CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 157
CRIV 51 PLEN 157
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
jeudi
donderdag
14-07-2005
14-07-2005
Soir
Avond
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
PROJETS ET PROPOSITIONS
1
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
1
Projet de loi modifiant la législation relative à la
protection de la jeunesse et à la prise en charge
des mineurs ayant commis un fait qualifié
infraction (1467/1-15)
1
Wetsontwerp tot wijziging van de wetgeving
betreffende de jeugdbescherming en het ten laste
nemen van minderjarigen die een als misdrijf
omschreven feit hebben gepleegd (1467/1-15)
1
- Proposition de loi modifiant la loi du 8 avril 1965
relative à la protection de la jeunesse (99/1-2)
1
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming
(99/1-2)
1
- Proposition de loi modifiant la loi du 8 avril 1965
relative à la protection de la jeunesse (100/1-2)
1
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming
(100/1-2)
1
- Proposition de loi modifiant la loi du 8 avril 1965
relative à la protection de la jeunesse (288/1-2)
1
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming
(288/1-2)
1
- Proposition de loi modifiant la loi du 8 avril 1965
relative à la protection de la jeunesse en ce qui
concerne le placement des mineurs (452/1-2)
1
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming,
wat de plaatsing van minderjarigen betreft (452/1-
2)
1
- Proposition de loi modifiant la loi du 8 avril 1965
relative à la protection de la jeunesse en vue de
l'instauration d'un modèle de type sanctionnel
(1552/1-2)
1
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming,
met het oog op de introductie van een
sanctiemodel (1552/1-2)
1
Reprise de la discussion générale
2
Hervatting van de algemene bespreking
2
Orateurs: Jean-Claude Maene, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice, Bart Laeremans, Talbia
Belhouari, Claude Marinower, Servais
Verherstraeten, Tony Van Parys, Alain
Courtois, Annelies Storms, Muriel Gerkens
Sprekers: Jean-Claude Maene, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie, Bart Laeremans, Talbia Belhouari,
Claude Marinower, Servais Verherstraeten,
Tony Van Parys, Alain Courtois, Annelies
Storms, Muriel Gerkens
Discussion des articles
34
Bespreking van de artikelen
34
Projet de loi portant assentiment au Deuxième
Protocole relatif à la Convention de La Haye de
1954 pour la protection des biens culturels en cas
de conflit armé, fait à La Haye le 26 mars 1999
(1930/1)
35
Wetsontwerp houdende instemming met het
Tweede Protocol inzake het Verdrag van 's-
Gravenhage van 1954 inzake de bescherming
van culturele goederen in geval van een
gewapend conflict, gedaan te 's-Gravenhage op
26 maart 1999 (1930/1)
35
Discussion générale
35
Algemene bespreking
35
Discussion des articles
36
Bespreking van de artikelen
36
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
l'Union économique belgo-luxembourgeoise et la
République islamique du Pakistan concernant
l'encouragement et la protection réciproques des
investissements, signé à Bruxelles le
23 avril 1998 (1931/1)
36
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie en de Islamitische Republiek
Pakistan inzake de wederzijdse bevordering en
bescherming van investeringen, ondertekend te
Brussel op 23 april 1998 (1931/1)
36
Discussion générale
36
Algemene bespreking
36
Discussion des articles
36
Bespreking van de artikelen
36
Projet de loi portant assentiment à la Convention
entre le Royaume de Belgique et l'Organisation
du Traité de l'Atlantique Nord relative à la
concession à l'Organisation du Traité de
l'Atlantique Nord d'un terrain en vue de
l'extension, la réadaptation et la transformation du
siège permanent de cette Organisation, signée à
Bruxelles le 5 ocotbre 2000 (1932/1)
37
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
betreffende de concessie aan de Noord-
Atlantische Verdragsorganisatie van een terrein
voor de uitbreiding, de aanpassing en de
verbouwing van de permanente Zetel van deze
Organisatie, ondertekend te Brussel op
5 oktober 2000 (1932/1)
37
Discussion générale
37
Algemene bespreking
37
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Discussion des articles
37
Bespreking van de artikelen
37
Projet de loi portant assentiment à la Convention
entre le Royaume de Belgique et l'Organisation
du Traité de l'Atlantique Nord relative à la
concession à l'Organisation du Traité de
l'Atlantique Nord d'un terrain en vue de l'extension
et l'implantation des nouvelles infrastructures du
Siège permanent de cette Organisation, signée à
Prague le 21 novembre 2002 (1933/1)
37
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
betreffende de concessie aan de Noord-
Atlantische Verdragsorganisatie van een terrein
voor de uitbetaling en de inplanting van de nieuwe
infrastructuur van de permanente Zetel van deze
Organisatie, ondertekend te Praag op
21 november 2002 (1933/1)
37
Discussion générale
37
Algemene bespreking
38
Discussion des articles
38
Bespreking van de artikelen
38
Orateur: Pieter De Crem, président du groupe
CD&V
Spreker: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie
Projet de loi portant assentiment à la Convention
entre le Royaume de Belgique et la République
hellénique tendant à éviter les doubles
impositions et à prévenir l'évasion fiscale en
matière d'impôts sur le revenu, signée à Athènes
le 25 mai 2004 (1934/1)
38
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Helleense Republiek tot het vermijden van
dubbele belasting en tot het voorkomen van het
ontgaan van belasting inzake belastingen naar
het inkomen, ondertekend te Athene op
25 mei 2004 (1934/1)
38
Discussion générale
38
Algemene bespreking
38
Discussion des articles
38
Bespreking van de artikelen
39
Prise en considération de propositions
39
Inoverwegingneming van voorstellen
39
VOTES NOMINATIFS
40
NAAMSTEMMINGEN
40
Motions déposées en conclusion des
interpellations de:
40
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties
van:
40
- M. Ortwin Depoortere sur "les émetteurs
francophones qui perturbent la diffusion de
certains programmes en Flandre et sur le projet
d'arrêté royal qui officialisera cette situation"
(n° 633)
40
- de heer Ortwin Depoortere over "Franstalige
stoorzenders in Vlaanderen en uw ontwerp-KB die
dat bestendigt" (nr. 633)
40
- M. Mark Verhaegen sur "la police des ondes et
la mise en conformité des émetteurs qui
perturbent la diffusion de certains programmes"
(n° 634)
40
- de heer Mark Verhaegen over "de etherpolitie en
de regulering van de stoorzenders" (nr. 634)
40
Orateurs:
Ortwin Depoortere, Mark
Verhaegen, Joseph Arens, Trees Pieters,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers:
Ortwin Depoortere, Mark
Verhaegen, Joseph Arens, Trees Pieters,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Projet de loi modifiant la loi du 8 avril 1965
relative à la protection de la jeunesse, l'article 606
du Code d'instruction criminelle et les articles 12
et 30 du Code pénal (nouvel intitulé) (1467/14)
42
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 8 april
1965 betreffende de jeugdbescherming, van
artikel 606 van het Wetboek van strafvordering en
van de artikelen 12 en 30 van het Strafwetboek
(nieuw opschrift) (1467/14)
42
Orateurs: Marie Nagy, Hans Bonte
Sprekers: Marie Nagy, Hans Bonte
Projet de loi modifiant la législation relative à la
protection de la jeunesse et à la prise en charge
des mineurs ayant commis un fait qualifié
infraction (1467/13)
43
Wetsontwerp tot wijziging van de wetgeving
betreffende de jeugdbescherming en het ten laste
nemen van minderjarigen die een als misdrijf
omschreven feit hebben gepleegd (1467/13)
43
Orateur: Carl Devlies
Spreker: Carl Devlies
SCRUTIN
44
GEHEIME STEMMING
44
Nomination des médiateurs fédéraux
44
Benoeming van de federale ombudsmannen
44
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Muriel Gerkens, Daniel
Bacquelaine, président du groupe MR, Gerolf
Annemans, président du groupe Vlaams
Belang, Melchior Wathelet, président du
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Muriel Gerkens, Daniel
Bacquelaine, voorzitter van de MR-fractie,
Gerolf Annemans, voorzitter van de Vlaams
Belang-fractie, Melchior Wathelet, voorzitter
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
groupe cdH, Servais Verherstraeten
van de cdH-fractie, Servais Verherstraeten
Allocution du président
48
Toespraak van de voorzitter
48
Orateurs: Herman De Croo, président,
Hendrik Daems, président du groupe VLD,
Paul Tant
Sprekers: Herman De Croo, voorzitter,
Hendrik Daems, voorzitter van de VLD-
fractie, Paul Tant
VOTES NOMINATIFS (CONTINUATION)
51
NAAMSTEMMINGEN (VOORTZETTING)
51
Projet de loi portant assentiment au Deuxième
Protocole relatif à la Convention de La Haye de
1954 pour la protection des biens culturels en cas
de conflit armé, fait à La Haye le 26 mars 1999
(1930/1)
51
Wetsontwerp houdende instemming met het
Tweede Protocol inzake het Verdrag van 's-
Gravenhage van 1954 inzake de bescherming
van culturele goederen in geval van een
gewapend conflict, gedaan te 's-Gravenhage op
26 maart 1999 (1930/1)
51
Orateur: Olivier Chastel
Spreker: Olivier Chastel
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
l'Union économique belgo-luxembourgeoise et la
République islamique du Pakistan concernant
l'encouragement et la protection réciproques des
investissements, signé à Bruxelles le 23 avril
1998 (1931/1)
51
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie en de Islamitische Republiek
Pakistan inzake de wederzijdse bevordering en
bescherming van investeringen, ondertekend te
Brussel op 23 april 1998 (1931/1)
51
Orateur: Marie Nagy
Spreker: Marie Nagy
Projet de loi portant assentiment à la Convention
entre le Royaume de Belgique et l'Organisation
du Traité de l'Atlantique Nord relative à la
concession à l'Organisation du Traité de
l'Atlantique Nord d'un terrain en vue de
l'extension, la réadaptation et la transformation du
siège permanent de cette Organisation, signée à
Bruxelles le 5 octobre 2000 (1932/1)
52
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
betreffende de concessie aan de Noord-
Atlantische Verdragsorganisatie van een terrein
voor de uitbreiding, de aanpassing en de
verbouwing van de permanente Zetel van deze
Organisatie, ondertekend te Brussel op 5 oktober
2000 (1932/1)
52
Projet de loi portant assentiment à la Convention
entre le Royaume de Belgique et l'Organisation
du Traité de l'Atlantique Nord relative à la
concession à l'Organisation du Traité de
l'Atlantique Nord d'un terrain en vue de l'extension
et l'implantation des nouvelles infrastructures du
Siège permanent de cette Organisation, signée à
Prague le 21 novembre 2002 (1933/1)
52
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
betreffende de concessie aan de Noord-
Atlantische Verdragsorganisatie van een terrein
voor de uitbetaling en de inplanting van de nieuwe
infrastructuur van de permanente Zetel van deze
Organisatie, ondertekend te Praag op 21
november 2002 (1933/1)
52
Projet de loi portant assentiment à la Convention
entre le Royaume de Belgique et la République
hellénique tendant à éviter les doubles
impositions et à prévenir l'évasion fiscale en
matière d'impôts sur le revenu, signée à Athènes
le 25 mai 2004 (1934/1)
53
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Helleense Republiek tot het vermijden van
dubbele belasting en tot het voorkomen van het
ontgaan van belasting inzake belastingen naar
het inkomen, ondertekend te Athene op 25 mei
2004 (1934/1)
53
SCRUTIN (CONTINUATION)
53
GEHEIME STEMMING (VOORTZETTING)
53
Nomination d'un médiateur fédéral/d'une
médiatrice fédérale (F) Résultat du scrutin
53
Benoeming van een federale
ombudsman/ombudsvrouw (F) Uitslag van de
stemming
53
Nomination d'un médiateur fédéral (N) Résultat
du scrutin
53
Benoeming van een federale ombudsman (N)
Uitslag van de stemming
53
Orateurs: Hendrik Daems, président du
groupe VLD, Gerolf Annemans, président du
groupe Vlaams Belang, Pieter De Crem,
président du groupe CD&V
Sprekers: Hendrik Daems, voorzitter van de
VLD-fractie, Gerolf Annemans, voorzitter van
de Vlaams Belang-fractie, Pieter De Crem,
voorzitter van de CD&V-fractie
ANNEXE
57
BIJLAGE
57
DÉTAIL DES VOTES NOMINATIFS
57
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
57
CHAMBRE
60
KAMER
60
P
ROPOSITIONS
60
V
OORSTELLEN
60
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
P
RISE EN CONSIDERATION
60
I
NOVERWEGINGNEMING
60
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SEANCE PLENIERE
PLENUMVERGADERING
du
JEUDI
14
JUILLET
2005
Soir
______
van
DONDERDAG
14
JULI
2005
Avond
______
La séance est ouverte à 19.50 heures par M. Jean-Marc Delizée, premier vice-président.
De vergadering wordt geopend om 19.50 uur door de heer Jean-Marc Delizée, eerste ondervoorzitter.
Ministre du gouvernement fédéral présente lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Laurette Onkelinx.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Excusés
Berichten van verhindering
Stijn Bex, Daniel Ducarme, Pierre Lano, Frieda Van Themsche, pour raisons de santé / wegens ziekte;
Pierrette Cahay-André, Elio Di Rupo, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;
Stef Goris, François-Xavier de Donnea, en mission à l'étranger / met zending buitenlands;
Marie-Christine Marghem, Alain Mathot, pour raisons familiales / familieaangelegenheden.
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
01 Projet de loi modifiant la législation relative à la protection de la jeunesse et à la prise en charge
des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction (1467/1-15)
- Proposition de loi modifiant la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse (99/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse (100/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse (288/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse en ce qui
concerne le placement des mineurs (452/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse en vue de
l'instauration d'un modèle de type sanctionnel (1552/1-2)
01 Wetsontwerp tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste
nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd (1467/1-15)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming (99/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming (100/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming (288/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, wat de
plaatsing van minderjarigen betreft (452/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, met het oog
op de introductie van een sanctiemodel (1552/1-2)
Reprise de la discussion générale
Hervatting van de algemene bespreking
La discussion générale est reprise.
De algemene bespreking is hervat.
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
01.01 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, madame la
ministre, chers collègues, il est inutile de souligner l'importance du
projet de loi à l'examen. Il doit nous permettre de répondre c'est un
véritable enjeu de société au problème de la délinquance juvénile
en 2005 et pour l'avenir.
Cela doit se faire dans un cadre qui n'exclut pas, qui doit permettre à
un certain nombre de jeunes qui disjonctent à un certain moment, de
pouvoir reprendre pied dans notre société.
En cette matière, mon groupe estime qu'il faut pouvoir agir sans
laxisme.
La délinquance juvénile mérite effectivement des réponses
dépourvues d'angélisme. En la matière, il faut faire preuve de rigueur.
Nous ne devons pas non plus faire preuve de crédulité face aux
appels de ceux qui véhiculent des messages catastrophiques à des
fins souvent douteuses.
Oui, il existe un problème de délinquance juvénile. Non, il n'y a pas
lieu de laisser croire que l'unique réponse est la répression ou la
sanction, monsieur Van Parys, ou que les autorités compétentes sont
totalement dépourvues de tout moyen de lutte efficace.
Oui, il est nécessaire de moderniser la loi relative à la protection de la
jeunesse. Oui, il est nécessaire d'apporter une réponse adéquate à
l'évolution de la délinquance juvénile.
Je voudrais rappeler ici un élément essentiel que certains feignent
parfois d'ignorer. La loi de 1965, même après 40 ans, même si elle a
été parfois critiquée, a souvent été citée en modèle partout en
Europe, voire au-delà des océans. En effet, le Canada s'est
longuement penché sur ce texte de référence en matière de réponse
aux problèmes de la jeunesse.
Je rappelle également que cette loi a permis la communautarisation
des compétences, suite aux lois de réformes institutionnelles de 1980
et 1988. En effet, depuis, la matière de la protection de la jeunesse a
été communautarisée à l'exception et c'est ce pour quoi nous nous
réunissons ce soir des mesures prises à l'égard des jeunes ayant
commis un fait qualifié d'infraction, qui restent de la compétence
fédérale. L'organisation de l'encadrement des mesures relève donc
de la compétence des Communautés.
C'est ainsi qu'au travers de cette mise en oeuvre de dispositifs
différents au niveau des Communautés, on a pu assister à
l'émergence d'un certain nombre de nouvelles initiatives
d'encadrement des jeunes.
Je pense notamment aux premiers services de mesures réparatrices
qui ont été créés en 1984 en Communauté française. J'aurais
souhaité que M. Monfils soit présent parmi nous pour lui rappeler qu'il
fut à la base de leur création.
Nous devons également prendre acte de la volonté de certains de
refédéraliser l'ensemble de la matière. En tout cas, la presse a fait
état du fait que telle était la volonté notamment de M. Wathelet.
01.01 Jean-Claude Maene (PS):
Deze wet is van groot maatschap-
pelijk belang. Daarom is de PS
van mening dat we ons niet al te
inschikkelijk mogen tonen, maar
ook dat we er niet mogen van
uitgaan dat repressie of bestraffing
de enige efficiënte antwoorden
zijn.
De wet van 1965 is weliswaar aan
een opknapbeurt toe, maar heeft
vele landen tot model gediend.
Dankzij die wet konden de
bevoegdheden op het vlak van de
jeugdbescherming in het kader
van de wetten van 1980 en 1988
tot hervorming der instellingen
worden gecommunautariseerd. Er
zijn wel enkele uitzonderingen,
zoals de jongeren die een als
misdrijf omschreven feit hebben
begaan. De opvang van die
jongeren is nog steeds een
federale bevoegdheid. Door die
communautarisering konden
Vlaanderen en Wallonië elk apart
nieuwe initiatieven nemen.
Ik stel vast dat sommigen,
waaronder de leden van de cdH,
deze materie willen herfederali-
seren. Anderen, zoals de CD&V,
willen de regionalisering daaren-
tegen nog verder doordrijven.
De PS-fractie herbevestigt haar
steun aan het beschermings-
systeem, dat met de jongere in zijn
totaliteit rekening houdt en, in
tegenstelling tot wat sommigen
beweren, zijn nut ruimschoots
heeft bewezen. Ik begrijp de
redeneringen niet waarbij men het
sanctiemodel aan de verregaande
bescherming denkt te kunnen
koppelen.
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Je constate la forte divergence d'approche entre le CD&V et le cdH
puisque les uns nous parlent de régionalisation de la compétence
alors que le cdH parle lui de la refédéraliser. On ne manque pas de
s'inquiéter et de s'étonner de cette évolution particulière.
Plus fondamentalement, le groupe PS réaffirme son attachement au
système protectionnel qui intègre l'aide à la jeunesse, à savoir la prise
en compte du jeune dans sa globalité, en ce compris les aspects
familiaux et la protection de la jeunesse.
Donc, je suis un peu surpris comme je l'ai déjà signalé auparavant
lorsque j'entends que certains prônent des modèles sanctionnels tout
en maintenant une approche qui est hautement protectionnelle. Il y a
une ambiguïté ou, en tout cas, un manque de perception des réalités
de terrain dans les discours des uns et des autres.
L'approche de la délinquance juvénile que nous défendons a
largement fait ses preuves et continue à les faire, contrairement à ce
que prétendent les tenants d'un système fondé uniquement sur la
réaction à l'acte. Je pense que ce groupe de tenants se réduit de plus
en plus. En tout cas, j'ai entendu M. Van Parys dire qu'il fallait tenir
compte de la réalité de l'environnement du jeune. Je pense que c'est
encourageant. Je suis persuadé que nous ne sommes pas tellement
distants sur l'approche qu'il faut avoir par rapport à la délinquance
juvénile.
01.02 Laurette Onkelinx, ministre: Face aux réponses que vous
apportez à M. Van Parys, je trouve dommage que le CD&V ne soit
pas représenté alors que s'exprime à la tribune un homme qui,
professionnellement, provient justement du secteur de la jeunesse et
qui sait par conséquent de quoi il parle.
01.02 Minister Laurette
Onkelinx: Ik vind het jammer dat
geen enkele vertegenwoordiger
van de CD&V in het halfrond
aanwezig is nu deze spreker het
woord voert. Hij is in de sector van
de jeugdbijstand actief en spreekt
dus met kennis van zaken.
Le président: Ils pourront lire les comptes rendus intégraux, madame la ministre.
01.03 Jean-Claude Maene (PS): Nous attendons toujours des
tenants du système répressif ou sanctionnel qu'ils nous fassent la
démonstration de la pertinence de ce système.
A notre connaissance, les pays démocratiques les plus répressifs en
matière de délinquance juvénile n'ont pas des statistiques très
favorables à présenter. Je prendrai l'exemple des Etats-Unis, on
pourrait parler de la Russie également, ce sont des modèles
ultrarépressifs. Lorsque l'on voit le taux de délinquance juvénile, on
aurait peur d'appliquer de tels systèmes. Par contre, le système que
nous utilisons et que nous préconisons continue à produire ses effets.
Monsieur Van Parys, vous l'avez très bien dit dans votre intervention
puisque vous ne parvenez à justifier un modèle répressif que pour les
jeunes persistant dans la délinquance.
Pour les autres, faut-il un modèle sanctionnel, alors que c'est de la
primodélinquance en général? Dans 90 à 95% des situations prises
en charge par les deux Communautés, on arrive à de bons résultats.
Vous dites que tout cela est mauvais et qu'il faut faire autre chose, de
la répression. Excusez-moi, monsieur Van Parys, mais vous ne
01.03 Jean-Claude Maene (PS):
Het systeem waarbij op een
strafbaar feit uitsluitend een
strafreactie volgt, heeft zijn
relevantie nog niet bewezen. De
meest repressieve democratieën,
zoals bijvoorbeeld de Verenigde
Staten en Rusland, lijken
bovendien de hoogste graad van
jeugdcriminaliteit te kennen. Al
moet ons model worden
aangepast, het blijft in ieder geval
relevant.
De heer Van Parys kan zijn
repressieve model alleen recht-
vaardigen voor jongeren die in de
boosheid volharden. Maar wat met
de anderen?
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
parvenez pas à me convaincre. Je trouve que vos arguments ne sont
pas pertinents.
Les réponses que notre société doit apporter aux faits de délinquance
commis par un mineur doivent être éducatives, préventives, rapides et
efficaces, quelle que soit la situation rencontrée par le jeune. Le
système que nous défendons s'intéresse davantage à la personnalité
du jeune en détresse qu'à l'acte commis.
Ces deux aspects ne sont pas nécessairement antinomiques et il peut
être donné une préférence à l'une ou à l'autre de ces approches.
C'est une des nouveautés du texte et, en tout cas, de ce que les
magistrats pourront faire à l'avenir.
Je ne passerai pas en revue l'ensemble des dispositions du projet.
Nous avons eu un excellent exposé introductif et un très bon rapport
de Mme Claes. Elle nous a rappelé les débats que nous avons eus en
commission, notamment les auditions, qui étaient particulièrement
enrichissants.
Je m'attarderai quelques instants sur les deux principes
fondamentaux qui sont les deux fils rouges du projet.
Il y a d'abord la diversification des mesures. A tous les stades de la
procédure, nous disposerons à l'avenir d'un éventail de mesures
susceptibles d'être appliquées au mineur ayant commis un fait qualifié
d'infraction. Ce nouveau panel de mesures permet une réaction
rapide et ciblée au comportement du jeune. On sait combien la
rapidité est importante. A ce sujet, je pense que tout le monde pourra
s'entendre ce soir. Il est important que nous donnions au magistrat la
possibilité de répondre rapidement sans devoir remettre l'examen des
situations à plusieurs mois. On ne peut qu'insister pour que tout soit
fait pour une prise en charge rapide de l'ensemble des situations. Il
s'agit donc d'une avancée significative par rapport aux dispositions
actuellement en vigueur, qui aura inévitablement des répercussions
sur le nombre de dessaisissements sur lequel je reviendrai par la
suite.
Il y a ensuite une autre série de dispositions visant à favoriser
l'objectivation des décisions du tribunal et l'octroi des garanties
juridiques. Je ne vais pas répéter ce que d'autres ont dit ce soir. Je
pense que la motivation des décisions est un facteur important et plus
spécialement lorsque l'on parle de placement dans une institution
publique de protection de la jeunesse à régime ouvert et fermé.
Je voudrais rappeler, une fois de plus, que ce sont de véritables
sanctions. Il faut prendre le temps de se rendre dans une institution
publique de protection de la jeunesse et pas seulement dans le cadre
des visites parlementaires. Il faut éventuellement s'y rendre la nuit et
ce à quoi on assiste, ce n'est pas une colonie de vacances! Que du
contraire! On y entend de la souffrance! On y entend des pleurs!
J'aime autant vous dire qu'il n'est pas gai pour des jeunes d'être
enfermés de 10 heures du soir à 7 heures du matin entre quatre
murs. Aussi, lorsqu'on vient dire à la tribune que nous n'avons pas de
réponse de type sanctionnel, je dois dire qu'à mes yeux, ce n'est rien
d'autre qu'une méconnaissance totale du terrain.
Un autre objectif important qui me semble devoir être mis en exergue
Uw repressieve aanpak kan mij
dus niet overtuigen.
De antwoorden die moeten
worden aangereikt op het
delinquent gedrag van minder-
jarigen moeten educatief,
preventief, snel en doeltreffend
zijn. Men moet daarbij meer oog
hebben voor de situatie van de
minderjarige dan voor het
gepleegde feit.
Mevrouw Claes heeft op een
uitstekende manier verslag
uitgebracht over de diverse
bepalingen van het ontwerp en ik
zal daar dus niet op terugkomen.
Ik wil nog enkele opmerkingen
formuleren over de twee
krachtlijnen van het ontwerp.
Ten eerste is er de diversificatie
van de maatregelen. In alle stadia
van de procedure beschikken wij
over een waaier van maatregelen
ten aanzien van de minderjarige
die een misdrijf heeft begaan. Men
moet de magistraat in staat stellen
snel en doeltreffend op het gedrag
van de jongere te reageren. Het
betreft dus een grote stap
voorwaarts in vergelijking met de
huidige bepalingen, die ook
gevolgen zal hebben voor de wijze
van uithandengeving.
Er zijn ook maatregelen die de
objectivering van de beslissingen
en de toekenning van de juridische
garanties bevorderen. De
motivering is met name belangrijk,
in het bijzonder wanneer er sprake
is van een plaatsing in de instelling
voor jeugdbescherming.
Ik wijs erop dat het hier om echte
sancties gaat, die ook als zodanig
ervaren worden. Wie het
tegendeel beweert, weet niets af
van hoe het er in de praktijk aan
toegaat.
Een andere belangrijke
doelstelling is een grotere
responsabilisering van alle
betrokken partijen. Na de
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
est le souci de responsabiliser davantage l'ensemble des personnes
concernées par l'acte commis par le jeune. Ainsi, la réforme
permettra au mineur d'être responsabilisé par rapport aux faits
commis en présentant au juge de la jeunesse un projet écrit visant à
organiser des mesures. C'est une nouveauté dans le texte, en ce
sens que le jeune et sa famille doivent être en mesure de présenter
eux-mêmes un projet devant le magistrat, quitte à ce que ce dernier
refuse ces mesures au profit d'autres décisions. Voilà qui rencontre
pleinement cet objectif de responsabilisation. Tous ceux qui m'ont
précédé ce soir à la tribune estiment effectivement important de
responsabiliser les jeunes. Là aussi, le texte apporte une réponse.
Dans le même sens, le projet entend octroyer des droits et des
devoirs supplémentaires aux parents en les responsabilisant
davantage. Dorénavant, la présence des parents, dès le stade
provisoire, sera obligatoire. Je pense également qu'il s'agit d'une
évolution positive.
A côté de ces mesures octroyant des droits supplémentaires aux
parents, certaines pourront être prises à l'égard des parents
démissionnaires qui manifestent un désintérêt caractérisé à l'égard de
leurs enfants. En effet, nous pouvons aisément convenir que, dans
certains cas, ces parents, par leur absence de réaction, détériorent
encore plus la situation de leurs enfants. Vous savez, madame la
ministre, combien j'ai été excessivement réticent par rapport à cette
mesure visant à éduquer ou former des parents. Mais au travers de
nos différents débats en commission, vous m'avez convaincu que
cela pouvait se révéler être une bonne mesure dans un certain
nombre de situations.
Il convient de mettre en avant les possibilités de médiation qui sont
généralisées et la possibilité d'ordonner des mesures de réparation.
Ces dispositions confèrent à l'intervention du juge des effets
manifestement positifs. Le jeune, en tout cas, prend une fois de plus
une responsabilité par rapport à l'acte commis. L'objectif est de
provoquer chez lui une prise de conscience, quitte à ce que par la
suite, il puisse effectivement indemniser la victime. A nouveau, le fil
conducteur est bien tracé: responsabilité du jeune, prise de
conscience.
Par ailleurs, en légalisant certaines pratiques prétoriennes,
notamment les mesures réparatrices, le projet apporte toute la
sécurité juridique voulue ainsi que la réponse que la société est en
droit d'attendre.
Vous savez combien j'étais attaché à cette possibilité. Je pense que
la réponse sera la plus rapide si, dès le départ, le procureur, qui a
connaissance du délit, peut évaluer la capacité du jeune à entrer dans
une médiation ou dans un autre projet éducatif au travers d'une
première mesure qui est une mesure réparatrice d'une trentaine
d'heures. Cela permet une prise de conscience chez le jeune et tout
un travail des services sociaux autour de lui, de manière telle que l'on
puisse interrompre directement la mesure ou en envisager d'autres.
Je souhaite également souligner la mesure prévoyant la création d'un
magistrat de liaison, ce qui répond à un véritable besoin dans la
pratique et permettra une meilleure coordination entre collègues.
hervorming zullen de minderjarige
en zijn familie de rechter een
schriftelijk plan kunnen voorleggen
om maatregelen te organiseren.
Dat is alvast een stap in de richting
van die responsabilisering.
Het ontwerp strekt er ook toe de
ouders meer rechten en plichten te
geven. Reeds in het voorlopige
stadium zal de aanwezigheid van
de ouders vereist zijn, en tegen
ouders die zich aan hun
verplichtingen onttrekken of hun
kinderen aan hun lot overlaten,
zullen maatregelen getroffen
kunnen worden. Ik stond zeer
weigerachtig tegenover die
maatregel waarmee men de
ouders wil "opvoeden" of
"vormen", maar onze debatten in
de commissie hebben mij
overtuigd.
Bemiddeling en de mogelijkheid
om herstelmaatregelen op te
leggen moeten algemeen
ingevoerd worden. Bedoeling is
dat de jongere zich bewust wordt
van wat hij gedaan heeft, en zelfs
dat hij de kans krijgt het slachtoffer
schadeloos te stellen.
Het ontwerp geeft een wettelijke
grondslag aan de herstelmaat-
regelen, biedt bovendien de
gewenste rechtszekerheid en reikt
het antwoord aan dat de
samenleving terecht verwachtte.
Dat antwoord zal er des te sneller
komen wanneer de procureur van
bij aanvang via een eerste
herstelmaatregel kan nagaan of de
jongere geschikt is voor een
bemiddeling of een ander
opvoedend project. Aldus kan bij
de jongere een bewustwordings-
proces op gang komen en kunnen
de sociale diensten hun rol spelen
en desgevallend de maatregel
onderbreken of een andere
maatregel voorstellen.
Belangrijk is ook dat er een
verbindingsmagistraat komt, die
kan zorgen voor een optimaler
bezetting in de instellingen voor
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
On peut se demander comment certains juges parviennent à avoir
des places dans des institutions publiques de protection de la
jeunesse alors que d'autres n'obtiennent en permanence pour seule
réponse que tout est complet. En fait, cette réponse dépend des
bonnes relations que ce magistrat a avec l'une ou l'autre institution.
Que va faire le magistrat de liaison? Il sera l'interlocuteur entre les
institutions et les autres magistrats. Cela permettra peut-être
d'organiser une meilleure tournante dans l'occupation des places en
IPPJ à régime fermé ou dans d'autres institutions s'adressant aux
délinquants, qu'elles soient publiques ou privées. Cela permettra
peut-être aussi à terme d'unifier les pratiques en matière de
placement dans l'ensemble des arrondissements, ces pratiques étant
actuellement différentes. Il y a là un travail intéressant et un projet
novateur à développer. Cette coordination fera en sorte que les
magistrats de la jeunesse auront une voie unique et les débarrassera
de l'énorme problème qui consiste à trouver le service adéquat pour
prendre en charge les jeunes. Ils auront ainsi plus de temps pour
traiter les situations individuelles puisque, faut-il le rappeler, ils seront
déchargés du problème que représente le fait de savoir quelle suite
sera donnée à la mesure qu'ils viennent de prendre.
Il reste une question que je souhaite aborder, c'est la critique qui est
formulée par certains à l'encontre du maintien de l'activité d'intérêt
général à titre provisoire, qui a été limitée à 30 heures. Certains ne
demandaient pas que l'on puisse le faire dans le cadre de mesures
provisoires. Je pense que ce sera l'occasion d'agir rapidement et de
retirer l'étiquette de "délinquant" que portent sur le front les
primodélinquants qui peuvent très vite se complaire dans ce titre et
entrer dans un système de délinquance de groupe. Si on leur retire
rapidement cette étiquette, puisqu'ils ont accompli la mesure de 15 à
30 heures, on progressera beaucoup plus vite dans l'approche des
situations individuelles.
Nous partageons pleinement les propos tenus par Paul Martens qui
disait, lors d'un colloque consacré à la jeunesse, que "l'intrusion du
droit n'est pas toujours bénéfique où l'on voit condamner la pratique
des travaux d'intérêt général en cours de procédure, au nom de la
présomption d'innocence.
Il n'est pas question de nier qu'il existe un épineux problème juridique.
Mais il serait désolant de ne pas pouvoir le résoudre: comment
expliquer, à l'extérieur du monde juridique, qu'un des principes qui est
au coeur de l'humanisme juridique s'oppose à une pratique qui sert le
même idéal sans qu'une conciliation puisse leur être trouvée?"
Je dirai à présent quelques mots à propos du dessaisissement.
Nous sommes tous d'accord: personne n'est favorable au
dessaisissement. Personne n'y est favorable, mais il se justifie
pleinement dès lors qu'on développe un dispositif au sein duquel la
générosité prévaut.
On part d'une approche positive du jeune et au moment où,
effectivement, une petite minorité monsieur Van Parys, vous
appeliez cela les jeunes persistant met en échec le système
généreux que la société organise, il faut accepter, peut-être à
contrecoeur, qu'il est indispensable de maintenir la possibilité de
delinquente jongeren, en die op
termijn de uiteenlopende
praktijken van de verschillende
arrondissementen met betrekking
tot de plaatsing van jongeren kan
harmoniseren. Dankzij die
coördinatie zullen de magistraten
niet langer hoeven te zoeken naar
de geschikte dienst om de jongere
op te vangen en krijgen ze meer
ruimte om zich met de individuele
dossiers bezig te houden.
Sommigen hadden bedenkingen
bij het voorlopig behoud van de
gemeenschapsdienst. Die
maatregel biedt de kans snel op te
treden en de jongere niet meteen
als delinquent te bestempelen,
zodat sneller op de persoonlijke
toestand kan worden ingegaan.
Wij zijn het eens met Paul Martens
die zei dat de inmenging van het
recht niet altijd een goede zaak is,
meer bepaald wanneer men, in
naam van het vermoeden van
onschuld, de gemeenschapsdienst
veroordeelt zolang de procedure
loopt.
Ik wil ook nog even stilstaan bij de
uithandengeving. Niemand is daar
in principe voorstander van, maar
het is gerechtvaardigd in een
regeling waarin de mildheid
centraal staat. Men vertrekt vanuit
een positieve benadering van de
jongere, maar wanneer een kleine
minderheid het grootmoedig
maatschappelijk systeem in het
gedrang brengt, moet men die
mogelijkheid aanvaarden. Men
moet in elk geval geloven in de
voorafgaande regeling, waarvan ik
overtuigd ben dat ze doeltreffend
is en het mogelijk zal maken het
aantal uithandengevingen of
plaatsingen in psychiatrische
instellingen te verminderen.
In termen van billijkheid
rechtvaardigen tal van situaties dat
men geen eerste maatregel kan
nemen, vooral wanneer het gaat
om verscheidene jongeren,
aangezien de delinquentie almaar
meer een groepsverschijnsel
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
dessaisissement. L'objectif poursuivi n'est pas de créer un entonnoir
vers le dessaisissement. Je pense qu'il faut croire en tout le dispositif
qui est proposé avant le dessaisissement, et je suis persuadé que ce
dispositif sera efficace. Je suis persuadé qu'il permettra de moins en
moins de dessaisissements, voire également de placements en milieu
psychiatrique.
En ce qui concerne la question de savoir s'il s'agit d'une première
mesure ou pas, nous avons eu un débat intéressant. Je pense qu'il
faudrait comme Mme Claes l'évoquait qu'avant tout
dessaisissement, il y ait d'abord eu une autre mesure. Cependant, un
trop grand nombre de situations justifient pleinement le fait de ne
pouvoir prendre une première mesure, surtout quand plusieurs jeunes
sont concernés. On sait que la délinquance devient de plus en plus un
phénomène de groupe et je pense que c'est un simple principe
d'équité. Nous sommes cependant d'accord sur le fond de votre
approche: tant que faire se peut, il faut d'abord essayer d'utiliser
toutes les autres mesures prévues dans le dispositif.
Un autre point positif est le projet de création d'un centre fédéral pour
jeunes destiné à accueillir les délinquants condamnés à une peine
effective après un dessaisissement. Comme d'autres, nous estimons
que les jeunes ne peuvent être détenus avec des adultes, sauf si ces
derniers sont arrivés mineurs.
Je pense que cela permet effectivement de répondre pleinement aux
contraintes et obligations fixées dans la convention internationale sur
les droits de l'enfant.
Avant de conclure, monsieur le président, je souhaiterais faire trois
observations.
Premièrement, je rappelle que le véritable défi qui nous attend est de
concilier au mieux les intérêts de sécurité qui sont importants pour
nous et les objectifs éducatifs auxquels nous sommes profondément
attachés. En cette matière, nous n'insisterons jamais assez sur la
nécessité de s'attaquer aux véritables causes de la délinquance
juvénile, sur l'obligation pour une société d'encadrer les jeunes, de
développer des politiques éducatives et protectionnelles et de
diversifier les réponses. C'est au travers d'une politique globale de la
jeunesse que nous parviendrons à diminuer le nombre de délinquants
juvéniles avec des réponses sociales à l'ensemble des problèmes. De
fait, la grande majorité des problèmes de délinquance juvénile se
trouvent d'abord et avant tout dans un certain nombre de milieux.
Cependant, je ne tiens pas à pointer ces milieux car on les retrouve
également dans les classes aisées mais peut-être que, dans ce cas,
cela passe plus facilement "au bleu" et qu'il est moins question de
délinquance de groupe ou répétée.
Une politique sécuritaire ne peut en effet s'inscrire, elle seule, à long
terme, pas plus que le droit pénal n'est l'unique remède à tous les
maux. C'est pourquoi, tout en étant favorables à l'adaptation de la loi
de 1965, nous restons attachés à la sauvegarde de son objectif initial.
Je me permets de rappeler une fois de plus que l'histoire a démontré
à suffisance que le droit pénal ne permet pas d'apporter une solution
à tous les maux de notre société.
Deuxièmement, il importe que les dispositions que nous édictons
wordt. In de mate van het
mogelijke moet men eerst trachten
gebruik te maken van de andere
maatregelen van de regeling.
Een ander pluspunt is de
oprichting van een federaal
centrum voor jongeren waar
delinquenten zullen worden
opgesloten die na uithandengeving
tot een effectieve straf zijn
veroordeeld. De jongeren mogen
inderdaad niet samen met
volwassenen worden opgesloten,
behalve wanneer
laatstgenoemden minderjarig
waren op het ogenblik van hun
opsluiting.
De echte uitdaging bestaat erin de
veiligheidsoverwegingen en de
pedagogische doelstellingen die
wij nastreven, met elkaar te
verzoenen. In dat verband moeten
de reële oorzaken van de
jeugdcriminaliteit worden
aangepakt, moeten jongeren
begeleid worden, moet er een
pedagogisch en beschermend
beleid worden uitgestippeld en
moet er een waaier van
oplossingen geboden worden. Het
strafrecht is immers niet de enige
remedie voor alle kwalen van de
samenleving. Daarom blijven wij,
ook al zijn wij voorstander van de
aanpassing van de wet van 1965,
achter de oorspronkelijke
doelstelling ervan staan.
Onze bepalingen moeten het VN-
Verdrag van 20 november 1989
inzake de rechten van het kind
nauwlettend respecteren. Dat was
een prioriteit voor de
commissieleden.
Ten slotte dring ik erop aan dat er
voor de toepassing van deze
genereuze principes voldoende
begrotingsgelden worden
uitgetrokken, en ook dat de
Gemeenschappen hun
verantwoordelijkheid op zich
nemen. Zoniet zullen wij het
beoogde doel missen.
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
respectent scrupuleusement les prescrits de la convention des
Nations unies du 20 novembre 1989 relative aux droits de l'enfant.
C'est bien le cas du projet que nous avons aujourd'hui à l'examen.
Nous pouvons être tout à fait rassurés, c'était une priorité pour
l'ensemble des membres de la commission.
Troisièmement, je réaffirme notre soutien au modèle protectionnel et
j'insiste sur la nécessité que ces principes généreux soient assortis de
moyens budgétaires suffisants mais également que les
Communautés prennent leurs responsabilités en la matière, faute de
quoi peut-être nous passerons à côté du noble objectif que nous nous
sommes fixé.
De voorzitter: Op mijn lijst heb ik als volgende sprekers de heer Laeremans en vervolgens de heer
Marinower.
01.04 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
waarde collega's, mevrouw de minister, dit is dan het grote debat
waarop iedereen zo lang heeft moeten wachten, de langverwachte
aanpassing van de wet op de jeugdbescherming. Het debat over het
onvermogen van ons gerecht om het hoofd te bieden aan de vele
jonge recidivisten en multi-recidivisten, aan de jeugdbendes, aan de
gesel van onze steden, aan de terreur van zich onaantastbaar
wetende jonge criminelen die niet alleen enkele zwembaden, maar
hele stadsdelen onleefbaar maken en die al wie het zich kan
veroorloven wegjagen uit de stad.
Men heeft lang geprobeerd de problemen weg te stoppen, maar de
recente tv-reportages en krantenreportages over die bendes, over
jongeren die ongegeneerd met pistolen zwaaien op straat,
bijvoorbeeld, hebben ons gelijk terzake nog maar eens bevestigd.
Alleen blijven sommigen tot vandaag het licht van de zon loochenen.
In dat verband denk ik aan de reactionaire socialist Freddy Willockx
uit Sint-Niklaas bijvoorbeeld, die de rellen in het domein De Ster
afdeed als zomers kattenkwaad, of de hoogbejaarde, in zijn zetel
vastgebetonneerde stalinist Philippe Moureaux, de pasja van
Molenbeek, die met de dag fanatieker ontkent dat er zich in zijn
gemeente enig probleem voordoet. Hij moet zich namelijk hoeden
voor provocatieve uitlatingen tegenover de islamitische
gemeenschap, want dat zijn PS-kiezers, dat zijn zijn kiezers. Bijgevolg
bestaat er helemaal geen jeugddelinquentie bij de Marokkaanse
jongeren, hoogstens wat onschuldige stoerdoenerij. Bijgevolg zijn de
Molenbeekse straten en pleinen de veiligste van Brussel en kunnen
de burgers van de hoofdstad als vanouds gezellig komen flaneren in
de frisse winkelbuurten rond de Gentsesteenweg.
Collega's, wij hebben de vergelijking gemaakt. In al onze buurlanden:
in Nederland, in Duitsland, in Frankrijk, in het Verenigd Koninkrijk,
overal is de aanpak van de jeugdcriminaliteit stukken strenger dan bij
ons en werden er de voorbije jaren extra mensen ingezet en extra
middelen uitgetrokken voor de repressieve aanpak van jonge
criminelen.
Alleen bij ons moet het anders. Door toedoen van de Parti socialiste
en haar acolieten blijven wij op een eiland leven, los van de
internationale ontwikkelingen. Alleen bij ons blijven de politici zichzelf
wijsmaken dat er geen ommekeer moet komen, dat wij goed bezig
zijn. Alleen bij ons wordt nog vertrokken van het totaal verouderde
01.04 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Voici donc enfin venu le
débat tant attendu sur la loi
relative à la protection de la
jeunesse,
autrement dit sur
l'incapacité de notre système
judiciaire à affronter les jeunes
récidivistes et les bandes de
jeunes qui terrorisent nos villes.
Longtemps, on s'est évertué à
dissimuler cet aspect de notre
société. A en croire le
bourgmestre de Saint-Nicolas,
M. Willockx, les troubles survenus
à la piscine communale De Ster
n'étaient que des escarmouches
sans importance et le bourgmestre
de Molenbeek, Philippe Moureaux,
nie avec un fanatisme de plus en
plus délirant l'existence d'une
délinquance juvénile parmi la
communauté marocaine de sa
commune.
Tous les pays voisins du nôtre font
preuve d'une sévérité bien plus
grande à l'égard de la criminalité
juvénile et, au cours des dernières
années, ils ont investi des moyens
supplémentaires dans la répres-
sion des jeunes criminels. Mais
poussés dans le dos par le PS, les
responsables politiques de notre
pays persistent à se leurrer,
considèrent qu'un revirement n'est
pas nécessaire et qu'il est
préférable de conserver notre
modèle de protection complète-
ment obsolète. L'intitulé du présent
projet de loi reflète parfaitement
son contenu. Il a trait à la
protection de la jeunesse et à la
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
beschermingsmodel daarnet hoorden wij het nog bezingen en lof
toezwaaien door de Parti socialiste - waarbij jongeren onder de
achttien jaar beschouwd worden als lammeren die geen eigen
verantwoordelijkheid moeten opnemen en die eigenlijk helemaal geen
misdrijven kunnen plegen en die in principe alleen maar beschermd
moeten worden.
Zo staat het trouwens in de titel van het wetsontwerp. Voor een keer
dekt een titel de lading op haast voortreffelijke wijze. Daarvoor
feliciteer ik u, mevrouw de minister. U bent daarin oprecht geweest:
uw wetsontwerp betreft "jeugdbescherming en het ten laste nemen
van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben
gepleegd."
Het gaat vandaag dus niet over minderjarigen die een misdrijf hebben
gepleegd. Dat kan namelijk niet. Minderjarigen kunnen, althans
volgens de ideologische geborneerdheid, volgens het ideologisch
verkrampt denken van degenen die vandaag in dit land de plak
zwaaien, geen misdrijf plegen. Ze zijn daartoe niet in staat, ze zijn
onschuldig en onverantwoordelijk. Ze kunnen bijgevolg geen sancties
worden opgelegd, niet gestraft worden, hoogstens ten laste genomen
worden. Zo staat het in het ontwerp. Dat moet dus gedaan worden:
jongere criminelen worden niet gestraft, krijgen geen sancties
opgelegd, maar zij worden ten laste genomen.
Wij overdrijven niet. We verzinnen niets. Dit is de titel en de kern van
het huidig ontwerp. Daarom is het wetsontwerp ook zo stuitend en
wereldvreemd. Wat hier gebeurt staat voor de volle 100% haaks op
het rechtvaardigheidsgevoel van de normale mensen, van de man in
de straat, van de publieke opinie en van de slachtoffers.
Het had nochtans anders gekund. Er was het sanctiemodel van
Verwilghen, het voorontwerp dat is overgenomen, gekopieerd door de
heer Van Parys, een ontwerp dat nog veel te braaf was in vergelijking
met de buurlanden maar dat toch minstens voor een ommekeer had
kunnen zorgen.
De Vlaamse Gemeenschap was bereid tot een constructieve dialoog
en heeft de hand uitgestoken naar deze minister. De hand werd door
Onkelinx, hautain zoals ze is, geweigerd. Hoewel het precies vooral
de Gemeenschappen zijn die deze wet moeten uitvoeren, werd de
dialoog met die Gemeenschappen afgeblokt en wordt Vlaanderen
vandaag met de gewillige medewerking, de gewillige collaboratie van
sp.a-spirit en VLD geschoffeerd. Er wordt aan Vlaanderen een dictaat
opgelegd waarvan de minister zeer goed weet dat het fundamenteel
indruist tegen de Vlaamse uitgangspunten.
Een minister met enig verantwoordelijkheidsgevoel, met enig gevoel
voor het algemeen belang zou precies omgekeerd te werk zijn
gegaan. Die had vooraf gezorgd voor een sluitend akkoord met de
Gemeenschappen zodat aan de bevolking en aan de criminelen een
eendrachtige boodschap kon worden verkondigd, een boodschap van
geruststelling, een boodschap van bereidheid eindelijk orde op zaken
te stellen in de probleemwijken, een boodschap waaruit zou blijken
dat er eindelijk voldoende opvangcapaciteit zou komen voor de zo
noodzakelijke langdurige opsluiting van gevaarlijke
jeugddelinquenten.
prise en charge des mineurs ayant
commis "un fait qualifié infraction".
Car c'est bien connu, les mineurs
d'âge ne peuvent commettre
d'infraction, ils sont irresponsables
et ne sauraient donc être
sanctionnés. Tout au plus sont-ils
"pris en charge". Cette façon de
voir les choses est aux antipodes
de celles de l'homme de la rue et
des victimes.
Il aurait pu en être autrement. Le
modèle sanctionnel de M.
Verwilghen aurait pu entraîner un
revirement et la Communauté
flamande était disposée à mener
un dialogue constructif, mais la
ministre Onkelinx a bloqué toute
concertation avec les
Communautés. La Flandre
espérait qu'il y aurait enfin une
capacité d'accueil suffisante pour
l'indispensable enfermement à
long terme de jeunes délinquants
dangereux, mais elle est bafouée
par Mme Onkelinx avec la docile
coopération du sp.a-spirit et du
VLD. Les supplications des juges
flamands de la jeunesse n'ont pas
été entendues. Au contraire, cette
loi nous ramène même en arrière.
Les juges de la jeunesse restent
incapables de prononcer de
véritables sanctions. Leur seul
moyen d'intervenir énergiquement,
c'est une paire de gants de
velours. Il est encore plus difficile
qu'avant de placer un jeune provi-
soirement. Everberg n'accueillera
plus que les mineurs d'âge ayant
commis un délit pour lequel un
adulte écope de cinq ans de
prison. De plus, toute une série de
solutions de rechange doivent être
expérimentées auparavant et le
juge doit se justifier de manière
circonstanciée. Il n'y a aucune
garantie de capacité d'accueil
supplémentaire, si ce n'est pour
les cas de dessaisissement, mais
ce groupe bénéficie par ailleurs
d'un régime de détention moins
sévère que dans le passé. Il n'y a
aucune garantie que les jeunes
délinquants pourront être isolés
pendant un délai suffisamment
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Dit signaal komt er vandaag niet. Integendeel, het signaal van
vandaag is er een van algemene, totale verwarring. Deze
onverantwoordelijke minister van Justitie wimpelt de eensgezinde
smeekbede van de Vlaamse jeugdmagistraten en het Vlaamse
middenveld hooghartig af. De waarschuwingen van de mensen met
de meeste terreinervaring worden met de stalen glimlach van de vice-
premier in de prullenmand gegooid. Sterker nog, met deze wet gaan
we een heel stuk achteruit in plaats van vooruit. Met deze wet wordt
het alleen maar erger.
Ten eerste, jeugdrechters blijven onbevoegd om echte sancties uit te
spreken ten aanzien van jongeren. Ze krijgen, onbegrijpelijk maar
waar, niet de nodige instrumenten om daadwerkelijk te kunnen
straffen zoals dat overal elders in de wereld wel het geval is. De
jeugdrechters voelen zich misprezen. Zij voelen zich
derderangsmagistraten. Hun noodkreet in Knack van gisteren is dan
ook ten zeerste begrijpelijk. Sinds kort mogen zelfs de
gemeenteambtenaren boetes opleggen aan jeugdige criminelen in het
kader van de overlastwet. Maar de jeugdrechter krijgt ook in de
toekomst geen middelen om krachtig op te treden. Het enige middel
waarmee hij het moet rooien zijn een stel fluwelen handschoenen.
Ten tweede, het wordt voor de jeugdrechter nog moeilijker dan
voorheen om jongeren tijdelijk te plaatsen. Iedereen op het terrein had
gehoopt dat dit gemakkelijker zou kunnen, maar het wordt nog
lastiger.
De criteria worden heel wat strenger. In Everberg bijvoorbeeld kan
men pas terecht na het plegen van een misdrijf waarop voor
volwassenen vijf jaar celstraf staat in plaats van een jaar, vandaag.
Vijf jaar in plaats van één jaar! Bovendien moeten de rechters eerst
allerlei alternatieven proberen en zich omstandig verantwoorden. De
jeugdrechters worden meer dan ooit aan handen en voeten
gebonden. Zeer terecht hebben de Vlaamse magistraten tijdens de
hoorzittingen dan ook gewaarschuwd dat zij niet langer au sérieux
zullen worden genomen door de delinquenten en meer dan ooit het
voorwerp van spot zullen uitmaken.
Ten derde, er is geen enkele garantie dat er extra opvangcapaciteit
voor jeugdige criminelen zal komen. Dat is alleen zo voor de gevallen
van uithandengeving. Die beperkte groep jongeren krijgt dan weer
een veel minder streng en een veel milder detentieregime dan
voorheen. Voor de andere jeugddelinquenten heeft deze minister
geen enkele Gemeenschap aangemoedigd tot creatie van nieuwe
capaciteit, ondanks de schrijnende tekorten van vandaag en ondanks
het feit dat die extra capaciteit broodnodig is aangezien de jongeren
nu tot 23 jaar in plaats van tot 20 jaar kunnen worden opgesloten.
In ons land zijn er amper tweehonderd gesloten opvangplaatsen. In
Nederland zijn er maar liefst tien keer meer. Er zijn daar al meer dan
tweeduizend gesloten opvangplaatsen en niemand, geen zinnig
mens, kan beweren dat Nederland een repressief land zou zijn.
Ik citeer even uit Knack van gisteren, over het feit het werd daarnet
trouwens ook gesteld door de Parti socialiste - dat we snel en
adequaat moeten kunnen reageren. Ik citeer de jeugdmagistraat:
"Maar als er nergens plaats is, in geen enkele instelling, wat moet ik
dan met dwingende maatregelen? Dan kan ik alleen maar met mijn
long et qu'ils pourront être
rééduqués. En effet, toutes les
décisions doivent être prises en se
basant sur la capacité disponible.
La loi Everberg reste une loi
d'exception, qui n'a pas été
intégrée dans le présent projet
malgré la demande explicite du
Parlement flamand. Enfin, le
dessaisissement est un outil utile
en théorie pour les jeunes
délinquants dont le cas est
extrêmement grave, mais ces
jeunes sont en fait traités moins
sévèrement encore que les autres
mineurs d'âge en raison de
l'insuffisante capacité d'accueil.
Il s'agit d'une mauvaise loi, faite à
la mesure de l'irresponsabilité
wallonne. Cette loi se heurte aux
réticences de la plus grande
Communauté du pays et ne pourra
jamais fonctionner efficacement.
Elle est particulièrement complexe
et mal rédigée. Le texte donnera
du fil à retordre aux profanes
comme aux spécialistes. La
nouvelle loi aurait au contraire dû
être cohérente, lisible, claire et
moderne.
Mme Onkelinx a la chance qu'il ne
se trouve personne pour l'arrêter
au sein de cette majorité violette. Il
n'y a plus aucun membre du VLD
qui soit capable de lui répliquer.
La toute-puissance du PS s'exerce
même sur le gouvernement
flamand. Ces dernières semaines,
Mme la ministre Vervotte s'est tue
dans toutes les langues à propos
de ce dossier. Elle ne peut rien
contre le venin de Mme Patricia
Ceysens et s'est cruellement fait
rappeler à l'ordre.
Le gouvernement flamand s'était
pourtant engagé dans son accord
de gouvernement à mettre en
place un droit sanctionnel des
jeunes. A présent que nous nous
trouvons au moment décisif, les
parlementaires fédéraux du VLD,
du sp.a et de Spirit détournent la
tête. Tout comme dans le dossier
Bruxelles-Hal-Vilvorde, les
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
vingertje dreigen en er gebeurt helemaal niets. Het gevolg is dat
minderjarigen heel snel doorhebben dat we hun eigenlijk niets kunnen
maken, terwijl we ze juist zouden moeten laten voelen dat dit de grens
is." Dat zeggen de jeugdmagistraten en de mensen vanop het terrein.
Zij zeggen helemaal niet dat dit het wapen is om de jeugdcriminaliteit
aan te kunnen.
Ten vierde, er is geen enkele garantie dat jeugdige criminelen
voldoende lang kunnen worden afgezonderd van de samenleving
zodat op een ernstige wijze kan worden gewerkt aan de
heropvoeding. De beslissingen dienen namelijk altijd te gebeuren en
zo staat het letterlijk in de wet "in functie van de beschikbare
capaciteit", en dus veel minder in functie van de gevaarlijkheid of de
recidive. Ook dit is weer een groot onderscheid met het gewoon
strafrecht waar de uitspraak van de rechter in principe wordt
uitgevoerd en er niet naar de capaciteit wordt gekeken. Hier moet
alles gebeuren in functie van de capaciteit. Dit zal automatisch tot een
ongelijke behandeling en dus tot onrechtvaardige toestanden leiden.
Ten vijfde, de Everberg-wet wordt niet opgenomen in deze wet, maar
blijft een uitzonderingswet ondanks de uitdrukkelijke vraag om die
opname wel te realiseren in een unanieme resolutie van het Vlaams
Parlement. Mevrouw Claes, die resolutie werd dus ook door uw partij
gesteund. Hierdoor dreigt Everberg op termijn weg te vallen - er werd
daarmee trouwens al gedreigd - zodat er vanaf 2008 vijftig plaatsen
minder zullen zijn dan vandaag. Begrijpe wie het begrijpen kan.
Ten slotte, de uithandengeving lijkt in theorie een nuttig instrument
voor extreem zware jeugddelinquenten. We hebben er dan ook
principieel geen bezwaar tegen. De realiteit toont echter het
tegenovergestelde aan. In de praktijk wordt dit middel hoofdzakelijk
aan Franstalige kant gebruikt om de opvangcapaciteit te
compenseren die daar nog veel geringer is dan aan Vlaamse kant.
In de praktijk worden jongeren die uit handen gegeven worden
doorgaans minder zwaar aangepakt dan andere minderjarigen. Het is
dan ook meer dan begrijpelijk dat de jeugdrechters zelf bevoegd
willen zijn voor deze categorie misdadigers. Deze minister wantrouwt
echter de jeugdrechters, en bijgevolg kiest ze ervoor een volkomen
inefficiënte methode in stand te houden, ondanks de uitdrukkelijke
vraag van de Vlaamse Gemeenschap, en dus van de meerderheid
van dit land, om dat niet te doen.
Kortom: deze uitermate slechte wet, waardoor de vele actuele
problemen alleen nog maar zullen verergeren, kan absoluut onze
steun niet genieten. De wet wordt bovendien ook door het Vlaams
Parlement gekapitteld. De wet is helemaal geschreven op maat van
de Waalse laksheid en onverantwoordelijkheid. Het was dan ook
geen toeval dat de Vlaamse jeugdmagistraten de teksten krachtig
hebben afgewezen tijdens de hoorzittingen, terwijl de Waalse
magistraten zo lees ik in het verslag van de hoorzittingen dit
wetsontwerp hebben bestempeld als "bijzonder positief".
Deze wet stuit dus van meet af aan, nog voor de inwerkingtreding, op
de weerstand van de grootste gemeenschap van dit land en zal dus
nooit naar behoren kunnen functioneren. Daar komt nog bij dat deze
tekst zodanig ingewikkeld, onleesbaar en ontoegankelijk is opgesteld,
dat ze door haast niemand naar behoren zal worden toegepast. Deze
engagements ne sont une
nouvelle fois pas tenus.
A la suite de la débâcle BHV, le
gouvernement flamand s'était
pourtant juré de ne plus se laisser
faire. Le 18 mai, M. Yves Leterme
déclarait que la Flandre souhaitait
être étroitement associée aux
modifications du projet de loi relatif
au droit sanctionnel des jeunes et
que le ministre-président en
personne assurerait le suivi et la
coordination de la concertation
avec le gouvernement fédéral et
les autres gouvernements. Nous
n'avons assisté à rien de tel.
Nous avons été le seul parti à
avoir demandé la suspension des
discussions en commission afin
d'offrir une chance à la concerta-
tion. Tous les groupes de la
majorité au Parlement flamand, y
compris le CD&V-N-VA, ont rejeté
notre proposition visant à invoquer
le conflit d'intérêts.
Ce projet de loi est positif en ce
sens qu'il est à ce point mauvais
et inapplicable qu'il ne pourra être
maintenu longtemps. Le PS ne
gouvernera pas ce pays éternelle-
ment. Tant que nous vivons dans
une démocratie, l'espoir d'un
revirement reste réel.
Après la loi accélérant la
procédure de naturalisation, cette
loi relative à la protection de la
jeunesse nous fournit de nouvelles
munitions. Elle renforce nos
arguments visant à scinder le droit
de la jeunesse, et je dirai même
plus, à scinder l'ensemble du
département de la Justice, et à
finalement mettre un terme à cet
État, cette créature de la révolution
d'opérette de 1830.
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
tekst is een ingewikkeld kluwen dat bolstaat van extreem lange en
ingewikkelde zinsconstructies, zoals degene die daarnet door de heer
Van Parys werd voorgelezen. De tekst staat vol met zodanig lange en
ingewikkelde beschouwingen en uiterst complexe verwijzingen, dat ze
door een leek onmogelijk nog begrepen kan worden, en dat de
professionelen er een punthoofd van zullen krijgen.
De hervorming van het jeugdrecht had de aanleiding moeten zijn voor
een samenhangend, leesbaar, helder en hedendaags geheel.
Blijkbaar hoeft dat niet voor deze minister van Justitie en haar
gewillige slippendragers. Vandaag beleeft de Parti socialiste haar
`moment de gloire'. Dit is de triomftocht van de almacht van de Parti
socialiste. De PS is in dit land zo dominant dat ze jarenlang, ook in dit
dossier, alle noodzakelijke hervormingen kon blokkeren en uiteindelijk
met een draak van een wet voor de pinnen kan komen: een
reactionair gedrocht waarmee we collectief tien stappen achteruit
zetten, in plaats van één stap vooruit.
Minister Onkelinx heeft het grote geluk dat er binnen deze paarse
meerderheid niemand in staat blijkt haar tegen te houden. Vroeger
kon bijvoorbeeld een Coveliers nog de eer redden van de VLD.
Vandaag is er in die partij niemand meer, collega Borginon, die durft
vernieuwen. Hoe ver men ook kijkt en hoe lang men ook gaat zoeken
in de coulissen van de VLD-fracties, hoe grondig men het huis met z'n
vele kamers in de Melsenstraat ook uitkamt, er is niemand. Er is geen
enkele VLD'er meer te vinden die in staat is om Onkelinx van
antwoord te dienen.
De almacht van de Parti socialiste slaat dramatisch genoeg ook
toe in Vlaanderen en op de Vlaamse regering. Ik geef graag toe en
ik denk dat ik in de fractie niet de enige ben dat ik sinds ik haar zag
in de Kamer, altijd enige sympathie heb gekoesterd voor mevrouw
Inge Vervotte. Misschien zelfs al voordien: toen we haar op televisie
mochten bewonderen tijdens de Sabena-crisis.
Maar ik moet, collega's van CD&V, node vaststellen dat ook zij
vandaag geen weerwerk biedt. Vervotte heeft de voorbije weken en
maanden in dit dossier zo hard mogelijk gezwegen, in tegenstelling tot
eind vorig jaar. Vervotte heeft verstoppertje gespeeld. Zij kan niet op
tegen het venijn van Patricia Ceysens en heeft zich op een pijnlijke
manier laten terugfluiten.
Het had nochtans heel anders gekund. Ik citeer uit het Vlaams
regeerakkoord van juli 2004, amper een jaar geleden: "In afwachting
van een gedeeltelijke defederalisering van bevoegdheden inzake
justitie en veiligheid putten wij alle mogelijkheden uit waarover
Vlaanderen beschikt om een doortastend veiligheids- en
handhavingsbeleid te voeren. Wij willen in elk geval een Vlaams
jeugdsanctierecht om gerichter en met meer rechtszekerheid voor de
jongeren te kunnen optreden tegen jongeren die een ernstig misdrijf
hebben gepleegd." Dat zei het Vlaams regeerakkoord vorig jaar.
Daartoe hebben alle Vlaamse meerderheidspartijen zich vorig jaar
verbonden, ook de VLD. Vandaag, nu puntje bij paaltje komt, kijken
VLD, sp.a en Spirit in het federale parlement helemaal de andere kant
op en gebaren zij van krommenaas. Net zoals in het dossier van
Brussel-Halle-Vilvoorde wordt hier vandaag dus woordbreuk
gepleegd.
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
De Vlaamse regering had toch lessen getrokken uit de vernederingen
inzake B-H-V? De Vlaamse regering zou zich toch niet meer laten
doen? Nu zou ze eindelijk eensgezind en krachtig haar belangen
gaan verdedigen. Dat was toch gezegd op 18 mei door Yves
Leterme? Op 18 mei heeft Yves Leterme een lange opsomming
gegeven van duidelijke engagementen, waarvan niet meer zou
worden afgeweken. Dat was de kern van het nieuwe Vlaamse beleid
na B-H-V. Men zou van die punten niet meer afwijken. Dat waren
duidelijke beloften, die men zou handhaven.
Inzake het jeugdrecht, punt 17 van die lange lijst, zei Yves Leterme
het volgende: "Tenslotte wenst Vlaanderen nauw betrokken te worden
bij de aanpassingen van het wetsontwerp jeugdsanctierecht en de
daaruit voortvloeiende samenwerkingsakkoorden. Het bedoelde
overleg met de federale regering en de andere regeringen van het
land zal op korte termijn worden opgestart door de bevoegde
ministers van de Vlaamse regering en worden opgevolgd en
gecoördineerd door de minister-president." Dat heeft Yves Leterme op
18 mei in het Vlaams Parlement gezegd. Dat was zijn dure eed
minder dan twee maanden geleden. Het wetsontwerp zou dus
drastisch aangepast worden, in overleg met de Vlaamse regering. De
Vlaamse minister-president zou dat overleg opstarten en coördineren.
Wij hebben er niets van gezien, nul, nada.
Wij hebben als enige partij in de commissie gevraagd om de
besprekingen op te schorten, zodat Onkelinx en Vervotte enkele
weken de kans zouden krijgen om samen te gaan zitten voor die
noodzakelijke en gewenste aanpassingen van het wetsontwerp.
Dezelfde paarse partijen, sp.a-Spirit en VLD, die Yves Leterme met
zoveel handgeklap ondersteunden op 18 mei in het Vlaams
Parlement, stemden met volle overtuiging tegen ons voorstel om een
pauze in te lassen en het overleg met de Gemeenschappen een kans
te geven. De haan kraaide dus voor de tweede maal.
Dan nog vond men het op het Vlaamse niveau niet de moeite om te
protesteren tegen zoveel woordbreuk op het federale niveau. Ons
voorstel in het Vlaams Parlement om een belangenconflict in te
roepen, werd door alle Vlaamse partijen, met inbegrip pijnlijk
genoeg van CD&V en N-VA, weggestemd. Vandaag zegt CD&V
terecht dat zij naar het Arbitragehof gaat. Maar in het Vlaams
Parlement konden hun parlementsleden het belangenconflict van het
Vlaams Belang steunen en dat hebben zij niet willen doen, want zij
hadden er alle vertrouwen in dat het ontwerp hier nog zou worden
gewijzigd.
Het enige wat nu nog kan gebeuren, is overleg over de uitvoering van
het dictaat-Onkelinx.
Aan de krachtlijnen ervan zal niets meer veranderd worden. Deze
kwaliteit kunnen we Onkelinx inderdaad toezeggen: zij zal niet
plooien. Zij is niet van die aard dat zij zal plooien. Dat is een kwaliteit
waar we overigens bewondering voor hebben. Aan de krachtlijnen van
het ontwerp zal niets meer veranderen, zoveel is duidelijk.
De Vlaamse regering, die in belangrijke mate moet opdraaien voor de
financiering van het door en door slechte wetsontwerp, mag alleen
nog meepraten over de timing en de wijze waarop de wet moet
uitgevoerd worden. Vervotte degradeert zichzelf hiermee, beste
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
collega's van CD&V, tot de Assepoester van stiefmoeder Onkelinx.
De tijd van het evenwaardige federalisme, van de ministers die
respect hebben voor elkaars bevoegdheden, die tijd is definitief
voorbij: Onkelinx is de baas, ook in Vlaanderen. Assepoester Vervotte
heeft zich de voorbije weken onzichtbaar gemaakt, in de hoop dat de
vernedering niet te hard zou opvallen.
Collega's, ik wil eindigen met een positieve noot. Ons zal men niet
horen zeggen dat alles aan het wetsontwerp verkeerd is. Als het goed
is, zeggen we het ook, want anders zouden we opnieuw de stempel
krijgen van pessimisten en verzuurden. Mevrouw de minister, het
goede aan uw wetsontwerp is dat het dermate slecht, dermate
onleesbaar en dermate onwerkbaar is, dat het onmogelijk kan
standhouden. Dankzij uw onvermogen tot overleg, dankzij de
arrogantie van uw grote gelijk leven wij met het perspectief dat het op
een dag zal veranderen. Na u, mevrouw de minister, komen er andere
tijden. U en uw partij regeren niet voor de eeuwigheid. Zolang wij in
een democratie leven wij hopen dat wij er in zullen blijven leven en
zolang de vrije meningsuiting niet volledig wordt afgeschaft, blijft er de
hoop op en zelfs de zekerheid van een ommekeer. Het is zoals met
de snel-Belg-wet waarvan iedereen weet dat die op een dag zal
verdwijnen: deze schandalige wet op de jeugdbescherming geeft ons
alvast opnieuw munitie. Ze versterkt als geen ander onze argumenten
om het jeugdrecht te splitsen, wat zeg ik, om het hele departement
Justitie te splitsen en om deze domme staat, om dit belachelijke
creatuur van de operetterevolutie van 1830 eindelijk op te doeken.
01.05 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le président, madame la
ministre, chers collègues, j'habite Molenbeek et je suis fière d'être
molenbeekoise. Je n'accepte pas les propos qui ont été tenus à
l'égard de certaines rues de ma commune. C'est stigmatiser certains
quartiers et cela nous éloigne du débat. C'est stigmatiser certains
quartiers, c'est stigmatiser certains jeunes. Ici, la question concerne la
jeunesse de tout le royaume. Quand M. Laeremans conclut en
espérant que l'on continuera à vivre dans une démocratie, je pense
qu'avec des gens comme lui, cela va être très difficile!
01.05 Talbia Belhouari (PS): Ik
ben er fier op Molenbeekse te zijn.
Ik aanvaard niet dat een aantal
straten van mijn gemeenten op die
wijze wordt gestigmatiseerd. Het
wordt inderdaad erg moeilijk in
een democratie te leven met wie
zo'n discours houdt.
01.06 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik wil even reageren. Ik zou
u de lectuur willen aanbevelen van een reeks uit Het Nieuwsblad van
enkele maanden geleden, van de maand maart 2005, geschreven
door een undercover journaliste van Marokkaanse afkomst. Zij
schreef over het fundamentalisme in Molenbeek en de grote risico's
en grote gevaren die met de jeugdcriminaliteit gepaard gaan, met
degenen die de jeugd daar manipuleren en voor hun
fundamentalistische kar spannen. Ik raad u aan dat te lezen, want dat
is pas verhelderend. Het is jammer dat dat in de Franstalige pers is
doodgezwegen. U moet weten wat er in Molenbeek aan de hand is.
Het heeft geen zin om aan struisvogelpolitiek te doen. Wat
daaromtrent nog maar eens tot uiting is gekomen, stond niet in Het
Nieuwsblad maar in De Morgen, namelijk dat mensen uit Molenbeek
en uit Schaarbeek in Afghanistan zelfmoordaanslagen gepleegd
hebben. Ook dat is enkel in Nederlandstalige kranten verschenen.
Het wordt tijd dat de Franstalige pers aandacht besteedt aan wat er in
Brussel aan de hand is!
01.06 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Je peux recommander à
Mme Belhouari la lecture d'une
série d'articles parus il y a
quelques mois dans le quotidien
"Het Nieuwsblad", dans laquelle
une journaliste "undercover"
d'origine marocaine explique
comment les jeunes sont recrutés
aux fins du terrorisme. "De
Morgen" annonçait récemment
que des habitants de Molenbeek
et de Schaerbeek ont commis des
attentats en Afghanistan.
Malheureusement, la presse
francophone tait tous ces faits.
01.07 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de 01.07 Claude Marinower (VLD):
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
minister, collega's, na veel uiteenzettingen zijn een aantal zaken al
uitgebreid besproken. Dat is het lot van degenen die later in het debat
aan bod komen.
Het gaat hier over een hervorming. Het is de verdienste van deze
regering dat eindelijk werk wordt gemaakt van een hervorming van
het bestaand jeugdrecht dat broodnodig is. De huidige
jeugdbeschermingswet dateert van 1965. Sindsdien is de wereld niet
blijven stilstaan. De maatschappij heeft verschillende positieve en
negatieve evoluties gekend. Er wordt reeds jaren gesproken over een
hervorming van het jeugdrecht. Academici pleiten reeds van de jaren
'70, '80, langs beide kanten van de taalgrens overigens, voor een
aanpassing. Zowel de versterking van de rechtspositie van de
minderjarigen als een veranderende visie over de aanpak van
jeugddelinquentie lijken het vertrekpunt te vormen. Concreet zijn
verschillende pogingen ondernomen tot een wijziging van het
bestaande wettenarsenaal. Een van de eerste intervenanten vandaag
heeft er reeds op gewezen dat de commissie-Cornelis 9 jaar geleden
al met een eindrapport kwam. Anno 2005, precies 40 jaar na de
vorige wet, ligt het wetsontwerp voor.
Tijdens de bespreking in de commissie verwees ik reeds naar de
studie van professor Put van de KU Leuven. Daarin staat dat moet
worden gestopt met discussiëren over de zin of onzin van het een of
het andere model. Er wordt een beeld gecreëerd dat Vlaanderen
repressief is en Wallonië wordt laksheid verweten. Professor Put
schrijft dat de Vlaamse Gemeenschap wil optreden op een wijze die
constructief, aangepast en contextueel zou zijn. De Franse
Gemeenschap wil in het belang van het welzijn en de
ontplooiingskansen van de jongeren optreden. Professor Put heeft
zijn verslag ook toegelicht op de vrij talrijke hoorzittingen waar
iedereen de mogelijkheid heeft gehad zijn vragen te stellen. Professor
Put zegt dat dergelijke simplistische redeneringen voor geen meter
kloppen en niets bijdragen tot de reeds beladen discussie. Hij vervolgt
met te zeggen dat, wanneer uit cijfers blijkt dat het in slechts in 1 op 4
gevallen van uithandengeving handelt om Nederlandstalige dossiers
en dat die uithandengeving als het meest repressieve deel wordt
aanzien, moeilijk kan worden volgehouden dat Vlaanderen zoveel
repressiever zou zijn. Bovendien blijkt, aldus professor Put, dat na
een valse start het vooral de Franstalige vleugel van Everberg is
geweest die een hogere bezettingsgraad kent en het het zogenaamde
repressieve Vlaanderen is dat in de loop der jaren op zoek is gegaan
naar alternatieven voor plaatsing enzovoort.
Sinds de kinderbeschermingswet van 1912 is men onophoudelijk op
zoek geweest naar het ideale model, vervolgt professor Put. Hij sluit
af door te zeggen dat hij met deze woorden wil aantonen dat een
modellendiscussie vrij zinloos lijkt en dat zij die deze discussie hoog in
het vaandel dragen zich vlug zullen vastrijden in bepaalde dogma's,
standpunten en waarheden die achteraf halve waarheden blijken te
zijn.
In de plaats van het voeren van een achterhaald modellendiscours
lijkt het nuttiger ons toe te spitsen op de zoektocht naar een modern
jeugdrechtsysteem, waarbij men het welzijn en de ontplooiingskansen
van de minderjarigen niet dient te fnuiken maar te bevorderen, waarbij
de jongeren tegelijkertijd op hun verantwoordelijkheid worden
gewezen, waarbij zijn rechten als kind worden gerespecteerd, waarbij
La réforme du droit de la jeunesse
actuellement en vigueur constituait
une nécessité absolue. La loi
actuelle date en effet de 1965 et
depuis, le monde n'est pas
demeuré immobile. Dans les
universités, on débat depuis les
années 70-80 d'une réforme. De
nombreuses propositions ont déjà
été formulées. Il y a neuf ans, la
commission Cornelis a présenté
son rapport final. Aujourd'hui,
quarante ans après l'entrée en
vigueur de la loi de protection de la
jeunesse, une réforme voit enfin le
jour.
Le professeur Put a clairement
expliqué l'opportunité de mettre un
terme à la discussion quant à
l'intérêt ou non d'un modèle
déterminé. Il est faux de prétendre
que la Flandre serait plus
répressive que la Wallonie. Les
chiffres indiquent qu'un quart
seulement des dessaisissements
concerne des dossiers flamands.
Après un faux départ, c'est surtout
l'aile francophone d'Everberg qui
présente un taux d'occupation
élevé, alors qu'en Flandre, on
cherche d'autres solutions.
Le professeur conclut que la
discussion relative aux modèles
est dénuée de sens. Il est plus
utile de se focaliser sur la
recherche d'un droit de la
jeunesse moderne. On ne peut
priver les jeunes de chances
d'avenir, mais les victimes ont
droit à une réparation et la société
doit pouvoir apporter une réponse
à la perturbation de l'ordre public.
C'est là un difficile exercice
d'équilibre.
L'équilibre ne s'obtient pas en
optant pour l'un ou l'autre modèle.
Il est positif que la réforme
aboutisse enfin.
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
het slachtoffer erkend wordt en hij ook recht heeft op herstel in de
meest brede zin van het woord.
Ten slotte, maar niet het minst, moet de maatschappelijke verstoring
op een adequate wijze beantwoord worden. Het is dat is ook
gebleken ter gelegenheid van de vrij lange, uitgebreide, interessante,
soms bitsige discussies in de commissie, alle echter gevoerd, denk ik,
in een sfeer om tot een mogelijke oplossing te komen gebleken dat
een dergelijke oefening alvast geen gemakkelijke opdracht is en dat
het vinden van een oplossing meer wegheeft van het dansen op een
slappe koord. Het bereiken van een evenwicht waarvan zonet sprake
kan men niet door het eenzijdig kiezen voor een of ander welbepaald
model. Iedereen in dit halfrond, dus ook degenen die kritiek hebben
op dit wetsontwerp wij hebben ook punten van kritiek en ik zal daar
straks op terugkomen dient dit steeds goed voor ogen te houden.
Positieve punten. Een positief punt is voor ons vanzelfsprekend dat er
eindelijk een hervorming is. Er is al lang sprake van een hervorming.
Ik kan me niet uitspreken over wat er in de vorige legislatuur is
gebeurd. Ik weet het. Er lagen voorstellen voor die nooit, voor zover
mij bekend, tot in de Kamer zijn geraakt ter discussie. De discussie is
eerder gevoerd in het kader van een coalitie die toen bestond en die
toen geoordeeld heeft dit niet voor te moeten brengen.
De heer Van Parys is niet aanwezig. Of toch. Gelieve mij te
verontschuldigen, mijnheer Van Parys, maar ik merk nu pas dat u
naast de heer Verherstraeten zit. Ik zak bijna door de grond van
schaamte dat ik u niet had gezien. Nu valt het mij echter plots te
binnen dat het niet u, maar de heer Verherstraeten was, die een
passage citeerde die hij vond op de website die hij vandaag
plichtsmatig heeft geraadpleegd.
(...): (...)
01.08 Claude Marinower (VLD): Ja, maar voor de heer
Verherstraeten neem ik aan dat wanneer iemand van onze groep of
iemand in dit halfrond...
Ik weet niet of het op uw website staat of gestaan heeft. Neen.
01.09 Servais Verherstraeten (CD&V): (...)
01.10 Claude Marinower (VLD): Als het erop staat, mijnheer
Verherstraeten, blijkt alleen maar de eerlijkheid daarvan. Niemand
betwist dat het in het verkiezingsprogramma heeft gestaan. Wanneer
u er de discussie in de commissie op nagaat, zult u merken dat ik dat
ook gezegd heb in de commissie. Wij zijn dat dus niet uit de weg
gegaan. Dat hebben wij er toen reeds bij gezegd. Wij hebben gezegd
dat het bij de laatste verkiezingen in het programma van de VLD heeft
gestaan. Dat is wat het is, het is een programma. Als ik even mijn
redenering mag afmaken, er is na een regeringsdiscussie over
deelname aan de regering, een regeerakkoord tot stand gekomen
waarin dat niet meer werd opgenomen. Dat weet u even goed. Dat is
ook goedgekeurd door een congres. Collega Borginon heeft ernaar
verwezen. Dat is de realiteit; de realiteit van een coalitie en van de
compromissen die bij de regeringsvorming worden gesteld.
Ik maak mijn redenering af, mijnheer Verherstraeten. Ik weet niet of
01.10 Claude Marinower (VLD):
Je tiens à dire à M. Verherstraeten
que les dispositions de notre
programme électoral ne figuraient
en effet plus dans l'accord de
gouvernement. Il en est ainsi en
cas de coalition gouvernementale.
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
het bij u ooit op de website heeft gestaan maar de uitspraken of de
stemming van uw fractie over een wetsvoorstel, eerder deze week,
ligt naast de verklaringen van uw eigen partijvoorzitter van een paar
weken geleden, ... of er een soort spelletje zou kunnen aangegaan
worden.
Het is zo dat het in het programma heeft gestaan, het stond niet meer
in het regeerakkoord. Dat is het punt. Dat hebben wij toen gezegd en
dat zeggen wij vandaag en herhalen wij vandaag.
01.11 Servais Verherstraeten (CD&V): Voorzitter, ik ga uiteraard
niet ontkennen dat collega Marinower zeer correct heeft gesteld dat
het regeerakkoord andersluidend is dan hun verkiezingsprogramma.
Dat klopt ook, dat was ook objectief naspeurbaar. Alleen, wat ik
vandaag toevallig heb gedaan is de actuele website van vandaag en
ik neem aan dat die morgen zal gewijzigd worden naspeuren om het
actuele standpunt van de VLD terzake te kennen. Wanneer u koers
wijzigt, dan neem ik u dat uiteraard niet kwalijk. Iedere partij en ook
iedere politicus heeft het recht om van standpunt te veranderen. Dat
kan trouwens, in het licht van een debat en in het licht van de
democratie, gebeuren met betrekking in verband met allerlei thema's,
ook dit. Het ware dan natuurlijk wel eerlijker geweest wanneer men
ook de website vandaag had gewijzigd, als die haaks staat op wat u
vandaag gaat goedkeuren.
Wat wij betreuren is dat het democratische gevecht ik heb het dan
over de inhoud, niet over personen niet is aangegaan. Nogmaals, ik
respecteer, wat de rode draad betreft, dat over de twee
Gemeenschappen heen anders wordt gedacht. Ik heb respect voor
wat daarover in het francofone gedeelte wordt gedacht. Maar ik had
toch, zeker van de VLD, gehoopt dat zij minstens dat debat en dat
gevecht was aangegaan om elders te landen. Dan wordt u inderdaad
geconfronteerd met wat u op uw website nog steeds belijdt, terwijl u
straks het diametraal tegenovergestelde zult goedkeuren.
01.11 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je déplore que la position
du VLD n'ait pas été mise à jour
sur son site internet. Le VLD
approuve aujourd'hui un projet
diamétralement opposé à la
position qui figure sur son site.
Les deux Communautés ont des
points de vue totalement différents
en la matière. J'avais espéré que
le VLD provoque le débat.
01.12 Claude Marinower (VLD): Mijnheer Verherstraeten, ik
bewonder de toevalligheid die in u schuilgaat, waarbij u louter bij
toeval op de site van de VLD, op een zonnige donderdagmorgen, surft
om dat daar te vinden. Het staat er op, daarvan ben ik inderdaad
overtuigd. U weet trouwens dat die discussie niet nu gestart is, maar
wel toen de minister dat ontwerp in een eerste, zeer vroege fase heeft
toegelicht. Toen reeds hebben wij bij een van de besprekingen in de
commissie voor de Justitie gezegd dat dat ons standpunt is. U of de
heer Van Parys heeft ons daarop toen nog aangesproken. Lang voor
dit debat ten gronde werd gevoerd, met hoorzittingen, hebben wij het
standpunt van de VLD, na het sluiten van het regeerakkoord, duidelijk
gemaakt. Het kan u niet verbaasd hebben dat wij die stelling hebben
aangehouden.
U confronteert ons met wat op onze website staat. Ik kan alleen maar
met u betreuren dat er geen rechtzetting of ten minste een
actualisering is gebeurd, die rekening zou houden met het standpunt
dat door de VLD-fractie in de commissie voor de Justitie, vanaf het
eerste ogenblik dat die bespreking aangevat werd, zeer klaar en
duidelijk vertolkt is. Nooit werd, hetzij door mevrouw Taelman, hetzij
door de heer Borginon, hetzij door mezelf, iets anders gezegd. Ik
denk dat u daarmee akkoord zult gaan.
01.12 Claude Marinower (VLD):
La position adoptée par notre parti
est demeurée inchangée depuis le
tout premier jour, quand la ministre
est venue présenter son projet de
loi devant notre commission. Et
donc, il est un peu regrettable - je
n'en disconviens pas - que le site
web de notre parti n'ait pas été
adapté en conséquence.
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Dat u daarbij betreurt dat het debat ten gronde daarover niet gevoerd
is, is uw volste recht. Maar u weet en wist al lang wat het standpunt
van onze fractie daarover is.
01.13 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer Marinower, ik
respecteer dat u trouw bent aan een regeerakkoord. Dat is ook de
logica van onze Belgische politiek, zeker met coalitieregeringen. U
bent trouw aan het regeerakkoord.
Ik wil u en uw collega's van de VLD ook uw collega's in het Vlaams
Parlement vragen ook trouw te zijn aan een ander regeerakkoord
dat zij terzake hebben gesloten.
U zult het zich herinneren. In de commissie vroeg ik aan de minister
wat ze ging doen met het overleg, als de tekst goedgekeurd zou
worden, want ze zou de Gemeenschappen nog nodig hebben. De
minister was toen zeer strikt en zeer beperkt. Ze zei dat ze nog alleen
ging spreken over de toepassing van de wet en niet meer over de wet
as such.
Vandaag heeft de minister een kleine kier van die deur opengedaan.
Ze heeft gezegd dat ze alleen ging spreken over de toepassing van
de wet, maar dat ze, als naar aanleiding van die bespreking blijkt dat
er moeilijkheden zijn en als men tot een akkoord van aanpassing kan
komen, bereid is om dat te doen.
U hebt een loyaliteit tegenover het federale regeerakkoord. Ik wens
die te respecteren. Mag ik u en uw partijgenoten beleefd verzoeken
om dezelfde loyaliteit op te brengen tegenover het Vlaamse
regeerakkoord en om de Vlaamse VLD-ministers in de Vlaamse
regering ook op die lijn wat het federale regeerakkoord betreft te
zetten, om ten minste de tekst nog wat meer te doen aanpassen,
zodat u uw website niet zoveel hoeft te actualiseren?
01.13 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je respecte votre fidélité
à l'accord de gouvernement mais
j'aimerais que les députés VLD
soient aussi fidèles à l'accord de
gouvernement flamand.
Aujourd'hui, la ministre a
entrouvert la porte à une
concertation étendue avec les
Communautés. Elle a reconnu que
si, en cours d'examen, des
difficultés surgissaient au sujet de
l'application, elle serait
éventuellement prête à y apporter
des modifications. J'espère que le
VLD veillera à ce que le texte soit
effectivement modifié.
01.14 Claude Marinower (VLD): Mijnheer Verherstraeten, over dat
laatste kan ik het volgende zeggen. Ik weet niet hoe groot de kier is
die door mevrouw de minister in haar verklaring vandaag gelaten is. Ik
denk dat u zal toegegeven dat de laatste opmerking van uw rede het
misschien over een heel grote kier heeft, misschien iets groter dan de
minister bedoelde.
In de loop van de discussies in de commissie - ik zal daarop straks
terugkomen met betrekking tot specifieke punten - ...
01.15 Tony Van Parys (CD&V): (...)
01.16 Claude Marinower (VLD): Mijnheer Van Parys, ontwapenend
kan ook een kwaliteit zijn. En eerlijkheid is dat zeker.
U zult ook vastgesteld hebben - de minister weet dat ook - dat wij in
de discussie over een aantal deelaspecten van de wet die zich in de
commissie heeft ontsponnen, ook een deel kritische opmerkingen
hadden. De minister, die met betrekking tot een aantal punten
oorspronkelijk misschien niet helemaal te overtuigen viel, was
blijkbaar wel tot een en ander bereid. Ik kom daarop straks terug, als
u mij toelaat voort te gaan met mijn uiteenzetting.
Ik was gekomen aan de positieve punten toen u de onderbreking
01.16 Claude Marinower (VLD):
En commission, la ministre a
manifesté de l'intérêt pour nos
objections.
Le projet de loi a le mérite d'établir
une différenciation accrue entre
les mesures, afin que le juge de la
jeunesse puisse prononcer une
peine `sur mesure' pour le jeune.
Davantage de garanties juridiques
sont par ailleurs créées grâce à
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
vroeg. Ik ging zeggen dat men steeds in het achterhoofd moet houden
dat compromissen dienen gesloten te worden. Ook dat is belangrijk
voor een verdere afhandeling van het dossier. Het kan niet genoeg
benadrukt worden. Het gaat over overleg en compromissen.
De maatregelen die wij als positief ervaren, zijn de volgende.
Ten eerste, er is een diversificatie van de mogelijke maatregelen die
opgelegd kunnen worden. Die keuze is op heden al bij al nog vrij
beperkt. Met die geplande diversificatie kan en zal de jeugdrechter
maatregelen opleggen die meer op maat gesneden zullen blijken te
zijn van de betrokken jongeren. Er wordt daarbij niet alleen gedacht
aan de jeugdrechter zelf. Ook de parketmagistraat krijgt er een aantal
mogelijkheden bij. Een voorbeeld hiervan is het huisarrest. Ik kom
daarop straks terug.
Ten tweede, er worden alleszins meer rechtswaarborgen ingebouwd.
Daarbij kan gedacht worden aan de objectivering van de beslissing
van de rechter, die onder meer via een lijst een aantal criteria
voorgeschoteld krijgt waarbinnen hij zijn beslissing moet kaderen, die
daarenboven nog eens duidelijk gemotiveerd moet worden.
Bestaande praktijken moeten worden omgezet in wetgeving of
worden in wetgeving omgezet. Ook is er het wettelijk omzetten van
een aantal bestaande praktijken, waarbij in de eerste plaats wordt
gedacht aan initiatieven rond herstelrecht en meer concreet rond
herstelbemiddeling en groepsgebonden overleg. Het zijn praktijken
die al verscheidene jaren aantonen dat ze vrij effectief zijn en
nochtans aan de maatschappij niet veel hoeven te kosten, wat hun
meerwaarde natuurlijk groter maakt.
Deze wijzigingen zullen in principe weinig of niets aan de huidige
praktijk bijbrengen. Ze worden immers al toegepast. Het grote
voordeel van de hervorming is dat de bestaande praktijken een
wettelijk statuut krijgen, wat ten goede moet komen aan de
rechtszekerheid voor alle betrokkenen op het terrein.
Heel specifiek gaat het daarbij om het huisarrest. Ik blijf er eventjes bij
stilstaan en verwijs naar wat wij in de commissie reeds hebben
gezegd over het systeem of het project dat in een stad als Antwerpen,
die heel vaak wordt geconfronteerd met jeugdcriminaliteit, als een
succesvol project wordt ervaren.
Het is een rechterlijke beslissing waarop de ouders dienen toe te zien,
met behulp van de politiediensten. De betrokken jongeren mogen nog
gewoon school lopen maar zijn ten huize geconfineerd tussen zes uur
's avonds en zeven uur 's morgens. Het is een initiatief dat momenteel
navolging vindt in steden als Ronse en Mechelen. Heel recent, toen ik
toevallig in het buitenland was en een zender bekeek die het nieuws
van over de hele wereld bracht, zag ik dat het een maatregel is die
ook in sommige Canadese steden wordt gebruikt.
Indien de betrokkene zich niet houdt aan het huisarrest, blijkt de
politie bij een eerste overtreding een waarschuwing te geven. Bij een
tweede overtreding wordt een officiële vaststelling gemaakt voor het
overtreden. Bij de derde maal wordt de jongere opnieuw voor de
jeugdrechter gebracht, die dan een nieuwe en strengere maatregel
kan opleggen.
l'objectivation et à la motivation
obligatoire par le juge.
Certaines mesures déjà appli-
quées aujourd'hui dans la pratique
acquièrent à présent un cadre
légal, ce qui engendre une plus
grande sécurité juridique. Je
pense par exemple à l'assignation
à résidence, une sanction déjà
appliquée avec succès à Anvers.
La surveillance est assurée par les
parents, aidés par les services de
police. Le jeune peut continuer à
fréquenter l'école. Le projet
connaît à présent une suite.
L'assignation à résidence répond
au problème de la surpopulation
dans les établissements. Il s'agit
par ailleurs d'une sanction
véritablement vécue comme telle
par le jeune, qui reste dans son
environnement propre et peut
développer les relations avec ses
parents. Il s'agit enfin d'une
mesure à très faible coût.
C'est à l'initiative du VLD que ce
régime est intégré dans la loi et je
suis fier de dire qu'il s'agit du seul
amendement approuvé à
l'unanimité. Les magistrats ont
d'ailleurs exprimé leur satisfaction
à ce sujet dans les médias.
En ce qui concerne le stage
parental, une mesure qui se situe
à la limite entre les compétences
fédérales et communautaires,
nous avons tenté de répondre aux
objections du Conseil d'Etat et du
gouvernement flamand par voie
d'amendement.
J'ai toutefois quelques critiques à
formuler.
D'abord, nous étions plutôt
sceptiques quant au titre préli-
minaire inséré par amendement.
Les principes formulés dans le
texte le sont à juste titre, ce qui ne
signifie toutefois pas encore qu'ils
doivent figurer dans le dispositif.
Nous avions formulé des critiques
sur la mesure provisoire en tant
que mesure d'instruction. De telles
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
De voordelen van het huisarrest hebben we heel duidelijk uiteengezet.
Ten eerste, het is een alternatief voor de plaatsing in de soms
overvolle instellingen. Het huisarrest wordt door de jongere ook als
straf aanzien. Niemand pocht graag bij zijn vrienden met een
maatregel die ervoor zorgt dat hij of zij 's avonds niet buiten kan.
Terwijl jongeren dikwijls nog opscheppen met een vervolging of met
een plaatsing in een instelling, is dat hier niet het geval.
Ten tweede, de ouders worden mee verantwoordelijk gesteld om toe
te zien op de navolging van het huisarrest. Zij worden er ook op
regelmatige tijdstippen door de politie mee geconfronteerd.
Ten derde, het belangrijkste voordeel is dat de jongere in zijn eigen
leefomgeving blijft. Ook op die manier kan er worden gewerkt aan de
relatie met de ouders, wat in een instelling veel moeilijker kan en
alvast stroever zal verlopen.
Ten slotte, niet onbelangrijk is het beperkte kostenplaatje van de
maatregel. De instellingen en de sociale diensten worden op dat vlak
ontlast. Het huisarrest kost op zich weinig of niets. De sociale
diensten, die reeds te kampen hebben met onvoldoende personeel,
kunnen daardoor hun aandacht naar andere punten verleggen.
Daarom ook heeft VLD het initiatief genomen om deze specifieke,
alternatieve straf een specifiek, wettelijk kader aan te reiken. Het kon
volgens ons niet de bedoeling zijn het succesvolle project rond
huisarrest te laten vallen onder het ontworpen artikel 37, §2bis, i, van
de jeugdbeschermingwet. Dat laatste was voor ons immers een
containerbegrip, dat te vaag was en het huisarrest oneer zou
aandoen.
Belangrijk daarbij is dat in de media de magistraten zich over deze
specifieke maatregel bijzonder positief hebben uitgelaten, nu het een
afschrikkingmiddel blijkt te zijn tegen jeugdcriminaliteit. Wij waren
bijzonder verheugd, toen dit huisarrest door alle fracties werd
gesteund en het amendement, als enige bij de bespreking in de
commissie, de unanieme goedkeuring kon wegdragen. Het was
trouwens de enige unanimiteit in het hele ontwerp.
De volgende maatregel waarop wij de aandacht wilden vestigen en
waarover wij een ander belangrijk amendement hebben ingediend, is
de ouderstage. Er bestond een impasse rond dit thema. Met deze
maatregel bevindt men zich op het raakvlak van de afgesproken
bevoegdheidsregelingen tussen de Gemeenschappen en de federale
overheid. Wij hebben dat aangekaart, ik zal er niet te lang op
terugkomen. Wij hebben het initiatief genomen om via dat
amendement tegemoet te komen aan de verschillende kritieken die
de Raad van State en de Vlaamse regering daarop brachten. De
goedgekeurde tekst stipuleert dat het opleggen van een ouderstage
enkel kan als dit effectief ten goede komt van de delinquente
minderjarige.
Ik zal niet blijven stilstaan bij het initiatief dat genomen werd rond de
bemiddeling, maar ik blijf toch even stilstaan bij enkele punten van
kritiek die wij hebben met betrekking tot dit ontwerp.
mesures ne sont en effet guère
compatibles avec la présomption
d'innocence. Notre amendement y
afférent a été rejeté et nous nous
inclinons dès lors.
Nous ne pouvons cacher notre
scepticisme quant au dessaisis-
sement. Les amendements ont
permis que le projet soit tout de
même conforme aux exigences
internationales en matière de
jugement des mineurs. Ils doivent
être distingués des adultes, ils ne
peuvent se voir appliquer de peine
de réclusion à perpétuité et ils ne
peuvent être jugés par un tribunal
pour adultes. En supprimant le
dessaisissement du projet non
amendé, nous nous trouvions à la
limite de la dernière disposition. En
associant des conditions
spécifiques au dessaisissement,
nous respectons les critères
internationaux. Le point le plus
important est que les mineurs
devront comparaître devant des
chambres spéciales des tribunaux
correctionnels et des cours
d'appel.
Le texte amendé prévoit
également une courte période
entre le dessaisissement et la
comparution effective devant le
tribunal. Dans le droit de la
jeunesse et en réalité dans le
droit en général- les contretemps
sont dus à des problèmes liés aux
rapports d'expertise.
Le texte pare parfaitement la
critique selon laquelle le dessaisis-
sement va avoir pour effet que les
peines seront trop légères.
Le bilan final est positif. On ne
peut pas parler d'un festival de
bonnes nouvelles mais il serait
malhonnête de nier que des
compromis sont nécessaires sur le
plan social et politique.
Le succès de ce projet est
étroitement lié à la réussite de la
coopération avec les Commu-
nautés et les Régions. Beaucoup
dépendra des moyens qui seront
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Ten eerste, de heer Courtois weet dit, ik blijf er niet lang bij stilstaan,
wij hadden problemen met de voorafgaande titel die bij amendering
werd ingevoerd. Wij hebben dat in de commissie zeer uitvoerig
toegelicht. Ik verwijs naar het verslag van de werkzaamheden.
Ik vergat u trouwens te bedanken en te feliciteren voor uw uitstekend
verslag, mevrouw Claes, waarvoor mijn excuses. In het vuur van de
strijd die voorafging aan mijn betoog ben ik dat vergeten. Dat is hierbij
rechtgezet.
De VLD heeft van bij het begin gezegd dat de principes die verwoord
waren in de algemene beginselen, terecht waren, maar de vraag was
of ze in het dispositief zelf opgenomen moesten worden. Het is juist
dat de techniek al eerder toegepast werd, onder meer in het voorstel
van de basiswet inzake het gevangeniswezen en de rechtspositie van
gedetineerden. Hier is er echter een groot verschil. In het kader van
de zogenaamde wet-Dupont was er nagenoeg geen bestaande
wetgeving. In het geval van het jeugdrecht bestaat die wetgeving
reeds jaren wel.
Wat betreft de voorlopige maatregel als onderzoeksmaatregel ik zie
met genoegen dat u aanwezig bent, mijnheer Maene, ik kan mij dus
rechtsreeks tot u richten, omdat u het daarover had in uw toespraak
hebben wij inderdaad een punt van kritiek geopperd. Wij hebben
gezegd, en wij volgen daarin de adviezen en opmerkingen van onder
anderen professor Put die zei dat in het kader van het onderzoek,
maatregelen van 15 en/of 30 uur het aantal uren maakt daarbij geen
verschil inderdaad op gespannen voet staan met het vermoeden
van onschuld. Wij hebben dat toen gezegd en wij hebben dat
behouden. Dat amendement werd niet goedgekeurd, maar wij leggen
ons neer bij de stemming die daarover gehouden werd. Ik wilde
hierop toch nog even terugkomen. Dat was een punt van kritiek: een
voorlopige plaatsing in het kader van een onderzoeksmaatregel of
een maatregel van die aard, waarbij de begeleiding zou gebeuren
door een personeelslid van de plaats waar de prestatie van algemeen
nut dient verricht te worden en niet gebeurt door de consulent of
medewerker van de specifieke begeleidingsdiensten.
Over de uithandengeving is reeds bijzonder veel gezegd. Ik kan
daarover heel kort zijn. Commissievoorzitter Borginon had het
daarstraks daarover, in het kader van een interpellatie naar aanleiding
van opmerkingen van andere collega's.
Ik heb wel een paar overwegingen, waarbij ik ook verwijs naar
hetgeen professor Put daarover gezegd heeft.
Wij staan sceptisch tegenover de uithandengeving. Daar is geen
twijfel over. Er zijn toch een aantal kritische opmerkingen over dat
systeem in het voorliggend ontwerp opgevangen, ten eerste dat
minderjarigen die van hun vrijheid worden beroofd, gescheiden
moeten worden van volwassenen. Het ontwerp komt tegemoet aan
die eis.
Ten tweede, voor minderjarigen moet een maximumduur van de
vrijheidsberovende maatregelen worden bepaald en kan een
levenslange detentie niet worden opgelegd. Ook hier voldoet het
ontwerp goeddeels aan de internationale normen.
alloués. Chaque niveau de
compétence devra prendre ses
responsabilités.
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Ten derde zeggen de internationale normen dat minderjarigen niet
mogen berecht worden als volwassenen, noch door een
volwassenenrechtbank ongeacht de omstandigheden en de ernst van
de feiten.
De geamendeerde tekst voorziet erin dat de uithandengeving aan een
volwassenenrechtbank mogelijk is, maar dat die
volwassenenrechtbank dan gevormd zal worden door een
gespecialiseerde kamer waarbij minstens een van de rechters
specifiek een opleiding met betrekking tot het jeugdrecht heeft
genoten. De kritiek op de uithandengeving is dat die niet zou leiden tot
een effectieve bestraffing. De stelling verdient inderdaad nuance en
verduidelijking. Ik verwijs onder meer naar hetgeen de heer Maene
als specialist terzake heeft verteld. Het kan toch maar herhaald en
herinnerd worden dat hij waarschijnlijk van ons allen de enige
specialist is op het terrein zelf, die de functies ook heeft uitgeoefend
en daarover ook in de bespreking in de commissie een eigen
getuigenis heeft afgelegd, die bijzonder nuttig was in het kader van de
bespreking. Die stelling verdient dus nuance en verduidelijking. Hij
heeft het gehad over jongeren die 's avonds of 's nachts in een van
die instellingen worden opgesloten. Dat is ook, denk ik, tekenend.
Men heeft het amendement aanvaard om de periode tussen de
beslissing tot uithandengeving en de verschijning voor de
bodemrechter zo kort mogelijk te houden. Het zou ten dele een
oplossing kunnen vormen voor het geschetste probleem. Men mag
niet vergeten dat de minderjarige tussen de beslissing tot
uithandengeving en de werkelijke verschijning dikwijls ook al een
vrijheidsberovende straf heeft ondergaan. Soms is die periode te lang
te noemen en het zal niet verbazen dat de bodemrechter daar
rekening mee zal houden, op eenzelfde manier als iedere
bodemrechter dat doet met enige voorafgaande vrijheidsberovende
straf die opgelegd of ondergaan is.
Soms liggen de problemen van het jeugdrecht en niet alleen van het
jeugdrecht op een totaal ander vlak. De leden van de commissie
voor de Justitie en degenen die professioneel begaan zijn met de
materie van Justitie, weten dat er een zeer ernstige problematiek
bestaat op het gebied van deskundigenverslag, zowel met betrekking
tot de wijze waarop dat georganiseerd wordt, als met de verloning
ervan en de laattijdige indiening van de verslagen, die broodnodig zijn
om de verdere behandeling te kunnen voltooien.
Er is ook de kritiek dat er straffen met uitstel of te lichte straffen
zouden kunnen worden uitgesproken. Fons Borginon heeft er
daarstraks met recht naar verwezen dat ook in het ontwerp-Maes
uitstel nog steeds mogelijk was en niet uitgesloten. Daarenboven was
in het ontwerp-Maes ook een toevlucht mogelijk tot de probatie.
Besluitend, collega's, kunnen we stellen dat de VLD alvast tevreden is
dat er eindelijk werk werd gemaakt van een hervorming van het
jeugdrecht. Gedurende 40 jaar is een en ander geëvolueerd, waren er
allerhande studies en drong een aanpassing zich dan ook op. Daar
was eenieder het over eens.
In dezen is met name belangrijk dat er vertrokken wordt van een
pragmatische visie en, net zoals ik daarstraks gezegd heb, dat de
modellenoorlog verlaten wordt, dat men eindelijk de loopgraven kan
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
verlaten waarin men zich de laatste jaren had verschanst.
De balans is, denken wij, met verschillende positieve elementen die te
onderkennen zijn in de tekst, ook positief te noemen. Het is geen
volledige goednieuwsshow gebleken. Op een aantal punten hadden
wij, indien wij steeds de pen alleen hadden kunnen hanteren, wellicht
anders gehandeld. Het politieke bestel is zo, en collega
Verherstraeten heeft daarnaar verwezen, dat op belangrijke politieke
en maatschappelijke vlakken compromissen dienen gesloten te
worden. Wie anders durft te beweren, is in dezen niet realistisch.
Niet alleen het ontwerp is in dezen van belang. Belangrijker is de
minister heeft er in een antwoord of in zijn uiteenzetting daarstraks
ook naar verwezen de samenwerking met de Gemeenschappen ter
uitvoering van het jeugdrecht. Mevrouw de minister, ik ben ooit eens
in een debat geweest op een Franstalige zender, kort nadat u voor het
eerst dit ontwerp had toegelicht. Daar ook heb ik u reeds gezegd dat
veel, indien niet alles, afhankelijk zal zijn van de middelen die ter
beschikking worden gesteld. Dit ontwerp vandaag goedkeuren en
later vaststellen dat de middelen niet voorhanden zijn zal gewoonweg
desastreus zijn voor dit ontwerp dat thans voorligt en voor de
problematiek van het jeugdrecht.
Dikwijls is gebleken dat de kritiek die gerezen is op het bestaande
jeugdrecht niet steeds te maken heeft met de filosofie van de
wettekst, maar meer met het feit dat de broodnodige middelen
ontbraken om een degelijk jeugdrechtbeleid te voeren. Na de
goedkeuring van dit ontwerp, collega's, mevrouw de minister, is de
samenwerking in het voorzien van de nodige middelen dan ook het
eerste werk dat in dezen zal dienen te gebeuren. Ieder
bevoegdheidsniveau zal zijn verantwoordelijkheid moeten nemen. Ik
dank u.
01.17 Alain Courtois (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, chers collègues, nous sommes en 2005, quarante ans après
la loi de 1965. Quarante ans, c'est du temps, beaucoup de temps!
Quarante ans de changements sociaux, économiques. Quarante ans
de changements institutionnels, quarante ans où les gens de terrain
ayant fréquenté la problématique de la délinquance juvénile
demandaient une adaptation législative. Quarante ans après, enfin,
nous y sommes!
Nous sommes sur la voie d'une modification législative dans une des
problématiques judiciaires probablement les plus sensibles et les plus
difficiles. J'étais assez surpris tout à l'heure de voir comment un débat
qui devrait être un débat serein pour les gens de terrain a dévié
pour des motifs purement communautaires sur des sujets qui sont
manifestement dépassés par rapport à l'enjeu de cette nouvelle
législation, à ce qu'on essaie de faire, à l'équilibre qu'on tente de
trouver en commission entre un modèle protectionnel et un modèle
sanctionnel.
Madame la ministre, à l'occasion de cette nouvelle législation, le
gouvernement a adopté une attitude juste en disant au citoyen que la
délinquance juvénile devait être sanctionnée mais aussi qu'elle devait
être comprise et que donc, malgré l'évolution sociale et économique,
on peut parfois comprendre certains débordements mais que des
débordements excessifs doivent être sanctionnés. Cela fait déjà
01.17 Alain Courtois (MR): Er is
een hemelsbreed verschil tussen
de jeugd van vandaag en die van
1965.
Sommigen wensen dat de wet op
de jeugdbescherming grondig
wordt hervormd omdat ze menen
dat het beschermingsmodel heeft
afgedaan. In dit model wordt de
minderjarige delinquent als een
individu beschouwd dat
beschermd moet worden. Er moet
duidelijker tegen jeugddelinquentie
worden opgetreden zodat de
maatschappij in haar geheel ook
meer zekerheid krijgt. Daarom
wensen ze dat de minderjarige die
een als strafbaar omschreven feit
begaat, precies wegens zijn
minderjarigheid aan een specifiek
regime moet worden onder-
worpen. Dat regime moet er echter
via een sanctie ook voor zorgen
dat de jongere bewust wordt van
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
plusieurs années que le débat relatif à une réforme en profondeur de
la loi de 1965 a été entamé. J'ai lu plusieurs perspectives de réforme
qui malheureusement n'ont pas pu faire l'objet d'un consensus au
sein des gouvernements fédéraux successifs. Je sais aussi que bon
nombre de nos collègues sont d'accord sur la nécessité d'une réforme
en profondeur de ce qu'on appelle le modèle purement protectionnel.
Le modèle purement protectionnel a vécu.
Aujourd'hui, on doit considérer que la réaction sociale face à la
délinquance juvénile doit être plus claire, plus transparente et plus
honnête vis-à-vis du jeune et, à travers lui, vis-à-vis de la société. Le
mineur qui commet un fait qualifié d'infraction doit être soumis à un
régime spécifique, à une réponse différente de celle apportée aux
faits de délinquance des majeurs.
Il est certain que son état de minorité appelle une réponse particulière
et spécifique.
Mais, dans le même temps, la réponse ne peut se limiter à la
protection du mineur. Il faut que ce mineur fasse aussi, et c'est le fond
de la question, une espèce de travail personnel de conscientisation. Il
doit comprendre le pourquoi de sa responsabilité dans l'acte délictuel.
Si jamais il ne le comprend pas, je pense que le mineur doit être
sanctionné. Le juge doit tenir compte de la personnalité du mineur, du
dossier du mineur, des faits plus ou moins graves mais, en même
temps, il doit rappeler au mineur l'importance de la règle et de son
dépassement en société.
En conclusion, les tenants d'une refonte globale de la matière plaident
pour une réforme autour des principes de responsabilisation, de
réparation et surtout de réparation du préjudice subi par la victime,
tout en disant qu'il y a une spécificité de la délinquance juvénile.
D'autres plaident pour une réforme plus ponctuelle de la loi de 1965,
estimant que le modèle protectionnel tel qu'il existe aujourd'hui est
encore pertinent. Ils défendent l'idée que les mineurs délinquants
posant de réels problèmes ne constituent qu'une petite minorité parmi
la population des délinquants juvéniles.
Le système protectionnel qui intègre l'aide à la jeunesse et la
protection de la jeunesse se montrerait adapté pour plus de 90% des
situations rencontrées. Dès lors, disent certains, une remise en cause
globale de la philosophie de la loi de 1965 ne se justifie pas.
En fait, le texte qui nous est soumis aujourd'hui et qui a été amendé
en commission, est un compromis entre ces différentes tendances. A
ce titre, il ne pourra satisfaire pleinement les tenants de l'un ou de
l'autre modèle. Toutefois, je pense que c'est un texte équilibré entre
l'approche éducative et l'approche sanctionnelle.
Comme je l'ai souligné plusieurs fois en commission, ce projet de loi
comporte des avancées importantes qui permettent de répondre aux
problèmes des acteurs de la jeunesse; c'est heureux parce que,
souvent en commission, certains philosophes n'écoutent pas et ne
regardent pas les problèmes des acteurs de terrain.
Je ne dois pas seulement aller voir ceux qui sont dans les institutions
zijn fouten, dat hij zijn verant-
woordelijkheid leert opnemen en
dat de schade die het slachtoffer
heeft geleden, wordt hersteld.
Daarbij dient de rechter bij de
strafbepaling rekening te houden
met de persoonlijkheid van de
minderjarige en met de ernst van
de daad.
Sommigen zijn van oordeel dat
jonge delinquenten die echt voor
problemen zorgen, slechts een
uiterst kleine minderheid vormen.
Zij menen dan ook dat een
beschermingsmodel waarin zowel
de jeugdbijstand als de jeugd-
bescherming zijn opgenomen, in
meer dan 90 procent van de
gevallen relevant blijft.
De tekst die vandaag voorligt, is
een compromis, dat voor
sommigen dus ontoereikend is,
tussen een opvoedende en een
bestraffende benadering. In dit
wetsontwerp moet de sanctie aan
de gepleegde feiten worden
aangepast, een opvoedende
waarde hebben, rekening houden
met de plaats die de jongere
inneemt en hem in de samen-
leving integreren. De werkelijkheid
in het veld mag niet over het hoofd
worden gezien: de magistraten die
op het stuk van de jeugdbijstand
actief zijn, moeten iedere dag
opnieuw een plaatsje zoeken waar
ze de jongeren kunnen
"onderbrengen".
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
spécialisées. Je pense aussi aux magistrats de la jeunesse dont on
sait que, chaque jour à cinq heures et demie, ils passent leur temps
au téléphone pour savoir où ils vont mettre le jeune. "J'ai encore un
jeune à caser", disent-ils.
Bref, je pense qu'un équilibre entre l'éducatif et le sanctionnel est
rencontré et que l'on peut faire en sorte aujourd'hui que la place du
jeune soit d'abord et avant tout dans sa famille d'origine ou dans le
cadre des relations sociales qu'il a tissées. Si ce n'est pas possible,
on peut le placer dans un établissement ouvert, si on ne peut le faire,
on le place dans un établissement fermé et en dernière ressource
j'y reviendrai , nous avons la procédure de dessaisissement. J'avoue
qu'on aurait pu imaginer un autre système mais je rappelle, même à
M. Van Parys, que la procédure de dessaisissement aujourd'hui inclut
qu'un magistrat traite au niveau correctionnel de la situation d'un
jeune qui a commis un fait éventuellement à 14 ans, à 15 ans ou à 16
ans. Bien entendu, ce n'est qu'au moment du dessaisissement
véritable que le magistrat va devoir traiter seulement du dernier fait.
C'est bien connu. Mais, dans cette procédure-ci et j'y insiste , il a
été bien indiqué que le dossier du jeune, le dossier du parquet...
01.18 Tony Van Parys (CD&V): (...)
01.19 Alain Courtois (MR): Je sais, monsieur Van Parys, que vous
désirez ramener toutes ces matières vers les Communautés ou vers
le juge de la jeunesse. Je le répète, l'objectif du dessaisissement
relisez les textes de départ était, en 1965 déjà, le traitement de cas
exceptionnels. On dessaisissait un magistrat de la jeunesse parce
que lui-même disait: "Je ne peux plus rien faire de ce jeune, amenez-
le devant le tribunal des grands". A ce moment-là, le magistrat attend
le jeune devant le tribunal des grands et lui dit: "Maintenant, tu es
devant le tribunal des grands". Toute cette notion d'exemplarité est
tout à fait effacée dans votre volonté de ramener tout au juge de la
jeunesse, mais j'y reviendrai tout à l'heure.
Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, pour le
groupe MR, il fallait retrouver dans cette nouvelle loi un certain
nombre d'éléments qui nous paraissaient essentiels. Le premier est la
prise en considération de l'évolution de la délinquance juvénile. Il ne
faut pas être grand clerc pour comprendre que, malheureusement, la
délinquance a évolué au cours de ces quarante dernières années. La
situation a changé, la délinquance s'est organisée en bandes, elle est
plus agressive. A tout cela, il fallait apporter une réponse.
Nous souhaitions répondre au sentiment d'impunité trop largement
partagé par certains, parfois même par des gens de terrain ou des
policiers. Quand ces derniers interceptent un jeune sur la voie
publique, aucune remarque ne lui est faite, aucune sanction ne lui est
infligée. Nous voulions changer cette situation.
Il nous semblait également important de répondre au sentiment de
responsabilisation du mineur délinquant mais aussi de ses parents.
S'il y a eu une évolution sociale en quarante ans, il s'agit aussi d'un
certain abandon de l'autorité parentale. Il fallait répondre à cette non-
responsabilisation des parents.
Nous voulions aussi qu'une place soit accordée à la victime,
notamment par la réparation des dommages causés cela va dans le
01.19 Alain Courtois (MR): Voor
de MR-fractie moest deze wet een
aantal punten bevatten die voor
ons van fundamenteel belang zijn.
Allereerst moet er rekening
gehouden worden met de evolutie
van de jeugdcriminaliteit. Jammer
genoeg is die inderdaad danig
geëvolueerd de afgelopen
decennia. Jongeren opereren in
bendes en gaan agressiever te
werk. Daar moest tegen
opgetreden worden.
Wij wilden een einde maken aan
het al te wijdverbreide gevoel van
straffeloosheid, dat zelfs onder
politieagenten en veldwerkers
leeft.
De minderjarige delinquent én zijn
ouders moesten op hun verant-
woordelijkheid worden gewezen.
Steeds meer ouders hebben geen
enkel gezag meer over hun
kinderen, en daar moest wat aan
gedaan worden.
Ook aan de slachtoffers moest
een plaats worden ingeruimd met
herstelmaatregelen ter schade-
loosstelling, niet alleen voor, maar
ook tijdens en zelfs na afloop van
de rechtsgang.
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
sens actuel de toute législation , non seulement dans la phase en
amont de la procédure judiciaire mais aussi au moment de la
procédure judiciaire et peut-être même après.
Il faut également donner les garanties juridiques au mineur
délinquant, sachant que ce mineur deviendra adulte, en lui apprenant
non seulement la règle mais aussi ses droits. Il doit manifestement
être protégé à cet égard.
Nous pensons que ce mineur délinquant, adulte en devenir, devait
être encadré par un projet éducatif et nous avons le sentiment, au
groupe MR, que ce projet de loi répond à nos premières
préoccupations. En ce qui concerne la responsabilisation des parents,
par exemple, l'obligation d'informer les parents dès que le mineur a
commis une infraction est prise en charge par les forces de l'ordre et,
au stade suivant de la procédure, c'est une manière de rappeler aux
parents leur responsabilité. Si les personnes qui exercent l'autorité
parentale sur les mineurs manifestent un désintérêt caractérisé à
l'égard de la délinquance de ce dernier, le tribunal pourra leur
ordonner d'accomplir un stage parental, pour autant que ce stage soit
bénéfique pour le mineur délinquant lui-même. Un accompagnement
pourra également être effectué par les Communautés dans une
perspective d'assistance.
Bref, nous sommes convaincus que ce projet amendé répond à la
première préoccupation de la responsabilité parentale.
Là encore, le tribunal de la jeunesse devra prendre en considération
la gravité des faits et pas n'importe quoi! La gravité des faits, les
circonstances dans lesquelles les faits se sont déroulés, les
dommages et les conséquences pour les victimes ainsi que pour la
sécurité publique. Je rappelle que le tribunal et le parquet peuvent
proposer un certain nombre de mesures pour que le mineur se sente
responsable.
Citons-en quelques-unes: prestations éducatives d'intérêt général
on y a fait allusion en rapport avec l'âge et les capacités du mineur
délinquant , possibilité de traitement ambulatoire ou de placement
dans une institution thérapeutique en matière d'alcoolisme, de
toxicomanie ou de toute autre dépendance; possibilité de placement
résidentiel dans un service pédo-psychiatrique; possibilité pour le
tribunal d'assortir les mesures de placement d'un sursis de 6 mois
pour autant que le jeune s'engage à effectuer une prestation
éducative et d'intérêt général; accomplissement d'un travail rémunéré
si le jeune a atteint l'âge de 16 ans; assignation à résidence ou plus
exactement interdiction de sortie; interdiction de fréquenter certaines
personnes ou certains lieux déterminés ayant rapport avec l'infraction;
interdiction d'exercer une ou plusieurs activités déterminées au regard
des circonstances; possibilité pour le jeune de proposer un projet
portant sur un ou plusieurs engagements, comme réparer les
dommages causés, participer à des mesures restauratrices, etc.
Bref, je pense que suffisamment de mesures peuvent être prises par
le tribunal ou les parquets pour inciter le jeune à avoir le sens de ses
responsabilités mais aussi pour ne pas directement le mettre en
confrontation avec un établissement fermé, voire même une
procédure de dessaisissement.
We moeten de delinquente
jongere ook de nodige
rechtswaarborgen bieden, door
hem niet alleen de regel te leren,
maar hem ook van zijn rechten op
de hoogte te brengen.
De delinquente minderjarige,
volwassene in wording, heeft nood
aan een educatief project en in dat
opzicht beantwoordt dit
wetsontwerp aan onze eerste
bekommernis. Indien personen die
het ouderlijk gezag over jongeren
uitoefenen duidelijk onverschillig
zijn ten aanzien van de
delinquentie van die jongeren, kan
de rechtbank hun een ouderstage
opleggen en is begeleiding en
bijstand door de
Gemeenschappen mogelijk. Wij
zijn ervan overtuigd dat dit ontwerp
aan de bekommernis met
betrekking tot de ouderlijke
verantwoordelijkheid
tegemoetkomt.
De rechtbank zal tevens rekening
moeten houden met de ernst van
de feiten, de omstandigheden
waarin ze werden gepleegd, de
schade die de slachtoffers hebben
geleden en de bedreiging voor de
openbare veiligheid.
De rechtbank en het parket
kunnen maatregelen voorstellen
om de minderjarige zijn
verantwoordelijkheid te leren
nemen: opvoedkundige prestaties
ten dienste van de gemeenschap;
behandeling of plaatsing in een
therapeutische instelling of een
jeugdpsychiatrische dienst;
mogelijkheid om de plaatsing op te
schorten; uitvoering van bezoldigd
werk; huisarrest of
uitgaansverbod; verbod om
bepaalde activiteiten uit te oefenen
of om met bepaalde personen om
te gaan of zich op plekken te
begeven die met het misdrijf
verband houden; mogelijkheid
voor de jongere om een
persoonlijk project voor te stellen
waarmee hij de schade kan
herstellen; enz.
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
Le dernier élément que nous voulions souligner est la réponse au
sentiment d'impunité. En commission, nous avons eu certaines
divergences de vue sur le placement en régime éducatif fermé. Je
suis content que l'on ait maintenu la possibilité de placer en milieu
fermé les jeunes ayant commis des faits particulièrement graves et
qui choquent la conscience sociale: attentat à la pudeur avec
violence, association de malfaiteurs, menaces contre les personnes,
coups et blessures aggravés avec préméditation, dégradations
commises en bandes ce phénomène est, hélas, devenu banal ,
rébellion avec armes et violences, infraction punie d'une peine
d'emprisonnement de 3 ans ou plus. En la matière, pour répondre au
sentiment d'impunité, il était bon de rappeler le régime éducatif fermé
pour toutes ces infractions.
Le maintien de la procédure de dessaisissement dois-je le rappeler
a été pour le moins sujet à discussion en commission.
La procédure de dessaisissement, c'est un signal clair de la part du
magistrat, et tout d'abord du magistrat de la jeunesse. Il ne faut pas
croire que les magistrats de la jeunesse renvoient énormément de
procédures devant le tribunal dit "pour adultes" car il y a d'abord une
prise de conscience de leur part de la nécessité d'envoyer un signal
fort à l'égard de ce jeune.
Cette procédure est aussi une mesure exceptionnelle. Si l'on croit que
la procédure de dessaisissement est utilisée de manière
systématique, on se trompe et si l'on croit que cette procédure doit
être systématique, on se trompe aussi. Elle ne doit pas être
systématique car, je le rappelle une fois de plus, un certain nombre de
signaux auront été lancés au jeune avant d'aboutir à cette procédure.
C'est là que l'on ne comprendra pas le pourquoi de certains
agissements. Les magistrats de la jeunesse eux-mêmes le répètent
et l'écrivent tous les jours: la procédure de dessaisissement est
purement exceptionnelle et ne concerne absolument pas les tribunaux
de la jeunesse.
Dans le cadre du dessaisissement, il a été prévu par la loi que le
dossier complet avec la description de la personnalité du jeune est
transmis à la chambre correctionnelle nouvelle composée de trois
juges, dont un au moins aura suivi une formation particulière
organisée par le CSJ. Madame la ministre, j'espère que vous
trouverez les interlocuteurs adéquats et suffisants pour pouvoir
répondre à cette particularité de la loi car faire suivre une formation
supplémentaire aux magistrats sera un point compliqué.
Bref, monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, je
ne pense pas qu'il faille aller plus loin dans l'analyse de ce texte. Pour
nous, il répond à l'équilibre nécessaire entre les deux éléments de
réflexion quant à ce fléau qu'est devenue la délinquance juvénile. Il
était temps d'agir et d'atteindre cet équilibre. Il était temps que l'on
arrête de dire que la législation était, à un moment donné, une
législation exclusivement protectionnelle. Aujourd'hui, on peut arriver
à un système où l'on mêle le protectionnel et le sanctionnel. Les
Communautés auront également leur rôle à jouer; elles devront faire
en sorte que certains éléments de ce projet de loi soient
opérationnels. Et je termine en me réjouissant de voir qu'on laisse
encore au pouvoir judiciaire fédéral le soin de régler une matière telle
que la délinquance juvénile.
Het laatste element is het
antwoord op het gevoel van
straffeloosheid. In de commissie
konden wij het niet over de
plaatsing in een gesloten
opvoedingsafdeling eens worden.
Ik stel met tevredenheid vast dat
die mogelijkheid wordt behouden
voor jongeren die bijzonder
ernstige feiten hebben gepleegd
waaraan de samenleving aanstoot
neemt.
De commissie heeft eveneens het
behoud van de procedure van de
uithandengeving besproken. Het
gaat om een uitzonderlijke
maatregel die niet systematisch
mag worden toegepast. Voordat
het zover is, zullen er immers al
een reeks signalen zijn gegeven.
In het kader van de
uithandengeving is bepaald dat het
volledige dossier naar de nieuwe
correctionele kamer wordt
verzonden die uit drie rechters is
samengesteld, van wie er
tenminste een een opleiding bij de
Hoge Raad voor de Justitie heeft
gevolgd.
Kortom, volgens ons verzekert
deze tekst het noodzakelijke
evenwicht tussen de twee
essentiële aspecten voor de
aanpak van de jeugdcriminaliteit:
de bescherming en de sanctie. De
Gemeenschappen zullen er mee
voor moeten zorgen dat bepaalde
elementen uit dit ontwerp concreet
vorm krijgen. Het verheugt me dat
de federale rechterlijke macht nog
de gelegenheid geeft om die
materie te regelen.
Om al die redenen en gelet op de
evenwichtige oplossing die deze
tekst aanreikt, zal de MR dit
ontwerp goedkeuren.
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Pour toutes ces raisons et vu l'équilibre de ce texte amendé, le
groupe MR votera ce projet de loi.
01.20 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, collega's, ik zal mijn uiteenzetting proberen kort houden
op deze laatste dag van het parlementair jaar. We hebben in de
commissie immers al heel uitgebreid over dit wetsontwerp
gedebatteerd.
Eerst en vooral wil ik benadrukken dat wij veel belang hechten aan de
preventie van jeugdcriminaliteit. Al te vaak zien we immers dat de
maatregelen om jeugdcriminaliteit te verminderen pas worden
genomen nadat de jongeren hun eerste criminele feiten hebben
gepleegd. Preventie van jeugdcriminaliteit moet volgens ons een veel
belangrijker en veel grotere rol spelen.
De maatschappij mag echter niet blind zijn wanneer deze preventie
faalt en het toch foutloopt met de jongeren. Daarop moet dan een
adequaat antwoord worden gegeven dat moet leiden tot een
evenwicht tussen de rechten en de plichten van de minderjarige. In
hoofde van de minderjarige moet worden gezocht naar een evenwicht
tussen, enerzijds, het optimaal garanderen van de ontwikkelings- en
ontplooiingskansen en, anderzijds, het ontwikkelen van het
verantwoordelijkheidsgevoel van de jongere.
Tegelijkertijd moet dat antwoord ook tegemoetkomen aan het recht
van het slachtoffer op herstel en een einde stellen aan de
maatschappelijke verstoring. De vraag is dan ook of het voorliggend
wetsontwerp een dergelijk antwoord biedt. Tijdens de algemene
bespreking van het wetsontwerp in de commissie heb ik al gewezen
op de positieve elementen ervan en ik zal deze nog even kort
opsommen.
Ik denk bijvoorbeeld aan de uitbreiding van de mogelijke maatregelen
met een educatieve inslag en met reïntegratie in de samenleving als
doelstelling, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid voor de jeugdrechter
om een jongere te plaatsen in een psychiatrische dienst. Ik denk ook
aan het trapsysteem waarbij de voorkeur wordt gegeven aan het
behoud van de jongere in het thuismilieu en de plaatsing als laatste
middel wordt beschouwd, aan het geven van een wettelijke basis voor
de herstelgerichte afhandeling, aan de mogelijkheid voor de jongere
om zelf een project voor te stellen, aan de meer uitgebreide
motiveringsplicht met de toetsingscriteria, aan de bepaling door de
rechter van
de maximumduur van een plaatsing in
gemeenschapsinstellingen en aan het systematisch informeren van
de ouders. Dit zijn stuk voor stuk positieve punten in het wetsontwerp
die onze steun verdienen.
Onze fractie is ook heel tevreden dat de regering en de minister niet
doof zijn gebleven voor de kritische bemerkingen die werden
geformuleerd door de sprekers tijdens de hoorzittingen en vanuit de
verschillende politieke fracties. Ik had tijdens de algemene bespreking
in de commissie enkele opmerkingen geformuleerd en vragen gesteld
aan de minister, voornamelijk vanuit het oogpunt van de
kinderrechten en de vraag naar meer rechtswaarborgen voor de
jongeren.
01.20 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Nous avons déjà débattu
dans le détail de ce projet de loi en
commission. Nous voulons qu'un
rôle beaucoup plus important soit
réservé à la prévention de la
délinquance juvénile. Trop
souvent, les mesures interviennent
seulement alors que le mineur
d'âge a déjà commis un délit. En
cas de dérapage, il convient tout
de même de proposer une
réponse appropriée qui mène à un
équilibre entre les droits et les
obligations du mineur d'âge.
Il convient en outre de rechercher,
dans l'intérêt du mineur d'âge, un
équilibre entre ses chances
d'épanouissement et le dévelop-
pement de son sens des
responsabilités. Par ailleurs, la
victime a droit à une réparation et
il faut mettre un terme au trouble
social.
Ce projet de loi comporte
suffisamment d'éléments positifs,
comme l'extension des mesures à
vocation éducative qui tendent à
réintégrer le jeune dans la société.
Le juge de la jeunesse a aussi la
possibilité de placer le mineur
d'âge dans un centre
psychiatrique. Le système graduel
accorde la priorité au maintien du
jeune dans son environnement
familier et le placement est
considéré comme l'ultime recours.
De plus, le règlement axé sur la
réparation est doté d'une base
légale, le jeune a la possibilité de
proposer lui-même un projet, le
devoir de motivation est étendu
avec les critères de conformité, le
juge peut fixer la durée maximum
du placement et les parents sont
systématiquement informés.
Notre groupe se félicite de l'écoute
attentive dont le gouvernement a
fait preuve face aux objections
critiques formulées lors des
auditions. J'avais en ce qui me
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Ik wil graag terugkomen op een drietal punten. Ten eerste, wat de
uithandengeving betreft, stellen wij opnieuw dat het beroep erop voor
ons echt uitzonderlijk moet zijn. De uitbreiding van de maatregelen en
de mogelijkheid om deze maatregelen te verlengen tot 23 jaar moeten
echte instrumenten worden in de handen van de jeugdrechter om zo
weinig mogelijk uit handen te geven.
Of dit mogelijk wordt, hangt inderdaad grotendeels af van de
Gemeenschappen. Het interministerieel overleg zoals afgesproken
tussen de Gemeenschapsregering en de federale regering zal hier
soelaas moeten brengen. Wij rekenen op een constructieve houding
van alle regeringen.
De uithandengeving is uit verschillende hoeken fel gecontesteerd.
Ook onze fractie is nooit een hevig supporter van de uithandengeving
geweest. Tijdens de besprekingen werden evenwel wijzigingen
aangebracht door middel van amendementen die ons milder
stemmen. Ik verwijs onder meer naar de berechtiging van de
uithandengegeven jongeren door een bijzondere kamer in de
correctionele rechtbank, samengesteld uit drie rechters waarvan er
minstens een specifiek kennis van het jeugdrecht dient te hebben. Ik
verwijs ook naar de toevoeging van het integraal dossier van de
minderjarige aan het strafdossier en de mogelijkheid om toepassing
te maken van het nieuw artikel 216quater van het Wetboek van
strafvordering, waardoor de uithandengegeven jongere sneller
berecht kan worden. Collega Claes is hierop reeds uitvoerig ingegaan.
Samen met haar betreur ik dat ons amendement dat ertoe strekt dat
een jongere slechts uit handen kan worden gegeven wanneer hij
reeds eerder het voorwerp is geweest van een maatregel wegens het
plegen van een als misdrijf omschreven feit, op geen enkele steun
kon rekenen, ook niet van onze partners in de Vlaamse regering.
Ten tweede, wij zijn eveneens tevreden dat aan het wetsontwerp
wijzigingen werden aangebracht die tegemoetkomen aan de
opmerking dat op sommige vlakken het legaliteitsbeginsel in het
gedrang dreigde te komen. Ik verwijs naar de bijzondere
motiveringsplicht die wordt ingevoerd voor de rechter en hem verplicht
een bijzondere motivering te geven voor de combinatie van
maatregelen en de combinatie van maatregelen met bijkomende
voorwaarden. Er werden eveneens een aantal wijzigingen
aangebracht teneinde het vermoeden van onschuld van de jongere te
garanderen. Zo vervalt de sepotgarantie bij bemiddeling waardoor
vermeden wordt dat de jongere onder druk komt te staan om mee te
werken aan bemiddeling.
Ten derde, ik had vraagtekens bij de verschillen tussen de voorlopige
plaatsing in een gesloten gemeenschapsinstelling en de voorlopige
plaatsing in het federaal centrum in Everberg. We kunnen niet blind
zijn voor het verschil in doelstelling tussen een plaatsing in Everberg
die meer geïnspireerd is vanuit de bescherming van openbare
veiligheid en een plaatsing in een gesloten gemeenschapsinstelling
waar nog steeds de pedagogische overwegingen overheersen.
Ondanks deze verschillende benadering vonden we het toch nodig
dat de minderjarige geplaatst in een gesloten gemeenschapsinstelling
meer rechtswaarborgen kreeg toegekend. We juichten toe dat in een
dergelijk geval de minderjarige naast een drie- en zesmaandelijkse
herziening, nu ook maandelijks de herziening van de maatregelen kan
concerne formulé des remarques
en commission en matière de
droits de l'enfance et demandé
davantage de garanties juridiques.
Pour Spirit, le dessaisissement ne
peut être pratiqué que dans des
cas exceptionnels. Les
Communautés jouent un rôle
important. La concertation
interministérielle devra apporter
une solution à ce problème. Nous
comptons sur l'attitude
constructive de l'ensemble des
gouvernements. Des objections
ont déjà été émises à plusieurs
reprises sur le dessaisissement.
Notre groupe n'en a jamais été
fervent défenseur. Quelques
amendements ont toutefois
instauré des modifications
positives, comme le jugement du
jeune qui a fait l'objet d'une
mesure de dessaisissement, par
une chambre spéciale du tribunal
correctionnel comptant au moins
un juge compétent en matière de
droit de la jeunesse, comme
l'intégration du dossier complet du
mineur au dossier pénal et comme
le nouvel article 216quater du
Code d'instruction criminelle,
permettant un jugement accéléré.
Je déplore que l'amendement
tendant au dessaisissement d'un
jeune qui a déjà été condamné ne
puisse compter sur aucun soutien,
et pas non plus sur celui de nos
partenaires du gouvernement
flamand.
C'est à juste titre que l'on tient
compte de la crainte qu'à certains
égards, le principe de légalité
risquait d'être mis en péril. Le juge
se voit imposer un devoir de
motivation particulier et l'on a
apporté un certain nombre de
modifications pour garantir au
jeune la présomption d'innocence.
J'ai émis des observations
concernant les différences entre le
placement en institution
communautaire et au centre
fédéral d'Everberg, plus axé sur la
protection de la sécurité publique
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
vragen.
Ook het verschil in termijn van een mogelijk contactverbod is hier
weggewerkt. De maximale duurtijd van een verbod op vrij verkeer is
nu bepaald op drie kalenderdagen, zowel bij een voorlopige plaatsing
in Everberg als bij een plaatsing in een gesloten instelling.
Concluderend kan ik zeggen dat het voorliggende wetsontwerp voor
ons voldoende positieve elementen bevat die de wet van 1965
aanpassen aan de nieuwe maatschappelijke realiteit. Er wordt
gestreefd naar een evenwicht tussen het welzijn en de ontwikkeling
van een jongere enerzijds en het aanscherpen van de
verantwoordelijkheidszin van de jongere anderzijds. De jongeren van
vandaag zijn de volwassenen van morgen en verdienen een tweede
kans. Ze moeten zich echter heel goed bewust zijn van de draagwijdte
van hun daden en de impact ervan op de slachtoffers en de
maatschappij in zijn geheel.
Rekening houdende met de toch meestal positieve elementen van dit
wetsontwerp, zullen wij het met veel plezier goedkeuren.
alors que dans une institution
communautaire fermée, ce sont
toujours les considérations d'ordre
pédagogique qui prédominent.
Nous estimions nécessaire que les
jeunes placés en institution
communautaire se voient accorder
davantage de garanties juridiques
et nous applaudissons au fait qu'il
soit à présent également possible
de demander une révision des
règles. La durée maximale d'une
interdiction de circuler librement
est toujours de trois jours.
Nous estimons que le projet à
l'examen contient des éléments
positifs qui adaptent la loi de 1965
à la nouvelle réalité sociale; il vise
à un équilibre entre l'épanouis-
sement du jeune et le renforce-
ment de son sens des responsabi-
lités. Cependant, les jeunes
doivent être bien conscients de la
portée de leurs actes et de
l'impact de ceux-ci sur les victimes
et sur la société.
C'est avec plaisir que Spirit votera
en faveur de ce projet de loi.
01.21 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, chers collègues, ce projet de loi qui modifie la loi de 1965
relative aux mineurs délinquants contient de nombreux éléments
positifs, qui étaient d'ailleurs présents dans les propositions de loi que
le groupe Ecolo avaient déposées, dont l'une avait d'ailleurs été
cosignée par M. Giet. Et parmi ces dispositions, nombreuses sont
celles qui se retrouvent dans le projet de loi à l'examen aujourd'hui.
Le premier élément positif est évidemment qu'on reste dans le champ
protectionnel de la loi de 1965. J'ai toujours beaucoup de mal à
comprendre ceux qui disent que dans le champ protectionnel, on ne
fait que de l'éducation, que de la protection puisque, depuis toujours,
ce modèle protectionnel contient aussi des sanctions, contient aussi
la responsabilisation. Et ce qui le caractérise, c'est plutôt de prendre
en compte la personnalité, le vécu, l'environnement social et familial
du jeune en même temps que la réponse donnée aux faits commis.
Les objectifs sont clairs: accompagner le jeune, favoriser sa
réintégration sociale et élaborer de nouveaux projets de vie positifs.
Un autre élément intéressant est la diversification des mesures mises
à la disposition des juges et la hiérarchisation de ces mesures, de
manière à ce que le recours au placement n'intervienne que lorsqu'il
est justifié par la gravité, à la fois des faits et des récidives du jeune.
La motivation du juge est un autre élément intéressant et important.
J'y vois deux intérêts. D'une part, la motivation du juge le confronte à
l'obligation, sur la base de critères, de références, de justifier ses
01.21 Muriel Gerkens (ECOLO):
Dit ontwerp bevat positieve
punten, die trouwens overeen-
stemden met wat de Ecolo-fractie
had voorgesteld.
Wij zijn meer bepaald blij met de
beschermende dimensie van deze
wet. Het beschermingsmodel is
niet onverenigbaar met het
nastreven van responsabilisering,
een sanctiebeleid en maatschap-
pelijke reïntegratie.
Bovendien biedt deze wet de
rechter een waaier van
hiërarchisch ingedeelde
maatregelen waarmee hij een
adequaat antwoord zal kunnen
geven rekening houdend met de
ernst van de feiten en eventuele
recidive.
Dank zij de motivering van de
beslissing zal de jongere zijn straf
kunnen begrijpen. Anders ervaart
hij die straf mogelijk als
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
mesures et donc l'empêche de recourir à une mesure excessive ou
non justifiée. D'autre part, cette motivation permet au jeune, selon
moi, de comprendre la raison pour laquelle le juge choisit telle ou telle
mesure et, lorsqu'une mesure n'est pas proportionnelle à la gravité du
fait, de savoir pourquoi. Il peut s'agir de difficultés sociales ou
familiales. Si différentes mesures sont prises, le jeune ne les percevra
alors pas comme une succession de mesures injustes et inéquitables.
La médiation et la concertation sociale accessibles à tous les niveaux
de la procédure sont des mesures particulièrement intéressantes.
Elles permettent au jeune de prendre conscience des actes qu'il a
commis, et ce, dans une dynamique relationnelle avec les services
qui vont l'accompagner mais aussi avec la victime, avec les différents
acteurs de la société civile, l'entourage du jeune et celui de la victime.
On maintient et c'est important car autrement cela n'aurait pas de
sens le fait que cette démarche doit être volontaire et que les
services qui vont aider le jeune dans la médiation ou la concertation
sociale seront issus des Communautés et spécialisés dans cette
matière.
Selon moi, ces éléments étaient les points positifs du projet.
Malheureusement, quelques éléments importants ont, à mon sens,
une résonance plutôt sécuritaire; ils servent sans doute à nous
rassurer mais je crains qu'ils aient des effets contraires à ceux
recherchés.
Le premier point qui m'étonne est l'ajout dans la loi des principes
directeurs. Ce n'est pas tant l'ajout des principes directeurs qui
m'étonne mais leur formulation. Il est à noter que certains étaient
contre l'introduction de tels principes mais je partage l'idée qu'il est
intéressant de disposer de principes directeurs servant de référence.
Dans le texte en projet, ces principes rappellent non seulement les
droits du jeune mais aussi, et sans arrêt, le fait que le jeune est
confronté à des règles, à des normes et à des sanctions éventuelles.
Ces principes ne rappellent pas ce qui est fondamental dans la loi
protectionnelle de 1965. J'aurais préféré qu'on inscrive les principes
directeurs que j'avais proposés plutôt que ceux qui ont été adoptés.
Par ailleurs, j'ai réagi en commission et je maintiens cette position
sur les mesures de prestation d'intérêt général au moment de
l'ordonnance provisoire. Je continue à considérer que l'application de
cette mesure à ce stade, c'est-à-dire avant que le fait soit jugé, porte
atteinte aux droits de la défense du jeune. Je peux comprendre
l'intérêt qu'il peut y avoir à recourir à une technique impliquant l'action
via une prestation d'intérêt général, notamment pour des jeunes avec
qui la verbalisation est peut-être plus difficile. Néanmoins, j'estime
qu'il aurait été intéressant d'imaginer une autre mesure. La médiation
et la concertation peuvent aussi s'effectuer sur la base d'éléments
plus concrets facilitant l'implication du jeune.
Or, la mesure visée ici est une mesure qui pourrait lui être proposée
ou ordonnée après le jugement. Par exemple, le jeune va effectuer 15
ou 30 heures puis, après le jugement, le juge lui en ordonnera peut-
être 100, voire 150. Cette mesure aura du sens mais comment le
jeune va-t-il comprendre qu'il a déjà effectué des prestations et qu'on
en remette une couche après le jugement? Je reste perplexe quant à
l'opportunité de cette mesure à ce stade de la procédure.
onrechtvaardig.
Tijdens de volledige procedure
wordt in bemiddeling en
maatschappelijk overleg voorzien,
waardoor de jongere op een
positieve manier wordt benaderd,
zowel in de betrekkingen met zijn
familie als in de relaties met de
onderscheiden
vertegenwoordigers van de civiele
maatschappij.
Mijn fractie betreurt echter dat het
ontwerp al te zeer de nadruk legt
op het veiligheidsaspect.
We kunnen niet begrijpen dat de
richtsnoeren in de wettekst werden
opgenomen, ook al staan we
achter het beginsel van de
richtsnoeren. Ik had trouwens
liever gezien dat men de mijne als
basis had genomen.
Ten tweede zou het opleggen van
gemeenschapsdienst bij
voorlopige beschikking een
schending van de rechten van de
verdediging van de jongere
kunnen inhouden, die immers nog
niet berecht werd. Er waren
origineler herstelmaatregelen
mogelijk, ik denk bijvoorbeeld aan
de bemiddeling.
Ten derde en ook al steunen we
het idee van de ouderstage zoals
die al in de Gemeenschappen
bestaat, betreuren we dat boetes
en gevangenisstraffen worden
ingesteld ter bestraffing van de
ouders die zich onvoldoende om
de opvoeding van de jongere
zouden bekommeren.
Daarop staat een gevangenisstraf
van een week of een boete. Als de
ouders in de gevangenis komen,
zal de jongere nog meer in de
problemen komen. Een boete is
vooral een zware slag voor
mensen met een bescheiden
inkomen.
De federale overheid zou de
Gemeenschappen moeten helpen
om de ouderstages op poten te
zetten.
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Par rapport à la famille, il est vrai que le projet permet que le parent
soit plus impliqué dans la procédure: on l'invite, on l'informe de la
mesure, même s'il y a classement sans suite. Il existe donc une
démarche pour responsabiliser le parent.
Vient ensuite le stage parental. En tant que telle, je peux parfaitement
soutenir cette mesure. Les Communautés ont déjà mis en place des
actions vis-à-vis des parents afin de retravailler avec eux leur manière
d'assumer leur parentalité et les moments difficiles qu'ils vivent avec
les jeunes.
Développer cette mesure, lui donner un statut de formation, de
soutien et d'école, je suis d'accord. Ce que je n'arrive pas à soutenir,
c'est le fait de sanctionner le parent s'il est considéré comme se
désintéressant manifestement de l'enfant et refuse de répondre à
l'ordonnance du juge de suivre un stage parental.
Les sanctions prévues sont une peine de prison d'une semaine ou
une amende. J'imagine mal l'utilisation d'une peine de prison vis-à-vis
des parents; en effet, on enlève le parent et on rajoute donc des
difficultés envers le jeune. Donc ce sera plutôt l'amende: elle gênera
le plus les gens qui disposent de peu de moyens. La personne qui a
des moyens suffisants et qui se moque de ses enfants continuera à
s'en moquer et paiera en se disant qu'elle est tranquille à présent.
Ce qui aurait été intéressant, c'est de travailler avec les
Communautés et de voir comment le fédéral pouvait les aider à
mettre en place les stages parentaux, de manière à instaurer de vrais
moyens, à faire en sorte que les Communautés puissent réellement
intervenir progressivement auprès des parents. En effet, le parent
changera d'attitude vis-à-vis de son enfant lorsqu'il sera
progressivement approché via l'action ainsi menée.
Voorzitter: Herman De Croo, voorzitter
Président: Herman De Croo, président
01.22 Laurette Onkelinx, ministre: Madame, on en a énormément
parlé lors des travaux en commission. Je crois que chacun convient
que l'on ne peut pas se résigner à certaines situations où les parents
ne se considèrent pas comme les premiers éducateurs de leurs
enfants, où il y a un désintérêt manifeste caractérisé du jeune. Il y a
des situations où parfois la délinquance du jeune est un appel au
secours par rapport à ce désintérêt des parents. Chacun convient que
l'on ne peut pas se résigner, qu'il faut un signal fort de la société
rappelant que les premiers éducateurs des enfants, ce sont leurs
parents. Voilà pourquoi on l'a inséré dans le cadre de la loi de 1965.
Dans le cadre de la discussion des amendements, on a dit qu'on ne
pouvait concevoir cette imposition du stage parental que si cela avait
un intérêt pour les jeunes. Très clairement, c'est aussi une réponse à
la délinquance du jeune.
Pour le reste, j'ai clairement dit au niveau des Communautés je
pense qu'elles l'ont bien reçu que j'espérais que ces stages puissent
être organisés par les Communautés avec des moyens fédéraux,
puisque c'est une réponse fédérale. Je crois comme vous que les
Communautés sont mieux adaptées pour apporter un contenu
intéressant au stage parental et pour amener les parents à redevenir
01.22 Minister Laurette
Onkelinx: De kwestie van de
ouderstages werd in de commissie
uitvoerig besproken. Men mag
zich niet neerleggen bij bepaalde
situaties waarin de ouders een
duidelijk gebrek aan belangstelling
betonen voor de misdadige feiten
die hun kinderen hebben begaan.
Delinquentie kan soms een
noodkreet zijn. Men heeft gezegd
dat het opleggen van een
dergelijke ouderstage enkel
denkbaar is wanneer de jongeren
daar baat bij hebben.
Ik heb duidelijk gezegd dat ik
hoopte dat die stages door de
Gemeenschappen met federaal
geld zouden kunnen worden
georganiseerd.
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
ce qu'ils devraient être: de véritables éducateurs pour leurs enfants.
01.23 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la ministre, nous avons
effectivement une lecture différente quant à la sanction, à la place et
au rôle de la sanction. Je pense qu'il faudra évaluer la mesure. Des
informations que j'ai sur ce qui se passe en France où ce système a
été installé, il ressort que dans les faits, des amendes sont données
aux parents qui se désintéressent manifestement de leurs enfants.
Par contre, l'accompagnement des parents n'est pas fait et cela ne
fait qu'aggraver les choses vis-à-vis des parents. Cela se passera
peut-être autrement chez nous et peut-être nos travailleurs sociaux
des Communautés seront-ils suffisamment aptes pour accompagner
le jeune.
Je voudrais encore aborder un moment le dessaisissement. Le
dessaisissement est une mesure qu'effectivement on doit bien
prendre à partir du moment où on veut conserver le modèle
protectionnel et où on se rend compte que, vis-à-vis de certains
jeunes, ces mesures-là ne sont plus adaptées. Je regrette que l'on
n'ait pas supprimé la possibilité pour le juge de ne pas devoir faire
une enquête et une étude psychosociale du jeune dans chaque
situation et à chaque fois. Car c'est une mesure grave qui est à
prendre, avec des conséquences importantes pour le jeune. Je trouve
qu'il aurait été important de maintenir cette obligation.
En ce qui concerne l'endroit où ces jeunes vont être enfermés, on va
construire une "prison" pour jeunes.
Cela répond, selon moi, à l'obligation que nous avons de ne pas
permettre que des mineurs soient en contact avec des adultes dans
une prison pour adultes.
En même temps, j'appelle à la vigilance, à l'évaluation et au suivi de
ce qui pourra se passer dans cette institution qui n'aura pas de
dimension éducative pour ces jeunes-là. En effet, dans les Etats où
de telles institutions existent, on se rend compte que cela devient
souvent des lieux de violence étant donné que ce sont des
hébergements à long terme contrairement au centre fermé
d'Everberg, par exemple, et que ce sont souvent des lieux à partir
desquels il est encore plus difficile pour le jeune de se réinsérer.
Quant à la prolongation jusqu'à 23 ans, j'ai évidemment les mêmes
remarques que d'autres sur le fait que cela va coûter et impliquer une
occupation de places au sein de la Communauté. En commission,
vous nous avez dit qu'on pourrait imaginer que, dans la structure
fédérale, une ou plusieurs ailes soient construites et réservées à ces
jeunes de moins de 23 ans. Sur ce point, j'en reviens aux mêmes
remarques que celles que j'ai émises au sujet de la prison pour
jeunes. Il faut éviter que ces lieux ne deviennent des lieux
d'internement à longue durée où la violence entre les personnes
risque de se développer. Je suppose qu'ils bénéficieraient d'un
accompagnement éducatif.
En ce qui concerne l'interdiction de sortie et l'arrêt domiciliaire, autant
j'apprécie toutes les mesures qui permettent le maintien à domicile,
autant j'ai peur de cette mesure qui est l'arrêt domiciliaire ou
l'interdiction de sortie. En effet, on va demander à des parents, qui ont
des difficultés avec leur enfant, de faire respecter cette interdiction de
01.23 Muriel Gerkens (ECOLO):
Wij houden er een andere mening
op na met betrekking tot de
sancties. De maatregel moet
geëvalueerd worden. In Frankrijk,
waar het boetesysteem niet
gekoppeld is aan een begeleiding
van de ouders, maakt dat de
zaken alleen maar erger. Dat zal
bij ons misschien anders verlopen.
De uithandengeving is een
maatregel die men moet nemen
als men het beschermingsmodel
wil handhaven maar in het ontwerp
ziet men al te vaak af van een
psycho-sociaal onderzoek.
Er zal een gevangenis voor
jongeren worden gebouwd. Het
doel bestaat erin de minderjarigen
niet met volwassenen in aanraking
te brengen. Wat de verlenging van
de maatregelen tot de leeftijd van
23 jaar betreft, maak ik uiteraard
net als anderen de bedenking dat
de Gemeenschappen voor de
kosten zullen moeten opdraaien
en opvangplaatsen ter beschikking
zullen moeten stellen als de
betrokkenen worden
ondergebracht in een speciale
vleugel van de gevangenis voor
jongeren die door de rechter uit
handen zijn gegeven. We moeten
voorkomen dat die internering al te
lang aansleept en de
opvangplaatsen een haard van
geweld worden.
Ik waardeer alle maatregelen
waarin wordt voorzien om de
minderjarigen thuis te houden.
Van ouders die reeds een
problematische relatie met hun
kinderen hebben, is het wellicht te
veel gevraagd om een
uitgaansverbod af te dwingen. We
stellen met tevredenheid vast dat
dit wetsontwerp vandaag wordt
besproken. Bij de stemming zullen
we ons evenwel onthouden omdat
het ontwerp al te veel de nadruk
legt op de bestraffing en omdat de
organisatie van het jeugdsanctie-
recht onvoldoende soepel is.
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
sortie vis-à-vis du jeune. C'est sans doute les responsabiliser aussi
dans la mesure qui est prise mais je pense que cela risque d'être
particulièrement difficile pour les parents qui y seront confrontés.
Cela me rappelle les mesures que nos parents, parfois un peu
rétrogrades, prenaient en nous privant de sortie. On sait bien que cela
ne règle rien, cela mène à l'isolement et au fait de ruminer dans une
situation conflictuelle.
En conclusion, nous nous réjouissons que ce projet de loi vienne à
l'ordre du jour et je me réjouis qu'il reprenne en grande partie le
contenu et les orientations qu'Ecolo défend. Cependant, les ajouts
que nous estimons négatifs, et notamment cette obsession de la
sanction et le manque de souplesse quant à l'organisation, nous
obligeront à nous abstenir sur ce projet. On a évité de recourir au droit
sanctionnel pour les jeunes, c'est particulièrement important mais il
me semblait qu'il y avait moyen d'adapter cette loi protectionnelle de
manière encore plus ouverte et dynamique dans un sens
d'accompagnement et de réinsertion sociale.
Volgens mij had deze jeugd-
beschermingswet in de richting
van begeleiding en maatschap-
pelijke reïntegratie kunnen worden
omgebogen.
Le président: Madame la ministre, j'ai appris par mon excellent collègue, M. Delizée, que vous aviez déjà
répondu à de nombreuses reprises au cours du débat. Vous pouvez prendre la parole si vous le désirez.
J'ai entendu M. Van Parys qui s'était relativement animé à un moment donné.
Ik heb ook de heer Van Parys horen zeggen dat het een goed debat was.
01.24 Tony Van Parys (CD&V): Het was een rustig debat, voorzitter,
wat mij betreft alleszins. De minister heeft zich af en toe geënerveerd
maar voor het overige was het een rustig debat.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Le projet de loi règle des matières visées aux articles 77 et 78 de la Constitution.
Het wetsontwerp regelt aangelegenheden als bedoeld in de artikelen 77 en 78 van de Grondwet.
En application de l'article 72, 2, alinéa 2, du Règlement, les dispositions relevant de l'article 77 de la
Constitution sont disjointes du projet de loi.
In toepassing van artikel 72, 2, lid 2, van het Reglement worden de bepalingen die ressorteren onder
artikel 77 van de Grondwet uit het wetsontwerp gelicht.
Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 1467/13 (matière visée à l'article 77 de la
Constitution). Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1467/13)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 1467/13 (aangelegenheid als
bedoeld in artikel 77 van de Grondwet). De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 85, 4) (1467/13)
Le projet de loi compte 53 articles.
Het wetsontwerp telt 53 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
Les articles 1 à 53 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 53 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 1467/14 (matière visée à l'article 78 de la
Constitution). Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1467/14)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 1467/14 (aangelegenheid als
bedoeld in artikel 78 van de Grondwet). De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 85, 4) (1467/14)
L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi modifiant la loi du 8 avril 1965 relative à la
protection de la jeunesse, l'article 606 du Code d'instruction criminelle et les articles 12 et 30 du Code
pénal".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot wijziging van de wet van 8 april 1965
betreffende de jeugdbescherming, van artikel 606 van het Wetboek van strafvordering en van de
artikelen 12 en 30 van het Strafwetboek".
Le projet de loi compte 18 articles.
Het wetsontwerp telt 18 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 18 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 18 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
02 Projet de loi portant assentiment au Deuxième Protocole relatif à la Convention de La Haye de 1954
pour la protection des biens culturels en cas de conflit armé, fait à La Haye le 26 mars 1999 (1930/1)
02 Wetsontwerp houdende instemming met het Tweede Protocol inzake het Verdrag van 's-
Gravenhage van 1954 inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend
conflict, gedaan te 's-Gravenhage op 26 maart 1999 (1930/1)
(Transmis par le Sénat / Overgezonden door de Senaat Sans rapport / Zonder verslag)
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (1930/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1930/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
03 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre l'Union économique belgo-luxembourgeoise et la
République islamique du Pakistan concernant l'encouragement et la protection réciproques des
investissements, signé à Bruxelles le 23 avril 1998 (1931/1)
03 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie en de Islamitische Republiek Pakistan inzake de wederzijdse bevordering en
bescherming van investeringen, ondertekend te Brussel op 23 april 1998 (1931/1)
(Transmis par le Sénat / Overgezonden door de Senaat Sans rapport / Zonder verslag)
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (1931/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1931/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
04 Projet de loi portant assentiment à la Convention entre le Royaume de Belgique et l'Organisation
du Traité de l'Atlantique Nord relative à la concession à l'Organisation du Traité de l'Atlantique Nord
d'un terrain en vue de l'extension, la réadaptation et la transformation du siège permanent de cette
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Organisation, signée à Bruxelles le 5 octobre 2000 (1932/1)
04 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie betreffende de concessie aan de Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie van een terrein voor de uitbreiding, de aanpassing en de verbouwing van de
permanente Zetel van deze Organisatie, ondertekend te Brussel op 5 oktober 2000 (1932/1)
(Transmis par le Sénat / Overgezonden door de Senaat Sans rapport / Zonder verslag)
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (1932/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1932/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
05 Projet de loi portant assentiment à la Convention entre le Royaume de Belgique et l'Organisation
du Traité de l'Atlantique Nord relative à la concession à l'Organisation du Traité de l'Atlantique Nord
d'un terrain en vue de l'extension et l'implantation des nouvelles infrastructures du Siège permanent
de cette Organisation, signée à Prague le 21 novembre 2002 (1933/1)
05 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie betreffende de concessie aan de Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie van een terrein voor de uitbetaling en de inplanting van de nieuwe infrastructuur
van de permanente Zetel van deze Organisatie, ondertekend te Praag op 21 november 2002 (1933/1)
(Transmis par le Sénat / Overgezonden door de Senaat Sans rapport / Zonder verslag)
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (1933/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1933/1)
Le projet de loi compte 3 articles.
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
05.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou graag
voor deze stemming een verklaring afleggen.
De voorzitter: Ja, mijnheer De Crem, maar ik ga wachten tot onze collega's ons vervoegen.
06 Projet de loi portant assentiment à la Convention entre le Royaume de Belgique et la République
hellénique tendant à éviter les doubles impositions et à prévenir l'évasion fiscale en matière d'impôts
sur le revenu, signée à Athènes le 25 mai 2004 (1934/1)
06 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Helleense Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan
van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Athene op 25 mei 2004 (1934/1)
(Transmis par le Sénat / Overgezonden door de Senaat Sans rapport / Zonder verslag)
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (1934/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1934/1)
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Chers collègues, je vais faire procéder au scrutin pour la désignation des médiateurs comme dernier vote.
Ainsi, il y aura un peu de mouvement. Je ferai d'abord les autres votes.
Mijnheer Tant, indien we u hadden gevolgd gisteren ... Ik zeg het luidop: u hebt gisteren een wijs voorstel
gedaan.
07 Prise en considération de propositions
07 Inoverwegingneming van voorstellen
L'ordre du jour appelle la prise en considération d'une série de propositions dont la liste est reprise en
annexe.
Aan de orde is de inoverwegingneming van een reeks voorstellen waarvan de lijst als bijlage gaat.
Pas d'observation? (Non) La prise en considération est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) De inoverwegingneming is aangenomen.
Je vous propose également de prendre en considération:
- la proposition de M. Pieter De Crem visant à instituer une commission d'enquête parlementaire chargée
d'examiner les fautes déontologiques, éthiques et juridiques commises dans la gestion et la direction de
l'Hôpital militaire et, en particulier, du Centre des grands brûlés de Neder-over-Heembeek (nr. 1942/1).
Elle est renvoyée à la commission de la Défense nationale;
- la proposition de résolution de MM. Patrick Moriau et Dirk Van der Maelen, Mme Karine Lalieux, MM. Stijn
Bex et Jacques Chabot, Mme Maya Detiège, M. Mohammed Boukourna, Mmes Inga Verhaert et Camille
Dieu et M. Cemal Cavdarli sur l'annulation de la dette des pays les moins avancés (n° 1939/1);
- la proposition de résolution de Mmes Karine Lalieux, Inga Verhaert, Hilde Vautmans, Valérie Déom et
Magda De Meyer et M. Roel Deseyn relative aux violences sexuelles en République démocratique du
Congo (n° 1943/1).
Elles sont renvoyées à la commission des Relations extérieures;
- la proposition de loi de MM. David Geerts, Hans Bonte, Jan Peeters, Dirk Van der Maelen et Bruno Van
Grootenbrulle, Mme Annick Saudoyer, M. Jean-Marc Delizée et Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs
améliorant le statut social du sportif rémunéré (n° 1945/1).
Elle est renvoyée à la commission des Affaires sociales.
Ik stel u ook voor in overweging te nemen:
- het voorstel van de heer Pieter De Crem tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie
belast met het onderzoek naar de deontologische, ethische en juridische fouten begaan bij het beheer en
het leiden van het Militair Hospitaal en meer in het bijzonder van het Brandwondencentrum te Neder-over-
Heembeek (nr. 1942/1).
Het wordt aanhangig gemaakt bij de commissie voor de Landsverdediging;
- het voorstel van resolutie (de heren Patrick Moriau en Dirk Van der Maelen, mevrouw Karine Lalieux, de
heren Stijn Bex en Jacques Chabot, mevrouw Maya Detiège, de heer Mohammed Boukourna, de dames
Inga Verhaert en Camille Dieu en de heer Cemal Cavdarli) betreffende de kwijtschelding van de schulden
van de minst ontwikkelde landen (nr. 1939/1);
- het voorstel van resolutie (de dames Karine Lalieux, Inga Verhaert, Hilde Vautmans, Valérie Déom en
Magda De Meyer en de heer Roel Deseyn) betreffende seksueel geweld in de Democratische Republiek
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
Congo (nr. 1943/1).
Ze worden aanhangig gemaakt bij de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen;
- het wetsvoorstel van de heren David Geerts, Hans Bonte, Jan Peeters, Dirk Van der Maelen en Bruno
Van Grootenbrulle, mevrouw Annick Saudoyer, de heer Jean-Marc Delizée en mevrouw Danielle Van
Lombeek-Jacobs tot verbetering van het sociaal statuut van de betaalde sportbeoefenaar (nr. 1945/1).
Het wordt aanhangig gemaakt bij de commissie voor de Sociale Zaken.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Votes nominatifs
Naamstemmingen
08 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:
- de heer Ortwin Depoortere over "Franstalige stoorzenders in Vlaanderen en uw ontwerp-KB die dat
bestendigt" (nr. 633)
- de heer Mark Verhaegen over "de etherpolitie en de regulering van de stoorzenders" (nr. 634)
08 Motions déposées en conclusion des interpellations de:
- M. Ortwin Depoortere sur "les émetteurs francophones qui perturbent la diffusion de certains
programmes en Flandre et sur le projet d'arrêté royal qui officialisera cette situation" (n° 633)
- M. Mark Verhaegen sur "la police des ondes et la mise en conformité des émetteurs qui perturbent la
diffusion de certains programmes" (n° 634)
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor het Bedrijfsleven,
het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw van 5 juli 2005.
Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture du 5 juillet 2005.
Drie moties werden ingediend (MOT nr. 633/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Ortwin Depoortere;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Mark Verhaegen en Patrick De Groote;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Colette Burgeon.
Trois motions ont été déposées (MOT n
°
633/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par M. Ortwin Depoortere;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par MM. Mark Verhaegen et Patrick De Groote;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Colette Burgeon.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
08.01 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
collega's, Vlaamse radiozenders ondervinden al meerdere jaren
hinder van Franstalige zenders die met een veel te sterk signaal
uitzenden. Bepaalde Franstalige zenders houden zich helemaal niet
aan de wettelijke bepalingen en negeren straal het vonnis van de
rechtbank, indien er gevolg werd gegeven aan een klacht.
Tegen 1 juli 2005 zouden er twee koninklijke besluiten worden
uitgevaardigd die het BIPT de bevoegdheid geven om als
08.01 Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): Cela fait des
années que les stations de radio-
diffusion flamandes subissent des
nuisances de la part des stations
francophones qui émettent un
signal trop puissant, ne respectent
pas la réglementation légale et
ignorent les jugements rendus par
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
zogenaamde etherpolitie op te treden. Minister Verwilghen beloofde
dat er onmiddellijk zou worden opgetreden tegen storende
radiozenders, maar dan moeten, volgens de minister, Vlaanderen en
Wallonië eerst de frequentieplannen op elkaar afstemmen. Gezien de
manifeste onwil van de Franse Gemeenschap vragen wij via deze
motie dat de regering onmiddellijk zou optreden om Franstalige
stoorzenders uit de ether te halen.
les tribunaux. L'IBPT devait
intervenir en tant que police des
ondes à partir du 1
er
juillet 2005.
Le ministre Verwilghen a déclaré
que l'IBPT assumerait effective-
ment ce rôle mais que les
Communautés flamande et
française devaient d'abord
coordonner leurs plans de
fréquences. Etant donné la
mauvaise volonté manifeste de la
Communauté française, nous
déposons cette motion pour
demander à l'autorité fédérale
d'intervenir immédiatement, en
obligeant les émetteurs
francophones perturbateurs à
cesser d'émettre.
08.02 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, blijkbaar was
mijn zender iets te zwak, want de collega was mij voor. Sinds vele
jaren ondervinden radio-omroepen in heel Vlaanderen storingen van
Franstalige zenders.
Het probleem is inderdaad dat Waalse stations uitzenden met een
vermogen dat ver boven de wettelijk toegelaten vermogens ligt van
100 watt. Men spreekt zelfs van 2500 watt, dus maal 25. Het gevolg is
dat Vlaamse zenders worden weggeblazen door stoorzenders. De
Waalse CSA, eigenlijk de tegenhanger van onze Vlaamse VCM,
weigert in te grijpen, ondanks een aantal gerechtelijke uitspraken.
Vlaamse stations die reageren door zelf met een hoger vermogen uit
te zenden, worden wel in gebreke gesteld en gesanctioneerd door de
federale regulator, het BIPT. Niet enkel aan de taalgrens en in Brussel
worden zenders gestoord. Wij ondervinden zelfs dat er radiozenders
gestoord worden tot in Antwerpen toe. Zij ondervinden allemaal
hinder.
Er was kort geleden licht aan het einde van de tunnel. Op het
Overlegcomité van 20 april jongstleden werd overeengekomen dat het
BIPT zijn taak van etherpolitie echt zal waarmaken en effectief
Franstalige stoorzenders zal sanctioneren op basis van een nieuw
KB. Dat was goed nieuws, maar in het kader van het ontwerp van KB
is er een akkoord nodig tussen de Gemeenschappen over de nog
betwiste frequenties. Om alles op de lange baan te schuiven, zou de
Franstalige Gemeenschap vorige week alle - ik herhaal alle -
frequenties in vraag hebben gesteld. Het gevolg is dat een akkoord
niet voor de eerste maanden mogelijk is.
Ondertussen zenden Franstalige zenders uit zonder vergunning,
ingevolge een uitspraak van de Raad van State van enkele jaren
geleden. Alleen al op basis van dat feit, zou het BIPT de Franstalige
zenders uit de ether moeten halen. Er is een KB dat dit expliciet ook
verzorgt en regelt.
Wij willen evenwel niet de Franstaligen hun luisterplezier ontnemen.
Dat vragen wij niet.
De Franstalige burgers moeten zeker niet bloeden voor het geknoei
08.02 Mark Verhaegen (CD&V):
La CSA, pendant francophone du
VCM, refuse d'intervenir contre les
émetteurs francophones qui, par
leur signal trop puissant,
supplantent les émetteurs
flamands. Un arrêté royal donne à
l'IBPT le pouvoir d'intervenir en
tant que police des ondes mais les
Communautés doivent d'abord
conclure un accord sur les
fréquences encore contestées. La
Communauté française profite
néanmoins de l'occasion pour
remettre d'emblée en question
toutes les fréquences. A la suite
d'un arrêt du Conseil d'État,
plusieurs émetteurs francophones
émettent actuellement sans
autorisation. L'IBPT devrait par
conséquent obliger ces stations à
cesser d'émettre. Toutefois, notre
propos n'est pas de faire de nos
compatriotes francophones les
victimes des chipotages de nos
dirigeants. Dans notre motion,
nous demandons seulement que
l'IBPT assume pleinement son rôle
de police des ondes et impose le
respect des obligations en matière
d'autorisations.
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
van hogerhand.
Wij doen in onze motie twee aanbevelingen. Ten eerste, het BIPT
moet zijn bevoegdheid van etherpolitie effectief en snel kunnen
uitoefen en ten tweede, het houden en vooral het naleven van een
vergunning moet worden afgedwongen, wat maar de logica zelf is.
Collega's, ik kijk naar u allen en hoop, met het oog op de vakantie, dat
wij iedereen - ook de Vlamingen - het plezier kunnen schenken naar
hun favoriete radioprogramma's te kunnen en mogen luisteren. Ik
reken erop dat de Franstalige stoorzenders deze zomer uit onze ether
verdwijnen zodat wij een beetje luisterplezier krijgen. Ik denk dat
iedereen het hiermee eens is.
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1)
Ja
87
Oui
Nee
46
Non
Onthoudingen
2
Abstentions
Totaal
135
Total
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
08.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, j'ai pairé avec
Mme Pierrette Cahay-André.
08.03 Joseph Arens (cdH): Voor
deze stemming en de volgende
heb ik een stemafspraak met
mevrouw Pierrette Cahay-André.
08.04 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
stemafspraak met de heer Lano.
08.04 Trees Pieters (CD&V): J'ai
pairé avec M. Pierre Lano.
De voorzitter: Dat zijn twee begrijpelijke redenen. Ik ken de redenen van de 2 afwezigheden.
M. Goutry et Mme Creyf me signalent qu'ils ont voté contre.
Mevrouw Onkelinx, er moet een lid van de regering blijven tijdens de stemmingen. Tot het bittere einde.
08.05 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je reste.
Le président: "J'y suis, j'y reste".
09 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, van
artikel 606 van het Wetboek van strafvordering en van de artikelen 12 en 30 van het Strafwetboek
(nieuw opschrift) (1467/14)
09 Projet de loi modifiant la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, l'article 606 du
Code d'instruction criminelle et les articles 12 et 30 du Code pénal (nouvel intitulé) (1467/14)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2)
Ja
86
Oui
Nee
44
Non
Onthoudingen
6
Abstentions
Totaal
136
Total
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (1951/1)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Le projet sera transmis au Sénat. (1951/1)
Reden van onthouding?
Raison d'abstention?
09.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, nous avons
expliqué lors de la discussion générale les raisons pour lesquelles
nous avons décidé de nous abstenir.
De voorzitter: U hebt dus ja gestemd?
09.02 Marie Nagy (ECOLO): Non. Il s'agit d'une abstention. Mais
Mme Gerkens a expliqué durant son intervention pourquoi nous
avions décidé de nous abstenir.
09.02 Marie Nagy (ECOLO):
Mevrouw Gerkens heeft de
onthouding van onze fractie tijdens
de algemene discussie
gerechtvaardigd.
09.03 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik was juist te
laat om te stemmen. Mijn buurman stoorde mij. Ik was juist te laat. Ik
heb voor gestemd.
09.03 Hans Bonte (sp.a-spirit):
J'ai voté pour.
De voorzitter: Van Kortrijk naar Vilvoorde kan er veel gebeuren.
10 Wetsontwerp tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste
nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd (1467/13)
10 Projet de loi modifiant la législation relative à la protection de la jeunesse et à la prise en charge
des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction (1467/13)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3)
Ja
87
Oui
Nee
43
Non
Onthoudingen
7
Abstentions
Totaal
137
Total
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (1467/16)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Le projet sera transmis au Sénat. (1467/16)
Reden van onthouding?
Raison d'abstention?
10.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb een 10.01 Carl Devlies (CD&V): J'ai
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
stemafspraak met de heer Stef Goris voor deze en de volgende
stemmingen.
pairé avec M. Stef Goris.
De voorzitter: Omdat men nooit weet wat er zal gebeuren, zou ik willen overgaan tot de benoeming van de
federale ombudsmannen. God weet, Hij alleen, of een derde ronde nodig zal zijn.
Scrutin
Geheime stemming
11 Nomination des médiateurs fédéraux
11 Benoeming van de federale ombudsmannen
En application des articles 1
er
et 3 de la loi du 22 mars 1995 instituant des médiateurs fédéraux, la
Chambre des représentants doit procéder à la nomination de deux médiateurs fédéraux, l'un(e)
francophone, l'autre néerlandophone.
Met toepassing van de artikelen 1 en 3 van de wet van 22 maart 1995 tot instelling van federale
ombudsmannen, moet de Kamer overgaan tot de benoeming van twee federale ombudsmannen, de ene
Nederlandstalig, de andere Franstalig.
Les candidats ayant réussi les épreuves de sélection sont:
Candidats francophones:
- Mme Catherine De Bruecker, auditrice-coordinatrice auprès du Collège des médiateurs fédéraux;
- M. Pierre-Yves Monette, médiateur fédéral.
Candidats néerlandophones:
- M. Patrick De Becker, auditeur-coordinateur auprès du Collège des médiateurs fédéraux;
- M. Jacques Debulpaep, ancien directeur général au Centre européen pour Enfants Disparus et
Sexuellement Exploités (Child Focus);
- M. Guido Schuermans, médiateur auprès du Service de médiation Pensions.
De kandidaten die geslaagd zijn voor de selectieproeven zijn:
Franstalige kandidaten:
- mevrouw Catherine De Bruecker, auditeur-coördinator bij het College van federale ombudsmannen;
- de heer Pierre-Yves Monette, federaal ombudsman.
Nederlandstalige kandidaten:
- de heer Patrick De Becker, auditeur-coördinator bij het College van federale ombudsmannen;
- de heer Jacques Debulpaep, gewezen algemeen directeur bij het Europees Centrum voor Vermiste en
Seksueel Uitgebuite Kinderen (Child Focus);
- de heer Guido Schuermans, ombudsman bij de Ombudsdienst Pensioenen.
Tous les membres ont pu prendre connaissance:
- du rapport de la commission de sélection Selor,
- de l'évaluation finale motivée,
- des fiches de motivation individuelle,
- du procès-verbal de l'audition par la Conférence des présidents et les membres du Bureau de la
commission des Pétitions, du 7 juillet 2005, des cinq candidats jugés aptes.
Alle leden hebben kennis kunnen nemen van:
- het rapport van de selectiecommissie Selor,
- de gemotiveerde finale evaluatie,
- de individuele motiveringsfiches,
- het proces-verbaal van de hoorzitting van de Conferentie van voorzitters en de leden van het Bureau van
de commissie voor de Verzoekschriften met de vijf geschikt verklaarde kandidaten, op 7 juli 2005.
L'ordre du jour appelle le scrutin pour la nomination de deux médiateurs fédéraux, l'un(e) francophone,
l'autre néerlandophone.
Aan de agenda is de geheime stemming voor de benoeming van twee federale ombudsmannen, de ene
Nederlandstalig, de andere Franstalig.
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
La liste des candidats a été distribuée. (1923/1)
De kandidatenlijst werd rondgedeeld. (1923/1)
Les bulletins de vote ont déjà été distribués.
De stembiljetten werden reeds rondgedeeld.
Le scrutin étant secret, les bulletins ne peuvent être signés.
Daar de stemming geheim is, mogen de stembiljetten niet worden ondertekend.
Je vous propose de désigner les deux secrétaires siégeant au bureau ce jour pour dépouiller les scrutins.
Ik stel u voor om voor de stemopneming de twee secretarissen aan te wijzen die heden aan het bureau
hebben plaatsgenomen.
Pas d'observations? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Mmes Colette Burgeon et Anne Barzin sont désignées pour dépouiller les scrutins.
De dames Colette Burgeon en Anne Barzin worden aangewezen om de stemmen op te nemen.
A l'appel de son nom, chaque membre est prié de venir déposer ses deux bulletins l'un pour le/la
médiateur/médiatrice francophone et l'autre pour le médiateur néerlandophone non signés dans l'urne, en
montant à la tribune, de ma gauche à ma droite.
Ik verzoek elk lid om bij het afroepen van zijn naam zijn twee ongetekende stembiljetten het ene voor de
Nederlandstalige ombudsman en het andere voor de Franstalige ombudsman in de stembus te komen
deponeren. Gelieve langs mijn linkerzijde op het spreekgestoelte te komen en dit aan mijn rechterzijde te
verlaten.
Je rappelle qu'il y a lieu de voter en traçant une croix dans la case figurant en regard du nom du candidat
choisi. Sont nuls, les suffrages exprimés en faveur de plus d'un candidat.
Ik wijs erop dat om te stemmen men een kruisje in het vakje tegenover de naam van de gekozen kandidaat
plaatst. Zijn ongeldig de stemmen uitgebracht op meer dan één kandidaat.
Voor ik begin, geef ik het woord aan de heer De Crem voor een stemverklaring.
11.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, naar
aanleiding van de verkiezing van de federale ombudsmannen wil ik
een citaat van de eerste minister van 14 juli 2003 voorlezen: "Een
pact voor de depolitisering. Heel wat burgers bekritiseren de
politisering van de benoeming en de benoemingsprocedures, waarin
zij al dan niet terecht de falende werking van de overheidsdiensten
toeschrijven, doch eveneens de objectiviteit en opportuniteit van een
groot aantal beslissingen van de publieke overheden in twijfel trekken.
De regering wil met deze gang van zaken komaf maken. De partijen
die de volgende meerderheid zullen vormen, verbinden zich ertoe een
pact inzake de depolitisering van openbare besturen te ondertekenen.
Daarbij zullen voor alle aanwervingen voor een overheids- of semi-
overheidsfunctie systematisch vergelijkende examens en proeven
worden georganiseerd. Om de kwaliteit van de aanwervingen te
meten, zal op erkende deskundigen beroep worden gedaan. Dit
laatste zal ook het geval zijn voor de aanwerving en selectie van alle
overheidsambtenaren".
14 juli 2005. Ombudsmannen: akkoord over Schuermans en De
Bruecker. De Kamer stelt vanavond twee nieuwe federale
11.01 Pieter De Crem (CD&V):
Le 14 juillet 2003, M. Verhofstadt
annonçait que le gouvernement
mettrait un terme aux nominations
politiques grâce au pacte pour la
dépolitisation. Dorénavant des
examens objectifs seraient
organisés pour tous les emplois
publics et semi-publics.
Aujourd'hui, la Chambre est
appelée à choisir deux médiateurs
fédéraux. La majorité s'est mise
d'accord pour désigner M.
Schuermans et Mme De Bruecker,
quoique ceux-ci n'aient pas été
présentés en première position par
le Selor. Les libéraux approuvent
néanmoins la désignation de ces
deux socialistes parce que, dans
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
ombudsmannen aan. Er is binnen de meerderheid een akkoord om
Guido Schuermans, de huidige ombudsman voor pensioenen, en
Catherine De Bruecker aan te stellen. De twee stonden niet bovenaan
de short list die Selor aan de Kamer bezorgde. De twee nieuwe
federale ombudsmannen in spe zijn socialisten. Vlaamse liberalen
zouden akkoord gaan met de regeling, omdat zij de volgende
ombudsman voor de pensioenen mogen leveren. Dank u, collega's.
deux ans, ils pourront désigner le
médiateur des pensions!
11.02 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, en fait, le
vote auquel nous allons procéder aujourd'hui est le résultat d'au
moins quatre années de discussions sur la manière d'organiser le
renouvellement des médiateurs et des sélections sur la base de
critères objectifs, sur la base des attentes. Cette situation a traîné.
Les conflits sont apparus au sein de la Chambre. Un non-respect
pour la "médiature" s'est fait de plus de plus évident.
Je partage l'analyse de M. De Crem. Je dispose moi aussi d'une
information selon laquelle un accord de majorité a été conclu pour
que les médiateurs soient effectivement ceux qui sont désignés par
les deux partis socialistes. Cela a pour conséquence que les premiers
classés risquent de ne pas être élus et que les moins bien classés le
soient. C'est assez scandaleux!
11.02 Muriel Gerkens (ECOLO):
De stemming waaraan wij zullen
deelnemen, is het orgelpunt van
jarenlange discussies over de
aanstelling van de
ombudsmannen op grond van
objectieve criteria. In de Kamer
zelf werd het ambt van
ombudsman echter met weinig
respect behandeld. Net als de
heer De Crem heb ik lucht
gekregen van een akkoord binnen
de meerderheid, en het zijn
diegenen die laagst op de lijst
staan, die wel eens verkozen
zouden kunnen worden. Dat is
betreurenswaardig.
Le président: La parole est à M. Bacquelaine. Une déclaration avant un scrutin est une innovation!
11.03 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, je souhaite
apporter un démenti à la déclaration de Mme Gerkens, selon laquelle
il y aurait un accord de majorité. Que je sache, le MR est dans la
majorité et n'a passé aucun accord à cet égard. Nous déterminerons
notre vote en fonction du classement établi par le Selor.
11.03 Daniel Bacquelaine (MR):
De MR heeft daarover geen enkel
akkoord afgesloten en we zullen
onze stemming van de rangorde
van Selor laten afhangen.
11.04 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mevrouw Gerkens vergist
zich totaal. Het is immers geen 4 jaar dat we proberen het instituut
van de ombudsman op poten te zetten, maar meer dan 10 jaar.
Ik heb dat ook ik ben helaas reeds zo oud allemaal meegemaakt.
Er waren twee voorstellen die tot een wet hebben geleid: het voorstel-
Annemans en het voorstel van toenmalig minister Tobback. Op dat
moment wisten wij nog niet dat de enige bedoeling van de heer
Tobback was om aan Vlaamse kant een van zijn partijgenoten te
benoemen. Die partijgenoot heeft, zoals u zeer goed weet, aan de
basis gelegen van alle moeilijkheden die het instituut nadien heeft
gekend.
Nu haalt men een truc uit: als het mocht waar zijn wat Ecolo in zijn
persmededeling heeft gezegd, dan moeten we onze hoed afdoen. De
socialisten hebben dan namelijk niet alleen hun vorige ombudsman
kunnen laten afvloeien, maar dan zijn ze nog in staat om de
gedumpte ombudsman te vervangen door twee andere socialistische
ombudsmannen, zowel aan Franstalige als aan Nederlandstalige
zijde.
Uiteraard het zal niemand verbazen gebeurt dat allemaal met de
medewerking van de VLD, zoals alles wat met de socialisten in dit
land gebeurt. De VLD wacht tot de volgende verkiezingen in de hoop
11.04 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Mme Gerkens se trompe.
Cela ne fait pas quatre, mais dix
ans que nous tentons de mettre
sur pied l'institution des
médiateurs. En son temps, deux
propositions avaient été élaborées,
l'une par moi-même et l'autre par
M. Tobback, alors ministre, dont le
seul but était de faire nommer l'un
de ses amis politiques.
Si ce que prétend Ecolo est exact,
les socialistes ont réussi non
seulement à déboulonner leur
propre médiateur, mais également
à le remplacer par deux nouveaux
socialistes. Et les libéraux n'y
voient aucun inconvénient, parce
qu'ils pourront, quant à eux, choisir
le médiateur des Pensions.
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
dan alsnog voor 4 jaar de ombudsman voor de pensioenen te kunnen
benoemen.
11.05 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je devrais
m'excuser auprès de Mme Gerkens: je ne suis au parlement que
depuis deux ans et je ne connais donc pas toutes les différentes
procédures. J'ai vécu l'examen de la procédure précédente
concernant la nomination des médiateurs. On sait à quel point, dans
le cadre de la précédente législature, certaines personnes candidates
ont tenté de salir cette institution, ont proféré des accusations dans la
presse.
Il y a donc eu un souci d'objectivité en passant par un examen et en
demandant à un examinateur externe d'évaluer les candidats. C'est
une bonne chose. J'invite donc tout le monde à respecter ce
classement dans un souci d'objectivité.
11.05 Melchior Wathelet (cdH):
Tijdens de vorige zittingsperiode
hebben sommigen geprobeerd
deze instelling te besmeuren door
een gebrek aan objectiviteit. Ik
nodig alle leden uit de
rangschikking te respecteren, ter
wille van de objectiviteit.
11.06 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik
heb daarstraks de website van de goede collega's van de VLD
geciteerd. Ik zal hen niet meer pijnigen met wat in hun
partijprogramma en op hun website staat met betrekking tot referenda
en volksraadplegingen, maar mag ik er toch aan herinneren dat wij na
de oprichting van paars I met betrekking tot de politisering een
volksraadpleging hebben gehad, want een van de vragen was: wilt u
dat wij in de toekomst benoemingen en aanstellingen doen afhankelijk
van de examenresultaten? Het antwoord van de bevolking was
overduidelijk. Van de 800.000 mensen antwoordde bijna 100% ja
hierop. Ik ben ervan overtuigd dat de collega's van de VLD, trouw aan
hun partijprogramma, dan ook de wil van het volk zullen respecteren.
11.06 Servais Verherstraeten
(CD&V): Lors de l'arrivée au
pouvoir du premier gouvernement
violet, la population a été
consultée par voie de référendum.
À cette occasion, 100% des
800.000 personnes interrogées
étaient d'avis que les nominations
devaient être effectuées par le
biais d'examens avec des
classements objectifs. Je suppose
que le VLD, fidèle à son
programme politique, respectera la
volonté de la population.
11.07 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, voor de
goede gang van zaken stel ik voor dat de meerderheidspartijen een
meerderheidsoverleg organiseren, om alsnog toe te laten dat de
politiek, en vooral de meerderheidspartijen, vandaag definitief haar
eer hoog zou kunnen houden en die niet verliest, want dit is een
schandalige vertoning, temeer daar het gaat over een instelling die
onder de Kamer van Volksvertegenwoordigers ressorteert.
Ik doe een beroep op uw verantwoordelijkheid daarvoor.
11.07 Pieter De Crem (CD&V):
Je propose que la majorité se
concerte avant de passer au vote
afin qu`elle ne perde pas la face et
qu'il soit mis fin à ce vaudeville. Le
président possède la compétence
d'organiser une telle concertation.
De voorzitter: Mijnheer Annemans, u hebt het woord al gekregen.
11.08 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
sluit mij bij dat voorstel aan. Dat lijkt mij een goed voorstel, mijnheer
de voorzitter. Het is ook uw recht om deze zaak op te schorten en
opnieuw een overleg te houden in de Conferentie van voorzitters. Wat
er nu gebeurt, is de cocktail maken om opnieuw de volgende
mislukking voor te bereiden. Dat is wat u doet. Als u de stemming
doorzet, zullen we zien wat er gebeurt. We gaan afwachtend
stemmen, maar als u doorzet, dan weet u dat u eigenlijk het einde van
die instelling aan het inluiden bent. Het zou verstandig zijn om de
stemming vandaag niet te houden.
11.08 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Je me rallie à cette
proposition. Le président doit
suspendre le vote et convoquer la
Conférence des présidents. S'il ne
le fait pas, ce jour marquerait la fin
de l'institution des médiateurs
fédéraux.
De voorzitter: Ik ga de stemming openen en ik laat de lijst afroepen. U kent de procedure al lang genoeg.
J'invite les secrétaires à procéder à l'appel nominal.
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
Ik nodig de secretarissen uit de namen af te roepen.
Il est procédé à l'appel nominal.
Er wordt overgegaan tot de naamafroeping
Tout le monde a-t-il déposé son bulletin dans l'urne? (Oui)
Heeft iedereen gestemd? (Ja)
Je déclare le scrutin clos et invite les scrutateurs à procéder au dépouillement.
De stemming is gesloten. Ik nodig de secretarissen uit over te gaan tot de stemopneming.
12 Allocution du président
12 Toespraak van de voorzitter
12.01 De voorzitter: Collega's, mag ik uw aandacht
om u even te woord te staan. Ik slaag er immers niet
meer in een speech te houden. Meestal is het de
State of the Union, maar binnenkort slaag ik er niet
meer in een speech te houden om het parlementair
jaar te beëindigen.
Cette fois-ci, je vais essayer.
Collega's, wij zijn op het einde van onze
werkzaamheden gekomen. Ik ga een kleine balans
opmaken.
(...): (...)
12.01 Le président:
Chers collègues, nous voici arrivés au terme de
nos travaux. Le moment est venu de dresser un
petit bilan:
De voorzitter: Neen, het is geen rouwbericht.
De Kamer heeft voor ons gewerkt tijdens deze
zittingsperiode, mijnheer Tant, en ik zal u cijfers
geven.
Er werden 365 voorstellen ingediend. De regering
diende 143 wetsontwerpen in.
151 wetsontwerpen werden goedgekeurd en
33 wetsvoorstellen. 3.110 schriftelijke vragen werden
behandeld, 446 in onze plenaire vergadering en
houd u vast 3.348 vragen in de commissies.
219 interpellaties meer van de meerderheid dan van
de oppositie en 151 in de commissie. Die balans is
goed en is niet slechter dan de voorgaande jaren.
Ik betuig mijn sympathie voor uw vriendelijkheid ik
heb dat reeds gezegd gedurende mijn afwezigheid.
Ik ben wellicht een beetje te vroeg herbegonnen. U
weet dat ik nog niet kan stilzitten en niet kan liggen. Ik
steek zo niet in elkaar.
Le président:
365 propositions ont été déposées et le
gouvernement a déposé 143 projets de loi; 151
projets de loi et 33 propositions ont été adoptés.
3.110 questions écrites ont été posées ainsi que
446 questions orales en séance plénière et 3.348
en commission. 219 interpellations ont été
déposées, celles de la majorité étant plus
nombreuses que celles de l'opposition. Ce bilan
est positif et soutient largement la comparaison
avec ceux des sessions antérieures.
Je saisis également l'occasion pour vous
remercier des marques de sympathie que vous
m'avez témoignées pendant mon absence. J'ai
peut-être repris mes activités un peu tôt mais
comme vous le savez, je ne parviens pas encore à
rester couché ou à ne rien faire. Ainsi est constitué
l'animal.
M. Jean-Marc Delizée a, tout à l'heure encore, subi les
aléas de la séance publique. Je le remercie une fois
de plus. Il le mérite.
De heer Jean-Marc Delizée heeft zopas nog
kunnen vaststellen dat de openbare vergadering
vol verrassingen zit. Ik wil hem nogmaals
bedanken. Hij verdient het.
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
(Applaudissements)
Chers collègues, durant ces derniers temps, nous
avons connu quelques problèmes au niveau
européen. Nous sommes occupés à mettre sur pied
à cet égard, je voudrais également vous applaudir,
monsieur De Crem une étude relative à la
subsidiarité. N'oubliez pas! C'est un effort important,
car ce que nous savons faire à notre niveau, nous ne
devons pas le faire faire par autrui. Nous travaillons à
ce sujet avec les présidents des autres assemblées.
J'ai également entendu rappeler les attentats récents
tant à Madrid qu'au Royaume-Uni. Vous savez que le
terrorisme est une menace capitale. A la veille de la
Conférence des Nations unies en septembre 2005, où
tous les présidents des assemblées parlementaires
seront présents, je crois que cette prévention passe
par la lutte contre la pauvreté, l'injustice et
l'extrémisme politique.
Et je vise ici tous les innocents, quels qu'ils soient,
qu'ils se trouvent à Londres, à Madrid ou en Irak. Les
Nations unies et ses agences spécialisées constituent
l'enceinte appropriée pour mobiliser ces ressources
disponibles.
Le terrorisme, chers collègues, n'est pas une fatalité.
Une réaction ferme s'impose, basée sur une
coopération sans faille entre tous les Etats. Il faut y
apporter la réponse adéquate en réduisant l'écart
entre les pays riches et les pays pauvres, entre
gagnants et exclus de l'économie mondiale.
(Applaus)
Beste collega's, recentelijk heeft Europa moeilijke
tijden gekend. Momenteel stellen we een studie
over de subsidiariteitstoets op. Terzake wil ik ook
de heer De Crem toejuichen. Laten we niet uit het
oog verliezen dat we hier een belangrijke taak
vervullen. Wat we zelf kunnen verwezenlijken,
moeten we niet door anderen laten doen. Daaraan
werken we samen met de voorzitters van de
andere assemblees.
Er werd verwezen naar de recente aanslagen in
Madrid en in het Verenigd Koninkrijk. U weet dat
het terrorisme een enorme bedreiging vormt. Aan
de vooravond van de conferentie van de
Verenigde Naties in september 2005 die alle
parlementsvoorzitters mogen bijwonen, geloof ik
dat preventie niet kan zonder armoedebestrijding
en strijd tegen onrechtvaardigheid en politiek
extremisme.
En daarmee bedoel ik alle onschuldige burgers,
wie ze ook zijn; of ze zich nu in Londen, Madrid of
Irak bevinden. De UNO en haar gespecialiseerde
agentschappen zijn de geëigende fora waar alle
beschikbare middelen kunnen worden ingezet.
Waarde collega's, het terrorisme is geen
noodwendigheid. Het moet met man en macht
worden bestreden en in die strijd dienen de
verschillende landen de handen in elkaar te slaan.
Wij moeten er gepast op reageren door de kloof
tussen de arme en de rijke landen te dichten,
tussen de winnaars en zij die geen deel hebben
aan de wereldeconomie.
We kunnen dus op een vruchtbare zitting terugblikken.
Dat is ook dit seizoen zo geweest. Nu nemen we even
rust, voor wie die echt aankan, voor we er over enkele
weken, in september of oktober, met vernieuwde
energie tegenaan gaan.
Cette session a été féconde. Nous pouvons à
présent prendre quelque repos afin de reprendre
le fil de nos travaux dans quelques semaines avec
une énergie nouvelle.
Madame la vice-première ministre, je souhaite
d'excellentes vacances au gouvernement. Certains
diront qu'il les mérite, d'autres en seront moins
persuadés. En tous les cas, je vous remercie de votre
collaboration.
A la presse qui est toujours présente, je dis également
bravo et merci. Vous suivez nos travaux avec
beaucoup d'attention et vous les rapportez avec
beaucoup de détails.
Mevrouw de vice-eerste minister, ik wens ook de
regering een uitstekende vakantie toe. Sommigen
zullen zeggen dat zij ze verdient, anderen zijn daar
minder van overtuigd. In ieder geval wil ik u voor
uw medewerking bedanken.
Ook de pers, die altijd aanwezig is, wil ik feliciteren
en bedanken. U volgt onze werkzaamheden met
bijzondere aandacht en brengt er gedetailleerd
verslag over uit.
Tot slot een woord van dank voor de Griffier van de
Kamer, het personeel en de medewerkers van onze
Assemblee, zonder wier hulp onze werkzaamheden
onmogelijk zouden zijn. Zij hebben het van tijd tot tijd
Un mot de remerciement, enfin, au greffier de la
Chambre, au personnel et aux collaborateurs de
notre assemblée sans l'aide de qui nous ne
pourrions pas travailler. Nous lui avons parfois
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
niet gemakkelijk gehad, noch met mij, noch met
andere collega's van de Kamer. Ik wil een applaus
geven aan het personeel van de Kamer.
(Applaus)
Ik wens u allen een fijne vakantie!
Ik geef het woord aan de heer Daems.
rendu la vie dure, moi-même ou certains de mes
collègues de la Chambre. Je demande d'applaudir
le personnel de la Chambre.
(Applaudissements)
Je vous souhaite à tous de bonnes vacances!
12.02 Hendrik Daems (VLD): Mijnheer de voorzitter,
ik wens mij aan te sluiten bij de woorden van dank die
u hier hebt geuit. Het is inderdaad de zevende keer
dat het mij toekomt mij aan te sluiten bij de voorzitter.
Ook ik wil namens alle collega's in het halfrond het
voltallige personeel danken voor het vele werk dat het
voor ons levert. Wij worden formidabel "gesoigneerd"
door ons personeel en wij zijn daar fier op. Wij
wensen hen op deze manier te danken.
We willen de nog aanwezige pers ook danken die
ongetwijfeld kond zal maken van de zonet gedane
uitspraken van de collega's en van bepaalde
uitspraken die later nog zullen worden gedaan door
sommigen onder hen.
12.02 Hendrik Daems (VLD): Monsieur le
président, je tiens à m'associer à vos
remerciements.
Au nom de tous les membres présents dans cet
hémicycle, je remercie moi aussi l'ensemble du
personnel pour l'abondant travail qu'il produit pour
nous. Nous sommes merveilleusement bien
assistés par notre personnel et nous en tirons de
la fierté. Nous voulons de la sorte lui adresser
nos remerciements.
Nous tenons aussi à remercier la presse présente
pour la relation de tout ce qui se dit et se dira
encore ici.
Monsieur le président, chers collègues, au nom de
tous mes collègues, je voudrais remercier le
personnel qui nous rend des services extra pendant
toute l'année parlementaire. Je voudrais aussi
remercier les médias présents ou non présents qui
reflètent nos travaux auprès du grand public. Merci à
notre personnel, merci aux médias et évidemment, je
ne pourrais faire autrement que de saluer le "consulat"
que nous avons vécu pendant cette année
parlementaire avec M. Jean-Marc Delizée qui vous a
souvent remplacé de manière exemplaire.
Namens de collega's dank ik ook de heer Delizée
die de voorzitter dit jaar vaak op voorbeeldige
wijze heeft vervangen.
Ik wil u natuurlijk ook bedanken, mijnheer de
voorzitter, ondanks uw zere rug, die u wel hindert in
uw werkzaamheden maar blijkbaar toch niet zoveel
meer. Ook u wil ik namens alle collega's en uw
vervanger bedanken voor het mooie voorzitterschap
dat wij hebben mogen kennen. Dank u wel, namens
alle collega's. (Applaus)
De voorzitter: Mijnheer Daems, bedankt. Uit de recente ervaringen heb ik een brede rug overgehouden,
maar de nek is niet veranderd.
12.03 Paul Tant (CD&V): Monsieur le président, vous avez oublié les
médiateurs. C'est important.
De voorzitter: Dat komt straks.
Collega's, ik wacht nog op het resultaat. Misschien kan ik intussen de andere stemmingen laten doen? Als
u ermee akkoord gaat, stemmen wij over de internationale verdragen. Ik heb al die verdragen in extenso
geciteerd vanmiddag.
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
Votes nominatifs (continuation)
Naamstemmingen (voortzetting)
13 Wetsontwerp houdende instemming met het Tweede Protocol inzake het Verdrag van 's-
Gravenhage van 1954 inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend
conflict, gedaan te 's-Gravenhage op 26 maart 1999 (1930/1)
13 Projet de loi portant assentiment au Deuxième Protocole relatif à la Convention de La Haye de 1954
pour la protection des biens culturels en cas de conflit armé, fait à La Haye le 26 mars 1999 (1930/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4)
Ja
136
Oui
Nee
0
Non
Onthoudingen
0
Abstentions
Totaal
136
Total
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden
voorgelegd. (1930/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1930/2)
13.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, j'ai voulu voter
"oui".
13.01 Olivier Chastel (MR): Ik
heb ja gestemd.
14 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie en de Islamitische Republiek Pakistan inzake de wederzijdse bevordering en
bescherming van investeringen, ondertekend te Brussel op 23 april 1998 (1931/1)
14 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre l'Union économique belgo-luxembourgeoise et la
République islamique du Pakistan concernant l'encouragement et la protection réciproques des
investissements, signé à Bruxelles le 23 avril 1998 (1931/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Non)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5)
Ja
132
Oui
Nee
0
Non
Onthoudingen
4
Abstentions
Totaal
136
Total
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden
voorgelegd. (1931/2)
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1931/2)
Raison d'abstention?
.
Reden van onthouding?
14.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, comme nous
avons déjà eu l'occasion de le dire au moment du vote d'autres
projets semblables, on est en train, en fait, de passer non pas un
accord général sur les investissements, que l'on avait condamné,
mais des accords au cas par cas, pays par pays. Le résultat sera
identique, ce qui ne nous semble pas vraiment une bonne chose.
14.01 Marie Nagy (ECOLO):
Zoals wij ook al voor soortgelijke
ontwerpen hebben gezegd, sluit
men geen algemeen akkoord over
de investeringen, iets wat men had
afgekeurd, maar akkoorden per
land. Het resultaat zal net
hetzelfde zijn, maar dat is geen
goede zaak.
15 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie betreffende de concessie aan de Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie van een terrein voor de uitbreiding, de aanpassing en de verbouwing van de
permanente Zetel van deze Organisatie, ondertekend te Brussel op 5 oktober 2000 (1932/1)
15 Projet de loi portant assentiment à la Convention entre le Royaume de Belgique et l'Organisation
du Traité de l'Atlantique Nord relative à la concession à l'Organisation du Traité de l'Atlantique Nord
d'un terrain en vue de l'extension, la réadaptation et la transformation du siège permanent de cette
Organisation, signée à Bruxelles le 5 octobre 2000 (1932/1)
Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Mag de uitslag van de stemming over het wetsontwerp 1930/1 ook gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote sur le projet de loi 1930/1 est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden
voorgelegd. (1932/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1932/2)
16 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie betreffende de concessie aan de Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie van een terrein voor de uitbetaling en de inplanting van de nieuwe infrastructuur
van de permanente Zetel van deze Organisatie, ondertekend te Praag op 21 november 2002 (1933/1)
16 Projet de loi portant assentiment à la Convention entre le Royaume de Belgique et l'Organisation
du Traité de l'Atlantique Nord relative à la concession à l'Organisation du Traité de l'Atlantique Nord
d'un terrain en vue de l'extension et l'implantation des nouvelles infrastructures du Siège permanent
de cette Organisation, signée à Prague le 21 novembre 2002 (1933/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Mag de uitslag van de stemming over het wetsontwerp 1930/1 ook gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote sur le projet de loi 1930/1 est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden
voorgelegd. (1933/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1933/2)
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
17 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Helleense Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan
van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Athene op 25 mei 2004 (1934/1)
17 Projet de loi portant assentiment à la Convention entre le Royaume de Belgique et la République
hellénique tendant à éviter les doubles impositions et à prévenir l'évasion fiscale en matière d'impôts
sur le revenu, signée à Athènes le 25 mai 2004 (1934/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Mag de uitslag van de stemming over het wetsontwerp 1930/1 ook gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote sur le projet de loi 1930/1 est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden
voorgelegd. (1934/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1934/2)
Scrutin (continuation)
Geheime stemming (voortzetting)
18 Nomination d'un médiateur fédéral/d'une médiatrice fédérale (F) Résultat du scrutin
18 Benoeming van een federale ombudsman/ombudsvrouw (F) Uitslag van de stemming
Votants
96
Stemmen
Blancs ou nuls
2
Blanco of ongeldig
Valables
94
Geldig
Majorité absolue
48
Volstrekte
meerderheid
M. Pierre-Yves Monette a obtenu 31 suffrages.
De heer Pierre-Yves Monette heeft 31 stemmen bekomen.
Mme Catherine De Bruecker a obtenu 63 suffrages.
Mevrouw Catherine De Bruecker heeft 63 stemmen bekomen.
Mme Catherine De Bruecker ayant obtenu 63 suffrages, soit la majorité absolue, est nommée médiatrice
fédérale (francophone).
Aangezien mevrouw Catherine De Bruecker 63 stemmen heeft bekomen, dit is de volstrekte meerderheid,
is zij benoemd tot (Franstalige) federale ombudsvrouw.
19 Nomination d'un médiateur fédéral (N) Résultat du scrutin
19 Benoeming van een federale ombudsman (N) Uitslag van de stemming
Votants
135
Stemmen
Blancs ou nuls
5
Blanco of ongeldig
Valables
130
Geldig
Majorité absolue
66
Volstrekte
meerderheid
M. Patrick De Becker a obtenu 46 suffrages.
De heer Patrick De Becker heeft 46 stemmen bekomen.
M. Jacques Debulpaep a obtenu 20 suffrages.
De heer Jacques Debulpaep heeft 20 stemmen bekomen.
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
M. Guido Schuermans a obtenu 66 suffrages.
De heer Guido Schuermans heeft 66 stemmen bekomen.
M. Guido Schuermans ayant obtenu 66 suffrages, soit la majorité absolue, est nommé médiateur fédéral
(néerlandophone).
Aangezien de heer Guido Schuermans 66 stemmen heeft bekomen, dit is de volstrekte meerderheid, is hij
benoemd tot (Nederlandstalige) federale ombudsman.
19.01 Hendrik Daems (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik wil een kleine
opmerking maken. Wie het schoentje past, trekke het aan.
Ik heb hier een aantal fracties horen zeggen dat het een schande was
dat we niet de facto voor de eerste uit de proef zouden gaan
stemmen. Wanneer ik de Nederlandstalige resultaten bekijk, dan is er
minstens een aantal fracties dat hier de schande heeft uitgeroepen,
dat niet voor de eerste uit de Nederlandstalige proef heeft gestemd.
(Luidkeels protest)
19.01 Hendrik Daems (VLD):
Certains groupes n'admettaient
pas que l'on ne vote pas de facto
pour le premier classé à l'issue de
l'épreuve. Il ressort des votes des
néerlandophones que certains qui
défendaient cette thèse n'ont pas
respecté la règle qu'ils avaient
eux-mêmes énoncée.
(Tumulte)
De voorzitter: Laat de heer Daems uitspreken! Collega's! (Protest van de heer De Crem)
19.02 Hendrik Daems (VLD): De reacties, mijnheer de voorzitter, die
eenieder hier kan zien, bevestigen niet alleen mijn stelling, maar het is
meteen ook duidelijk wie hier het schoentje zelf heeft aangedaan!
(Applaus)
19.02 Hendrik Daems (VLD):
Ces réactions confirment mon
point de vue et montrent que
certains ont fait en sorte
d'interpréter les choses de la
manière qui leur convenait le
mieux.
19.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Dit was weer een
typische illustratie vanwaar de politieke carrière van de heer Rik
Daems over gaat: een opeenstapeling van gelegenheden waarbij hij
beter zijn mond had gehouden. (Rumoer)
(De meerderheid verlaat het halfrond)
Wat de socialisten hier vandaag gedaan hebben, konden ze met de
CD&V nooit doen, het kan enkel met de VLD.
19.03 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Voilà qui illustre la teneur
de la carrière politique de M.
Daems.
(La majorité quitte la salle.)
19.04 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het moet een
groot plezier zijn dat u gezien hebt dat de kandidaat die u steunde het
niet is geworden en dat uw fractie voor een ander heeft gestemd.
De voorzitter: Ik wens u een goede vakantie en een veilige thuiskomst. Wij zullen in de Conferentie van
voorzitters van 19 september 2005 de agenda van de volgende plenaire vergadering in oktober of
september bepalen.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
De vergadering wordt gesloten om 22.51 uur. De Kamer gaat tot nadere bijeenroeping uiteen.
La séance est levée à 22.51 heures. La Chambre s'ajourne jusqu'à convocation ultérieure.
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
ANNEXE
BIJLAGE
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
JEUDI 14 JUILLET 2005
DONDERDAG 14 JULI 2005
DÉTAIL DES VOTES NOMINATIFS
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
Naamstemming - Vote nominatif: 001
Ja
087
Oui
Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Hilde, Cortois, Courtois, Daems, De Block,
De Bue, De Coene, De Croo, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx,
Dieu, Douifi, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Ghenne, Giet, Gustin, Hasquin, Henry,
Hove, Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lansens, Lejeune,
Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Monfils,
Moriau, Muls, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman,
Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van der Maelen, Van Gool, Van
Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Vautmans, Verhaert, Versnick
Nee
046
Non
Annemans, Bogaert, Bultinck, Caslo, Claes Dirk, Cocriamont, Colen, De Crem, De Groote, De Man,
Depoortere, Deseyn, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Drèze, Genot, Gerkens, Govaerts, Goyvaerts,
Kelchtermans, Laeremans, Lanjri, Lavaux, Milquet, Mortelmans, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Schoofs,
Sevenhans, Tant, Tastenhoye, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera,
Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen, Verherstraeten, Viseur, Wathelet, Wiaux
Onthoudingen
002
Abstentions
Arens, Pieters
Naamstemming - Vote nominatif: 002
Ja
086
Oui
Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Borginon, Boukourna, Burgeon,
Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Hilde, Cortois, Courtois, Daems, De Block, De Bue,
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
De Coene, De Croo, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx, Dieu,
Douifi, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Ghenne, Giet, Gustin, Hasquin, Henry, Hove,
Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lansens, Lejeune, Lenssen,
Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Muls,
Pécriaux, Peeters, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tilmans, Tommelein,
T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van
Lombeek-Jacobs, Vautmans, Verhaert, Versnick
Nee
044
Non
Annemans, Bogaert, Bultinck, Caslo, Claes Dirk, Cocriamont, Colen, Creyf, De Crem, De Groote, De Man,
Depoortere, Deseyn, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Drèze, Goutry, Govaerts, Goyvaerts, Kelchtermans,
Laeremans, Lanjri, Lavaux, Milquet, Mortelmans, Muylle, Neel, Schoofs, Sevenhans, Tant, Tastenhoye,
Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy,
Verhaegen, Verherstraeten, Viseur, Wathelet, Wiaux
Onthoudingen
006
Abstentions
Arens, Genot, Gerkens, Nagy, Nollet, Pieters
Naamstemming - Vote nominatif: 003
Ja
087
Oui
Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Hilde, Cortois, Courtois, Daems, De Block,
De Bue, De Coene, De Croo, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx,
Dieu, Douifi, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Ghenne, Giet, Gustin, Hasquin, Henry,
Hove, Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lansens, Lejeune,
Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Monfils,
Moriau, Muls, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman,
Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van der Maelen, Van Gool, Van
Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Vautmans, Verhaert, Versnick
Nee
043
Non
Annemans, Bogaert, Bultinck, Caslo, Claes Dirk, Cocriamont, Colen, Creyf, De Crem, De Groote, De Man,
Depoortere, Deseyn, D'haeseleer, D'hondt, Drèze, Goutry, Govaerts, Goyvaerts, Kelchtermans,
Laeremans, Lanjri, Lavaux, Milquet, Mortelmans, Muylle, Neel, Schoofs, Sevenhans, Tant, Tastenhoye,
Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy,
Verhaegen, Verherstraeten, Viseur, Wathelet, Wiaux
Onthoudingen
007
Abstentions
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
Arens, Devlies, Genot, Gerkens, Nagy, Nollet, Pieters
Naamstemming - Vote nominatif: 004
Ja
136
Oui
Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bogaert, Bonte,
Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Casaer, Caslo, Cavdarli, Chabot, Chevalier, Claes Hilde, Claes
Dirk, Cocriamont, Colen, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Crem, De
Croo, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Depoortere,
Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Denis, Fournaux,
Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne, Giet, Goutry, Govaerts, Goyvaerts, Gustin, Hasquin,
Henry, Hove, Jiroflée, Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-
Claire, Lanjri, Lansens, Lavaux, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marinower,
Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Milquet, Monfils, Moriau, Mortelmans, Muls, Muylle, Nagy, Neel, Nollet,
Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Schoofs, Sevenhans, Storms, Swennen,
Taelman, Tant, Tastenhoye, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout,
Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van
Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Vautmans, Verhaegen,
Verhaert, Verherstraeten, Versnick, Viseur, Wathelet, Wiaux
Nee
000
Non
Onthoudingen
000
Abstentions
Naamstemming - Vote nominatif: 005
Ja
132
Oui
Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bogaert, Bonte,
Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Casaer, Caslo, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Hilde,
Claes Dirk, Cocriamont, Colen, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Crem,
De Croo, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Depoortere,
Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Denis, Fournaux,
Frédéric, Galant, Geerts, Ghenne, Giet, Goutry, Govaerts, Goyvaerts, Gustin, Hasquin, Henry, Hove,
Jiroflée, Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri,
Lansens, Lavaux, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marinower, Massin, Mayeur,
Meeus, Michel, Milquet, Monfils, Moriau, Mortelmans, Muls, Muylle, Neel, Pécriaux, Peeters, Perpète,
Pieters, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Schoofs, Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tastenhoye,
Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van den Bergh, Van den
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
Broeck, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-
Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Vautmans, Verhaegen, Verhaert, Verherstraeten, Versnick, Viseur,
Wathelet, Wiaux
Nee
000
Non
Onthoudingen
004
Abstentions
Genot, Gerkens, Nagy, Nollet
CHAMBRE
KAMER
P
ROPOSITIONS
V
OORSTELLEN
Prise en considération
Inoverwegingneming
1. Proposition de loi (MM. Bert Schoofs, Bart
Laeremans, Filip De Man et Mme Nancy Caslo)
insérant dans le Code d'instruction criminelle
diverses dispositions déterminant les conditions
légales de la confrontation en tant que méthode
d'investigation (n° 1903/1).
1. Wetsvoorstel (de heren Bert Schoofs, Bart
Laeremans, Filip De Man en mevrouw Nancy
Caslo) tot invoeging in het Wetboek van
Strafvordering van de wettelijke voorwaarden van
de confrontatie als onderzoeksmethode
(nr. 1903/1).
Renvoi à la commission de la Justice
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
2. Proposition de résolution (Mmes Annemie
Turtelboom et Hilde Vautmans) visant à élargir les
possibilités de travail intérimaire dans le secteur
public (n° 1905/1).
2. Voorstel van resolutie (de dames Annemie
Turtelboom en Hilde Vautmans) tot uitbreiding van
de mogelijkheden voor uitzendarbeid in de
openbare sector (nr. 1905/1).
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt
3. Proposition de loi (M. Eric Massin et consorts)
modifiant le Code des sociétés en vue d'améliorer
la procédure de liquidation des sociétés déficitaires
(n° 1906/1).
3. Wetsvoorstel (de heer Eric Massin c.s.) tot
wijziging van het Wetboek van vennootschappen,
teneinde de vereffeningsprocedure van
verliesgevende vennootschappen te verbeteren
(nr. 1906/1).
Renvoi à la commission chargée des problèmes de
droit commercial et économique
Verzonden naar de commissie belast met de
problemen inzake handels- en economisch recht
4. Proposition de loi (MM. Eric Massin et Yvan
Mayeur et Mme Valérie Déom) modifiant
l'article 1595 du Code civil relatif à la prohibition de
la vente entre époux (n° 1908/1).
4. Wetsvoorstel (de heren Eric Massin en Yvan
Mayeur en mevrouw Valérie Déom) tot wijziging van
artikel 1595 van het Burgerlijk Wetboek betreffende
het verbod op verkoop tussen echtgenoten
(nr. 1908/1).
Renvoi à la commission de la Justice
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
5. Proposition de loi (M. Guy Swennen) insérant
dans le Code des impôts sur les revenus 1992 un
bonus de durabilité pour les couples mariés et les
cohabitants (n° 1909/1).
5. Wetsvoorstel (de heer Guy Swennen) tot
invoering in het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 van de fiscale
duurzaamheidbonus voor gehuwden en
samenwonenden (nr. 1909/1).
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
14/07/2005
CRIV 51
PLEN 157
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
6. Proposition de loi (M. Patrick Cocriamont)
tendant à modifier l'article 6 de la loi du
25 février 2003 tendant à lutter contre la
discrimination et modifiant la loi du 15 février 1990
créant un Centre pour l'égalité des chances et la
lutte contre le racisme (n° 1910/1).
6. Wetsvoorstel (de heer Patrick Cocriamont) tot
wijziging van artikel 6 van de wet van
25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en
tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot
oprichting van een Centrum voor gelijkheid van
kansen en voor racismebestrijding (nr. 1910/1).
Renvoi à la commission de la Justice
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
7. Proposition de loi (M. Bart Tommelein) modifiant
la loi du 29 juin 1981 établissant les principes
généraux de la sécurité sociale des travailleurs
salariés afin de supprimer la limite entravant le
recrutement d'un dixième travailleur (n° 1912/1).
7. Wetsvoorstel (de heer Bart Tommelein) tot
wijziging van de wet van 29 juni 1981 houdende de
algemene beginselen van de sociale zekerheid voor
werknemers teneinde de drempel om een tiende
werknemer aan te werven weg te werken
(nr. 1912/1).
Renvoi à la commission des Affaires sociales
Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken
8. Proposition de loi (MM. Bart Tommelein, Georges
Lenssen et Ludo Van Campenhout et Mme Ingrid
Meeus) concernant les heures de fermeture dans le
commerce, l'artisanat et les services (n° 1914/1).
8. Wetsvoorstel (de heren Bart Tommelein,
Georges Lenssen en Ludo Van Campenhout en
mevrouw Ingrid Meeus) betreffende de sluitingsuren
in handel, ambachten en dienstverlening
(nr. 1914/1).
Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture
Verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw
9. Proposition de loi (Mmes Karine Jiroflée et
Magda De Meyer) relative aux mères porteuses
(n° 1915/1).
9. Wetsvoorstel (de dames Karine Jiroflée et Magda
De Meyer) betreffende het draagmoederschap
(nr. 1915/1).
Renvoi à la commission de la Justice
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
10. Proposition de loi (Mmes Karine Jiroflée et
Anne-Marie Baeke) modifiant la loi du 19 juillet 1991
relative aux registres de la population et aux cartes
d'identité en ce qui concerne l'accès aux données
médicales (n° 1916/1).
10. Wetsvoorstel (de dames Karine Jiroflée en
Anne-Marie Baeke) tot wijziging van de wet van
19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en
de identiteitskaarten met betrekking tot de toegang
tot medische gegevens (nr. 1916/1).
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt
11. Proposition de loi (MM. Guy D'haeseleer, Gerolf
Annemans, Filip De Man, Ortwin Depoortere, Mme
Marleen Govaerts, MM. Hagen Goyvaerts, Staf
Neel, Guido Tastenhoye, Francis Van den Eynde et
Mme Frieda Van Themsche) organisant l'accueil
des demandeurs d'asile dans des centres fermés et
supprimant le soutien financier tout au long de la
procédure d'asile (n° 1917/1).
11. Wetsvoorstel (de heren Guy D'haeseleer, Gerolf
Annemans, Filip De Man, Ortwin Depoortere,
mevrouw Marleen Govaerts, de heren Hagen
Goyvaerts, Staf Neel, Guido Tastenhoye, Francis
Van den Eynde en mevrouw Frieda Van Themsche)
tot opvang van asielzoekers in gesloten centra en
tot afschaffing van financiële steun gedurende de
ganse asielprocedure (nr. 1917/1).
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt
12. Proposition (M. Pieter De Crem) visant à
instituer une commission d'enquête parlementaire
chargée d'examiner les fautes déontologiques,
éthiques et juridiques commises dans la gestion et
la direction de l'Hôpital militaire et, en particulier, du
Centre des grands brûlés de Neder-over-Heembeek
(nr. 1942/1).
12. Voorstel (de heer Pieter De Crem) tot oprichting
van een parlementaire onderzoekscommissie belast
met het onderzoek naar de deontologische,
ethische en juridische fouten begaan bij het beheer
en het leiden van het Militair Hospitaal en meer in
het bijzonder van het Brandwondencentrum te
Neder-over-Heembeek (nr. 1942/1).
Renvoi à la commission de la Défense nationale
Verzonden naar de commissie voor de
Landsverdediging
CRIV 51
PLEN 157
14/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
13. Proposition de résolution (MM. Patrick Moriau et
Dirk Van der Maelen, Mme Karine Lalieux, MM.
Stijn Bex et Jacques Chabot, Mme Maya Detiège,
M. Mohammed Boukourna, Mmes Inga Verhaert et
Camille Dieu et M. Cemal Cavdarli) sur l'annulation
de la dette des pays les moins avancés (n° 1939/1).
13. Voorstel van resolutie (de heren Patrick Moriau
en Dirk Van der Maelen, mevrouw Karine Lalieux,
de heren Stijn Bex en Jacques Chabot, mevrouw
Maya Detiège, de heer Mohammed Boukourna, de
dames Inga Verhaert en Camille Dieu en de heer
Cemal Cavdarli) betreffende de kwijtschelding van
de schulden van de minst ontwikkelde landen
(nr. 1939/1).
Renvoi à la commission des Relations extérieures
Verzonden naar de
commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen
14. Proposition de résolution (Mmes Karine Lalieux,
Inga Verhaert, Hilde Vautmans, Valérie Déom et
Magda De Meyer et M. Roel Deseyn) relative aux
violences sexuelles en République démocratique du
Congo (n° 1943/1).
14. Voorstel van resolutie (de dames Karine
Lalieux, Inga Verhaert, Hilde Vautmans, Valérie
Déom en Magda De Meyer en de heer Roel
Deseyn) betreffende seksueel geweld in de
Democratische Republiek Congo (nr. 1943/1).
Renvoi à la commission des Relations extérieures
Verzonden naar de
commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen
15. Proposition de loi (MM. David Geerts, Hans
Bonte, Jan Peeters, Dirk Van der Maelen et Bruno
Van Grootenbrulle, Mme Annick Saudoyer, M.
Jean-Marc Delizée et Mme Danielle Van Lombeek-
Jacobs) améliorant le statut social du sportif
rémunéré (n° 1945/1).
15. Wetsvoorstel (de heren David Geerts, Hans
Bonte, Jan Peeters, Dirk Van der Maelen en Bruno
Van Grootenbrulle, mevrouw Annick Saudoyer, de
heer Jean-Marc Delizée en mevrouw Danielle Van
Lombeek-Jacobs) tot verbetering van het sociaal
statuut van de betaalde sportbeoefenaar
(nr. 1945/1).
Renvoi à la commission des Affaires sociales
Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken