CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 025
CRIV 51 PLEN 025
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
jeudi
donderdag
04-12-2003
04-12-2003
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders en Spirit
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
PLEN
Plenum (witte kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
Agenda
1
Agenda
1
Orateur: Alfons Borginon
Spreker: Alfons Borginon
QUESTIONS
2
VRAGEN
2
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
propagation de l'idéologie nazie via internet"
(n° P099)
2
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
verspreiding van het nazistische gedachtegoed
via internet" (nr. P099)
2
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la
Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Bart Tommelein à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"les plaintes collectives (class actions)" (n° P100)
4
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over
"groepsklachten (class actions)" (nr. P100)
4
Orateurs:
Bart Tommelein, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Bart Tommelein, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Questions jointes de
5
Samengevoegde vragen van
5
- M. Geert Bourgeois à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "la nouvelle prise
d'otage dans le cadre d'un conflit social"
(n° P101)
5
- de heer Geert Bourgeois aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de nieuwe
gijzelingsactie in het kader van een sociaal
conflict" (nr. P101)
5
- M. Daniel Bacquelaine à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
séquestration à Beyne-Heusay" (n° P102)
5
- de heer Daniel Bacquelaine aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
gijzelingsactie in Beyne-Heusay" (nr. P102)
5
Orateurs:
Geert Bourgeois, Daniel
Bacquelaine, président du groupe MR,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice, Pieter De Crem,
président du groupe CD&V
Sprekers:
Geert Bourgeois, Daniel
Bacquelaine, voorzitter van de MR-fractie,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie, Pieter De Crem,
voorzitter van de CD&V-fractie
Questions jointes de
10
Samengevoegde vragen van
9
- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "la sécurité des accompagnateurs de train"
(n° P103)
10
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de veiligheid van de
treinbegeleiders" (nr. P103)
9
- M. Guido De Padt au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "la multiplication des agressions à l'encontre
des accompagnateurs de train" (n° P104)
10
- de heer Guido De Padt aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de toenemende
agressie ten aanzien van treinbegeleiders"
(nr. P104)
10
Orateurs: Bart Laeremans, Guido De Padt,
Patrick Dewael, vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur
Sprekers: Bart Laeremans, Guido De Padt,
Patrick Dewael, vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken
Question de M. Geert Lambert au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la suppression du service de mini-
bar sur le réseau ferroviaire" (n° P105)
13
Vraag van de heer Geert Lambert aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het afschaffen van de
minibardienst op het treinnet" (nr. P105)
13
Orateurs: Geert Lambert, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Geert Lambert, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre des
Finances sur "les problèmes relatifs à Eurostat
dans le cadre de l'opération Belgacom" (n° P106)
14
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Financiën over "de problemen bij
Eurostat in verband met de Belgacom-operatie"
(nr. P106)
14
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs:
Hagen Goyvaerts, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Hagen Goyvaerts, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'école de
police de la ville d'Anvers et son financement"
(n° P107)
16
Vraag van de mevrouw Nahima Lanjri aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de politieschool van de stad
Antwerpen en de financiering ervan" (nr. P107)
16
Orateurs: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Francis Van den Eynde à la
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale et de la Politique des grandes villes sur
"l'opportunité d'un gel des inscriptions à la
lumière de l'exemple de Rotterdam" (n° P110)
19
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie en Grootstedenbeleid over "de
opportuniteit van een inschrijvingsstop in het licht
van het Rotterdamse voorbeeld" (nr. P110)
19
Orateurs: Francis Van den Eynde, Marie
Arena, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et l'Egalité des chances
Sprekers: Francis Van den Eynde, Marie
Arena, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Catherine Doyen-Fonck à la
ministre de l'Environnement, de la Protection de
la consommation et du Développement durable
sur "le respect par la Belgique des objectifs
définis par le protocole de Kyoto" (n° P111)
21
Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan
de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken
en Duurzame Ontwikkeling over "de naleving door
België van de doelstellingen in het Kyoto-
protocol" (nr. P111)
21
Orateurs: Catherine Doyen-Fonck, Kathleen
Van Brempt
Sprekers: Catherine Doyen-Fonck, Kathleen
Van Brempt
Incident de procédure
22
Procedure-incident
22
Orateur: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V
Spreker: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie
QUESTIONS (CONTINUATION)
24
VRAGEN (VOORTZETTING)
24
Question de Mme Karine Lalieux à la ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la politique scientifique sur "la position de la
Belgique sur le mandat de la Commission
européenne à l'OMC" (n° P109)
24
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het
Belgische standpunt over het mandaat van de
Europese commissie bij de WHO" (nr. P109)
24
Orateurs: Karine Lalieux, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Karine Lalieux, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Zoé Genot au ministre de la
Coopération au développement sur "le
financement de Fedasil par le budget de la
coopération" (n° P108)
26
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Ontwikkelingssamenwerking over "de
financiering van Fedasil via de begroting van
ontwikkelingssamenwerking" (nr. P108)
26
Orateurs: Zoé Genot, Fientje Moerman,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Zoé Genot, Fientje Moerman,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
PROJETS ET PROPOSITIONS
27
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
27
Projet de loi modifiant l'article 627, 6°, du Code
judiciaire (303/1-2)
27
Wetsontwerp tot wijziging van artikel 627, 6°, van
het Gerechtelijk Wetboek (303/1-2)
27
Discussion générale
27
Algemene bespreking
27
Orateur: Melchior Wathelet, rapporteur
Spreker: Melchior Wathelet, rapporteur
Discussion des articles
27
Bespreking van de artikelen
27
Projet de loi portant assentiment au Traité entre 28
Wetsontwerp houdende instemming met het 28
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
le Royaume de Belgique, le Royaume de
Danemark, la République fédérale d'Allemagne,
la République hellénique, le Royaume d'Espagne,
la République française, l'Irlande, la République
italienne, le Grand-Duché de Luxembourg, le
Royaume des Pays-Bas, la République
d'Autriche, la République portugaise, la
République de Finlande, le Royaume de Suède,
le Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande
du Nord (Etats membres de l'Union européenne)
et la République tchèque, la République
d'Estonie, la République de Chypre, la
République de Lettonie, la République de
Lituanie, la République de Hongrie, la République
de Malte, la République de Pologne, la
République de Slovénie, la République slovaque
relatif à l'adhésion de la République tchèque, de
la République d'Estonie, de la République de
Chypre, de la République de Lettonie, de la
République de Lituanie, de la République de
Hongrie, de la République de Malte, de la
République de Pologne, de la République de
Slovénie et de la République slovaque à l'Union
européenne, et à l'Acte final, faits à Athènes le
16 avril 2003 (336/1-2)
Verdrag tussen het Koninkrijk België, het
Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek
Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk
Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de
Italiaanse Republiek, het Groothertogdom
Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de
Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de
Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het
Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en
Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie)
en de Tsjechische Republiek, de Republiek
Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek
Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek
Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek
Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse
Republiek betreffende de toetreding van de
Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de
Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de
Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de
Republiek Malta, de Republiek Polen, de
Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek
tot de Europese Unie, en met de Slotakte, gedaan
te Athene op 16 april 2003 (336/1-2)
Discussion générale
28
Algemene bespreking
28
Orateur: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V
Spreker: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie
Proposition de loi modifiant la loi du
22 mars 1995 instaurant des médiateurs
fédéraux (502/1-2)
30
Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
22 maart 1995 tot instelling van federale
ombudsmannen (502/1-2)
30
Discussion générale
30
Algemene bespreking
30
Orateurs: Raymond Langendries, président
du groupe cdH, Jacqueline Galant
Sprekers: Raymond Langendries, voorzitter
van de cdH-fractie, Jacqueline Galant
Discussion des articles
31
Bespreking van de artikelen
31
Orateurs: Raymond Langendries, président
du groupe cdH, Muriel Gerkens, Liesbeth
Van der Auwera, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Raymond Langendries, voorzitter
van de cdH-fractie, Muriel Gerkens,
Liesbeth Van der Auwera, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Projet de loi portant assentiment au Traité entre
le Royaume de Belgique, le Royaume de
Danemark, la République fédérale d'Allemagne,
la République hellénique, le Royaume d'Espagne,
la République française, l'Irlande, la République
italienne, le Grand-Duché de Luxembourg, le
Royaume des Pays-Bas, la République
d'Autriche, la République portugaise, la
République de Finlande, le Royaume de Suède,
le Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande
du Nord (Etats membres de l'Union européenne)
et la République tchèque, la République
d'Estonie, la République de Chypre, la
République de Lettonie, la République de
Lituanie, la République de Hongrie, la République
de Malte, la République de Pologne, la
République de Slovénie, la République slovaque
relatif à l'adhésion de la République tchèque, de
la République d'Estonie, de la République de
Chypre, de la République de Lettonie, de la
33
Wetsontwerp houdende instemming met het
Verdrag tussen het Koninkrijk België, het
Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek
Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk
Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de
Italiaanse Republiek, het Groothertogdom
Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de
Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de
Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het
Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en
Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie)
en de Tsjechische Republiek, de Republiek
Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek
Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek
Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek
Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse
Republiek betreffende de toetreding van de
Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de
Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de
Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de
33
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
République de Lituanie, de la République de
Hongrie, de la République de Malte, de la
République de Pologne, de la République de
Slovénie et de la République slovaque à l'Union
européenne, et à l'Acte final, faits à Athènes le
16 avril 2003 (336/1-2)
Republiek Malta, de Republiek Polen, de
Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek
tot de Europese Unie, en met de Slotakte, gedaan
te Athene op 16 april 2003 (336/1-2)
Discussion générale (Continuation)
33
Algemene bespreking (Voortzetting)
33
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Herman Van Rompuy,
rapporteur, Elio Di Rupo
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie,
Herman Van Rompuy,
rapporteur, Elio Di Rupo
Agenda
40
Agenda
40
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Gerolf Annemans, Claude
Eerdekens, président du groupe PS, Guido
Tastenhoye, Raymond Langendries,
président du groupe cdH, Daniel
Bacquelaine, président du groupe MR
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Gerolf Annemans, Claude
Eerdekens, voorzitter van de PS-fractie,
Guido Tastenhoye, Raymond Langendries,
voorzitter van de cdH-fractie, Daniel
Bacquelaine, voorzitter van de MR-fractie
Discussion générale (Continuation)
44
Algemene bespreking (Voortzetting)
44
Orateurs:
Hilde Vautmans, Daniel
Bacquelaine, président du groupe MR, Dirk
Van der Maelen, président du groupe sp.a-
spirit, Louis Michel, vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères, Raymond
Langendries, président du groupe cdH,
Guido Tastenhoye, Marie Nagy, Stef Goris,
Daniel Féret, Geert Lambert, Annemie
Neyts, Pieter De Crem, président du groupe
CD&V, Herman Van Rompuy
Sprekers:
Hilde Vautmans, Daniel
Bacquelaine, voorzitter van de MR-fractie,
Dirk Van der Maelen, voorzitter van de sp.a-
spirit-fractie, Louis Michel, vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken,
Raymond Langendries, voorzitter van de
cdH-fractie, Guido Tastenhoye, Marie Nagy,
Stef Goris, Daniel Féret, Geert Lambert,
Annemie Neyts, Pieter De Crem, voorzitter
van de CD&V-fractie, Herman Van Rompuy
Discussion des articles
87
Bespreking van de artikelen
87
Agenda
87
Agenda
87
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Claude Eerdekens, président
du groupe PS
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Claude Eerdekens, voorzitter
van de PS-fractie
QUESTIONS (CONTINUATION)
90
VRAGEN (VOORTZETTING)
90
Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à la
secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les Etats-
généraux de la famille" (n° P112)
90
Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera
aan de staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap, toegevoegd aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de staten-generaal van het gezin" (nr. P112)
90
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera,
Isabelle Simonis
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera,
Isabelle Simonis
ANNEXE
93
BIJLAGE
93
DECISIONS INTERNES
93
INTERNE BESLUITEN
93
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
93
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
93
D
ECISIONS
93
B
ESLISSINGEN
93
COMMISSIONS
93
COMMISSIES
93
C
OMPOSITION
93
S
AMENSTELLING
93
DEMANDES D'INTERPELLATION
94
INTERPELLATIEVERZOEKEN
94
D
EMANDES
94
I
NGEKOMEN
94
PROPOSITIONS
95
VOORSTELLEN
95
D
EMANDE D
'
AVIS AU
C
ONSEIL D
'E
TAT
96
V
ERZOEK OM ADVIES VAN DE
R
AAD VAN
S
TATE
96
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
96
T
OELATING TOT DRUKKEN
96
COMMUNICATIONS
100
MEDEDELINGEN
100
COMMISSIONS
100
COMMISSIES
100
R
APPORTS
100
V
ERSLAGEN
100
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
v
SENAT
100
SENAAT
100
P
ROJETS DE LOI TRANSMIS
100
O
VERGEZONDEN WETSONTWERPEN
100
P
ROJETS DE LOI ADOPTES
100
A
ANGENOMEN WETSONTWERPEN
100
E
VOCATION
101
E
VOCATIE
101
GOUVERNEMENT
101
REGERING
101
D
EPENSES FAITES EN MARGE DU BUDGET
101
U
ITGAVEN GEDAAN BUITEN DE BEGROTING
101
B
UDGET GENERAL DES DEPENSES
2003
101
A
LGEMENE UITGAVENBEGROTING
2003
101
P
LAN DIRECTEUR DE LA
D
EFENSE
102
S
TUURPLAN VAN
D
EFENSIE
102
COUR D'ARBITRAGE
102
ARBITRAGEHOF
102
A
RRETS
102
A
RRESTEN
102
R
ECOURS EN ANNULATION
103
B
EROEPEN TOT VERNIETIGING
103
Q
UESTIONS PREJUDICIELLES
103
P
REJUDICIËLE VRAGEN
103
COUR DES COMPTES
104
REKENHOF
104
O
BSERVATIONS
104
O
PMERKINGEN
104
C
AHIER D
'
OBSERVATIONS
105
B
OEK VAN OPMERKINGEN
105
RAPPORTS ANNUELS
105
JAARVERSLAGEN
105
A
SSOCIATION BELGE DES
B
ANQUES
105
B
ELGISCHE
V
ERENIGING VAN
B
ANKEN
105
S
ELOR
105
S
ELOR
105
RESOLUTIONS
105
RESOLUTIES
105
P
ARLEMENT EUROPEEN
105
E
UROPEES
P
ARLEMENT
105
MOTIONS
105
MOTIES
105
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
du
JEUDI
04
DECEMBRE
2003
Après-midi
______
van
DONDERDAG
04
DECEMBER
2003
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14.16 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 14.16 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
Ministre du gouvernement fédéral présente lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Laurette Onkelinx.
Le président:
La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Excusés
Berichten van verhindering
Martine Payfa, pour raisons de santé / wegens ziekte;
André Perpète, funérailles / begrafenis;
Yolande Avontroodt, Jean-Jacques Viseur, en mission à l'étranger / met zending buitenlands;
Yves Leterme, à l'étranger / buitenslands.
01 Agenda
01 Agenda
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 3 décembre 2003, je vous propose d'inscrire à
l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi, la proposition de loi de MM. Willy Cortois et André
Frédéric modifiant la loi du 22 mars 1995 instaurant des médiateurs fédéraux (n° 502/1).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 3 december 2003, stel ik u voor op de
agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het wetsvoorstel van de heren Willy Cortois en
André Frédéric tot wijziging van de wet van 22 maart 1995 tot instelling van federale ombudsmannen
(nr. 502/1) in te schrijven.
C'est ce qui n'a pas pu être voté le 8 avril 2003, faute de quorum.
Pas d'observations? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
01.01 Alfons Borginon (VLD): Mijnheer de voorzitter, mag ik
aannemen dat het amendement nummer 44 op het wetsontwerp
betreffende het Europees aanhoudingsbevel terug naar de
01.01 Alfons Borginon (VLD):
Quel est l'avis du président au
sujet de l'amendement technique
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
commissie is verwezen?
au projet 279/1 relatif au mandat
d'arrêt européen?
De voorzitter: Het gaat wel degelijk over het wetsontwerp nummer 279/1-7?
01.02 Alfons Borginon (VLD): Ja.
De voorzitter: U hebt in de Conferentie van voorzitters gezegd dat u een technisch amendement wenst in
te dienen, dat in voorkomend geval mits een mondeling verslag over de commissiewerkzaamheden
nog gevoegd zou kunnen worden aan de bespreking van vandaag. Ik zal het volgende doen.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 3 décembre 2003, je vous propose de
renvoyer l'amendement déposé par la vice-première ministre et ministre de la Justice au projet de loi
relatif au mandat d'arrêt européen (n° 279/1) en commission de la Justice qui se réunira immédiatement.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 3 december 2003, stel ik u voor het
amendement ingediend door de vice-eerste minister en minister van Justitie op het wetsontwerp
betreffende het Europees aanhoudingsbevel (nr. 279/1) terug naar de commissie voor de Justitie te
zenden die onmiddellijk zal vergaderen.
Rapport oral de cette réunion sera fait.
Mondeling verslag van deze vergadering zal uitgebracht worden.
Nous entamerons l'examen du projet de loi dès que le texte adopté par la commission sera distribué sur
les bancs.
Wij zullen de bespreking van het wetsontwerp beginnen zodra de aangenomen tekst op de banken zal
rondgedeeld zijn.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Je vous autorise donc à réunir la commission de la Justice afin d'examiner l'amendement technique qui
n'est pas sans importance.
Is 14u45 goed? Dat is dan ook gebeurd.
Vragen
Questions
02 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
verspreiding van het nazistische gedachtegoed via internet" (nr. P099)
02 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
propagation de l'idéologie nazie via internet" (n° P099)
02.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, precies twee weken geleden stond ik hier ook op
het spreekgestoelte om een vraag te stellen waarmee ik mijn
ongerustheid uitdrukte tegenover het nazi-netwerk Blood & Honour of
ook Combat 18. Dat zijn internationale nazi-netwerken met
vertakkingen, actief in België. Ik heb u er twee weken geleden op
gewezen dat zij actief zijn in België, in die zin dat zij plannen zouden
hebben tot het plegen van aanslagen; doelwitten zouden zijn bekend;
zij propageren nazi-ideologie; er zouden banden zijn met het Vlaams
Blok en dergelijke meer. In mijn vraag van twee weken geleden wees
02.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Il
y a deux semaines déjà, j'avais
posé une question en séance
plénière sur le réseau nazi
international Blood and Honour
qui est actif en Belgique. A
l'époque, la ministre n'avait pu me
rassurer, ni à propos de l'impact
de la Sûreté de l'Etat, ni à propos
de la politique de poursuites.
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
ik op de problematiek van de Veiligheid van de Staat. Die zou
beschikken over zeer concrete informatie, maar zou, bij gebrek aan
voldoende competent personeel, die informatie niet kunnen checken,
laat staan bezorgen aan de plaatselijke autoriteiten, aan de
burgemeesters. Dat was een aspect.
Een ander aspect was het vervolgingsbeleid terzake. Heel wat
processen-verbaal zouden zijn opgesteld met aangetoonde
inbreuken op de racismewetgeving. Die processen-verbaal zouden
echter allen zonder gevolg blijven, dus er volgen geen
veroordelingen.
Mevrouw de minister, in uw antwoord twee weken geleden kon u mij
niet volledig geruststellen, aangezien u inzake het vervolgingsbeleid
niet echt kon antwoorden. Op de vraag inzake de Veiligheid van de
Staat antwoordde u dat u vandaag geen concrete aanwijzingen had
dat er enig gevaar zou zijn voor de staatsveiligheid.
Vandaag sta ik hier opnieuw met een nog grotere ongerustheid,
ditmaal naar aanleiding van een artikel dat deze week verscheen in
de krant De Morgen. Uit dat artikel blijkt dat er problemen zijn wat het
internet betreft.
De internetprovider Telenet verschaft webruimte aan het bewuste
nazi-netwerk, dat daar dankbaar van gebruikmaakt om zijn nazi-
ideologie te propageren. Het zou misschien goed zijn dat u eens naar
die website surft. Het is onwaarschijnlijk, maar men vernoemt daar
tijdschriften met verwijzingen naar de Waffen-SS, Rudolf Hess en
Adolf Hitler en nazi-liederen kunnen worden gedownload via die
website. U houdt het niet voor mogelijk.
Mevrouw de minister, wat gaat u met die website doen? Vorige week
hebt u op een vraag over de Tuf Tuf Club, een organisatie van een
heel ander pluimage, verklaard dat u desnoods zou gebruikmaken
van uw positief injunctierecht. Het benieuwt mij of u dat ook in deze
problematiek zult doen.
Volgens mijn informatie werd in de Kamer een wet goedgekeurd
inzake de informaticacriminaliteit die u de mogelijkheid biedt om, na
overleg en zonder dat u zich tot het parket hoeft te wenden, die
website van het net te halen. Bent u bereid om van deze wet gebruik
te maken?
Selon un article paru dans De
Morgen, il semble que Telenet
héberge un site sur lequel ce
réseau nazi publie des chants
nazis ainsi que des informations
sur les Waffen-SS, Rudolf Hess,
Hitler,...
En l'espèce, la ministre utilisera-t-
elle son droit d'injonction positive?
Va-t-elle recourir à la possibilité
que lui offre la loi sur la criminalité
informatique pour faire fermer ce
site?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Inderdaad, mevrouw Claes, de
internetprovider Telenet heeft een aangifte bij het Mechelse parket
gedaan betreffende het bestaan van de bedoelde website. Het
onderzoek werd reeds opgestart. Wij kennen nu de identiteit van de
verantwoordelijken.
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le parquet de Malines a
ouvert une enquête à la suite
d'une dénonciation de Telenet et
l'identité des responsables est
déjà connue.
L'enquête est en cours. Il nous reste un problème à régler. En effet,
nous connaissons maintenant l'identité du responsable mais il n'a pas
son domicile dans l'arrondissement de Malines. C'est la raison pour
laquelle le dossier a été transmis à un autre parquet. Toutefois, je
puis vous assurer que ce dossier est et sera suivi, que je continuerai,
bien entendu, à me ternir au courant des suites réservées par le
parquet à l'existence du site nazi que vous avez cité. J'ai une
confiance absolue dans la volonté du parquet de poursuivre et de ne
Het onderzoek loopt, maar over
één zaak maken wij ons zorgen.
Wij kennen de identiteit van de
betrokkene, maar hij is niet in
Mechelen gedomicilieerd. Wij
hebben het dossier dan ook aan
een ander parket overgezonden.
Ik zal dat dossier van nabij
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
pas laisser une propagande pro-nazie s'étendre à travers des sites
comme ceux que vous dénoncez.
volgen, maar ik vertrouw erop dat
het parket de verspreiding van
dergelijke nazipropaganda niet zal
gedogen.
02.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik dank u
uiteraard voor uw antwoord. Het stemt mij enerzijds gelukkig dat het
parket in dezen zijn werk aan het doen is, maar ik begrijp anderzijds
uit uw antwoord dat u het initiatief volledig zal overlaten aan het
parket en dat u dus geen gebruik zal maken van de bestaande
wetgeving inzake informaticacriminaliteit. Ik meen dat die u de
mogelijkheid heeft, naast het parket, al onmiddellijk de website van
het net te halen, hetgeen uiteraard onmiddellijk gevolgen zou
hebben, daar waar de procedure van het parket meer tijd in beslag
zal nemen.
02.03 Hilde Claes (sp.a-spirit):
Je me félicite d'entendre que le
parquet fait son travail mais la
ministre pourrait intervenir plus
rapidement par le biais de la loi
sur la criminalité informatique. Si
je comprends bien, elle n'a pas
l'intention d'user de cette option
rapide pour interdire le site?
02.04 Laurette Onkelinx, ministre: J'ai pris contact avec le parquet
afin de voir comment nous pourrions travailler ensemble pour mettre
fin à ce site. Il faut laisser aboutir ce dialogue. Il ne faudra pas
longtemps avant qu'une une action concrète précise soit entreprise
pour la fermeture de ce site. Mais il faut savoir que laisser un site en
action permet parfois de retrouver celles et ceux qui se cachent
derrière.
02.04
Minister Laurette
Onkelinx: Ik ben samen met het
parket aan het uitzoeken hoe wij
deze website kunnen sluiten. Als
wij de website echter laten
bestaan, kunnen wij wellicht te
weten komen wie erachter zit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"groepsklachten (class actions)" (nr. P100)
03 Question de M. Bart Tommelein à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
plaintes collectives (class actions)" (n° P100)
03.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, in De Morgen van 3 december hield minister
Van den Bossche een pleidooi voor het toestaan van groepsklachten.
Het gaat hier over gebundelde klachten. Mensen die zich benadeeld
voelen, zouden gezamenlijk klacht kunnen indienen. Ik denk dat dit
een zeer goede benadering is. Gebundelde klachten verlagen de
drempel tot het gerecht, maken het goedkoper en zorgen ervoor dat
er minder rechtszaken zijn. Er rijst echter één probleem in deze zaak.
Het systeem van groepsklachten bestaat namelijk niet in ons
Belgisch justitiesysteem. Een class action suit bestaat bijvoorbeeld
wel in de Verenigde Staten.
Mevrouw de minister, kan u de intenties van minister
Van den Bossche volgen en in de toekomst mogelijk maken dat
gebundelde klachten zouden kunnen ingediend worden voor de
rechtbank en dat dit voor alle sectoren toepasbaar is? Mevrouw
Van den Bossche had het specifiek over de Geschillencommissie
Reizen, waar dat systeem zeer goed werkt. Zij wil het echter ook
mogelijk maken voor andere sectoren. Ik zou het ook mogelijk willen
maken voor de overheid. Benadeelden zouden in alle privé-sectoren
en ook ten opzichte de overheid gezamenlijk een klacht moeten
kunnen indienen tegen een bepaalde instantie.
03.01 Bart Tommelein (VLD): La
ministre Van den Bossche a
plaidé dans le journal De Morgen
du 3 décembre en faveur d'une
légalisation des plaintes
collectives. De telles plaintes
groupées sont moins coûteuses,
accroissent l'accessibilité de la
justice et en réduisent la charge
de travail. En Belgique, aucun
fondement juridique n'étaye
malheureusement ce type de
plainte. Le système fonctionne à
la satisfaction générale au sein de
la Commission des litiges
voyages.
La ministre autorisera-t-elle les
plaintes collectives pour
l'ensemble des secteurs privés
ainsi que pour le secteur public?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mijnheer 03.02 Laurette Onkelinx,
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Tommelein, mevrouw Van den Bossche sprak over de class action in
het kader van extra gerechtelijke geschillen. Het is misschien
mogelijk.
ministre: La ministre Van den
Bossche évoquait en fait les litiges
extrajudiciaires, dans le cadre
desquels de telles plaintes
groupées pourraient en effet être
envisagées.
Le dossier est complexe. J'attends l'analyse complète que j'ai
demandée à mon administration, et notamment une comparaison
entre ce qui existe en Belgique et dans d'autres pays.
En Belgique, il existe déjà certaines possibilités de "class action" à
travers, par exemple, l'action d'intérêt collectif. Au cours des
dernières années, nombre de législations ont d'ailleurs prévu la
possibilité, pour des associations, d'intervenir en justice dans les
matières liées, entre autres, à l'environnement, à la lutte contre le
harcèlement et à la lutte contre la discrimination.
A chaque fois, on a donné à des groupements des possibilités
d'intervention mais en prévoyant deux conditions, à savoir que les
statuts prévoient qu'il s'agit d'associations de défense d'un intérêt et
que la victime soit d'accord qu'on la représente en justice.
Dans la "class action" à l'américaine, on va au-delà. Je pense qu'il
faut étudier de très près cette modalité car elle pourrait avoir des
effets pervers. En effet, on ne doit plus prouver nécessairement
l'intérêt à agir pour avoir un dédommagement au profit d'autres
victimes et on privatise ainsi, en quelque sorte, l'action du ministère
public, on se substitue à elle, ce qui peut avoir des effets tant
favorables que néfastes. C'est pourquoi plutôt que de vous dire oui
ou non d'emblée, j'ai demandé un dossier concret et précis à mon
administration et j'espère que nous aurons l'occasion d'en reparler.
Het gaat om een complex dossier.
Ik wacht op een volledige analyse
vanwege mijn departement en
meer bepaald op een vergelijking
tussen wat bij ons en wat in
andere landen bestaat.
Een aantal wetgevingen voorziet
in de mogelijkheid voor
verenigingen om een geding aan
te spannen, op voorwaarde
weliswaar dat in de statuten van
de vereniging wordt bepaald dat
het om een belangenvereniging
gaat en dat het slachtoffer ermee
instemde.
Het Amerikaanse `Class action'
werkt op een andere manier. Het
privatiseert de vordering van het
openbaar ministerie, wat nefaste
gevolgen kan hebben. Ik neem
dus nog geen standpunt in, maar
heb mijn administratie gevraagd
het dossier grondig te analyseren.
03.03 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, het verheugt me dat de prioriteiten voor Justitie onderzocht
worden, onder meer de drempelverlaging voor het gerecht en minder
rechtszaken.
03.03 Bart Tommelein (VLD): Je
me réjouis d'entendre que cette
possibilité sera examinée. Voilà
qui est conforme aux priorités de
la Justice : abaisser le seuil et
diminuer le volume de travail.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Geert Bourgeois aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de nieuwe
gijzelingsactie in het kader van een sociaal conflict" (nr. P101)
- de heer Daniel Bacquelaine aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
gijzelingsactie in Beyne-Heusay" (nr. P102)
04 Questions jointes de
- M. Geert Bourgeois à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la nouvelle prise
d'otage dans le cadre d'un conflit social" (n° P101)
- M. Daniel Bacquelaine à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la séquestration à
Beyne-Heusay" (n° P102)
04.01 Geert Bourgeois (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, u zult zich wel herinneren dat ik u vorige week ondervraagd
heb naar aanleiding van de gijzeling van zes mensen in Manage, drie
04.01 Geert Bourgeois (N-VA):
Le droit de grève constitue un
droit fondamental mais il ne peut
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
dagen lang, van maandagmorgen tot donderdagmorgen, zonder dat
Justitie ingegrepen heeft. Ik heb u toen gezegd en ik denk dat ik de
mening vertolkte van vele mensen dat het stakingsrecht een
fundamenteel recht is, een grondrecht is, maar dat geen enkel recht
zo absoluut is dat het aan de fundamentele vrijheid van andere
mensen mag raken. Met andere woorden, het mag niet aangewend
worden in die mate dat mensen zoals in casu van hun vrijheid
beroofd worden. Ik heb u gevraagd of u niet vond dat Justitie moest
optreden. U vond dat niet nodig, u vond dat u daar terughoudend in
moest zijn. U vond dat de minister van Justitie bij stilzitten van de
procureur want dat was het niet moest optreden om de rechtsorde
te herstellen en het vertrouwen in de rechtstaat te herstellen.
Ik heb u gezegd, mevrouw de minister, dat uw antwoord mij schokte
en dat dit van aard was het wantrouwen in Justitie nog te versterken,
en vooral dat dit een slecht signaal was. Wat zien wij, amper een
week later? Gisteren vond opnieuw hetzelfde fenomeen plaats, deze
keer in het bedrijf Alsthom nabij Luik. Opnieuw was er een gijzeling
van drie mensen, opnieuw zonder dat wij Justitie gehoord hebben.
Uw collega van Binnenlandse Zaken heeft om de schijn te redden
gezegd dat hij de manschappen klaar hield, dat er zou opgetreden
worden, maar wij weten dat dit slechts dreigen was, dat dit de façade
redden was. Binnenlandse Zaken kan niets doen. Collega's van de
VLD, stel u voor dat dit zich voordoet in een Vlaams bedrijf, met een
Vlaamse minister van Justitie. Ik denk dat de reactie dan totaal
anders zou zijn.
Mevrouw de minister, vorige week heb ik, toen ik mijn vraag stelde,
applaus gekregen vanop de banken van het MR. Ik stel vast dat
straks collega Bacquelaine een vraag stelt. Mijn eerste vraag is nu of
u bij uw standpunt blijft. Met andere woorden, staat de regering op
dat standpunt? Als u spreekt, mevrouw de minister, vertolkt u het
standpunt van de regering. Vindt de regering dat in zulke
omstandigheden, bij stilzitten van het parket, het de minister van
Justitie niet toekomt gebruik te maken van het positief injunctierecht?
Bent u van mening dat de politie in zulke zaken kan optreden,
eventueel op bevel van de minister van Binnenlandse Zaken, zonder
dat de politie gevorderd is door Justitie? Dat is mijn zeer concrete
vraag.
porter atteinte aux droits
fondamentaux d'autres personnes,
tels que leur liberté. A cet égard,
les preneurs d'otages de Sigma à
Manage ont largement dépassé
les bornes. J'ai été choqué de
constater que, lorsqu'il est apparu
que le parquet ne prenait aucune
mesure, la ministre de la Justice
n'a pas souhaité intervenir,
préférant 'aborder prudemment'
les conflits sociaux. En outre, la
ministre envoie un signal
totalement erroné : sa passivité
renforce le sentiment de méfiance
à l'égard de la Justice.
Une semaine seulement après la
première, nous sommes
aujourd'hui confrontés à une
deuxième prise d'otages à Alstom
à Liège. Une nouvelle fois, la
Justice n'intervient pas et le
département de l'Intérieur déclare,
pour sauver les apparences, que
la police fédérale est prête à
intervenir.
La ministre persiste-t-elle à
adopter une attitude passive?
L'ensemble du gouvernement
partage-t-il son point de vue? La
ministre ne juge-t-elle pas
opportun de faire usage de son
droit d'injonction positive? La
police peut-elle intervenir sans
avoir été saisie d'une demande en
ce sens par le département de la
Justice?
De voorzitter: Dit is een vraag die vanuit de commissie werd doorgestuurd naar de plenaire vergadering.
04.02 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, madame la
vice-première ministre, chers collègues, la semaine dernière, vous
vous êtes exprimée, madame la ministre, sur la séquestration qui
s'était produite à Manage dans le cadre de l'entreprise Sigma et je
m'étais fait la réflexion du danger de banalisation de ce type de
pratique, avec les effets pervers que cette banalisation peut
engendrer. Il n'a pas fallu attendre longtemps car, une semaine plus
tard, nous sommes à nouveau confrontés à un phénomène de
séquestration.
Cette réaction est parfaitement compréhensible, je peux concevoir
l'émotion et la souffrance du personnel en cause dans ce conflit
social. Cela étant, je suis bien obligé de considérer les éléments sur
un plan plus formel. Il me semble que la situation, si elle devient
véritablement répétitive, est extrêmement grave, non seulement pour
04.02 Daniel Bacquelaine (MR):
Vorige week al werd dit soort
gijzelingsacties aan de orde
gesteld, naar aanleiding van de
situatie bij de firma Sigma. Ik heb
toen gewaarschuwd voor een
banalisering van dergelijke
praktijken. Lang hebben we niet
hoeven te wachten: gisteren werd
opnieuw de directie van een
bedrijf gegijzeld. Ik kan er in
komen dat het een begrijpelijke
reactie is, maar als dit een
repeterend gegeven wordt, is dit
formeel gezien wel een zeer
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
la notion d'ordre public et d'Etat de droit mais aussi pour les
travailleurs et tous ceux qui veulent travailler dans notre pays, et plus
particulièrement en Wallonie.
Cette image est désastreuse et délétère pour le climat social et
économique dans notre région. Se cela devait se poursuivre, nous
serions confrontés à une véritable difficulté en termes d'attractivité et
d'investissements. Nous nous battons tous les jours sur d'autres
plans, notamment sur le plan local, afin de favoriser les
investissements dans nos régions et dans nos communes. Si nous
devons désormais vendre en même temps cette triste image, le
travail devient véritablement mission impossible.
Il m'apparaît nécessaire de remettre de l'ordre en cette matière. J'ai
entendu qu'un dossier avait été ouvert au parquet de Charleroi
concernant les affaires de Sigma. J'aimerais connaître la suite de ce
dossier et savoir dans quelle mesure, si ce dossier était classé, vous
pourriez faire usage de votre droit d'injonction positive dans ce
cadre.
D'autre part, il serait peut-être utile de provoquer une réunion ou une
concertation entre le ministre de la Justice, le ministre de l'Emploi,
les organisations syndicales et patronales afin de déterminer en
commun les mesures préventives en la matière pour éviter que ce
genre de climat ne s'installe de manière permanente.
ernstige zaak voor de openbare
orde, maar ook voor wie in
Wallonië wil werken. Dit soort
praktijken trekt investeerders niet
bepaald aan. Er moet orde op
zaken gesteld worden.
Er werd in Charleroi een dossier
geopend aangaande de zaak
Sigma. Hoe staat het hiermee?
Als het dossier geseponeerd werd
zou u dan geen gebruik kunnen
maken van uw positief
injunctierecht?
Ware het niet aangewezen een
vergadering te beleggen met
vertegenwoordigers van de
werkgevers, de vakbonden en de
bevoegde ministers om de nodige
maatregelen te treffen opdat
dergelijke gebeurtenissen zich niet
zouden herhalen?
04.03 Laurette Onkelinx, ministre: Premièrement, je vais être très
claire: je l'ai dit voici une semaine et je le répète aujourd'hui, je
n'accepte pas la séquestration. Ce n'est pas acceptable et il n'y a pas
lieu de l'approuver. La séquestration est un délit pour lequel des
sanctions sont prévues dans le Code pénal. Je le dis et je le redis, je
ne peux pas être plus claire.
Deuxièmement, et là M. Bacquelaine a raison, il ne faut pas oublier
que les deux événements qu'on cite aujourd'hui ont eu lieu à
l'occasion d'un conflit collectif du travail et il ne faudrait pas que la
séquestration devienne une modalité naturelle de gestion de la
concertation sociale à l'occasion d'un conflit. J'ai déjà eu un contact
avec mon collègue M. Vandenbroucke, ministre de l'Emploi, qui lui-
même a pris l'initiative d'une concertation avec les organisations
syndicales. Je trouve qu'il s'agit d'une bonne chose et je verrai
comment y associer mon département.
Mais je voudrais soulever un troisième point qui me semble
indispensable à affirmer: la réaction que nous devons avoir quand
cela arrive. M. Bourgeois, lui, est clair: hij is een beetje als een
Rambo die onmiddelijke actie wil.
Mais enfin, se rend-on bien compte?
Ces dernières heures, j'ai entendu des propos qui font parfois froid
dans le dos. Les personnes qui ont séquestré ne sont pas des
terroristes! Il ne faut pas l'oublier; or on a même osé comparer
l'événement avec l'opération du week-end "Zaventem rouge", un
exercice spécifique de prise d'otages. Ce ne sont pas des terroristes,
mais des travailleurs qui risquent de perdre leur emploi, des
personnes désespérées qui commettent donc des actes de
désespoir.
04.03
Minister Laurette
Onkelinx: Ik wil in de eerste
plaats klaar en duidelijk stellen dat
ik me er niet kan bij neerleggen
dat de opsluiting een algemeen
aanvaarde techniek van
conflictbeheersing zou worden.
Vanmorgen had ik een
vergadering met mijn collega
Vandenbroucke om de mogelijke
maatregelen te bespreken. Hij
heeft het initiatief genomen om
een overleg met de
vakbondsorganisaties op poten te
zetten.
De vraag is hoe men moet
reageren wanneer dat gebeurt.
Men mag niet vergeten dat de
personen die de directieleden
hebben gegijzeld geen terroristen
zijn. Het zijn werknemers die hun
baan dreigen te verliezen en uit
wanhoop hebben gehandeld. Mijn
collega en ikzelf hebben op die
situatie ingespeeld door een
overleg op te starten om ervoor te
zorgen dat de actie werd
stopgezet. Ik denk dat wij goed
hebben gereageerd. Mochten wij
hebben gereageerd zoals de heer
Bourgeois voorstelt, dan zouden
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Il faut le comprendre pour avoir une réaction par rapport à la
séquestration. C'est ce que nous avons fait hier: pendant toute la
journée, en contact avec mon collègue de l'Emploi, avec mon
collègue de l'Intérieur, en contact sur place avec le parquet, avec les
organisations syndicales, avec le bourgmestre, nous avons travaillé
la concertation pour que cela s'arrête. Et cela s'est arrêté rapidement.
Je pense que nous avons eu la bonne réaction.
Je suis persuadée que, si nous avions agi comme M. Bourgeois le
voudrait tant, nous aurions non seulement enflammé les réactions
dans l'usine, mais aussi dans l'ensemble de la région. Moi, je ne
veux pas de ça!
Voilà pourquoi je dis et je répète que nous devons être fermes. La
séquestration, évidemment non: évidemment que nous ne pouvons
accepter que ce soit une modalité de la négociation collective du
travail; évidemment que si ce procédé se poursuit et se banalise, il
conviendra de prendre des mesures de plus grande ampleur pour
l'arrêter.
Quand vous êtes confronté à une telle action, dans la phase de
réaction immédiate, le "Rambo" est celui qui enflamme une région,
les responsables sont ceux qui gèrent la situation rapidement,
concrètement, sans négliger la nature des protagonistes du drame
qui se déroule, en l'occurrence du drame de Beyne-Heusay ou de
Manage.
wij de gemoederen in de fabriek
en zelfs in de hele regio hebben
opgehitst.
04.04 Geert Bourgeois (N-VA): Mevrouw de minister, u bent nu
uiteraard veel duidelijker dan vorige week in uw veroordeling van de
gijzeling. Daar blijft het echter ook bij. Het blijft bij woorden. Voor het
overige gaat u de demagogische toer op en maakt u er een
karikatuur van door mij als het ware voor te stellen als een soort
Rambo die de troepen van de groep Diane wil inzetten, hoewel ik
vorige week zelfs uitdrukkelijk heb gezegd dat dit niet nodig was en
dat zulks trouwens ook niet onmiddellijk gebeurt bij andere
gijzelingen.
Ik heb wel gezegd dat het aan het parket is om op te treden, maar
dat staat u niet toe omdat men dan volgens u het risico loopt de hele
regio in vuur en vlam te zien staan. Dat is natuurlijk het verschil in
cultuur tussen Wallonië en Vlaanderen. U cultiveert dat en tolereert
de schending van de rechtsstaat.
04.04 Geert Bourgeois (N-VA):
La ministre condamne les faits
bien plus clairement que la
semaine dernière mais elle s'en
tient à une déclaration d'intention.
Pour le reste, sa vision demeure
caricaturale. Je ne lui demande
pas d'intervention spectaculaire à
la Rambo mais le parquet doit
cependant agir.
04.05 Minister Laurette Onkelinx: Dat is niet waar!
04.06 Geert Bourgeois (N-VA): Mevrouw de minister, door uw
antwoord, uw houding en uw passiviteit brengt u ons
investeringsklimaat in het gedrang. U hypothekeert het sociaal
overleg en brengt het vertrouwen in de rechtstaat in het gedrang.
Mevrouw de minister, de beelden van de gijzeling in Manage zijn de
wereld rond gegaan. Het signaal is gegeven dat in dit land de
minister van Justitie niet wil optreden. Dat wordt ervan onthouden.
Ik herhaal dat in deze zaak de VLD eigenlijk de gegijzelde is van de
Waalse socialisten die dergelijke cultuur instandhouden.
04.06 Geert Bourgeois (N-VA):
La réaction de la ministre
constitue un exemple édifiant des
différences culturelles entre la
Flandre et la Wallonie. Cette
dernière tolère que l'Etat de droit
soit violé. Les images de cette
séquestration et la réaction de la
ministre face à celle-ci ont fait le
tour du monde. Le climat
d'investissement en Belgique se
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
détériore, la concertation sociale
est hypothéquée, et cela sans que
Mme Onkelinx ne s'en soucie.
Dans ce dossier, le PS a
clairement pris le VLD en otage.
04.07 Daniel Bacquelaine (MR): Madame la ministre, je reste un
peu sur ma faim. Entendons-nous bien, je ne vous jette pas la pierre
en ce qui concerne...
04.07 Daniel Bacquelaine (MR):
De minister treft geen schuld,
maar...
04.08 Laurette Onkelinx, ministre: Je voudrais simplement dire,
puisque je n'ai pas répondu à une question de M. Bacquelaine, que,
bien entendu, une enquête du parquet a aussi été ouverte à Liège.
04.08
Minister Laurette
Onkelinx: Ik vergat nog te
vermelden dat het parket van Luik
uiteraard een onderzoek opende.
04.09 Daniel Bacquelaine (MR): C'est la réponse que je voulais
entendre. Autant il m'apparaît que, dans la genèse de ces
événements, on peut faire preuve d'une certaine compréhension et
que la gestion de la crise doit être faite avec tact et nuance, autant il
m'apparaît que, sur le plan du principe, on ne peut pas l'accepter.
Cela peut être compréhensible mais cela n'est pas acceptable. A
terme, cela ne peut pas se reproduire.
Il m'apparaît que, sur le plan judiciaire, l'enquête doit se poursuivre et
il faut que des responsabilités soient établies. Cette méthode se
retourne à terme contre ceux qu'on veut défendre au premier abord.
Cela se retourne contre les travailleurs eux-mêmes. Je crois
vraiment que la méthode n'est pas acceptable et doit être poursuivie
Je me réjouis donc qu'on recherche un moyen de prévention de ce
type de méthode, de sorte qu'on en arrive à un retour au protocole
relatif à la gestion des conflits sociaux qui a été signé le 15 février
2002 et qui exclut très clairement ce type d'action.
Sur le plan judiciaire, je le répète, des responsabilités doivent être
clairement établies.
04.09 Daniel Bacquelaine (MR):
Dat wilde ik inderdaad horen. Een
dergelijke crisis moet met de
nodige omzichtigheid worden
beheerd, maar dergelijke
praktijken zijn principieel gewoon
onaanvaardbaar. De
verantwoordelijkheden moeten
worden vastgesteld, want op
termijn dreigt dit gebeuren zich te
keren tegen de werknemers, wier
belangen men eigenlijk wilde
verdedigen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik heb een probleem in verband met de vragen aan collega Vande Lanotte. Minister Vande
Lanotte is ziek en bedlegerig. Heren Laeremans, De Padt, Lambert en Goyvaerts, gaat u ermee akkoord
dat vice-eerste minister Dewael in zijn plaats antwoordt? C'est un cas de force majeure.
04.10 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, u spreekt
over overmacht en force majeure. Welnu, onze fractie heeft ook een
vraag aan mevrouw Simonis. Mevrouw Simonis laat "via het
voetpad" weten dat zij hier niet aanwezig zou kunnen zijn.
04.10 Pieter De Crem (CD&V):
J'ai appris que Mme Simonis, à
qui nous voulons adresser une
question, serait également
absente.
De voorzitter: Ik heb daarover geen enkel bericht gekregen.
Le président: Je n'en ai pas été
informé.
04.11 Pieter De Crem (CD&V): Ik ga er dan vanuit dat mevrouw
Simonis aanwezig zal zijn voor het beantwoorden van de vraag van
mevrouw Van der Auwera.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
De voorzitter: Als ik het goed begrepen heb, is "het voetpad" wat men in Kinshasa Radio Trottoir noemt.
04.12 Pieter De Crem (CD&V): Inderdaad.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de veiligheid van de treinbegeleiders" (nr. P103)
- de heer Guido De Padt aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de toenemende agressie ten aanzien van treinbegeleiders" (nr. P104)
05 Questions jointes de
- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "la sécurité des accompagnateurs de train" (n° P103)
- M. Guido De Padt au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "la multiplication des agressions à l'encontre des accompagnateurs de train" (n° P104)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken)
(La réponse sera fournie par le vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur)
05.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, in het Waalse landsgedeelte wordt blijkbaar op
een heel andere manier gekeken naar de criminaliteit en de
bestrijding ervan dan in Vlaanderen. Inzake de bestrijding van
jeugdcriminaliteit is het verschil tussen VLD en PS, tussen
Verwilghen en Onkelinx zeer duidelijk. Deze verschillende visie blijkt
ook in de discussie met betrekking tot de gijzelingen. Gijzeling van
ondernemers wordt in Wallonië bijna als een legitiem actiemiddel
aanvaard. We stellen dit ook vast in de treinen. De criminaliteit is
sterk toegenomen op de Waalse lijnen. Gesprekken met
treincontroleurs leren ons dat Waalse controleurs op bepaalde
trajecten een gedoogbeleid voeren en weinig of niet controleren.
Vlaamse treinbegeleiders die op de treinen wel hun werk doen
worden geconfronteerd met zware agressie. De feiten zijn heel
duidelijk. Gedurende het eerste semester is een stijging met 126%
vast te stellen.
Op 23 oktober 2001 heb ik over de criminaliteit op deze trajecten
toenmalig minister Durant ondervraagd. Zij minimaliseerde de zaken.
Ondertussen blijkt dat men dergelijke feiten niet mag minimaliseren
omdat het ernstige vormen van criminaliteit betreft.
Oorspronkelijk was ik van plan deze vragen in de bevoegde
commissie te stellen. De heer De Padt heeft de problematiek naar dit
halfrond gebracht.
Mijnheer de minister, beschikt u op dit ogenblik over cijfers per
Gewest?
Ten tweede, hoe reageert de NMBS op het grote verschil tussen
Vlaanderen en Wallonië inzake agressiviteit?
Ten derde, wat zult u doen om ervoor te zorgen dat alle
treinbegeleiders wel degelijk hun werk doen en geen gedoogbeleid
voeren? Hoe gaat u die treinbegeleiders ondersteunen? Hoe gaat u
dat kunt u vanuit uw functie als minister van Binnenlandse Zaken
zeker duidelijk beantwoorden de spoorwegpolitie inschakelen om
de plegers van criminaliteit aan te pakken en ervoor te zorgen dat ze
uit de treinen worden gehaald?
05.01 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): La Wallonie aborde le
problème de la criminalité de
manière totalement différente que
la Flandre. Il suffit de songer aux
prises d'otages dans les
entreprises. Cette différence est
également perceptible dans les
chemins de fer. Ces derniers
temps, les cas de violences à
l'encontre des accompagnateurs
ont augmenté de manière
spectaculaire sur les lignes
wallonnes. Les accompagnateurs
wallons font dès lors preuve d'une
certaine tolérance et omettent
souvent les contrôles. Les
accompagnateurs flamands, qui
font quant à eux leur travail, sont
l'objet d'invectives et, dans le pire
des cas, d'agressions. La ministre
Durant a minimisé le problème à
l'époque, le phénomène s'étant en
conséquence encore amplifié.
Le ministre dispose-t-il de chiffres
par Région? Comment la SNCB
réagit-elle face à la différence que
l'on peut constater entre la
Flandre et la Wallonie? Que
pense le ministre de la politique
de tolérance qui est menée?
Quelles initiatives le ministre
compte-t-il prendre face à cette
forme de criminalité et pour
soutenir les accompagnateurs?
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
05.02 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ook mij is het te doen om die agressie tegen de
treinbegeleiders. Ik wil de tegenstellingen tussen Wallonië en
Vlaanderen niet op de spits drijven omdat het even erg is als
Franstalige dan wel Vlaamse treinconducteurs het slachtoffer van
agressie worden. Ik heb vanmiddag de cijfers opgevraagd, mijnheer
de minister, misschien beschikt u daar ook over. Ik meen dat de
tegenstellingen niet zo groot zijn. Tussen november 2002 en
november 2003 zijn 94 Nederlandstalige en 100 Franstalige
treinbegeleiders slachtoffer geworden van agressie. Het is een beetje
kif-kif, zoals men in de gebruikelijke taal zegt.
Ik ben bezorgd, mijnheer de minister, over het feit dat een
overheidsinstelling als de NMBS jaarlijks tweehonderd mensen op
pad stuurt die in de uitoefening van die functie het slachtoffer worden
van agressie. Dat heeft niet alleen een persoonlijke shock tot gevolg.
Zij zijn daarvan echt onder de indruk. Ik spreek ook af en toe met
treinbegeleiders. Dit heeft tevens op jaarbasis een vijfhonderdtal
dagen werkonbekwaamheid tot gevolg.
Ik heb ook van de NMBS vernomen dat er ondersteuning komt vanuit
de administratie en dat die mensen daarvoor verzekerd en vergoed
worden. Dit neemt echter niet weg dat het moeilijk werken moet zijn
en dat het niet gemakkelijk moet zijn om in die omstandigheden het
werk goed uit te oefenen.
Het heeft blijkbaar te maken met de controle van de
vervoerbewijzen. Ik denk dat deze vaststelling in de toekomst nog
iets gevoeliger zal worden. Hoe meer mensen gratis op de trein
zullen zitten, hoe scherper de reactie waarschijnlijk zal zijn van
degenen die wel moeten betalen en daar een zekere vorm van
agressie tegenover veruiterlijken.
Mijnheer de minister, ik zou u willen vragen of er al een onderzoek
werd ingesteld naar de oorzaken van die toenemende agressie
tegenover treinbegeleiders. Wanneer dit nog niet zou zijn gebeurd,
kunt u dan opdracht geven om dit te doen? Zijn er verschillen op de
Waalse lijnen in vergelijking met de Vlaamse lijnen? Wat zou aan de
basis daarvan kunnen liggen? Kan dit ook eens worden onderzocht?
Welke maatregelen kunt u daarvoor nemen?
Ik heb de diensten ook ondervraagd over het seponeringsbeleid van
de parketten maar daarover kon men mij geen cijfers geven. Het lijkt
mij goed om met de minister van Justitie even na te gaan of terzake
misschien het snelrecht kan worden toegepast zodat men
daadwerkelijk ziet dat wat men doet ten aanzien van
treinconducteurs niet door de beugel kan.
05.02 Guido De Padt (VLD):
Entre novembre 2002 et
novembre 2003, 94
accompagnateurs de trains
flamands et 100 accompagnateurs
wallons ont été victimes
d'agressions, soit environ le
même nombre de chaque côté de
la frontière linguistique. Il n'y a
donc pas lieu d'en faire un dossier
communautaire.
De tels faits sont non seulement
traumatisants pour les
accompagnateurs concernés, ils
se traduisent également par 500
jours d'incapacité de travail par
an. Bien que le personnel soit bien
assuré contre ces incidents et soit
toujours indemnisé, il est difficile
de travailler dans ces conditions.
Les agressions ont
essentiellement lieu lors du
contrôle des titres de transport.
Plus le nombre de personnes
pouvant voyager en train
gratuitement augmentera, plus les
cas d'agressions se multiplieront,
peut-être, parmi ceux qui doivent
encore payer. Les causes des
agressions ont-elles déjà été
étudiées? Le ministre peut-il
commander une telle étude?
Observe-t-on des différences
entre les lignes flamandes et
wallonnes? Ces incidents sont-ils
facilement classés sans suite ou
utilisera-t-on la procédure
accélérée pour lutter contre
l'agressivité des voyageurs?
05.03 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's,
misschien kan ik in de volgorde van de vragen die werden gesteld
een aantal antwoorden geven.
Ten eerste, de vraag of wij op de hoogte zijn van de oorzaken van de
toenemende agressie tegenover treinbegeleiders. Uit de analyses
blijkt dat de aanleiding tot agressie steeds het gevolg is van een
onregelmatigheid van de reiziger. Dat wil ik benadrukken. Geen of
een ongeldig vervoerbewijs, het niet willen kenbaar maken van de
05.03 Patrick Dewael, ministre:
Les agressions ont toujours leur
source dans une irrégularité
commise par le voyageur. La
question de savoir s'il existe un
rapport entre le fait de voyager
gratuitement, d'une part, et
l'augmentation du nombre de
voyages sans titre de transport
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
identiteit, en ga zo maar verder.
Is het mogelijk dat een uitbreiding van het gratis rijden, het
zwartrijden enzovoort een en ander in de hand zou werken? Welnu,
de correlatie tussen gratis rijden, zwartrijden en fysieke agressie is tot
op dit ogenblik niet bestudeerd. U gaat er van uit dat dit mogelijk in
de toekomst in de hand zou kunnen worden gewerkt. Ik wil dit laten
nagaan, uiteraard in overleg met de bevoegde collega.
Wat ligt er nu juist aan de basis van de verschillen tussen het
Vlaamse en het Waalse Gewest? Uit de cijfers van agressie tegen
NMBS-personeel in de treinen stellen we vast dat het fenomeen
eigenlijk op praktisch alle spoorweglijnen aanwezig is. Het grootste
aantal gevallen voor de eerste zes maanden van 2003 wordt
genoteerd als volgt. Misschien kunnen een paar cijfers een en ander
concreet maken. Er zijn een aantal lijnen met een stijgend aantal
agressiegevallen: lijn 0 Brussel-Zuid-Brussel-Noord, plus 5; lijn 25
Mechelen-Antwerpen, plus 8; lijn Halle-Bergen, plus 12; lijn 124
Brussel-Zuid-Nijvel, plus 13. Er zijn ook een aantal lijnen met een
dalend aantal agressiegevallen: Brussel-Noord-Mechelen, min 12;
Schaarbeek-Ottignies, min 16. Ik denk dat het hier moet gaan over
zowel fysieke als verbale agressie, maar dat men niet kan zeggen
dat er communautair markante verschillen zouden kunnen worden
genoteerd.
Welke maatregelen worden genomen om de agressie tegen
treinbegeleiders tegen te gaan? Sinds 1999 zijn een aantal
maatregelen doorgevoerd. Eerst en vooral werd er een centrale
meldkamer opgericht, 24 uur op 24 te bereiken voor het personeel
dat met agressie werd geconfronteerd, ten einde zo vlug mogelijk
hulp te kunnen bieden. Ten tweede, heeft elke treinbegeleider een
gsm ter beschikking. Oproepen vanuit de trein naar de centrale
meldkamer worden daardoor onmiddellijk mogelijk. Ten derde, in
samenwerking met de dienst Toegepaste Psychologie bij de NMBS
werd gesleuteld aan verschillende trainingen van het personeel.
Zowel een opleiding "omgaan met agressie" als "opvang na agressie"
werd georganiseerd voor verschillende doelgroepen. Er kwam ook
een permanente opvang door specialisten. Ten vierde, de oprichting
van speciale controlebrigades ingezet in de treinen in en rond
Brussel, werd doorgevoerd. Ten slotte, is er nog de oprichting van
een treinbrigade B-security die werd ingezet op alle risicotreinen. Om
al deze maatregelen te coördineren en een overlegplatform te
creëren waaraan alle verschillende verantwoordelijken kunnen
deelnemen, is er ook een nationaal veiligheids- en overlegcomité
opgericht, waarin uiteraard ook vertegenwoordigers van de federale
politie zitting hebben. Dat was een vraag van de heer Laeremans.
Ik kan aan de heer Laeremans een aantal cijfers bezorgen die de
goede collega Vande Lanotte mij heeft gegeven.
valable et d'agressions, d'autre
part, n'a pas été étudiée.
On n'observe pas de différences
sensibles entre la Flandre et la
Wallonie : ce phénomène se
manifeste sur toutes les lignes.
Sur certaines, le nombre
d'incidents s'est accru mais sur
d'autres, il a diminué. Je
communiquerai les chiffres aux
auteurs des questions.
La SNCB a déjà pris différentes
mesures pour lutter contre les
agressions. Un centre d'appel
joignable vingt-quatre heures sur
vingt-quatre a été créé. Tous les
accompagnateurs de train ont
reçu un téléphone mobile qui leur
permet d'entrer en contact avec
ce centre d'appel. Le service de
psychologie appliquée de la
SNCB organise des formations sur
la façon de se comporter face aux
agressions et la façon de
surmonter des traumatismes. En
outre, des brigades spéciales de
contrôle ont été créées et, sur les
lignes à problèmes, la brigade B-
security est appelée à intervenir.
Pour coordonner toutes ces
mesures, un comité national de
sécurité et de concertation au sein
duquel est aussi représentée la
police fédérale, a été mis en
place.
05.04 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ten
eerste, het is uiteraard niet de eerste keer dat hierover vragen
gesteld worden. Ik heb verwezen naar de vraag die ik in 2001 gesteld
heb. Blijkbaar werd dus reeds een aantal maatregelen genomen. Dat
valt op zichzelf alleen maar toe te juichen. Blijkbaar is er echter toch
een zeer sterke stijging tegenover vorig jaar, met name van 126%.
Dat is toch wel fenomenaal veel. Ik hoop dat u de zaak dan ook
intensief zal volgen.
05.04 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Une augmentation de 126
pour cent en un an du nombre
d'incidents ne peut en aucun cas
être considérée comme
insignifiante et j'espère dès lors
que le ministre continuera de
suivre cette question de très près.
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Ten tweede, u zegt dat er op bepaalde lijnen een stijging is en op
andere een daling. Dat heeft niet altijd een communautair aspect.
Dat hangt blijkbaar niet altijd samen met bepaalde factoren. Het kan
ook toeval zijn. Mijnheer de minister, het kan wel samenhangen met
het feit dat controleurs op bepaalde en meer gevaarlijke trajecten
gewoon niet meer controleren. Daardoor komen ze ook geen enkele
agressie meer tegen. Dat is natuurlijk de verkeerde houding. U moet
er uw collega-vice-eerste-minister Vande Lanotte, zeker op wijzen
dat een gedoogbeleid op dat vlak niet kan. Elke treincontroleur of
treinbegeleider moet overal zijn werk doen of kunnen doen. Hij moet
ook overal kunnen rekenen op bijstand van de politie en van speciale
brigades wanneer dat nodig is. Daaraan moet dus dringend iets
gebeuren.
Il se pourrait que les chiffres ne
révèlent pas de différences
manifestes entre la Flandre et la
Wallonie parce que les
accompagnateurs de train
n'effectuent tout bonnement plus
de contrôles sur certaines lignes,
ce qui limite le nombre
d'agressions. Selon nous, une
politique de tolérance comme
celle-là est inacceptable.
05.05 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u
uiteraard voor het antwoord. Toch wil ik er nog eens de nadruk op
leggen dat we deze zaak niet mogen minimaliseren. Het probleem
leeft zeer erg bij de treinbegeleiders. Er zijn reeds kleine haarden
van stakingen geweest als protest vanuit de sector. De mensen
moeten ook beseffen dat de treinbegeleiders er niet alleen zijn om te
controleren. Ze zijn er ook om te helpen daar waar nodig. Ze zijn er
om een helpende hand toe te steken. Ze zouden daarvoor toch een
zekere beloning of waardering moeten krijgen. Mijnheer de loco-
minister, ik ben blij dat de NMBS blijkbaar toch vrij belangrijke
inspanningen levert om het probleem te verhelpen.
05.05 Guido De Padt (VLD):
Nous ne pouvons minimiser ce
problème. Les accompagnateurs
de train n'ont pas pour unique
mission de contrôler les
voyageurs. Ils sont également là
pour les aider et méritent dès lors
de la considération. J'espère que
la SNCB et le ministre fourniront
davantage d'efforts pour faire
reculer le phénomène des
agressions dont sont victimes les
accompagnateurs de train.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Geert Lambert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het afschaffen van de minibardienst op het treinnet" (nr. P105)
06 Question de M. Geert Lambert au vice-premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "la suppression du service de mini-bar sur le réseau ferroviaire"
(n° P105)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken)
(La réponse sera fournie par le vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur)
06.01 Geert Lambert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag
handelt inderdaad over de koffie, alsook over de suikerwafels die
worden aangeboden in de trein.
Mijnheer de vice-eerste minister, ik dank u omdat u bereid bent te
antwoorden namens uw collega, vice-eerste minister Vande Lanotte.
Gisteren bereikte ons de jammerlijke tijding ik spreek als
treingebruiker en ervaringsdeskundige, mijnheer Goris, die geregeld
meer dan een uur in de trein zit dat de NMBS heeft beslist om het
contract te verbreken met haar privé-leverancier die de minibardienst
verzekert in de trein.
Dit is jammer omdat dergelijke kleine zaken een service-uitbreiding
betekenen voor de treingebruiker. Het is misschien niet het
doorslaggevend argument voor mensen om de trein te gebruiken,
06.01 Geert Lambert (sp.a-
spirit): J'ai appris hier par
l'intermédiaire de la presse que la
SNCB a décidé de ne pas
prolonger le contrat qui la lie à la
société fournissant le service
minibar dans les trains de
voyageurs. Or, j'estime que la
SNCB doit au contraire offrir
davantage de services aux
voyageurs. En l'espèce, je songe
notamment à la possibilité
d'équiper les trains d'accès à
l'internet. J'admets néanmoins
que le coût élevé du service
minibar ne se justifie pas mais je
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
maar het is wel een element. Ik ben immers ervan overtuigd dat de
NMBS alles moet doen om haar cliënteel zo optimaal mogelijk te
bedienen. Enkele weken geleden heb ik een voorstel gedaan om ook
een internetverbinding mogelijk te maken op de treinverbindingen.
Dit is niet absurd, dit wordt straks op de Thalys-treinen aangeboden.
Dit past allemaal in het kader van een service-uitbreiding.
Tezelfdertijd merkte ik dat NMBS blijkbaar een zeer grote kostprijs
veil had om deze service te verlenen. Ik deel de visie van de NMBS
dat deze kostprijs niet te verantwoorden is., maar ik dring toch erop
aan dat deze service behouden blijft.
Graag vernam ik van de regering in welke mate zij bij de NMBS zal
aandringen om de offerte te herzien en nieuwe offertes uit te
schrijven, desnoods lijn per lijn. Het is vanzelfsprekend geen
noodzaak op de noord-zuidverbinding in Brussel, maar op de langere
treinverbindingen vanuit de buitenprovincies zou het aangewezen
zijn deze dienst verder kunnen aanbieden.
(Applaus)
me demande si la SNCB ne
pourrait pas lancer un nouvel
appel d'offres. Je pense que l'on
pourrait envisager de maintenir ce
service au moins sur les lignes
longue distance.
(Applaudissements)
06.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, blijkens het
applaus van sommigen zijn er niet alleen een aantal treingebruikers,
maar ook een aantal bargebruikers in dit halfrond.
Minister Vande Lanotte vraagt mij u mee te delen dat vanaf 1 januari
van volgend jaar de NMBS zich genoodzaakt ziet om te stoppen met
het aanbieden van die minibardienst aan boord van de binnenlandse
treinen. De dienstverlening was niet rendabel. Ligt het aan het
aanbod of aan de vraag, dat weet ik niet. Hoe dan ook, de
leverancier van deze dienst, Sodexho, werd hiervan effectief op de
hoogte gebracht. Momenteel wordt er nog altijd overleg gepleegd
tussen Sodexho en de NMBS om de praktische modaliteiten te
regelen aangaande de betrokken personeelsleden.
Ter informatie kan ik u meedelen dat het stopzetten van deze
activiteit voor de NMBS een besparing van ongeveer 2 miljoen euro
per jaar zal inhouden. Misschien kan er evenwel naar alternatieven
worden gezocht.
06.02 Patrick Dewael, ministre:
Il est exact que la SNCB est
contrainte de mettre un terme au
service minibar à compter du 1
er
janvier 2004, ce service n'étant
pas rentable. Une concertation est
organisée avec Sodexho sur
l'avenir des membres du
personnel concernés. L'abandon
de ce service représente une
économie de 2 millions d'euros
par an pour les chemins de fer.
06.03 Geert Lambert (sp.a-spirit): Mijnheer de vice-eerste minister,
een kostprijs van 2 miljoen euro is inderdaad niet te verantwoorden
voor deze service. Ik ben echter ervan overtuigd dat deze dienst op
bepaalde lijnen te horen aan de reacties, vanmorgen tijdens mijn
treinrit wel rendabel moet kunnen zijn. Ik hoop dat de regering
initiatieven zal ontplooien om desnoods op bepaalde lijnen deze
service te verlenen.
Mijnheer de vice-eerste minister, zodra ik u ontmoet in de trein
trakteer ik u met veel plezier op een koffie met een suikerwafel.
06.03 Geert Lambert (sp.a-
spirit): Je vous le répète : je suis
également d'avis que le coût
actuel ne se justifie pas mais je
pense que le service minibar peut
être rentable sur des trajets plus
longs et j'espère que le
gouvernement prendra des
initiatives pour maintenir ce
service sur ces lignes.
De voorzitter: Hopelijk is er ook nog wat anders dan koffie en wafels.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
07 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de minister van Financiën over "de problemen bij
Eurostat in verband met de Belgacom-operatie" (nr. P106)
07 Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre des Finances sur "les problèmes relatifs à
Eurostat dans le cadre de l'opération Belgacom" (n° P106)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken)
(La réponse sera fournie par le vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur)
07.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
ik had mijn vraag gericht tot de heer Reynders. Ze werd
doorgeschoven naar de heer Vande Lanotte. Nu dacht ik dat
mevrouw Moerman mij zou antwoorden, maar het zal de heer
Dewael zijn. Iedereen welgekomen.
Waarover gaat het? We kennen allemaal het verhaal van het
pensioenfonds van Belgacom. Zowel tijdens de
begrotingsbesprekingen als tijdens de bespreking in de commissie
voor de Infrastructuur, waar collega Jan Mortelmans het dossier heeft
behandeld, is dat verhaal aan de orde geweest. Zowel voor het jaar
2003 als voor het jaar 2004 zal de regering het begrotingstekort
wegcijferen door middel van een eenmalige operatie met het
pensioenfonds van Belgacom. In 2004 wordt er dan nog het dossier
van de fiscale amnestie aan gekoppeld, waarover ook nogal wat
vragen zijn. Ook de Europese Commissie staat er sceptisch
tegenover.
Over het pensioenfonds van Belgacom was de minister aanvankelijk
nogal positief ingesteld, in die zin dat hij ervan overtuigd was het
akkoord van Eurostat erover te krijgen. Immers, in Portugal en
Frankrijk werden gelijkaardige initiatieven genomen, die de
goedkeuring van Eurostat zouden krijgen. Het zou slechts een
kwestie van een paar weken zijn om het akkoord te krijgen. Vorige
dinsdag is er echter een vergadering geweest met de mensen van
het Instituut voor de Nationale Rekeningen en met Eurostat. Op het
einde van de vergadering kwam er geen akkoord of goedkeuring,
onder andere omdat er een discussie is over de vraag of het
pensioenfonds van Belgacom moest worden beschouwd als niet
gefinancierd of, zoals men het in het Engels noemt, unfunded.
Bijgevolg moet de regering overgaan tot de procedure van
consultatie van de Europese lidstaten, waarbij deze individueel hun
akkoord moeten geven. Bij de stemming moet er een gewone
meerderheid van 50 + 1 zijn.
Mijnheer de minister, over deze problematiek zou ik u graag een
aantal vragen stellen.
Ten eerste, buiten het argument van het unfunded zijn, heeft
Eurostat nog andere bemerkingen bij deze hele operatie?
Ten tweede, wanneer wordt de procedure van consultatie opgestart
en binnen welke termijn zal zij worden afgerond?
Ten derde, welke verwachtingen had de minister van Begroting over
de eindbehandeling door Eurostat daaromtrent?
07.01 Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): Nous
connaissons tous, entre-temps,
l'histoire du fonds de pension de
Belgacom. Le ministre Reynders
pensait que l'approbation
d'Eurostat n'était qu'une question
de semaines, comme dans le cas
du Portugal et de la France, où
des initiatives similaires ont été
prises, mais aucun accord n'a pu
être conclu lors d'une réunion
jeudi passé. La discussion bute
sur la question de savoir si le
fonds de pension est «funded» ou
non. Puisqu'il n'y a pas d'accord,
les Etats membres seront
consultés individuellement et
prendront en fin de compte une
décision à la majorité simple.
Eurostat a-t-il encore formulé
d'autres observations? Quand
débutera cette consultation?
Quelles sont les attentes du
ministre en la matière?
De voorzitter: De vice-eerste minister zal antwoorden loco de minister van Financiën.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
07.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, ten
eerste, het Instituut voor de Nationale Rekeningen, het INR, heeft op
29 oktober 2003 het dossier-Belgacom ingeleid bij Eurostat. De
regering en de experts van het INR zijn van oordeel dat de opbrengst
ingevolge de overname van de pensioenverplichtingen ten aanzien
van de statutaire personeelsleden van Belgacom het vorderingssaldo
van de overheid verbetert. Er is overigens een publicatie van
Eurostat van 21 oktober 2003, die deze zienswijze versterkt. Er zijn
ondertussen bilaterale contacten aan de gang tussen experts van
Eurostat en het INR over het dossier.
Ik zal nu concreet op uw tweede vraag antwoorden. Indien na de
bilaterale contacten we zullen hierop niet vooruitlopen zou blijken
dat de experts van Eurostat en van het INR het niet eens geraken
over de kwestie, moet inderdaad, zoals u zelf al hebt aangegeven,
een consultatieprocedure worden aangevraagd bij de voorzitter van
het comité voor monetaire, financiële en betalingsbalanstechnieken.
In dat comité hebben vertegenwoordigers van de nationale instituten
voor de statistieken en van de centrale banken van de EU-lidstaten
zitting. De standaardprocedure is gebruikelijk ingeval van
interpretatieverschillen tussen de lidstaten enerzijds, en Eurostat
anderzijds.
07.02 Patrick Dewael, ministre:
L'Institut des comptes nationaux a
introduit le dossier auprès
d'Eurostat le 29 octobre 2003. La
conception selon laquelle la vente
du fonds de pension améliore le
solde de financement de l'Etat est
d'ailleurs soutenue par une
publication d'Eurostat. Si la
concertation avec cette
organisation ne conduit pas à un
accord, une consultation aura
effectivement lieu. C'est la
procédure standard en cas de
divergences d'interprétation.
07.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
ik dank de minister voor zijn antwoord.
Het antwoord dat hij mij heeft gegeven, kon ik evenwel vanmorgen
ook in de krant lezen. De Financieel Economische Tijd heeft daarvan
melding gemaakt. Ik ben dus niet veel wijzer geworden over hoe het
nu verder moet.
Mijnheer de minister, de procedure is inderdaad lopende, maar ik
vermoed dat er ook iets anders aan de hand is. U weet dat er vorige
week een discussie is geweest over het al of niet aanvaarden van het
deficit van Frankrijk en Duitsland in het kader van het Stabiliteitspact.
De minister van Financiën was daar met stoere borst naartoe
getrokken en we zouden dat niet aanvaarden. Blijkbaar is de
discussie zo gekanteld dat men dat dan toch heeft toegestaan. Ik
vermoed dat er in de wandelgangen al werd gesproken over het
Eurostat-probleem. Ik kan natuurlijk niet vooruitlopen op wat de
uitslag daarvan zal zijn, maar ik zal minister Vande Lanotte daarover
volgende week opnieuw ondervragen. Ik denk dat daar immers meer
aan de hand is dan alleen maar de beschouwing over het al of niet
gefinancierd zijn van het Belgacom-fonds.
07.03
Hagen Goyvaerts
(VLAAMS BLOK): La presse s'en
est déjà fait l'écho. Je crois que
les vraies raisons sont ailleurs. La
Belgique a renoncé à la vive
opposition qu'elle exprimait face
aux déficits budgétaires de la
France et de l'Allemagne. Une
solution verra probablement le
jour dans les couloirs.
De voorzitter: Wij wensen minister Vande Lanotte aldus een vlot en volledig herstel toe.
07.04 Minister Patrick Dewael: Ik kan hier natuurlijk geen
voorspellingen doen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de politieschool van de stad Antwerpen en de financiering ervan" (nr. P107)
08 Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'école
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
de police de la ville d'Anvers et son financement" (n° P107)
08.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in de regel wordt de basisopleiding van het politiepersoneel
georganiseerd in federale scholen of in erkende meestal provinciale
scholen of provinciaal georganiseerde VZW's die door de federale
overheid worden gefinancierd op basis van een dotatie per student.
Dat is ook gedeeltelijk het geval voor de provincie Antwerpen,
hoewel de situatie daar enigszins anders is. Het opleidingsinstituut in
Antwerpen POTVA wordt namelijk voor een groot deel gefinancierd
met middelen van de stadsbegroting. Alleen al het bedrag voor de
loonkosten bedraagt in Antwerpen bijna 3 miljoen euro. De federale
dotatie bedraagt 700.000 euro. De stadsbijdragen aan POTVA
bedragen 2 miljoen euro. Ik heb het dan nog niet over andere kosten
zoals infrastructuur en werkingskosten.
Mijnheer de minister, ik heb hierover de volgende vragen.
Vindt u het normaal dat er voor één stad, voor één provincie een
bijzondere regeling geldt die vergaande financiële gevolgen heeft?
Geldt hier niet het gelijkheidsprincipe? De gelijke financiering van het
politieonderwijs is in de praktijk alvast erg verschillend. Uw voorgang,
minister Duquesne, heeft ook altijd beloofd dat de politieopleiding
volledig zou worden gedragen door de federale overheid. Wat is de
reden dat dit tot op de dag van vandaag nog altijd niet het geval is?
Overweegt u om ook voor Antwerpen in een analoge financiering te
voorzien zoals voor de overige provincies, zeker wanneer u weet dat
een deel van de mensen in het opleidingsinstituut van Antwerpen niet
in het korps van Antwerpen terechtkomt, maar in andere korpsen
buiten de stad en zelfs buiten de provincie? Zoals u weet is het
belangrijk om politiemensen in grootsteden te behouden. Er is een
regeling uitgewerkt in Brussel, de zogenaamde Brusselpremie.
Jammer genoeg werd voor de andere grootsteden niet in een premie
voorzien. Is het ook niet voor Antwerpen en andere grootsteden
nodig en nuttig dat er een dergelijke premie komt?
Uit berichten in de kranten van gisteren blijkt dat er onvoldoende
middelen zouden zijn voor de opleidingen. Klopt dat, mijnheer de
minister? Hoeveel budget werd uitgetrokken voor de opleidingen?
Hoeveel kost gemiddeld een basisopleiding per agent? Indien er een
tekort voor de vorming in de begroting zou zijn, betekent dit dan dat
Antwerpen niet nog meer het kind van de rekening wordt en dus nog
meer zal moeten betalen?
Ik dacht, mijnheer de minister, dat politiehervorming een synoniem
was voor een gelijk statuut en voor uniformiteit, ook inzake opleiding.
Het is aan u, mijnheer de minister, om dat aan te tonen en op het
terrein waar te maken.
08.01 Nahima Lanjri (CD&V): La
formation de base du personnel
policier est généralement
dispensée dans des écoles
fédérales ou provinciales
subventionnées par l'Etat fédéral.
A Anvers uniquement, c'est
l'administration communale qui
finance la majeure partie des frais
de l'école de police locale. Au
total, l'école coûte 2 millions
d'euros à la ville. Pourquoi existe-
t-il un règlement distinct dans une
seule ville? Le financement des
écoles de police ne se fonde-t-il
pas sur le principe d'égalité? Le
ministre Dewael prendra-t-il des
mesures appropriées?
Le ministre Duquesne a toujours
promis que l'Etat fédéral prendrait
en charge l'intégralité des frais de
formation de la police. Pourquoi
cet engagement n'a-t-il toujours
pas été mis en oeuvre?
De nombreux policiers diplômés
de l'école de police d'Anvers vont
travailler dans d'autres zones de
police. Pourquoi les policiers
d'Anvers et des autres grandes
villes ne reçoivent-ils pas une
prime, comme c'est le cas à
Bruxelles?
Selon la presse, les moyens
disponibles pour la formation du
personnel de police sont
insuffisants. Quel est le budget
disponible? Quel est le coût
moyen de la formation par
personne?
De voorzitter: Mevrouw Lanjri, u bent een nieuw lid, maar ik wil u er
toch op wijzen dat de minister op dergelijk gedetailleerde vragen die
vanmorgen om 10 uur werden ingediend in een dergelijk korte
tijdsbestek niet gedetailleerd kan antwoorden.
Le président: Le texte déposé ne
permettait pas de deviner que
Mme Lanjri allait poser tant de
questions de détails. De plus,
Mme Lanjri lit sa question.
08.02 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, de cijfers mag
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
u gerust achteraf geven.
08.03 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, de bedoeling
was wellicht die die u zonet aangaf. Men heeft aan de goede collega
gezegd: u moet zo'n zinnetje op papier zetten en dan zeer
gedetailleerde vragen stellen. Dan kan u misschien aantonen dat de
minister geen antwoord kan geven. Dat is de bedoeling van de
politiek.
Laten wij misschien beginnen met hetgeen gisteren in de krant stond.
De titel van dat artikel was volgens mij de aanleiding tot uw vraag:
"Geen geld om agenten op te leiden." Dat was een misleidende titel
in een overigens goede krant die ik gisteren gelezen heb.
Mevrouw Lanjri, u moet ervan uitgaan dat onze politiescholen
eigenlijk gefinancierd worden per leerling. U mag er dus altijd van
uitgaan dat het in het belang is van de politieschool om zoveel
mogelijk leerlingen te hebben. U mag er ook vanuit gaan dat een
politieschool zal lobbyen en zal proberen te communiceren met de
media om te zeggen dat zij onvoldoende middelen heeft. Zij wil
namelijk zoveel mogelijk leerlingen naar die school kunnen lokken,
ongeacht de behoefte. Dat lijkt mij echter een verkeerd uitgangspunt
te zijn. Ik zal daarover in fine nog iets zeggen.
De basis van de financiering van de politiescholen is dus het aantal
leerlingen. Dat moet u niet ontkennen, zoals u nu doet. Naast het
aantal leerlingen zijn er een aantal bijkomende opleidingen in de
richting van specialisaties en dergelijke meer. Dat is een eerste
vaststelling.
Mijn tweede vaststelling is de volgende. Toen ik aantrad op mijn
departement was er in de begroting-2003 eigenlijk nog voldoende
geld om een achthonderdtal opleidingen voor aspiranten te kunnen
financieren. Het aanbod was veel groter, maar ook de vraag was
veel groter. Er was behoefte aan twaalfhonderd aspiranten. In de
begrotingscontrole 2003, die in de commissie werd besproken u
was er toen niet, want anders had u dat toen kunnen vernemen ,
hebben wij het budget voor 2003 opgetrokken om vierhonderd
bijkomende opleidingen te kunnen financieren, dus van achthonderd
naar twaalfhonderd.
Het derde element van antwoord is het volgende. Voor de begroting-
2004 vroegen de politiescholen om opnieuw te kunnen voorzien in
twaalfhonderd opleidingen. Ik denk dat duizend opleidingen kunnen
volstaan. Ik heb bewust ook niet meer middelen gevraagd tijdens het
begrotingsconclaaf, omdat ik daarmee kom ik terug op het eerste
element van mijn antwoord graag zou willen zien dat de
noodzakelijke aantallen niet zouden vertrekken vanuit de vraag van
de politiescholen, maar wel vanuit de vraag van de politiezones.
De essentie van de politiehervorming is de volgende. Ik zou willen
komen tot een systeem waarbij elke zone, ieder voor zich, een soort
van behoefteplan zou opmaken. We kunnen dan vanuit de reële
behoeften van de zones vertrekken en op die basis kunnen wij
daaraan budgettair al dan niet gevolg geven. Ik heb de indruk, het
gevoel en zelfs de overtuiging dat wij voor een stuk meer aan het
redeneren zijn in termen van de financiering van scholen dan de
financiering van werkelijke behoeften. Bij de toepassing van dat
08.03 Patrick Dewael, ministre:
Les écoles de police sont
financées en fonction du nombre
d'élèves. Elles ont donc tout
intérêt à attirer le plus grand
nombre possible d'élèves puisque
c'est sur cette base qu'elles
pourront demander des moyens
supplémentaires, quels que soient
leurs besoins. J'estime que le
principe de base de ce mode de
financement est mauvais.
Lorsque j'ai commencé à exercer
mes fonctions ministérielles, il y
avait de l'argent en suffisance
pour la formation de 800
aspirants. Lors du contrôle
budgétaire 2003, j'ai veillé à
obtenir les moyens suffisants pour
financer 1.200 aspirants, nombre
qui correspondait aux besoins de
l'époque. Dans le budget 2004 a
été réservé un crédit pour la
formation de 1.000 policiers, ce
qui me paraît suffisant sur la base
des besoins actuels. Le nombre
de places de formation doit
dépendre de la demande des
zones de police et non des
desiderata des écoles de police.
Je veux donc mettre en place un
nouveau système basé sur ce
principe. Les zones devront
élaborer un plan axé sur leurs
besoins. Ainsi, toutes les écoles
de police seront traitées sur un
pied d'égalité.
Je répondrai par écrit aux autres
questions de Mme Lanjri.
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
systeem zullen grootsteden zoals Antwerpen en andere zones
allemaal op voet van gelijkheid worden behandeld. Ik heb aan de
federale politie gevraagd om een dergelijk plan op te stellen. Ik denk
dat wij dat plan echter moeten afwachten.
Andere detailvragen nopens de precieze kostprijs van één opleiding
en dergelijke, zal ik schriftelijk beantwoorden.
08.04 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, in deze tijden
van begroting neem ik het u niet kwalijk dat u niet alle cijfers uit uw
hoofd kent en dat ik die eventueel achteraf schriftelijk krijg maar ik
had toch een aantal politieke vragen gesteld waarop ik nog altijd
geen antwoord gekregen heb. Onder meer is er nu in Antwerpen een
heel ander systeem van financiering waardoor Antwerpen heel veel
moet bijdragen. U knikt neen maar mijn collega gemeenteraadslid
van uw partij, de heer Marinower, en ook de andere collega's van de
andere fracties zullen dat bevestigen.
Ik ben toch blij, mijnheer de minister, dat u nu vooropstelt dat u het
systeem wil aanpassen en naar een nieuw plan wil gaan waarbij het
gelijkheidsprincipe wordt ingevoerd. Dat is alvast een element van
uw antwoord waarmee ik tevreden ben.
Ik heb ook gevraagd naar de premies. Voor Brussel hebt u premies
ingevoerd die een succes zijn geworden, of beter, uw voorganger
heeft dat gedaan. Dat zou ook in de andere grootsteden zo moeten
zijn willen wij daar het politiepersoneel kunnen behouden. Jammer
genoeg wil u daar nu geen antwoord op geven. Ik stel vast dat dit
nochtans niets te maken heeft met het opzoeken van cijfers. Ik stel
ook niet voor dat het onmiddellijk zou gebeuren maar ik wil wel weten
of u het van plan bent?
08.04 Nahima Lanjri (CD&V): Il
est réjouissant d'entendre que le
ministre est partisan d'un nouveau
système de financement conforme
au principe d'égalité. Certains
parlementaires de la majorité
pourront confirmer que la ville
d'Anvers est traitée d'une manière
différente. Je n'ai nullement
entendu parler de l'opportunité de
primes pour le personnel policier
dans d'autres grandes villes que
Bruxelles.
08.05 Minister Patrick Dewael: Ik wil wel nog twee zaken aanvullend
meegeven. Ten eerste, - u kunt de berekeningen zelf maken voor
de aanwerving van 400 extra rekruten van 800 naar 1.200 voor
2003 heb ik op het begrotingsconclaaf een bijkomend bedrag
bekomen van 8,9 miljoen euro. In deze tijden van begrotingsrondes
is dat een concreet cijfer.
Ten tweede, er was het historische personeelstekort dat in de
Brusselse zones kon worden vastgesteld. Dat is natuurlijk de reden
geweest voor de positieve discriminatie tijdens de vorige legislatuur
onder mijn voorganger. Men heeft toen voorrang gegeven aan alle
geslaagden van het selectie-examen die zich kandidaat hadden
gesteld voor de Brusselse politieschool. Wat ik wel vaststel en daar
zal de economische situatie ook wel iets mee te maken hebben is
dat er massale belangstelling bestaat, zelfs vandaag de dag, voor de
Brusselse zones zodat daar het deficit van het verleden stilaan wordt
omgebogen.
08.05 Patrick Dewael, ministre:
A Bruxelles, il était question d'une
pénurie de personnel résultant
d'une évolution historique. C'est la
raison pour laquelle les autorités
fédérales ont veillé à introduire
une forme de discrimination
positive. A l'heure actuelle, on
constate un intérêt massif des
candidats pour les zones de police
de Bruxelles. La pénurie de
personnel appartiendra donc
rapidement au passé.
08.06 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, ik geef u
volledig gelijk. Uiteraard is het zo dat wanneer u een premie invoert,
de tekorten die er waren verminderd kunnen worden of zelfs volledig
opheffen. Wij stellen nu vast dat er in Antwerpen, waar een
personeelsbehoeftenplan is, nog ruimte is om mensen aan te
werven. Maar die mensen zijn er niet, die komen niet naar de stad
als zij kunnen kiezen tussen de stad en de rand. Dan gaan zij
08.06 Nahima Lanjri (CD&V): En
effet. Anvers aurait besoin de
davantage de policiers, mais il est
impossible d'en trouver. C'est la
raison pour laquelle je plaide pour
l'octroi d'une prime à Anvers
également.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
uiteraard liever in de rand werken. Daarom ook is die premie van
belang, om het personeelstekort dat er is aan te zuiveren. Mijn vraag
was uiteraard een politieke vraag: zorg ervoor dat die premies er
komen. Dan zullen wij meer blauw op straat kunnen brengen, zoals u
altijd belooft. Dat zijn zaken die wij willen realiseren.
08.07 Minister Patrick Dewael: Wij zullen dat doen.
08.07 Patrick Dewael, ministre:
Nous allons nous y atteler.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie en Grootstedenbeleid over "de opportuniteit van een inschrijvingsstop
in het licht van het Rotterdamse voorbeeld" (nr. P110)
09 Question de M. Francis Van den Eynde à la ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale et de la Politique des grandes villes sur "l'opportunité d'un gel des inscriptions à la
lumière de l'exemple de Rotterdam" (n° P110)
09.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Mevrouw de
minister, u moet niet denken dat ik aan het stalken ben, omdat ik u
twee weken na elkaar ondervraag. Ik wend me tot u in uw
hoedanigheid van minister van grotestedenbeleid.
In de programmawet, die ter goedkeuring ligt, is ergens een heel
klein puntje ingeslopen dat evenwel niet van belang is ontbloot,
namelijk het schrappen van artikel 18 van de vreemdelingenwet. Dat
artikel van de vreemdelingenwet van 1980, de wet-Gol, wordt
geschrapt en dit werd gisteren door de heer Dewael, minister van
Binnenlandse Zaken, met zoveel woorden en met veel klem
bevestigd in de commissie.
Ik wil dit eventjes vergelijken met het beleid in de stad Rotterdam. Dit
is niet enkel het beleid van wat overblijft van de Lijst Fortuyn maar
van alle partijen, onder meer de PvdA, de socialistische partij in
Rotterdam. Zij nemen precies een tegenovergestelde maatregel. Zij
willen de bevolking in bepaalde wijken in balans brengen. Dat
betekent dat, wanneer zij geconfronteerd worden met een teveel aan
asielzoekers en vreemdelingen, zij daarop een limiet willen zetten.
Dat is precies het tegenovergestelde van wat hier gebeurt.
Waarom wend ik mij tot u? U bent minister van het
grotestedenbeleid. U weet dat een van de lijnen van het moderne
grotestedenbeleid in dit land dat is niet de keuze van het Vlaams
Blok - de sociale mix is. Ik heb de indruk dat u zich alle
mogelijkheden ontneemt om de sociale mix, die men in Rotterdam
nastreeft, tot stand te brengen wanneer artikel 18 van de wet van
1980 wordt afgeschaft. Ik kom u in uw hoedanigheid van
verantwoordelijk minister en specialiste van wat in de grootsteden
gebeurt vragen of u niet kunt bemiddelen om de wet-Gol overeind te
houden.
09.01 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): La future loi-
programme abrogera l'article 18
de la loi de 1980 sur les étrangers,
encore appelée «loi Gol». La
Belgique va ainsi à contre-courant
de la politique mise en oeuvre à
Rotterdam, notamment soutenue
par le PvdA. Cette politique
consiste à équilibrer la population
dans certains quartiers en tendant
vers une mixité sociale.
La ministre compte-t-elle
intervenir en vue du maintien de
la loi Gol?
09.02 Minister Marie Arena: U spreekt over het stadsproject in
Rotterdam. Zoals u weet, ben ik tegen dit project, omdat het tegen de
elementaire principes gaat van sociale gemengdheid. Ik kan niet
akkoord gaan met dit project. Wij zullen aan een nieuwe wet werken
voor de asielzoekers. Deze nieuwe wet zal begin 2004 in het
09.02 Marie Arena, ministre: Je
suis opposée au projet mis en
oeuvre à Rotterdam parce qu'il est
contraire aux
principes
élémentaires de diversité sociale.
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Parlement worden behandeld.
La nouvelle loi sur les
demandeurs d'asile sera
examinée au Parlement au début
de 2004.
09.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Ik wil in de eerste
plaats de minister bedanken voor haar antwoord.
Mevrouw de minister, wij zullen de Nederlandse regering en het
stadsbestuur van Rotterdam ervan op de hoogte brengen dat volgens
de Belgische regering het beleid in Nederland niet meer wenselijk is,
de rechten van de mens schendt enzovoort.
Mevrouw de minister, als men zelfs in het progressieve, in het naar
uw normen extreem verdraagzame Nederland overgaat tot die
maatregelen, dan denk ik dat het getuigt van ideologische blindheid
om niet te willen weten wat de resultaten van zo'n beleid zijn. Ik kan
alleen maar vaststellen dat ik bots op het dogma van de
multiculturele maatschappij. Ik betreur dat.
09.03 Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Nous ferons
savoir au gouvernement
néerlandais et à l'administration
communale de Rotterdam que le
gouvernement belge juge leur
politique irrespectueuse des droits
de l'homme.
Si même les Pays-Bas - un Etat
progressiste - mettent en oeuvre
de telles mesures, c'est faire
preuve d'aveuglement idéologique
que d'ignorer délibérément les
résultats d'une telle politique. Je
regrette d'avoir à me heurter au
dogme de la société
multiculturelle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Question de Mme Catherine Doyen-Fonck à la ministre de l'Environnement, de la Protection de
la consommation et du Développement durable sur "le respect par la Belgique des objectifs
définis par le protocole de Kyoto" (n° P111)
10 Vraag van mevrouw Catherine Doyen-Fonck aan de minister van Leefmilieu,
Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling over "de naleving door België van de
doelstellingen in het Kyoto-protocol" (nr. P111)
(La réponse sera fournie par la secrétaire d'Etat à l'Organisation du travail et au Bien-être au travail,
adjointe au ministre de l'Emploi et des Pensions)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het
werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen)
10.01 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Madame la ministre, chers
collègues, la Suède et la Grande-Bretagne sont des pays où il fait
bon vivre! En tout cas, ce sont des pays qui respectent les objectifs
en matière de réduction des émissions à effets de serre. Par contre,
la Belgique me semble être un très mauvais élève puisque, à l'aube
de 2010, alors que nous nous étions engagés à réduire de 7,5% nos
émissions, celles-ci seront en augmentation de plus de 15%, ce qui
représente une différence de plus de 23% par rapport à ce qui était
prévu. A mesure que les jours passent, on a l'impression que l'on
s'éloigne de plus en plus des objectifs de départ.
Il y a urgence, madame la ministre, si l'on veut à la fois que les
objectifs soient atteints et qu'il y ait un véritable changement des
mentalités.
Votre collègue Mme Van den Bossche m'avait dit en commission de
l'Environnement que la Commission nationale Climat serait effective
dans un cadre légal au 15 novembre. Or, nous sommes le 5
10.01 Catherine Doyen-Fonck
(cdH): Ik moet vaststellen dat
België een slechte leerling is wat
de vermindering van de uitstoot
van broeikasgassen betreft. De
uitstoot neemt integendeel net
toe, met 15%. Er moet dringend
werk gemaakt worden van het
halen van de doelstellingen, en
van een mentaliteitswijziging. Uw
collega Freya Van den Bossche
heeft laten weten dat de Nationale
Klimaatcommissie per 15
november operationeel zou zijn.
We zijn vandaag 4 december, en
de commissie is nog altijd maar
een officieus orgaan. Er moet
dringend een globaal plan worden
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
décembre et cette commission est toujours officieuse. Elle parle des
problématiques, des constats et ergote sur les répartitions entre les
Régions et, malheureusement, il y a une certaine inertie. Il est
vraiment urgent que cette Commission Climat soit véritablement et
officiellement installée.
Par ailleurs, il est également urgent d'avoir un plan précis, global, qui
tienne compte, avec des deadlines bien établies, de tous les impacts
importants; la série de mesurettes proposées récemment comme,
par exemple, celle concernant l'isolation n'est pas suffisante.
Madame la ministre, je voudrais savoir où en est le gouvernement
par rapport aux engagements qu'il a pris.
aangenomen, en we moeten
afstappen van halfslachtige
maatregeltjes. In hoeverre komt
de regering de aangegane
verbintenissen intussen al na?
10.02 Kathleen Van Brempt, secrétaire d'Etat: Chère collègue, il
est vrai que si l'on regarde les projections de nos émissions de gaz à
effets de serre pour la période 2008-2012, on constate que la
Belgique, malheureusement, connaît une augmentation considérable,
mais de là à dire que nous sommes un des plus mauvais élèves,
c'est excessif.
La Belgique n'a pas connu de changement structurel de ses
industries ces dernières décennies, comme c'est le cas pour le
Royaume-Uni, le Luxembourg et l'Allemagne. Ces pays ont
considérablement réduit leurs émissions grâce à des réformes
structurelles qui n'ont rien à voir avec une politique de changement
climatique spécifique.
En fait, la Belgique est un élève moyen, ce qui n'empêche pas que si
nous voulons faire partie du groupe des meilleurs élèves, nous
devrons faire tout notre possible lorsqu'il s'agira d'implémenter les
mesures additionnelles. C'est pour cette raison que les travaux qui
nous attendent dans la Commission nationale Climat sont tellement
importants. La Belgique a un besoin urgent d'un cadre de mesures
additionnelles pour pouvoir réduire ses émissions dans le futur.
Monsieur le président, chers collègues, Mme la ministre Van den
Bossche désire changer cette situation au plus vite et entamer la
discussion fondamentale en Commission nationale Climat, qui sera
installée lundi prochain.
10.02 Staatssecretaris Kathleen
Van Brempt: De uitstoot van
broeikasgassen neemt inderdaad
toe in België, maar ons land is
geen slechte leerling. In
tegenstelling tot België hebben
landen als Duitsland en Groot-
Brittannië hun industrie structureel
gereorganiseerd, zonder daarom
een specifiek klimaatbeleid te
voeren. België bengelt niet
achteraan, maar behoort tot de
middenmoot. De Nationale
Klimaatcommissie heeft
belangrijke werkzaamheden in de
steigers gezet. Er moet dringend
een kader van bijkomende
maatregelen worden uitgewerkt.
De minister wil hier verandering in
brengen. De Nationale
Klimaatcommissie wordt
aanstaande maandag ingesteld.
10.03 Catherine Doyen-Fonck (cdH): Monsieur le président, je
tiens à remercier Mme la secrétaire d'Etat d'avoir accepté de
remplacer sa collègue. Je suis très heureuse d'apprendre que la
Commission nationale Climat sera mise sur pied lundi prochain. Voilà
une information claire et précise.
Madame la secrétaire d'Etat, vous avez dit que nous étions un élève
moyen. Non! Je suis désolée, mais nous sommes un mauvais élève.
Permettez-moi, monsieur le président, de lire les chiffres. Nous nous
situons entre le Danemark, l'Espagne, l'Irlande et l'Autriche, mais
nous sommes bien haut, entre 25 et 30% par rapport aux promesses
qui avaient été faites. Sur cette base, nous pouvons
malheureusement dire que nous sommes un très mauvais élève.
Par ailleurs, Mme la ministre Van den Bossche se réjouit presque du
mauvais bulletin de la Belgique car cela lui permettra de mettre la
10.03 Catherine Doyen-Fonck
(cdH): Dat is uitstekend nieuws. Ik
blijf België echter bestempelen als
een slechte leerling omdat het 25
tot 30% meer uitstoot dan was
beloofd. Verheugt dat slecht
rapport mevrouw de minister niet
omdat het haar in staat stelt druk
uit te oefenen?
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
pression. Cela sous-entend-il que Mme la ministre n'a pas autorité
pour faire entendre nos exigences?
En tout cas, je me réjouis de la mise sur pied de la Commission
nationale Climat et je m'assurerai que ce sera effectivement le cas la
semaine prochaine.
Pour terminer, monsieur le président, je voudrais faire une dernière
remarque. Si nous commençons aujourd'hui à nous activer, nous
allons devoir faire tous les deux ans ce que nous aurions dû et pu
faire en dix ans.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Incident de procédure
Procedure-incident
10.04 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, we hebben
een heel eigenaardig scenario meegemaakt. Om 13.50 uur wordt
mevrouw Van der Auwera die een vraag heeft ingediend, gericht aan
mevrouw Simonis, staatssecretaris voor het Gezin, opgebeld door
een lid van het kabinet met de mededeling dat mevrouw de minister
de vraag niet goed kan lezen. Ik ga ervan uit dat mevrouw Simonis
kan lezen en schrijven. Na vijfentwintig minuten wordt in datzelfde
telefoongesprek terloops vermeld dat de minister niet aanwezig kan
zijn. Ik heb de lijst van de verhinderingen gecheckt. Mevrouw
Simonis was niet verhinderd.
Mijnheer de voorzitter, u bent me een uitleg verschuldigd. Waarom
kan mevrouw Simonis niet aanwezig zijn in het halfrond. Het kan
absoluut niet door de beugel dat ministers die niet vooraf hebben
gemeld dat ze verhinderd zijn, niet komen opdagen om te
antwoorden op vragen.
Mijnheer de voorzitter, het Parlement heeft een probleem met de af-
en aanwezigheid van ministers. Gisteren waren de eerste minister en
de minister van Landsverdediging onaangekondigd aanwezig. In de
stijl van een Spaanse junta, Milas Delbos, Tejero en anderen
indachtig, hebben zij, in uw Parlement, de Internationale Zaal
ingepalmd om een uitleg te geven die niet passend was. Dat is het
probleem van de aanwezigheid die niet aangekondigd is. Vandaag
worden we geconfronteerd met de onaangekondigde afwezigheid. Dit
kan niet door de beugel!
Mijnheer de voorzitter, u zou hemel en aarde bewegen om uw
Parlement in de spotlights te brengen, maar ik stel vast dat minister
Simonis onaangekondigd afwezig is. Daartegen teken ik formeel
protest aan.
10.04 Pieter De Crem (CD&V):
Pourquoi la secrétaire d'Etat
Simonis n'est-elle pas présente au
Parlement pour répondre à une
question de Mme Van der
Auwera? L'absence d'un ministre
n'ayant pas fait savoir à l'avance
qu'il avait un empêchement est
inadmissible. Je proteste
formellement contre ce genre de
comportement.
De voorzitter: Mijnheer De Crem, u kent de regels terzake.
Minister Vande Lanotte heeft vanmorgen telefonisch gemeld dat hij
ziek is en zich niet kan verplaatsen.
Indien een minister niet als afwezig is aangeduid op de lijst die wij
regelmatig aanvullen, dan moet hij of zij aanwezig zijn in het
Parlement.
Le président: Lorsqu'un ministre
n'a pas averti de son absence, le
ministre - ou le secrétaire d'Etat -
doit se rendre au Parlement, sauf
circonstances exceptionnelles. Je
partage l'avis de M. De Crem et je
propose que Mme Van der
Auwera patiente jusqu'à l'arrivée
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Indien een speciale commissievergadering plaatsheeft, wachten we
tot de minister beschikbaar is. Dit was het geval voor mevrouw
Moerman.
Op mijn vraag waarom minister Simonis thans niet aanwezig is in dit
halfrond kreeg ik geen afdoend antwoord. Bijgevolg ga ik ervan uit
dat zij aanwezig zou moeten zijn. Ik treed uw standpunt terzake bij,
mijnheer De Crem. Het kan niet door de beugel dat ministers die
aanwezig kunnen zijn, afwezig blijven.
de la secrétaire d'Etat. Si celle-ci
devait ne pas nous rejoindre, je
suggère que Mme Van der
Auwera ne pose pas sa question.
10.05 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, vorder
mevrouw Simonis.
10.05 Pieter De Crem (CD&V):
Le président requiert-il la
présence la ministre compétente?
De voorzitter: Mijnheer De Crem, er zijn twee mogelijkheden. Ik kan
mevrouw Van der Auwera verzoeken nog een beetje geduld te
oefenen omdat ik niet alles tegelijk kan doen. Indien mevrouw
Simonis nog kan aanwezig zijn, zal ik op dat ogenblik de
besprekingen onderbreken om mevrouw Van der Auwera toe te laten
haar vraag te stellen. Dat gebeurt wel eens meer. Indien dit niet kan,
stel ik voor dat mevrouw Van der Auwera haar vraag niet stelt.
Ik kan mevrouw Simonis moeilijk naar hier slepen.
Le président: Non. Je lui
demande de se rendre au
Parlement.
10.06 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dit is een
procedure-incident. Ik wens van u te vernemen of u mevrouw
Simonis vordert of niet? Vordert u al dan niet de bevoegde minister
in het Parlement?
De voorzitter: Ik vraag haar naar het Parlement te komen. Is dat duidelijk?
10.07 Pieter De Crem (CD&V): Dank u, mijnheer de voorzitter.
Questions (continuation)
Vragen (voortzetting)
11 Question de Mme Karine Lalieux à la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la politique scientifique sur "la position de la Belgique sur le mandat de la
Commission européenne à l'OMC" (n° P109)
11 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het Belgische standpunt over het mandaat van de Europese
commissie bij de WHO" (nr. P109)
11.01 Karine Lalieux (PS): Madame la ministre, mardi, vous avez
participé à un Conseil européen informel où étaient réunis les
ministres du Commerce extérieur des Quinze et même des Vingt-
cinq.
Une fois de plus, je prends mes informations dans la presse puisqu'il
n'y a pas eu de discussion sur ces questions en commission. A la
lecture de la presse, il semble que le commissaire Lamy ait fait une
communication sur la stratégie européenne par rapport à l'OMC. Il a
rappelé trois éléments: d'abord, il a signifié son attachement au
multilatéralisme; ensuite, plus inquiétant, il a montré sa conviction
sur la nécessité d'avancer, en comité restreint, avec les pays
11.01 Karine Lalieux (PS):
Vorige dinsdag nam u deel aan
een informele Europese Raad,
waar de ministers van
Buitenlandse Handel van de
vijftien, en zelfs van de
vijfentwintig lidstaten aanwezig
waren. Volgens de pers zou
commissaris Lamy een
mededeling hebben gedaan over
de Europese strategie met
betrekking tot de WHO. Hij
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
acceptant de négocier à propos des sujets de Singapour; enfin, il a
demandé davantage de flexibilité pour négocier au sein de l'OMC,
mais pas une réelle renégociation de son mandat.
Je voudrais juste rappeler que son mandat lui a été attribué en 1999.
Depuis lors, beaucoup d'eau a coulé sous les ponts: il y a eu Doha et
les priorités au développement, il y a eu les négociations AGCS avec
le danger pour nos services publics, il y a eu Cancun et son échec; il
y a également eu les quatre sujets de Singapour.
Quelques questions, madame la ministre: avez-vous soutenu sans
nuance le commissaire Lamy et les propositions de la Commission
lors de ce Conseil informel? Avez-vous plaidé pour la redéfinition des
priorités dans l'agenda européen de l'OMC? Avez-vous plaidé pour
essayer de régler en urgence les questions de développement?
Dans la presse, vous rappelez aussi votre attachement au
multilatéralisme, mais vous êtes décidée à foncer sur un thème
évoqué à Singapour avec des pays acceptant d'avancer en notre
compagnie. Je vous pose une question directe: plaidez-vous pour
des coopérations renforcées sur les thèmes de Singapour?
Pour terminer, avez-vous demandé un approfondissement du
dialogue avec les pays du Sud, en particulier avec les pays ACP?
bevestigde zijn gehechtheid aan
het multilateralisme. Hij kondigde
aan dat er een akkoord zou
bestaan om in een beperkt comité
verder te gaan met die landen die
de thema's van Singapore
concreet vorm willen geven. Hij
vroeg meer flexibiliteit in de
uitvoering van zijn mandaat op
het stuk van de onderhandelingen
met de WHO.
Welnu, dit mandaat werd in 1999
verleend. Sindsdien is er al heel
wat water door de Rijn gestroomd.
Hebt u ervoor gepleit dat er in de
Europese agenda over de WHO
prioriteiten zouden worden
vastgelegd? Volgens de pers zou
u bereid zijn om de in Singapore
behandelde thema's aan te
pakken. Bent u voorstander van
een versterkte samenwerking in
verband met deze thema's? Hebt
u erop aangedrongen dat de
dialoog met het Zuiden zou
worden verdiept?
11.02 Fientje Moerman, ministre: Comme vous le dites, madame
Lalieux, le Conseil informel des ministres du Commerce extérieur de
l'Union européenne a eu lieu le 2 décembre ici à Bruxelles. J'y ai
participé pour la Belgique et j'avais déjà promis en commission des
Affaires étrangères d'y revenir après la tenue du Conseil formel
Affaires générales qui a lieu la semaine prochaine, pour en faire le
compte rendu. Vous anticipez sur mon programme avec votre
question. Il n'empêche que c'est une question très importante qui a
été discutée.
Tout d'abord, la communication de la Commission telle qu'elle a été
présentée par le commissaire Lamy a été rendue publique. Vous la
trouverez certainement sur internet. Le document fait une très bonne
analyse de l'échec de Cancun, c'était le consensus général. J'ai
également dit que nous soutenions, comme les 24 autres pays - les
futurs Etats membres étaient également présents - l'approche
générale de la Commission en la matière.
Vous demandez si mon soutien a été sans nuance. J'ai fait ajouter
que je soutenais l'approche générale de la Commission. Pourquoi
l'approche générale? Parce que depuis 1999, date à laquelle le
mandat a été dévolu à la Commission, il y a eu Doha, l'échec de
Cancun et toutes les évolutions dans le monde concernant le
développement.
Cela dit, la préparation de ce Conseil informel a eu lieu selon les
procédures normales, incluant notamment des préparations
techniques. Pour les spécialistes, ce sont les comités 113 et P11. En
outre, les positions soutenues et défendues ainsi que les accents des
uns et des autres ont été repris dans mon intervention. J'ai insisté
11.02
Minister
Fientje
Moerman: De mededeling van
commissaris Lamy is een
openbare verklaring. Ze staat op
het internet. Het document maakt
een uitstekende analyse van de
mislukking van Cancun. Ik heb
gezegd dat we ter zake de
algemene benadering van de
Commissie volgen. Ik benadruk
de term "algemeen". De nuance
vindt haar oorsprong in alles wat
er sinds 1999 is gebeurd. Deze
informele raad werd volgens de
gebruikelijke procedures
voorbereid. Ik heb de standpunten
van alle partijen vertolkt, nl. de
opzet om nog meer de nadruk te
leggen op de dialoog met de
ontwikkelingslanden. Inzake
Singapore heb ik gesteld dat wij
met onze open economie die
grotendeels beheerst wordt door
de KMO's het meeste belang
hechten aan de bevordering van
de handel.
Verder heb ik aangestipt dat wij
voorstanders zijn van een
multilaterale benadering. Ik meen
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
pour que l'on insiste davantage sur l'importance du dialogue avec les
pays en voie de développement, notamment les plus pauvres d'entre
eux.
Une grande discussion est intervenue au sujet des quatre thèmes dits
de Singapour. J'ai indiqué que, pour notre pays, en tant qu'économie
ouverte presque totalement dominée par les PME, la facilitation du
commerce, "trade facilitation", représente le point le plus important.
Par ailleurs, j'ai défendu l'approche multilatérale, et non la
coopération renforcée - vous faites une comparaison avec ce
mécanisme de l'Union européenne - qui était une option de la
Commission. J'ai dit préférer l'option multilatérale en cette matière.
Vous demandez si j'ai insisté sur l'approfondissement des dialogues.
Oui, bien entendu. J'ai aussi ajouté une réflexion personnelle que je
tiens à rappeler ici. En notre qualité d'Union, nous ne parvenons pas
à faire passer suffisamment le message qu'en juin de cette année,
notre politique agricole commune a été profondément réformée.
Cette réforme est tellement profonde qu'elle est totalement différente
de ce qui existait auparavant et est moins nuisible pour les intérêts
des pays en voie de développement. J'ai suggéré que la Commission
consente des efforts supplémentaires pour faire passer ce message
dans le reste du monde.
dat men op het niveau van de
Unie er niet in slaagt om
voldoende duidelijk te maken dat
we het gemeenschappelijk
landbouwbeleid grondig hebben
hervormd. Dit beleid berokkent de
belangen van
de
ontwikkelingslanden voortaan
minder schade.
11.03 Karine Lalieux (PS): Madame la ministre, je vous remercie
pour cette réponse détaillée. Dès que je le pourrai, je viendrai vous
écouter en commission des Affaires étrangères mais on ne peut pas
être partout en même temps. Si la commission continue dans cette
direction, il n'y aura pas de prise en compte des intérêts et d'un
rééquilibrage au niveau mondial et on continuera dans la voie d'une
mondialisation débridée. Je suppose que nous aurons bientôt une
discussion approfondie sur cette question dans cette assemblée.
11.03 Karine Lalieux (PS): Als
de Commissie zo doorgaat, komt
er geen herstel van het evenwicht
op wereldschaal en zullen wij op
een mondialisering van de
ontwikkelingslanden blijven
afstevenen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Zoé Genot au ministre de la Coopération au développement sur "le
financement de Fedasil par le budget de la coopération" (n° P108)
12 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
financiering van Fedasil via de begroting van ontwikkelingssamenwerking" (nr. P108)
(La réponse sera fournie par la ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid)
12.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, nous sommes
nombreux à nous inquiéter de la tendance au tripatouillage dans les
budgets de la Coopération au développement. Ce budget baisse déjà
de manière apparente comme celui des ONG. En outre, nous
constatons une tendance de plus en plus forte vers une coopération
qui nous rapporte, une coopération un peu égoïste. M. Dewael a très
clairement parlé de conditionner la coopération au développement au
fait que les pays acceptent le retour de leurs ressortissants. Nous
constatons aussi que le budget de la Coopération est confondu avec
celui de l'accueil des réfugiés. En effet, dans le cadre de ce budget
12.01 Zoé Genot (ECOLO): Het
gemorrel aan de begroting
Ontwikkelingssamenwerking leidt
tot heel wat ongerustheid. Een
ontwikkelingssamenwerking die
zout in het laatje brengt, wordt
meer en meer de trend. De
begroting 2003 trekt 70 miljoen uit
voor de opvang van asielzoekers
tijdens het eerste jaar van hun
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
2003, le Conseil des ministres d'octobre a décidé d'accorder 70
millions pour le séjour des demandeurs d'asile au cours de la
première année de leur séjour. Ces 70 millions qui sont actuellement
inscrits dans le budget de la Coopération "viennent" du budget
Intégration.
La Cour des comptes elle-même ne comprend pas quelle
circonstance exceptionnelle ou quelle urgence justifierait ce type de
manoeuvre. Qui plus est, on constate la disparition simultanée d'une
autre ligne budgétaire de la Coopération de 74 millions. On
m'annonce qu'elle sera payée en janvier. C'est une pratique assez
bizarre. S'agit-il de la somme prévue pour l'affiliation à l'Association
internationale de développement, qui disparaît du budget 2003 et est
utilisée pour financer l'accueil des demandeurs d'asile? N'est-ce pas
le cas? Je ne comprends pas et la Cour des comptes elle-même
émet des remarques sur la façon dont ce budget d'accueil des
demandeurs se retrouve en Coopération au développement.
verblijf in België. Dat geld komt
van de begroting Integratie en
wordt opgenomen in de begroting
Ontwikkelingssamenwerking, wat
geen genade vindt in de ogen van
het Rekenhof. Parallel verdwijnt
merkwaardig genoeg in de
begroting
Ontwikkelingssamenwerking een
begrotingslijn van 74 miljoen.
12.02 Fientje Moerman, ministre: Monsieur le président, grâce à
Mme Genot, j'ai appris un nouveau mot aujourd'hui, "tripatouillage",
qui m'était inconnu jusqu'ici!
En réponse à votre question, loco mon collègue M. Verwilghen, la
raison principale d'avoir accepté cette délibération au Conseil des
ministres était la libéralisation de moyens afin de financer des
activités à déployer en Irak et un financement pour le Fonds
européen de développement.
Cette délibération est comprise dans le troisième feuilleton
d'ajustement du budget général des dépenses 2003 qui sera débattu
en commission Finances et Budget mardi prochain.
12.02 Minister Fientje Moerman:
De hoofdreden is dat wij middelen
willen losmaken om activiteiten in
Irak evenals het Europees
ontwikkelingsfonds te financieren.
12.03 Zoé Genot (ECOLO): Madame la ministre, si je vous
comprends bien, la Cour des comptes ne remet pas en cause les
dépenses pour l'Irak ou le Fonds européen de développement, mais
elle remet en cause clairement le budget de 70 millions qui est stricto
sensu destiné à l'accueil des demandeurs d'asile et qui n'a rien à
faire dans ce budget de coopération.
12.03 Zoé Genot (ECOLO): Het
Rekenhof stelt de begroting van
70 miljoen ter discussie. Dat geld
komt overeen met het budget voor
de asielzoekers en heeft niets uit
te staan met de begroting voor
Ontwikkelingssamenwerking.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Mevrouw Van der Auwera, ik heb mevrouw Simonis laten oproepen. Zodra zij aanwezig is
en ik een moment heb tussen twee wetsontwerpen of voorstellen zal ik u het woord geven.
Ik heb genoteerd dat het amendement waarover de heer Borginon het daarstraks had namens de
commissie voor Justitie afgehandeld is. Ik zal straks het woord verlenen voor het mondeling verslag. Dat
is blijkbaar goedgekeurd. Ik zal nog even wachten. Het amendement moet nog rondgedeeld worden.
Ontwerpen en voorstellen
Projets et propositions
13 Projet de loi modifiant l'article 627, 6°, du Code judiciaire (303/1-2)
13 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 627, 6°, van het Gerechtelijk Wetboek (303/1-2)
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
13.01 Melchior Wathelet, rapporteur: Monsieur le président, je me
réfère à mon rapport écrit.
13.01 Melchior Wathelet ,
rapporteur: Ik verwijs naar mijn
schriftelijke verslag.
Le président:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (303/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bepreking. (Rgt 85, 4) (303/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
14 Projet de loi portant assentiment au Traité entre le Royaume de Belgique, le Royaume de
Danemark, la République fédérale d'Allemagne, la République hellénique, le Royaume d'Espagne,
la République française, l'Irlande, la République italienne, le Grand-Duché de Luxembourg, le
Royaume des Pays-Bas, la République d'Autriche, la République portugaise, la République de
Finlande, le Royaume de Suède, le Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande du Nord (Etats
membres de l'Union européenne) et la République tchèque, la République d'Estonie, la République
de Chypre, la République de Lettonie, la République de Lituanie, la République de Hongrie, la
République de Malte, la République de Pologne, la République de Slovénie, la République
slovaque relatif à l'adhésion de la République tchèque, de la République d'Estonie, de la
République de Chypre, de la République de Lettonie, de la République de Lituanie, de la
République de Hongrie, de la République de Malte, de la République de Pologne, de la République
de Slovénie et de la République slovaque à l'Union européenne, et à l'Acte final, faits à Athènes le
16 avril 2003 (336/1-2)
14 Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België, het
Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk
Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg,
het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek
Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
(lidstaten van de Europese Unie) en de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek
Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek betreffende de
toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de
Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de
Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, en met
de Slotakte, gedaan te Athene op 16 april 2003 (336/1-2)
(Transmis par le Sénat / Overgezonden door de Senaat)
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
14.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mag ik eerst
een vraag stellen over een zaak die we hebben afgesproken in de
Conferentie van voorzitters? U ging een ontwerp van agenda voor
volgende week laten circuleren.
De voorzitter: Dat doe ik op het einde, zoals altijd.
14.02 Pieter De Crem (CD&V): Ik zou graag hebben dat u de
agenda zou bedelen wanneer u klaar bent met het drukken ervan.
Ten tweede. Ik stel vast dat we een bijzonder belangrijke bespreking
aanvatten: de uitbreiding van de Unie. Ik stel vast dat er geen
regeringslid is dat op een of andere manier een bevoegdheid heeft
over Buitenlandse Zaken en dat bij deze bijzonder belangrijke
bespreking aanwezig is.
De minister van Buitenlandse Zaken is verontschuldigd wegens
verblijf in het buitenland, dat weet ik. Er zijn nog een aantal andere
mensen. De eerste minister kan er ook niet zijn. Er is in dit land nog
altijd een staatssecretaris, ondertussen gepromoveerd tot
staatssecretaris met rang van minister, de heer Simonet. Ik kan mij
niet inbeelden dat in om het even welk ander parlement van de oude
landen van de Unie dan wel van toetredende landen deze belangrijke
bespreking zou doorgaan zonder dat een lid van de regering dat zelfs
van ver een bevoegdheid heeft, deze bespreking zou meemaken. Ik
had graag uw mening daarover gekend en ook die van de
fractieleiders van de meerderheid.
14.02 Pieter De Crem (CD&V):
Me référant à l'accord passé en
conférence des présidents, je
demande de faire distribuer le
projet d'ordre du jour pour la
semaine prochaine dès qu'il sera
imprimé.
L'élargissement de l'Union est un
thème important. Si le premier
ministre et le ministre des Affaires
étrangères sont empêchés,
j'estime que M. Simonet, à tout le
moins, devrait être présent. Il est
inconcevable que nous débattions
sans la présence d'un membre du
gouvernement. Le président
partage-t-il cette opinion?
De voorzitter: Ik deel uw mening en ik deel ze zo sterk dat mijnheer
Michel hier binnen enkele minuten zal zijn. Hij is op een NAVO-
vergadering in Evere en men meldt mij dat hij deze pas verlaten
heeft. De agenda is wat vlugger gegaan dan verwacht.
Mijnheer Michel zal hier zijn. Mijnheer de eerste minister is, zoals u
weet, in Finland. Ik heb hier dus de vice-eerste minister, mevrouw
Onkelinx. De vice-premier Louis Michel zal hier ook aanwezig zijn.
Zoals u weet en naar goede traditie moet de regering niet aanwezig
zijn bij de verslaggeving die een parlementaire activiteit is. Ik heb
verslag laten geven door Herman Van Rompuy, maar ik ga met u
akkoord: ik zal er over waken dat Louis Michel hier is als wij het
debat beginnen.
Le président: Absolument. Le
ministre Louis Michel sera là dans
quelques minutes. Il vient de
quitter une réunion à l'Otan à
Evere. Le premier ministre se
trouve en Finlande. La vice-
première ministre Laurette
Onkelinx est présente. Je propose
que M. Van Rompuy présente
déjà le rapport et que nous
débattions lorsque le ministre
Louis Michel sera arrivé.
14.03 Pieter De Crem (CD&V): Voorzitter, over deze bijzonder 14.03 Pieter De Crem (CD&V):
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
belangrijke bespreking stel ik voor dat wij de bespreking en zelfs de
verslaggeving aanvatten op het moment dat de bevoegde minister
hier is.
Ce thème revêt à mes yeux une
telle importance que j'estime qu'il
ne faudrait pas commencer la
lecture du rapport avant l'arrivée
de M. Michel!
De voorzitter: Dat is niet nieuw. Ik wil ook zeggen, zonder de zaken
te vermengen, dat we reeds gisteren zowel in de Commissie voor
advies in Europese aangelegenheden als in de Commissie voor
Buitenlandse Zaken, weliswaar op een ander vlak, een eerste
interessant debat in commissieverband hebben gehad. U was daar
trouwens de eerste spreker. Ik persoonlijk was verheugd over wat
gisteren is gebeurd.
Nu zijn er twee mogelijkheden. Ofwel zegt u dat u niet wilt dat
mijnheer Van Rompuy zijn verslag brengt zo lang mijnheer Michel
hier niet is. Dat kan, parlementair. Dat is niet nieuw. Men mag
verslag laten uitbrengen door een verslaggever, zelfs als de regering
hier niet zou zijn. Ik wil wel een ander onderwerp behandelen om de
zaken te laten verlopen zoals u het wenst. Ik heb daar geen
probleem mee. Ik moet alleen maar het tijdstip afwachten waarop de
vice-premier hier kan zijn na zijn aanwezigheid te Brussel op de
NAVO. Als u dat vindt, zal ik een ander onderwerp behandelen en
wacht ik een beetje. Ik heb daar geen probleem mee.
Le président: Comme bon vous
semble. Alors nous allons entamer
l'examen d'un autre point de
l'ordre du jour.
14.04 Pieter De Crem (CD&V): Voorzitter, gezien het belang van
deze aangelegenheid zou ik dat willen.
De voorzitter: Dat is goed. We zullen de dagorde dan een beetje moeten omkeren.
15 Proposition de loi modifiant la loi du 22 mars 1995 instaurant des médiateurs fédéraux (502/1-2)
15 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 22 maart 1995 tot instelling van federale
ombudsmannen (502/1-2)
(Déposée par / Ingediend door: Willy Cortois, André Frédéric Sans rapport / Zonder verslag)
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
15.01 Raymond Langendries (cdH): Monsieur le président, je ne
serai pas très long.
La règle demande que les amendements déposés en séance
publique le soient pendant le débat et pas pendant la discussion des
amendements. Je vais donc profiter de ce débat pour déposer un
amendement. Que je commenterai au moment voulu.
15.01 Raymond Langendries
(cdH): Ik wil alleen maar een
amendement indienen staande de
vergadering, conform het
Reglement.
Le président: Je reçois donc un amendement signé par MM. Arens,
Langendries et Mme Gerkens.
De voorzitter: Ik heb dus twee
amendementen ontvangen, een
van de heer Langendries en een
van mevrouw Gerkens.
15.02 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, chers collègues, cette proposition sur les médiateurs
15.02 Jacqueline Galant (MR):
Dit voorstel met betrekking tot de
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
fédéraux, ou plutôt l'initiative identique qui l'a précédée, a connu un
cheminement parlementaire pour le moins chaotique. Modifiée à
plusieurs reprises par le Sénat, elle n'avait pu aboutir à la fin de la
cinquantième législature.
Je ne m'attarderai pas sur le fond des divergences constatées entre
les deux assemblées. On sait que la Chambre voulait un examen
ouvert à tous et que le Sénat était davantage partisan d'un système
d'évaluation des médiateurs en place. Nous avons discuté
longuement de ces questions, peu avant la dernière dissolution des
Chambres. Les deux thèses ont leurs mérites et leurs défauts. Un
consensus s'est porté à nouveau sur l'option Chambre. Nous la
soutenons, d'autant que le problème est pressant. Dans l'attente de
notre décision, le mandat des deux médiateurs fédéraux a, en effet,
été artificiellement prolongé. Cela a trop duré et il faut aujourd'hui
trancher.
Sur la forme, les choses ont donc été un peu compliquées et cela ne
s'est pas arrangé en ce début de législature. On s'était entendu au
sein d'un groupe de travail pour relever le précédent projet de
caducité et le voter au plus vite, vote qui aurait mis un terme définitif
à la problématique. Pour une raison qui nous échappe un peu, il faut
le reconnaître, deux partis de la majorité ont décidé d'accélérer
encore les choses en déposant une nouvelle proposition de loi qui
reprend fidèlement le texte relevé de caducité. Nous avons voté
cette proposition en commission, mais nous craignons qu'elle soit à
nouveau évoquée par le Sénat.
A notre estime, la voie du projet initial aurait été la plus sage. Certes,
il convenait d'attendre la publication au Moniteur belge de la loi
relevant ce projet de caducité avant d'entamer nos travaux, mais
nous aurions été certains qu'il s'agissait-là du dernier examen en la
matière. Nous verrons ce qu'il adviendra dans les semaines qui
viennent.
Je voudrais ajouter un dernier mot sur la procédure précise de
l'examen. Cette procédure reste à imaginer. Elle n'est pas fixée dans
la loi. Nous veillerons à ce qu'elle présente des garanties en termes
d'objectivité et de transparence.
federale ombudsmannen maakte
al heel wat omzwervingen. Kamer
en Senaat brachten terzake
uiteenlopende adviezen uit. De
Kamer wilde een examen dat voor
iedereen zou openstaan, de
Senaat verkoos een
evaluatiesysteem van de
dienstdoende ombudsmannen.
Binnen de werkgroep werd een
akkoord bereikt. Om onduidelijke
redenen dienden twee
meerderheidspartijen, om de
zaken sneller te doen gaan, een
nieuw wetsvoorstel in, dat een
getrouwe weergave is van de van
verval ontheven tekst. Het
voorstel werd in commissie
goedgekeurd, maar we vrezen dat
het opnieuw door de Senaat zal
worden geëvoceerd. Ik ben van
oordeel dat het voorzichtiger was
geweest te werken op basis van
het bestaande ontwerp en te
wachten tot de wet waarbij het
ontwerp van verval ontheven
wordt in het Belgisch Staatsblad
was gepubliceerd, om onze
werkzaamheden aan te vatten. In
dat geval hadden we de zekerheid
dat we ons voor de laatste keer
over die tekst bogen.
De examenprocedure is niet nader
omschreven. Er is in elk geval
nood aan waarborgen inzake
objectiviteit en transparantie.
Le président:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (502/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bepreking. (Rgt 85, 4) (502/1)
Le projet de loi compte 5 articles.
Het wetsontwerp telt 5 artikelen.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Amendements déposés:
Ingediende amendementen:
Art. 2
- 1: Josy Arens, Raymond Langendries, Muriel Gerkens (502/2)
- 2: Muriel Gerkens, Raymond Langendries (502/2)
15.03 Raymond Langendries (cdH): Monsieur le président, cet
amendement vise à retrouver une logique présente maintenant dans
le système Copernic, dans les hautes sphères des fonctionnaires de
l'Etat, c'est-à-dire à la fois donner un mandat de six ans,
renouvelable une fois, pour les médiateurs fédéraux, mais aussi
donner l'occasion au médiateur fédéral d'être évalué à l'occasion de
la fin de son premier mandat.
Il y va de la logique d'avoir l'occasion d'évaluer des fonctionnaires
qui occupent une très haute responsabilité au sein de l'Etat, de l'Etat
fédéral en particulier. Si cette évaluation est négative, il sera alors
possible de procéder à un appel aux candidats et, par voie d'examen,
de permettre d'en nommer d'autres.
Dans la pure logique de Copernic, de ce qui a été fait depuis
longtemps, puis-je m'étonner aussi de la manière dont s'est déroulé
l'examen de la proposition de loi au sein de la commission de
l'Intérieur?
15.03 Raymond Langendries
(cdH): We moeten terugkeren
naar de principes van de
Copernicushervorming. Wat we
voorstellen is een eenmalig
verlengbaar mandaat van zes jaar
en een mogelijkheid tot evaluatie
op het einde van het eerste
mandaat. Het is logisch dat de
topambtenaren die een grote
verantwoordelijkheid dragen
geëvalueerd worden. Bij een
negatieve evaluatie zal men alle
mogelijke kandidaten kunnen
oproepen.
Ik spreek bovendien mijn
verbazing uit over de wijze
waarop het wetsontwerp in de
commissie Binnenlandse Zaken
werd besproken.
15.04 Muriel Gerkens (ECOLO): Effectivement, comme l'a dit Mme
Galant tout à l'heure, les discussions ont été longues et âpres,
caractérisées par de longs allers et retours, le conflit portant sur
l'opportunité d'ouverture à d'autres candidatures en cas d'évaluation
en fin de premier mandat. Je m'aperçois que ce débat est toujours
aussi vif maintenant et qu'il prend selon moi des connotations allant
à l'encontre du respect de l'institution des médiateurs, du respect de
l'indépendance de leur fonction. Au moyen de mon amendement, je
voudrais ouvrir une autre voie, proposer une alternative dont nous
n'avons pas encore discuté. C'est une pratique usuelle dans d'autres
États européens et qui consiste à n'autoriser qu'un mandat aux
médiateurs fédéraux. Six ans, c'est trop peu pour un mandat vu la
complexité de la tâche et la complexité du réseau de travail qu'il faut
mettre en place. Je propose donc un mandat unique de huit ans suite
à quoi on nomme un nouveau médiateur pour prendre la relève. Ceci
peut renforcer l'indépendance du médiateur et empêcher des
querelles ou des discussions qui sont parfois plus politiciennes que
respectueuses de l'institution et de ses fonctions.
15.04 Muriel Gerkens (ECOLO):
Zoals mevrouw Galant reeds heeft
gesteld, sleepten de besprekingen
lang aan. Er bestaat een
meningsverschil over het al dan
niet openstellen van het mandaat
voor andere kandidaten. Het
debat is nog altijd even levendig
en krijgt een bijklank die van
weinig eerbied voor de
onafhankelijkheid van de
ombudsman getuigt. In andere
Europese lidstaten kan een
ombudsman slecht eenmalig het
mandaat opnemen. Zes jaar is
een erg korte periode. Er kan
gedacht worden aan een mandaat
van acht jaar. Dit zou de
onafhankelijkheid van de
ombudsman versterken en
discussies voorkomen die eerder
zijn ingegeven door politieke
overwegingen dan dat zij blijk
geven van eerbied voor de
instelling.
Le président: Je crois que votre amendement est un peu plus radical
que celui de M. Langendries car vous voulez prolonger de 6 à 8 ans
De
voorzitter: Vermits het
amendement van mevrouw
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
alors que M. Langendries prévoit une nouvelle procédure. Je mettrai
donc votre amendement au vote en premier lieu avant celui de M.
Langendries.
Gerkens fundamenteler is, wordt
het eerst behandeld.
Le vote sur les amendements et l'article est réservé.
De stemming over de amendementen en het artikel wordt aangehouden.
Les articles 1, 3 à 5 sont adoptés article par article.
De artikelen 1, 3 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et l'article réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en artikel
en over het geheel zal later plaatsvinden.
Je vais avoir un petit problème. Je suis en train de me reseigner auprès de Mme Onkelinx pour savoir
quand le ministre Michel pourrait nous rejoindre.
Mevrouw Van der Auwera, mevrouw Simonis komt naar de Kamer, maar ik weet niet precies wanneer.
Op een half uur na kan ik het niet zeggen.
15.05 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): (...)
De voorzitter: Wat zegt u? Uw fortuin komt nog.
(...): (...)
De voorzitter: Als ik u kan helpen dan zegt u het maar.
Bon, je vais voir quand le ministre Michel sera là.
Je me renseigne sur le moment de son arrivée pour savoir quel sort réserver à la discussion. Mme
Onkelinx me répondra dans quelques instants.
15.06 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, M. Michel
est en route. Dans cinq ou six minutes au maximum, il sera là, me
dit-il.
Le président: Puisque nous avons convenu que nous ne commencions pas sans M. Michel, je vais
suspendre la séance durant quelques minutes. Nous reprendrons nos travaux à 16.15 heures pour
entendre le rapport de M. Van Rompuy en présence du vice-premier ministre et ministre des Relations
extérieures.
De vergadering is geschorst.
La séance est suspendue.
De vergadering wordt geschorst om 16.00 uur.
La séance est suspendue à 16.00 heures.
De vergadering wordt hervat om 16.15 uur.
La séance est reprise à 16.15 heures.
16 Projet de loi portant assentiment au Traité entre le Royaume de Belgique, le Royaume de
Danemark, la République fédérale d'Allemagne, la République hellénique, le Royaume d'Espagne,
la République française, l'Irlande, la République italienne, le Grand-Duché de Luxembourg, le
Royaume des Pays-Bas, la République d'Autriche, la République portugaise, la République de
Finlande, le Royaume de Suède, le Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande du Nord (Etats
membres de l'Union européenne) et la République tchèque, la République d'Estonie, la République
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
de Chypre, la République de Lettonie, la République de Lituanie, la République de Hongrie, la
République de Malte, la République de Pologne, la République de Slovénie, la République
slovaque relatif à l'adhésion de la République tchèque, de la République d'Estonie, de la
République de Chypre, de la République de Lettonie, de la République de Lituanie, de la
République de Hongrie, de la République de Malte, de la République de Pologne, de la République
de Slovénie et de la République slovaque à l'Union européenne, et à l'Acte final, faits à Athènes le
16 avril 2003 (336/1-2)
16 Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België, het
Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk
Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg,
het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek
Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
(lidstaten van de Europese Unie) en de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek
Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek
Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek betreffende de
toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de
Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de
Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, en met
de Slotakte, gedaan te Athene op 16 april 2003 (336/1-2)
(Transmis par le Sénat / Overgezonden door de Senaat)
Discussion générale (Continuation)
Algemene bespreking (Voortzetting)
16.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de heer Van
Rompuy is rapporteur. Hij vraagt of hij tegelijk zijn toelichting mag
geven.
De voorzitter: Dat is geen probleem. Dat gebeurt wel meer. Na verslag te hebben uitgebracht, kan de
heer Van Rompuy onmiddellijk daarna een andere pet opzetten en aan zijn betoog beginnen.
16.02 Herman Van Rompuy, rapporteur: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, het verslag van onze commissie over
het wetsontwerp over de uitbreiding van de Europese Unie kan kort
zijn, vermits in dat historisch debat zoals mevrouw Neyts...
De voorzitter: Collega's, ik weet niet of het te wijten is aan het orgaan van wie ook, het luisterend of het
sprekende, maar ik moet u vragen om respect te hebben voor de spreker. De sonoriteit is niet optimaal.
De heer Van Rompuy heeft het woord als ik de collega's voor hun aandacht mag danken.
16.03 Herman Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het
kan aan mijn orgaan niet liggen.
In elk geval is het zo dat toen wij de historische stemming hebben
uitgebracht in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen, er
slechts drie sprekers waren geweest, waaronder uw dienaar en de
heren Jean-Pol Henri en Tastenhoye. Mijn verslag kan dus zeer kort
zijn. Ik verheug mij erover dat wij het wetsontwerp hebben
goedgekeurd met negen stemmen voor en één onthouding. Niemand
heeft zich daar dus tegen verzet.
Dat is op zichzelf een heel belangrijke gebeurtenis, omdat de
uitbreiding en dat is het eerste punt in mijn persoonlijke
uiteenzetting, voor de rest verwijs ik naar het schriftelijk verslag
eigenlijk een van de grootste politieke operaties is in de Europese
Unie van na de oorlog. De meeste van de toetredende landen niet
16.03 Herman Van Rompuy,
rapporteur: Je serai très bref en ce
qui concerne les travaux de la
commission qui s'est penchée sur
le projet de loi relatif à
l'élargissement de l'Union
européenne. Ce vote historique a
couronné un débat réduit à trois
orateurs : M. Henry, M.
Tastenhoye et moi-même.
L'élargissement a été approuvé
par neuf voix et une abstention.
L'absence de votes défavorables
revêt son importance. Pour le
surplus, je renvoie au rapport
écrit.
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
alle Oost-Europese landen treden toe hebben een jarenlange
communistische dictatuur achter de rug. De toetreding maakt het hun
mogelijk de democratie te verankeren en de politieke stabiliteit in die
regio te vrijwaren. Ze kunnen de democratie dus verankeren. Zoals
de vroegere fascistische landen Spanje, Portugal en Griekenland ook
tot de Unie zijn toegetreden, treden nu de ex-communistische landen
in de Unie, zodanig dat de Unie de belangrijkste pool van
parlementaire democratieën in de wereld wordt. Dat is haar
natuurlijke roeping, dat is een van de centrale waarden die Europa in
de wereld uitdraagt. Daarom alleen is de uitbreiding historisch.
Ze draagt ook bij tot de politieke stabiliteit in Europa. De grenzen van
een aantal landen zijn nog in betwisting denk aan minderheden van
het ene land die in het andere land wonen en men kan zich niet
voorstellen dat wij in die tien nieuwe landen toestanden zouden
meemaken, zoals in ex-Joegoslavië, precies wegens de uitbreiding
van de Unie. De Unie is een factor van stabiliteit en vrede om te
vermijden dat het Balkan-scenario zich in andere landen opnieuw
zou kunnen voordoen.
De uitbreiding is dus een waarde op zichzelf. Ze kan niet gekoppeld
worden aan andere overwegingen in verband met de Europese
eenmaking. Ze is niet afhankelijk van wat in de Conventie of in de
Intergouvernementele Conferentie gebeurt. Ze is een waarde op
zichzelf. Dat is een heel belangrijk standpunt en daarom moeten wij
daar nu over stemmen en niet nadat we de resultaten van de
Intergouvernementele Conferentie daarover kennen.
De uitbreiding op zichzelf is een belangrijke politieke optie geweest
en het blijft een belangrijke politieke optie als zodanig. Ik heb de
indruk dat sommigen dat wel willen koppelen, omdat zij de uitbreiding
onderhuids eigenlijk niet genegen zijn. Ik kon er gisteren jammer
genoeg niet zijn, maar men verwijst naar de belangrijke uiteenzetting
van de heer Dehousse, die niet alleen een gebrek aan enthousiasme
toonde in verband met de uitbreiding, maar nog verder ging en de
uitbreiding zelf ter discussie stelde.
Ik weet dat die voor problemen zorgt en soms angsten en
onzekerheden bij de bevolking oproept. Ik denk echter dat dit ten
onrechte is en ik zal straks heel kort zeggen waarom dat zo is. Wij
koppelen dat op geen enkel ogenblik aan om het even welk ander
Europees dossier.
Een tweede bedenking is dat dit niet wil zeggen dat het verbeteren
van de besluitvorming in Europa die nu het voorwerp uitmaakt van
intergouvernementele conferenties geen belangrijk onderdeel zou
zijn. Het moet eigenlijk de uitbreiding meer leefbaar maken omdat de
besluitvorming in Europa soepeler en gemakkelijker moet gebeuren
in een Unie van 25 landen dan in een Unie van 15.
Ik weet dat het onderwerp van vandaag de uitbreiding is. Ik wil echter
één zaak zeggen over de Conventie. Ik weet wel dat men tot
optimisme verplicht is. Ik kan mij echter toch meer vinden in de
reactie van de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Fischer. Hij
zei dat hij pessimistischer was teruggekeerd na de besprekingen van
vorige week in Napels dan ervoor. Het mag met de resultaten van de
Conventie in verband met het ontwerp van grondwet niet zijn zoals
met de haai van Ernest Hemingway in The old man and the sea. De
Personnellement, je me réjouis de
l'élargissement. Les pays
adhérents ont vécu de longues
années sous la dictature
communiste. L'élargissement va
permettre d'y ancrer la
démocratie, comme cela s'est fait
en Espagne, au Portugal et en
Grèce, des pays qui ont adhéré à
l'Union après avoir subi une
dictature fasciste. L'Union devient
ainsi le plus grand pôle de la
démocratie parlementaire au
monde.
L'élargissement contribue à la
stabilité politique en Europe, où
certaines frontières sont toujours
remises en question et où des
minorités se font entendre.
L'élargissement garantit en
quelque sorte que le scénario des
Balkans ne se reproduira pas. Il
importe donc de réaliser que
l'élargissement constitue une
valeur en soi. C'est aujourd'hui et
pas plus tard que nous votons sur
le projet. Ce dossier doit être
abordé de manière autonome.
Seuls les ennemis de
l'élargissement suggèrent de lier
ce projet à d'autres dossiers.
Pour que l'Union élargie soit
viable, il faut assouplir les
processus décisionnels. La
Convention et le projet de
Constitution ne doivent pas
connaître le sort du requin
d'Ernest Hemingway, en proie aux
piranhas et réduit à l'état de
squelette lorsqu'il arrive au port.
Je compte sur le gouvernement
belge pour qu'il mette tout en
oeuvre pour que l'on adhère aussi
fidèlement que possible à la
Convention.
Les nouveaux pays qui adhèrent à
l'Union doivent remplir tous leurs
contrats, même les plus sensibles
comme celui de la sécurité
alimentaire. S'ils ne le font pas, ils
s'exposent à une nouvelle
exclusion.
Le financement de l'élargissement
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
oude man ving een haai in hoge zee, een prachtige vis. Naarmate hij
echter de kust naderde, werd hij aangevallen door piranha's en hij
voer de haven binnen met een skelet. De Conventie en het ontwerp
van Grondwet mogen het voorbeeld van Ernest Hemingway en The
old man and the sea niet volgen. Ik heb heel veel redenen om
daarover ongerust te zijn, maar ik heb vertrouwen dat ook onze
regering zich zal inspannen om zich zo dicht mogelijk bij de
resultaten van de Conventie aan te sluiten.
Collega's, de nieuwe landen treden toe door de uitbreiding. Zij
moeten zich natuurlijk houden aan de afspraken die ook op heel
gevoelige domeinen werden gemaakt. Ik denk aan één domein, met
name de voedselveiligheid. Wij hebben daarmee helaas veel
ervaring en de bevolking hecht daaraan bijzonder veel belang. Indien
men zich niet houdt aan de afspraken, moet men durven kiezen voor
de vrijwaringsclausules waardoor het mogelijk wordt een land tot
maximum drie jaar na de toetreding van een deel van de Europese
binnenmarkt uit te sluiten. Ik denk dat we daarvoor niet mogen
terugdeinzen indien we die uitbreiding geloofwaardig willen maken.
Ten tweede, de uitbreiding op zich zal enorme budgettaire eisen
stellen. Wij wisten dat. We hebben lange tijd gedaan alsof we dat
niet wisten. Bovendien moet de uitbreiding worden gefinancierd
binnen het inkomensplafond dat op dit ogenblik geldt en dat niet
volledig is uitgeput - 1,27% -, maar mag dat geenszins overschrijden.
Dat zal aanleiding geven tot heel belangrijke budgettaire keuzes.
Wij moeten de uitbreiding zelf onverkort en zonder bijgedachte
durven verdedigen ten overstaan van de publieke opinie. Er bestaat
de vrees dat de uitbreiding weegt op de werkgelegenheid en op de
economische activiteit. Die vrees hebben wij al gekend in 1958 toen
zes landen toetraden. Achteraf is gebleken dat België, en Vlaanderen
nog meer dan andere delen van het land, baat hebben gehad bij de
Euromarkt van zes landen. Wij hebben nieuwe kansen gecreëerd en
er gingen nieuwe afzetmarkten open. Hetzelfde gebeurde toen het
Verenigd Koninkrijk en andere landen toetraden.
Dat zal nu ook het geval zijn. De mogelijkheden voor onze
economieën zijn groter dan de moeilijkheden. De delokalisaties die
plaatsvinden om dichter bij de markt te zijn, zullen minder effect
hebben dan de nieuwe exportmogelijkheden. Hiervoor is natuurlijk
één voorwaarde: wij moeten onze economieën competitief en sterk
maken. Het is daarom ook zo jammer dat het zogenaamde Lissabon-
proces, waardoor wij de meest performante kenniseconomie van de
wereld zouden willen worden - wat grotesk! -, in panne is gevallen,
zoals de Europese Commissie nog zei. Bovendien scoort België in
de Lissabon-agenda slechter dan de meeste andere, Europese
landen.
Wij hoeven dus geen schrik te hebben van de uitbreiding, op
voorwaarde dat wij een competitieve en levenskrachtige economie
hebben. Ik ben er echter niet van overtuigd dat daartoe op Europees
en nationaal vlak alle nodige inspanningen worden geleverd.
De uitbreiding moet ook een andere vrees wegnemen, namelijk de
vrees voor een grotere migratie. Het is net door de uitbreiding dat
deze landen economische groei zullen noteren en hun inwoners een
perspectief zullen hebben op een hogere levensstandaard en
ne doit pas dépasser certaines
limites, ce qui devrait nous inciter
à faire des choix budgétaires
importants.
Il s'agit aussi de plaider la cause
de l'élargissement face à l'opinion
publique. Une des craintes de la
population des Etats membres
actuels, c'est que l'élargissement
exerce une influence néfaste sur
l'emploi. Mais en 1958, cette
crainte habitait déjà les esprits.
On s'est rendu compte alors que
la construction européenne
présentait des avantages certains
pour la Belgique. Il en sera de
même aujourd'hui à condition que
nous préservions la compétitivité
de notre économie.
Malheureusement, selon l'agenda
de Lisbonne, nous avons peu de
chances de réaliser notre ambition
de devenir le centre mondial de la
connaissance.
Les gens craignent aussi que
l'immigration n'explose. Pourtant,
il semble très vraisemblable que
les habitants des nouveaux Etats
membres soient moins enclins à
immigrer dans nos pays au fur et
à mesure que l'économie de leurs
pays sera fouettée par de
nouvelles impulsions. C'est là un
message important que nous
devons faire passer.
Ils craignent également que la
criminalité n'augmente. Mais
l'élargissement pourrait bien, au
contraire, être un moyen de la
faire baisser.
L'élargissement qui se prépare ne
sera pas le dernier. Les
négociations avec la Turquie
commenceront peut-être très
bientôt, à condition qu'un certain
nombre de conditions soient
remplies. Mais pour l'heure, ces
négociations ne sont pas à l'ordre
du jour. D'ailleurs, la position du
CD&V en la matière n'est pas non
plus arrêtée. La question la plus
importante est de savoir si
l'adhésion de la Turquie, dont une
grande partie du territoire est
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
daardoor geneigd zullen zijn om minder te migreren dan sommigen
vrezen. Niemand kan voorspellen en geen enkele wetenschappelijke
studie kan aantonen men mag ze mij tonen, ik zal ze niet geloven
wat het effect van de uitbreiding op de migratie zal zijn. Ik weet één
ding: hoe sterker de economische activiteit in Oost-en Midden-
Europa toeneemt, hoe meer jobs er worden gecreëerd en hoe minder
groot de neiging zal zijn om te migreren naar het Westen. In plaats
van vrees te wekken, moet de uitbreiding dus eigenlijk hoop wekken.
In plaats van de vrees voor meer migratie te bevestigen, zal de
uitbreiding de migratie kunnen doen afnemen. Dat is ook een heel
belangrijke boodschap, die wij moeten brengen.
Een andere vrees houdt verband met de toename van de
criminaliteit, mede door de migratie. Dat is een heel terechte vrees.
Ook op dat vlak moet de uitbreiding volgens mij door meer
politionele en justitiële samenwerking, waarmee men nu al wat
gevorderd is, de ongecontroleerde criminaliteit, die er vandaag
vooral op internationaal vlak bestaat, mee helpen indijken. De
uitbreiding is dus een middel om te strijden tegen internationaal
georganiseerde criminaliteit. De uitbreiding zal de internationaal
georganiseerde criminaliteit niet aanwakkeren. Ook dat misverstand
moeten wij uit de wereld helpen.
Dan zal de uitbreiding volgens mij op een breder maatschappelijk
draagvlak kunnen steunen dan op dit ogenblik het geval is.
Ik wil nog één zaak zeggen. De huidige uitbreidingsoperatie is niet de
laatste. Daarna wachten immers nog andere landen op toetreding tot
Europa. Wij staan ook voor het grote vraagstuk van het al dan niet
openen van onderhandelingen met Turkije, indien tenminste aan een
aantal economische en politieke criteria is voldaan. Dat staat
vandaag niet op de agenda. De Europese Volkspartij de federatie
van christen-democratische partijen is daar niet voor gewonnen.
Mijn partij moet over deze kwestie nog een definitief standpunt
innemen. Sta mij toe toch twee bedenkingen te maken.
Ten eerste, zal het mogelijk zijn dat een land, dat voor het grootste
deel in Azië ligt, de grootste, meest volkrijke, Europese mogendheid
wordt? Dat is een vraag die wij in gemoede moeten durven te stellen.
Dat is immers het perspectief waarmee wij leven.
Mijn tweede bedenking is een paradoxale vraag. Een van de
argumenten om Turkije toe te laten, is dat het naar eigen zeggen een
lekenstaat is, omgeven door landen in de greep van het
fundamentalisme. Het is een lekenstaat, omdat het de stok achter de
deur van de militairen is. Het is echter net omdat de militairen zo een
belangrijke rol spelen dat het land niet beantwoordt aan het
democratische criterium en daardoor ook niet in aanmerking komt
voor toetreding. De cirkel is dus rond.
Die twee paradoxen zullen we goed moeten onderzoeken wanneer
wij voor een definitieve keuze staan over de kandidatuur van Turkije
voor de toetreding tot de Europese Unie. Dat is vandaag echter niet
aan de orde. Het is een belangrijke vraag die heel sterk bij de
bevolking leeft en ook grote strategische en andere gevolgen heeft,
los van wat de vox populi daarover denkt. Dat zijn vragen die
volgend jaar of het jaar daarop aan de orde zijn. Mijn fractie steunt
volmondig en van ganser harte, zonder bijgedachten en zonder
située en Asie, est possible et
souhaitée. Elle ferait de ce pays le
plus grand Etat membre de
l'Union. C'est une double question
à laquelle nous devons consacrer
une réflexion en profondeur. Un
argument que d'aucuns avancent
souvent consiste à dire que la
Turquie est un Etat laïque entouré
de pays fondamentalistes. Mais la
laïcité y est défendue par l'armée
et cela, ce n'est pas un fait
démocratique. Nous ne pourrons
donc faire l'économie d'une
analyse minutieuse de tous ces
problèmes dans un avenir proche.
Le CD&V soutient pleinement
l'élargissement. Il sonne
définitivement le glas du
communisme et contribuera à
l'ancrage de ces pays dans la
démocratie et dans l'économie de
marché sociale.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
koppelingen, de uitbreiding van de Europese Unie met tien landen
omdat het een historische stap is die het einde van het communisme
bezegelt dat jarenlang een schande is geweest op het Europese
continent. Wij maken daar een eind aan door die landen te
verankeren in de politieke democratie en in de sociale
markteconomie.
16.04 Elio Di Rupo (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, mes chers collègues, le PS n'acceptera pas de voter sans
conditions l'élargissement de l'Union Européenne aux dix nouveaux
membres, nous divergeons donc sur la fin de l'exposé de M. Van
Rompuy.
À voir l'acharnement manifesté lors de la Conférence
intergouvernementale par un nombre trop grand d'États, pour
compliquer le processus de décision de l'Union Européenne, les
socialistes se voient contraints d'exprimer pour la première fois un
doute sur la possibilité de construire une société prospère et solidaire
dans l'Union élargie.
C'est pourquoi nous avons demandé un engagement ferme de la
Belgique à être le moteur d'une avant-garde de pays européens qui,
ensemble, ouvriront la voie d'une réelle Europe politique forte et
prospère. Cette avant-garde consoliderait notre modèle de société
fondé sur une intense prospérité économique, une forte protection
sociale et une large diversité culturelle. Notre approbation de
l'élargissement ne peut se concevoir qu'avec cet engagement ferme.
Monsieur le ministre, chers collègues, vous le savez, le PS
appartient au groupe des bâtisseurs de l'Union européenne. Nous
sommes des Européens convaincus et déterminés à construire une
Europe politique forte et ce ne sont pas les adversités du moment qui
altèrent notre détermination. Et à cet égard, nous partageons
l'opinion exprimée par le rapporteur, M. Van Rompuy, dans la
première partie de son exposé. Nous pensons que les Quinze se
doivent de répondre positivement à l'appel des dix candidats à
l'adhésion. Leur refuser l'entrée dans l'Union européenne serait une
erreur historique que la Belgique ne peut commettre.
Toutefois, je comprends les inquiétudes de nos concitoyens. Je les
comprends et je les partage. Vous reconnaîtrez, monsieur le
ministre, que cet élargissement sans précédent de l'Union a été mal
préparé. Malgré les efforts notables de notre pays et vos efforts
personnels - et je tiens à vous rendre hommage -, nous devons hélas
bien constater que l'ouverture ne s'accomplit pas dans des conditions
optimales. En effet, la capacité à décider de l'Union pour améliorer la
qualité de vie des gens risque d'être considérablement réduite,
surtout dans les domaines qui vont requérir l'unanimité à 25.
Sans entrer dans le détail, parvenir à l'unanimité avec 12 Etats
membres était déjà difficile et avec 15 Etats extrêmement
compliqué. Personnellement, je pense que nous courons droit à des
blocages durables pour trouver une unanimité avec 25 Etats
membres.
Dans l'état actuel des choses, au PS, nous ne nous faisons aucune
illusion: une fois l'Union européenne élargie, nous cohabiterons dans
un vaste espace essentiellement économique et financier. Pour
16.04 Elio Di Rupo (PS): De PS
zal de uitbreiding van de
Europese Unie niet
onvoorwaardelijk goedkeuren. We
stelden vast dat een al te groot
aantal landen er tijdens de
intergouvernementele conferentie
alles aan deed om het Europese
beslissingsproces te bemoeilijken.
Dat doet de socialisten er voor het
eerst aan twijfelen of het wel
mogelijk is binnen de uitgebreide
Unie een welvarend en solidair
Europa tot stand te brengen. We
willen België in de voorhoede van
Europese landen, die de weg naar
een politiek sterk en welvarend
Europa zouden openen, een
Europa dat ons maatschappelijk
model kan schragen. Wij zijn
overtuigde Europeanen.
We zijn van mening dat de Vijftien
positief moeten reageren op de
oproep van de kandidaat-lidstaten.
Nochtans werd deze uitbreiding
zonder weerga slecht voorbereid.
Het vermogen van de Unie om
beslissingen te nemen over de
verbetering van de levenskwaliteit
van haar inwoners zou wel eens
fors ingeperkt kunnen worden. Als
we met zijn vijfentwintig unaniem
beslissingen moeten nemen dreigt
de situatie vast te lopen. Na de
uitbreiding van de Europese Unie
zullen we samenleven in een
uitgestrekte economische en
financiële ruimte. Dat volstaat
niet. Ongeveer 90 procent van de
Europese burgers wensen dat de
Europese Unie zich bezig houdt
met sociale en milieuprioriteiten.
Weigeren om de politieke
eenwording ten gunste van de
burgers door te trekken, betekent
zoveel als de scheiding tussen de
besluitvormers en de burgers
inluiden. Voor het eerst heeft men
de indruk dat Europa erop
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
nous, c'est nettement insuffisant. Nos concitoyens méritent que
l'Europe améliore leur vie quotidienne par des décisions prises
adéquatement. 90% des citoyens européens souhaitent voir l'Union
européenne jouer un rôle accru dans la lutte contre le chômage,
l'exclusion sociale ou la pauvreté. Outre ces priorités sociales, nos
concitoyens souhaitent que l'Union européenne puisse mieux gérer la
protection de l'environnement, la sécurité alimentaire ou la protection
des consommateurs.
Faire progresser l'Union dans tous ces domaines requiert bien plus
que l'établissement d'un vaste marché unique. Cela implique une
véritable coopération de tous les Etats membres. A cet égard,
parfois, on doute de cette volonté d'une réelle coopération - les
exemples ne manquent pas, je n'ai nul besoin de vous les répéter. Il
nous faut aussi une Commission européenne capable d'agir
positivement pour tous les citoyens.
Refuser d'avancer vers davantage d'intégration politique au service
des citoyens, c'est consacrer un divorce entre les décideurs et les
citoyens. Ce divorce, nous n'en voulons pas et pour la première fois
de son histoire peut-être, on a le sentiment que l'Europe pourrait
régresser. C'est la raison pour laquelle nous avons demandé que la
ratification de l'élargissement s'accompagne d'une résolution de
notre assemblée, résolution qui amènera la Belgique à jouer un rôle
moteur dans la mise sur pied de cette avant-garde volontariste, d'un
noyau dur d'Etats qui souhaitent avancer plus rapidement,
notamment dans les domaines économiques et sociaux.
A cet égard, monsieur le ministre, je tiens à remercier les membres
de la majorité, à vous remercier pour avoir oeuvré à l'élaboration de
cette résolution.
Monsieur le ministre, chers collègues, bâtir une Europe davantage
politique, tel est bien entendu le défi auquel s'est attelée la
Convention européenne. Le projet de Constitution rédigé par la
Convention a très partiellement rempli cet objectif. Si ce projet est
franchement insuffisant, car il est insuffisant, il a au moins le mérite
de préserver, dans une large mesure, la dynamique communautaire,
ce en faveur de tous les citoyens européens. C'est pourquoi, dès
l'ouverture des travaux de la Conférence intergouvernementale, la
Belgique, vous-même, avez eu pour priorité de consolider les acquis
de la Convention. La Belgique espérait même pouvoir améliorer le
texte. Parmi les suggestions belges figurait une extension plus large
de la majorité qualifiée, en particulier dans le domaine social, fiscal,
dans le domaine de la politique étrangère. La Belgique souhaitait
également davantage de souplesse dans les procédures permettant
de modifier la future Constitution.
Mes chers collègues, deux mois après le lancement de la
Conférence intergouvernementale, que constate-t-on?
Peu à peu, le compromis patiemment élaboré par la Convention
européenne est détricoté par certains Etats comme l'Espagne, la
Pologne et le Royaume-Uni. Ce compromis, qui était minimal, est
aujourd'hui très largement remis en cause; c'est tout particulièrement
le cas dans trois domaines, celui du mode de calcul de la majorité
qualifiée, celui de la composition de la Commission et celui de
l'extension du vote à majorité qualifiée. Le conclave qui s'est tenu ce
achteruit zou kunnen gaan. De
bekrachtiging van de uitbreiding
zou ons inziens dan ook gepaard
dienen te gaan met een motie die
de voortrekkersrol van België
bevestigt. De Conventie was de
uitdaging aangegaan, de politieke
dimensie van Europa te
versterken. Het resultaat is
onvoldoende; toch werd de
Europese dynamiek grotendeels
veilig gesteld. België hoopte de
tekst te kunnen verbeteren en de
procedures te kunnen
versoepelen. Het door de
Conventie bereikte
minimumcompromis wordt echter
hoe langer hoe meer uitgehold.
Indien die trend zich doorzet,
eindigen we met een Europa dat
niet langer in staat is beslissingen
in het belang van alle Europeanen
te nemen. De onderhandelingen in
de intergouvernementele
conferentie gaan zodanig de
slechte kant op, dat een aantal
staten voorstelt bepaalde
essentiële punten uit te stellen.
Dat is onaanvaardbaar. De
socialisten verkiezen een slecht
verdrag van Nice boven een zeer
slechte Grondwet. Nu het groene
licht wordt gevraagd voor de
uitbreiding van de Europese Unie,
kunnen we niet anders dan de
ratificatie van het verdrag
afhankelijk maken van de
elementen vervat in de resolutie.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
week-end à Naples n'y a rien changé.
Si cette évolution des négociations se confirme, quelle Europe
aurons-nous? Tout simplement, me semble-t-il, une Europe qui,
durablement, sera incapable de décider dans l'intérêt de tous les
Européens. La Commission européenne, par exemple, se trouverait
fondamentalement affaiblie; elle comprendrait, en effet, plus de
trente membres alors qu'elle est censée constituer une équipe qui
décide collégialement. Je ne sais pas comment vous travaillez, mais
décider collégialement à trente issus de vingt-cinq pays, selon moi,
c'est infaisable!
Le vote à la majorité qualifiée ne serait pas étendu à des sujets
essentiels comme la politique étrangère ou des questions de justice
et de sécurité. Or, la Convention avait accompli des pas à cet égard.
Par ailleurs, les règles de révision de la future Constitution risquent
d'être tellement rigides qu'il serait quasi impossible pour l'Union
d'ouvrir de nouveaux champs d'action.
Les négociations en cours à la Conférence intergouvernementale me
paraissent tellement mal embarquées que certains Etats, à nouveau
les mêmes, c'est-à-dire l'Espagne, la Pologne et le Royaume-Uni,
suggèrent même de repousser à un rendez-vous ultérieur les points
difficiles de la négociation. Bien entendu, ce serait totalement
inacceptable. Les points qui fâchent aujourd'hui: le calcul et
l'extension, la majorité qualifiée, la composition de la Commission
sont, en fait, en débat depuis Amsterdam, depuis 1997.
Ces "left over" d'Amsterdam, comme on le dit en jargon, avaient fait
l'objet d'une déclaration annexe. Il m'en souvient pour avoir été à
l'époque membre du gouvernement avec d'autres: il y avait une
déclaration annexe au Traité d'Amsterdam, déclaration souscrite par
la Belgique, l'Italie et la France qui indiquait que ces questions
institutionnelles devaient être tranchées avant l'élargissement de
l'Union. Bien entendu, de cette sage décision, il ne reste plus rien!
Après Amsterdam, Nice non plus n'a pas débouché sur une solution
satisfaisante. On a alors eu Laeken qui a mis sur pied la Convention
européenne, qui a trouvé un compromis, certes léger mais qui reste
acceptable. Et on voudrait maintenant repousser, une fois encore, les
difficultés. Pour nous, c'est une fuite en avant que nous n'acceptons
pas.
Monsieur le président, chers collègues, je voudrais vous le dire avec
beaucoup de solennité, les socialistes préfèrent encore un mauvais
Traité de Nice plutôt qu'une très mauvaise Constitution. Si la
régression de la Conférence intergouvernementale devait se
confirmer, les socialistes s'opposeraient à cette Constitution qui
sortirait de la Conférence intergouvernementale.
Mes chers collègues, c'est dans ce contexte qu'il faut comprendre la
résolution sur la CIG qui nous est soumise aujourd'hui en même
temps que la ratification de l'élargissement.
Cette résolution vise un double objectif: d'une part, indiquer au
gouvernement que la Chambre s'alarme de l'évolution des
négociations et, d'autre part, annoncer clairement à nos partenaires
européens que, si cette Conférence devait porter atteinte aux acquis
essentiels de la Convention, nous nous engagerions résolument dans
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
une Europe à deux vitesses.
Vous en conviendrez, chers collègues, à l'heure de donner le feu vert
à l'élargissement de l'Union, il est essentiel c'est la position du PS
d'assortir la ratification du traité à cet engagement clair pour notre
pays et pour nos concitoyens.
Pour les socialistes, il est en effet hors de question de laisser la
Belgique, les Belges, les habitants de notre pays s'enfermer dans
une Union européenne qui irait à contresens des intérêts des
citoyens. Il est, dès lors, hors de question d'accepter une Constitution
qui empêcherait la concrétisation d'un modèle de société prospère et
solidaire.
17 Agenda
17 Agenda
17.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, na de
uiteenzetting van collega Di Rupo zou ik voor de goede gang van
zaken toch de werkzaamheden van deze agenda willen kennen.
Zoals u gisteren zei: le tout est dans le tout. Het is echter heel
duidelijk dat de behandeling en de binding van de resoluties, en de
bespreking daarvan die wij gisteren hebben aangevat, niet het
voorwerp van deze agenda uitmaken.
Wij hebben hier een debat over de uitbreidingsverdragen van de
Unie. Als wij ook de resoluties bespreken, dan spelen wij vandaag in
een andere agenda. Wij bespreken hier vandaag de
uitbreidingsverdragen van de Unie. Als het hier gaat over
uitbreidingsverdragen gekoppeld aan de bespreking van de
resoluties, waarvan zelfs geen verslag is gemaakt, dan spelen wij in
deze agenda niet mee.
17.01 Pieter De Crem (CD&V):
L'ordre du jour mentionne
uniquement la discussion du
rapport et le débat sur
l'élargissement. La discussion des
résolutions ne figure pas à l'ordre
du jour. S'il est ici question des
traités d'élargissement liés aux
résolutions, nous ne sommes pas
d'accord.
De voorzitter: Ik ben aan het nakijken wat de stand van zaken was in de werkzaamheden van de
commissie gisteren. Ik ben nu aan het vragen of er een rapporteur is aangeduid - ik vermoed het wel -, of
er een verslag is geweest dat vermoed ik ook en of er een mondeling verslag is gevraagd, wat ik niet
vermoed. Zodra ik hiervan de bewijzen heb, kom ik daarop terug.
17.02 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, voor het
vervolg van deze bespreking en de agenda van vandaag, staan wij
voor een bijzonder belangrijk feit. Ik hoor dat hier uit de plechtigheid
van sommige toespraken op het spreekgestoelte. Ik wens eraan te
herinneren dat er geen wijziging van de agenda is geweest. Hier
hebben wij het over het rapport en de bespreking van de
uitbreidingsverdragen. Er is geen koppeling met de bespreking van
de resoluties van gisteren.
De voorzitter: Tot nu toe is niet gevraagd de resoluties aan deze agenda toe te voegen, dat is duidelijk.
17.03 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij gaan hier
heel goed afspreken. Ik wens van u, vooraleer deze bespreking wordt
voortgezet, te weten wat de agenda van deze plenaire vergadering
is.
De voorzitter: Ik kom daarop terug binnen een paar minuten.
17.04 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, 17.04
Gerolf Annemans
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
ik was ook sterk onder de indruk van de toespraak van de heer Di
Rupo. Voor zover ik weet is het de eerste keer dat wij hem zo lang en
zo grondig mogen beluisteren. Ik vermoed zelfs dat dit het eerste
teken is dat de heer Di Rupo zelf zal solliciteren om commissaris van
de Europese Unie te worden. Dat is zeker nieuws voor de heer
Verhofstadt. Indien de Kamer zou oordelen om de resoluties
vandaag te behandelen, dan zullen wij daaraan meewerken. Voor
zover zij goedgekeurd zijn, moet dat wel mogelijk zijn. Indien u ons
amendement terzake ook zou behandelen, zijn wij in ieder geval
bereid om die resoluties nu te bespreken.
(VLAAMS BLOK): Le Vlaams Blok
est disposé à débattre également
aujourd'hui des résolutions si notre
amendement est pris en
considération.
17.05 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le président, je reconnais
l'inscription à l'ordre du jour du point qui a justifié le rapport de M.
Van Rompuy ainsi que l'inscription d'une série d'intervenants, dont M.
Di Rupo.
Mais comme vous le savez, une proposition de résolution nr. 501/1 a
été déposée. Elle doit déboucher sur un vote en séance plénière tout
à fait distinct du vote à intervenir sur la ratification de l'élargissement.
Il existe un lien tellement évident entre les deux sujets celui de la
ratification et celui de la résolution que nous avons intérêt bien
entendu à traiter ces deux points lors de la même séance. Dans la
mesure où il y a eu une discussion hier, qu'il y a eu adoption de cette
résolution au travers d'un vote, que le rapport écrit est de toute façon
rédigé et qu'il peut être déposé sur les bancs dans les cinq minutes
suite à la réunion qui s'est clôturée hier en fin d'après-midi, rien ne
s'oppose à un second vote à ajouter à l'ordre du jour.
17.05 Claude Eerdekens (PS):
Er is een verband tussen de
ratificatie en de resolutie. We
hebben er belang bij deze twee
punten tijdens dezelfde
vergadering te behandelen.
Gisteren hebben we met
stemming een resolutie
aangenomen. We beschikken dus
over een geschreven versie die in
vijf minuten op de banken kan
worden rondgedeeld.
Le président: Vous êtes ancien dans le métier mais pour l'instant,
nous avons un ordre du jour. Le compléter ou le modifier relève
d'une autre décision. J'ai devant moi les épreuves de la résolution
d'hier et je suis en train de vérifier quelles sont les modifications, qui
me paraissent mineures mais c'est un autre débat. Je vais
poursuivre avec ce qui est à l'ordre du jour. S'il y a une modification
selon le souhait de la Chambre, ce sera à un autre moment. Je sais
bien que tout est dans tout et réciproquement mais ce débat-ci a lieu
maintenant.
De voorzitter: Wij hebben een
dagorde te volgen. Weten of deze
moet worden aangepast, is een
andere vraag. Hier hebben wij een
debat.
17.06 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik meen dat
een verslag over de resoluties van gisteren niet het voorwerp kan
uitmaken van een omkering van de agenda. De bespreking van
gisteren wordt afgerond met een verslag. De rapporteur, de heer
Deseyn, behoort tot onze fractie en hij heeft niet de opdracht
gekregen om hier vandaag over de resoluties verslag te komen
uitbrengen. Ik vraag van u een formele bevestiging van de agenda
van vandaag. Anders vragen wij een schorsing van deze
vergadering.
17.06 Pieter De Crem (CD&V):
Nous ne pouvons pas voter sur les
résolutions car, en pareil cas, le
rapport des discussions d'hier doit
être soumis aux membres. Le
rapporteur est M. Deseyn, un
membre de notre groupe, et il ne
s'est pas vu confier la mission de
rédiger un rapport pour
aujourd'hui.
De voorzitter: Ik laat nu het punt dat bezig is verder afhandelen. De debatten terzake zijn begonnen. Als
dat gedaan is, zal ik wel zien wat wij doen.
17.07 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
ik wil u toch wijzen op een eigenaardigheid die zich gisteren heeft
voorgedaan. Er is daar een grote verwarring geweest over de vraag
welke vergadering bezig was. Op zeker ogenblik was het
Adviescomité voor Europese Aangelegenheden bezig, samen met de
17.07 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): La réunion
d'hier s'est déroulée de manière
singulière. Nous avons débuté
avec le Comité d'avis pour les
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
premier. Toen is de heer Eerdekens van de dagorde afgeweken en is
hij daar over zijn resolutie begonnen. Hij heeft daar een algemene
uiteenzetting gehouden over zijn resolutie. Daarop zijn ook andere
sprekers over hun eigen resoluties en amendementen beginnen
interveniëren. Met andere woorden, de algemene bespreking van die
resoluties, die eigenlijk achteraf in de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen had moeten plaatsvinden, heeft
plaatsgevonden in dat Adviescomité voor Europese
Aangelegenheden, waar zij niet thuishoorde. Ik vraag mij af hoe men
daarvan een ordentelijk verslag zal kunnen maken.
questions européennes. Au milieu
de la discussion, M. Eerdekens a
soudainement commencé à parler
de sa résolution, et d'autres sont
alors intervenus sur le même
sujet. En fait, cette discussion
aurait dû se dérouler
ultérieurement, au cours d'une
réunion de la commission des
Relations extérieures.
De voorzitter: Ik zal daar heel kort op antwoorden. Daarna gaan we
de zaken voortzetten.
U kunt niet over een resolutie stemmen in het Adviescomité voor
Europese Aangelegenheden, die bestaat uit leden van het Europees
Parlement, uit senatoren en uit kamerleden. Daarom is er een eerste
vergadering geweest van het Adviescomité, waar de premier heeft
gesproken over de Conventie en over hetgeen volgende week op de
vergaderingen in Brussel zal gebeuren. Daarna is die vergadering
gesloten en heeft mevrouw Neyts in haar commissie, zonder
senatoren en Europese parlementsleden, de resoluties behandeld.
Als ik goed ben ingelicht, is er over deze resoluties gestemd. Dat is
een andere dagorde. Er was geen andere wijze om dat te
behandelen. Dat lijkt mij duidelijk te zijn.
Ik zal daarop terugkomen als deze zaak afgehandeld is.
Le président: Il est impossible de
voter sur des résolutions de
membres de la Chambre pendant
une réunion du Comité d'avis. A
l'issue de la réunion du Comité
d'avis, Mme Neyts, la présidente
de la commission des Relations
extérieures, a ouvert la réunion de
la commission, et c'est là qu'ont
eu lieu les votes sur les
résolutions.
17.08 Raymond Langendries (cdH): Monsieur le président, j'ai cru
comprendre que M. Di Rupo estime que les deux votes doivent avoir
lieu aujourd'hui. Je parle bien évidemment du vote sur la ratification
du traité et de celui sur la résolution. Il semble, en effet, lier les deux
matières.
En tout cas, les deux sujets ont été liés lors de la discussion que
nous avons eue hier dans deux instances différentes: le comité d'avis
et la commission de la Chambre.
Peu importe que ces votes aient lieu aujourd'hui ou un autre jour. Je
demande simplement que M. Di Rupo soit présent. Des choses
importantes ont, en effet, été dites à la tribune par le premier orateur.
Si le débat et le vote ont lieu aujourd'hui, nous devons le savoir
maintenant. En effet, soit les interventions qui vont avoir lieu à la
tribune concerneront en même temps le projet et la proposition,
comme cela a été le cas au cours de la discussion hier, soit seront
séparées. En tout cas, mon discours sur l'élargissement de l'Union
européenne est prêt.
Si nous décidons de discuter aujourd'hui de la proposition de
résolution, même si cela n'était pas prévu à l'ordre du jour, il est
évident que nous élargissons le débat. Par conséquent, il faudra
nous permettre d'intégrer cet état de choses. Sinon, nous discutons
aujourd'hui du projet d'élargissement, et nous discuterons
éventuellement ultérieurement de la proposition de résolution.
Je ne suis pas contre le fait que la discussion sur la proposition de
résolution ait lieu aujourd'hui. Mais une décision doit être prise en la
17.08 Raymond Langendries
(cdH): Uit het betoog van de heer
Di Rupo meen ik te kunnen
opmaken dat we vandaag zullen
stemmen. In zijn ogen is er
blijkbaar een verband tussen de
ratificatie en de stemming over de
resolutie. Gisteren werden beide
op een hoopje gegooid. Voor mij
is het om het even wanneer we
stemmen, maar ik wens dat de
heer Di Rupo daarbij aanwezig is.
We moeten nu beslissen of het
debat en de stemming vandaag
doorgaan. Mijn toespraak gaat
over de uitbreiding. Indien we het
ook over het voorstel van resolutie
hebben, wordt het debat verruimd.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
matière.
Le président: Monsieur Langendries, il est évident que vous pouvez
vous exprimer au sujet de l'élargissement. Mais il s'agit d'un sujet
extrêmement vaste. M. Van Rompuy et M. Di Rupo se sont
exprimés. Toujours est-il, qu'aujourd'hui, c'est le projet de loi portant
sur l'élargissement de l'Union européenne qui est à l'ordre du jour.
Lorsque cette discussion sera terminée, nous verrons si nous
pouvons examiner un autre point. Mais il faut que cette éventualité
figure dans le Règlement et soit conforme à nos prescrits.
De voorzitter: Het staat u vrij
over de uitbreiding te spreken. Het
gaat echter om een breed dossier.
We vatten de bespreking aan en
beslissen nadien of dat punt nog
op de agenda staat.
17.09 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, il me
semble totalement vain de vouloir circonscrire un débat sur l'avenir
de l'Europe soit à l'élargissement, soit à la Convention, soit au
résultat de la Conférence intergouvernementale. Il est clair que le
débat sur l'avenir de l'Europe concerne à la fois l'élargissement et le
résultat, la traduction, de la Convention européenne. C'est d'ailleurs
dans cet esprit que l'on a discuté, hier, en présence du premier
ministre, de la Conférence intergouvernementale. Nous avons parlé
de la Convention, de la Constitution européenne et, bien entendu, de
l'élargissement conformément à l'ordre du jour du comité d'avis.
Nous avons ensuite voté, en commission des Relations extérieures,
selon la procédure, la résolution concernant la Conférence
intergouvernementale.
Il me semble difficile de saucissonner ces débats. En effet, s'ils
devaient avoir lieu à des moments différents, nous devrions tenir
plus ou moins deux fois le même discours, ce qui n'est pas une
preuve d'efficacité pour notre institution.
Selon moi, il y avait urgence quant à la prise en considération de la
résolution signée par les quatre chefs de groupe de la majorité. Elle a
d'ailleurs été mise immédiatement à l'ordre du jour de la commission
des Relations extérieures afin que nous puissions la voter cette
semaine. Il me semble donc normal qu'elle soit discutée rapidement,
et pourquoi pas aujourd'hui, en séance plénière afin que nous
puissions débattre d'un plan d'ensemble en ce qui concerne l'avenir
de l'Union européenne.
17.09 Daniel Bacquelaine (MR):
Het is zinloos het debat te willen
beperken tot de uitbreiding, de
Conventie of de IGC. Het debat
gaat zowel over de uitbreiding als
over de toepassing van de
besluiten van de Europese
Conventie. In die geest bespraken
we gisteren de Conventie, de
Grondwet en de uitbreiding. In
commissie keurden we een
voorstel van resolutie over de IGC
goed. Het is niet eenvoudig het
debat op te splitsen. Ik meen dat
we dringend over de resolutie
moeten stemmen. Daarom ook
werd ze ingeschreven op de
agenda van de commissie. Indien
we dat punt vandaag behandelen,
kunnen we het debat over de
toekomst van de Europese Unie
meteen aanvatten.
17.10 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, heel duidelijk
zijn er vandaag dus twee debatten? Het debat dat nu gevoerd wordt,
is dat over de uitbreiding van de Europese Unie.
De voorzitter: Ja, en het zal gevolgd worden door een stemming.
17.11 Pieter De Crem (CD&V): Dat debat wordt dus vervolgd en
afgesloten met een stemming. Nadien schorst u de vergadering en
legt u de Kamer het voorstel voor de agenda te wijzigen waarbij de
resoluties die gisteren in de commissie Buitenlandse Zaken,
voorafgegaan door het Europees Adviescomité, zijn besproken en
kijken wij of daarover een consensus bestaat om ze vandaag nog te
behandelen. In elk geval is er dus geen gemengde bespreking en
geen gemengde stemming? Dat wil ik formeel weten.
17.11 Pieter De Crem (CD&V):
Je demande au président de nous
confirmer formellement que le
débat relatif à l'élargissement de
l'Union européenne est dissocié
de l'examen des résolutions sur
lesquelles nous nous sommes
penchés hier. A l'issue du premier
débat, le président pourrait
suspendre la séance et proposer
de modifier l'ordre du jour, pour
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
que nous puissions également
examiner les résolutions. Il ne
peut cependant être question
d'une sorte d'examen et de vote
mixtes.
De voorzitter: Een gemengde stemming komt er niet. Wij zullen
hierover stemmen wanneer dit debat uitgeput is. Men heeft dan een
brede waaier van betogen gehad. U gaat toch niet zeggen nu
spreekt u buiten het debat dat dit debat niet belangrijk is? Straks
zullen wij over dit debat stemmen. Indien de Kamer zegt dat wij ook
de resoluties behandelen en daarvoor een stemming is, kunnen wij
die apart behandelen. Dat zullen wij straks zien.
Mevrouw Vautmans, kom, u hebt het woord.
Le président: A l'issue du débat
sur l'élargissement de l'Union
européenne, nous voterons sur
cette question. Si une majorité
décide d'examiner également les
résolutions, nous pourrons
éventuellement le faire. Il faudra
toutefois attendre le résultat du
vote.
Discussion générale (Continuation)
Algemene bespreking (Voortzetting)
17.12 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, collega's,
iemand die vandaag 20 jaar wordt, had amper 6 kaarsjes uitgeblazen
toen de Berlijnse Muur viel. Het is goed mogelijk dat hij/zij reeds een
citytrip naar Praag of Budapest heeft gemaakt. Dat is intussen reeds
even normaal als de oude klassiekers zoals Parijs, Rome of Londen.
Hij of zij heeft Estland of Letland het Eurovisiesongfestival zien
winnen. Indien hij/zij straks een jaartje op Erasmus gaat, kan het best
zijn dat hij/zij er een Pools, Cypriotisch of Tsjechisch lief opdoet.
Voor die generatie is het Europa van het westen en het Oostblok iets
van horen zeggen. Laten we duidelijk zijn. In onze geesten is Europa
reeds lang niet meer in tweeën gespleten. Het komt aan ons toe, dit
te vertalen in een politieke realiteit. De eerste minister deed dit reeds
door namens België het toetredingsverdrag in Athene te
ondertekenen. Het Parlement wordt nu gevraagd zijn fiat te geven.
Met de goedkeuring van het wetsontwerp geven wij althans voor
België onze goedkeuring aan het meest ambitieuze project van deze
generatie op dit continent. Het project stoelt op vrijheid, gelijkheid,
openheid, vrede, vooruitgang en welvaart. Deze uitbreiding heeft
voordelen. Er schuilt ook een aantal gevaren in. Deze uitbreiding is
vooral een uitdaging. We krijgen de kans een brug te bouwen, niet
alleen naar onze buren, maar ook tussen ons verleden en onze
toekomst, een betere toekomst.
Wat de voordelen betreft, kan men stellen dat naar alle
waarschijnlijkheid de uitbreiding een win-win-situatie wordt. De
eenheidsmarkt zal de afzetmogelijkheden voor de producten van de
huidige lidstaten én van de nieuwe lidstaten vergroten. Zoals
voordien zal de mix van vrijhandel, onderlinge samenwerking,
democratisering en financiële solidariteit van de rijkere met de
armere regio's bijdragen tot de ontplooiing en de groei van alle
lidstaten.
De voordelen reiken echter verder dan een economische impuls, die
iedereen graag meepikt in tijden van economische twijfel. Deze
uitbreiding geeft ons de mogelijkheid de schandelijke Oost-West-
verdeling, die ons continent bijna 50 jaar verdeelde, te overbruggen.
In 1989 haalden we de Muur neer. In 2004 bouwen een brug.
17.12 Hilde Vautmans (VLD):
Une personne âgée de 20 ans
aujourd'hui, venait à peine de
souffler les bougies de son
sixième anniversaire lorsque le
mur de Berlin est tombé. Pour les
jeunes, l'Europe "de l'Ouest" et le
"bloc de l'Est" appartiennent
depuis longtemps au passé.
L'unité de toute l'Europe est
devenue une évidence. Il ne reste
plus qu'à convertir cet état de fait
en une réalité politique. Telle a
été l'attitude du premier ministre
lorsqu'il a signé le traité
d'adhésion à Athènes au nom de
la Belgique. Il est à présent
demandé au Parlement
d'approuver le projet le plus
ambitieux de cette génération sur
ce continent.
L'élargissement contribuera au
développement économique et
politique de tous les Etats
membres, pas seulement des
nouveaux adhérents. Il permet
d'effacer la honteuse partition Est-
Ouest. En 1989, nous avons fait
tomber le mur et en 2004 nous
construirons un pont.
L'intégration de la Grèce, de
l'Espagne et du Portugal au sein
de l'Union fut un succès. Lors de
leur adhésion, ces pays étaient de
jeunes démocraties accusant un
retard et une émigration
économiques. Le nouvel
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
Met deze uitbreiding zijn we echter niet aan ons proefstuk toe.
Griekenland, Spanje, Portugal verkeerden bij hun toetreding in een
gelijkaardige toestand: jonge democratieën, economische
achterstand en economische emigratie. Velen waren er niet gerust in.
Van die economische achterstand valt niet veel meer te merken.
Over hun democratisch gehalte valt niet meer te twijfelen. Die landen
zijn nu immigratielanden geworden. Collega's, dit succesverhaal is
voor herhaling vatbaar.
In vergelijking met vorige uitbreidingen, ligt de specificiteit van deze
uitbreiding in de ruime geografische omvang en de diversiteit in
situatie van de aangesloten landen. Deze landen hebben zich in
ruime mate een aanzienlijke en tevoren nooit geziene inspanning
getroost inzake de modernisering en herstructurering van de
economische, politieke en maatschappelijke organisatie.
Met deze uitbreiding vergroten wij de haven van stabiliteit, vrijheid,
democratie en respect voor de rechten van de mens in de wereld.
Een haven van rust in een woelige zee. Verwend zoals wij zijn,
vergeten wij soms dat die waarden niet overal vanzelfsprekend zijn.
Laten wij ons echter niet blind staren op de voordelen. De uitbreiding
houdt ook risico's in. Een trapsgewijze uitbreiding in plaats van de big
bang die nu komt, zou waarschijnlijk op organisatorisch vlak beter
geweest zijn. De druk op de instellingen, het gevaar van verlamming
of verwatering zou kleiner geweest zijn.
Politiek gezien was dit echter niet mogelijk. De huidige Europese
Unie heeft te veel belang bij een politieke en economische
stabilisatie en verankering van onze naaste oosterburen. De
economische en politieke instabiliteit die veroorzaakt werd door de
ineenstorting van de Sovjet-Unie heeft Wit-Rusland en Albanië naar
de rand van de afgrond geduwd. Dezelfde instabiliteit, gecombineerd
met etnische spanningen, heeft ex-Joegoslavië in de afgrond
geduwd. Daarom kunnen wij niet afwachtend blijven toekijken hoe
onze naaste buurlanden evolueren.
Een tweede risico schuilt in de werking van de Europese Unie en
haar instellingen, maar eigenlijk noem ik dat liever een uitdaging.
Critici verwijten Europa veel. Eurosceptici verwijten Europa alles,
zoals gebrek aan democratische legitimiteit, gebrek aan
transparantie, gebrek aan efficiëntie, bureaucratisering,
besluiteloosheid, onkunde tot gezamenlijke actie of reactie,
overdreven bemoeizucht en regelneverij. Een aantal van die
verwijten zijn zeker terecht. De uitbreiding zal het de Europese Unie
niet makkelijker maken om die problemen op te lossen, maar die
problemen zijn geen problemen van de uitbreiding op zich. Ze zijn
het gevolg van wat Europa is en reeds was. Europa is niet sexy.
Europa is niet duidelijk. Europa is eigenlijk te veel een compromis.
Europa is het werk van diplomaten, bureaucraten, eurocraten,
technocraten, maar niet van helden of revolutionairen.
Het Belgische initiatief tot de creatie van de Europese Conventie
over de toekomst van Europa is een aanzet om een aantal van de
vernoemde problemen op te lossen. Het ontwerp van Europese
Grondwet tracht het gebrek aan transparantie, democratische
legitimiteit en efficiëntie aan te pakken. In die zin ben ik ook tevreden
met het signaal dat de meerderheidspartijen geven met hun
élargissement est principalement
caractérisé par la dimension
géographique et les situations
divergentes des nouveaux Etats
membres. La stabilisation et
l'ancrage politiques et
économiques de ces pays
revêtent une grande importance
pour l'Union européenne
d'aujourd'hui.
L'élargissement de l'Union ne
facilitera pas le fonctionnement
des institutions. L'initiative belge
de création d'une Convention
européenne constitue l'amorce
d'une solution à certains
problèmes institutionnels. Le
projet de Constitution européenne
vise à remédier au manque de
transparence, de légitimité
démocratique et d'efficacité.
Des efforts considérables ont été
consentis pour combler le fossé
entre les régions riches et les
régions pauvres. Nous
franchissons à nouveau un pas
supplémentaire sur la voie d'une
Europe unifiée.
En tant qu'entité géographique,
l'Europe est un concept très
élastique. L'identité européenne
n'est pas univoque non plus. Un
des facteurs de succès de l'Union
est son ouverture : elle s'ouvre
aux pays qui satisfont aux critères
de Copenhague.
Le plus grand danger qui menace
l'Union est son empressement.
Pour que l'Union européenne soit
une réussite, nous avons besoin
de perspectives, de fermeté, de
persuasion, de finalité et
d'intelligence. L'élargissement ne
peut entraîner une paralysie ni
une dilution de l'Union, surtout en
cette époque où les événements
internationaux requièrent une
Europe énergique, forte et
unanime.
Le processus décisionnel doit
gagner en clarté et en
transparence. Des choix difficiles
nous attendent, par exemple en
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
resolutie. Indien sommige landen het Europees integratieproces
trachten te belemmeren, dan zullen wij en onze geestesgenoten
samen doorgaan.
Europa is vooral een opportuniteit, een uitdaging. Nergens is de
samenwerking tussen nationale staten zo groot als in de Europese
Unie. In Europa zijn wij bruggenbouwers. Nergens worden zo veel
inspanningen geleverd om de kloof tussen rijke en arme regio's te
dichten. Nooit eerder is iemand erin geslaagd dit continent op een
vreedzame manier te verenigen. Nooit heeft er een unie bestaan die
vrijwel alle Europese staten en volkeren omvat en die principieel
niemand uitsluit. Nu komen wij een stap dichter bij dat verenigd
Europa.
Wat is Europa? Wie is Europa? Wanneer men spreekt over het
begrip Europa of over de Europese identiteit, kan men moeilijk
zeggen dat men het heeft over welomschreven, duidelijk afgelijnde
en duidelijk afgebakende begrippen. Als geografisch begrip is Europa
zeer elastisch. Ik geef een voorbeeld. Er is de Europese Unie, de
Eurozone, de Europese Muntunie, de Europolzone, het Europees
Ruimtevaart Agentschap en de Organisatie voor Veiligheid en
Samenwerking in Europa. Ze hebben allemaal een eigen deels
overlappende, deels verschillende ledensamenstelling.
Ook de Europese identiteit is niet eenduidig. Wanneer men spreekt
over de Europese identiteit wordt er vaak verwezen naar een
groepsgevoel. Een groep wordt echter steeds ook gedefinieerd door
haar grenzen. Wie is er lid van de groep en wie niet? Als ik één van
mijn leermeesters mag geloven, dan is die negatieve connotatie van
wat Europa is of beter niet is reeds aanwezig sinds de oude
Grieken. Er werd herhaaldelijk gesteld dat Europa geen exclusieve
club is, maar een inclusieve club. Het eigen van de Unie en een
factor van haar succes is haar openheid. De Unie staat open en zal
blijven openstaan voor de landen die voldoen aan de criteria van
Kopenhagen.
Voor mij schuilt het allergrootste gevaar voor de Unie in
voortvarendheid. Deze uitbreiding wordt geen makkie. De komende
uitbreidingen worden dat ook niet. Om de Europese Unie te vrijwaren
als succesverhaal gaan we andere kwaliteiten dan snelheid aan de
dag moeten leggen. We hebben eerder visie, doortastendheid,
overtuigingskracht, doelgerichtheid en verstand nodig. Collega's, de
uitbreiding mag niet leiden tot een verlamming of verwatering van de
Unie. Dat mag zeker niet op een ogenblik dat de internationale
gebeurtenissen een krachtdadig, sterk en eensgezind Europa
vereisen.
De kloof met de burger moet gedicht worden. Op 1 mei van volgend
jaar moet dat meer dan ooit. De Europese besluitvorming moet
duidelijker en transparanter worden. Op 1 mei van volgend jaar moet
dat meer dan ooit. De bevoegdheidsverdeling tussen de Europese
Unie en de lidstaten en tussen de Europese instellingen onderling
moet worden uitgeklaard. Paralyserende consensusbeslissingen
moeten geleidelijk aan vervangen worden door beslissingen die met
een gekwalificeerde meerderheid kunnen genomen worden. Indien
we niet een nieuwe Toren van Babel willen worden, zullen er harde
keuzes gemaakt moeten worden op het vlak van de werktalen van de
Europese Unie. Met deze uitbreiding gaan we van 11 naar 20 talen.
ce qui concerne les langues de
travail de l'Union.
L'unité de l'Europe est à présent à
portée de la main. L'Europe ne
doit pas uniquement être
démocratique, pluraliste et
solidaire. L'Europe doit également
être forte et jouer un rôle de
premier ordre sur l'échiquier
mondial. Il doit s'agir d'une Europe
qui puisse prendre la direction des
opérations sur les plans politique
et économique, parallèlement aux
autres grandes puissances
démocratiques de ce monde.
Il nous incombe à présent
d'expliquer cet élargissement à la
population, de la rassurer et de la
convaincre.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
Ik zie de tolkencabines in het Europees Parlement hun omzet al
vergroten.
Collega's, al deze veranderingen zullen op 1 mei van volgend jaar
meer dan ooit actueel zijn. Al deze veranderingen en inspanningen
zullen tijd vergen. Ook de kandidaat-lidstaten hebben meer tijd nodig
dan ze soms zelf willen geloven. Wijlen de Franse president
Mitterand zei ooit: "Il faut laisser du temps au temps."
Geachte voorzitter, beste collega's, we maken historische momenten
mee. De vreedzame vereniging van Europa is een fundamentele
revolutie in haar geschiedenis.
Op de tijdslijn die leerkrachten op het bord zullen tekenen om
leerlingen te helpen met het visualiseren van de geschiedenis zal het
volgende staan:
1951: Ondertekening van het EGKS-verdrag. 1957: Verdrag van
Rome tot de oprichting van de Europese Economische
Gemeenschap en Euratom.
1967: oprichting van de Europese Gemeenschap. 1989: val van de
Berlijnse Muur.
1992: Verdrag van Maastricht, Europese Unie. 2002: invoering van
de eenheidsmunt.
2004: afkondiging van een Europese Grondwet en de eerste
uitbreiding van de Unie met landen van het voormalige Oostblok.
De eenheid van Europa ligt nu binnen handbereik.
Na twee wereldoorlogen met onnoemelijk veel leed en smart herrijst
Europa als een feniks uit zijn as. Het moet niet alleen het
democratisch, pluralistisch en solidair Europa zijn, maar ook een
sterk Europa dat een prominente rol speelt op wereldvlak, dat zijn
zeg doet en krijgt en vooral dat zijn ideeën en waarden universeel
weet uit te dragen. Kortom, wij willen een Europa dat zowel op
politiek als economisch vlak leiding kan nemen en leiding kan geven
naast andere democratische grootmachten in de wereld. Concreet
gesproken, een Europa dat zelf actie onderneemt in de Balkan, een
Europa dat zijn verantwoordelijkheid opneemt buiten zijn eigen
grenzen, om te beginnen in Afrika, het continent dat zoveel
historische banden met Europa koestert maar vandaag afschuwelijk
lijdt onder armoede, ziekte en oorlog.
Mijnheer de voorzitter, collega's, het is nu aan ons,
volksvertegenwoordigers, om de uitbreiding uit te leggen aan de
bevolking en om de mensen gerust te stellen en te overtuigen. Ik ben
Europeaan, Belg, Vlaming en Limburger, kortom een wereldburger.
De voorzitter: Collega's, dat was mevrouw Vautmans' maiden
speech.
Gefeliciteerd, mevrouw Vautmans.
Le président: Je félicite Mme
Vautmans pour son maiden
speech.
17.13 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, madame et
monsieur les vice-premiers ministres, chers collègues, nous allons
effectivement aborder aujourd'hui un thème majeur de l'avenir de
l'Europe, celui de son élargissement qui est, comme M. Van Rompuy
l'a dit tout à l'heure, une valeur en soi. Je partage cette analyse. Mais
il est évidemment normal que, lorsque l'on parle de l'élargissement
de l'Europe, lorsque l'on parle de l'élargissement de l'espace
européen, on aborde aussi son fonctionnement. Son fonctionnement
17.13 Daniel Bacquelaine (MR):
We hebben het thans over de
uitbreiding die een hoofdthema is
voor Europa en een waarde op
zich.
Maar als men over de uitbreiding
spreekt moet men ook het
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
dépend beaucoup de l'avenir de la Convention européenne.
Comment cette avancée significative que contient la Convention va-
t-elle se traduire en termes de fonctionnement de nos institutions, la
Commission, le Conseil des ministres, et de fonctionnement de sa
majorité?
Je voudrais d'emblée dire que la Convention européenne, je l'ai
signalé hier et on oublie de le répéter, est bien sûr une idée belge.
C'est une idée portée par le gouvernement belge, dans le cadre de la
déclaration de Laeken, et c'est une idée selon laquelle il est utile
d'approfondir nos institutions, le fonctionnement de celles-ci, de les
rendre plus efficaces, plus performantes, et de faire en sorte que
nous puissions progresser dans le cadre d'une Europe plus politique.
On a beaucoup parlé d'élargissement qui constituerait en fait le
simple agrandissement d'un espace économique. C'est sans doute
vrai mais c'est faire fi et oublier un peu trop facilement que l'Europe
est d'abord un corpus juridique qui traite avant tout de la paix, des
droits de l'homme et des libertés. À mon sens, c'est en ce sens que
l'élargissement est un acte historique. Quel est le résultat premier de
cet élargissement? C'est d'abord la création d'un espace européen
régi par le droit et marqué par la possibilité de vivre en paix dans une
certaine stabilité. C'est dans ce sens que l'élargissement constitue
évidemment un progrès substantiel et une valeur en soi, une valeur
de paix et de stabilité.
On imagine sans peine que, si cet élargissement ne devait pas
aboutir, on pourrait se retrouver dans une Europe avec, à ses
frontières et très près de ses frontières internes, des endroits où la
guerre pourrait revenir facilement. On a connu ce qui s'est passé
dans les Balkans, en Yougoslavie; on peut imaginer que sans
l'élargissement, à l'est de l'Europe, la paix ne soit pas garantie. C'est
en ce sens que l'élargissement a une valeur de fond, une valeur
historique qui n'est pas, à mon sens, discutable sur ce plan. Sur ce
plan-là, l'élargissement nous garantit la paix, la stabilité en Europe
pour longtemps. C'est évidemment essentiel.
Parallèlement, l'Europe est aussi un corpus juridique qui traite de la
production des biens, des échanges, de la liberté économique. C'est
vrai et, à mon sens, il n'y a pas de liberté tout court sans liberté
économique, il est donc bon que celle-ci puisse s'exercer. Est-ce
suffisant? Non, bien sûr. Je partage l'opinion de ceux qui considèrent
que l'on ne peut pas se contenter à la fois d'un espace de paix, ce
qui est pourtant déjà beaucoup, et d'un espace économique, ce qui
est utile. Il faut, en plus, un espace social, et qui dit « espace social »
dit aussi « espace fiscal » parce qu'il n'y aura pas d'harmonisation
sociale sans harmonisation fiscale. C'est aussi la nécessité, dans le
prolongement de cet espace de paix que nous voulons, de faire en
sorte qu'en matière de défense, en matière de sécurité, nous
puissions aussi progresser.
A mon sens, c'est le contenu de la Convention de dire qu'il est
possible d'avancer sur le plan fiscal, sur le plan social, sur le plan de
la défense européenne par le biais de coopérations renforcées qui
restent ouvertes à ceux qui veulent s'y associer.
Je suis inquiet et surpris, mais surtout inquiet, non pas de
l'élargissement mais que l'élargissement puisse provoquer ce qui me
vraagstuk van de werking van de
Unie aansnijden. De Conventie
heeft de knelpunten geformuleerd:
de werking van de Commissie,
van de Raad van Ministers en van
de meerderheden. Ik wijs er
nogmaals op dat de Conventie
een Belgisch initiatief is dat onze
regering in het kader van de top
van Laken heeft genomen.
Hoe kan de werking van de
instellingen verbeterd worden?
Men heeft gesproken over de
uitbreiding van de Europese
economische ruimte. Europa is
echter meer dan dat. Het is een
juridische entiteit die borg staat
voor de vrede, de mensenrechten
en de vrijheden. Dit resulteert in
een Europese ruimte waarin het
recht, de vrede en de stabiliteit
zegevieren.
Zonder deze constructie waren er
opnieuw niet ver van ons oorlogen
losgebarsten zoals we die in de
Balkan hebben gekend. Zonder de
uitbreiding staat de vrede op losse
schroeven. Om die reden kan de
uitbreiding niet ter discussie
gesteld worden. Het is immers
een waarde van essentieel
belang.
Daarnaast is de Europese
constructie ook een juridisch
corpus, dat onder meer het
verkeer van goederen, diensten
en personen regelt.
Geen vrijheid zonder
economische vrijheid. We moeten
dus werken aan een economische
ruimte, maar ook aan een sociale,
fiscale en defensieruimte. Dat
alles is vervat in de Conventie en
is mogelijk via versterkte en open
samenwerkingsverbanden.
Het verwondert me dat de
uitbreiding een nationale reflex
uitlokt. De bevolking stelt zich
vragen omdat de politici niet de
juiste argumenten gebruiken.
Waarom zouden we de uitbreiding
in verband brengen met
delokalisatie en met clandestiene
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
semble parfois relever d'un nouveau repli ou d'un certain néo-
nationalisme. Il est vrai que la population se pose des questions,
notamment parce que le politique véhicule aussi parfois certains
arguments qui ne me paraissent pas exacts. Par exemple, assimiler
élargissement et délocalisation est une erreur intellectuelle; assimiler
élargissement et immigration clandestine est aussi une erreur. Et il
faut bien le dire, nous avons besoin et, comme nous, la population a
besoin d'une pédagogie politique en la matière.
Dire que les délocalisations suivront automatiquement
l'élargissement, c'est évidemment une interprétation qui ne me
semble pas exacte: les délocalisations existent déjà et elles
existeront en Ukraine et dans d'autres pays, en Chine et ailleurs;
elles continueront probablement à exister encore dans d'autres pays,
indépendamment de l'élargissement. Au contraire, par le fait qu'il
rapprochera les niveaux de vie des pays adhérents du nôtre,
l'élargissement fera en sorte que l'incitation à la délocalisation
diminuera.
Même remarque pour l'immigration: le fait que les conditions de vie
s'améliorent dans les pays adhérents fera en sorte que l'incitation à
l'émigration pour les habitants de ces pays diminuera aussi.
L'élargissement signifiera sans doute la possibilité à terme de réduire
les délocalisations. C'est sans doute aussi diminuer les vagues
d'immigration incontrôlées.
Je pense donc que, dans ces deux domaines, il faut redire combien
l'élargissement recèle une valeur positive plutôt que négative.
Bien entendu, puisque nous serons 25, il faudra fonctionner à 25, en
tout cas pour le corpus de base, que ce soit les droits de l'homme,
les libertés fondamentales, la liberté économique, la possibilité des
échanges, mais nous pourrons aussi progresser à 25 ou à moins si
nécessaire vers l'Europe sociale, vers l'Europe fiscale, vers l'Europe
de la défense par le biais des coopérations renforcées, reprises dans
l'esprit conventionnel.
Ces coopérations renforcées seront sans doute utiles dans une série
de matières. Nous devrons faire en sorte d'en rester les précurseurs.
Nous détenons une position particulière: nous sommes parmi les
fondateurs de l'Union européenne, de l'Europe des Six, de la
Communauté européenne; nous sommes aussi ceux qui ont unifié
l'esprit conventionnel. A ce titre, nous sommes donc les précurseurs
de tout ce qui peut renforcer les institutions européennes.
Nous resterons vigilants et je sais combien le premier ministre et le
ministre des Affaires étrangères sont vigilants pour nous assurer
que ce qui sortira de la CIG soit un progrès par rapport au Traité de
Nice. Est-ce assuré? Non, il est impossible de l'assurer, mais il est
clair que nous assortissons cela: nous évaluerons les résultats de la
CIG pour déclencher des processus nous permettant des
coopérations renforcées dans tous les domaines où nous trouverons
des partenaires pour avancer.
Ces partenaires peuvent être les partenaires historiques de l'Europe.
Mais il faut arrêter de dire que, par définition, les pays adhérents sont
de mauvais européens. Cette assertion me paraît inacceptable. J'ai
même entendu hier un parlementaire européen dire que les pays
immigratie? De uitbreiding zal er
integendeel toe leiden dat het
verschil in levensstandaard tussen
de toetredende en de huidige
lidstaten afneemt, wat het
probleem van de delokalisatie en
de ongecontroleerde immigratie
de kop zal indrukken.
Een Unie met vijftentwintig leden
draaiende houden is natuurlijk niet
eenvoudig! Versterkte
samenwerking is nodig. Ons land
is een van de stichtende leden
van de Unie en moet dan ook zijn
pioniersrol blijven spelen. Wij
zullen ervoor zorgen dat de IGC
een vooruitgang inhoudt ten
opzichte van het Verdrag van
Nice.
Onze fractie blijft de idee van de
Europese identiteit en dus van de
uitbreiding zeer genegen.
Waarom zouden van oudsher
Europese landen niet aan die
Europese constructie kunnen
meewerken? De regering moet
haar beleid voortzetten en wij
stellen voor dat België het
voortouw neemt op het stuk van
de versterkte samenwerking.
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
adhérents allaient entrer dans la maison européenne pour jeter les
meubles par la fenêtre. Cessons d'être insultants vis-à-vis des pays
adhérents. Évidemment, on ne va pas leur accorder une confiance
absolue, on va rester vigilant par rapport à ce qu'ils apportent et à ce
qu'ils peuvent donner à l'esprit européen et à l'identité européenne.
Mais prétendre qu'ils vont venir pour jeter les meubles par la fenêtre
ne me paraît pas faire oeuvre utile pour la construction européenne. Il
faut rester raisonnable en la matière.
Monsieur le vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères,
sachez que le groupe MR reste profondément attaché à l'idée, à
l'identité européenne, que cette idée européenne ne peut que
bénéficier de cet élargissement. Nous ne pouvons pas continuer à
créer les conditions permettant à l'Europe des Quinze d'augmenter
inexorablement son train de vie en laissant sur le côté des pays
historiquement européens et qui se verraient privés d'une
participation, à nos côtés, à l'essor européen, à l'idée européenne.
C'est l'idée de l'internationalisme, je le rappelle. Alors, que
l'internationalisme change de camp, ma foi, c'est possible. Mais il
m'apparaît que c'est une valeur intéressante et qu'il faut la cultiver.
Tout ce qui touche au protectionnisme, au néo-nationalisme on
parle souvent de néo-libéralisme, laissez-moi parler de néo-
nationalisme n'est pas positif pour l'avenir européen.
Nous souhaitons donc que le gouvernement poursuive résolument
son action pour faire en sorte que ce qui sort de la Convention soit
nettement positif par rapport au Traité de Nice. C'est l'esprit de la
résolution que nous voulons voter également et que nous avons
proposé. S'il n'était pas possible d'avancer suffisamment sur le plan
institutionnel, nous proposons que la Belgique soit le précurseur de
coopérations renforcées utiles dans les domaines sociaux, fiscaux,
de défense, de politique étrangère qui nous semblent des domaines
essentiels pour l'avenir de l'Europe.
17.14 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de vice-eerste minister, mijnheer de vice-minister,
collega's, zowel de leden van mijn politieke partij en van mijn fractie
die met de Europese politiek bezig zijn, als ikzelf hebben al een paar
maanden een ongemakkelijk gevoel. Wij zijn ongerust en wij hebben
grote twijfels omtrent het moment van de waarheid waarvoor wij op
Europees vlak worden geplaatst.
Daarstraks werd gesproken over de val van de Berlijnse Muur.
Welnu, ik werd lid van het Parlement vier maanden voor de val van
de Muur. Onmiddellijk na de val van de Muur begon in dit Parlement
het debat over wat onder anderen door mevrouw Vautmans werd
bestempeld als een van de grote historische opdrachten, met name
het opnieuw verenigen van Europa. van de grote historische
opdrachten. De Belgen bereikten een consensus omtrent het feit dat
de Unie moest worden verdiept alvorens er een uitbreiding zou
komen. Waarom? Zeer eenvoudig omdat wij van oordeel waren dat
de nieuwe landen uit Centraal-Europa opnemen in een half afgewerkt
huis zonder dak, zonder ramen, een slechte operatie zou zijn, in de
eerste plaats voor die landen zelf. In dat geval zouden zij immers
niet kunnen worden opgenomen in een goed georganiseerde,
solidaire familie. Wij dachten dat ze daarvan zelf het slachtoffer
zouden zijn. Dat is niet gebeurd.
17.14 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): D'aucuns, dont moi-
même, sont mal à l'aise: il s'agit
en effet pour l'Europe de l'heure
de vérité et les résultats futurs
sont très incertains.
Je suis devenu parlementaire
quatre mois avant la chute du mur
de Berlin. Le débat relatif à la
réunification de l'Europe a
démarré immédiatement après cet
événement. A l'époque, il existait
un consensus dans notre pays :
l'approfondissement de la
construction européenne devait
intervenir avant l'élargissement.
On considérait en effet
qu'héberger les pays d'Europe
centrale dans une habitation en
chantier leur porterait préjudice et
nuirait à l'Union.
L'Europe centrale devait
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
Volgens mij liep het al fout bij de schoktherapie die moest worden
toegepast op Centraal-Europa. Er was geen geleidelijke overgang in
die landen. Het gevolg daarvan is en dat is hier onvoldoende
geweten de armoede die zich in die landen voordoet, vooral bij
ouderen, bij veel mensen die hun werk hebben verloren in de
vroegere staatsbedrijven. Dat is ons groot probleem. Er was veel
schok, maar weinig therapie.
Ik maak mij werkelijk ongerust over die uitbreiding. Wij evolueerden
in België van een consensus inzake verdieping en vervolgens inzake
uitbreiding, naar een stelling van verdieping en uitbreiding tegelijk.
Wij moeten ons thans uitspreken over een uitbreiding die wij zullen
goedkeuren omwille van het feit dat dit in 2001 werd afgesproken in
Goteburg en dat wij onze afspraken nakomen zonder evenwel enig
zicht te hebben op de verdieping. Wat mij bijzonder ongerust maakt
zijn de standpunten van deze tien nieuwe lidstaten vanaf 2007
komen er nog twee bij. Ik verzoek dan ook de Europese federalisten
onder ons zich even te buigen over die standpunten.
Ik vraag u niet naar alles te kijken, maar de Belgische doctrine
inzake Europa is samen te vatten in drie puntjes: ten eerste, een
sterke Commissie die daadkrachtig is, want dat is in het belang van
de kleine en zwakke landen, ten tweede, zoveel mogelijk
gekwalificeerde meerderheidstemmingen om vooruitgang te boeken
op alsmaar meer domeinen en, ten derde, het luttel belang dat wij in
België hebben gehecht aan de berekeningswijze van de
meerderheden in de Raad. Welnu, wanneer u kijkt naar de stand van
de Intergouvernementele Conferentie op die drie punten, die over de
kern van onze Belgische doctrine gaan, dan nemen de tien nieuwe
lidstaten een standpunt in dat diametraal staat tegenover het
standpunt dat ik de Belgische federale doctrine voor Europa zou
willen noemen. Hun standpunt gaat daar frontaal en diametraal tegen
in.
Wat is nu het drama? Het drama in het Europa van de 15 is dat wij,
Belgen, samen met anderen die Europees federaal denken, enige
vooruitgang geboekt hebben en die ook nog hopen te boeken.
cependant subir une thérapie de
choc. Il n'était pas question d'une
transition progressive avec toutes
les conséquences que cela
implique. La pauvreté - en
particulier chez les personnes
âgées et les chômeurs - constitue
le principal problème. Ces pays
ont subi nombre de chocs sans
pour autant bénéficier d'une
thérapie.
Les socialistes flamands
adopteront le projet
d'élargissement conformément à
ce qui a été convenu à Göteborg
en 2001. Nous sommes
cependant préoccupés. Le
consensus a effectivement été
envoyé par le fond.
Approfondissement européen et
élargissement doivent désormais
aller de pair. Qu'adviendra-t-il de
l'approfondissement?
La
doctrine fédérale belge
concernant l'Europe peut se
résumer en trois points : une
commission forte et énergique, la
plus grande partie des votes à la
majorité qualifiée, une atténuation
de l'importance du mode de calcul
des majorités au Conseil.
L'attitude des dix nouveaux Etats
membres est diamétralement
opposée à cette doctrine.
17.15 Minister Louis Michel: De houding die u aan die tien landen
verwijt, is eigenlijk niet verschillend van andere Europese landen die
al lid zijn.
17.15 Louis Michel, ministre:
Certains pays membres actuels
donnent le mauvais exemple.
17.16 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Het drama is, mijnheer de
minister, dat die tien landen zich gaan voegen bij een reeks landen
die reeds lid zijn en die dezelfde niet-federaal getinte visie op Europa
hebben. Elkeen in dit Huis die federaal denkt inzake de Europese
toekomst, zou hierbij moeten stilstaan. Het drama is dat na de
uitbreiding wij in het Europa van de 25 geconfronteerd worden met
een meerderheid van landen die tegen een federale toekomst voor
Europa is.
Sommige collega's zijn het met mij niet eens, maar ik vraag u te
kijken naar de standpunten. Zij zijn de grote verdedigers van een
grote Commissie van 30. Zij zijn samen met anderen van de 15
tegenstander van de uitbreiding van gekwalificeerde
meerderheidstemmingen. Zij zijn de verdedigers van een systeem
van berekeningswijzen van de stemmen in de Raad dat afwijkt van
17.16 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): C'est précisément ce
qui est dramatique : les dix
nouveaux membres se joignent
aux obstructionnistes, de sorte
que se formera au sein de la
grande Europe à 25 une majorité
dépourvue de l'esprit fédéral
nécessaire. Les pays adhérents
sont en effet partisans d'une vaste
Commission européenne de 30
commissaires et d'un système de
pondération des voix qui déroge à
la lettre de la Convention. Ils sont
également opposés à une
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
hetgeen in de Conventie werd overeengekomen. Dat is de essentie
van onze Belgische visie op de toekomst van Europa.
Straks zal ik de uitbreiding mee goedkeuren, maar ik zeg u dat ik het
met zeer veel lood in de schoenen doe. Als blijkt dat wij inzake de
Intergouvernementele Conferentie de uitkomst krijgen die ik vrees,
dan denk ik dat wij door de goedkeuring van de uitbreiding, een
vergissing zullen begaan hebben.
De eerste stelling die ik wil onderstrepen, is dat ik als federalistisch
denkend Europeaan zeer ongerust ben over hetgeen wij straks zullen
goedkeuren.
Ten tweede, ik ben niet alleen een Europees federalist, maar ik ben
ook een Europees socialist. Ik ben altijd voor de Europese integratie
geweest, zonder een seconde te aarzelen, wegens de historische
opdracht die daarmee vervuld werd, namelijk de aartsvijanden
Frankrijk en Duitsland verzoenen.
Ik heb aanvaard dat we niet in één beweging naar een Europese
politieke unie konden gaan en dat we moesten starten met een
economische integratie, om dan stap voor stap ook verdieping van
de Unie na te streven op een aantal vlakken die mij en mijn fractie
zeer na aan het hart liggen. Ik zou ze willen omschrijven als het
Europees sociaal-economisch model dat we hier in de verschillende
lidstaten van West-Europa hebben uitgebouwd: een gecorrigeerde
markteconomie, gekoppeld aan een sociale welvaartsstaat. Onder
druk van de globalisering moeten we proberen om dit in de Europese
Unie te verankeren. Daarom moeten we vooruitgang krijgen op het
sociale, het economische en het fiscale vlak en op het vlak van
milieu.
Opnieuw wil ik de collega's erop wijzen dat er een risico schuilt in de
houding die de tien nieuwe lidstaten innemen op dit vlak. Al wie de
discussies volgt, weet dat er een absoluut verzet is van een aantal
oude lidstaten van de vijftien: het Verenigd Koninkrijk, Ierland en, in
mindere mate, Luxemburg. Opnieuw, wat betreft vooruitgang op het
sociale en het fiscale vlak, voegen die tien landen zich bij wat een
minderheid is in de vijftien. Door hun komst wordt dit een
meerderheid. Wij hebben met veel moeite, bijvoorbeeld op fiscaal
vlak met de Europese spaarrichtlijn, vooruitgang geboekt. Het wordt
mij koud om het hart als ik mij probeer in te beelden hoe we nog
vooruitgang kunnen maken op sociaal vlak, zowel wat betreft de
zogenaamde hard law of verordeningen en richtlijnen, als soft law of
coördinatiemethoden op sociaal vlak, maar ook op het fiscale vlak.
Het gaat decennia duren voor we met het Europa van de vijfentwintig
in de positie gaan komen waarin we nu zijn met de vijftien, namelijk
vooruitgang boeken op sociaal en fiscaal vlak.
Ik ga dus ook met veel belangstelling uitkijken wat de uitkomst zal
zijn van de IGC wat betreft gekwalificeerde
meerderheidsstemmingen op sociaal en fiscaal vlak. Ik heb het er
gisteren in de commissie al over gehad. In het Italiaanse voorstel
wordt de deur dichtgedaan. De passerelle, zoals men dat noemt.
Voor domeinen waar nu nog geen gekwalificeerde meerderheid kan
zijn, bijvoorbeeld het fiscaal domein, wordt nu de deur dichtgedaan.
Het volstaat niet meer dat je een unanieme beslissing hebt onder de
regeringsleiders die in de Europese Raad zetelen: de zaak wordt ook
extension des votes à la majorité
qualifiée. C'est dès lors avec
beaucoup de réticence que je vote
en faveur de l'élargissement. Si
mes appréhensions se confirment,
nous devrons admettre que
l'élargissement était une erreur.
Socialiste européen dans l'âme,
j'ai toujours été partisan, sans la
moindre réserve, de l'intégration
européenne. J'ai souscrit à l'idée
que l'Union n'éclose pas dans un
big bang mais naisse plutôt d'une
gestation graduelle commencée
avec l'intégration économique et
aboutissant à un modèle socio-
économique européen associant
une économie de marché corrigée
à l'Etat-providence. Nous devons
nous efforcer d'ancrer cette idée
dans l'Union, ce qui implique la
nécessité impérieuse d'enregistrer
des progrès sur les plans social,
économique, fiscal et écologique.
La manière dont se positionneront
les dix nouveaux Etats membres
par rapport à tous ces points
comporte un risque. En effet,
quand ces dix nouveaux venus
seront entrés dans l'Union, nous
serons confrontés à une majorité
de pays qui sera en mesure de
contrecarrer des directives
fiscales, sociales et écologiques.
Comment, dans ces conditions,
l'Europe pourra-t-elle encore
progresser? Je fais référence à la
proposition italienne qui ferme la
"passerelle", ce qui signifie que
pour prendre des décisions
fiscales à la majorité qualifiée,
une décision unanime des chefs
de gouvernement ne suffira plus
car les vingt-cinq parlements
devront aussi marquer leur
accord. Nous ferons donc du
surplace.
J'espère simplement que la
prochaine CIG sera couronnée de
succès et qu'elle débouchera sur
un fonctionnement correct de la
Commission et une extension des
majorités qualifiées. Mais s'il
devait en être autrement, notre
résolution représente alors la
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
nog eens gestuurd naar de vijfentwintig parlementen die alle
vijfentwintig akkoord moeten gaan om te beslissen in de toekomst
bijvoorbeeld op fiscaal vlak met gekwalificeerde meerderheid te
mogen stemmen.
Welnu, ik denk dat er slechts twee mogelijkheden zijn. Ik hoop uit de
grond van mijn hart dat de eerste zich realiseert. We krijgen een
uitkomst van de IGC die ons toelaat om met een goed
functionerende Commissie en met voldoende mogelijkheid op
gekwalificeerde meerderheid op een aantal nieuwe domeinen, zoals
het sociale en het fiscale, te stemmen. Ofwel krijgen we die uitkomst
niet. Ik denk dan dat wat in onze resolutie staat, ook de enige uitweg
is. Als blijkt dat de IGC onder de lat van de Conventie door gaat, dan
rest al degenen die Europees federaal denken ik hoop dat er velen
zijn in dit Huis en die van oordeel zijn dat de Europese constructie
dient om het Europees sociaal-economisch model te verankeren in
een Europese overeenkomst, slechts een weg.
Er rest ons maar één weg: de weg van het kern-Europa, de weg van
het avant-garde-Europa, waar wij met een aantal andere landen
beslissen dat zij die niet meewillen, blijven op het niveau waarop de
Intergouvernementele Conventie hen brengt, maar waar wij samen
met een reeks andere landen beslissen om verder te gaan op de weg
van een federaal en geïntegreerd Europa dat een volheid van
bevoegdheden bezit, niet alleen op het politieke en economische
vlak, maar ook op het sociale en het fiscale vlak.
U moet maar eens kijken, collega Neyts, naar de positie van die 10
nieuwe lidstaten met betrekking tot een gemeenschappelijk
buitenlands beleid en veiligheidsbeleid. Zij zitten allemaal op een
Angelsaksische lijn. Daarmee gaan wij dus ook nog problemen
hebben. Als wij bijvoorbeeld op het vlak van defensie en een eigen
buitenlands en veiligheidsbeleid wat de premier, de minister van
Buitenlandse Zaken en ook mijzelf zo na aan het hart ligt willen
vooruitgaan, dan zullen wij het moeten doen met een avant-garde-
Europa. Daarvan ben ik stellig overtuigd.
seule issue. Tous ceux qui
défendent la logique fédérale et
qui souhaitent assurer l'ancrage
d'un modèle social européen
doivent s'unir dans une sorte
d'Europe d'avant-garde, c'est-à-
dire une Europe fédérale intégrée
disposant de compétences pleines
sur les plans social, fiscal, de
politique étrangère et de sécurité.
En ce qui concerne précisément la
sécurité et la défense, les
nouveaux Etats membres, sans
exception, suivent la ligne anglo-
saxonne. C'est la raison pour
laquelle nous plaidons, en cas
d'échec de la CIG, pour la mise en
place plus rapide d'un noyau-
Europe.
17.17 Raymond Langendries (cdH): Monsieur le président, avant
de commencer, j'ai d'abord une question préjudicielle qui vous
concerne. Si j'ai bien compris, nous pouvons faire effectivement une
intervention qui mélange les deux éléments. Dès lors, puis-je
préjuger du fait que nous allons aujourd'hui voter sur la proposition
de résolution?
Le président: Si la Chambre accepte cette addition à notre ordre du jour, il en sera ainsi.
17.18 Raymond Langendries (cdH): Cela me permet, à ce
moment-là, dans mon intervention, de parler aussi des amendements
que je veux déposer à la proposition de résolution.
Le président: Je n'y vois aucune objection. Tout est dans tout et réciproquement.
17.19 Raymond Langendries (cdH): Monsieur le vice-premier
ministre, ce soir nous aurons, modestement reconnaissons-le,
l'occasion d'apporter notre contribution à réparer une injustice, fruit
de l'histoire chaotique du continent européen.
17.19 Raymond Langendries
(cdH): Vanavond kunnen wij ons
steentje bijdragen tot het herstel
van een historische
onrechtvaardigheid, die gegroeid
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
Le destin a fait, en 1945, des pays de l'Europe centrale et orientale et
surtout de leurs citoyens, des victimes d'un totalitarisme odieux, des
victimes de la volonté de puissance des uns mais aussi de
l'indifférence, voire de la prudence des autres. Si le mur est tombé
en 1989, c'est aujourd'hui que nous pouvons, avec cet
élargissement, complètement réparer l'injustice de 1945. Pour la
première fois depuis son histoire, pratiquement tout le continent
européen sera réuni pacifiquement et durablement sous une même
structure politique: l'Union européenne.
L'élargissement du 1
er
mai 2004 aux dix pays candidats sera une
formidable revanche de la démocratie sur le totalitarisme. L'Union
européenne va réussir en 2004 là où, tour à tour, Hitler et Staline ont
échoué après avoir mis l'Europe à feu et à sang.
Je tiens à rappeler solennellement aujourd'hui qu'il ne peut y avoir de
doute sur cet engagement qui est partagé par l'ensemble des partis
démocratiques. Si j'ai cependant quelques regrets, c'est d'abord sur
la manière dont notre pays, notre gouvernement, a préparé nos
concitoyens à cet événement historique. Suite à l'absence d'un
véritable débat public - et cela signifie aussi un débat à l'extérieur de
cette enceinte - sur les impacts de l'élargissement tant pour la
Belgique que pour la construction européenne, le citoyen belge est
devenu, selon les derniers sondages, un des plus opposés à
l'élargissement, après le citoyen français. Alors que nous étions
traditionnellement des "europhiles", de véritables défenseurs de cette
Union européenne, le déficit d'information est regrettable en ce sens
qu'il a transformé les citoyens belges en personnes très
interrogatives quant à l'avenir de cette Union européenne.
Faut-il rappeler aussi que dans une enquête menée en septembre
2003 par l'Union wallonne des entreprises, parmi 4.000 dirigeants
d'entreprises, beaucoup évoquent des appréhensions quant à
l'élargissement de l'Union européenne de mai 2004?
Nous ne pouvons décemment pas nier aujourd'hui que cet
élargissement aura un coût. Certains craignent en effet un coût social
par les délocalisations, d'autres, un coût financier ou des aides
moindres à la politique agricole commune.
Certes, aujourd'hui on doit rappeler que nos échanges avec les dix
pays candidats sont relativement modestes - 2,5% de nos
exportations, 1,6% de nos importations -, que la balance des
échanges entre les Quinze et les candidats nous est largement
favorable et que cet élargissement signifie des possibilités de
débouchés supplémentaires pour nos entreprises et donc, nous
l'espérons, de l'emploi en plus.
Même si les analyses ne prédisent pas de délocalisations massives
ni d'immigrations en masse, notre responsabilité de politiques est
d'anticiper et de prévoir. C'est ainsi que face à des disparités
salariales importantes, parfois de 1 à 7, il est plus que jamais temps
de renforcer les structures d'une véritable Europe sociale, afin
d'éviter toute concurrence déloyale dont la première victime serait le
travailleur, qu'il soit de l'Ouest ou de l'Est. Même si la productivité du
travail dans ces pays anéantit l'avantage en coûts salariaux,
l'enquête menée en 2002 par la FEB montre que la productivité de
ces entreprises a augmenté et est perçue par nos entreprises entre
is uit de Europese geschiedenis.
Vrijwel heel het Europese
vasteland zal op een vreedzame
manier samensmelten. Aldus
neemt de democratie op een
buitengewone manier wraak op
het totalitarisme. Er mag geen
twijfel bestaan over deze
gedeelde verbintenis van alle
democratische partijen. Toch
betreuren wij de manier waarop de
regering de bevolking op de
uitbreiding heeft voorbereid. Door
een gebrekkige communicatie met
de Belgische burger is deze één
van de meest fervente
tegenstanders van de uitbreiding
geworden. Wij kunnen niet
ontkennen dat deze uitbreiding
sociale en financiële kosten met
zich zal meebrengen. Toch zal zij
ons ook toelaten nieuwe
afzetmarkten te verkennen. Nu wij
met aanzienlijke
loonongelijkheden worden
geconfronteerd, is het hoog tijd
dat wij de structuren van een echt
sociaal Europa verstevigen, zodat
wij oneerlijke concurrentie kunnen
voorkomen.
De invoering van een Europees
arbeidsrecht, de implementatie
van het sociaal handvest en de
harmonisering van de
vennootschapsbelasting moeten
bijdragen tot een betere sociale
bescherming in de toekomstige
Europese Unie. In België moeten
we de nadruk leggen op de
opleiding van de laaggeschoolde
arbeidskrachten. Daarnaast moet
ons land aantrekkelijk blijven voor
rechtstreekse buitenlandse
investeerders. Nog belangrijker in
dat opzicht, vooral dan voor de
KMO's met minder dan 50
werknemers, zijn de loonkosten.
De migratiestromen vormen
helemaal geen probleem.
Immigratie zal weliswaar de
kosten voor de gezondheidszorg
doen toenemen, maar zal een
positief effect hebben op de groei
ten belope van 0,3 procent van
het BBP. Welke gevolgen zal de
uitbreiding tot een Unie van
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
50 et 75% du niveau belge.
Dès lors, la création d'un véritable droit du travail européen,
l'intégration de la charte sociale mais aussi l'harmonisation des
systèmes d'imposition des sociétés doivent concourir à tirer vers le
haut la protection sociale de l'ensemble de la future Union. Mais nous
devons aussi en Belgique, et plus que jamais, mettre l'accent sur la
formation des travailleurs les moins qualifiés qui seront sans doute
des cibles de choix pour les délocalisations.
Un autre challenge pour l'économie belge sera de garantir son
attractivité par rapport aux investissements directs étrangers. Si la
raison essentielle de ces investissements reste l'accès à de
nouveaux marchés, la présence de main-d'oeuvre bon marché est le
deuxième motif cité par l'enquête de la FEB, paradoxalement surtout
par les PME de moins de 50 personnes.
Quant au flux migratoire engendré par l'élargissement, il serait
indécent de polémiquer sur cet aspect. En effet, si l'on se base sur
les estimations de la Commission européenne et du Bureau du plan,
ce flux migratoire sera pour la Belgique de 12.000 personnes en
2010, ce qui engendrera sans doute une augmentation de nos
dépenses de santé, mais qui sera plus que largement compensée par
un effet positif sur notre croissance de l'ordre de 0,3% du PIB.
Nous sommes, par ailleurs, beaucoup plus inquiets par l'impact d'une
Europe à 25 sur l'avenir de la construction européenne, sur sa
capacité à décider et sur les implications sous-estimées de
l'élargissement sur l'ensemble de nos politiques communes. A cet
égard, un débat sur la ratification du traité implique que l'on pose ces
problèmes également. Même si le Conseil européen a
provisoirement garanti l'avenir de la PAC, de lourdes inconnues
subsistent, en particulier le plafonnement à 1% de l'augmentation
annuelle maximale, après 2006, des aides liées au marché et des
aides directes. Même si le Sommet de Bruxelles a permis en 2002
d'assurer l'avenir financier global de l'Union, se pose la question
fondamentale du maintien du budget européen et de ses recettes.
Actuellement, le financement du budget est principalement assuré
par des ressources propres, mises à disposition par les Etats
membres et plafonnées à 1,27% de l'ensemble des PIB de l'Union.
Pour notre part, nous estimons qu'il faut abandonner à terme le
plafonnement du budget à 1, 27%, puisque cela aboutirait à faire
payer certaines initiatives nécessaires à l'élargissement au détriment
d'autres politiques, en particulier la politique agricole commune.
Comme vient de le rappeler le président de la BEI, M. Maystadt,
l'équation va bientôt devenir intenable. Si l'on veut respecter la
stratégie pour l'emploi définie à Lisbonne, l'élargissement, le
maintien de véritables politiques de cohésion régionale et une PAC
ambitieuse, une augmentation modérée du budget européen doit être
envisagée. Faut-il rappeler, comme le faisait le président de la BEI,
que le budget actuel de l'Union est à peine l'équivalent du total des
aides d'Etat aux entreprises encore à charge des budgets nationaux?
Il faudra non seulement réviser les mécanismes de la politique
agricole commune et des fonds structurels, mais surtout augmenter
vijfentwintig leden hebben voor de
besluitvorming en de
gemeenschappelijke
beleidslijnen? Dat vraagstuk moet
in het kader van het debat over de
ratificatie aan de orde worden
gesteld.
Ook al heeft de Raad het
voortbestaan van het GLB en de
financiële toekomst van de Unie
veilig gesteld, toch is er een
fundamenteel probleem. Op dit
ogenblik vertegenwoordigen de
eigen middelen van de Unie
slechts 1,27 procent van het totale
bbp. Men dient van deze
begrenzing af te stappen, omdat
zij er onvermijdelijk toe leidt dat
de voor de uitbreiding
noodzakelijke maatregelen ten
koste van het GLB zullen gaan.
De Europese begroting dient dus
te worden opgetrokken.
Een ander belangrijk punt is het
gemeenschappelijk buitenlands en
veiligheidsbeleid, alsook het
defensiebeleid.
Ik ben er niet van overtuigd dat
alle landen die zullen toetreden,
op dezelfde golflengte zitten.
Welnu, dit beleid is van
fundamenteel belang als wij het
hoofd willen kunnen bieden aan
de grensoverschrijdende
criminaliteit van morgen, vooral
op het stuk van de mensenhandel.
Wij zijn voorstander van de
uitbreiding en beseffen dat dit een
historisch ogenblik is. Maar de
uitbreiding zal slechts een succes
zijn als de basisstructuur van de
Europese Unie wordt versterkt -
en dat is net de taak van de
Europese Conventie.
De fractieleiders van PS en sp.a
hadden het over het belang van
de ruimere toepassing van de
stemming bij gekwalificeerde
meerderheid en van de slagkracht
van de Ministerraad. De twee
amendementen die we gisteren
bespraken, liggen in dezelfde lijn.
De eerste minister veegde ze
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
la part des ressources propres dans le budget européen alors qu'en
2006, 90% de celui-ci proviendront des contributions nationales,
ressources propres qui pourraient, dès lors, s'accroître naturellement
avec les dividendes du marché unique. Cette condition budgétaire
est indispensable à la réalisation des nombreuses ambitions dont
nous dotons l'Europe, aujourd'hui. Nous attendons de notre
gouvernement qu'il fasse des propositions concrètes dans ce sens au
Conseil européen, et ce bien avant 2006.
Enfin, je voudrais aussi rappeler que, demain, l'Union devra relever
les défis d'une véritable politique extérieure et de son bras armé, la
défense. Je ne suis pas convaincu, même si je ne souhaite pas lever
les mêmes anathèmes que Jacques Chirac, que tous les pays qui
nous rejoindront en mai prochain soient, dès à présent, sur la même
longueur d'onde que nous. Doit-on rappeler encore qu'ils ont tous pris
une position avant le conflit en Irak, peu conforme avec celle
défendue par la "vieille Europe".
Demain, l'Union devra faire face à une criminalité transfrontalière et
au trafic qu'elle génère, en particulier celui qui touche actuellement
les êtres humains. Demain, les risques qui pèsent sur notre
environnement seront plus que jamais présents et ces risques ne
connaissent, eux non plus, pas de frontières.
Pour toutes ces raisons, nous sommes favorables au principe même
de l'élargissement et nous sommes conscients du moment historique
qu'il représente pour tous les Européens.
Mais cet élargissement, le plus important de tous, ne pourra être un
succès que s'il est aussi l'occasion de renforcer les structures
fondamentales de l'Europe. C'est évidemment ce que vient de
réaliser la Convention européenne avec son projet de Traité
constitutionnel.
La Conférence intergouvernementale, qui vient d'entamer ses
travaux, doit garantir, à nos yeux, les acquis de la Convention et
sauver l'échec désastreux du Traité de Nice. Il doit amener l'Europe
à assumer l'élargissement et à être demain plus forte pour faire face
aux défis qui l'attendent. Il serait dramatique pour tous qu'un
élargissement raté au niveau institutionnel n'aboutisse qu'à affaiblir
alors qu'il vise à renforcer. Nous sommes, comme bien d'autres,
aujourd'hui, très inquiets sur le travail de démontage mené par
certains gouvernements au sein de cette CIG.
Il nous est évidemment difficile d'anticiper le résultat de cette CIG
sans en connaître le contenu. Dès lors, tout en émettant, aujourd'hui,
un vote positif sur le Traité d'adhésion, nous serons, comme d'autres,
particulièrement attentifs au résultat de celle-ci. Nous serons aussi
particulièrement attentifs au vote de la proposition de résolution que
nous serons amenés à discuter, monsieur le président, et sans doute
à voter dans la foulée de la ratification du Traité.
Je souhaiterais soulever les remarques importantes formulées par le
président du parti socialiste et par le chef de groupe du sp.a à cette
tribune, qui ont relayé les propos tenus par les membres de leur parti
au sein de la commission qui s'est tenue hier après-midi, en
particulier sur la problématique de la majorité qualifiée et de
l'efficacité d'un Conseil des ministres réduit.
echter van tafel en oordeelde dat
ik te ver was gegaan. Ik wees erop
dat de geamendeerde tekst een
letterlijke herhaling is van de
regeerverklaring. Het tweede
amendement, waarvan ik de tekst
intussen lichtjes wijzigde,
herneemt een deel van de
beleidsverklaring van de minister
van Buitenlandse Zaken.
Ik vraag de socialisten en de
liberalen deze amendementen,
die slechts een herhaling zijn van
wat al in de regeerverklaring van
juli 2003 stond, goed te keuren.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
Monsieur Di Rupo, hier, à l'occasion de la discussion de cette
proposition de résolution, j'ai déposé deux amendements, que je
souhaite redéposer, aujourd'hui. Ils vont exactement dans le sens
que vous souhaitez.
Le premier de ces amendements a été rejeté d'un revers de la main
par le premier ministre qui était présent. Il m'a fait remarquer que
j'allais beaucoup trop loin dans ce qu'il fallait défendre pour la
Belgique, à l'occasion de la discussion au sein de la CIG. J'ai rappelé
au premier ministre, - vous pouvez le vérifier - que le texte de
l'amendement que je souhaite déposer en complément de la
proposition de résolution, est mot pour mot, virgule pour virgule,
parenthèse pour parenthèse identique à la déclaration
gouvernementale de juillet 2003, au chapitre "L'Europe solidaire",
point 1, alinéa premier. Identique!
Donc, j'aimerais que, dans la proposition de résolution, le
gouvernement réaffirme une deuxième fois, au moment où il doit
entamer un processus de négociation et de discussion avec ses
partenaires, la volonté qu'il nous a donnée lors de sa déclaration de
juillet 2003. Pour l'avenir de l'Europe, pour l'avenir des institutions
européennes: il faut aller dans le sens indiqué.
Le deuxième amendement que j'ai déposé, que j'ai légèrement sous-
amendé, monsieur le président, par rapport à hier, reprend à
l'identique, mot pour mot, virgule pour virgule, les termes employés
par le ministre des Affaires étrangères dans sa déclaration de
politique générale. Donc, dans cette matière, tant pour la première,
en ce qui concerne la majorité qualifiée, que pour ce qui concerne le
bon fonctionnement de la Commission, reprendre simplement les
termes de l'accord gouvernemental me semble logique et naturel.
Je vous remercie à l'avance, messieurs les socialistes, messieurs les
libéraux, de bien vouloir approuver ces amendements qui ne font
que confirmer ce que vous avez accepté dans la déclaration de juillet
2003.
17.20 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
leden van de regering, collega's, het verdrag dat we vandaag
behandelen en dat ertoe strekt tien nieuwe lidstaten op te nemen in
de Europese Unie mogen we ongetwijfeld een historische
gebeurtenis noemen. Het is eigenlijk het trekken van een streep
onder een beroerde periode in onze westerse geschiedenis, met
name het bestaan van het IJzeren Gordijn en de communistische
dictaturen die daar decennia lang de mensen hebben verdrukt. Wij
mogen ons verheugen over het wegvallen van dat IJzeren Gordijn en
over het feit dat deze landen in de toekomst aansluiting zullen
kunnen vinden bij de rest van Europa en daar wellicht neen, zeker
beter van zullen worden. De welvaart en het welzijn zullen
verhogen.
Wat misschien nog het meest van belang is, collega's, is dat deze
uitbreiding naar Oost-Europa vooral de vrede in Europa zal dienen.
Wij mogen ons er toch over verheugen dat door het bestaan van de
NAVO en door het bestaan van de Europese Unie West-Europa nu
toch al bijna zestig jaar vrede kent. Het doet ons dan ook groot
genoegen dat ook de landen van achter het vroegere IJzeren Gordijn
17.20 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): L'adhésion à
l'Union européenne de dix anciens
Etats du bloc de l'Est est un
événement historique. Elle
marque la fin d'une période
trouble de l'histoire durant laquelle
des millions de citoyens ont ployé
sous le joug de dictatures
communistes.
L'adhésion
contribuera au bien-être dans les
dix pays concernés.
L'élargissement servira surtout la
paix au sein de l'Union. Grâce à
l'existence de l'OTAN et de
l'Union européenne, l'Europe de
l'Ouest connaît la paix depuis 60
ans déjà. Les pays qui se
trouvaient de l'autre côté du
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
nu aansluiting kunnen vinden in die Europese ruimte en hopelijk
eveneens van deze vrede zullen kunnen blijven genieten in de
toekomst. De omvang van de uitbreiding is natuurlijk opmerkelijk,
collega's. Het is bij mijn weten de grootste uitbreiding die in één keer
gebeurd is als men dat ziet qua oppervlakte en aantal inwoners. We
gaan namelijk naar een verhoging van de Europese bevolking met
20%. Er zijn dus 75 miljoen nieuwe EU-onderdanen die aansluiten bij
Europa. Het gaat om een vergroting van de oppervlakte met 23%.
Wat de verhoging van het bruto Europees product betreft, liggen de
cijfers veel minder hoog. Die tien nieuwe landen samen
vertegenwoordigen slechts vier procent van het bruto Europees
product. Hun vertegenwoordiging qua economische sterkte is dus vijf
keer minder dan wat ze qua bevolking en oppervlakte
vertegenwoordigen. Om het een beetje aanschouwelijker te maken,
die tien nieuwe Europese landen hebben allemaal samen een
economische sterkte die ongeveer gelijk is aan die van Nederland.
Om u maar te zeggen dat daar nog veel werk aan de winkel is. Wij
betreuren het een beetje dat men heeft gewild dat die tien nieuwe
Oost-Europese landen in één beweging bij de Europese Unie moeten
aansluiten. Wij hadden in dit opzicht liever de weg van de
geleidelijkheid bewandeld. Wij hadden eigenlijk liever land per land
bekeken of het aan alle criteria van Kopenhagen voldoet en, zo ja,
het dan te laten aansluiten. Dat zou afzonderlijk kunnen of in kleine
groepjes. Dat maakt niet zo veel uit, maar dan had men geleidelijk
kunnen te werk gaan en was de omschakeling niet zo drastisch
geweest. Nu heeft men ervoor geopteerd om om zuiver politieke
redenen, want ik vind er geen andere dat in een big bang te doen.
Alle landen komen er ineens bij, in één beweging, hoewel men
objectief toegeeft dat heel wat van die landen er nog niet klaar voor
zijn. Een aantal zijn er wel klaar voor, zoals Slovenië, Cyprus, Malta
en Tsjechië. Die landen zijn ongeveer op de hoogte gekomen van de
landen die in de huidige EU een beetje aan het staartje hangen,
zoals Portugal en Griekenland. De landen die ik daarnet heb
genoemd, zijn ongeveer op die hoogte gekomen. Er zou dus geen
probleem zijn om die in een eerste fase reeds te doen aansluiten.
Er zijn andere landen, die nu ook reeds aansluiten de Baltische
landen Estland, Letland en Litouwen die heel wat minder ver staan.
Dan is er het grootste land dat aansluit en dat met 40 miljoen
inwoners meer dan helft uitmaakt van de totale bevolking die
aansluit, een land zo groot als Spanje, dat er helemaal niet klaar voor
is. Alle economisten bevestigen dat. Er zijn ook rapporten van de
Europese Unie zelf die dat bevestigen. Het laatste rapport dateert
van begin november en daarin wordt, onder andere, gezegd dat het
Europees controlesysteem dat erop moet toezien dat de
agentschappen die het Europese subsidiegeld voor landbouw moeten
beheren goed zouden functioneren, op dit ogenblik nog helemaal niet
op punt is gesteld.
Dat is toch essentieel voor een land als Polen dat in hoofdzaak nog
altijd een agrarisch land is. Ook in de visserijsector moet nog heel
wat gebeuren op het gebied van controle, inspectie en marktbeleid.
We hebben in Polen dan ook nog het probleem van het
eigendomsrecht. Polen wil koste wat het kost zijn eigendomsrecht
beschermen en verhinderen dat Westerse investeerders er massaal
grond kunnen opkopen. Ik begrijp die vrees wel, maar het is toch een
zaak die niet is uitgeklaard. Zij hebben nog problemen met hun
rideau de fer vont à présent eux
aussi pouvoir en profiter.
Cet élargissement est le plus
important dans l'histoire de
l'Union. D'un seul coup, la
population européenne
augmentera de 75 millions de
personnes, soit 20 pour cent de la
population, tandis que la
superficie croîtra de 23 pour cent.
En revanche, le produit européen
brut ne connaîtra pas de hausse
spectaculaire. Ces dix nouveaux
pays ne représentent que 4 pour
cent du PEB. S'ils gonflent les
chiffres démographiques, ils
n'apportent guère de richesses
économiques. Ensemble, ils
représentent à peine la puissance
économique des Pays-Bas!
Voilà pourquoi nous déplorons
l'adhésion simultanée de ces dix
pays. Nous aurions préféré que
chaque pays soit évalué
séparément à la lumière des
critères de Copenhague. En pareil
cas, ils auraient pu adhérer
chacun à leur tour ou par petits
groupes.
Pour des raisons politiques, on a
opté pour un scénario de Big
Bang, bien qu'il soit admis que les
dix pays ne sont pas tous prêts. Si
certains peuvent rejoindre le
peloton de queue de l'Union, les
Etats baltes et surtout le plus
grand Etat candidat à l'adhésion,
la Pologne, sont loin d'être prêts
comme le confirment du reste des
rapports de la Commission
européenne. Etant donné
l'importance que le secteur
agricole revêt dans ce pays, le fait
que la Pologne ne soit pas encore
prête en ce qui concerne le
contrôle agricole n'est pas anodin.
Par ailleurs, d'autres problèmes se
posent dans les domaines de la
pêche, du droit de propriété des
étrangers, de la législation en
matière de concurrence et de la
lutte contre la corruption et la
fraude, sans parler du
délabrement de l'économie... Il
aurait été préférable de hisser tout
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
concurrentiewetgeving en met de strijd tegen corruptie en fraude. Dat
zijn allemaal zaken die niet werden opgelost of uitgeklaard. Zij
maken dat Polen op dit ogenblik niet klaar is en we spreken dan nog
niet over de belabberde economische situatie.
Het ware beter geweest om in fases te werken, om door die landen
de nodige steun te geven en er de nodige associatie- en
handelsverdragen mee te sluiten hen eerst ongeveer op ons sociaal-
economisch welvaartsniveau te brengen en ze dan te laten
aansluiten. Maar goed, men heeft voor deze big-bangformule
gekozen en we zullen moeten proberen daarvan het beste te maken.
De aansluiting van tien nieuwe Oost-Europese landen brengt met
zich mee dat onze buitengrenzen gigantisch lang worden. Er komen
duizenden kilometers buitengrenzen bij die allemaal moeten bewaakt
worden. Die buitengrenzen zijn echter zo lek als een zeef. Het zijn
vooral de grenzen aan de oostzijde, met landen als Oekraïne, Wit-
Rusland en wat verder Rusland zelf, die moeten worden
afgeschermd tegen een al te grote immigratie van economische
vluchtelingen. Helaas staan we daarmee op dit ogenblik absoluut niet
ver genoeg. Er bestaan wel plannen van de Europese Commissie
voor de oprichting van een Europees agentschap voor de bewaking
van de buitengrenzen. Dat agentschap zou echter niet zelf instaan
voor de bewaking, maar zou die moeten coördineren. Dat is echter
allemaal nog in een embryonaal stadium en staat absoluut nog niet
op punt. Ik verwacht ook niet dat men, wanneer die landen toetreden
op 1 mei 2004, een waterdicht controlesysteem zal hebben dat die
duizenden kilometers lange grenzen efficiënt kan bewaken. Nochtans
is de bewaking van de buitengrenzen een van de bouwstenen van de
Europese Unie, of zou dat althans moeten zijn in de strijd tegen de
illegale immigratie.
Een andere piste die men volgt, maar waarover evenmin waterdichte
beslissingen zijn genomen, is het afsluiten van akkoorden met landen
van oorsprong waar veel zogenaamde asielzoekers het zijn
hoofdzakelijk economische vluchtelingen vandaan komen, over de
heropname in die landen. Men wil dat Europees organiseren, maar
men staat nog maar in een beginfase. In dit opzicht gaat men ook
weeral te vroeg van start met deze grootscheepse operatie.
Er zijn ook plannen in Europees verband om te komen tot een lijst
van veilige landen. Asielzoekers, vluchtelingen of illegalen afkomstig
uit landen die wij als veilig bestempelen, zouden niet meer tot de
nieuwe uitgebreide Europese Unie worden toegelaten. Ook daarmee
is men niet klaar. Het debat over de veilige landen maakt deel uit
van een richtlijn over een Europese harmonisering van de
asielprocedure, maar dat voorstel zit inmiddels reeds drie jaar in de
wachtkamer. Het had tegen het einde van dit jaar afgerond moeten
zijn.
Volgens recente inlichtingen de minister kan mij verbeteren mocht
mijn informatie niet up-to-date zijn zijn de dossiers omtrent de
bewaking van de grenzen, het terugsturen van asielzoekers naar de
landen van oorsprong, de heropname, het opstellen van lijsten en
werken met veilige landen en de invoering van een voorstel van
Groot-Brittannië om zogenaamde `safe heavens' op te richten aan de
grenzen van de Europese Unie, nog niet afgerond.
d'abord les candidats à l'adhésion
à notre niveau socio-économique.
Avec l'élargissement, des milliers
de kilomètres vont s'ajouter aux
frontières extérieures de l'Union. Il
est essentiel que ces frontières
soient efficacement surveillées
mais, dans la pratique, elles sont
une véritable passoire. Sur le
flanc est surtout, les frontières
doivent être fermées aux
migrations de réfugiés
économiques. Dans ce domaine,
nous ne sommes pas encore
suffisamment avancés. Les
projets de création d'une agence
européenne chargée de
coordonner la surveillance des
frontières en sont toujours au
stade embryonnaire.
Je puis supposer qu'il n'y aura
toujours pas de système de
contrôle hermétique quelques
mois après que l'élargissement
sera devenu un fait. La
surveillance des frontières
extérieures devrait constituer une
des pierres angulaires de la lutte
contre l'immigration illégale.
L'Union ne s'est toujours pas
dotée d'une réglementation en ce
qui concerne la reprise par les
pays d'origine des demandeurs
d'asile déboutés. Les projets
visant à établir une liste des pays
sûrs n'ont toujours pas fourni de
résultats. La liste en question
devrait être inscrite dans une
directive sur l'harmonisation de la
procédure d'asile européenne.
Cette directive aurait dû être prête
pour la fin de cette année mais ce
ne sera vraisemblablement pas le
cas. La proposition britannique de
créer des safe havens aux
frontières, où une première
sélection serait opérée entre
réfugiés économiques et
politiques, n'a pas encore été mise
en oeuvre.
Nous sommes également
préoccupés par la criminalité qui
peut se déplacer vers l'Ouest. Des
rapports d'Europol prévoient une
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
In dat verband geef ik het volgende voorbeeld. Voor de opvang van
vluchtelingen uit Irak, Iran en Afghanistan bestond het Britse voorstel
erin om bijvoorbeeld in Turkije, een `safe heaven' op te richten. In die
`safe heaven' zou men een eerste selectie maken en nagaan wie
economische vluchteling is en wie politieke vluchteling. De
economische vluchtelingen zouden dan worden teruggestuurd naar
hun land van herkomst en de politieke vluchtelingen die vallen onder
de Conventie van Genève, zouden mogen doorreizen naar een EU-
land. Daarover zouden afspraken gemaakt worden. Ook dat is
allemaal nog niet geregeld. Men staat daar in feite nog nergens, het
blijft allemaal bij vage plannen.
Waarover wij ons eveneens zorgen maken, mijnheer de voorzitter, is
over de criminaliteit die samen met de aansluiting van die tien Oost-
Europese landen naar het Westen zou kunnen komen. Niet het
Vlaams Blok zegt dit, maar dat staat in de rapporten van Europol.
Immers, "Samen met de uitbreiding van de Europese Unie staan wij
voor een zware opstoot van de georganiseerde misdaad, wanneer in
mei volgend jaar tien nieuwe landen toetreden tot de Europese Unie.
De Europese Unie is nog lang niet klaar om die Oost-Europese
bendes efficiënt aan te pakken.", aldus Europol. Meer nog, terecht
wordt erop gewezen dat onze politionele en gerechtelijke systemen
veel te weinig aan elkaar zijn aangepast en op elkaar ingespeeld om
die fenomenen van toenemende criminaliteit het hoofd te kunnen
bieden.
Bijna elke lidstaat van de Europese Unie zal, meer nog dan nu reeds
het geval is, een land van doorvoer en bestemming voor criminele
goederen en diensten worden. Vooral mensenhandel en de sociale
en politieke gevolgen ervan worden volgens Europol een echte
bedreiging voor de Europese Unie, zelfs bedreigender dan de
drugstrafiek.
Collega's, de 25 politieapparaten en 25 gerechtelijke systemen zal
men op een of andere manier een beetje met elkaar moeten kunnen
laten samenwerken. Omdat men hierin niet of onvoldoende in slaagt,
is de vrees dat de georganiseerde misdaad telkens voldoende
gaatjes in de samenwerking zal kunnen vinden om de
politieapparaten telkens een stapje voor te zijn. Nu al bereiden de
Oost-Europese bendes zich voor op de uitbreiding. Zij sturen reeds
hun eerste verkenners naar hier om de netwerken te vormen. Zo
hebben het voorbije jaar de Europese politiediensten, wat toch
opmerkelijk is, 1.000 nieuwe bendes in kaart kunnen brengen.
Volgens schattingen van de Europese politiediensten bevinden er
zich op dit ogenblik ongeveer 4.000 criminele bendes in Europa, die
goed zijn voor 40.000 gangsters. De politiediensten zijn absoluut niet
gewapend om hen de baas te kunnen. Degenen die zo snel willen
gaan, realiseren zich dat onvoldoende en sluiten er te veel de ogen
voor.
Een ander probleem dat ik wil aankaarten, is het probleem van de
delokalisatie en van de migratiebeweging. Er dreigen zich namelijk
twee fenomenen voor te doen.
Het ene fenomeen, delokalisatie, is eigenlijk al volop bezig.
Bedrijven van bij ons verhuizen naar Oost-Europa en openen er
nieuwe vestigingen vanwege de lage loonkosten. Dat gaat natuurlijk
ten koste van de werkgelegenheid bij ons.
recrudescence du crime organisé
après l'élargissement. L'Union
européenne n'est pas encore
prête, loin s'en faut, à mener la
lutte contre les bandes organisées
d'Europe de l'Est: les appareils
policiers et judiciaires des Etats
membres sont encore trop peu
harmonisés à cet effet. La traite
des êtres humains, plus encore
que le trafic de drogue, devient la
véritable menace pour l'UE.
Lorsque vingt-cinq dispositifs
policiers et judiciaires devront
collaborer, il ne sera pas difficile
pour les milieux du crime organisé
de trouver des failles et, ainsi, de
toujours garder une longueur
d'avance sur les autorités. Les
bandes criminelles envoient déjà
des éclaireurs en Europe
occidentale: au cours de l'année
écoulée, les services de police ont
répertorié 1.000 nouvelles
bandes. A l'heure actuelle, on
estime à environ 4.000 le nombre
de bandes actives, représentant
40.000 malfaiteurs. Il est évident
que la police n'est pas armée pour
faire face à pareille augmentation
de la criminalité.
Deux autres problèmes se
posent : la délocalisation et la
migration. Nombre d'entreprises
ont déjà quitté notre pays où, de
surcroît, travaillent déjà au noir et
pour des salaires de misère,
d'innombrables travailleurs
immigrés. A compter du 1
er
mai
2004, ils pourront travailler chez
nous en toute légalité,
probablement suivis par des
dizaines de milliers d'autres. La
combinaison de cette double
évolution aboutira à accroître le
chômage des Belges. Le
gouvernement y prête trop peu
attention.
Le secrétaire d'Etat Jacques
Simonet s'est employé à me
rassurer en citant un rapport de la
Banque Européenne pour la
Reconstruction et le
Développement dont les auteurs
jugent peu probable un
envahissement du marché de
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
De andere beweging is ook al ten dele bezig, zij het op het ogenblik
vooral illegaal. Oost-Europeanen komen naar hier om tegen heel
lage lonen werk, op het ogenblik meestal zwartwerk, te verrichten.
Vanaf 1 mei 2004 worden deze illegalen echter plotseling legaal. Dan
zullen al deze Oost-Europese landen immers aangesloten zijn.
Wellicht zullen er dan nog tienduizenden andere Oost-Europeanen
volgen.
De combinatie van deze twee fenomenen fabrieken die hier
wegtrekken, naar het Oosten gaan en hier dus werkloosheid
veroorzaken, enerzijds, en tienduizenden Oost-Europeanen die naar
hier komen om tegen lage lonen te werken, anderzijds zal wellicht
tot gevolg hebben dat er nog meer werkloosheid onder onze eigen
bevolking zal ontstaan.
Ik denk dat dit een fenomeen is waar veel te weinig rekening mee
gehouden is. Mijnheer de minister, ik heb de staatssecretaris voor
Europese Zaken, de heer Simonet, over dat fenomeen al kunnen
ondervragen. De heer Simonet heeft geprobeerd mij gerust te stellen
op dat vlak. Hij heeft gezegd: nee, dat zal niet zo'n vaart lopen; wij
hebben daarover rapporten; wij denken niet dat er massale
migratiebewegingen van het Oosten naar hier zullen plaatsvinden.
Een recent rapport dat daarop wijst is dat van de Europese Bank
voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO), die half november
jongstleden nog schreef dat de uitbreiding van de Europese Unie
wellicht niet zou leiden tot het gevreesde overspoelen van de West-
Europese arbeidsmarkt door goedkope Oost-Europeanen.
Goed, men denkt dat dit niet zal gebeuren. Maar waterdichte
garanties dat het niet zal gebeuren heeft men niet. Nu weet ik wel,
mijnheer de minister, dat er een procedure is afgesproken waarbij
landen de huidige EU-landen gedurende maximum zeven jaar
aan de nieuwe lidstaten beperkingen kunnen opleggen wat het vrije
verkeer en de vrije vestiging van personen betreft. Het gaat om een
periode van twee jaar die verlengbaar is met drie jaar en dan nog
eens opnieuw met twee jaar. Collega's, ik bespaar u de technische
details die daaraan verbonden zijn, maar als men alles optelt en alle
procedures correct toepast, kan men dus gedurende zeven jaar
beperkende maatregelen opleggen inzake het vrije verkeer van
personen en de vrije vestiging van personen. Ik meen te weten dat
landen als Oostenrijk en Duitsland daar gebruik van zullen maken.
Wat ik nu graag van de minister van Buitenlandse Zaken verneem, is
voor welke formule België zal opteren.
Gaan wij opteren voor geen beperkingen? Gaan wij opteren voor een
beperking van twee jaar? Voor een beperking van vijf jaar? Of voor
de maximale beperking van zeven jaar? Dat is toch een vraag die
niet zonder belang is, denk ik, vooral gezien de centrale ligging van
België in Europa en de aantrekkingskracht die België heeft, mede
doordat Brussel de hoofdstad is van Europa en dat hier ook de
NAVO gevestigd is, enzovoort. Dat alles maakt van Brussel uiteraard
een aantrekkingspool. Ik had dus graag van de minister van
Buitenlandse Zaken vernomen welke beperkingen ons land zal willen
opleggen.
In dit verband verwijs ik graag naar de beslissing van de Deense
regering. Denemarken heeft gisteren zijn beperkingen aangekondigd
l'emploi ouest-européen par de la
main-d'oeuvre bon marché.
Toutefois, il ne donne à cet égard
aucune garantie absolue.
Aujourd'hui, les pays de l'UE ont
la possibilité d'imposer durant sept
ans au maximum des restrictions
aux nouveaux Etats membres en
matière de libre circulation des
personnes. L'Autriche et
l'Allemagne ont déjà annoncé
qu'elles feraient usage de cette
possibilité. Pour quelle formule la
Belgique optera-t-elle : pas de
restrictions ou des restrictions
pendant deux, cinq ou sept ans?
Un citoyen d'un nouvel Etat
membre ne pourra obtenir de
permis de séjour au Danemark s'il
n'a pas de contrat de travail et, s'il
en a un, il devra retourner dans
son pays une fois ce contrat
terminé. L'exemple du Danemark
devrait être médité.
Le déficit démocratique de
l'élargissement est criant. Alors
qu'une consultation populaire est
organisée dans tous les pays
adhérents, il n'en a pas été ainsi
au sein des Etats membres
actuels. Le pouvoir de décision
appartient exclusivement à une
poignée de responsables
politiques. On nous présente dès
lors un traité qui est à prendre ou
à laisser. Un scénario analogue
risque de se produire en ce qui
concerne la Constitution
européenne. Je me réjouis de
constater que Spirit et les libéraux
sont partisans d'une consultation
populaire et je propose d'agir en
ce sens, à tout le moins à l'échelle
européenne. Cette consultation
pourrait très bien aller de pair
avec les élections européennes.
L'adhésion de Chypre débouchera
sur l'étrange situation suivante: un
Etat membre sera partiellement
occupé par un candidat à
l'adhésion. Toutes mes questions
à ce propos ont été esquivées.
MM. Verhofstadt et Michel sont
favorables à un démarrage rapide
des négociations d'adhésion avec
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
inzake de tewerkstellings- en verblijfsmogelijkheden voor nieuwe EU-
burgers afkomstig van de tien nieuwe lidstaten. De Deense minister
van Werkgelegenheid heeft aangekondigd dat de tewerkstellings- en
verblijfsmogelijkheden stevig zullen worden ingeperkt. Nieuwe EU-
burgers zullen slechts een verblijfsvergunning krijgen op voorwaarde
dat ze een jobaanbieding in Denemarken op zak hebben. Inwoners
van de Oost- en Centraal-Europese lidstaten zullen een contract van
een Deense werkgever moeten kunnen voorleggen vooraleer ze
Denemarken mogen betreden. Verblijfsvergunningen zouden
vervallen op het ogenblik dat het arbeidscontract beëindigd wordt. Dit
betekent dat de Oost-Europeanen moeten terugkeren naar hun land
van herkomst na afloop van het arbeidscontract. Dat heeft
Denemarken gisteren beslist! De Deense minister van
Werkgelegenheid besluit, ik citeer: "Onze bevolking kan op beide
oren slapen".
Mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, onze Belgische
bevolking kan niet op beide oren slapen. België heeft soortgelijke
maatregelen zoals Denemarken absoluut nog niet genomen en is bij
mijn weten evenmin van plan dergelijke maatregelen te nemen. Ik
raad de regering aan het Deense voorbeeld te volgen en een strakke
vestigings- en verblijfspolitiek te voeren.
la Turquie. Une décision devrait
intervenir à ce sujet d'ici à la fin
2004. La Turquie ne dispose donc
que d'une année pour atteindre
les critères de Copenhague. Des
progrès ont été accomplis, le
parlement d'Ankara a travaillé dur
mais les nouvelles lois n'ont
pratiquement pas été mises en
oeuvre. L'armée et la police
conservent un pouvoir démesuré,
la torture a toujours cours et le
respect des minorités, notamment
les Kurdes, demeure lettre morte.
Il me paraît totalement impossible
pour la Turquie de parvenir à
respecter les normes de
Copenhague en l'espace d'un an.
De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, het zou mij genoegen doen als u nu zou willen afronden.
17.21 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
u weet dat, als u iets mooi vraagt, ik het altijd doe.
Ik wens tot besluit dieper in te gaan op het gebrek aan democratie,
het democratische deficit waarmee dit soort hervormingen wordt
doorgevoerd. Tien landen zullen toetreden tot de Europese Unie. In
deze landen werd overal een volksraadpleging gehouden met de
vraag of de bevolking akkoord ging met een toetreding tot de
Europese Unie. Met vrij grote meerderheid was het antwoord "ja".
Aan ons, de ontvangende landen, heeft men niets gevraagd. In geen
enkel van de huidige vijftien lidstaten heeft men een referendum
georganiseerd om te weten te komen of de bevolking akkoord ging
met de toetreding van een bepaald land tot de Europese Unie. Aan
ons wordt niets gevraagd! Het wordt bedisseld door een kransje van
Europese toppolitici en topdiplomaten die alles onder mekaar
beslissen. Dit Parlement krijgt een verdrag voorgeschoteld dat te
nemen of te laten is!
We kunnen het alleen maar goedkeuren of afkeuren. We hebben
daarover geen enkele zeggenschap gehad.
Hetzelfde dreigt te gebeuren met de Europese Grondwet. Men wil nu
volgende week als het lukt, ik wil dat eerst nog zien komen tot
een ontwerpverdrag van nieuwe Europese Grondwet. Ik heb hier een
voorstel dat getekend is door Els Van Weert en Geert Lambert van
spirit. Zij vragen dat er een volksraadpleging zou worden gehouden
over de toekomstige Europese Grondwet. Als ik mij niet vergis, zijn
er terzake ook voorstellen ingediend door de liberale fracties. Ik zou
hier een oproep willen doen tot vooral de liberalen. Ze schrijven
de volksraadpleging toch steeds hoog in het vaandel. Het is in de
huidige constitutionele context mogelijk om in België een niet-
bindende volksraadpleging te houden over die nieuwe Europese
Grondwet. Men zou dat natuurlijk liefst in Europees verband moeten
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
organiseren. Dat zou perfect kunnen in juni van volgend jaar
wanneer de Europese verkiezingen worden gehouden.
Ik wil ook nog iets zeggen over de toetreding van Cyprus. Dat blijft
immers ook nog voor problemen zorgen. Op 1 mei zal Cyprus dus
deel uitmaken van de Europese Unie. We gaan dan voor de heel
ongewone situatie staan dat een land van de Europese Unie voor
een stuk bezet zal zijn met troepen door een ander land dat in de
wachtkamer zit om kandidaat-lid te worden van de Europese Unie.
Ik heb de ministers daar reeds verschillende keren mee
geconfronteerd. Men krijgt daarop dan ontwijkende antwoorden zoals
"er zijn nog enkele maanden te gaan" en "we zullen nog wel praten
op basis van de voorstellen van Koffi Annan". Ik heb daarbij mijn
grootste twijfels. Als over enkele maanden Cyprus toetreedt, dan
zitten we met die zeer ongewone situatie. Ik vraag mij af hoe het
gaat aflopen. Men heeft daarop geen antwoord.
Een ander probleem is Turkije. Ik heb het reeds aangehaald toen ik
over Cyprus sprak. We weten allemaal dat de Belgische minister van
Buitenlandse Zaken en de Belgische eerste minister voorstanders
zijn van het starten van onderhandelingen met Turkije. De ministers
hebben reeds herhaaldelijk in interviews en ook hier in het Parlement
toegegeven dat ze daarvan voorstanders zijn.
Mijnheer de minister, men moet redelijk zijn. Men zou eind volgend
jaar, eind 2004 beslissen over die toetredingsonderhandelingen. Dat
betekent dat er nog slechts één jaar te gaan is. Turkije zou in die
korte tijdspanne van één jaar moeten proberen om de criteria van
Kopenhagen te halen. Er is het rapport dat de Europese Commissie
begin vorige maand uitgebracht heeft over Turkije. Daarin wordt
gezegd dat er een zekere vooruitgang geboekt is. Ik geef dat ook toe.
Het Parlement in Ankara heeft hard gewerkt. Ik heb er geen
probleem mee om dat te erkennen. Ze hebben hele pakken
wetgeving herwerkt en geprobeerd om ze op Europese leest te
schoeien. Dat hebben ze inderdaad gedaan. Totnogtoe blijft dat
echter allemaal papieren wetgeving.
In de praktijk is hiervan nauwelijks iets geïmplementeerd.
Dan worden de grote gebreken opgesomd waarmee Turkije nog
steeds te kampen heeft. Het blijven dezelfde gebreken, namelijk de
enorme macht van het leger, de buitengewone impact van de politie,
de martelingen in de politiekantoren, de slechte toestanden in de
gevangenissen en de blijvende onderdrukking van minderheden
zoals de Koerden, hoewel op papier wordt beweerd dat er
maatregelen voor de minderheden zullen worden genomen. Al die
grote gebreken blijven bestaan.
Volgens mijn bescheiden mening is het absoluut onmogelijk om
binnen een tijdsspanne van één jaar Turkije op zo'n niveau te tillen
dat het voldoet aan de criteria van Kopenhagen om te kunnen
toetreden tot de Europese Unie. Of is dat niet de bedoeling, mijnheer
de minister.
17.22 Minister Louis Michel: Nee, de bedoeling is een datum te
bepalen voor de toetreding binnen één jaar. Het is niet de bedoeling
te voorspellen wat er binnen een jaar zal gebeuren. U moet niet
17.22 Louis Michel , ministre:
Dans un an, nous examinerons à
quelle date les négociations
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65
dubbelzinnig zijn en u mag geen misverstand creëren. Er werd
beslist dat binnen een jaar zal worden nagegaan op welke datum de
onderhandelingen al dan niet kunnen aanvatten. U spreekt met een
vooroordeel.
Principieel ben ik uiteraard een voorstander van de toetreding, op
voorwaarde dat aan de criteria wordt beantwoord. Ik heb dat altijd
gezegd, samen met de eerste minister. Wij hebben nooit beweerd
dat Turkije zonder enige voorwaarde tot de Europese Unie zou
kunnen toetreden. Wij hebben altijd gezegd dat dit op eigen
verdienste moest gebeuren; dat was trouwens de gebruikte formule.
pourront éventuellement être
entamées. Je suis, en principe,
favorable à ces négociations, à la
condition que la Turquie atteigne
les critères de Copenhague.
Jamais je n'ai tenu d'autre
discours.
De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, u hebt uw spreektijd al lang overschrijden en ik verzoek u te
besluiten.
17.23 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): mijnheer de minister,
volgens u is het aanvatten van toetredingsonderhandelingen niet
hetzelfde als het bepalen van een datum. U maakt een nuance. Wij
blijven evenwel bij ons voorstel. Als liberaal kunt u er toch niets op
tegen hebben dat onze bevolking wordt geconsulteerd om na te gaan
of zij akkoord gaan met de toetreding van Turkije. Ik verwijs naar de
Europese Commissie zelf die om de zes maanden een opiniepeiling
organiseert. Dat is de fameuze eurobarometer. De jongste
eurobarometer die hieraan aandacht besteedde was deze van maart
2003. Dat is dus zeer recent. Daaruit blijkt dat 70% van de Belgische
bevolking gekant is tegen de aansluiting van Turkije bij de Europese
Unie. Met dat cijfer moet u toch ernstig rekening houden.
Tot slot wil ik nog iets zeggen over het voorstel van de heer
Eerdekens waarachter alle fracties van de meerderheid in dit
Parlement zich scharen, dat hierin bestaat dat wanneer volgende
week op de Top van Brussel geen akkoord wordt bereikt omtrent een
nieuwe Europese Grondwet, een kleine groep van staten, een klein
clubje als het ware, een avant-garde zouden vormen en zelfs ik
hoorde het de eerste minister gisteren zeggen een federatie binnen
de Europese Unie zouden vormen.
Welnu, mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, sta mij toe
daar toch zware bedenkingen bij te hebben, zeker om dat juist op dit
ogenblik te zeggen, op een ogenblik waarop er tien landen aansluiten
bij de Europese Unie. Die hebben natuurlijk ook allemaal hun
verzuchtingen en hun wensen. Zij maken die kenbaar. Dan begint u
die onder druk te zetten en zegt u hen dat als ze niet akkoord gaan u
hen in de steek laat en dat ze maar moeten blijven zitten. Wij gaan
dan met een klein kopgroepje door en laten de rest ter plaatse
trappelen. Ik denk dat dit niet de juiste manier is om het aan te
pakken. Het getuigt ook niet van een echte Europese ingesteldheid.
U zegt die landen dat ze er nu wel bij mogen komen maar voor de
rest moeten ze zwijgen, mogen ze geen eisen stellen en moeten ze
doen wat wij zeggen. Als ze niet doen wat wij zeggen gaan wij met
een klein, beperkt groepje alleen door. Dan is het salut en de kost,
trek uw plan. Ik vind dat niet getuigen van een echte Europese
ingesteldheid. Mijn fractie is er ook niet voor te vinden om een
dergelijk voorstel goed te keuren.
Dit gezegd zijnde, mijnheer de voorzitter, rond ik af.
17.23 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Le ministre
apporte une nuance.
En tant que libéral, il ne peut
s'opposer à la consultation de la
population sur l'adhésion de la
Turquie. L'eurobaromètre de mars
2003 indique que 70 pour cent de
la population belge s'oppose à
cette adhésion.
J'émets de grandes réserves
quant à la proposition de M.
Eerdekens, que soutiennent tous
les groupes de la majorité. Cette
proposition précise que si nous ne
parvenons pas à un accord sur
une nouvelle Constitution
européenne, la semaine
prochaine, lors du Sommet de
Bruxelles, nous poursuivrons avec
un petit groupe d'Etats comme
une avant-garde. Selon le premier
ministre, il pourrait même s'agir
d'une fédération au sein de l'UE.
Nous n'approuvons pas cette
pression exercée sur les
nouveaux Etats membres.
L'élargissement de l'Union à
l'Europe orientale nous réjouit. Il
aurait toutefois fallu emprunter la
voie de l'adhésion progressive.
Nous exprimerons notre
inquiétude en nous abstenant lors
du vote.
De voorzitter: U bent al lang bezig met afronden.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66
17.24 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
ik ben begonnen met te zeggen dat wij de uitbreiding naar Oost-
Europa toejuichen. Het is een lange verzuchting en de mensen zijn
eindelijk onder het communistische juk vandaan kunnen komen. Zij
vinden nu aansluiting bij West-Europa en wij juichen dat toe.
Vervolgens heb ik in mijn uiteenzettingen zoveel mankementen en
gebreken opgesomd om duidelijk te maken dat men veel te snel is
gegaan met heel die operatie. Men had de weg van de geleidelijkheid
moeten bewandelen. Precies om uitdrukking te geven aan onze
bezorgdheid hieromtrent gaan wij ons bij de stemming onthouden.
17.25 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, chers collègues, s'il reste une utopie, un rêve, un dessein
pour les générations actuelles et futures, c'est bien celui de continuer
la construction d'un espace de paix et de démocratie au niveau
européen. L'élargissement et la réunification européenne
représentent bien tout cela.
Quatre dates balisent ce parcours: Budapest (1956), Prague (1968),
Gdansk (1981), Berlin (1989). Les peuples des pays de l'Est de
l'Europe expriment leur volonté de se libérer du totalitarisme et,
aujourd'hui, expriment leur volonté de vivre en paix dans un espace
démocratique que constitue l'Union Européenne. La décision de
l'élargissement a commencé, il faudrait peut-être le rappeler
aujourd'hui, en 1993. La mission a été décidée à Copenhague en
2002. En avril 2003 a été signé, à Athènes, le Traité d'adhésion entre
gouvernements.
Certains en viennent aujourd'hui, à cinq mois de l'entrée de
nouveaux pays dans l'Union, à se rendre compte que ce sera
difficile, que ça posera des problèmes, qu'il y a un certain nombre de
choses qui ne vont pas. Je regrette que M. Van der Maelen et M. Di
Rupo ne soient plus présents pour m'entendre. À cinq mois, on va
dire à ces pays: "écoutez, on en discute depuis 1993 mais ça ne va
pas, il y a tout compte fait un problème. Mais on va tout de même
voter car on ne sait jamais". Je trouve qu'il y a là une forme
d'incohérence et une forme de désinvolture qui est inexplicable et
que je ne peux pas partager.
Les écologistes ont depuis toujours exprimé la demande que
l'approfondissement politique de l'Europe se réalise avant
l'élargissement. L'histoire n'est donc pas logique. L'élargissement et
la réforme des institutions vont devoir être menés de front. La
décision de réunir la Convention pour l'avenir de l'Europe est liée à
cette situation. Il s'agit bien, donc, d'agrandir l'Europe mais aussi de
réformer son fonctionnement.
L'élargissement sera donc difficile. Le budget dégagé de 40 milliards
d'euros est insuffisant. Le mode de décision à l'unanimité est
paralysant dans beaucoup de domaines. Mais investir dans l'Europe
nous renforce. La guerre coûte toujours plus cher que d'élargir
l'espace de paix.
Il faut aussi parler vrai: l'espace économique ouvert dans les
nouveaux pays depuis la chute du Mur de Berlin a bénéficié aux
entreprises européennes et américaines. Notre balance commerciale
est excédentaire par rapport aux nouveaux pays et, pour leurs
17.25 Marie Nagy (ECOLO): De
mogelijkheid voort te bouwen aan
een Europese ruimte van vrede
en democratie is een utopie en
een droom voor de toekomstige
generaties. Er zijn vier
sleuteldata: in 1956 in Boedapest,
in 1968 in Praag, in 1981 in
Gdansk en in 1989 in Berlijn
getuigde de Oost-Europese
bevolking van haar wil in vrede te
leven in een democratische
ruimte.
De beslissing tot de uitbreiding
werd in 1993 genomen, in 2002
werd in Kopenhagen het akkoord
voor de toetreding gegeven en het
toetredingsakkoord tussen de
regeringen werd in 2003
ondertekend. Nu pas de
problemen zien,is weinig
consequent en getuigt van
lichtzinnigheid.
Ecolo toonde zich steeds
voorstander van een politieke
verdieping vóór de uitbreiding. Nu
zullen we tegelijkertijd op beide
terreinen actief moeten zijn.
De begroting van 40 miljard euro
is natuurlijk niet toereikend, en de
unanimiteit weegt loodzwaar,
maar een oorlog zal altijd duurder
zijn dan de uitbreiding van een
ruimte van vrede.
Slechts 35 procent van de
Europeanen zijn voorstander van
de uitbreiding. Dat is te wijten aan
het feit dat de politiek er niet in
slaagt de inzet ervan te
verduidelijken. Waarom werd
Europa zo lang als een alibi
gebruikt en waarom stuit het op
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
économies, l'entrée dans l'Union européenne représente plutôt une
absorption.
Ayons aussi l'honnêteté de reconnaître, nous qui sommes
préoccupés par une Europe sociale et respectueuse de
l'environnement, que l'élargissement va amener les nouveaux pays à
des niveaux d'exigence supérieurs dans le domaine social, dans le
domaine environnemental, à ce qui existe aujourd'hui.
L'enjeu est donc bien pour nous, comme pour les nouveaux pays,
d'établir des principes différents de gouvernance économique et
sociale au niveau européen et au niveau international, notamment
via l'OMC. Le résultat de la future CIG devra être à la hauteur de ces
attentes.
Seulement 35% de l'opinion européenne sont favorables à
l'élargissement. C'est une réelle mise en question de la capacité de
nos gouvernements, de nos forces politiques à expliquer l'enjeu
européen. Et l'on peut comprendre le désarroi de ces citoyens
européens. Pour lutter contre cela, plutôt que d'utiliser l'Europe
comme bouc émissaire, nous devrions questionner nos
gouvernements, nos familles politiques et poser la question.
Pourquoi l'Europe alibi a-t-elle été utilisée pendant tant d'années et
a-t-elle créé tant d'incompréhension?
Comment changer la perception de l'Europe, aujourd'hui ressentie
par beaucoup de nos concitoyens comme uniquement un marché
intégré, une institution qui libéralise, démantèle les services publics,
les mécanismes de redistribution alors que les majorités politiques -
PPE, socialistes - ne l'ont jamais tenté et qu'entre le discours blairiste
et le discours libéral, il n'y a pas place pour une feuille de papier à
cigarette?
C'est la raison pour laquelle les écologistes sont résolument en
faveur d'un référendum ou d'une consultation populaire sur la future
Constitution. Peut-être alors chacun comprendra-t-il qu'il importe
d'aller vers des convergences budgétaires, fiscales, économiques et
sociales qui font tant défaut.
Mais n'essayons pas de faire supporter la difficulté de réformer
l'Europe par les nouveaux pays. On devrait le savoir: des pays
comme l'Irlande, l'Angleterre, les pays scandinaves ou l'Espagne se
sont opposés au sein de la Convention à une série de propositions
dont l'extension du vote à la majorité pour toutes les politiques de
l'Union. Que la Pologne se soit jointe à l'Espagne sur la question de
la nouvelle définition de la majorité proposée par la Convention
ajoute à la difficulté, mais ne la crée pas.
Aujourd'hui, dans le débat auquel nous assistons, et hier lors du
comité d'avis, c'est l'image que nous donnons: au fond, tout allait
bien dans le meilleur des mondes quand nous étions à quinze; on
s'entendait bien, etc.; ensuite, arrivent les nouveaux et plus rien ne
va! Ils sont bien difficiles, la Pologne et les autres, compliqués!
Ayons l'honnêteté de dire qu'à Amsterdam en 1997 et à Nice en
2000, ce sont les Quinze qui ont failli à l'objectif de moderniser,
d'améliorer le fonctionnement de l'Union.
La Convention a donné une meilleure chance de réaliser la réforme.
zoveel onbegrip?
Ecolo pleit voor een referendum
of een volksraadpleging over de
toekomstige Grondwet. Misschien
zal iedereen dan het belang van
gemeenschappelijke
doelstellingen inzien.
Ging alles goed toen we met
vijftien waren? Laten we de
intellectuele eerlijkheid hebben
om te erkennen dat de vijftien in
Amsterdam in 1997 en in Nice in
2000 hun doelstellingen niet
hebben gehaald.
Ik heb een nauwkeurig opgesteld
amendement ingediend omdat het
al te gemakkelijk is zijn geweten
te sussen door de mislukking van
de IGC als voorwendsel te
gebruiken voor kritiek op de
uitbreiding.
Mijn amendement, waarvan de
goedkeuring bepalend zal zijn
voor het stemgedrag van mijn
fractie, betreft de mogelijkheid
verdragen met een andere dan
een unanieme stemming te
wijzigen. Op die manier kunnen
we de werkelijke bedoelingen
nagaan van diegenen die
chantage plegen door de
resultaten van de IGC af te wegen
tegen het uitbreidingsverdrag en
zodoende de Europese
eenmaking gebruiken om zichzelf
in het politieke debat in de
schijnwerper te werken.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
68
Les logiques intergouvernementales à l'oeuvre aujourd'hui autour de
la CIG risquent à nouveau de la faire rater. Pour cette raison, j'ai
déposé un amendement extrêmement précis au texte de résolution
proposé par la majorité. Je trouve que c'est trop facile de se donner
bonne conscience en critiquant cet élargissement, presque le jour de
son arrivée, en le liant à l'échec de la CIG - comme si les nouveaux
devaient porter seuls cet échec - et en ne donnant pas de mandat
précis au gouvernement pour pouvoir clairement évaluer si la CIG
est un échec ou une réussite.
Mon amendement, et il déterminera le vote de mon groupe de cette
résolution, consiste à savoir si effectivement la question de la
modalité de révision des traités, et en particulier la modalité de
révision de la partie 3 des traités, qui concerne les politiques, peut
être faite à une majorité surqualifiée, ce que nous voulons, et pas à
l'unanimité. Pour moi, c'est un élément essentiel d'évaluation de la
volonté réelle de ceux qui, aujourd'hui, font une espèce de chantage
entre la solution qui va être trouvée à la CIG la semaine prochaine et
le lien avec le Traité d'élargissement en instrumentalisant l'unification
européenne à des fins purement, je ne dirais pas de propagande,
mais d'existence au sein du débat politique.
Que tout cela ne nous détourne donc pas de la question abordée
aujourd'hui dans le Traité d'adhésion. Oui ou non voulons-nous
élargir l'espace de démocratie et de développement en Europe? La
réponse d'Ecolo est oui! Ce n'est pas une fin en soi, c'est la suite
d'un processus d'intégration. Les enjeux sociaux, environnementaux,
économiques, de paix dans le monde, sont énormes et sont à venir.
La possibilité d'avoir une Europe élargie, construite sur cette base-là
est un enjeu capital, essentiel, important, auquel je pense adhérer
sans aucune restriction.
17.26 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-
premier, waarde collega's, er zijn vandaag al heel veel dingen
gezegd over de toetreding maar ik zal vandaag specifiek ingaan op
twee puntjes, namelijk het Europese veiligheids- en defensiebeleid
en het project Wider Europe. Europa heeft binnenkort nieuwe
grenzen en een aantal nieuwe buren. Ik wil daar met u even kort op
ingaan.
Eerst het defensieluik want ook defensie lijkt mij een aangelegenheid
die alleszins de moeite waard is om even te vermelden in dit debat.
Toen collega Vautmans in haar voortreffelijke toespraak een aantal
relevante data naar voren schoof, was er een datum die zij terecht
niet vermeldde, namelijk het jaar 1954. De Franse Assemblée
Nationale kelderde toen helaas de Europese defensiegemeenschap
met een motie. U moet weten dat er reeds kort na de Tweede
Wereldoorlog heel vergevorderde plannen bestonden om de
verschillende krijgsmachten van het naoorlogse Europa te integreren.
Na de ervaringen met het nazisme en het fascisme wou men die
legers samenvoegen en integreren. Uiteindelijk is dit op een negatief
advies gestuit van Frankrijk. Anders hadden wij nu al 50 jaar een
volledig geïntegreerde Europese krijgsmacht gehad. Het idee is
alleszins niet nieuw.
De voorbije maanden, jaren en decennia waren een aantal landen in
het geweer om de integratie op het vlak van defensie meer
zichtbaarheid en ook meer kansen te geven. België is daarin altijd
17.26 Stef Goris (VLD):
J'aimerais examiner deux points:
la politique de sécurité et de
défense européenne ainsi que le
projet Wider Europe.
Peu après la seconde guerre
mondiale, d'aucuns avaient
imaginé d'intégrer les forces
armées européennes. Si
l'Assemblée nationale française
ne s'y était opposée en 1954,
nous disposerions probablement
d'une armée intégrée depuis
cinquante ans déjà.
Aujourd'hui, certains pays
s'emploient à élargir la
coopération dans le domaine de la
défense. Dans ce cadre, la
Belgique fait office de pionnier.
Avec l'appui des Britanniques, le
sommet de Naples a approuvé
nonante pour cent des résultats de
ce que certains ont
dédaigneusement qualifié de
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
69
een van de pioniers geweest. Ik ben daar ook erg fier op want als
voorzitter van de Belgische delegatie bij de West-Europese Unie en
als lid van de assemblee van de Raad van Europa komen wij, samen
met andere collega's van deze Kamer, heel vaak in contact met onze
parlementaire collega's van andere landen en dit zowel van de EU
als daarbuiten. Ik kan u in elk geval getuigen dat er een bijzondere
interesse is om ook op dat vlak de samenwerking uit te breiden en
dat er een bijzondere interesse is voor de standpunten, de moed en
volharding waarmee in het bijzonder de Belgische regering wil
doorzetten.
Er zijn in verband met wat wij vandaag bespreken al een aantal
positieve vaststellingen die ik met u wil delen. Heel belangrijk is
volgens mij de recente Top van Napels van enkele dagen geleden
met betrekking tot de Europese defensie. Uiteindelijk werd daar een
beslissing genomen waarmee ook de Britten akkoord zijn gegaan. Dit
heeft ons toch enigszins verrast maar het is wel gebeurd. Over de
resultaten van wat men smalend de pralinetop noemde, hebben
zowel een aantal NAVO-bondgenoten als een aantal fracties in deze
Kamer zich smalend uitgelaten. Na de top van Napels blijkt dat men
90% heeft gerealiseerd van wat men ambieerde. Ik denk dat dit mag
worden vermeld als een succes voor niet alleen de regering maar
ook onze diplomaten die voortreffelijk werk hebben geleverd.
De mogelijkheid op een nieuwe, gestructureerde samenwerking op
het vlak van defensie wordt trouwens ook in de Europese Grondwet
opgenomen. Ook daar zijn er kansen om verder samen te werken.
Landen die samen een stap verder willen gaan op het vlak van een
gemeenschappelijke defensie kunnen dit ook doen. Gisteren heeft de
eerste minister in de commissie voor de Landsverdediging van deze
Kamer aangekondigd dat ook binnen de Benelux de integratie zal
doorgaan. U weet dat wij op dit ogenblik reeds een volledig
geïntegreerde marine hebben. De ABNL is een integratie van de
marines van de Benelux. Nu gaan we nog verder. Ook de Europese
Unie vindt haar wortels in de Benelux als een van de pijlers van de
originele Zes die de EU gestalte hebben gegeven. Ook hier gaan wij
dezelfde weg volgen en opnieuw deze stappen zetten. Ik denk dat
het aanbeveling verdient om terzake de regering te steunen.
De defensiecapaciteiten van de verschillende lidstaten worden ook
meer en meer op elkaar afgestemd. Dit is toe te juichen. Wij moeten
inderdaad samenwerken. Wij moeten ook zien waarin wij ons kunnen
specialiseren en ons verdiepen in waar wij goed in zijn, zodat er geen
overlapping is van capaciteiten. Om met de Europese lidstaten
samen te blijven in een component inzake jachtvliegtuigen, zitten wij
bijvoorbeeld aan meer dan het dubbele van de jachtvliegtuigen van
de VSA. Niemand kan zich dat voorstellen, maar toch is dit het
geval. Toch hebben we maar een tiende van de efficiëntie van de
VSA. Er loopt dus duidelijk iets fout met de organisatie van de
samenwerking. Ik denk dat rationalisatie en herstructureringen zich
alleszins aankondigen. Een goede samenwerking moet kunnen
leiden tot een veel betere operationaliteit, maar ook tot een veel
goedkopere en efficiëntere werking.
De clausule met betrekking tot de wederzijdse bijstand la défence
mutuelle in het jargon van het Europees veiligheids- en
defensiebeleid wordt opgenomen in het verdrag en kan tussen de
lidstaten verder uitgewerkt worden. Praktisch, heel belangrijk en in dit
"sommet des pralines".
La possibilité d'une coopération
dans le domaine de la défense a
été inscrite dans la Constitution
européenne. Le premier ministre a
déjà annoncé que les pays du
Benelux collaboreront plus
étroitement encore.
Sur le plan des capacités de
défense, il s'agit d'éviter les
doublets entre les Etats membres.
Si les pays européens disposent
ensemble de plus du double des
avions de chasse des Etats-Unis,
leur efficacité est dix fois moindre.
Il faut donc réduire les frais et
augmenter l'efficacité.
La clause d'entraide sera insérée
au Traité et pourra être affinée par
les Etats membres mêmes.
Depuis Naples, on s'attelle
d'ailleurs à l'élaboration d'une
double structure. Le quartier
général du SHAPE à Casteau
sera doté d'une cellule
opérationelle de la défense
européenne, qui collaborera avec
l'OTAN. La cellule de planification
de l'Union européenne, qui a son
siège à l'avenue de Kortenberg,
sera renforcée. Elle préparera et
conduira toutes les opérations
relevant exclusivement de l'UE.
Je mentionnerai également le
West European Armament Group,
et l'Agence européenne des
armements. Nous sommes sur la
bonne voie. Une politique
étrangère européenne passe
nécessairement par une capacité
de défense propre.
Ceci n'est pas un discours anti-
OTAN. J'ai l'intime conviction
qu'une défense européenne
intégrée ne peut que renforcer
l'Alliance.
Il nous reste toutefois un long
chemin à parcourir. Le contrôle
parlementaire de la politique, en
particulier, n'est pas encore
optimal. De fait, la défense
constitue une matière
gouvernementale et certains Etats
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
70
debat absoluut vermeldenswaard is dat sinds Napels een dubbele
structuur daadwerkelijk wordt uitgewerkt. We gaan naar een
operationele cel, weliswaar niet in Tervuren, maar op het Shape-
hoofdkwartier in Casteau bij Mons, dus het Supreme Headquarters
Alliance Powers Europe. Daar komt een cel van de Europese
defensie die samen met de NAVO haar eigen opdracht operationeel
zal kunnen uitwerken, voor zo ver zij een beroep zal willen doen op
NAVO-middelen. Laten wij eerlijk zijn, dat zal ook vaak en meestal
het geval zijn in de nabije toekomst.
Die cel komt er, maar niet alleen dat. Er gaat namelijk ook een
versterkte planningscel van de EU komen. Die bestaat nu al aan de
Kortenberglaan, waar de Hoge Commissaris Javier Solana zijn
hoofdkwartier heeft. Die cel wordt versterkt en van daaruit gaat men
alle toekomstige zuivere EU-operaties voorbereiden en leiden. Dat is
een belangrijke stap in de richting van een Europese geïntegreerde
defensie. Dit verhaal was tot voor enkele maanden ondenkbaar,
vermits een aantal belangrijke lidstaten er negatief tegenover
stonden en waar de Belgische regering er uiteindelijk toch in
geslaagd is om die dingen ook in de praktijk gerealiseerd te krijgen.
Intussen zijn we ook lid geworden van OCCAR en is er de WEAG of
Western European Armaments Group. Er komt ook een Europees
wapenagentschap. Al die dingen maken dat Europa binnenkort kan
beschikken over een eigen Europese defensie. Het zal u niet
verbazen dat het heel belangrijk is daarover te kunnen beschikken.
Indien Europa een eigen buitenlands beleid wil voeren, kan het dat
maar doen op een geloofwaardige manier door te beschikken over
een eigen inzetbare Europese defensie. Defensie is in buitenlands
beleid altijd de sterke arm geweest om de geloofwaardigheid van een
buitenlands beleid te benadrukken. Zolang Europa hierover verdeeld
is en niet tot akkoorden komt en tot operationele akkoorden kan
komen, staan we nergens. Welnu, we zitten in de goeie richting. Ik
wil onze regering blijven aanmoedigen om de ingeslagen richting
verder te volgen.
Dit discours, collega's, is geen discours tegen de NAVO. De NAVO
wordt bij dit debat niet betrokken. Aangezien het gaat over Europese
veiligheid en wij weten dat de NAVO de pijler bij uitstek is die ons al
meer dan vijftig jaar veiligheid garandeert op dit continent, is het mijn
stellige overtuiging dat een geïntegreerde en sterke Europese
defensie enkel kan bijdragen tot een versterking van de NAVO. Die
Europese pijler kan de NAVO enkel versterken, zodat ook de
Amerikaanse bondgenoot kan terugvallen op een betrouwbare
Europese partner.
Echter, het Europees veiligheids- en defensiebeleid heeft nog een
lange weg te gaan, niet het minst op het vlak van parlementaire
controle op dit beleid.
U weet namelijk dat defensie een gouvernementele aangelegenheid
is, een aangelegenheid waarover bij voorrang door de regering van
de nationale lidstaat of door de regeringen van de EU wordt
gedebatteerd, waarover beslissingen worden genomen en over welk
beleid het Parlement meestal slechts een ex-post controle heeft.
Vandaag stellen wij vast dat de ambitie er weliswaar is om ook het
Europees Parlement op termijn bevoegd te maken voor de
uitoefening van de parlementaire controle op het Europees
membres ne se départissent pas
volontiers de leur souveraineté. Le
Parlement européen ne peut
généralement exercer qu'un
contrôle ex post.
Dès lors, nous ne pouvons
provisoirement compter que sur
les parlements nationaux.
Provisoirement, car l'objectif à
terme est de confier au Parlement
européen le contrôle en matière
de politique de sécurité et de
défense européenne. La
Convention a cependant dû se
contenter d'une sorte de formule
COSAC. Il s'agit là d'une solution
facultative consistant en l'envoi de
délégués par les différents
parlements. Aucune décision n'est
toutefois prise et les ministres ne
font l'objet d'aucun contrôle.
L'assemblée de l'Union de
l'Europe occidentale constitue
peut-être une solution temporaire.
A cet égard, je renvoie à l'article 5
du Traité de Bruxelles modifié. Le
ministre luxembourgeois Juncker
estime qu'il est judicieux d'exercer
provisoirement un contrôle
parlementaire de la politique de
sécurité et de défense
européenne au sein de cette
assemblée. Votre homologue
britannique est également partisan
d'une telle formule.
Je me félicite de l'initiative "Wider
Europe" de la Commission.
Améliorer nos relations avec les
nouveaux Etats frontaliers, surtout
à la frontière orientale, est un
objectif important. Si nous voulons
coopérer avec nos voisins dans
un climat de confiance, nous
devons consacrer suffisamment
d'attention à la situation dans leurs
pays.
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
71
veiligheids- en defensiebeleid. Momenteel is dat nog niet het geval,
omdat een aantal lidstaten niet van de minste uiteraard in deze
zeer delicate aangelegenheid niet graag afstand doen van hun
soevereiniteit. Wij stellen vandaag vast dat wij enkel kunnen
terugvallen op de controle via onze eigen parlementen, bijvoorbeeld
via onze eigen kamercommissie. Er is in feite geen Europees
georganiseerde controle.
Niettemin moet ik zeggen dat er ook nog zoiets bestaat weliswaar
op haar retour, laten we eerlijk zijn als de West-Europese Unie. Die
vrij oude assemblee ze bestaat ook vijftig jaar heeft een eigen
verdrag, het gewijzigde verdrag van Brussel. Ze heeft een eigen
artikel 5 en is samengesteld uit afgevaardigden van de verschillende
lidstaten die deel uitmaken van de West-Europese Unie. Eergisteren
in Parijs was ik aangenaam verrast toen wij daar in de assemblee
van de West-Europese Unie van eerste minister Juncker van
Luxemburg vernamen dat hij er voorstander van is om de assemblee
waarin alle parlementen vertegenwoordigd zijn, de West-Europese
Unie, de kans te geven om op tijdelijke basis, tot het Europees
Parlement die bevoegdheid volledig zou kunnen uitoefenen, de
parlementaire controle op het Europese veiligheids- en
defensiebeleid te kunnen uitvoeren.
Wat staat er vandaag in de Conventie? Wij zijn helaas niet verder
geraakt dan een soort van kozakformule die een vrijblijvende
oplossing is, waarbij de verschillende parlementen afgevaardigden
sturen. Het blijft uiteindelijk echter vooral een plaats waar gepraat
wordt, maar waar geen beslissingen genomen worden en waar
helaas ook geen controle is op de verschillende ministers. Het lijkt
ons toch iets te weinig, want ergens een stap terug, wanneer wij
vergelijken met de voormalige bevoegdheden, nota bene van de
West-Europese Unie. Ik denk dat de kozakformule een te lichte
formule is. Ik meen dan ook dat wij op de IGC toch nog moeten
trachten om ook daar een gesprek te voeren over de eventuele
mogelijkheid om een parlementaire controle in te voeren op het
Europees veiligheids- en defensiebeleid.
Laten wij ook realistisch zijn: waar de Conventie niet in slaagde, zelfs
met aanwezigheid van delegaties van de nationale parlementen,
waar zij de belangen van die parlementen moesten verdedigen,
moeten wij uiteraard ook niet nodeloos hopen op het feit dat de
ministers of de regeringen de belangen van de parlementen daar met
grote animo zullen verdedigen om er toch nog voor te zorgen dat er
uiteindelijk een dergelijke parlementaire controle zou komen. Dat
neemt niet weg dat ik hier vandaag toch nog eens wil herhalen,
terwijl wij het debat voeren over de uitbreiding van de Europese
Unie, dat op het vlak van het Europese veiligheids- en defensiebeleid
een parlementaire controle mij heel erg aangewezen lijkt. Dat zou
een mogelijke oplossing van dat probleem kunnen zijn.
Mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, ik wil daaraan
trouwens toevoegen dat uw collega, minister Bach van het Verenigd
Koninkrijk, ook voorstander was van een tijdelijke oplossing voor de
assemblee van de West-Europese Unie, om het Europese
veiligheids- en defensiebeleid tijdelijk te controleren en zo toch een
zeker parlementair toezicht te hebben op wat er gebeurt indien wij
verder willen gaan in de integratie van de Europese krijgsmacht en
zolang het Europees Parlement die bevoegdheid alleszins niet
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
72
volledig zou hebben.
Tot daar wil ik het houden wat betreft het luik van de Europese
defensie.
Ik wil nog heel kort wat zeggen daarmee wil ik afronden over het
belangrijke initiatief "a wider Europe". Dat zal u ongetwijfeld niet
onbekend zijn. Het gaat om het initiatief van de Europese Commissie
dat erin bestaat de relaties met de nieuwe buurstaten te verbeteren.
Het gaat nota bene over de nieuwe oostgrens die er zal komen.
Indien wij willen vermijden dat er een nieuw gordijn ontstaat
weliswaar geen ijzeren gordijn, maar wat men noemt een fluwelen
gordijn, a velvet curtain moet er bijzondere aandacht worden
besteed aan die nieuwe buren, in die zin dat de relaties moeten
verbeterd worden. Wij moeten nagaan welke de mogelijkheden zijn
met die landen, zowel op het vlak van de veiligheid, van de
democratie, van de hervormingen op het politieke vlak, als op het
vlak van de mensenrechten en uiteraard ook op economisch vlak.
De oostgrens begint aan de Baltische staten en loopt, van boven
naar beneden, langs Wit-Rusland, Oekraïne en Moldavië, de nieuwe
nabuurstaten van de uitgebreide Europese Unie. Daar merkt men dat
wij met veel aandacht uitkijken naar de uitbreiding, maar
tegenwoordig voelt men zich daar een beetje verloren omdat niet
alleen België, maar de meeste Europese lidstaten te weinig aandacht
besteden aan de situatie aldaar. Wij mogen onze aandacht ten
overstaan van die laden niet laten verslappen en moeten zeer attent
blijven, althans indien wij willen evolueren tot een betrouwbare
buurmanschap, indien wij buren willen met wie wij kunnen
samenwerken en met wie wij in de toekomst de relaties nog kunnen
verstevigen.
Mijnheer de vice-eerste minister, ik verzoek u die landen niet te
vergeten. Zij zijn uiteraard nog ver van een eventuele toetreding of
van besprekingen daarover. Daarover is absoluut nog geen sprake
van. Zij zijn evenwel onze nieuwe buren en zij verdienen onze
blijvende aandacht.
17.27 Daniel Féret (FN): Monsieur le président, nous vivons - je ne
suis pas le premier à le dire et je ne serai sans doute pas le dernier
aujourd'hui - un moment historique, particulièrement pour moi qui,
depuis une bonne quarantaine d'années, milite avec une poignée de
camarades européens pour l'édification d'une grande nation
européenne, d'un empire de cinq cent millions d'hommes et de
femmes enfin libérés du joug des deux grandes puissances qui se
sont partagé l'Europe à Yalta, à l'issue de la seconde guerre
mondiale.
Durant toutes ces années, tant les socialistes que les libéraux, qui
ont été si prolixes aujourd'hui, se soucièrent fort peu de la chape de
plomb qui écrasait nos frères et nos soeurs dans les pays de l'Est.
L'engagement paneuropéen du PS et des libéraux est très récent.
Vous n'avez fait, chers collègues libéraux et socialistes, que monter
dans un train en marche dont vous n'êtes pas la locomotive!
Après la chute du mur de Berlin, après que le Rideau de fer se soit
écroulé, j'ai eu l'occasion, à plusieurs reprises, soit à titre personnel,
17.27 Daniel Féret (FN): Dit is
een historisch ogenblik in de
opbouw van een grote Europese
natie, een rijk met 500 miljoen
mannen en vrouwen die het juk
hebben afgeworpen van de
grootmachten die Europa in Yalta
onder mekaar hadden verdeeld.
De pan-Europese inzet van de
socialisten en de liberalen is een
erg recent verschijnsel. Ze zijn op
een trein gesprongen zonder dat
ze er de locomotief van zijn. Na
de val van de Berlijnse Muur heb
ik tal van politieke
vertegenwoordigers uit Centraal-
en Oost-Europese landen
ontmoet. Bij die gelegenheden
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
73
soit en tant que parlementaire européen, de m'adresser à de
nombreuses personnalités politiques des pays d'Europe centrale et
orientale, à la télévision tchèque, au Parlement slovaque, au
Parlement letton, au président Lukachenko, à la Douma à Moscou,
pour leur dire: "Entrez dans l'Europe sans complexe, vous vous êtes
libérés de 70 ans de dictature socialiste mais nous ne nous sommes
pas encore dégagés, nous pays d'Europe occidentale, de 50 années
d'asservissement au capitalisme apatride et de tutelle militaire
américaine". Il est d'ailleurs symptomatique de constater que notre
ministre des Affaires étrangères ait été retardé, pour sa participation
à ce débat historique, par une réunion de l'OTAN, ce qui prouve, s'il
le fallait encore, que notre Europe n'a pas encore conquis, reconquis
sa liberté.
Pour illustrer mon propos, je rappellerai seulement que les pays pour
lesquels nous allons voter une loi permettant leur adhésion à l'Union
européenne ont dû, préalablement, s'intégrer à l'OTAN, démarche
qui fut soumise à notre approbation la semaine dernière et qui fut
approuvée à l'unanimité moins une abstention - la mienne - car je ne
puis donner mon aval à l'édification d'une Europe inféodée, asservie
à l'oncle Sam.
J'ai un autre regret, très profond, que je tiens à exprimer. L'Europe
sociale dont se gargarisent tous les partis dits socialistes européens,
cette Europe sociale est toujours en panne, ce qui indique, à
l'évidence, que les socialistes comme les libéraux, à l'Europe des
peuples, à l'Europe des gens, préfèrent l'Europe des marchands.
Je voterai, bien entendu, avec enthousiasme en faveur de
l'élargissement de l'Union européenne aux pays d'Europe centrale et
orientale à l'exception de Chypre où nous devrons exiger,
préalablement, le retrait des troupes turques. Demain, sans aucun
doute, nous devrons à nos frères de l'Est notre salut parce qu'ils
savent, eux, comment on fait et comment on gagne une révolution!
heb ik hun gezegd dat ze zonder
complexen konden toetreden tot
de Europese Unie die de ketens
van vijftig jaar staatloos
kapitalisme en militaire voogdij
nog niet heeft kunnen afwerpen.
Het is typisch dat de minister van
Buitenlandse Zaken werd
opgehouden door een vergadering
van de NATO. Dat bewijst dat
Europa zijn vrijheid nog niet
herwonnen heeft. De kandidaat-
lidstaten hebben zich trouwens
eerst moeten integreren in de
NATO, hetgeen hier unaniem is
goedgekeurd, op een stem na, de
mijne, want ik weiger elke
horigheid aan Uncle Sam.
Het sociaal Europa geeft nog
steeds verstek. De socialisten en
de liberalen gaven de voorkeur
aan een Europa van de
handelaars boven een Europa der
volkeren.
Ik zal stemmen voor de
uitbreiding, behalve voor Cyprus.
Eerst moet er geëist worden dat
de Turkse troepen zich van het
eiland terugtrekken. Morgen
moeten we ongetwijfeld ons heil
verwachten van onze broeders uit
het Oosten want zij weten hoe
men een revolutie voert en hoe
men een revolutie wint.
17.28 Geert Lambert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, collega's,
we hebben vandaag in het gevoerde debat al diverse malen gehoord
elke spreker heeft er al naar verwezen in zijn uiteenzetting dat we
hier over een historisch moment aan het spreken zijn. Het is een
historisch moment, omdat een uitbreiding geen alledaags feit is. We
spreken hier niet over een verdrag we moeten er nog over
stemmen over wijnstokken en dergelijke. We spreken hier over
fundamentele stappen in een Europese eenwording.
Mijnheer de voorzitter, ik vind het niet alleen historisch omdat het
geen alledaags debat is. Het is ook historisch omdat we eindelijk in
dit halfrond een debat willen houden over de Europese eenmaking.
Laten we immers heel eerlijk zijn: we lopen daarbij altijd wat
achterop. Dat we misschien te veel in debatfora over de Europese
eenwording spreken, is een feit. Dat we in het Parlement te weinig
grote discours over het onderwerp houden, is evenzeer een feit.
Mevrouw de voorzitter van de commissie voor de Buitenlandse
Zaken, mijnheer de voorzitter van de Kamer en voorzitter van het
Overlegcomité voor Europese Aangelegenheden, in de weliswaar
17.28 Geert Lambert (sp.a-
spirit): Chaque orateur a déclaré
que le débat d'aujourd'hui est à
marquer d'une pierre blanche.
L'élargissement de l'Union
représente en effet une étape
fondamentale dans le cadre de
l'unification européenne. Par
ailleurs, la tenue d'un débat sur
l'Europe dans cet hémicycle peut
être qualifiée d'historique.
Habituellement, les hommes
politiques se retranchent derrière
l'Europe qui impose sa loi au lieu
de mener le débat avec nos
ministres sur la façon dont ils
doivent traduire nos points de vue
au Conseil.
Spirit n'est pas opposé à
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
74
heel korte periode dat ik in het Parlement zit, heb ik voor het eerst
genoten van het debat zoals het gisteren werd gevoerd. Eindelijk was
er eens een debat over de "fond", over welk Europa we willen. Al te
vaak immers laten we daarin eerlijk zijn ontsnapt het Europese
debat aan de handen van ons eigen Parlement. Al te vlug ook gaan
we ik vind dat we daarin als politici meer verantwoordelijkheid
moeten nemen Europa gebruiken als paraplu om te zeggen dat we
iets moeten doen omdat Europa het ons oplegt. Tezelfdertijd
weigeren we evenwel te zeggen dat wij in feite zelf Europa zijn. We
weigeren te zeggen dat Europa bestaat uit onze ministers, die in
Brusselse en andere fora beslissingen nemen. Al te vaak verschuilen
we ons achter Europa. Al te weinig gaan we in dit halfrond stuk voor
stuk het debat aan met onze ministers, die in de Europese Raad
onze stellingen zouden moeten verdedigen en vertegenwoordigen. Ik
doe dan ook een oproep om het Europese discours niet bij vandaag
te laten, maar ook straks verder te voeren bij elk deelthema's
waarvoor ons Europa bevoegd is.
Mijnheer de voorzitter, ik wil heel duidelijk zijn: ik en spirit met mij
zijn geen tegenstander van de uitbreiding zoals ze vandaag voorligt.
De Europese Unie heeft ons gedurende decennia stabiliteit, welvaart
en zelfs welzijn gebracht. Ik ben ervan overtuigd dat de uitbreiding,
zoals ze vandaag voor de deur staat, dezelfde boodschap en
opdracht met zich kan brengen voor de tien nieuwe lidstaten die
straks onze Europese Unie kunnen vervoegen. Het is een discours,
een opdracht die we deze tien lidstaten niet kunnen onthouden. We
hebben deze verantwoordelijkheid omwille van de toevallige
opdeling, die er op een bepaald moment na een oorlog is ontstaan in
Europa. Het is een opdracht, waarmee we vandaag deze fout uit de
geschiedenis kunnen rechtzetten.
Tezelfdertijd echter worden we geconfronteerd met een discours over
welk soort Europa we zullen hebben. Ik wil daarover duidelijk zijn.
Wanneer we enkel over een Europa zouden spreken waarin de vrije
markt zou regeren en de economie zou overheersen, over een
Europa dat handelsverdragen mag afsluiten, over een Europa van
privatiseringen en verboden op streekproducten, als we dus over een
eigenlijke statenbond spreken, dan hoeft zo een Europa voor ons
niet.
Europa is voor ons nog steeds een politieke droom. We zijn ervan
overtuigd dat de samenwerking van lidstaten en volkeren in een
Europees gegeven kan resulteren in een vooruitgang voor de
bevolking, op economisch, maar vooral op sociaal, cultureel en
ecologisch vlak. Daarom kunnen we geen tegenstander zijn van de
voorgestelde verdragsuitbreiding. Tegelijkertijd willen we echter een
waarschuwende vinger opsteken voor het IGC-debat dat volgende
week in Brussel plaatsvindt.
De Top van Brussel moet er zorg voor dragen dat we de Europese
droom kunnen behouden. De Top van Brussel moet ervoor zorgen
dat we onszelf niet vastrijden in procedurele beslommeringen
waardoor de Europese Unie een log apparaat wordt dat niet meer
kan functioneren, zeker niet op dit belangrijke moment in de
wereldgeschiedenis waarin Europa een andere taak kan vervullen in
de wereldpolitiek. Ik denk aan de problematiek van het pacifisme. Op
dat ogenblik zal Europa operationeel moeten kunnen zijn en moet de
Europese Unie slagvaardig zijn. We mogen vandaag de
l'élargissement. Pendant des
décennies, l'Union européenne a
assuré la prospérité et le bien-être
de ses Etats membres et est en
mesure de le faire pour les
nouveaux adhérents. Nous avons
la possibilité de mettre un terme à
la division arbitraire née de la
guerre. Mais la question est
également de savoir quelle
Europe nous envisageons. Une
Europe purement économique est
inutile à nos yeux. L'Europe
constitue pour nous un rêve
politique. Grâce à une
collaboration entre les Etats et les
peuples, il faut également
enregistrer, outre des progrès
économiques, des avancées sur le
plan social, culturel et écologique.
D'où notre mise en garde en vue
de la CIG de la semaine
prochaine: ce rêve européen doit
perdurer. L'Union ne doit pas
devenir un navire ingouvernable,
certainement pas au moment où
l'Europe peut avancer ses propres
pions sur l'échiquier mondial.
Dans sa résolution, Spirit
demande au gouvernement de
plaider lors de la CIG en faveur de
l'approfondissement. Spirit rêve
d'une Europe des peuples et des
régions, en réponse au problème
des grands Etats qui cherchent à
entraver la construction
européenne. Une Europe multiple
dans laquelle les peuples peuvent
s'appuyer les uns sur les autres
est une Europe porteuse d'avenir.
Je propose que le débat soit
également mené dans la rue,
avec la population, et qu'une
consultation populaire soit
organisée, non pour accepter ou
rejeter la Constitution européenne
mais pour savoir dans quelle
direction les citoyens veulent
s'engager avec nous.
Cet élargissement n'est qu'une
étape. Des négociations avec
d'autres pays sont à l'ordre du
jour. Je forme le voeu que les
prochaines fois, nous ne
commettions plus les mêmes
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
75
geschiedenis niet missen door de uitbreiding niet goed te keuren. We
mogen echter evenmin de geschiedenis missen door er volgende
week voor te zorgen dat de Europese Unie een log en onwerkzaam
apparaat zou worden.
Mijnheer de minister, spirit zal de uitbreiding steunen. De opdracht
die we in de resolutie aan de regering geven om in het IGC-debat te
pleiten voor een verdieping die er kan voor zorgen dat we kunnen
blijven geloven in het Europees discours, is niet gemakkelijk, maar
moet er uiteindelijk voor zorgen dat we de Europese droom kunnen
realiseren.
Ik steek niet weg dat spirit droomt van een Europa van volkeren en
regio's, een concept dat automatisch antwoord geeft op de grote
problematiek van grote staten zoals Spanje, Polen en het Verenigd
Koninkrijk, die als staat, een Europese eenwording proberen tegen te
houden. Een meer divers Europa waarin de volkeren veel beter
weten wat ze aan elkaar hebben en beseffen dat ze elkaar nodig
hebben, kan een oplossing zijn.
Mijnheer de voorzitter, ik rond af met de vraag om het debat zoals dit
in dit halfrond werd gevoerd, ook op straat te voeren met de
bevolking. Het volstaat niet in dit halfrond gedurende een paar uur te
spreken over Europa indien we in de afdelingen van onze politieke
partijen moeten vaststellen dat de bevolking niet mee is met het
politieke discours. Ik doe een oproep om het Europees debat op
straat te voeren. Ik doe een oproep om daadwerkelijk na te denken
over de resolutie van mevrouw Van Weert en mezelf waarin we
volksraadpleging over de IGC vragen. Wij vragen geen debat over
"voor" of "tegen" een Europese Grondwet in al haar moeilijke
bewoordingen. We vragen wel een debat met de bevolking om te
weten in welke richting de bevolking wil gaan en om te weten of de
bevolking nog samen met ons de weg wil bewandelen.
Mijnheer de voorzitter, dit is een historisch debat. Het zal echter niet
het laatste zijn. De uitbreiding met tien lidstaten die we vandaag
goedkeuren is slechts een zoveelste etappe. Straks staan Roemenië,
Bulgarije, Kroatië en Turkije op de agenda.
Laten wij binnen een paar jaar niet dezelfde fout maken die wij
misschien vandaag wel gemaakt hebben: te weinig nadenken over
de verdieping, om dan op het moment dat er een uitbreiding komt het
debat zodanig te moeten vermengen dat wij dreigen het kind met het
badwater weg te gooien.
erreurs qu'aujourd'hui et que nous
menions plus tôt une réflexion au
sujet de l'approfondissement.
17.29 Annemie Neyts (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
vice-premier, dames en heren collega's, ik was oorspronkelijk
eigenlijk niet van plan om in dit debat het woord te voeren, maar nu
doe ik dat toch even, eigenlijk hoofdzakelijk als reactie op het betoog
van de heer Van der Maelen.
Ik ken de heer Van der Maelen als een bijzonder eerlijk, bewogen en
ook een beetje een zorgelijk persoon die zich altijd ernstige vragen
stelt en zich bekommert om situaties. Ik vind dat hij een beeld
opgehangen heeft van de situatie in de tien kandidaat-lidstaten, wat
naar mijn gevoel en ervaring niet strookt met de werkelijkheid. Dat
wou ik hier toch wel even proberen te corrigeren.
17.29 Annemie Neyts (VLD): Je
ne comptais pas monter à la
tribune mais j'ai changé d'avis
parce que je tenais à réagir au
tableau pessimiste brossé par M.
Van der Maelen à propos des dix
nouveaux Etats membres. A mes
yeux, cette image ne correspond
pas à la réalité. S'il est vrai que
l'adhésion prendra des allures de
big bang, il ne faut pas oublier
qu'elle se prépare avec
acharnement depuis dix ans déjà.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
76
Ten eerste mag de toetreding van de tien lidstaten, waarvan ik vurig
hoop dat ze inderdaad zal plaatsgrijpen in mei 2004, wat het moment
ervan betreft, wel een big bang zijn, allemaal in één keer. Toch is het
een proces dat al meer dan tien jaar loopt en waarover ongeveer tien
jaar lang is onderhandeld. In die landen is er tien jaar lang heel hard
gewerkt aan de noodzakelijke aanpassingen. Men weet overigens
overal dat dat proces niet ten einde is, net zo min als bij ons. Ik zou
toch wel graag hulde willen brengen aan de inspanningen die door de
opeenvolgende regeringen overigens van opeenvolgende
ideologische en filosofische signaturen , parlementen en
bevolkingen gedurende al die jaren zijn geleverd. Ik vind dat
sommige van de vorige intervenanten daar nogal gemakkelijk en
vlug overheen zijn gestapt. Anderen dan weer, zoals de heer Van der
Maelen, schilderen het beeld eigenlijk somberder dan het in wezen
is.
Ik denk dat wij ons moeten verheugen over de nakende uitbreiding.
Zij zal Europa in elk geval sterker maken. Europa zal dan wel veel
groter zijn, het zal omringd zijn door wat de heer Goris de nieuwe
buren noemde. We zullen inderdaad nieuwe buren hebben. We zijn
echter slechts een deel van de wereld. Collega's, heren vice-
premiers, mijnheer de voorzitter, enkele weken geleden heb ik de
gelegenheid gehad om met enkele jongere collega's naar China te
gaan. Wat daar bezig is, is van nog een heel andere dimensie dan de
transitie die zich in Europa aan het voltrekken is. Als wij willen
voorkomen dat we in het concert van de continenten als Europa niets
meer te zeggen hebben, als wij er met andere woorden voor willen
zorgen dat ook de Europese stem blijft klinken, met voldoende
politiek macht, met voldoende economische macht en met
voldoende vastberadenheid om voor onze eigen veiligheid te zorgen,
dan is die uitbreiding absoluut noodzakelijk en moeten wij haar
verwelkomen.
Mijnheer Van der Maelen, ik denk dat het ook geen juist beeld is
wanneer u het voorstelt alsof de tien toekomstige lidstaten
automatisch in het andere kamp zullen zitten, het meer
intergouvernementele kamp, dan de huidige vijftien. Collega's
hebben daar reeds, terecht overigens, op gewezen. Nogmaals kan ik
daar persoonlijk van getuigen, want ik ben in de weken die
vanzelfsprekend overheerst werden door de regeringsformatie, de
bevoegdheden voort blijven uitoefenen die de mijne waren. Die
hebben met zich meegebracht dat ik over de hervorming van het
landbouwbeleid heb onderhandeld, in overleg met de gewestelijke
collega's en namens België.
U weet ongetwijfeld dat de ministers van die tien plus twee
toekomstige lidstaten sedert eind april deelnemen aan de Raden van
ministers. De finale onderhandelingen over het gemeenschappelijk
landbouwbeleid waarover de toekomstige lidstaten uiteraard niet
meestemmen omdat zij nog geen lid zijn waren vanzelfsprekend
niet gemakkelijk. Zij kregen wel degelijk uitvoerig de gelegenheid om
hun standpunt kenbaar te maken en het was dus niet zo, mijnheer
Van der Maelen, dat zij zich allemaal bevonden in het kamp van
degenen die geen aanpassing zouden wensen van dat
landbouwbeleid.
J'aimerais rendre hommage à
tous les gouvernements,
parlements et populations de ces
dix pays pour les efforts qu'ils ont
consentis des années durant et
qu'ils fourniront encore. Certains
prennent les choses avec légèreté
et d'autres brossent un tableau à
mon avis plus sombre qu'il ne l'est
en réalité.
Nous ne représentons qu'une
partie du monde. Les événements
qui se déroulent actuellement en
Chine sont d'un tout autre ordre
que la transition qui s'opère
aujourd'hui en Europe. Si l'Europe
souhaite encore se faire entendre
sur le plan politique et
économique à l'avenir, cet
élargissement constitue une
nécessité.
A mon sens, le scénario selon
lequel les nouveaux membres se
ligueront avec les conservateurs
qui sont opposés à tout
changement ne tient pas la route
non plus. Il n'en a certainement
pas été ainsi lors des négociations
sur la nouvelle politique agricole.
C'est avec grand plaisir que
j'approuverai le traité.
17.30 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): (...)
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
77
17.31 Annemie Neyts (VLD): Mijnheer Van der Maelen, ik heb u
niet onderbroken tijdens uw betoog, hoewel de lust om dat wel te
doen groot was.
De voorzitter: Mijnheer Van der Maelen, ik stel voor mevrouw Neyts haar betoog te laten beëindigen.
17.32 Annemie Neyts (VLD): Mijnheer de voorzitter, tot besluit nog
dit. Ik zal graag, samen met mijn fractie en de fractie van de heer
Van der Maelen, het Verdrag tot toetreding en uitbreiding
goedkeuren. Ik heb alleen maar een aantal van uw grootste zorgen
een klein beetje willen milderen.
17.33 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik
wil twee zaken zeggen. Ten eerste, wat betreft het voorbeeld dat
mevrouw Neyts geeft van de contacten die zij gehad heeft met
verschillende nieuwe lidstaten. Toen ging het over de
onderhandelingen over het landbouwbeleid, maar ook over andere
dingen, maar u had een voorbeeld gegeven.
17.34 Annemie Neyts (VLD): Dat is het laatste concrete voorbeeld.
17.35 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Ik wil het volgende zeggen.
Mijn appreciatie van de houding van de 10 nieuwe lidstaten is de
volgende. Als ik het positief formuleer, dan gaan zij exclusief uit van
hun eigen nationaal belang. Als ik het negatief formuleer, dan zien zij
het bredere Europees algemeen belang niet. U zegt dat u met hen
gepraat hebt in het kader van de landbouwonderhandelingen. Dat
waren onderhandelingen waar zij moeten krijgen. Hun grote
verwachting is dat zij van de grote fondsen inzake landbouwbeleid
een belangrijk stuk naar hen toe zien gaan. Ik behoor tot degenen die
zeggen dat zij dat inderdaad moeten krijgen en dat zij daar recht op
hebben.
Als het echter erop aankomt om het bredere Europese belang te
zien, dan vertrekken zij van een zeer eng nationalistische visie. Ik
heb het u daarstraks van op het spreekgestoelte al gezegd. Wat is
hun houding over gekwalificeerde meerderheid inzake het sociaal
beleid? Dat wijzen zij absoluut af. Zij eisen het behoud van de
unanimiteit.
Ten tweede, wat is hun houding met betrekking tot de samenstelling
van de Commissie? Niet zoals Europese federalisten dat zien: wij
willen een kleine werkbare Commissie die de motor kan zijn van de
verdere Europese integratie. Zij willen een Commissie met dertig
leden. Als wij Polen misschien over de streep moeten halen, dan
zullen wij hen er nog meer moeten geven.
U kent de Europese politiek van ons land beter dan of minstens
evengoed als ik. U weet dat dit een centraal punt geweest is van
onze stelling. Over de Commissie en over de gekwalificeerde
meerderheid nemen zij een houding aan die diametraal ingaat tegen
een constante in onze Belgische houding. Ik herhaal het nog eens,
en ik zal het debat van vandaag bijhouden, indien wij een uitkomst
krijgen van de IGC zoals het er nu naar uitziet, dan voorspel ik u dat
wij binnen 10 jaar met een stilstand zitten voor verdere Europese
integratie: zeer moeilijk om met versterkte samenwerking voort te
gaan, weinig of geen vooruitgang op het vlak van gekwalificeerde
17.35 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): A mon estime, les
nouveaux Etats membres ne
réalisent pas l'importance de
l'élargissement de l'Union
européenne. Ils se préoccupent
avant tout d'eux-mêmes. Ils ont
une conception nationaliste
étriquée qui ne s'exprime peut-
être pas lors d'un débat sur la
politique agricole étant donné
qu'ils ont tout à gagner dans ce
domaine.
Ils rejettent catégoriquement la
majorité qualifiée dans le domaine
de la politique sociale et, en ce qui
concerne la composition de la
Commission, leur position est
également diamétralement
opposée à celle de la Belgique. Je
prévois que nous continuerons à
piétiner sur place pendant dix ans,
que nous n'aurons pas progressé
dans le dossier de la majorité
qualifiée et que la Commission
continuera d'occuper une position
affaiblie.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
78
meerderheid en een zeer verzwakte Commissie. U bent een andere
mening toegedaan, ik heb mijn mening. Ik hoop dat wij hier binnen 5
of 10 jaar nog allebei zitten, dan zullen wij zien wie van ons beiden
gelijk heeft.
17.36 Annemie Neyts (VLD): Mijnheer de voorzitter, het is een
beetje mijn eigen schuld. Door de heer Van der Maelen persoonlijk
aan te spreken, heb ik hem de kans gegeven alles te herhalen wat hij
in zijn eerdere uiteenzetting reeds had gezegd.
Wat ik vooral wou duidelijk maken, mijnheer Van der Maelen, is dat
ik uw zeer pessimistische benadering van de ingesteldheid tegenover
de hele Europese constructie in de tien nieuw lidstaten niet deel. Ik
blijf erbij dat uw oordeel over hen het is uw volste recht om dat te
behouden een onfair oordeel is. Daarover wou ik hier een
getuigenis afleggen, niet alleen op basis van de onderhandelingen
over een heel belangrijk aspect van het Europees beleid, namelijk
het gemeenschappelijk landbouwbeleid, maar ook op basis van de
vele contacten die ik met verschillende politieke krachten in die
landen en hoofdsteden heb gehad, niet alleen de voorbije drie jaar
maar ook lang daarvoor.
Voor de rest wil ik u hier graag over vijf of tien jaar ontmoeten, maar
of ik hier dan nog zal zitten, is een andere vraag. Daar zullen de
kiezers over beslissen.
17.36 Annemie Neyts (VLD): Je
souhaitais seulement ajouter que
je ne partage pas le pessimisme
de M. Van der Maelen. J'estime
que sa critique des dix nouveaux
Etats membres est injuste. Mon
point de vue en la matière se
fonde sur une longue expérience
avec les pays en question.
De voorzitter: Qui vivra, verra.
17.37 Louis Michel, ministre: Monsieur le président, mesdames et
messieurs, je vais essayer de ne pas être trop long, d'autant que des
réponses ont été apportées à certaines réticences émanant de l'une
ou l'autre intervention. Le projet de loi d'assentiment qui est soumis
aujourd'hui à la signature de votre assemblée concerne le cinquième
élargissement de l'Union européenne. Cet élargissement est sans
doute l'un des plus importants et l'un des plus singuliers de l'histoire
de l'Union. On se rappellera que les quatre premières vagues avaient
fait entrer le Danemark, l'Irlande et le Royaume-Uni en 1973, la
Grèce en 1980, le Portugal et l'Espagne en 1986 et l'Autriche, la
Finlande et la Suède en 1995.
Il est vrai que ce dernier élargissement est singulier en raison non
seulement du nombre d'États concernés mais aussi de leur
population, de leur diversité culturelle et historique et de leur
situation géographique. Outre l'extension vers deux îles de la
Méditerranée, le traité consacre aujourd'hui la réunification d'un
continent déchiré par la Deuxième guerre mondiale et la Guerre
froide, comme cela a déjà été dit. Les négociations d'adhésion se
sont clôturées à Copenhague le 13 décembre 2002. Le Traité
d'adhésion a été signé à Athènes le 16 avril 2003. L'entrée effective
des nouveaux membres est prévue le 1er mai 2004. Les procédures
de ratification sont en cours dans les 25 États membres. Si je
mentionne encore ces faits, c'est uniquement pour rappeler que les
décisions politiques concernant l'élargissement ont été déjà prises.
C'est important de le rappeler. Les Européens, en tout cas les
autorités politiques européennes, ont déjà pris cet acte politique, car
l'élargissement est davantage un acte politique qu'un acte technique
ou économique.
17.37 Minister Louis Michel:
Wij moeten ons vandaag
uitspreken over het wetsontwerp
houdende instemming met het
Verdrag dat de vijfde uitbreiding
van de Europese Unie moet
bekrachtigen.
Die uitbreiding is voorzeker een
van de belangrijkste en
merkwaardigste in de
geschiedenis van Europa. Er is
een duidelijk verschil met de
vorige toetredingen: het aantal
nieuwe lidstaten is veel groter, net
als de culturele, taalkundige en
historische diversiteit van de
betrokken bevolkingsgroepen.
Ik wil onderstrepen dat de
onderhandelingen betreffende de
toetredingsaanvragen in 2002
werden afgerond. Het
toetredingsverdrag werd
ondertekend op 13 april 2003, en
zal per 1 januari 2004 van kracht
worden. De procedures voor de
ratificatie van het verdrag zijn aan
de gang in de onderscheiden
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
79
L'exposé des motifs qui précède le projet de loi est particulièrement
complet, clair et circonstancié. Il nous renseigne sur l'histoire et sur le
contenu des négociations proprement dites. Il recense les principaux
défis et les difficultés survenues et détaille de manière exhaustive les
résultats des négociations. Je ne m'attarderai donc pas sur ces
questions et je me permettrai de vous renvoyer à cet exposé.
En revanche, j'aimerais partager avec vous une série d'arguments et
une série de convictions. Je sais bien que l'élargissement suscite des
craintes, des appréhensions et des incertitudes au sein de la
population. Je pense qu'il nous appartient d'y répondre
objectivement. C'est avant tout un exercice d'explication, je dirais
même un exercice de pédagogie qu'il nous revient de mener. Il faut
le faire mais sans utiliser les craintes compréhensibles des citoyens à
d'autres fins. De mon point de vue, il y a beaucoup plus de raisons
fortes pour vouloir l'élargissement et qui le justifient que d'éléments
qui justifieraient un discours pessimiste et des réticences.
Je dirai d'abord un mot sur la nature de l'élargissement.
L'élargissement fait partie de la nature même de l'Europe. Cela a été
dit tout à l'heure mais il faut le rappeler: à aucun moment les pères
fondateurs n'ont imaginé une Europe limitée à six États membres.
Bien entendu, ce n'était pas là sa vocation. Sa vocation, son
ambition était de s'ouvrir aux voisins et de propager vers l'extérieur
une zone de paix, de prospérité et de démocratie.
Une Europe qui se ferme est, à terme, une Europe qui perd de son
sens. Je suis tout à fait d'accord avec M. Van Rompuy lorsqu'il dit
que l'élargissement est une valeur en soi, a sa propre valeur ajoutée.
Mme Nagy n'a rien dit d'autre et je partage ce point de vue. Il s'agit
avant tout de consolider un espace de paix et de stabilité au bénéfice
de tous, à savoir des anciens et des nouveaux membres mais
également des voisins de l'Europe. Ce n'est pas non plus
inintéressant. Car, de toute évidence, cet élargissement génère ce
que d'aucuns appellent un phénomène de contagion démocratique.
Dans cette perspective, il est absolument capital qu'un dialogue
politique soit mené par l'Union et ses voisins, que des coopérations,
des partenariats plus étroits soient envisagés au bénéfice de tous. Je
pense notamment à des domaines comme la lutte contre
l'immigration clandestine et je voudrais faire une petite parenthèse.
L'élargissement est, selon moi, la première véritable réponse à la fois
positive et efficace aux flux migratoires qui sont parfois difficiles à
gérer. Ce que j'ai entendu tout à l'heure à ce propos ne correspond
pas du tout à ce qu'une étude de la Commission a produit concernant
les effets de l'élargissement en termes de flux. On parle de 300.000
personnes au grand maximum et même, on dit qu'à terme, les flux
risquent probablement de s'inverser. Autrement dit, des personnes
qui, aujourd'hui, font partie de l'Europe des 15 pourraient trouver à
s'occuper professionnellement dans ces pays-là.
La nature politique de l'élargissement se marque aussi, bien entendu,
dans les conditions exigées des pays candidats pour adhérer à
l'Union européenne. L'article 49, combiné à l'article 6, point 1, du
Traité sur l'Union européenne précise: "Peut devenir membre de
l'Union européenne tout Etat européen qui respecte les principes de
la liberté, de la démocratie, du respect des droits de l'homme et des
libertés fondamentales ainsi que l'Etat de droit, principes qui sont
lidstaten.
De uitbreiding is een politieke
keuze, en de politieke overheden
van de lidstaten hebben die keuze
gemaakt. Ik zal niet nader ingaan
op de memorie van toelichting,
want die is duidelijk en volledig
genoeg. De belangrijkste
uitdagingen en het gedetailleerde
verloop van de onderhandelingen
worden erin uiteengezet.
Ik wil het samen met u hebben
over de argumenten en
opvattingen op grond waarvan wij
ons moeten opwerpen als
pleitbezorgers van die uitbreiding.
We moeten een objectief
antwoord aanreiken om de angst
en onzekerheid van onze
medeburgers weg te nemen, en
mogen die angst niet misbruiken.
Europa stelt zich open voor
nieuwe lidstaten, en dat heeft
meer plus- dan minpunten.
Allereerst kadert de uitbreiding
geheel in de geest van Europa.
Europa moet blijk geven van
openheid, een steeds grotere
ruimte creëren waar vrede heerst,
en de democratie en de welvaart
bevorderen. De heer Van Rompuy
heeft gelijk: een Europa dat zich
afsluit, is in de eerste plaats een
Europa dat aan betekenis inboet.
Europa bestaat uit haar lidstaten,
maar ook uit de aangrenzende
landen. Wat dat betreft draagt
Europa bij tot een rijke dynamiek
en een geest van vrede in die
gebieden.
In dit opzicht is het van
fundamenteel belang dat men een
politieke dialoog voert en dat men
nauwere banden tracht aan te
halen. Ik denk met name aan de
strijd tegen de illegale immigratie.
De uitbreiding is het eerste
positieve en doeltreffende
antwoord op de migratiestromen.
Deze zijn soms moeilijk te
beheersen maar zijn daarom geen
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
80
communs aux Etats membres".
En juin 1993, l'Union a également requis que soient respectés les
critères dits de Copenhague. Ces critères sont de deux ordres,
politique et économique. L'Union ne peut engager des négociations
d'adhésion que si les critères politiques sont remplis. Les critères
économiques sont, pour leur part, susceptibles d'être atteints en
cours de négociation. Par rapport à la Turquie, par exemple, nous
sommes continuellement occupés à utiliser l'éventuelle adhésion de
ce pays comme épouvantail agité devant l'opinion publique pour
exalter la peur de cette dernière, d'une manière d'ailleurs parfois
douteuse.
Je rappelle simplement deux choses. La première ne sera, en tout
cas, pas contestée. Le fait d'avoir un statut de candidat à l'adhésion a
été un catalyseur, a littéralement encouragé la Turquie à faire des
avancées substantielles dans toute une série de domaines. La
Turquie d'aujourd'hui ne serait pas ce qu'elle est, même s'il reste
encore une marge à combler et des pas immenses à franchir, elle ne
serait pas à son stade actuel sans cet appel du statut de candidat à
l'Union européenne.
Deuxième élément, on l'a toujours dit, la Turquie entrera selon ses
propres mérites et comme, en fait, elle a un statut en décalage dans
le temps, ce sera assez facile de voir ses propres mérites.
Voulez-vous que je vous donne une explication un peu plus fine sur
cette question-là? On savait parfaitement que les dix candidats qui
s'apprêtent à entrer ne seraient pas entrés séparément mais bien en
même temps. Tout le monde savait ça. Qu'il y ait eu, à ce niveau-là,
un peu plus d'approximation dans l'observation et dans l'évaluation
que l'on faisait du degré d'avancement par rapport à l'acquis, je peux
en convenir.
Pour ce qui concerne la Turquie, elle sera jugée isolément et elle
devra donc être en règle, en ordre, par rapport aux critères de
Copenhague et par rapport aux critères économiques. Qu'on arrête
de nous parler sans cesse de cela; je peux vous donner d'autres
raisons pour lesquelles il peut être important que la Turquie rejoigne
à un moment donné l'Union Européenne. Je peux en tout cas vous
donner beaucoup de raisons pour lesquelles il me paraît
extrêmement dangereux de tout le temps utiliser la Turquie avec,
d'ailleurs, une argumentation que l'on ne dit pas mais qui a quelque
chose d'un peu indélicat, pour ne pas dire autre chose.
Que disent les critères? Que tout pays candidat doit avoir des
institutions stables, garantissant la démocratie, l'État de droit, les
droits de l'homme, le respect des minorités et leur protection. Qu'il
doit aussi avoir une économie de marché viable ainsi que la capacité
de faire face à la pression concurrentielle et aux forces du marché à
l'intérieur de l'Union. Qu'il doit avoir la capacité d'assumer les
obligations de l'adhésion et, notamment, de souscrire aux objectifs
de l'union politique, économique et monétaire. Un critère
supplémentaire fut ajouté à Madrid en 1995, à savoir la nécessité
pour un pays candidat de créer les conditions de son intégration par
l'adaptation de ses structures administratives.
Troisième considération, je crois, comme cela a été dit ici tantôt, que
ramp. Een studie over de
gevolgen van de uitbreiding toont
aan dat er een instroom van
maximum 300.000 personen zou
ontstaan, en dat er zelfs een
uitstroom op gang zou komen.
De politieke dimensie van de
uitbreiding komt ook tot uiting in
de voorwaarden die men de
kandidaat-lidstaten oplegt.
Volgens artikel 49, in combinatie
met artikel 6.1, van het Verdrag
betreffende de Unie kan elke
Europese staat die de
gemeenschappelijke beginselen
van de Lidstaten inzake de
vrijheid, de democratie, de
eerbied voor de mensenrechten,
de fundamentele vrijheden en de
rechtsstaat naleeft, lid worden van
de Unie.
In 1993 voerde de Unie tevens de
voorwaarde in dat de criteria "van
Kopenhagen" zouden worden
nageleefd. De onderhandelingen
over de toetreding nemen slechts
een aanvang indien aan de
politieke criteria is voldaan ; de
economische criteria mogen
tijdens het onderhandelingsproces
worden bereikt.
Wat Turkije bijvoorbeeld betreft,
speelt men de mogelijke
toetreding van het land uit als
schrikbeeld ten aanzien van de
publieke opinie. In dit verband wil
ik twee dingen in herinnering
brengen.
Ten eerste heeft Turkije, sinds het
het statuut van kandidaat-lidstaat
van de Europese Unie heeft
verworven, op verschillende
gebieden aanzienlijke vooruitgang
geboekt. Ook al heeft Turkije nog
een erg lange weg te gaan,
zonder dit statuut zou het land
nooit zover zijn gekomen.
Ten tweede zal de toetreding van
Turkije afhankelijk zijn van de
verdiensten van het land zelf. De
tien landen die nu toetreden
werden veeleer globaal
beoordeeld, terwijl in het geval
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
81
l'élargissement à l'Est est un devoir historique. C'est une obligation
morale. C'est réunir un continent artificiellement divisé. C'est
rassembler des peuples fondamentalement européens dans le cadre
d'un projet fondé sur le respect, la tolérance et la compréhension
mutuelle.
De ce point de vue, je voudrais juste faire un peu d'histoire. Quand
nous nous sommes battus à Nice pour avoir le principe d'une
convention, je me souviens très bien que, dès qu'on utilisait le mot
"Constitution", un certain nombre, pour ne pas dire un nombre certain
de participants, de représentants des différents États s'y opposaient.
Le mot "Constitution" était tabou. C'était un mot interdit. J'observe
que, s'il y a une chose dont on peut à peu près être sûr, ce n'est pas
encore sur le contenu complet de la Constitution, mais on peut en
tout cas être sûr qu'il y aura une Constitution européenne.
La Constitution, j'oserais presque le dire, c'est la concrétisation du
fait que l'Europe est une vision politique de la société, qu'elle est une
vision politique de l'homme, qu'elle traduit un certain nombre de
valeurs et de protections personnelles, pour l'individu, pour le
citoyen. Donc, avoir une Constitution européenne, ce n'est quand
même pas mince. Et quand on exprime ici certaines réticences par
rapport aux résultats que l'on peut ou que l'on doit escompter pour la
CIG et l'on verra bien ce que ça donnera, nous allons nous battre,
en tout cas cette Constitution est déjà un premier apport qui n'est
évidemment pas négligeable.
A l'époque où nous avons déclenché la Convention, beaucoup se
seraient déjà satisfaits du principe d'une Constitution pour dire que
c'était un succès.
Je considère que nous n'avons pas l'exclusivité de l'identité
européenne. Je rejoins volontiers Jacques Delors lorsqu'il affirme
"que les gênes de l'histoire européenne sont autant à Budapest, à
Varsovie ou à Prague qu'à Paris, Londres ou Rome." Ces pays, cela
a été dit et il faut le répéter - ont souffert sous le régime
communiste. Ils présentent, c'est vrai, par rapport à nos démocraties
occidentales de profondes disparités dans leur développement
économique et social. Même si, aujourd'hui, ils n'ont pas encore tous
l'appétence pour la dimension politique de l'Europe comme nous, ils
y viendront si nous savons répondre à leurs soucis, notamment à leur
souci de sécurité.
J'ouvre ici une parenthèse brève sur la nécessité d'une défense
européenne. Ce projet figure aujourd'hui à l'agenda européen et a été
notamment porté par notre premier ministre. Le conclave de Naples
des 28 et 29 novembre a mis en lumière un consensus et une vraie
percée sur la volonté d'avancer ensemble vers une défense
commune.
J'en viens à ma quatrième considération. On dirait vraiment que
l'élargissement, c'est un peu le chaos annoncé ou, en tout cas, le
risque de chaos comme si rien n'avait été préparé, comme si cet
élargissement n'était pas un acte maîtrisé.
Cette préparation a notamment été assurée pour le développement
d'une stratégie de pré-adhésion. Je vous renvoie plus spécifiquement
à l'exposé des motifs qui détaille les différents éléments de cette
van Turkije individueel zal worden
nagegaan of het land voldoet aan
de criteria van Kopenhagen en
aan de economische criteria.
Volgens die criteria moet elke
lidstaat over stabiele instellingen
beschikken, die een waarborg zijn
voor de democratie, de
rechtsstaat, de mensenrechten, de
eerbiediging en de bescherming
van de minderheden. Voorts moet
het land een markteconomie
hebben en opgewassen zijn tegen
de concurrentie en de interne
markt van de Unie. Het moet
achter de doelstellingen van de
politieke, economische en
monetaire unie staan. In Madrid
werd daar in 1995 als bijkomende
voorwaarde de aanpassing van de
administratieve structuren aan
toegevoegd.
Ten derde is de uitbreiding naar
het Oosten onze historische plicht
én een morele verplichting. Met
de uitbreiding verenigen we een
continent dat op kunstmatige wijze
werd verdeeld, en brengen we de
Europese volkeren bijeen in een
project waaraan respect,
verdraagzaamheid en wederzijds
begrip ten grondslag liggen.
Tijdens de top van Nice riep het
woord "Grondwet" nog heel wat
weerstand op, het was taboe.
Vandaag weten we zeker dat die
Europese Grondwet er komt, ook
al zijn we nog niet helemaal zeker
van de inhoud.
De Grondwet belichaamt de
politieke visie van Europa op de
maatschappij en de mens en het
belang dat Europa hecht aan
bepaalde waarden en aan de
bescherming van het individu. De
resultaten van de IGC mogen dan
al enige terughoudendheid
oproepen, met de Grondwet wordt
hoe dan ook een eerste,
belangrijke stap genomen.
Daarenboven ben ik de mening
toegedaan dat de Europese
identiteit niet onze exclusieve
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
82
stratégie, véritable accompagnement des pays candidats.
Je précise également que les négociations ont été menées en se
fondant sur trois principes essentiels: la différenciation, la flexibilité,
le monitorage. La Belgique a toujours fortement insisté sur cet aspect
jugé primordial. Il s'agit de vérifier si les engagements pris par les
pays candidats sont mis en oeuvre. Le récent rapport de la
Commission a apporté la preuve que ce monitoring est efficace, qu'il
porte ses fruits. Les conclusions du commissaire Verheugen devant
le Parlement européen ont été particulièrement optimistes quant à
l'état de préparation des adhérents pour le 1
er
mai 2004.
Enfin, il est bon de noter que des dérogations temporaires ont pu être
acceptées pour faire droit à certaines difficultés objectives de pays
candidats. Ces dérogations sont cependant limitées par leur objet,
mais aussi dans le temps et l'espace. Elles doivent être
accompagnées de plans précis.
Pour ce volet, je terminerai en rappelant les conclusions du Conseil
européen de Copenhague de décembre 2002 qui ont introduit deux
mécanismes de sauvegarde inédits: une clause de sauvegarde
marché intérieur et une clause de sauvegarde Justice et Affaires
intérieures se sont ajoutées à la clause de sauvegarde économique
générale appliquée lors des élargissements précédents. La Belgique
veillera à ce que ces clauses soient, le cas échéant, effectivement
mises en oeuvre.
Pour en terminer sur les négociations, je dirai un mot sur leur
caractère inclusif. Les négociations avec la Bulgarie et la Roumanie
continuent à un rythme soutenu. Ces deux pays devraient pouvoir
rejoindre l'Union en 2007.
eigendom is. Jacques Delors
schrijft dat de genen van de
Europese geschiedenis evenzeer
te vinden zijn in Boedapest,
Warschau of Praag als in Parijs,
Londen of Rome. Die landen
hebben onder het communisme
geleden. Zij verschillen
onmiskenbaar van onze westerse
democratieën op het stuk van de
sociaal-economische ontwikkeling.
Zij zullen ons echter bijbenen als
wij aan hun verwachtingen, met
name op het vlak van veiligheid,
voldoen.
Tussen haakjes wil ik de nadruk
leggen op de noodzaak van een
Europese defensie. Dit project
staat op de Europese agenda en
werd door onze eerste minister
uitgedragen. Uit het conclaaf van
28-29 november jongstleden in
Napels is gebleken dat er een
consensus bestaat en dat de wil
aanwezig is om samen vooruit te
gaan om dat project te
verwezenlijken.
Vierde punt: sommigen hadden
aangekondigd dat de uitbreiding
op chaos zou uitlopen alsof niets
was voorbereid. Maar de
uitbreiding werd goed voorbereid,
met name via een strategie van
"voor-toetreding". De
onderhandelingen werden
gevoerd op basis van drie
grondbeginselen: de differentiatie,
de flexibiliteit en de monitoring.
België legde de nadruk op de
monitoring omdat het de
mogelijkheid biedt na te gaan of
de kandidaat-lidstaten de
verbintenissen die zij aangingen,
nakomen. Die monitoring is
doeltreffend en werpt vruchten af.
De tijdelijke afwijkingen, die voor
bepaalde kandidaten toegezegd
werden, zijn beperkt.
Tot slot wil ik herinneren aan twee
nieuwe vrijwaringsmechanismen
die door de Europese raad van
Kopenhagen in 2002 werden
ingevoerd: een vrijwaringsclausule
"interne markt" en een clausule
"Justitie en interne
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
83
Aangelegenheden". België zal
erop toezien dat die clausules in
voorkomend geval feitelijk worden
geïmplementeerd.
In verband met de
onderhandelingen ten slotte kan ik
nog meedelen dat de
onderhandelingen met Bulgarije
en Roemenië worden voortgezet
en dat beide landen wellicht in
2007 zullen toetreden.
De voordelen van de uitbreiding nu. Ik heb het reeds gezegd, het
belangrijkste voordeel van de uitbreiding is de politieke stabiliteit van
het continent. Op economisch vlak zijn de voordelen bijzonder groot
en ze kunnen in een paar woorden samengevat worden:
rechtszekerheid, nieuwe markten, nieuwe mogelijkheden,
handelsmogelijkheden en investeringspotentieel. Ik denk eerst en
vooral aan de consolidering van de rechtszekerheid op Europese
schaal. Van nu af aan bepalen dezelfde regels de concurrentie, de
staatshulp, de concentratie van ondernemingen, de rechten van
intellectuele eigendom, de productnormen, enzovoort. De
vereenvoudiging door de unificatie of door de harmonisering van
regimes die vroeger elk land kenmerkten, is merkwaardig en zal zeer
duidelijk in het voordeel uitdraaien van onze ondernemers. Meer in
het bijzonder zal het een einde moeten maken aan een reeks
concurrentievervalsingen en de convergentie van de economieën
van de lidstaten bespoedigen. Ik ben er vast van overtuigd dat die
economische convergentie op termijn het enige geloofwaardige
antwoord is op het "delokaliseringsrisico".
Op dit moment moet dat risico van delokalisering gerelativeerd te
worden. De kosten, en vooral die van de arbeidskrachten zijn immers
lager in de nieuwe lidstaten en meer in het bijzonder in de landen
van Midden- en Oost-Europa. Toch genieten de huidige lidstaten van
de Unie nog steeds het voordeel van een veel groter
productiviteitsvermogen. Uit recente studies blijkt dat men sommige
kleine activiteitsverschuivingen naar de nieuwe lidstaten kan
verwachten, maar die worden dan gecompenseerd door een
bijkomende groei als resultaat van de uitbreiding.
Dankzij de uitbreiding ontstaan er ook nieuwe markten met de daarbij
horende belofte van nieuwe mogelijkheden. Laten wij niet vergeten
dat de bevolking van de Unie aanzienlijk zal toenemen. De
behoeften van de nieuwe lidstaten in termen van verbruik,
infrastructuur, uitrusting, diensten, blijven belangrijk. Er zijn evenveel
handels- en investeringsmogelijkheden. De uitbreiding is vanuit die
invalshoek een echte groeibron voor de Europese Unie met 25
landen. Over het algemeen zal de exploitatie van het groeipotentieel,
de opening van de grenzen en de naleving van gemeenschappelijke
rechtsregels de ontwikkeling van het handelsverkeer en de
investeringen bevorderen.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, dankzij de vorige
uitbreidingen ontstond een aanzienlijke verbetering van de
levensstandaard in de toetredende landen. Ik herinner u graag aan
het spectaculaire voorbeeld van Ierland, waar het bbp van 64% van
Le principal avantage de
l'élargissement réside dans la
stabilité politique du continent. Sur
le plan économique,
l'élargissement garantira une plus
grande sécurité juridique ; il
permettra d'accéder à de
nouveaux marchés et d'accroître
le potentiel d'investissements.
Au sein de l'Union élargie, des
règles identiques seront
appliquées partout en matière de
concurrence, d'aide publique, de
droits de propriété intellectuelle,
etc. L'élargissement mettra un
terme à certaines distorsions de
concurrence et favorisera la
convergence économique des
Etats membres. Il constitue
également la seule réponse
réaliste aux risques de
délocalisation qu'il convient par
ailleurs de relativiser. Si les coûts
salariaux dans les pays candidats
sont considérablement moins
élevés que les nôtres, cette
différence est compensée par
notre productivité plus élevée.
Certaines délocalisations
interviendront certes mais seront
compensées par une croissance
plus forte : l'élargissement ouvre
de nouveaux marchés. Les
besoins en matière de
consommation et d'infrastructure
des nouveaux Etats membres
demeurent en effet importants et
constitueront une source de
croissance pour l'Union
européenne à 25.
L'élargissement stimulera les
échanges commerciaux et les
investissements. Les précédentes
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
84
het Europese gemiddelde in 1988 tot 119% in 2000 is uitgegroeid,
wat een verdubbeling betekent van de relatieve rijkdom in zowat 12
jaar tijd. Vorige uitbreidingen hebben ons ook geleerd dat de nieuwe
leden nogal vlug immigratielanden worden in plaats van landen van
migranten. Waarom nog zijn geboortestreek verlaten om ergens
anders het geluk te gaan zoeken op het moment dat het bij ons
werkelijkheid wordt?
Op internationaal vlak, ten slotte, kan de uitbreiding de economische
macht van de Europese Unie op wereldvlak alleen maar versterken:
de uitgebreide Unie verwerft dan een vijfde van de wereldhandel. Ze
zal net iets minder dan de helft van de directe buitenlandse
investeringen op wereldvlak opleveren en een vierde van de
binnenkomende wereldinvesteringen opslorpen.
Die bijkomende macht zal een groter gewicht geven aan onze stem
in de internationale handelsfora. Deze versterking maakt van Europa
een minder kwetsbaar geheel tegen externe klappen, met als gevolg
een efficiënter reactievermogen. Dit versterkt eveneens de capaciteit
voor de inkadering van het globaliseringfenomeen. Vanuit dit
standpunt bekeken zal de uitbreiding een betere regulering moeten
toelaten van de economische activiteit op wereldvlak.
De globale kostprijs van de uitbreiding werd in december 2002 in
Kopenhagen bepaald. Het gaat om 40,81 miljard euro voor de tien
toetredende landen, gespreid over de periode 2004-2006. Dit bedrag
omvat landbouw, binnenlands beleid en bijkomende tijdelijke
uitgaven. Dit bedrag omvat eveneens betalingsfaciliteiten om de
begrotingsmogelijkheden van de nieuwe leden te verbeteren en
compensaties om te vermijden dat sommige landen vanaf hun
toetreding netto zouden moeten bijdragen. Deze bedragen
overschrijden geenszins het engagementsplafond dat in 1999 in
Berlijn werd bepaald. Mag ik eraan herinneren dat de impact op de
begroting voor België op 370 miljoen euro wordt geraamd voor de
periode 2004-2006.
vagues d'élargissement ont
permis d'accroître
substantiellement le niveau de vie
des nouveaux Etats membres qui
sont de surcroît devenus d'emblée
des pays d'immigration plutôt que
d'émigration.
L'élargissement renforcera
considérablement la puissance
économique de l'Union
européenne sur le plan
international.
L'Union européenne s'en trouvera
renforcée et accroîtra son
influence auprès des organes
commerciaux. Cela permettra de
mieux gérer les conséquences de
la mondialisation, grâce à une
meilleure régulation des activités
économiques.
Les coûts de l'élargissement ont
été estimés à 40,81 milliards
d'euros au cours de la période
2004-2006. Ce montant ne
dépasse pas le plafond fixé en
1999. Pour la Belgique, ce
montant correspond à 370 millions
d'euros.
Quelques mots enfin des travaux de la Convention. Après dix-huit
mois de travail, la Convention a formulé un texte de compromis que
nous jugeons équilibré et qui répond très largement aux exigences
de simplification, de clarté, d'efficacité et de démocratie qui ont été
rappelées dans la déclaration de Laeken.
Comme vous le savez, la stratégie du gouvernement belge dans le
cadre des travaux de la CIG vise à maintenir les acquis de la
Convention. Il ne faut pas perdre de vue que l'Union à vingt-cinq
représente une véritable mutation du projet européen. Je suis
personnellement convaincu qu'au-delà de la réforme nécessaire des
institutions, une réflexion s'ouvre sur la différenciation. Celle-ci doit
permettre de surmonter les blocages, d'éviter les impasses et de
concilier hétérogénéité et intégration.
Monsieur le Président, mesdames, messieurs, je pense que notre
responsabilité politique est aujourd'hui aussi d'expliquer et de
rassurer. Expliquer en détaillant les multiples avantages de l'Europe
élargie, rassurer en rappelant le caractère préparé, accompagné et
contrôlé de l'élargissement. J'aime rappeler que l'Europe est la plus
belle idée politique du siècle dernier.
De tekst van de Conventie is een
evenwichtig compromis. De
strategie van de Belgische
regering strekt ertoe het acquis
van de Conventie te garanderen.
We zullen uit de impasse kunnen
geraken door na te denken over
differentiatie. Onze politieke
verantwoordelijkheid bestaat erin
uitleg te verschaffen en gerust te
stellen. Europa is de mooiste
politieke gedachte van de vorige
eeuw, en de uitbreiding is de
kroon op het werk. Als de IGC niet
ambitieus of voluntaristisch
genoeg zou zijn, zouden we via
versterkte samenwerking
vooruitgang kunnen boeken. Ik
pleit ervoor dat de resolutie
gekoppeld wordt aan de ratificatie.
Tot slot voeg ik er nog aan toe dat
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
85
J'ajouterai que l'élargissement représente de la même manière la
concrétisation du succès de l'aventure européenne, mais aussi le
témoignage le plus vivant de solidarité du XXIe siècle. Je me
permets encore une fois de dire qu'il ne faut pas exalter les craintes
d'une partie de la population; il faut expliquer et convaincre.
Si la CIG, j'en conviens, devait traduire un manque d'ambition ou de
volontarisme, nous aurons alors l'opportunité d'user des moyens qui
existent pour avancer avec ceux qui le veulent et qui le peuvent, par
les coopérations renforcées. Ces coopérations renforcées sont un
moyen à la fois de dynamiser, d'intégrer et d'approfondir, étant
entendu qu'elles sont toujours inclusives.
Je plaide vraiment pour que la résolution accompagne la ratification.
Je crois que M. Di Rupo a raison, c'est un engagement politique qui
peut être extrêmement important et qui cadre les garanties en cas
d'insuccès ou de manque de hauteur de la CIG.
Je voudrais encore faire une remarque parce que nous n'avons pas
eu l'occasion de le dire. Je suis évidemment un chaud partisan, un
très chaud partisan des majorités qualifiées et que l'on puisse utiliser
les majorités qualifiées dans le plus de domaines possible: bien
entendu, le domaine fiscal, le domaine social et, notamment, en
politique européenne de sécurité commune. Je veux cependant dire
que l'usage des majorités qualifiées pourrait bien se retourner contre
ceux qui, par exemple, veulent plus d'Europe sociale. Je pense qu'il
faudra nous montrer très attentifs à faire en sorte d'utiliser ce
mécanisme uniquement pour faire avancer, pour améliorer l'Europe
sociale. Mais il ne faudrait pas laisser croire que, parce qu'il y aurait
plus de possibilités de majorités qualifiées, nous aurions
automatiquement plus d'Europe sociale.
Ce serait trahir la vérité. L'Europe sociale est un engagement
politique important auquel je souscris complètement. Je crois que les
coopérations renforcées peuvent certainement faire beaucoup plus
pour faire avancer l'Europe sociale que simplement le principe des
majorités qualifiées.
Voilà, monsieur le président, chers collègues, la manière dont je
voulais réagir aux excellentes interventions qui traduisaient un fond
commun d'engagement européen fort large.
ik een vurig voorstander ben van
de gekwalificeerde meerderheid,
al moet ik erop wijzen dat het
gebruik ervan zich tegen diegenen
die een socialer Europa willen kan
keren. Het mechanisme mag geen
automatisme worden!
De voorzitter: Ik stel u het volgende voor. Mijn idee is om over enkele ogenblikken te schorsen. We
zullen dan een halfuur later hernemen. Voor de schorsing kunnen we nog misschien de vraag die nog niet
beantwoord is, aan bod laten komen.
Ik heb de vraag gekregen om het voorstel tot resolutie, waarover de minister zopas heeft gesproken en ik
nog een reeks amendementen heb gekregen, aan de orde te brengen.
Mijnheer De Crem, u hebt gevraagd om een schorsing als ik dat voorstel deed. Ik zal die schorsing
koppelen aan de normale schorsing voor de diensten en de middagvergadering sluiten.
17.38 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik kan ermee
akkoord gaan dat u de middagvergadering schorst. Er moet in elk
geval nog een mogelijkheid tot repliek kunnen bestaan op het
antwoord van de vice-eerste minister, wat ik aansluitend zou laten
gebeuren.
17.38 Pieter De Crem (CD&V):
Je suis d'accord de clore la
séance de l'après-midi. Je
demande toutefois de ne le faire
qu'après les répliques et d'encore
permettre, avant l'interruption de
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
86
poser la question à la secrétaire
d'Etat. Juste avant l'interruption,
nous pourrons alors décider de la
suite des travaux.
De voorzitter: Als er replieken zijn op het antwoord van de vice-eerste minister, dan laat ik ze toe. Daarna
zal ik mijn voorstel aan de Kamer ter overweging voorleggen.
17.39 Pieter De Crem (CD&V): Ik zou na de replieken dan spreken
over het verdere verloop van de werkzaamheden. We zitten nu nog
in een debat.
De voorzitter: Ja, ik wil dat debat over de toetreding van de nieuwe lidstaten afronden.
17.40 Pieter De Crem (CD&V): Er is toch nog steeds een normale
parlementaire traditie. In dergelijk debat antwoordt de minister en zijn
er daarna replieken. Daarna wordt het debat gesloten.
De voorzitter: We zitten op dezelfde golflengte.
Je note les noms des membres qui souhaitent répliquer. Ensuite ce débat sera terminé et j'interromprai la
séance.
17.41 Pieter De Crem (CD&V): Er is nog iets anders. Er is ook nog
de vraag aan mevrouw de staatssecretaris.
De voorzitter: Die komt voor de onderbreking.
17.42 Pieter De Crem (CD&V): Vooraleer u onderbreekt, had ik dan
graag de verdere werkzaamheden voor de rest van de avond
gekend.
De voorzitter: We komen tot de replieken.
Mijnheer Van Rompuy, u bent als enige ingeschreven voor de repliek. Daarna zal ik de vragen
beantwoorden die me gesteld werden.
17.43 Herman Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, u mag ervan overtuigd zijn dat ik vrij bondig zal
zijn.
Mijnheer de minister, ten eerste, het is enkel mijn bedoeling een
aantal punten die onduidelijk zijn te releveren en gebeurlijk kunnen
we dan in het debat over de resolutie tot meer klaarheid komen. Ik
wil in de eerste plaats zeggen dat mijn repliek minder op uw
uiteenzetting betrekking heeft. Ik ben het er immers in grote mate
mee eens. Ik ben het eens met wat u over Turkije hebt gezegd, maar
ik vrees dat, mochten we dat debat verder voeren, we het minder
met mekaar eens zouden zijn. Er komt echter een moment waarop
we het debat moeten voeren, niet theologisch, niet ideologisch en
niet in tegenstelling tussen degenen die open en tolerant zijn en
degenen die verkrampt en bijna extreem rechts zijn wanneer ze een
bepaalde houding aannemen. Het moet een debat zijn dat in volle
sereniteit kan worden gevoerd.
Ten tweede, ik heb meer moeite met hetgeen ik hier heb gehoord
dan met de toespraak van de bevoegde minister. Deze stemming is
17.43 Herman Van Rompuy
(CD&V): Je rejoins en grande
partie le point de vue de M.
Michel. Il n'en va pas de même en
ce qui concerne son analyse de
l'adhésion de la Turquie. Mais
cette question requiert un débat
distinct, en dehors de toute
attitude doctrinaire.
Les déclarations de certains
membres me posent davantage
problème. Il est bien sûr toujours
possible de formuler une réserve
politique mais, d'un point de vue
juridique, le vote sur
l'élargissement est irrévocable. Le
projet de M. Di Rupo d'approuver
conditionnellement l'élargissement
n'est pas réalisable.
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
87
geen stemming onder voorwaarde. De heer Di Rupo heeft daarnet
gezegd dat hij "voor" zal stemmen onder voorwaarde. De stemming
die wij straks zullen uitbrengen over de uitbreiding is definitief,
onherroepelijk en betreft de uitbreiding. Juridisch is er geen
voorwaardelijkheid. Er kan een politieke voorwaardelijkheid zijn,
waarbij men zegt dat men in dezelfde lijn en bijna op dezelfde dag
een resolutie moet goedkeuren over de werkzaamheden van de
Intergouvernementele Conferentie. De stemming die we echter
uitbrengen, wat ook de resultaten van IGC mogen zijn, is definitief en
onherroepelijk. Wij stemmen over de uitbreiding.
Ik kreeg in dit debat niet de indruk dat iedereen zo sterk voor de
uitbreiding is. Ik heb dat niet zozeer gehoord in de uiteenzetting van
de heer Di Rupo. Ik moet eerlijkheidshalve zeggen dat de heer
Dehousse gisteren wel een andere klank heeft laten horen. De
uiteenzetting van de heer Van der Maelen echter heeft mij helemaal
niet overtuigd dat hij voorstander van de uitbreiding is. Wanneer men
zoveel vragen stelt en zoveel reticenties heeft, heeft men eigenlijk
een andere bedoeling. Trouwens, ik weet niet of hij in eigen naam
sprak of namens de sp.a, maar hij heeft zelf gezegd dat hij het met
loden voeten goedkeurt en omdat er één keer een afspraak was
gemaakt. Indien die afspraak er niet was geweest, zou hij nooit
"voor" hebben gestemd.
Wij stemmen met overtuiging "voor" omdat een hele reeks
problemen die zich voordoen in Oost- en Midden-Europa en die hier
als bedreigend worden aangezien, precies door de uitbreiding worden
opgelost.
Wat de heer Di Rupo op een bepaald moment zei, deed mij denken
aan een slogan van 15 jaar geleden ik denk niet dat hij toen al in
het Belgisch Parlement zetelde : "Liever geen staatshervorming dan
een slechte staatshervorming". Liever geen resultaat van de IGC
indien ze slechter is dan hetgeen in Nice werd afgesproken. We
moeten goed weten waarover we spreken. We zullen het straks nog
kunnen hebben over dit moment van klaarheid. Er is een ondervloer
en een bovenvloer. De ondervloer is Nice, de bovenvloer is de
Conventie. Men kan nooit onder het Verdrag van Nice gaan, want als
men geen akkoord heeft, valt men op het Verdrag van Nice. "Plus
mauvais que Nice" kan niet omdat men altijd op Nice terugvalt.
Beter doen dan de Conventie of op dezelfde lijn uitkomen van de
Conventie kan evenmin want vandaag zitten we er op tal van
domeinen onder. Wat we nu weten van de IGC is dat men de lat van
de ontwerpgrondwet niet haalt. Op een gegeven ogenblik zegt de
minister zelfs dat het belangrijk zou zijn, mocht er een grondwet
instaan. Als een grondwet alleen de codificatie is van de
voorbijgaande verdragen, dan vraag ik mij af waarover men 15
maanden met de beste krachten in Europa bezig is geweest. Wij
weten nu al dat wij voor problemen staan. De vraag zal alleen zijn
hoe groot die problemen zijn en wat de meerderheid daar voor
sanctie aan vastbindt.
Er is een punt waarbij met niet onder de resultaten van de Conventie
kan gaan. Indien men de besluitvormingsprocedure, de wijze waarop
de meerderheid tot stand komt, wijzigt, dan weet ik echt niet meer
wat er overblijft van al de werkzaamheden van de Conventie. Dat
moet le dernier carré zijn. Ik heb dit enkele weken geleden aan de
J'ai l'impression que tous les
membres présents ne sont pas de
fervents partisans de cette
approche. Si j'avais autant
d'objections contre l'élargissement
que M. Van der Maelen, je ne
l'approuverais pas.
Les résultats de la CIG ne
peuvent affaiblir les accords de
Nice. Par ailleurs, nous savons
que l'unanimité est loin d'être
acquise dans différents domaines
politiques et que les ambitions de
la CIG n'iront pas au-delà des
propositions de la Convention
européenne. Il apparaît de plus en
plus clairement que ces ambitions
sont en fait limitées. Si l'on ne se
conforme pas aux propositions de
la Convention relatives au
processus décisionnel, ses
travaux équivaudraient à un coup
d'épée dans l'eau. Dans cette
hypothèse, même le CD&V
commencerait à douter.
En cas d'échec, il ne serait guère
réaliste de poursuivre uniquement
avec ceux aux yeux desquels seul
compte l'intérêt européen et en
l'absence d'accords préalables.
Les gouvernements des pays
concernés pourraient alors tout
aussi bien privilégier avant tout
l'intérêt national.
Je me demande comment sera
évalué le résultat de la CIG. Le
gouvernement dispose-t-il d'un
mandat de négociation et des
suites politiques y seront-elles
données?
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
88
eerste minister gezegd. Om in de beeldspraak te blijven die ik toen
heb gebruikt en die wat dubbelzinnig is, zou ik kunnen zeggen dat er
rond dat meerderheidsbesluit bijna een cordon sanitaire moet
bestaan. Daar komt men niet aan! Als men daar aankomt dan
hebben wij zelfs een probleem en vragen wij ons af waarover men
het heeft.
Men zegt dat als alles mislukt men naar een versterkte
samenwerking moet gaan. Maak u niet te veel illusies. Indien er geen
nieuw verdrag komt, dan kan men zelfs op het domein van de
defensie geen structurele samenwerking hebben omdat er gewoon
niets is voorzien in Nice. Beweren dat als het mislukt men met de
zuiveren, met les pères fondateurs, met degenen die enkel het
Europees belang en niet het nationaal belang voor ogen hebben, zal
doorgaan, is heel betrekkelijk. Laat me niet lachen. Alsof geen
enkele van die landen, zelfs van de pères fondateurs, het nationaal
belang voor ogen zou houden. Hoe gaat men het resultaat van de
Intergouvernementele Conferentie inschatten als men onder de
Conventie en op het niveau van Nice blijft? Gaat men de regering
naar de eindonderhandelingen sturen met een mandaat? Hoe gaat
men dit achteraf evolueren? Ziet u de mogelijkheid om de regering te
laten onderhandelen? Als men dit allemaal zo beperkt, vraag ik mij af
welk politiek gevolg men daaraan op een bepaald ogenblik zal
vastknopen. Dit is een vraag waar we de volgende weken en
maanden duidelijkheid over zullen krijgen.
Le président:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (336/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bepreking. (Rgt 85, 4) (336/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
18 Agenda
18 Agenda
Ik stel u voor om de vraag van mevrouw Van der Auwera aan staatssecretaris Simonis nog voor de
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
89
onderbreking te behandelen. Ik stel voor om daarna de dagorde te wijzigen om het voorstel van resolutie
waarvan het verslag en de amendementen erop werden rondgedeeld, te behandelen. Om een en ander in
de tijd te kunnen scheiden, zou ik dan na de herneming de wet betreffende het Europees
aanhoudingsmandaat behandelen.
Ik zou dus schorsen na de vraag van mevrouw Van der Auwera aan staatssecretaris Simonis. Dat is mijn
voorstel. Kan men daarmee akkoord gaan?
18.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ga akkoord
met uw voorstel om de vraag in de plenaire vergadering door
mevrouw Simonis te laten beantwoorden. Wij kunnen ermee akkoord
gaan dat het Europese aanhoudingsbevel na de schorsing wordt
behandeld en de rest van de hangende agenda wordt afgehandeld.
Onze fractie heeft echter wel een fundamenteel bezwaar tegen de
gang van zaken die u voorstelt.
Wij hebben deze week twee keer een Conferentie van voorzitters
gehad. Wij hebben een eerste Conferentie gehad met alle collega's
van de meerderheid op woensdagvoormiddag om 11.30 uur, waar wij
de agenda van de plenaire vergadering hebben gesproken. Er werd
op geen enkele manier verwezen naar de gang van zaken, namelijk
het bespreken van en stemmen over de resoluties die nog in de
commissie voor de Buitenlandse Zaken moesten worden behandeld,
volgend op de vergadering van het Europees Adviescomité. Wij
hebben vandaag om 12.30 uur een nieuwe vergadering van de
Conferentie van voorzitters gehad naar aanleiding van het niet
aanwezig zijn van de minister van Financiën op maandag, dinsdag
en woensdag. Amper anderhalf uur voor de aanvang van deze
vergadering is met geen woord gerept over een wijziging van de
agenda over een aantal zaken die zo fundamenteel zijn. Mijnheer de
voorzitter, dat doet mij vermoeden dat u misschien niet op de hoogte
was van het feit dat sommige leden van de meerderheid de intentie
hadden om deze agenda te gaan wijzigen.
Wij gaan dus niet akkoord met uw voorstel om de resoluties hier te
bespreken en erover te stemmen, om de eenvoudige reden dat het
Reglement dit niet toelaat. Wij hebben een drukproef gekregen van
een verslag van de vergadering van gisteren, waaraan ik trouwens
heb deelgenomen. Ik denk dat de leden, zoals het hoort, een
ontwerpverslag hebben gekregen om eventuele opmerkingen te
kunnen formuleren. In de commissie werden geen afspraken
gemaakt over de termijn waarbinnen dat moest gebeuren. De leden
krijgen normaal gezien altijd een termijn om dat te doen.
Er is één zaak die in dit Parlement van toepassing is en dat is het
Reglement. Ik zal het artikel 78, 4, lezen: "Betreffende de teksten die
hen bij name zijn toegeschreven, kunnen de sprekers vooraf
schriftelijk hun verbeteringen doen toekomen". Dat is niet gebeurd. Ik
ga verder. "Zij worden geacht die teksten te hebben goedgekeurd,
indien zij hun verbeteringen niet hebben doen toekomen binnen een
termijn van drie dagen te rekenen van de dag na die waarop de
teksten beschikbaar zijn". Ik lees het artikel 78, 6: "De ontwerp-
verslagen van de commissies worden goedgekeurd door de
voorzitter van de commissie tenzij een lid vóór de stemming over het
geheel van een wetsontwerp, een voorstel of een begroting, vraagt
dat ze door de commissie worden goedgekeurd". In voetnoot 40
staat: "Noch bij een beslissing van de voorzitter" daarover gaat het
vandaag, "noch bij een urgentieverklaring wordt het recht zelf tot
18.01 Pieter De Crem (CD&V):
Nous ne nous rallions pas à la
proposition du président de
débattre des résolutions
européennes et de les voter: le
Règlement l'interdit. Nous n'avons
d'ailleurs pas abordé cette
question lors de la Conférence
des présidents de ce midi. Je
renvoie à l'article 78, 4° et 6°, du
Règlement relatif aux corrections
apportées au rapport et à
l'approbation du projet de rapport.
La note de bas de page n°40
dispose explicitement que le droit
d'apporter des corrections ne peut
être supprimé, pas même en cas
d'urgence. Tant que les membres
de la commission n'ont pas pu
faire valoir leur droit à la
correction, nous ne pouvons
examiner ces résolutions en
séance plénière aujourd'hui ni, par
conséquent, les mettre aux voix.
En effet, le rapport définitif n'a pas
été adopté.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
90
verbeteren ongedaan gemaakt".
Mijnheer de voorzitter, zolang de leden van de commissie niet het
recht tot verbeteren hebben kunnen uitvoeren, kunnen wij deze
resoluties vandaag in de plenaire vergadering niet bespreken en er
bijgevolg ook niet over stemmen.
Ik vind dus dat de agendawijziging die u voorstelt zonder voorwerp
is. Het definitieve verslag is niet rondgedeeld wegens gebrek aan
gelegenheid om een definitief verslag te maken. Wij wachten op het
definitief verslag. Ik stel dan ook voor dat die resoluties, en de
resolutie waarover het hier gaat, niet op de agenda van de plenaire
vergadering komen.
Mijnheer de voorzitter, ik geef u daarvoor nogmaals de goede reden.
Indien u ons daarvan had verwittigd, dan zijn voor ons alle zaken
bespreekbaar. Dat is nu niet het geval. Ik verdenk u er trouwens van
dat u ook, wat dat betreft, door de parlementaire meerderheid
schaakmat bent gezet of in elk geval niet bent geïnformeerd. Voor
ons kan dat vandaag niet.
18.02 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le président, je pense que
M. De Crem se livre à une interprétation incorrecte du Règlement.
S'il est exact que l'article 16 du Règlement prévoit que la Conférence
des présidents peut organiser les travaux de la séance plénière, ce
qui se fait en général de manière consensuelle. Toutefois, lorsqu'il
n'y a pas d'unanimité au sein de la Conférence des présidents, c'est
la Chambre qui tranche en séance plénière un éventuel différend.
Par ailleurs, il faut relier l'article 16 à l'article 40 du Règlement qui
indique, en son alinéa 2, que le président indique, à la fin de chaque
séance, le jour de la prochaine séance et l'ordre du jour, comme ce
fut le cas la semaine dernière. Jeudi dernier, nous avons arrêté
l'ordre du jour qui vous a été distribué.
À ce moment, nous avions décidé l'urgence pour la proposition de
résolution. Quand nous avons fixé, jeudi dernier, l'ordre du jour de la
séance d'aujourd'hui, nous n'avions évidemment pas statué en
commission sur la proposition de résolution et pour cause, puisqu'elle
a été fixée à l'ordre du jour à l'issue du comité d'avis sur les
questions européennes. Comme vous avez arrêté l'ordre du jour
jeudi dernier, vous ne pouviez pas préjuger du vote d'hier soir et de
la décision de la commission des Relations extérieures sur la
proposition de résolution.
L'urgence étant admise, je tiens à dire que l'article 78, 4°, soulevé
par M. De Crem n'a pas à s'appliquer parce qu'il faut le relier à
l'article 85 qui stipule que les rapports des commissions sont
distribués au moins trois jours avant la discussion en séance
plénière, à moins que l'urgence soit acquise conformément à l'article
51. Il faut aussi relier tout ce qui a été dit à l'article 51 qui signale, en
son point 4, que "l'urgence décidée par la Chambre a pour effet de
suspendre l'application des dispositions prescrivant les priorités et les
délais".
Dès lors, en application de tous ces articles combinés du Règlement,
c'est la séance plénière qui décide d'adapter l'ordre du jour par un
vote et s'il se dégage une majorité pour inscrire, ce soir, la discussion
de la proposition de résolution, cela doit avoir lieu. Si ce n'est pas le
18.02 Claude Eerdekens (PS):
De heer De Crem interpreteert het
Reglement op een foute manier.
Artikel 16 stelt dat de Conferentie
van voorzitters een bevoegdheid
heeft inzake de regeling van de
werkzaamheden van de plenaire
vergadering. Indien er geen
eenparigheid wordt bereikt, hakt
de plenaire vergadering de knoop
door.
Deze bepaling dient in verband te
worden gebracht met artikel 40,
alinea 2 dat stelt dat de voorzitter
op het einde van elke vergadering
kennis geeft van de dag van de
volgende vergadering, alsmede
van de agenda. Dit gebeurde
vorige donderdag. Wij hadden
toen beslist de urgentie voor de
resolutie te vragen. Toen de
agenda vorige donderdag werd
vastgesteld, kon u niet weten dat
de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen
gisteren een beslissing over de
resolutie zou nemen. Vermits de
urgentie werd toegestaan, is
artikel 78,4 bovendien niet van
toepassing gezien de
voorwaarden van artikel 85. Dit
artikel bepaalt dat de termijnen
voor de ronddeling van de
verslagen niet van toepassing zijn
in geval van urgentie. Bovendien
bepaalt artikel 51 dat de urgentie
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
91
cas, ce sera reporté à la semaine prochaine.
de toepassing van de bepalingen
inzake voorrang en termijnen
opschort.
De agenda dient dus het voorwerp
uit te maken van een beslissing
van de vergadering.
18.03 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het
verwondert mij dat collega Eerdekens vanmiddag op de Conferentie
van voorzitters het licht nog niet had gezien. Het is heel duidelijk dat
hier een externe logica speelt, zeker als ik de plechtige déclaration
solennelle van zijn partijvoorzitter, die links van hem zit, hier heb
gehoord. Er speelt duidelijk een verborgen agenda. Er zijn een aantal
andere factoren die hier spelen. Ik heb hierin trouwens een niet te
verbergen sollicitatie voor een Europees mandaat in de Europese
Commissie gezien. Ik wil ook zeggen aan de collega's van de VLD
dat een partijvoorzitter, weliswaar aangeduid lid voor de Conventie
namens de Kamer toen hij nog lid was van het Vlaams Parlement,
het kan schudden als toekomstig Europees commissaris. Er waren
niet veel leden van de VLD-fractie tijdens deze bespreking, maar ik
kan u wel zeggen dat we hier heel duidelijk la postulation solennelle
hebben gehoord van de voorzitter van de PS voor het vacant te
verklaren mandaat in de Europese Commissie.
Ik zeg u nog meer, mijnheer de voorzitter. De voetnoot nummer 40
van het Reglement van de Kamer is niet voor interpretatie vatbaar. Ik
herhaal die voetnoot 40 en ik richt mij tot alle democratische leden
van democratische fracties. Ik citeer: "Noch bij een beslissing van de
voorzitter overeenkomstig artikel 78, noch bij een urgentieverklaring
wordt het recht zelf tot verbeteren ongedaan gemaakt". Met andere
woorden, het verslag dat is gemaakt door de verslaggever naar
aanleiding van de bespreking gisteren en waarvan een drukproef op
onze banken is rondgedeeld, moet eerst het voorwerp uitmaken van
een lezing door de leden van de commissie en het moet nadien het
voorwerp uitmaken van een goedkeuring door de leden van diezelfde
commissie. Deze commissie dient eerst samen te komen en nadien
moet de verslaggever zijn goedkeuring geven aan dit verslag.
Daarvoor heeft hij de in het Reglement bepaalde termijnen. Daar kan
u niet van afwijken.
18.03 Pieter De Crem (CD&V):
La réaction de M. Eerdekens
repose sur une logique externe,
c'est-à-dire un agenda caché. J'en
suis intimement convaincu après
avoir entendu son président de
parti qui, dans sa déclaration, a
clairement sollicité le mandat
vacant au sein de la Commission
européenne.
Le droit individuel d'apporter des
corrections ne peut être supprimé
ni par décision du président,
conformément à l'article 78, ni en
cas d'urgence. La note de bas de
page n° 40 est claire et ne souffre
pas d'interprétation. L'épreuve doit
d'abord être lue par les membres
de la commission et doit ensuite
être approuvée par ceux-ci. Il ne
peut être dérogé sans raison à
cette procédure ni aux délais y
afférents.
De voorzitter: Ik stel het volgende voor. Ik zal om 20.30 uur een
korte Conferentie van voorzitters houden. Ik breng nu de vraag van
mevrouw Van der Auwera aan de orde. Je suspends la séance après.
Le
président: Je propose
d'examiner la question lors d'une
nouvelle conférence des
présidents, à 20.30 heures. Mme
Van der Auwera peut à présent
poser sa question orale.
Vragen (voortzetting)
Questions (continuation)
19 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de staten-generaal van het gezin" (nr. P112)
19 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les Etats-
généraux de la famille" (n° P112)
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
92
19.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
eerst en vooral dank ik mevrouw de staatssecretaris dat zij is
gekomen.
Mevrouw de staatssecretaris, een paar weken geleden was ik
aanwezig toen u uw beleidsverklaring aflegde aangaande het gezin.
Die beleidsverklaring handelde eigenlijk alleen over de organisatie
van een staten-generaal voor het gezin. Het was de bedoeling dat die
staten-generaal zou werken rond vijf thema's, waaronder het thema
"gezinsondersteuning, ouderschapsondersteuning en kinderopvang".
Ik heb er u toen onmiddellijk op gewezen dat deze onderwerpen
eigenlijk behoren tot de bevoegdheden van de deelstaten. U heeft
ook een stuurcomité in het leven geroepen, waarin u de federale
regeringsleiders die daarmee bezig zijn, heeft ingeschakeld. Wij
hebben u toen gevraagd hoe u ervoor zou zorgen dat die werkgroep
wat opvoedingsondersteuning en gezinsondersteuning betreft, zou
kunnen werken, als er geen medewerking of deelname was van de
deelstaten.
Enige weken na de start van de staten-generaal kondigde de
Gezinsbond aan uit de werkgroep te stappen, precies omwille van
het feit dat de Vlaamse noch de Waalse deelstaat zich ertoe
engageert om hieraan medewerking te verlenen, hetzij de
maatregelen die daar worden besproken concreet te maken. Ik had
graag van u een antwoord gekregen op de vraag hoe u ervoor zult
zorgen dat die werkgroep toch resultaten kan boeken.
19.01 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Dans sa déclaration de
politique générale, la secrétaire
d'Etat a longuement évoqué les
Etats-généraux de la famille. Ces
derniers s'occupent des domaines
politiques qui relèvent des
compétences des entités
fédérées: le soutien des familles,
le soutien éducatif et l'accueil des
enfants. Au bout de quelques
semaines, le Gezinsbond s'est
retiré du groupe de travail parce
que les entités fédérées refusaient
de collaborer.
Comment la secrétaire d'Etat fera-
t-elle en sorte que le groupe de
travail tout de même engranger
des résultats?
19.02 Isabelle Simonis, secrétaire d'Etat: Monsieur le président,
chère collègue, dans le cadre des Etats généraux, le gouvernement
s'est engagé à pouvoir aborder la question du soutien à la
parentalité. Il était donc impensable, dans le cadre de ce projet, de
ne pas traiter de la question d'accueil de la petite enfance, de la
question de soutien à l'éducation, des questions de responsabilité
parentale notamment.
Nous avons insisté, notamment en commission, lorsque je suis allée
présenter la note de politique générale, pour dire que bien
évidemment, il s'agissait là de compétences qui relevaient des
Communautés et des Régions. Le Conseil des ministres a d'ailleurs,
lors de la présentation du projet, insisté pour dire que les
Communautés et les Régions soient présentes dans le groupe qui
s'intitule "Soutien à la parentalité".
Ce groupe s'est effectivement réuni une fois. A ma connaissance,
"De Gezinsbond" est toujours membre du groupe et très soutenante
d'ailleurs par rapport à la démarche. Par ailleurs, j'ai appris par fax
que Mme Byttebier ne désirait plus participer à ce groupe et à ses
travaux. Je propose donc de reprendre contact avec Mme Byttebier.
Cela étant, l'ensemble des autres Communautés et Régions font
partie du groupe. Aussi, je ne pense pas que cela demande un
examen complémentaire.
Toutefois, j'aimerais que l'ensemble soit présent dans le groupe de
manière à pouvoir dégager ce qui est repris dans les objectifs
généraux de cette démarche sans empiéter sur les compétences
mais pour en tirer des approches toutes particulières, des mesures
19.02 Staatssecretaris Isabelle
Simonis: In het kader van de
staten-generaal heeft de regering
er zich toe verbonden de
ouderschapssteun ter sprake te
brengen. Het is ondenkbaar dat
men de thema's kinderopvang,
hulp bij de opvoeding en
verantwoordelijkheid van de
ouders links zou laten liggen. In
de commissie heb ik onderstreept
dat dit een bevoegdheid van de
Gewesten en de
Gemeenschappen is. De
Ministerraad heeft erop
aangedrongen dat de Gewesten
en de Gemeenschappen zouden
vertegenwoordigd zijn in de
werkgroep "Ouderschapssteun".
De werkgroep is een keer
samengekomen. De Gezinsbond
is nog steeds lid en steunt de
demarche. Overigens werd ik op 1
december per fax op de hoogte
gebracht van het feit dat mevrouw
Byttebier niet langer wil
meewerken. De andere
Gemeenschappen en Gewesten
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
93
spécifiques.
Je vous transmettrai également la liste des membres de ce groupe
en sachant que pour ce qui est des autres groupes de travail qui
portent sur d'autres thématiques, il est bien évident que lorsque nous
aborderons des questions plus spécifiques qui touchent aux
compétences des Communautés et des Régions, je les inviterai, cela
va de soi.
Gemeenschappen en Gewesten
maken deel uit van de groep. Ik
denk dus dat er geen aanvullend
onderzoek moet komen.
Wat de andere werkgroepen
betreft die andere thema's
behandelen is het duidelijk dat ik
de Gewesten en
Gemeenschappen zal uitnodigen
als een thema dat hun
bevoegdheden raakt ter sprake
komt.
19.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mevrouw de minister, ik
zou ten eerste kunnen antwoorden: "Et pour les Flamands la même
chose." Ik dank u vriendelijk om mij in mijn landstaal te willen
antwoorden.
Ten tweede, ik stel vast dat u toegeeft dat er op dit ogenblik geen
medewerking is van de deelstaten voor de organisatie van de staten-
generaal betreffende het onderwerp. Het standpunt van de
Gezinsbond is heel duidelijk. Wij doen niet mee aan een praatbarak
waar er wordt gepraat om te praten en waaruit geen concrete
maatregelen kunnen voortvloeien. Het jaarverslag van de
kinderrechtencommissaris is ook op dat punt heel duidelijk. Hij zegt
dat er duidelijk prioriteiten moeten worden gesteld inzake
gezinsondersteuning, opvoedingsondersteuning en kinderopvang.
Ik koesterde, samen met u misschien, de hoop dat de staten-
generaal daaraan iets zouden kunnen doen. Ik moet echter
vaststellen dat ze eigenlijk een lege doos zijn. Wil u in februari 2004
tot resultaten komen, dan zal u nog hard moeten werken en sleuren
om toch medewerking te bekomen.
19.03 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Et pour les Flamands la
même chose, je suppose?
La secrétaire d'Etat admet que les
entités fédérées ne coopèrent
actuellement pas aux états-
généraux de la famille. Le
Gezinsbond ne souhaite pas
participer à de vaines palabres
dont il ne sortirait rien de concret.
Bref, les états-généraux sont une
coquille vide. La secrétaire d'Etat
devra travailler ferme pour aboutir
à des résultats d'ici au mois de
février 2004.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De Conferentie van voorzitters vindt plaats in zaal 1 om 20.25 uur.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
La séance est levée à 20.20 heures. Prochaine séance à l'issue de la Conférence des présidents.
De vergadering wordt gesloten om 20.20 uur. Volgende vergadering na de Conferentie van voorzitters.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
94
ANNEXE
BIJLAGE
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
JEUDI 04 DÉCEMBRE 2003
DONDERDAG 04 DECEMBER 2003
DECISIONS INTERNES
INTERNE BESLUITEN
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
Décisions
Beslissingen
Conformément à l'article 14, alinéa 1
er
, de la loi du
6 avril 1995 organisant la commission
parlementaire de concertation prévue à l'article 82
de la Constitution et modifiant les lois coordonnées
sur le Conseil d'Etat, je vous communique que la
commission parlementaire de concertation a pris
les décisions suivantes en sa réunion de ce matin:
Overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van de wet
van 6 april 1995 houdende inrichting van de
parlementaire overlegcommissie bedoeld in
artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State, deel
ik u mee dat de parlementaire overlegcommissie in
haar vergadering van deze voormiddag volgende
beslissingen heeft genomen:
Conformément à l'article 12, § 2, de la loi précitée
et en application de l'article 80 de la Constitution, la
commission a déterminé les délais dans lesquels le
Sénat aura à se prononcer sur les projets de loi
suivants, pour lesquels le gouvernement a
demandé l'urgence:
Overeenkomstig artikel 12, § 2, van de voormelde
wet en met toepassing van artikel 80 van de
Grondwet, heeft de commissie de termijnen
bepaald waarbinnen de Senaat zich moet
uitspreken over de volgende wetsontwerpen,
waarvoor de regering de spoedbehandeling heeft
gevraagd :
a) pour le projet de loi modifiant le Code de la Taxe
sur la Valeur ajoutée (n° 431/1-2003/2004)
a) voor het wetsontwerp tot wijziging van het
Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde
Waarde (nr. 431/1-2003/2004)
La commission a décidé de fixer le délai
d'évocation à 5 jours et le délai d'examen à
15 jours.
De commissie heeft beslist de evocatietermijn op
5 dagen en de onderzoekstermijn op 15 dagen vast
te stellen.
b) pour le projet de loi-programme (n° 473/1-
2003/2004)
voor het ontwerp van programmawet (nr. 473/1-
2003/2004)
La commission a décidé de fixer le délai
d'évocation à 5 jours et le délai d'examen à 15
jours.
De commissie heeft beslist de evocatietermijn op 5
dagen en de onderzoekstermijn op 15 dagen vast
te stellen.
Pour information
Ter kennisgeving
COMMISSIONS
COMMISSIES
Composition
Samenstelling
Modifications proposées par le groupe PS:
Wijzigingen voorgesteld door de PS-fractie:
Commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de
Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
Membres effectifs
Remplacer M. Charles Picqué par Mme Annick
Saudoyer.
Effectieve leden
De heer Charles Picqué vervangen door mevrouw
Annick Saudoyer.
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
95
Membres suppléants
Remplacer Mme Annick Saudoyer par M. Charles
Picqué.
Plaatsvervangers
Mevrouw Annick Saudoyer vervangen door de heer
Charles Picqué.
Commission de la Justice
Commissie voor de Justitie
Membres effectifs
Remplacer Mme Annick Saudoyer par Mme
Alisson De Clercq.
Effectieve leden
Mevrouw Annick Saudoyer vervangen door
mevrouw Alisson De Clercq.
Membres suppléants
Remplacer Mme Alisson De Clercq par Mme
Annick Saudoyer.
Plaatsvervangers
Mevrouw Alisson De Clercq vervangen door
mevrouw Annick Saudoyer.
DEMANDES D'INTERPELLATION
INTERPELLATIEVERZOEKEN
Demandes
Ingekomen
1. M. Jo Vandeurzen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les effets
inacceptables, pour notre système d'assurance
maladie, du traitement de patients britanniques
dans les hôpitaux belges".
1. de heer Jo Vandeurzen tot de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
onaanvaardbare effecten op de Belgische
ziekteverzekering van de behandeling van Britse
patiënten in Belgische ziekenhuizen".
(n° 124 renvoi aux commissions réunies des
Affaires sociales et de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société)
(nr. 124 verzonden naar de verenigde
commissies voor de Sociale Zaken en voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing)
2. M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'attitude agressive du ministre des Affaires
étrangères à l'égard de la presse lors du sommet
de Naples".
2. de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de agressieve houding van de minister van
Buitenlandse Zaken ten overstaan van de pers
naar aanleiding van de Top van Napels".
(n° 125 renvoi à la commission des Relations
extérieures)
(nr. 125 verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)
3. M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les rapports linguistiques
et la connaissance de l'autre langue au sein de la
police bruxelloise".
3. de heer Bart Laeremans tot de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de taalverhoudingen en de taalkennis bij de
Brusselse politie".
(n° 126 renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
(nr. 126 verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
4. M. Pieter De Crem au premier ministre sur "le
rétablissement du système des compensations
économiques dans le cadre de l'acquisition de
matériel militaire et de procédures d'achat".
4. de heer Pieter De Crem tot de eerste minister
over "het opnieuw toestaan van economische
compensaties bij de aankoop van militair materieel
en de aankoopprocedures".
(n° 127 renvoi à la commission de l'Economie, de
la Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture)
(nr. 127 verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw)
5. M. Richard Fournaux à la vice-premier ministre
et ministre de la Justice sur "la politique
pénitentiaire du gouvernement Verhofstadt II".
5. de heer Richard Fournaux tot de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het
penitentiair beleid van de regering-Verhofstadt II".
(n° 128 renvoi à la commission de la Justice)
(nr. 128 verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
6. M. Filip De Man au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'échec de la politique de
recrutement menée au sein de la police".
6. de heer Filip De Man tot de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "het
falend aanwervingbeleid bij de politie".
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
96
(n° 129 renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
(nr. 129 verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
7. M. Geert Bourgeois au premier ministre sur "la
situation en ce qui concerne les cellules d'audit
internes".
7. de heer Geert Bourgeois tot de eerste minister
over "de stand van zaken aangaande de interne
auditcellen".
(n° 130 renvoi à la commission des Finances et
du Budget)
(nr. 130 verzonden naar de commissie voor de
Financiën en de Begroting)
8. M. Servais Verherstraeten au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques et à la ministre de la Fonction publique,
de l'Intégration sociale, de la Politique des grandes
villes et de l'Egalité des chances sur "le non-
fonctionnement des audits internes".
8. de heer Servais Verherstraeten tot de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven en tot de minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het
niet-functioneren van interne audit".
(n° 131 renvoi à la commission des Finances et
du Budget)
(nr. 131 verzonden naar de commissie voor de
Financiën en de Begroting)
9. Mme Simonne Creyf au ministre de la Mobilité et
de l'Economie sociale sur "les vols de nuit".
9. mevrouw Simonne Creyf tot de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
nachtvluchten".
(n° 132 renvoi à la commission de l'Infrastructure,
des Communications et de Entreprises publiques)
(nr. 132 verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven)
10. M. Luc Sevenhans au premier ministre sur "la
réinstauration des compensations économiques".
10. de heer Luc Sevenhans tot de eerste minister
over "het opnieuw invoeren van economische
compensaties".
(n° 133 renvoi à la commission de l'Economie, de
la Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture)
(nr. 133 verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw)
11. M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité et
de l'Economie sociale sur "l'accord intervenu en ce
qui concerne la répartition des nuisances sonores
causées par l'aéroport de Zaventem".
11. de heer Bart Laeremans tot de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "het bereikte
akkoord in verband met de spreiding van de
lawaaihinder van de luchthaven van Zaventem".
(n° 134 renvoi à la commission de l'Infrastructure,
des Communications et des Entreprises publiques)
(nr. 134 verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven)
12. M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité
et de l'Economie sociale sur "les suites données à
l'arrêt de la cour d'appel de Bruxelles du
18 novembre 2003 en matière de nuisances
sonores".
12. de heer Olivier Maingain tot de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "het gevolg
dat is gegeven aan het arrest van
18 november 2003 van het hof van beroep te
Brussel inzake geluidhinder".
(n° 135 renvoi à la commission de l'Infrastructure,
des Communications et des Entreprises publiques)
(nr. 135 verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven)
13. Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité et
de l'Economie sociale sur "l'adoption du plan de
dispersion des nuisances sonores par le
gouvernement".
13. mevrouw Marie Nagy tot de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "de
goedkeuring door de regering van het
spreidingsplan voor de vluchten over Brussel".
(n° 136 renvoi à la commission de l'Infrastructure,
des Communications et des Entreprises publiques)
(nr. 136 verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven)
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
97
14. Mme Joëlle Milquet au ministre de la Mobilité
et de l'Economie sociale sur "l'accord politique
intervenu au kern sur le survol de Bruxelles".
14. mevrouw Joëlle Milquet tot de minister van
Mobiliteit en Sociale Economie over "het binnen
het kernkabinet bereikte politieke akkoord
betreffende de spreiding van de vluchten over
Brussel".
(n° 137 renvoi à la commission de l'Infrastructure,
des Communications et des Entreprises publiques)
(nr. 137 verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en Overheidsbedrijven)
PROPOSITIONS
VOORSTELLEN
Demande d'avis au Conseil d'Etat
Verzoek om advies van de Raad van State
Par lettre du 28 novembre 2003, le président de la
Chambre a demandé l'avis du Conseil d'Etat sur la
proposition de loi de M. Claude Eerdekens et Mme
Muriel Gerkens modifiant les lois sur le Conseil
d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, et
l'article 15ter de la loi du 4 juillet 1989 relative à la
limitation et au contrôle des dépenses électorales
engagées pour les élections des chambres
fédérales, ainsi qu'au financement et à la
comptabilité ouverte des partis politiques (n° 217/1)
ainsi que sur les amendements repris dans les
documents n
os
217/2, 217/4 et 217/6.
Bij brief van 28 november 2003 heeft de voorzitter
van de Kamer het advies van de Raad van State
gevraagd over het wetsvoorstel van de heer
Claude Eerdekens en mevrouw Muriel Gerkens tot
wijziging van de gecoördineerde wetten op de
Raad van State van 12 januari 1973, alsook van
artikel 15ter van de wet van 4 juli 1989 betreffende
de beperking en de controle van de
verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de
federale kamers, de financiering en de open
boekhouding van de politieke partijen (nr. 217/1)
alsmede over de amendementen opgenomen in de
stukken nrs 217/2, 217/4 en 217/6.
Pour information
Ter kennisgeving
Autorisation d'impression
Toelating tot drukken
1. Proposition de loi générale (MM. Yves Leterme
et Jo Vandeurzen) d'administration (n° 496/1).
1. Voorstel van algemene wet (de heren Yves
Leterme en Jo Vandeurzen) bestuursrecht
(nr. 496/1).
2. Proposition de loi (M. Melchior Wathelet)
modifiant le Code judiciaire afin de permettre aux
juges consulaires et sociaux de siéger au-delà de
l'âge de soixante-sept ans (n° 497/1).
2. Wetsvoorstel (de heer Melchior Wathelet) tot
wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, teneinde
de rechters in sociale zaken en in handelszaken de
mogelijkheid te bieden zitting te hebben tot na de
leeftijd van zevenenzestig jaar (nr. 497/1).
3. Proposition de loi (MM. Servais Verherstraeten
et Tony Van Parys) modifiant l'article 19 de la loi
hypothécaire du 16 décembre 1851 afin d'instaurer
un privilège général sur les meubles en faveur des
victimes d'infractions criminelles (n° 498/1).
3. Wetsvoorstel (de heren Servais Verherstraeten
en Tony Van Parys) tot wijziging van artikel 19 van
de hypotheekwet van 16 december 1851 houdende
invoering van een algemeen voorrecht op roerende
goederen ten voordele van de slachtoffers van
strafrechtelijke misdrijven (nr. 498/1).
4. Proposition de loi (Mmes Simonne Creyf et
Greta D'hondt) relative aux droits des bénévoles
(n° 499/1).
4. Wetsvoorstel (de dames Simonne Creyf en
Greta D'hondt) betreffende de rechten van de
vrijwilliger (nr. 499/1).
5. Proposition de loi (Mme Trees Pieters) modifiant
le tableau A de l'annexe à l'arrêté royal n°20 du
20 juillet 1970 fixant le taux de la taxe sur la valeur
ajoutée et déterminant la répartition des biens et
des services selon ces taux (n° 500/1).
5. Wetsvoorstel (mevrouw Trees Pieters) tot
wijziging van tabel A van de bijlage bij het
koninklijk besluit nr 20 van 20 juli 1970 tot
vaststelling van de tarieven van de belasting over
de toegevoegde waarde en tot indeling van de
goederen en de diensten bij die tarieven
(nr. 500/1).
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
98
6. Proposition de résolution (MM. Claude
Eerdekens, Daniel Bacquelaine, Rik Daems et Dirk
Van der Maelen) sur la Conférence
intergouvernementale (n° 501/1).
6. Voorstel van resolutie (de heren Claude
Eerdekens, Daniel Bacquelaine, Rik Daems en Dirk
Van der Maelen) betreffende de
Intergouvernementele Conferentie (nr. 501/1).
7. Proposition de loi (MM. Willy Cortois et André
Frédéric) modifiant la loi du 22 mars 1995
instaurant des médiateurs fédéraux (n° 502/1).
7. Wetsvoorstel (de heren Willy Cortois en André
Frédéric) tot wijziging van de wet van
22 maart 1995 tot instelling van federale
ombudsmannen (nr. 502/1).
8. Proposition de loi (MM. François-Xavier de
Donnea, Jos Ansoms et Jean-Jacques Viseur)
modifiant l'article 98, § 2, de la loi du 21 mars 1991
portant réforme de certaines entreprises publiques
économiques en vue de donner aux autorités
régionales et locales la faculté d'établir une
redevance pour l'occupation du domaine public par
les opérateurs de télécommunication (n° 503/1).
8. Wetsvoorstel (de heren François-Xavier de
Donnea, Jos Ansoms en Jean-Jacques Viseur) tot
wijziging van artikel 98, § 2, van de wet van
21 maart 1991 betreffende de hervorming van
sommige economische overheidsbedrijven,
teneinde de gewestelijke en lokale overheden de
mogelijkheid te bieden een retributie te heffen voor
het gebruik van het openbaar domein door de
Telecommunicatieoperatoren (nr. 503/1).
9. Proposition de loi (Mme Greet van Gool et M.
Daan Schalck) relative à l'accès des chiens
d'assistance aux lieux et bâtiments destinés au
public ou à l'usage collectif (n° 505/1).
9. Wetsvoorstel (mevrouw Greet van Gool en de
heer Daan Schalck) inzake de toegang voor
assistentiehonden tot ruimten en gebouwen die
voor het publiek of voor gemeenschappelijk
gebruik bestemd zijn (nr. 505/1).
10. Proposition de loi (MM. Tony Van Parys,
Servais Verherstraeten, Carl Devlies et Geert
Bourgeois) modifiant diverses dispositions en vue
de créer des tribunaux de première instance
francophones et néerlandophones et de scinder le
ministère public près le tribunal de première
instance dans l'arrondissement judiciaire de
Bruxelles-Hal-Vilvorde (n° 506/1).
10. Wetsvoorstel (de heren Tony Van Parys,
Servais Verherstraeten, Carl Devlies en Geert
Bourgeois) tot wijziging van diverse bepalingen met
het oog op de oprichting van Nederlandstalige en
Franstalige rechtbanken van eerste aanleg en de
splitsing van het parket bij de rechtbank van eerste
aanleg in het gerechtelijk arrondissement Brussel-
Halle-Vilvoorde (nr. 506/1).
11. Proposition de loi (M. Jan Mortelmans, Mmes
Nancy Caslo et Marleen Govaerts, MM. Bart
Laeremans et Jaak Van den Broeck et Mme Gerda
Van Steenberge) visant à modifier la loi du
7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les
établissements de jeux de hasard et la protection
des joueurs (n° 507/1).
11. Wetsvoorstel (de heer Jan Mortelmans en de
dames Nancy Caslo en Marleen Govaerts, de
heren Bart Laeremans en Jaak Van den Broeck en
mevrouw Gerda Van Steenberge) tot wijziging van
de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de
kansspelinrichtingen en de bescherming van de
spelers (nr. 507/1).
12. Proposition (MM. Jan Mortelmans, Koen
Bultinck et Guy D'haeseleer) de modification du
Règlement de la Chambre des représentants en
vue de supprimer la motion pure et simple
(n° 508/1).
12. Voorstel (de dames Jan Mortelmans, Koen
Bultinck en Guy D'haeseleer) tot wijziging van het
Reglement van de Kamer van
volksvertegenwoordigers, tot afschaffing van de
eenvoudige motie (nr. 508/1).
13. Proposition de loi (M. Geert Bourgeois)
modifiant la loi du 17 juillet 1997 relative au
concordat judiciaire (n° 509/1).
13. Wetsvoorstel (de heer Geert Bourgeois) tot
wijziging van de wet van 17 juli 1997 op het
gerechtelijk akkoord (nr. 509/1).
14. Proposition de loi (M. Geert Bourgeois)
modifiant l'arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux
marchés publics de travaux, de fournitures et de
services et aux concessions de travaux publics et
l'arrêté royal du 10 janvier 1996 relatif aux marchés
publics de travaux, de fournitures et de services
dans les secteurs de l'eau, de l'énergie, des
transports et des télécommunications (n° 510/1).
14. Wetsvoorstel (de heer Geert Bourgeois) tot
wijziging van het koninklijk besluit van
8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten
voor aanneming van werken, leveringen en
diensten en de concessies voor openbare werken
en van het koninklijk besluit van 10 januari 1996
betreffende de overheidsopdrachten voor
aanneming van werken, leveringen en diensten in
de sector water, energie, vervoer en
telecommunicatie (nr. 510/1).
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
99
15. Proposition de loi (M. Geert Bourgeois)
modifiant l'arrêté royal n° 236 du 20 janvier 1936
simplifiant certaines formes de la procédure pénale
à l'égard des détenus (n° 511/1).
15. Wetsvoorstel (de heer Geert Bourgeois) tot
wijziging van het koninklijk besluit nr. 236 van
20 januari 1936 tot vereenvoudiging van sommige
vormen van de strafvordering ten opzichte van de
gedetineerden (nr. 511/1).
16. Proposition de loi (M. Luc Goutry et Mmes
Greta D'hondt et Nahima Lanjri) visant à améliorer
la situation de revenus des personnes en
incapacité de travail (n° 512/1).
16. Wetsvoorstel (de heer Luc Goutry en de dames
Greta D'hondt en Nahima Lanjri) tot verbetering
van de inkomenssituatie van arbeidsongeschikte
personen (nr. 512/1).
17. Proposition de loi (MM. Bert Schoofs et Bart
Laeremans et Mme Frieda Van Themsche)
modifiant la loi sur les baux à ferme en ce qui
concerne le droit d'action du preneur en cas de
vente du bien à une administration publique ou à
une personne juridique de droit public (n° 513/1).
17. Wetsvoorstel (de heren Bert Schoofs en Bart
Laeremans en mevrouw Frieda Van Themsche) tot
wijziging van de Pachtwet wat betreft het
vorderingsrecht van de pachter in geval van
verkoop van het goed aan een openbaar bestuur of
een publiekrechtelijk persoon (nr. 513/1).
18. Proposition de loi (M. Geert Bourgeois) insérant
un article 442bis dans le Code d'instruction
criminelle (n° 514/1).
18. Wetsvoorstel (de heer Geert Bourgeois) tot
invoeging van een artikel 442bis in het Wetboek
van strafvordering (nr. 514/1).
19. Proposition de loi (M. Dirk Van der Maelen)
modifiant le Code de la nationalité belge en vue de
simplifier et d'instaurer une double nationalité pour
les Belges qui acquièrent volontairement une
nationalité étrangère (n° 515/1).
19. Wetsvoorstel (de heer Dirk Van der Maelen) tot
wijziging van het Wetboek van de Belgische
nationaliteit met het oog op vereenvoudiging en de
invoering van een dubbele nationaliteit voor Belgen
die een vreemde nationaliteit aannemen
(nr. 515/1).
20. Proposition de loi (Mmes Marie Nagy et Karine
Lalieux et M. Alain Courtois) modifiant les
articles 768 et 1107 du Code judiciaire et insérant
un article 29bis dans le Code d'instruction
criminelle (n° 516/1).
20. Wetsvoorstel (de dames Marie Nagy en Karine
Lalieux en de heer Alain Courtois) tot wijziging van
de artikelen 768 en 1107 van het Gerechtelijk
Wetboek en tot invoeging van een artikel 29bis in
het Wetboek van strafvordering (nr. 516/1).
21. Proposition de résolution (Mmes Annemie
Turtelboom et Maggie De Block) concernant la
simplification de la réglementation relative à
l'obligation de désigner des coordinateurs de
sécurité sur les chantiers de construction privés de
taille modeste (n° 517/1).
21. Voorstel van resolutie (de dames Annemie
Turtelboom en Maggie De Block) over de
vereenvoudiging van de reglementering met
betrekking tot de verplichte aanstelling van
veiligheidscoördinatoren op particuliere
bouwwerven van bescheiden omvang (nr. 517/1).
22. Proposition de loi spéciale (MM. François-
Xavier de Donnea, Olivier Maingain, Daniel
Bacquelaine, Alain Courtois et Philippe Monfils)
modifiant la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative
aux institutions bruxelloises (n° 518/1).
22. Voorstel van bijzondere wet (de heren
François-Xavier de Donnea, Olivier Maingain,
Daniel Bacquelaine, Alain Courtois en Philippe
Monfils) tot wijziging van de bijzondere wet van
12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse
instellingen (nr. 518/1).
23. Proposition de loi (Mme Zoé Genot) modifiant
le Code civil en ce qui concerne la reconnaissance
de filiation (n° 520/1).
23. Wetsvoorstel (mevrouw Zoé Genot) tot
wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de
erkenning van de afstamming betreft (nr. 520/1).
24. Proposition de loi (M. Geert Bourgeois)
modifiant l'article 43quater de la loi du 15 juin 1935
concernant l'emploi des langues en matière
judiciaire (n° 523/1).
24. Wetsvoorstel (de heer Geert Bourgeois) tot
wijziging van artikel 43quater van de wet van
15 juni 1935 op het gebruik der talen in
gerechtszaken (nr. 523/1).
25. Proposition de loi (M. Geert Bourgeois)
modifiant le cadre linguistique et le nombre des
magistrats de la Cour de cassation (n° 524/1).
25. Wetsvoorstel (de heer Geert Bourgeois) tot
wijziging van de taalverhouding en het aantal
magistraten bij het Hof van Cassatie (nr. 524/1).
26. Proposition de loi (M. Geert Bourgeois)
précisant l'obligation de motivation du juge
(n° 525/1).
26. Wetsvoorstel (de heer Geert Bourgeois) tot
precisering van de motiveringsplicht van de rechter
(nr. 525/1).
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
100
27. Proposition de loi (M. Daniel Bacquelaine)
modifiant la loi sur les hôpitaux, coordonnée le
7 août 1987 (n° 526/1).
27. Wetsvoorstel (de heer Daniel Bacquelaine) tot
wijziging van de wet op de ziekenhuizen,
gecoördineerd op 7 augustus 1987 (nr. 526/1).
28. Proposition de loi (MM. Guy D'haeseleer et
Koen Bultinck) instaurant un statut unique pour les
travailleurs salariés (n° 527/1).
28. Wetsvoorstel (de heren Guy D'haeseleer en
Koen Bultinck) tot invoering van een
eenheidsstatuut voor werknemers (nr. 527/1).
29. Proposition de loi (M. Melchior Wathelet)
complétant l'article 17 du Code judiciaire et
l'article 3 du titre préliminaire du Code d'instruction
criminelle en vue d'instaurer au profit des
associations une action d'intérêt collectif (n° 528/1).
29. Wetsvoorstel (de heer Melchior Wathelet) tot
aanvulling van artikel 17 van het Gerechtelijk
Wetboek en artikel 3 van de voorafgaande titel van
het Wetboek van strafvordering met het oog op de
instelling ten voordele van de verenigingen van
een rechtsvordering ter verdediging van collectieve
belangen (nr. 528/1).
30. Proposition de résolution (Mme Trees Pieters et
MM. Hendrik Bogaert, Dirk Claes, Carl Devlies et
Jo Vandeurzen) relative à l'instauration d'un taux
réduit de TVA pour les services de restauration
(n° 529/1).
30. Voorstel van resolutie (mevrouw Trees Pieters
en de heren Hendrik Bogaert, Dirk Claes, Carl
Devlies en Jo Vandeurzen) tot invoering van het
verlaagd BTW-tarief voor restauratiediensten
(nr. 529/1).
31. Proposition de loi (MM. Guy D'haeseleer et
Koen Bultinck) modifiant l'article 8 de l'arrêté-loi du
28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale
des travailleurs (n° 530/1).
31. Wetsvoorstel (de heren Guy D'haeseleer en
Koen Bultinck) tot wijziging van artikel 8 van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de
maatschappelijke zekerheid der arbeiders
(nr. 530/1).
32. Proposition de loi (M. Geert Bourgeois)
modifiant l'article 17, § 2, des lois coordonnées sur
le Conseil d'Etat (n° 531/1).
32. Wetsvoorstel (de heer Geert Bourgeois) tot
wijziging van artikel 17, § 2, van de gecoördineerde
wetten op de Raad van State (nr. 531/1).
33. Proposition de résolution (M. Koen Bultinck et
Mme Frieda Van Themsche) visant à reconnaître
pleinement l'aéroport de Coutrai-Wevelgem et à
l'intégrer dans l'accord de coopération du
30 novembre 1989 entre l'Etat et les gestionnaires
des aéroports régionaux (n° 532/1).
33. Voorstel van resolutie (de heer Koen Bultinck
en mevrouw Frieda Van Themsche) tot
volwaardige erkenning van de luchthaven van
Kortrijk-Wevelgem en de integratie ervan in het
samenwerkingsakkoord van 30 november 1989
tussen de Staat en de Gewestelijke
luchthavenbeheerders (nr. 532/1).
34. Proposition de loi (MM. Guy D'haeseleer et
Koen Bultinck) précisant explicitement, dans la loi
du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles
pour la Communauté germanophone, que la
Communauté germanophone est habilitée à rendre
obligatoires les conventions collectives de travail
ou les dispositions des conventions collectives de
travail conclues dans des matières relevant de sa
compétence (n° 533/1).
34. Wetsvoorstel (de heren Guy D'haeseleer en
Koen Bultinck) strekkende tot de expliciete
bevestiging, in de wet van 31 december 1983 tot
hervorming der instellingen voor de Duitstalige
Gemeenschap, van het feit dat de Duitstalige
Gemeenschap bevoegd is voor de algemeen
verbindend verklaring van de collectieve
arbeidsovereenkomsten of de bepalingen van
collectieve arbeidsovereenkomsten die betrekking
hebben op aangelegenheden die tot haar
bevoegdheid behoren (nr. 533/1).
35. Proposition de loi (Mme Hilde Claes) modifiant
l'article 90ter du Code d'instruction criminelle
(n° 534/1).
35. Wetsvoorstel (mevrouw Hilde Claes) tot
wijziging van artikel 90ter van het Wetboek van
Strafvordering (nr. 534/1).
36. Proposition de loi (MM. Koen Bultinck, Guy
D'haeseleer, Luc Sevenhans et Bert Schoofs)
modifiant l'arrêté royal du 20 juillet 1971 instituant
une assurance indemnités et une assurance
maternité en faveur des travailleurs indépendants
et des conjoints aidants (n° 535/1).
36. Wetsvoorstel (de heren Koen Bultinck, Guy
D'haeseleer, Luc Sevenhans en Bert Schoofs) tot
wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971
houdende instelling van een uitkeringsverzekering
en een moederschapsverzekering ten voordele van
de zelfstandigen en van de meewerkende
echtgenoten (nr. 535/1).
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
101
37. Proposition de loi (M. Servais Verherstraeten et
Mme Greta D'hondt) concernant la pension de
retraite du secteur public en cas de séparation de
fait et de divorce (n° 536/1).
37. Wetsvoorstel (de heer Servais Verherstraeten
en mevrouw Greta D'hondt) betreffende het
rustpensioen in de openbare sector bij feitelijke
scheiding en echtscheiding (nr. 536/1).
38. Proposition de loi (Mme Colette Burgeon et
MM. André Frédéric et Yvan Mayeur) modifiant le
Code des impôts sur les revenus 1992 afin
d'instaurer une prise en charge partielle des frais
de garde d'enfants malades (n° 537/1).
38. Wetsvoorstel (mevrouw Colette Burgeon en de
heren André Frédéric en Yvan Mayeur) houdende
wijziging van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 met het oog op de
invoering van de gedeeltelijke aftrekbaarheid van
de kosten voor de opvang van zieke kinderen
(nr. 537/1).
39. Proposition de loi (Mme Greta D'hondt)
modifiant la législation relative à la pension de
retraite et de survie des travailleurs salariés, en
vue d'augmenter le taux d'emploi des travailleurs
âgés (n° 538/1).
39. Wetsvoorstel (mevrouw Greta D'hondt) tot
wijziging van de wetgeving betreffende het rust- en
overlevingspensioen voor werknemers, met het
oog op de verhoging van de
werkgelegenheidsgraad van oudere werknemers
(nr. 538/1).
40. Proposition de résolution (MM. Richard
Fournaux et Raymond Langendries) relative à la
mise en oeuvre d'un système structurel d'avances
dans le versement des additionnels communaux
par l'Etat fédéral (n° 539/1).
40. Voorstel van resolutie (de heren Richard
Fournaux en Raymond Langendries) betreffende
de instelling van een structurele
voorschottenregeling voor de storting van de
gemeentelijke opcenten door de federale Staat
(nr. 539/1).
41. Proposition de loi (M. Dirk Van der Maelen et
Mmes Anne-Marie Baeke et Annemie Roppe)
modifiant la loi du 28 décembre 1983 sur le débit
de boissons spiritueuses et sur la taxe de patente
(n° 540/1).
41. Wetsvoorstel (de heer Dirk Van der Maelen en
de dames Anne-Marie Baeke en Annemie Roppe)
tot wijziging van de wet van 28 december 1983
betreffende het verstrekken van sterke dranken en
betreffende het vergunningsrecht (nr. 540/1).
COMMUNICATIONS
MEDEDELINGEN
COMMISSIONS
COMMISSIES
Rapports
Verslagen
Le rapport suivant a été déposé:
Volgend verslag werd ingediend:
au nom de la commission des Finances et du
Budget,
namens de commissie voor de Financiën en de
Begroting,
par M. Eric Massin, sur le projet de loi modifiant la
loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de
l'utilisation du système financier aux fins du
blanchiment de capitaux, la loi du 22 mars 1993
relative au statut et au contrôle des établissements
de crédit et la loi du 6 avril 1995 relative au statut
des entreprises d'investissement et à leur contrôle,
aux intermédiaires financiers et conseillers en
placements (n° 383/3).
door de heer Eric Massin, over het wetsontwerp
houdende wijziging van de wet van 11 januari 1993
tot voorkoming van het gebruik van het financiële
stelsel voor het witwassen van geld, de wet van
22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op
de kredietinstellingen en de wet van 6 april 1995
inzake het statuut van en het toezicht op de
beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en
beleggingsadviseurs (nr. 383/3).
SENAT
SENAAT
Projets de loi transmis
Overgezonden wetsontwerpen
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
102
Par message du 27 novembre 2003, le Sénat
transmet, en vue de la sanction royale, le projet de
loi relevant de caducité certains projets de loi
réglant une matière visée à l'article 78 de la
Constitution, le Sénat ne l'ayant pas amendé
(n° 174/8).
Bij brief van 27 november 2003, zendt de Senaat
over, met het oog op de koninklijke bekrachtiging,
het niet geamendeerde wetsontwerp houdende
opheffing van het verval van sommige
wetsontwerpen die een aangelegenheid regelen als
bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (nr. 174/8).
Pour information
Ter kennisgeving
Par messages du 27 novembre 2003, le Sénat
transmet, tel qu'il les a adoptés en séance de cette
date, les projets de loi suivants:
Bij brieven van 27 november 2003, zendt de
Senaat de volgende wetsontwerpen over, zoals hij
ze in vergadering van die datum heeft
aangenomen:
- projet de loi portant assentiment à l'Arrangement
de Locarno instituant une classification
internationale pour les dessins et modèles
industriels, et à l'Annexe, signés à Locarno le
8 octobre 1968 et modifié le 28 septembre 1979
(n° 521/1);
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst van Locarno tot instelling van een
internationale classificatie voor tekeningen en
modellen van nijverheid, en met de Bijlage,
ondertekend te Locarno op 8 oktober 1968 en
gewijzigd op 28 september 1979 (nr. 521/1);
- projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
l'Union économique belgo-luxembourgeoise et la
République du Costa Rica concernant
l'encouragement et la protection réciproques des
investissements, signé à Bruxelles le 26 avril 2002
(n° 522/1).
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie en de Republiek Costa Rica
inzake de wederzijdse bevordering en bescherming
van investeringen, gedaan te Brussel op
26 april 2002 (nr. 522/1).
Renvoi à la commission des Relations extérieures
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen
Projets de loi adoptés
Aangenomen wetsontwerpen
Par message du 27 novembre 2003, le Sénat fait
connaître qu'il a adopté en séance de cette date le
projet de loi relevant de caducité certains projets
de loi réglant une matière visée à l'article 77 de la
Constitution (n° 175/5).
Bij brief van 27 november 2003 meldt de Senaat
dat hij in vergadering van die datum het
wetsontwerp houdende opheffing van het verval
van sommige wetsontwerpen die een
aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77
van de Grondwet, heeft aangenomen (nr. 175/5).
Pour information
Ter kennisgeving
Evocation
Evocatie
Par message du 26 novembre 2003, le Sénat
informe qu'il a évoqué, en application de l'article 78
de la Constitution, le 26 novembre 2003, le projet
de loi relatif aux infractions terroristes (n° 258/6).
Bij brief van 26 november 2003 deelt de Senaat
mede dat hij op 26 november 2003, met toepassing
van artikel 78 van de Grondwet, het wetsontwerp
betreffende terroristische misdrijven heeft
geëvoceerd (nr. 258/6).
Pour information
Ter kennisgeving
GOUVERNEMENT
REGERING
Dépenses faites en marge du budget
Uitgaven gedaan buiten de begroting
Par lettre du 28 novembre 2003, le premier
ministre transmet, en exécution de l'article 44,
§ 1
er
, alinéa 2, des lois sur la comptabilité de l'Etat,
coordonnées le 17 juillet 1991, des exemplaires de
la délibération n° 3194 prise par le Conseil des
ministres, relative à des dépenses faites en marge
du budget.
Bij brief van 28 november 2003 zendt de eerste
minister, in uitvoering van artikel 44, § 1,
tweede lid, van de wetten op de Rijkscomptabiliteit,
gecoördineerd op 17 juli 1991, exemplaren over
van de beraadslaging nr. 3194 door de
ministerraad getroffen betreffende uitgaven gedaan
buiten de begroting.
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
103
Renvoi à la commission des Finances et du Budget Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting
Budget général des dépenses 2003
Algemene uitgavenbegroting 2003
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
transmet:
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over:
- par lettre du 24 novembre 2003, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
SPF Budget et Contrôle de la Gestion pour l'année
budgétaire 2003;
- bij brief van 24 november 2003 een lijst met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2003 betreffende de FOD Budget en
Beheerscontrole;
- par lettres du 24 novembre 2003, deux bulletins
de redistributions d'allocations de base concernant
le SPF Emploi, Travail et Concertation sociale pour
l'année budgétaire 2003.
- bij brieven van 24 november 2003 twee lijsten
met herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2003 betreffende de FOD
Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
- par lettres des 25 et 28 novembre 2003, deux
bulletins de redistributions d'allocations de base
concernant le SPF Mobilité et Transport pour
l'année budgétaire 2003;
- bij brieven van 25 en 28 november 2003 twee
lijsten met herverdelingen van basisallocaties voor
het begrotingsjaar 2003 betreffende de FOD
Mobiliteit en Vervoer;
- par lettres du 26 novembre 2003, deux bulletins
de redistributions d'allocations de base concernant
le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne
alimentaire et Environnement pour l'année
budgétaire 2003;
- bij brieven van 26 november 2003 twee lijsten
met herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2003 betreffende de FOD
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen
en Leefmilieu;
- par lettre du 27 novembre 2003, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant
l'administration des pensions pour l'année
budgétaire 2003;
- bij brief van 27 november 2003 een lijst met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2003 betreffende de administratie
der pensioenen.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting
Plan directeur de la Défense
Stuurplan van Defensie
Par lettre du 3 décembre 2003, le ministre de la
Défense transmet le Plan directeur de la Défense.
Bij brief van 3 decembre 2003 zendt de minister
van Landsverdediging het Stuurplan van Defensie
over.
Distribution
Rondgedeeld
COUR D'ARBITRAGE
ARBITRAGEHOF
Arrêts
Arresten
En application de l'article 113 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft
de griffier van het Arbitragehof kennis van:
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
104
- l'arrêt n° 151/2003 rendu le 26 novembre 2003
concernant le recours en annulation du décret de la
Région flamande du 29 mars 2002 "portant
confirmation des autorisations urbanistiques
accordées par le Gouvernement flamand le
18 mars 2002 en application du décret du
14 décembre 2001 pour quelques permis de bâtir
auxquels s'appliquent des raisons obligatoires de
grand intérêt public", introduit par la commune de
Beveren et autres;
- het arrest nr. 151/2003 uitgesproken op
26 november 2003 betreffende het beroep tot
vernietiging van het decreet van het Vlaamse
Gewest van 29 maart 2002 "houdende
bekrachtiging van de stedenbouwkundige
vergunningen verleend door de Vlaamse Regering
op 18 maart 2002 in toepassing van het decreet
van 14 december 2001 voor enkele
bouwvergunningen waarvoor dwingende redenen
van groot algemeen belang gelden" ingesteld door
de gemeente Beveren en anderen;
(n° du rôle: 2502)
(rolnummer: 2502)
- l'arrêt n° 152/2003 rendu le 26 novembre 2003
concernant le recours en annulation du décret de la
Région flamande du 29 mars 2002 portant
instauration du tarif zéro pour la redevance radio et
télévision, introduit par B. Van Mengsel;
- het arrest nr. 152/2003 uitgesproken op
26 november 2003 betreffende het beroep tot
vernietiging van het decreet van het Vlaamse
Gewest van 29 maart 2002 houdende invoering
van het nultarief inzake het kijk- en luistergeld,
ingesteld door B. Van Mengsel;
(rolnummers: 2541)
- l'arrêt n° 153/2003 rendu le 26 novembre 2003
relatif à la question préjudicielle concernant
l'article 28, § 5, alinéa 1
er
, de la loi du
13 mars 1973 relative à l'indemnité en cas de
détention préventive inopérante, posée par la
Commission relative à l'indemnité en cas de
détention préventive inopérante par décision du
23 décembre 2002 en cause de J. Poncelet contre
le ministre de la Justice;
- het arrest nr. 153/2003 uitgesproken op
26 november 2003 betreffende de prejudiciële
vraag over artikel 28, § 5, eerste lid, van de wet
van 13 maart 1973 betreffende de vergoeding voor
onwerkzame voorlopige hechtenis, gesteld door de
Commissie betreffende de vergoeding voor
onwerkzame voorlopige hechtenis bij beslissing
van 23 december 2002 inzake J. Poncelet tegen de
minister van Justitie;
(rolnummer: 2592)
- l'arrêt n° 154/2003 rendu le 26 novembre 2003
concernant les questions préjudicielles relatives à
l'article 151 du décret de la Région flamande du
18 mai 1999 portant organisation de
l'aménagement du territoire, posées par le tribunal
de première instance d'Ypres par jugement du
7 février 2003 en cause de la Région flamande
contre la SA Floralux;
- het arrest nr. 154/2003 uitgesproken op
26 november 2003 over de prejudiciële vragen
betreffende artikel 151 van het decreet van het
Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de
organisatie van de ruimtelijke ordening, gesteld
door de rechtbank van eerste aanleg te Ieper bij
vonnis van 7 februari 2003 inzake het Vlaamse
Gewest tegen de NV Floralux;
(rolnummer: 2637)
- l'arrêt n° 155/2003 rendu le 26 novembre 2003
relatif à la question préjudicielle concernant
l'article 60 du décret du Conseil flamand du
22 décembre 1993 contenant diverses mesures
d'accompagnement du budget 1994 (remise ou
modération du précompte immobilier), posée par la
cour d'appel d'Anvers par arrêt du 4 mars 2003 en
cause de la SA Immo Kips contre l'Etat belge;
- het arrest nr. 155/2003 uitgesproken op
26 november 2003 over de prejudiciële vraag
betreffende artikel 60 van het decreet van de
Vlaamse Raad van 22 december 1993 houdende
bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994
(kwijtschelding of vermindering van onroerende
voorheffing), gesteld door het hof van beroep te
Antwerpen bij arrest van 4 maart 2003 inzake de
NV Immo Kips tegen de Belgische Staat;
(rolnummer: 2665)
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
105
- l'arrêt n° 156/2003 rendu le 26 novembre 2003
concernant la question préjudicielle relative à
l'article 52, § 2, du Code wallon de l'aménagement
du territoire, de l'urbanisme et du patrimoine, avant
sa modification par le décret de la Région wallonne
du 27 novembre 1997, posée par la présidente f.f.
du tribunal de première instance de Nivelles par
ordonnance de référé du 8 août 2003 en cause de
J.-M. Borsus et D. Dumont de Chassart contre I.
Gryspeert.
- het arrest nr. 156/2003 uitgesproken op
26 november 2003 over de prejudiciële vraag
betreffende artikel 52, § 2, van het Waalse
Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en
Patrimonium, vóór de wijziging ervan bij het
decreet van het Waalse Gewest van
27 november 1997, gesteld door de wnd.
voorzitster van de rechtbank van eerste aanleg te
Nijvel bij beschikking in kort geding van
8 augustus 2003 inzake J.-M. Borsus en D. Dumont
de Chassart tegen I. Gryspeert.
(rolnummer: 2776)
Pour information
Ter kennisgeving
Recours en annulation
Beroepen tot vernietiging
En application de l'article 76 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
Met toepassing van artikel 76 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft
de griffier van het Arbitragehof kennis van:
- le recours en annulation de l'article 4 de la loi du
2 avril 2003 "modifiant la loi du 15 avril 1994,
relative à la protection de la population et de
l'environnement contre les dangers résultant des
rayonnements ionisants et relative à l'Agence
fédérale de Contrôle nucléaire, et réglant le
transfert de certains agents du Service de la Sûreté
de l'Etat dans le domaine de l'énergie nucléaire",
introduit par l'ASBL Ardennes liégeoises et J.-M.
Vanguestaine;
- het beroep tot vernietiging van artikel 4 van de
wet van 2 april 2003 tot wijziging van de wet van
15 april 1994 betreffende de bescherming van de
bevolking en van het leefmilieu tegen de uit
ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en
betreffende het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle en tot regeling van de
overdracht van sommige personeelsleden van de
Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van
de kernenergie, ingesteld door de VZW "Ardennes
liégeoises" en J.-M. Vanguestaine;
(rolnummer : 2813)
- le recours en annulation partielle des articles 357
et 362 du Code judiciaire tels que modifiés par la
loi du 22 avril 2003, introduit par l'ASBL "Nationaal
Verbond der magistraten van eerste aanleg" et
autres.
het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de
artikelen 357 en 362 van het Gerechtelijk Wetboek,
zoals gewijzigd bij de wet van 22 april 2003,
ingesteld door de VZW Nationaal Verbond der
magistraten van eerste aanleg en anderen.
(rolnummer : 2830)
Pour information
Ter kennisgeving
Questions préjudicielles
Prejudiciële vragen
En application de l'article 77 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft
de griffier van het Arbitragehof kennis van:
- la question préjudicielle relative à l'article 418 du
Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il était
applicable avant sa modification par la loi du
15 mars 1999, posée par le tribunal de première
instance de Liège par jugement du 27 octobre 2003
en cause de R. Recq de Malzine contre l'Etat
belge;
- de prejudiciële vraag over artikel 418 van het
Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, in de
versie die van toepassing was vóór de wet van
15 maart 1999, gesteld door de rechtbank van
eerste aanleg te Luik bij vonnis van
27 oktober 2003 inzake R. Recq de Malzine tegen
de Belgische Staat;
(rolnummer: 2811)
- la question préjudicielle relative à l'article 89,
alinéas 2 et 3, du Code d'instruction criminelle,
posée par la cour d'appel de Liège par arrêt du
16 octobre 2003 en cause de B. Maadouri.
- de prejudiciële vraag over artikel 89, tweede en
derde lid, van het Wetboek van Strafvordering,
gesteld door het hof van beroep te Luik bij arrest
van 16 oktober 2003 inzake B. Maadouri.
04/12/2003
CRIV 51
PLEN 025
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
106
(rolnummer: 2825)
Pour information
Ter kennisgeving
COUR DES COMPTES
REKENHOF
Observations
Opmerkingen
Par lettre du 26 novembre 2003, la Cour des
comptes fait connaître qu'elle a reçu copie de la
délibération n° 3193, adoptée le 7 novembre 2003
par le Conseil des ministres, autorisant
l'engagement, l'ordonnancement et le paiement de
dépenses à concurrence de 89,4 millions d'euros
pour la dotation à FEDASIL, la reconstruction et la
réhabilitation de l'Irak et le Fonds européen de
Développement.
Bij brief van 26 november 2003 deelt het Rekenhof
mede dat het een afschrift heeft ontvangen van de
beraadslaging nr. 3193 die de Ministerraad op
7 november 2003 heeft aangenomen en waarbij
machtiging wordt verleend tot het vastleggen, het
ordonnanceren en het betalen van uitgaven ten
belope van een bedrag van 89,4 miljoen EUR,
bestemd voor de dotatie aan FEDASIL, de
wederopbouw en de rehabilitatie van Irak en het
Europees Ontwikkelingsfonds.
En ce qui concerne l'application de la procédure
prévue à l'article 44 des lois coordonnées de l'Etat,
son Collège formule les observations suivantes.
Zijn college heeft, wat de aanwending betreft van
de procedure voorzien in artikel 44 van de
gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, in
het onderhavige geval volgende opmerkingen te
formuleren.
La Cour des comptes a constaté que la rubrique de
la délibération relative à la dotation d'un montant
de 70 millions d'euros à FEDASIL ne répond pas
au prescrit de l'article susmentionné. La section 44
SPF Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté
et Economie sociale, contient en effet encore
suffisamment de crédits pour FEDASIL..
Het Rekenhof heeft vastgesteld dat het onderdeel
van beraadslaging met betrekking tot de dotatie ten
bedrage van 70 miljoen EUR aan FEDASIL niet
aan de voorwaarden gesteld in het voormelde
artikel 44 voldoet. Op de sectie 44 POD
Maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en
sociale economie zijn immers nog voldoende
kredieten beschikbaar voor FEDASIL..
En outre, l'urgence invoquée par la délibération
n'est pas fondée puisque les dépenses peuvent
être imputées sur l'actuelle allocation de base, et
ce jusqu'au vote du troisième ajustement du budget
pour l'année budgétaire 2003. Cet ajustement
budgétaire régularise cette délibération budgétaire,
de sorte que celle-ci est immédiatement
exécutoire.
Daarenboven kan de dringendheid van de
beslissing niet worden verantwoord aangezien de
uitgaven nog steeds kunnen worden aangerekend
op de huidige basisallocaties en dit tot op het
ogenblik van de goedkeuring van de derde
aanpassing van de algemene uitgavenbegroting
voor het begrotingsjaar 2003. Deze aanpassing
regulariseert deze begrotingsberaadslaging, zodat
deze onmiddellijk uitvoerbaar is.
Compte tenu de l'existence de crédits, il apparaît
qu'aucune circonstance exceptionnelle ou
imprévisible ne peut être invoquée.
Aangezien reeds kredieten zijn voorzien, blijkt ten
slotte dat geen uitzonderlijke of onvoorzienbare
omstandigheden kunnen worden ingeroepen.
Concernant les crédits créés pour la reconstruction
et la réhabilitation de l'Irak et pour le Fonds
européen de Développement, la Cour des comptes
peut approuver le recours à la procédure de
l'article 44 susmentionné.
Inzake de in het leven geroepen kredieten voor de
wederopbouw en de rehabilitatie van Irak en voor
het Europees Ontwikkelingsfonds kan zijn college
zijn akkoord betuigen met de aanwending van de
hogervermelde procedure van artikel 44.
Pour information
Ter kennisgeving
Cahier d'observations
Boek van opmerkingen
La Cour des comptes a transmis, en exécution de
l'article 180 de la Constitution, le fascicule Ier de
son 160ème cahier d'observations.
Het Rekenhof heeft, in uitvoering van artikel 180
van de Grondwet, het deel I van het 160e boek van
opmerkingen overgezonden.
CRIV 51
PLEN 025
04/12/2003
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
107
Dépôt au greffe et à la bibliothèque et renvoi à la
commission des Finances et du Budget
Ingediend ter griffie en in de bibliotheek en
verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
RAPPORTS ANNUELS
JAARVERSLAGEN
Association belge des Banques
Belgische Vereniging van Banken
Par lettre du 25 novembre 2003, l'administrateur
délégué de l'Association belge des Banques
transmet le rapport annuel 2003 "La Banque dans
la Société" (N) de l'Association belge des Banques.
Bij brief van 25 november 2003 zendt de
gedelegeerd-bestuurder van de Belgische
Vereniging van Banken het jaarverslag 2003 "De
Bank in de Samenleving" (N) van de Belgische
Vereniging van Banken over.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting
Selor
Selor
Par lettre du 1
er
décembre 2003, l'administrateur
délégué de Selor transmet le rapport annuel 2002
de Selor.
Bij brief van 1 december 2003 zendt de
afgevaardigd-bestuurder van Selor het
jaarverslag 2002 van Selor over.
Renvoi à la commission des Affaires sociales
Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken
RESOLUTIONS
RESOLUTIES
Parlement européen
Europees Parlement
Par lettre du 25 novembre 2003, le secrétaire
général du Parlement européen transmet le texte
d'une résolution adoptée par cette assemblée:
Bij brief van 25 november 2003 zendt de
secretaris-generaal van het Europees Parlement de
tekst over van een resolutie aangenomen door
deze vergadering:
- résolution sur la communication de la
Commission sur la taxation des voitures
particulières dans l'Union européenne.
- resolutie over de mededeling van de Commissie
inzake belasting van personenauto's in de
Europese Unie.
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission des Finances et du Budget et au
comité d'avis chargé de Questions européennes
Verzonden aan de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, aan de commissie voor de Financiën
en de Begroting en aan het adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
MOTIONS
MOTIES
Par lettre du 27 novembre 2003, le bourgmestre de
la commune de Galmaarden transmet une motion,
adoptée par le conseil communal, concernant la
scission de la circonscription électorale de
Bruxelles-Hal-Vilvorde et de l'arrondissement
judiciaire de Bruxelles.
Bij brief van 27 november 2003 zendt de
burgemeester van de gemeente Galmaarden een
door de gemeenteraad aangenomen motie over
betreffende de splitsing van de kieskring Brussel-
Halle-Vilvoorde en van het gerechtelijk
arrondissement Brussel.
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique et à la
commission de la Justice
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt en naar de commissie voor de
Justitie