CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 132
CRIV 51 PLEN 132
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
jeudi
donderdag
28-04-2005
28-04-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
QUESTIONS
1
VRAGEN
1
Question de M. Gerolf Annemans au premier
ministre sur "l'état d'avancement du dossier
Bruxelles-Hal-Vilvorde" (n° P837)
1
Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
eerste minister over "de stand van zaken in het
dossier Brussel-Halle-Vilvoorde" (nr. P837)
1
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe Vlaams Belang, Guy Verhofstadt,
premier ministre
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de Vlaams Belang-fractie, Guy Verhofstadt,
eerste minister
Question de M. Hendrik Bogaert au premier
ministre sur "les conséquences de l'arrêt de la
croissance économique pour la politique du
gouvernement" (n° P838)
4
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de eerste
minister over "de gevolgen van het stilvallen van
de economische groei voor het regeringsbeleid"
(nr. P838)
4
Orateurs: Hendrik Bogaert, Guy Verhofstadt,
premier ministre
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Guy
Verhofstadt, eerste minister
Question de M. Guido Tastenhoye à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
sort des deux Belges détenus à Guantanamo"
(n° P839)
7
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het lot van de twee 'Guantanamo-Belgen'"
(nr. P839)
7
Orateurs: Guido Tastenhoye, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Guido Tastenhoye, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
gestion des armes des agents de la Sûreté de
l'Etat" (n° P840)
9
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
beheer van de wapens van de ambtenaren van de
Veiligheid van de Staat" (nr. P840)
9
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Guido De Padt au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le remboursement de l'aide
européenne accordée à ABX" (n° P841)
10
Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de terugbetaling van de
Europese steun voor ABX" (nr. P841)
10
Orateurs: Guido De Padt, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Guido De Padt, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Denis Ducarme au secrétaire
d'Etat aux Affaires européennes, adjoint au
ministre des Affaires étrangères sur "la
prolongation de l'objectif 1 après 2007" (n° P855)
12
Vraag van de heer Denis Ducarme aan de
staatssecretaris voor Europese Zaken,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken over "de verlenging van doelstelling 1 na
2007" (nr. P855)
12
Orateurs: Denis Ducarme, Didier Donfut,
secrétaire d''Etat aux Affaires européennes
Sprekers: Denis Ducarme, Didier Donfut,
staatssecretaris voor Europese Zaken
Question de M. Luk Van Biesen au ministre de la
Mobilité sur "le statut fiscal des camions légers"
(n° P849)
13
Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de
minister van Mobiliteit over "het fiscaal statuut van
de lichte vrachtwagens" (nr. P849)
13
Orateurs: Luk Van Biesen, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Luk Van Biesen, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Questions jointes de
15
Samengevoegde vragen van
15
- Mme Annick Saudoyer au ministre de la Mobilité
sur "les auto-écoles" (n° P850)
15
- mevrouw Annick Saudoyer aan de minister van
Mobiliteit over "de autorijscholen" (nr. P850)
15
- M. Dylan Casaer au ministre de la Mobilité sur 15
- de heer Dylan Casaer aan de minister van 15
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
"les auto-écoles" (n° P851)
Mobiliteit over "de autorijscholen" (nr. P851)
- Mme Jacqueline Galant au ministre de la
Mobilité sur "les auto-écoles" (n° P852)
15
- mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van
Mobiliteit over "de autorijscholen" (nr. P852)
15
Orateurs: Annick Saudoyer, Dylan Casaer,
Jacqueline Galant, Renaat Landuyt, ministre
de la Mobilité
Sprekers: Annick Saudoyer, Dylan Casaer,
Jacqueline Galant, Renaat Landuyt, minister
van Mobiliteit
Question de M. Patrick De Groote au ministre de
la Mobilité sur "le traitement lent des statistiques
relatives à la circulation routière" (n° P853)
19
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Mobiliteit over "de trage verwerking
van de verkeersstatistieken" (nr. P853)
19
Orateurs: Patrick De Groote, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers: Patrick De Groote, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de Mme Joëlle Milquet au ministre de la
Mobilité sur "la 'zone F' du plan Anciaux"
(n° P854)
21
Vraag van mevrouw Joëlle Milquet aan de
minister van Mobiliteit over "de 'zone F' in het
plan-Anciaux" (nr. P854)
21
Orateurs: Joëlle Milquet, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Joëlle Milquet, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Paul Tant au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "l'accès à la banque
de données de la DIV pour les services de police"
(n° P842)
22
Vraag van de heer Paul Tant aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de toegang tot het databestand van de DIV voor
de politiediensten" (nr. P842)
22
Orateurs: Paul Tant, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur,
Renaat Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers: Paul Tant, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken, Renaat Landuyt, minister van
Mobiliteit
Questions jointes de
24
Samengevoegde vragen van
24
- M. Charles Michel au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la suspension de la
grève de la faim des Kurdes" (n° P843)
24
- de heer Charles Michel aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de stopzetting van de hongerstaking van de
Koerden" (nr. P843)
24
- Mme Talbia Belhouari au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "la suspension de la
grève de la faim des Kurdes" (n° P844)
24
- mevrouw Talbia Belhouari aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de stopzetting van de hongerstaking van de
Koerden" (nr. P844)
24
- Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la suspension de la
grève de la faim des Kurdes" (n° P845)
24
- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
stopzetting van de hongerstaking van de
Koerden" (nr. P845)
24
Orateurs: Charles Michel, Talbia Belhouari,
Patrick Dewael, vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur, Marie Nagy
Sprekers: Charles Michel, Talbia Belhouari,
Patrick Dewael, vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken, Marie Nagy
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de l'Emploi sur "le calendrier du débat sur la fin de
carrière" (n° P846)
29
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Werk over "de timing van het
eindeloopbaandebat" (nr. P846)
29
Orateurs: Maggie De Block, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Maggie De Block, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de M. Koen T'Sijen à la ministre de
l'Emploi sur "la sécurité des aires de jeux"
(n° P847)
31
Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de minister
van Werk over "de veiligheid van de speeltuinen"
(nr. P847)
31
Orateurs: Koen T'Sijen, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Koen T'Sijen, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Camille Dieu à la ministre de
l'Emploi sur "la journée mondiale pour la sécurité
et la santé au travail" (n° P848)
32
Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de minister
van Werk over "de werelddag voor veiligheid en
gezondheid op het werk" (nr. P848)
32
Orateurs: Camille Dieu, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Camille Dieu, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Agenda
33
Agenda
33
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Paul Tant, Jean-Marc Nollet
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Paul Tant, Jean-Marc Nollet
PROJETS ET PROPOSITIONS
37
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
37
Projet de loi portant modification de la loi du
12 avril 1965 relative au transport de produits
gazeux et autres par canalisations (1595/1-6)
37
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
12 april 1965 betreffende het vervoer van
gasachtige producten en andere door middel van
leidingen (1595/1-6)
37
- Projet de loi portant modification de la loi du
29 avril 1999 relative à l'organisation du marché
de l'électricité (1596/1-6)
37
- Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
29 april 1999 betreffende de organisatie van de
elektriciteitsmarkt (1596/1-6)
37
Discussion générale
37
Algemene bespreking
37
Orateurs: Dalila Douifi, rapporteur, Jan
Mortelmans, Tony Van Parys, Pierre Lano,
Simonne Creyf, Melchior Wathelet,
président du groupe cdH, Paul Tant, Muriel
Gerkens, Ortwin Depoortere, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Dalila Douifi, rapporteur, Jan
Mortelmans, Tony Van Parys, Pierre Lano,
Simonne Creyf, Melchior Wathelet,
voorzitter van de cdH-fractie, Paul Tant,
Muriel Gerkens, Ortwin Depoortere, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Discussion des articles
69
Bespreking van de artikelen
69
ANNEXE
71
BIJLAGE
71
CHAMBRE
71
KAMER
71
C
OMMISSIONS
71
C
OMMISSIES
71
C
OMPOSITION DE COMMISSION
71
S
AMENSTELLING COMMISSIE
71
D
EMANDES D
'
INTERPELLATION
71
I
NTERPELLATIEVERZOEKEN
71
D
EPOTS
71
I
NGEDIEND
71
P
ROPOSITIONS
72
V
OORSTELLEN
72
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
(R
GT
75.2)
72
T
OELATING TOT DRUKKEN
(R
GT
75.2)
72
D
EMANDE D
'
AVIS
73
V
ERZOEK OM ADVIES
73
P
ROCEDURE DE COOPERATION
74
S
AMENWERKINGSPROCEDURE
74
SÉNAT
74
SENAAT
74
P
ROJETS TRANSMIS
74
O
VERGEZONDEN ONTWERPEN
74
P
ROJETS TRANSMIS EN VUE DE LA SANCTION
ROYALE
75
T
ER BEKRACHTIGING OVERGEZONDEN ONTWERPEN
75
COUR D'ARBITRAGE
76
ARBITRAGEHOF
76
A
RRETS
76
A
RRESTEN
76
R
ECOURS EN ANNULATION
77
B
EROEPEN TOT VERNIETIGING
77
Q
UESTIONS PREJUDICIELLES
77
P
REJUDICIËLE VRAGEN
77
GOUVERNEMENT
78
REGERING
78
P
ROJETS DE LOI
78
W
ETSONTWERPEN
78
Budget
78
Begroting
78
B
UDGET
- R
EDISTRIBUTION D
'
ALLOCATIONS DE
BASE
79
B
EGROTING
- H
ERVERDELING VAN
BASISALLOCATIES
79
RAPPORTS DÉPOSÉS EN VERTU DE
DISPOSITIONS LÉGALES
79
KRACHTENS EEN WETSBEPALING
INGEDIENDE VERSLAGEN
79
T
RIBUNAUX DE PREMIERE INSTANCE
79
R
ECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG
79
T
RIBUNAUX DE COMMERCE
79
R
ECHTBANKEN VAN KOOPHANDEL
79
J
UGES DE PAIX ET JUGES AU TRIBUNAL DE POLICE
80
V
REDERECHTERS EN RECHTERS IN DE
POLITIERECHTBANK
80
P
ARQUETS
80
P
ARKETTEN
80
UNION EUROPÉENNE
80
EUROPESE UNIE
80
P
ARLEMENT EUROPEEN
80
E
UROPEES PARLEMENT
80
R
ESOLUTIONS
80
R
ESOLUTIES
80
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SEANCE PLENIERE
PLENUMVERGADERING
du
JEUDI
28
AVRIL
2005
Après-midi
______
van
DONDERDAG
28
APRIL
2005
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14.15 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 14.15 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Guy Verhofstadt.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moet ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in bijlage
bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Excusés
Berichten van verhindering
Anne-Marie Baeke, Pierrette Cahay-André, Véronique Ghenne, Patrick Moriau, Dominique Tilmans, pour
raisons de santé / wegens ziekte;
Bart Tommelein, Benelux;
Luc Goutry, Conseil de l'Europe / Raad van Europa;
Stef Goris, Jean-Pol Henry, UEO /WEU.
Questions
Vragen
01 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister over "de stand van zaken in het dossier
Brussel-Halle-Vilvoorde" (nr. P837)
01 Question de M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "l'état d'avancement du dossier
01.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste
minister, ik excuseer mij omdat ik u daarmee moet storen, maar wij
hebben hier gisteren een vreemde seance meegemaakt. Uw twee
ministers die daarvoor bevoegd zijn, hadden blijkbaar de opdracht om
niets te zeggen, terwijl wij hier toch in het Parlement zitten.
Ik zou graag van u, mijnheer de premier, die verantwoordelijk is voor
het regeringsbeleid, horen of het waar is dat er afgesproken werd om
niets te zeggen over het onderwerp. Er zou waarschijnlijk wel iets voor
te zeggen zijn, om niets te zeggen.
Indien u toch bereid zou zijn om aan het Parlement iets mee te delen,
dan wil ik een poging doen om na te gaan of het waar is wat ik hoor
01.01 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Hier, en commission de
l'Intérieur, les ministres Reynders
et Vande Lanotte avaient
clairement reçu comme consigne
de ne rien dire.
Il a été fait état dans la presse de
plusieurs scenarii de solution, qui
avaient clairement pour objectif
d'effrayer les Flamands et de les
détourner de la véritable piste de
réflexion suivie par le
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
dan wil ik een poging doen om na te gaan of het waar is wat ik hoor
zeggen, namelijk dat de voorstellen die wij hier ook besproken
hebben bij een vorige vragenronde niet splitsen, maar de Grondwet
aanpassen aan het arrest van het Arbitragehof of andere zaken
waarmee men de Vlamingen bang heeft gemaakt, zoals het tweetalig
statuut van bepaalde faciliteitengemeenten, de uitbreiding van Brussel
of het uitwisselen van gemeenten tussen Brussel en de rand nadat
men die bangmakerij of rampscenario's aan de Vlamingen had
opgediend, allemaal afleidingsmanoeuvres waren om te komen tot de
kern van de zaak en de enige overgebleven mogelijkheid, met name
de grote en brede boulevard van de inschrijvingsrechten, met alle
mogelijkheden van compensaties die zich daarbij voordoen, zoals al
dan niet geografische ruiloperaties in ruil voor bevoegdheden en
pakketten van faciliteiten die men zou toekennen aan mensen die in
deze of gene regio zouden terechtkomen en vervolgens de
mogelijkheid krijgen om kiesrecht of andere administratieve zaken
toegewezen te krijgen, als zijnde een recht voor wie zich inschrijft in
Brussel.
Is de inschrijvingsrechtenboulevard, zoals ik hem zou willen noemen,
het spoor dat op dit moment in de regeringstop wordt bewandeld om
te komen tot een oplossing voor het dossier?
gouvernement: celle du droit
d'inscription.
Le Premier ministre peut-il
confirmer que le gouvernement
étudie une solution qui passe par
le droit d'inscription à Bruxelles?
01.02 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Annemans, u bent een geduldig man. U komt mij hier elke
week een andere piste voorstellen. Ik veronderstel dat u binnenkort,
als wij een oplossing voor dit probleem zullen gegeven hebben, een
boek zal publiceren met al de mogelijke pistes die u, in uw geest, hier
te berde hebt gebracht. U wordt een wandelende encyclopedie van
pistes inzake Brussel-Halle-Vilvoorde. Als u uw boek gepubliceerd zult
hebben, zult u ongetwijfeld uitgroeien tot een autoriteit.
Ik kom aan de grond van het dossier. Er liggen inderdaad
verschillende mogelijkheden op tafel. Ik heb trouwens gemerkt dat er
in de pers alle dagen de ene of de andere, links en rechts, in het
Nederlands en in het Frans geschreven mogelijkheid opduikt. De twee
ministers van Institutionele Hervormingen, samen met mij en de
andere leden van deze meerderheid, zijn aan het zoeken naar een
oplossing voor dit probleem. Wij hebben dat trouwens ook reeds
verschillende malen meegedeeld in de commissie. Dinsdag
aanstaande zullen beide ministers van Institutionele Hervormingen
daarover verslag uitbrengen in de commissie.
U vraagt niet alleen naar de inhoud, maar ook naar mijn aanvoelen. Ik
merk bij de verschillende leden van deze meerderheid een wil om
daaruit te geraken, een wil om een oplossing aan het probleem
gesteld door het arrest van het Arbitragehof te geven en om dat te
doen op een manier die niet leidt tot confrontatie. Wij vertrekken met
andere woorden vanuit het idee dat er een akkoord zal moeten
gevonden worden tussen Nederlandstaligen en Franstaligen, tussen
beide Gemeenschappen. Dat betekent automatisch dat beide
uiteraard wat water in de wijn zullen moeten doen om op die manier
een akkoord te bereiken. Ik stimuleer beide ministers van
Institutionele Hervormingen daarin. Ik help hen daarin.
Ik hoop dat wij op vrij korte termijn een doorbraak in het dossier
kunnen krijgen, het achter ons kunnen laten en ons kunnen
bezighouden met wat de bevolking van ons verlangt, zijnde de
01.02 Guy Verhofstadt, premier
ministre: M. Annemans a une
connaissance encyclopédique des
pistes de réflexion dans ce
dossier. Et je reconnais bien
volontiers que nous envisageons
plusieurs options. Les deux
ministres des Réformes
institutionnelles, moi-même et
toute la majorité recherchons une
solution depuis des mois. Mardi,
rapport sera fait en commission de
l'Intérieur.
La majorité est toujours
déterminée à sortir de l'impasse
c'est du moins mon sentiment
par le biais d'un véritable accord et
non par une confrontation, ce qui
signifie que chacun doit mettre de
l'eau dans son vin.
Je soutiens les ministres des
Réformes institutionnelles et
j'espère qu'une solution sera
trouvée bientôt de façon à ce que
nous puissions nous consacrer
entièrement aux problèmes socio-
économiques importants.
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
sociaal-economische problemen van ons land.
01.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
we hebben niet veel nieuws gekregen, maar het is goed dat het oude
nieuws door de eerste minister wordt bevestigd. Ik dank hem
daarvoor. We weten al iets meer.
Mijnheer de voorzitter, het feit dat gisteren in de commissie de twee
aanwezige ministers zaten te zwijgen, dat vond ik echt niet
aanvaardbaar. Daarom heb ik mijn vraag gesteld.
Wat weten we?
De eerste minister zegt dat de Vlaamse meerderheidspartijen de
regering nog steeds overeind willen houden en dus nog altijd tot een
onderhandelde oplossing met de Franstaligen willen komen. Mijnheer
De Crem, ik hoop dat u het nieuws aan de heer Leterme weet over te
brengen. Dat betekent dat de splitsing, als die er komt, een
prijskaartje zal hebben. De eerste minister heeft niet uitgesloten wat ik
vrees en daarnet formuleerde, met name dat de onderhandelaars in
de richting van het inschrijvingsrecht aan het werken zijn.
Mocht dit inderdaad het geval zijn, dan heb ik, ter waarschuwing, het
advies van de Raad van State er nog eens even bijgehaald. Mocht dit
niet het geval zijn, dan moet u het maar ontkennen. Het advies van de
Raad van State betreffende het ontwerp dat destijds probeerde de
inschrijvingsrechten in te voeren, was geen groot advies. Het besloeg
slechts vier bladzijden. Het was een advies op het wetsontwerp over
de inschrijvingen van 1978. U herinnert zich dat uw voorganger, de
heer Tindemans, op de tribune achter ons, er een "beau mot" heeft
aan gehecht.
De Raad van State is van oordeel en ik citeer uit het advies van 7
augustus 1978 : "Samengevat moet men dan ook ertoe besluiten dat
de bepalingen van het ontwerp, die de keuze van kieswoonplaats en
de gevolgen daarvan betreffen, in de mate als boven omschreven niet
bestaanbaar zijn, noch met de diepe zin die aan de Grondwet wordt
verleend, noch met de geest van de Grondwet, noch en vooral met de
letter van de Grondwet. Dit besluit maakt elke verdere bespreking van
de artikelen overbodig."
Mijnheer de voorzitter, ik wil het ook nog in het Frans voorlezen. Is dat
niet nodig? Dan weten onze Franstalige collega's het ook.
01.03 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Nous avons appris
quelque chose: la volonté d'arriver
à une solution négociée est réelle.
Le Premier ministre confirme que
la scission a un prix. Il n'a pas
écarté ma crainte que le prix à
payer soit le droit d'inscription.
En 1978, un projet de loi prévoyant
le droit d'inscription avait déjà été
formulé. Selon l'avis du Conseil
d'Etat de l'époque, le droit
d'inscription était incompatible
avec la lettre et l'esprit de la
Constitution. Nous avons puisé
dans cet avis la force de fonder le
Vlaams Blok; à présent, il nous
donnera celle de faire tomber le
gouvernement Verhofstadt.
"En résumé, force est de conclure que les dispositions du projet qui
ont trait à l'élection de domicile électoral et à ses conséquences ne se
concilient, dans la mesure définie ci-dessus, ni avec le sens profond
qu'il convient d'attribuer à la Constitution ni avec l'esprit de la
Constitution, et surtout ni avec la lettre de celle-ci."
Dat wil ik maar zeggen, goede collega's, al dan niet van CD&V. Met
de kracht die zat in het advies van de Raad van State over het
inschrijvingsrecht, mijnheer de eerste minister, hebben wij het Vlaams
Blok gesticht. Ik denk dat die kracht nog groot genoeg zal zijn om
Verhofstadt te verwijderen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
02 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de eerste minister over "de gevolgen van het stilvallen van
de economische groei voor het regeringsbeleid" (nr. P838)
02 Question de M. Hendrik Bogaert au premier ministre sur "les conséquences de l'arrêt de la
croissance économique pour la politique du gouvernement" (n° P838)
02.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
eerste minister, we zitten in dit land met een probleem.
Uit de recentste economische gegevens blijkt dat de economische
groei is stilgevallen. Er is in dit land met andere woorden een nulgroei.
Een aantal economen verwijst naar externe factoren en ik volg hen
daarin grotendeels. Er is het feit van de stijgende olieprijs en van een
internationale conjunctuur die, zeker in West-Europa, niet bijzonder
goed is.
Ik verwijt u dus niet dat er een economische lawine is. Ik vraag mij
echter wel af of u dit land de laatste vijf jaar voldoende hebt
voorbereid op die onvermijdelijke economische lawine. Het is nu
eenmaal de wet van de conjunctuur dat er zich - ook in ons land - af
en toe lawines voordoen op economisch vlak.
Volgens mij voert u sinds uw aantreden een status-quobeleid. Op het
vlak van de werkgelegenheidsgraad bent u ermee tevreden dat
ongeveer 60% van de mensen die zouden kunnen werken dat ook
effectief doen. Op het vlak van belastingdruk lijkt u tevreden te zijn
met een druk van ongeveer 46%. Dat is de derde hoogste
belastingdruk van de wereld. Op het vlak van begroting lijkt u tevreden
te zijn met een evenwicht ongeveer zoals in 1999. We behalen op alle
grote macro-economische factoren dezelfde cijfers als in 1999.
Ik heb gezien dat in uw begroting rekening werd gehouden met een
dalende conjunctuur en dat er daarin een 200 miljoen euro
conjunctuurbuffer zit. De economische groei zal ondertussen niet
meer 2% bedragen, maar eerder 1,8% of misschien nog minder. U
hebt dan eigenlijk 600 miljoen euro nodig als conjunctuurbuffer. Dat
betekent een gat van 400 miljoen euro.
Mijnheer de eerste minister, zou het niet nuttig zijn, gezien dit nieuwe
fundamentele gegeven, de begrotingscontrole opnieuw te doen?
02.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
La croissance économique de
notre pays s'est arrêtée. Cette
situation est due à des facteurs
externes, tels que le prix élevé du
pétrole et la mauvaise conjoncture
qui sévit dans toute l'Europe. Le
Premier ministre ne peut rien y
changer mais il peut tout de même
éviter à notre pays une
catastrophe économique. La
question est de savoir s'il l'a
suffisamment évitée. Il semble en
tous cas que ce gouvernement se
contente de la politique de statu
quo : le taux d'emploi se situe
toujours autour des 60 %, la
pression fiscale reste très élevée,
avec 46 %, et le budget n'est
toujours pas en équilibre.
Le gouvernement a inscrit au
budget un tampon conjoncturel
d'un montant de 200 millions
d'euros. Au vu du contexte actuel,
il semble que 600 millions d'euros
seront nécessaires. Ne
conviendrait-il dès lors pas de
recommencer le contrôle
budgétaire?
02.02 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Bogaert, het is inderdaad zo dat er na tien kwartalen van
hogere economische groei in België die wij de voorbije tweeënhalf
jaar hebben gekend, en waarbij onze economische groei hoger lag
dan de gemiddelde Europese groei, nu wordt voorspeld dat we voor
het eerste kwartaal een nulgroei zouden hebben.
Dat is alleen zo voor het eerste kwartaal. Op jaarbasis blijft er een
groei van 1,8%, zoals de heer Bogaert zelf al aangaf.
Het is inderdaad zo dat de eerste twee maanden, ook in onze
analyses van de Belgische economie net zoals in de Europese
economie in het algemeen, zwak waren. De redenen daarvoor zijn
ook bekend. De sterke euro en de hoge olieprijzen gooien roet in het
eten in alle economieën van de Europese Unie.
02.02 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Après une période de dix
trimestres pendant lesquels notre
croissance économique a été
supérieure à celle des autres pays
européens, on prévoit une
croissance équivalente à zéro pour
le premier trimestre de 2005 et
une croissance de 1,8 pour cent
sur une base annuelle. Cette
prévision repose sur les deux
premiers mois de l'année, qui ont
été mauvais, en effet. Le prix
élevé du pétrole et l'euro fort sont
responsables de cette situation.
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Nochtans waren er de voorbije weken toch hoopgevende signalen. De
voorspelling van die cijfers geldt immers alleen voor de eerste twee
maanden van het jaar. Wat zijn die signalen? Ten eerste is er het feit
dat de olieprijzen opnieuw fors beginnen te dalen. De voorraden op
wereldvlak zijn blijkbaar aan het toenemen en dat leidt tot dalende
olieprijzen de voorbije dagen. Ten tweede is er het aantal starters. In
de eerste twee maanden van dit jaar waren er 11.526 startende
ondernemingen. Dat is 8% meer dan vorige jaar. Ten derde, het
aantal faillissementen is ook een goede graadmeter. In het eerste
kwartaal van 2005 lag dat aantal 2,5% lager dan vorig jaar. Bekijkt
men maart op maart, dan zijn er 7% minder faillissementen dan vorig
jaar. Ten vierde, het aantal uitzenduren is ook altijd een goede
graadmeter. Wat doet de economie? Groeit die of niet? Het aantal
uitzenduren ligt nu 12% hoger dan vorig jaar. De index van de
uitzenduren zit op een historisch record.
De heer Bogaert heeft voornamelijk vragen gesteld over de gevolgen
van dat alles voor de begroting. Wij stellen in de maand maart twee
belangrijke fenomenen vast, namelijk een stijging van de
voorafbetalingen met 11% tegenover vorig jaar en ook de BTW-
ontvangsten zijn na twee zwakke maanden opnieuw hersteld met
+7,5%.
We mogen dus niet dramatiseren en zeker ook niet panikeren, maar
we moeten wel waakzaam blijven.
Ik denk dat het absoluut nodig is dat we in ons land zo snel mogelijk
uitvoering geven aan vier punten om de economische groei die nu
wordt geschat op 1,8%, opnieuw hoger te brengen.
Eerst en vooral is dat de uitvoering van de lastenverlaging uit het
Interprofessioneel Akkoord. Mijnheer Bogaert, u weet dat dit ontwerp
in het Parlement ligt.
Ten tweede, er is de hervorming van de vennootschapsbelasting.
Vrijdag aanstaande komen in tweede lezing in de Ministerraad de
hervormingen waarbij wij een bijzondere aftrek geven voor
risicodragend kapitaal dat wordt geïnvesteerd in de bedrijven. Ik hoop
dat als dit naar het Parlement kan komen, we dit voor het zomerreces
kunnen goedkeuren, zodat het onmiddellijk van de tweede helft van
dit jaar van start kan gaan.
Ten derde, er is de eindeloopbaan. Ik denk dat we er absoluut voor
moeten zorgen om voor het zomerreces met de sociale partners een
akkoord over de eindeloopbaan te hebben.
Ten slotte, wat de begroting zelf betreft, is het zo dat op basis van de
voorafbetalingen die we hebben binnengekregen en op basis van de
stijging van de BTW-ontvangsten in maart, wij denken dat de buffer
van 200 miljoen meer dan voldoende zal zijn.
Wij hebben nog een bijkomende voorzorg ingebouwd bij de
begrotingscontrole: wij gaan de methode van de boordtabellen
toepassen, dat wil zeggen dat we elke maand gaan controleren. Maart
hebben wij gecontroleerd bij de begrotingscontrole, maar april nog
niet. Indien zou blijken dat we op een of andere manier euro's tekort
zouden komen in de begroting, dan zal ik niet aarzelen op basis van
de boordtabellen bijkomende maatregelen te nemen.
Entre-temps, il y a eu des signes
encourageants: la chute du prix du
pétrole, une augmentation de 8
pour cent des entreprises
naissantes par rapport à l'année
dernière, une baisse de 2,5 pour
cent du nombre de faillites ainsi
qu'une hausse de 12 pour cent du
travail intérimaire.
En mars, nous avons également
été témoins d'une hausse de 11
pour cent des paiements anticipés
et de 7,5 pour cent des recettes de
la TVA. Au vu de ces hausses, le
budget-tampon de 200 millions
d'euros sera bien suffisant. Nous
ne devons donc pas paniquer
mais une certaine vigilance est de
rigueur.
Il est important que nous mettions
en oeuvre les mesures prévues le
plus rapidement possible. La
réduction de charges de l'accord
interprofessionnel est déjà au
Parlement. La réforme de l'impôt
des sociétés sera discutée
vendredi au Conseil des ministres
et pourra encore être approuvée
au Parlement avant les vacances
parlementaires. De même, avant
les vacances, il faut parvenir à un
accord entre les partenaires
sociaux concernant la question de
la fin de carrière.
Nous allons prendre les
précautions nécessaires et vérifier
chaque mois sur la base de
tableaux de bord si nous
maintenons notre cap. Le cas
échéant, nous prendrons des
mesures de correction.
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Ik zeg het nogmaals: op basis van de voorafbetalingen en van de
BTW-ontvangsten die goed zijn binnengekomen in maart, is dit niet
nodig en zal een buffer van 200 miljoen volstaan.
02.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de eerste minister, u mag
het mij niet kwalijk nemen, maar ik had zo af en toe moeite om mijn
glimlach te onderdrukken toen ik u bezig hoorde. Ik moet zeggen dat
u soms nog grappiger bent dan de cartoons over u die ik soms zie in
bepaalde kranten.
U komt met een verhaal van "alles gaat goed", "tout va bien, Madame
la Marquise", "er is in dit land geen probleem". U komt een
verdediging geven op een vraag van mij.
Er is 0% economische groei in dit land. Het is jaren en jaren geleden
dat er 0% economische groei is geweest in dit land.
Wat de begroting betreft, ik denk inderdaad dat u, als er een tekort
zou zijn van 400 of 500 miljoen euro, wanneer u eens op een goede
namiddag samen zit, misschien wel een oplossing vindt voor die 400
of 500 miljoen euro.
Maar ik vraag mij af: wat zijn de gevolgen van dat alles voor de
werkgelegenheid, voor de werklozen, voor de mensen die op dit
ogenblik, ook vannamiddag, werk aan het zoeken zijn? Ik heb eens
die statistiek opgevraagd. Tussen maart 2005 en maart 2004 zijn er in
dit land 28.900 werkzoekende werklozen bijgekomen. Dat betekent
dat al die mensen graag een job zouden hebben, maar dat zij daar
staan met uw enorme belofte: "Ik ga 50.000, neen, ik ga 100.000,
neen, ik ga 150.000, neen, ik ga 200.000 nieuwe jobs geven aan de
mensen!" Welnu, al die werklozen staan daar met die belofte voor
zich gespiegeld, maar voor de rest met lege handen.
Mijnheer de eerste minister, ik kan me niet van de indruk ontdoen dat
u aan het "surplacen" bent, om het in u bekende wielertermen te
stellen. U bent aan het wachten op de beslissende sprint in het
dossier Brussel-Halle-Vilvoorde en ondertussen staat u bijna stil. U
weet goed dat de wielrenner die te lang "surplacet", uiteindelijk
omvalt.
Als ik deze regering bezig zie, vraag ik mij af of deze regering kan
vallen. Ik heb soms de indruk dat ze niet meer bestaat en misschien
kan ze daarom helemaal niet meer vallen. Ik heb de indruk dat in dit
land niet meer geregeerd wordt. U hebt een aantal goede zaken
verwezenlijkt in het begin van uw eerste legislatuur, maar ik heb de
indruk dat u sinds de verkiezingen van 2003 aan het surplacen bent
en ik merk dat aan de cijfers.
Ik besluit, mijnheer de voorzitter.
De belastingdruk is even hoog als in 1999. De
werkgelegenheidsgraad is niet verbeterd ten opzichte van 1999. De
begroting zit op ongeveer hetzelfde resultaat als in 1999. U kunt wel
zeggen "tout va bien, Madame la Marquise", maar het enige wat u de
werklozen 28.900 mensen die op een job wachten en bereid zijn om
te werken kunt bieden, is een grote zak met zeer veel lucht.
Excuseer mij voor deze laatste term.
02.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Le Premier ministre vient ici nous
dire que tout va bien alors que la
croissance économique en
Belgique est tombée à 0 pour
cent. Il est peut-être possible de
trouver une solution à un déficit
budgétaire, mais entre mars 2004
et mars 2005, ce sont 28900
chômeurs demandeurs d'emploi
que le pays compte en plus.
Un sprinter qui fait trop longtemps
du sur place finit par tomber. Ce
gouvernement ne peut pas tomber
car, dans les faits, il n'existe plus :
plus aucune politique n'est menée
depuis deux ans. Nous ne devons
donc pas nous attendre à une
amélioration.
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
02.04 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, mag
ik even repliceren?
De voorzitter: Ja.
02.05 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer Bogaert, ik wil u
toch op een zaak wijzen. De werkgelegenheid in ons land bedroeg
3.900.000 eenheden in 1998 en bedraagt vandaag 4.200.000
eenheden.
02.05 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Le nombre d'emplois est
passé de 3,9 millions en 1998 à
4,2 millions aujourd'hui.
De voorzitter: (...).
02.06 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik kan heel kort zijn over uw
statistieken over werkgelegenheid en over het aantal jobs. Ik neem
een job, voorzitter, en ik deel die job in twee maar ik doe voor de rest
niets. Als ik een job verdeel over twee personen die halftime werken,
dan stijgt de statistiek over het aantal jobs in dit land. Waar het om
gaat, is dat er sinds een jaar geleden 28.900 werkzoekende
werklozen zijn bijgekomen. Het gaat hier over personen die een job
willen en die op dit ogenblik, om 14.34 uur, misschien aan het
solliciteren zijn. Er zijn 85.000 werkzoekende werklozen bijgekomen
sinds het aantreden van de premier.
02.06 Hendrik Bogaert (CD&V):
Lorsque l'on scinde un emploi à
temps plein en deux emplois à
temps partiel, il est évident que le
nombre d'emplois augmente mais
le nombre de demandeurs
d'emploi n'en diminue pas pour
autant. Il y a aujourd'hui 28.900
demandeurs d'emploi de plus qu'il
y a un an.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
lot van de twee 'Guantanamo-Belgen'" (nr. P839)
03 Question de M. Guido Tastenhoye à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le sort
des deux Belges détenus à Guantanamo" (n° P839)
03.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mevrouw de minister,
twee allochtone Belgen die werden vastgehouden op Guantanamo
Bay in Cuba, werden vorige maandag naar België gerepatrieerd. Ze
werden door de Amerikanen aangehouden in de nasleep van de
aanslagen van 11 september 2001. Het gaat om Mesut Sen van
Turkse afkomst, die in 1984 de Belgische nationaliteit verwierf en
werd aangehouden in Pakistan, en om Moussa Zemmouri, die in 1996
de Belgische nationaliteit verwierf en werd aangehouden nabij
Kandahar in Afghanistan. Naar verluidt zouden de twee door
diplomatieke bemiddeling zijn vrijgekomen. Eerste minister
Verhofstadt zou bij president Bush hebben aangedrongen op hun
vrijlating. Ook minister De Gucht zou tijdens zijn recent bezoek aan
Amerika bij Condoleezza Rice gepleit hebben voor de vrijlating van
deze twee terroristen. Waarom de Belgische regering zo heeft
aangedrongen op de repatriëring van deze twee allochtone Belgen, is
een raadsel.
Bij hun aankomst in België werden ze voor de onderzoeksrechter
geleid. Een paar uur later werden ze opnieuw vrijgelaten.
Volgens het Vlaams Belang wordt hiermee een heel slecht signaal
gegeven aan de talrijke would-be terroristen in Molenbeek en andere
migrantenbuurten, die ervan dromen om hun islamitische Jihad te
gaan voeren. Wij vinden dat op zijn minst moet worden nagegaan wat
deze kerels op hun kerfstok hebben. Bovendien moet worden
nagegaan of die personen geen banden hebben met andere
03.01 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Deux Belges
allochtones ont été détenus à la
base militaire américaine de
Guantanamo après les
événements du 11 septembre
2001. Ils ont été libérés grâce aux
bons offices diplomatiques de
MM. Verhofstadt et De Gucht. A
leur arrivée en Belgique, ils ont été
relâchés après un interrogatoire
de quelques heures, ce qui
constitue un mauvais signal à
l'égard d'autres terroristes
potentiels présents dans les
quartiers immigrés.
La justice devrait au moins mener
une enquête sur leurs
agissements et sur leurs liens
avec les organisations
fondamentalistes. Ils peuvent être
poursuivis pour avoir rejoint les
rangs d'une armée ennemie et
comme membres d'une
organisation criminelle. La ministre
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
fundamentalistische organisaties. Alvast de broer van Moussa
Zemmouri, Ahmed behoort in elk geval tot islamitische kringen in
Antwerpen. Men moet ook nagaan of men die twee personen niet kan
vervolgen wegens het dienstnemen in een vijandelijk leger of het
lidmaatschap van een misdadige organisatie.
Bovenal, mijnheer de voorzitter, moet worden nagegaan of artikel 23
niet kan worden toegepast.
Artikel 23 laat toe om Belgen die deloyaal zijn aan deze staat, zijn
wetten en waarden hun staatsburgerschap te ontnemen. Als ik
eventjes artikel 23 mag citeren, voorzitter, heel kort. Artikel 23, §1
zegt: "De Belgen die hun nationaliteit niet hebben verkregen van een
ouder die Belg was op de dag van hun geboorte en de Belgen wier
nationaliteit niet werd toegekend op basis van artikel 11 kunnen" en
hier volgt het "indien zij ernstig tekortkomen aan hun verplichtingen
als Belgische burger van de Belgische nationaliteit vervallen worden
verklaard". Wij denken, mevrouw de minister, dat u van uw positief
injunctierecht gebruik dient te maken om alvast deze procedure van
artikel 23 op te starten, deze mensen vervallen te verklaren van hun
Belgische nationaliteit en terug te zenden naar hun landen van
herkomst.
envisage-t-elle d'user de son droit
d'injonction positif afin de retirer la
citoyenneté aux deux intéressés
sur la base de l'article 23, étant
donné qu'ils ont témoigné d'une
attitude déloyale à l'égard de l'Etat
belge et de ses lois?
De voorzitter: U bent over uw tijd gegaan.
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, het is een
ernstige en zeer complexe zaak. De heer De Crem heeft een
interpellatie ingediend met zes heel precieze vragen. Ik zal dinsdag
antwoorden in de commissie voor de Justitie. In het kader van een
mondelinge vraag zal ik juist zeggen dat het hier om volgende punten
gaat.
Ten eerste, het gaat hier om een overdracht en niet om een
uitlevering.
Ten tweede, er zijn diverse diplomatieke contacten geweest tussen de
Amerikaanse autoriteiten en België, de premier, Buitenlandse Zaken
en Justitie. De Amerikaanse autoriteiten hebben hun akkoord
gegeven voor de overdracht.
Dat is een teken van vertrouwen in ons antiterrorismebeleid. Het
federaal parket heeft onmiddellijk een dossier geopend en een
onderzoeksrechter werd aangesteld. Nu is het een gerechtelijk
dossier. Gezien de scheiding der machten, zal ik niets meer zeggen.
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: M. De Crem m'inter-
pellera mardi en commission de la
Justice à propos de ce dossier
complexe. Les deux intéressés
n'ont pas fait l'objet d'une
procédure d'extradition vers la
Belgique. Ils ont simplement été
remis entre les mains de la Justice
belge. Cet accord a été conclu à la
suite de plusieurs contacts
diplomatiques avec les Etats-Unis
et témoigne de la confiance des
EU dans notre politique
antiterroriste. Dès l'arrivée des
intéressés en Belgique, le parquet
général a immédiatement ouvert
un dossier et un juge d'instruction
a été désigné. Je ne peux pas
aborder ici ce dossier judiciaire.
Plusieurs procédures relatives à des pertes de nationalité sont
actuellement en cours. Je ferai le point prochainement au parlement
sur des retraits de nationalité à la suite de condamnations pour
infractions graves, notamment pour faits de terrorisme.
Ik zal het Parlement binnenkort op
de hoogte brengen van de
hangende procedures tot
intrekking van de nationaliteit op
grond van veroordelingen wegens
ernstige strafbare feiten en meer
bepaald wegens terroristische
feiten.
03.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
zal kort zijn. Het feit dat deze twee allochtone Belgen de ene van
Turkse afkomst en de andere van Marokkaanse afkomst misbruik
03.03 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Ces deux
allochtones belges se sont rendus
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
hebben gemaakt van onze gastvrijheid en deloyaal zijn geweest
tegenover ons land door dienst te nemen in een vijandelijk leger of in
een vijandelijke terroristische organisatie, noopt ons om artikel 23 in
te roepen, tot de vervallenverklaring van hun nationaliteit over te gaan
en hen stante pede, zo snel mogelijk, terug te zenden naar hun
landen van herkomst.
coupables de faits qui justifient la
déchéance de leur nationalité.
L'article 23 doit être invoqué sans
délai pour pouvoir les renvoyer
dans leur pays d'origine.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
gestion des armes des agents de la Sûreté de l'Etat" (n° P840)
04 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
beheer van de wapens van de ambtenaren van de Veiligheid van de Staat" (nr. P840)
04.01 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, cette question
fait suite à une précédente question que je vous avais posée en
commission au sujet d'un incident qui avait eu lieu dans les locaux de
la Sûreté de l'Etat, incident au cours duquel un agent avait tiré sur un
autre agent lors d'une nuit de garde; cet événement avait mis
l'ensemble des personnes de la Sûreté de l'Etat en émoi et avait
causé un certain nombre de troubles à l'intérieur de ses services.
Je ne vais pas vous rappeler l'importance de la Sûreté de l'Etat et
l'attention accrue que vous y accordez en tant que ministre de la
Justice.
Lorsque je vous avais interpellée, vous m'aviez dit avoir appris cet
événement plus de deux mois après qu'il ait été commis et ce, par le
biais de la presse. Personnellement, cette manière d'informer la
ministre compétente ne me semblait pas être la meilleure.
Mais nous avons eu droit à un retour de manivelle. C'est un peu tout
ou rien au sein de cette maison qu'est la Sûreté de l'Etat! Pour
répondre à cet épiphénomène, à ce premier problème lié à des armes
à feu, on a supprimé toutes les armes de tous les agents, sauf celles
relatives à la sécurité des personnes, heureusement! On a supprimé
les armes des agents de la Sûreté de l'Etat qui doivent agir en termes
de filatures et qui doivent lutter contre le grand banditisme et la
criminalité organisée. Or, on sait combien leur action est importante et
primordiale.
Madame la ministre, y a-t-il un pilote dans cette Sûreté de l'Etat? Je
répète que j'ai l'impression que c'est tout ou rien! On ne vous
transmet pas l'information, on ne vous informe pas d'un
épiphénomène alors que, à la suite de cet événement important, on
retire toutes les armes au sein de la Sûreté de l'Etat. N'est-ce pas la
politique du tout ou rien? Cela ne pose-t-il pas des problèmes au
niveau du flux d'informations entre vous et la Sûreté de l'Etat?
04.01 Melchior Wathelet (cdH):
Naar aanleiding van een vraag
over een incident in de gebouwen
van de Veiligheid van de Staat die
op 22 maart jongstleden in de
commissie voor de Justitie werd
gesteld, erkende u dat u meer dan
twee maanden na de feiten via de
pers te weten was gekomen dat
het incident zich had voorgedaan
(Beknopt Verslag nr. 540, blz. 7-9).
Ik herinner eraan dat een agent
met wachtdienst tegen één van
zijn collega's zijn wapen had
gebruikt.
Gelet op het belang van de
betrokken diensten en de ernst
van de feiten besliste de Veiligheid
van de Staat de wapens van al
haar ambtenaren in te trekken.
Kan u die ietwat overdreven
maatregel toelichten? Naar
aanleiding van dit incident is
gebleken hoe gebrekkig de
informatiedoorstroming is en
tevens dat de beslissing van de
Veiligheid van de Staat door een
"alles of niets"-logica is ingegeven.
04.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, M.
Wathelet m'avait effectivement questionnée à propos de faits divers
graves qui s'étaient déroulés au sein de la Sûreté de l'Etat lors d'un
service de garde.
D'une part, j'ai immédiatement interpellé le Comité de contrôle des
services de renseignements et, d'autre part, une enquête judiciaire
est en cours. Bien entendu, j'attends le résultat de ces enquêtes pour
04.02 Minister Laurette Onkelinx:
Naar aanleiding van dat incident
heb ik het Comité I om
opheldering gevraagd en werd een
gerechtelijk onderzoek ingesteld.
Al werd duidelijk een fout begaan,
toch zal ik mij er pas over
uitspreken als ik de resultaten van
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
prendre les décisions qui s'imposent.
Je l'ai déjà dit et je le répète, manifestement, des fautes ont été
commises, ne fût-ce qu'en termes d'information à la ministre de tutelle
concernant ce fait qui n'est pas anodin.
A la suite de ces incidents, un groupe de travail s'est penché sur le
port d'arme des agents de la Sûreté de l'Etat. Cela ne concerne pas
les agents qui travaillent au service de protection pour lequel une
réglementation appropriée est établie, de sorte qu'une réforme n'y
était pas nécessaire. Ainsi, les mesures provisoires adoptées ne
concernent pas la protection des personnes. Par contre, ces mesures
touchent la filature et les services de garde hors des heures
régulières. J'attends les résultats du groupe de travail qui devraient, je
l'espère, m'être présentés la semaine prochaine.
Je puis néanmoins vous dire que je suis sensible à ce que vous dites
et que je partage cet objectif. Qu'on ne jette pas le bébé avec l'eau du
bain! Il ne faut pas essayer de racheter sa propre faute en en faisant
trop. Les agents sur le terrain réalisent un travail remarquable et
doivent se protéger eux-mêmes en protégeant la société, mais il faut
parvenir à une juste mesure quant au port d'armes par des
propositions équilibrées. J'attends donc les résultats pour la semaine
qui vient.
het lopende onderzoek heb
ontvangen, evenals het verslag
van de werkgroep die de
wapendracht door de ambtenaren
van de Veiligheid van de Staat
moet onderzoeken. De voorlopige
maatregelen die werden genomen,
betreffen de schaduwopdrachten
en de bewakingsdiensten buiten
de normale uren, terwijl voor de
bescherming van personen een
specifieke regeling geldt.
Ik deel uw bekommernis om
evenwichtige oplossingen te
vinden en zal dan ook gepaste
beslissingen nemen op grond van
de resultaten die de werkgroep mij
volgende week zal bezorgen.
Inzake de wapendracht moet een
weloverwogen keuze worden
gemaakt.
04.03 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, une nouvelle
fois concernant le statut de ces agents, vous montrez votre grande
préoccupation pour leur situation. Comme vous l'avez dit, il ne s'agit
pas de jeter le bébé avec l'eau du bain. J'espère recevoir ces
informations le plus rapidement possible, car je comprends la
situation de ces agents de la Sûreté de l'Etat: en cas de filature ou de
service de garde, dans des situations parfois peu sécurisées, je peux
comprendre qu'actuellement, ils ressentent de l'appréhension à se
lancer dans de telles opérations sans possibilité de se défendre eux-
mêmes.
Merci de tenir ce dossier à l'ordre du jour et de vous en occuper le
plus vite possible.
04.03 Melchior Wathelet (cdH):
U bent wel degelijk met de situatie
van de betrokkenen begaan. Ik
hoop de inlichtingen zo snel
mogelijk te bekomen. Als men niet
in staat is om zich te verdedigen,
wordt het nog moeilijker om een
opdracht te vervullen die zo al niet
erg veilig is.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de terugbetaling van de Europese steun voor ABX" (nr. P841)
05 Question de M. Guido De Padt au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le remboursement de l'aide européenne accordée à ABX" (n° P841)
05.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, er zijn zo van die
dossiers waar niet echt goede kanten aan zijn. Ik denk dat het ABX-
dossier zo'n dossier is, omdat wij de bundel in feite al een aantal jaren
als een molensteen mee torsen.
Door een aantal, wellicht verkeerde strategische beslissingen uit het
verleden zijn de rekeningen van ABX altijd donkerrood gekleurd, maar
in de voorbije jaren is er toch een beetje een kentering gekomen in
positieve zin, omdat er door de verzelfstandiging van het bedrijf en het
nieuwe management toch betere perspectieven zijn. Er zijn visies
ontwikkeld om het bedrijf tegen eind 2005 te laten overnemen door
05.01 Guido De Padt (VLD):
ABX est une entreprise déficitaire
depuis des années,
vraisemblablement à cause d'une
série de mauvaises décisions
stratégiques prises dans le passé.
Toutefois, ces dernières années,
elle a opéré un revirement en
devenant une entreprise
indépendante et en améliorant sa
gestion.
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
externe partners.
We vernemen nu dat Europa misschien wat stokken in de wielen zou
kunnen steken, omdat naar verluidt een onderzoek aan de gang is
naar mogelijke onrechtmatige steun die ABX via de NMBS en in feite
onrechtstreeks via de federale overheid, zou hebben gekregen.
Daarbij wordt voor 400 miljoen euro aan onrechtmatige steun betwist,
enerzijds een vroeger bedrag van 231 miljoen euro, zijnde 140 miljoen
euro aan overbruggingskredieten en 91 miljoen euro schuld die is
omgezet in kapitaal. Recentelijk wordt 150 miljoen euro ter discussie
gesteld voor steun aan ABX Frankrijk, dat in herstructurering wordt
gesteld. Europa tolereert niet dat steun wordt gegeven aan bedrijven
om die bedrijven louter en alleen in leven te houden.
Vandaar een aantal vragen, mijnheer de minister.
Wanneer wordt de definitieve beslissing van Europa verwacht op dit
vlak?
Hoe schat u de afloop van het dossier in? Het is toch wel een delicaat
gegeven wanneer Europa zou beslissen dat die onrechtmatige steun
zou moeten worden terugbetaald?
Gaat u er nog steeds vanuit dat ABX voor het einde van dit jaar dient
overgenomen te worden?
L'objectif est de faire en sorte
qu'ABX soit reprise avant fin 2005.
Mais ce projet pourrait être
contrecarré par une enquête de la
Commission européenne sur une
aide irrégulière qu'ABX aurait
reçue de l'Etat fédéral par le biais
de la SNCB et qui porterait sur 400
millions d'euros. Or l'Europe ne
tolère pas les aides dont le seul
but est d'assurer la survie d'une
entreprise.
Quand la décision définitive des
instances européennes devrait-elle
tomber? Comment le ministre
pense-t-il que le traitement de ce
dossier se terminera ?
Qu'adviendra-t-il si la Commission
européenne ordonne le
remboursement de cette aide
indûment reçue? Le ministre croit-
il toujours qu'ABX pourra être
reprise avant la fin de cette
année?
05.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, de
berichten in de kranten hebben eigenlijk geen betrekking op nieuwe
gegevens. Als we het artikel van een jaar geleden, ik denk van
februari 2004, vergelijken met het artikel van vandaag, dan zien we
dat die bijna hetzelfde zijn. Het is een beetje oude kost die
opgewarmd is.
Het gaat over 160 miljoen euro, daar gaat het eigenlijk echt over,
namelijk een omzetting van leningen in kapitaal.
Wij hebben ondertussen de procedure loopt al een tijdje wat
bijkomende elementen gegeven aan de Commissie, onder andere het
feit dat ABX zich teruggetrokken heeft uit Frankrijk, een aantal
kredieten kunnen omgezet worden, de verminderingen ook die in
Duitsland zijn gebeurd en de intentie van de regering om ABX te
verkopen. Wij gaan er vanuit dat begin mei de procedure door de
Commissie zal worden voortgezet dat gaat in stappen , waarbij die
nieuwe elementen geïntegreerd zullen worden. Tegen september of
het einde van het jaar, al naargelang, komt de Commissie tot een
definitieve beslissing.
Daarbij zal de effectieve uitvoering van het voornemen om ABX te
verkopen natuurlijk erg belangrijk zijn. Dat blijft het voornemen. Er
wordt dan ook voort aan gewerkt. Ik kan er geen exacte datum op
zetten. Maar het is in elk geval de bedoeling om er vaart mee te
maken. Er zijn geïnteresseerden en het is de bedoeling van de
regering om dat te kunnen afwerken.
Wij zijn er ook van overtuigd dat, als wij dat op een correcte manier
doen wat wij uiteraard willen doen , de goedkeuring door de
Commissie ook geen problemen meer zal opleveren.
05.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: La presse n'évoque
aucun fait nouveau. Il s'agit d'une
somme de 160 millions d'euros,
correspondant à la conversion de
prêts en capital.
La procédure de la Commission
européenne est en cours depuis
quelque temps. Nous avons fait
part des éléments
complémentaires intervenus dans
l'intervalle, comme le fait qu'ABX
s'est retirée du marché français,
qu'un certain nombre de dettes
seraient converties en capital si la
Commission l'autorise et que le
gouvernement a l'intention de
vendre ABX. La procédure
reprendra peut-être début mai sur
la base de ces nouveaux
éléments, de sorte que la décision
puisse éventuellement tomber au
mois de septembre. La
concrétisation de l'intention de
vendre ABX jouera bien sûr un
rôle essentiel à cet égard.
On continue à faire le nécessaire
pour que la vente ait lieu le plus
rapidement possible et il existe
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
des acheteurs potentiels, mais je
ne puis fixer de date exacte.
05.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord. Ik geloof dat dit dossier heel belangrijk is
in het totale verhaal van de NMBS zelf. Ik neem aan dat de regering
dat verder zal willen opvolgen.
05.03 Guido De Padt (VLD): Ce
dossier est très important pour la
SNCB dans son ensemble et
mérite donc toute l'attention du
gouvernement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Question de M. Denis Ducarme au secrétaire d'Etat aux Affaires européennes, adjoint au ministre
des Affaires étrangères sur "la prolongation de l'objectif 1 après 2007" (n° P855)
06 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan
de minister van Buitenlandse Zaken over "de verlenging van doelstelling 1 na 2007" (nr. P855)
06.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je ne me lancerai pas ici dans un développement de chiffres
relatifs à la province de Hainaut. Pour dresser le décor et rappeler la
situation, j'indiquerai simplement que le différentiel en termes de PIB
par habitant est de 42% par rapport à la moyenne belge.
La proposition de la présidence luxembourgeoise visant à retrancher
40% des fonds Objectif 1 pour la période 2007-2013 crée, vous le
savez, un certain émoi dans la province de Hainaut. Nous nous
informons, nous suivons la presse mais nous lisons tout et son
contraire. J'estime donc utile de vous entendre aujourd'hui sur ce
sujet. Cela nous permettra de faire le point.
Je souhaiterais savoir si des contacts ont été pris avec des pays de
l'ancienne Union des Quinze qui se retrouvent peut-être dans des
situations comparables à la nôtre pour certaines de leurs régions. Une
approche en front commun serait-elle imaginable avec ces pays dans
le cadre de la négociation?
Par ailleurs, concernant le développement interrégional, des contacts
ont-ils été pris avec les représentants du Hainaut français, notamment
avec le maire de Valenciennes et le ministre français de la Cohésion
sociale, qui sont tous deux sensibles à la problématique? Leur appui
pourrait nous être d'une indéniable utilité dans ce dossier.
06.01 Denis Ducarme (MR): Het
Luxemburgse voorzitterschap zou
de fondsen in het kader van
doelstelling 1 willen
terugschroeven. Dat heeft voor de
nodige consternatie gezorgd in
Henegouwen, een regio met een
ontwikkelingsachterstand ten
opzichte van het gemiddelde BBP
per inwoner voor België. Werd er
contact opgenomen met andere
"oude" lidstaten, van het Europa
van de Vijftien, die in dezelfde
situatie verkeren? Werd er
bijvoorbeeld gepraat met de
vertegenwoordigers van Frans-
Henegouwen?
06.02 Didier Donfut, secrétaire d'Etat: Monsieur le président, je
remercie M. Ducarme pour cette question qui est effectivement fort
importante pour l'ensemble de notre pays. Je rappelle que la Belgique
a déjà dûment bénéficié des fonds structurels: pour la période 2000-
2006, 705 millions d'euros pour le Hainaut en Objectif 1, mais aussi
1.353 millions d'euros en Objectif 2 pour d'autres régions. Le débat
est donc important pour l'ensemble du pays.
Comme vous le savez, la Commission a demandé un budget
ambitieux. Aujourd'hui, la contribution des Etats est de 1,03% de leur
PIB et la Commission a revendiqué une contribution de 1,26% du PIB,
ce qui représente une augmentation importante. Dans cette
hypothèse virtuelle qui est une proposition faite par la Commission, il
est vrai que l'on aurait pu accroître le montant pour la zone Objectif 1
Hainaut à environ 1.200 millions d'euros. Dans cette hypothèse de la
proposition de la Commission, ce qui ne va pas c'est que la Belgique
06.02
Staatssecretaris
Didier
Donfut: De Commissie heeft een
ambitieuze begroting voorgesteld,
waarin de doelstelling 1-fondsen
voor België opgetrokken zouden
worden. Die werkhypothese zal
echter moeilijk houdbaar zijn, gelet
op de huidige begroting (1,03%
van het BBP), en de wens van
bepaalde landen om die begroting
te verminderen tot 1%. Het
Luxemburgse voorzitterschap
hoopt een en ander in juni rond te
krijgen, wat moeilijk haalbaar lijkt.
Er wordt voorzien in een "phasing
out"-periode met een algemene en
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
est le seul pays à accroître ses moyens en Objectif 1. Tous les autres
pays régressent: les Pays-Bas et le Royaume-Uni moins 30% en
fonds de cohésion, l'Espagne et le Danemark moins 40%, l'Irlande
moins 70% par rapport à la programmation précédente. Vous voyez
que le débat est difficile!
La proposition de la Commission est difficilement tenable pour la
Belgique. Cela étant, ce débat vient dans le cadre d'une discussion où
certains pays veulent, au contraire, limiter le budget européen. Six
grands pays contributeurs veulent limiter à 1% du PIB la contribution
au budget européen. Nous avons eu des contacts au niveau belge
avec la Grèce, l'Espagne, le Portugal et les dix nouveaux Etats
membres. Nous nous sommes rendus à des réunions en tant
qu'observateurs pour entendre les arguments de l'autre école qui
soutient la proposition de la Commission. Je rappelle que le budget se
vote à l'unanimité et que six Etats peuvent empêcher toute
augmentation du budget.
Aujourd'hui, la présidence luxembourgeoise entame la négociation
qu'elle compte voir aboutir en juin. C'est en tout cas ce que tout le
monde souhaite, vu la nécessité d'avoir du temps pour mettre en
oeuvre les programmes budgétaires européens. C'est très difficile. Ils
ont déposé une "negotiating box", comme cela avait été fait à Berlin
pour la programmation budgétaire précédente. La présidence avance
une proposition de "phasing out" nouveau pour ceux qui étaient soit
en Objectif 1 et qui en sortent, soit qui étaient encore en "phasing
out", avec un régime général et un régime particulier. Le régime
général consiste à passer de 80% de ce qu'on avait à 15% sur les six
années. Le régime particulier, c'est passer de 80% à 60%. Il est
évident que la Belgique préfère, pour le Hainaut, être dans le régime
particulier mais ce n'est pas dans l'épure dessinée par la présidence
luxembourgeoise.
Karel De Gucht et moi-même sommes intervenus fermement au
Conseil européen. La négociation a commencé; elle sera longue et
difficile. Nous utiliserons tous les arguments possibles pour justifier
que la Belgique, tant au niveau de l'Objectif 2 - Flandre, Bruxelles et
Liège - que de l'Objectif 1 Hainaut -, doit pouvoir bénéficier d'un
retour financier maximum.
een bijzondere regeling.
Er wordt nu onderhandeld. Wij
hebben ons standpunt verdedigd
bij de Europese Raad, en hebben
aangedrongen op een maximale
return ten opzichte van de
Belgische bijdrage.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de minister van Mobiliteit over "het fiscaal statuut van de
lichte vrachtwagens" (nr. P849)
07 Question de M. Luk Van Biesen au ministre de la Mobilité sur "le statut fiscal des camions légers"
07.01 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, geachte collega's, ik zit wel een beetje met een probleem, in
die zin dat ik u deze vraag graag reeds vorige week had gesteld, maar
u had uitdrukkelijk verzocht om er vandaag zelf te kunnen op
antwoorden. Eigenlijk gaf u de antwoorden op de vragen reeds
grotendeels in de krant, twee of drie dagen later. Ik blijf echter met
een probleem zitten, in die zin dat er een ernstig probleem blijft
hangen met betrekking tot de geloofwaardigheid van regering en
ministers.
07.01 Luk Van Biesen (VLD): Le
ministre, qui a demandé le report
de ma question la semaine
dernière, a entre-temps donné de
très nombreuses informations à la
presse.
M. Reynders a promis à plusieurs
reprises en commission Finances
et à l'ouverture du Salon de l'Auto
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Minister van Financiën Didier Reynders, onze vice-premier, stelde dat
als er iets zou gewijzigd worden aan het fiscaal statuut van de lichte
vracht, dit ten vroegste zou ingaan vanaf januari 2006. Hij deed deze
belofte tijdens de opening van het autosalon en heeft dat ook
herhaaldelijk gezegd in de commissie voor de Financiën en de
Begroting. Eigenaardig blijkt het dat u, de minister van Mobiliteit, de
FOD Mobiliteit de opdracht geeft om in alle stilte de Dienst
Inschrijvingen Voertuigen - de DIV - een nieuwe instructie te laten
invoeren, ingaande vanaf 4 april 2005. Met andere woorden:
onmiddellijk. Het is uiteraard bijzonder merkwaardig dat twee
ministers totaal tegenstrijdige berichtgeving geven in de loop van
hetzelfde jaar.
Het gaat dus niet, mijnheer de minister, over de inhoud van uw
maatregel. Het gaat er niet om dat een dergelijke maatregel moest
genomen worden. Ik denk dat er inderdaad geen discussie over
bestaat dat een bepaald standpunt moest worden ingenomen om
dergelijke wagens in de toekomst niet meer als lichte vrachtwagen te
kunnen inschrijven. Er werd aan de mensen medegedeeld dat zij
gedurende het hele jaar 2005 de kans hadden om een dergelijke
wagen aan te kopen, maar uiteindelijk worden de kopers ervan
plotseling geconfronteerd met het feit dat zij de wagen niet meer op
deze wijze kunnen inschrijven. Dat is een bijzonder probleem dat de
geloofwaardigheid van de regering en van beide betrokken ministers,
minister Reynders en u, aantast. Ik denk niet dat het een goed signaal
is dat de ene minister A zegt en de andere minister B.
Een tweede probleem dat zich stelt, nadat uw antwoord deze week in
de pers werd gecommuniceerd, is dat u degenen die een fiscaal
systeem gebruiken, omschrijft als fiscale fraudeurs. Laten we eerlijk
zijn: met de wettelijke toepassing van een fiscaal systeem is er geen
probleem, maar dat u degenen die het systeem aanwenden,
omschrijft als fiscale fraudeurs, dat lijkt mij toch bijzonder eigenaardig.
Ik zeg dat niet als gebruiker van een dergelijk voertuig. Iedereen weet
dat ik helemaal geen autofreak ben. Ik ben iemand die liever niet dan
wel met de wagen rijdt. Mij gaat het voornamelijk om het principe van
de geloofwaardigheid. Een gegeven woord is een gegeven woord,
ook tussen ministers. Men mag de sector niet op dergelijke wijze
bedriegen.
que la modification du statut fiscal
des utilitaires légers s'appliquerait
en janvier 2006 au plus tôt. Il
s'avère à présent que le ministre
de la Mobilité a donné à la
Direction de l'Immatriculation des
Véhicules (DIV), de nouvelles
instructions qui ont pris effet au 4
avril 2005. Il est particulièrement
singulier que deux ministres
fassent simultanément des
déclarations totalement
contradictoires.
Ce n'est pas le contenu de la
décision qui me pose un problème
mais la manière de l'annoncer. Le
gouvernement et les deux
ministres concernés perdent ainsi
leur crédibilité.
Par ailleurs, dans la presse, le
ministre taxe de fraude les
contribuables qui recourent à ce
système fiscal alors qu'ils ont
simplement appliqué légalement
ce système. J'estime dès lors que
cette définition est inconvenante.
Qu'en pense le ministre?
07.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, collega Van Biesen, ik vind het zeer goed dat u de vraag
stelt en mij de kans geeft duidelijk te maken waar er waarschijnlijk
een paar misverstanden ontstaan zijn.
Wij hebben het hier niet over fraude. Dat moet duidelijk zijn. Als dat in
mijn mond gelegd is, dan is dat zeker niet door mijzelf gebeurd.
Het gaat hier ook niet over hetgeen collega Reynders zal doorvoeren.
Collega Reynders gaat een bestaande regel inzake fiscaliteit
veranderen.
Het gaat hier wel over de correcte toepassing van de regel zoals hij
vandaag de dag bestaat. U zal mij dus een klein beetje ruimte moeten
geven om toch iets over de inhoud te zeggen. Er verandert niets aan
de regel. De regel valt zeer eenvoudig te omschrijven, ondanks zijn
techniciteit.
07.02 Renaat Landuyt, ministre:
Nous ne parlons pas ici de fraude
ni de la modification que le
ministre Reynders va apporter,
mais bien de l'application correcte
de la règle telle qu'elle existe
aujourd'hui.
La règle qui permet de considérer
les 4x4 de luxe comme des
utilitaires légers lorsqu'un tiers
distinct est destiné au transport
n'est en rien modifiée. La portée
de cette règle est trop vaste et elle
sera dès lors supprimée à partir du
1er janvier 2006. Pour l'instant,
elle n'est visiblement pas
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Het is zo dat een luxe-4x4 aanzien kan worden als een lichte
vrachtwagen. Een luxewagen kan een camionette zijn in die mate dat
er een onderscheid gemaakt wordt tussen een tweederde deel
bestemd voor personen en een eenderde deel bestemd voor vracht.
De regel is, was en blijft dat de eenderde voor vracht gescheiden
moet zijn van de tweederde voor vervoer. Wij weten nu dat die regel
te ruim is. We zijn het daar allemaal over eens. Wij hebben gezegd
dat wij die regel gaan afschaffen tegen 1 januari 2006. Ondertussen
wordt die regel niet correct nageleefd. In de praktijk heeft men immers
een interpretatie geïnstalleerd dat tweedederde betekent dat het
tweederde moet zijn op de vloer van de auto, maar aan de bovenkant
van de auto gaat men tot aan de achterdeur. Dat is hetgeen wij nu
rechtzetten. Hetgeen altijd bedoeld is, de scheiding tussen die
tweederde en die eenderde moet recht en vast zijn.
Wie heeft er nu een probleem? Zij die systematisch een klein beetje
zijn opgeschoven zodat alles vervoer van personen is geworden.
Maakt u met andere woorden geen zorgen. Correcte mensen worden
correct behandeld.
appliquée correctement parce
qu'on ne mesure les deux tiers
destinés au transport des
passagers qu'au niveau du
plancher du véhicule. La
séparation doit être verticale et
fixe. Seuls ceux qui ont déplacé la
séparation ont des problèmes; les
autres sont traités comme il sied.
07.03 Luk Van Biesen (VLD): Ik ben uiteraard een klein beetje
verrast door de reactie van de minister in die zin dat het inderdaad
gaat over de vaste scheidingswand. Het was toch veel logischer, veel
beter geweest als de beide maatregelen, de betere omschrijving van
het principe van lichte vrachtwagen en wanneer een 4x4 luxe
terreinwagen kan worden ingeschreven als lichte vracht, op hetzelfde
ogenblik van kracht waren geworden en op hetzelfde ogenblik zouden
ingaan. Vandaag bestaat er binnen de sector toch heel wat
ongenoegen daarover.
07.03 Luk Van Biesen (VLD): La
réaction du ministre me surprend
quelque peu parce qu'il aurait été
logique que les deux mesures
entrent en vigueur en même
temps. Le secteur s'en plaint
amèrement.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Questions jointes de
- Mme Annick Saudoyer au ministre de la Mobilité sur "les auto-écoles" (n° P850)
- M. Dylan Casaer au ministre de la Mobilité sur "les auto-écoles" (n° P851)
- Mme Jacqueline Galant au ministre de la Mobilité sur "les auto-écoles" (n° P852)
08 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annick Saudoyer aan de minister van Mobiliteit over "de autorijscholen" (nr. P850)
- de heer Dylan Casaer aan de minister van Mobiliteit over "de autorijscholen" (nr. P851)
- mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Mobiliteit over "de autorijscholen" (nr. P852)
08.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, actuellement, les cours de formation à la conduite
automobile ne sont pas encore financièrement accessibles à tout le
monde. Il est temps, selon moi, de prôner l'égalité en cette matière et
d'envisager toutes les pistes possibles pour permettre à chacun, quel
que soit son niveau socio-économique, d'avoir accès à cette
formation de qualité.
Je ne dois pas vous rappeler, monsieur le ministre, que la filière de
l'auto-école coûte plus ou moins 1000 euros. Encore dernièrement
dans la presse, Test-Achats faisait remarquer que ce coût était plus
ou moins identique partout. En effet, les centres agréés d'auto-école
se concertent pour établir le coût de cette formation, empêchant ainsi
la libre concurrence et la possibilité de réduire le coût via la filière
08.01 Annick Saudoyer (PS):
Niet iedereen kan zich veroorloven
een rijopleiding te volgen. Het is
hoog tijd dat hier verandering in
komt.
Volgens Test-Aankoop
bezondigen de rijscholen zich aan
prijsafspraken, wat een uitholling
van de gezonde mededinging
meebrengt. Voorts onderstreept
Test-Aankoop dat het onmogelijk
is om na te gaan welke methode
de beste resultaten oplevert
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
auto-école.
Test-Achats révélait également qu'aucune enquête, à l'exception
d'une enquête datant de 1999-2000 de l'IBSR, ne permettait de
comparer la performance des différentes filières. L'enquête de 1999
plaçait la filière libre sur la première marche du podium, mais ces
résultats devaient être pris avec grande précaution. En tout cas,
depuis, aucune enquête comparative ne permet de comparer les
différentes filières.
Monsieur le ministre, quand pourrons-nous avoir une étude valable
permettant de comparer ces filières mais aussi d'établir une
corrélation entre la filière choisie et les accidents, en particulier chez
les jeunes.
Monsieur le ministre, je ne veux pas minimiser le rôle des centres
d'auto-école. Toutefois, j'estime que la formation à la conduite
automobile fait partie de l'éducation citoyenne et ne doit donc pas être
livrée au seul secteur commercial. En conséquence, que comptez-
vous faire et je vais reprendre les termes utilisés dans la presse
pour "casser" ce monopole des centres d'auto-école?
Une solution possible serait de donner des facilités aux associations.
Je prends l'exemple de la mutualité socialiste via l'ASBL Drive Mut qui
donne aux jeunes la possibilité de suivre des cours de conduite à
moindre coût, avec le même professionnalisme que les centres
d'auto-école. Elle fait appel à des formateurs brevetés, les cours sont
donnés dans des voitures à double commande, etc. Pensez-vous
qu'une agréation de ces associations est possible? Que comptez-
vous faire concrètement pour diminuer le coût de la formation
automobile?
vermits er geen vergelijkend
onderzoek naar werd gedaan. Er
werd evenmin statistisch
onderzoek gedaan naar de
correlatie tussen de
opleidingsvorm en het aantal
ongevallen waarbij jonge
bestuurders zijn betrokken.
De rijopleiding moet leiden tot
meer burgerzin en mag niet aan
de commercie worden
overgelaten. Wat zal u doen om
het monopolie van de rijscholen te
doorbreken?
De socialistische ziekenfondsen
bieden rijopleidingen tegen een
betaalbare prijs aan. Is u bereid
die verenigingen te erkennen?
08.02 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, collega's,
mijnheer de minister, het onderwerp en de basisgegevens van mijn
vraag zijn min of meer dezelfde als die van mijn collega's.
Ik heb uiteraard ook kennis genomen van de studie van Test-
Aankoop, dat in het meinummer van hun publicatie zal verschijnen. Ik
heb daar de volgende, specifieke vragen bij.
De suggestie van Test-Aankoop is om de slaagpercentages per
rijschool op een website of webstek, zoals dat in correct Nederlands
blijkt te heten, te plaatsen. In Nederland gebeurt dat en kan dus per
gemeente worden gecontroleerd welke rijschool welke
slaagpercentages aflevert voor hun leerlingen. Het zou een handige
tool zijn om de kwaliteit van de rijschool te kunnen nagaan. Dat is een
eerste vraag.
Ten tweede, u hebt in een rijsimulator van de VAB plaatsgenomen. U
bent door het idee bijzonder gecharmeerd. Op zichzelf is het gebruik
van een rijsimulator zeker een goede methode, omdat het de
aspirant-bestuurder in staat stelt in verschillende verkeerssituaties zijn
vaardigheden te testen. Ik sluit mij echter aan bij de vraag van mijn
collega om via een grondige studie na te gaan welke rij-opleiding
succesvol is. Op basis daarvan moet worden nagegaan waar we
naartoe gaan. Ook op dat punt sluit ik mij aan bij mijn collega. U weet
immers als voormalig minister van Werk dat het bezit van een
rijbewijs nog altijd heel belangrijk is om iemands kansen op de
08.02 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
J'ai également pris connaissance
de l'étude réalisée par Test-
Achats. Le magazine propose de
publier sur internet les taux de
réussite pour chaque auto-école,
ce qui constituerait un outil
pratique pour vérifier la qualité
d'une auto-école.
Le ministre a été positivement
impressionné par le simulateur de
conduite du VAB. Il s'agit d'une
excellente méthode d'évaluation
des aptitudes d'un candidat
conducteur. Je demande une
étude approfondie afin d'identifier
les meilleures formations, de
manière à savoir à quoi nous en
tenir.
Posséder un permis de conduire
est essentiel et augmente
notamment les chances de trouver
un emploi. Mais pour l'obtenir, les
jeunes et les personnes
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
arbeidsmarkt te garanderen.
De rijscholen beweren altijd dat de rij-opleiding in het buitenland nog
veel meer kost. Ze kost echter alles bij elkaar in België toch ook al
een aardige cent, zeker voor mensen die het moeilijk hebben en voor
jongeren.
Ten derde, hebt u overleg gepleegd met de minister van
Consumentenzaken en met de minister van Economie om na te gaan,
ieder volgens zijn bevoegdheden, of de vaststellingen van Test-
Aankoop over het gebrek aan publiciteit en openbaarheid van de
tariefstructuren die de rijscholen hanteren, en over de prijsafspraken
die zij zouden maken, kloppen?
défavorisées doivent consentir des
efforts financiers trop importants.
Le ministre s'est-il concerté avec
les ministres de la Protection de la
consommation et de l'Economie
sur le manque de transparence
des tarifs des auto-écoles et sur
les ententes éventuelles sur les
prix?
08.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, j'ai appris par
la presse, ce qui devient une habitude chez vous, que vous
envisagiez une réforme de l'apprentissage pratique de la conduite.
Au-delà de ces déclarations dans la presse, j'ai quelques questions
plus précises à vous poser.
Où en sont les discussions au niveau du gouvernement? Personne ne
semble vraiment au courant de vos intentions?
Pourquoi ne pas également consulter les organismes francophones?
Vous parlez souvent de la VBA mais les organismes du Sud du pays
ne sont jamais cités.
Ne croyez-vous pas que vous allez imposer une contrainte
supplémentaire pour les jeunes qui, avant, passaient leur permis par
la filière libre? Au total, cette filière leur coûtait 75 euros tout compris
mais, avec votre formule des six heures de cours, on arrive à environ
325 euros. J'estime que c'est une contrainte financière
supplémentaire.
Enfin, je pense que votre mesure vise à la fin du monopole des auto-
écoles et à la chute des prix. N'avez-vous pas peur de mettre le
secteur des auto-écoles en péril alors qu'il représente beaucoup
d'emplois?
Enfin, croyez-vous que votre mesure réponde aux constats faits par
Test-Achats?
08.03 Jacqueline Galant (MR):
Het gebeurt wel meer dat we via
de pers van uw beleid kennis
moeten nemen. Ditmaal heb ik
vernomen dat u van plan bent de
praktische rijopleiding te
hervormen. Hoever staan de
regeringsbesprekingen daarover?
Niemand lijkt immers van uw
voornemen op de hoogte te zijn.
U haalt enkel de VAB aan. Zal u
ook met de Franstalige scholen
overleggen?
Uw lesformule kost 325 euro. In
vergelijking met de vrije
begeleiding is dat een bijkomende
financiële last.
Ik stel vast dat u er niet voor
terugdeinst de werkgelegenheid bij
de rijscholen in het gedrang te
brengen.
Zal u op de suggesties van Test-
Aankoop ingaan?
08.04 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, en ce qui concerne le secteur des auto-écoles, un
problème de prix se pose et des doutes sont émis quant à la qualité
de l'instruction ou de la formation. Test-Achats a clairement expliqué
qu'il y avait trop de prix identiques. Chiffres à l'appui, Test-Achats
nous prouve l'existence d'un oligopole, d'une part. D'autre part,
toujours selon Test-Achats, comparer la qualité de toutes ces écoles
est impossible.
Pour ma part, j'estime que la suggestion faite par l'association est
intéressante et applicable. En effet, il nous est possible d'obliger
chaque école à nous transmettre ses prix en vue de les rendre
publics. Ceci rendra plus facile les comparaisons tarifaires. Etant
donné que les examens sont organisés par d'autres organismes que
les écoles elles-mêmes, nous sommes même en mesure de donner
les pourcentages des résultas obtenus par chaque école.
08.04 Minister Renaat Landuyt:
Er zijn problemen in de
rijschoolsector met betrekking tot
de aangerekende tarieven en de
kwaliteit van de rijopleiding. Zoals
Test-Aankoop aangetoond heeft,
wordt de markt beheerst door een
soort van oligopolie. De suggestie
van Test-Aankoop om rijscholen te
vragen hun prijzen bekend te
maken, zodat de klanten kunnen
vergelijken, vind ik interessant. We
zouden ook het slaagpercentage
voor de rijexamens moeten
kunnen achterhalen.
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Nous allons donc faire en sorte que le public puisse comparer non
seulement le prix mais aussi la qualité de l'enseignement dispensé
dans les différentes écoles, en se référant au pourcentage obtenu par
chaque école dans chaque centre d'examen.
Wat de toekomst betreft en de voorstellen die circuleren inzake de
hervorming van het rij-onderwijs, heeft de Vlaamse
Automobilistenbond een voorstel klaar waarin zelfs de vrije
begeleiding gecombineerd wordt met een rijopleiding in een rijschool
zodat men de mensen kan garanderen dat een rijbewijs halen nooit
meer dan 250 euro zou kosten. Men wil de rijopleiding dermate
organiseren dat ook de vrije rijopleiding hierin een rol kan spelen. Er
wordt gefocust op de leeftijd van 18 jaar om het rijbewijs te halen,
weze het in de vorm van een proefperiode.
Dit is een verleidelijk voorstel dat, mijns inziens, een uniek voorstel is
omdat hierdoor voor iedereen een win-winsituatie ontstaat. De vrije
begeleiding krijgt meer ruimte, ook de verenigingen krijgen meer
ruimte in het voorstel om mee te werken. De scholen kunnen door
een grotere omzet effectief perspectief hebben op de leefbaarheid
van het aanbieden van een dergelijke opleiding. Voor de mensen
geeft het de zekerheid om effectief tegen een vaste vergoeding,
zonder dat het hen meer zal kosten, een rijbewijs te halen.
Ik herhaal dat dit voorstel circuleert. Ik probeer hierover te
onderhandelen met de sector.
Le Vlaamse Automobilistenbond
formule des propositions pour
réformer l'apprentissage de la
conduite. Il souhaite combiner
l'apprentissage en filière libre à la
formation à la conduite dans une
école, où l'on puisse garantir aux
gens que l'obtention d'un permis
de conduire ne leur coûtera jamais
plus de 250 euros. Les candidats
obtiendraient le permis de
conduire à 18 ans et observeraient
une période d'essai. Chacun serait
gagnant dans cette formule car la
filière libre et les associations
disposeront de davantage de
marge, les écoles de conduite
resteront viables grâce à un chiffre
d'affaire plus élevé et les gens
auront l'assurance que le prix est
plafonné. Je m'efforce de négocier
cette proposition avec le secteur.
Je souligne que j'ai des contacts avec toutes les auto-écoles, y
compris les auto-écoles francophones. On ne peut pas faire de
différence entre la Flandre et la Wallonie car l'atmosphère et la
situation y sont identiques. En réalité, on constate un problème avec
les auto-écoles aujourd'hui parce qu'elles sont organisées comme un
oligopole.
Vendredi prochain, seront publiées toutes les mesures prises en
exécution de l'arrêté royal. Nous avons enregistré environ 60
demandes pour la création de nouvelles auto-écoles. Nous sommes
aujourd'hui en mesure de donner une agréation à de nouvelles
écoles.
Un nombre croissant d'instructeurs sera nécessaire à l'avenir qui
s'annonce donc meilleur, même au niveau de l'emploi.
Ik heb ook contacten met de
Franstalige rijscholen. Er mag in
dat verband geen onderscheid
gemaakt worden tussen
Vlaanderen en Wallonië. De
situatie is immers dezelfde in
beide landsdelen.
Alle maatregelen tot uitvoering van
het koninklijk besluit zullen vrijdag
gepubliceerd worden.
Tot nu toe werden er zestig
erkenningsaanvragen voor nieuwe
scholen ingediend. Er zullen meer
instructeurs nodig zijn. Ik ben dan
ook optimistisch over het effect op
de werkgelegenheid.
08.05 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse. Néanmoins, il n'a pas répondu à ma
question concernant l'agréation des associations. Pourtant, j'estime
que celles-ci font preuve du même professionnalisme ...
08.05 Annick Saudoyer (PS): U
heeft niet geantwoord op mijn
vraag over de erkenning van de
verenigingen!
08.06 Renaat Landuyt, ministre: Ce point est également réglé. Il est
possible que les associations jouent leur rôle.
08.06 Minister Renaat Landuyt:
Dat is geregeld. De verenigingen
zullen hun rol kunnen spelen.
08.07 Annick Saudoyer (PS): Parfait.
08.07 Annick Saudoyer (PS):
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Uitstekend.
08.08 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord. Ik vind het ook belangrijk dat de minister
eens navraagt bij de administratie of er recente cijfers beschikbaar
zijn van rijopleidingen, slaagpercentages, risico's op ongevallen
enzovoort.
08.08 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Il est important que le ministre
obtienne de l'administration les
chiffres récents concernant les
formations à la conduite, les taux
de réussite et les risques
d'accidents.
08.09 Jacqueline Galant (MR): Excusez-moi d'être négative mais
j'aimerais vraiment que vous mettiez votre communication au point
car, à nouveau, nous apprenons toujours tout par la presse et nous
n'obtenons jamais de note précise émanant du gouvernement.
Je vous informe que je souhaite voir clair sur le sujet et je vous
interrogerai donc à nouveau la semaine prochaine en commission. A
cette occasion, j'espère obtenir une réponse car, même là, je
n'obtiens jamais de réponse à mes questions.
08.09 Jacqueline Galant (MR):
Uw communicatie kan beter. We
moeten alles altijd in de pers
vernemen. Ik zal hier in commissie
op terugkomen en hoop dat ik op
dat ogenblik een duidelijk
antwoord krijg.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de minister van Mobiliteit over "de trage verwerking van
de verkeersstatistieken" (nr. P853)
09 Question de M. Patrick De Groote au ministre de la Mobilité sur "le traitement lent des statistiques
relatives à la circulation routière" (n° P853)
09.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik las vandaag in de krant "Minder doden en zwaargewonden
in verkeer in 2002. Het aantal weekenddoden neemt niet af". Men
zegt ook dat, alle campagnes voor verkeersveiligheid ten spijt, het
aantal weekenddoden even hoog blijft. Ik moet u wel zeggen,
mijnheer de minister, dat het gaat over 2002.
De Belgische overheid pakte gisteren uit met cijfers en statistieken
van 2002. Volgens mij was dat up-to-date. Pech, want de
Nederlandse minister van Verkeer had ook zijn cijfers bij en dat waren
wel degelijk de cijfers van 2004. Mijnheer de minister, u moet mij
corrigeren als dat niet zo is, maar ik denk dat het frustrerend moet zijn
voor u als minister van Mobiliteit, dat de maatregelen die u neemt niet
tijdig kunnen worden geëvalueerd.
Sta mij toe even te verwijzen naar uw voorgangster, mevrouw Durant,
die min of meer de redenen hiervoor aanhaalde. Het zou vaak gaan
om de gemeenten die een parallel registratiesysteem voor
verkeersongevallen bijhouden en opzien tegen de administratieve
werklast van de NIS-registratie. Mevrouw Durant had ook een
verbetering beloofd vanaf januari 2003.
Mijnheer de minister, hebt u met uw collega van Binnenlandse Zaken
reeds afspraken gemaakt omtrent deze gang van zaken met
betrekking tot de statistieken? Ik kan best begrijpen dat u een eigen
verkeersveiligheidbarometer gebruikt als u telkens drie jaar moet
wachten op de gegevens van de politie. Op basis van welke gegevens
werkt u met die barometer?
Het laatste deel van mijn vraag betreft de verdeling van het
09.01 Patrick De Groote (N-VA):
J'ai lu aujourd'hui dans la presse
que le nombre de tués et de
blessés sur les routes a
globalement diminué en 2002,
alors que le nombre de tués
pendant le week-end est resté
stable. Au moment où ces chiffres
étaient publiés, les autorités
néerlandaises disposaient des
chiffres pour 2004. Le
gouvernement belge dispose trop
tard des chiffres nécessaires à
l'évaluation de sa politique. Selon
l'ancienne ministre Mme Durant,
cette situation est due au fait que
certaines communes utilisent un
système d'enregistrement
parallèle car elles rechignent
devant la charge de travail
qu'implique un enregistrement
dans le système de l'INS. Elle
avait promis une amélioration de
la situation à partir du 1
er
janvier
2003. Des initiatives ont-elles déjà
été prises à cet égard en
concertation avec le ministre de
l'Intérieur?
Il est louable que le ministre
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Boetefonds. Ik meen dat 37% van het Boetefonds zal worden
verdeeld volgens de daling of de stijging van het aantal doden of
zwaargewonden. Op basis van welke concrete cijfers gaat u werken?
souhaite appliquer son propre
baromètre de la circulation, mais
sur quels chiffres sera-t-il basé? Il
semblerait que 37 pour cent du
montant du Fonds des amendes
sera réparti en fonction de
l'évolution des chiffres des tués et
des blessés sur les routes. Sur
quels chiffres se fonde-t-on à cet
égard?
09.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega, bedankt voor het medeleven. Het is inderdaad niet makkelijk
om verkeersminister te zijn zonder te beschikken over correcte
gegevens.
Laten we even naar Nederland kijken. Nederland heeft cijfers over
vorig jaar en die tonen een daling van het aantal ongevallen aan met
18%. Als u wist hoe streng de boetes in Nederland zijn, dan zou u het
zich beklagen om tegen hoge boetes te zijn. Dit even terzijde.
Wat is onze situatie? Het is inderdaad zo dat het Nationaal Instituut
voor de Statistiek er niet in slaagt om tijdig de juiste gegevens te
geven. Dit is echter niet de schuld van het instituut. Wellicht heeft een
en ander te maken met de methode. Immers, en dat staat ook in de
inleiding van hun persbericht, beschikken zij niet eens over de cijfers
van 2002, maar slechts over ramingen. Zij hebben meegedeeld dat zij
een correctie hebben doorgevoerd via de processen-verbaal. Het is
precies op die processen-verbaal dat ik mij baseer wat betreft de
verkeersbarometer.
Wij zijn in ons land in staat om met anderhalve maand vertraging,
maand na maand de cijfers te geven van alle ongevallen met
gewonden. Wij kunnen dat - en dat is meteen een antwoord op uw
vraag naar de methode - omdat alle ongevallen met gekwetsten
automatisch op een proces-verbaal moeten terechtkomen en dit
proces-verbaal moet automatisch verstuurd worden naar de
procureur.
Het volstaat dus de gegevens van 27 procureurs te verzamelen om
het totaal te kennen van het hele land. Men kan die arrondissementen
dan verdelen per provincie en zodoende de situatie per provincie te
weten komen. Men kent dan enkel het aantal ongevallen waarbij men
een onderscheid kan maken tussen ongevallen met doden en
ongevallen met gekwetsten. Meer kan men niet doen. Dit laat ons
echter wel toe maand per maand te weten of de tendens van de
daling van ongevallen zich doorzet. Dat is het geval. De laatste
maanden is er een constante daling van ongevallen van ongeveer
6,5%. Het is alsof het huidig verkeersbeleid met de huidige wet
functioneert.
09.02 Renaat Landuyt, ministre:
Il est en effet malaisé de mettre
une politique en oeuvre sans
disposer de chiffres corrects.
L'INS ne parvient pas à établir des
statistiques exactes dans les
délais voulus. Cette situation est
due aux méthodes utilisées. Les
chiffres pour 2002 constituent par
ailleurs des estimations qui ont
ensuite été corrigées sur la base
des procès-verbaux.
Je me fonde quant à moi sur les
procès-verbaux des accidents
avec tués ou blessés. Lors de tels
accidents, un procès-verbal doit
toujours être établi et transmis au
procureur du Roi. Les procès-
verbaux indiquent une diminution
de 6,5 pour cent de ces accidents.
La politique menée en matière de
circulation routière semble donc
bien être efficace.
09.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik vind het erg te moeten vaststellen dat we de Belgische cijfers die
we van het Instituut krijgen met grote voorzichtigheid moeten lezen en
dat u zelf een methode moet ontwikkelen om het aantal ongevallen te
kunnen vaststellen. Men stelt in het bewuste persartikel dat dit ook
09.03 Patrick De Groote (N-VA):
Nous devons donc rester prudents
par rapport aux chiffres de l'INS.
C'est regrettable. L'article de
journal affirme que cette situation
résulterait de la réforme des
polices. Les statistiques devraient
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
een van de gevolgen is van de politiehervorming. Onze statistieken
zijn niet betrouwbaar en men heeft geen tijd om de gegevens door te
geven. Statistieken zouden nochtans mee bepalend moeten zijn voor
het beleid. Er is daarvoor immers telkens een directe evaluatie nodig.
permettre une évaluation précise.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Joëlle Milquet au ministre de la Mobilité sur "la 'zone F' du plan Anciaux"
10 Vraag van mevrouw Joëlle Milquet aan de minister van Mobiliteit over "de 'zone F' in het plan-
Anciaux" (nr. P854)
10.01 Joëlle Milquet (cdH): Monsieur le ministre, à la télévision hier
et dans la presse aujourd'hui, une expression nous a largement
heurtés, et davantage si d'aventure elle était confirmée; il semble que,
notamment dans les discussions sur les plans de vol, on parle de "F-
zijde" et "F-kant"
Si ce genre d'expression est utilisée par un membre du sp.a, qui a
des fonctions officielles, et est échangée avec le chef de cabinet de
votre prédécesseur, cela signifie qu'elle doit être communément
admise. Si tel est le cas, c'est fondamentalement vexatoire et
contraire au sens de l'intérêt général que l'on doit respecter pour
répartir, de manière objective, les nuisances en matière de plans de
vol. Dire qu'il y a des "F-kant" et des "F-zijde" sur lesquelles on doit
envoyer tous les vols de nuit est dangereux et vexatoire.
Monsieur le ministre, cette expression circule-t-elle ou est-elle
communément entendue dans les cercles de décision, notamment à
propos de la problématique des vols de nuit, puisqu'elle semble être
connue du chef de cabinet de votre prédécesseur?
La solution dans le dossier sur l'évolution de l'arrondissement de
Bruxelles-Hal-Vilvorde émanera peut-être du sp.a; en effet, si l'on
reconnaît qu'il y a des "F-zijde" et des "F-kant" dans le Brabant
flamand et, plus particulièrement dans l'arrondissement de Bruxelles-
Hal-Vilvorde, certaines répartitions partielles peuvent peut-être vous
donner quelques idées! Si tel était le cas, je m'empresserais de les
transmettre au premier ministre, ce qui pourrait permettre de
solutionner une crise.
10.01 Joëlle Milquet (cdH): De
media berichtten over een
vreemde "F-zijde" in het
spreidingsplan, een uitdrukking die
blijkbaar algemeen ingang heeft
gevonden. Als dat het geval is,
dan gaat het om een kwetsende
en zelfs gevaarlijke uitdrukking.
Bestaat er werkelijk zo'n "F-zijde"?
10.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, hier, j'ai pris connaissance d'un mail rédigé en néerlandais
concernant une demande et qui parlait effectivement de "F-zijde" et
"F-kant". Pour ma part, la seule chose que je sais, c'est qu'il y a six
zones autour de l'aéroport et que la lettre F est la sixième lettre de
l'alphabet. C'est peut-être une explication!
Si on me demande de faire la comparaison entre ce qui est
mentionné dans ce mail - qui n'émane ni de moi, ni de mon ami Bert
mais bien d'une personnalité masculine flamande -, et qui demande
d'envoyer les avions du côté F, et le plan de dispersion existant, je ne
trouve aucune solution. Si cette stratégie existait en tant que telle, elle
n'a pas rempli ses objectifs.
Personnellement, je ne vois pas de différence entre F ou N dans tout
ce débat, parce que je reçois des mails dans toutes les langues!
10.02 Minister Renaat Landuyt:
Ik ben op de hoogte van een nota
waarin sprake is van een "F-zijde".
Eén ding is zeker: het plan bestaat
uit zes zones. De letter F is de
zesde van het alfabet. Is dat een
verklaring? Het document
waarnaar u verwijst, is noch van
de heer Anciaux noch van mezelf
afkomstig. Ik zie niet meteen een
ideale oplossing voor dit dossier,
waarin ik geen enkel onderscheid
tussen "F" en "N" maak. In ieder
geval heeft die pseudo-strategie
niet gewerkt.
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
10.03 Joëlle Milquet (cdH): Monsieur le président, si le bruit des
avions s'entend dans toutes les langues, reconnaissons quand même
qu'il y a une coïncidence bizarre - on connaît la symbolique des lettres
F et N chez nous - entre la zone pour laquelle je n'ai jamais entendu
parler de F - et Dieu sait si je connais les dossiers et si je vois passer
des documents - et une large concentration d'habitants francophones.
J'espère que tout cela n'était qu'une polémique un peu vaine et que
personne dans ce pays n'imagine de répartir les nuisances selon les
critères d'appartenance linguistique des habitants. Je n'en suis pas
toujours très sûre!
10.03 Joëlle Milquet (cdH): Geef
toe dat er sprake is van een
bizarre overeenstemming met de
betekenis die doorgaans aan de
letter F wordt gegeven. Ik hoop
dat dit slechts een storm in een
glas water was. Ik mag er niet aan
denken dat de hinder op grond van
de taal van de inwoners wordt
gespreid.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Paul Tant aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de toegang tot het databestand van de DIV voor de politiediensten" (nr. P842)
11 Question de M. Paul Tant au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'accès à la banque
de données de la DIV pour les services de police" (n° P842)
11.01 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, vorige week vrijdag werden we opnieuw
opgeschrikt door een dodelijk ongeval waarbij een jonge fietsster
betrokken was en dat gebeurde op de Brugse ring. De dader - of de
daders, daarover spreek ik mij niet uit - pleegde vluchtmisdrijf.
Aan de hand van de verfsporen op de verhakkelde fiets en vooral ook
aan de hand van de buitenspiegel die afgeknakt was, heeft men heel
snel kunnen achterhalen om welk merk en type van voertuig en om
welk bouwjaar het ging. Normaal is dat voldoende om van de Dienst
voor Inschrijving van de Voertuigen een lijst te krijgen van eigenaars
van voertuigen die aan die beschrijving beantwoorden. Het probleem
was evenwel dat de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen
vrijdagavond en heel het weekend niet thuis gaf. Dat is een pijnlijke
vaststelling, temeer omdat zulks uiteraard het trauma van de ouders
nog heeft versterkt. Dat bleek trouwens uit sommige verklaringen voor
de media.
Ik had graag van u vernomen, mijnheer de minister, of het waar is dat
men tot maandagmorgen heeft moeten wachten om over de
gegevens van de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen te
beschikken.
Heeft de politie - dat is de kernvraag wat mij betreft - geen
rechtstreekse toegang tot deze database? In deze tijd van
informatisering zou het de meest normale gang van zaken zijn, als er
zo'n database bestaat, dat politiemensen in het kader van hun
opdracht, toegang hebben tot die database. Is dat zo of is dat niet zo?
Heeft het systeem niet gewerkt? Is het waar dat onder meer de
urgentietelefoon die normaal voor die dienst bestaat, niet bleek te
functioneren?
Mijnheer de minister, als u bevestigend moet antwoorden op deze
vragen over de onmogelijkheid tot raadpleging, zou ik van u willen
vernemen of u terzake al dan niet aanpassing overweegt.
11.01 Paul Tant (CD&V):
Vendredi, nous avons été remplis
d'effroi en apprenant qu'un
accident mortel avec délit de fuite
s'était produit sur le ring de
Bruges. Par bonheur, les forces de
l'ordre ont pu déterminer très
rapidement la marque, le type et
l'année de construction de la
voiture grâce à des traces de
peinture et à un rétroviseur
extérieur brisé. Normalement, la
DIV envoie immédiatement à la
police une liste de tous les
propriétaires de véhicules entrant
en considération. Mais la DIV n'a
pu être jointe que lundi.
Est-ce exact? La police n'a-t-elle
donc pas un accès direct à la
banque de données de la DIV? La
ligne téléphonique d'urgence à la
DIV n'a-t-elle pas fonctionné?
Faut-il apporter des changements
sur ces deux points?
11.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's,
collega Tant heeft een punt. Ik heb vastgesteld en hij samen met mij
11.02 Patrick Dewael, ministre: Si
le ministre compétent s'est irrité de
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
dat de minister bevoegd inzake de Dienst voor Inschrijving van de
Voertuigen, collega Landuyt hier aanwezig, zich het voorbije weekend
bijzonder boos heeft gemaakt omwille van het feit dat de
toegankelijkheid van die dienst blijkbaar niet verzekerd was en dat er
geen permanentie aanwezig of voorhanden was.
Het is natuurlijk wel zo dat de politie, in geval van zeer eenvoudige
vragen, wel degelijk rechtstreeks toegang heeft tot de DIV. Wanneer
gegevens bekend zijn, zoals bijvoorbeeld het onderstelnummer, de
nummerplaat of de identiteit, dan zijn het eenvoudige vragen en dan
kan de politie, zelfs zonder dat er een permanentie moet zijn,
rechtstreeks toegang krijgen tot die bestanden. In dit geval ging het
om een meer complexe aangelegenheid en waren er meer specifieke
vragen. Het ging niet zonder meer om een of om een paar gegevens
en in dergelijke omstandigheden worden die complexe vragenlijsten
overgemaakt aan de DIV en dan krijgt de politie een antwoord.
U hebt natuurlijk een punt. Als men complexe vragen heeft en men
kan niet binnen, dan functioneert het systeem niet zoals het hoort.
Ik denk dat er twee mogelijkheden zijn. Ik ben daarover in overleg met
de bevoegde collega. Ofwel verzekeren wij voor de politie een
rechtstreekse toegang, ook in het geval van meer complexe
aanvragen. Ofwel, dat hangt van de minister af, moet de permanentie
altijd verzekerd zijn. Hij heeft mij alleszins laten verstaan dat de
permanentie in de toekomst verzekerd zal zijn. Wij moeten terzake
misschien toch ook even doordenken en ervoor zorgen dat de politie
zich in alle omstandigheden een toegang kan verschaffen.
la situation, c'est aussi parce qu'il
n'y avait pas de permanence.
Mais soyons clairs: pour des
demandes simples, la police peut
en effet faire appel directement à
la banque de données de la DIV,
par exemple si elle dispose du
numéro de châssis ou de la
plaque minéralogique. Dans le cas
qui nous occupe, toutefois, les
demandes de la police étaient plus
complexes. Il y a donc deux
solutions : soit on élargit l'accès de
la police à la banque de données,
soit on fait en sorte qu'une
permanence soit assurée.
11.03 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik neem akte van
het antwoord van de minister. Ik begrijp alleen niet goed waarom net
dit weekend, toen dit ongeval zich voordeed, vooral de dienst
permanentie niet beschikbaar was. Is daar een uitleg voor? Ik meen
via de kranten te weten dat dit het gevolg was van een verhuis. Sta
mij toe te zeggen dat zelfs een verhuis niet uitsluit dat men op
voorhand vrijwarende maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat
een dergelijke belangrijke dienst toch blijft functioneren.
11.03 Paul Tant (CD&V): Je ne
comprends pas pourquoi il n'y
avait justement pas de
permanence ce week-end. J'ai
entendu dire que cela était
consécutif à un déménagement. Il
quand même impossible qu'un
service aussi important ne soit
plus assuré à cause d'une telle
chose.
De voorzitter: Minister Landuyt wil in een goede parlementaire reflex antwoorden.
11.04 Minister Renaat Landuyt: Ik bevestig uiteraard wat mijn
collega heeft gezegd. Het is zo dat ik mij kwaad heb gemaakt over het
feit dat wat normaal was voorzien niet heeft gewerkt. De oplossing
was nochtans eenvoudig. Men moest de juiste persoon kunnen
contacteren om bepaalde eerder ingewikkelde opzoekingen te doen
op de juiste computer. Men heeft mij een tiental regels uitleg gegeven.
Ik heb in eerste instantie gezegd dat ik niet wil dat hetzelfde zich
voordoet het volgende weekend. Men heeft mij bevestigd dat alles
voor het volgende weekend in orde is. De rest zal het voorwerp
uitmaken van een intern onderzoek. (De microfoon maakt een
sputterend geluid)
11.04 Renaat Landuyt, ministre:
Je me suis emporté à cause du
fait que le service n'a pas
fonctionné comme il aurait dû. J'ai
reçu une explication de dix lignes
à ce propos et l'on m'a assuré que
le week-end prochain tout serait à
nouveau en ordre. Pour le reste,
j'attends le résultat d'une enquête
interne.
11.05 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat het voor
de rest nuttig is dat men een interconnectie maakt, nog meer dan
vandaag het geval is, tussen de verschillende databestanden die
nuttig kunnen worden gebruikt.
11.05 Paul Tant (CD&V): Il est
incontestablement utile d'améliorer
l'interconnexion entre les
différentes bases de données
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Mijnheer de voorzitter, los van deze vraag wou ik nog een opmerking
maken. Ik heb ooit nog een instrument bespeeld. Als dat een
sputterend geluid voortbracht zoals hier het geval is, dan moest men
daar soms het water uit verwijderen. Ik vraag mij af of dat voor de
micro's ook het geval is.
De voorzitter: Ik heb heel dikwijls politici op hun poot weten te spelen, maar of er water moest worden
uitgelaten weet ik niet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Questions jointes de
- M. Charles Michel au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la suspension de la grève de
la faim des Kurdes" (n° P843)
- Mme Talbia Belhouari au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la suspension de la
grève de la faim des Kurdes" (n° P844)
- Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la suspension de la grève de
la faim des Kurdes" (n° P845)
12 Samengevoegde vragen van
- de heer Charles Michel aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
stopzetting van de hongerstaking van de Koerden" (nr. P843)
- mevrouw Talbia Belhouari aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
stopzetting van de hongerstaking van de Koerden" (nr. P844)
- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
stopzetting van de hongerstaking van de Koerden" (nr. P845)
12.01 Charles Michel (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, c'est un sujet qui a déjà été évoqué la semaine passée et à
d'autres occasions. En ce qui me concerne, je tiens une position
différente de celle qui, a priori, a été exprimée par mes collègues la
semaine dernière.
Monsieur le ministre, vous aviez alors convaincu en apportant la
réponse aux questions posées. Bien entendu, on ne peut rester
insensible à la situation humaine, personnelle et de santé de
personnes candidates à l'asile, qui ont choisi de faire la grève de la
faim; en même temps, il convient d'être attentif à ne pas considérer
que, par ce biais, ce serait une façon d'organiser un recours
supplémentaire non prévu parmi les procédures légales. Il existe donc
un danger de précédent et un risque de légaliser la grève de la faim
comme moyen de pression pour obtenir ce qui n'a pu l'être par les
voies ordinaires légales, définies par notre Etat de droit sur le plan
des demandes d'asile.
Néanmoins, je voudrais vous interroger sur un point. Ayant rencontré
les délégués des Kurdes, hier, en matinée, quelques heures avant
votre propre rencontre avec d'autres représentants, j'ai été sensibilisé
au fait que votre administration, vendredi passé, a rencontré des
délégués de ces Kurdes. Au cours de cet entretien oral, certains
hauts fonctionnaires de votre administration auraient semblé indiquer
que la situation dans une partie de la Turquie - d'où émanent certains
candidats demandeurs d'asile n'était pas très claire du fait des
informations officiellement communiquées à votre administration.
Ma question portera donc essentiellement sur ce sujet. Pouvez-vous
nous donner aujourd'hui quelques éléments de fond, accompagnés
12.01 Charles Michel (MR): We
kunnen niet onbewogen blijven bij
de schrijnende toestand waarin de
hongerstakers zich bevinden,
maar hongerstakingen mogen niet
tot een soort bijkomende
beroepsprocedure verworden die
bovenop de bestaande wettelijke
beroepsmogelijkheden komt.
Anders ontstaat er een gevaarlijk
precedent.
Ik heb gisteren de
vertegenwoordigers van de
Koerden ontmoet. Bij die
gelegenheid heb ik vernomen dat
bepaalde hoge ambtenaren uit uw
administratie geen goed zicht
zouden hebben op de toestand in
Turkije.
Op grond van welke informatie en
bronnen heeft uw administratie
haar beslissingen getroffen?
Na uw gesprek van gisteren met
de Koerdische vertegenwoordigers
had u het over een mogelijke
opening. Hoe meent u de toestand
te deblokkeren?
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
des sources, sur lesquels votre administration s'est fondée pour
motiver les décisions prises dans ce dossier?
Enfin, à l'issue de votre rencontre de trois heures et demie, hier, vous
avez annoncé qu'une ouverture était possible. Suite à cela, la grève
de la faim aurait été suspendue, si j'ai bien lu les informations
concernant ces faits. Pouvez-vous nous éclairer de manière précise
sur cette situation?
12.02 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le ministre, dans le cadre de
ce dossier de la grève de la faim des Kurdes, le PS a plaidé le
dialogue. Vous avez donc répondu favorablement à notre appel en
acceptant de recevoir une délégation des représentants du comité
des grévistes, hier après-midi.
L'entretien a duré pas moins de trois heures. Cela signifie donc que le
dialogue était nécessaire, indispensable. C'était bien trois heures,
monsieur le ministre?
12.02 Talbia Belhouari (PS): U
heeft drie uur lang met de
Koerdische delegatie gesproken.
Dat bewijst dat de dialoog nodig
was, zoals de PS trouwens had
gesteld.
12.03 Patrick Dewael, ministre: Avec des suspensions!
12.04 Talbia Belhouari (PS): Bien. L'entretien a donc duré quand
même un certain nombre d'heures, ce qui prouve qu'il était important.
D'après la presse, vous auriez dit avoir découvert de nouveaux
éléments à verser à ce dossier.
SI j'ai bien compris, vous avez abouti à un accord disant ceci:
suspension de la grève de la faim, d'une part, et suspension de quitter
le territoire, et ce, durant une période de deux mois, d'autre part.
Durant cette période, de nouvelles demandes de régularisation seront
introduites par les intéressés et examinées attentivement par les
services de l'administration qui relèvent de votre compétence.
Je tiens d'ores et déjà, monsieur le ministre, à vous remercier
chaleureusement d'avoir accepté de vous mettre autour de la table et
de discuter. Je tiens aussi à vous poser deux questions qui me
semblent importantes.
Afin de lever toute ambiguïté dans ce dossier et afin que la
communication soit claire entre nous, pouvez-vous, devant cette
assemblée, nous dévoiler et nous expliquer le contenu de cet accord?
Ensuite, quels sont les moyens que vous envisagez de mettre en
oeuvre pour éviter que ce type de conflit ne se reproduise?
12.04 Talbia Belhouari (PS): Na
die ontmoeting beschikt u blijkbaar
over nieuwe elementen en heeft u
een akkoord bereikt. Volgens dit
akkoord komt er een einde aan de
hongerstaking en in ruil hiervoor
schorst u gedurende twee
maanden het bevel om het
grondgebied te verlaten dat tegen
de hongerstakers was
uitgevaardigd. Gedurende die
periode kunnen deze laatsten
nieuwe regularisatieaanvragen
indienen die door de
administratieve diensten grondig
zullen worden onderzocht.
Wat is de precieze inhoud van dat
akkoord?
Welke maatregelen overweegt u
om te voorkomen dat dergelijke
situatie zich opnieuw voordoet?
12.05 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, il y a d'abord eu le cas des Afghans, ensuite
celui des Iraniens, aujourd'hui c'est au tour des Kurdes. A chaque
fois, c'est le même scénario: occupation d'églises, grève de la faim, et
par la suite, réponse du ministre. Dans ce cas, vous les avez
finalement rencontrés, heureusement! Il s'en est fallu de peu qu'il y ait
des conséquences irrémédiables.
Monsieur le ministre, on ne peut imaginer que, pour avoir des
réponses à des dossiers en matière soit d'asile, soit d'article 9, alinéa
3, il faille passer par des actions d'éclat. Qu'allez-vous proposer?
J'ai relu les documents du gouvernement. Dans votre déclaration
12.05 Marie Nagy (ECOLO): Na
de Afghanen en de Iraniërs zijn het
ditmaal Koerden die een kerk
bezetten en een hongerstaking
beginnen om, gelukkig, een
antwoord van de minister te
verkrijgen. Het is niet normaal dat
in asielaanvragen of dossiers in
het kader van artikel 9, derde lid
op die manier een doorbraak moet
worden afgedwongen.
Hoe zal u ervoor zorgen dat dit
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
violette de juillet 2003, vous indiquiez que les étapes suivantes
auraient lieu: réforme du contentieux du retard au Conseil d'Etat,
réforme des structures telles que l'Office des étrangers, etc., qui
posent un problème reconnu par tous, et transposition de la directive
européenne en matière de statut de protection temporaire subsidiaire.
Je relis la note du gouvernement du 12 octobre. Le point
"Engagements" indique que la loi sur la protection temporaire sera
déposée avant la fin 2004 et que la réforme pour pallier le retard du
traitement du contentieux des étrangers sera déposée en automne
2004. A ce stade, il n'en est rien.
Aujourd'hui, je lis dans la presse - serait-ce une coïncidence? - qu'un
tribunal bruxellois a condamné l'Etat belge parce qu'un ressortissant
kurde, persécuté par le régime de Saddam Hussein, a porté plainte,
n'ayant toujours pas obtenu de réponse après sept ans. L'Etat belge
est condamné à une indemnité de 6.000 euros en faveur de cette
personne avec 100 euros par jour d'indemnités de retard, dans le cas
où aucune décision ne serait prise.
Monsieur le ministre, quel calendrier envisagez-vous de suivre pour
répondre structurellement à ces questions? Peut-on s'attendre à ce
que des mesures réelles soient prises en vue d'éviter ces grèves de
la faim et ces occupations d'églises et afin que des solutions soient
données à des cas qui ne sont pas si exceptionnels que cela?
scenario zich niet herhaalt?
In de regeringsverklaring van juli
2003 kondigde u de volgende
elementen aan: de hervorming van
de regeling van hangende
geschillen bij de Raad van State,
de reorganisatie van structuren
zoals de Dienst
Vreemdelingenzaken waarvan de
problemen alom bekend zijn,
evenals de omzetting van de
Europese richtlijn inzake de
subsidiaire tijdelijke
beschermingsregeling.
In de regeringsnota van 12
oktober staat te lezen dat de wet
betreffende de tijdelijke
bescherming vóór eind 2004 zal
worden ingediend en dat de
hervorming die ertoe strekt de
achterstand bij de behandeling van
geschillendossiers over
Vreemdelingenzaken weg te
werken, in de herfst van 2004 zal
worden voorgesteld. Tot op heden
werd geen van beide beloftes
waargemaakt.
De pers bericht dat een Brusselse
rechtbank de Belgische Staat
heeft veroordeeld tot een
schadevergoeding van 6.000 euro
ten gunste van een Koerd die na
zeven jaar nog steeds geen
antwoord had gekregen.
Binnen welke termijn zal u een
structurele oplossing aandragen
voor die dossiers, die niet
uitzonderlijk zijn?
12.06 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, je commencerai mon intervention en répétant ce que j'ai dit
la semaine passée lors du débat sur le même thème.
Selon moi, une grève de la faim reste une action incompatible avec
les principes d'un Etat de droit. En effet, on ne peut imaginer que, par
le biais d'une grève de la faim, on puisse obtenir des choses que l'on
n'obtiendrait pas via une procédure normale individuelle.
Madame Nagy, je crains qu'il soit difficile d'éviter que des personnes
se réunissent en groupe pour réclamer des choses qui ne sont pas
prévues dans notre législation. Je crains donc que ce genre d'action
puisse se répéter.
Dans le cas qui nous préoccupe, on ne peut pas dire que les
personnes concernées n'aient jamais reçu de réponse à leur
12.06 Minister Patrick Dewael: Ik
herhaal het: een hongerstaking
beginnen als middel om iets af te
dwingen is een methode die
onverenigbaar is met de principes
van onze rechtsstaat. Tegelijk
moet ik toegeven dat er geen
garanties zijn om dergelijke acties
te voorkomen.
In het onderhavige geval is het
probleem niet dat de
hongerstakers geen antwoord
gekregen hebben, maar wel dat ze
geen bevredigend antwoord
gekregen hebben. Daarom vragen
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
demande. En fait, les réponses qu'elles ont reçues ne les
satisfaisaient pas. Elles ont donc décidé d'entamer une grève de la
faim pour demander une décision collectivement. Il n'est donc pas
question je le répète que je me laisse influencer par ce genre de
démarche, pas plus aujourd'hui qu'hier ou que demain.
Si vous envisagez une réforme pour répondre à ce genre de
demande, je vous dis d'ores et déjà que je m'y opposerai.
Par ailleurs, comme je l'ai dit la semaine dernière, il n'est pas question
de négocier en cas de grève de la faim destinée à obtenir des choses
qui ne sont pas prévues dans notre législation. Toutefois, je suis
toujours ouvert au dialogue.
Vendredi, j'ai envoyé le directeur général, M. Roosemont, afin qu'il
explique la motivation des décisions prises. J'ai constaté avec lui que
les grévistes se trouvaient dans des situations différentes. Les
demandes de certains avaient été déposées depuis longtemps, les
demandes d'autres sont très récentes. D'autres encore n'avaient pas
encore reçu la réponse des instances d'avis. Pouvez-vous imaginer
que l'on entame une grève de la faim avant d'avoir reçu une réponse
quant à la demande d'asile? Des grévistes ont également demandé
l'asile en Allemagne et sont ensuite venus chez nous. Cette manière
d'agir va à l'encontre de la Convention de Dublin. Certains ont même
utilisé de faux documents.
J'ai expliqué que cette façon de faire était inacceptable et que des
procédures sont prévues dans la loi et qu'elles doivent être suivies. Je
m'adresse ici à M. Michel. Ainsi, s'il apparaît que de nouveaux
éléments peuvent être pris en compte, il est possible d'en faire part à
n'importe quel moment pendant la procédure.
Par ailleurs, d'autres procédures sont prévues dans la loi de 1980 sur
la base, par exemple, de l'article 9, alinéa 3. Après l'exposé de
vendredi passé, on a expliqué toutes les procédures possibles.
J'ai également fait savoir que, compte tenu de la situation physique
assez grave de certains grévistes, qui avaient reçu un ordre de quitter
le territoire, je n'exécuterai pas, pour des raisons humanitaires, la
décision durant les deux prochains mois afin qu'ils puissent retrouver
une condition physique satisfaisante.
Actuellement, ils discutent avec leurs conseils pour voir de quelle
manière ils vont introduire d'éventuelles nouvelles demandes. Il ne
m'appartient pas d'en préjuger. Deux éléments sont importants: ils
m'ont communiqué, d'une part, qu'ils allaient suspendre leur action,
ce qui a été fait; et, d'autre part, ceux qui étaient concernés par un
ordre de quitter le territoire verront ces ordres suspendus pendant
deux mois pour raisons humanitaires. Entre-temps, ils en parleront
avec leurs conseils et il leur appartiendra de juger de ce qu'ils doivent
faire ou ne pas faire. Je leur ai dit que mon administration, si elle
reçoit de nouvelles demandes, les examinera en respectant tous les
principes de la loi et de la bienveillance.
ze een collectieve oplossing. Die
zullen ze niet krijgen. Ik zal nooit
instemmen met een hervorming in
die zin.
Een hongerstaking kan geen
aanleiding geven tot
onderhandelingen om iets in de
wacht te slepen wat niet in de wet
staat. We hebben de betrokkenen
daarom de motivering van de
beslissing toegelicht.
Onder de Koerdische
hongerstakers zijn er wier
asielaanvraag allang loopt en
andere die nog maar onlangs een
aanvraag hebben ingediend. In
sommige gevallen hebben de
adviesorganen zich nog niet eens
over de aanvraag uitgesproken.
Sommigen hadden al een
aanvraag ingediend in Duitsland.
Anderen zijn zelfs met valse
papieren naar ons land gekomen.
Wij mogen niet afwijken van de
wettelijke procedures.
Anderzijds hebben we aan de
personen die bij de hongerstaking
betrokken waren alle bestaande
procedures uiteengezet. Zij
kunnen met hun raadsman
nagaan of nieuwe procedures
kunnen worden gestart, meer
bepaald op basis van artikel 9, 3
van de wet van 1980. Mijn
administratie zal de nieuwe
aanvragen die eventueel worden
ingediend, onderzoeken.
Ik heb vandaag twee
mededelingen voor u. Enerzijds
hebben die mensen zich ertoe
verbonden hun hongerstaking niet
voort te zetten. Anderzijds heb ik,
gelet op hun medische en
humanitaire toestand, beslist het
bevel om het grondgebied te
verlaten voor twee maand op te
schorten.
12.07 Charles Michel (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour ces éclaircissements. Tout d'abord, je me réjouis de la
suspension de la grève de la faim: cela me paraît important sur le
plan humain pour les personnes concernées. Je me réjouis
12.07 Charles Michel (MR): Ik
ben blij dat de hongerstaking wordt
stopgezet en dat de procedures
worden nageleefd, met name
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
également de voir qu'on s'en tient aux principes. Il y a des règles, des
procédures et c'eût été une violation du principe essentiel d'égalité
face à la loi, y compris pour des demandeurs d'asile, s'il y avait eu des
dérogations après une action telle que celle-là, par rapport aux
principes habituellement admis dans ce genre de dossier.
Par contre, je mettrai un bémol à ma joie car je n'ai pas entendu de
réponse à propos de la situation de cette partie de la Turquie dont ces
personnes sont originaires. À ce sujet, votre plus haut fonctionnaire à
l'Office des étrangers aurait admis que votre administration manquait
d'informations précises sur ces éléments, ce qui pose des questions
par rapport aux motivations individuelles. J'imagine que pour les
dossiers qui seraient réintroduits, comme vous l'avez évoqué, il faudra
leur donner des réponses précises se basant sur la situation de la
région de Turquie dont ils sont originaires.
omwille van het beginsel van de
gelijkheid voor de wet.
Ik betwijfel echter nog steeds of
uw administratie wel goed over die
Turkse regio is geïnformeerd.
Naar verluidt heeft de hoogste
ambtenaar van de Dienst
Vreemdelingenzaken erkend dat
de informatie over dat deel van de
wereld ontoereikend is.
Desondanks hoop ik dat uw
diensten, wanneer ze de latere
aanvragen zullen onderzoeken,
over voldoende en correcte
informatie zullen beschikken.
12.08 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour la réponse que vous avez apportée à une partie de mes
questions. Vous n'avez cependant pas répondu à la deuxième
question qui me semble très importante pour éviter ce genre de
situation. Je sais que vous ne possédez pas de recette miracle mais
on a déjà connu ce type de situation et cela risque malheureusement
de se reproduire encore, et pas seulement dans notre pays.
En effet, le problème est beaucoup plus large, il est de dimension
européenne et même mondiale: flux migratoires, individus quittant
des situations dramatiques pour diverses raisons d'ordre économique
ou liées à la violence, comme dans ce dossier-ci. En dehors des lois
existantes, des conventions et de la directive qui est à l'examen par
vos services, comme vous nous l'aviez annoncé avant-hier en
commission, il me semble important de réfléchir sérieusement à cette
question et de chercher une solution durable pour l'avenir. Cela
demandera du temps. Je ne sais pas si vous êtes de cet avis mais il
me semble que cette question devrait être discutée de manière plus
transversale, notamment avec votre collègue le ministre de la
Coopération ou le ministre des Affaires étrangères et aussi au niveau
européen.
C'est vraiment important! Demain, nous risquons de nous retrouver
face à ce type de problème. A ce stade, je vous remercie pour avoir
répondu avec le coeur sans oublier la raison.
12.08 Talbia Belhouari (PS): Ik
betreur dat u niet op mijn tweede
vraag, betreffende de bredere
problematiek van de
migratiestromen, heeft
geantwoord. Conventies afsluiten
en richtlijnen goedkeuren is niet
voldoende. Er moeten duurzame
oplossingen worden gevonden om
een herhaling van dergelijke feiten
te voorkomen.
Anderzijds en gelet op het
transversale karakter van dit
probleem, zou deze denkoefening
met uw collega van Buitenlandse
Zaken én op het Europese niveau
moeten worden gemaakt.
12.09 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, j'ai bien entendu
la réponse du ministre. N'empêche, monsieur le ministre, si je me
réfère à la directive sur la protection temporaire et si je reprends les
derniers cas d'occupation d'églises et de grèves de la faim, il s'agit
bien de ressortissants de pays qui posent problèmes: Afghanistan,
Iran, les Kurdes.
Ces personnes n'auront peut-être pas accès à la protection sur la
base de la Convention de Genève en tant que telle mais pourraient
éventuellement avoir accès à la protection temporaire. Cela dépend
de la façon dont l'Office des étrangers considère la situation dans
certains endroits par rapport à des minorités ou des difficultés d'ordre
collectif. Mais c'est un texte que vous avez promis. A mon sens, cela
permettrait non pas de dire aux demandeurs, au cas où leur demande
d'asile n'a pas trouvé de réponse satisfaisante, d'invoquer
12.09 Marie Nagy (ECOLO): Het
is best mogelijk dat de bepalingen
van de Conventie van Genève in
dit geval niet toepasselijk zijn,
maar volgens mij kan de richtlijn
op de tijdelijke bescherming een
structurele oplossing voor dit
probleem bieden.
Daarnaast maakt u er zich in uw
antwoord nogal gemakkelijk van
af. Ons land had zich er immers
toe verbonden om de richtlijn
tegen eind vorig jaar in Belgisch
recht om te zetten, maar daar is
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
systématiquement l'article 9 car cela risque de poser des problèmes
d'encombrement, mais de donner une réponse plus structurelle aux
situations difficiles dans lesquelles se trouvent certaines populations.
J'estime que votre réponse et votre action font preuve de légèreté
dans la mesure où un engagement avait été pris pour que la directive
soit traduite en droit belge avant la fin de l'année passée. Or, nous
sommes déjà presque au mois de mai 2005 et le texte n'est toujours
pas soumis à l'examen du parlement.
tot heden nog niets van in huis
gekomen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Werk over "de timing van het
eindeloopbaandebat" (nr. P846)
13 Question de Mme Maggie De Block à la ministre de l'Emploi sur "le calendrier du débat sur la fin de
13.01 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de minister, deze week
kwam in de commissie voor de Sociale Zaken bij uw collega, minister
Bruno Tobback, naar aanleiding van de behandeling van een aantal
wetsvoorstellen, ter sprake dat een aantal beslissingen wat hem
betreft om budgettaire redenen verschoven werd naar het
eindeloopbaandebat dit jaar.
Het kwam ter sprake dat zowel de christelijke als de socialistische
vakbonden voorgesteld hebben om het debat tot september uit te
stellen. Bovendien wenste de socialistische vakbond het debat uit te
breiden tot de werkgelegenheidsproblematiek in het algemeen en de
financiering van de sociale zekerheid. Qua timing had de regering
reeds eerder te verstaan gegeven dat men het debat vóór het
parlementair reces minstens zou aanvatten. Alleszins was het de
bedoeling om daarin de eerstkomende maanden een zekere timing
voorop te stellen en vooruitgang te boeken.
Ik ben een beetje ongerust, mevrouw de minister, naar aanleiding van
die verklaringen. Ik wou dan ook een en ander bij u eens navragen.
Vindt u niet dat een koppeling van de bespreking van de financiering
van de sociale zekerheid en de alternatieve financiering het debat
enorm zou verzwaren? Gaat u ermee akkoord om dat erin op te laten
nemen?
Welke timing ik neem aan dat u namens de regering spreekt zult
u trachten te halen voor het eindeloopbaandebat? Ik weet wel dat, als
er een debat moet komen, alle partijen bereid moeten zijn om aan
tafel te gaan zitten.
Wat zou uw houding zijn, mochten de sociale partners niet allemaal
bereid zijn om daar de eerstkomende maanden aan te beginnen?
Hoe staat u ten opzichte van het opnemen in het debat van de
werkgelegenheidsproblematiek in het algemeen en de financiering
van de sociale zekerheid?
13.01 Maggie De Block (VLD):
En commission des Affaires
sociales, le ministre M. Tobback a
déclaré que, pour sa part, une
série de décisions pouvaient être
reportées, pour des raisons
budgétaires, au débat sur la fin de
carrière. Les syndicats socialiste et
chrétien souhaitent remettre le
débat à septembre ; le syndicat
socialiste veut élargir le débat à
l'emploi en général et au
financement de la sécurité sociale.
Le gouvernement a cependant
toujours exprimé son intention de
s'atteler au débat avant les
vacances parlementaires.
L'élargissement des discussions
aux thèmes de la sécurité sociale
et du financement alternatif ne
risque-t-il pas d'alourdir le débat?
Quel est le calendrier actuel?
Quelle attitude la ministre
adoptera-t-elle si tous les
partenaires sociaux ne souhaitent
pas respecter celui-ci? Comment
se positionne la ministre par
rapport à l'idée de lier la question
de l'emploi en général et le
financement de la sécurité sociale
au débat sur la fin de carrière?
13.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, de
stand van zaken is dat ik regelmatig met elk van de sociale partners
samen zit, maar dan wel elk apart, omdat de vakbonden tot op heden
13.02 Freya Van den Bossche,
ministre: A la demande des
intéressés, je discute souvent
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
niet in één ruimte met de werkgevers willen zitten om daarover te
spreken. Dan heb ik de methode maar aangepast en zie ik ze elk
apart.
Terwijl het tot voor kort veeleer ging over wie wat vooral niet wilde,
gaat het nu over alternatieven. Met andere woorden, ik krijg zelf
voorstellen van sociale partners, die ertoe moeten strekken dat is de
voornaamste opdracht de activiteitsgraad van mensen in dit land op
te krikken. Dat is een vrij algemeen statement, maar met specifieke
aandacht voor de oudere werknemer.
Ik weet dat er een roep is om het debat uit te breiden. Ik denk dat een
deel van die vraag gerechtvaardigd is, in die zin dat natuurlijk nog
andere groepen het vandaag op de arbeidsmarkt moeilijk hebben.
Daarom heeft de regering beslist dat we apart niet in die
eindeloopbaanconferentie, om dat niet te laten verdrinken een
aantal maatregelen gaan nemen. Vandaar de 70 miljoen euro voor
jeugdwerkloosheid bijvoorbeeld, en het plan dat eerstdaags daarvoor
op tafel zal liggen.
Ook het volgende vind ik gerechtvaardigd. De sociale partners, in
casu de vakbonden, zeggen dat als we willen dat mensen langer aan
de slag blijven, we ook moeten nagaan hoe de carrière van die
mensen is verlopen de daaraan voorafgaande jaren, dus niet pas
wanneer zij 55 zijn. Ook dat vind ik een correcte vraag.
Ik stap echter niet mee in de redenering dat wij daar de volledige
financiering van de sociale zekerheid bij moeten betrekken, want wij
kunnen de kar zodanig verzwaren dat zij niet meer vooruit geraakt.
Mijn timing is de volgende. Ik hoop nog altijd, vanzelfsprekend, om er
tegen de zomer te kunnen staan, minstens met een aanzet. Ik kan
geen akkoord maken als de sociale partners zelf zeggen dat zij tegen
die periode geen akkoord willen.
Dan kunnen we twee dingen doen.
Ten eerste, ofwel heb ik genoeg indicaties dat er kort nadien ik
spreek over een tijdsspanne van een aantal maanden wel een
akkoord kan komen. Dan denk ik dat het feit dat we sociale rust zullen
hebben bij die grote hervormingen, het wel waard is om een aantal
maanden later te finaliseren. Maar dan wil ik wel indicaties dat we zo'n
akkoord krijgen.
Ten tweede, ofwel blijkt dat dat akkoord niet zal lukken. Dan is er
maar een oplossing: dan moet de regering het zelf beslissen. Dat
moet dan vanzelfsprekend zo snel mogelijk, dus vóór de zomer.
avec chacun des partenaires
sociaux séparément. Alors
qu'auparavant ces discussions ne
portaient que sur ce qui n'était pas
possible, elles concernent à
présent les alternatives et es
partenaires sociaux formulent des
propositions pour augmenter le
taux d'activité.
Des voix s'élèvent en effet pour
réclamer un élargissement du
débat. Le gouvernement a dès lors
décidé de prendre plusieurs
mesures distinctes pour ne pas
trop encombrer le débat sur la fin
de carrière.
Les syndicats ont raison de
demander de ne pas se limiter à la
fin de carrière et de considérer
plutôt la carrière dans son
ensemble. En revanche, inclure le
financement complet de la sécurité
sociale dans le débat serait
excessif.
En ce qui concerne le calendrier,
j'espère que nous enregistrerons
au moins une avancée avant les
vacances parlementaires. Si
suffisamment d'indicateurs
montrent que nous aboutiront
rapidement à un accord avec les
partenaires sociaux, je ne vois pas
d'inconvénient à mener à bien le
débat quelques mois plus tard.
Mais si ces indicateurs font défaut,
le gouvernement devra trancher
avant l'été.
13.03 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de minister, bedankt voor
uw antwoord. Als ik het goed begrijp, dan werd u een soort
afzonderlijke biechtstoelprocedure toebedeeld voor de sociale
partners. Dat is misschien vreemd in uw partij, en in uw positie zeker.
Ik ben blij dat u zich toch nog houdt aan de oorspronkelijk
vooropgestelde agenda. Want inderdaad ik zie hier collega's uit de
commissie voor de Sociale Zaken zitten , wij zitten een beetje aan
het einde van het draadje voor de behandeling van veel
wetsvoorstellen. Dan hangt het allemaal af van wat er allemaal op
13.03 Maggie De Block (VLD):
Je me félicite de ce que la ministre
maintienne le calendrier initial.
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
tafel gelegd zal worden bij het eindeloopbaandebat.
De voorzitter: Na biechtvaders krijgen wij misschien biechtmoeders!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de minister van Werk over "de veiligheid van de speeltuinen"
(nr. P847)
14 Question de M. Koen T'Sijen à la ministre de l'Emploi sur "la sécurité des aires de jeux" (n° P847)
14.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, er is recent een onderzoek geweest van Test-Aankoop
men heeft er trouwens een Europees onderzoek van gemaakt met de
zustersorganisaties uit Spanje en Portugal naar de veiligheid van
speeltoestellen en speeltuinen. Daaruit blijkt dat de veiligheid in
sommige speeltuinen niet altijd gegarandeerd is.
Ik weet dat het niet gedramatiseerd moet worden. Van de drieëndertig
onderzochte speeltuinen in ons land, scoorden er vier werkelijk
onvoldoende en tien gematigd. Toch zijn er enkele belangrijke
problemen, zoals onvoldoende ruimte rond schommels,
constructiefouten bij glijbanen, problemen met de omheining, met de
hygiëne, en dergelijke.
Ik weet dat u beleidsmatig terzake al verschillende inspanningen hebt
gedaan, maar ik meen en u zult daarvoor momenteel wellicht
gevoelig zijn dat elk kind dat zich kwetst of dat een ongeval heeft in
een speeltuin, er een te veel is. Elk ongeval dat wij kunnen vermijden
moeten wij vermijden. Daarom had ik naar aanleiding van dat
onderzoek graag wat informatie van u gekregen, meer bepaald
omtrent de manier en de frequentie van de controle van de veiligheid
van speeltoestellen en in speeltuinen. Welke initiatieven neemt u ten
aanzien van de producenten van speeltoestellen en de uitbaters van
speeltuinen? Welke andere initiatieven neemt u terzake? Ten slotte,
en misschien relevant, bent u van plan werkelijk onveilige speeltuinen
te laten sluiten?
14.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):
L'organisation des
consommateurs Test Achats a
examiné la sécurité des aires de
jeu et des jeux en collaboration
avec ses partenaires espagnols et
portugais. Des 33 aires de jeu
soumises à cette enquête, quatre
ont obtenu un score insuffisant et
dix un score moyen.
J'aimerais dès lors que la ministre
me précise la manière dont la
sécurité est contrôlée sur les aires
de jeu et la fréquence des
contrôles. Prend-elle des initiatives
à l'égard des exploitants et en ce
qui concerne les jeux proprement
dits? Les aires de jeu réellement
dangereuses seront-elles
fermées?
14.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer T'Sijen, wij voeren
controles uit op twee manieren. Ten eerste, zijn er gewone controles
op regelmatige basis. Zo zijn er bijvoorbeeld vorig jaar 428 controles
geweest van speelterreinen, eenvoudigweg als routine. Het is zo
gepland bij de inspectie dat zij daar voldoende aandacht aan geven.
Ik meen overigens dat het, met de zomer in aantocht, niet dom zou
zijn die controles net in deze periode op te voeren. Dat engagement is
er sowieso.
Op basis van specifieke klachten wordt er ook gecontroleerd. Daar
hebben wij natuurlijk vooral de ouders voor nodig. Ouders, of
onthaalouders eventueel, kunnen ons melden dat zij de indruk
hebben dat iets onveilig is. Hoe kunnen mensen dat weten? Wij
geven gratis informatiebrochures uit, zowel aan ouders als aan
onthaalouders als aan uitbaters van speelterreinen. Wij geven ook
technische handboeken uit voor die uitbaters; met checklists. Dat is
gratis te verkrijgen bij de FOD. Met andere woorden, wij proberen de
mensen zoveel mogelijk te helpen om alles veilig te maken en te
houden en zetten hen aan ons te alarmeren als het niet veilig zou zijn.
14.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Des contrôles sont
effectués régulièrement sur les
terrains de jeu. 428 contrôles ont
eu lieu l'année dernière. La
fréquence augmentera encore à
l'approche de l'été.
Des contrôles peuvent également
être réalisés si un terrain de jeu
fait l'objet de plaintes concrètes.
Les pouvoirs publics distribuent
des brochures d'information
gratuites afin d'attirer l'attention
des parents et des exploitants sur
la sécurité des aires de jeu. J'ai
chargé la Commission de la
protection des consommateurs
d'organiser une concertation entre
le secteur et tous les acteurs
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Begin van dit jaar gaf ik opdracht aan de Commissie voor de
Veiligheid van de Consumenten, om een speciaal overlegplatform te
creëren tussen alle betrokkenen, zoals de producenten van de
toestellen, de uitbaters van de speelterreinen, de
keuringsorganismen, de gebruikersorganisaties, zoals Test-Aankoop,
en de overheid zelf. Dat gebeurt eenvoudigweg om kort en snel op de
bal te kunnen spelen.
Wanneer wij merken dat een speelterrein onveilig is dan wordt het
tijdelijk of definitief gesloten. Het wordt definitief gesloten als het
werkelijk onveilig is en tijdelijk gesloten wanneer slechts enkele
aanpassingen een oplossing kunnen bieden. Er wordt een bepaalde
deadline bepaald om het terrein terug veilig te maken. Definitief
sluiten doen wij wanneer men een tijdelijke sluiting niet ernstig heeft
genomen en geen aanpassingen heeft gedaan of wanneer de situatie
zo erg is dat aanpassingen weinig zin hebben.
Er zijn ook bijzonder hoge boetes die terzake kunnen worden
uitgeschreven. De inspectie aarzelt niet om daarmee te werken want
het gaat tenslotte toch om de veiligheid van kinderen en vooral de
veiligheid van kinderen. Kinderen kunnen per definitie immers minder
goed gevaren inschatten dan volwassenen.
Los daarvan zullen alle speelterreinen die door Test-Aankoop onveilig
zijn bevonden, prioritair door de inspectie onderzocht worden om
maatregelen te nemen waar nodig.
concernés.
Un terrain de jeu dangereux peut
être fermé temporairement ou
définitivement. Les inspecteurs
peuvent également infliger des
amendes spéciales. Tous les
terrains de jeu que Test Achats a
qualifiés de dangereux seront
contrôlés prioritairement.
14.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik ben zeer
tevreden met het antwoord van de minister. Ik noteer dat de controles
voor de zomermaanden zullen worden opgevoerd.
14.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):
Je me félicite de cette réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de Mme Camille Dieu à la ministre de l'Emploi sur "la journée mondiale pour la sécurité et
15 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de minister van Werk over "de werelddag voor veiligheid en
gezondheid op het werk" (nr. P848)
15.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, madame la
ministre, depuis plusieurs années, à l'initiative de l'OIT, la journée du
28 avril a été consacrée "Journée mondiale pour la sécurité et la
santé des travailleurs sur les lieux de travail". La Belgique a souscrit à
cette démarche en espérant sans doute sensibiliser les acteurs
concernés à la recherche d'une culture d'un travail sûr et sain dans
les entreprises.
Je n'ai pas besoin de vous rappeler que nos statistiques en matière
d'accidents du travail démontrent que nous en avons encore
beaucoup trop, surtout dans des secteurs traditionnels comme la
construction ou le transport mais aussi aujourd'hui dans certains
secteurs de la sous-traitance ou du travail intérimaire. Je ne dois pas
non plus vous rappeler que 37,5% des accidents du travail se
produisent dans des PME qui occupent moins de 50 personnes et
que les jeunes sont assez concernés puisqu'ils représentent un
accident sur quatre.
Je sais que des initiatives ont déjà été prises sur le plan fédéral pour
15.01 Camille Dieu (PS): 28 april
is de werelddag voor veiligheid en
gezondheid op het werk. De
betrokken partners worden
opgeroepen om een veilige en
gezonde arbeidscultuur te
promoten. België hoeft niet fier te
zijn op zijn statistieken inzake
arbeidsongevallen. Vooral in de
bouw-, de transport- en de
uitzendsector is het gevaarlijk
werken. 37,5 procent van de
ongevallen doen zich voor in
KMO's met minder dan 50
werknemers. Er werden reeds
diverse maatregelen genomen,
waaronder het Faraoplan. Zal u de
actiedag van 28 april in België een
permanent karakter geven? Hoe
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
essayer de coordonner des actions de prévention et c'est ainsi qu'est
né, au niveau fédéral, le plan Pharaon.
Entre-t-il dans vos intentions, comme cela a été le cas pour votre
prédécesseur sans que cela soit concrétisé, de pérenniser cette
journée mondiale du 28 avril en Belgique? Si oui, quelles sont les
démarches concrètes que vous allez entreprendre?
Ma deuxième question porte sur le "pharaon-mètre", c'est-à-dire ce
baromètre qui permet d'établir une cartographie des accidents du
travail, leur nature, leur nombre, les mesures éventuelles de
prévention prises ou à prendre. Pouvez-vous me dire où nous en
sommes aujourd'hui à ce propos?
Je vous remercie.
staat het met de "Faraometer" op
grond waarvan arbeidsongevallen
systematisch in kaart kunnen
worden gebracht?
15.02 Freya Van den Bossche, ministre: Pour répondre à votre
première question: oui, je compte pérenniser cette journée et je ferai
tout ce qui est nécessaire pour le faire le plus vite possible.
A propos de votre deuxième question, nous avons écrit les bases
légales pour ce "pharaon-mètre" dans la loi-programme de décembre
2004 et dans un arrêté royal de février 2005. Nous avons les
instruments légaux pour collationner toutes les données et nous
travaillons maintenant sur nos systèmes informatiques qui doivent,
bien sûr, être adaptés car il sera nécessaire de disposer plus vite de
toutes les données concernant les accidents de travail.
Aujourd'hui, vous savez qu'il faut attendre plus d'un an après
l'accident pour les obtenir. Il n'est donc pas aisé de procéder à des
évaluations ni de mettre des objectifs par secteur. En utilisant la voie
électronique, c'est-à-dire en demandant aux patrons de déclarer
immédiatement les accidents de travail, leur nature, leur cause, etc.,
nous pourrions mettre des objectifs par trimestre pour chaque secteur
et évaluer également si oui ou non on peut atteindre ces objectifs et
ainsi voir immédiatement qui sont les mauvais élèves de la classe.
15.02 Minister Freya Van den
Bossche: Die actiedag wordt
inderdaad bestendigd. Wat het
tweede punt betreft, werd
inderdaad een wettelijke basis aan
die "Faraometer" gegeven. Dat
moet ons de mogelijkheid bieden
om alle gegevens inzake de
arbeidsongevallen te verzamelen
en per sector uit te maken waar
zich de slechte leerlingen
bevinden.
15.03 Camille Dieu (PS): Madame la ministre, je vous remercie.
Puisque des actions syndicales étaient menées aujourd'hui pour cette
journée, les travailleurs seront contents d'apprendre que vous êtes
attentive à leurs soucis et que vous allez pérenniser cette journée
mondiale en Belgique.
Je me permettrai peut-être de vous interroger à nouveau en
commission des Affaires sociales pour savoir où nous en sommes
dans l'évaluation et, comme nous en avons déjà parlé ensemble, pour
envisager les actions à mettre en oeuvre pour éradiquer ce fléau.
15.03 Camille Dieu (PS): De
werknemers zullen blij zijn te
horen dat die actiedag wordt
herhaald. Ik zal u opnieuw
bevragen over de beoordeling
ervan en over de manier waarop
de nodige acties kunnen worden
ondernomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Agenda
16 Agenda
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 27 avril 2005, je vous propose d'inscrire à
l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi:
- le projet de loi modifiant l'arrêté royal n° 143 du 30 décembre 1982 fixant les conditions auxquelles les
laboratoires doivent répondre en vue de l'intervention de l'assurance maladie pour les prestations de
os
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
biologie clinique (n
os
1014/1 à 10).
- le projet de loi instaurant une cotisation d'égalisation pour les pensions (n
os
1444/1 à 6).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 27 april 2005, stel ik u voor op de
agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag in te schrijven:
- het wetsontwerp tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van
de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de ziekteverzekering
voor verstrekkingen van klinische biologie (nrs 1014/1 tot 10).
- het wetsontwerp houdende invoering van een egalisatiebijdrage voor pensioenen (nrs 1444/1 tot 6).
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden
Monsieur Wathelet, je sais que vous désirez prendre la parole au sujet du projet n° 1444 que l'on vient
d'ajouter à l'ordre du jour. On peut en parler maintenant ou tout à l'heure, c'est comme vous voulez!
16.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, autant régler
cette question maintenant.
Le président: Comme vous préférez. Cette question est de toute façon à l'ordre du jour.
16.02 Melchior Wathelet (cdH): Comme nous en avions parlé à la
Conférence des présidents, il fallait qu'elle soit inscrite à l'ordre du
jour pour pouvoir en discuter.
Monsieur le président, en ce qui concerne le projet mieux connu sous
le thème 13,07, je voudrais que vous demandiez l'avis du Conseil
d'Etat, comme vous aviez accepté de le faire lorsque ce dossier était
toujours en négociation dans le cadre du conflit de compétences. En
effet, lorsque ce dossier avait été renvoyé par M. De Batselier au
Sénat, nous avions, à l'époque, par votre intermédiaire, demandé un
avis du Conseil d'Etat.
Le Conseil d'Etat nous avait indiqué qu'il ne pouvait pas répondre à
cette demande de la Chambre étant donné que celle-ci n'était plus
saisie du dossier. C'est donc pour une question de recevabilité que le
Conseil d'Etat avait refusé de nous donner son avis sur le fond, sur la
question de savoir si cette loi devait être adoptée à une majorité
ordinaire ou à une majorité spéciale.
Aujourd'hui, les circonstances ont changé; la Chambre est à nouveau
saisie de ce dossier. Il vous est donc tout à fait possible, monsieur le
président, de demander l'avis du Conseil d'Etat sur ce projet de loi.
Vous allez rétorquer que le Conseil d'Etat s'est déjà penché sur la
question. C'est vrai. Un premier avis avait été rendu dans l'urgence. Il
était très succinct et ne comprenait que trois pages. Néanmoins, alors
que cet avis existait déjà, vous aviez accepté de renvoyer ce dossier
devant le Conseil d'Etat. Par conséquent, rien n'a changé, les
circonstances sont identiques. Les éléments sont exactement les
mêmes aujourd'hui que lorsque vous aviez accepté une première fois,
dans votre grande sagesse, de demander l'avis du Conseil d'Etat.
16.02 Melchior Wathelet (cdH):
Mijnheer de voorzitter, ik zou u
willen vragen het ontwerp 1444
van de regering dat ertoe strekt
13,07% van het vakantiegeld van
de Gemeenschappen en
Gewesten af te houden, aan de
Raad van State voor te leggen om
advies. Het feit dat de Raad van
State al een eerste advies had
uitgebracht, heeft u er ook niet van
weerhouden een tweede verzoek
om advies in te dienen toen het
ontwerp bij de Senaat lag. De
Raad van State is trouwens niet op
dat tweede verzoek ingegaan, met
het argument dat de tekst niet
meer in behandeling was bij de
Kamer. Nu buigt de Kamer zich
echter opnieuw over het ontwerp,
en kan de Raad van State dus ook
opnieuw om advies gevraagd
worden. Het gaat hier om een
belangrijke kwestie, die betrekking
heeft op de financiering van de
deelgebieden en op de vraag
welke meerderheid vereist is om
dit ontwerp aan te nemen.
16.03 Paul Tant (CD&V): "Grande sagesse", monsieur Wathelet,
vous exagérez!
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
16.04 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, M. Tant dit
que j'exagère mais je fais ce que je peux.
En outre, la question que devrait se poser la section législation du
Conseil d'Etat qui peut d'ailleurs se pencher sur un problème de
répartition de compétences ou d'adoption de propositions de loi ou de
projets de loi à la majorité ordinaire ou à la majorité spéciale est
d'une importance fondamentale car elle touche au financement des
Communautés et des Régions et à une mesure prise unilatéralement
par le fédéral imposant une diminution des recettes au niveau des
Régions et des Communautés.
Savoir si cette loi doit être adoptée à une majorité ordinaire ou à une
majorité des deux tiers est, selon moi, une question suffisamment
importante pour notre Etat belge pour que nous demandions au
Conseil d'Etat de se prononcer sur cette question.
Le président: Monsieur Wathelet, nous en avons discuté en
Conférence des présidents et je vous avais promis d'examiner la
question, ce que j'ai fait. Nous avons eu deux communications
téléphoniques puisque vous avez eu l'amabilité de me téléphoner ce
matin et un peu avant le début de la séance de l'après-midi.
Je ne vais pas demander l'avis du Conseil d'Etat et je vais vous dire
pourquoi.
Dans le rapport du Sénat, qui traite du conflit d'intérêts entre le
Parlement flamand et la Chambre des représentants, sur la
proposition d'avis motivé, rapport qui a été émis par l'éminent
collègue et professeur d'université, M. Delpérée, ainsi que par Mme
Van de Casteele, je lis à la page 18 : "Enfin, M. De Croo, président de
la Chambre, a saisi le Conseil d'Etat non pas pour savoir s'il y avait
conflit d'intérêts mais pour savoir si la matière devait être réglée par la
loi ordinaire ou par la loi spéciale parce qu'elle toucherait au
financement. Le Conseil d'Etat a rappelé qu'il s'était déjà exprimé sur
la question au moment de l'introduction du projet initial. La haute
juridiction n'a pas d'objection à ce que la question soit réglée par loi
ordinaire".
C'est cet argument-là qui m'a convaincu de ne pas recourir à cet avis.
Je vous remercie d'avoir fait appel à ma sagesse, qui n'est pas très
grande mais qui est ce qu'elle est!
De voorzitter: Ik weiger nogmaals
het advies van de Raad van State
te vragen want uit het
Senaatsverslag blijkt dat het
advies dat ik had gevraagd, niet
over een belangenconflict ging,
maar over de vraag of deze
aangelegenheid met een
bijzondere of met een gewone
meerderheid diende te worden
geregeld. De Raad van State heeft
er geen bezwaar tegen dat deze
kwestie met een gewone wet
wordt geregeld.
16.05 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, j'avais parlé
de "grande" sagesse mais je vais désormais tempérer mes propos!
Je remarque que, lorsque vous aviez demandé pour la première fois
l'avis au Conseil d'Etat, vous étiez déjà au courant. Vous saviez que le
Conseil d'Etat s'était déjà prononcé sur le projet initial et qu'il n'avait
pas abordé la question de savoir si le projet devait être adopté par
une majorité ordinaire ou par une majorité des deux tiers. Aujourd'hui,
les circonstances sont exactement les mêmes. Cela signifierait donc
que vous vous étiez trompé la fois précédente en acceptant d'envoyer
ce dossier au Conseil d'Etat alors que ce dernier s'était déjà prononcé
sur la question.
Monsieur le président, dans ce genre de matière, prudence et
16.05 Melchior Wathelet (cdH):
U was reeds bereid een tweede
advies te vragen. Op dit terrein
moeten we ons met de grootste
omzichtigheid bewegen, niet
alleen uit loyauteit, maar ook om
de wettelijkheid van de genomen
beslissingen te waarborgen.
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
précaution sont de mise. Je le rappelle, on touche au financement des
entités fédérées et pas pour des montants négligeables. Je vous
rappelle les positions prises notamment par le Parlement flamand à
cet égard. On ne touche à des "peanuts"! Cela concerne de gros
montants qui vont se répéter d'année en année. Ce n'est pas une fois,
c'est récurrent!
Dès lors, il serait plus prudent de demander au Conseil d'Etat si,
effectivement, on va dans la bonne direction. Sinon, il y a des raisons
de croire que l'on devrait, soit revenir en arrière, soit s'interroger
sérieusement. Ce ne serait vraiment pas bon, tant pour la sécurité
juridique des textes que l'on adopte ici que pour les questions de
loyauté que l'on doit respecter entre entités fédérées et entité
fédérale, loyauté que le premier ministre a appelée de ses voeux lors
de nombre de ses interventions, depuis le début de cette législature.
Le président: La première partie de votre "captatio benevolentiae" me
rappelle un enseignement cher à mes pairs/pères; vous l'écrirez
comme vous voulez. Je ne reviens pas sur ma décision.
De voorzitter: Ik kom niet op mijn
beslissing terug.
16.06 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Monsieur le président, je voulais
m'inscrire dans le sens des propos de notre collègue Wathelet en
ajoutant un argument qui est celui du précédent que créera le projet à
discuter tout à l'heure.
En refusant aujourd'hui de nous aider à faire toute la clarté sur le
cadre juridique dans lequel s'introduira cette nouvelle perception sur
les moyens de financement des entités fédérées, vous ne nous
permettez pas d'avoir une réponse claire, juridique, ferme sur la
possibilité ou pas qu'a le gouvernement fédéral, de manière
unilatérale, de prélever de nouveaux moyens.
A ce propos, je rappelle que, dans les débats en commission, le
ministre Vande Lanotte a non seulement défendu sa proposition sur le
pécule de vacances, mais a aussi déjà ouvert le débat pour faire
adopter une mesure similaire pour les primes de fin d'année.
Si, aujourd'hui, on ne peut pas avoir la clarté suffisante et nécessaire,
avec le cadre juridique dans lequel nous travaillons, je crains que,
demain, sur les primes de fin d'année et, après-demain, sur d'autres
mesures, ce genre de décision se répercute indéfiniment.
J'aurais trouvé utile que vous, du haut de votre présidence, avec toute
la sagesse, petite, grande ou moyenne qui est la vôtre, vous décidiez
seul, en âme et conscience, de nous éclairer sur ce volet. Je regrette
d'entendre que votre décision est celle-là; je le regrette d'autant plus,
outre les arguments avancés par notre collègue, que cela risque
d'ouvrir la porte à une répercussion de ce genre de mesures dans
d'autres sphères dans les mois ou les années qui viennent.
Avec le gouvernement fédéral actuellement en place, on peut
s'attendre au pire, surtout avec la croissance et le contexte
économique dans lequel nous entrons.
16.06 Jean-Marc Nollet
(ECOLO): Ik sluit me inhoudelijk
aan bij wat de heer Wathelet heeft
gezegd. Een bijkomend argument
is dat er een precedent wordt
geschapen. U weigert ons bij te
staan in onze poging om meer
duidelijkheid over het juridische
kader te krijgen, waardoor u ons
belet een duidelijk antwoord te
geven. Minister Vande Lanotte
heeft zijn standpunt over het
vakantiegeld in de commissie
verdedigd en hij heeft het debat
opengetrokken om een
gelijksoortige regeling voor de
eindejaarspremie erdoor te krijgen.
Ik vrees dat deze handelwijze in
de komende jaren schering en
inslag zal zijn.
Le président: Merci pour votre réaction, mais je confirme ma
décision.
De voorzitter: Ik blijf bij mijn
beslissing.
Projets et propositions
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Ontwerpen en voorstellen
17 Projet de loi portant modification de la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux
et autres par canalisations (1595/1-6)
- Projet de loi portant modification de la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de
l'électricité (1596/1-6)
17 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige
producten en andere door middel van leidingen (1595/1-6)
- Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de
elektriciteitsmarkt (1596/1-6)
Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces deux projets de loi. (Assentiment)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
17.01 Dalila Douifi, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ik zal in eerste instantie verslag uitbrengen over
het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende
het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van
leidingen en in tweede instantie over het wetsontwerp tot wijziging van
de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de
elektriciteitsmarkt.
Wie er de geschreven verslagen op naslaat, zal zien dat het ontwerp
met betrekking tot de elektriciteitsmarkt een pak dunner is dan het
wetsontwerp met betrekking tot het gas omdat de algemene en de
inhoudelijke bespreking van beide ontwerpen heel veel met elkaar
gemeen had en het verslag van de discussie van het wetsontwerp
met betrekking tot gas het grootste deel van alle uiteenzettingen
vervat.
Ik begin met het verslag van het wetsontwerp van gasachtige
producten en andere door middel van leidingen. Ik wil even meegeven
dat wat de procedure betreft het voorstel tot hoorzittingen van
collega's Gerkens en Creyf werd verworpen met vier stemmen voor,
drie stemmen tegen en twee onthoudingen.
Het wetsontwerp beoogt de omzetting van een richtlijn van het
Europees Parlement en van de Europese Raad van juni 2003
betreffende de gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor
aardgas en tot intrekking van een richtlijn van juni 1998.
Zoals ik al in mijn inleiding zei, zijn er heel wat overeenkomsten met
het wetsontwerp inzake elektriciteit. De verschillen bestaan
voornamelijk in de mogelijkheid om gas op te slaan, wat niet kan voor
elektriciteit, en in het feit dat België zelf zijn elektriciteit kan opwekken,
wat niet mogelijk is voor gas dat immers moet worden ingevoerd.
Het wetsontwerp dat de richtlijn omzet, omvat vier aspecten: de
aanwijzing van een of meer netwerkbeheerders, de juridische
scheiding, de gereguleerde toegang van derden tot het net en de
versnelling van het tijdsschema voor de openstelling van de gasmarkt.
Dat houdt in dat men de liberalisering in die sector wenst verder te
17.01 Dalila Douifi, rapporteur:
Je ferai rapport simultanément sur
le projet de loi portant modification
de la loi du 12 avril 1965 relative
au transport de produits gazeux et
autres par canalisations et sur le
projet de loi portant modification
de la loi du 29 avril 1999 relative à
l'organisation du marché de
l'électricité. Les discussions
générales et de fond sur les deux
projets étaient intimement liées.
La proposition de Mmes Gerkens
et Creyf d'organiser des auditions
à propos du projet de loi relatif aux
produits gazeux, a été rejetée. Ce
projet vise à transposer une
directive du Parlement européen
et du Conseil européen de juin
2003 concernant les règles
communes pour le marché
intérieur du gaz naturel et
abrogeant une directive de juin
1998.
Il comporte quatre aspects: la
désignation d'un gestionnaire de
réseaux, la séparation juridique,
l'accès régulé des tiers au réseau
et l'accélération du calendrier
d'ouverture du marché du gaz. Le
projet exécute en outre un certain
nombre de dispositions contenues
dans l'accord de gouvernement
fédéral de juillet 2003. Sur ces
points-là, le projet s'écarte de la
directive européenne.
Un
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
zetten.
Bovendien legt het wetsontwerp een aantal bepalingen ten uitvoer die
zijn opgenomen in het federaal regeerakkoord van juli 2003. Op die
punten wijkt het wetsontwerp dus af van de voormelde richtlijn. Er
wordt een meerjarentariefmechanisme voor het vervoer ingesteld in
de plaats van de thans toegepaste jaarlijkse tariefmethodologie. Zo
wordt tevens tegemoetgekomen aan de vereisten inzake
voorspelbaarheid en stabiliteit opgelegd door de Europese richtlijn.
De opdrachten toegekend aan de overheden bevoegd voor de
vrijmaking van de aardgasmarkt worden opnieuw gedefinieerd. Er
wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de opdrachten
inzake beleidsvoorbereiding door het bestuur, de algemene directie
Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO,
Middenstand en Energie en de opdrachten inzake toezicht op de
werking van de markt voor de regulator - de CREG, de commissie
voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas.
Wat de algemene bespreking betreft, worden het wetsontwerp tot
wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van
gasachtige producten en andere door middel van leidingen, alsook
het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende
de organisatie van de elektriciteitsmarkt samen besproken omdat
beide wetsontwerpen zeer gelijklopend zijn.
Namens de PS-fractie zei mevrouw Lalieux dat haar fractie positief
staat, zowel tegenover het wetsontwerp betreffende het vervoer van
gasachtige producten en andere, als tegenover het wetsontwerp tot
wijziging van de wet van 1999 betreffende de organisatie van de
elektriciteitsmarkt. De collega wees erop dat beide wetsontwerpen de
corporate governance-regels invoeren voor de netbeheerders en een
betere regeling bevatten inzake controle op de verschillende actoren
van de energiemarkt.
Volgens collega Lalieux komt er een duidelijkere taakverdeling tussen
de bevoegde administratie en de regulator. Voor haar was de politieke
rol van de regulator vroeger te groot. Deze wordt thans ingeperkt ten
voordele van de administratie. Op vraag van de distributeurs wordt
eveneens een meerjarentariefsysteem voor het transport en de
distributie van gas en elektriciteit ingevoerd. Volgens mevrouw Lalieux
moet dit zorgen voor de voorspelbaarheid van de gas- en
elektriciteitstarieven. Dit is, haar inziens, voordelig voor alle actoren
actief op de energiemarkt.
Namens de PS betreurt collega Lalieux evenwel dat de liberalisering
nog niet heeft geleid tot een lagere elektriciteitsprijs. Dat is volgens
haar te verklaren door de monopolies die nog steeds bestaan. De
consumenten verdienen goedkopere energietarieven. Zij vroeg de
minister meer informatie te geven over de studie die de federale
regering besteld heeft bij de CREG, over de samenstelling van de
energietarieven, meer in het bijzonder of deze studie een verklaring
geeft voor de stijging van de tarieven ondanks de liberalisering.
Namens de fractie ECOLO betreurt mevrouw Gerkens dat de
commissie niet heeft ingestemd met de hoorzittingen waarop in eerste
instantie de CREG kon worden gehoord. In beide wetsontwerpen gaat
het, haar inziens, om een voor onze samenleving zeer belangrijke
mécanisme pluriannuel pour le
transport est instauré, en lieu et
place de la méthodologie tarifaire
annuelle actuellement appliquée. Il
est ainsi répondu aux exigences
de prévisibilité et de stabilité
imposées par la directive
européenne.
Les missions dévolues aux
autorités compétentes en matière
de libéralisation du marché du gaz
naturel, sont redéfinies. Une
distinction est opérée entre les
missions de préparation de la
politique par l'administration et la
mission de surveillance du
fonctionnement du marché par le
régulateur, la Commission de
Régulation de l'Electricité et du
Gaz (CREG).
S'exprimant au nom du PS, Mme
Lalieux a déclaré que son parti
soutenait les deux projets de loi.
Elle a souligné que tous deux
introduisent des règles en matière
de corporate governance pour les
gestionnaires de réseau et
comportent une meilleure
réglementation dans le cadre du
contrôle des différents acteurs
actifs sur le marché de l'énergie.
Les tâches de l'administration
compétente et du régulateur, dont
le rôle est à présent limité. seront
clairement délimitées. Un système
de tarifs pluriannuels pour le
transport et la distribution de gaz
et d'électricité sera introduit à la
demande des distributeurs, ce qui
se traduira selon Mme Lalieux par
une prévisibilité des tarifs.
Elle déplore que la libéralisation
n'ait pas encore donné lieu à une
baisse des prix car des monopoles
existent toujours. Elle demande
des renseignements
supplémentaires à propos de
l'étude relative à la composition
des tarifs d'énergie, réalisée par la
CREG à la demande du
gouvernement.
Au nom d'ECOLO, Mme Gerkens
a déploré que la commission ne
soit pas favorable aux auditions.
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
sector, niet alleen op economisch maar ook op sociaal vlak en op het
vlak van milieu. Zij vindt dat bij de uitwerking weinig aandacht werd
besteed aan de koopkracht van gezinnen en aan de
concurrentiekracht van de ondernemingen. Beide wetsontwerpen
verplichten de regering er niet toe de CREG te raadplegen over een
voorontwerp van wet. Volgens mevrouw Gerkens lijkt het evenwel
voor de hand te liggen dat de regering de regulator raadpleegt ter
gelegenheid van een aanzienlijke wijziging van beide wetten. De
vorige regering heeft dat niet gedaan, zei ze, maar heeft evenmin
ingrijpende wijzigingen aangebracht.
Ze gaat verder in de commissie en zegt dat zelfs de Raad van State in
zijn advies aangegeven heeft dat terzake weliswaar geen enkele
wettelijke verplichting geldt, maar dat het toch aanbeveling verdient
het advies in de winnen van de CREG over die wetsontwerpen, gelet
op het belang en het zeer technische karakter ervan. Daarom betreurt
mevrouw Gerkens ten zeerste dat er geen gevolg is gegeven aan het
advies van de Raad van State.
Collega Gerkens vindt het ook spijtig dat in deze volgens haar
hoegenaamd geen rekening gehouden wordt met het advies van de
algemene raad van de CREG. Volgens mevrouw Gerkens staan die
twee wetsontwerpen haaks op het advies van de algemene raad van
de CREG. Zij gaat ervan uit dat er een heel andere richting moet
worden gevolgd dan degene die wordt aangegeven door de regulator
en de vertegenwoordigers van de vakbonden en de ondernemingen.
Volgens mevrouw Gerkens is de kans dan ook groot dat sommige
personen, instellingen, ondernemingen of verenigingen daarvan de
wetsontwerpen aanvechten voor het Arbitragehof of de Europese
Commissie. Volgens haar zal er veel onzekerheid en instabiliteit zijn,
wat nadelig is voor de goede werking van een markt, de economische
groei en het goede bestuur van het land.
Inzake de regulering van de elektriciteitsmarkt en van de gasmarkt
stelde mevrouw Gerkens samenvattend dat de elektriciteitsmarkt en
de gasmarkt een sterke regulering vereisen, zoniet werkt het niet. De
vorige regering heeft volgens haar die logica doorgetrokken door een
sterke regulator aan te wijzen, namelijk de CREG, door een hele
reeks van koninklijke besluiten uit te vaardigen en door een
netwerkbeheerder aan te wijzen aan wie specifieke regels van
corporate-government werden opgelegd. Dat alles is er echter niet
gekomen, zegt mevrouw Gerkens.
Inzake de huidige toestand in België ontwikkelt collega Gerkens
namens haar fractie ook een aantal visies, met name dat de regering
Elia, de beheerder van het transportnetwerk, ertoe verplicht zijn
kapitaal open te stellen voor derden en strenge regels heeft opgelegd
inzake corporate-government. Dat was wel degelijk nodig, vindt
mevrouw Gerkens. De oprichting van een sterke en onafhankelijke
regulator, de CREG, was dus een goede zaak.
De openbare dienstverplichtingen, de sociale tarieven, het sociaal
fonds en het Kyoto-fonds zijn voor mevrouw Gerkens even belangrijk
als de regulering. Daarom is zij verheugd dat daaraan niet werd
geraakt in beide wetsontwerpen.
Mevrouw Gerkens constateert dat deze regering het beleid van het
Elle juge pourtant le secteur
essentiel au niveau économique,
social et environnemental. A ses
yeux, le pouvoir d'achat des
familles et la compétitivité des
entreprises ont été négligés lors
de l'élaboration de ces deux
projets. Ils n'obligent pas le
gouvernement à consulter la
CREG sur un avant-projet de loi
mais il lui paraît logique que le
gouvernement recueille l'avis du
régulateur en vue d'une
modification importante des deux
lois.
Mme Gerkens rappelle que le
Conseil d'Etat a également
recommandé de consulter la
CREG. Elle regrette vivement que
le gouvernement n'ait pas tenu
compte de cet avis ni de celui du
conseil général de la CREG. Selon
Mme Gerkens, il est fort probable
que certaines personnes,
organismes, entreprises ou
fédérations d'entreprises attaquent
les projets de loi devant la Cour
d'Arbitrage ou la Commission
européenne, ce qui entraînerait
beaucoup d'incertitude et
d'instabilité et nuirait au bon
fonctionnement du marché, à la
croissance économique et à la
bonne gestion du pays.
Mme Gerkens soutient que les
marchés de l'électricité et du gaz
nécessitent une forte régulation.
En ce qui concerne la situation
actuelle en Belgique, elle estime
que le gouvernement a imposé à
Elia une ouverture de son capital à
des tiers et des règles sévères en
matière de gouvernance
d'entreprise, ce qui pour elle
s'avérait nécessaire.
Pour Mme Gerkens, les
obligations de service public, les
tarifs sociaux, le fonds social et le
fonds Kyoto étaient aussi
importants que la régulation. Elle
est donc heureuse qu'ils n'aient
pas été remis en cause dans les
deux projets de loi. Elle constate
que ce gouvernement ne suit pas
la politique du précédent cabinet et
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
vorige kabinet niet voortzet en dat zij afziet van reguleringen. Zij
illustreert dat ook in haar betoog in de commissie met een viertal
feiten, die uitgebreid aan bod komen in het geschreven verslag.
Volgens collega Gerkens draait een kernvraagstuk bij beide
wetsontwerpen om de keuze voor meerjarentarieven en de manier
waarop die tarieven worden goedgekeurd. Hoe hoger de
transmissietarieven liggen, volgens haar, hoe meer inkomsten de
netbeheerders hebben. Hogere tarieven bemoeilijken de werking van
de markt, aangezien uiteindelijk de gezinnen en de ondernemingen
die tarieven moeten betalen. Elke aandeelhouder, hetzij een privé-
aandeelhouder, hetzij een overheidsaandeelhouder, zal
vanzelfsprekend proberen de inkomsten te verhogen door de
transmissietarieven op te trekken, volgens collega Gerkens. De
wetgever heeft tot taak een behoorlijk evenwicht te vinden, zegt zij,
tussen enerzijds het algemeen belang en anderzijds, het belang van
de aandeelhouders van de netten.
Collega Gerkens heeft in de commissie ook commentaar gegeven bij
enkele aspecten van het vraagstuk van de transmissietarieven, met
telkens een vergelijking met het beleid van de vorige regering en de
krachtlijnen van twee momenteel ter bespreking voorliggende
wetsontwerpen. Zij onderstreept ook het belang van de goede
infrastructuur. Daarom vindt collega Gerkens het ook goed dat in het
wetsontwerp in verband met elektriciteit het principe van een
koninklijk besluit over de tariefstructuur op voorstel van de CREG
gehandhaafd wordt. Het wetsontwerp in verband met gas
daarentegen, handhaaft dat principe niet: dat wordt een koninklijk
besluit over de tariefstructuur na advies, wat zij betreurt.
Mevrouw Gerkens vraagt zich dan ook af of met beide wetsontwerpen
de CREG de bevoegdheid op de controle van de kosten nog wel
degelijk kan uitoefenen. Als dat niet zo is zegt zij , dan is er sprake
van een einde van de regulering. Volgens mevrouw Gerkens moet de
CREG om de kosten te kunnen controleren, toegang hebben tot alle
inlichtingen. Zij bevraagt ook de minister over de goedkeuring van de
tarieven en van de begroting van de transportnetbeheerders, omdat
volgens haar de wetsontwerpen terzake een grondige wijziging
inhouden. Mevrouw Gerkens ziet niet in welke voordelen het instellen
van meerjarentarieven inhoudt, vermits de Europese richtlijnen zulks
niet opleggen. Zij stelt dan ook de vraag of de bestaande jaarlijkse
tarieven een knelpunt vormen. Die regeling werkt vandaag goed
volgens haar, afgezien van het feit dat sommige netbeheerders hun
rendabiliteit onvoldoende achten en daarom een overtrokken
begroting en te hoge tarieven indienen, waarmee zij in dezen het
belang van de rol van de CREG volgens haar aanhaalt. Zij pleit in
dezen dan ook voor het behoud van de vigerende regeling.
Voorts uit collega Gerkens een aantal bedenkingen over het
wetsontwerp in verband met gas.
Zij snijdt daarbij enkele aspecten van de Belgische gasmarkt aan,
meer in het bijzonder de ontwikkeling van de gasmarkt, de opwarming
van de aarde en het Kyoto-protocol, de machtsgreep van Suez, de
verplichtingen inzake openbare dienstverlening, de gedragscode en
de overheveling van bevoegdheden van de CREG naar de
administratie. Zij heeft het ook over corporate governance bij Fluxys.
Mevrouw Gerkens overloopt een aantal in de voorliggende
qu'il abandonne la régulation.
Selon elle, les points essentiels
des deux projets de loi sont le
choix de tarifs pluriannuels et la
méthodologie de l'approbation des
tarifs. Plus les tarifs de transport
sont élevés, plus les gestionnaires
de réseau voient leurs recettes
augmenter. Chaque actionnaire va
essayer d'augmenter ces recettes
en relevant les tarifs de transport,
ce qui pourrait nuire au
fonctionnement du marché. Pour
elle, il incombe au législateur de
trouver un équilibre entre l'intérêt
général et l'intérêt des
actionnaires.
Mme Gerkens souligne
l'importance de la qualité de
l'infrastructure, et se félicite du
maintien de l'arrêté royal relatif à la
structure tarifaire pour le projet
concernant l'électricité. Il n'en est
pas ainsi pour le projet concernant
le gaz. Elle se demande si la
CREG sera encore en mesure de
contrôler les frais. Si tel n'est pas
le cas, il ne peut plus être question
de régulation. Mme Gerkens ne
comprend pas quels peuvent être
les avantages de l'instauration de
tarifs pluriannuels. Les directives
européennes ne l'imposent pas.
Elle plaide en faveur du maintien
du régime actuel.
Ensuite, elle commente le projet
de loi relatif au gaz. Elle s'attarde
sur quelques aspects du marché
du gaz en Belgique et les règles
de corporate governance chez
Fluxys. Elle interroge le ministre
sur l'évolution du marché belge de
l'électricité. Elle craint que ce
projet de loi ne sonne le glas de la
régulation par la CREG, avec
toutes les conséquences
fâcheuses que cela pourrait
entraîner pour les sociétés et les
ménages. Il ne faut pas espérer
qu'une concurrence saine et
équitable ne s'installe, et le
consommateur ne sera pas
protégé par ce projet de loi,
asocial aux yeux de Mme
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
wetsontwerpen opgenomen bepalingen inzake corporate governance
en vergelijkt die met de beleidslijn die de vorige regering had
uitgestippeld, via het thans vigerende koninklijk besluit dat op Elia van
toepassing is.
Omtrent het wetsontwerp inzake elektriciteit spreekt mevrouw
Gerkens over enkele aspecten van de elektriciteitsmarkt in ons land,
meer bepaald over de evolutie van de elektriciteitsmarkt, waarover zij
de minister een pak vragen stelt, met betrekking tot de liquiditeit van
de elektriciteitsmarkt, de verplichtingen inzake openbare
dienstverlening dat vindt zij ook een zeer belangrijk aspect van dit
dossier en de overheveling van de bevoegdheden van de CREG
naar de administratie, waarbij zij de minister bevraagt over het al dan
niet voldoen van de middelen aan de administratie ter beschikking
worden gesteld.
Inzake de regulering vreest mevrouw Gerkens dat dit wetsontwerp zal
leiden tot het einde van de regulering door de CREG die haar werk
niet meer zal kunnen doen, dat de kosten de pan zullen uitswingen,
dat de privé-sector buitensporige winsten zal maken en dat er
eventueel wat peanuts zullen overblijven voor de gemeenten. Alles
komt volgens haar terecht op de rug van de bedrijven en de gezinnen.
Dit heeft niets te maken met de bevordering van een gezonde en
billijke concurrentie, volgens mevrouw Gerkens, en niets met de
bescherming van de consument. Volgens mevrouw Gerkens betreft
het dus een hoogst asociaal wetsontwerp.
Collega Lano vindt, namens de VLD-fractie, een aantal van de
opmerkingen van mevrouw Gerkens terecht en roept op tot een
zekere waakzaamheid bij de behandeling van de wetsontwerpen
betreffende gas en elektriciteit. Anderzijds is collega Lano van mening
dat mevrouw Gerkens te veel geloof hecht aan de CREG. Hij
repliceert op een aantal van haar stellingen en vindt dat de CREG
geen heilige instelling is. Bepaalde opdrachten van de CREG kunnen
worden overgenomen door andere instanties die zich evengoed van
hun taak zullen kwijten als de CREG. Als er een benchmarking komt
over de prijs, dan moet die gaan over de totaliteit van de energieprijs,
met inbegrip van de kosten naar aanleiding van de uitstap van de
kernenergie. Volgens de heer Lano mag er geen beursgang komen
van Elia als er geen transportcapaciteit is. Hij zegt dat de koers van
het aandeel Fluxys niet wordt bepaald door de prijszetting van Elia,
maar in belangrijke mate door externe factoren. De VLD-fractie wenst
de liberalisering van de energiemarkt verder te voltooien, zo
verwoordt de heer Lano in de commissie, zodat de competitiviteit van
de ondernemingen nog toeneemt en de energietarieven voor de
gebruikers nog verder dalen.
Vervolgens bespreekt de heer Lano de volgens zijn politieke groep
belangrijke elementen van het wetsontwerp over gas.
Met betrekking tot het beheer van het gasnetwerk wordt in het
wetsontwerp over gas geopteerd voor het aanstellen van drie
netbeheerders. Dergelijk systeem heeft diverse voordelen waaronder
het behoud van de tarifaire perequatie in het hele land. De
onafhankelijkheid van de netwerkbeheerder moet een goede werking
van de gasmarkt mogelijk maken. Het gouden aandeel van de Staat
in de netwerkbeheerder blijft behouden als een bijkomende vorm van
controle.
Gerkens.
M. Lano rejoint en partie les
observations de Mme Gerkens. Il
pense cependant qu'elle croit trop
en la CREG. Un benchmarking
concernant le prix doit porter sur le
prix total de l'énergie. Une cotation
en bourse d'Elia n'est pas possible
sans capacité de transport. Le
cours de l'action Fluxys n'est pas
déterminé par la fixation du prix
d'Elia mais par des facteurs
externes. Le VLD souhaite
achever la libéralisation du secteur
de l'énergie.
M. Lano souligne l'avantage qui
résulte de ce que le projet de loi
opte pour la désignation de trois
gestionnaires de réseau de gaz. Il
est vrai que le mécanisme de tarif
pluriannuel accroît la sécurité
juridique, mais il faut être attentif à
l'équilibre entre le gestionnaire de
réseau et le consommateur. M.
Lano examine ensuite les deux
directives en matière d'électricité
qui constituent le fondement du
projet de loi.
La commission examine alors les
éléments majeurs du projet de loi
sur l'électricité. Le projet a
davantage pour objectif d'assurer
l'approvisionnement que de
libéraliser le marché. Il insère
également de nouvelles
dispositions qui favorisent
l'indépendance des gestionnaires
de réseau. Le mécanisme de tarif
pluriannuel favorise la sécurité
juridique. A cet égard, une
concertation avec les Régions est
requise. Pour l'électricité, tout
comme pour le gaz, il faut veiller à
l'existence d'un équilibre entre le
gestionnaire de réseau et le
consommateur.
Mme Creyf retrace la genèse des
projets. Le comité de direction de
la CREG a, de sa propre initiative,
rendu un avis auquel Elia et Fluxys
ont réagi négativement. En
novembre 2004, le conseil général
de la CREG a rendu un avis sur
l'avant-projet de la loi électricité
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
Het meerjarentariefsysteem verhoogt de rechtszekerheid, maar er
moet evenwel over worden gewaakt dat het evenwicht tussen
netbeheerder en consument bewaard blijft. De netbeheerder dient
over een voldoende inkomen te beschikken om te kunnen investeren
in onderhoud en ontwikkeling van het net. De consument moet
kunnen genieten van lage tarieven, maar dit mag niet ten koste gaan
van de kwaliteit van de dienstverlening. Nieuwe infrastructuren
worden ontwikkeld en de bestaande capaciteit wordt verhoogd omdat
gas in de toekomst nog een belangrijkere rol zal spelen in onze
maatschappij. Het indicatief plan moet de toekomstige
aardgasbevoorrading verzekeren. De uitstap uit de kernenergie zorgt
ervoor dat heel wat centrales zullen moeten worden bijgebouwd. Het
wetsontwerp voorziet ook in een administratieve vereenvoudiging en
een nieuwe taakverdeling tussen de administratie en de CREG.
De heer Lano bespreekt vervolgens in de commissie kort de twee
elektriciteitsrichtlijnen die aan de basis liggen van het wetsontwerp tot
wijziging van de wet van 1999. Volgens hem zijn de belangrijkste
punten het toezicht op de bevoorradingszekerheid, technische
voorschriften, een toelatingsprocedure voor nieuwe capaciteiten,
aanbestedingen voor de levering van nieuwe capaciteiten, een
juridische scheiding van de netbeheerders, een
meerjarentariefmechanisme en een herdefiniëring van de taken van
de CREG.
Tot slot worden in de commissie de belangrijkste elementen van het
wetsontwerp over elektriciteit besproken. Het ontwerp beoogt met
name vooral de verzekering van de bevoorrading eerder dan de
liberalisering van de markt. Er worden ook nieuwe bepalingen
ingevoerd om de onafhankelijkheid van de netbeheerders te
bevorderen. Het instellen van het meerjarentariefsysteem komt de
rechtszekerheid ten goede. Er zou ook overleg moeten worden
gepleegd met de Gewesten om het meerjarentariefsysteem ook van
toepassing te maken op de Gewesten. Zoals bij de gastarieven
moeten er ook bij de elektriciteitstarieven over worden gewaakt dat
het delicaat evenwicht tussen netbeheerder en consument bewaard
blijft.
Mevrouw Creyf schetst namens de CD&V-fractie in eerste instantie de
ontstaansgeschiedenis in de commissie van beide ontwerpen. Zij
onderstreept hierbij het feit dat het directiecomité van de CREG in
september 2004 op eigen initiatief een advies uitbracht op basis van
de Europese richtlijn, het federaal regeerakkoord en de beleidsnota
van de minister. De CREG stelt een uitbreiding voor van haar eigen
bevoegdheden, onder andere voor de opstelling van het indicatief
uitrustingsprogramma voor de productiemiddelen in de
elektriciteitssector. De gecontroleerde partijen, Elia en Fluxys
reageerden negatief op dit advies, zegt mevrouw Creyf.
Collega Creyf vermeldt ook dat in november 2004 de Algemene Raad
van de CREG, waarin vertegenwoordigers zetelen van de verbruikers
en de Gewesten, een advies heeft uitgebracht over het voorontwerp
van elektriciteitswet van juni 2004. In dat advies stelt zij dat geenszins
beantwoord wordt aan de gestelde eisen van omzetting van de
Europese Richtlijn, de onafhankelijkheid van de operator en de
onafhankelijke controles.
qui, à ses yeux, ne répond pas aux
exigences de la transposition de la
directive européenne, de
l'indépendance de l'opérateur et
du contrôle indépendant. Le
traitement des projets de loi s'est
poursuivi au sein de groupes de
travail intercabinets, sans
concertation avec les Régions.
Sp.a-spirit et le PS ont fait de
l'obstruction en liant le projet au
dossier C-Power. Le VLD était
opposé à l'établissement d'un tel
lien parce qu'il entraînerait une
hausse du prix de l'électricité. M.
Verwilghen n'étant pas en mesure
d'annuler cette liaison, le dossier
relatif à la réduction des charges
sur l'énergie pour les entreprises y
sera également lié. Le Conseil des
ministres a approuvé le tarif
dégressif pour les entreprises en
janvier 2005. La proposition du
ministre M. Verwilghen de
ramener de 21 à 6% le taux de
TVA sur l'électricité n'a cependant
pas été acceptée. Les projets
seront donc approuvés aux
conditions dictées par les
socialistes.
Mme Creyf estime que les projets
sont trop taillés sur mesure pour
Suez-Tractebel. La société civile
est totalement absente du débat.
Le projet limite les compétences
de la CREG en matière de gaz et
d'électricité. En outre, le Parlement
est complètement mis hors-jeu.
Les décisions importantes seront
dorénavant prises par les
fonctionnaires. Selon Mme Creyf,
la participation et le contrôle
démocratiques sont insuffisants.
Toujours selon Mme Creyf, la
Région flamande ne peut être
d'accord avec la disposition selon
laquelle la concertation avec les
Régions n'est pas obligatoire lors
de la rédaction de l'étude
prospective relative à
l'approvisionnement en électricité.
Une telle concertation favoriserait
l'utilisation de sources d'énergie
renouvelables. La CREG ne peut
désormais plus intervenir qu'à titre
consultatif alors qu'elle avait
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
Mevrouw Creyf betreurt ook dat volgens haar de wetsontwerpen
verder werden behandeld in interkabinettenwerkgroepen, zonder
overleg gepleegd te hebben met de Gewesten. De sp.a-spirit-fractie
en de PS-fractie houden volgens haar de wetsontwerpen tegen omdat
zij de koppeling willen aan het C-powerdossier zo zegt zij , zoals
beslist op de Ministerraad in Gembloux. Concreet vragen de
socialisten, aldus mevrouw Creyf, een bijdrage van de netbeheerder
Elia in de kosten van de zeekabel ten belope van 5 miljoen euro per
jaar gedurende drie jaar en de verplichting voor Elia om groene
stroomcertificaten op de domeinconcessie in de Noordzee aan te
kopen tegen een minimumprijs van 120 euro per stuk.
Collega Creyf zegt voorts in haar betoog dat de VLD tegen die
koppeling is omdat die de elektriciteitsprijzen zal doen stijgen. Omdat
minister Verwilghen die koppeling niet ongedaan kan maken, wordt,
volgens mevrouw Creyf, het dossier van de lastenverlaging op
energie voor bedrijven er ook aan gekoppeld.
Het degressief tarief voor de bedrijven wordt goedgekeurd door de
Ministerraad in januari 2005. In januari oppert minister Verwilghen,
zegt mevrouw Creyf, ook nog het idee om de BTW op de elektriciteit
te verlagen van 21% naar 6%, maar wordt daarvoor teruggefloten
door de regeringspartners. Mevrouw Creyf verwijst daarvoor naar
krantenartikels.
Mevrouw Creyf concludeert dus dat de VLD bakzeil heeft moeten
halen aangezien de wetsontwerpen door de Ministerraad worden
goedgekeurd onder de voorwaarden van de socialisten.
Vervolgens gaat collega Creyf over tot haar inhoudelijke bedenkingen.
Daarbij zegt zij dat de wetsontwerpen te veel geschreven zijn in
functie van Suez-Tractebel. Ondanks het feit dat Elia en Fluxys, die
dochterondernemingen zijn van de Suez-holding, als netbeheerders
een bijzondere strategische taak vervullen, mag ook het algemeen
belang en het belang van de verbruiker niet uit het oog verloren
worden. Collega Creyf betreurt dat het middenveld in dat debat totaal
wordt genegeerd, volgens haar.
De bevoegdheden van de CREG inzake de sectoren gas en
elektriciteit worden in deze ontwerpen ingeperkt, inclusief die van de
algemene raad van de CREG, dat nog het enige orgaan is waar het
middenveld zich kan uitspreken over het federaal energiebeleid, vindt
collega Creyf.
Zij vindt ook dat het Parlement volledig buitenspel wordt gezet in deze
wetsontwerpen. Alle beslissingen in verband met
bevoorradingszekerheid, energiekosten, diversificatie van de
energiedragers, de planning en investeringen op lange termijn en de
veiligheidsaspecten, zullen voortaan genomen worden door
ambtenaren zoals de algemene directie Energie, het Federaal
Planbureau en het CBFA. Te weinig democratische inspraak en
controle, vindt collega Creyf namens haar fractie.
Zij wijst ook op het overleg met de Gewesten. Volgens haar kan het
Vlaams Gewest niet akkoord gaan met de bepaling dat er voor het
opstellen van de prospectieve studie over de elektriciteitsbevoorrading
geen verplichting is om overleg te plegen met de Gewesten. Dergelijk
overleg is nochtans noodzakelijk voor de bevordering van het gebruik
précédemment le droit de le faire
proactivement.
Mme Creyf estime que le comité
de «corporate governance»
constitue une garantie insuffisante
d'une indépendance pourtant
nécessaire, a fortiori dans le
secteur de l'électricité où 64 % des
actions du gestionnaire du réseau
de transmission sont détenus par
Electrabel. En outre, selon elle, les
dispositions prévues n'ont pas une
teneur identique dans les deux
projets et elle demande au
ministre plus d'explications à ce
sujet.
En matière de tarifs, le groupe
CD&V préconise l'instauration d'un
mécanisme tarifaire pluriannuel
pour la transmission et la
distribution en lieu et place de la
méthodologie tarifaire annuelle qui
est en vigueur actuellement. Les
tensions entre la CREG et le
gestionnaire de réseau
diminueront à partir du moment où
la fixation des tarifs sera plus
stable, prévisible et transparente.
Mais selon Mme Creyf, un contrôle
intermédiaire reste une nécessité.
Mme Creyf exprime des doutes
quant au fait que ces deux projets
de loi favoriseront la libéralisation
du marché. Les gestionnaires de
réseau obtiennent de nombreuses
libertés et ont la possibilité de
facturer toute une série de coûts,
le contrôle est affaibli et les
consommateurs devront payer
davantage.
Mme De Meyer a expliqué le point
de vue de son parti. Pour ce
dernier, l'essentiel est que la
libéralisation entraîne une
diminution des prix. Dans ce
cadre, il faut favoriser un
fonctionnement optimal du
marché, afin que le risque de
domination du marché
disparaisse, et opérer une
séparation juridique entre le
gestionnaire de réseau, les
fournisseurs et les
consommateurs et un système
d'obligations de service public.
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
van hernieuwbare energiebronnen, wat een onderdeel vormt van deze
prospectieve studie, alsook voor de regionale energiepolitiek in het
algemeen, zegt zij.
In verband met de relaties tussen de CREG, de regering, de
algemene directie Energie en de Raad voor de Mededinging is
mevrouw Creyf het eens met de kritiek van de algemene raad. Door
de wijzigingen kan de CREG louter adviserend optreden terwijl ze
vroeger proactief voorstellen kon formuleren. Er worden een aantal
voorbeelden opgesomd door collega Creyf. Zij zegt dat de CD&V-
fractie van mening is dat de CREG haar rol van regulator in alle
onafhankelijkheid moet kunnen vervullen en vraagt zich dan ook af of
dit wel mogelijk wordt gemaakt door deze wetsontwerpen. Er wordt
een te grote vrijheid gegeven aan de netbeheerders-monopolisten
waardoor de controle in functie van het algemeen belang in de
verdrukking komt, volgens de CD&V-fractie.
Inzake de corporate governance-regels vindt mevrouw Creyf dat het
corporate governance-comité onvoldoende garantie vormt voor de
noodzakelijke onafhankelijkheid, zeker in de elektriciteitssector waar
nog 64% van de aandelen van de transmissienetwerkbeheerder in
handen is van de dominante producent Electrabel. Deze regeling is
niet in overeenstemming met de geest van de betrokken richtlijn,
volgens mevrouw Creyf, die strenge eisen stelt aan de
onafhankelijkheid van de netbeheerder.
Opvallend voor collega Creyf is ook dat de bepalingen inzake
corporate governance niet op dezelfde wijze worden ingevuld in het
wetsontwerp elektriciteit en het wetsontwerp gas. Mevrouw Creyf
geeft een aantal voorbeelden van deze verschillen om haar stelling te
illustreren. Ten eerste, in het wetsontwerp inzake elektriciteit, moet de
raad van bestuur minstens voor de helft samengesteld zijn uit
onafhankelijke bestuurders, maar in het wetsontwerp inzake gas
slechts voor een derde. In het wetsontwerp elektriciteit moet de
meerderheid van het auditcomité bestaan uit onafhankelijke
bestuurders, maar in het wetsontwerp gas slechts een derde. De
taken van het corporate governance-comité zijn in het wetsontwerp
gas en in het wetsontwerp elektriciteit verschillend. Bij de beoordeling
van de onafhankelijkheid van de bestuurders wordt in het
wetsontwerp elektriciteit de CREG als adviesorgaan geraadpleegd. In
het wetsontwerp gas komt deze rol toe aan de CBFA. In het
wetsontwerp gas kan de raad van bestuur voor de benoeming van de
onafhankelijke bestuurders afwijken van een advies van het corporate
governance-comité. Ze bevraagt hierover dan ook uitvoerig de
minister.
Inzake de tarieven is de CD&V-fractie voorstander van de invoering
van een meerjarentariefmechanisme voor de transmissie en de
distributie, dat in de plaats komt van de momenteel toegepaste
jaarlijkse tariefmethodologie. Daardoor zal de spanning tussen de
CREG en de netbeheerder afnemen omdat er meer stabiliteit,
voorspelbaarheid en transparantie zal komen in de tarificatie. Dit
meerjarentariefmechanisme heeft enkel zin als ook een tussentijdse
controle mogelijk is, stelt mevrouw Creyf.
Zij betwijfelt ook of de wetsontwerpen de vrije marktwerking zullen
bevorderen: de netbeheerders krijgen veel ruimte en kunnen, volgens
haar, allerlei kosten aanrekenen; de controle wordt verzwakt en
Mme De Meyer a demandé au
ministre si ces projets de loi ne
s'opposaient pas à l'accord de
gouvernement et s'est informée
des mesures qu'il prendrait en
faveur des défavorisés qui
éprouvent déjà de grosses
difficultés à payer leur facture
d'énergie et devront aussi verser
prochainement une indemnité fixe.
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
consumenten zullen meer betalen.
Collega Magda De Meyer geeft uitleg bij de standpunten van de sp.a-
spirit-fractie en zegt dat voor haar fractie het belangrijkste is dat de
liberalisering van de energiemarkt tot lagere tarieven leidt. Daarbij
moet de aandacht vooral gaan naar een optimaal werkende markt,
zodat het risico op marktdominantie verdwijnt, naar een juridische
scheiding tussen de netbeheerder, de leveranciers en de
consumenten en naar een uitgebouwd systeem van openbare
dienstverplichtingen.
Mevrouw De Meyer heeft twee belangrijke vragen aan de minister
gesteld. In het regeerakkoord staat vermeld dat de
beleidsvoorbereiding moet toekomen aan de administratie en de
regulatie aan de CREG. In het advies van de Algemene Raad van de
CREG staat te lezen dat de regering in haar wetsontwerpen geen
rekening heeft gehouden met het regeerakkoord. In de
wetsontwerpen kan de CREG niet meer proactief optreden, maar kan
zij enkel nog adviseren en verzoenen en bemiddelen, waardoor het
middenveld aan inspraak inboet. Zij vroeg dan ook of de minister met
deze wetsontwerpen dan niet in strijd is met het regeerakkoord.
De armoedeorganisaties trekken volgens collega De Meyer ook aan
de alarmbel, omdat de situatie van de beschermde klanten alsmaar
verslechtert. Steeds vaker, zegt zij, hebben kansarmen moeite om
hun energiefactuur te betalen en nu gaan ze ook nog eens een vaste
vergoeding moeten betalen. Zij vroeg dan ook de minister wat hij
hieraan zal doen.
17.02 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het
zal waarschijnlijk aan ons liggen, omdat wij niet regelmatig de
gelegenheid hebben om het verslag te mogen brengen. Maar is het
de gewoonte dat een verslag gewoon letterlijk of bijna letterlijk wordt
voorgelezen? Wij hebben daar geen ervaring mee, maar ik dacht dat
gewoonlijk een synthese werd gebracht van het verslag. Of vergis ik
mij?
17.02 Jan Mortelmans (Vlaams
Belang): Est-il habituel de lire le
rapport presque mot à mot ? Ne
faudrait-il pas plutôt en faire une
synthèse ?
De voorzitter: Mijnheer Mortelmans, ik bemoei me zelden met de
wijze waarop een rapporteur verslag uitbrengt. Ik zou het mevrouw de
rapporteur niet afraden om het op een meer synoptische wijze te
doen. Het verslag is verstuurd aan de leden. Ik weet dat men de
Kamer grondig moet informeren, maar indien mevrouw Douifi denkt
dat zij vlugger mag gaan, zal ik haar niet verhinderen om dat te doen.
Le
président: J'interviens
rarement dans ce cadre, mais je
conseille au rapporteur d'abréger
son rapport.
17.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil mijn
grote waardering uitdrukken voor de bijzondere zin voor details
waarmee de rapporteur ons informeert over de bespreking van dit
wetsontwerp. Ik kan alleszins zeggen dat voor onze fractie de
rapporteur zich gerust mag beperken tot een aantal essentiële
discussiepunten. Wij hebben alleszins geen probleem met het feit dat
wij grondig worden geïnformeerd over het rapport. Misschien kunnen
we ons om redenen van efficiëntie beperken tot de essentiële punten
van de discussie. Maar goed, geen enkel probleem. Ik apprecieer
bijzonder de inspanning die door de rapporteur wordt geleverd. Ik
weet niet wat de andere fracties daarover denken.
17.03 Tony Van Parys (CD&V):
J'apprécie ce rapport
particulièrement détaillé mais en
ce qui nous concerne, le
rapporteur peut s'en tenir aux
points essentiels.
De voorzitter: Ik heb de indruk dat de rapporteur de pols van de Kamer heeft gevoeld.
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
17.04 Pierre Lano (VLD): Ik onderschrijf de opmerking van de heer
Van Parys. Ik had alleen verwacht dat hij die opmerking vorige week
zou gedaan hebben. De heer Deseyn heeft hier gedurende drie uur
een verslag uitgebracht. Ik wil mevrouw feliciteren, want tot nu toe zijn
er maar 20 minuten voorbij.
17.04 Pierre Lano (VLD): Je suis
d'accord avec M Van Parys mais il
aurait également pu faire une
observation analogue la semaine
dernière lors du très long rapport
de M Deseyn relatif au secteur des
télécommunications.
De voorzitter: Er is geen tijdsbeperking voor een verslag, dat weet u, maar als mevrouw Douifi...
17.05 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, collega's, ik zal
mijn verslag inkorten maar ik dacht dat het de bedoeling is, bij zulke
wetsontwerpen, om de pro's en de contra's van meerderheid en
oppositie met elkaar te kunnen afwegen, zodat men straks zijn stem
kan uitbrengen met kennis van zaken.
Ik wil u in ieder geval de interventie van de heer Tant, de voorzitter
van de commissie maar ook sprekend namens zijn fractie, niet
onthouden. De heer Tant vroeg respect voor de adviezen en de
uitspraken van de rechtscolleges in deze, niet het minst voor de
adviezen van de Raad van State, en hij benadrukte dat ons land het
zich niet kan veroorloven dat delen van de energiewetgeving nietig
verklaard zouden worden door het Arbitragehof.
Ik kom thans tot de uitgebreide antwoorden van de minister. Ik zal ze
niet voorlezen. Wel heeft de minister in de commissie een antwoord
gegeven op alle opmerkingen, vragen en punten van kritiek van de
verschillende fracties, die ik naar voren heb gebracht. Ik neem aan
dat de minister straks in zijn repliek op de betogen van de
verschillende collega's, die grotendeels zal herhalen en uitdiepen.
Voor het overige, mijnheer de voorzitter, meen ik dat ik vrij volledig
ben geweest dat hoop ik in ieder geval wat de inhoudelijke
algemene discussie betreft.
Wat de artikelsgewijze bespreking betreft en uiteraard ook de
bespreking van de amendementen en de stemming daarover, verwijs
ik naar mijn schriftelijke verslag.
Zoals ik in mijn inleiding reeds zei wil ik tot slot, wat betreft de
bespreking en de werkzaamheden inzake het wetsontwerp tot
wijziging van de organisatie van de elektriciteitsmarkt, verwijzen naar
mijn schriftelijk verslag, omdat deze grotendeels overeenkomen met
de besprekingen die gevoerd zijn naar aanleiding van het
wetsontwerp inzake gas. Ik wil ook verwijzen naar mijn schriftelijk
verslag voor de artikelsgewijze bespreking terzake en voor de
bespreking van de amendementen.
17.05 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
J'écourterai mon rapport, mais je
pensais que tous les éléments de
ces projets importants devaient
être évoqués pour permettre de
voter en connaissance de cause
tout à l'heure.
Je tiens néanmoins à informer la
Chambre des préoccupations de
M. Tant. Il a demandé que les avis
et décisions des juridictions, en
particulier du Conseil d'Etat, soient
respectés. Il a souligné que la
Belgique ne peut pas se permettre
l'annulation partielle de la
législation relative à l'énergie par
la Cour d'arbitrage.
En ce qui concerne la discussion
des articles, des amendements et
des votes, je me réfère au rapport
écrit. Il en va de même pour le
deuxième projet de loi.
De voorzitter: Ik dank u, mevrouw Douifi, voor uw inspanning. Ik
wilde niet artikel 44, § 6 benutten, waardoor ik de verslaggever kan
doen afronden wanneer ik meen dat de Kamer voldoende is ingelicht.
Verslag uitbrengen is een heel moeilijke opdracht. Ik herinner u eraan
dat de verslaggevers het verslag niet mogen voorlezen. Zij moeten
het verslag dat schriftelijk werd overgemaakt, becommentariëren,
zonder eigen inbreng. Alleen bij een mondeling verslag is er geen te
volgen tekst.
Le président: Je tiens à rappeler
que l'article 44 § 6 du Règlement
me permet d'inviter le rapporteur à
conclure lorsque j'estime que la
Chambre est suffisamment
informée. Le sujet qui nous
occupe est néanmoins délicat. Les
rapporteurs peuvent donner
lecture du rapport. Lorsqu'il existe
un rapport écrit, le rapporteur doit
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
Er is evenwel geen probleem en ik dank de rapporteur.
In de algemene bespreking zijn er voor het ogenblik vier leden
ingeschreven en dat zijn mevrouw Creyf, de heer Wathelet, de heer
Lano en mevrouw Gerkens.
Mevrouw Creyf, u bent de eerste om in de algemene bespreking het
woord te nemen. Ik geef het u dan ook met veel genoegen.
le commenter sans aucune
intervention personnelle. Un
rapport plus détaillé à la Chambre
n'est indiqué qu'en l'absence d'un
rapport écrit.
17.06 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, iedereen zal ondertussen wel begrepen hebben
dat wij nu twee wetsontwerpen bespreken die het wettelijk raam
moeten vormen voor de aanstelling, de werking, het inkomen, de
onafhankelijkheid, van de beheerders van het transmissienet voor gas
en elektriciteit. Die wetsontwerpen zouden zo een verdere vrijmaking
van de markt en een daling van de prijzen moeten mogelijk maken.
Twee halve dagen heeft de commissie vergaderd om deze twee
bijzonder belangrijke wetsontwerpen te behandelen. Een halve dag
meer om hoorzittingen te houden met enkele belangrijke operatoren
uit de gas- en elektriciteitswereld, werd ons door de minister en de
meerderheid niet gegund.
Er is namelijk hoogdringendheid. We zijn veroordeeld door Europa en
dwangsommen hangen de regering boven het hoofd. Er is ook de
beursgang van Elia, die eerder al werd uitgesteld, onder andere
omwille van het beursklimaat, maar ook omdat Electrabel wacht op de
goedkeuring van meerjarentarieven om Elia naar de beurs te
brengen. Ook de gemeenten zijn ongedurig.
Nochtans heeft de regering er zelf bijna een jaar over gedaan om
haar fiat te geven aan de wetsontwerpen inzake gas en elektriciteit.
Op 20 juli 2004 al gaf de regering haar goedkeuring aan het
wetsontwerp tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de
organisatie van de elektriciteitsmarkt en aan het wetsontwerp tot
wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van
gasachtige producten en andere door middel van leidingen.
Reden voor de vertraging was de koppeling aan het C-powerdossier.
Sp.a-spirit en PS hielden de wetsontwerpen tegen. Zij wilden
garanties voor een financiering door Elia van de kost van de zeekabel
om de windenergie van zee aan land te brengen ten belope van 5
miljoen euro per jaar gedurende drie jaar. Daarnaast wilden ze ook de
verplichting opleggen aan Elia om groenestroomcertificaten op de
domeinconcessie in de Noordzee aan te kopen tegen een
minimumprijs van 120 euro per stuk. Het feit dat sp.a en PS dat
vroegen, zal niet vreemd zijn aan het feit dat het Limburgse
Interelectra en het Luikse SOCOFE aandeelhouder zijn bij C-power.
De socialisten kregen hun zin op de Ministerraad van 21 januari 2005.
Dan pas mochten de wetsontwerpen inzake gas en elektriciteit bij het
Parlement worden ingediend, om ze zo snel mogelijk en liefst
ongewijzigd te laten goedkeuren.
Collega's, mijnheer de minister, van bij het begin weegt het
compromis op deze wetsontwerpen en op de discussie in de
commissie.
17.06 Simonne Creyf (CD&V):
La commission compétente n'a pu
consacrer que deux demi-jours à
ces importants projets de loi. Nous
n'avons même pas pu organiser
un demi-jour d'audition avec
quelques opérateurs du secteur du
gaz et de l'électricité, alors que le
gouvernement a lui-même disposé
de quasiment une année pour
approuver les deux projets. Les
groupes sp.a-spirit et PS ont en
effet freiné les projets de loi parce
qu'ils souhaitaient les joindre au
dossier C-Power. Ils voulaient des
garanties qu'Elia finance le coût du
câble marin à hauteur de 5
millions d'euros par an, pendant 3
ans, pour transférer l'énergie
éolienne de la mer à la terre. Ils
voulaient par ailleurs qu'Elia soit
obligé d'acheter des certificats
d'électricité verte sur la
concession domaniale en mer du
Nord au prix minimum de 120
euros pièce.
Le 20 juillet 2004, le
gouvernement a approuvé deux
projets de loi connexes, mais les
projets relatifs au gaz et à
l'électricité n'ont pas été
approuvés par le Conseil des
ministres avant le 21 janvier 2005.
Ensuite, il a fallu à tout prix qu'ils
franchissent le plus rapidement
possible le cap du Parlement.
Dès le début, le compromis a jeté
une ombre sur les discussions en
commission. Si Mme Lalieux
dénonce le fait que la libéralisation
n'a jusqu'à présent pas fait baisser
les prix, elle se refuse à
comprendre que ce sont
précisément les présents projets
de loi qui feront grimper les frais
de transport et le prix pour le
consommateur. Il est étonnant que
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
Collega Lalieux, bedreven en gedreven in consumentendossiers,
beperkte zich tot een korte toelichting met als boodschap: "Nous
sommes favorables." Zij klaagt wel aan dat de liberalisering nog niet
heeft geleid tot lagere tarieven voor de consumenten, maar blijft blind
en doof voor het feit dat precies deze wetsontwerpen de
transmissiekosten zullen doen stijgen, met prijsstijgingen voor de
consumenten tot gevolg.
Collega's, dat is verrassend. Het is verrassend dat socialistische
collega's op de barricades gaan staan voor gratis geldafhalingen en
tegen de afschaffing van de maximumbroodprijs, maar hier heel braaf
en heel volgzaam zijn. Nochtans gaat het hier om iets veel
belangrijker en veel indringender, namelijk de prijs die gezinnen en
bedrijven zullen moeten betalen voor hun energie.
De gezinnen worden nu al uitgeperst aan de pomp en voor hun
stookolie. Daarbij komt nu het risico van stijgende transmissietarieven
voor gas en elektriciteit en dat wordt zomaar aanvaard.
Het is merkwaardig dat sp.a en Stevaert voortdurend de gevestigde
belangen in de gezondheidszorg aanvallen, maar bijzonder zwijgzaam
zijn wanneer het over de energiesector gaat. Het compromis weegt op
beide wetsontwerpen. Niet alleen het compromis in de regering weegt
door, maar ook het feit dat veel actuele energiedossiers op federaal
en Vlaams niveau met elkaar interfereren waardoor iedereen
bijgevolg toegeeft om zelf wat te kunnen krijgen in een ander dossier.
De beursgang van Elia is goed voor Electrabel en Suez. Electrabel zal
haar deelname aan Elia ook maximaal proberen te verzilveren. De
gemeenten zijn ook betrokken partij en wachten op de beursgang om
als nieuwe aandeelhouders van Elia een deel te recupereren van het
verloren immaterieel dividend. De netbeheerders zelf zijn vragende
partij voor een snelle en ongewijzigde stemming van beide
wetsontwerpen. Zij kunnen leven met de wetsontwerpen, meer zelfs,
ze zijn hun op het lijf gesneden.
De enige die ontbreekt in het verhaal, is de consument, de gebruiker
van gas en elektriciteit, de gezinnen, de KMO's en de bedrijven. Het is
opvallend dat de wetsontwerpen de belangen van de operatoren goed
verdedigen, maar het middenveld totaal negeren. De enige plaats
waar op dit ogenblik het middenveld enigszins kan meespreken in het
energiedebat, is in de algemene raad van de CREG. Daarin
participeren de vertegenwoordigers van de kleine en grote
verbruikers. Het verminderen van de bevoegdheden van de CREG
vermindert bijgevolg de bevoegdheden van de algemene raad. Waar
hebben de klein- en grootverbruikers dan nog iets te zeggen? Het is
dan ook vanuit de hoek van de verbruikers dat er negatieve
commentaar wordt gegeven op de wetsontwerpen. We zien dat Test-
Aankoop en de algemene raad van de CREG de volgens ons terechte
vrees uiten dat er een stijging zal komen van de transporttarieven
voor gas en elektriciteit.
Collega's, de gebruikers van gas en elektriciteit hebben nog niet veel
gemerkt van de liberalisering van de gas- en elektriciteitsmarkt en dit
door verschillende factoren zoals het gebrek aan concurrentie in de
productie en op de groothandelsmarkt, het gebrek aan regulering van
de nettarieven, de vele heffingen op Elia, enzovoort. Voor bedrijven is
naast de arbeidskosten de energiekosten een zware post geworden.
les socialistes ne semblent guère
se soucier du prix de l'énergie que
les sociétés et les ménages auront
à payer.
Le gouvernement se résout à
accepter de courir le risque d'une
augmentation des tarifs du gaz et
de l'électricité. Steve Stevaert s'en
prend volontiers à certains intérêts
qui relèvent d'une sorte d'ordre
établi dans le secteur de la santé
mais il ne souffle mot d'intérêts
pourtant de même nature dans le
secteur énergétique.
Les nombreuses interférences
entre la Flandre et l'Etat fédéral
font qu'il est nécessaire de
conclure des compromis qui
impliquent que chacune des
parties fasse des concessions
dans tel dossier pour obtenir ce
qu'elle souhaite dans tel autre. Et
le présent projet est aussi
imprégné de cette philosophie du
compromis.
La cotation en Bourse d'Elia est
une bonne chose pour Electrabel
et Suez. Les communes attendent
aussi de récupérer une partie de
leur dividende immatériel. Les
gestionnaires de réseau sont
également satisfaits du présent
projet qui est taillé à leur mesure.
Le seul absent dans ce dossier,
c'est le consommateur. Dans le
présent projet de loi, les intérêts
des opérateurs sont bien défendus
mais la société civile est
totalement ignorée. Le seul endroit
où les consommateurs, petits et
gros, sont représentés, c'est le
conseil général de la CREG qui
voit ses compétences se réduire
comme une peau de chagrin.
Aussi ne faut-il pas s'étonner si les
réactions négatives émanent
précisément des consommateurs.
Test-Achats aussi bien que le
conseil général craignent une
hausse des tarifs de transmission
du gaz et de l'électricité.
Les consommateurs n'ont pas
encore perçu les effets de la
libéralisation du marché. Pour les
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
De energiekosten zijn gestegen en diverse maatregelen van de
federale en regionale regeringen maken die kosten trouwens moeilijk
controleerbaar en te voorspellen.
Beide wetsontwerpen zouden een stap vooruit moeten zijn in de
marktwerking, met een daling van de prijzen tot gevolg. Dat is echter
helemaal niet evident. Met sterke operatoren, die door de wet veel
ruimte krijgen, en met een verzwakte regulator zal het de consument
zijn die het gelag zal betalen. De netwerkbeheerders vervullen een
bijzondere strategische opdracht. We mogen echter niet uit het oog
verliezen dat de netbeheerders Fluxys en Elia nutsbedrijven in privé-
handen zijn.
De transmissienetbeheerders zijn geen gewone naamloze
vennootschappen maar ondernemingen die van de overheid
bijzondere rechten hebben gekregen, in casu het wettelijk monopolie
over netwerkinfrastructuur van algemeen en economisch belang met
de bijbehorende verplichtingen. Die belangrijke monopolies zijn in
privé-handen en bovendien dochterbedrijven van het Franse Suez. De
Belgische strategische belangen mogen niet ondergeschikt worden
aan het belang van een buitenlands bedrijf. Vandaar de nadruk op
controle.
Controle op de netbeheerder moet uitgevoerd worden door een sterke
regulator. Deze komt evenwel verzwakt uit de wetsontwerpen.
Mijnheer de minister, in de commissie zijn we de discussie
aangegaan. Ook voor CD&V is het bespreekbaar dat de
verhoudingen tussen de CREG, de netbeheerder, de Algemene
Directie Energie, de minister, de Raad voor de Mededinging opnieuw
gedefinieerd worden. Het is onze visie dat de CREG haar rol als
regulator ten volle en in volle onafhankelijkheid moet kunnen spelen.
De bevoegdheden van eenieder moeten evenwel worden afgebakend
in lijn met wat hun core business is. In die zin kan CD&V principieel
aanvaarden dat ook de algemene directie en de politiek hierin hun
opdrachten hebben en moeten kunnen uitvoeren.
Wij stellen echter twee voorwaarden. Ten eerste, de Algemene
Directie Energie en de Dienst voor de Mededinging moeten die taak
kunnen vervullen. Op dit ogenblik is dit niet het geval. Zij beschikken
niet over de knowhow en de middelen om dat te doen. Ten tweede,
de CREG moet in staat zijn om haar core business te vervullen. Niets
meer maar ook niets minder. Wat is de core business van de CREG?
Dat is marktordening en tariefbevoegdheid. Precies dit laatste wordt
afgebouwd. Dit is het punt waarop de consument, de verbruikers van
gas en elektriciteit, opnieuw in het vizier komen.
Nieuw in de wetsontwerpen is de manier waarop de
transmissienetbeheerders worden gefinancierd. Anders dan thans het
geval is, zullen Elia en Fluxys gefinancierd worden via de methode
van het totaal inkomen dat een billijke winstmarge bevat. De Koning
bepaalt de regels. Dit is nieuw, collega's! Dit is compleet nieuw. Op dit
ogenblik controleert de CREG de kosten van de netbeheerders en
keurt zij de kosten goed of af. Dit gebeurt via de kost-plus-
methodologie. De kosten kunnen alleen in de tarieven doorgerekend
worden als de CREG ze niet heeft verworpen. Uit een studie van de
CREG van 23 september 2004, beschikbaar op internet, blijkt dat de
CREG in het verleden reeds onredelijke kosten heeft verworpen om
entreprises, l'énergie est devenue
un poste très lourd de dépenses,
rendu par surcroît imprévisible à la
suite de diverses mesures
fédérales et régionales. Dans un
marché caractérisé par de
puissants opérateurs et un
régulateur faible, le
fonctionnement du marché
n'induira pas une baisse des prix
et ce seront les consommateurs
qui écoperont.
Les gestionnaires des réseaux
Fluxys et Elia ne sont pas des
simples sociétés anonymes, mais
des entreprises qui ont obtenu des
autorités publiques un monopole
légal sur une infrastructure de
réseau d'intérêt général et
économique, assorti d'obligations
légales. Ces monopoles
appartiennent pourtant au secteur
privé et sont en outre des filiales
du groupe français Suez.
Le contrôle est essentiel pour
éviter que les intérêts d'une
entreprise étrangère priment les
intérêts stratégiques de la
Belgique. Il faut pour cela un
régulateur puissant, mais ces
projets ont précisément affaibli la
CREG. Nous sommes d'accord
pour dire que les compétences
des différentes parties doivent être
délimitées en fonction de leur core
business et qu'en d'autres termes,
la Direction générale Energie et le
politique peuvent également jouer
un rôle. Deux conditions doivent
toutefois être réunies: la Direction
générale et le Conseil de la
concurrence doivent être à même
d'accomplir leur mission faute de
moyens et de savoir-faire; la
CREG doit pouvoir exercer sa
compétence en ce qui concerne
l'organisation des marchés et les
tarifs. Or, cette compétence
tarifaire se trouve réduite.
Un nouveau mode de financement
des gestionnaires de réseau a été
instauré, notamment par le biais
de la méthode du revenu total
comprenant une marge
bénéficiaire équitable. Le Roi
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
andere redenen dan benchmarking. Uiteindelijk betaalt de
consument. De consument betaalt de kosten van de
transmissienetbeheerders en een redelijke marge. Onnodige of
exuberante kosten drijven de prijs omhoog voor de consument.
Bovendien is de kost-plus methodologie een indirectie manier om de
doelmatigheid van de netbeheerder te evalueren en onder toezicht te
houden. De nieuwe methodologie van het totaal inkomen voor de
netbeheerders is veel minder transparant en houdt voor de gebruikers
van gas en elektriciteit veel meer risico's in.
De methodologie van het totaalinkomen impliceert dat aan de net- of
systeembeheerder een bepaald inkomen gedurende de periode
waarin de tarieven van toepassing zijn gegarandeerd wordt. Er wordt
een bepaald inkomen gegarandeerd. Dit gegarandeerd inkomen
wordt zo bepaald om de net- of systeembeheerder in staat te stellen
zijn wettelijk opgelegde taken te vervullen.
Bij deze methodologie is belangrijk dat de net- of systeembeheerder
niet alleen bijkomende winst kan genereren door zijn efficiëntie te
verhogen en in die zin is een inkomenmethodologie inderdaad een
middel om de efficiëntie van de netbeheerder te verhogen, maar
evengoed kan de bijkomende winst gegenereerd worden door te
besparen op de dienstverlening. Hoe minder diensten, hoe minder
onkosten daaruit resulteren en hoe groter het verschil tussen de
opbrengsten en kosten kan worden.
Deze methodologie van het totaalinkomen is bijgevolg potentieel de
meest risicovolle methodologie, maar potentieel ook de meest
winstgevende. De vraag is of deze methodologie het algemeen
belang dient, wat veronderstelt dat er een juist evenwicht wordt
gevonden tussen de belangen van de net- en systeembeheerder
enerzijds en de netbeheerders anderzijds.
Wij kunnen ons afvragen wat voor de gebruikers van gas en
elektriciteit het minste risico inhoudt: een regulator die toeziet op de
kosten of een regering die het totaal inkomen bepaalt en bovendien
ook de billijke winstmarge vastlegt. Collega's, het is immers de
regering, niet meer de CREG, die de billijke winstmarge voor de
netbeheerder zal vastleggen. Wij kunnen ons inbeelden dat enige
druk op de regering niet uitgesloten is.
Mijnheer de minister, is het nu echt de opdracht van de regering om
de billijke winstmarge van de netbeheerders vast te stellen?
Bij het totaalinkomen wordt onder andere verwezen naar
afschrijvingen en alle kosten. Collega De Meyer, stelde hierbij terecht
vragen. De verbruiker riskeert tweemaal te betalen bij de
reserveringen voor nieuwe infrastructuur, eenmaal in de
afschrijvingen en eenmaal bij kosten. Onze amendementen hierover
werden evenwel weggestemd door de meerderheid.
Ook de bepaling inzake ondersteunende diensten houdt potentiële
risico's in voor verhoogde kosten. In het rapport van de CREG staat
dat ondersteunende diensten soms in onderaanneming worden
gegeven. Als dit tegen marktprijs gebeurt, is dat geen probleem. Als
de prijs niet overeenstemt met de marktprijs, maar fors hoger ligt,
stijgen de kosten. Wie zal die betalen? Inderdaad, de gebruiker van
gas en elektriciteit zal die betalen.
détermine les règles, de sorte que
la CREG ne peut plus intervenir en
cas de frais inutiles ou exubérants.
En définitive, c'est le
consommateur qui paiera. La
nouvelle méthode est moins
transparente que l'ancienne
méthode Cost Plus et comporte
davantage de risques pour les
utilisateurs. C'est ce qui ressort
également d'une étude de la
CREG qui dispose que le
gestionnaire peut accroître sa
marge bénéficiaire en travaillant
plus efficacement, mais également
en économisant sur la prestation
de services. Si le gouvernement
fixe le revenu total et la marge
bénéficiaire équitable, on peut
imaginer qu'il ne soit pas exclu
qu'il subisse des pressions.
Dans le revenu total, il est aussi
tenu compte des amortissements.
Mme De Meyer a fait observer à
juste titre qu'ainsi, les
consommateurs risquent de payer
deux fois. Pourtant, nos
amendements sur ce point ont été
rejetés. Et nous courons un autre
risque : les consommateurs
pourraient fort bien écoper pour
les services d'appoint sous-traités
à un prix situé au-dessus du prix
du marché. Bref, la méthode des
coûts totaux comporte trop de
risques. Mais notre amendement
visant à en revenir à l'ancien
système a été rejeté.
En commission, les Membres ont
débattu de la question de savoir ce
qu'il conviendra de faire s'il y a un
solde positif pour les gestionnaires
de réseau. L'amendement de M.
Wathelet, qui visait à partager en
trois ce surplus et à l'utiliser pour
réaliser une baisse des tarifs, une
provision pour investissements et
un dividende pour les actionnaires,
a été rejeté, ce qui est
incompréhensible car il tendait à
équilibrer les intérêts de
l'actionnariat
et ceux des
consommateurs.
Le projet comporte aussi, et on
peut s'en réjouir, des dispositions
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
Omdat voor ons de methodologie van het totaalinkomen te veel
risico's inhoudt voor een stijging van de kosten hebben wij een
amendement ingediend om terug te keren naar de vaststelling van de
kosten en de billijke winstmarge. Ons amendement werd echter
verworpen.
In de commissie was er ook discussie in verband met de bonus
malus. Dit wil zeggen dat er een verschil is en meestal zal zijn tussen
enerzijds de begrote kosten van de netbeheerder en anderzijds de
reële kosten van de netbeheerder. Wat moeten wij doen als er aldus
een bonus ontstaat of een positief saldo? Collega Wathelet heeft in de
commissie hieromtrent een amendement ingediend dat ertoe strekt
dat een eventuele bonus moet verdeeld worden over drie partijen.
Een: een tariefdaling voor de consumenten. Twee: een reservering
voor de investeringen. Drie: de aandeelhouders. De bedoeling van het
amendement is ervoor te zorgen dat een positief saldo of een bonus
niet uitsluitend naar de aandeelhouders gaat, maar dat een
tariefverlaging voor de verbruikers ook mogelijk is, want logisch
gezien de tarieven te hoog zijn gebleken, want: een bonus. Ook dit
amendement werd weggestemd. Collega's, dat vind ik eigenlijk
helemaal onbegrijpelijk. Het is een zeer redelijk argument, een zeer
redelijk amendement dat precies een evenwicht nastreeft tussen de
belangen van de gebruiker en de belangen van de aandeelhouder.
Maar nee, dit wordt weggestemd.
Collega's, terecht staan in de wetsontwerpen uitvoerige bepalingen
die het risico van de netbeheerders zo klein mogelijk houden. In de
wetsontwerpen staan weinig bepalingen die diegenen verdedigen die
uiteindelijk de factuur betalen: de gebruikers van gas en elektriciteit,
de gezinnen, de KMO's en de bedrijven. Amendementen van de
oppositie die het evenwicht trachtten te herstellen, werden bovendien
weggestemd. Beide wetsontwerpen houden aanzienlijke risico's in
voor een verhoging van de transmissietarieven voor gas en
elektriciteit. Juist deze week dat is interessant werd in het Vlaams
Parlement de studie van McKinsey voorgesteld. Dat was dinsdag in
het Vlaams Parlement en ik heb dat bijgewoond. Een van de
stellingen van McKinsey is dat men de stroomprijs 18% kan drukken,
precies door de kosten van de uitbating van de hoogspanningsnetten
en van de laagspanningsnetten te drukken. Dus waar is er een
besparing van de distributie- en stroomtarieven mogelijk? Door het
drukken van de kosten van de netbeheerders. Wat doet men hier? De
kosten van de netbeheerders virtueel verhogen!
Ten slotte, voorzitter, wil ik nog even kort ingaan op een aantal andere
bepalingen. CD&V staat achter de meerjarentarieven, niet alleen
omdat dit een voorwaarde is voor de beursgang van Elia, maar ook
omdat er aldus meer stabiliteit, voorspelbaarheid en transparantie
komt in de tarificatie. Wij betreuren wel dat er geen sprake meer is
van een tariefstructuur. Dit zou de transparantie nog verhogen en is
niet in strijd met de meerjarentarieven. Corporate gouvernance is in
de commissie uitvoerig aan de orde geweest. Opvallend is een
verschillende invulling van de corporate gouvernance in de gaswet en
in de elektriciteitswet. Ik ga daar niet op in, maar de minister is er niet
in geslaagd om die verschillen te verantwoorden. De Gewesten
werden zoveel mogelijk buiten deze aangelegenheid gehouden tijdens
het overleg en bij de uitgewerkte regeling. Een van de belangrijke
qui limitent au maximum le risque
encouru par les gestionnaires
mais, en revanche, il contient très
peu de dispositions qui protègent
les intérêts des consommateurs.
Des amendements qui tentaient
de rétablir cet équilibre ont été
rejetés.
Le CD&V soutient les tarifs
pluriannuels parce qu'ils sont
essentiels pour l'entrée en bourse
d'Elia et rendent la tarification plus
transparente et plus stable. Je
regrette toutefois l'absence d'une
structure tarifaire.
Les principes de
corporate
governance sont appliqués
différemment dans la loi sur le gaz
et dans la loi sur l'électricité, une
différence que le ministre n'a pas
pu expliquer.
Les Régions ont été tenue autant
que possible à l'écart de ce
dossier. L'étude prospective ne
peut être soumise aux Régions
que pour avis. La Flandre estime
que l'étude doit être débattue avec
les Régions, vu l'importance de la
politique énergétique régionale.
Nous estimons qu'une étude
prospective sur
l'approvisionnement en électricité
est un concept trop vague et lui
préférons un plan indicatif. Notre
amendement dans ce sens a été
rejeté mais le ministre nous a
néanmoins promis un débat
parlementaire. Nous voulons un
plan indicatif avec une option
politique sans équivoque pour la
capacité de production qui doit
être installée. Nous avons besoin
d'une nouvelle capacité et c'est
pourquoi les investisseurs doivent
offrir un cadre clair. Je pense que
nous devrions rouvrir le débat sur
notre approvisionnement
énergétique, sur l'énergie
écologique et sur l'énergie
nucléaire.
Nous nous abstiendrons lors du
vote parce que nous doutons que
ces propositions de loi soient de
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
punten betreft de prospectieve studie over de
elektriciteitsbevoorrading. Deze prospectieve studie die het indicatief
programma van de productiemiddelen voor elektriciteit en gas betreft,
kan ter advies voorgelegd worden aan de Gewesten. Voor
Vlaanderen is dit onaanvaardbaar. De prospectieve studie moet
worden overlegd met de Gewesten, onder andere gezien de
bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en de
inpassing van de randvoorwaarden inzake leefmilieu, bepaald door de
Gewesten, uitdrukkelijk als onderdeel van de prospectieve studie
vermeld staan, maar vooral gezien het belang van de prospectieve
studie voor de regionale energiepolitiek.
Binnen de voorzieningszekerheid bestaat geen regionale
leveringszekerheid voor de klant zonder een federale
bevoorradingszekerheid van het land.
Wat betreft de prospectieve studie over de elektriciteitsbevoorrading,
wij vinden een prospectieve studie te vrijblijvend en wensen die te
vervangen door een indicatief plan. Bovendien willen wij dat dit plan
wordt voorgelegd aan de Gewesten, de algemene raad van de CREG
en het Parlement. Het amendement hierover werd weggestemd, maar
de minister beloofde ons wel een debat in het Parlement. Mijnheer de
minister, wij hopen dat wij dit debat over afzienbare tijd kunnen
voeren.
Mijnheer de minister, wij kiezen voor een indicatief plan met een
duidelijke beleidskeuze voor het productievermogen dat moet worden
geïnstalleerd. Er moet een duidelijk kader komen, dat voldoende
zekerheid biedt aan de investeerders op korte en lange termijn, want
er is nieuwe capaciteit nodig. Er werd de voorbije vier jaar weinig of
niet geïnvesteerd in nieuwe capaciteit. Investeerders hebben
zekerheid nodig. In dat perspectief durf ik ook te suggereren om het
debat over de energiebevoorrading opnieuw te openen in het
Parlement, alsook het debat over de productie van groene stroom en
het debat over nucleaire energie.
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik kom tot mijn conclusie. Wij hebben
serieuze twijfels of de wetsontwerpen de marktwerking zullen
bevorderen en zullen leiden tot een daling van de tarieven voor gas en
elektriciteit, wat de bedoeling is van de liberalisering van de
energiemarkt. Omdat de wetsontwerpen nodig zijn, maar omdat wij
geen tariefdalingen verwachten als gevolg van die wetten, zelfs
integendeel, zullen wij ons bij de stemming onthouden.
Mijnheer de voorzitter, ik wil ten slotte nog een opmerking maken. Ik
wil nog even wijzen op de bedenkelijke juridische kwaliteit van de
teksten die ons werden voorgelegd. Dat gaf aanleiding tot meer dan
100 opmerkingen van de juridische dienst van de Kamer. In de laatste
bijeenkomst, op het ogenblik dat wij aan het stemmen waren, heeft
dat de discussie nog belast. Wij hadden namelijk nog steeds
discussies over de draagwijdte van sommige bepalingen en over de
verschillen tussen de Nederlandstalige en de Franstalige teksten.
Mijnheer de voorzitter, het is jammer dat wij dat moeten vaststellen.
Erger is, dat zulks op termijn ook consequenties kan hebben,
bijvoorbeeld als het Arbitragehof ooit paragrafen of artikelen van een
dergelijke wet zal moeten vernietigen wegens juridische
onduidelijkheid. Het valt te betreuren dat wij dat naar aanleiding van
de voorliggende wetsontwerpen opnieuw hebben meegemaakt.
nature à favoriser le bon
fonctionnement du marché et à
induire une baisse des tarifs.
Enfin, je voudrais attirer votre
attention sur la piètre qualité
juridique des textes le service
Juridique de la Chambre a émis
plus de cent observations -, ce qui
pourrait entraîner des
conséquences fâcheuses devant
la cour d'Arbitrage.
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik dank u voor
uw aandacht.
De voorzitter: Het klopt dat de legistiek van tijd tot tijd te wensen overlaat, om niet meer te zeggen.
17.07 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, cette
intervention s'inscrit dans la ligne de ce que Mme Creyf vient de dire.
Je ne reprends pas le volet "auditions" au sein de cette commission.
Mme Creyf l'a fait d'une manière tout à fait juste et fondée. En effet, il
fallait aller vite. Cela n'était certainement pas dû aux parlementaires et
on ne peut certainement pas nous reprocher de ne pas avoir travaillé
de la meilleure manière qui soit. Nous avons essayé de travailler de la
manière la plus constructive possible. Nous n'avons pas eu l'occasion
d'avoir ces auditions alors qu'il s'agit pourtant d'un dossier dans lequel
nous sommes continuellement confrontés à un mélange de politique
mais aussi de technique. De fait, il n'est pas toujours facile de
comprendre l'ensemble des concepts qui sont mis à notre disposition.
L'accord de gouvernement de juillet 2003 avait établi cette volonté de
renforcer les missions de la CREG, en tant que régulateur
indépendant, ainsi que son objectif de clarifier les rôles entre les
différents acteurs du marché. La directive européenne que nous
devons transposer a différents objectifs:
- L'amélioration du fonctionnement du marché au niveau de la
concurrence.
- La séparation sur le plan juridique et comptable des activités de
gestionnaire de réseaux par rapport à celles de producteur et de
fournisseur de gaz et d'électricité.
- La protection du consommateur.
- L'instauration d'une procédure d'appel d'offres pour les constructions
de nouvelles capacités de production.
- L'imposition d'un niveau minimal d'obligations de service public.
Nous avons été forcés de constater que les dispositions législatives
qui étaient présentes en droit belge répondaient déjà en grande partie
à ces exigences de la directive européenne. Par ailleurs, les projets
de loi dont nous débattons aujourd'hui contiennent de nombreuses
mesures qui ne concernent pas, sensu stricto, la transposition de
cette directive européenne. Il est clair que dans certaines matières le
projet de loi va bien plus loin que ce que la directive lui imposait de
faire. En effet, le projet en lui-même présente deux autres objectifs:
établir les tarifs pluriannuels et transférer des tâches de la
commission de Régulation vers l'administration de l'Energie, c'est-à-
dire passer de la CREG vers l'administration.
Le premier objectif, à savoir l'instauration des tarifs pluriannuels, ne
nous pose pas problème. Nous pensons même que c'est une bonne
chose. Par contre, nous sommes beaucoup plus inquiets en ce qui
concerne le second volet, celui qui vise à transférer des tâches de la
CREG vers l'administration. Nous sommes, en effet, intervenus en
commission, soucieux d'éviter que le transfert de tâches de la
commission de Régulation vers l'administration ne se fasse au
détriment de la qualité de la régulation et de l'efficacité de sa mission
prospective.
Etant entendu que le marché du transport d'électricité et de gaz
s'exerce sous forme de monopole, nous souhaitons que les
17.07 Melchior Wathelet (cdH):
Het regeerakkoord beoogde onder
meer de CREG meer
bevoegdheden te geven en de
diverse marktspelers duidelijke
taken toe te bedelen. De Belgische
wetgeving beantwoordt reeds in
grote mate aan de vereisten van
de richtlijn. Met dit wetsontwerp
willen we twee andere
doelstellingen bereiken: de
vastlegging van
meerjarentarieven, wat ons een
goede zaak lijkt te zijn, en de
overdracht van sommige
opdrachten van de CREG naar de
Administratie voor de energie, wat
de kwaliteit van de regulering wel
eens zou kunnen aantasten. De
gas- en elektriciteitsmarkt beperkt
zich niet tot de
transmissienetbeheerder en zijn
aandeelhouders, maar omvat
tevens de gebruikers, namelijk de
bedrijven en de gezinnen.
We hebben in de commissie
constructief werk geleverd. We
willen de aandacht op drie punten
vestigen. Ten eerste hebben we
de teksten willen bijschaven. We
betreurden dat de financiële
prikkels los stonden van de
productiewijze. We hadden liever
gezien dat er meer rekening wordt
gehouden met de evolutie van de
productiviteit binnen de sector.
Ten tweede, in het kader van de
herdefiniëring van de taken van de
CREG hebben we er voor willen
zorgen dat de regulator voldoende
autonomie verwerft. We zijn
enigszins teleurgesteld over de
antwoorden die de minister
terzake heeft gegeven.
Aan de andere kant zijn wij blij dat
de CREG nu ook zelf voorstellen
kan doen en niet langer een louter
adviserende rol speelt, zoals
aanvankelijk was bepaald. Ten
derde moeten de bepalingen van
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
régulateurs conservent une mission claire et indépendante qui
bénéficie à l'ensemble des acteurs du marché, y compris au
consommateur. Sur ce plan, monsieur le ministre, nous n'avons pas
été satisfaits des réponses apportées. En cette matière, il faut
constamment garder à l'esprit que le marché de l'électricité et du gaz
ne concerne pas uniquement le gestionnaire du réseau de transport
et ses actionnaires, mais également le consommateur du réseau, à
savoir tant les entreprises que les particuliers.
Nous savons aussi combien le prix élevé de l'énergie peut peser sur
la compétitivité de nos entreprises et peut peser lourdement sur
l'ensemble de nos ménages. Il est donc essentiel que ce marché soit
efficace dans les meilleures conditions de concurrence possible mais
toujours dans ce souci de pouvoir fournir aux citoyens et aux
entreprises le meilleur service au meilleur prix, le meilleur prix étant le
juste prix.
Nous sommes intervenus à plusieurs reprises en commission et
avons déposé de nombreux amendements insistant toujours sur le
volet constructif du travail qui devait être fait en cette matière.
Je voudrais soulever ici trois points qui nous semblent essentiels dans
le travail que nous avons fourni en commission.
1. Le souci de vouloir continuellement améliorer les textes. En effet,
nous avons exprimé notre regret du fait que les incitations financières,
comme prévu dans la procédure d'appel d'offres en ce qui concerne
l'installation de nouvelles unités de production d'électricité, ne soient
pas dépendantes du type de production. Cela nous semble-t-il
aurait été une bonne manière de faire dépendre le type de production
de l'incitant que l'on voulait y donner ou en tout cas de faire rentrer le
type de production dans les critères à prendre en considération en
vue d'offrir cet incitant. Nous pensons que cela aurait été dans la
bonne direction.
Nous aurions également souhaité que le texte prenne davantage en
compte l'évolution de la productivité dans le secteur, ce qui devrait
pouvoir se répercuter sur les tarifs pratiqués. C'est également dans ce
sens que nous avons présenté un amendement visant à favoriser
l'inclusion de nouveaux services durant la période régulatoire. Il faut,
en effet, selon nous, veiller à ce que le gestionnaire de réseaux
bénéficie d'incitations claires pour améliorer son efficacité et maîtriser
ses coûts. Bien sûr, si le service est meilleur, aucun problème de
modification de prix ne se pose.
2. La redéfinition des tâches du régulateur. En effet, une redéfinition
de ces tâches doit avoir lieu, notamment en ce qui concerne
l'établissement d'une étude prospective.
Il faut s'assurer que l'organisme qui reprend cette tâche, cette volonté
de faire passer cette dernière de la CREG vers l'administration,
bénéficie à la fois de l'indépendance nécessaire et des compétences
suffisantes pour l'exercer de manière aussi efficace qu'auparavant.
Sur ce point, nous n'avons pas non plus pu considérer les réponses
du ministre suffisantes, d'autant plus que nous nous privons d'un
travail qui se fait déjà, que l'on sait évaluer, dont on connaît la
manière dont il est fait. Et je pense pouvoir dire que chacun peut le
considérer comme satisfaisant. On va donc transposer ce travail bien
dit ontwerp alle actoren op de
markt ten goede komen. Daartoe
vinden wij niets nieuws uit maar
vragen wij dat men zich laat
inspireren door de maatregelen
waarin bij de uitbreiding van de
terminal in Zeebrugge werd
voorzien.
Als men de pers, en dan vooral de
Vlaamse, mag geloven, betaalt de
consument misschien nu al te
veel. Iedereen weet trouwens dat
de uitgaven voor "energie" een
grote hap uit het gezinsbudget
nemen.
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
fait à une administration dont on va devoir augmenter les cadres et
les possibilités de travail. Autrement dit, on sait ce que l'on a et je
pense que tout le monde peut s'en montrer satisfait et on va imposer
une charge supplémentaire à l'administration, qui est peut-être
demanderesse, mais dont on ne voit pas la valeur ajoutée qu'elle va
apporter.
Par contre, nous avons été satisfaits de constater que les membres
de la commission et le ministre nous ont rejoints quant à la nécessité
de rétablir la compétence de proposition de la CREG au sujet de
l'approbation des tarifs dans le marché du gaz plutôt que de la
compétence d'avis comme cela avait été inscrit dans le projet initial.
Je voudrais souligner également que le gouvernement a déposé un
amendement visant à remplacer le terme "avis" par le mot
"proposition". Sur ce point, le gouvernement a donc suivi la position
que nous avions adoptée.
3. Les dispositions au sein de ce projet doivent vraiment bénéficier à
l'ensemble des acteurs présents sur le marché. Nous pensons que
c'est cet objectif qui doit être le commun dénominateur de ce projet
de loi.
Or les acteurs sont multiples. Il y a bien sûr les actionnaires qui ont
une place importante à occuper dans ce marché, les opérateurs qui
doivent être récompensés pour leur bonne gestion. Il y a aussi les
investissements à engager dans ce domaine. Enfin, il y a le
bénéficiaire essentiel, le client. C'est ce client, qu'il soit consommateur
individuel ou entreprise, qui doit pouvoir participer et bénéficier de la
meilleure gestion possible.
C'est la raison pour laquelle nous avons défendu les dispositions
contenues dans l'arrêté royal du 15 décembre 2003 qui avaient
permis aux investisseurs de développer l'important projet du terminal
de Zeebrugge. En ce sens, je rejoins Mme Creyf, nous n'avons pas
inventé un système en déposant cet amendement. Nous avons voulu
être constructifs et nous nous sommes référés à quelque chose qui
existait déjà, qui se trouvait dans un arrêté royal et qui a déjà fait ses
preuves, à une mesure qui a déjà démontré qu'elle était efficace et
proportionnée.
Ces dispositions précisent que lorsqu'un solde positif est dégagé du
revenu total, à la fin de la période régulatoire, ce surplus ce bonus,
comme indiqué dans le projet doit pouvoir bénéficier aux trois
composantes: actionnaires, investissements, tarifs consommateurs.
En effet, si on dégage un bonus, il n'y a rien à faire, il y a toujours un
client qui a payé trop, qui a avancé de l'argent et qui n'est pas sûr de
pouvoir récupérer cet argent. Il sera donc pénalisé deux fois, comme
le disait Mme Creyf. D'abord, il a trop payé et, ensuite, il n'a pas la
possibilité de récupérer cette somme payée en trop.
Madame Creyf, je n'ai pas assisté au débat sur l'énergie au Parlement
flamand. Par contre, je lis la presse, y compris la presse
néerlandophone. Et j'y lis ce qui suit:
"De stroomprijs kan 18% lager", je me dis que le consommateur paie
sans doute déjà trop pour l'ensemble de ces coûts relatifs à l'énergie.
Or on sait combien le volet "énergie" atteint des proportions de plus
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
en plus importantes dans le budget des entreprises et des
consommateurs. En l'absence d'une telle précision, nous craignons
que les utilisateurs du réseau...
17.08 Pierre Lano (VLD): Monsieur Wathelet, vous vous référez
probablement au rapport McKinsey.
17.08 Pierre Lano (VLD): U
verwijst ongetwijfeld naar het Mc
Kinsey-verslag?
Ik vind dat uw toon constructiever en ook meer gemodereerd is dan
de toon van uw voorganger, maar ik wou eigenlijk ook het volgende
zeggen. De energiepolitiek in dit land is een tanker met 700.000 ton
bruto. Men verandert dat niet van koers van vandaag op morgen.
Indien de prijzen te hoog zijn, wat ik onderschrijf, moet men dat
durven te situeren in een historisch perspectief. Dat geldt ook voor
Mevrouw Creyf. Waarom zijn de prijzen te hoog?
(...): (...)
Le message de M. Wathelet est
plus constructif que celui de Mme
Creyf, mais la politique relative à
l'énergie est comme un lourd
navire-citerne qui ne peut changer
de cap du jour au lendemain.
17.09 Pierre Lano (VLD): Neen, misschien daardoor ook een beetje
u ziet dat ik een correct iemand ben maar vooral omdat de
energiemarkt werd gedomineerd door gemengde intercommunales
die de prijzen artificieel hoog hielden. Daar hebben uw mandatarissen
met alle respect in het verleden toch een grote vinger in de pap
gekregen. Dat wilde ik hieraan nog toevoegen.
17.09 Pierre Lano (VLD): Si les
prix sont trop élevés, la
problématique doit être envisagée
dans une perspective historique.
La politique des prix a été dominée
pendant longtemps par des
intercommunales mixtes, où
siégeaient des mandataires de
tous poils.
17.10 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur Lano, je vous entends
bien. C'est la raison pour laquelle notre amendement était tout à fait
constructif, parce qu'il prenait ces trois intervenants en considération.
Bien entendu, ces investissements devaient avoir lieu. Les
intercommunales et le gestionnaire doivent également pouvoir être
récompensés en cas de bonne gestion. Qui investirait encore
aujourd'hui sans pouvoir bénéficier des fruits de son investissement,
d'autant plus si sa gestion est correcte? Parallèlement, il ne faut pas
oublier le troisième intervenant, à savoir le consommateur. C'est
vraiment dans ce sens qu'on a voulu baliser le terrain. C'était cela et
uniquement cela! Il ne s'agit pas d'une injonction, ni d'une clef de
répartition, ni d'une obligation. C'est cette volonté de baliser le terrain
et, lorsqu'on va devoir répartir ce bonus, d'avoir continuellement ces
trois points essentiels en tête: les actionnaires, les investissements et
les clients.
En l'absence d'une telle précision, les utilisateurs du réseau qui ont dû
souffrir de tarifs trop élevés pourraient ne pas trouver de
compensations dans l'application, par la suite, de tarifs plus bas.
Ainsi, l'on accorderait une importance suffisante aux investissements
qui doivent être effectués dans le réseau, tant pour sa maintenance
que pour le développement de nouvelles infrastructures. Eu égard à
de telles matières et étant donné les dangers qui peuvent se
présenter au niveau du transport du gaz notamment nous l'avons
malheureusement appris à nos dépens -, les investissements en
termes d'infrastructure doivent continuellement rester dans l'esprit de
l'ensemble des investisseurs.
Par ailleurs, nous avons dénoncé cette dérive du législateur, qui
semble accorder toujours plus d'importance aux flux financiers, à la
17.10 Melchior Wathelet (cdH):
Daarom was ons amendement
ook een constructief amendement,
want die investeringen moeten
natuurlijk gecompenseerd worden.
We mogen evenwel ook die derde
speler op de markt niet over het
hoofd zien: de consument zelf.
Daarom hebben wij het terrein
willen afbakenen, en duidelijk
willen aangeven dat er bij de
verdeling van de boni' rekening zal
moeten worden gehouden met
drie componenten, zijnde de
aandeelhouders, de investeerders
en de klanten.
De wetgever vliegt ons inziens uit
de bocht door klaarblijkelijk meer
belang te hechten aan de
rentabiliteit van het netwerk dan
aan het optimale functioneren
ervan.
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
rentabilité du réseau plutôt qu'à son fonctionnement optimal: la
sécurité, l'efficacité et la fiabilité du réseau. Donc, nous pensons que
ces trois notions, qui sont les objectifs premiers, ne pourront être
rencontrées que si, dans la redistribution du bonus, nous gardons
continuellement à l'esprit ces trois lignes essentielles: le client, les
actionnaires et les investissements dans le réseau.
17.11 Pierre Lano (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, beste collega's, aangezien niemand voor mij het gedaan
heeft, zal ik mij toch veroorloven om de rapporteur te bedanken voor
haar synthetisch overzicht van de lange werkzaamheden.
Het is uiteraard niet de bedoeling om in polemiek te gaan met de
vorige sprekers, maar ik wil beginnen met te zeggen hoe relatief de
werken zijn die wij gedaan hebben. De inkt is nog niet droog, of een
studie van McKinsey, waarop de heer Wathelet alludeerde, toont aan
dat de voordelen van de liberalisering nog steeds niet ten volle spelen.
Dat heeft niets te maken met de wetgever.
17.11 Pierre Lano (VLD): Selon
une récente étude menée par
McKinsey, les avantages de la
libéralisation ne jouent pas encore
pleinement et le gain d'efficacité
peut encore être amélioré en ce
qui concerne la transmission et la
distribution. Le bureau McKinsey
estime également que le
régulateur doit être plus
indépendant et que le mécanisme
du `cost-plus' doit laisser plus de
marge pour l'amélioration de
l'efficacité et pour l'économie de
coûts.
17.12 Paul Tant (CD&V): Helemaal niet spelen! (...)
17.13 Pierre Lano (VLD): McKinsey zegt "niet ten volle," mijnheer
Tant, "niet ten volle". Het is een process in working, of een work in
process, zoals u verkiest.
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt niet ik zeg dat, maar
McKinsey; daarmee kunt u spotten, maar het zijn toch competente
mensen, denk ik, die internationaal werken kunnen nog veel
efficiëntiewinsten worden geboekt in de transmissie en de distributie,
meer dan in de productie.
17.13 Pierre Lano (VLD): Bien
des améliorations restent donc
possibles, mais ces projets de loi
constituent toutefois une avancée
dans la libéralisation du marché de
l'énergie.
17.14 Simonne Creyf (CD&V): (...)
17.15 Pierre Lano (VLD): Mevrouw Creyf, ik ben maar een
ondernemer, ik ben maar een sukkelaar van een ondernemer. U bent
een perfecte wetgever. Maar de wetgever spreekt, en de
ondernemingen moeten het doen. Dat wilde ik u nog wel even
zeggen.
Sta me toe er dieper op in te gaan.
17.16 Simonne Creyf (CD&V): Ik heb kritiek geuit ook in het belang
van de ondernemingen.
17.17 Pierre Lano (VLD): Goed, maar ik kom ook op in het belang
van de consumenten. Want, zoals de heer Wathelet zegt, het is een
driehoek.
De voorzitter: Mevrouw Creyf, als u wenst dat de geschiedenis uw woorden behoudt, dan moet u uw
microfoon gebruiken.
17.18 Pierre Lano (VLD): Mijnheer de voorzitter, collega's,
belangwekkend in dat verband is de rol en de organisatie van de
regulator, zoals de vorige sprekers hebben gezegd. Volgens
17.18 Pierre Lano (VLD): Le
gouvernement propose trois
gestionnaires de réseaux pour le
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
McKinsey is de regulator nog veel te veel afhankelijk van de
verschillende partijen, waardoor zij haar rol van onafhankelijke
regulator onvoldoende speelt.
McKinsey verwees ook naar het kost-plus-mechanisme, op basis
waarvan uiteraard de tarieven van transmissie en distributie worden
vastgelegd en dat weinig ruimte biedt voor efficiëntieverbetering en
kostenbesparing.
Waarschijnlijk moeten wij dat alles te gelegener tijd eens opnieuw
bekijken. Maar wij moesten een stap vooruit.
Hoe dan ook zetten we met die wetsontwerpen vandaag toch weer
een stap vooruit in de liberalisering van zowel de gassector als de
elektriciteitsmarkt. Dat is een belangrijke stap, heb ik gezegd; niet
minder, maar ook niet meer.
Wat de gassector betreft, opteert de regering voor de aanstelling van
drie netbeheerders. Dergelijk systeem heeft diverse voordelen,
waaronder het behoud van de tarifaire perequatie in het hele land.
Uiteraard wordt voorzien in de nodige beginselen die de
onafhankelijkheid van de netwerkbeheerders garandeert.
Zonder onafhankelijkheid is een goede werking van de gasmarkt niet
mogelijk. Vastgesteld moet worden dat de Staat zijn golden share in
de beheerder handhaaft. Dat kan een bijkomende vorm van controle
mogelijk maken, maar volgens ons is dat eigenlijk niet strikt
noodzakelijk.
De nieuwe tarifaire methodologie maakt meerjaarlijkse tarieven voor
het vervoer mogelijk. Dat verhoogt de rechtszekerheid en betekent
voor de beheerder en de overheid een vereenvoudiging. Dat is dus
een goede zaak. Het vaststellen van de tarieven vormt een delicate
evenwichtsoefening. Enerzijds moeten de netbeheerders de garantie
hebben op een redelijk inkomen dat is voldoende onderstreept door
de vorige sprekers , zodat ze de nodige middelen hebben om
investeringen te doen die zich opdringen in onderhoud en
ontwikkeling van het net. Anderzijds dat is ook door de vorige
sprekers onderstreept mogen de belangen van de consument niet
uit het oog worden verloren. De tarieven moeten dus voldoende laag
zijn, maar tegelijk moet ook de dienstverlening kwalitatief hoog en
veilig zijn. Denk bijvoorbeeld aan wat er gebeurd is in Ghislenghien.
Wij streven naar een bijna perfectie wat de zekerheid en het
onderhoud van het systeem betreft.
Daarbij heb ik een persoonlijke noot, aanvullend op wat de vorige
sprekers hier gezegd hebben, in verband met de belangen van de
consument. Ik ben er nog altijd van overtuigd dat benchmarking en
internationale vergelijking de prijzen naar beneden zullen dringen. De
wetgever heeft zijn rol gespeeld, maar dat zal het decisief element zijn
dat de consument, zowel de ondernemer als de gewone gebruiker,
ten goede zal komen.
De ontwikkeling van nieuwe infrastructuren en de verhoging van de
capaciteit van de bestaande structuren zijn noodzakelijk en worden
bevorderd. Wij leven op de limiet. Het spreekt voor zich dat dat
noodzakelijk is. Wij hebben op het einde van de vorige legislatuur
marché du gaz. Ce système
présente l'avantage que la
péréquation paritaire est
maintenue. L'indépendance des
gestionnaires doit être garantie.
L'Etat conserve sa golden share
dans les parts des gestionnaires,
bien que ce ne soit pas
nécessaire.
La nouvelle méthodologie tarifaire
augmente la sécurité juridique et
se traduit par une simplification
pour le gestionnaire et les
autorités. Il faut fixer les tarifs en
s'efforçant de maintenir l'équilibre
entre les intérêts des
gestionnaires de réseau et ceux
du consommateur. Je pense en ce
qui me concerne que le
benchmarking et la concurrence
internationale feront baisser les
prix.
Le développement d'une nouvelle
infrastructure et l'augmentation de
la capacité de l'infrastructure
existante sont indispensables. Le
gaz jouera un rôle important dans
notre approvisionnement en
énergie dans le futur.
L'approvisionnement en gaz doit
dès lors être garanti par le biais
d'un plan indicatif.
L'objectif final est d'arriver à un
marché du gaz compétitif où prime
l'intérêt du consommateur. Cet
intérêt suppose davantage que
des prix bas et suppose une
sécurité d'approvisionnement, un
service de qualité et un réseau
sûr.
L'objectif principal du projet de loi
relatif au secteur de l'électricité est
d'assurer l'approvisionnement. Les
conditions d'accès à l'adjudication
de nouvelles activités y sont liées.
Il faut augmenter l'indépendance
des gestionnaires de réseau. On
peut se demander si les principes
appliqués jusqu'à présent ont
échoué. Doit-il y avoir une
séparation stricte entre les
producteurs et les gestionnaires
de réseau ? Dans tous les cas,
nous progressons dans la bonne
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
reeds een stap in de goede richting gezet en vandaag zetten wij een
bijkomende stap. Gas zal in de toekomst ongetwijfeld een belangrijke
rol spelen in onze energievoorziening. Die volgt een beetje de prijs
van een barrel crude oil. Dat zal dus ook afhankelijk zijn van wat we in
de toekomst presteren op vlak van energiebesparing en alternatieve
energiebronnen, uiteraard. Zoals de heer Wathelet zei, heeft
McKinsey voorspeld dat gas eventueel tot 80 procent van de markt
gaat uitmaken. Ik vind dat veel, maar bon. Ik zie petroleum zomaar
niet vervangen worden op korte termijn.
direction.
17.19 Simonne Creyf (CD&V): Dat heeft McKinsey ook gezegd.
17.20 Pierre Lano (VLD): Ik heb nog de tendens om bekwame
mensen en consultants toch een klein beetje te geloven.
De gasbevoorrading moet dan ook verzekerd worden. In dat kader
past ook het indicatief plan inzake de aardgasbevoorrading.
Geenszins mogen wij het finale doel uit het oog verliezen, met name
een competitieve gasmarkt, zodat de prijzen kunnen dalen, terwijl
uiteraard tegelijk de bevoorrading, de veiligheid van het netwerk, de
installaties en de openbare taken verzekerd zijn. De VLD denkt dat
het wetsontwerp hierin wellicht een stap in de goede richting zal
betekenen.
Het ontwerp van de elektriciteitssector staat minder in het teken van
de liberalisering van de markt, maar heeft veeleer de verzekering van
de bevoorrading op het oog.
Het toezicht op de bevoorradingszekerheid, het opstellen van de
studie, de technische voorschriften, de toelatingsprocedures voor en
aanbestedingen van nieuwe activiteiten hebben daar uiteraard
rechtstreeks of onrechtstreeks mee te maken.
Inzake de onafhankelijkheid van de netbeheerders worden nieuwe
bepalingen ingevoerd die deze nog moeten verhogen. Ook in het
verleden bestonden echter principes die deze onafhankelijkheid
moesten waarborgen. De vraag is of die dan gefaald hebben en zo ja,
in welke zin. Moet eigenlijk ook niet verder gegaan worden met de
feitelijke scheiding op het niveau van het aandeelhouderschap tussen
producent en netwerkbeheerder? De vraag kan gesteld worden. Maar
goed, men kan niet alles terzelfdertijd doen. Terug betekent dit
wetsontwerp een stap in de juiste richting.
Het instellen van een meerjarentarifering is hier ook een goede zaak.
Het verhoogt de rechtszekerheid en verlicht de werklast voor zowel
netbeheerder als regulator. Het komt uiteraard de liberalisering van de
markt ten goede want de tarieven moeten tegelijk een incentive
betekenen voor de netbeheerders om te blijven investeren in het
onderhoud en het ontwikkelen van het netwerk maar tegelijk ook,
simultaan met wat ik gezegd heb over het gasontwerp, laag genoeg
zijn in een internationaal perspectief om de concurrentie op de markt
niet te verhinderen en, opnieuw, om de consument ten goede te
komen. Nogmaals, hier kan men de vraag stellen of het kostplus-
mechanisme voldoende is en voldoende zal blijken. De toekomst zal
het uitwijzen want het laatste hoofdstuk is hier nog niet geschreven. Ik
denk echter dat wij ons werk gedaan hebben, allemaal samen.
Daarom zal mijn fractie deze beide wetsontwerpen goedkeuren.
17.20 Pierre Lano (VLD): Je me
réjouis de l'instauration de tarifs
pluriannuels qui favoriseront la
sécurité juridique et la
libéralisation. Les prix doivent
permettre au gestionnaire de
réseau de continuer à y investir et
doivent être suffisamment bas
pour pouvoir faire face à la
concurrence internationale. Le
mécanisme cost-plus est-il
suffisant pour assurer cela?
Notre parti votera en faveur des
deux projets de loi.
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
17.21 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, ces deux projets de loi que nous examinons
aujourd'hui démontrent, selon moi et selon Ecolo, que le
gouvernement fédéral renonce en fait à réguler le marché du gaz et
de l'électricité et que consommateurs, ménages et entreprises
n'auront plus qu'à puiser dans leur portefeuille.
M. Lano dit que l'on avance. En fait, je pense plutôt que nous
revenons à la période d'avant 1999, époque où les opérateurs du gaz
et de l'électricité définissaient eux-mêmes les tarifs, avec la complicité
des politiques via leur participation dans les intercommunales. Le
régulateur indépendant qui a permis une diminution des tarifs pour les
consommateurs, tout en permettant l'augmentation de l'actionnariat et
des plus-values pour Electrabel, Distrigaz, donc Suez, est mis au
rancart.
Ces deux projets de loi sont évidemment très techniques et leur
compréhension est difficile. Ils ont pourtant des conséquences sur les
plans social et économique qui risquent d'être très graves, au
détriment du pouvoir d'achat des ménages et de la position
concurrentielle des entreprises.
Il s'agit bien sûr de la transposition de directives, mais pas
uniquement. Il s'agit aussi de la concrétisation d'orientations politiques
ou plutôt d'un abandon du politique face à l'acteur dominant du
marché de l'énergie en Belgique, Electrabel, donc Suez.
Je voudrais revenir sur le "bon ménage" que devraient former la
libéralisation des marchés de l'électricité et du gaz et une organisation
régulée des marchés.
Dans ce projet, le gouvernement sacrifie en fait la régulation, non pas
au bénéfice d'une libéralisation plus grande, comme on voudrait nous
le faire croire, mais au bénéfice des acteurs dominants du marché.
Après de nombreuses heures de discussion en commission, après de
nombreuses questions posées, peu de réponses ont été apportées, si
ce n'est que le gouvernement a opté pour une orientation différente et
que "toutes les remarques et questions de Mme Gerkens montrent
qu'Ecolo a une autre orientation, pose d'autres choix que ceux du
gouvernement".
En fait, lorsque l'Union européenne prend la décision de libéraliser les
marchés de l'électricité en 1996 et du gaz en 1998, elle n'adopte pas
des directives concernant la libéralisation du gaz et de l'électricité,
mais elle prend des directives déterminant des règles communes
pour le marché intérieur. Il s'agissait d'introduire des mécanismes de
régulation dans ces marchés de manière à ce que les règles de la
concurrence et les obligations de fourniture soient respectées.
Les objectifs visés étaient ceux-là.
Lorsque la Belgique a transposé ces directives en 2003, elle a aussi
transposé des directives qui n'étaient pas uniquement des directives
de libéralisation mais bien des lois d'organisation du marché de
l'électricité et du gaz. Cette organisation des marchés s'est
caractérisée par la mise en place d'un système de régulation afin de
garantir le principe de non-discrimination, une concurrence effective
17.21 Muriel Gerkens (ECOLO):
Uit de twee ontwerpen die ter tafel
liggen, valt af te leiden dat de
regering de gas- en
elektriciteitsmarkt niet langer
wenst te reguleren. Voor de
verbruikers en de bedrijven zit er
niets anders op dan in hun
geldbeugel te tasten! In feite gaan
we terug naar de toestand zoals
we die vóór 1999 kenden, toen de
gas- en elektriciteitsoperatoren
zelf hun tarieven bepaalden en de
intercommunales dat oogluikend
toestonden. De onafhankelijke
regulator, die de tarieven deed
dalen en de waarde van de
aandelen van Electrabel en
Distrigas deed stijgen, wordt nu
aan de kant gezet.
Deze ontwerpen vormen een
bedreiging voor de koopkracht van
de gezinnen en de
concurrentiepositie van de
bedrijven. Zij tonen ook aan dat de
beleidsmakers vrij spel laten aan
Electrabel, dat de Belgische
energiemarkt domineert en in feite
het meest baat heeft bij de nieuwe
bepalingen.
De Europese richtlijnen die aan de
oorsprong van de twee ontwerpen
liggen, gaven geenszins de
voorkeur aan de weg die de
regering vandaag is ingeslagen. Zij
voerden mechanismen in om die
markten te reguleren, opdat de
concurrentieregels en de
leveringsverplichtingen zouden
worden nagekomen.
Om ervoor te zorgen dat het non-
discriminatiebeginsel wordt
nageleefd, om op de gas- en de
elektriciteitsmarkt een echte
concurrentie tot stand te brengen
en om die markt doeltreffend te
laten werken, moeten we
regulerend optreden. Door de
specificiteit van die markt is het
risico dat een bepaald bedrijf een
dominante marktpositie gaat
innemen immers vrij groot, temeer
daar in België een historische
operator de hele keten van de
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
et un fonctionnement efficace du marché, selon les termes des deux
directives. Il est donc important de mettre en avant que ce qui va
caractériser le bon fonctionnement d'un marché libéralisé, c'est la
capacité à le réguler, d'autant plus que nous sommes dans des
marchés particuliers, et je ne reviendrai pas sur les caractéristiques
de l'électricité et du gaz en termes de stockage, en termes de
réseaux, en termes de moindre flexibilité des prix. Ces deux marchés
présentent de plus grands risques d'abus de positions dominantes
avec des effets pervers sur le fonctionnement du marché, le pouvoir
d'achat des ménages et la position concurrentielle des entreprises. Je
pense qu'en Belgique, ces problèmes sont d'autant plus importants
que nous avons effectivement un opérateur historique qui domine
toute la chaîne dans le secteur de l'électricité: la production, le
transport, la distribution, la fourniture, le négoce. Il en est de même
dans le secteur gazier et il s'agit, en plus, du même acteur, c'est bien
la preuve qu'une régulation forte est nécessaire.
Je ne peux m'empêcher de relever que le précédent gouvernement
avait suivi cette logique de régulation en désignant ce régulateur fort
qu'est la CREG, en désignant également un gestionnaire de réseaux
qui s'est vu imposer des règles de gouvernance d'entreprise bien
spécifiques et bien plus fortes que les règles de "corporate
governance" qui existent dans d'autres secteurs, et cela, parce qu'il
s'agissait d'un acteur dominant dans le secteur d'activité
particulièrement important qui est celui de l'énergie. C'était donc dans
l'intérêt de l'économie belge et non pas pour le plaisir de réglementer
gratuitement. En effet, ouvrir un marché avec un opérateur dominant,
sans prévoir des mécanismes de régulation, c'est évidemment pire
qu'un monopole. Les deux lois d'avril 1999 relatives à l'organisation
des marchés du gaz et de l'électricité étaient donc inspirées par une
approche volontariste de bonne régulation.
Parmi les présupposés que les défenseurs du libéralisme, et
particulièrement du libéralisme sauvage, font souvent aux écologistes,
figure celui de tuer l'économie et les entreprises parce que les écolos
sont obnubilés par la réglementation et par la régulation qu'ils
imposent à ces entreprises.
Or, j'estime qu'il est intéressant de regarder l'évolution du chiffre
d'affaires des entreprises concernées. On constate que la gestion et
la régulation, imposées et défendues par les Verts, ont été bénéfiques
auxdites entreprises. Les chiffres d'affaires et les résultats
d'Electrabel, de Distrigaz et de Fluxys des dernières années
témoignent de ce que l'organisation des deux marchés n'a pas eu
d'effet négatif sur eux. Je ne peux d'ailleurs que m'en réjouir car il
s'agit d'opérateurs importants.
Par ailleurs, la valeur de l'action de Fluxys a plus que doublé depuis
que des tarifs sont approuvés par la CREG et les résultats de 2004,
publiés récemment, ont à nouveau été très bons. Les dividendes de
Fluxys sont en augmentation de 5% par an depuis dix ans et, pour
l'année 2003, ils ont augmenté de 12%. Il n'y a donc pas de problème
causé par une régulation trop forte par la CREG qui handicaperait cet
opérateur.
Elia a également reçu de "Standard & Poor's" un rating A, le meilleur
de tous les ratings. Cela a rendu possible l'emprunt de 1 milliard
d'euros pour un terme de 10 à 15 ans à un taux très bas.
elektriciteitssector domineert.
In die reguleringslogica richtte de
vorige regering de CREG op en
wees ze een netwerkbeheerder
aan, aan wie strenge regels inzake
corporate government werden
opgelegd. Met die voluntaristische
aanpak beoogde ze een goede
regulering.
De groenen, die deel uitmaakten
van de vorige regering, werden
vaak van bedrijfsonvriendelijke
reglementitis beschuldigd. Die
reputatie hebben ze gelogenstraft.
Tijdens de vorige regeerperiode
gingen de resultaten van de gas-
en de elektriciteitsoperatoren de
hoogte in, wat erop wees dat ze in
goeden doen waren en dat de
regulering hen wel bekwam. De
organisatie van beide markten had
geen negatieve gevolgen voor de
operatoren. De CREG stelde zich
op als een pragmatische regulator,
een houding waar alle partijen wel
bij vaarden. Haar bevoegdheden
willen inkrimpen wordt enkel door
een wil tot deregulering ingegeven
en berust niet op een objectieve
analyse.
Door deze ontwerpen zullen
belangenconflicten ontstaan over
het toezicht op de kosten, de
tarieven en de winsten. De regels
die de regering de CREG oplegt,
doen afbreuk aan haar
onafhankelijkheid, wat strijdig is
met het Europees recht.
De regering zal de rentabiliteit van
de intercommunales moeten
bepalen. De druk van de politiek
op de regering zal enorm zijn. De
controle door het Parlement is een
lachertje, gezien het grote aantal
parlementsleden dat ook een zitje
heeft in een intercommunale. Dit is
een belangenconflict waarvan de
bedrijven en de burgers het gelag
dreigen te betalen.
Tegelijk zal de CREG de aard en
de hoegrootheid van de kosten
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
On peut donc en conclure que la CREG a fait preuve d'une approche
pragmatique et économiquement correcte en remplissant son rôle de
régulateur, avec un effet bénéfique pour tous. Par conséquent,
diminuer le rôle de la CREG, lui enlever des compétences, changer
sa manière d'établir les tarifs, de déterminer les marges bénéficiaires
relèvent d'une volonté de diminuer la régulation et d'augmenter les
bénéfices de régulateurs et ne reposent en tout cas pas sur une
analyse objective qui aurait mis en lumière des défaillances de la
CREG.
Les conséquences de ces deux projets sont les suivantes.
Le contrôle des coûts, des tarifs et des bénéfices fera l'objet de
conflits d'intérêts au bénéfice de Suez et des pouvoirs locaux et au
détriment des consommateurs. En effet, pendant cinq ans, la marge
bénéficiaire a été déterminée par la CREG pour les réseaux de
transport. On peut conclure qu'elle a octroyé des marges bénéficiaires
convenables aux gestionnaires de réseaux grâce à son
indépendance. Or, le projet de loi stipule que le Roi arrêtera les règles
relatives à la "méthodologie pour déterminer le revenu total qui
comprend la marge équitable, dont le taux de rendement sur cet actif
régulé, etc.". Le gouvernement limite donc la compétence de la
CREG. L'arrêté royal pourrait d'ailleurs être écrit d'une telle façon que
les compétences de la CREG soient réduites à zéro. J'estime que
cette manière d'agir est politiquement inacceptable et contraire aux
directives européennes. La Commission européenne ne pourra que
s'opposer à cette disposition.
Qui est actionnaire dans les gestionnaires de réseaux? Les
opérateurs et les intercommunales.
C'est le gouvernement qui va être amené à définir la rentabilité des
intercommunales. Pour moi, c'est impossible parce que la pression du
monde politique sur le gouvernement va être énorme. La CREG est
déjà soumise à de nombreuses pressions mais elle est contrôlée par
le conseil général de la CREG qui rassemble lui-même tous les
acteurs économiques, consommateurs et politiques. Or ici, le
gouvernement va être soumis, en tant qu'organe politique à des
pressions d'hommes et de femmes politiques d'un autre niveau de
pouvoir. De plus, la capacité de contrôle et d'intervention du
parlement est à mon avis illusoire, vu le grand nombre de
parlementaires qui siègent également dans des intercommunales, qui
sont échevins ou bourgmestres. Nous nous trouvons ainsi dans une
situation de conflit d'intérêts, face à une dérive, à des problèmes de
rentabilité qui risquent d'être payés cash par les entreprises et les
citoyens.
De la même manière, pour le contrôle des coûts, ce qui est le travail
actuel de la CREG, cette dernière a normalement le contrôle de la
nature et de l'ampleur des coûts des gestionnaires de réseaux qu'elle
peut approuver ou refuser. Ce ne sera désormais plus le cas. Or des
études commandées par Elia ont montré que des services qui
dépendaient de Suez proposaient des prix exorbitants. Désormais, les
projets de loi ne garantissent plus cette compétence.
On dit que ce n'est rien car on va recourir à un organe qui existe et
qui est prévu pour cela, le Conseil de la concurrence. C'est le comble
van de netwerkbeheerders niet
langer kunnen controleren. De
Raad voor de mededinging, die
deze bevoegdheid van de CREG
zal overnemen, is niet zo efficiënt,
omdat hij pas achteraf optreedt.
De kosten, hoe overdreven hoog
ook, zullen dus eerst aangerekend
worden voor er sprake is van
controle.
Een strijdpunt in de ontwerpen is
de keuze voor meerjarentarieven.
Daarmee kan gezorgd worden
voor stabiele kosten en tarieven.
Alleen zullen gevolgen van de
problemen die ik net vermeld heb
inzake het gebrek aan controle, de
onmogelijkheid om in alle
onafhankelijkheid billijke
winstmarges vast te stellen,
redelijke kosten te begroten of
buitensporige kosten te
verwerpen, zich nog scherper
doen gevoelen. Het vastleggen
van tarieven voor opeenvolgende
jaren zal een blijvende stijging van
die tarieven in de hand werken.
Een ander manco is de toegang
tot informatie voor de CREG. De
CREG zal voortaan elke
informatieaanvraag moeten
motiveren, anders krijgt ze die
gegevens niet. Dat zal de
controlefunctie van de CREG
bemoeilijken.
Al twee jaar lang moddert de
regering maar wat aan met haar
energiebeleid. Tot nu toe werd
amper 1.200 MW geveild, wat
volgens de studie van het
adviesbureau London Economics
ruim onvoldoende is. Om het
monopolie van de historische
operator te doorbreken zou er
idealiter een productiecapaciteit
van 4.000 à 5.000 MW in veiling
gebracht moeten worden.
De in 2003 genomen beslissing
om Elia niet langer toe te staan
rekening te houden met de
historische contracten bij de
toewijzing van de invoercapaciteit
voor elektriciteit werd niet
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
de l'hypocrisie! En effet, pour que le Conseil de la concurrence puisse
enfin intervenir a posteriori, il faut d'abord accepter que des coûts
estimés excessifs soient appliqués. A nouveau, certains se
retrouveront Grosjean comme devant: les consommateurs, ménages
ou entreprises.
Je voudrais revenir sur deux points. D'abord, le choix de tarifs
pluriannuels. Dans l'absolu, des tarifs pluriannuels peuvent rencontrer
les objectifs de stabilité des coûts et des tarifs, à la fois pour ceux qui
investissent et pour l'entrée en bourse. Néanmoins, avec les
difficultés que je viens de mettre en évidence concernant le manque
de contrôle, l'impossibilité de fixer de manière indépendante des
marges bénéficiaires considérées comme équitables, d'estimer des
coûts raisonnables ou de refuser des coûts excessifs, si en plus on
fixe les tarifs pour plusieurs années consécutives, la seule chose qui
pourra arriver, c'est une augmentation durable des tarifs. Il n'y a rien à
faire, l'intérêt des actionnaires est d'augmenter leurs bénéfices.
Si les objectifs étaient de renforcer les rentrées de Suez et de ses
différentes composantes ou les rentrées des pouvoirs locaux, ce
serait effectivement réussi. Je préfèrerais que l'on renfloue les
pouvoirs locaux par d'autres moyens et qu'on le fasse de manière
directe plutôt que de manière détournée.
Un autre élément important que je souhaite souligner est l'accès à
l'information pour la CREG. Afin de pouvoir contrôler les coûts, la
CREG doit pouvoir avoir accès à toutes les informations. Le
législateur a prévu ce cas de figure dans un article spécifique en
1999. Or, il se fait que, dans le projet de loi, la CREG ne pourra avoir
accès aux informations concernant le gestionnaire de réseaux, la
distribution, la production, les distributeurs, etc. que si elle motive sa
demande. A cet égard, j'ai proposé de supprimer ces derniers mots.
Cela a été refusé. Cela signifie donc que la CREG risque de voir sa
demande de complément d'informations refusée parce
qu'insuffisamment motivée. Nous risquons ainsi de nous retrouver
devant le Conseil d'Etat et de nouveau, les mécanismes de régulation
seront bafoués.
On a mis beaucoup d'énergie dans la rédaction de ces deux projets.
En effet, nous avons engrangé du retard et il aura fallu tout ce temps
pour y parvenir. Par contre, voilà deux ans que rien ne se fait au
niveau du gouvernement pour permettre aux consommateurs de
bénéficier du résultat de la libéralisation. Je voudrais citer comme
exemple que la mise aux enchères de capacités virtuelles de
production de l'électricité était prévue dès septembre 2003. Cela n'a
pas été fait si ce n'est pour 1.200 mégawatts, alors que les
spécialistes préconisent 4.000 à 5.000 mégawatts.
De plus, en avril 2003, le gouvernement composé des Verts mais
aussi des socialistes et des libéraux avait décidé qu'Elia ne pouvait
plus tenir compte des contrats historiques lors de la location de
capacités d'importation d'électricité en Belgique. De nouveau, les
choses ont été niées. Rien n'a été entrepris. Lorsque j'ai interrogé le
ministre sur l'importation de capacités réservées à Electrabel, il n'y a
pas eu moyen d'obtenir une réponse, alors que nous sommes dans
un secteur où la transparence est une condition sine qua non au bon
fonctionnement du marché.
gerespecteerd. Hoewel een
grotere transparantie absoluut
noodzakelijk is in die sector,
weigerde de minister mij de
gevraagde cijfers te geven.
De ombudsman die de klachten
over elektriciteit en gas moet
behandelen, voor wiens
aanstelling de wettelijke grondslag
en de koninklijke besluiten al in
2003 klaar waren, is er nog altijd
niet. De federale regering en de
regeringen van de deelgebieden
slagen er kennelijk niet in de
handen ineen te slaan om hier
werk van te maken.
De minister van Energie kan na
advies van de CREG de
elektriciteits- en gastarieven voor
de gebonden afnemers in
Wallonië en Brussel vastleggen,
maar hij doet dit niet. Nochtans
geeft de wet van 20 maart 2003
hem daartoe de mogelijkheid en
zijn de transport- en
distributietarieven met tientallen
percenten gedaald. Het feit dat
Electrabel minder aan Elia en de
distributienetbeheerders moet
betalen heeft dus geen positieve
gevolgen voor de verbruikers.
Het was er deze regering alleen
maar om te doen de financiële
toestand van de Vlaamse
gemeenten aan te zuiveren en het
Parlement heeft zelfs de
bijzondere financieringswet
gewijzigd om de Vlaamse
gemeenten bij te springen. De
Vlaamse liberale minister heeft in
dit dossier zijn machtspositie
misbruikt.
Naar aanleiding van de studie van
London Economics stelt de
algemene raad van de CREG (die
is samengesteld uit
vertegenwoordigers van het VBO,
de vakbonden, NGO's die actief
zijn op het gebied van het
leefmilieu, de verbruikers en de
operatoren uit de sector) vast dat
ondanks de goede prestaties van
het productiepark de prijzen veel
te hoog zijn omdat men de daling
van de transmissie- en
distributietarieven van de jongste
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
Le consommateur, quant à lui, est bafoué dans ses droits. En effet,
via la loi du 20 mars 2003, il devrait y avoir un médiateur pour traiter
les plaintes. L'arrêté royal était prêt début 2003. Toujours rien
actuellement! Le gouvernement fédéral et les entités fédérées ne
parviennent pas à concrétiser ce projet.
La même loi donne au gouvernement la compétence de la fixation
des prix de l'électricité et du gaz pour les clients captifs en Wallonie et
à Bruxelles. Ce dernier peut donc, après avis de la CREG, fixer les
tarifs. Seulement le ministre de l'Energie ne le fait pas alors que les
tarifs de transport et de distribution ont diminué de plusieurs dizaines
de pour-cent. Cela signifie qu'Electrabel doit payer moins à Elia et aux
gestionnaires des réseaux de distribution pour transporter son
électricité mais que les consommateurs ne bénéficient pas de cette
diminution.
Le seul dossier où le gouvernement a mis de l'énergie depuis deux
ans est celui du renflouement des caisses des communes flamandes.
Là, on a carrément modifié la loi spéciale de financement pour
permettre de percevoir une taxe qui permettra aux communes de
compenser leur manque à gagner suite à la perte des dividendes. La
Région wallonne et la Région bruxelloise ont quant à elles pris des
dispositifs pour pouvoir elles-mêmes imposer une cotisation dans
leurs compétences.
En fait, nous nous trouvons face à un gouvernement et un ministre
libéral qui refusent d'appliquer une diminution des tarifs pour les
clients captifs en Wallonie et à Bruxelles autrement dit les citoyens -
ainsi que pour les PME parce qu'ils ne veulent pas accepter que la
Wallonie et Bruxelles n'aient pas libéralisé complètement leur
marché. On est donc confronté à un abus de position politique par
rapport à un droit des citoyens qui n'est pas respecté.
Je ne peux terminer mon intervention sans reprendre quelques
extraits de l'avis que vient de donner le conseil général de la CREG à
propos de l'étude du "London Economics" qui avait signalé que notre
marché ne permettait pas de développer les aspects positifs de la
libéralisation.
Ce conseil, qui est composé, rappelons-le, de représentants du
patronat, des entreprises grandes et petites, des syndicats, des
consommateurs, des ONG environnementales, des opérateurs du
marché du gaz et de l'électricité, puise son indépendance de la
diversité des intérêts des protagonistes. Ceci est conforme aux
recommandations et analyses faites par M. Lippens et les personnes
qui ont travaillé avec lui pour élaborer le fameux code qui porte son
nom.
Ce conseil constate que les prix sont trop élevés pour les
consommateurs malgré les performances économiques du parc de
production et ce, parce que les baisses des tarifs de transport et de
distribution, réalisées ces dernières années, ne sont pas répercutées.
Or, c'était votre travail, monsieur le ministre.
Il recommande que tout acteur de marché, pour qui la production, la
fourniture et/ou "trading" d'électricité constituent une activité
substantielle, réduise sa part dans l'actionnariat à un niveau inférieur
à la minorité de blocage et que la crédibilité des règles de "corporate
jaren niet doorberekent. Mijnheer
de minister, u had dit moeten
doen.
De raad van de CREG dringt erop
aan dat alle marktspelers voor wie
de productie, de levering of de
trading van elektriciteit een
belangrijke activiteit vormen, hun
aandelen terugbrengen tot onder
de blokkeringsminderheid en dat
de regels van
corporate
governance geloofwaardiger
worden gemaakt. Het ontwerp
haalt geen enkele van die
doelstellingen.
De ontwerpen waarover wij
vandaag stemmen, houden
evenmin rekening met de diverse
aanbevelingen van de raad, met
name de veiling van de virtuele
productiecapaciteit of de opening
van de markt voor nieuwe actoren.
Ecolo zal tegen deze ontwerpen
stemmen, waarin de liberalen de
patroons laten vallen, de
socialisten de vakbonden in de
steek laten en de verbruikers en
de NGO's er voor spek en bonen
bijzitten.
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65
governance" soit renforcée.
Or le projet aboutit à un résultat tout à fait différent. Le conseil
préconise ce qui figure dans la loi de 1999, à savoir qu'il est
important, dans ce secteur, d'avoir des règles de "corporate
governance" encore bien plus strictes et d'éviter tout conflit d'intérêts.
Cet avis recommande aussi la mise aux enchères des capacités
virtuelles de production, une ouverture à de nouveaux acteurs, une
augmentation des capacités d'importation, la création d'une bourse
d'électricité mais aussi la mise en oeuvre d'un système de "balancing"
régulé avec des tarifs basés sur les coûts réels et non sur les prix du
marché et, enfin, l'obligation de mise à disposition par les acteurs du
marché de certaines informations concernant les données de
production, de transport, de distribution, à l'instar de ce qui se
pratique dans les Etats où la libéralisation existe depuis longtemps.
Ce sont les points critiques que j'ai relevés. Les projets que nous
allons voter aujourd'hui vont dans le sens inverse de ces nouvelles
recommandations. En conclusion, les patrons sont lâchés par les
libéraux, les syndicats par les socialistes, les consommateurs et les
ONG comptent pour du beurre. Ecolo ne peut donc pas voter ces
deux projets de loi.
17.22 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, ik kan en zal mij niet beroemen op de
technische bagage van de heer Lano als ondernemer, maar in de
korte periode dat ik lid ben van de Kamer, heb ik van mijn
fractievoorzitter geleerd dat het de taak van de oppositie is om
oppositie te voeren. U zult het mij dus niet kwalijk nemen als ik de
voorliggende ontwerpen vanuit een andere invalshoek bespreek,
vanuit een politieke invalshoek, en ze evalueer.
De voorliggende wetsontwerpen die grotendeels een omzetting zijn
van Europese richtlijnen, komen niet te vroeg. Eind mei kan het
Europees Hof van Justitie immers een dwangsom aan dit land
opleggen als de richtlijnen niet in nationale wetgeving zijn omgezet. Ik
zag vandaag toevallig een Belga-bericht waarin stond dat België
opnieuw is veroordeeld omdat het een Europese richtlijn niet tijdig had
omgezet. Uit cijfers van het EU-hof blijkt dat België vorig jaar dertien
keer is veroordeeld. Daarmee wil ik alleen maar zeggen dat het niet
aan ons zal liggen als deze ontwerpen op de lange baan worden
geschoven.
Beide ontwerpen komen niets te vroeg. Bovendien vragen Electrabel
en SPE, de twee hoofdaandeelhouders van Elia, een snelle omzetting
omdat Elia nog voor de zomervakantie naar de beurs wil gaan. De
regering heeft ervoor geopteerd om twee elementen aan de
ontwerpen toe te voegen, namelijk een meerjarentariefsysteem en
een nieuwe taakverdeling tussen de administratie die instaat voor de
beleidsvoorbereiding, de administratie van de FOD Economie,
enerzijds, en de regulator, anderzijds.
Mijnheer Lano en mevrouw Creyf, over het meerjarentariefsysteem
kunnen wij het allemaal eens zijn. Dit is inderdaad een verbetering.
Het biedt meer zekerheid, zowel voor de producent als voor de
consument. Het grootste probleem, mevrouw Creyf en de heer
Wathelet hebben ernaar verwezen, ligt bij de nieuwe taakverdeling.
17.22 Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): Pour une large
part, les deux projets transposent
des directives européennes. Il était
temps puisque la Cour
européenne de Justice peut
imposer une astreinte à partir de la
fin mai 2005. L'an dernier, la
Belgique a été condamnée à treize
reprises pour ne pas avoir
transposé les règles en temps
opportun. Même les actionnaires
principaux d'Elia, d'Electrabel et
de la SPE demandent avec
insistance qu'il soit procédé à la
transposition car ils souhaitent
faire entrer Elia en bourse avant
les vacances d'été.
Le gouvernement ajoute deux
éléments à ces projets : un
mécanisme de tarif pluriannuel et
une nouvelle répartition des tâches
entre l'administration et le
régulateur. Chacun s'accorde pour
dire que le mécanisme du tarif
pluriannuel constitue une
amélioration parce qu'il offre plus
de sûreté pour le producteur et le
consommateur. Cependant, cette
nouvelle répartition des tâches
pose un problème. Le ministre a
déclaré en commission qu'il ne
demandait pas l'avis de la CREG
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66
Mijnheer de minister, u hebt in de commissie expliciet gezegd dat u
geen advies hebt gevraagd aan de CREG, over het voorontwerp. Het
was volgens u niet verplicht en bovendien hebt u geen goede
ervaringen met de adviezen van de CREG. Het verwondert ons dus
niet dat u verklaart dat de nieuwe taakverdeling tussen de regulator
en de administratie een politieke keuze is die voortvloeit uit afspraken
binnen de meerderheidspartijen.
Door deze keuze van de regering kan de CREG alleen adviserend
optreden, terwijl zij vroeger pro-actief voorstellen kon formuleren. In
feite wordt op deze manier een te grote vrijheid gegeven aan
netbeheerders waardoor de controle in functie van het algemeen
belang, in de verdrukking komt. Bovendien zijn de administratie
alsook de Raad voor de Mededinging niet klaar voor de nieuw
toebedeelde taken. U hebt dat met zoveel woorden, mijnheer de
minister, ook gezegd in de commissie. Daarom hebt u in de
commissie ook geopteerd voor een nieuwe structuur, een nieuwe
organisatie van deze administratie.
Ik kan slechts concluderen dat de vrees van de oppositie, met name
dat de netbeheerders impliciet meer macht zullen verkrijgen, niet
onterecht is. De ontwerpen, mijnheer de minister, die vandaag
voorliggen, zijn het resultaat van een politieke koehandel. U noemde
het in de commissie een politiek akkoord. Hoe men het ook wil of mag
noemen; het zijn politiek geïnspireerde ontwerpen waarbij de
socialistische partijen hun greep op de energiesector vergroten. Zij
kunnen nu immers overgaan tot politieke benoemingen op het niveau
van de administratie en de netbeheerder. Bovendien eiste de sp.a de
koppeling aan het wetsontwerp betreffende de financiering van de
zeekabel voor het windmolenpark op de Torntonbank, het
zogenaamde C-Powerdossier. Mevrouw Creyf heeft terecht verwezen
naar het feit dat het geen toeval kan worden genoemd dat zowel het
Limburgse Interelectra, de provincie van Robert Stevaert, en het
Luikse SOCOFE heimat van de PS, aandeelhouder zijn van C-Power.
Dit kan allemaal toch geen toeval zijn.
Onze conclusie kan dan ook niet anders luiden dan dat deze
ontwerpen het algemeen belang niet dienen, dat de onafhankelijke
controle op de netbeheerders Elia en Fluxys verminderd wordt en dat
er een verregaande politieke inmenging op de energiemarkt wordt
gecreëerd. Om deze drie redenen zal het Vlaams Belang deze
ontwerpen niet goedkeuren en zich onthouden.
parce qu'il n'y est pas tenu. De
plus, ces avis ne lui ont pas laissé
de bons souvenirs. La nouvelle
répartition des tâches entre
l'administration et le régulateur est
dès lors le résultat d'accords
politiques entre les partis de la
majorité. Le gouvernement a
retenu l'option où la CREG ne peut
plus rendre que des avis, sans
plus formuler de propositions pro-
actives.
Les gestionnaires de réseau se
voient offrir une trop grande
liberté, ce qui met en péril le
contrôle de l'intérêt général. En
outre, le ministre a indiqué en
commission que l'administration et
le conseil de la concurrence ne
sont pas prêts à assumer leur
nouvelle mission. Par conséquent,
les craintes de l'opposition quant
au fait que les gestionnaires de
réseau auront plus de pouvoir
qu'avant ne sont pas tout à fait
sans fondement.
Les présents projets de loi
résultent d'un marchandage
politique. Les partis socialistes
accroissent leur mainmise sur le
secteur énergétique et peuvent
commencer à procéder à leurs
nominations politiques dans
l'administration et la gestion du
réseau. La revendication du sp.a
portant sur une liaison de ce
dossier-ci au dossier C-Power
n'est pas fortuite car la
limbourgeoise Interelectra et la
liégeoise Socofe sont actionnaires
dans C-Power.
Ces projets ne servent pas l'intérêt
général, le contrôle indépendant
sur les gestionnaires de réseau
Elia et Fluxis diminue et l'on
institue une immixtion politique
forte surle marché énergétique.
C'est la raison pour laquelle le
Vlaams Belang s'abstiendra lors
du vote.
De voorzitter: Mijnheer de minister, u heeft het woord voor een beknopte repliek in deze algemene
bespreking.
17.23 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik 17.23 Marc Verwilghen, ministre:
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
zal kort kunnen zijn na het volledige en gedetailleerde verslag dat
werd uitgebracht door de rapporteur.
Ik wil even herinneren aan het feit dat de beide wetsontwerpen, die
veel met elkaar gemeen hebben, de omzetting zijn in onze federale
wetgeving van Europese richtlijnen. Zij vormen dan ook voor de gas-
en elektriciteitsmarkt tegelijkertijd een eind- en een beginpunt.
Ze zijn een eindpunt, omdat de eerste liberaliseringgolf in 1999 werd
gestart. Op dat ogenblik hebben we voornamelijk de omzetting in het
Belgisch recht beoogd om een aantal doelstellingen te realiseren. De
eerste doelstelling was het tot stand brengen van een interne markt
voor gas en elektriciteit. De tweede doelstelling was het garanderen
van de bevoorradingszekerheid. De derde doelstelling bestond erin de
Europese en de internationale milieuverplichtingen te respecteren. De
vierde en laatste doelstelling bestond erin de concurrentiepositie van
de Europese ondernemingen tot een goed einde proberen te brengen.
België heeft volop de kaart van de liberalisering getrokken en moet ze
ook voortzetten. We staan nu voor de poort van de tweede fase. Met
de twee nieuwe richtlijnen proberen we op de ingeslagen weg verder
te gaan. We hebben een aantal ervaringen opgebouwd, we hebben
een aantal tekortkomingen vastgesteld en we hebben ook de
mogelijkheden die de markt biedt, kunnen onderkennen.
Daarom heeft Europa ons gevraagd om een aantal nieuwe
doelstellingen tot stand te brengen, namelijk om gelijke concurrentie
op het niveau van productie te waarborgen, om het risico van
mogelijke marktdominantie te beperken, om niet-discriminerende
tarieven te garanderen en om de bescherming van de kwetsbare
eindafnemer te verzorgen.
Dat is het einddoel dat we moeten realiseren. Het is goed dat we er
ook vandaag aan worden herinnerd dat er een zekere
hoogdringendheid bestaat, niet alleen om de doelstellingen hard te
kunnen maken, maar ook om twee andere redenen.
Ten eerste, België werd veroordeeld dat is een van onze zwakke
punten; we moeten dat durven toegeven , omdat we de omzetting te
laat doen. Ik hoop dat we de omzetting vóór 16 mei 2005 tot een goed
einde zullen kunnen brengen, zoniet is de kans op een dwangsom
reëel.
Een tweede reden is dat we uitdrukkelijk hebben gekozen voor het
vrijmaken van de markt, onder meer door toe te laten dat Elia naar de
beurs zou kunnen gaan. Daarvoor is natuurlijk een wetgevend kader
nodig.
Ik herinner er ook aan dat we niet alleen de omzetting doen, maar dat
we tegelijkertijd ook gestalte proberen te geven aan de doelstellingen
die we in de federale beleidsverklaring hebben vooropgesteld, met
name de beleidsverklaring van juli 2003. Toen ging het om extra
maatregelen om de liquiditeit van de markt te vergroten, om een
aantal maatregelen om grensoverschrijdende capaciteit van het
transportnet mogelijk te maken, om het aanmoedigen van de
investeringen in het vervoernet en in het transmissienet, om het
invoeren van het systeem van het meerjarenplan, om het efficiënt
beheer van de netten en ook om de regulerende taak.
Les deux projets constituent une
transposition des directives
européennes. Au niveau du
marché du gaz et de l'électricité,
ils constituent un point d'arrivée et
un point de départ. Ils représentent
l'aboutissement de la première
vague de libéralisation qui a
démarré en 1999 et qui poursuivait
les objectifs suivants : la
réalisation d'un marché interne du
gaz et de l'électricité, l'assurance
d'une sécurité
d'approvisionnement, le respect
des obligations européennes et
internationales en matière
d'environnement et le
renforcement de la compétitivité
des entreprises européennes.
Nous sommes à présent à l'entrée
de la seconde phase.
La Belgique continue à privilégier
la carte de la libéralisation. Les
deux projets sont basés sur des
expériences passées. L'Europe
nous invite à réaliser de nouveaux
objectifs, elle nous demande de
garantir des conditions de
concurrence équitables au niveau
de la production, de réduire les
risques de domination du marché,
de garantir des tarifs non
discriminatoires et de protéger les
droits des petits consommateurs
vulnérables.
Nous devons mettre les objectifs
rapidement en oeuvre car la
Belgique a déjà été condamnée.
Elle s'expose à des astreintes en
cas de non-transposition pour le
16 mai 2005. La Belgique opte
pour une libéralisation du marché.
Il faudra encore adapter le cadre
législatif afin qu'Elia puisse être
cotée en bourse. Nous essayons
également de faire aboutir les
objectifs de la déclaration de
politique fédérale de juillet 2003,
en prenant, par exemple, des
mesures supplémentaires pour
augmenter la liquidité du marché.
Nous avons déjà signé différents
accords. Nous aurions préféré que
la CREG se trouve dans une
situation comparable à celle de
l'IBPT mais la situation du secteur
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
68
Wat dat betreft, hebben we een reeks van afspraken gemaakt. Ik zeg
er graag bij dat ik liever had gehad dat de CREG zich in een
gelijkaardige situatie zou hebben bevonden dan het BIPT. Het BIPT
heeft het grote geluk gekend de mobiele telefonie als een soort van
bliksemafleider te kunnen gebruiken om effectief de markt veel sneller
te kunnen liberaliseren. Spijtig genoeg bestaat er niet zoiets als een
gsm op het vlak van de energie. Het zou ons ongetwijfeld hebben
geholpen.
We hebben dit vertaald op een evenwichtige manier. Daarmee bedoel
ik dat er een blijvende rol via het advies voor de regulator is
weggelegd. Ook de Gewesten worden in het proces betrokken. De rol
van de netbeheerder, zowel in gas als elektriciteit, wordt door ons
bijzonder hoog ingeschat, reden waarom we extra maatregelen
hebben getroffen met betrekking tot de corporate governance en de
onafhankelijkheidsvereisten bij de samenstelling van de raden en de
comités.
Ik kom tot de meerjarentarieven. Aan deze tarieven is een driedubbel
voordeel gekoppeld. Ten eerste, de leveranciers hebben de zekerheid
op langere termijn langetermijncontracten kunnen bekomen. Ten
tweede, de klanten hebben eveneens een zekerheid over een lange
termijn inzake de energieprijs. Ten derde en belangrijk voor beide, de
meerjarentarieven zullen ongetwijfeld aanleiding geven tot meer
investeringen.
Over de rol van de regulator is nogal wat te doen geweest. Een
regulator moet reguleren, niets meer dan dat. Belangrijk is het advies
van de Raad van State die stelt dat het toekennen van reglementaire
bevoegdheden aan openbare instellingen of organen ervan moeilijk in
overeenstemming te brengen valt met de algemene principes van het
Belgisch recht. Wat dat betreft, hebben we gekozen voor een
duidelijke controle ex ante die door een even duidelijke controle ex
post zal moeten opgevolgd worden. Op dit punt heb ik wel oor naar
opmerkingen die verschillende leden hebben gemaakt dat ook de
mededingingsinstanties, meer bepaald de Raad voor de Mededinging,
minstens op het niveau van de regulatoren moet komen.
de l'énergie n'est pas comparable
à celle des télécommunications.
Par leurs avis, les régulateurs
continuent à jouer un rôle, les
Régions y sont associées et le rôle
du gestionnaire de réseau est
essentiel ; c'est pourquoi nous
adoptons des mesures relatives à
la corporate governance et à
l'indépendance des conseils et des
comités.
A long terme, les tarifs
pluriannuels offrent une plus
grande sécurité aux fournisseurs
ainsi qu'aux consommateurs. Ils
entraîneront certainement une
augmentation des
investissements.
Le rôle des régulateurs se limite à
la régulation conformément à l'avis
rendu par le Conseil d'Etat.
D'autre part, nous créons aussi un
contrôle ex ante et un contrôle ex
post. Je prends note de la
suggestion selon laquelle le
Conseil de la Concurrence devrait
également intervenir au moins au
niveau des régulateurs.
En ce qui concerne le projet de loi modifiant la loi du 10 avril 1965 sur
les transports de produits gazeux et autres par canalisations, il vise à
transposer la directive du 26 juin 2003 en abrogeant en même temps
celle du 22 juin 1998.
Les dispositions relatives à la transposition concernent la désignation
d'un ou de plusieurs gestionnaires de réseaux, la séparation juridique
point très important -, les dispositions nécessaires pour assurer une
gouvernance d'entreprise garantissant l'indépendance des décisions
au sein des gestionnaires de réseaux, l'accès régulé des tiers aux
réseaux, l'approbation par la CREG des tarifs et surtout l'accélération
du calendrier d'ouverture du marché de gaz.
Les deux marchés, électricité et gaz, ne sont pas totalement
comparables, mais je ne vous citerai pas toutes leurs différenciations.
J'invite néanmoins ce parlement à voter le plus rapidement possible la
transposition des deux textes afin que la Belgique puisse s'inscrire
dans la continuation de la libéralisation du marché de l'énergie.
Het wetsontwerp tot wijziging van
de wet van 12 april 1965
betreffende het vervoer van
gasachtige producten en andere
door middel van leidingen strekt
ertoe de Europese richtlijn van 26
juni 2003, die de richtlijn van 22
juni 1998 opheft, in Belgisch recht
om te zetten. De bepalingen
inzake die omzetting hebben met
name betrekking op de aanwijzing
van netwerkbeheerders, de
juridische scheiding, de
gereguleerde toegang van derden
tot het net en de versnelling van
het tijdschema voor de
openstelling van de gasmarkt.
I
k zal hier niet over het onderscheid
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
69
tussen de gas- en de
elektriciteitsmarkt in detail treden,
maar ik verzoek het parlement
snel de omzetting van die twee
teksten goed te keuren, opdat
België niet achterop zou hinken bij
de verdere vrijmaking van de
energiemarkt.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 1595. Le texte adopté par la commission sert
de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1595/6)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 1595. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1595/6)
Le projet de loi compte 42 articles.
Het wetsontwerp telt 42 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 42 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 42 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 1596. Le texte adopté par la commission sert
de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1596/6)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 1596. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1596/6)
Le projet de loi compte 28 articles.
Het wetsontwerp telt 28 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 28 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 28 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
De vergadering wordt gesloten om 18.22 uur. Volgende vergadering donderdag 28 april 2005 om 18.30 uur.
La séance est levée à 18.22 heures. Prochaine séance le jeudi 28 avril 2005 à 18.30 heures.
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
70
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
71
ANNEXE
BIJLAGE
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
JEUDI 28 AVRIL 2005
DONDERDAG 28 APRIL 2005
CHAMBRE
KAMER
C
OMMISSIONS
C
OMMISSIES
Composition de commission
Samenstelling commissie
(Application de l'article 157.6 du Règlement)
(Toepassing artikel 157.6 van het Reglement)
Les modifications suivantes ont été proposées par
le groupe cdH:
Volgende wijzigingen worden door de cdH-fractie
voorgesteld:
Commission des Affaires sociales
Commissie voor de Sociale Zaken
Membres suppléants
Ajouter M. David Lavaux.
Plaatsvervangers
De heer David Lavaux toevoegen.
Commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des
Classes moyennes et de l'Agriculture
Commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw
Membres suppléants
Ajouter M. David Lavaux.
Plaatsvervangers
De heer David Lavaux toevoegen.
Commission des Finances et du Budget
Commissie voor de Financiën en de Begroting
Membres suppléants
Ajouter M. David Lavaux.
Plaatsvervangers
De heer David Lavaux toevoegen.
Commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques
Commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en
de Overheidsbedrijven
Membres effectifs
Ajouter M. David Lavaux.
Effectieve leden
De heer David Lavaux toevoegen.
Commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de
Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
Membres suppléants
Ajouter M. David Lavaux.
Plaatsvervangers
De heer David Lavaux toevoegen.
Commission des Naturalisations
Commissie voor de Naturalisaties
Membres effectifs
Ajouter M. David Lavaux.
Effectieve leden
De heer David Lavaux toevoegen.
D
EMANDES D
'
INTERPELLATION
I
NTERPELLATIEVERZOEKEN
Dépôts
Ingediend
1. M. Jean-Claude Maene au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "la réforme des services
d'incendie".
1. de heer Jean-Claude Maene tot de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de hervorming van de brandweerdiensten".
(n° 585 renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
(nr. 585 verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
2. Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur
"les inspections en ce qui concerne les travailleurs
issus de nouveaux Etats membres de l'Union
européenne".
2. mevrouw Greta D'hondt tot de minister van Werk
over "de inspecties met betrekking tot werkenden
uit nieuwe EU-lidstaten".
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
72
(n° 586 renvoi à la commission des Affaires
sociales)
(nr. 586 verzonden naar de commissie voor de
Sociale Zaken)
3. M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "l'enquête concernant
les suppléments facturés dans les hôpitaux de
Flandre occidentale".
3. de heer Luc Goutry tot de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "het onderzoek
betreffende de supplementen in West-Vlaamse
ziekenhuizen".
(n° 587 renvoi à la commission des Affaires
sociales)
(nr. 587 verzonden naar de commissie voor de
Sociale Zaken)
4. M. Pieter De Crem à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les deux prisonniers
belges de Guantanamo".
4. de heer Pieter De Crem tot de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de twee
Belgische Guantanamo-gevangenen".
(n° 588 renvoi à la commission de la Justice)
(nr. 588 verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
5. M. Pieter De Crem au ministre des Affaires
étrangères sur "la position du gouvernement belge
en ce qui concerne les subsides européens en
faveur de la province de Hainaut".
5. de heer Pieter De Crem tot de minister van
Buitenlandse Zaken over "het standpunt van de
Belgische regering inzake de Europese subsidies
voor de provincie Henegouwen".
(n° 589 renvoi à la commission des Relations
extérieures)
(nr. 589 verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)
6. M. Pieter De Crem au ministre de la Défense sur
"une éventuelle convocation d'un comité de
nomination à la Défense".
6. de heer Pieter De Crem tot de minister van
Landsverdediging over "een mogelijk samenroep
van een benoemingscomité binnen Defensie".
(n° 590 renvoi à la commission de la Défense
nationale)
(nr. 590 verzonden naar de commissie voor de
Landsverdediging)
7. M. Guido Tastenhoye au ministre des Affaires
étrangères sur "les graves violations des droits de
l'homme qui sont toujours perpétrées en Turquie,
alors que ce pays est candidat à l'adhésion à
l'Union européenne".
7. de heer Guido Tastenhoye tot de minister van
Buitenlandse Zaken over "de blijvende zware
schendingen van de mensenrechten in de
kandidaat-EU-lidstaten Trukije".
(n° 591 renvoi à la commission des Relations
extérieures)
(nr. 591 verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)
P
ROPOSITIONS
V
OORSTELLEN
Autorisation d'impression (Rgt 75.2)
Toelating tot drukken (Rgt 75.2)
1. Proposition de loi (Mmes Maggie De Block et
Yolande Avontroodt) remplaçant l'inversion de la
charge de la preuve par un partage de la charge de
la preuve en cas de plaintes pour violence ou
harcèlement moral ou sexuel au travail (n° 1718/1).
1. Wetsvoorstel (de dames Maggie De Block en
Yolande Avontroodt) tot vervanging van de
omgekeerde bewijslast door een gedeelde
bewijslast in geval van klachten inzake geweld,
pesterijen en ongewenst sexueel gedrag op het
werk (nr. 1718/1).
2. Proposition de loi (M. Patrick De Groote)
modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne
l'indemnité de procédure (n° 1719/1).
2. Wetsvoorstel (de heer Patrick De Groote) tot
wijziging van het Gerechtelijk Wetboek betreffende
de rechtsplegingsvergoeding (nr. 1719/1).
3. Proposition de résolution (MM. François-Xavier
de Donnea et Olivier Maingain) relative à la création
d'un organe public indépendant de contrôle des
nuisances sonores liées au survol des habitants à
partir de l'aéroport de Bruxelles-National
(n° 1720/1).
3. Voorstel van resolutie (de heren François-Xavier
de Donnea en Olivier Maingain) betreffende de
oprichting van een onafhankelijk openbaar orgaan
voor het uitoefenen van controle op de
geluidshinder boven woongebieden veroorzaakt
door het luchtverkeer vanop de luchthaven van
Zaventem (nr. 1720/1).
4. Proposition de résolution (MM. Jan Mortelmans
et Francis Van den Eynde) relative au
rétablissement de l'obligation de suivre des cours
théoriques de conduite auprès d'une école de
conduite agréée pour les personnes qui ont échoué
4. Voorstel van resolutie (de heren Jan Mortelmans
en Francis Van den Eynde) tot herinvoering van de
verplichting tot het volgen van theoretische rijlessen
bij een erkende rijschool voor de tot tweemaal toe
niet-geslaagde in het theoretische rijexamen
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
73
à deux reprises à l'examen de conduite théorique
(n° 1721/1).
(nr. 1721/1).
5. Proposition de résolution (MM. Bart Laeremans
et Ortwin Depoortere) visant à changer le nom
"BOZAR" en "Palais des Beaux-Arts Paleis voor
Schone Kunsten" (n° 1722/1).
5. Voorstel van resolutie (de heren Bart Laeremans
en Ortwin Depoortere) tot verandering van de naam
"BOZAR" in "Paleis voor Schone Kunsten Palais
des Beaux-Arts" (nr. 1722/1).
6. Proposition de loi (M. Luc Goutry, Mme Nahima
Lanjri et MM. Jo Vandeurzen et Mark Verhaegen)
inscrivant la possibilité de céder des établissements
ou des services dans la loi organique du
8 juillet 1976 des centres publics d'action sociale
(n° 1723/1).
6. Wetsvoorstel (de heer Luc Goutry, mevrouw
Nahima Lanjri en de heren Jo Vandeurzen en Mark
Verhaegen) tot invoering van de mogelijkheid van
overdracht van inrichtingen of diensten in de
organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de
openbare centra voor maatschappelijk welzijn
(nr. 1723/1).
7. Proposition de loi (MM. Claude Marinower,
Walter Muls et Tony Van Parys) modifiant le Code
judiciaire en ce qui concerne la procédure
disciplinaire applicable aux membres du barreau
(n° 1724/1).
7. Wetsvoorstel (de heren Claude Marinower,
Walter Muls en Tony Van Parys) tot wijziging van
het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de
tuchtprocedure voor de leden van de balie
(nr. 1724/1).
8. Proposition de loi (MM. Guido De Padt, Filip
Anthuenis et Ludo Van Campenhout) modifiant la loi
du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le
séjour, l'établissement et l'éloignement des
étrangers en vue du durcissement des conditions
relatives au regroupement familial (n° 1729/1).
8. Wetsvoorstel (de heren Guido De Padt, Filip
Anthuenis en Ludo Van Campenhout) tot wijziging
van de wet van 15 december 1980 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het verblijf en de
vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
teneinde de voorwaarden inzake gezinshereniging
te verstrengen (nr. 1729/1).
9. Proposition de loi (Mme Nahima Lanjri) de
promotion de la rénovation d'immeubles dans les
grandes villes (n° 1730/1).
9. Wetsvoorstel (mevrouw Nahima Lanjri) tot
bevordering van renovatie van onroerende
goederen in grootsteden (nr. 1730/1).
10. Proposition de résolution (Mme Maggie De
Block) relative à la prévention des accidents du
travail par piqûre (n° 1734/1).
10. Voorstel van resolutie (mevrouw Maggie De
Block) betreffende de preventie van prikongevallen
op het werk (nr. 1734/1).
11. Proposition de loi (MM. Koen Bultinck, Bart
Laeremans, Guy D'haeseleer et Hagen Goyvaerts
et Mmes Alexandra Colen et Frieda Van Themsche)
organisant une consultation populaire sur les
problèmes communautaires (n° 1736/1).
11. Wetsvoorstel (de heren Koen Bultinck, Bart
Laeremans, Guy D'haeseleer en Hagen Goyvaerts
en de dames Alexandra Colen en Frieda Van
Themsche) houdende organisatie van een
volksraadpleging over de communautaire
problemen (nr. 1736/1).
12. Proposition de loi (MM. Koen Bultinck, Guy
D'haeseleer, Bart Laeremans, Ortwin Depoortere,
Hagen Goyvaerts, Luc Sevenhans, Francis Van den
Eynde et Mme Alexandra Colen) introduisant un
filtre palliatif obligatoire dans la loi du 28 mai 2002
relative à l'euthanasie (n° 1737/1).
12. Wetsvoorstel (de heren Koen Bultinck, Guy
D'haeseleer, Bart Laeremans, Ortwin Depoortere,
Hagen Goyvaerts, Luc Sevenhans, Francis Van den
Eynde en mevrouw Alexandra Colen) tot invoering
van een verplichte palliatieve filter in de wet van
28 mei 2002 betreffende de euthanasie
(nr. 1737/1).
13. Proposition de loi (M. Melchior Wathelet)
modifiant certaines dispositions du Code civil et du
Code judiciaire en vue de réformer le droit du
divorce et d'instaurer le divorce pour cause de
désunion irrémédiable (n° 1738/1).
13. Wetsvoorstel (de heer Melchior Wathelet) tot
wijziging van sommige bepalingen van het
Burgerlijk Wetboek en van het Gerechtelijk
Wetboek teneinde het echtscheidingsrecht te
hervormen en echtscheiding op grond van
duurzame ontwrichting in te stellen (nr. 1738/1).
Demande d'avis
Verzoek om advies
Par lettre du 26 avril 2005, le président de la
Chambre a demandé l'avis du Conseil d'Etat sur la
proposition de loi de MM. Alfons Borginon et Claude
Marinower et Mme Martine Taelman modifiant les
Bij brief van 26 april 2005 heeft de voorzitter van de
Kamer het advies van de Raad van State gevraagd
over het wetsvoorstel van de heren Alfons Borginon
en Claude Marinower en mevrouw Martine Taelman
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
74
dispositions légales relatives à l'absence et à la
déclaration judiciaire de décès (n° 51 614/1) ainsi
que sur les amendements n
os
1 à 16, déposés par
M. Alfons Borginon, Mme Martine Taelman et M.
Claude Marinower, à la proposition de loi
(n° 51 614/2).
tot wijziging van de wetsbepalingen betreffende de
afwezigheid en de gerechtelijke verklaring van
overlijden (nr. 51 614/1) en over de amendementen
nrs 1 tot 16, ingediend door de heer Alfons
Borginon, mevrouw Martine Taelman en de heer
Claude Marinower, op het wetsvoorstel
(nr. 51 614/2).
Pour information
Ter kennisgeving
Procédure de coopération
Samenwerkingsprocedure
(Application de l'article 97 du Règlement)
(Toepassing van artikel 97 van het Reglement)
Conformément à l'article 97 du Règlement de la
Chambre, le président de la Chambre a transmis,
par lettre du 27 mai 2004, la proposition de loi de M.
Daniel Bacquelaine modifiant la loi relative à la
police de la circulation routière, coordonnée le
16 mars 1968, en vue d'accorder des facilités de
stationnement aux professionnels de la santé lors
des visites à domicile (n° 51 1103/1) au premier
ministre en vue de recevoir l'avis des
gouvernements de région sur cette proposition de
loi.
Bij brief van 27 mei 2004 heeft de Kamervoorzitter,
met toepassing van artikel 97 van het
Kamerreglement, het wetsvoorstel van de heer
Daniel Bacquelaine tot wijziging van de wet
betreffende de politie over het wegverkeer,
gecoördineerd op 16 maart 1968, teneinde
parkeerfaciliteiten toe te kennen aan beoefenaars
van een gezondheidsberoep die op huisbezoek zijn
(nr. 51 1103/1) overgezonden aan de eerste
minister, met het verzoek het advies van de
gewestregeringen in te winnen.
Par lettre du 25 avril 2005, le ministre président du
gouvernement wallon communique l'avis de son
gouvernement sur cette proposition de loi.
Bij brief van 25 april 2005 deelt de minister-
president van de Waalse regering het advies van
zijn regering over dit wetsvoorstel mee.
Renvoi à la commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques
Verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven
SÉNAT
SENAAT
Projets transmis
Overgezonden ontwerpen
Par messages du 21 avril 2005, le Sénat transmet
tel qu'il les a adoptés en séance de cette date, les
projets suivants:
Bij brieven van 21 april 2005 zendt de Senaat de
volgende ontwerpen over, zoals hij ze in
vergadering van die datum heeft aangenomen:
- projet de loi portant assentiment aux Actes
internationaux suivants:
1° Convention établie sur la base de l'article K.3 du
Traité sur l'Union européenne, sur l'emploi de
l'informatique dans le domaine des douanes, faite à
Bruxelles le 26 juillet 1995;
- wetsontwerp houdende instemming met de
volgende Internationale Akten:
1° Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3
van het Verdrag betreffende de Europese Unie
inzake het gebruik van informatica op douanegebied,
gedaan te Brussel op 26 juli 1995;
2° Accord relatif à l'application provisoire entre
certains Etats membres de l'Union européenne de la
Convention établie sur la base de l'article K.3 du
Traité sur l'Union européenne sur l'emploi de
l'informatique dans le domaine des douanes, fait à
Bruxelles le 26 juillet 1995;
2° Akkoord betreffende de voorlopige toepassing
tussen een aantal lidstaten van de Europese Unie
van de op basis van artikel K.3 van het Verdrag
betreffende de Europese Unie opgestelde
overeenkomst inzake het gebruik van informatica op
douanegebied, gedaan te Brussel op 26 juli 1995;
3° Protocole établi sur la base de l'article K.3 du
Traité sur l'Union européenne, concernant
l'interprétation, à titre préjudiciel, par la Cour de
justice des Communautés européennes de la
Convention sur l'emploi de l'informatique dans le
domaine des douanes, et Déclaration, faits à
Bruxelles le 29 novembre 1996;
3° Protocol opgesteld op grond van artikel K.3 van
het Verdrag betreffende de Europese Unie,
betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof
van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van
de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica
op douanegebied, en Verklaring, gedaan te Brussel
op 29 november 1996;
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
75
4° Protocole établi sur la base de l'article K.3 du
Traité sur l'Union européenne, relatif au champ
d'application du blanchiment de revenus dans la
Convention sur l'emploi de l'informatique dans le
domaine des douanes et de l'inclusion du numéro
d'immatriculation du moyen de transport dans la
Convention, et Déclarations, faits à Bruxelles le
12 mars 1999 (n° 1725/1);
4° Protocol opgesteld op grond van artikel K.3 van
het Verdrag betreffende de Europese Unie,
betreffende het toepassingsgebied van het
witwassen van opbrengsten in de Overeenkomst
inzake het gebruik van informatica op douanegebied,
alsmede betreffende de opneming van het
registratienummer van het vervoermiddel in de
Overeenkomst, en Verklaringen, gedaan te Brussel
op 12 maart 1999 (nr. 1725/1);
- projet de loi portant assentiment aux Actes
internationaux suivants:
1° Accord-Cadre pour un programme multilatéral
environnemental dans le domaine nucléaire en
Fédération de Russie;
2° Protocole concernant les actions en justice, les
procédures judiciaires et l'indemnisation à l'Accord-
Cadre pour un programme multilatéral
environnemental dans le domaine nucléaire en
Fédération de Russie,
faits à Stockholm le 21 mai 2003 (n° 1726/1).
- wetsontwerp houdende instemming met de
volgende Internationale Akten:
1° Kaderovereenkomst voor een multilateraal
Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de
Russische Federatie;
2° Protocol betreffende de rechtsvorderingen, de
rechtsplegingen en de schadevergoeding bij de
Kaderovereenkomst voor een multilateraal
Milieuprogramma op het vlak van kernenergie in de
Russiche Federatie,
gedaan te Stockholm op 21 mei 2003 (1726/1).
Renvoi à la commission des Relations extérieures
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen
- Projet de révision de l'article 142, alinéa 1
er
, de la
Constitution (n° 1727/1);
- Ontwerp tot herziening van artikel 142, eerste lid,
van de Grondwet (nr. 1727/1);
- projet de modification de la terminologie de la
Constitution (n° 1728/1).
- ontwerp tot wijziging van de terminologie van de
Grondwet (nr. 1728/1).
Renvoi à la commission de Révision de la
Constitution et de la Réforme des Institutions
Verzonden naar de commissie voor de Herziening
van de Grondwet en de Hervorming van de
Instellingen
Projets transmis en vue de la sanction royale
Ter bekrachtiging overgezonden ontwerpen
- Par message du 19 avril 2005, le Sénat transmet,
en vue de la sanction royale, le projet de loi
modifiant l'article 205, § 2 du Code des impôts sur
les revenus 1992 en matière de revenus
déductibles des bénéfices imposables (n° 1608/3),
le Sénat ne l'ayant pas évoqué;
- Bij brief van 19 april 2005 zendt de Senaat over,
met het oog op de koninklijke bekrachtiging, het niet
geëvoceerde wetsontwerp tot wijziging van
artikel 205, § 2 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 inzake aftrekken van de
belastbare winst (nr. 1608/3);
- par messages du 21 avril 2005, le Sénat transmet,
en vue de la sanction royale, les projets de loi
suivants:
- bij brieven van 21 april 2005 zendt de Senaat over,
met het oog op de koninklijke bekrachtiging, de
volgende wetsontwerpen:
. projet de loi relatif au suivi de l'action
gouvernementale en ce qui concerne les objectifs
du millénaire pour le développement (n° 1082/5);
. wetsontwerp betreffende de follow-up van het
optreden van de regering op het stuk van de
Millenniumdoelstellingen inzake ontwikkeling
(nr. 1082/5);
. projet de loi modifiant la loi du 13 mars 1973
relative à l'indemnité en cas de détention préventive
inopérante, la loi du 20 juillet 1990 relative à la
détention préventive et certaines dispositions du
Code d'instruction criminelle (n° 1317/11);
. wetsontwerp tot wijziging van de wet van
13 maart 1973 betreffende de vergoeding voor de
onwerkzame voorlopige hechtenis, van de wet van
20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis en
van sommige bepalingen van het Wetboek van
strafvordering (nr. 1317/11);
. projet de loi relatif à la maîtrise du budget des
soins de santé et portant diverses dispositions en
matière de santé (n° 1627/10).
. wetsontwerp betreffende de beheersing van de
begroting van de gezondheidszorg en houdende
diverse bepalingen inzake gezondheid
(nr. 1627/10).
Pour information
Ter kennisgeving
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
76
COUR D'ARBITRAGE
ARBITRAGEHOF
Arrêts
Arresten
En application de l'article 113 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
- l'arrêt n° 69/2005 rendu le 20 avril 2005
concernant le recours en annulation des articles 18
à 23 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-
Capitale du 17 juillet 2003 portant le Code bruxellois
du logement, introduit par l'ASBL Syndicat national
des propriétaires et autres;
- het arrest nr. 69/2005 uitgesproken op
20 april 2005 over het beroep tot vernietiging van de
artikelen 18 tot 23 van de ordonnantie van het
Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 17 juli 2003
houdende de Brusselse Huisvestingscode,
ingesteld door de VZW Algemeen
Eigenaarssyndicaat en anderen;
(n° du rôle: 2943)
(rolnummer: 2943)
- l'arrêt n° 70/2005 rendu le 20 avril 2005
concernant les questions préjudicielles relatives à
l'article 524bis du Code d'instruction criminelle,
posée par le tribunal correctionnel de Gand par
jugement du 30 avril 2004, en cause du ministère
public et des parties civiles C.L. et autres contre
M.G.;
- het arrest nr. 70/2005 uitgesproken op
20 april 2005 over de prejudiciële vragen
betreffende artikel 524bis van het Wetboek van
Strafvordering, gesteld door de correctionele
rechtbank te Gent bij vonnis van 30 april 2004,
inzake het openbaar ministerie en de burgerlijke
partijen C.L. en anderen tegen M.G.;
(rolnummer: 3002)
- l'arrêt n° 71/2005 rendu le 20 avril 2005
concernant les recours en annulation des
articles 375 et 376 de la loi-programme du
22 décembre 2003 ("Modifications des articles 835
et 837 du Code judiciaire"), introduit par S. d'Orazio
et M. Jebari.;
- het arrest nr. 71/2005 uitgesproken op
20 april 2005 over de beroepen tot vernietiging van
de artikelen 375 en 376 van de programmawet van
22 december 2003 ("Wijzigingen van de
artikelen 835 en 837 van het Gerechtelijk
Wetboek"), ingesteld door S. d'Orazio en M. Jebari;
(n
os
du rôle: 3010 et 3050)
(rolnummers: 3010 en 3050)
- l'arrêt n° 72/2005 rendu le 20 avril 2005
concernant les recours en annulation de la loi du
31 décembre 2003 instaurant une déclaration
libératoire unique, introduits par P. De Crem et R.
Suys et par G. Bos.;
- het arrest nr. 72/2005 uitgesproken op
20 april 2005 over de beroepen tot vernietiging van
de wet van 31 december 2003 houdende invoering
van een eenmalige bevrijdende aangifte, ingesteld
door P. De Crem en R. Suys en door G. Bos;
(n
os
du rôle: 3015 et 3053)
(rolnummers: 3015 en 3053)
- l'arrêt n° 73/2005 rendu le 20 avril 2005
concernant le recours en annulation de l'article 379
de la loi-programme du 22 décembre 2003, introduit
par F. Erdal; la Cour annule l'article 379 de la loi-
programme du 22 décembre 2003;
- het arrest nr. 73/2005 uitgesproken op
20 april 2005 over het beroep tot vernietiging van
artikel 379 van de programmawet van
22 december 2003, ingesteld door F. Erdal; het Hof
vernietigt artikel 379 van de programmawet van
22 december 2003;
(rolnummer: 3034)
- l'arrêt n° 74/2005 rendu le 20 avril 2005
concernant la question préjudicielle relative:
- het arrest nr. 74/2005 uitgesproken op
20 april 2005 over de prejudiciële vragen
betreffende:
. à l'article 19, alinéa 3, des lois coordonnées sur le
Conseil de l'Etat,
. artikel 19, derde lid, van de gecoördineerde wetten
op de Raad van State,
. aux articles 81, 104, 199 à 202, 217 et 728, §§ 1
er
et 3, alinéas 1
er
et 4, du Code judiciaire,
. de artikelen 81, 104, 199 tot 202, 217 en 728, §§ 1
en 3, eerste en vierde lid, van het Gerechtelijk
Wetboek,
posée par le Conseil d'Etat par arrêt du
15 juin 2004, en cause de J. Boets contre la
"Hogeschool Limburg";
gesteld door de Raad van State bij arrest van
15 juni 2004, inzake J. Boets tegen de Hogeschool
Limburg;
(rolnummer: 3039)
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
77
- l'arrêt n° 75/2005 rendu le 20 avril 2005
concernant le recours en annulation des articles 1
er
(partim) et 15 du décret de la Communauté
française du 17 décembre 2003 relatif à l'emploi
dans le secteur socioculturel et portant des
dispositions diverses, introduit par l'ASBL
Fédération interdiocésaine des bibliothécaires et
des bibliothèques catholiques.
- het arrest nr. 75/2005 uitgesproken op
20 april 2005 over het beroep tot vernietiging van de
artikelen 1 (partim) en 15 van het decreet van de
Franse Gemeenschap van 17 december 2003
betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-
culturele sector en houdende diverse bepalingen,
ingesteld door de VZW "Fédération interdiocésaine
des bibliothécaires et des bibliothèques
catholiques".
(rolnummer: 3062)
Pour information
Ter kennisgeving
Recours en annulation
Beroepen tot vernietiging
En application de l'article 76 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
Met toepassing van artikel 76 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
- le recours en annulation totale ou partielle des
articles 102 et 114, 1°, du décret de la
Communauté flamande du 30 avril 2004 relatif à la
flexibilité de l'enseignement supérieur en Flandre et
portant des mesures urgentes en matière
d'enseignement supérieur, introduit par l'ASBL
"Inrichtende macht van de Vlaamse Katholieke
Hogeschool voor Wetenschap en Kunst";
- het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging
van de artikelen 102 en 114, 1°, van het decreet
van de Vlaamse Gemeenschap van 30 april 2004
betreffende de flexibilisering van het hoger
onderwijs in Vlaanderen en houdende
hogeronderwijsmaatregelen, ingesteld door de VZW
Inrichtende macht van de Vlaamse Katholieke
Hogeschool voor Wetenschap en Kunst;
(rolnummer: 3683)
- le recours en annulation de l'article 4, 3°, du Code
des droits de succession, tel qu'il a été ajouté par le
décret flamand du 24 décembre 2004, introduit par
J. Ambaum et autres.
- het beroep tot vernietiging van artikel 4, 3°, van
het Wetboek der successierechten, zoals
toegevoegd door het Vlaamse decreet van
24 december 2004, ingesteld door J. Ambaum en
anderen.
(rolnummer: 3684)
Pour information
Ter kennisgeving
Questions préjudicielles
Prejudiciële vragen
En application de l'article 77 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
- les questions préjudicielles relatives:
- de prejudiciële vragen betreffende:
. aux articles 1, § 1
er
, 23, 27 ou 53 des lois sur
l'emploi des langues en matière administrative,
coordonnées par arrêté royal du 18 juillet 1966;
. de artikelen 1, § 1, 23, 27 of 53, van de wetten op
het taalgebruik in bestuurszaken, gecoördineerd bij
koninklijk besluit van 18 juli 1966;
. à l'article 15 de la loi du 30 juillet 1963 concernant
le régime linguistique dans l'enseignement,
. artikel 15 van de wet van 30 juli 1963 houdende
taalregeling in het onderwijs,
posées par le Conseil d'Etat par trois arrêts du
17 février 2005, en cause de la commune de
Rhodes-Saint-Genèse contre la Région flamande,
en cause de la commune de Wezembeek-Oppen
contre la Région flamande et en cause de la
commune de Wezembeek-Oppem contre le
gouverneur de la province du Brabant flamand;
l'ordonnance de jonction de ces affaires;
gesteld door de Raad van State bij drie arresten van
17 februari 2005, inzake de gemeente Sint-
Genesius-Rode tegen het Vlaamse Gewest, inzake
de gemeente Wezembeek-Oppem tegen het
Vlaamse Gewest en inzake de gemeente
Wezembeek-Oppem tegen de gouverneur van de
provincie Vlaams-Brabant; de beschikking tot
samenvoeging van deze zaken;
(n
os
du rôle: 3645, 3646 et 3647)
(rolnummers: 3645, 3646 en 3647)
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
78
- la question préjudicielle relative aux articles 203 et
205 du Code civil, posée par le juge de paix du
canton de Woluwe-Saint-Pierre par jugement du
18 mars 2005, en cause de l'UCL Saint-Luc contre
J. Vanhelmont et J. Rouge.
- de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 203
en 205 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de
vrederechter van het kanton Sint-Pieters-Woluwe bij
vonnis van 18 maart 2005, inzake de "UCL Saint-
Luc" tegen J. Vanhelmont en J. Rouge.
(rolnummer: 3685)
Pour information
Ter kennisgeving
GOUVERNEMENT
REGERING
Projets de loi
Wetsontwerpen
Le gouvernement a déposé les projets de loi
suivants:
De regering heeft volgende wetsontwerpen
ingediend:
- projet de loi modifiant, en ce qui concerne
l'assurance contre les catastrophes naturelles, la loi
du 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre
et la loi du 12 juillet 1976 relative à la réparation de
certains dommages causés à des biens privés par
des calamités naturelles (n° 1732/1) (matière visée
à l'article 78 de la Constitution) pourl lequel
l''urgence a été demandée par le Gouvernement
conformément à l'article 80 de la Constitution.
- wetsontwerp tot wijziging, wat de verzekering
tegen natuurrampen betreft, van de wet van
25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst
en de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel
van zekere schade veroorzaakt aan private
goederen door natuurrampen
(nr. 1732/1)
(aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet) waarvoor de spoedbehandeling door de
Regering werd gevraagd bij toepassing van
artikel 80 van de Grondwet;
Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture
Verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw
- projet de loi modifiant le Code des impôts sur les
revenus 1992 et le Code des taxes assimilées au
timbre en matière d'assistance mutuelle des
autorités compétentes des Etats membres dans le
domaine des impôts directs et des taxes sur les
primes d'assurance
(n° 1735/1) (matière visée à l'article 78 de la
Constitution) pour lequel l'urgence a été demandée
par le Gouvernement conformément à l'article 80 de
la Constitution.
- wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 en van het Wetboek
der met het zegel gelijkgestelde taksen inzake de
wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten
van de lidstaten op het gebied van de directe
belastingen en heffingen op verzekeringspremies
(nr. 1735/1) (aangelegenheid als bedoeld in
artikel 78 van de Grondwet) waarvoor de
spoedbehandeling door de Regering werd
gevraagd bij toepassing van artikel 80 van de
Grondwet.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Budget
Begroting
Par lettre du 18 avril 2005, le vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur transmet, conformément
aux dispositions de l'article 1-01-7 de la loi du
27 décembre 2004 contenant le budget général des
dépenses pour l'année budgétaire 2005, la liste des
crédits (supplémentaires) pour l'apurement de
créances d'années antérieures.
Bij brief van 18 april 2005 zendt de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken,
conform de bepalingen van artikel 1-01-7 van de
wet van 27 december 2004 houdende de algemene
uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2005, het
overzicht van de genomen (bij)kredieten ter
aanzuivering van de achterstallige
schuldvorderingen.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
et à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting en naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt
CRIV 51
PLEN 132
28/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
79
Budget - Redistribution d'allocations de base
Begroting - Herverdeling van basisallocaties
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques transmet:
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven:
- par lettre du 25 avril 2005, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
SPF Sécurité sociale pour l'année budgétaire 2004;
- bij brief van 25 april 2005 een lijst met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2004 betreffende de FOD Sociale
Zekerheid;
- par lettre du 25 avril 2005, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
SPP Politique scientifique pour l'année
budgétaire 2005.
- bij brief van 25 april 2005 een lijst met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2005 betreffende de POD
Wetenschapsbeleid.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
RAPPORTS DÉPOSÉS EN VERTU DE
DISPOSITIONS LÉGALES
KRACHTENS EEN WETSBEPALING
INGEDIENDE VERSLAGEN
Tribunaux de première instance
Rechtbanken van eerste aanleg
Par lettre du 18 avril 2005, le président du tribunal
de première instance de Tournai transmet,
conformément à l'article 340, § 3, dernier alinéa du
Code judiciaire, le rapport de fonctionnement pour
l'année 2004 ainsi que le procès-verbal de
l'assemblée générale du tribunal de première
instance de Tournai qui s'est tenue le 12 avril 2005.
Bij brief van 18 april 2005 zendt de voorzitter van de
rechtbank van eerste aanleg te Doornik,
overeenkomstig artikel 340, § 3, laatste lid van het
Gerechtelijk Wetboek, het werkingsverslag voor het
jaar 2004 samen met het proces-verbaal van de
algemene vergadering van de rechtbank van eerste
aanleg te Doornik, welke doorging op 12 april 2005.
Dépôt au greffe et renvoi à la commission de la
Justice
Ingediend ter griffie en verzonden naar de
commissie voor de Justitie
Tribunaux de commerce
Rechtbanken van koophandel
Par lettre du 19 avril 2005, le président du tribunal
de commerce de Mons transmet, conformément à
l'article 340, § 3, dernier alinéa du Code judiciaire,
le rapport de fonctionnement pour l'année 2004
ainsi que le procès-verbal de l'assemblée générale
du tribunal de commerce de Mons qui s'est tenue le
11 mars 2005.
Bij brief van 19 april 2005 zendt de voorzitter van de
rechtbank van koophandel te Bergen,
overeenkomstig artikel 340, § 3, laatste lid van het
Gerechtelijk Wetboek, het werkingsverslag voor het
jaar 2004 samen met het proces-verbaal van de
algemene vergadering van de rechtbank van
koophandel te Bergen, welke doorging op
11 maart 2005.
Dépôt au greffe et renvoi à la commission de la
Justice
Ingediend ter griffie en verzonden naar de
commissie voor de Justitie
Juges de paix et juges au tribunal de police
Vrederechters en rechters in de politierechtbank
Par lettre du 20 avril 2005, le président de
l'assemblée générale des juges de paix et juges au
tribunal de police du ressort de la cour d'appel de
Bruxelles transmet, conformément à l'article 340,
§ 3, dernier alinéa du Code judiciaire, le rapport de
fonctionnement pour l'année 2004 de l'assemblée
générale des juges de paix et juges au tribunal de
police du ressort de la cour d'appel de Bruxelles
(N), approuvé par l'assemblée générale du
Bij brief van 20 april 2005 zendt de voorzitter van de
algemene vergadering van de vrederechters en
rechters in de politierechtbank in het rechtsgebied
van het hof van beroep te Brussel, overeenkomstig
artikel 340, § 3, laatste lid van het Gerechtelijk
Wetboek, het werkingsverslag voor het jaar 2004
van de algemene vergadering van de vrederechters
en rechters in de politierechtbank in het
rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel (N),
28/04/2005
CRIV 51
PLEN 132
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
80
22 mars 2005.
goedgekeurd door de algemene vergadering van
22 maart 2005.
Dépôt au greffe et renvoi à la commission de la
Justice
Ingediend ter griffie en verzonden naar de
commissie voor de Justitie
Parquets
Parketten
Par lettre du 18 avril 2005, le procureur du Roi près
le tribunal de première instance de Charleroi
transmet, conformément à l'article 346, § 2, 2° du
Code judiciaire, le rapport de fonctionnement du
parquet du procureur du Roi de Charleroi relatif à
l'année 2004 ainsi que le procès-verbal de
l'assemblée de corps qui s'est tenue le
23 mars 2005.
Bij brief van 18 april 2005 zendt de procureur des
Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te
Charleroi, overeenkomstig artikel 346, § 2, 2° van
het Gerechtelijk Wetboek, het werkingsverslag van
het parket van de procureur des Konings te
Charleroi voor het jaar 2004 samen met het proces-
verbaal van de korpsvergadering, welke doorging
op 23 maart 2005.
Dépôt au greffe et renvoi à la commission de la
Justice
Ingediend ter griffie en verzonden naar de
commissie voor de Justitie
UNION EUROPÉENNE
EUROPESE UNIE
P
ARLEMENT EUROPEEN
E
UROPEES PARLEMENT
Résolutions
Resoluties
Par lettre du 22 avril 2005, le secrétaire général du
Parlement européen transmet le texte de cinq
résolutions, adoptées par cette assemblée:
Bij brief van 22 april 2005 zendt de secretaris-
generaal van het Europees Parlement de tekst over
van vijf resoluties, aangenomen door deze
vergadering:
- résolution sur la conférence de révision du traité
de non-prolifération prévue pour 2005 et les armes
nucléaires en Corée du Nord et en Iran;
- resolutie over de toetsingsconferentie van het non-
proliferatieverdrag in 2005 kernwapens in Noord-
Korea en Iran;
- résolution sur le Belarus;
- resolutie over Wit-Rusland;
- résolution sur les délibérations de la commission
des pétitions au cours de l'année
parlementaire 2003-2004;
- resolutie over de beraadslagingen van de
Commissie verzoekschriften in het parlementaire
jaar 2003-2004;
Renvoi à la commission des Relations extérieures
et au Comité d'avis chargé de questions
européennes
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen en naar het
Adviescomité voor de Europese Aangelegenheden
- résolution sur le commerce d'ovules humains;
- resolutie over de handel in menselijke eicellen;
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société et
au Comité d'avis chargé de questions européennes
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen, naar de commissie voor
de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing en naar het
Adviescomité voor de Europese Aangelegenheden
- résolution sur la science et la technologie
orientations pour la politique de soutien à la
recherche de l'Union.
- resolutie over wetenschap en technologie
richtsnoeren voor het beleid ter ondersteuning van
het onderzoek in de Unie.
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture et au Comité d'avis
chargé de questions européennes
Buitenlandse Betrekkingen, naar de commissie voor
het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw en naar het Adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden