CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 029
CRIV 51 PLEN 029
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
jeudi
donderdag
11-12-2003
11-12-2003
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000
Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
PROJETS ET PROPOSITIONS
1
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
1
Projet de loi modifiant la loi du 11 janvier 1993
relative à la prévention de l'utilisation du système
financier aux fins du blanchiment de capitaux, la
loi du 22 mars 1993 relative au statut et au
contrôle des établissements de crédit et la loi du
6 avril 1995 relative au statut des entreprises
d'investissement et à leur contrôle, aux
intermédiaires financiers et conseillers en
placements (383/1-4)
1
Wetsontwerp houdende wijziging van de wet van
11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik
van het financiële stelsel voor het witwassen van
geld, de wet van 22 maart 1993 op het statuut
van en het toezicht op de kredietinstellingen en
de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en
het toezicht op de beleggingsondernemingen, de
bemiddelaars en beleggingsadviseurs (383/1-4)
1
Discussion générale
1
Algemene bespreking
1
Projet de loi instaurant une déclaration libératoire
unique (353/1-7)
2
Wetsontwerp houdende invoering van een
éénmalige bevrijdende aangifte (353/1-7)
2
Discussion générale
2
Algemene bespreking
2
ANNEXE
33
BIJLAGE
33
COMMUNICATIONS
33
MEDEDELINGEN
33
Orateurs: Carl Devlies, rapporteur, Yves
Leterme, Paul Tant, Geert Bourgeois
, Stef
Goris
, rapporteur, Dirk Van der Maelen,
président du groupe sp.a-spirit, Bart
Tommelein, Pieter De Crem
, président du
groupe CD&V, Greta D'hondt, Jean-Jacques
Viseur, Karel Pinxten
Sprekers: Carl Devlies, rapporteur, Yves
Leterme, Paul Tant, Geert Bourgeois
, Stef
Goris
, rapporteur, Dirk Van der Maelen,
voorzitter van de sp.a-spirit-fractie, Bart
Tommelein, Pieter De Crem
, voorzitter van de
CD&V-fractie, Greta D'hondt, Jean-Jacques
Viseur, Karel Pinxten
SENAT
33
SENAAT
33
P
ROJETS DE LOI TRANSMIS
33
O
VERGEZONDEN WETSONTW ERPEN
33
GOUVERNEMENT
34
REGERING
34
B
UDGET GENERAL DES DEPENSES
2003
34
A
LGEMENE UITGAVENBEGROTING
2003
34
O
BSERVATIONS
34
O
PMERKINGEN
34
COUR DES COMPTES
34
REKENHOF
34
R
APPORTS
34
V
ERSLAGEN
34
RAPPORTS ANNUELS
34
JAARVERSLAGEN
34
P
RESTATIONS AUX PERSONNES HANDICAPES
34
U
ITKERINGEN AAN PERSONEN MET EEN
HANDICAP
34
MOTIONS
34
MOTIES
34
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



SEANCE PLENIERE
PLENUMVERGADERING
du
JEUDI
11
DECEMBRE
2003
Matin
______
van
DONDERDAG
11
DECEMBER
2003
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 11.00 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 11.00 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Didier Reynders.

Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in bijlage
bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Excusés
Berichten van verhindering

Martine Payfa, Patrick Moriau, Willy Cortois, en mission à l'étranger / met zending buitenlands.
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
01 Projet de loi modifiant la loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de l'utilisation du
système financier aux fins du blanchiment de capitaux, la loi du 22 mars 1993 relative au statut et
au contrôle des établissements de crédit et la loi du 6 avril 1995 relative au statut des entreprises
d'investissement et à leur contrôle, aux intermédiaires financiers et conseillers en placements
(383/1-4)
01 Wetsontwerp houdende wijziging van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het
gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld, de wet van 22 maart 1993 op het
statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen en de wet van 6 april 1995 inzake het statuut
van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs
(383/1-4)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.

Le président: Chers collègues, le rapporteur est M. Eric Massin. Je ne le vois pas pour l'instant. Comme l'a
fait remarquer M. Leterme, ce n'est pas tout à fait dans les règles. Je n'ai pas été avisé de l'arrivée imminente
de M. Massin.

Je suspends la discussion générale du projet en point 1 de l'ordre du jour et nous commençons par l'examen
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
du point 2 de notre ordre du jour, le projet de loi instaurant une déclaration libératoire unique dont les
rapporteurs, MM. Stef Goris et Carl Devlies, sont présents.

La discussion générale est suspendue.
De algemene bespreking is geschorst.
02 Projet de loi instaurant une déclaration libératoire unique (353/1-7)
02 Wetsontwerp houdende invoering van een éénmalige bevrijdende aangifte (353/1-7)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
02.01 Carl Devlies, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, het wetsontwerp dat u vandaag wordt voorgelegd
heeft betrekking op de invoering van een eenmalige bevrijdende
aangifte. Gelet op het belang van het ontwerp, de veelheid en de
omvang van de commissiewerkzaamheden is de commissie
overgegaan tot de aanstelling van twee verslaggevers. De heer Goris zal
dadelijk een verslag uitbrengen over de artikelsgewijze bespreking van
het wetsontwerp. Ik zal u een synthese brengen van de voorbereidende
werkzaamheden en de algemene bespreking.

Tijdens een allereerste discussie in de commissie werd besloten een
strikt werkschema aan te houden, gespreid over meerdere
vergaderingen tijdens de maand november 2003. Tevens werd besloten
een hoorzitting te organiseren waarbij, naast de consultatie van de
ruime banksector, ook een aantal academische experts zouden
gehoord worden. De hoorzitting werd georganiseerd op 10 november
2003. In het schriftelijk verslag dat u werd overgemaakt vindt u van
pagina 6 tot en met pagina 79 een synthese van de uiteenzettingen van
de verschillende experts, alsook van de discussies met de
commissieleden. Ik kan mij in het mondelinge verslag dan ook
beperken tot de meest essentiële punten.

Als eerste werd door de commissie de heer Jean Rogge, algemeen
adviseur van de Beroepsvereniging der Verzekeringsondernemingen,
gehoord
. Deze spreker meent dat het wetsontwerp discriminaties inhoudt ten
opzichte van de verzekeringsondernemingen.

Daarom pleit hij voor de uitbreiding van het ontwerp op verschillende
niveaus, ten eerste, wat betreft de oorsprong van de te herbeleggen
sommen; ten tweede, wat betreft de instellingen die worden aangeduid
voor de verwerking van de aangifte en ten derde, wat betreft de
herbelegging van de sommen die het voorwerp uitmaken van een
aangifte.

Een tweede uiteenzetting aan de commissie werd gegeven door de
heer Guido Ravoet, gedelegeerd bestuurder van de Belgische Federatie
van het Financiewezen, die namens zijn organisatie vooral aandacht
vraagt voor een tweetal aspecten die belangrijk zijn voor de banken en
beursvennootschappen als tussenpersoon in de procedure. Enerzijds,
is de financiële sector vragende partij voor de grootst mogelijke
duidelijkheid en rechtszekerheid, anderzijds, is het tijdsaspect niet
verwaarloosbaar. Het kan niet de taak van de banken en
beursvennootschappen zijn de fiscale toestand van hun cliënten te
controleren. Banken en beursvennootschappen hebben daarvoor niet de
bevoegdheid, noch de mogelijkheden, in tegenstelling tot de fiscale
02.01 Carl Devlies, rapporteur:
Vu l'importance du dossier de la
déclaration libératoire unique (DLU),
deux rapporteurs ont été désignés.

Au cours d'une audition qui s'est
tenue le 10 novembre 2003, des
experts du secteur bancaire et du
monde académique ont été
entendus. Jean Rogge, conseiller
général à l'Union professionnelle
des entreprises d'assurances, fut le
premier intervenant.

A ses yeux, le projet comporte des
discriminations envers les
entreprises d'assurances et il a dès
lors plaidé pour un élargissement
du projet en ce qui concerne
l'origine des sommes à réinvestir,
les institutions désignées pour le
traitement de la déclaration et le
réinvestissement des sommes
faisant l'objet d'une déclaration.

M. Ravoet, administrateur délégué
de la Fédération Financière Belge,
a principalement attiré l'attention
sur deux aspects importants pour
les banques et les sociétés de
bourse qui, d'une part, souhaitent
bénéficier d'une sécurité juridique
et d'une clarté maximales et,
d'autre part, émettent des réserves
concernant le timing. Elles
estiment par ailleurs qu'il ne leur
appartient pas de contrôler la
situation financière de leurs clients.
Seule la loi anti-blanchiment peut
constituer une exception à ce rôle
limité. Aucune étape de la
déclaration et du réinvestissement
ne peut porter à confusion.
L'orateur a également souligné la
nécessité de garantir la sécurité
sur le plan pénal et a préconisé la
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
overheden.

Alleen de toepassing van de witwaswetgeving kan een uitzondering op
deze beperkte en formele rol van de tussenpersonen uitmaken. De
banken zijn voorstanders van duidelijke spelregels in elk stadium van de
procedure. Over geen enkele van de verschillende stappen in de
aangifte en belegging of wederbelegging mag onduidelijkheid bestaan.
De spreker wijst ook op de noodzaak van veiligheid op strafrechtelijk
vlak en vraagt een onverwijlde herziening van artikel 505 van het
Strafwetboek, teneinde te zorgen voor rechtszekerheid inzake het
strafrechtelijk risico voor onder meer financiële tussenpersonen die
dagelijks geld in ontvangst moeten nemen of beheren voor derden.

Wetend dat een aantal aspecten nog bij koninklijk besluit moet worden
uitgewerkt, geniet een latere inwerkingtreding, twee tot drie maanden
na de vooropgestelde datum van 1 januari 2004, de voorkeur.

Een derde uiteenzetting werd gegeven door de heer Paul Van Welden
van de Beroepsvereniging van Zelfstandige Bank- beleggings- en
verzekeringsbemiddelaars. Door deze spreker werd gesteld dat de
eenmalig bevrijdende aangifte aanvaardbaar is voor zijn organisatie,
mits bepaalde voorwaarden zijn vervuld. Ten eerste, een onafhankelijke
instantie, zoals bijvoorbeeld de commissie voor het Bank en
Financiewezen, moet het attest afleveren op basis van een formulier dat
is ingevuld door de aangever en door de bank. Ten tweede, amnestie
moet ook mogelijk zijn voor de kleine belegger en zijn stukken aan
toonder, op voorwaarde dat hij voldoende de herkomst staaft en de
gegevens kan voorleggen. Ten derde, het is voorts onbegrijpelijk dat
tak-21 en tak-23 producten die belegd waren in het buitenland, niet
voldoen aan de voorwaarden voor amnestie. Dat gaat in tegen de
financiële en economische realiteit van de beleggingsverzekeringen voor
de consument, die naast bancaire beleggingen staan.

De spreker was het principieel eens met het wetsontwerp, maar had
grote bezwaren tegen de uitvoeringsmaatregelen. Het gevoel is
aanwezig dat het wetsontwerp te sterk werd geïnspireerd door de top
van de grootbanken.

Een vierde uiteenzetting werd aan de commissie gegeven door de heer
Jean Spreutels, voorzitter van de Cel voor Financiële
Informatieverwerking. De spreker herinnerde eraan dat de Cel voor
Financiële Informatieverwerking op verzoek van de regering een advies
heeft geformuleerd over de eerste versie van het voorontwerp van wet.
Algemeen genomen houdt de tekst die door de Ministerraad werd
goedgekeurd, rekening met dat advies. De spreker gaf de beschrijving
van het huidige systeem dat in het kader van de EBA van toepassing
zal zijn. Hij vond het belangrijk dat het wetsontwerp over het witwassen
van geld samen met dat inzake de EBA wordt aangenomen.

In het belang van de rechtszekerheid leek het de spreker essentieel het
optreden van Cel voor Financiële Informatieverwerking af te lijnen tijdens
de parlementaire voorbereiding van de wet, zonder dat zulks zijns
inziens een wijziging van de tekst van het wetsontwerp veronderstelt.
Het is in elk geval belangrijk dat de Cel voor Financiële
Informatieverwerking precies zou weten wat zij al dan niet mag doen
met de haar door de banken toegezonden EBA-lijst.

Volgens de heer Spreutels kan niets de Cel ervan weerhouden de
gegevens die voorkomen op die lijst te gebruiken wanneer ze slaan op
een persoon tegen wie de Cel een dossier heeft aangelegd, ongeacht of
dat dossier aan het parket werd doorgezonden of niet, en dat werd
geopend ingevolge een melding van een vermoeden voor of na de
révision de l'article 505 du Code
pénal pour assurer la sécurité
juridique des intermédiaires. Etant
donné que certains aspects doivent
encore être réglés par arrêté royal,
la FEBELFIN recommande un
report de l'entrée en vigueur de la
DLU.

Pour M. Van Welden, de
l'association des courtiers
indépendants en produits bancaires
et en assurances, le projet de loi
est acceptable sous certaines
conditions. Une instance
indépendante comme la
Commission bancaire et financière
doit délivrer le certificat sur la base
d'un formulaire complété par le
déclarant et la banque. L'amnistie
doit également pouvoir être
accordée pour les titres au porteur
des petits investisseurs. Il est
incompréhensible que des produits
des branches 21 et 23 ne soient
pas pris en considération dans le
cadre la DLU. L'orateur approuve le
principe qui sous-tend le projet de
loi mais il émet des réserves à
propos des mesures d'exécution. Il
a le sentiment que le projet a trop
été axé sur les grandes banques.

M. Spreutels, de la Cellule de
traitement des informations
financières (CTIF), a été entendu en
tant que quatrième orateur. La CTIF
a rendu un avis sur la première
mouture du projet. Le texte
approuvé tient compte de cet avis.
Il est important pour la CTIF que le
projet de loi relatif au blanchiment
d'argent et celui concernant la DLU
soient adoptés conjointement. La
CTIF doit savoir précisément ce
qu'elle peut faire de la liste relative
à la DLU qui lui sera transmise par
les banques. Rien ne doit
l'empêcher d'utiliser des données
de la liste pour les personne à
propos de laquelle la Cellule a
ouvert un dossier, que ce dernier ait
été transmis au parquet ou non. La
CTIF et la CBF devront faire preuve
d'une grande vigilance pendant la
période d'application de la DLU,
comme lors du passage à l'euro.

La parole a ensuite été donnée à
plusieurs experts universitaires. M.
Haelterman, professeur à la
Katholieke Universiteit Leuven,
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
ontvangst van de lijst door de Cel en onder de voorwaarden bepaald in
de wet van 11 januari 1993.

Tevens zal de Cel voor Financiële Informatieverwerking, en
vanzelfsprekend de Commissie voor het Bank- en Financiewezen nog
meer, erop moeten toezien dat de banken en beursvennootschappen
bijzonder waakzaam zijn tijdens de periode van de EBA zoals dit het
geval was tijdens de omzetting naar de euro.

Vervolgens gaat de commissie over tot het horen van een aantal
universitaire deskundigen, met als eerste de heer Axel Haelterman,
hoogleraar fiscaal recht aan de KUL. De uiteenzetting van professor
Haelterman richt zich voornamelijk op vier punten.

Ten eerste, de duiding van de omvang en dus de aard van de maatregel.
Het effect is beperkter dan vaak wordt gedacht, doch de werkingssfeer
is iets ruimer dan een aantal politici blijkbaar inschatten in hun
verklaringen aan de pers. Het wetsontwerp viseert voornamelijk drie
situaties: ten eerste, zwarte beroepsinkomsten van de jaren 1999, 2000
en 2001; ten tweede, niet aangegeven opbrengsten op fiscaal correcte
kapitalen, doch ook hier enkel wat betreft de opbrengsten voor de jaren
1999, 2000 en 2001 en, ten derde, niet voor de successierechten
aangegeven nalatenschappen opengevallen tussen augustus 1993 en
31 december 2002.

Ten tweede, enkele van de bemerkingen bij het wetsontwerp, zoals
geformuleerd door de Raad van State met aandacht voor de toetsing
aan het gelijkheidsbeginsel.

Ten derde, enkele afsluitende elementen inzake de rechtszekerheid.
Meer bepaald is hij de mening toegedaan dat er voor de
bankinstellingen nood is aan verduidelijking en dus rechtszekerheid
inzake hun optreden en hun rol telkens zij worden geconfronteerd met
geld van een persoon die mogelijkerwijze niet aan alle fiscale
verplichtingen voldeed. De spreker wijst op de zeer delicate situatie die
zou kunnen ontstaan indien de zaak aanhangig zou worden gemaakt bij
het Arbitragehof. De wetgever zou de rechtszekerheid kunnen
bevorderen als hij de motivering van het wetsontwerp meer expliciteert
en zeer expliciet communiceert dat de definitieve teksten het
gelijkheidsbeginsel naar het oordeel van de wetgever niet schenden.

Ten vierde, ten slotte geeft de spreker een reeks van technische
bemerkingen bij het wetsontwerp.

Vervolgens wordt een toelichting gegeven door de heer Thierry Afschrift,
gewoon hoogleraar fiscaal recht van de ULB. In tegenstelling tot wat op
de eerste bladzijde van de memorie van toelichting staat vermeld,
betreft het wetsontwerp volgens deze spreker wel degelijk een fiscale
en strafrechterlijke amnestiemaatregel. Voorbeelden in andere
Europese landen leren ons dat de fiscale amnestie slechts efficiënt is
als ze aan de volgende twee voorwaarden voldoet.

Ten eerste, de amnestie moet aan degenen die er gebruik van willen
maken, rechtszekerheid bieden. Ten tweede, het bedrag van de
eenmalige bijdrage, dat dient als herstelmaatregel ten voordele van de
schatkist, moet op adequate wijze bepaald worden zodat de maatregel
aantrekkelijk wordt voor de belastingplichtige, terwijl hij voor de overheid
voldoende inkomsten voortbrengt.

In zijn verdere uiteenzetting formuleert de spreker drie types van
opmerkingen. De eerste is geweid aan de draagwijdte van het
wetsontwerp op fiscaalrechtelijk vlak, waar de spreker wijst op een
s'est exprimé en premier lieu.
Selon lui, les effets de la DLU
seront plus restreints qu'on ne le
pense mais son champ
d'application sera plus large que
prévu. L'orateur a ensuite
commenté les observations du
Conseil d'Etat en accordant une
attention particulière au contrôle de
conformité au principe d'égalité et a
formulé plusieurs remarques au
sujet de la sécurité juridique. Les
établissements bancaires ont
besoin d'éclaircissements quant à
leur rôle dans ce cadre. M.
Haelterman a par ailleurs attiré
l'attention sur la situation délicate
qui pourrait se produire si la Cour
d'arbitrage devait être saisie d'une
action. En outre, le gouvernement
favoriserait la sécurité juridique en
précisant dans l'exposé des motifs
du projet de loi que, de l'avis du
législateur, la DLU ne violera pas le
principe d'égalité.

M. Afschrift, de l'ULB, a affirmé que
le projet comporte bien une mesure
d'amnistie fiscale et pénale. Pour
être efficace, une telle amnistie
fiscale doit offrir une sécurité
juridique à ceux qui souhaitent y
recourir et la contribution unique
doit être suffisamment attrayante
pour le contribuable comme pour le
trésor.

Cet orateur a par ailleurs formulé
des observations concernant la
portée du projet sur le plan du droit
fiscal, les problèmes éventuels de
discrimination et les conséquences
en matière pénale.

M. Autenne, de l'UCL a indiqué
dans une note que le projet est
conforme au principe de l'égalité
devant l'impôt. Des mesures
d'exception peuvent se justifier, à
condition de veiller à ce que les
mêmes conditions soient
applicables à tout un chacun dans
le cadre de l'application du texte de
la loi. Il a formulé à cet égard un
certain nombre de suggestions.

M. Wymeersh, de la Commission
bancaire et financière, a souligné la
neutralité de son organisme; c'est
pourquoi il n'a pas abordé les
aspects fiscaux du projet. La
Commission souhaite éviter le
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
aantal beperkingen en uitsluitingen. Tevens wijst hij op een mogelijke
verwarring betreffende de berekeningsbasis waar, naar zijn inzien, een
redelijke interpretatie van de tekst - meer bepaald artikel 4 - bepaalt dat
met kapitalen wordt bedoeld de sommen essentieel afkomstig van de
nalatenschappen en dat met de andere bedragen worden geviseerd de
roerende inkomsten of beroepsinkomsten. De tweede handelt over de
eventuele discriminatieproblemen die het wetsontwerp kan
meebrengen. De derde reeks bemerkingen handelt over de gevolgen van
het wetsontwerp op strafrechtelijk gebied waarbij onder meer een kritiek
wordt geformuleerd op het arrest van het Hof van Cassatie, van 22
oktober 2003.

De derde academicus, Jacques Autenne, hoogleraar fiscaal recht aan
de Université Catholique de Louvain, kon de vergadering van de
commissie niet bijwonen, maar liet een nota overhandigen. In het
document wordt bepaald dat het wetsontwerp coherent lijkt ten
opzichte van het beginsel van de gelijkheid van alle Belgen inzake
belastingen. In het Belgisch fiscaal recht kunnen
uitzonderingsregelingen immers worden gerechtvaardigd door de
noodzaak bepaalde schikkingen te treffen, bijvoorbeeld in het kader van
de fiscale harmonisatie op Europees vlak, de strijd tegen de fiscale
fraude, enzovoort..

Wat de uitzonderingsmaatregel van korte duur betreft, is het van groot
belang er nauwlettend op toe te zien dat er geen regelingen worden
ingesteld waarbij niet voor iedereen gelijke voorwaarden zouden gelden
inzake de toepassing van de wettekst.

Vanuit een optimale eerbiediging van de beginselen inzake gelijkheid en
behoorlijk bestuur worden door de auteur adviezen uitgebracht met
betrekking tot begrippen zoals onder meer verplichte aangifte en
specifieke onderzoeksdaden. Tevens pleit hij voor het behoud van de
vigerende regularisatieregeling op basis van artikel 444 van het
Wetboek van Inkomstenbelastingen voor die gevallen waarin niet om de
EBA kan worden verzocht.

Als laatste spreker fungeerde de heer Eddy Wymeersch, voorzitter van
de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. De heer Wymeersch
stelt dat het wetsontwerp raakt aan de wijze waarop banken en
beursvennootschappen hun activiteiten uitoefenen en dat de Commissie
voor het Bank- en Financiewezen zich daarom bij de problematiek
betrokken voelt. Omwille van de neutraliteit van de instelling die hij
vertegenwoordigt, gaat de spreker in zijn uiteenzetting niet in op de
fiscale aspecten van de eenmalige bevrijdende aangifte.

Alle initiatieven die de Commissie voor het Bank- en Financiewezen
ontplooit, passen in de algemene visie die erop gericht is de
witwasbedrijven te voorkomen en die op drie beginselen stoelt.

Ten eerste, iedere kredietinstelling moet beschikken over een voor haar
werkzaamheden passende structuur, administratieve en
boekhoudkundige organisatie en interne controle. Daarom hebben de
kredietinstellingen een algemene organisatieplicht en moeten zij een
volwaardige interne audit organiseren.

Ten tweede, de witwaswetgeving moet integraal worden toegepast. De
spreker verwijst naar een rondzendbrief van de Commissie die
gedetailleerde voorschriften bevat betreffende de wijze waarop die
regelgeving ten uitvoer moet worden gebracht, in het bijzonder door
identificaties van de daders van potentiële witwastransacties.

Ten derde, van meer recente datum is het beginsel van compliance op
blanchiment d'argent et, pour cette
raison, elle est attachée à trois
principes: chaque établissement de
crédit a un devoir d'organisation; la
législation relative au blanchiment
d'argent doit être appliquée
intégralement; les banques doivent
respecter toutes les prescriptions
qui leur sont applicables. Les
établissements de crédit qui
participent à la procédure DLU
devront donc rédiger des
instructions précises pour que ces
trois principes ne soient pas
transgressés. Selon l'orateur, le
projet comporte suffisamment de
garanties concernant le contrôle
fiscal habituel.

La Banque Nationale a transmis
une note sur les effets
économiques de l'opération DLU.
M. Quaden y met l'accent sur la
grande incertitude qui règne au
sujet du montant des actifs
concernés, des capitaux à
régulariser et de leur affectation.
Sur la base des données
statistiques, il estime qu'il n'est
pas déraisonnable d'évoquer un
montant de 82 milliards d'euros
d'actifs. Le gouvernement
escompte une recette de 850
millions d'euros. Donc, 14 %
environ des actifs devront être
régularisés. Est-ce réaliste? La
réponse à cette question dépend
des accords européens sur la
fiscalité de l'épargne, de la
préservation d'une certaine sécurité
juridique et de l'anonymat, ainsi
que de l'intérêt que les particuliers
manifestent pour cette opération.
Dans cette équation, les inconnues
sont donc trop nombreuses que
pôur permettre d'évaluer le volume
de l'opération. Pourtant, la Banque
Nationale estime que l'activité
économique peut croître de 0,05 %
sur une base constante.
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
grond waarvan een bank zich zo moet organiseren dat diverse op de
bank toepasselijke voorschriften daadwerkelijk worden opgevolgd en
nageleefd. Uit dit beginsel vloeit de verplichting voort om een
compliance officer op het niveau van de hoogste bestuursorganen aan
te stellen.

In het kader van de voorgestelde regeling betreffende de EBA dient het
bovenvermelde niet fundamenteel te worden gewijzigd. De instellingen
die aan de EBA-procedure deelnemen, zullen precieze instructies voor
de organisatie van de operaties moeten uitschrijven.

Omdat volgens het ontwerp ook tegoeden bij buitenlandse instellingen
voor EBA-verrichting in aanmerking komen, rijst de vraag of de
bijkomende inschrijvingsverplichting die enkel wordt opgelegd aan de
Belgische kredietinstellingen en de Belgische bijkantoren wel zinvol is
en geen discriminatie uitmaakt. Ook zonder nieuwe verplichtingen en
procedures geldt immers vandaag reeds dat de kredietinstellingen
pogingen tot witwaspraktijken moeten identificeren. Wellicht kan
hetzelfde resultaat worden bekomen indien de CBF de verplichtingen
voldoende verduidelijkt aan de instellingen en voor zo ver de operaties
slechts door enkele goed begeleide kantoren, waarmee bedoeld wordt
dat ze over voldoende expertise en mankracht beschikken, mogen
worden uitgevoerd. Met betrekking tot het gewoon fiscaal toezicht dat
zich onderscheidt van de zware financiële criminaliteit, bevat het
voorliggende ontwerp voldoende waarborgen. Tot zo ver een summiere
synthese van de interventies.

Belangrijk is ook te vermelden dat de commissie op haar verzoek een
nota ontving vanwege de Nationale Bank van België met betrekking tot
de mogelijke economische gevolgen van de invoering van de EBA. Een
kopie van dit document werd bij het schriftelijk verslag gevoegd. De heer
Guy Quaden, gouverneur van de Nationale Bank van België, heeft met
nadruk gewezen op de zeer hoge graad van onzekerheid omtrent het
bedrag van de mogelijke betrokken tegoeden, de kapitalen die
daadwerkelijk zullen worden geregulariseerd en het gebruik dat daarvan
zal worden gemaakt.

De nauwkeurigheid van de conclusies die kunnen worden geformuleerd,
wordt door deze onzekerheid vanzelfsprekend sterk begrensd.

Op basis van statistische informatie over de tegoeden bij de financiële
instellingen in het buitenland berekende de Nationale Bank van België
dat de wet betrekking zou kunnen hebben op een massa van 82 miljard
euro. Als men dat bedrag confronteert met de opbrengst van 850
miljoen euro die de regering verwacht en als men van de
veronderstelling vertrekt dat de helft van de bedragen aan een tarief van
6% worden onderworpen en de andere helft aan 9%, impliceert dit dat
13,8% van de betrokken financiële activa dient te worden
geregulariseerd. Of dat realistisch is, is afhankelijk van onder meer de
invloed van het Europese akkoord over de spaarfiscaliteit, het belang
dat de particulieren hechten aan de later te betalen belastingen ­ vooral
de successierechten op de geregulariseerde bedragen ­, de behoefte
aan rechtszekerheid van particulieren, de anonimiteit van de
regularisatie en de belangstelling van particulieren om bepaalde
uitgaven in België te kunnen financieren, wat nu niet mogelijk is bij
gebrek aan voldoende officieel inkomen of kredietmogelijkheden.
Gezien de onzekerheid over deze verschillende determinanten, is het
voor de Nationale Bank van België onmogelijk om de omvang van de
regularisatieoperatie in te schatten.

Wat de gevolgen voor de Belgische economie betreft, meent de
Nationale Bank van België dat, rekening houdend met alle directe en
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
afgeleide effecten, de economische activiteit op permanente wijze met
0,05% kan toenemen.

Na de hoorzittingen werd door de commissie overgegaan tot een
algemene bespreking van het wetsontwerp, waarbij achtereenvolgens
de synthese werd gegeven van de posities van de partijen van
meerderheid en oppositie.

De woordvoerder van de PS wijst op de moeilijke budgettaire context.
De PS-fractie is van oordeel dat een belangrijk deel van de middelen
moet besteed worden aan de verdere afbouw van de overheidsschuld.
Het is steeds nuttig om geïnformeerd te zijn over wat de afwezigen
denken. Terzelfder tijd moet volgens de PS-fractie de belasting op
kapitaal verhoogd worden. De PS is er niet.

De voorzitter: De PS is wel vertegenwoordigd. De heer Massin is er. De heer Eric Massin vertegenwoordigt
de PS.
02.02 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de PS meent dat
voor bepaalde overheidsdiensten ­ bijvoorbeeld Financiën, Justitie en
Sociale Zekerheid ­ de uitgaven dienen verhoogd te worden. De PS-
fractie was eerst niet gewonnen voor de eenmalige bevrijdende
voorheffing omdat die moeilijk verteerbaar is voor zij die wel correct hun
belasting betalen.

Wanneer de fiscale druk in België hoog is, dan komt dat onder meer
door de belastingontduiking en de gebrekkige inning van de
belastingen. In afwachting van de Europese spaarrichtlijn is het
voorliggende wetsontwerp in zijn huidige vorm aanvaardbaar voor de PS-
fractie. De fractie dringt wel aan op de snelle uitvoering van het in de
Ministerraad goedgekeurde actieplan voor de strijd tegen fiscale fraude.

Voor de VLD moet de fiscale amnestie voldoen aan vier voorwaarden.
Ten eerste, ze moet eenmalig zijn. Ten tweede, er moet een
substantiële aansporing zijn om erop in te gaan. Ten derde, er moet
aan de betrokkenen en aan de tussenpersonen een absolute
rechtszekerheid worden geboden. Ten vierde, de operatie moet ook
succesvol zijn.

De VLD vraagt zich af of de aansporing voldoende sterk is wanneer men
rekening houdt met de bestaande verhogingen en boetes. Er wordt
aangedrongen op maximale rechtszekerheid. Hiertoe dient de tekst van
het voorliggende wetsontwerp verder verfijnd te worden.

Bepaalde criteria zijn in de praktijk niet werkbaar, onder meer het
onderscheid tussen enerzijds bankproducten en, anderzijds
verzekeringsproducten. Ook de uitsluiting van effecten aan toonder vindt
men onredelijk.

Voor de sp.a sluit deze wet aan bij het opzet van het terugdringen van
de overheidsschuld. Dit is meteen de ethische verantwoording, te
verkiezen boven het op de helling plaatsen van het stabiliteitspact of het
verhogen van de belastingsdruk of het terugschroeven van de uitgaven
naar Nederlands model. De woordvoerder drukt zijn voldoening uit over
het evenwicht dat in het ter bespreking voorliggende wetsontwerp werd
bereikt en zal erop toezien dat geen afbreuk wordt gedaan aan dat
evenwicht.

De MR-fractie steunt het voorliggende wetsontwerp ten volle. Het past
in de internationale context die met de inwerkingtreding van de
Europese richtlijnen inzake de fiscaliteit van het spaargeld op 1 januari
02.02 Carl Devlies (CD&V): Au
cours de la discussion générale, le
PS a estimé qu'eu égard au
contexte budgétaire difficile, le
gouvernement devait en priorité
consacrer ses moyens à la
réduction de la dette et au
financement de la Justice et de la
Sécurité sociale. Le PS ne peut
adhérer à la DLU que si,
simultanément, les impôts sont
perçus de manière plus efficace et
si la fraude fiscale est combattue
avec davantage de succès. Le parti
serait également favorable à une
hausse de l'impôt sur le capital.

Pour le VLD, la DLU doit satisfaire
à quatre conditions: elle doit être
unique, elle doit être vivement
encouragée, donc sans trop
d'amendes dissuasives, une
sécurité juridique absolue doit être
garantie et l'opération doit être un
succès. Le VLD a également
regretté la distinction entre produits
bancaires et d'assurances et
l'exclusion des titres au porteur.

Aux yeux de sp.a-spirit également,
ce projet s'inscrit dans le cadre de
la résorption de la dette publique.
Le texte est jugé équilibré.

Le MR soutient pleinement cette
opération dans la mesure où elle
est conforme à la philosophie de la
directive épargne de l'Union
européenne.

Le CD&V s'oppose à cette mesure:
un taux libératoire unique de 6 à 9
pour cent ne se justifie pas dans un
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
2005 een feit zal zijn. De fractie treedt de door de VLD gemaakte
bemerkingen bij.

CD&V kant zich tegen het voorgestelde ontwerp. De Belgische
bevolking wordt onderworpen aan een gemiddelde belastingdruk van
46%. Hiertegenover staat een EBA-tarief van 6 tot maximaal 9%. Van
het oorspronkelijke doel, in casu het geven van een impuls aan de
Belgische economie blijft uiteindelijk weinig overeind. Het gaat om een
louter budgettaire operatie. De controleopdracht die de banken krijgen
is irrealistisch. De begeleidende maatregelen ontbreken. Er bestaat een
risico op een averechts effect. Deze operatie kan de mentaliteit van de
mensen beïnvloeden. Bijgevolg is de fiscale amnestie een eenmalige
operatie waarvan de opbrengst zeer snel opgebruikt zal zijn en die door
een mentaliteitsverschuiving in de toekomst tot een financieel verlies
voor de Staat zal leiden.

Ook voor cdH is fiscale amnestie alleen onder bepaalde
omstandigheden aanvaardbaar. Dergelijke maatregel is en blijft immers
een aanslag op het principe van de gelijkheid van de Belgen voor de
fiscale wet en is bijgevolg strijdig met de beginselen van de rechtsstaat.
Het werkt bovendien ontmoedigend voor de fiscale administratie.
Burgers die wel correct hun belastingen hebben betaald, voelen zich
bekocht. De operatie zal moeten gepaard gaan met positieve en
negatieve begeleidende maatregelen die de bevolking ervan kunnen
overtuigen dat het om meer gaat dan een loutere gunstmaatregel voor
belastingfraudeurs.

Het Vlaams Blok wijst erop dat binnen de Vlaamse regering geen
eensgezindheid bestaat over een ontwerp van decreet dat nodig is om
de EBA ook op de gewestelijke belasting van toepassing te maken. Er
is een ongelijke behandeling tussen, enerzijds, de mensen die correct
hun belasting hebben betaald en, anderzijds, de belastingfraudeurs.

Voor de N-VA die zich tegen het wetsontwerp kant, is het grootste
bezwaar de schending van het gelijkheidsbeginsel. Hoe verantwoordt de
regering de door haar voorgestelde ongelijke behandeling van
belastingplichtigen die hun inkomsten in de persoonlijke belasting
correct hebben aangegeven, enerzijds en andere belastingplichtigen die
dat niet hebben gedaan, anderzijds?

Ook Ecolo keert zich tegen de goedkeuring van het voorgelegde
wetsontwerp. Deze amnestie komt ten goede aan bedrijfsleiders die
geen belastingen betaalden op de hen op buitenlandse rekeningen
gestorte bezoldigingen en die zich bovendien schuldig maken aan
valsheid in boekhoudgeschriften. Bagatellisering van
belastingontduiking is een slecht signaal dat bovendien wordt versterkt
door de laakbare houding van België tijdens de raad van de Europese
Unie van september 2003, waar België weigerde maatregelen uit te
vaardigen die nodig zijn om tegen 2005 de toegang tot de
bankgegevens voor fiscale doeleinden te verbeteren.

Na de algemene discussie verdedigt de minister namens de regering
het voorgelegde wetsontwerp in grote lijnen, waarbij hij voor de
technische aspecten van zijn antwoord verwijst naar de artikelsgewijze
bespreking.

Fractieleden van cdH en CD&V bevestigen in een laatste repliek de
reeds ingenomen standpunten.

Vervolgens wordt overgegaan tot de artikelsgewijze bespreking die u
wordt gebracht door de heer Goris.
pays où la pression fiscale est de
46 pour cent. Initialement, cette
mesure était censée donner un
coup de pouce à l'économie. Elle
se résume aujourd'hui à une
opération purement budgétaire.
Aucune mesure
d'accompagnement n'est prise. En
outre, cette opération risque de
déboucher sur une évolution
malsaine des mentalités et
d'engendrer des pertes financières
pour l'Etat.

Pour le cdH aussi, l'amnistie fiscale
n'est envisageable que
dans
certaines circonstances précises. Il
s'agit en effet d'une atteinte au
principe de l'égalité des Belges
devant la loi fiscale. La mesure est
décourageante pour l'administration
fiscale et le citoyen respectueux de
ses devoirs se sent lésé. Il aurait
en outre fallu prévoir des mesures
d'accompagnement pour faire
ressortir qu'il ne s'agit pas
simplement d'une mesure de faveur
pour les fraudeurs.

Le Vlaams Blok souligne qu'au
gouvernement flamand, le projet de
décret qui permet d'appliquer la
DLU aux impôts régionaux ne fait
pas l'unanimité. Les contribuables
honnêtes et les fraudeurs ne sont
pas traités sur un pied d'égalité.

La N-VA s'oppose au projet pour
les mêmes raisons.

Ecolo est également contre. Cette
amnistie fiscale profite aux chefs
d'entreprises qui ont éludé l'impôt
sur leurs rémunérations versées sur
des comptes à l'étranger et se sont
en outre rendus coupables de faux
en écriture. En banalisant la fraude
fiscale, le gouvernement envoie un
signal négatif. Au cours du Conseil
de l'Union européenne de
septembre, la Belgique a de
surcroît refusé d'améliorer l'accès
aux renseignements bancaires à
des fins fiscales.

Le ministre a défendu le présent
projet de loi dans les grandes
lignes. En ce qui concerne les
aspects techniques, il a renvoyé à
la discussion article par article,
dont M. Goris fera le rapport.
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
De voorzitter: Mijnheer Devlies, ik dank u voor uw verslag. Zeven
commissievergaderingen met belangrijke hoorzittingen verdienen een
uitgebreid verslag.

Collega's, ik heb de tekst van het ingediende wetsontwerp vergeleken
met het in de commissie goedgekeurde wetsontwerp. Het Parlement
heeft zeker de helft van alle artikelen aan een zware amendering
onderworpen. Dat mag ook eens gezegd worden.
Le président: J'ai comparé les
textes du projet de loi déposé à
celui qui a été adopté en
commission Pour la moitié au
moins des articles, le Parlement a
accepté des amendements qui en
modifient très sensiblement le
texte.
02.03 Yves Leterme (CD&V): U hebt gelijk. Dat verschil wordt enkel
nog overtroffen door het verschil tussen wat men zegt dat de bedoeling
van de wet is voor de mensen en hetgeen erin staat.
02.03 Yves Leterme (CD&V):
Vous avez raison. Mais une plus
grande différence encore sépare les
objectifs que l'on dit poursuivre de
ce que contient finalement le projet
de loi.
02.04 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het ligt in de eerste
plaats aan de activiteiten van het Parlement. Dat zal gedeeltelijk juist
zijn. U moet echter eens nagaan wie die activiteiten uitoefent. Ten
tweede, men moet de conclusie trekken dat er wat de kwaliteit betreft
van de teksten die aan het Parlement worden voorgelegd, een
structureel probleem bestaat.
02.04 Paul Tant (CD&V): Un
problème structurel se pose en
outre en ce qui concerne la qualité
des textes soumis au Parlement.
De voorzitter: Ik heb de lange lijst van de bijdragen van onze diensten overlopen, mijnheer Tant. U begrijpt
wat ik wil zeggen.
02.05 Geert Bourgeois (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik begrijp uw
opmerking. U moet er echter aan toevoegen dat het ook mede dankzij
de kritische inbreng is van de gehoorden en van het Parlement, ook van
de oppositie.

Ten tweede, wanneer u het hebt over de strepen waarop het Parlement
mag staan, zou u toch moeten opmerken dat in die tekst nog altijd
bevoegdheden worden toegekend aan de regering die eigenlijk aan het
Parlement toekomen, met name inzake de bepaling van de tarieven,
wanneer men aan een tarief van 6% of aan 9% werkt. Dit is een blaam
voor het Parlement.
02.05 Geert Bourgeois (N-VA):
Le projet de texte accorde en outre
au gouvernement des compétences
qui sont en fait réservées au
Parlement, comme par exemple la
fixation des taux. C'est là un
camouflet infligé à notre
assemblée.
De voorzitter: Ik zeg het heel kort omdat het mij van tijd tot tijd op mijn
parlementaire heupen werkt te horen zeggen dat het Parlement geen
bijdrage levert aan bepaalde teksten. Ik had dat misschien niet mogen
doen, maar het moest mij van het hart.
Le président: L'attitude de tous
ceux qui insinuent que le parlement
n'apporte pas sa contribution à
l'élaboration des textes
m'exaspère.
02.06 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil een
opmerking formuleren aan u persoonlijk. Het siert u dat u dat eventjes
opmerkt en u doet daarover altijd ietwat geëmotioneerd. Het zou u
echter nog meer sieren als u daaruit de conclusies zou trekken en
ervoor zou zorgen dat de Kamer wordt gerespecteerd. Dat zou de
Kamer veel geloofwaardiger maken dan heel wat humoristische
verklaringen over de werkzaamheden in de Kamer.
02.06 Yves Leterme (CD&V): Ce
serait tout à votre honneur si vous
pouviez veiller à ce que la Chambre
soit respectée.
De voorzitter: In deze omstandigheden kan ik u zeggen dat de Kamer
wordt gerespecteerd. Mijnheer Goris, u mag het tweede deel van het
verslag uitbrengen.
Le président: Mais la Chambre est
respectée.
02.07 Stef Goris, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ik stel voor inderdaad eerst het tweede deel van het
rapport uit te brengen. Enkele knelpunten die door andere collega's
werden aangehaald, zullen immers zeker opnieuw aan bod komen in
het debat dat zal volgen op de verslaggeving.
02.07 Stef Goris rapporteur: Je
vous livre le rapport de l'examen
des articles du 29 novembre 2003.
Tous les commissaires étaient
présents.
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10

Ik wil allereerst collega Devlies feliciteren met zijn deel van het rapport.
Het was inderdaad nuttig terzake twee verslaggevers aan te duiden. Het
was een belangrijk wetsontwerp waarover ook heel wat werd
gedebatteerd.

Ik wil nog enkele zaken vermelden met betrekking tot de artikelsgewijze
bespreking. Deze bespreking vond plaats op zaterdag 29 november
conform de afspraken die in de commissie voor de Financiën en de
Begroting werden gemaakt. Het was een zonnige zaterdag, maar toch
waren alle commissieleden van de partij om dit belangrijke ontwerp
artikelsgewijs te bespreken.

De minister merkte in een inleidende uiteenzetting nog kort op dat na
de hoorzittingen en de algemene bespreking bleek dat de kern van het
debat zou moeten bestaan uit de antwoorden op een vijftal vragen. Ten
eerste, dient er, wat betreft het toepassingsgebied, al of niet een
uitbreiding te worden gemaakt naar de roerende waarden boven op deze
die op buitenlandse rekeningen waren gedeponeerd? Ten tweede, moet
men de mogelijkheid onderzoeken voor verzekeringsinstellingen om ook
als operator op te treden? Ten derde, moeten wij ook de voorstellen van
de voorzitter van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen
nagaan. Ten vierde, de invoering van enkele termijnen voor bepaalde
verrichtingen, zoals de termijn van betaling of van investeringen, moeten
worden gespecificeerd. Ten vijfde, de invoering van een of andere vorm
van sanctionering die gepaard gaat met de stimuli om gebruik te maken
van de eenmalige bevrijdende aangifte.

Dat bracht ons tot de bespreking van de artikelen. Artikel 1 bepaalt op
klassieke wijze onder welk grondwetsartikel de wet ressorteert. In dit
geval is dit het artikel 78. Daarover was er een debat, meer bepaald met
collega Viseur. De Raad van State stelde in haar advies dat het
wetsontwerp enkel betrekking mag hebben op federale
aangelegenheden. Alle elementen die ressorteren onder de
bevoegdheid van de Gewesten werden bijgevolg weggelaten. Het
wetsontwerp kan ­ dat was het besluit van de discussie daaromtrent ­
bijgevolg behandeld worden als een optioneel bicameraal wetsontwerp,
dus artikel 78 van de Grondwet, en niet als een verplicht bicameraal
wetsontwerp. Dienvolgens heeft collega Viseur zijn eerste amendement
ingetrokken en werd ook artikel 1 aangenomen.

Artikel 2 betreft het toepassingsgebied van het wetsontwerp, meer
bepaald de aangifte van de sommen, de kapitalen of de roerende
waarden die voor 1 juni 2003 bij een buitenlandse kredietinstelling of
buitenlandse beursvennootschap geplaatst waren op een rekening, of
die voortspruiten uit inkomsten die evenmin in een in België wettelijk
verplichte boekhouding of aangifte werden vermeld, of waarop de in
België verschuldigde belasting niet werd voldaan. Dat is in feite de kern
van het toepassingsgebied van het wetsontwerp. Artikel 2 vermeldt ook
de inwerkingtreding, namelijk van 1 januari 2004 tot 31 december 2004.
Wie kan ervan genieten? Alle aan de personenbelasting onderworpen
rijksinwoners of aan de belasting van niet-inwoners onderworpen
rijksinwoners.

De gelijktijdige overschrijving en aangifte bij de kredietinstelling of
beursvennootschap, of de aangifte bij de aangeduide dienst van de FOD
Financiën, indien de sommen in het buitenland blijven aangehouden,
wordt daarin ook vermeld, namelijk de wijze waarop het dient te
gebeuren. Er worden ook nog enkele uitzonderingen vermeld waarin de
wet niet van toepassing is: in geval van witwasoperaties of
onderliggende misdrijven, lopende onderzoeksdaden in hoofde van de
aangever enzovoort, betreffende de inkomsten van de belastbare

Le ministre souhaitait que le débat
se concentre sur cinq questions.
Le champ d'application sera-t-il
étendu aux valeurs mobilières ?
Les organismes d'assurances
peuvent-ils faire office d'opérateur?
Que penser des propositions de la
Commission bancaire et financière?
Quels délais devront-ils être
respectés? Quelles sanctions
appliquerons-nous pour encourager
le recours à la DLU?

L'article 1
er
indique l'article de la
Constitution auquel ressortit la loi,
en l'occurrence l'article 78. Il
concerne donc d'une matière
exclusivement fédérale. Par
conséquent, il s'agit d'un projet
optionnel bicaméral. M. Viseur a
retiré son amendement et l'article a
été adopté.

L'article 2 définit le champ
d'application du projet de loi ainsi
que les modalités de son entrée en
vigueur: du 1
er
au 31 décembre
2004. Il précise également qui peut
bénéficier de la DLU. Après
amendement, le champ
d'application a été étendu aux
valeurs mobilières. La commission
a ensuite débattu de la preuve: la
charge de la preuve incombe au
demandeur. A cet égard, le
ministre a insisté sur le fait qu'aux
fins de garantir la sécurité juridique,
une loi est préférable à un accord
de coopération.

L'article 3 définit les conséquences
de la DLU, l'accent étant mis sur la
sécurité juridique du demandeur.
L'article a été adopté après le
retrait de plusieurs amendements.

L'article 4 fixe le montant de la
cotisation à payer pour pouvoir
bénéficier de la DLU : elle est de 9
% ou de 6 % lorsque les capitaux
sont réinvestis. Cet article a été
adopté après avoir été amendé à
l'initiative de M. de Donnea.

L'article 5 dispose que la
déclaration ne peut être utilisée
comme un indice pour procéder à
des enquêtes ou à des contrôles
de nature fiscale, signaler de
possibles infractions à la législation
fiscale ou échanger des
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
tijdperken 2002, 2003 en 2004.

Bij dit artikel werden een aantal amendementen ingediend: de
amendementen 33 tot 35 van de heer de Donnea en consorten, nadat
de amendementen 3 tot en met 6 van de heer Viseur, 19 van de heer
Devlies en 20 van de heer Tommelein werden ingetrokken. Dit was een
belangrijke bespreking, want na deze amendering werd het
oorspronkelijke toepassingsgebied van het artikel uitgebreid met de
roerende waarden ­ aandelen, obligaties, enzovoort ­ zoals bedoeld in
de wet van 2 augustus 2002 betreffend het toezicht op de financiële
sector.

Als gevolg van deze uitbreiding van het toepassingsgebied moeten de
tegoeden gedeponeerd worden op ten eerste, een rekening op naam
van de aangever, of ten tweede op een rekening bij een Belgische
kredietinstelling of beursvennootschap, of ten derde op een rekening bij
een buitenlandse kredietinstelling of beursvennootschap. De deponering
moet daarenboven gedurende drie jaar op de rekening behouden blijven.
De nieuwe tekst biedt bovendien de mogelijkheid om de sommen,
kapitalen of roerende waarden over te schrijven op een
levensverzekeringsovereenkomst of een kapitalisatieovereenkomst
gesloten bij een verzekeringsondernemer.

Over dit belangrijk artikel 2 werd verder een debat gevoerd, meer
bepaald over de middelen waarmee de aanvrager een en ander kan
bewijzen. Daar is naar boven gekomen dat het de aanvrager toegelaten
is om met de door het gemeenrecht toegelaten bewijsmiddelen aan te
tonen dat hij voor 1 juni 2003 deze waarden in zijn bezit had. De
bewijslast ligt dus bij de aanvragers. Het bewijs door getuigen,
bekentenis en de eed zijn niet toegelaten. De belastingplichtige dient
de tegoeden naar België over te brengen ­ repatriëren ­ en moet
gelijktijdig aangifte doen bij de instelling waarnaar hij zijn tegoeden
overschrijft. Indien men beslist het tegoed op een rekening in het
buitenland te laten staan, dan moet men aangifte doen bij een door de
minister aangewezen dienst van de FOD Financiën.

Hoewel enkele leden van de commissie voor de Financiën
suggereerden dat het beter zou zijn om de inwerkingtreding van de wet
uit te stellen tot na de verkiezingen van 13 juni 2004, stelt de minister
dat het vanuit politiek oogpunt belangrijk is dat 31 december 2004 als
vervaldatum wordt behouden om de federale en de gewestelijke
overheden ertoe aan te zetten om tijdig de nodige maatregelen te
treffen. De minister geeft verder toe dat het louter formeel gezien
misschien wel beter was geweest om het wetgevend werk te laten
volgen op een samenwerkingsakkoord en de goedkeuring ervan door de
verschillende betrokken overheidsdiensten, maar voor de
rechtszekerheid van de belastingplichtigen zijn alleen de wet, de
decreten en de ordonnanties van belang. De ontworpen wet zal
daarenboven hoe dan ook kunnen worden toegepast, aangezien zij
uitsluitend betrekking heeft op aangelegenheden die onder de
bevoegdheid vallen van de federale Staat.

Het artikel 3 voorziet in de gevolgen van de eenmalige bevrijdende
aangifte. Het gaat namelijk over de onweerlegbare en definitieve
bevrijding van alle belastingen, sociale zekerheidsbijdragen,
belastingverhogingen, bijdrageverhogingen, nalatigheidintresten en
boetes, na de betaling van de eenmalige bijdrage en richt zich vooral tot
de rechtszekerheid van de aanvrager. Dat artikel wordt aangenomen na
intrekking van de amendementen nummers 5 en 11 van de heer Viseur
en de amendementen 21 en 23 van de heer Tommelein.

Artikel 4 handelt over het bedrag dat men dient te betalen om te kunnen
informations, sauf en ce qui
concerne la fixation des cotisations
dues en raison de la déclaration.
Cet article a été adopté après le
retrait de son amendement par
M.Tommelein et l'adoption d'un
amendement de M. de Donnea
visant à renforcer la sécurité
juridique.

L'article 6 détermine où et quand la
déclaration doit être introduite. Le
Roi fixe le modèle du relevé
récapitulatif et de l'attestation.
L'article a été adopté après avoir
été fondamentalement amendé par
MM. de Donnea et Viseur.

L'article 7 a été adopté. La DLU
n'est pas une véritable amnistie
fiscale dans la mesure où elle
s'accompagne d'une amende. Il
s'agit en revanche d'une amnistie
pénale.

En vertu de l'article 8, la CTIF est
tenue de confirmer sur demande
l'authenticité de l'attestation.

L'article 9 est un nouvel article qui
dispose que les sanctions seront
majorées s'il s'avère qu'une
personne n'a pas fait usage de la
procédure de régularisation. Cette
mesure renforce ainsi l'attrait de la
procédure tout en conservant un
moyen de pression. Des sanctions
fixes entreront en vigueur à compter
de 2005.

L'article 10 est également nouveau.
Il prévoit aussi des sanctions si les
conditions dont la DLU est assortie
ne sont pas respectées par le
contribuable. L'amende peut
atteindre 12 à 15 pour cent.

Les amendements restants, qui
tendaient à insérer de nouveaux
articles, ont été retirés. Le projet de
loi a été adopté par 11 voix contre
4.

Enfin, je souhaiterais, à titre
personnel, demander au ministre
qu'il rédige une brochure lisible
s'inspirant du texte technique afin
que les personnes concernées, et
donc également les petits
épargnants, puissent comprendre
de quoi il s'agit.
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
genieten van die eenmalige bevrijdende aangifte. Het gaat om de
eenmalige bijdrage van 9% van de aangegeven sommen kapitalen of
roerende waarden. Indien de bedragen evenwel, verminderd met de
eenmalige bijdrage, worden geïnvesteerd volgens de modaliteiten
bepaald door de Koning voor een minimumperiode van drie jaar, dan is
de bijdrage vastgesteld op 6%. Dat artikel werd ook aangenomen, na
vervanging van paragraaf 2 door de uitgebreidere tekst van het
amendement nummer 36 van de heer de Donnea.

Artikel 5 stelt dat de aangifte niet aangewend kan worden als indicie of
aanwijzing om fiscale onderzoeks- of controleverrichtingen uit te voeren,
inbreuken op de wetgeving te melden of inlichtingen uit te wisselen,
behalve met betrekking tot de vaststellingen van de ingevolge de
aangifte verschuldigde bedragen. Dat artikel werd ook aangenomen na
intrekking van het amendement nummer 24 van de heer Tommelein en
na goedkeuring van het amendement nummer 37 van de heer de
Donnea. Dat laatste amendement strekt ertoe de draagwijdte van het
artikel te verduidelijken door te bepalen dat niet alleen het bedrag van
de aangifte, maar ook de daaropvolgende betaling van de verschuldigde
bijdrage en het attest niet kunnen dienen als indicie of aanwijzing in
een fiscaal onderzoek. Ook op dat vlak werd dus getracht meer
rechtszekerheid te creëren.

Artikel 6 bepaalt waar en hoe de aangifte dient te gebeuren. De aangifte
moet gebeuren bij een kredietinstelling of een beursvennootschap naar
Belgisch recht, bij een bijkantoor in België van een kredietinstelling
naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of bij een
bijkantoor in België van een beursvennootschap onder het recht van een
andere lidstaat van de EU die een bijzondere inschrijving heeft gevraagd
en gekregen van de CBF. De Koning stelt het model vast van de
aangifte. De aangiften moeten genummerd worden en in die
genummerde volgorde worden bijgehouden. De betaling van de
ingevolge de aangifte verschuldigde bijdrage moet bij de indiening van
de aangifte aan de kredietinstelling, de beursvennootschap of de
bevoegde dienst van de FOD Financiën gebeuren. Het model van de
samenvattende opgave die de kredietinstelling of de beursvennootschap
moet opmaken en de wijze van doorstorting van de ontvangen bedragen
aan de Staatskas worden bepaald door de Koning.

De opname van de gegevens van de aangifte gebeurt in een
geautomatiseerd gegevensbestand in geval van aangifte bij de bevoegde
dienst van de FOD Financiën, waarvan sprake in het vorige artikel.

De afgifte door de instelling van de aangever van een nominatief en
genummerd attest: ook dit model wordt bepaald door de Koning. De
nummering van de attesten moet overeenstemmen met de
aangebrachte nummering op de aangiften en de nummering in de
samenvattende opgave. Het attest kan als bewijsmiddel worden
gebruikt voor hoven en rechtbanken, administratieve rechtscolleges,
openbare diensten en parastatale instellingen binnen de limieten van
onderhavige wet. De verplichting moet bestaan uit hoofde van de
instellingen om lijsten over te maken met de identiteit van de personen
aan wie een attest werd afgeleverd, het nummer van dit attest en het
bedrag van de overgeschreven som aan de Cel voor Financiële
Informatieverwerking, de CFI.

Dit artikel werd ook goedgekeurd nadat de amendementen nrs. 7, 8 en
18 van collega Viseur en 25 en 32 van collega Tommelein werden
ingetrokken. De amendementen van collega de Donnea nrs. 41 tot 46
en ook het amendement van collega Viseur nr. 49 werden goedgekeurd.
Artikel 6 werd daardoor grondig gewijzigd. De bijzondere inschrijving bij
de CBF wordt afgeschaft gezien ook buitenlandse instellingen de
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
mogelijkheid wordt geboden om investeringen te doen die in
aanmerking komen voor het tarief van 6%. Instellingen naar Belgisch
recht, alsook de bijkantoren van dergelijke instellingen, die ressorteren
onder het recht van een staat die geen lid is van de Europese Unie
dienen CBFA op de hoogte te brengen van hun voornemen om
voormelde investeringen te doen en haar te informeren over de
specifieke organisatie die zij voornemens is daartoe uit te werken.
Bovendien moeten de aangevers op het ogenblik van de betaling van de
bijdrage een nominatief en genummerd attest krijgen waarvan het model
door de Koning wordt bepaald. De betaling van die bijdrage moet
gebeuren binnen de 15 dagen volgend op de datum van de indiening van
de aangifte. De Koning bepaalt eveneens de voorwaarden van
doorstorting van de ontvangen bijdrage aan de Staatskas.

Artikel 7 werd ook aangenomen. Daarin wordt bepaald dat de EBA
geen echte fiscale amnestie is omdat er een sanctie aan verbonden is.
Er moet namelijk een bedrag betaald worden. Zij houdt wel amnestie in
op strafrechtelijk vlak wat niet uitsluit dat na 2004 sancties mogelijk
blijven.

Artikel 8 bepaalt dat de CFI ertoe gehouden is de authenticiteit van het
attest te bevestigen wanneer zij daartoe schriftelijk wordt verzocht door
de instantie aan wie het attest wordt voorgelegd. Ook dit artikel werd
aangenomen.

Artikel 9 is een nieuw artikel ten gevolge van amendement nr. 47 van
collega de Donnea. Dit artikel bepaalt dat de regularisatieoperatie,
enerzijds, aantrekkelijk moet zijn maar, anderzijds, wordt er ook een
stok achter de deur gehouden. Voor de personen die de
regularisatievoorwaarden vervullen, moet het duidelijk zijn dat indien zij
er geen gebruik van maken de sancties worden verhoogd. Het is de
bedoeling het percentage van belastingverhoging vanaf 2005 vast te
stellen op minstens 100%.

Ten slotte artikel 10. Dit is ook een nieuw artikel ten gevolge van het
amendement nr. 48 van collega de Donnea en consorten. Er wordt in dit
artikel eveneens in een sanctie voorzien wanneer de belastingplichtige
niet of niet langer voldoet of heeft voldaan aan de
deponeringsvoorwaarden of aan de investerings- of
herinvesteringsvereisten. Een bijkomende bijdrage van 6% is dan
verschuldigd. De Koning bepaalt de modaliteiten volgens dewelke die
bijkomende bijdrage moet worden gestort. De totale bijdrage kan
eventueel oplopen tot respectievelijk 12 of 15%.

De amendementen nrs. 12 tot 17 van collega Viseur tot invoeging van
extra artikelen werden ingetrokken. Uiteindelijk werd over het geheel
gestemd. Het geamendeerde wetsontwerp werd uiteindelijk
aangenomen met 11 tegen 4 stemmen.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, tot zover het
rapport over de artikelsgewijze bespreking en de uiteindelijke stemming
in de commissie.

Mijnheer de voorzitter, als u mij toestaat zou ik daaraan nog heel kort
iets willen toevoegen. Ik zal zeer kort zijn.

De voorzitter: Is dit namens de fractie of als rapporteur?
02.08 Stef Goris, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik neem aan dat
de eerste spreker iemand van de oppositie is.
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
De voorzitter: Inderdaad. Als u als rapporteur iets toevoegt, is dat uw recht. Als u namens uw fractie spreekt,
geef ik voorrang aan de heer Leterme.
02.09 Stef Goris, rapporteur: Namens de fractie zullen de collega's
Tommelein en Pinxten het woord voeren. Ik wilde enkel, zoals ik ook in
de commissie heb gedaan, een oproep doen aan de minister om zo
vlug mogelijk communicatief naar de gebruikers toe op te treden. Dat is
een persoonlijke opmerking van mezelf. Het succes van een bepaalde
bank die ik niet bij naam zal noemen, wijst op de belangstelling voor
deze operatie. Ik dring aan om zo vlug mogelijk een coherente folder
met verstaanbare informatie in mensentaal uit te brengen, zodat
iedereen precies weet hoe de vork in de steel zit. Het is een technisch
ontwerp en niet eenvoudig voor de kleine spaarder. Ook voor hen vraag
ik om een zeer coherent, verstaanbaar communicatiemiddel. Dat wilde
ik als besluit nog even toevoegen.
De voorzitter: Ik zal het woord verlenen aan de heer Leterme, puis à M. Viseur en daarna waarschijnlijk aan
collega Pinxten.

M. Arens a demandé de pouvoir intervenir brièvement avant midi mais le temps avance...
02.10 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, vooraleer ik ter
zake kom, wil ik zeer uitdrukkelijk en naar ik hoop niet alleen voor het
Integraal Verslag de afwezigheid beklemtonen van een aantal mensen
die gisteren nog vanaf dit spreekgestoelte een uitvoerig pleidooi hebben
gehouden voor de herwaardering van dit Parlement en voor het
samenwerken met meerderheid en oppositie om het parlementaire
debat te herwaarderen. Het wetsontwerp dat voorligt is geen detail. Het
is een belangrijk wetsontwerp, waarover een breed maatschappelijk en
politiek debat gevoerd zou moeten worden. Ik laat hier akte van nemen
voor de prominenten, de promotoren van de herwaardering van het
parlementaire debat, zoals mevrouw Vautmans en de heer De Coene.

Mijnheer De Coene, als u mij hoort via de luidsprekers, wij zullen hier
geen telefoonboeken voorlezen. Wij gaan het hebben over de uitverkoop
van de ethiek in de politiek en het verkopen van de socialistische
zieleroerselen. Dit zijn geen details. De heer Chevalier die hier gisteren
een uitvoerig pleidooi heeft gehouden, is ook afwezig. Ik vind dit
bijzonder jammer. Het gaat over een belangrijk ontwerp. In plaats van
voor de tribune grote verklaringen af te leggen over de herwaardering van
het Parlement, zou het best zijn om minstens fysiek en ook mentaal,
als dat kan, onder ons te zijn om het debat te voeren waar het moet en
kan gevoerd worden.
02.10 Yves Leterme (CD&V): Je
voudrais signaler l'absence d'un
certain nombre de personnes qui
ont prononcé pas plus tard qu'hier
un vibrant plaidoyer en faveur d'une
revalorisation du débat
parlementaire. Le thème inscrit à
notre ordre du jour est important. Et
Mme Vautmans et M. De Coene
rendraient donc un meilleur service
au Parlement en y étant présents,
physiquement et mentalement. La
présente proposition de loi illustre
parfaitement la subordination de
l'éthique à la politique. Nul doute,
donc, qu'elle mérite un débat.
02.11 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ter
informatie van collega Leterme wil ik meedelen dat de sp.a-spirit-fractie
voor het ogenblik in vergadering is en dat collega De Coene daar zit. In
overleg met mijn fractieleden heb ik voorgesteld dat ik als lid van de
commissie met ons ander lid uit de spirit-fractie, hier ook aanwezig, en
nog ons derde lid uit de commissie naar de zaal zou komen om aan dit
belangrijke debat deel te nemen.

Ten tweede, u weet dat het de regel is ­ u loopt hier al lang genoeg
rond, collega Leterme ­ dat binnen fracties mensen zich specialiseren.
Ik vind het tijdverlies, bijvoorbeeld voor collega De Coene, mocht hij hier
zijn op een moment dat hij een andere nuttige vergadering heeft zoals
een fractievergadering. Wij zijn met ons drieën groot genoeg om het
standpunt van sp.a-spirit in dezen te verdedigen.
02.11 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): Notre groupe se réunit
en ce moment. Nos spécialistes,
qui ont débattu en commission,
sont présents. Ils sont tout à fait
capables d'engager le débat
maintenant.
02.12 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer Leterme, als u gisteren
tijdens het debat hier zou zijn geweest, want u was er ook niet bij de
02.12 Bart Tommelein (VLD): La
qualité d'un débat ne dépend pas
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
bespreking van het wetsontwerp over artikel 44 ­ u had waarschijnlijk
ook iets anders te doen ­ dan had u gehoord dat onze collega's hebben
gezegd dat de kwaliteit van het debat niet afhangt van de kwantiteit die
hier in de Kamer zit. Wij zijn hier met de drie leden die in de commissie
voor de Financiën en de Begroting de behandeling van dat wetsontwerp
volledig hebben gevolgd en wij voelen ons mans genoeg om dat tegen u
te verdedigen terwijl onze collega's op dit moment op de
fractievergadering zitten.
du nombre de participants. Nos
commissaires sont également
prêts à intervenir. Les autres
personnes assistent pour l'instant à
une réunion de groupe.
De voorzitter: Mevrouw D'hondt heeft het woord en dan laten we de heer Leterme zijn werk doen.
02.13 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stel voor dat
u de vergadering schorst.
De voorzitter: Mevrouw D'hondt komt voor u.
02.14 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zit hier dus
voor piet snot?
02.15 Pieter De Crem (CD&V): Ja, want we kennen er niets van.
De voorzitter: Dat wil ik tegenspreken. Mevrouw D'hondt, u bent bij de goede parlementsleden.
02.16 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het zou
correcter zijn mocht u dan op uw uitnodiging zetten welke
commissieleden worden verwacht. Dan doen wij allemaal onze plicht. Ik
dacht dat wij hier moesten zijn.
02.16 Greta D'hondt (CD&V): Je
propose donc qu'à l'avenir, le
président adresse ses
convocations aux seuls
commissaires spécialisés. Les
autres personnes présentes
semblent de toute façon ne rien
avoir à faire ici.
De voorzitter: U hebt een beetje gelijk. Waarom wordt er een verslag
rondgedeeld? Omdat zij die in de commissie alles hebben gevolgd en
gehoord, aan de anderen, die geen lid van de commissie zijn, zouden
kunnen meedelen wat er in de commissie is gebeurd. Dat is de
verslaggeving.
Le président: Le débat en séance
plénière et le rapport ont pour
vocation d'informer les non-
commissaires et de leur permettre
de s'exprimer.
02.17 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat
zowel collega Van der Maelen als de heer Tommelein nog eens de
klemtoon hebben gelegd op het feit dat de collega's die ik heb
genoemd, inderdaad afwezig zijn. Het is belangrijk dat men dit erkent.

Wat de fractievergaderingen betreft, ze zien er misschien niet altijd zo
uit, maar ik vind dat de fractie van mijn partij er zeer uitgeslapen uitziet.
Pieter De Crem heeft het goede initiatief genomen om de
fractievergadering, mijnheer Van der Maelen, bij ons vandaag om 09.30
uur te plannen in plaats van het normale uur om hier onze plicht te
kunnen doen, aanwezig te zijn en deel te nemen aan het debat in de
plenaire vergadering.

Wat het dubbele werk met de commissie betreft, heb ik ooit, mijnheer
de voorzitter, als jong parlementslid de huidige kamervoorzitter
onderbroken ­ ik meen in oktober 1997 ­ omdat hij het woord voerde
over een ontwerp dat in de commissie voor de Justitie uitvoerig was
toegelicht. Ik denk dat het ging over de herziening van de wet van 1991
op de overheidsbedrijven met betrekking tot de medewerking van
Belgacom aan de telefoontap. De kamervoorzitter heeft mij toen
terechtgewezen. Ik heb dat goed in mijn oren geknoopt, want ik denk
dat hij gelijk had. Hij heeft mij gezegd dat het tot mijn pedagogie zou
behoren te weten dat de bedoeling van een plenair debat er juist in
02.17 Yves Leterme (CD&V):
Nous avons organisé notre réunion
de groupe à 9h30 pour pouvoir nous
acquitter de notre devoir ici. Le
président m'a en effet expliqué un
jour, à l'époque où j'étais encore un
jeune parlementaire, que le débat
en séance plénière tend
précisément à impliquer les
collègues qui n'ont pas pris part
aux discussions en commission et
à leur permettre d'exprimer leur
opinion.

J'en arrive au fond de la question.
Nous n'adopterons pas ce projet de
loi. Toute mesure législative doit
reposer sur des motifs valables et
ce n'est pas le cas ici. Le vrai
motif, c'est un dérapage
budgétaire. La DLU s'inscrit dans
un marchandage au sein de la
majorité et elle ne poursuivait qu'un
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
bestaat dat die collega's die geen zitting hebben in de commissie ­ en
dus niet qualitate qua deelnemen aan die debatten ­ ook namens hun
kiezers hun standpunt hier mogen brengen. Ik ben hier zes of zeven
jaar actief. Mijnheer Van der Maelen, u hebt gezegd dat ik hier zes of
zeven jaar "rondloop". Ik heb daarvan akte genomen. De heer De Croo
had gelijk toen hij dat zei. Het is een feit dat het overgrote deel van uw
fractieleden afwezig is. Als het al niet is uit plaatsvervangende
schaamte ten aanzien van het onderwerp dat voorligt, dan zal het toch
zeker niet zijn om in de fractie hun ding te doen, zoals u zegt.

Mijnheer de voorzitter, ik kom tot de grond van de zaak. Het ontwerp
dat hier ter discussie wordt voorgelegd, zullen wij niet goedkeuren. Ik
zal straks uiteenzetten waarom en, onder andere, collega Bogaert zal
ook nog een aantal technische of politieke aspecten in een tweede
pleidooi namens onze fractie naar voren brengen.

Wanneer wij naar dat ontwerp kijken en wanneer we naar elk
wetsontwerp kijken, is het belangrijk duidelijkheid te hebben over de
motieven en bedoelingen die men heeft met een wetgevende maatregel
die wordt voorgelegd. Ik meen dat het voor het komende debat
belangrijk is dat wij de juiste motieven voor het ontwerp naar voren
schuiven. Er is een en ander gezegd over wat de doelstellingen zouden
zijn. Het zou in het belang van de mensen zijn, enzovoort.

Het werkelijke motief van het voorliggend wetsontwerp is volgens mij de
budgettaire ontsporing. Dat is de echte reden waarom ons de EBA-
regeling wordt voorgelegd. De EBA-regeling past in een soort
koehandel, een deal die werd gesloten aan de tafel van de
regeringsonderhandelaars. Aan de ene kant was er de vraag van de
Parti Socialiste, bij uitbreiding van de socialistische familie ­ vraag die
wij overigens kunnen ondersteunen ­ naar voldoende financiering van de
sociale zekerheid en naar voldoende middelen voor een aantal sociale
maatregelen. Let op, voor de leefloners werd in niets voorzien, maar dat
is een ander debat. Aan de andere kant botste die vraag van de
socialisten naar voldoende financiering en een sterke groeivoet, onder
meer voor het RIZIV, op de argumentatie vanuit de liberale familie dat dit
in elk geval niet openlijk mocht leiden tot lastenverhoging.

De patsituatie tussen de vraag naar een sterk sociaal beleid ­ vraag die
wij ondersteunen ­ en de kribbigheid en de krenterigheid van de liberale
familie, werd als volgt opgelost.

Ten eerste, door in het geniep lastenverhogingen door te voeren,
bijvoorbeeld op de spaarboekjes of door de accijnzen vorige zomer te
verhogen. Er werden ook een aantal geniepige fiscale maatregelen
genomen. In dat verband wordt bijvoorbeeld verwezen de fiscale
discriminatie van de bruggepensioneerden, maar daarop kom ik straks
nog terug.

Ten tweede, door een beroep te doen op fiscale amnestie. Voor het
debat is het belangrijk te weten dat het motief voor deze regeling louter
van financiële en budgettaire aard is, te weten om ervoor te zorgen dat
er voldoende geld binnenkomt om het beleid te kunnen financieren. Het
wijst op een gebrek aan moed om andere maatregelen te nemen ­
althans openlijk ­ want in het geniep worden de mensen intussen wel
meer belast. De cijfers die Hendrik Bogaert vaak naar voren schuift
spreken voor zich..

Intussen is er natuurlijk gezwaaid met allerlei andere motieven; voor de
galerij, in de hoop dat het parlementaire debat erover ­ dat uiteindelijk
de echte motieven blootlegt ­ niet echt tot bij de publieke opinie zou
belanden. Daar zal men wellicht in slagen. Intussen zijn er dus andere
seul but: apaiser les tensions entre
les socialistes et les libéraux, les
seconds refusant absolument que
la revendication des premiers de
financer suffisamment la sécurité
sociale n'aboutisse à des
augmentations de charges. Les
deux partenaires ont finalement
conclu un pitoyable compromis:
d'une part une série
d'augmentations fiscales
insidieuses, d'autre part l'amnistie
fiscale.

En attendant, d'autres motifs sont
avancés dans les médias, dans
l'espoir que le vrai débat n'arrive
même pas jusqu'à l'opinion
publique.

Il s'agirait, dit-on, de créer des
emplois pour la population. Le
président d'un parti politique a
déclaré que, placé devant le choix
entre la création d'emplois par la
voie de l'amnistie fiscale d'une part
et l'inexistence d'emplois pour la
population de l'autre, il opterait pour
l'amnistie fiscale. Force est
cependant de constater que la
déclaration libératoire unique n'est
pas assortie de conditions dans ce
domaine.

Il s'agirait, dit-on encore, aussi de
motifs sociaux. Je me réfère à cet
égard à un éditorial paru
récemment dans le périodique Ons
Recht
(Notre droit) de la Centrale
nationale des employés, dont
l'auteur fait remarquer, non sans
cynisme, que M. Van der Maelen,
membre du sp.a, trouve le moyen
de présenter l'amnistie fiscale
comme une forme de politique
sociale et que rien ne semble
encore nous être épargné.

Il est toutefois évident que le seul
motif de la mesure est d'ordre
budgétaire. Afin d'être sûr de
récolter la somme de 850 millions
d'euros pour le Trésor, on renie
tous les principes. "Pecunia non
olet
", comme on dit. Il faut
admettre que l'expression est plus
que jamais d'actualité.

L'élaboration de ce projet de loi
s'est également faite de manière
chaotique. En règle générale, le
travail législatif fourni par la
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
motieven, in grote verklaringen via de media, naar voren geschoven.
Wat de jobs van de mensen betreft, zou de fiscale amnestie en de
EBA-regeling ertoe leiden dat de economische activiteit aangezwengeld
zou worden en dat de tewerkstelling gepromoot zou worden. Een
illustere partijvoorzitter heeft op een bepaald moment gezegd dat als hij
moest kiezen tussen meer jobs, de rechtstreekse creatie van jobs via
fiscale amnestie, of en geen jobs voor de mensen, hij voor de fiscale
amnestie zou opteren. Welnu ­ Hendrik Bogaert zal er straks nog op
wijzen ­ aan die EBA-regeling zijn geen voorwaarden meer verbonden
wat betreft de repatriëring van de betrokken gelden en het investeren in
de creatie van jobs.

Die motieven vallen weg en zijn ondergraven door de bijsturing van het
ontwerp vanuit de regering en de meerderheid. Collega's, de 850
miljoen euro die men wenst binnen te halen, is meer dan een symbool.
Het is dubbel zo veel als hetgeen de regering veil heeft voor de
financiële repercussies van maatregelen in het kader van de
werkgelegenheidsconferentie. Voor 2004 heeft men slechts iets meer
dan 400 miljoen veil voor de werkgelegenheid. De EBA-regeling moet
815 miljoen euro binnenbrengen. In de cijfers heeft dit weinig te zien
met jobcreatie.

Er werden andere motieven gegeven, zoals sociale motieven. Ik kan
niet anders dan te citeren uit een artikel van Ferre Wyckmans in "Ons
Recht", het blad van de Landelijke Bediendencentrale. Ik citeer: " Op
federaal niveau presteerde" ­ excuses voor het cynisme van de auteur,
mijnheer Van der Maelen- "de sp.a-er Van der Maelen het om de fiscale
amnestie als een vorm van sociaal beleid te omschrijven". Wyckmans
vervolgt, ik citeer opnieuw: "Niets wordt ons voortaan nog bespaard.
Blijven doorvechten. Er rest ons blijkbaar niks anders". Dit citaat is heel
duidelijk. Het enige motief voor dit wetsontwerp is een budgettair motief.
Het heeft niets met werkgelegenheid of sociale motieven te maken!
Bespaar ons alle argumentatie die u straks terzake wellicht zult ten
beste geven!

Trouwens collega's, het feit dat men op een bepaald moment de
reikwijdte van de fiscale amnestie op spectaculaire wijze heeft verruimd,
heeft alleen met die budgettaire motieven te maken. Omdat men op een
bepaald ogenblik inzag dat het ontwerp zodanig krakkemikkig was,
geen geloofwaardigheid had, zowel in de feiten als inzake inhoud om
die middelen op zich binnen te halen, heeft men geopteerd voor een
verruimde maatregel met als enig doel de 850 miljoen euro zeker
binnen te halen. Om dit bedrag binnen te halen, werden al de principes
over boord gegooid. Het Parlement heeft tot op heden nog nooit
meegemaakt dat de omschrijving van geld als "het slijk der aarde" zo
goed op haar plaats in geweest!

Eerste conclusie: de motieven zijn niet de goede motieven.

Ten tweede wens ik in te gaan op de totstandkoming van het
voorliggend wetsontwerp. Zonder het geheim van onze tête-à-tête prijs
te geven, voorzitter, moeten we ons geen illusies meer maken. De
kwaliteit van teksten die worden voorgelegd gaat erop achteruit. 62
bepalingen van de huidige programmawet strekken er alleen toe om
bepalingen van de programmawet van 3 augustus 2003, dus van deze
zomer, te verbeteren. Bij uitbreiding, mijnheer de minister van
Financiën, in de commissie voor de Financiën is een nota van de
wetgevende diensten van de Kamer ingediend met 71 correcties,
grotendeels legistieke ­ ik geef het toe ­ maar ook andere correcties
onder meer inzake de onduidelijkheid over het keuzemoment en
correcties tussen de Nederlandse en de Franse versie.
coalition violette est de piètre
qualité. L'unique raison d'être de
pas moins de 62 dispositions
figurant dans la présente loi-
programme est de rectifier le tir de
la loi-programme de l'été dernier.
Les services de la Chambre ont
apporté 71 corrections au texte. La
piètre qualité des textes se
généralise véritablement.

La première référence à une
réglementation DLU figurait déjà
dans l'accord de gouvernement.
L'avant-projet de loi-programme du
mois d'août 2003 a consacré un
chapitre à ce sujet. La procédure a
néanmoins été arrêtée. Un projet
de loi a malgré tout été finalement
déposé. Le samedi 29 novembre, à
13.53 heures très précisément, la
Chambre a soudain reçu un fax de
huit pages présentant un tout
nouveau projet de réglementation
DLU.

Le président de la commission, M.
de Donnea, souhaitait qui plus est
qu'il soit adopté vers 14.30 heures !
Voilà comment des textes
importants sont examinés à l'heure
actuelle à la Chambre. Je suis dès
lors abasourdi d'entendre M. Coene
vitupérer dans les médias contre
l'obstruction parlementaire. Il ne
s'agit en effet pas du problème
principal auquel ce Parlement est
confronté. Plutôt que d'envahir la
scène médiatique en faisant des
déclarations ronflantes, que le
gouvernement veille d'abord à ce
que les textes importants
bénéficient de l'attention qu'ils
requièrent pour éviter le dépôt d'une
loi-programme contenant 62
dispositions visant uniquement à
apporter des corrections à la
précédente loi-programme.

Le CD&V votera contre le projet.
D'une part, il repose sur des motifs
erronés. D'autre part, ce document
ne prévoit aucune mesure en faveur
du contribuable honnête. Cette
Assemblée veut-elle délibérément
lui rire au nez?

L'argument de la directive
«épargne» de l'Union européenne
ne nous convainc pas non plus. De
fait, comment le ministre peut-il
garantir que celle-ci entrera
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Er waren zelfs correcties tussen de verschillende taalversies. Ik wil
maar zeggen dat wij ons over de kwaliteit van het werk ook niet te veel
illusies moeten maken. Wij kunnen niet anders dan een beetje van de
oude stempel zijn en met onze fractie trachten degelijk werk te
presteren. Wanneer wij het ontwerp vanuit die invalshoek tegen het licht
houden, moet ik u zeggen dat het gebrek aan kwaliteit en goede
procedure in dergelijk belangrijk wetgevend werk grensverleggend is.

Het start bij het regeerakkoord. Daarin stond immers de vermelding van
de keuze om een EBA-regeling naar voren te schuiven. In de eerste
programmawet, die uiteindelijk de wet van 3 augustus 2003 is
geworden, zaten ook al EBA-regelingen in het voorontwerp. Dat was in
hoofdstuk 12, als ik mij niet vergis. In het voorontwerp van
programmawet van deze zomer zat dus reeds een hoofdstuk dat
betrekking had op de eenmalig bevrijdende aangifte. Waar of niet,
mijnheer de minister? Ik heb het exemplaar in mijn dossier. De
procedure werd toen niet voortgezet omdat men in de regering blijkbaar
had ingezien dat de tekst het niet waard was. Daaruit blijkt dat met
deze tekst heel wat geïmproviseerd is. Uiteindelijk is het wetsontwerp
dan ingediend. Al na enkele dagen bleek een cruciaal element van
volledigheid, van juridische geloofwaardigheid te ontbreken. Collega
Bogaerts zal daar nog op terugkomen. Al na enkele dagen bleek dat
men in een dergelijke grootschalige operatie zelfs de politieke voorzorg
niet had genomen om de successierechten, een levensbelangrijk
element in het kader van die doelstelling, te regelen. Van improvisatie
gesproken.

Het toppunt was dat op zaterdagnamiddag 29 november 2003 om 13.53
uur ­ ik zie het nog op de fax staan ­ in een bundel van 8 bladzijden
een volledig nieuw ontwerp van EBA-regeling met doelstellingen,
juridische formuleringen, middelen op tafel werd gelegd. Ik kan de
voorzitter van de commissie voor de Financiën, de heer de Donnea, niet
tot getuige roepen, want hij is er zelfs niet. Ik groet hem via de
Handelingen. De heer de Donnea wou dat de mensen dit om 14.30 uur
erdoor sluisden in vijf minuten, een kwartier. Hij werd daarin gesteund
door deze meerderheid. Hoe wilt u dan dat deze tekst juridisch klopt?

Mijnheer de voorzitter, dat is blijkbaar de manier waarop belangrijke
teksten op dit moment in het Parlement worden besproken. Gun mij
dan toch het gevoel van verbijstering wanneer ik in de kranten en op
televisie mijn goede vriend en collega Philippe De Coene hoor
tekeergaan. Hij wou een dringend overleg, ook met de oppositie, om te
zorgen dat het filibusteren, het voorlezen van telefoonboeken, onder
meer door De Croo, wordt lamgelegd. Mijnheer De Coene, via de
Handelingen spreek ik u toe. Dat is niet het eerste probleem van dit
Parlement.

Ik herhaal het. Op 29 november om 13.53 uur werd er een geheel
nieuwe regeling van fiscale amnestie voorgelegd en om 14.30 uur wou
men deze ter stemming brengen. Dat is het probleem. De tweeënzestig
artikelen van de programmawet die voorligt, zijn louter correcties aan de
programmawet van deze zomer. Daarmee moet komaf worden
gemaakt. Zorg ervoor dat de kwaliteit van onze werkzaamheden
verbetert, maar hou u niet bezig met zaken die sympathiek overkomen,
die goed bekken in de media. Laat uw eergevoel van lid van de Kamer
spelen en zorg ervoor dat de kwaliteit van onze werkzaamheden op dat
vlak verbetert.

Ik kom thans tot onze houding ten gronde. Uit het uitstekende verslag
van collega Devlies is reeds gebleken dat onze fractie tegen dit ontwerp
zal stemmen. De motieven zijn verkeerd. Er zijn geen
tewerkstellingseffecten en evenmin sociale motieven. Ik verwijs in dat
effectivement en vigueur au 1
er
janvier 2005? Qu'en est-il de la
position de la Suisse et du
Liechtenstein à cet égard? Si ces
pays se montrent récalcitrants, la
directive sera tout bonnement
envoyée par le fond.

En outre, les possibilités d'activités
de blanchiment ne sont pas
totalement exclues et il n'est pas
fait de distinction entre argent noir
et argent gris. Le petit fraudeur qui
va toucher ses coupons au
Luxembourg ou à Sluis est mis sur
le même pied que le fraudeur
professionnel. Les amendes ne
sont d'ailleurs nullement modulées
en fonction de l'origine des
capitaux.

Nombre d'incertitudes juridiques
demeurent. Nous demandons dès
lors au ministre d'apporter tous les
éclaircissements à la Chambre.
Ainsi, la question de savoir si l'on
peut investir l'argent rapatrié dans
des biens immobiliers
pour
bénéficier du taux réduit de 6 %
reste floue.

Le gouvernement doit nous
communiquer sans ambiguïté la
date d'entrée en vigueur de la DLU.
Selon le droit commun, les lois
prennent effet dix jours après leur
publication au Moniteur belge.
J'entends déjà parler de mars ou
d'avril. Je pensais que l'entrée en
vigueur était fixée au 1
er
janvier.

Dans la foulée de la réglementation
relative à la DLU, il importe de
clarifier également la situation en
matière de gestion patrimoniale. La
suppression des titres au porteur
entraînera-t-elle une augmentation
de la fiscalité sur le patrimoine,
voire un impôt sur le patrimoine? Je
vois la famille libérale répondre
négativement de la tête mais
j'aimerais tout de même connaître
la position précise du
gouvernement sur cette question.

La dernière raison pour laquelle
nous ne pouvons adopter ce projet
de loi est l'absence, en
contrepartie, de garanties que la
lutte contre la fraude fiscale va être
intensifiée. Le contribuable honnête
a droit à ces garanties mais, dans
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
verband naar de heel terechte omschrijving van de heer Wyckmans in
het blad van de LBC.

Een belangrijk bezwaar voor ons inzake de motieven en de regeling op
zich is dat er voor de eerlijke en correcte belastingbetaler in zo'n
operatie in niets is voorzien. Dat staat in tegenstelling tot wat in andere
landen is gebeurd. Er is niets voorzien. Degenen die zich niet aan de
wet gehouden hebben, zullen beloond worden. Degenen die steeds
correct hun belastingen betaald hebben, krijgen niets. Is dat de
doelstelling van deze meerderheid? Is het de doelstelling om de
mensen die eerlijk hun belasting betalen zo in het gezicht uit te
lachen? Dit kan toch niet de bedoeling zijn van deze Kamer.

Mijnheer de minister, de tweede reden is van technische aard. U kon
ons niet overtuigen van het argument van de spaarrichtlijn van de
Europese Unie. Zoals ik u reeds vroeg in de commissie ­ ik wilde die
vraag maandag nogmaals stellen aan de heer Jamar die u verving ­
welke garanties zijn er in verband met de spaarrichtlijn? Wij staan
achter die spaarrichtlijn. Wij delen de doelstellingen van de richtlijn. Ik
wil zelfs toegeven dat de regering, via u; via haar vertegenwoordigers,
mee aan de kar trokken om de spaarrichtlijn inhoud te geven.

Kunt u evenwel garantie bieden? Kunt u een uitspraak doen over de
inwerkingtreding van de spaarrichtlijn zoals u ze steeds hebt voorzien
op 1 januari 2005? Quid met de houding van Zwitserland, van
Liechtenstein en van andere landen waarmee, bij ontstentenis van
akkoord, de implementatie van de spaarrichtlijn gewoon niet doorgaat?
Dat is een zeer belangrijk element van het dossier. U gebruikt het als
argument voor de EBA-regeling. Vanaf 1 januari 2005 treedt de
spaarrichtlijn in werking. Welnu, kunt u, ten aanzien van de Kamer van
volksvertegenwoordigers, garanderen dat de spaarrichtlijn effectief in
werking zal treden? Trouwens, indien dat zo zou zijn, dan zou een
belangrijk argument voor deze EBA-regeling wegvallen.

Het gevolg van de implementatie van de spaarrichtlijn zal immers net
zijn dat een aantal achterpoortjes en fraudemogelijkheden zullen
worden gesloten. De doelstelling die de regering zegt na te streven ­
ervoor zorgen dat ook het kapitaal van de spaarders bijdraagt tot de
financiering van de collectieve uitgaven ­, zal op die manier ook kunnen
worden bereikt.

Een derde element ­ andere collega's zullen erop terugkomen ­
waarom wij het wetsontwerp niet zullen goedkeuren, is het feit dat op
een aantal vlakken ­ ik zal niet te technisch worden ­ de
mogelijkheden tot ontsporingen en witwasactiviteiten niet volledig
worden afgeblokt. Er blijven nog altijd mogelijkheden bestaan, hoewel
het afblokken ervan toch een absolute voorwaarde is om een
geloofwaardige en ook ethisch te verantwoorden regeling voor een
eenmalig bevrijdende aangifte door te voeren.

Een vierde reden waarom wij het ontwerp niet zullen goedkeuren ­ ik
geef toe dat wij op dat vlak het debat moeten voeren over de technische
mogelijkheid wanneer ze bestaat ­ is dat bij de inkomsten die de
regering viseert, het onderscheid tussen het zwart geld en het grijs geld
niet wordt gemaakt. De brave, kleine spaarder, die een dagelijkse
zonde heeft gepleegd ­ wij viseren hem niet en willen hem ook helpen ­
door zijn kasbonnetje in Luxemburg of bij de Rabobank in Sluis bij te
houden, wordt over dezelfde kam geschoren met de professionele,
grootschalige fraudeurs. Hij wordt ook over dezelfde kam geschoren
met degenen die geen sociale bijdragen en belastingen hebben betaald
op de bron van hun spaartegoed bij de betrokken banken. Het feit dat
de boete ­ voor zover er met tarieven van 6% en 9% van boete sprake
ce domaine, la coalition violette a
plutôt tendance à reculer.

M. Van der Maelen s'affiche
désormais comme le champion de
la lutte contre la fraude fiscale. Que
les socialistes aient choisi M. Van
der Maelen pour porte-parole dans
le cadre de la répression de la
fraude fiscale est édifiant, tout
particulièrement à la lumière des
succès qu'il a remportés dans son
combat pour mettre fin à l'ancienne
culture politique et dans le dossier
du commerce des armes.
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
kan zijn ­ niet gemoduleerd is naar de oorsprong van de betrokken
gelden, is een vierde reden waarom wij het ontwerp niet zullen
goedkeuren.

Een vijfde reden is het geheel van juridische onderzekerheden die hoe
dan ook nog blijft bestaan.

Ten eerste, mijnheer de minister, ik zou willen dat u absolute
duidelijkheid verschaft op een vraag die normaal is tijdens een debat in
de Kamer over zo een ontwerp. Trouwens, ik wil wat dat betreft het
betoog van collega Bourgeois over de bevoegdheid, de ius fisci, mee
kracht bijzetten. Als er al een bevoegdheid is uit hoofde van het
Parlement, is het de ius fisci. We zullen een aantal delegaties doen,
die ook volgens mij de toets met de grondwettelijke
bevoegdheidsverdeling nauwelijks kunnen doorstaan. Kan u bijvoorbeeld
een uitspraak doen over de al dan niet toelaatbaarheid ­ met het oog op
het genieten van het verlaagd tarief ­ van investeringen in onroerende
goederen? Kan u daarover vandaag duidelijkheid geven? Kan u aan de
Kamer zeggen of het investeren in vakantiewoningen of andere
woningen in ons land of elders al een voldoende reden zal zijn om het
gunsttarief te genieten?

Mijn tweede vraag zult u snel kunnen beantwoorden. Kan u eenduidig
aan de Kamer meedelen wanneer het ontwerp daadwerkelijk in werking
zal treden? Ik zal het niet hebben over hetgeen wij nu vernemen, met
name dat die regeling toevallig op dezelfde dag in Brussel en in
Wallonië totstandkomt. Daarover gaat het niet, maar wel over de datum
van inwerkingtreding van het ontwerp. Als ik het goed voorheb, is de
datum van inwerkingtreding van gemeen recht, zijnde 10 dagen na
publicatie in het Belgisch Staatsblad. De uitvoerende macht beschikt
uiteraard over de mogelijkheid te kiezen voor de datum van publicatie in
het Belgisch Staatsblad. Ik hoorde enkele dagen geleden de datum van
maart of april vallen. Ik dacht altijd dat het op 1 januari in werking zou
treden, maar nu hoor ik maart of april als mogelijke datum van
inwerkingtreding. Ik vraag u dus nu, op het ogenblik dat wij het debat
voeren en straks zullen stemmen over uw ontwerp, of u ons kunt
meedelen wat precies de datum van inwerkingtreding zal zijn?

Mijn derde vraag ligt in het verlengde van de EBA-regeling. Onze
nieuwsgierigheid werd gewekt door een aantal verklaringen in de marge
van het debat over de EBA-regeling. Ik vind dat u namens de regering
aan de mensen duidelijkheid moet verschaffen inzake de
vermogensfiscaliteit. Is er, al of niet bij wege van de afschaffing van
effecten aan toonder ­ waarvoor veel te zeggen is ­ of op andere wijze,
ingevolge het ontwerp sprake van een verhoogde fiscaliteit op
vermogens of zelfs van de invoering van een vermogensbelasting? Ik
neem akte van het feit dat de liberale familie, haar eigen aard getrouw,
onmiddellijk neen knikt. Ik wil daarop straks echter een zeer duidelijk
antwoord vanwege de regering.

De vijfde reden waarom wij het ontwerp niet zullen goedkeuren, heeft te
maken met juridische onzekerheden. Een aantal daarvan zal zeker aan
de orde zijn en ik vermoed dat collega Bogaert een aantal van deze
elementen zal ontwikkelen.

De zesde, en in het kader van dit debat voorlopig laatste reden waarom
wij het ontwerp niet zullen goedkeuren, is het feit dat het tegengewicht
van de fiscale amnestie niet verzekerd is. Er is geen zekerheid dat de
feiten waarvoor men nu amnestie geniet, in de toekomst wel correct
zullen worden vervolgd. Er is geen zekerheid dat correct de hand zal
worden gehouden aan de toepasselijke regelgeving. Er zijn met andere
woorden geen maatregelen voorzien voor de strijd tegen de fiscale
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
fraude. Het zou nochtans een klein element van geloofwaardigheid zijn
indien men tegelijkertijd vanuit de regering garanties zou kunnen bieden
op een verhoogde strijd tegen de fiscale fraude. De eerlijke en correcte
belastingbetaler krijgt hier een klap in het gelaat zonder de garantie dat
de strijd tegen de fiscale fraude versterkt wordt. Er zijn daarvoor geen
elementen, integendeel. Na bijna vijf jaar paars werden er alleen
stappen achteruit gezet in de strijd tegen de fiscale fraude.

Mijnheer Van der Maelen, ik zal wat cynisch zijn. Ik heb in de pers
gemerkt dat u zich nu opwerpt als een heraut van de strijd tegen de
fiscale fraude. Ik begroet u. In de vorige legislatuur legde Jef Tavernier
daarover in de commissie voor de Financiën soms wat verklaringen af.
Mijnheer Vandermaelen, alleen al het feit dat u namens de
socialistische familie bent aangeduid om het woord te voeren over
fiscale fraude spreekt boekdelen. Ik heb u de laatste vijf, zes jaar
gekend als de bestormer van alle mogelijke vestingen voor het heil van
de nieuwe politieke cultuur. Wij hebben gezien wat daarvan is
gekomen. U was de grote spreekbuis van de strijd tegen de
wapenhandel. Wij hebben gezien wat daarvan is gekomen, men is op
Vlaams niveau bij de vleet aan het tekenen, in aanwezigheid van
socialisten, spiritisten en groenen. Het feit dat de socialistische familie
u kiest als woordvoerder voor de strijd tegen de fiscale fraude, spreekt
boekdelen.

Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de heer Van der Maelen het woord
wenst te nemen.

De voorzitter: De heer Van der Maelen zal straks ook nog spreken, veronderstel ik.
02.18 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer Leterme, ik wil
gewoon zeggen dat ik u nog zal verbazen.
02.18 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): Je vous réserve encore
des surprises!
02.19 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer Van der Maelen, ik ben
daarvan ook echt overtuigd. Ik ben er echt van overtuigd dat u mij zult
verbazen. U hebt die capaciteit. U hebt de bekwaamheid om mij te
verbazen. Net zoals u mij verbaasd hebt inzake de nieuwe politieke
cultuur als inzake de wapenhandel, ben ik er echt van overtuigd dat u
ons zult verbazen inzake de strijd tegen de fiscale fraude.

Collega's, ik sluit af met zes redenen ten gronde waarom wij die
ontwerpen niet zullen goedkeuren.

Er zit geen globale visie achter. Er is geen eerlijke behandeling van de
correcte belastingbetaler. Het is niet voor het goede motief. Juridisch
gezien klopt de hele regeling niet. Er is geen tegengewicht met de strijd
tegen de fiscale fraude. Om die redenen zullen wij dat ontwerp niet
goedkeuren.

Mijnheer de voorzitter, dat zijn niet alleen technische argumenten, maar
ook argumenten van politieke ethiek. Ik kan u dus zeggen dat met de
goedkeuring van dat ontwerp, de politieke en bestuurlijke ethiek in ons
land onder paars waarlijk een dieptepunt zal kennen.
02.19 Yves Leterme (CD&V): Je
suis certains que vous allez encore
nous étonner, tout comme dans les
dossiers de la nouvelle culture
politique ou du commerce des
armes!

Pour conclure, nous n'approuverons
pas ce projet, pour des raisons
techniques mais sur la base aussi
de considérations en matière
d'éthique politique. Dans ce
domaine, la coalition violette a
touché le fond.
Le président: Monsieur Viseur, je vous donne la parole. Ik laat de heer Pinxten wellicht nog spreken tijdens
deze ochtendvergadering. Ik zal de vergadering tot ongeveer 13.00 uur laten duren.

Mijnheer Leterme, ik dank u omdat u de spreektijd hebt gerespecteerd.
02.20 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, monsieur
le ministre, chers collègues, je voudrais d'abord dire que la séance
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
publique a quand même encore un intérêt dans notre système
parlementaire. On peut évidemment concevoir qu'un jour, on supprime
purement et simplement le parlement. Mais nous n'en sommes pas
encore là. Et donc, je vais essayer de préciser ma pensée rapidement
en sept points.

(...)
: (...)
02.21 Jean-Jacques Viseur (cdH): Non, mais je me contenterai de
l'audition que le groupe socialiste va apporter à mes remarques! Il y a
une chose: dans mon parti, on accorde une confiance absolue en ce
que je dis en matière fiscale.

Je voudrais commencer par le premier point. Je pense que tout cela est
mal parti. Car il y a eu certaines déclarations qui ont été faites dès le
début de l'été tendant à justifier la fraude fiscale et à dire que, dans le
fond, c'était un phénomène belge. Je n'ai pas du tout apprécié que le
ministre des Finances ait dit à un certain moment qu'en définitive,
c'était parce que l'on payait trop d'impôts. Ou que, par après, il ait
ajouté: "Il y a deux sports nationaux en Belgique. Le tennis - quand il
est joué par Kim Clijsters et Justine Henin - et puis, il y a la fraude
fiscale."

Je trouve que ce sont des erreurs, parce que, d'abord, la fraude n'est
pas un sport national. Ou, si c'en est un, elle est au sport ce que le
dopage est au cyclisme. C'est-à-dire qu'elle nuit profondément à la
société. Je crois que c'est l'un des cancers de notre société. Car elle
trouble et l'équité, et l'égalité, et ce rôle redistributif de l'impôt qui est
tellement important.

Par ailleurs, je dirais que parler de la Belgique comme d'un goulag
fiscal est, pour ce qui concerne les revenus mobiliers, la négation de la
réalité.

J'ai ici sous les yeux une étude qui a été faite par une banque - pas
celle qui se transforme en confessionnal depuis quelques jours. Il s'agit
de l'ING, qui établit une comparaison intéressante de la fiscalité
mobilière en Europe. Sur les quinze pays européens, je peux vous
affirmer que celui qui est le plus laxiste en matière de fiscalité
mobilière, c'est la Belgique. Et je donne des exemples.

Quelle est la situation de l'épargne mobilière en Allemagne? Le
précompte mobilier est de 30%, et il est non libératoire. Parfois, il est
réduit à 25%, mais il peut aussi être augmenté à 35%. En Autriche:
précompte mobilier de 25%, libératoire. Au Danemark: globalisation
des revenus, donc pas de libération. En Espagne: 15% non libératoire.
En Finlande: 29% et libératoire uniquement sur les dépôts bancaires et
les obligations; pour le reste, globalisation. En France: globalisation. Et
ce sont des pays dont on sait qu'ils sont dirigés par des
gouvernements "gauchistes"... En Grèce: 10%, libératoire sur les
obligations publiques; 15%, libératoire sur les dépôts bancaires, mais
aucune exonération. L'Irlande: 20%, libératoire sur les dépôts
bancaires. L'Italie: 12,5%, non libératoire, et 12,5%, libératoire
uniquement sur les obligations d'Etat; pour le reste, 27%. Au
Luxembourg, qu'on nous présente toujours comme un pays accueillant
à l'égard des capitaux étrangers: en ce qui concerne les résidents
luxembourgeois, il y a globalisation, sauf sur une catégorie limitée de
placements, où le précompte est de 20%. Aux Pays-Bas:
globalisation. Au Portugal: 20%, libératoire. Au Royaume-Uni: 20%,
libératoire, sans exonération. En Suède: 30%, non libératoire et
globalisation pour les autres revenus.
02.21 Jean-Jacques Viseur
(cdH): Dit is een valse start. Sinds
deze zomer worden er her en der
uitspraken gedaan om fraude, die
bij ons als een nationale sport
wordt beschouwd, goed te praten.
Het is nochtans een kanker voor
onze samenleving, en wie België
afschildert als een fiscaal
strafkamp, doet de waarheid
geweld aan. Uit een studie van ING
over de roerende fiscaliteit in
Europa blijkt dat ons land eigenlijk
het meest lakse beleid ter zake
voert.

De amnestie is immoreel en
onrechtvaardig, en mag enkel
worden doorgevoerd als ze wordt
voorafgegaan door ampel overleg
met het oog op een billijker
belastingstelsel. Nu hebben wij de
kans gemist om een debat te
voeren over de fiscaliteit, samen
met de Gewesten en alle sociale
actoren van het land, teneinde een
echt fiscaal pact te sluiten.

Een en ander komt op een
ongelukkig moment. Als dit
ontwerp de spaarrichtlijn
geflankeerd had, had de tekst de
aanleiding kunnen zijn voor een
helder debat over de roerende
fiscaliteit. We hadden best kunnen
wachten tot 2005.

We kunnen ook een kruis maken
over de positieve weerslag van deze
maatregel op de Belgische
economie. Het geld op
buitenlandse rekeningen heeft
reeds zijn weg naar onze economie
teruggevonden. Er zijn inderdaad al
liquide middelen te over.

De gebruikte werkwijze is niet de
juiste. De particulieren moeten zelf
nagaan of ze gefraudeerd hebben.
Het Duitse model is beter omdat
het de verplichting inhoudt de
herkomst van de fondsen aan te
geven en het niet de indruk wekt
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23

L'auteur de l'étude conclut en disant: "l'investisseur belge va peut-être
commencer à prendre conscience qu'il n'est pas si désavantageux de
conserver son épargne dans son propre pays. Avec son précompte
libératoire de 15%, la Belgique est un paradis fiscal pour ses résidents.
Le Belge a désormais intérêt à percevoir les revenus de son épargne
sur le territoire national plutôt que dans un autre pays de l'Union
européenne. Il y est, en outre, moins taxé que les épargnants français,
allemands ou néerlandais confrontés chez eux à un fisc bien plus
gourmand."

La logique collective tend à dire que nous sommes écrasés par toutes
les formes d'impôts, que nous vivons une situation où l'initiative,
l'épargne n'a pas sa place. Force est de constater que cette revue des
15 pays européens montre que nous vivons dans le plus grand paradis
fiscal. Il importe de le retenir, car si l'on part du principe qu'en matière
d'épargne immobilière, l'exode est justifié par l'excès d'impôts, une
réponse peut y être apportée. Contrairement à ce que l'on dit souvent,
ce n'est pas trop d'impôt qui tue l'impôt, mais, dans ce cas-ci, ce serait
trop peu d'impôt qui tue l'impôt.

Par ailleurs, je pense vraiment que l'amnistie fiscale est immorale,
qu'elle est injuste et que le seul cas où elle peut intervenir, c'est
lorsqu'elle fait l'objet d'une large réflexion, d'une large consultation sur la
manière dont on peut rendre la fiscalité plus équitable.

Me tournant plus particulièrement vers les groupes socialistes, je
rappellerai qu'en France, il est question de procéder à une amnistie
fiscale. La gauche juge choquante l'idée de l'amnistie fiscale et ajoute
que cela ne peut avoir lieu que dans le cadre d'un débat sur une
réforme globale. Je partage leur avis sur ce point. M. Charsac, éminent
parlementaire socialiste, a déclaré: "Il s'agit d'un choc et pour réaliser
ce choc et cet électrochoc, il faut une conjoncture propice et un
gouvernement respecté qui inspire la confiance", ce qui n'est pas le
cas. Il ajoute: "que dans un plan d'ensemble, un pacte national pour
l'emploi et la recherche de la compétitivité, chaque acteur accepte des
avancées et des concessions, cela peut se concevoir. Nous n'avons
jamais dit 'non' à un débat sur la fiscalité des outils fiscaux. Nous
avons toujours dit que l'on peut en débattre à condition que l'on arrive à
une solution qui soit équitable et qui aboutisse à un renforcement de la
transparence fiscale".

J'ai souvent dit que qu'il s'agissait d'une occasion ratée car nous avi ons
une occasion unique de débattre de toute la fiscalité, de l'excès de
fiscalité sur les revenus du travail, mais aussi de la fiscalité
immobilière. C'était aussi l'occasion de débattre de l'imposition sur
l'épargne et de la fiscalité sur les successions. Cela méritait
évidemment qu'on y associe tous les acteurs politiques, plus
particulièrement les Régions, mais aussi les forces sociales et
politiques du pays. On aurait ainsi peut-être pu arriver à ce pacte fiscal
qui est un élément important de la vie en société.

J'en viens à mon troisième point. Le moment est vraiment mal choisi.
Le choix qui a été fait a été de privilégier le soutien par rapport au
budget 2004 alors que les évènements nous offraient un moment idéal
pour débattre de cette problématique. Je veux parler de la mise en
application de la directive sur l'épargne. Sur ce plan, il est clair que si le
projet concernait l'accompagnement de la mise en oeuvre réelle de la
directive sur l'épargne, non seulement il aurait rapporté davantage, mais
il aurait également permis un débat clair et intéressant sur l'avenir de la
fiscalité immobilière dans le cadre de l'Europe. Nous avons perdu là
une occasion. Ou alors, nous devons décider de "refaire passer les
dat er een onderscheid gemaakt
wordt tussen aan de ene kant de
bedrogen modelspaarders en aan
de andere kant de fraudeurs.

Die maatregel treft trouwens de
kleine belastingplichtigen: voor de
grote is het immers voordeliger 6
percent te betalen in plaats van de
60 of 70 percent die ze ontdoken
hebben. Hoe kan men dan spreken
van een billijke maatregel?

Bovendien is er een gebrek aan
rechtszekerheid. De gegevens
kunnen enkel anoniem blijven
indien alle Gewesten bereid zijn
mee te werken. Een van de
Gewesten aarzelt echter nog.

Voorts legt ook Europa weinig
enthousiasme aan de dag.

De "amendementen van 13.55 uur"
hebben nieuwe ongelijkheden in het
leven geroepen die door het
Arbitragehof aan de kaak zouden
kunnen worden gesteld. Dat geldt
inzonderheid voor artikel 2 waarin
sprake is van de sommen,
kapitalen of roerende waarden die
niet in een boekhouding of wettelijk
verplichte aangifte werden vermeld,
enerzijds, en de effecten aan
toonder, anderzijds. Men had beter
de termen "gematerialiseerde of
gedematerialiseerde effecten"
gebruikt, want de term "effecten
aan toonder" wekt de indruk dat 9%
zal moeten worden betaald bovenop
de 15% roerende voorheffing die al
zou zijn betaald.

Een gepensioneerde vertrouwde me
toe dat de operatie-Reynders in zijn
ogen slechter is dan de Gutt-
operatie. Zoals u weet staat
minister Gutt in België, ten
onrechte trouwens, voor de inhalige
Staat.

Ten slotte had men voor duidelijke
begeleidingsmaatregelen moeten
zorgen. Er wordt echter alleen
bepaald dat de effecten aan toonder
tegen 2008 geleidelijk zullen
worden afgeschaft; dat is na de
volgende verkiezingen en, politiek
gezien, in een ander tijdperk. De
emittenten van effecten aan toonder
hebben in afwachting dus nog
mooie dagen in het verschiet. Het
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
plats" chaque année et qu'à l'instar de l'Italie, on revienne, presque
chaque année, avec un dossier sur l'amnistie fiscale. Le caractère
exceptionnel d'une pareille mesure est vraiment impératif dans un Etat
de droit. On aurait donc pu attendre 2005, si cette-année-là, il y a
effectivement mise en oeuvre de la directive sur l'épargne. En effet,
comme l'étude de l'ING le suggère, on en serait venu à dire tout
naturellement que le système belge est sans doute le meilleur ou le
plus équilibré. Cela aurait permis un vrai retour de capitaux.

J'en viens à mon quatrième point sur lequel je ne m'étendrai pas. En
effet, la Banque nationale a déjà été éloquente à cet égard. L'effet sur
l'économie, oublions! Il est évident que tout l'argent qui se trouve à
l'extérieur a déjà été largement injecté dans l'économie belge. Nous ne
souffrons pas actuellement d'un déficit d'argent mis à disposition des
entreprises, ni d'un taux anormalement élevé par rapport au reste de
l'Europe. Il y a abondance de liquidités. Par conséquent, si l'on veut un
soutien de l'économie belge, il ne faut pas utiliser cette technique. Il
s'agit donc d'un instrument tout à fait neutre en matière d'économie.

Mon cinquième point à trait à la voie utilisée qui, en fait, n'est ni plus ni
moins qu'un cadeau offert aux particuliers chargés d'examiner eux-
mêmes s'ils ont ou non fraudé. Il n'e s'agit pas là d'un bon modèle. Il
est dangereux car il y aura un certain nombre de paiements d'indus.
Tous les jours, nous constatons que des personnes sont
complètement troublées et pensent à déclarer dans une DLU ce qui ne
doit pas l'être. En écartant les répétitions de l'indu, en enlevant le
caractère fiscal de la DLU, on s'inscrit clairement dans une logique qui
n'est pas juste, y compris pour les détenteurs de capitaux mobiliers.
On disposait du modèle allemand qui est un bon modèle. En effet, il est
beaucoup juste puisqu'il inscrit dans l'amnistie des taux différents
suivant l'origine des fonds, qu'il oblige à déclarer l'origine des fonds et
qu'il ne donne pas le sentiment que les épargnants modèles sont
grugés au profit de ceux qui ont largement fraudé.

Par ailleurs, la sécurité juridique dépend aussi de l'exacte mesure de
ce qui doit être déclaré dans une déclaration libératoire unique (DLU) ou
pas. Je persiste à dire que, en n'en faisant pas une recette fiscale, l'on
s'écarte de principes élémentaires qui imposent à l'administration
d'aider à indiquer ce qui est dû et non de se contenter de l'ignorance ou
de la mauvaise interprétation des contribuables. Tout cela ne touche
que les petits contribuables; les gens qui ont largement fraudé trouvent
dans ce système un vrai paradis fiscal! C'est peut-être moins vrai des
utilisateurs de la ligne 162 mais ce n'est pas eux que l'on vise ­ il s'agit
d'une minorité s'il y a infraction ­, ce que l'on vise c'est malgré tout de
favoriser un certain type de fraude. Et, sur ce point, 6% par rapport aux
60 ou 70% éludés, c'est vraiment intéressant. Mais où est l'équité?

La question qui se pose à tous les politiques est de savoir que
répondre à quelqu'un qui vient vous expliquer qu'il a une petite pension,
juste de quoi vivre et qu'il a ­ comme l'âne de la fable ­ brouté un tout
petit peu. A l'égard du précompte mobilier de 15% sur un intérêt
atteignant péniblement 3 ou 3,5%, il a peut-être fraudé un an et pour lui
c'est haro sur le baudet, tandis que lorsque c'est 60 ou 70%, c'est
évidemment plus facile.

J'en arrive à mon sixième point. Je crois que ce projet révèle aussi un
manque de sécurité juridique. Nous avons eu de très longs débats mais
il reste des pans entiers qui ne sont pas clairs. Que vont faire les
Régions et quelle va être l'attitude, notamment d'une des Régions qui
pourrait ne pas adhérer à ce système? Cela ne vise évidemment que
les impôts fédéraux mais on a voulu que les sommes soient rendues
anonymes; or; elles ne peuvent pas l'être à l'égard des responsables de
ware eenvoudiger geweest indien
we de programmawet hadden
aangegrepen om aan onze
internationale verplichtingen te
voldoen.

Waarom niet meteen een
eenvoudige, doeltreffende maatregel
nemen, die met onze internationale
verplichtingen overeenstemt en de
gelijkheid tussen de Belgen
bevordert? Waarom geen andere
begeleidingsmaatregelen ter tafel
leggen tijdens een
intergouvernementele of een
rondetafelconferentie?

Volgens de studie van ING
bevinden drie landen zich op het
stuk van de belasting op roerende
waarden in een grijze zone:
Oostenrijk, België en Luxemburg.
Alle overige landen hebben voor de
mededelingsplicht geopteerd. Is dit
geen gedroomde gelegenheid om
eindelijk het probleem te regelen
van het bankgeheim, dat ons tot
een buitenbeentje binnen de OESO
maakt, van de handgift en van de
traceerbaarheid van het spaargeld?

Moeten we ons niet afvragen of de
successierechten, de enige
vermogensbelasting die wij kennen,
vandaag nog aanvaardbaar zijn?
Laten wij erover nadenken hoe wij
de toepassing van deze
vermogensbelasting kunnen
bijsturen, zodat roerende goederen
makkelijker traceerbaar worden.

De enige oplossing bestaat erin dat
de federale overheid, de Gewesten,
de sociale partners en de politieke
partijen om de tafel zouden gaan
zitten om een echt debat te
houden. Iedereen is het er immers
over eens dat fiscale fraude tot een
bijna rampzalige situatie leidt.

Het is in het algemeen belang om
tot een pact te komen waarin naar
meer transparantie wordt gestreefd.
Ik betreur dat men de kans heeft
gemist om ervoor te zorgen dat
belastingen als dusdanig
maatschappelijk zouden worden
aanvaard. De gekozen oplossing is
immoreel en heeft geenszins tot
doel het vertrouwen van de
belastingplichtigen te herstellen.
Wij betreuren dat en dat is ook de
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
la perception des impôts régionaux. Par conséquent, sans accord
d'une des Régions, le problème d'insécurité persiste. C'est vrai au
niveau de l'Europe. En effet, on ne peut pas dire que, du côté de
l'Europe, l'enthousiasme soit extraordinaire à l'égard de la mesure prise
et l'on pourrait avoir des surprises à ce niveau. C'est vrai aussi des
inégalités. Les nouveaux amendements créent de nouvelles inégalités,
une intervention de la Cour d'arbitrage n'est donc pas impossible.

Enfin, c'est vrai aussi d'un élément particulier: les amendements de
13h55, c'est-à-dire les derniers amendements portant sur ce que l'on
appelle les titres au porteur. Sur ce plan là, une analyse un peu plus
attentive des textes et de leur clarté ­ parce que toutes les
interprétations ne prévalent pas contre des textes clairs ­ montre bien
que, de façon assez étonnante, la situation est totalement différente.
En effet, à l'article 2, on divise les choses en un point 1°, visant les
sommes décrites au paragraphe premier, et en un point 2°, dans lequel
figurent les titres au porteur. D'un côté, il y a les sommes, capitaux ou
valeurs mobilières provenant de revenus ou qui n'ont pas été repris dans
une comptabilité ou une déclaration obligatoire en Belgique, en vertu de
la loi ­ l'emploi des mots "ces sommes", que l'on trouve au 1° de
l'article 2, montre bien le lien entre les sommes visées et le paragraphe
premier, c'est-à-dire la description de la non-déclaration.

D'un autre côté, de manière opportune ou non, le deuxièmement vise
une situation totalement différente, à savoir les titres au porteur détenus
avant le 1
er
juin 2003. Si le premièrement de l'article 2 avait porté les
termes "les sommes", il y aurait eu une autonomie de cet alinéa par
rapport au premier alinéa du paragraphe 1. En l'écrivant ainsi, on
marque la séparation très nette entre ce qui vise le premier et le
second paragraphes et ce qui se trouve dans le deuxièmement; le
deuxièmement étant totalement indépendant, cela crée des problèmes,
d'autant que la combinaison des articles 2 et 4 vise bien, d'une part, les
sommes, capitaux ou valeurs mobilières et, d'autre part, les titres au
porteur.

Je vais faire un aveu à cette tribune mais je suis peut-être comme tous
les Belges qui ont une épargne. J'avoue être propriétaire de titres au
porteur et je peux dire lesquels: ce sont des bons d'État, cela montre
que je fais confiance à l'État belge, à tort ou à raison mais je lui fais
confiance. Ce ne sont pas seulement des "Philippe" mais aussi des
"Didier", c'est dire ma magnanimité! Je suis donc titulaire de titres au
porteur. Bien entendu, lorsque je vais percevoir les coupons de ces
titres au porteur, je ne les perçois pas directement: c'est ma banque
qui les perçoit puisqu'ils sont placés sur un compte titres. Mais sur ce
compte titres, j'ai des titres au porteur. Ce n'est pas parce qu'ils sont
sur un compte titres qu'ils ne sont pas de vrais titres au porteur.

La différence aurait dû viser, d'une part, ce qui est dématérialisé mais
qui est quand même un titre au porteur comme les obligations d'État,
les obligations des sociétés ou les actions dont certains sont
"dématérialisés" et, d'autre part, ce qui est matérialisé lorsque le
"manteau" a été livré au titulaire, ce qui n'est d'ailleurs pas encore une
infraction. Je connais beaucoup de personnes en possession de titres
matérialisés, qui vont toucher leurs coupons dans une banque belge et
qui paient les 15%. Cependant, tel que le texte est rédigé, il y aurait
donc un système particulier pour les capitaux relatifs aux titres au
porteur, qui serait le paiement de 9%.

Monsieur le ministre, nous vivons dans un État extraordinaire où les
gens se rendent chez un député pour se confesser et lui demander ce
qu'il faut faire de leur argent. Pas plus tard que cette semaine, un
pensionné est venu me trouver pour me demander une explication: il a
reden waarom wij tegen het
wetsontwerp zullen stemmen.
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
des titres au porteur dans son coffre en Belgique et quand il a touché
les coupons, il a dû payer 15%. Maintenant, il devrait payer 9%. Et il
me dit: "Mais je ne suis pas un fraudeur!" Je lui ai dit qu'il ne s'agissait
pas de cela mais il ne m'a pas tout à fait cru. Je ne sais pas si vous
prendrez cela comme un hommage quoique cela soit une référence à
un ministre des Finances libéral, mais cette personne a déclaré: "Si
c'est ce que je crois, M. Reynders, c'est pire que M. Gutt." J'ai
beaucoup d'admiration pour M. Gutt et je ne sais pas si le ministre le
prendra comme un compliment ou comme une critique.

Cela dit, dans l'imaginaire belge, M. Gutt est à la fois le ministre qui a
réalisé une opération extraordinairement intéressante pour l'ensemble
de la société belge, et l'homme assimilé à l'Etat qui veut tout savoir et
tout prendre.

Cette insécurité juridique, notamment par rapport aux titres au porteur,
est incompatible avec l'engagement que prend un Etat de droit. La
question n'est pas de vouloir piéger les gens, mais que quelqu'un
puisse agir d'abord en ne donnant pas trop de cadeaux à l'Etat s'il n'a
pas commis de fraude, et qu'ensuite il soit bien au courant de la
situation. Dans l'état actuel, il reste trop d'ambiguïtés, voire de
contradictions formelles dans les textes, entre autres dans cette
définition des titres au porteur, générale mais non juridique, dans
laquelle on n'a malheureusement pas utilisé les termes
"matérialisation" et "dématérialisation". C'est un élément qui renforce le
manque de sécurité juridique.

Septième point: je pense vraiment qu'une telle opération appelait une
série de mesures d'accompagnement précises.

Certes, j'ai eu beaucoup de plaisir, monsieur Van der Maelen, à lire la
déclaration du ministre, et la vôtre d'ailleurs, qui reprenait ce qu'on allait
faire à l'avenir des titres au porteur et votre constatation qu'il s'agissait
d'une vieille revendication de l'ACW, que j'ai exprimée à plusieurs
reprises.

J'ai lu aussi qu'il est constaté que la Belgique avait déjà été critiquée au
niveau international en raison de l'existence des titres au porteur. C'est
vrai que cette situation est anormale par rapport à tous les pays de
l'OCDE, notamment par rapport aux pays anglo-saxons. J'ai vu qu'il
entrait dans les intentions du gouvernement de supprimer ces titres.
J'ai moins aimé l'expression "à terme": le terme est défini ou indéfini,
mais certainement peu précis.

Pour rester honnête, je lirai tout le paragraphe: "Une disposition sera
tout d'abord insérée dans la loi-programme visant à augmenter les
retenues opérées lors de l'émission ou de l'acquisition de tels titres".
C'est acquis, mais ça reste dérisoire. Ensuite: "Lors de la confection
du budget pour 2005, on décidera ­ vous savez combien ces décisions
sont soumises à d'autres aléas ­ de la date définitive à partir de
laquelle l'émission des titres au porteur sera interdite. Ce système
disparaîtra "probablement" au cours des années 2007-2008." Le mot
"probablement" est superbe et ajoute au malaise du mot "à terme". En
effet, si tout va bien ou si tout va mal, on sait que 2007 est une année
électorale: viser 2007-2008, c'est reporter la décision.

On ajoute: "Par cette opération, notre pays se conformera aux
recommandations de l'OCDE".

Franchement, pour arriver à un tel résultat, il était plus facile, dès
maintenant, d'ajouter simplement un article supplémentaire aux 500
articles de la loi-programme. La Belgique est un pays qui tient à rester
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
toujours conforme à ce que souhaitent les organismes internationaux,
que ce soit la Commission européenne ou l'OCDE ou le FMI. C'était
tellement intéressant de dire, dans notre logique, que nous voulions
nous conformer aux dispositions que souhaite l'OCDE - qu'elle rappelle
très régulièrement d'ailleurs -, que nous donnions ce gage immédiat.
L'échéance 2007-2008 laisse de beaux jours aux émetteurs de titres au
porteur.

Au nom de la confiance juridique, on ne va pas les faire brûler en place
de grève parce qu'ils seront émis avant 2007-2008.

Du côté libéral, je pense que c'est vraiment 2008, monsieur Massin. Et
2008, sur le plan politique, c'est un autre monde!

Pourquoi ne pas satisfaire à nos obligations internationales, satisfaire à
une certaine équité? Quand on décide d'une dévaluation, on
l'accompagne de mesures intéressantes, alors pourquoi ne pas décider
tout de suite d'une mesure simple, efficace, conforme à nos obligations
internationales, conforme à la vision que nous avons de l'égalité entre
les Belges et qui, reconnaissons-le, est un élément de progrès
important dans la logique d'équité?

Transformer l'or en plomb est une capacité politique évidente et on
pourrait aboutir à cela, alors que vous avez à portée de main cette
possibilité qui n'a rien d'anormal et qui ne nous place pas au ban des
nations civilisées ni au ban de l'économie et de la finance
internationales. Je vous signale qu'une série de grands pays dominés
par une logique libérale ont tout à fait adhéré au marché.

Pourquoi ne pas prendre d'autres mesures d'accompagnement ou les
mettre sur la table? Elles pourraient faire l'objet d'une conférence
intergouvernementale ou d'une table ronde - comme on en fait pour
l'emploi ou pour les classes moyennes - qui consisterait à dire qu'il n'y
a pas que cela.

J'espère que sous cette législature, monsieur Van der Maelen, un texte
de loi de type "Spaan" passera. Mais pour cela, il serait bon que nous
puissions agir là où nous avons une vraie maîtrise, ce qui n'est hélas
pas le cas pour le texte de loi. Dans l'étude ING, il y a malgré tout, en
ce qui concerne la fiscalité mobilière, trois pays de l'Union européenne
en gris: l'Autriche, la Belgique et le Luxembourg. Tous les autres pays
ont dit qu'ils allaient tout de suite passer à l'échange d'informations en
ce qui concerne la fiscalité des non-résidents.

N'est-ce pas le moment de faire un effort pour rejoindre, avant la date
tolérée, la situation des douze autres pays de l'Union européenne?
N'est-ce pas le moment d'enfin vider cette question du secret bancaire
qui, encore une fois, nous place au ban de l'OCDE par rapport à la
pratique de ses pays membres? N'est-ce pas le moment d'avoir une
vraie réflexion sur le don manuel, sur la traçabilité de l'épargne
mobilière, comme il y a une traçabilité de l'épargne immobilière? Si
vous et moi sommes propriétaires d'un immeuble, il n'y a aucun
problème: à notre mort cet immeuble fera l'objet d'une taxation. N'est-
ce pas le moment, de façon positive, en associant les Régions, de se
demander si l'impôt sur les successions est encore moderne et
acceptable à notre époque?

Ma position est simple: c'est le seul impôt sur la fortune que nous
connaissons et il est injuste. Il ne tient pas compte de l'évolution des
situations de vie et les héritiers qui ne sont pas en ligne directe sont
surtaxés. Et même, lorsqu'on arrive à un certain niveau et que les
enfants doivent payer en une fois 30 ou 35% de taxes sur le patrimoine
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
dont ils héritent, je pense que ce n'est pas logique.

N'est-ce pas le moment de se dire qu'il faut un vrai débat auquel il faut
évidemment associer les Régions car ce sont elles qui reçoivent
l'argent et qui sont ainsi directement concernées? Il ne faut pas
uniquement dire qu'il faut changer le système des droits de
succession. Il faut voir comment ce type d'impôt sur la fortune doit
trouver son application de façon différente, avec sans doute la même
rentabilité, mais plus juste, plus équitable et qui facilite la traçabilité
des biens mobiliers. Pour cela, je ne vois qu'une solution, c'est de
réunir autour d'une table, pour un dossier qui n'est pas fédéral, les
Régions et les partenaires sociaux.

Nous sommes tous étonnés par le fait que de plus en plus
d'entreprises viennent nous trouver en nous disant que s'il n'y a pas une
lutte claire contre la fraude fiscale, nous allons nous trouver dans une
situation de déséquilibre. Cela rejoint ma comparaison avec le dopage:
les bons cyclistes sont défavorisés parce qu'à côté d'eux, il y a des
coureurs dopés. Les bonnes entreprises détestent le dopage.

Après ce qui s'est passé avec "Enron", après ce qui s'est passé avec
un certain nombre d'audits, toutes les entreprises disent que leur
avenir, leur compétitivité, la qualité de leur fonctionnement est liée à la
transparence. Et cette transparence est exempte de toute fraude
fiscale. La bonne solution était d'associer les entreprises, les syndicats
et tous les partis politiques pour aboutir à un pacte et je regrette que
l'on ait raté cette occasion.

Je regrette que l'on n'ait pas utilisé ce qui est une mesure qui doit
rester exceptionnelle car elle est profondément immorale. Et c'est
parce qu'elle est profondément immorale qu'elle ne peut exister que
moyennant une série de mesures d'accompagnement, qui rendent la
confiance au bon citoyen dans l'équité fiscale. Ce n'est pas le cas de la
DLU.

Je sais qu'on me taxe d'angélisme lorsque je dis qu'on a raté l'occasion
d'avoir la capacité d'arriver à ce que l'impôt soit accepté socialement,
pour ce qu'il est, pour rencontrer un certain nombre de besoins que
seuls les pouvoirs publics peuvent satisfaire. C'est là, la première
mission de l'impôt. Sa seconde mission, tout aussi importante, est qu'il
doit être le véritable élément de redistribution et d'équité sociale dans
un pays, à condition de tout faire pour que l'impôt ne se discute pas
dans le confessionnal de DEXIA, mais qu'il se fasse clairement afin que
chacun ait conscience de son importance et du rôle majeur qu'il joue
au sein du pacte social. C'est tout cela qu'on ne trouve pas dans ce
projet, et je le regrette.

C'est la raison pour laquelle, nous voterons contre ce texte.

De voorzitter: Mijnheer Pinxten, ik wil u nog het woord geven voor ik de vergadering sluit, maar ik zou graag
bij benadering willen weten hoeveel u van uw spreektijd wenst te gebruiken.
02.22 Karel Pinxten (VLD): Mijnheer de voorzitter, het lijkt mij
verstandiger mijn exposé te houden na de aanvang van de
namiddagvergadering.

De voorzitter: Zoals u wenst, mijnheer Pinxten. Ik heb daar geen probleem mee.
02.23 Karel Pinxten (VLD): Het is 12.52 uur, en wellicht hebben heel
wat collega's honger en dat wil ik ze niet aandoen.
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29

De voorzitter: U gaat ze misschien op hun honger laten zitten? In elk geval, uw spreektijd is bepaald op een
half uur, maar die moet u niet meteen gebruiken.

De namiddagvergadering begint om 14.15 uur en ik stel voor dat u alsdan uw betoog houdt, mijnheer Pinxten.

De vergadering is gesloten.
La séance est levée.

De vergadering wordt gesloten om 12.52 uur. Volgende vergadering donderdag 11 december 2003 om 14.15
uur.
La séance est levée à 12.52 heures. Prochaine séance jeudi le 11 décembre 2003 à 14.15 heures.


11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
CRIV 51
PLEN 029
11/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
ANNEXE
BIJLAGE
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
JEUDI 11 DÉCEMBRE 2003
DONDERDAG 11 DECEMBER 2003
COMMUNICATIONS
MEDEDELINGEN
SENAT
SENAAT
Projets de loi transmis
Overgezonden wetsontwerpen
Par messages du 5 décembre 2003, le Sénat
transmet tel qu'il les a adoptés en séance de cette
date les projets de loi suivants:
Bij brieven van 5 december 2003, zendt de Senaat de
volgende wetsontwerpen over, zoals hij ze in
vergadering van die datum heeft aangenomen:
- projet de loi portant assentiment à la Convention
européenne relative au dédommagement des
victimes d'infractions violentes, faite à Strasbourg le
24 novembre 1983 (n° 559/1);
- wetsontwerp houdende instemming met het
Europees Verdrag inzake de schadeloosstelling van
slachtoffers van geweldmisdrijven, gedaan te
Straatsburg op 24 november 1983 (nr. 559/1);
- projet de loi portant assentiment à la Convention
pénale sur la corruption, faite à Strasbourg le
27 janvier 1999 (n° 560/1);
- wetsontwerp houdende instemming met het
Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van
corruptie, gedaan te Straatsburg op 27 januari 1999
(nr. 560/1);
- projet de loi portant assentiment à la Convention
entre le Royaume de Belgique et la République de
Pologne tendant à éviter les doubles impositions et à
prévenir la fraude et l'évasion en matière d'impôts sur
le revenu et sur la fortune, et au Protocole, signés à
Varsovie le 20 août 2001 (n° 561/1);
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Republiek Polen tot het vermijden van dubbele
belasting en tot het voorkomen van het ontduiken en
het ontgaan van belasting inzake belastingen naar
het inkomen en naar het vermogen, en met het
Protocol, ondertekend te Warschau op
20 augustus 2001 (nr. 561/1);
- projet de loi portant assentiment à la Convention
entre le Royaume de Belgique et la République de
Croatie tendant à éviter la double imposition et à
prévenir l'évasion fiscale en matière d'impôts sur le
revenu et sur la fortune, signée à Bruxelles le
31 octobre 2001 (n° 562/1);
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de
Republiek Kroatië tot het vermijden van dubbele
belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van
belasting inzake belastingen naar het inkomen en
naar het vermogen, ondertekend te Brussel op
31 oktober 2001 (nr. 562/1);
- projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
les Gouvernements du Royaume de Belgique, du
Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des
Pays-Bas, d'une part, et le Gouvernement de la
République slovaque, d'autre part, relatif à la
réadmission des personnes en situation irrégulière,
signé à Bratislava le 21 mai 2002 (n° 563/1).
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regeringen van het
Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en
het Koninkrijk der Nederlanden, enerzijds, en de
Regering van de Slowaakse Republiek, anderzijds,
betreffende de overname van onregelmatig
binnengekomen of verblijvende personen,
ondertekend te Bratislava op 21 mei 2002 (nr. 563/1).
Renvoi à la commission des Relations extérieures
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Par message du 9 décembre 2003, le Sénat
transmet, en vue de la sanction royale, le projet de
loi modifiant l'article 2 de la loi du 11 avril 1995 visant
à instituer la charte de l'assuré social, le Sénat ne
l'ayant pas évoqué (n° 159/3).
Bij brief van 9 december 2003, zendt de Senaat over,
met het oog op de koninklijke bekrachtiging, het niet
geëvoceerde wetsontwerp tot wijziging van artikel 2
van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het
"handvest van de sociaal verzekerde" (nr. 159/3).
Pour information
Ter kennisgeving
GOUVERNEMENT
REGERING
11/12/2003
CRIV 51
PLEN 029
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Budget général des dépenses 2003
Algemene uitgavenbegroting 2003
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques transmet:
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven over:
- par lettres du 8 décembre 2003, deux bulletins de
redistributions d'allocations de base concernant le
SPF Budget et Contrôle de la Gestion pour l'année
budgétaire 2003.
- bij brieven van 8 december 2003 twee lijsten met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2003 betreffende de FOD Budget en
Beheerscontrole.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Observations
Opmerkingen
Par lettre du 2 décembre 2003, le vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques transmet une copie de sa lettre au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique relative
à des redistributions d'allocations de base.
Bij brief van 2 december 2003 zendt de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven een afschrift van zijn schrijven aan
de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
betreffende herverdeligen der basisallocaties over.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
et renvoi à la commission des Affaires sociales
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting en naar de commissie voor de Sociale
Zaken
COUR DES COMPTES
REKENHOF
Rapports
Verslagen
La Cour des comptes a transmis le rapport "L'octroi
du minimum de moyens d'existence ­ L'intervention
de l'Etat fédéral".
Het Rekenhof heeft het verslag "De toekenning van
het bestaansminimum ­ De tegemoetkoming van de
federale Staat" overgezonden.
Distribution
Rongedeeld
RAPPORTS ANNUELS
JAARVERSLAGEN
Prestations aux personnes handicapés
Uitkeringen aan personen met een handicap
Par lettre du 8 décembre 2003, le conseiller général
du service statistiques et budget du SPF Sécurité
sociale transmet les rapports annuels 2001 et 2002
de la Direction d'administration des Prestations aux
personnes handicapées.
Bij brief van 8 december 2003 zendt de adviseur-
generaal van de dienst statistiek en begroting van de
FOD Sociale Zekerheid de jaarverslagen 2001 en
2002 van de Bestuursdirectie van de Uitkeringen aan
personen met een handicap over.
Renvoi à la commission des Affaires sociales
Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zekerheid
MOTIONS
MOTIES
Par lettre du 8 décembre 2003, le président du
conseil de police de la zone de police Hesbaye
Ouest transmet une motion, adoptée par le conseil
de police, concernant le surcoût de la réforme des
polices.
Bij brief van 8 december 2003 zendt de voorzitter van
de politieraad van de politiezone Hesbaye Ouest een
door de politieraad aangenomen motie over
betreffende de meerkosten van de politiehervorming.
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt