CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 191
CRIV 51 PLEN 191
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
jeudi
donderdag
02-02-2006
02-02-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
QUESTIONS
1
VRAGEN
1
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur
"l'allocution royale aux corps
constitués" (n° P1194)
1
- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister
over "de koninklijke toespraak voor de gestelde
lichamen" (nr. P1194)
1
- M. Patrick De Groote au premier ministre sur
"l'allocution royale aux corps
constitués" (n° P1195)
1
- de heer Patrick De Groote aan de eerste
minister over "de koninklijke toespraak voor de
gestelde lichamen" (nr. P1195)
1
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe Vlaams Belang, Patrick De Groote,
Guy Verhofstadt
, premier ministre
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de Vlaams Belang-fractie, Patrick De Groote,
Guy Verhofstadt
, eerste minister
Questions jointes de
5
Samengevoegde vragen van
5
- Mme Joëlle Milquet au premier ministre sur "les
pouvoirs du Roi" (n° P1196)
5
- mevrouw Joëlle Milquet aan de eerste minister
over "de bevoegdheden van de
Koning" (nr. P1196)
5
- M. Charles Michel au premier ministre sur "les
pouvoirs du Roi" (n° P1197)
5
- de heer Charles Michel aan de eerste minister
over "de bevoegdheden van de
Koning" (nr. P1197)
5
Orateurs: Joëlle Milquet, Charles Michel,
Guy Verhofstadt
, premier ministre
Sprekers: Joëlle Milquet, Charles Michel,
Guy Verhofstadt
, eerste minister
Question de M. Denis Ducarme au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'accord au
niveau européen sur la TVA" (n° P1198)
6
Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het Europese akkoord over de BTW-
regeling" (nr. P1198)
6
Orateurs: Denis Ducarme, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Denis Ducarme, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. David Lavaux à la vice-première
ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "la prévention de la
corruption au sein des SPF et SPP" (n° P1199)
8
Vraag van de heer David Lavaux aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "corruptiepreventie in de
FOD's en de POD's" (nr. P1199)
8
Orateurs: David Lavaux, Freya Van den
Bossche
, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: David Lavaux, Freya Van den
Bossche
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
Débat d'actualité
9
Actualiteitsdebat
9
Questions jointes de
9
Samengevoegde vragen van
9
- M. Gerolf Annemans à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "la Sûreté de l'État"
(n° P1207)
10
- de heer Gerolf Annemans aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over
"de Staatsveiligheid" (nr. P1207)
9
- Mme Muriel Gerkens à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "la Sûreté de l'État"
(n° P1208)
10
- mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over
"de Staatsveiligheid" (nr. P1208)
9
- M. Eric Massin à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur
"la Sûreté de l'État" (n° P1209)
10
- de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie over "de Staatsveiligheid"
(nr. P1209)
9
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur
"la Sûreté de l'État" (n° P1210)
10
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over
"de Staatsveiligheid" (nr. P1210)
9
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe Vlaams Belang, Muriel Gerkens,
Tony Van Parys, Melchior Wathelet
,
président du groupe cdH, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de Vlaams Belang-fractie, Muriel Gerkens,
Tony Van Parys, Melchior Wathelet
,
voorzitter van de cdH-fractie, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Justice, Alain Courtois
Justitie, Alain Courtois
Question de M. Guido De Padt au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les
perturbations sur les ondes radiophoniques
flamandes" (n° P1200)
22
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de storing van de
Vlaamse radiozenders" (nr. P1200)
22
Orateurs: Guido De Padt, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique, Paul Tant
Sprekers: Guido De Padt, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid, Paul Tant
Questions jointes de
24
Samengevoegde vragen van
24
- Mme Marie Nagy au ministre de la Coopération
au Développement sur "la suspension de l'aide de
la Belgique à l'Autorité palestinienne" (n° P1203)
24
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van
Ontwikkelingssamenwerking over "de opschorting
van de Belgische steun aan de Palestijnse
Autoriteit" (nr. P1203)
24
- Mme Karine Lalieux au ministre de la
Coopération au Développement sur "la
suspension de l'aide de la Belgique à l'Autorité
palestinienne" (n° P1204)
24
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van
Ontwikkelingssamenwerking over "de opschorting
van de Belgische steun aan de Palestijnse
Autoriteit" (nr. P1204)
24
- M. Geert Lambert au ministre de la Coopération
au Développement sur "la suspension de l'aide
aux territoires palestiniens" (n° P1205)
24
- de heer Geert Lambert aan de minister van
Ontwikkelingssamenwerking over "de opschorting
van de hulp aan de Palestijnse
gebieden" (nr. P1205)
24
- Mme Nathalie Muylle au ministre de la
Coopération au Développement sur "la
suspension de l'aide de la Belgique à l'Autorité
palestinienne" (n° P1211)
24
- mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van
Ontwikkelingssamenwerking over "de opschorting
van de Belgische steun aan de Palestijnse
Autoriteit" (nr. P1211)
24
Orateurs: Marie Nagy, Karine Lalieux, Geert
Lambert, Nathalie Muylle, Armand De
Decker
, ministre de la Coopération au
Développement
Sprekers: Marie Nagy, Karine Lalieux, Geert
Lambert, Nathalie Muylle, Armand De
Decker
, minister van
Ontwikkelingssamenwerking
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'extension des compétences des
accoucheuses" (n° P1201)
32
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de uitbreiding van de bevoegdheden van de
vroedvrouwen" (nr. P1201)
32
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. David Geerts à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "les
faillites" (n° P1202)
33
Vraag van de heer David Geerts aan de minister
van Middenstand en Landbouw over "de
faillissementen" (nr. P1202)
33
Orateurs: David Geerts, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: David Geerts, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi sur "la libre circulation des travailleurs
des nouveaux États membres de l'Union
européenne" (n° P1206)
35
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "het vrij verkeer van
werknemers uit de nieuwe EU-
lidstaten" (nr. P1206)
35
Orateurs:
Greta D'hondt, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Greta D'hondt, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Agenda
37
Agenda
37
PROJETS ET PROPOSITIONS
38
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
38
Projet de loi modifiant certaines règles de base de
l'évaluation des membres du personnel des
services de police (2009/1-3)
38
Wetsontwerp tot wijziging van bepaalde
basisregels van de evaluatie van de
personeelsleden van de politiediensten (2009/1-3)
38
Discussion générale
38
Algemene bespreking
38
Orateurs: Jean-Claude Maene, rapporteur,
Sprekers: Jean-Claude Maene, rapporteur,
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Katrien Schryvers
Katrien Schryvers
Discussion des articles
40
Bespreking van de artikelen
40
Projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1962
relative à la statistique publique (2002/1-6)
40
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek
(2002/1-6)
40
Discussion générale
40
Algemene bespreking
40
Discussion des articles
42
Bespreking van de artikelen
42
Orateurs: Dalila Douifi, rapporteur, Melchior
Wathelet
, président du groupe cdH, Marc
Verwilghen
, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Dalila Douifi, rapporteur, Melchior
Wathelet
, voorzitter van de cdH-fractie, Marc
Verwilghen
, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Proposition de décision à prendre en application
de l'article 106bis, § 1er, alinéa 1er, du Code
judiciaire (2239/1-2)
44
Voorstel van besluit te nemen met toepassing van
artikel 106bis, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk
Wetboek (2239/1-2)
44
Discussion
44
Bespreking
44
Orateurs: Claude Marinower, rapporteur,
Gerolf Annemans
, président du groupe
Vlaams Belang
Sprekers: Claude Marinower, rapporteur,
Gerolf Annemans
, voorzitter van de Vlaams
Belang-fractie
Prise en considération de propositions
45
Inoverwegingneming van voorstellen
45
Demande d'urgence
46
Urgentieverzoek
46
Orateurs: Annemie Turtelboom, Greta
D'hondt
Sprekers: Annemie Turtelboom, Greta
D'hondt
VOTES NOMINATIFS
46
NAAMSTEMMINGEN
46
Motions déposées en conclusion de l'interpellation
de Mme Frieda Van Themsche sur "le
comportement macho de certains jeunes à l'égard
des femmes" (n° 734)
46
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie
van mevrouw Frieda Van Themsche over "het
machogedrag van jongeren tegenover vrouwen"
(nr. 734)
46
Orateurs:
Nathalie Muylle, Gerolf
Annemans, président du groupe Vlaams
Belang, Joseph Arens
Sprekers:
Nathalie Muylle, Gerolf
Annemans, voorzitter van de Vlaams Belang-
fractie, Joseph Arens
Motions déposées en conclusion des
interpellations de:
47
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties
van:
47
- M. Hendrik Bogaert sur "le versement effectué
par le secteur pétrolier en décembre 2005"
(n° 765)
47
- de heer Hendrik Bogaert over "de storting van
de petroleumsector in december 2005"(nr 765)
47
- M. Hagen Goyvaerts sur "le flou qui persiste à
propos de la convention de préfinancement
conclue avec le secteur pétrolier" (n° 766)
47
- de heer Hagen Goyvaerts over "de
aanhoudende onduidelijkheden over de
prefinancieringsovereenkomst met de
petroleumsector" (nr 766)
47
Orateurs:
Hagen Goyvaerts, Hendrik
Bogaert
Sprekers:
Hagen Goyvaerts, Hendrik
Bogaert
Motions déposées en conclusion des
interpellations de:
49
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties
van:
49
- M. Pieter De Crem sur "les dix chantiers et le
plan d'action 2006-2007 du gouvernement"
(n° 764)
49
- de heer Pieter De Crem over "de tien werven en
het actieplan 2006-2007 van de regering"
(nr. 764)
49
- M. Melchior Wathelet sur "la déclaration de
rentrée de janvier "les 10 chantiers"" (n° 770)
49
- de heer Melchior Wathelet over "het bij de
rentree in januari aangekondigde "tien werven"-
plan" (nr. 770)
49
- M. Gerolf Annemans sur "les chantiers" (n° 763)
49
- de heer Gerolf Annemans over "de werven"
(nr. 763)
49
- M. Jean-Marc Nollet sur "les chantiers du
gouvernement" (n° 771)
49
- de heer Jean-Marc Nollet over "de werven van
de regering" (nr. 771)
49
Projet de loi modifiant certaines règles de base de
l'évaluation des membres du personnel des
services de police (2009/3)
49
Wetsontwerp tot wijziging van bepaalde
basisregels van de evaluatie van de
personeelsleden van de politiediensten (2009/3)
49
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
Amendements et articles réservés du projet de loi
modifiant la loi du 4 juillet 1962 relative à la
statistique publique et la loi du 8 août 1983
organisant un Registre national des personnes
physiques (2002/1-6)
50
Aangehouden amendementen en artikelen van
het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 juli
1962 betreffende de openbare statistiek en van
de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een
Rijksregister van de natuurlijke personen (2002/1-
6)
50
Ensemble du projet de loi modifiant la loi du
4 juillet 1962 relative à la statistique publique et la
loi du 8 août 1983 organisant un Registre national
des personnes physiques (nouvel intitulé)
(2002/5)
51
Geheel van het wetsontwerp tot wijziging van de
wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare
statistiek en van de wet van 8 augustus 1983 tot
regeling van een Rijksregister van de natuurlijke
personen (nieuw opschrift) (2002/5)
50
Proposition de décision à prendre en application
de l'article 106bis, § 1er, alinéa 1er, du Code
judiciaire (2239/2)
51
Voorstel van besluit te nemen met toepassing van
artikel 106bis, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk
Wetboek (2239/2)
51
Adoption de l'agenda
51
Goedkeuring van de agenda
51
DÉTAIL DES VOTES NOMINATIFS
53
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
53
ANNEXE
BIJLAGE
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 51 PLEN
191 annexe.
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 51 PLEN 191
bijlage.
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
du
JEUDI
2
FEVRIER
2006
Après-midi
______
van
DONDERDAG
2
FEBRUARI
2006
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.17 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 14.17 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Armand De Decker, Guy Verhofstadt.

Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette
séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de
website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Excusés
Berichten van verhindering

Alisson Declercq, pour raisons de santé / wegens ziekte;
Koen Bultinck, Jean-Jacques Viseur, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;
Frieda Van Themsche, empêché / verhinderd;
Inga Verhaert, AWEPA.
Questions
Vragen
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister over "de koninklijke toespraak voor de gestelde
lichamen" (nr. P1194)
- de heer Patrick De Groote aan de eerste minister over "de koninklijke toespraak voor de gestelde
lichamen" (nr. P1195)
01 Questions jointes de
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "l'allocution royale aux corps constitués" (n° P1194)
- M. Patrick De Groote au premier ministre sur "l'allocution royale aux corps constitués" (n° P1195)
01.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, u
kunt er wel eens mee lachen, maar de vraag is natuurlijk waarom hier
een apart debat moet worden gevoerd ­ overigens van twee
Franstalige collega's, over de bevoegdheden van de monarch en
afzonderlijk daarvan, ingevolge een beslissing van u, een debatje over
de toespraak van de monarch. Dat begrijp ik niet goed.
01.01 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Je me demande pourquoi
les compétences du Roi font
l'objet d'un débat distinct. En
raison d'une décision du président,
le débat relatif au discours du Roi
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
en est dissocié.
De voorzitter: (...)(Micro niet ingeschakeld)
01.02 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Natuurlijk, mijnheer de
voorzitter, het zal wel toeval zijn.

Het zijn dus twee gescheiden debatten, voor mij niet gelaten. Wie
deze morgen de kranten heeft gelezen, zou denken dat er in België
een groot debat aan de gang is over de functie, de rol en de taak van
de monarch. Dat is kennelijk niet het geval, gezien dit parlementair
debat waarbij de bokken van de geiten gescheiden worden en waarbij
alleen degenen overblijven die geen ministeriële ambities hebben.
Kennelijk werkt het nog altijd. Het hele debat wordt immers beperkt tot
het debat van mijzelf en de heer De Groote, tot de vragen aan de
eerste minister.

Mijnheer de eerste minister, ik vind dit persoonlijk geen debat. U heeft
ook al enige jaren ervaring. Iedere keer als men in de barak aan de
overkant even over de schreef gaat, ontstaat er een debat om de
aandacht daarvan af te leiden. Wanneer de koninklijke flaters
opduiken: een debat over "de functie van". Ik herinner mij de hevige
beloftes na de vorige koningskwestie om de functies van de monarch
te beperken: er is nooit iets van in huis gekomen.

Voor mij is dit geen debat over de koninklijke taak. Vandaag is hier
alleen maar een debat te houden over de redenen waarom u, als
eerste minister, deze toespraak hebt goedgekeurd.

Als u hem al niet geschreven hebt, want er staat erg veel lof aan de
paarse regering, alweer, in. Waarom hebt u die toespraak
goedgekeurd?

Er zijn geen redenen die de evolutie van de staatshervorming aan
commentaar van het Staatshoofd onderwerpen; die wettigen dat het
Staatshoofd daar commentaar aan wijdt. Bovendien, het was geen
veroordeling van het separatisme, zoals aanvankelijk werd gezegd.
En ook niet, zoals men de jongste dagen zegt, van het omfloerst
separatisme. Nee, wat daar staat is zeer duidelijk! "In die
omstandigheden bestaat het antwoord niet in een in zichzelf keren
van elk Gewest..." - algemener kan het nauwelijks geformuleerd
worden ­ en "...en ook niet in het ontwikkelen van een
subnationalisme." Die zeer algemene formuleringen wettigen de
conclusie dat men niet moet doen alsof de Vorst zich alleen tegen
separatisme heeft uitgesproken. Hij heeft zich uitgesproken tegen
iedere verdere evolutie in de staatshervorming. Hij heeft zich
uitgesproken tegen de werkelijkheid. En daarom is mijn vraag:
waarom hebt u dat document überhaupt laten passeren? Of hebt u
daar andere bedoelingen mee gehad?
01.02 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Chaque fois que la Cour
dépasse les bornes, on engage un
débat pour détourner l'attention
des bévues de la famille royale.
Aujourd'hui, le débat ne doit pas
porter sur la mission royale mais
sur les raisons pour lesquelles le
premier ministre a approuvé ce
discours, pour autant qu'il ne l'ait
pas rédigé lui-même car il est
particulièrement élogieux vis-à-vis
de son gouvernement.

Rien ne peut justifier que le chef
de l'État se livre à des
commentaires sur l'évolution de la
réforme de l'État. Il s'est déclaré
opposé non seulement à toute
volonté de séparatisme, affirmée
ou larvée, mais également au repli
des Régions sur elles-mêmes et
au développement d'un sous-
nationalisme. Il ne faut pas se
convaincre de n'y voir qu'un refus
du séparatisme: il se dresse
contre toute nouvelle évolution de
la réforme de l'État. Pourquoi le
premier ministre a-t-il approuvé ce
texte? Avait-il peut-être d'autres
intentions?
01.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
eerste minister, collega's, wie dacht dat de nieuwjaarconferences
voorbij waren, had het fout: na Geert Hoste en Raf Coppens houdt
ook Koning Albert zijn nieuwjaarsconference.

De heer Annemans heeft daarnet de vraag gesteld hoe het komt dat
het debat gescheiden is. Ik zal u zeggen hoe dat komt, collega. Het
komt er op vraag van de Franstaligen. Ze hebben nu reeds de
01.03 Patrick De Groote (N-VA):
Ceux qui pensaient que les revues
de fin d'année étaient terminées
se sont trompés. Le Roi Albert y
est allé de la sienne.

Le débat d'aujourd'hui a été scindé
à la demande des francophones.
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
splitsing gevraagd. Daarover gaat het.

Er is een nieuwe VLD'er opgestaan die zich moeit met het
regeringswerk. Mijnheer de premier, u zult hem toch eens moeten
vertellen dat hij, indien hij zich als uw spreekbuis wil uitdrukken in de
politiek, niet alleen een VLD-lidkaart moet kopen, maar zich ook
kandidaat zal moeten stellen bij de volgende verkiezingen.

Het is reeds de derde toespraak op rij, collega's, waar men probeert
ieder streven naar autonomie in de kiem te smoren. Dat heeft niets te
maken met separatisme.

Anderzijds moet ik ook bekennen dat er hoop is. Er wordt nu toch
erkend dat er werkelijk een verschil is tussen de Gewesten, een
verschil in welstand én in beleid. Er wordt zelfs gesteld dat er
geldoverdrachten zijn. We gaan er alleen maar op vooruit. Alleen
moet men nog leren de juiste conclusies te trekken, collega's.

Was het uw boodschap die de Koning het land moest insturen,
mijnheer de premier? Werd die gedragen door u en uw regering? Ik
heb zo de indruk dat men in deze onze vorst misbruikt. Niemand,
mijnheer de eerste minister, weet wat uw opmerkingen waren.
Niemand weet dat. U alleen had inzage in de toespraak van de vorst.
U alleen kon er opmerkingen over maken. U alleen kon het woord
"omfloerst" uitvinden.

De actualiteit heeft getoond, collega's, dat er nood is aan een
ceremoniële rol.

Er moet komaf worden gemaakt met de inmenging van het
Koningshuis in de politieke debatten, al dan niet optredend als
communicatief verlengstuk van de eerste minister.
Le Roi s'immisce dans les travaux
du gouvernement tel un nouveau
membre du VLD. Le premier
ministre doit lui indiquer que s'il
souhaite s'ériger en porte-parole, il
doit prendre une carte de membre
du VLD et se porter candidat aux
élections. Il s'agit du troisième
discours successif par lequel on
tente d'étouffer toute velléité
d'autonomie. Il ne s'agit nullement
de séparatisme. Aujourd'hui déjà,
on reconnaît l'existence d'une
différence en termes de prospérité
et de politique entre les Régions et
même des transferts financiers. Il
ne reste plus qu'à tirer les
conclusions qui s'imposent.

Le Roi était-il chargé de répandre
le message du premier ministre
dans le pays? Le discours avait-il
l'aval du premier ministre et du
gouvernement? J'ai le sentiment
qu'on a dupé le souverain. Seul le
premier ministre avait un droit de
regard sur le texte du discours,
pouvait formuler des observations
et parler d'ambiguïté (en imaginant
d'utiliser le terme "omfloerst").
L'actualité démontre la nécessité
de définir pour le Roi une fonction
cérémonielle.
01.04 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, ten
eerste, in het leven zijn er nog zekerheden: wanneer de Koning
afstand neemt van het separatisme, dan kan men er donder op
zeggen dat er een vraag en een reactie komen van extreem-rechts en
van het Vlaams Blok.

Collega's, dat is ook de reden waarom ik vandaag de vraag
voorgelegd krijg. Extreem-rechts en het Vlaams Blok zijn tegen de
Koning, tegen de monarchie en tegen het voortbestaan van ons land.
Dus moet er een vraag worden gesteld aan de eerste minister,
wanneer de Koning afstand neemt van dergelijke standpunten.

In elk geval, collega's, ons standpunt is heel klaar en duidelijk. De
staatshervorming zullen wij in 2007 voeren. Ze is ook noodzakelijk.
Het verwarren van staatshervorming met separatisme, zoals dat
gebeurt, is een tendens die ik absoluut zou willen ontraden aan de
collega's in het Parlement. Wij moeten de komende staatshervorming
zakelijk benaderen. Een zakelijke benadering wil zeggen dat wij een
oplossing moeten vinden voor het probleem van de Senaat. Wij
moeten onze instellingen aanpassen aan het federalisme. Wij moeten
een oplossing vinden voor de problemen die bestaan in de Rand en
voor bijkomende bevoegdheden, zodat wij homogene bevoegdheden
aan de verschillende entiteiten in ons land kunnen toebedelen.
01.04 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Dès lors que le Roi prend
ses distances à l'égard du
séparatisme, l'extrême droite et le
Vlaams Belang se doivent de
réagir. Car ils sont contre le Roi,
contre la monarchie et contre la
survie de la Belgique.

Une réforme de l'État est prévue
en 2007, car elle est indispen-
sable. J'invite les parlementaires à
ne pas confondre réforme de l'État
et séparatisme. Une approche
rationnelle sera nécessaire lors de
la prochaine réforme de l'État. Il
faut résoudre les questions du
Sénat et de la périphérie et définir
des compétences supplémen-
taires pour que les différentes
entités disposent de pouvoirs
homogènes.

Certains sont trop heureux de
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Ik moet er echter voor waarschuwen dat niet te verwarren met
separatisme, zoals sommigen maar al te graag willen doen. Zij willen
iedereen die in feite voor een verdere staatshervorming is, voor hun
kar spannen, om het separatisme meer ingang te doen vinden en het
einde van ons land in te luiden, wat wij als democraten niet willen in
ons land.

Daarover gaat het in essentie.

Mijnheer de voorzitter, ik heb gezegd dat er nog zekerheden zijn in het
leven. De zekerheid is dat wij geen doorgang verlenen aan partijen
die pleiten en ageren tegen de Koning, tegen de monarchie en tegen
het voortbestaan van het land.

Voor de rest heb ik geen enkel probleem, en zal ook niemand een
probleem hebben, met het feit dat de Koning, de monarchie, zich
uitspreekt tegen de opsplitsing en tegen het separatisme in ons land.
confondre ces éléments avec un
mouvement de séparatisme et
essaient de rallier à leurs rangs les
partisans d'une nouvelle réforme
de l'État afin de faire progresser
l'idée du séparatisme et de sonner
le glas de la Belgique. En tant que
démocrates, nous nous y oppo-
sons. Nous ne laisserons pas des
partis plaider ni agir contre le Roi,
contre la monarchie et contre la
continuité du pays. Cela ne me
gêne pas le moins du monde que
le Roi s'oppose au séparatisme.
01.05 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
weet nu waarom u mevrouw Milquet en de heer Michel de luxe hebt
gegund hier straks een debat over de rol van het Koningshuis te
voeren, afzonderlijk hiervan.

U moest immers aan de eerste minister - misschien hebt u dat zelfs in
zijn opdracht gedaan - en aan de Vorst het comfort geven heel dit
debat dat op minder dan twee dagen tijd een debat over alle Vlaamse
partijgrenzen heen was geworden, over wat nog een
staatshervorming zou kunnen worden genoemd, te versmoren met
klassiekers over de genocide en extreem-rechts.

Dat is precies de denkfout die men twintig jaar geleden in Laken
maakte. Men zou van een eerste minister verwachten dat hij daar
probeert te vertalen wat in het land gebeurt, maar het is blijkbaar
andersom. Daar zorgt men ervoor dat een eerste minister acht jaar
lang het communautaire status-quo komt verdedigen en uiteindelijk
nog slechts een wrak en een ruïne is van de man die ooit de
Burgermanifesten schreef.

U moet het status-quo van staatshervormingen verdedigen op de
manier zoals u het nu hebt gedaan met uw eenvoudige verwijzing
naar extreem-rechts, en alleen nog toelaten dat uw paritaire Senaat,
die u aan Di Rupo hebt beloofd, als een staatshervorming wordt
voorgesteld. Dat status-quo verder bestendigen en verdedigen, is
zorgen dat Vlaanderen achteruitgaat.

Wat Albert II zelf betreft, daarvan is al langer geweten dat de eerste
de beste werkneemster en haar hoofddoekje hem meer respect en
meer interesse ontlokken dan heel de Vlaamse economie.
01.05 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Je sais à présent
pourquoi le président offre à Mme
Milquet et à M. Michel la possibilité
de consacrer un débat distinct au
rôle de la maison royale. Le
président devait offrir au souverain
et au premier ministre - et peut-
être même à la demande de ce
dernier - l'occasion d'étouffer le
débat sur la réforme de l'État en
abordant des thèmes classiques
tels que le génocide et l'extrême
droite. Au lieu d'expliquer quelles
sont les préoccupations du pays à
Laeken, le premier ministre, à
l'incitation de Laeken, a défendu
huit années durant le statu quo
communautaire, ce qu'il continue
de faire aujourd'hui par une simple
allusion à l'extrême droite. Seule la
parité au Sénat, promise à M. Di
Rupo, est encore possible. Les
défenseurs du statu quo
contribuent au recul de la Flandre.
Chacun sait qu'Albert II respecte
et s'intéresse davantage à la
première travailleuse venue qui
porte un foulard qu'à l'ensemble
de l'économie flamande.
01.06 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het was
inderdaad een georchestreerd nummertje. U voert al twee legislaturen
nummertjes op, mijnheer de premier. U hebt al heel veel gedaan op
het vlak van de staatshervorming. U hebt vooral al veel beloofd.
Eerlijk gezegd, wij geloven u niet meer. Wij zijn ervan overtuigd dat de
oplossing voor de sociaal-economische problemen niet van België zal
komen, maar wel van de Gemeenschappen. Vlaanderen en Wallonië
hebben verschillende problemen, een verschillende aanpak en een
oplossing. Wij vragen maximale autonomie voor de deelstaten,
01.06 Patrick De Groote (N-VA):
Le numéro était bien préparé. Le
premier ministre a déjà promis
beaucoup en matière de réforme
de l'État, mais nous ne le croyons
plus. Ce n'est pas la Belgique,
mais les Communautés qui
apporteront une solution aux
problèmes socio-économiques
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
anders gaan wij de dieperik in. Werk, pensioenen en sociale
zekerheid zijn onze bekommernissen. Belgische oplossingen zijn er
niet. Ik ben ervan overtuigd dat, als u zo voortwerkt, wij de dieperik
ingaan. Daarvoor bent u verantwoordelijk, niet wij.
que nous connaissons. Nous
demandons un maximum
d'autonomie pour les entités
fédérées, sous peine de tomber au
fond du gouffre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Questions jointes de
- Mme Joëlle Milquet au premier ministre sur "les pouvoirs du Roi" (n° P1196)
- M. Charles Michel au premier ministre sur "les pouvoirs du Roi" (n° P1197)
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Joëlle Milquet aan de eerste minister over "de bevoegdheden van de Koning" (nr. P1196)
- de heer Charles Michel aan de eerste minister over "de bevoegdheden van de Koning" (nr. P1197)
02.01 Joëlle Milquet (cdH): Monsieur le premier ministre, au-delà
des explications que vous venez de donner sur la problématique
évoquée préalablement et qui ne peuvent que me réjouir, nous
aurions aimé connaître votre position sur une éventuelle remise en
question des compétences royales, débat qui semble être ouvert dans
la presse. En effet, plusieurs articles traitant de ce sujet ont été
publiés dans la presse.

Il semble qu'un membre éminent de la majorité aurait tenu quelques
propos à cet égard et que certains échanges auraient eu lieu
concernant une éventuelle intention de revoir les compétences du Roi
et donc de réviser la Constitution.

Selon nous, ces initiatives sont tout à fait inopportunes, d'autant plus
qu'elles pourraient se situer dans un contexte d'instabilité
institutionnelle. Ce n'est d'ailleurs pas le premier débat que nous
venons d'avoir qui va me démentir. Dès lors, il s'agit de la dernière
chose à laquelle nous devrions arriver.

Quelques membres de la majorité ont apporté un démenti.
Aujourd'hui, nous aimerions obtenir une réponse claire et officielle de
votre part. Quelle est votre position à ce sujet? Existe-t-il une réelle
volonté, au sein de la majorité, de ne pas toucher aux articles
constitutionnels relatifs aux compétences royales?
02.01 Joëlle Milquet (cdH): Ik
ben verheugd over de uitleg die u
zojuist heeft gegeven. Toch zou ik
enkele preciseringen willen
verkrijgen in verband met het
debat dat zich in de pers heeft
ontsponnen over een mogelijk
inperken van de koninklijke
bevoegdheden. Zo'n initiatief ­ dat
door een eminent lid van de
meerderheid zou worden gesteund
­ lijkt ons allesbehalve wenselijk in
de labiele institutionele toestand
van vandaag.

Hoe staat u tegenover die
kwestie? Kunt u bevestigen dat in
uw meerderheid geen politieke wil
aanwezig is om de
grondwetsartikelen met betrekking
tot de bevoegdheden van de
Koning te wijzigen?
02.02 Charles Michel (MR): Monsieur le premier ministre, monsieur
le président, depuis quelques jours, la presse fait état de discussions
au sein du gouvernement concernant la possibilité de toucher aux
principes constitutionnels relatifs à la fonction royale.

Nous sommes dans le pays du surréalisme; nous habitons un pays
merveilleux et exceptionnel. Cependant, cette information ne manque
pas de surprendre dès lors qu'il y a une semaine à peine, vous
présentiez devant cette assemblée la cohérence du gouvernement
sur des priorités sociales, sur des priorités économiques. Il nous
semble essentiel de poursuivre sur cette voie. L'urgence, c'est
l'économie, c'est le social. Les débats institutionnels sur la fonction
royale nous semblent vains et fort peu pertinents dans l'état actuel
des choses.

Ainsi que d'autres membres du gouvernement, vous vous êtes
exprimé sur le sujet ces dernières heures mais il nous paraît utile que
02.02 Charles Michel (MR): De
pers maakt melding van
besprekingen binnen de regering
over de mogelijkheid om aan het
grondwettelijk beginsel in verband
met de koninklijke functie te raken,
en dit terwijl de regering net heeft
verklaard dat zij aan de sociaal-
economische problemen voorrang
wil geven.

Naar ons gevoel zijn die
institutionele debatten over de
koninklijke functie nutteloos en
bijzonder irrelevant in de huidige
stand van zaken. Kunt u het
regeringsstandpunt in deze
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
vous exprimiez devant ce parlement la position du gouvernement sur
ces questions posées dans le cadre du débat public.
vertolken?
02.03 Guy Verhofstadt, premier ministre: Monsieur le président, je
serai très court. Je ne peux que répéter ce que mon porte-parole
déclarait hier à l'agence de presse Belga: il n'y a pas eu de discussion
ni de proposition, que ce soit au sein du Conseil des ministres ou au
niveau du "kern", sur les compétences du Roi. C'est tout ce que je
puis vous dire.
02.03 Eerste minister Guy
Verhofstadt: Ik herhaal wat mijn
woordvoerder gisteren aan het
persagentschap Belga heeft
verklaard: noch in de Ministerraad,
noch in het kernkabinet is er enige
discussie geweest of werd er enig
voorstel gedaan met betrekking tot
de bevoegdheden van de Koning.
02.04 Joëlle Milquet (cdH): Monsieur le premier ministre, je m'en
réjouis. Mon intervention soulevait aussi la question de la volonté
future de votre majorité d'éventuellement tenir ce débat. Je persiste à
penser que, le Roi étant un symbole d'unité, de fédéralisme et
d'union, ce n'est pas opportun par les temps qui courent!
02.04 Joëlle Milquet (cdH): Daar
ben ik blij om. Ik heb ook de vraag
opgeworpen of uw meerderheid dit
debat in de toekomst eventueel
zou willen voeren. Ik blijf erbij dat
een debat over deze kwestie
momenteel niet opportuun is
omdat de Koning een symbool is
van eenheid en federalisme.
02.05 Charles Michel (MR): Monsieur le président, je remercie le
premier ministre pour sa réponse particulièrement claire. Je pense
qu'il s'agit là d'un message particulièrement limpide également envers
les fossoyeurs du pays.
02.05 Charles Michel (MR): Ik
dank u voor uw niet mis te
verstane antwoord. U geeft
hiermee een duidelijke boodschap
aan de doodgravers van het land.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'accord au
niveau européen sur la TVA" (n° P1198)
03 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
Europese akkoord over de BTW-regeling" (nr. P1198)

Le président: Madame Onkelinx, voulez-vous que nous commencions le mini-débat après cette question?
Je vous laisse le choix mais Mme Gerkens n'est pas encore présente.

Je vais attendre que tout le monde soit là car je sais que vous avez été retenue longtemps au Sénat.
03.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je commencerai par me réjouir de l'accord intervenu au
niveau européen en ce qui concerne l'application, à titre expérimental,
des taux de TVA réduits pour certains secteurs. Pour notre pays, cela
concernera la réparation des bicyclettes, les articles de cuir, les
chaussures, les vêtements et le linge de maison et surtout la
construction. Il est donc évident que l'on ne peut que se réjouir qu'un
accord soit finalement intervenu avec la Pologne afin de permettre à
cette dernière de continuer à construire de nouveaux logements à
condition qu'ils revêtent un caractère social. Cet accord courra
jusqu'en 2010. Il nous permettra d'éviter une perte d'emplois, estimée
par d'aucuns à 7.000, dans le secteur de la construction si le taux de
TVA avait dû passer de 6 à 21%.

Je voudrais également faire un constat sur la manière dont fonctionne
aujourd'hui l'Union européenne. Il est clair qu'il est plus facile
03.01 Denis Ducarme (MR): Het
verheugt me dat men het op
Europees niveau eens is geraakt
over een verlaagd BTW-tarief voor
bepaalde sectoren nadat Polen
zijn bezwaren liet vallen. Zo
zouden we moeten kunnen
verhinderen dat er in de
bouwsector 7.000 banen verloren
gaan. Is het ook niet aangewezen
om de geldigheidsduur van de
afwijking voor de verlaagde BTW-
tarieven te herzien? Kan u
bevestigen dat het dossier van de
horeca in juni 2007 opnieuw ter
tafel zal gelegd worden?
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
d'atteindre un vote à l'unanimité à 15 qu'à 25. La directive 1999/85/CE
du 22 octobre 1999 devant être revue tous les trois ans, allons-nous
assister à chaque fois à une telle crise? Ne serait-il pas utile,
monsieur le ministre, de revoir la durée de la dérogation relative à
l'application de ces taux de TVA réduits? Je pense notamment à
l'accord relatif au secteur de la construction. Un accord n'a
malheureusement pas pu être trouvé ­ et nous avons eu l'occasion
d'en parler, la semaine dernière ­ pour le secteur horeca. Pouvez-
vous me confirmer qu'en juin 2007, le dossier de l'horeca pourra être
remis sur la table?

Enfin, vous savez que l'application de la loi antitabac est prévue pour
le 1
er
janvier 2007 dans le secteur horeca. Le ministre Demotte s'est
engagé à cette tribune à prévoir un certain nombre de compensations
pour ce secteur afin de lui permettre de mieux supporter le coût de
l'application de cette mesure. Certains ont avancé l'idée de la
réduction de la TVA. Le secteur horeca a, quant à lui, fait une
proposition relative à la taxation forfaitaire globalisée. Pourriez-vous,
monsieur le ministre, étudier ces possibilités en gardant à l'esprit qu'il
s'agit d'un secteur à haute intensité de main-d'oeuvre?

Om de gevolgen van de
antitabakswet voor de horeca te
verzachten, werden er een aantal
maatregelen zoals de BTW-
verlaging of de veralgemeende
forfaitaire belasting naar voor
geschoven. Kan u die maatregelen
ten gunste van die arbeids-
intensieve sector laten
onderzoeken?
03.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur Ducarme, nous avons
encore débattu cette semaine en commission de la problématique
des taux de TVA. Aucun accord n'était intervenu sur le sujet. En fait,
la semaine dernière, un accord était intervenu entre 22 Etats et la
Commission européenne. Depuis lors, la République tchèque et
Chypre nous ont fait part de leur accord également sur l'idée de
prolonger l'exonération, en tout cas, la réduction de TVA à 6% en ce
qui concerne la Belgique (donc des taux réduits pour neuf pays
européens) pour un certain nombre de services à haute intensité de
main-d'oeuvre, mais il manquait encore l'accord de la Pologne.

Vous comprendrez aisément que le week-end dernier, nous n'avons
pris aucun contact pour insister à ce sujet étant donné le drame qui
s'était déroulé en Pologne, mais des discussions ont eu lieu dans le
courant de la semaine. Nous disposons à présent de l'accord de
l'ensemble des 25 - l'unanimité en matière fiscale est plutôt rare - et
de celui de la Commission.

Cela signifie concrètement qu'une réduction de TVA sera appliquée
dans les services à haute intensité de main-d'oeuvre, en particulier
dans la rénovation de logements de plus de cinq ans, jusqu'à la fin
2010. Nous obtenons ainsi une prolongation de cinq ans, ce qui nous
évite de devoir demander cette prolongation chaque année, voire tous
les deux ans. Cinq ans de prolongation, cela vaut aussi pour la
cordonnerie, les réparations de chaussures, de vêtements ou de
vélos, puisque nous avions choisi ces différents secteurs. C'est
certain, cela suivra son cours sans problème pendant cinq ans. C'est
une bonne nouvelle pour l'ensemble du secteur, avant tout pour la
construction.

Pour toute une série d'autres services locaux - cela pourrait valoir
pour la construction de logements neufs, mais cela vaut
expressément dans le texte de l'accord pour les restaurants - une
évaluation aura lieu à la fin juin 2007; elle sera réalisée par un collège
d'experts à la demande de la Commission sur les effets de réduction
de TVA dans ces secteurs en matière d'emploi, de croissance et de
marché intérieur. Il n'y a apparemment pas de distorsion de
03.02 Minister Didier Reynders:
Vorig weekend heeft ook Polen
ermee ingestemd dat de Europese
Unie en de Commissie de BTW-
verlaging tot zes procent voor een
aantal arbeidsintensieve diensten,
waaronder de renovatie van
woningen ouder dan vijf jaar, tot
eind 2010 verlengen. Niet alleen is
die regeling goed nieuws voor de
hele sector, ze geldt ook voor de
schoenmakerij en de herstelling
van schoenen, kleding en fietsen.

Voor een hele reeks andere
diensten, zoals de bouw van
nieuwe woningen, zal eind juni
2007 worden nagegaan welke
gevolgen de BTW-verlaging op het
stuk van de werkgelegenheid, de
groei en de interne markt heeft.
Op grond van het desbetreffende
rapport zullen we een standpunt
innemen.

Voor de horecasector hebben we
reeds een aantal maatregelen
genomen, met name wat het
gelegenheidswerk en de aftrek-
baarheid van restaurantkosten
betreft. Het voorstel inzake een
meer forfaitaire heffing en andere
aanmoedigingsmaatregelen zullen
we onderzoeken, in afwachting
van een mogelijke BTW-verlaging.
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
concurrence à attendre. Sur la base de ce rapport, nous prendrons
attitude.

Pour la première fois, y compris pour l'horeca et pour les restaurants,
il y a une volonté réelle d'examiner la situation de la part des 25, ce
qui est nouveau, car nos collègues allemands étaient toujours
réticents sur le sujet. Pour le secteur horeca, nous avons déjà pris un
certain nombre de mesures sur le travail occasionnel et sur la
déductibilité des frais de restaurant portée à 69%. Nous allons
entamer avec le secteur un débat sur la proposition qui nous est faite
d'une taxation plus forfaitaire, ce qui a été présenté, mais peut-être
aussi sur d'autres mesures d'encouragement en attendant que la
baisse de TVA puisse intervenir.
03.03 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Je suis confiant pour la suite de la concertation
par rapport à une TVA réduite à 6% pour le secteur horeca et à ses
effets positifs sur l'emploi. Les chiffres présentés par ce secteur
aujourd'hui font état de la création en Belgique de 20.000 emplois.
03.03 Denis Ducarme (MR): Ik
ben ervan overtuigd dat een
verlaagd BTW-tarief van zes
procent voor de horeca een
positieve weerslag op de
werkgelegenheid zal hebben.
Volgens de sector zouden er in
België 20.000 banen kunnen
bijkomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. David Lavaux à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "la prévention de la corruption au sein des SPF et SPP" (n° P1199)
04 Vraag van de heer David Lavaux aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "corruptiepreventie in de FOD's en de POD's" (nr. P1199)
04.01 David Lavaux (cdH): Monsieur le président, madame la
ministre, la presse s'est fait l'écho de graves malversations au sein de
la Régie des Bâtiments dans le cadre de l'attribution de marchés
publics.

Le gouvernement avait prévu, dans ses accords de juillet 2003, de
créer un nouveau bureau d'éthique et de déontologie. Ce bureau
devait s'attacher à mettre plus d'éthique, à mieux contrôler tous les
services fédéraux, à apporter de l'aide notamment dans l'élaboration
de statuts et de codes, à accompagner les administrations et à y créer
des audits.

Au-delà de la procédure judiciaire actuellement en cours, pouvez-
vous nous indiquer si ce bureau est déjà mis en place?

Si non, pourquoi ce projet n'est-il toujours pas réalisé?

Si oui, pouvez-vous m'indiquer la date de sa création? Combien de
personnes y travaillent-elles? Ce bureau a-t-il déjà réalisé certains
audits?

Plus fondamentalement, estimez-vous que la création de ce bureau
aurait permis d'éviter les malversations qui ont été dévoilées ces jours
derniers?
04.01 David Lavaux (cdH):
Volgens persberichten werd er bij
de Regie der Gebouwen veel geld
verduisterd in het kader van de
toekenning van overheids-
opdrachten. In het regeerakkoord
van juli 2003 stond de regering de
oprichting van een bureau voor
ethiek en administratieve
deontologie voor. Werd dat bureau
inmiddels
opgericht? Zo ja,
wanneer, hoeveel mensen werken
er, en heeft het al audits
uitgevoerd? Zo neen, waarom
niet? En had dat bureau dat soort
malversatie kunnen voorkomen?
04.02 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président, une 04.02 Minister Freya Van den
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
note globale de politique préventive de l'intégrité a été soumise par
mon prédécesseur au Conseil des ministres, il y a déjà quelques
mois. Cette note contient des propositions très concrètes pour mettre
en place une politique d'éthique pour les services de la fonction
publique administrative fédérale.

La note comporte non seulement le concept, la politique et la stratégie
mais aussi la manière avec laquelle nous allons mettre en oeuvre
cette politique. On parle de collaborations diverses avec d'autres
instances, de code de bonne conduite ainsi que de personnes de
confiance.

Un bureau d'éthique et de déontologie sera créé et comportera une
structure d'accueil qui permettra à tous les fonctionnaires de signaler
les infractions à l'intégrité. C'est ce dernier point que devons encore
finaliser, c'est-à-dire la façon dont cette divulgation va se dérouler.

Dès le début, il m'a semblé primordial qu'un contrôle efficient et de
qualité puisse s'effectuer au sein des services publics. C'est la raison
pour laquelle j'ai demandé à mes services, dès le mois de novembre,
d'avancer dans ce dossier. Nous avons déjà eu deux réunions de
coordination avec les SPF Justice, Budget et Fonction publique, au
cours desquelles nous avons essayé de concrétiser ce plan. Les
travaux avancent bien.

J'ai évoqué des contrôles préventifs mais il y a aussi un volet
répressif. Les présidents des comités de direction des SPF sont
responsables de la mise en oeuvre de ce volet répressif et chaque
ministre concerné doit, bien sûr, veiller à la bonne exécution de ces
mandats.
Bossche: Enkele maanden
geleden legde mijn voorganger
een algemene nota inzake het
preventieve integriteitsbeleid aan
de ministerraad voor. Daarin
worden diverse vormen van
samenwerking met andere
instanties, de invoering van een
gedragscode en de aanstelling van
vertrouwenspersonen in het
vooruitzicht gesteld.

Er zal een ethisch en
deontologisch bureau worden
opgericht, dat een opvangstructuur
zal bevatten waar alle ambtenaren
inbreuken op de integriteit kunnen
melden. We moeten alleen nog
uitdokteren hoe dat laatste
concreet in zijn werk zal gaan.

Vanaf november heb ik mijn
diensten gevraagd om voortgang
te maken met dit dossier: we
hebben al twee coördinatie-
vergaderingen met de FOD's
Justitie, Begroting en Ambtenaren-
zaken georganiseerd en we
schieten goed op.

Het beleid heeft ook een
repressief aspect. De voorzitters
van de directiecomités staan in
voor de toepassing ervan en elke
betrokken minister dient op de
correcte uitvoering van die
opdrachten toe te zien.
04.03 David Lavaux (cdH): Je vous remercie pour votre réponse,
madame la ministre. Je ne peux que vous encourager à poursuivre
dans cette voie à la recherche d'une plus grande éthique dans notre
administration dans l'intérêt de tous.
04.03 David Lavaux (cdH): Dat is
in ieders belang.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Actualiteitsdebat
Débat d'actualité
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Gerolf Annemans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de Staatsveiligheid" (nr. P1207)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de Staatsveiligheid" (nr. P1208)
- de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de Staatsveiligheid"
(nr. P1209)
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de Staatsveiligheid" (nr. P1210)
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
05 Questions jointes de
- M. Gerolf Annemans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la Sûreté de l'État"
(n° P1207)
- Mme Muriel Gerkens à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la Sûreté de l'État"
(n° P1208)
- M. Eric Massin à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la Sûreté de l'État" (n° P1209)
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"la Sûreté de l'État" (n° P1210)

De voorzitter: Ik herinner de Kamer eraan dat de fracties die geen vragensteller hebben, ook het woord
kunnen nemen. Ik overloop even wie dat zijn. Niemand van de VLD, sp.a, en cdH vraagt het woord en voor
MR zal de heer Courtois spreken.

De volgende sprekers hebben zich aangemeld: de heer Annemans, Mme Gerkens, M. Massin en de heer
Van Parys. Twee interpellaties werden omgezet in vragen, met name die van mevrouw Gerkens en de heer
Van Parys. Ik dank die collega's daarvoor.
05.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Collega Borginon, u bent
jong als fractieleider en hebt nog niet de nodige ervaring, maar hebt u
gezien hoe De Croo dat gedaan heeft, hoe hij in één woord de
essentie van het debat heeft samengevat? De VLD, geen
uiteenzetting. Heel mooi. Het was eigenlijk ook een beetje illustratief
voor de verhouding tussen De Croo en de VLD. Ik vond het een
mooie, ik vond het een heel goeie, voorzitter.

Mevrouw de minister, misschien kunt u de opheldering geven waar ik
als gewone leek wat verlegen om ben. Ik heb een lijstje gemaakt van
wat in de pers allemaal verschenen is. Eerst leek het alsof het ging
over een pers die in Temse gemaakt wordt en aan Iran geleverd was.
Dat spoorde niet helemaal met het feit dat de man toch eervol ontslag
had gekregen. Dan bleek het een slechte verhouding te zijn tussen de
Vlaming Dassen en de PS-minister Onkelinx. Dat spoort dan weer
niet meer met wat ik vanmorgen las, namelijk dat uzelf, mevrouw de
minister, verrast was toen u het ontslag vernam. Nu is natuurlijk het
hek van de dam en schrijft de pers openlijk dat de VLD zelf Dassen,
die ze eerst politiek benoemd heeft als hoofd van de Staatsveiligheid -
omdat hij als griffier van het Vlaams Parlement niet voldeed -, zou
teruggetrokken hebben, omdat hij zich kant tegen de oprichting van
iets dat eerst CODA heette en dat nadien OCAD zou moeten heten,
de antiterrorismedienst. Vervolgens, mevrouw de minister, vernam ik
vanochtend, ook weer in de pers ­ ik ben maar een gewone burger -,
dat er een akkoord is in de regering dat de opvolger van de heer
Dassen opnieuw een Vlaming zal zijn en dat dat morgen op de
Ministerraad geagendeerd is. Welke van al die versies is de waarheid,
mevrouw de minister?
05.01 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Lorsque le président a
demandé qui souhaitait encore
prendre la parole, il y a
immédiatement ajouté "personne
pour le VLD", résumant ainsi tout
ce débat en quatre mots.
Excellent!

J'ai lu plusieurs versions dans la
presse. Dans un premier temps,
on a pu avoir l'impression qu'une
presse fabriquée à Tamise et
exportée en Iran était à l'origine de
la démission de M. Dassen, mais
pourquoi cette démission était-elle
alors qualifiée d'"honorable"? Cela
aurait voulu dire que les relations
entre la ministre et M. Dassen
étaient au plus bas, mais j'ai
appris ensuite que la ministre
s'était étonnée de l'annonce de la
démission. J'ai lu aussi que le VLD
a voulu écarter M. Dassen, en
raison de son opposition à la
création d'un service antiterroriste.
Un accord serait intervenu au sein
du gouvernement pour nommer à
nouveau un Flamand à ce poste
en remplacement de M. Dassen;
cet accord serait soumis au
conseil des ministres de demain.

Où est la vérité dans tout cela?
05.02 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, le 2 mai 2005, je vous avais interrogée à la suite de la
publication d'un article dans le journal "Le Soir" qui révélait que du
matériel à double usage avait été exporté vers l'Iran, en contradiction
avec les préoccupations de non-prolifération de matériel nucléaire et
ce, sans que personne ne semble être au courant. Le 29 avril, date de
05.02 Muriel Gerkens (ECOLO):
Op 3 mei 2005 ondervroeg ik u in
commissie, na een bericht in "Le
Soir" over de levering van
materiaal voor dubbel gebruik aan
Iran, zonder dat iemand daarvan
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
parution de l'article, j'avais écrit une lettre à Mme Lizin concernant
notamment la commission de suivi du Comité R. Par ailleurs, je
demandais au président De Croo d'examiner si la commission de
suivi du Comité P avait également un rôle à jouer en cette matière.
Etant donné la volonté de l'Iran de vouloir à nouveau enrichir
l'uranium et d'utiliser l'énergie nucléaire, sans nous donner aucune
garantie d'une utilisation pacifique, mon objectif était de savoir
comment cela avait pu se produire.

A l'époque, une enquête a été demandée au Comité R. Je ne vais pas
revenir sur tous les détails ni sur la recommandation de la
Commission de suivi du Sénat; j'ai entendu vos réponses et les
échanges qui ont eu lieu au Sénat. Néanmoins, j'entends que vous
avez reçu un premier rapport au mois de juin 2005, qui a été complété
et soumis aux réactions de la Sûreté de l'Etat avant un nouveau
rapport intermédiaire en octobre 2005. Le rapport final a été présenté
par la commission du suivi du Sénat, ce lundi 30 janvier 2006.

Dès lors, je me demande pourquoi vous n'avez pas réagi dès que
vous vous êtes posé des questions en juin 2005, dès que vous avez
été en possession des éléments jetant le doute sur la confiance, la
pertinence et le mode de fonctionnement de la Sûreté de l'Etat et de
son représentant. En effet, il ressort du rapport du Comité R que des
interprétations différentes ont été données aux faits, que certains
voulaient garder des secrets, y compris vis-à-vis de vous ­ cela vous
a d'ailleurs amenée à me donner une réponse inexacte. Ne pensez-
vous pas qu'à ce moment-là, il aurait déjà fallu suspendre les
responsables de la Sûreté de l'Etat et prendre des dispositions pour
éviter que les problèmes subsistent comme ils ont pu subsister
jusqu'à ce mois de janvier 2006?

Aujourd'hui, vous affirmez que M. Dassen est parti pour des raisons
personnelles. Cela m'inquiète. En effet, soit les rapports sont corrects,
des dysfonctionnements ont été constatés et, selon moi, vous deviez
prendre des mesures, soit M. Dassen est réellement parti pour des
raisons personnelles et cela signifie qu'à aucun moment, on ne s'était
interrogé sur la manière dont il exerçait son mandat.

Un dernier élément: déjà en juillet 2004, j'ai écrit à Mme Lizin et à
M. De Croo pour entamer une enquête. En effet, il avait été mis en
évidence un transfert d'informations dans le domaine nucléaire, via le
fameux docteur Kahn, au travers des relations entre le Pakistan, la
Libye et l'Iran.

Ce dossier existe donc bel et bien depuis un an et demi déjà.
op de hoogte was. Op 29 april
ondervroeg ik mevrouw Lizin en de
heer De Croo per brief over de rol
van de Comités I en P in deze. Er
werd het Comité I gevraagd een
onderzoek uit te voeren. In juni
2005 kreeg u een eerste verslag,
in oktober 2005 een volgend en
het eindverslag werd op 30 januari
voorgesteld door de
opvolgingscommissie van de
Senaat.

Waarom reageerde u niet in juni
2005, zodra er twijfels rezen
omtrent de betrouwbaarheid, de
efficiëntie en de werking van de
Veiligheid van de Staat en haar
vertegenwoordiger? Volgens het
Comité I werden verschillende
interpretaties van de feiten
gegeven en vertelden sommigen
niet de hele waarheid, ook niet aan
u. Had men de verantwoordelijke
personen van de Veiligheid van de
Staat niet moeten schorsen en de
nodige maatregelen nemen om
problemen in de toekomst te
voorkomen?

Vandaag zegt u dat de heer
Dassen opstapt om persoonlijke
redenen. Dat vind ik
verontrustend: óf er zijn disfuncties
aan het licht gekomen en u moest
maatregelen nemen, óf men heeft
zich nooit vragen gesteld bij de
manier waarop hij zijn mandaat
uitoefende.

In juli 2004 had ik trouwens ook al
een schrijven gericht aan mevrouw
Lizin en de heer De Croo met de
vraag een onderzoek te starten.
Toen werd immers vastgesteld dat
nucleaire informatie bezorgd was
aan Pakistan, Libië en Iran. Dit
dossier is dus al anderhalf jaar
oud.
05.03 Eric Massin (PS): Monsieur le président, madame la vice-
première ministre, il conviendrait de repositionner le débat et de ne
pas analyser les raisons pour lesquelles une personne démissionne
ou pas. Toutes les explications ont d'ailleurs été fournies.

Au-delà de cet aspect, relevons des éléments plus importants
touchant à la transmission d'informations ou à la manière dont sont
effectués certains contrôles. Voilà le point important, du moins en ce
05.03 Eric Massin (PS): Dit
debat draait niet rond de redenen
van het ontslag van een individu.
Daarover werd trouwens volledige
uitleg gegeven.

Essentiëler in dit dossier zijn de
informatieoverdracht en het
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
qui concerne les informations à transmettre au Parlement: il s'agit
d'obtenir des réponses à ce sujet et, plus particulièrement, sur ce
dossier EPSI.

Il est vrai que la Sûreté de l'État est compétente pour la lutte contre la
prolifération des armes chimiques, biologiques et nucléaires et ce, en
collaboration avec d'autres services. Il me semble dès lors qu'il faut
éviter des discussions stériles sur la démission et tirer les conclusions
d'un possible dysfonctionnement afin d'en éviter les conséquences.

Dès lors que se pose la question de savoir si cette presse isostatique
est du matériel nucléaire ou pas, il convient de se pencher sur les
critères de contrôle et sur leurs responsables. Y a-t-il eu risque d'abus
ou de falsification? Les mécanismes de contrôle sont-ils suffisants?
Voilà pour ma première question.

Ma deuxième question est fonction de la réponse à mon interrogation
sur la nature nucléaire ou pas du matériel: une licence d'exportation
devait-elle ou non être délivrée par le gouvernement flamand? Je ne
tiens pas à entamer un conflit de compétence à ce sujet, mais la
question pourrait se poser malgré tout.

Enfin, en ce qui concerne les dispositifs prévus pour assurer un
passage d'informations entre les différents services de lutte contre la
prolifération nucléaire, y a-t-il suffisamment de passages
d'informations? Quelles sont les dispositions déjà prises par le
gouvernement? Nous savons que vous avez un projet en discussion à
la Chambre. Le gouvernement envisage-t-il de prendre d'autres
dispositions à cet égard?

Il me semble que le débat doit être positionné en ce sens: c'est le seul
aspect sur lequel la Chambre aurait à se prononcer.
toezicht. Is die isostatische pers al
dan niet nucleair materiaal?
Bestaat een risico op misbruik of
vervalsing? Zijn de controle-
mechanismen toereikend? Moest
geen uitvoerlicentie worden
uitgereikt?

Ten slotte, is er voldoende
informatiedoorstroming tussen de
verschillende diensten ter
bestrijding van de nucleaire
proliferatie? Welke maatregelen
heeft de regering al genomen en
zal ze nog nemen? Dat zijn de
aspecten waarover de Kamer zich
kan uitspreken.
05.04 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, er zijn vier vaststellingen naar aanleiding van dit
dossier.

Eerste vaststelling. Paars is vernietigend geweest voor de
geloofwaardigheid van de Staatsveiligheid. De vorige administrateur-
generaal van de Staatsveiligheid, mevrouw Timmermans, heeft
ontslag genomen. De vorige adjunct-administrateur-generaal van de
Staatsveiligheid, de heer Buysse, heeft ontslag genomen. De huidige
administrateur-generaal van de Staatsveiligheid heeft ontslag
genomen.

Tweede vaststelling. We zijn er nog altijd niet inzake de uitwisseling
van informatie. De Staatsveiligheid heeft haar minister niet ingelicht.
De diensten van de douane van het ministerie van Financiën hebben
dat ook niet gedaan, met als gevolg dat het toestel in kwestie
inderdaad kon worden geëxporteerd, met alle bijhorende risico's. We
hadden in alle soorten aanbevelingen van parlementaire
onderzoekscommissies zo dikwijls gezegd dat dit enorme risico's met
zich meebracht.

Ten derde. Mevrouw de minister, u hebt alleen gereageerd op het
ogenblik dat het rapport publiek dreigde gemaakt te worden. Gelukkig
was er de parlementaire controle, waardoor het rapport publiek is
gemaakt. Alleen dan hebt u gereageerd, want u had de informatie in
05.04 Tony Van Parys (CD&V):
Je formulerai quatre constats.

La coalition violette aura été
funeste pour la Sûreté de l'État.
Tour à tour, l'ancienne chef de
service, Mme Timmermans,
l'administrateur général adjoint,
M. Buyse, et maintenant
M. Dassen ont démissionné.

L'échange d'informations n'est
toujours pas satisfaisant. Ni la
Sûreté de l'État, ni la douane n'ont
informé la ministre, ce qui a
permis l'exportation de l'appareil
en Iran.

La ministre n'a réagi que devant le
risque de voir publier le rapport, ce
qui est arrivé grâce au contrôle
parlementaire. Or elle disposait
déjà de ces informations depuis
septembre.
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
september van vorig jaar.

Ten slotte, mevrouw de minister, beloont deze regering degene die
fouten maakt. De administrateur-generaal van de Staatsveiligheid
krijgt een expertenfunctie aangeboden op het ministerie van
Binnenlandse Zaken. Wie dus faalt in de Staatsveiligheid, wie
daarvoor niet capabel is, is blijkbaar wel capabel voor een
expertenfunctie bij de minister van Binnenlandse Zaken. Dit zijn de
vaststellingen uit het dossier.

Een vraag blijft nog, na alle andere die reeds gesteld werden. Hoe zult
u het debacle dat hierdoor is aangericht in de relatie met de
buitenlandse inlichtingendiensten, herstellen?
Ce gouvernement récompense
ceux qui font des erreurs. Et
M. Dassen exercera désormais la
fonction d'expert auprès du
ministre de l'Intérieur.

Une question reste en suspens:
comment le gouvernement va-t-il
réparer cette catastrophe au
niveau des relations avec les
services de renseignements
étrangers?
05.05 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, pour prolonger
ce que vient de dire M. Van Parys, la première piste consisterait à
réduire la durée des mandats de l'administrateur général de la Sûreté.
En effet, les mandats durent rarement cinq ans.

Deuxièmement, ce qui me frappe, c'est que la dernière fois que je
vous ai posé une question au sujet de la Sûreté de l'État, il y a neuf
mois environ, le problème consistait déjà en un défaut de
transmission d'informations entre l'administration de la Sûreté et
vous-même. Rappelez-vous: il y a neuf mois, des coups de feu
avaient éclaté à l'intérieur même des bâtiments de la Sûreté, entre
des membres de son personnel. Madame la ministre, vous en aviez
été informée par la presse! À cette même tribune, vous aviez déploré
le manque d'informations que vous obteniez de la Sûreté.

Aujourd'hui, on remarque une nouvelle fois qu'à la même époque des
informations en possession de la Sûreté n'ont pas été divulguées à la
ministre de la Justice. Cela pose un vrai problème. Il y a le fond du
problème en relation avec l'Irangate, mais il y a surtout le problème
souligné par le comité R qu'il qualifie "d'absence d'échange
d'informations". Cela, madame la ministre, on ne peut pas l'accepter.

La question subsidiaire serait ensuite: pourquoi M. Dassen quitte-t-il
ses fonctions? Plusieurs motifs sont invoqués. M. Dassen se
réjouissait de prendre connaissance de ce qui allait être dit par la
presse, par les députés, il se réjouissait de toute la communication
qu'il allait y avoir autour de sa démission. Donnons-lui donc quelque
information à lire. La première raison invoquée, relayée par la presse
et que vous auriez vous-même avancée, est qu'il aurait démissionné
pour motifs personnels. Le premier jour, on lisait dans la presse qu'il
donnait sa démission pour devenir expert spécial pour les aspects
européens et internationaux de la politique de la sécurité et de la
migration et qu'il s'était présenté devant vous en disant qu'il avait une
proposition pour un autre boulot, raison pour laquelle il quittait son
poste d'administrateur général de la Sûreté de l'État.

Troisièmement, une personne peut-elle rester à la tête de la Sûreté
de l'État alors qu'elle ne transmet pas des informations essentielles
(comme des problèmes internes, des coups de feu dans les locaux
de la Sûreté, des informations aussi importantes que celles
divulguées aujourd'hui par la presse)? Est-ce pour cela qu'il a
démissionné? Nous avons besoin d'une réponse claire: est-ce là le
motif de la démission de M. Dassen? A-t-il démissionné pour raisons
personnelles, pour avoir une promotion comme l'a dit M. Van Parys,
05.05 Melchior Wathelet (cdH):
Als we de lijn doortrekken van wat
de heer Van Parys verklaarde, zou
de gedelegeerd bestuurder van de
Staatsveiligheid een korter
mandaat moeten krijgen (al doet
hij in de praktijk zelden zijn vijf jaar
uit).

Toen ik u ongeveer negen
maanden geleden ondervroeg in
verband met de Veiligheid van de
Staat, ging het ook al over een
gebrekkige informatiedoorstroming
van die administratie naar uzelf,
meer bepaald met betrekking tot
een schietpartij tussen personeels-
leden, iets wat u toen zelf uit de
pers moest vernemen! Vandaag
blijkt opnieuw dat informatie van
de Veiligheid van de Staat niet
doorgegeven werd aan de
minister.

De grond van de zaak betreft een
"Irangate-affaire", maar daarnaast
is er ook wat het comité I
aanmerkt als een totaal gebrek
aan informatie-uitwisseling. En dat
is onaanvaardbaar.

Bijkomend vraagje: waarom heeft
de heer Dassen eigenlijk zijn
ontslag aangeboden? Heeft hij dat
gedaan om persoonlijke redenen?
Werd hem een bevordering of een
andere baan aangeboden (meer
bepaald die van bijzonder expert
voor de Europese en interna-
tionale aspecten van het
veiligheids- en migratiebeleid)? Of
is hij vertrokken omdat hij
fundamentele informatie niet heeft
doorgegeven aan de toeziende
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
ou parce qu'il n'a pas fait ce qu'il devait faire, c'est-à-dire transmettre
des informations à la ministre de tutelle?
minister? Wij moeten een duidelijk
antwoord op die vraag krijgen.
05.06 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je viens
d'avoir un débat de trois heures au Sénat sur le sujet. Nous avons
essayé d'analyser ce dossier dans tous ses détails et de donner des
réponses aux interrogations légitimes qu'il entraîne.

Je vais vous faire un résumé de ce qui a été dit dans l'autre enceinte.

En ce qui concerne la démission de M. Koen Dassen, je ne vais pas
inventer, pour vous faire plaisir, des arguments qui ne m'ont pas été
donnés par le principal intéressé. Il est vrai que, depuis plusieurs
semaines déjà, à mon initiative, avec le premier ministre et le ministre
de l'Intérieur, nous réfléchissons à l'organisation future de la Sûreté
de l'Etat parce qu'il nous semble indispensable d'organiser beaucoup
mieux le flux d'informations entre les services et leurs ministres de
tutelle mais également le flux d'informations entre les services eux-
mêmes. Plusieurs interventions du Comité R avaient démontré que ce
flux d'informations n'était pas optimal.

Je vous dirai immédiatement que, ce faisant, nous ne remettons pas
en cause des principes élémentaires dans la communauté du
renseignement, comme par exemple le principe du respect de la règle
du tiers, sinon les services de renseignements deviendraient
inefficaces puisqu'ils ne collecteraient plus aucun renseignement
venant de l'extérieur. Mais il faut pouvoir travailler sur cette règle du
tiers en respectant ses objectifs sans en abuser.

Cela fait déjà quelques semaines que nous travaillons sur cette
orientation future de la Sûreté de l'Etat.

Avant les vacances de Noël, le ministre de l'Intérieur m'avait fait
savoir qu'il envisageait de proposer à l'administrateur général de la
Sûreté de l'Etat une mission concernant les relations internationales
au sein de son cabinet. Lundi dernier, cette proposition m'a été
confirmée et M. Dassen est venu me trouver avec sa lettre de
démission.

M. Dassen m'a-t-il dit qu'il démissionnait à cause de l'affaire EPSI?
Non, je ne peux pas dire cela puisque ce n'est pas vrai! Je ne vais
pas l'inventer pour vous faire plaisir! Il a dit qu'il acceptait la
proposition du ministre de l'Intérieur et qu'il démissionnait pour des
raisons strictement personnelles.

M. Dassen doit endurer, ces derniers temps, pas mal de critiques sur
sa mission, sa fonction, son rôle. Je voudrais simplement mettre les
points sur les "i". Il est évident, et c'est le rôle du Comité R de les
relever, que dans certains dossiers ­ on en a évoqué deux
aujourd'hui, mais il y en a d'autres ­, des erreurs voire des fautes ont
été commises par la Sûreté de l'Etat.

Il est vrai aussi ­ et je n'ai pas à m'en cacher ­ qu'il m'est arrivé de
formuler des reproches concernant le fonctionnement de la Sûreté ou
son administrateur général. Mais je ne voudrais pas que l'on résume
le travail de Koen Dassen à ces reproches. Je souhaite attirer
l'attention sur le fait qu'à côté de certains dysfonctionnements, la
Sûreté de l'Etat est une administration essentielle pour la protection
05.06 Minister Laurette
Onkelinx: In de Senaat werd drie
uur lang over die kwestie
gedebatteerd. We hebben dat
dossier tot in de puntjes
geanalyseerd. Ik vat het kort voor
u samen.

Wat het ontslag van de heer
Dassen betreft, zal ik geen
argumenten uitvinden die me niet
gegeven werden. Het klopt dat de
eerste minister, de minister van
Binnenlandse Zaken en ikzelf al
wekenlang over de toekomst van
de Staatsveiligheid en een betere
organisatie van de informatie-
stroom tussen de diensten en hun
toezichthoudende ministers en
tussen de diensten onderling
nadenken. Het feit dat het comité I
herhaaldelijk heeft moeten
ingrijpen, bewijst dat de
organisatie mank liep.
De elementaire beginselen, zoals
de naleving van de derdenregel,
worden niet ter discussie gesteld.
Men moet die regel echter kunnen
hanteren en de doelstellingen
ervan naleven zonder er misbruik
van te maken.

De heer Dassen heeft mij niet
gezegd dat hij ontslag nam
wegens de EPSI-zaak. Ik ga dat
niet verzinnen om u plezier te
doen.
De Staatsveiligheid heeft
vergissingen en zelfs fouten
gemaakt. Ik heb in het verleden
kritiek geuit op de werking van de
Veiligheid van de Staat en op de
administrateur-generaal van die
dienst. Maar de Veiligheid van de
Staat doet meer dan dat. Zij levert
bijzonder goed werk en de heer
Dassen geniet een uitstekende
reputatie op internationaal vlak.

De vervanging van de heer
Dassen zal geschieden in het
kader van de procedure bepaald in
het besluit van 1994: aan de
ministerraad van vrijdag zal
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
des intérêts du pays et de ses concitoyens, qu'elle travaille
remarquablement et que M. Dassen jouit, au niveau international,
d'une excellente réputation. En effet, tant la patronne du MI5 que le
patron du FBI, avec qui j'ai eu des contacts dernièrement, m'ont fait
part de l'excellente collaboration qui existait entre leur service et notre
Sûreté de l'Etat. Ce n'est pas parce que des dysfonctionnements sont
mis en évidence, qu'il faut "jeter le bébé avec l'eau du bain".

Pour ce qui concerne son remplacement, nous allons évidemment
travailler dans le cadre de la procédure organisée par l'arrêté de
1994. Une modification de cet arrêté sera tout d'abord proposée
vendredi au Conseil des ministres, ce en vue d'élargir la base de
recrutement. C'est ainsi que nous proposerons d'effacer la limite
d'âge, qui est actuellement fixée à 50 ans. Par ailleurs, nous allons
exiger une expérience utile plus importante en direction d'équipe. Un
appel public sera bien entendu lancé avec la volonté d'aller vite.
J'espère que le nouvel administrateur ou la nouvelle administratrice
entrera au plus tard en fonction dans six à huit semaines.

J'en arrive au dossier EPSI. Mme Gerkens a raison. Sur la base
d'articles de presse, elle m'a posé une question le 2 ou le 3 mai 2005.
J'ai donc interrogé à ce sujet la Sûreté de l'Etat. Toutefois, je dois
préciser qu'il y a eu une confusion de dates. Je pense d'ailleurs me
souvenir que vous avez, madame Gerkens, dans une interpellation au
ministre des Finances, à nouveau parlé de janvier 2005 plutôt que de
novembre 2004. Mais peu importe! Le Comité R a d'ailleurs fait savoir
clairement que la Sûreté de l'Etat aurait dû savoir de quoi il s'agissait
même s'il y avait confusion de dates. Toujours est-il que la Sûreté de
l'Etat m'a répondu ­ je résume - qu'elle n'était pas au courant de cette
exportation douteuse. Le lendemain, le 4 mai, le Comité R m'a avertie
qu'une enquête était lancée dans le cadre de ce dossier. Vous savez
qu'EPSI est une société qui a des relations commerciales récurrentes
avec l'Iran.

En ce qui concerne l'exportation litigieuse du 3 mai 2004, il nous est
dit qu'il ne fallait pas de licence d'exportation, étant donné que le
diamètre du four de la presse faisait moins de 152 mm. A-t-on vérifié
que l'exportation concernait bien du matériel qui n'entre pas dans le
champ d'application du traité de non-prolifération et de la
réglementation belge? Les douanes répondent que la firme EPSI est
passée par le poste de Eynatten pour cette exportation. Elles n'ont
dès lors pas vérifié le matériel mais bien des documents, dont une
attestation de la Région flamande.

Peu importe! En cela, je soutiens complètement les conclusions du
Comité R. Selon lui, il faut être d'autant plus prudent et il faut d'autant
plus augmenter les contrôles, et ce même si le matériel n'entre pas
dans le matériel d'attention prévu par les traités et la réglementation,
lorsque l'on est averti qu'une presse, en l'occurrence une presse
isostatique à chaud, peut éventuellement servir à double usage. Or,
cette information était parvenue à la Sûreté de l'Etat via son
homologue américain.

Il y a effectivement eu des dysfonctionnements. En juin, le Comité R
remet ses conclusions et démontre que plusieurs services de l'Etat
ont dysfonctionné, dont la Sûreté de l'Etat. Ce n'est pas le seul, dit le
Comité R. Le Comité R fait manifestement des constats
contradictoires avec les constats de la Sûreté de l'Etat. Il y a donc
trouwens een wijziging van dat
besluit worden voorgelegd zodat
er meer gegadigden voor de
functie in aanmerking komen. Zo
overwegen wij de leeftijds-
voorwaarde te schrappen en een
nog grotere nuttige ervaring op het
gebied van het leiding geven in
teamverband te eisen. Er zal een
openbare oproep worden gedaan
met de bedoeling die kwestie snel
te regelen: uiterlijk over zes tot
acht weken moet de betrokkene
worden benoemd.

Wat de EPSI-zaak betreft, heeft
mevrouw Gerkens gelijk wat de
grond van de zaak betreft. Het
Comité I heeft trouwens duidelijk
gesteld dat de Veiligheid van de
Staat had moeten weten waarover
het ging toen zij mij antwoordde
niet op de hoogte te zijn van dat
twijfelachtig exportdossier.

De douaniers zijn niet nagegaan of
het desbetreffende materieel
onder het toepassingsgebied van
het non-proliferatieverdrag en de
Belgische reglementering viel. Het
Comité I is van oordeel dat men
des te voorzichtiger moet zijn en
de controles nog moet opdrijven
als men ervoor wordt
gewaarschuwd dat het materieel
ook voor onrechtmatige doel-
einden kan worden aangewend.

Bij de analyse, de informatie, de
communicatie en de contacten
met de bevoegde minister is
inderdaad een en ander fout
gelopen. Vorige dinsdag heeft de
parlementaire opvolgings-
commissie haar conclusies
bekendgemaakt. Ze onderschrijft
de vaststellingen van het Comité I,
waar ik me eveneens bij aansluit.
Het Comité I heeft ook een reeds
bijzonder interessante aanbe-
velingen geformuleerd, onder
andere om de douanediensten
meer in de werking te betrekken.
Voorts stelt het Comité I voor dat
de leden van de CANVEK
veiligheids-machtigingen krijgen
en alle documenten mogen
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
deux versions. Je n'ai personnellement pas accès à l'ensemble des
informations dont dispose le Comité R.

Le 5 septembre, la Sûreté de l'Etat m'avait apporté un document
contredisant le Comité R. Dès lors, je me retourne vers le Comité R et
lui demande d'examiner le contenu de ce document. J'estimais que la
situation était grave et que des dysfonctionnements étaient
particulièrement dangereux en fonction du transfert projeté. Après
examen, le Comité R me remet un dossier le 6 octobre et sa version
néerlandophone le 2 décembre, dans lequel il confirme ce document.

Entre-temps, la commission de suivi parlementaire, qui est en
quelque sorte une commission d'enquête sur le fonctionnement des
services de renseignements, fait son boulot. Mardi dernier, elle a
rendu publiques ses conclusions, dans lesquelles elle soutient les
constats réalisés par le Comité R, ce que je soutiens également.

Les conclusions du Comité R révèlent des dysfonctionnements dans
l'analyse, l'information, la communication et les relations avec le
ministre de tutelle.

Non seulement, le Comité R constate des dysfonctionnements mais il
émet aussi des recommandations. La commission de suivi fait des
recommandations qui me semblent très intéressantes. Entre autres,
elle estime que la CANPAN, la fameuse commission contre la
prolifération des armes nucléaires, devrait travailler différemment. Je
dirais d'abord qu'il faudrait que ses membres comptent des
représentants des finances, des douanes, ce qui n'est pas le cas à
l'heure actuelle. J'en profite pour signaler que lors des réunions
mémorables des 6 et 29 septembre 2004, les douanes n'avaient pas
été invitées; on ne peut que s'interroger à cet égard.

La CANPAN doit fonctionner mieux et élargir le nombre des membres
représentés; à mes yeux, ces membres doivent certainement être
dotés d'habilitations de sécurité pour avoir accès aux documents
classifiés. Pour faire une analyse correcte, les membres de la
CANPAN doivent être à même de la réaliser sur base des documents
qui existent en la matière. On a vu le problème de non-accès à des
documents classifiés.

Une autre remarque porte sur la règle du tiers. Dans ce cadre - je
vous parlais des réunions que nous avons eues notamment avec le
premier ministre et le ministre de l'Intérieur -, notre volonté n'est pas
de contrer la règle du tiers mais de prendre également en compte la
nécessité de ne pas abuser de celle-ci. Dans le projet de
l'OCAM/CODA, nous travaillons précisément pour que cette règle du
tiers soit respectée, mais que le patron de l'OCAM/CODA puisse avoir
un accès spécifique pour examiner si, oui ou non, la règle du tiers doit
être strictement respectée - dans l'affirmative, il y a embargo sur
l'information - ou si une certaine information utile pour notre
population peut être donnée.

Le Comité R émet aussi toute une série de recommandations pour
améliorer le flux d'informations entre les services. Par exemple,
sachez que dans ce dossier, les services généraux de l'armée n'ont
été avertis de rien. Entre-temps, nous avons fait conclure un protocole
entre la Sûreté et les services généraux de l'armée, afin qu'il y ait des
analyses communes dans des dossiers où les uns et les autres sont
inkijken en dat er geen misbruik
wordt gemaakt van de
eenderderegel.
Ik zou graag willen benadrukken
dat de Staatsveiligheid puik werk
verricht en dat het controle-
systeem dat wij uitgebouwd
hebben, doeltreffend is vermits die
disfuncties aan het licht zijn
gebracht.
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
intéressés.

En résumé, monsieur le président, mes chers collègues, voilà ce que
je peux dire du dossier. Il ne faut pas en rester là. La réorganisation
de la Sûreté de l'Etat aura lieu. Etant donné que la commission de
suivi parlementaire a déposé ses conclusions, que je soutiens
pleinement, il est évident qu'elles feront l'objet de discussions entre
les principaux responsables présents et futurs de la Sûreté de l'Etat et
moi-même pour déboucher sur une série d'instructions qui tiennent
compte de l'enquête réalisée par le comité spécialisé.

De nombreux agents sont très sensibles à nos propos. Surtout, que
l'on ne jette pas un voile noir sur toute l'activité de la Sûreté de l'Etat!
Elle ne le mérite pas. Enormément d'agents et la Sûreté dans son
ensemble effectuent un travail tout à fait remarquable.

Ce travail n'est pas visible. Mais, ce que nous voyons, ce sont les
dysfonctionnements parce que nous avons voulu un système de
contrôle qui s'est montré efficace. Permettez-moi de souligner tout le
travail qui est réalisé pour la sécurité de notre pays en dehors de ces
dysfonctionnements!
05.07 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
collega's, als ik hoofd van de Staatsveiligheid zou zijn, zou ik het
antwoord van de minister om te beginnen naar een decodeerdienst
brengen, niet omwille van het Frans dat zij gesproken heeft maar
vooral omdat er nog heel wat onduidelijkheden in zitten. Ik ga dat heel
aandachtig bestuderen. Ik vrees dat dit een affaire "à suivre" wordt.

Wat heb ik wel geleerd? Een, er is geen antwoord op de nochtans
expliciete vraag of het inderdaad waar is dat er afgesproken is dat het
een Vlaming zal zijn. In de voorwaarden, die natuurlijk niet officieel
mogen zijn, zal niet staan dat het een Vlaming moet zijn maar dat dit
afgesproken is op regeringsniveau. Geen antwoord daarop.

Wat heb ik ook geleerd en nog altijd onder voorbehoud van wat ik nog
ga leren in de komende weken? Mevrouw de minister zegt wel dat ze
geen "voile noir" over de werking van de Staatsveiligheid gooit maar
ondertussen gebruikt zij toch te decoderen woorden als "reproches"
en "mettre en évidence des dysfonctionnements". Er is ook het feit dat
zij blijkbaar al enkele weken met de premier en vice-premier Dewael
aan het werken of het nadenken is ­ afhankelijk van de versie die zij
in de loop van haar antwoord heeft gebruikt - over een toekomstige
structuur en een herstructurering van de "flux d'informations" in de
staatsveiligheid. Er moet toch wel een dik haar in de boter hebben
gezeten. U opperde de stelling dat u helemaal verrast was door het
ontslag. U bent daar niet op ingegaan, maar uit uw lichaamstaal heb
ik toch wel kunnen merken dat het niet helemaal uitgesloten is dat de
heer Dassen wel degelijk weggejaagd is door de heren Verhofstadt en
Dewael op aanraden van wat zij van u hebben gehoord over wat zijn
toekomst nog kon zijn.

We gaan de heer Dewael interpelleren...
05.07 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Si j'étais à la tête de la
Sûreté de l'État, j'enverrais cette
réponse de la ministre à un
service de décodage, parce qu'elle
était rédigée en français mais
qu'elle était aussi particulièrement
vague et ambiguë.

Je n'ai pas obtenu de réponse à
ma question explicite de savoir si
le gouvernement a convenu que le
successeur de M. Dassen doit être
un Flamand.

J'ai déduit de cette réponse que la
ministre ne souhaite pas paralyser
le fonctionnement de la Sûreté de
l'État mais, entre-temps, elle
évoque également la prise de
mesures et la mise en évidence de
dysfonctionnements. La ministre
mènerait une réflexion depuis
quelques semaines déjà avec le
premier ministre et le ministre
Dewael sur la future structure et
les méthodes de communication
de la Sûreté de l'État. Il doit donc y
avoir eu anguille sous roche mais
la ministre déclare à présent avoir
été surprise par cette démission. À
mon humble avis, M. Dassen a été
remercié par le premier ministre et
le ministre Dewael après que la
ministre Onkelinx leur a indiqué
que M. Dassen n'avait plus aucun
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
avenir. Nous interpellerons
M. Dewael à ce sujet.
05.08 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik wil enkel
iets preciseren. De volgende administrateur-generaal van de
Veiligheid van de Staat moet absoluut een Nederlandstalige zijn.
05.08
Laurette Onkelinx,
ministre: Le prochain
administrateur général de la
Sûreté de l'État doit absolument
être néerlandophone.
05.09 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, u
merkt dat een parlementair debat wel degelijk nuttig kan zijn. Een
beetje aandringen kan soms ook helpen.

Ik ben niet ontdaan van de neiging te veronderstellen dat er toch een
serieus conflict is gegroeid tussen mevrouw de minister en de heer
Dassen. Ik weet niet of de heer Dassen daarover ooit iets zal zeggen.
Ik neem aan van niet. Het zal voor ons wel nuttig zijn om in de
komende dagen en weken minister Dewael over deze zaak te
interpelleren.

Wij hebben wel vastgesteld dat de heer Dassen bij herhaling ­ in
dossiers als Molenbeek of de moslimexecutieve hebben wij
ondervonden dat de Parti Socialiste soms geneigd is om haar
moslimvrienden te beschermen ­ heeft gevraagd om meer
manschappen te leveren die de taal kennen om datgene te doen wat
volgens het Vlaams Belang in ieder geval een van de hoofdtaken zou
moeten zijn om de geloofwaardigheid van de Belgische
staatsveiligheid te herstellen. Ik denk altijd aan het moordcommando
dat naar Afghanistan vertrokken is om commandant Massoud te
vermoorden. Een van de hoofdtaken van de staatsveiligheid in België
zou een professioneel en efficiënt volgen moeten zijn van het
moslimextremisme in dit land. Zolang daaraan geen oplossing wordt
geboden, gaan wij ervan uit dat de heer Dassen het slachtoffer is
geworden van een conflict met mevrouw Onkelinx.
05.09 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Je pense néanmoins que
la ministre Onkelinx et M. Dassen
étaient en conflit. M. Dassen avait
réclamé à plusieurs reprises des
effectifs supplémentaires pour
pouvoir assurer un suivi
professionnel et efficace de
l'extrémisme musulman dans
notre pays, ce qui doit à nos yeux
constituer la mission principale de
la Sûreté de l'État. Le PS n'y est
pas favorable et la ministre prend
des mesures pour protéger ses
amis musulmans.
05.10 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, ce que je
retiens de tout ceci peut être formulé en quatre points.

D'abord, je m'aperçois que, depuis 2004 au moins, la prolifération
nucléaire n'est pas une préoccupation fondamentale de ce
gouvernement. Une des raisons, à voir les réponses des ministres
depuis ce temps, c'est que certains membres du gouvernement sont
persuadés qu'il n'existe pas de lien entre le nucléaire civil et le
nucléaire militaire; qu'à aucun moment, il ne sera possible d'utiliser du
matériel civil à des fins militaires. À partir de cet état de fait, il se
construit une forme de non-vigilance.

C'est ainsi que personne n'a vu cette presse, personne ne s'est rendu
dans l'entreprise pour vérifier la correspondance du diamètre avec les
dimensions précisées sur les documents.

Cette absence constitue un dysfonctionnement supplémentaire, qui
n'est pas relevé dans le rapport. Voilà qui nous appelle à revoir toute
l'organisation de la CANPAN et la manière dont nous nous
préoccupons de la prolifération nucléaire. Il est vrai que je rejoins la
demande formulée au Sénat: cette matière mérite la mise sur pied
d'une commission d'enquête; elle serait intéressante pour compléter
le travail déjà réalisé.
05.10 Muriel Gerkens (ECOLO):
Sinds 2004 is de nucleaire
proliferatie niet langer een
hoofdbekommernis van deze
regering. U bent ervan overtuigd ­
of bepaalde regeringsleden zijn
dat althans ­ dat er geen verband
bestaat tussen militaire en
burgerlijke toepassingen van
kernenergie. Als gevolg daarvan
wordt niet langer de nodige
waakzaamheid aan de dag gelegd.

De organisatie van de CANVEK
moet volledig worden herzien. Een
onderzoekscommissie zou in dat
verband nuttig werk kunnen
verrichten.

Indien de heer Dassen niets te
verwijten valt en hij om
persoonlijke redenen ontslag nam,
dan had men dat ontslag niet
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19

Mon deuxième point touche à la situation autour de M. Dassen. Si
aucun reproche ne doit lui être adressé et si sa démission relève
exclusivement de raisons personnelles, il ne fallait pas accepter cette
démission, mais essayer de garder M. Dassen à son poste. En
revanche, si un problème avait été relevé, je pense que, et pour lui et
pour le service, il aurait été beaucoup plus efficace de l'écarter dès la
mise en évidence de difficultés dans la transmission d'informations
entre lui et son service, lui et les autres services, lui et vous.

En agissant comme cela a été fait, c'est-à-dire en démissionnant
"pour raisons personnelles", le matin du jour où les rapports sont
rendus publics, c'est une façon de se donner et de le donner en
pâture. Ce que vous regrettez et qui s'est passé est le résultat de la
non-anticipation dans la gestion de la Sûreté de l'État.

Une dernière remarque: je suis étonnée de ces phénomènes de
gouvernance des organes de l'État. Nous voyons ce qui vient de se
passer; la même chose s'est produite avec M. Samain à la tête de
l'Agence fédérale de contrôle nucléaire. Un audit révèle que ce
monsieur ne dispose pas des capacités de management: sa situation
est décriée sur la place publique dès la publication du rapport.

Une nouvelle fois, le gouvernement n'avait pas pris les dispositions
pour écarter une personne qui semblait ne pas satisfaire au poste à
occuper. Et on assiste finalement à des échanges, à des promotions:
les gens restent quand même en place.

On ne dit que du mal de M. Samain mais il reste en place. On
constate que M. Dassen ne sait pas transmettre des informations ou
gérer un service et on lui donne un poste ailleurs. Cela devient des
échanges de postes entre composantes du gouvernement avec, en
bruit de fond, un manque de préoccupation pour la prolifération
nucléaire, ce qui n'est pas un fait divers mais une réalité grave. Je
vous appelle à vous y montrer attentive.
moeten aanvaarden. Indien hij
echter wel degelijk boter op het
hoofd heeft, had men hem beter
uit de dienst verwijderd zodra
duidelijk werd dat er problemen
waren met de informatie-
overdracht. Door hem op deze
manier ontslag te laten nemen,
wordt hij immers voor de wolven
gegooid.

Het gaat om hetzelfde geval als
dat van de heer Samain: in plaats
van hem te verwijderen zodra men
wist dat er bij het Federaal
Agentschap voor Nucleaire
Controle een probleem was, heeft
men getalmd tot er een schandaal
losbarstte en beperkte men zich
tot een personeelswissel. Dat is
niet gezond.
05.11 Eric Massin (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour
vos explications, même si je crois que le coeur du débat n'est pas tant
dans les raisons de cette démission que dans ses éventuelles
conséquences et surtout dans les dysfonctionnements constatés et
dans la manière dont le gouvernement va y répondre. Deux
baudruches viennent de se dégonfler. D'une part, vous avez assuré
que le prochain nommé serait flamand. D'autre part, je suis persuadé
que le gouvernement se préoccupe de la sécurité nucléaire.

Des mesures ont été évoquées. Il faudra y revenir, sans entrer peut-
être dans le détail. Un mini-débat ne permet pas d'arriver au fond des
mesures. Il est vrai que la CANPAN doit être réformée; il faut revoir
son mode de fonctionnement et sa composition.

Comme vous l'avez dit, la présence de personnes des douanes et
accises qui disposent des habilitations requises dans le cadre de
protocoles d'accord avec le ministère des Finances est une bonne
chose pour faire pièce à des manques dans la transmission
d'informations. Or, ce sont là les principaux dysfonctionnements
constatés, avec un manque d'analyse de l'information. De là à en faire
le scandale du siècle, nous sommes sans doute allés un peu trop loin.
05.11 Eric Massin (PS): Er werd
een ballon doorprikt. Hoe het ook
zij, deze regering bekommert zich
wel degelijk om de nucleaire
veiligheid. Maatregelen zullen
worden getroffen. Er moet hierop
in een andere context worden
teruggekomen. De CANVEK moet
inderdaad worden hervormd. Maar
dat men dit incident tot het
schandaal van de eeuw opblaast,
is toch een brug te ver.
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
05.12 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, het is eigenlijk bijzonder jammer dat dit toch wel
belangrijke incident met de administrateur-generaal van de Veiligheid
van de Staat over het niet doorspelen van informatie, hier verklaard
wordt met een gigantisch verhaal, met alle soorten van modaliteiten
waaraan niemand natuurlijk nog enig geloof kan hechten.

Het ware zo mooi geweest, om u in het Parlement te horen zeggen
dat wat de heer Dassen heeft gedaan, niet door de beugel kan; dat
het niet kan dat informatie achtergehouden wordt aan een minister en
dat een parlementslid verkeerd wordt geïnformeerd en dat daaruit dan
de logische consequentie volgde, met name het ontslag van de
administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat. Dat ware een
mooi debat geweest, waarbij de parlementaire controle ten volle zijn
rol had vervuld.

Wat is er nu echter gebeurd? Er was een rapport dat u al drie
maanden kende. Er is een begeleidingscommissie nodig geweest in
de Senaat, die druk heeft moeten uitoefenen om dat dossier
transparant te maken en naar buiten te brengen. Pas dan trad u op en
werden er initiatieven genomen.

Dat bewijst nogmaals ­ ik kijk daarbij ook in uw richting, mijnheer de
voorzitter, want wij spreken ook over het belangrijk coördinerend
orgaan, de CODA, dat wij binnenkort zullen moeten oprichten ­ hoe
belangrijk het is om op dat orgaan ook de parlementaire controle
mogelijk te maken. De parlementaire controle is immers essentieel
om erop toe te zien dat dit orgaan behoorlijk en goed functioneert.

Mijnheer de voorzitter, collega's, ik roep u allen op tot het mogelijk
maken van de parlementaire controle op dat orgaan. Hier is namelijk
bewezen dat alleen dankzij de parlementaire controle een zware
disfunctie aan het licht kon komen en dat op verantwoordelijkheden
kon worden gewezen.

Mevrouw de minister, uw verhaal gelooft niemand. Het is gewoonweg
slechte communicatie.
05.12 Tony Van Parys (CD&V):
La ministre s'évertue à expliquer
ce sérieux incident avec
l'administrateur général de la
Sûreté de l'Etat en nous racontant
une histoire à laquelle personne
ne croit. Le comportement de
M. Dassen est inadmissible. La
rétention d'information dont il s'est
rendu coupable vis-à-vis de la
ministre et le fait qu'il ait
communiqué des informations
inexactes au Parlement ne
sauraient rester impunis. Il serait
donc logique de le limoger. Mais il
a fallu un rapport et une enquête
parlementaire avant que la
ministre prenne la moindre
initiative. Si cette anomalie grave a
pu être révélée et les
responsabilités, dégagées, c'est
grâce à ce contrôle parlementaire.
Je plaide donc pour qu'un contrôle
parlementaire accru puisse être
exercé sur ce type d'organismes
et être étendu notamment à
l'Organe de coordination pour
l'analyse de la menace (OCAM)
qui devrait bientôt voir le jour.
05.13 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président,
premièrement, je pense effectivement qu'il ne faut pas jeter le bébé
avec l'eau du bain; la Sûreté est un élément qui travaille bien au sein
de l'Etat belge. Elle comporte un nombre assez restreint de
personnes qui, malgré les faibles moyens mis à leur disposition, font
un travail exceptionnel. Il faut souligner le travail réalisé par ses
différents agents.

Deuxièmement, je m'inquiète du fait qu'il y ait eu des problèmes
d'information entre la Sûreté de l'Etat et sa ministre de tutelle, à deux
reprises au moins. Ces éléments ont été confirmés aujourd'hui et
dans votre réponse, madame la ministre, vous nous dites qu'il y en a
eu d'autres. A de nombreuses reprises, l'information nécessaire et
indispensable entre la Sûreté de l'Etat et la ministre de tutelle, donc
vous-même, a été défaillante. Aujourd'hui, j'apprécie l'exercice auquel
vous vous êtes livrée en soulignant un certain nombre d'éléments
positifs dans le chef de M. Dassen. Mais, en même temps, il y a des
dysfonctionnements clairs et des lacunes dans l'information transmise
à la ministre de la Justice et c'est vraiment problématique.
05.13 Melchior Wathelet (cdH):
Men mag het kind niet met het
badwater weggooien. De Staats-
veiligheid functioneert prima. Wat
mij wel zorgen baart, zijn de
communicatieproblemen tussen
de Veiligheid van de Staat en de
toeziende minister. Ten minste
twee keer is het op dat vlak
grondig misgelopen. Er zijn
duidelijk een aantal disfuncties, en
dat is een groot probleem.

Als reactie op die vastgestelde
zware tekortkomingen, komt de
heer Dassen u gewoon even
meedelen dat hij een andere
functie aanvaardt die hem door
een andere minister wordt
aangeboden. Daar heb ik een
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
En réponse à cela, vous nous dites que M. Dassen s'est vu proposer
un autre travail et qu'il est venu vous dire qu'il s'en allait. Cela
m'interpelle! Je m'interroge sur le fait qu'une personne qui a manqué
à certaines obligations fondamentales de sa fonction parte
simplement parce qu'il a trouvé un autre travail, parce qu'il a été
contacté par un autre ministre pour une autre fonction. Cela me pose
un problème.

Troisièmement, le Comité R a, heureusement, fait des
recommandations qui, je pense, sont constructives. Veillons au moins
­ et cela pourrait être l'heureux dénouement de cette histoire ­ à ce
que ces dysfonctionnements, ces problèmes d'absence de
communication, ne se reproduisent plus pour que nous ne devions
plus vivre ce que nous avons vécu cette semaine!

Je vous remercie.
probleem mee.

Het Comité I heeft constructieve
aanbevelingen geformuleerd.
Laten we erop toezien dat die
disfuncties zich niet opnieuw
voordoen.
Le président: Monsieur Courtois, vous serez le dernier à intervenir. Vous connaissez la Bible?
05.14 Alain Courtois (MR): Tout à fait, monsieur le président. Il est
normal que j'intervienne le dernier puisque je ne posais pas de
question.

Je souhaite simplement remettre les points sur les "i" et faire le
résumé de quelques positions essentielles.

Premièrement, moins on parle des services de renseignements,
mieux c'est. C'est une vérité.

Aujourd'hui, nous en parlons car une démission est intervenue. Tous
ceux qui ont mené de près ou de loin des enquêtes et qui en
connaissent la complexité savent que la Sûreté de l'Etat travaille pour
l'instant d'une manière optimale malgré ­ on vient de le dire ­ des
moyens parfois dérisoires. Nous devons souligner que les agents de
la Sûreté travaillent avec efficacité. Il s'agit donc d'une question de
management, comme toujours!

Trois choses doivent être répétées ici.

Premièrement, quand on parle de renseignement, il faut aussi savoir
renseigner. Et renseigner d'abord son autorité de tutelle. Cela me
paraît élémentaire!

Deuxièmement, quand on parle de renseignement, on doit assurer le
renseignement interne. A la suite des recommandations du Comité R,
on devra améliorer cette procédure de renseignement autant interne
qu'externe.

Troisièmement, il faut rappeler que nous sommes en discussion en
commissions réunies de l'Intérieur et de la Justice sur notamment un
projet relatif à la Sûreté et que ce qui nous est proposé pour l'instant
doit servir à déterminer comment les renseignements seront
organisés dans ce pays.

Enfin, en ce qui concerne la procédure de nomination, madame la
ministre, il faudrait examiner en détail les possibilités internes existant
à l'heure actuelle au sein de la Sûreté.
05.14 Alain Courtois (MR): Ik wil
de puntjes nog eens op de i
zetten, en even kort een aantal
fundamentele standpunten
samenvatten.

Ten eerste: hoe minder er over de
inlichtingendiensten gepraat wordt,
hoe beter.
Vandaag hebben we het naar
aanleiding van een ontslag over de
inlichtingendiensten.

De Staatsveiligheid levert thans
puik werk ondanks de povere
middelen waarover ze soms maar
beschikt. Het is dus een kwestie
van goed management.

Wanneer men het over inlichtingen
heeft, moet men ook de
toezichthoudende overheid op de
hoogte houden. Ook intern moeten
de inlichtingen correct verspreid
worden. Men zal in het licht van de
aanbevelingen van het Comité I
die interne en externe informatie-
doorstroming moeten verbeteren.

Momenteel wordt er een ontwerp
over de Staatsveiligheid
besproken. Op grond van de
voorliggende voorstellen zullen we
moeten uitmaken hoe de
inlichtingendiensten in de
toekomst zullen worden
georganiseerd.
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Par ailleurs, l'objectif du nouvel administrateur ou de la nouvelle
administratrice générale devra être de suivre les recommandations du
Comité R. La volonté du gouvernement de placer un nouveau
manager à la tête de la Sûreté doit être claire, précise. Qu'on ne
vienne pas nous dire qu'il y a eu telle démission à tel moment ou telle
démission à un autre. Tout le monde a été touché par une démission
quelconque d'un administrateur ou une administratrice.
Wat de benoemingsprocedure
betreft, zouden we moeten
onderzoeken welke mogelijkheden
er thans binnen de Staats-
veiligheid bestaan.

De nieuwe bestuurder zal
trouwens de aanbevelingen van
het Comité I moeten uitvoeren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de storing van de Vlaamse radiozenders" (nr. P1200)
06 Question de M. Guido De Padt au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "les perturbations sur les ondes radiophoniques flamandes" (n° P1200)
06.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, als inwoner van
een taalgrensgemeente valt het mij geregeld op dat Vlaamse
radiozenders worden gestoord door Waalse radiozenders. Dat is een
oud zeer, sinds vele jaren. Vorig jaar hebben wij trouwens in de
commissie voor de Infrastructuur daarover nog een debat gehouden
met de voorzitter van het BIPT, die ons gewezen heeft op de
gevolgen van een aantal mankementen, bij wijze van spreken, in de
regelgeving en de stellingen die desbetreffend door het Arbitragehof
werden ingenomen.

Mijnheer de minister, ik ging altijd ervan uit dat wij wachtten op een
akkoord tussen de Gemeenschappen, tot ik gisteren op een landelijke
zender, zowel op de radio als op tv, een interview hoorde van Vlaams
minister Geert Bourgeois, die nogal fel naar u heeft uitgehaald. Ik heb
vanmorgen het interview laten uittypen. Ik citeer twee passages eruit,
mijnheer de minister.

De eerste passage luidt als volgt: "Nu blijkt dat heel veel Vlaamse
lokale radio's, maar ook landelijke commerciële, en de VRT worden
gestoord door Franstalige uitzendingen. Daar wordt niets aan
gedaan." Hij vervolgt: "Het is eigenlijk een bevoegdheid van de
federale minister Verwilghen." Op het einde van zijn interview zegt hij:
"Ik ben bereid een akkoord te sluiten, maar ik wil dat minister
Verwilghen een KB uitvaardigt om de wet uitvoerbaar te maken, met
andere woorden dat het BIPT kan optreden tegen zenders die
uitzenden zonder vergunning of tegen het schenden van die
vergunningen."

Mijnheer de minister, gelet op het feit dat een regeling blijkbaar toch
heel lang uitblijft, wil ik een aantal vragen aan u stellen. Wat is de
huidige stand van zaken? Hoe komt het dat het BIPT nog altijd niet in
staat is om op te treden tegen de Waalse zenders die de regelgeving
in feite een beetje met de voeten treden en de uitzendingen van de
Vlaamse zenders hypothekeren? Hoeveel Vlaamse zenders worden
met de problematiek geconfronteerd? Mijnheer de minister, wat zal
het gevolg zijn van het feit dat het Arbitragehof een aantal
wetsbepalingen heeft vernietigd en van het feit dat het BIPT
binnenkort misschien wel zal kunnen optreden, tegen de achtergrond
van de vernietiging door het Arbitragehof?
06.01 Guido De Padt (VLD):
Depuis des années, les émetteurs
radio flamands sont perturbés par
des stations wallonnes. L'an
passé, le président de l'IBPT a
déclaré en commission de
l'Infrastructure que la législation
présentait de trop nombreuses
lacunes. Hier, au cours d'une
interview, le ministre flamand en
charge des médias, M. Bourgeois,
a critiqué M. Verwilghen, affirmant
que rien n'est fait pour résoudre le
problème. Il est disposé à conclure
un accord si M. Verwilghen donne
à l'IBPT, par la voie d'un arrêté
royal, les moyens d'intervenir
contre les stations perturbatrices.

Quel est l'état d'avancement de ce
dossier? Pourquoi l'IBPT n'est-il
toujours pas à même d'intervenir?
Combien d'émetteurs flamands
sont-ils confrontés à ce problème?
Quelles sont les conséquences de
l'arrêt de la Cour d'arbitrage
annulant plusieurs dispositions
légales?
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
06.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega De
Padt, ik heb kennisgenomen van de uitlatingen van mijn collega
Bourgeois. Ik ben enigszins verbaasd over die uitlatingen, te meer
omdat ik ze niet kan kaderen in het begin van een overeenkomst, dat
gisteren gesloten kon worden in het Overlegcomité. Ik denk dus dat
zijn uitlatingen wellicht dateren van daarvoor.

De kern van het probleem kennen wij al jaren. Het is ook al meer dan
10 jaar oud. De Gemeenschappen zijn er tot nu toe niet in geslaagd
om een akkoord over de frequentieplannen en de frequentiesterkte te
bereiken. Tegelijkertijd vraagt men aan de federale dienst van het
BIPT om als een soort van politieagent op te treden, terwijl de regels
die gehanteerd moeten worden niet vaststaan. Ik heb een aantal
maatregelen genomen. U hebt zelf ook gezegd dat het BIPT een
onderzoek voert op het terrein. Daarvoor werd ondertussen ook een
wettelijke basis gecreëerd: de wet op de elektronische communicatie
van 2005. Ik heb een ontwerp van samenwerkingsakkoord gemaakt,
dat door iedereen geaccepteerd wordt, maar door Vlaanderen nog
niet ondertekend werd. Er is ook een KB betreffende de etherpolitie.
Dus alle stappen die de federale regering kon doen, heeft zij gedaan.

Indien ik had uitgevoerd wat de heer Bourgeois me had gevraagd,
namelijk het al in werking stellen van het KB etherpolitie, zou,
ingevolge het arrest van het 21 december 2005 van de Raad van
State, een groot aantal Belgische en a fortiori ook Vlaamse zenders
moeten beschouwd worden als piraten en uit de omroep, uit de ether
moeten worden genomen. Ik denk niet dat dat de bedoeling was,
noch van de heer Bourgeois, noch van iemand in ons halfrond.

Eerlijkheidshalve zeg ik u dat ik niet meer belang zal hechten aan die
uitlatingen dan nodig; ik zal geen olie op het vuur gooien. Ik ben er
immers van overtuigd dat het begin van akkoord dat gisteren werd
bereikt in het Overlegcomité, alle kansen op succes nodig heeft. Dat
zal een zekere moed vergen van alle instanties, dus ook van de
Gemeenschappen.
06.02 Marc Verwilghen, ministre:
Les déclarations de M. Bourgeois
me surprennent parce que nous
sommes parvenus à un début
d'accord au sein du Comité de
concertation. Peut-être ses
déclarations sont-elles antérieures
à l'ébauche d'accord.

Le problème traîne depuis plus de
dix ans et les Communautés ne
parviennent pas à un accord sur la
puissance et les plans de
fréquences. Dans l'intervalle,
l'IBPT doit jouer le rôle d'agent de
police alors que les règles ne sont
pas établies.

Toutes les mesures qui peuvent
être prises à l'échelon fédéral, l'ont
effectivement été. L'IBPT effectue
des enquêtes sur le terrain; la loi
sur les communications
électroniques est entrée en
vigueur en 2005; il existe un projet
d'accord de coopération - que la
Flandre doit encore signer - et j'ai
rédigé un arrêté royal portant
création de la police des ondes. Si
nous avions fait entrer cet arrêté
royal en vigueur, de nombreux
émetteurs flamands seraient
également considérés comme des
émetteurs pirates par l'arrêt du
Conseil d'État du 21 décembre
2005. Tel n'était pas l'objectif.

Je n'accorde pas beaucoup
d'importance aux déclarations de
M. Bourgeois étant donné que je
veux donner toutes ses chances à
l'ébauche d'accord dont nous
disposons aujourd'hui. J'espère
que les Communautés feront
preuve de courage.
06.03 Guido De Padt (VLD): Ik dank de minister voor zijn antwoord.
Wellicht heeft Geert Bourgeois voor zijn beurt gesproken of was het
interview al opgenomen voor het Overlegcomité plaatsvond. In die
omstandigheden was het misschien goed geweest om de lokale
zenders te verwittigen van het feit dat hij voor zijn beurt had
gesproken.
06.03 Guido De Padt (VLD): M.
Bourgeois s'est exprimé avant que
son tour ne soit venu, à moins que
l'interview n'ait été enregistrée
avant la réunion du Comité de
concertation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Collega's, ik zal minister De Decker vragen nu te antwoorden omdat hij in de Senaat wordt
verwacht. Als gewezen senator kan hij moeilijk de Senaat spenen van zijn aanwezigheid.
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
06.04 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb daarmee
geen enkel probleem, maar u zult zich herinneren dat wij het gisteren
in de Conferentie van voorzitters hebben gehad over een interpellatie
van mevrouw Muylle over de politiek en de politieke situatie in het
Midden-Oosten. Het lijkt mij logisch dat zij de kans krijgt haar vraag te
stellen over deze aangelegenheid.
06.04 Paul Tant (CD&V): Mme
Muylle peut-elle également poser
une question sur les
conséquences des élections
palestiniennes?
De voorzitter: Dat is geen probleem. U hebt gelijk. Ik wil geenszins
dat dit het voorwerp uitmaakt van een of andere tekortkoming.
Le président: Certainement.
07 Questions jointes de
- Mme Marie Nagy au ministre de la Coopération au Développement sur "la suspension de l'aide de la
Belgique à l'Autorité palestinienne" (n° P1203)
- Mme Karine Lalieux au ministre de la Coopération au Développement sur "la suspension de l'aide de
la Belgique à l'Autorité palestinienne" (n° P1204)
- M. Geert Lambert au ministre de la Coopération au Développement sur "la suspension de l'aide aux
territoires palestiniens" (n° P1205)
- Mme Nathalie Muylle au ministre de la Coopération au Développement sur "la suspension de l'aide
de la Belgique à l'Autorité palestinienne" (n° P1211)
07 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de opschorting van de
Belgische steun aan de Palestijnse Autoriteit" (nr. P1203)
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de opschorting van
de Belgische steun aan de Palestijnse Autoriteit" (nr. P1204)
- de heer Geert Lambert aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de opschorting van de
hulp aan de Palestijnse gebieden" (nr. P1205)
- mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de opschorting van
de Belgische steun aan de Palestijnse Autoriteit" (nr. P1211)
07.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, j'ai eu l'occasion de suivre, en tant qu'observateur
international, le déroulement des élections en Palestine. J'ai pu
constater combien l'Union européenne s'était investie financièrement
dans une importante mission d'observation.

Le résultat des élections et le score final du Hamas, bien qu'attendus
en partie, ont surpris tous les observateurs, y compris la Palestine
elle-même.

Monsieur le ministre, selon les observateurs les plus avisés, on ne
peut pas ignorer que la victoire du Hamas est liée à deux éléments
importants. Le premier élément est la désespérance dans laquelle
vivent les Palestiniens: pas de travail, pas de perspective de paix, pas
de développement. Le deuxième est l'occupation des territoires par
Israël et ses conséquences directes.

Dès lors, monsieur le ministre, j'ai été surprise par votre réaction
intervenue après que l'Union européenne eut pris acte du caractère
démocratique de ces élections - que personne n'a d'ailleurs contesté -
et après que l'Union européenne, de manière assez prudente, eut
précisé son intention de voir si le Hamas était à même d'assumer les
responsabilités découlant des résultats des élections, de reconnaître
le droit à l'existence d'Israël et d'abandonner la lutte armée avant de
prendre une décision concernant l'aide. L'abandon de cette aide
isolerait la Palestine puisque cette aide est essentielle: elle représente
un quart du budget de l'autorité palestinienne. Vous connaissant,
monsieur le ministre, j'ai donc été extrêmement surprise par vos
07.01 Marie Nagy (ECOLO): De
Europese Unie heeft voorzichtig
gereageerd op de overwinning van
Hamas bij de democratische
verkiezingen in Palestina. Voor ze
een beslissing neemt over de
steun aan de Palestijnse Autoriteit,
wacht de Unie af of Hamas zijn
verantwoordelijkheid zal opnemen
door het bestaansrecht van Israël
te erkennen en af te zien van de
gewapende strijd. Premier
Verhofstadt en minister De Gucht
schijnen dat standpunt te delen.

In die context heeft uw reactie,
mijnheer de minister, mij dan ook
hogelijk verbaasd. U schijnt
daarna wel enigszins op uw
uitspraken teruggekomen te zijn.
Wat is nu uiteindelijk uw standpunt
met betrekking tot de
ontwikkelingshulp, die van
levensbelang is voor de
Palestijnse Autoriteit? Is uw
standpunt verenigbaar met dat van
de Europese Unie en dat van
minister De Gucht?
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
déclarations. Je me suis dit que le gouvernement était maintenant
composé de colombes: M. Verhofstadt et M. De Gucht, et d'un
faucon, M. De Decker. Aujourd'hui, je constate que vous revenez
légèrement sur vos déclarations et que vous êtes plus prudent.

Vous avez plus d'expérience que Mme Van den Bossche en matière
de communication, je serai donc contente d'entendre quelle est votre
position sur l'aide à la coopération et de savoir si elle est compatible
avec la position de l'Union européenne et du ministre De Gucht.
07.02 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, je ne vais pas
répéter ce que vient de dire Mme Nagy mais j'ai été étonnée moi
aussi par votre réaction qui me paraît précipitée, surtout par rapport à
celle d'un autre ministre du gouvernement, le ministre des Affaires
étrangères. Ce dernier était présent au Conseil des ministres des
Affaires étrangères. Je ne pense pas que vous y étiez; d'ailleurs, vous
n'êtes pas ministre des Affaires étrangères. Non seulement il
partageait une vision européenne selon laquelle il ne faut pas prendre
de décision hâtive et continuer à aider l'Autorité palestinienne. M. De
Gucht a plaidé pour qu'Israël...

M. De Decker, j'aimerais que vous m'écoutiez. Ce n'est pas très
agréable de parler dans le vide.

Je disais que votre collègue avait plaidé pour qu'Israël même continue
à payer ces taxes. Vous l'avez peut-être plaidé mais, en même
temps, vous supprimez vos subventions. J'ai été fortement étonnée
par votre réaction, d'autant que ces deux projets concernent l'aide
humanitaire, qu'ils s'adressent directement à la population
palestinienne, qu'ils peuvent être considérés comme contribuant à la
dignité de ces personnes. Il s'agit d'abord de l'électrification de 11
villages, un projet qui dure depuis cinq ans. Si ce que je lis dans la
presse est exact, vous aviez signé l'accord au mois de novembre.
Ensuite, il s'agit de la construction d'écoles. Il me semble que
sanctionner des enfants va à l'encontre de toute action du ministre de
la Coopération au développement.

Monsieur le ministre, quels sont les motifs qui ont prévalu à votre
décision? Vous dites qu'il ne faudrait pas que cet argent arrive dans
des mains sales. Un collègue y a déjà réagi. Vous ne l'avez pas dit de
cette manière mais vos propos à la radio ont été pour le moins osés.
Or, vous savez que les fonds que vous accordez à ces deux projets
sont directement contrôlés sur place par la coopération technique au
développement. C'est aussi écrit. Alors, est-ce une décision
unilatérale ou une décision négociée au sein du gouvernement, avec
votre collègue des Affaires étrangères? L'avez-vous négociée avec
vos homologues européens? En avez-vous discuté avec les acteurs
de la coopération au développement?

Avez-vous mesuré les conséquences de ce geste et du signal que
vous donnez à la population et aux autorités palestiniennes en place
aujourd'hui?

Monsieur le ministre, je partage les commentaires qui figurent
aujourd'hui dans la presse.

Vous vous dites un acteur volontariste de paix. Pour ma part, j'ai le
sentiment que les actes que vous avez posés cette semaine ne
07.02 Karine Lalieux (PS): Uw
overhaaste reactie heeft mij
verbaasd. Terwijl de minister van
Buitenlandse Zaken de Europese
visie deelt, beslist u de
subsidiekraan dicht te draaien. Het
gaat echter om projecten voor
humanitaire hulp die de Palestijnse
bevolking rechtstreeks ten goede
komen.

Waarop stoelt uw beslissing,
wetende dat de desbetreffende
subsidies rechtstreeks door
ontwikkelingswerkers van de
technische coöperatie ter plaatse
worden gecontroleerd? Betreft het
een eenzijdige beslissing of werd
daarover overleg gepleegd met de
regering en de overige ministers
van Ontwikkelingssamenwerking?
Heeft u actoren uit de sector van
de ontwikkelingssamenwerking
geraadpleegd?
Bent u zich bewust van de
gevolgen die uw optreden heeft en
van de boodschap die u ten
aanzien van de Palestijnse
Autoriteit en de bevolking
uitdraagt? Kan uw beslissing een
precedent scheppen voor andere
projecten inzake ontwikkelingshulp
ten gunste van de bevolking van
landen met een autoritair regime?
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
servent pas la paix. J'ai peur qu'il s'agisse là d'un précédent
dangereux. En effet, si le département de la Coopération au
développement décide de ne plus subventionner des pays où
sévissent des régimes policiers, autoritaires ou autres, cela risque
d'être très dangereux pour des populations en difficulté qui vivent
aujourd'hui dans la précarité. Monsieur le ministre, pouvez-vous me
dire si la position que vous avez adoptée ces derniers jours crée un
précédent pour les projets belges d'aide au développement?
07.03 Geert Lambert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, de verkiezingen in de Palestijnse gebieden hebben ons
vanzelfsprekend voor een zeer precaire situatie geplaatst. Ik zal de
laatste zijn om de overwinning van Hamas te gaan toejuichen. Ik denk
dat de regio die we kennen en de problematiek van die regio veeleer
diplomatie vereist dan het verkiezen van mensen met nogal extreme
standpunten aan het hoofd van de Palestijnse autoriteit. Niettemin is
het een feit dat we jarenlang hebben aangedrongen op democratische
verkiezingen. Ik had het plezier ­ hoewel dit een misplaatst woord is
in de context ­ om de regio enkele maanden geleden te bezoeken.
Als men contact had met de mensen van het Fatah-regime en de
kritiek hoorde, ook van NGO-bewegingen ter plaatse, op het Fatah-
regime, dan wist men dat er gevaarlijke situaties zaten aan te komen
wat deze verkiezingen betrof.

Niettemin zijn de verkiezingen doorgegaan en het resultaat is wat het
is. Het betekent dat de Europese Unie, hoewel er misschien zwaar
financieel werd geïnvesteerd, uiteindelijk veel te weinig politiek
betrokken is bij de regio en zeer voorzichtig moet omgaan met de
situatie die zich daar voordoet. Ik denk dat we het daar allemaal over
eens zullen zijn. De bedragen die we toegekend hebben aan de regio
moeten in eerste instantie de bevolking ten goede komen en stabiliteit
creëren in de streek.

Net als de beide vorige sprekers was ik zeer verbaasd toen ik las dat
plots twee projecten die in feite goed en wel klaarstonden om
uitgevoerd te worden en die bovendien niet door het regime zelf ter
plaatse moeten uitgevoerd worden, maar onder toezicht van anderen
moeten gebeuren, zouden stopgezet worden. Het betreft twee
projecten die de bevolking direct aanbelangen. Ik kan ten volle
begrijpen dat we hier vandaag enige voorzichtigheid tentoon moeten
spreiden tegenover het Hamas-regime. We zitten nog in een
overgangsperiode met een president van een andere partij en er
bestaat nog geen zekerheid over hoe Hamas de effectieve
machtstoebedeling die het nu bij de verkiezingen gekregen heeft, zal
invullen. We weten niet in welke mate men de eventuele
onderhandelingen of de positie die Egypte wil innemen als
tussenpersoon, zal toepassen.

Ik vraag mij dan af of het vandaag wel goed is om, volgens mij zelfs in
strijd met wat het kwartet aanbeveelt, deze subsidies en toelagen nu
stop te zetten. Ik zou erop willen aandringen om daar toch met de
meeste schroom in te blijven handelen, alleen al wegens de vrees die
ik heb dat we plots geconfronteerd zouden worden met anderen ­ zeg
maar Iran ­ die plots het gat zouden opvullen dat Europa zou nalaten.
Daarmee zouden we de nu reeds explosieve situatie finaal doen
ontploffen. Ik vraag u toch om met de meeste voorzichtigheid deze
uitspraken te herzien en de ondertekening van de dossiers opnieuw te
overwegen.
07.03 Geert Lambert (sp.a-
spirit): Nous ne nous réjouissons
pas de la victoire du Hamas aux
élections car la précarité de la
situation actuelle au Moyen-Orient
requiert à la tête de l'autorité
palestinienne de la diplomatie plus
que de l'extrémisme. Mais les
élections se sont déroulées
démocratiquement, ce que nous
réclamions depuis des années.
J'avais pu constater au fil de mes
contacts dans la région que le
régime du Fatah faisait l'objet
d'abondantes critiques ; la
nouvelle situation n'est donc pas
tout à fait une surprise.

Sur le plan politique, l'Union
européenne est insuffisamment
présente dans la région; notre
contribution est essentiellement de
nature financière. En tout état de
cause, la prudence est de mise. Il
est important que nos
investissements profitent à la
population et favorisent la stabilité
dans la région. En suspendant
inopinément aujourd'hui deux
projets, nous ne servirons pas les
intérêts de la population. Par
ailleurs, le risque est réel que le
vide que nous laisserons ainsi soit
occupé par d'autres pays, comme
l'Iran, ce qui rendrait la situation
totalement explosive.

La période actuelle constitue une
phase de transition et nous
ignorons encore comment le
Hamas traduira dans les faits sa
victoire politique. Il serait donc
prématuré de prendre des
mesures drastiques allant au-delà
de que demande le Quatuor.
J'espère que le ministre se livrera
à une profonde réflexion et
autorisera la mise en oeuvre deux
projets.
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
07.04 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een speciale reden om hier vandaag mijn vraag te
stellen. Ik ben pas enkele uren terug uit Palestina. Ik ben vanmorgen
om 05.00 uur geland uit Tel Aviv. Ik heb de voorbije vier dagen
gedurende twee dagen de bezette gebieden bezocht, zowel Gaza als
de hele streek van de Westbank en de streek rond Bethlehem. Ik heb
ook de Israëlische kant bezocht en heb er kunnen praten met heel
wat leden van politieke partijen, maar ook met personeel van het
ministerie van Buitenlandse Zaken.

Laat mij toch duidelijk stellen dat de vorige sprekers de problematiek
heel goed hebben geschetst. Een zaak is mij echter heel duidelijk
geworden. De mensen hebben niet voor Hamas gestemd, zij hebben
tegen Fatah gestemd. Dat is heel duidelijk. Iedereen zegt dat zij tegen
corruptie hebben gestemd en voor een systeem van social welfare,
voor onderwijs en voor scholen. Vergeet immers niet dat na de
gemeenteraadsverkiezingen in 2005 Hamas erin geslaagd is in heel
wat lokale gemeenschappen te starten met heel wat sociale projecten
die de bevolking heel sterk hebben aangesproken.

Men was dan ook heel sterk verwonderd, toen u deze week uw
uitspraken hebt gedaan en daarmee bent vooruitgelopen op de
beslissing van de 25 ministers van Buitenlandse Zaken van de
Europese Unie. Zij willen immers enkel wachten tot er een nieuwe
regering komt.

Ook in Israël horen we steeds meer stemmen opgaan dat Hamas
naar een regering van technici en professoren zou gaan. Zij zouden
dus toch wel de gematigde kant kiezen. Laat ons hopen, ook voor de
politiek in Israël, dat Hamas na de verkiezingen van 28 maart 2006
deze keuze zal maken. Dat is heel belangrijk.

Het was mij echter heel duidelijk. Wat mij het meeste heeft getroffen,
is dat ik ook van Israëlische zijde de voorbije dagen de bede heb
gehoord dat Europa de Palestijnen zou blijven helpen. Immers, ook
heel wat gematigde mensen ­ ik spreek dan ook van aanhangers van
Kadima ­ willen dat Europa zich verder blijft engageren voor de
Palestijnen. Zij willen immers geen zwakke partner en geen
ontwrichte maatschappij, ook niet aan Palestijnse kant.

Mijnheer de minister, met welke beweegredenen hebt u de twee
dossiers uitgesteld en ze niet getekend?
07.04 Nathalie Muylle (CD&V):
Je suis rentrée de Palestine il y a
quelques heures à peine. J'ai le
sentiment que les Palestiniens
n'ont pas voté pour le Hamas mais
contre le Fatah et, plus
précisément, contre les pratiques
de corruption auxquelles se sont
livrés ses dirigeants. Ils ont voté
pour un État social et pour un
système éducatif. Au lendemain
des élections municipales de
2005, le Hamas a mis en oeuvre
de nombreux projets sociaux
appréciés de la population.

Les propos que le ministre a tenus
cette semaine sont surprenants
car ils anticipent la décision des
vingt-cinq ministres des Affaires
étrangères de l'UE qui préfèrent
attendre la formation du nouveau
gouvernement. Selon des rumeurs
persistantes, le Hamas ferait le
choix d'un gouvernement modéré
de techniciens et de professeurs.
Les modérés, dont des
sympathisants de Kadima,
souhaitent que l'UE continue
d'aider les Palestiniens car ils ne
veulent pas d'une société
palestinienne déstructurée.

Pourquoi le ministre n'a-t-il pas
signé ces deux dossiers?
07.05 Minister Armand De Decker: Mijnheer de voorzitter, collega's,
ik zou eerst en vooral iedereen willen bedanken voor hun
belangstelling voor de Palestijnse kwestie. Zoals u weet, heb ik de
Palestijnse kwestie altijd van zeer dichtbij gevolgd. Ik was nog daar in
juli.
07.05 Armand De Decker,
ministre: Je remercie le Parlement
pour l'intérêt qu'il porte à ce
dossier. J'ai toujours été très
attentif au dossier palestinien.
J'étais encore en visite dans la
région en juillet.
Depuis mon arrivée au gouvernement et sur ma proposition, l'aide à
la Palestine a augmenté de 4 à 10 millions par an et je remercie le
gouvernement de m'avoir soutenu. Je vous remercie également de
m'avoir soutenu lorsque j'ai spontanément proposé à M. Wolfensohn,
ancien président de la Banque mondiale désigné par le Quartet,
4 millions d'euros supplémentaires pour participer à la reconstruction
Ik dank de regering dat ze op mijn
voorstel de steun voor Palestina
opgetrokken heeft van 4 naar 10
miljoen euro. Ik dank u ook voor
uw steun voor mijn voorstel om 4
miljoen euro extra steun uit te
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
de Gaza. Nous étions alors le premier pays à le faire! Toutes ces
mesures et augmentations budgétaires, le gouvernement belge et
moi-même les avons proposées dans le but et avec l'objectif
fondamental d'encourager à la fois le processus de paix, la réalisation
de la feuille de route et les négociations pacifiques et politiques entre
l'Autorité palestinienne et Israël, en présence de la communauté
internationale.

Je vous rappelle ceci car il me semble opportun de recadrer ce qui
est présenté par la presse, en l'occurrence mes propositions, dans le
contexte d'une politique beaucoup plus globale, à savoir celle du
renforcement du soutien à l'Autorité palestinienne dans le but
d'encourager fondamentalement le processus de paix. C'est dans ce
contexte que la Belgique développe actuellement 11 projets de
développement en Palestine, pour un montant de 23.711.000 euros.
Ces projets sont actuellement en cours sur base des décisions du
gouvernement. Il n'a bien entendu jamais été question de remettre
ces projets en cause. Ils poursuivent leur cours.

Le résultat des dernières élections est un élément nouveau
fondamental, à propos duquel la communauté internationale s'est
interrogée. Une réunion du Quartet et du CAGRE ont eu lieu pour
définir l'attitude à adopter en fonction de cet élément politique
nouveau, ce résultat inattendu pour la plupart, aussi bien pour les
acteurs israéliens, palestiniens et la communauté internationale. Ils
imaginaient certes que le Hamas pouvait gagner les élections mais ils
n'ont certainement jamais prévu que cela pourrait atteindre un taux de
70%.

Comme certains d'entre vous l'ont dit, les 70% de Palestiniens qui ont
voté pour le Hamas n'ont pas nécessairement voté pour le
fondamentalisme islamiste; ils ont voté pour le changement, en
fonction d'une usure probable du pouvoir du Fatah, d'une déception
ou de l'évolution des choses. Qu'ont donc décidé la communauté
internationale, l'Union européenne, et le Quartet? Ils ont décidé de
continuer à soutenir l'Autorité palestinienne de transition jusqu'à la
formation du nouveau gouvernement. Il est évident que M. Mahmoud
Abbas a un rôle essentiel à jouer par sa légitimité démocratique
d'avoir été élu le chef de l'Autorité palestinienne. Il a d'ailleurs entamé
des négociations avec le Hamas pour le convaincre de respecter les
engagements de l'Autorité palestinienne à l'égard du processus de
paix, y compris la poursuite du processus d'Oslo.

Premières décisions: le soutien au président de l'Autorité
palestinienne, M. Mahmoud Abbas, et la poursuite de la coopération
avec l'Autorité palestinienne actuelle de transition jusqu'à ce qu'un
nouveau gouvernement soit formé. L'Union européenne accepte de
donner un délai d'environ 3 mois, tout comme le Quartet, pour qu'un
tout nouveau gouvernement puisse être formé. On verra de quel type
de gouvernement il s'agira. Y aura-t-il un gouvernement Hamas
homogène ou un gouvernement de coalition avec le Fatah ou un
gouvernement de technocrates et de techniciens?

Quelle décision ai-je prise? Vendredi, deux nouveaux dossiers me
sont parvenus. Conformément à la décision de l'Union européenne,
j'ai décidé que tous les projets en cours continuaient et qu'en ce qui
concernait les nouveaux projets, ils n'étaient pas arrêtés mais
suspendus, comme l'Union européenne le préconise, jusqu'à ce que
trekken voor de wederopbouw van
de Gazastrook. Met al die
maatregelen hebben we maar één
doel voor ogen: het vredesproces
en de vredesonderhandelingen
tussen Israël en de Palestijnse
autoriteiten bevorderen.

In die context werkt België mee
aan 11 ontwikkelingsprojecten in
Palestina. Daar is een bedrag mee
gemoeid van 23 miljoen euro. Die
projecten worden momenteel niet
op losse schroeven gezet, ook al
vormt de recente verkiezings-
uitslag een fundamenteel nieuw
feit dat zeker de nodige vragen
doet rijzen bij de internationale
gemeenschap. Het Kwartet is
intussen bijeengekomen om een
standpunt te bepalen. Niemand
had gedacht dat Hamas 70
procent van de stemmen zou
behalen. De Palestijnen die voor
Hamas gestemd hebben, hebben
gestemd voor verandering, niet
voor het moslimfundamentalisme.

De internationale gemeenschap,
de Europese Unie en het Kwartet
hebben beslist de Palestijnse
overgangsautoriteit te
blijven
steunen, tot de vorming van een
nieuwe regering een feit is. De
Palestijnse president Mahmoud
Abbas onderhandelt nu met
Hamas om de beweging ertoe te
brengen de verbintenissen die de
Palestijnse Autoriteit is aangegaan
met betrekking tot het
vredesproces, met inbegrip van de
voortzetting van het Osloproces,
na te leven.

Om voort aanspraak te kunnen
maken op internationale steun, zal
de nieuwe Palestijnse regering de
Israëlische Staat moeten
erkennen, afzien van de
gewapende strijd en de bestaande
akkoorden, onder meer het
stappenplan, moeten naleven. Ik
heb beslist de lopende projecten
voort te zetten en de nieuwe
projecten enkel op te schorten tot
we de houding van de nieuwe
regering kennen.
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
nous constations l'attitude adoptée par le nouveau gouvernement.

Que dit l'Union européenne et le Quartet? Pour que l'aide
internationale se poursuive, il faut que le gouvernement palestinien
reconnaisse l'Etat d'Israël, abandonne la lutte armée et respecte les
accords existants, notamment la poursuite de la feuille de route.

Chers collègues, gardez présent à l'esprit que d'ici trois mois peut-
être, lorsque ce gouvernement sera formé, l'Union européenne et la
communauté internationale seront devant un choix quant à l'attitude à
adopter.

Je suis persuadé, ayant beaucoup d'amis en Palestine, connaissant la
population palestinienne, connaissant la région, que le Hamas,
comme il y est invité par M. Mahmoud Abbas, par l'Egypte et par la
Jordanie, va évoluer dans les heures, les jours et les semaines qui
viennent. Personnellement, j'espère qu'il renoncera à la lutte armée,
au terrorisme et reconnaîtra Israël et acceptera de rentrer dans le
processus de la feuille de route. Dans le cas contraire - le Conseil
européen statuera à ce moment-là -, l'aide internationale de l'Union
européenne ne pourra pas être poursuivie.

En résumé, nous soutenons l'Autorité palestinienne actuelle, nous
poursuivons l'aide et attendons l'attitude du futur gouvernement par
rapport au processus de paix, par rapport aux accords d'Oslo, par
rapport à Israël, par rapport à la fin du terrorisme.

En ce qui concerne les dossiers en question, je vous rappelle que
onze dossiers sont en cours pour un budget de 23 millions d'euros: la
distribution d'électricité dans le nord de la Cisjordanie, le support
institutionnel au ministère du Plan, les curriculums (les livres
scolaires), la construction d'une école secondaire pour filles, le
renforcement des capacités des communes, les améliorations des
services délivrés à la population.

Tout cela est en cours, de même que l'établissement d'un laboratoire
de cathétérisation à l'hôpital gouvernemental Chifa à Gaza et un
fonds d'études d'expertise.

J'ai suspendu deux dossiers. Le premier concerne une nouvelle
phase d'une distribution d'électricité qui doit s'étaler dans des villages
jusqu'en 2010; la première phase est toujours en cours.

Quant à ce qui concerne le deuxième dossier suspendu, je vous
annonce ici que je lèverai cette suspension dans la logique de
l'accord européen et de la position de l'Union européenne. Ce dossier
vise la deuxième phase du soutien au ministère du Plan; il porte sur
un million d'euros. Je signerai donc puisque ce dossier est conforme
à la politique décidée par l'Union européenne de poursuivre le soutien
à l'autorité actuellement en fonction et d'aider au financement des
salaires.

La question fondamentale, à laquelle vous serez tous invités à
répondre, sera à un moment: que ferons-nous, que fera l'Europe si le
gouvernement palestinien futur ne renonce pas au terrorisme, ne
reconnaît pas Israël et ne veut pas entamer le processus de la feuille
de route?
Het is mijn overtuiging dat Hamas
in de loop van de volgende weken
een evolutie zal doormaken en ik
hoop dat de partij zal afzien van de
gewapende strijd en het
terrorisme, dat ze Israël zal
erkennen en dat ze bereid zal zijn
het stappenplan te volgen. Als dat
niet het geval blijkt, zal de
Europese Unie niet langer
internationale hulp kunnen
verlenen.

Samengevat steunen we de
huidige Palestijnse Autoriteit,
zetten we de hulpverlening voort
en wachten we af welke houding
de nieuwe regering ten aanzien
van het vredesproces, de
akkoorden van Oslo en het
afzweren van het terrorisme zal
aannemen.
Op dit ogenblik lopen elf dossiers,
voor een bedrag van 23 miljoen
euro.

Ik had twee dossiers opgeschort.
Het eerste project zou lopen van
2007 tot 2010, maar dat dossier
heb ik niet ondertekend. De
opschorting van het tweede
dossier, een project voor steun
aan het ministerie van Planning,
zal ik weer opheffen, in
overeenstemming met het EU-
beleid om de nog fungerende
autoriteiten te blijven steunen en
de lonen te helpen uitbetalen.

De hamvraag die wij op een
gegeven moment zullen moeten
beantwoorden is: wat gaan we
doen als de toekomstige
Palestijnse regering het terrorisme
niet afzweert, Israël niet wil
erkennen en niet wil meegaan met
het stappenplan voor de vrede?

Voor het overige heb ik geen
lopende projecten stopgezet of
opgeschort.
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Nos projets continuent, mais nous devrons nous préparer à cette
décision à laquelle, de toute manière, nous serons confrontés
prochainement.

Pour le reste, je n'ai rien arrêté, je n'ai rien suspendu dans ce qui est
en oeuvre; je n'ai pas signé un dossier nouveau qui devait courir entre
l'année prochaine et 2010, ce qui est très différent.
07.06 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je vous remercie pour votre réponse. Globalement, nous
sommes d'accord à 90% avec votre analyse.

En fait, monsieur le ministre, la question, c'est ceci: le Hamas se
trouve devant une responsabilité qu'il n'attendait probablement pas
lui-même, celle de devoir gouverner à 70% et assumer ce que cela
représente en termes de responsabilité devant son peuple et devant
la communauté internationale. Il ne faudrait donc pas que, par une
attitude inconsidérée ­ ce qui ne semble pas être le cas ­, la
communauté internationale les pousse à la faute.

Au contraire, il conviendrait, comme le laisse supposer l'attitude de
l'Union européenne même si les déclarations de M. Solana sont
quelque peu différentes, de les pousser à reconnaître la feuille de
route, l'abandon de la violence, la négociation avec Israël et le droit à
l'existence d'Israël. Il faut aussi reconnaître que nous poursuivons
notre aide dans une situation d'occupation, ce qui est également
contraire à l'ordre international.

Tous ces aspects doivent intégrer notre réflexion. Je me réjouis que
vous ayez reconsidéré votre demande de suspension, du moins en ce
qui concerne un dossier; j'espère que vous le ferez aussi envers
l'autre projet. En effet, le communiqué de l'Union européenne tient en
deux phrases: un appel à l'abandon de la violence et la
reconnaissance d'Israël, ainsi qu'une demande au Conseil législatif
palestinien de former un gouvernement qui remplisse ces conditions.

L'Union européenne, "prudentissime", ne s'est pas prononcée sur les
questions relatives à l'aide, qui se poseront le moment venu. Comme
l'a dit une personnalité palestinienne, il ne faut pas se hâter par peur,
mais se trouver dans le camp de ceux qui attendent que chacun
assume ses responsabilités. Il faudra faire face aux problèmes
lorsqu'ils se poseront.
07.06 Marie Nagy (ECOLO): Wij
zijn het in globo eens over die
analyse. Vermeden moet worden
dat Hamas, dat niet verwachtte
mee een regering te moeten
vormen en de bijbehorende
regeringsverantwoordelijkheid op
zich te moeten nemen ten aanzien
van het eigen volk en de
internationale gemeenschap, door
een ondoordachte houding van die
internationale gemeenschap in de
fout gaat.
Hamas moet er integendeel van
worden overtuigd het stappenplan
te aanvaarden, geweld af te
zweren en Israël te erkennen. We
zullen hulp blijven bieden in
bezette gebieden, wat ook een
inbreuk op de internationale orde
vormt. Het verheugt me derhalve
dat u uw vraag tot opschorting
heeft herzien.

Het communiqué van de Europese
Unie kan in twee zinnen worden
samengevat: een oproep om het
geweld af te zweren en de
erkenning van Israël evenals een
verzoek aan de Palestijnse
wetgevende Raad om een
regering te vormen die die
voorwaarden kan verwezenlijken.
We mogen ons niet door angst
laten opzwepen, maar moeten
wachten tot iedereen zijn
verantwoordelijkheid opneemt, en
we moeten de problemen het
hoofd bieden wanneer ze
ontstaan.
07.07 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour les propos apaisants que vous avez tenus et que je n'avais pas
du tout entendus de votre bouche en début de semaine.

J'ai bien entendu que vous alliez relancer le subventionnement d'un
projet qui concerne des experts en bonne gouvernance et qui n'ont
pas reçu leur salaire début février. Je crois que d'autres projets
devraient aussi être relancés.
07.07 Karine Lalieux (PS): Ik
dank u voor uw geruststellende
woorden. U zou een project
opnieuw betoelagen. Ook andere
projecten moeten opnieuw kunnen
worden opgestart.

Bij veel Palestijnen heeft uw
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31

J'ai reçu beaucoup d'e-mails de Palestiniens qui ont ressenti de
manière très négative le signal que vous avez lancé. Monsieur le
ministre, vous avez quand même tenu des propos qui étaient, à mon
sens, à la limite de la responsabilité politique. Je vous ai entendu sur
les ondes de la RTBF: vous y avez dit que, quand le peuple
palestinien aura compris qu'il n'est plus financé parce qu'il a voté pour
le Hamas, il votera pour un autre parti dans quatre ans. Je ne pense
pas qu'il fallait donner ce genre de signal.

Je crois que le signal européen est le bon et j'espère que vous allez
vous aligner sur vos collègues du gouvernement.

Encore une fois, je crois que l'aide humanitaire, à partir du moment où
les dépenses sont contrôlées et qu'on sait que l'argent va à la
population, ne doit pas être conditionnée à un type de gouvernement
mais bien au désarroi d'une population.
signaal woede gewekt. Op de
RTBf heeft u immers verklaard dat
het Palestijnse volk gestraft werd
omdat het voor Hamas heeft
gestemd en dat het over vier jaar
op een andere partij zal stemmen.
Die uitspraak getuigde zelfs bijna
van politieke lichtzinnigheid.

Het Europees signaal is het juiste
en ik hoop dat u zich bij het
standpunt van uw collega's in de
regering zal aansluiten.

Humanitaire hulp mag niet
gekoppeld worden aan het soort
regering dat toevallig aan de
macht is, maar moet verleend
worden in functie van de
ontreddering van de bevolking.
Uiteraard moet het geld de
bevolking bereiken en moeten de
uitgaven gecontroleerd worden.
07.08 Geert Lambert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik dank u voor het antwoord. Samen met u ­ ik heb
hierop reeds gewezen ­ deel ik de bekommernis wat Europa zal doen
indien Hamas een regime vormt dat uiteindelijk het geweld toch niet
afzweert. Dat is een cruciale vraag waarop we een antwoord moeten
vinden.

Desalniettemin vrees ik dat de houding die u thans aanneemt ­ het
zou lijnrecht tegen de aanbevelingen van het Kwartet ingaan mocht u
de lopende projecten opschorten ­ er een is van het kind nu reeds op
de vingers te tikken omdat het mogelijks wel eens in de koekjesdoos
zou kunnen graaien. Ik betreur dit. Dit is niet de incentive die u zou
moeten geven. We moeten dit regime tonen dat we de democratische
verkiezingen die plaatsgehad hebben en de verkiezingsoverwinning
van Hamas met de nodige aandacht volgen en bekommerd zijn om
de regio. We moeten tonen dat we de Palestijnen niet aan hun lot
willen overlaten maar dat we evenmin zullen aanvaarden ­ op dit punt
deel ik uw bekommernis ­ dat regimes geweld gebruiken.

Ik wens dat we samen met de andere Europese lidstaten altijd deze
stelregel zouden hanteren.
07.08 Geert Lambert (sp.a-
spirit): Je m'inquiète aussi du
risque de voir le Hamas établir un
régime qui ne renoncerait pas à la
violence. Que fera l'Europe dans
cette hypothèse? Je crains que les
actions que le ministre a déjà
entreprises s'apparentent à
l'attitude de ces parents qui
grondent leur enfant avant même
qu'il ait désobéi. Ce n'est pas le
bon moyen de convaincre le
Hamas de s'engager sur le chemin
de la paix. Nous devons montrer
que nous n'abandonnons pas les
Palestiniens à leur sort mais aussi
que nous ne tolérons pas la
violence. Nous devrions adopter
systématiquement ce principe, au
même titre que les autres États
membres européens.
07.09 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord.

Er zijn nog heel wat onduidelijkheden. De komende weken en
maanden zullen ons duidelijkheid brengen.

Laat het volgende duidelijk zijn. Ook van Israëlische zijde dringt men
sterk aan om de Palestijnen, de mensen ter plaatse niet in de steek te
laten. Er zijn mogelijkheden genoeg. Indien het niet via bilaterale hulp
kan, kan de hulp verleend worden via NGO's en andere manieren.
Een dame op het Israëlisch ministerie van Buitenlandse Zaken zei me
deze week ­ haar woorden zijn me bijgebleven ­:" Europe must not
07.09 Nathalie Muylle (CD&V):
Les moyens de continuer à aider
le peuple palestinien ne manquent
pas: si cela ne peut se faire dans
le cadre d'une aide bilatérale, il
reste les ONG et d'autres canaux.
Comme l'a déclaré une porte-
parole du ministère israélien des
Affaires étrangères, l'Europe doit
non seulement délier sa bourse
mais encore se montrer bien
meilleur acteur sur le terrain. La
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
only be a payer but a much better player".

Mijnheer de minister, samen met uw collega's hebt u een enorme
verantwoordelijkheid. Het Palestina-Israëlbeleid is misschien een
beetje ambigue geweest de laatste jaren. Ik roep u op om samen met
uw collega's te tonen dat u het meent met een krachtdadig
buitenlands beleid in Europa.
politique européenne à l'égard de
la Palestine a toujours été
ambiguë. Le moment est venu
d'affirmer notre volonté de mener
une politique étrangère résolue. Le
ministre porte à cet égard une
grande responsabilité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de uitbreiding van de bevoegdheden van de vroedvrouwen" (nr. P1201)
08 Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'extension des compétences des accoucheuses" (n° P1201)
08.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn vraag heeft uiteraard te maken met wat wij in de
media konden lezen, met name dat u zinnens bent om de
bevoegdheden van de vroedvrouwen uit te breiden. Ik wil mij vooral
focussen op twee punten, namelijk de uitbreiding naar het uitvoeren
van echografieën en het voorschrijven van geneesmiddelen.

Vorig jaar in het voorjaar was er hierover een enquête. Ik verheel niet
dat er een verbetering mogelijk is van het statuut van de
vroedvrouwen. Daar heb ik geen probleem mee, integendeel: dit moet
gebeuren. Over het laten uitvoeren van echografieën zegt u dat dit
niet dient voor de morfologische evaluatie, maar om de evolutie van
het kind te volgen. Dat is wetenschappelijke nonsens. Ik meen mij te
herinneren dat onze collega Jacques Germeaux destijds ervoor heeft
gepleit dit te laten doen door huisartsen, maar dat zulks, op
wetenschappelijke basis, nooit werd aanvaard. Met alle respect voor
hun kennis van zaken, maar nu zou u dit laten uitvoeren door
vroedvrouwen.

U weet hoe moeilijk verzekerbaar dit is. Ik verwijs niet naar
Amerikaanse toestanden, maar naar het eigen land waar de
huisartsen de premies voor bevallingen bijna niet meer kunnen
betalen omdat het niet in evenwicht is met het werk dat ze doen en
waar voor gynaecologen de premies uitzonderlijk hoog zijn geworden.
Die taken, met alle bijhorende verantwoordelijkheden, laten uitvoeren
door vroedvrouwen, daarin kan ik mij moeilijk terugvinden. Ik weet niet
wat u zult antwoorden.

Laatste opmerking. Ik wil benadrukken dat ons land een bijzonder
lage perinatale mortaliteit en morbiditeit kent: de laagste van Europa.
Dit staat in tegenstelling tot de Nederlandse cijfers, waar er veel meer
thuisbevallingen gebeuren onder leiding van en met vroedvrouwen.
We mogen het kind niet met het badwater weggooien. We hebben
perfecte cijfers. We scoren zeer hoog en kunnen ook zeer goed
registreren. Ik zou het betreuren als dit op de helling werd gezet. Ik
vraag u om met de beroepsverenigingen en wetenschappelijke
verenigingen, zowel van huisartsen als van gynaecologen, rond de
tafel te gaan zitten alvorens een dergelijk ontwerp in te dienen.
08.01 Yolande Avontroodt
(VLD): Les médias révèlent que le
ministre entend élargir les
compétences des accoucheuses.
Elles seraient également habilitées
à réaliser des échographies et à
prescrire des médicaments. Sans
vouloir dénigrer le moins du
monde le travail ni l'expertise des
sages-femmes, je soutiens que
cette proposition n'est pas justifiée
sur le plan scientifique. Il y a
quelques années, une proposition
visant à donner davantage de
compétences en la matière aux
médecins généralistes a d'ailleurs
également été rejetée. Par
ailleurs, nous sommes déjà
confrontés à une difficulté
croissante d'assurer les risques,
ce qui a généré une forte hausse
des primes que doivent payer les
gynécologues.

Notre pays connaît le taux de
mortalité périnatale le plus faible
d'Europe. Ce taux est notamment
beaucoup moins élevé qu'aux
Pays-Bas, où un plus grand
nombre de femmes accouchent à
domicile. Nous ne devons pas
compromettre ces excellents
résultats. Je plaide pour une plus
grande concertation avec les
gynécologues et les généralistes.
08.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, wat betreft de
orde van onze werkzaamheden hebben wij natuurlijk al adviezen
gekregen van de sector van de vroedvrouwen. Ik spreek hier over de
08.02 Rudy Demotte, ministre:
Nous avons requis l'avis de l'Union
Professionnelle des Accou-
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
Confederatie van vroedvrouwen waarin ook gynaecologen zetelen.

Ten tweede, men heeft ook advies gevraagd aan de Koninklijke
Academie voor Geneeskunde van België. Wij baseren ons op die
verschillende adviezen. Ik zal u uiteraard een kopie van de
antwoorden van de Academie en van mijn twee teksten bezorgen,
zodat u dat rustig kunt analyseren.

Ik breng twee elementen naar voor. Ten eerste is er de
prestatieautonomie van de vroedvrouwen. Wij hebben besloten om
daarover nog advies op te vragen met een precieze lijst van de
verschillende prestaties die geoorloofd zouden zijn. Dat geldt ook voor
het voorschrijven van geneesmiddelen.

U weet dat er daarvoor ook wat meer autonomie is. De koninklijke
academie heeft ons gevraagd die lijst samen met haar op te stellen.
We zullen dat doen. We zijn nu de eerste grote lijnen van de teksten
aan het schetsen. Ik heb hier al twee voorontwerpen, die ik u zal
bezorgen. Als er daarover nog moet worden gedebatteerd, ben ik
bereid dat te doen in de commissie of in de plenaire vergadering.
cheuses Belges, qui comprend
également des gynécologues,
ainsi que de l'Académie royale de
médecine de Belgique. Je vais
fournir une copie de l'avis de
l'Académie à l'auteur de la
question.

En ce qui concerne l'autonomie
des accoucheuses, nous avons
décidé d'encore recueillir un avis
sur une liste précise de prestations
pouvant être livrées par des
accoucheuses et donc également
sur la prescription de
médicaments. Nous établirons
cette liste en concertation avec
l'Académie.

Deux avants-projets sont déjà
prêts. J'en fournirai également une
copie à l'auteur de la question. Je
suis disposé à approfondir la
question en commission.
08.03 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, ik heb
begrepen dat het niet gaat om een wetsontwerp, maar om ministeriële
besluiten.
08.04 Minister Rudy Demotte: (...)
08.05 Yolande Avontroodt (VLD): Het gaat ook om een
wetsontwerp. Dan zullen we daarover zeker nog discussiëren.

Ik wil nogmaals absoluut voorbehoud maken voor het voorschrijven
van geneesmiddelen. Men heeft het onder meer over de post-
partumperiode, dus na de bevalling. Als dan bepaalde bloedstelpende
geneesmiddelen moeten worden voorgeschreven, meen ik dat dat de
kwaliteit van onze perinatale zorg op de helling zou kunnen zetten. Ik
verwijs nogmaals naar de goede cijfers die ons land behaalt in
vergelijking met Nederland.
08.05 Yolande Avontroodt
(VLD): J'émets les plus vives
réserves quant à la compétence
de prescrire des médicaments. Je
ne pense pas qu'il serait judicieux
de permettre par exemple aux
accoucheuses de prescrire des
antihémorragiques après un
accouchement. Je répète que les
chiffres sont nettement meilleurs
dans notre pays qu'aux Pays-Bas,
par exemple.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de
faillissementen" (nr. P1202)
09 Question de M. David Geerts à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "les
faillites" (n° P1202)
09.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, op het einde
van elke maand en elk jaar krijgen we cijfers over het aantal
faillissementen. Soms stijgen ze en soms dalen ze. Ook is er steeds
een verschil tussen de verschillende gewesten. Eigenlijk kan men met
die cijfers doen wat men wil.
09.01 David Geerts (sp.a-spirit):
La ministre dispose-t-elle de
chiffres sur le nombre de faillites
d'entreprises débutantes? Une
comparaison est-elle établie avec
celles qui bénéficient d'un accom-
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
Daarop wil ik mij vandaag niet concentreren, want ik denk dat elk
faillissement er één te veel is. Ik weet wel dat er theorieën bestaan dat
een faillissement weer ruimte geeft voor innovatie, nieuwe
concurrentiekracht en dergelijke, maar ik geloof daar niet in. Ik zie in
een faillissement alleen menselijk leed, hoon, spot voor de kinderen
enzovoort.

Ik kom tot de kern van mijn vraag. Hebt u cijfers over het aantal
faillissementen bij starters, mensen en rechtspersonen die na hun
eerste, tweede of derde jaar failliet gaan? Is er een vergelijking met
mensen die begeleid worden door het Participatiefonds?
pagnement du Fonds de
participation?
De voorzitter: Dat is een goede, korte vraag.
09.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, de statistiek is
een bevoegdheid van mijn collega van Economie. Zijn administratie
heeft de gegevens niet voor vanmiddag, maar mijn collega zal u die
gegevens zo vlug mogelijk toezenden.

We weten wel dat de eerste zeven jaar een gevoelige periode voor de
starter zijn.

De begeleiding via het Participatiefonds werd pas in 2002 ingevoerd
en er is dus nog niet genoeg tijd om een goede vergelijking te maken
of om er een duidelijke conclusie uit te trekken, maar ik zal u
sommige gegevens van het Participatiefonds geven.

Voor de starterslening met stopzetting in 2002 komen we uit op 39
procent. Dat is dus voor de starter met een begeleiding. In 2003 ging
het over 19 procent en in 2004 slechts over 3,2 procent.

Voor de normale starters, zonder begeleiding, gaat het over ongeveer
10 procent per jaar.

De begeleiding via het Participatiefonds werd al verbeterd,
bijvoorbeeld door een verbetering van de contacten tussen de starter
en de steunpunten en door een verbetering van de vorming van het
personeel van die steunpunten. De regering heeft in het kader van het
Generatiepact ook beslist de begeleiding uit te breiden van 18
maanden tot 24 maanden.

We kunnen ook denken aan een begeleiding van alle starters en niet
alleen van de werklozen.
09.02 Sabine Laruelle, ministre:
Les statistiques sont tenues à jour
par le SPF Économie. Mes
collaborateurs n'ont plus pu
rassembler ces données pour cet
après-midi. Le ministre de
l'Économie les transmettra dans
les plus brefs délais.

Pour les entreprises débutantes,
les sept premières années sont les
plus difficiles. L'accompagnement
par le biais du Fonds de
participation n'ayant été instauré
qu'en 2002, nous ne disposons
pas de suffisamment de données
pour établir une comparaison
valable mais je vais néanmoins
vous fournir certaines données.

Les résiliations de prêts consentis
à des entreprises débutantes se
sont chiffrées à 39% en 2002, à
19% en 2003 et à seulement 3,2%
en 2004. Pour les entreprises
débutantes qui n'ont pas bénéficié
d'un accompagnement, ce chiffre
s'élève à environ 10% par an.

L'accompagnement par le Fonds
de participation a déjà été
amélioré, notamment par une
meilleure formation du personnel
des points d'appui. Dans le cadre
du Pacte entre générations, il a été
décidé d'étendre
l'accompagnement à 24 mois.

Nous songeons également à offrir
la possibilité d'un
accompagnement à toutes les
entreprises débutantes et pas
uniquement aux chômeurs.
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
09.03 David Geerts (sp.a-spirit): Ik dank de minister. Ik denk dat het
een goed initiatief is dat de begeleiding niet alleen voor werklozen is,
maar voor alle starters. Dat zullen we op basis van de cijfers nader
bekijken.
09.03 David Geerts (sp.a-spirit):
Ce dernier projet constitue
assurément une bonne initiative!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "het vrij verkeer van werknemers
uit de nieuwe EU-lidstaten" (nr. P1206)
10 Question de Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi sur "la libre circulation des travailleurs des
nouveaux États membres de l'Union européenne" (n° P1206)

De voorzitter: Mevrouw D'hondt kan zo goed en bondig zijn als haar achtbare voorganger.
10.01 Greta D'hondt (CD&V): Dat kan ik u niet beloven, mijnheer de
voorzitter.

Mijnheer de minister, nog 87 dagen scheiden ons van 1 mei 2006. Op
die datum wordt, tenzij een land beslist de overgangsperiode te
verlengen, het vrij verkeer van personen een feit. Waar staan we in
ons land, 87 dagen voor 1 mei 2006? Wel, de sp.a wil dat de
overgangsperiode verlengd wordt omdat we nog maatregelen moeten
nemen vooraleer de grenzen opengesteld kunnen worden. In kringen
van de VLD wordt fijntjes opgemerkt dat, als de regering geen
eensgezind standpunt bereikt, de grenzen sowieso opengaan. Dat is
de situatie.

Tijdens de rondetafel die hij gisteren organiseerde en waarop ik
aanwezig was, hoorde ik de minister zeggen dat hij de voordeur wil
openzetten op voorwaarde dat we de achterdeur kunnen sluiten. Mijn
bedenking is dan natuurlijk: waar wacht deze regering op om de
achterdeur te sluiten? Gisteren bleek uit de diverse uiteenzettingen
tijdens de rondetafel immers duidelijk dat iedereen weet waar de
haperingen zijn om de achterdeur te kunnen sluiten. Die haperingen
zijn gekend.

Mijnheer de minister, kom me nu alstublieft niet zeggen dat u wacht
op de cijfers van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid over de
arbeidsmigratie, of dat u wacht op een advies van de sociale partners,
die daarvoor dan nog tot eind maart de tijd krijgen. Wat ik gisteren
hoorde ­ en u ook, want u was er ­ is dat de vakbonden zeggen dat
ze open grenzen willen, maar dat er eerst maatregelen moeten
genomen worden alvorens die grenzen geopend worden. De
werkgevers zeggen dat de grenzen open moeten op 1 mei 2006,
maar zeggen tevens dat ze het ook goed zouden vinden mochten er
maatregelen genomen worden die dat proces zouden begeleiden.

Waar zit het probleem dan, mijnheer de minister? Het probleem zit bij
de regering. De regering heeft tot nu toe niet de maatregelen
genomen waarvan we allemaal weten dat ze genomen moeten
worden. Ik zal het lijstje hier niet afgaan ­ want dan zou de voorzitter
ingrijpen ­ maar zowel u als ik kennen de maatregelen die moeten
genomen worden. Ik vraag me dus af waar de regering op wacht.
Vandaar mijn vragen.

Ten eerste, wanneer is de beslissing van de regering geagendeerd?
Wanneer zal de regering beslissen of we al dan niet de
10.01 Greta D'hondt (CD&V):
Quatre-vingt-sept jours seulement
nous séparent du jour où la libre
circulation des personnes
deviendra réalité dans l'Union
européenne, sauf si un État
membre décide de prolonger la
période transitoire. Le sp.a est
favorable à cette prolongation en
Belgique car notre pays doit
encore, au préalable, prendre une
série de mesures. Le VLD fait
observer que même s'il n'y a pas
unanimité au sein du
gouvernement, cela n'empêchera
pas la disparition des frontières.

Le ministre a déclaré, je cite, qu'il
"acceptait d'ouvrir la porte de
devant à condition que la porte de
derrière puisse rester fermée".
Dans ce cas, qu'attend le
gouvernement pour fermer la porte
de derrière? Tout le monde sait
très bien où se situent les
difficultés dès que l'on envisage de
fermer cette porte.

Il ne sert absolument à rien
d'attendre les chiffres du Conseil
supérieur de l'Emploi ou l'avis des
partenaires sociaux. D'ailleurs,
nous connaissons déjà la teneur
de cet avis: tant les syndicats que
les employeurs sont partisans de
frontières ouvertes mais si et
seulement si des mesures sont
prises au préalable.

Le retard accumulé est dû au fait
que le gouvernement tarde à
prendre les décisions nécessaires.
Quand décidera-t-il de prolonger
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
overgangsperiode gaan verlengen?

Ten tweede, zal de regering beslissen om te verlengen met de
maximumtermijn van drie jaar, of zal het maar een paar maanden
zijn? Hoeveel maanden zal dat dan zijn?

Dat zijn mijn concrete vragen.

Mijnheer de minister, mijn hoofdvraag is de volgende. U weet
waarover het gaat. U weet waar de kieren in de achterdeur zitten, ik
weet dat ook, en de sociale partners weten dat eveneens. Waarom
heeft de regering tot nu toe niets beslist?
ou de ne pas prolonger la période
transitoire? S'il devait y avoir
prolongation, quelle en serait la
durée?
10.02 Minister Peter Vanvelthoven: Mevrouw D'hondt, u spreekt
over zevenentachtig dagen. Dat lijkt kort, maar in de politiek kan dat
lang zijn. De regering heeft inderdaad nog zevenentachtig dagen om
uiteindelijk die beslissing te nemen. U weet ­ u hebt ernaar verwezen
­, dat wij, vooraleer wij die beslissing in de regering nemen, nog een
aantal rapporten afwachten van onze eigen hoge raad, van de
Europese Commissie, van sociale partners en zo meer.

U hebt het standpunt van sp.a en van de liberale collega's vermeld,
maar ik heb niet gehoord wat het standpunt van uw partij is. Het is
misschien wel eens nuttig om ook dat te vernemen.

U zegt dat ik als minister van Werk toch wel weet wat er hapert, en u
klaagt aan dat er ondertussen niets gebeurt. Dat wil ik toch
tegenspreken. Ik denk dat gisteren, bij de rondetafelconferentie, is
gebleken dat de standpunten van de verschillende partners niet zo ver
uit mekaar liggen. Het is geweten dat er problemen zijn voor
werkgevers inzake knelpuntberoepen, openstaande vacatures die
ingevuld moeten worden. Er bestaat tegelijk grote eensgezindheid
over dat we er alles aan moeten doen om te verhinderen dat er
sprake is van sociale dumping.

Wat heeft de regering ondertussen gedaan? Ik wil u graag de cijfers
geven. Sedert anderhalf jaar zijn de inspectiediensten toch wel
drastisch versterkt. De sociale inspectie is versterkt met
negenendertig controleurs-inspecteurs. De inspectie toezicht op
sociale wetten is versterkt met zevenendertig controleurs-inspecteurs.
In de studiedienst van de FOD WASO zijn twee bijkomende juristen
aangeworven. De medische en technische inspectie van de FOD
Werkgelegenheid is versterkt met een veertiental mensen, onder
andere artsen en ingenieurs. In totaal is dat een versterking van onze
verschillende inspectiediensten met meer dan negentig eenheden.
Anderhalf jaar geleden zijn we daarmee begonnen. Ik denk dus dat
wij de inspectiediensten wel degelijk meer armslag geven.

De Ministerraad heeft op 23 december 2005 nog een beslissing
genomen. Zoals we vandaag het Dimona-systeem hebben voor de
Belgische arbeidskrachten, willen wij een geïnformatiseerd,
elektronisch monitoringsysteem, een registratiesysteem, in het leven
roepen voor alle andere tewerkgestelden, dus tewerkstelling van
buitenlandse arbeidskrachten. Die beslissing is genomen en we zijn
met de uitvoering ervan volop bezig. Wij hebben dat systeem absoluut
nodig om onze arbeidsmigratiestromen goed te kunnen volgen en
onze inspectiediensten veel gerichter te kunnen laten inspecteren.
10.02 Peter Vanvelthoven,
ministre: En politique, quatre-vingt-
sept jours, ça peut être long. Avant
de trancher, le gouvernement
préfère attendre de prendre
connaissance de certains
rapports, notamment celui du
Conseil supérieur de l'Emploi, de
la Commission européenne et des
partenaires
sociaux. Par
parenthèses, il ne serait pas inutile
de connaître la position du CD&V
en la matière.

Je dois vous contredire lorsque
vous affirmez que le
gouvernement compte ne rien
faire dans la perspective de la date
fatidique du 1
er
mai 2006. Les
positions des divers acteurs
concernés ne sont pas très
éloignées les unes des autres.
Ainsi, tout le monde est convaincu
de la nécessité absolue d'éviter le
dumping social.

Depuis un an et demi, les
différents services d'inspection ont
été beaucoup consolidés puisque
plus de nonante unités les ont
renforcés.

Le 23 décembre 2005, le Conseil
des ministres a décidé de créer un
système d'enregistrement et de
monitoring électronique informa-
tisé pour l'emploi de la main
d'oeuvre étrangère, par analogie
avec le système Dimona existant.
Cette décision est à présent en
cours d'exécution. Les services
d'inspection doivent ainsi pouvoir
travailler de manière plus efficace
et plus approfondie.
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Ten derde, dankzij die nieuwe informatie- en
communicatietechnologieën, en dankzij de informatisering, die
ondertussen al ver is doorgedrongen bij de inspectiediensten, kunnen
deze inspectiediensten op het terrein veel gerichter controleren. U
hoort mij niet zeggen dat dit allemaal voldoende is. Ik denk dat wij
bijkomende maatregelen moeten nemen en bijkomende middelen
moeten vrijmaken zodat de inspectiediensten nog beter kunnen
werken. Ik vind het echter een beetje overdreven om nu te zeggen dat
er niets is gebeurd.
Nous devons encore prendre
d'autres mesures et libérer des
moyens supplémentaires pour
continuer à renforcer l'efficacité
des services d'inspection. Je dois
néanmoins démentir qu'aucune
action n'est entreprise comme le
prétend Mme D'hondt.
10.03 Greta D'hondt (CD&V): Dank u voor het antwoord, mijnheer
de minister. 87 dagen is kort maar kan in de politiek inderdaad lang
genoeg zijn als men de tijd maar nuttig gebruikt.

Ik heb in mijn vraag nergens gezegd dat er niets is gebeurd op het
vlak van het versterken van de sociale inspectie. Ik heb alleen gezegd
dat de maatregelen die nodig zijn om de achterdeur te sluiten, ook
nog een wetgevend initiatief vereisen wat tot op vandaag nog niet is
gebeurd. Dat de standpunten van de sociale partners niet ver uit
mekaar liggen, is inderdaad verheugend maar dit zou nog meer de
aanzet moeten vormen voor een snelle afhandeling.

Mijnheer de minister, ik herhaal dat wachten tot eind maart om
wetgevend werk te verrichten nutteloos is. Wij weten nu al wat er
moet gebeuren. Ik heb inderdaad naar de standpunten van sp.a en
VLD verwezen omdat zij tot nader order ­ niet lang meer ­ de
meerderheid uitmaken in dit land. Voorlopig wordt van ons niet
verwacht om in uw plaats te besturen. U begint mij misschien stilaan
te kennen, mijnheer de minister. Wij zijn altijd bereid om positief mee
te werken. Ons standpunt is heel duidelijk. Ook aan de
Kamervoorzitter wil ik zeggen dat ik dit vandaag indien als
wetsvoorstel. U moet niet denken dat wij terzake geen standpunt
hebben. Ik heb gewacht op de rondetafel van gisteren en de vraag en
het antwoord van vandaag. Vermits dit niet beantwoordt aan de
snelheid waarmee wij tewerk willen gaan, zullen wij inderdaad positief
de hand uitsteken en wij hopen dat daarmee het debat heel vlug kan
worden geopend. Ons wetsvoorstel wordt vandaag in deze Kamer
ingediend.
10.03 Greta D'hondt (CD&V): Je
n'ai jamais dit que les services
d'inspection ne seraient pas
renforcés. Je dis simplement que
le gouvernement ne doit pas
attendre la fin du mois de mars
pour prendre des dispositions
législatives. La position de mon
parti est très claire en la matière.
Nous l'avons d'ailleurs traduite
dans une proposition de loi, que je
dépose à la Chambre aujourd'hui
encore.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Hiermee sluiten we het vragentwee-uurtje van deze namiddag af.
11 Agenda
11 Agenda

Je vous propose, conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 1
er
février 2006, d'inscrire à
notre ordre du jour la proposition de décision que nous devons prendre en application de l'article 106bis,
§ 1er, alinéa 1er, du Code judiciaire (n°
s
2239/1 et 2).
Ik stel u voor, overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 1 februari 2006, op de
agenda het voorstel van besluit dat wij moeten nemen met toepassing van artikel 106bis, § 1, eerste lid,
van het Gerechtelijk Wetboek (nrs. 2239/1 en 2) in te schrijven.

M. Claude Marinower fera rapport oral.
De heer Claude Marinower zal mondeling verslag uitbrengen.

Pas d'observation? (Non)
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
Il en sera ainsi.

Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
12 Projet de loi modifiant certaines règles de base de l'évaluation des membres du personnel des
services de police (2009/1-3)
12 Wetsontwerp tot wijziging van bepaalde basisregels van de evaluatie van de personeelsleden van
de politiediensten (2009/1-3)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
12.01 Jean-Claude Maene, rapporteur: Monsieur le président, mon
rapport sera très court.

J'ai tenu à faire ce rapport parce que le projet de loi qui est soumis à
notre examen vise la simplification des procédures d'évaluation des
membres du personnel de la police, en ce compris les CALog. Des
milliers de personnes seront donc touchées par les modifications que
nous allons adopter aujourd'hui.

La simplification est déjà un objectif en soi, dès lors qu'elle permet de
libérer le personnel de certaines tâches administratives et, partant, de
renforcer sa capacité opérationnelle, vieux souhait que nous réitérons
tout au long de l'année parlementaire chaque fois que nous abordons
les questions de police.

C'est ainsi qu'on constate que le dispositif fixé dans "l'arrêté
Mammouth" et dans la loi statutaire n'est jamais entré en application
tant il était lourd au niveau des procédures.

Le texte proposé maintient les évaluations, qui restent bien
évidemment indispensables, mais veille à mieux associer le
personnel tout au long de la procédure, ce qui est un plus en matière
de management.

L'évaluation portera sur trois dimensions: les compétences
individuelles du membre du personnel, les valeurs de la police et les
objectifs collectifs et individuels.

L'évaluation doit aboutir sur une des trois mentions possibles:
insuffisant, suffisant ou bon.

L'objectif poursuivi est évidemment de permettre au personnel
d'évoluer, mais sans omettre que ces évaluations ont une incidence
sur la carrière et les promotions tout comme elles peuvent, à terme,
aboutir à un licenciement définitif si, à quatre reprises, la mention est
négative.

Soulignons enfin que ce projet a été adopté à l'unanimité par la
12.01 Jean-Claude Maene,
rapporteur: Voorliggend wets-
ontwerp strekt ertoe de evaluatie-
regeling voor de personeelsleden
van de politiediensten, met
inbegrip van de Calog's, te
vereenvoudigen. Het heeft dus
betrekking op duizenden
personen.

De regeling die in het
"Mammoetbesluit" en de statutaire
wet was vastgesteld, is nooit in
werking getreden omdat zij te
omslachtig was. In voorliggende
tekst worden de evaluaties
gehandhaafd, maar wordt ernaar
gestreefd het personeel daar beter
bij te betrekken, en zulks
gedurende de hele procedure. Het
is de bedoeling het personeel in
staat te stellen om te evolueren.
Die evaluaties kunnen op termijn
echter ook uitmonden in een
definitief ontslag als de betrokkene
vier keer een negatieve
beoordeling krijgt. Het ontwerp
werd door de commissie eenparig
aangenomen.
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
commission.
12.02 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, zoals al gesteld bij de behandeling van dit ontwerp in de
commissie, zijn wij het eens met het uitgangspunt van dit
wetsontwerp, namelijk een werkbaar instrument creëren waarbij een
evaluatiesysteem daadwerkelijk bijdraagt tot het functioneren van
personeelsleden en dat hen bovendien voldoende zekerheden biedt.

Dat dit moet kunnen binnen een kader waarbij ook het doel van een
zo groot mogelijke operationele inzetbaarheid van het personeel voor
ogen wordt gehouden, dus zonder capaciteitsverlies en zonder zware
bureaucratische procedures, staat voor ons ook buiten kijf en kunnen
wij alleen maar toejuichen.

Nochtans - het werd ook al gezegd bij de bespreking - vrezen wij dat,
ondanks de goede bedoelingen van het ontwerp, de evaluatie in de
praktijk toch een vrij logge procedure zal blijven. Elke evaluatieperiode
vangt aan met een planningsgesprek, wordt afgesloten met een
evaluatiegesprek en in de loop van de procedure zijn er dan nog een
of meer functioneringsgesprekken. Van dat alles moeten dan ook nog
de nodige verslagen worden opgemaakt.

Om een opeenstapeling van gesprekken en de erbij horende
administratie te vermijden, zal in de praktijk wellicht ook een
evaluatiegesprek over een voorbije periode worden afgesloten met
een planningsgesprek voor de volgende periode. Wij hopen dat
alleszins.

Wij vrezen ook een opeenstapeling van beroepen in geval van
onvoldoendes, zowel bij de eindverantwoordelijken, dus de eerste
beroepsinstantie inzake evaluatie, als bij de op te richten raad van
beroep. We weten uit ervaring in andere openbare sectoren, hoe
verlammend dergelijke opeenvolgende procedures kunnen zijn voor
de werking van een dienst. Daarom dringen wij ten zeerste aan op het
bepalen van duidelijke termijnen inzake de afhandeling van dergelijke
beroepen.

Persoonlijk blijf ik me ook afvragen waarom de evaluatie met
voorbehoud werd afgeschaft. Ik heb van u gehoord dat die bepaling
met voorbehoud niet motiverend zou zijn. Nochtans meen ik dat het
voorbehoud ook het personeelslid de mogelijkheid biedt om te weten
voor welke aspecten hij vooruitgang moet boeken. Een evaluatie met
voorbehoud is alleszins meer motiverend dan een negatieve
evaluatie. Laten we dus maar hopen dat evaluatoren niet sneller naar
een onvoldoende zullen grijpen nu er geen mogelijkheid tot
voorbehoud meer bestaat.

Mijnheer de minister, wij hopen dat dit wetsontwerp - eindelijk - leidt
tot de invoering van een goed en werkbaar systeem. Er werden
immers al twee pogingen ondernomen. De Mammoetwet in 2001 en
de Exoduswet in 2003 legden al de basis voor een evaluatiesysteem,
dat nadien echter - volgens ons terecht ­ als te omslachtig, te veel
mankrachtvergend en dus als niet uitvoerbaar werd beoordeeld.

Laten wij hopen dat de derde keer de goede keer wordt. Intussen ligt
2001 al een hele tijd achter ons, zeker tegen de datum waarop een
eerste echte evaluatie zal kunnen doorgaan. Zoals u aankondigde, zal
12.02 Katrien Schryvers
(CD&V): Nous approuvons le
principe de départ de ce projet de
loi, à savoir la création d'un
instrument utilisable sachant qu'un
système d'évaluation contribue au
fonctionnement des membres du
personnel et leur offre
suffisamment de certitudes. Nous
saluons, à cet égard, l'attention
accordée à la disponibilité
opérationnelle maximale du
personnel. Le système
d'évaluation ne peut en effet se
traduire par une perte de
capacités ou par des procédures
bureaucratiques.

Nous craignons toutefois que dans
la pratique, le système
d'évaluation ne reste une
procédure relativement lourde.
Une période d'évaluation se
compose d'une succession
d'entretiens qui doivent encore
faire l'objet des rapports requis.
Nous espérons que cette
procédure pourra être limitée dans
la pratique en combinant
l'entretien d'évaluation de clôture
et l'entretien préparatoire par
lequel débute l'évaluation suivante.

Nous craignons également une
cascade de recours en cas
d'évaluations négatives, tant
auprès des responsables finaux
que du conseil d'appel. C'est
pourquoi nous insistons sur la
nécessité de fixer des délais pour
le traitement des recours. Je me
demande également pourquoi
l'évaluation avec réserve a été
supprimée. Elle ne serait pas
motivante mais, à mon sens, la
réserve permet également
d'identifier les possibilités
d'amélioration et elle est en tout
cas plus motivante qu'une
évaluation négative. J'espère qu'il
n'en résultera pas une
augmentation des évaluations
négatives.

Après l'échec de la loi mammouth
en 2001 et de la loi exodus en
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
een eerste evaluatie in 2007 slechts een soort proefevaluatie zijn en
dus geen gevolgen teweeg kunnen brengen.

U hebt terecht onderstreept dat het belang van een
functioneringsevaluatie niet te onderschatten is. Positieve bijsturing en
coaching zijn in het huidige personeelsbeleid hoe dan ook onmisbaar.
Dit hebben recente gebeurtenissen ons ook nog in herinnering
gebracht.

Samengevat: dit wetsontwerp is volgens ons, om in de eigen termen
te blijven, bevredigend. Krachtens de tekst van het wetsontwerp moet
dit u meer motiveren om een goed werkbaar systeem op poten te
zetten dan wanneer het als voldoende zou zijn geëvalueerd.
2003, nous espérons que ce projet
de loi instaurera enfin un système
performant. Plusieurs tentatives se
sont succédé depuis 2001 et la
première évaluation, en 2007, ne
serait effectuée qu'à titre d'essai.
Nous avons perdu assez de
temps.

L'importance d'une évaluation
fonctionnelle ne devrait pas être
sous-estimée. Des événements
récents ont démontré une fois de
plus que toute politique du
personnel devrait opérer un suivi
positif du personnel et lui offrir un
accompagnement.

Conclusion: pour nous, ce projet
de loi est satisfaisant.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2009/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2009/3)

Le projet de loi compte 18 articles.
Het wetsontwerp telt 18 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 18 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 18 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
13 Projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1962 relative à la statistique publique (2002/1-6)
13 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek (2002/1-6)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
13.01 Dalila Douifi, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik zou kort
vanop mijn bank verslag willen uitbrengen.
13.01 Dalila Douifi, rapporteur:
Le projet de loi a été examiné au
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41

Het wetsontwerp werd besproken tijdens twee vergaderingen op 10
en 18 januari 2006.

Het wetsontwerp van de minister is door de commissieleden, zoals
geamendeerd, eenparig aangenomen.

"Donc, toute la Belgique était d'accord" zou de heer Tant, voorzitter
van de commissie voor het Bedrijfsleven, zeggen. Daarom wens ik
voor de verslaggeving van de werkzaamheden verwijzen naar het
schriftelijk verslag.
cours de deux réunions des 10 et
18 janvier 2006 et a, tel
qu'amendé par la commission de
l'Economie, été adopté à
l'unanimité.

Pour un rapport détaillé des
travaux, je vous renvoie au rapport
écrit.
13.02 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je profite de
l'occasion pour expliquer la raison qui m'a amené à déposer un
amendement en séance plénière.

Cet amendement ne remet absolument pas en cause le projet et ses
éléments importants. Il trouve son origine dans une remarque de
Mme Lalieux en commission. Elle parlait de l'intérêt de disposer de
processus structurels de "gender mainstreaming" pour garder
continuellement à l'esprit la pluralité des genres et l'aspect
complémentarité hommes/femmes. En effet, l'aspect de genre, à
savoir la distinction hommes/femmes est tout à fait indispensable à
certaines statistiques. La Belgique accuse un certain retard en la
matière.

En commission, le ministre n'a toutefois pas jugé utile d'élargir la
composition des organes de l'INS à l'Institut pour l'égalité des femmes
et des hommes avant une période d'évaluation d'un an. Son argument
était essentiellement budgétaire.

L'amendement que je dépose ici en séance plénière a pour but
d'inclure l'Institut pour l'égalité des hommes et des femmes ou des
femmes et des hommes ­ c'est plus élégamment dit ­ dans la
composition des deux organes créés auprès de l'Institut national de
statistique, c'est-à-dire au sein du Comité de coordination et du
Conseil supérieur de statistiques. En effet, la participation de cet
institut à ces deux organes est justifiée eu égard aux diverses
missions qui seront confiées à l'Institut national de statistique.

Pour terminer, je voudrais également rappeler que la production, la
collecte et l'utilisation de statistiques prenant en considération
l'élément de sexe et l'indicateur de genre sont pertinentes. En effet,
de nombreux engagements contractés par la Belgique, que ce soit au
niveau international ou européen, insistent sur l'obligation pour la
Belgique de prendre en considération l'élément de genre en vue de
collecter, d'utiliser et de produire ces différentes statistiques. C'est
pour cette raison et suite à la remarque de Mme Lalieux en
commission que nous avons déposé ces amendements.
13.02 Melchior Wathelet (cdH):
Mijn amendement strekt er niet toe
het ontwerp ter discussie te
stellen, maar is gestoeld op de
opmerking die mevrouw Lalieux in
de commissie maakte. Ze
onderstreepte het belang om
structurele processen op het stuk
van de "gender mainstreaming" in
gang te zetten, teneinde ervoor te
zorgen dat terdege met het
genderaspect rekening wordt
gehouden. Voor sommige
statistieken is dat immers
onontbeerlijk.

In de commissie achtte de minister
het evenwel niet nuttig om de
samenstelling van de organen van
het NIS tot het Instituut voor de
gelijkheid van vrouwen en mannen
uit te breiden alvorens een
evaluatieperiode van een jaar is
verlopen. Hij deed dat vooral
vanuit budgettaire overwegingen.
Dit amendement strekt ertoe het
Instituut op te nemen in de
samenstelling van de twee
organen die naast het Nationaal
Instituut voor de Statistiek worden
opgericht, met name het
Coördinatiecomité en de Hoge
Raad voor de Statistiek.

In talrijke verbintenissen die België
op Europees en internationaal vlak
is aangegaan, wordt erop
gewezen dat het genderaspect
niet uit het oog mag worden
verloren bij het opstellen van
statistieken.
Le président: Vous avez défendu les amendements aux articles qui n'étaient pas encore mis en
discussion. C'est bien ainsi. Vous l'avez fait sous forme d'intervention dans la discussion générale.
13.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, c'est pour
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
cette raison que j'ai commencé mon intervention en disant que j'allais
saisir la discussion générale pour défendre mes amendements qui
sont, c'est vrai, plus spécifiques à certains articles.

Le président: Mon propos était de vous indiquer que j'avais compris.

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2002/5)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2002/5)

L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1962 relative à la
statistique publique et la loi du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes physiques".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 juli 1962
betreffende de openbare statistiek en van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister
van de natuurlijke personen".

Le projet de loi compte 42 articles.
Het wetsontwerp telt 42 artikelen.

Amendements déposés:
Ingediende amendementen:

Art. 15
¦ 9 - Melchior Wathelet (2002/6)
Art. 38
¦ 10 - Melchior Wathelet (2002/6)


- Les articles 1 à 14 sont adoptés article par article.
- De artikelen 1 tot 14 worden artikel per artikel aangenomen.

A l'article 15, un amendement n° 9 a été déposé par M. Wathelet. Ce dernier en a déjà parlé dans la
discussion générale.
Je réserve donc le vote sur cet amendement et l'article 15.
13.04 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, j'aimerais
intervenir au sujet de cet amendement.
De voorzitter: U krijgt het woord, mijnheer de minister.
13.05 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik ben niet
tussenbeide gekomen op de grond van de zaak omdat de rapporteur
verwezen heeft naar het verloop van de werkzaamheden in de
commissie en naar het feit dat het geheel bij unanimiteit is
goedgekeurd.

Je voudrais dire un mot au sujet des amendements déposés par notre
collègue, M. Wathelet. Quant aux objectifs, j'ai fait remarquer en
commission que je pouvais marquer mon accord sur le principe. Mais
13.05 Minister Marc Verwilghen:
Ik zei in commissie al dat ik het
met de grond van de zaak eens
ben. Wanneer we echter op alle
terreinen rekening zouden houden
met de genderdimensie zou daar
een prijskaartje van 2,5 miljoen
euro aan vasthangen.
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
un problème important se pose en matière de budget. Nous avons un
ministre compétent pour l'Egalité des chances. Comme nous en
avons discuté la semaine dernière encore en Conseil des ministres, si
nous devions prendre systématiquement en considération le genre,
comme le veut votre amendement, cela nous conduirait à un surcoût
de quelque 2,5 millions d'euros, ce que nous ne pouvons pas nous
permettre. Soyons clairs!

Nous nous sommes mis d'accord, au sein du Conseil des ministres,
au sujet de la pertinence qu'il y a à connaître exactement l'influence
du genre sur l'exercice statistique, et nous avons décidé que nous le
ferions. Là où vous demandez de mettre dans les deux commissions
des personnes du département pour l'Egalité des chances, la
représentation est d'une telle nature, d'un tel niveau, que, de toute
façon, l'on tiendra compte de ce paramètre. Personnellement, je ne
crois pas qu'il faille un accès supplémentaire pour les inclure dans les
commissions. Dans ces conditions, je demande le rejet des
amendements introduits par notre collègue Wathelet.
De ministerraad besliste
maatregelen te nemen om ervoor
te zorgen dat de statistieken
rekening zouden houden met het
genderaspect.

U vraagt dat leden van het
departement Gelijke Kansen in die
twee organen zouden worden
opgenomen. De
vertegenwoordiging is echter zo
samengesteld dat hoe dan ook
met dat element rekening zal
worden gehouden.

Om die redenen vraag ik de door
collega Wathelet ingediende
amendementen te verwerpen.
13.06 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, tout d'abord,
je voudrais faire remarquer qu'il s'agit d'un projet précis et non
d'implémenter cette conception du genre dans chaque volet de
chaque projet avec les implications budgétaires que vous soulevez.

Le problème est spécifique en matière de statistiques. Mme Lalieux a
d'ailleurs relevé ce point en commission; elle a rappelé l'importance
du "gender mainstreaming" dans le cadre de l'analyse de ce projet en
particulier. En outre, vous avez, vous-même, souligné que ce serait
peut-être le cas d'ici un an. C'est donc effectivement important!

La portée de l'amendement ne donne lieu, selon moi, à aucune
implication budgétaire. Il s'agit d'inclure au sein des deux organes de
l'Institut national de statistique, le Comité de coordination et le Conseil
supérieur des statistiques, l'avis de l'Institut pour l'égalité des hommes
et des femmes. Il est important d'avoir cette spécificité dès la création
et d'inclure l'avis de ces personnes-ressources, qui représentent un
institut important: celui de l'Egalité des hommes et des femmes ou
plutôt des femmes et des hommes, c'est plus élégamment dit!
13.06 Melchior Wathelet (cdH):
Wat de budgettaire gevolgen
betreft, wil ik benadrukken dat
onze vraag één welbepaald
ontwerp betreft en dat het niet de
bedoeling is de genderdimensie in
elk ontwerp op te nemen.

U heeft zelf onderstreept dat dat
over een jaar misschien wél zal
gebeuren. Het is dus wel degelijk
belangrijk!

De strekking van mijn
amendement heeft volgens mij
geen budgettaire implicaties.
13.07 Marc Verwilghen, ministre: Au sein de l'Institut supérieur de
statistique, il y a des personnes appartenant à ces groupes. Leur
influence est donc certaine. Réalisons une évaluation après un an de
travail de l'Institut. On pourra ensuite y inclure quoi que ce soit; on
peut même le faire par un arrêté royal.
13.07 Minister Marc Verwilghen:
Personen die tot die groepen
behoren, maken deel uit van het
Nationaal Instituut voor de
Statistiek.

Laten we een evaluatie maken na
één jaar werking van het Instituut.
We kunnen daar vervolgens in
opnemen wie men wil, eventueel
via een koninklijk besluit.
13.08 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, j'entends que
le ministre affirme encore l'importance des personnes qui peuvent
apporter une plus-value en matière d'études de genre dans ces deux
organes. Il existe un institut reconnu, créé pour évaluer les conditions
de l'égalité des femmes et des hommes. Donc, permettons-lui
d'intégrer la discussion dès le départ en prévoyant sa présence dans
ces deux organes de l'Institut national de statistique.
13.08 Melchior Wathelet (cdH):
Er werd een instituut opgericht
voor de evaluatie met betrekking
tot de gelijkheid van mannen en
vrouwen. Laten we van meet af
aan voorzien in de aanwezigheid
ervan in de twee organen van het
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
Nationaal Instituut voor de
Statistiek.
Le président: La Chambre est à présent suffisamment éclairée sur cet amendement.

- Les articles 16 à 37 sont adoptés article par article.
- De artikelen 16 tot 37 worden artikel per artikel aangenomen.

A l'article 38, j'ai l'amendement n° 10 de M. Wathelet. Il a été défendu tout à l'heure.

Je réserve le vote sur l'amendement et l'article.

- Les articles 39 à 42 sont adoptés article par article.
- De artikelen 39 tot 42 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 14, 16 à 37 et 39 à 42 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 14, 16 tot 37 en 39 tot 42 worden artikel per artikel aangenomen.

Le vote sur les amendements et les autres articles est réservé.
De stemming over de amendementen en de overige artikelen wordt aangehouden.

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en
artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
14 Proposition de décision à prendre en application de l'article 106bis, § 1er, alinéa 1er, du Code
judiciaire (2239/1-2)
14 Voorstel van besluit te nemen met toepassing van artikel 106bis, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk
Wetboek (2239/1-2)

Discussion
Bespreking

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion (Rgt 85,4) (2239/2)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (2239/2)

La discussion est ouverte.
De bespreking is geopend.

Mijnheer Marinower, u moet een mondeling verslag uitbrengen omdat anders de Kamer niet voldoende
voorgelicht is.
14.01 Claude Marinower, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik kan
vrij kort zijn. De discussie heeft plaatsgegrepen in een
gemeenschappelijke commissie van Kamer en Senaat. Alle
interveniërende partijen zijn het erover eens dat de gerechtelijke
achterstand die vandaag nog bestaat bij de verschillende hoven van
beroep de verlenging van die maatregel wettigt. Wij hebben ook
allemaal de vurige wens uitgedrukt dat dit de laatste verlenging zou
zijn. Er werd een aantal cijfers naar voren gebracht. In de gegeven
omstandigheden hebben alle fracties zich uitgesproken in het
voordeel van de verlenging. Dit werd dus met eenparigheid van
stemmen aangenomen.
14.01 Claude Marinower,
rapporteur: Toutes les parties
intervenantes devant la
commission mixte de la Chambre
et du Sénat ont estimé, d'un
commun accord, que l'arriéré
judiciaire auprès des cours d'appel
était bien de nature à justifier la
prolongation de la mesure mais on
a fait remarquer que cette
prolongation-ci devait être la
dernière. La proposition a été
adoptée à l'unanimité.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion est close.
De bespreking is gesloten.

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.
Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

Le vote sur la proposition de décision aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel van besluit zal later plaatsvinden.

Collega's, terwijl men de Kamer inbelt ­ als dat werkwoord kan gevonden worden ­, laat ik u reageren op
de wetsvoorstellen.

Mijnheer Annemans, ik heb vanochtend in plaats van het woord "naturalisatie" de "Belgwording" als woord
gebruikt.
14.02 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): (...) Belg wordt.
De voorzitter: Het is eigen aan het Belg worden dat het in België uniek is, natuurlijk.
15 Prise en considération de propositions
15 Inoverwegingneming van voorstellen

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la
prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is
gevraagd.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je
renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als zijnde aangenomen; overeenkomstig het Reglement
worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.

Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.

Je vous propose également de prendre en considération la proposition de loi de Mme Annemie Turtelboom,
M. Hans Bonte et Mmes Pierrette Cahay-André, Maggie De Block, Greta D'hondt et Nahima Lanjri
complétant la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs
salariés par une nouvelle catégorie de véhicules destinés au transport collectif des travailleurs salariés et
non soumis à la cotisation de solidarité (n° 2243/1). Elle est renvoyée à la commission des Affaires
sociales.
Ik stel u ook voor in overweging te nemen het wetsvoorstel van mevrouw Annemie Turtelboom, de heer
Hans Bonte en de dames Pierrette Cahay-André, Maggie De Block, Greta D'hondt en Nahima Lanjri tot
aanvulling van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor
werknemers met een bijkomende categorie van voertuigen voor het collectief vervoer van werknemers
waarvoor geen solidariteitsbijdrage verschuldigd is (nr. 2243/1). Het wordt aanhangig gemaakt bij de
commissie voor de Sociale Zaken.

Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.

Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
Urgentieverzoek
Demande d'urgence
15.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, kunnen
wij voor het voorstel (nr. 2243) de urgentie vragen? Op die manier kan
het volgende week al in de commissie worden besproken.
15.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Je demande l'urgence pour
cette proposition de loi, de
manière à ce qu'elle puisse être
examinée dès la semaine
prochaine en commission.
De voorzitter: Is daartegen bezwaar?
15.02 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, integendeel. Ik
vraag niet alleen dat het voorstel met urgentie in de commissie wordt
besproken, maar ook dat het donderdag, met uw instemming, op de
agenda van de plenaire vergadering zou worden geplaatst.
15.02 Greta D'hondt (CD&V):
Nous n'y voyons aucune objection,
que du contraire. Nous espérons
même pouvoir adopter cette
proposition dès jeudi prochain en
séance plénière.
De voorzitter: Mevrouw D'hondt, ik herhaal het nogmaals voor de
Kamer. De urgentie verandert ten gronde niets, tenzij de opheffing
van de termijnen. Als u dus goed, vlijtig en vlot werkt, kan het voorstel
in voorkomend geval over acht dagen worden besproken en kan er in
voorkomend geval over worden gestemd. Het zal dus afhangen van
de werking in de commissie.
Le président : Cela dépendra de
l'efficacité du travail fourni en
commission, mais l'urgence est
acceptée.
De urgentie wordt bij instemming aangenomen.
L'urgence est adoptée par assentiment.
Votes nominatifs
Naamstemmingen
16 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Frieda Van Themsche over "het
machogedrag van jongeren tegenover vrouwen" (nr. 734)
16 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Frieda Van Themsche sur "le
comportement macho de certains jeunes à l'égard des femmes" (n° 734)

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Volksgezondheid,
het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing van 24 januari 2006.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société du 24 janvier 2006.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 734/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de dames Frieda Van Themsche en Marleen Govaerts
en de heer Koen Bultinck;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Colette Burgeon en Annelies Storms en de heer
Koen T'Sijen.
Deux motions ont été déposées (MOT n
°
734/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mmes Frieda Van Themsche et Marleen Govaerts et
M. Koen Bultinck;
- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Colette Burgeon et Annelies Storms et M. Koen
T'Sijen.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1)
Ja
85
Oui
Nee
44
Non
Onthoudingen
3
Abstentions
Totaal
132
Total

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

(MM. Henry et Monfils font signe qu'ils ont voulu voter oui)
16.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
stemafspraak met mevrouw Verhaert.
16.01 Nathalie Muylle (CD&V):
J'ai pairé avec Mme Inga Verhaert.
16.02 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
heb geen stemafspraak.

Ik merkte dat u een beetje glimlachte bij de formulering van mevrouw
Van Themsche, die niettemin de formulering was van de CD&V-
minister in Brussel. Mevrouw Van Themsche heeft die formulering
"telle quelle" overgenomen.

We betreuren dat CD&V niet met wat meer kracht ook in de federale
Kamer zegt wat ze in Brussel meent te moeten zeggen.
16.02 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Je n'ai pairé avec
personne, mais j'ai vu le président
sourire en écoutant la formulation
de Mme Van Themsche. Je tiens
à souligner que Mme Van
Themsche a repris telle quelle la
formulation du secrétaire d'État
bruxellois du CD&V. Je regrette
donc que le CD&V ne défende pas
à la Chambre le point de vue que
défend son membre du
gouvernement bruxellois.
16.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, j'ai pairé avec M.
Malmendier.
16.03 Joseph Arens (cdH): Ik
heb een stemafspraak met de
heer Malmendier.
17 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:
- de heer Hendrik Bogaert over "de storting van de petroleumsector in december 2005"(nr 765)
- de heer Hagen Goyvaerts over "de aanhoudende onduidelijkheden over de
prefinancieringsovereenkomst met de petroleumsector" (nr 766)
17 Motions déposées en conclusion des interpellations de:
- M. Hendrik Bogaert sur "le versement effectué par le secteur pétrolier en décembre 2005" (n° 765)
- M. Hagen Goyvaerts sur "le flou qui persiste à propos de la convention de préfinancement conclue
avec le secteur pétrolier" (n° 766)

De voorzitter: Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de
Financiën en de Begroting van 24 januari 2006.
Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission des Finances et du Budget
du 24 janvier 2006.

Drie moties werden ingediend (MOT nr. 765/1):
- een eerste motie van wantrouwen tegen de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken werd ingediend door mevrouw Muriel Gerkens en de heren Hendrik Bogaert, Melchior
Wathelet, Pieter De Crem, Carl De Vlies en Patrick De Groote;
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
- een tweede motie van wantrouwen tegen de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken werd ingediend door mevrouw Marleen Govaerts en de heren Hagen Goyvaerts en
Gerolf Annemans;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Marie-Christine Marghem, Annemie Roppe en
Anne-Marie Baeke en door de heren Luk Van Biesen, François-Xavier de Donnea en Bart Tommelein.
Trois motions ont été déposées (MOT n
°
765/1):
- une première motion de méfiance à l'égard de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation a été déposée par Mme Muriel Gerkens et MM. Hendrik Bogaert, Melchior
Wathelet, Pieter De Crem, Carl De Vlies et Patrick De Groote;
- une deuxième motion de méfiance à l'égard de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation a été déposée par Mme Marleen Govaerts et MM. Hagen Goyvaerts et
Gerolf Annemans;
- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Marie-Christine Marghem, Annemie Roppe et Anne-
Marie Baeke et par MM. Luk Van Biesen, François-Xavier de Donnea et Bart Tommelein.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
17.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
wat het verhaal van de financieringsovereenkomst met de
petroleumsector en de geloofwaardigheid van de minister van
Begroting, Freya Van den Bossche betreft, hoeven wij natuurlijk niet
het mes in de wonde te blijven ronddraaien. Ik heb door middel van
een motie van wantrouwen haar ontslag geëist. Het volstaat voor de
rest, denk ik, om eraan toe te voegen dat deze week in het weekblad
Knack het hele verhaal nog eens opnieuw uit de doeken wordt
gedaan. Ik denk dat iedereen weet waarover het gaat.
17.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Je serai bref car il ne faut
pas remuer le couteau dans la
plaie de la vice-première ministre.
Le contrat de financement avec le
secteur pétrolier a
considérablement entaché la
crédibilité de Mme Van den
Bossche. Le magazine
hebdomadaire "Knack" présente
d'ailleurs le dossier de long en
large dans son édition de cette
semaine. Nous exigeons sa
démission.
17.02 Hendrik Bogaert (CD&V): (...) Ik denk dat de feiten
ondertussen voor iedereen meer dan duidelijk zijn.

Zestien keer ondertekend, op elke pagina geparafeerd. Zelf betrokken
bij de onderhandeling. En dan toch het omgekeerde zeggen van wat
ze onderhandeld heeft. Ik denk dat het voor iedereen duidelijk is.

Ook deze week, in de commissievergadering, blijven nog heel wat
vragen openstaan. Tot grote verbazing van alle commissieleden
worden ze gewoon niet beantwoord door de minister van Begroting.
17.02 Hendrik Bogaert (CD&V):
La ministre a signé un contrat pas
moins de seize fois mais a tenu en
commission des propos
exactement opposés aux
dispositions du contrat ! De
nombreuses questions sont par
ailleurs restées sans réponse.
Cette situation est inacceptable.
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2)
Ja
88
Oui
Nee
45
Non
Onthoudingen
2
Abstentions
Totaal
135
Total
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van wantrouwen.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de méfiance sont caduques.
18 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:
- de heer Pieter De Crem over "de tien werven en het actieplan 2006-2007 van de regering" (nr. 764)
- de heer Melchior Wathelet over "het bij de rentree in januari aangekondigde "tien werven"-plan"
(nr. 770)
- de heer Gerolf Annemans over "de werven" (nr. 763)
- de heer Jean-Marc Nollet over "de werven van de regering" (nr. 771)
18 Motions déposées en conclusion des interpellations de:
- M. Pieter De Crem sur "les dix chantiers et le plan d'action 2006-2007 du gouvernement" (n° 764)
- M. Melchior Wathelet sur "la déclaration de rentrée de janvier "les 10 chantiers"" (n° 770)
- M. Gerolf Annemans sur "les chantiers" (n° 763)
- M. Jean-Marc Nollet sur "les chantiers du gouvernement" (n° 771)

Deze interpellaties werden gehouden in de plenumvergadering van 26 januari 2006.
Ces interpellations ont été développées en séance plénière du 26 janvier 2006.

Drie moties werden ingediend (MOT nr. 764/1):
- een eerste motie van wantrouwen tegen de regering werd ingediend door de heren Gerolf Annemans,
Bart Laeremans en Filip De Man;
- een tweede motie van wantrouwen tegen de regering werd ingediend door de heren Pieter De Crem en
Melchior Wathelet;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Thierry Giet, Alfons Borginon, Dirk Van der Maelen,
Koen T'Sijen en Daniel Bacquelaine.
Trois motions ont été déposées (MOT n
°
764/1):
- une première motion de méfiance à l'égard du gouvernement a été déposée par MM. Gerolf Annemans,
Bart Laeremans et Filip De Man;
- une deuxième motion de méfiance à l'égard du gouvernement a été déposée par MM. Pieter De Crem et
Melchior Wathelet;
- une motion pure et simple a été déposée par MM. Thierry Giet, Alfons Borginon, Dirk Van der Maelen,
Koen T'Sijen et Daniel Bacquelaine.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3)
Ja
87
Oui
Nee
45
Non
Onthoudingen
2
Abstentions
Totaal
134
Total

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van wantrouwen.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de méfiance sont caduques.

Ik ken de reden van onthouding. Het gaat om stemafspraken.
19 Wetsontwerp tot wijziging van bepaalde basisregels van de evaluatie van de personeelsleden van
de politiediensten (2009/3)
19 Projet de loi modifiant certaines règles de base de l'évaluation des membres du personnel des
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
services de police (2009/3)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4)
Ja
118
Oui
Nee
0
Non
Onthoudingen
17
Abstentions
Totaal
135
Total

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2009/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Le projet sera transmis au Sénat. (2009/4)

(De heer Pinxten doet teken dat hij ja heeft willen stemmen)
20 Aangehouden amendementen en artikelen van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 juli
1962 betreffende de openbare statistiek en van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een
Rijksregister van de natuurlijke personen (2002/1-6)
20 Amendements et articles réservés du projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1962 relative à la
statistique publique et la loi du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes physiques
(2002/1-6)

Stemming over amendement nr. 9 van Melchior Wathelet op artikel 15.(2002/6)
Vote sur l'amendement n° 9 de Melchior Wathelet à l'article 15.(2002/6)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5)
Ja
24
Oui
Nee
91
Non
Onthoudingen
20
Abstentions
Totaal
135
Total

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 15 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 15 est adopté.

Stemming over amendement nr. 10 van Wathelet op artikel 38.(2002/6)
Vote sur l'amendement n° 10 de Wathelet à l'article 38.(2002/6)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

(Stemming/vote 5)

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 38 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 38 est adopté.
21 Geheel van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare
statistiek en van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
personen (nieuw opschrift) (2002/5)
21 Ensemble du projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1962 relative à la statistique publique et la loi
du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes physiques (nouvel intitulé) (2002/5)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6)
Ja
137
Oui
Nee
0
Non
Onthoudingen
0
Abstentions
Totaal
137
Total

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2002/7)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Le projet sera transmis au Sénat. (2002/7)

Les paireurs ont bien raison. Lorsqu'il y a unanimité, le pairage disparaît puisqu'on ne peut pas se
neutraliser avec quelqu'un qui n'a pas voté potentiellement contre ou pour.
22 Proposition de décision à prendre en application de l'article 106bis, § 1er, alinéa 1er, du Code
judiciaire (2239/2)
22 Voorstel van besluit te nemen met toepassing van artikel 106bis, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk
Wetboek (2239/2)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7)
Ja
135
Oui
Nee
0
Non
Onthoudingen
0
Abstentions
Totaal
135
Total

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de décision. La proposition sera transmise au
gouvernement. (2239/3)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van besluit aan. Het zal aan de regering worden overgezonden.
(2239/3)

Mevrouw Colen en de heer Laeremans hebben "ja" gestemd.
23 Adoption de l'agenda
23 Goedkeuring van de agenda

Nous devons nous prononcer sur le projet d'ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

Pas d'observation? (Non) La proposition est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52

De vergadering is gesloten.
La séance est levée.

De vergadering wordt gesloten om 17.03 uur. Volgende vergadering donderdag 9 februari 2006 om 14.15
uur.
La séance est levée à 17.03 heures. Prochaine séance le jeudi 9 février 2006 à 14.15 heures.





L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 51 PLEN 191 annexe.

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 51 PLEN 191 bijlage.


CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN


Naamstemming - Vote nominatif: 001

Ja
085
Oui


Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Hilde, Collard, Cortois,
Courtois, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Croo, de Donnea, Delizée, De Meyer, Denis, Déom,
De Padt, De Permentier, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric,
Galant, Geerts, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Hove, Jiroflée, Lahaye-Battheu,
Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lano, Lejeune, Maene, Marinower, Massin, Mathot, Meeus,
Michel, Moriau, Muls, Pécriaux, Peeters, Perpète, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman,
Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van der Maelen, Van
Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Vautmans, Versnick

Nee
044
Non


Bogaert, Caslo, Claes Dirk, Cocriamont, Colen, Creyf, De Crem, De Groote, De Man, Depoortere, Deseyn,
Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Genot, Gerkens, Goutry, Govaerts, Goyvaerts, Kelchtermans, Laeremans,
Lanjri, Lavaux, Milquet, Mortelmans, Nagy, Neel, Nollet, Pieters, Schoofs, Schryvers, Sevenhans, Tant,
Tastenhoye, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Vandeurzen, Van Parys,
Van Rompuy, Verhaegen, Wathelet, Wiaux

Onthoudingen
003
Abstentions


Annemans, Arens, Muylle




Naamstemming - Vote nominatif: 002

Ja
088
Oui


Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Hilde, Collard, Cortois,
Courtois, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Croo, de Donnea, Delizée, De Meyer, Denis, Déom,
De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux,
Frédéric, Galant, Geerts, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Jiroflée,
Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lano, Lejeune, Maene, Marinower,
Massin, Mathot, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Muls, Pécriaux, Peeters, Perpète, Roppe, Saudoyer,
Storms, Swennen, Taelman, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
Lanotte, Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Vautmans, Versnick

Nee
045
Non


Annemans, Bogaert, Caslo, Claes Dirk, Cocriamont, Colen, Creyf, De Crem, De Groote, De Man,
Depoortere, Deseyn, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Genot, Gerkens, Goutry, Govaerts, Goyvaerts,
Kelchtermans, Laeremans, Lanjri, Lavaux, Milquet, Mortelmans, Nagy, Neel, Nollet, Pieters, Schoofs,
Schryvers, Sevenhans, Tant, Tastenhoye, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der
Auwera, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen, Wathelet, Wiaux

Onthoudingen
002
Abstentions


Arens, Muylle




Naamstemming - Vote nominatif: 003

Ja
087
Oui


Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Hilde, Collard, Cortois,
Courtois, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Croo, de Donnea, Delizée, De Meyer, Denis, Déom,
De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux,
Frédéric, Galant, Geerts, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Jiroflée,
Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lano, Lejeune, Maene, Marinower,
Massin, Mathot, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Muls, Pécriaux, Perpète, Roppe, Saudoyer, Storms,
Swennen, Taelman, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van
der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Vautmans, Versnick

Nee
045
Non


Annemans, Bogaert, Caslo, Claes Dirk, Cocriamont, Colen, Creyf, De Crem, De Groote, De Man,
Depoortere, Deseyn, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Genot, Gerkens, Goutry, Govaerts, Goyvaerts,
Kelchtermans, Laeremans, Lanjri, Lavaux, Milquet, Mortelmans, Nagy, Neel, Nollet, Pieters, Schoofs,
Schryvers, Sevenhans, Tant, Tastenhoye, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der
Auwera, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen, Wathelet, Wiaux

Onthoudingen
002
Abstentions


Arens, Muylle


CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55

Naamstemming - Vote nominatif: 004

Ja
118
Oui


Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bogaert, Bonte,
Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Dirk,
Claes Hilde, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Crem, De Croo,
de Donnea, De Groote, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Deseyn, Detiège,
Devlies, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant,
Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne, Giet, Goris, Goutry, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove,
Jiroflée, Kelchtermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano,
Lavaux, Lejeune, Maene, Marinower, Massin, Mathot, Meeus, Michel, Milquet, Monfils, Moriau, Muls,
Muylle, Nagy, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Roppe, Saudoyer, Schryvers, Storms, Swennen,
Taelman, Tant, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den
Bergh, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-
Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

Nee
000
Non


Onthoudingen
017
Abstentions


Annemans, Caslo, Cocriamont, Colen, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Govaerts, Goyvaerts,
Laeremans, Mortelmans, Neel, Schoofs, Sevenhans, Tastenhoye, Van den Broeck, Van den Eynde




Naamstemming - Vote nominatif: 005

Ja
024
Oui


Bogaert, Claes Dirk, Creyf, De Crem, De Groote, Deseyn, Devlies, D'hondt, Goutry, Kelchtermans, Lanjri,
Lavaux, Milquet, Pieters, Schryvers, Tant, Van den Bergh, Van der Auwera, Vandeurzen, Van Parys, Van
Rompuy, Verhaegen, Wathelet, Wiaux

Nee
091
Non


Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Hilde, Collard, Cortois,
Courtois, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Croo, de Donnea, Delizée, De Meyer, Denis, Déom,
De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux,
Frédéric, Galant, Geerts, Gerkens, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove,
Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lano, Lejeune, Maene, Marinower,
Massin, Mathot, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Muls, Nagy, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pinxten,
02/02/2006
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van
Campenhout, Vande Lanotte, Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs,
Vautmans, Versnick

Onthoudingen
020
Abstentions


Annemans, Arens, Caslo, Cocriamont, Colen, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Govaerts, Goyvaerts,
Laeremans, Lalieux, Mortelmans, Muylle, Neel, Schoofs, Sevenhans, Tastenhoye, Van den Broeck, Van
den Eynde




Naamstemming - Vote nominatif: 006

Ja
137
Oui


Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bogaert,
Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Caslo, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier,
Claes Dirk, Claes Hilde, Cocriamont, Colen, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue,
De Coene, De Crem, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De
Padt, De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi,
Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne, Giet,
Goris, Goutry, Govaerts, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Jiroflée, Kelchtermans,
Laeremans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lavaux, Lejeune,
Lenssen, Maene, Marinower, Massin, Mathot, Meeus, Michel, Milquet, Monfils, Moriau, Mortelmans, Muls,
Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Schoofs,
Schryvers, Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tastenhoye, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom,
Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der
Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys,
Van Rompuy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

Nee
000
Non


Onthoudingen
000
Abstentions




Naamstemming - Vote nominatif: 007

Ja
135
Oui

Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bogaert,
Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Caslo, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier,
Claes Dirk, Claes Hilde, Cocriamont, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De
Coene, De Crem, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt,
CRIV 51
PLEN 191
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi,
Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne, Giet,
Goris, Goutry, Govaerts, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Jiroflée, Kelchtermans,
Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lavaux, Lejeune, Lenssen,
Maene, Marinower, Massin, Mathot, Meeus, Michel, Milquet, Monfils, Moriau, Mortelmans, Muls, Muylle,
Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Schoofs, Schryvers,
Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tastenhoye, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen,
Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Van
der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy,
Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

Nee
000
Non


Onthoudingen
000
Abstentions