CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 182
CRIV 51 PLEN 182
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
mercredi
woensdag
21-12-2005
21-12-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
PROJETS ET PROPOSITIONS
1
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
1
Projet de loi-programme (2097/1-24)
1
Ontwerp van programmawet (2097/1-24)
1
- Projet de loi spéciale modifiant la matière
imposable visée à l'article 94, 1°, du Code des
Taxes assimilées aux impôts sur les revenus en
ce qui concerne la taxe de mise en circulation
(2099/1-2)
1
- Ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van de
belastbare materie bepaald in artikel 94, 1°, van
het Wetboek van de met de
Inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen
inzake de belasting op de inverkeersstelling
(2099/1-2)
1
- Projet de loi portant des dispositions diverses
(2098/1-28)
1
- Wetsontwerp houdende diverse bepalingen
(2098/1-28)
1
- Proposition de loi modifiant, en ce qui concerne
l'assurance solde restant dû, l'article 145 (4) du
Code des impôts sur les revenus 1992 (2049/1-2)
1
- Wetsvoorstel houdende wijziging van artikel 145
(4) van het Wetboek van de
Inkomstenbelastingen 1992 met betrekking tot de
schuldsaldoverzekering (2049/1-2)
1
Discussion générale
1
Algemene bespreking
2
Orateurs: Miguel Chevalier, rapporteur, Luk
Van Biesen, rapporteur, Annemie Roppe,
rapporteur, Hendrik Bogaert, Jan
Mortelmans, Melchior Wathelet, président
du groupe cdH, Dirk Van der Maelen,
président du groupe sp.a-spirit, Marie-
Christine Marghem, Marleen Govaerts, Eric
Massin, Carl Devlies, Servais
Verherstraeten, Didier Reynders, vice-
premier ministre et ministre des Finances,
Marc Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Miguel Chevalier, rapporteur, Luk
Van Biesen, rapporteur, Annemie Roppe,
rapporteur, Hendrik Bogaert, Jan
Mortelmans, Melchior Wathelet, voorzitter
van de cdH-fractie, Dirk Van der Maelen,
voorzitter van de sp.a-spirit-fractie, Marie-
Christine Marghem, Marleen Govaerts, Eric
Massin, Carl Devlies, Servais
Verherstraeten, Didier Reynders, vice-eerste
minister en minister van Financiën, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ce compte rendu n'a pas d'annexe.
Dit verslag heeft geen bijlage.
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
du
MERCREDI
21
DECEMBRE
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
21
DECEMBER
2005
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.02 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 10.02 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
Ministre du gouvernement fédéral présente lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Sabine Laruelle.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Excusés
Berichten van verhindering
Sophie Pécriaux, Dominique Tilmans, Bruno Van Grootenbrulle, pour raisons de santé / wegens ziekte;
Jean-Claude Maene, Johan Vande Lanotte, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht.
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
01 Projet de loi-programme (2097/1-24)
- Projet de loi spéciale modifiant la matière imposable visée à l'article 94, 1°, du Code des Taxes
assimilées aux impôts sur les revenus en ce qui concerne la taxe de mise en circulation (2099/1-2)
- Projet de loi portant des dispositions diverses (2098/1-28)
- Proposition de loi modifiant, en ce qui concerne l'assurance solde restant dû, l'article 145 (4) du
Code des impôts sur les revenus 1992 (2049/1-2)
01 Ontwerp van programmawet (2097/1-24)
- Ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van de belastbare materie bepaald in artikel 94, 1°, van het
Wetboek van de met de Inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen inzake de belasting op de
inverkeersstelling (2099/1-2)
- Wetsontwerp houdende diverse bepalingen (2098/1-28)
- Wetsvoorstel houdende wijziging van artikel 145 (4) van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen
1992 met betrekking tot de schuldsaldoverzekering (2049/1-2)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Anne-Marie Baeke, Dirk Van der Maelen
Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces projets et proposition de loi. (Assentiment)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze wetsontwerpen en dit wetsvoorstel te wijden. (Instemming)
Nous allons essayer de terminer à 19 heures et même un peu plus tôt, comme décidé hier avec le
consensus tant des chefs de groupe que de l'ensemble de notre Maison.
Discussion générale
Algemene bespreking
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw van Gool en mevrouw Lalieux hebben gevraagd om te verwijzen naar het schriftelijk verslag.
Mijnheer Chevalier, verwijst u naar uw schriftelijk verslag?
01.01 Miguel Chevalier, rapporteur: Ja, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter: De heer Casaer heeft mij gisteren al gezegd dat hij naar zijn schriftelijk verslag verwijst.
Mmes Galant et Pécriaux renvoient à leur rapport écrit.
De heer Van Biesen heeft het woord voor zijn verslag.
01.02 Luk Van Biesen, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega's,
de meeste collega's herinneren zich dat we vorig jaar bij de
bespreking van de programmawet, toen ik ook rapporteur was, vrij
uitvoerig de beraadslaging en de artikelsgewijze bespreking naar
voren hebben gebracht.
Als voetnoot werd toen duidelijk gesteld dat de werkwijze waarop een
programmawet in de commissies erdoor gejaagd werd, niet meer van
deze tijd was.
Dit jaar blijkt dat de programmawet zoals ze in de commissie voor de
Financiën en Begroting is behandeld, de democratische rechten van
de kamerleden en de beraadslaging ernstig in het gedrang brengt.
Heel vaak werden we geconfronteerd met mondelinge toelichtingen
van de minister bij teksten die we pas later hebben ontvangen en die
we bij ontvangst bijna onmiddellijk binnen de luttele seconden
moesten bespreken en goed- of afkeuren.
We wensen tegen die gang van zaken te protesteren, mijnheer de
kamervoorzitter. Dat kan niet langer door de beugel. Een regering die
de Kamer respecteert en een Kamer die zichzelf respecteert, is een
Kamer zonder programmawet.
Bij wijze van protest verwijs ik daarom naar het schriftelijk verslag.
01.02 Luk Van Biesen,
rapporteur: L'an dernier, nous
avions mené au sein de cette
assemblée une discussion
détaillée, article par article, aux
termes de laquelle des
observations avaient été
formulées sur le recours abusif à
l'instrument de la loi-programme.
Cette année, les droits
démocratiques des parlementaires
et les délibérations ont été une
nouvelle fois gravement menacés.
Le ministre nous a fourni des
explications orales alors que nous
n'avions même pas reçu les
textes. Ceux-ci ne nous sont
parvenus qu'ultérieurement et
nous avons dû rendre notre avis
dans des délais très courts. Je me
réfère dès lors au rapport écrit
pour protester contre cette façon
de procéder.
De voorzitter: Een aantal gegevens kan ik delen.
01.03 Annemie Roppe, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik zou
nog even willen terugkomen op de verslaggeving zelf. Ik wil me graag
aansluiten bij de andere verslaggever en ondersteunen wat hij gezegd
heeft. Een andere reden waarom wij verwijzen naar het verslag was
dat we onder elkaar niet konden uitmaken wie welk gedeelte zou
behandelen. Daar de diensten, zoals we het gewoon zijn, schitterend
het verslag hebben opgesteld, kunnen we daar gerust naar verwijzen.
Op de banken hebben wij het verslag gevonden van de bespreking
die eergisterennamiddag in onze commissie heeft plaatsgevonden. In
laatste instantie werden daar door de regering twee amendementen
ingediend, waarover ik toch even kort verslag zou willen uitbrengen,
juist omwille van het feit dat deze bespreking maar eergisteren heeft
plaatsgevonden.
01.03 Annemie Roppe,
rapporteur: Je me rallie au
précédent rapporteur. Une autre
raison pour laquelle nous nous
référons au rapport écrit est le fait
que nous ne soyons pas parvenus
à décider comment répartir le
commentaire des différentes
parties.
Nous venons de trouver sur les
bancs le rapport de la réunion
d'avant-hier après-midi, dans
lequel le gouvernement a déposé
deux amendements, que
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Een eerste amendement van de regering had tot doel een vroeger
goedgekeurd amendement dat ingediend werd door verscheidene
collega's van de meerderheid gedeeltelijk in te trekken. De regering
was de mening toegedaan dat het vroeger goedgekeurde
amendement te ver ging, in die zin dat bepaalde gemeenschappelijke
beleggingsfondsen want daarover ging het zouden vrijgesteld
worden van belastingen, terwijl het oorspronkelijke amendement
enkel de bedoeling had een dubbele belasting te vermijden.
Een tweede amendement van de regering betrof het weglaten van
een einddatum die voor enkele bepalingen niet was bedoeld. In de
bespreking die hierop volgde, verklaarde collega Tommelein zich
akkoord met de amendementen en verklaarde college Devlies zich
gekant tegen de amendementen, terwijl uw dienaar Roppe opnieuw
het kunst- en vliegwerk hekelde dat aan de taxeringsmaatregel van
ICB's voorafging.
ik had ook vragen omtrent de motivering van het eerste amendement
en de eventuele discriminaties bij de taxering van de
beleggingsinstellingen. Nadat de minister de nodige technische
toelichting had laten geven door zijn medewerker en zich bereid
verklaarde om wetgevende initiatieven voor het wegvallen van
discriminaties te willen steunen, werden de amendementen
aangenomen met 9 stemmen voor en 5 stemmen tegen. Tot zover
mijn verslag, meer bepaald over de vergadering van
maandagnamiddag.
j'aimerais encore commenter
maintenant.
Par le premier, un amendement de
la majorité approuvé
précédemment est partiellement
retiré parce que certains fonds
communs de placement seraient
ainsi exonérés d'impôts, alors que
le seul objectif était d'éviter la
double imposition. Le deuxième
amendement annulait une date
butoir qui ne concernait pas
certaines dispositions. M.
Tommelein s'est déclaré d'accord
avec les amendements, alors que
M. Devlies y était opposé et que je
fustigeais quant à moi les artifices
qui ont précédé la mesure de
taxation des OPC. Le ministre a
chargé un collaborateur de donner
un commentaire technique.
Les amendements ont été
approuvés par neuf voix contre
cinq.
De voorzitter: Mevrouw Roppe, er is een mondeling verslag te
geven, maar ik weet wel dat al deze ontwerpen met de
hoogdringendheid zijn behept. Dat brengt met zich mee dat alleen
maar de termijnen worden ingekort. Ik wil de Kamer er nogmaals aan
herinneren dat de hoogdringendheid nooit het schriftelijk of mondeling
verslag in het gedrang brengt. Het zijn alleen maar de termijnen die
het een van het ander in de normale werkwijze scheiden en die
kunnen worden ingekort.
Mevrouw Dierickx verwijst ook naar haar mondeling verslag.
Mijnheer Bogaert, ik geef u het woord. Ik denk dat u tussenbeide wou
komen op bemerkingen van de heer Van Biesen.
Le président: L'urgence n'a de
conséquences que sur les délais.
01.04 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wou even
ondersteuning geven aan de goede collega's Van Biesen en Roppe.
Ik sluit mij aan bij de woorden die ze gebruikten, namelijk dat de
democratische rechten ernstig in het gedrang zijn gekomen. Ik had
graag dat u maatregelen zou nemen. Ik kan ook getuigen dat de
toestand heel erg is geweest bij de bespreking van deze wet. Dat is
onaanvaardbaar.
01.04 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je soutiens mes collègues Van
Biesen et Roppe. Les droits
démocratiques sont en effet
gravement menacés.
De voorzitter: Ik deel uw mening.
Le président: Je me rallie à cet
avis.
01.05 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
sluit mij daar namens onze fractie bij aan.
01.05 Jan Mortelmans (Vlaams
Belang): Je me rallie à cet avis au
nom de mon groupe.
De voorzitter: Ik zal even schetsen hoe de zaken in de tijd zijn
geëvolueerd. In het begin had men begrotingen en bij die begrotingen
Le président: Par le passé, on
ajoutait au budget ce qu'on
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
voegde men wat men noemde - voor mij een beetje gênant, eerlijk
gezegd - een "cavalier budgétaire". Dat was een wettekst waarover
men samen met de begroting liet stemmen.
Als men daaraan meerdere artikelen toevoegt, zijn dat wetten.
Ongeveer twintig jaar geleden is men van deze gewoonte afgestapt
en heeft men aparte wetten gemaakt die de begroting moesten
uitvoeren. Die konden in twee grote onderdelen worden opgesplitst:
sociale en financiële schikkingen. Daarna is men gekomen tot een
programmawet die tot doel had de uitvoering van de begroting
mogelijk te maken. Ook dat denatureerde een beetje ik vind er geen
ander woord voor in die zin dat er heel veel zaken werden in
opgenomen die er weinig en soms niets mee te maken hadden.
appelait un "cavalier budgétaire",
qui était voté en même temps que
le budget. Cette pratique a été
abolie il y a vingt ans environ et
des lois distinctes ont été
élaborées qui contenaient des
dispositions sociales et financières
destinées à la mise en oeuvre du
budget. Ensuite, il y a eu la loi-
programme, dont la vocation était
aussi de permettre l'exécution du
budget. L'ajout à la loi-programme
de toute une série de choses
parfois sans lien direct voire sans
aucun lien même avec le budget a
cependant dénaturé cette
dernière.
Il y a aussi une proposition de M. Tant et d'autres collègues. Nous
avons très récemment scindé les deux pour remettre les choses en
place, faisant ainsi de la loi-programme une loi d'exécution du budget.
C'est un peu étonnant, parce que cette loi elle-même concerne le
budget. Et le reste consistera en ce que j'appelle une loi-mosaïque.
Mais je dois dire, et je le ferai très simplement et avec mesure, que je
regrette que, dans des dispositions de lois-programmes - un peu
moins maintenant, puisqu'elles sont reliées davantage au budget - et
dans des lois-mosaïques, pas mal de ministres accrochent un petit
wagon au train qui traverse nos deux Chambres.
Op voorstel van de heer Tant cs
hebben we onlangs de twee
materies opgesplitst opdat de
programmawet een wet ter
uitvoering van de begroting zou
blijven en de overige bepalingen in
een zogenaamde "mozaïekwet"
zouden kunnen worden
opgenomen. Ik betreur echter dat
een aantal ministers hun
wagonnetjes aan deze trein van
wetsontwerpen koppelen.
Dat is volgens mij een zwakheid voor sommige aangelegenheden. Op
den duur zou men kunnen zeggen dat men de BOM ook in een
programmawet of in een wet houdende diverse bepalingen zou
kunnen opnemen. Wij zouden dat niet aanvaarden, mijnheer Van
Parys, dat weet ik ook wel. Ik wil het nu echter een beetje in de verf
zetten. Ik blijf erop aandringen dat het niet zou gebeuren in
programmawetten of wetten houdende diverse bepalingen wanneer
het niet nodig is. Ik zal daarover een woordje uitleg geven. Ministers
moeten mans en "vrouws" genoeg zijn om via de bevoegde
commissie hun werk te doen. Als het dringend is, dan vraagt men
maar dat men dat dringend behandelt.
C'est une faiblesse. Dans ces
conditions, on pourrait également
essayer de régler les méthodes
particulières de recherche par la
voie d'une loi-programme. Les
ministres devraient être
suffisamment sûrs de leur fait pour
s'acquitter de leur tâche en
commission au lieu de faire
adopter des mesures par le biais
d'une loi-programme.
Une autre considération est, selon moi, beaucoup plus importante
pour expliquer ceci. Avant 1995, lorsque le Sénat et la Chambre
avaient des compétences égales, nombre de compromis politiques
dans le sens "honorable" du terme se faisaient comme suit: on
votait une loi au Sénat et l'autre à la Chambre, et l'échange des deux
Chambres permettait le confort de l'accord politique entre majorités.
Dat wordt voornamelijk verklaard
door de praktijk die vóór 1995
gangbaar was. Toen beschikten
de Kamer en de Senaat over
identieke bevoegdheden: elke
assemblee keurde een
wetsontwerp goed dat vervolgens
naar de andere werd verzonden.
Door die wisselwerking tussen de
Senaat en de Kamer kon de
politieke overeenstemming binnen
de meerderheid nog versterkt
worden.
Ik heb die periode goed gekend. Vandaag is de Senaat, door de Aujourd'hui, le bicaméralisme est
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
hervorming van de Grondwet, minder bevoegd geworden. Zij kan wel
een aantal wetten evoceren, maar het verplichte bicameralisme is in
zekere zin ingeperkt. Het gevolg daarvan is dat de noodzakelijke
compromissen binnen de meerderheid gewoonlijk in een wet
gebeuren, dans un seul train. Dat is in feite de oorzaak van de
"denaturatie" van de programmawet. Wij moeten daar heel rustig
maar op een correcte wijze paal en perk aan stellen. Dat heeft niets te
maken met meerderheid en oppositie, want die rol draait in ons
systeem, gelukkig maar, om de zoveel tijd om.
Ik ben niet gechoqueerd door de opmerkingen van de heren Van
Biesen en Bogaert, mevrouw Roppe en de collega's van het VB, ver
daarvan. Ik zeg nogmaals hier - daarom is het ook geacteerd, anders
zou ik er niet zoveel tijd aan besteden - dat ik soms ook de eerste
minister begrijp die mij zegt dat sommige collega's hem een en ander
vragen. Het komt mij voor dat hij soms reticent is over die manier van
handelen. De regering is echter een grote boot waarvan de kapitein
rekening moet houden met alle officieren die de boot bevrouwen of
bemannen.
Ik wou dat duidelijk zeggen bij het begin van onze discussie.
bridé et le Sénat possède moins
de compétences. La tendance
actuelle est de tendre vers un
compromis dans le cadre d'une
seule et même loi.
Il convient de mettre un terme à la
situation qui est dénoncée ici et de
la régler dans la sérénité et
adéquatement.
01.06 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik ben
inderdaad blij met de vaststelling die u maakt en ook met de
achtergrond die u heeft geschetst. Ik kan alleen maar de intenties, die
u terzake heeft geuit, onderschrijven.
Ik zou toch nog even willen wijzen op het feit ik denk dat collega
Van Biesen het ook daarover had op de wijze waarop wij in de
commissie werden geconfronteerd met bepaalde teksten. U hebt
enerzijds volledig gelijk over de inhoud van de programmawet en de
wet houdende diverse bepalingen. Er valt daarop heel wat
commentaar te geven. Anderzijds wilden wij toch ook even de
werkwijze zelf te snel en onvoorbereid werken aanklagen.
01.06 Annemie Roppe (sp.a-
spirit): Je me félicite du constat fait
par le président. Je tiens toutefois
à souligner que nous dénonçons
aussi la méthodologie qui a cours
dans les commissions, où nous
sommes souvent contraints, en
effet, de travailler dans la
précipitation et sans avoir pu nous
préparer suffisamment.
De voorzitter: Ik denk dat daarover een consensus bestaat.
Nous avons convenu que les premières interventions seraient d'ordre
général. Je crois que M. Wathelet s'intéresse également à la partie
Finances de la loi-programme.
Monsieur Wathelet, en attendant l'arrivée imminente de M. Reynders,
je vous laisse commencer.
Chers collègues, tenons-nous en tous à notre accord intervenu hier
soir.
Le président: Nous sommes tous
d'accord à ce propos.
01.07 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, en cette
période, il est opportun de faire le bilan de l'année et plus
particulièrement du dernier trimestre.
Nous avons connu une rentrée plus tardive que prévu. En effet, le
Règlement de la Chambre prévoit que la rentrée parlementaire a lieu
en septembre et nous ne sommes rentrés qu'en octobre, pour
entendre le discours de politique générale du premier ministre.
J'ai évidemment relu le discours que j'avais fait en octobre. Je
pourrais le reprendre à peu près tel quel. Il est vrai que j'avais émis
01.07 Melchior Wathelet (cdH):
Volgens het reglement van de
Kamer begint het parlementair jaar
in september, maar het is pas in
oktober van start gegaan en het
betoog dat ik toen hield is nog
steeds actueel. Dat waarvoor ik
vreesde, is bewaarheid geworden.
De belasting op beveks en de
nieuwe regularisatie werden slecht
voorbereid en de begroting werd
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
certaines questions concernant, d'une part, la préparation de la
nouvelle taxation des sicavs et de la nouvelle régularisation de la DLU
et, d'autre part, le budget. Je demandais si celui-ci était correct ou si,
une nouvelle fois, il était truffé de trucs, de ficelles et d'opérations
"one shot". Toutes ces questions ont reçu une réponse aujourd'hui.
Malheureusement, toutes ces réponses vont dans le même sens,
dans le mauvais sens et mes craintes se confirment!
La taxation des sicavs, la procédure de régularisation, les procédures
"one shot" ont été fabriquées sur un coin de table, en fin de
négociations, le 11 octobre. Il a fallu trouver ces 800 derniers millions
au dernier moment! Ces opérations n'étaient absolument pas
préparées. Aujourd'hui, nous le savons et nous ne pouvons que
constater le mauvais signal donné à la population.
Je voudrais revenir sur le budget. Il est vrai que nous en avons
discuté la semaine dernière mais, entre-temps, un élément
extrêmement important est intervenu, à savoir l'audition de la Cour
des comptes, qui a eu lieu avant-hier dans l'enceinte de cette
Chambre. Cette audition est venue confirmer l'ensemble de nos
craintes.
Ce sont, une nouvelle fois, ces opérations "one shot": la reprise du
fonds de pension Belgacom en 2003, BIAC et Belgocontrol en 2004 et
la SNCB et le port d'Anvers en 2005. De plus, pour la SNCB, il n'y a
pas de fonds de pension mais simplement des obligations reprises
par l'Etat, avec une rentrée pour cette année, une opération blanche
pour 2006 et un paiement pour 2007.
La vente des bâtiments est estimée à environ 560 millions. Cela fait
une rentrée pour cette année mais, à nouveau, on s'engage pour le
futur.
La Cour des comptes nous a expliqué lundi en commission des
Finances que le fédéral refuse d'honorer certaines créances avec,
comme conséquence, des intérêts qui deviennent supérieurs aux
montants dus, ce qui est inadmissible. Pourquoi est-ce inadmissible?
Parce qu'on hypothèque le futur! Je peux comprendre que cela
engendre des rentrées, que cela enjolive un budget certainement
pour 2005 mais en même temps ce sont des créances qu'il va falloir
honorer dans le futur, avec des conséquences extrêmement
dommageables pour notre Etat fédéral quand on sait que l'intérêt
devient supérieur au montant de la créance. D'autant plus que les
défis que nous connaissons aujourd'hui ne sont rien par rapport aux
défis que nous connaîtrons demain: le vieillissement, la diminution de
la dette, l'emploi, la liaison au bien-être des allocations pour les
indépendants et les employés. Il est vrai que cette question de liaison
au bien-être, qui semble faire l'objet d'un consensus, est postposée
mais il faudra s'y attaquer.
Les opérations "one shot" qu'on retrouve à nouveau dans ce budget
ne nous laissent pas présager que les défis de demain pourront être
relevés.
En ce qui concerne la gouvernance relative à ce budget, je relèverai
le non-renouvellement des mandats au sein du Conseil supérieur des
Finances et la manière dont la Cour des comptes a été traitée.
weer eens vervalst door "one
shot"-procedures die de toekomst
op het spel zetten: NMBS, haven
van Antwerpen en verkoop van
gebouwen in 2005.
De federale overheid weigert
sommige schuldvorderingen te
betalen waarvan de intresten
volgens het Rekenhof soms hoger
liggen dan de bedragen die
verschuldigd zijn. De huidige
uitdagingen stellen echter maar
weinig voor in vergelijking met die
van morgen: vergrijzing,
oplopende schuldenlast en
welvaartvastheid van de
uitkeringen voor de zelfstandigen
en de bedienden.
De mandaten in de Hoge Raad
van Financiën werden niet
vernieuwd en men weigert aan het
Rekenhof de nadere inlichtingen te
verstrekken die die instelling over
de belasting op de beveks vraagt.
Het Generatiepact heeft echter
voor een echte breuklijn tussen de
regering en de sociale partners
gezorgd. Dat pact speelt immers
niet in op de echte uitdagingen
zoals de welvaartvastheid van de
uitkeringen, de tewerkstelling van
laaggeschoolden, de
gelijkschakeling van de jaren voor
vrouwen met onvolledige
loopbanen en de
werkloosheidsvallen.
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
La Cour des comptes, cet organe indépendant chargé de vérifier si
effectivement toutes ces questions budgétaires ont été menées d'une
manière correcte et si l'ensemble des informations a été mis à sa
disposition, se voit refuser des éclaircissements sur des données
fondamentales à propos de la taxation des sicavs.
Je voudrais maintenant revenir sur le Pacte de solidarité entre les
générations dont nous avons parlé la semaine passée. Ce pacte sera-
t-il suffisant? Non, parce qu'il n'a pas répondu aux vraies questions de
liaison au bien-être. Il n'a pas axé l'ensemble des montants sur les
personnes qui en ont le plus besoin, sur les moins qualifiées, avec
des répercussions au niveau de l'emploi. Il n'a pas finalisé
l'assimilation des années pour les femmes qui ont des carrières
incomplètes.
Toutes ces questions relatives aux pièges à l'emploi n'ont pas trouvé
réponse.
Pourtant, les défis de demain n'auront rien à voir avec les défis
d'aujourd'hui: le vieillissement la compétitivité, les objectifs à atteindre
absolument en matière d'emploi seront encore plus cruciaux demain.
Le Pacte ne répond pas à ces défis.
En revanche, le Pacte a entraîné des difficultés au niveau des
discussions entre le gouvernement et les partenaires sociaux. Il y a
donc un risque de cassure, sans véritable avancée pour demain, face
à des enjeux encore plus considérables dans le futur.
J'en viens à la loi-programme et à la loi portant des dispositions
diverses.
Monsieur le président, je vous remercie d'avoir parlé de manière
imagée de trains et de wagons tout à l'heure.
Le président: Je n'ai pas parlé de locomotives. Je fus longtemps en poste aux Communications, alors que
M. Reynders était président de la SNCB; nous sommes donc experts en la matière.
01.08 Melchior Wathelet (cdH): Er was ook iemand anders bekend
als de locomotief, neen?
De voorzitter: Ja, de gids is ervaren, de weg is lang.
01.09 Melchior Wathelet (cdH): Cette nouvelle loi-programme et
cette loi portant des dispositions diverses deviennent de plus en plus
épaisses: ces trains entraînent de plus en plus de wagons.
On y remarque cependant beaucoup de retours en arrière. La
question de l'insaisissabilité, la question des amendes pour le dépôt
des comptes annuels en retard ne sont que des retours en arrière
pour des éléments déjà votés dans le cadre de lois-programmes ou
de lois portant dispositions diverses antérieures. Notre parlement
manque de véritables projets, des projets indépendants de ces lois
particulières.
Pourquoi? Parce que les projets dont nous discutons, qui revêtent
une certaine importance comme la législation relative à l'énergie,
discutée en commission de l'Economie, nous sont imposés par
l'Europe. Hier, nous avons eu une discussion nécessaire sur les
01.09 Melchior Wathelet (cdH):
Aan het ontwerp van
programmawet en het
wetsontwerp houdende diverse
bepalingen, waarin we volgens
afspraak uitsluitend omzettingen in
Belgisch recht van
begrotingsbepalingen zouden
opnemen, heeft men eens te meer
een aantal nieuwe wagons
vastgehaakt, die evenveel stappen
betekenen. Het Parlement
formuleert zelf geen voorstellen,
maar ondergaat wat de
buitenwereld oplegt. Ik denk
bijvoorbeeld aan de wetgeving met
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
mesures particulières de recherche (MPR): elles nous sont imposées
par la Cour d'arbitrage. À chaque fois, des instances extérieures nous
imposent l'ensemble des dispositions que nous prenons. Un dernier
exemple: le mandat d'arrêt européen qui constitue une réforme
importante, mais une fois encore imposée par l'Europe.
On a tenté d'accrocher des wagons à ces trains que sont cette loi-
programme et de cette loi portant des dispositions diverses, alors qu'il
avait été convenu d'implémenter strictement en droit belge les notions
budgétaires de ces lois, sans sortir du cadre défini.
Je voudrais en évoquer deux chapitres plus particuliers: l'Économie et
les Finances, ainsi que l'Energie.
D'abord, la suppression des amendes pour dépôt tardif de comptes
annuels.
Nous avons souligné, à de nombreuses reprises, l'aberration de cette
sanction. J'ai posé de multiples questions à ce sujet.
Heureusement, aujourd'hui, le gouvernement se rend compte que
cette sanction est totalement inappropriée et il revient sur ce qu'il a
voté auparavant. Pour ce faire, il a réellement fallu que le secteur des
petites et moyennes entreprises se soulève contre cette amende tout
à fait disproportionnée et injustifiée.
Le gouvernement, en revenant sur sa décision, admet que la mesure
était aberrante. Pourquoi, dès lors, n'agit-il pas rétroactivement
jusqu'au moment de la création même de cette amende? Cela signifie
qu'entre 2003 et 2005, tous ceux qui auront déposé des comptes de
manière tardive seront sanctionnés par le biais d'une amende
aberrante que l'on supprime aujourd'hui. Pourquoi ne pas avoir
assumé le caractère aberrant de cette mesure jusqu'au bout, avec un
effet rétroactif jusque 2003?
En ce qui concerne la taxation des sicavs, la Cour d'arbitrage et un
certain nombre d'articles de presse que nous avons pu lire à ce sujet
parlent de méga-cafouillage; la base imposable même de cette
taxation des sicavs a changé.
Le 13 octobre 2005, on pouvait lire dans la presse que cette taxation
se rapportait uniquement aux intérêts produits par la part obligataire
de la sicav. Le 14 octobre 2005, on lisait que la taxation s'appliquait
sur l'entièreté de la sicav. Le 15 octobre 2005, on revenait à ce qui
avait été dit le 13. Ensuite, un accord a eu lieu, précisant que seule la
partie obligataire de la sicav serait taxée mais qu'il serait possible de
revenir sur la plus-value, alors que le Conseil d'Etat avait souligné le
caractère totalement anticonstitutionnel de cette insécurité juridique
dans le cadre de la taxation des sicavs.
Ces négociations ont eu pour seule conséquence une augmentation
des taxes sur les opérations boursières de 0,5% à 1,1%. Il y a une
impréparation manifeste; de plus, la mesure est totalement injustifiée.
On nous dit que le capital sera taxé, non! Ce sont les petits
épargnants qui seront taxés, c'est-à-dire un million de personnes qui
possèdent des sicavs et qui n'ont pas les moyens d'investir dans du
capital à risque.
betrekking tot de energie, die ons
opgelegd wordt door Europa of de
tekst betreffende de bijzondere
onderzoeksmethoden die we
gisteren goedkeurden, en die
ingegeven was door een uitspraak
van het Arbitragehof.
Toen de regering de boetes op
laattijdig indienen van de
jaarrekening afschafte, besefte ze
dat die maatregel onverantwoord
en bovenmaats was; ze had die
maatregel echter met
terugwerkende kracht tot op het
moment waarop hij werd
ingevoerd moeten ongedaan
maken.
De belasting op de beveks heeft
tot grote verwarring geleid omdat
de belastbare basis zelf is
gewijzigd. Dagelijks verschenen
andere berichten in de pers. De
onderhandelingen hebben alleen
maar geleid tot een verhoging van
de belasting op beursverrichtingen
van 0,5 tot 1,1 procent.
Die onverdedigbare belasting straft
onterecht de kleine spaarders die
bijdragen tot de welvaart van de
staat. De Raad van State heeft
gewezen op het ongrondwettelijk
karakter van deze bepaling,
waarvan niet kan worden beweerd
dat ze door Europa werd
opgelegd.
De belasting op de beveks is
gekoppeld aan de nieuwe
regularisatie die door de
socialisten werd aanvaard. In 2005
komt men terug op de
verbintenissen van de eerste EBA.
Men regulariseert alle bedragen
zonder de personen te straffen die
hun belasting niet hebben betaald.
Men belast daarentegen wel de
mensen die via hun
kapitalisatiebeveks tot de welvaart
van de Staat hebben bijgedragen.
Inzake energie geeft men
verscheidene middelen een
andere bestemming. Zo is niet de
Koning, maar de wetgever
bevoegd voor het stookoliefonds
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Je vous rappelle que 60% d'une sicav de capitalisation correspond à
du capital à risque, qui peut être constitué d'actions, et que 40%
correspond à des obligations. Nous allons donc imposer à ces
personnes de changer leur mode d'investissement alors que celles-ci
n'ont souvent pas les moyens ni le portefeuille pour se permettre
d'investir dans ce capital à risque.
J'ai également entendu dire que c'était l'Europe et la directive sur
l'épargne qui nous imposaient de taxer ces sicavs, c'est faux!
Aujourd'hui, nous sommes d'accord pour dire que l'Europe ne le
demandait absolument pas!
Le Conseil d'Etat a également relevé le caractère totalement
discriminatoire et anticonstitutionnel de cette taxation des sicavs. La
seule conclusion que nous pouvons tirer aujourd'hui, c'est que nous
ne comprenons pas l'entêtement du gouvernement. Cette taxation
des sicavs est inopportune et ne se justifie pas, elle est
anticonstitutionnelle. Pourquoi vouloir la maintenir? Le gouvernement
belge veut-il être le premier à taxer les plus-values? Peut-être est-ce
sa volonté?
Mais je ne comprends pas cette obstination à vouloir absolument
taxer les sicavs, d'autant plus que cette taxation des sicavs est
éminemment liée à cette nouvelle régularisation que les socialistes
ont acceptée purement et simplement. En 2003, ils disaient à cette
tribune accepter la DLU, tout en mettant en garde ceux qui n'y
participeraient pas et en les menaçant d'un accroissement d'impôt de
100% en 2004 et 2005: "Si vous ne prenez pas ce train-ci, vous serez
effectivement taxés. Vous serez amendés: 100% d'accroissement
d'impôt".
Que se passe-t-il en 2005? On revient à l'ensemble des engagements
relatifs à la première DLU. On régularise l'ensemble des montants,
sans accepter ne fût-ce qu'un minimum de sanctions pour ces
personnes qui n'ont pas payé leurs impôts. Et tous ceux qui ont
contribué à la prospérité de l'Etat en investissant dans des sicavs de
capitalisation ou d'autres produits, comme l'assurance vie, se voient
taxés, alors que ceux qui n'ont pas contribué à la prospérité de l'Etat,
qui n'ont pas saisi la précédente DLU que nous avions également
critiquée, ceux-là sont régularisés. Quel message donnons-nous à
l'investisseur belge?
En matière d'énergie, les repères sont une fois de plus ébranlés. En
effet, dans de nombreux exemples que je vais citer, on utilise des
véhicules, des institutions à une autre fin que celle pour laquelle ils
avaient été créés. C'est inadmissible! En ce qui concerne le fonds
social mazout, on demande au Roi de gérer l'ensemble des
possibilités de contribution du secteur pétrolier à ce fonds, alors que
cette matière ne peut relever de la compétence du gouvernement.
Elle ne peut relever que de la compétence du législateur, parce qu'il
s'agit effectivement d'un impôt.
En ce qui concerne Fapetro, qui a été créé et alimenté par le secteur
pétrolier en vue de contrôler la qualité des produits pétroliers, il va à
présent devoir adhérer à l'Apetra, alors que Fapetro ne devait
absolument pas être créé pour contribuer à la gestion des stocks.
Une nouvelle mission de Fapetro est effectivement de veiller à la
qualité des produits biocarburants. Très bien. S'agissant de la qualité
vermits het om een belasting gaat.
Men zal Fapetro gebruiken om via
Apetra mee de voorraden te
beheren. Maar de bedragen die de
oliesector stort om de voorraden
mee te beheren mogen daarvoor
niet worden gebruikt omdat dit niet
tot de opdrachten van Fapetro
behoort.
Er werd meermaals naar de
programmaovereenkomst ver-
wezen. Vandaag wordt die met
zeven (op een totaal van 800)
grote aardoliemaatschappijen
afgesloten, die 75 procent van de
omzet vertegenwoordigen, wat als
een discriminatie kan overkomen.
Nu wil men het over een andere
boeg gooien en aan alle bedrijven
van de sector een programma-
overeenkomst opleggen op
voorwaarde dat 60 procent van de
bedrijven daarmee akkoord gaat.
Het is echter mogelijk dat 80
procent van de omzet niet
vertegenwoordigd zou zijn in die
60 procent. Daarom hebben we
voorgesteld een dubbele
meerderheid te hanteren: 60
procent van de omzet en 60
procent van het aantal bedrijven,
om op de steun van de
aardoliesector voor die
programmaovereenkomst te
kunnen rekenen.
Wat de verspreide betaling van de
facturen betreft, wordt geen enkele
verplichting opgelegd. Ze gebeurt
op vrijwillige basis door de
distributeurs in een straal van 25
kilometer. Een en ander gaat
lijnrecht in tegen eerdere
verklaringen in dat verband en
tegen de programma-
overeenkomst. Er gaapt een kloof
tussen de beloften en de eigenlijke
maatregel.
Is het energiebesparingsfonds wel
een exclusieve bevoegdheid van
de federale Staat? De regering
voelde zelf aan dat er een
probleem was en verklaarde dat
een akkoord zou worden
afgesloten met de Gewesten,
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
des produits pétroliers, cela correspond à sa mission, mais utiliser les
montants investis par le secteur pétrolier pour participer à la gestion
des stocks, c'est absolument hors de l'objet pour lequel Fapetro a été
créé.
Le contrat-programme a été évoqué à de nombreuses reprises en
commission. Aujourd'hui, il existe une discrimination à ce niveau.
Pourquoi? Parce que le contrat-programme se conclut avec les sept
grandes entreprises membres de la fédération pétrolière sur les 800
entreprises actives dans le secteur pétrolier, mais ces sept
entreprises représentent 75% du chiffre d'affaires. Certes, un accord
conclu avec sept entreprises qui représentent 75% de parts de
marché peut paraître discriminatoire par rapport à l'ensemble des
autres entreprises actives dans le secteur, qui sont bien plus
nombreuses, mais qui représentent moins de parts de marché.
Aujourd'hui, on renverse la vapeur. En effet, un contrat-programme
qui doit être conclu alors qu'il n'y a pas de consensus au sein des
entreprises actives dans le secteur pétrolier, peut leur être imposé si
60% d'entre elles sont d'accord. Autrement dit, on pourrait avoir un
contrat-programme qui s'applique à toutes les entreprises en matière
pétrolière alors que plus de 80% du chiffre d'affaires ne serait pas
représenté dans cette majorité de 60%. C'est la raison pour laquelle
nous avions proposé une alternative visant prévoir une double
majorité: 60% du chiffre d'affaires et 60% du nombre d'entreprises, ce
afin d'avoir un consensus et donc l'adhésion du secteur pétrolier pour
mettre en vigueur ce contrat-programme.
En ce qui concerne le paiement échelonné des factures, il n'y a
absolument aucune contrainte. C'est sur base volontaire que ce
paiement doit être proposé par les distributeurs dans un rayon de 25
kilomètres. C'est totalement contraire aux déclarations de septembre
ou d'octobre qui envisageaient ce paiement échelonné de manière
contraignante. Ce n'est absolument pas ce qui est prévu dans ce
contrat-programme. La différence entre les promesses qui ont été
faites et la mesure qui est prise est énorme.
J'en arrive au fonds de réduction du coût de l'énergie. Cette matière
relève-t-elle vraiment de la compétence du seul Etat fédéral? Pas
exactement et le gouvernement fédéral s'en est rendu compte, un peu
tard, en déposant un amendement proposant un accord avec les
Régions. Toutefois, le problème n'est pas abordé par le bon bout. En
effet, l'accent est mis sur la personne qui contracte le prêt, que ce soit
le locataire ou le propriétaire. C'est ainsi qu'un locataire pourrait
consentir des investissements dans une maison ou un appartement
dans lequel il habite, investissements qui pourraient bénéficier au
propriétaire alors que c'est le locataire qui devrait être protégé. Il est
ici question d'emprunts effectués par des personnes qui, nous le
savons, ont souvent peu de revenus et pour qui il est difficile de
contracter des prêts à long terme nécessitant des remboursements et
donc une certaine rigueur budgétaire. L'emprunt est-il le meilleur
moyen d'aider les ménages, qui connaissent déjà des difficultés
financières, à effectuer les travaux nécessaires en matière d'énergie
dans leur logement?
Il y a cependant un petit point positif. Je veux parler de l'aide apportée
aux collectivités pour les aider à supporter le coût des factures de
mazout. Un comité de concertation s'est réuni. Des efforts sont
maar het dossier wordt niet goed
aangepakt. De nadruk wordt
gelegd op wie de lening aangaat,
ongeacht of hij huurder of
eigenaar is, terwijl het de huurder
is die zou moeten worden
beschermd.
De steun aan de
gemeenschapsvoorzieningen voor
de betaling van hun
stookoliefactuur is een positief
punt. De bijeenkomst van het
Overlegcomité in dat verband is
veelbelovend.
Tot slot stellen we vast dat er nog
steeds een kloof tussen de
ambities en de verwezenlijkingen
gaapt. Deze regering belast de
beveks, neemt "one shot"-
maatregelen en lapt de
procedures aan haar laars. De
sociale dialoog loopt mank; aan de
werkelijke uitdagingen van de
maatschappij wordt voorbijgegaan.
De regering verbetert het heden
niet en zet onze toekomst op het
spel.
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
consentis au niveau fédéral et au niveau des Communautés. C'est
positif. Pour ma part, j'ai le sentiment que ce comité de concertation
est une source d'espoir pour les diverses collectivités qui doivent être
aidées suite à cette hausse du prix de l'énergie.
En conclusion, nous constatons à nouveau un gouffre entre les
ambitions annoncées et les réalisations sur le terrain. Ce
gouvernement s'est relancé dans une DLU, il taxe les sicavs, il
élabore un budget avec des mesures "one shot"; les procédures sont
bafouées - je l'ai démontré et le président l'a également rappelé. On
ne respecte pas l'ensemble des structures, que ce soit le Conseil
supérieur des Finances, la Cour des comptes ou le Conseil d'Etat. Il y
a aujourd'hui rupture du dialogue social; les vrais enjeux de notre
société en matière d'emploi, de compétitivité, de vieillissement, de
croissance, ne sont pas atteints. C'est en cela, messieurs les
ministres, non seulement que vous n'améliorez pas notre présent,
mais surtout que vous hypothéquez notre futur.
Le président: Je remercie M. Wathelet pour sa concision.
(...): (...)
De voorzitter: De vrouwelijke ministers hier kunnen allemaal hun mannetje staan.
01.10 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, mijnheer de vice-eerste minister, dames
ministers, mijne heren ministers, collega's, goedemorgen.
De voorzitter: Mijnheer Bogaert, u kent uw wereld.
01.11 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik probeer te doen alsof ik hem
ken.
De voorzitter: Dat hebt u gezegd.
01.12 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik wil de groeten doen aan iedereen
thuis.
Mijnheer Van Biesen, ik wil mij even aansluiten bij hetgeen u daarnet
gezegd hebt. Er waren hier nog niet veel ministers aanwezig. U hebt
daarnet gezegd dat de democratische rechten van het Parlement in
gevaar gebracht zijn tijdens de bespreking van de programmawet. Ik
wil mij daar absoluut bij aansluiten.
Het is een schande hoe wij als financiële commissie behandeld
werden de afgelopen weken. Mevrouw Roppe, ik heb begrepen dat u
zich aangesloten hebt bij de kritiek van de heer Van Biesen en dat
ook andere partijen dat gedaan hebben. Ik sluit mij daar alleszins bij
aan.
Dames en heren, deze programmawet zal onthouden worden als de
hold-up op de kleine spaarder. Meer dan 1,2 miljoen kleine spaarders
worden getroffen door deze nieuwe belasting op kapitaliserende
beleggingsfondsen. Meer dan 2 miljoen spaarders worden getroffen
door de verzekeringstaks die op tak-21, tak-23 en alle andere
levensverzekeringen wordt geheven.
Ik zal niet het hele verhaal doen, maar in de vroege ochtend van 12
01.12 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je me rallie à la critique de M. Van
Biesen et de Mme Roppe selon
laquelle les droits démocratiques
du Parlement ont été mis en péril
lors de la discussion de la loi-
programme.
Plus de 1,2 million de petits
épargnants sont touchés par un
nouvel impôt sur les fonds de
placement de capitalisation et plus
de deux millions d'épargnants sont
concernés par la taxe sur les
assurances prélevée sur les
assurances-vie. Le 12 octobre
2005, M. Vande Lanotte a expliqué
que l'impôt sur les fonds de
placement se ferait seulement
ressentir pour les grands
épargnants. Le petit épargnant qui
prend ses responsabilités parce
que contrairement à ce qui se
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
oktober verklaarde de heer Vande Lanotte zonder schroom dat de
belasting op beleggingsfondsen uitsluitend de grote spaarder pijn zou
doen. Wij weten ondertussen hoe groot deze spaarder is. Het is ook
de kleine man die de pech heeft om iets groter te zijn. Die mensen
worden evenzeer getroffen.
Het is Jan met de pet die zijn spaargelden laat kapitaliseren voor zijn
oude dag, omdat inderdaad de pensioenen in dit land niet verzekerd
zijn zoals ze zouden moeten verzekerd zijn, in tegenstelling tot een
land als bijvoorbeeld Nederland waar dat wel reeds in orde is. Het is
die Jan met de pet die zijn verantwoordelijkheid neemt om wat
spaargeld bijeen te vergaren zodanig dat hij vanaf een bepaalde
periode geen beroep moet doen op het OCMW voor een
tegemoetkoming in de kostprijs van een rusthuis. Het is die Jan met
de pet die getroffen wordt door deze belastingen. Deze belastingen
staan haaks op wat bedoeld wordt in het Generatiepact. Ze staan
volledig in contrast ermee.
Voor de inspanningen van Jan met de Pet om ervoor zorgen dat hij
toch iets over heeft voor zijn pensioen, wordt hij nu beloond met een
nieuwe belasting van 15% op de meerwaarde van beleggingsfondsen
die meer dan 40% van hun activa investeren in schuldvorderingen.
Volgens de minister van Financiën ging het op 13 oktober alleen over
de toepassing van de Europese spaarrichtlijn. Iedereen weet
nochtans dat de spaarrichtlijn is gericht op buitenlanders die in België
intresten komen innen en dat de spaarrichtlijn de lidstaten niet
verplicht die intresten ook effectief te belasten in hoofde van hun
rijksinwoners.
Mijnheer de minister, het is dan ook niet juist dat de nieuwe belasting
alleen die beleggingen zou treffen die door de spaarrichtlijn worden
geviseerd. Aanvankelijk was het wel de bedoeling dat de Belgische
nieuwe belasting op de obligatiefondsen een getrouwe kopie zou
worden van wat onder de spaarrichtlijn van toepassing is, met name
een roerende voorheffing op de intrestcomponent van
kapitalisatieaandelen van Europese beleggingsinstellingen die voor
40% of meer beleggen in schuldvorderingen.
Na lezing van de uiteindelijke versie die bij amendement nummer 13
van de regering werd ingediend in de commissie voor de Financiën en
de Begroting, kennen wij het werkelijke einddoel van de regering.
Vanaf 2008 wil de regering niet alleen de rentecomponent belasten,
maar ook de volledige meerwaarde, gerealiseerd vanaf 1 juli 2005. De
commissieleden krijgen een pak op de schoot geworpen dat zij
zogezegd heel snel moeten kunnen doornemen. Zij moeten echter
vaststellen dat zij de ware toedracht van deze belastingsverhoging
pas enkele dagen nadien ten volle kunnen inschatten.
Mijnheer de minister, die meerwaarde wordt gerealiseerd vanaf
1 juli 2005. De vermogensbelasting, waarvan u zweert dat zij er nooit
komt, is dus nu al in voege. Een vermogen telt namelijk onroerende
en roerende componenten. Op die roerende componenten voert u
vandaag een vermogensbelasting in. Bovendien zal de nieuwe heffing
worden uitgebreid tot alle beleggingsfondsen, ook deze die niet over
een Europees paspoort beschikken.
Ten slotte, de belastbare basis zal niet worden verminderd tot het
passe aux Pays-Bas les
pensions ne sont pas
suffisamment assurées et qu'il ne
souhaite pas se décharger sur le
CPAS de futurs frais de maison de
repos, se voit infliger un impôt de
15% sur les plus-values de fonds
de placement qui investissent plus
de 40% de leurs actifs en
créances. Cet impôt est en
contradiction avec le Contrat entre
générations.
Le ministre des Finances a
déclaré le 13 octobre qu'il
s'agissait de l'exécution de la
directive européenne relative à
l'épargne. Cette directive porte
cependant sur les étrangers qui
viennent encaisser des intérêts en
Belgique.
Il ressort de la version finale qu'à
partir de 2008, le gouvernement
veut taxer non seulement la
composante d'intérêts mais
encore la plus-value complète à
partir du 1
er
juillet 2005. L'impôt
sur le patrimoine qui, aux dires du
ministre, ne devait jamais être
créé, est donc déjà instauré pour
les composantes mobilières. Il
sera également possible d'étendre
la nouvelle taxe aux fonds de
placement qui ne disposent pas
d'un passeport européen. Le
nouvel impôt devant rapporter l'an
prochain 235 millions d'euros, le
petit épargnant est prié poliment
mais fermement d'abandonner les
sicavs de capitalisation pour celles
de distribution, sur lesquelles un
précompte mobilier de 15% était
déjà dû. Quiconque passe en
janvier ou en février 2006 aux
sicavs de distribution et les
conserve pendant un an, pourra
réclamer la taxe boursière de
0,5%.
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
bedrag van de gerealiseerde meerwaarde, zoals in de spaarrichtlijn.
Mocht de meerwaarde kleiner zijn dan de rentecomponent, zal een
Belgische spaarder zijn beveks met verlies verkopen en bovendien de
nieuwe belasting betalen. Dat lijkt meer dan een belasting op het
inkomen uit vermogen.
Omdat de nieuwe belasting volgend jaar reeds 235 miljoen euro moet
opbrengen, wordt de kleine man met zachte dwang gestuurd naar
distributiebeveks. De nieuwe belasting kan slechts effectief worden
geheven op het ogenblik dat de spaarder zijn aandelen in een
beleggingsfonds verkoopt. Uit de statistieken blijkt dat men gemiddeld
vier jaar in hetzelfde fonds of compartiment blijft.
Om ervoor te zorgen dat de heffing de begrote opbrengst van 235
miljoen euro oplevert, wil de minister van Financiën Didier Reynders
de overstap van kapitalisatiebeveks naar distributiebeveks binnen
hetzelfde fonds stimuleren, waarop sowieso al een roerende
voorheffing van 15% verschuldigd was. Daarom zal wie overstapt van
kapitalisatiebeveks naar distributiebeveks, de beurstaks van 0,5%
terug kunnen vorderen, wanneer hij in januari of februari 2006
overstapt naar distributiebeveks en die laatste een jaar aanhoudt.
Wij wachten af wat het engagement is van de banken.
Ik heb daarover een eerste vraag aan de minister van Financiën.
Misschien kan iemand die vraag noteren in zijn plaats?
De voorzitter: De minister was enkele ogenblikken geleden nog hier. Hij is niet ver weg, hoor. Kijk, daar is
hij voor u. De minister zit bij Ontwikkelingssamenwerking. (...)
01.13 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb een
eerste vraag, waarop ik in uw repliek graag een antwoord had.
Zullen de banken inderdaad bereid zijn geen instap- en uitstapkosten
aan te rekenen bij een overstap van kapitalisatiefondsen naar
distributiefondsen? Is er daarover al een akkoord?
Wie geen gebruikmaakt van de koopjesperiode, moet er rekening
mee houden dat nadien de beurstaks bij een uitstap verhoogd zal
worden van 0,5% naar 1,1%. Het is onzeker of die verhoging na 1
januari 2008 weer zal worden afgeschaft.
Kunt u daar ook wat verduidelijking bij geven?
Hoe dan ook zal de kleine spaarder in dat geval op de volledige
meerwaarde worden belast.
Ik kom bij hoofdstuk 8, over het Wetboek der met zegel gelijkgestelde
taksen. De Ministerraad besliste tevens tot de invoering van een
nieuwe vermogensbelasting door de heffing van een premietaks van
1,1% van alle premies, gestort op een individuele levensverzekering,
vanaf 1 januari 2006. Die taks zal bijgevolg worden geheven voor elke
verzekering die een particulier sluit, alsook voor de lopende
verzekeringen, die dikwijls jaren geleden werden gesloten. Ze
bezwaart de premies voor spaarverzekeringen,
overlijdensverzekeringen, schuldsaldoverzekeringen,
spaarverzekeringen met een gewaarborgd jaarlijks rendement of
gebonden aan het resultaat van een beleggingsfonds,
01.13 Hendrik Bogaert (CD&V):
Les banques sont-elles disposées
à ne pas imputer de frais d'entrée
et de sortie lors du passage aux
fonds de distribution?
En cas d'arbitrage ultérieur, une
taxe boursière supérieure devra
être acquittée. L'augmentation
sera-t-elle supprimée après le 1
er
janvier 2008?
Le Conseil des ministres a décidé
qu'à partir du 1
er
janvier 2006, une
taxe de 1,1% serait perçue sur les
primes d'assurance vie. Ce nouvel
impôt sur le patrimoine s'applique
aux nouveaux contrats
d'assurance vie ainsi qu'aux
contrats existants. Il constitue un
deuxième hold-up au détriment
des petits épargnants. À partir de
l'année prochaine, les personnes
qui doivent souscrire une
assurance de solde restant dû
pour pouvoir contracter un prêt en
vue de l'acquisition d'une
habitation devront acquitter une
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
langetermijnspaarcontracten en rentecontracten.
Die nieuwe vermogensbelasting is in de rage taxatoire die in de
regering volop woedt, bijzonder inconsistent, en dat op drie vlakken.
Ten eerste, die nieuwe verzekeringstaks is, naast de invoering van
een roerende voorheffing op de kapitalisatiebeveks, een tweede hold-
up van de kleine man.
De kleine man die, formeel althans, zo gekoesterd wordt door de
socialisten.
Op premies van een schuldsaldoverzekering, die vanaf volgend jaar
worden betaald, wordt een verzekeringstaks ingevoerd van 1,1%.
Deze nieuwe belasting treft precies die mensen die een
schuldsaldoverzekering moeten sluiten - ik leg de nadruk op "moeten"
- om een lening te krijgen voor de aankoop van een woning. Vanaf
volgend jaar worden zij getaxeerd. De mensen die zich een woning
aanschaffen zo zijn er gelukkig miljoenen gezinnen geweest en
zullen dat ook blijven
die verplicht worden een
schuldsaldoverzekering aan te gaan, worden door deze regering
bedacht met een nieuwe belasting. Deze nieuwe belasting op de
schuldsaldoverzekering staat in schril contrast met de goede
voornemens die werden geuit in het wetsvoorstel nr. 1970 houdende
wijziging van het Wetboek van de registratie- hypotheek- en
griffierechten, ondertekend door de dames Baeke en Roppe en door
de heren Bacquelaine, Van Biesen en Van der Maelen.
taxe de 1,1% sur cette assurance,
ce qui est en contradiction
flagrante avec les bonnes
intentions formulées dans la
proposition de loi n° 1970
modifiant le Code des droits
d'enregistrement, d'hypothèque et
de greffe.
De voorzitter: Hij staat hier achter mij.
01.14 Hendrik Bogaert (CD&V): Inderdaad, mijnheer de voorzitter,
dat de heer Bacquelaine maar eens goed luistert.
Met dit wetsvoorstel willen socialisten en liberalen het hypotheekrecht
van 0,3% afschaffen. Op het einde van deze vergadering zullen zij
een nieuwe belasting heffen, niet van 0,3% maar van 1,1% op
schuldsaldoverzekeringen, bijna vier maal zoveel als hetgeen ze
willen afschaffen. Begrijpe wie kan!
Het hypotheekrecht van 0,3% zou bovendien maar tot een bedrag van
100.000 euro worden afgeschaft. De kleine man die voor 100% moet
gaan lenen om een huisje in de rij of een appartement te kopen met
100.000 euro koopt men immers geen chique villa wordt een
cadeautje beloofd maar mag vanaf volgend jaar 1,1% taks betalen op
de premies van zijn schuldsaldoverzekering. Ik vind dit onrecht.
Bovendien zal het niet alleen de kleine man zijn die vanaf volgend jaar
een huisje koopt, die de nieuwe taks op de schuldsaldoverzekering
moet betalen. Het zullen alle kleine eigenaars zijn die kozen voor de
gespreide jaarlijkse premie van een schuldsaldoverzekering die ze de
volgende jaren nog moeten betalen. Betrokkenen, ongeveer 520.000
personen, zullen nooit genieten van de vrijstelling van de 0,3%
hypotheekrecht, maar zullen de volle pot betalen op uw nieuwe
taksen, mijnheer Van der Maelen.
De invoering van de nieuwe verzekeringstaks op
schuldsaldoverzekeringen voelt ongemakkelijk aan als we de
toelichting bij uw wetsvoorstel nr. 1970 lezen. Het luidt als volgt. Ik
01.14 Hendrik Bogaert (CD&V):
Avec cette proposition de loi, les
socialistes et les libéraux visent à
supprimer le droit d'hypothèque de
0,3%, mais ils veulent instaurer
simultanément une taxe de 1,1%
sur les primes des assurances
solde restant dû. En outre, le droit
d'hypothèque n'est supprimé que
pour un montant pouvant aller
jusqu'à 100.000 euros. De plus,
520.000 petits propriétaires, qui ne
profiteront jamais de l'exemption
du droit d'hypothèque, mais qui
ont opté pour un paiement étalé
des primes, seront victimes de la
taxe sur l'assurance solde restant
dû. Compte tenu de la teneur des
développements de la proposition
1970, il est gênant de devoir
constater qu'une nouvelle taxe est
levée sur une impécuniosité, ce
qui est injustifiable à l'égard des
personnes qui ont contracté un
emprunt pour acquérir une
habitation propre. La culture de la
promesse règne.
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
citeer: "Dames en heren, de koper of bouwer van een woning wordt
geconfronteerd met heel wat bijkomende kosten. Wij denken aan de
registratierechten op de aankoop van grond of bestaande woning, aan
BTW op nieuwbouw en renovatie. Als klap op de vuurpijl moet
bovendien een hypotheekrecht van 0,3% betaald worden, een
belasting gevestigd op de inschrijvingen van hypotheken en
voorrechten op onroerende goederen".
Men vervolgt: "Deze belasting, die gevestigd is op het niet hebben van
geld, is niet verantwoord voor mensen die een lening aangaan of een
eigen woning te verwerven. Het bezit van een eigen woning moet
worden aangemoedigd. Het bezit van een eigen woning is het beste
middel om verkrotting en marginalisering tegen te gaan. Het bezit van
een eigen woning is de beste vorm van pensioensparen. Rondkomen
met een gemiddeld pensioen is veel gemakkelijker als geen huur
meer hoeft te worden betaald. Vandaar ons voorstel", zeggen de
indieners, "om het hypotheekrecht van 0,3% niet te eisen voor
leningen die bestemd zijn voor het verwerven van de enige eigen
woning. In het Vlaams regeerakkoord 2004-2009 is afgesproken om
het registratierecht op de hypothecaire inschrijving van een lening
voor de bouw, renovatie of verwerving van de enige gezinswoning af
te schaffen voor de eerste schijf van 100.000 euro. Met dit
wetsvoorstel wil de indiener onder dezelfde voorwaarden het
verschuldigde hypotheekrecht afschaffen".
Als klap op de vuurpijl wordt nu een nieuwe belasting geheven op het
niet hebben van geld en dat is niet verantwoord voor mensen die een
lening aangaan om hun eigen woning te verwerven, mijnheer Van der
Maelen. Voluntarisme, de cultuur van de belofte.
01.15 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, sta
mij toe te zeggen dat ik dit al voor de derde keer hoor van de heer
Bogaert. Hij blijft dit maar herhalen. Wij hebben dat eens berekend.
Wij hebben berekend dat een schuldsaldoverzekering op een lening
van 100.000 euro via de afschaffing van het hypotheekrecht van 0,3%
een voordeel van 300 euro met zich meebrengt. De taks van 1,1% op
de schuldsaldoverzekering brengt een kostprijs voor het gezin van 72
euro, gespreid over 13 jaar, met zich mee. Dat is dus ongeveer 5 tot 6
euro die men per jaar moet betalen. Dan spreek ik nog niet over het
registratierecht dat op Vlaams niveau is afgeschaft.
Wij hebben een reeks van maatregelen genomen, onder meer de
afschaffing van het hypotheekrecht. Wij zijn daar heel blij om omdat
wij het hebben van een eigen woning willen stimuleren. Dat betekent
echter niet dat men nooit nog een maatregel zou kunnen nemen die
daarop een impact heeft. Als ik mij alleen maar beperk tot nationale
maatregelen is de eindsom positief, namelijk 300 euro 72 euro is
nog altijd 228 euro in het voordeel van het jonge gezin dat een eigen
woning wil hebben. Ik breng dan nog niet in rekening wat de
afschaffing van het registratierecht als voordeel heeft meegebracht.
01.15 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): J'entends tout ceci
pour la troisième fois déjà.
Nous avons calculé que sur un
emprunt de 100.000 euros, la
suppression du droit d'hypothèque
permet de réaliser une économie
de 300 euros. La taxe de 1,1% sur
l'assurance de solde restant dû
représente alors 72 euros, répartis
sur une période de 13 ans. Je fais,
par ailleurs, encore abstraction de
la suppression des droits
d'enregistrement au niveau
flamand. Nous nous réjouissons
de la suppression du droit
d'hypothèque car nous souhaitons
stimuler l'acquisition de l'habitation
propre mais cela ne signifie pas
que l'on ne pourra plus jamais
prendre de mesures ayant une
incidence à ce niveau. Le résultat
final demeure positif.
01.16 Hendrik Bogaert (CD&V): Dank u, collega Van der Maelen, ik
zal deze cijfers laten nakijken. Maar over uw voorstel is nog niet
gestemd. Als het ter stemming komt, zullen we uw zinvol voorstel
01.16 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je vais faire examiner ces chiffres
mais la proposition n'est pas
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
steunen. Ik wijs wel op volgende inconsistentie. Enerzijds maakt u het
makkelijker, anderzijds maakt u het moeilijker. In elk geval is het
principieel niet te verantwoorden dat u op schuldsaldoverzekeringen
de wet verwacht dat mensen deze aangaan een bijkomende taxatie
heft. Het is nog niet te laat. Ik neem aan dat een amendement nog
altijd tot de mogelijkheden behoort. Misschien dient u straks nog een
amendement in op de schuldsaldoverzekering. Ik deel principieel uw
bekommernis, maar technisch gezien kunt u iets doen. Ik wil best ook
wel een amendement indienen, maar het zal worden weggestemd.
Als u dit amendement straks nog indient, zullen wij het met veel
plezier ondersteunen.
Ik wil toch vervolgen: is deze taks van 1,1% op verzekeringsproducten
niet de zoveelste ronde pesten van de kleine man? De kleine man die
bovendien op een zwarte lijst wordt geplaatst die de
verzekeringsmaatschappijen jaarlijks zullen moeten opstellen. De
nieuwe lijsten die de verzekeringsmaatschappijen moeten
produceren, weliswaar na amendering met de vermelding van het
contractnummer en niet langer de gehele identiteit van de
verzekeringnemer is een zoveelste aanwijzing dat de regering op
kousenvoeten een vermogenskadaster van zowel roerende als
onroerende goederen voorbereidt. Dit bleek reeds uit de aanbesteding
voor een geïntegreerd informaticasysteem voor
patrimoniumdocumentatie, Stipad genaamd.
Ik wil er toch op wijzen dat wat u hier voorlegt gewijzigd is: de
verzekeringscontracten uit Luxemburg moeten niet meer op naam
gesignaleerd worden. Daar heeft u fractie mee voor gestemd. Ik heb
me op dat punt persoonlijk onthouden, omdat ik denk dat een correcte
fiscaliteit enkel mogelijk zal zijn als er Europese transparantie komt. U
weet dat die verzekeringsproducten in Luxemburg gebruikt worden
om de Europese spaarrichtlijn te ontwijken. Ik was bijzonder
verwonderd over uw houding terzake.
Een tweede inconsistentie waarop ik wil wijzen is eveneens het gevolg
van de allesomvattende belastingwoede die alle levensverzekeringen
moeten treffen. Particulieren werden door onze partij CD&V jaren
aangemoedigd te sparen via het langetermijnsparen, een
groepsverzekering of het storten van individuele premies.
Degene die spaart, krijgt een belastingvermindering van 30 tot 40%.
Bij pensionering wordt het uitgekeerde kapitaal voordelig getaxeerd
aan een tarief van 10%. Het gaat hier niet om het vergaren van grote
kapitalen. Maar wat de linkerhand geeft, neemt de rechterhand met
de nieuwe belasting van 1,1% terug. Waar is de logica van dergelijke
fiscale politiek? De overheid geeft het signaal dat men moet sparen
voor zijn oude dag. Dezelfde overheid gaat degene die hiervan wordt
overtuigd echter onmiddellijk belasten. Welke boodschap heeft de
kleine man aan een politiek van geven en terugnemen? Deze taxatie
heeft tot gevolg dat het kleine kapitaal dat hij spaart kleiner zal zijn en
dit omdat de Belgische overheid een gat in zijn hand heeft en te veel
uitgeeft.
De tegenstelling tussen sparen en consumeren is nooit met zoveel
contrast vertoond. Ook in verband met het pensioenfonds van de
NMBS, dat wordt overgenomen, is duidelijk wat er aan de hand is. De
begroting van 2005 hangt met haken en ogen aan mekaar. Ik vind het
bijzonder straf dat men inkomsten uit dat NMBS-pensioenfonds moet
encore adoptée pour autant ! Nous
la soutiendrons mais je tiens à en
souligenr l'incohérence.
Le principe d'une taxe
supplémentaire sur l'assurance
obligatoire de solde restant dû est
injustifiable. Il est encore loisible à
M. Van der Maelen de présenter
un amendement que nous
soutiendrons le cas échéant. Si je
le présente moi-même, il sera
rejeté.
La taxe de 1,1% sur les produits
d'assurance constitue à mes yeux
une tracasserie de plus pour les
petites gens. Par ailleurs,
l'obligation qui sera faite aux
assureurs de tenir à jour des listes
annuelles indique que le
gouvernement prépare la mise en
place d'un cadastre des fortunes
pour les biens mobiliers et
immobiliers. L'appel d'offres en
vue de la création d'un système
informatique intégré à l'usage de
la documentation patrimoniale
confirme cette présomption.
Du reste, les contrats d'assurance
conclus au Luxembourg ne
doivent plus faire l'objet d'une
déclaration nominative. Je
m'étonne que le groupe politique
auquel appartient M. Van der
Maelen soutienne cet
amendement. Je me suis abstenu
sur ce point car il s'agit de produits
utilisés pour tourner la directive
européenne sur l'épargne.
La rage taxatoire qui devrait
toucher toutes les assurances-vie
engendre d'autres incohérences
encore. Durant des années, le
CD&V a encouragé les particuliers
à économiser en plaçant leur sous
dans l'épargne à long terme, les
assurances-groupe et les primes
individuelles. Malheureusement,
force est de constater que le
gouvernement reprend aujourd'hui
de la main droite ce qu'il a donné
hier de la main gauche. Résultat:
le capital qu'auront économisé les
petits épargnants sera plus
modeste. On peut donc se poser
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
inschrijven op de begroting van 2005 terwijl de overheid pas in 2007
de pensioenrechten van de NMBS voor zijn rekening zal nemen. Het
havenbedrijf is technisch iets anders maar gaat inderdaad in dezelfde
richting. Men doet zoiets zonder schaamte. Men rooft een na een de
nesten van de kapitalisatiefondsen van de overheidsbedrijven die in
dit land nog bestaan. Ik vind het bijzonder stuitend dat die inkomsten
in 2005 worden ingeschreven terwijl het gewoon duidelijk is dat de
pensioenen pas in 2007 worden overgenomen. Dit betekent dat men
zich ook in 2006 vrijwaart van nieuwe betalingen en dat de echte
betalingen pas vanaf 2007 moeten worden gedaan.
Met andere woorden, deze regering regeert over haar eigen graf
heen. Men begint commitments vast te leggen vanaf 2007. Hetzelfde
geldt trouwens voor de verhoogde aftrek voor het pensioensparen
want dit zal pas later op de begroting beginnen wegen, vanaf 2007 op
het ogenblik dat men de inkomsten van 2005 zal inkohieren. Als men
aan hetzelfde ritme voortdoet zal men de inkomsten van 2006 immers
pas vanaf 2008 beginnen inkohieren. Dit betekent dat de verhoogde
aftrek voor pensioensparen, die als tegenpool wordt gebruikt voor de
belastingverhogingen die vandaag worden besproken, ten laste komt
van de volgende regering. Ik vind dit persoonlijk geen vorm van
behoorlijk bestuur. Ik denk dat elke regering verantwoordelijk is voor
de cadeautjes die zij uitdeelt en voor de belastingen die zij heft. Ik
denk dat elke regering oog in oog met de kiezer moet durven staan en
dat de belastingen die zij heft zoveel mogelijk binnen dezelfde
legislatuur moeten vallen. Dat is correct bestuur.
De coherentie in het fiscale beleid ten opzichte van het spaarwezen is
op nog een derde punt inconsistent. Concurrentiële
verzekeringsproducten en bancaire producten zullen door de
ondoordachte invoering van de nieuwe taxaties op verschillende wijze
fiscaal behandeld worden, waardoor de fiscus niet langer de markt
positief stuurt, maar het ene product uit de markt zal prijzen ten
voordele van het andere product, beleggingsproducten met een gelijk
risicoprofiel. De totaal verschillende behandeling van economisch
gelijkwaardige producten naar gelang van het gekozen
distributiekanaal zal ongetwijfeld grote verschuivingen teweegbrengen
op de spaarmarkt, waarbij de klant vlug een voorkeur zal doen blijken
voor minder of maar eenmaal belaste financiële producten. Bij een
bankverzekeringsgroep geeft dat aanleiding tot louter interne
verschuivingen. Bij verzekeringsondernemingen die enkel direct
verkopen via internet of agenten of makelaars er zijn heel wat
zelfstandige agenten en makelaars in ons land , leidt dat tot puur en
nutteloos verlies van omzet en, bijgevolg, van werkgelegenheid.
Levensverzekeringen waren in heel wat gevallen, maar niet in alle,
vrijgesteld van roerende voorheffing. Wanneer de looptijd meer dan 8
jaar bedraagt of wanneer er minstens een overlijdensdekking is van
130%, is er geen roerende voorheffing verschuldigd. Al die contracten
worden nu zonder onderscheid onderworpen aan de verzekeringstaks
van 1,1%. Dat leidt tot een dubbele heffing. Men mag zich ook niet
verkijken op de verschillende fiscale behandeling die wordt ingevoerd
tussen tak 23-producten en beleggingsfondsen. De
verzekeringsdistributie van producten die perfect vergelijkbaar zijn
met bankbeleggingsproducten, zouden op dezelfde wijze moeten
getaxeerd worden. Het gaat hier om de tak 23-verzekeringen
gekoppeld aan gestructureerde beleggingsfondsen, waarvoor ook in
de bankomgeving normalerwijze geen roerende voorheffing van
la question: quel intérêt réel la
politique présente-t-elle encore
pour les petites gens?
Le contraste entre l'épargne et la
consommation n'a jamais été
aussi marqué. Le budget de 2005
n'est pas non plus un tout
cohérent. Est-il tolérable que le
fonds de pension de la SNCB soit
budgétisé en 2005 alors que l'Etat
fédéral ne reprendra les droits de
pension qu'à partir de 2007? En
gouvernant ainsi, le gouvernement
creuse sa propre tombe. La
déductibilité majorée de l'épargne-
pension ne commencera à peser
sur le budget qu'à compter de
2007, c'est-à-dire au moment de
l'enrôlement des revenus de 2005.
L'astuce qui consiste à refiler la
patate chaude au gouvernement
suivant ne témoigne pas d'une
bonne administration. Chaque
gouvernement doit assumer les
cadeaux qu'il distribue et les
impôts qu'il applique, et doit
ensuite oser affronter les
électeurs.
Fiscalement, les produits
concurrents seront traités
différemment, de sorte qu'un
produit offert sur le marché sera
évalué par rapport à un produit
présentant un même profil de
risque. Le passage à des produits
moins taxés ou taxés une seule
fois ne se traduira que par des
glissements internes au niveau
des groupes de bancassurance.
Les assureurs, les agents ou les
courtiers subiront toutefois une
perte de chiffre d'affaires et il faut
dès lors s'attendre à des pertes
d'emploi.
Jusqu'à présent, aucun précompte
mobilier n'était dû sur les
assurances vie d'une durée de
plus de huit ans ni sur une
couverture décès d'au moins
130%. Désormais, toutes les
assurances sur la vie seront
soumises à la taxe sur les
assurances de 1,1 %, ce qui
signifie une double taxation. Tous
les produits de la branche 23 sont
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
toepassing is. Het merendeel van de gestructureerde fondsen zal
geenszins aanleiding geven tot het innen van de uitstaptaks van
0,5%. Ofwel stelt men de uitstap uit het fonds uit tot 2008, of men
wacht de vereffening van het fonds in 2006-2007 af. Ook in het laatste
geval wordt geen taks geheven. Daarentegen zullen alle tak 23-
producten aan de verzekeringstaks van 1,1% worden onderworpen.
Dames en heren, ik besluit. Iedereen weet dat in de toekomst de
pensioenen onvoldoende zullen zijn met het beleid dat de regering
volgt. Wie dat niet gelooft, vergelijkt nu maar eens het gemiddelde
werknemerspensioen en de gemiddelde kostprijs voor opvang in een
rusthuis. Jaren heeft CD&V een beleid gevoerd waarbij de mensen
werden aangemoedigd zelf te sparen voor hun oude dag.
In dit opzicht is de eerste woning de eerste bouwsteen van een
aanvullend pensioen.
Daarnaast werd door CD&V een fiscaal gunstige politiek gevoerd ten
voordele van de spaarders die de opbrengst van het spaargeld terug
investeerden en niet jaarlijks lieten uitkeren. Daarom werd er geen
roerende voorheffing geheven op kapitalisatiebeveks, maar wel op
distributiefondsen. Paars veranderde deze politiek. Op het vlak van
het sparen maakte paars een trendbreuk met het verleden. De taxatie
op de kapitalisatiebeveks maakt het beleid dat CD&V op het vlak van
sparen heeft voorgestaan nu ongedaan.
Tevens kiest deze regering voor de invoering van een
vermogensbelasting op de spaarinlage van de spaarder. De taks staat
immers los van enig inkomen. Bovendien gaat de nieuwe taks
gepaard met een informatievergaring die enkel zinvol is in het licht
van de oprichting van een vermogenskadaster.
De paarse politiek is moeilijk te verenigen met de discussie over een
Generatiepact omdat zij niet verenigbaar is met de vergrijzing en de
betaalbaarheid van de pensioenen. Nu heft deze regering nieuwe
belastingen op de spaargelden om haar eigen uitgavendrift te
bekostigen. We stellen ons dan ook de vraag hoe geloofwaardig de
politiek van paars is. Met de EBA wou men geld uit het buitenland
terughalen. Tezelfdertijd werden de beurstaksen verhoogd. Nu
onderneemt de regering een tweede poging met de
regularisatieaangifte. Tezelfdertijd wordt er een roerende voorheffing
op kapitalisatiefondsen ingevoerd en worden de beurstaksen
nogmaals verhoogd. Begrijpe wie kan!
Het vertrouwen van de spaarder in de Belgische overheid, collega's,
zal desgevallend slechts van zeer korte duur zijn.
également soumis à cette taxe
alors qu'ils devraient être taxés de
la même manière que les fonds
bancaires structurés.
La politique du gouvernement aura
pour effet qu'à l'avenir, les
pensions seront insuffisantes. En
effet, la pension moyenne d'un
travailleur ne suffit pas à couvrir
les frais de séjour dans une
maison de repos. Pendant des
années, le CD&V a encouragé les
citoyens à épargner par eux-
mêmes. La première habitation
constitue à cet égard la première
pierre de l'édifice de la pension
complémentaire. Notre politique
fiscale était, en outre, intéressante
pour les épargnants qui
réinvestissaient le produit de leur
épargne. Un précompte mobilier
était dû sur les fonds de
distribution, mais pas sur les
sicavs de capitalisation. La
coalition violette a ainsi induit une
inversion de tendance qui n'est
pas conforme au pacte de
solidarité entre les générations.
Jusqu'à quel point le
gouvernement est-il encore
crédible? Il y a, en effet, une
contradiction flagrante entre la
DLU bis et l'augmentation des
taxes grevant les produits de
placement. Aussi la confiance des
épargnants belges dans les
institutions belges sera-t-elle de
courte durée.
01.17 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président,
monsieur le vice-premier ministre, mes chers collègues, dans le cadre
de la discussion de cette loi-programme, je me limiterai à aborder
brièvement trois thématiques qui me paraissent intéressantes, à
savoir tout d'abord les incitants aux dépenses pour économiser
l'énergie et la mesure en faveur des particuliers relative au gasoil de
chauffage.
J'en profite d'ailleurs pour saluer au passage l'autre initiative prise par
le gouvernement, à savoir l'aide de 10 millions d'euros déloquée afin
d'aider les collectivités locales pour faire face à l'augmentation des
01.17 Marie-Christine Marghem
(MR): Ik zal mij beperken tot drie
thema's: de stimulerende
maatregelen met het oog op
energiebesparingen, de
bepalingen ten gunste van de
particulieren inzake huisbrandolie
en de maatregel betreffende de
fiscale regularisatie.
Er werd beslist de fiscale
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
coûts de l'énergie. Nous savons que ces 10 millions d'euros seront
versés aux Communautés et Régions, à charge pour elles de les
redistribuer, selon la méthode qu'elles choisiront, auxdites collectivités
locales.
J'aborderai ensuite et enfin la mesure relative à la régularisation
fiscale qui encadre désormais les repentances fiscales des citoyens
et des entreprises.
Conformément à l'accord de gouvernement qui prévoit des mesures
incitatives en vue de réduire la consommation énergétique dans les
habitations, il a été décidé d'étendre davantage l'incitant fiscal existant
en matière de dépenses pour économiser l'énergie.
Pour ce faire, le montant maximal de la réduction sera augmenté.
Actuellement fixé à 500 euros pour les nouvelles habitations et à 600
euros pour les habitations rénovées, l'avantage fiscal sera porté à
1.000 euros non indexés par période imposable et par habitation sans
distinction aucune quant au type d'habitation. En outre, l'entretien
d'une chaudière est dorénavant repris parmi les travaux pouvant
bénéficier de la réduction d'impôt.
J'en viens aux répercussions sur la note de chauffage des ménages
en raison de la flambée des prix pétroliers et à l'intervention du
gouvernement par un chèque-mazout à tous les habitants,
intervention qui me paraît tout à fait appropriée. Celle-ci signifie
l'octroi d'une allocation à tout propriétaire, locataire ou occupant de
l'habitation supportant le prix du gasoil de chauffage. Cette mesure
temporaire d'allègement vise toutes les livraisons effectuées du 1
er
juin au 31 décembre 2005. Pour les livraisons de gasoil de chauffage
effectuées du 1
er
juin 2005 au 30 septembre 2005 inclus, j'ai bien
compris en lisant la presse que l'allocation serait octroyée à l'ayant
droit par voie de remboursement dès le vote de la présente loi, c'est-
à-dire à partir des premiers jours de 2006, tandis que pour les
livraisons de gasoil de chauffage effectuées à partir du
1
er
octobre 2005, la ristourne a été immédiatement déduite du prix de
la facture de fourniture de gasoil de chauffage.
Je note également et je m'en réjouis que l'idée d'une ristourne
forfaitaire pour les ménages qui se chauffent au gaz ou à l'électricité a
fait son chemin, ce qui devrait placer ainsi tous les ménages, qu'ils se
chauffent au gaz, à l'électricité ou au mazout sur un pied d'égalité.
Par ailleurs, je ne peux que saluer l'initiative gouvernementale
permettant l'échelonnement du payement des factures de mazout de
chauffage sans intérêt ou coût supplémentaire, telle qu'elle est reprise
dans la notification du Conseil des ministres du 23 septembre 2005.
C'est ainsi que les commerçants désireux de proposer ce service
s'inscriront auprès du SPF Economie, PME, Classes moyennes et
Energie. La liste sera publiée afin que chacun sache directement à
qui s'adresser pour bénéficier de ladite mesure.
J'ajoute être particulièrement satisfaite de l'absence de discrimination
géographique en la matière. En effet, s'il apparaît, après évaluation de
la liste, qu'aucun commerçant n'est enregistré dans un rayon
géographique de 25 kilomètres autour de certains points, le Roi
pourra prendre les mesures nécessaires afin d'offrir aux
consommateurs habitant dans ce rayon la possibilité de bénéficier de
stimulans met betrekking tot de
uitgaven voor energiebesparing uit
te breiden. Die zal voortaan
oplopen tot duizend euro,
ongeacht het type van woning, en
het onderhoud van een
verwarmingsketel zal opgenomen
worden in de lijst van werken
waarvoor de belasting-
vermindering geldt.
Dankzij de tegemoetkoming van
de regering in de vorm van een
stookoliecheque kan aan elke
eigenaar, huurder of bewoner van
een gebouw een toelage voor de
stookoliefactuur worden gegeven.
Deze bepaling is bedoeld voor de
leveringen tussen 1 juni en 31
december 2005. Het verheugt mij
ook dat het idee van de forfaitaire
korting voor gezinnen die op gas
of elektriciteit verwarmen ingang
vindt. Ik sta achter het initiatief van
de regering om te voorzien in een
intrestloos afbetalingsplan van de
stookolierekening zonder
bijkomende kosten. Ik ben ook blij
vast te stellen dat er geen
geografische onderscheid wordt
gemaakt bij de toepassing van
deze maatregel.
De fiscale regularisatie geldt voor
alle soorten van inkomsten zowel
van natuurlijke als van
rechtspersonen. De belasting-
plichtigen verkrijgen zowel fiscale
als strafrechtelijke immuniteit. De
aan de BTW onderworpen
inkomsten en verrichtingen zijn
onderhevig aan een vaste
voorheffing bij toepassing van de
regelgeving betreffende de
toepasbare belasting volgens de
aard van de geregulariseerde
inkomsten en rekening houdend
met de periode waarin die
inkomsten werden verkregen. Na
betaling van die voorheffing, kan
de belastingplichtige vrijer
beschikken over zijn kapitaal en
daar zie ik een bijkomende
stimulans in.
De bepaling met betrekking tot de
kosten voor kinderopvang behelst
een verduidelijking van de
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
ces payements échelonnés. Je trouve cela extrêmement important
quand on pense aux régions reculées où l'on trouve peu, voire pas du
tout, de fournisseurs de mazout.
En ce qui concerne le chapitre de la régularisation fiscale, j'insisterai
sur le fait que le système mis en place instaure, de par la loi et de
manière permanente, la possibilité pour chaque contribuable ou
assujetti à la TVA de régulariser sa situation fiscale. Parallèlement à
la mesure, il faut également souligner que la porte est ouverte à des
discussions avec les Régions en vue d'y ajouter une possibilité de
régularisation en matière de droits de succession. Il s'agit donc bien
de permettre la régularisation de toutes sortes de revenus, mobiliers
et immobiliers, divers et professionnels.
Cette régularisation est ouverte tant aux particuliers qu'aux personnes
morales, dans le respect d'une stricte confidentialité, via un point de
contact au sein du SPF Finances. Ils auront ainsi l'occasion de
régulariser leur situation fiscale en y déclarant spontanément les
revenus qu'ils ont omis de renseigner. Les contribuables obtiendront
de la sorte aussi bien l'immunité fiscale que pénale. Les revenus et
opérations soumis à la TVA, objets de la régularisation fiscale, ne
seront pas soumis, comme c'était le cas pour la DLU, à une
contribution forfaitaire, mais bien à un prélèvement fixé en application
des règles relatives à l'impôt applicable selon la nature des revenus
régularisés et en tenant compte de la période au cours de laquelle
ces revenus ont été perçus.
Après le payement de ce prélèvement, outre l'avantage évoqué de
l'immunité, la possibilité est ainsi offerte au contribuable qui a
régularisé sa situation fiscale de bénéficier d'une liberté accrue de
disposer de ses capitaux. J'y vois assurément un incitant
supplémentaire au succès de la mesure.
Je ne m'étendrai pas longtemps sur le projet de loi portant des
dispositions diverses, mais je m'attarderai un peu aux frais de garde
d'enfants. Le contenu de cette mesure est intéressant, car il s'agit
avant tout d'une clarification des mesures prises en vertu de la loi du
6 juillet 2004, qui a été rédigée en vue de faciliter la mise en oeuvre du
dispositif, aussi bien dans le chef des contribuables parents que des
divers intervenants actifs dans l'accueil d'enfants.
Pour le dire brièvement, la modification apportée à l'article 113 du
Code des impôts sur les revenus 1992 entend tout d'abord objectiver
les frais de garde d'enfants de moins de douze ans en précisant que
la garde est effectuée en dehors du temps normal consacré à
l'enseignement proprement dit.
Ensuite, pour éviter toute confusion à l'avenir en raison d'un
assouplissement bienvenu, la mesure s'étend aux milieux d'accueil
auxquels des frais de garde d'enfants peuvent être payés en vue de
bénéficier de la déduction de ces frais de l'ensemble des revenus
nets.
C'est ainsi que les frais de garde d'enfants pourront aussi être payés
aux milieux d'accueil d'enfants, d'une part, ayant un lien quelconque
avec l'école ou son pouvoir organisateur, et, d'autre part, reconnus,
subsidiés ou contrôlés par les pouvoirs publics locaux ou par un
organe communautaire ou régional. Le contrôle sur les activités
maatregelen die krachtens de wet
van 6 juli 2004 werden genomen.
De wijziging die aan het artikel van
het WIB 92 werd aangebracht,
strekt ertoe de kosten voor de
opvang van kinderen jonger dan
12 jaar te objectiveren. De
maatregel wordt ook uitgebreid tot
de opvangstructuren wanneer die
een band hebben met een
overheidsinstantie. De betaling
van de kosten belet uiteraard niet
dat de ouders ze van hun
belastingen aftrekken.
Via de amendementen die in de
commissies voor Binnenlandse
Zaken en voor Financiën werden
ingediend, wordt in het kader van
het voorliggend ontwerp uitvoering
gegeven aan het "internet voor
iedereen"-plan. Voor 60 procent
van de niet-gebruikers is de
kostprijs een belangrijke rem en
50 procent kan niet overweg met
een pc of internet. Het "internet
voor iedereen"-pakket zal de prijs
in totaal met ongeveer 40 procent
drukken. Er zal een fiscaal
voordeel worden toegekend in de
vorm van een belastingkrediet dat
zal worden afgetrokken van de
personenbelasting en
overeenstemt met 21 procent van
de aankoopprijs van het materieel,
met een maximum van 147,5 euro
voor een desktop en 172 voor een
laptop. Elk pakket omvat een
basisopleiding van minimum vier
uur. Wij steunen die tweevoudige
maatregel.
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
d'accueil d'enfants étant nécessaire, le texte prévoit donc que les
milieux d'accueil concernés doivent avoir un lien avec une autorité
publique qui reconnaît, octroie des subsides ou exerce un contrôle.
L'exposé des motifs a quant à lui précisé utilement qu'il va de soi que
le paiement des frais de garde d'enfants effectué directement au
pouvoir organisateur ou même à la commune, ne fait pas obstacle à
leur déduction par les parents.
Voilà donc qui peaufine une disposition intéressante pour les familles.
J'aimerais épingler une autre mesure du projet de loi portant des
dispositions diverses, par laquelle je clôturerai: le plan "PC pour tous".
Je voudrais souligner l'avancée réalisée en matière de lutte contre la
fracture numérique. Le plan "PC pour tous" est concrétisé dans le
cadre du présent projet de loi via les amendements déposés en
commission de l'Intérieur et en commission des Finances.
On le sait, si nous sommes de plus en plus nombreux à nous servir
quotidiennement d'un ordinateur - la preuve en séance-, de l'internet
ou de l'e-mail, il n'en reste pas moins qu'à peine la moitié des foyers
belges sont équipés d'un ordinateur et que seulement 40% d'entre
eux ont accès à internet. La Belgique se trouve ainsi en dessous de la
moyenne européenne et encore bien plus en dessous du taux de
pénétration de nos voisins néerlandais en la matière: 65% aux Pays-
Bas, 56% au Luxembourg.
Pour 60% des non-utilisateurs d'internet, le coût est évidemment un
facteur important, et pour plus de 50% des non-utilisateurs, le PC et
internet sont trop difficiles à appréhender dans leur technicité. Le plan
du gouvernement revient donc sur ces deux limites et nous nous en
réjouissons fortement.
Un calcul indicatif démontre tout d'abord que le paquet prévu par le
gouvernement et qui se dénomme "internet pour tous" offrira aux
citoyens la possibilité de bénéficier d'une réduction totale d'environ
40%, composée d'un effort du secteur et d'un effort des autorités sur
la valeur marchande actuelle des produits concernés. L'avantage
fiscal proprement dit prend la forme d'un crédit d'impôt en déduction
de l'IPP, équivalent à 21% du prix d'achat du matériel, avec un
maximum par contribuable de 147,50 euros dans le cas d'un
ordinateur de bureau et de 172 euros pour un ordinateur portable.
L'avantage fiscal ne sera valable que pour les paquets se composant
de différentes parties qui, ensemble, parviennent à réaliser l'objectif
visé. Outre un ordinateur, un logiciel de sécurisation et une connexion
à internet, chaque paquet doit comprendre une formation de base de
minimum quatre heures visant, d'une part, à apprendre à l'utilisateur à
se servir de l'ordinateur, de l'internet et de l'e-mail et, d'autre part, à
aborder les règles de base de la sécurisation.
On le voit donc, l'objectif est également de proposer aux nouveaux
utilisateurs un réel apprentissage du matériel et de ses
fonctionnalités. Il est bien entendu que nous soutenons ce double
dispositif et que nous espérons qu'il permettra à de nombreux Belges
d'accéder aux possibilités infinies qu'ouvre internet.
De voorzitter: Mijnheer de premier, ik groet u.
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
01.18 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, mijnheer de eerste minister, collega's, in een
algemene inleiding vind ik het passend om kritiek te geven op de aard
van de voorliggende ontwerpen.
Hoe dikwijls hebben alle politieke partijen zichzelf hier al democratisch
verklaard? Deze zelfverklaarde democraten slagen er wel elk jaar in
om de belangrijkste beslissingen in twee periodes van enkele weken
door de Kamer te jagen door middel van deze vuilnisbakwetten, zoals
de programmawet, de mozaïekwet en wetten houdende diverse
bepalingen.
Ik betreur dat dit een vaste gewoonte geworden is van de regering.
Gedurende een paar weken voor de vakantie kan het wetgevende
werk niet snel genoeg gaan. Soms lijkt het er zelfs op dat de regering
zo lang treuzelt met de teksten inzake de budgettaire maatregelen om
het Parlement toch maar niet de tijd te geven alles uit te pluizen.
Gisteren bevestigde onze kamervoorzitter, de heer De Croo, in het
Nieuwsblad dat de regering dit jaar te laat was met de programmawet.
Voor het eerst sinds zes jaar hebben wij eerst over de begroting
gestemd en pas daarna over de programmawet. Dat is niet meteen
een teken van goed bestuur.
In de commissie voor de Financiën hebben wij meermaals erop
gewezen dat wij pas op het allerlaatste moment over de teksten
konden beschikken, zodat wij weinig of geen tijd hadden om alles te
bestuderen. Het lijkt wel alsof de ministers dit met opzet doen. Wij
stellen ook vast dat de journalisten vroeger over de wetteksten
kunnen beschikken dan de volksvertegenwoordigers. Terecht mogen
wij zeggen dat het Parlement verkracht wordt.
De zelfverklaarde democraten beschouwen het Parlement als een
noodzakelijk kwaad, als een lastpost. Het is een formele hindernis die
krachtens de Grondwet nu eenmaal genomen moet worden. Ook
eerste ministers van een andere politieke strekking, van vorige
regeringen, hebben het Parlement buitenspel gezet. Vorig jaar
slaagde men zelfs erin de uitvoeringsbesluiten te publiceren van een
wet die nog niet goedgekeurd was. Elk jaar, ook dit jaar, wordt het
lijstje met bijkomende belastingen per programmawet langer.
Ook de Raad van State heeft kritiek op dergelijke wetsontwerpen. Het
is geen goed wetgevend werk om bepalingen met verschillende
draagwijdte in eenzelfde regeling onder te brengen. Dergelijke wetten
vergemakkelijken het regeringswerk, maar zetten het Parlement
grotendeels de facto buitenspel. Er vinden slechts een bespreking en
een stemming plaats. Onlangs vernietigde het Arbitragehof nog een
artikel uit een programmawet dat de regering machtigde via een
koninklijk besluit fundamentele wijzigingen aan te brengen. Ook in
deze programmawet krijgt de Koning veel te veel macht. Dat kan men
bezwaarlijk democratisch noemen.
Tot hier de bespreking van de aard van de voorliggende ontwerpen en
tot hier ook mijn beschouwingen over democratie en parlementaire
inspraak. Er zijn enkele hoofdstukken van de voorliggende
wetsontwerpen die onze bijzondere aandacht verdienen. Daarom
volgt nu onze commentaar op deze ingrijpende regeringsmaatregelen
die we helaas niet zullen kunnen goedkeuren. Meer nog, we zullen
01.18 Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Chaque année,
les démocrates autoproclamés du
gouvernement appliquent la même
tactique en faisant adopter à la
hussarde par la Chambre des lois
fourre-tout contenant en fait les
décisions les plus importantes de
l'année. Nous avons même
l'impression que le gouvernement
lambine volontairement lorsqu'il
s'agit de déposer le budget pour
ne pas laisser au Parlement le
temps d'examiner les choses en
profondeur.
Le président de la Chambre a
confirmé hier, dans le journal "Het
Nieuwsblad", que le gouvernement
n'avait pas déposé le projet de loi-
programme en temps utile. Pour la
première fois depuis six ans, le
budget a été examiné avant la loi-
programme. Ceci n'est
certainement pas une preuve de
bonne administration. Le
gouvernement ne considère plus
le Parlement que comme un
obstacle formel, qu'il y a lieu de
franchir pour respecter la
Constitution. L'année dernière, le
gouvernement a même réussi la
prouesse de publier des arrêtés
d'exécution avant l'approbation de
la loi proprement dite.
Le Conseil d'État a également
émis des critiques. Il estime que
regrouper des dispositions de
portée différente au sein d'une
même loi n'est pas révélateur d'un
travail législatif de qualité. Les lois-
programmes court-circuitent en
grande partie le rôle du Parlement.
Trop de compétences sont
attribuées au Roi, ce qui est anti-
démocratique. Il y a peu, la Cour
d'arbitrage a encore annulé un
article d'une loi-programme pour
cette raison.
Le chapitre 5 de la loi-programme
porte sur la taxe sur les fonds
d'obligations.
Finalement,
l'investisseur sait ce qu'il a à faire:
il a plutôt intérêt à revendre les
fonds d'obligation sans distribution
de coupon après le 31 décembre
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
tegen stemmen.
Een heel belangrijk hoofdstuk in de programmawet is hoofdstuk 5, de
heffing op obligatiefondsen. Vandaag stond nog in de krant dat de
Belgische belegger heel voorzichtig is en dat het grootste deel van de
beleggers in België naar obligatiefondsen gaat. Na weken en
maanden van onzekerheid en onduidelijkheid weet de belegger
eindelijk wat hem te doen staat. Obligatiefondsen zonder
couponuitkering kunnen na 31 december best zo snel mogelijk
verkocht worden. Wie wil sparen bij een verzekeringsmakelaar stort
zijn premie best nog voor nieuwjaar. In ijltempo zijn de banken en
verzekeraars aan de aanpassingen begonnen. Vanaf 1 januari 2006
moeten de taksen toegepast kunnen worden. Het wordt een
heksentoer, een titanenwerk om alles tijdig in orde te krijgen.
Nu de financiële instellingen zich neergelegd hebben bij deze nieuwe
taksen vragen zij wel begrip en geduld van de fiscus voor problemen
die in het begin nog zullen opduiken. Daarom heb ik een concrete
vraag voor de minister van Financiën die ondertussen verdwenen is.
Ik hoop dat de minister van Economie mijn vraag aan de minister van
Financiën zal doorgeven, namelijk of de minister zijn administratie
richtlijnen zal geven om in het begin een beetje begrip en geduld te
tonen bij de invordering van de nieuwe taksen.
De nieuwe taks op beveks werd in de voorbije maanden verschillende
keren bijgestuurd en aangepast. Het uiteindelijke compromis is een
gedrocht geworden waarin eenvoud ver te zoeken is. Herhaalde
malen hebben wij de nadruk gelegd op het feit dat het populaire
beleggingen zijn van de kleine spaarders die dan ook zwaar getroffen
worden, maar niet van de grote, dikke, rijke beleggers. Het zijn
beleggingen die juist gecreëerd en aangemoedigd werden door de
overheid om te sparen zonder belastingen te moeten betalen.
De kleine spaarders die hier geviseerd worden zijn meestal
gepensioneerden die het zekere voor het onzekere hebben gekozen
en geen risico meer durven nemen omdat ze niet zoveel tijd meer
tegoed hebben. Ze zijn ook bang dat de overheid hun pensioenen niet
meer zal kunnen uitbetalen omdat zij niet voldoende reserves heeft
aangelegd.
Meer dan drie miljoen mensen zullen, alle taksen van deze
programmawet meegerekend, gestraft worden voor hun zuinige
levenswijze. Inderdaad, in tegenstelling tot de Staat die duidelijk
boven zijn stand leeft hebben deze spaarders, de beleggers die hier
geviseerd worden, hun reeds belaste inkomen uit arbeid zuinig
besteed. Zij verkeerden ook in de vaste overtuiging, of zoals nu blijkt,
in de waan, dat hun inkomen geen tweede maal zou belast worden.
Deze mensen voelen zich bedrogen.
De vreemdelingen die hier werken en geld overhouden worden wel
met rust gelaten.
Hun spaarcenten worden naar hun land van herkomst gesluisd en
naar de nog niet herenigde familie opgestuurd. Het zijn dus de brave,
hardwerkende, zuinig levende burgers de gewone man en vrouw in
de straat die hier in eigen land hun spaarcentjes beleggen, die
gestraft worden. De echte grote kapitaalbezitters zijn met hun geld
naar het buitenland en dat weet de regering goed genoeg.
et, s'il souhaite épargner auprès
d'un courtier d'assurance, le mieux
est d'encore verser sa prime avant
le nouvel an. Les banques et les
assureurs vont devoir se livrer à
un véritable tour de force pour
pouvoir percevoir les taxes à partir
du 1
er
janvier 2006. Le ministre
donnera-t-il des directives à son
administration pour qu'elle fasse
preuve d'un peu de patience lors
du recouvrement des nouvelles
taxes?
Le compromis qui est finalement
intervenu à propos de la nouvelle
taxe sur les sicavs est une
monstruosité. Les petits
épargnants visés par cette taxe
sont pour la plupart des
pensionnés qui, vu leur âge, ne
veulent pas prendre de risques et
qui craignent que les pouvoirs
publics n'aient pas constitué de
réserves suffisantes pour financer
leurs pensions.
Si l'on tient compte de toutes les
taxes inscrites dans cette loi-
programme, un État vivant au-
dessus de ses moyens
sanctionnera le mode de vie
économe de plus de trois millions
de citoyens. Les étrangers qui
travaillent ici, et qui envoient leurs
économies vers leur pays
d'origine, ne seront pas touchés
par ces mesures. Les gros
détenteurs de capitaux ont déjà
placé leur argent à l'étranger
depuis belle lurette.
Étant donné que des moins-values
ne peuvent être déduites, il n'est
même pas impensable qu'il faudra
payer des impôts sur de l'argent
jamais reçu.
À présent que le gouvernement a
majoré la taxe boursière, la
fiscalité sur les sicavs obligataires
sans coupon est devenue très
lourde. Le gouvernement a prévu
un régime de sortie avantageux
pour janvier et février 2006, mais
les investisseurs devront
demander eux-mêmes le
remboursement de la taxe
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Met de laatste regeringsaanpassing, die bepaalt dat enkel roerende
voorheffing op de rentemeerwaarde moet betaald worden en niet op
de gerealiseerde meerwaarde toch niet tot 2008 wordt de
gerealiseerde minwaarde dus niet afgetrokken van de ontvangen
rente-inkomsten en betaalt de belegger belasting op inkomsten die hij
nooit ontvangen heeft. In de huidige economische omgeving is dat
scenario niet eens zo onwaarschijnlijk.
Omdat de 15 procent roerende voorheffing niet voldoende dreigde op
te brengen om de gaten in de begroting te dichten, heeft de regering
ook een verhoogde beurstaks ingevoerd. Voor obligatiebeveks zonder
coupon is de fiscaliteit met die twee nieuwe maatregelen loodzwaar
geworden. Meer dan 20 procent van de opbrengst wordt afgeroomd
door de overheid.
De regering heeft in een voordelige uitstapregeling voorzien in januari
en februari 2006, maar de beleggers moeten zelf de betaalde
beurstaksen van 1,1 procent terugvragen. Vanaf 2008 wordt het tarief
wellicht opnieuw verlaagd tot 0,5 procent, maar zeker is dat niet.
Wanneer onze ministers tegen die tijd van gedacht zijn veranderd,
kunnen ze bij koninklijk besluit nog altijd beslissen het tarief van
1,1 procent te handhaven. Zoals reeds aangehaald in de algemene
inleiding, krijgt de Koning veel te veel macht in dit soort
wetsontwerpen.
Onduidelijk is ook wat de belegger juist moet betalen. Het is de
betrokken financiële instelling die de berekening zal moeten maken
van de rente-inkomsten en die ook de roerende voorheffing zal
moeten doorstorten naar de schatkist. Daar komen problemen van,
want de informaticasystemen zijn nog niet aangepast. Betreft het de
werkelijke rente-inkomsten van elk fonds apart of zal eerder met een
forfaitaire kapitalisatie tijdens de bezitsduur rekening worden
gehouden?
Nog meer vragen dringen zich op. Vanaf 2008 zullen niet enkel de
rente-inkomsten beboet worden, maar wel de volledige meerwaarden.
In de aanpassing van de programmawet blijkt echter niet duidelijk of
het enkel om meerwaarden gaat gerealiseerd in het blok vastrentende
investeringen. Gemengde fondsen bevatten immers ook aandelen.
Zal vanaf 2008 ook de startdatum van 1 juli 2005 genomen worden?
Wie in 2004 een kapitalisatiebevek kocht, zal voor de berekening van
de belastbare grondslag 1 juli 2005 als startdatum kennen, maar zal
hij voor de periode van 1 januari 2006 tot 31 december 2007 roerende
voorheffing betalen op de rente-inkomsten en bij verkoop in januari
2009 een belasting betalen op de totale meerwaarde vanaf 2008 of
zal bij verkoop in januari 2009 de volledige meerwaarde op het
rentegedeelte belast worden met als startdatum 1 juli 2005? Die
vragen dringen zich op.
In haar eerste berekening in het kader van de begroting 2006 was de
regering iets te voortvarend. De vermelde maatregelen zouden
235 miljoen euro moeten opbrengen langs bancaire zijde en 220
miljoen euro langs de kant van de verzekeringen. Algauw werd
duidelijk dat slechts 50 miljoen euro maximaal haalbaar zou zijn.
Vandaar de optrekking van de beurstaks, om de 455 miljoen euro te
bereiken. Deze beurstaks geldt enkel bij de verkoop van participaties
in fondsen. België werd inderdaad veroordeeld door het Europees Hof
boursière de 1,1%. Reste à savoir
si le tarif sera effectivement à
nouveau diminué à partir de 2008.
On ne sait toujours pas ce que
l'investisseur devra payer
exactement. S'agit-il des recettes
réelles provenant des intérêts de
chaque fonds séparé ou sera-t-il
plutôt tenu compte d'une
capitalisation forfaitaire pendant la
durée de détention? Lorsque, à
partir de 2008, la pénalisation ne
s'appliquera plus uniquement aux
revenus provenant des intérêts,
mais à l'ensemble des plus-
values, s'agit-il alors uniquement
des plus-values réalisées sur la
partie des investissements à
revenus fixes? Le 1
er
juillet 2005
servira-t-il également de date de
départ à partir de 2008? Que
faudra-t-il payer exactement en
cas de vente en 2009?
Initialement, le gouvernement était
allé un peu vite en besogne en
tablant sur des recettes de 235
millions d'euros provenant des
banques et de 220 millions d'euros
du secteur des assurances.
Quand il s'est rendu compte qu'il
n'engrangerait que 50 millions
d'euros, il a majoré la taxe sur les
opérations de bourse. Celle-ci ne
s'applique qu'à la vente de
participations. La taxe perçue à la
souscription a été supprimée en
juillet 2004 à la suite d'une
condamnation par la Cour de
justice européenne mais certains
citoyens n'ont toujours pas obtenu
le remboursement de cette taxe
boursière indûment payée. La loi-
programme donne à l'épargnant
un délai de deux mois pour passer
à des parts de distribution ; c'est
donc l'épargnant qui doit lui-même
en prendre l'initiative.
Une autre forme d'imposition
nouvelle est celle visée au chapitre
8 de la loi-programme: une taxe
de 1,1% sur les assurances-vie
des branches 21 et 23. Il s'agit des
assurances de solde restant dû et
autres assurances-décès, plans
d'épargne pour les jeunes, rentes
viagères, bons d'assurance et
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
voor het aanrekenen van beurstaksen bij intekening en schafte deze
maatregel af in juli 2004. Nog steeds zijn er echter gedupeerden die
de ten onrechte aangerekende beurstaks niet teruggekregen hebben,
zodat de Staat al jaren over dat geld beschikt. De programmawet
geeft de spaarder gedurende twee maanden de kans om gratis over
te stappen naar distributieaandelen om zogezegd de economie te
stimuleren, maar dan moet de spaarder zelf het initiatief nemen.
Een andere nieuwe vorm van belasting is die van hoofdstuk 8 van de
programmawet: een verzekeringstaks van 1,1% op alle
levensverzekeringen, op enkele uitzonderingen na, en geheven op de
totale betaalde premie. In eerste instantie gaat het om verzekeringen
van het type 21 en tak 23. Onder tak 21 vallen alle verzekeringen met
gewaarborgd minimumrendement en kapitaalgarantie, zoals daar zijn
de populaire verzekeringsproducten als First, Crest, enzovoort. Tak
23 zijn verzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen. Onder die
koepel verkochten de banken en verzekeraars de voorbije jaren heel
wat lange termijnspaarplannen. Op elke premie die wordt gestort in
zo'n spaarplan is vanaf 1 januari 2006 een taks van 1,1% van
toepassing.
Daarnaast vallen nog heel wat meer verzekeringsproducten onder de
nieuwe belasting. Denk maar aan schuldsaldoverzekeringen en
andere overlijdensverzekeringen, jeugdspaarplannen, lijfrentes,
verzekeringsbons en de klassieke levensverzekeringen die in
aanmerking komen voor een belastingvermindering tot 1.870 euro.
Alles tezamen gaat het om meer dan 2 miljoen polissen. Tel daar nog
de meer dan 1, 2 miljoen beleggers bij van de obligatiefondsen. De
minister van Financiën kondigde oorspronkelijk aan dat de
verzekeraars de nieuwe taks moesten dragen en dat er een
doorrekeningsverbod zou komen, maar dergelijke maatregel is
moeilijk realiseerbaar en ook niet terug te vinden in het wetsontwerp.
De verzekeringsmaatschappijen hebben ook niet zo'n geweldige
winstmarge op levensverzekeringen, zodat weinige ter compensatie
van de taks een kostenvermindering zullen doorvoeren. In de meeste
gevallen zal de spaarder ervoor opdraaien.
De regering straft de eerlijke belastingbetaler, de goede zuinige
huisvader en huismoeder. Overigens heb ik vandaag gelezen dat er
meer mannen dan vrouwen beleggen. Als de paarse coalitie echt
ondernemingszin wil stimuleren, zoals ze altijd beweert, dan zou ze
beter andere maatregelen nemen, zoals de afschaffing van de
vrijstelling op de meerwaardebelasting bij de verkoop van een bedrijf.
Dat geld zou kunnen gebruikt worden voor een substantiële
belastingverlaging voor starters, gekoppeld aan de wettelijke
waarborg om nooit een vermogensbelasting in te voeren.
De introductie van een belasting op meerwaarden vanaf 2008 staat
haaks op de Europese spaarrichtlijn, die de grondslag beperkt tot de
intresten. Die toegeving van de liberalen aan de socialisten zet de
deur open voor een vermogensbelasting. De aanbesteding in maart
2005 uitgeschreven door de fiscus om zijn vastgoedgegevens op
computer te zetten, wijst in die richting. Ook de afschaffing van de
aandelen aan toonder vanaf 2008 is een teken aan de wand.
Een vergelijking met andere landen gaat niet op. Men moet het
belastingsysteem in zijn geheel bekijken. De Verenigde Staten
hebben wel een meerwaardebelasting, maar veel lagere tarieven in
assurances-vie classiques
pouvant bénéficier d'une réduction
fiscale, qui représentent un total
de plus de 2 millions de polices.
Les compagnies d'assurance ne
vont probablement pas réduire les
coûts en guise de compensation,
de sorte que c'est l'épargnant qui
paiera.
Si la coalition violette voulait
vraiment stimuler le sens
entrepreneurial, elle ferait mieux
de supprimer l'exonération des
plus-values réalisées lors de la
vente d'une entreprise et employer
les ressources financières ainsi
dégagées pour abaisser
substantiellement les impôts que
sont tenues d'acquitter les
entreprises naissantes. Par voie
de conséquence, elle ferait mieux
de garantir que jamais un impôt
sur la fortune ne soit instauré.
La situation belge n'est pas
comparable à celle d'autres pays
car il faut toujours considérer le
système fiscal dans sa globalité. A
titre d'exemple, les États-Unis
taxent les plus-values mais
appliquent des tarifs beaucoup
plus bas que les nôtres dans le
secteur des impôts sur les
personnes physiques.
Or, le gouvernement Verhofstadt
opère même un nouveau
prélèvement sur le financement
d'une habitation. Il n'est pas
difficile dans ces conditions de
déposer des propositions pour
abolir le droit d'hypothèque!
Le noeud du problème, c'est la
dérive des dépenses publiques.
La position des socialistes est
parfaitement incohérente. D'une
part, ils demandent avec
insistance de nouveaux impôts sur
les opérations liées à l'épargne et
sur le capital et même sur le
financement d'une maison
d'habitation. D'autre part, ils
proclament l'importance que revêt
pour chacun la possibilité
d'acquérir son propre logement. Et
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
de personenbelasting. Jarenlang heeft de Staat sparen
aangemoedigd met een of ander fiscaal voordeel. Nu heft de regering
nieuwe belastingen op spaargelden en zelfs op financieringen voor
een woonhuis. En dan maar wetsvoorstellen indienen zoals sp.a, spirit
en VLD doen om het hypotheekrecht van 0,3% af te schaffen bij een
hypotheek van minder dan 100 000 euro voor de aankoop van een
eigen woonhuis.
De regering gaat voorbij aan de kern van het probleem, namelijk de
ontsporing van de overheidsuitgaven. En dan maar doen, zoals de
socialisten, alsof de verwerving van een eigen woonhuis het
allerbelangrijkste voor hen is. Iedereen moet een eigen woonhuis
kunnen verwerven. Ze zouden beter hun eigen uitgavendrift intomen,
in plaats van de mensen te bestraffen die wel hun uitgaven hebben
beheerst en gespaard en belegd hebben. Enerzijds dringen de
socialisten aan op bijkomende belasting op spaarverrichtingen, op
kapitaal en zelfs op financieringen van een woonhuis. Anderzijds gaan
dezelfde socialisten verkondigen hoe belangrijk ze het vinden dat
iedereen zijn eigen woonhuis kan verwerven. Daarvoor willen ze wel
als echte communisten beslag leggen op het grootgrondbezit. Maar
vele bouwgronden zijn echter eigendom van gewone mensen die een
enkel stukje grond geërfd hebben, en zeker geen grootgrondbezitters
zijn.
Door onderhavige programmawet worden banken en
verzekeringsmaatschappijen tegen elkaar uitgespeeld. De
verzekeringsmaatschappijen hebben als nadeel dat hun beleggingen
niet anoniem gebeuren, omdat verzekeringsbeleggingen nu eenmaal
op naam zijn. Beleggers en bancaire fondsen die het niet zo nauw
nemen met de fiscale deontologie, behouden de mogelijkheid om te
ontsnappen aan de taks door hun fondsen via een buitenlands
tussenpersoon te verkopen. De taks is namelijk enkel verschuldigd
door de Belgische banken en beursgenootschappen. Dat zal
sommige beleggers wellicht doen besluiten hun fondsen op een
Luxemburgse effectenrekening te deponeren en ze van daaruit te
verkopen.
De nieuwe verzekeringstaks kan niet ontdoken worden via een
buitenlandse makelaar. Als gevolg van de Europese richtlijn van 2002
is voor de heffing van premietaksen in Europa de verblijfplaats van de
verzekeringsnemer doorslaggevend. Wanneer een Belgische
rijksinwoner een verzekering onderschrijft bij een buitenlandse
verzekeringsmaatschappij dan moet die buitenlandse maatschappij
ook de Belgische premietaks inhouden en bovendien de
contractnummers doorgeven.
Door al die aanpassingen blijven veel onduidelijkheden bestaan en is
het lang niet zeker dat de 455 miljoen euro die werd begroot, zal
worden gehaald. De programmawet legt de kritiek van de Raad van
State naast zich neer door de Koning de macht te geven de
maatregelen nog uit te breiden naar alle meerwaarde. Tot zover de
bespreking van de hoofdstukken 5 en 8.
Over hoofdstuk 6 van de programmawet, namelijk de fiscale
regularisatie, zou ik ook nog enkele woordjes willen zeggen. Slechts
een jaar na de Eenmalige Bevrijdende Aangifte komt er een tweede
bevrijdende aangifte. Eigenlijk is dit onaanvaardbaar omdat het de
fiscale fraude aanmoedigt. Het is niet billijk en het is ook een kaakslag
ils veulent y parvenir en saisissant
des parcelles de terrain. Ils
préfèrent oublier que de
nombreuses parcelles de terrain à
bâtir sont la propriété de citoyens
qui, en dehors de part leur terrain,
ne possèdent pour ainsi dire rien.
La loi-programme oppose les
compagnies d'assurances aux
banques parce les unes ne
peuvent proposer de placements
anonymes alors que les autres en
ont la possibilité. Les banques
peuvent, dès lors, pratiquer la
fraude fiscale en travaillant avec
un intermédiaire étranger. Cette
situation encouragera
probablement certains
investisseurs à placer leurs fonds
à l'étranger, ce que les
compagnies d'assurances ne
peuvent pas faire. Étant donné
toutes ces confusions, il n'est pas
du tout certain que les mesures
généreront les recettes prévues de
455 millions d'euros.
Une nouvelle régularisation fiscale
est appliquée, un an après la
précédente. Il s'agit d'un camouflet
pour le contribuable honnête et
d'un encouragement pour les
fraudeurs. Dans les autres pays
où l'amnistie fiscale a été
instaurée, aucune nouvelle
mesure d'amnistie n'a ensuite été
appliquée pendant un certain
temps. Par ailleurs, il existe depuis
des années une régularisation
individuelle et, dans ce contexte, le
contact personnel entre le
contribuable et le fisc offre une
marge de négociation. La
régularisation fiscale instaurée par
la loi-programme met tout le
monde dans le même sac, quel
que soient le montant de la fraude
et la prescription éventuelle. La
question est de savoir si cette
opération obscure produira les
recettes attendues. Par ailleurs, il
reste à voir si la Cour d'arbitrage
acceptera l'imposition différente
des revenus immobiliers, mobiliers
et divers d'une part et des revenus
professionnels, d'autre part. Le
Conseil d'État aurait également
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
tegenover de vele, eerlijke belastingbetalers. In andere landen werden
ook regelingen van fiscale amnestie getroffen om geld van fiscale
zondaars te laten terugkomen maar daarna was er telkens een
periode zonder nieuwe amnestie-operaties. In die andere landen,
mijnheer de minister, zijn de belastingen bijlange niet zo hoog als in
België.
Eigenlijk bestaat er al lang een systeem van individuele regularisatie
waarbij de administratie, de controleurs of inspecteurs in kwestie,
persoonlijk contact heeft met de belastingplichtige en een appreciatie-
en onderhandelingsmarge heeft. Met de fiscale regularisatie van de
programmawet wordt iedereen over dezelfde kam geschoren: veel of
weinig ontdoken, pas of verjaard. De minister heeft in de commissie
antwoord gegeven op een aantal concrete vragen bij de uitvoering
van de fiscale regularisatie. Voor de gewone mensen, de
belastingbetalers, blijft de hele operatie onduidelijk zodat wij ons
terecht afvragen of de beoogde doelstelling, qua opbrengst, zal
worden gehaald en of het Arbitragehof het verschil in belasten van
onroerende, roerende en diverse inkomsten tegenover
beroepsinkomsten niet zal verwerpen als een verboden discriminatie.
De Raad van State gaf ook het advies de fiscale regularisatie in een
apart wetsontwerp te regelen. De heffing op obligatiefondsen zal een
negatief effect hebben op de spontane regularisatie. Door het
geschonden vertrouwen zullen veel beleggers met hun zwart geld in
het buitenland blijven.
Ik heb ook een vraag in verband met hoofdstuk 7, meer bepaald de
BTW-antimisbruikmaatregel. In het Frans luidt dit TVA, mesure anti-
abus de droit. In het Nederlands is het woordje recht weggevallen. In
de memorie van toelichting wordt een voorbeeld gegeven van een
constructie die wordt opgezet om belastingen te ontwijken. In het
voorbeeld gaat het om een constructie gevestigd buiten de Europese
Gemeenschap waarvan de activiteit erin bestaat te handelen als
ontvanger van diensten, bestemd voor het geheel van de
rechtspersoonlijkheid. Een dergelijke constructie kunnen de
dienstverleners dan factureren zonder BTW.
Met de maatregel in hoofdstuk 7 van de programmawet zou de fiscus
een nieuw bewijsmiddel hebben om dergelijke opzetten beter te
bestrijden. Het voorbeeld is ongelukkig gekozen, want voor die groep
zal in de regel de BTW aftrekbaar zijn. Dus, waarom zouden ze zou
uitwijken naar een land buiten de Europese Unie? Vermoedelijk zal de
bepaling meer gebruikt worden in de non-profitsector. Die sector durft
wel eens constructies op te zetten om het recht op aftrek van BTW te
krijgen, waarbij activiteiten in aparte entiteiten worden afgesplitst.
Zonder die aparte entiteiten zouden die afgesplitste activiteiten geen
recht op aftrek geven. De vraag is of de nieuwe maatregel in
hoofdstuk 7 op dergelijke opzetten toegepast kan worden?
Ook wil ik het hebben over hoofdstuk 11, huisbrandolie. In het
Nederlands is de titel duidelijker dan in het Frans. In het Frans luidt
die: gazoil, huile de chauffage. Bij ons staat er duidelijk: huisbrandolie.
Het gaat om de verwarming van privé-woningen. Bedoeld wordt de
privé-verwarming uit de fameuze wet die "een toewijzingsfonds opricht
dat de nodige middelen ter beschikking stelt aan de rechthebbenden,
bedoeld in de wet houdende toekenning van een toelage voor het
aanschaffen van huisbrandolie voor de verwarming van een privé-
woning."
préféré que la régularisation
fiscale soit réglée dans un projet
de loi distinct étant donné que le
prélèvement sur les fonds
d'obligations prévu dans la même
loi-programme pourrait influer
négativement sur l'opération. La
confiance brisée, de nombreux
investisseurs conserveront leur
argent noir à l'étranger.
En ce qui concerne le chapitre 7,
l'exposé des motifs cite un
exemple pour illustrer les abus de
droit en matière de TVA.
L'exemple en question est mal
choisi étant donné qu'il s'agit d'une
construction mise en place en
dehors de l'UE et qui agit en tant
que preneur de services, les
prestataires de services pouvant
établir une facture hors TVA. Il
s'agit en fait d'une construction
destinée à éluder l'impôt. La
mesure visée au chapitre 7 de la
loi-programme devrait permettre
au fisc de disposer d'un nouvel
instrument pour mieux lutter contre
de tels abus de droit. A mon
estime, cette mesure ne s'applique
qu'au secteur non marchand où
l'on se risque parfois à développer
des activités dans des entités
séparées pour bénéficier du droit à
la déduction de la TVA. L'exemple
cité ne fait que faire naître des
doutes quant à la possibilité de
combattre de telles constructions
avec la mesure en question.
Le chapitre 11 concerne l'octroi
d'une allocation pour l'achat de
gasoil de chauffage destiné à
l'habitation privée. M. Reynders
tente depuis quelque temps déjà
de donner un complexe de
culpabilité à ceux qui oseraient
retarder l'approbation de la loi-
programme. Les écoles et les
établissements du secteur non
marchand bénéficieront d'une
réduction unique alors que nous
croyons davantage aux vertus
d'une réduction de la TVA. La
Belgique est le seul pays
européen à encore oser imposer
un taux de TVA de 21 % sur les
combustibles destinés au
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Minister Reynders heeft er herhaalde malen op aangedrongen in de
commissie voor de Financiën de programmawet zo snel mogelijk
goed te keuren en zeker niet tegen te houden of te vertragen, zodat
alle kortingen inzake privé-woningen toegekend kunnen worden. De
minister wilde ons een soort schuldgevoel geven als wij de
programmawet zouden vertragen of tegenhouden.
Met de hele problematiek van de scholen en de non-profitinstellingen
die hun sterk gestegen energiefactuur niet meer kunnen betalen
dringt zich eerder de vraag op of de regering in plaats van eenmalige
kortingen toe te staan niet beter de hoge BTW van 21% zou verlagen.
Verwarming is toch geen luxeproduct? Het is even levensnoodzakelijk
als eten. Nergens in Europa is de BTW dus de inkomsten voor de
Staat op verwarming zo hoog als hier.
De minister doet de korting, of de verrekening van de BTW van
17,35%, voor als een geweldige tegemoetkoming maar eigenlijk is het
gewoon een deel van de BTW die de Staat nu in meer int omdat de
prijzen zo geweldig gestegen zijn. 21% BTW op 1.000 euro is
natuurlijk een heel pak meer dan 21% op 500 euro. Dus, de schatkist
profiteert geweldig mee van de hoge brandstofprijzen.
Mijn partij is voorstander van een taksvermindering op brandstof, ook
al om de economie en de concurrentiepositie te verbeteren.
Het gaat natuurlijk om enorme inkomsten voor de Staat. Daarom is
het verlagen van de BTW en de taksen niet aan de orde voor deze
regering. De BTW verlagen op maandverband of op glijmiddelen zal
niet zoveel kosten maar zal ook geen economische meerwaarde
geven of de economie niet extra stimuleren terwijl verlaagde
energiekosten dat wel zouden doen.
Ik wil ook nog iets zeggen over het wetsontwerp houdende diverse
bepalingen. Voor dat wetsontwerp geldt dezelfde kritiek als voor de
programmawet, namelijk: het is een allegaartje van maatregelen dat
snel snel door het Parlement moet worden gejaagd en dat een
correctie bevat van vroegere programmawetten die toen ook snel snel
in elkaar gestoken zijn.
Inzake dat wetsontwerp wil ik de aandacht vestigen op artikel 162, en
mijn eigen amendement nr. 8, document 51/2098, verdedigen.
Mijn amendement wil de discriminatie wegwerken die vorig jaar reeds
ontstaan is door de verhoging van de leeftijd tot 12 jaar voor de aftrek
van kosten voor kinderopvang. Heel wat mensen zorgen immers nog
steeds zelf voor de opvang van hun kinderen en hebben het financieel
niet zo breed als de tweeverdieners waar tegenwoordig alle aandacht
naar toe gaat.
Er zijn ook gezinnen van kleine zelfstandigen, vrije beroepen en
ondernemers, eenverdieners die hun kinderen altijd zelf opvangen
terwijl ze verder hun onderneming uitbaten of wiens kinderen door
grootouders of familie worden opgevangen.
Voor deze mensen heeft de regering niets gedaan. Deze mensen
hebben, mijns inziens, evenveel recht op een fiscale tegemoetkoming.
Daarom vraag ik in artikel 132, eerste lid, zesde alinea van het WIB
chauffage. Une réduction de la
taxe stimulerait par ailleurs
l'économie.
Le projet de loi portant des
dispositions diverses est un peu
un bric-à-brac de mesures que le
Parlement doit approuver à la
hâte.
J'aimerais attirer l'attention sur
l'article 162 et mon amendement
n° 8 à cet article. Cet amendement
a pour objectif de supprimer une
discrimination liée à l'introduction,
l'année dernière, de
l'élargissement de la déduction
des frais de garde d'enfants
jusque 3 ans aux enfants jusque
12 ans. De nombreux ménages à
un revenu assurent eux-mêmes la
garde des enfants et sont donc
défavorisés par rapport aux
ménages à deux revenus. Ces
ménages devraient bénéficier, eux
aussi, d'une déduction fiscale pour
leurs enfants jusque 12 ans. Une
mesure de ce type cadrerait, par
ailleurs, parfaitement avec les
déclarations de l'accord
gouvernemental qui qualifie la
famille de pierre angulaire de la
société et du meilleur
environnement pour les enfants.
Aujourd'hui, les règles de
déductibilité d'un prêt sur la
maison d'habitation personnelle
unique sont encore plus
compliquées. Pour opérer le bon
choix à ce niveau, il faut presque
obligatoirement s'adresser à un
expert pour amener le fisc à faire
le bon choix.
L'État belge continue à vivre au-
dessus de ses moyens. Il eut été
plus judicieux de réaliser des
économies. La Cour des comptes
a d'ailleurs vivement critiqué le
budget fédéral. La Commission
européenne et le FMI ont, quant à
eux, critiqué les nouvelles
mesures fiscales. Pour cette
raison, nous voterons contre la loi-
programme et contre le projet de
loi portant des dispositions
diverses.
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
de woorden "3 jaar" te vervangen door de woorden "12 jaar". Vermits
in artikel 162 van het voorliggende wetsontwerp de uitgaven voor
kinderopvang die aftrekbaar zijn in de personenbelasting worden
uitgebreid met de kleuter- en de lagere scholen is het maar normaal
dat ouders die zelf voor kinderopvang zorgen en geen gebruik maken
van reeds door de overheid gesubsidieerde instellingen ook een
fiscale tegemoetkoming ontvangen tot 12 jaar in plaats van tot 3 jaar.
Het regeerakkoord van juni 2003 het eerste regeerakkoord in mijn
carrière als volksvertegenwoordiger benadrukte ook dat het gezin
de hoeksteen van de samenleving is en de beste omgeving voor de
persoonlijke ontwikkeling. Ik citeer letterlijk uit het regeerakkoord: " de
beste omgeving voor de persoonlijke ontwikkeling en de inschakeling
van het individu in de maatschappij". Bovendien eveneens een
filosofie van paars moeten alle samenlevingsvormen op gelijke
manier worden belast. Verdergaande in deze redenering moet het
traditionele gezin worden aangemoedigd en mag het zeker niet
gediscrimineerd worden. Ouders die hun kinderen niet naar de
opvang doen bewijzen de maatschappij een grote dienst.
Het wetsontwerp houdende diverse bepalingen repareert ook het
wettelijk kader van de aftrek voor de eigen en enige woning. Mijn
partij pleit voor een drastische vereenvoudiging van het
belastingsysteem. We zien evenwel het tegendeel. Het systeem wordt
steeds ingewikkelder en er komen meer en meer aftrekposten. Het
Vlaams Belang pleit voor de verlaging van de tarieven waardoor er
minder ingewikkelde aftrekposten zouden zijn. De aftrek voor de
eigen en enige woning is nog complexer geworden zodat nu reeds
vaststaat dat de fiscus niet automatisch de juiste keuze zal kunnen
maken voor de belastingplichtige. Mensen die een lening hebben
aangegaan voor hun woning zowel voor als vanaf 2005 winnen
best tijdig het advies in van een belastingconsulent, een accountant of
specialist terzake.
Mijnheer de voorzitter, ik besluit met de belangrijke mededeling dat de
Belgische Staat duidelijk boven zijn stand leeft. Eergisteren hebben
we dat ook gehoord van het Rekenhof. In het blunderboek kunnen we
zwart op wit lezen dat de boetes die de overheid moet betalen vaak
reeds hoger zijn dan de oorspronkelijke bedragen.
Met de programmawet worden heel wat nieuwe belastingen
ingevoerd. Het Rekenhof heeft scherpe kritiek op de federale
begroting om volgende redenen. De begroting is erg kwetsbaar voor
een economische tegenvaller en afhankelijk van eenmalige
maatregelen. De nieuwe fiscale maatregelen zijn te weinig uitgewerkt
en te onduidelijk. De regering slaagt er niet in voldoende te besparen.
Ook de Europese Commissie en het Internationaal Monetair Fonds
hebben kritiek op de nieuwe fiscale maatregelen die in de
programmawet en het wetsontwerp houdende diverse bepalingen
staan. Het zou kunnen dat België met al deze nieuwe fiscale
maatregelen teruggefloten wordt zodat er een tekort ontstaat in de
begroting.
Het ware beter geweest dat de Staat wat zou bezuinigen. Daarom
zullen wij tegen de programmawet en tegen het wetsontwerp
houdende diverse bepalingen stemmen.
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
01.19 Eric Massin (PS): Monsieur le président, messieurs les
ministres, chers collègues, dans le cadre de la partie Finances de la
loi-programme, de nombreux éléments ont déjà été expliqués sur le
budget de l'Etat. Je tenterai donc d'éviter les redites dans mon
intervention.
Ce volet comprend évidemment nombre de mesures que l'on peut
saluer. Néanmoins, on peut également regretter que la
communication n'ait pas toujours été à la hauteur et qu'on n'ait pas
été en mesure d'expliquer clairement les choix importants faits lors de
l'élaboration de ce budget 2006. En effet, le budget comme la loi-
programme comportent des mesures essentielles qui mettent en
oeuvre des idées et des choix effectués par le gouvernement.
En ce qui concerne le budget j'ai déjà eu l'occasion de le dire la
fiscalité doit rester un moyen et ne pas devenir une fin en soi. C'est
bien évidemment le moyen d'assurer des recettes à l'Etat mais aussi
de poser des choix politiques, d'encourager ou de dissuader certains
comportements. En la matière, les mesures reprises ici sont
particulièrement exemplaires.
On nous parle de rage taxatoire, d'acharnement, etc. Trop souvent,
on ne peut que constater que les modifications ou adaptations des
législations fiscales ne sont que la prise en compte de la réalité, des
évolutions de notre société, ou des réactions normales face à des
pratiques abusives. Mais celles-ci visent aussi à rencontrer des
éléments particulièrement essentiels, tels que le poids de la dette
publique, et certaines contraintes qui nous ont été imposées par le
passé afin de pouvoir rentrer dans les critères de Maastricht.
Dans le cadre de cette loi-programme, que constate-t-on?
- Des mesures qui visent à plus de justice, en élargissant l'assiette
fiscale, ce qui permet de mieux répartir la contribution de chacun et
des différents revenus, que ce soit ceux issus du travail ou du capital.
- Plus de justice aussi en permettant la lutte contre la fraude fiscale
par les mesures anti-abus de droit et la correction de certains abus
manifestes comme c'est le cas pour l'immatriculation des véhicules
utilitaires.
- Des mesures favorables visant à encourager les économies
d'énergie, l'utilisation des biocarburants, ainsi que des mesures pour
répondre à des besoins urgents et ce, concernant le gasoil de
chauffage.
Ces éléments me laissent à penser que les choix politiques sont
posés, les mesures sont prises et la loi-programme en est la
concrétisation.
La taxation des sicavs est un des choix politiques importants qui a été
posé. Comme je l'ai dit en introduction, il me semble essentiel
d'introduire aujourd'hui davantage de justice dans la contribution des
différents revenus aux revenus de l'Etat en général et à la sécurité
sociale en particulier. Une contribution de tous les revenus, qu'ils
soient le fruit du travail ou celui du capital, permet une meilleure
répartition des efforts à fournir. Je ne vous apprendrai rien en disant
que plus l'assiette fiscale est large, plus on peut se permettre une
contribution réduite. Il faut donc que chacun contribue aux prestations
dont il bénéficie à hauteur de ses moyens. On parle ainsi de justice
01.19 Eric Massin (PS): Ik zal
proberen niet in herhaling te
vallen. Het onderdeel "Financiën"
bevat heel wat goede
maatregelen, maar men is er niet
altijd in geslaagd duidelijk uit te
leggen welke belangrijke keuzen
werden gemaakt in de begroting
2006, die uitvoering geeft aan de
ideeën en opties van de regering.
Men neemt graag woorden als
belastingdrift en hardnekkigheid in
de mond. De wijzigingen of
aanpassingen van de
belastingwetgeving zijn echter
louter een antwoord op de
maatschappelijke evoluties of op
misbruiken.
In het kader van deze
programmawet worden
maatregelen genomen die meer
rechtvaardigheid moeten brengen
(uitbreiding van de
belastinggrondslag), die de strijd
tegen de fraude moeten
verbeteren (maatregelen tegen
rechtsmisbruik), die
energiebesparingen moeten
aanmoedigen en die een antwoord
bieden op de dringende nood aan
huisbrandolie.
De belasting op de beveks is een
belangrijke politieke keuze. Het is
noodzakelijk dat de bijdragen aan
de overheidsinkomsten en aan de
sociale zekerheid rechtvaardiger
worden verdeeld. Iedereen moet
bijdragen aan de voorzieningen
waarvan hij gebruik kan maken
volgens de middelen waarover hij
beschikt
Ik zie niet in waarom het
abnormaal zou zijn om de beveks
met meer dan 40 procent
obligaties te belasten, vooral nu
"L'Écho" schrijft dat België aan de
spits staat op het gebied van het
niet heffen van belasting op de
meerwaarden! Op de ranglijst van
de OESO staat België dan wel op
de derde plaats inzake heffingen,
toch worden heel wat inkomsten
niet belast. Als men de heffingen
aan de openbare investeringen
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
sociale.
Je ne vois pas ce qu'il y a de choquant ou même d'anormal à taxer
modestement les sicavs qui comportent plus de 40% d'obligations.
Dans ce cadre, on parle bien de revenu; il me semble donc normal
d'inclure la plus-value puisqu'elle fait partie intégrante du revenu.
On nous a tout dit à propos de ce choix! "C'est immoral!"; "On va faire
fuir les capitaux!"; "La Belgique ne peut pas se distinguer au niveau
de l'Europe".
Laissez-moi vous rappeler certaines choses! Comme le soulignait
récemment le journal "L'Echo", la Belgique tient le haut du pavé en ce
qui concerne la taxation des plus-values. Mais quand on dit "le haut
du pavé", il ne s'agit pas du haut du pavé en matière de taxation mais
en matière d'absence de taxation! Pourtant, on ne peut pas taxer le
journal "L'Echo" de socialiste militant!
Pourquoi la Belgique tient-elle le haut du pavé? Parce que notre pays
pratique l'une des fiscalités les plus intéressantes, une fiscalité sur les
plus-values réduite à néant et, partant, celle-ci place la Belgique au
même niveau que la Suisse. Le Luxembourg, quant à lui, taxe au
moins partiellement les plus-values, jusqu'à un taux maximum de
39,95%. Je crois que cela peut laisser rêveur! N'oublions pas non
plus d'autres formes d'imposition existantes dont on ne parle pas
elles ne sont pas ici en cause pour lesquelles la Belgique se
singularise particulièrement.
Dès lors, quand on me parle de retour de la "rage taxatoire",
permettez-moi d'émettre certains doutes. S'il est vrai que l'OCDE
place notre pays à la troisième place en ce qui concerne les
prélèvements certains se plaisent régulièrement à le rappeler ,
l'objectivité nous force à faire deux remarques. D'une part, de trop
nombreux revenus échappent complètement à l'impôt pendant que
d'autres sont peu taxés. D'autre part, si l'on effectue une comparaison
de la scène internationale puisque c'est de cela qu'il s'agit , avant
de pousser de hauts cris, il conviendrait de mettre en relation les taux
de prélèvement avec les prestations et les investissements publics.
Nous obtiendrons alors un "benchmarking" variable. Il y a fort à parier
que le palmarès connaîtrait quelques grands bouleversements!
Par conséquent, je ne peux que me féliciter de cette mesure, même
incomplète puisqu'elle ne prendra sa pleine mesure qu'en 2008 avec
la prise en compte complète du revenu intérêts/plus-value. La taxation
de ces produits financiers me semble tout à fait logique et cohérente,
d'autant que les obligations, quant à elles, sont déjà taxées via le
précompte libératoire. Il me semble donc normal de prendre en
compte les parties obligataires des sicavs et les sicavs composées
uniquement d'obligations. La mise en oeuvre de cette taxe s'inscrit
pleinement dans le modèle proposé par la directive Epargne.
Par ailleurs, si ce dispositif mis en place ne sera appliqué pleinement
qu'en 2008, nous nous félicitons que le gouvernement ait assuré la
cohérence de la méthode en prévoyant un relèvement de la taxe sur
les opérations de bourse de 0,5 à 1,1% ce pourcentage n'est pas
très élevé avec un plafond à 750 euros et sa possible disparition en
2008 puisqu'il s'agit d'une mesure transitoire.
zou linken, zou de "benchmark"
ernstig kunnen worden verstoord!
Ik kan die maatregel en de
verhoging van de taks op de
beursverrichtingen dus alleen
maar toejuichen.
Dit is ook een economische keuze
die bijdraagt tot de economische
groei en het scheppen van
werkgelegenheid. Het belasten
van obligaties lijkt mij dus van
coherentie te getuigen. De
producten van de takken 21 en 23,
die in werkelijkheid
spaarproducten zijn, moesten
eveneens in aanmerking worden
genomen.
De gemaakte politieke keuze
strekt er ook toe onrechtmatige
praktijken of praktijken die
ongelijkheid in de hand werken, te
ontmoedigen. Er moest tevens
voor worden gezorgd dat de
bedrijfsvoertuigen opnieuw aan
een belasting werden
onderworpen aangepast aan de
beroepsmensen die ze als
werkinstrument gebruiken. Hoe zit
het met de voertuigen die
momenteel als zodanig zijn
ingeschreven? Hetzelfde geldt
voor de anti-misbruikmaatregel,
met name inzake de BTW: het
kwam erop aan de diensten voor
fraudebestrijding van de nodige
instrumenten te voorzien.
Bovendien moeten de hier
genomen maatregelen in verband
worden gebracht met de
bestaande procedure van
voorafgaande beslissingen
waardoor elke onderneming er
zeker van kan zijn dat die
verrichtingen niet zullen worden
betwist. Het belastingkrediet voor
lage inkomens dat nu ook voor
statutaire ambtenaren geldt, zet
een onrechtvaardige situatie recht
voor de ambtenaren die buiten
deze maatregel vielen.
De belastingdiensten moeten ook
op onverwachte problemen
kunnen reageren. In dit opzicht
moeten we de regering feliciteren
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Outre le fait de taxer l'épargne, le choix opéré par le gouvernement
est aussi un choix économique, puisque l'épargne investie en bourse
doit permettre aux entreprises de se financer pour produire, pour
contribuer à la croissance et à la création d'emplois. Dès lors, taxer
plus particulièrement les obligations me semble tout à fait cohérent,
d'autant que corrélativement un incitant a été mis en place par le
remboursement de la TOB s'il y avait conversion entre le 1
er
janvier et
le 28 février.
Dans la même logique, il me semble aussi tout à fait normal que
soient pris en compte les produits des branches 21 et 23 puisque ces
produits d'assurance sont, en réalité, des produits d'épargne. C'est
donc une question de cohérence, notamment avec la taxation des
sicavs, et il est bon de rappeler qu'il ne s'agit là que d'une taxe
réduite, puisqu'elle est de 1,1%.
Voilà pour certains éléments concernant les mesures prises par le
gouvernement qui supposent plus de justice sociale et un choix
politique posé.
Si le choix politique est posé pour encourager, il doit aussi dissuader
certains comportements. Il me semble qu'il y a lieu d'agir contre les
comportements que nous pouvons relever dans cette fiscalité, qui est
adaptée à la réalité, qui corrige des pratiques abusives ou des
inégalités, et qui lutte contre la fraude.
Il est bon que le gouvernement prenne enfin les mesures qui
s'imposent pour rendre à la catégorie des véhicules utilitaires sa
fonction réelle, à savoir offrir une fiscalité adaptée aux professionnels
qui utilisent leur véhicule comme outil. Il était devenu quelque peu
inique de voir des Cayenne au Sablon, tout en sachant que ce tout-
terrain de luxe était immatriculé comme une camionnette. Il s'agit là
aussi d'un choix clair posé par le gouvernement, un choix de justice et
de correction de pratiques abusives. On peut se demander ce qu'il en
sera pour les véhicules qui sont actuellement immatriculés en
utilitaires: le resteront-ils? Ou devront-ils répondre aux nouvelles
normes pour continuer à bénéficier de ces dispositions?
Autre élément de justice correctrice et de rééquilibrage: la mesure
anti-abus de droit. La TVA constitue un pan important de la fiscalité,
nombre de directives européennes y sont consacrées, une partie de
ce que nous versons en qualité de TVA va directement à l'Europe. Il
est dès lors bon que des mesures soient prises pour combattre la
fraude en ce domaine.
Dans ce cadre, il est essentiel de donner aux services chargés de
lutter contre la fraude les outils, y compris juridiques, nécessaires à
l'accomplissement de leur mission. La sécurité juridique est bien
entendu essentielle, mais il est tout aussi primordial de lutter contre
les abus de droit. C'est là une forme d'autoprotection de l'ordre
juridique, pour reprendre l'expression de l'avocat général de la Cour
de justice des Communautés européennes, M. Tesoro.
La TVA et son application sont des matières complexes et propices
aux montages juridiques frauduleux, comme on le découvre trop
souvent lors de la mise à jour de carrousels TVA. Il est donc
particulièrement important de pouvoir lutter contre les abus de droit
dans ce domaine.
met haar snelle reactie op de
prijsstijgingen van de brandstof.
Hiervoor moeten vanaf januari de
nodige ambtenaren worden
ingezet om de grote vraag naar
terugbetalingen te kunnen
bijhouden. Misschien moeten we
overwegen om er de
Gemeenschappen meer bij te
betrekken in plaats van de
administratie te overbelasten.
Inzake energiebesparing moeten
we ons richten op structurele
initiatieven die vooral voor de
laagste inkomens zijn bestemd.
Er moet werk gemaakt worden van
een fiscaliteit die de mogelijkheid
biedt de toekomst sereen
tegemoet te zien.In dit opzicht
dient men middelen te besteden
aan energiebesparingen.
Individuele maatregelen zijn
welkom maar tevens moeten
investeringen in prioritaire
sectoren worden aangemoedigd.
De gemaakte keuzen hebben de
verdienste duidelijk te zijn en niet
gewoon te verklaren zijn door de
noodzaak om het budget in
evenwicht te houden. Ze zijn
ingegeven door een streven naar
sociale en
fiscale
rechtvaardigheid. We zullen dit
deel van de programmawet dus
met vertrouwen goedkeuren.
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
En outre, les mesures prises ici doivent être mises en rapport avec
l'existence de la procédure des décisions anticipées le "ruling" -, qui
permet à toute entreprise de s'assurer que ces opérations ne seront
pas contestées. Ainsi sera garantie une pleine et entière sécurité
juridique indispensable à une activité économique saine. Je souhaite
également relever la mesure relative au crédit d'impôt pour bas
revenus, incluant les fonctionnaires statutaires. C'est une bonne
mesure puisqu'elle corrige une injustice qui excluait les fonctionnaires
du bénéfice de cette mesure. L'emploi public est important, et il
convient de ne pas le discriminer dans les dispositifs d'aide à l'emploi.
Comme je l'ai dit, si la fiscalité est là pour assurer des choix politiques
et dissuader certains comportements, elle sert aussi à prendre des
décisions essentielles et à mieux appréhender les problèmes réels.
La fiscalité, dont certaines mesures prennent effet avec retard, peut
aussi répondre rapidement à des problèmes soudains. Et je me
félicite que le gouvernement ait pu apporter une réponse prompte à la
hausse relativement subite des prix du carburant, tout en anticipant et
développant des politiques de réduction et de rationalisation de la
consommation énergétique.
En ce qui concerne le gasoil de chauffage, il n'y a pas de retard en
l'état actuel des choses, mais un travail sérieux attend l'administration
fiscale au début de l'année, eu égard à tous ceux qui attendent le
remboursement de leur facture mazout. Il faudra donc que des
fonctionnaires soient mobilisés afin de pouvoir répondre à la demande
importante, telle qu'elle est déjà relevée actuellement. Comme je l'ai
déjà dit lors de la discussion budgétaire, puisque les collectivités sont
parties prenantes et qu'un accord a été récemment conclu avec les
Communautés, peut-être conviendrait-il d'envisager de passer la main
directement à celles-ci au lieu de surcharger l'administration, laquelle
sera confrontée aux demandes individuelles.
Nous nous réjouissons de ces mesures, car elles permettent à la
population d'amortir cette hausse relativement brutale des prix des
carburants. Toutefois, nous tenons à rappeler ici que des mesures
structurelles doivent être décidées certainement, et peut-être même
uniquement, à destination de ceux qui disposent des plus bas
revenus.
En effet, si l'on peut constater que le baril de pétrole diminue quelque
peu, toutes les études démontrent que le coût de l'énergie ira
croissant, d'autant que nous pourrions arriver à un pic de production
pétrolière. Il ne faut pas nécessairement se montrer alarmistes, mais
je crois qu'en fonction de ces études se basant sur des éléments
objectifs, nous devons nous diriger vers des initiatives structurelles
destinées aux plus bas revenus. Car ce sont ceux qui disposent des
revenus les plus faibles qui ressentent le plus durement les effets des
hausses de prix, et ce sont ceux-là qu'il faut aider tout
particulièrement. Il en sera sans doute de même pour les mesures qui
vont être prises aux fins d'alléger le coût de la facture de gaz. Elles
pourraient apporter une réponse structurelle.
S'il faut faire face à un élément soudain, une hausse brutale et
apporter une réponse rapide et la plus adaptée possible, il convient
également de mettre en place une fiscalité qui permette d'envisager
l'avenir avec sérénité.
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
En ce qui concerne l'énergie, il est fort probable que la tendance à la
hausse des prix se poursuivra. Il me semble indispensable de mettre
en oeuvre des politiques de réduction et de rationalisation de la
consommation. Dès lors, des dépenses doivent être engagées pour
économiser l'énergie. Bien des mesures doivent être prises et sont
prises avec des plafonds plus élevés pour les investissements et les
rénovations, tout cela contribuant à la diminution de la consommation
d'énergie.
De l'autre côté, s'il est possible d'envisager des mesures individuelles
en vue d'une économie d'énergie, une autre manière d'encourager
viserait les investissements dans des secteurs considérés comme
prioritaires.
C'est le pendant de ces mesures qui doivent être prises, qui seront
prises puisque les prochaines mesures viseront plutôt à encourager
les économies d'énergie et c'est normal. S'il est essentiel de
permettre à tous de se chauffer et qu'il faut prendre en considération
les flambées des cours, la prise en compte du futur nous oblige aussi
à adapter nos comportements, ceux des particuliers comme ceux des
collectivités. Dès lors, il convient de faire face à ces études qui
représentent un coût parfois lourd, de même qu'à ces
investissements.
Les mesures sont positives. Nous pouvons comprendre qu'elles ne
peuvent satisfaire tout le monde, tant dans la majorité que dans
l'opposition; nous pouvons comprendre que les choix opérés
politiquement ne peuvent satisfaire tout le monde, mais ils ont le
mérite d'être clairs. Ils ne s'expliquent pas simplement par un budget
à garder en équilibre, mais ils sont décidés en tenant compte d'une
justice sociale et d'une justice fiscale à conserver. De plus, ils sont
opérés en vue d'encourager ou de dissuader certains comportements.
C'est donc avec confiance que nous voterons cette partie.
Le président: Dans un instant, je donnerai la parole à M. Devlies.
Daarna geef ik de kans aan de ministers om te antwoorden. Ik zou het hoofdstuk Financiën, Economie en
de algemene bespreking deze voormiddag willen beëindigen.
Nous entamerons donc nos travaux de cet après-midi avec les volets Infrastructure, Environnement,
Affaires sociales, Relations extérieures et Départements d'autorité. Nous essaierons de clore nos
discussions vers 18.30 heures.
01.20 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, geachte heren
ministers, geachte collega's, wij hebben reeds een vrij grondige
discussie gehad in de commissie met betrekking tot de voorgelegde
artikels. Een aantal collega's hebben reeds het woord genomen.
Président: Geert Lambert, vice-président.
Voorzitter: Geert Lambert, ondervoorzitter.
Ik zal mij beperken tot een klein gedeelte van de voorgelegde
wetgeving, meer bepaald de antimisbruikbepalingen inzake de BTW.
Enkele maanden geleden werd door de voormalige Minister van
Begroting, Johan Vande Lanotte, aangekondigd dat hij een
01.20 Carl Devlies (CD&V): Il y a
quelques mois, le ministre Vande
Lanotte avait annoncé une mesure
anti-abus dans le cadre de la lutte
contre la fraude sous la forme des
carrousels à la TVA. Il semble
qu'aujourd'hui, on essaie surtout
de limiter le droit des contribuables
de choisir la voie la moins
imposée. Pour cela, on a tout
simplement repris la disposition
anti-abus existant dans le cadre
de l'impôt sur les revenus dans la
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
antimisbruikmaatregel zou nemen in het kader van de strijd tegen de
BTW-carrouselfraude. We hebben dan ook met belangstelling
uitgekeken naar het initiatief dat terzake zou genomen worden.
Op basis van de tekst die nu wordt voorgelegd beoogt de regering niet
zozeer een maatregel in te voeren tegen de BTW-carousselfraude,
doch veeleer grenzen te willen stellen aan het recht van de
belastingplichtige om de minst belaste weg te kiezen. Ze beoogt dit te
doen door een kopie van de antimisbruikbepaling uit de
inkomstenbelastingen in te voeren in de BTW-wetgeving.
Dit voornemen om paal en perk te stellen aan ingenieuze juridische
constructies blijkt duidelijk uit de memorie van toelichting die in dat
kader de constructies vermeldt waarbij zonder economische
verantwoording fictieve of buffervennootschappen worden opgericht.
Naar analogie van de inkomstenbelasting bestaat het tegenbewijs erin
aan te tonen dat er naast fiscale motieven ook financiële en
economische motieven zijn. Zich bewust zijnde van de
rechtsonzekerheid die een dergelijke maatregel impliceert, verwijst de
memorie expliciet naar de procedure van de voorafgaande
beslissingen, de zogenaamde ruling, vermist deze de economische
operator toelaat er zich ex ante van te verzekeren dat de
economische handelingen die hij wenst te verrichten nadien niet
zullen worden betwist.
De vraag rijst waarom de regering die maatregelen nu neemt.
Enerzijds rijst de vraag waarom ze nu pas de maatregel invoert, die
reeds bij wet van 22 juli 1993 in de inkomstenbelastingen werd
genomen. De maatregel bestaat dus reeds 12 jaar in de
inkomstenbelastingen.
Anderzijds wordt net nu een aantal belangrijke arresten van het
Europees Hof verwacht over het al dan niet bestaan van een
autonoom, communautair, antimisbruikprincipe. De hangende zaken
voor het Europees Hof gaan telkens over constructies waarbij wordt
gepoogd de BTW te recupereren in gevallen waarin dat normaal
gezien, krachtens de algemene principes van dezelfde richtlijn, niet
mogelijk is.
De regering is zich goed bewust van de nakende, Europese
rechtspraak. Nu reeds wordt aangekondigd dat een nieuwe wetgeving
zal worden tot stand gebracht, zodra de uitspraak van het Europees
Hof bekend is.
De maatregel is ook vreemd op dit moment, gelet op het initiatief van
de Europese Commissie om via een herschikking van artikel 27 van
de zesde richtlijn de lidstaten toe te laten om op een flexibele wijze
wetgevend op te treden tegen bepaalde, juridische constructies en om
de richtlijn op bepaalde, bekende knelpunten duurzaam aan te
passen.
Voorts dient gesteld dat, gezien de recente rechtspraak inzake
inkomstenbelastingen over de toepassing van de
antimisbruikmaatregel voor de herkwalificatie van akten, de invoeging
van een kopie van de bepalingen in het BTW-wetboek op dit ogenblik
weinig zinvol lijkt. Op basis van de rechtspraak wordt de toepassing
législation TVA.
La volonté de mettre fin aux
constructions juridiques
ingénieuses ressort de l'exposé
des motifs dans lequel il est fait
référence à la création de sociétés
fictives ou écran dénuées de toute
justification économique. La
preuve contraire consiste à
montrer qu'il existe bel et bien des
motifs financiers et économiques.
La procédure des décisions
anticipées "ruling" - est invoquée
pour lutter contre l'insécurité
juridique. Elle permet à l'opérateur
de s'assurer au préalable que les
actes économiques qu'il pose ne
seront pas contestés
ultérieurement.
Pourquoi le gouvernement
n'instaure-t-il cette mesure que
maintenant puisqu'il sait
parfaitement qu'elle avait déjà été
introduite dans le secteur des
impôts sur les personnes
physiques par le biais de la loi du
22 juillet 1993? En outre, la Cour
européenne devrait
prochainement rendre des arrêts
d'une importance majeure
concernant l'existence ou
l'inexistence d'un principe anti-
abus à la fois autonome et
communautaire. Les affaires
pendantes ont trait à des
montages destinés à récupérer la
TVA dans des cas où ce n'est pas
admis. Le gouvernement est
parfaitement conscient de
l'imminence d'une jurisprudence
en la matière car il a déjà annoncé
son intention d'écrire ensuite une
nouvelle législation. Par le biais
d'un réajustement de l'article 27
de la sixième directive, la
Commission européenne veut
d'ailleurs permettre aux Etats
membres de combattre avec
flexibilité certains montages
juridiques et de prendre à bras-le-
corps les problèmes y relatifs.
Il faut ajouter à cela que l'article
344, § 1
er
, du Code des impôts sur
les revenus ne peut être appliqué
sur la base de la jurisprudence
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
van artikel 344, §1, van het Wetboek van inkomstenbelastingen
slechts mogelijk geacht, indien de gevolgen, verbonden aan de door
de partijen gegeven kwalificatie van de akte, identiek zijn aan de
gevolgen, verbonden aan de door de administratie in de plaats
gestelde kwalificatie.
Deze in de praktijk moeilijk realiseerbare toepassingsvoorwaarde lijkt
op BTW-vlak overigens nog bemoeilijkt te worden door het feit dat
aan de BTW-begrippen een communautaire interpretatie dient te
worden verstrekt. Bijgevolg zullen de rechters en raadsheren bij elke
betwisting over de toepassing van het nieuwe artikel 124 in het
Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde een
prejudiciële vraag moeten stellen. Dat zal leiden tot ellenlange
procedures alvorens de belastingplichtige rechtszekerheid verkrijgt.
De invoering van deze antimisbruikwet lijkt dan ook veeleer een
instrument om rechtsonzekerheid te creëren. De te verwachten
toename van het aantal rechtsgeschillen en het feit dat in de Memorie
uitdrukkelijk wordt gesteld dat de administratieve rulingpraktijk in deze
rechtszekerheid moet brengen tonen aan dat de regering zich van
haar wetgevende taak kwijt door de verantwoordelijkheid door te
schuiven naar de andere machten.
Door de betreffende maatregel bovendien nog retroactief per
1 november 2005 in te voeren, bestaat er in feite andermaal een
voorbeeld van wetgeving dat het ondernemingsklimaat in België
aantast. Voor ondernemingen is er niets zo erg als rechtsonzekerheid.
Zij staan niet te springen voor juridische geschillen met de fiscus. Een
administratieve ruling is bovendien slechts geldig in zoverre dit niet in
strijd is met de wet. De praktijk zal moeten uitwijzen wie binnen de
administratie daarover het laatste woord zal voeren.
Mijnheer de minister van Financiën, met betrekking tot deze artikelen
heb ik een precieze vraag aan u. Er is ondertussen onrust gerezen bij
gemeenten over de juiste juridische draagwijdte, meer bepaald over
de BTW-plicht van gemeenten voor alles wat rioleringen betreft.
Mijnheer de minister, ik verwijs u naar de ruling met de
intercommunale rioleringbedrijven en het antwoord dat u gegeven
hebt aan senator Steverlynck over de BTW-plicht van individuele
gemeenten die met de waterbedelingsmaatschappijen een
overeenkomst sluiten.
Ik zou dan ook graag mijn tussenkomst afsluiten met een precieze
vraag aan de minister van Financiën.
Mag ik veronderstellen dat dit artikel van de programmawet geen
enkel effect heeft op de BTW-plichtigheid van gemeenten voor alles
wat te maken heeft met waterdistributie en riolering?
que si les effets liés à la
qualification de l'acte donnée par
les parties sont identiques aux
effets liés à la qualification qu'y a
substituée l'administration. Il
s'agit là d'une condition qui, sur le
plan de la TVA, est difficilement
applicable en pratique et dont
l'application est encore
compliquée par la nécessité de
conférer aux notions de TVA une
interprétation communautaire.
Lors de chaque contestation sur
l'article 124 nouveau du Code de
la TVA, des questions
préjudicielles devront donc être
posées, ce qui débouchera sur de
très longues procédures.
La nouvelle loi anti-abus risque de
générer une insécurité juridique.
Le nombre de litiges pourrait donc
augmenter. Le fait que l'exposé
des motifs renvoie au ruling
administratif prouve que le
gouvernement se décharge de ses
responsabilités sur les autres
pouvoirs. De même, le caractère
rétroactif de la mesure risque
d'affecter le climat favorable aux
entreprises. Ces dernières ne
voient pas d'un bon oeil la
perspective de se retrouver en
litige avec le fisc. De plus, le ruling
administratif n'est valable que s'il
n'est pas contraire à la loi. L'avenir
nous dira qui, au sein de
l'administration, aura le dernier
mot.
Puis-je considérer que la mesure
anti-abus n'influencera en rien
l'assujettissement à la TVA des
communes en matière de
distribution d'eau et d'égouttage?
Je me réfère à une réponse que le
ministre a donnée à ce sujet au
sénateur Steverlynck.
01.21 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil
misbruik maken van de uiteenzetting van de heer Devlies om een
vraag te stellen aan de minister die verantwoordelijk is voor de Regie
der Gebouwen, in het kader van het amendement waarbij
staatswaarborg wordt verleend bij de overdracht van het justitiepaleis
van Antwerpen. Mijn vraag heeft betrekking op de biedingen die
maandag jongstleden hebben plaatsgevonden. Kennen wij intussen
reeds het exacte bedrag van de staatswaarborg? Weten wij aan wie
01.21 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je me pose certaines
questions à propos de
l'amendement relatif à la garantie
de l'État dans le cadre de la
cession du palais de justice
d'Anvers. Il a été procédé à
l'adjudication lundi dernier. À
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
de bieding is toegewezen en aan welke voorwaarden?
combien s'élève la garantie de
l'État? Quelles étaient les
conditions de l'adjudication et qui
l'a remportée?
De voorzitter: Mijnheer de minister, wenst u te antwoorden?
01.22 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
heb een aantal antwoorden.
De heer Bogaert had twee vragen. Een eerste vraag was of het
mogelijk is om een vermindering van de commissies en de kosten
voor de banken te hebben gedurende twee maanden, tot begin
volgend jaar, voor de beveks, om naar een distributieproduct te gaan.
Er is een vermindering van de TOB. Dat is duidelijk. Het staat in de
wet. Het is voor de banken perfect mogelijk om dezelfde redenering te
volgen wat hun commissies betreft op individuele basis - bank per
bank - en op collectief vlak, bijvoorbeeld met Febelfin en met een
akkoord binnen Febelfin. We hebben geen echt akkoord met de
banken om dat te doen. Het is hun keuze. Het zou misschien nuttig
zijn voor de banken om dat te doen om zodoende cliënten te hebben
voor een ander product.
Er was een tweede vraag in verband met de toestand wat de TOB
betreft vanaf 1 januari 2008. De taks is klaar. Wij komen opnieuw
naar een lager niveau, maar zonder koninklijk besluit. Het is mogelijk
om een nieuw stelsel af te schaffen, met eenzelfde TOB te blijven en
zonder belasting op andere elementen dan de intresten. De heer
Bogaert heeft gevraagd wat de toestand zal zijn. Ik dank hem voor zijn
vertrouwen in mij. Ik zal proberen te blijven tot en met 2008 en een
beslissing te nemen. Ik dank de heer Bogaert voor zijn vertrouwen.
Het is niet de eerste keer. Hij heeft mij al een aantal vragen gesteld
om te weten wat ik zal doen in 2011 of 2012. Ik ben bereid om tot dan
te blijven. Ik heb daartegen geen bezwaar. Ik dank de CD&V-fractie,
en vooral de heer Bogaert, voor hun vertrouwen in dat verband. Ik zal
proberen te blijven tot 2008 en misschien zelfs langer, misschien tot ik
tachtig jaar oud ben. Dit is een heel goede eindeloopbaan wat mij
betreft. Ik ben bereid om dat te doen.
01.22 Didier Reynders, ministre:
La diminution de la TOB est
inscrite dans la loi. Les banques
peuvent suivre de leur propre
initiative le même raisonnement en
ce qui concerne la diminution des
commissions et des frais, à titre
individuel ou dans le cadre d'un
accord au sein de Febelfin. Nous
n'avons pas pour notre part conclu
d'accord avec les banques.
La diminution de la TOB ne fait
pas l'objet d'un nouvel arrêté royal.
Il est également possible de
passer à un autre système. En ce
qui concerne la situation à partir
du 1er janvier 2008, je tenterai de
rester en poste jusqu'en 2008 pour
prendre une décision. Je remercie
M. Bogaert pour sa confiance!
01.23 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik zal de
boodschap overmaken aan de heer Bogaert.
01.24 Minister Didier Reynders: Het is niet de eerste keer. Hij heeft
in de commissie voor de Financiën een heel goed commentaar
gegeven in verband met de programmawet. Hij heeft gezegd dat het
een heel goede voorbereiding van de wet was. Het was zeer
aangenaam om dat te horen.
De tekst is klaar. Er is een verlaging van de TOB zonder een nieuw
koninklijk besluit. Het is ook mogelijk om naar een ander systeem te
gaan, maar er is alleen de afschaffing van het huidig artikel.
Dan kom ik bij heer Devlies en de nieuwe antimisbruikmaatregelen
wat de BTW betreft. Het is geen doelstelling om iets te doen tegen de
gemeenten of tegen een specifiek product als ik het zo mag
noemen binnen de gemeenten. Wij moeten echter altijd dezelfde
redenering volgen, wij moeten een economische doelstelling hebben.
Met die economische doelstelling is er echter geen reden voor een
01.24 Didier Reynders, ministre:
Il ne s'agit pas de toucher les
communes au travers des
mesures anti-abus de droit en
matière de TVA. Il existe
évidemment un objectif
économique, mais il n'y a aucune
raison de traiter les communes
différemment. Mon administration
n'a pas davantage de projets en
ce sens. Il convient toutefois de
procéder à une analyse
approfondie au cas par cas. En
principe, la situation actuelle sera
maintenue.
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
andere behandeling wat de gemeenten betreft. Ik heb dus geen
dergelijke intentie in dat verband. Dat geldt ook voor mijn
administratie. Geval per geval moeten we echter tot een klaar en
duidelijke analyse komen, zonder dat er echte problemen zijn in de
gemeenten voor zo'n product. Normaal moeten we bij de huidige
toestand blijven.
Ik kom tot de waarborgen in verband met het justitiepaleis van
Antwerpen. Tot nu toe gaan wij verder met die operatie in Antwerpen.
Er komt volgende vrijdag een nieuwe vergadering met alle offertes op
tafel. Ik zal de verschillende offertes bekijken en als het nodig is
moeten we zorgen voor een staatswaarborg. Dat is klaar en duidelijk.
Ik zal een aantal voorwaarden op tafel leggen. Tot nu toe heb ik
echter nog geen beslissing genomen in verband met een
staatswaarborg. Eerst en vooral moeten we de wet hebben. Dat is
duidelijk, er is een specifieke bepaling. Daarna moet ik ook de
verschillende offertes zien. Wij wachten nu tot en met vrijdag.
Misschien zal het nog mogelijk zijn om vrijdagnamiddag een
bespreking te hebben in dat verband. Ik heb echter nog geen precieze
voorwaarden op tafel gelegd, ik moet eerst en vooral de verschillende
offertes zien. Dan zullen we een beslissing nemen.
En ce qui concerne la garantie
relative au nouveau palais de
justice d'Anvers, une dernière
réunion aura lieu vendredi
prochain en vue d'examiner
l'ensemble des offres. Je veillerai
à une éventuelle garantie de l'État,
que je subordonnerai évidemment
à certaines conditions. Mais nous
devons d'abord attendre l'adoption
de la loi. Ce n'est qu'à ce moment-
là que je pourrai évaluer les
différentes offres.
01.25 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister,
behoudens vergissing van mijn kant denk ik dat we maandag
jongstleden normaal de laatste bieding van de betrokken kandidaten
kregen. Ik dacht dat de akte normaal gezien op dezelfde dag werd
verleden, weliswaar onder de opschortende voorwaarde van een
staatswaarborg.
01.25 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je pensais que les
candidats concernés pouvaient
soumettre leur dernière offre lundi
et que l'acte serait passé ensuite,
sous une condition suspensive
évidemment.
01.26 Minister Didier Reynders: Dat gebeurt inderdaad op dezelfde
dag maar dat was niet op maandag, het zal vrijdag zijn. Er was nog
een aantal vragen van de verschillende bedrijven die bezig zijn met de
voorbereiding van een offerte op juridisch vlak. Er zijn nog twee
vergaderingen, vandaag en morgen, om een antwoord te geven op
die vragen. Vrijdag komt normaal de laatste vergadering. Het zal
donderdag of vrijdag gebeuren maar ik denk vrijdag. Het is dus
dezelfde redenering als vorige week, ik moet op dezelfde dag een
beslissing nemen over de staatswaarborg. Dat gebeurde echter
maandag niet, het zal voor het einde van de week zijn. We zijn nog
bezig met een aantal vragen van de verschillende bedrijven en wij
proberen een antwoord te geven op juridisch vlak, niet alleen met de
Regie der Gebouwen maar ook met de consulent van de Regie der
Gebouwen.
01.26 Didier Reynders, ministre:
C'est exact, mais cela se fera
donc vendredi. Certaines
entreprises souhaitaient encore
poser des questions d'ordre
juridique, auxquelles la Régie des
Bâtiments, assistée de ses
conseillers, tentera de répondre
lors des deux réunions qui ont lieu
aujourd'hui et demain pour que
nous puissions tenir la réunion de
clôture vendredi. Le même jour, je
devrai prendre une décision
concernant la garantie de l'État.
01.27 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, kan dit
geen problemen opleveren. Als u nu de voorwaarden en de risico's
opnieuw bespreekt en de modaliteiten hetzij expliciet hetzij impliciet
wijzigt, zouden er problemen kunnen ontstaan, zoals destijds bij Zon
en Zee. Sommige bieders haken af, andere bieders doen nog mee.
01.27 Servais Verherstraeten
(CD&V): Les modalités ne
risquent-elles pas alors d'être
encore modifiées?
01.28 Minister Didier Reynders: De staatswaarborg is enkel een
mogelijkheid. Ik denk niet dat het mogelijk zal zijn een operatie te
doen zonder staatswaarborg, maar ik wacht de offerte af. Als iemand
een offerte indient zonder eis tot staatswaarborg, dan heb ik geen
probleem met dit voorstel.
01.28 Didier Reynders, ministre:
Je ne pense pas que quelqu'un
fera une offre sans la garantie de
l'État. Si quelqu'un était malgré
tout disposé à le faire, je n'y verrai
bien entendu aucun inconvénient.
CRIV 51
PLEN 182
21/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
01.29 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, bij
wijzigingen na vergaderingen mogen andere bieders zich nog
kandidaat stellen....
01.29 Servais Verherstraeten
(CD&V): Si les modalités devaient
encore
changer, les
soumissionnaires qui avaient
renoncé devraient en fait pouvoir
poser à nouveau leur candidature.
01.30 Minister Didier Reynders: Iedereen mag komen. Maar tot op
heden is er geen wijziging van de voorwaarden. Er waren wel nog een
aantal wijzigingen voor wat de interest betreft, maar niet voor wat
betreft de staatswaarborg. Dat is een aparte beslissing van de
regering en van de minister van Financiën. We gaan dus verder.
Vrijdag 23 december moeten we tot een eindbeslissing komen. Maar
als het onmogelijk is om op die datum een beslissing te nemen dan
ben ik bereid te wachten tot en met 31 december.
01.30 Didier Reynders, ministre:
Une discussion est encore en
cours sur les intérêts mais pas sur
la garantie de l'État. D'ailleurs, si
nous ne parvenons pas à tout
régler pour le 23 décembre, je suis
disposé s'il le faut à continuer
jusqu'au 31 décembre.
01.31 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik werd
aangesproken door de heer Wathelet, die zei dat er op het vlak van
energie wel een groot aantal inspanningen is gebeurd. Hij heeft dat
echter gelieerd aan het feit dat dit het gevolg zou zijn van Europese
richtlijnen. Dat is ten dele juist. Ik zeg: ten dele, omdat noch het
degressief tarief, noch het op de beurs brengen van Elia, noch het
infopunt energie, noch het elektronisch kadaster voor gas, noch de
interconnectie zijn voorzien in of verplicht gemaakt door richtlijnen.
Dat zijn bijkomende initiatieven die deze regering heeft genomen.
Hij heeft dan 3 problemen aangeraakt. Ten eerste, Fapetro en het feit
dat dit voor verschillende doeleinden zou worden gebruikt. We
moeten uitgaan van wat Fapetro is: dat is in eerste instantie een
budgettair fonds. Dat fonds kan ook worden gebruikt voor andere
inspanningen en doeleinden, vermits de gegevens die moeten
verwerkt worden, dezelfde doelstellingen hebben. Het is dus voor een
stuk normaal dat men voor Apetra, Premas, Bofas en het sociaal
stookoliefonds die allemaal werken met berekeningen, opmaak en
verzending van documenten op basis van gegevens die door de
sector kunnen aangeleverd worden, dat begrotingsfonds heeft
gekozen om dat mogelijk te maken. Daar is dus niets onwettelijks
mee gemoeid.
Vervolgens heeft hij het over het programmacontract gehad. Het is
juist dat het programmacontract tot op heden werd afgesloten met de
mensen van de Belgische Petroleumfederatie. In eerste instantie zijn
dat 7 grote maatschappijen, die zich bijna uitsluitend met raffinage
bezighouden. Daarbuiten moeten er in die sector nog heel wat andere
zaken gebeuren als transport, distributie en levering. Dat zijn
verschillende metiers. Men aanvaardt dat voor andere
energiebronnen en moet dat dus ook voor petroleum aanvaarden. Dat
is een van de redenen waarom de mogelijkheid nu wordt verschaft via
de Programmawet om akkoorden te kunnen afsluiten met die andere
sectoren, dus om met die 60% andere sectoren die zich met
transport, distributie of levering bezighouden, bindende akkoorden te
kunnen afsluiten. Wat dat betreft denk ik dus niet dat dit een
ommezwaai is, maar gewoon een aanpassing aan de dagelijkse
realiteit.
In laatste instantie wil ik ook iets zeggen over de gespreide betaling.
We horen een diffuse klok. Sommigen zeggen dat de aangekondigde
verplichtingen tot op heden nog niet zijn opgelegd. Anderen stellen dat
01.31 Marc Verwilghen, ministre:
M. Wathelet admet, il est vrai, que
des efforts ont été réalisés en
matière d'énergie, mais il prétend
que tous sont la conséquence de
directives européennes. Or, des
mesures telles que le tarif
dégressif ou l'introduction en
bourse d'Elia vont plus loin que les
recommandations de l'Europe.
Il n'y a rien d'illégal à la création de
Fapetro. Il s'agit en première
instance d'un fonds budgétaire
pouvant être utilisé à différentes
fins.
Jusqu'ici, seules les sept grandes
raffineries de la Fédération
pétrolière belge étaient
concernées par le contrat
programme. Il sera également
possible à présent de conclure des
accords avec les secteurs du
transport et de la distribution.
L'échelonnement des paiements
ne peut devenir une obligation qui
asphyxie le secteur, j'en conviens.
La concertation était nécessaire et
nous ne l'avons pas esquivée. Il
en a résulté un accord que nous
avons coulé dans un projet
d'arrêté royal. Celui-ci ne pourra
bien sûr être publié qu'après
l'adoption de la loi-programme.
21/12/2005
CRIV 51
PLEN 182
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
deze verplichtingen de sector zal dood nijpen. Ik denk aan het betoog
dat mevrouw Pieters vorige week heeft gehouden. We moeten
rekening houden met de problemen die de sector kent maar we
mogen ook de stelling van de heer Wathelet niet uit het oog verliezen.
We hebben hierover overleg gepleegd met de sector en wij zijn
uiteindelijk tot een akkoord gekomen. Dit kan in een KB worden
gegoten. Het ontwerp van KB is klaar. We kunnen dit KB maar
bekendmaken en uitvoeren zodra deze programmawet over de
gespreide betaling gepubliceerd is. Dan zullen we de normale stappen
van de procedure volgen.
De voorzitter: Er zijn geen sprekers meer ingeschreven. Ik neem aan dat er ook geen antwoorden meer
zijn van staatssecretaris Jamar.
La séance est levée.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée à 12.23 heures. Prochaine séance le mercredi 21 décembre 2005 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 12.23 uur. Volgende vergadering woensdag 21 december 2005 om
14.15 uur.
Ce compte rendu n'a pas d'annexe.
Dit verslag heeft geen bijlage.