CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 051
CRIV 51 PLEN 051
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
jeudi
donderdag
19-02-2004
19-02-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
Modification au sein du gouvernement
1
Wijziging binnen de regering
1
Communications
1
Mededelingen
1
Démission de MM. Jacques Simonet et Daniel
Ducarme de leurs fonctions
2
Ontslag van de heren Jacques Simonet en Daniel
Ducarme uit hun ambt
2
Prestation de serment d'un membre suppléant
appelé à siéger en remplacement d'un membre
élu par les Conseils en qualité de ministre ou de
secrétaire d'Etat
3
Eedaflegging van een opvolgend lid die zitting zal
hebben ter vervanging van een lid die door de
Raden tot minister of tot staatssecretaris werd
gekozen
3
Admission et vérification complémentaire des
pouvoirs d'un nouveau membre
4
Toelating en aanvullend onderzoek der
geloofsbrieven van een nieuw lid
4
Remplacement d'un membre du Parlement
européen
5
Vervanging van een lid van het Europees
Parlement
5
QUESTIONS
5
VRAGEN
5
Questions jointes de
6
Samengevoegde vragen van
5
- M. Pieter De Crem au premier ministre sur "la
nouvelle querelle diplomatique avec les Etats-
Unis" (n° P235)
6
- de heer Pieter De Crem aan de eerste minister
over "de nieuwe diplomatieke rel met de
Verenigde Staten" (nr. P235)
6
- M. Francis Van den Eynde au premier ministre
sur "la nouvelle querelle diplomatique avec les
Etats-Unis" (n° P236)
6
- de heer Francis Van den Eynde aan de eerste
minister over "de nieuwe diplomatieke rel met de
Verenigde Staten" (nr. P236)
6
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Francis Van den Eynde, Guy
Verhofstadt
, premier ministre, Filip De Man
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Francis Van den Eynde, Guy
Verhofstadt
, eerste minister, Filip De Man
Questions jointes de
9
Samengevoegde vragen van
9
- M. Hendrik Daems au premier ministre sur
"l'abaissement du taux de TVA dans le secteur
horeca" (n° P238)
9
- de heer Hendrik Daems aan de eerste minister
over "de BTW-verlaging in de horeca" (nr. P238)
9
- Mme Anne-Marie Baeke au ministre des
Finances sur "l'abaissement du taux de TVA dans
le secteur horeca" (n° P245)
9
- mevrouw Anne-Marie Baeke aan de minister van
Financiën over "de BTW-verlaging in de horeca"
(nr. P245)
9
- M. Pierre-Yves Jeholet au ministre des Finances
sur "l'accord en matière de TVA dans le secteur
horeca" (n° P246)
9
- de heer Pierre-Yves Jeholet aan de minister van
Financiën over "het akkoord over de BTW in de
horecasector" (nr. P246)
9
Orateurs: Hendrik Daems, président du
groupe VLD, Anne-Marie Baeke, Pierre-Yves
Jeholet, Guy Verhofstadt
, premier ministre
Sprekers: Hendrik Daems, voorzitter van de
VLD-fractie, Anne-Marie Baeke, Pierre-Yves
Jeholet, Guy Verhofstadt
, eerste minister
Question de M. Pieter De Crem au premier
ministre sur "le processus décisionnel au sein de
l'Union européenne" (n° P239)
12
Vraag van de heer Pieter De Crem aan de eerste
minister over "de besluitvorming in de Europese
Unie" (nr. P239)
12
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Guy Verhofstadt, premier
ministre
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Guy Verhofstadt, eerste
minister
Question de M. Filip De Man au premier ministre
sur "l'Exécutif des musulmans" (n° P237)
14
Vraag van de heer Filip De Man aan de eerste
minister over "de moslimexecutieve" (nr. P237)
14
Orateurs: Filip De Man, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Filip De Man, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "des projets
pilote en matière de visioconférence" (n° P241)
16
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over
"proefprojecten inzake
videoconferentie" (nr. P241)
16
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Questions jointes de
17
Samengevoegde vragen van
17
- M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "la demande de permis d'environnement de
BIAC" (n° P242)
17
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de
milieuvergunningsaanvraag van BIAC" (nr. P242)
17
- M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité et
de l'Economie sociale sur "la demande de permis
d'environnement de BIAC" (n° P251)
17
- de heer Olivier Maingain aan de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
milieuvergunningsaanvraag van BIAC" (nr. P251)
17
- Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "le financement des adaptations
d'infrastructure de Bruxelles-National" (n° P243)
17
- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de financiering van de aanpassing van de
infrastructuur op de luchthaven van Brussel-
Nationaal" (nr. P243)
17
Orateurs:
Melchior Wathelet, Olivier
Maingain, Marie Nagy, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers:
Melchior Wathelet, Olivier
Maingain, Marie Nagy, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Willy Cortois au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le résultat de
la concertation au sommet avec la police
fédérale" (n° P244)
22
Vraag van de heer Willy Cortois aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het resultaat van het topoverleg met
de federale politie" (nr. P244)
22
Orateurs: Willy Cortois, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Willy Cortois, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
24
Samengevoegde vragen van
24
- M. Jean-Jacques Viseur au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
revendications des travailleurs du secteur non
marchand" (n° P247)
24
- de heer Jean-Jacques Viseur aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
eisenbundel van de witte woede" (nr. P247)
24
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
revendications des travailleurs du secteur non
marchand" (n° P248)
24
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
eisenbundel van de witte woede" (nr. P248)
24
- Mme Inge Vervotte au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
revendications des travailleurs du secteur non
marchand" (n° P249)
24
- mevrouw Inge Vervotte aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
eisenbundel van de witte woede" (nr. P249)
24
Orateurs: Jean-Jacques Viseur, Koen
Bultinck, Inge Vervotte, Rudy Demotte
,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Jean-Jacques Viseur, Koen
Bultinck, Inge Vervotte, Rudy Demotte
,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'annonce d'un suicide dans les
médias et la politique de santé mentale" (n° P250)
27
Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de berichtgeving over een
zelfmoord in de media en het beleid inzake
geestelijke gezondheidszorg" (nr. P250)
27
Orateurs: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte
, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Catherine Doyen-Fonck, Rudy
Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
PROJETS ET PROPOSITIONS
29
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
29
Projet de loi relatif à l'agrément de certaines
associations sans but lucratif d'accompagnement
des victimes d'actes intentionnels de
violence (636/1-4)
29
Wetsontwerp betreffende de erkenning van
verenigingen zonder winstoogmerk die
slachtoffers van opzettelijke gewelddaden
begeleiden (636/1-4)
29
Discussion générale
29
Algemene bespreking
29
Orateur: Melchior Wathelet, rapporteur
Spreker: Melchior Wathelet, rapporteur
Discussion des articles
31
Bespreking van de artikelen
31
Proposition de loi insérant dans la loi du 31
Wetsvoorstel tot herinvoering in de wet van 32
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
24 février 1921 concernant le trafic des
substances vénéneuses, soporifiques,
stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou
antiseptiques et des substances pouvant servir à
la fabrication illicite de substances stupéfiantes et
psychotropes, une disposition réautorisant les
officiers de police judiciaire à pénétrer et à fouiller
dans tout lieu pendant la nuit sans autorisation
préalable du tribunal de police (768/1-4)
24 februari 1921 betreffende het verhandelen van
giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende
middelen, psychotrope stoffen,
ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de
stoffen die kunnen gebruikt worden voor de
illegale vervaardiging van verdovende middelen
en psychotrope stoffen van de bevoegdheid van
officieren van gerechtelijke politie om 's nachts
alle plaatsen te betreden en te doorzoeken
zonder voorafgaande toelating van de
politierechtbank (768/1-4)
- Proposition de loi insérant dans la loi du
24 février 1921 concernant le trafic des
substances vénéneuses, soporifiques,
stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou
antiseptiques et des substances pouvant servir à
la fabrication illicite de substances stupéfiantes et
psychotropes, une disposition réautorisant la
pénétration et la fouille dans tout lieu, durant la
nuit, sans autorisation préalable du tribunal de
police (769/1-2)
31
- Wetsvoorstel tot herinvoering in de wet van
24 februari 1921 betreffende het verhandelen van
giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende
middelen, psychotrope stoffen,
ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de
stoffen die kunnen gebruikt worden voor de
illegale vervaardiging van verdovende middelen
en psychotrope stoffen van de bevoegdheid om 's
nachts alle plaatsen te betreden en te doorzoeken
zonder voorafgaande toelating van de
politierechtbank (769/1-2)
32
Discussion générale
32
Algemene bespreking
32
Discussion des articles
32
Bespreking van de artikelen
32
Proposition de loi modifiant la loi du 2 juin 1998
portant création d'un Centre d'information et d'avis
sur les organisations sectaires nuisibles et d'une
cellule administrative de coordination de la lutte
contre les organisations sectaires nuisibles
(790/1-4)
32
Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
2 juni 1998 houdende oprichting van een
Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke
sektarische organisaties en van een
administratieve coördinatiecel inzake de strijd
tegen schadelijke sektarische organisaties (790/1-
4)
32
Discussion générale
33
Algemene bespreking
33
Discussion des articles
33
Bespreking van de artikelen
33
Projet de loi visant à octroyer le droit de vote aux
élections communales à des étrangers (578/1-5)
33
Wetsontwerp tot toekenning van het actief
kiesrecht bij de gemeenteraadsverkiezingen aan
vreemdelingen (578/1-5)
33
- Proposition de loi visant à octroyer le droit de
vote et d'éligibilité aux élections communales et
provinciales aux ressortissants étrangers (76/1-3)
33
- Wetsvoorstel tot toekenning van het actief en
passief kiesrecht bij de gemeente- en
provincieraadsverkiezingen aan de buitenlandse
onderdanen (76/1-3)
33
- Proposition de loi modifiant la loi électorale
communale, coordonnée le 4 août 1932, en vue
d'octroyer le droit de vote aux étrangers non
ressortissants de l'Union européenne aux
élections communales (197/1-2)
33
- Wetsvoorstel tot wijziging van de
gemeentekieswet, gecoördineerd op
4 augustus 1932, teneinde bij de
gemeenteraadsverkiezingen kiesrecht te verlenen
aan de vreemdelingen die geen ingezetenen van
de Europese Unie zijn (197/1-2)
33
- Proposition de loi relative à l'extension du droit
de vote et d'éligibilité aux élections communales
et intracommunales aux ressortissants non
européens résidant en Belgique (261/1-2)
33
- Wetsvoorstel betreffende de uitbreiding van het
actief en passief kiesrecht bij gemeenteraads- en
districtraadsverkiezingen tot de niet-Europese
onderdanen die in België verblijven (261/1-2)
33
- Proposition de loi portant organisation d'une
consultation populaire sur l'octroi du droit de vote
au niveau communal aux résidents en Belgique
qui ne sont pas des ressortissants d'un Etat
membre de l'Union européenne (400/1-2)
33
- Wetsvoorstel houdende organisatie van een
volksraadpleging over de toekenning van
stemrecht op gemeentelijk niveau aan de in
België verblijvende niet-Europese Unie
onderdanen (400/1-2)
34
Discussion générale
34
Algemene bespreking
34
Orateurs: Jacqueline Galant, rapporteur, Dirk
Claes
, rapporteur, Pieter De Crem, président
du groupe CD&V, Joseph Arens, Filip De
Man, Gerolf Annemans
, président du groupe
VLAAMS BLOK, Elio Di Rupo, Bart
Laeremans, Hendrik Daems
, président du
groupe VLD, Francis Van den Eynde,
Sprekers: Jacqueline Galant, rapporteur,
Dirk Claes, rapporteur, Pieter De Crem,
voorzitter van de CD&V-fractie, Joseph
Arens, Filip De Man, Gerolf Annemans
,
voorzitter van de VLAAMS BLOK-fractie, Elio
Di Rupo, Bart Laeremans, Hendrik Daems
,
voorzitter van de VLD-fractie, Francis Van
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
Philippe Monfils, Philippe De Coene
den Eynde, Philippe Monfils, Philippe De
Coene
ANNEXE
87
BIJLAGE
87
DECISIONS INTERNES
87
INTERNE BESLUITEN
87
DEMANDES D'INTERPELLATION
87
INTERPELLATIEVERZOEKEN
87
D
EMANDES
87
I
NGEKOMEN
87
R
ETRAITS
87
I
NGETROKKEN
87
PROPOSITIONS
88
VOORSTELLEN
88
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
88
T
OELATING TOT DRUKKEN
88
COMMUNICATIONS
89
MEDEDELINGEN
89
COMMISSIONS
89
COMMISSIES
89
R
APPORTS
89
V
ERSLAGEN
89
SENAT
91
SENAAT
91
P
ROJETS DE LOI TRANSMIS
91
O
VERGEZONDEN WETSONTWERPEN
91
GOUVERNEMENT
92
REGERING
92
B
UDGET GENERAL DES DEPENSES
2003
92
A
LGEMENE UITGAVENBEGROTING
2003
92
COUR D'ARBITRAGE
93
ARBITRAGEHOF
93
A
RRETS
93
A
RRESTEN
93
R
ECOURS EN ANNULATION
93
B
EROEPEN TOT VERNIETIGING
93
Q
UESTIONS PREJUDICIELLES
94
P
REJUDICIËLE VRAGEN
94
RAPPORTS ET COMPTES ANNUELS
95
JAARVERSLAGEN EN -REKENINGEN
95
B
ANQUE NATIONALE DE
B
ELGIQUE
95
N
ATIONALE
B
ANK VAN
B
ELGIË
95
T
RIBUNAL DU TRAVAIL D
'A
UDENARDE
95
A
RBEIDSRECHTBANK TE
O
UDENAARDE
95
T
RIBUNAL DU TRAVAIL DE
M
ALINES
96
A
RBEIDSRECHTBANK TE
M
ECHELEN
96
RESOLUTIONS
96
RESOLUTIES
96
P
ARLEMENT EUROPEEN
96
E
UROPEES
P
ARLEMENT
96
MOTIONS
97
MOTIES
97
DIVERS
98
VARIA
98
C
ONGRES INTERNATIONAL SUR LES VICTIMES DE
TERRORISME
98
I
NTERNATIONAAL
C
ONGRES OVER DE
SLACHTOFFERS VAN TERRORISME
98
I
NSTITUT NATIONAL D
'A
SSURANCES SOCIALES POUR
T
RAVAILLEURS INDEPENDANTS
98
R
IJKSINSTITUUT VOOR DE
S
OCIALE
V
ERZEKERINGEN DER
Z
ELFSTANDIGEN
98
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
du
JEUDI
19
FEVRIER
2004
Après-midi
______
van
DONDERDAG
19
FEBRUARI
2004
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.16 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 14.16 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Didier Reynders, Guy Verhofstadt.

Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Excusés
Berichten van verhindering

Paul Tant, pour raisons de santé / wegens ziekte;
Karel De Gucht, pour raisons familiales / familieaangelegenheden;
Daniel Ducarme, empêché / verhinderd;
Stef Goris, à l'étranger / buitenslands;
François-Xavier de Donnea, Guy Hove, Patrick Moriau, OSCE / OVSE.
01 Modification au sein du gouvernement
01 Wijziging binnen de regering

Par lettre du 12 février 2004, le premier ministre transmet copie de l'arrêté royal du 12 février 2004 intitulé
"Gouvernement ­ Démission - Nomination".
Bij brief van 12 februari 2004 zendt de eerste minister een afschrift over, van het koninklijk besluit van
12 februari 2004 met als opschrift "Regering ­ Ontslag - Benoeming".
02 Communications
02 Mededelingen

Par lettre du 13 février 2004, la présidente du Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale annonce la
démission de M. Daniel Ducarme en qualité de ministre-président du gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale.
Bij brief van 13 februari 2004 geeft de voorzitter van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
kennis van het ontslag van de heer Daniel Ducarme als minister-president van de Brusselse
Hoofdstedelijke regering.

Par lettre du 16 février 2004, la présidente du Parlement de la Communauté française annonce la
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
démission de M. Daniel Ducarme en qualité de ministre du gouvernement de la Communauté française.
Bij brief van 16 februari 2004 geeft de voorzitter van het Frans Gemeenschapsparlement kennis van het
ontslag van de heer Daniel Ducarme als minister van de Franse Gemeenschapsregering.

Par lettre du 17 février 2004, la présidente du Parlement de la Communauté française annonce la
prestation de serment de M. Olivier Chastel en qualité de ministre du gouvernement de la Communauté
française.
Bij brief van 17 februari 2004 geeft de voorzitter van het Frans Gemeenschapsparlement kennis van de
eedaflegging van de heer Olivier Chastel als minister van de Franse Gemeenschapsregering.
03 Démission de MM. Jacques Simonet et Daniel Ducarme de leurs fonctions
03 Ontslag van de heren Jacques Simonet en Daniel Ducarme uit hun ambt

L'article 50 de la Constitution dispose que "le membre de l'une des deux Chambres, nommé par le Roi en
qualité de ministre et qui l'accepte, cesse de siéger et reprend son mandat lorsqu'il a été mis fin par le Roi à
ses fonctions de ministre".
Artikel 50 van de Grondwet bepaalt het volgende: "Een lid van één van beide kamers dat door de Koning tot
minister wordt benoemd en de benoeming aanneemt, houdt op zitting te hebben en neemt zijn mandaat
weer op wanneer de Koning een einde heeft gemaakt aan zijn ambt van minister."

L'article 59 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles dispose que le membre de la
Chambre des représentants élu membre du gouvernement wallon, du gouvernement de la Communauté
française ou du gouvernement flamand, cesse immédiatement de siéger et reprend son mandat lorsque
ses fonctions de ministre prennent fin.
Artikel 59 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen bepaalt dat een lid van
de Kamer van volksvertegenwoordigers dat gekozen wordt tot lid van de Vlaamse regering, van de Waalse
regering, of van de Franse Gemeenschapsregering, onmiddellijk ophoudt zitting te hebben en zijn mandaat
weer opneemt wanneer zijn ambt van minister een einde neemt.

De même, l'article 35 de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises dispose que
le membre de la Chambre des représentants élu membre du gouvernement de la Région de Bruxelles-
Capitale, cesse immédiatement de siéger et reprend son mandat lorsque ses fonctions de ministre
prennent fin.
Artikel 35 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen bepaalt
het volgende: "Een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers die gekozen wordt tot lid van de regering
van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, houdt onmiddellijk op zitting te hebben en hij neemt zijn
mandaat weer op wanneer zijn ambt van minister een einde neemt".

M. Daniel Ducarme ayant démissionné de ses fonctions de ministre du gouvernement de la Communauté
française et de ministre-président du gouvernement de la région de Bruxelles-Capitale en date du
12 février 2004, il reprend son mandat parlementaire.
Daar de heer Daniel Ducarme op 12 februari 2004 ontslag heeft genomen uit zijn ambt van minister van de
regering van de Franse Gemeenschap en van minister-president van de regering van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, neemt hij zijn parlementair mandaat weer op.

M. Jacques Simonet, ayant démissionné de ses fonctions de secrétaire d'Etat aux Affaires européennes et
aux Affaires étrangères, adjoint au ministre des Affaires étrangères, et le Roi ayant accepté sa démission
en date du 12 février 2004, il reprend son mandat parlementaire.
Daar de heer Jacques Simonet ontslag heeft genomen uit zijn ambt van Staatssecretaris voor Europese
Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, en de Koning op
12 februari 2004 zijn ontslag heeft aangenomen, neemt hij zijn parlementair mandaat weer op.

MM. Alain Courtois et Eric Libert, admis à siéger en qualité de membres effectifs de la Chambre des
représentants en remplacement respectif de MM. Simonet et Ducarme cessent de siéger et redeviennent
respectivement premier et deuxième suppléants de la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde.
De heren Alain Courtois en Eric Libert die zitting hebben in de hoedanigheid van lid van de Kamer van
volksvertegenwoordigers ter vervanging van respectievelijk de heren Simonet en Ducarme houden op
zitting te hebben en worden opnieuw eerste en tweede opvolger voor de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3

Par lettre du 18 février 2004, la présidente du Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale annonce
l'élection et la prestation de serment de M. Jacques Simonet en qualité de ministre-président du
gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, en remplacement de M. Daniel Ducarme,
démissionnaire.
Bij brief van 18 februari 2004 geeft de voorzitter van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
kennis van de verkiezing en de eedaflegging van de heer Jacques Simonet in de hoedanigheid van
minister-voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, ter vervanging van de heer Daniel Ducarme,
ontslagnemend.
04 Prestation de serment d'un membre suppléant appelé à siéger en remplacement d'un membre élu
par les Conseils en qualité de ministre ou de secrétaire d'Etat
04 Eedaflegging van een opvolgend lid die zitting zal hebben ter vervanging van een lid die door de
Raden tot minister of tot staatssecretaris werd gekozen

L'article 59 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles dispose que le membre de la
Chambre des représentants élu membre du Gouvernement wallon, du Gouvernement de la Communauté
française ou du Gouvernement flamand, cesse immédiatement de siéger et reprend son mandat lorsque
ses fonctions de ministre prennent fin.
Artikel 59 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen bepaalt het volgende:
"Een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers die gekozen wordt tot lid van de Vlaamse Regering,
van de Waalse Regering, of van de Franse Gemeenschapsregering, houdt onmiddellijk op zitting te hebben
en neemt zijn mandaat weer op wanneer zijn ambt van minister een einde neemt".
Selon l'article 1bis de la loi du 6 août 1931 établissant des incompatibilités et interdictions concernant les
ministres, anciens ministres et ministres d'Etat, ainsi que les membres et anciens membres des Chambres
législatives, le ministre ou le secrétaire d'Etat d'un gouvernement régional ou communautaire qui cesse de
siéger est remplacé par le premier suppléant en ordre utile de la liste sur laquelle le ministre ou le
secrétaire d'Etat a été élu.
Volgens artikel 1bis van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en
ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en
gewezen leden van de Wetgevende Kamers, wordt de minister of staatssecretaris van een Gewest- of
Gemeenschapsregering die ophoudt zitting te hebben, vervangen door de eerst in aanmerking komende
opvolger van de lijst waarop de minister of de staatssecretaris gekozen is.

Nous devons donc procéder à l'admission et à la prestation de serment du suppléant appelé à siéger en
remplacement de M. Olivier Chastel, ministre du gouvernement de la Communauté française.
Wij moeten dus overgaan tot de toelating en de eedaflegging van de opvolger die zitting zal hebben ter
vervanging van de heer Olivier Chastel, minister van de regering van de Franse Gemeenschap.
Le suppléant appelé à le remplacer est M. Jean-Luc Crucke, premier suppléant de la circonscription
électorale du Hainaut.
De opvolger die in aanmerking komt om hem te vervangen is de heer Jean-Luc Crucke, eerste opvolger
van de kieskring Henegouwen.
Les pouvoirs de ce suppléant ont été validés en notre séance du 5 juin 2003. Comme la vérification
complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions
d'éligibilité, il apparaît que cette vérification n'a, au vu des pièces produites, qu'un caractère de pure
formalité.
De geloofsbrieven van deze opvolger werden tijdens onze vergadering van 5 juni 2003 geldig verklaard.
Daar het aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op
het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het, gelet op de voorgelegde stukken, om een loutere
formaliteit.
Je vous propose donc de passer à l'admission de ce suppléant appelé à siéger en qualité de membre de la
Chambre des représentants en remplacement de M. Olivier Chastel, ministre du gouvernement de la
Communauté française et pendant la durée des fonctions de celui-ci, sans renvoi à une commission de
vérification des pouvoirs.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van deze opvolger die zitting heeft in de hoedanigheid van lid
van de Kamer van volksvertegenwoordigers ter vervanging van de heer Olivier Chastel, minister van de
regering van de Franse Gemeenschap en zolang het ambt van deze duurt, zonder dat tot verzending naar
een commissie tot onderzoek der geloofsbrieven wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Je rappelle les termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik zweer de Grondwet na te leven"
"Ich schwöre die Verfassung zu beachten".
Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la
Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu beachten".

Je prie M. Jean-Luc Crucke de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek de heer Jean-Luc Crucke de grondwettelijke eed af te leggen.

M. Jean-Luc Crucke prête le serment constitutionnel en français.
De heer Jean-Luc Crucke legt de grondwettelijke eed af in het Frans.

M. Jean-Luc Crucke fera partie du groupe linguistique français. (Applaudissements)
De heer Jean-Luc Crucke zal deel uitmaken van de Franse taalgroep. (Applaus)

Le président: Je vous félicite, cher collègue.
05 Admission et vérification complémentaire des pouvoirs d'un nouveau membre
05 Toelating en aanvullend onderzoek der geloofsbrieven van een nieuw lid

M. Jacques Simonet, représentant de la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde, a été élu
ministre-président du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale en date du 18 février 2004.
De heer Jacques Simonet, vertegenwoordiger voor de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, is verkozen tot
minister-president van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met ingang van 18 februari 2004.

Le suppléant appelé à le remplacer est M. Alain Courtois.
De opvolger die in aanmerking komt om hem te vervangen is de heer Alain Courtois.

Le 26 juin 2003, ce dernier avait été admis à siéger en qualité de membre de la Chambre des
représentants en remplacement de M. Daniel Ducarme, élu ministre-président du gouvernement de la
Région de Bruxelles-Capitale, pour la durée des fonctions de celui-ci.
Op 26 juni 2003 werd hij toegelaten zitting te hebben in de hoedanigheid van lid van de Kamer van
volksvertegenwoordigers ter vervanging van de heer Daniel Ducarme, verkozen tot minister-president van
de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en zolang het ambt van deze duurde.

Il n'y a, dès lors, plus lieu de procéder à la vérification des pouvoirs de M. Alain Courtois en qualité de
membre de la Chambre et nous pouvons passer aussitôt à son admission comme membre effectif de la
Chambre des représentants.
Er dient dus niet meer te worden overgegaan tot onderzoek der geloofsbrieven van de heer Alain Courtois
in de hoedanigheid van lid van de Kamer. Wij kunnen onmiddellijk overgaan tot zijn toelating als effectief lid
van de Kamer van volksvertegenwoordigers

Je proclame M. Alain Courtois membre de la Chambre des représentants.
Ik roep de heer Alain Courtois tot lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers uit.

Je rappelle que les membres élus par le collège électoral de l'arrondissement de Bruxelles font partie soit
du groupe linguistique français, soit du groupe linguistique néerlandais de la Chambre, selon qu'ils prêtent
serment en français ou en néerlandais. Si le serment est prêté en plusieurs langues, celle d'entre elles qui
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
est utilisée en premier lieu est déterminante.
Ik herinner eraan dat de leden gekozen door het kiescollege van het arrondissement Brussel deel uitmaken
van de Nederlandse of van de Franse taalgroep van de Kamer, naargelang zij de eed in het Nederlands of
in het Frans afleggen. Wordt de eed in verscheidene talen afgelegd, dan is de taal waarin hij het eerst is
afgelegd beslissend.

Je prie M. Alain Courtois de prêter le serment constitutionnel: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik zweer
de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu beachten".
Ik verzoek de heer Alain Courtois de grondwettelijke eed af te leggen: "Ik zweer de Grondwet na te leven"
"Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu beachten".

M. Alain Courtois prête le serment constitutionnel en français et en néerlandais.
De heer Alain Courtois legt de grondwettelijke eed af in het Frans en in het Nederlands.

M. Alain Courtois fera partie du groupe linguistique français. (Applaudissements)
De heer Alain Courtois zal deel uitmaken van de Franse taalgroep. (Applaus)
06 Remplacement d'un membre du Parlement européen
06 Vervanging van een lid van het Europees Parlement

Par lettre du 16 février 2004, Mme Frédérique Ries informe le président du Parlement européen de sa
nomination, le 12 février 2004, en qualité de membre du gouvernement fédéral belge.
Bij brief van 16 februari 2004 laat mevrouw Frédérique Ries de voorzitter van het Europees Parlement
weten dat zij op 12 februari 2004 tot lid van de Belgische federale regering benoemd is.

Conformément à l'article 6, § 1
er
, de l'Acte du 20 septembre 1976 portant élection des représentants au
Parlement européen au suffrage universel direct, cette fonction est incompatible avec le mandat de
membre du Parlement européen.
Overeenkomstig artikel 6, paragraaf 1, van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van
de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen is
deze functie onverenigbaar met het mandaat van Europees Parlementslid.

Le suppléant appelé à remplacer Mme Frédérique Ries est Mme Jacqueline Rousseaux.
De opvolger die in aanmerking komt om mevrouw Frédérique Ries te vervangen is mevrouw Jacqueline
Rousseaux.

Il appert qu'elle remplit toujours les conditions d'éligibilité prévues par les articles 1 et 41 de la loi du
23 mars 1989 relative à l'élection du Parlement européen.
Het blijkt dat zij nog voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden, bedoeld in artikelen 1 en 41 van de wet
van 23 maart 1989 met betrekking tot de verkiezing van het Europees Parlement.

Afin de permettre à Mme Jacqueline Rousseaux d'exercer son mandat de membre du Parlement européen
dès le 26 février 2004, je vous propose de présenter Mme Jacqueline Rousseaux en qualité de membre
effectif du Parlement européen.
Om mevrouw Jacqueline Rousseaux in staat te stellen vanaf 26 februari 2004 haar mandaat van Europees
Parlementslid uit te oefenen stel ik u voor mevrouw Jacqueline Rousseaux voor te dragen als vast lid van
het Europees Parlement.

Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.

Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Questions
Vragen
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Pieter De Crem aan de eerste minister over "de nieuwe diplomatieke rel met de Verenigde
Staten" (nr. P235)
- de heer Francis Van den Eynde aan de eerste minister over "de nieuwe diplomatieke rel met de
Verenigde Staten" (nr. P236)
07 Questions jointes de
- M. Pieter De Crem au premier ministre sur "la nouvelle querelle diplomatique avec les Etats-Unis"
(n° P235)
- M. Francis Van den Eynde au premier ministre sur "la nouvelle querelle diplomatique avec les Etats-
Unis" (n° P236)
07.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
eerste minister, ik wil u in deze plenaire vergadering een vraag
stellen. Oorspronkelijk had ik een interpellatie voorbereid, maar die
zou door de betrokkene zelf, minister Flahaut, beantwoord worden. Ik
zal kort zijn in mijn vraagstelling.

Uitspraken van minister Flahaut hebben eens te meer tot een
diplomatieke rel geleid tussen de Verenigde Staten en België. Dat
was reeds het geval ten tijde van de Irak-crisis. Ik herinner u eraan
dat uw minister van Buitenlandse Zaken uw minister van
Landsverdediging ooit een ezel heeft genoemd in een interview in De
Standaard, maar blijkbaar gaat de minister van Landsverdediging nu
verder op dat ingeslagen pad.

Minister Flahaut deed een aantal uitspraken over de effectiviteit van
het Amerikaans leger. Hij vergelijkt die effectiviteit met een aantal
andere zaken. Hij zegt ook dat hij een aantal opvattingen heeft over
de Amerikaanse politiek, over de wijze waarop daar aan politiek wordt
gedaan en over wie voor de Amerikanen de beste president zou zijn.
Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. Ik herinner u er ook aan dat
uw minister van Buitenlandse Zaken ooit zei dat Al Gore een betere
president geweest zou zijn dan George Bush voor de Amerikanen.
Stel u voor dat Colin Powell zou zeggen dat iemand anders dan u een
betere eerste minister zou zijn voor de Belgen, dan zou ik graag eens
weten wat uw appreciatie daarover zou zijn geweest.

Het belangrijkste is dat u hebt moeten ingrijpen. U hebt uw minister
van Landsverdediging terechtgewezen via een hoogst onuitgegeven
procedure, namelijk via een schriftelijke vermaning.

Ik zou willen weten wat in die schriftelijke vermaning stond en welk
gevolg u geeft aan de houding die de minister van Landsverdediging
heeft aangenomen.

Ten slotte wil ik van u weten of het echt kan dat de minister van
Landsverdediging dergelijke uitspraken doet over een land dat u ook
toch nog altijd als een bondgenoot beschouwt, of men dat nu graag
heeft of niet.
07.01 Pieter De Crem (CD&V):
Ce n'est pas la première fois que
les déclarations de M. Flahaut
provoquent une querelle avec les
Etats-Unis. Après ses déclarations
déplacées pendant la crise
irakienne, le ministre de la
Défense met à présent en doute
l'efficacité de l'armée américaine
dans une interview. En outre, il a
critiqué la politique menée
actuellement par les Etats-Unis et
a également indiqué qui, selon lui,
ferait le meilleur président.

Le premier ministre a rappelé
M. Flahaut à l'ordre par le biais
d'une réprimande écrite,
procédure très inhabituelle. Pour
quelle raison le premier ministre
n'a-t-il pas pris de mesure plus
drastique? Quelle est la teneur de
cette réprimande? Un ministre
belge peut-il faire de telles
déclarations à propos d'un allié?
07.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, toen u mijnheer De Crem riep, dacht ik aan de parabel van
de goede herder, als ik dat ten overstaan van u mag gebruiken.

Mijnheer de eerste minister, het is inderdaad niet de eerste keer en ik
vrees dat het ook niet de laatste keer zal zijn. Ik moet zeggen,
mijnheer de eerste minister, dat die Amerikanen blijkbaar niet al te
veel humor hebben. Onze minister van Landsverdediging, de heer
07.02 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Ce n'est pas la
première fois que le ministre de la
Défense met notre pays dans
l'embarras. Or les Américains
n'ont pas le sens de l'humour car
au lieu d'éclater de rire quand
M. Flahaut, ministre de cette "poor
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Flahaut, beweert in een interview dat het Belgisch leger efficiënter is
en beter dan het Amerikaans leger. Die Amerikanen vallen niet van
hun stoel van het lachen, die denken niet dat die Flahaut een tweede
uitgave is van Comical Ali, die zijn boos! Ze hadden beter gelachen.
Natuurlijk, het tweede gedeelte waarover zij vallen in dat interview, is
toch al andere koek. De minister van Landsverdediging van poor little
Belgium ­ ik zie dat door de ogen van iemand die aan de overkant
van de oceaan woont ­, die minister van Landsverdediging van dat
kleine landje dat in Amerikaanse ogen amper groter is dan
Liechtenstein, permitteert zich bovendien om doodgewoon adviezen
te geven aan de Amerikanen voor wie zij moeten stemmen. Hij zegt:
"Mocht ik Amerikaan zijn, dan stemde ik voor de Democraten."

Ik zal even wachten, want de heer Dewael is een klein beetje op de
verkeerde piste geweest.
little Belgium", déclare que notre
armée est plus efficace que la US
Army, ils se mettent en colère.
Non content de faire des
déclarations ridicules, notre
ministre se permet de donner des
consignes de vote aux citoyens
américains.
De voorzitter: Laat mij toe te zeggen dat ik met plezier de heer
Dewael verwelkom in deze Kamer. Dat doet mij genoegen.
Le président: Je souhaite la
bienvenue au ministre Dewael qui
est à nouveau parmi nous.
07.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Ik ook, en met
plezier zoals u, mijnheer de voorzitter.

Mijnheer de eerste minister, dit gezegd zijnde, kom ik terug bij mijn
vraag.

De minister van Landverdediging geeft stemadvies aan de
Amerikanen door te zeggen dat ze voor de Democraten moeten
stemmen of althans dat hij voor de Democraten zou stemmen. Ik
vraag mij af wat de reactie zou zijn, mocht een of andere minister of
politicus uit het buitenland hier zou komen zeggen dat hij liever op de
oppositie zou stemmen ­ voor de christen-democraten of voor het
vermaledijde Vlaams Blok. Men zou nogal wat horen.

Uw reactie was nogal soft, mijnheer de eerste minister. U heeft zich
verontschuldigd, maar tenzij het briefje waarnaar de heer De Crem
daarnet verwees, is er in feite niet veel gebeurd. Uw minister van
Landsverdediging heeft uw regering en vooral uw regeringspolitiek
belachelijk gemaakt. Ik verwachtte van u iets krassere maatregelen.
Misschien kunt u ons vertellen waarom u zich tot voornoemde reactie
heeft beperkt.
07.03 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Qu'arriverait-il si
un politicien étranger se permettait
de tenir le même genre de propos
au sujet du gouvernement et de la
politique belges? Le premier
ministre a présenté ses excuses et
a adressé un courrier à
M. Flahaut. Mais cette réaction
est-elle bien à la hauteur de
l'incident?
07.04 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, het is
een publiek feit dat ik twee weken geleden, naar aanleiding van het
interview met minister Flahaut, een brief tot hem heb gericht waarbij ik
hem inderdaad meedeelde dat de bewoordingen die hij heeft gebruikt
over een bondgenoot van de alliantie ongelukkig en ongepast waren.
Onze Amerikaanse bondgenoot werd van de inhoud van deze brief op
de hoogte gebracht.

Met dit schrijven is zowel voor mij, voor de heer Flahaut als voor onze
bondgenoot het incident gesloten.

Daarmee is ook een einde gekomen aan die kleine en korte polemiek,
die welgeteld 24 uur heeft geduurd, mijnheer Van den Eynde en
mijnheer De Crem.
07.04 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Il y a deux semaines, j'ai
effectivement adressé une lettre
au ministre de la Défense pour lui
indiquer que les déclarations qu'il
avait faites dans cette interview
étaient malencontreuses et
inopportunes. J'ai ensuite informé
notre allié américain de la teneur
de cette lettre. Je pense que
l'incident est donc clos, que ce soit
pour moi-même, M. Flahaut ou
notre allié. Je considère que cela
met fin à cette polémique qui a
duré en tout et pour tout vingt-
quatre heures.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
07.05 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de eerste
minister vermoedt dat bondgenoten die tot twee, drie keer toe
beledigd worden een geheugen zouden hebben dat maar 24 uur ver
strekt. Ik kan u natuurlijk begrijpen, mijnheer de eerste minister, u
kunt niet anders dan uw minister terechtwijzen, maar ik vind dit in elk
geval een bijzonder slechte zaak voor de reputatie van ons land.

Wij zijn toch geen onbelangrijke partner in internationale verbanden
waarin de Amerikanen ook een belangrijke rol spelen. Er zijn meer
dan 16.000 Amerikaanse bedrijven in ons land. Zij zorgen voor meer
dan 200.000 jobs, wat uw doelstelling is. Ik zou deze zaak absoluut in
de gaten houden, maar ik vind in elk geval dat uw minister van
Landsverdediging het niet meer waard is minister van
Landsverdediging te zijn, niet alleen om deze reden, maar ook om
vele andere.
07.05 Pieter De Crem (CD&V):
Le premier ministre semble croire
que la mémoire de nos alliés ne
remonte pas à plus de 24 heures.
Cet incident est funeste pour la
réputation de notre pays. Il y a en
Belgique 16.000 sociétés
américaines qui occupent plus de
200.000 personnes. Ce ministre
de la Défense n'est plus digne
d'exercer ses fonctions.
07.06 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de eerste minister, u hebt vorige keer al bijna op
uw knieën bij de Amerikanen moeten smeken om de incidenten,
veroorzaakt door minister Michel, met de mantel der liefde te
bedekken. U bent daar toen misschien in geslaagd, maar geef toe dat
de provocatie die deze keer uitging van Flahaut van een veel sterker
allooi was. Vergeet niet dat het symbool van de republikeinse partij
een olifant is.

Olifanten hebben naar verluidt een goed geheugen. Als u hier vertelt
dat alles weer vergeven en vergeten is, dan denk ik dat u uw dromen
voor realiteit neemt en dat wij nog eens een paar klappen terug zullen
krijgen. Jammer genoeg zijn het dan telkens Vlaanderen en de
Vlaamse economie die deze klappen krijgen. Dat stoort mij een
beetje. Walen kunnen ongeremd provoceren. Wij blijven betalen,
zoals we trouwens altijd doen.
07.06 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Lors de
l'incident précédent, qui concernait
M. Michel, le premier ministre est
peut-être encore parvenu à sauver
les meubles et à calmer les
esprits, mais la provocation de
M. Flahaut est autrement plus
percutante. Si vous croyez que cet
incident est à présent oublié et
pardonné, vous vous faites des
illusions. L'éléphant républicain a
une bonne mémoire. Ce sera
l'économie flamande qui écopera,
et les Wallons, eux, peuvent
provoquer sans aucune retenue.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mijnheer De Man, mevrouw Onkelinx zal uw vraag
beantwoorden, anders moet de eerste minister alle vragen
beantwoorden. De eerste minister heeft mevrouw Onkelinx belast met
het beantwoorden van die vraag.
Le
président: La ministre
Onkelinx répondra à la question
de M. De Man au sujet de
l'exécutif des musulmans.
07.07 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, de
eerste minister is wel voorzitter van het ministerieel comité voor
veiligheid. Hij heeft daar samen met minister Onkelinx, met
Binnenlandse Zaken en Landsverdediging zitting in. Hij is daarvan de
voorzitter.
07.07 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Le premier ministre, à qui
la question était adressée, est
pourtant présent. Par ailleurs, il
préside le comité de sécurité.
07.08 Eerste minister Guy Verhofstadt: Uw vraag gaat niet daarover.
07.09 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Het is uw rol om dat soort
zaken in het oog te houden.
De voorzitter: Mijnheer De Man, wees niet ongeduldig. U blijft nog wel een tijdje bij ons vandaag. Wees
dus niet ongeduldig.

Ik zal de vragen over de BTW aan de orde brengen.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
07.10 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, ik wil
toch even zeggen dat minister Dewael, bij monde van staatssecretaris
Van Quickenborne, het volledige en gedetailleerde antwoord heeft
gegeven op de vraag die de heer De Man stelt. Die vraag is dus in
feite onontvankelijk. Maar goed, dat is slechts een detail.
07.10 Guy Verhofstadt, premier
ministre: La réponse à cette
question a été donnée cette
semaine en commission.
De voorzitter: Ik heb daarstraks één vraag geschrapt. U moet het mij natuurlijk tijdig zeggen. Ik kan niet
alles weten wat er in de Kamer gebeurt. Mijnheer De Man, u zal uw vraag stellen.

Ik laat nu de drie vragen aan de eerste minister stellen, meer bepaald van de heer Daems, van mevrouw
Baeke et de M. Jeholet.
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Hendrik Daems aan de eerste minister over "de BTW-verlaging in de horeca" (nr. P238)
- mevrouw Anne-Marie Baeke aan de minister van Financiën over "de BTW-verlaging in de horeca"
(nr. P245)
- de heer Pierre-Yves Jeholet aan de minister van Financiën over "het akkoord over de BTW in de
horecasector" (nr. P246)
08 Questions jointes de
- M. Hendrik Daems au premier ministre sur "l'abaissement du taux de TVA dans le secteur horeca"
(n° P238)
- Mme Anne-Marie Baeke au ministre des Finances sur "l'abaissement du taux de TVA dans le secteur
horeca" (n° P245)
- M. Pierre-Yves Jeholet au ministre des Finances sur "l'accord en matière de TVA dans le secteur
horeca" (n° P246)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de eerste minister)
(La réponse sera fournie par le premier ministre)
08.01 Hendrik Daems (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
eerste minister, u herinnert zich ongetwijfeld dat wij op 18 september
2002 ­ minder dan anderhalf jaar geleden ­ een staten-generaal voor
de horeca hebben gehouden en voor het eerst de thematiek van de
horeca op de politieke agenda hebben geplaatst.

Als u denkt dat dit een "getelefoneerde" vraag is, dan heeft u gelijk. Ik
stel deze vraag evenwel graag en wel om de volgende redenen.

De staten-generaal van een sector met 40.000 horecazaken en
120.000 werknemers, die als het ware de buik van de Vlaming
symboliseert ­ ook letterlijk ­ heeft toen drie conclusies getrokken.

Een eerste conclusie was dat wij de lasten op arbeid en meer bepaald
op gelegenheidsarbeid doen dalen. Ten tweede, wij moeten de
aftrekbaarheid van restaurantkosten die in 1992 is afgeschaft terug
herstellen. En ten derde, wij moeten de BTW verlagen.

Mijnheer de minister van Financiën, mijnheer de eerste minister, ik
kan alleen maar vaststellen dat wij op het einde van de vorige
regering de lasten op gelegenheidsarbeid daadwerkelijk hebben doen
dalen. Dat is in voege vanaf 1 januari. Dat was overigens nog met
mevrouw Onkelinx. Recent hebben wij de aftrekbaarheid van de
restaurantkosten in grote mate hersteld. België zette druk op de
Europese collega's om de BTW-verlaging voor de horeca mogelijk te
maken. Hoewel de Duitsers eerst dwars lagen, is sinds gisteren de
weerstand van Duitsland vermoedelijk gevallen. Wij hebben immers
gelezen dat er een akkoord is en dat Duitsland, Frankrijk en Groot-
Brittannië het mee steunen.
08.01 Hendrik Daems (VLD):
D'aucuns considéreront que cette
question est téléphonée, mais elle
est importante. Le 18 septembre
2002 ont été inaugurés les états
généraux de l'horeca, un secteur
où l'on recense pas moins de
40.000 entreprises qui occupent
120.000 travailleurs. Ces états
généraux sont parvenus aux
conclusions suivantes: les charges
pesant sur le travail occasionnel
doivent baisser, la déductibilité des
frais de restaurant doit être
réinstaurée et la TVA doit être
abaissée.

Deux de ces desiderata sont déjà
devenus réalité: à compter du 1
er
janvier 2004, les charges sur le
travail occasionnel seront
diminuées et il a été décidé
récemment que les frais de
restaurant seraient de nouveau
déductibles dans une proportion
importante. Hier, l'Allemagne a
décidé de cesser de s'opposer à la
réduction de la TVA. Cette
dernière revendication sera-t-elle
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10

Ik hoop dat de lastendaling op gelegenheidsarbeid en de
aftrekbaarheid van restaurantkosten niet zal worden teruggedraaid.
Mijn vraag is heel concreet, mijnheer de eerste minister. Als de
ministers van Financiën het erover eens zijn dat een BTW-verlaging in
de horeca kan worden doorgevoerd, zal de Belgische regering dit
standpunt dan volgen? Meer concreet, zal de BTW voor de horeca
worden verlaagd?
aussi satisfaite en Belgique?
08.02 Anne-Marie Baeke (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de eerste minister, uit de hoorzittingen die we de jongste
weken hebben gehad in de commissie voor de Financiën blijkt dat de
BTW-verlaging heel belangrijk is voor onze horecasector. Ik vernam
gisterenavond in een nieuwsuitzending dat de regeringsleden van de
drie grote EU-lidstaten op een minitop tot een akkoord zijn gekomen
om het BTW-tarief terzake te verlagen. Duitsland heeft, ondanks het
aandringen van België, lange tijd dwars gelegen.

Ik heb de volgende concrete vragen. Hebt u enig zicht op de concrete
aspecten van die maatregel? Hoe zal die in zijn werk gaan? Zal de
verlaging alleen gelden voor restaurants of voor alle horecazaken?
Dat is volgens mij immers belangrijk.

In de mate dat u al zicht hebt op de regeling, denkt u dat de andere
lidstaten nu wel zullen instappen in deze regeling? Zal er daarvoor
unanimiteit zijn? Het geheel van maatregelen in dit kader, en meer
bepaald de convenanten die zullen moeten worden gesloten in het
kader van sociale inspecties, is volgens mij belangrijk. Hebt u er al
zicht op hoe dat in zijn werk zal gaan en wanneer de verlaging er zal
komen?

BTW-verlaging is een zaak die echter past in het geheel van
maatregelen die tot doel hebben meer mensen op restaurant en op
café te krijgen, wat het rendement voor de horeca moet verhogen en
meer jobs moet opleveren. Kunt u mij concreet zeggen wat die BTW-
verlaging zal betekenen voor de prijzen die de klanten moeten betalen
wanneer ze naar horecazaken gaan? Dat is volgens mij toch een heel
belangrijk aspect. Er is sprake van een verlaging van 15% en het is
belangrijk dat de klanten daaruit zelf ook enig voordeel halen.

Ten slotte, wat zijn de verhoudingen tussen die BTW-maatregelen en
de maatregelen die werden aangekondigd op de Ministerraad van
Gembloux, meer bepaald de aftrek van restaurantkosten die wordt
verhoogd tot 62,5 en 75%?
08.02 Anne-Marie Baeke (sp.a-
spirit): Lors d'un mini-sommet
organisé hier, les trois grandes
puissances européennes ont
conclu un accord sur un abais-
sement du taux de TVA. Le
ministre a-t-il connaissance des
aspects concrets de cette
mesure? Le ministre sait-il si toute
l'UE est unanime à ce propos?
Qu'en est-il des accords conclus
dans le cadre des inspections
sociales? Cette mesure doit
s'inscrire dans un ensemble de
mesures censées encourager la
population à recourir davantage
aux services de l'horeca. Quel est
le rapport entre les mesures prises
sur le plan de la TVA et les
mesures adoptées à Gembloux
sur la déductibilité des frais de
restaurant? Quel impact
l'abaissement du taux de TVA
aura-t-il sur le prix facturé au
client?
08.03 Pierre-Yves Jeholet (MR): Monsieur le président, monsieur le
premier ministre, je ne reviendrai pas sur ce qui a été dit concernant
la diminution des charges sociales dans le secteur. Un accord est
intervenu hier, après beaucoup de tergiversations et d'intransigeances
du côté allemand. Je crois que nous pouvons nous en réjouir.

Monsieur le premier ministre, avez-vous eu des contacts avec la
présidence irlandaise au sujet du timing de ce dossier? Avez-vous
des informations concernant la position des autres pays? Le ministre
des Finances en particulier et vous-même, vous avez mis en avant ce
dossier à de nombreuses reprises. D'autres pays ont-ils manifesté
leur position à ce sujet? On a beaucoup parlé de la réticence de
l'Allemagne et de l'Autriche en la matière.
08.03 Pierre-Yves Jeholet (MR):
Na lang dralen werd gisteren een
akkoord bereikt; we kunnen dat
alleen maar toejuichen. Heeft u
contact gehad met het Ierse
voorzitterschap over het tijdpad?
Beschikt u over informatie met
betrekking tot de standpunten van
de andere landen?

Mijn tweede vraag betreft de
hogere fiscale aftrekbaarheid van
de restaurantkosten. Bevestigt u
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11

J'en viens à la décision de l'augmentation de la déductibilité fiscale
des notes de restaurant, prise par le Conseil des ministres à
Gembloux. Confirmez-vous cette décision ou comptez-vous revenir
sur celle-ci?

Enfin, depuis hier et l'accord intervenu avec l'Allemagne, il est
question du timing de 2006, moment où il est prévu de revoir la liste
des secteurs à haute intensité de main-d'oeuvre pour lesquels on peut
appliquer un taux de TVA réduit. Confirmez-vous ce timing de 2006?
de beslissing die door de
Ministerraad in Gembloers werd
genomen?

Sinds het sluiten van het akkoord
met Duitsland, stelt men 2006 als
streefdatum voorop, wanneer de
lijst van de arbeidsintensieve
sectoren waarvoor men het
verlaagd tarief mag toepassen, zal
worden herzien. Bevestigt u die
streefdatum?
08.04 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, sinds
gisteren maken we, mijns inziens, grote kans om een BTW-verlaging
in de horecasector te realiseren waarvoor België en de minister van
Financiën in het bijzonder hebben geijverd. Europa hanteert een
brede definitie terzake, waardoor ook restauratiecatering en al de
geassimileerde activiteiten onder de noemer vallen zodat quasi de
volledige horecasector van de maatregel zal kunnen genieten.

Voor ons kwam de doorbraak op de top van de drie landen niet
geheel onverwacht. Op 13 januari heeft de Franse eerste minister
Rafarin een afspraak gemaakt om verder te ijveren voor de
vermindering van de BTW in de horecasector. Tijdens deze
ontmoeting werd afgesproken aan Duitsland een voorstel te doen om
in te stemmen met die vermindering op voorwaarde dat ze zou ingaan
op 1 januari 2006. De datum van invoering heeft dus voor een
doorbraak in het dossier gezorgd.

We moeten een globaal akkoord nastreven.
08.04 Guy Verhofstadt, premier
ministre: L'Allemagne ayant cessé
de s'opposer à une réduction de la
TVA dans l'horeca, celle-ci est
enfin envisageable. La Belgique
en est partisane depuis toujours ;
nous l'avons réaffirmé pas plus
tard que le 13 janvier dernier lors
d'une entrevue avec le premier
ministre français. Nous sommes
alors convenus de ne faire entrer
en vigueur cette mesure que le 1
er
janvier 2006 et c'est ce qui a
persuadé l'Allemagne de se rallier
à notre position.
Nous devons maintenant essayer d'obtenir un accord global au sein
de l'Ecofin.

Lors des prochaines réunions d'Ecofin, je pense qu'il sera possible
d'arriver à un accord complet. Je précise que c'était l'Allemagne qui
avait émis le plus de réticences dans ce dossier.
We hebben geprobeerd om
binnen Ecofin tot een globaal
akkoord te komen. Dat ligt nu
binnen handbereik vermits
Duitsland het meest huiverachtig
stond tegenover de BTW-
verlaging.
Ten slotte, wat de vraag over de andere maatregelen betreft, die gaan
gewoon door. Overigens, de maatregel inzake de aftrekbaarheid ­ die
vroeger 100% bedroeg maar die in de jaren `90 is teruggebracht tot
50% ­ verhogen wij tot 62,5% en later tot 75% op de voorziene data,
te weten: 62,5% voor het inkomstenjaar 2004 en 75% voor het
inkomstenjaar 2005. Daar verandert niets aan, zoals wij ook steun
verlenen aan het voorstel van collega Van der Maelen ­ van uw
fractie overigens, mevrouw Baeke ­ om de retributie op de sterke
dranken af te schaffen. Ook die maatregel gaat door.

Wij zeggen dus niet: het is het ene of het andere. Met andere
woorden, wij gaan de retributie op de sterke dranken afschaffen in
2005; de verhoging van de aftrekbaarheid gebeurt in twee keren, tot
75% ook in 2005; en vanaf 2006 vermindert het BTW-tarief op basis
van een unanieme Europese beslissing.
Les autres mesures seront
évidemment mises en oeuvre elles
aussi: une déductibilité accrue des
frais de restaurant, à savoir 62,5%
en 2004 et 75% en 2005 ainsi que
la suppression de la rétribution sur
les boissons spiritueuses en 2005,
proposition de M. Van der Maelen.
08.05 Hendrik Daems (VLD): Mijnheer de eerste minister, mijn
repliek is kort. Ik stel gewoon vast dat paars toch in staat is een heel
08.05 Hendrik Daems (VLD): Je
puis donc conclure que la coalition
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
belangrijke sector verder te helpen. Meer bepaald hebben wij wat de
sociale lasten betreft vanaf 1 januari 2004 de gelegenheidsarbeid
bijna vrij van lasten gemaakt. Ook de verhoogde aftrekbaarheid voor
inkomsten van dit jaar is een feit en zij gaat volgend jaar naar 75%. Ik
noteer het heel duidelijke antwoord van de eerste minister dat vanaf 1
januari 2006 de BTW-verlaging voor de horeca effectief tot de realiteit
zal behoren, uitgaande van de veronderstelling natuurlijk dat de
Europese ministers van Financiën daarover een akkoord bereiken,
maar dat blijkt zo te zullen zijn.

Ik hoop dan ook dat de volgende stap, te weten een algemeen
horeca-akkoord met het Horecaplatform ­ waarvan ik de voorzitter, de
heer Paul De Keersmaeker, vandaag in het Parlement begroet ­ er
snel kan komen. Ik hoop ook dat er een akkoord kan komen over een
aantal andere aspecten zodat voor die sector, die ons allemaal na aan
het hart ligt ­ wij drinken allemaal graag een goeie pint en wij eten
allemaal graag een goed stukje in plaats van een broodje gezond à la
hollandaise ­ dat dossier goed afgerond wordt. Ik ben fier dat paars in
het algemeen, en de VLD in het bijzonder, daarbij een doorbrekende
rol heeft gespeeld.
violette donne un sérieux de coup
de pouce à cet important secteur.
M. De Keersmaeker, président de
la plate-forme horeca, qui assiste
aujourd'hui à la séance du haut de
la tribune, verra certainement ces
mesures d'un bon oeil. J'espère
qu'elles permettront d'aboutir à un
accord global avec la plate-forme.
08.06 Anne-Marie Baeke (sp.a-spirit): Mijnheer de eerste minister, ik
denk dat dit inderdaad een belangrijke doorbraak is, zeker omdat de
maatregelen in een pakket genomen worden, samen met de aftrek
van de restaurantkosten. Ik heb weliswaar geen antwoord gekregen
op mijn vraag wat het zal betekenen voor de klanten zelf. Zullen zij
inderdaad mee kunnen genieten van die maatregel?
08.06 Anne-Marie Baeke (sp.a-
spirit): Le premier ministre propose
un train de mesures intéressant.
L'abaissement du taux de TVA se
traduira-t-il par une diminution de
prix pour le consommateur?
08.07 Eerste minister Guy Verhofstadt: Uiteraard moeten wij ervoor
zorgen dat de maatregel effectief doorgerekend wordt in de prijzen,
net zoals wij er trouwens voor moeten zorgen dat wij niet de
convenanten loslaten die wij moeten afsluiten over de sociale en
fiscale maatregelen. Maar dat is de taak van de minister van
Financiën. Hij heeft trouwens in overleg voorzien om die convenanten
klaar te maken.
08.07 Guy Verhofstadt, premier
ministre: C'est sans nul doute
notre objectif. Dans l'intervalle,
M. Reynders prépare un accord
contenant des mesures fiscales et
sociales.
08.08 Pierre-Yves Jeholet (MR): Monsieur le président, je pense
que l'on peut se réjouir de l'accord d'hier et de la volonté affichée par
votre gouvernement de venir en aide au secteur de l'horeca qui
connaît certaines difficultés mais est aussi créateur d'emplois. Le
débat a débuté en commission des Finances avec l'audition d'une
partie du secteur. C'est aussi l'occasion de pouvoir conclure un
accord avec l'horeca pour que toutes ces mesures lui soient
profitables - ce secteur est demandeur d'une clarification de certaines
situations ­ mais aussi qu'elles soient bénéfiques à l'ensemble des
consommateurs.
08.08 Pierre-Yves Jeholet (MR):
Ik ben blij met het bereikte
akkoord. De horeca is een
moeilijke sector die echter heel
wat werkgelegenheid genereert.
Dit is het gepaste ogenblik om een
aantal dingen te verduidelijken -
waarvoor de sector vragende partij
is - en maatregelen te treffen die
de consument ten goede komen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Pieter De Crem aan de eerste minister over "de besluitvorming in de Europese
Unie" (nr. P239)
09 Question de M. Pieter De Crem au premier ministre sur "le processus décisionnel au sein de
l'Union européenne" (n° P239)
09.01 Pieter De Crem (CD&V): Ook op onze beurt van harte welkom
aan onze gewezen collega Paul De Keersmaeker ­ het is hier de
grote verwelkoming ­ en alle vrienden en bekenden die op de tribune
09.01 Pieter De Crem (CD&V):
Je suis frappé de constater que
M. Daems, qui salue à présent, lui
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
zitten. Het is nu de gewoonte dat men de mensen verwelkomt.

Ik stel wel vast dat collega Daems meer praatkracht heeft in de
oppositie dan daadkracht toen hij bevoegd minister was voor de
verlaging van de BTW in de horeca. Dat is maar een kleine
vaststelling. (Rumoer)

Premier, gisteren heeft zich een belangrijke gebeurtenis voltrokken in
Berlijn waar het driespan Londen-Parijs-Berlijn elkaar aan de Spree
heeft ontmoet. Het is toch wel een belangwekkende gebeurtenis in
het kader van de Europese Unie, omdat het de vijfde keer is dat zo'n
topontmoeting plaatsvindt en ze is eigenlijk toch wel eigenaardig. Er
vloeien enkele belangrijke beslissingen uit voort, onder andere het feit
dat er een Europese supercommissaris zou moeten komen voor
industriële ontwikkeling. Anderzijds heeft deze topontmoeting ook de
woede of toch de verborgen woede van een aantal andere lidstaten
opgewekt. Ik denk aan Spanje, Portugal, Oostenrijk en Italië.

Het lijkt mij goed dat wij als kleine, maar belangrijke partner zouden
weten wat het standpunt is van de regering met betrekking tot die top.
Is het een soort veruitwendiging van de avant-garde, de voorhoede?
Of is het een soort tussenspel om een andere Europese realiteit waar
te maken? Het lijkt mij een belangrijk moment in de Europese
procesmaking.
aussi, des connaissances assises
dans la tribune, a davantage de
faconde en qualité de président de
groupe que de ministre. (Tumulte)

Ma question concerne également
le mini-sommet européen d'hier.
Les trois grandes puissances y ont
décidé de désigner un super-
commissaire au développement
industriel. Leur réunion en comité
restreint a contrarié l'Espagne, le
Portugal, l'Autriche et l'Italie.
Quelle est la position de la
Belgique à l'égard de cette
initiative? Est-ce là un premier
échantillon de "l'avant-garde
européenne"?
09.02 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, ik ben
­ zoals de heer De Crem in zijn vraag ­ niet helemaal negatief over
de verschillende bijeenkomsten die worden georganiseerd, zoals
sommigen dat wel zijn.

Zoals de heer De Crem aangeeft, was dit de vijfde ontmoeting van die
drie landen. Ik weet niet de hoeveelste keer het is gebeurd tussen
Frankrijk en Duitsland. Volgens mij zitten zij al aan hun dertigste of
veertigste bijeenkomst. Er zijn jaarlijkse bijeenkomsten tussen
bijvoorbeeld Frankrijk en Italië. Er zijn bijeenkomsten tussen een
aantal landen uit het noorden van Europa. U weet dat er een
Scandinavische groep is die regelmatig vergadert. Er is de Benelux-
groep. Men moet niet zeggen dat die Benelux-groep geen invloed
heeft. Kijk maar naar wat er in de Conventie is gebeurd. Ik denk dat
wij daar toch een belangrijke bijdrage hebben kunnen leveren.

Ik behoor helemaal niet tot degenen die kritiek hebben op de idee dat
beslissingen bilateraal, trilateraal of zelfs multilateraal worden
voorbereid voor de Europese Unie. Ik denk dat dat juist goed is voor
de Europese Unie. Dat mag natuurlijk geen instituut worden in de zin
van een directoire in de Europese Unie, maar ik denk dat dat niet het
geval is met de vergaderingen zoals wij ze de voorbije twintig jaar in
de Unie zich hebben zien ontwikkelen tussen Frankrijk, Duitsland,
Engeland, andere grote en kleine landen, de noordelijke lidstaten en
dergelijke meer.

Wat de inhoud van de maatregelen betreft, zal ik niet terugkomen op
die inzake de horeca, want daarover hebben we het daarnet al gehad.
Ik wil toch even zeggen dat er een punt is dat volgens mij belangrijk
is. Ik vraag, mijnheer de voorzitter, dat wij binnen enkele weken ­ ik
stel voor in de tweede of derde week van maart ­ zouden kunnen
komen tot een evaluatie van het Lissabon-proces, als de fractieleiders
daarmee akkoord gaan.
09.02 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Cette initiative ne
m'inspire aucune critique négative.
Il s'agit d'ailleurs de la cinquième
réunion de ce type. Les pays
scandinaves et les Etats membres
du Benelux organisent aussi
régulièrement de telles réunions
pour préparer le processus de
décision européen. Nous devons
seulement veiller à ce que de
telles réunions bilatérales ou
multilatérales ne deviennent pas
une institution.

Hier, l'Allemagne, la France et le
Royaume-Uni sont parvenus à un
accord sur l'horeca. Je l'ai déjà
indiqué en réponse à la
précédente question.

Autre sujet à l'ordre du jour: la
politique économique de l'Union.
Les pays précités souhaitent qu'un
commissaire spécial soit désigné
et chargé de l'élaboration d'une
politique économique plus
volontariste. Je ne puis
qu'applaudir à cette initiative, car
j'estime que le processus de
Lisbonne ne suffit pas pour relever
le défi de l'indispensable
modernisation de l'économie
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14

Het is mijn persoonlijke overtuiging dat het Lissabon-proces ­ dat is
een van de ideeën die daar ook aan de orde is geweest ­
onvoldoende is om de Europese economie werkelijk te moderniseren.
Het is niet door voortdurend vergelijkingen te maken in tabellen
tussen de verschillende lidstaten van de Europese Unie dat we vooruit
geraken. De uitdaging van de Europese economie is geen intern
probleem. Het is een extern probleem. Ik verwijs naar de VS, China,
Japan en andere groeimachten in de wereld. Ik meen dat er een meer
voluntaristische politiek nodig is die verder gaat dan het maken van
vergelijkende tabellen.

Dat is ook de zin van het idee ­ ik vind het een positief idee ­ om een
commissaris te belasten met de economische hervormingen binnen
de Unie. Dan zullen we verder moeten gaan dan de tabellen, de peer
review, de benchmarking en de best practices van het Lissabon-
proces.

Ik zou het een goede zaak vinden, mijnheer de voorzitter, indien we
over het Lissabon-proces an sich ­ hoe dat werkt, wat het nut ervan is
­ en de vraag of we dit niet moeten versterken en hervormen, in het
Parlement een debat zouden voeren. Dat heeft te maken met de twee
andere punten die op de top tussen die drie landen aan de orde zijn
geweest. Ik denk dat België daarin een klare en duidelijke positie
moet kunnen innemen, in de zin van een meer voluntaristische
economische politiek binnen de Unie.
européenne, confrontée à de
nombreux problèmes externes. Je
propose dès lors d'organiser au
mois de mars, au Parlement, une
évaluation du processus de
Lisbonne, afin de pouvoir renforcer
ce processus.
De voorzitter: Wij zullen dat in afspraak met de Conferentie van
voorzitters en uzelf misschien in de tweede week van maart
organiseren.
Le président: Cela me paraît une
bonne suggestion.
09.03 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de eerste
minister heeft een interessante suggestie gedaan om een verdere
bespreking te houden in het Parlement omtrent het Lissabon-project,
dat een beetje als een satelliet rondom de bijeenkomst van het
driespan in Berlijn heeft gevlogen.

In elk geval is het niet zonder waarde of betekenis dat vier belangrijke
lidstaten, uw collega's uit Spanje, Portugal, Oostenrijk en Italië ­
België heeft zich een beetje afzijdig gehouden in het commentaar,
maar ik zoek daar niets achter ­ een voorbehoud hebben gemaakt. Ik
denk toch dat op een volgende topbijeenkomst de verhouding tussen
die driespanbijeenkomst en de andere Europese vergadermomenten
moet worden vastgelegd. Ik weet dat het een formeel-informeel
gebeuren is, maar het is niet goed dat dit niet in afspraken is
vastgelegd.
09.03 Pieter De Crem (CD&V):
Quatre grands Etats membres ont
émis des réserves. Il pourrait donc
bien être utile de formaliser
davantage le rapport entre les
rencontres de ces trois pays et les
autres réunions européennes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Filip De Man aan de eerste minister over "de moslimexecutieve" (nr. P237)
10 Question de M. Filip De Man au premier ministre sur "l'Exécutif des musulmans" (n° P237)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-eerste minister en minister van Justitie)
(La réponse sera fournie par la vice-première ministre et ministre de la Justice)
10.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, als de
eerste minister hier met enig aplomb durft zeggen dat het een oude
10.01 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Cette question est bel et
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
affaire is, dan zou ik zeggen dat het inderdaad een aanslepende
affaire is maar dat er een nieuw element is. De grote baas van de
Staatsveiligheid, de heer Dassen, heeft gisteren ­ dat is dus niet zo
lang geleden ­ een verklaring afgelegd in de krant De Tijd waarvan ik
eerlijk gezegd achterover sloeg. Met uw toelating, voorzitter, zal ik
citeren wat ik in dat artikel lees: "De heer Dassen verdedigt nu de
toelating van fundamentalistische groeperingen tot de
moslimexecutieve:" ­ en nu citeert hij de heer Dassen ­ "Toen de
executieve tot stand kwam, was dat vooral om de Arabische landen te
tonen dat de moslimgemeenschappen in België een plaats hadden
maar sindsdien zijn de belangen van de Staat veranderd". Dan komt
het: "Vandaag is het doel van de executieve veeleer om het debat met
alle tendensen binnen de moslimgemeenschap in België te
bevorderen. Het is dus belangrijk dat ook extremistische stromingen
toegang krijgen tot de executieve". Dat argumenteert de heer Dassen.
Zo staat het zwart op wit en dit is dus het nieuwe feit. Ik sloeg
achterover, voorzitter. Mevrouw de minister, ik heb maar één vraag
voor u. Hebt u de heer Dassen op staande voet ontslagen wegens
onbekwaam?
bien pertinente dans la mesure où
un nouvel élément important est
apparu dans le dossier de
l'Exécutif des musulmans. Hier,
l'administrateur général de la
Sûreté de l'Etat, M. Dassen, a
déclaré dans le quotidien "De Tijd"
que des groupements intégristes
devaient également pouvoir
accéder à l'Exécutif des
musulmans. Il justifie ce point de
vue choquant en indiquant que le
débat avec tous les courants de la
communauté musulmane doit être
favorisé

Je suis tombé des nues. En
l'espèce, je ne vois qu'une seule
question à poser : M. Dassen a-t-il
été démis de ses fonctions sur-le-
champ pour incompétence?
10.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, er zijn voor
mij geen nieuwe elementen. De heer Dewael heeft op 13 januari
laatstleden al op dezelfde vraag geantwoord. Ik heb hetzelfde
antwoord als de heer Dewael.
10.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le ministre Dewael a
déjà répondu à cette question le
13 janvier dernier. Je me rallie
entièrement à sa réponse. A mes
yeux, aucun élément nouveau
n'est intervenu dans l'intervalle.
Je n'ai rien d'autre à ajouter. Vous pouvez me citer toutes les
semaines des nouvelles déclarations des uns et des autres. Je vous
répéterai tout simplement la procédure qui a été suivie sous
l'ancienne législature et le respect de la décision prise par le Conseil
des ministres également sous l'ancienne législature! Punt aan de lijn!
Ik heb daar niets aan toe te
voegen. U mag aanhalen wie u
wilt, ik zal enkel herhalen welke
procedure tijdens
de vorige
regeerperiode werd gevolgd en dat
de beslissing die de Ministerraad
destijds nam, wordt gevolgd.
10.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, mijn
verbazing neemt nog toe. Ik hoor een minister van Justitie verklaren
dat er niets is veranderd, ook niet wanneer de baas van de Veiligheid
van de Staat verklaart dat hij er geen graten in ziet dat
fundamentalisten en extremisten toetreden tot het Executief van de
Moslims, een soort regering die instaat voor de benoeming van de
imams en de islamleerkrachten in dit land en binnenkort bovendien
een aantal miljoenen euro in de schoot geworpen krijgt om in te staan
voor het beheer van onder meer moskeeën.

De minister van Justitie ziet daar geen graten in. De heer Verhofstadt
vindt dat een oude affaire. De baas van de Veiligheid van de Staat ziet
er evenmin graten in. Toen Soetkin Collier naar het Eurosongfestival
werd afgevaardigd, had België een probleem! Nu is er niets aan de
hand. We wachten rustig af. Schandalig!
10.03 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Je suis de plus en plus
étonné. Selon la ministre, il n'y a
aucun nouvel élément. Or, le chef
de la Sûreté de l'Etat ne voit aucun
inconvénient à ce que des
extrémistes fassent partie de
l'Exécutif des musulmans. Il s'agit
toutefois d'une sorte
de
gouvernement habilité à nommer
des imams et des professeurs de
religion et qui, en contrepartie,
reçoit quelques millions. Lorsque
Soetkin Collier a voulu représenter
la Belgique au concours
Eurovision, notre pays a fait des
problèmes alors qu'aujourd'hui, le
gouvernement fait comme si de
rien n'était.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"proefprojecten inzake videoconferentie" (nr. P241)
11 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "des projets
pilote en matière de visioconférence" (n° P241)
11.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de voorbije weken is het debat over de politiehervorming
opnieuw opgelaaid. In dat verband is opnieuw een pijnpunt van
Justitie gebleken, met name het probleem van de overbrenging voor
ondervraging van de verdachte voorlopig gedetineerden naar het
justitiepaleis. Daarvoor moet telkens minimaal in drie tot vier
politieagenten worden voorzien. Deze overbrenging neemt dikwijls
uren in beslag. Soms moeten zij zelfs onverrichterzake naar de
gevangenis terugkeren, om dan 's anderdaags naar het justitiepaleis
terug te keren voor ondervraging. Dit alles kost uiteraard handenvol
geld.

Tijdens de vorige legislatuur heeft de toenmalige minister van Justitie
dienaangaande twee proefprojecten opgezet, namelijk in Charleroi en
in Leuven-Hulp, waarbij bepaalde gedetineerden ­ voornamelijk
vluchtgevaarlijke gedetineerden ­ vanuit de gevangenis konden
deelnemen aan de zitting van de raadkamer. Dat kon heel wat
voordelen hebben, maar jammer genoeg had hij nagelaten voor de
proefprojecten in de nodige wettelijke basis te voorzien, zodanig dat
na verloop van tijd ­ nadat de investeringen waren gebeurd en de
projecten al operationeel waren
­ de kamer van
inbeschuldigingstelling van Bergen oordeelde dat de hele operatie niet
wettelijk was. Het gevolg is dat de proefprojecten afgevoerd zijn.

Mevrouw de minister, bent u bereid om de proefprojecten toch nog
enige tijd te laten draaien? Concreet is mijn vraag dus of u bereid bent
in de nodige wettelijke basis voor de projecten te voorzien.
11.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Le
débat sur la réforme des polices
est donc relancé. En ce qui
concerne la Justice se pose
surtout un problème de
transfèrement des suspects au
palais de justice. Ce transfèrement
nécessite chaque fois trois ou
quatre agents qui s'en retournent
souvent sans avoir transféré le
moindre inculpé. Cela coûte très
cher à la collectivité. Le précédent
ministre de la Justice avait lancé à
Charleroi et à la prison auxiliaire
de Leuven des projets pilotes qui
consistaient à faire participer les
suspects à l'audience de la
chambre du conseil depuis la
prison où ils étaient détenus, cela
grâce à des vidéoconférences.

La chambre des mises en
accusation de Mons ayant déclaré
ces projets illégaux, ils ont été
abandonnés tous les deux. La
ministre a-t-elle l'intention de
réactiver ces projets et de leur
conférer une base légale?
11.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Claes, ik moet u eerlijk bekennen dat ik twijfel. Voor mij is de fysieke
aanwezigheid van een verdachte in een raadkamer belangrijk. Ik
begrijp echter ook wel de praktische voordelen. Ik wacht dus op de
verslagen van de twee proefprojecten. Ik moet nog een vergadering
met vertegenwoordigers van de balies beleggen, waarop ik zal
proberen om een nieuwe wettelijke basis voor te stellen.
11.02
Laurette Onkelinx,
ministre: J'hésite. Je considère
que la présence physique des
suspects est très importante mais
je comprends que cela pose des
problèmes pratiques. Je préfère
attendre les rapports relatifs à ces
projets pilotes et j'envisagerai
alors une réunion avec les
barreaux. Ensuite, j'essaierai de
proposer une base légale.
11.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik dank u uiteraard voor uw antwoord.

Ik hoop evenwel dat u de praktische voordelen terzake voor ogen wil
houden en ze de doorslag wil laten geven. Het gaat hier duidelijk om
een maatregel die niet alleen de besparingen, maar vooral ook de
veiligheid ten goede komt aangezien gevaarlijke gedetineerden niet
meer moeten worden verplaatst.
11.03 Hilde Claes (sp.a-spirit):
J'espère que les avantages
pratiques feront pencher la
balance du bon côté. C'est là une
belle occasion à la fois de réaliser
des économies et d'accroître la
sécurité.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Questions jointes de
- M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur
"la demande de permis d'environnement de BIAC" (n° P242)
- M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité et de l'Economie sociale sur "la demande de permis
d'environnement de BIAC" (n° P251)
- Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur "le
financement des adaptations d'infrastructure de Bruxelles-National" (n° P243)
12 Samengevoegde vragen van
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de milieuvergunningsaanvraag van BIAC" (nr. P242)
- de heer Olivier Maingain aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over "de
milieuvergunningsaanvraag van BIAC" (nr. P251)
- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de financiering van de aanpassing van de infrastructuur op de luchthaven van Brussel-
Nationaal" (nr. P243)

(La réponse sera fournie par le vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven)
12.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je lis dans la
presse ce matin et j'ai entendu hier que la BIAC dont vous avez la
tutelle dans vos compétences a déposé un permis d'environnement
auprès de la députation permanente du Brabant flamand concernant
l'exploitation de l'aéroport de Zaventem en vue d'augmenter le
nombre de vols de nuit possibles par an à l'aéroport et en vue
également de diminuer ou de revoir les normes d'évaluation du bruit à
l'aéroport de Zaventem. Cette demande aurait été introduite le 5
janvier 2004, avant le "conclave" de Petit-Leez. Il m'avait semblé
entendre dans les conclusions que vous aviez tirées à Petit-Leez au
sujet de l'aéroport de Zaventem et de DHL entre autres, que la
décision serait prise le 1
er
septembre 2004 et en concertation avec un
certain nombre d'acteurs dont la BIAC, DHL, la Région flamande,
l'État fédéral ainsi que le gouvernement de la Région de Bruxelles-
Capitale.

J'apprends aujourd'hui que le gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale n'était pas au courant, qu'il a eu en tout cas un
certain mal à se procurer ce permis d'environnement qui a déjà été
déposé par la BIAC. D'après ses propres dires, il aurait dû se le
procurer de manière officieuse. Comment envisagez-vous la suite de
ce dossier étant donné qu'il va y avoir une décision de la députation
permanente? Des acteurs tels que la Région de Bruxelles-Capitale
seront-ils consultés dans ce dossier? Quelle sera la décision définitive
si la Région de Bruxelles-Capitale marque son désaccord alors que le
permis d'environnement aura déjà été octroyé par la députation
permanente ou par le gouvernement flamand?
12.01 Melchior Wathelet (cdH):
In de pers verneem ik dat BIAC
een milieuvergunning heeft
aangevraagd voor de uitbating van
de luchthaven van Zaventem.
Deze aanvraag werd ingediend op
5 januari 2004, vóór uw conclaaf in
Petit-Leez. Daar werd
overeengekomen dat iedere
beslissing over dit onderwerp tot 1
september 2004 zou worden
uitgesteld en door de federale
staat in samenspraak met het
Vlaams Gewest, het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, BIAC en
DHL zou worden genomen.

De Brusselse regering lijkt niet van
de aanvraag van BIAC op de
hoogte te zijn gebracht. Hoe ziet u
het dossier verder evolueren? Zal
er met het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest overleg worden gepleegd?
Wat als het Gewest er niet mee
akkoord gaat en blijkt dat de
vergunning reeds werd
toegekend?
12.02 Olivier Maingain (MR): M. Wathelet a bien introduit le sujet et
dressé le tableau de la situation. Cette initiative de la BIAC me semble
intempestive, voire de nature à biaiser la portée de la décision du
Conseil des ministres lors de son séminaire à Petit-Leez, Grand-Leez
ou Gembloux, comme on le souhaite. Alors que c'est une procédure
de concertation entre les Régions, l'État fédéral et DHL qui doit
permettre de décider de l'extension éventuelle des activités de DHL et
12.02 Olivier Maingain (MR): Dit
initiatief van BIAC is ongepast en
wijkt af van de overlegprocedure
tussen de Gewesten, de federale
staat en DHL waartoe tijdens de
Ministerraad in Petit-Leez was
beslist. Handelde BIAC op eigen
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
du lieu de ces extensions, l'initiative de la BIAC revient à biaiser cette
procédure de concertation. Je m'interroge quant à savoir si l'initiative
de la BIAC a été une initiative "motu proprio" du seul conseil
d'administration ou des seuls dirigeants de la BIAC, si le
gouvernement fédéral a été prévenu de cette initiative. Dans
l'affirmative, quelle a été la réaction du ministre de tutelle? À défaut
d'avoir été prévenu, comment le ministre de tutelle apprécie-t-il cette
situation? Envisage-t-il d'inviter les autorités de la BIAC à différer
cette procédure, de sorte que la concertation entre Régions et État
fédéral intervienne avant toute introduction de permis
d'environnement?
houtje of werd de regering op de
hoogte gebracht? Hoe reageert de
bevoegde minister? Zal hij BIAC
verzoeken deze procedure in
afwachting van overleg te
onderbreken?
12.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, ma question est
légèrement différente de celles de mes deux collègues mais elle est
cependant de la même veine.
Le président: Si vous voulez la poser maintenant, allez-y. Je vois qu'elle traite du "financement de
l'implantation d'infrastructures à Bruxelles-National". Posez votre question maintenant et le ministre
répondra aux trois en même temps.
12.04 Marie Nagy (ECOLO): Merci, monsieur le président. Monsieur
le ministre, alors qu'on a le sentiment qu'à travers cette demande de
permis, la BIAC tente de contourner la décision de Petit-Leez, je
m'interroge sur une autre question liée à cette demande de permis et
à l'exploitation future de Zaventem. La presse a repris des
déclarations récentes de M. Van den Bossche, actuellement
administrateur délégué de la BIAC, qui considère que la BIAC ne peut
plus financer la modernisation et les nouveaux investissements
nécessaires pour l'aéroport et qu'il revient à l'État fédéral de prendre
en charge ces investissements. Il signale par ailleurs qu'il n'y a pas
pour le moment de demande en matière d'infrastructures mais qu'il
faudrait en réaliser en cas de développement de l'aéroport.

Pour votre collègue, M. Bert Anciaux, la demande d'extension de DHL
nécessite des investissements, notamment pour l'allongement d'une
des pistes.

Monsieur le ministre, en tant que ministre de tutelle, que pensez-vous
des déclarations de M. Van den Bossche, administrateur délégué?
Considérez-vous que de nouveaux investissements sont
effectivement nécessaires en matière d'infrastructure? A charge de
qui ces investissements seront-ils réalisés? Dans le cadre de la
licence nécessaire à BIAC ­ pour l'instant, il n'y a pas de nouvelle
licence ­ avez-vous introduit la question des nouvelles infrastructures,
du financement? La Chambre pourrait-elle avoir connaissance de
cette licence?
12.04 Marie Nagy (ECOLO): De
heer Van den Bossche,
gedelegeerd bestuurder van BIAC,
verklaarde dat het bedrijf de
modernisering van de luchthaven
niet langer kon financieren en dat
de federale staat voor de nieuwe
investeringen moest instaan.

Volgens minister Anciaux echter
moet er worden geïnvesteerd en
moet de baan - op vraag van DHL
- worden verlengd.

Meent u dat bijkomende
investeringen nodig zijn? Zo ja,
wie moet die voor zijn rekening
nemen? Rijst de vraag betreffende
de nieuwe infrastructuur in het
kader van de vergunnings-
aanvraag van BIAC? Kan de
Kamer inzage krijgen in die
vergunning?
12.05 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, nous
sommes dans une période où l'on essaie de dire beaucoup de choses
mais il faut garder un minimum de sérénité dans ce débat.

1. BIAC est une entreprise. Comme toute entreprise, elle a besoin
d'un permis d'environnement. A l'expiration du délai, il faut demander
un nouveau permis. M. Maingain se demande s'il ne vaudrait pas
mieux attendre mais, sans nouveau permis, l'aéroport doit être fermé.
Il faut donc demander un nouveau permis.

2. Quand une entreprise demande un permis, ce n'est pas elle qui fixe
12.05 Minister Johan Vande
Lanotte: BIAC is een bedrijf en
heeft dus een milieuvergunning
nodig. Wanneer de bestaande
vergunning afloopt, moet een
nieuwe aanvraag worden
ingediend.

Het bedrijf dat de vergunning
aanvraagt, stelt niet zelf de
voorwaarden vast. BIAC diende
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
les conditions. Pour le moment, le maximum a été fixé à 25.000 vols.
Ce n'est pas BIAC qui a fixé cette limite. BIAC a demandé un permis
et la députation permanente ou le gouvernement flamand a imposé la
limite jugée nécessaire. C'est leur rôle. Ils déterminent les limites
après enquête publique.

Aujourd'hui, comme il y a cinq ans ­ je ne connais plus exactement la
date ­, BIAC a introduit une demande de permis que la députation
permanente doit examiner.

M. Gosuin a indiqué qu'il avait demandé des informations, qu'il m'avait
demandé le dossier. Ce n'est pas exact! Il m'a envoyé, pour
information, une lettre adressée par lui à BIAC. M'envoyer une lettre
pour information ne signifie pas que l'on demande quelque chose!
Que ce soit clair! D'après la presse, j'aurais refusé mais je n'ai pas pu
refuser quelque chose que l'on ne m'a pas demandé.

J'ai contacté la députation permanente. Elle doit agir selon le décret
de publicité de l'administration, et plus spécifiquement conformément
au chapitre consacré aux permis d'environnement.

Si M. Gosuin demande des informations ­ ce qu'il n'a pas fait -, la
députation permanente réagira conformément au décret, en tenant
compte de divers éléments. Si elle ne le faisait pas, on pourrait lui
reprocher de ne pas avoir suivi la procédure. M. Gosuin a demandé
une consultation avec la députation permanente. Ce n'est pas
possible, elle n'a pas la possibilité de le faire.

D'après moi, il faut que la Région bruxelloise et la Région flamande ­
cette dernière ayant le pouvoir de tutelle -, responsables en matière
de réglementation, travaillent de concert, en tenant compte du fait
qu'après la décision de la députation permanente, un recours auprès
de la Région flamande est éventuellement encore possible. Comme
cela a déjà été convenu maintes fois, sans avoir été concrétisé, il est
urgent de se mettre d'accord sur des normes plus ou moins
similaires, ce qui n'est pas le cas aujourd'hui.

Je le répète, les gouvernements de la Région bruxelloise et de la
Région flamande doivent se réunir, notamment pour examiner la
demande de permis d'exploitation qui a été introduite, et essayer de
trouver des solutions. Dans le cas présent, l'Etat fédéral peut
difficilement intervenir. Le permis d'environnement n'est pas de sa
compétence, c'est une compétence du gouvernement flamand et,
étant donné l'impact sur Bruxelles, la Région bruxelloise a aussi son
mot à dire. Mais le gouvernement fédéral ne peut intervenir en
matière d'environnement. Je plaide très clairement pour une
concertation entre les deux gouvernements directement concernés,
en respectant toutes les procédures administratives car il faut aussi
tenir compte du fait que l'on a affaire à une entreprise et à des
actionnaires privés. Nous devons rester très attentifs en la matière.

En ce qui concerne le financement des travaux, il est clair que, si un
accord est trouvé et si des investissements supplémentaires s'avèrent
nécessaires, une discussion aura certainement lieu sur la question de
savoir qui en assumera les coûts. Nous le savons depuis le départ.
En effet, lors de la discussion avec DHL, quand différentes options
étaient envisageables, nous savions que des investissements
supplémentaires seraient sans doute nécessaires. Il fallait donc savoir
een vergunningsaanvraag in en de
bestendige deputatie en de
Vlaamse regering leggen, na een
openbaar onderzoek, bepaalde
normen op. Na vijf jaar heeft BIAC
nu een nieuwe vergunnings-
aanvraag ingediend.

Minister Gosuin stuurde me, ter
informatie, een aan BIAC gerichte
brief. Hij heeft me niets gevraagd
en ik heb bijgevolg niets
geweigerd.

De bestendige deputatie moet
rekening houden met het decreet
op de openbaarheid van bestuur,
meer bepaald met het milieu-
hoofdstuk. De heer Gosuin dringt
aan op overleg met de bestendige
deputatie, maar dat is niet
mogelijk, want dat is niet haar rol.
Het Brusselse Gewest moet maar
samenwerken met het Vlaamse
Gewest, dat de toeziende overheid
is voor de bestendige deputatie en
waarbij in hoger beroep kan
worden gegaan. De federale
overheid kan niets doen, wegens
niet bevoegd voor de
milieuvergunning. Ik pleit voor
overleg tussen beide betrokken
regeringen, met inachtneming van
de administratieve procedures.

Als er een akkoord wordt bereikt
over de financiering van de werken
en er besloten wordt te investeren,
zal over de financiële lasten
gepraat moeten worden. Het
probleem zal op dat moment te
berde komen. De heer Van den
Bossche heeft al verklaard dat
BIAC tengevolge van zijn
schuldenlast niet onbeperkt kan
investeren. De regering is zich
daarvan bewust.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
qui assumerait ces investissements.

La position de BIAC - qui est logique, sa dette étant assez élevée - est
que l'emprunt pour investissements qu'elle est encore capable de
supporter est assez limité. Ce n'est pas à BIAC de décider combien
investir, ce sont les banques qui accordent les prêts. D'autres
solutions doivent donc être trouvées. Le gouvernement fédéral en est
conscient. Ce problème resurgira au moment où l 'on tentera de
trouver un accord. M. Van den Bossche avait donc raison de dire que
BIAC n'avait plus beaucoup de possibilités, en termes
d'investissements dans de grandes infrastructures. C'est une réalité
que le gouvernement connaît.
12.06 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le vice-premier ministre,
je vous confirme en effet que la presse fait état du fait que M. Gosuin
affirme que le gouvernement fédéral n'a pas accepté de lui
transmettre copie de la demande de permis. Je pense que vous avez
été très clair à ce sujet, mais vous pourriez peut-être mettre les
choses au point avec M. Gosuin.

Manifestement, nous sommes en présence de deux positions
différentes et ce n'est pas à moi de trancher.

Concernant les négociations qui devraient être entreprises entre le
gouvernement bruxellois et le gouvernement flamand, bien sûr, BIAC
doit déposer son permis d'environnement; c'est légitime de la part de
toute société. Il est tout à fait logique que l'autorité qui doit délivrer ce
permis d'environnement puisse ou non l'accorder.

Evidemment, les gouvernements bruxellois et flamand peuvent se
mettre d'accord, mais ils n'y sont pas obligés. Le gouvernement
flamand pourrait dire qu'il accepte le permis d'environnement octroyé
par la députation permanente; dans ce cas, les concertations
annoncées à Petit-Leez et devant se terminer pour le 1
er
septembre
2004 seraient biaisées.

En effet, si un permis d'environnement a déjà été octroyé par la
députation permanente et qu'on a déjà autorisé un plus grand nombre
de vols de nuit et d'autres manières de mesurer le bruit, il est évident
que la concertation entre l'autorité fédérale, la Région flamande, la
Région de Bruxelles-Capitale, DHL et la BIAC n'a plus aucune raison
d'être. En fait, par ce mécanisme, on ignore la Région de Bruxelles-
Capitale et on permet à ce qui aurait dû être décidé avant le
1
er
septembre 2004 d'être complètement vidé de sa substance.
12.06 Melchior Wathelet (cdH):
De heer Gosuin zegt dat de
federale regering niet bereid was
een kopie van de
vergunningsaanvraag toe te
zenden.

Wat de onderhandelingen tussen
de Vlaamse regering en Brussel
betreft, als de Vlaamse regering
met de milieuvergunning heeft
ingestemd, dan zijn de
onderhandelingen scheefgetrok-
ken. Als die vergunning al is
toegekend, dan hebben onder-
handelingen geen zin.

Op die manier holt men het
overleg uit.
12.07 Olivier Maingain (MR): La question n'est pas de savoir si,
finalement, il y a eu ou non communication du dossier. Il n'y a pas eu
communication. BIAC n'a pas transmis à la Région de Bruxelles-
Capitale, de quelque manière que ce soit, sa demande de permis
d'environnement et BIAC n'a pas non plus informé la Région de
Bruxelles-Capitale de ses intentions. Mais là n'est pas le point le plus
important.

L'essentiel est de savoir si, dans sa demande, BIAC souhaite obtenir
une dérogation aux critères imposés actuellement par le permis
d'environnement tel que délivré jusqu'à présent par la Région. De
deux choses l'une: ou BIAC demande de déroger à ces normes et
préjuge de ce que pourrait être la décision par concertation; il biaise
12.07 Olivier Maingain (MR):
BIAC heeft het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest niet van
haar milieuvergunningsaanvraag
in kennis gesteld. Het is belangrijk
om te weten of BIAC vraagt om
van de thans opgelegde criteria te
mogen afwijken.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
ainsi la concertation prévue. Ou BIAC est invitée, éventuellement par
le ministre de tutelle, à ne pas demander une dérogation à ces
normes, ce qui laisse place à la concertation. Voilà l'aspect important.
12.08 Johan Vande Lanotte, ministre: Vous dites: de deux choses
l'une. Je réponds non, car une troisième chose est vraie: quand une
entreprise demande un permis, c'est à la députation permanente de
donner ses conditions. Ni la dernière fois ni cette fois-ci, il n'existe de
demande de dérogation. Ce n'est donc pas "de deux choses l'une".
Vous voulez le faire croire dans ce sens.
12.08 Minister Johan Vande
Lanotte: Wanneer een bedrijf een
vergunning vraagt, is het de
bestendige deputatie die de
voorwaarden vaststelt. Er werd
geen aanvraag voor een afwijking
ingediend.
12.09 Olivier Maingain (MR): Bien entendu. Ce n'est tout de même
pas innocemment que BIAC, dans les circonstances actuelles,
connaissant le côté délicat du dossier, demande le renouvellement du
permis d'environnement. Cette démarche doit être accompagnée
politiquement en sachant ce que désire BIAC à travers cette décision.
12.09 Olivier Maingain (MR):
Wat wil BIAC dan met deze
aanvraag bereiken?
12.10 Johan Vande Lanotte, ministre: Je m'excuse mais ce n'est
pas vrai! Ce n'est pas à l'entreprise de dire ce qu'elle veut, c'est la
députation permanente qui décide.
12.10 Minister Johan Vande
Lanotte: Het is niet het bedrijf dat
hierover beslist, maar wel de
bestendige deputatie!
12.11 Olivier Maingain (MR): Rien n'interdit à BIAC de faire savoir
qu'elle accepte le maintien des conditions actuelles.
12.11 Olivier Maingain (MR):
BIAC kan toch te kennen geven
dat het de huidige voorwaarden
aanvaardt ...
12.12 Johan Vande Lanotte, ministre: Pourquoi doit-elle faire cela?
12.13 Olivier Maingain (MR): Pourquoi ne pourrait-elle pas le faire?
Quand on sait l'aspect politiquement délicat de ce dossier, il est
évident qu'aller introduire la demande de permis d'environnement
sans savoir ce à quoi on va déroger ou pas, c'est prendre un risque...
12.13 Olivier Maingain (MR): ...
en een aanvraag voor een
milieuvergunning indienen zonder
dat het weet waarop de
afwijkingen betrekking hebben.
12.14 Johan Vande Lanotte, ministre: Vous faites des insinuations!
12.15 Olivier Maingain (MR): Nous ne sommes pas dupes, c'est
différent.
12.16 Johan Vande Lanotte, ministre: Il vous faut un ennemi
commun en vue des élections!
12.17 Olivier Maingain (MR): La concertation n'a de sens que si
BIAC accepte le maintien éventuel des conditions actuelles.
12.18 Johan Vande Lanotte, ministre: C'est quand même BIAC qui
doit accepter les résultats politiques. Ce sont des insinuations!
Le président: J'aime bien l'explication de part et d'autre.
12.19 Marie Nagy (ECOLO): Ce qui est bien avec M. Maingain, ce
sont les envolées mais la difficulté, ce sont les atterrissages.
12.20 Melchior Wathelet (cdH): Il va y avoir une motion.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Le président: Il n'y a pas de motion à une question, monsieur Wathelet!
12.21 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, toute la question
du permis d'environnement est importante puisqu'on sait que les
25.000 mouvements par an autorisés par le permis d'environnement
actuel sont insuffisants pour répondre à la demande de DHL qui
tourne aux environs de 34.000 mouvements. De là vient la question
sur la demande introduite. Cela me surprend qu'on fasse l'étonné
puisque BIAC est une entreprise publique dans laquelle les ministres
du gouvernement fédéral ont leurs représentants. Malgré les airs
qu'on se donne de ne pas savoir, tout cela est parfaitement concerté.
Je veux dire que ce ne sont pas des choses qui se passent dans un
autre monde, sans coordination avec le gouvernement

Je vous remercie pour votre réponse sur la prise en charge des
travaux. C'est un peu étonnant, dans le temps on parlait de la
privatisation des profits et de la socialisation des coûts. BIAC va dont
être privatisée et pour le moment, on nous dit que les travaux futurs
pourraient être éventuellement pris en charge par le gouvernement
fédéral. Permettez-moi de dire que je trouve cela assez surprenant,
d'autant plus que l'aéroport n'est utilisé qu'aux deux tiers de sa
capacité et que, par ailleurs, on sait que cet aéroport est relativement
surdimensionné depuis la faillite malheureuse de la Sabena. J'ai donc
des difficultés à comprendre que, vous qui êtes en général si sévère
sur les dépenses publiques, vous envisagiez ici, même
éventuellement, cette possibilité.

Nous suivrons cela avec attention car il ne faudrait pas que M. Van
den Bossche, qui nous a laissé l'ardoise de Copernic, vienne encore
l'alourdir par des investissements à Zaventem.
12.21 Marie Nagy (ECOLO): De
milieuvergunning is belangrijk
omdat de huidige 25.000
toegestane vliegbewegingen ruim
overschreden zullen worden. Hoe
valt het te verantwoorden dat de
federale regering de geplande
werken op zich neemt terwijl BIAC
geprivatiseerd is en de omvang
van de luchthaven nu al de
behoeften overstijgt. Waarom
moet er overheidsgeld tegenaan
gegooid worden terwijl minister
Van den Bossche na de
Copernicushervorming al een
diepe put heeft achtergelaten?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Vraag van de heer Willy Cortois aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het resultaat van het topoverleg met de federale politie" (nr. P244)
13 Question de M. Willy Cortois au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le résultat de la
concertation au sommet avec la police fédérale" (n° P244)
13.01 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u zou het misschien denken maar mijn vraag gaat niet
meteen over de betoging van de politie van gisteren. Ze geeft
misschien een oplossing voor een deel van het probleem dat ook daar
is gerezen. Ik verwijs daarbij, mijnheer de minister, naar de intentie
van de regering om 2.500 politiemannen extra op straat te brengen. Ik
meen dat men zich daartoe baseert op een audit die is verschenen in
2002 en waarin gesteld wordt dat er nogal wat bureaucratie,
administratie en reglementering in de federale politie aanwezig. Het
werkt allemaal nogal stroef en waarschijnlijk zou een deel van de
overlast kunnen worden weggewerkt mocht men het allemaal wat
eenvoudiger willen doen. Ik herinner mij dat de leiding van de federale
politie dat nogal gemakkelijk heeft weggevaagd terwijl het de indruk is
van het publiek en van mensen in dit Parlement dat toch een aantal
vragen kunnen worden gesteld bij de efficiëntie van die top, die toch al
een hele tijd bezig is. Misschien geldt dat ook voor u, mijnheer de
minister. Vandaar mijn vragen. U hebt waarschijnlijk al wat contacten
gehad met die top. Blijft die erbij dat de federale politie niet
bureaucratisch maar efficiënt werkt? Is dat ook uw mening? Denkt u
13.01 Willy Cortois (VLD): Le
gouvernement avait l'intention
d'engager 2.500 agents de police
supplémentaires pour patrouiller
sur le terrain. Cette volonté se
fonde sur un audit réalisé en 2002
qui démontre que la bureaucratie
paralyse la police fédérale. Une
simplification des procédures
permettrait de supprimer en
grande partie les tracasseries
administratives.

Les dirigeants des services de
police n'ont à l'époque pas hésité
à balayer cet audit du revers de la
main. Dans l'intervalle, nous
sommes en droit de nous poser
des questions sur l'efficacité des
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
dat er toch wel een mogelijkheid moet bestaan om de overlast en de
bureaucratie daar aan te pakken?
dirigeants eux-mêmes. Le ministre
pourrait-il me préciser si la
direction de la police fédérale
continue à penser que la
bureaucratie ne paralyse pas la
police? Partage-t-il ce point de vue
ou est-il d'avis qu'une
simplification s'impose?
13.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, in de
eerste plaats dank ik u omdat ik van hier mag antwoorden, in zittende
houding. Het is inderdaad juist dat ik gisteren met de eerste minister
en de minister van Justitie de top van de federale politie heb
ontvangen, op hun verzoek, nadat in de loop van vorige week uit
nogal diverse hoeken kritiek was geuit, voornamelijk op de nogal
bureaucratische werking van de federale politie. Ik verwijs naar een
aantal verklaringen, sommige vrij ongenuanceerd, afgelegd door een
aantal onderzoeksrechters.

Laat mij allereerst opmerken dat de hervorming zoals ze wordt
doorgevoerd veronderstelt dat een aantal cultuurverschillen moeten
verdwijnen, dingen die nog geërfd zijn uit de vroegere militaire
structuur van de rijkswacht. Dat zal tijd vragen. Het is inderdaad juist
dat, zoals collega Cortois aangeeft, in de loop van 2001 er een audit
is geweest. Ik heb de resultaten daarvan bekeken. De audit werd
uitgevoerd door PriceWaterhouseCoopers. De vraag dringt zich op of
de resultaten van die audit wel in voldoende mate door de federale
politie zijn geïmplementeerd. De eerste minister, de minister van
Justitie en ikzelf hebben die vraag ook gesteld aan de top van de
federale politie. Met andere woorden, is die audit in voldoende mate
uitgevoerd op het terrein, is hij in voldoende mate geïmplementeerd?
Wij gaan de top van de federale politie op korte termijn opnieuw
ontmoeten om op die vraag een antwoord te krijgen. Ik sluit niet uit
dat eventueel een aanvullende opdracht aan
PriceWaterhouseCoopers zal worden gegeven.

Mijnheer de voorzitter, als u het mij toelaat heb ik nog een tweede
element van antwoord. Men moet natuurlijk ook goed kijken naar de
oorzaak van paperasserij en bureaucratie. Die kan velerlei oorzaken
hebben. Sommige formaliteiten en documenten die moeten ingevuld
worden zijn ingegeven door de strafprocedure en die moet
gerespecteerd worden. Andere zijn ingegeven door het feit dat het
statuut veronderstelt dat er nogal wat toelagen zijn die moeten worden
aangevraagd. Sommige formaliteiten moeten toelaten om controle te
kunnen uitoefenen. Op het eerste gezicht lijkt het mij echter dat
minder bureaucratie zou moeten kunnen.

Er is nog een derde element. In kritieken werden wat twijfels geuit
over het feit of de federale politie wel voldoende overtuigd is van de
noodzaak van een geïntegreerde politie om daarvan een succes te
maken. We hebben erop aangedrongen dat de federale politie en de
top goed zouden meewerken, ook in de schoot van de
begeleidingscommissie onder leiding van professor De Ruyver. Om
alle twijfel in dat verband weg te nemen heb ik in overleg met mijn
collega van Justitie echter beslist om voortijdig een evaluatie van de
top van de federale politie door te voeren. U weet dat de top van de
federale politie ­ de commissaris-generaal, de directeurs-generaal en
de adjuncten ­ mandaathouders zijn voor een termijn van vijf jaar,
13.02 Patrick Dewael, ministre:
Hier, j'ai en effet eu un entretien
avec la direction de la police
fédérale en présence du premier
ministre et de la ministre de la
Justice. Au cours des dernières
semaines, la presse a relayé de
nombreuses critiques dénonçant
la bureaucratie qui règne au sein
de la police fédérale, critiques
notamment formulées par un juge
d'instruction bruxellois.

Depuis la réforme des polices, les
différences de culture n'ont pas
encore été totalement gommées.
Nous avons demandé à la
direction des services de police si
les recommandations formulées
par l'audit de PriceWaterhouse
Coopers avaient été suffisamment
suivies d'effet. Nous attendons
une réponse à cette question lors
de la prochaine réunion qui aura
lieu d'ici peu.

La bureaucratie a de multiples
causes: les formalités qui font
partie de la procédure pénale, les
formalités qui découlent du statut,
comme les primes qui doivent être
demandées, et les formalités liées
au contrôle. Je pense néanmoins
qu'il doit être possible de réduire
cette bureaucratie.

Certains mettent en doute le fait
que la police fédérale est
convaincue de la nécessité de
l'intégration. J'ai demandé instam-
ment à tous les membres de la
commission présidée par
M. De Ruyver de
collaborer
positivement aux travaux.

De plus, nous venons de décider
de procéder à une évaluation
précoce de la direction de la police
fédérale. Il ne faut pas voir dans
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
maar dat zij na drie jaar evalueerbaar zijn. Het is mijn bedoeling, in
overleg met de minister van Justitie, om die evaluatie in overleg met
Justitie te vervroegen, niet als een teken van wantrouwen, maar
omdat ik meen dat in de storm die thans als het ware wordt ontketend
tegen de federale politie, een succesvolle evaluatie elke twijfel die er
terzake zou bestaan kan wegnemen.

Collega Cortois, ik kom aan het laatste deel van mijn antwoord. Ik heb
ook de bedoeling om externen te betrekken bij die evaluatie. Het zou
dus een evaluatiecommissie zijn waarvan ook externen deel zullen
uitmaken.
cette évaluation anticipée le signe
de notre méfiance, cette évalua-
tion étant au contraire un moyen
de dissiper le moindre doute. Nous
avons aussi l'intention d'intégrer
des externes dans la commission
d'évaluation.
13.03 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de minister, ik onthoud uit uw
antwoord dat u blijkbaar van mening bent dat het ook in de federale
politiestructuur tijd is om een evaluatie te maken. Men verwijst steeds
naar de problematiek op het zonale vlak, maar algemeen stel ik vast
dat men in vele zonale politiekorpsen die aanpassing wel heeft
doorstaan en dat men daar veel moeite voor doet. Anderzijds heb ik
de indruk ­ ik heb u terzake al een paar keer ondervraagd in de
commissie voor Binnenlandse Zaken ­ dat de top van de federale
politie nog steeds te veel denkt en handelt in functie van de oude
rijkswacht. Ik hoop dat het slecht een indruk is.
13.03 Willy Cortois (VLD):
Manifestement, le ministre Dewael
estime qu'une évaluation précoce
s'impose. Il lui semble que la
direction de la police fédérale vit
encore trop dans l'univers mental
de l'ancienne gendarmerie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Questions jointes de
- M. Jean-Jacques Viseur au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
revendications des travailleurs du secteur non marchand" (n° P247)
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les revendications
des travailleurs du secteur non marchand" (n° P248)
- Mme Inge Vervotte au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les revendications
des travailleurs du secteur non marchand" (n° P249)
14 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Jacques Viseur aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
eisenbundel van de witte woede" (nr. P247)
- de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de eisenbundel
van de witte woede" (nr. P248)
- mevrouw Inge Vervotte aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de eisenbundel
van de witte woede" (nr. P249)
14.01 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, lundi
dernier, le secteur non marchand a organisé une grande
manifestation. Le secteur non marchand hospitalier a déposé, le 11
décembre 2003, par la voie de ses syndicats, un cahier de
revendications pour la période de fin 2004 début 2005 et les années
suivantes. Ce cahier contient un certain nombre de demandes, tant
sur le plan des revendications salariales que sur le plan des
revendications qualitatives, ce qui est important pour ce secteur.

Ma question est très simple. Ce cahier de revendications étant sur la
table, quel est l'horaire prévu pour les discussions qui vont
nécessairement avoir lieu? Durant cette année 2004, il est important
de déterminer comment rencontrer un certain nombre de demandes.
Autre question: y a-t-il du grain à moudre? Nous savons, en effet, à
quel point les revendications en la matière peuvent avoir des
conséquences financières sur le budget des hôpitaux, dont on sait
qu'il pose un certain nombre de difficultés.
14.01 Jean-Jacques Viseur
(cdH): De non-profit ziekenhuis-
sector heeft op 11 december een
eisenpakket ingediend waarin een
aantal verbeteringen geëist
worden op het vlak van de lonen
en de kwaliteit. Deze zouden
moeten gerealiseerd worden vanaf
eind 2004, begin 2005.

Volgens welk schema zullen de
gesprekken tussen de sector en
uzelf verlopen?

Maar kan er wel over iets
onderhandeld worden? De
gesprekken zullen inderdaad een
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
budgettaire weerslag hebben op
de ziekenhuizen die nu reeds in
slechte papieren zitten.
14.02 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de witte woede is helemaal terug van
weggeweest. Maandag jongstleden hebben wij vastgesteld dat
duizenden werknemers uit de verzorgingsinstellingen opnieuw
betoogd hebben in Brussel en opnieuw betere arbeidsvoorwaarden,
een beter loon en een vermindering van de werkdruk vragen.

Mijnheer de minister, als ik mij goed herinner is er op 1 maart 2000
een overeenkomst met de sector gesloten. Blijkbaar zijn er nu, op zijn
zachtst uitgedrukt, nieuwe problemen. Ik ben geschrokken toen ik de
reactie van de regering vernam op de betoging. Hoe reageerde de
regering? Ik citeer: "Het is de bedoeling om na te gaan of de
overeenkomst van 1 maart 2000 correct wordt uitgevoerd en wat de
gevolgen ervan zijn. Op basis daarvan kunnen conclusies getrokken
worden wat de nieuwe eisen van de sector betreft."

Mijnheer de minister, zo'n reactie verwondert mij. Ik kan begrijpen dat
politici deze dagen vooral de indruk geven dat zij met zichzelf bezig
zijn en niet met de zwaksten in de samenleving, maar men mag er
toch van uitgaan dat deze regering en ook de vorige zouden geweten
hebben in welke mate dit plan, dat dateert van 2000, correct
opgevolgd en al dan niet correct uitgevoerd wordt. Ik heb een zeer
duidelijke en concrete vraag, mijnheer de minister. Wat is de stand
van zaken in de concrete uitvoering van dit plan? Hoeveel bijkomende
jobs zijn er echt gecreëerd in die sector? Hoeveel loonsverhoging is er
echt tot stand gekomen? Wanneer mogen wij definitief een evaluatie
en een bijsturing verwachten?
14.02 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Après une période de
répit, les blouses blanches
manifestent à nouveau leur
mécontentement. Le secteur de
l'aide sociale revendique une
amélioration des conditions de
travail et une revalorisation
salariale. En mars 2000, un accord
a été trouvé avec le gouvernement
mais manifestement, des
problèmes se posent à nouveau.

Le gouvernement affirme à
présent qu'il souhaite vérifier si
l'accord de 2000 a été correcte-
ment mis en oeuvre. C'est
surprenant: nos ministres
devraient tout de même savoir s'ils
ont exécuté leur propre plan!
Combien de nouveaux emplois
ont-ils été créés dans le secteur
de l'aide sociale? Quelles
augmentations salariales ont-elles
été accordées? Quand le
gouvernement évaluera-t-il et, le
cas échéant, ajustera-t-il le plan
de 2000?
14.03 Inge Vervotte (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wij hebben vastgesteld dat er deze week 15.000 mensen
betoogd hebben en dat er een algemene staking is uitgeroepen. Dit is
een sector waarvan men weet dat het heel diep zit, als zij in staking
gaan en betogen. Het zijn namelijk mensen die werken met mensen,
die zich persoonlijk engageren en er alles aan doen om niet voor het
ultieme wapen van een staking of betoging te moeten gaan.

Ik heb mij afgevraagd hoe het komt dat die mensen uiteindelijk toch
zijn overgegaan tot het ultieme wapen. De grootste onvrede leeft
blijkbaar sinds deze mensen een tijdje geleden zijn bijeengekomen
met 1.200 mensen van de sector om te bekijken hoe het verder moet
in de toekomst, om een antwoord te bieden op de vragen betreffende
de toekomst van de sector. U weet ook dat wij voor heel veel
uitdagingen staan door de vergrijzing en dat het belangrijk is dat er
voldoende personeel zal zijn in de sector. Vanuit die vergadering is er
een brief geschreven met het verzoek dringend opnieuw om de tafel
te gaan zitten om de gesloten akkoorden van 2000 te herbekijken,
omdat die eigenlijk bijna zijn uitgevoerd. Wat zal er verder gebeuren?
Zij vroegen dus een dringend onderhoud.

Die mensen hebben moeten vaststellen dat zij tot nu toe nog geen
antwoord hebben gekregen. Ik denk dat een zo belangrijke sector,
met alle toekomstige uitdagingen, op zijn minst het recht heeft op een
antwoord en dat zij niet moeten overgaan tot drukkingsmiddelen,
14.03 Inge Vervotte (CD&V):
Traditionnellement, les travailleurs
du secteur des soins de santé ne
se mettent pas facilement en
grève. Ce fut pourtant le cas et la
raison principale est l'absence de
concertation sur l'avenir du
secteur. Avec le vieillissement de
la population, les besoins en
personnel vont augmenter. Les
accords de 2000 touchent à leur
fin. Des représentants du secteur
de l'aide sociale ont écrit une lettre
au ministre mais ils n'ont toujours
pas obtenu de réponse à ce jour. Il
est n'est pas normal de devoir aller
jusqu'à la grève pour obtenir une
réponse.

Quel est le point de vue du
ministre à propos du cahier de
revendications du secteur? Quel
budget a-t-il été affecté à l'aide
sociale? Comment le gouverne-
ment créera-t-il 25.000 emplois
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
zoals betogingen en stakingen, om daaromtrent een antwoord van de
minister te kunnen krijgen.

Mijn vragen aan u zijn de volgende. Wat vindt u van de eisenbundel?
Als wij nagaan hoe de onderhandelingen de vorige keer zijn verlopen,
stellen wij vast dat het nog negen maanden heeft geduurd nadat er
een akkoord was vooraleer het akkoord omgezet kon worden in
CAO's, wegens de complexiteit van de sector. Wij weten dus dat
onderhandelingen veel tijd vergen in deze sector. Wat is uw standpunt
met betrekking tot de eisenbundel? Bent u bereid daarvoor middelen
vrij te maken? Hoeveel? Hoe staat u ten opzichte van de 25.000
bijkomende jobs die gevraagd worden?
supplémentaires? La dernière fois,
il a encore fallu attendre neuf mois
après la conclusion de l'accord
pour conclure des CCT. Il est donc
grand temps d'entamer le
dialogue.
14.04 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, het is een
overkomst die van 1 maart 2000 dateert en het gaat over een periode
van vijf jaar. Het zal dus tot 2005 duren. Het is dus nog een beetje
vroeg om te zeggen of wij een andere overeenkomst zullen maken.
Wat men nu wel al kan zeggen, is dat in 2005 het over een som van
ongeveer 350 miljoen euro gaat. Het is dus geen kleine som. De
concrete gevolgen van de eerste overeenkomst ben ik nu samen met
mijn collega's, de heer Vandenbroucke en mevrouw Van Brempt, aan
het nagaan. Het is natuurlijk niet zo gemakkelijk als het hier wordt
voorgesteld. Waarom? Omdat het over een zeer gecompliceerd
systeem gaat waarvan de evaluatie niet zo gemakkelijk is.
14.04 Rudy Demotte, ministre:
L'accord conclu en 2000 est
valable pour cinq ans. Il est donc
prématuré de songer déjà à en
conclure un nouveau. Le budget
pour 2005 s'élève à 350 millions
d'euros. Ce n'est pas rien. Le
gouvernement examine actuelle-
ment les effets tangibles de
l'accord passé en 2000. Il s'agit
d'une matière très complexe, ce
qui ne rend pas très aisée une
évaluation.
En ce qui concerne les pistes pour l'avenir, je répète que nous ne
pouvons pas, sans connaître l'évaluation qui est en cours et que nous
allons nous affairer à terminer dans les temps les plus proches, déjà
donner d'indications plus précises sur ce que nous allons faire dans
l'accord qui pourrait intervenir pour la période future.
Zolang wij niet over de resultaten
van de aan de gang zijnde
evaluatie beschikken, kunnen wij
niet meer toelichtingen
verstrekken over wat wij zullen
ondernemen in het kader van het
akkoord dat zou kunnen worden
gesloten.
14.05 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le ministre, il est
important - et vous l'avez dit aujourd'hui - d'établir le calendrier et de
procéder à l'évaluation des mesures 2000; ceci permettra de
déterminer ce dont on dispose dans le cadre d'hôpitaux qui, par
ailleurs, crient à la famine en raison d'une évaluation qui - je l'espère -
se terminera dans les prochaines semaines.

J'espère aussi que le personnel aura un interlocuteur et pourra, de
façon complète, aborder les problèmes tant pécuniaires que
qualitatifs inhérents au secteur.
14.05 Jean-Jacques Viseur
(cdH): Het is inderdaad belangrijk
dat een tijdpad wordt vastgesteld
en dat men kennis heeft van de
resultaten van de evaluatie om te
bepalen welke middelen beschik-
baar zijn.

Ik hoop dat het ziekenhuis-
personeel, wie het water aan de
lippen staat, gehoor zal vinden.
14.06 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik dank u uiteraard voor uw antwoord, maar ik
moet u zeggen dat ik uw antwoord met stijgende verwondering heb
aanhoord.

Mijnheer de minister, ik kan niet begrijpen dat over een plan dat
dateert van 1 maart 2000 iemand namens de regering mij en het
Parlement doodleuk komt zeggen dat men niet weet hoe ver de
concrete uitvoering van dat plan staat. In het kader van de concrete
opvolging en efficiënt politiek werk, mijnheer de minister, kan ik alleen
14.06 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Au fur et à mesure que
vous avez déroulé votre réponse,
j'ai été d'étonnement en éton-
nement. Ce plan date de 2000 et
le gouvernement ignore à quel
stade en est son exécution.

C'est là une attitude on ne peut
plus incorrecte vis-à-vis du
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
zeggen dat ik met verstomming ben geslagen. Dit is niet meer correct
ten aanzien van de parlementsleden.

Mijnheer de minister, iedereen kent de problematiek van de
vergrijzing. Ik denk dat wij het er allemaal, over de partijgrenzen heen,
over eens zijn dat juist de mensen die in de verzorgende sector als
verpleegkundige en dergelijke aan het werk zijn, ons aller respect
verdienen. Zij zorgen voor de zwaksten in de samenleving. Wij als
parlementsleden, u met de regering, hebben dus ook de taak om,
zeker voor hen, dit dossier met de nodige aandacht op te volgen.

U hebt niet concreet geantwoord, mijnheer de minister, en dat
ontgoochelt mij, op het standpunt met betrekking tot de eisenbundel
van de sector. U houdt de boot zeer ver af. Ik garandeer u dat wij
vanuit de oppositie dit politiek op de agenda zullen blijven zetten.
Parlement et des gens qui
travaillent dans le secteur des
soins de santé et méritent notre
plus grand respect. L'autorité
publique se doit d'en tirer les
conclusions qui s'imposent. Le
ministre a par ailleurs omis de
nous donner son point de vue sur
le paquet de revendications de ce
secteur. L'opposition veillera à ce
que thème reste à l'ordre du jour.
14.07 Inge Vervotte (CD&V): Mijnheer de minister, u hebt zelf
gezegd dat het een complexe sector is en dat onderhandelingen lang
zullen aanslepen. Ik hoef dan ook geen tekening te maken: wij zijn
ondertussen bijna eind februari. Wij gaan inderdaad onze tijd goed
moeten gebruiken en voldoende moeten gebruiken. Ik denk dat
sociale rust in deze sector uiterst cruciaal is. Het gaat hier om mensen
en het is duidelijk dat de sociale rust hier nog niet gegarandeerd is,
dat de mensen niet tevreden zijn met het antwoord dat u gegeven
hebt. Ik denk dan ook dat het zeer belangrijk is dat u er primordiaal
werk van maakt om de rust in de sector te doen terugkeren en de
problemen die er zijn in de sector au sérieux te nemen. De mensen
pikken het niet en hebben niet aanvaard dat zij enkel en alleen een
antwoord hebben gekregen via de pers en dat zij geen persoonlijk of
schriftelijk antwoord hebben teruggekregen op de vragen die ze
gesteld hebben.

Als u zegt dat u de sector en het akkoord zult evalueren, dan denk ik
dat u dit het beste kunt doen door inderdaad in te gaan op hun
uitnodiging om rond de tafel te gaan zitten en in te gaan op hun vraag
om eens een gesprek te hebben. Zo kan u ook eens evalueren met
de mensen zelf. Ik weet niet hoe u anders de evaluatie gaat doen. Ik
denk dat het zeer belangrijk is dat u daar een opening maakt en dat u
persoonlijk antwoord geeft aan de mensen, ofwel in een onderhoud,
ofwel schriftelijk. Geen antwoord geven aan zo'n belangrijke sector
met zoveel mensen is, denk ik, hen onrecht aandoen, zeker omdat
het hier gaat over de menselijke sector.
14.07 Inge Vervotte (CD&V):
Comme le ministre l'a déjà dit, il
s'agit d'un secteur complexe.
Aussi les négociations dureront-
elles longtemps. Il est grand temps
d'élaborer un nouvel accord. Le
ministre doit veiller en premier lieu
à rétablir la paix sociale.

Le personnel soignant n'admet
pas que le ministre réponde à ses
interrogations par médias inter-
posés. Le meilleur moyen de
procéder à une évaluation, c'est
de répondre à l'invitation du
secteur pour une concertation.
Traiter de la sorte un secteur aussi
important que celui-là n'est pas
correct.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Question de Mme Catherine Doyen-Fonck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
sur "l'annonce d'un suicide dans les médias et la politique de santé mentale" (n° P250)
15 Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de berichtgeving over een zelfmoord in de media en het beleid inzake
geestelijke gezondheidszorg" (nr. P250)
15.01 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le ministre, je ne
sais pas si vous avez vu le "Standaard" d'aujourd'hui. C'est une bonne
lecture, n'est-ce pas, monsieur le président?
Le président: Madame, je dis toujours que le seul journal qu'il ne faut jamais manquer de lire, c'est le
Moniteur belge!
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
15.02 Catherine Doyen-Fonck (cdH): C'est évidemment encore
mieux mais c'est peut-être un peu plus ardu!

Monsieur le ministre, le "Standaard" de ce matin publiait une note
relative à une initiative intéressante de l'association des journalistes
flamands. Celle-ci transmet une brochure à tous ses membres, les
invitant à faire preuve de prudence et de réserve lorsqu'ils écrivent sur
le suicide. Comme vous le savez, lorsque les médias évoquent des
cas de suicide, cela peut évidemment inciter certains à passer à
l'acte.

Le suicide est une problématique majeure de santé publique,
essentiellement chez les jeunes même si cela touche toute la
population. Il y a soixante à septante tentatives de suicide chaque jour
en Belgique. C'est la deuxième cause de mortalité chez les hommes
de 25 à 44 ans, et même chez les hommes et les femmes plus
jeunes.

Dans ce contexte, vous allez peut-être me dire, monsieur le ministre,
qu'il s'agit d'une matière communautaire. Mais comme je vous ai vu, il
y a quelques jours, expliquer dans les médias l'importance de
l'équilibre alimentaire - qui est aussi, me semble-t-il, une compétence
communautaire - je me permets de vous interroger sur cette question.
D'autant que cela me paraît être un enjeu majeur de santé publique
au niveau fédéral.

Je voudrais donc savoir, monsieur le ministre, ce que vous pensez de
cette initiative de l'association des journalistes flamands et si vous
comptez l'intégrer dans votre stratégie de santé publique.
15.02 Catherine Doyen-Fonck
(cdH): De krant De Standaard
publiceert vandaag een nota over
een brochure, een initiatief van de
Vlaamse journalistenvereniging,
over de berichtgeving omtrent
zelfdoding, die soms kan
aanzetten tot imitatie.

Zelfdoding is de tweede
doodsoorzaak bij mannen van 25
tot 44 jaar, en elke dag doen 50 à
70 mensen een zelfmoordpoging:
dit is een probleem waar u als
minister van Volksgezondheid niet
omheen kan.

Wat vindt u van dat initiatief?

Zal u het in uw strategie voor het
volksgezondheidsbeleid inpassen?
15.03 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, j'ai
effectivement pris connaissance de cet article ce matin. Je trouve le
point de vue intéressant parce que, effectivement, le fait de relater un
acte de suicide peut avoir une influence sur le comportement.

Il ne suffit évidemment pas d'établir le constat et de fermer les yeux
sur la réalité. Qu'a fait la Belgique? Elle a déjà organisé une
conférence internationale, il y a quelques années, sur ce thème. Si
ma mémoire est bonne, c'était en 2002. Il s'agissait de définir la
manière dont le praticien de soins - psychiatriques ou autres - peut
appréhender les phénomènes de dépression dans leur contexte pour
essayer de trouver une solution avant que l'irréparable ne soit
commis.

En 2003, dans le cadre d'un sommet européen à Copenhague, et
plus précisément dans une réunion de l'OMS, nous avons également
fait état - dans une logique de "benchmarking" - de la pratique
médicale belge dans ce domaine. Nous avons pu corréler un certain
nombre d'éléments qui nous paraissaient intéressants, notamment
sur la condition physique et mentale des gens ainsi que sur
l'appartenance sociale des groupes d'âges. Je pense que tous ces
éléments statistiques doivent être mis à la disposition des praticiens.
C'est bien, en effet, le rôle du fédéral d'intervenir comme médiateur
en termes d'information et de bonne pratique médicale, ce que nous
ferons tant en matière de santé publique par rapport à l'alimentation
que dans cette question beaucoup plus délicate, malheureusement,
qu'est le suicide.
15.03 Minister Rudy Demotte:
Het standpunt van de journalisten
is interessant, maar men mag zich
niet beperken tot het vaststellen
van de feiten. Alle statistische
gegevens moeten ter beschikking
van de artsen gesteld worden. Dat
zullen wij dan ook doen.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
15.04 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le ministre, je vous
remercie de porter autant d'intérêt à la santé mentale. Je vous rejoins
tout à fait sur l'importance de ne pas fermer les yeux par rapport à
cette problématique des suicides pour laquelle il convient d'être
prudent. Il convient de faire de même pour les pathologies mentales
de façon générale.

Il y a quelques semaines, nous avons proposé, avec l'aide de
différentes personnes, de rédiger une charte de communication sur
les pathologies mentales, conjointement avec les acteurs du monde
médiatique. Cette charte, en fait, aurait trois intérêts: premièrement,
essayer d'améliorer l'acceptabilité des pathologies mentales;
deuxièmement, en finir avec la stigmatisation de la maladie mentale,
comme on peut parfois la percevoir; troisièmement et, en la matière,
je pense rejoindre l'association des journalistes néerlandophones,
insister sur la prudence par rapport à la façon de relater les tentatives
de suicide et les suicides.
15.04 Catherine Doyen-Fonck
(cdH): Enkele weken geleden
hebben we voorgesteld in
samenwerking met de actoren uit
de mediawereld een handvest
over de berichtgeving over
geestesziekten op te stellen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Ik herinner eraan dat de mededelingen in het Integraal Verslag zullen worden opgenomen.

Er was een tijd ­ het was, denk ik, het begin van uw beloftevolle en lang uitgesponnen carrière, mijnheer
Van der Maelen ­ toen alle mededelingen werden afgelezen door de kamervoorzitter. De lectuur ervan
duurde ellenlang. Men was er uiteindelijk over akkoord om de mededelingen in het integraal verslag op te
nemen. Dames en heren, uw nieuwsgierigheid wordt nog een paar uur op de proef gesteld.
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
16 Projet de loi relatif à l'agrément de certaines associations sans but lucratif d'accompagnement des
victimes d'actes intentionnels de violence (636/1-4)
16 Wetsontwerp betreffende de erkenning van verenigingen zonder winstoogmerk die slachtoffers
van opzettelijke gewelddaden begeleiden (636/1-4)

(Transmis par le Sénat / Overgezonden door de Senaat)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
16.01 Melchior Wathelet, rapporteur: Monsieur le président, le
présent projet de loi avait été voté au Sénat lors de la précédente
législature et a été relevé de caducité. Il s'inscrit réellement dans le
mouvement créé par des événements tragiques survenus dans notre
pays au cours des dernières décennies. Il reflète vraiment la volonté
de remédier à la crise de confiance du citoyen dans la justice et
d'encourager la participation active et volontaire du citoyen au
processus de création d'un nouveau lien entre la victime et la justice.

Le projet de loi permet à des ASBL d'accompagnement de victimes
d'actes intentionnels de violence d'être agréées par le ministère de la
Justice, dans la mesure où elles remplissent quatre missions:
16.01 Melchior Wathelet,
rapporteur: Dankzij dit wets-
ontwerp kunnen vzw's die
slachtoffers van opzettelijke
gewelddaden begeleiden door de
minister van Justitie worden
erkend en maken ze op basis
daarvan aanspraak op overheids-
subsidie.

Op dit ogenblik werden daarvoor
nog geen financiële middelen
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30

1. Diffuser aux victimes des informations relatives aux procédures et
à leurs moyens de défense.

2. Accompagner ces victimes dans leurs démarches pour faire valoir
leurs droits, sauf devant les instances judiciaires qui restent réservées
aux personnes mandatées à cet effet.

3. Collaborer, soit d'initiative soit à leur demande, avec des
organismes publics d'aide ou d'accueil aux victimes.

4. Mener des actions auprès du public afin de faciliter la
compréhension de nos institutions judiciaires et de nos services de
police.

Il appartiendra au Roi de déterminer les conditions d'agrément,
notamment en ce qui concerne les qualités morales et
professionnelles des membres du conseil d'administration et du
personnel dirigeant de l'association. Il fixera également les modes de
financement et les moyens qui seront accordés à ces organismes.
L'agrément crée un droit à l'allocation de subsides publics dont les
conditions devront également être arrêtées par le Roi.

L'amendement n°2 a été adopté en commission. Il s'agira en
définitive, dans les deux cas, d'un arrêté royal délibéré en Conseil des
ministres, d'une manière collégiale. L'agrément, de même que le droit
aux subsides, pourra être retiré par le ministre de la Justice, si
l'association venait à manquer à l'une de ses obligations légales.

Le projet de loi impose également aux associations agréées de
transmettre annuellement un rapport d'activités au ministre qui devra
rassembler ces données dans un rapport unique à destination du
Conseil supérieur de la Justice et du Sénat.

Actuellement, il n'y a pas encore de budget prévu pour la subvention
de ces ASBL. Ce budget sera déterminé lorsque les critères pour
obtenir l'agréation et les montants des subventions seront fixés par le
Roi et que le nombre d'ASBL pouvant en bénéficier sera estimé.

Un amendement n°3 a été voté: Le Roi déterminera, par arrêté royal
délibéré en Conseil des ministres, la date d'entrée en vigueur de la loi.
Celle-ci dépendra des moyens budgétaires qui seront libérés pour la
mise en oeuvre de l'ensemble des dispositions.

Les discussions en commission sont restées relativement courtes et
portaient essentiellement sur les points suivants:

1. La distinction qu'il convient de maintenir entre l'aide juridique au
sens strict apportée par les maisons de justice et l'accompagnement
que vont fournir ces ASBL agréées. En effet, l'objectif de ces ASBL
est de favoriser la constitution d'un réseau de citoyens bien informés,
encadrés par du personnel compétent.

2. Les critères d'agrément et de subsidiation des ASBL seront en
conséquence différents de ceux prévus par l'arrêté royal pour les
organismes d'aide juridique, leur mission étant dès lors tout à fait
différente. Les relations des ASBL avec les maisons de justice ont fait
l'objet d'un deuxième volet de discussions en commission.
uitgetrokken. Het bedrag zal
worden vastgesteld eens de
erkenningscriteria en de subsidie-
bedragen door de Koning zijn
vastgesteld en een schatting werd
gemaakt van het aantal vzw's dat
daarvoor in aanmerking komt. De
Koning zal de datum van
inwerkingtreding van de wet
bepalen.

De discussie in commissie draaide
vooral rond het onderscheid dat
moet blijven bestaan tussen de
rechtshulp senso stictu, die het
domein van de justitiehuizen is, en
de begeleiding, waarvoor de vzw's
instaan; ook de relatie tussen de
vzw's en de justitiehuizen was stof
voor discussie. Voorts werd
bevestigd dat het ontwerp geen
schending van de gemeenschaps-
bevoegdheden inzake slachtoffer-
hulp inhoudt.

Het wetsontwerp werd eenparig
aangenomen.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31

L'amendement n°1 de M. Malmendier a été adopté en commission. Il
vise à préciser que ces ASBL travaillent en collaboration avec les
services des maisons de justice du SPF Justice.

3. L'absence d'atteinte aux compétences des Communautés en
matière d'aide aux victimes. Ce principe a été confirmé. En effet, le
Conseil d'Etat a précisé dans son avis que le projet relevait bien de la
compétence fédérale, car il ne couvrait que l'organisation de l'aide
juridique et non l'aide sociale qui relève bien, elle, des Communautés,
ce qui a été confirmé par la ministre de la Justice dans son
intervention.

Le projet de loi tel qu'amendé a été adopté à l'unanimité.

Le président:Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (636/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (636/4)

L'intitulé néerlandais a été modifié par la commission en "wetsontwerp betreffende de erkenning van
bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk die slachtoffers van opzettelijke gewelddaden begeleiden".
Het Nederlandse opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp betreffende de erkenning van
bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk die slachtoffers van opzettelijke gewelddaden begeleiden".

Le projet de loi compte 7 articles.
Het wetsontwerp telt 7 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 7 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 7 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

Je rappelle que ce projet de loi résulte d'une proposition de loi déposée, il y a quelque temps déjà, au Sénat
par notre collègue M. Malmendier, à l'époque sénateur.
17 Proposition de loi insérant dans la loi du 24 février 1921 concernant le trafic des substances
vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou antiseptiques et des
substances pouvant servir à la fabrication illicite de substances stupéfiantes et psychotropes, une
disposition réautorisant les officiers de police judiciaire à pénétrer et à fouiller dans tout lieu pendant
la nuit sans autorisation préalable du tribunal de police (768/1-4)
- Proposition de loi insérant dans la loi du 24 février 1921 concernant le trafic des substances
vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou antiseptiques et des
substances pouvant servir à la fabrication illicite de substances stupéfiantes et psychotropes, une
disposition réautorisant la pénétration et la fouille dans tout lieu, durant la nuit, sans autorisation
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
préalable du tribunal de police (769/1-2)
17 Wetsvoorstel tot herinvoering in de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van
giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en
antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van
verdovende middelen en psychotrope stoffen van de bevoegdheid van officieren van gerechtelijke
politie om 's nachts alle plaatsen te betreden en te doorzoeken zonder voorafgaande toelating van de
politierechtbank (768/1-4)
- Wetsvoorstel tot herinvoering in de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van
giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en
antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van
verdovende middelen en psychotrope stoffen van de bevoegdheid om 's nachts alle plaatsen te
betreden en te doorzoeken zonder voorafgaande toelating van de politierechtbank (769/1-2)

(Déposées par / Ingediend door: Tony Van Parys, Hilde Claes, Pieter De Crem, Valérie Deom, Jean-Pierre
Malmendier, Walter Muls, Martine Taelman, Jo Vandeurzen, Melchior Wathelet ­ 768; Filip De Man ­ 769)

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces propositions de loi. (Assentiment)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze wetsvoorstellen te wijden. (Instemming)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.

De heer Guy Swennen, rapporteur, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.
M. Guy Swennen, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (768/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (768/4)

La proposition de loi compte 4 articles.
Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
18 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 2 juni 1998 houdende oprichting van een Informatie- en
adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties en van een administratieve coördinatiecel
inzake de strijd tegen schadelijke sektarische organisaties (790/1-4)
18 Proposition de loi modifiant la loi du 2 juin 1998 portant création d'un Centre d'information et d'avis
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
sur les organisations sectaires nuisibles et d'une cellule administrative de coordination de la lutte
contre les organisations sectaires nuisibles (790/1-4)

(Ingediend door / Déposée par: Jean-Pierre Malmendier)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

Mme Valérie Deom, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
Mevrouw Valérie Deom, rapporteur, verwijst naar haar schriftelijk verslag.

Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (790/4)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (790/4)

Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.
La proposition de loi compte 4 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
19 Projet de loi visant à octroyer le droit de vote aux élections communales à des étrangers (578/1-5)
- Proposition de loi visant à octroyer le droit de vote et d'éligibilité aux élections communales et
provinciales aux ressortissants étrangers (76/1-3)
- Proposition de loi modifiant la loi électorale communale, coordonnée le 4 août 1932, en vue
d'octroyer le droit de vote aux étrangers non ressortissants de l'Union européenne aux élections
communales (197/1-2)
- Proposition de loi relative à l'extension du droit de vote et d'éligibilité aux élections communales et
intracommunales aux ressortissants non européens résidant en Belgique (261/1-2)
- Proposition de loi portant organisation d'une consultation populaire sur l'octroi du droit de vote au
niveau communal aux résidents en Belgique qui ne sont pas des ressortissants d'un Etat membre de
l'Union européenne (400/1-2)
19 Wetsontwerp tot toekenning van het actief kiesrecht bij de gemeenteraadsverkiezingen aan
vreemdelingen (578/1-5)
- Wetsvoorstel tot toekenning van het actief en passief kiesrecht bij de gemeente- en
provincieraadsverkiezingen aan de buitenlandse onderdanen (76/1-3)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus 1932, teneinde bij
de gemeenteraadsverkiezingen kiesrecht te verlenen aan de vreemdelingen die geen ingezetenen van
de Europese Unie zijn (197/1-2)
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
- Wetsvoorstel betreffende de uitbreiding van het actief en passief kiesrecht bij gemeenteraads- en
districtraadsverkiezingen tot de niet-Europese onderdanen die in België verblijven (261/1-2)
- Wetsvoorstel houdende organisatie van een volksraadpleging over de toekenning van stemrecht op
gemeentelijk niveau aan de in België verblijvende niet-Europese Unie onderdanen (400/1-2)

(Projet de loi transmis par le Sénat / Wetsontwerp overgezonden door de Senaat)

(Propositions de loi déposées par / Wetsvoorstellen ingediend door: Claude Eerdekens, Yvan Mayeur,
André Frédéric, Karine Lalieux, Mohammed Boukourna ­ 76; Philippe Monfils ­ 197; Marie Nagy, Zoé
Genot ­ 261; Willy Cortois, Filip Anthuenis, Claude Marinower ­ 400)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
19.01 Jacqueline Galant, rapporteur: Monsieur le président,
madame la ministre, chers collègues, votre commission a examiné le
présent projet de loi ainsi que les propositions de loi jointes au cours
des ses réunions des 3, 10 et 11 février 2004.

Au cours de sa réunion du 3 février 2004, votre commission a décidé,
par 15 voix contre 2, de ne pas reporter l'examen du présent projet de
loi. Par 13 voix contre 2, elle a rejeté la demande de désignation de
M. Filip De Man comme rapporteur; j'ai alors été désignée pour
assurer cette tâche par 12 voix contre 2 et 3 abstentions. M. Dirk
Claes a été désigné comme co-rapporteur par 6 voix contre 9
abstentions.

A la demande de M. Filip De Man, sa proposition de loi organisant
une consultation populaire sur l'octroi du droit de vote aux élections
communales aux étrangers non ressortissants de l'Union européenne
a été disjointe de l'examen du présent projet de loi. Par 10 voix contre
2, votre commission a rejeté la demande de considérer l'examen de
cette proposition de loi comme prioritaire.

L'ordre du jour de la réunion du 10 février 2004 a fait l'objet d'un
échange de vues au sein de la commission concernant la rédaction,
par le ministre de l'Intérieur, d'une circulaire chargée de préciser les
éventuels cas d'exclusion du droit de vote des étrangers non
européens.

La ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique a confirmé qu'il existait bien un accord de
principe au sein du gouvernement quant à la prise d'une circulaire
relative à l'octroi du droit de vote à un citoyen étranger non européen
aux élections communales. Celle-ci sera similaire à celle du 25 mai
1999 relative à l'inscription comme électeurs des ressortissants
étrangers citoyens de l'Union européenne pour le renouvellement des
conseils communaux.

La nouvelle circulaire, qui n'est pas encore rédigée, s'appliquera aux
citoyens étrangers non européens qui pourront être suspendus de
leur droit de vote s'ils ont écopé d'une peine de prison de 4 mois ou
plus. Pour la ministre, cette disposition est entièrement analogue à
celle qui existe pour les autres électeurs.
19.01
Jacqueline Galant,
rapporteur: De commissie heeft
het onderhavige wetsontwerp en
de bijgevoegde wetsvoorstellen
besproken. Het verzoek om de
heer De Man als rapporteur aan te
wijzen werd verworpen met 13
tegen 2 stemmen, waarna ik als
rapporteur werd aangewezen, met
de heer Claes als corapporteur.
Het wetsvoorstel van de heer De
Man tot het houden van een
volksraadpleging over het
toekennen van gemeentelijk
stemrecht aan vreemdelingen die
geen onderdaan zijn van een
lidstaat van de Europese Unie
werd uit de bespreking van het
ontwerp gelicht.

De minister van Economie heeft
bevestigd dat er binnen de
regering een principieel akkoord
bestaat over de goedkeuring van
een omzendbrief betreffende de
toekenning van het stemrecht bij
de gemeenteraadsverkiezingen
aan niet-Europese vreemdelingen.
De omzendbrief zal van dezelfde
aard zijn als de circulaire van 25
mei 1999, en zal toepasselijk zijn
op niet-EU-staatsburgers, wier
stemrecht geschorst kan worden
indien ze veroordeeld worden tot
een gevangenisstraf van meer dan
vier maanden, zoals dat ook voor
de andere kiezers geldt.

De commissie heeft het verzoek
om de Raad van State te
raadplegen over het amendement
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
La circulaire précisera également que les communes pourront
s'adresser au service compétent de la Chambre pour savoir si, dans
le cadre d'une demande de naturalisation, le candidat a fait l'objet
d'une condamnation. Cette déclaration a fait l'objet de protestations
de la part des groupes Vlaams Blok et CD&V pour lesquelles je
renvoie à mon rapport écrit.

Notons également que, lors de sa réunion du 11 février 2004, votre
commission a rejeté par 13 voix contre 4 la demande de consultation
de la section Législation du Conseil d'Etat à propos de l'amendement
n° 141 de MM. De Gucht, Cortois et Anthuenis sur lequel reviendra M.
Dirk Claes, co-rapporteur.

Dans le cadre de l'exposé introductif du gouvernement, Mme Fientje
Moerman, ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique indique que le droit de vote et
le droit d'être élu ont, pour la première fois, été accordés aux citoyens
des Etats membres de l'Union européenne lors des élections
communales d'octobre 2000.

La ministre rappelle qu'on lit dans l'accord de gouvernement que
celui-ci invitera le Parlement à se prononcer sur l'octroi du droit de
vote et d'éligibilité pour les étrangers au niveau communal. Après de
longs débats sur cette question, la commission de l'Intérieur et des
Affaires administratives du Sénat a approuvé, le 25 novembre 2003,
la proposition de loi visant à octroyer le droit de vote aux élections
communales à des étrangers. L'assemblée plénière du Sénat a fait de
même le 11 décembre 2003.

Ce projet de loi vise à accorder le droit de vote aux ressortissants
étrangers non européens pour les élections communales. La ministre
rappelle que seul le niveau communal est visé par ce projet de loi car
la commune est l'institution politique la plus proche du citoyen,
l'institution par laquelle il peut se sentir le plus rapidement et le plus
facilement concerné. Bien que les élections provinciales et
communales soient organisées de manière simultanée, le droit de
vote n'est pas d'application aux élections provinciales. Le Conseil
d'Etat l'a par ailleurs déconseillé pour des raisons constitutionnelles.
En outre, seul le droit de vote est instauré et non le droit d'être élu.

Selon le projet de loi à l'examen, les non-citoyens de l'Union
européenne qui résident de façon ininterrompue dans notre pays
depuis cinq ans au moins peuvent voter aux élections communales. A
cette fin, ils doivent introduire une demande écrite conforme au
modèle fixé par arrêté royal délibéré en Conseil des ministres auprès
de la commune dans laquelle ils ont établi leur résidence principale, et
y signer une déclaration par laquelle ils s'engagent à respecter la
Constitution, les lois du peuple belge et la Convention de sauvegarde
des droits de l'homme et des libertés fondamentales.

L'étranger qui souhaite faire usage du droit de vote ne doit faire cette
déclaration qu'une seule fois. Une nouvelle déclaration n'est pas
nécessaire en cas de changement de son lieu de résidence dans
notre pays. Il reçoit, en effet, une attestation de sa déclaration initiale.
En cas de demande ultérieure d'inscription sur la liste des électeurs
d'une autre commune, il produit cette attestation.

La ministre ajoute que les dispositions de la loi électorale communale
nr. 141 van de heer De Gucht cs
verworpen.

Mevrouw Moerman herinnerde
eraan dat dit wetsontwerp alleen
op het gemeentelijke niveau
betrekking heeft, vermits de
gemeente de politieke instelling is
die zich het dichtst bij de burger
bevindt. Het stemrecht geldt niet
voor de provincieraads-
verkiezingen. De Raad van State
heeft dit trouwens om
grondwettelijke redenen
afgeraden. Alleen het recht om te
stemmen wordt toegekend, en niet
het recht om verkozen te worden.
Ten slotte stelde de minister nog
dat de betrokken personen aan de
algemene voorwaarden voor
kiezers moeten voldoen en dat
hun aanvraag om op de
kiezerslijsten te worden
ingeschreven op dezelfde manier
wordt behandeld als die van de
Belgische staatsburgers.

Mevrouw Lalieux stelde voor de
niet-Europese vreemdelingen ook
voor de provincieraads-
verkiezingen stemrecht toe te
kennen. De heer Monfils lichtte toe
waarom zijn fractie achter deze
tekst staat en wees erop dat de
kiezers op wie dit ontwerp
betrekking heeft, even goed
geïnformeerd zijn als de "gewone"
kiezers. Mevrouw Nagy
benadrukte dat dit ontwerp geen
eind maakt aan de discriminatie
wat de verkiesbaarheid betreft. De
heer Cortois, tot slot, stelde voor
hierover een volksraadpleging te
organiseren.

Tijdens de algemene bespreking
heeft de heer De Crem gezegd dat
zijn fractie voorstander was van
een koppeling van het stemrecht
aan de nationaliteit.

De heer De Gucht kon niet
begrijpen waarom de voorstanders
van dit ontwerp dit zo wenselijk
vinden. Hij maakte een vergelijking
met de situatie in andere "grote
immigratielanden" waar een
dergelijk recht niet bestaat. Hij
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
relatives à l'établissement de la liste des électeurs sont également
applicables aux étrangers visés présentement. Ainsi, ils doivent
remplir les conditions générales pour être électeur, c'est-à-dire avoir
18 ans, être inscrits dans les registres de la population d'une
commune et ne pas se trouver dans un des cas de suspension ou
d'exclusion du droit de vote. En outre, la procédure de traitement de
leur demande d'inscription sur la liste électorale est totalement
identique à celle prévue pour le citoyen des Etats membres de l'Union
européenne.

Viennent ensuite les exposés introductifs des différents auteurs de
propositions inscrites à l'ordre du jour de la commission. Mme Karine
Lalieux du PS précise que sa proposition de loi vise à octroyer le droit
de vote et d'éligibilité, tant aux élections communales qu'aux élections
provinciales, aux ressortissants de pays extracommunautaires inscrits
depuis cinq ans au registre de la population de leur commune.

Cette proposition de loi va donc plus loin que le projet de loi visant à
octroyer le droit de vote aux élections communales à des étrangers.

M. Philippe Monfils (MR) retrace, quant à lui, l'historique de la
problématique du droit de vote des étrangers. L'intervenant rappelle
que les auditions de nombreux experts belges et étrangers ont permis
d'approfondir le sujet.
Il s'étonne ensuite des remous que provoque cette matière: 120.000
personnes tout au plus sont concernées. Ces électeurs ont, en raison
de leur âge et de leur long séjour dans la commune autant de
connaissances qu'un électeur ordinaire, affirme l'intervenant. Ils sont
donc parfaitement capables d'émettre un vote en connaissance de
cause. En conséquence, l'orateur précise que son groupe soutiendra
l'octroi du droit de vote aux étrangers non européens, tel qu'il a été
encadré dans le projet de loi à l'examen.

Mme Marie Nagy (ECOLO) précise que la proposition de loi relative à
l'extension du droit de vote et d'éligibilité aux élections communales
aux ressortissants non européens résidant en Belgique a été rejetée
par le Sénat le 28 mars 2002. Ce rejet est intervenu à l'issue d'une
discussion approfondie au sein de la commission de l'Intérieur et des
Affaires administratives du Sénat. L'intervenante rappelle cependant
les arguments qui plaident pour elle en faveur de l'introduction d'un tel
droit de vote, mais déclare que le texte en projet ne supprime pas
l'inégalité qui existe entre les populations décrites ci-dessus en
matière d'éligibilité.

Enfin, Willy Cortois (VLD) souligne qu'avec le droit de vote au niveau
communal, on touche à une pierre angulaire de la démocratie, à
savoir le conseil communal. Etant donné que l'octroi de ce droit de
vote à des ressortissants non européens semble aller trop loin,
l'intervenant propose d'organiser une consultation populaire sur cette
matière avant de prendre une décision définitive.

Dans le cadre de la discussion générale, M. Pieter De Crem (CD&V)
souligne que son groupe est partisan de lier la nationalité au droit de
vote en général et au droit de vote aux élections communales en
particulier. Pour l'intervenant, celui qui possède ou acquiert la
nationalité belge possède ou acquiert ainsi également le droit de voter
et le droit d'être élu. Il développe ensuite un certain nombre
d'arguments relatifs à la problématique de l'intégration. Pour
denkt evenmin dat de toekenning
van dit recht de integratie zal
bevorderen.

De heer De Man onderschreef
bijna alle argumenten van de heer
De Gucht. Mevrouw Van Weert
meende dat de maatregel op
maximaal 125.000 personen
betrekking zou hebben en sprak
de wens uit dat onze samenleving
de multiculturele toer zou opgaan.

De heer Bourgeois vestigde er de
aandacht op dat het debat eerder
in het Vlaams parlement thuis
hoort en bevestigde dat hij het
ontwerp niet zou goedkeuren.

Mevrouw Nagy vond het een goed
ontwerp en de heer De Coene
onderstreepte het belang van dit
ontwerp voor de integratie. Daarbij
verwees hij naar de evolutie op de
werkvloer.
Hij voegt eraan toe dat de
naturalisatie niet wordt uitgehold
door de toekenning van het
stemrecht, omdat zij dit recht voor
alle assemblees toekent.

De Vlaams Blok-fractie sprak zich
bij monde van de heren Van den
Eynde en Laeremans tegen deze
tekst uit, om redenen die in het
schriftelijke verslag zijn vermeld.

De heer Dirk Claes vroeg zich af
waarom dit voorstel, dat nadien de
vorm van een wetsontwerp heeft
aangenomen, niet na de
verkiezingen van 13 juni 2004
wordt besproken. Volgens hem
biedt dit ontwerp tevens weinig
juridische waarborgen doordat het
de gevallen van uitsluiting regelt in
een omzendbrief en niet bij wet.
Zijn partij pleit voor de koppeling
van het stemrecht en de
nationaliteit.

Mevrouw Lalieux meent dat die
koppeling geen zin heeft ; voor
haar telt vooral de deelname aan
het economische leven. Het
stemrecht is een integratiefactor
en de kloof tussen Europese en
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
M. De Crem, compte tenu de la facilité d'obtenir la nationalité belge,
d'une part, et des possibilités qu'elle crée, d'autre part, on peut
vraiment douter de la volonté réelle d'intégration des étrangers qui
refusent de l'acquérir. Par ailleurs, il rappelle que le droit de vote
accordé aux ressortissants européens aux élections communales se
fonde sur le principe de la réciprocité. Pour l'intervenant, cela n'est
pas le cas dans le cadre du projet de loi à l'examen.

M. Karel De Gucht (VLD) dit ne pas comprendre pourquoi les
partisans du droit de vote des étrangers aux élections communales
considèrent que celui-ci est tellement souhaitable. Il rappelle que, tous
partis confondus, une très grande majorité de Flamands y est
opposée, certains pour des raisons de principe, d'autres pour des
motifs d'ordre émotionnel. M. De Gucht fait observer que, dans les
grands pays d'immigration, tels que le Canada, l'Australie et les Etats
d'Amérique, il n'est nullement question d'accorder le droit de vote aux
non-citoyens.

L'intervenant réfute ensuite, d'une part, la thèse selon laquelle lier la
nationalité serait dépassée parce que la fin de l'Etat-Nation serait en
vue et, d'autre part, la thèse selon laquelle l'octroi du suffrage
universel serait un important facteur d'intégration. M. De Gucht dit
craindre que la volonté d'intégration faiblisse lorsque, outre
l'assouplissement de la législation relative à l'acquisition de la
nationalité, l'obtention du droit de vote sera, elle aussi, assouplie.

M. Filip De Man (Vlaams Blok) dit souscrire à presque tous les
arguments développés par M. De Gucht. Il développe ensuite un
certain nombre de considérations à l'égard de la politique menée par
d'autres partis politiques, pour lesquelles je renvoie à mon rapport
écrit.

Mme Els Van Weert (sp.a-spirit) estime en premier lieu que l'essence
du projet de loi à l'examen réside dans la participation locale de tout
au plus 125.000 étrangers non européens. En Flandre, précise
l'intervenante, ce chiffre s'élèvera au maximum à 50.000 personnes.
L'intervenante développe ensuite son argumentation autour de cinq
critères sur base desquels elle appelle les membres de la commission
à faire preuve de courage politique afin qu'ils s'orientent vers une
société interculturelle plutôt que de répandre un sentiment de peur.

M. Geert Bourgeois (N-VA) attire l'attention des membres sur le fait
que le présent débat devrait être mené au sein du parlement flamand
subséquemment à une régionalisation en la matière. Sur le fond,
l'orateur plaide pour une citoyenneté faite de droits et de devoirs,
annonce qu'il ne votera pas le présent projet de loi et rappelle que la
naturalisation rapide doit être modifiée. Le droit de vote aux élections
communales doit être lié à la citoyenneté et à l'intégration. Enfin, la
présence des Flamands dans les collèges des communes
bruxelloises doit être garantie.

Mme Marie Nagy (ECOLO) affirme que l'élargissement des droits
politiques est un avancement pour la démocratie. Elle déclare n'avoir
reçu aucune objection en ce qui concerne le fond du projet de loi.
Mme Nagy développe ensuite une argumentation soutenant cette
position, pour laquelle je vous renvoie à mon rapport écrit.

M. Philippe De Coene (sp.a-spirit) souligne que certains groupements
niet-Europese ingezetenen dient te
worden overbrugd. Zij voegt eraan
toe dat er een opening dient te
komen en betreurt dat
vreemdelingen niet kunnen
worden verkozen
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
d'immigrés ne veulent pas entendre parler d'intégration. C'est, pour
lui, dans ce contexte que doit être situé le pessimisme concernant les
conséquences de l'octroi du droit de vote aux immigrés. L'orateur
précise cependant que la participation des étrangers à la vie sociale
locale est l'argument par excellence en faveur de l'octroi du droit de
vote aux élections communales aux étrangers. Pour M. De Coene,
dans le cadre des élections sociales, les étrangers bénéficient déjà,
au sein des entreprises, tant du droit de vote que du droit d'éligibilité,
ce qui, pour l'intervenant, a incontestablement renforcé l'intégration
sur le lieu de travail. L'intervenant souligne enfin que l'octroi du vote
aux étrangers aux élections communales ne vide pas la naturalisation
de sa substance. La plus-value de cette dernière réside en effet dans
le fait que quiconque acquiert la nationalité belge peut élire toutes les
assemblées, y compris le Parlement européen.

Le groupe Vlaams Blok a ensuite affirmé son opposition au texte par
les voix de Francis Van den Eynde et Bart Laeremans, qui ont émis
des considérations pour lesquelles je vous renvoie à mon rapport
écrit.

Je conclurai, monsieur le président, en évoquant les interventions du
co-rapporteur, M. Dirk Claes (CD&V) qui me succèdera, dans un
instant, à cette tribune ainsi que celles de Mme Lalieux (PS).

M. Claes s'est interrogé quant au timing de la discussion. Il a dit ne
pas comprendre pourquoi ce projet de loi n'a pas été abordé après les
élections du 13 juin 2004. L'intervenant attire du reste l'attention sur
certains dangers que comporte ce projet, notamment en ce qui
concerne les faibles garanties juridiques qu'offrirait, selon lui, le
règlement de cas d'exclusion par circulaire ministérielle et non par la
loi. M. Claes rappelle enfin que son parti soutient avant tout le lien
entre le droit de vote et la nationalité.

Mme Karine Lalieux souligne, quant à elle, que le lien invoqué entre la
nationalité et le droit de vote n'a pas de raison d'être. Pour
l'intervenante, c'est avant tout la participation économique qui doit être
prise en compte. Elle rappelle qu'à son estime, le droit de vote est un
facteur d'intégration parmi d'autres et qu'il n'est pas bon de maintenir
un clivage entre les ressortissants des Etats membres de l'Union
européenne et les autres étrangers.

L'intervenante considère, enfin, que la problématique de l'intégration
doit être abordée d'un point de vue d'ouverture et regrette, dès lors,
que le projet de loi ne prévoit pas la possibilité d'éligibilité des
étrangers.

Je vous remercie et je laisse la place au co-rapporteur, M. Claes.
19.02 Dirk Claes, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik wens in de
eerste plaats de leden van de commissie voor de Binnenlandse
Zaken te bedanken, de heer Arens van cdH, en vooral de collega's
van de VLD, die ervoor gezorgd hebben dat ik als rapporteur kan
optreden.

Mijnheer de voorzitter, collega's, tijdens de verdere besprekingen van
het ontwerp ontwikkelen verscheidene leden van de Vlaams Blok-
fractie hun argumentatie tegen de goedkeuring van het voorliggend
ontwerp. Vrijwel alle sprekers van het Vlaams Blok wijzen op de
19.02 Dirk Claes, rapporteur: Les
membres du Vlaams Blok se sont
déclarés opposés au projet. Ils
souhaitent que le droit de vote soit
associé à la nationalité belge et
fustigent l'assouplissement des
conditions d'obtention de la
nationalité par la coalition arc-en-
ciel. Selon eux, les partis
francophones imposent le droit de
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
noodzaak het stemrecht te koppelen aan de nationaliteitsverwerving.
Hierbij hekelen zij de versoepeling die door de paars-groene regering
in de vorige legislatuur werd doorgevoerd. In tweede instantie keert
het Vlaams Blok zich tegen het opdringen van het
migrantenstemrecht door de Franstalige partijen in weerwil van een
Vlaamse meerderheid die tegen het stemrecht voor migranten is
gekant. Volgens diverse Vlaams Blok-sprekers wordt dit vooral
ingegeven door de specifiek Brusselse situatie waar het grootste
gedeelte van de nieuwe stemgerechtigden voor Franstalige partijen
zou stemmen.

De heer Monfils verwerpt de idee als zou het stemrecht alleen een
Franstalige eis zijn. Hij wijst erop dat België een federale staat is en
geen confederale staat. Bovendien ziet de heer Monfils een eerbaar
geheel, onder meer omdat er geen sprake is van een automatische
toekenning van het stemrecht, maar van een aantal voorwaarden
zoals de verklaring in artikel 1ter.

De heer Arens hekelt de electorale stemmingmakerij rond het
voorliggend ontwerp. Hij wijst erop dat de toenmalige PSC reeds in de
jaren zeventig een voorstel had ingediend dat toen door de
Franstalige liberalen werd tegengehouden. Daarnaast stelt hij dat het
ontwerp niet vreemd is aan enige hypocrisie van de indieners, die
hiermee alleen een tweederangsstemrecht willen verlenen.

De heer De Gucht argumenteert inzake het amendement dat hij heeft
ingediend, dat alleen de gangbare procedure van het parlementair
debat wordt gevoerd, waarbij er geen sprake is van meerderheid en
oppositie en waarbij elke fractie zijn vrijheid herwint. Volgens de heer
De Gucht is de piste van de rondzendbrief eerder twijfelachtig,
aangezien de mogelijke uitbreiding of beperking van politieke rechten
moeilijk via een ander instrument dan een wet kan gebeuren. Nader
onderzoek van de naturalisatieprocedure leert ons dat een aantal
redenen in aanmerking komt tot de verwerping van het dossier van
naturalisatie.

Ten eerste, de betrokkenheid bij drugshandel, mensenhandel,
pedofilie, zware misdrijven en georganiseerde misdaad.

Ten tweede, het lidmaatschap van een integristische, terroristische
beweging die tegen integratie en tegen de Westerse maatschappij is
gekant.

Ten derde, een sekte die gevaarlijk en schadelijk is voor haar leden
en voor derden.

Ten vierde, personen die maar een beperkte tijd in ons land mogen
verblijven.

Ten vijfde, een dubbelhuwelijk.

Ten zesde, een schijnhuwelijk.

Ten zevende, diegenen wier verzoek meermaals werd verdaagd
zonder dat enige verbetering werd vastgesteld.

De heer De Gucht haalt vervolgens diverse voorbeelden van dossiers
aan waarbij de naturalisatie werd geweigerd. Geen enkel van deze
vote des immigrés à la majorité
flamande parce que les nouveaux
électeurs bruxellois voteraient
majoritairement en faveur de partis
francophones.

M. Monfils a toutefois contesté
l'argument selon lequel le droit de
vote constitue une exigence
exclusive des francophones : la
Belgique est un Etat fédéral et non
confédéral. Il estime le projet
honnête, dans la mesure où il
subordonne le droit de vote à
certaines conditions.

M. Arens a vivement critiqué toute
cette agitation aux relents
électoraux. Dans les années 1970,
les libéraux francophones ont en
effet contrecarré une proposition
du PSC. En outre, il est hypocrite
de n'accorder qu'un droit de
second rang.

M. De Gucht a observé qu'une
procédure parlementaire usuelle
est suivie en ce qui concerne son
amendement, et que dans ce
cadre, il n'est plus question de
majorité et d'opposition. Chaque
groupe regagne sa liberté. Etant
donné que les droits politiques
peuvent difficilement être modifiés
en l'absence d'une loi,
M. De Gucht n'est guère favorable
à une circulaire.

Le rejet de dossiers de
naturalisation est basé sur les
critères suivants: implication dans
un trafic de drogues, traite d'êtres
humains, actes de pédophilie,
infractions graves et crime
organisé; appartenance à un
mouvement intégriste ou terroriste,
à une secte dangereuse; bigamie
ou mariage fictif; ajournement
répété d'une demande en
l'absence d'une amélioration.
M. De Gucht a soumis un certain
nombre de dossiers refusés.
Aucun d'entre eux n'entrerait dans
le champ d'application de la
circulaire, contrairement à
l'amendement. Selon
M. De Gucht, le renvoi du projet au
Sénat en cas d'adoption de
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
gevallen zou onder de toepassing van de rondzendbrief vallen,
waarvoor immers een veroordeling van vier maanden als criterium
geldt. Door het ingediende amendement zou dit wel worden
verholpen. Ook het argument van de voorstanders van het stemrecht
voor migranten, als zou het ontwerp bij het aannemen van het
amendement terug voor behandeling naar de Senaat moeten, snijdt
volgens de heer De Gucht geen hout en maakt nu eenmaal deel uit
van het normale parlementaire verloop van een wetgevend initiatief.

De heer De Man dient vervolgens een subamendement in om de ­
volgens hem ­ onvolledigheid van het amendement aan te vullen. Niet
iedereen dient immers een verzoek tot naturalisatie in. Volgens de
heer De Man schuilt hierin zelfs een groter gevaar, want dit kan wijzen
op een zekere aversie tegen onze samenleving aangezien ze zelfs
geen Belg willen worden. Ook de mensen die de nationaliteitskeuze
en nationaliteitsverklaring hebben afgelegd, vallen niet onder de
toepassing van het amendement nr. 141.

Volgens de heer Eerdekens is het uitgesloten dat boeven en
veroordeelden het stemrecht zouden kunnen genieten, of ze nu Belg
zijn, van binnen de EU of van buiten de EU afkomstig zijn. Er kan
uiteraard geen sprake zijn van discriminatie tussen Belgen en niet-
Belgen inzake de vervallenverklaring van politieke rechten, maar de
heer Eerdekens beklemtoont dat nu reeds de hoven en rechtbanken
iemand wegens gewichtige feiten zijn burgerlijke en politieke rechten
kunnen ontnemen. Dit gaat heel wat verder dan alleen stemrecht. De
kritiek die de heer Eerdekens op amendement nr. 141 uit, is dat het
een verkeerd antwoord aanreikt voor een zeer reëel probleem. Het
gaat niet op iemand het stemrecht enkel en alleen te ontzeggen
omdat zijn ideeën niet stroken met de sociale norm. Alleen een
gerechtelijke veroordeling kan daartoe leiden.

De heer Monfils vindt het debat over de wenselijkheid van
amendement nr. 141 overbodig. Dat blijkt alleen al uit de vaststelling
dat dit amendement juridisch niet deugdelijk is. Het is immers toch
ondenkbaar de toekenning van stemrecht te laten afhangen van een
loutere indruk. Dit is evenwel wat de heer De Gucht met dit
amendement voorstelt.

Het stemrecht zou aan iemand worden ontzegd, niet omdat hij een
veroordeling heeft opgelopen, maar gewoonweg omdat de Kamer van
volksvertegenwoordigers een ongunstige beslissing heeft genomen.
Die beslissing hoeft in dat geval niet eens te worden gemotiveerd.
Volgens de heer Monfils opent dit de deur voor willekeur.

De heer Pieter De Crem verheugt zich erover dat de heer De Gucht
zich achter het VLD-standpunt terzake lijkt te scharen. Hij merkt
evenwel op dat de houding van de VLD noch de redenering van de
heer De Gucht blijk geeft van enige coherentie. Volgens de heer
De Crem heeft de VLD in dit debat nooit een duidelijk standpunt
ingenomen. Tussen de standpunten die door de heer Verhofstadt en
de heer De Gucht worden verdedigd, ligt een hemelsbreed verschil.
De oplossing die werd bedacht om met een rondzendbrief te werken
waarbij het in de bedoeling lag de tegenstanders van het stemrecht te
paaien, is allerminst sluitend. De rondzendbrief waaraan wordt
gedacht, voegt immers niets toe in vergelijking met de bepalingen van
het Kieswetboek en is dus overbodig.
l'amendement fait tout simplement
partie du jeu parlementaire.

M. De Man a présenté un sous-
amendement tendant à compléter
l'amendement de M. De Gucht. En
effet, tous les étrangers ne
demandent pas la naturalisation.
Cette attitude peut être le signe
d'une aversion pour notre société.
Les personnes qui ont effectué un
choix de nationalité ou une
déclaration de nationalité ne sont
pas non plus concernées par
l'amendement n° 141.

Aux dires de M. Eerdekens, les
bandits et les condamnés ne
peuvent jouir du droit de vote,
qu'ils soient belges ou non. Il ne
peut être question de
discrimination entre Belges et non-
Belges mais la justice a déjà le
droit de priver quelqu'un de ses
droits civils et politiques. M.
Eerdekens estime que l'amende-
ment n° 141 constitue une
réponse erronée à un problème
important. Seule une
condamnation judiciaire peut
entraîner une déchéance du droit
de vote.

M. Monfils juge le débat relatif à
l'amendement n° 141 superflu
dans la mesure où cet amende-
ment est juridiquement incorrect. Il
n'est en effet pas pensable de
faire dépendre l'octroi du droit de
vote d'une simple impression. Ce
serait pourtant la conséquence de
l'amendement de M. De Gucht. Le
refus du droit de vote se fonderait
simplement sur une décision
négative et non motivée de la
Chambre. Une telle façon de
procéder ouvre la voie à
l'arbitraire.

M. De Crem s'est réjoui de
constater que M. De Gucht
semblait rejoindre les positions de
son parti, tout en regrettant le
manque de cohérence au sein
dudit parti. Le VLD n'a jamais eu
de position claire dans ce débat et
il y a une grande différence entre
les positions de M. Verhofstadt et
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
De heer De Crem argumenteert verder dat op dit moment meer dan
80% van de naturalisaties niet via de Kamer passeren en dat
sommige naturalisaties worden toegekend in weerwil van de
weigering van de Kamer. De spreker geeft het voorbeeld van enkele
gevallen waarin de Kamer een naturalisatie heeft geweigerd en
waarbij de betrokkenen al te vaak en ondanks alles de Belgische
nationaliteit moeiteloos hebben verkregen op grond van artikel 12bis
van het Wetboek van de Belgische nationaliteit. Dat artikel maakt het
mogelijk dit te doen zonder de beslissing van de Kamer. Gelet op dit
feit zal het amendement van de heer De Gucht zo goed als
onwerkzaam zijn.

De heer De Crem herhaalt het principieel standpunt van zijn partij
inzake de integratie van de migranten en geeft aan dat de souplesse
van de nationaliteitswetgeving moet worden gecompenseerd door de
strengheid van de wetgeving inzake stemrecht of omgekeerd. Beide
wetgevingen tegelijk versoepelen, kan alleen maar tot chaos leiden.

Mevrouw Nagy verwerpt het standpunt van de VLD inzake het
stemrecht. Zij stelt dat het onderhavige wetsontwerp alleen op de
gemeenteraadsverkiezingen betrekking heeft en dat er dus relatief
weinig op het spel staat. Voorts beoogt het alleen het stemrecht te
verlenen aan vreemdelingen die op een duurzame wijze in België
verblijven en het wijkt niet af van de regels betreffende het verval van
de burgerlijke en politieke rechten.

De heer Annemans herhaalt ten slotte de argumenten van zijn partij.
Voorts voert hij aan dat in weerwil van de belofte om de snel-Belgwet
te herzien en de belofte van de VLD dat het migrantenstemrecht er
niet zou komen, niet veel van deze beloften worden ingewilligd. De
heer Annemans stelt dat men probeert het debat te ontwijken waarbij
men er niet voor terugschrikt de perceptie te vervalsen. Het hele
stelsel waarbij de verkozenen zich ten aanzien van de kiezers
verbinden om een bepaald standpunt te verdedigen, wordt volgens
hem op losse schroeven gezet. Dit resulteert volgens de spreker erin
dat de kiezer het Vlaams Blok, de partij die door de andere partijen in
het verdomhoekje wordt gedrumd, zal belonen.

Tot slot, wat betreft de stemmingen, worden de amendementen van
de heren Féret en De Man, van mevrouw Nagy en van de heer
De Gucht verworpen. Het voorstel van CD&V over het amendement-
De Gucht om het advies in te winnen bij de Raad van State wordt
eveneens verworpen. Het ontwerp werd uiteindelijk aangenomen met
10 stemmen voor en 7 tegen.
celles de M. De Gucht. La
circulaire proposée n'est nullement
concluante et elle n'ajoute rien aux
dispositions du Code électoral. Au
demeurant, plus de 80% des
naturalisations ne passent pas par
la Chambre et certaines sont
parfois accordées en dépit d'un
refus de celle-ci. Trop souvent, les
intéressés invoquent l'article 12bis
du Code de la nationalité belge.
Rien que pour cette raison,
l'amendement de M. De Gucht
sera pratiquement inopérant.

M. De Crem a rappelé que la
souplesse de la législation sur la
nationalité devait être compensée
par la rigidité de la législation sur
le droit de vote. L'assouplissement
parallèle des deux législations ne
peut mener qu'au chaos.

Mme Nagy a rejeté le point de vue
du VLD. Dans la mesure où le
projet de loi sur le droit de vote
concerne uniquement les élections
communales, l'enjeu est limité. En
outre, seuls les étrangers qui
séjournent durablement en
Belgique pourront participer au
scrutin. Les règles en matière de
déchéance des droits civils et
politiques ne sont pas mises en
péril.

M. Annemans a souligné que le
VLD n'a guère respecté ses
engagements en ce qui concerne
la loi sur l'acquisition rapide de la
nationalité belge et le droit de vote
des étrangers. D'aucuns tentent
d'esquiver le débat et faussent la
perception. L'ensemble du
système électoral est remis en
question. Résultat: l'électeur
récompensera le maudit Vlaams
Blok.

Les amendements de MM. Féret,
De Man et De Gucht et de Mme
Nagy ont été rejetés, à l'instar de
la proposition du CD&V tendant à
demander l'avis du Conseil d'Etat
à propos de l'amendement de
M. De Gucht. Le projet a été
adopté par 10 voix contre 7.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
De voorzitter: Ik dank de heer Claes voor zijn verslag.

De heren De Crem, Arens, De Man en Di Rupo hebben zich als eerste sprekers ingeschreven in de
algemene bespreking.
19.03 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, vier jaar paars-groen en bijna één jaar paars
hebben duidelijk gemaakt dat voor de VLD van Guy Verhofstadt
perceptie belangrijker is dan realiteit. Voor hen is politiek alleen maar
perceptie en niets dan perceptie. Als de realiteit er bijzonder slecht
uitziet, dan wordt alles in het werk gesteld om de berichtgeving
zodanig te beïnvloeden dat mensen de indruk krijgen dat het er toch
goed uitziet en dat zwart wit is en dat wit zwart is.

Manipulatie wordt hierbij niet uit de weg gegaan, niet alleen
manipulatie van de publieke opinie, maar ook manipulatie van dit
Parlement. Wij ­ hiermee bedoel ik de leden van deze Kamer die de
vorige legislatuur hebben meegemaakt ­ herinneren ons nog al te
goed welke opvoering de eerste minister hier ten beste heeft gegeven
over het ontslag van de heer Heinzmann als gedelegeerd-bestuurder
van de NMBS of over de criminaliteitsstatistieken. De heren Van
Parys en Ansoms zullen zich dit maar al te goed herinneren. Twee
opvoeringen waarin de leugen regeerde met als enig doel het
Parlement en de publieke opinie te misleiden.

In het dossier van het migrantenstemrecht wilde de VLD van Guy
Verhofstadt de perceptie andermaal doen zegevieren. De VLD wou de
schijn wekken alles in het werk te hebben gesteld om het
migrantenstemrecht tegen te houden. De VLD zal alles in het werk
stellen om het migrantenstemrecht tegen te houden. Ze wou de
indruk geven dat ze heeft gestreden tot de laatste snik, maar dat zij
op het veld van eer is gesneuveld. Ze wou die indruk wekken omdat
de VLD weet dat de politieke meerderheid in Vlaanderen en de
publieke opinie in Vlaanderen tegen het gemeentelijk stemrecht voor
vreemdelingen van buiten de Europese Unie zijn gekant.

Collega's, de realiteit is tegengesteld aan wat de VLD wil doen
geloven. Nogmaals, het migrantenstemrecht komt er dankzij de VLD
en het komt er niet ondanks de VLD.

In een poging om de perceptie te laten zegevieren heeft de VLD van
Verhofstadt haar hand overspeeld. In het dossier over het
migrantenstemrecht is de VLD op de grenzen van de maakbaarheid
van de publieke opinie gebotst. Ze heeft daar in belangrijke mate zelf
voor gezorgd. Ondanks de verslanging van de politiek, ondanks de
spindoctors, duurt eerlijkheid nog altijd het langst. Dat zien wij niet
alleen hier, dat zien wij ook in andere landen.

Collega's van de VLD, de wijze waarop u het dossier van het
gemeentelijk stemrecht voor migranten heeft aangepakt, heeft bij mij
en bij onze collega's en bij veel Vlamingen herinneringen opgeroepen
aan de wijze waarop u het dossier van de snel-Belg-wet heeft
aangepakt. Mijnheer Daems en andere collega's, wij herinneren ons
maar al te goed de pirouettes die de tenoren van de VLD toen hebben
gedraaid om deze wet voor haar leden en kiezers goed te praten in de
hoop het gezichtsverlies te kunnen beperken, maar waarbij die
tenoren bij elke nieuwe pirouette zichzelf meer uit evenwicht hebben
gebracht om uiteindelijk dolgedraaid tegen de grond te gaan en uw
19.03 Pieter De Crem (CD&V):
Après quatre ans de coalition arc-
en-ciel et une année de coalition
violette, nous n'ignorons plus que
pour le VLD de Guy Verhofstadt, la
manière dont on perçoit la réalité
est plus importante que la réalité
elle-même. Le gouvernement
n'hésite pas à manipuler l'opinion
publique et le Parlement. Il suffit
d'évoquer les acrobaties aux-
quelles s'est livré le premier
ministre lorsque M. Heinzmann,
l'ancien administrateur délégué de
la SNCB, a démissionné ou
lorsqu'ont été présentées les
statistiques de la criminalité. Le
mensonge était alors souverain.

Dans le dossier de l'octroi du droit
de vote aux étrangers non
européens, le VLD a tenté de faire
accroire qu'il a remué ciel et terre
pour empêcher l'adoption de cette
mesure. Il se serait battu jusqu'au
bout mais aurait fini par
succomber au champ d'honneur.
Cependant, la vérité, c'est que si
le droit de vote est octroyé aux
étrangers non européens, c'est
grâce au VLD qui a appris à ses
dépens qu'on pouvait certes faire
l'opinion mais pas au-delà d'un
certain point. C'est toujours avec
la bonne foi qu'on va le plus loin.
Son approche rappelle les
pirouettes auxquelles les ténors du
VLD s'étaient livrés à l'époque
pour justifier la loi d'acquisition
rapide de la nationalité belge. A
chaque pirouette, ils perdaient un
peu plus l'équilibre.

Lors de la formation du
gouvernement, le VLD a approuvé
l'idée de ne pas faire de cette
question du droit de vote une
question de gouvernement et il a
donc estimé qu'elle devait rester
de la compétence exclusive du
Parlement. Ce faisant, il a tout
bonnement approuvé le droit de
vote pour les étrangers non
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
mooie pirouette werd een grand écart.

Het gemeentelijk migrantenstemrecht was en is voor de VLD
onverdedigbaar om een heel eenvoudige reden. Die eenvoudige
reden is vastgelegd bij de vorming van deze regering. U bent er
tijdens de zomermaanden mee akkoord gegaan dat de zaak van het
migrantenstemrecht een zaak van het Parlement zou worden.
Daarmee stemde de VLD van Verhofstadt ermee in dat het
migrantenstemrecht er zou komen en dat zij de regering hierover niet
zou laten vallen. Ik wil nogmaals zeggen, collega's van de VLD, dat u
tijdens de regeringsonderhandelingen willens en wetens hebt
toegegeven. U wist dat in het Parlement de paarse meerderheid van
Vlaamse en Waalse socialisten en Franstalige liberalen u dit niet
zouden gunnen.

Communicatiedeskundigen zeggen dat men in dergelijke
omstandigheden in feite maar één zaak kan doen: zeggen waar het
op staat. Blijkbaar moet Slangen op dat moment met vakantie
geweest zijn of was hij te druk bezig opdrachten van de paarse
regering binnen te rijven want de VLD heeft net het tegenovergestelde
gedaan. Net zoals in de discussie omtrent de snel-Belgwet werden
verklaringen afgelegd die de indruk moesten wekken dat men er
tegen is en dat men er alles aan doet om het tegen te houden. Dat
gebeurt evenwel op zo'n stuntelige manier dat ik het schouwspel dat
al die tijd werd opgevoerd moeilijk anders kan omschrijven als een
soort slechte poppenkast.

De VLD, collega's, heeft een eerste belangrijke toegeving gedaan bij
de regeringsonderhandelingen in 1999. Toen ging zij ermee akkoord
om de nationaliteitswetgeving ingrijpend te versoepelen ondanks het
feit dat in de verkiezingscampagne ze net het tegenovergestelde had
gesteld. Wie herinnert er zich nog Marc Verwilghen met zijn V-plan,
zijn Veiligheidsplan, die uitriep dat er met de Belgische nationaliteit
was gesmeten? Die snel-Belgwet kwam er amper enkele maanden
later, met het akkoord van de VLD, om zogezegd de integratie van de
vreemdelingen te bevorderen, maar in feite omdat vóór de
gemeenteraadsverkiezingen van 2000 volgens de Grondwet geen wet
kon worden aangenomen om het lokaal stemrecht voor onderdanen
van buiten de Europese Unie mogelijk te maken. De snel-Belgwet
was aldus een andere weg om het migrantenstemrecht mogelijk te
maken.

Op de toegevingen van de VLD bij de regeringsonderhandelingen in
1999 is vorig jaar een tweede toegeving gevolgd. De VLD stemde er
toen mee in dat het Parlement zou beslissen over het
migrantenstemrecht. De VLD wist toen zeer goed dat er in het
Parlement een meerderheid zou zijn voor het migrantenstemrecht. Zij
wist dat de PS, sp.a-spirit, de MR, ECOLO en cdH voor het
migrantenstemrecht zouden stemmen. Nochtans verklaarde u,
mijnheer de minister van Binnenlandse Zaken, op het
programmacongres van de VLD op 30 maart 2003, anderhalve
maand vóór de verkiezingen: "Read my lips, lees mijn lippen, met
deze VLD, met Patrick Dewael en Guy Verhofstadt en Karel De Gucht
komt er geen migrantenstemrecht. Read my lips." U zei dit op uw
VLD-verkiezingscongres. Op het VLD-congres dat zich moest
uitspreken over het regeerakkoord werd hetzelfde verhaal herhaald:

"Er komt met ons in de regering geen migrantenstemrecht." We zijn
européens. Il avait fait une
première concession lors de la
formation du gouvernement en
1999, lorsqu'il avait souscrit à
l'idée d'assouplir la législation sur
la nationalité, allant ainsi à contre-
courant des promesses électo-
rales qu'il avait faites. Pendant la
campagne électorale, il avait
déclaré haut et fort qu'on avait
bradé la nationalité belge. Mais
quelques mois plus tard, la loi
d'acquisition rapide de notre
nationalité devenait réalité. Le VLD
a fait une deuxième concession
lors des négociations gouverne-
mentales de 2003, au moment où
il s'est déclaré d'accord que le
Parlement tranche cette question,
sachant pertinemment que les
partenaires de la coalition y étaient
tous favorables. Or, lors du
congrès électoral des libéraux
flamands et à l'occasion du
congrès appelé à se prononcer sur
l'approbation de l'accord de
gouvernement, le mot d'ordre
était: avec ce VLD, il n'y aura pas
de droit de vote pour les étrangers
non européens! Les électeurs ont
donc été grugés. Non seulement
le droit de vote sera octroyé mais
par surcroît la loi d'acquisition
rapide de la nationalité ne sera
pas adaptée. Pourtant, c'est ce qui
avait été annoncé dans les
dépliants électoraux de ce même
VLD.

Si le VLD estimait que le droit de
vote pour les étrangers ne favorise
pas l'intégration des allochtones et
qu'il n'y a pas de majorité
flamande pour le voter, il aurait dû
dire clairement qu'il y était opposé
lors des négociations gouverne-
mentales. Au congrès du VLD,
deux résolutions ont été adoptées
avec 99% des voix: l'une disant
que le VLD reste opposé au droit
de vote et l'autre par laquelle il
demande un référendum. Je mets
au défi le groupe VLD de
redéposer l'amendement De
Gucht afin de restaurer la
crédibilité du parti des libéraux
flamands.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
vandaag zes maanden verder, 19 februari 2004, en het
migrantenstemrecht is een feit. Lees mijn lippen, mijnheer de minister
van Binnenlandse Zaken! Read my lips; geen migrantenstemrecht!
De VLD-top heeft dus niet alleen uw militanten, uw leden, maar ook
de kiezers bedrogen.

In feite hebt u met de VLD bij de regeringsonderhandelingen vorig
jaar zelfs een dubbele toegeving gedaan. U bedroog uw kiezers en
uw leden door het migrantenstemrecht mogelijk te maken en door
geen aanpassing van de snel-Belgwet te eisen, hoewel u in uw
verkiezingsprogramma ­ lees onze lippen en lees onze teksten ­ had
gezegd dat "deze draak van een wet" ­ eigen woorden van de VLD-
programmateksten ­ moest worden herzien, zoals ook de sp.a had
gezegd dat de snel-Belgwet moest worden herzien.

Het is toch wel een eigenaardige logica, collega's van de VLD, die u
toepast. Als u van oordeel bent dat het migrantenstemrecht de
integratie van allochtonen niet bevordert en als u vaststelt dat er
hiervoor geen meerderheid is in de Vlaamse publieke opinie en bij de
Vlaamse politieke partijen, dan had de VLD bij de
regeringsonderhandelingen duidelijk moeten maken dat er geen
migrantenstemrecht mocht komen. De VLD heeft dat niet gedaan.
Collega's van de VLD, u heeft dat niet gedaan. Wij zullen blijven
herhalen dat u het niet heeft gedaan. U moet dus nu geen
krokodillentranen komen wenen dat het migrantenstemrecht er toch
komt. Dat kan u misschien het VLD-congres wijsmaken, maar niet de
mensen in de stad en in de Dorpsstraat.

Ik heb een heel interessant blad meegebracht, namelijk de
Burgerkrant. De Burgerkrant titelt vorige week, nog voor de
onthoofding van haar voorzitter Karel De Gucht: "Fier om liberaal te
zijn". We zijn allen fier om liberaal te zijn. We zijn fier om liberaal te
zijn, omdat u het volgende vastlegt op uw congres: twee keer
stemmingen met 99% van de stemmen. Fier om liberaal te zijn! 99%
van de stemmen ter goedkeuring: het congres van de VLD-leden blijft
onverminderd bij haar eerdere standpunt tegen het stemrecht voor
niet-Europese vreemdelingen. Tweede stemming, goedgekeurd met
99% van de stemmen: het congres van de VLD-leden vraagt een
volksraadpleging over het stemrecht voor niet-Europese
vreemdelingen. Wel, collega's van de VLD, zeg mij nu eens: hoe zit
het nu eigenlijk met die VLD? U ging alle middelen aanwenden op uw
congres, nog voor de tranen vloeiden en de melk overkookte, u ging
uw weerbarstig congres te weer met de boodschap: "We zullen alle
middelen aanwenden om ervoor te zorgen dat het
migrantenstemrecht er niet komt." Ik daag u uit: dien vandaag het
amendement van Karel De Gucht weer in en dan hebt u misschien
nog een greintje geloofwaardigheid.

Als u dat niet doet, dan bent u al uw geloofwaardigheid kwijt. Dat
zullen wij u niet gunnen. Het amendement De Gucht moet opnieuw
worden ingediend door u, collega Rik Daems.

Collega's, de VLD van Verhofstadt ­ het is toch wel bijzonder pijnlijk;
ik zou deze namiddag niet graag op de VLD-banken zitten ­ heeft
beslist dat er geen regeringszaak gemaakt mocht worden van het
migrantenstemrecht. Dat wisten wij dus al na de onderhandelingen
die zich in de Lambermont en de Wetstraat 16 hadden voltrokken.
Wat wij tot vorige week niet wisten, was dat Guy Verhofstadt, om het
M. Verhofstadt était même prêt à
liquider son propre président de
parti pour permettre l'adoption du
droit de vote des étrangers non
européens et pour faire plaisir à
MM. Di Rupo, Stevaert et Michel.
A ses yeux, seul le pouvoir
compte! Cet épisode montre bien,
par ailleurs, que cette affaire de
droit de vote est bel et bien une
affaire gouvernementale. Si c'était
un dossier confié au seul
Parlement, comment expliquer
toute cette effervescence au sujet
de l'amendement M. De Gucht?
Le congrès du parti n'avait-il pas
demandé d'essayer par tous les
moyens d'empêcher l'adoption du
droit de vote? Tout parlementaire
a le droit de déposer des
amendements. Non, M. De Gucht
n'a pas fait preuve d'entêtement
en déposant le sien. Il s'est senti
floué. Dans "De Zevende Dag", le
chef du groupe sp.a a reconnu
qu'au fond, M. De Gucht avait
raison. Il était disposé à ne pas
déposer son amendement si son
point de vue était traduit dans une
circulaire. Le lendemain,
M. Verhofstadt a d'ailleurs défendu
cette piste de la circulaire lors du
bureau de son parti. Une fois de
plus, il voulait que la perception de
la réalité l'emporte sur la réalité.

Les médias ont donné l'impression
que la circulaire correspondait à la
demande de M. De Gucht. Rien
n'est moins vrai. La ministre
Moerman a déclaré en
commission de l'Intérieur que la
circulaire se limiterait à énumérer
les règles existantes. Il s'agissait
d'une coquille vide. C'est pour
cette même raison que
M. De Gucht a ensuite présenté
son amendement.

Après la liquidation de
M. De Gucht, le premier ministre a
débarqué avec l'idée prétendu-
ment novatrice qu'il prenait en
charge la direction politique du
parti. C'est du moins l'impression
qu'a eue l'opinion publique, car
très vite, il s'est écarté pour céder
la place à Dirk Sterckx.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
migrantenstemrecht mogelijk te maken, zelfs bereid was om zijn
eigen voorzitter te liquideren. Dat is onuitgegeven in de Belgische
politiek. Dat gebeurde alleen maar om een van de volgende sprekers
­ Elio Di Rupo ­, iemand die hier niet aanwezig is ­ Steve Stevaert ­,
en iemand die wellicht in het buitenland is ­ Louis Michel ­ te
plezieren. Daarmee heeft Guy Verhofstadt het beste bewijs geleverd
van de VLD dat voor hem alleen maar de macht telt en dat hij, om aan
de macht te kunnen blijven, bereid was om zelfs zijn eigen
partijvoorzitter te slachtofferen. Tegelijk bracht hij daarmee het beste
bewijs dat het migrantenstemrecht wél een zaak is van de regering en
niet van het Parlement. De VLD is totaal in de zak gezet.

Collega's van de VLD, waarom anders al die heisa over het
amendement De Gucht? Als het migrantenstemrecht toch een zaak
was van het Parlement, dan had dat amendement toch geen enkel
probleem mogen opleveren? Wij hebben de lichaamstaal gezien van
collega-parlementslid Karel De Gucht, vandaag afwezig, die als
gedreven parlementslid vertwijfeld de vraag moest stellen: "Maar ik
mag toch wel, zoals mijn congres gevraagd heeft, alle parlementaire
middelen uitputten om mijn stelling te verdedigen?" Dat zou toch geen
enkel probleem mogen opleveren. Want elk parlementslid heeft de
mogelijkheid om een amendement in te dienen, ja, zelfs de voorzitter
van een meerderheidspartij. Als er voor een amendement een
meerderheid is, dan is dat amendement aangenomen. Als dat niet het
geval is, dan is het verworpen. Als dat geen burgerdemocratie is, dan
begrijp ik het ook niet.

Dat de VLD-voorzitter zijn amendement indiende, is volgens mij
echter niet zozeer te wijten aan zijn zogenaamde koppigheid en de
logica van het regeerakkoord die hij volgde ­ tussen haakjes: ex-VLD-
voorzitter De Gucht volgde de logica van het VLD-congres ­, maar
wel aan het feit dat hij zich bedrogen voelde. Ex-VLD-voorzitter Karel
De Gucht is een bedrogen man. Hij was bedrogen, hij is bedrogen en
hij blijft tot in de eeuwigheid bedrogen door zijn eerste minister Guy
Verhofstadt en door de meerderheidspartijen. Wie de chronologie van
dat fameuze amendement reconstrueert, kan tot geen andere
conclusie komen.

Collega's, toen de nu afgezette Karel De Gucht in De Zevende Dag
aankondigde dat hij een amendement zou indienen, reageerden de
sp.a en de MR helemaal niet afwijzend. De heer Van der Maelen kon
daarmee zelfs akkoord gaan. Hij vond het een goede piste. Karel De
Gucht was diezelfde zondag bereid geen amendement in te dienen
wanneer hij zijn vraag ook via een rondzendbrief kon hardmaken. Op
de vergadering van het partijbureau, de dag nadien, verdedigde Guy
Verhofstadt de rondzendbrief. Hij zou er zelfs ­ wellicht met het
nodige aplomb ­ verklaard hebben dat die verderging dan wat zijn
partijvoorzitter voor ogen had.

Karel De Gucht en andere VLD'ers twijfelde evenwel aan de
oprechtheid van de eerste minister, omdat ze hem kennen, maar Guy
Verhofstadt wou andermaal de perceptie laten triomferen. Dan komt
het perfide, want in de media werd de indruk gewekt dat de
rondzendbrief volledig tegemoetkwam aan de vraag van Karel De
Gucht. Niets was minder waar. Immers, toen de commissieleden op
dinsdagochtend samen waren in de commissie voor Binnenlandse
Zaken, voltrok zich een totaal andere logica, toen Minister Moerman
verklaarde dat er geen twijfel meer kon over bestaan dat de

Deux laquais ayant vécu
l'événement de près, le président
du groupe VLD, M. Daems, et le
président de la Chambre,
M. De Croo, ont été interviewés
jeudi dernier dans le cadre de
l'émission "TerZake". Il est apparu
une fois de plus que le VLD
privilégie les apparences au
détriment de la réalité et de la
vérité. Je ne sais comment
interpréter les déclarations du
président selon lesquelles tout
aquarium comprendrait des
poissons de différentes espèces,
mais je sais par contre que dans le
cadre du dossier du droit de vote,
le parti du président s'est noyé
dans un verre d'eau! M. Daems,
pour sa part, a reconnu que les
lois ne sont pas appliquées sous
l'actuel gouvernement. Pour le
surplus, les propos de ces
messieurs se sont résumés à du
verbiage. Tout cela n'aura guère
fait avancer le débat.

Chers collègues du VLD, ces
déclarations m'ont désarçonné.
Ma monture a failli s'emballer.

Je mets nos collègues du VLD, et
plus particulièrement Hendrik
Daems, au défi de préciser les
éléments qui seront consignés
dans cette circulaire et qui ne
figurent pas déjà dans le présent
projet ou dans la loi électorale
communale.

Le droit de vote des étrangers aux
élections communales est imposé
à la Flandre par les francophones.
Le contraire eut été impossible. Le
premier acte de la coalition violette
fut d'annuler la loi Francorchamps.
Elle a enchaîné en régionalisant le
commerce des armes. Cette fois-
ci, il s'agit d'accorder le droit de
vote aux étrangers. Et lorsque le
président du VLD en a eu assez, il
a été sacrifié à la demande de
M. Di Rupo. Le premier ministre
est à la merci du président du PS.
Ce dernier en est conscient et fera
encore à d'autres occasions sentir
clairement qu'il est en fait le chef
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
rondzendbrief beperkt zou blijven tot een opsomming van de
bestaande regels over de uitsluiting en de schorsing van het
kiesrecht.

Niets voor Karel De Gucht dus en niets voor de VLD. Alles blijft bij het
oude. De rondzendbrief beperkt zich tot een opsomming van de
bestaande regels. Dit is als het ware de uitvinding van het warm
water. Met andere woorden, de rondzendbrief was niet het ei van
Columbus, maar het was een lege doos, zoals wij trouwens
aantoonden in de commissie.

Dinsdagnamiddag trachtte de eerste minister de heer De Gucht ervan
te overtuigen dat alles geregeld was met een rondzendbrief. Er werd
wat heen en weer getelefoneerd, maar Karel De Gucht gelooft
premier Verhofstadt echter niet meer en terecht ­ zoals hij trouwens
zelf verklaarde ­ want het is een perfide verhaal. Nadien zei hij in de
commissie dat de oppositie gelijk heeft wanneer ze zegt dat de
rondzendbrief een lege doos is en dat hij daarom zijn amendement
zal indienen. Dat is het moment waarop Guy Verhofstadt de liquidatie
van zijn partijvoorzitter inzet, zeker nadat Elio Di Rupo en de andere
meerderheidspartijen premier Verhofstadt duidelijk hebben gemaakt
dat Karel De Gucht voor hen niet langer kan blijven.

Collega's, welke keuze maakte Guy Verhofstadt vervolgens? Hij koos
voor zijn regering en voor zijn eigen positie en hij zette Karel De Gucht
onder druk om af te treden als partijvoorzitter. Donderdag kwam hij
met de zogenaamde vooruitstrevende en vernieuwende oplossing
naar buiten dat hij de politieke leiding van de VLD overnam van Karel
De Gucht. Ook dat was slechts perceptie, want achteraf is gebleken
dat premier Verhofstadt moest afhaken en dat Dirk Sterckx hem
moest opvolgen.

Twee van de lakeien die dit verhaal mee hebben mogelijk gemaakt
zaten vorige week donderdagavond in TerZake. Het eerste gedeelte
van het gesprek ging over de inhoud van de rondzendbrief.

Om nogmaals aan te tonen, collega's, dat voor de VLD van
Verhofstadt de perceptie, de schijn belangrijker is dan de
werkelijkheid en de waarheid, heb ik de verklaringen van de
fractievoorzitter van de VLD, Hendrik Daems, en van de voorzitter van
de Kamer, Herman De Croo, letterlijk genoteerd. Ik wil ze u ook niet
onthouden. Een van de eerste vragen van Phara de Aguirre luidde als
volgt: "Maar wat is er eigenlijk mis met het amendement van Karel De
Gucht, puur inhoudelijk?" Hierop antwoordt Hendrik Daems het
volgende: "We hadden een afspraak met de meerderheidspartijen dat
we met een rondzendbrief criminelen zouden uitsluiten van het
migrantenstemrecht, zoals we dat ook in het verleden met de
Europese onderdanen hebben gedaan". Ondertussen voegt de
voorzitter van de Kamer er nog aan toe: "In de VLD is het een beetje
zoals in een aquarium. In elk aquarium, vissen zwemmen van diverse
pluimage". Wat we ons daarbij moeten voorstellen, weet ik niet, maar
ik kan u wel zeggen, voorzitter, dat uw partij in de bokaal van het
stemrecht verdronken is.

Phara de Aguirre zegt hierop: "Is de rondzendbrief" ­ met haar
kennende, indringende blik ­ "een lege doos?" Daems antwoordt:
"Een lege doos is dat met andere woorden helemaal niet, want als je
die rondzendbrief niet maakt, dan wordt gewoon de wet niet van
du gouvernement belge.

Les amis du cartel des camarades
sp.a-spirit font eux aussi le
contraire de ce que veut la
majorité des Flamands. Lorsqu'on
a demandé à M. Stevaert pourquoi
il avait donné leur préavis à ses
ministres, il a déclaré qu'il laissait
s'exprimer l'électeur et qu'il
écoutait toujours l'électeur.
Lorsqu'on lui a dit qu'une majorité
des Flamands était opposée au
droit de vote des étrangers, il a fait
observer qu'il ne fallait pas
toujours écouter les gens, qu'il
fallait parfois avoir le courage de
s'opposer à eux. Ainsi, il dispose
d'un très beau slogan électoral
pour la prochaine campagne
électorale de son cartel des
camarades: nous écoutons
toujours les électeurs, mais les
gens: jamais!

Le CD&V votera contre ce projet.
Pour nous, la nationalité et le droit
de vote sont indissociables. Nous
estimons en outre, contrairement à
un autre parti opposé au droit de
vote des étrangers, que la
possibilité de participation politique
doit être ouverte aux citoyens qui
manifestent une volonté
d'intégration. L'intégration des
étrangers qui séjournent
durablement dans notre pays doit
être encouragée et l'Etat a le
devoir de mettre en place un cadre
pour cette intégration.

Les chrétiens-démocrates et les
socialistes ont décidé d'encou-
rager la participation politique des
immigrés en leur donnant accès à
la nationalité belge. A cet effet, les
coalitions rouges-romaines ont
adapté la législation sur la
nationalité en 1991, en 1993 et en
1995. Nous n'avons pas changé
d'avis à cet égard.

La participation politique des
immigrés reste problématique, à
l'instar de celle des autochtones
défavorisés. Ils ne disposent par
des mêmes chances sur le
marché du travail et sur les plans
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
toepassing. Dat is de realiteit". Met andere woorden, Daems geeft
daar dus toe dat onder deze regering de wetten niet worden
toegepast. Dat is niet de perceptie, maar de realiteit van paars.

Phara de Aguirre: "Het gaat dan over mensen die tot meer dan vier
maanden zijn veroordeeld?" Hendrik Daems antwoordt: "Ja, en
elementen die daar desgevallend kunnen bijkomen. Als je een
amendement hebt dat die rondzendbrief in gevaar kan brengen, dan
is het niet instrumentaal om een amendement in te dienen". In
Vlaanderen zegt men dan "en gij nu". Wat voor prietpraat is dat? Dat
is hetgeen de heren Daems en De Croo komen vertellen.

De voorzitter van de Kamer, Herman De Croo, die zich ondertussen al
een beetje had aangediend om ook de politieke leider van de VLD te
worden ­ maar dat is vakkundig afgeblokt ­, neemt het woord zonder
dat men hem een vraag heeft gesteld. Dat is natuurlijk niet ongewoon
voor de voorzitter van de Kamer. Belangrijker is echter wat hij zegt. Ik
citeer hem daarom letterlijk: "Het feit is dat die wet uit de Senaat komt
en die voorzag dat niet. De wet opende zo het stemrecht naar niet-
Europese vreemdelingen, but en blanc, in één stuk, daar was geen
nuancering bij. Die nuancering moest er komen. Het feit was te weten:
komt dat met een amendement of met een circulaire. Ik heb veel
liever één circulaire in de hand dan tien afgeketste amendementen in
de lucht". Hendrik Daems onderbreekt De Croo en zegt: "Onze
minister van Binnenlandse Zaken zal inhoud geven aan de circulaire".
De Croo vervolgt: "Het feit dat het amendement daar gekomen is, zal
de consistentie geven aan de circulaire".

Waarop Phara de Aguirre de vraag stelt die op alle Vlaamse lippen
prangt: "Hoezo?" Wat bedoelt u daarmee? De Croo geeft het
volgende antwoord: "Het feit dat het amendement verworpen is
geworden zal toch laten nadenken over een aantal zwakheden in de
wet". Wat zegt Vlaanderen? "En gij nu".

Collega's van de VLD en collega's Daems en De Croo in het
bijzonder, toen ik deze verklaringen hoorde was ik van mijn melk! Mijn
melk kookte zelfs over. Samen met onze fractieleden kon ik nog net
de tranen bedwingen. Ik stelde de vraag: "Spiegeltje spiegeltje aan de
wand, wie is de grootste leugenaar van het land, Daems of De Croo"?
Het antwoord is heel eenvoudig: alle twee. Nadat reeds lang duidelijk
was geworden dat de rondzendbrief de toepassing is van de
bestaande regels inzake uitsluiting en schorsing van het kiesrecht en
nadat uw partijvoorzitter dat ruiterlijk had toegegeven in onze
aanwezigheid in de commissie voor de Binnenlandse Zaken, wilde u
de mensen die u eigenlijk een beetje voor dommeriken houdt nog
altijd doen geloven dat de rondzendbrief verder gaat. Voor CD&V is
dit zonder meer schaamteloos!

Collega De Croo, collega's van de VLD en in het bijzonder collega
Daems, ik daag u uit. Wat zal er in de rondzendbrief staan dat niet in
het ontwerp staat en niet in de huidige kieswetgeving zou staan? Ik
vraag u nu een duidelijk antwoord! Wat zou daar in staan? Ofwel
spreekt u de waarheid en houdt u op met liegen. Ofwel gaat u verder
met de mensen iets wijs te maken. Graag wil ik van u vernemen wat
er in de rondzendbrief zal staan dat thans niet in de gemeentekieswet
en het ontwerp staat! Dat antwoord, collega Daems, moet u ons
vandaag geven. We zullen de vraag blijven herhalen totdat u het
antwoord hebt gegeven. Maak u er niet van af met te zeggen dat de
social et culturel. Ils sont victimes
de discriminations. Le manque de
participation sociale des immigrés
ne peut être exclusivement imputé
aux pouvoirs publics. La
responsabilité en incombe
également aux très diverses
communautés d'immigrés.

La législation sur la nationalité
peut jouer un rôle de levier dans le
cadre de l'intégration. Les
autorités doivent offrir toutes leurs
chances aux immigrés qui
souhaitent devenir Belges. Il
convient d'assurer une plus
grande sécurité juridique que celle
conférée par la loi sur l'acquisition
rapide de la nationalité belge.

Mme Van Weert, qui, précédem-
ment encore, a souligné l'impor-
tance de l'identité propre, estime,
à présent qu'elle a intégré un
cartel, que la nationalité revêt
désormais une moindre
importance en raison de la
mondialisation. Seule une
personne protégée par sa
nationalité d'un pays occidental
démocratique et prospère peut
tenir de tels propos. Chacun a
besoin d'une identité propre.
Nombreux sont ceux qui tentent
d'obtenir cette nationalité précisé-
ment en raison de la protection
qu'elle offre. Toute discrimination
sur la base de la nationalité est
bien évidemment intolérable.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
minister van Binnenlandse Zaken de rondzendbrief zal opstellen en u
niet op deze vraag moet antwoorden. U hebt vorige week klaar en
duidelijk gesteld dat er in de rondzendbrief meer zal staan dan
hetgeen thans in de wet en het ontwerp staat! Zeg ons wat er meer
zal instaan, zeg het ons nu en zwijg dan voor altijd!

Het gemeentelijke migrantenstemrecht komt er omdat in dit debat ­
zoals in vele andere ­ een Franstalige meerderheid een regeling
tracht op te leggen waar een Vlaamse meerderheid tegen is. Het
omgekeerde zou onmiddellijk leiden tot een massaal verzet vanwege
de Franstaligen. Na de totstandkoming van paars werd eerst werk
gemaakt van het terugschroeven van de Franchorchampswet ­
collega's van de sp.a-spirit, inhaleer nogmaals diep ­ en van de
regionalisering van de wapenhandel ­ collega's van de sp.a-spirit,
sluit uw ogen nogmaals. Nu dwingen de Franstaligen het gemeentelijk
migrantenstemrecht af. Wanneer ook de gewezen en afgezette VLD-
voorzitter er stilaan genoeg van krijgt, de Franstalige dominantie in de
regering meer dan beu is, het ontwerp inzake gemeentelijk stemrecht
voor migranten wil amenderen en bovendien dreigt met de splitsing
van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, gaat de
voorzitter van de PS aankloppen bij Verhofstadt met de vraag De
Gucht te liquideren. Verhofstadt doet dat ook zonder problemen!

Wat zegt Di Rupo? "Ton VLD et ton De Gucht, j'en ai marre". In het
schoon Vlaams: "Het hangt mijn keel uit". Zo is het gebeurd, noch min
noch meer. Di Rupo heeft gezegd dat De Gucht hem de keel uithing
en eruit moest. Verhofstadt heeft geantwoord dat hij De Gucht zou
onthoofden. Dat is de waarheid.

Een eerste minister, een VLD-eerste minister, een liberaal, een
burgerdemocraat, de leider van het gidsland, de voorzitter van de
modelstaat die tot zoveel bereid is, is gewoon een speelbal en een
speelgoedje in de handen van de PS-voorzitter. Collega's van de
VLD, dat hebben de kiezers meer dan door. Als ze het nog niet door
hebben, zullen wij het voortdurend herhalen. PS-voorzitter Di Rupo
weet en zal de komende maanden nog een aantal keer duidelijk
maken dat hij de facto de eerste minister van dit land is en niet Guy
Verhofstadt. Ik wens de progressieven van VLD daarmee van harte te
feliciteren.

We nemen er ook akte van dat de vrienden van het kameradenkartel
van sp.a, die zich ook tot leden van het progressieve kartel uitroepen
­ het is eigenlijk meer een communistisch convent aan het worden,
de coco, als we zien wat er allemaal gebeurt met de herverdeling ­,
tegen een meerderheid van de Vlamingen ingaan. Daarvoor wensen
wij extra proficiat aan de progressieven van sp.a en spirit. In het
bijzonder feliciteren wij spirit, die de Franstalige partijen steunt om
tegen een meerderheid in Vlaanderen in te gaan.

Toen aan Steve Stevaert, hier wel verkozen maar niet aanwezig, werd
gevraagd waarom hij al zijn ministers in vooropzeg had geplaatst ­
Stevaert had zijn ministers in vooropzeg geplaatst en de eerste
minister heeft zijn voorzitter in vooropzeg geplaatst ­, antwoordde hij
dat hij de kiezer aan het woord laat. Hij zei dat hij altijd naar de kiezer
luistert. Wanneer nu aan Stevaert wordt gezegd dat er in Vlaanderen
geen meerderheid is voor het migrantenstemrecht, is zijn antwoord
dat men niet altijd naar de mensen moet luisteren. Men moet er soms
eens tegen durven ingaan. Dat is de boodschap van sp.a-spirit. Dat is
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
de boodschap van het communistische kartel, van het
kameradenkartel: luister altijd naar de kiezer, maar niet naar de
mensen. Dat zou nog eens een goede slogan zijn om mee naar de
verkiezingen te gaan. (Applaus.)

De voorbije zes maanden werden wij grootgebracht met de volgende
spreuk: als het goed is voor de mensen, moet het socialistisch zijn.
Welnu, het migrantenstemrecht is slecht voor de mensen, maar het is
wel socialistisch. We zullen het ook helpen herinneren.

Ik wil mij ook even richten tot de weinige collega's van de MR.

Monsieur Bacquelaine et chers collègues du MR, vous commettez
une bêtise politique gigantesque en accordant ce droit de vote aux
immigrés non européens. À Bruxelles, vous allez certainement perdre
bon nombre de vos électeurs et ce qui est bizarre, c'est que vous
allez en fournir à ceux que vous détestez. Le résultat sera que tous
ceux qui sont dégoûtés par les prises de positions que les socialistes
et Louis Michel - qui ne pouvait plus refuser - vous ont forcés à avaler
fourniront des voix au Vlaams Blok à Bruxelles. Vous êtes
responsables du succès imminent du Vlaams Blok et c'est
impardonnable.
Collega's, de CD&V-fractie zal tegen dit ontwerp stemmen, omdat wij
steeds voorstander zijn geweest van het behoud van de koppeling
tussen nationaliteit en stemrecht, ook op het lokale niveau. Wie de
Belgische nationaliteit heeft, heeft stemrecht. Wie de Belgische
nationaliteit verwerft, verwerft ook het stemrecht. De basis van onze
visie blijft dat de Belgische nationaliteit de beste en meest volledige
weg naar het stemrecht is. Vermits het voorstel tot toekenning van het
migrantenstemrecht het lokale stemrecht loskoppelt van de
nationaliteit, zijn wij tegen dit voorstel. In onze visie is het aanzetten
tot politieke participatie een belangrijk aspect van een coherent
integratiebeleid. De mogelijkheid om politiek te participeren, moet
openstaan voor al wie aantoont integratiebereid te zijn, wat niet het
geval is in dit voorstel omtrent het migrantenstemrecht.

Ons uitgangspunt is en blijft ­ hierin verschillen wij fundamenteel van
bepaalde tegenstanders van dit ontwerp ­ dat vreemdelingen die in
ons land duurzaam verblijven, moeten worden uitgenodigd om zich in
de maatschappij te integreren. Zij moeten worden aangemoedigd om
daarvoor een inspanning te leveren. Van haar zijde heeft de overheid
de verplichting om een voldoende ondersteund aanbod voor integratie
te creëren.

Onze keuze om de politieke participatie van migranten in onze
samenleving aan te moedigen en hiervoor de weg te kiezen van een
bredere toegang tot de Belgische nationaliteit, is een historische
keuze die de christen-democraten en de socialisten in het Parlement
meer dan 10 jaar geleden hebben gemaakt. Deze keuze werd
gemaakt met wijzigingen aan de nationaliteitswetgeving in 1991, in
1993, in 1995 en in 1999. Deze keuze werd gemaakt op het ogenblik
dat wij ervan overtuigd waren ­ dit is nog altijd onze overtuiging ­ dat
politiek mee kunnen spelen, belangrijk is. Op die verschillende
momenten heeft een coalitie van socialisten en christen-democraten
de wetgeving aangepast in de overtuiging dat dit een goede methode
was om de participatie van vreemdelingen te bevorderen.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
Wij blijven ook vandaag achter deze keuze staan. Wij weten ook dat
de participatie van heel wat migranten een probleem blijft. Net als
kansarme Belgen verkeren vele migranten in een situatie van
ongelijke kansen. Hoewel er ook allochtonen zijn die zich met succes
in onze maatschappij hebben geïntegreerd, neemt de meerderheid
onder hen een zwakke positie in op de arbeidsmarkt. Ze zijn sociaal
en cultureel vaak achtergesteld en ze zijn ook vaak het slachtoffer van
discriminaties. Ondanks diverse inspanningen van de overheid en het
middenveld om dat te verhelpen, is de deelname van vele allochtonen
aan de culturele, sociale, economische en politieke levensstandaard
nog steeds ontoereikend. Dat ligt echter niet alleen aan de overheid.
De zeer divers samengestelde migrantengemeenschap speelt niet
altijd voldoende in op de mogelijkheden die haar worden geboden.

Voor ons is een goede nationaliteitswetgeving een hefboom tot
integratie. Migranten die de nationaliteit willen, moeten we
aanmoedigen om zich in onze samenleving te integreren. Wij vinden
dan ook dat de migranten die onze nationaliteit willen verkrijgen, alle
kansen moeten krijgen, maar ze moeten meer rechtszekerheid krijgen
dan met de huidige snel-Belg-wet het geval is.

Collega's, vaak wordt gesteld dat in een globaliserende wereld de
nationaliteit aan belang inboet en dat wij allemaal op weg zijn om
wereldburgers te worden. Wij hebben dat in het slecht onderbouwd
betoog van mevrouw Van Weert gehoord. Ik heb haar toen gevraagd
hoeveel keer zij in Diksmuide heeft uitgeroepen "Volk wordt staat".
Sedert zij lid is van een ander kartel heeft zij deze woorden ingeslikt
en spreekt zij nu over het universele wereldburgerschap.

Hiertegenover staat voor ons de paradoxale vaststelling dat mensen
wel nood hebben aan identiteit en dat in deze globaliserende wereld
identiteitskeuze belangrijker is dan ooit. De nationaliteit is ook een
thuishaven, omdat zij de garantie van niet-verwijderbaarheid biedt. De
nationaliteit beschermt immers tegen de uitwijzing uit het land
waarvan men de nationaliteit heeft. Enkel wie verkeert in de
bevoorrechte positie van houder van de nationaliteit van een
welvarende, democratische rechtsstaat, kan poneren dat de
nationaliteit een overbodig wordende notie in een globaliserende
wereld zou zijn.

Voor velen blijft nationaliteit van een dergelijk land dan ook
nastrevenswaardig en belangrijk. Het belang en de betekenis van de
bescherming die kan worden geboden door de nationaliteit, mogen
evenwel niet worden verward met de overtuiging, die terecht vrij
algemeen ingang vindt, dat discriminaties op grond van nationaliteit
alsmaar moeilijker te rechtvaardigen zijn.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, wij hebben tien
goede redenen om de band tussen nationaliteit en stemrecht te
behouden.

De voorzitter: Mijnheer De Crem, ik wil er toch uw aandacht op vestigen dat iedereen moet proberen om
zijn boodschap af te werken in ongeveer een half uur.
19.04 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal u tien
goede redenen geven waarom uw partij zeker tegen dit ontwerp voor
het migrantenstemrecht moet stemmen en misschien zelfs nog een
amendement kan indienen om dat sterk te maken.
19.04 Pieter De Crem (CD&V):
Le CD&V a dix bonnes raisons de
continuer à lier à la nationalité le
droit de vote pour les étrangers
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51

Ten eerste, door het verwerven van de nationaliteit krijgen niet-
Europese onderdanen dezelfde rechten en plichten als de Belgen en
bijgevolg stemrecht en stemplicht voor alle beleidsniveaus. Bovendien
kunnen zij kandidaat zijn voor alle verkiezingen.

Ten tweede, de voorbije 15 jaar zijn de toekenning en de verkrijging
van de Belgische nationaliteit en de verwerving ervan door de
naturalisatie aanzienlijk versoepeld, zodanig zelfs dat de wetgever en
de wetgeving die daarmee verbonden is geen hoge drempel meer
vormen voor de nationaliteitsverwerving. Dit blijkt trouwens uit de
grote groep vreemdelingen die het voorbije decennium de Belgische
nationaliteit heeft verworven. Wij dragen daarvoor
medeverantwoordelijkheid en wij doen dat graag.

Ten derde, de Belgische nationaliteitswetgeving voorziet niet in het
automatische verlies van de vreemde nationaliteit bij de verwerving
van de Belgische nationaliteit.

Ten vierde, als gevolg van de lage drempel om Belg te worden, is de
politieke participatie van Belgen van vreemde origine toegenomen.

Ten vijfde, de verwerving van de nationaliteit is het bewijs bij uitstek
van de bereidheid en de wil van vreemdelingen om zich in te
schakelen in de maatschappelijke orde van het land waar zij
verblijven. Men krijgt het niet vertaald dat men kan zeggen dat men
geïntegreerd is, maar de Belgische nationaliteit niet wenst te
verwerven. Dit is geen houdbare zaak.

Ten zesde, aan de traditionele interpretatie dat de uitoefening van het
recht om te kiezen en gekozen te worden alleen weggelegd is voor de
Belgische onderdanen kan volgens ons geen afbreuk worden gedaan.

Ten zevende, de publieke opinie is verdeeld over de toekenning van
het lokaal stemrecht aan migranten.

Vooral in gemeenten met een sterke concentratie van migranten zal
dit een polarisatie tot gevolg hebben tussen Belgen en migranten en
dat willen wij vermijden.

Ten achtste, het debat over het migrantenstemrecht zoals wij het hier
hebben gevoerd, gaat voorbij aan de kern van het
migrantenvraagstuk en aan dat van de interculturele samenleving.
Voor CD&V moet het debat gaan over de problemen waar migranten
echt wakker van liggen. Hoe vinden zij een job? Hoe vinden zij
aangepaste huisvesting? Hoe kunnen migrantenkinderen gelijke
kansen krijgen op school? Kortom, hoe kunnen ze volwaardig deel
uitmaken van deze samenleving.

Ten negende, het gemeentelijk kiesrecht voor EU-onderdanen is
gebaseerd op het wederkerigheidsbeginsel. Dit ontwerp past het
wederkerigheidsbeginsel niet toe.

Ten tiende, er zijn in de Europese Unie geen voorbeelden van landen
met een soepele nationaliteitswetgeving en migrantenstemrecht.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, om al deze
redenen zullen wij tegen dit ontwerp stemmen.
non européens. La nationalité
belge confère à chacun les
mêmes droits et les mêmes
devoirs. Les nombreux assouplis-
sements apportés à la législation
font qu'il n'est pas difficile de
l'acquérir. Elle n'aboutit pas à la
perte de la nationalité étrangère.
L'assouplissement de la législation
sur la nationalité a déjà conduit à
une plus grande participation des
immigrés à la vie politique.
Acquérir la nationalité est une
preuve de la volonté d'intégration.
Un principe à la fois ancien et
traditionnel veut que le droit de
vote soit couplé à la nationalité et
on ne peut y déroger sans raison.
L'opinion publique est partagée et
l'adoption du droit de vote pour les
étrangers non européens favori-
sera la polarisation, surtout dans
les villes caractérisées par la
concentration de populations
immigrées. Le débat sur le droit de
vote des immigrés n'aborde pas
du tout les problèmes
fondamentaux des immigrés: le
logement, l'école et le travail. Le
droit de vote pour les étrangers UE
est basé sur la réciprocité, dont il
n'est pas question dans le présent
projet. Enfin, l'UE ne compte
aucun pays qui se soit doté à la
fois d'une législation souple sur la
nationalité et du droit de vote pour
les étrangers hors UE.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
19.05 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, le beau bleu de
votre cravate commence à devenir très pâle.
Le président: Ce n'est pas la cravate qui importe, mais celui qui est derrière!
19.06 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le vice-
premier ministre, j'allais dire messieurs les présidents, mais où est
donc Karel? Waar is Karel De Gucht?

Les discussions dans les Ardennes, qui ont donné lieu au projet de loi
qui nous est soumis, ont marqué le début d'un séisme au sein des
partenaires de la majorité, qui est à la hauteur du fossé qui sépare les
membres de cette coalition. Je dirai au collègue Di Rupo que ce n'est
pas en changeant les meubles que l'on améliore la qualité du
bâtiment. Parfois, je continue à me demander comment vous pouvez
gérer ce pays avec un parti qui, comme le dit mon collègue Melchior
Wathelet, a dépassé l'extrême droite par la droite.

Nous avons donc eu droit en commission de l'Intérieur à des débats
tendus, parfois houleux, rendus possibles par la tribune qui fut offerte
par votre gouvernement aux thèses les plus extrémistes. Mais peut-
être était-ce chose nécessaire afin de permettre à certains des
membres de la majorité de lever le voile et d'enfin révéler les choix
réels du gouvernement en place et ses orientations, dont certaines
n'ont rien à envier ni aux discours ni aux slogans des plus
extrémistes.

Ainsi, l'amendement déposé par M. De Gucht et ses amis n'est-il pas
l'exact reflet des accords intervenus au sein de votre gouvernement et
la reproduction de ce que sera le contenu de cette fameuse circulaire
dont vous avez négocié les termes. Car, si la circulaire n'est pas le
reflet de l'amendement, votre famille, cher collègue Eerdekens, aurait
dû déposer un second amendement afin de nous dévoiler le contenu
de la circulaire démocratique. Mais puisque cette circulaire est le fruit
d'un accord du gouvernement, c'est donc bien que tous les
partenaires actuels de la majorité souscrivent à cette dernière et aux
mesures qui y sont prônées.

Voilà une occasion renouvelée pour votre gouvernement de reprendre
d'une main ce que vous faites mine de concéder par vos effets
d'annonce et de manche, par votre propension à vous comporter en
grand seigneur - que vous n'êtes pas - mais la concession n'est
jamais qu'un mirage. L'espoir est toujours déçu de voir émerger un
réel exercice de la démocratie. Vous prétendez être favorable au droit
de vote. Certes, le dispositif législatif est sur notre table. Encore faut-il
que la circulaire soit publiée un jour, ce dont je doute. Mais de quel
droit de vote s'agit-il?

En commission déjà, j'ai fait état de cette hypocrisie que l'on nous sert
en pâture dans toute sa splendeur.

Le droit de vote qui est offert n'est qu'un droit de seconde zone. A
peine est-il jeté sur le papier que vous le complétez déjà d'une
déclaration d'allégeance qu'il est indigne d'exiger dans une société qui
se targue d'être démocratique et de défendre les droits les plus
fondamentaux de l'être humain.
19.06 Joseph Arens (cdH): De
discussies over dit ontwerp
hebben een aardschok binnen de
meerderheid teweeggebracht.
Mijnheer Di Rupo, ik vraag me nog
altijd af hoe u dit land kan
besturen met een partij die
extreem rechts zowaar rechts
heeft ingehaald! In de commissie
heeft uw regering sprekers ruim
baan gegeven om de meest
extremistische stellingen te
ventileren. En misschien was dat
wel nodig, om de echte
beleidsvoornemens van de
regering aan het licht te brengen.
Was het amendement van de heer
De Gucht en de zijnen geen
voorafspiegeling van wat er in de
fameuze omzendbrief waarover
binnen de regering onderhandeld
werd, zal staan? Zo neemt u
gewoon met de ene hand terug
wat u met de andere hand (althans
in schijn) geeft.

De hypocrisie bereikt haar
hoogtepunt. Het aangeboden
stemrecht is niet meer dan een
tweederangsrecht, dat aan strenge
voorwaarden is onderworpen.
Bovendien moet men een einde-
loze reeks obstakels overwinnen
om dit recht ook daadwerkelijk te
kunnen uitoefenen. En u bent ook
nog eens van plan het stemrecht
te ontzeggen aan vreemdelingen
wie de naturalisatie geweigerd
wordt wegens feiten waarvoor de
wetgeving in een ontzetting uit de
politieke rechten voorziet. Dorst u
zodanig naar macht dat u zelfs de
bevoegdheden van andere over-
heden naar zich toe wil trekken?

Waarom zoveel beroering, ja zelfs
leugens? Het is duidelijk niet de
politieke wil om het migranten-
stemrecht goed te keuren die u
inspireert. Sinds de jaren zeventig
heeft mijn partij ontelbare
voorstellen in die zin ingediend.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
En outre, la démarche est encore plus hypocrite, parce que vous
prétendez, dans un élan de générosité démocratique, vouloir octroyer
le droit de vote au plus grand nombre, tout en vous précipitant pour
multiplier les obstacles et les embûches sur la route de l'exercice de
ce droit. Faut-il vous rappeler combien les démarches administratives
qui leur étaient imposées ont récemment découragé les
ressortissants de l'Union européenne à exercer le droit de vote qui
leur avait été octroyé? Mais la leçon n'a manifestement pas servi,
puisque vous remettez le couvert!

L'hypocrisie sera bientôt à son comble lorsque sera édictée cette
future circulaire. Elle videra de son objet le dispositif législatif qui nous
est soumis, en ôtant la qualité d'électeur communal à l'étranger qui se
sera vu refuser la naturalisation en raison de son implication dans un
trafic de drogue, la traite d'être humains, des actes de pédophilie, des
infractions graves, le crime organisé ou en raison de son
appartenance à un mouvement intégriste et/ou terroriste hostile à
l'intégration et à la société occidentale, ou à une secte dangereuse et
nuisible pour ses membres et pour les tiers; ou encore en raison d'un
double mariage ou d'un mariage fictif; ou enfin si sa demande a été
ajournée à plusieurs reprises sans qu'aucune amélioration ait été
constatée.

L'hypocrisie est ici à double face. Auriez-vous oublié que la législation
actuellement en vigueur dans notre pays permet de condamner à une
peine de déchéance des droits politiques dans de telles hypothèses?
Ne faites-vous vraiment aucune confiance aux forces démocratiques
de ce pays? Etes-vous animés d'une telle soif de pouvoir que vous
entendez vous arroger des compétences qui reviennent à d'autres
institutions?

Depuis votre arrivée au pouvoir, vous n'avez eu de cesse de museler
les organes de contrôle de notre démocratie. Le pouvoir judiciaire est
malmené; le Conseil d'Etat méprisé dans ses avis. Et que dire encore
de votre propension, récemment apparue au grand jour, à ne pas
faire respecter les obligations à l'égard de l'Etat, alors que le pays a
besoin d'alimenter ses finances publiques, dans l'intérêt de tous. Je
pense ici aux impôts.

Encore un exemple de cette dérive que nous dénonçons depuis
longtemps: vous vous proposez de vous arroger le droit, par voie de
circulaire, de déchoir un citoyen de ses droits politiques.

Mais revenons-en à la genèse du projet de loi à l'examen. Pourquoi
tant d'agitation? Pourquoi tant de non-dits, voire de mensonges? Ce
n'est manifestement pas la volonté politique d'octroyer le droit de vote
aux étrangers qui vous motive. Depuis les années 70, le PSC d'abord,
le cdH ensuite ont déposé moult propositions de loi visant à octroyer
le droit de vote aux ressortissants étrangers. Les membres de votre
majorité s'y sont systématiquement opposés, les libéraux
francophones en tête.

Monsieur le président, on a presque l'impression que cette séance se
retrouve sans président. Nous sommes sur un champ de foire!
Pardonnez-moi mais c'est la réalité. C'est la déliquescence générale
dans ce parlement et vous en êtes l'un des principaux responsables.
Le président: Monsieur Arens, nous ne sommes pas à l'école primaire!
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
19.07 Joseph Arens (cdH): Nous ne sommes pas dans une école
primaire mais dans l'hémicycle qui devrait être le plus respectable de
ce pays.
Le président: Et vous savez les faire taire, vous?
19.08 Joseph Arens (cdH): Présidez, je vous demande de présider.
Le président: Monsieur Arens, poursuivez, je vous prie.

(...) (...)
19.09 Joseph Arens (cdH): Quand lui présidait, il y avait un
président!
Le président: Vous étiez là?
19.10 Joseph Arens (cdH): Oui, monsieur le président.
Le président: Alors vous avez la mémoire courte. Allez-y, monsieur Arens.
19.11 Joseph Arens (cdH): Je me demande bien qui a la mémoire
courte!

Aujourd'hui, de l'aveu de tout un chacun, cette question ne représente
plus qu'un problème marginal, compte tenu des modifications qui ont
été apportées au code de la nationalité et qui ont permis à un grand
nombre d'étrangers d'accéder à une participation à la gestion de la
société à laquelle ils appartiennent.

Votre objectif était donc bien ailleurs. Il s'agissait seulement de
marquer des points dans une campagne électorale déjà bien
engagée, d'avancer ses pions sur le terrain électoral, voire ­ et
l'hypocrisie est alors terrible ­ de préparer le terrain pour un nouveau
débat communautaire et amorcer ainsi une nouvelle étape vers une
modification institutionnelle. Un tel comportement démontre une
légèreté incroyable de la part des dirigeants d'un pays, une légèreté
qui vous a conduits pour des motifs purement électoralistes à porter
sur la voie publique un débat qui a ouvert toutes les portes aux
positions les plus extrémistes, les plus racistes et les plus
antidémocratiques qui soient et que nous avons été contraints de
subir.

Hélas pour vous, l'objectif est loin d'être atteint, quel que soit l'angle
de vue selon lequel on se place. L'impact au niveau politique est
contre-productif. Le droit de vote accordé est un droit sous conditions.
Quel gâchis! Je ne peux que vous répéter les termes de mon
intervention en commission de l'Intérieur: Si telle est votre conception
de l'exercice de la démocratie, ce n'est pas la mienne, ce n'est pas la
nôtre. Si seuls les effets d'annonce et la médiatisation sont vos soucis
principaux mais que les actes, les actions ne suivent pas, je ne peux
souscrire à votre conception de l'exercice du pouvoir, un pouvoir que
nos concitoyens vous ont confié dans l'espoir qu'il serve l'intérêt du
plus grand nombre. Si votre seul moteur est d'asseoir une toute-
puissance à laquelle vous aspirez, je ne puis y souscrire. Si vous
pensez garantir de cette façon la pérennité des principes
démocratiques, prenez garde à ce que votre mode de gestion de la
19.11 Joseph Arens (cdH):
Vandaag is dat probleem, in het
licht van de versoepeling van de
nationaliteitsverwerving, niet
langer van betekenis. Uw
bedoelingen lagen ook elders: u
wou scoren in de kiescampagne.
Die lichtzinnigheid siert de
leidende klasse niet. Bovendien
schoot de maatregel zijn doel
jammerlijk voorbij. Op het politieke
vlak bereikte men het omgekeerde
van wat men wilde bereiken. Het
stemrecht dat wordt toegekend is
aan voorwaarden verbonden. Wat
een puinhoop! Dat is misschien uw
opvatting van de democratie, maar
niet de onze. U zal moeten
opletten dat de manier waarop u
de res publica beheert, de deur
niet verder open zet voor het
extremisme dat u zegt te willen
bestrijden. Verdedigt u de
democratie eigenlijk nog wel?
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
chose publique ne creuse davantage le lit de ces extrémismes que
vous prétendez vouloir combattre par ailleurs.

Ma question finale est: Défendez-vous encore la démocratie?
19.12 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
collega's, het zal u misschien verbazen maar ik zal mijn eerste pijlen
afschieten op de christen-democraten.

Ik breng u even in herinnering dat het stemrecht voor vreemdelingen
reeds eind jaren 80 in de regeringsverklaring van Wilfried Martens
was opgenomen. In 1998, onder premier Dehaene, werd het
grondwettelijk mogelijk gemaakt. Jean-Luc Dehaene maakte van de
moord op het Marokkaanse meisje Ben Aïssa schaamteloos misbruik
om het stemrecht weer op de politieke agenda te plaatsen.

Loubna Ben Aïssa werd natuurlijk niet vermoord omdat er geen
stemrecht voor vreemdelingen bestond. Loubna Benaïssa werd
vermoord omwille van een lakse aanpak van de criminelen en omwille
van de schuldige nalatigheid van de politieke kaste. De regering-
Dehaene liet haar moordenaar Derochette vrij, ondanks zijn vroegere
misdaden.

CD&V is tegen het migrantenstemrecht omdat ze in de oppositie
zitten. U zult dat nog leren, mijnheer Claes. Ik geloof echter nooit dat
CD&V er zou tegen zijn mochten ze in de regering zitten met de PS.
Ze zouden geen neen durven zeggen.

Leden van de christen-democraten, u hebt in elk geval deze zaak
grondwettelijk mogelijk gemaakt. Wij hebben destijds gewaarschuwd
voor deze open grondwetswijziging, maar de christen-democraten
wilden niet luisteren. U bent dus mee verantwoordelijk.

Dit bij wijze van inleiding.

Wat is de stand van zaken nu? De Franstalige partijen zijn allemaal
voor, onder meer omdat dit voor hen in Brussel gunstige gevolgen
heeft. Het is algemeen bekend dat de overgrote meerderheid van de
vreemdelingen voor de Franstalige taalrol en dus ook voor de
Franstalige partijen kiest. Het is hetzelfde stramien, Vlaamse
collega's, als bij de naturalisaties. Ik citeer de fractievoorzitter van de
PS in Le Matin: "Notre commission fait plus pour la francisation de
Bruxelles que tout ce que les autorités flamandes ne feront jamais
pour s'y opposer."

Er werd daartegen even geprotesteerd door de liberalen ­ onder
andere door de heer Cortois die een klein beetje protest liet horen ­
maar zij laten begaan.

Ik heb wel gezegd dat alle Franstalige partijen voor zijn, maar dat is
niet hetzelfde als dat alle Franstalige kiezers voor zijn. Zoals bekend
zijn er peilingen waaruit blijkt dat ook in Wallonië een meerderheid
van de bevolking tegen het vreemdelingenstemrecht is. Ik weet dat
men statistieken kan laten zeggen wat men wil. Ik herinner mij echter
een debat van eind vorig jaar op RTL-TVI. Daaruit bleek dat van de
5.000 Franstalige kijkers ­ dat is toch een ernstige peiling ­ maar
liefst 93% tegen was. Zoals bekend malen de Franstalige politici daar
niet om. Ze kennen toch geen rechtse oppositie, geen nationalistische
19.12 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Je décocherai mes
premières
flèches sur les
chrétiens-démocrates. Le droit de
vote des immigrés faisait déjà
partie des desiderata des premiers
ministres Martens et Dehaene. Ce
dernier l'a rendu possible sur le
plan constitutionnel à la suite de
l'assassinat de Loubna Benaïssa.
Ce crime n'est en rien lié au droit
de vote, mais a tout à voir avec le
laxisme dont il est fait preuve à
l'égard des criminels dans ce
pays. Le CD&V est opposé au
projet uniquement parce qu'il se
trouve dans l'opposition. Ce parti
est lui aussi responsable de la
situation actuelle.

Tous les partis francophones sont
favorables au projet parce que
séduits par les avantages
électoraux que leur procurerait le
droit de vote des immigrés à
Bruxelles. Tout le monde sait que
la plupart des allochtones voteront
pour des partis francophones. La
même attitude est adoptée qu'à
l'égard des naturalisations. A
l'époque, M Eerdekens a déclaré
triomphalement que les
naturalisations favoriseraient
considérablement la francisation
de Bruxelles. Les hommes
politiques francophones se
moquent du fait que la majorité
des Wallons et des Bruxellois y est
opposée. Ils n'ont aucun compte à
rendre à une opposition
nationaliste. Le fossé qui sépare le
politique du citoyen peut
difficilement s'agrandir davantage.

C'est précisément là que se situe
l'épine communautaire du dossier:
une fois de plus, la Flandre subit la
situation et la loyauté fédérale est
à sens unique. La population
flamande en a conscience et
réagira de manière appropriée.

L'attitude du sp.a est limpide: le
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
oppositie zoals het Vlaams Blok in Vlaanderen en in Brussel. Ik kom
straks nog terug op Brussel. Het blijft in elk geval vreemd dat de helft
van de Walen en minstens de helft van de Brusselaars tegen is, maar
dat al hun vertegenwoordigers voor zullen stemmen. Van een kloof
met de burger gesproken. Het zal ons in Brussel natuurlijk geen
windeieren leggen en voor één keer mag ik zeggen: "Merci Laurette,
merci Louis".

Er zit trouwens een zware communautaire angel aan deze wet.
Vlaanderen moet nogmaals op een bijzonder grove wijze slikken wat
in Wallonië wordt beslist. De Waalse partijen weten zeer goed dat de
Vlamingen dit niet lusten en toch drijven ze hun wil door. Als er al een
lichtpunt is in deze zaak, dan is het wel het volgende: de Vlamingen
zien dat de PS en MR hen weeral iets door de strot rammen en dat de
zogenaamde federale loyaliteit maar in één richting werkt.

Wat de partijen aan Vlaamse kant betreft, kan ik over de sp.a kort
zijn. Zij verloren de voorbije jaren een paar honderdduizend stemmen
aan het Vlaams Blok en die moeten natuurlijk worden
gecompenseerd door aan steeds meer vreemdelingen stemrecht te
verlenen. De bijzonder sluwe Stevaert doet alsof en klaagt dat zijn
partij stemmen verliest ten gevolge van dit debat. Hij weet
tegelijkertijd echter zeer goed dat zijn partij met het leeuwendeel van
de vreemdelingenstemmen ­ zowel van de honderdduizenden nieuwe
Belgen als van de niet-Europese vreemdelingen ­ gaat lopen. Het
schijnheilig paterke zegt ook nog dat het slechts om een
honderd vijftigduizend vreemdelingen gaat en dat we daaraan dus niet
te veel gewicht moeten geven. Mijnheer Stevaert weet echter zeer
goed dat die stemmen geconcentreerd zitten. Hij weet dat zij
bijvoorbeeld in Antwerpen een tweetal zetels waard zijn en dat zij dus
de socialisten in 2006 in het zadel kunnen houden. Dat is de sluwe
berekening van Stevaert, die natuurlijk niet verdwijnt door het
lachwekkende voorbeeld waarmee de heer De Coene ons probeerde
te sussen toen hij zei dat er in Aalter slechts negen vreemdelingen
mogen stemmen.

Daar gaat het natuurlijk niet over. Het gaat over Antwerpen en over
Brussel. In de negentien Brusselse gemeenten gaat het om 65.000
potentiële kiezers. Ik geef u even lezing van het euforisch bericht
vandaag in La Libre Belgique. La Libre Belgique zegt dat tussen 20%
en 35% van de kiezers precies die niet-Europese vreemdelingen
zullen zijn. In Sint-Joost gaat het om 35% van de kiezers, in
Schaarbeek om 21% van de kiezers, in Molenbeek om 20% van de
kiezers en in Brussel-Stad met zijn 140.000 inwoners gaat het om
16% van de kiezers. Dat is wat ons in Brussel te wachten staat.

Dat heeft de heer De Coene dus allemaal niet begrepen. Hij probeert
ons te sussen met het werkelijk ridicule voorbeeld van Kortrijk en van
Aalter waar, gelukkig maar, veel minder niet-Europese, niet-
stemgerechtigde vreemdelingen binnenkort toch mogen stemmen.
Men moet trouwens eerlijk zijn bij de socialisten. Mijnheer De Coene,
u zou eens moeten proberen eerlijk te zijn en bijvoorbeeld toe te
geven dat het niet ophoudt bij die 140.000 of die 160.000 niet-
Europese vreemdelingen. Elk jaar, mijnheer De Coene, komen er
tienduizenden niet-Europese vreemdelingen bij via de asielprocedure.
Zij worden geregulariseerd, zij hebben recht op gezinshereniging; er
worden schijnhuwelijken aangegaan en er worden zelfs nog
duizenden arbeidsvergunningen uitgereikt. Mijnheer De Coene, zeg
parti a perdu un grand nombre de
voix au profit du Vlaams Blok et
compte sur les étrangers pour
compenser ce déficit. Le président
de parti sait bougrement bien que
la grande majorité de ces
nouvelles voix sont acquises à son
parti. Ce diable de Stevaert
prétend, pour calmer le jeu, qu'il
ne s'agit que de 150.000 voix. Il
n'ignore cependant pas que ces
voix sont concentrées dans les
villes d'Anvers et de Bruxelles. A
Anvers, les voix des immigrés
valent deux sièges et à Bruxelles,
la communauté étrangère est un
réservoir de 65.000 électeurs
potentiels. Dans de nombreuses
communes bruxelloises, les
nouveaux électeurs représenteront
plus d'un quart de l'électorat. Si
l'on y ajoute les dizaines de
milliers d'étrangers supplémen-
taires chaque année par le biais
de l'asile, du regroupement familial
et d'autres procédures aussi
souples, il devient évident que le
chiffre de 150.000 nouveaux
électeurs sera rapidement
dépassé, et de beaucoup.

Officiellement, le VLD y est
opposé. L'analyse intellectuelle du
président du VLD, M. De Gucht,
aurait dû convaincre tout le
monde. Dans l'intervalle, nous
avons assisté à sa déconfiture. Il
entendait convaincre le PS, le MR
et le sp.a mais il n'est même pas
parvenu à rallier les membres de
son propre parti à son point de
vue. Personne ne l'a écouté et les
membres plus à gauche du VLD,
tels que Mme Van de Casteele et
M. Van Krunkelsven, ont adopté le
projet de loi sur le droit de vote
des étrangers au Sénat sans se
démonter. Lors du vote de ce soir,
tous les membres du VLD ne
suivront pas la ligne de parti.
Mme Neyts a annoncé qu'elle
approuverait le projet de loi. La
direction du VLD reste muette face
à un tel mouvement de dissidence.
Les têtes de M. De Gucht et des
libéraux profonds tels que M.
Coveliers, devaient tomber. Voilà
qui suffisait. La carrière de M.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
dat ook eens tegen uw kiezers en voeg eraan toe dat voornoemde
groep in de toekomst ook stemrecht moet krijgen.

Ik kom nu tot de VLD. De liberalen zijn officieel tegen het
migrantenstemrecht. De heer De Gucht zou proberen zijn
coalitiepartners met een ­ zoals men dat in zijn middens noemt ­ een
intellectuele analyse te overtuigen. De heer De Gucht zou een
onderbouwd betoog houden, gestaafd aan de hand van logische
argumenten. Welnu, collega's, wij hebben gezien wat voor een afgang
dat voor De Gucht persoonlijk is geworden. Dat is ook begrijpelijk,
want wie zou De Gucht overtuigen: de PS, de MR, sp.a-spirit? Zij
hebben niet eens geluisterd. Meer nog, zelfs de zielige argumentatie
van Els Van Weert woog voor Verhofstadt blijkbaar meer dan de
logica van Karel De Gucht.

Collega's, de intussen geliquideerde voorzitter De Gucht kon dat pleit
niet winnen. Hij slaagde er immers niet eens in zijn eigen
partijgenoten te overtuigen. In de Senaat stemden linkse VLD-
senatoren voor het stemrecht, terwijl Coveliers, Dedecker en Leduc
op hun donder kregen. De spiritiste Van de Casteele en de blauwe
Agalev'er Vankrunkelsven lapten het partijstandpunt aan hun laars,
maar niemand zei wat bij de VLD.

Zo meteen, mijnheer Daems, zal mevrouw Neyts hier in de Kamer al
evenmin het standpunt van uw en haar partij volgen. Niemand spreekt
er haar echter op aan. Voor lichtgewicht Sven Gatz idem dito:
niemand zegt wat. Voor de donkerblauwe liberalen echter, mijnheer
Daems, geldt wat anders. De fractieleider in de Senaat werd
gedefenestreerd. De Gucht zelf moest eruit. De carrière van
Verhofstadt is namelijk veel belangrijker dan het partijstandpunt.

Collega's, dat is de genese van het Heizeldrama en van het hele VLD-
drama van de voorbije jaren. Het resultaat is het liquideren van
mensen als Anke Vandermeersch, Ward Beysen, Hugo Coveliers,
Claudine De Schepper en nu zelfs van De Gucht en personne.
Omwille van het premierschap van Verhofstadt slikt VLD keer op keer
haar programma in. Omwille van Verhofstadt hebt u de snel-Belg-wet
goedgekeurd, werden een kwart miljoen vreemdelingen nieuwe Belg,
werden 50.000 illegalen geregulariseerd, worden binnenkort de
moskeeën in dit land gesubsidieerd, laat u toe dat fundamentalisten
worden benoemd in de Executieve en moeten vandaag nu ook alle
niet-Europese vreemdelingen de mogelijkheid krijgen om mee het
beleid te bepalen in onze steden en gemeenten.

Collega's, zo een batterij aan maatregelen bestaat in geen enkel land.
Nergens in de wereld vindt u zo een combinatie van voorrechten voor
vreemdelingen. Nergens.

De wet van vandaag kan men vergelijken met het edict van Caracalla
uit het jaar 212. Caracalla was de decadente Romeinse keizer ­ er
waren er nog, hij was er een van ­ die iedereen ­ ik zeg wel iedereen
­ in het Romeinse Rijk het Romeinse burgerschap gaf. Dat is dus net
hetzelfde als de huidige maar ook de vorige regering-Verhofstadt
doet, die honderdduizenden vreemdelingen regulariseert, naturaliseert
en, zelfs als ze geen Belg willen worden, toch nog het stemrecht
geeft. Ik citeer even uit mijn boek, als ik mag: "Het edict van Caracalla
leidde niet tot een romanisering van de vreemdelingen, maar tot een
verregaande vervreemding van de autochtone Romeinen." Mutatis
Verhofstadt prime la logique de M.
De Gucht. Le VLD fait toutes les
concessions nécessaires pour que
M. Verhofstadt conserve son poste
de premier ministre. Après la loi
sur l'acquisition rapide de la
nationalité belge, les régularisa-
tions, les subventions accordées
aux mosquées et les nominations
d'intégristes à l'Exécutif des
musulmans, nous adoptons
aujourd'hui un énième privilège en
faveur des étrangers.

Un tel éventail de privilèges
accordés aux étrangers n'existe
qu'en Belgique. Cette situation
n'est pas sans rappeler l'édit de
Caracalla de 212 par lequel les
Romains de souche avaient
l'impression d'être devenus des
étrangers et qui n'a pas pour
autant abouti à la romanisation
des étrangers.

Des dizaines de mandataires
locaux du VLD ont signé la pétition
Beysen contre le vote des
étrangers. Le VLD va perdre un
nombre important d'électeurs.
Ceux-ci ne font en effet pas partie
des cadres du parti. Vingt-cinq
pour cent des électeurs du VLD
estiment que le droit de vote des
étrangers vaut la peine de
déclencher une crise. Le VLD
perdra ces électeurs le 13 juin
2004.

Quel est en définitive le point de
vue du VLD? 250.000 étrangers
ont obtenu la nationalité belge par
le biais de la loi sur l'acquisition
rapide de la nationalité. Le VLD
leur a donc accordé le droit de
vote pour la Chambre et le Sénat.
La direction du parti souffle le
chaud et le froid. Par le passé, les
locomotives du VLD y étaient
favorables. Aujourd'hui, elles ont
changé d'avis mais estiment que
cela ne vaut pas la peine de
provoquer une crise. Voilà une
attitude hypocrite, plus commune
à feu le CVP.

Il y a deux ans, le Pacte de
Vilvorde stipulait que le suffrage
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
mutandis is dat het wat op termijn in dit land staat te gebeuren. Uw
grenzeloze toegeeflijkheid en de niets ontziende ambitie van de heer
Verhofstadt zullen ertoe bijdragen.

VLD-collega's, uw aanhangers zijn dat grondig beu. Het bewijs werd
gisteren trouwens nogmaals geleverd. Tientallen VLD-mandatarissen
hebben de petitie van Ward Beysen tegen het
vreemdelingenstemrecht getekend, nochtans goed wetende dat er net
een VLD-parlementslid was buitengegooid. Dat zegt in mijn ogen
meer dan genoeg. U zal een pak kiezers verliezen. U moet immers
niet geloven dat u van hen ook 83% van het vertrouwen zult krijgen,
zoals op uw congres.

U kunt uw kiezers niet vergelijken met uw kaderleden! Ik waag mij
zelfs aan een voorspelling. Volgens uw eigen peiling van vorige week
verkiest 25%, mijnheer Tommelein, van de VLD-kiezers een
regeringscrisis boven het vreemdelingenstemrecht. Dat zegt uw eigen
peiling. Ik zeg u: op 13 juni bent u die kwijt. Op 13 juni zal een kwart
van uw kiezers ontgoocheld afhaken. Dat is dus de ramp die u te
wachten staat. Misschien beseft u het nog niet, maar uw kiezers zijn
veel minder geneigd die vernedering te slikken dan uw kaderleden,
dan de mensen die op uw congres waren. Of denkt u misschien dat
die vele verplichten die op de Heizel waren, dat die honderden
cabinetards op de Heizel te vergelijken zijn met de doorsnee VLD-
kiezer? Als u dat denkt, zult u nog raar opkijken.

Collega's van de VLD, ik heb nog een vraag. Ik denk dat uw kiezers
zich dezelfde vraag stellen. Wat is nu eigenlijk het standpunt van de
VLD? U steekt eigenlijk zo'n beetje de vroegere CVP naar de kroon
inzake hypocrisie. De VLD heeft er door de snel-Belg-wet voor
gezorgd dat in de voorbije vijf jaar, zoals ik zei, een kwart miljoen
vreemdelingen de Belgische nationaliteit kreeg. De VLD moet dus niet
zeggen dat ze tegen het gemeentelijk stemrecht voor vreemdelingen
is: de VLD gaf ze al stemrecht voor Kamer en Senaat. Als u durft naar
de kiezer te gaan met de boodschap dat u uw best hebt gedaan om
het stemrecht tegen te houden, zult u telkens in elk lokaal debat, in
elke tv-uitzending te horen krijgen dat u de Vlamingen een rad voor de
ogen draait. Door de snel-Belg-wet, VLD, hebt u het stemrecht voor
de vreemdelingen al voor een groot deel gerealiseerd.

Er zijn nog vragen van uw kiezers. U laat niet alleen linkse
nieuwlichters à la Vankrunkelsven ongestraft tegen uw eigen
programma stemmen, maar de partijtop zelf springt van het ene been
op het andere. Het is misschien een beetje ongelukkig om dat nu te
zeggen met de heer Dewael hier voor ons. In het verleden spraken
kopstukken van de VLD zich uit voor het vreemdelingenstemrecht, nu
zijn ze zogenaamd tegen. Ze zijn tegen, maar dan weer niet genoeg
om er een regeringszaak van te maken.

Ik geef een paar voorbeelden van standpunten van vooraanstaande
VLD'ers. Twee jaar geleden, mijnheer Dewael, u zult zich dat
herinneren, hebt u in het pact van Vilvoorde, dat u bijzonder goed
moet kennen, gesteld dat elke inwoner van Vlaanderen vóór 2010
algemeen stemrecht moest genieten.

Zwijgen is toestemmen, dus elke inwoner van Vlaanderen moet vóór
2010 algemeen stemrecht krijgen. Dat staat zwart op wit in het pact
van Vilvoorde van twee jaar geleden, mijnheer Dewael. Dat gaat dus
universel devait être accordé à
chaque habitant de la Flandre
avant 2010. M. Patrick Dewael
soutient-il toujours cette thèse? Il y
a huit jours, M. Tommelein se
prononçait en faveur du droit de
vote et de la suppression de
l'obligation de vote. M. De Gucht
souffle le chaud et le froid. Dans la
"Gazet van Antwerpen", il déclare
que pour lui personnellement,
chacun peut jouir du droit de vote,
mais que de nombreux Flamands
ne voient pas les choses de cette
manière.

Si les Flamands y sont opposés, le
moment est venu de se dresser
contre le PS et le MR. Mais les
hommes politiques flamands ont
l'habitude de céder. S'ils n'osent
pas opérer un choix courageux
aujourd'hui, ils en subiront les
conséquences au mois de juin.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
veel verder dan de tekst waarover wij hier vandaag stemmen. U moet
niet van neen schudden. De tekst is zeer duidelijk. U hebt dat
verklaard. U trekt nu blijkbaar uw staart in.

Misschien doet de heer Tommelein dat ook. Dat is iets minder lang
geleden. De heer Tommelein zei mij acht dagen geleden duidelijk:
stemrecht voor iedereen en de afschaffing van de stemplicht. Of is dat
ook al niet waar? De heer Tommelein weet niet meer wat hij heeft
gezegd. De heer Dewael weet het niet meer. Ze zwijgen als
vermoord. Dat kost stemmen. Dat is zielig. Politieke moed is een
mooie deugd, mijnheer Tommelein, mijnheer Dewael.
19.13 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): ...Het debat in de Kamer
zal op een democratische manier worden gevoerd door de VLD ­
helemaal anders dan in Senaat ­ door de heer De Gucht. Nu de heer
De Gucht er niet is, debatteert de VLD niet meer. Dat is de logica.
19.13
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Depuis que
Karel De Gucht se tait, plus aucun
membre du VLD n'intervient
encore dans le débat.
19.14 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Collega Annemans, de heer
De Gucht blaast ook warm en koud. Nu is de heer De Gucht immers
tegen. Anderhalf jaar geleden zei hij echter in Gazet van Antwerpen,
ik citeer: "Voor mij mogen ze persoonlijk stemmen, maar ik stel alleen
vast dat veel Vlamingen daar een probleem mee hebben". Wie mij
niet gelooft, krijgt zo meteen het knipsel.

VLD-collega's, als zoveel Vlamingen er een probleem mee hebben en
als bijna uw hele partijkader tegen is, dan moet u de moed van uw
overtuiging hebben en de PS en de MR keihard afdreigen.

Waarom mogen zij ons trouwens altijd afdreigen? Waarom hebben zij
trouwens altijd succes met die tactiek? Omdat jammer genoeg de
Vlaamse politici van het slag van de heer Dewael geen ruggengraat
hebben. Het is dus één voor twaalf, mijnheer Tommelein. U hebt dus
de keuze. Ofwel brengt u de moed op om er nu een regeringszaak
van te maken en sluit u opnieuw aan bij uw achterban. Ofwel gaat u
over enkele maanden ten onder als waterdrager van de PS en de
sluwe Stevaert.

Wat is de mening van het Vlaams Blok? Wij zijn vierkant tegen het
vreemdelingenstemrecht, net zoals wij vierkant tegen de massale
naturalisaties van de voorbije jaren zijn. Wij zijn niet tegen het principe
van de naturalisatie. Mensen die zich willen assimileren, die hun lot
verbinden aan onze samenleving, die een bepaalde verdienste
hebben, die hun loyaliteit betonen, die mensen kunnen in aanmerking
komen. Stemrecht, mijnheer Daems, is het sluitstuk van een
geslaagde integratie.

Zoals het nu echter wordt geregeld, is van dat alles geen sprake. Men
moet niet geïntegreerd zijn, men moet hier niet werken, men moet
hier zelfs onze taal niet spreken. Niets wordt vereist om Belg te
worden. In Brussel, Antwerpen en andere steden zullen er op 13 juni
dus vreemdelingen aanschuiven die niet eens kunnen lezen wat er op
hun stembrief staat, niet eens kunnen lezen voor wie ze moeten
stemmen.

Natuurlijk, de PS en minister Onkelinx hopen dat de vreemdelingen
hun richtlijnen krijgen van de imams. In Brussel moeten de imams
ervoor zorgen dat het nieuwe kiesvee van mevrouw Onkelinx voor de
19.14 Filip De Man (VLAAMS
BLOK): Il n'y a que le Vlaams Blok
qui prend clairement position:
nous sommes contre le droit de
vote pour les étrangers. Nous
sommes tout aussi opposés aux
naturalisations massives, même si
nous ne rejetons pas le principe
même de la naturalisation. Pour
nous, la naturalisation et le droit de
vote sont le point d'orgue d'une
intégration réussie. Dans l'état
actuel des choses, l'obtention de
la nationalité belge n'est liée à
aucune condition. Des individus
qui ne partagent pas nos valeurs
ni nos normes, pourront bientôt
peser sur le processus décision-
nel. En fait, on achète tout
simplement les voix à Bruxelles.
Le PS et Mme Onkelinx espèrent
que ces personnes recevront des
consignes des imams pour "bien"
voter.

Le premier ministre est aussi
favorable à l'adhésion de la
Turquie à l'UE. Ici encore, il ne
tient pas compte de l'opinion des
Flamands. Par cette adhésion, 65
millions de Turcs se verraient en
théorie accorder le droit de vote
aux élections communales et
européennes. Dans 20 ans, 100
millions de Turcs seront
concernés. Leur niveau de vie est
particulièrement bas. Des millions
d'entre eux risquent donc de
vouloir immigrer le plus
rapidement possible vers l'Europe
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
PS stemt, dat ze juist stemmen. Ik vind dat, eerlijk gezegd,
ongelooflijk en ontoelaatbaar. Het gaat soms ­ niet altijd ­ om
mensen die geen enkele affiniteit hebben met onze waarden en
normen. Toch mogen zij mee bepalen welk beleid er gevoerd wordt.
Binnenkort staan er vreemdelingen in het stemhokje die de
stembiljetten niet eens kunnen lezen, maar zij zullen stemmen voor
links. Mijnheer De Coene, u bent blij. Wat u op 13 juni aan het Vlaams
Blok zult verliezen, kunt u weer goedmaken door de stemmen van de
vreemdelingen. Zeker voor de PS, iets minder voor sp.a, is dat de
bedoeling.

Het is bekend dat de PS bestaat uit goede handelaars. Het is
"donnant donnant": de vreemdelingen zorgen voor de stemmen en de
PS benoemt de imams in de Executieve. Als dat fundamentalistische
imams zijn, dan is dat maar zo. In de vroege namiddag hebben wij
vandaag nog kunnen horen dat minister Onkelinx zei dat er niets aan
de hand is. Extremisten, fundamentalisten, integristen? Geen
probleem!

Ik vind niets uit. Wellicht luistert er geen enkele socialist. Toch
gebeurt hetgeen de "nare pater" letterlijk in zijn boek heeft
geschreven: die stemmen worden gekocht in Brussel. Niemand van
het regime ligt daarvan blijkbaar wakker.

Let op, ik verwijt Onkelinx eigenlijk niets. Zij is links en zij komt uit een
multiculturele familie. Zij is dus rechtlijnig: zij doet wat zij behoort te
doen. Mijnheer Dewael, die rechtlijnigheid vinden wij minder terug bij
u en bij de heer Verhofstadt.

Ik wil er trouwens nog op wijzen dat de eerste minister ook
voorstander van is ­ dat is in het debat in de commissievergadering
niet aan bod gekomen ­ van de toetreding van Turkije tot de
Europese Unie.

Welnu, dames en heren, er zijn zelfs geen dames, ze zijn bijna
allemaal weggevlucht. Alleen de heer Marinower is er nog, een
moedig man. Ook hier, leden van de VLD, lapt u de mening van de
Vlamingen aan uw laars. De overgrote meerderheid van de
Vlamingen wil er niet van weten. Maar goed, Verhofstadt heeft geen
boodschap aan die mening. Het komt hem natuurlijk in de
internationale kringen waar hij de laatste tijd zo graag verkeert goed
uit. Hij is voor de aansluiting van Turkije. Dat betekent dus wel dat in
theorie 65 miljoen Turken gemeentelijk en Europees stemrecht
moeten krijgen van de heer Verhofstadt. Op termijn moeten zij dus
allemaal Europeanen worden en dus alleszins het gemeentelijk en
Europees stemrecht genieten. U zult natuurlijk zeggen dat die toch
niet allemaal naar hier komen. Ik heb toch wat angst, omwille van de
demografische evolutie in Turkije waar ze binnen twintig jaar met 100
miljoen zullen zijn en waar de levensstandaard bijzonder laag is. Het
risico bestaat dus dat miljoenen van hen inderdaad naar West-Europa
zullen emigreren van zodra ze lid worden van de Europese Unie.

Collega's, het past allemaal in de lemmingenmentaliteit die veel van
onze leiders, zowel Belgische als Europese leiders, kenmerkt. Als ik
de recente verklaringen van Louis Michel mag geloven zou zelfs een
aantal landen uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika lid moeten
worden van de EU. Men vraagt zich dus af wat zo'n mensen als
Verhofstadt en Michel bezielt. Hebben zij nog wat anders voor ogen
occidentale. Tout ceci dévoile
l'esprit grégaire des dirigeants
belges et européens.

Je remercie M. De Gucht pour son
tristement célèbre amendement.
Toute la Flandre sait à présent
que les étrangers criminels auront
voix au chapitre en politique.
Jusqu'à récemment, il était
relativement facile d'exclure une
personne du droit de vote si elle
avait été condamnée à une peine
de prison d'au moins 4 mois. En
matière de droit de vote pour les
ressortissants européens égale-
ment, l'Office des étrangers et
Europol ont instauré un filtre.
MM. De Gucht, Cortois et
Anthuenis doivent constater
aujourd'hui qu'une telle option
n'est pas envisageable pour les
étrangers non européens.
Personne ne peut garantir qu'il
sera vérifié si aucun des 150.000
étrangers n'a commis de faits
graves. L'Office des étrangers ne
peut déjà le confirmer lorsqu'il
s'agit de naturalisations. Les
nouveaux Belges comptent
pourtant dans leurs rangs
quelques personnages douteux.

Le Vlaams Blok n'approuvera
évidemment pas cette loi. Nous
essayerons même d'en réduire la
portée. Si le mot d'ordre est "tous
contre un", nous appliquerons
volontiers la stratégie du "un
contre tous".
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
dan de pure machtswellust?

Ik zou ten slotte een woord van dank willen uitspreken voor uw
voormalige partijvoorzitter. De heer Daems zal het hem misschien
willen overmaken. Ik stuur hem een woord van dank toe omwille van
zijn amendement, het beruchte amendement van de heer De Gucht.
Dank zij dat amendement, collega's, weet nu heel Vlaanderen dat
door de wet waarover vandaag gestemd wordt ook de criminele
vreemdelingen mee het beleid in onze steden en gemeenten zullen
mogen bepalen. Tot voor kort was het vrij eenvoudig om
kiesgerechtigden die een gevangenisstraf opliepen van minstens vier
maanden van het stemrecht uit te sluiten. Het ging immers om
Belgen. Inzake het stemrecht voor Europese onderdanen kon men
redelijkerwijze verwachten dat ook hier een filter ingebouwd was
middels de goede diensten van Vreemdelingenzaken, Europol en
dergelijke. Vandaag staat men echter voor de vaststelling ­ de heer
De Gucht, de heer Cortois en de heer Anthuenis stonden voor de
vaststelling ­ dat dit ondoenbaar is voor de niet-Europese
vreemdelingen.

Niemand kan garanderen dat de 150.000 vreemdelingen gescreend
worden op zware feiten die ze eventueel zouden gepleegd hebben in
hun land van herkomst of in andere landen. Het is nu trouwens
geweten dat Vreemdelingenzaken dat zelfs niet aankan inzake
naturalisaties. Bij die honderdduizenden nieuwe Belgen zitten er ook
wel wat verdachte figuren. De heer De Gucht sprak over integristen,
mensen die mogelijk banden hebben met terroristen,
mensenhandelaars, drugssmokkelaars en misdadigers van alle slag.
Collega's van de VLD, als het dat is wat de heer De Gucht wilde
aankaarten met zijn initiatief, dan is hij daar wonderwel in geslaagd.

Collega's, ik rond af. Het Vlaams Blok zal om alle vernoemde redenen
deze wet natuurlijk niet goedkeuren. En meer zelfs, wij zullen ons
uiterste best doen om deze wet terug te schroeven. Als jullie zeggen
dat het allen tegen één is, dan zeggen wij altijd dat het één tegen allen
is.
19.15 Elio Di Rupo (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, la proposition de loi que nous nous
apprêtons à voter aujourd'hui a suscité controverses et débats, tant
dans l'enceinte de ce parlement qu'au dehors.

Je peux comprendre que certaines formations politiques se montrent
hésitantes. Je peux comprendre également que certains citoyens
s'opposent au droit de vote des non-Européens aux élections
communales. C'est d'ailleurs leur droit. L'esprit de compétition de
notre époque, la crainte généralisée quant à leur avenir et le manque
de pédagogie contribuent à générer chez eux un sentiment anti-
étranger. Je comprends tout cela!

Toutefois, tout en respectant les autres et les autres formations
politiques, permettez-moi de vous faire part de la position du PS. Pour
le PS, il est de la responsabilité des représentants de la nation de
montrer à nos concitoyens où sont les vraies causes de l'insécurité
d'existence. Celles-ci ne sont évidemment pas à rechercher dans la
présence des ressortissants étrangers sur notre territoire.

Les causes du mal-être de bon nombre de nos concitoyens sont, par
19.15 Elio Di Rupo (PS): Over
het wetsvoorstel waarover wij
vandaag zullen stemmen, is er
zowel in als buiten het Parlement
uitvoerig gedebatteerd. Ik kan de
aarzelingen en de weerstand van
sommigen begrijpen. Competitie-
geest, angst, onvoldoende
voorlichting, het zijn allemaal
factoren die deze afkeer van de
vreemdeling in de hand werken.
De PS vindt dat de politieke
vertegenwoordigers de verant-
woordelijkheid dragen om de
vinger op de echte oorzaken van
het onbehagen van onze
samenleving te leggen. Het is
onze verantwoordelijkheid een
antwoord te geven op die
problemen en de mensen duidelijk
te maken wat de precieze
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
exemple, le chômage, la précarité, l'insécurité, les logements
inadaptés, les quartiers ghettos.

Notre principale responsabilité est d'éliminer ces difficultés. Notre
responsabilité de représentants de la nation est aussi d'éclairer au
mieux nos concitoyens sur les enjeux et la portée réelle de la loi que
nous nous apprêtons à voter.
strekking en teneur zijn van de wet
die hier in stemming zal worden
gebracht.
Collega's, laten we de feiten onder ogen zien. Iets minder dan 10%
van onze huidige bevolking bestaat uit vreemdelingen. De niet-
Europeanen die op basis van hun leeftijd mogen stemmen - de
personen over wie het hier gaat -, maken op hun beurt 2% van de
meerderjarige bevolking uit. Indien ze stemrecht bij de
gemeenteraadsverkiezingen krijgen, zal dit het verkiezingsresultaat
niet fundamenteel beïnvloeden.

(...): Hypocriet!

(Geroep)
(Brouhaha)

Nous devons voir la réalité en
face: 10% de la population sont
constitués d'étrangers. Les
154.000 non-Européens qui sont
en âge de voter représentent 2%
des majeurs. S'ils obtiennent le
droit de vote aux élections
communales, le scrutin ne s'en
trouvera pas fondamentalement
bouleversé.
De voorzitter: Collega's, beheers u.
19.16 Elio Di Rupo (PS): Collega's, ik herhaal. Indien die personen
stemrecht krijgen bij de gemeenteraadsverkiezingen, zal dit het
verkiezingsresultaat niet fundamenteel beïnvloeden.

(Geroep)
(Brouhaha)
19.17 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): 60.000 stemmen meer!
De voorzitter: Collega's, alsjeblief. Mijnheer Laeremans, de heer Di Rupo heeft het woord.
19.18 Elio Di Rupo (PS): Dit werd reeds aangetoond naar aanleiding
van de toekenning van het stemrecht van de Belgen in het buitenland.
215.000 Belgen wonend in het buitenland, hadden de mogelijkheid te
stemmen. Dat heeft geen grote politieke veranderingen veroorzaakt.
(Protest van de Vlaams Blok-fractie)
19.18 Elio Di Rupo (PS): Le droit
de vote pour les 215.000 Belges à
l'étranger n'a pas entraîné de
glissement politique important.
(Protestations du Vlaams Blok)
De voorzitter: Mijnheer Laeremans, u kunt later het woord krijgen. Iedereen heeft het recht zijn standpunt
te verdedigen. Bovendien doet de heer Di Rupo dat in uw en mijn taal.
19.19 Elio Di Rupo (PS): In totaal konden 215.000 Belgen in het
buitenland deelnemen aan de verkiezingen. Slechts 154.000 niet-
Europeanen zijn betrokken bij het stemrecht op lokaal niveau. Om te
mogen stemmen zullen ze zich bovendien in hun gemeente moeten
inschrijven.
19.19 Elio Di Rupo (PS): Les
154.000 étrangers non européens
qui obtiennent le droit de vote local
devront s'inscrire dans leur
commune s'ils veulent faire valoir
ce droit.
Il faut donc, chers collègues, cesser d'agiter le spectre d'un
bouleversement politique en cas d'accession des non-Européens au
droit de vote. Ceux qui affirment cela mentent.

Par ailleurs, est-il nécessaire de rappeler que ce droit de vote ne
vaudra que pour les seules élections communales? C'est d'ailleurs
une grande différence avec ceux qui choisissent la nationalité belge et
qui, eux, peuvent aussi voter aux élections régionales et fédérales.
Men moet maar eens ophouden
met het spook van een politieke
aardverschuiving te dreigen. Dit
stemrecht geldt enkel voor de
gemeenteraadsverkiezingen! Voor
de PS is het van fundamenteel
belang dat er een eind wordt
gesteld aan een onrechtvaardige
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
Mais, pour le PS, l'essentiel est ailleurs. L'octroi du droit de vote à
tous pour les élections communales mettra fin à une injustice que
plus rien ne justifie.

Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je n'ai
pas besoin de vous le dire, mon nom est Elio Di Rupo. Je suis
président du PS, je suis membre de cette honorable assemblée. Je
suis aussi né de mère italienne et de père italien. Je suis aussi,
comme beaucoup, le fruit de cette Belgique multiculturelle que nos
parents et nos grands-parents ont construite ensemble. Dans nos
villes, dans nos communes cohabitent bien entendu des belges
d'origines diverses, au côté de ressortissants européens et non
européens. C'est pour nous une grande richesse, une force, un atout.

"Un homme, une voix", c'est pour nous plus qu'un slogan.
Souvenons-nous qu'il a fallu se battre contre le vote censitaire pour
que les ouvriers soient reconnus comme des citoyens à part entière.
On disait d'ailleurs, à l'époque, qu'ils ne savaient ni lire ni écrire et on
se demandait comment ils allaient voter. Souvenons-nous que le
principe "un homme, une voix" avait été acquis en 1919, mais que les
femmes étaient exclues du droit de vote. Pas toutes les femmes car
certaines d'entre elles pouvaient voter: les veuves de soldats morts à
la guerre 14-18 ou de civils tués par les Allemands. Les femmes
votaient donc à la place de leur mari ou de leur fils mais, pour voter,
elles devaient avoir perdu tragiquement un être cher. Il faudra
attendre 1948 pour mettre fin à ce qui nous apparaît, avec le temps,
comme une aberration. Aujourd'hui, qui oserait remettre en cause ce
droit qui n'a que trop tardé à être accordé? Ce qui était vrai pour les
femmes hier l'est aujourd'hui pour les non-Européens. Chaque fois
qu'elle franchit un pas dans le sens d'une plus grande égalité entre
tous, notre société se grandit. Il ne peut plus y avoir de citoyens de
deuxième zone.

N'oublions pas que les personnes concernées sont des personnes qui
sont établies légalement chez nous. Malgré le chômage trop élevé, la
grande majorité d'entre elles, comme les Belges, travaille et cotise
chez nous.

Nous commémorons cette année les quarante ans de présence,
parmi nous, de nos concitoyens d'origine turque et marocaine. Faut-il
rappeler que cette présence fut, dans une large mesure, le résultat
d'une convention signée par la Belgique avec les pays d'origine parce
que nous avions alors besoin de main-d'oeuvre? Ces personnes, ces
travailleurs ont quitté leur famille, leur pays, leurs amis pour, à l'usure
de leurs poumons et à la sueur de leur front, travailler dans nos
mines, près de nos hauts-fourneaux ou sur des chantiers de
construction. Nombreux sont ceux qui y laissèrent leur vie, une
grande majorité d'entre eux y laissa sa santé. Leur accorder
aujourd'hui le droit d'élire leurs représentants communaux, c'est aussi
un devoir de mémoire.

Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, la
reconnaissance du droit de vote à tous est, certes, largement
symbolique. Elle n'en est pas moins importante et elle entraînera,
nous en sommes convaincus, des conséquences positives pour tout
le monde.

N'est-il pas normal que chaque habitant d'une commune, peu importe
toestand die geen bestaansreden
meer heeft. Ik heet Elio Di Rupo.
Ik ben voorzitter van de PS en lid
van deze Assemblee. Mijn vader
en moeder waren Italianen. Ik ben
de belichaming van dit
multiculturele België dat mijn
ouders en grootouders samen
hebben opgebouwd.

Een man, een stem. Het is meer
dan een slogan. We hebben
moeten vechten tegen het
cijnskiesrecht om de arbeiders
stemrecht te geven. Pas in 1948
hebben vrouwen stemrecht
verkregen.
Wie zou die
verworvenheden vandaag nog op
de helling durven zetten?

Dit jaar vieren we de veertigste
verjaardag van de Turkse en
Marokkaanse immigratie die een
gevolg was van een overeenkomst
die met de landen van herkomst
werd gesloten. Vele mensen zijn in
België komen werken waar ze het
leven hebben gelaten of hun
gezondheid erbij hebben
ingeschoten. Het is ook een vorm
van eerbetoon als we hun
vandaag stemrecht geven.
Het toekennen van het stemrecht
aan iedereen is vooral een
symbolisch gegeven, dat daarom
echter niet minder belangrijk is en
voor iedereen gevolgen zal
hebben. Is het niet normaal dat
alle inwoners van een gemeente
recht van spreken hebben over de
toestand van de wegen of de
veiligheid in de omgeving van de
scholen?

Als het in alle wijken veilig is en
men er in goede verstandhouding
leeft, als de zwakkere
bevolkingsgroepen uit de getto's
van de armoede kunnen breken,
dan komt dat toch iedereen ten
goede?

De integratie is niet mislukt, maar
de toekenning van democratische
rechten aan alle burgers die wettig
in België zijn gevestigd, kan haar
een stevig duwtje in de rug geven.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
sa nationalité, ait son mot à dire sur l'état de la voirie, sur le plan de
circulation, sur la propreté, sur la sécurité autour des écoles? L'intérêt
de tous n'est-il pas que l'harmonie et la sécurité règnent dans les
quartiers, dans tous les quartiers? L'intérêt n'est-il pas de sortir les
populations fragilisées du ghetto de la pauvreté? L'intérêt de tous
n'est-il pas d'intervenir à plusieurs niveaux: réhabiliter les quartiers en
difficulté, lutter contre le décrochage scolaire, améliorer la formation
professionnelle, combattre les discriminations à l'embauche?

Chers collègues, l'intégration n'est pas un échec. Très nombreux sont
les exemples d'intégration réussie mais, pour que la politique
d'intégration soit réellement réussie, nous devons répondre aux
causes du mal-être de bon nombre de nos concitoyens. Dans ce
contexte, accorder des droits démocratiques à tous ces citoyens
établis légalement et durablement chez nous, c'est donner un coup
d'accélérateur à ce processus d'intégration.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, beste collega's, het
probleem waarover we vandaag debatteren staat al jaren ter
discussie. Nu willen sommigen ons ­ in het bijzonder de CD&V ­
doen geloven dat het om de zoveelste communautaire botsing tussen
Vlamingen en Walen gaat. Men kan niet ernstig instemmen met een
zo weinig objectieve analyse. Laten we de zaken eens op een rij
zetten.

Het voorstel dat we vandaag bespreken, had reeds door de
paarsgroene regering moeten worden goedgekeurd. Bij de laatste
regeringsonderhandelingen werd klaar en duidelijk beslist dat het
stemrecht voor vreemdelingen zou worden overgelaten aan de
vrijheid van de parlementsleden. Dit betekent dus geenszins dat één
gemeenschap haar standpunt oplegt. Er is nooit een communautaire
ruzie geweest over dit probleem.
Le problème qui nous occupe
aujourd'hui fait l'objet de
discussions depuis des années.
Certains veulent à présent faire
croire qu'il s'agit d'un affrontement
communautaire. C'est là une
analyse peu objective. Lors des
négociations gouvernementales, il
a été décidé que ce serait le
Parlement qui, en toute liberté,
déciderait de l'octroi du droit de
votes des étrangers. Il n'est donc
pas du tout vrai qu'une
communauté linguistique impose
sa volonté à l'autre.
L'accord de gouvernement ne prévoit-il d'ailleurs pas la mise en place
d'un forum institutionnel au sein duquel plusieurs dossiers
communautaires sont déjà à l'ordre du jour? Tenter de faire croire que
ces questions seraient liées à un prétendu vote des francophones,
relatif au droit de vote des non-Européens n'est tout simplement pas
crédible.

Monsieur le président, mesdames et messieurs, chers collègues,
depuis le début de l'examen au Parlement de la proposition de loi, le
PS a adopté une attitude conciliante. Non, nous ne voyons pas de
raison de traiter différemment le droit de vote et l'éligibilité. Non, nous
ne voyons aucune justification à l'obligation qui serait faite pour les
étrangers de jurer de respecter la Constitution et les lois du peuple
belge. Est-ce à dire que les étrangers qui n'exécuteraient pas le droit
de vote ne devraient pas les respecter? Cela signifie-t-il que les
Belges et les Européens à qui cette obligation n'est pas imposée
pourraient transgresser nos lois? Tous les Belges respectent-ils et la
Constitution et nos lois? Non, nous ne voyons non plus aucune
justification mais néanmoins, le PS a accepté ces conditions.

Il a accepté afin de réunir une majorité suffisante, sans perdre son
sang-froid et en gardant toujours son attitude constructive, son
attitude loyale. Le PS a tenté de comprendre les arguments des
autres. Cette attitude du PS actuel me rappelle celle d'Emile
Vandervelde et de son épouse, grande féministe de l'époque. Dès
Laten uitschijnen dat de
communautaire dossiers die bij het
Institutionele Forum aanhangig
werden gemaakt, aan de
stemming van de Franstaligen
vóór het migrantenstemrecht
gelinkt zijn, is ongeloofwaardig.

De PS heeft sinds de aanvang van
de besprekingen over dit voorstel
een verzoenende houding aange-
nomen. Wij zien geen reden om
het stemrecht en het recht op
verkiesbaarheid te ontkoppelen.
Wij zien geen rechtvaardiging voor
de verplichting om te zweren dat
men de wetten en de Grondwet zal
naleven. Maar wij hebben deze
voorwaarden aanvaard om een
voldoende grote meerderheid te
halen. Wij zijn beheerst en loyaal
gebleven en hebben getracht het
standpunt van de anderen te
begrijpen.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65
1901, Emile Vandervelde avait déposé une proposition de loi en
faveur du droit de vote des femmes aux élections communales. Il
voulait non seulement le suffrage universel pour les hommes mais
également pour les femmes. Les libéraux de l'époque, bien que
favorables au droit de vote pour tous les hommes, avaient fait savoir
qu'ils ne soutiendraient pas les socialistes si ceux-ci persistaient à le
vouloir aussi pour les femmes. C'est alors que Mme Vandervelde fit
cette déclaration: "Considérant que l'égalité politique des deux sexes
constitue l'un des principes essentiels du socialisme, mais
considérant que la revendication immédiate de ce droit pour l'électorat
féminin menace de compromettre, pour l'heure, l'unité de l'action des
partisans du suffrage universel des hommes, je propose de
suspendre momentanément le mouvement, jusqu'à la victoire du
suffrage universel des hommes". Notre attitude, aujourd'hui, a été la
même: réaliste et constructive.

Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, comme
au moment de l'instauration du suffrage universel, de l'abolition de la
peine de mort ou de la reconnaissance du droit à l'interruption
volontaire de grossesse, nous assistons aujourd'hui, du moins je
l'espère, à un de ces moments où une société se grandit. Elle se
grandit en surmontant ses peurs et en faisant le choix d'un
supplément d'humanité.

Parce que nous voulons une société fondée sur l'égalité des hommes,
une société où la citoyenneté se partage, où la démocratie est
accessible à tous, et parce que nous nous souvenons de ce que notre
pays doit à l'apport de nos concitoyens d'origine étrangère, le groupe
socialiste soutient le projet qui est soumis aujourd'hui à nos suffrages.

En votant cette loi, chers collègues, ce sont tous les Flamands qui se
grandissent, ce sont tous les Bruxellois qui se grandissent, ce sont
tous les Wallons qui se grandissent. Bref, c'est tout un pays qui
s'honore.
Wij hebben dezelfde houding als
mevrouw Vandervelde aange-
nomen. De liberalen weigerden het
algemeen stemrecht te steunen
indien de socialisten het
wetsvoorstel van Emile
Vandervelde zouden doordrukken
dat ertoe strekte vrouwen
stemrecht te verlenen bij de
gemeenteraadsverkiezingen. Ten
aanzien van de onmiddellijke
dreiging zag mevrouw
Vandervelde de evolutie liever
tijdelijk geschorst dan dat het
algemeen stemrecht in het
gedrang kwam.

Zoals ten tijde van de goedkeuring
van het algemeen stemrecht, ten
tijde van de afschaffing van de
doodstraf, ten tijde van de
erkenning van de vrijwillige
zwangerschapsonderbreking, is
ook dit een van die momenten
waarop een maatschappij zichzelf
overstijgt. Wij willen dat het
burgerschap zaak is van iedereen
en dat eenieder toegang krijgt tot
de democratie.

De PS-fractie weet hoeveel we
aan de vreemdelingen te danken
hebben. We steunen dit
wetsvoorstel dan ook. De
goedkeuring van het stemrecht
voor iedereen strekt alle
Vlamingen, alle Brusselaars, alle
Walen, heel dit land tot eer.
19.20 Pieter De Crem (CD&V): Monsieur Di Rupo, je voudrais quand
même insister sur le fait que nous avons été ensemble dans un
gouvernement. Dans ce gouvernement, en 1998, nous avons fait des
travaux remarquables et, de temps en temps, moins remarquables.
Ce que nous avons fait ensemble, c'est le changement de l'article 8
de la Constitution, qui était l'ouverture. C'était fort intéressant.

Ne venez pas raconter des histoires ici, comme si vous étiez les seuls
généreux, et que les CD&V et les Flamands étaient les égoïstes du
groupe. Ce n'est pas le cas. Nous avons collaboré avec vous pour
élargir l'article 8 de la Constitution. C'est très important. La vérité a
ses droits.

D'abord les libéraux n'étaient pas contre. Dans le temps, le VLD était
dans l'opposition. Au sein de leur propre groupe, ils étaient en fait
pour, en tant que libéraux mais, pour d'obscures raisons tactiques, ils
se sont abstenus.

Ensuite, ce n'est pas le bureau du PS ici. Ici, nous faisons des
19.20 Pieter De Crem (CD&V):
Mijnheer Di Rupo, in 1998 zaten
we samen in de regering toen we
artikel 8 van de Grondwet hebben
gewijzigd om tot een grotere
openheid te komen. U moet nu
niet doen alsof alleen de
socialisten edelmoedigheid aan de
dag hebben gelegd. De CD&V en
de Vlamingen hebben samen met
u aan die openstelling gewerkt.

De liberalen waren niet tegen,
maar omdat ze in de oppositie
zaten hebben ze zich om tactische
redenen onthouden.

We bevinden ons hier niet op het
partijbureau van de PS. We
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66
analyses objectives. Les analyses objectives, ce sont justement les
chiffres. Je pense que vous lisez les journaux francophones, comme
"La Libre Belgique" de ce matin qui dit: "C'est bien dans une majorité
de communes bruxelloises que le potentiel se fera sentir. La
proportion de ces électeurs étrangers nouveaux, potentielle et
estimée par rapport aux chiffres des électeurs de la commune en
octobre 2000, s'élèverait par ordre décroissant à 35% à Saint-Josse,
c'est important, à 21% à Schaerbeek, à 20% à Molenbeek, à 17% à
Saint-Gilles, à 16% à Bruxelles-Ville, à 13% à Ixelles, à 11% à
Koekelberg et à Anderlecht, à 9% à Forest et à Etterbeek."

Ce sont les chiffres. Voilà aussi les réticences du MR. Je n'ai vu que
quelques applaudissements sur les bancs du MR parce que c'est
justement la cause du fait que les bastions de pouvoir du MR peuvent
aussi vaciller.

Enfin, l'attribution du droit de vote aux femmes. Qui était contre en
1948? Les socialistes étaient contre. Vous mélangez tout et vous
venez ici faire une présentation comme si vous étiez "les généreux".
Pourtant, ce sont les socialistes qui ont empêché le droit de vote des
femmes: il a fallu attendre un gouvernement homogène démocrate
chrétien avant qu'il soit finalement attribué.

D'ailleurs, c'est ce que vous avez fait ici: mélanger tous les dossiers,
mélanger celui-ci avec le dossier de l'avortement. C'était vraiment
déplacé. Je m'attendais même à ce que vous le liiez au dossier de
l'euthanasie. Chez nous, ici, au parlement, on tient des discussions à
un certain niveau. Je répète que ce n'est pas le bureau du PS, ici.
analyseren de toestand op een
objectieve manier, op grond van
cijfermateriaal zoals dit onder
andere in "La Libre Belgique"
verscheen en waaruit blijkt dat de
MR in Brussel misschien achteruit
zal boeren in enkele van haar
electorale wingewesten.

De socialisten waren tegen het
vrouwenstemrecht van 1948. Het
kon pas toegekend worden nadat
er een homogeen christen-
democratisch kabinet gevormd
was.

Men mag niet alle dossiers door
elkaar haspelen: de doodstraf,
vrijwillige zwangerschapsonder-
brekingen, waarom ook niet
euthanasie?
19.21 Hendrik Daems (VLD): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal
voor mijn fractie een aantal conclusies trekken uit het debat dat in de
Senaat en in de commissie van de Kamer. Ik denk dat niemand zich
de illusie maakt dat we hier in het halfrond mekaar nog zullen
overtuigen. Ik meen dan ook dat wij een aantal stellingnames duidelijk
moeten maken en inhoudelijk moeten weergeven waarom onze
fractie meent dat het voorliggende wetsontwerp, voordien
wetsvoorstel, geen goede oplossing is voor de uitdagingen in onze
samenleving aangaande de migrantenproblematiek. Ik zal daaraan
een aantal conclusies van eerder politieke aard verbinden.

Een van de elementen die onvermijdelijk hebben meegespeeld, is dat
we door de symboolwaarde van dit dossier maar een gedeeltelijk
debat over de argumenten hebben kunnen voeren. Ik denk dat dat
waar is. Wie iets anders beweert, heeft het gewoon niet bij het rechte
eind volgens mij. Trouwens, het percentage in de uiteenzettingen van
de collega's van Vlaams Blok en CD&V dat over andere partijen,
meer bepaald mijn partij ging, en niet over de fond van de zaak,
bewijst dat. Wij zitten hier niet in een debat over de fond, maar in een
soort van politieke competitie waarin ik de bal wil terugspelen aan
CD&V en Vlaams Blok omdat het debat, ook vandaag, niet echt
inhoudelijk werd gevoerd. Misschien komt dit nog. (Protest)

Waar gaat het over? Het gaat over het beleid dat moet worden
gevoerd ten aanzien van personen die hier blijven ­ migranten en in
dit geval niet-Europeanen ­, zodat het voor iedereen goed leefbaar
wordt in dit land. Het migrantenstemrecht is een heel klein aspect van
heel die problematiek. We hebben het dan over integratie, niet-
discriminatie en al dan niet migratie. Dat is het brede debat waarvan
19.21 Hendrik Daems (VLD): Je
tiens à préciser une fois encore
aujourd'hui pourquoi le droit de
vote des étrangers ne constitue
pas une bonne solution pour le
VLD. En raison de la valeur
symbolique de ce dossier, le débat
de fond n'a pu être que
partiellement mené. Les
interventions du Vlaams Blok et du
CD&V de tout à l'heure vont
également dans ce sens: ils
consacrent davantage d'attention
aux autres partis qu'au coeur de la
question.(Protestations sur les
bancs du Vlaams Blok et du
CD&V)


Il est crucial que nous nous
demandions quelle politique nous
devons mener à l'égard des
étrangers, en l'occurrence les
immigrés non européens, afin de
rendre la situation aussi viable que
possible pour tout un chacun. Le
droit de vote des étrangers ne
représente qu'un aspect mineur de
la problématique plus large de
l'intégration, de la discrimination et
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
in alles wat ik heb gezien en gehoord in Senaat en Kamer, maar een
klein gedeelte is belicht. Ik geef een voorbeeld. De vorige minister van
Binnenlandse Zaken en de huidige hebben de asielproblematiek wel
onder controle. Dat is de realiteit.

Het gedeelte waarover het hier gaat, is dat van de integratie. De VLD
is voor volwaardige, volledige integratie van mensen die hier bij ons
zijn en die hier willen blijven.

De vraag is hoe men dat doet. Men kan een eerste groot onderscheid
maken in dit halfrond tussen zij die voor integratie zijn en zij die ­
excuseer mij voor de uitdrukking ­ voor apartheid zijn. Er zijn in dit
halfrond fracties die de stelling verdedigen dat men cultureel apart
moet zijn en ­ dat is ook de stelling die de heer Jahjah verdedigt ­
voor de volle 100% de eigen culturele eigenheid moet behouden, met
alle bijhorende elementen. Dat is het principe van het eigen volk eerst,
zoals de heer Jahjah doet en waarbij apartheid wordt gepredikt. Wij
zijn daar volledig tegen. Met uitzondering van één fractie die minstens
de indruk geeft ook die stelling te verdedigen ­ misschien kunnen zij
dat in het verdere debat weerleggen ­ denk ik dat alle andere fracties
de houding aannemen de integratie volledig te willen maken.
Daarover zijn wij het eens.

Nogmaals, de vraag is hoe men dat doet en welke instrumenten men
daarvoor zal gebruiken? Dit is geen communautair debat, daarin geef
ik de heer Di Rupo gelijk, maar de houding en het aanvoelen
betreffende deze problematiek zijn in de twee landsdelen verschillend.
Dat moet men ook durven zeggen.

Als men de zaak inhoudelijk bekijkt, samen met de overgrote
meerderheid die voor integratie is van personen die hier blijvend
willen zijn, dan rijst de vraag hoe men tewerk gaat. Door zij die nog
niet geïntegreerd zijn apart te behandelen of door de stelling
"iedereen gelijk voor de wet" aan te kleven? Het is heel simpel. De
VLD is de mening toegedaan dat de beste wijze om tot integratie te
komen erin bestaat iedereen gelijk te stellen voor de wet, maar niet
aparte regels te maken, omdat men daardoor de integratie niet
bevordert. Integendeel, daardoor geeft men een bijkomende reden
om de stap niet te zetten. Waarom zou men zich integreren als men
niet geïntegreerd kan blijven en men bovendien toch een aantal
voordelen terzake krijgt? In Nederland noemt men dat een
pamperbeleid. Dat is wat oneerbiedig. Als men echter de Engelse
term ervan begrijpt, dan klopt het voor een stuk.

Het meningsverschil in het parlementaire debat over deze grote
thematiek ­ mensen die hier blijvend willen zijn, integratie, niet-
discriminatie, migratie, asielbeleid, migrantenstemrecht ­ spitst zich
dus, wat mij betreft, toe op de vraag: helpt wat hier vandaag voorligt
de integratie al dan niet? Mijn stelling is dat het integratieremmend
werkt en dat het integratie tegengaat. Ik verklaar mij nader. Hoe kan
men verklaren dat, volgens mij terecht, iemand na drie jaar Belg kan
worden, maar tevens de stelling verdedigen dat wanneer men na vijf
jaar passief stemrecht krijgt, dit een argument is om zich te integreren
door Belg te worden? Met alle respect, maar dat is natuurlijk larie.

Het is omgekeerd. Als men geen Belg wordt uit eigen vrije wil ­ ik
respecteer dat ­ dan is het heel duidelijk dat dit de integratie afremt.
Men krijgt dan echter na verloop van tijd, wanneer men uit eigen vrij
de l'immigration. Je rappelle que le
ministre actuel de l'Intérieur et son
prédécesseur, contrairement à
ceux qui les ont précédés, ont la
problématique de l'asile sous
contrôle. Le VLD est partisan
d'une intégration digne de ce nom.
Certaines personnes qui siègent
dans cet hémicycle sont en faveur
de l'apartheid. Ce point de vue est
d'ailleurs partagé par quelqu'un
comme Abu Jahjah, qui estime
que chacun doit pouvoir conserver
intégralement son identité
culturelle et renonce dès lors à
l'intégration. Mais à part un seul
groupe politique, je pense que
tous les autres membres, tout
comme nous, sont en faveur de
l'intégration.

Les avis divergent dans les deux
principales régions du pays en ce
qui concerne le meilleur moyen de
réaliser cette intégration. Les
pouvoirs publics doivent-ils traiter
les personnes non encore
intégrées différemment ou tous
sont-ils égaux devant la loi? Le
VLD a choisi la deuxième option.
Un traitement différent constitue
une raison supplémentaire pour ne
pas s'intégrer, surtout s'il offre
certains avantages.

La proposition visant à octroyer le
droit de vote aux immigrés ne
favorisera pas l'intégration. Toute
personne qui réside depuis trois
ans en Belgique peut devenir
belge. L'octroi d'un droit de vote
passif après cinq ans n'incitera
pas un étranger à user de cette
faculté. En même temps, on
créera ainsi parmi la population
autochtone l'impression que des
privilèges sont accordés à ces
immigrés. L'intégration s'en
trouvera donc affaiblie à tous les
niveaux.

Pour le VLD, la base de tout, ce
doit être un Etat libéral où certains
principes fondamentaux doivent
être respectés qui ont priorité sur
la spécificité culturelle. En vertu de
ces principes, les atteintes à la
liberté d'expression ou à l'égalité
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
68
wil besloten heeft ­ en dat wordt geaccepteerd in onze maatschappij
­ om geen volwaardig lid te worden van deze samenleving,
voorrechten. Het wordt althans zo begrepen. Met andere woorden,
wat de allochtoon zelf betreft, remt het de integratie af.

Er is echter meer. Ik kom aan het verschil tussen de inschatting, de
perceptie, het gevoel, het buikgevoel, de rede ­ noem het zoals u wilt
­ terzake tussen Vlaanderen en Wallonië. Dat bestaat. De Vlaming is,
zoals een Waal of een Brusselaar, met andere woorden zoals elke
Belg een gastvrij, tolerant, genereus, vrijgevochten persoon. Wij zijn
zo. Onze inschatting van ­ zo aangevoelde ­ rechten en voorrechten
is echter verschillend. Allochtonen die uit eigen vrije wil geen Belg
willen worden ­ om een reden die zij zelf moeten weten ­ een
voorrecht geven remt de integratie in plaats van ze te bevorderen. Bij
autochtonen ­ met inbegrip van de mensen die naar hier zijn
gekomen en Belg zijn geworden ­ wordt er daardoor weerstand
opgewekt, want men zegt dat niet iedereen gelijk is voor de wet en dat
men voorrechten geeft aan een bepaalde bevolkingsgroep.

De integratie ­ die van twee kanten moet komen en waarbij ook de
Vlaming in casu de allochtoon moet aanvaarden ­ wordt afgeremd
doordat met deze wet een beeld van voorrecht wordt geschapen. Met
andere woorden, zowel voor de allochtonen als voor de autochtonen
is dit integratieremmend. Dat is de hoofdreden waarom wij denken dat
het een slechte wet is wanneer u ze plaatst in het gegeven dat
integratie vooropstaat als beleid, in de context van hoe we een
ordentelijke samenleving kunnen maken. Met andere woorden, het is
het samenleven dat van belang is en niet apart leven.

Het kader waarbinnen dit moet gebeuren is voor mij trouwens een
liberale staat waar bepaalde grondbeginselen moeten gelden,
namelijk vrijheid van meningsuiting en gelijkheid van man en vrouw.
Collega's, volgens onze fractie hebben die basiswaarden voorrang op
de culturele waarden van anderen die hier tegenin gaan. Dat is een
belangrijk verschil tussen ons en de anderen. Ik aanvaard dus niet dat
wie dan ook in dit land omwille van de culturele eigenheid vindt dat
een vrouw minder is dan een man. Wie op basis van een
apartheidsidee ­ ieder zijn aparte cultuur ­ tegen het
migrantenstemrecht is, aanvaardt dat soort discriminatie binnen die
cultuur. Wij doen dat niet. Als u dat wilt, zal u alle kans krijgen om dit
te weerleggen. Het is niet de apartheidsfilosofie die ons in deze drijft,
het is de integratie van iedereen in een volwaardige samenleving die
ons drijft. Het voorstel dat hier voorligt werkt remmend op de
integratie van de allochtonen. En nog belangrijker, in Vlaanderen
werkt het remmend wegens het gevoel. Het werkt ook voor de
Vlaming remmend op de integratie. We maken dus een tweedeling in
de maatschappij.

Het is niet door een tweedeling te creëren dat men een goede,
harmonieuze samenleving met respect voor eenieders cultuur tot
stand zal brengen. Dat is de reden waarom wij dit wetsvoorstel, dat
ondertussen een wetsontwerp is geworden, niet aanvaarden.

De politieke conclusie is de volgende. De VLD heeft bij de
regeringsonderhandelingen weldegelijk ingestemd met het feit dat
hiervoor een parlementair debat nodig is en dat dit geen
regeringsaangelegenheid is. Wij waren en zijn er nog altijd van
overtuigd dat een volwaardig debat meer had kunnen opleveren dan
des hommes et des femmes sont
inacceptables.

Pendant les négociations
gouvernementales, le VLD a
déclaré qu'il était d'accord de
participer à un débat parlemen-
taire parce que nous pensions
qu'une bonne discussion donnerait
plus de résultats qu'un texte
presque inchangé. Or ce débat n'a
pas été mené comme il se doit en
raison de la valeur symbolique du
droit de vote pour les étrangers
non européens et des manoeuvres
politiciennes de certains groupes.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
69
een bijna ongewijzigde tekst. Het debat werd niet volwaardig gevoerd
en dit niet alleen wegens de symboolwaarde, maar ook wegens de
puur partijpolitieke insteek van sommige Vlaamse collega-partijen.
We hebben dat hier vandaag gezien. Als men een chronometer
neemt en meet hoe lang collega's het hebben gehad over de andere
partijen ­ nota bene ook de VLD ­ in vergelijking met hun
uiteenzetting over de fond van de zaak, is dat toch wel duidelijk.
(Tumult)

De voorzitter: Mijnheer Daems, collega's Van den Eynde en De Crem wensen u kort te onderbreken.
19.22 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik wil aan collega Daems zeggen dat de
hoofdverantwoordelijke voor wat hier op dit ogenblik gebeurt, de VLD
en de VLD alleen is. U capituleert immers ten overstaan van uw eigen
verkiezingsprogramma. U had uw kiezers beloofd dat er geen
vreemdelingenstemrecht zou komen. U capituleert totaal, u hijst niet
de blauwe maar de witte vlag, en nu komt u zeggen dat wij daarover
niet mogen spreken. Het probleem in Vlaanderen is dat er partijen
bestaan zoals de uwe.
19.22 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Le principal
responsable de ces événements
est le VLD et lui seul. Il capitule et
abdique son programme électoral.
Comment pourrions-nous passer
cela sous silence?
19.23 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer Daems, de fond van het
probleem is dat u hiervan een probleem hebt gemaakt omdat u uw
verkiezingsbelofte niet hebt kunnen waarmaken. Wij hebben hierover
een commissievergadering gehad waarop u aanwezig was. U bent
daar toch geweest? U had daar de kans om uw standpunt politiek en
inhoudelijk uiteen te zetten. Ik heb daar echter het timbre van uw stem
niet gehoord. Ik heb alleen gezien dat u de tweede dag van de
besprekingen, nadat Karel De Gucht zijn demarches had gedaan, het
hazenpad hebt gekozen en bent weggevlucht uit de commissie. Waar
u zelf de politieke afweging ten gronde moest maken, bleef u afwezig.
Komt u ons dan alstublieft niet verwijten dat wij wel de correcte
afwegingen zouden maken.
19.23 Pieter De Crem (CD&V):
Le problème fondamental, c'est
que le VLD n'a pas pu concrétiser
son programme électoral. Il a eu
l'occasion de défendre son point
de vue mais nous n'avons pas
entendu M. Daems. Il a déguerpi
après la démarche de
M. De Gucht en commission.
Donc, ne nous faites aucun
reproche!
De voorzitter: Mijnheer Annemans, u bent ingeschreven. Uw beurt komt nog. Nu heeft de heer Daems het
woord.
19.24 Hendrik Daems (VLD): Mijnheer de voorzitter, een eerste
politieke conclusie die ik wil trekken, is dat tijdens de
onderhandelingen en daarna de VLD akkoord is gegaan, en ook haar
congres, dat dit maatschappelijk debat ­ dat breder had moeten zijn,
dat correcter had moeten worden gevoerd en waarvan de vertaling
naar de publieke opinie via de media in onze inschatting niet altijd de
juiste weergave was, maar dat hoort nu eenmaal bij het spel ­ een
parlementair debat zou zijn. De eerste regel in de politiek is dat men
zijn woord houdt. Wij hebben ons woord gegeven, niet met plezier,
maar we houden ons woord. We hebben een parlementair debat
proberen te voeren. We zijn daar voor een deel in geslaagd, al was
het maar omdat vandaag iemand die geen voorstander is van
migrantenstemrecht, niet meer ­ zoals zes maanden geleden ­ de
facto asociaal zou zijn. Dat is misschien een kleine vooruitgang, maar
het is er één.

Ik kom tot de tweede politieke conclusie die ik heb gemaakt ten
opzichte van mijn collega's uit de Vlaamse partijen, die zich veeleer
met VLD-bashing hebben beziggehouden. Van het Vlaams Blok is dat
te verwachten, want u bent de apartheidsthesis genegen. Van CD&V
­ met alle respect, mijnheer De Crem ­ neem ik dat minder. Ik neem
19.24 Hendrik Daems (VLD):
Lors du congrès des membres du
parti et durant les négociations
menées en vue de la formation du
gouvernement, le VLD a consenti
à ce que ce débat soit mené au
Parlement. Nous tenons parole
même si cela nous est pénible. Le
débat aura au moins eu le mérite
d'éviter que les opposants au droit
de vote des étrangers soient
encore d'emblée taxés d'asociaux.

Le Vlaams Blok est favorable à la
thèse de l'apartheid. Rien
d'étonnant donc à ce que ce parti
s'acharne sur le VLD. Mais j'avais
espéré mieux du CD&V. D'ailleurs,
nul ne pense que le CD&V aurait
voté contre le droit de vote des
étrangers s'il avait été membre du
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
70
dat minder, omdat niemand, mijnheer Bogaert, gelooft dat u in het
halfrond tegen het stemrecht zou stemmen, mocht u deel uitmaken
van de regering. No way. U zou uw ziel daarvoor verkopen. Dat is de
realiteit. Ik zou het mezelf...
gouvernement.
De voorzitter: Mijnheer De Crem, laat de heer Daems zijn zin af maken.
19.25 Hendrik Daems (VLD): Ik zou het mezelf...
De voorzitter: Laat de heer Daems zijn zin af maken.
19.26 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
geef collega Daems honderd procent gelijk. Hij geeft een heel mooie
schets. Ik wil dat met deze interventie onderstrepen. Hij geeft toe dat
de VLD door de knieën is gegaan, maar hij beweert dat CD&V ook
door de knieën zou zijn gegaan. De linkerzijde zegt dat wanneer het
vreemdelingenstemrecht moet worden goedgekeurd, het wordt
goedgekeurd. Met wie zij regeren, speelt geen rol, want er zijn altijd
mensen die door de knieën zullen gaan. Dat zegt de heer Daems en
hij heeft groot gelijk.
19.26
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Quelle belle
défense: "nous avons capitulé
mais d'autres en auraient fait
autant...". Certaines personnes
finissent bien évidemment toujours
par céder.
19.27 Hendrik Daems (VLD): De realiteit is dat niemand zichzelf dat
zou vergeven en de kiezer ons niet. Ik ben ervan overtuigd dat als
morgen ­ met alle respect voor de collega's ­ CD&V een regering zou
kunnen maken en de prijs daarvoor zou de goedkeuring van het
stemrecht voor migranten zijn, zij dat dan zouden doen. Dat is de
waarheid. Ik zal dat illustreren.
De voorzitter: Ik zal het woord geven aan de heer De Crem.
19.28 Hendrik Daems (VLD): Mijnheer de voorzitter, sta met toe
mijn stelling eerst te illustreren.
De voorzitter: Goed, daarna krijgt u het woord, mijnheer De Crem.
19.29 Hendrik Daems (VLD): Ik wil dat heel kort illustreren. Immers,
de meest populaire politicus vandaag ­ toch volgens de peilingen ­
van CD&V-signatuur, Jean-Luc Dehaene, die dringend moet worden
opgevoerd voor de verkiezingen, dezelfde is die in 1997 in tempore
non suspecto in alle duidelijkheid ­ wat de man siert ­ heeft gezegd:
"Voor mij moeten de migranten naar de stembus kunnen in 2006".
Dus, met alle respect, collega's van CD&V, ik accepteer alle
argumenten, maar als u hier komt beweren dat u dat zou
tegenhouden en dat de VLD het doorlaat, dan is dat pure nonsens.
Het is pure nonsens. Wij zijn ermee akkoord gegaan ­ en dat is de
essentie van het verhaal ­ dat het Parlement daarover moest
debatteren. Wij houden ons woord. Wij hebben geen volwaardig
debat gekregen, maar wat wij niet willen is de terugkeer naar de tijd
toen in het regeerakkoord het zinnetje stond dat er niets mocht
gebeuren als niet alle partners ervoor waren, waardoor het Parlement
gewoon een lege doos was. Dat was uw manier van besturen!
19.29 Hendrik Daems (VLD): Le
CD&V en paierait volontiers le prix.
En 1997, l'homme politique le plus
populaire du CD&V a déclaré qu'à
ses yeux, il fallait accorder le droit
de vote aux étrangers d'ici à 2006.
A présent, les chrétiens-
démocrates ne doivent pas
affirmer qu'ils s'opposeraient au
droit de vote des étrangers. Par le
passé, l'accord de gouvernement
stipulait d'ailleurs tout simplement
que ce genre de débat était exclu.
Le Parlement n'était plus qu'une
coquille vide.
19.30 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vind de
heer Daems een uitzonderlijk goede spreker, want dat zinnetje staat
nu niet meer in het regeerakkoord, maar hij krijgt in elk geval zijn wil
niet doorgedrukt. Ik moet zeggen dat u wel bijzonder eigenaardige
redeneringen opbouwt, mijnheer Daems. Ik lees in uw Burgerkrant:
"De VLD schrijft met het debat rond het migrantenstemrecht politieke
19.30 Pieter De Crem (CD&V):
M. Daems tient en l'espèce un
raisonnement particulièrement
singulier. On peut lire dans le
"Burgerkrant" que le VLD écrit une
page d'histoire dans le cadre du
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
71
geschiedenis". Echt waar, om een volkspartij te worden ­ want u wil
ook een volkspartij zijn ­, moet u toch heel goed weten dat de
meerderheid van de Vlamingen tegen het migrantenstemrecht is. Het
enige wat u doet is een congres bijeenroepen, dat congres met 99%
tegen het migrantenstemrecht laten stemmen en dan zeggen: met die
99% kunnen wij er eigenlijk niets aan doen, het zal toch gerealiseerd
worden. Mijnheer Daems, volgens welke logica speelt u hier eigenlijk?
Ik weet niet wat u gegeten hebt of in welke sfeer u hier rondwaart,
maar u hebt hier een bijzonder eigenaardige logica opgebouwd
waarin niemand gelooft.

U verwijst naar feiten in het verleden. Wij hebben een congres
gehouden in Kortrijk. Op dat congres hebben wij gezegd dat het
stemrecht gebonden blijft aan nationaliteit. Wij zullen niet zoals de
VLD plat op de buik gaan en onze congresbesluiten inslikken. Zoveel
is duidelijk Dat is het verschil tussen u en mij.
débat sur le droit de vote des
étrangers. Si le VLD entend être
un parti populaire, il doit prendre
conscience du fait que les
Flamands y sont opposés.
Personne n'adhère à la logique
bizarre de M. Daems.

Lors de son congrès, le CD&V a
décidé que le droit de vote devait
être associé à la nationalité. Nous
ne nous mettrons pas à plat
ventre, comme le VLD, en ignorant
une décision du congrès. C'est là
la différence entre vous et moi.
19.31 Hendrik Daems (VLD): Wij beleven een primeur vandaag,
collega's. Dat wil ik toch meegeven aan dit halfrond en vooral aan de
collega's die het ontwerp, het voormalige voorstel, zullen goedkeuren,
wat hun recht is. Het zou gek zij indien wij niet aanvaardden dat,
wanneer er een meerderheid is in het halfrond, die beslissing zou
doorgaan, zelfs al zint zij ons niet. En dit zint ons helemaal niet. Wat
wel waar is ­ en dat is een primeur ­, is dat wij hier iets gaan
meemaken waarbij een fundamenteel gegeven, dat de Vlamingen
beroert, dat door de publieke opinie sterk wordt aangevoeld ­ sterk of
niet, zij voelt het zo aan ­ en dat in ieder geval gaat over een
democratische besluitvorming die fundamenteel is voor de
democratie, zal worden goedgekeurd met slechts een vierde van de
Vlaamse stemmen in dit halfrond.

Dat is een primeur. Waarom geef ik u dat mee? Ik doe dat niet om te
culpabiliseren, want dat is verkeerd. Ik doe dat om aan te geven dat
diegenen die in 1998 de Grondwet hebben gewijzigd ­ op dat punt
had de vorige spreker gelijk ­, waardoor het mogelijk werd dat niet bij
een bijzondere wet of minstens bij een tweederde meerderheid of
minstens een meerderheid in elke taalrol dit democratisch gegeven
zijn besluit kon vinden, in deze een verantwoordelijkheid dragen. Het
zou hen sieren indien zij die zouden opnemen.

Hoe dan ook, het is een heel slechte zaak voor de democratie. Ik zeg
dat in alle vrijmoedigheid aan de Franstalige collega's en aan het deel
van de Vlaamstalige collega's die het ontwerp zullen goedkeuren, wat
­ nogmaals ­ hun recht is. Het is echter een slechte primeur. Voor de
toekomst zal het een aantal evenwichten, die in dit halfrond nodig zijn
om een moeilijk land zoals België met zijn verschillende landsdelen te
besturen, bemoeilijken. Dat is niet zo omdat wij dat zo willen, maar
omdat dit soort van primeur toch wel een nieuw tijdperk terzake
inluidt. Het ware veel beter geweest dat om het even wat in dit dossier
zou zijn goedgekeurd met een meerderheid in de twee landsdelen.
Dat is de waarheid en een tweede reden waarom, los van het feit dat
ik u heb uitgelegd waarom wij ­ ondanks het feit dat wij vóór integratie
van migranten zijn ­ vinden dat wij tegen het voorstel moeten zijn, ik
ten zeerste de vergissing betreur die erin bestaat dat soort van
precedent en primeur toe te laten. Dat is een verantwoordelijkheid die
eenieder voor zich moet opnemen.

Mijnheer de voorzitter, ik besluit.
19.31 Hendrik Daems (VLD): Il
serait insensé de ne pas accepter
qu'une décision que nous ne
cautionnons pas soit néanmoins
mise en oeuvre lorsqu'elle est
soutenue par une majorité au sein
de cet hémicycle. Le débat de ce
soir s'articule autour d'un
processus de décision démo-
cratique fondamental pour la
démocratie.

L'approbation de cette loi par un
quart seulement des voix
flamandes au Parlement constitue
une première. Ceux qui ont
modifié la Constitution en 1998 et
ont ainsi permis aujourd'hui
l'adoption d'un tel projet de loi en
l'absence d'une majorité spéciale
ou d'un autre mécanisme de
protection portent une
responsabilité. Il serait tout à leur
honneur d'assumer cette
responsabilité.

C'est une première à marquer
d'une pierre noire, qui compromet
certains équilibres nécessaires à
la gouvernance d'un pays difficile
à gouverner comme la Belgique. Il
aurait été préférable d'approuver
cette loi par une majorité dans les
deux parties du pays. C'est là une
autre raison pour laquelle nous
sommes opposés à la proposition.

Si les libéraux ont voté contre le
droit de vote pour les étrangers
lors du congrès du VLD, c'est
parce que le VLD est partisan de
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
72

Er werd verwezen naar ons congres. De heer De Crem kent ons
congres van buiten. Hij heeft onze Burgerkrant. Ik zal eens nakijken of
hij ook lid is van onze partij, want anders heeft hij het krantje ergens
anders gekregen. Ons congres heeft niet zo lang geleden beslist ­
niemand heeft dat hier gezegd ­ dat VLD tegen stemrecht voor
migranten is. Wij zijn tegen het voorstel omdat wij vóór integratie van
migranten zijn, omdat wij vóór samenleven en tegen apart leven zijn,
omdat wij vóór integratie en tegen apartheid zijn, omdat wij tegen het
feit zijn dat bepaalde culturele waarden niet te gedogen vallen in een
normale, moderne, liberale samenleving die wij allemaal wensen.
Daarom stemmen wij ook tegen het voorstel, na een debat dat
onvoldragen is geweest.

Ten tweede, ons congres heeft gezegd dat wij een referendum willen.
U heeft hier nu allemaal de kans ­ het voorstel ligt voor ­ om met ons
goed te keuren dat er een volksraadpleging komt. Het voorstel ligt
klaar. Ik kijk dus uit naar het stemgedrag van iedereen. Collega's, ons
congres heeft als tweede punt gezegd dat wij een volksraadpleging
willen. Het voorstel is er. U, iedereen, heeft de kans om ermee in te
stemmen.

Op ons congres werd in alle duidelijkheid gezegd dat deze
problematiek een heel belangrijk gegeven is waarmee we niet kunnen
instemmen omdat het verkeerd is. De werkzaamheden van de
regering zijn echter te belangrijk om ze omwille van deze thematiek
stop te zetten.

Ik ben niet bang dit te herhalen. Voor de VLD zijn de in de regering
reeds behaalde resultaten die in de praktijk moeten worden
uitgevoerd en de beslissingen die nog moeten worden genomen die
voor de samenleving in haar geheel en voor de ondernemingsleven in
het bijzonder dringend nodig zijn, té belangrijk om te laten vallen
omwille van een partijpolitiek gegeven gewenst door een oppositie
waarvan niemand beter en iedereen slechter wordt. De VLD staat
voor een regeringsbeleid dat krachtig wordt voortgezet en waar de
liberale stempel groter is. We zullen het debat voeren over de
resultaten van een Ministerraad zoals Gembloux. De volgende
maanden zullen we bewijzen dat die punten voor ons belangrijk zijn
waarmee we de problemen van de mensen en de problemen van het
ondernemingsleven kunnen oplossen. Dat zal de VLD in de regering
doen met volle kracht.
l'intégration des immigrés et qu'il a
la conviction que certaines valeurs
culturelles ne doivent pas être
tolérées dans une société
normale, moderne et libérale. Par
ailleurs, le congrès s'est prononcé
pour l'organisation d'un
référendum. Chaque parlemen-
taire aura d'ailleurs l'occasion
d'approuver la proposition que
nous avons déposée à ce sujet.

Pour le VLD, les réalisations
dont le gouvernement peut déjà
se créditer et ses projets pour
l'avenir sont essentiels. Aussi
soutenons-nous pleinement le
gouvernement, et nous le
prouverons dans les mois à
venir.
19.32 Philippe Monfils (MR): Monsieur le président, messieurs les
ministres, chers collègues, le moins que l'on puisse dire c'est que le
débat sur le droit de vote des étrangers aux élections communales n'a
pas fait dans la dentelle, que ce soit en commission ou en séance
publique: sous-entendus et déclarations haineuses parfois, contre-
vérités et intoxication de l'opinion publique ensuite, et, enfin, on le sait,
victime sacrifiée en final de cette tragi-comédie.

S'il est fatal qu'au début des discussions, le citoyen privilégie la
passion sur la raison, je suis un peu marri qu'une attitude analogue ait
régné sur les bancs, au Sénat comme à la Chambre. Car enfin, on
cherche vainement une once de vérité dans certaines assertions
proférées solennellement en commission et qui viennent encore d'être
reprises en séance plénière. Ainsi en est-il du reproche selon lequel
les francophones auraient imposé leur volonté aux Flamands, chose
19.32 Philippe Monfils (MR): Het
debat over het vreemdelingen-
stemrecht ontspoorde. Dat de
passie het in aanvang zou halen
op de rede, leek onvermijdelijk. Ik
betreur echter de houding waarvan
we zowel in de Senaat als in de
Kamer getuige waren. Wie met het
verwijt komt dat de Franstaligen
hun standpunt aan de Vlamingen
willen opdringen, lijdt aan
geheugenverlies. Denken we aan
het dossier-Francorchamps. We
leven niet in een confederale
Staat. Wanneer het Parlement
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
73
qui ne se serait jamais produite dans l'autre sens et qui devrait
naturellement amener une riposte immédiate.

Chers collègues, à quel jeu joue-t-on? Nos collègues du Nord du pays
sont-ils frappés d'amnésie? Dans un autre dossier, celui de
l'interdiction de la publicité pour le tabac à Francorchamps, je me
rappelle que 80% des francophones étaient favorables à la levée de
l'interdiction de publicité avec le VLD, alors que tous les autres
Flamands ont voté contre. Que s'est-il passé? Nous avons perdu un
an, un an et demi. Nous avons encouru des risques pour le
développement économique de notre région. A ce moment-là, nous
n'avons pas crié au drame communautaire. Nous avons eu les
élections et réglé nos comptes avec le parti francophone qui n'avait
pas voté avec nous. Ensuite, nous sommes revenus et nous avons
convaincu les Flamands de la justesse de nos positions jusqu'à
obtenir un vote quasi unanime.

Encore il y a deux jours ­ cela devient une maladie dans ce
Parlement -, les Flamands ont constaté qu'ils étaient les seuls à voter
une résolution en commission de la Santé. Il s'agissait une nouvelle
fois d'un problème communautaire. Une fois de plus, le président de
la commission a sagement constaté que nous votions en hommes
libres et responsables et qu'il n'était aucune question d'un vote
communautaire.

D'ailleurs, nous ne sommes pas dans un système confédéral.
Lorsque, comme c'est le cas aujourd'hui ou comme c'était le cas dans
l'affaire de Francorchamps, c'est le parlement qui décide sans
intervention du gouvernement, donc de la majorité, ce type de
décision peut se prendre ainsi et pourra encore se reproduire à
l'avenir.

Les menaces, que j'ai entendues tout au long de la discussion en
commission du style "vous avez cédé, l'addition après les élections
régionales sera salée au moment des négociations communautaires",
me laissent totalement froid. Il faudrait que la Flandre cesse de
cultiver son complexe de supériorité par rapport aux Wallons et aux
francophones, dans lesquels "on rentre comme dans du beurre" pour
quelques dizaines de millions d'euros destinés à l'une ou l'autre
matière régionale ou communautaire. Ce temps-là est révolu.

Si négociation il y a, ce sera entre partenaires égaux, toute avancée
du Nord se doublera de l'avantage équivalent au Sud, si toutefois, les
francophones estiment utile d'ouvrir les cahiers de revendications.
Bref, en attendant cet éventuel futur round, nous resterons, du côté
francophone, pour reprendre l'expression à la mode chez les jeunes,
"super mega cool".

Certains groupes n'ont pas hésité non plus à jeter le trouble dans
l'opinion publique en essayant de faire croire au raz-de-marée
inévitable des étrangers qui envahiraient les majorités communales.
La longueur des débats et la dramatisation sérieusement entretenue
conduisaient à cette impression que l'on ressent encore dans la
population.

De quoi est-il question finalement? On l'a dit, de 150.000 personnes,
pour la plupart âgées, présentes depuis bien longtemps dans notre
pays, totalement en symbiose, vivant d'ailleurs avec la population
zich buigt over een aangelegen-
heid waarover de regering geen
standpunt innam, is het normaal
dat de zaken op die manier
kunnen verlopen.

De bedreigingen laten me
overigens koud. Het wordt tijd dat
de Vlamingen hun superioriteits-
gevoel laten varen. Als er
onderhandeld wordt, zullen de
partijen op gelijke voet staan.

Sommigen laten uitschijnen dat de
maatregel een vloedgolf zal
veroorzaken. Maximum 150.000
mensen, of 1,5% van het
kiezerskorps, zal stemrecht
krijgen. De heer De Crem zwaaide
met een artikel uit "La Libre
Belgique" waarin gezegd wordt dat
de maatregel in sommige
gemeenten tot belangrijke
verschuivingen zal leiden. Zelfs als
alle niet-Europese vreemdelingen
op dezelfde manier zouden
stemmen, zou het nog maar om
26.000 stemmen gaan.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
74
belge sans problème. On a cité les Marocains entrés en Belgique il y
a de nombreuses années, et les Turcs aussi, qui ont pris des postes
de travail vacants à l'époque, qui sont restés parce qu'il y avait du
travail et qui ont d'ailleurs fait souche. Il y avait aussi, on l'oublie, des
ressortissants d'autres nationalités. Je rappelle qu'il y a actuellement
des ressortissants de 170 pays à Liège, 150 à Charleroi, 200 à
Bruxelles-Ville, 190 à Anvers, parfois une ou deux personnes de la
même nationalité. Il y a, au total, à peu près 7.800.000 électeurs et,
tout compris, il y aurait 150.000 étrangers hors Union européenne,
soit 1,5%.

M. De Crem a brandi l'article de "La Libre Belgique" en disant qu'ils
étaient à Molenbeek, à Schaerbeek, etc.

Monsieur De Crem, quand vous brandissez ce texte, vous devriez
quand même lire l'ensemble car, si j'ai bonne mémoire, le journaliste
ajoute que c'est évidemment à 100%. Si jamais les étrangers hors
Union européenne votaient de la même manière que les étrangers de
l'Union européenne, à 17 ou 20%, cela ferait exactement 26.000
étrangers hors Union européenne qui voteraient dans l'ensemble des
communes. Ce n'est certainement pas un raz-de-marée!
19.33 Pieter De Crem (CD&V): Monsieur le président, le discours du
ministre Monfils est quand même assez contradictoire. Il dit tout
d'abord, du point de vue du principe, que le droit de vote aux
étrangers doit être attribué mais il espère, d'un autre côté, que
personne n'en fera usage.
19.33 Pieter De Crem (CD&V):
De toespraak van de heer Monfils
bevat een tegenstrijdigheid. Hij
verdedigt het principe van de
toekenning van het stemrecht, en
tegelijkertijd hoopt hij dat dit recht
niet zal worden uitgeoefend!
19.34 Philippe Monfils (MR): Monsieur De Crem, je n'ai pas dit cela.
19.35 Pieter De Crem (CD&V): C'est une analyse politique. En
principe, on attribue le droit de vote mais on espère que personne
n'en profitera.
19.36 Philippe Monfils (MR): D'abord, vous n'avez pas lu
complètement l'article de "La Libre Belgique". Vous vous êtes arrêté
en disant qu'on verra bien ce qui se passera.

Ensuite, quelle est cette manière de considérer que tous les étrangers
qui sont à Schaerbeek, à Molenbeek ou ailleurs vont tous voter, je ne
sais d'ailleurs pas pour qui? Jusqu'à preuve du contraire, on n'a pas
encore mis de caméra dans les isoloirs et j'ignore complètement s'ils
voteront pour le PS, pour le MR, pour le cdH ­ j'espère qu'ils voteront
pour nous, bien entendu ­ ou pour tout autre parti. Cette attitude
visant à dire que ce sera un raz-de-marée et que cela va bouleverser
les majorités communales, je ne sais vraiment pas où on va la
chercher.
19.36 Philippe Monfils (MR): Dat
is helemaal niet waar. Ik beweer
dat u het artikel van "La Libre
Belgique" niet volledig heeft
gelezen. Waarom meent u dat alle
vreemdelingen op dezelfde manier
hun stem zullen uitbrengen? Ik
weet niet waar u uw alarmerende
berichten over een politieke
aardverschuiving vandaan haalt.
19.37 Pieter De Crem (CD&V): Je peux vous prédire aujourd'hui ce
que vont faire vos électeurs à Bruxelles. Et ce n'est pas une prédiction
de "Madame Soleil", c'est véridique. Je peux vous prédire aujourd'hui
ce que vont faire les électeurs MR à Bruxelles.
19.37 Pieter De Crem (CD&V): Ik
heb ze nochtans niet in de glazen
bol van madame Soleil gezien. Het
is de waarheid. Ik kan u
voorspellen wat er met uw
kiezerskorps in Brussel zal
gebeuren.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
75
19.38 Philippe Monfils (MR): Monsieur De Crem, si vous vous
occupiez un peu de vos électeurs et pas des nôtres. Je constate
depuis un certain nombre de mois ou de trimestres, alors même que
le débat fait rage et que vous avez voulu le dramatiser, que le MR se
porte bien. Il augmente de 0,2 de 0,3 ou de 0,4%. Les choses vont
très bien et, croyez-moi, si les élections avaient lieu demain, je serais
content qu'elles se passent sur la base des sondages qui sont
actuellement les nôtres depuis plusieurs trimestres. Sur ce plan,
comme dit l'autre: "Occupez-vous de vos amis, mes ennemis, je m'en
charge". Donc, occupez-vous de vos électeurs, je vous assure que les
nôtres vont très bien. Nous sortons d'un débat difficile, où nous
n'avons pas eu le temps d'expliquer à la population les raisons pour
lesquelles nous avons approuvé ce droit de vote des étrangers hors
Union européenne pour les communales.

Pas d'angoisse, nous verrons bien. Nous nous retrouverons aux
élections régionales de juin et nous verrons à ce moment-là qui a tort
et qui a raison. Je reste extrêmement confiant.

D'ailleurs, nos électeurs savaient bien que nous étions d'accord sur le
droit de vote. C'est au congrès de Liège du 20 mai 2000 que la
décision de l'accepter a été prise, moyennant des conditions qui se
retrouvent d'ailleurs dans la proposition qui sera votée tout à l'heure.
Cette attitude du MR a été rappelée clairement dans toutes les
réunions. Si la première tentative de faire passer le droit de vote a
tourné court en mars 2002, si je ne m'abuse, c'est parce que - on le
sait - le VLD en avait fait une question de gouvernement. Cela n'avait
pas été prévu. On n'avait pas d'autre solution que d'arrêter la
discussion pour maintenir le gouvernement.

Mais, dès l'arrêt du débat, le vice-premier ministre, Louis Michel, avait
clairement expliqué que le sujet figurerait à nouveau dans le cadre de
la déclaration gouvernementale suivante. C'est ce qui a été fait.
Comme il n'y a pas eu d'accord dans la déclaration gouvernementale,
on a renvoyé cette question au parlement en le priant de se prononcer
sur l'octroi du droit de vote et d'éligibilité des étrangers au niveau
communal. C'est ce qui est en voie d'être achevé. Donc, il n'y a pas
de surprise: nos électeurs savent depuis des années que nous
sommes partisans de ce droit de vote. Je constate simplement qu'au
fil des ans, ils nous font confiance et que cette confiance est
actuellement en hausse.

Autre élément: l'acharnement employé à empêcher le vote de cette
proposition me laisse perplexe. Car, enfin, ce sont les étrangers les
mieux intégrés dans la société belge qui sont considérés par vous
comme de véritables fauteurs de troubles. Il y a, dans ce pays comme
dans ceux qui nous entourent, des phénomènes inquiétants:
fondamentalisme religieux, antisémitisme, négation de certaines
valeurs qui sont les principes fondamentaux de notre société,
auxquels on ne peut déroger. Il faut évidemment combattre ces
déviations et ces agressions et se montrer sans pitié à l'encontre de
ceux qui ne pratiquent ni la tolérance ni le respect de l'autre, qui ne
reconnaissent pas l'égalité et le refus de la discrimination, qui
méprisent les droits de la femme ou qui, par violences, injures, et cris,
attaquent des membres de la communauté juive - on en a encore
parlé tout récemment ­ nous renvoyant à une époque que l'on ne
croyait plus jamais revoir.
19.38 Philippe Monfils (MR): U
zou zich beter om uw eigen
kiezers dan om de onze
bekommeren. Sinds het debat
over het stemrecht in alle
hevigheid woedt, gaat het de MR
voor de wind. Ik zou wel willen dat
de verkiezingen morgen konden
plaatsvinden.

Bovendien kenden onze kiezers
ons standpunt inzake het
stemrecht en ze schenken ons
hierin hun vertrouwen. Op het
congres te Luik van 20 mei 2000
hebben we beslist het stemrecht te
aanvaarden mits er aan enkele
voorwaarden werd voldaan die nu
in het voorstel zijn opgenomen.

De eerste poging om het
stemrecht aan te nemen mislukte
omdat de VLD van dit onderwerp,
dat niet in de regeringsverklaring
stond, een regeringszaak had
gemaakt. Maar Louis Michel had
aangekondigd dat hij na de
verkiezingen de aangelegenheid
terug op de agenda zou plaatsen
en hij heeft woord gehouden.
Omdat het onmogelijk bleek
binnen de regering overeen-
stemming te bereiken over dit
thema, werd het naar het
Parlement doorverwezen.

Ik verbaas me over de
hardnekkigheid waarmee u tegen
deze wet tekeer gaat. De best
geïntegreerde vreemdelingen
worden uitgesloten! Men kan niet
ontkennen dat er zich
onrustwekkende ontwikkelingen
voordoen
­ religieus
fundamentalisme, antisemitisme ­
maar dat heeft niets te maken met
het stemrecht van burgers die hier
al lang wonen, onze wetten
respecteren en het stadsleven
mee kunnen bepalen.

Sommigen zullen tegenwerpen dat
de vreemdelingen beter af zouden
zijn met de toekenning van de
Belgische nationaliteit dan met
stemrecht. Dat zou een valabel
argument kunnen zijn als we
andere rechten hadden
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
76
Mais toutes ces attitudes n'ont strictement rien à voir avec le droit de
vote donné à des citoyens qui, parce qu'ils sont là depuis longtemps,
portent un jugement - comme tout autre citoyen - sur la politique
concrète de la cité: en aménagement du territoire, en sécurité, en
propreté, en circulation, en protection sociale des plus démunis.

C'est cet amalgame-là que nous ne pouvons pas accepter. Ceux qui
vivent d'après nos lois ne doivent pas être inquiétés ni être considérés
comme des citoyens de seconde zone; ceux qui s'en écartent doivent
subir, évidemment, les rigueurs de la loi.

On nous dira naturellement qu'au lieu de revendiquer le droit de vote,
les étrangers seraient mieux inspirés de devenir belges. Comme cela,
ils obtiendraient les avantages et les obligations de tout ressortissant
de notre pays. L'argument serait, évidemment, à prendre en
considération si l'on avait généralisé le droit de vote à d'autres
niveaux de pouvoir, avec en prime le droit d'éligibilité. Alors, en effet,
on pourrait objecter: "comment peut-on permettre à des non-Belges
d'assumer l'exercice de fonctions relevant de la puissance publique?"
Ce serait, bien entendu, pour nous, inacceptable. Dans cet esprit,
nous refusons d'ailleurs d'octroyer à un étranger hors Union
européenne le droit d'être échevin, bourgmestre, président de CPAS,
député régional ou fédéral. S'il veut briguer une telle charge, qu'il
devienne belge. La gestion des organes de l'Etat doit appartenir aux
citoyens de cet Etat. L'exception étant due à la directive européenne
qui impose d'octroyer le droit d'éligibilité aux Européens, mais
uniquement, bien sûr, pour les élections communales.

Le projet en discussion est limité dans le nombre de bénéficiaires de
ce droit, dans sa portée aussi puisqu'il ne vise que le droit de vote aux
élections communales, dans son libellé enfin, puisque trois conditions
doivent être remplies:
1. Une présence continue, légale, ininterrompue de cinq ans avant
l'introduction de la demande.
2. Une demande de la personne. Le droit n'est pas accordé
automatiquement. Il l'est sur demande et à partir du moment où le
droit est accordé parce qu'il a été demandé, l'étranger suit
évidemment toutes les règles applicables aux Belges. S'il ne va pas
voter, il peut naturellement être sanctionné.
3. Enfin, c'est une condition à laquelle nous tenons tout
particulièrement, le demandeur doit signer une déclaration, par
laquelle il s'engage à respecter la Constitution et les lois du peuple
belge et la convention de sauvegarde des droits de l'homme et des
libertés fondamentales.

Certains collègues ont critiqué à l'envi cette stipulation sous prétexte
qu'elle introduirait une discrimination par rapport aux ressortissants de
l'Union européenne qui, eux, n'y sont pas soumis.

Je ferai d'abord observer que l'article 8 de la Constitution établit une
distinction entre le droit de vote des citoyens de l'Union européenne,
qui doit être octroyé conformément aux obligations internationales et
supranationales de la Belgique, dont la directive de 94 qui le permet,
et l'extension du droit de vote aux résidents non membres de l'Union,
qui peut se faire aux termes de l'article 8 de la Constitution dans les
conditions et les modalités déterminées par la loi.

Il est évident aussi que le principe d'égalité ne demande un traitement
toegekend, zoals stemrecht op
andere beleidsniveaus en
verkiesbaarheid. Niet-Belgen
mogen echter geen openbare
functie bekleden. De staats-
organen moeten door de eigen
staatsburgers worden beheerd, al
geldt er wel een uitzondering voor
EU-staatsburgers, binnen een
bepaalde termijn et met bepaalde
beperkingen.

De implicaties van het
onderhavige wetsontwerp zijn dus
begrensd : het aantal begun-
stigden is beperkt, de draagwijdte
ervan is beperkt, en zelfs de
formulering houdt grenzen in. Er
worden meer bepaald drie
voorwaarden gesteld: de
betrokkene moet vijf jaar op het
Belgische grondgebied verblijven,
er moet een aanvraag worden
ingediend en een verklaring
worden ondertekend waarin de
betrokkene zich ertoe verbindt de
Grondwet en de wetten van het
Belgische volk en het Verdrag tot
bescherming van de rechten van
de mens na te leven.

Sommigen hadden kritiek op die
bepaling, die niet geldt voor EU-
onderdanen. Het stemrecht voor
EU-staatsburgers staat echter in
de Grondwet, meer bepaald in
artikel 8, terwijl de uitbreiding van
dat stemrecht tot niet-EU-burgers
conform de voorwaarden en
modaliteiten van een wet kan
worden geregeld. Bovendien
hebben Europese staatsburgers
per definitie diezelfde democra-
tische waarden, en zelfs de
nieuwe lidstaten respecteren het
acquis communautaire, waarvan
de basisregels in de toekomstige
Europese Grondwet ingeschreven
zullen worden. Bij niet-EU-burgers
gaat men na of ze die regels ook
echt naleven, door hun te vragen
zich door dat gebaar symbolisch
tot die waarden te bekennen. Als
ze dat niet willen doen, betekent
dat dat ze de waarden waarop
onze maatschappij stoelt, niet
onderschrijven, en in dat geval
mag het bestuur van die
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
77
identique que dans la mesure où les situations sont analogues. En
l'espèce, on le sait, il n'en est rien. Le citoyen européen partage par
définition les mêmes valeurs démocratiques. Les pays dont ils sont
ressortissants ont adhéré au Conseil de l'Europe. Les futurs
nouveaux Etats aussi, d'ailleurs, doivent respecter l'acquis
communautaire, ce qui implique, au-delà des préoccupations
économiques, sociales, fiscales, etc., le respect des règles
fondamentales de la démocratie, lesquelles sont d'ailleurs rappelées
largement dans la future Constitution de l'Union européenne qui
reprend grosso modo les principes essentiels.

Le citoyen de l'Union partage donc ces valeurs, par exemple les
principes d'égalité, de non-discrimination, d'Etat de droit, de liberté
d'expression, de liberté des convictions politiques et religieuses. Ce
que nous voulons vérifier, c'est que les étrangers à l'Union s'engagent
à les partager. S'ils font cette déclaration, c'est un pas important dans
le sens de l'intégration. S'ils refusent de faire ce geste symbolique
d'adhésion, on ne peut leur permettre de donner leur avis sur la
gestion d'un organisme public dont, par définition, ils contestent les
règles fondamentales de fonctionnement.

Monsieur le président, chers collègues, il était fatal que,
particulièrement à quelques mois d'une échéance électorale, ce
dossier suscite des controverses animées. C'est évidemment un
euphémisme. La tempête se serait-elle calmée si l'examen du dossier
avait été reporté à l'automne? Je l'ignore. De toute façon, c'est fait, le
projet est là, il sera probablement voté dans les heures ou les jours
qui viennent.

Par ailleurs, il me semble qu'il n'est pas bon de cacher à la réaction
citoyenne que représente une élection des problèmes qui sont
pendants mais que l'on espérait peut-être occulter dans l'oubli
préélectoral. C'est notre responsabilité de prendre attitude ici et
maintenant, clairement, devant l'opinion publique et de lui expliquer le
sens de la démarche et les motifs de satisfaction ou d'insatisfaction
devant ce vote.

Certains ­ cela a encore été fait, il y a dix minutes - ont proposé de
recourir au référendum ou à la consultation populaire. Je vous ferai
remarquer que si nous sommes partisans d'un tel système, jamais
une majorité ne s'est dégagée en sa faveur. On a déposé des
propositions de loi sur le référendum. Je n'ai pas constaté que tout le
monde se mettait autour de la table pour élaborer un projet de loi à
cet égard.

Mais, comme le monstre du Loch Ness qui, paraît-il, remonte à la
surface à chaque événement important, le référendum et la
consultation populaire reviennent périodiquement à la surface, surtout
ou même uniquement quand le politique est embarrassé et veut refiler
le bébé au citoyen.

On ne peut pas organiser des référendums et des consultations
populaires à la carte, quand cela arrange certains. La démocratie
directe est une forme de gouvernement intéressante, mais qu'il faut
organiser sérieusement, sous peine de tomber dans le simplisme, les
réactions instinctives, les réponses dirigées. Si l'on veut introduire en
Belgique le référendum à tous les niveaux de pouvoir - et nous en
sommes partisans - il faut évidemment mettre précédemment au
maatschappij hun ook niet worden
toevertrouwd.

Men vraagt zich af of men dit
dossier buiten de verkiezings-
periode had kunnen behandelen
door het tot de herfst uit te stellen.
Het dossier ligt echter nu ter tafel
en het is onze verantwoorde-
lijkheid erover te stemmen.

Sommigen hebben voorgesteld
een referendum of een
volksraadpleging te houden en
aldus een netelig politiek probleem
naar de kiezer door te schuiven. Al
zijn wij voorstander van de directe
democratie, toch kunnen wij haar
niet naar believen herkneden
wanneer het ons uitkomt. Wij
moeten dat op een ernstige
manier organiseren, een duidelijke
wetgeving en een methodologie
uitwerken, enz. Dat is vandaag
niet het geval, en wij beperken ons
dan ook tot een klassiek politiek
debat.

In dergelijke materie kan men ook
spijt hebben. Sommigen zullen
vinden dat men te ver of niet ver
genoeg is gegaan. Wij hadden
gewild dat aan de Belgen in het
buitenland tegelijkertijd het
stemrecht voor de gewest- en de
Europese verkiezingen zou
worden toegekend. Dat bleek niet
mogelijk, maar wij zullen dit in de
toekomst verder bespreken.

Wij willen tevens de waarden
bepalen die aan de Europese
samenleving ten grondslag liggen,
en ingrijpen wanneer de
onpartijdigheid van de staat en de
overheidsdiensten, waaronder het
onderwijs, ernstig wordt bedreigd.
Maar dat is een ander verhaal.

Vandaag zullen wij deze wet
goedkeuren. Als de rust eenmaal
zal zijn weergekeerd, zal de
bevolking onze houding begrijpen.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
78
point une législation précise, à savoir les matières sujettes à
référendum, le type de questions à poser, le texte à soumettre au
vote, le comptage des voix par Communauté ou par Région ou sur
l'ensemble du pays. Dans l'état actuel des choses, ce n'est pas le cas.
Nous en restons donc à un débat politique qui trouvera son épilogue
dans les heures ou les jours qui viennent.

Monsieur le président, mesdames, messieurs, dans une matière
comme celle-ci, chacun peut évidemment nourrir des regrets. Tel
estimera qu'on n'est pas allé assez loin, je l'ai entendu; tel autre que
les concessions faites aux étrangers hors Union européenne sont
encore trop larges; d'autres encore n'auraient pas voulu légiférer.

En ce qui nous concerne, nous aurions voulu notamment que le vote
des Belges à l'étranger soit parallèlement accordé pour les élections
régionales et européennes. Cela n'a pas été possible et nous
souhaitons reprendre prochainement les débats à ce sujet pour
qu'enfin - non pour les élections de juin trop proches et pour
lesquelles le temps nous manque - mais pour les élections suivantes,
cette injustice soit réparée.

Nous souhaitons aussi approfondir certains éléments relatifs à
l'intégration, déterminer les valeurs qui font les principes de base de
notre société européenne et, le cas échéant, prendre des initiatives
législatives s'il apparaît que des atteintes graves sont portées à la
neutralité, à l'impartialité de l'Etat et des services publics, y compris
l'enseignement.

Ce seront des débats qu'il faudra affronter sans aucune volonté de
stigmatiser qui que ce soit, mais dans le souci d'assurer le pluralisme,
le respect des convictions de l'autre et de lutter contre toute forme de
prosélytisme et d'intolérance.

Cela, c'est une autre histoire. Elle a déjà commencé et se poursuivra
demain ou dans les mois qui viennent. Aujourd'hui, il s'agit de voter ­
et nous le ferons ­ en faveur du droit de vote des étrangers hors
Union européenne aux élections communales. Comme je l'ai dit en
commission, rien de moins certes, mais aussi rien de plus. Je suis
persuadé que, le calme revenu, la population, les citoyens
comprendront parfaitement notre point de vue.
19.39 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de vertegenwoordiger van de regering, stadsgenoot, leden
van deze assemblee...

(...): (...)
19.40 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Dat is wel een gelukkig
toeval.

(...): (...)
19.41 Philippe De Coene (sp.a-spirit): U zoekt daar van alles achter.
Alvorens ik het woord neem, begint u al met een intentieproces. U
toont absoluut de ware aard van uw bedoelingen aan.

Wat ons opvalt in dit debat ­ het verheugt mij dat de heer Daems ons
intussen opnieuw heeft vervoegd ­ is dat aan de ene kant bij
19.41 Philippe De Coene (sp.a-
spirit): Je décèle chez certains un
pessimisme profond et chez
d'autres une naïveté sans limites.
Le droit de vote des étrangers est
déjà une réalité. Rares sont ceux
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
79
sommigen een ongelooflijk pessimisme wordt tentoongespreid, een
soort doemdenken en dat in sommige andere gevallen een
grenzeloze naïviteit wordt beleden. Het rare is dat stemrecht voor
migranten vandaag eigenlijk al bestaat, al schijnen hier weinigen dat
te weten. De komende weken zullen inderdaad duizenden niet-
Europese vreemdelingen stemmen in bedrijven en in ondernemingen,
naar aanleiding van de sociale verkiezingen. Op dat vlak wordt er
geen onderscheid gemaakt tussen personen die samengebracht zijn
op een plek. Of men nu Belg is, lid van een van de lidstaten van de
Europese Unie of een niet-EU-vreemdeling, men kan en mag gaan
stemmen bij sociale verkiezingen. Meer nog: men heeft ook het
passieve kiesrecht. Allochtonen, vreemdelingen van niet-EU-landen,
kunnen zich ook kandidaat stellen bij sociale verkiezingen. Ik maak
het bijvoorbeeld mee in mijn regio, in de textielsector in Kortrijk en in
Waregem, dat niet-EU-vreemdelingen niet alleen hun stem uitbrengen
bij die sociale verkiezingen, maar zich ook kandidaat stellen.

Aangezien er zo'n onheilspellend beeld wordt opgehangen van het
migrantenstemrecht zal ik even verwijzen naar de situatie in de
textielbedrijven uit mijn streek. Een van die bedrijfsleiders die
aanwezig is in dit halfrond kan daarvan overigens getuigen. Welnu,
degenen die naar de stembus gaan of die verkiesbaar zijn voor de
sociale verkiezingen en die afkomstig zijn van een niet-EU-land,
hebben nog nooit een probleem veroorzaakt. Integendeel, het is het
mooiste bewijs, het huidige bewijs, het levende bewijs dat mensen
moeten samengebracht worden en dat mensen niet tegen elkaar
moeten opgezet worden.

Daarom, mijnheer Daems, waren wij zeer aangenaam verrast door
uw betoog. Wij menen dat oprecht. Daarnet, na uw betoog, ben ik u
dat persoonlijk komen zeggen, maar ik wil dat namens mijn fractie
ook doen van op dit spreekgestoelte. Eerst en vooral, omdat u
tenminste een poging deed om anderen niet aan te vallen en ze niet
te verwijten voor wat dan ook.

U hebt ook gepoogd, in soms moeilijke omstandigheden ­ want dit is
een delicaat debat, ­ om een correcte argumentatie op te bouwen. Ik
moet zeggen dat wij uw argumentatie zelfs grotendeels volgen,
uitgezonderd op één punt.

Terwijl u namens de VLD zegt dat het migrantenstemrecht nefast is
voor de integratie, zeggen wij dat u dat niet kunt bewijzen. Wij zullen
niet het omgekeerde doen door zogezegde wondermiddelen voor de
integratie te verkondigen, terwijl wij er geen enkel voorbeeld van
vinden in de realiteit. Dat doen wij niet. Maar wij gaan evenmin mee in
de denkspoor dat het migrantenstemrecht nefast is voor de integratie.

De vorige woordvoerder in de Kamer namens de VLD ­ ik zeg dat
zonder bijbedoelingen, ik wil gewoon inhoudelijk het debat aangaan ­
heeft geprobeerd dat wetenschappelijk aan te tonen middels een
studie door de veel geciteerde Nederlandse professor Koopmans. Hij
wilde aantonen dat professor Koopmans de stelling trachtte te
onderschrijven en te bewijzen dat stemrecht haaks staat op integratie,
dat stemrecht nefast is voor integratie. Ik vond dat een verrassende
stelling en het leek mij zeer vreemd dat die Nederlandse professor dat
verdedigd of zelfs bewezen zou hebben. Vandaar heb ik toch even de
moeite genomen om dat toch wel vrij dikke rapport van die
Nederlandse professor na te lezen. Er staat geen enkele aanwijzing in
qui en ont apparemment
conscience. Dans les semaines à
venir, tous les travailleurs,
indépendamment de leur origine,
prendront part aux élections
sociales organisées au sein des
entreprises. Non seulement ils y
participeront mais ils pourront
également poser leur candidature.
Cela n'a jamais posé le moindre
problème, du moins dans le
secteur textile de ma région. Au
contraire, cela permet de réunir les
travailleurs plutôt que de les
monter les uns contre les autres.

L'intervention de M. Daems nous a
agréablement surpris. Il s'est au
moins efforcé de développer une
argumentation convenable. Nous
nous y rallions d'ailleurs, à un point
près. On ne peut pas apporter la
preuve que le droit de vote des
immigrés soit néfaste pour
l'intégration. A cet égard, le VLD
s'est plutôt référé à l'étude du
professeur néerlandais
Koopmans. Que dit cette étude?
Même si le droit de vote n'est pas
un miracle pour l'intégration, il a
prouvé son utilité aux Pays-Bas.

Pour les socialistes flamands, le
droit de vote constitue un petit pas
sur la voie de l'intégration mais un
grand pas vers la participation.
Celui qui vote au niveau
communal apporte à nos yeux la
preuve de son intégration. Le VLD
souscrit aux objectifs de
l'intégration et de la participation
mais il n'est pas convaincu que ce
soit le bon moyen d'y parvenir. On
peut avoir cette conviction sans
pour autant être contre.

Mais le Vlaams Blok recherche la
diabolisation et la confrontation. Il
ne veut pas d'intégration.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
80
die die stelling onderschrijft, wel integendeel. Professor Koopmans
zegt: "Zelfs al weten wij dat dit geen wondermiddel is voor integratie,
dan nog, per saldo in Nederland heeft dit zijn nut bewezen". Hij raadt
dus aan om het toch, zonder dat wij daarvan al te veel mogen
verwachten ­ wat wij als Vlaams-socialisten ook niet doen ­, in te
voeren, want het loont de moeite. Het is een kleine stap naar
integratie, maar het is een veel belangrijkere stap naar participatie,
naar deelname.

Uiteindelijk, welk redelijk mens kan er nu tegen zijn dat iemand die
hier vijf jaar correct is ingeschreven en dus vijf jaar deel uitmaakt van
een plaatselijke samenleving, wordt opgeroepen om zich in te
schrijven ­ hij moet dus al een actieve daad stellen ­ op de
kiezerslijst? Hij moet dan wel nog een verklaring van aanhankelijkheid
van de Grondwet en van de wetten van dit volk onderschrijven, en de
moeite nemen om zesjaarlijks de tweede zondag van oktober te gaan
kiezen voor het plaatselijk beleidsniveau. Is dat geen bewijs van
integratie? Dat is het zeker. Iemand die dat wilt doen, bewijst dat hij
op het plaatselijk niveau wilt meedoen. Waarom zouden wij daartegen
zijn?

Het argument van de VLD luidt ongeveer: we onderschrijven de
doelstelling van integratie en de doelstelling van participatie, alleen
zijn wij er niet zeker van dat stemrecht het meest ideale middel is om
dat te bereiken. Het is dan toch niet omdat u er niet van overtuigd
bent dat dat het meest ideale middel is, dat u er zo tegen moet zijn.

Ik voel ook wel aan dat de toon in uw speech vandaag totaal anders
was dan uw toon van een paar dagen geleden.

Mijnheer Van den Eynde, ik kom even tot u, lawaaimaker. Uw
discours is een ander discours. Uw discours gaat uit van een andere
doelstelling. Uw discours wil geen integratie. Uw discours...

Mijnheer Van den Eynde, wilt u mij niet onderbreken. Ik heb u daarnet
ook niet onderbroken. Ik vraag u dat elementaire respect ook op te
brengen.

Ik zeg alleen dat u, in tegenstelling tot democraten die tegen het
gemeentelijk stemrecht voor migranten zijn, uit bent op de boks, de
confrontatie. U bent uit op demonisering. Dat maakt het verschil
tussen democratische tegenstanders en niet-democraten.

De voorzitter: Mijnheer Van den Eynde, ga eerst zitten, gebruik uw microfoon en doe dat rustig. En
onderbreek nu de heer De Coene met mijn toelating.
19.42 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik zou de geachte heer De Coene willen attent maken op
de methode die geregeld door hem en niet alleen door hem wordt
gebruikt om een partij zoals de mijne te demoniseren.

Mijnheer De Coene, u beweert dat wij iets zeggen en dan gaat u dat
afbreken. Eigenlijk realiseert u een dialoog tussen uzelf en wij staan
daarop te kijken. Wij wisten niet dat wij dat zegden, maar dankzij u
weten wij dit en worden wij tegengesproken. Mijnheer De Coene, dit is
een zeer comfortabele methode om bij elk debat te winnen. Debatteer
met uzelf, kijk in de spiegel en u zult altijd gelijk krijgen. Proficiat, het
is gemakkelijk, maar niet echt moedig.
19.42 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): M. De Coene se
sert d'une méthode particulière
pour diaboliser mon parti: il nous
prête certains propos pour ensuite
nous démolir.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
81
19.43 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Mijnheer Van den Eynde, lees
gewoon het woordelijk verslag van wat uw fractiegenoten hebben
gezegd in het debat. Als er iemand demoniseert, dan is het uw fractie
wel in dit debat.
19.43 Philippe De Coene (sp.a-
spirit): Lisez littéralement ce que
les membres de votre groupe ont
déclaré. S'il y a un parti qui ne fait
que diaboliser, c'est bien le
Vlaams Blok.
19.44 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): (...)
De voorzitter: Mijnheer Annemans, u komt straks aan het woord.
19.45 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Overigens, u trekt eigenlijk
alles uit proportie. De cijfers, die worden vermeld in het verslag van de
Senaat, leren ons dat het in totaal gaat over 150 tot 160.000 mensen
in dit land, verspreid over ongeveer 600 steden en gemeenten. Dat is
een gemiddelde van 250 mensen. Och Here och God, nu zal de
wereld vergaan. Gemiddeld 250 mensen in een stad of een gemeente
krijgen stemrecht. Wat zal ons nu overkomen?

Ik weet dat het natuurlijk wat te gemakkelijk is om te zeggen dat we
het gemiddelde gaan nemen. Ik wil op Vlaams niveau ­ men zal het
mij niet kwalijk nemen dat ik even verwijs naar de Vlaamse situatie ­
drie typegemeentes nemen. Een kleine gemeente, Berlaar of Aalter.
Daar gaat het respectievelijk over 19 en 18 mensen. Met 19 en 18
mensen krijgt men geen vijf kaarttafels vol. Gaat dit nu de bedreiging
zijn voor Aalter of Berlaar? Ik ga even naar mijn stad.

In Kortrijk, een kleine Vlaamse centrumstad, gaat het in totaal over
820 mensen. Indien al die mensen zich zouden inschrijven en indien
al die mensen inderdaad ook zouden gaan stemmen, gaat het over
welgeteld 1,6% van het electoraat in Kortrijk. Die 1,6% zal evenmin
het verschil maken.

Dan kom ik bij het Vlaamse voorbeeld bij uitstek, Antwerpen. In
Antwerpen gaat het over veel meer mensen en wij zijn de eersten om
dat toe te geven. Eigenlijk zijn we blij dat we dat kunnen toegeven,
want het wijst ook op het numerieke belang in bepaalde situaties. In
Antwerpen gaat het welgeteld over 17.500 mensen. In Antwerpen
moet men om een zetel te behalen gemiddeld 6.000 stemmen halen.
Ik weet het, ik vereenvoudig het hier even. Met het systeem Imperiali
weet ik dat dit zich anders opbouwt. Gemiddeld moet een partij in
Antwerpen echter om een zetel te hebben 6.000 stemmen halen. Het
gaat dus over mensen die aan de ene kant meegeteld worden voor de
berekening van het aantal zetels ­ de 55 zetels van Antwerpen zijn
mee berekend op basis van de aanwezigheid van die 17.500 mensen
­, maar die aan de andere kant niet meetellen als het gaat over de
samenstelling van die raad waarvan de numerieke getalsterkte
berekend is op hun aanwezigheid. De ene keer tellen ze mee, de
andere keer weer niet.

Meer nog, ik heb het even bekeken, de programma's waar de stad
Antwerpen voor inschrijft ­ federale actieprogramma's, Vlaamse
actieprogramma's, veiligheidscontracten, de gewezen SIF-contracten,
preventiecontracten en noem maar op, de dotaties die men krijgt,
zowel op gewestelijk niveau als op federaal niveau ­ worden allemaal
mee bepaald op basis van de aanwezigheid van de mensen waarvan
u niet wil dat ze zich uitspreken. Aan de ene kant is hun aanwezigheid
19.45 Philippe De Coene (sp.a-
spirit): D'ailleurs, le Vlaams Blok
présente la réalité de manière
disproportionnée, puisqu'il ne
s'agit que de 150.000 à 160.000
personnes, réparties entre 600
villes et communes, soit une
moyenne de 250 personnes par
entité.

Dans une petite ville comme
Courtrai, il s'agit de 820
personnes, à savoir 1,6% de
l'électorat. Pour une grande ville
comme Anvers, davantage de
personnes sont concernées, à
savoir 17.500. Il y faut en
moyenne 6.000 voix pour obtenir
un siège au conseil communal.
Les personnes dont il est ici
question sont prises en compte
pour le calcul du nombre de
sièges au conseil communal, mais
ne le sont pas en ce qui concerne
la composition du conseil. Elles
sont également prises en compte
dans le cadre de l'octroi des
dotations régionales et fédérales,
mais elles ne peuvent pas se
prononcer sur l'affectation de ces
dotations. Il est à notre avis
normal qu'elles participent au
processus décisionnel. Certains
ont prétendu ici à tort qu'il n'y a
plus aucune raison de devenir
belge. Celui qui possède la
nationalité belge, votera le 13 juin
pour le Parlement flamand et le
Parlement européen et plus tard
également pour la Chambre et le
Sénat. Il dispose donc de droits
plus larges.

Prétendre que des criminels
pourraient voter pour le conseil
communal, revient à diaboliser la
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
82
wel nuttig om gelden te ontvangen van het Vlaams of het federaal
niveau; aan de andere kant, als over de aanwending van die gelden
op plaatselijk niveau moet worden beslist, mogen zij hun stem niet
laten horen. Wij zijn dus een andere mening toegedaan. Wij vinden
het niet schandalig ­ zoals u dat wel vindt ­ dat mensen die hier enige
tijd zijn, die hier hun toekomst willen maken en die volop actief
participeren in zo'n samenleving, voor het plaatselijke niveau mee
mogen beslissen.

Er is gezegd dat er dan geen enkele reden meer is om nog Belg te
worden. Wel, ook daar neemt men een loopje met de waarheid. Wie
Belg wordt, die gaat op 13 juni stemmen voor het Vlaams Parlement,
voor het Europees Parlement en later voor Kamer en Senaat. Hij
heeft dus inderdaad veel meer rechten.

Wij pleiten ervoor dat degenen die vijf jaar in de gemeente wonen,
stemrecht krijgen op het plaatselijke niveau, het dichtst bij de mensen
staande beleidsniveau.

Dan opnieuw de demonisering. Wat hadden we plots ontdekt en wat
moest we rechttrekken via een amendement? Dat er misdadigers
zouden stemmen voor de gemeenteraad. Beeldt u dat eens goed in.

Ten eerste, wij vonden het geen goed amendement omdat we
juridisch niet overtuigd waren. Ik heb dat ook uitgelegd in het debat in
de commissie. De argumentatie is eigenlijk al gegeven in de lezing
van het verslag door onze rapporteurs. Het aanvragen of het al dan
niet toekennen van de naturalisatie, onder meer door deze
assemblee, is een gunst. Als men stemrecht verleent aan mensen
dan beschikken die mensen over een recht. Men kan een recht niet
afnemen op basis van het al dan niet verlenen van een gunst. Men
kan dat in een democratische rechtsstaat alleen op basis van een
veroordeling en dat is de enige reden waarom men dergelijke
amendementen niet mag goedkeuren.

Ten tweede, laten wij de redelijkheid doen terugkeren. Op een
gegeven moment kregen wij in de commissie voorbeelden van
Chinese mensenhandelaars en ­ ik durf het bijna niet meer zeggen ­
Albanese maffialeiders die zouden gaan stemmen. Laten wij eens
redelijk zijn. Welke Chinese mensenhandelaar zal zich de moeite
getroosten om een keer in de zes jaar, de tweede zondag van oktober
te stemmen om mee te beslissen wie de schepen van de vuilkar
wordt? Die Chinese mensenhandelaar die zal daar absoluut geen
behoefte aan hebben om in de openbaarheid te komen en zijn stem
uit te brengen, wachtend in de lange rij. Dat gevaar bestaat immers
niet en dat is demonisering.

(...): (...)
situation. Un amendement devait
rectifier le tir. Nous estimions que
l'amendement présentait des
lacunes sur le plan juridique.
L'octroi de la naturalisation est une
faveur. Si l'on accorde le droit de
vote à une personne, celle-ci
bénéficie d'un droit. On ne peut
priver quelqu'un d'un droit sur la
base de l'octroi ou non d'une
faveur. Seule une condamnation le
permet. Voilà la seule raison pour
laquelle cet amendement ne doit
pas être adopté. M. Daems a
raison : il ne faut pas se bercer de
trop d'illusions. Ce n'est pas la
panacée en matière d'intégration
et il faut ramener les choses à
leurs justes proportions.
19.46 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Dat is demoniseren en daar
hebt u baat bij! Het is een kwestie van dit tot zijn werkelijke proporties
te herleiden en dat weet u zeer goed.

Mijnheer Daems, ik richt mij even tot u. Ik denk dat u gelijk heeft op
een punt. We mogen er niet te veel van verwachten. Het is absoluut
geen wondermiddel voor integratie. Als we dat zeggen, moeten we
ook iets anders zeggen over het verkrijgen van de Belgische
nationaliteit. Er werden groteske cijfers aangehaald. De cijfers van
19.46 Philippe De Coene (sp.a-
spirit): Les chiffres du département
de l'Intérieur sont plus modestes
que ce qu'on avance ici. Une
personne qui obtient la nationalité
belge n'aura pas plus de chances
qu'une autre. Selon le VDAB, près
de 70% des jeunes Marocains ont
une carte d'identité belge.
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
83
Binnenlandse Zaken ­ de eerbare vertegenwoordiger van de federale
regering kan hiervan getuigen ­ zijn wat bescheidener dan men ons
hier wil voorhouden.

Krijgen zij die Belg worden dan meer kansen dan anderen? Neen. We
mogen dus niet zeggen dat het of het een, of het ander is. Neen, het
is en en.

Vandaag konden we in de krant lezen dat de VDAB ­ een dienst die
weet wat er op de arbeidsmarkt omgaat ­ en ik citeer: " Bij de
jongeren loopt het percentage van Marokkanen met een Belgisch
paspoort op tot bijna 70% en toch is het ook voor deze pas
afgestudeerde nieuwe Belgen bijzonder moeilijk om aan een baan te
komen. Meer nog, het al dan niet hebben van de Belgische
nationaliteit maakt weinig verschil. Ze vinden toch geen werk. De
eerste selectie die gebeurt bij de rekrutering gebeurt niet op basis van
de diploma's-integratie, niet op basis van werkervaring-integratie
maar gewoon op basis van hun naam en voornaam".

Collega's, is het dit soort samenleving dat we willen? Dit zijn de cijfers
van de VDAB. Mijnheer Lano, ik zie u een beetje aarzelend kijken. Ik
ben graag bereid u het artikel ter beschikking te stellen.

Collega's, wat moeten we doen? We moeten het ene niet willen
vervangen door het andere. In plaats van ons in het Vlaams
Parlement uit te sloven om een drievierde meerderheid te vinden om
een belangenconflict in te roepen, moeten we ons in het Vlaams
Parlement uitsloven om meer sociale programma's te krijgen, om
taalcursussen te kunnen doen volgen door het aanbod te vergroten,
om meer kansen te bieden inzake huisvesting, opleiding, onderwijs en
tewerkstelling. Dat zou veel nuttiger werk zijn in plaats van de
vertoning van een paar weken geleden met de enige bedoeling de
ene bevolkingsgroep tegen een andere op te zetten.

Ik herhaal mijn bekentenis die ik in de commissie heb gedaan. Ik richt
me tot de democratische tegenstanders van het migrantenstemrecht.
Helaas is er niemand aanwezig van CD&V. Misschien luisteren ze in
de "kantine". Waardoor laten we ons leiden om dit wetsontwerp goed
te keuren of niet goed te keuren? In de jaren negentig was de
toenmalige SP eveneens beducht voor dit stemrecht. We dachten
onze houding met een aantal intellectuele en maatschappelijke
argumenten te kunnen duiden. Precies zoals uw argumenten vandaag
waren deze argumenten dikwijls juist. We vergeten evenwel erbij te
zeggen dat we een beetje bang waren. We lieten ons leiden door
enige vorm van schroom, zelfs van angst omdat we beseften dat deze
materie bij de publieke opinie bijzonder gevoelig ligt. Daarom hebben
wij op een bepaald ogenblik ervoor gekozen andere middelen van
integratie voor te stellen.

Het heeft ons niet belet om moeilijke jaren negentig mee te maken.
Nu hebben wij op zijn minst die duidelijkheid wel gemaakt voor ons,
voor de publieke opinie en voor zij die gaan stemmen. Wij hebben in
de aanloop naar de verkiezingen voor het federale parlement
onomwonden, klaar en duidelijk gezegd dat wij voorstanders waren en
zijn van het migrantenstemrecht.

Men neemt ons nu kwalijk dat wij iets zouden doen dat ingaat tegen
de mening van de meerderheid van de Vlamingen. Dat vind ik
Pourtant, les jeunes diplômés de
cette catégorie ont beaucoup de
mal à trouver un emploi. La
première sélection s'opère, en
effet, en fonction du prénom et du
patronyme et non pas en fonction
des diplômes, de l'intégration ou
de l'expérience professionnelle.
Est-ce une telle société que nous
voulons?

Au lieu de s'acharner à trouver
une majorité des trois quarts pour
invoquer le conflit d'intérêts au
Parlement flamand, nous devons
créer plus de possibilités sur le
plan du logement, de la formation,
de l'enseignement et de l'emploi.
Le spectacle auquel nous avons
dû assister il y a quelques
semaines avait pour seul but de
monter une catégorie de la
population contre une autre.

Aux opposants démocratiques au
droit de vote pour les étrangers, je
voudrais demander quelles sont
les considérations qui sous-
tendent leur conviction. Dans les
années 90, le SP redoutait le droit
de vote. Pour défendre notre
position, nous avancions des
arguments qui étaient souvent
corrects, mais qui servaient
surtout à cacher nos inquiétudes.
Nous savions en effet à quel point
le sujet était délicat aux yeux de
l'opinion publique. Malgré nos
hésitations, nous avons vécu des
années difficiles. C'est pourquoi
nous le disons aujourd'hui haut et
clair: nous sommes pour le droit
de vote pour les étrangers.

D'aucuns nous reprochent de faire
l'inverse de ce que demande une
majorité des Flamands. Pourtant,
nous avons exposé clairement
notre point de vue à l'avance. Le
droit de vote pour les étrangers
hors UE étant devenu un dossier
exclusivement parlementaire, tous
les groupes ont bien sûr le droit de
défendre et d'exécuter ce que
prévoit leur programme et ce qu'ils
ont promis à leurs électeurs.

Nous sommes convaincus de faire
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
84
vreemd. Wij hebben dat op voorhand aan de Vlamingen duidelijk
gemaakt. Meer nog, aangezien dit een zaak van het Parlement
geworden is, heeft iedere fractie in het Parlement toch het recht haar
programma te verdedigen en uit te voeren wat zij zegt in haar
programma en wat zij zegt aan de kiezer. Het tegendeel zou eigenlijk
meer moeten verbazen.

Wij gaan dit dus doen, omdat wij ervan overtuigd zijn dat wij een
bescheiden stap zetten in de richting van integratie en, veel meer nog,
een stap zetten in de richting van politieke deelname. Mocht de heer
De Crem hier geweest zijn, dan zou ik gezegd hebben: "U moet niet
altijd de miserie van een ander opzoeken, want u bent alleen maar uw
eigen miserie aan het exporteren." (De heer De Crem komt het
halfrond binnen)

Mijnheer De Crem, ik heb van u de laatste weken niets nieuws
gehoord, maar ik was daarnet zeer verrast. Toen u reageerde op de
toespraak van de heer Di Rupo kreeg u van één fractie bijzonder veel
applaus. Het zou u tot nadenken moeten stemmen.
ainsi un petit pas vers l'intégration
des étrangers et leur participation
à la vie politique. M. De Crem
devrait éviter d'essayer de
débusquer les contradictions
internes dans les autres groupes.
En fait, il ne fait que projeter ses
propres problèmes sur les autres.
Ces dernières semaines,
d'ailleurs, il n'a pas dit grand-
chose de neuf. Les
applaudissements très nourris du
Vlaams Blok quand il a réagi au
discours de Di Rupo devraient le
faire réfléchir.
19.47 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Over diabolisering
gesproken!
19.47 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Quand je disais
que notre parti était diabolisé !
19.48 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Mijnheer De Crem, het is voor
niemand eenvoudig. Net zozeer als het voor ons delicaat is, is het ook
voor hen en voor u delicaat.

Ik heb zeer aandachtig naar uw toespraak geluisterd. U hebt
ongeveer 40 minuten het woord gevoerd en 35 minuten hebt u kritiek
gegeven op alle anderen. In 5 minuten hebt u proberen uw standpunt
uit de doeken te doen. Dat is natuurlijk niet toevallig, want u hebt
moeilijkheden met uw standpunt. Als ik u uw standpunt ­ wat u hier
de laatste weken hebt verteld ­ zou voorleggen aan die brave mensen
van het ACW en de KWB, die oproepen om dat gemeentelijk
stemrecht hier en nu te geven, dan denk ik dat u het moeilijk zult
hebben.

U verwijst trouwens naar uw congres van Kortrijk. Het was toevallig in
mijn stad en ik heb dat congres een beetje gevolgd. Ik heb gezien dat
het toen inderdaad niet eenvoudig was en dat een grote en zeer
betekenisvolle minderheid in uw congres voorstander was van het
stemrecht voor migranten.

Ze lieten zich inderdaad niet leiden door de temperatuur in een
bepaalde samenleving. Ze lieten zich niet leiden door een zekere
angst. Ze lieten zich leiden door een maatschappelijk beeld waarbij
men zo veel mogelijk mensen betrekt in een maatschappij en zo
weinig mogelijk mensen uitsluit in een maatschappij.
19.48 Philippe De Coene (sp.a-
spirit): Il s'agit d'un dossier délicat
pour tout le monde. M. De Crem
vient de critiquer les autres
pendant 35 minutes et il n'a
développé son propre point de vue
que pendant 5 minutes. Cela ne
m'étonne absolument pas car la
position qu'il adopte lui vaut des
ennuis au ACW et au KWB
(mouvements ouvriers chrétiens).
Lors du congrès du CD&V à
Courtrai, une minorité très
importante s'est déclarée
partisane du droit de vote aux
étrangers hors UE. Les membres
de cette minorité ne se sont pas
laissé guider par la peur mais bien
par la conviction qu'il faut
promouvoir une société d'où
l'exclusion est exclue!
19.49 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer De Coene, ik meen dat u
niet alleen de spreker bent van een van uw fracties. U doet het echt
goed in uw rol van volkscommissaris. Ik heb hier zelden zoveel
uithalende bewegingen gezien.

Het was inderdaad mijn congres in Kortrijk. Ik heb persoonlijk het
congres doen keren. Ik deed dat niet uit plezier of uit rancune. Ik deed
dat gewoon omdat ik weet dat heel veel van onze kiezers en het
19.49 Pieter De Crem (CD&V):
M. De Coene interprète le rôle de
commissaire du peuple avec
verve. J'ai rarement vu quelqu'un
s'emporter avec autant de
passion.

J'ai amené le congrès de Courtrai
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
85
overgrote deel van de Vlamingen tegen dat migrantenstemrecht zijn.
We hebben gezegd dat voor ons één zaak blijft vooropstaan. Hij die
Belg is heeft niet alleen gemeentelijk stemrecht, hij heeft stemplicht
en bovendien kan hij kandidaat zijn voor alle verkiezingen. Dit is
misschien een boodschap die ­ met al uw gegesticuleer ­ nog een
beetje aanslaat in uw lege volkshuizen. U moet daarmee in elk geval
niet op de markt van Kortrijk gaan staan.
à changer d'avis parce que je sais
qu'un grand nombre de nos
électeurs et la grande majorité des
Flamands sont opposés au droit
de vote. Il faut être belge pour être
soumis à l'obligation de vote et
pouvoir poser sa candidature à
toutes les élections. Le message
de M. De Coene trouvera peut-être
encore écho dans les maisons du
peuple vides mais pas sur le
marché de Courtrai.
19.50 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik ga
eindigen. Ik heb hieraan eigenlijk nog weinig toe te voegen. Ik ben blij
dat u dat wederwoord heeft gegeven. Mijnheer De Crem, ik stel voor
dat u het straks eens in het verre Kortrijk gaat uitleggen aan de
mensen van de christelijke werknemersbeweging. U zal dan zien dat
u dan ook een klein beetje tegenwind zal krijgen. Wij gaan dit ontwerp
in onze campagne en in ons programma goedkeuren zoals we
gezegd hebben. Wij gaan dit niet in naïviteit doen. We gaan zeker niet
meedoen aan het doemdenken. U mag dat zeggen aan onze kiezers.
Wij zullen het zelf wel zeggen aan onze kiezers. Wij zijn mans genoeg
om dat te zeggen. Daar zit het verschil tussen u en ons. Wij kijken de
mensen in de ogen en zeggen dat.

Mijnheer Daems, ten laatste heb ik nog een woord van respect voor u,
voor de bijzonder correcte manier waarop u het debat hebt gevoerd.
Ik wil u daarvoor bedanken.
19.50 Philippe De Coene (sp.a-
spirit): Que M. De Crem aille
expliquer son point de vue au
mouvement ouvrier chrétien de
Courtrai. Je suis prêt à parier qu'il
essuiera une déconvenue. Entre-
temps, nous adopterons ce projet,
comme promis. Nous n'avons que
faire de la naïveté et du
défaitisme. Nous n'avons besoin
de personne pour dire à nos
électeurs ce que nous pensons.

Je remercie M. Daems d'avoir
mené le débat de manière
particulièrement correcte.
De voorzitter: De vergadering is gesloten. La séance est levée.

De vergadering wordt gesloten om 19.45 uur. Volgende vergadering donderdag 19 februari 2004 om 20.15
uur.
La séance est levée à 19.45 heures. Prochaine séance le jeudi 19 février 2004 à 20.15 heures.


19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
86
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
87
ANNEXE
BIJLAGE
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
JEUDI 19 FÉVRIER 2004
DONDERDAG 19 FEBRUARI 2004
DECISIONS INTERNES
INTERNE BESLUITEN
DEMANDES D'INTERPELLATION
INTERPELLATIEVERZOEKEN
Demandes
Ingekomen
1. Mme Marie Nagy au premier ministre sur "la
réforme des polices".
1. mevrouw Marie Nagy tot de eerste minister over
"de politiehervorming".
(n° 246 ­ renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
(nr. 246 ­ verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
2. M. Carl Devlies au premier ministre sur "le suivi
de l'incendie du Marly".
2. de heer Carl Devlies tot de eerste minister over
"de opvolging van de Marly-brand".
(n° 247 ­ renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
(nr. 247 ­ verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
3. M. Joseph Arens au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le fonctionnement de la
police depuis sa réforme".
3. de heer Joseph Arens tot de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
werking van de politiediensten sinds de hervorming
ervan".
(n° 248 ­ renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
(nr. 248 ­ verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
4. M. Joseph Arens au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques sur
"la demande de complément d'informations faite à
la Belgique par la Commission européenne dans le
cadre du dossier ABX".
4. de heer Joseph Arens tot de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de aanvullende inlichtingen die de Europese
Commissie aan België heeft gevraagd in het raam
van het ABX-dossier".
(n° 249 ­ renvoi à la commission de l'Infrastructure,
des Communications et des Entreprises publiques)
(nr. 249 ­ verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven)
5. Mme Muriel Gerkens à la ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les développements
récents au Pakistan et la politique belge en matière
de non-prolifération".
5. mevrouw Muriel Gerkens tot de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de recente
ontwikkelingen in Pakistan en het Belgische beleid
in verband met de non-proliferatie".
(n° 250 ­ renvoi à la commission des Relations
extérieures)
(nr. 250 ­ verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)
Retraits
Ingetrokken
Par lettre du 16 février 2004, M. Pieter De Crem me
fait savoir qu'il retire son interpellation sur "la
nouvelle querelle diplomatique belgo-américaine
que le ministre de la Défense a provoquée"
(n° 241).
Bij brief van 16 februari 2004 stelt M. Pieter De
Crem mij ervan in kennis dat hij zijn interpellatie
over "het veroorzaken van een nieuwe diplomatieke
rel met de Verenigde Staten" (nr. 241) intrekt.
Par lettre du 18 février 2004, M. Gerolf Annemans
fait savoir qu'il retire son interpellation sur "les
Bij brief van 18 februari 2004 stelt M. Gerolf
Annemans ervan in kennis dat hij zijn interpellatie
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
88
déclarations faites par le ministre de la Défense à
propos des Etats-Unis d'Amérique dans
l'hebdomadaire Humo" (n° 245).
over "de uitspraken van de minister van
Landsverdediging in verband met de Verenigde
Staten van Amerika in het weekblad Humo"
(nr. 245) intrekt.
Pour information
Ter kennisgeving
PROPOSITIONS
VOORSTELLEN
Autorisation d'impression
Toelating tot drukken
1. Proposition de loi (M. Philippe Monfils) modifiant
la législation relative aux cartes d'identité et
passeports en ce qui concerne les photographies
qui doivent y figurer (n° 802/1);
1. Wetsvoorstel (de heer Philippe Monfils) tot
wijziging van de wetgeving, inzake de
identiteitskaarten en paspoorten, wat de foto betreft
die erop moet voorkomen (nr. 802/1);
2. Proposition de loi (M. Servais Verherstraeten)
complétant les dispositions du Code civil relatives
aux contrats d'entreprise et de sous-traitance
(n° 809/1);
2. Wetsvoorstel (de heer Servais Verherstraeten)
tot aanvulling van de bepalingen van het Burgerlijk
Wetboek betreffende de aannemings- en de
onderaannemingsovereenkomst (nr. 809/1);
3. Proposition de loi (MM. Daniel Bacquelaine et
Denis Ducarme) modifiant la loi sur les hôpitaux,
coordonnée le 7 août 1987, en ce qui concerne
l'accueil des enfants dans les structures
hospitalières (n° 810/1);
3. Wetsvoorstel (de heren Daniel Bacquelaine en
Denis Ducarme) tot wijziging van de wet op de
ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987,
betreffende de opvang van de kinderen in de
ziekenhuizen (nr. 810/1);
4. Proposition de loi (M. Melchior Wathelet) visant à
supprimer l'article 1344septies du Code judiciaire
relatif à la tentative de conciliation obligatoire en
matière de baux à loyer (n° 812/1);
4. Wetsvoorstel (de heer Melchior Wathelet) tot
opheffing van artikel 344septies van het
Gerechtelijk Wetboek betreffende de verplichte
poging tot minnelijke schikking inzake
huurcontracten (nr. 812/1);
5. Proposition de résolution (MM. Gerolf Annemans,
Hagen Goyvaerts, Bert Schoofs et Francis Van den
Eynde) sur les violations des droits de l'homme en
Chine (n° 813/1);
5. Voorstel van resolutie (de heren Gerolf
Annemans, Hagen Goyvaerts, Bert Schoofs en
Francis Van den Eynde) over de schendingen van
de mensenrechten in China (nr. 813/1);
6. Proposition de loi (Mme Hilde Claes, M. Stijn Bex
et Mmes Karine Lalieux, Anissa Temsamani et
Annemie Turtelboom) modifiant la loi du
29 juin 1983 concernant l'obligation scolaire, en ce
qui concerne le début de l'obligation scolaire
(n° 814/1);
6. Wetsvoorstel (mevrouw Hilde Claes, de heer
Stijn Bex en de dames Karine Lalieux, Anissa
Temsamani en Annemie Turtelboom) tot wijziging
van de wet van 29 juni 1983 betreffende de
leerplicht, wat de aanvang van de leerplicht betreft
(nr. 814/1);
7. Proposition de loi (M. Geert Bourgeois)
introduisant la parenté sociale dans le Code civil
(n° 815/1);
7. Wetsvoorstel (de heer Geert Bourgeois) tot
invoering van zorgouderschap in het Burgerlijk
Wetboek (nr. 815/1);
8. Proposition de loi (Mmes Greet van Gool et Els
Van Weert) adaptant les législations relatives aux
allocations aux personnes handicapées et aux
allocations familiales à la suite de la fixation de la
majorité civile à dix-huit ans (n° 816/1);
8. Wetsvoorstel (de dames Greet van Gool en Els
Van Weert) tot aanpassing van de wetgevingen
betreffende de tegemoetkomingen aan personen
met een handicap en betreffende de kinderbijslag
aan de burgerlijke meerderjarigheid van achttien
jaar (nr. 816/1);
9. Proposition de résolution (MM. Yvan Mayeur et
Luc Goutry et Mmes Dominique Tilmans, Yolande
Avontroodt, Karine Jiroflée et Catherine Doyen-
Fonck) relative à la prévention et au traitement des
épidémies humaines dans notre pays (SRAS,
grippe, ...) (n° 817/1);
9. Voorstel van resolutie (de heren Yvan Mayeur en
Luc Goutry en de dames Dominique Tilmans,
Yolande Avontroodt, Karine Jiroflée en Catherine
Doyen-Fonck) betreffende de preventie en
behandeling van menselijke epidemieën in ons land
zoals SARS, griep en dergelijke (nr. 817/1);
10. Proposition de loi (Mme Annick Saudoyer et
consorts) instituant un label de qualité pour les
centres de perfectionnement à la conduite
(n° 818/1);
10. Wetsvoorstel (mevrouw Annick Saudoyer c.s.)
tot invoering van een keurmerk voor de centra voor
voortgezette rijopleiding (nr. 818/1);
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
89
11. Proposition de résolution (Mmes Els Van Weert
et Magda De Meyer) relative à la problématique de
l'enregistrement des naissances (n° 819/1);
11. Voorstel van resolutie (de dames Els Van Weert
en Magda De Meyer) betreffende de problematiek
van de geboorteregistratie (nr. 819/1);
12. Proposition de loi (M. Alfons Borginon et Mme
Sabien Lahaye-Battheu) modifiant le Code
d'instruction criminelle en ce qui concerne la
notification du recours en cassation (n° 820/1);
12. Wetsvoorstel (de heer Alfons Borginon en
mevrouw Sabien Lahaye-Battheu) tot wijziging van
het Wetboek van Strafvordering inzake de
kennisgeving van het cassatieberoep (nr. 820/1);
13. Proposition de loi (MM. Miguel Chevalier et Bart
Tommelein) instaurant une indemnité
compensatoire de pertes de revenu en faveur des
travailleurs indépendants victimes d'inconvénients
dus à la réalisation de travaux sur le domaine public
(n° 821/1);
13. Wetsvoorstel (de heren Miguel Chevalier en
Bart Tommelein) betreffende de uitkering van een
inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen
voor hinder ten gevolge van werken op het
openbaar domein (nr. 821/1);
14. Proposition de loi (Mme Muriel Gerkens)
modifiant l'arrêté royal n° 72 du 10 novembre 1967
relatif à la pension de retraite et de survie des
travailleurs indépendants afin de consacrer un droit
d'accès anticipé à la pension de retraite pour les
travailleurs indépendants handicapés (n° 822/1);
14. Wetsvoorstel (mevrouw Muriel Gerkens) tot
wijziging van het koninklijk besluit nr. 72 van
10 november 1967 betreffende het rust- en
overlevingspensioen van zelfstandigen, teneinde
gehandicapte zelfstandigen de mogelijkheid te
bieden vervroegd met rustpensioen te gaan
(nr. 822/1);
15. Proposition de loi (Mmes Camille Dieu et Karine
Lalieux et MM. André Frédéric et Eric Massin)
modifiant l'annexe 1 à la loi du 21 mars 1991
portant réforme de certaines entreprises publiques
économiques, afin d'assurer la gratuité de la mise
en oeuvre de la restriction d'appel vers l'ensemble
des numéros "infokiosque" (n° 823/1);
15. Wetsvoorstel (de dames Camille Dieu en Karine
Lalieux en de heren André Frédéric en Eric Massin)
tot wijziging van bijlage 1 bij de wet van
21 maart 1991 betreffende de hervorming van
sommige economische overheidsbedrijven,
teneinde de instelling en het gebruik van alle
infokioskbeperkingen gratis te maken (nr. 823/1);
16. Proposition de loi (Mme Valérie De Bue et M.
Daniel Bacquelaine) visant la remise au travail des
invalides suite à une pathologie grave (n° 824/1);
16. Wetsvoorstel (mevrouw Valérie De Bue en de
heer Daniel Bacquelaine) tot wedertewerkstelling
van mensen die invalide werden als gevolg van een
ernstige aandoening (nr. 824/1);
17. Proposition de loi (MM. Hendrik Daems, Claude
Eerdekens, Daniel Bacquelaine, Dirk Van der
Maelen, Pieter De Crem et Raymond Langendries)
modifiant la loi du 19 mai 1994 relative à la
limitation et au contrôle des dépenses électorales
engagées pour l'élection du Parlement européen,
modifiant la loi du 23 mars 1989 relative à l'élection
du Parlement européen et modifiant le Code
électoral (n° 825/1)
17. Wetsvoorstel (de heren Hendrik Daems,
Claude Eerdekens, Daniel Bacquelaine, Dirk Van
der Maelen, Pieter De Crem en Raymond
Langendries) tot wijziging van de wet van
19 mei 1994 betreffende de beperking en de
controle van de verkiezingsuitgaven voor de
verkiezing van het Europees Parlement, van de wet
van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van
het Europees Parlement en van het Kieswetboek
(nr. 825/1)
COMMUNICATIONS
MEDEDELINGEN
COMMISSIONS
COMMISSIES
Rapports
Verslagen
Les rapports suivants ont été déposés :
Volgende verslagen werden ingediend :
au nom de la commission de la Justice,
namens de commissie voor de Justitie,
- par M. Melchior Wathelet, sur le projet de loi relatif
à l'agrément de certaines associations sans but
lucratif d'accompagnement des victimes d'actes
intentionnels de violence (transmis par le Sénat)
(n° 636/3).
- door de heer Melchior Wathelet, over het
wetsontwerp betreffende de erkenning van
verenigingen zonder winstoogmerk die slachtoffers
van opzettelijke gewelddaden begeleiden
(overgezonden door de Senaat) (nr. 636/3).
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
90
- par Mme Valérie Deom, sur la proposition de loi
(M. Jean-Pierre Malmendier) modifiant la loi du
2 juin 1998 portant création d'un Centre
d'information et d'avis sur les organisations
sectaires nuisibles et d'une Cellule administrative de
coordination de la lutte contre les organisations
sectaires nuisibles (n° 790/3).
- door Mme Valérie Deom, over het wetsvoorstel
(de heer Jean-Pierre Malmendier) tot wijziging van
de wet van 2 juni 1998 houdende oprichting van een
Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke
sektarische organisaties en van een Administratieve
coördinatiecel inzake de strijd tegen schadelijke
sektarische organisaties (nr. 790/3).
- par M. Guy Swennen, sur :
- door de heer Guy Swennen, over :
- la proposition de loi (M. Tony Van Parys, Mme
Hilde Claes, M. Pieter De Crem, Mme Valérie
Deom, MM. Jean-Pierre Malmendier et Walter
Muls, Mme Martine Taelman, MM. Jo Vandeurzen
et Melchior Wathelet) insérant dans la loi du
24 février 1921 concernant le trafic des substances
vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes,
psychotropes, désinfectantes ou antiseptiques et
des substances pouvant servir à la fabrication illicite
de substances stupéfiantes et psychotropes une
disposition réautorisant les officiers de police
judiciaire à pénétrer et à fouiller dans tout lieu
pendant la nuit sans autorisation préalable du
tribunal de police (n° 768/3).
- het wetsvoorstel (de heer Tony Van Parys,
mevrouw Hilde Claes, de heer Pieter De Crem,
mevrouw Valérie Deom, de heren Jean-Pierre
Malmendier en Walter Muls, mevrouw Martine
Taelman, de heren Jo Vandeurzen en Melchior
Wathelet) tot herinvoering in de wet van
24 februari 1921 betreffende het verhandelen van
giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen,
psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en
antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt
worden voor de illegale vervaardiging van
verdovende middelen en psychotrope stoffen van
de bevoegdheid van officieren van gerechtelijke
politie om 's nachts alle plaatsen te betreden en te
doorzoeken zonder voorafgaande toelating van de
politierechtbank (nr. 768/3).
- la proposition de loi (M. Filip De Man) insérant
dans la loi du 24 février 1921 concernant le trafic
des substances vénéneuses, soporifiques,
stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou
antiseptiques et des substances pouvant servir à la
fabrication illicite de substances stupéfiantes et
psychotropes, une disposition réautorisant la
pénétration et la fouille dans tout lieu, durant la nuit,
sans autorisation préalable du tribunal de police
(n° 769/2).
- het wetsvoorstel (de heer Filip De Man) tot
herinvoering in de wet van 24 februari 1921
betreffende het verhandelen van giftstoffen,
slaapmiddelen en verdovende middelen,
psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en
antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt
worden voor de illegale vervaardiging van
verdovende middelen en psychotrope stoffen van
de bevoegdheid om 's nachts alle plaatsen te
betreden en te doorzoeken zonder voorafgaande
toelating van de politierechtbank (nr. 769/2).
au nom de la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique,
namens de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt,
- par Mme Jacqueline Galant et M. Dirk Claes, sur :
- door mevrouw Jacqueline Galant en de heer Dirk
Claes, over :
- le projet de loi visant à octroyer le droit de vote aux
élections communales à des étrangers (transmis
par le Sénat) (n° 578/5).
- het wetsontwerp tot toekenning van het actief
kiesrecht bij de gemeenteraadsverkiezingen aan
vreemdelingen (overgezonden door de Senaat)
(nr. 578/5).
- la proposition de loi (MM. Claude Eerdekens, Yvan
Mayeur et André Frédéric, Mme Karine Lalieux et
M. Mohammed Boukourna) visant à octroyer le droit
de vote et d'éligibilité aux élections communales et
provinciales aux ressortissants étrangers (n° 76/3).
- het wetsvoorstel (de heren Claude Eerdekens,
Yvan Mayeur en André Frédéric, mevrouw Karine
Lalieux en de heer Mohammed Boukourna) tot
toekenning van het actief en passief kiesrecht bij de
gemeente- en provincieraadsverkiezingen aan de
buitenlandse onderdanen (nr. 76/3).
- la proposition de loi (M. Philippe Monfils) modifiant
la loi électorale communale, coordonnée le
4 août 1932, en vue d'octroyer le droit de vote aux
étrangers non ressortissants de l'Union européenne
aux élections communales (n° 197/2).
- het wetsvoorstel (de heer Philippe Monfils) tot
wijziging van de gemeentekieswet, gecoördineerd
op 4 augustus 1932, teneinde bij de
gemeenteraadsverkiezingen kiesrecht te verlenen
aan de vreemdelingen die geen ingezetenen van de
Europese Unie zijn (nr. 197/2).
- la proposition de loi (Mmes Marie Nagy et Zoé
Genot) relative à l'extension du droit de vote et
- het wetsvoorstel (de dames Marie Nagy en Zoé
Genot) betreffende de uitbreiding van het actief en
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
91
d'éligibilité aux élections communales et
intracommunales aux ressortissants non européens
résidant en Belgique (n° 261/2).
passief kiesrecht bij gemeenteraads- en
districtraadsverkiezingen tot de niet-Europese
onderdanen die in België verblijven (nr. 261/2).
- la proposition de loi (MM. Willy Cortois, Filip
Anthuenis et Claude Marinower) portant
organisation d'une consultation populaire sur l'octroi
du droit de vote au niveau communal aux résidents
en Belgique qui ne sont pas des ressortissants d'un
Etat membre de l'Union européenne (n° 400/2).
- het wetsvoorstel (de heren Willy Cortois, Filip
Anthuenis en Claude Marinower) houdende
organisatie van een volksraadpleging over de
toekenning van stemrecht op gemeentelijk niveau
aan de in België verblijvende niet-Europese Unie
onderdanen (nr. 400/2).
au nom de la commission de Révision de la
Constitution et de la Réforme des institutions
namens de commissie voor de Herziening van de
Grondwet en de Hervorming van de Instellingen
- par M. Alfons Borginon, sur :
- door de heer Alfons Borginon, over :
- la proposition (M. Olivier Maingain) de révision de
l'article 14 de la Constitution en vue d'abolir la peine
de mort (n° 226/6).
- het voorstel (de heer Olivier Maingain) tot
herziening van artikel 14 van de Grondwet met het
oog op de afschaffing van de doodstraf (nr. 226/6).
- la proposition (M. Geert Bourgeois) de révision de
l'article 14 de la Constitution (n° 541/2).
- het voorstel (de heer Geert Bourgeois) tot
herziening van artikel 14 van de Grondwet
(nr. 541/2).
SENAT
SENAAT
Projets de loi transmis
Overgezonden wetsontwerpen
Par messages du 12 février 2004, le Sénat
transmet, tel qu'il les a adoptés en séance de cette
date, les projets de loi suivants :
Bij brieven van 12 februari 2004, zendt de Senaat
de volgende wetsontwerpen over, zoals hij ze in
vergadering van die datum heeft aangenomen :
- Projet de loi portant assentiment à la Décision du
Conseil du 25 juin 2002 modifiant l'Acte portant
élection des représentants au Parlement européen
au suffrage universel direct, annexé à la
décision 76/787/CECA, CEE, Euratom, et à l'Annexe,
(n° 803/1) ;
- Wetsontwerp houdende instemming met het
Besluit van de Raad van 25 juni 2002 en van 23
september 2002 tot wijziging van de Akte
betreffende de verkiezing van de
vertegenwoordigers in het Europees Parlement
door middel van rechtstreekse algemene
verkiezingen, gehecht aan Besluit 76/787/EGKS,
EEG, Euratom, en met de Bijlage, (nr. 803/1);
- Projet de loi portant assentiment à la Convention
sur la prévention et la répression des infractions
contre les personnes jouissant d'une protection
internationale, y compris les agents diplomatiques,
faite à New York le 14 décembre 1973, (n° 804/1) ;
- Wetsontwerp houdende instemming met het
Verdrag inzake de voorkoming en bestraffing van
misdrijven tegen internationaal beschermde
personen, met inbegrip van diplomaten, gedaan te
New York op 14 december 1973, (nr. 804/1);
- Projet de loi portant assentiment aux Actes
internationaux suivants :
1° Premier Protocole concernant l'interprétation par
la Cour de Justice des Communautés européennes
de la Convention sur la loi applicable aux
obligations contractuelles, ouverte à la signature à
Rome le 19 juin 1980, et Déclarations communes ;
2° Deuxième Protocole attribuant à la Cour de
Justice des Communautés européennes certaines
compétences en matière d'interprétation de la
Convention sur la loi applicable aux obligations
contractuelles, ouverte à la signature à Rome le
19 juin 1980,
faits à Bruxelles le 19 décembre 1988, (n° 805/1) ;
- Wetsontwerp houdende instemming met de
volgende Internationale Akten :
1° Eerste Protocol betreffende de uitlegging door
het Hof van Justitie van de Europese
Gemeenschappen van het Verdrag inzake het recht
dat van toepassing is op verbintenissen uit
overeenkomst, voor ondertekening opengesteld te
Rome op 19 juni 1980, en Gemeenschappelijke
Verklaringen;
2° Tweede Protocol waarbij aan het Hof van Justitie
van de Europese Gemeenschappen bepaalde
bevoegdheden worden toegekend inzake de
uitlegging van het Verdrag inzake het recht dat van
toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst,
voor ondertekening opengesteld te Rome op
19 juni 1980, gedaan te Brussel op
19 december 1988, (nr. 805/1);
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
92
- Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
les Gouvernements du Royaume de Belgique, du
Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des
Pays-Bas, d'une part, et le Gouvernement de la
République de Slovénie, d'autre part, relatif à la
réadmission des personnes en situation irrégulière,
fait à Vienne le 16 novembre 1992, (n° 806/1) ;
- Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regeringen van het
Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg
en het Koninkrijk der Nederlanden, enerzijds, en de
Regering van de Republiek Slovenië, anderzijds,
betreffende de overname van onregelmatig
binnengekomen of verblijvende personen, gedaan
te Wenen op 16 november 1992, (nr. 806/1) ;
- Projet de loi portant assentiment à la Convention
relative à l'adhésion de la République d'Autriche, de
la République de Finlande et du Royaume de
Suède à la Convention sur la loi applicable aux
obligations contractuelles, ouverte à la signature à
Rome le 19 juin 1980, ainsi qu'aux Premier et
Deuxième Protocoles concernant son interprétation
par la Cour de Justice, et à la Déclaration
commune, faites à Bruxelles le 29 novembre 1996,
(n° 807/1) ;
- Wetsontwerp houdende instemming met het
Verdrag inzake de toetreding van de Republiek
Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk
Zweden tot het Verdrag inzake het recht dat van
toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst,
ter ondertekening opengesteld te Rome op
19 juni 1980, en tot het Eerste en Tweede Protocol
betreffende de uitlegging ervan door het Hof van
Justitie, en met de Gemeenschappelijke Verklaring,
gedaan te Brussel op 29 november 1996,
(nr. 807/1) ;
- Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
le Gouvernement du Royaume de Belgique, le
Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg et
le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas et le
Gouvernement fédéral de la République fédérale de
Yougoslavie relatif à la reprise et à la réadmission
de personnes qui ne remplissent pas ou ne
remplissent plus les conditions d'entrée ou de
séjour sur le territoire de l'autre Etat contractant, et
au Protocole d'application et ses Annexes 1 à 8,
faits à Belgrade le 19 juillet 2002, (n° 808/1) ;
- Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België, de Regering van het
Groothertogdom Luxemburg en de Regering van
het Koninkrijk der Nederlanden en de Federale
Regering van de Federale Republiek Joegoslavië
betreffende de terug- en overname van personen
die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden
voor binnenkomst of verblijf op het grondgebied van
de andere overeenkomstsluitende Staat, en met het
Uitvoeringsprotocol en zijn Bijlagen 1 tot 8, gedaan
te Belgrado op 19 juli 2002, (nr. 808/1) ;
Renvoi à la commission des Relations extérieures
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen
Par message du 12 février 2004, le Sénat transmet,
tel qu'il l'a adopté en séance de cette date, le projet
de loi suivant :
Bij brief van 12 februari 2004, zendt de Senaat het
volgende wetsontwerp over, zoals hij het in
vergadering van die datum heeft aangenomen :
- Projet de loi modifiant l'article 42 de la loi du
14 août 1986 relative à la protection et au bien-être
des animaux, (n° 811/1) ;
- Wetsontwerp tot wijziging van artikel 42 van de
wet van 14 augustus 1986 betreffende de
bescherming en het welzijn der dieren, (nr. 811/1);
Conformément à l'article 81 de la Constitution, la
Chambre se prononce dans un délai ne pouvant
dépasser 60 jours.
Overeenkomstig artikel 81 van de Grondwet, neemt
de Kamer een beslissing binnen een termijn die
60 dagen niet te boven mag gaan.
Renvoi à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société
Verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
maatschappelijke Hernieuwing
Par message du 12 février 2004, le Sénat transmet,
en vue de la sanction royale, le projet de loi
accordant des avantages complémentaires en
matière de pension de retraite aux personnes
désignées pour exercer une fonction de
management ou d'encadrement dans un service
public, le Sénat ne l'ayant pas amendé (n° 357/5).
Bij brief van 12 februari 2004, zendt de Senaat over,
met het oog op de koninklijke bekrachtiging, het niet
geamendeerde wetsontwerp houdende toekenning
van aanvullende voordelen inzake rustpensioen aan
personen die werden aangesteld om een
management- of staffunctie uit te oefenen in een
overheidsdienst, (nr. 357/5).
Pour information
Ter kennisgeving
GOUVERNEMENT
REGERING
Budget général des dépenses 2003
Algemene uitgavenbegroting 2003
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
93
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques transmet :
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven over :
- Par lettre du 12 février 2004, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
SPF Chancellerie du premier ministre pour l'année
budgétaire 2003.
- Bij brief van 12 februari 2004 een lijst met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2003 betreffende de FOD Kanselarij
van de eerste minister.
- Par lettre du 12 février 2004, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
département des Affaires économiques pour
l'année budgétaire 2003.
- Bij brief van 12 februari 2004 een lijst met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2003 betreffende het departement
van de Economische Zaken.
- Par lettre du 16 février 2004, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
SPF Finances pour l'année budgétaire 2003.
- Bij brief van 16 februari 2004 een lijst met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2003 betreffende de FOD Financiën.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
COUR D'ARBITRAGE
ARBITRAGEHOF
Arrêts
Arresten
En application de l'article 113 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie :
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van :
- l'arrêt n° 25/2004 rendu le 11 février 2004 relatif à
la question préjudicielle concernant l'article 11 de la
loi du 27 décembre 1974 relative aux services de
taxis, posée par le Conseil d'Etat par arrêt du
28 octobre 2002
- het arrest nr. 25/2004 uitgesproken op
11 februari 2004 over de prejudiciële vraag over
artikel 11 van de wet van 27 december 1974
betreffende de taxidiensten, gesteld door de Raad
van State bij arrest van 28 oktober 2002
(n° du rôle : 2573)
(rolnummer : 2573)
- l'arrêt n° 26/2004 rendu le 11 février 2004
concernant le recours en annulation de l'article 70,
alinéas 2 à 6, du Code wallon de l'aménagement du
territoire, de l'urbanisme et du patrimoine, tel qu'il a
été remplacé par l'article 33 du décret de la Région
wallonne du 18 juillet 2002, introduit par J.
Boesmans et A.-M. Hene
- het arrest nr. 26/2004 uitgesproken op
11 februari 2004 betreffende het beroep tot
vernietiging van artikel 70, tweede tot zesde lid, van
het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening,
Stedenbouw en Patrimonium, zoals vervangen bij
artikel 33 van het decreet van het Waalse Gewest
van 18 juli 2002, ingesteld door J. Boesmans en A.-
M. Hene
(n° du rôle : 2668)
(rolnummer : 2668)
- l'arrêt n° 28/2004 rendu le 11 février 2004
concernant le recours en annulation de l'article 81,
2°, de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, introduit
par A. Lambert
- het arrest nr. 28/2004 uitgesproken op
11 februari 2004 betreffende het beroep tot
vernietiging van artikel 81, 2°, van de
faillissementswet van 8 augustus 1997, ingesteld
door A. Lambert
(n° du rôle : 2853)
(rolnummer : 2853)
Pour information
Ter kennisgeving
Recours en annulation
Beroepen tot vernietiging
En application de l'article 76 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie :
Met toepassing van artikel 76 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van :
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
94
- le recours en annulation partielle de l'article 2, 2.
d), de l'ordonnance du 26 juin 2003 relative à la
gestion mixte du marché de l'emploi dans la Région
de Bruxelles-Capitale, introduit par le
Gouvernement flamand
- het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van
artikel 2, 2. d), van de ordonnantie van 26 juni 2003
betreffende het gemengd beheer van de
arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, ingesteld door de Vlaamse Regering
(n° du rôle : 2896)
(rolnummer : 2896)
Pour information
Ter kennisgeving
Questions préjudicielles
Prejudiciële vragen
En application de l'article 77 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie :
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van :
- les questions préjudicielles relatives à l'article 30,
§ 2, du décret flamand du 22 décembre 1995
contenant diverses mesures d'accompagnement du
budget 1996, avant sa modification par le décret du
18 mai 1999, posées par la cour d'appel de Gand
par arrêts du 16 décembre 2003 et du
13 janvier 2004; l'ordonnance de jonction de ces
affaires
- de prejudiciële vragen betreffende artikel 30, § 2,
van het Vlaamse decreet van 22 december 1995
houdende bepalingen tot begeleiding van de
begroting 1996, vóór de wijziging ervan bij het
decreet van 18 mei 1999, gesteld door het hof van
beroep te Gent bij arresten van 16 december 2003
en 13 januari 2004; de beschikking tot
samenvoeging van deze zaken
(n
os
du rôle : 2883 et 2895)
(rolnummers : 2883 en 2895)
- la question préjudicielle relative à l'article 33 de la
loi-programme du 5 août 2003 (modification de
l'article 5, 2), de la loi du 16 juillet 2002 "modifiant
diverses dispositions en vue notamment d'allonger
les délais de prescription pour les crimes non
correctionnalisables", posée par le tribunal
correctionnel de Bruxelles par jugements du
18 décembre 2003; l'ordonnance de jonction de ces
affaires
- de prejudiciële vraag over artikel 33 van de
programmawet van 5 augustus 2003 (wijziging van
artikel 5, 2), van de wet van 16 juli 2002 "tot
wijziging van verschillende procedure-regelingen
van toepassing inzake verjaringsregelingen van de
strafvordering", gesteld door de correctionele
rechtbank te Brussel bij vonnissen van
18 december 2003; de beschikking tot
samenvoeging van deze zaken
(n
os
du rôle : 2887 et 2888)
(rolnummers : 2887 en 2888)
- la question préjudicielle relative à l'article 356 du
Code des impôts sur les revenus 1992, posée par
le tribunal de première instance de Liège par
jugement du 8 janvier 2004
- de prejudiciële vraag over artikel 356 van het
Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992,
gesteld door de rechtbank van eerste aanleg te Luik
bij vonnis van 8 januari 2004
(n° du rôle : 2889)
(rolnummer : 2889)
- les questions préjudicielles concernant les
articles 56bis, § 2, alinéa 4, et 120bis des lois
coordonnées relatives aux allocations familiales
pour travailleurs salariés, posées par le tribunal du
travail de Bruxelles par jugement du 9 janvier 2004
- de prejudiciële vragen over de artikelen 56bis, § 2,
vierde lid, en 120bis van de samengeordende
wetten betreffende de kinderbijslag voor
loonarbeiders, gesteld door de arbeidsrechtbank te
Brussel bij vonnis van 9 januari 2004
(n° du rôle : 2890)
(rolnummer : 2890)
- les questions préjudicielles relatives aux
articles 25, 26 et 82 de la loi du 8 août 1997 sur les
faillites, telle qu'elle a été modifiée par la loi du
4 septembre 2002, posées par le tribunal de
première instance de Liège par jugement du
21 janvier 2004
- de prejudiciële vragen over de artikelen 25, 26 en
82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997,
zoals gewijzigd bij de wet van 4 september 2002,
gesteld door de rechtbank van eerste aanleg te Luik
bij vonnis van 21 januari 2004
(n° du rôle : 2893)
(rolnummer : 2893)
- la question préjudicielle relative à l'article 19, § 4,
de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de
gardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur
les services internes de gardiennage, tel qu'il a été
remplacé par l'article 17, 4°, de la loi du
10 juin 2001, posée par le tribunal de première
instance de Liège par jugement du 20 janvier 2004
- de prejudiciële vraag over artikel 19, § 4¸ van de
wet van 10 april 1990 over de
bewakingsinstellingen, over de
veiligheidsmaatschappijen en de interne
bewakingsdienst, zoals vervangen door artikel 17,
4° van de wet van 10 juni 2001, gesteld door de
rechtbank van eerste aanleg te Luik bij vonnis van
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
95
20 januari 2004
(n° du rôle : 2894)
(rolnummer : 2894)
- les questions préjudicielles relatives aux
articles 80, 81 et 82 de la loi du 8 août 1997 sur les
faillites, telle qu'elle a été modifiée par la loi du
4 septembre 2002, posée par le tribunal de
première instance de Tongres, par le tribunal de
première instance de Neufchâteau, par le tribunal
de première instance de Charleroi par jugements
des 14 et 15 janvier 2004 et par le tribunal de
première instance de Courtrai par jugement du
6 janvier 2004; l'ordonnance de jonction des affaires
n
os
2897, 2898 et 2899 avec les affaires déjà jointes
n
os
2869 et 2879
- de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 80,
81 en 82 van de faillissementswet van
8 augustus 1997, zoals gewijzigd bij de wet van
4 september 2002, gesteld door de rechtbank van
eerste aanleg te Tongeren, de rechtbank van eerste
aanleg te Neufchâteau, de rechtbank van eerste
aanleg te Charleroi bij vonnissen van 14 en
15 januari 2004 en door de rechtbank van eerste
aanleg te Kortrijk bij vonnis van 6 januari 2004; de
beschikking tot samenvoeging van de zaken
nrs. 2897, 2898 en 2899 met de reeds
samengevoegde zaken nrs. 2869 en 2879
(n
os
du rôle : 2869, 2879, 2897, 2898 et 2899)
(rolnummers : 2869, 2879, 2897, 2898 en 2899)
- la question préjudicielle concernant les articles 49
et 52ter de la loi du 8 avril 1965 relative à la
protection de la jeunesse, posée par la cour d'appel
de Liège par arrêt du 29 janvier 2004
- de prejudiciële vraag over de artikelen 49 en 52ter
van de wet van 8 april 1965 betreffende de
jeugdbescherming, gesteld door het hof van beroep
te Luik bij arrest van 29 januari 2004
(n° du rôle : 2901)
(rolnummer : 2901)
- la question préjudicielle concernant l'article 344,
§ 1
er
, du Code des impôts sur les revenus 1992,
posée par le tribunal de première instance d'Anvers
par jugement du 21 janvier 2004
- de prejudiciële vraag betreffende artikel 344, § 1,
van het Wetboek van de
Inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de
rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen bij
vonnis van 21 januari 2004
(n° du rôle : 2903)
(rolnummer : 2903)
- la question préjudicielle relative aux
articles 2262bis et 2276bis du Code civil, posée par
le tribunal de première instance de Liège par
jugement du 30 janvier 2004
- de prejudiciële vraag over de artikelen 2262bis et
2276bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door
de rechtbank van eerste aanleg te Luik bij vonnis
van 30 januari 2004
(n° du rôle : 2905)
(rolnummer : 2905)
Pour information
Ter kennisgeving
RAPPORTS ET COMPTES ANNUELS
JAARVERSLAGEN EN -REKENINGEN
Banque nationale de Belgique
Nationale Bank van België
Par lettre du 17 février 2004, le gouverneur de la
Banque nationale de Belgique transmet le tome 1
"Evolution économique et financière" du
rapport 2003 de la Banque nationale de Belgique.
Bij brief van 17 februari 2004 zendt de gouverneur
van de Nationale Bank van België het deel 1
"Economiche en financiële ontwikkeling" van het
verslag 2003 van de Nationale Bank van België
over.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Tribunal du travail d'Audenarde
Arbeidsrechtbank te Oudenaarde
Par lettre du 16 février 2004, le président du tribunal
du travail d'Audenarde transmet, conformément à
l'article 340, § 3, dernier alinéa du Code judiciaire,
le rapport de fonctionnement pour l'année 2003
ainsi que le procès-verbal de l'assemblée générale
du tribunal du travail d'Audenarde qui s'est tenue le
13 février 2004.
Bij brief van 16 februari 2004 zendt de voorzitter van
de arbeidsrechtbank te Oudenaarde,
overeenkomstig artikel 340, § 3, laatste lid van het
Gerechtelijk Wetboek, het werkingsverslag voor het
jaar 2003 over samen met het proces-verbaal van
de algemene vergadering van de arbeidsrechtbank
te Oudenaarde, welke doorging op
13 februari 2004.
Dépôt au greffe, à la bibliothèque et renvoi à la
commission de la Justice
Indiening ter griffie, in de bibliotheek en verzonden
naar de commissie voor de Justitie
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
96
Tribunal du travail de Malines
Arbeidsrechtbank te Mechelen
Par lettre du 11 février 2004, le président du tribunal
du travail de Malines transmet, conformément à
l'article 340, § 3, dernier alinéa du Code judiciaire,
le rapport de fonctionnement pour l'année 2003
ainsi que le procès-verbal de l'assemblée générale
du tribunal du travail de Malines qui s'est tenue le
30 janvier 2004.
Bij brief van 11 februari 2004 zendt de voorzitter van
de arbeidsrechtbank te Mechelen, overeenkomstig
artikel 340, § 3, laatste lid van het Gerechtelijk
Wetboek, het werkingsverslag voor het jaar 2003
over samen met het proces-verbaal van de
algemene vergadering van de arbeidsrechtbank te
Mechelen, welke doorging op 30 januari 2004.
Dépôt au greffe, à la bibliothèque et renvoi à la
commission de la Justice
Indiening ter griffie, in de bibliotheek en verzonden
naar de commissie voor de Justitie
RESOLUTIONS
RESOLUTIES
Par lettre du 18 février 2004, le bourgmestre de la
commune de Lanaken transmet une résolution
appuyant le plan d'action des états-généraux des
bourgmestres et échevins de l'arrondissement de
Hal-Vilvorde, signée par les membres du conseil
communal.
Bij brief van 18 februari 2004 zendt de
burgemeester van de gemeente Lanaken een door
de gemeenteraadsleden ondertekende resolutie ter
ondersteuning van het actieplan van de Staten-
Generaal van burgemeesters en schepenen van het
arrondissement Halle-Vilvoorde over.
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique et à la
commission de la Justice
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt en naar de commissie voor de
Justitie
Parlement européen
Europees Parlement
Par lettre du 3 février 2004, le secrétaire général du
Parlement européen transmet les textes de
huit résolutions adoptées par cette assemblée:
Bij brief van 10 februari 2004 zendt de secretaris-
generaal van het Europees Parlement de teksten
over van acht resoluties aangenomen door deze
vergadering :
1. position du Parlement européen sur la
proposition de décision du Conseil relative à la
conclusion, au nom de la Communauté
européenne, de la convention des Nations unies
contre la criminalité transnationale organisée
1. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende de sluiting, namens de
Europese Gemeenschap, van het Verdrag van de
Verenigde Naties tegen de grensoverschrijdende
georganiseerde criminaliteit
2. position du Parlement européen sur la
proposition de décision du Conseil relative à la
conclusion, au nom de la Communauté
européenne, du protocole visant à prévenir,
réprimer et punir la traite des personnes, en
particulier des femmes et des enfants, additionnel à
la convention des Nations unies contre la criminalité
transnationale organisée
2. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende de sluiting, namens de
Europese Gemeenschap, van het Protocol ter
voorkoming, bestrijding en bestraffing van
mensenhandel, inzonderheid handel in vrouwen en
kinderen, gehecht aan het Verdrag van de
Verenigde Naties tegen de grensoverschrijdende
georganiseerde criminaliteit
3. position du Parlement européen sur la
proposition de décision du Conseil relative à la
conclusion, au nom de la Communauté
européenne, du protocole contre le trafic illicite de
migrants par terre, air et mer, additionnel à la
convention des Nations unies contre la criminalité
transnationale organisée
3. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende de sluiting, namens de
Europese Gemeenschap, van het Protocol tegen de
smokkel van migranten over land, over zee en door
de lucht, gehecht aan het Verdrag van de
Verenigde Naties tegen de grensoverschrijdende
georganiseerde criminaliteit
CRIV 51
PLEN 051
19/02/2004
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
97
4. résolution du Parlement européen sur la
communication de la Commission au Parlement
européen et au Conseil en vue du Conseil européen
de Théssalonique sur le développement d'une
politique commune en matière d'immigration
clandestine, de trafic illicite et de traite des êtres
humains, de frontières extérieures et de retour des
personnes en séjour irrégulier
4. resolutie over de mededeling van de Commissie
aan het Europees Parlement en de Raad ten
behoeve van de Europese Raad van Thessaloniki
betreffende de ontwikkeling van een
gemeenschappelijk beleid inzake illegale
immigratie, mensensmokkel en mensenhandel,
buitengrenzen en de terugkeer van illegaal
verblijvende personen
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission de la Justice à la commission de
l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction
publique et au comité d'avis chargé de Questions
européennes.
Verzonden aan de commissie voor Buitenlandse
Betrekkingen, aan de commissie voor de Justitie
aan de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de
Algemene Zaken en het Openbaar Ambt en aan het
adviescomité voor de Europese Aangelegenheden.
5. résolution du Parlement européen sur le thon :
flotte et industrie. Situation et perspectives d'avenir
dans l'UE et dans le monde
5. resolutie over de tonijnvloot en ­industrie. ­
Situatie en toekomstperspectieven in de EU en de
rest van de wereld
6. résolution du Parlement européen sur le Livre
vert sur les services d'intérêt général
6. resolutie over het Groenboek over diensten van
algemeen belang
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture et au comité d'avis
chargé de Questions européennes.
Verzonden aan de commissie voor Buitenlandse
Betrekkingen, aan de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de Nationale Wetenschappelijke en
Culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw en aan het adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden.
7. résolution du Parlement européen sur le
développement du secteur des services en vue de
la création d'emplois
7. resolutie over de ontwikkeling van de
dienstensector voor het scheppen van
arbeidsplaatsen
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture à la commission des
Affaires sociales et au comité d'avis chargé de
Questions européennes.
Verzonden aan de commissie voor Buitenlandse
Betrekkingen, aan de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de Nationale Wetenschappelijke en
Culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw aan de commissie voor de Sociale
Zaken en aan het adviescomité voor de Europese
Aangelegenheden.
8. résolution du Parlement européen sur la mise en
oeuvre de la directive 96/71/CE dans les Etats
membres
8. resolutie over de tenuitvoerlegging van
richtlijn 96/71/EG in de lidstaten
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission des Affaires sociales et au comité
d'avis chargé de Questions européennes.
Verzonden aan de commissie voor Buitenlandse
Betrekkingen, aan de commissie voor de Sociale
Zaken en aan het adviescomité voor de Europese
Aangelegenheden.
MOTIONS
MOTIES
Par lettre du 9 février 2004, le bourgmestre de la
commune de Waasmunster transmet une motion
concernant la scission de la circonscription
électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde et de
l'arrondissement judiciaire de Bruxelles.
Bij brief van 9 februari 2004 zendt de burgemeester
van de gemeente Waasmunster een motie over
betreffende de splitsing van de kieskring Brussel-
Halle-Vilvoorde en van het gerechtelijk
arrondissement Brussel.
Par lettre du 10 février 2004, le bourgmestre de la
commune de Zele transmet une motion concernant
la scission de la circonscription électorale de
Bruxelles-Hal-Vilvorde et de l'arrondissement
judiciaire de Bruxelles.
Bij brief van 10 februari 2004 zendt de
burgemeester van de gemeente Zele een motie
over betreffende de splitsing van de kieskring
Brussel-Halle-Vilvoorde en van het gerechtelijk
arrondissement Brussel.
19/02/2004
CRIV 51
PLEN 051
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
98
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique et à la
commission de la Justice
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt en naar de commissie voor de
Justitie
DIVERS
VARIA
Congrès international sur les victimes de terrorisme
Internationaal Congres over de slachtoffers van
terrorisme
Par lettre du 5 février 2004, l'ambassadeur
d'Espagne transmet le "Manifeste de Madrid",
résultat du Congrès international sur les victimes du
terrorisme qui s'est tenu les 26 et 27 janvier 2004 à
Madrid.
Bij brief van 5 februari 2004 zendt de Spaanse
ambassadeur het "Manifest van Madrid" over,
resultaat van het Internationaal Congres over de
slachtoffers van terrorisme dat op 26 en
27 januari 2004 in Madrid plaatsvond.
Renvoi à la commission de la Justice et à la
commission des Relations extérieures
Verzonden naar de commissie voor de Justitie en
naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Institut national d'Assurances sociales pour Travailleurs
indépendants
Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der
Zelfstandigen
L' Institut national d'Assurances sociales pour
Travailleurs indépendants transmet :
Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der
Zelfstandigen zendt over :
- Statistique des sociétés affiliées;
- Statistiek van de aangesloten vennootschappen;
- Statistique des personnes de nationalité étrangère
assujetties au statut social des travailleurs
indépendants.
- Statistiek van de personen van vreemde
nationaliteit die onder de toepassing vallen van het
sociaal statuut van de zelfstandigen.
Renvoi à la commission des Affaires sociales
Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken