op Europees vlak.
In geheel Europa is er een tendens om veel meer de gebruiker van de weg te belasten dan de inwoner van een regio. België is een transitland. Dat betekent dat wij voorlopig de wegen betalen die door alle Europeanen worden gebruikt. Wij proberen in die zin meer Europese gelijkheid te bereiken door, in goede samenspraak met collega’s, iedereen evenveel te doen betalen.
Voor de uiteindelijke modaliteiten van het wegenvignet is het nog even wachten op het resultaat van de verdere onderhandelingen tussen de Gewesten. Formeel hebben de Gewesten nu een akkoord over de verdeling van de opbrengst en is het het engagement van de federale regering om uit te kijken hoe wij technisch best kunnen inspelen op de mogelijkheden, zoals gevraagd door de gewestregeringen.
Zolang de bevoegdheid er een is van samenwerking, zal het op die manier moeten gebeuren, maar we weten nooit of er op dat vlak iets verandert in de toekomst.
06.04 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag welke wettelijke initiatieven de federale regering nog moet nemen om dat allemaal mogelijk te maken. Dat zal waarschijnlijk veeleer tot de bevoegdheid van minister Reynders behoren, maar ik had gedacht dat ik daarop toch even een antwoord had kunnen krijgen.
Er is niets op tegen om aan degenen die gebruikmaken van ons grondgebied, ook een zekere belasting op te leggen voor dat gebruik van ons grondgebied. Ik had wel gehoopt dat dat gegeven misschien zou worden aangegrepen om, in plaats van een forfaitaire belasting aan iedereen op te leggen, te streven naar een soort van intelligente kilometerheffing, waarbij rekening wordt gehouden met de vervuilingsgraad van het voertuig, de uren waarop men zich op het grondgebied begeeft en eventueel of dat in de stad of op het platteland is. Dat idee wordt overigens ook ondersteund door de SERV, de werkgevers- en werknemersorganisaties.
Forfaitair zal door iedereen 60 euro moeten worden betaald, ongeacht het feit of men veel of weinig gebruikmaakt van de wegen. Wij moeten daarvan akte nemen.
Ik heb ter zake toch een waarschuwing. Ik heb het ook eens onderzocht als jurist. Volgens mij zou het gevaar kunnen dreigen dat Europa de maatregel afkeurt.
06.05 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, je n'ai pas entendu votre réponse relative à la vignette de courte durée devant permettre le transit.
Cet élément fait-il déjà l'objet de négociations? Y êtes-vous favorable? En effet, compte tenu de l'importante activité touristique, cela me semble essentiel.
06.06 Renaat Landuyt, ministre: Pour être complet, la modification des lois fiscales relève de la compétence de M. Reynders et il n'y a aucun doute qu'il est très compétent en cette matière.
En ce qui concerne la variabilité, il ne faut pas sous-estimer le fait que l'Europe demande que cela se fasse en rapport avec l'utilisation de la route.
Pour répondre à la question des variations telle que posée par M. De Padt, l'Europe dans son ensemble est plutôt contre.
Pour répondre à M. Bellot, en ce qui concerne les courtes périodes, le débat est ouvert. Dès que nous disposerons d'un système complet, je suppose que nous pourrons varier. J'imagine d'ailleurs que toute personne inquiète pour le tourisme dans notre pays se montrera favorable à un système variable.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de plaats van bromfietsen klasse B op de openbare weg" (nr. P1725)
07 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "la place des cyclomoteurs de classe B sur la voie publique" (n° P1725)
07.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, vanaf 1 maart 2007 of over zowat twee maanden mogen bromfietsers tot en met categorie B opnieuw op de fietspaden rijden in de bebouwde kom. Dat staat in het KB van 28 december waarover nauwelijks werd overleg gepleegd. Er zitten ook nog andere elementen in, maar daarover wil ik het nu niet hebben.
Deze wijziging van een vrij recente maatregel – pas sinds 1 januari 2005 zijn de bromfietsers verplicht om in de bebouwde kom op de rijbaan te rijden – is toch wel opmerkelijk. Eerst en vooral is er geen evaluatie gebeurd. Er werden evenmin gesprekken gevoerd met de betrokken organisaties, terwijl men dit in Nederland wel heeft gedaan. In Nederland werd een gelijkaardige maatregel reeds in 1999 ingevoerd. Bromfietsen moeten er op de rijbaan rijden in de bebouwde kom, wat trouwens logisch is: waar er een snelheidsregime tot 50 kilometer per uur geldt, is het logisch dat motorfietsen die tot 45 kilometer per uur mogen rijden, worden gemengd met het autoverkeer omdat het snelheidsverschil veel kleiner is dan het snelheidsverschil met de fietsers op de fietspaden.
U heeft dit niet grondig geëvalueerd, maar in Nederland is dit wel gebeurd. Men heeft daar vastgesteld dat het aantal verkeersslachtoffers er is afgenomen van maar liefst 940 tot 1.540 slachtoffers! Dat is een enorm aantal waaraan men niet zonder meer kan voorbijgaan. Het aantal slachtoffers daalde in totaal met 31%. Het aantal fietsslachtoffers daalde met 32%. Het aantal voetgangersslachtoffers daalde met 38%. Dit zijn zeer sprekende cijfers waar u niet aan voorbij kan.
Ik vraag mij dan ook af wat de beweegredenen waren voor deze wijziging. Een tweede vraag: waarom is deze wijziging van het verkeersreglement stoemelings ingevoerd? Momenteel is er een hele ronde bezig om het verkeersreglement te vereenvoudigen, met inbegrip van een consultatieronde met de federale commissie voor de verkeersveiligheid. Dit onderwerp kwam er niet aan bod, waardoor ook de Fietsersbond geen reactie heeft kunnen geven.
07.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van den Bergh, ik zal iets zeggen over de procedure en over de inhoud.
Wat de procedure betreft, na een koninklijk besluit met maatregelen in het voordeel van de fietser, is dit een koninklijk besluit met maatregelen voor de gemotoriseerde tweewieler. De procedure was dezelfde als bij alle verkeersreglementen, met name ruim overleg met de Gewesten en de wegbeheerders. Aan dit koninklijk besluit is meer dan een jaar overleg voorafgegaan. Er is hier dus niets stoemelings gebeurd.
Wat de grond van de maatregel betreft, misschien is dat in Nederland anders, maar in België is een bebouwde kom niet gelijk aan 50 kilometer per uur. U zult uit ervaring weten dat er veel borden van bebouwde kom worden gevolgd door een verbodsteken van 70 kilometer per uur. Dat is de harde realiteit. Er was een maatregel van mijn voorganger, die nogal drastisch bepaalde dat bebouwde kom betekende dat men daaraan niets kon veranderen en dat die bromfietsers verplicht waren om tussen het gewone verkeer te rijden.
Er ontstond daardoor een klachtenregen van verschillende gemeenten in ons land met de vraag of zij de vrijheid niet konden krijgen om hun verantwoordelijkheid te nemen inzake de veiligheid van fietsers, bromfietsers en wagens. Het probleem was dat men door de strakke regel niet anders kon dan die bromfietsers tussen het zware verkeer te laten rijden.
Wat wij nu installeren, is niet meer het criterium van bebouwde kom, maar van de 50 kilometer per uur. Rond de tweevaksring van Brugge of van Leuven waar men 50 kilometer per uur mag rijden, vindt men het ter plaatse echter niet veilig om de motorfietsers tussen de auto's te laten rijden. Er zijn daar ruime fietspaden waar heel veel plaats is voor alle gebruikers ervan. Er werd ons dan ook gevraagd om hen toe te laten zelf te beslissen of zij de bromfietsers de weg of de fietsbaan opsturen.
Kortom, het enige wat veranderd is, is een strakke maatregel die haaks stond op de realiteit die zorgde voor onveilige toestanden voor de kleine bromfietser. Vanaf 1 februari kan men de situatie terug veiliger maken voor de verschillende gebruikers van de weg.
07.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik vind dit eigenlijk een ongelooflijk antwoord, mijnheer de minister. U geeft geen enkel onderzoek aan waarop deze beslissing is gebaseerd. U verwijst naar enkele bromfietsers in Brugge die op de Brugse ring veiliger op het fietspad zouden kunnen rijden. Indien dat op die plaats inderdaad wenselijker is, kunt u nog altijd afwijken van de algemene regel door er gebodsborden onder te hangen waardoor de bromfietsen categorie B mee op het fietspad moeten. Dat is perfect mogelijk.
U verwijst ook naar de reglementering in Nederland. Blijkbaar kent u die niet goed want binnen de bebouwde kom is er een afwijking. Vanaf het moment dat men daar 70 km per uur mag rijden, moeten zij wel mee op het fietspad. U had de maatregel die misschien inderdaad wat te drastisch was dus evengoed lichtjes kunnen bijsturen richting de Nederlandse situatie. Als er 70 km per uur mag worden gereden, zouden de bromfietsers dan ook op het fietspad mogen rijden.
Er is een enkel advies gekomen, mijnheer de minister, dat ik te pakken heb gekregen. Dat is het advies van het BIVV. Op 27 oktober, goed twee maanden geleden, heeft het BIVV een advies gegeven over deze maatregel. Wat zeggen zij? De maatregel om de bromfietsers op de rijbaan binnen de bebouwde kom te laten rijden vermindert het aantal letselongevallen met bromfietsers en bovendien ook met fietsers en voetgangers. Deze maatregel is dus voordelig voor de verkeersveiligheid van de zwakke weggebruikers. Het afschaffen van deze erg recente maatregel zonder deze eerst te evalueren – zonder deze eerst te evalueren – getuigt niet van een coherent beleid.
Deze maatregel is dus werkelijk op niets gestoeld, misschien op een aantal “mobilisten” in Brugge na. Bovendien komt het bijvoorbeeld bedreigend over voor heel veel schoolkinderen die worden gestimuleerd om met de fiets naar school te rijden en die u nu terugstuurt naar de achterbank van de auto.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Brigitte Wiaux au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la mort suspecte d'un jeune dans un commissariat de police à Jodoigne" (n° P1720)
08 Vraag van mevrouw Brigitte Wiaux aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het verdachte overlijden van een jongere in een politiebureau te Geldenaken" (nr. P1720)
08.01 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, la presse fait état du cas d'un jeune homme de 20 ans arrêté mardi matin pour état d'ivresse sur la voie publique, et qui fut retrouvé mort vers 20 heures dans une cellule du commissariat de la ville de Jodoigne alors que les policiers voulaient le libérer.
Monsieur le ministre, quelles que soient les circonstances dans lesquelles ce drame s'est déroulé, mes pensées vont vers ce jeune homme. Je pense aux souffrances qu'il a peut-être connues au moment de "partir". Je pense surtout à sa famille et à ses proches et à la tristesse qu'ils peuvent éprouver dans de pareilles circonstances.
La presse s'est également fait l'écho de certains propos de la maman de ce jeune homme qui reproche aux policiers de ne pas avoir été assez attentifs, ce que dément le bourgmestre de la ville de Jodoigne.
Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.
- Disposez-vous d'informations sur les circonstances du décès de ce jeune?
- Dans quel état était-il réellement? Était-il en état d'ivresse? Était-il dans un coma éthylique?
- Pourriez-vous nous rappeler les procédures qui doivent normalement être suivies lorsque des personnes sont arrêtées pour état d'ivresse sur la voie publique? Un accompagnement médical est-il prévu?
- Y a-t-il eu fraude? Y a-t-il eu négligence?
08.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, madame Wiaux, en ce qui concerne la première partie de la question, je ne peux que vous faire part des renseignements que j'ai obtenus du chef de corps de la police locale.
Le mardi 16 janvier, vers 11 heures, l'intervention de la police a été demandée pour raison de nuisances provoquées par un jeune sur un parking d'une grande surface. Les policiers se sont donc rendus sur place. Ils ont reconnu l'auteur des faits. Il s'agissait d'un jeune homme de 20 ans bien connu des services de police.
Après les devoirs d'usage, vu son état d'ivresse, le jeune homme a été placé en cellule. Il était alors 11.30 heures.
Vers 20.05 heures, au moment de le libérer, les policiers ont constaté que le jeune homme était affalé contre le mur de sa cellule et ont immédiatement organisé les secours d'urgence.
Une enquête judiciaire a été confiée à la police judiciaire fédérale par le parquet. Une autopsie a été demandée.
Vous m'avez interrogé quant aux procédures et aux règles d'application lors du constat de tels faits. Quand une personne est arrêtée administrativement, elle est neutralisée et menottée. Cette personne est ensuite fouillée et on lui confisque tous les objets qui peuvent constituer un danger pour son intégrité physique. Si nécessaire, un médecin est convoqué.
Il faut attendre les résultats de l'enquête judiciaire en cours. Je vous tiendrai bien entendu au courant de la suite.
08.03 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, je comprends que vous ne puissiez pas me donner beaucoup d'informations, étant donné que l'enquête est encore ouverte. Je serai néanmoins attentive aux suites qui seront réservées à cet événement malheureux.
Il est important de prendre toutes les mesures de précaution et de rappeler les directives. L'état de santé d'une personne arrêtée doit être apprécié par une personne compétente, à savoir un médecin. En l'occurrence, ni les policiers, ni les bourgmestres, qui ne sont pas médecins, ne sont capables de le faire. Il est important de le rappeler pour éviter que de pareilles situations ne se reproduisent, sans qu'il n'en coûte aux zones de police.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Marie-Claire Lambert au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les efforts demandés aux firmes pharmaceutiques" (n° P1721)
09 Vraag van mevrouw Marie-Claire Lambert aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de inspanningen die van de farmaceutische bedrijven worden gevraagd" (nr. P1721)
09.01 Marie-Claire Lambert (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, depuis 2004, vous avez investi 800 millions d'euros dans le secteur des médicaments et vous avez permis une évolution de 30% du budget récurrent de ce secteur.
D'autre part, la cotisation des firmes pharmaceutiques sur le chiffre d'affaires est en constante diminution. De plus, vous annoncez que 35 millions d'euros seraient rendus aux firmes pharmaceutiques qui investiraient dans la recherche.
D'autres mesures ont permis de maintenir le budget sous contrôle.
Dans une interview parue ce matin dans le journal "L'Écho", vous dites être prêt à faire des efforts supplémentaires en ce qui concerne l'industrie pharmaceutique, pour autant qu'elle fasse de même.
Monsieur le ministre, j'aurais quelques questions à vous poser par rapport à ces déclarations.
Quelle est votre position en matière de médicaments innovants et de plus-value thérapeutique? Qu'en sera-t-il du prix des nouvelles molécules?
Quelles mesures préconisez-vous en termes de marketing?
Que pensez-vous des dernières propositions de l'industrie pharmaceutique préconisant d'élargir l'offre de médicaments qui ne nécessiteraient plus de prescription médicale?
09.02 Rudy Demotte, ministre: Madame Lambert, je serai bref malgré la complexité du problème. Ma réponse ne vous satisfera qu'en partie puisqu'elle doit tenir en deux minutes. Parlons d'abord du prix du médicament. La société est prête à payer cher un médicament à la condition que soient prouvées son efficacité et sa plus-value thérapeutiques. On peut voir de vieilles molécules avec une grande efficacité thérapeutique remplacées par de nouvelles molécules à l'efficacité thérapeutique comparable dont le coût est supérieur en raison d'une prétendue plus-value.
Selon une étude américaine dont rend compte Marcia Angell dans le "Journal de médecine de la Nouvelle-Angleterre", 85% des molécules mises sur le marché ces dix dernières années sont nouvelles mais présentent une valeur thérapeutique discutable ou sont des resucées d'anciennes molécules. C'est arrivé avec des isomères, mis sur le marché alors qu'ils présentaient une valeur thérapeutique correcte mais n'apportaient pas de plus-value.
Ce que je demande, c'est de la transparence dans les processus, tant sur la qualité thérapeutique – et là la CRM peut nous éclairer – que sur les coûts. Quelle est la partie de la recherche, quelle est la partie du marketing? Je vais vous faire une confession si le président me permet de me servir de cette enceinte comme d'un confessionnal: nous ne sommes pas capables de proposer seuls une assurance. Il faut que le cadre européen le permette. Or l'Union européenne a encore de gros efforts à faire en matière de transparence des coûts des médicaments.
Je termine par un mot sur la volonté du gouvernement. Le gouvernement veut encourager la recherche mais en sachant exactement ce que les uns et les autres mettent sur la table. Nous y avons tout intérêt en termes d'emploi comme de santé publique.
09.03 Marie-Claire Lambert (PS): Je remercie M. le ministre pour sa réponse et je partage son analyse selon laquelle nous devons revenir dans le cadre européen. Il n'a pas vraiment répondu à ma question sur les propositions actuelles d'élargissement du champ des médicaments qui ne seraient pas sur prescription. Pourriez-vous préciser votre position à cet égard?
09.04 Rudy Demotte, ministre: Madame, je reviens sur les médicaments de comptoir.
Quand les firmes pharmaceutiques ont perdu certaines sources de bénéfices en raison du fait notamment que la protection des médicaments par le brevet avait pris fin, on a constaté deux techniques utilisées. La première consistait à mettre de faux innovants sur le marché. La seconde est aujourd'hui d'essayer de promouvoir les médicaments qui ne passent plus par la prescription. Ce n'est bon ni pour le portefeuille des citoyens ni pour leur santé.
09.05 Marie-Claire Lambert (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie, je suis rassurée sur ce point.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Colette Burgeon au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur "le plan CO2 2008-2012" (n° P1726)
10 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen over "het CO2-plan 2008-2012" (nr. P1726)
10.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, la Commission européenne a approuvé le Plan national belge d'allocation des quotas de CO2 pour la période 2008-2012, à condition que le pourcentage des quotas alloués aux entreprises belges soit réduit de 7%.
Selon les exigences de la Commission européenne, les quelque 360 entreprises belges participant au marché européen de CO2 disposeront chaque année, entre 2008 et 2012, de quotas pour 58,5 millions de tonnes de CO2 au lieu des 63,3 millions de tonnes initialement prévus.
Si les électriciens se plaignent du manque de concertation avec le secteur, la Fédération de l'industrie cimentière est inquiète car, sans modification fondamentale de son mode de production, elle ne pourra pas baisser davantage ses émissions. Le secteur de la sidérurgie réagit de la même façon.
Les industries belges reprochent aux experts d'avoir basé leurs calculs uniquement sur l'année 2005 et non sur la moyenne des années 2003 à 2007.
Monsieur le ministre, quelles mesures avez-vous prises pour respecter ce nouveau plan d'allocation? Quel est l'échéancier prévu avec les Régions? Comment allez-vous réagir par rapport aux remarques de ces secteurs industriels soumis aux quotas CO2 et qui ont déjà fourni de réels efforts?
10.02 Bruno Tobback, ministre: Monsieur le président, madame Burgeon, comme vous venez de le dire, la Commission s'est prononcée avant-hier, le 16 janvier 2007, et a approuvé les plans de la Belgique et des Pays-Bas.
La Belgique, quant à elle, a alloué 4,82 millions de tonnes de droits d'émission sur base annuelle en trop, ce qui signifie que le pourcentage des quotas alloués aux entreprises doit être réduit de 7,6%.
La Commission s'est effectivement basée sur une comparaison entre les gaz à effet de serre produits en 2005, sur la réalisation attendue de l'objectif de Kyoto, sur le potentiel technologique, sur la croissance économique attendue en Belgique ces prochaines années et sur l'amélioration en termes d'efficacité énergétique et d'intensité en carbone.
La Commission estime notamment qu'en termes d'efficacité énergétique, il reste des efforts possibles à faire en Belgique. En outre, elle a attiré l'attention sur le fait qu'une adaptation des allocations de droits a posteriori n'est pas autorisée, ce qui était prévu dans certains plans des Régions.
Pour répondre à votre question, l'attribution de la quantité totale de droits d'émission relève totalement et exclusivement de la compétence des Régions. Si l'industrie se plaint d'un manque de concertation, que ce soit dans le secteur des entreprises individuelles ou autres, la responsabilité incombe à chaque Région séparément. Il est donc évident que je ne prendrai pas d'initiative qui contrecarrerait leurs efforts.
En tout cas, comme cela a déjà été fait, nous pourrions mettre sur pied un groupe de travail sur le système de quotas d'émissions au sein de la commission nationale Climat; elle transmettra ses remarques, tant de fond que techniques, à la Commission dans un délai de 30 jours. Cette procédure a été prévue dans la directive. Sur la base de ces arguments, je veillerai à ce que l'appréciation de la Commission s'effectue de manière correcte et que les efforts réalisés par les Régions, comme par l'autorité fédérale, soient pris en compte.
D'un autre côté, je soutiens totalement les intentions de la commission de créer un système de commerce de droits d'émission en Europe, un système qui soit efficace et qui propose un prix réaliste et raisonnable afin de constituer un incitant à réaliser des économies d'énergie.
Je ne soutiens pas les remarques en provenance de certains secteurs – je ne cite même pas ceux que vous avez mentionnés – déclarant leur incapacité à réagir. S'ils se trouvent dans une réelle impossibilité, ils risquent malheureusement de rencontrer des problèmes fondamentaux pour leur avenir, car ils seront malgré tout forcés de réduire leurs émissions.
Il va sans dire qu'il convient de trouver des solutions à des problèmes relatifs à des secteurs qui n'appartiennent pas au système des "emissions trading", notamment le secteur des transports envers lequel il sera indispensable de prendre des mesures plus contraignantes qu'actuellement.
10.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, merci pour vos réponses. Vous parlez de 30 jours de délai avant de remettre vos avis: pourriez-vous nous transmettre les résultats dès que vous en disposerez?
Certaines entreprises réagissent en disant qu'elles comptent fermer certains secteurs dans les années à venir. Pourtant, il leur est quand même demandé de réaliser des efforts dans ces secteurs: vous comprenez qu'il leur sera difficile de se conformer à cette demande.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Denis Ducarme au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation, sur "le problème de l'insécurité sur le réseau SNCB" (n° P1727)
11 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "de onveiligheidsproblematiek bij de NMBS" (nr. P1727)
11.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, en novembre et décembre, je vous interpellais déjà en commission afin de faire le point sur l'évolution de l'insécurité sur le réseau SNCB. Je vous demandais alors concrètement de me communiquer les statistiques relatives à l'évolution de l'insécurité sur le réseau SNCB. Je fus extrêmement surpris de vous entendre me répondre que vous ne disposiez pas des statistiques en question. La démonstration était alors faite que votre politique de sécurité n'était pas établie sur un élément scientifique. Je vous demandais les statistiques par province et par ligne et vous m'avez répondu que vous n'en disposiez pas.
Comment était organisée la politique de sécurité sur le réseau SNCB? Je ne sais pas.
Puisque nous sommes encore en début d'année, à la période des cadeaux, j'ai, monsieur le ministre, un cadeau pour vous. Ce sont les statistiques, dont vous ne disposez pas, qui concernent l'évolution de l'insécurité sur le réseau SNCB, classées par province et par type d'infraction.
Monsieur le ministre, vous pourrez donc analyser ces statistiques et peut-être revoir votre politique de sécurité afin de l'établir, cette fois sur des éléments scientifiques, province par province, pour voir où nous avons besoin d'un renfort en termes de sécurité. Je pense qu'il est essentiel que vous disposiez de ces éléments pour pouvoir mener la politique de sécurité de la SNCB.
Pouvez-vous me confirmer que vous allez revoir votre plan de sécurité et le baser sur cet élément scientifique, dont le gouvernement dispose car je l'ai obtenu simplement en interpellant le ministre Dewael début janvier?
Ces études ont été clôturées en mai 2006. J'estime donc que vous devriez les posséder et je vous les donne en cadeau.
De ces statistiques, j'ai extrait les éléments les plus importants: les infractions contre l'intégrité physique des personnes. Monsieur le ministre, vous constaterez qu'en Région bruxelloise, celles-ci augmentent, entre 2000 et 2005, à hauteur de 60%. Pour ce qui concerne la Wallonie, entre 2000 et 2005, celles-ci augmentent de 40%.
Entre 2000 et 2005, ces mêmes infractions n'augmentent que de 4% en Flandre. Les Flamands sont-ils devenus plus pacifiques que les Wallons? Je l'ignore, à moins qu'une politique de sécurité de la SNCB ait été plus concentrée sur la Flandre! Pourriez-vous nous informer – mais peut-être pas aujourd'hui – au sujet des investissements réalisés en termes de sécurité région par région et ce, depuis 2003?
Monsieur le secrétaire d'État, vous m'aviez répondu, en novembre ou décembre dernier, à propos des régions les plus touchées par l'insécurité sur le réseau SNCB, que les principaux problèmes se situaient dans un rayon de 30 kilomètres autour de Bruxelles. Au-delà de heurter ma fibre provinciale, moi qui vis dans la région de Charleroi, je peux vous assurer que telle n'est pas la réalité. Ces statistiques le démontrent! Savez-vous que pour la seule province de Hainaut, les infractions contre l'intégrité physique des personnes s'élèvent à 70%? Vous rendez-vous compte que dans une seule province du pays, le taux d'infractions commises s'élève à 70% par rapport à l'ensemble de la Flandre?
Sachez aussi que Namur, capitale wallonne, a vu doubler les infractions de ce type entre 2000 et 2005. À la lumière de ces statistiques, envisagez-vous un plan spécifique pour ces provinces?
11.02 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Ducarme, le groupe SNCB dispose uniquement de statistiques en matière d'agressions commises à l'encontre du personnel. Il ne dispose pas des chiffres relatifs aux infractions contre les usagers. Les données en question sont donc du ressort de la police fédérale. En conséquence, je vous invite à interroger M. Dewael qui est compétent en la matière.
Par ailleurs, la politique en matière de sécurité n'est pas gérée de manière aléatoire. Chaque année, un plan de sécurité est mis en œuvre. Un suivi journalier est également organisé par Securail. Ce service de sécurité compte depuis peu 50 nouveaux agents. Ces derniers prendront leurs fonctions le 1er mars 2007. Des réunions de concertation sont également régulièrement organisées.
En conclusion, il est très important d'être présent et d'agir sur le terrain plutôt que de se consacrer à des études statistiques.
Il est selon moi primordial que chacun prenne ses responsabilités en cette matière.
Le président: Monsieur Ducarme, si vous le désirez, vous aurez le loisir de revenir sur ce problème en commission.
11.03 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je reviendrai effectivement sur ce problème en commission.
Monsieur le ministre, votre réponse ne me satisfait pas, même si la collaboration avec les agents de terrain afin de faire le point constitue un élément positif.
Nous disposons de données qui démontrent que les agressions se multiplient dans la partie francophone du pays. Il faut maintenant que ces statistiques soient examinées afin que vous puissiez, sur base de celles-ci, et dans le cadre de vos compétences, prendre les mesures nécessaires. En effet, la police n'est pas ici la seule concernée. Securail est une filiale de la SNCB; sa tâche est d'assurer la sécurité. Les 50 agents qui ont été engagés vont devoir renforcer les brigades dans les régions et les provinces qui, suivant les statistiques, connaissent le plus de difficultés.
11.04 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: (….)
11.05 Denis Ducarme (MR): Securail fait-il ou non partie de la SNCB?
11.06 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: En matière de sécurité des usagers, c'est la police fédérale des chemins de fer qui est responsable et non Securail.
11.07 Denis Ducarme (MR): Donc, la mission de Securail n'est pas d'assurer la sécurité sur le réseau SNCB?
11.08 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: C'est la police fédérale qui est responsable pour le traitement de…
11.09 Denis Ducarme (MR): À quoi sert Securail?
11.10 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Securail appartient au groupe SNCB.
11.11 Denis Ducarme (MR): À quoi sert-il?
11.12 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Ce service peut remplir de nombreuses tâches. Il est en contact direct avec la police fédérale pour …
11.13 Denis Ducarme (MR): Quand les agents de Securail sont dans les trains, ils doivent quand même assurer la sécurité?
11.14 Bruno Tuybens, secrétaire d'État: Tout à fait.
11.15 Denis Ducarme (MR): Securail doit donc se baser sur les statistiques qui ont été évoquées pour assurer une meilleure sécurité!
Monsieur le ministre, vous êtes la "locomotive politique" de la SNCB. Je vous suivrai comme le wagon qui y est accroché pour que vous vous basiez sur ces statistiques et que vous veilliez à ce que la partie francophone du pays voie la sécurité sur le réseau SNCB s'améliorer.
Het incident is gesloten.
- M. Jean-Marc Nollet au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation, sur "l'établissement éventuel d'entreprises publiques autonomes dans des paradis fiscaux" (n° P1728)
- M. Benoît Drèze au premier ministre sur "les pratiques frauduleuses de rémunération de cadres menées par la Sabena" (n° P1729)
- de heer Jean-Marc Nollet aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, over "de mogelijke vestiging van autonome overheidsbedrijven in belastingparadijzen" (nr. P1728)
- de heer Benoît Drèze aan de eerste minister over "de fraude bij de bezoldiging van kaderleden door Sabena" (nr. P1729)
12.01 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Monsieur le président, j'ai voulu interroger le secrétaire d'État après avoir appris dernièrement que la Sabena avait créé un système de rémunération complémentaire pour ses hauts dirigeants et dont le montage passait par des paradis fiscaux bien connus, en l'occurrence les Bermudes. Nous avons lu également que les ministres de tutelle de l'époque disent avoir découvert hier, en même temps que nous, l'existence de ce montage et de caisses noires au sein de la Sabena.
Mais ce matin, monsieur le secrétaire d'État, le journal "Le Soir" nous apprend qu'à tout le moins un des représentants du gouvernement au conseil d'administration de la Sabena a répondu positivement à la question et dit avoir eu parfaite connaissance de la création d'une filiale aux Bermudes – et sans doute n'était-il pas le seul. Je suppose ne pas être seul à vouloir une réponse à cette question: comment le représentant de l'État belge a-t-il rapporté cette information au gouvernement qui le mandatait et qu'ont fait de cette information les ministres de tutelle successifs: MM. Coëme, Di Rupo, Daerden?
Vous me répondrez que vous n'en savez rien, que vous n'étiez pas là à l'époque, que vous n'avez pas eu le temps de les interroger. Soit! C'est la raison pour laquelle je souhaite vous interroger sur le principe, en élargissant la réflexion à l'ensemble des entreprises publiques autonomes dont vous assurez aujourd'hui la tutelle. J'aimerais savoir comment, en tant que secrétaire d'État chargé de cette tutelle, vous réagissez à ce genre de montage.
Estimez-vous acceptable qu'une entreprise publique autonome élabore un montage financier plus ou moins direct ou indirect pour augmenter les rémunérations de ses plus hauts cadres, éventuellement en faisant jouer des fonds de pension, en passant par New York pour revenir aux Bermudes, tout cela sous l'égide de vos représentants dans le conseil d'administration de l'entreprise?
Pour terminer, pouvez-vous nous garantir qu'aucune entreprise publique sur laquelle vous exercez aujourd'hui votre tutelle n'est entrée dans ce genre de montage, dont l'objectif est ni plus ni moins d'éluder l'impôt?
Le président: Monsieur Drèze, je crois que je vais vous laisser poser directement votre question. Quand j'entends M. Nollet et que je vois que vous parlez des pratiques frauduleuses sur les rémunérations menées à la Sabena, je m'aperçois qu'il s'agit d'un sujet semblable.
12.02 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, pour une fois, je ne dois pas me battre pour m'associer à un collègue, vous me le proposez spontanément. Tant mieux!
Ceci dit, j'avais adressé ma question au premier ministre. Je suis heureux que ce soit le "ministre-technicien" en charge qui me réponde. Toutefois, je crois aussi que le gouvernement sera tôt ou tard amené à prendre ses responsabilités et à démontrer s'il est engagé dans ce dossier.
Premièrement, je remercie le gouvernement d'avoir inventé la DLU, ne fût-ce que pour ce point-ci. En effet, c'est apparemment à partir d'un dossier DLU que l'affaire revient à la surface autant d'années après. De ce que j'ai lu dans la presse, il semblerait que c'est un citoyen belge qui a déclaré, via la DLU, des montants gagnés frauduleusement. Quand je lis le dossier je ne vois pas d'autre terme qui pourrait convenir pour qualifier ces transactions.
Deuxièmement, en lisant les déclarations de M. Godefroid dans la presse – non seulement il reconnaît les faits mais il en donne une certaine publicité –, on prend connaissance des montants: globalement 7 à 10 millions d'euros sur la période 1992 à 1997, ce n'est pas rien. Le curateur estime que c'est anodin. Cherchez l'erreur! M. Godefroid affirme que le conseil d'administration et le réviseur d'entreprises étaient au courant (selon lui, pas un euro ne sort sans que le réviseur le sache) mais tout le monde dément! Tel est le contexte. On nage en plein délire!
La commission d'enquête Sabena n'a rien décelé. Aujourd'hui je crois que, quel que soit le vecteur, quelles que soient les personnes en difficulté de quelque parti que ce soit, toute la lumière doit être faite! Mon parti était à l'époque au gouvernement, je suppose qu'aucun de nos membres n'est inquiété mais, même si c'était le cas, ce ne serait pas une raison! Mme Onkelinx, ministre de la Justice, est socialiste. Il y a des personnalités importantes socialistes qui sont citées mais cela ne doit pas empêcher que la lumière soit faite.
Dès lors, mes questions à M. Tuybens sont simples.
J'aimerais savoir si M. Godefroid a raison et si le conseil d'administration était ou pas au courant. La pratique que j'ai de certains conseils d'administration me fait dire que s'il n'était pas au courant, c'est extrêmement grave. Quoi qu'il en soit, s'il était au courant, c'est très grave aussi.
Ma deuxième question attend une réponse sans détour. L'État va-t-il se porter partie civile? Si les sommes ont transité par des paradis fiscaux, c'était aux fins d'éluder l'impôt belge. L'État a donc été lésé. Selon moi, l'État doit se constituer partie civile pour récupérer les sommes. Je ne vois aucun argument qui irait contre ce point de vue.
Je rejoins M. Nollet sur ma troisième question, qui est de savoir si d'autres entreprises publiques autonomes pourraient vivre des dossiers similaires.
Quelles mesures comptez-vous prendre pour éviter de pareilles situations à l'avenir? En effet, au vu des situations qui se sont produites entre 1992 et 1997, à législation constante, rien n'empêcherait qu'elles ne se reproduisent à l'avenir pour d'autres dossiers.
12.03 Staatssecretaris Bruno Tuybens: Mijnheer de voorzitter, eerst wil ik toch zeggen dat de berichtgeving over de mogelijke zwarte betalingen aan directie- en kaderleden van het later gefailleerde Sabena, gedurende de jaren 90, mij evenzeer heeft gechoqueerd.
Wat de grond van de zaak betreft, is het vandaag uiteraard nog te vroeg om uitspraken te doen en dit in het belang van het geheim van het lopende gerechtelijk onderzoek. Ik ben het op dat vlak volledig eens met de curator. Ik denk dat ik ook mag zeggen dat ik het volste vertrouwen heb in het gerecht en dat de eventuele malversaties tot op het bot zullen worden onderzocht en dat eventuele wanpraktijken uiteraard niet ongestraft zullen blijven.
Pour les deux questions que vous m'avez posées concernant les entreprises publiques existantes, à l'heure actuelle, je n'ai aucune raison de soupçonner, à La Poste, à Belgacom ou au sein du groupe SNCB, l'existence d'entités offshore dans différents paradis fiscaux, dirais-je, où sont présentes de telles constructions.
En ce qui concerne La Poste, Belgacom et la SNCB, je leur ai posé la question aujourd'hui pour préparer ma réponse. Ils nient formellement l'existence de constructions offshore pour le paiement des salaires des directeurs ou d'autres membres du personnel.
Mijnheer de voorzitter, op dit ogenblik mag zeker reeds worden geconcludeerd dat er vandaag de dag een grote nood bestaat aan meer transparantie in de bedrijfswereld, niet uitsluitend, maar ook bij de overheidsbedrijven, over de toegepaste verloningsystemen. Het werd vandaag ook op die manier geformuleerd door een commentaarschrijver in de krant.
Volgens verklaringen van bestuurders in de media zou de raad van bestuur niet op de hoogte zijn geweest van de zaak. Ik zie dat ook de parlementaire onderzoekscommissie niet de hand heeft kunnen leggen op dergelijke aspecten. Het is belangrijk om bedrijfsleidingen aan te zetten tot meer openheid. Dat is absoluut belangrijk.
Ik kan vandaag alleen maar vaststellen dat de vrijwillige codes inzake corporate governance vandaag nog niet de vruchten hebben afgeleverd die nodig zijn. Wij moeten concluderen dat een vrijwillige basis kan, maar vrijwilligheid leidt vaak tot vrijblijvendheid. Als het niet vrijwillig kan, dan moeten er desgevallend wetgevende initiatieven worden genomen.
12.04 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie. Monsieur Lano, vous serez d'accord avec moi pour dire que la réponse n'a pas été hypocrite.
Cependant, monsieur le secrétaire d'État, je pense que c'est un peu facile de dire "autre temps, autres mœurs!" Évidemment, le dossier judiciaire est encore en cours. Vous avez pris vos renseignements et vous nous dites que les entreprises n'ont actuellement pas recours à ce genre de pratique.
Je pense personnellement qu'il faut avancer un cadre à la fois plus strict et qui oblige à plus de transparence. Dans l'absolu, ceci est vrai pour l'ensemble des entreprises mais encore plus pour une entreprise publique plus ou moins autonome comme il y en a chez nous.
On entend, à juste titre, des critiques vis-à vis de toutes sortes de constructions offshore. On travaille d'ailleurs activement au parlement, notamment avec le collègue Van der Maelen, pour mettre fin à tout ce qui soutient les paradis fiscaux.
Monsieur Drèze, sur le point suivant, je dois prendre une certaine distance par rapport à ce que vous avez dit. En effet, des administrateurs ont reconnu avoir été mis au courant de ce qui se passait et des flux financiers qui partaient vers les Bermudes. Il faudra pouvoir faire la clarté et déterminer qui était informé et jusqu'à quel point.
Je reviendrai encore sur cette question en commission, en lien avec les travaux en cours.
12.05 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre franchise. J'ignore cependant si vous mesurez la gravité du dossier.
Vous dites être d'accord avec le curateur sur un point, à savoir qu'il faut laisser faire la justice. Par contre, j'espère que vous n'êtes pas d'accord avec le curateur lorsqu'il dit que ce montage, entre autres via les Bermudes, est un élément anodin dans l'ensemble du dossier.
Au-delà des 7 à 8 millions d'euros dont il est question, le plus grave, monsieur le secrétaire d'État – M. Nollet et moi-même ne l'avons pas encore évoqué à cette tribune mais c'est déjà paru dans la presse – c'est qu'avec cet argent, on a acheté le silence des cadres, lorsque Swissair a fait un hold-up sur la Sabena. D'après ce que je lis dans la presse, on a acheté le silence de certains leaders syndicaux dans le cadre de mouvements sociaux. C'est extrêmement grave et cela mérite des sanctions du même niveau.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Conformément à l’avis de la Conférence des
présidents du 17 janvier 2007, je vous propose d’inscrire à l’ordre
du jour de la séance plénière de cet après-midi:
- le projet de loi modifiant l’article 8ter de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées (n°s 2772/1 à 4)
- la proposition de loi de Mme Greet van Gool et M. Dirk Van der Maelen modifiant la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées (n° s 1120/1 et 2)
- le projet de loi portant des dispositions diverses en vue de la réalisation de l’intégration des petits risques dans l’assurance obligatoire soins de santé pour les travailleurs indépendants (n°s 2764/1 à 4).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 17 januari 2007, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag in te schrijven:
- het wetsontwerp tot wijziging van artikel 8ter van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap (nrs. 2772/1 tot 4)
- het wetsvoorstel van mevrouw Greet van Gool en de heer Dirk Van der Maelen tot wijziging van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap (nrs. 1120/1 en 2)
- het wetsontwerp houdende diverse bepalingen met het oog op de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor de zelfstandigen (nrs. 2764/1 tot 4).
Pas d’observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Mijnheer De Crem, u vraagt het woord?
13.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, namens onze fractie kom ik terug op de reeds meermaals gestelde vraag die betrekking heeft op de tekst van het regeringscompromis inzake de voorwaardelijke invrijheidstelling die was beloofd naar aanleiding van de interpellatie in september over de ontsnapping van de heer Hoxha. Ik ga hier niet te lang bij stilstaan, maar toen was door de eerste minister in de commissie beloofd naar aanleiding van mijn interpellatie dat de tekst van het compromis ons zou worden bezorgd. Vandaag zijn we vier maanden verder en we hebben de tekst nog niet. Wat moet ik doen?
De voorzitter: Mijnheer De Crem, de heer Tant heeft daar terecht een paar malen vragen over gesteld in de Conferentie van voorzitters. Ik heb minstens een en mogelijk twee brieven gestuurd enkele tijd geleden. Gisteren heb ik een nieuwe vraag gericht tot de kanselarij. Gisterenavond heb ik zonder enige begeleiding een Nederlandstalige en Franstalige tekst gekregen die ik u zal geven. Daar zat niets bij. Ik heb daarstraks nog laten bellen om te weten of dit de complete tekst was. Men zegt mij van wel. Ik zal deze laten fotokopiëren.
13.02 Pieter De Crem (CD&V): Er zijn dus twee teksten?
De voorzitter: Nee, het is in het Frans en in het Nederlands. Ik zal deze laten ronddelen, maar ik had nog navraag gedaan of er nog een andere tekst was. U krijgt hem in de loop van de zitting. Iedereen trouwens.
13.03 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, er was nog een ander punt aan de orde in de Conferentie van voorzitters. Het heeft betrekking op een bevoegdheidskwestie.
De voorzitter: Ik heb u daarover aangeschreven.
13.04 Paul Tant (CD&V): Juist. Daarover wou ik het precies hebben. U heeft mij een brief gestuurd waarin u zegt dat over dit bevoegdheidsprobleem uitdrukkelijk is gesproken in de commissie voor de Financiën. De minister heeft daarbij verwezen naar de tekst van de regering waarin die haar houding bepaalt inzake het advies van de Raad van State.
Mijnheer de voorzitter, dit antwoord voldoet mij niet. Ik zeg u waarom. Ik raad u lezing aan van artikel 3bis, denk ik, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, paragraaf 3. Ik herhaal dat het nuttig zou zijn als de diensten dit met bekwame spoed zouden bekijken.
Ik lees het u misschien even: "Indien volgens het advies van de afdeling wetgeving een voorontwerp of een voorstel van wet, decreet of ordonnantie, evenals een amendement of een ontwerp, …, de bevoegdheid te buiten gaat van de Staat, de Gemeenschap of het Gewest, al naargelang het geval, wordt dat voorontwerp, dat voorstel of amendement doorgezonden naar het Overlegcomité". Met andere woorden, voorzitter, het artikel 3bis, §3, verbindt aan een advies van de Raad van State dat een bevoegdheidsprobleem releveert, automatisch het gevolg dat het Overlegcomité moet worden geraadpleegd. Met andere woorden, het inhoudelijke antwoord van de regering in dezen doet niets ter zake!
Het is het feit dat de Raad van State het constateert, dat het noodzakelijk maakt deze procedure te volgen. Volgens het voorlopige verslag van de commissie voor de Financiën heeft de minister niet gezegd dat het Overlegcomité daarover werd geraadpleegd. Dat moet dus alsnog gebeuren, voorzitter.
De voorzitter: Mijnheer Tant, u hebt daarover gesproken in de Conferentie van voorzitters. U hebt mij erop gewezen dat het ontwerp in twee commissies was behandeld, namelijk meer ten gronde – zonder enige bijbedoeling – in de commissie voor de Financiën en ook voor een stuk in uw commissie, als mijn geheugen goed is.
13.05 Paul Tant (CD&V): Het gaat hierover, voorzitter…
De voorzitter: Wacht, ik weet het wel.
U hebt mij toen een deel geciteerd van het advies van de Raad van State. Ik heb natuurlijk aanstonds de nodige conclusies getrokken. Ik heb mij laten voorlichten en ik heb u het antwoord dat ik ontving met de meest bekwame spoed bezorgd. U maakt nu een opmerking en ik aanvaard die. Ik zal dat dringend laten bekijken, want ik meen te weten – ik heb nog geen verslag gezien van de commissie voor de Financiën, dat is waarschijnlijk nog in concept – dat men het heeft goedgekeurd in de commissie voor de Financiën.
13.06 Paul Tant (CD&V): Ja, dat klopt.
De voorzitter: U hebt dat trouwens ook aangehaald op een zeker ogenblik. Ik meen dat ook Carl Devlies, een collega van uw fractie, daarover tussenbeide is gekomen. Meer dan dat weet ik momenteel niet. Sta mij toe – de diensten luisteren natuurlijk naar wat u en ik hier zeggen – dat van dichterbij te bekijken en ik kom daarop terug.
13.07 Paul Tant (CD&V): Voorzitter, ik ben het daarmee eens. Alleen wou ik nog zeggen dat het resultaat van de stemming in de commissie over die problematiek niet ter zake doet.
De voorzitter: Het is ten gronde dat wij spreken nu.
13.08 Paul Tant (CD&V): Ik meen dat wij het daarover eens zijn. Als mijn lezing – en ik meen dat men er geen andere kan geven – van de gecoördineerde wet op de Raad van State juist is, moet men hoe dan ook alvorens men heel dat ontwerp houdende diverse bepalingen verder kan behandelen, het Overlegcomité samenroepen.
De voorzitter: Ik laat het nogmaals nagaan na de opmerking die u hier hebt gemaakt, aanvullend aan wat ik u reeds heb geschreven.
13.09 Paul Tant (CD&V): Maar met bekwame spoed en alvorens de behandeling van het ontwerp hier kan aanvangen, voorzitter!
De voorzitter: Ik hoop dat mijn spoed bekwaam zal zijn.
13.10 Paul Tant (CD&V): Ik dank u.
14 Projet de loi portant assentiment au Protocole N° 7 à la Convention de Sauvegarde des droits de l'homme et des Libertés Fondamentales, fait à Strasbourg le 22 novembre 1984 (2812/1)
14 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol Nr. 7 bij het Verdrag ter Bescherming van de rechten van de mens en de Fundamentele Vrijheden, gedaan te Straatsburg op 22 november 1984 (2812/1)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
Sans rapport
Zonder verslag
Le président: La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2812/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2812/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
15 Projet de loi relatif à l'adhésion de la Belgique au Protocole de 1988 relatif à la Convention internationale de 1974 pour la sauvegarde de la vie humaine en mer, fait à Londres le 11 novembre 1988 (2813/1)
15 Wetsontwerp betreffende de toetreding van België tot het Protocol van 1988 aangaande het Internationaal Verdrag van 1974 voor de beveiliging van mensenlevens op zee, gedaan te Londen op 11 november 1988 (2813/1)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
Sans rapport
Zonder verslag
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2813/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2813/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
16 Projet de loi portant assentiment à la Convention civile sur la corruption, faite à Strasbourg le 4 novembre 1999 (2814/1)
16 Wetsontwerp houdende instemming met het Burgerlijk Verdrag inzake corruptie, gedaan te Straatsburg op 4 november 1999 (2814/1)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
Sans rapport
Zonder verslag
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2814/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2814/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
17 Projet de loi portant assentiment au Deuxième Protocole additionnel, signé à Bruxelles le 11 octobre 2004, modifiant la Convention entre la Belgique et l'Italie en vue d'éviter les doubles impositions et de prévenir la fraude et l'évasion fiscales en matière d'impôts sur le revenu, et le Protocole final, signés à Rome le 29 avril 1983 (2815/1)
17 Wetsontwerp houdende instemming met het Tweede Aanvullend Protocol, ondertekend te Brussel op 11 oktober 2004, tot wijziging van de Overeenkomst tussen België en Italië tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken en het ontgaan van belasting op het gebied van belastingen naar het inkomen, en van het Slotprotocol, ondertekend te Rome op 29 april 1983 (2815/1)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
Sans rapport
Zonder verslag
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2815/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2815/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
18 Projet de loi portant assentiment au Protocole portant modification de la Convention relative aux transports internationaux ferroviaires (COTIF) du 9 mai 1980, fait à Vilnius le 3 juin 1999 (2816/1)
18 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980, gedaan te Vilnius op 3 juni 1999 (2816/1)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
Sans rapport
Zonder verslag
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2816/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2816/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
19 Projet de loi portant assentiment à l'Accord bilatéral d'assistance administrative mutuelle en matière douanière entre le Gouvernement du Royaume de Belgique et le Gouvernement de la République de Madagascar, signé à Bruxelles le 26 février 2003 (2817/1)
19 Wetsontwerp houdende instemming met het Bilateraal Akkoord over wederzijdse administratieve bijstand op het gebied van de douane tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Madagaskar, ondertekend te Brussel op 26 februari 2003 (2817/1)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
Sans rapport
Zonder verslag
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2817/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2817/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
20 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre l'Union économique belgo-luxembourgeoise et la République de Maurice concernant l'encouragement et la protection réciproques des investissements, signé à Bruxelles le 30 novembre 2005 (2818/1)
20 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Republiek Mauritius inzake de wederzijdse bevordering en bescherming van investeringen, ondertekend te Brussel op 30 november 2005 (2818/1)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
Sans rapport
Zonder verslag
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2818/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2818/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
21 Projet de loi modifiant l'article 8ter de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées (2772/1-4)
- Proposition de loi
modifiant la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux
personnes handicapées (1120/1-2)
21 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 8ter van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap (2772/1-4)
- Wetsvoorstel tot
wijziging van de wet van 27 februari 1987 betreffende de
tegemoetkomingen aan personen met een handicap (1120/1-2)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Greet van
Gool, Dirk Van der Maelen
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
21.01 Danielle Van Lombeek-Jacobs, rapporteur: Monsieur le président, je me réfère au rapport écrit.
21.02 Pierrette Cahay-André (MR): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, nous avons examiné en commission des Affaires sociales, la semaine dernière, le projet de loi de Mme la secrétaire d'État. Je tiens à la féliciter via Mme la ministre à qui je demande de lui transmettre nos félicitations pour ce texte. J'apprécie particulièrement que nous nous soyons tous accordé sur ce projet.
Le handicap est une matière extrêmement importante qui appelle à cette union des partis politiques. En l'occurrence, il s'agit d'une adaptation logique à l'évolution des technologies informatiques et des transferts de données entre banques-carrefour et organismes. Cette disposition pourra accélérer le traitement des dossiers et faciliter le travail du personnel des différents services.
Je suis persuadée que nous avançons dans la bonne direction et que le travail de Mme la secrétaire d'État doit être poursuivi dans cette voie. Nous soutiendrons les initiatives qui iront dans ce sens.
21.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik zal kort interveniëren.
Eerst en vooral in verband met het oorspronkelijke wetsontwerp. Mijn collega heeft al gezegd dat het een goede zaak is dat er administratieve vereenvoudiging komt en dan vooral in de sector van personen met een handicap. Die administratieve vereenvoudiging heeft vooral betrekking op de uitwisseling van gegevens tussen de overheidsdiensten in plaats van die gegevens op te vragen bij de sociaalverzekerde zelf. Ik heb daarvoor zelf een actieplan ingediend om te komen tot meer vereenvoudiging in de sociale zekerheid.
Het is alleszins belangrijk dat nog geen uitwerkingsdatum in de wet werd opgenomen. Deze datum moet bij koninklijk besluit worden bepaald. Het is alleszins belangrijk om die beslissing zo snel mogelijk uit te voeren. Ik pleit ervoor om op te letten met de datum van uitvoering van deze bepaling en om deze bepaling pas uit te voeren als de gegevensuitwisseling ook daadwerkelijk op punt staat. Ik heb het vooral over de uitwisseling van gegevens met de FOD Financiën omdat dit belangrijke gegevens zijn zoals bijvoorbeeld de inkomsten. Deze gegevens hebben immers een rechtstreekse invloed op het bedrag van de tegemoetkoming.
Het is dan ook van cruciaal belang dat men zeker is dat het gaat om juiste en vaststaande gegevens. Op die manier kan worden vermeden dat er een nieuwe, corrigerende beslissing moet worden genomen. Om die reden pleit ik voor enige voorzichtigheid door de bepaling pas uit te voeren op het ogenblik dat de uitwisseling van gegevens – zeker met Financiën – daadwerkelijk op punt staat.
Het tweede punt waarop ik wil tussenbeide komen, is het amendement dat in de commissie werd ingediend. Dat amendement herneemt een wetsvoorstel dat ik samen met collega Van der Maelen, onze fractievoorzitter, heb ingediend. Dit was ook een wetsvoorstel dat kaderde in het actieplan om te komen tot meer vereenvoudiging in de sociale zekerheid. Dat amendement beoogt een automatisch onderzoek van rechten op de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming voor kinderen die de verhoogde kinderbijslag ontvangen. Van die personen weet men dat zij een bepaalde aandoening of handicap hebben. Zij verliezen die verhoogde kinderbijslag op het ogenblik dat zij 21 jaar worden omdat zij vanaf die leeftijd recht hebben op een inkomensvervangende of een integratietegemoetkoming. Het probleem is dat zij die inkomensvervangende of integratietegemoetkoming momenteel nog moeten aanvragen, wat maakt dat als men riskeert de kinderbijslag kwijt te spelen terwijl men nog niet onmiddellijk recht heeft op een tegemoetkoming voor personen met een handicap als men niet goed op de hoogte is van die administratieve verplichting. Met dit amendement beogen wij die rechten op inkomensvervangende en integratietegemoetkoming automatisch te laten onderzoeken. Op die manier vermijdt men lange wachttijden en een onderbreking in de sociale uitkeringen.
Ik ben blij dat dit amendement unaniem werd goedgekeurd en ik dank de commissieleden daarvoor. Ik wil de staatssecretaris, die hier nu niet aanwezig is, maar ik ben er zeker van dat de minister mijn verzoek wel zal overbrengen, vragen dat deze bepaling snel zou worden uitgevoerd omdat het echt wel belangrijk is in het kader van een betere sociale bescherming.
21.04 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, chers collègues, je regrette que Mme la secrétaire d'État ne soit pas présente. Je ne sais pas si elle a une excuse ou une occupation importante qui fait qu'elle ne puisse être avec nous aujourd'hui.
Je le regrette avec force mais, en même temps, cela va conforter mon analyse de ce projet de loi, notamment en ce qui concerne l'implication de Mme Mandaila Malamba dans le traitement des dossiers en faveur des personnes handicapées.
Je soutiens évidemment ce projet puisqu'il est destiné, en principe, à simplifier la vie des personnes handicapées en les dispensant notamment de l'obligation de signaler certains changements qui interviennent dans leur vie. Cette transmission d'informations se fera dorénavant via les systèmes informatiques entre les banques-carrefour et la Prévoyance sociale, systèmes qui donneront accès à ces informations.
La secrétaire d'État espère gagner trois semaines – elle ne peut s'avancer plus sur le gain de temps – dans le traitement d'un dossier qui reste, malgré quasiment huit années d'efforts pour l'améliorer, beaucoup trop long, dépassant encore les huit mois.
Malheureusement, il n'y a pas de date de mise en application pour ces dispositions. Il va falloir attendre que le système informatique et le système d'échange fonctionnent correctement, ce qui est logique. Mais, dans le même temps, il est assez fascinant de se dire qu'après quatre ans de gouvernement, on arrive à la mise en place d'un dispositif qui permettra aux personnes handicapées de ne plus signaler des données quand le système sera prêt alors que le nombre de réalisations effectuées par Mme Mandaila Malamba en la matière n'est pas énorme pour cette législature.
Pour faire avancer le traitement des dossiers des personnes handicapées en demande d'allocations, j'ai demandé à la secrétaire d'État si l'uniformisation de l'examen et de l'évaluation des capacités ou des pertes de capacité en autonomie des personnes qui introduisent un dossier était bien réelle, pour ne plus devoir introduire plusieurs dossiers auprès de différents organismes régionaux et fédéraux. En réponse à ma question, elle n'a pu me dire qu'une seule chose: un groupe de travail associant fédéral et Régions travaille! Et elle m'a garanti que ce groupe travaillait! Nous arrivons à la fin de la législature, et il n'y aura toujours pas d'accord alors qu'en 2004, les travaux avaient bien avancé, à l'époque, entre Mme van Gool et les ministres régionaux.
En résumé, j'approuve ce projet, mais il traduit à lui seul la politique qui a été menée; il n'a ni date, ni contenu, ni consistance. Si le projet est prometteur, être prometteur en la matière n'est évidemment pas suffisant.
Nous avons soutenu un amendement visant à permettre à l'administration d'introduire pour les personnes handicapées une demande d'allocations, plutôt que de voir celles-ci continuer à bénéficier d'allocations familiales majorées. Il a également mis en évidence le fait que les dossiers d'enfants bénéficiant d'allocations familiales majorées pour cause de handicap n'étaient pas forcément répertoriés comme tels. Des mois et des années seront peut-être nécessaires pour pouvoir appliquer cette simple mesure, pour gérer ces dossiers séparément des autres allocations familiales majorées attribuées pour d'autres raisons que le handicap.
Monsieur le président, je regrette vraiment l'absence de la secrétaire d'État, Mme Mandaila, qui n'a ainsi pas entendu les critiques que je formulais via ce projet de loi.
Le président: Tout sera acté, madame! Tout est "verba manent" ici!
Chers collègues, je dois avouer que pendant les discussions, je suis allé trop vite en besogne!
21.05 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, je disais que j'avais des problèmes d'audition et que je ne souhaitais pas réagir sur ce texte.
Le président: C'est en connaissance de cause que vous décidez de vous taire.
21.06 Rudy Demotte, ministre: Oui.
Le président: C'est bien
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand
het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2772/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen.
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2772/4)
L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi modifiant la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot wijziging van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap".
Le projet de loi compte 4 articles.
Het wetsontwerp telt 4 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
22 Projet de loi portant des dispositions diverses en vue de la réalisation de l'intégration des petits risques dans l'assurance obligatoire soins de santé pour les travailleurs indépendants (2764/1-4)
22 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen met het oog op de integratie van de kleine risico's in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor de zelfstandigen (2764/1-4)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
22.01 Denis Ducarme, rapporteur: Monsieur le président, madame et monsieur les ministres, chers collègues, si vous me permettez, j'enchaînerai mon rapport et ma brève intervention en mon nom propre.
Le projet de loi soumis en ce jour à l'approbation a été examiné lors de la réunion commune du mercredi 10 janvier de la commission des Affaires sociales et de la commission de l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture.
D'après l'exposé de la ministre des Classes moyennes, Mme Laruelle, on peut retenir que le projet de loi répond à cinq objectifs principaux:
- couvrir tous les indépendants contre les petits risques;
- leur permettre le recours intégral à la facture maximale ainsi qu'au régime préférentiel;
- faire disparaître le concept "régime le plus favorable";
- simplifier les règles en matière d'assurabilité;
- organiser le versement par les mutualités à leurs membres de réserves financières "assurances libres petits risques".
Pendant la discussion générale, les collègues ont unanimement salué la mesure et ont reconnu son utilité. Des questions et des observations ont néanmoins été formulées. Mme Pieters demande comment sera adapté le montant figurant à l'article 2. Elle se demande également si les cotisations sociales ne risquent pas d'augmenter si la norme de croissance de 4,5% demeure inchangée ou augmente, ce qui impliquerait un dépassement des possibilités financières de l'indépendant moyen. Elle demande pourquoi l'adaptation de l'indice santé n'est pas appliquée uniquement aux petits risques s'il est bien vrai que l'augmentation des cotisations, comme l'indique le comité de gestion, ne serait plus proportionnelle au coût de l'intégration des petits risques. Elle demande enfin si la notion de starter est abandonnée.
Mme Gerkens demande quant à elle quel sera le montant des cotisations, comment ces cotisations seront calculées, s'il y aura des plafonds, s'il sera encore possible de faire la différence avec un salarié indépendant dans le régime unique, s'il y aura une volonté de ventilation du financement.
M. Bultinck se demande et demande si l'augmentation des cotisations sera proportionnelle au coût de l'assurance et si des garanties sont prévues pour éviter des déficits. Selon Mme Ghenne, il faut éviter que s'installe une concurrence entre mutualités; la solidarité interne au régime n'est pas réglée par le projet même si l'article 7 balise déjà le terrain; le PS n'est pas contraire à une participation accrue de la solidarité collective pour améliorer le statut social des travailleurs indépendants. Elle demande aussi s'il y aura un traitement différent pour les starters selon que l'assujettissement ait lieu avant ou après le 31 décembre 2007, quel sera le montant de la cotisation dont devra s'acquitter le pensionné et quelle sera sa dégressivité.
Le groupe MR, par la voix de Mme Cahay et de Denis Ducarme, dit tout le bien qu'il pense du projet.
M. Demotte, ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, rappelle les mesures structurelles introduites au cours de la législature pour contrôler l'accroissement du budget de la sécurité sociale.
Quant à la question de savoir si la norme de croissance de 4,5% est réaliste pour couvrir les coûts liés au présent projet, le ministre rappelle que ce projet est le résultat d'un compromis: un nouveau système de financement des soins de santé a été introduit, en vertu duquel la norme de croissance est corrélée à l'accroissement effectif des cotisations sociales. La différence entre les deux doit être financée par le biais d'un financement alternatif. Ce nouveau système plaide en faveur d'un meilleur contrôle structurel de l'évolution des dépenses des soins de santé, quelle que soit la nature de ces dépenses.
Rappelons que 85% des indépendants assurent eux-mêmes les petits risques par une assurance complémentaire. Pour les 15% qui ne peuvent s'assurer, la mutualisation est importante. Depuis 1963, le concept des petits risques a par ailleurs évolué: ainsi, des médicaments extrêmement coûteux pour le traitement de la leucémie relèvent des petits risques. Enfin, il s'agit ici du remboursement effectif des prestations de soins de santé.
L'évolution pour 2008 ne peut pas être basée sans coefficient correcteur sur les chiffres de 2007. Mme Laruelle, ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture, précise que des négociations ont commencé avec les organisations d'indépendants pour déterminer d'ici 2008 qui paiera quoi et comment. Des principes en ce qui concerne les coûts et le financement de ces coûts ont toutefois été déterminés. Les indépendants ne souhaitent pas de dérapage de leurs cotisations dans les années à venir. Le secteur des soins de santé, pour sa part, ne souhaite pas être confronté à un sous-financement structurel.
Il y avait donc lieu de garantir un système viable et durable. Les indépendants bénéficiant de la garantie des revenus aux personnes âgées et les starters bénéficient déjà de l'assurance obligatoire soins de santé; ce financement existe donc. Ainsi, le financement public a été recalculé compte tenu du fait que tous les indépendants bénéficieront de l'assurance obligatoire soins de santé.
Le montant à financer a été déterminé. Ce financement ne sera pas assuré par une augmentation, mais par une adaptation des cotisations. Les indépendants qui s'assurent aujourd'hui sur une base volontaire verseront dorénavant leurs cotisations à l'assurance obligatoire. Seuls les indépendants qui ne s'assurent pas aujourd'hui pour les petits risques connaîtront en effet une augmentation de cotisation, puisqu'ils ne paient actuellement aucune cotisation. La moyenne des cotisations versées par les autres devrait connaître une diminution. La structure de ces cotisations est en cours de discussion.
Pour répondre aux questions posées par Mme Pieters au sujet des débutants, la ministre précise les deux mesures distinctes qui sont en cause. L'arrêté royal n°38 prévoit des cotisations spécifiques pour les débutants pendant trois ans. Ce délai de trois ans pose problème, non seulement pour les débutants eux-mêmes mais également pour chaque indépendant. À l'avenir, il y aura lieu d'adapter cette disposition. La transposition de ce délai de trois ans pour la couverture des petits risques a semblé excessive et c'est la raison pour laquelle un délai de 18 mois a été décidé.
En ce qui concerne les remarques d'ABC, dont certaines ont été reprises et d'autres pas, le ministre rappelle qu'il s'agissait d'élaborer, à partir du 1er janvier 2008, un système positif s'inscrivant dans des limites budgétaires durables. Les organisations d'indépendants ont été associées à la réflexion sur le projet en discussion.
Dans le cadre des répliques, Mme Pieters constate que la ministre des Classes moyennes déclare que la norme de croissance est liée à deux éléments mais elle demande si cette norme de croissance va augmenter ou diminuer. Le ministre des Affaires sociales répond qu'il n'est pas possible de répondre à cette question et qu'il ne sera possible d'y répondre qu'à partir du mois de juillet 2007.
Mme Pieters réitère sa question relative aux grands risques. Le ministre des Affaires sociales répond que le système de la double adaptation du montant de base reste limité aux petits risques. Mme Pieters réplique qu'un problème subsiste. Si la norme se situe entre 3 et 5%, les cotisations des indépendants seront revues à la hausse. Le ministre indique que la meilleure manière de maîtriser les dépenses consistera à mutualiser les risques.
Les amendements de Mme Pieters et de M. Tant sont rejetés. L'amendement de la majorité visant à supprimer la date à partir de laquelle les mutualités et l'Union nationale ne peuvent ni décider de l'adaptation de cotisations ni créer de nouvelles catégories de membres est adopté à l'unanimité.
Finalement le projet de loi portant des dispositions diverses en vue de la réalisation de l'intégration des petits risques dans l'assurance obligatoire soins de santé pour les travailleurs indépendants a été approuvé à l'unanimité des membres des deux commissions réunies.
Monsieur le président, j'en arrive maintenant à mon intervention proprement dite.
L'intégration des petits risques dans l'assurance obligatoire soins de santé représente à mon sens une avancée fondamentale dans le processus débuté au commencement de cette législature, à savoir l'amélioration du statut social des travailleurs indépendants.
Lors de la table ronde instituée en 2003 par la ministre Laruelle, les organisations représentatives des indépendants ont tout de suite fait savoir qu'il s'agissait d'un critère fondamental à un meilleur statut social.
Actuellement, les indépendants ne bénéficient que d'une couverture pour les gros risques (soins hospitaliers). Dans le cadre de l'assurance obligatoire, les cotisations sociales versées par les travailleurs indépendants pour l'assurance obligatoire en matière de soins de santé ne leur ouvrent aucun droit au remboursement des petits risques.
Si 85% des indépendants cotisent déjà volontairement pour les petits risques en soins de santé, il ne faut pas oublier les 15% restants (environ 180.000 personnes) qui sont constitués de jeunes indépendants en début de carrière et de pensionnés souvent exclus du système.
L'intégration de la totalité des petits risques dès juillet 2007 pour les starters et les bénéficiaires de la GRAPA et dès janvier 2008 pour tous les autres permettra enfin aux indépendants de bénéficier de la même couverture en soins de santé que les salariés. C'est fondamental d'autant plus que nous ne sommes pas sans savoir que, de nos jours, la santé a un coût et non des moindres. Je suis persuadé que certains indépendants hésitent encore entre se soigner et attendre que cela se passe pour la simple et bonne raison qu'ils ne peuvent pas, parfois, se permettre une telle dépense.
Or, comment voulez-vous, pour ces indépendants, faire du bon travail en étant malade? Pour un indépendant, prendre un jour de repos signifie un jour de revenus en moins. Ils ne peuvent pas tous se le permettre. L'intégration des petits risques constitue vraiment une avancée déterminante dans l'amélioration du statut du travailleur indépendant, car elle permettra aux indépendants de se soigner à temps, ce qui évitera aussi des dépenses en termes de soins de santé plus importantes, qui résultent le plus souvent de la prise en charge tardive de la maladie.
En outre, ils bénéficieront également, comme les salariés, de ce qu'on appelle le MAF, et de même que les BIM du système de remboursement préférentiel. Cette législature aura été particulièrement riche en avancées concernant le statut social des travailleurs indépendants. C'est une chance, car n'oublions pas que l'indépendant n'est pas un travailleur comme les autres! Non seulement, il représente environ 60% de l'emploi dans notre pays, mais en plus de créer son propre emploi, il crée l'emploi des autres personnes.
Les chiffres de l'INASTI le prouvent, le nombre d'indépendants est en constante augmentation. Cela démontre que depuis quelques années, les travailleurs ont repris confiance dans le statut d'indépendant, les jeunes également, et qu'ils ne craignent plus de s'y engager. En effet, après l'amélioration des pensions, des allocations familiales des indépendants, aujourd'hui, la couverture des petits risques fait la démonstration qu'il fallait sortir d'une solidarité de classe, parce que les indépendants créent la richesse pour tous, l'emploi pour tous, l'attractivité de nos villes et de nos villages pour tous, la convivialité pour tous.
En fonction, de cela, le groupe du Mouvement réformateur et moi-même voterons en faveur de ce projet de loi qui favorise le travailleur indépendant, le chef d'entreprise en lui accordant une situation plus attractive grâce à une protection sociale améliorée. Ils le valent bien!
Le président: Monsieur Ducarme, je vous remercie. J'ai bien compris qu'après avoir assumé votre rôle de rapporteur, vous êtes intervenu, dans la deuxième partie, au nom de votre groupe.
Wij vorderen nogal vlug. Ik zal de fractieleiders erop wijzen dat we
over een vijftien tot twintig minuten kunnen stemmen, zodat de collega's zich
niet te ver verwijderen van de Kamer.
22.02 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le président, madame la ministre, monsieur le ministre, chers collègues, ce jour est important pour des milliers de travailleurs indépendants de notre pays qui, ne l'oublions pas, contribuent au dynamisme et à la créativité de notre économie.
Sans eux, le niveau général de bien-être serait sérieusement inférieur à celui que nous connaissons aujourd'hui. Ainsi, pour susciter des vocations entrepreneuriales et soutenir l'activité économique, il était de notre devoir de garantir à ces femmes et à ces hommes, qui osent entreprendre, une plus grande sécurité d'existence.
En effet, tant que certains travailleurs de notre pays, à savoir les indépendants, disposeront d'un régime distinct sur base volontaire pour ce que l'on appelle les petits risques, il sera difficile de prétendre que nous possédons réellement une protection universelle et efficace en matière de soins de santé.
Actuellement, près de 200.000 indépendants et personnes à charge ne sont malheureusement pas couvertes pour les petits risques. Ce problème ne concerne pas seulement les indépendants pour qui il est difficile de payer des cotisations dont la variabilité, faut-il le rappeler, peut être importante en fonction du choix de la mutuelle, mais aussi en fonction de la situation familiale.
Il concerne aussi les nombreux indépendants actifs ou pensionnés qui, du fait de leur âge, subissent une discrimination directe quant à l'affiliation à l'assurance libre.
Pour répondre à cette lacune du statut social des indépendants, le gouvernement a décidé d'assurer l'intégration des petits risques dans l'assurance obligatoire soins de santé. C'est ce projet de loi, déposé par le ministre Demotte en collaboration avec la ministre des Classes moyennes, qui met en œuvre cette décision.
À partir de 2008, l'intégration des petits risques dans l'assurance obligatoire permettra de supprimer définitivement cette carence dans ce que l'on appelle l'universalité de la couverture des soins de santé en Belgique.
C'est, en quelque sorte, le parachèvement de la volonté socialiste d'assurer à tous les citoyens de ce pays, actifs et non actifs, une couverture soins de santé égale à un prix accessible.
L'article 7 est la pierre angulaire de ce projet de loi. Il va sans dire que nous serons très attentifs à la manière dont la solidarité sera redéployée pour les futurs arrêtés d'exécution qui devront être soumis aux chambres législatives. À ce propos, nous entendons parfois dire que la solidarité est déjà suffisante à l'intérieur du statut social des travailleurs indépendants. Il n'en est rien, car la solidarité dans la protection sociale ne se mesure pas dans la relation qui existe entre les revenus plafonnés et des prestations insuffisantes ou forfaitaires mais se juge à la capacité contributive de chacun pour des prestations proportionnelles et plafonnées. La véritable justice redistributive se trouve bien là.
Dans le régime des indépendants, force est de constater que c'est une solidarité à rebours qui persiste. C'est un constat historique. Comment ne pas être choqué par un modèle où les contributions sont dégressives par tranches de revenus et où, au-delà d'un certain plafond, on ne cotise plus alors même que les droits sont maintenus?
Ce projet de loi balise déjà le terrain pour une plus grande justice dans la perception des cotisations sociales. L'effort à consentir par le statut social pour l'intégration des petits risques est d'ores et déjà chiffré et la manière dont ce coût devra être couvert ne pourra pas s'opérer de manière linéaire sur les 180.000 indépendants qui, aujourd'hui, faute de moyens, ne peuvent tout simplement pas participer à la solidarité.
Que ce soit par le biais d'une révision ou même d'une suppression des plafonds ou par le biais d'une modification du taux des cotisations, l'important est de progresser sans tabou et de trouver une solution équitable en concertation avec les organisations de travailleurs indépendants.
Il ressort de nombreuses enquêtes que bon nombre de starters perçoivent l'incertitude concernant la conjoncture économique et la précarité de la protection sociale comme les principaux freins à la création de leur propre entreprise. Ces deux facteurs concourent dans une proportion non négligeable à l'abandon définitif des projets potentiellement créateurs d'activité, de richesse économique et d'emploi.
Un filet social solidarisé en cas de maladie sera incontestablement de nature à soutenir les nouvelles initiatives économiques. Ici, cependant, je voudrais réitérer mes propos tenus en commission: notre groupe plaide pour une solidarité maximale pour cette catégorie de nouveaux travailleurs, mais le texte en examen n'est pas exempt d'une certaine ambiguïté puisqu'on y affirme, d'une part, que leurs cotisations ne pourront être adaptées qu'au-delà des 18 premiers mois de leur activité et qu'on précise, d'autre part, qu'une adaptation dite réduite pourrait quand même intervenir pendant cette période d'assujettissement.
Pour notre groupe, s'il devait apparaître que les moyens de la gestion globale ne suffiraient pas pour couvrir les petits risques de ceux qui créent de l'activité dans notre pays, c'est la solidarité de ceux dont l'entreprise est déjà performante qui devrait être sollicitée. Sans surprise, mon groupe votera ce texte qui constitue une avancée significative dans l'amélioration de la protection sociale des indépendants.
De voorzitter: Ik stel vast dat dit wetsontwerp snel is behandeld. Het werd ingediend op 22 november, zonder urgentie. De commissie heeft het behandeld op 15 januari. Het verslag was er ook op 15 januari. Op 18 januari wordt het behandeld in de plenaire vergadering. Dat is niet slecht.
22.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, comme je l'ai dit en commission, le groupe ECOLO soutiendra également ce projet de loi qui répond à une grande préoccupation: garantir l'accès à des soins de santé de qualité pour tous les citoyens, y compris les indépendants et de le faire par un système généralisé plutôt que par un système de cotisations volontaires versées à des mutuelles, tel que nous le connaissons maintenant.
On sait que dans les faits environ 20% des indépendants ne s'assurent pas en raison du coût élevé des cotisations. Les jeunes sont persuadés de ne jamais être malades, de ne pas avoir besoin de médicaments. Les plus âgés, trop avancés dans leur carrière, ne sont pas certains d'obtenir un retour même s'ils se mettent à payer des cotisations à leur mutuelle.
Ce projet de loi répond à cette préoccupation des indépendants et des gouvernements.
Cette avancée suit la tendance qui, me semble-t-il, a démarré en 1999, 2000, lorsqu'il a été proposé comme objectif d'analyser la qualité de la sécurité sociale des indépendants de manière à aboutir à une qualité équivalente de sécurité sociale pour les indépendants et les salariés. Même si on savait qu'on ne pouvait parvenir à une équivalence de sécurité sociale, on pouvait espérer obtenir une équivalence de qualité.
Petit à petit, des mesures ont donc été mises en œuvre sous ce gouvernement pour améliorer le statut des indépendants en s'enrichissant de la réflexion et du travail de recherche qui avait été effectué notamment par Béa Cantillon.
Je regrette que ce projet ne reprenne pas les modalités de financement. Comment les indépendants vont-ils l'assurer? Par quel montant de cotisations? Comment ces cotisations vont-elles être calculées? Selon quelle structure? Sera-ce la même chose pour tous les indépendants, quels que soient les revenus ou bien selon une certaine proportionnalité? Il est dommage que ce texte vienne maintenant sans ces précisions. On aurait pourtant pu attendre, un mois par exemple, que les discussions se terminent avec les représentants des indépendants avant de voter ici au Parlement un projet contenant toutes les modalités concrètes.
Je profite
de cette intervention pour aborder le contexte plus global de l'amélioration et
du financement du statut social des indépendants. À mes yeux, une des avancées
en la matière, c'est la couverture des petits risques et donc la possibilité de
recourir au système des soins de santé de manière générale, en cas de problème
de santé. Cela permettra de traiter et de garantir l'accès aux soins sans
distinction et sans la préoccupation de savoir qui paie quoi, puisque la
participation des indépendants sera calculée de façon équitable par rapport à
la participation des salariés, en sachant que nombre d'indépendants paient
aussi des cotisations côté patronal pour l'accès aux soins des salariés.
Mais, en
vue d'améliorer le statut social des indépendants, il faudra encore prendre des
mesures pour améliorer les revenus de remplacement en cas d'invalidité,
d'incapacité, ainsi que les pensions. J'aurais tendance à dire que la prise de
conscience, l'amélioration qui se dessinent depuis 2000 ou 2001 (avec le
rapport de Béa Cantillon notamment) ont eu lieu relativement facilement. En
effet, les recettes de l'INASTI ont été bonnes. Les dettes ont été remboursées.
À présent, les flux financiers en notre possession peuvent être directement
attribués aux indépendants. La tendance a été positive.
À aucun
moment ne s'est réellement posée la question de l'avantage à poursuivre
l'amélioration du statut social en sollicitant éventuellement un financement
supplémentaire de la part des indépendants. On a amélioré le financement
alternatif tant pour les salariés que pour les indépendants, ce qui a permis de
répondre à une série d'attentes.
Mais, selon
moi, il est impératif de poursuivre les améliorations de ce statut, parce qu'il
faut permettre à l'indépendant, en cas de cessation de son activité pour cause
de maladie notamment, de continuer à fonctionner afin qu'il ne soit pas
doublement pénalisé par de faibles revenus et une activité qui n'est
momentanément plus rentable.
Il nous reste donc du travail. À mon avis, là, se posera quand même la question, jusqu'à présent taboue, de la manière de calculer et de percevoir les cotisations sociales des indépendants.
Je n'ai pas de religion sur l'adéquation ou non du système actuel de solidarité entre indépendants; je sais que le retour des cotisations payées par les hauts revenus n'est pas à la hauteur de ce qu'ils pourraient attendre vu la faiblesse de ce qui est accordé. À partir du moment où l'on entre dans un système qui améliorera ce retour, il faudra peut-être estimer nécessaire de revoir les cotisations, peut-être se dire qu'un indépendant à faibles revenus devrait payer moins de cotisations. Pour le moment, on sait que ce n'est pas possible vu que les faibles revenus coûtent aussi cher en pensions, en invalidité et en incapacité, tout en rapportant moins au financement du régime de sécurité sociale des indépendants.
Les enjeux, dans les mois et années qui viennent – en espérant dans les mois –, seront d'oser aborder ce système de cotisations avec la même préoccupation que vous, madame la ministre, de ne pas faire fuir du système de solidarité ceux qui jouissent de revenus importants. Curieusement, ils restent renseignés dans le statut d'indépendant et paient des impôts dans le régime des impôts des personnes physiques plutôt que de recourir au régime des sociétés. Ainsi, des gens à revenus importants d'indépendant ont accepté de rester sous ce régime, mais bénéficient de la sorte d'exonérations de cotisations sur les revenus les plus élevés. Il faudrait pouvoir en analyser les raisons et rechercher comment rendre fonctionnelle et équitable cette solidarité à l'avenir.
Je me garderai bien de dire ce qu'il convient de faire. J'estimerais néanmoins très positif de tenir des débats dans notre parlement pour en discuter avec des chercheurs qui ont déjà analysé la question, des représentants des indépendants et nous, acteurs politiques.
Il demeure que le pas franchi ici pour l'intégration des petits risques constitue un élément favorable, très attendu, que nous soutiendrons avec plaisir.
Le président: Madame Laruelle, avant de clore le débat, voulez-vous intervenir?
22.04 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, il n'y a pas vraiment eu de question. Mais je souhaite remercier les intervenants et le travail qui a été fait en commission.
Le projet a été approuvé à l'unanimité. Cela montre combien il répond à une attente réelle sur le terrain. Cela prouve également que nous avons pu trouver un équilibre entre les demandes et les attentes de chacun, objectif qui était pourtant difficile.
Comme plusieurs intervenants en ont parlé, nous travaillons actuellement, avec les organisations des classes moyennes, sur la façon de répercuter ce coût au niveau des indépendants, via les cotisations sociales. À ce jour, aucune réponse n'est donc encore apportée à ce propos.
22.05 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, je voudrais insister sur le fait que nous connaissons aujourd'hui un moment important dans l'évolution de notre droit social et du statut des gens puisqu'en accordant les petits risques aux travailleurs indépendants, nous procédons en réalité à un ajustement fondamental pour donner des droits équivalents aux individus.
Sachant que la santé est le bien le plus précieux des travailleurs, qu'ils soient indépendants ou salariés, il relevait de l'injustice que nous n'ayons pu donner jusqu'à présent de réponse concrète au désespoir, parfois, de ceux qui étaient plongés dans la maladie sans avoir la faculté d'avoir une couverture complète, tout en sachant que le concept de petits risques ne correspondait plus à la réalité. Aujourd'hui, on peut être couvert pour des petits risques et avoir le sentiment que ce ne sont que des fioritures en matière de santé. C'est totalement faux! Il y a, le rapporteur l'a rappelé, des prestations de santé fondamentales, notamment l'accès à certains médicaments, liées à ce remboursement des petits risques.
Donc, la ministre Laruelle et moi-même pensons que ce n'est pas du tout un texte comme un autre. Nous pensons que ceci marque un tournant dans l'évolution du droit social, dans la logique de rapprochement des statuts. Nous avons fait d'autres efforts, notamment dans les modes de financement des gestions de la sécurité sociale, qui vont dans le même sens.
Monsieur le président, je voulais tout simplement insister sur ce moment important – la Chambre en connaît parfois – dont on se souviendra vraisemblablement à l'avenir, en matière d'évolution et de convergence des statuts.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par les commissions sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2764/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen.
De door de commissies aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2764/4)
Le projet de loi compte 52 articles.
Het wetsontwerp telt 52 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 52 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 52 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
23 Renvoi à d’autres commissions
23 Verzending naar andere commissies
Je vous propose de renvoyer à la commission de l’Économie, de la Politique scientifique, de l’Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l’Agriculture le projet de loi fixant un cadre juridique pour certains prestataires de services de confiance (n° 2802/1).
Ik stel u voor het wetsontwerp tot vaststelling van een juridisch kader voor bepaalde verleners van vertrouwensdiensten te verwijzen naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw (nr. 2802/1).
Ce projet de loi avait été précédemment renvoyé à la commission de l’Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques.
Dit wetsontwerp werd vroeger verzonden naar de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven.
Pas d’observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
A la demande de M. François Bellot, je vous propose également de renvoyer à la commission chargée des problèmes de Droit commercial et économique la proposition de loi de MM. François Bellot, Thierry Giet et Dirk Van der Maelen, Mme Annemie Roppe et MM. Alfons Borginon et Melchior Wathelet modifiant la loi du 9 juillet 1975 relative au contrôle des entreprises d’assurances en ce qui concerne la fusion par absorption des associations d’assurances mutuelles (n° 2842/1).
Op aanvraag van de heer François Bellot, stel ik u eveneens voor het wetsvoorstel van de heren François Bellot, Thierry Giet en Dirk Van der Maelen, mevrouw Annemie Roppe en de heren Alfons Borginon en Melchior Wathelet tot wijziging van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, wat de fusie door overneming van de onderlinge verzekeringsverenigingen betreft, te verwijzen naar de commissie belast met de problemen inzake Handels- en Economisch Recht (nr. 2842/1).
Cette proposition avait été précédemment renvoyée à la commission de l’Economie, de la Politique scientifique, de l’Education, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l’Agriculture.
Dit wetsvoorstel werd vroeger verzonden naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw.
Pas d’observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
24 Nomination d’un secrétaire de la Chambre
24 Benoeming van een secretaris van de Kamer
Je vous propose de procéder à la nomination d’un secrétaire en remplacement de Mme Anne Barzin qui a démissionné en cette qualité.
Ik stel u voor over te gaan tot de benoeming van een secretaris, ter vervanging van mevrouw Anne Barzin, die ontslag heeft genomen als secretaris.
Pas d’observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Le groupe MR propose la candidature de Mme Corinne De Permentier.
De MR-fractie stelt mevrouw Corinne De Permentier als kandidaat voor.
Pas d’observation? (Non)
Geen bezwaar? (Nee)
Dès lors, conformément à l’article 11.6 de notre Règlement, je proclame Mme Corinne De Permentier secrétaire de la Chambre des représentants.
Ik verklaar dus, overeenkomstig artikel 11.6 van ons Reglement, mevrouw Corinne De Permentier benoemd tot secretaris van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
25 Demande d'urgence de la part du gouvernement
25 Urgentieverzoek vanwege de regering
Le gouvernement a demandé l’urgence conformément à l’article 51 du Règlement lors de dépôt du projet de loi modifiant l’article 220 de la loi du 4 décembre 1990 relative aux opérations financières et aux marchés financiers, l’article 121, §1er, de la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers, ainsi que l’article 584 du Code judiciaire, et insérant l’article 41 dans la loi du … relative aux offres publiques d’acquisition (n° 2835/1).
De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van artikel 220 van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten, van artikel 121, §1, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en van artikel 584 van het Gerechtelijk Wetboek en tot invoeging van artikel 41 in de wet van … op de openbare overnamebiedingen (nr. 2835/1).
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L’urgence est adoptée par assentiment.
De urgentie wordt bij instemming aangenomen.
Ik wacht een paar minuten tot de collega’s ons vervoegen. Wij stemmen vandaag nogal vroeg, wat niet de gewoonte is.
26 Prise en considération de propositions
26 Inoverwegingneming van voorstellen
L'ordre du jour appelle la prise en considération d'une série de propositions dont la liste est reprise en annexe.
Aan de orde is de inoverwegingneming van een reeks voorstellen waarvan de lijst als bijlage gaat.
Pas d'observation? (Non) La prise en considération est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) De inoverwegingneming is aangenomen.
27 Motions déposées en conclusion de l’interpellation de M. Bart Laeremans sur ”l’application de la surveillance électronique” (n° 991)
27 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Bart Laeremans over “de toepassing van het elektronisch toezicht” (nr. 991)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Justice du 9 janvier 2007.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Justitie van 9 januari 2007.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 991/1):
- une motion de recommandation a été déposée par MM. Gerolf Annemans et Bart Laeremans;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Karine Lalieux et par M. Philippe Monfils.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 991/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Gerolf Annemans en Bart Laeremans;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Karine Lalieux en door de heer Philippe Monfils.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Début du
vote / Begin van de stemming.
Tout le
monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd?
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
79 |
Oui |
Nee |
45 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
124 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
28 Motions déposées en conclusion des interpellations de M. Dirk Claes sur "les bâtiments de l’ancienne gendarmerie" (n° 984)
28 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Dirk Claes over "de ex-rijkswachtgebouwen" (nr. 984)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Finances et du Budget du 10 janvier 2007.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Financiën en de Begroting van 10 januari 2007.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 984/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Dirk Claes;
- une motion pure et simple a été déposée
par MM. Luc Gustin et
Luk Van Biesen.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 984/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Dirk Claes;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Luc Gustin en Luk Van Biesen.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
28.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega’s, minister Reynders heeft ons gezegd dat er een tekort is op de begrotingen van de gemeentebesturen. Spijtig genoeg kan minister Reynders daarvoor zelf ook een oplossing geven. Indien hij ons tijdig de bedragen zou betalen die de gemeenten nog te goed hebben van de overdracht van ex-rijkswachtgebouwen, dan zouden wij voor drie jaar, voor 2003, 2004 en 2006, onze gemeentelijke begroting niet moeten bezwaren. In dat opzicht kan minister Reynders zichzelf een beetje helpen.
Le président: Début du vote / Begin van de stemming.
Tout le
monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd?
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du vote
/ Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
85 |
Oui |
Nee |
46 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van
aanbeveling.
29 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol Nr. 7 bij het Verdrag ter Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, gedaan te Straatsburg op 22 november 1984 (2812/1)
29 Projet de loi portant assentiment au Protocole N° 7 à la Convention de Sauvegarde des Droits de l'Homme et des Libertés Fondamentales, fait à Strasbourg le 22 novembre 1984 (2812/1)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van
de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et
vérifié son vote?
Einde van
de stemming / Fin du vote.
Uitslag van
de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
132 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2812/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2812/2)
30 Wetsontwerp betreffende de toetreding van België tot het Protocol van 1988 aangaande het Internationaal Verdrag van 1974 voor de beveiliging van mensenlevens op zee, gedaan te Londen op 11 november 1988 (2813/1)
30 Projet de loi relatif à l'adhésion de la Belgique au Protocole de 1988 relatif à la Convention internationale de 1974 pour la sauvegarde de la vie humaine en mer, fait à Londres le 11 novembre 1988 (2813/1)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote
3)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2813//2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2813/2)
31 Wetsontwerp houdende instemming met het Burgerlijk Verdrag inzake corruptie, gedaan te Straatsburg op 4 november 1999 (2814/1)
31 Projet de loi portant assentiment à la Convention civile sur la corruption, faite à Strasbourg le 4 novembre 1999 (2814/1)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote
3)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2814/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2814/2)
32 Wetsontwerp houdende instemming met het Tweede Aanvullend Protocol, ondertekend te Brussel op 11 oktober 2004, tot wijziging van de Overeenkomst tussen België en Italië tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken en het ontgaan van belasting op het gebied van belastingen naar het inkomen, en van het Slotprotocol, ondertekend te Rome op 29 april 1983 (2815/1)
32 Projet de loi portant assentiment au Deuxième Protocole additionnel, signé à Bruxelles le 11 octobre 2004, modifiant la Convention entre la Belgique et l'Italie en vue d'éviter les doubles impositions et de prévenir la fraude et l'évasion fiscales en matière d'impôts sur le revenu, et le Protocole final, signés à Rome le 29 avril 1983 (2815/1)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote précédent
est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 3)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2815/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale.(2815/2)
33 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980, gedaan te Vilnius op 3 juni 1999 (2816/1)
33 Projet de loi portant assentiment au Protocole portant modification de la Convention relative aux transports internationaux ferroviaires (COTIF) du 9 mai 1980, fait à Vilnius le 3 juin 1999 (2816/1)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 3)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2816/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2816/2)
34 Wetsontwerp houdende instemming met het Bilateraal Akkoord over wederzijdse administratieve bijstand op het gebied van de douane tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Madagaskar, ondertekend te Brussel op 26 februari 2003 (2817/1)
34 Projet de loi portant assentiment à l'Accord bilatéral d'assistance administrative mutuelle en matière douanière entre le Gouvernement du Royaume de Belgique et le Gouvernement de la République de Madagascar, signé à Bruxelles le 26 février 2003 (2817/1)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 3)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2817/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2817/2)
35 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Republiek Mauritius inzake de wederzijdse bevordering en bescherming van investeringen, ondertekend te Brussel op 30 november 2005 (2818/1)
35 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre l'Union économique belgo-luxembourgeoise et la République de Maurice concernant l'encouragement et la protection réciproques des investissements, signé à Bruxelles le 30 novembre 2005 (2818/1)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
127 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
4 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2818/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2818/2)
Reden van
onthouding?
Raison d'abstention?
35.01 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Monsieur le président, c'est comme d'habitude pour ce genre de conventions. On vérifie qu'il y a un contrôle efficace des clauses environnementales et des clauses sociales. On a déjà eu le débat de principe quand on a traduit l'AMI (Accord multilatéral sur l'investissement) en accords individuels. À chaque fois, nous revenons avec le même vote. Je n'explique pas à chaque occasion la raison de l'abstention mais elle est cohérente à chaque fois.
Le président: Vous avez laissé passer Madagascar! Attention!
35.02 Jean-Marc Nollet (ECOLO): La clause est prévue dans l'accord avec Madagascar mais elle ne l'est pas dans celui avec Maurice.
De voorzitter: Mijnheer Tant, u hebt ja gestemd. De eenparigheid is nog groter geworden.
36 Projet de loi modifiant la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées (nouvel intitulé) (2772/4)
36 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap (nieuw opschrift) (2772/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
132 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2772/5)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2772/5)
37 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen met het oog op de integratie van de kleine risico's in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor de zelfstandigen (2764/4)
37 Projet de loi portant des dispositions diverses en vue de la réalisation de l'intégration des petits risques dans l'assurance obligatoire soins de santé pour les travailleurs indépendants (2764/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 5)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2764/5)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2764/5)
Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerpagenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
Soyez prudent. Veilige thuiskomst. Wees voorzichtig.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 25 janvier 2007 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 25 januari 2007 om 14.15 uur.
La séance est levée à 17.17 heures.
De vergadering wordt gesloten om 17.17 uur.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro consécutif CRIV 51 PLEN 260 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met volgnummer CRIV 51 PLEN 260 bijlage. |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Naamstemming
- Vote nominatif: 001
Anthuenis,
Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Collard,
Courtois, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Croo, de Donnea,
Denis, Déom, De Padt, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Denis, Fournaux,
Frédéric, Galant, Geerts, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Hasquin,
Hove, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lano, Lejeune, Lenssen,
Maingain, Malmendier, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Monfils,
Mues, Muls, Pécriaux, Perpète, Raemaekers, Roppe, Saudoyer, Storms, Taelman,
Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Vande Lanotte, Van der
Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Roy, Vautmans,
Versnick
Annemans,
Arens, Bultinck, Caslo, Cocriamont, Creyf, De Crem, De Groote, De Man,
Depoortere, Deseyn, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Drèze, Genot, Gerkens,
Govaerts, Goyvaerts, Kelchtermans, Laeremans, Lanjri, Lavaux, Milquet, Mortelmans,
Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Salvi, Schoofs, Schryvers, Sevenhans, Tant,
Tastenhoye, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Van
Parys, Van Rompuy, Van Themsche, Verhaegen, Verherstraeten, Wiaux
Naamstemming
- Vote nominatif: 002
Anthuenis,
Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Collard,
Cortois, Courtois, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Croo, de
Donnea, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, Detiège, Dierickx, Dieu,
Douifi, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Germeaux, Ghenne,
Giet, Goris, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Lalieux, Lambert
Geert, Lambert Marie-Claire, Lano, Lejeune, Lenssen, Maingain, Malmendier,
Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Monfils, Mues, Muls, Pécriaux,
Perpète, Raemaekers, Roppe, Saudoyer, Storms, Taelman, Tilmans, Tommelein,
T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Vande Lanotte, Van der Maelen, Van Gool, Van
Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Roy, Vautmans, Versnick
Annemans,
Arens, Bultinck, Caslo, Claes, Cocriamont, Creyf, De Crem, De Groote, De Man,
Depoortere, Deseyn, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Drèze, Genot, Gerkens,
Govaerts, Goyvaerts, Kelchtermans, Laeremans, Lanjri, Lavaux, Milquet,
Mortelmans, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Salvi, Schoofs, Schryvers, Sevenhans,
Tant, Tastenhoye, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der
Auwera, Van Parys, Van Rompuy, Van Themsche, Verhaegen, Verherstraeten, Wiaux
Naamstemming
- Vote nominatif: 003
Annemans,
Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bex, Bonte,
Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Caslo, Cavdarli,
Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Cocriamont, Collard, Cortois, Courtois,
Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Crem, De Croo, de Donnea,
De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, Depoortere,
Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi,
Drèze, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens,
Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Goutry, Govaerts, Goyvaerts, Gustin,
Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Laeremans, Lalieux, Lambert
Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lavaux, Lejeune, Lenssen,
Maingain, Malmendier, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Milquet, Monfils,
Mortelmans, Mues, Muls, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux, Perpète,
Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Schoofs, Schryvers, Sevenhans, Storms,
Taelman, Tant, Tastenhoye, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van
Biesen, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der
Auwera, Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van
Parys, Van Rompuy, Van Roy, Van Themsche, Vautmans, Verhaegen,
Verherstraeten, Versnick, Wiaux
Naamstemming
- Vote nominatif: 004
Annemans,
Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bex, Bonte,
Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Caslo, Cavdarli,
Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Cocriamont, Collard, Cortois, Courtois,
Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Crem, De Croo, de
Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt,
Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu,
Douifi, Drèze, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Germeaux,
Ghenne, Giet, Goris, Goutry, Govaerts, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies,
Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Laeremans, Lalieux, Lambert Geert,
Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lavaux, Lejeune, Lenssen, Maingain,
Malmendier, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Milquet, Monfils,
Mortelmans, Mues, Muls, Muylle, Neel, Pécriaux, Perpète, Raemaekers, Roppe,
Salvi, Saudoyer, Schoofs, Schryvers, Sevenhans, Storms, Taelman, Tastenhoye,
Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Vande Lanotte, Van den
Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Van der Maelen, Van
Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Van
Themsche, Vautmans, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Wiaux
Genot,
Gerkens, Nagy, Nollet Naamstemming
- Vote nominatif: 005
Annemans,
Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bex, Bonte,
Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Caslo, Cavdarli,
Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Cocriamont, Collard, Cortois, Courtois,
Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Crem, De Croo, de
Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt,
Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu,
Douifi, Drèze, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot,
Gerkens, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Goutry, Govaerts, Goyvaerts, Gustin,
Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Laeremans, Lalieux, Lambert
Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lavaux, Lejeune, Lenssen,
Maingain, Malmendier, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Milquet,
Monfils, Mortelmans, Mues, Muls, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux,
Perpète, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Schoofs, Schryvers, Sevenhans,
Storms, Taelman, Tant, Tastenhoye, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom,
Van Biesen, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van
der Auwera, Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs,
Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Van Themsche, Vautmans, Verhaegen,
Verherstraeten, Versnick, Wiaux
|