CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 174
CRIV 51 PLEN 174
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
jeudi
donderdag
08-12-2005
08-12-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
QUESTIONS
1
VRAGEN
1
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires
étrangères sur "les transports de détenus par la
CIA" (n° P1113)
1
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de transporten van
gevangenen door de CIA" (nr. P1113)
1
- M. Eric Massin au ministre des Affaires
étrangères sur "les transports de détenus par la
CIA" (n° P1114)
1
- de heer Eric Massin aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "de transporten van
gevangenen door de CIA" (nr. P1114)
1
Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe sp.a-spirit, Eric Massin, Karel De
Gucht
, ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de sp.a-spirit-fractie, Eric Massin, Karel De
Gucht
, minister van Buitenlandse Zaken
Question de M. François Bellot à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
chauffards ivres et récidivistes" (n° P1108)
5
Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over
"recidiverende dronken doodrijders" (nr. P1108)
5
Orateurs:
François Bellot, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
François Bellot, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'adaptation de la loi d'acquisition rapide de la
nationalité belge" (n° P1109)
6
Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de aanpassingen van de snel-Belg-
wet" (nr. P1109)
6
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera,
Laurette Onkelinx
, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Agenda
8
Agenda
8
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice,
Pieter De Crem
, président du groupe CD&V
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie, Pieter De
Crem
, voorzitter van de CD&V-fractie
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "la subvention
au Collège d'Europe à Bruges" (n° P1111)
9
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de subsidie voor het
Europacollege in Brugge" (nr. P1111)
9
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Freya Van den Bossche, vice-
première ministre et ministre du Budget et de
la Protection de la consommation, Pieter De
Crem
, président du groupe CD&V
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Freya Van den Bossche, vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken, Pieter De Crem,
voorzitter van de CD&V-fractie
Question de Mme Frieda Van Themsche au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
vente de matériel roulant des services de
police" (n° P1112)
12
Vraag van mevrouw Frieda Van Themsche aan
de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de verkoop van rijdend
politiematerieel" (nr. P1112)
12
Orateurs: Frieda Van Themsche, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur, Didier Reynders, vice-premier
ministre et ministre des Finances
Sprekers: Frieda Van Themsche, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken, Didier Reynders, vice-
eerste minister en minister van Financiën
Questions jointes de
14
Samengevoegde vragen van
14
- Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre
et ministre des Finances sur "la mise en oeuvre de
la décision d'intervenir pour un montant de
10 millions d'euros dans les frais de chauffage
des écoles, des maisons de repos et des
14
- mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
uitvoering van het besluit om aan scholen, rust-
en verzorgingsinstellingen 10 miljoen euro toe te
kennen als bijdrage in de
14
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
établissements de soins" (n° P1121)
verwarmingskosten" (nr. P1121)
- Mme Trees Pieters au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'intervention de l'État
fédéral dans les frais de gasoil de
chauffage" (n° P1110)
14
- mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
federale tegemoetkoming in
stookoliekosten" (nr. P1110)
14
Orateurs: Marleen Govaerts, Trees Pieters,
Didier Reynders
, vice-premier ministre et
ministre des Finances
Sprekers: Marleen Govaerts, Trees Pieters,
Didier Reynders
, vice-eerste minister en
minister van Financiën
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'apport
insuffisant de la Flandre dans l'Airbus
militaire" (n° P1115)
17
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
ontoereikende Vlaamse inbreng in de militaire
Airbus" (nr. P1115)
17
Orateurs: Luc Sevenhans, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Luc Sevenhans, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "le tarif
social dans le cadre de la facture
énergétique" (n° P1116)
20
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het sociaal
tarief in het kader van de
energiefactuur" (nr. P1116)
19
Orateurs:
Magda De Meyer, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Magda De Meyer, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "la phase transitoire dans le cadre du
Pacte des Générations" (n° P1120)
21
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de overgangsfase in het kader
van het Generatiepact" (nr. P1120)
21
Orateurs: Benoît Drèze, Freya Van den
Bossche
, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: Benoît Drèze, Freya Van den
Bossche
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
Question de M. Bart Tommelein à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "la
discrimination des voyageurs
handicapés" (n° P1119)
23
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de discriminatie van
invalide reizigers" (nr. P1119)
23
Orateurs: Bart Tommelein, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Bart Tommelein, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Eric Libert au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "l'avant-projet de décret flamand sur
le Code du logement" (n° P1117)
25
Vraag van de heer Eric Libert aan de minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het
voorontwerp van Vlaams decreet tot wijziging van
de Vlaamse Wooncode" (nr. P1117)
25
Orateurs: Eric Libert, Pieter De Crem,
président du groupe CD&V, Gerolf
Annemans
, président du groupe Vlaams
Belang, Christian Dupont, ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de
la Politique des grandes villes, de l'Egalité des
chances
Sprekers: Eric Libert, Pieter De Crem,
voorzitter van de CD&V-fractie, Gerolf
Annemans
, voorzitter van de Vlaams Belang-
fractie, Christian Dupont, minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke
Kansen
Question de Mme Marie Nagy au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "les mineurs non
accompagnés" (n° P1118)
27
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister
van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de niet-begeleide minderjarigen" (nr. P1118)
27
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Orateurs: Marie Nagy, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Marie Nagy, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
PROJETS ET PROPOSITIONS
30
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
30
Projet de loi relatif à la contribution de la Belgique
à la huitième reconstitution des ressources du
Fonds asiatique de Développement (2029/1-2)
30
Wetsontwerp betreffende de bijdrage van België
aan de achtste wedersamenstelling van de
werkmiddelen van het Aziatische
Ontwikkelingsfonds (2029/1-2)
30
Discussion générale
30
Algemene bespreking
30
Orateur: Annemie Roppe, rapporteur
Spreker: Annemie Roppe, rapporteur
Discussion des articles
30
Bespreking van de artikelen
30
Projet de loi relatif à la contribution de la Belgique
à la dixième reconstitution des ressources du
Fonds africain de Développement (2030/1-2)
31
Wetsontwerp betreffende de bijdrage van België
aan de tiende wedersamenstelling van de
middelen van het Afrikaanse ontwikkelingsfonds
(2030/1-2)
31
Discussion générale
31
Algemene bespreking
31
Discussion des articles
31
Bespreking van de artikelen
31
Orateur: Annemie Roppe, rapporteur
Spreker: Annemie Roppe, rapporteur
Agenda
31
Agenda
31
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Paul Tant, Zoé Genot,
Melchior Wathelet
, président du groupe cdH
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Paul Tant, Zoé Genot,
Melchior Wathelet
, voorzitter van de cdH-
fractie
INTERPELLATIONS
33
INTERPELLATIES
33
Interpellations jointes de
34
Samengevoegde interpellaties van
33
- Mme Nathalie Muylle au premier ministre sur "la
position de la Belgique en ce qui concerne la
conférence de l'Organisation mondiale du
commerce qui se tiendra à Hong Kong du 13 au
18 décembre 2005" (n° 730)
- mevrouw Nathalie Muylle tot de eerste minister
over "het Belgisch standpunt inzake de
conferentie van de Wereldhandelsorganisatie van
13 tot en met 18 december 2005 in Hongkong"
(nr. 730)
- M. Guido Tastenhoye au ministre des Affaires
étrangères sur "les chances que le sommet de
l'Organisation mondiale du commerce, qui se
tiendra à Hong Kong à partir du
13 décembre 2005, débouche sur un accord"
(n° 732)
- de heer Guido Tastenhoye tot de minister van
Buitenlandse Zaken over "de kansen op een
akkoord op de top van de
Wereldhandelsorganisatie in Hongkong vanaf
13 december 2005" (nr. 732)
- Mme Zoé Genot au premier ministre sur "la
position de la Belgique en ce qui concerne la
conférence de l'Organisation mondiale du
commerce qui se tiendra à Hong Kong du 13 au
18 décembre 2005" (n° 733)
- mevrouw Zoé Genot tot de eerste minister over
"het Belgisch standpunt inzake de conferentie van
de Wereldhandelsorganisatie van 13 tot en met
18 december 2005 in Hongkong" (nr. 733)
- Mme Karine Lalieux au premier ministre sur "la
position de la Belgique et de l'Union européenne
sur la conférence interministérielle de
l'Organisation mondiale du commerce à
Hong Kong" (n° 736)
- mevrouw Karine Lalieux tot de eerste minister
over "het standpunt van België en de Europese
Unie over de interministeriële conferentie van de
Wereldhandelsorganisatie in Hongkong" (nr. 736)
- Mme Inga Verhaert au premier ministre sur "la
position de la Belgique à propos de l'Accord
général sur le commerce des services (AGCS) et
des aspects des droits de propriété intellectuelle
qui touchent au commerce (ADPIC) à l'approche
de la conférence de l'Organisation mondiale du
commerce qui se tiendra à Hong Kong" (n° 738)
- mevrouw Inga Verhaert tot de eerste minister
over "het Belgisch standpunt inzake het
Algemeen Akkoord over handel in diensten en
handelsgerelateerde aspecten van intellectuele
rechten naar aanleiding van de conferentie van de
Wereldhandelsorganisatie te Hongkong" (nr. 738)
Orateurs: Brigitte Wiaux, Nathalie Muylle,
Guido Tastenhoye, Zoé Genot, Karine
Lalieux, Inga Verhaert, Armand De Decker
,
ministre de la Coopération au Développement,
Sprekers: Brigitte Wiaux, Nathalie Muylle,
Guido Tastenhoye, Zoé Genot, Karine
Lalieux, Inga Verhaert, Armand De Decker
,
minister van Ontwikkelingssamenwerking,
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
Willy Cortois, Paul Tant, François-Xavier de
Donnea
Willy Cortois, Paul Tant, François-Xavier de
Donnea
Motions
55
Moties
55
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Armand De Decker, ministre
de la Coopération au Développement, Paul
Tant, Servais Verherstraeten
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Armand De Decker, minister
van Ontwikkelingssamenwerking, Paul Tant,
Servais Verherstraeten
PROJETS ET PROPOSITIONS
(CONTINUATION)
59
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
(VOORTZETTING)
59
Projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980,
sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement
et l'éloignement des étrangers (1861/1-4)
59
Wetsontwerp tot aanpassing van de wet van
15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen (1861/1-4)
59
- Proposition de loi modifiant la loi du 15
décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour,
l'établissement et l'éloignement des étrangers, en
ce qui concerne les conditions relatives au
regroupement familial (1529/1-2)
59
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen, wat de
voorwaarden voor gezinsvereniging
betreft (1529/1-2)
59
Orateur: Pieter De Crem, président du groupe
CD&V
Spreker: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie
Discussion générale
60
Algemene bespreking
60
Orateurs: Jacqueline Galant, rapporteur,
Nahima Lanjri, Talbia Belhouari, Filip
Anthuenis, Corinne De Permentier, Filip De
Man, Marie Nagy, Hans Bonte, Patrick De
Groote, Patrick Dewael
, vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Jacqueline Galant, rapporteur,
Nahima Lanjri, Talbia Belhouari, Filip
Anthuenis, Corinne De Permentier, Filip De
Man, Marie Nagy, Hans Bonte, Patrick De
Groote, Patrick Dewael
, vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken
Discussion des articles
79
Bespreking van de artikelen
79
Proposition de résolution relative aux violences
sexuelles en République démocratique du Congo
(1943/1-2)
80
Voorstel van resolutie betreffende seksueel
geweld in de Democratische Republiek Congo
(1943/1-2)
80
Discussion
80
Bespreking
80
Orateurs: Roel Deseyn, Brigitte Wiaux,
Annemie Turtelboom, Karine Lalieux, Inga
Verhaert, Josée Lejeune
Sprekers: Roel Deseyn, Brigitte Wiaux,
Annemie Turtelboom, Karine Lalieux, Inga
Verhaert, Josée Lejeune
Prise en considération de propositions
87
Inoverwegingneming van voorstellen
87
Eloges funèbres
88
Rouwhulde
88
Orateurs: Herman De Croo, président,
Patrick Dewael
, vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur
Sprekers: Herman De Croo, voorzitter,
Patrick Dewael, vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken
VOTES NOMINATIFS
89
NAAMSTEMMINGEN
89
Motions déposées en conclusion de l'interpellation
de M. Pieter De Crem sur "le statut des employés
des conservateurs des hypothèques" (n° 721)
89
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie
van de heer Pieter De Crem over "het statuut van
de bedienden van de hypotheekbewaarders"
(nr. 721)
89
Orateurs:
Jean-Jacques Viseur, Roel
Deseyn
Sprekers:
Jean-Jacques Viseur, Roel
Deseyn
Motions déposées en conclusion de l'interpellation
de M. Bart Laeremans sur "la Charte de la
citoyenneté en Belgique" (n° 650)
90
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie
van de heer Bart Laeremans over "het Handvest
voor het Staatsburgerschap in België" (nr. 650)
90
Projet de loi relatif à la contribution de la Belgique
à la huitième reconstitution des ressources du
Fonds asiatique de Développement (2029/1)
91
Wetsontwerp betreffende de bijdrage van België
aan de achtste wedersamenstelling van de
werkmiddelen van het Aziatische
Ontwikkelingsfonds (2029/1)
91
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
v
Projet de loi relatif à la contribution de la Belgique
à la dixième reconstitution des ressources du
Fonds africain de Développement (2030/1)
91
Wetsontwerp betreffende de bijdrage van België
aan de tiende wedersamenstelling van de
middelen van het Afrikaanse ontwikkelingsfonds
(2030/1)
91
Amendements et article réservés du projet de loi
modifiant la loi du 15 décembre 1980, sur l'accès
au territoire, le séjour, l'établissement et
l'éloignement des étrangers (1861/1-4)
92
Aangehouden amendementen en artikel van het
wetsontwerp tot aanpassing van de wet van
15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen (1861/1-4)
92
Ensemble du projet de loi modifiant la loi du
15 décembre 1980, sur l'accès au territoire, le
séjour, l'établissement et l'éloignement des
étrangers (1861/1)
92
Geheel van het wetsontwerp tot aanpassing van
de wet van 15 december 1980 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het verblijf, de
vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
(1861/1)
92
Proposition de résolution relative aux violences
sexuelles en République démocratique du Congo
(1943/2)
93
Voorstel van resolutie betreffende seksueel
geweld in de Democratische Republiek Congo
(1943/2)
93
DÉTAIL DES VOTES NOMINATIFS
95
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
95
ANNEXE
BIJLAGE
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 51 PLEN
174 annexe.
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 51 PLEN 174
bijlage.
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
du
JEUDI
8
DECEMBRE
2005
Après-midi
______
van
DONDERDAG
8
DECEMBER
2005
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.17 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 14.17 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Karel De Gucht, Laurette Onkelinx.

Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette
séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de
website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Excusés
Berichten van verhindering

Camille Dieu, Daniel Ducarme, pour raisons de santé / wegens ziekte;
Hilde Claes, pour raisons familiales / wegens familieaangelegenheden;
Hilde Vautmans, en mission à l'étranger / met zending buitenlands;
Hervé Hasquin, à l'étranger / buitenslands (après 18 heures / na 18 uur).
Questions
Vragen

Gelet op de agenda van de minister van Buitenlandse Zaken, die een belangrijke NAVO-vergadering moet
bijwonen, stel ik voor de vragen die tot hem zijn gericht als eerste punt te behandelen.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de transporten van
gevangenen door de CIA" (nr. P1113)
- de heer Eric Massin aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de transporten van gevangenen
door de CIA" (nr. P1114)
01 Questions jointes de
- M. Dirk Van der Maelen au ministre des Affaires étrangères sur "les transports de détenus par la CIA"
(n° P1113)
- M. Eric Massin au ministre des Affaires étrangères sur "les transports de détenus par la CIA"
(n° P1114)
01.01 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, net voor de minister van Buitenlandse Zaken,
mevrouw Rice, vertrok naar Europa had ze een verklaring afgelegd
01.01 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): Avant de se rendre en
Europe, la ministre américaine des
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
die wij als volgt kunnen samenvatten: vertrouw ons en werk met ons
samen. Ik stel vast dat er van verschillende kanten twijfels bestaan
over het blind vertrouwen dat men kan geven. De New York Times,
niet van de minste en men kan ze ook niet verdenken van enig anti-
Amerikanisme, zegt dat het moeilijk is om blind vertrouwen te geven
als men weet dat op dit eigenste moment vice-president Cheney aan
het lobbyen is om te beletten dat wetgeving tot stand komt die de CIA
zou verbieden om te martelen. In dezelfde New York Times vraagt
men zich ook af, als er echt niets fout zit, waarom worden de
gevangenen dan vervoerd naar landen met een slechte reputatie op
het vlak van de mensenrechten zoals Egypte en Syrië.

Mijnheer de minister, samen met vele anderen, heb ik moeite om een
blind vertrouwen te geven en ervan uit te gaan dat er de voorbije
maanden niets fout is gelopen. U hebt mevrouw Rice apart gezien en
gesproken. Mijn vraag is dan ook of ze uw vertrouwen heeft gekregen
over wat er de afgelopen maanden en jaren al dan niet is gebeurd?
Affaires étrangères, Mme Rice, en
a appelé à notre confiance et a
lancé un appel à la collaboration.
Le "New York Times", notamment,
qui n'est tout de même pas réputé
être un journal anti-américain,
estime toutefois difficile d'accorder
une confiance aveugle, étant
donné que le vice-président,
M. Cheney, pratique actuellement
du lobbying pour empêcher le vote
de la législation interdisant à la
CIA de pratiquer la torture. Le
journal se demande en outre
pourquoi des prisonniers sont
transportés vers des pays tels que
l'Égypte et la Syrie, qui n'ont pas
bonne réputation dans le domaine
du respect des droits de l'homme.

Moi-même, je ne puis davantage
faire aveuglément confiance au
gouvernement américain et croire
sans plus qu'aucune faute n'a été
commise au cours des derniers
mois. M. De Gucht s'est entretenu
avec Mme Rice hier. Lui a-t-il
accordé sa confiance?
01.02 Eric Massin (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre,
nous avons eu le plaisir de recevoir la secrétaire d'Etat américaine,
Mme Rice. C'est ainsi que vous avez participé à un repas auquel elle
était conviée ainsi que des représentants de l'Union européenne et de
l'OTAN. A cette occasion, Mme Rice a fait savoir qu'elle répondrait à
toutes les interrogations.

Jusqu'à présent, l'administration Bush avait toujours esquivé les
questions, pour le moins nombreuses, sur les prisons situées en
dehors de son territoire et sur les transferts. Il est vrai qu'une
évolution a pu récemment être constatée. En effet, jusqu'à présent, la
torture infligée par les fonctionnaires américains était strictement
interdite sur le territoire américain alors qu'aujourd'hui, elle le serait
même à l'extérieur des Etats-Unis. J'espère que cette position pourra
être confirmée.

Monsieur le ministre, je voudrais vous poser plusieurs questions suite
à un article paru aujourd'hui dans "Le Soir" et dans lequel vous
déclarez être satisfait des explications qui vous ont été fournies par
Mme Rice. Si cette dernière vous a fourni ainsi qu'à d'autres
représentants des explications concernant les détenus et les prisons
qui pourraient exister en dehors du territoire américain, vous serait-il
possible de nous les répercuter?

En outre, la semaine dernière, vous avez parlé de pratiques
totalement inacceptables. Avez-vous eu l'occasion d'interroger Mme
Rice quant à ces pratiques? Confirmez-vous qu'elle vous a répondu à
ce sujet?
01.02 Eric Massin (PS): Volgens
een artikel in "Le Soir" zou u zich
neerleggen bij de antwoorden die
mevrouw Rice gisteravond heeft
verstrekt. De Bush-administratie
gaat tal van vragen over haar
extraterritoriale gevangenissen en
de overbrenging van gevangenen
uit de weg. Recentelijk nog
mochten de Amerikaanse
functionarissen geen gevangenen
op het grondgebied van de
Verenigde Staten martelen en nu
bevestigt mevrouw Rice dat
dergelijke praktijken ook buiten de
Verenigde Staten verboden zijn.

Heeft de Amerikaanse minister
van Buitenlandse Zaken u bijko-
mende informatie gegeven over de
transporten van gevangenen en de
gevangenissen buiten de
Verenigde Staten? Is het daarom
dat u met haar antwoord
genoegen neemt? Heeft u
mevrouw Rice vragen kunnen
stellen over de praktijken die u
vorige week nog als "onaanvaard-
baar" omschreef? Hoe staat het
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Par ailleurs, vous nous avez fait savoir la semaine dernière qu'une
enquête devait être réalisée. Les aéroports militaires ont été contrôlés
afin de voir si des avions américains de la CIA y avaient atterri. Vous
avez expliqué qu'une enquête devait être menée au niveau des
aéroports civils. Avez-vous déjà reçu les résultats de cette enquête?
Le territoire belge a-t-il été survolé par des appareils pouvant
transporter des personnes?

Enfin, quelle est la position du gouvernement belge par rapport à la
proposition du commissaire Frattini qui souhaitait une suspension du
droit de vote pour les Etats qui auraient autorisé le recours à la torture
ou, en tout cas, la détention de personnes suspectées de terrorisme
sur leur territoire?
met het onderzoek naar de vraag
of CIA-vliegtuigen op de militaire
en burgerlijke vlieghavens zijn
geland? Hebben vliegtuigen van
dit type ons luchtruim doorkruist?
Wat is de houding van de
Belgische regering ten aanzien
van het voorstel van commissaris
Frattini om het stemrecht van de
lidstaten die martelpraktijken of het
opsluiten van van terrorisme
verdachte personen op hun
grondgebied zouden hebben
toegelaten, te schorsen?
01.03 Karel De Gucht, ministre: Monsieur le président, la secrétaire
d'Etat, Mme Rice, a elle-même insisté pour aborder la question des
vols de la CIA comme premier point du dîner transatlantique informel
que j'ai présidé hier soir au Palais d'Egmont.

Dans son intervention et dans les réponses qu'elle a données aux
questions de ses collègues, Mme Rice a en l'occurrence déclaré
clairement que:

- La politique du gouvernement de Washington se base explicitement
sur le respect par les citoyens américains, à l'intérieur et à l'extérieur
du territoire des Etats-Unis, des règles américaines et des
conventions internationales d'interdiction de la torture, ratifiées par les
Etats-Unis.

- Il n'a donc pas non plus été demandé à des pays tiers d'agir en la
matière pour le compte des Etats-Unis et de poser des actes qui
violent les règles américaines et internationales.

- Les conventions de Genève qui s'appliquent aux prisonniers de
guerre d'armées régulières ne s'appliquent pas aux terroristes liés,
par exemple, à Al-Qaïda mais l'esprit de ces conventions a
néanmoins été respecté à l'égard de ces prisonniers.

- La souveraineté des pays concernés a, à tout moment, été
respectée.

Ceci signifie, à mes yeux, que les pays concernés ont été, d'une
manière ou d'une autre, informés ou qu'il existe des accords
n'exigeant pas une telle notification.
01.03 Minister Karel De Gucht:
Volgens de Amerikaanse minister
van Buitenlandse Zaken is het
beleid van Washington gestoeld
op het beginsel dat de Ameri-
kaanse onderdanen, zowel in het
buitenland als op Amerikaans
grondgebied, de Amerikaanse
wetten en de door de VS
geratificeerde verdragen die
foltering verbieden, naleven.

Onderdanen van derde landen
zouden er door de VS niet toe
worden aangezet die verdragen te
overtreden.

Terroristen zouden worden
behandeld conform de geest van
de Verdragen van Genève, ook al
zijn de verdragen betreffende
krijgsgevangenen van reguliere
strijdkrachten in principe niet op
hen van toepassing.

Ook de soevereiniteit van de
betrokken landen zou
gerespecteerd zijn geworden, wat
volgens mij betekent dat die
landen werden geïnformeerd of
dat er akkoorden bestaan die geen
informatieplicht inhouden.
Mijnheer de voorzitter, mijn gevoel is dat doctor Rice daarmee een
sluitend kader van principes heeft gegeven voor de bedoelde
operaties en dat zij tevens heeft verzekerd dat de VS deze principes
naleeft. Ik neem doctor Rice op haar woorden want het integrale
respect van de mensenrechten is voor ons land essentieel. Ik heb er
zelf op gewezen dat ook deze gevangenen vroeg of laat voor de
rechter moeten verschijnen en aanspraak kunnen maken op een
eerlijk proces. Secretary Rice heeft dit beaamd en zij stelde dat dit,
gezien het specifieke karakter van de dossiers, een zekere tijd zal
vergen maar in ieder geval de bedoeling en het doel is van de
J'ai le sentiment que Mme Rice a
arrêté un cadre cohérent de
principes pour les opérations et
qu'elle tient à nous assurer que les
États-Unis respectent ces
principes. Je la prends au mot car
la Belgique considère le respect
intégral des droits de l'homme
comme essentiel. Mme Rice a
approuvé la nécessité que les
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Amerikaanse regering.
détenus bénéficient tôt ou tard
d'un procès équitable, même si
cela nécessitera du temps compte
tenu du caractère spécifique de ce
dossier.
01.04 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord, maar wens te benadrukken dat wij heel
zorgvuldig de formulering van mevrouw Rice moeten lezen en ons
bewust moeten zijn van het feit dat men in de Verenigde Staten sinds
september 2001 een andere interpretatie geeft aan de definities van
bijvoorbeeld de verplichtingen die voortspruiten uit de internationale
akkoorden ter bescherming van de mensenrechten. Dit geldt ook voor
het begrip martelingen.

Ik sta niet alleen met mijn bedenkingen en twijfels bij het zomaar
toedekken van hetgeen er de afgelopen maanden is gebeurd en bij
het aanvaarden dat er niets is gebeurd. Een respectabele organisatie
als Amnesty International heeft een paar dagen geleden opnieuw
bevestigd dat zij bij haar standpunt blijft dat er een geheime
gevangenis was in bijvoorbeeld Roemenië. Ik stel vast dat er op
hetzelfde moment in Groot-Brittannië een parlementaire
onderzoekscommissie is geïnstalleerd. Ik stel vast dat de
mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa een onderzoek
doet naar wat er is gebeurd.

Ik denk dat ook wij alles moeten doen om te proberen klaarheid in
deze aangelegenheid te brengen. Om die reden verzoek ik de
minister en de regering om de staatsveiligheid en de militaire
veiligheidsdienst te vragen om contact op te nemen met hun
Europese collega's om daar te vernemen welke de nummers zijn van
de vliegtuigen die dergelijke transporten hebben gedaan. Volgens
mijn informatie beschikken de Belgische diensten die een onderzoek
doen naar transporten over Belgisch grondgebied of landingen op
Belgisch grondgebied, niet eens over alle nummers van de
vliegtuigen, waarover men in Groot-Brittannië, Duitsland en Spanje
wel beschikt.

Ik dring namens mijn fractie aan dat we alles doen wat mogelijk is, om
klaarheid te krijgen in deze zaak.
01.04 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): Nous devons faire
une lecture attentive de la
formulation utilisée par Mme Rice.
Depuis le 11 septembre 2001, les
États-Unis interprètent différem-
ment les obligations découlant des
accords internationaux en matière
de droits de l'homme et de torture.

Je ne suis pas le seul à hésiter à
penser que les incidents de ces
derniers mois doivent être
considérés comme clos. Amnesty
International persiste à penser qu'il
y a eu une prison secrète en
Roumanie. Une commission
d'enquête parlementaire a été
créée en Grande-Bretagne, et le
commissaire chargé des droits de
l'homme au Conseil de l'Europe a
également ouvert une enquête.
Notre pays doit lui aussi tout
mettre en oeuvre pour faire la
lumière sur ces événements. La
Sûreté de l'État et le service de
sécurité militaire doivent
demander les numéros d'avions
des transports à leurs collègues
européens. A mon avis, nos
services ne disposent pas de tous
les numéros, contrairement à leurs
collègues par exemple au
Royaume-Uni et en Espagne.
01.05 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, je peux comprendre
que vous soyez satisfait des explications données par Mme Rice mais
je ne peux que vous inviter à vous montrer très prudent. En effet,
selon les dernières conceptions des Etats-Unis, la torture ne peut pas
être pratiquée par des citoyens américains aux Etats-Unis, mais elle
peut l'être à l'extérieur. Les déclarations de Mme Rice lors de ce
repas constituent une avancée. Mais prudence! De la même manière,
prudence vis-à-vis des détenus de Guantanamo!

Il faut prendre des mesures contre le terrorisme mais seulement dans
le respect des conventions internationales et du droit interne. Or, pour
les Etats-Unis, ces détenus étaient en dehors du droit. Il a fallu que
des magistrats américains condamnent les Etats-Unis à leur appliquer
des règles de procédure normales pour qu'ils s'y plient.

Je peux comprendre qu'on soit relativement satisfait des explications
données mais avec toute la prudence requise et avec toutes les
01.05 Eric Massin (PS): Al kan ik
begrijpen dat de verklaringen van
mevrouw Rice u hebben
gerustgesteld, toch raad ik u aan
om de grootst mogelijke
voorzichtigheid aan de dag te
leggen, met name wat de
gevangenen in Guantanamo
betreft. In tegenstelling tot de
Amerikaanse overtuiging dat de
terroristen die daar worden
vastgehouden, buiten de wet
staan, is het van fundamenteel
belang dat de nationale en
internationale rechtsregels er van
toepassing blijven.
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
sécurités requises.

Le président: Merci, monsieur le ministre et bonne réunion à l'OTAN. Goede vergadering in de NATO.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. François Bellot à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
chauffards ivres et récidivistes" (n° P1108)
02 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"recidiverende dronken doodrijders" (nr. P1108)
02.01 François Bellot (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, l'actualité toute récente nous relate un nouvel accident
mortel provoqué par un automobiliste récidiviste. En effet, en 1993, il
avait déjà provoqué un accident mortel dans les mêmes conditions.
Entre-temps, il a fait l'objet de 23 condamnations de retrait de permis
de conduire. Cela s'est passé à Deinze en Flandre.

J'avais déjà posé une question relative au dispositif légal en la
matière. On m'avait répondu que les mesures suffisantes avaient été
prises et qu'une circulaire de février 2004 de votre département,
adressée aux magistrats, uniformisait la politique dans cette matière.

Je sais que le Code pénal, le Code d'instruction criminelle et les
différentes lois sur la sécurité routière que nous avons votées en 2003
et en juillet 2005, renforcent les peines. Néanmoins, force est de
constater que sur le terrain, on ne perçoit pas l'application des lois.
Madame la ministre, par la voix de M. Demotte, vous m'aviez répondu
que les mesures semblaient suffisantes. Néanmoins, il ne suffit pas
d'adopter des lois au parlement, encore faut-il qu'elles se concrétisent
sur le terrain.

Dans le cas d'espèce, l'automobiliste ayant provoqué cet accident ­
mais je pourrais vous en citer d'autres ­ était sous le couvert d'un
retrait de permis de conduire. Il avait fait l'objet de nombreuses
condamnations, avait déjà été interpellé à de nombreuses reprises,
alors qu'il conduisait un véhicule sans permis de conduire et en état
d'ivresse!

Je sais que ce problème est extrêmement difficile à résoudre. Ce
phénomène se rencontre régulièrement et, pour l'instant, nous ne
parvenons pas à le juguler. Dès lors, madame la ministre, je
souhaiterais connaître les instructions que vous comptez donner aux
parquets et aux tribunaux afin de renforcer la législation.
02.01 François Bellot (MR): We
vernemen dat zich alweer een
dodelijk ongeval, veroorzaakt door
een recidivist, heeft voorgedaan.
Betrokkene was in 1993 al
verantwoordelijk voor een dodelijk
ongeval en liep sindsdien 23
veroordelingen op.

Ik heb vroeger al een vraag
gesteld over de wettelijke
middelen die beschikbaar zijn om
dergelijke feiten te beteugelen. Er
werd me toen geantwoord dat
voldoende maatregelen werden
genomen en dat een circulaire van
februari 2004 het beleid ter zake
stroomlijnde. Het Strafwetboek,
het Wetboek van Strafvordering
en de wetten betreffende de
verkeersveiligheid die in 2003 en
2005 werden goedgekeurd, leggen
inderdaad zwaardere straffen op.
De gevolgen in de praktijk laten
echter op zich wachten.

Dit is natuurlijk geen eenvoudige
zaak. Welke richtlijnen geeft u aan
de parketten en de rechtbanken
om ervoor te zorgen dat de
strengere regels ook worden
toegepast?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, c'est un
thème sur lequel je suis particulièrement sensible. Encore tout à
l'heure, je recevrai l'association de parents d'enfants qui ont été
véritablement assassinés sur la route par des chauffards, notamment
en état d'ébriété.

Il est vrai que notre Code prévoit des sanctions importantes ­ vous
parliez des récidivistes ­ puisque pour un fait de récidive d'un
chauffeur en état d'ivresse, on peut aller jusqu'à dix ans de prison et
une amende de 4.000 euros; on peut aller théoriquement jusqu'à la
déchéance à vie du permis de conduire, étant entendu que la
déchéance minimale est d'un an.
02.02 Minister Laurette
Onkelinx: Dit is een thema
waarvoor ik erg gevoelig ben. Het
Strafwetboek voorziet in strenge
sancties: aan een dronken
chauffeur die recidiveert, kan tot
tien jaar gevangenisstraf worden
opgelegd, evenals een geldboete
tot 4.000 euro. Bovendien kan zijn
rijbewijs levenslang worden
ingetrokken.
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6

Il nous a semblé important, lors de conversations notamment avec
des parents d'enfants, de voir ce qui se passe réellement dans les
différents tribunaux de ce pays. Dès lors, nous avons décidé
ensemble de travailler sur la sensibilisation des magistrats mais aussi
avec le Collège des procureurs généraux. Nous allons réaliser une
étude pour voir ce qui se passe concrètement dans les différents
parquets et tribunaux. De la sorte, nous verrons s'il faut améliorer, par
exemple, le système des sanctions dans notre Code pénal ou s'il faut
prendre d'autres types de mesures.

Nous examinons donc, notamment avec les victimes, la façon
d'endiguer ce phénomène totalement inacceptable.
Het is van belang dat men een
goed zicht heeft op wat er zich
werkelijk afspeelt in de
rechtbanken. Wij hebben beslist
om samen met het college van
procureurs-generaal aan de
sensibilisering van de magistraten
te werken. Zo kunnen wij uitmaken
of de strafregeling in het
Strafwetboek moet worden
herzien, dan wel of nog andere
maatregelen vereist zijn.

Wij gaan na hoe we dit
onaanvaardbare fenomeen een
halt kunnen toeroepen.
02.03 François Bellot (MR): Madame la ministre, à travers les
condamnations, j'ai remarqué que peu de coupables d'accidents de la
route ont été condamnés à plus d'un an de prison alors que le
dispositif que nous avons voté ici va jusqu'à dix ans. Cela m'interpelle.

Comme je concluais récemment, je pense qu'il ne faut plus aller vers
la saisie du véhicule mais bien vers la confiscation pure et totale du
véhicule utilisé, que ce soit celui du frère, de l'ami ou du voisin. Si
nous n'arrivons pas à des mesures fortes et franches, ces personnes
continueront à commettre leurs actes en toute impunité, sentiment
d'impunité que ressent l'opinion publique.

Sans doute, devrons nous réétudier la manière d'aborder les choses.
Je serai très attentif, aux côtés des parents de victimes de ce type
d'accidents, aux mesures qui seront prises.
02.03 François Bellot (MR): In
werkelijkheid worden echter weinig
daders tot meer dan een jaar
gevangenisstraf veroordeeld! Het
moet mogelijk worden om het
voertuig in beslag te nemen.
Zonder doortastende en
ondubbelzinnige maatregelen
gaan de daders in de ogen van de
publieke opinie vrijuit. Misschien
moet over een nieuwe benadering
van dit alles worden nagedacht. Ik
zal de genomen maatregelen met
aandacht volgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de aanpassingen van de snel-Belg-wet" (nr. P1109)
03 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'adaptation de la loi d'acquisition rapide de la nationalité belge" (n° P1109)
03.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, collega's, ik denk dat u ondertussen wel door
hebt dat er verschrikkelijk veel problemen zijn met onze snel-Belg-
wet.

Ik denk dat wij in de eerste plaats te maken hebben met manifeste
veiligheidsrisico's. Wij kennen de problematiek van de
geregulariseerden die geen originele geboorteattesten kunnen
indienen, zodat wij ook niet weten welke de juiste identiteit is van die
mensen.

Daarbij doet er zich ook een geweldig probleem voor in verband met
behoorlijk bestuur. U zult goed weten, mevrouw de minister, dat de
besluitvorming in de commissie voor de Naturalisaties vrij chaotisch
verloopt. Onze enige houvast is namelijk een wetgeving die zeer vaag
en onduidelijk inzake de gebruikte terminologie is.
03.01 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): La loi instaurant une
procédure accélérée de naturalisa-
tion pose de nombreux problèmes.
Il existe des risques de sécurité
parce qu'il est impossible de
déterminer avec certitude l'identité
des personnes régularisées qui ne
sont pas en mesure de présenter
un acte de naissance original. Il
existe des problèmes de bonne
administration, parce que la
législation imprécise engendre un
processus décisionnel chaotique
en commission des
Naturalisations. La législation n'est
absolument pas transparente.
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Dat brengt ook met zich dat er een gebrek aan transparantie is, ook
voor de mensen die een aanvraag tot naturalisatie indienen.

Mevrouw de minister, u zult het met mij eens zijn dat er een ernstige
tegenstelling is vast te stellen. Voor een regularisatie moeten de
kandidaten sociale banden aantonen en lang in ons land verblijven,
terwijl kandidaten voor een naturalisatie geen integratiebereidheid
moeten aantonen en voor hen de duur korter is. Dat komt erop neer
dat men gemakkelijker de Belgische nationaliteit kan verkrijgen dan
dat men toegang en verblijf tot het grondgebied krijgt.

Ook doen zich problemen voor in verband met de afschaffing van het
bewijs van de integratiebereidheid. Legistiek gezien, buiten alle partij-
ideologische visies om, lijkt het ons ook niet logisch dat de
meerderjarige kinderen in het buitenland van iemand die Belg
gemaakt of verklaard wordt, Belg kunnen worden zonder dat zij ooit in
België zijn geweest, net zoals de kleinkinderen. Dat lijkt mij toch een
straffe zaak.

Wij stellen vast dat er bij alle partijen in aanloop naar campagnes en
in persartikels eensgezindheid over is dat er dringend werk gemaakt
moet worden van een herziening van de snel-Belg-wet. Hoewel u ook
in die zin verklaringen hebt afgelegd, ligt er terzake niets op tafel.

Mevrouw de minister, wij vragen ons daarom af of er wel de politieke
bereidheid is om iets aan die problemen te doen?
Nous sommes en outre confrontés
à la contradiction manifeste que la
personne qui introduit une
demande de régularisation doit
prouver sa volonté d'intégration à
l'inverse de la personne qui veut
se faire naturaliser, de sorte qu'il
est au fond plus facile d'acquérir la
nationalité que d'obtenir un permis
de séjour. Il est enfin illogique que
les enfants d'une personne
naturalisée qui habitent à
l'étranger deviennent eux-mêmes
automatiquement belges.

La loi instaurant une procédure
accélérée de naturalisation doit
donc absolument être révisée,
mais aucun projet n'est
actuellement sur la table. Existe-t-
il vraiment une volonté politique?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik bevestig
wat ik al heb gezegd: ik ben voor sommige aanpassingen van de wet
op de Belgische nationaliteit. Mijn diensten werken aan die
wijzigingen, echter zonder verandering aan de grote principes. Wij
zullen daarmee klaar zijn in het eerste trimester van 2006, dus is het
misschien een beetje te vroeg om die aanpassingen al voor te stellen.
De regering zal die aanpassingen evenwel prioritair bestuderen.
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Je confirme ce que j'ai
déjà dit: je suis favorable à une
série d'aménagements de la loi
sur la nationalité belge pourvu que
l'on ne touche pas à ses grands
principes. Mon administration est
occupée à les élaborer. Le projet
sera prêt au début de 2006. J'en
réserve la primeur au
gouvernement.
03.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mevrouw de minister, ik
meen dat dit alweer een zeer belachelijk antwoord van u is. U zegt dat
u in 2006 enkele aanpassingen zult doen zonder te raken aan de
grote principes van de huidige wet. Dan gaat u eigenlijk niets
veranderen. U gaat niets veranderen! Ik denk dat u in de rand wat
kleine wijzigingen wil aanbrengen inzake de adviezen die aan de
verschillende diensten gevraagd moeten worden, zoals aan het
parket, de staatsveiligheid, en dergelijke meer. Maar, mevrouw de
minister, ook daar zijn wij creatief geweest, zonder u daarin echt te
moeten kennen of op u te kunnen rekenen, omdat wij in de
commissie voor de Naturalisaties daar al een mouw aan gepast
hebben.

Waar het in se over gaat ­ ik citeer wat de VLD zegt in krantenartikels
van vorig jaar en van dit jaar ­ is dat men een grondige herziening
wenst van de snel-Belg-wet, wat neerkomt op de principes van
inburgering en van integratiebereidheid. Daar wil u eigenlijk niet aan
raken. Mevrouw de minister, ik meen dat u miskent wat uw
regeringspartners, zeker aan Vlaamse zijde, wensen. Wij moeten ook
03.03 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): C'est une réponse
ridicule de plus! En 2006, la
ministre ne procédera qu'à
quelques adaptations marginales,
par exemple en ce qui concerne
l'avis à demander à diverses
instances. Mais sur ce point, la
commission des Naturalisations a
déjà trouvé une solution, et cela
alors que le VLD, partenaire de la
coalition, se déclare partisan d'une
"révision approfondie". Du reste, je
constate que dans cette
commission, les francophones font
preuve d'une plus grande
souplesse que les Flamands.

Par conséquent, l'attitude de la
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
vaststellen, mevrouw de minister, dat in de commissie onze
Franstalige collega's zeer soepel met die wetgeving omgaan, in
tegenstelling tot de Vlaamse partners in die commissie, wat op zich
toch een teken aan de wand is.

Kortom, mevrouw de minister, u miskent wat de VLD en de socialisten
eigenlijk inzake die snel-Belg-wet vragen, met name een grondige
herziening. Ik vind het heel jammer dat u daarin niet wil meegaan
want u zult het wel met mij eens zijn dat u een aantal
maatschappelijke problemen in dat verband zou kunnen oplossen.

Ik meen dat minister Dewael waardevolle inspanningen doet om wat
asiel en gezinshereniging betreft de wetgeving te verstrengen, maar ik
meen dat dit een lapje voor het bloeden is want het betekent dat in ruil
aan de hele nationaliteitswetgeving niets mag veranderen.
ministre est en contradiction avec
ce que veulent ses partenaires
gouvernementaux flamands. Je
crains que le durcissement de la
procédure d'asile proposé par le
ministre Dewael ne soit rien de
plus qu'un emplâtre sur une jambe
de bois si aucun changement
fondamental n'est apporté à la
législation relative à la nationalité.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Agenda
04 Agenda
04.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je voudrais
intervenir sur l'ordre des travaux.
Le président: À propos du cas de M. Drèze? Je comprends, mais vous pouvez intervenir maintenant.

J'avais reçu une note disant que Mme Onkelinx allait répondre, mais elle me confesse qu'elle n'a pas été
avertie. Monsieur Drèze, j'ai envoyé une note pour savoir si M. Vanvelthoven pouvait venir. J'essaie de
régler cela.
04.02 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je voudrais
vous donner ma version. M. Drèze a posé une question à
M. Vanvelthoven, qui était inscrit comme présent lors de cette séance.
J'ai reçu un coup de téléphone de son cabinet me demandant si
M. Vanvelthoven pouvait ne pas se présenter, car il se trouverait au
Conseil européen.
04.02 Melchior Wathelet (cdH):
De heer Drèze heeft een vraag
gesteld aan minister
Vanvelthoven. Hoewel de minister
als aanwezig is opgegeven, is hij
afwezig vermits hij aan de
Europese Raad deelneemt.
De voorzitter: We zullen het nakijken. Mevrouw Onkelinx wist daar
niets van. Dus ofwel laat ik de heer Vanvelthoven komen, als hij geen
reden heeft om hier niet aanwezig te zijn, ofwel gaat u ermee akkoord
dat iemand anders de vraag van de heer Drèze beantwoordt.
Le président: J'avais reçu une
note disant que Mme Onkelinx
allait répondre, mais elle n'était
pas avertie. Je m'informe pour
savoir si M. Vanvelthoven peut
venir.
04.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, d'accord
pour un remplaçant. Nous avions proposé Mme Onkelinx en sa
qualité de vice-première.
04.04 Laurette Onkelinx, ministre: Je ne connais pas la question: je
tombe des nues.
04.04
Minister Laurette
Onkelinx: Ik weet van niets, ik val
uit de lucht.
04.05 Melchior Wathelet (cdH): On peut vous faire parvenir la
question!

Monsieur le président, on me propose M. Landuyt qui n'a absolument
04.05 Melchior Wathelet (cdH):
Men heeft me voorgesteld dat
minister Landuyt zou antwoorden,
maar die is terzake helemaal niet
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
aucune compétence en la matière.
bevoegd.
Le président: Ordre et méthode. Vous allez poser votre question maintenant à Mme Van den Bossche.
Cela vous va?
04.06 Pieter De Crem (CD&V): Voorzitter, ik denk dat we betere
afspraken moeten maken over aan- en afwezigheid van ministers.
Minister De Gucht staat afwezig gemeld. Wij hadden met onze fractie
een heel pertinente vraag over de zogenaamde geheime
wapenakkoorden, dus een andere dan de twee die werden gesteld.
Wij stellen daar geen vraag over, ongeacht het feit dat de minister
hier nu is, maar als de lijst binnenkomt, zien wij dat de minister van
Buitenlandse Zaken er dan toch is.
04.06 Pieter De Crem (CD&V): Il
conviendrait d'être plus clair
concernant la présence et
l'absence des ministres.
De voorzitter: Ik zal u zeggen waarom. De minister heeft mij
vanochtend gebeld en gezegd dat er tot hem twee vragen over de
delicate situatie die u hem hebt horen uitleggen, werden gericht. Hij
wilde graag zelf antwoorden, maar moest om 14.30 uur op de NAVO
zijn. Mevrouw Onkelinx heeft dan haar beurt afgestaan aan de heer
De Gucht, die stante pede is vertrokken na het antwoord. Het is niet
meer dan dat.
Le président: M. De Gucht m'a
téléphoné ce matin pour me dire
qu'il pourrait venir répondre aux
questions que nous avons
entendues à l'instant, mais qu'il
était attendu à l'OTAN à deux
heures et demie.
04.07 Pieter De Crem (CD&V): Voorzitter, wij kunnen daar wel
inkomen, maar het heeft zo geen zin een lijst met aan- en
afwezigheden te versturen, want dat leidt tot onnodige erupties en
doet het Parlement geen goed. Ik kan begrijpen dat de minister van
Buitenlandse Zaken verhinderd is, maar als hij verhinderd is en er
toch is, en wij een relevante vraag dan niet stellen, dat is allemaal niet
gemakkelijk!
04.07 Pieter De Crem (CD&V):
Quel est alors le sens de la liste de
présences? Je puis comprendre
qu'un ministre est empêché, mais
il est étonnant qu'un ministre
excusé se présente tout de même.
De voorzitter: Ik was ook verrast dat hij kon komen: ik had mij daar
niet aan verwacht.
Le président: J'étais moi-même
étonné qu'il puisse venir.
04.08 Pieter De Crem (CD&V): U was verrast, maar wij nog meer.
04.08 Pieter De Crem (CD&V):
Nous l'étions encore bien
davantage!
De voorzitter: Dat is dan een punt van overeenkomst: wij waren beiden verrast.
05 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "la subvention au Collège d'Europe à Bruges" (n° P1111)
05 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de subsidie voor het Europacollege in Brugge" (nr. P1111)
05.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je veux bien
accepter qu'un ministre ne puisse assister à nos travaux, mais pas
qu'il se fasse remplacer par un ministre qui n'est absolument pas
compétent en la matière!

Madame la ministre du Budget, ma question est spéciale, je vous
l'accorde, étant donné qu'elle ne relève pas directement de votre
compétence. Toutefois, elle m'a été suggérée par le ministre
compétent en la matière. En effet - et j'en appelle aux membres
présents en commission de l'Economie, ce mardi, notamment Mmes
Pieters et Creyf - nous avons discuté de la subvention accordée par le
gouvernement fédéral au Collège de l'Europe, à savoir le Collège de
Bruges.
05.01 Melchior Wathelet (cdH):
Het is de minister van Economie
die mij gesuggereerd heeft u een
vraag over dat dossier te stellen.

Het is belangrijk om de instellingen
in ons land die het imago van
Europa uitdragen, te
ondersteunen.

Het begrotingskrediet dat in 2005
voor het Europacollege in Brugge
was uitgetrokken, bedroeg 2,5
miljoen euro. Het College heeft
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Je ne dois plus démontrer l'importance de ce collège, l'image de
marque qu'il véhicule à travers l'ensemble de l'Union européenne, les
programmes de recherche ainsi que la multiculturalité des étudiants
qui le fréquentent. Ce collège de renommée internationale constitue
un véritable porte-drapeau au niveau du droit européen en Belgique.

Lorsque j'entends l'appel du premier ministre pour des Etats-Unis
d'Europe, je ne peux que le soutenir avec toute ma conviction de pro-
européen, mais je demande que l'on soutienne au moins nos
institutions porteuses de l'image de l'Europe.

Nous avons, me semble-t-il, convaincu le ministre de l'Economie de
l'importance de la dotation qui doit être accordée à ce Collège de
Bruges. Le budget annoncé en 2005 s'élevait à 2,5 millions. Or, le
collège n'a reçu que 1 million. Il lui a été précisé par courrier: "De
enige positieve noot is dat het om een eenmalige besparing gaat. De
begroting voorziet voor 2006 opnieuw een toelage van 1,6 miljoen
euro of meer".

A présent, on constate dans le budget du ministre de la Politique
scientifique que le montant alloué s'élève à 1 million et non à 1,6
million comme prévu. Donc, la subvention est identique à celle de
2005. Le budget du Collège de l'Europe est une nouvelle fois revu à la
baisse. La seule réponse du ministre de l'Economie à cette critique
est de dire combien il a soutenu ce dossier, appelant en cela les
collègues de la commission et précisant que c'était la ministre du
Budget qui avait refusé le montant de cette dotation.

Nous n'avons d'autre alternative que de poser la question à la ministre
du Budget, qui n'est pas directement compétente en la matière. Mais
à partir du moment où le ministre de l'Economie se retranchera
constamment derrière la ministre du Budget, je suis contraint de lui
poser la question. Vous êtes-vous, madame la ministre, effectivement
opposée à une juste subvention au niveau du Collège de l'Europe, du
Collège de Bruges?
echter maar één miljoen euro
ontvangen. Het heeft een brief
ontvangen waarin staat: "La seule
note positive réside dans le fait
qu'il s'agit d'une économie unique.
Pour 2006, le budget prévoit à
nouveau une dotation de
1.600.000 euros."

Minister Verwilghen heeft beweerd
dat hij dat dossier gesteund heeft
en heeft eraan toegevoegd dat u
geweigerd heeft dat bedrag toe te
kennen. Bent u effectief gekant
tegen een billijke subsidie voor het
Europacollege?
05.02 Freya Van den Bossche, ministre: Je tiens à préciser avant
tout que le Collège de l'Europe relève de la compétence de mon
collègue Marc Verwilghen et que la fixation du montant des crédits est
décidée par le conclave budgétaire. En tant que ministre du Budget, je
ne juge pas de l'opportunité des dépenses; mon rôle se limite à veiller
à ce que chacun reste dans le cadre budgétaire. Voilà mon rôle; ce
n'est pas rien, mais ce n'est pas tout non plus.
05.02 Minister Freya Van den
Bossche: Het Europacollege valt
onder de bevoegdheid van
minister Verwilghen en over het
bedrag van de kredieten werd op
het begrotingsconclaaf beslist.

Als minister van Begroting hoef ik
niet toe te zien op de opportuniteit
van de uitgaven, maar moet ik
ervoor waken dat zich geen
budgetoverschrijdingen voordoen.
05.03 Melchior Wathelet (cdH): Manifestement, il n'y a eu aucune
opposition du ministre du Budget à l'octroi d'une subvention de 1,6
million d'euros au Collège de l'Europe, comme cela avait été promis
pour l'année 2006. C'est donc un choix personnel et délibéré du
ministre de l'Économie de ne pas octroyer 1,6 million au Collège de
l'Europe. C'est ce que je comprends.
05.03 Melchior Wathelet (cdH):
Als begrotingsminister heeft u zich
dus niet verzet tegen de
toekenning van een subsidie van
1,6 miljoen euro aan het
Europacollege voor 2006. Was het
dan een weloverwogen en
persoonlijke beslissing van de
minister van Economie het
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
aanvankelijk vooropgestelde
bedrag niet toe te kennen?
05.04 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président, j'ai
dit que le budget est une décision du conclave budgétaire dont je fais
partie, mais dont font aussi partie mes autres collègues. Nous l'avons
décidé tous ensemble.
05.04 Minister Freya Van den
Bossche: Op het begrotings-
conclaaf beslissen mijn collega's
en ikzelf alles samen.
05.05 Melchior Wathelet (cdH): Je vais reposer ma question: le
ministre de l'Economie est-il venu avec une proposition de budget où
était accordée au Collège de l'Europe une somme de
1.600.000 euros?

J'attends la réponse. Le ministre de l'Economie a-t-il présenté une
proposition de budget qui mentionnait 1,6 million d'euros pour le
Collège de l'Europe? C'est simple!
05.05 Melchior Wathelet (cdH):
Ik wil een antwoord op mijn vraag.
Het is nochtans niet moeilijk. Is de
minister van Economie komen
aandragen met een begrotings-
voorstel waarbij het Europacollege
een subsidie van 1,6 miljoen euro
krijgt?
05.06 Freya Van den Bossche, ministre: Des centaines de
questions sont posées lors d'un conclave. Je peux vérifier dans tous
les documents reçus s'il y avait ou non une telle proposition. Il faut
savoir que ça ne se passe pas de cette façon, que chacun poserait
des questions et que je répondrais par oui ou non. Non, ce n'est pas
ainsi que les choses se passent. Nous décidons tous ensemble: il y a
des propositions, des réponses, mais pas de questions comme celle
que vous posez.
05.06 Minister Freya Van den
Bossche: Ik kan de inhoud van de
conclaafstukken erop naslaan,
maar er werden honderden vragen
gesteld, en de beslissingen
worden niet op die manier
genomen. Het is niet zo dat er op
het ene of het andere voorstel
wordt ingegaan. Nee, we beslissen
alles samen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Monsieur Drèze, Mme Van den Bossche va prendre contact avec M. Vanvelthoven qui se
trouve au Conseil de l'Europe. Ou bien il viendra répondre lui-même ou bien elle répondra à sa place.
Prenez encore un peu patience, si vous le voulez bien.
05.07 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de essentie
van het vragenuurtje is dat men op een vraag een antwoord krijgt,
hetzij ja, hetzij neen. Anders heeft het echt geen zin meer.

Ik heb een beetje medelijden met collega Wathelet. Hij moet zich
tevreden stellen met een nietszeggend antwoord. Ik vind dat u van uw
gezag als voorzitter gebruik moet maken. U moet de bevoegde
minister, die is weggevlucht uit dit Parlement, dwingen om te
antwoorden op een vraag, niet omdat het minister Van den Bossche
is. U schiet dus te kort. U dekt de minister in. Een parlementslid heeft
recht op een antwoord. Dat is de essentie ...

(...)

Ik heb het in elk geval niet gehoord. Dat is de essentie van de
question-time: wij stellen een vraag en de minister antwoordt. En het
antwoord is ja of neen.
05.07 Pieter De Crem (CD&V):
L'heure des questions est tout de
même destinée à apporter une
réponse aux questions des
parlementaires. M. Wathelet vient
clairement de se faire envoyer sur
les roses. Le président doit obliger
la ministre compétente, qui vient
déjà de quitter précipitamment la
Chambre, à fournir une réponse.
De voorzitter: Er zijn zo veel rubrieken. Ze heeft gezegd "Ik zal
nakijken of in de specifieke vragen die mij werden toegestuurd ook
die rubriek was vermeld." Dat heeft ze gezegd. Ze moet dat natuurlijk
doen.
Le président: La ministre s'est
engagée à vérifier si cette rubrique
figurait bien parmi les questions
spécifiques qui lui ont été
adressées.
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
05.08 Pieter De Crem (CD&V): De essentie zou dan echter toch
moeten zijn dat u op voorhand een seintje geeft en zegt dat ze het op
voorhand moet nakijken en moet weten wat haar antwoord zal zijn.
Anders heeft het geen zin.
05.08 Pieter De Crem (CD&V):
Cette vérification aurait pu être
faite à l'avance.
De voorzitter: Voor zover dat mogelijk is tussen 11.00 uur en 14.00
uur.

Als de minister hier zegt dat ze dat antwoord zal geven en daarna
spreekt over de verschillende rubrieken, dan kan ik dat begrijpen.
Degenen die in de regering gezeten hebben weten dat. Er zijn 5.000
rubrieken in de begroting. Zij kan dat antwoord echter potentieel
geven. Daar hebt u gelijk in.
Le président: Je suppose que la
ministre va répondre après avoir
examiné les différentes rubriques
mais, potentiellement, elle peut en
effet donner une réponse.
06 Vraag van mevrouw Frieda Van Themsche aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de verkoop van rijdend politiematerieel" (nr. P1112)
06 Question de Mme Frieda Van Themsche au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
vente de matériel roulant des services de police" (n° P1112)
06.01 Frieda Van Themsche (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, ik verduidelijk: al dan niet rijdend.

Mijnheer de minister, mijn collega in de Senaat, Yves Buysse, heeft u
begin dit jaar schriftelijke gevraagd hoe het mogelijk is dat een
particulier kan rondrijden met een politievoertuig waarop zelfs het
zoeklicht en het blauwe zwaailicht nog aanwezig zijn?

In juni hebt u geantwoord dat op het afgeschreven materiaal van de
politiediensten alle tekenen die het voertuig kenmerken, verwijderd
moeten worden. U, of uw personeel, schreef echter ook dat er zich
een probleem kan voordoen met geleasde wagens, die initieel worden
geleverd, voorzien van alle tekenen van politie, en later aan
particulieren worden doorverkocht.

Gisteren kreeg ik een tip van iemand die ergens op de weg tussen
Menen en Roeselare enkele politievoertuigen zag staan die te koop
werden aangeboden. Ik heb gisteren met een politieman, na zijn
diensturen, de route polonaise gevolgd. Ik zal niet zeggen wat de
route polonaise is, omdat de mensen aan de linkerzijde met de pen in
aanslag zitten om elk verkeerd woord dat wij uitspreken te noteren en
later door te geven om onze financiën af te pakken.

Wij hebben op drie plaatsen, ik heb trouwens de bewijzen daarvan bij,
inderdaad politievoertuigen gezien die te koop werden aangeboden.
Een ervan, ze komen bijna allemaal uit de streek rond Brussel, was
nog in redelijk goede staat. Men moest enkel de radiator en het
oliesysteem vernieuwen of herstellen en dan zou de auto opnieuw
kunnen rijden. Uit die politiezone, in de grensstreek, werd er ook
gemeld dat men een aantal maanden geleden een politiewagen zag
rondrijden met Poolse nummerplaten en blauwe zwaailicht. Nu moet u
weten dat er bij ons in de grensstreek ­ dat weet u van de eerste
minister ­ geregeld grensoverschrijdende controles worden
gehouden. Het verheugt de handelaars dat er tijdens de
eindejaarsperiode verhoogde politiecontrole is. Het zal iedereen
verheugen dat men meer politievoertuigen in het straatbeeld ziet,
tenminste als het voertuigen zijn waarin echte politiemannen zitten.
06.01 Frieda Van Themsche
(Vlaams Belang): Au début de
cette année, le sénateur Buysse,
du Vlaams Belang, a posé au
ministre Dewael une question
écrite concernant le fait que des
particuliers peuvent manifeste-
ment conduire un véhicule de
police dont le projecteur et le
gyrophare bleu n'ont pas été
enlevés. En juin, le ministre avait
répondu qu'en cas de vente d'un
véhicule de police usagé, tous ses
signes distinctifs devaient être
ôtés mais qu'un problème s'était
déjà produit avec des véhicules
vendus en leasing.

Hier, j'ai constaté que des
véhicules de police d'occasion
étaient à vendre à trois endroits
différents sur la route reliant Menin
à Roeselare. La plupart des
véhicules provenaient de Bruxelles
et étaient encore en relativement
bon état. Au demeurant, une zone
de police de la région frontalière a
fait savoir qu'il y a quelques mois,
une voiture de police belge portant
un gyrophare bleu et une plaque
minéralogique polonaise avaient
été signalée sur son territoire.
Dans la région frontalière, tout le
monde se réjouit du fait que les
contrôles de police soient plus
nombreux à condition, bien sûr,
que les combis qui patrouillent
soient de vrais combis de la
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Ik heb de volgende vragen. Hoe is het mogelijk dat dergelijke
voertuigen aangeboden worden en dat men ook op het internet
voertuigen kan zien met zwaailichten? Wij hebben geïnformeerd bij
een bedrijf waar dergelijke voertuigen geleverd werden. Daar zei men
dat de lichten gewoon gedemonteerd worden en bij de poort in een
doos worden gelegd. Iedereen kan die dus meenemen. Wat zult u
eraan doen om ervoor te zorgen dat er enkel voertuigen worden
aangeboden waarvan alle uiterlijke tekenen verwijderd werden?
police...

Comment se peut-il que des
véhicules de police équipés de
leur gyrophare soient vendus,
notamment sur internet? Que
compte faire le ministre pour faire
en sorte que tous les signes
distinctifs des véhicules de police
mis en vente soient enlevés avant
que ceux-ci soient proposés sur le
marché des voitures d'occasion?
06.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, eerst en vooral
wil ik heel duidelijk zeggen dat een politievoertuig niet mag verkocht
worden zonder dat op voorhand de bepantsering en alle mogelijke
politionele kentekenen zijn verwijderd.

Er zijn een aantal gevallen gekend ­ ik vermoed dat de vraagsteller
daarop alludeert ­ waarbij voertuigen verkocht werden zonder dat de
politionele kenmerken werden verwijderd. Het ging voornamelijk over
leasingvoertuigen.

In tweede instantie wil ik verwijzen naar een rondzendbrief die thans
bijna klaar is en voorligt bij de Vaste Commissie van de Lokale Politie.
De circulaire is zeer duidelijk en ik citeer: "Alle politiekenmerken en
toebehoren van de politievoertuigen moeten worden verwijderd
alvorens deze op de privé-markt kunnen worden verkocht. Met
kenmerken worden de identificatiekentekens van een politievoertuig
bedoeld". Ik heb het over striping en de belettering, maar ook andere
accessoires vallen uiteraard daaronder.

Mevrouw Van Themsche, u hebt een punt als u zegt dat een aantal
gevallen gekend zijn waar dit in onvoldoende mate is gebeurd. Dat is
de reden waarom ik de rondzendbrief heb opgesteld. Terzake is
overleg gepleegd tussen de federale en lokale politie. Dat wordt op dit
ogenblik gefinaliseerd voor de Vaste Commissie.

Mocht u kennis hebben van een aantal gevallen van misbruiken, toon
u dan een goed burger en maak dit over aan de politie of het parket.
Iedereen die rondrijdt met een gekocht politievoertuig en zich een
attribuut of een kenteken van openbaar gezagsdrager zou
aanmatigen zonder toelating, is strafbaar. U bent wel verplicht dit te
signaleren aan het parket. Ik ben u erkentelijk dat u het mij signaleert.
Gedraag u als een goed burger en signaleer het ook aan de politie of
het parket.
06.02 Patrick Dewael, ministre:
Un véhicule policier ne peut bien
entendu être vendu avant que le
blindage et les insignes policiers
n'aient été enlevés. Cette règle a
toutefois déjà été enfreinte pour un
certain nombre de véhicules en
leasing. C'est la raison pour
laquelle j'ai élaboré une circulaire
comportant des directives très
strictes. Celle-ci est actuellement
en possession de la Commission
permanente de la police locale et
sera prochainement diffusée.

Tout qui a connaissance d'abus
doit, en bon citoyen, les signaler
immédiatement à la police ou au
parquet, dès lors qu'il s'agit d'un
fait punissable.
06.03 Frieda Van Themsche (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
uw antwoord is heel duidelijk.

Ik zal me als een goed burger gedragen en de verschillende zones
waar dergelijke feiten gesignaleerd zijn, op de hoogte ervan brengen.

Mijnheer de minister, u weet dat ik net aan de grens woon, op vijf
kilometer rijden van Frankrijk. Ik hoop dat wij de handelaars er tijdig
kunnen op wijzen dat ook zij in de fout gaan. Het zijn vooral
buitenlanders die dit soort wagens op de route polonaise komen
kopen.
06.03 Frieda Van Themsche
(Vlaams Belang): En bonne
citoyenne que je suis, je transmet-
trai dès lors mes informations et
j'informerai également les
concessionnaires automobiles
dans la zone frontalière. Ce sont
principalement des étrangers qui y
achètent ces véhicules.
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14

Het incident is gesloten.
L'incident est clos

De voorzitter: Mijnheer Reynders, vice-premier en minister van Financiën, ik heb vragen voor u.

Mijnheer Annemans, het is juist dat mevrouw Govaerts gisteren reeds dezelfde vraag heeft gesteld, maar
dan aan mevrouw Van den Bossche. Ik zal de beide vragen laten beantwoorden door de minister, maar dan
heeft mevrouw Govaerts voorrang. Nadien komt mevrouw Pieters, die de vraag vandaag heeft ingediend,
aan de beurt. Er is een misverstand gebeurd. Ik wil het hier rechtzetten.
06.04 Minister Didier Reynders: Wat is de vraag van mevrouw
Govaerts?
De voorzitter: Het is dezelfde vraag. Ik laat de twee vragen na elkaar stellen. Daarna komt er één
antwoord op de twee vragen.
07 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
uitvoering van het besluit om aan scholen, rust- en verzorgingsinstellingen 10 miljoen euro toe te
kennen als bijdrage in de verwarmingskosten" (nr. P1121)
- mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de federale
tegemoetkoming in stookoliekosten" (nr. P1110)
07 Questions jointes de
- Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la mise en oeuvre de la
décision d'intervenir pour un montant de 10 millions d'euros dans les frais de chauffage des écoles,
des maisons de repos et des établissements de soins" (n° P1121)
- Mme Trees Pieters au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'intervention de l'État
fédéral dans les frais de gasoil de chauffage" (n° P1110)
07.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, een paar weken geleden hebben wij hier
dezelfde vraag gesteld, namelijk of de federale regering zou
tussenkomen in de stookoliekosten van de scholen. Zo klonk de
vraag toen.

Nu krijgen wij het bericht dat op de begroting 10 miljoen wordt
uitgetrokken, ook voor de non-profit instellingen. Dat is natuurlijk nog
niet voldoende, maar het is toch al een toegeving, na de
meerinkomsten die de federale regering heeft gehad door de hoge
brandstofprijzen. De federale regering steekt immers nog altijd een
groot deel van de winst in eigen zak.

Mijnheer de minister, op basis van welke objectieve criteria ­ het
leerlingenaantal of de staat van het gebouw ­ zult u deze 10 miljoen
verdelen?
07.01 Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Le gouverne-
ment libère 10 millions d'euros
pour les factures de combustibles
dans l'enseignement et le secteur
non marchand. Il admet ainsi que
le supplément de revenus généré
par les prix élevés du carburant
est considérable. Sur la base de
quels critères objectifs ce montant
est-il réparti?
De voorzitter: Mevrouw Pieters heeft het woord voor haar vraag over de federale tussenkomst in de
stookoliekosten. Of haar vraag ongeveer in dezelfde lijn ligt, zullen we nu horen.
07.02 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag ligt
zeker en vast in dezelfde lijn.

De olieprijzen zijn tijdens de vakantiemaanden heel sterk gestegen.
Bij haar rentree heeft de regering zich gebogen over de hoge
olieprijzen. Zij heeft vooral gekeken naar de consument die zware
facturen zal moeten betalen. Zij heeft echter geen oog gehad voor het
gebeuren naast de consument, namelijk bij de bedrijven, de scholen,
07.02 Trees Pieters (CD&V):
Après que le gouvernement
flamand a libéré 5 millions pour
compenser les frais de chauffage
élevés pour les écoles et les
maisons de repos et de soins, le
gouvernement fédéral est à
présent disposé à dégager 10
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
de rust- en verzorgingsinstellingen, de klinieken en dergelijke.

Vlaanderen heeft het initiatief genomen om voor voornoemde
instellingen 5 miljoen vrij te maken. Nu blijkt dat de federale regering
heeft beslist dat voor de onderwijsinstellingen en de rust- en
verzorgingstehuizen 10 miljoen zou worden vrijgemaakt.

Enerzijds zijn de reacties die wij horen uit het
gemeenschapsonderwijs ronduit negatief. Deze inspanning is
onvoldoende. Zij zeggen dat hun energiefactuur met ongeveer 70% is
gestegen. Zij verrekenen de stijging per kind. Het bedrag van 10
miljoen, dat moet worden verdeeld over het hele land, zal volgens hen
onvoldoende zijn. Anderzijds wordt in de Guimardstraat gezegd dat
het bedrag voor het vrij onderwijs soelaas biedt.

Mijnheer de minister, het bedrag van 10 miljoen biedt inderdaad
soelaas, maar hoe zal het worden verdeeld? Welke zijn de criteria
voor de verdeling tussen het vrij onderwijs en het
gemeenschapsonderwijs, tussen Vlaanderen en Wallonië en tussen
de rust- en verzorgingsinstellingen, die naast het onderwijs ook
worden vernoemd?
milions d'euros à cet effet.
L'enseignement communautaire
estime que ce montant est
insuffisant étant donné que la
facture de mazout a augmenté de
quelque 70%. L'enseignement
catholique estime toutefois qu'il
s'agit d'un `soulagement'.

Sur la base de quels critères les
fonds seront-ils répartis entre les
différents bénéficiaires?
07.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Govaerts, mevrouw Pieters, we hebben op federaal niveau inderdaad
al een aantal maatregelen genomen voor de particulieren. Zo was al
beslist en meegedeeld in september. We geven nu al een korting op
de facturen voor stookolie. Dat zal in het eerste kwartaal van 2006
ook het geval zijn voor de facturen voor gas. Er komt ook een
terugbetaling voor de facturen tussen 1 juni en 30 september, zodra
de programmawet de komende weken goedgekeurd en gepubliceerd
zal zijn. Tot zover de maatregelen voor de particulieren.

Ten tweede, ik heb begin september ook gezegd dat er een overleg
moet komen met de Gemeenschappen in verband met de collectieve
structuren. Het gaat niet alleen om scholen, maar ook om een aantal
andere collectieve structuren of verenigingen, bijvoorbeeld die zich
bekommeren om gehandicapte personen of om andere problemen op
sociaal vlak.

Staatssecretaris Jamar heeft een procedure gestart om na te gaan
wat de meerkosten zijn voor de verschillende structuren. We hebben
om cijfers gevraagd om een duidelijk beeld te krijgen. We kregen
twee dagen geleden een aantal cijfers van het Brussels Gewest en
eind november van de Franse Gemeenschap. Het was dus niet
gemakkelijk om die gegevens te krijgen.

Hoe is de toestand momenteel? We zijn op federaal niveau bereid om
maatregelen te nemen. Die bestaan erin dat we voor de collectieve
structuren zorgen voor een terugbetaling uit de meeropbrengsten van
de BTW op stookolie voor het federaal niveau. Wij hebben geen
meeropbrengsten door de verhoging van de prijs. Het betreft alleen
de BTW.

We hebben op basis van een aantal gegevens vastgesteld dat de
meerkosten voor het hele land oplopen tot meer dan 53 miljoen euro.
De Staat heeft een meeropbrengst uit BTW van iets meer dan
9 miljoen euro. We hebben besloten op federaal vlak naar een
forfaitair bedrag van tien miljoen euro te gaan, wat meer is dan de
07.03 Didier Reynders, ministre:
J'ai déclaré en septembre déjà
que je voulais me concerter avec
les entités fédérées à propos des
mesures destinées à réduire
également les frais de chauffage
élevés pour les structures
collectives. M. Jamar a ensuite
lancé une procédure pour pouvoir
déterminer les coûts supplémen-
taires auxquels ces structures sont
confrontées. Je n'ai reçu les
chiffres de la Communauté
française que fin novembre et
ceux de la Région bruxelloise il y a
deux jours seulement.

Les coûts supplémentaires pour
l'ensemble du pays s'élèvent à 53
millions d'euros et les recettes
supplémentaires de TVA en faveur
de l'État à un peu plus de
9 millions d'euros. Le gouverne-
ment fédéral a décidé de
rembourser un montant de
10 millions d'euros. Ce n'est pas à
nous d'encore faire des efforts
supplémentaires. Les infrastruc-
tures en question ressortissent en
effet à la compétence des
Communautés et des Régions.

L'argent sera distribué sur la base
du critère le plus objectif: les
surcoûts. Il sera réparti entre les
trois Communautés et les trois
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
opbrengsten voor de Staat. Dat is toch normaal.

U weet dat het, gezien de verdeling van de bevoegdheden in België,
een taak is voor de Gemeenschappen of de Gewesten om meer te
doen voor de scholen en de instellingen die ressorteren onder de
Gemeenschappen en de Gewesten, en niet voor de federale Staat.

Wij gaan naar een forfaitair bedrag. Wat mij betreft, wordt het bedrag,
zoals dat altijd het geval is bij mij, verdeeld volgens de meest
objectieve criteria. Wat zijn die criteria? We hebben aan alle
instellingen en aan alle Gemeenschappen en Gewesten gevraagd ons
de meerkosten mee te delen. Op basis van die meerkosten zullen wij
een verdeling maken. Het is toch normaal om dat te doen. Dat heeft
niets te maken met een gemeenschap of een andere, maar alleen
met de gegevens die vanuit de Gemeenschappen komen. We
hebben gezegd dat het niet alleen een verdeling is tussen Vlaanderen
en Wallonië, maar wel tussen de drie Gemeenschappen en de drie
Gewesten, dus ook de Duitstalige Gemeenschap en een aantal
instellingen in het Brussels Gewest. Dat werd unaniem beslist in het
Overlegcomité.

Ik heb deze week met de eerste minister een voorstel gedaan. Wat
was het resultaat? Iedereen heeft die verdeling aanvaard. Dat is toch
normaal? Wij hebben een aantal cijfers gevraagd, wij hebben die
gekregen en wij zullen dus komen tot een verdeling op basis van de
meerkosten. Een aantal gegevens komt van de Gemeenschappen.

Tot slot, mijnheer de voorzitter, heb ik ook een ander voorstel op tafel
gelegd. Dit is niet alleen een probleem voor de winter van 2005-2006,
het is ook een probleem voor de volgende jaren. Ik denk dat wij, zoals
voor de particulieren, een aantal maatregelen moeten nemen om een
plan voor energiebesparing te realiseren. Ik heb dus een voorstel op
tafel gelegd. We moeten een werkgroep oprichten om na te gaan of
het mogelijk is om in de scholen en in de verschillende andere
instellingen werken uit te voeren om aan energiebesparing te doen.
Wij zullen misschien starten met een systeem van derdebetalers. U
weet dat er verschillende begrotingsfondsen zijn om dat te doen op
gewestelijk en federaal vlak. Ik ben bereid om dat op federaal vlak te
doen, ook ten voordele van de Gemeenschappen en de Gewesten,
maar met een terugbetaling op basis van de verschillende
besparingen.

Ik moet bevestigen dat er ook een inspanning wordt geleverd door de
verschillende Gewesten en Gemeenschappen. Ik heb de verklaring
van de heer Vandenbroucke gehoord, dat het mogelijk zou zijn om
een reserve van 5 miljoen euro aan te leggen in de begroting voor
2006 van het Vlaams Gewest. Voor de Franse Gemeenschap was dat
moeilijker maar daar bleek het de laatste dagen echter ook mogelijk
om 3 miljoen euro te reserveren en nog 1,3 miljoen vanuit het Waals
Gewest. U weet dat het aan Franstalige kant, met verschillende
instellingen, complexer is. Er is dus 5 miljoen euro van het Vlaams
Gewest, 4,3 miljoen van de Franse Gemeenschap en het Waals
Gewest en 10 miljoen van de federale overheid. Wat de federale
overheid betreft, denk ik dat het een zeer goede oplossing is. Deze
werd aanvaard door alle deelgebieden, alle Gemeenschappen en alle
Gewesten in het overlegcomité.
Régions. Il y avait d'ailleurs
unanimité sur ce point au sein du
Comité de concertation.

Comme ce problème va perdurer
ces prochaines années, un groupe
de travail devra se pencher sur
des mesures d'économies
d'énergie. Divers fonds
budgétaires peuvent être mis à
contribution pour un système de
tiers payant, avec un
remboursement basé sur les
économies.

Les entités fédérées consentent
également des efforts: le
gouvernement flamand apporte 5
millions, la Communauté française
3 millions et la Région wallonne
1,3 million d'euros.
07.04 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, dit 07.04
Marleen Govaerts
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
was een duidelijk antwoord. Er zal een objectief criterium worden
gehanteerd, in die zin dat op basis van de facturen van de
verschillende instellingen, elkeen zijn deel zal krijgen, berekend
volgens een bepaalde coëfficiënt of verdeelsleutel.

Het is natuurlijk nog altijd veel te weinig als men ziet dat er 40 miljoen
nodig was voor de scholen alleen. Ze vroegen 29 miljoen, maar
eigenlijk was het 40 miljoen. Ze krijgen slechts een gedeelte van 10
miljoen.

Het is natuurlijk ook goed dat u die preventieve maatregelen zult
nemen want de meeste scholen zijn helemaal verouderd. De warmte
ontsnapt er langs deuren en ramen. Daar moet inderdaad werk van
gemaakt worden. De federale regering moet echter blijven helpen.
(Vlaams Belang): Le critère est
objectif. Chaque institution se
verra donc attribuer un coefficient
basé sur les factures. Je maintiens
cependant qu'un montant de 10
millions n'est pas suffisant. Rien
que pour les écoles, une somme
de 40 millions est nécessaire. Les
mesures de prévention sont tout à
fait justifiées car la plupart des
écoles sont vétustes.
07.05 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, uw antwoord brengt toch wat klaarheid in dit dossier.

Het is goed dat u in september niet alleen aan de consument hebt
gedacht, maar ook aan de collectieve gebruiker, dus de collectieve
voorzieningen. Vandaag is het december en hebben heel wat
collectieve voorzieningen ondertussen moeten stoken zonder
tussenkomst. Daar gaan we niet verder op in. Ondertussen hebt u de
cijfers van de meerkosten binnen van het Vlaamse en het Brusselse
Gewest sinds vorige week. Van de Franse Gemeenschap zijn ze er
nog maar pas: blijkbaar zijn die altijd traag in het doorgeven van
gegevens.

Ik heb er problemen mee dat u zegt te zullen werken op basis van de
meerkosten van de collectieve voorzieningen. Dat kan een objectief
criterium zijn, maar als u het onderwijs bekijkt ­ ik heb het nu niet
over rust- en verzorgingstehuizen ­ denk ik dat de daar gehanteerde
norm het aantal leerlingen is. Een objectieve norm die in dit huis altijd
werd gehanteerd voor de subsidies aan het onderwijs was het aantal
leerlingen.

Mijnheer de minister, ik weet het niet, maar de infrastructuur van de
schoolgebouwen in Vlaanderen is misschien wel wat moderner dan in
Wallonië of omgekeerd. Dat zou een nieuwe transfer kunnen
opleveren, mogelijk van Wallonië naar Vlaanderen. Dat zou best
kunnen.
07.05 Trees Pieters (CD&V): Je
me félicite de ce que, en
septembre, le consommateur n'ait
pas été le seul objet de nos
préoccupations mais nous
sommes à présent en décembre
et bon nombre d'infrastructures
collectives doivent se chauffer
sans obtenir d'intervention. Je ne
suis pas d'accord avec le critère
"coûts supplémentaires" et je ne
comprends pas bien pourquoi,
dans le cas de l'enseignement, le
nombre d'élèves ne constitue pas
un critère. Il s'agit d'une norme
objective qui a toujours été
appliquée dans ce contexte.
L'infrastructure des bâtiments
scolaires est-elle peut-être moins
bonne en Wallonie qu'en Flandre
ou vice-versa? Il pourrait en
résulter un transfert et je ne le
souhaite pas.
07.06 Minister Didier Reynders: Het is ook niet hetzelfde klimaat.
07.07 Trees Pieters (CD&V): Er is niet veel verschil: een graad of
twee, drie. De Baraque Fraiture scheelt misschien een graad of 5 met
de kust. Dat is een argument, maar het doet niets af aan uw
redenering. Ik stel voor om met het leerlingenaantal te werken, want ik
zou niet graag hebben dat er een transfer zou zijn in omgekeerde zin,
van Wallonië naar Vlaanderen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de ontoereikende Vlaamse inbreng in de militaire Airbus" (nr. P1115)
08 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "l'apport insuffisant de la Flandre dans l'Airbus militaire" (n° P1115)
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
08.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, als lid van de commissie voor de
Legeraankopen ken ik het dossier A400M als mijn broekzak. Het is
zelfs mijn plicht om het zo te kennen. Ik zou het appreciëren als de
regeringsleden het ook beter zouden kennen.

Deze week heeft mevrouw Moerman, een notoir collega van u, weer
eens de kat de bel aangebonden over het falen van het dossier
A400M. Ik wil wel, mijnheer de minister, maar men mag de waarheid
geen geweld aandoen. Mevrouw Moerman is ooit lid geweest van de
federale regering. Ze is een voorganger van u op het departement
Economie. Ik heb haar toen nooit gehoord.

Sinds 2000 is dit dossier goed gekend in de Kamer. Ik heb hierover
reeds 8 keer geïnterpelleerd. Ik heb ooit het geluk gehad om minister
Verhofstadt zelf te mogen interpelleren daarover. Ik heb toen alles wat
mevrouw Moerman vandaag vertelt voor zijn voeten gegooid. Hij heeft
mij toen gewoon uitgelachen. Dat was allemaal niet waar. Hij heeft me
zelfs beticht dat ik voorstander was van die verfoeilijke economische
compensaties. Economische compensaties hebben een effect op de
tewerkstelling. Ik heb alle mogelijke argumenten proberen te
gebruiken, maar niets is gelukt.

Nu vinden de heer Verhofstadt en mevrouw Moerman het warm water
terug uit. Ze gaan proberen nog iets te redden. Mijn vraag voor u,
mijnheer de minister, is of er nog iets te redden valt. Volgens mij is er
niets meer te redden. Ik zou het veel eerlijker van uw collega's vinden
als zij zouden zeggen wie er schuld heeft in het dossier. Het is niet
minister Flahaut en ook niet het leger. Ik ga hem niet verdedigen,
want alles wat niet te heet of te zwaar is sleurt hij mee naar Wallonië.
Dat weten we al langer dan vandaag.

Mijnheer de minister, is er nog iets te redden of is er niets meer te
redden?
08.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): La semaine dernière,
Mme Moerman évoquait l'échec
du dossier de l'A400M. Lorsqu'elle
était ministre de l'Économie, elle
ne s'est jamais exprimée sur le
dossier. Celui-ci est en discussion
à la Chambre depuis 2000 et j'ai
déjà déposé huit interpellations à
ce sujet. Lorsque j'ai dit à l'époque
ce que la ministre flamande Mme
Moerman évoque aujourd'hui, le
premier ministre s'est moqué de
moi. À présent M. Verhofstadt et
Mme Moerman semblent à
nouveau avoir inventé l'eau
chaude ! Ils doivent tous deux
sauver ce qu'il reste à sauver
aujourd'hui.

Reste-t-il encore quelque chose à
sauver? Qui est responsable de
cette situation?
08.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Sevenhans, de meest recente gegevens in dit dossier dateren van juli
2005 en wijzen erop dat Vlaanderen in het dossier A400M ongeveer
32,5% economische compensaties krijgt. Dat is gelijk aan 184 miljoen
euro. Dat is nog ver verwijderd van de gebruikelijke percentages. Dat
moet gezegd.

Zijn er nog kansen? Ja, want er zijn nog een aantal dossiers die niet
zijn toebedeeld. Dat zijn de dossiers die gaan over onderhoud, het
dossier over de logistieke steun, het dossier over de losse apparatuur
en het dossier over de training.

De reglementen die terzake zijn opgesteld, OCCAR en AMSL, laten
perfect toe mee te doen op voorwaarde dat België, in dit geval
Vlaanderen, competitief is samen met de andere landen-indieners. Ik
denk aan Frankrijk, Duitsland en Spanje. Er is dus in elk geval nog
een mogelijkheid, maar ze moet dan wel worden gebruikt.

Ik hoop eerlijk gezegd dat het bezoek dat mevrouw Moerman heeft
gebracht in Toulouse de Vlaamse bedrijven die nog kunnen
meedingen zal aanzetten om een bod te doen en desgevallend nog
een deel in te nemen zodat dit het percentage hoger kan brengen dan
08.02 Marc Verwilghen, ministre:
Les données les plus récentes, qui
datent de juillet 2005, montrent
que la Flandre bénéficie d'une
compensation économique de
32,5%, soit 184 millions d'euros,
pour le dossier de l'A400M. Ce
montant s'écarte fortement des
pourcentages habituels.

Il reste néanmoins des chances.
Les dossiers relatifs à l'entretien,
au soutien logistique, aux
équipements amovibles et à la
formation n'ont pas encore été
attribués. La réglementation
permet à la Belgique et à la
Flandre de les décrocher si leurs
offres sont suffisamment
compétitives.

J'espère que la visite de la
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
heden het geval is.
ministre flamande Mme Moerman
à Toulouse a pu convaincre les
sociétés flamandes qui entrent
encore en lice, à formuler leur
offre.
08.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik heb
u de vraag gesteld omdat mevrouw Moerman federale steun moet
krijgen. Zij heeft vandaag nog een keer in de kranten verklaard dat ze
heel weinig vertrouwen heeft in minister Flahaut. Wie ben ik om dat
tegen te spreken.

Mijnheer de minister, ik zou graag hebben dat u een boodschap
overbrengt aan mevrouw Moerman. Ik apprecieer het uiteraard dat ze
nu nog probeert om een paar meubels uit de brand te redden. Ik heb
haar echter niet gehoord in 1999, in 2000, in 2001 en in 2002 en in
2003 als minister van Economie. Ze heeft daarover nooit haar mond
opengedaan. Nu de flamingant gaan uithangen in Toulouse is een
beetje laat.
08.03 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): La ministre flamande,
Mme Moerman, doit dans ce cas
pouvoir disposer d'un soutien de
l'État fédéral. Elle n'a guère
confiance en M. Flahaut.

J'apprécie qu'elle tente encore de
sauver les meubles, mais je ne l'ai
jamais entendu dire mot à ce sujet
durant son mandat de ministre de
l`Économie, de 1999 à 2003. Il est
un peu tard pour aller jouer la
flamingante à Toulouse.
08.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Sevenhans, als de vier dossiers die ik daarstraks heb opgesomd het
redden van de meubelen zijn, dan zou dat gelijk staan met het feit dat
het om vier onbelangrijke dossiers gaat. Dat is dus duidelijk niet zo. U
kent het dossier voldoende, u bent lid van de commissie
Legeraankopen, om te weten dat er in die dossiers effectief nog een
serieuze brok te rapen valt.

Kan ik haar ondersteunen? Ik zal haar zeker ondersteunen, want dat
zijn vier dossiers waarin Vlaamse bedrijven in elk geval kunnen
participeren en waarin ze dus ook voldoende knowhow en kennis
hebben om vooruit te kunnen.
08.04 Marc Verwilghen, ministre:
La ministre flamande, Mme
Moerman, peut faire davantage
que sauver les meubles dans le
cadre de ces dossiers. Des
entreprises flamandes peuvent
prêter leur concours à cet égard.
Je lui offrirai certainement mon
soutien.
08.05 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, u bent
niet degene die in de fout is gegaan in dit dossier, maar mevrouw
Moerman zelf. Dat mag ze ook wel eens luidop zeggen.

Men moet inderdaad vooruit kijken niet achteruit kijken, en nog iets
proberen te regelen. Dat weet ik ook. OCCAR heeft steeds gesteld
dat er geen enkele garantie is dat België ook maar iets zou krijgen.
Wij hebben indertijd dat dossier zo aanvaard. Ik heb hier moord en
brand geschreeuwd, maar ik was toen een eenzame roepende in de
woestijn. Ik ben nu blij dat mevrouw Moerman gaat roepen in
Toulouse.
08.05 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): C'est Mme Moerman qui
a commis des erreurs dans ce
dossier. Elle devrait l'admettre.

À présent, il faut tenter de trouver
un arrangement. L'Organisation
conjointe de Coopération en
matière d'Armement (OCCAR) a
toujours déclaré qu'il n'était
absolument pas certain que la
Belgique obtienne quoi que ce
soit. Lorsque ce dossier a été
approuvé, j'ai eu le sentiment de
prêcher dans le désert. Je suis
heureux que Mme Moerman aille
maintenant prêcher à Toulouse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het sociaal tarief in het kader van de energiefactuur" (nr. P1116)
09 Question de Mme Magda De Meyer au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
et de la Politique scientifique sur "le tarif social dans le cadre de la facture énergétique" (n° P1116)
09.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, het zijn
barre tijden voor mensen die het een beetje moeilijk hebben in onze
maatschappij. Met de uit de pan swingende energieprijzen vallen heel
wat mensen uit de boot. Ik denk aan gehandicapten, invaliden,
gepensioneerden en werklozen; kortom mensen met een laag
inkomen. Zoals u weet, zijn wij ervoor dat iedereen mee is. Daarom
zou ik er een lans willen voor breken dat de mensen met een zwak
inkomen ook absoluut recht hebben op de energie die hun toekomt.
Vandaar dat ik er bij u extra op zou willen aandringen om werk te
maken van ons wetsvoorstel met betrekking tot de sociale tarieven
voor die mensen.

Hoewel die mensen recht hebben op een sociaal tarief, blijkt uit de
cijfers dat grosso modo een op drie van de mensen die recht hebben
op een sociaal tarief, het eigenlijk niet geniet. Dat komt omdat ze niet
weten dat ze er recht op hebben en dat ze zelf de eerste stap moeten
zetten. Ze moeten formulieren invullen, ze moeten een aanvraag doen
en ze moeten allerlei administratieve rompslomp doorlopen om
uiteindelijk recht te hebben op dat sociaal tarief. Blijkbaar vallen heel
wat mensen uit de boot, omdat ze gewoon niet in staat zijn om heel
die administratieve mallemolen te doorlopen.

Dit is onze eerste vraag. Zorg er alstublieft voor dat die kafkaiaanse
mallemolen stopt en dat de mensen automatisch recht hebben op een
sociaal tarief op basis van hun inkomen en de categorie waartoe ze
behoren. Als Kafka kan afgeschaft worden voor het bedrijfsleven, dan
moet dat zeker ook voor die mensen kunnen.

Ten tweede, met het sociaal tarief zelf is er ook een probleem in de
geliberaliseerde markt. Uit talloze onderzoeken blijkt dat het sociaal
tarief niet altijd het laagste tarief is dat op de markt voorradig is. Veel
mensen die vandaag het sociaal tarief betalen en eigenlijk recht
zouden moeten hebben op het allerlaagste tarief, blijken dat niet te
hebben. Er blijken op de markt nog allerlei leveranciers die een lager
tarief aanbieden dan het sociaal tarief. Dat kan volgens ons niet.
Behalve de automatische toekenning van het sociaal tarief, willen wij
ook dat het sociaal tarief altijd het allerlaagste tarief is. Met andere
woorden, wij willen het Colruyt-principe voor de sociaal beschermden.
09.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): De nombreuses personnes
à faible revenu éprouvent des
difficultés à payer leur factures
énergétiques en raison des prix
élevés de l'énergie. Je demande
instamment que l'on s'attèle à
notre proposition de loi relative aux
tarifs sociaux.

Une personne sur trois pouvant
prétendre au tarif social n'en
bénéficie pas. Ces personnes
ignorent qu'elles ont droit à ce tarif
mais qu'elles doivent prendre
elles-mêmes l'initiative. Quiconque
souhaite introduire une demande,
est confronté à des tracasseries
administratives.

Le ministre peut-il faire en sorte
que les personnes ayant droit au
tarif social puissent en bénéficier
automatiquement?

Des études révèlent que le tarif
social n'est pas toujours le tarif le
plus bas du marché. Nous voulons
que le tarif social soit toujours le
tarif le plus bas, que le principe de
Colruyt soit appliqué aux
personnes bénéficiant d'une
assistance sociale.
09.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw De
Meyer, ik begin met het tweede deel van uw vraag, waar u vraagt naar
de toepassing van het Colruyt-principe. Ik denk dat de liberalisering
van de markt werkt. Het beste bewijs is dat leveranciers bij machte
zijn om onder het gangbare sociaal tarief van heden te leveren. Dat
bewijst dat de oefening in Vlaanderen is gelukt. Dat heeft ook met
zich gebracht dat ik de CREG gevraagd heb om grondig te
onderzoeken welk mechanisme we tot stand kunnen brengen om het
sociaal tarief inderdaad nog onder het laagste tarief te laten komen,
want anders kan men niet van een echt sociaal tarief spreken.

Deze studie is lopende en zal tegen het einde van het jaar of begin
volgend jaar klaar zijn. Op basis daarvan zal een beslissing worden
genomen zodat het sociaal tarief altijd het scherpste tarief is, kortom,
het principe dat u huldigt, het Colruyt-principe.

Het tweede is een moeilijker aangelegenheid. U weet dat het sociaal
09.02 Marc Verwilghen, ministre:
La possibilité pour les fournisseurs
de proposer des prix inférieurs au
tarif social en vigueur apporte la
preuve que la libéralisation du
marché donne des résultats. J'ai
demandé à la CREG d'examiner le
mécanisme à mettre en oeuvre
pour que le tarif social soit toujours
le plus bas. Cette étude sera prête
début 2006 au plus tard et je
pourrai ensuite prendre des
mesures.

À l'heure actuelle, le tarif social
doit faire l'objet d'une demande.
Les documents y afférents sont
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
tarief aangevraagd moet worden. Degene die er recht op heeft, moet
het claimen. Hij kan dit als hij een handicap heeft van 65% of meer,
als hij arbeidsongeschikt is of leeft van een tegemoetkoming.
Belangrijk is dat de documenten terzake automatisch zullen worden
afgeleverd door de FOD Sociale Zaken, de Rijksdienst voor
Pensioenen of het OCMW.

Moet ik tegemoetkomen aan het feit dat het automatisch moet
gebeuren? Ik wil dat wel doen. Er is evenwel één obstakel dat uit de
weg moet worden geruimd. De vrije keuze, ook van degene die het
sociaal tarief heeft, om zich te gaan bevoorraden bij een bepaalde
leverancier, moet ik kennen. Ik kan zijn keuze niet kennen tenzij ik er
van ingelicht word.

Ik wil onderzoeken op welke wijze we die twee kunnen verzoenen,
zodat ik kan weten bij wie de levering van elektriciteit plaatsgrijpt en
tegelijkertijd de documenten kan laten toezenden aan de leverancier
in kwestie zodat het sociaal tarief automatisch ­ zoals u het vraagt ­
wordt toegepast.
délivrés automatiquement par le
SPF Affaires sociales, l'Office
national des Pensions ou le CPAS.
Nous devons connaître le
fournisseur pour l'octroi
automatique de ce tarif. Si une
solution peut être trouvée à cet
égard, je suis favorable à l'octroi
automatique du tarif social.
09.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, gelet op de grote problemen waarmee mensen met een
laag inkomen op dit ogenblik geconfronteerd worden om de
energiefacturen te betalen, is dit een absolute prioriteit voor begin
2006.
09.03 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): L'octroi automatique devra
être une priorité pour 2006, étant
donné les grands problèmes que
rencontrent les personnes à faible
revenu pour payer leur facture
énergétique.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Benoît Drèze au ministre de l'Emploi sur "la phase transitoire dans le cadre du
Pacte des Générations" (n° P1120)
10 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister van Werk over "de overgangsfase in het kader van
het Generatiepact" (nr. P1120)
10.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, je suis très
heureux de retrouver Mme Van den Bossche avec qui nous avons
passé d'excellents moments en commission lorsqu'elle était ministre
de l'Emploi. J'apprécie qu'elle relève ce défi au pied levé. En
revanche, je ne comprends pas l'attitude de Mme Onkelinx qui a été
ministre de l'Emploi pendant longtemps et qui a participé à toutes les
négociations sur le Pacte. Selon moi, elle était aussi habilitée à
répondre, dans la mesure où cette demande émanait des services du
parlement.

Je comprends que le dossier des restructurations est, sans doute, le
dossier le plus sensible du moment. Madame Van den Bossche, je ne
dis plus "pacte" car, en réalité, il s'agit d'une réforme décidée
uniquement au niveau du gouvernement. Je préfère employer
l'expression "réforme des générations".

Ces derniers jours ­ encore ce matin dans "La Libre Belgique" ­, la
presse a évoqué que le milieu patronal, avec l'accord des syndicats
d'entreprise, anticiperait, semble-t-il, la réforme et voudrait profiter au
maximum des possibilités encore à sa disposition aujourd'hui,
notamment en matière de prépension. On entend parler d'entreprises
extrêmement importantes, comme par exemple Fortis, ING, InBev.
10.01 Benoît Drèze (cdH): Het
onderdeel over de herstructu-
reringen is de delicaatste
maatregel uit de "generatie-
hervorming". De jongste dagen
wordt er in de pers op gewezen
dat men van werkgeverszijde op
de hervorming vooruitloopt en
zolang dit nog kan vlug vlug
mensen op brugpensioen wil
sturen.

Wat zal de regering tijdens de
overgangsfase ondernemen om te
voorkomen dat de bedrijfswereld
in de aanloop naar de definitieve
invoering van de hervorming nog
een rist herstructureringen erdoor
zal jagen?

In de overheidssector die buiten
de hervorming valt, zijn er
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Cette attitude nous choque.

C'est pourquoi, madame la ministre, je vous pose la question
suivante: comment le gouvernement compte-t-il gérer la phase
transitoire d'ici l'entrée en vigueur de la "réforme des générations" ­
pour la cellule Emploi, elle débute le 1
er
janvier 2006; pour d'autres
matières, ce sera un peu plus tard ­, afin d'éviter que certaines
entreprises fassent l'inverse de ce qu'on veut, c'est-à-dire
restructurent maintenant pour bénéficier des anciennes dispositions?

Par ailleurs, dans le secteur public, le pacte ne s'applique pas. C'est
très clair en ce qui concerne les restructurations. Or, certaines
entreprises ­ je pense plus particulièrement à La Poste ­ envisagent
des restructurations importantes de plusieurs centaines, voire parfois
de 1.000 ou 2.000 travailleurs. Selon nous, il y a là une contradiction
apparente dans le chef de l'autorité publique puisque, d'une part, elle
indique qu'on ne peut plus restructurer dans le secteur privé et,
d'autre part, dans le secteur public où elle est gestionnaire ou co-
gestionnaire, elle effectue encore des réformes de ce type.
omvangrijke herstructureringen
gepland. Dit is onder andere het
geval bij De Post. Dat is toch niet
erg consequent. Wat is uw mening
hierover?
Le président: Je donne la parole à Mme la vice-première ministre, loco M. Vanvelthoven.
10.02 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur Drèze, vous
savez que les nouvelles mesures ne seront applicables qu'aux
entreprises dont la communication de l'intention de restructurer, de
licencier collectivement se produit après le 31 décembre 2005.

Je déplore avec vous que des employeurs puissent abuser de la
période d'approbation du parlement ­ on peut en effet nommer ainsi
les semaines à venir ­ et licencier les travailleurs sans aucun
accompagnement. Il s'agit de cela! Ils refusent aux travailleurs
l'accompagnement de la cellule Emploi. C'est fort triste!

Pour nous, la façon la plus rapide de travailler est de s'adresser au
parlement. Je sais que les parlementaires font tout ce dont ils sont
capables pour que ce dossier avance le plus rapidement possible.
Néanmoins, on a toujours besoin de quelques semaines pour aboutir.

Les nouvelles dispositions visées ne concernent que le secteur privé;
autrement dit, des entreprises, telle que La Poste, ne sont pas
concernées.

En septembre 2005, un accord concernant La Poste et portant sur la
période 2005-2006 a été conclu. Cet accord s'aligne sur la
philosophie du pacte c'est-à-dire qu'un départ anticipé n'est possible
qu'à partir de 58 ans avec une carrière de 35 ans ou qu'à partir de 57
ans avec une carrière de 40 ans dont 35 ans comme postier. Selon
moi, il n'est donc pas nécessaire d'être encore plus drastique à
l'égard des postiers.
10.02 Minister Freya Van den
Bossche: De nieuwe maatregelen
gelden voor de bedrijven die
voornemens zijn na 31 december
2005 een herstructurering door te
voeren.

Ik keur de houding van de
bedrijven af die van die
overgangsperiode profiteren om
de begeleiding van de werk-
nemers te omzeilen.

De maatregelen kunnen niet
vroeger ingaan omdat het
Parlement nog een en ander moet
goedkeuren.

De nieuwe bepalingen gelden
enkel voor de privé-sector. In
september 2005 werd er echter
met De Post een overeenkomst
gesloten die nauw bij de filosofie
van het Pact aanleunt. Volgens mij
moeten er geen drastischer
maatregelen komen.
10.03 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, madame la
ministre, il est quelque part sympathique et inventif de laisser
entendre que les choses traînent en raison du travail parlementaire!

Je voudrais souligner que les membres de la commission des Affaires
sociales et de la Santé publique ont travaillé, hier, de 10 heures à 2
heures du matin. Le projet a été bouclé en un jour. Il suffit maintenant
que le texte précise bien les dates d'entrée en vigueur.
10.03 Benoît Drèze (cdH):
Beweren dat de periode van
onzekerheid aan het parlement toe
te schrijven valt, is een mooi
staaltje van vindingrijkheid! Het
volstaat om de precieze data van
inwerkingtreding te vermelden!
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23

Par ailleurs, actuellement, si ce n'est pour la cellule Emploi dont
l'entrée en vigueur est prévue à partir du 1
er
janvier 2006, un flou
subsiste pour le reste, notamment parce que le projet de loi relative
aux réformes des générations contient un grand nombre
d'habilitations royales. Or, nous ne savons pas ce qu'il en adviendra.
De plus, le ministre de l'Emploi n'a pas su nous répondre hier en
commission sur les intentions du gouvernement sur bon nombre de
points.

En ce qui concerne le secteur public, vous avez dit que l'on serait un
peu plus restrictif que par le passé pour les pensions. Permettez-moi
de vous poser une dernière question concernant le secteur public et
La Poste en particulier. Une cellule Emploi est-elle prévue? Ce genre
de mesure est présentée comme positive par le gouvernement
puisque des moyens humains et financiers sont mis en oeuvre pour
accompagner les personnes victimes de restructuration et les aider à
trouver un nouvel emploi. Une cellule pour l'emploi est-elle prévue
pour La Poste?
Werd voor de openbare sector en
met name voor De Post voorzien
in een "Tewerkstellingscel" om
werknemers die het slachtoffer
worden van herstructureringen te
begeleiden?
Le président: Monsieur Drèze, cette matière relève de la compétence de M. Vanvelthoven mais Mme Van
den Bossche va tenter, j'en suis certain, de vous répondre.
10.04 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur Drèze, je peux
vous dire que nous allons tenter de proposer un autre poste à
l'intérieur de La Poste aux postiers qui perdront leur travail à cause
des réformes.
10.04 Minister Freya Van den
Bossche: De postmannen die hun
baan zouden verliezen, zal een
andere functie bij De Post worden
aangeboden.
10.05 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, il serait utile que
Mme Van den Bossche, ses collègues ainsi que certains
parlementaires sachent que nous avons déposé hier un amendement
en matière de restructuration sur lequel nous reviendrons en séance
plénière. Il vise à modifier la définition de l'entreprise en
restructuration. En effet, nous avons pu constater que les grosses
entreprises qui recourent à ce dispositif sont aussi celles qui font des
bénéfices extrêmement importants. Notre proposition vise donc à
restreindre le champ d'application aux entreprises qui, durant les deux
dernières années, ont eu un bénéfice inférieur à 5% et ce, pour éviter
un abus du système. Certains veulent aujourd'hui "victimiser" les
travailleurs; c'est une approche. Pour notre part, nous considérons
que les employeurs doivent être responsabilisés.
10.05 Benoît Drèze (cdH): Wij
hebben een amendement
ingediend dat ertoe strekt de
omschrijving van een bedrijf in
herstructurering aan te passen.
Vaak zijn dat bedrijven die
aanzienlijke winsten maken. Wij
willen voorkomen dat van het
systeem misbruik wordt gemaakt
door het gebruik van die
mogelijkheid te beperken.
Le président: Monsieur Drèze, c'est vrai, j'ai pu constater moi-même que vous avez travaillé très tard en
commission: jusque deux heures du matin. Je tiens à remercier tous les membres de la commission ainsi
que son président pour cet effort.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de discriminatie van invalide reizigers" (nr. P1119)
11 Question de M. Bart Tommelein à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "la discrimination des voyageurs handicapés" (n° P1119)
11.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, collega's,
mijnheer de minister, mijn vraag handelt over de problematiek van de
behandeling van mindervalide personen door
11.01 Bart Tommelein (VLD):
Dans de nombreux cas, le
traitement réservé aux moins
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
luchtvaartmaatschappijen op de luchthaven van Zaventem.

Uit een artikel, dat deze week is verschenen, blijkt dat er heel wat
mistoestanden bestaan waarbij invaliden niet op een correcte manier
worden behandeld en dus niet in de gelegenheid worden gesteld om
een plaats te boeken op een vliegtuig of zelfs met bijkomende
problemen worden geconfronteerd indien zij een vlucht willen nemen.
Zo is het verhaal gekend van een aantal doven die door de piloot de
toegang tot het vliegtuig werden geweigerd omdat zij volgens hem het
noodsignaal niet zouden kunnen horen.

Mijnheer de minister, het is toch ontoelaatbaar dat op een willekeurige
manier, arbitrair een piloot van een luchtvaartmaatschappij dergelijke
beslissingen kan nemen. Daarover moeten toch duidelijke afspraken
bestaan inzake de veiligheid, die voor alle luchtvaartmaatschappijen
moeten gelden indien de veiligheid werkelijk in het gedrang komt. Wat
betreft de behandeling van mindervalide personen in luchthavens
moeten dezelfde regels worden toegepast.

Ik wens evenwel te waarschuwen voor bijkomende regels waarbij
personen effectief misbruik zouden kunnen maken van de situatie om
luchtvaartmaatschappijen of luchthavens ondoenbare, bijkomende
regels op te leggen zodat de goede werking van die maatschappijen
in het gedrang komt.

Graag had ik van u geweten, mijnheer de minister, wat daaraan
eventueel kan worden gedaan.
valides par les compagnies
aériennes à Zaventem est
inacceptable. Ces passagers sont
souvent traités d'une manière
incorrecte, n'ont parfois même pas
la possibilité de réserver une place
et sont confrontés à des
problèmes supplémentaires quand
ils veulent monter à bord d'un
avion. Ainsi, il est inadmissible
qu'un pilote ait interdit l'accès de
son avion à des sourds parce
qu'ils n'entendraient pas le signal
d'urgence. Il n'est pas normal
qu'un pilote puisse prendre ce
genre de décision arbitraire. Ces
procédures doivent se baser sur
des règles générales. Toutefois, je
voudrais mettre en garde contre
des règles supplémentaires qui
seraient inopérantes et mettraient
en danger le bon fonctionnement
des compagnies et des aéroports.
Que peut-on faire?
11.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega, collega's, het Europees Parlement en de Raad van ministers
van Transport werken momenteel via een codecisieprocedure aan
een verordening om de rechten van mindervalide personen beter te
regelen. Ik denk zelfs dat er nog deze maand een eerste tekst zal
worden goedgekeurd door het Europees Parlement. Nadien zal deze
tekst aan de Raad van ministers worden overgemaakt.

Wat staat er in deze tekst? Enerzijds wordt bepaald dat
vliegtuigmaatschappijen en luchthavens de nodige informatie moeten
geven in verband met de mogelijkheden voor gehandicapten. Verder
staat in de tekst dat er maximaal moet worden voor gezorgd dat
iedereen mee kan met een vliegtuig. Enkel omwille van
veiligheidsreden kan men iemand weigeren. Deze veiligheidsredenen
kunnen zowel in internationale overeenkomsten, Europese
reglementeringen als nationale reglementeringen worden
omschreven.

Voorts staat daar ook in wie verantwoordelijk is in het geval van een
weigering of van een onbehoorlijke behandeling. Meestal is dat zelfs
de luchthaven. In specifieke situaties is het de vliegtuigmaatschappij.

Met andere woorden, op het vlak van consumentenrechten is in de
luchtvaart, meen ik, een goede beweging bezig. Wij hebben op dit
moment een Europese regeling voor de schadevergoeding in het
geval van weigering, in het algemeen, wegens overboeking en ook
een regeling inzake het te laat komen van vliegtuigen. Wat wij daar nu
bijvoegen zijn de rechten van mindervalide personen.
11.02 Renaat Landuyt, ministre:
Le Parlement européen et le
Conseil des ministres des
Transports sont occupés à
élaborer en procédure de
codécision un règlement tendant à
mieux définir les droits des moins
valides. Le Parlement sera
probablement en mesure
d'approuver un premier texte dans
le courant de ce mois. Ce texte
stipule que les compagnies
aériennes et les aéroports doivent
fournir les informations
nécessaires concernant les
possibilités offertes aux personnes
handicapées. On ne peut refuser
un passager que pour des raisons
de sécurité définies dans les
conventions internationales et les
règlements européens ou
nationaux. Le texte stipule
également qui est responsable en
cas de refus ou de traitement
incorrect. Il s'agit généralement de
l'aéroport ou, dans certaines
situations spécifiques, de la
compagnie. Nous enregistrons des
progrès au niveau européen en ce
qui concerne les droits des
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
consommateurs.
11.03 Bart Tommelein (VLD): Ik veronderstel, mijnheer de minister,
dat u die duidelijke afspraken wel zult steunen als die van Europa
komen.

Wat mijn tweede opmerking betreft, wij moeten ervoor zorgen dat wij
geen bijkomende bezwarende omstandigheden aan de
luchtvaartmaatschappijen en luchthavens opleggen waardoor zij in de
onmogelijkheid zijn op een fatsoenlijke manier hun reizen en hun
vluchten te organiseren. Er zijn situaties bekend waarin bepaalde
mensen vanuit hun situatie zodanig veel bijkomende eisen kunnen
opleggen dat het ondoenbaar wordt.
11.03 Bart Tommelein (VLD): Je
suppose que le ministre soutient
ces accords. Nous devons
également veiller à ce que les
compagnies aériennes et les
aéroports ne se voient pas
imposer des conditions
supplémentaires, qui entraveraient
la bonne organisation des vols.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Eric Libert au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "l'avant-projet de décret flamand sur le
Code du logement" (n° P1117)
12 Vraag van de heer Eric Libert aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het voorontwerp van Vlaams decreet tot wijziging van de
Vlaamse Wooncode" (nr. P1117)
12.01 Eric Libert (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre,
le 2 décembre 2005 fut un jour bien noir pour la démocratie, vous en
conviendrez, monsieur le ministre et plus grave encore pour les droits
liés à la dignité humaine.

Le 2 décembre, le gouvernement flamand arrête le Code du logement
et, à cette occasion, subordonne l'octroi d'un logement social à la
connaissance du néerlandais. Ce faisant, bien entendu, le
gouvernement viole gravement l'article 23 de la Constitution et les
droits de la dignité humaine qui y sont contenus, notamment le droit à
un logement décent.

Le gouvernement flamand ne fait pas que violer l'article 23 de la
Constitution, mais il viole également l'article 30 de ladite Constitution,
il viole la loi anti-discrimination de 2003, il viole le Pacte de New York,
il viole le Pacte des Nations unies, il viole la Convention de
sauvegarde des droits de l'homme, il viole le Protocole 12, il viole la
Charte internationale et il viole la Charte des droits fondamentaux.
Autant dire que le gouvernement flamand tourne le dos à la
communauté internationale dans son ensemble.

Devant une telle gravité, monsieur le ministre, dans de telles
circonstances, quelles sont les intentions du gouvernement? A-t-il
déjà pris des décisions? Compte-t-il en prendre? Quelles sont vos
intentions notamment concernant la réunion d'un comité de
concertation?
12.01 Eric Libert (MR): Twee
december 2005 was een zwarte
dag voor de democratie en het
recht op een menswaardig
bestaan. Door de goedkeuring van
de Vlaamse Wooncode maakte de
Vlaamse regering de toekenning
van een sociale woning immers
afhankelijk van de kennis van het
Nederlands. Zo schendt ze de
artikelen 23 en 30 van de
Grondwet, de antidiscriminatiewet
uit 2003, het verdrag van New
York, het verdrag van de
Verenigde Naties, het verdrag tot
bescherming van de rechten van
de mens, enz. en vervreemdt ze
zich van de internationale
gemeenschap.

Wat zal de federale regering
ondernemen? Zal ze een
overlegcomité samenroepen?
12.02 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wanneer
mevrouw Muylle over de WTO-conferentie de eerste minister wil
interpelleren, kan hij niet komen. Dat ligt dan allemaal heel moeilijk en
dies meer. Dergelijke nonsens mag hier in het Parlement worden
verteld. Dat is blabla.

Ik zal er voor het overige zelfs niet op reageren. Het is gewoon blabla!
12.02 Pieter De Crem (CD&V):
Le premier ministre n'est pas en
mesure de venir répondre à une
interpellation de Mme Muylle sur la
conférence de l'OMC mais une
situation aussi absurde que celle à
laquelle nous sommes confrontés
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
est par contre possible au
Parlement.
12.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): (...) Is dat de minister
van de Dignité humaine?
12.03 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Est-ce bien le ministre de
la diginité humaine ? Sur la base
de quelles compétences est-il
interrogé?
12.04 Eric Libert (MR): Non, mais de l'Egalité des chances,
monsieur Annemans! L'égalité des chances doit défendre la dignité
humaine. Qui donc pourrait le faire sinon lui?
12.04 Eric Libert (MR): Neen,
van Gelijke Kansen, mijnheer
Annemans! De minister van
Gelijke Kansen moet pal staan
voor de menselijke waardigheid.
Wie anders?
Le président: Monsieur Libert, ne vous énervez pas! M. le ministre Dupont va répondre à votre question.
12.05 Christian Dupont, ministre: Monsieur le président, je tenterai
de répondre dans la sérénité à un problème fondamental, celui du
droit au logement. Je n'ai aucune envie de polémiquer sur le sujet ni
d'en faire une problématique communautaire.

Lorsque le gouvernement flamand décrète sur le logement social, il
est, de toute évidence, dans la limite de ses compétences.

(...): (...)
12.05 Minister Christian Dupont:
Ik wil geen polemiek voeren en ik
zou een sereen antwoord met
betrekking tot het recht op wonen
willen geven. Wanneer de
Vlaamse regering een decreet
uitvaardigt met betrekking tot de
sociale huisvesting, blijft zij binnen
de perken van haar
bevoegdheden.
De voorzitter: De minister heeft de vrijheid om te antwoorden wat hij wil antwoorden. U kunt daarna
oordelen.
12.06 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): (...)!
De voorzitter: Mocht u het mij toelaten vragen te beoordelen, dan zou ik er veel kunnen schrappen. Dat
doe ik niet.
12.07 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): (...)
12.08 Christian Dupont, ministre: Je ne sais pas si vous m'avez
bien entendu mais j'ai dit qu'il était dans ses compétences. Si vous
me permettez de continuer ma réponse, je voulais dire également que
j'avais lu avec attention les conclusions de la commission du Dialogue
interculturel, composée de sages qui reconnaissaient l'importance de
l'apprentissage de la langue pour l'intégration. Ceci étant dit, j'ai
demandé une analyse juridique pour vérifier si l'égalité des chances
était bien respectée.

Certaines questions nous interpellent, notamment en matière de droit
au logement, un droit inscrit dans la Constitution, pour lequel il n'y a
pas de procédure de "standstill" et qui ne peut être rendu plus ardu.
On peut également se poser des questions en matière de libre
circulation en droit interne et par rapport aux normes internationales.
Peuvent se poser également des questions d'ordre juridique en ce qui
concerne la répartition des compétences de chacune de nos entités.
Le Conseil d'État rendra son avis à ce sujet. Cet organe est reconnu
par chacun. A partir de là, le comité de concertation sera saisi ou ne
le sera pas. Telle est la réponse que je souhaite faire, telle est la
12.08 Minister Christian Dupont:
Ik heb de conclusies van de
Commissie voor de Interculturele
Dialoog gelezen. Daarin wordt
erkend dat het aanleren van de
taal van fundamenteel belang is
voor de integratie.

Uit de juridische analyse die ik heb
gevraagd teneinde na te gaan of
de gelijkheid van kansen wordt
geëerbiedigd, blijkt evenwel dat
vraagtekens dienen te worden
geplaatst bij het grondwettelijk
recht op huisvesting, de
interpretatie van het begrip "vrij
verkeer" in het intern recht en
bepaalde internationale normen.
Vanuit juridisch oogpunt doet ook
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
réponse de droit qui peut être donnée maintenant.

J'ai essayé de répondre également sur le fond de la question: je
rappelle que la commission du Dialogue interculturel disait à ce
propos que le droit au logement de chacun ne pouvait être entravé
par aucune considération sur les origines ethniques ou
géographiques ou sur le régime linguistique. Voilà ma réponse à la
question posée. Nous attendons tous l'avis du Conseil d'État. Je
respecte son avis et je le respecterai totalement. Je pense que le
gouvernement adoptera la même ligne de conduite.
de verdeling van de bevoegd-
heden tussen de verschillende
deelgebieden in ons land vragen
rijzen.

Op grond van het advies van de
Raad van State zal worden beslist
of dit dossier al dan niet bij het
overlegcomité aanhangig zal
worden gemaakt.

Wat de grond van de zaak betreft,
wil ik eraan herinneren dat de
Commissie voor de Interculturele
Dialoog in dit verband heeft
gesteld dat het recht op
huisvesting door geen enkele
overweging inzake de etnische of
geografische afkomst of de taal in
het gedrang mag komen.
12.09 Eric Libert (MR): Monsieur le ministre, si je vous ai bien
compris, vous vous réservez la possibilité de saisir le comité de
concertation ­ ou de demander au premier ministre de le faire ­ en
suite de l'avis du Conseil d'État. J'attire votre attention sur une
interprétation juridique qui mérite peut-être un peu plus
d'approfondissement: à mon sens, au départ de l'article 32, §2 de la
loi du 9 août 1980 sur les réformes institutionnelles, vous pourriez
déjà dès cet instant saisir le comité de concertation.

Sur un plan politique, je pense qu'il est urgentissime de faire appel
aux démocrates qui composent cette noble assemblée,
essentiellement aux premiers concernés: les démocrates flamands,
afin qu'ils saisissent leurs instances en vue de rectifier ce qui est à
tout le moins une erreur extrêmement grave commise par le
gouvernement flamand et en vue de retrouver l'honneur qu'un
gouvernement régional en pleine dérive et en plein délire nationaliste
est en train de leur faire perdre.
12.09 Eric Libert (MR): U wacht
dus het advies van de Raad van
State af om te beslissen of het
dossier al dan niet bij het
overlegcomité aanhangig wordt
gemaakt. Artikel 32, § 2 van de
wet van 9 augustus 1980 tot
hervorming der instellingen biedt u
nochtans nu reeds de mogelijkheid
om dat te doen.

Ik roep de democraten ­ en vooral
de Vlaamse
­ in deze
eerbiedwaardige assemblee op de
eer te redden van een
gewestregering die duidelijk
afdwaalt en aan nationalistische
waandenkbeelden ten prooi is.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de Mme Marie Nagy au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "les mineurs non
accompagnés" (n° P1118)
13 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de niet-begeleide minderjarigen" (nr. P1118)
13.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je souhaiterais vous voir réagir au sujet de la politique
contradictoire que le gouvernement mène à l'égard des mineurs
étrangers demandeurs d'asile ou de séjour.

Ce dimanche, j'ai eu l'occasion de constater, en visitant le centre
127bis, que l'on avait consenti à des investissements importants pour
aménager trois ailes, de manière à pouvoir y enfermer les familles qui
ont des enfants. Soixante-six enfants sont enfermés dans ce centre,
13.01 Marie Nagy (ECOLO):
Vorige zondag heb ik kunnen
vaststellen dat er in het centrum
127bis grote verbouwingswerken
werden uitgevoerd, zodat er
gezinnen met kinderen
vastgehouden kunnen worden.
Momenteel zit er onder meer een
journaliste opgesloten samen met
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
notamment un enfant de dix ans dont la mère est journaliste et dont la
situation est relativement difficile.

J'ai appris également que le gouvernement entend investir au centre
fermé de Vottem pour aménager de nouvelles ailes, où installer les
familles avec des enfants.

On peut donc en conclure que l'argent ne manque pas pour enfermer
les mineurs; on fait alors des investissements et des crédits
budgétaires.

Paradoxalement, monsieur le ministre, en ce qui concerne les
mineurs non accompagnés, la politique semble plus difficile, on
accorde moins facilement des crédits. Ma collègue Zoé Genot a
d'ailleurs déjà eu l'occasion de vous interpeller à ce sujet dans le
cadre de la Fondation de Namur à Gembloux, où trente jeunes
risquent d'être mis à la rue, sans protection.

Alors qu'une décision doit impérativement être prise avant le 15
décembre 2005, la diligence dont on fait preuve pour investir en vue
d'enfermer certains mineurs ne semble pas s'appliquer dans ce cas.
On ne débloque pas les crédits nécessaires pour éviter que ces trente
mineurs, en danger, ne soient mis à la porte.

Monsieur le ministre, pourriez-vous m'éclairer sur la question?
D'avance, je vous en remercie.
haar kind, in moeilijke omstandig-
heden. Voorts vernam ik dat de
regering geld wil investeren in het
gesloten centrum van Vottem om
ook daar gezinnen met kinderen te
kunnen onderbrengen.

Hoe komt het dat men paradoxaal
genoeg geld zat schijnt te kunnen
vinden om gezinnen op te sluiten,
terwijl men er kennelijk maar niet
in slaagt budgetten uit te trekken
voor de niet-begeleide
minderjarigen?

In de Fondation de Namur in
Gembloers dreigen dertig jongeren
zonder enige vorm van
bescherming op straat terecht te
komen. Er moet vóór 15 december
een beslissing genomen worden.

Hoe verklaart u dat?
13.02 Christian Dupont, ministre: Monsieur le président, la politique
du gouvernement en matière de mineurs non accompagnés a fait
quelques pas en avant et a réalisé de sérieux progrès depuis une
quinzaine de mois.

En effet, nous avons ouvert deux centres spécialisés pour mineurs
non accompagnés, l'un à Steenokkerzeel et l'autre à Neder-over-
Heembeek. Dans ces centres travaille un personnel spécialisé pour
l'accueil des mineurs non accompagnés: des médecins et des
psychologues. L'accueil de première ligne, théoriquement d'une durée
de quinze jours, est très correctement assuré par nos soins.

L'accueil de deuxième ligne a lieu normalement après les quinze
premiers jours; il permet de remettre la personne sur pied, de
l'identifier, de discuter de son projet de vie et d'envisager la structure
propre à l'accueillir. Cet accueil de deuxième ligne nécessite et mérite
un accord de coopération avec les Communautés. Nous sommes en
train de le finaliser.

C'est dans ce cadre que se place le centre de Namur. Ce centre
connaît quelques problèmes. En effet, il compte beaucoup de mineurs
non accompagnés qui ne sont pas demandeurs d'asile et qui ont
bénéficié d'un financement européen dans le cadre du Fonds
européen pour les réfugiés (FER); ce financement a été remis en
question par le FER lui-même, s'agissant d'une aide qui n'était pas
directement destinée à des mineurs non accompagnés.

Avec ma collègue, Mme Fonck, qui cofinance le centre de Namur
pour la partie non-demandeurs d'asile, nous sommes occupés à
régler la situation dont je peux dire qu'elle sera résolue pour la fin du
mois.
13.02 Minister Christian
Dupont: Het beleid inzake niet-
begeleide minderjarigen maakte
de voorbije vijftien maanden
vorderingen: zo openden twee
gespecialiseerde centra de deuren
­ een in Steenokkerzeel en een in
Neder-over-Heembeek ­ die aan
800 tot 1.000 jongeren onderdak
kunnen bieden en waar
gespecialiseerd personeel
tewerkgesteld is. Het federale
niveau zorgt dus voor de
eerstelijnsopvang.

Na twee weken gaat de
tweedelijnsopvang van start, die
de persoon weer op weg moet
helpen: er wordt nagegaan wat zijn
plannen zijn en wat de meest
geschikte opvangstructuur is.
Daartoe is een samenwerkings-
akkoord met de Gemeenschappen
noodzakelijk.

Het centrum te Namen is zo'n
centrum. Het kampt echter met
een aantal moeilijkheden, omdat
er heel wat niet-begeleide
minderjarigen worden
opgevangen, die geen asielzoeker
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29

Je dois vous avouer que les conférences de presse successives des
responsables de l'association ne nous aident pas beaucoup. Ce serait
davantage une aide s'ils répondaient plus rapidement aux demandes
de renseignements et aux informations chiffrées qu'ils nous doivent.
Ils nous les doivent pour que nous puissions nous justifier, entre
autres, auprès du FER. Encore aujourd'hui seulement, nous venons
de recevoir des réponses à certaines de nos questions.

Cette institution travaille bien; elle sera aidée, mais le suivi
administratif n'y est pas toujours "up to date" par rapport à ce que
nous souhaitons.

Il est donc faux de dire que le gouvernement n'a pas consacré plus de
moyens aux mineurs non accompagnés dans des centres ouverts et
dans des centres d'observation. Pour ce qui est des centres fermés,
la réponse appartient uniquement à mon collègue Patrick Dewael. Je
vous propose donc de lui poser la question.

Pour ce qui nous concerne, nous avons consacré des moyens sur
deux plans au moins: dans deux centres spécialisés, l'un dans la
partie francophone du pays et l'autre dans la partie néerlandophone,
qui peuvent héberger 800 à 1.000 jeunes. L'accueil de première ligne
tombe sous la responsabilité du fédéral et, pour le reste, il est conclu
un accord de coopération par lequel le fédéral continuera d'intervenir,
mais avec les Communautés, afin de déterminer la structure la mieux
adaptée aux jeunes.
zijn, maar die gefinancierd werden
door het Europees Vluchtelingen-
fonds (EVF). Samen met mevrouw
Fonck wordt aan een oplossing
gewerkt.

De persconferenties die de
verantwoordelijke personen van de
vereniging beleggen, zijn niet
meteen een grote steun! Ze
zouden er beter aan doen snel op
de vragen om inlichtingen en
cijfermatige informatie te
antwoorden. Pas vandaag kregen
we een aantal antwoorden.

Die instelling levert natuurlijk goed
werk en ze mag dus op hulp
rekenen, maar de administratieve
follow-up laat soms wat te wensen
over.

Het klopt niet dat de regering niet
meer middelen heeft uitgetrokken
voor de niet-begeleide minder-
jarigen in die centra.

Mijn collega van Binnenlandse
Zaken is bevoegd voor de
gesloten centra.
13.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, effectivement,
votre collègue M. Dewael se montre toujours très entreprenant pour
augmenter le nombre de places en centres fermés pour les enfants. A
ses yeux, il n'y a pas de problème. Il veut faire du chiffre! C'est déjà
ce qu'il a fait au centre 127bis. A présent, c'est ce qu'il compte faire à
Vottem!

Par rapport à la Fondation de Namur, je perçois une légère irritation
quant à la tenue passée de conférences de presse. Tout cela pourrait
tellement mieux se régler si on n'en parlait pas, mais ce n'est qu'un
détail!

Par contre, je m'inquiète quand même à propos des délais, monsieur
le ministre, même si j'entends que vous avez la volonté d'arriver à un
déblocage. En effet, pour pouvoir lever les préavis, il faudrait que la
décision intervienne avant le 15 décembre. Or, vous dites "avant la fin
du mois". Un problème se pose donc en la matière. En effet, 25
personnes y travaillent. Que va-t-il se passer avec ces jeunes si le
centre venait à fermer ou à licencier son personnel par manque de
moyens? Il faut à tout le moins un engagement ferme qui permette de
lever les préavis.

J'espère que la situation pourra être résolue et que ces 30 jeunes qui
demandent à être hébergés, contrairement à ceux qui demandent à
être libérés, puissent trouver une solution pour ne pas se retrouver à
la rue.
13.03 Marie Nagy (ECOLO): Uw
collega Dewael is zeer
ondernemend als het erop
aankomt het aantal plaatsen in
gesloten centra voor kinderen te
verhogen. Wat de Fondation de
Namur betreft, ben ik bezorgd over
de termijnen ook al wil u duidelijk
de situatie deblokkeren. Om de
opzegtermijnen op te heffen, moet
een beslissing voor 15 december
vallen. Er werken vijfentwintig
mensen. Wat gebeurt er met de
jongeren als het centrum gesloten
wordt of zijn personeel bij gebrek
aan middelen ontslagen wordt? Ik
hoop dat voor die dertig jongeren
die een onderkomen zoeken, een
oplossing wordt gevonden zodat zij
niet dakloos worden.
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
13.04 Christian Dupont, ministre: On peut prendre l'engagement,
madame Nagy, mais ce que je n'approuve pas du tout dans la
manifestation publique répétée, c'est que l'on prend en quelque sorte
les jeunes en otage. Or, il n'y a aucune raison de leur faire peur.
13.04 Minister Christian
Dupont: Ik stel het helemaal niet
op prijs dat de jongeren door
herhaalde publieke manifestaties
als het ware in gijzeling worden
genomen. Er is geen enkele reden
om hen bang te maken.
13.05 Marie Nagy (ECOLO): Je pense que ce qui fait vraiment peur
aux jeunes, c'est de penser que l'institution dans laquelle ils sont, à un
moment donné, n'aura pas la capacité financière de conserver son
personnel. C'est ce qui fondamentalement fait peur aux jeunes.
13.05 Marie Nagy (ECOLO): Wat
de jongeren echt bang maakt, is
dat de instelling waar ze verblijven
de financiële middelen dreigt te
verliezen die nodig zijn om zijn
personeel in dienst te houden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
14 Projet de loi relatif à la contribution de la Belgique à la huitième reconstitution des ressources du
Fonds asiatique de Développement (2029/1-2)
14 Wetsontwerp betreffende de bijdrage van België aan de achtste wedersamenstelling van de
werkmiddelen van het Aziatische Ontwikkelingsfonds (2029/1-2)

Discussion générale
Algemene bespreking

Le président: La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
14.01 Annemie Roppe, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik denk
dat de twee volgende punten aan de agenda weinig discussie hebben
teweeggebracht in de commissie. Ik kan dus verwijzen naar het
schriftelijk verslag.
14.01
Annemie Roppe,
rapporteur: Ce point, ainsi que le
point suivant, n'ont pas fait l'objet
de longues discussions en
commission. Je me réfère au
rapport écrit.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2029/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2029/1)

Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
15 Projet de loi relatif à la contribution de la Belgique à la dixième reconstitution des ressources du
Fonds africain de Développement (2030/1-2)
15 Wetsontwerp betreffende de bijdrage van België aan de tiende wedersamenstelling van de
middelen van het Afrikaanse ontwikkelingsfonds (2030/1-2)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.

Mevrouw Roppe, hebt u dezelfde commentaar?
15.01 Annemie Roppe, rapporteur: Mijnheer de voorzitter,
inderdaad. Ik had het over de twee volgende punten. Voor het tweede
punt geldt dit dus ook.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2030/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2030/1)

Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 2 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
16 Agenda
16 Agenda

Mijnheer De Crem, u wou mij iets vragen? U hebt het woord.
16.01 Pieter De Crem (CD&V): Voorzitter, ik geloof dat er nog een
Conferentie van voorzitters is?
16.01 Pieter De Crem (CD&V):
Est-il exact qu'une Conférence
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
des présidents est encore prévue?
De voorzitter: Ik stel voor om niet te laat te eindigen en er een te
houden na deze zitting.
Le président: Après la séance
plénière, si celle-ci ne dure pas
trop longtemps. Je tiens M. De
Crem informé.
16.02 Pieter De Crem (CD&V): Na de namiddagzitting, bedoelt u?
De voorzitter: Ja. Als ik het zo zie, zal het vandaag niet te lang duren. Mocht het langer uitlopen, dan
houden we ze wat vroeger. Ik weet waarover het gaat en zal u verwittigen.

Ik heb op de agenda nog 3 niet onbelangrijke punten: une interpellation, de wet op de toegang tot het
grondgebied waarvoor ik naar vice-premier Dewael kijk, et la résolution Lalieux cs sur la démocratie au
Congo. Kunnen we met de interpellatie beginnen?
16.03 Paul Tant (CD&V): Voorzitter, u herinnert zich dat u vorige
week in de plenaire zitting tot uw en mijn genoegen kon meedelen dat
er voor een keer weer een interpellatie aan de eerste minister zou zijn
in plenaire zitting. Groot is onze verbazing wanneer we vaststellen dat
de eerste minister, hoewel binnenlands, blijkbaar niet bereid is om op
deze interpellatie te antwoorden en probeert de verantwoordelijkheid
daarvoor door te schuiven naar een minister. Ik weet dat dit zijn recht
is, maar het is evenzeer het recht van parlementsleden om de
minister te interpelleren die zij wensen te interpelleren, en dit zoveel
als mogelijk.

Waarover gaat het? Het gaat over de internationale bijeenkomst in
verband met de handel die straks in Hongkong wordt gehouden. Het
grote probleem ligt bij het luik landbouw, waar er blijkbaar zeer grote
meningsverschillen bestaan tussen enerzijds minister van Landbouw
Laruelle en anderzijds de eerste minister. Daarover wilde mevrouw
Muylle de eerste minister interpelleren, maar die ontloopt zijn
verantwoordelijkheid door de zaak door te schuiven, overeenkomstig
het Reglement, naar minister De Decker.

Mijnheer de voorzitter, ik raad u aan het Reglement te lezen waar het
bepaalt dat deze verwijzing enkel mogelijk is naar een bevoegd
minister. Dat woord heeft een dubbele betekenis, maar hoewel we
over de andere betekenis ook van gedachten zouden kunnen
wisselen, beperk ik mij tot de formele kwestie. Zal straks tijdens de
bespreking in Hongkong de problematiek...
16.03 Paul Tant (CD&V): La
semaine dernière, le président a
annoncé qu'une interpellation
serait enfin développée une
nouvelle fois en séance plénière
mais le premier ministre n'est
manifestement pas disposé à y
répondre lui-même. Le Règlement
l'autorise à demander à un autre
ministre de répondre à sa place
mais les parlementaires ont
également le droit d'interpeller le
ministre autant de fois qu'ils le
souhaitent.

En ce qui concerne le dossier
agricole, dont il sera question lors
de la conférence internationale sur
le commerce de Hong Kong, les
divergences de vues sont
importantes entre le premier
ministre et Mme Laruelle. Selon le
Règlement, une interpellation ne
peut être transmise qu'à un
ministre compétent.
De voorzitter: Ik ga ook naar Hongkong.
16.04 Paul Tant (CD&V): Dat kan best zijn: er zijn figuranten nodig in
elk stuk, zoveel is duidelijk. Het zou mij toch wel plezier doen als u ten
minste de eerste minister de boodschap zou willen overmaken dat als
wij hem interpelleren, wij hem ook wel willen zien in plaats van om het
even welke minister.

Ik wil daarover niet pejoratief doen, maar u hebt zich over de kwestie
van onder meer de prijszetting en de prijzenpolitiek op Europees vlak
nog nooit uitgelaten, mijnheer De Decker. Daarover zijn wij het eens,
nietwaar? De eerste minister daarentegen heeft dat al ­ ik denk aan
de suikerproblematiek en dergelijke ­ bij herhaling gedaan. De vraag
is: wat komt u in dit stuk doen?
16.04 Paul Tant (CD&V):
Contrairement au premier
ministre, M. De Decker ne s'est
jamais exprimé sur la politique des
prix européenne. Que vient-il dès
lors faire ici? Si les désaccords
entre la ministre de l'Agriculture, le
premier ministre et le ministre des
Affaires étrangères ne sont pas
aplanis, nous reviendrons sur la
question dès la semaine
prochaine.
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
Met alle respect, mijnheer de voorzitter, maar wij zouden de eerste
minister hierover willen horen. Noodgedwongen zullen wij nu luisteren
naar het antwoord van minister De Decker, maar wij houden ons het
recht voor om op die interpellatie te gepasten tijde, dat wil zeggen
uiterlijk volgende week, terug te komen, wanneer geen antwoord
gegeven wordt op de vraag over het gebrek aan eensgezindheid
tussen enerzijds - ik herhaal het -, de minister van Landbouw en
anderzijds, de eerste minister en de minister van Buitenlandse Zaken.
Ik meen dat dat het minste is wat wij kunnen vragen, mijnheer de
voorzitter.

De voorzitter: Ik zal de interpellaties aankondigen en de sprekers herinneren aan het Reglement.

We komen aan de interpellatie van mevrouw Muylle aan de eerste minister. De heer Tastenhoye is co-
interpellant en richt zich tot de minister van Buitenlandse Zaken.

Mme Genot ainsi que Mme Lalieux interpellent le premier ministre.

Mevrouw Verhaert interpelleert eveneens de eerste minister.

Ik zie op mijn nota dat de heren Cortois en Wathelet ook het woord wensen.
16.05 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, M. De Decker est
un ministre régulier qui vient souvent au parlement. Si on avait voulu
l'interroger à ce sujet, on en a souvent eu l'occasion. Nous avons déjà
eu des échanges de vues à l'occasion de la discussion de sa note
budgétaire et autres. Aujourd'hui, nous voulions connaître la position
de l'ensemble du gouvernement, portée par sa tête, M. le premier
ministre!

Il est très désagréable de se rendre compte ­ on ne nous prévient
même pas ­ que le premier ministre n'est pas intéressé par l'évolution
du commerce au niveau mondial et qu'il ne viendra pas en parler au
niveau belge. Le gouvernement ne daigne nous informer de ses
intentions qu'au dernier moment! En outre, on demande à un ministre
qui n'est pas compétent de défendre la position belge. C'est une drôle
de façon de débattre.
16.05 Zoé Genot (ECOLO): Ik
vind het bijzonder jammer dat de
eerste minister zich niet voor de
ontwikkeling van de wereldhandel
interesseert. Hij is overigens niet
van plan om zich over dit dossier
uit te spreken en de regering
wacht tot op het allerlaatste
ogenblik om ons van haar
voornemens op de hoogte te
brengen. Bovendien wordt aan
een minister gevraagd om het
Belgische standpunt te verdedigen
inzake aangelegenheden die niet
tot zijn bevoegdheid behoren!
Le président: M. le ministre parlera au nom du gouvernement!
De voorzitter: De minister zal
namens de regering het woord
nemen.
16.06 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je voudrais
faire la même remarque que M. De Crem, M. Tant et Mme Genot.

Par ailleurs, je voudrais inscrire Mme Wiaux dans le cadre de la
discussion.
16.06 Melchior Wathelet (cdH):
Ik sluit me aan bij de opmerkingen
die door mevrouw Genot en de
heren De Crem en Tant werden
gemaakt. Mevrouw Wiaux zal het
woord nemen tijdens de
bespreking.
Interpellaties
Interpellations
17 Samengevoegde interpellaties van
- mevrouw Nathalie Muylle tot de eerste minister over "het Belgisch standpunt inzake de conferentie
van de Wereldhandelsorganisatie van 13 tot en met 18 december 2005 in Hongkong" (nr. 730)
- de heer Guido Tastenhoye tot de minister van Buitenlandse Zaken over "de kansen op een akkoord
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
op de top van de Wereldhandelsorganisatie in Hongkong vanaf 13 december 2005" (nr. 732)
- mevrouw Zoé Genot tot de eerste minister over "het Belgisch standpunt inzake de conferentie van de
Wereldhandelsorganisatie van 13 tot en met 18 december 2005 in Hongkong" (nr. 733)
- mevrouw Karine Lalieux tot de eerste minister over "het standpunt van België en de Europese Unie
over de interministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie in Hongkong" (nr. 736)
- mevrouw Inga Verhaert tot de eerste minister over "het Belgisch standpunt inzake het Algemeen
Akkoord over handel in diensten en handelsgerelateerde aspecten van intellectuele rechten naar
aanleiding van de conferentie van de Wereldhandelsorganisatie te Hongkong" (nr. 738)
17 Interpellations jointes de
- Mme Nathalie Muylle au premier ministre sur "la position de la Belgique en ce qui concerne la
conférence de l'Organisation mondiale du commerce qui se tiendra à Hong Kong du 13 au
18 décembre 2005" (n° 730)
- M. Guido Tastenhoye au ministre des Affaires étrangères sur "les chances que le sommet de
l'Organisation mondiale du commerce, qui se tiendra à Hong Kong à partir du 13 décembre 2005,
débouche sur un accord" (n° 732)
- Mme Zoé Genot au premier ministre sur "la position de la Belgique en ce qui concerne la conférence
de l'Organisation mondiale du commerce qui se tiendra à Hong Kong du 13 au 18 décembre 2005"
(n° 733)
- Mme Karine Lalieux au premier ministre sur "la position de la Belgique et de l'Union européenne sur
la conférence interministérielle de l'Organisation mondiale du commerce à Hong Kong" (n° 736)
- Mme Inga Verhaert au premier ministre sur "la position de la Belgique à propos de l'Accord général
sur le commerce des services (AGCS) et des aspects des droits de propriété intellectuelle qui
touchent au commerce (ADPIC) à l'approche de la conférence de l'Organisation mondiale du
commerce qui se tiendra à Hong Kong" (n° 738)

Le président: Je rappelle à nos collègues les temps de parole prévus par le Règlement pour que ces
interpellations se déroulent bien.

Mevrouw Muylle, u hebt als interpellante 10 minuten spreektijd. De andere interpellanten hebben 5 minuten.
Ik insisteer dat de spreektijd goed in de hand wordt gehouden.

Mijnheer de minister, u kan in principe gedurende 20 minuten antwoorden.

In de replieken hebben de interpellanten en de andere sprekers 5 minuten.

Mijnheer Cortois, u wenst het woord te nemen na de minister.

Madame Wiaux, vous intervenez avant la réponse du ministre ou après?
17.01 Brigitte Wiaux (cdH): Avant la réponse du ministre.
De voorzitter: Mevrouw Muylle, u hebt eerst het woord voor 10 minuten. Mijnheer Tastenhoye, mevrouw
Genot, mevrouw Lalieux, mevrouw Verhaert, u hebt elk 5 minuten spreektijd. Mevrouw Wiaux, u neemt dan
het woord. Mijnheer de minister, dan neemt u het woord. In de replieken nemen de interpellanten dan het
woord en de heer Cortois.

Gaan wij daarover akkoord?

Le débat devrait durer une petite heure. Mais cela n'a aucune importance, c'est le contenu qui compte!
17.02 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, van 13 tot 18 december zal in Hongkong de zesde
ministeriële conferentie van de WTO plaatsvinden. De ronde is
gestart in Doha in 2001, met als prioriteit de ontwikkeling in het Zuiden
te verhogen, maar liep vast in 2003 in Cancún, zonder tastbare
resultaten. Volgende week zou een hoogtepunt moeten worden, want
eind 2005 zou normaal een akkoord moeten bereikt worden om tegen
2006 afgehandeld te worden. Ik heb om tien over drie een telexbericht
17.02 Nathalie Muylle (CD&V):
Du 13 au 18 décembre se
déroulera à Hong Kong la sixième
conférence ministérielle de
l'Organisation mondiale du
commerce (OMC), qui devrait être
l'aboutissement du cycle de Doha.
Dans le cadre de ce cycle de
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
op Belga gezien dat bevestigt dat de agenda van Hongkong gewijzigd
is. Daarin zegt men dat er pas een akkoord zal moeten bereikt
worden tegen eind 2006 en dat het pas in 2007 zou moeten
uitgevoerd worden in de lidstaten.

Er zal volgende week geen globaal akkoord zijn. We weten evengoed
dat de onderhandelingen op het vlak van GATS, wat goederen en
diensten betreft, en NAMA, voor de niet-agrarische producten zoals
industrie, visserij en bosbouw, volledig vastzitten. Alles wordt
geconcentreerd op het landbouwhoofdstuk. We hebben de voorbije
weken mogen vaststellen dat landbouw hierin als pasmunt wordt
gebruikt om geen gezichtsverlies te hoeven te lijden, omdat men geen
akkoord heeft.

Het is juist onder die druk dat op 28 oktober de Europese Commissie
een voorstel heeft ingediend. Over de drie belangrijke pijlers zegt ze
het volgende.

Wat in eerste instantie de interne steun betreft, zegt zij dat zij de
marktverstorende steun met 70 procent naar beneden wil halen. Dat
betekent eigenlijk een internationalisering van de
landbouwhervorming die in 2003 reeds is doorgegaan. Men zegt dat
de exportsubsidies zo snel mogelijk moeten worden afgebouwd, maar
dat dat enkel moet gebeuren wanneer het door alle WTO-leden op
een gelijktijdige en gelijkaardige manier gebeurt. Wat de
markttoegang betreft, het punt waar het allemaal om te doen is, heeft
men voorgesteld om de importtarieven te laten dalen met 46,5
procent. Wel kan Europa nog een achttal procent gevoelige
producten, die de internationale concurrentie zeer moeilijk kunnen
doorstaan, beschermen, maar dan moeten de Europese landen wel
slikken dat er hogere invoerquota voor die producten zullen komen.

Bij het voorstel, collega's, vragen in Europa velen met mij zich terecht
af of Mandelson wel binnen zijn mandaat is gebleven. Bovendien blijkt
uit cijfers van de Europese Commissie ­ dit is niet min ­ dat met het
voorstel 750.000 banen, enkel in de agro-industrie, op het spel staan.
En dan maar praten over Lissabon-doelstellingen!

Ik denk dat het al duidelijk is voor u dat de voorstellen voor CD&V
onaanvaardbaar zijn. Ze vormen een reële bedreiging voor het
voortbestaan van de land- en tuinbouw in Europa.

Wat wil CD&V dan wel? Wij willen dat op het vlak van de interne
steun de limiet bereikt is. Die limiet is bereikt met de
landbouwhervorming van 2003, toen er reeds een heel belangrijke
verschuiving is gebeurd op het vlak van de niet-handelsverstorende
steun.

De exportsubsidies zijn heel sterk gedaald, van 40 procent naar 7
procent de voorbije jaren. Wij vinden ook dat die moeten afgebouwd
worden, maar niet eenzijdig door Europa. Dat moet op dezelfde
manier gebeuren door alle andere WTO-landen.

Dan is er de markttoegang. Een daling van 46,5 procent is niet
realistisch.

Dit is niet realistisch om twee redenen.
négociations, la priorité devait être
donnée au développement des
pays du Sud. Un accord devait
intervenir pour la fin de cette
année et cet accord devait ensuite
être mis en oeuvre pour la fin de
l'année 2006. Or, je viens de
prendre connaissance d'une
dépêche de l'agence Belga selon
laquelle toute la procédure serait
reportée d'un an.

Nul n'ignore que les négociations
sur le "General Agreement on
Trade and Services" (GATS) et le
"Non-Agricultural Maket Access"
(NAMA) sont dans une impasse
totale et que l'agriculture servira
de monnaie d'échange pour éviter
de perdre la face.

La Commission européenne a
élaboré dans le domaine de
l'agriculture une proposition visant
à réduire de 70% les aides qui
perturbent le marché. Les
subsides à l'exportation seront
également réduits, à condition que
tous les membres de l'OMC le
fassent en même temps et dans
une mesure égale. Les droits
d'importation devraient être réduits
de 46% afin de faciliter l'accès au
marché pour les produits des pays
du Sud.

On peut se demander si le
commissaire Mandelson a ainsi
respecté les limites de son
mandat. Cette proposition
signifierait la perte de 750.000
emplois en Europe dans le secteur
agro-alimentaire et elle est dès
lors inacceptable pour le CD&V.

Que voulons-nous en revanche?
En ce qui concerne l'aide interne,
la limite est atteinte avec la
réforme de 2003. Les subsides à
l'exportation ont également déjà
sensiblement diminué. Nous
sommes toutefois disposés à
poursuivre dans cette voie, à
condition qu'une telle mesure ne
soit pas unilatérale. Une baisse
des tarifs d'importation de 46%
n'est toutefois pas réaliste.
L'Europe
a considérablement
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
Ten eerste, Europa heeft de voorbije jaar hard geïnvesteerd in
voedselkwaliteit, veiligheid, dierenwelzijn, arbeidsvoorwaarden en
milieudoelstellingen. Dit bracht hogere productiekosten voor onze
landbouwers met zich. De importtarieven beschermen precies de
Europese producten tegen de invoer van productie uit derde landen
die niet voldoen aan de strenge voorwaarden inzake
milieubescherming, dierenwelzijn en niet geproduceerd zijn onder de
arbeidsvoorwaarden waar wij zo fier op zijn.

Ik geef een voorbeeld. Rundsvlees uit Europa kost 7 euro, Braziliaans
rundsvlees wordt op dit ogenblik met importheffing ingevoerd aan 6,4
euro per kilo. Na het voorstel zal dit nog 3,4 euro zijn. Dit betekent
een daling van 61%. Welke grootdistributeur zal daar tegenkunnen?

Leden van de meerderheid, mijnheer de minister, uw regering heeft in
1999 haar bestaansreden gevonden in het belang van de
voedselveiligheid. Welnu, met dit voorstel zal diezelfde regering
moeten toezien hoe de Europese markt zal worden overspoeld met
goedkoop en minder kwaliteitsvol voedsel dat onze eigen producten
uit de markt zal concurreren.

Ten tweede, de ontwikkelingslanden. Wij staan niet alleen met onze
kritiek. De NGO's volgen ons. Met uitzondering van een paar mensen
uit liberale denktanken zeggen wij dat het opengooien van de
Europese markt geen verdere ontwikkeling zal brengen voor de
boeren in het zuiden. Landbouwgrootmachten zoals Brazilië zullen het
terrein innemen en de arme landen zullen het slachtoffer worden van
een grootschalige driehoekshandel. Daarbij komt nog dat
ontwikkelingslanden op het vlak van goederen en diensten meer
markttoegang zullen moeten slikken.

Mijnheer de minister, de Belgische regering is verdeeld inzake de
WTO. Begin oktober heeft iemand van uw partij, minister Laruelle,
samen met de Gewestministers van Landbouw Lutgen en Leterme,
een memorandum ondertekend samen met twaalf andere Europese
lidstaten, waarin duidelijk gesteld wordt dat Europa op het vlak van de
landbouw reeds zeer grote inspanningen heeft gedaan. In dit halfrond
kwam minister Laruelle zelfs verklaren dat dit doorgesproken was met
de volledige regering. Enkele dagen later voelde minister van
Buitenlandse Zaken De Gucht zich genoodzaakt om zich hier niet
gebonden aan te weten. Hij verklaarde dat dit nooit was voorgelegd
op het overlegcomité. Een paar dagen later, op bezoek bij directeur
Lamy van de WTO, verklaarde hij geen probleem te hebben met de
markttoegang voor landbouwproducten in ruil voor verdere afzet in
ontwikkelingslanden van Europese goederen en diensten. Ook wat
betreft het Suikerakkoord, vorige week, was hij niet echt gelukkig met
de positie die minister Laruelle terzake heeft ingenomen.

Mijnheer de voorzitter, collega's, ik kom tot mijn besluit. Denk eraan
dat volgende week op de Europese Raad, weliswaar op een ander
niveau, belangrijke besprekingen geagendeerd staan in het kader van
de meerjarenbegroting. Ook daar komt landbouw aan bod. Ook daar
moet voor CD&V het akkoord van 2002, in casu de financiële
perspectieven, behouden blijven.

Mijnheer de minister, ons wantrouwen is groot en, ons inziens,
terecht.
investi dans la sécurité
alimentaire, ce qui a entraîné une
augmentation des coûts. Nous ne
pouvons accepter que notre
marché soit submergé de produits
bon marché de moindre qualité qui
ne satisfont pas à nos normes en
matière de sécurité alimentaire et
de conditions de travail.

Les ONG partagent d'ailleurs notre
avis. Il n'y a plus guère que dans
les cellules de réflexion libérales
que l'on croit encore qu'une
ouverture totale de notre marché
contribuera au développement des
pays du Sud. Une telle politique
profitera surtout aux grandes
puissances agricoles comme le
Brésil.

Notre méfiance est grande, en
pensant aux résolutions du
congrès du VLD, au cours duquel
un appel a été lancé pour la
suppression de la politique
agricole commune. Les trois
ministres de l'Agriculture que
compte notre pays ont signé, avec
douze autres excellences
européennes compétentes pour
l'Agriculture, un mémorandum qui
précise que l'Europe a déjà fourni
des efforts considérables, mais
M. De Gucht s'en est rapidement
distancié. Il assistera aux
négociations à Hong Kong en
présence de M. Verhofstadt, cet
autre libéral convaincu. La
Belgique sera donc représentée
par deux excellences qui
préconisent la disparition des
agriculteurs en Europe.

Quelle est à présent la position de
notre gouvernement? Quels points
de vue défendra-t-il lors du Conseil
européen de la semaine prochaine
où le budget pluriannuel sera
examiné? Et qu'en sera-t-il lors
des négociations de l'OMC? Voit-il
encore un avenir pour l'agriculture
et l'horticulture belges?
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Ik weet dat u volgende week naar Hongkong gaat maar het is minister
De Gucht die daar de delegatie leidt. Ook eerste minister Verhofstadt
gaat volgende week naar de Europese top. Wij kennen nog allemaal
de amendementen die het VLD-congres in mei goedgekeurd heeft,
waarbij men zo snel mogelijk het Europese landbouwbeleid wilde
afschaffen. Welnu, wij zijn bezorgd. De Belgische regering heeft
vandaag geen eenduidig standpunt en zij moet twee mensen erop
uitsturen waarvan wij weten dat zij liever zo snel mogelijk alle boeren
in Europa zouden willen zien verdwijnen.

Vandaar, mijnheer de minister, dat ik u de volgende vragen wil stellen.
Welk standpunt zal de Belgische regering innemen op de
internationale fora? Ik hoop na uw antwoord te weten of de Belgische
land- en tuinbouw voor deze regering nog een toekomst heeft.

De voorzitter: Ik dank u, mevrouw Muylle, voor uw zelfdiscipline. U hebt uw spreektijd perfect benut.

Mijnheer Tastenhoye, u zult het even goed doen als mevrouw Muylle, maar met een spreektijd van vijf
minuten.
17.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
collega's, daar mijn spreektijd beperkt is, zal ik mij beperken tot
enkele wezenlijke beschouwingen.

Op de zesde ministeriële conferentie van de
Wereldhandelsorganisatie volgende week in Hongkong, zal het
proces van wereldwijde handelsliberalisering een beslissende fase
ingaan. Dat is althans de bedoeling. Men wil inderdaad tegen 2007
een nieuw wereldwijd vrijhandelsakkoord in het leven roepen. De
aandacht gaat op dit ogenblik vooral naar de
landbouwonderhandelingen. Onenigheid over de mate waarin Europa
zijn markt meer moet openen voor landbouwproducten zorgde ervoor
dat de onderhandelingsgesprekken in een impasse geraakten. De
wereldhandelsconferentie gaat echter om meer dan landbouw alleen.
Ook meer markttoegang voor industriële producten en een grotere
vrijmaking van de handel in diensten komen aan bod. Die sectoren
zijn niet minder belangrijk.

Wat bijvoorbeeld de dienstenonderhandelingen betreft, stelt men,
door te verwijzen naar artikel 1.3b van het GATS-akkoord, dat
publieke diensten uitgezonderd zullen zijn en blijven van de GATS-
bepalingen. Daarin staat dat alle diensten onder GATS vallen
behalve, en ik citeer: "diensten die niet op commerciële basis, noch in
concurrentie met een of meer dienstenleveranciers, worden
aangeboden." Maar, collega's, veel landen laten bijvoorbeeld op het
gebied van onderwijs en gezondheidszorg delen van de publieke
dienstverlening uitvoeren door commerciële bedrijven.

Juridisch kan dat betekenen dat deze sectoren toch onder de GATS-
bepalingen vallen. Net zoals bij de Bolkestein-richtlijn, dat is het kleine
Europese broertje van GATS, moet gegarandeerd worden dat
overheidsdiensten niet onder het toepassingsgebied vallen en moet
een sluitende controle gegarandeerd worden.

Ons land heeft slechts een kleine markt en is niet gebaat met een
protectionistische opstelling. Het Vlaams Belang, ik zeg dit met
nadruk, is principieel voorstander van vrijhandel, op voorwaarde dat
dit gebeurt op basis van wederkerigheid. De intentie van alle partners
17.03
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Le cycle actuel
de négociations de l'OMC doit
conduire à un nouvel accord
mondial sur le libre-échange d'ici à
2007. Les regards sont
essentiellement tournés vers les
négociations agricoles compte
tenu de l'impasse où ont conduit
les divergences européennes à
propos de l'ouverture du marché.
La conférence ministérielle qui se
tiendra la semaine prochaine à
Hong Kong ne se limitera toutefois
pas au seul secteur agricole. Elle
portera également sur
l'élargissement de l'accès au
marché pour les produits
industriels et sur la libéralisation
des services.

En ce qui concerne les services,
l'AGCS prévoit le maintien de
l'exception pour les services
publics. Mais dans de nombreux
pays, certaines composantes du
service public sont sous-traitées à
des entreprises privées, ce qui
signifierait que des domaines
publics tels que l'enseignement et
les soins de santé relèveraient tout
de même partiellement de l'AGCS,
ce qui avait pourtant - à très juste
titre - été exclu dans la directive
Bolkestein.

Vu l'exiguïté de son marché, notre
pays n'a certainement aucun
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
die mee onderhandelen om een wereldwijd vrijhandelsakkoord te
bekomen moet dan ook duidelijk zijn. Het bevorderen van de welvaart
en het welzijn van de lokale bevolking moet als uitgangspunt dienen.

Er zijn echter ook grenzen aan de vrijhandel. Wij mogen immers niet
naïef zijn en moeten waakzaam blijven. Om ook bij toekomstige
uitdagingen, bijvoorbeeld vanuit Azië, de nationale economie te
kunnen versterken is een zeker strategisch minimum van hetgeen
men zelfredzaamheid zou kunnen noemen nodig. Hiertoe is vereist
dat wij expertise in eigen handen houden. Voor bijvoorbeeld de
landbouw betekent dit onder andere dat de innovatie dient
ondersteund en beschermd te worden.

Het erge is echter dat wij vaststellen dat in de WTO-onderhandelingen
de voortgang in de landbouw ­ de collega voor mij heeft er ook op
gewezen ­ als pasmunt dient te worden gezien. De EU en de VS
willen vooral winst zien op twee andere terreinen, namelijk de
diensten, bijvoorbeeld de vestiging van buitenlandse banken, en
basisvoorzieningen als water en gezondheidszorg en niet-
landbouwptoducten.

Om een concessie te krijgen in deze twee andere sectoren is de EU
blijkbaar bereid om zware toegevingen te doen inzake landbouw, die
daarvan dan het slachtoffer zal worden. Wij mogen echter, dit is voor
ons essentieel, voor voedselvoorziening niet te afhankelijk zijn van het
buitenland. De landbouwsector is een strategische sector die wij niet
mogen laten verloren gaan.

Aan mijn collega van CD&V zou ik willen zeggen dat daarvoor meer
nodig is dan de nummertjes die nu zonder veel resultaat worden
opgevoerd, zoals Vlaams minister-president en minister van
Landbouw Yves Leterme bijvoorbeeld deed inzake het Europese
suikerbeleid.

Collega's, ik kom tot mijn conclusie en tot mijn vraag aan de regering.
Op welke wijze zal de Belgische regering de zojuist genoemde
bekommernissen door de Europese Commissie laten verdedigen?
Dat is de kern van mijn vraag, mijnheer de minister. Ik had daarop
graag een antwoord van u gekregen.
avantage à attendre du protection-
nisme. Le Vlaams Belang est en
principe favorable au libre-
échange, à condition que la
libéralisation repose sur la
réciprocité. La promotion du bien-
être doit constituer le point de
départ.

Nous pensons que le libre-
échange a également des limites.
Pour pouvoir relever les défis du
futur, notamment face à l'Asie,
nous devons disposer d'un
minimum d'autonomie. Ceci
signifie que nous devons
conserver la mainmise sur notre
expertise et favoriser l'innovation.

Comme l'a souligné Mme Muylle,
l'agriculture sert de monnaie
d'échange dans le cadre des
négociations de l'OMC. L'Union
européenne est prête à faire des
concessions sur ce dossier pour
forcer une percée en ce qui
concerne l'accès au marché pour
les services et les produits non-
agricoles.

Il ne faut pas que nous soyons
trop dépendants de l'étranger pour
notre approvisionnement alimen-
taire. L'agriculture est un secteur
stratégique que nous ne pouvons
pas laisser perdre. Mais il faudra
pour cela davantage que des
numéros comme celui auquel s'est
livré récemment le ministre-
président flamand, M. Leterme
dans le dossier du sucre.
Comment le gouvernement belge
va-t-il s'y prendre pour faire en
sorte que la Commission
européenne tienne compte de ces
préoccupations?
De voorzitter: Dank u, mijnheer Tastenhoye. U hebt de spreektijd ook gerespecteerd.
17.04 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, mieux vaut tard
que jamais! Je suis contente que nous puissions quand même avoir,
avant la grande conférence de l'OMC, un échange de vues sur la
position que la Belgique va défendre et sur la position qu'elle a déjà
défendue puisque des discussions sont en cours depuis un certain
temps à Genève.

A l'heure actuelle, le commissaire européen Mandelson a toujours l'air
de travailler sur le vieux mandat octroyé au commissaire socialiste
17.04 Zoé Genot (ECOLO):
Europees commissaris Mandelson
lijkt ervan uit te gaan dat hij nog
steeds over het oude mandaat
beschikt dat aan de socialistische
commissaris Pascal Lamy werd
toegekend. België kan dat
standpunt op diverse fora trachten
bij te sturen, zoals op de
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
Pascal Lamy qui, depuis, a migré vers d'autres cieux. La Belgique
peut agir sur cette position en divers lieux, que ce soit au Comité 133
où le mandat du négociateur est affiné, au sein des différents
Conseils des ministres ou encore au niveau de la Commission
européenne.

L'agenda pour le développement de Doha prévoyait que le principal
objectif de ces négociations devait être le développement des pays
qui en avaient le plus besoin. Je suis assez inquiète à ce niveau car la
Banque mondiale elle-même, lorsqu'elle examine les résultats des
négociations, nous en donne les vainqueurs actuels. Il s'agit de
quelques grands pays en voie de développement qui arrivent à
obtenir un gain appréciable. Mais 70% des gains des libéralisations
annoncées iront aux pays développés, les pays les plus pauvres
n'ayant droit qu'à des cacahuètes. Et on ne parle pas, bien sûr, dans
les comptes de la Banque mondiale, des coûts environnementaux et
sociaux ou des conditions de travail. Tout cela n'est pas compris dans
le coût calculé par la Banque mondiale!

Je suis donc assez inquiète et je voudrais revenir sur trois points.

Premièrement, l'agriculture. Nous trouvons totalement légitime que
des Etats, y compris les Etats du Nord, soutiennent leur agriculture
afin d'en améliorer la qualité. Il s'agit donc d'un soutien à l'agriculture
pour les produits que nous consommons. Par contre, nous
demandons depuis plusieurs années de démanteler les aides à
l'exportation. On sait que les pays du Sud voudraient, eux aussi,
pouvoir exporter. A l'heure actuelle, fatalement, ils ne sont pas
compétitifs puisque les pays du Nord soutiennent leur propre
agriculture. Dans un des seuls marchés où les pays du Sud
pourraient avoir leur chance, ils doivent faire face à un dumping des
pays du Nord.

Quelle est la position que la Belgique va défendre dans le domaine de
l'agriculture? Il y a du débat, et c'est soit l'un soit l'autre; on ne peut
défendre une chose et son contraire.

J'aimerais également connaître la position belge par rapport aux
pêcheries industrielles, puisque les pays du Nord ont aussi la
fâcheuse tendance à envoyer des bateaux, qui pêchent nettement
plus que les besoins à couvrir, avec de très grands moyens, et qui
vident littéralement de leurs poissons les mers du Sud.

Le deuxième secteur que j'aimerais aborder est celui des services.
L'OMC est de toute évidence la machine en marche pour la
libéralisation de tous les services. A de nombreuses reprises, au sein
de ce parlement et largement dans l'ensemble des groupes, nous
avons demandé une exclusion claire des services publics, culturels,
de l'enseignement, de la santé et autres des négociations de l'AGCS.
La Belgique soutient-elle toujours cette position? Que fait-elle
concrètement pour que la situation évolue?

Eu égard à l'ouverture de nos marchés, la Commission européenne a
fait des propositions notamment au sujet des services
environnementaux et de l'eau. Personnellement, je m'inquiète que
n'importe quel prestataire de services puisse venir me vendre de l'eau
demain! Je voudrais donc savoir comment nous allons agir par
rapport aux marchés que nous comptons ouvrir? Sommes-nous
Ministerraad of in de Europese
Commissie.

Volgens de Doha-agenda zou de
ontwikkeling van de armste landen
in het centrum van de onder-
handelingen moeten staan. Zelfs
de Wereldbank is van oordeel dat
thans enkele grote
ontwikkelingslanden en vooral de
ontwikkelde landen er het meeste
voordeel mee doen.

Ook al heeft elk land het recht zijn
landbouw met het oog op een
kwaliteitsverbetering te steunen,
toch moeten de uitvoersubsidies
worden afgebouwd.

Welk standpunt zal België terzake
verdedigen?

Graag hoorde ik ook uw standpunt
over de industriële visvangst,
aangezien het noorden de neiging
heeft om de zeeën in het zuiden
leeg te vissen.

De WHO wil tevens de
dienstenmarkt vrijmaken. Steunt
België nog steeds het duidelijk
uitsluiten van de overheids- en
culturele diensten, het onderwijs,
de gezondheidszorg en andere
sectoren uit de AOHD-
onderhandelingen? De Europese
Commissie heeft voorstellen
gedaan over de milieudiensten en
de watervoorziening. De gedachte
dat eender welke leverancier me
morgen water kan verkopen, baart
me zorgen. Zijn we het eens met
dat voorstel van de Europese
Unie? In het zuiden is de toegang
tot het water zo mogelijk nog meer
beperkt door de privatisering van
de watervoorziening. Hetzelfde
geldt voor de financiële diensten.

Wat ten slotte de intellectuele
eigendom betreft, zouden de
teksten van de WHO moeten
voorzien in een uitsluiting van de
octrooiverlening op levende
organismen, wat op dit ogenblik
niet het geval is. Welk standpunt
neemt België ter zake in?
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
d'accord avec la proposition de l'Union européenne par rapport à
l'ouverture de nos marchés en ce qui concerne le secteur de l'eau?

En ce qui concerne l'ouverture des marchés des pays du Sud, là
aussi, je suis très inquiète, puisque nous leur demandons bien
entendu de libéraliser leurs services environnementaux et de l'eau.
Globalement, l'observation des privatisations en matière d'eau nous
apprend très clairement qu'après celles-ci, l'accès à l'eau est encore
plus réduit, car réservé à un nombre encore plus restreint de
personnes qu'auparavant. Il est important de permettre aux pays du
Sud de ne pas libéraliser leur secteur de l'eau. Je voudrais connaître
votre opinion à ce sujet.

Il en va de même pour les services financiers. On pourrait estimer
anodine la libéralisation par les pays du Sud de leurs services
financiers. Et bien non! Un rapport du PNUD établit très clairement
qu'une libéralisation des secteurs financiers dans les pays du Sud
peut leur être très dommageable. Je voudrais également connaître la
position de la Belgique en la matière.

Le troisième secteur dont je vais traiter est celui de la propriété
intellectuelle. On le sait, l'OMC est la machine de la privatisation du
savoir et du vivant. On a déjà vu, par exemple, de grandes firmes
pharmaceutiques décider de breveter un petit arbre avec énormément
de vertus pharmaceutiques. Heureusement, Magda Aelvoet entre
autres et de nombreux agriculteurs ont réussi à casser ce brevetage.
Mais les textes de l'OMC devraient exclure le brevetage du vivant, ce
qui n'est pas le cas à l'heure actuelle. A nouveau, quelle est la
position belge en la matière?

En ce qui concerne l'accès aux médicaments, j'aimerais réellement
entendre le gouvernement me dire deux choses. Vous avez peut-être
lu la "Carte blanche" dans "Le Soir" d'aujourd'hui. Un ensemble
d'ONG et de syndicalistes se mobilisent dans ce sens. A l'heure
actuelle, la situation est telle que de nombreux pays connaissent des
épidémies, des situations sanitaires dangereuses - je pense au sida,
à la grippe aviaire - et n'ont pas accès aux médicaments. On a
concocté un accord, dénoncé par les pays africains, qui leur permet
d'avoir accès à certains produits génériques, mais avec un
mécanisme tellement compliqué que, de fait, aucun pays n'a introduit
la demande.

Nous voudrions entendre la Belgique se poser des questions sur le
mécanisme prévu pour permettre aux pays du Sud d'accéder aux
génériques. Nous aimerions également l'entendre plaider en faveur
d'une procédure simplifiée qui permette aux pays du Nord comme du
Sud de passer des commandes groupées de génériques, ce qui
permettrait de faire baisser les prix de manière conséquente et
d'obtenir ainsi un meilleur accès à ces médicaments.
Een aantal NGO's en
vakbondsmensen ijveren voor een
betere toegang tot
geneesmiddelen. Het akkoord dat
de toegang tot bepaalde
generische producten mogelijk
moet maken, en dat door de
Afrikaanse landen wordt
verworpen, voorziet in een
mechanisme dat zodanig
ingewikkeld is dat geen enkel land
een aanvraag heeft ingediend.
Le président: Madame Genot, je voudrais vous rappeler que le temps court.
17.05 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, j'en ai presque
fini.

Par ailleurs, la Belgique s'est interdit elle-même la possibilité de
procéder à des appels pour des importations de produits génériques.
Nous avions déjà dénoncé à l'époque cette mauvaise idée de la
17.05 Zoé Genot (ECOLO):
België heeft zichzelf de
mogelijkheid ontzegd om offertes
voor de invoer van generische
producten uit te schrijven, maar
kan zich door middel van een
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
Belgique de se priver de cet outil, dont on voit l'intérêt aujourd'hui
puisqu'en pleine crise de grippe aviaire, nous n'avons que la moitié du
stock de vaccins nécessaire! La Belgique peut aisément se délier de
cet addendum: il suffit d'une déclaration. Nous voudrions entendre la
volonté de la Belgique en la matière. À l'époque, le gouvernement
avait dit qu'il ne fallait pas s'en faire et que la question était discutée
au sein de l'Union européenne. Cela fait plus d'un an. J'aimerais bien
savoir ce qui se passe.
eenvoudige verklaring makkelijk
aan die verbintenis onttrekken.
Graag vernemen wij het Belgische
standpunt ter zake.
Le président: Madame Genot, je n'ai pas dit cela pour rien mais pour que vous puissiez conclure.
17.06 Zoé Genot (ECOLO): Le dernier élément porte sur
l'organisation de l'OMC. On le sait, à l'heure actuelle, l'OMC est à la
fois le législateur, l'exécutif et le pouvoir judiciaire. Il nous semble
urgent d'extraire de l'OMC l'organe de règlement du conflit pour en
faire un organe indépendant dans lequel seront représentées diverses
institutions de l'ONU, aussi bien celles qui défendent les intérêts
environnementaux et sociaux que celles défendant la libéralisation du
commerce. J'attends avec impatience de connaître la position du
gouvernement belge en la matière.
17.06 Zoé Genot (ECOLO): Ten
slotte is de WHO tegelijkertijd
wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht. Ons inziens
moet het orgaan dat voor de
geschillenregeling instaat,
dringend van de WHO worden
afgesplitst zodat het een
onafhankelijke instantie kan
worden waarin de diverse
instellingen van de UNO kunnen
worden afgevaardigd.
17.07 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, à en croire la presse tant nationale qu'internationale, la
semaine prochaine, l'OMC risque de renouer, une nouvelle fois, avec
l'échec. En effet, les négociations sembleraient "patiner". La
délégation parlementaire a eu l'occasion de rencontrer les diplomates
belges qui nous ont dit ne pas être très optimistes, que les
négociations se poursuivaient, mais que les blocs régionaux restaient
sur leurs positions respectives.

Je ne vous demanderai pas de parier sur l'issue des négociations
interministérielles. Je souhaiterais simplement rappeler, même si je
suis persuadée que la Belgique en a conscience, que nous nous
inscrivons dans un cycle consacré au développement. Tel était
l'objectif de la conférence de Doha. La priorité doit donc être le
développement et non la libéralisation à tout crin, que ce soit en
matière de services, de NAMA ou de produits agricoles.

Monsieur le ministre, je voudrais vous poser des questions très
précises dont certaines l'ont déjà été par Mme Zoé Genot.

1. Allons-nous soutenir la définition d'un accord qui reconnaît un
traitement spécial et différencié pour les pays en voie de
développement? Allons-nous plaider pour établir des critères d'ordre
économique et social pour différencier les pays en développement par
bloc? Nous savons que tous les pays en voie de développement ne
sont pas au même stade de développement, comme c'est le cas pour
l'Inde ou le Brésil. Allons-nous exiger que les PMA soient exclus de
toute exigence?

2. Pour le groupe PS, Hong Kong ne doit en aucun cas être le
prétexte à relancer l'AGCS, à relancer les négociations de cette
dernière sur un nouveau mode. Certains parlent de modifier le
système des offres et des demandes pour le remplacer par des
objectifs chiffrés et un système obligatoire de libéralisation par
17.07 Karine Lalieux (PS): We
sluiten ons aan bij een proces dat
op ontwikkeling is gericht. Dat was
de doelstelling die in Doha werd
vastgelegd. De nadruk moet dus
op ontwikkeling en niet op
liberalisering worden gelegd.

Zullen we onze steun verlenen aan
een akkoord dat in een bijzondere
en verschillende behandeling van
de ontwikkelingslanden voorziet?
Zullen we pleiten voor de invoering
van economische en
maatschappelijke criteria op grond
waarvan de ontwikkelingslanden in
categorieën kunnen worden
ingedeeld?

Wat de diensten aangaat, moet
men volgens mij tijdens de
onderhandelingen op vrijwillige
basis en in alle openheid te werk
gaan. Steunt België de
oorspronkelijke wijze van
onderhandelen in verband met de
GATS? En verzetten België en de
Europese Unie zich nog steeds
tegen de liberalisering van een
aantal basisdiensten zoals
onderwijs, gezondheidszorg,
cultuur en de audiovisuele sector?

Het akkoord van 2003 over de
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
secteur. Selon moi, il faut garder l'esprit d'une base volontaire et de
transparence lors des négociations. La Belgique soutient-elle le mode
de négociation initial au niveau de l'AGCS?

3. Toujours en ce qui concerne l'AGCS, la Belgique et l'Union
européenne excluent-elles toujours la libéralisation des services
essentiels comme l'enseignement, la santé, la culture et l'audiovisuel,
bref les services d'intérêt général au sens large? Je voudrais
connaître la position belge à cet égard, car cet élément me semble
fondamental.

4. Nous avons appris, il y a deux jours, que l'accord de 2003 sur les
médicaments était définitivement admis. Je voudrais souligner que le
principe fondateur de cet accord est de permettre de déroger aux
brevets.

On sait que cet accord a été remis en cause par les ONG ce matin,
non pas le fond même de l'accord mais les procédures complexes
rappelées par Mme Genot.

Il est vrai que l'accord n'a fait l'objet d'aucune notification à l'OMC.
Cela démontre que le processus est trop compliqué puisque cet
accord existe depuis deux ans et personne ne l'a instrumentalisé
aujourd'hui. Cela avait d'ailleurs été directement dénoncé.

Dès lors, je me demande si la Belgique va solliciter la révision de ces
procédures trop complexes qui constituent un frein à cet accord. Par
ailleurs, si on ne parvient pas à demander la révision, je voudrais qu'il
y ait, à tout le moins, une évaluation de celles-ci. Il n'est pas possible
qu'un tel accord n'ait pas été instrumentalisé par les pays qui en ont le
plus besoin aujourd'hui.
geneesmiddelen werd definitief
aanvaard. Ik wijs erop dat dat
akkoord principieel in de
mogelijkheid om van de octrooien
af te wijken voorziet.
Dat akkoord werd door de NGO's
ter discussie gesteld, niet vanwege
de inhoud, maar wegens de
complexe procedures voor de
toepassing ervan, wat door de
feiten bewezen wordt. Tot nu toe
heeft er niemand een beroep op
gedaan. Zal België de herziening
van die te complexe procedures
vragen? Indien er geen herziening
komt, kan dan ten minste worden
verkregen dat die procedures
worden geëvalueerd?
17.08 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, de sp.a-fractie deelt het pessimisme van de
voorgangers, wanneer het gaat over de vooruitzichten van de WTO-
conferentie en de mogelijkheid tot het behalen van positieve
resultaten.

Ik wil het heel specifiek hebben over interne regelgeving die gepaard
gaat met GATS, dienstverlening die geliberaliseerd moet worden, om
het eenvoudig te zeggen, of Bolksestein in het kwadraat, en
anderzijds over TRIPS.

Inzak de GATS-onderhandelingen ontvangen wij signalen die erop
wijzen dat wij hiervan niet al te veel moeten verwachten, maar er
wordt misschien wel vooruitgang geboekt op het vlak van het
ontwikkelen van interne, nationale regelgeving rond de liberalisering
van de diensten. Daar is meteen ook het kalf gebonden, want het lijkt,
naar mijn bescheiden mening, toch evident dat men eerst de interne,
nationale regelgeving ontwikkelt en pas daarna onderhandelt over wat
eventueel geliberaliseerd wordt. De huidige tekst, die op de
onderhandelingstafel in Hongkong zal liggen, lijkt de twee een beetje
door elkaar te halen. Er staat heel duidelijk in dat de nationale, interne
regelgeving afgerond moet worden tegen het einde van de ronde.
Tegelijkertijd blijft men wat flou over wanneer en hoever men precies
zal liberaliseren in de dienstensector.

De regelgeving is van uitermate groot belang, want ze mag in geen
17.08 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Le sp.a partage ces prévisions
pessimistes à l'approche de la
conférence de l'OMC.

Pour le GATS, il me paraît logique
qu'on élabore d'abord des règles
nationales avant de négocier à
propos de la libéralisation des
services proprement dite. Le texte
de l'OMC confond pourtant ces
deux étapes: on y lit que la
réglementation nationale devra
être fixée avant la fin du cycle.
Quant à savoir dans quelle
mesure le secteur des services
sera libéralisé et quand il le sera,
le texte est très peu clair sur le
sujet. Je prévois également des
discussions concernant les
règlements nationaux, car ils ne
devront pas entraver le commerce.
Quelle est la position de la
Belgique? Quelle réglementation
préparons-nous? Sera-t-elle
applicable à tous les secteurs ou
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
enkel opzicht geïnterpreteerd worden als zijnde handelsverstorend.
Men voelt natuurlijk met de ellebogen aan dat daarover in de
toekomst nog een aantal discussies zullen volgen. Het lijkt mij dus
meer dan aangewezen dat er over die interne, nationale regelgeving
duidelijke taal wordt gesproken. Wat is het Belgische standpunt
terzake? Welke disciplines en regelgevingen zullen wij ontwikkelen?
Zullen die regelgevingen dan gelden voor alle sectoren, of enkel voor
de dienstensectoren die ook effectief geliberaliseerd zullen worden?

Een tweede zaak zijn de TRIPS. Enkele van de collega's hebben het
aangehaald: het principe van de dwanglicenties en het ter beschikking
stellen van geneesmiddelen in generische vorm aan armere landen of
aan ontwikkelingslanden, is natuurlijk een goed principe. Iedereen
staat daarachter. Alleen merkten wij dat de armste
ontwikkelingslanden zelf niet de capaciteit hadden om de generische
middelen te ontwikkelen. Daarvoor moest dus een andere oplossing
gezocht worden. In 2003 werd die oplossing ook gevonden. Het was
echter een tijdelijke regeling. Er waren nogal wat problemen met die
tijdelijke regeling. De procedure was veel te zwaar en veel te
omslachtig, met als resultaat dat de allerarmste ontwikkelingslanden
geen gebruik maakten van de procedure. Anderzijds zagen de
generische producenten in wat grotere ontwikkelingslanden er geen
brood meer in, omdat zij telkenmale moesten onderhandelen per
product en per land, vooraleer zij konden produceren. U begrijpt dat
generische geneesmiddelen maar renderen als men ze op een zekere
schaal kan produceren.

Vandaar gingen er ook heel wat stemmen op, niet het minst vanuit
Afrikaanse landen, maar ook van heel de NGO-wereld ­ wij staan
daar met onze fractie achter ­, om die voorlopige regeling op zijn
minst eerst te evalueren en bij te sturen alvorens er een definitieve
regeling van te maken. Gisteren kregen wij echter een
perscommuniqué van WTO waarin stond dat al een eerste goed
resultaat werd geboekt, met name de bestendiging van die regeling.

Mijnheer de minister, ik heb daarbij de volgende vragen.

Is België überhaupt van plan om die regeling alsnog om te buigen, te
proberen bij te sturen, in het voordeel van de allerarmste
ontwikkelingslanden? Zo ja, hoe bent u van plan dat te doen?
uniquement à ceux qui seront
libéralisés?

En ce qui concerne les "Trade-
Related Aspects of Intellectual
Property Rights" (TRIPS), les
licences obligatoires et la mise à
disposition des pays pauvres de
médicaments génériques
constituent des initiatives louables.
Toutefois, étant donné que les
pays les plus pauvres n'ont pas la
capacité de produire des
médicaments génériques, un
règlement provisoire a été mis au
point en 2003. La procédure est
toutefois tellement complexe que
de nombreux pays n'y ont pas
recours. Je partage l'avis de
nombreux pays africains et du
secteur des ONG selon lequel ce
règlement provisoire doit d'abord
être évalué et adapté avant d'être
pérennisé. L'OMC a pourtant déjà
annoncé hier cette pérennisation
par la voie d'un communiqué de
presse. La Belgique a-t-elle
l'intention d'essayer d'adapter
encore malgré tout le règlement
en question?
17.09 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, je vous remercie
de m'avoir ajoutée à la liste des intervenants pour cette interpellation.
Je serai donc très brève.

A l'instar de mes collègues, monsieur le ministre, je souhaiterais
connaître la position de la Belgique, qui sera défendue à la
conférence de l'OMC qui se tiendra la semaine prochaine à
Hong Kong.

Au terme d'une décennie d'OMC, on peut s'interroger sur le bilan de
cette décennie. Les négociations à l'OMC ont été rythmées par des
conférences ministérielles: Singapour en 1996, Genève en 1998,
Seattle fin 1999. Ensuite, en 2001, à Doha est lancé un ambitieux
"Programme de Doha pour le développement" censé aboutir fin 2005.
On se souviendra, en 2003, de l'échec retentissant de Cancun. Nous
voici en 2005 et les contradictions qui ont émaillé les négociations
formelles et informelles durant tous les mois qui ont précédé le
17.09 Brigitte Wiaux (cdH): De
WHO bestaat nu tien jaar, en men
kan zich afvragen welke resultaten
zij heeft geboekt. Gelet op de
tegenstellingen die de onder-
handelingen voorafgaand aan de
top van Hongkong hebben
gekenmerkt, plaatsen sommigen
vraagtekens bij de goede afloop
van die top.

Het cdH heeft in de Senaats-
commissie een amendement op
de resolutie betreffende de IVde
conferentie van de WHO laten
goedkeuren dat ertoe strekt te
garanderen dat alle ontwikkelings-
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
sommet de Hong Kong font douter certains de l'issue de cette
rencontre. En effet, on évoque ouvertement l'échec du prochain
sommet ou son "recadrage" autour de la définition d'une "feuille de
route".

Monsieur le ministre, une contradiction importante traverse les
négociations à la veille du sommet de l'OMC à Hong Kong: d'une part,
les pays industrialisés font valoir des intérêts offensifs dans le secteur
des services et des produits industriels et des intérêts défensifs dans
le secteur agricole. D'autre part, les pays en développement
continuent de refuser d'avancer dans les négociations tant qu'un
accord ambitieux n'est pas conclu en matière agricole.

Pour ma part, outre la question relative à la position qui sera défendue
par la Belgique à Hong Kong, je souhaiterais insister sur un point: si
on évoque souvent les positions européennes sur le dossier agricole
ou des services, je souhaiterais revenir sur le dossier concernant
l'accès aux médicaments.

Je souligne ce point car le cdH est à l'origine d'un amendement
adopté en commission au Sénat, dans le cadre de la résolution sur la
4
ème
conférence ministérielle de l'OMC, où nous souhaitions voir
régler la question de l'accès aux médicaments. En effet, les brevets
qui sont accordés pour les produits pharmaceutiques constituent un
enjeu pour le commerce international, mais mettent également en
question la conception que nous souhaitons défendre de la santé
publique mondiale.

L'idée est de permettre à l'ensemble des pays en développement
d'avoir accès à des médicaments à prix abordables pour faire face à
des besoins médicaux particuliers, par exemple pour lutter contre les
ravages du sida.

Enfin, on vient de m'apprendre aujourd'hui que le Conseil général de
l'OMC aurait décidé à l'unanimité d'intégrer un accord sur les
médicaments à la réglementation multilatérale sur la propriété
intellectuelle. Pouvez-vous nous expliquer de quoi il s'agit, dans le cas
où vous auriez déjà été informé?
landen toegang krijgen tot
geneesmiddelen tegen betaalbare
prijzen teneinde aan bijzondere
behoeften te voldoen. Wij hebben
zopas vernomen dat de algemene
raad van de WHO beslist heeft
een akkoord over de
geneesmiddelen goed te keuren.
Waarover gaat het precies?
17.10 Armand De Decker, ministre: Monsieur le président, je vous
prierai tout d'abord d'excuser l'absence du ministre des Affaires
étrangères: il assiste actuellement à une réunion ministérielle de
l'OTAN à laquelle, par définition, il se devait de participer.

Par ailleurs, je voudrais me réjouir de ce débat qui me permettra de
faire part au gouvernement des différentes opinions émises ici, tout
en soulignant les importantes nuances entre les groupes politiques
sur ces divers sujets. Il est vrai que cette réunion de l'Organisation
mondiale du commerce (OMC) porte sur des matières nombreuses,
multiples et complexes et que la recherche d'un consensus mondial
sur ces sujets ne sera pas particulièrement aisée.

Comme vous l'avez rappelé dans vos interpellations, la 6
ème
conférence ministérielle de l'OMC se réunira à Hong Kong du 13 au
18 décembre; elle aura pour objectif de faire le point sur les travaux
de l'agenda de développement de Doha, établi en 2001, et d'y
apporter les impulsions politiques nécessaires à la poursuite de
l'objectif de terminer le cycle à la fin 2006. La conférence n'est donc
17.10 Minister Armand De
Decker: Ik wil de minister van
Buitenlandse Zaken voor zijn
afwezigheid verontschuldigen; hij
werd op een ministeriële
vergadering van de NAVO
verwacht.

Het zal niet eenvoudig zijn om een
wereldwijde consensus te
bereiken. Tijdens de conferentie
van Hongkong zal worden
nagegaan hoever de werkzaam-
heden in het kader van de agenda
van Doha zijn gevorderd en zullen
de nodige politieke initiatieven
worden genomen opdat het proces
tegen 2006 kan worden afgerond.
Dit is dus een fase in het proces
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
pas l'étape ultime d'un processus, mais une étape dans le processus.
en niet de eindfase.
De Europese Raad Algemene Zaken zal in Hongkong bijeenkomen
vanaf het begin om zich te vergewissen van de laatste stand van
zaken in de onderhandelingen en zal, indien nodig, supplementaire
instructies geven aan de Europese Commissie die, zoals u weet,
namens de Europese Unie onderhandelt in de aangelegenheden van
de World Trade Organisation, zoals trouwens in alle
handelsonderhandelingen.

Tijdens de laatste Algemene raad van de WTO werd een brede
discussie gehouden over het laatste voorstel van Pascal Lamy, maar
deze discussie werd een klassieke Algemene Raaddiscussie met een
herhaling van de diverse posities zonder nieuwe elementen,
verrassingen of consensus. Het tekstvoorstel zal nu onder begeleiding
van een gezamenlijke brief van hem en van de voorzitster van de
Algemene Raad van de WTO, ambassadeur Amina van Kenia,
overhandigd worden aan de delegatiehoofden.

Men verwacht in feite niets nieuws voor het begin van Hongkong,
enkel de aanduiding van de bijlagen die opgesteld zijn onder eigen
verantwoordelijkheid van de verschillende voorzitters van de diverse
onderhandelingsgroepen, behalve de bijlage over trade facilitation die
een tekst is waarover al werd onderhandeld en waarover een
consensus werd bereikt.

Inzake TRIPS en gezondheid werd een akkoord bereikt op 6
december jongstleden over de toegang tot generische
geneesmiddelen geproduceerd onder dwanglicenties voor de least
developed countries. België is van mening dat er reeds een grote
soepelheid bestaat. In geval van nationale hoogdringendheid zorgt de
waiver uit 2003 ervoor dat er voldoende garanties zijn, ook in geval
van dreigende tekorten. België stelt zich reeds soepeler op dan de
TRIPS waiver die in een lijst voorziet van ziektes zoals malaria,
tuberculose en aids. België hanteert een dergelijke restrictieve lijst
niet.
Le Conseil européen Affaires
générales se réunira dès le début
de la Conférence de Hong Kong
pour examiner la situation et
donner des instructions supplé-
mentaires à la Commission
européenne qui participe aux
négociations au nom de l'UE.

Lors du dernier Conseil général de
l'OMC, un débat peu novateur
consacré à la dernière proposition
de M. Lamy s'est engagé. Un
consensus ne s'est pas dégagé.
Une proposition de texte, assortie
d'une lettre de M. Lamy et du
président du Conseil, sera
adressée aux chefs de délégation.
On ne s'attend à aucun fait
nouveau avant le début de la
Conférence, hormis la désignation
des annexes rédigées par les
présidents des groupes participant
aux négociations. Un consensus
s'est déjà dégagé sur l'annexe
concernant la "trade facilitation".

Quant aux TRIPS, ils ont fait
l'objet d'un accord signé le 6
décembre qui prévoit que les pays
les moins développés doivent
avoir accès aux médicaments
génériques. La Belgique estime
qu'en cette matière, on fait déjà
preuve d'une grande souplesse.
Le "TRIPS-waiver" de 2003
constitue l'assurance que des
garanties suffisantes
d'approvisionnement existeraient
en cas de risque de pénurie. Au
demeurant, la Belgique se montre
déjà plus souple que le "waiver"
parce que nous n'avons pas
dressé de liste restrictive de
maladies.
La position du gouvernement vous est bien connue. Elle a été
confirmée dans l'accord gouvernemental et ses ambitions visent à
créer un monde plus juste et plus prospère. La Belgique s'engage
donc à mener une politique active en matière de commerce mondial
équitable, notamment par la concrétisation de l'agenda de
développement de Doha. A cette fin, la Belgique s'engagera en faveur
d'une intégration réussie et totale des pays en voie de développement
dans le commerce mondial afin de s'assurer que ce dernier stimule la
croissance des économies moins prospères.
Het beleid van de regering strekt
ertoe een rechtvaardiger en
welvarender wereld te creëren.
Aangezien België zich ertoe heeft
verbonden een actief beleid inzake
eerlijke wereldhandel te voeren,
zal ons land zich voor de integratie
van de ontwikkelingslanden
inzetten.
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
Le gouvernement belge considère qu'il faudra nécessairement
préserver et accentuer les mécanismes de flexibilité et de
différenciation en faveur des pays en développement et des pays les
moins avancés (PMA), ceci au niveau des calendriers fixés, des
modalités de libéralisation des marchés et des secteurs concernés.
Ainsi, pour chaque pilier des négociations en cours, les concessions
exigées doivent être calibrées en fonction de la capacité propre de
chaque pays ou groupe de pays en développement à faire face à la
libéralisation des échanges. En outre, rien ne pourra être exigé, et ce
en aucune matière, de la part des cinquante pays les moins avancés.

Pour répondre à l'interpellation de Mme Genot sur l'évolution
nécessaire de l'organe de règlement des conflits, on peut dire que
l'Union européenne est très activement engagée dans les
négociations et qu'elle a formulé des propositions, notamment quant
au professionnalisme du panel et la transparence du système. La
Belgique soutient cette position européenne et plaide pour des
dispositions effectives qui permettraient aux petits pays en
développement de prendre part efficacement au règlement des
conflits qui les intéressent. Nous espérerons qu'après Hong Kong, les
discussions se poursuivront sur une base constructive à ce sujet.

Le gouvernement considère l'OMC comme un instrument crucial dans
la réalisation d'un système commercial multilatéral bien encadré qui,
en combinant des dispositions relatives à l'accès aux marchés et les
régulations adéquates, contribue dans une mesure importante à la
croissance économique, à la création d'emplois, aux perspectives de
développement, à la réduction de la pauvreté, au développement
durable et à la gestion des défis de la mondialisation.
De regering is van mening dat de
flexibiliteits- en differentiërings-
mechanismen ten gunste van de
ontwikkelingslanden en de minst
ontwikkelde landen moeten
worden verscherpt. De verwachte
tegemoetkomingen moeten dus
worden afgewogen en aan de
vijftig minst ontwikkelde landen
mogen geen eisen worden
gesteld.

Op de vraag van mevrouw Genot
in verband met het orgaan dat
voor de geschillenregeling instaat,
kan ik antwoorden dat de
Europese Unie ter zake
voorstellen heeft gedaan, die wij
ondersteunen en die de kleinere
ontwikkelingslanden de
mogelijkheid moeten bieden om
op een doeltreffende manier deel
te nemen aan de regeling van
geschillen waarbij ze zijn
betrokken.

Voor de regering is de WHO een
essentieel element om de
multilaterale handel in goede
banen te leiden en aldus tot de
economische groei, de
tewerkstelling, de ontwikkeling en
de strijd tegen de armoede bij te
dragen, en de uitdagingen van de
globalisering het hoofd te bieden.
De Belgische regering heeft zich verbonden tot het opstellen van
structurele banden tussen de WTO en de International Labour
Organization inzake het respect van sociale normen, zelfs als we
beseffen dat op dit ogenblik nog geen consensus tot stand is
gekomen in de WTO om die onderhandelingen met de ILO verder te
zetten.
Le gouvernement belge s'est
engagé à établir des liens
structurels entre l'OMC et l'OIT en
matière de respect des normes
sociales, même si nous savons
qu'il n'existe encore aucun
consensus au sein de l'OMC
quant à la poursuite de ces
négociations avec l'OIT.
S'agissant de la conférence de Hong Kong, la Belgique souhaite
qu'un texte équilibré puisse être approuvé, qu'il donne une impulsion
politique aux négociations et serve de ligne directrice pour la suite des
négociations en 2006. Si la dynamique des négociations n'a pas
permis d'atteindre le niveau d'ambition espéré pour Hong Kong, le
gouvernement belge maintient néanmoins ses objectifs de voir réalisé
l'agenda de développement de Doha en général.

Le gouvernement belge soutient les efforts de la Commission
européenne pour négocier un "paquet de développement" en faveur
des pays en voie de développement et plus spécifiquement des pays
les moins avancés. Il devrait contenir des mesures dans une série de
België wil in Hongkong tot een
evenwichtige tekst komen die als
leidraad voor de onderhandelingen
van 2006 kan dienen. Met de
Europese Commissie willen wij
over een "ontwikkelingspakket"
onderhandelen : goedkeuring door
alle landen van de "duty-free and
quota-free access",
"handelssteun", billijke regeling
voor katoenproducerende landen.
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
domaines, par exemple l'adoption par tous les pays développés et par
les pays en voie de développement qui en ont la capacité de l'initiative
"duty-free and quota-free access" au profit des pays les moins
avancés, comme l'Union européenne l'a déjà fait avec l'initiative
"Everything But Arms", "Tout sauf des armes". Par ailleurs, une série
de mesures serait utile en matière d'aide au commerce, pour
répondre aux préoccupations des pays en voie de développement au
sujet de l'érosion de leurs préférences commerciales, et aussi un
règlement équitable pour les pays en voie de développement qui sont
producteurs de coton.

Au-delà de cette série de mesures spécifiques, les pays en voie de
développement pourront à terme tirer les bénéfices les plus
importants d'un accord global au sein de l'agenda de développement
de Doha portant notamment sur l'agriculture, les produits non
agricoles, les services et la facilitation des échanges. En effet, la
libéralisation du commerce doit se réaliser au bénéfice de tous les
pays, qu'ils soient pauvres ou riches.

En accord avec les positions exprimées par les gouvernements des
entités fédérées dans les domaines de leurs compétences, le
gouvernement belge soutient de façon générale l'approche globale de
la Commission européenne. Dans le domaine de l'agriculture, le
gouvernement belge insiste sur l'équilibre global au sein des
négociations dans le domaine agricole et sur l'équilibre entre les
différents piliers de l'agriculture. La Belgique rappelle le cadre de la
réforme de la politique agricole commune. Elle souhaite s'assurer un
système de sauvegarde et la prise en compte des aspects non
commerciaux dans le cadre général de la négociation agricole.
In overleg met de deelgebieden
steunt de regering de
allesomvattende aanpak van de
Europese Commissie.

Op landbouwgebied dringen wij
aan op een algemeen evenwicht
en een evenwicht tussen de
verschillende landbouwpijlers,
herinneren wij aan het kader voor
de hervorming van het
gemeenschappelijk landbouw-
beleid, willen wij een
vrijwaringsysteem inbouwen en
willen wij ook dat de niet-
commerciële aspecten (NTC) in
het allesomvattende kader van de
landbouwonderhandelingen in
aanmerking worden genomen.
In verband met de specifieke interpellatie van mevrouw Muylle, wil ik
toch herhalen dat het de Europese Commissie is die inzake
handelsbeleid de onderhandelingen voert namens de Europese Unie.
Met de lidstaten wordt via het consultatieve comité 133 een
permanente dialoog gevoerd. De eindbeslissingen worden nadien
uiteraard door de Raad van ministers genomen.
Je répète, à l'attention de Mme
Muylle, que c'est la Commission
européenne qui - au nom de
l'Union européenne - mène les
négociations sur la politique en
matière de commerce. Il existe
toutefois un dialogue permanent
avec les États membres par le
biais du comité consultatif 133. La
décision finale est ensuite prise
par le Conseil de ministres.
S'agissant du calendrier pour l'élimination des subventions aux
exportations, l'Union européenne a fait une proposition de
suppression totale à terme. Cette proposition est conditionnée à
l'élimination de mesures équivalentes par d'autres pays développés.
La Belgique plaide pour la prise en compte des "non-trade concerns",
mais il faut se rendre compte qu'il s'agit là d'une question difficile pour
les pays en voie de développement.

En ce qui concerne les réductions des droits de douane en général, je
vous rappelle que nous n'exigeons absolument rien des pays les
moins avancés. S'agissant des initiatives sectorielles, en particulier
pour les secteurs sensibles, il faut constater que le débat, à ce stade,
n'est pas mûr.

Dans le domaine de l'accès aux marchés pour les produits industriels,
le gouvernement belge souhaite la réduction et l'élimination des droits
De Europese Unie heeft
voorgesteld om de exportsubsidies
op lange termijn volledig af te
schaffen, op voorwaarde dat
andere ontwikkelde landen hun
gelijksoortige maatregelen
opheffen. België wenst dat met de
zogenaamde "non trade concerns"
wordt rekening gehouden; voor de
ontwikkelingslanden is dat
evenwel een delicate kwestie. Op
het stuk van de douanerechten
stellen wij geen eisen aan de minst
ontwikkelde landen. De tijd is nog
niet rijp voor een debat over de
sectorale initiatieven. Wat de
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
de douane et la réduction ou l'élimination de la progressivité tarifaire
sans exclusion sectorielle a priori.

Dans le domaine des services, le gouvernement belge veut maintenir
le cap sur la recherche d'un résultat ambitieux. C'est dans cette
optique que l'Union européenne et les Etats membres ont déposé une
offre ambitieuse à Genève.

Nous soulignons que la libéralisation du commerce des services doit
se faire en compatibilité avec l'architecture de l'AGCS, qu'elle doit
donc rester un processus volontaire, transparent et tenir compte des
préoccupations légitimes concernant les services publics. Ceci
implique d'exclure des négociations des services des secteurs tels
que la santé, le logement, l'éducation, la culture ou l'audiovisuel.

Dans le domaine de facilitation des échanges, le gouvernement belge
espère que les progrès engendrés à ce stade aboutiront à un
véritable accord. Enfin, les négociations de l'OMC se situent
également dans le contexte de l'important débat public entourant la
mondialisation. Le gouvernement s'engage à continuer avant,
pendant et après la conférence de Hong Kong ses consultations
étroites avec le parlement et la société civile dont des représentants
sont repris dans la délégation officielle belge.
toegang tot de markt van de
industriële producten betreft, willen
wij de douanerechten verlagen en
de progressieve tarieven
afbouwen zonder daarbij a priori
een of andere sector uit te sluiten.

In de dienstensector, waarvoor de
regering net als de Europese Unie
ambitieuze resultaten nastreeft,
moet de vrijmaking gebeuren in
overeenstemming met de opzet
van de AOHD. Bovendien moeten
de doorzichtigheid en het vrijwillige
karakter van het proces worden
bewaard, en moet met de terechte
bekommernissen over de
openbare diensten rekening
worden gehouden.

De regering hoopt dat een akkoord
kan worden bereikt over de
vereenvoudiging van het
handelsverkeer en is voornemens
om het openbare debat over de
globalisering met het parlement en
het maatschappelijk middenveld
voort te zetten.
De voorzitter: Collega's, de spreektijd voor de replieken bedraagt vijf minuten, zoals u weet.
17.11 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, ook na uw
antwoord blijf ik een zeer ontgoochelde vrouw. Ik heb van u zeer
weinig antwoorden op mijn vragen gehoord. In de betogen van de
collega's, vooral van de meerderheid, ik kijk naar de dames Verhaert
en Lalieux, heb ik zeer terechte opmerkingen gehoord over de
ontwikkelingslanden. Op die vragen hebt u gedeeltelijk wel
geantwoord. Ik moet toch vaststellen dat ook aan de meerderheid
geen duidelijke antwoorden werden gegeven op de vragen die
vandaag werden gesteld. Het is zelfs zo erg dat collega's Van der
Maelen en Lalieux een zeer goede resolutie over de WTO hebben
ingediend. Ik was zelfs bereid, vanuit de oppositie, om die te steunen,
maar die resolutie is zelfs niet op de agenda van de commissie voor
de Buitenlandse Zaken geraakt. Dit verduidelijkt hoe bezorgd deze
regering is over de ontwikkelingslanden in het kader van de WTO.

Mijnheer de minister, u hebt zeer weinig geantwoord op mijn vragen.
Wat het landbouwluik betreft, zegt u dat er een evenwicht moet
worden bewaard en dat de ontwikkeling in het licht van de
doelstellingen van Doha behouden moet blijven. U blijft zeer ruim en
zeer vaag in uw antwoord. Ik heb u heel specifiek gevraagd wat u
inzake landbouw vindt van exportsubsidies in het kader van interne
steun en markttoegang.

Wij hebben maandag een zeer goed debat gehad in de commissie
voor de Globalisering over de WTO. Minister Laruelle is daar zeer
duidelijk geweest over al die punten. Zij had een zeer duidelijke visie
over landbouw en de toekomst van de Europese land- en tuinbouw.
17.11 Nathalie Muylle (CD&V):
Je suis toujours aussi déçue. J'ai
obtenu peu de réponses. Les
orateurs de la majorité ont formulé
des observations justifiées sur les
pays en développement mais ils
n'ont pas davantage obtenu de
réponse claire. J'étais prête à
soutenir la résolution de M. Van
der Maelen et de Mme Lalieux sur
l'OMC mais celle-ci n'a même
jamais été inscrite à l'ordre du jour
de la commission des Affaires
étrangères. Le gouvernement fait
ainsi montre de bien peu d'intérêt
pour la problématique des pays en
développement et l'OMC.

À propos de l'agriculture, le
ministre précise simplement que
des équilibres doivent être
préservés et que l'ordre du jour de
Doha doit être maintenu. Cette
déclaration est très vaste, voire
vague, alors que j'ai
spécifiquement demandé quelle
était la position du ministre en ce
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
Zij vond dat het voorstel van de Europese Commissie veel te
verregaand was. Volgens haar waren bepaalde zaken onmogelijk. Ik
heb dat vandaag in uw antwoord in naam van de Belgische regering
niet gehoord.

Ik heb alleen uitspraken gehoord in verband met de
ontwikkelingslanden, op het vlak van exportsubsidies en
markttoegang, maar niets over de importtarieven van 46,5% die
vandaag worden voorgesteld. Mijnheer de minister, ik kan daaruit
slechts besluiten dat ook u in uw antwoord bezweken bent onder de
druk van de premier en de minister van Buitenlandse Zaken. U hebt
zeer weinig gezegd en dat betekent dat beide heren volgende week
de handen vrij hebben om hun zin te doen, zelfs tegen een groot deel
van de meerderheid in.
qui concerne les subsides à
l'exportation, le soutien interne et
l'accès au marché. Mme Laruelle
a été bien plus claire en
commission à propos de l'avenir
de l'agriculture et de l'horticulture
européennes. Elle estime que la
proposition de la Commission
européenne va trop loin. Je n'ai
rien entendu de tel aujourd'hui
dans la réponse du ministre. Je ne
puis qu'en conclure que vous avez
cédé sous la pression du premier
ministre et du ministre des Affaires
étrangères, qui pourront faire ce
qu'ils veulent la semaine
prochaine lors de la Conférence,
contre la volonté d'une majorité.
17.12 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
zoals de vorige spreekster inderdaad terecht opmerkte, bent u heel
vaag gebleven over de landbouwproblematiek. U hebt nauwelijks in
uw kaarten laten kijken. Ook wij zijn daarover ontgoocheld. Wij
hadden een klaarder standpunt van de Belgische regering verwacht.

Anderzijds zijn wij wel tevreden dat u zegt dat er wordt gestreefd naar
een evenwichtige tekst als impuls voor verdere onderhandelingen en
dat in dat verband de Belgische regering de doelstellingen van Doha
voor ogen blijft houden.

Dit betekent dat er Europese inspanningen zullen gebeuren om over
een pakket te onderhandelen voor de minst ontwikkelde landen. Wij
vinden het belangrijk dat u in dat verband hebt gezegd dat een
akkoord altijd ten gunste van alle landen moet zijn, of het nu om rijke
of arme landen gaat. Er moet dus een evenwicht in de
overeenkomsten worden ingebouwd.

Eveneens belangrijk is dat u, wat betreft de liberalisering van handel
en diensten, net zoals wij, hebt gesteld dat dit moet gebeuren met
respect voor het GATT-akkoord. Dat betekent dat er inderdaad
gewettigde zorg moet zijn met betrekking tot de overheidsdiensten.
De sectoren onderwijs, huisvesting en gezondheidszorg moeten
worden uitgesloten van de akkoorden; dat is ook het standpunt dat wij
verdedigen en dat wij hebben opgenomen in de motie die ik u dadelijk
zal overhandigen, mijnheer de voorzitter.
17.12
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Le ministre est
en effet resté très vague sur la
problématique de l'agriculture.
Nous attendions du gouvernement
belge qu'il adopte une position
plus claire.

L'Europe s'efforcera donc de
négocier un paquet pour les pays
les moins développés. A nos yeux,
il importe que le ministre dise
qu'un accord doit toujours être à
l'avantage de tous les pays, les
riches aussi bien que les pauvres.
Il est nécessaire de conclure des
accords équilibrés.

En outre, il nous paraît important
que le ministre s'accorde avec
nous pour dire que le commerce et
les services doivent être libéralisés
dans le respect des accords du
GATS. Les services publics
comme l'enseignement, le
logement et les soins de santé
doivent être exclus de ces
accords. Nous avons traduit cette
prise de position dans la motion
que nous allons déposer.
De voorzitter: Ik ontving reeds een motie van CD&V en verwacht thans die van het Vlaams Belang.
17.13 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, pour ma part, je reste sur ma faim. En effet, vous avez dit
que la Belgique soutenait l'approche globale de l'Union européenne.
Or, selon moi, cette approche n'est pas bonne.

Monsieur le ministre, vous avez dit que vous communiqueriez le texte
17.13 Zoé Genot (ECOLO): Ik
ben niet blij te horen dat België de
allesomvattende aanpak van de
Europese Unie, die volgens mij
niet deugt, steunt.
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
de M. Lamy à la délégation. Comme tous les parlementaires ne font
pas partie de cette délégation, je souhaiterais que le texte soit
transmis à tous les membres de la commission des Relations
extérieures. Ce serait un minimum dans un pays démocratique.

En ce qui concerne l'accord TRIPS, vous avez dit que la Belgique
estimait qu'il y avait déjà une grande souplesse dans le mécanisme.
Mais ce dernier n'ayant jamais fonctionné correctement, on peut dire
qu'il est peu approprié. J'espère donc que la Belgique pourra avoir
une position de pointe en la matière et exiger une évaluation de ce
mécanisme en vue de sa réforme.

Par ailleurs, vous avez rappelé les services que l'on veut exclure de
l'AGCS tout en insistant sur le maintien d'une recherche de résultats
ambitieux. Or ces derniers impliquent notamment la libéralisation de
l'eau au sujet de laquelle vous n'avez rien dit, malgré mon insistance.
Cette problématique continue donc à m'inquiéter.

Je regrette que la Belgique n'ait pas eu à Genève une vision propre
des points qu'elle veut défendre aujourd'hui ou qu'elle défendra lors
des futurs Conseils des ministres. Selon moi, elle devrait non
seulement avoir une approche de chacun des sujets, mais aussi une
vision globale. A l'heure actuelle, on nous propose une croissance
basée sur l'utilisation massive des ressources, sans porter vraiment
attention aux effets sociaux et environnementaux. Vu le peu de
transparence, il ne s'agit pas, selon moi, d'une croissance basée sur
la volonté des peuples et sur un contrôle démocratique des
différentes institutions. Allez voir sur le site de l'OMC! Vous vous
rendrez compte qu'on n'y trouve aucune information. Si c'est cela la
transparence, il y a un problème.
U zou de tekst van de heer Lamy
aan alle parlementsleden moeten
bezorgen.

Zeggen dat het TRIPS-akkoord
soepeler moet worden, volstaat
niet, aangezien die regeling niet
functioneert en volledig zou
moeten worden hervormd.

Het is een goede zaak dat
bepaalde diensten van het
toepassingsgebied van de AOHD
worden uitgesloten. Maar wanneer
u zegt dat men naar ambitieuze
doelstellingen moet blijven
streven, dan doelt u ook op de
liberalisering van de
watervoorziening, en dat baart mij
zorgen.

Ik betreur dat ons land geen eigen
en globale visie heeft.

De huidige groei, die stoelt op een
grootschalige exploitatie van de
hulpbronnen, zonder rekening te
houden met de sociale en milieu-
effecten, stemt niet overeen met
wat de mensen willen. Dat alles
ontsnapt immers aan de
democratische controle, en de
WHO is allesbehalve transparant.
17.14 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, je tiens tout
d'abord à remercier le ministre pour sa réponse.

Monsieur le ministre, vous avez répondu avec précision à certaines
de mes questions. Toutefois, je reste également sur ma faim en ce
qui concerne les procédures relatives aux médicaments. Selon moi,
ces dernières doivent absolument être améliorées afin que cet accord
prenne tout son sens. Il me semble qu'en la matière, la Belgique a
son rôle à jouer et qu'elle peut être très active. En tout cas, c'est mon
souhait.

Par ailleurs, je tiens à rassurer ma collègue, Mme Muylle, qui a quitté
cet hémicycle. En effet, M. De Gucht ne se rendra pas là-bas sans les
recommandations du gouvernement qui aura, au préalable, adopté
une position claire. De plus, les parlementaires qui feront partie de la
délégation partent avec des idées claires et mûrement réfléchies.

Aujourd'hui, on constate des divergences profondes quant à la
définition de l'OMC. Quel est son rôle? Pour certains, l'OMC est le
vecteur de la libéralisation, cette dernière étant un objectif en soi.
Pour d'autres, notamment pour le PS, l'OMC doit être le régulateur
des échanges commerciaux et la libéralisation n'est qu'un moyen pour
atteindre certains objectifs, notamment ceux relatifs au
développement des pays du Sud.
17.14 Karine Lalieux (PS): Ik blijf
op mijn honger met betrekking tot
de procedure op het stuk van de
geneesmiddelen. België kan op
dat gebied zeer actief zijn, en zal
dat ook zijn, hoop ik. De regering
moet dienaangaande een duidelijk
standpunt innemen.

Vandaag zijn er diepgaande
meningsverschillen over de rol van
de WHO. Voor de enen is zij een
liberaliseringsinstrument, een
doelstelling op zich. Voor de
anderen, onder wie de leden van
de PS, is zij een regulator voor het
handelsverkeer, een middel om
andere doelstellingen, zoals
ontwikkeling, enz., te bereiken.

Samen met sp.a-spirit hebben wij
een amendement op het voorstel
ingediend, maar het kon in de
commissie niet worden besproken
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51

On a rappelé qu'avec le sp.a-spirit, nous avons déposé un
amendement à la proposition de résolution; malheureusement, en
commission des Relations extérieures, nous n'avons pas pu
l'examiner étant donné qu'il est difficile d'avoir le ministre au cours de
nos réunions.

J'espère donc que, juste après Hong Kong, vous et votre collègue du
gouvernement aurez un débat avec nous dans cette commission sur
base de cette résolution qui demande une démocratisation et une
transparence de l'OMC, et qui demande que l'OMC s'inscrive dans
l'architecture onusienne, respecte la hiérarchie des normes,
notamment celles de l'ONU et celles de l'OIT. C'est fondamental.
omdat de minister afwezig was.

Ik hoop dat wij na Hongkong een
debat kunnen voeren over die
resolutie die een democratisering
van de WHO beoogt en deze
doorzichtiger wil maken, en die de
WHO vraagt aan te sluiten op de
VN-architectuur en de normen van
de VN en van de IAO na te leven.
17.15 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor het antwoord.

Ik ben zo vrij om u toch nog eens nadrukkelijk te wijzen op de
passage over interne regelgeving in verband met GATS. Die passage
is wel degelijk opgenomen in de papieren die vandaag of heel
binnenkort op tafel gaan liggen in Hongkong, in tegenstelling tot wat
de heer De Gucht antwoordde op een soortgelijke vraag. Die passage
is opgenomen, en wel in de gebiedende wijs. Wij moeten daar dus in
mee.

U hoort mij nu niet zeggen dat de regelgeving noodzakelijk slecht zal
zijn als het bijvoorbeeld gaat over het creëren van transparantie of het
vastleggen van redelijke termijnen waarbinnen lidstaten moeten
reageren op nieuwe aanvragen. Als dat het geval is, dan is er
inderdaad geen probleem. Dan moeten wij dat echter wel weten en
mee sturen. Naar de EU verwijzen is goed, maar de EU vormt wel
een opinie op basis van de opinies van de lidstaten. Wij moeten
daarin dus mee sturen.

Wat TRIPS betreft, wil ik een warme oproep doen om de zaak kort op
te volgen en te evalueren. Als blijkt, wat ik zeker vermoed, dat deze
procedure niet deugt, dan stel ik voor dat wij dan afspraken maken
met andere lidstaten om regelmatig bij te sturen zodat het doel dat
men wil bereiken wordt bereikt, met name generische
geneesmiddelen ter beschikking stellen van de minst ontwikkelde
landen.
17.15 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
J'attire l'attention du ministre sur le
passage ­ formulé à l'impératif! ­
consacré à la réglementation
interne dans le cadre de l'AGCS.
Celle-ci est bel et bien insérée
dans les textes qui seront utilisés
à Hong Kong, contrairement à ce
que M. De Gucht a répondu
précédemment. Cette réglementa-
tion n'est pas forcément négative
lorsqu'il est question de
transparence et de délais
raisonnables dans lesquels les
États membres doivent répondre à
de nouvelles questions, mais nous
devons être informés et pouvoir
participer à l'orientation de la
position dans le cadre de l'UE.

Les accords ADPIC doivent être
suivis de près et évalués. S'il
apparaît que cette procédure ne
convient pas, des accords doivent
être conclus avec d'autres États
membres pour la rectifier
régulièrement, de telle sorte que
les médicaments génériques
soient mis à la disposition des
pays les moins développés.
17.16 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik wil er
kort aan herinneren dat de wereldhandelsorganisatie eigenlijk een
systeem toelaat of ontwikkelt van multinationale vrijhandel, waarbij de
leden op zijn minst het over een aantal grondregels eens zijn die
moeten leiden tot fair trade.

Het andere alternatief dat ik op de achtergrond hoor, luidt daarvan af
te stappen. Dan gaan we eigenlijk naar een systeem waarbij sterke
economische blokken tegenover mekaar staan. Dat is het andere
systeem.

Daartussen moeten wij een keuze maken.
17.16 Willy Cortois (VLD):
L'OMC autorise un libre-échange
multinational. Au moins ici, les
orateurs sont tombés d'accord sur
des règles de base qui doivent
déboucher sur un commerce
équitable. En renonçant à cette
idée, on en arrive à un système où
deux blocs économiques
puissants s'affrontent. Nous
devons donc choisir entre deux
options. Je me félicite de ce que
chacun admette que la solution du
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
Het heeft mij ten zeerste plezier gedaan dat ik kon vaststellen dat
iedereen ervan overtuigd is dat free trade, zowel in goederen als
diensten, mits bepaalde regels, de mensen individueel het best
vooruithelpt en een stuk van de honger in de wereld bijvoorbeeld
mede kan oplossen.

Dat is een eerste algemene bedenking die ik wilde maken.

Een tweede bedenking is de volgende. Als ik sommige collega's hoor,
dan lijkt het alsof de Belgische minister van
Ontwikkelingssamenwerking of de Belgische minister van
Buitenlandse Zaken of, om het meer concreet te stellen, de Belgische
minister van Landbouw, mede het beleid of de onderhandelingen in
Hongkong zal bepalen. De werkelijkheid is ­ dat mogen wij toch onder
mekaar zeggen ­ dat niet onder de huidige, noch onder de vorige
regering in het Parlement de meeste partijen hebben ingestemd met
het principe dat wij het buitenlands beleid inzake export of het
handelsbeleid, zouden overdragen aan Europa.
libre-échange des biens et des
services ­ moyennant le respect
de certaines règles ­ est celle qui
bénéficie le plus aux citoyens
individuels et qui peut permettre
de résoudre en partie le problème
de la faim dans le monde.

On présente la situation comme si
la ministre belge de l'Agriculture,
par exemple, avait son mot à dire
dans le cadre des négociations de
Hong Kong. En réalité, la plupart
des partis qui siègent au sein de
ce Parlement ont approuvé dans
le passé le principe qui veut que la
politique en matière d'exportations
et de commerce soit confiée à
l'Europe.
17.17 Paul Tant (CD&V): Het zou al een flinke stap vooruit
betekenen, mocht deze regering uit één mond spreken. Dat is
namelijk het probleem dat aan de orde is, nietwaar? Bij de minister
van Landbouw horen we een totaal andere taal dan wanneer we de
eerste minister of de minister van Buitenlandse Zaken horen. Dat is
het kernprobleem.

U zegt dat wij een bescheiden rol spelen, maar die is des te
bescheidener als wij het zelfs intern niet met mekaar eens zijn.
17.17 Paul Tant (CD&V):
Fondamentalement, le problème
est que le gouvernement devrait
s'exprimer d'une seule voix mais
qu'il n'en est rien. Le
gouvernement belge joue un rôle
d'autant plus modeste qu'il est
divisé.
17.18 Willy Cortois (VLD): Op wereldniveau is men aan het spreken
over de toekomst van miljarden mensen.

Laten wij dus niet nogmaals benadrukken dat het gaat om dezen of
genen onder ons. Wij leven in een gefederaliseerd land. Landbouw
ligt ook niet zo eenvoudig.

Wij hebben aanvaard ons te onderwerpen aan bepaalde Europese
regels. Ik hoor hier bijvoorbeeld niemand beweren ­ nochtans staan
we daar niet ver van af ­ dat we bijvoorbeeld op gebied van
milieubeleid morgenuw goede collega Peeters in de Vlaamse regering
de bomen in mogen jagen, zeggende "Wat Europa ook denkt,
Vlaanderen is een kwetsbaar gebied, maar dat is niet onze mening,
dus we volgen dat idee niet en we zullen een andere koers varen,
buiten dat kader."

Als men die redenering aanhoudt en voortdurend herhaalt ten aanzien
van de bevolking, creëert men illusies en geeft men geen correct
beeld van het debat.

Wij hebben de voorbije dagen, over alle partijgrenzen heen, nogal wat
discussies gevoerd in het kader van de Interparlementaire Unie waar
men onder meer heeft gezegd dat een betere informatie iedereen ten
goede zou komen.

Mijnheer Tant, er rijzen vragen inzake landbouw. Wat moeten wij
doen inzake landbouw? Wij kunnen natuurlijk zeggen dat, wat het
landbouwbeleid van de laatste jaren ook is geweest, het best
17.18 Willy Cortois (VLD): Sur le
plan mondial, il y va de l'avenir de
milliards de gens. L'agriculture est
une matière assez complexe en
Belgique car nous sommes un
pays fédéral. Nous avons accepté
de nous soumettre à certaines
règles européennes. Ainsi, le
ministre flamand Peeters doit
admettre que la Flandre est un
territoire vulnérable. Sinon, on
crée des illusions et le débat n'est
pas mené correctement. L'Union
interparlementaire considère
d'ailleurs qu'une meilleure
information serait bénéfique pour
tous.

Nous pourrions évidemment
affirmer que la politique agricole
doit rester inchangée, même si le
monde change. Certaines
exploitations familiales éprouvent
beaucoup de peine à subsister
alors que d'autres ont déjà
disparu. Une politique agricole qui
n'évolue pas permet en outre à
l'agro-industrie de pratiquer des
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
onveranderd blijft. De wereld verandert, maar het beleid blijft best
onveranderd. Wij blijven een beleid voeren, ondanks de cijfers. De
voorbije waken moesten wij vaststellen dat, ondanks de formidabele
inspanning die door alle andere bevolkingsgroepen wordt geleverd,
sommige familiale bedrijven met moeite het hoofd boven water
houden en de andere al zijn verdwenen. Ik stel mij daar vragen bij. Wij
stellen ook vast dat datzelfde landbouwbeleid wel toelaat dat
macrostructuren, grote agro-industriële groepen, met die mensen in
ontwikkelingslanden concurreren met dumpingprijzen.

Als u dus om louter politieke, electorale en binnenlandse redenen blijft
zeggen dat wat nu is, moet blijven, zijn we volgens mij niet goed
bezig. Ik heb gehoord wat ik heb gehoord en ik heb veel prietpraat
gehoord.

Ik besluit met te stellen dat enige bescheidenheid ons zou sieren en
dat we samen, over de verschillen heen, moeten kijken waar we met
Europa naartoe gaan. Ik geef u wel mee dat, als we ons in deze
veranderende wereld blijven vasthouden aan de oude structuren, het
met dit continent niet goed komt.
prix de dumping et de faire ainsi
concurrence aux pays en
développement. Si l'on continue à
prétendre pour des motifs
électoraux et de politique
intérieure que ce qui est doit rester
tel quel, alors nous faisons fausse
route. Il nous faut savoir dans
quelle direction nous voulons aller
avec l'Europe. Il ne serait pas bon
pour l'Europe de vouloir maintenir
les vieilles structures dans un
monde en perpétuel changement.
17.19 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président,
comme tout le monde l'a rappelé, il est évident que les enjeux des
négociations initiées à Doha sont fondamentaux pour la croissance
économique dans le monde entier, mais aussi pour nous, pour
l'Europe, pour les pays émergents, les pays en voie de
développement et les pays les moins avancés. Tout le monde a
intérêt à ce que ces négociations aboutissent à Hong Kong ou, du
moins, avant fin 2006 et qu'elles se concluent de façon équitable et
équilibrée. On ne pourrait conclure un bon accord sur le dos d'un
secteur ou sur le dos d'une catégorie de pays, tout le monde devra s'y
retrouver.

Comme d'autres l'ont fait avant moi, je voudrais également rappeler
que le protectionnisme appelle le protectionnisme! Si on veut vendre
des Airbus à la Chine, il faut accepter de lui acheter certains produits,
par exemple, quelques centaines de millions de tee-shirts en échange
d'un Airbus. Si on veut vendre de l'ingénierie au Brésil, on devra lui
acheter de la viande, du soja ou du sucre. On ne peut pas faire
autrement! D'ailleurs, je vous invite à relire ce que les industriels de la
bougie racontaient lorsqu'on a introduit l'électricité. Si on les avait
suivis, cet hémicycle serait encore éclairé à la bougie! Par
conséquent, j'estime que rien n'est pire que le protectionnisme. Il a
d'ailleurs toujours fini par être battu dans l'histoire de l'humanité!

Par ailleurs, je respecte profondément ceux qui réclament un
accompagnement des mesures, ceux qui déclarent qu'on ne peut
pas, du jour au lendemain, laisser des gens perdre brutalement leurs
revenus. Il est indéniable que nous devons trouver des modes de
rémunération des agriculteurs ­ on a d'ailleurs commencé à le faire ­
leur permettant de continuer à jouer leur rôle social, économique,
environnemental, sans pour autant perturber de façon perverse les
marchés de certains pays beaucoup moins riches et moins avancés
que nous. C'est le défi de Doha, celui de Hong Kong et celui de la
politique agricole européenne! Il s'agit de concilier une politique
antiprotectionniste et une politique de sauvegarde des intérêts
légitimes de la classe agricole, à savoir survivre dignement et
efficacement!
17.19 François-Xavier de
Donnea (MR): De inzet van de
onderhandelingen die in Doha van
start gingen is essentieel voor de
wereldwijde economische groei.
Die onderhandelingen moeten in
Hongkong of zeker voor eind 2006
tot billijke en evenwichtige
beslissingen leiden.

Protectionisme kan alleen met
protectionisme worden
beantwoord. Wie een bepaald
product wil verkopen, zal in ruil
andere producten van dat land
moeten kopen, enz. In mijn ogen
is protectionisme het grootste
kwaad!

Sommigen vragen dat voor de
nodige begeleidende maatregelen
zou worden gezorgd. Ze wijzen
erop dat men niet zomaar van de
ene op de andere dag mensen
hun inkomen kan afnemen. Daar
heb ik respect voor. We moeten
op zoek gaan naar een waardig
inkomen voor de landbouwers,
zonder echter de markten de
ontwrichten. Dat is de uitdaging
van Doha, van Hongkong en van
het Europese landbouwbeleid!

Het verheugt me dat de eerste
minister er zich toe heeft
verbonden de diensten en
industriële producten verder te
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54

Je me réjouis également d'avoir entendu M. De Decker, au nom du
premier ministre, indiquer que la Belgique poursuivrait un programme
ambitieux concernant la libéralisation des deux autres piliers, à savoir
les services et les produits industriels. Ceci est fondamental pour
l'économie belge en particulier mais aussi pour l'économie
européenne! Il est donc important que des avancées substantielles
soient réalisées rapidement dans ce secteur.

Je crois qu'il est aussi important de mettre fin ­ et ce n'est pas un
problème pour l'Europe ­ aux subsides à la production de certains
produits agricoles qui ruinent les PMA. Je pense, en particulier, aux
subsides à certaines industries cotonnières qui ruinent pour le
moment le Sahel, avec pour conséquence que tous les Sahéliens
souhaitent venir chez nous et posent les problèmes que l'on connaît à
Ceuta et à Melilla.

En conclusion, je suis d'accord avec ce qu'ont dit Mme Lalieux et
Mme Verhaert au sujet de l'accès aux médicaments et aux
thérapeutiques. Je partage cette préoccupation et cela honore la
Belgique et ses parlementaires d'y être attentifs.

Il est fondamental que nous informions mieux l'opinion publique. En
effet, les idées fausses les plus perverses et les plus pernicieuses
circulent dans l'opinion publique parce qu'elle est mal informée
concernant les avantages d'une plus grande libéralisation des
échanges.

Il est important que, comme nous le faisons aujourd'hui, nos
parlements restent étroitement associés aux travaux et ­ comme l'a
fait Mme Lalieux ­ je me réjouis du fait que la délégation
parlementaire belge qui ira à Hong Kong ait pu se mettre d'accord sur
une position commune et sur des amendements communs à déposer
dans le cadre de la résolution qui sera débattue par l'assemblée
parlementaire déléguée à Hong Kong par le Parlement européen et
par l'Union interparlementaire.
liberaliseren. Het is van groot
belang voor de Belgische en
Europese economieën dat er in
die sectoren op korte termijn een
wezenlijke vooruitgang wordt
geboekt.

Voorts is het ook belangrijk dat de
landbouwproducten niet langer
worden gesubsidieerd als dit in het
nadeel van de minst ontwikkelde
landen uitvalt. Ik denk hierbij
vooral aan de katoenindustrie die
een echte ramp voor de Sahel
betekent waardoor de plaatselijke
bevolking haar heil zoekt in
Europa. Ook de problemen in
Ceuta en Melilla hebben hier mee
te maken.

Ik deel ook de bezorgdheid van de
dames Lalieux en Verhaert over
de beschikbaarheid van de
geneesmiddelen en de therapieën.

Tot slot is het van essentieel
belang dat de bevolking beter
wordt geïnformeerd om de
vooroordelen te bestrijden. Wij
moeten ze dus beter over de
voordelen van een doorgedreven
liberalisering van de handel
informeren.

Anderzijds moeten onze nationale
parlementen bij de
werkzaamheden betrokken blijven.
Het verheugt me dus dat een
Belgische parlementaire delegatie
naar Hongkong reist en dat ze tot
een gemeenschappelijk standpunt
is gekomen en eensgezindheid
heeft bereikt over de
amendementen die zullen worden
ingediend in het kader van de
resolutie die zal besproken worden
door de parlementaire assemblee
die het Europees Parlement en de
Interparlementaire Unie naar
Hongkong afvaardigt.
De voorzitter: Zonder precedent geef ik nog even het woord aan mevrouw Muylle, wat normaal gezien niet
gaat.
17.20 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik voel mij
aangesproken door de heer Cortois. Ik zou kort willen reageren.
Wanneer hij en de heer de Donnea zeggen dat vrijhandel tot
ontwikkeling leidt, dan zijn de liberalen de enigen in dit land die dat
17.20 Nathalie Muylle (CD&V):
MM. Courtois et de Donnea
affirment que le libre-échange
mène au développement mais les
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
vinden. Alle NGO's zeggen dat er marktregulering moet blijven
bestaan. Meer nog, 11.11.11 zegt zelfs dat de ontwikkelingslanden
die hun markten het minst hebben geopend, het vandaag het best
hebben. Jullie zijn dus totaal verkeerd, maar blijf maar zo
voortdenken.

Mijnheer Cortois, u doet een aantal uitspraken over de landbouw.
libéraux sont les seuls à défendre
cette position. Toutes les ONG
plaident pour la régulation du
marché et, selon l'organisation
11.11.11, la situation des pays en
développement qui ont le moins
ouvert leur marché est la plus
favorable. La position libérale ne
se vérifie donc pas.
17.21 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, j'ai
enseigné l'économie politique pendant plus de trente ans et je peux
vous dire que le plus difficile à expliquer aux étudiants, c'est la théorie
des avantages comparatifs. Par conséquent, en cette matière, il est
important que nos concitoyens mais aussi les parlementaires soient
bien informés et qu'on leur explique une bonne fois quelles sont les
bases du libre-échange, à savoir la théorie des coûts comparatifs.
17.21 François-Xavier de
Donnea (MR): Ik heb gedurende
meer dan dertig jaar economie
gedoceerd en ik kan u dan ook
met kennis van zaken zeggen dat
de theorie van de comparatieve
voordelen zowat het moeilijkste
onderwerp is om aan de studenten
uit te leggen. We moeten de
burgers en de parlementsleden
bijgevolg zo goed mogelijk
informeren over de theorie van de
comparatieve kosten die aan de
grondslag van de vrijhandel ligt.
Le président: Ne commencez pas un débat entre professeurs, sinon je m'en mêle.
17.22 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil kort
ingaan op de uitspraak van de heer Cortois over de oude baronieën
die bewijst dat hij zeer weinig van landbouw kent.

Als een sector de voorbije jaren enorme inspanningen heeft geleverd
is het de landbouwsector. Denken we aan zijn hervorming in 2003;
bijna alle steun die thans gegeven wordt is niet-handelsverstorend.

Uw uitspraak mijnheer Cortois, bewijst dat u zeer weinig van
landbouw kent. Hieruit kan ik alleen maar besluiten dat de VLD de
Belgische landbouw opgeeft.
17.22 Nathalie Muylle (CD&V):
Les déclarations de M. Cortois à
propos d'anciennes baronnies
dans l'agriculture démontrent qu'il
n'y connaît pas grand-chose. La
réforme de 2003 prouve que le
secteur agricole, précisément, a
fourni d'énormes efforts. Le
soutien actuel n'a pour ainsi dire
aucun effet perturbateur sur le
commerce. Je constate que le
VLD fait manifestement une croix
sur l'agriculture belge.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Nathalie Muylle en door de heren Jef Van
den Bergh en Mark Verhaegen en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Nathalie Muylle, van de heer Guido Tastenhoye en van de dames
Zoé Genot, Karine Lalieux en Inga Verhaert
en het antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking,
vraagt de regering
- er rekening mee te houden dat voor CD&V voedsel een strategisch en levensvitaal product blijft en het
niet zomaar kan worden overgelaten aan de grillen van de ongebreidelde vrijhandel;
- er rekening mee te houden dat boeren zowel in Noord en Zuid dezelfde kansen moeten krijgen en als
volwaardige partners in de Doha-onderhandelingen moeten worden gehoord;
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
- in het kader van de komende Doha-ronde rekening te houden met het feit dat
1. exportsubsidies op termijn moeten worden afgeschaft maar niet zonder een akkoord dat tegelijk ook de
andere landen hetzelfde doen voor alle vormen van exportsubsidiëring;
2. het huidig voorstel dat de importtarieven met gemiddeld 46,5% verlaagt onaanvaardbaar is. Europa moet
de mogelijkheid blijven behouden om haar landbouwmarkten af te schermen zodat de strenge normen
inzake kwaliteit, arbeidsvoorwaarden, milieu en dierenwelzijn behouden blijven;
3. ook "echte" ontwikkelingslanden hun markten moeten kunnen blijven afschermen om hun eigen boeren
de mogelijkheid te geven om hun eigen producten op hun eigen markten af te zetten;
4. de EU met de landbouwhervorming van 2003 en recent met de suikerhervorming haar goede wil heeft
getoond. Het komt nu aan de andere spelers, zoals de VS, toe om eveneens inspanningen te leveren."

Une première motion de recommandation a été déposée par Mme Nathalie Muylle et par MM. Jef Van den
Bergh et Mark Verhaegen et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Nathalie Muylle, de M. Guido Tastenhoye et de Mmes Zoé Genot,
Karine Lalieux et Inga Verhaert
et la réponse du ministre de la Coopération au Développement,
demande au gouvernement
- de tenir compte du fait que pour le CD&V, la nourriture est un produit stratégique et vital qui ne saurait
devenir le jouet du libre-échange et de ses lois capricieuses et incontrôlables;
- de tenir compte du fait qu'il importe de donner les mêmes chances aux paysans du Nord et du Sud et de
considérer leur point de vue comme celui de partenaires à part entière dans le cadre des négociations de
Doha;
- de tenir compte, dans la perspective du prochain cycle de négociations de Doha, du fait
1. que les subsides à l'exportation doivent être supprimés à terme mais qu'ils ne doivent pas l'être sans un
accord prévoyant que les autres pays sont tenus de faire de même pour toutes les formes de subsides à
l'exportation;
2. que la proposition actuelle diminuant de 46,5% en moyenne les droits appliqués aux importations est
inacceptable. L'Europe doit conserver la possibilité de protéger ses marchés agricoles afin de pouvoir
maintenir ses normes sévères en matière de qualité, de conditions de travail, d'environnement et de bien-
être animalier;
3. que les "vrais" pays en voie de développement doivent eux aussi avoir la possibilité de continuer à
protéger leurs marchés afin de permettre à leurs paysans d'écouler leurs produits sur leurs propres
marchés;
4. que l'UE a montré sa bonne volonté en menant à bien sa réforme agricole de 2003 et, récemment
encore, sa réforme sucrière. Il incombe à présent aux autres acteurs, tels que les Etats-Unis, de fournir à
leur tour des efforts."

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Gerolf Annemans en Guido Tastenhoye
en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Nathalie Muylle, van de heer Guido Tastenhoye en van de dames
Zoé Genot, Karine Lalieux en Inga Verhaert
en het antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking,
vraagt de regering
om bij de Europese Commissie aan te dringen om tijdens de zesde ministeriële conferentie van de WTO in
Hongkong van 13 tot 18 december te streven naar een evenwichtig akkoord tussen Noord en Zuid met
betrekking tot de wereldvrijhandel met aandacht voor de belangen van de Europese landbouwsector die
niet als pasmunt mag worden gebruikt."

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par MM. Gerolf Annemans et Guido Tastenhoye
et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Nathalie Muylle, de M. Guido Tastenhoye et de Mmes Zoé Genot,
Karine Lalieux et Inga Verhaert
et la réponse du ministre de la Coopération au Développement,
demande au gouvernement
d'insister auprès de la Commission européenne pour qu'elle recherche, lors de la sixième conférence
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
ministérielle de l'OMC qui se tiendra à Hong Kong du 13 au 18 décembre, un accord équilibré entre les
pays du Nord et du Sud concernant les mécanismes de libre-échange mondial, en prenant en compte les
intérêts du secteur agricole européen qui ne doit pas servir de monnaie d'échange."

Une troisième motion de recommandation a été déposée par Mme Zoé Genot et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Nathalie Muylle, de M. Guido Tastenhoye et de Mmes Zoé Genot,
Karine Lalieux et Inga Verhaert
et la réponse du ministre de la Coopération au Développement,
demande au gouvernement
- de lui communiquer la position belge pour le sommet de l'OMC à Hong Kong;
- pour l'agriculture, de défendre le droit des pays à soutenir leur agriculture de qualité destinée à leur
consommation mais de cesser les aides à l'exportation qui tuent les producteurs des pays du Sud;
- pour les services, de défendre le droit des pays à ne pas libéraliser, à exclure du champ les services
publics, à ne pas demander aux pays du Sud d'ouvrir leurs services environnementaux, dont l'eau, ou les
services financiers;
- de ne pas permettre le brevetage du vivant;
- de faire une déclaration pour délier la Belgique de l'addendum sur les médicaments, pour lui permettre
d'avoir recours aux possibilités d'importation de génériques en cas de risques sanitaires;
- de prôner publiquement le recours aux commandes internationales de produits génériques de pays du
Nord et du Sud pour pouvoir lutter contre le VIH/sida, la grippe et les autres dangers sanitaires."

Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Zoé Genot en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Nathalie Muylle, van de heer Guido Tastenhoye en van de dames
Zoé Genot, Karine Lalieux en Inga Verhaert
en het antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking,
vraagt de regering
- het Belgisch standpunt voor de WTO-top in Hongkong aan het parlement mee te delen;
- wat de landbouw betreft, het recht te verdedigen van de landen om hun landbouwers te steunen die
kwaliteitsproducten bestemd voor de binnenlandse consumptie produceren, maar te stoppen met de
exportsubsidies die dodelijk zijn voor de producenten in de landen van het Zuiden;
- wat de diensten betreft, het recht te verdedigen van de landen om niet te liberaliseren, om de openbare
diensten van het toepassingsgebied van de liberalisering uit te sluiten, om de landen van het Zuiden niet te
vragen hun financiële diensten of milieudiensten, zoals de watervoorziening, open te stellen;
- de octrooieerbaarheid van levende organismen niet toe te staan;
- een verklaring af te leggen teneinde ervoor te zorgen dat België niet langer gebonden is door het
addendum over de geneesmiddelen, zodat ons land in geval van gezondheidsrisico's generische
geneesmiddelen kan invoeren;
- publiekelijk te pleiten voor internationale bestellingen van generische geneesmiddelen door landen uit het
Noorden en het Zuiden, teneinde HIV/aids, griep en andere gezondheidsrisico's te bestrijden."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Sabien Lahaye-Battheu, Annemie Roppe en Danielle
Van Lombeek-Jacobs en door de heer Luc Gustin.

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Sabien Lahaye-Battheu, Annemie Roppe et Danielle
Van Lombeek-Jacobs et par M. Luc Gustin.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
Over de moties zal later worden gestemd.
17.23 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, per ordemotie
kan ik u kort meedelen dat, aangezien het antwoord van de minister
van Ontwikkelingssamenwerking door ons niet kan worden
onderverdeeld in de categorie van antwoorden op interpellaties, wij
opnieuw zullen interpelleren. Ik zal u het interpellatieverzoek in naam
van mevrouw Muylle onmiddellijk overhandigen. Wij wensen de eerste
minister in de plenaire zitting over het onderwerp te interpelleren.
17.23 Pieter De Crem (CD&V):
Pour le CD&V, la réponse du
ministre de la Coopération au
Développement ne peut être
qualifiée de réponse à une
interpellation. Nous souhaitons
interpeller le premier ministre sur
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
ce dossier, dans les plus brefs
délais, en séance plénière.
De voorzitter: Ik neem er nota van.

Collega's, kunnen we ons nu met bekwame spoed buigen over de twee wetsvoorstellen?
17.24 Armand De Decker, ministre: Monsieur le président, pour ma
part, je voudrais me féliciter de ce débat. En effet, il est très important
que le parlement accompagne le processus de ce type de
négociations, particulièrement complexe.

Dans chacune de nos sociétés, certains, en toute logique, ont des
ambitions dans le domaine de la protection d'un terrain industriel, de
services, de l'agriculture; d'autres souhaitent des progrès plus
marqués dans le domaine du développement ainsi que dans le
domaine des médicaments génériques, etc. La volonté du
gouvernement est précisément de progresser sur un certain nombre
de ces dossiers complexes, différents et multiples.

Je constate que, dans chacun de nos partis et de nos groupes,
certains sont plus attentifs à tels éléments de la négociation qu'à
d'autres; certains nous parlent d'agriculture avec émotion et
conviction, d'autres nous parlent de développement et de tous les
progrès à réaliser pour aider les pays en voie de développement à
accéder aux différents marchés.

N'oublions pas que cette négociation est menée au nom de
l'ensemble des pays de l'Union européenne par M. Mandelson ­ je ne
voudrais pas être à sa place, car cela ne doit pas être simple ­ et que
M. Lamy préside l'OMC.

Étant donné que cette négociation progresse d'heure en heure, et
encore aujourd'hui, le gouvernement se réunira demain pour
notamment fixer la dernière position du gouvernement avant notre
départ pour Hong Kong.

Monsieur le président, voilà quelques remarques générales que je
voulais formuler à la fin de ce débat. Il est important que le parlement
accompagne la délégation ministérielle, accompagne la poursuite de
ce processus en cours et que nous puissions ainsi, dans la meilleure
intelligence propre à notre société belge, engranger les progrès que
nous souhaitons, en tenant les équilibres qui s'imposeront.
17.24 Minister Armand De
Decker: Ik ben verheugd dat we
dit debat kunnen voeren. Het is
immers belangrijk dat het
Parlement zijn inbreng heeft in
dergelijke ingewikkelde
onderhandelingen.

Elk van de partijen hecht meer of
minder belang aan bepaalde
aspecten van de
onderhandelingen.

Aldus vormen ze een spiegel van
de samenleving. Sommigen
dringen aan op de bescherming
van een industrieterrein, van
bepaalde diensten, van de
landbouw. Anderen willen dat
vorderingen worden gemaakt op
het vlak van ontwikkeling, of van
generische geneesmiddelen. Deze
regering heeft de bedoeling in die
complexe, uiteenlopende en
talrijke dossiers vooruitgang te
boeken.

De onderhandelingen worden
namens de lidstaten van de
Europese Unie door de heer Peter
Mandelson geleid. De
onderhandelingen evolueren nog
steeds en morgen komt de
regering bijeen om haar standpunt
te bepalen, vóór onze afreis naar
Hongkong.

Om het beoogde doel te halen, is
het essentieel dat het parlement
de ministeriële delegatie begeleidt
en dat ze de verdere
ontwikkelingen van dit proces
volgt.
17.25 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is misschien
toch nuttig dat de minister even verduidelijkt wie hem zal vergezellen.
Als ik het goed begrepen heb, zal dat alleen een delegatie zijn van de
regering, aangevuld met sommige leden van de meerderheid. Ons is
geen enkele invitatie in dat verband bekend.

Ten tweede, de minister "se félicite" met het debat. Het zou nog
17.25 Paul Tant (CD&V): Le
ministre ne sera manifestement
accompagné que d'une délégation
représentant le gouvernement et
la majorité. Nous n'avons en effet
pas connaissance d'une invitation.
De qui se composera la
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
mooier zijn mocht de eerste minister zich verwaardigen om, als hem
gevraagd wordt op een interpellatie te antwoorden omtrent een
fundamenteel meningsverschil in zijn regering, tot hier te komen. Ik
stel alleen maar vast dat hij dat niet wil doen.

Dit was de inzet van de discussie: als men wil dat ons land wordt
gehoord, spreek dan met een stem. Daarover hebben we het
vandaag niet gehad.
délégation?

Le ministre se félicite du débat,
mais il incombait en fait au premier
ministre de répondre. Il s'agit en
définitive d'une divergence
d'opinions fondamentale au sein
du gouvernement. Pour que notre
pays ait voix au chapitre, nous
devrions parler d'une seule voix.
De voorzitter: Er komt nog een interpellatie. Het verzoek daartoe zal mij worden bezorgd.
17.26 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik zou graag de minister een
vraag stellen over de samenstelling van de delegatie. Ik zag de
minister daar nog graag op antwoorden.
17.26 Servais Verherstraeten
(CD&V): M. Tant a posé une
question concrète au ministre.
Qu'en est-il de la réponse?
De voorzitter: Ik ken ze op dit ogenblik niet. Mijnheer de minister, als
u mij straks de informatie geeft, kan ik ze meedelen.
Le président: M. De Decker
communiquera ces informations
ultérieurement.
17.27 Paul Tant (CD&V): De minister hanteerde het pluralis
majestatis, heb ik de indruk.
De voorzitter: We zullen zien wie de pluralis majestatis is.

De bespreking is gesloten.
La discussion est close.
Projets et propositions (continuation)
Ontwerpen en voorstellen (voortzetting)
18 Projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980, sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement
et l'éloignement des étrangers (1861/1-4)
- Proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour,
l'établissement et l'éloignement des étrangers, en ce qui concerne les conditions relatives au
regroupement familial (1529/1-2)
18 Wetsontwerp tot aanpassing van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (1861/1-4)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wat de voorwaarden
voor gezinsvereniging betreft (1529/1-2)

Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Gerolf Annemans, Koen Bultinck, Filip De Man, Guy D'haeseleer, Hagen Goyvaerts, Jan Mortelmans, Bert
Schoofs, Guido Tastenhoye, Francis Van den Eynde

A la demande des auteurs, je vous propose de disjoindre cette proposition de loi et de la renvoyer en
commission.
Op vraag van de indieners, stel ik u voor dit wetsvoorstel afzonderlijk te behandelen en naar commissie
terug over te zenden.

Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
18.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat er
voor een stuk verwarring bestaat in de agenda. Agendapunt 3 ten
vierde is het wetsvoorstel van collega Lanjri. Dat heeft, sensu stricto,
niet dezelfde strekking.
18.01 Pieter De Crem (CD&V) :
La proposition de loi de Mme
Lanjri n'a pas la même portée que
le projet de loi auquel elle est
jointe à l'ordre du jour.
De voorzitter: Het werd losgekoppeld in de commissie. Alleen het
wetsvoorstel van de collega's van het Vlaams Belang was nog
gekoppeld aan het wetsontwerp en dat heb ik nu losgekoppeld. Dat
zeggen de diensten mij.
Le président : Cette proposition a
déjà été dissociée en commission.
Je dissocie maintenant la
proposition Annemans et consorts.
Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
18.02 Jacqueline Galant, rapporteur: Monsieur le président,
monsieur le ministre, chers collègues, notre commission a examiné le
projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au
territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers au
cours de ses réunions des 9 et 22 novembre 2005.

Dans le cadre de son exposé introductif, M. Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur, rappelle que l'accord de
gouvernement prévoit explicitement qu'en général, la lutte contre les
abus des procédures d'immigration, et en particulier la lutte contre les
mariages blancs et contre la fraude en matière de regroupement
familial, doit être intensifiée.

Force est de constater que de plus en plus de mariages sont
contractés dans l'unique but d'acquérir un avantage sur le plan du
séjour qui découle du statut de conjoint et plus pour créer une
communauté de vie durable. Il est dès lors essentiel d'enrayer cette
tendance néfaste.

Pour ces raisons, un certain nombre d'initiatives concrètes ont été
prises.

Premièrement, la circulaire du 13 septembre 2005 met en place une
collaboration entre les fonctionnaires de l'état civil et l'Office des
étrangers. Cette collaboration devra permettre au fonctionnaire de
l'état civil de disposer d'informations correctes et complètes relatives
aux étrangers qui souhaitent contracter mariage durant leur séjour
illégal. Ainsi, des mariages blancs peuvent être évités.

Deuxièmement, un avant-projet de loi en voie de finalisation doit
permettre de contrôler pendant une période plus longue les
personnes qui ont obtenu un droit de séjour suite à un mariage. S'il y
a abus de l'institution du mariage, il doit en effet être possible de
mettre fin, après une période plus longue, au droit de séjour acquis
abusivement.

A côté de ces mesures de coordination et de contrôle, il faut
également prévoir des sanctions à effet préventif. Dans ce cadre, le
18.02
Jacqueline Galant,
rapporteur: Het wetsontwerp tot
aanpassing van de wet van 15
december 1980 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en
verwijdering van vreemdelingen
werd door de commissie voor de
Binnenlandse Zaken besproken op
9 en 22 november 2005.

In zijn inleidende uiteenzetting
wees de minister van
Binnenlandse Zaken erop dat de
strijd tegen misbruik van de
immigratieprocedures,
schijnhuwelijken en bedrog op het
stuk van gezinshereniging
opgevoerd moet worden, zo wil het
het regeerakkoord.

Almaar meer huwelijken worden
enkel gesloten met de bedoeling
het statuut van echtgenoot te
verwerven. Er werden dan ook
concrete maatregelen getroffen.

Ten eerste is er de omzendbrief
van 13 september 2005 waarbij de
ambtenaren van de burgerlijke
stand gaan samenwerken met de
dienst Vreemdelingenzaken, zodat
de ambtenaar van de burgerlijke
stand over juiste en volledige
informatie kan beschikken en
schijnhuwelijken vermeden
kunnen worden.
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
projet à l'examen vise à sanctionner explicitement la conclusion d'un
mariage de complaisance.

Trois situations différentes se distinguent.

Tout d'abord, le projet prévoit une sanction lorsqu'un mariage est
conclu dans le seul but de conférer un droit de séjour à l'un des
conjoints. En vertu de cette disposition, les deux partenaires, c'est-à-
dire à la fois celui qui poursuit un avantage en matière de séjour et la
personne qui lui prête assistance dans ce cadre, peuvent être
sanctionnés. La peine prévue est un emprisonnement de huit jours à
trois mois ou une amende.

La deuxième hypothèse vise la situation dans laquelle le partenaire
résidant légalement dans le Royaume reçoit une somme d'argent
pour contracter un mariage de complaisance. Un mariage blanc est
souvent conclu avec un ressortissant belge ou étranger établi en
Belgique qui, par la conclusion de ce mariage, tente d'acquérir un
revenu supplémentaire. A l'heure actuelle, cette personne ne court
guère de risques. En cas d'annulation du mariage, le prétendu
partenaire sera tenu de quitter le territoire. Souvent, la personne qui a
acquis un avantage financier n'est pas sanctionnée. En prévoyant une
sanction distincte et plus sévère pour la personne qui souhaite
s'enrichir par le biais d'un mariage de complaisance, le projet à
l'examen comble toutefois la lacune existant dans la législation. La
peine prévue est un emprisonnement de quinze jours à un an ou une
amende.

Enfin, le projet envisage la situation dans laquelle une personne
contraint un des partenaires à contracter un mariage blanc. Il est à
noter que, dans cette hypothèse, toute personne qui en contraint une
autre à contracter mariage afin de faire naître un avantage en matière
de séjour au profit d'un des partenaires, peut être sanctionnée.

La personne qui exerce la contrainte peut donc être un étranger qui
acquiert un avantage en matière de séjour par le biais du mariage de
complaisance mais aussi un tiers, par exemple un parent qui contraint
son enfant à contracter mariage dans le seul but de voir accorder un
droit de séjour à un étranger.

En l'occurrence, la peine prévue est un emprisonnement d'un mois à
deux ans ou une amende.

Viennent ensuite les exposés introductifs des propositions de loi ou
de résolution jointes pour lesquelles je renvoie à mon rapport écrit.

Dans le cadre de la discussion générale, Mme Corinne De Permentier
démontre l'utilité des mesures proposées à l'aide d'un exemple
concret, et se dit satisfaite du projet en examen. Elle demande
cependant que le texte soit réellement exécuté. Elle demande aussi la
confirmation que le titre de séjour est annulé automatiquement en cas
d'annulation du mariage.

Mme Nahima Lanjri souhaite voir confirmer que l'objectif des
dispositions en projet ne peut pas être de sanctionner également la
victime d'un mariage de complaisance. Elle propose ensuite de mettre
la répression du mariage de complaisance en conformité avec celle
prévue dans la loi du 10 août 2005 modifiant diverses dispositions en
Ten tweede wordt de laatste hand
gelegd aan een voorontwerp van
wet waarbij personen die
ingevolge een huwelijk een
verblijfsvergunning gekregen
hebben, tijdens een langere
periode gecontroleerd kunnen
worden. Naast die maatregelen op
het stuk van coördinatie en
controle, moet er ook in sancties
worden voorzien, met het oog op
preventie. Te dien einde strekt dit
wetsontwerp ertoe
schijnhuwelijken uitdrukkelijk
strafbaar te stellen. Daarbij wordt
een onderscheid gemaakt tussen
drie verschillende situaties.

In het kader van de algemene
bespreking verduidelijkt mevrouw
Corinne De Permentier het nut van
de voorgestelde maatregelen aan
de hand van een concreet
voorbeeld en spreekt ze haar
tevredenheid over het
voorliggende ontwerp uit.

Mevrouw Nahima Lanjri wenst dat
zou worden bevestigd dat het doel
van de ontworpen beschikkingen
niet mag zijn ook het slachtoffer
van een schijnhuwelijk te straffen.
De heer Filip Anthuenis
onderstreept het ontradende
karakter van de voorgestelde
maatregelen. De heer Jan Peeters
vreest dat alle huwelijken met een
buitenlandse partner als verdacht
zullen worden beschouwd.
Mevrouw Talbia Belhouari is het
met de bestraffing van
schijnhuwelijken eens; dit zijn
huwelijken die niet werden
voltrokken, die tegen betaling
werden aangegaan met de
bedoeling voor een van de
betrokken partijen een verblijfstitel
te verkrijgen.De heer Boukourna
pleit voor een gedegen opleiding
van het personeel dat de
interviews ter evaluatie van de
ernst van de huwelijksintenties
moet afnemen.

De minister van Binnenlandse
Zaken antwoordt dat voorliggend
wetsontwerp geenszins de
bedoeling heeft om de slachtoffers
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
vue de renforcer la lutte contre la traite et le trafic des êtres humains
et contre les pratiques des marchands de sommeil. Les sanctions
prévues dans le projet de loi à l'examen paraissent en effet si légères
qu'elles pourraient être assez facilement prises en compte dans le
cas de mariages de complaisance contre rémunération.
L'intervenante souhaite également limiter le nombre de tentatives de
mariage de complaisance en prévoyant, après une condamnation de
ce chef, une "période d'attente d'un an".

M. Filip Anthuenis souligne que, même si elles ne permettront de
s'attaquer qu'à une fraction des irrégularités, les mesures en projet
ont un effet dissuasif. Contrairement à l'intervenante précédente, il
considère que les sanctions proposées sont, malgré tout,
suffisamment sévères.

M. Jan Peeters souscrit, certes, à la philosophie de base du projet de
loi à l'examen, mais craint qu'il soit utilisé pour considérer comme
suspects tous les mariages dont l'un des conjoints est étranger.

Mme Talbia Belhouari adhère au principe de sanctionner les mariages
blancs, si l'on entend par là un mariage non célébré, qui a été
contracté contre paiement en vue d'obtenir un titre de séjour pour
l'une des parties concernées. Pour l'intervenante, un mariage
arrangé, éventuellement contracté à l'étranger, qui a été célébré ne
peut cependant pas être considéré comme un mariage blanc.

M. Mohammed Boukourna plaide en faveur d'une formation correcte
des agents qui doivent effectuer les interviews d'évaluation du sérieux
des intentions de mariage. Dans ce contexte, ceux-ci posent encore
trop de questions qui violent la vie privée.

M. Patrick Dewael répond qu'il n'a nullement l'intention de punir les
victimes de mariage de complaisance par le biais du projet de loi à
l'examen. Les dispositions en projet s'appliquent uniquement à la
personne qui n'avait manifestement pas l'intention de s'engager dans
une relation durable.

Le ministre précise qu'après l'entrée en vigueur des mesures
projetées, le mariage pourra être annulé de deux manières. D'une
part, l'annulation civile. Ainsi le titre de séjour obtenu en raison du
mariage est, lui aussi, annulé. Hors le cas où l'étranger est également
autorisé à séjourner en Belgique pour d'autres motifs, l'Office des
étrangers procédera toujours au retrait des documents de séjour
concernés. Il en va de même lorsque le mariage est annulé après que
les partenaires ont divorcé. D'autre part, les mesures projetées
permettront que la condamnation, prononcée par le juge pénal et
passée en force de chose jugée, d'un mariage dont le seul objet est
d'obtenir un titre de séjour entraîne également la perte de ce titre.

Mme Nahima Lanjri constate que le ministre veut, lui aussi, empêcher
que les victimes soient sanctionnées. Elle plaide, dès lors, pour que
cette disposition soit insérée, en tant que telle, dans la loi afin d'ôter
tout doute possible.

Mme Marie Nagy se dit effrayée par l'acharnement affiché dans le
cadre de la croisade contre les mariages blancs éventuels. Elle attire
l'attention sur les problèmes auxquels seront confrontés les officiers
de l'état civil et souligne que la volonté de fuir son pays dans l'espoir
van schijnhuwelijken te straffen.
De ontworpen bepalingen zijn
uitsluitend van toepassing op wie
duidelijk niet van plan is een
duurzame relatie aan te gaan.

Mevrouw Nahima Lanjri stelt vast
dat de minister ook wil voorkomen
dat de slachtoffers bestraft
worden. Zij pleit er dus voor om
deze bepaling als dusdanig in de
wet in te lassen. Mevrouw Nagy
zegt bevreesd te zijn voor de
hardnekkigheid waarmee men
tegen schijnhuwelijken wil ten
strijde trekken en onderstreept dat
ook in het verleden mensen hun
land ontvluchtten om een beter
leven op te bouwen. Ze wijst op de
opmerkingen van de Raad van
State in verband met de wet van
10 augustus 2005. De
amendementen van de dames
Nahima Lanjri en Katrien
Schryvers en van de heer Dirk
Claes werden verworpen en het
wetsontwerp werd in zijn geheel
aangenomen met dertien
stemmen voor, twee tegen en één
onthouding.
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
d'une vie meilleure n'est pas un phénomène récent, ainsi qu'en
témoignent les exemples de l'entre-deux-guerres.

L'intervenante rappelle ensuite que le Conseil d'Etat a fait remarquer
que la loi du 10 août 2005 modifiant diverses dispositions en vue de
renforcer la lutte contre la traite et le trafic des êtres humains et
contre les pratiques des marchands de sommeil incrimine déjà
certaines pratiques. L'intervenante considère par ailleurs qu'en dépit
du contexte culturel, parfois délicat, tout mariage forcé doit être
condamné. S'ensuit un échange de vues entre Mme Nagy et le
ministre de l'Intérieur, pour lequel je renvoie à mon rapport écrit.

Lors du vote, les différents amendements de Nahima Lanjri, Katrien
Schryvers et Dirk Claes sont rejetés. L'ensemble du projet de loi est
adopté par treize voix contre deux et une abstention. Par conséquent,
la proposition de loi jointe devient sans objet.

Le président: Sont inscrits dans la discussion générale, Mmes Lanjri et Belhouari, de heer Anthuenis ainsi
que Mmes De Permentier et Nagy.

Collega's, gelieve uw betoog bondig te houden, zodat wij straks zonder avondvergadering onze
werkzaamheden kunnen besluiten.
18.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, sta mij toe te
beginnen met mevrouw Jacqueline Galant te bedanken voor het
verslag dat zij uitstekend heeft gebracht en dat mij toelaat mijn betoog
te beperken. Veel van wat ik of leden van mijn fractie hebben gezegd,
staat in het verslag.

Ik wil opmerken dat het belangrijk is dat wij misbruiken van
schijnhuwelijken aanpakken. Wij worden daarmee allemaal
geconfronteerd in steden en gemeenten. Als wij bijvoorbeeld in
Antwerpen het percentage bekijken van de huwelijken die onderzocht
en tegengehouden worden, dan blijken 8% van de geplande
huwelijken schijnhuwelijken te zijn. Gelukkig kunnen die vooraf
onderschept worden. Het is dus belangrijk om daarvoor oog te
hebben. Samen met collega's van CD&V en andere politieke partijen
heb ik daarvoor een resolutie uitgewerkt, die binnenkort in de
commissie behandeld zal worden. Vandaag staat dit niet op de
agenda, ik zal daarover dus ook niet uitweiden.

Het is belangrijk dat wij misbruiken aanpakken, zonder evenwel elk
huwelijk waarbij een vreemdeling betrokken is, bijvoorbeeld een
huwelijk tussen een Belg en iemand die afkomstig is uit Turkije, als
een potentieel schijnhuwelijk te beschouwen en angstvallig alles uit te
pluizen. Er moet uiteraard grondig nagegaan worden of er misbruiken
zijn, maar niet elk huwelijk is een bedreiging en niet elk huwelijk is
een schijnhuwelijk. Laat dat duidelijk zijn.

Dit wetsontwerp dat besproken werd, voorziet in elk geval in een
bestraffing van schijnhuwelijken, zodat er sancties genomen kunnen
worden tegen personen die een huwelijk aangaan dat geen echt
huwelijk is en enkel als bedoeling hebben een partner over te brengen
naar België om hem of haar op die manier aan een
verblijfsvergunning te helpen. Vanaf nu riskeren de twee partners, als
ze beiden betrokken zijn, of één partner, dat wil ik er heel duidelijk
bijzeggen, want soms is er maar één partner betrokken, een
gevangenisstraf van drie maanden of een boete tot 100 euro. Als er
18.03 Nahima Lanjri (CD&V): Il
importe de lutter contre les
mariages de complaisance. À
Anvers, il s'agit de 8% des
mariages annoncés, qui sont
empêchés après enquête. Ce
problème ne peut dès lors pas être
minimisé, mais en revanche,
chaque mariage entre un Belge et
un étranger ne doit pas être
considéré par définition comme
suspect.

Cette proposition de loi permet de
sanctionner le ou les partenaires
impliqués dans un mariage de
complaisance d'une peine de
prison de trois mois à deux ans et
d'une amende de cinquante à cinq
cents euros, en fonction
notamment du paiement au
préalable d'une somme d'argent
ou de l'emploi de la contrainte
physique ou psychique.

Le CD&V a déposé à la Chambre
et au Sénat des propositions de loi
similaires, dont nous retrouvons
l'essence dans ce projet. Plusieurs
différences notables apparaissent
toutefois. Ainsi, les peines prévues
dans le projet de loi nous semblent
trop légères. Considérant que le
prix payé pour un mariage de
complaisance peut atteindre
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
geld betaald werd, dan loopt die boete gradueel op. Bij fysieke of
psychische dwang kan het gaan over een gevangenisstraf tot 2 jaar
en een boete tot 500 euro.

CD&V diende ook een wetsvoorstel in, zowel in de Kamer als in de
Senaat. In de Kamer heb ik, samen met Carl Devlies en Simonne
Creyf, een wetsvoorstel ingediend. In de Senaat werd er al voordien
een voorstel ingediend door Mia De Schamphelaere. De essentie van
het wetsvoorstel dat wij hebben ingediend, komt in grote mate
overeen met het stuk dat thans voorligt, maar toch niet helemaal.

De essentie waarvoor wij pleiten, is dat er strafrechtelijke sancties
worden opgelegd aan één of beide partners en ook een financiële
bestraffing om te vermijden dat dit een goedkope manier van
echtscheiding wordt. De Belgische nationaliteit moet kunnen
ontnomen worden, want vaak worden mensen Belg nadat zij een
schijnhuwelijk zijn aangegaan afgesloten om op die manier te
vermijden dat zij hun verblijfsvergunning verliezen.

Ten slotte ­ vooral dat punt is belangrijk ­ hebben wij ook altijd gepleit
voor een automatisch verlies van de verblijfsvergunning zodra
bewezen is of er een uitspraak is van de rechter dat het over een
schijnhuwelijk gaat en dat het huwelijk dus nietig is verklaard.

Het wetsontwerp van de regering is in dezelfde geest van ons
wetsvoorstel, maar er blijven een aantal belangrijke verschillen. Ik ga
niet op alle verschillen in, want die zijn ook al voor een stuk
uiteengezet door mevrouw Galant. Ik wil mij beperken tot drie punten,
waaraan wij als CD&V echt heel veel belang hechten.

Ten eerste, de straffen die de regering bepaalt in dit wetsvoorstel. De
straffen zijn in mijn ogen te licht. Voor een gewoon schijnhuwelijk
moet bijvoorbeeld een boete van 50 euro betaald worden en zelfs
voor de zwaarste sanctie ­ bij een gedwongen huwelijk of een
huwelijk waarmee echte fraude gemoeid is ­ loopt die boete op tot
500 euro. Dat lijkt misschien veel, maar dat is niets als men weet dat
mensen voor gearrangeerde huwelijken of schijnhuwelijken bereid zijn
heel veel te betalen. De gangbare prijzen lopen gemakkelijk op tot
20.000 euro en meer. Wat is 500 euro als men bereid is geweest om
zelfs veel meer op tafel te leggen om hier een verblijfsvergunning te
krijgen? Die straf is veel te licht.

De gevangenisstraffen voor gewone schijnhuwelijken zijn beperkt tot
maximaal zes maanden. Doordat de gevangenissen in België overvol
zitten, weten we dat gevangenisstraffen onder de zes maanden
sowieso niet worden uitgezeten. Daarom is het eigenlijk een heel
gemakkelijke keuze. Men riskeert niet veel, hooguit een boete, die
helemaal niet zo hoog ligt, en een gevangenisstraf komt er bijna niet.
Als die gevangenisstraf minder dan zes maanden bedraagt, dan moet
men die zelfs helemaal niet meer uitzitten.

Een ander probleem dat ik heb aangehaald in verband met die
straffen, is dat wij recent in dit Parlement de wet op de mensenhandel
hebben goedgekeurd, die eveneens voorziet in sancties wanneer het
gaat over schijnhuwelijken, uiteraard ook schijnhuwelijken waarmee
mensenhandel gemoeid is. De praktijk leert dus dat wij enerzijds de
sancties hebben waarin de wet op de mensenhandel voorziet, de wet
van 10 augustus 2005, en anderzijds dit hier.
20 000 euros, les amendes sont
fort peu élevées. De plus, les
peines de prison inférieures à six
mois ne sont plus exécutées dans
notre pays. Le risque n'est donc
pas très grand en définitive.

La loi du 10 août 2005 relative à la
traite des êtres humains
sanctionne également les
mariages de complaisance
lorsqu'ils s'accompagnent de traite
des êtres humains. La même
personne peut donc se voir infliger
deux peines, l'une en vertu de la
loi du 10 août 2005 et l'autre sur la
base du présent projet de loi. Le
taux de la peine peut même être
différent. Il aurait été préférable
d'assurer une meilleure
coordination.

Ce projet ne prévoit pas la
véritable sanction, à savoir le
retrait automatique du permis de
séjour. L'intéressé n'a donc pas
grand-chose à perdre et la
possibilité qu'une procédure
juridique débouche effectivement
sur l'annulation d'un mariage de
complaisance est ténu. Ces
procédures prennent des années
alors que le moyen le plus simple
de mettre fin à un mariage blanc
consiste à engager une procédure
de divorce après deux ans de
séjour effectif.

En cas d'annulation d'un mariage
blanc, l'Office des étrangers peut
procéder au retrait du permis de
séjour à l'issue des délais
réglementaires. Mais le partenaire
peut également interjeter appel ou,
après l'annulation, se remarier
immédiatement, le cas échéant
avec un nouveau partenaire
étranger.

Le ministre n'a pas pu nous dire
combien de permis de séjour ont
été retirés à la suite de l'annulation
de mariages de complaisance. Il
n'y a pas de statistiques en la
matière parce que les cas connus
ne sont guère nombreux. Nous
estimons en outre qu'il faut retirer
la nationalité belge à ceux qui l'ont
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65

Ik heb toen gezegd dat hier een probleem is omdat het zo kan zijn dat
een persoon zelfs riskeert twee straffen te krijgen, een keer op basis
van de wet van 10 augustus en een keer op basis van dit
wetsontwerp. Dat kan dus. Het kan perfect dat men twee keer
gesanctioneerd wordt. Het is natuurlijk afhankelijk van de rechter,
maar het kan ook gebeuren dat de ene rechter een bepaalde
strafmaat oplegt, terwijl een andere rechter een totaal andere
strafmaat oplegt voor min of meer gelijkaardige feiten. Dat behoort
uiteraard tot de appreciatiebevoegdheid van de rechter, iets waarin wij
niet tussenbeide kunnen komen.

Met deze wetgeving zijn er echter twee verschillende straffen, een
keer in de wet op de mensenhandel en een keer apart. Dat lijkt geen
goed idee te zijn. Ik denk dat het veel beter was geweest, ofwel om in
augustus één wetgeving te maken omtrent schijnhuwelijken, ook voor
gewone schijnhuwelijken waar geen mensenhandel mee gemoeid is,
ofwel in dit voorstel ook de schijnhuwelijken waarmee mensenhandel
gepaard gaat te integreren. Op die manier kon men duidelijk
aangeven welke sancties daarop staan.

De echte sanctie ­ want we hebben het nu over de geldboetes en de
gevangenisstraffen ­ blijft echter uit. De echte sanctie is het
automatisch ontnemen van de verblijfsvergunning van de partner die
uiteindelijk een schijnhuwelijk of zelfs een gedwongen huwelijk heeft
gebruikt om naar België te komen. Dat zien we niet. Zolang er niet
automatisch een verlies is van de verblijfsvergunning nadat men het
huwelijk nietig heeft kunnen verklaren, heeft men niet veel te verliezen
en zal men dus toch naar België komen.

Wat is de procedure immers nu? Nu is het zo dat men eerst via de
rechtbank moet zeggen dat men het slachtoffer is van een
schijnhuwelijk. Men moet dan een advocaat raadplegen en een
procedure opstarten. Dat duurt heel lang, het kan soms tot vijf jaar
duren. Inmiddels ziet men het vaak al niet meer zitten en besluit men
om, in plaats van de nietigverklaring van een schijnhuwelijk aan te
vragen, de gemakkelijkste weg te nemen door na twee jaar feitelijk
verblijf een echtscheiding aan te vragen. Men kiest bovendien ook
vaak voor de gemakkelijkste weg. In de gevallen van de slachtoffers
is dat natuurlijk te begrijpen omdat zij natuurlijk van die partner af
willen omdat zij het niet meer zien zitten om er jaar in, jaar uit mee te
moeten samenleven of er miserie mee te hebben. Stel echter dat het
na een aantal jaren gelukt is om het huwelijk nietig te verklaren, dan
moet men de beroepstermijnen afwachten en de DVZ in kennis
stellen van het probleem. De DVZ start dan een procedure op en kan
de verblijfsvergunning intrekken. Ik zeg wel "kan", want dat is geen
automatisme. Bovendien kan tegen die procedure om de
verblijfsvergunning in te trekken, opnieuw een beroepsprocedure
ingesteld worden. Met andere woorden, er is veel tijd gewonnen en
intussen kan die partner eventueel opnieuw huwen.

In theorie is het misschien wel mogelijk om de verblijfsvergunning te
ontnemen. CD&V pleit ervoor dat dat altijd gebeurt, ook kort en
onmiddellijk na de feiten, na de nietigverklaring van het huwelijk, en
dat het ook een automatisme is. Dat is het belangrijkste.

Wij hebben gevraagd hoeveel mensen hun verblijfsvergunning
hebben verloren nadat het huwelijk nietig was verklaard. Daarover
obtenue grâce à un mariage de
complaisance.

Ce projet constitue donc une
première étape importante. L'effort
du gouvernement est louable mais
insuffisant. Nous voterons en
faveur de ce projet de loi mais
nous devons de toute façon aller
plus loin et réprimer plus durement
le mariage de complaisance.
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66
had u geen cijfers. Dat valt te verklaren doordat weinig of geen
mensen hun vergunning hebben verloren. Ik ken heel veel huwelijken
die achteraf schijnhuwelijken bleken te zijn en waar de partner nog vrij
rondloopt. Erger nog, meestal haalt die partner dan een nieuwe
partner uit het buitenland, trouwt daarmee en begint het hele
probleem soms opnieuw.

Ik kom tot een derde en laatste opmerking. Wanneer er sprake is van
een schijnhuwelijk, is het niet meer dan logisch dat mensen die Belg
zijn geworden via dat huwelijk, ook de nationaliteit wordt ontnomen.
Als het huwelijk niet echt was, is de basis om de Belgische
nationaliteit te krijgen, er ook niet. Wij pleiten ervoor dat de
nationaliteit wordt ontnomen als die op basis van een schijnhuwelijk is
verkregen. Zo niet wordt het heel gemakkelijk. Men komt naar hier en
wordt zo snel mogelijk Belg. Dat kan heel snel zonder problemen.
Dan wordt men ook niet meer teruggestuurd, want een Belg zijn
verblijfsvergunning ontnemen, kan niet. De eerste stap is dus om de
nationaliteit te ontnemen aan degenen die hebben gefraudeerd, die
misbruik hebben gemaakt van het huwelijk.

Dat zijn onze drie belangrijkste bemerkingen. Ten eerste, de
strafmaat is veel te laag. Er is veel verwarring met de wet op de
mensenhandel. Ten tweede, de nationaliteit moet automatisch worden
ontnomen. De theorie moet in de praktijk worden omgezet. Ten
derde, de nationaliteit moet ook worden ontnomen in het geval van
een schijnhuwelijk.

Het wetsontwerp ligt wel in de lijn van ons voorstel. De problematiek
moet worden aangepakt. In ons voorstel gaan wij daarin veel verder.
Gelukkig hebben wij binnenkort ook de mogelijkheid om over het deel
preventie en controle te spreken naar aanleiding van de resolutie. Dat
houd ik voor later.

Mijn conclusie is dat de poging van de regering verdienstelijk is, maar
onvoldoende. Het is echter een eerste stap, een belangrijke stap, en
daarom willen wij het wetsontwerp van de regering goedkeuren. Wij
houden daarbij in het achterhoofd dat het zeker niet genoeg is. Schijn
bedriegt. Het kan voldoende lijken, maar het is het niet. Er moet voort
werk worden gemaakt van de aanpak van schijnhuwelijken.
18.04 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, le trafic d'êtres humains et la traite des
êtres humains sont des réalités vécues en Europe et en Belgique.
Des réalités inadmissibles tant les drames humains sont importants et
exigent l'intervention des pouvoirs publics.

Notre législation s'est déjà dotée de moyens répressifs importants
pour lutter contre ces fléaux, d'une part, dans le Code pénal avec les
articles 433quinquies à 433octies et, d'autre part, avec l'adoption
récente, dans la loi de 1980 relative au statut administratif des
étrangers des articles 77, 77bis à 77quinquies. Ces dernières
dispositions sont en vigueur depuis le mois d'août 2005.

Pour rappel, l'article 77bis de la loi de 1980 stipule que "constitue
l'infraction de trafic d'êtres humains, le fait de contribuer, de quelque
manière que ce soit, soit directement soit par intermédiaire, à
permettre l'entrée, le transit ou le séjour d'une personne non
ressortissante d'un Etat membre de l'Union européenne, en violation
18.04 Talbia Belhouari (PS): In
onze wetgeving zijn reeds
aanzienlijke repressieve middelen
opgenomen om de mensen-
smokkel en ­handel te bestrijden.

Op grond van artikel 77bis van de
wet van 1980 betreffende het
administratief statuut der
vreemdelingen kunnen de
schijnhuwelijken waarbij iemand
zich tracht te verrijken en die
gesloten worden om een
verblijfsrecht te bekomen, of de
pogingen daartoe al bestraft
worden.

Het voorliggende wetsontwerp
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
de la législation de cet Etat, en vue d'obtenir, directement ou
indirectement un avantage patrimonial".

Comme le signalait le Conseil d'Etat dans son avis sur l'avant-projet
de loi qui nous concerne, cette disposition permet déjà de sanctionner
les mariages de complaisance monnayés en vue de permettre
l'obtention d'un droit au séjour.

Cette infraction est punie d'un emprisonnement d'un an à trois ans.
Cette sanction est fortement alourdie lorsque l'infraction "a été
commise en faisant usage, de façon directe ou indirecte, de
manoeuvres frauduleuses, de violence, de menaces ou d'une forme
quelconque de contrainte". Dans ce cas, la loi érige l'infraction en
crime puni de la réclusion de dix à quinze ans. La loi vise ici
notamment le mariage forcé.

Les tentatives de commettre ces infractions sont aussi punies.

Le projet de loi que vous nous proposez, monsieur le ministre, vient
en surimpression des dispositions actuelles. En effet, l'article 79bis en
projet punira "quiconque conclut un mariage dans les circonstances
visées à l'article 146bis du Code civil". Cette infraction sera punie d'un
emprisonnement de huit jours à trois mois. La sanction sera plus
lourde en cas de mariage monnayé et en cas de mariage forcé. Les
tentatives de commettre ces délits seront aussi punies.

Mon souci, notre souci est d'assurer une correcte application des
dispositions légales visant à lutter contre le trafic d'êtres humains.
Vous savez que certains s'amusent à utiliser tous les arguments,
notamment ceux de possibles confusions de dispositions légales,
pour éviter d'être condamnés.

Je souhaiterais que vous apportiez des certitudes dans ce domaine. Il
est clair que les nouvelles dispositions, que nous voterons
aujourd'hui, s'appliqueront sans préjudice des dispositions légales
actuelles, notamment:

- l'assurance que le juge répressif appliquera bien la peine la plus
lourde lorsqu'un même fait sera poursuivi pour plusieurs infractions,
c'est-à-dire celles prévues par les articles 77, 77bis et la nouvelle
disposition du futur article 79bis de votre projet;

- l'assurance qu'en cas de "simple mariage blanc", le conjoint "qui y a
cru de bonne foi " ou qui a agi "pour des motifs purement
humanitaires" ne sera pas inquiété.

Des mariages de complaisance, des mariages forcés pour permettre
à des personnes de disposer d'un droit de séjour en Europe existent.
C'est du trafic d'êtres humains et ces mariages doivent être réprimés.
Derrière ceux-ci, il y a généralement des filières mafieuses liées à la
prostitution, au travail au noir. Nous en avons longuement parlé lors
de l'adoption de la loi sur le trafic et la traite des êtres humains. Pour
paraphraser les propos du philosophe Guy Haarscher, "il faut
reconnaître la responsabilité de nos gouvernants dans la protection
de base de leurs citoyens contre la criminalité, les soutenir dans cette
entreprise tout en restant vigilants quant aux dérives possibles". Et il
en appelait à "la vigilance critique".
herneemt dus in feite bestaande
bepalingen.

Sommigen maken gebruik van de
onduidelijkheid van wettelijke
bepalingen om een veroordeling te
ontlopen. Ik vraag dat de minister
er geen twijfel over zou laten
bestaan dat de nieuwe bepalingen
zullen worden toegepast zonder
aan de huidige afbreuk te doen.
Wij hopen dat de nieuwe
bepalingen een verbetering van de
huidige zullen inhouden. In dat
opzicht moet het optreden van de
ambtenaren van de burgerlijke
stand, de Dienst Vreemdelingen-
zaken en de diplomatieke posten
worden beoordeeld, teneinde de
toestand objectief in te schatten.
Ten slotte moet bij de strijd tegen
de mensenhandel door middel van
schijnhuwelijken eerbied worden
betoond voor de diverse culturen
en het recht op gezinshereniging.

Preventie en informatie zijn
onontbeerlijk, zowel ten aanzien
van de echtgenoten die te goeder
trouw zijn als van de jonge
vrouwen die tot een huwelijk
worden gedwongen. In dat opzicht
mogen de diverse gemeen-
schappen, culturen en
godsdiensten niet allemaal over
dezelfde kam worden geschoren,
noch mag er een welbepaalde
worden gestigmatiseerd!
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
68
Notre soutien et notre vigilance critique par rapport à votre projet de
loi, monsieur le ministre, est de rappeler certaines balises. Ainsi, nous
espérons que ces nouvelles dispositions du futur article 79bis de la loi
de 1980 constitueront des éléments utiles permettant d'améliorer les
dispositions actuelles dissuadant les mariages de complaisance. Je
fais ici allusion au pouvoir des officiers d'état civil qui peuvent refuser
de célébrer ou surseoir à célébrer ce type de mariage de
complaisance. Je pense aussi au pouvoir dont disposent l'Office des
étrangers et nos postes diplomatiques pour appliquer correctement et
humainement les dispositions légales à l'accès au territoire et au
séjour.

A cet égard, une évaluation quantitative et qualitative de l'action de
ces services s'impose afin d'objectiver la situation.

Enfin, une répression contre le trafic d'êtres humains par
l'intermédiaire des mariages de complaisance doit se faire dans le
respect du droit au regroupement familial et des cultures diverses de
nos concitoyens. Il est évident que tous les mariages avec un
ressortissant étranger ne sont pas des mariages de complaisance et,
a fortiori, des mariages forcés. C'est la grande majorité des cas, bien
heureusement.

Dans les cas contraires, des actions de prévention et d'information
sont indispensables afin de travailler plus efficacement sur les causes
des mariages blancs où le conjoint de bonne foi se fait avoir, mais
aussi dans le but d'aider les jeunes femmes confrontées à un mariage
forcé. A cet égard, pas d'amalgame ou de stigmatisation d'une
communauté, d'une culture en particulier ou d'une religion. Je
souhaite fermement le rappeler devant cette assemblée.
18.05 Filip Anthuenis (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ik zal het kort houden, want dat wordt mij aan alle
kanten gevraagd.
De voorzitter: U kunt bondig zijn. U spreidt uw bondigheid tentoon, mijnheer Anthuenis.
18.06 Filip Anthuenis (VLD): Het zal u waarschijnlijk niet verrassen.
De VLD-fractie steunt het wetsontwerp volmondig. Meer nog, de VLD-
fractie steunt het migratiebeleid van de minister van Binnenlandse
Zaken.

Een migratiebeleid heeft natuurlijk verschillende facetten. Een van de
belangrijkste facetten vandaag de dag is natuurlijk het streng en
strenger aanpakken van de misbruiken die er toch wel zijn bij de
diverse immigratieprocedures.

Collega's, als het stelsel van het huwelijk wordt misbruikt ­ het gaat
immers over schijnhuwelijken ­ om in België te kunnen verblijven,
wordt natuurlijk ook de partner misbruikt, met alle gevolgen vandien.
Er zijn hier een aantal burgemeesters en gemeentemandatarissen
aanwezig. Wij worden regelmatig geconfronteerd met een aantal
schrijnende toestanden.

Mevrouw Nagy, veelal vrouwen werden maanden na elkaar door hun
partner voor de aap gehouden. Vrouwen die geïntegreerd zijn en een
gezin hebben opgebouwd, moeten plots de schoonouders van hun
partners in huis nemen en moeten inzake integratie terug naar af.
18.06 Filip Anthuenis (VLD): Le
VLD soutient sans réserve ce
projet de loi ainsi que la politique
d'immigration du ministre de
l'Intérieur. Les sanctions plus
sévères infligées en cas d'abus,
notamment en ce qui concerne les
mariages de complaisance,
constituent l'aspect le plus
important de ce projet.

Nous sommes régulièrement
confrontés à des situations
pénibles. Ce sont généralement
des femmes qui sont victimes des
mariages de complaisance. C'est
la raison pour laquelle les contre-
arguments avancés par Mmes
Nagy et Belhouari, qui sont
pourtant des porte-drapeaux des
droits des femmes, m'ont surpris à
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
69

Ik was dan ook enigszins verwonderd over een aantal uiteenzettingen
van een aantal dames in de commissie, die anders in andere dossiers
op de barricades van de vrouwenrechten staan. Ik heb het dan onder
andere over mevrouw Nagy maar ook over mevrouw Belhouari. Ik
was daarover verwonderd. Het gaat in de meeste gevallen immers
over vrouwen die het slachtoffer zijn van voornoemde problematiek.

Mijnheer de minister, wij steunen u dus in uw aanpak van de
misbruiken, ook de misbruiken inzake de asielproblematiek. Wij zijn
blij dat u de asielprocedure verstrengt en dat u ook een gedegen
terugwijzingsbeleid ontwikkelt.

Wij zijn ook heel verheugd ­ wij hebben er vandaag heel weinig over
gehoord ­ over uw aangekondigde maatregelen inzake gezins- en
familiehereniging. Wij zullen nog de kans krijgen over deze
maatregelen te debatteren. De leeftijdsvoorwaarde van 21 jaar om te
herenigen en het verlengen van de wachttijd zijn toch wel belangrijke
punten om een definitieve verblijfsvergunning te verkrijgen en om
beter te kunnen nagaan of het huwelijk wel met de juiste bedoelingen
werd gesloten. In het geval van ascendenten is er de verplichting om
financieel voor hen in te staan. Dat zijn stuk voor stuk goede
maatregelen.

Mijnheer De Man, het hoofdargument van het Vlaams Belang om het
voorliggende ontwerp niet goed te keuren, was dat het te weinig was.
De minister kondigt nu echter toch een aantal maatregelen aan die u
tegemoetkomen. Ik kijk dus nieuwsgierig uit naar uw stemgedrag.

Wij zijn natuurlijk ook voorstander van het voorstel om personen te
bestraffen die een schijnhuwelijk sluiten of een bepaalde rol spelen in
het sluiten van een schijnhuwelijk. Mevrouw Lanjri, het is duidelijk dat
de bestraffing, naast boetes en gevangenisstraffen, ook het afnemen
van het verblijfsrecht moet inhouden. Daarover was enige discussie in
de commissie. De minister heeft echter heel duidelijk verklaard dat de
DVZ, de Dienst voor Vreemdelingenzaken, altijd zal overgaan tot de
intrekking van de verblijfsvergunning. Het probleem is dus, wat mij
betreft, opgelost.

Ten slotte komt te weinig aan bod dat wij ook oog moeten hebben
voor het preventief karakter van dit wetsontwerp. In de toekomst
zullen er, denk ik, veel minder schijnhuwelijken ontstaan in dit land.

Mijnheer de voorzitter, de VLD-fractie is zeer tevreden met het
voorliggend wetsontwerp. Wij zijn tevreden omdat wij met onze fractie
ook talloze parlementaire vragen hebben gesteld, interpellaties
hebben gehouden en wetsvoorstellen hebben ingediend ­ voor alle
duidelijkheid: samen met andere partijen ­ in het belang van de vele
slachtoffers die momenteel toch een beetje in de kou blijven staan.
(Applaus)
ce point.

Le durcissement de la procédure
d'asile est une bonne chose. De
même, le fait que le regroupement
familial soit dorénavant
subordonné à certaines conditions
comme la fixation de la limite
d'âge à 21 ans, la prolongation du
délai d'attente et les obligations
financières imposées en cas de
regroupement avec des
ascendants.

Les personnes condamnées pour
avoir contracté un mariage de
complaisance perdront bel et bien
leur droit de séjour. Cela ne fait
aucun doute, même si, en
commission, ce point a semblé un
moment ne pas être acquis. Les
mesures incluses dans le présent
projet de loi auront un effet
préventif et feront baisser le
nombre de mariages de
complaisance.

Le VLD s'en réjouit beaucoup.
Nous avons déjà interpellé à
plusieurs reprises le ministre
compétent et déposé des
propositions dans l'intérêt des
victimes de mariages de
complaisance.
Le président: Voyez-vous, lorsqu'on est concis, ce que l'on récolte comme applaudissements!
18.07 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le président, étant donné que
j'ai été interpellée, je souhaiterais intervenir. J'ai effectivement été fort
intransigeante en ce qui concerne les mariages blancs, qui se
monnaient dans le cadre d'un trafic. Toutefois, en ce qui concerne les
mariages forcés, j'ai été beaucoup plus nuancée et moins sévère. J'ai
18.07 Talbia Belhouari (PS): Ik
kan geen begrip opbrengen voor
schijnhuwelijken waarvoor betaald
wordt. Daarentegen ben ik heel
wat genuanceerder geweest ten
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
70
insisté pour qu'il y ait des actions de prévention et d'information afin
d'éviter les pièges de la part des filles et parfois même des hommes.
Il me semble l'avoir clairement dit. Certains hommes se font
effectivement piéger et doivent également être défendus. Monsieur le
président, chers collègues, je tenais à apporter cette précision.
opzichte van de gedwongen
huwelijken en heb
ik
aangedrongen op de informatie
die dient te worden verstrekt aan
mannen of vrouwen die daar de
dupe van zouden kunnen worden.
18.08 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, mes chers collègues, le groupe MR soutiendra
ce projet de loi relatif à l'incrimination des mariages blancs. J'ai fait
état en commission de quelques cas concrets et je crois que l'on ne
peut rester insensible face à ce véritable détournement de nos
procédures d'immigration. Le phénomène prend de l'ampleur. Il était
temps de renforcer notre arsenal légal.

Vous l'avez rappelé, monsieur le ministre, l'accord de gouvernement
prévoit explicitement qu'en général, la lutte contre les abus des
procédures d'immigration, en particulier la lutte contre les mariages
blancs et la fraude en matière de regroupement familial doit être
intensifiée. Force est de constater que, de plus en plus, des mariages
sont contractés dans l'unique but d'acquérir un avantage sur le plan
du séjour qui découle du statut de conjoint et non plus pour créer une
communauté de vie durable. Il est dès lors essentiel d'enrayer cette
tendance néfaste.

J'ai pris bonne note d'un certain nombre d'initiatives concrètes qui ont
déjà été prises. Je pense notamment à la fameuse circulaire du 13
septembre 2005, qui met en place une collaboration efficace entre les
fonctionnaires de l'état civil et l'Office des étrangers. Cette circulaire
était attendue. Cette collaboration permettra aux fonctionnaires de
l'état civil de disposer d'informations concrètes et complètes relatives
aux étrangers qui souhaitent contracter un mariage durant leur séjour
illégal.

Il est entendu qu'il fallait aller plus loin. Le pas effectué aujourd'hui va,
à mon avis, dans le bon sens. L'idée est de cibler clairement et
fortement ceux qui tirent un profit direct du mariage factice et de
protéger aussi ceux qui en sont victimes.

Tout d'abord, le projet prévoit une sanction lorsqu'un mariage est
conclu dans le seul but de conférer un droit de séjour à l'un des
conjoints. En vertu de cette disposition, les deux partenaires, c'est-à-
dire à la fois celui qui poursuit un avantage en matière de séjour et la
personne qui lui prête assistance dans ce cadre, peuvent et doivent
être sanctionnés. La peine prévue est un emprisonnement de huit
jours à trois mois ou une amende.

La deuxième hypothèse vise la situation dans laquelle le partenaire
résidant légalement dans le Royaume reçoit une somme d'argent
pour contracter un mariage de complaisance. En cas d'annulation de
ce mariage, le prétendu partenaire sera tenu de quitter notre territoire.
Souvent la personne qui a acquis un avantage financier n'est pas
sanctionnée. En prévoyant une sanction distincte et plus sévère pour
la personne qui souhaite s'enrichir par le biais du mariage de
complaisance, le projet à l'examen comble toutefois la lacune existant
dans notre législation. La peine prévue est un emprisonnement de
quinze jours à un an ou une amende.
18.08 Corinne De Permentier
(MR): Steeds meer huwelijken
worden uitsluitend gesloten om
een verblijfsvergunning te
verkrijgen, en niet om een
duurzame levensgemeenschap tot
stand te brengen. De MR zal dit
wetsontwerp dat het schijnhuwelijk
veroordeelt, steunen, omdat die
huwelijken een middel zijn om
onze immigratieprocedures te
omzeilen.

De omzendbrief van 13 september
2005 die de samenwerking tussen
de ambtenaren van de burgerlijke
stand en de dienst
Vreemdelingenzaken regelt, stelt
gedetailleerde informatie ter
beschikking van de ambtenaren
van de burgerlijke stand
betreffende vreemdelingen die
tijdens hun illegale verblijf een
huwelijk willen aangaan.

De stap die vandaag wordt gezet,
zal ons toelaten om nog strenger
op te treden, met name door
diegenen aan te pakken die baat
hebben bij het schijnhuwelijk en
tegelijkertijd de slachtoffers te
beschermen.

Op grond van het nieuwe ontwerp
kunnen beide partners worden
bestraft indien zij louter een
huwelijk zijn aangegaan om voor
een van hen het verblijfsrecht te
verkrijgen.

Als een van de partners in België
verblijft en geld krijgt om een
schijnhuwelijk te sluiten, wordt in
een aparte en zwaardere sanctie
voorzien voor deze persoon omdat
hij zich door middel van het
huwelijk wil verrijken. Indien het
huwelijk nietig wordt verklaard,
moet de andere partner het
grondgebied verlaten.
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
71
Enfin, le projet envisage la situation dans laquelle une personne
contraint un des partenaires à contracter un mariage blanc. Il est à
noter que, dans cette hypothèse, toute personne qui en contraint une
autre à contracter mariage afin de faire naître un avantage en matière
de séjour au profit d'un des partenaires, peut être sanctionnée.

La personne qui exerce la contrainte peut donc être l'étranger qui
acquiert un avantage en matière de séjour par le biais du mariage de
complaisance, mais aussi un tiers, par exemple un parent qui
contraint son enfant à contracter mariage dans le seul but de voir
accorder un droit de séjour à un étranger. En l'occurrence, la peine
prévue est un emprisonnement d'un mois à deux ans ou une amende.

En commission, vous l'avez confirmé, votre intention n'est nullement
d'en arriver à punir les victimes de mariages de complaisance. Les
dispositions en projet s'appliquent uniquement à la personne qui
n'avait manifestement pas pour objectif de s'engager dans une
relation durable. Il m'a intéressé également de comprendre en quoi le
projet à l'examen avait ou non un effet sur le retrait du droit de séjour.
Je pense pouvoir être rassurée par votre réponse mais je voudrais
quand même y revenir aujourd'hui. Vous avez dit, et Mme Galant l'a
résumé, qu'il fallait distinguer deux hypothèses.

D'une part, il y a bien sûr l'annulation civile. Comme celle-ci s'applique
avec effet rétroactif, cela signifie que le titre de séjour obtenu en
raison du mariage est lui aussi annulé. Mais il ne fallait pas négliger
que l'étranger pouvait également être autorisé à séjourner en
Belgique pour d'autres motifs.

D'autre part, les mesures projetées que la condamnation, prononcée
par le juge pénal et passée en force de chose jugée, d'un mariage
dont le seul objet est d'obtenir un titre de séjour, entraîne également
la perte de ce titre.

Je comprends bien la logique et l'intérêt de la nouvelle voie pénale
mais je ne peux m'empêcher, monsieur le ministre, de penser que,
dans la pratique, compte tenu du fait que l'annulation civile peut
parfois prendre plusieurs années, il restera un nombre de cas de
figure plus ou moins important où l'étranger obtiendra néanmoins ce
qu'il veut, soit un droit de séjour sur base du mariage, ce qui est
assez délicat. Certes, le mariage et le droit pourront être annulés
mais, dans l'attente, un long, et parfois très long délai se sera écoulé,
offrant à l'intéressé toute une liste de procédures de régularisation qui
lui permettra peut-être de contourner ces initiatives. En d'autres
termes, je crois que c'est aussi et avant tout contre le temps que nous
devons lutter sur ce type de contentieux.

Il me revient à ce sujet qu'un autre projet de loi est en voie de
finalisation. Je pense que ce dernier pourra permettre de contrôler
pendant une période plus longue les personnes qui ont obtenu un
droit de séjour suite à un mariage. S'il y a abus de l'institution du
mariage, il devrait être enfin possible de mettre fin, après une période
plus longue, au droit de séjour acquis abusivement.

Je crois aussi que la nouvelle procédure d'asile, pour laquelle vous
venez d'obtenir tout récemment un accord au sein du gouvernement,
devra permettre de resserrer le timing des différentes étapes par
lesquelles doivent passer les candidats. Nous soutenons cette
Ook iemand die een van de
partners tot een schijnhuwelijk
verplicht, kan worden bestraft.
Wat de intrekking van het
verblijfsrecht betreft, zou de
verblijfstitel die op grond van het
huwelijk verkregen werd met
terugwerkende kracht burgerlijk
nietig verklaard kunnen worden -
wel moet duidelijk nagegaan
worden of de vreemdeling niet ook
om andere redenen gemachtigd is
in ons land te verblijven.
Daarnaast komt er ook een
nieuwe strafrechtelijke oplossing.
Zo zal de door de strafrechter
uitgesproken nietigverklaring van
een schijnhuwelijk ook het verval
van de verblijfstitel tot gevolg
hebben.

Ik ben echter bang dat
vreemdelingen in de praktijk, met
die nieuwe strafrechtelijke
procedure, toch vaak hun zin
zullen krijgen en via een huwelijk
een verblijfstitel zullen verwerven
- de duur van de procedure zal
immers in hun voordeel spelen. Ik
verneem dat er een wetsontwerp
in de maak is waarbij personen die
ingevolge een huwelijk een
verblijfsrecht verwerven,
gedurende een langere periode
gecontroleerd zullen kunnen
worden. Met de nieuwe
asielprocedure zou het tijdpad van
de opeenvolgende fasen die
kandidaten moeten doorlopen, ook
ingekort moeten kunnen worden.
Wij zijn immers van oordeel dat de
inertie van de administratie de
openbare orde niet in het gedrang
mag brengen en dat
vreemdelingen er belang bij
hebben snel uitsluitsel te krijgen
over hun statuut.
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
72
logique, elle intéresse l'ordre public qui ne peut être dévoyé par
l'inertie administrative. Elle intéresse également l'étranger qui reçoit
bien sûr plus vite une décision définitive sur son statut.

Nous serons très attentifs aux suites de ce dossier dans les
prochaines semaines.
18.09 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, het voorliggend wetsontwerp is een
uitvloeisel van de federale beleidsverklaring van 12 oktober 2004
waarin men de strafbaarstelling van schijnhuwelijken aankondigde.

Men zou kunnen zeggen dat het toe te juichen valt dat
schijnhuwelijken eindelijk worden aangepakt. Voor het Vlaams Belang
gaat de regering evenwel niet ver genoeg. Bovendien wordt aan het
systeem van de gezinshereniging helemaal niet getornd. Minister
Dewael doet niet meer of niet minder dan een lege doos voorstellen
als een grote verwezenlijking.

Het dossier is nochtans ernstig genoeg om krachtige maatregelen te
nemen. In dit land worden jaarlijks vele duizenden schijnhuwelijken
gesloten. Alleen het parket van Brussel kreeg vorig jaar 1776 dossiers
binnen. Het aantal gezinsherenigingen ­ men zou veeleer van
gezinsvormingen moeten spreken ­ die hier moeten plaatsvinden
omwille van de gulle sociale voorzieningen, bedraagt ongeveer
30.000.

De VLD heeft er veel voor over om toch minstens te mogen doen
alsof ze dit aspect van het immigratieprobleem zal aanpakken.
Daarom kregen ze van de PS de toestemming om een ongevaarlijk
nummertje op te voeren. Waarom zeg ik ongevaarlijk nummertje? De
heer Dewael gaat er zelfs niet mee akkoord om in de wet in te
schrijven dat wie zich schuldig maakt aan een schijnhuwelijk meteen
en automatisch zijn verblijfsrecht verliest. Zoals veelal de laatste jaren
ging dit te ver voor de socialistische coalitiepartners. Dat is de
waarheid. Daarom staat het verlies van verblijfsrecht niet in de tekst.

Wat krijgt de burger voorgeschoteld? Hij krijgt een wet die in het beste
geval slechts een kleine fractie van de problemen zal aanpakken, een
wet waarbij de voorziene straffen niet echt afschrikwekkend zijn ­
zeker als men weet welke grote bedragen gepaard gaan met de
organisatie van schijnhuwelijken, dikwijls vele duizenden euro ­ een
wet die niets vermag tegen schijnhuwelijken die in het buitenland
aangegaan worden en vooral ­ ik herhaal het ­ een wet die niet
stipuleert dat precies datgene wat men beoogt door een
schijnhuwelijk, in casu het recht om in dit land van melk en honing te
verblijven, zou worden afgenomen na veroordeling.

Het amendement over de automatische afname van de
verblijfsvergunning is expliciet verworpen door de minister. Hij
beweert dat de parketten hun taak wel zullen opnemen. Ik heb zo mijn
twijfels. In de commissie verklaarde de minister dat het verblijfsrecht
kan worden afgenomen, de overheid kan optreden tegen een
allochtoon na een schijnhuwelijk en justitie kan optreden tegen een
nieuwe Belg na een schijnhuwelijk. Het gerecht wordt niet expliciet
verplicht om iets te doen.

Mijnheer de minister, u wist ons ook te melden dat een vreemdeling
18.09 Filip De Man (Vlaams
Belang): La lutte contre les
mariages de complaisance était
l'un des points de la déclaration de
politique générale d'octobre 2004.
Un projet de loi a été rédigé en la
matière, bien qu'il n'aille pas assez
loin. Par ailleurs, rien n'est fait
pour lutter contre le regroupement
familial. Le projet de loi est une
coquille vide, alors qu'il y a chaque
année des milliers de mariages de
complaisance et de regroupe-
ments familiaux. L'an passé à
Bruxelles, les dossiers de
mariages de complaisance étaient
au nombre de 1.776, et ceux de
regroupement familial, de 30.000.

Le VLD veut faire croire qu'il
s'attaque au problème de
l'immigration mais, en vérité, il a
simplement obtenu du PS
l'autorisation de jeter de la poudre
inoffensive aux yeux de l'opinion.
La loi ne prévoit nullement le
retrait du permis de séjour des
immigrés qui ont eu recours au
mariage de complaisance. Le PS
n'était pas d'accord.

Le présent projet de loi ne
permettra de résoudre qu'une
toute petite partie des problèmes.
Les peines prévues sont peu
dissuasives et rien ne pourra être
entrepris pour lutter contre les
mariages de complaisance
conclus à l'étranger.

L'amendement tendant à instaurer
le retrait automatique du permis de
séjour en cas de condamnation a
été rejeté. La ministre a plaidé que
les parquets feront leur travail.
Mais ils ne seront pas obligés de
retirer le permis. En outre, la
personne appréhendée pour avoir
conclu un mariage de
complaisance pourra acquérir
d'une autre manière un droit au
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
73
die een poging deed via schijnhuwelijk, ook op andere wijze die
verblijfsvergunning kan opbouwen.

Als een lepe allochtoon na een schijnhuwelijk lang genoeg in het land
kan blijven door de procedure te laten aanslepen, kan hij in het land
der Belgen natuurlijk nog steeds asiel aanvragen. Hij kan dan een
beroep doen op artikel 9.3 en humanitaire redenen inroepen. Hij of zij
kan dan stellen dat er hier familiale banden of andere
vriendschapsbanden bestaan.

Collega's van de VLD, als men er zelfs niet in slaagt om voor veel
ergere feiten een vreemdeling het land uit te zetten, hoe zou men dat
dan kunnen doen voor een die gepakt is na een schijnhuwelijk?

Mijnheer de minister, ik heb u trouwens gevraagd van hoeveel
huwelijksbedriegers in de voorbije jaren de verblijfstitel en/of
naturalisatie werd afgenomen. Collega's, er kwam geen antwoord.

Ten slotte merk ik op dat de echte patroons van de meerderheid, de
PS'ers, in de commissie lieten weten dat de gearrangeerde huwelijken
zeker niet onder de toepassing vallen van de wet. Als bijvoorbeeld
een Marokkaanse die hier verblijft, onder familiale druk en om puur
sociaal-economische redenen trouwt met haar neef, dan moet dat
voor de PS kunnen. Het Vlaams Belang is het daarmee, zoals
bekend, niet eens. Ik geef nog een ander voorbeeld. Als een Turk per
se wil trouwen met een van zijn vele nichten uit zijn geboortedorp, dan
moet hij dat doen in Turkije en ginder genieten van zijn prille
huwelijksgenot en niet hier.

Die gearrangeerde huwelijken worden dus in het wetsontwerp
ongemoeid gelaten. In de meeste gevallen gaat het eigenlijk om
gedwongen huwelijken waarbij de familie een van de partners
bedreigt, dwingt, betaalt. Het is natuurlijk zeer moeilijk om in die
gevallen aan te tonen dat een of zelfs beide echtelieden door
omstandigheden gedwongen worden om te trouwen, maar in feite
alleen maar formeel trouwen omwille van de vele voordelen die ze
hier kunnen genieten.

Ten slotte is het voor het Vlaams Belang hoe dan ook zo dat zelfs de
normale importhuwelijken grote maatschappelijke problemen
veroorzaken. Ik ben niet de eerste die zegt dat het telkens opnieuw
invoeren van partners uit Anatolië of het Rifgebergte de zo geprezen
integratie in feite onmogelijk maakt, dat men dan in feite opnieuw van
nul moet beginnen, telkens weer. Wanneer ik dat zeg, dan zal ik
natuurlijk wel een racist zijn.

Het blijkt dus dat voor de nieuwe kiezers van de socialisten geen
inspanning te veel is, geen inspanning te groot is en dat, wanneer het
over hen gaat, de VLD zeker niet te veel hoeft te piepen. Zij gaat
onderhavige wet, zoals zovele andere trouwens, goedkeuren, maar
naar de buitenwereld wel doen alsof ze het vreemdelingenprobleem
aanpakt.

Kortom collega's, aan de grond van heel de problematiek ­ het recht
op gezinshereniging of gezinsvorming ­ wordt tot nader order niets
gedaan. Het is volstrekt onvoldoende om schijnhuwelijken in theorie
strafbaar te stellen zonder automatisch te voorzien in de afname van
het verblijfsrecht.
séjour.

Dans ce pays, on n'est même pas
capable d'expulser un étranger
pour des faits bien plus graves.
Comment le pourrait-on alors pour
un mariage de complaisance? Je
n'ai d'ailleurs pas obtenu de
réponse à ma question concernant
le nombre de personnes qui se
sont vu retirer leur permis de
séjour ou leur naturalisation à la
suite d'un mariage de
complaisance.

Le PS a laissé entendre en
commission que les mariages
arrangés ne relèvent pas de cette
loi. Ce parti estime qu'il faut
autoriser une femme d'origine
étrangère qui subit une pression
familiale ou dont la situation socio-
économique le justifie à épouser
son neveu. Le Vlaams Belang
estime que les allochtones qui
souhaitent épouser une personne
issue du pays d'origine doivent le
faire dans ce pays. Ce projet de loi
passe outre aux mariages
arrangés qui, dans la majorité des
cas, constituent en fait des
mariages forcés. Il est
naturellement très difficile d'établir
une distinction entre un mariage
forcé et un mariage de
complaisance. Quoi qu'il en soit,
même les mariages "importés"
normaux entraînent d'importants
problèmes sociaux. L'importation
systématique de partenaires du
pays d'origine rend toute
intégration impossible, dès lors
qu'il faut toujours partir de zéro.

On ne recule manifestement
devant aucun effort pour les
nouveaux électeurs des
socialistes. Le VLD n'a pas grand-
chose à dire à ce propos et votera
en faveur de cette loi. Pour le
monde extérieur, ils fait mine de
s'occuper du problème des
étrangers. Rien n'est fait pour
remédier au noeud du problème: le
droit au regroupement familial et à
la constitution de famille. Il n'est
pas suffisant de rendre les
mariages de complaisance
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
74

Het Vlaams Belang zal derhalve met overtuiging tegenstemmen.
théoriquement punissables sans
retirer automatiquement le droit de
séjour. Le Vlaams Belang votera
dès lors résolument contre.
18.10 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je commencerai mon intervention en remerciant notre
excellente collègue, Mme Galant, pour son rapport assez complet.

Je voudrais également rappeler au ministre un engagement qu'il n'a
pas tenu et qui figure pourtant dans le rapport. En effet, monsieur le
ministre, vous deviez transmettre à la commission le texte de la
circulaire du 13 septembre 2005. Nous serions donc heureux si
pouviez nous faire parvenir ce document.

Monsieur le ministre, comme stipulé dans le rapport, mon groupe ne
soutiendra pas ce projet de loi. En effet, comme l'a signalé le Conseil
d'Etat, les objectifs poursuivis ne sont pas toujours extrêmement
clairs. Trois législations vont se superposer: la loi de 1980 qui punit
déjà les mariages de complaisance, la loi sur la traite des êtres
humains qui n'est entrée en vigueur qu'au mois d'août de cette année,
et la nouvelle procédure qui sera bientôt soumise à notre vote.
Comme cela a été dit lors des interventions, la manière dont ces trois
législations seront appliquées n'est pas tout à fait claire, ce même
après les explications et les débats en commission en présence du
ministre.

A part ses aspects légaux, l'objectif principal de cette loi semble être,
une nouvelle fois, de donner une mauvaise image des étrangers, de
les criminaliser, de les stigmatiser et de laisser croire, monsieur
Anthuenis, qu'ils sont les seuls responsables de la souffrance des
autres. Selon moi, si tel n'est pas le principal but de cette législation,
c'est en tout cas son principal résultat. On fait à nouveau apparaître
les étrangers comme étant ceux ­ et le discours de mon
prédécesseur à cette tribune en est la preuve ­ qui ne cherchent qu'à
tricher, frauder et profiter. Il existe effectivement probablement, parmi
les étrangers, des tricheurs, des fraudeurs et des profiteurs. Mais à
force de faire figurer ces caractéristiques dans vos législations, vous
finissez par rendre un mauvais service à la Belgique.

La réalité belge est multiculturelle! La Belgique s'inscrit dans un
contexte européen et ne peut faire fi du monde dans lequel elle
existe! C'est une erreur fondamentale que d'agir ainsi!

Ensuite, je constate un amalgame de toutes les dispositions. Je
connais des gens, de mon âge, qui sont venus au monde grâce au
fait que leurs parents, entre les deux guerres ou après guerre, ont eu
quelqu'un en Belgique qui les a accueillis, parfois par un mariage que
vous appelez aujourd'hui mariage de complaisance. Vous devez
savoir que ce type de mariage est également contracté pour des
raisons humanitaires. Il n'est pas question de tromper l'un ou l'autre.

Je suis tout à fait d'accord sur le fait que l'officier de l'état civil qui
découvre la chose doit jouer son rôle. Néanmoins, j'aimerais qu'on
distingue les situations et qu'on ne fasse pas l'amalgame entre celui
qui contracte un mariage de complaisance pour des raisons
financières et celui qui en contracte un pour de tout autres raisons,
qui lui sont propres.
18.10 Marie Nagy (ECOLO): Ik
dank mevrouw Galant voor haar
omstandig verslag. De minister
had trouwens beloofd dat hij de
tekst van de omzendbrief van 13
december 2005 aan de commissie
zou bezorgen om het verslag aan
te vullen. Hopelijk houdt hij zich
aan zijn belofte.

Mijn fractie steunt dit ontwerp niet.
Zoals de Raad van State stelt, zijn
de doelstellingen van dit ontwerp
niet duidelijk. Drie wetten regelen
die materie: de wet van 1980 die
de schijnhuwelijken reeds
strafbaar stelt, de wet op de
mensenhandel en de nieuwe
procedure die we thans
bespreken. Het is niet duidelijk
hoe die wetten zullen worden
toegepast.
Bovendien lijkt het voornaamste
doel van deze wet erin te bestaan
de vreemdelingen als misdadigers
voor te stellen, hen te
brandmerken en de indruk te
wekken dat zij alleen
verantwoordelijk zijn voor het lijden
van de anderen. Zo heeft men
misschien ongewild bereikt dat de
vreemdelingen worden
voorgesteld als mensen die er
enkel op uit zijn om te bedriegen,
te frauderen en te profiteren.

Door dergelijke voorstellingen in
de wetgeving op te nemen bewijst
u België geen goede dienst.
Wij leven in een multiculturele
maatschappij! Bovendien ligt
België in Europa en kunnen wij
ons niet afsluiten van de wereld
rondom ons!

Dit ontwerp is een samenraapsel
van diverse bepalingen. Ik ken
mensen wier verwanten in België
werden opgevangen in het kader
van wat u een "schijnhuwelijk"
noemt. Dat soort van huwelijken
wordt ook aangegaan om
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
75

Je condamne fermement les mariages contre rétribution. Cette
matière est d'ailleurs un immense champ de bataille pour l'autorité
publique. Néanmoins, comment faire la différence entre la législation
relative aux mariages contre rétribution et celle sur la traite des êtres
humains?

Monsieur le ministre, le Conseil d'Etat a attiré votre attention sur cette
question et vous a d'ailleurs indiqué que les dispositions des articles
77bis, 77ter et 77quater de la loi du 15 décembre 1980 concernent la
lutte contre le trafic des êtres humains. On rencontre des situations ­
je ne vais pas les détailler car M. le président ne m'en laissera pas le
temps ­ où la législation pourrait déjà être appliquée. Je ne conteste
donc pas l'importance de lutter contre ceux qui veulent s'enrichir en
échange d'un titre de séjour ou qui organisent des filières mafieuses
ou autres dans ce but.

La question du mariage forcé se pose également.

Monsieur le ministre, vous rendez-vous compte que vous êtes en train
de faire un amalgame entre les mariages forcés, les mariages de
complaisance sans rétribution et les mariages contre rétribution, voire
dans un but de traite des êtres humains? Certains refusent, par
principe, le mariage forcé ­ c'est mon cas, je pense qu'on ne peut
forcer personne à se marier contre son gré ­ mais certaines
institutions et certains représentants attirent l'attention sur le fait que
ces questions doivent être abordées en tenant compte d'autres
éléments. Il faut agir avec intelligence et respect. Si l'on met tout dans
le même paquet, comme vous le faites, on risque de faire fausse
route.

Je conclus. Monsieur le ministre, chers collègues, nous voterons
contre ce projet. Vous avez entendu le collègue du Vlaams Belang: la
bête affamée n'est jamais repue; elle trouve que le projet ne va pas
assez loin. Vous irez de plus en plus loin dans la répression, dans la
stigmatisation des étrangers! Eux, ils ne seront jamais contents! Ils
vous pousseront de plus en plus à aller plus loin!

Il n'y a pas de fin à ce processus. Vous entrez dans une logique de
répression, d'exclusion. Ils ne seront jamais satisfaits. Vous leur
donnerez toujours des raisons de continuer à exister.

C'est une véritable mise en garde que je fais. Je le pense très
profondément.

De plus, la criminalisation et la culpabilisation dans l'amalgame n'est
pas une notion claire. La confusion dans les législations n'est pas une
bonne chose. Je m'en réfère à l'avis du Conseil d'Etat; il ne s'agit pas
seulement de mon humble avis.

Monsieur le président, chers collègues, voilà les raisons d'un refus
catégorique à ce projet.
humanitaire redenen.

De ambtenaar van de burgerlijke
stand die zoiets ontdekt, moet
weliswaar zijn rol spelen, maar ik
zou willen dat men de
schijnhuwelijken om financiële
redenen niet op één hoopje gooit
met de schijnhuwelijken om
andere redenen. De Raad van
State heeft trouwens aangegeven
dat de bepalingen van de artikelen
77bis, ter en quater van de wet
van 15 december 1980 betrekking
hebben op de strijd tegen de
mensenhandel en niet op de
huwelijken tegen betaling.

Tevens rijst ook de kwestie met
betrekking tot de gedwongen
huwelijken. U gooit alles op één
hoopje: de gedwongen huwelijken,
de schijnhuwelijken zonder
betaling en tegen betaling en de
schijnhuwelijken met het oogmerk
van mensenhandel. Die kwesties
moeten worden aangepakt
rekening houdend met andere
elementen, op een doordachte en
respectvolle manier.

U hebt onze collega van het
Vlaams Belang gehoord: het
uitgehongerde beest is nooit
voldaan. Het vindt dat het ontwerp
niet ver genoeg gaat. U zal de
repressie tegen en het
stigmatiseren van de
vreemdelingen opvoeren. Aan dit
proces komt geen einde. Ze zullen
nooit tevreden zijn. U zal ze altijd
redenen geven om te blijven
bestaan. Beschouw dit als een
waarschuwing!

Dit zijn de redenen waarom we dit
ontwerp categorisch afwijzen.
18.11 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik wil een
misverstand uit de wereld helpen. Ik hoor de voorlaatste spreker
zeggen dat de socialistische coalitiepartners dwars zouden liggen in
de strijd tegen schijnhuwelijken. Niets is minder waar wat onze partij
betreft, mijnheer de minister.
18.11 Hans Bonte (sp.a-spirit):
M. De Man a déclaré que les
partenaires socialistes de la
coalition seraient opposés à la
lutte contre les mariages de
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
76

Ik denk dat ik niemand moet overtuigen wat de argumenten betreft:
voorgaande sprekers hebben dit voldoende geïllustreerd. Het is
effectief zo dat een minderheid waarvan niemand weet hoe groot of
klein ze is, misbruik maakt van bestaande rechten inzake huwelijk en
effectief schijnhuwelijken sluit. In mijn omgeving zie ik dat dit meestal
gepaard gaat met grof geldgewin en dus een vorm van mensenhandel
voor veel geld. Een tweede vaststelling op het terrein, is dat dit zeer
vaak aanleiding geeft tot grote sociale ellende. Het gaat dan over
gedumpte mensen die te goeder trouw werden misbruikt en in de
miserie eindigen. Daarom steunen onze fractie en onze partij u,
mijnheer de minister, volmondig met het voorliggende ontwerp.

Ik voeg daar nog iets aan toe dat ook uitlegt waarom ik heb gevraagd
om mijn voorstel los te koppelen van het ontwerp. Ik denk dat er nog
veel kan en moet gebeuren om dit moeilijke probleem efficiënt aan te
pakken. Mijn in de Kamer ingediend voorstel waarover ik u nog heb
aangesproken bij een vraag, is juist om de controleperiode voor een
schijnhuwelijk van een jaar naar drie jaar te brengen. Ik heb begrepen
en waardeer dat de regering gisteren of eergisteren heeft besloten om
effectief een periode van drie jaar in plaats van een jaar in acht te
nemen alvorens de definitieve verblijfspapieren toe te kennen. Samen
met de twee andere maatregelen waartoe de regering heeft beslist,
hebben we hiermee een instrumentarium in handen om dit probleem
efficiënt te lijf te gaan.

U weet dat ik altijd nogal kritisch ben. Ik wil eindigen met een
bedenking. Dit is een bijzonder delicaat probleem, omdat het om een
minderheid gaat. Ik stel bij herhaling vast dat telkens men spreekt
over schijnhuwelijken, dit bijzonder gemakkelijk wordt veralgemeend
of wordt misbruikt, ook inzake wat de regering en de politici daarin
willen doen. Ik suggereer dan ook dat de regering haar terecht
genomen maatregelen in aanvulling op dit ontwerp dat wij steunen,
zeer snel tot stand zou brengen. Hierover beslissen lijkt mij veel
belangrijker dan hierover veel communiceren.

Tot daar, mijnheer de voorzitter, mijn interventie.
complaisance. En ce qui nous
concerne, rien n'est moins vrai.
Une minorité abuse des droits qui
existent en recourant au mariage
de complaisance. Celui-ci va
généralement de pair avec un gain
financier, et constitue alors une
forme de traite d'êtres humains, ou
il s'accompagne de misère
sociale parce que les partenaires,
qui étaient de bonne foi, sont
laissés pour compte. Notre groupe
soutient donc pleinement ce
projet.

J'ai demandé que ma proposition
soit dissociée du projet. Nous
pouvons, nous devons encore
prendre de nombreuses initiatives
pour apporter une solution
appropriée à ce problème délicat.
Ma proposition tend à porter la
période de contrôle des mariages
de complaisance de un à trois ans.
J'apprécie que le gouvernement
ait décidé de prendre
effectivement en considération
une période de trois ans avant
l'octroi du permis de séjour
définitif. Avec les deux autres
mesures, nous disposons ainsi de
moyens efficaces pour lutter
contre ce problème.

Il s'agit en l'espèce d'une question
délicate car elle concerne une
pratique à laquelle se livre une
minorité et parce que l'on
généralise assez facilement. La
mesure doit être prise d'urgence
car la décision proprement dite est
plus importante que la
communication à son propos.
De voorzitter: Dank u wel. Mijnheer De Groote, wilt u het ook bondig doen? Ik vraag de vice-eerste
minister een ogenblik bij mij voor de regeling van de werkzaamheden. U hebt het woord, mijnheer De
Groote.
18.12 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's,
wij vinden het een goede zaak dat die problematiek wordt aangepakt.
Wij zijn het er 100% mee eens dat de strafbaarstelling van het
misbruik van het huwelijk zich opdringt. Wij zijn ervan overtuigd dat er
echter aardig nog wat werk aan de winkel is, ook als het voorliggende
wetsontwerp het haalt, want in de praktijk stellen wij vast dat het recht
op gezinshereniging vaak ernstig wordt misbruikt.

Het voorstel, als amendement op het wetsontwerp, van de collega's
Lanjri, Claes en Schryvers heeft oog voor de slachtoffers van
18.12 Patrick De Groote (N-VA):
Il faut se féliciter de ce que le
recours abusif au mariage de
complaisance soit rendu
punissable. Mais il restera
beaucoup à faire, même si ce
projet devient loi, car on constate
dans la pratique qu'il est
également recouru très
abusivement, dans de nombreux
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
77
schijnhuwelijken en brengt de straffen voor wie een schijnhuwelijk
aangaat op het niveau van de straffen voor wie aan mensenhandel en
mensensmokkel doen of wie aan huisjesmelkerij doen. Een
schijnhuwelijk is ook vaak een verkapte vorm van mensenhandel en
bij huisjesmelkers worden soms praktijken vastgesteld van hulp aan
schijnhuwelijken. Zo zijn zij uiteraard verzekerd van een blijvend
huurderbestand.

Het wetsontwerp zelf is voor NV-A niet verregaand genoeg. In de
plaats van ook het fenomeen gezinsstichting aan te pakken, staart
men zich blind op de problematiek van de schijnhuwelijken alleen. Het
is dus nodig dat er in een bijkomende specifieke wettelijke basis wordt
voorzien om ook aan die andere problematiek iets te gaan doen.
Bijvoorbeeld: iemand die hier legaal verblijft, keert terug naar zijn of
haar vaderland, kiest daar een partner en huwt ermee, en brengt die
dan mee naar hier. Vaak volgt na enkele jaren een scheiding, waarna
een en ander opnieuw begint, dit keer met de twee reeds in België
verblijvende partijen die een nieuwe partner gaan zoeken, enzovoort.

Wij vinden dat een beter toezicht op de periode na het verbreken van
het huwelijk aangewezen is. Het verblijfsrechtelijk voordeel zou
moeten kunnen worden ontnomen zo snel mogelijk na het verbreken
van het huwelijk zo dat een schijnhuwelijk blijkt te zijn. Anders is het
risico te groot dat die mensen plots gaan verdwijnen in vaak illegale
circuits.

Het voorstel dat de collega's Lanjri, Claes en Schryvers als
amendement op het wetsontwerp doen om het verblijfsrechtelijk
voordeel te ontnemen aan wie veroordeeld worden voor het aangaan
van een schijnhuwelijk is dus goed, maar er moet over gewaakt
worden dat die veroordeling er snel komt en dat de ontneming van het
verblijfsrechtelijk voordeel dat aan het schijnhuwelijk verbonden was
er eveneens heel snel kan komen.

NV-A vindt ook dat de strafmaten waarin in het voorliggende
wetsontwerp voorzien is te licht zijn. Voor ons zijn zwaardere
strafmaten wenselijk. Wij zijn ook voorstander van het opdrijven van
de middelen voor preventie en ontrading.

Los van de scheiding der machten kan men toch de bedenking
maken dat er alleszins nood is aan een eenduidige interpretatie van
de wet door de verschillende parketten. Bij gebreke daaraan zal er
anders in sommige arrondissementen een toevloed komen van
schijnhuwelijken, terwijl er in andere arrondissementen met strenger
optredende procureurs, aan het geheel een halt zal worden
toegeroepen.

Mijnheer de minister, dit ontwerp bevat dus een aantal goede
elementen. Het geeft een aanzet en ik zal het dan ook steunen, ook al
vind ik dat het op sommige punten niet ver genoeg gaat.
cas, au regroupement familial.
L'amendement de Mme Lanjri et
de MM. Claes et Schryvers tient
compte des victimes des mariages
de complaisance et porte les
sanctions à l'encontre de ceux qui
y recourent au niveau de celles qui
s'appliquent à la traite et au trafic
d'êtres humains ou aux
marchands de sommeil.

Pour la N-VA, le projet ne va pas
assez loin car ses auteurs sont
obnubilés par le phénomène des
mariages de complaisance et
perdent de vue la fondation d'une
famille. Il faut également des
mesures légales en cette matière.
Il faut un contrôle plus rigoureux
au cours de la période consécutive
à l'interruption du mariage. Dans le
cas d'un mariage de
complaisance, l'avantage en
matière de séjour doit être retiré
dans les délais les plus brefs pour
éviter que les intéressés se
fondent dans la clandestinité.
L'amendement de Mme Lanjri et
de M. Claes à ce propos est
judicieux mais il faut veiller à
prononcer rapidement la
condamnation et le retrait de
l'avantage en matière de séjour
qui résulte du mariage de
complaisance.

La N-VA juge insuffisant le taux
des peines prévu par le projet et
estime que les moyens réservés à
la prévention et à la dissuasion
doivent être augmentés. Les
parquets doivent adopter une
même interprétation de la loi, faute
de quoi on risque d'assister dans
certains arrondissements à une
explosion du nombre des
mariages de complaisance.

Le projet comporte de bonnes
prémices. Nous l'appuierons,
même si nous estimons qu'il ne va
pas assez loin.
18.13 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik wil, ten
eerste, even duidelijk maken dat strafbaarstelling van
schijnhuwelijken een van de instrumenten is. Dit past in een pakket
van maatregelen waarop onder meer collega Bonte heeft
geïnsisteerd. Ik blijf uiteraard binnen mijn bevoegdheid. De eerste
18.13 Patrick Dewael, ministre:
La pénalisation des mariages de
complaisance s'inscrit dans le
cadre d'un ensemble de mesures.
Nous avons amélioré la
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
78
maatregel die ik genomen heb, is een verbetering van de
communicatie tussen de schepenen van de burgerlijke stand en de
Dienst Vreemdelingenzaken. Ik meen dat het belangrijk is, gezien de
inspanningen die in de steden gebeuren inzake het oprichten van
cellen ter bestrijding van schijnhuwelijken, dat men de expertise en de
wetenschap die men opdoet in een gemeente ook vlot kan
communiceren naar andere steden en gemeenten en de Dienst
Vreemdelingenzaken.

Ten tweede, wat ook binnen mijn bevoegdheid valt, is het pakket
maatregelen, voortvloeiend uit de Europese richtlijn, op het vlak van
gezinsvorming en gezinshereniging. Collega De Groote dringt daarop
aan, maar daarover heeft de kern eergisterenavond beslissingen
genomen. Het gaat dan om de langere controleperiode waarbinnen
de waarachtigheid van het huwelijk kan worden nagegaan en om
strengere preventieve voorwaarden, maar ik stel voor, zoals de
commissie heeft geoordeeld, dat wij dat debat voeren op het ogenblik
dat ik het pakket van maatregelen voorleg die allemaal zullen
ingrijpen in de wet van 1980. Het strafbaar stellen van het
schijnhuwelijk, het verbeteren van de communicatie en het
implementeren van de Europese richtlijn maken echter wel degelijk
een geheel uit.

Er zijn aspecten die verbonden zijn aan de bevoegdheid van mijn
collega van Justitie. Er is een amendement van CD&V dat daarop
aanstuurt, met name de aanpassing van de nationaliteitswet, in die zin
dat als het gaat om een schijnhuwelijk, de nationaliteit automatisch
zou moeten vervallen. Met alle respect, maar dit behoort tot de
bevoegdheid van mijn collega, de minister van Justitie en dat moet
zijn beslag krijgen in de commissie voor de Justitie van de Kamer.

De regering besliste wel al het Burgerlijk Wetboek aan te passen. Bij
verhuis wordt het dossier van de ambtenaar van de burgerlijke stand
bezorgd aan zijn collega in de andere gemeente. Dat is een
automatisme. Het is de bevoegdheid van collega Onkelinx. Ook dat
werd reeds beslist door de Ministerraad.

Wat de strafmaat betreft, is het te zacht of te hard? Ik heb
verschillende klokken horen luiden. Het is een getrapt systeem: het
gewone schijnhuwelijk, het huwelijk tegen betaling, waarvoor geld
betaald wordt ­ dat zijn praktijken die helaas bestaan ­ en het
gedwongen huwelijk.

De strafmaat gaat in gradaties. Ik zou aan collega Lanjri willen zeggen
dat wij daarover op een constructieve manier van gedachten hebben
gewisseld. Ik heb verwezen naar een aantal wetsvoorstellen die in de
Senaat door CD&V en ook door de sp.a zijn ingediend. Daarin is de
strafmaat helemaal vergelijkbaar met wat wij voorzien in het
voorliggend ontwerp.

Ik weet dat er voor collega Belhouari een probleem rees in verband
met de verzwaringen die er onlangs zijn gekomen in verband met
mensensmokkel en mensenhandel en die ook in de wet van 1980
terug te vinden zijn. De vraag was of we nu geen tweemaal hetzelfde
aan het doen zijn. Kunnen we nu nog wel mensen gaan bestraffen
voor mensensmokkel en mensenhandel? Wat als er een samenloop
is? Ik heb in de commissie verduidelijkt ­ en dat ik wil ik nu nog eens
doen ­ dat artikel 65 van het Strafwetboek heel duidelijk bepaalt dat
communication entre les échevins
de l'état civil et l'Office des
étrangers. L'expertise des cellules
urbaines, qui ont été créées dans
le cadre de la lutte contre les
mariages de complaisance, peut
être transmise.

En ce qui concerne la directive
européenne relative à la
constitution de famille et au
regroupement familial, le cabinet
restreint a décidé avant-hier de
prolonger le délai prévu pour le
contrôle de l'authenticité du
mariage et de prévoir des
conditions préventives plus
strictes. Nous pourrons mener le
débat dès que l'ensemble des
mesures modifiant la loi de 1980
seront prêtes.

L'amendement du CD&V tendant
à prévoir une déchéance de la
nationalité en cas de mariage de
complaisance relève de la
compétence de la ministre de la
Justice et doit être examiné en
commission de la Justice. Le
gouvernement a toutefois déjà
décidé d'adapter le Code civil. En
cas de déménagement, le dossier
du fonctionnaire de l'état civil est
automatiquement transmis à son
collègue de l'autre commune.

Dans le cadre de la pénalisation,
une gradation est prévue entre le
mariage de complaisance, le
mariage contre rémunération et le
mariage forcé.

Le taux de la peine est
comparable à celui qui figure dans
les propositions déposées par le
CD&V et le sp.a au Sénat.

Mme Belhouari a posé la question
de savoir si, après le récent
alourdissement des peines
sanctionnant la traite et le trafic
des êtres humains, nous n'étions
pas en train de refaire la même
chose. L'article 65 du Code pénal
dispose qu'en cas de concours,
seule le peine la plus lourde est
prononcée. Les mariages de
complaisance qui ne relèvent pas
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
79
wanneer er samenloop is alleen de zwaarste straf wordt uitgesproken.
Er zullen helaas echter gevallen zijn van schijnhuwelijken waarbij men
effectief niet beantwoordt aan de kwalificatie van mensenhandel en
mensensmokkel. Die moeten echter ook bestraft kunnen worden. Het
kan gaan om gevallen waarin de twee samenlopen. Als er samenloop
is, dan zal de procureur die twee in zijn vordering ook samenbrengen.
Dan weet de strafrechter wat te doen in zo'n geval. Daar is dus geen
conflict of concurrentie tussen beide kwalificaties.

Wie wordt er bestraft? Dat is ook een van de zaken die ik in de
commissie duidelijk heb gesteld. Uiteraard kan alleen degene die aan
de basis ligt van het schijnhuwelijk, met onoprechte bedoelingen, met
de bedoeling alleen een verblijfsrechtelijk voordeel te krijgen en niet
het slachtoffer worden bestraft.

Een laatste zaak, voorzitter, collega's, lijkt mij fundamenteel te zijn.
Collega De Man gaat uiteraard verder op die lijn. We kennen zijn
bedoeling. Hij wil niet horen wat ik gezegd heb. Als een correctionele
rechter in de toekomst zal vaststellen dat er sprake is van een
schijnhuwelijk en hij dus een veroordeling zal uitspreken, dan heeft dit
automatisch tot gevolg dat er een einde wordt gemaakt aan het
verblijfsrecht. Er is dus wel degelijk een verband. De straf wordt
uitgesproken en mijn diensten zullen op dat ogenblik, op basis van die
correctionele uitspraak, automatisch een einde maken aan het
verblijfsrecht.

Dat doet natuurlijk geen afbreuk aan de burgerlijke aspecten van de
zaak. Als een burgerlijke rechter het huwelijk vernietigt, dan werkt die
vernietiging natuurlijk ook ex tunc en dan zullen het huwelijk en de
rechten die daaruit voortvloeien geacht worden nooit te hebben
bestaan. Er zijn dus twee aspecten. Ten eerste zijn er de
burgerrechtelijke aspecten. Men kan altijd burgerrechtelijk de
vernietiging van een huwelijk vragen. Dat geldt voor de toekomst. Nu
komt er echter een instrument bij. Als er een correctionele
veroordeling tussenkomt, dan leidt dit automatisch ook tot het verlies
van het verblijfsrecht.

Ik denk dat deze maatregel een evenwichtige maatregel is, mijnheer
de voorzitter, waarbij de regering verder uitvoering geeft aan het
vreemdelingenbeleid dat humaan is maar correct wil zijn en dat er dus
op gericht is allerlei misbruiken ook effectief te bestraffen.
de la traite ou du trafic des êtres
humains doivent aussi pouvoir être
sanctionnés. Le juge pénal sait
que faire. La victime ne peut
évidemment pas être punie.

M. De Man ne veut pas entendre
ce que je dis. A l'avenir, lorsqu'un
juge correctionnel constatera qu'il
est question de mariage de
complaisance et qu'il prononcera
une condamnation, mes services
mettront immédiatement un terme
au droit de séjour. Si un juge civil
annule le mariage, la règle est que
le mariage et les droits qui en
découlent n'ont jamais existé.
L'annulation a toujours pu et
pourra toujours être demandée au
civil. Désormais, une
condamnation correctionnelle
mène automatiquement à la perte
du droit de séjour.

Il s'agit d'une mesure équilibrée,
par laquelle le gouvernement
poursuit l'exécution d'une politique
des étrangers qui est correcte et
humaine.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (1861/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1861/1)

Le projet de loi compte 3 articles.
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
80

Amendements déposés:
Ingediende amendementen:

Art. 2
¦ 2 - Nahima Lanjri cs (1861/2)
¦ 6 - Nahima Lanjri cs (1861/3)
Art. 2bis
¦ 5 - Nahima Lanjri cs (1861/2)

Les articles 1 et 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Le vote sur les amendements et l'article 2 est réservé.
De stemming over de amendementen en artikel 2 wordt aangehouden.

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et l'article 2 réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en artikel
2 en over het geheel zal later plaatsvinden.

Puis-je vous demander d'être attentif au dernier sujet d'aujourd'hui? Nous aurons une Conférence des
présidents tout de suite après la séance qui se terminera d'ici quelque temps, si vous le voulez bien.
19 Proposition de résolution relative aux violences sexuelles en République démocratique du Congo
(1943/1-2)
19 Voorstel van resolutie betreffende seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (1943/1-
2)

Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Karine Lalieux, Inga Verhaert, Hilde Vautmans, Valérie Déom, Magda De Meyer, Roel Deseyn

Sans rapport
Zonder verslag

Discussion
Bespreking

Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1943/2)
De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1943/2)

La discussion est ouverte.
De bespreking is geopend.

De heer Deseyn, mevrouw Verhaert, Mme Lalieux et Mme Wiaux hebben zich ingeschreven.

Chers collègues, puis-je vous demander d'être aussi brefs que possible?

Mijnheer Deseyn, ik zal u eerst het woord geven. Daarna komen Mme Wiaux, mevrouw Turtelboom, Mme
Lalieux en mevrouw Verhaert.
19.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, vandaag dienden we met enkele collega's een
resolutie in betreffende seksueel geweld in de democratische
republiek Congo. Het is eigenlijk een beetje spijtig en cynisch dat de
minister van Ontwikkelingssamenwerking wel komt als we liever de
eerste minister of de minister van Buitenlandse Zaken willen zien,
19.01 Roel Deseyn (CD&V): Il
est regrettable que le ministre de
la Coopération au développement
n'assiste pas au débat concernant
la résolution relative aux violences
sexuelles en République
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
81
terwijl hij in dit debat jammer genoeg niet te zien is op de banken. Het
is ook een beetje cynisch dat dergelijke materies niet alleen door
bepaalde collega's, maar ook in de pers vaak weinig weerklank
krijgen. Nochtans was er in de parlementaire werkgroep Bevolking en
Ontwikkeling een zeer interessant colloquium met mensen uit Congo
die precies over deze problematiek konden getuigen. Wie deze
presentatie heeft meegemaakt, zal zeker geraakt zijn door deze
thematiek.

Seksuele repressie en geweld is een probleem dat eigenlijk
onderschat en miskend wordt en dat ook heel vaak onbekend is. Dat
is bijzonder spijtig en daarom is het goed dat de verschillende fracties
hierover vandaag een betoog kunnen houden. De mensen zeggen
zelf dat het een onbekend fenomeen is. Het komt er vaak op aan een
naam aan het fenomeen te kunnen geven. Seksueel geweld of
repressie is eigenlijk veel meer. De daden zijn van die aard dat er
eigenlijk nog geen naam voor is uitgevonden.

Ik voer als man tussen de vrouwen bewust het woord omdat dit niet
alleen een probleem is van vrouwen. Er zijn ook veel mannen die in
deze vorm van agressie worden betrokken. Belangrijk is dat heel deze
problematiek die grote proporties aanneemt, een grote hypotheek legt
op het vertrouwen in de democratie in Congo. U weet, mijnheer de
voorzitter, hoe moeilijk het daar is om een vorm van basisdemocratie
op te leggen, het referendum voor te bereiden en de grondwet voor te
bereiden. Als deze zaken niet eerst worden uitgeklaard dan riskeert
de rest ook te mislukken.

Over welke wreedheden gaat het? Ik zal niet alles vermelden wat we
gehoord hebben en waarover we konden lezen in getuigenissen. U
moet weten dat het hier gaat over niet één, maar tientallen zoniet
honderden baby's, kinderen die gewoon bruutweg in het bos worden
achtergelaten of daar gewoon worden weggesmeten door soldaten en
over vrouwen die worden beschouwd als een prooi die wordt
achtervolgd en misbruikt. Die vrouwen krijgen daardoor een
dusdanige status dat ze niet langer welkom zijn in hun gemeenschap
en dat bovendien het hele gezin wordt geterroriseerd, zodat zij niet
langer aanvaard worden in de familie. Zo zou ik nog een tijdje kunnen
doorgaan. Wij hebben ook vreselijke beelden gezien van
verminkingen van vrouwen van meer dan 60 jaar bij wie de
baarmoeder was uitgescheurd. U kunt het zich niet voorstellen,
collega's, hoe wreed deze situatie anno 2005 in Congo is.

Het is politiek belangrijk te verduidelijken dat het hier niet alleen gaat
over een zaak van militairen en burgers. Ook mensen van Rwanda
hebben hierin een groot aandeel. Ik wil dit beklemtonen. Wat de
bilaterale relaties België-Rwanda betreft, vragen wij deze regering om
deze problematiek minstens ter sprake te brengen. Het is alles
behalve alleen een binnenlands probleem voor Congo. De repressie
wordt ook voor een stuk gestuurd vanuit Rwanda.

Als politicus maak ik me grote zorgen over het feit dat de vrouwen die
vandaag getuigenis hebben afgelegd en deze avond bij ons te gast
zijn, serieuze bemerkingen en kritiek hebben op de rol en de daden
van de MONUC die ter plaatse met een expliciete rol van
ordehandhaving en vredesstichting is gelast. Naar verluidt zou ook de
MONUC betrokken zijn en medeverantwoordelijk zijn voor dergelijke
wreedheden. Dit moet, mijns inziens, absoluut verder onderzocht
démocratique du Congo, alors qu'il
se montre quand nous voulons
interpeller le premier ministre. Je
trouve également dommage que la
presse ne s'intéresse pas
davantage à ce type de
problèmes. Les participants au
colloque du groupe de travail
parlementaire pour la population et
le développement auront
certainement été marqués par ce
phénomène. Le problème de la
répression et des violences
sexuelles est sous-estimé et
méconnu. En fait, il n'existe pas
encore de nom pour des faits de
ce type. Ce n'est pas qu'un
problème de femmes: les hommes
sont également impliqués dans
cette forme d'agression. Le
problème prend des proportions
importantes et hypothèque le
processus de confiance vis-à-vis
de la démocratie au Congo.

De quelles atrocités s'agit-il? Des
soldats abandonnent des bébés
par dizaines ou par centaines dans
les bois, des femmes sont traitées
telles des proies, pour être ensuite
rejetées à jamais par leur
communauté ou leur famille,
d'autres sont mutilées. Des
militaires et des civils sont
concernés mais le Rwanda l'est
également. Notre pays doit
évoquer le problème lors de ses
contacts avec ce pays.

Les femmes qui témoignent
aujourd'hui critiquent lourdement
le rôle de la MONUC qui devrait
pourtant maintenir l'ordre et
imposer la paix. Il faut envisager la
question d'une possible corespon-
sabilité. Il faut adopter une attitude
politiquement cohérente. Les
Congolais attendent beaucoup de
notre pays car les autres ne sont
guère intéressés. Quoi qu'il en
soit, la quiétude et la paix sont
essentiels au regard de la
Constitution qui est annoncée. Il
faut en faire un sujet d'attention
horizontal dans le cadre de notre
politique de développement.

Cette résolution doit être adoptée
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
82
worden. Hierin moet een politiek consequente houding worden
aangenomen.

Wat de bilaterale betrekkingen Congo-België betreft, heb ik vernomen
­ heel belangrijk, mijns inziens ­ dat de mensen heel veel hoop in ons
land stellen. Zonder te willen beweren dat alle eer ons toekomt, is het
een feit dat andere landen tot op heden weinig reacties voor deze
problematiek hebben getoond en geen luisterend oor hebben gehad.
Men stelt alle hoop op België. Dat is de reden waarom ik deze
problematiek heb beklemtoond, zeker in het licht van de komende
grondwet. Ik ben ervan overtuigd dat rust, vrede en minder
wreedheden essentiële voorwaarden zijn ­ een conditio sine qua non
­ zonder dewelke die grondwet geen doorgang kan vinden.

Ik had graag de minister van Ontwikkelingssamenwerking in ons
midden gehad om opnieuw te wijzen op het horizontale thema. De
voorzitsters van de werkgroep Bevolking en Ontwikkeling hebben er
ook in hun betogen op gewezen dat dit als horizontaal aandachtspunt
in de ontwikkelingssamenwerking zeker aanwezig moet blijven, ook
bij de evaluatie van projecten, omdat het al de rest dreigt te
hypothekeren of te ondergraven.

Deze resolutie moet niet alleen worden goedgekeurd maar moet
vooral goed worden opgevolgd in al onze bilaterale contacten die we
met deze regio onderhouden. In dit verband kijk ik uit naar de
goedkeuring van het voorstel van mevrouw De Meyer tot wijziging van
het Reglement om een correcte opvolging te kunnen geven aan deze
en andere resoluties.
et faire l'objet d'un suivi dans tous
nos contacts bilatéraux avec la
région. J'ai hâte de voir approuvée
la proposition de Mme De Meyer
modifiant le règlement en ce qui
concerne les résolutions.
19.02 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, chers collègues,
symboliquement, il eut été important de voter cette résolution la
semaine dernière, à l'occasion de la journée mondiale de la lutte
contre le sida. Ce n'est pas tellement cela qui importe mais il est
crucial de rappeler la situation dramatique, entre autres, des femmes
dans l'est du Congo, victimes de violences sexuelles, à l'occasion
desquelles elles sont, dans bien des cas, victimes de la transmission
du virus du sida.

La résolution que nous allons voter s'appuie largement sur un rapport
publié, il y a un an, par Amnesty International. Afin de prendre la
mesure des événements et de leur caractère dramatique, je souhaite
citer une phrase de ce rapport d'Amnesty International: "Lors de
rencontres avec des délégués d'Amnesty International, des membres
expérimentés des Nations unies et d'ONG humanitaires
internationales ont unanimement estimé qu'ils n'avaient jamais
rencontré un nombre aussi important de victimes de viols dans un
conflit armé. Tous étaient également d'accord pour estimer qu'un
grand nombre de victimes n'était pas encore identifié."

Je pense que la lecture de cette seule phrase est suffisante et que,
face à cette situation, il est fondamental ­ comme le fait d'ailleurs la
résolution ­ de faire de la lutte contre l'impunité une priorité, d'appuyer
la reconstruction du système judiciaire, etc.

Je souhaite aussi profiter de l'occasion pour rappeler que la remise
sur pied du système de santé est également une question urgente. A
cet égard, un autre rapport, publié par MSF il y a quelques jours,
souligne que tout acteur intervenant en RDC doit prendre en
19.02 Brigitte Wiaux (cdH): De
dramatische toestand van de
vrouwen in het oosten van Congo
verdient al onze aandacht. Ze zijn
het slachtoffer van seksueel
geweld, waarbij ze vaak met het
aids-virus worden besmet.

De resolutie die ter stemming
voorligt, is in ruime mate
gebaseerd op een rapport van
Amnesty International.

De gezondheidszorg moet
dringend worden hersteld. Het
sterftecijfer in de DRC blijft
uitzonderlijk hoog. In het licht
daarvan ligt het voor de hand dat
deze vergadering zich binnenkort
over de steunmaatregelen aan het
volksgezondheidsbeleid in dat land
buigt.

De follow-up van de toestand in de
DRC is voor het cdH een prioriteit.
In het Belgisch buitenlands beleid
moeten stabiliteit en vrede centrale
doelstellingen blijven. Vrede in de
DRC vereist dat de fundamentele
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
83
considération le fait que la mortalité excessive continue à être
présente dans le pays. L'application d'une politique de santé qui ne
répond pas aux conditions de précarité extrême dans lesquelles vit
aujourd'hui la majorité de la population congolaise, ne peut pas mener
à des résultats probants en termes d'accès aux soins et de réduction
de la mortalité. Cette situation justifie certainement, mesdames et
messieurs, que nous nous penchions prochainement, dans cette
assemblée, sur le soutien aux politiques de santé publique en RDC.

Je termine en vous précisant trois points: le suivi de la situation en
RDC est une priorité pour le cdH; la stabilité et la pacification doivent
demeurer des objectifs centraux de la politique étrangère belge; et la
paix en RDC exige le respect des droits fondamentaux de la personne
humaine. C'est tout le sens de la résolution et le cdH la votera.
rechten van de mens worden
geëerbiedigd. Dat is de
bestaansreden van deze resolutie,
die mijn fractie zal goedkeuren.
19.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, beste collega's, de resolutie waarover wij hier vandaag
zullen stemmen, die ook de volledige steun van onze fractie krijgt en
die ook mee ondertekend is door collega Hilde Vautmans, die
vandaag op missie is in het buitenland, is er vooral gekomen om meer
aandacht te vragen voor de problemen die zich voordoen in de
Democratische Republiek Congo ten gevolge van seksueel geweld.

Overal, maar vooral in het oosten van de Democratische Republiek
Congo wordt seksueel geweld door alle partijen gezien als
oorlogswapen en veelvuldig gebruikt tegen de plaatselijke bevolking.
Hierbij komen nog de plunderingen, moordpartijen en vervolgingen
waardoor de bevolking in een vicieuze cirkel van ontheemding en
extreme armoede terechtkomt.

De ware omvang en de gevolgen van seksueel geweld als
oorlogswapen komen nu, nu het vredesproces in de Democratische
Republiek Congo op gang komt, pas aan het licht. Vrouwen en
kinderen worden verstoten door hun familie en soms zelfs door de
hele gemeenschap. Ze geraken sociaal en economisch geïsoleerd en
krijgen niet de nodige begeleiding om dit trauma te verwerken.

Vooral de schaamte die zich meester maakt van de slachtoffers vormt
een groot probleem. Slachtoffers schamen zich om hetgeen hen is
overkomen, ook al werden ze gedwongen door meerdere gewapende
militieleden.

Medische teams van Artsen Zonder Grenzen stelden vast dat in de
noordoostelijke provincie Ituri duizenden vrouwen en meisjes het
slachtoffer geworden waren van seksueel geweld. Dit is nog maar het
topje van de ijsberg. Cijfers van Artsen zonder Grenzen geven aan
dat 77% van de verkrachtingen gebeurde door groepen mannen en
30% daarvan werd zelfs gevormd door vijf of meer mannen. 12% van
alle slachtoffers werd ook nog blootgesteld aan andere vormen van
marteling en vernedering. De leeftijd van de slachtoffers varieert van 4
maanden tot 80 jaar.

Ook al is het vredesproces in Congo in volle opmars toch komen er
nog elke week 40 nieuwe slachtoffers van seksueel geweld
aankloppen bij Artsen zonder Grenzen.

Velen bereiken deze medische diensten echter niet. Er mag dan een
regering aan het hoofd van het land staan, het geweld is nog niet
19.03 Annemie Turtelboom
(VLD): Notre groupe politique
soutient pleinement cette
résolution. Mme Vautmans l'a
également signée mais elle est en
mission à l'étranger pour l'instant.

Partout, mais tout particulièrement
dans l'est de la République
Démocratique du Congo, des
parties recourent à la violence
sexuelle en tant qu'arme de
guerre. Cette violence associée
aux pillages, aux assassinats et
aux persécutions déclenche le
cercle vicieux du déracinement et
de la pauvreté. Á présent que le
processus de paix est amorcé,
l'ampleur et les conséquences de
la violence sexuelle apparaissent
au grand jour. Des femmes et des
enfants sont rejetés et
abandonnés à leur sort. La honte,
surtout, constitue un problème
majeur.

Médecins sans Frontières a
constaté qu'en Ituri, les victimes
se comptent par milliers parmi les
femmes et les enfants. Dans 77%
des cas, il s'agit de viols collectifs.
Dans 30% des cas, cinq hommes
au moins étaient impliqués. Douze
pour cent des victimes ont aussi
subi d'autres formes d'humiliation
et de torture. La plus jeune victime
était âgée de quatre mois et la
plus âgée de 80 ans. Chaque
semaine, quarante nouvelles
victimes s'adressent à Médecins
sans Frontières mais beaucoup ne
parviennent pas jusqu'aux
services médicaux. De nombreux
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
84
volledig gestopt. Vele mensen die op de vlucht zijn gegaan voor
strijdende groeperingen verschuilen zich nog steeds in het oerwoud
zonder ook maar enige vorm van gezondheidszorg of andere
bescherming.

Het hele gezondheidssysteem moet heropgebouwd worden en
hiervan moeten wij absoluut een prioriteit maken. Het mag niet
zomaar een gezondheidssysteem zijn, maar moet een systeem zijn
dat bijzondere aandacht schenkt aan de zwakste slachtoffers van de
oorlog, de vrouwen en de kinderen. Er moet bijzondere aandacht
geschonken worden aan de uitbouw van seksuele en reproductieve
gezondheidsvoorzieningen en ook aan voorzieningen waar vrouwen
en meisjes die het slachtoffer werden van seksueel geweld
terechtkunnen, zowel voor medische als voor psychologische
begeleiding.

Een ander gevolg van deze tragedie is een stijging van het aantal
mensen dat besmet is met het HIV-virus. De verspreiding van deze
ziekte is zeker in Afrikaanse landen een immens probleem. Daarom
moeten er maatregelen komen ter preventie, zodat de mensen zich
bewust worden van deze ziekte en weten hoe ze te erkennen en
vooral te voorkomen.

De aandacht moet echter niet alleen gaan naar de verzorging van de
slachtoffers, maar ook naar gerechtigheid. De daders van de
misdrijven moeten worden vervolgd en gestraft voor hun daden. We
moeten de Congolese regering helpen bij de heropbouw en
hervorming van het juridisch apparaat en bij de begeleiding van de
slachtoffers die hun klacht voor het gerecht willen brengen.

Aandacht voor het probleem is er door voorliggende resolutie. Nu is
echter vooral actie nodig om de getroffen mensen te helpen en om te
voorkomen dat de misdrijven in de toekomst opnieuw gebeuren.
réfugiés se cachent dans la forêt,
sans protection ni soins de santé.
Avant tout, il faut reconstruire
l'ensemble du système de soins
de santé, en prêtant une attention
particulière aux besoins des
femmes et des enfants.

Les violences sexuelles se
traduisent également par
l'augmentation du nombre de
contaminations par le virus du
sida. La propagation de cette
maladie constitue un véritable
fléau en Afrique et des mesures
de prévention s'imposent.

Les auteurs des crimes doivent
être poursuivis et punis. Nous
devons aider le gouvernement
congolais à reconstruire et à
réformer l'appareil judiciaire et à
mettre en place un encadrement
approprié des victimes. Cette
résolution aura permis de mettre
cette question en exergue mais il
faut à présent agir.
19.04 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, on l'a dit, tout au long du conflit qui a
ensanglanté la République démocratique du Congo, les violences
sexuelles ont été utilisées systématiquement et massivement comme
arme de guerre. En effet, le nombre de victimes connues et déclarées
oscille entre 30.000 et 40.000, et il y en a sans doute des milliers en
plus.

Ce qui est terrible avec ces victimes de violences sexuelles, c'est la
banalisation par rapport aux médias et aux politiques. Aujourd'hui,
cette problématique n'est pas réellement prise en compte au niveau
international.

En matière de viol, il ne s'agit pas de simples viols; ce sont aussi des
mutilations à vie. Ainsi, demain, des milliers de femmes ne pourront
plus donner la vie ou seront incontinentes à vie et ce, dans
l'indifférence généralisée. Certes, la transition ­ on la soutient ­
suscite l'espoir de l'amélioration de la situation, mais la guerre, les
violences et les milices persistent. Tous les jours, des femmes se font
encore violer.

Le pire au Congo, c'est aussi l'impunité, parce qu'il n'y a pas de
système judiciaire, parce que les commandants n'ont pas à se justifier
des actions de leurs soldats. La réconciliation et la paix pourront
19.04 Karine Lalieux (PS):
Seksueel geweld werd in de DRC
systematisch en massaal als
oorlogswapen ingezet. Met die
problematiek wordt op
internationaal niveau niet echt
rekening gehouden.

De verkrachtingen gaan vaak
vergezeld van levenslange
verminkingen. Bovendien blijven
die misdrijven ongestraft omdat er
geen rechtssysteem is en omdat
de commandanten zich niet voor
de daden van hun soldaten
hoeven te verantwoorden.
Verzoening en vrede kunnen in
Congo slechts hun intrede doen
indien die misdrijven erkend en
gestraft worden. België moet dat
mee mogelijk maken.

De vrouwen hebben niet alleen
veel te lijden maar ze worden ook
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
85
naître au Congo si, et seulement si, ces crimes sont reconnus et
punis. La Belgique doit, d'abord, aider à la reconnaissance et, ensuite,
à la punition de ces crimes. Il y va de la paix au Congo et de la
reconnaissance des souffrances de ces femmes qui témoignent et
ont témoigné.

Aujourd'hui, elles ont donné une conférence de presse. Aucun organe
de presse n'était représenté, hormis l'Agence Belga! C'est bien
dommage! Des femmes sont venues témoigner, des images atroces
à l'appui, et effectivement, demain, personne n'en parlera. Mais la
souffrance est bien présente et le sera encore pendant longtemps.
Comme on l'a rappelé, ce sont non seulement les femmes qui ont
souffert, mais elles sont exclues de leur famille, de la communauté;
elles errent dans les rues, ne bénéficient d'aucun soutien social et
psychologique. Apparemment, des programmes se mettent en place,
mais on dit que, pour une femme congolaise, 30 minutes d'aide
psychologique sont suffisantes pour essayer de la soigner des
violences qu'elle a subies.

Demain, des milliers d'enfants non désirés seront nés de ces viols.
Aujourd'hui, ces enfants n'ont pas de statut légal, ne sont pas
reconnus, ne disposent d'aucune structure sociale capable de les
accueillir, n'ont pas d'abri et ne sont aucunement protégés. Là aussi,
c'est la société congolaise tout entière qui sera déstabilisée par des
familles brisées et des enfants abandonnés.

La Belgique fait déjà beaucoup. Elle participe à des programmes de
soutien à ces femmes, elle participe à des programmes d'aide aux
enfants. Mais ce n'est pas suffisant. On ne peut pas seulement se
concentrer sur les élections, il faut se concentrer sur ce drame que vit
le Congo depuis de nombreuses années. Il faut renforcer et
coordonner l'ensemble des programmes, c'est ce que nous disons
dans notre résolution.

Une étude a été réalisée par un professeur de Gand qui a travaillé un
an au Congo, a recueilli un ensemble de témoignages et qui a des
solutions à proposer. Ces solutions sont reprises dans cette résolution
et j'espère que demain, elles seront reprises de manière cohérente
dans des programmes nationaux et internationaux.
uit hun familie en gemeenschap
verstoten. Ze kunnen niet rekenen
op enige echte maatschappelijke
en psychologische ondersteuning.
Morgen worden ten gevolge van
die verkrachtingen duizenden
ongewenste kinderen geboren.
Vandaag hebben zij geen wettelijk
statuut en zijn zij niet erkend.
Verscheurde gezinnen en verlaten
kinderen zullen de hele Congolese
samenleving ontwrichten.

Al levert België reeds talrijke
inspanningen, toch volstaat dat
niet. Men mag zich immers niet
blind staren op de verkiezingen,
men moet het geheel van de
hulpprogramma's ook verder
uitwerken en coördineren. De
resolutie bevat een aantal
voorstellen die in die zin werden
gedaan. Ik hoop dat ze morgen in
de nationale en internationale
programma's worden
overgenomen.
19.05 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Met zo'n 40.000 zijn zij intussen:
verkrachte, vaak verminkte vrouwen en meisjes in Congo. Dat zijn
cijfers die, volgens Amnesty International bijvoorbeeld, hun gelijke niet
kennen in andere conflictgebieden.

Verkrachting als oorlogswapen! Terwijl de wereld zo langzamerhand
verkrachtingen en seksueel geweld catalogiseert als een jammerlijk
maar onvermijdbaar verschijnsel in conflictgebieden, dreigt meteen
ook een zekere onverschilligheid. Want oorlog is oorlog, en is niet
alles fair in love and war? Nee dus, uitdrukkelijk nee! Want, zoals de
indieners van de resolutie geprobeerd hebben aan te tonen zijn de
slachtoffers van dat geweld, voor zover zij niet meteen na de
geweldpleging worden omgebracht, getekend voor het leven.

Ik meen dat diegenen onder ons die vanochtend de persconferentie
hebben bijgewoond niet gauw de beelden zullen vergeten die daar
tentoon werden gespreid. De vrouwen die de gruwel overleven, al dan
niet verminkt, kunnen niet rekenen op veel begrip of medeleven, laat
19.05 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Selon Amnesty International, le
nombre de viols et de mutilations
au Congo n'a jamais eu son pareil
dans d'autres zones de conflit. Un
sentiment d'indifférence risque
pourtant de naître, car "la guerre,
c'est la guerre". Le viol est peu à
peu considéré comme une arme
de guerre. Nous ne pouvons
toutefois pas rester indifférents.
Les victimes de ces atrocités sont
marquées pour la vie. Or, elles ne
peuvent généralement pas
compter sur la compréhension, sur
la compassion, ni sur l'aide
médicale et psychologique. La
violence sexuelle devient en outre
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
86
staan op medische of psychologische hulp.

Maar er is nog meer aan de hand dan de schrijnende situatie in het
strijdgebied. Ook in die gebieden waar er niet direct gevochten wordt,
is seksueel geweld veeleer de norm dan de uitzondering aan het
worden. Dus is het bestempelen van verkrachting als oorlogswapen
wat al te eenvoudig. Wat is het dan, beste collega's, in zogenaamde
vredestijd?

Om aan het probleem een begin van een einde te proberen stellen,
pleiten de indieners van de resolutie vooral voor een voortgezette en
opgedreven steun aan de aanpak van de huidige straffeloosheid.
Zonder de straffeloosheid die op dit moment heerst, kan de vrouw in
Congo ook eigen rechten beginnen opeisen en uitbouwen. Bij dat
proces hoort een solide regeling van de rechten van de kinderen die
zijn voortgekomen uit die verkrachtingen. Om op die domeinen te
kunnen wegen vragen wij onze regering verder bij te dragen tot
ontwikkeling, verbetering, versterking en implementatie van het
Congolese beleid inzake hulpverlening, gezondheidssystemen ­
onder andere gericht op HIV en aids ­ en capaciteitsopbouw.

Ten slotte, vragen wij voldoende aandacht voor de behandeling van
de daders, in het bijzonder de leden van strijdkrachten,
politiediensten, gedemobiliseerde soldaten, of zelfs kindsoldaten. Ik
vraag daarbij, en durf te hopen op een goedkeuring en een zeer
doelmatige opvolging van de resolutie. (Applaus).
également plutôt la règle que
l'exception en dehors de la zone
de conflit proprement dite. S'agit-il
alors également d'une arme de
guerre?

Cette résolution plaide en faveur
d'un soutien continu à la lutte
contre l'impunité et elle réclame
l'élaboration de dispositions pour
régler les droits des enfants issus
de viols. Elle demande ensuite de
soutenir la politique d'aide
congolaise ainsi que la politique de
santé en matière de
contaminations par le virus VIH.
Enfin, nous attirons l'attention sur
l'accompagnement des auteurs
des faits: soldats, ex-soldats,
policiers ou enfants soldats.

J'espère que cette résolution sera
adoptée et ensuite mise en
oeuvre.
19.06 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, chers collègues,
la proposition que nous allons soutenir par un vote positif traite d'une
problématique dramatique, à savoir l'usage du viol lors des conflits
armés. Bien que la proposition ne traite que des violences sexuelles
dont sont victimes les femmes au Congo, je souligne que ce pays
n'est malheureusement pas le seul dans lequel ce fléau existe.

Chaque conflit apporte son lot d'exactions, d'horreurs, de
maltraitances contre les femmes. L'usage du viol lors des conflits
armés poursuit plusieurs buts.

Le premier est de faire régner la terreur auprès des populations afin
de les faire fuir et ainsi, en diminuer la résistance.

Le deuxième est de porter atteinte aux capacités de subsistance des
populations. Dans bon nombre de pays, les tâches essentielles à la
survie d'une communauté sont assurées par des femmes. Leur viol et
la diminution psychologique et physique, voire leur rejet par la
communauté, ont pour conséquence que ces femmes ne peuvent
plus apporter à leur communauté leurs forces vives afin de la faire
survivre.

Le troisième est le plus écoeurant. Le viol est déjà en soi un acte
abject. Néanmoins, certains individus ont réussi à le rendre encore
plus horrible, plus écoeurant. En effet, dans certains conflits, des
hommes qui se savent atteints du virus du sida procèdent à des viols
collectifs et systématiques afin de transmettre le virus à ces femmes
dans le but que celles-ci deviennent vecteurs de la maladie. Dans
cette optique, cette pratique systématique peut être apparentée à une
forme de génocide. Face à ce phénomène ignoble, il convenait de
réagir.
19.06 Josée Lejeune (MR):
Congo is spijtig genoeg niet het
enige land waar vrouwen het
slachtoffer worden van misbruik
naar aanleiding van gewapende
conflicten. Op die manier wil men
terreur zaaien onder de bevolking
met de bedoeling ze op de vlucht
te jagen en wil men hun
voortbestaan in het gedrang
brengen door de vrouwen, die de
drijvende krachten zijn van het
economische leven, te treffen. Het
meest gruwelijke is dat sommige
met aids besmette mannen
collectieve verkrachtingen
organiseren met de bedoeling de
vrouwen te besmetten. Dat kan
gelijk gesteld worden met een
vorm van genocide.

Er moet tegen die
weerzinwekkende praktijken
worden opgetreden en daarom
zullen we dit voorstel van resolutie
goedkeuren.

We dringen aan op meer
psychologische begeleiding voor
de verkrachte vrouwen.
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
87

C'est la raison pour laquelle nous allons soutenir cette proposition de
résolution et demander au gouvernement de faire diligence afin que
ces pratiques cessent et que leurs auteurs soient punis.

Nous insistons également sur le reclassement et la réintégration
psychologique des victimes.

Enfin, afin de lutter de manière globale contre le viol, nous rappelons
également que nous avons déposé une proposition de loi visant à
compléter l'article 137, §2 du Code pénal afin d'intégrer le viol dans la
liste des infractions pouvant être considérées comme terroristes.
Nous espérons évidemment recevoir le même soutien que celui que
nous apportons aujourd'hui.
We herinneren eraan dat we een
wetsvoorstel tot wijziging van
artikel 137, § 2 van het
Strafwetboek hebben ingediend,
dat ertoe strekt verkrachting op te
nemen in de lijst van strafbare
feiten die als daden van terrorisme
kunnen worden aangemerkt. Ik
hoop dat ook dat voorstel op de
nodige steun zal kunnen rekenen.
Le président: La discussion est close.
De bespreking is gesloten.

La proposition de résolution comporte 18 considérations et 12 recommandations.
Het voorstel van resolutie telt 18 consideransen en 12 aanbevelingen.

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.
Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.
20 Prise en considération de propositions
20 Inoverwegingneming van voorstellen

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la
prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is
gevraagd.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je
renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als zijnde aangenomen; overeenkomstig het reglement
worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.

Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.

Je vous propose également de prendre en considération la proposition de résolution de Mmes Brigitte
Wiaux, Zoé Genot, Josée Lejeune, Inga Verhaert et MM. Jean-Jacques Viseur, Mohammed Boukourna et
Dirk Van der Maelen relative à la situation en Ethiopie (n° 2143/1). Elle est renvoyée à la commission des
Relations extérieures.
Ik stel u ook voor in overweging te nemen het voorstel van resolutie van de dames Brigitte Wiaux, Zoé
Genot, Josée Lejeune, Inga Verhaert en de heren Jean-Jacques Viseur, Mohammed Boukourna en Dirk
Van der Maelen over de situatie in Ethiopië (nr. 2143/1). Het wordt aanhangig gemaakt bij de commissie
voor de Buitenlandse Betrekkingen.

Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
88
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
21 Eloges funèbres
21 Rouwhulde

Le président (devant l'assemblée debout)

Nous venons d'apprendre le décès de M. Jean
Picron, secrétaire honoraire de la Chambre des
représentants.

Il siégea à la Chambre de 1961 à 1978 en tant que
député pour le Parti de la Liberté et du Progrès de
l'arrondissement de Tournai ­ Ath ­ Mouscron, et
exerça également les fonctions de secrétaire de
notre Assemblée.

J'ai bien connu Jean Picron et je l'ai beaucoup
apprécié.

J'adresse à sa famille les condoléances de notre
Assemblée.
De voorzitter (voor de staande vergadering)

Wij hebben kennis gekregen van het overlijden van
de heer Jean Picron, eresecretaris van de Kamer
van volksvertegenwoordigers.

De heer Picron was Kamerlid van 1961 tot 1978 als
vertegenwoordiger van de Parti de la Liberté et du
Progrès in het arrondissement Doornik-Aat-
Moeskroen, en bekleedde tevens de functie van
secretaris van onze Assemblee.

Ik heb Jean Picron goed gekend, en ik had veel
waardering voor hem.

Namens onze Assemblee betuig ik zijn familie mijn
innige deelneming.
21.01 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, au nom du
gouvernement, je m'associe aux condoléances.
21.01 Minister Patrick Dewael: In naam van de
regering sluit ik me aan bij deze rouwbetuigingen.
La Chambre observe une minute de silence.
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.

De voorzitter (voor de staande vergadering)

De Kamer heeft het overlijden vernomen van de heer
Achiel Smets, CVP-volksvertegenwoordiger van het
arrondissement Antwerpen van 10 maart 1974 tot
8 november 1981.

Gedurende heel zijn politieke loopbaan heeft hij altijd
bijzondere aandacht gehad voor de hulp aan
bejaarden, zieken en mindervaliden.

Achiel Smets, die ik ook heb gekend, was een
evenwichtig en bezadigd man en bovendien een
minzaam collega die beschikbaar was voor eenieder.

Ook aan zijn familie betuigen wij ons oprecht
medeleven.
Le président (devant l'assemblée debout)

C'est avec une profonde tristesse que nous avons
appris le décès de M. Achiel Smets, qui fut député
CVP de l'arrondissement d'Anvers du 10 mars
1974 au 8 novembre 1981.

Tout au long de sa carrière politique, il a porté une
attention particulière à l'aide aux personnes âgées,
malades et handicapées.

Achiel Smets était une personnalité équilibrée et
pondérée, un collègue affable, tout empreint d'une
grande disponibilité pour son prochain.

Nous présentons nos très sincères condoléances à
sa famille.
21.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de
voorzitter, collega's, namens de regering sluit ik mij
aan bij de woorden van deelneming die werden
uitgesproken naar aanleiding van het overlijden van
de heer Smets.
21.02 Patrick Dewael, ministre: Au nom du
gouvernement, je m'associe aux condoléances.
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
La Chambre observe une minute de silence.
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
89
De voorzitter (voor de staande vergadering)

Met leedwezen heeft onze assemblee tevens kennis
gekregen van het overlijden van de heer Hendrik
Vrebos, ere-eerste voorzitter van het Rekenhof.

De heer Vrebos werd geboren op 14 januari 1914 te
Zaventem en is overleden op 29 november 2005, op
91-jarige leeftijd.

Hij heeft zijn hele carrière opgebouwd bij het
Rekenhof, waar hij in 1936 als verificateur was
begonnen.

In december 1962 werd hij er benoemd tot
raadsheer.

In december 1968 werd hij voorzitter en vervolgens,
in juli 1972, eerste voorzitter van het Rekenhof, en dit
tot zijn rustpensioen op 1 februari 1984. Hij was dus
16 jaar voorzitter of eerste voorzitter van het
Rekenhof.
Le président (devant l'assemblée debout)

Notre assemblée a par ailleurs appris avec profond
regret le décès de M. Hendrik Vrebos, premier
président honoraire de la Cour des comptes.

Né le 14 janvier 1914 à Zaventem, M. Vrebos est
décédé le 29 novembre 2005, à l'âge de 91 ans.


Il a fait toute sa carrière à la Cour des comptes où
il était entré en service en 1936 en qualité de
vérificateur.

Il devint conseiller en décembre 1962.


Il fut nommé président de la Cour des Comptes en
décembre 1968 et premier président en juillet
1972, une fonction qu'il occupa jusqu'à son départ
à la préretraite, le 1
er
février 1984. Il a donc occupé
la fonction de président ou de premier président de
la Cour des Comptes pendant 16 ans.
M. Vrebos a acquis, à la Cour des comptes, la
réputation d'un fonctionnaire doué et intelligent et
s'est ensuite, en tant que membre de la Cour et enfin
en tant que président et premier président, toujours
montré un homme consciencieux et estimé.


Il a ainsi très certainement contribué au rayonnement
de la Cour des comptes au bénéfice de la Chambre.


Au nom de notre Assemblée, j'ai présenté nos
condoléances au premier président de la Cour des
comptes.
De heer Vrebos heeft bij het Rekenhof de reputatie
opgebouwd van een begaafd en intelligent
ambtenaar, en ook later, als lid van het Hof, en
uiteindelijk als voorzitter en eerste voorzitter, heeft
hij zich altijd nauwgezet van zijn taak gekweten en
werd hij zeer gewaardeerd.

Hij heeft aldus zeker bijgedragen aan de goede
naam en faam van het Rekenhof, wat ook de
Kamer ten goede is gekomen.

Namens onze Assemblee heb ik de eerste
voorzitter van het Rekenhof mijn deelneming
betuigd.
21.03 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de
voorzitter, collega's, de regering sluit zich aan bij de
woorden van deelneming naar aanleiding van het
overlijden van eerste voorzitter Vrebos.
21.03 Patrick Dewael, ministre: Au nom du
gouvernement, je m'associe aux condoléances.

De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
La Chambre observe une minute de silence.
Votes nominatifs
Naamstemmingen
22 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Pieter De Crem over "het statuut van
de bedienden van de hypotheekbewaarders" (nr. 721)
22 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Pieter De Crem sur "le statut des
employés des conservateurs des hypothèques" (n° 721)

De voorzitter: Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de
Financiën en de Begroting van 29 november 2005.
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
90
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Finances et du Budget du
29 novembre 2005.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 721/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Pieter De Crem;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Annemie Roppe en de heren Eric Massin, Luk Van
Biesen en Luc Gustin.
Deux motions ont été déposées (MOT n
°
721/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Pieter De Crem;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Annemie Roppe et MM. Eric Massin, Luk Van Biesen
et Luc Gustin.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1)
Ja
87
Oui
Nee
47
Non
Onthoudingen
2
Abstentions
Totaal
136
Total

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

Raison d'abstention?
Reden van onthouding?
22.01 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, j'ai pairé
avec Mme Hilde Claes pour ce vote et les suivants.
22.01 Jean-Jacques Viseur
(cdH): Ik heb voor deze en de
volgende stemmingen een
stemafspraak met mevrouw Hilde
Claes.
22.02 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
stemafspraak met de heer Alain Mathot voor deze en volgende
stemmingen.
22.02 Roel Deseyn (CD&V): J'ai
pairé avec M. Alain Mathot.
23 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Bart Laeremans over "het Handvest
voor het Staatsburgerschap in België" (nr. 650)
23 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Bart Laeremans sur "la Charte de la
citoyenneté en Belgique" (n° 650)

De voorzitter: Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 30 november 2005.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique du 30 novembre 2005.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 650/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bart Laeremans;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Filip Anthuenis, Willy Cortois, Guido De Padt en
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
91
Jean-Claude Maene.
Deux motions ont été déposées (MOT n
°
650/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Bart Laeremans;
- une motion pure et simple a été déposée par MM. Filip Anthuenis, Willy Cortois, Guido De Padt et Jean-
Claude Maene.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2)
Ja
87
Oui
Nee
45
Non
Onthoudingen
2
Abstentions
Totaal
134
Total

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

Ik noteer dat mevrouw Pieters ook aanwezig is bij de stemming.
24 Wetsontwerp betreffende de bijdrage van België aan de achtste wedersamenstelling van de
werkmiddelen van het Aziatische Ontwikkelingsfonds (2029/1)
24 Projet de loi relatif à la contribution de la Belgique à la huitième reconstitution des ressources du
Fonds asiatique de Développement (2029/1)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3)
Ja
119
Oui
Nee
0
Non
Onthoudingen
17
Abstentions
Totaal
136
Total

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2029/3)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Le projet sera transmis au Sénat. (2029/3)
25 Wetsontwerp betreffende de bijdrage van België aan de tiende wedersamenstelling van de
middelen van het Afrikaanse ontwikkelingsfonds (2030/1)
25 Projet de loi relatif à la contribution de la Belgique à la dixième reconstitution des ressources du
Fonds africain de Développement (2030/1)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
92
Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

(Stemming/vote 3)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2030/3)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Le projet sera transmis au Sénat. (2030/3)
26 Amendements et article réservés du projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980, sur l'accès
au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers (1861/1-4)
26 Aangehouden amendementen en artikel van het wetsontwerp tot aanpassing van de wet van
15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen (1861/1-4)

Vote sur l'amendement n° 2 de Nahima Lanjri cs à l'article 2.(1861/2)
Stemming over amendement nr. 2 van Nahima Lanjri cs op artikel 2.(1861/2)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4)
Ja
37
Oui
Nee
91
Non
Onthoudingen
8
Abstentions
Totaal
136
Total

En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.

Vote sur l'amendement n° 6 de Nahima Lanjri cs à l'article 2.(1861/3)
Stemming over amendement nr. 6 van Nahima Lanjri cs op artikel 2.(1861/3)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

(Stemming/vote 4)

En conséquence, l'amendement est rejeté. L'article 2 est adopté.
Bijgevolg is het amendement verworpen. Artikel 2 is aangenomen.

Vote sur l'amendement n° 5 de Nahima Lanjri cs tendant à insérer un article 2bis (n).(1861/2)
Stemming over amendement nr. 5 van Nahima Lanjri cs tot invoeging van een artikel 2bis (n).(1861/2)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

(Stemming/vote 4)

En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
27 Ensemble du projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980, sur l'accès au territoire, le séjour,
l'établissement et l'éloignement des étrangers (1861/1)
27 Geheel van het wetsontwerp tot aanpassing van de wet van 15 december 1980 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (1861/1)
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
93
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5)
Ja
116
Oui
Nee
21
Non
Onthoudingen
0
Abstentions
Totaal
137
Total

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Le projet sera transmis au Sénat. (1861/5)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (1861/5)

Collega's, onmiddellijk na de laatste stemming is er Conferentie van voorzitters in zaal 1.
28 Proposition de résolution relative aux violences sexuelles en République démocratique du Congo
(1943/2)
28 Voorstel van resolutie betreffende seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (1943/2)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6)
Ja
130
Oui
Nee
0
Non
Onthoudingen
2
Abstentions
Totaal
132
Total

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au
gouvernement. (1943/3)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden
gebracht. (1943/3)

Laatste beschouwing, collega's, volgende plenaire vergadering woensdag 14 december om 10.00 uur. U
kent de agenda die voor u ligt. Geen bezwaar? (Nee) Vous connaissez l'agenda qui se trouve devant vous.
Pas d'observation? (Non)

De vergadering is gesloten.
La séance est levée.

De vergadering wordt gesloten om 19.16 uur. Volgende vergadering woensdag 14 december 2005 om
10.00 uur.
La séance est levée à 19.16 heures. Prochaine séance le mercredi 14 décembre 2005 à 10.00 heures.




08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
94
L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 51 PLEN 174 annexe.

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 51 PLEN 174 bijlage.


CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
95
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN

Naamstemming - Vote nominatif: 001

Ja
087
Oui


Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chevalier, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Block,
De Bue, De Clercq, De Coene, De Croo, de Donnea, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De
Permentier, Detiège, Dierickx, Douifi, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Ghenne, Giet, Goris, Gustin,
Harmegnies, Henry, Hove, Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lano,
Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel,
Monfils, Moriau, Muls, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman,
Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van der Maelen, Van Gool, Van
Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Verhaert, Versnick

Nee
047
Non


Annemans, Arens, Bogaert, Bultinck, Claes Dirk, Cocriamont, Colen, Creyf, De Crem, De Groote, De Man,
Depoortere, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Drèze, Genot, Gerkens, Goutry, Govaerts, Goyvaerts,
Kelchtermans, Laeremans, Lanjri, Lavaux, Milquet, Mortelmans, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pieters,
Schoofs, Schryvers, Sevenhans, Tant, Tastenhoye, Van den Bergh, Van den Broeck, Vandeurzen, Van
Parys, Van Rompuy, Van Themsche, Verhaegen, Verherstraeten, Wathelet, Wiaux

Onthoudingen
002
Abstentions


Deseyn, Viseur




Naamstemming - Vote nominatif: 002

Ja
087
Oui


Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chevalier, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Block,
De Bue, De Clercq, De Coene, De Croo, de Donnea, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De
Permentier, Detiège, Dierickx, Douifi, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Ghenne, Giet, Goris, Gustin,
Harmegnies, Henry, Hove, Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lano,
Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel,
Monfils, Moriau, Muls, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman,
Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van der Maelen, Van Gool, Van
Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Verhaert, Versnick
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
96

Nee
045
Non


Annemans, Arens, Bogaert, Bultinck, Claes Dirk, Cocriamont, Colen, Creyf, De Crem, De Groote, De Man,
Depoortere, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Drèze, Genot, Gerkens, Goutry, Govaerts, Goyvaerts,
Kelchtermans, Laeremans, Lanjri, Lavaux, Milquet, Mortelmans, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Schoofs,
Schryvers, Sevenhans, Tant, Tastenhoye, Van den Bergh, Van den Broeck, Vandeurzen, Van Parys, Van
Rompuy, Van Themsche, Verhaegen, Wathelet, Wiaux

Onthoudingen
002
Abstentions


Deseyn, Viseur




Naamstemming - Vote nominatif: 003

Ja
119
Oui


Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bogaert, Bonte,
Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chevalier, Claes Dirk, Collard,
Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Clercq, De Coene, De Crem, De Croo, de Donnea,
De Groote, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Deseyn, Detiège, Devlies, D'hondt,
Dierickx, Douifi, Drèze, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne, Giet, Goris, Goutry,
Gustin, Harmegnies, Henry, Hove, Jiroflée, Kelchtermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert,
Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lavaux, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Malmendier, Marghem,
Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Milquet, Monfils, Moriau, Muls, Muylle, Nagy, Nollet, Pécriaux,
Peeters, Perpète, Pieters, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Schryvers, Storms, Swennen, Taelman, Tant,
Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van den Bergh, Van der Maelen,
Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen,
Verhaert, Verherstraeten, Versnick, Viseur, Wathelet, Wiaux

Nee
000
Non



Onthoudingen
017
Abstentions


Annemans, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Govaerts, Goyvaerts,
Laeremans, Mortelmans, Neel, Schoofs, Sevenhans, Tastenhoye, Van den Broeck, Van Themsche




Naamstemming - Vote nominatif: 004
CRIV 51
PLEN 174
08/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
97

Ja
037
Oui


Annemans, Bogaert, Bultinck, Claes Dirk, Cocriamont, Colen, Creyf, De Crem, De Groote, De Man,
Depoortere, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Goutry, Govaerts, Goyvaerts, Kelchtermans, Laeremans,
Lanjri, Mortelmans, Muylle, Neel, Pieters, Schoofs, Schryvers, Sevenhans, Tant, Tastenhoye, Van den
Bergh, Van den Broeck, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Van Themsche, Verhaegen,
Verherstraeten

Nee
091
Non


Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chevalier, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Block,
De Bue, De Clercq, De Coene, De Croo, de Donnea, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De
Permentier, Detiège, Dierickx, Douifi, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne, Giet,
Goris, Gustin, Harmegnies, Henry, Hove, Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert
Marie-Claire, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur,
Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Muls, Nagy, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pinxten, Roppe,
Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout,
Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Verhaert, Versnick

Onthoudingen
008
Abstentions


Arens, Deseyn, Drèze, Lavaux, Milquet, Viseur, Wathelet, Wiaux




Naamstemming - Vote nominatif: 005

Ja
116
Oui


Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bogaert, Bonte,
Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Dirk,
Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Clercq, De Coene, De Crem, De Croo, de
Donnea, De Groote, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Deseyn, Detiège, Devlies,
D'hondt, Dierickx, Douifi, Drèze, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Ghenne, Giet, Goris, Goutry, Gustin,
Harmegnies, Henry, Hove, Jiroflée, Kelchtermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert
Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lavaux, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Malmendier, Marghem, Marinower,
Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Milquet, Monfils, Moriau, Muls, Muylle, Pécriaux, Peeters, Perpète,
Pieters, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Schryvers, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tommelein, T'Sijen,
Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van den Bergh, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van
Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen, Verhaert, Verherstraeten,
Versnick, Viseur, Wathelet, Wiaux

Nee
021
Non
08/12/2005
CRIV 51
PLEN 174
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
98


Annemans, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Genot, Gerkens, Govaerts,
Goyvaerts, Laeremans, Mortelmans, Nagy, Neel, Nollet, Schoofs, Sevenhans, Tastenhoye, Van den
Broeck, Van Themsche

Onthoudingen
000
Abstentions




Naamstemming - Vote nominatif: 006

Ja
130
Oui


Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bex, Bogaert, Bonte, Borginon,
Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Dirk,
Colen, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Bue, De Clercq, De Coene, De Crem, De Croo, de
Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Depoortere,
Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Douifi, Drèze, Frédéric, Galant, Geerts, Genot,
Gerkens, Ghenne, Giet, Goris, Goutry, Govaerts, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies, Henry, Hove, Jiroflée,
Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano,
Lavaux, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus,
Michel, Milquet, Monfils, Moriau, Mortelmans, Muls, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète,
Pieters, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Schoofs, Schryvers, Sevenhans, Storms, Swennen, Tant, Tommelein,
T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van den Bergh, Van den Broeck, Van der Maelen,
Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van
Themsche, Verhaegen, Verhaert, Verherstraeten, Versnick, Viseur, Wathelet, Wiaux

Nee
000
Non



Onthoudingen
002
Abstentions


Cocriamont, Tastenhoye