IP316_FIN.doc

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

AGALEV-ECOLO

Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

Front National

Mouvement réformateur

Parti socialiste

cdH

centre démocrate Humaniste

SP.A

Socialistische Partij Anders

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

VU&ID

Volksunie&ID21

Afkortingen bij de nummering van de publicaties

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +

basisnummer en volgnummer

DOC 50 0000/000

Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

QRVA

Questions et Réponses écrites

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRABV

Beknopt Verslag (op blauw papier)

CRABV

Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)

PLEN

Plenum (witte kaft)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers

Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes

Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :

publications@laChambre.be

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Berichten van verhindering

Excusés

Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de eerste
minister over "het ongecoördineerd optreden van
de regeringsleden betreffende de cadeaucheques"
(nr. P157)

Question de Mme Greta D'hondt au premier
ministre sur "l'intervention non coordonnée des
membres du gouvernement à propos des
chèques-cadeau" (n° P157)

Sprekers: Greta D'hondt, Guy Verhofstadt

eerste minister

Orateurs: Greta D'hondt, Guy Verhofstadt

premier ministre

Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
eerste minister over "de nieuwe VN-resolutie over
Irak" (nr. P158)

Question de M. Karel Van Hoorebeke au premier
ministre sur "la nouvelle résolution des Nations
Unies à propos de l'Irak" (n° P158)

Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Guy
Verhofstadt

, eerste minister

Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Guy
Verhofstadt

, premier ministre

Vraag van mevrouw Anne Barzin aan de eerste
minister over "de precieze inhoud van de
transactie tussen de Belgische Staat en
Flammarion" (nr. P159)

Question de Mme Anne Barzin au premier
ministre sur "le contenu exact de la transaction
passée entre l'Etat belge et Flammarion"
(n° P159)

Sprekers: Anne Barzin, Guy Verhofstadt

eerste minister

Orateurs: Anne Barzin, Guy Verhofstadt

premier ministre

Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken, belast met Landbouw over "de hervorming
van het GLB" (nr. P169)

Question de M. Joseph Arens à la ministre
adjointe au ministre des Affaires étrangères,
chargée d'Agriculture sur "la réforme de la PAC"
(n° P169)

Sprekers: Josy Arens, Annemie Neyts

minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken

Orateurs: Josy Arens, Annemie Neyts

ministre adjointe au ministre des Affaires
étrangères

Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de eerste
minister over "de federale portaalsite en het
burgerschap" (nr. P164)

Question de Mme Karine Lalieux au premier
ministre sur "le portail fédéral et la citoyenneté"
(n° P164)

Sprekers: Karine Lalieux, Guy Verhofstadt

eerste minister

Orateurs: Karine Lalieux, Guy Verhofstadt

premier ministre

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

- de heer Georges Clerfayt aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het taalgebruik op de
kiesbrieven in de randgemeenten" (nr. P161)

- M. Georges Clerfayt au ministre de l'Intérieur
sur "l'emploi des langues dans les convocations
électorales des communes périphériques"
(n° P161)

- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de kiesbrieven in de
faciliteitengemeenten" (nr. P162)

- Mme Karine Lalieux au ministre de l'Intérieur sur
"les communes à facilités - convocations
électorales" (n° P162)

Sprekers: Georges Clerfayt, Karine Lalieux,
Antoine Duquesne

, minister van

Binnenlandse Zaken

Orateurs: Georges Clerfayt, Karine Lalieux,
Antoine Duquesne

, ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
terugvordering van de door het Rampenfonds
uitbetaalde vergoeding voor de waterschade in
1998" (nr. P163)

Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre de
l'Intérieur sur "le recouvrement des indemnités
versées par le Fonds des calamités à la suite des
inondations de 1998" (n° P163)

Sprekers:

Hagen Goyvaerts, Antoine

Duquesne

, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Hagen Goyvaerts, Antoine

Duquesne

, ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Justitie over "het verblijf van een
mensensmokkelaar in het asielcentrum 'Zon en
Zee/De Passage' te Westende" (nr. P165)

Question de M. Yves Leterme au ministre de la
Justice sur "le séjour d'un trafiquant d'êtres
humains au centre d'accueil pour demandeurs
d'asile 'Zon en Zee/De Passage' à Westende"
(n° P165)

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Sprekers: Yves Leterme

, voorzitter van de

CD&V-fractie

, Marc Verwilghen

, minister van

Justitie

Orateurs: Yves Leterme

, président du groupe

CD&V

, Marc Verwilghen

, ministre de la

Justice

Vraag van de heer Vincent Decroly aan de
minister van Justitie over "de houding van de
Luikse rechtbanken tegenover slachtoffers"
(nr. P166)

Question de M. Vincent Decroly au ministre de la
Justice sur "l'attitude des juridictions liégeoises
vis-à-vis des victimes" (n° P166)

Sprekers:

Vincent Decroly, Marc

Verwilghen

, minister van Justitie

Orateurs:

Vincent Decroly, Marc

Verwilghen

, ministre de la Justice

Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid over "de
asbestverwijdering in de Madoutoren en de
erkenning van de bedrijven" (nr. P168)

Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes sur "le
désamiantage de la tour Madou et l'agrément des
entreprises" (n° P168)

Sprekers: Zoé Genot, André Flahaut

minister van Landsverdediging

Orateurs: Zoé Genot, André Flahaut

ministre de la Défense

Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de buitenlandse
arbeidskrachten" (nr. P160)

Question de M. Ludwig Vandenhove à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
main-d'oeuvre étrangère" (n° P160)

Sprekers: Ludwig Vandenhove, André
Flahaut

, minister van Landsverdediging

Orateurs: Ludwig Vandenhove, André
Flahaut

, ministre de la Défense

Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de
minister van Financiën over "het akkoord van de
Ecofin-Raad betreffende de belasting op roerende
inkomsten" (nr. P167)

Question de M. Jean-Jacques Viseur au ministre
des Finances sur "l'accord intervenu au sein
d'Ecofin sur la taxation des revenus mobiliers"
(n° P167)

Sprekers: Jean-Jacques Viseur, Didier
Reynders

, minister van Financiën

Orateurs: Jean-Jacques Viseur, Didier
Reynders

, ministre des Finances

Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de reactie
van de minister betreffende de petitie van dokters
uit de Noordrand in verband met de concentratie
van nachtvluchten" (nr. P170)

Question de M. Bart Laeremans au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la réaction du
ministre à la pétition de médecins de la
périphérie relative à la concentration des vols de
nuit" (n° P170)

Sprekers: Bart Laeremans, Jef Tavernier

minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu

Orateurs: Bart Laeremans, Jef Tavernier

ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement

WETSONTWERPEN EN -VOORSTELLEN

PROJETS ET PROPOSITIONS DE LOI

Wetsontwerp tot invoeging van een artikel 328bis
in het Strafwetboek (2053/1 tot 4)

Projet de loi insérant un article 328bis dans le
Code pénal (2053/1 à 4)

- Proposition de loi de M. Thierry Giet modifiant le
Code pénal visant les fausses menaces d'attentat
et réprimant plus sévèrement certaines formes
d'empoisonnement (1530/1 et 2)

- Wetsvoorstel van de heren Geert Bourgeois en
Karel Van Hoorebeke tot wijziging van
artikel 331bis van het Strafwetboek (1470/1 en 2)

- Proposition de loi de MM. Geert Bourgeois et
Karel Van Hoorebeke modifiant l'article 331bis du
Code pénal (1470/1 et 2)

Algemene bespreking

Discussion générale

Spreker: Anne Barzin

, rapporteur

Orateur: Anne Barzin

, rapporteur

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

Wetsontwerp tot wijziging van sommige
bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en van het
Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de
bescherming van de goederen van de

Projet de loi modifiant certaines dispositions du
Code civil et du Code judiciaire en ce qui
concerne la protection des biens des mineurs
(amendé par le Sénat) (1772/10 et 11)

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

iii

minderjarigen (geamendeerd door de Senaat)
(1772/10 en 11)

Regeling van de werkzaamheden

Ordre des travaux

Sprekers: Anne Barzin

, rapporteur

, Fred

Erdman

Orateurs: Anne Barzin

, rapporteur

, Fred

Erdman

Wetsvoorstel van de heren Marc Van Peel,
Marcel Bartholomeeussen en Fred Erdman en
mevrouw Fauzaya Talhaoui houdende wijziging
van het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek
houdende gebiedsomschrijving en zetel van
hoven en rechtbanken wat betreft de
gebiedsomschrijving van het vierde en het elfde
gerechtelijk kanton Antwerpen (2147/1 tot 4)

Proposition de loi de MM. Marc Van Peel, Marcel
Bartholomeeussen et Fred Erdman et Mme
Fauzaya Talhaoui modifiant l'annexe au Code
judiciaire - Limites territoriales et siège des cours
et tribunaux - en ce qui concerne les limites
territoriales des quatrième et onzième cantons
judiciaires d'Anvers (2147/1 à 4)

Algemene bespreking

Discussion générale

Spreker: Fientje Moerman

, rapporteur

Orateur: Fientje Moerman

, rapporteur

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

Ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van de
bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
Arbitragehof (overgezonden door de Senaat)
(2099/1 tot 3)

Projet de loi spéciale modifiant la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage (transmis
par le Sénat) (2099/1 à 3)

Regeling van de werkzaamheden

Ordre des travaux

Spreker: Fred Erdman

Orateur: Fred Erdman

Wetsvoorstel van de dames Jacqueline Herzet,
Marie-Thérèse Coenen, Colette Burgeon, de heer
Servais Verherstraeten, mevrouw Kristien
Grauwels, de heer Jean-Jacques Viseur, de
dames Magda De Meyer, Fientje Moerman, Els
Van Weert en Pierrette Cahay-André tot
oprichting bij het ministerie van Financiën van
een begrotingsfonds voor alimentatievorderingen
(1627/1 tot 20)

Proposition de loi de Mmes Jacqueline Herzet,
Marie-Thérèse Coenen, Colette Burgeon,
M. Servais Verherstraeten, Mme Kristien
Grauwels, M. Jean-Jacques Viseur, Mmes Magda
De Meyer, Fientje Moerman, Els Van Weert et
Pierrette Cahay-André créant un Fonds
budgétaire des créances alimentaires au sein du
ministère des Finances (1627/1 à 20)

- Wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon tot
oprichting en organisatie, bij het ministerie van
Justitie, van een Fonds voor
alimentatievorderingen (19/1 tot 4)

- Proposition de loi de Mme Colette Burgeon
relative à la création et à l'organisation au sein du
ministère de la Justice d'un Fonds des créances
alimentaires (19/1 à 4)

- Wetsvoorstel van mevrouw Joëlle Milquet en de
heer Jean-Jacques Viseur tot regeling van de
alimentatievorderingen door bemiddeling van een
Rijksbureau voor alimentatievorderingen (206/1
tot 3)

- Proposition de loi de Mme Joëlle Milquet et M.
Jean-Jacques Viseur organisant le règlement des
créances alimentaires par l'intermédiaire d'un
Office national des créances alimentaires (206/1
à 3)

- Wetsvoorstel van de dames Jacqueline Herzet
en Pierrette Cahay-André tot wijziging van de
voorschotten op en invorderingen van
onderhoudsgelden georganiseerd bij de organieke
wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare
centra voor maatschappelijk welzijn (264/1 tot 3)

- Proposition de loi de Mmes Jacqueline Herzet et
Pierrette Cahay- André modifiant les avances sur
pensions alimentaires et le recouvrement de ces
pensions organisés par la loi du 8 juillet 1976
organique des centres publics d'aide sociale
(264/1 à 3)

- Wetsvoorstel van de heer Servais
Verherstraeten en mevrouw Trees Pieters tot
wijziging van de organieke OCMW-wet, inzake de
voorschotten op en invordering van
onderhoudsgelden (460/1 tot 4)

- Proposition de loi de M. Servais Verherstraeten
et Mme Trees Pieters modifiant la loi organique
des centres publics d'aide sociale en ce qui
concerne les avances et le recouvrement des
pensions alimentaires (460/1 à 4)

- Wetsvoorstel van mevrouw Kristien Grauwels
tot oprichting van een Fonds voor
alimentatievorderingen (1047/1 en 2)

- Proposition de loi de Mme Kristien Grauwels
instituant un Fonds des créances alimentaires
(1047/1 et 2)

- Wetsvoorstel van de heer Yvan Mayeur en
mevrouw Colette Burgeon tot wijziging van
artikel 1412 van het Gerechtelijk Wetboek
houdende vaststelling, voor alle bezoldigingen en
sociale uitkeringen, van een niet voor beslag
vatbaar bestaansminimum (1157/1 tot 3)

- Proposition de loi de M. Yvan Mayeur et Mme
Colette Burgeon modifiant l'article 1412 du Code
judiciaire en vue d'établir un montant minimum
vital insaisissable pour toutes les rémunérations
et les prestations sociales (1157/1 à 3)

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

- Wetsvoorstel van de heer Jean-Jacques Viseur
betreffende de invordering van
alimentatievorderingen (1166/1 en 2)

- Proposition de loi de M. Jean-Jacques Viseur
relative au recouvrement des créances
alimentaires (1166/1 et 2)

- Wetsvoorstel van de heren Geert Bourgeois en
Karel Van Hoorebeke tot wijziging van het
Burgerlijk Wetboek en het Gerechtelijk Wetboek,
wat de ontvangstmachtiging aan
onderhoudsgerechtigden betreft (1217/1 en 2)

- Proposition de loi de MM. Geert Bourgeois et
Karel Van Hoorebeke modifiant le Code civil et le
Code judiciaire en ce qui concerne l'autorisation
de percevoir accordée aux créanciers d'aliments
(1217/1 et 2)

- Wetsvoorstel van de heren Geert Bourgeois en
Karel Van Hoorebeke en mevrouw Els Van Weert
tot wijziging van artikel 391bis van het
Strafwetboek (1218/1 en 2)

- Proposition de loi de MM. Geert Bourgeois et
Karel Van Hoorebeke et Mme Els Van Weert
modifiant l'article 391bis du Code pénal (1218/1
et 2)

- Wetsvoorstel van de dames Magda De Meyer
en Fientje Moerman tot wijziging van de
organieke OCMW-wet, wat de regeling van de
voorschotten op en de invorderingen van
onderhoudsgelden betreft (1333/1 en 2)

- Proposition de loi de Mmes Magda De Meyer et
Fientje Moerman modifiant la loi organique des
centres publics d'aide sociale en ce qui concerne
le régime des avances sur pensions alimentaires
et du recouvrement de ces pensions (1333/1 et 2)

Algemene bespreking

Discussion générale

Sprekers: Eric van Weddingen

, rapporteur

Jacqueline Herzet, Servais Verherstraeten,
Fientje Moerman, Fred Erdman, Jean-
Jacques Viseur, Geert Bourgeois, Marie-
Thérèse Coenen, Magda De Meyer, Colette
Burgeon, Kristien Grauwels, Els Van
Weert, Hagen Goyvaerts, Olivier Maingain,
Didier Reynders

, minister van Financiën

Orateurs: Eric van Weddingen

, rapporteur

, ministre des Finances

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht
op de kredietinstellingen (2122/1 en 2)

Projet de loi modifiant la loi du 22 mars 1993
relative au statut et au contrôle des
établissements de crédit (2122/1 et 2)

Algemene bespreking

Discussion générale

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

Spreker: Peter Vanvelthoven

, rapporteur

Orateur: Peter Vanvelthoven

, rapporteur

BIJLAGE

ANNEXE

INTERNE BESLUITEN

DECISIONS INTERNES

INTERPELLATIEVERZOEKEN

DEMANDES D'INTERPELLATION

NGEKOMEN

EMANDES

VOORSTELLEN

PROPOSITIONS

NOVERWEGINGNEMINGEN

RISES EN CONSIDERATION

OELATING TOT DRUKKEN

UTORISATION D

IMPRESSION

ERZOEK OM ADVIES AAN DE

AAD VAN

TATE

EMANDE D

AVIS AU

ONSEIL D

TAT

MEDEDELINGEN

COMMUNICATIONS

COMMISSIES

COMMISSIONS

ERSLAGEN

APPORTS

SENAAT

SENAT

VERGEZONDEN WETSONTWERPEN

ROJETS DE LOI TRANSMIS

VOCATIE

VOCATION

REGERING

GOUVERNEMENT

NGEDIENDE WETSONTWERPEN

EPOT DE PROJETS DE LOI

LGEMENE UITGAVENBEGROTING

2002

UDGET GENERAL DES DEPENSES

2002

ARBITRAGEHOF

COUR D'ARBITRAGE

RRESTEN

RRETS

REKENHOF

COUR DES COMPTES

ERSLAG

APPORT

NZAGE

EN INFORMATIERECHT

ROIT DE REGARD ET D

INFORMATION

ANPASSING VAN DE

LGEMENE

UITGAVENBEGROTING

2002

JUSTEMENT DU

UDGET GENERAL DES DEPENSES

2002

OEK VAN OPMERKINGEN

AHIER D

OBSERVATIONS

JAARVERSLAG

RAPPORT ANNUEL

MOTIES

MOTIONS

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

PLENUMVERGADERING

SÉANCE PLÉNIÈRE

van

DONDERDAG

JANUARI

2003

14:15 uur

______

JEUDI

JANVIER

2003

14:15 heures

______

De vergadering wordt geopend om 14.16 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.16 heures par M. Herman De Croo, président.

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Antoine Duquesne, Guy Verhofstadt.

De

voorzitter

: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Berichten van verhindering
Excusés

Corinne De Permentier, Patrick Moriau, Joke Schauvliege, André Schellens, Roel Deseyn wegens ziekte /
pour raison de santé;
François Bellot, met zending buitenlands / en mission à l'étranger;
Peter Vanhoutte, met zending / en mission;
Danny Pieters, Europese Conventie / Convention européenne;
Jacques Lefèvre, Interparlementaire Unie / Union interparlementaire.

01 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de eerste minister over "het ongecoördineerd optreden

van de regeringsleden betreffende de cadeaucheques" (nr. P157)

01 Question de Mme Greta D'hondt au premier ministre sur "l'intervention non coordonnée des

membres du gouvernement à propos des chèques-cadeau" (n° P157)

01.01

Greta D'hondt

(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

eerste minister, eind vorig jaar kondigde minister Reynders zo fier als
een gieter zoals men dat in het Nederlands zegt aan dat de
cadeaucheques, die vrijgesteld zijn van fiscale heffing, met 10 euro
verhoogd zouden worden, namelijk van 24,79 euro naar 34,79 euro.
Dat zou een prachtig eindejaarscadeau geworden moeten zijn.

Wat blijkt nu echter? In de regering is dat zeker niet goed overlegd,
want minister Vandenbroucke zegt nu dat er op die cadeaucheques
zowel door de genieter als door de bedrijfsleider sociale bijdragen
betaald moeten worden.

Mijnheer de eerste minister, wat is het resultaat van het verhaal? Het
kan zijn dat u dat normaal vindt. Het resultaat van het verhaal is dat
die zogenaamde verhoging van 10 euro finaal voor de genieter
neerkomt op 6 euro minder. Dat is dus eigenlijk boerenbedrog. Eerst

01.01

Greta D'hondt

(CD&V): Le

ministre Reynders avait annoncé
à la fin de l'année dernière que le
montant exonéré d'impôt pour les
chèques-cadeaux serait porté de
24,79 à 34,79 euros. Or, le
ministre Vandenbroucke déclare à
présent que tant la personne qui
offre les chèques que celle qui les
reçoit doivent payer des
cotisations sociales. Il s'agit non
seulement d'une énième preuve
de la mauvaise coordination au
sein du gouvernement, mais
également d'une grossière
tromperie. Le contribuable pense

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

wordt er aangekondigd dat de belastingvrijstelling wordt verhoogd en
dat de mensen een cadeaucheque zullen ontvangen die een veel
hogere waarde heeft. Nadien zegt de minister van Sociale Zaken dat
het zo niet gaat, dat er bijdragen vanaf gaan. Hij voegt daar zelfs
zeer sarcastisch aan toe dat, als men niet te spontaan betaalt,
daarbovenop nog boetes en verwijlinteresten komen. Is dat de wijze
waarop deze regering omgaat met de loontrekkenden in dit land?
Eerst zegt de regering dat de loontrekkenden meer krijgen, maar
finaal houd je van die 10 euro eigenlijk minder over dan vroeger met
die 24,79 euro.

(De eerste minister schudt ontkennend).

Jawel, mijnheer de eerste minister. U kunt zo gebaren en het is uw
gewoonte van zo te gebaren.

recevoir un supplément de 10
euros mais, en définitive, il en
perd 6. Le ministre évoque même
la menace d'amendes et d'intérêts
de retard pour ceux qui ne
payeraient pas cette cotisation.

voorzitter

: Dat was een groet.

01.02

Greta D'hondt

(CD&V): Neen, dat was geen groet, mijnheer

de voorzitter.

Mijnheer de eerste minister, het is uw gewoonte u zo tegenover ons
te gedragen. Als u andere cijfers hebt, dan verneem ik die graag nu
van u. Die 24,79 euro wordt 34,79 euro. Maar het resultaat voor de
mensen is 6 euro minder. Mijnheer de voorzitter, ik houd het daarbij.

voorzitter

: Mevrouw D'Hondt, u verrast mij.

01.03 Eerste minister

Guy Verhofstadt

: Mijnheer de voorzitter, het

gaat hier om twee verschillende elementen. Aan de ene kant is er de
fiscale vrijstelling. Aan de andere kant is er de vrijstelling van RSZ-
bijdragen, zowel persoonlijke als patronale. Tot nu waren die grenzen
dezelfde, namelijk iets minder dan 25 euro. Het enige wat wij nu via
de minister van Financiën doen, is de fiscale vrijstelling optrekken
naar 35 euro. Het al dan niet optrekken van de vrijstelling voor de
RSZ-bijdrage is nu in bespreking in het beheerscomité van de RSZ.

Die bespreking is er trouwens niet alleen met betrekking tot dit
probleem. Ze is er ook met betrekking tot de RSZ-vrijstelling van
bijvoorbeeld de anciënniteitsvergoeding. Wij vinden immers dat de
wijziging van het plafond van vrijstelling van RSZ-bijdragen, als wij
ook dat plafond willen wijzigen, best kan worden overlegd in het
beheerscomité, samen met de sociale partners.

Mijnheer de voorzitter, wij hebben dus nu al de fiscale vrijstelling
opgetrokken van iets minder dan 25 euro naar 35 euro. Of ook de
RSZ-vrijstelling wordt opgetrokken, zal afhangen van de beslissing
van het beheerscomité. Zodoende kunnen de bedragen gelijk worden
gemaakt. Dat zal trouwens in een breder kader van aanpassing van
de RSZ-vrijstellingen gebeuren. Dit zal dus ook gebeuren voor
andere voordelen zoals bijvoorbeeld anciënniteitsvergoedingen.

01.03

Guy Verhofstadt

, premier

ministre: Il y a une différence
entre l'exonération fiscale et
l'exonération de cotisations
ONSS. La compétence du
ministre Reynders se limite à
l'exonération fiscale et il a décidé
de porter de 25 à 35 euros le
montant exonéré d'impôt pour les
chèques-cadeaux. La concertation
entre le comité de gestion de
l'ONSS et les partenaires sociaux
relative à une éventuelle
exonération sociale des chèques-
cadeaux est toujours en cours.
Cette concertation s'inscrit dans le
cadre d'une discussion plus large
sur l'exonération de cotisations
ONSS pour différents types de
rémunérations, telles que
l'allocation d'ancienneté.

01.04

Greta D'hondt

(CD&V): Mijnheer de eerste minister, mocht ik

niet weten dat er een verschil is tussen fiscale afhoudingen en
afhoudingen voor sociale zekerheid, dan zou ik niet op de tribune
durven te komen.

Ik heb hier maar één zaak willen aantonen, met name dat in

01.04

Greta D'hondt

(CD&V): Je

maintiens que les déclarations du
gouvernement ont un caractère
contradictoire et que le résultat
net est négatif pour la population.
Par ailleurs, le comité de gestion

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

tegenstelling tot wat u altijd zegt, deze regering helemaal niet
gecoördineerd werkt. Laten we eerlijk zijn. U verhoogt het bedrag dat
voor fiscale vrijstelling in aanmerking komt met 10 euro. U en uw
regering hebben in dat geval niet geweten dat er twee verschillende
afhoudingen bestaan. U zou dan immers weten dat u aan de mensen
een vergiftigd geschenk geeft. U trekt het bedrag van de fiscale
vrijstellling op zonder dat u tezelfdertijd de oefening maakt voor de
sociale zekerheid. Dit betekent heel concreet dat de mensen van die
zogezegde 34,79 euro eigenlijk 6 euro minder overhouden dan van
de oorspronkelijke 24 euro.

Ik zeg dat dit boerenbedrog is.

de l'ONSS se réunit
mensuellement et disposait donc
du temps nécessaire pour régler le
problème de l'exonération sociale
des chèques-cadeaux. Cette
affaire illustre le manque de
coordination qui règne au sein du
gouvernement.

01.05 Eerste minister

Guy Verhofstadt

: Mevrouw D'hondt, u wilt

blijkbaar niet luisteren. Ik heb al gezegd dat het beheerscomité aan
het bekijken is om de bedragen gelijk te stellen.

01.06

Greta D'hondt

(CD&V): Mijnheer de eerste minister, het

beheerscomité van de RSZ vergadert iedere maand. U kon dus
vroeger aan dit beheerscomité gevraagd hebben om de bedragen
gelijk te stellen.

01.07 Eerste minister

Guy Verhofstadt

: (...)

01.08

Greta D'hondt

(CD&V): Ik versta heel veel en ik luister

gewoonlijk. Ik heb misschien nog één voordeel, namelijk dat ik die
sector ken. Het beheerscomité van de sociale zekerheid vergadert
elke maand. Als deze regering van zin was de fiscale vrijstelling met
10 euro op te trekken, dan kon u dat met 2 maanden vervroeging
gevraagd hebben aan het beheerscomité. U hebt het gewoon niet
gedaan op een gecoördineerde manier. Dat is alles.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

02 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de eerste minister over "de nieuwe VN-resolutie

over Irak" (nr. P158)

02 Question de M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre sur "la nouvelle résolution des

Nations Unies à propos de l'Irak" (n° P158)

02.01

Karel Van Hoorebeke

(VU&ID): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de eerste minister, ik denk dat de dreigende oorlog in Irak
ons allemaal zorgen baart. We moeten daar dan ook de nodige
aandacht aan besteden. We weten dat er een tweede VN-resolutie in
de maak is. Men poogt natuurlijk om via die tweede VN-resolutie
verschillende landen en ook de Veiligheidsraad achter de inval van
de Amerikanen en de Britten in Irak te krijgen en deze inval zo te
rechtvaardigen.

We hebben ondertussen de verklaringen gehoord van Schröder in
Duitsland en van de president van Frankrijk. Zij hebben gezegd dat
ze niet meewerken aan het tot stand komen van een tweede VN-
resolutie die dit zou toelaten. Ook China schijnt zich daartegen te
verzetten.

Mijn vraag is dus concreet wat de houding van België daaromtrent is.
Ten eerste, gaat u daar positief aan meewerken? Gaat u meewerken

02.01

Karel Van Hoorebeke

(VU&ID): Par la voie d'une
deuxième résolution des Nations
Unies, les Etats-Unis tentent de
rallier le Conseil de Sécurité des
Nations Unies à leurs projets de
guerre en Irak. Or, voilà que
l'Allemagne comme la France
refusent d'apporter leur
collaboration à cette résolution, et
la Chine aussi y a manifesté son
opposition. Quelle est la position
de la Belgique à ce sujet? Notre
gouvernement compte-t-il
également s'opposer à cette
résolution, allons-nous, au
contraire, y collaborer activement

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

aan het totstandkomen van een dergelijke VN-resolutie, gaat u zich
daartegen verzetten of gaat u zich daarover in een neutrale rol
plaatsen? Dat is de eerste vraag die ik aan u wil stellen.

Daarbij aansluitend, mijnheer de eerste minister, heb ik nog de
volgende vraag. In het kader van het debat van vorige week vrijdag
hebt u verwezen naar het bilaterale akkoord van 1971. Dat akkoord
werd afgesloten tussen België en de Verenigde Staten en werd
gesteund door de wet van 1962. Ik lees nu in een artikel dat
professor internationaal recht Jan Wouters van de K.U. Leuven
gezegd heeft dat het een geheim akkoord is en dat het nooit zou
gepubliceerd zijn. Hij zegt dat het een parlementaire democratie
onwaardig is dat er gewerkt wordt met verdragen, akkoorden en
teksten die niet gepubliceerd zijn en dus niet gekend zijn. Wat is uw
standpunt daaromtrent?

ou resterons-nous neutres dans ce
débat? Lors du débat sur les
menaces de guerre contre l'Irak
de vendredi dernier, le premier
ministre s'est référé, entre autres,
à un accord bilatéral de 1971
entre la Belgique et les Etats-Unis.
Il s'agit toutefois d'un accord
secret, jamais publié. Le premier
ministre peut-il nous éclairer sur
cette question? Pareilles
conventions secrètes sont
inacceptables dans une
démocratie parlementaire.

02.02 Eerste minister

Guy Verhofstadt

: Mijnheer de voorzitter, wat

het eerste betreft, kan ik alleen bevestigen wat ik hier vorige week
vrijdag heb gezegd. Dat is dat wij met betrekking tot het Irak-dossier
rechtstreeks contact onderhouden met onze Europese partners, meer
bepaald met Frankrijk en Duitsland, om telkens samen te overleggen
en een gezamenlijke positie in te nemen. Zo heb ik bijvoorbeeld
maandag jongstleden nog een telefonisch gesprek gehad met de
Duitse bondskanselier, Gerhard Schröder, bij het bepalen van onze
houding, zowel binnen de NAVO u weet dat er daar een vraag is
om een planning te beginnen als met betrekking tot een eventuele
tweede resolutie in de VN-Veiligheidsraad en de inhoud van zo'n
resolutie. Wij blijven op deze lijn zitten. Wij zeggen dat er geen
operatie kan komen tenzij er een tweede resolutie is, dat aan Blix en
de VN-wapeninspecteurs meer tijd moet worden gegeven en wat
heel belangrijk is wij coördineren dat met Frankrijk en Duitsland. Er
wordt voortdurend overlegd, zowel op diplomatiek niveau als op het
hoogste niveau, namelijk rechtstreeks met de Franse president en de
Duitse bondskanselier.

De tweede vraag betreft het bilaterale akkoord van 1971. Het gaat
hier om een akkoord dat inderdaad een speciale
veiligheidsmachtiging nodig maakt om het te kunnen consulteren.
Nochtans heeft de minister van Landsverdediging deze middag in de
commissie voor Speciale Militaire Opdrachten u kent deze
commissie die ook een speciale veiligheidsmachtiging heeft de
volledige uitleg gegeven over de inhoud van dat akkoord. Ik meen
dat het in dit Parlement de eerste regering is die zo'n akkoord,
waarvoor een speciale veiligheidsmachtiging nodig is, volledig heeft
uitgelegd aan de parlementsleden. Dat gebeurt in die commissie van
de Senaat waar alle leden trouwens zo'n speciale
veiligheidsmachtiging hebben. Zij zijn dus vandaag op de hoogte
gebracht, op hun vraag trouwens, van de inhoud van dit akkoord.

02.02

Guy Verhofstadt

, premier

ministre: Nous entretenons des
contacts permanents avec les
partenaires européens afin de
coordonner notre attitude par
rapport à la crise irakienne au sein
tant de l'OTAN que du Conseil de
sécurité des Nations Unies. La
Belgique ainsi que la France et
l'Allemagne ont adopté une
position attentiste et demandent
de laisser davantage de temps
aux inspecteurs en armement des
Nations Unies pour que ceux-ci
puissent achever leur mission et
aux actions diplomatiques pour
qu'elles aient une chance
d'aboutir.

Il est impératif de disposer d'une
habilitation de sécurité spéciale
pour consulter l'accord bilatéral de
1971. Lors d'une réunion de la
commission compétente au
Sénat, qui a eu lieu aujourd'hui, le
ministre de la Défense a encore
expliqué le contenu de cet accord
aux membres de cette
commission qui disposent tous
d'une telle habilitation.

voorzitter

: U hebt dit trouwens aangekondigd tijdens het debat.

02.03 Eerste minister

Guy Verhofstadt

: Inderdaad, ik had het

trouwens hier aangekondigd dat het zou gebeuren.

02.04

Karel Van Hoorebeke

(VU&ID): Mijnheer de eerste minister,

ik dank u voor uw antwoord. Ik leid af uit het eerste deel van uw
antwoord dat u op dezelfde golflengte zit als Duitsland en Frankrijk.

02.04

Karel Van Hoorebeke

(VU&ID): La Belgique se trouve
donc sur la même longueur

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Ik moet daaruit vandaag afleiden dat België niet actief gaat
meewerken aan het totstandkomen van een tweede VN-resolutie,
maar alles zal doen om die nakende oorlog te vermijden.

Wat het tweede deel betreft, is het goed dat daarover deze middag
duidelijkheid is verschaft. Dit is natuurlijk een hele stap voorwaarts.
Het zou echter ook goed zijn, mijnheer de eerste minister, mochten
we preventief worden ingelicht. Ik denk dat wij naar een debatcultuur
moeten gaan waarbij wij als Parlement meer preventief betrokken
worden bij een aantal belangrijke aangelegenheden, veeleer dan via
interpellaties te krijgen wat we vragen. Ik denk dat we op termijn daar
moeten naar streven.

d'ondes que la France et
l'Allemagne et elle ne collaborera
pas activement à la deuxième
résolution des Nations Unies.

Je me réjouis du fait que l'accord
de 1971 soit commenté en
commission du Sénat mais, dans
ce genre de matière en général, il
serait utile que le Parlement
puisse bénéficier d'une plus large
information préventive.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

03 Question de Mme Anne Barzin au premier ministre sur "le contenu exact de la transaction

passée entre l'Etat belge et Flammarion" (n° P159)

03 Vraag van mevrouw Anne Barzin aan de eerste minister over "de precieze inhoud van de

transactie tussen de Belgische Staat en Flammarion" (nr. P159)

03.01

Anne Barzin

(MR): Monsieur le président, monsieur le

premier ministre, tout le monde se souvient de l'ouvrage de Jean
Nicolas et Frédéric Lavachery, intitulé "Dossier pédophilie", qui
contenait des attaques personnelles portant atteinte à l'honneur de
notre Roi Albert II. Ce livre, publié par les éditions Flammarion, avait
donné lieu à une action en justice, menée par le ministre de la
Justice Marc Verwilghen, au nom du gouvernement belge.

En septembre 2001, le tribunal de grande instance de Paris avait
ordonné l'insertion dans cet ouvrage d'un communiqué faisant état
des protestations de notre Roi à l'égard des atteintes portées à son
honneur. La presse nous relate aujourd'hui qu'une transaction serait
intervenue dans cette affaire. Les éditions Flammarion devraient
verser un montant de 15.000 à cinq associations travaillant dans le
cadre de la lutte contre la traite des êtres humains.

Monsieur le premier ministre, mes questions sont les suivantes.
D'abord, est-il exact qu'une transaction a été conclue dans cette
affaire? Ensuite, le montant de cette transaction s'élève-t-il à
15.000 , comme la presse le relate aujourd'hui? Quelles sont les
associations qui vont bénéficier de ce montant et sur quelles bases
ont-elles été sélectionnées? Et enfin, cette transaction prévoit-elle un
autre mode de réparation que le versement de ce montant?

03.01

Anne Barzin

(MR):

Iedereen herinnert zich nog het
boek "Dossier pédophile" van
Jean Nicolas en Frédéric
Lavachery waarin deze de vloer
aanvegen met onze Koning Albert
II. Tegen dit boek, gepubliceerd
door uitgeverij Flammarion, werd
namens de Belgische regering
een rechtsvordering ingesteld
door de minister van Justitie. In
september 2001 heeft de
arrondissementsrechtbank van
Parijs beslist dat in het boek een
mededeling moest worden
opgenomen in verband met het
protest van onze Koning tegen
deze eerroof. Volgens de pers
kwam men vandaag tot een
schikking, waarbij de uitgeverij
Flammarion 15.000 euro zou
moeten betalen, bedrag dat zou
worden verdeeld tussen vijf
Belgische verenigingen die actief
zijn in de strijd tegen de
mensenhandel. Klopt het dat in
deze zaak een schikking werd
bereikt? Klopt het bedrag van
15.000 euro? Aan welke Belgische
verenigingen zal dat bedrag ten
goede komen en op welke grond
werden zij gekozen? Voorziet de
schikking in nog een andere vorm
van schadeloosstelling?

03.02

Guy Verhofstadt

, premier ministre: Monsieur le président, je 03.02

Eerste minister

Guy

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

vais me baser sur mes notes car j'ai des éléments très concrets à
communiquer en réponse à la question qui m'est posée.

Le juge du tribunal de grande instance de Paris a en effet jugé en
référé, au mois de septembre 2001, que le livre en question, publié
au mois de septembre 2001 par les éditions Flammarion, comportait
des passages portant manifestement atteinte à la réputation du Roi.
Le juge a alors ordonné l'insertion, dans chaque exemplaire de ce
livre, d'un communiqué indiquant que le Roi protestait contre ces
atteintes à sa réputation contenues dans ce livre.

L'éditeur a effectivement diffusé, hier soir à Paris, un communiqué
précisant les choses suivantes. Tout d'abord Flammarion présente
ses excuses au Roi Albert et au gouvernement belge. Ensuite,
Flammarion fera, dans le mois, un don qui sera réparti de manière
égale entre cinq organisations. Ces organisations sont les suivantes:
Child Focus et quatre organisations aidant en Belgique les victimes
de la traite des êtres humains, c'est-à-dire Payoke, Pag-asa, Sürya et
mouvement du Nid.

Le don, qui représente un montant total de 15.000 , sera réparti, en
tranches égales; entre les cinq organisations. Autrement dit, chaque
organisation recevra 3.000 . C'est le résultat final de négociations
menées entre les avocats des deux parties qui renoncent à toute
poursuite de la procédure judiciaire, étant donné la publication du
communiqué et le montant payé. Le Palais royal n'a pas réagi. C'est
le ministère de la Justice qui a transmis le communiqué de
Flammarion à toutes les agences de presse de notre pays.

Verhofstadt

: De

arrondissementsrechtbank van
Parijs heeft inderdaad in
september 2001 beslist dat in elk
exemplaar een blad moest worden
opgenomen dat uitdrukking geeft
aan het protest van de Koning.

Gisterenavond verspreidde
Flammarion een perscommuniqué
waarin de uitgeverij haar
verontschuldigingen aanbiedt aan
de Koning en aan de regering, en
aankondigt een bedrag van
15.000 EUR te zullen schenken
dat gelijk verdeeld zal worden
over Child Focus en vier andere
organisaties die hulp verlenen aan
slachtoffers van mensenhandel.
Dat is wat uit de bus is gekomen
bij onderhandelingen tussen de
betrokken partijen, die verder
zullen afzien van
rechtsvervolging.

Het Paleis heeft niet gereageerd.
Het communiqué werd door de
minister van Justitie aan alle
persagentschappen gestuurd.

03.03

Anne Barzin

(MR): Monsieur le président, je me réjouis qu'un

accord soit intervenu dans cette affaire et je tiens à remercier le
premier ministre pour le caractère complet de sa réponse.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Question de M. Joseph Arens à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères,

chargée d'Agriculture sur "la réforme de la PAC" (n° P169)

04 Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse

Zaken, belast met Landbouw over "de hervorming van het GLB" (nr. P169)

04.01

Josy Arens

(cdH): Monsieur le président, madame la

ministre, ma question concerne la réforme de la politique agricole
commune en 2003.

Pourquoi fais-je référence à cette année 2003? Tout simplement
parce que le contrat établi entre les agriculteurs et l'Union
européenne couvrait la période de 2000 à 2006. Or, il est
inacceptable mais je sais que vous n'y êtes pour rien que
l'Europe revoie aujourd'hui ce contrat et bouscule toute la gestion des
exploitations agricoles des différents pays de l'Union européenne.

Ce document vise trois axes, notamment le découplage des aides
qui, dorénavant ne seront plus liées à la production et seront
remplacées par un paiement unique. Tout cela risque de créer une
dérégulation au niveau de l'offre et de la demande.

04.01

Joseph Arens

(cdH): Het

is onaanvaardbaar dat Europa de
overeenkomst betreffende het
GLB op de volgende drie
belangrijke punten herziet: de
ontkoppeling van de steun, de
vermindering van de
rechtstreekse steun en de
verschuiving van de steun van de
eerste pijler naar de tweede. Zal
deze steun aan de lidstaten
verschuldigd blijven of zal ze naar
de nieuwe lidstaten worden
doorgeschoven?

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Par ailleurs, j'ai été surpris par la réduction des aides directes pour
financer l'élargissement, si j'ai bien compris, et par le glissement des
aides du premier pilier vers le deuxième. Je voudrais savoir,
monsieur le ministre, si ces aides resteront attribuées aux mêmes
pays ou si elles seront orientées vers les nouveaux pays qui entrent
dans la Communauté européenne.

J'ajoute que parmi toute une série de mesures de marché, il y a aussi
des réductions d'interventions.

Madame la ministre, vous avez déclaré à la presse qu'il n'y avait pas
de majorité qualifiée, ni d'unanimité au sein du conseil des ministres
en faveur d'un autre projet.

Mes questions sont les suivantes:
1. Y a-t-il un autre projet?
2. Notre pays est-il prêt à déposer éventuellement un autre projet?
Souvent la Belgique souhaite être d'avant-garde; il serait intéressant
qu'elle le soit dans le cadre de cette politique agricole.
3. Toutes ces mesures vont engendrer des problèmes de plus en
plus importants dans le milieu agricole. Vous n'êtes pas sans savoir
qu'une étude de la Fondation Roi Baudouin prouve déjà que 25% des
ménages d'agriculteurs ont des revenus inférieurs à 400.000 francs
par an. Comptez-vous développer un programme social pour
rencontrer les vraies difficultés des agriculteurs suite à cette nouvelle
renégociation?

Enfin, étant donné que le nombre d'agriculteurs va diminuer d'une
façon spectaculaire suite à la prise de ces mesures, je pense que
nous irons finalement vers des kolkhozes et des sovkhozes. Cette
image est très forte mais c'est ce qui nous attend, je crois.

Madame la ministre, telles sont mes questions concernant cette
réforme de la politique agricole commune.

Er is geen gekwalificeerde
meerderheid in de Ministerraad
ten gunste van een ander
ontwerp. Bestaat er een ander
ontwerp? Is België bereid er een
in te dienen en een sociaal
programma ten gunste van de
landbouwers te vragen?

04.02

Annemie Neyts

, ministre: Monsieur le président, monsieur le

premier ministre, chers collègues, cher député, je me permettrai, en
guise de première réponse aux différentes questions posées, de
rappeler quelles sont les répartitions de compétences en matière
d'agriculture.

Vous savez très bien que, depuis le 1

janvier 2002, l'agriculture est

devenue une compétence quasi exclusive des Régions et que mon
rôle depuis la même date se limite mais ce n'est ni négligeable, ni
facile à être le porte-parole, au sein du conseil "Agriculture" de
l'Union européenne, des points de vue auxquels sont arrivées en
commun les Régions.

Cependant, il se trouve que je suis, en même temps, très
spécifiquement en charge de tous les aspects multilatéraux du
commerce international. Cette compétence m'est propre. Dans cette
perspective, je suis évidemment obligée ce que je fais avec grand
plaisir de suivre de très près les négociations de l'OMC qui ont lieu
à Genève. Donc, je vais répondre à vos questions mais en vous
demandant de garder à l'esprit les répartitions de compétences.

Au sujet de la politique agricole commune, les commentaires ne

04.02

Minister

Annemie Neyts

Mijn taak is beperkt tot het
verdedigen van het standpunt van
de Gewesten, die sedert 1 januari
2002 bevoegd zijn voor landbouw.
Omdat ik tevens belast ben met
de multilaterale aspecten van de
internationale handel, volg ik de
onderhandelingen van de WHO in
Genève.

Vermits de interministeriële
conferentie voor de landbouw pas
morgen bijeenkomt om een
standpunt in te nemen, kan ik u
alleen zeggen wat ik er persoonlijk
van denk.

We staan voor drie belangrijke
vervaldata: de tussentijdse
herziening van het GLB die op de
Top van Berlijn werd afgesproken;

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

sont, aujourd'hui, que d'ordre personnel. En effet, ce n'est que
demain après-midi que se réunira la conférence interministérielle sur
l'agriculture qui arrêtera la position que je défendrai, lundi prochain,
au nom de la Belgique, lors du Conseil de l'agriculture. Si vous
voulez me suivre dans cette perspective, je continuerai à parler.
Sinon, je dois me résoudre à vous suggérer de faire poser la
question aux ministres compétents dans les conseils régionaux.

Trois phases se rapprochent. Le premier rendez-vous est la révision
à mi-parcours de la politique agricole commune, monsieur Arens, qui
a été convenue lors du Sommet de Berlin, lorsqu'on a déterminé les
adaptations de cette dernière. Rendez-vous donc en 2003 pour une
révision à mi-parcours, évaluation et ajustement éventuel.

Le deuxième élément est l'élargissement et le challenge qui
consistait à offrir aux agriculteurs des futurs pays membres des
conditions convenables, conformes aux dispositions du traité mais
demeurant toujours dans les perspectives financières 2000-2006.

Troisième grand défi: la dynamisation des négociations qui se
tiennent actuellement à l'OMC à Genève et où il se trouve que,
depuis plusieurs mois, l'Union européenne en ne déposant aucun
projet, aucune proposition concrète sur la table des négociations s'est
trouvée de plus en plus isolée.

J'ai eu de nombreux contacts en tant que responsable des aspects
multilatéraux du commerce extérieur mais aussi en tant que
responsable politique des missions économiques que nous
conduisons à l'étranger. Le premier sujet de discussion avec
n'importe quel partenaire d'un pays à l'extérieur de l'Union
européenne a toujours trait à la politique agricole commune.

Dès lors, depuis l'été dernier, le commissaire Fischler a mis sur la
table plusieurs propositions de révision qu'il va actualiser en vue
d'obtenir l'autorisation du Conseil des ministres, le Conseil Affaires
générales, de faire des propositions concrètes à Genève. Celles-ci
concernent les négociations commerciales et sont en grande partie
identiques à celles qu'il a faites pour la réforme de la PAC.

Il n'y a donc pas encore de point de vue belge car il sera établi
demain après-midi. Cependant, je puis vous assurer que nous
partageons un certain nombre de préoccupations.

Monsieur le président, veuillez excuser la longueur de ma réponse
mais le sujet est complexe.

de uitbreiding van de EU die de
landbouwers van de nieuwe
lidstaten het voordeel van de in de
verdragen opgenomen bepalingen
moet bieden maar dan in het
vooruitzicht van 2000-2006; het
aanzwengelen van de WHO-
onderhandelingen waar de
Europese Unie steeds meer
geïsoleerd raakt omdat zij niets
concreets te bieden heeft.

président

: Votre collègue s'inquiétait du fait que je ne m'inquiétais pas!

04.03

Annemie Neyts

, ministre: Je le tiens à l'oeil!!

04.04

Josy Arens

(cdH): Je vous surveille tous les deux!

04.05

Annemie Neyts

, ministre: C'est votre devoir. Mais comme il

est mon voisin au Conseil des ministres, j'ai intérêt à ce que nous
continuions à bien nous entendre!

Monsieur Arens, les préoccupations que nous avons en commun sont

04.05

Annemie Neyts

, ministre:

We delen sommige bezorgdheden
van de heer Arens: een
gewaarborgd inkomen voor de
landbouwers; een garantie van het

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

les suivantes:
1. garantir les revenus des agriculteurs;
2. garantir ou sauvegarder les possibilités de survie de l'agriculture
belge; même si les agricultures flamande et wallonne sont
différentes, elles ont en commun la caractéristique d'être
essentiellement familiales. Elles ne sont donc pas de type kolkhoze,
kovkhoze, sovkhoze mais ce sont des entreprises familiales;
3. échelonner les mesures dans le temps de telle façon que les
entreprises agricoles puissent s'y adapter sans drame et sans
tragédie.

Une autre préoccupation a été exprimée de façon très éloquente par
notre premier ministre. Il s'agit de faire en sorte que l'évolution de la
politique agricole européenne contribue à diminuer et non à élargir le
fossé entre les pays riches et les pays pauvres.

Monsieur le président, je sais que je n'ai pas été brève mais, comme
je le disais en commençant, c'est un sujet extrêmement complexe.

voortbestaan van de Belgische
landbouw die hoofdzakelijk uit
gezinsbedrijven bestaat; een
fasering die de landouwbedrijven
in staat stelt zich geleidelijk en
zonder tragische gevolgen aan te
passen; een bijdrage van het GLB
aan het verkleinen van de kloof
tussen rijke en arme landen.

président

: Tout est complexe, le règlement aussi!

04.06

Josy Arens

(cdH): Monsieur le président, je remercie

madame la ministre pour cette réponse. J'espère qu'elle recevra le
consensus des régions pour pouvoir peser de tout son poids sur les
décisions européennes.

04.06

Joseph Arens

(cdH): Ik

hoop dat de Gewesten een
consensus bereiken en dat de
minister al haar invloed zal
aanwenden om de beslissingen op
Europees niveau te beïnvloeden.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Question de Mme Karine Lalieux au premier ministre sur "le portail fédéral et la citoyenneté"

(n° P164)

05 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de eerste minister over "de federale portaalsite en het

burgerschap" (nr. P164)

05.01

Karine Lalieux

(PS): Monsieur le président, monsieur le

premier ministre, je vous remercie de venir répondre à cette
question.

président

: (...)

05.02

Karine Lalieux

(PS): J'ai des feuilles sous les yeux car je n'ai

pas d'ordinateur devant moi. Et j'arrive à mes fins aussi.

Au mois de décembre, nous avons vu l'arrivée du nouveau portail
fédéral, qui affiche de grandes ambitions. C'est un outil d'information
auprès du citoyen, de nos fonctionnaires et de l'ensemble de nos
entreprises et c'est très bien.

Curieuse de nature, vous le savez monsieur le président, j'ai été
"surfer" sur ce portail fédéral. Lorsqu'on voit la page d'accueil, il y a
différentes choses qui sont référencées: gouvernement fédéral,
service public, Communautés et Régions. Mais le pouvoir législatif
est absent, ni Chambre, ni Sénat. Curieuse de nature mais pas
nombriliste, je vais voir plus loin en me disant qu'on ne doit peut-être
pas être en première page.

05.02

Karine Lalieux

(PS): De

wetgevende macht is de grote
afwezige op de startpagina van de
nieuwe federale portaalsite. Zij
komt trouwens evenmin aan bod
op de rest van de site. Waarom
werd niet gezorgd voor links naar
de sites van Kamer en Senaat?

De portaalsite verwijst naar
Herman De Croo als minister van
Staat, niet als voorzitter van de
Kamer van
volksvertegenwoordigers.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

En allant plus loin, on va sur "Organisation de l'Etat". Là, je suis
rassurée, les trois pouvoirs sont cités. Il est néanmoins indiqué que la
feuille d'information est incomplète et qu'elle sera complétée. Alors
qu'un site de la Chambre existe, je pense que les concepteurs de ce
site fédéral auraient pu faire une référence au site de la Chambre ou
au site du Sénat, soyons bons joueurs, en attendant de construire
quelque chose eux-mêmes.

Toujours pas découragée, je vais voir plus loin sur "Responsables
politiques": rien du tout. Sur "Autres autorités", on cite les
Communautés, on ne cite pas le parlement. Sur "Etat", rien du tout
non plus.

Alors, en désespoir de cause, je tape les mots "Herman De Croo".
Vous êtes fort connu, monsieur le président. Là, effectivement, vous
êtes référencé. Je me suis dit "ouf!", on est quelque part. Mais vous
êtes référencé comme ministre d'Etat et en aucun cas comme
président de notre assemblée.

05.03

Guy Verhofstadt

, premier ministre: (...)

05.04

Karine Lalieux

(PS): Peut-être. Il y a beaucoup de nos ex-

ministres qui sont référencés mais en aucun cas la Chambre.

Si on tape "gouvernement", c'est vrai qu'on tombe sur tous les
membres du gouvernement. D'un clic, on passe sur le site particulier
du premier ministre mais il est plus difficile de trouver les sites
particuliers des autres ministres. Par contre, monsieur le ministre de
la Justice, j'ai fait une petite recherche pour vous. Je cherchais
l'adresse et des compétences de la Justice. Si vous tapez "Justice"
dans "rechercher", le résultat indiqué sera "zéro". Si vous cherchez
"ministère de la Justice", il sera mis "zéro". Il faut chercher dans
"services publics fédéraux". Mais je crois que nos citoyens ne savent
pas encore que nos ministères sont des services publics fédéraux.
Vous pouvez aller demander au citoyen s'il sait ce que "SPF" veut
dire.

Donc, monsieur le premier ministre, dans un souci de bonne
communication et de bonne information du citoyen, mes questions
seront: qui a conçu ceci et surtout qui contrôle la conception de ceci,
qui contrôle les mises à jour, qui les supervise? Quand le citoyen
sera-t-il enfin correctement informé? C'est bientôt la période
électorale et c'est bon d'avoir une bonne information.

05.04

Karine Lalieux

(PS): Men

geraakt moeiteloos op de site van
de premier, maar bij "ministerie
van Justitie" vindt men niets, wel
bij "Federale Overheidsdienst
Justitie", een naam waarmee de
bevolking helemaal nog niet
vertrouwd is.

Wie houdt er toezicht op die
portaalsite en wie zorgt voor de
actualisering ervan?

Wanneer krijgt de burger correcte
informatie?

président

: Je vous remercie de défendre notre maison. Je dois dire que le site web de la Chambre est

excellent.

05.05

Guy Verhofstadt

, premier ministre: Mais on ne parle pas ici

de site web, monsieur le président, on parle d'autre chose. Le portail
fédéral est naturellement une oeuvre en plein développement. Nous
avions commencé mais j'avais indiqué avec M. Vandenbossche que
cela allait encore prendre des semaines et des mois. Pour le
moment, il y a dix mille pages sur le portail qui ne correspondent qu'à
15% du volume global qui sera mis sur le portail. Pour le moment, on
est en train d'ajouter chaque jour des pages supplémentaires, des
"links" supplémentaires sur le portail. Ces dix mille pages

05.05

Eerste minister

Guy

Verhofstadt

: De federale

portaalsite wordt volop verder
ontwikkeld. Wat er nu is, is nog
maar 15% van wat er uiteindelijk
moet komen. Elke dag worden er
nieuwe links toegevoegd. De
portaalsite is niet gemaakt om te
functioneren met sleutelwoorden

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

correspondent donc à 15% du volume total disponible au moment de
l'installation complète du portail. Il n'est pas conçu de manière à
permettre de trouver le mot "Parlement" ou "État" ou "Département".
Il est conçu d'une autre manière. On part de trois catégories qui sont
"Citoyens", "Fonctionnaires" et "entreprises". Quand on entre dans le
portail par ces mots, un certain nombre de questions s'ouvrent et
c'est donc par thème qu'on entre dans les différentes informations.

Mais il est vrai que j'ai fait le même exercice que vous si l'on
commence par "Etat" puis "autorités fédérales", et ensuite, que l'on
entre dans "parlement fédéral", on peut arriver à la Chambre et au
Sénat mais en direct, par le moteur de recherche, on ne le trouve
pas. C'est un problème technique que j'ai immédiatement
communiqué suite à votre question. J'ai donné des instructions pour
que ce problème soit résolu au plus vite et j'espère que, dès la
semaine prochaine, on pourra faire ensemble un essai.

Vous m'avez aussi posé la question de savoir qui est responsable
pour quelle partie du travail. En ce qui concerne la conception et
l'architecture du site, c'est le FEDICT qui a fait le travail. C'est la
raison pour laquelle j'avais pensé que M. Van den Bossche pourrait
vous répondre mais il m'a relayé cette tâche.

Ensuite, en ce qui concerne le contenu des pages, il est élaboré par
les représentants de tous les SPF, les SPP et les représentants des
Communautés et des Régions. Les pages"Communautés" sont donc
traitées par les Communautés, les pages relatives aux Régions par
les Régions et celles relatives aux départements, par les
représentants des SPF. Naturellement la mise à jour s'effectue sous
la responsabilité de chaque département indépendamment des
autres.

Vu les objectifs poursuivis par ce portail, qui sera le noeud du
transfert de communications, dans les semaines qui viennent on va
entrer dans une deuxième phase, c'est-à-dire l'interactivité. En effet,
les gens, via le portail, vont pouvoir effectuer des actes administratifs
dirigés vers les départements. Ce ne sera plus un portail donnant
uniquement des informations, y compris les "links". Ce portail
donnera aussi la possibilité d'exécuter des actes administratifs, pas
tous les actes administratifs: on va commencer avec quelques actes
administratifs et petit à petit, semaine après semaine, mois après
mois, d'autres actes administratifs viendront s'ajouter et pourront être
effectués par le citoyen ou l'entreprise par le biais du portail.

La structure temporaire de création du portail va être maintenant
remplacée par une structure permanente. Pourquoi? Parce qu'on a
maintenant constaté que pour vraiment alimenter, continuer à
alimenter, et actualiser le portail, il est absolument nécessaire d'avoir
une structure permanente. On a décidé de positionner cette structure
permanente au sein de la direction générale de la communication
externe. C'est la raison pour laquelle vous m'avez posé cette
question puisque la communication externe dépend de la
chancellerie. Cette structure sera composée d'une quinzaine de
personnes. Cette cellule sera opérationnelle et chargée du quotidien,
de la relecture des données, des améliorations en termes de
communication. Elle sera également responsable pour la mise en
place de nouveaux projets sur le portail.

zoals Parlement, Staat of
departement, maar zal werken op
basis van woorden als burger,
bedrijf of ambtenaar, die toegang
verlenen tot de onderscheiden
onderdelen van de site. De
zoekmachine sputtert inderdaad
nog wat, maar er wordt aan
gewerkt.
Ontwerp en architectuur zijn van
de hand van de federale
overheidsdienst ICT (FEDICT). De
inhoud van de pagina's, waarvoor
elk departement verantwoordelijk
is, wordt geselecteerd door
vertegenwoordigers van de
FOD's, de POD's, de
Gemeenschappen en de
Gewesten.

Die portaalsite zal de spil worden
van het communicatiesysteem,
want ze zal interactief worden
gemaakt en het zal mogelijk
worden administratieve
verrichtingen uit te voeren.

Het beheer werd toevertrouwd aan
een permanente structuur binnen
de algemene directie
Communicatie, die afhangt van de
Kanselarij. Een vijftiental mensen
zal instaan voor het dagelijks
beheer, het nazicht en het
opzetten van nieuwe projecten.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

président

: On vit d'espoir.

05.06

Karine Lalieux

(PS): Monsieur le premier ministre, je vous

remercie pour votre réponse précise. J'espère que demain, en tout
cas très vite, le pouvoir législatif qui est quand même un pouvoir
central dans une démocratie sera sur le site. Il est vrai que
lorsqu'un site a demandé autant de moyens, je crois qu'il ne faut pas
se contenter d'ambitions mais bien de résultats.

05.06

Karine Lalieux

(PS): Ik

hoop dat men op zeer korte
termijn via de portaalsite ook de
site van het Parlement zal kunnen
bereiken. Plannen is niet
voldoende, enkel het resultaat telt.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

06 Questions jointes de

- M. Georges Clerfayt au ministre de l'Intérieur sur "l'emploi des langues dans les convocations
électorales des communes périphériques" (n° P161)
- Mme Karine Lalieux au ministre de l'Intérieur sur "les communes à facilités - convocations
électorales" (n° P162)

06 Samengevoegde vragen van

- de heer Georges Clerfayt aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het taalgebruik op de
kiesbrieven in de randgemeenten" (nr. P161)
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de kiesbrieven in de
faciliteitengemeenten" (nr. P162)

06.01

Georges Clerfayt

(MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, aux dernières nouvelles et si on n'y prend garde, il risque
d'y avoir du grabuge dans les communes à facilités à l'occasion des
prochaines élections législatives, et notamment en ce qui concerne
l'envoi des convocations. En effet, selon une jurisprudence constante
de la Commission permanente de contrôle linguistique, ces
convocations doivent être considérées comme des rapports avec les
particuliers. Cela signifie qu'elles doivent être envoyées dans la
langue dont l'intéressé fait usage dans ses rapports avec l'autorité
locale. Cette façon de procéder a toujours été celle du ministère de
l'Intérieur. En effet, jusqu'à présent, vos prédécesseurs ont toujours
endossé cette responsabilité et confirmé cet état de chose à
l'occasion des circulaires concernant les opérations électorales, et
pour la dernière fois dans la circulaire du 5 mars 1999 précédant les
élections du 13 juin 1999.

Or, monsieur le ministre, nous apprenons que le ministre des Affaires
intérieures de la Région flamande vient de décider qu'en matière
d'envoi des convocations électorales, les communes devaient
appliquer la circulaire Peeters. Par une telle annonce, il essaie de
faire, sur une plus grande échelle et de manière plus réussie
espère-t-il sans doute-, ce qu'il a déjà tenté de faire à l'occasion des
dernières élections communales d'octobre 2000.

Il va de soi que nous estimons que cela va créer une situation
difficile dans les communes concernées qui ne savent plus à quelle
autorité se vouer. Certains, et nous en sommes, estiment que seul le
ministre de l'Intérieur du niveau fédéral est compétent en ces
matières et que le ministre des Affaires intérieures de la Région
flamande agit au-delà de ses compétences.

En conséquence, pourriez-vous me confirmer que, pour le ministre
de l'Intérieur de l'actuel gouvernement, il en sera comme par le
passé et que sa compétence dans l'affaire sera réaffirmée et que son

06.01

Georges Clerfayt

(MR): In

de faciliteitengemeenten dreigen
moeilijkheden naar aanleiding van
de verzending van de
oproepingsbrieven voor de
komende verkiezingen. Uit de
constante rechtspraak van de
VCTT blijkt dat die brieven
moeten worden beschouwd als
een onderdeel van de
betrekkingen van de overheid met
de particulieren en dus moeten
worden opgesteld in de taal die de
betrokkene in zijn betrekkingen
met de overheid gebruikt. De
opeenvolgende ministers van
Binnenlandse Zaken hebben dit
altijd zo geïnterpreteerd. Nu
hebben wij vernomen dat de
minister van Binnenlandse Zaken
van het Vlaamse Gewest onlangs
heeft beslist dat de gemeenten
hiervoor de omzendbrief Peeters
moeten toepassen. Wij denken
dat dit problemen in de
gemeenten zal veroorzaken, want
de burgers zullen niet meer weten
wiens woord ze moeten
respecteren. Voor sommigen en
ook voor ons is alleen de
federale minister van
Binnenlandse Zaken bevoegd.
Bevestigt u dat alleen uw
interpretatie moet worden

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

interprétation sera la seule à devoir être suivie par le pouvoir
communal? Je vous remercie.

nageleefd?

06.02

Karine Lalieux

(PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, M. Clerfayt a clairement énoncé le problème. Je voudrais
cependant redire à cette tribune que vous êtes ministre de l'Intérieur
et, qu'en tant que tel, vous êtes responsable de l'organisation des
élections, de l'envoi des convocations électorales, ainsi que de
l'utilisation, de l'application et du respect de la loi sur l'emploi des
langues et ce, dans les communes à statut spécial.

Vous savez que la commune de Rhode-St-Genèse, je ne
m'étendrai pas sur ce cas une nouvelle fois est aujourd'hui dans
une situation inextricable: ses comptes ne passent pas, plus
personne ne veut y exercer la fonction de receveur. Le citoyen est
donc directement victime de cette situation.

Monsieur le ministre, je voudrais vous poser quelques questions
précises:

1) Allez-vous faire des actions positives pour que les élections se
passent le mieux possible et que soit respectée, dans chaque
commune de la périphérie, la loi sur l'emploi des langues?

2) Pouvez-vous me confirmer que le gouverneur adjoint est le garant
de l'application de cette loi sur l'emploi des langues et qu'il dépend
toujours de l'autorité fédérale? Je vous pose cette question car
depuis les accords de la St-Polycarpe, les choses se sont un peu
complexifiées.

Je voudrais également vous poser une question subsidiaire,
monsieur le ministre. Afin de sauver les communes rencontrant
aujourd'hui de réelles difficultés et d'aider des citoyens qui ne
pourront peut-être pas faire valoir leur droit démocratique parce qu'ils
n'auront pas reçu une convocation électorale dans la langue de leur
inscription à la commune, pourriez-vous envisager d'envoyer un
commissaire spécial? Vous savez qu'on est souvent contre les
commissaires spéciaux parce qu'ils impliquent une réduction de
l'autonomie communale, mais dans ce cas, il s'agit de sauver une
autorité communale démocratiquement élue et aider les citoyens.
Etes-vous prêt à envisager une telle mesure? Dans l'affirmative,
pourrait-il, par exemple, s'agir du gouverneur adjoint?

Je vous remercie, monsieur le ministre.

06.02

Karine Lalieux

(PS): De

heer Clerfayt heeft een duidelijk
beeld van de feiten geschetst. U
bent verantwoordelijk voor de
organisatie van de verkiezingen
en voor de naleving van de wet op
het taalgebruik. De toestand in
Sint-Genesius-Rode is reeds een
onontwarbaar kluwen waarvan de
burger het rechtstreekse
slachtoffer is. Zal u effectief
optreden opdat de wet op het
gebruik van de talen wordt
nageleefd? Bevestigt u dat de
adjunct-gouverneur er moet voor
zorgen dat de wet op het
taalgebruik wordt nageleefd en dat
hij onder uw gezag staat?
Overweegt u eventueel een
bijzondere commissaris te zenden
om de rechten van de burgers te
beschermen? Zou dat de adjunct-
gouverneur kunnen zijn?

président

: Monsieur le ministre, je viens d'apprendre un mot nouveau: "complexifier" une question!

06.03

Antoine Duquesne

, ministre: Monsieur le président, je

confirme que dans les instructions qui seront données aux présidents
des bureaux principaux électoraux pour les élections législatives
fédérales fixées au 18 mai de cette année, j'adopterai la même
position que celle que j'avais arrêtée dans ma circulaire du 24 juillet
2000, publiée en prévision des élections provinciales et communales
du 8 octobre 2000.

Je précise que cette position était aussi celle de mon prédécesseur,
le ministre Van den Bossche, qui l'avait défendue dans sa circulaire

06.03

Minister

Antoine

Duquesne

: De mededelingen die

ik aan de belangrijkste
stembureaus zal doen, zullen
sporen met het standpunt in mijn
circulaire van 25 mei 2000 die
werd opgesteld met het oog op de
verkiezingen van oktober 2000.
Dat standpunt komt op zijn beurt
weer overeen met het standpunt

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

du 5 mars 1999 publiée au Moniteur belge du 20 mars 1999 en
prévision des élections du 13 juin 1999 qui ont eu lieu simultanément
pour le Parlement européen, les chambres législatives fédérales et
les conseils des régions et des communautés.

Cette position me paraît, en effet, tout à fait raisonnable,
conformément à la jurisprudence constante de la Commission
permanente de contrôle linguistique. Les lettres de convocation aux
élections, de même d'ailleurs que celles qui sont adressées aux
assesseurs des bureaux électoraux, doivent être considérées au sens
des lois linguistiques coordonnées comme des rapports avec des
particuliers. Il en résulte que dans les 19 communes de
l'arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale ainsi que dans
celles qui sont dotées d'un régime linguistique spécial, à savoir les
six communes de la périphérie bruxelloise, les communes de la
frontière linguistique, les communes de la région de langue
allemande et les communes de Malmedy et Waimes, ces documents
doivent être établis dans la langue dont le destinataire a demandé
l'emploi dans ses rapports avec l'autorité locale.

Je maintiens cette position inchangée et je rappellerai cette
jurisprudence dans les instructions que je viens d'évoquer. Bien
entendu, je ferai le nécessaire sur l'ensemble du territoire pour que
les élections se déroulent de manière paisible, sereine, sérieuse et
dans les meilleures conditions pour tout le monde, avec la
collaboration de tous, en ce compris le gouverneur adjoint du
Brabant.

van mijn voorganger, de heer Van
den Bossche, en het lijkt mij een
heel redelijk standpunt gezien de
constante jurisprudentie van de
VCTT. In de 19 gemeenten van
het arrondissement Brussel en in
gemeenten met een bijzondere
taalregeling moet de kiesbrief dus
opgesteld worden in de taal die
door de geadresseerde gevraagd
werd. Ik zal bij dat standpunt
blijven en zal in mijn instructies
nogmaals de aandacht vestigen
op de jurisprudentie
dienaangaande.

06.04

Georges Clerfayt

(MR): Monsieur le ministre, je prends acte

de votre réponse. La balle est donc dans votre camp! J'espère que
tout se passera conformément à votre annonce et que, par
conséquent, la loi triomphera malgré ceux qui prétendent l'interpréter
autrement.

Je vous prie de réfléchir à la question de savoir comment on peut
avoir un pays qui soit un Etat de droit lorsque deux autorités
concurrentes prétendent interpréter, sur le même territoire, la loi de
manière différente. Il est évident que cette situation est intenable.
Elle dure depuis trop longtemps et j'espère que l'on trouvera
rapidement le moyen d'y mettre un terme!

06.04

Georges Clerfayt

(MR): Ik

hoop dat alles zal verlopen zoals
u hier aankondigt, en dat de wet
nageleefd zal worden, en dat
diegenen die het tegendeel
beweren, ongelijk krijgen. Hoe kan
men volhouden dat we in een
rechtsstaat leven als twee
afzonderlijke overheden de wet op
hetzelfde grondgebied op een
verschillende manier
interpreteren?

06.05

Karine Lalieux

(PS): Monsieur le ministre, je prends

également acte de votre réponse et de votre intention. J'attire votre
attention sur le fait qu'aujourd'hui les comptes de certaines
communes ne sont pas agréés par l'autorité. Des problèmes se
posent donc et j'espère que vous réfléchirez à cette question pour
trouver une solution. Je vous en remercie.

06.05

Karine Lalieux

(PS): In

sommige gemeenten zijn er al
problemen. Ik hoop dat de
minister verder zal nadenken over
oplossingen voor die gemeenten.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

07 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de

terugvordering van de door het Rampenfonds uitbetaalde vergoeding voor de waterschade in
1998" (nr. P163)

07 Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre de l'Intérieur sur "le recouvrement des indemnités

versées par le Fonds des calamités à la suite des inondations de 1998" (n° P163)

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

07.01

Hagen Goyvaerts

(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, collega's, ik wens niet vooruit te lopen op de
debatten die volgende week zullen plaatsvinden in de commissie
voor het Bedrijfsleven aangaande de wet met betrekking tot de
rampenschade. Mijn vraag gaat over het feit dat een 200-tal
landbouwers een vergoeding hebben ontvangen voor de
waterschade naar aanleiding van de overstromingen in 1998. Dat is
toch zowat 5 jaar geleden. Het gaat om een vergoeding die zij
hebben ontvangen naar aanleiding van overstromingen in de
provincies Limburg, Antwerpen en een gedeelte van Vlaams-
Brabant.

Zij moeten die vergoeding terugbetalen. Zij hebben daarvoor onlangs
een dagvaarding ontvangen. Nochtans werden deze dossiers destijds
door de overheid goedgekeurd en de vergoedingen werden
uitbetaald. U zult begrijpen dat dat bij de betrokkenen nogal
verwarrend overkomt. Zij begrijpen de situatie ook niet goed, want de
overheid heeft de schade eerst erkend, de dossiers afgewerkt, de
vergoedingen uitbetaald en nu op haar beslissing terugkomt. Ik heb
de indruk dat dat niet echt de rechtszekerheid bevordert. Ik heb
begrepen dat uw kabinet zich momenteel over die problematiek
buigt.

Ik had graag van u geweten welke stappen of initiatieven u zult
nemen om die terugvorderingen van de vergoedingen aan de
betrokken landbouwers teniet te doen?

07.01

Hagen Goyvaerts

(VLAAMS BLOK): Environ 200
agriculteurs du Limbourg,
d'Anvers et d'une partie du
Brabant flamand qui ont été
indemnisés par le Fonds des
calamités à la suite des
inondations de 1998 ont reçu un
courrier les invitant à rembourser
les sommes en question. A
l'époque, les pouvoirs publics
avaient pourtant approuvé leurs
dossiers. Les intéressés ne savent
plus à quoi s'en tenir. Cette
manière d'agir n'est guère de
nature à renforcer la sécurité
juridique.

Quelles initiatives ont-elles été
prises par le ministre pour annuler
ces demandes de
remboursement?

07.02

Antoine Duquesne

, ministre: Monsieur le président, l'arrêté

royal du 18 novembre 1998 a reconnu comme calamité publique les
pluies intenses des 13, 14 et 15 septembre 1998. Dans ce cadre, de
nombreux agriculteurs ont introduit une demande d'indemnisation
auprès du Fonds des calamités pour les dommages que le maïs
aurait subis. De grandes discussions ont eu lieu à ce sujet pour
savoir si ces dommages pouvaient être considérés comme des
dommages directs, matériels et certains, en conséquence de la
calamité qui, elle, était reconnue.

Dans un premier temps, les gouverneurs ont pris des décisions
positives. Par contre, le service fédéral des calamités qui relevaient
à l'époque du ministre de l'Infrastructure depuis Copernic, les
choses ont changé est arrivé à la conclusion que les dommages
causés au maïs devaient être considérés comme dommages
indirects. C'est ainsi que des recours ont été introduits contre les
décisions déjà prises devant des cours d'appel et que ces services
ont demandé aux gouverneurs de revoir leur jurisprudence.

Actuellement, quelle est la situation? Les cours d'appel ont confirmé
la position du service fédéral des calamités dans plus de 100 arrêts.
Je cite la position de ces juridictions: "Ce ne sont pas les trois jours
de pluie intense reconnue comme calamité qui ont provoqué les
dommages, mais le fait que le maïs n'a pas pu être récolté au
moment opportun et qu'il a, dès lors, été exposé aux circonstances
climatiques défavorables de l'automne, ce qui a provoqué la perte."
Théoriquement, il doit y avoir des procédures de récupération. Mais
je suis parfaitement conscient des difficultés, spécialement sur le
plan financier, que cela peut entraîner pour les agriculteurs. Je suis
prêt à réfléchir à différentes formules. C'est la raison pour laquelle j'ai
demandé à mon chef de cabinet de recevoir les représentants des

07.02

Minister

Antoine

Duquesne

: Bij koninklijk besluit

van 18 november 1998 werd de
regenval van 13, 14 en 15
september als ramp erkend.
Landbouwers hebben bij het
Rampenfonds een
vergoedingsaanvraag ingediend
voor schade aan het maïsgewas.

Aanvankelijk namen de
gouverneurs positieve
beslissingen in deze dossiers. De
federale dienst Rampenschade
was echter van oordeel dat het om
onrechtstreekse schade ging en
ging in beroep. De gouverneurs
werd gevraagd hun rechtspraak te
herzien. De hoven van beroep
hebben in meer dan 100 arresten
het standpunt van de federale
dienst Rampenschade bevestigd.
Nu zouden procedures moeten
volgen om de uitgekeerde
vergoedingen terug te vorderen. Ik
heb mijn kabinetschef gevraagd
op 31 januari de
vertegenwoordigers van de
landbouwsector te ontvangen, om
na te gaan hoe hun problemen
kunnen worden aangepakt en

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

milieux agricoles pour discuter du problème et examiner nos
possibilités d'intervention. Je crois que cette réunion est prévue pour
le 31 janvier.

kunnen worden aangepakt en
welke rol wij daarbij zouden
kunnen spelen.

07.03

Hagen Goyvaerts

(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister, ik

dank u voor uw antwoord. Het blijft natuurlijk een beetje koffiedik
kijken wat er uit het onderzoek zal komen of uit de herziening van de
dossiers. Anderzijds is het zo natuurlijk dat is technisch dat eens
een landbouwgrond verzopen is in het water, men nog onmogelijk de
gewassen daarop, kan recupereren. In dit geval was dat maïs.
Bijgevolg hebben die landbouwers een inkomstenderving gehad.

In het kader van de recente overstromingen zou het toch een beetje
tegenstrijdig klinken dat deze betrokkenen hun vergoeding zouden
moeten terugbetalen en dat de bewoners van de villawijken in Sint-
Martens-Latem, Destelbergen en Mariakerke bij wijze van spreken op
een wettelijke manier alles terugbetaald zouden krijgen. Dat zou toch
een discriminatoir karakter omvatten. Ik kijk uit naar het vervolg van
het verhaal, zoals u hebt aangekondigd op 31 januari van deze
maand.

07.03

Hagen Goyvaerts

(VLAAMS BLOK): Le mystère
reste entier. Ces agriculteurs ont
été privés de rentrées parce que
leurs terres étaient détrempées et
qu'elles n'ont pu être cultivées
pendant toute une période. En
revanche, les habitants des
quartiers nantis vont être
entièrement indemnisés pour les
dégâts matériels subis. Il s'agirait
d'une discrimination. J'attendrai
cependant les résultats qui, selon
le ministre, seront connus le 31
janvier.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

08 Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister van Justitie over "het verblijf van een

mensensmokkelaar in het asielcentrum 'Zon en Zee/De Passage' te Westende" (nr. P165)

08 Question de M. Yves Leterme au ministre de la Justice sur "le séjour d'un trafiquant d'êtres

humains au centre d'accueil pour demandeurs d'asile 'Zon en Zee/De Passage' à Westende"
(n° P165)

08.01

Yves Leterme

(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, collega's, in mei 2002 werd een asielzoeker van Afghaanse
nationaliteit die verblijft in het centrum Zon en Zee, opgehaald
wegens in verdenking stelling voor het op grote basis organiseren
van mensensmokkel. Uiteindelijk bleek dat die mensensmokkel werd
georganiseerd vanuit het open asielcentrum, met een heel netwerk
en met als voorwerp tientallen, om niet te zeggen honderden,
mensen die in nood verkeren en dan het voorwerp zijn van uitbuiting,
omdat hun wordt voorgehouden dat ze in Groot-Brittannië kunnen
belanden en van daar hun situatie kunnen regulariseren.

Er is sinds enkele dagen daar in de regio nogal wat commotie,
mijnheer de minister, omdat naar verluidt men zegt en in de krant
leest dat de betrokkene die ondertussen het voorwerp heeft
uitgemaakt van een gerechtelijk onderzoek, in vrijheid zou gesteld
zijn en terug zou zijn verwezen naar het open asielcentrum in
Westende. Daar zou hij naar verluidt, ik herhaal het, verblijven. Ik
herhaal, op die plaats zijn de potentieel strafbare feiten door hem
gepleegd, die aanleiding waren tot het oppakken van betrokkene.

Mijnheer de minister van Justitie, ik wil u de kans geven om in alle
sereniteit de stand van zaken en de waarheid rond dit dossier te
geven. Ik denk dat in dossiers met betrekking tot deze problematiek
migratie en asiel wij allen er alle belang bij hebben dat de
mensen de waarheid kennen en dat indien er dingen zouden zijn
gebeurd van die aard of beslissingen genomen zoals in de kranten
verteld, het nodig is een aantal dingen anders aan te pakken.

08.01

Yves Leterme

(CD&V): En

mai 2002, un demandeur d'asile
afghan qui séjournait au centre
d'accueil "Zon en Zee" à
Westende a été arrêté pour
suspicion de trafic d'êtres humains
à grande échelle. Il a été remis en
liberté après une enquête
judiciaire et serait à nouveau
hébergé au centre "Zon en Zee".

Il est primordial que le public
sache la vérité dans le cadre des
dossiers relatifs à la politique
d'asile et d'immigration. Si tout
s'est déroulé comme l'a relaté la
presse et comme le laissent
entendre les rumeurs, comment le
ministre peut-il garantir que
l'intéressé comparaîtra devant le
juge et ne fuira pas le pays?
Quelle a exactement été la
décision du juge d'instruction?
Comment le ministre peut-il
garantir qu'il n'existe aucun risque
de récidive? Estime-t-il qu'une
telle décision soit de nature à

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

In eerste instantie stel ik u de vraag, mijnheer de minister van
Justitie, of u toelichting kan geven en kan bevestigen dat de situatie
is zoals ik ze schets en zoals ze ook in de krant heeft gestaan, zoals
dit dus de ronde doet daar in de regio. Kan u toelichting geven bij
desgevallend de beslissing van de onderzoeksrechter om de
betrokkene terug onder te brengen in het open asielcentrum?

Ten tweede, hoe kan u waarborgen dat de betrokkene zich zal
melden bij de rechtbank van zodra hij gedagvaard wordt en niet het
land zal ontvluchten, aangezien hij verblijft in een open
asielcentrum? Zijn desgevallend aan de beslissing voor zover die
er is voorwaarden verbonden die eventueel de vrijheid van
betrokkene inperken?

Ten derde, hoe kan u waarborgen, in het verlengde daarvan, dat
betrokkene die bij manier van spreken als een kat terug bij de melk is
geplaatst, zich niet verder schuldig zal maken aan de hem ten laste
gelegde feiten?

Ten slotte een algemene vraag en de vraag die de mensen stellen
die dat vernemen: bent u van oordeel, mijnheer de minister van
Justitie, dat dergelijke beslissing bevorderlijk is voor het goede begrip
en de goede verstandhouding onder de bevolking en tussen enerzijds
de lokale bevolking en anderzijds de mensen in nood die in het
asielcentrum Zon en Zee verblijven?

favoriser la bonne compréhension
entre la population et les habitants
du centre "Zon en Zee", qui se
trouvent, pour la plupart, en
situation de détresse?

08.02 Minister

Marc Verwilghen

: Mijnheer de voorzitter, collega

Leterme, onder voorbehoud van het feit dat het een individuele zaak
betreft en zonder het geheim van het gerechtelijk onderzoek te
schenden, kan ik u meedelen dat de betrokken persoon op een
bepaald ogenblik het voorwerp heeft uitgemaakt van een
aanhouding. Er werd een gerechtelijk onderzoek bevolen, maar men
heeft geoordeeld dat het niet noodzakelijk was hem nog langer onder
de banden van een aanhoudingsbevel te houden. Dat betekent dat
de rechterlijke macht heeft geoordeeld dat er geen gevaar voor
recidive bestaat of dat er geen redenen bestaan voor de betrokkene
om zich te onttrekken aan de behandeling ten gronde. Wie in
vervolging werd gesteld, moet een adres opgeven waar hij kan
worden bereikt. Men meldt mij dat er in dit dossier geen enkele
maatregel werd getroffen door de gerechtelijke overheden die in die
zin een beslissing zouden hebben genomen. Men heeft hem dus niet
onder voorwaarden in vrijheid gesteld. Men heeft hem niet gezegd
dat een van die voorwaarden was dat hij daar zou verblijven. Dit is
verre van een gelukkige situatie. Ik deel terecht uw mening dat,
wanneer een dossier werd geopend over iemand met betrekking tot
mensenhandel, men hem dan ook uit dat milieu moet weghouden.
Dat lijkt mij de meest essentiële beslissing die kan worden genomen.

Ik moet u doen opmerken dat beslissingen van de raadkamer tot de
uitsluitende bevoegdheid van de rechterlijke macht behoren en niet
van de uitvoerende macht. Dienaangaande heb ik geen enkel
instrument om tussenbeide te komen. Ik neem ook aan dat, indien
het openbaar ministerie zich niet kan neerleggen bij een beslissing
die in die zin wordt genomen door de correctionele raadkamer, het in
elk geval hoger beroep zal aantekenen. Wij moeten terzake natuurlijk
ook nog het vermoeden van onschuld in overweging nemen. Ik deel
echter wel uw bekommernis en uw mening. Ik heb trouwens ook

08.02

Marc Verwilghen

ministre: Il s'agit d'un cas
individuel. Il faut respecter le
secret de l'instruction.

La personne en question a été
arrêtée mais remise en liberté. Le
pouvoir judiciaire ne craint donc
pas de récidive ni que l'intéressé
se soustraie au traitement de
l'affaire quant au fond. Il n'a pas
été libéré conditionnellement. Les
autorités judiciaires n'ont donc pas
imposé comme condition qu'il
s'installe à "Zon en Zee". Comme
à l'accoutumée toutefois, il a dû
fournir une adresse où il peut être
contacté.

Je ne me félicite pas de cette
situation et je partage le point de
vue de M. Leterme. Il s'agit, en
définitive, d'un cas de traite
d'êtres humains et je crois qu'il est
préférable d'éloigner l'intéressé de
ce milieu. Je n'ai toutefois pas pu
intervenir parce que la décision de
la chambre du conseil relève de la
compétence du pouvoir judiciaire.
J'imagine que le ministère public
ira en appel s'il n'est pas d'accord.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

gezegd aan de gerechtelijke diensten die in deze zaak
verantwoordelijkheid dragen, dat zij met de grootste schroom ten
overstaan van dergelijke maatregelen moeten handelen en
desgevallend maatregelen moeten nemen om een einde te maken
aan deze toestand.

Je dois toutefois rappeler la
présomption d'innocence.

J'ai fait part de ma préoccupation
aux autorités judiciaires.

08.03

Yves Leterme

(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, ik ben toch wel verbijsterd. Enerzijds, volg en steun ik u
volledig wanneer u zegt dat wij ons niet hoeven te mengen in het
gerechtelijk onderzoek. Anderzijds, dient u toch toe te geven dat voor
de nodige sereniteit met betrekking tot het open asielcentrum in
Westende, het toch bijzonder moeilijk aan de mensen uit te leggen is
dat men iemand die dergelijke strafbare feiten op grote schaal zou
hebben gepleegd en daarvoor in mei 2002 werd opgepakt, iemand
die het leed van de mensen die daar verblijven, uitbuit en criminele
activiteiten zou hebben ontwikkeld, gewoon vrijlaat.

U zegt dat hij een adres moest opgeven. De raadkamer of de
instanties die moesten oordelen vanuit Justitie of vanuit het gerecht
hebben het niet nodig gevonden om voorwaarden aan zijn vrijlating
te koppelen. Mijnheer de minister, u bent lid van een regering die
toch globaal de politieke verantwoordelijkheid moet opnemen voor
het asielbeleid. U noemt het zelf een ongelukkige situatie waarbij de
persoon blijkbaar opnieuw verblijft op de plaats waar hij die strafbare
feiten heeft gepleegd en waar hij omringd is door mensen die
desgevallend het voorwerp zijn geweest van die strafbare
handelingen. Ik zou u en de hele regering willen oproepen een einde
te maken aan deze toestand. Dat behoort wellicht niet tot de
bevoegdheid van de gerechtelijke instanties, maar er moet door
Binnenlandse Zaken of door de bevoegde instanties waarvoor u als
lid van de regering verantwoordelijkheid draagt, worden opgetreden
opdat betrokkene daar niet langer zou kunnen verblijven, opdat de
kat niet langer bij de melk zou worden gezet en aldus recidive wordt
voorkomen.

08.03

Yves Leterme

(CD&V): Je

suis sidéré. Je comprends que le
ministre ne puisse pas s'immiscer
dans une enquête judiciaire mais,
pour que la sérénité requise
entoure le centre "Zon en Zee", je
demande au gouvernement, qui
est tout de même responsable de
la politique d'asile, de mettre fin à
cette situation. Il est très malaisé
d'expliquer pareille situation aux
gens.

08.04 Minister

Marc Verwilghen

: Mijnheer Leterme, laat er geen

enkele twijfel over bestaan, ik deel uw mening terzake. Zodra ik
daarvan in kennis werd gesteld, heb ik geïntervenieerd om een
definitieve oplossing te vinden.

08.04

Marc Verwilghen

ministre: Je partage votre avis. Je
suis intervenu à plusieurs reprises
pour rechercher une solution.

08.05

Yves Leterme

(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de

minister voor de bijkomende mededeling maar ik hoop dat er ook
effectief opgetreden wordt ik herhaal het omwille van de
sereniteit waarmee men het probleem van de asielzoekers en het
functioneren van het centrum moet kunnen benaderen.

08.05

Yves Leterme

(CD&V): Je

remercie le ministre d'avoir
communiqué ces compléments
d'information mais j'espère que le
nombre d'interventions réelles va
augmenter.

08.06 Minister

Marc Verwilghen

: Mijnheer de voorzitter, ik wil alleen

nog zeggen dat ik tijdens de vergadering van het college van
procureurs-generaal, die ik vanmorgen bijwoonde, naar aanleiding
van deze problematiek de specifieke aandacht van het college heb
gevestigd op die toestanden. Het is ook de verantwoordelijkheid van
de rechterlijke macht dat zij duidelijke instructies geeft en dat het
openbaar ministerie effectief optreedt. Dat is de verantwoordelijkheid
van Justitie. Er zijn nog andere verantwoordelijkheden die een rol
spelen.

08.06

Marc Verwilghen

ministre: J'ai attiré l'attention des
procureurs généraux sur cette
situation ce matin.

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

08.07

Yves Leterme

(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb de

indruk dat het iets te gemakkelijk is zich te verschuilen achter de
verantwoordelijkheid van de gerechtelijke instanties. De uitvoerende
macht is verantwoordelijk voor het functioneren van, en de situatie,
in de open asielcentra. Ik denk dat de regering in deze dus moet
optreden teneinde recidive te vermijden. Ik hoop dat dit zal gebeuren
in de komende dagen.

08.07

Yves Leterme

(CD&V): Il

est trop facile de se retrancher
derrière la responsabilité des
instances judiciaires. Le
gouvernement assume la
responsabilité des centres d'asile.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

09 Question de M. Vincent Decroly au ministre de la Justice sur "l'attitude des juridictions

liégeoises vis-à-vis des victimes" (n° P166)

09 Vraag van de heer Vincent Decroly aan de minister van Justitie over "de houding van de Luikse

rechtbanken tegenover slachtoffers" (nr. P166)

09.01

Vincent Decroly

(indépendant): Monsieur le président,

monsieur le ministre, la semaine dernière a vraiment été une
semaine de très mauvais temps pour les procureurs du Roi de notre
pays, puisque deux chambres du conseil se sont tenues, à deux jours
d'intervalle, et elles ont toutes deux refusé de suivre les réquisitions
de leur procureur du Roi respectif.

C'est ainsi qu'à Neufchâteau, cette décision a abouti au fait de
soustraire aux Assises de nombreux inculpés dans l'affaire Dutroux,
Nihoul et consorts et qu'à Liège, la veille, on ait renvoyé Carine
Russo en correctionnelle pour des raisons qui paraissent
relativement anodines, au nom d'une prétendue dénonciation
calomnieuse à l'autorité. Mme Russo se verrait aujourd'hui exposée
à une peine de 15 jours à 6 mois de prison, ainsi qu'à une amende.

Monsieur le ministre, en tant que pouvoir exécutif, vous ne pouvez
évidemment pas vous prononcer sur le fond d'une affaire en cours
mais vous êtes aussi le responsable du ministère public et vous avez
votre mot à dire sur le fonctionnement de celui-ci et l'action du
parquet général. Je voudrais cependant vous demander jusqu'où
pourra-t-on aller dans ce dossier en matière d'indécence et
d'incohérence.

Il y a quelques semaines, je vous interpellais déjà sur le
comportement quelque peu incroyable de Mme Thily, qui avait, face
à des caméras de la BBC en janvier 2002, menti purement et
simplement sur l'évolution du dossier "Julie et Mélissa". Mme Thily
avait en effet prétendu que les analyses d'ADN étaient terminées, ce
qui était inexact. D'ailleurs, elles ne le sont toujours pas.

Par ailleurs, elle avait traité Mme Louf de "malade" alors qu'il est
établi unanimement et que cette personne a vécu et subi de graves
traumatismes sexuels.

La semaine passée, un pas de plus a été franchi. En effet, la
Chambre du conseil de Liège a adressé un signal en ce sens que
tout citoyen qui aurait à se plaindre de l'action de la police et
déposerait une plainte à ce sujet pourrait le faire, mais à ses risques
et périls.

Enfin, sur base de ce que nous savons aujourd'hui, il semblerait que

09.01

Vincent Decroly

(onafhankelijke): Vorige week
hebben twee raadkamers
geweigerd gevolg te geven aan de
vorderingen van de procureurs
des Konings van Neufchâteau en
Luik. Wat is uw standpunt als
hoofd van het Openbaar
Ministerie hieromtrent? Ik heb de
leugenachtige verklaringen van
mevrouw Thily reeds aan de kaak
gesteld, maar nu is men nog een
stap verder gegaan.

Waarom moest de beslissing tot
verzending naar de correctionele
rechtbank op 16 januari worden
genomen, meer bepaald de dag
voordat de raadkamer van
Neufchâteau bijeenkwam?

Wat hebt u reeds gedaan en wat
bent u van plan nog te doen?

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Mme Thily aurait annoncé le report, après la tenue des Assises dans
l'affaire Dutroux, Nihoul et consorts, de cette session du tribunal
correctionnel. Dès lors, la question suivante se pose: pourquoi a-t-il
fallu que cette décision de renvoi en correctionnel se prenne
précisément le 16 janvier, c'est-à-dire la veille de la chambre du
conseil de Neufchâteau?

Monsieur le ministre, je souhaite vous interroger sur ce que vous
avez fait et sur ce que vous comptez faire concernant ces différents
aspects?

09.02

Marc Verwilghen

, ministre: Monsieur le président, collègue

Decroly, en ce qui concerne les deux ordonnances rendues par les
chambres du conseil de Liège le 16 janvier et de Neufchâteau le 17
janvier, le ministère public n'a pas reçu le feu vert pour sa demande
à l'audience. Dans les deux cas, le ministère public a interjeté appel,
ce qui démontre que le ministère public fonctionne conformément à
sa ligne de conduite initiale. A mes yeux, c'est le plus important et je
m'en réjouis.

Pour rappel, dans le dossier de Liège, le ministère public avait
demandé un non-lieu et n'a pas été suivi par la chambre du conseil.
Dans l'affaire de Neufchâteau, un appel a été introduit pour les
personnes n'ayant pas été renvoyées devant la Cour d'Assises.
Maintenant, il faut attendre que la chambre des mises en accusation
se prononce.

Deuxièmement, en ce qui concerne les déclarations faites par le
procureur général de Liège, j'ai déjà dit, en son temps, qu'elles
étaient inappropriées, voire même blessantes. Ces propos ne
conviennent pas à un ministère public. J'ai été très ferme et je l'ai
confirmé par écrit au procureur général. En ce qui concerne
d'éventuelles mesures pouvant être prises, nous sommes limités par
le droit disciplinaire. Je fais les recherches nécessaires. Toutefois, je
dois constater que je ne dispose pas de moyens légaux. En tous cas,
mon point de vue reste inchangé. Je l'ai déjà confirmé en ces
termes.

09.02

Minister

Marc Verwilghen

De raadkamer is in haar twee
ordonnanties niet ingegaan op de
vraag van het openbaar
ministerie, dat in beide gevallen in
beroep zal gaan. In Luik werd een
buitenvervolgingstelling gevraagd,
in Neufchâteau werd een beroep
ingediend. De kamer van
inbeschuldigingstelling moet een
uitspraak doen. Het openbaar
ministerie is

bij zijn

oorspronkelijke gedragslijn
gebleven.

Ik blijf erbij dat de verklaringen
van de procureur-generaal van
Luik ongepast en kwetsend zijn.
Het tuchtrecht is echter beperkt. Ik
beschik niet over wettelijke
middelen om op te treden.

09.03

Vincent Decroly

(indépendant): Monsieur le président,

monsieur le ministre, je souhaite attirer votre attention sur une
culture de la maltraitance institutionnalisée qui semble de plus en
plus s'installer dans la manière dont les juridictions liégeoises opèrent
vis-à-vis de certaines victimes. Je pense qu'un problème de fond se
pose qui n'est pas simplement lié à une coïncidence ou à un
dérapage malheureux. Selon moi, vous devez être attentif à cette
évolution récente. Aujourd'hui, ceux qui jouent sur le timing et
reportent l'éventuelle décision de traduire Mme Russo en
correctionnelle après le procès en Assises, jouent non seulement
avec les nerfs des victimes mais également avec la crédibilité de
l'institution du ministère public dont vous assumez une partie de la
direction.

Je vous remercie.

09.03

Vincent Decroly

(onafhankelijke): Ik ben bang dat
we te maken krijgen met een
cultuur van geïnstitutionaliseerde
mishandeling. Er bestaat een
probleem ten gronde, los van een
ongelukkige samenloop van
omstandigheden, dat de
geloofwaardigheid van het
openbaar ministerie op de helling
kan zetten.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

10 Question de Mme Zoé Genot au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé

de la Politique des grandes villes sur "le désamiantage de la tour Madou et l'agrément des
entreprises" (n° P168)

10 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,

belast met het Grootstedenbeleid over "de asbestverwijdering in de Madoutoren en de erkenning
van de bedrijven" (nr. P168)

(La réponse sera fournie par le ministre de la Défense)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Landsverdediging)

10.01

Zoé Genot

(ECOLO-AGALEV): Monsieur le président, tout

près de notre Parlement, à la lisière de la commune de Saint-Josse,
se trouve la Tour Madou: 32 étages et, comme beaucoup des tours
construites dans les années '60, de l'amiante. Pas uniquement de
l'amiante dangereux, il y a de l'amiante-ciment qui, s'il est enlevé
précautionneusement, n'est pas dangereux mais il y a de l'amiante
très friable, qui doit être enlevé dans un univers confiné et qui est
assez dangereux.

L'Institut bruxellois de gestion de l'environnement (IBGE) a eu
l'occasion de se rendre sur ce chantier à plus de sept reprises, à
chaque fois de dresser des PV, des mises en demeure et de
constater des irrégularités: le confinement n'était pas respecté, les
bâches étaient déchirées, les déchets disparaissaient
mystérieusement. Le chantier est assez malmené.

Un de nos conseillers communaux, M. Ahmed Mouhssin, a eu
l'occasion de s'en inquiéter. Le bourgmestre, M. Demannez, un de
vos collègues, a répondu que tout se passait très bien mais qu'on
donnait les agréments à n'importe qui. Je pense qu'il serait utile de
rassurer ce bourgmestre Mme Onkelinx a dans ses compétences
l'agrément des entreprises de désamiantage et de pouvoir lui dire
qu'on ne donne pas ces agréments à n'importe qui. En effet, une des
entreprises qui a été agréée et qui l'est encore à l'heure actuelle, a,
sur ce chantier comme sur d'autres, reçu de multiples PV.

Tient-on compte, lorsqu'on accorde un agrément, des PV qui sont
conservés au niveau régional, vu que l'inspection médicale reçoit ces
PV?

Un inspecteur du travail qui s'inquiétait pour la santé des travailleurs
sur ce chantier est venu et a fait des analyses. Quels sont les
résultats de ces analyses?

Cet inspecteur a aussi dressé un PV qui a été transmis au parquet.
A-t-on une idée du suivi de ce PV?

Voilà les questions que je voulais poser.

10.01

Zoé Genot

(ECOLO-

AGALEV): Het BIM heeft de
werkzaamheden voor de
asbestverwijdering uit de
Madoutoren geïnspecteerd.
Daarbij werden
onregelmatigheden vastgesteld,
processen-verbaal opgemaakt en
ingebrekestellingen opgesteld. De
burgemeester van de gemeente
verklaarde dat om het even wie
zomaar een erkenning kan krijgen.
Wat zijn de resultaten van de
analysen van de
arbeidsinspecteurs? Wordt er nog
verder gevolg gegeven aan de
processen-verbaal?

10.02

André Flahaut

, ministre: Monsieur le président, l'inspection

médicale du service public fédéral de l'Emploi, du Travail et de la
Concertation sociale a été amenée à intervenir dans les
circonstances suivantes. L'entreprise de démolition, qui n'est pas un
enleveur d'amiante, a effectué des travaux d'aménagements d'une
trémie sanitaire verticale en traversant une série d'étages de
l'immeuble. Lors de ces travaux, des matériaux contenant de
l'amiante ont contaminé des étages inférieurs qui avaient déjà fait

10.02

Minister

André Flahaut

Het bedrijf dat op de bouwplaats
van de Madoutoren gewerkt heeft,
is een slopersfirma, geen bedrijf
dat gespecialiseerd is in
asbestverwijdering. Er is
inderdaad een besmetting
vastgesteld op de laagste

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

l'objet d'enlèvement et de nettoyage d'amiante par une entreprise
dûment agréée. L'inspection médicale a adressé deux pro-justitia à
l'encontre du maître de l'ouvrage et de l'entreprise de démolition pour
avoir effectué des travaux d'enlèvement d'amiante sans disposer
d'un agrément approprié. L'inspection médicale a procédé à la prise
d'échantillons de matériaux qui avaient contaminé les étages
assainis. Les résultats de cette analyse effectuée par le laboratoire
de toxicologie industrielle du service public fédéral a confirmé la
présence d'amiante dans ces matériaux.

En ce qui concerne la coordination entre services, c'est-à-dire l'IBGE,
compétent pour la protection de l'environnement, et l'inspection
médicale, compétente pour la protection de la santé et la sécurité
des travailleurs, elle procède de deux façons: une collaboration
informelle sur le terrain où des visites d'inspection se font en
commun, un échange d'informations par courrier où l'IBGE avertit
l'inspection médicale de ses observations sur le terrain en ce qui
concerne les éventuelles infractions observées dans le déroulement
des travaux. Dans ces cas, l'inspection médicale intervient pour son
domaine de compétences propre. Ces échanges d'informations ne
sont ni systématiques, ni exhaustifs.

Lors de la procédure de renouvellement d'agrément, toutes les
directions de l'inspection médicale sont consultées et sont priées de
faire le relevé de toutes les non-conformités et infractions constatées
lors des travaux d'enlèvement d'amiante. La nature et la gravité de
ces infractions sont prises en compte pour motiver le non-
renouvellement de l'agrément.

Dans le cas des travaux d'enlèvement d'amiante de la Tour Madou,
aucun des enleveurs agréés n'était en demande de renouvellement
de leur agrément.

verdiepingen. De medische
inspectie heeft twee pro justitia's
gestuurd, aan de opdrachtgever
en het bedrijf. De analysen
bevestigen dat er asbest in het
gebouw zit.

De coördinatie tussen het werk
van de medische inspectie en dat
van het BIM gebeurt via informele
samenwerking op de bouwplaats
en correspondentie. Wanneer een
verlenging van de erkenning wordt
aangevraagd, wordt de medische
inspectie geraadpleegd. Geen
enkel bedrijf dat op de bouwplaats
van de Madoutoren actief is, heeft
een verlenging van de erkenning
aangevraagd.

président

: Merci, monsieur le ministre. Je transmettrai la réponse écrite de Mme Onkelinx à Mme

Genot.

10.03

Zoé Genot

(ECOLO-AGALEV): Monsieur le ministre, je

remercie le ministre pour cette réponse.

Je constate que des analyses ont été réalisées, en tout cas au niveau
fédéral. C'est la première fois qu'on admet publiquement la présence
d'amiante dans une série d'étages de cette tour. Je m'en réjouis. Au
niveau de la coordination, l'information circule manifestement mais
on continue malgré tout à agréer des entreprises dont certaines
pratiques ont donné lieu à des pro justitia. Je pense qu'il faudra
revenir sur cette question.

10.03

Zoé Genot

(ECOLO-

AGALEV): Het is een goede zaak
dat analyses werden verricht. Ik
stel vast dat de informatie bekend
raakt maar dat men niettemin
weinig scrupuleuze
ondernemingen blijft erkennen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

11 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de vice-eerste minister en minister van

Werkgelegenheid over "de buitenlandse arbeidskrachten" (nr. P160)

11 Question de M. Ludwig Vandenhove à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "la

main-d'oeuvre étrangère" (n° P160)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Landsverdediging)
(La réponse sera fournie par le ministre de la Défense)

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

11.01

Ludwig Vandenhove

(SP.A): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, collega's, ik wilde kort een vraag stellen aan
mevrouw Onkelinx. Ik heb dat al een paar keren gedaan, maar het
antwoord was elke keer negatief. Mijn vragen over eventuele
buitenlandse arbeidskrachten die in de fruit- en groentesector
ingeschakeld zouden kunnen worden bij gebrek aan binnenlandse
arbeidskrachten, werden in het verleden door mevrouw Onkelinx
inderdaad negatief beantwoord. Gedeeltelijk is dat trouwens terecht,
omdat er nog een voldoende potentieel op de Vlaamse en Belgische
arbeidsmarkt aanwezig is. In antwoord op een van mijn vragen heeft
zij zelfs beslist dat het PWA-stelsel vereenvoudigd zou worden.
Afgelopen weekend konden wij in de krant lezen dat de Vlaamse
minister-president aangekondigd heeft dat er wel een versoepeling
zou komen, vooral wat arbeidskrachten uit het Oostblok betreft.

Voor zover ik op de hoogte ben, kan dat natuurlijk niet alleen op het
Vlaamse niveau geregeld worden, maar is daar ook een aanpassing
van de federale wet voor nodig. Mijnheer de minister, mijn vraag aan
u en uiteraard aan mevrouw Onkelinx luidt natuurlijk: is het de
intentie van de federale regering een versoepeling toe te staan, wat
tot nu toe niet het geval was?

11.01

Ludwig Vandenhove

(SP.A): J'ai déjà demandé à
plusieurs reprises s'il peut être fait
appel à des travailleurs étrangers
pour la cueillette des fruits. A
chaque fois, Mme Onkelinx a
rejeté cette idée parce qu'il faut en
premier lieu recourir aux
travailleurs potentiellement
mobilisables sur le marché
intérieur. Elle avait envisagé une
extension du système des ALE.

Le ministre-président flamand a
toutefois récemment déclaré
vouloir instaurer un régime plus
souple pour le recours à des
travailleurs étrangers pour la
cueillette des fruits, ce qui
suppose un aménagement de la
loi fédérale. Un assouplissement
est-il prévu?

11.02

André Flahaut

, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, je vous transmets la réponse que Mme Onkelinx m'a
communiquée.

Puisqu'il s'agit de travail pour lequel il n'est pas nécessaire d'avoir un
degré de formation élevé ni une longue expérience, beaucoup de
travailleurs potentiels déjà présents sur le marché du travail belge
entrent en ligne de compte. Il s'agit de chômeurs, d'étudiants,
d'étrangers régularisés, de candidats réfugiés politiques, de
personnes qui se réintègrent sur le marché du travail. Ceux qui
jouissent du revenu vital entrent en ligne de compte. Mon collègue
qui est compétent pour l'intégration sociale va sensibiliser
spécifiquement les CPAS à ce sujet.

En outre, le système des agences locales pour l'emploi a été adapté
récemment et peut de ce fait être mieux utilisé pour les moments de
pointe dans les secteurs agricole et horticole. Si on ne trouve pas ou
pas suffisamment de main-d'oeuvre pour ce travail, cela est aussi dû
en grande partie aux conditions de travail, rémunérations basses et
travail souvent lourd du point de vue physique.

Sur la base de la législation en vigueur, on ne peut faire appel à la
main-d'oeuvre étrangère qu'en cas de pénurie de main-d'oeuvre sur
le marché du travail européen. Dans ce cas, on peut faire appel à
des travailleurs d'un pays avec lequel la Belgique a signé un accord
d'emploi. Actuellement, il n'existe aucun accord avec les futurs
membres de l'Union européenne. De ce fait, par exemple, les
Polonais, les Hongrois et les Tchèques n'entrent pas en ligne de
compte. Par ailleurs, le kern a récemment décidé de ne pas conclure
de tels accords avec ces pays. Il n'y a donc aucune adaptation
réglementaire prévue et aucun élargissement vers un nombre de
pays dont on pourrait engager de la main-d'oeuvre au cas où il y
aurait pénurie de main-d'oeuvre interne.

11.02

Minister

André Flahaut

namens

Laurette Onkelinx,

minister: Veel potentiële
werknemers komen in
aanmerking. Het systeem van de
PWA's, dat opnieuw is aangepast,
kan beter worden toegepast voor
de piekperiodes in de land- en
tuinbouwsectoren. Er moet
rekening worden gehouden met
de arbeidsvoorwaarden, met
name lage bezoldigingen en
zware arbeid. Op buitenlandse
werknemers kan slechts een
beroep worden gedaan als er een
gebrek aan arbeidskrachten is op
de Europese markt. Bij gebrek
aan akkoord met de toekomstige
lidstaten kan de reglementering
niet worden aangepast.

In artikel 38 van het koninklijk
besluit van 9 juni 1999 worden de
grenzen van de afwijking
vastgesteld. De reglementering
inzake arbeidsvergunningen en de
arbeidskaart behoren tot de
bevoegdheid van de federale
overheid.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Dans le cadre de ses compétences, le ministre régional peut délivrer
un permis de travail pour un travailleur provenant d'un pays avec
lequel il n'existe pas d'accord d'emploi, et ce en vertu de l'article 38,
paragraphe 2, de l'arrêté royal du 9 juin 1999 pris en exécution de la
loi du 30 avril 1999, concernant l'emploi de travailleurs étrangers.
Cet article définit clairement les limites de la dérogation. Elle doit se
faire par décision motivée pour des cas individuels et ma collègue
insiste sur ce mot qui sont à considérer pour des raisons
économiques ou sociales.

Enfin, la réglementation en matière de permis de travail et de carte
de travail est une compétence fédérale. Les régions sont
compétentes pour l'application de la législation et pour délivrer les
permis de travail.

11.03

Ludwig Vandenhove

(SP.A): Mijnheer de minister, ik dank u

voor uw omstandig antwoord dat duidelijk in tegenstelling is tot de
berichtgeving in dat verband.

11.03

Ludwig Vandenhove

(SP.A): Il ressort de cette réponse
que les informations de la
semaine dernière étaient
inexactes.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

12 Question de M. Jean-Jacques Viseur au ministre des Finances sur "l'accord intervenu au sein

d'Ecofin sur la taxation des revenus mobiliers" (n° P167)

12 Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de minister van Financiën over "het akkoord van

de Ecofin-Raad betreffende de belasting op roerende inkomsten" (nr. P167)

12.01

Jean-Jacques Viseur

(cdH): Monsieur le président, monsieur

le ministre, je suis de ceux qui se réjouissent de l'accord intervenu.
Si nous n'avons pas été très loin, si nous n'avons pas tout couvert,
l'Europe s'est faite à petits pas et a démontré par ces petits pas
successifs que l'on pouvait, finalement, faire un grand pas. "Un petit
pas pour l'homme, un grand pas pour l'humanité!". Ce n'est pas la
même chose ici, c'est un petit pas pour la fiscalité, un grand pas pour
l'Europe!

Je le répète, je suis favorable à cet accord. Je me réjouis aussi, pour
ce qui concerne les centres de coordination, de la prolongation
jusqu'en 2010. J'espère que vous ne rencontrerez pas trop de
difficultés au sein de votre gouvernement car, il y a quelques
années, on me traitait d'immoral parce que je trouvais que ces
centres étaient un bon moyen de défense face à la concurrence
fiscale des autres pays.

Mais puisque l'on s'oriente vers un système d'échange d'informations
et on aurait pu tout aussi bien s'orienter plutôt vers un système de
précompte libératoire , je me demande pourquoi la Belgique se
range du côté de l'Autriche et du Luxembourg alors même que nous
sommes un pays qui ne bénéficie pas si on peut appeler cela un
bénéfice , qui ne pratique pas le secret bancaire, contrairement aux
deux autres pays. Nous avons une discrétion bancaire chez nous, ce
qui est quand même une notion différente. Un des ennuis qui pourrait
résulter du système adopté est que alors que l'on peut concilier
échange d'informations et précompte libératoire maintenu à un taux
assez bas l'on risque d'être entraîné vers un précompte libératoire

12.01

Jean-Jacques Viseur

(cdH): Ik verheug mij over het
akkoord, en ben blij dat de
coördinatiecentra nog tot 2010 in
ons land mogen blijven
functioneren.

Er komt dus een systeem van
gegevensuitwisseling, maar ik
vraag me af waarom België
daarop, net als Oostenrijk en
Luxemburg, een uitzondering
vraagt, terwijl ons land, in
tegenstelling tot die twee andere
landen, geen bankgeheim heeft.

Dreigen we op die manier niet te
af te glijden naar een systeem met
een hogere liberatoire voorheffing
dan wat toegepast wordt in de
landen die wel informatie
uitwisselen?

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

beaucoup plus lourd que celui appliqué par les pays pratiquant
l'échange d'informations. Je voulais donc connaître les raisons de
cette option pour la voie luxembourgeoise alors que la voie
européenne, et même mondiale à travers l'OCDE, va plutôt dans
l'autre sens.

12.02

Didier Reynders

, ministre: Monsieur le président, monsieur

Viseur, je vais répondre très brièvement car je suppose que nous
reviendrons sur ce point en commission des Finances et surtout
lorsque l'accord sera définitif, au mois de mars, je pense. En un mot,
quelques commentaires quand même sur cet accord.

D'abord, pour ce qui concerne la Belgique, nous devions surtout
obtenir un accord sur un paquet fiscal, pas seulement sur l'épargne
vous l'avez rappelé mais aussi sur le code de conduite. Nous
tentions d'obtenir une prolongation au-delà de 2005 des centres de
coordination. Ce n'est pas 2005 qui est retenu, c'est le 31 décembre
2010. Par conséquent, tous les engagements pris juridiquement par
la Belgique c'est quand même chaque fois un engagement de l'Etat
belge jusqu'à fin 2010 seront maintenus jusqu'à leur terme,
jusqu'au dernier jour. Cela concerne quand même 250 entreprises
installées dans des centres de coordination dans notre pays.

Ensuite, j'ai déjà entendu un certain nombre de choses sur cet
accord mais il faut savoir que cet accord concerne les non-résidents.
En d'autres termes, pour beaucoup de concitoyens épargnant en
Belgique, cet accord ne change rien. Toujours, si c'est nécessaire, un
précompte libératoire, sans plus mais l'accord ne change
évidemment rien aux Belges qui épargnent en Belgique, ce sont
toujours les non-résidents qui sont concernés.

Enfin, et je vous rassure, je n'irai pas au-delà dans les commentaires
généraux, il s'agit de prélever un minimum d'impôts partout en
Europe sur l'épargne, un minimum d'impôts sur les intérêts payés.
On m'a déjà dit plusieurs fois: "On a investi dans des actions, que se
passe-t-il?". Rien. A entendre les commentaires de ces dernières
heures, je crois qu'il est utile de rappeler que cela ne concerne que
les intérêts payés.

Pourquoi le choix de la retenue à la source en Belgique? C'est une
longue tradition. On parle beaucoup de réformes fiscales mais depuis
celle de 1962, nous connaissons un système de précompte qui
fonctionne. Ce système fonctionne tellement bien que je puis vous
confirmer que, à ce jour, je ne reçois encore aucune information
d'aucun Etat membre de l'Union en la matière.

On nous a annoncé que nous irions vers un système d'échange
d'informations. Il faudra faire la démonstration que ce système
fonctionne. C'est pourquoi, depuis le début, c'est-à-dire 1997, la
Belgique plaide pour la coexistence des deux systèmes. J'ai donc,
dès 1999, repris le même point de vue. J'ai plaidé pour la
coexistence et pour le prélèvement d'un précompte, en ce qui
concerne la Belgique, y compris sur les non-résidents. Et ainsi que je
l'ai dit suite à l'accord, avant de passer à des taux peut-être
exorbitants en 2010 (où les 35% seront applicables), nous aurons
cinq à six ans c'est-à-dire entre le 1

janvier 2004 et le début de

2010, où un précompte de 15 ou 20% sera prélevé pour nous poser
la question du passage à l'échange d'informations.

12.02

Minister

Didier Reynders

Allereerst wil ik u in herinnering
brengen dat we een akkoord
moeten vinden over een volledig
fiscaal pakket, niet alleen over
spaartegoeden. Daarnaast geldt
het akkoord de niet-ingezetenen
van een land, en dus verandert er
niets voor de Belgische spaarders
in België. Ten slotte is het de
bedoeling een minimumbelasting
te heffen op de rente.

Waarom hebben we gekozen voor
de bronbelasting? Wel, omdat het
systeem dat we sinds 1962
toepassen, dat van de
voorheffing, prima werkt, en eerst
nog zal moeten blijken of het
systeem van de informatie-
uitwisseling wel even efficiënt is.

Sinds 1997 pleit België voor het
samengaan van de twee
systemen, en ook onlangs nog
hebben we dat gedaan.

Zes jaar lang, van 2004 tot 2010,
zullen wij ons afvragen of de
overgang naar de informatie-
uitwisseling wenselijk is.
Ondertussen moeten derde
landen zoals Zwitserland dat
systeem echter aanvaarden.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Cela étant, même si l'on prétend souvent aujourd'hui que l'on va
dans cette direction, encore faut-il que des pays tiers la Suisse et
d'autres acceptent aussi un minimum d'échange, comme cela sera
le cas dans le cadre de l'OCDE, pour que nous soyons tenus de
passer à ce même échange.

Si nous avons maintenu cette logique de coexistence et donc de
précompte ou de retenue à la source, c'est parce que c'est le seul
système qui fonctionne aujourd'hui. C'est la position que défend la
Belgique depuis le début. De plus, nous pensons que nous pourrons
évoluer, dans les cinq à six ans à venir, en fonction du caractère
efficace de l'échange venant des autres pays et de l'évolution qui
devra intervenir dans les pays tiers.

12.03

Jean-Jacques Viseur

(cdH): Monsieur le président, le

ministre n'a rien dit de plus que ce que j'ai dit.

Cependant, je prends acte du fait que l'on va tester des informations
pour en faire, peut-être, un système généralisé ou en venir à une
solution qui s'est avérée excellente en Belgique et suivant laquelle
on prévoit un précompte libératoire pour l'ensemble des revenus
mobiliers.

Je vous remercie.

12.03

Jean-Jacques Viseur

(cdH): Ik neem er nota van dat
men het systeem van informatie-
uitwisseling dus zal uittesten om
het misschien te veralgemenen.
Waarom overweegt u niet om tot
een liberatoire voorheffing voor
alle roerende inkomsten te
komen?

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

13 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid

en Leefmilieu over "de reactie van de minister betreffende de petitie van dokters uit de Noordrand
in verband met de concentratie van nachtvluchten" (nr. P170)

13 Question de M. Bart Laeremans au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé

publique et de l'Environnement sur "la réaction du ministre à la pétition de médecins de la
périphérie relative à la concentration des vols de nuit" (n° P170)

13.01

Bart Laeremans

(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,

vanmorgen ontving de minister het bezoek van een delegatie die
meer dan tweehonderd dokters vertegenwoordigen uit de Noordrand
zowat alle dokters die in onze streek wonen en die hem een
bijzonder interessant dossier bezorgden.

Het dossier bevat enerzijds klachten van heel wat personen, over de
nacht- en dagoverlast vanuit de luchthaven van Zaventem en
anderzijds een analyse van de risico's verbonden aan een
concentratiebeleid.

Wat mij interesseert, mijnheer de minister, is te weten welk antwoord
u gaf aan de vertegenwoordigers van de dokters.

De voorbije periode deed zich wat deze aangelegenheid betreft een
en ander voor. Uw collega uit de Vlaamse regering en partijgenote,
minister Dua, gaf haar vergissing opvallend toe en erkende dat het
luchthavenakkoord verkeerd was en feitelijk onuitvoerbaar is en dat
hoe dan ook een spreiding noodzakelijk is. Dat was een belangrijke
evolutie. Blijkbaar had minister Dua eindelijk het licht gezien.

13.01

Bart Laeremans

(VLAAMS

BLOK): Le ministre a reçu ce
matin la visite d'une délégation
qui s'est exprimée au nom de
deux cents médecins de la
périphérie Nord. Ces praticiens
ont regroupé les plaintes
d'habitants de la zone concernée
et analysé les risques sanitaires.
Quelle a été la réponse du
ministre?

Mme Dua a entre-temps admis
que l'accord aéroportuaire était
une erreur et qu'il faut
effectivement répartir les vols.
Mme Durant, quant à elle, s'en
tient à la concentration dont elle
veut atténuer les effets par
l'isolation des habitations. Elle
considère que le gouvernement

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Uw collega van Ecolo, uit de federale regering, minister Durant,
verklaarde evenwel tot gisteren toe in De Standaard dat zij blijft bij
het idee van de concentratie, weliswaar met een toezegging om een
beetje te deconcentreren binnen de concentratie. Voor het overige
wil zij echter alles min of meer op zijn plaats houden want zij wil
isoleren en dus moet men concentreren. Dat is een vreemde
redenering. Zij voegde eraan toe "getekend is getekend" en is dus
van mening dat aangezien de Vlaamse regering het akkoord heeft
ondertekend, dit bijgevolg moet worden uitgevoerd.

Mijnheer de minister, welke houding neemt u terzake aan? Uw
houding zal immers in belangrijke mate mede bepalend zijn voor de
beslissingen van morgen. In de Noordrand is men ten zeerste
benieuwd naar de houding van Agalev in dit dossier.

flamand a apposé sa signature au
bas de l'accord et que ce dernier
doit être exécuté.

13.02 Minister

Jef Tavernier

: Mijnheer de voorzitter, het onderwerp

van de vraag van de heer Laeremans betreft de
gezondheidsaspecten en daarop kan ik het volgende antwoorden.

Het is duidelijk dat het luchtverkeer gevolgen heeft op de gezondheid
en des te meer indien de vluchten 's nachts plaatsvinden. Immers,
naast de normale en door iedereen gekende problemen van
verstoring door lawaai en van luchtverontreiniging, zorgen
nachtvluchten ook voor slaapstoornissen.

Hierbij spelen twee elementen een duidelijke rol, namelijk de
piekmomenten met de piekgeluiden en de frequentie.

Reeds ter gelegenheid van de eerste discussie over het
luchthavenakkoord en over de nachtvluchten, bracht mijn
voorgangster de elementen van volksgezondheid in, op basis van de
toen gekende studies.

Er werd een akkoord bereikt waarbij de nachtvluchten niet werden
afgeschaft. Dat akkoord werd ondertekend en niemand moet de
verantwoordelijkheid die daarmee gepaard gaat ontvluchten. Later
stelde men vast dat de problemen blijkbaar ernstiger waren dan men
op dat ogenblik kon vermoeden. Inmiddels werd de zaak nader
onderzocht en werd er vastgesteld dat er zich ook meer problemen
voordoen op het vlak van de volksgezondheid, meer bepaald wat
betreft de slaap en de slaapverstoring. Inderdaad, het slaappatroon
wordt verstoord in die zin dat de gehinderden slechter en minder vast
slapen, moeilijker kunnen inslapen, ontwaken en dergelijke. Dit heeft
op zijn beurt effecten op de bloeddruk en bovendien heeft dit
repercussies op de normale dagactiviteiten, zoals vermoeidheid,
concentratiestoornissen en dergelijke.

Deze toestand vertaalt zich in een toenemend gebruik van
antidepressiva en slaapmiddelen.

Bij kinderen stelt men ten gevolge daarvan ook leermoeilijkheden
vast. Heel uitzonderlijk kan er ook wat gehoorschade zijn, maar dat
geldt meer voor de arbeiders op de luchthaven dan voor de
omwonenden.

Er is ook de luchtverontreiniging. Vliegtuigen stoten zeker bij het
landen en opstijgen keroseen en andere chemische stoffen uit die
meestal kankerverwekkend zijn. Het is heel duidelijk dat dit de

13.02

Jef Tavernier

, ministre:

Les vols affectent la santé, en
particulier la nuit. A la pollution de
l'air et au bruit s'ajoutent les
troubles du sommeil qui sont
essentiellement fonction de
l'intensité de pointes et de leur
fréquence. Dès la première
discussion à propos des vols de
nuit, mon prédécesseur avait
souligné leur nocivité pour la
santé. L'accord a entre-temps été
signé et les problèmes s'avèrent
plus graves que prévu. Les gens
souffrent de troubles du sommeil
qui induisent à leur tour des
problèmes de tension artérielle et
des difficultés de concentration
pendant la journée. Ils
consomment des barbituriques et
des antidépresseurs. Chez les
enfants, on observe davantage de
difficultés scolaires.
Exceptionnellement surviennent
des problèmes d'audition. Les
avions rejettent du kérosène et
d'autres substances chimiques,
souvent cancérigènes.

Il faut tendre vers une diminution
et une répartition des nuisances et
vers des périodes de quiétude.
Les aspects sanitaires sont pris en
considération dans le cadre des
discussions.

Il faut en tout état de cause
procéder à des travaux d'isolation
supplémentaires. Bien effectués,
ils sont inoffensifs.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

globale pollutie beïnvloedt. Vandaar dat het toch belangrijk is dat
men naar een vermindering en een zekere spreiding van de lasten
probeert te gaan. Uiteindelijk moeten niet alleen de piekmomenten,
maar ook de frequentie in acht worden genomen en moet men
komen tot periodes waarin minder toestellen over het gebied vliegen
en eventueel bepaalde nachten of gedeelten van de nacht dat er niet
wordt gevlogen. Dat is allemaal onderwerp van discussies in de
komende uren en dagen. Wees gerust, de gezondheidselementen
worden meegerekend.

Ten slotte wil ik nog meegeven dat het, los van enig akkoord of enige
discussie over concentratie of deconcentratie, hoe dan ook belangrijk
is dat er ook beter wordt geïsoleerd. Men heeft isolatie nodig voor
energiebesparing en om te strijden tegen de lawaaiverontreiniging.
Goed aangebrachte isolatie brengt geen schade toe aan woningen of
aan de betrokken personen. Het is wel zo dat isolatieprogramma's op
een deskundige, goed voorbereide manier moeten worden
uitgevoerd.

13.03

Bart Laeremans

(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, in uw antwoord hebt u uiteraard laten merken
dat u uw les hebt geleerd. U hebt het dossier weliswaar doorgenomen
en u weet wat de gevolgen zijn op het vlak van gezondheid. Ik denk
dat niemand die ook zal betwisten. De vraag is natuurlijk welke
conclusies u hieruit trekt. U hebt gezegd dat we gerust mogen zijn. U
bent ermee bezig en de gezondheid zal mee in aanmerking worden
genomen, maar tegelijkertijd zegt u daardoor ben ik helemaal niet
meer gerust dat de isolatie nog een belangrijk aspect is. Natuurlijk,
elk huis dat nieuw wordt gebouwd, moet voldoende geïsoleerd zijn,
maar als men voor een bepaalde strook of regio nog altijd in een
isolatieprogramma gaat voorzien, is het duidelijk dat men diezelfde
strook nog altijd wil viseren om te concentreren en dat is
onrechtvaardig. Dat heeft uw collega Dua ingezien. Zij heeft dat ook
duidelijk laten blijken. Zij heeft gezegd dat de vluchten over alle
Gewesten moet worden gespreid, niet alleen binnen een bepaalde
strook, maar over alle Gewesten. Dát moet er gebeuren.

Mijnheer de minister, uw partij wil naar de verkiezingen gaan met de
slogan "Levenskwaliteit". Die levenskwaliteit wil iedereen wel. Dat is
een mooie slogan, maar dat komt zeer cynisch over en het zal bij de
mensen uit de Noordrand zeer cynisch overkomen als u de vluchten
nog altijd gaat concentreren. Iedereen kijkt uit naar de beslissing van
morgen. Als die ingaat tegen de levenskwaliteit van een welbepaalde
doelgroep, meen ik dat uw vertegenwoordigers die over enkele
weken campagne zullen komen voeren in de Noordrand wel eens
in pek en veren zouden kunnen worden gestoken. De mensen
aanvaarden zo een discriminatie niet meer.

13.03

Bart Laeremans

(VLAAMS

BLOK): Le ministre a bien étudié
sa leçon, mais sera-t-il également
tenu compte des risques pour la
santé? Je trouve alarmantes ses
explications sur la nécessité
d'isoler les habitations. Cela
indique que le gouvernement
compte continuer à surcharger
une seule piste, ce qui est injuste.
Agalev compte fonder sa
campagne électorale sur la
"qualité de vie". Voilà qui ne
manquera pas d'être perçu
comme cynique par les habitants
de la périphérie nord.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

voorzitter

: Collega's, we hebben het vragenuurtje beëindigd.

Wetsontwerpen en -voorstellen
Projets et propositions de loi

14 Wetsontwerp tot invoeging van een artikel 328bis in het Strafwetboek (2053/1 tot 4)

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

- Wetsvoorstel van de heer Thierry Giet tot wijziging van het Strafwetboek met betrekking tot de
valse bedreigingen met aanslagen en tot strengere bestraffing van bepaalde vormen van
vergiftiging (1530/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heren Geert Bourgeois en Karel Van Hoorebeke tot wijziging van
artikel 331bis van het Strafwetboek (1470/1 en 2)

14 Projet de loi insérant un article 328bis dans le Code pénal (2053/1 à 4)

- Proposition de loi de M. Thierry Giet modifiant le Code pénal visant les fausses menaces
d'attentat et réprimant plus sévèrement certaines formes d'empoisonnement (1530/1 et 2)
- Proposition de loi de MM. Geert Bourgeois et Karel Van Hoorebeke modifiant l'article 331bis du
Code pénal (1470/1 et 2)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

14.01

Anne Barzin

, rapporteur: Monsieur le président, je me réfère

au rapport écrit. La discussion a duré très peu de temps en
commission de la Justice, un accord étant intervenu assez
rapidement.

14.01

Anne Barzin

, rapporteur:

Ik verwijs naar mijn schriftelijk
verslag.

voorzitter

Vraagt iemand het woord?

(Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole?

(Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)

(2053/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)

(2053/4)

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in «wetsontwerp tot invoeging van een artikel 328bis en
tot wijziging van de artikelen 328 en 331bis van het Strafwetboek».
L'intitulé a été modifié par la commission en «projet de loi insérant un article 328bis et modifiant les
articles 328 et 331bis du Code pénal».

Het wetsontwerp telt 4 artikelen.
Le projet de loi compte 4 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

15 Wetsontwerp tot wijziging van sommige bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en van het

Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de bescherming van de goederen van de minderjarigen
(geamendeerd door de Senaat) (1772/10 en 11)

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

15 Projet de loi modifiant certaines dispositions du Code civil et du Code judiciaire en ce qui

concerne la protection des biens des mineurs (amendé par le Sénat) (1772/10 et 11)

Ordre des travaux
Regeling van de werkzaamheden

15.01

Anne Barzin

, rapporteur: Monsieur le président, le rapport

écrit n'est pas encore prêt.

15.01

Anne Barzin

, rapporteur:

De discussie heeft vorige week in
de commissie plaatsgevonden,
maar het schriftelijke verslag is
nog niet klaar.

15.02

Fred Erdman

(SP.A): Mijnheer de voorzitter, de commissie

voor de Justitie heeft de door de Senaat geamendeerde tekst
opnieuw geamendeerd. Ik stel voor dat we dit ontwerp volgende
week behandelen.

voorzitter

: De kamercommissie heeft opnieuw amendementen ingediend op de door de Senaat

geamendeerde tekst.

15.03

Fred Erdman

(SP.A): Mijnheer de voorzitter, de Kamer heeft

het laatste woord.

voorzitter

: Inderdaad, de Grondwet bepaalt dat in heel veel aangelegenheden de Kamer het laatste

woord heeft.

16 Wetsvoorstel van de heren Marc Van Peel, Marcel Bartholomeeussen en Fred Erdman en

mevrouw Fauzaya Talhaoui houdende wijziging van het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek
houdende gebiedsomschrijving en zetel van hoven en rechtbanken wat betreft de
gebiedsomschrijving van het vierde en het elfde gerechtelijk kanton Antwerpen (2147/1 tot 4)

16 Proposition de loi de MM. Marc Van Peel, Marcel Bartholomeeussen et Fred Erdman et Mme

Fauzaya Talhaoui modifiant l'annexe au Code judiciaire - Limites territoriales et siège des cours et
tribunaux - en ce qui concerne les limites territoriales des quatrième et onzième cantons
judiciaires d'Anvers (2147/1 à 4)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

16.01

Fientje Moerman

, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik

verwijs naar het schriftelijk verslag.

voorzitter

Vraagt nog iemand het woord?

(Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole?

(Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)

(2147/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

(Rgt 66,4)

(2147/4)

Het opschrift werd gewijzigd door de commissie in "wetsvoorstel houdende wijziging van het bijvoegsel bij
het Gerechtelijk Wetboek Gebiedsomschrijving en zetel van hoven en rechtbanken".
L'intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant l'annexe au Code judiciaire
Limites territoriales et siège des cours et tribunaux".

Het wetsvoorstel telt 5 artikelen.
La proposition de loi compte 5 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

17 Ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het

Arbitragehof (overgezonden door de Senaat) (2099/1 tot 3)

17 Projet de loi spéciale modifiant la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage

(transmis par le Sénat) (2099/1 à 3)

Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux

voorzitter

: Komt minister Vande Lanotte naar de Kamer?

17.01

Fred Erdman

(SP.A): Mijnheer de voorzitter, u doet er goed

aan contact te nemen met minister Vande Lanotte. Een aantal
technische vragen moet immers behandeld worden.

17.01

Fred Erdman

(SP.A):

rapporteur. Est-il possible que le
président fasse appel au ministre
Vande Lanotte? Il y a quelques
questions techniques pour lui.

voorzitter

: Ik zal laten vragen dat minister Vande Lanotte naar de Kamer wordt geroepen. Dit

wetsontwerp wordt straks behandeld.

18 Wetsvoorstel van de dames Jacqueline Herzet, Marie-Thérèse Coenen, Colette Burgeon, de

heer Servais Verherstraeten, mevrouw Kristien Grauwels, de heer Jean-Jacques Viseur, de dames
Magda De Meyer, Fientje Moerman, Els Van Weert en Pierrette Cahay-André tot oprichting bij het
ministerie van Financiën van een begrotingsfonds voor alimentatievorderingen (1627/1 tot 20)
- Wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon tot oprichting en organisatie, bij het ministerie van
Justitie, van een Fonds voor alimentatievorderingen (19/1 tot 4)
- Wetsvoorstel van mevrouw Joëlle Milquet en de heer Jean-Jacques Viseur tot regeling van de
alimentatievorderingen door bemiddeling van een Rijksbureau voor alimentatievorderingen (206/1
tot 3)
- Wetsvoorstel van de dames Jacqueline Herzet en Pierrette Cahay-André tot wijziging van de
voorschotten op en invorderingen van onderhoudsgelden georganiseerd bij de organieke wet van
8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (264/1 tot 3)
- Wetsvoorstel van de heer Servais Verherstraeten en mevrouw Trees Pieters tot wijziging van de
organieke OCMW-wet, inzake de voorschotten op en invordering van onderhoudsgelden (460/1 tot
4)
- Wetsvoorstel van mevrouw Kristien Grauwels tot oprichting van een Fonds voor
alimentatievorderingen (1047/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Yvan Mayeur en mevrouw Colette Burgeon tot wijziging van
artikel 1412 van het Gerechtelijk Wetboek houdende vaststelling, voor alle bezoldigingen en

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

sociale uitkeringen, van een niet voor beslag vatbaar bestaansminimum (1157/1 tot 3)
- Wetsvoorstel van de heer Jean-Jacques Viseur betreffende de invordering van
alimentatievorderingen (1166/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heren Geert Bourgeois en Karel Van Hoorebeke tot wijziging van het
Burgerlijk Wetboek en het Gerechtelijk Wetboek, wat de ontvangstmachtiging aan
onderhoudsgerechtigden betreft (1217/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heren Geert Bourgeois en Karel Van Hoorebeke en mevrouw Els Van Weert
tot wijziging van artikel 391bis van het Strafwetboek (1218/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de dames Magda De Meyer en Fientje Moerman tot wijziging van de organieke
OCMW-wet, wat de regeling van de voorschotten op en de invorderingen van onderhoudsgelden
betreft (1333/1 en 2)

18 Proposition de loi de Mmes Jacqueline Herzet, Marie-Thérèse Coenen, Colette Burgeon,

M. Servais Verherstraeten, Mme Kristien Grauwels, M. Jean-Jacques Viseur, Mmes Magda De
Meyer, Fientje Moerman, Els Van Weert et Pierrette Cahay-André créant un Fonds budgétaire des
créances alimentaires au sein du ministère des Finances (1627/1 à 20)
- Proposition de loi de Mme Colette Burgeon relative à la création et à l'organisation au sein du
ministère de la Justice d'un Fonds des créances alimentaires (19/1 à 4)
- Proposition de loi de Mme Joëlle Milquet et M. Jean-Jacques Viseur organisant le règlement des
créances alimentaires par l'intermédiaire d'un Office national des créances alimentaires (206/1 à 3)
- Proposition de loi de Mmes Jacqueline Herzet et Pierrette Cahay- André modifiant les avances
sur pensions alimentaires et le recouvrement de ces pensions organisés par la loi du 8 juillet 1976
organique des centres publics d'aide sociale (264/1 à 3)
- Proposition de loi de M. Servais Verherstraeten et Mme Trees Pieters modifiant la loi organique
des centres publics d'aide sociale en ce qui concerne les avances et le recouvrement des
pensions alimentaires (460/1 à 4)
- Proposition de loi de Mme Kristien Grauwels instituant un Fonds des créances alimentaires
(1047/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Yvan Mayeur et Mme Colette Burgeon modifiant l'article 1412 du Code
judiciaire en vue d'établir un montant minimum vital insaisissable pour toutes les rémunérations
et les prestations sociales (1157/1 à 3)
- Proposition de loi de M. Jean-Jacques Viseur relative au recouvrement des créances alimentaires
(1166/1 et 2)
- Proposition de loi de MM. Geert Bourgeois et Karel Van Hoorebeke modifiant le Code civil et le
Code judiciaire en ce qui concerne l'autorisation de percevoir accordée aux créanciers d'aliments
(1217/1 et 2)
- Proposition de loi de MM. Geert Bourgeois et Karel Van Hoorebeke et Mme Els Van Weert
modifiant l'article 391bis du Code pénal (1218/1 et 2)
- Proposition de loi de Mmes Magda De Meyer et Fientje Moerman modifiant la loi organique des
centres publics d'aide sociale en ce qui concerne le régime des avances sur pensions alimentaires
et du recouvrement de ces pensions (1333/1 et 2)

Het wetsvoorstel nr. 1627 regelt aangelegenheden als bedoeld in de artikelen 77 en 78 van de Grondwet.
La proposition de loi n° 1627 règle des matières visées aux articles 77 et 78 de la Constitution

Overeenkomstig artikel 62, 2, lid 2, van het Reglement worden de bepalingen die ressorteren onder
artikel 77 van de Grondwet uit het wetsvoorstel gelicht.
Conformément à l'article 62, 2, alinéa 2, du Règlement, les dispositions relevant de l'article 77 de la
Constitution sont disjointes de la proposition de loi.

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

Le

président

: Monsieur van Weddingen, reprenez votre souffle et vos esprits! Je vous donne la parole

pour le rapport dont vous supposez l'existence puisque vous l'avez signé.

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

18.01

Eric van Weddingen

, rapporteur: Monsieur le président,

l'efficacité de cette Chambre me surprendra toujours! J'avais pensé
que l'on aborderait ce dossier un peu plus tard.

président

: Que se passe-t-il, monsieur van Weddingen?

18.02

Eric van Weddingen

(MR): Monsieur le président, j'ai monté

les escaliers quatre à quatre, ce qui n'est vraiment plus de mon âge!
La preuve vient d'en être faite!

président

: Je pense à un film célèbre: "Le souffle au coeur".

18.03

Eric van Weddingen

(MR): Monsieur le président, monsieur

le ministre, chers collègues, je serai d'autant plus bref que le rapport
de 165 pages que vous avez reçu est détaillé. Je tiens d'ailleurs à
remercier les services pour leur contribution à cet important rapport.

La commission des Finances a entamé l'examen de la proposition de
loi initiale voici près d'un an, le 26 février 2002. Quatre réunions ont
eu lieu en mars, deux en avril, une en décembre et deux réunions
encore depuis le début de cette année.

Le cheminement de cette proposition en commission des Finances
ne fut pas banal et connut quelques rebondissements. En fait, la
proposition initiale a été entièrement discutée, article par article,
durant six réunions en février et mars de l'année dernière avant de
faire l'objet d'un premier amendement général réécrivant la
proposition pour tenir compte de toutes les remarques formulées
durant la discussion, amendement déposé le 30 avril 2002.
L'adoption de cet amendement a toutefois été postposée dans
l'attente de l'avis du Conseil d'Etat et de l'avis demandé par la
commission à la Cour des comptes sur l'impact budgétaire estimé.

Au mois d'octobre dernier suite à une concertation entre les auteurs
et le gouvernement, un nouvel amendement général a été déposé
par les auteurs de la proposition initiale. Ce nouveau texte renonçait
à la création d'un fonds au profit de l'extension du régime existant au
sein des CPAS.

De la discussion de cet amendement en commission des Finances le
17 décembre dernier est résulté un troisième et dernier amendement
général nettement plus proche de la proposition initiale puisqu'il en
revient à la création d'un Fonds des créances alimentaires et ne
prévoit aucun plafond de revenus pour en bénéficier.

C'est ce dernier texte qui vous est soumis et qui fut adopté en
commission au début de ce mois de janvier par dix voix et trois
abstentions.

La commission a décidé de scinder la proposition, selon que les
dispositions reprises règlent une matière visée à l'article 77 ou à
l'article 78 de la Constitution. C'est ainsi que deux propositions
distinctes mais formant un tout vous sont soumises. La seconde
proposition modifiant le Code judiciaire règle la compétence
juridictionnelle du juge des saisies en cas de recours, à savoir celle
du juge du domicile du créancier.

18.03

Eric van Weddingen

rapporteur: Sinds 26 februari
2002, datum waarop de
commissie Financiën startte met
de bespreking van dit
wetsvoorstel, is er heel wat
gebeurd.

Op 30 april 2002 werd een
algemeen amendement
ingediend, dat ertoe strekte de
opmerkingen die tijdens de
bespreking in februari en maart
waren geformuleerd, in de tekst
op te nemen. In oktober 2002
werd nogmaals een algemeen
amendement ingediend, waarbij
werd afgezien van de oprichting
van een fonds en werd gekozen
voor de uitbreiding van de
bestaande regeling in het kader
van de OCMW's. De bespreking
van dat amendement op 17
december van hetzelfde jaar
leidde tot de indiening van een
derde algemeen amendement, dat
terugkeerde naar het
oorspronkelijke idee van een
fonds, waarbij de inkomensgrens
geen rol zou spelen.

Voorliggende tekst werd begin
januari goedgekeurd met 10
stemmen en 3 onthoudingen.

Ik waag me niet aan een
samenvatting van de
geanimeerde en constructieve
bespreking van die vier
opeenvolgende teksten: ze was
een voorbeeld van parlementair
werk en doorzettingsvermogen,
over de partijgrenzen heen, en
ook de minister van Financiën
heeft daar op een efficiënte

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

S'agissant d'un texte d'initiative parlementaire, les auteurs auront
l'occasion d'en exposer les objectifs et de préciser leur appréciation
quant au texte finalement adopté. En tant que rapporteur, je ne vais
donc pas ici, comme c'est le cas lorsqu'il s'agit d'un projet, résumer la
proposition

Quant au débat qui fut extrêmement animé et constructif, je ne vais
pas davantage tenter de le synthétiser, compte tenu de l'existence,
comme je viens de le rappeler, de quatre textes successifs, ce qui
nécessiterait un temps d'exposé déraisonnable.

Je me permets donc de vous renvoyer à mon rapport écrit. Je dirai
simplement et j'espère en cela ne pas trahir le sentiment des
commissaires que le traitement réservé à cette proposition est un
très bel exemple de travail et de constance parlementaires, les
débats s'étant déroulés en dehors de tout clivage politique classique
et avec la collaboration technique très efficace des conseillers du
ministre des Finances qui fit d'ailleurs lui-même preuve de patience
constructive.

Je vous remercie.

manier aan bijgedragen.

président

: Je remercie M. le rapporteur. Plusieurs orateurs sont inscrits dans la discussion générale

mais je donnerai d'abord la parole à Mme Herzet qui est l'auteur de la proposition la plus ancienne.

18.04

Jacqueline Herzet

(MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, mes chers collègues, je voudrais vous citer simplement
trois dates: 1974, dépôt de la première proposition de loi au Sénat
par Mme Huberte Hanquet; janvier 2002, dépôt de la proposition de
loi signée par l'ensemble des parlementaires des partis
démocratiques et aujourd'hui, mesdames, messieurs, janvier 2003,
vote je n'en doute pas de la proposition de loi.

Je voudrais commencer par remercier notre brillant rapporteur pour
ce rapport concis mais néanmoins très précis, très constructif et très
positif. Cela n'a pas dû être facile tous les jours. Je vous sais gré,
monsieur le rapporteur, du rapport que vous avez élaboré à
l'intention de la séance plénière.

Le 15 janvier 2002 fut pour moi un jour extrêmement important de
ma vie parlementaire. Ce jour-là, avec l'ensemble des partis
démocratiques, nous avons déposé une proposition de loi créant un
Fonds d'avances et de recouvrement des créances alimentaires,
sujet qui tient énormément à coeur à l'ensemble des parlementaires
et pour lequel ils se battent, quel que soit le parti, majorité et
opposition, francophones et néerlandophones, depuis 1974.

En effet, les discussions étaient en cours depuis trente ans. Ces deux
projets étaient déposés par les uns et par les autres, tant à la
Chambre qu'au Sénat et les ministères se renvoyaient la balle, une
fois la Justice, une fois les Affaires sociales, une autre fois la Santé.
Nous avons enfin trouvé dans le chef du ministre des Finances, M.
Reynders, un interlocuteur qui a cherché avec nous une solution à ce
problème qui devenait insoluble. Cette solution, le ministre l'a
trouvée dans son département de recouvrement des créances non
fiscales. En effet, il nous a proposé de développer ce département
pour qu'il puisse prendre en charge il a rappelé tout à l'heure le
nombre important d'employés et de services opérationnels à sa

18.04

Jacqueline Herzet

(MR):

15 januari 2002 was een zeer
belangrijke dag in mijn leven als
parlementslid: op die dag werd
door negen collega's en mijzelf
het wetsvoorstel tot oprichting van
een Fonds voor
alimentatievorderingen ingediend.
Over de partijgrenzen en
taalrollen heen vechten wij al
sinds 1974 voor dat Fonds, en
steeds schoven de onderscheiden
ministeries elkaar de zwartepiet
toe.

In de persoon van de minister van
Financiën hebben wij nu eindelijk
een gesprekspartner gevonden
die mee gezocht heeft naar een
oplossing om de schuldenaars van
alimentatiegelden onder druk te
kunnen zetten.

Er werden niet minder dan 133
amendementen ingediend. Toch is
deze tekst het resultaat van een
consensus.

De tekst roept een autonome,
efficiënte, snelle en doorzichtige
dienst in het leven voor de
invordering van de
alimentatiegelden, met een aantal

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

disposition le recouvrement de l'ensemble des créances
alimentaires impayées.

Nous avons immédiatement embrayé sur cette proposition
intéressante. En fait, l'intervention du ministère des Finances auprès
du débiteur d'aliments devait être le moyen d'exercer une pression
psychologique sur les débiteurs "mauvais payeurs" afin que ceux-ci
s'exécutent plus rapidement. Je vous rappelle que les pensions
alimentaires sont trop souvent impayées, payées incomplètement ou
trop tard et que cela met pas mal de familles en difficulté.

Voilà, monsieur le président, monsieur le ministre, mes chers
collègues, le point de départ de ce processus qui a connu de
nombreux rebondissements cette dernière année. Je vous rappelle
que 133 amendements ont été déposés en commission des
Finances, non seulement déposés mais discutés, écoutés et
entendus pour la plupart, qu'ils émanent de la majorité ou de
l'opposition. Pourtant, le mode consensuel, qui fut le point de départ
du dossier, reste tout à fait d'actualité. Je profite de l'instant qui m'est
accordé pour remercier l'ensemble de mes collègues députés, qui se
sont vraiment investis dans ce dossier pour avoir contribué, de
manière constructive, à l'élaboration du texte qui nous est soumis
aujourd'hui.

Je suppose et j'espère que le ministre viendra tout à l'heure nous
donner des explications techniques importantes. Le texte qui vous
est soumis instaure la création d'un service de créances alimentaires,
un service qui sera autonome, viable financièrement et durable. C'est
ce que nous voulions tous.

Sur le plan des principes, je tiens à souligner certains avantages de
ce système qui me semblent particulièrement importants. Il sera
efficace, rapide, facilement compréhensible, avec une excellente
information que le ministère des Finances fournira aux
administrations communales, aux CPAS et à toute personne
s'intéressant à ce problème.

Premier principe, la proposition de loi permet de faire respecter
l'obligation d'assistance entre parents et enfants et entre ex-époux. Il
s'agit de faire respecter un droit consacré par une décision judiciaire
et non pas d'accorder une faveur ou un privilège. L'ordre politique et
l'Etat ne peuvent tolérer que les institutions sur lesquelles il repose
soient violées ou bafouées impunément.

Deuxième principe, la proposition de loi vise à accorder un droit à
l'avance sur pension alimentaire à tous les créanciers d'aliments qui
ne reçoivent plus la pension alimentaire. Cela concerne les enfants,
les ex-conjoints, les ex-cohabitants et ce, quel que soit leur niveau
de revenu. Il s'agit donc d'une sorte de service universel auquel nous
tenions tous absolument. Le montant de l'avance sera plafonné à
175 euros, alors qu'il l'est actuellement à 125 euros.

Troisième principe, la garantie d'avance faite par le service des
créances à l'ayant droit, sera un instrument de lutte important contre
la précarité des familles devenues monoparentales ou recomposées.
Nous qui vivons dans nos communes au jour le jour, nous savons
combien cette avance permettra aux familles de respirer, d'avoir une
sécurité sur les plans financier, affectif et social.

belangrijke gevolgen. Zo zal aan
de bijstandsverplichting tussen
voormalige echtgenoten kunnen
worden voldaan, zal elke
onderhoudsgerechtigde die het
hem verschuldigde bedrag niet
ontvangt recht hebben op een
voorschot op het onderhoudsgeld
(ongeacht zijn inkomen), kan
worden voorkomen dat
eenoudergezinnen in armoede
verzeilen en kan de naleving van
de onderhoudsplicht kracht
worden bijgezet, een belangrijk
element voor het voorbestaan van
de familiebanden. Daarbij blijft de
onderhoudsplichtige echter
volledig verantwoordelijk: het
tekortschieten van een familielid
mag er immers niet toe leiden dat
alle alimentatiegerechtigden ten
laste van de maatschappij vallen.
Het wetsontwerp ontslaat de
OCMW's niet van hun
verplichtingen ter zake.

De administratie van Financiën
moet niet alleen voor de
onderhoudsplichtige, maar ook
voor de onderhoudsgerechtigde
een informatiemechanisme
oprichten. Die taak is heel
belangrijk.

Dit moet een buurtdienst blijven.

Er zal een beoordelingscommissie
worden opgericht die jaarlijks
verslag zal uitbrengen waardoor
eventueel noodzakelijke
aanpassingen kunnen worden
doorgevoerd.

De tekst is een bruikbaar
instrument dat al te lang op zich
heeft laten wachten en dat het
evenwicht bewaart door de
verantwoordelijkheid bij beide
partijen te leggen.

De MR zal dit wetsvoorstel
enthousiast steunen.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Quatrième principe, le respect de l'obligation alimentaire constitue
aussi un enjeu important dans le maintien des relations familiales.
Trop souvent, après un divorce, le problème du non-paiement de la
pension alimentaire devient l'objet d'un enjeu, d'un chantage ou d'un
marchandage affectif. L'intervention d'un service indépendant et
neutre en cas de non-paiement de la pension alimentaire permettra
de désamorcer certaines tensions. Cela ne pourra être que bénéfique
pour toutes les familles.

Cinquième principe, le service des créances alimentaires permet
d'assurer la protection du créancier tout en conservant l'entière
responsabilité du débiteur. Cela a pour avantage de réserver à la
solidarité nationale un rôle subsidiaire par rapport à la solidarité
familiale. Il faut veiller à ce que la carence familiale ne mette pas ces
créanciers à charge de la collectivité.

Les CPAS sont déchargés de leur fonction en cette matière. Je vous
rappelle que nous avons eu beaucoup d'auditions et que les CPAS
refusaient absolument le surcroît de travail et de charges financières
que représentait pour eux le fait de devoir faire le nécessaire pour
assurer le recouvrement et l'avance des créances alimentaires.

Je tiens à attirer l'attention de mes collègues sur le fait que le service
des créances alimentaires ne décharge pas les CPAS de leurs
responsabilités en la matière. En vertu de la loi sur les CPAS, ils
demeurent le service de proximité, le service de première ligne, de
conseil et d'orientation des personnes qui se présentent à eux pour
d'autres besoins, notamment en vue d'être orientées vers le service
compétent pour leur permettre d'obtenir les créances alimentaires.

Après l'adoption de la présente proposition de loi, l'administration des
Finances aura un rôle essentiel dont dépendra le bon fonctionnement
du service. Un mécanisme d'information devra être mis en place
pour les créanciers mais aussi pour les débiteurs d'aliments. Nous en
avons reçu la promesse du ministre. Nous comptons sur son
efficacité pour permettre un accès rapide et facile aux créanciers.
Nous avons mis tellement d'espoir dans cette proposition de loi qu'il
ne faut pas que le service occasionne des déceptions. Il doit être
correct, efficace, rapide, facile et clairement compréhensible. Des
formulaires doivent être rédigés à l'avance et permettre un usage
utile pour chacun d'entre nous.

Je voulais dire aussi que la mise en place du service des créances
alimentaires doit rester d'usage de proximité et d'un accès facile à
tout un chacun. Chose importante, qui a été rajoutée aussi au cours
des discussions, une commission d'évaluation sera instituée. Elle
sera chargée d'établir un rapport annuel d'évaluation. Cette dernière
permettra d'améliorer le système mis en place et d'adapter à la
hausse les montants des avances en cas de bon fonctionnement.

Je vous rappelle qu'au Québec, on recouvre 90% de l'ensemble des
créances alimentaires. Pourquoi ne pas imaginer qu'en Belgique
aussi, on parvienne à un tel taux de recouvrement? Il semble dès
lors que la proposition de loi constitue une réponse adéquate, trop
longtemps différée, aux besoins matériels, aux besoins sociaux de
nombreux créanciers d'aliments se trouvant, du fait de la défaillance
de leur débiteur, dans la précarité. Elle permet de garantir l'équilibre

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

entre les rôles de chacun des intervenants, de venir en aide tout en
préservant les responsabilités de chacun et nous y tenions
également beaucoup.

Je souhaiterais présenter mes plus vifs remerciements, avec mon
amitié en sus, monsieur le ministre, à vous, ministre des Finances,
pour votre soutien, mais aussi à votre cabinet et à votre
administration qui ont fait, défait et refait un texte qui, en fin de
compte, a obtenu un large consensus, en tous cas de l'ensemble des
partis démocratiques. Je sais, monsieur le ministre, qu'au sein du
gouvernement, cela n'a pas dû être facile tous les jours pour vous et
que vous n'avez jamais laissé tomber les bras. Je tenais aussi à vous
rendre hommage cet après-midi.

Je souhaiterais aussi remercier l'ensemble de mes collègues
députés, hommes et femmes car ce n'est pas un projet qui
intéresse seulement les femmes, on vit dans une société mixte et ce
projet intéresse les hommes, les femmes et les enfants qui se sont
attelés, dans un souci de consensus, de respect et d'estime
réciproques, à ce projet, qui y ont cru jusqu'au bout et qui n'ont
jamais désespéré; à tous ceux qui ont contribué à sa réalisation et à
son adoption.

Je vous dirais simplement que, pour l'ensemble de toutes ces
raisons, le groupe MR soutiendra avec enthousiasme la proposition
de loi que nous avons l'honneur de faire votre par notre assemblée
cet après-midi.

Je vous remercie.

De

voorzitter

: Collega's, om de heer Verherstraeten de gelegenheid te geven om zijn verplichtingen in de

Sabena-commissie na te komen, had ik hem op zijn vraag op het einde van de sprekerslijst geplaatst. Als
lid van de oppositie vraagt hij mij echter om nu kort het woord te mogen voeren. Daarna zal ik mevrouw
Moerman vragen te spreken.

18.05

Servais Verherstraeten

(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik

dank u en de collega's. Ik verontschuldig mij omdat ik niet alle
debatten volledig zal kunnen volgen, aangezien ik dadelijk terug naar
de Sabena-commissie dien te gaan.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, enerzijds denk
ik dat het vandaag een blij moment is als er straks wetgeving
gecreëerd zal worden. Ik wil iedereen die daaraan meegewerkt heeft
ook danken en proficiat wensen. Anderzijds denk ik echter dat het
ook past om sommige nuanceringen aan te brengen in het debat.

Aan dit wetgevend initiatief is een paar jaar parlementair werk
voorafgegaan. Geregeld hebben wij dat heb ik in de
commissievergadering ook al gezegd wat rondjes in de
paardenmolen gedraaid. Uiteindelijk is de paardenmolen gestopt en
zijn wij kunnen landen. Wij zijn nu echter aan het einde van de rit.
Het nadeel van te landen aan het einde van de rit is dat de factuur
niet wordt vereffend door de meerderheid die deze wet zal
goedkeuren, maar wordt doorgeschoven naar de volgende
legislatuur. Was dit niet gebeurd, dan was er wellicht geen akkoord
geweest.

Mede namens mijn fractie had ik enerzijds, een apart voorstel

18.05

Servais Verherstraeten

(CD&V): Nous nous félicitons de
la mise en place de cette
législation mais nous souhaitons
tout de même nuancer quelque
peu le débat. Ce n'est qu'à la fin
de la législature qu'une solution a
été trouvée, ce qui en reporte la
facture à la prochaine législature.
C'est une habitude pour cette
majorité.

Le CD&V avait déposé sa propre
proposition mais soutient
finalement la proposition
consensuelle. Nous n'aurions pas
procédé de la sorte, mais toute
amélioration de la situation
actuelle est bienvenue. La
proposition consensuelle
comporte indéniablement des
éléments positifs. Nous nous
abstiendrons lors du vote.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

ingediend en anderzijds, een consensusvoorstel waarover achteraf
een tijdlang geen consensus bestond en nadien weer wel, dan weer
niet en uiteindelijk wel. Ik heb dat goedgekeurd omdat ik het zelf mee
heb ingediend met de duidelijke afspraak weliswaar dat dit niet mijn
weg was, maar dat elke verbetering positief was. Dat is ook de reden
ik hoor dat sommigen nog altijd een andere optie prefereren
waarom onze fractie zich zal onthouden bij deze regelgeving,
niettegenstaande ze ook positieve elementen en zelfs meer dan dat
bevat.

Hoe dan ook is het een belangrijk maatschappelijk probleem. De
slechtst betaalde schuld, alimentatie, geeft schandelijke sociale
drama's. Elk voorstel houdt een verbetering in. Toch past het enkele
kritische kanttekeningen te maken.

Ten eerste, wij koerieren hier ook een beetje am Symptomen, zonder
de oorzaken aan te pakken. Vele binnen- en buitenhuwelijkse relaties
spatten uit elkaar. Wij worden vandaag de dag geconfronteerd met
een gezinsinstabiliteit, die nog steeds groeit. Dat heeft heel veel te
maken met een spitsuurgeneratie, die de druk niet meer aankan.
Men maakt te weinig tijd voor elkaar. Men kan soms ook te weinig
tijd voor elkaar maken. Het gevolg is dat gezinnen onder druk komen
en uit elkaar spatten, met alimentatieproblemen tot gevolg. Over dit
probleem hebben we teveel gezwegen.

Ten tweede, in de huwelijkse relaties is er ook druk. Als gevolg
daarvan gaan jammer genoeg ook gezinnen uit elkaar. Voor deze
relaties zitten we nog steeds met een wetgeving, die hoe dan ook
voorbijgestreefd is. We hebben tijdens deze legislatuur wel diverse
wetsvoorstellen ingediend ook ik heb dat gedaan om van onze
"vechtscheidingswetgeving" een meer vriendelijke,
conflictbeheersende en conflictvoorkomende wetgeving te maken,
die minder gebaseerd is op begrippen als fout en schuld maar meer
op verantwoordelijkheid. Het moest een wetgeving zijn die in het licht
stond van keuzes die gezamenlijk zijn gemaakt, van
zelfredzaamheid en ook van verantwoordelijkheid. Tijdens deze
legislatuur zijn er stappen gezet: de termijn voor feitelijke scheiding
werd van vijf jaar teruggebracht op twee jaar; de familiebemiddeling
werd geregeld. De echtscheidingswetgeving as such en het
foutprincipe hebben wij echter niet uit de wet gehaald. Nochtans
hebben er diverse voorstellen op de banken gelegen. Ik denk dat dit
hoe dan ook tijdens de volgende legislatuur moet gebeuren. Ook hier
ligt immers soms de basis van een conflict, dat later rijst en soms
aanleiding geeft tot het niet of laattijdig betalen van alimentatie.

Ten derde, in deze wetgeving wordt verwezen naar het misdrijf
"familieverlating". Dit is reeds lang opgenomen in de wet. Toch
besteedt Justitie onvoldoende prioriteit aan dit misdrijf. Er is te veel
sepot. Het college van procureurs-generaal geeft er geen prioriteit
aan. De minister van Justitie heeft terzake zijn verantwoordelijkheid.
Men is verplicht om klacht met burgerlijke partijstelling in te dienen.
Dat is niet de juiste weg. Hierdoor slepen problemen veel te lang
aan. Zo worden ze enkel nog erger.

Had de eerste minister in zijn regeerverklaring van oktober 2002 niet
gezegd dat hij van familieverlating een prioriteit zou maken?
Ondertussen zijn we vrijwel zes maanden verder. Wat is hiervan
terechtgekomen? Dit had aan elkaar moeten worden gekoppeld. Ik

Je souhaiterais mettre en exergue
certains points qui appellent des
critiques. Par la nouvelle
réglementation, on continue à
traiter les symptômes, sans
envisager les causes du non-
paiement de la pension
alimentaire. L'instabilité familiale
croissante, caractéristique de
cette génération «métro-boulot-
dodo», constitue probablement la
principale cause du problème. Les
gens n'ont plus de temps à se
consacrer. Il est temps que la
situation change. Les relations
conjugales sont menacées et la
législation sur le divorce est
obsolète. De nombreuses
propositions tendant à modifier
l'actuelle législation sur les
divorces conflictuels ont été
déposées, mais le principe de la
faute demeure. C'est d'ailleurs un
élément qui entraîne
fréquemment une dégradation des
relations entre les ex-époux ainsi
que le paiement irrégulier, voire
l'absence de paiement, de la
pension alimentaire. Notre
législation sur le divorce devra
être adaptée sous la prochaine
législature.

La Justice classe trop souvent
sans suite les dossiers relatifs à
l'abandon de famille. Il n'est
donné suite qu'aux plaintes avec
constitution de partie civile.
Malgré les nombreuses
promesses du gouvernement, les
peines sanctionnant l'abandon de
famille ne constituent toujours pas
une priorité aux yeux de la justice.

Le problème du non-respect du
droit de visite va

de facto

de pair

avec le non-paiement de la
pension alimentaire. M. Bourgeois
citera tout à l'heure des chiffres
effarants sur le non-respect du
droit de visite. Les plaintes qui
concernent ce droit ne sont ni
prises au sérieux, ni suivies
d'effet. Il faut y remédier. Nous
déplorons en outre que le budget
pour les espaces de rencontre
neutre soit diminué.

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

heb dit tot in den treure tijdens diverse besprekingen herhaald, zowel
in de commissie voor de Justitie als daarna in de commissie voor de
Financiën.

Ten vierde, naast het schandelijke probleem van het niet-betalen van
alimentatie, wat op geen enkele wijze goed te praten is, bestaat er
nog een probleem, met name het omgangsrecht, het recht op
contact. Ook hierover werd gezwegen. Juridisch valt en is het
omgangsrecht niet te koppelen, maar in feite wordt het gekoppeld.
Dit heeft niets met geslachten te maken. Of het slachtoffer nu een
man of een vrouw is, in beide gevallen is het ergerlijk en niet goed te
praten. In de geest, het hart en de buik van de mensen en ik heb
daarvoor zeer veel begrip worden beide gekoppeld. Wij geven
daarop een antwoord, maar alleen inzake het probleem van de niet-
betaling van alimentatie. Wij zwijgen echter te zedig over het niet-
respecteren van het omgangsrecht.

Collega Bourgeois heeft destijds nog een schriftelijke vraag gesteld
over de grootte van de cijfers. Ik weet niet of hij van plan is om die
schriftelijke vraag te verwerken in zijn betoog. Hij zal dat ongetwijfeld
doen en dus zwijg ik erover.

In ieder geval, het niet respecteren van het omgangsrecht is een
groot probleem. Ik denk dat we de problematiek hadden moeten
koppelen aan de problematiek die wij thans bespreken, te meer
omdat deze regering, deze meerderheid in de begroting bespaart op
het budget voor de neutrale ontmoetingsruimtes. Nochtans had dat
een uitstekend instrument kunnen zijn in dat verband, waarin beter
meer was geïnvesteerd. Ik betreur dat in de tekst te weinig de
koppeling is gemaakt tussen de niet-betaling van de alimentatie en
de oorzaken ervan.

Ten derde, naast het feit dat er teveel aan kurieren am Syptom wordt
gedaan en dat de problemen te weinig met de wortel worden
aangepakt, vind ik het jammer dat er niet werd gekozen voor het
behoud van de bestaande voorschottenregeling. Collega's, u weet
dat ik liever een andere weg had gekozen. Immers, de
voorschottenregeling heeft zijn nut op het terrein bewezen. De
regeling functioneerde goed en er was lokaal bij de OCMW's heel
wat expertise opgebouwd. Ik ontken niet dat de regeling ook nadelen
had. Zo werd er geflirt met de kansarmoede; enkel de kinderen
kwamen voor de uitbetaling ervan in aanmerking; de bedragen waren
te laag; de inkomensgrenzen waren te laag en het OCMW kreeg,
meestal heel laat, slechts 90% van het voorgeschoten bedrag terug.
Ik geef toe dat aan vele van deze nadelen met de nieuwe
regelgeving een antwoord wordt geboden. Dat dient toegejuicht te
worden. Er blijven echter nadelen bestaan. Niettegenstaande de
vroegere regeling voor een stuk mogelijk blijft, vrees ik dat met de
tientallen bureaus die nu te lande zullen worden opgericht, het
contact tussen het bureau en het slachtoffer van de niet-betaling van
de alimentatie onpersoonlijker zal zijn dan dat het geval was toen de
ambtenaar van het OCMW daarvoor zorgde.

Ik vrees ook dat de nieuwe regeling een stukje trager zal verlopen.
De ervaring van het Fonds voor Slachtoffers van Opzettelijke
Gewelddaden leert dat men soms veel te lang moet wachten. Ik
vrees dat dat hier ook het geval zal zijn en dat de bureaucratie zal
regeren, met tijdsverlies tot gevolg.

L'actuel régime des avances par
le CPAS ne résout pas tout et
pose de nombreux problèmes.
Ainsi, les montants et les plafonds
de revenus sont trop bas. Le
règlement reste possible mais la
création de dizaines de bureaux
de recouvrement rendra
probablement le contact
impersonnel et, financièrement, le
créancier d'aliments sera sans
doute abandonné plus longtemps
à son sort. La bureaucratie peut
générer une perte de temps. Les
CPAS n'étaient, il est vrai, pas
demandeurs. En effet, ils ne sont
pas soutenus d'un point de vue
logistique, ne sont pas rémunérés
pour ce service et n'obtiendront
même jamais le remboursement
d'une partie des avances versées.
Je continue d'ailleurs à me
demander pourquoi les créanciers
d'aliments doivent participer à
concurrence de cinq pour cent au
financement de la nouvelle
réglementation.

Pour terminer, je constate que la
facture est reportée à la prochaine
législature. Ce n'est pas là une
preuve de bonne administration,
ce qui n'est pas inhabituel pour
cette majorité.
L'article 22 concerne le devoir
d'information des communes, à
leurs propres frais, et le respect
du secret professionnel. Je
souhaiterais que le ministre
clarifie quelque peu la situation à
cet égard, à la demande
notamment de l'Union des Villes
et Communes belges.

Cette proposition de loi représente
une avancée, sans toutefois aller
assez loin. De nombreuses
causes de non-paiement de la
pension alimentaire ne sont pas
abordées. C'est pourquoi il nous
faudra, dans un avenir proche,
humaniser le droit du divorce et
veiller à un meilleur respect du
droit de visite.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Ik begrijp dat de OCMW's niet wildenthousiast waren en dat ze geen
vragende partij waren om deze rol te vervullen. Ze waren dat niet,
omdat ze er niet voor betaald werden, noch kregen ze er logistieke
steun voor. Als we hadden gezegd dat ze ervoor zouden worden
betaald, alle onkosten terugbetaald zouden krijgen en daarbovenop
zouden hebben kunnen rekenen op bijkomend personeel, steun en
een tussenkomst in de gemaakte onkosten, dan was er misschien
een ander debat mogelijk geweest. Ik begrijp ten gronde nog steeds
niet waarom onderhoudsgerechtigden 5% moeten inleveren.

Goede vrienden, collega's, ten slotte vind ik ook dat het niet past dat
we geen prijskaartje plakken op dit wetgevend initiatief. Dat is niet
anders dan het doorschuiven van facturen, een recept dat we deze
legislatuur al vaker mochten smaken. Ik betreur dat.

Mijnheer de minister, ik had nog één vraag aan u. De Vereniging van
Belgische Steden en Gemeenten schrijft de leden van de
commissies voor de Financiën en de Begroting aan. Ze drukt haar
bezorgdheid uit over artikel 22. Volgens dat artikel zijn de gemeenten
en steden verplicht om informatie te verstrekken op hun kosten. Ze
vrezen vooral dat het beroepsgeheim terzake zou worden
geschonden.

Zou u voor het verslag en voor de duidelijkheid hier misschien een
antwoord op kunnen geven? Ik meen dat dit niet noodzakelijk zo
hoeft te zijn en ik hoop dat u terzake een stukje opheldering kan
verschaffen.

Na deze nuanceringen, voorzitter, collega's, wil ik in elk geval
zeggen dat deze regelgeving een goede stap is die wij toejuichen.
Wij hadden natuurlijk liever iets anders gezien en waren liever ook
iets verder gegaan. Ik hoop dat vooral op de vele oorzaken die dit
probleem eigenlijk doen ontstaan en waar ik daarstraks naar heb
verwezen in de volgende legislatuur want we staan nu aan de
eindbaan wel een antwoord kan worden gegeven. Een
humaniserende echtscheidingswetgeving en ook het omgangsrecht
verdienen maatschappelijke aandacht. Ik dank u voor uw aandacht.
Wij zullen ons omwille van de nuanceringen onthouden, maar toch
juichen wij het initiatief en de verbeteringen toe.

18.06

Fientje Moerman

(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, collega's, men zegt veel dat politici zich bezighouden met
problemen die ver van de mensen verwijderd zijn. Ik zei wel "men",
ik keek naar u, mijnheer de minister, maar ik bedoelde u niet. Men
verwijt ons dat dikwijls. Ik denk dat wat hier vandaag in deze Kamer
zal worden goedgekeurd niet tot deze categorie behoort. Het gaat
hier om een ernstig maatschappelijk probleem, een probleem dat niet
alleen in de privé-sfeer thuishoort. Het gaat om het garanderen van
bestaande rechten.

Het heeft lang geduurd tot hier eindelijk een wetgevend initiatief tot
een goed einde kon worden gebracht. Ik ga niet herhalen wat zowel
de rapporteur als mevrouw Herzet hebben gezegd. In 1974 lag het
eerste voorstel ter tafel. Bijna dertig jaar later kunnen we eindelijk
een dienst voor alimentatievorderingen oprichten. Ik zou graag kort
de redenen opsommen of herhalen herhalen is soms nodig in de
politiek waarom deze dienst voor alimentatievorderingen zo

18.06

Fientje Moerman

(VLD):

On reproche souvent aux
politiciens de s'occuper de choses
dont ne se soucient guère les
citoyens. Mais ce sujet touche
véritablement à un problème
sociétal. Des propositions de
création d'un fonds de créances
alimentaires ont été formulées dès
1974. En 2003, un tel office des
créances alimentaires est enfin
créé. En 2001, 30.000 mariages
se sont soldés par un divorce et
cette situation génère
d'importantes obligations
alimentaires. En moyenne, les
sommes dues se montent à 150

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

noodzakelijk is en waarom de VLD dit zal steunen.

In België zijn in 2001 bijna 30.000 huwelijken in een echtscheiding
geëindigd. In vele gevallen geeft dit aanleiding tot de betaling van
onderhoudsgelden voor de kinderen, voor de ex-partner of voor
beiden. In twee van de drie gevallen betreft het alimentatiegelden
voor kinderen. Het gemiddelde alimentatiebedrag per kind bedroeg in
Vlaanderen een jaar of drie geleden als ik mij niet vergis cijfers van
de Gezinsbond 150 euro. In één geval op vijf wordt er nooit
betaald, in twee gevallen op vijf wordt er te weinig betaald of
onregelmatig betaald. Slechts in iets minder dan de helft van de
gevallen gebeurt alles correct zoals het hoort. Het gaat dus om een
maatschappelijk probleem van grote omvang. Zoals we hebben
kunnen vernemen tijdens de hoorzittingen die we hebben
georganiseerd, toen nog in de commissie voor de Justitie, is
wanbetaling van onderhoudsgelden, hetzij voor kinderen, hetzij voor
de ex-echtgenoot één van de belangrijkste oorzaken van armoede of
van financieel precaire situaties. Tot op vandaag kan diegene die
daarmee wordt geconfronteerd klacht indienen wegens
familieverlating. De heer Verherstraeten die hier helaas niet meer
is heeft terecht aangehaald dat het misbruik van familieverlating
veel te vaak wordt geseponeerd. Dat geldt trouwens ook voor de
klachten die worden ingediend wegens het weigeren van
omgangsrecht. Het is spijtig dat de minister van Justitie hier niet is,
want beide gevallen zijn terug te voeren tot hetzelfde, namelijk het
niet adequaat optreden van het gerecht, zowel wat betreft de
weigering van omgangsrecht als wegens het misdrijf van
familieverlating. Maar goed, wie ermee wordt geconfronteerd moet
dan maar zelf het heft in handen nemen en proberen het moeizame
en dure proces van invordering tot een goed einde te brengen.

Daarnaast bestaat nu al een regeling in het kader van het OCMW. Ik
zal ze niet herhalen maar deze regeling heeft tekortkomingen. De
bedragen zijn te laag en de categorieën zijn beperkt. Het gaat
immers alleen om kinderen. De OCMW's zelf worden met een aantal
problemen geconfronteerd want de invordering of de terugvordering
is nagenoeg nihil en de OCMW's krijgen niet alles terugbetaald van
de Staat wat ze voorschieten.

Onderhoudsgeld is een recht. Het is ofwel een recht vastgesteld
tussen de beide partijen, in onderling akkoord, ofwel vastgesteld door
de rechter. Het is geen sociale uitkering, het is geen gunst. Het is een
recht, een onderhoudsplicht. In de meeste gevallen gaat het om een
onderhoudsplicht jegens de eigen kinderen wat niet alleen een
wettelijke maar mijns inziens ook een morele plicht is. Redenen
genoeg dus om hier eindelijk een antwoord op te bieden en om
ervoor te zorgen dat degenen die het recht hebben er ook kunnen op
rekenen dat zij adequaat dit recht gewaarborgd zien.

Er is een lange calvarietocht geweest voor dit wetsvoorstel. Men
heeft verschillende pistes bewandeld, verlaten, opnieuw bewandeld,
toch weer verlaten maar uiteindelijk werden we geconfronteerd met
een fundamentele keuze: ofwel een uitbreiding van het bestaande
OCMW-systeem, ofwel een alimentatiefonds. Een uitbreiding van het
OCMW-systeem zou het probleem van de onderhoudsgelden
blijvend als sociale hulp gecatalogeerd zien. Een sociale hulp die
slechts zou zijn weggelegd voor "minderbedeelden", ongeacht de
grens. Enkel schuldeisers met een bepaald niveau van inkomen, die

euros par enfant. Dans un cas sur
cinq, ces aliments ne sont pas
payés et dans deux cas sur cinq
ils ne le sont que partiellement ou
irrégulièrement. Les auditions en
commission ont montré que le
non-paiement des aliments est
l'une des causes majeures de
pauvreté.

Le délit d'abandon de famille est
trop souvent classé. Il en va de
même pour les plaintes relatives
au refus du droit de visite. Les
deux constats traduisent une
attitude inappropriée de la justice.
De ce fait, la récupération des
aliments constitue une entreprise
difficile, longue et pénible. La
réglementation actuelle, qui passe
par les CPAS, est trop limitée, ne
s'applique qu'aux aliments
destinés aux enfants et cause des
difficultés financières aux CPAS
qui n'obtiennent pas le
remboursement intégral des
avances faites.

Le droit à la pension alimentaire
découle d'un accord réciproque
conclu entre les parties ou
constaté par le juge. Il ne s'agit
pas d'une allocation sociale. Il
importe de veiller à ce que ce
droit soit garanti adéquatement.

Nous avons déjà parcouru un long
chemin. Deux options
fondamentales s'offraient à nous:
l'extension du système actuel du
CPAS ou la création d'un fonds de
créances. Toutefois, privilégier la
première solution équivaudrait en
quelque sorte à considérer la
pension alimentaire comme une
aide sociale aux moins favorisés,
quel que soit le plafonds de
revenu fixé. La commission a
donc unanimement décidé, à
quelques abstentions près, de
créer un Fonds de créances
alimentaires au sein du
département des Finances. Cette
décision privilégie le principe
d'universalité. Toute personne qui
a droit à une pension alimentaire
peut s'adresser à ce Fonds de
créances alimentaires. Seuls les

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

de grens niet zouden overschrijden, zouden gebruik kunnen maken
van dat recht op voorschotten.

Uiteindelijk hebben wij met zijn allen in de commissie is hierover
unaniem gestemd met enkele onthoudingen geopteerd voor de
oprichting voor een Dienst voor alimentatievorderingen binnen het
ministerie van Financiën en voor een toepassing van het principe
van de universaliteit. Dit betekent dat iedereen die recht heeft op
alimentatie een beroep kan doen op die dienst zonder
inkomensbeperking. De beperking zit hem in de hoogte van de
voorschotten.

Ik denk, collega's, mijnheer de minister, dat dit terecht is. Vergeten
we immers niet dat er binnen het systeem van alimentatie en
onderhoudsgelden een fiscale aftrekbaarheid bestaat die de Staat
verschillende miljarden oude Belgische frank per jaar kost. Deze
aftrekbaarheid geldt ook zonder inkomensbeperking. Als het ene
recht zonder inkomensbeperking bestaat, moet het andere recht
mijns inziens terecht ook zonder inkomensbeperking bestaan.
Bovendien geldt het systeem voor alle onderhoudsgelden en niet
enkel voor kinderen.

Eigenlijk is dit een alternatieve piste voor de sanctionering van een
bestaand recht. Het is niet de toevoeging van rechten. In plaats van
keer op keer het gerechtelijk apparaat in te schakelen wat ook veel
geld kost -, hebben we ervoor geopteerd het recht te sanctioneren
door deze instantie die daarvoor het meest geëigend is, namelijk het
ministerie van Financiën. Misschien heeft dit inschakelen van het
ministerie een ontradend effect voor wanbetalers want men zal in de
toekomst als onderhoudsplichtige wel goedkoper af zijn als men
rechtstreeks betaalt aan degene die recht heeft op het
onderhoudsgeld. Betaalt men immers niet en wendt men zicht tot de
dienst, dan komt er sowieso voor minimum 6 maanden een
verhoging van 10% bij. We kunnen er toch op rekenen dat dit een
groter ontradend effect zal hebben dan een vriendelijk briefje van het
OCMW om eventueel, als het even kan, toch maar te betalen. De
OCMW's komen in het verhaal niet meer voor en dit op hun eigen
vraag.

Wat de OCMW's betreft, heeft collega Verherstraeten erop gewezen
dat zij vorige week in een brief hun bezorgdheid hebben geuit over
het feit dat zij ertoe gehouden zijn, volgens artikel 22 van het
ontwerp, op hun kosten alle nuttige inlichtingen te verstrekken met
betrekking tot de bestaansmiddelen en de woonplaats of
verblijfplaats van de onderhoudsplichtigen.

Zij vrezen immers dat ze de dienst voor alimentatievorderingen
informatie zullen moeten doorgeven die onder het beroepsgeheim
valt, met betrekking tot hun cliënten die onderhoudsgeld verschuldigd
zijn. Daarom stellen zij in die brief voor om in de wettekst
uitdrukkelijk op te nemen dat de artikelen 36, tweede lid, en 50 van
de organieke wet van 8 juli 1976 over de OCMW's en artikel 458 van
het Strafwetboek die het beroepsgeheim betreffen, onverminderd
van toepassing zouden zijn. De vraag is gesteld aan de minister. Ik
wil ze niet in zijn plaats beantwoorden, maar sta mij toch toe mijn
mening te geven. Ik denk dat het niet nodig is om dit hier in de tekst
op te nemen. Het wetsvoorstel heeft immers niet de bedoeling om te
voorzien in een uitzondering op die bepalingen van de organieke wet

montants avancés ont été limités,
à juste titre d'ailleurs. En effet,
celui qui paie une pension
alimentaire a le droit de déduire
ce montant de sa déclaration,
indépendamment du niveau de
ses revenus. En outre, toutes les
pensions alimentaires entrent en
ligne de compte et pas seulement
celles qui sont destinées aux
enfants. Nous avons opté pour le
ministère des Finances parce que
celui-ci exerce un effet dissuasif
sur les mauvais payeurs. S'il est
fait appel au Fonds, les personnes
en défaut de paiement seront
redevables pendant six mois au
moins d'une pension alimentaire
majorée de 10%. Une telle
mesure aura plus de poids qu'une
aimable lettre de rappel du CPAS.

La semaine dernière, les CPAS
ont exprimé leur préoccupation à
propos de l'article 22 de la
proposition, en ce sens que la
communication d'informations
relatives au débiteur d'aliments
constituerait une violation du
secret professionnel. Les CPAS
proposent d'inscrire explicitement
dans le texte que les articles 36,
2

ème

alinéa et 50 de la loi sur les

CPAS ainsi que l'article 458 du
Code pénal resteraient en tout
état de cause d'application. Je ne
crois que ce soit nécessaire.
L'intention du législateur n'est, en
effet, nullement d'instaurer une
exception aux dispositions
précitées. Par ailleurs, une
réglementation plus détaillée,
prenant en compte le secret
professionnel, sera mise en place
par arrêté royal.

Le Fonds des créances
alimentaires requiert
l'engagement de moyens humains
et matériels. Toutefois, le système
actuel coûte également de l'argent
à l'Etat. Les nombreuses
tentatives de récupération
opérées par les CPAS ne sont
couronnées de succès que dans
cinq ou six pour cent des cas. Par
ailleurs, l'appareil judiciaire est
chaque fois à nouveau sollicité. Le

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

of op de bepalingen van het Strafwetboek: deze blijven
onverminderd van toepassing. Bovendien zullen bij koninklijk besluit
nadere regels worden ingeschreven inzake de toepassing van deze
bepaling van de wet, waarbij dan wel rekening zal worden gehouden
met het beroepsgeheim.

Ik wil nog even stilstaan bij de prijs. Het is juist dat het
alimentatiefonds een inzet zal vragen van mensen en van middelen,
maar mij dunkt, dat is het waard. Ook het huidige systeem kost de
Staat veel geld. Ten eerste, de voorschotten die nu via de OCMW's
worden uitgekeerd en waar de recuperatiegraad ergens rond de 5%
of 6% draait, hoeven niet meer. Laten wij zeggen: een bijna integraal
verloren post! Ten tweede, ik zei het reeds eerder, de inschakeling
van het gerechtelijk apparaat met alles wat daarbij hoort. Dat kost
ook geld. Waarschijnlijk is een efficiëntere afhandeling via de dienst
alimentatievorderingen te verkiezen, zeker als we de overbelasting
van het gerechtelijk apparaat nu al bekijken. Ten laatste, veel zal
afhangen van de efficiëntie van de recuperatie door de dienst zelf.
Werkt deze dienst goed, werkt deze dienst snel wat dat betreft stel
ik het volle vertrouwen in de minister en zijn diensten , dan zal
inderdaad het roulement in de dienst groot zijn en zal door de
terugvordering, die dan ook een sociaal heterogenere groep zal
betreffen, uiteindelijk een stuk geldmassa kunnen worden gecreëerd
waaruit de voorschotten kunnen worden betaald.

Ik onderken een tegenstrijdigheid bij wat collega Verherstraeten
daarnet zei. Hij vroeg waarom je nog 5% moet betalen als
rechthebbende op de gelden. Ten eerste, dat is niet juist. Je moet
geen 5% betalen op hetgeen je krijgt van de dienst; op het voorschot
moet je niks betalen. Die 5% worden later ingehouden en alleen op
het supplementaire deel dat de dienst eventueel later recupereert.
Maar ook dat is nodig om de werking van de dienst te financieren.
Men kan niet langs de ene kant vragen of er wel is gedacht aan de
kosten en of men de factuur niet doorschuift, en aan de andere kant
ervoor pleiten om de kosten nog te gaan opdrijven.

De VLD zal dit wetsvoorstel, dat volgens ons de beste oplossing is,
goedkeuren. We willen dit niet doen zonder de minister van
Financiën en ook zijn diensten, waarvan enkele afgevaardigden hier
op de tribune zitten, te bedanken voor de ongelofelijke inspanningen
die zij hebben gedaan. Zij hebben tot en met in hun vakantie de zaak
bekeken, uitgepuurd, herkauwd, aangepast aan compromissen,
aangepast aan nieuwe teksten omdat de compromissen werden
herroepen en uiteindelijk toch andere pistes werden gekozen.
Chapeau daarvoor, jullie hebben echt heel goed werk geleverd.

Ter afsluiting, mijnheer de minister, mijnheer de voorzitter, laten wij
dit plaatsen in een groter geheel. Inderdaad is het zo, dat ons
echtscheidingsrecht terug een beetje verouderd is geworden en dat
we moeten gaan naar schuldloze echtscheiding. Daarvoor liggen
vele voorstellen op tafel. Of we nog rond geraken, weten we niet,
maar in elk geval mag dit niet worden vergeten. Wat ook niet mag
worden vergeten is dat we in het kader daarvan moeten gaan naar
een objectivering van de bepaling van de hoogte van
onderhoudsgelden.

Men heeft nu al te vaak het gevoel dat, als men een scheiding
aanvraagt, men ergens instapt waarvan men de uitkomst niet kent,

succès du Fonds dépendra, dans
une très large mesure, de
l'efficacité de la récupération par
le service des montants avancés.

M. Verherstraeten s'est interrogé à
propos des cinq pour cent qui
doivent être versés par les ayants
droit. Ce pourcentage doit
toutefois uniquement être versé
sur la part supplémentaire que le
service récupérera le cas échéant
ultérieurement. Par ailleurs, il est
contradictoire de demander, d'une
part, si l'on ne reporte pas le coût
de la récupération des aliments
sur les ayants droit et, d'autre
part, de plaider en faveur d'une
augmentation plus avant des frais.

Le VLD votera en faveur du projet
à l'examen. Nous tenons à
remercier le ministre des Finances
et ses services pour les efforts
qu'ils ont consentis.

Nous avons ouvert la voie vers le
divorce sans faute et
l'objectivation de la détermination
du montant des pensions
alimentaires, à l'instar de ce qui
existe déjà dans d'autres pays.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

waarvan men niet weet hoeveel men verschuldigd zal zijn. Het
verdient misschien aanbeveling ook daar binnen een welomschreven
kader te werken en objectiveerbare criteria te hanteren. Dat is
trouwens ook in andere landen het geval.

Collega's, ik wil het daarbij laten. Ik heb lang genoeg gesproken. Wij
zullen dit voorstel in elk geval goedkeuren.

18.07

Fred Erdman

(SP.A): Mijnheer de voorzitter, mevrouw

Moerman, ik ga volledig akkoord met wat u het laatste hebt gezegd.
Het is vandaag, ondanks pogingen van sommigen om zeer
ingewikkelde formules uit te werken om de hoegrootheid van
onderhoudsgelden te laten bepalen op basis van objectieve criteria,
in dit land blijkbaar niet mogelijk dat de gerechtelijke overheden
zouden beschikken over de elementen om dit op een objectieve
manier te doen. De heel eenvoudige reden daarvoor is dat in vele
gevallen precies de hoegrootheid van de inkomsten waarop dit zou
worden gebaseerd, niet gekend is of althans niet wordt verklaard. Ik
hoor dus met genoegen dat u zich zou inschrijven in een systeem
waarbij een inventaris wordt gemaakt en een register wordt
bijgehouden van het hebben en goed van eenieder. Dat zou immers
de mogelijkheid bieden de objectieve criteria uit te bouwen.

18.07

Fred Erdman

(SP.A): Je

suis entièrement d'accord avec
cette dernière observation. Même
s'il existe diverses formules pour
déterminer le montant de la
pension alimentaire, le juge ne
peut se fonder sur des éléments
objectifs. Souvent le revenu n'est
pas connu ou n'est pas déclaré.
Une sorte de "registre des avoirs
et des biens" pourrait permettre de
définir des critères objectifs.

18.08

Fientje Moerman

(VLD): Mijnheer de voorzitter, ik wil daarop

even kort reageren.

Ik wil twee zaken verduidelijken, mijnheer de voorzitter van de
commissie voor de Justitie. Ten eerste, als u denkt dat mijn vraag
impliciet een goedkeuring inhoudt van een vermogensregister, hebt u
het mis. Trouwens, ik dacht dat bij de bepaling van
onderhoudsgelden de criteria vooral op inkomen slaan en niet zozeer
op vermogen.

Ten tweede, mijnheer de commissievoorzitter, indien u denkt dat
mijn uitspraak een kritiekloze goedkeuring zou inhouden van een
algemeen principe waarbij men de economisch zwakkere partner
binnen een huwelijk, bij een echtscheiding na een aantal jaren met
een onwrikbaar automatisme op straat zou zetten zonder inkomsten,
dan bent u er ook naast. Wanneer men objectiveert, moet men met
al deze factoren rekening houden. Dat is perfect mogelijk. In de
meeste gevallen is de onroerende gezinswoning trouwens het
voornaamste bezit. Dat is genoegzaam bekend. Ik denk dat het
perfect mogelijk moet zijn objectiveerbare criteria te laten vaststellen
die dan door de rechter kunnen worden gehanteerd, zonder
vermogensregister of belasting.

18.08

Fientje Moerman

(VLD):

Mon observation n'impliquait pas
une approbation implicite de
l'instauration d'un registre des
patrimoines. Les critères pris en
compte dans le cadre de la
détermination du montant de la
pension alimentaire se réfèrent
généralement au revenu et non au
patrimoine.

En outre, mon intention n'était
nullement d'approuver sans
critiques la mise en place d'un
système dans le cadre duquel le
partenaire le plus faible se
retrouverait après quelques
années sans revenus. Il est
parfaitement possible d'élaborer
des critères sans devoir se référer
à un registre des patrimoines ou à
un impôt sur le patrimoine.

18.09

Jean-Jacques Viseur

(cdH): Monsieur le président, monsieur

le ministre, je voudrais vous formuler quatre réflexions à propos de
cette proposition de loi. La première concerne nos travaux. Nous
avons fait la démonstration à travers cette proposition que les deux
branches du législatif que sont le parlement et le gouvernement
peuvent, à certains moments, unir leurs efforts pour porter une idée.
Cela ne se serait pas fait s'il n'y avait eu au sein du gouvernement un
relais puissant de la préoccupation du parlement. De notre côté, je
pense que nous avons beaucoup contribué à soutenir une logique qui
était inscrite dans la démarche initiale et s'il y a eu plus de 130
amendements, ils ne tendaient pas à bouleverser les textes mais

18.09

Jean-Jacques Viseur

(cdH): Ons werk toont aan dat
beide takken van de wetgevende
macht, het Parlement en de
regering, hun krachten kunnen
bundelen. De amendementen
waren opbouwend, ze hebben de
tekst verbeterd en de
oorspronkelijke idee ondersteund.
We kunnen ook de toewijding
tijdens de vergaderingen en de wil

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

plutôt à les améliorer pour arriver dans l'état actuel des choses à un
système aussi bon que possible et qui rencontre l'idée initiale qui
avait animé un certain nombre de groupes.

Il faut dire aussi et je rends hommage à tous les membres de la
commission que l'assiduité a été très grande, que la volonté
d'aboutir a été très forte et que la manière de travailler a été
marquée par cette volonté d'aboutir à une solution, au-delà des
clivages naturels dans un parlement entre majorité et opposition.

En ce qui concerne les principes, ce qui est capital dans le texte que
nous avons adopté, c'est que le droit à une créance alimentaire, le
droit à voir cette créance alimentaire payée échappe largement à
une vision qui rejetait ce problème dans la sphère privée, estimant
qu'il s'agissait du problème classique d'un créancier et d'un débiteur,
consistant à trouver, par les modes normaux d'exécution, la manière
de voir le droit respecté.

Nous savions dès le départ que cette situation n'est pas vraie pour
les créances alimentaires car, dans cette matière, nous ne sommes
pas, d'après cette fiction du Code civil, entre un créancier et un
débiteur qui sont égaux devant le droit et les moyens d'exécution. Il y
a un déséquilibre qui joue le plus souvent en défaveur du créancier
d'aliments. En effet, il commence son périple de créancier d'aliments
dans des circonstances souvent humainement difficiles. Ce sont les
ruptures, ce sont les tensions. C'est le chantage permanent
concernant les enfants quand il y a des enfants. C'est le chantage
permanent à ne pas payer les pensions lorsqu'il s'agit d'une pension
alimentaire plutôt qu'une contribution. Il y a un faible et il y a un fort.
Ce qui est capital sur le plan des principes, c'est que l'État vient ici
au secours du faible, comme c'est son devoir, même si le fort peut
avoir lui aussi ses faiblesses et ses difficultés. C'est, sur le plan des
principes, l'affirmation que le droit à la créance alimentaire est un
droit auquel la société s'intéresse et auquel l'État apporte sa force et
son bras. Sur toutes les expéditions des jugements, on retrouve cette
formule exécutoire disant que l'on mande les procureurs généraux,
les procureurs du Roi, les forces de police pour exécuter le jugement.
On sait bien que souvent en matière civile, cela se heurte à
l'impossibilité d'obtenir le paiement. Dans ce système-ci, nous
voyons désormais consacrée l'appartenance de ce problème à une
sphère sociétale où la société s'intéresse clairement à l'exécution de
ces obligations.

Très longtemps, nous avons eu l'illusion qu'à travers le droit pénal,
l'Etat marquait bien son intérêt, puisqu'il avait instauré en délits le
non-paiement de pensions alimentaires et l'abandon d'enfants. Mais
il s'agissait de mesures souvent inadéquates, quoique nécessaires,
puisque les parquets évitaient de poursuivre en pareille matière et
surtout évitaient d'exécuter des décisions qui, entraînant des peines
de prison, maintenaient l'impossibilité d'exécution.

Ici, nous avons un système accessible à tous et je pense que le droit
de chacun des créanciers alimentaires est ici consacré, quel que soit
son état de fortune, quelle que soit sa situation. C'est important. Je
pense que c'est un des éléments essentiels du texte et c'est un
progrès majeur. Par ailleurs, le système est simple, rapide et il
s'accompagne, indépendamment du montant payé comme avance
par les pouvoirs publics, par l'Etat, de la substitution au niveau de

om, afgezien van de
tegenstellingen, tot een oplossing
te komen, benadrukken.

Het recht op een
alimentatievordering werd erkend
als een fundamenteel recht, dat
aan de privé-sfeer ontsnapt. In de
ongelijke situatie van schuldeiser
versus schuldenaar, van zwakkere
versus sterkere partij, komt de
overheid de zwakkere partij te
hulp. Het is een maatschappelijk
recht, dat door de overheid wordt
bekrachtigd door de uitvoering
van de vonnissen.

De voorgestelde regeling is
eenvoudig en praktisch, en
hanteert het principe van de
substitutie voor de invordering van
de achterstallige bedragen.

We moeten vaststellen dat het
vaak de zwakste partij is die
opgeeft, omdat men niet meer
kan, omdat men geen vertrouwen
meer heeft in de instellingen.
Dikwijls chanteert men de
tegenpartij met de kinderen. Dat
aspect "chantage" wordt nu fors
ingeperkt, omdat er een derde
optreedt, namelijk de staat.

Het ontradende effect van de
"stok achter de deur" zal de
schuldenaars ertoe brengen te
betalen, want aan een verplichting
zullen ze niet kunnen ontsnappen.
Zoals de heer van Weddingen
geheel terecht zei, is het de
bedoeling dat de nieuwe regeling
zodanig doeltreffend is, dat ze op
de duur overbodig wordt. De
lokale overheden en OCMW's
worden ontheven van een aantal
zware taken.

Dit voorstel is het sluitstuk van
een dertig jaar durende strijd, en
als er niet zo veel vrouwen in het
Parlement zitting zouden hebben,
zouden we niet staan waar we nu
staan. Vele mannen zullen hen
volgen, en wij zullen dat
wetsvoorstel zonder aarzelen
goedkeuren.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

l'exécution des arriérés, ce qui soulage incontestablement les
créanciers d'aliments.

J'ai été pendant 25 ans avocat et je peux dire que, à plusieurs
reprises, j'ai été frappé par la lassitude des créanciers alimentaires
lorsqu'ils sont à leur cinquième, à leur sixième exécution. Ils ont
dépensé des frais irrécupérables mais largement supérieurs au
montant de la pension et donc, à un certain moment, par lassitude,
ils abandonnent. Par conséquent, très souvent, on voit des
personnes disant qu'elles ont renoncé à réclamer leur pension
alimentaire. Dans cette relation du faible et du fort; c'est le faible qui,
à un moment donné, n'a plus confiance dans les institutions
publiques, n'a plus la possibilité matérielle d'utiliser la force publique
ou les moyens d'exécution. C'est quelque chose qui marque une vie
que d'être ainsi entièrement soumis à cette obligation de peser entre
des frais et des démarches administratives et juridiques très lourdes
et le renoncement à la pension alimentaire.

Il y a un autre aspect marquant dans ces relations, c'est ce que
j'appelle le chantage. Combien de fois ne voit-on pas dire au
créancier ou à la créancière d'aliments, en ce qui concerne les
enfants par exemple, "ou bien tu abandonnes toute revendication ou
je monte les enfants contre toi"?. Combien de fois, lors de ses droits
de visite, le débiteur d'aliments ne fait-il pas de chantage sur l'enfant
en lui disant "mais voilà, je te refuse tel ou tel avantage parce que ta
mère me poursuit, parce qu'il y a des frais de justice, etc."? La
tension est donc souvent maximale dans des couples déchirés et ce
chantage est d'autant plus facile que l'on est en présence d'un
affrontement direct entre créancier et débiteur d'aliments.
L'intervention d'un tiers, qui en l'espèce est l'Etat à travers le service
des Finances, est un progrès énorme dans ces rapports.
L'interposition de ce tiers a pour effet que les rapports peuvent être
moins tendus, que ces rapports ne sont plus des rapports d'aigreur,
puisque si l'huissier est envoyé, il ne l'est pas par le créancier
alimentaire mais par un tiers. Je pense que cela va apaiser fortement
les relations entre les créanciers et les débiteurs d'aliments.

Enfin, il y a cet élément capital de toute législation qui doit être
effective, c'est ce que l'on appelle le gros bâton derrière la porte. Je
suis persuadé que le caractère dissuasif du recours à ce système va
faire en sorte que des gens qui n'ont pas la bonne volonté quant au
payement vont être amenés à payer.

M. van Weddingen disait tout à l'heure que la vocation de ce
système est d'être biodégradable, c'est-à-dire dégradable par son
efficacité et par le fait que chacun saura que l'on n'échappe pas à
une obligation. Savoir une telle chose constitue un élément important
pour la remplir.

J'en viens au dernier élément positif de ce texte.

Très longtemps, les adversaires étaient essentiellement guidés par la
peur de voir les collectivités locales et en particulier les CPAS se
trouver face à une charge extrêmement lourde qui n'était pas
seulement la gestion administrative. Il y avait aussi l'avance, le
paiement avec des délais entre le paiement et le remboursement par
l'Etat.

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Le système libère, selon moi, les collectivités locales et
particulièrement les CPAS de cette obligation et aboutit surtout à ce
que ces derniers peuvent se concentrer sur leurs obligations en la
matière, qui consistent à faire face à des situations urgentes sans
que leurs fonctions ne soient alourdies.

Voilà donc l'aboutissement de près de 30 ans de combat.

Il est assez intéressant de constater que s'il n'y avait pas eu un
nombre suffisant de femmes au sein de ce Parlement, nous n'aurions
pas pu faire aboutir ce texte. En conséquence, s'il fallait un argument
pour convaincre que l'équilibre hommes/femmes est un élément de
progrès dans notre société, vous en avez fait, mesdames, lors de
tous ces débats, la démonstration. Et je pense pouvoir dire que
quelques hommes vous ont accompagnées dans cette démarche.

Nous voterons donc cette loi sans réserve.

18.10

Geert Bourgeois

(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer

de minister, collega's, vandaag ligt ter bespreking voor een
wetsvoorstel dat ertoe strekt bij de FOD Financiën een nieuwe dienst
voor alimentatievorderingen op te richten, die belast zal worden met
het uitbetalen van voorschotten op onderhoudsgelden aan de
onderhoudsgerechtigden en met het innen van dat onderhoudsgeld
bij de onderhoudsplichtigen. Het nieuw op te richten fonds neemt zo
de taken over die nu door de OCMW's worden uitgevoerd, met dien
verstande dat het toepassingsgebied verruimd wordt. Er geldt geen
inkomensgrens meer om in aanmerking te komen voor een
tussenkomst van het fonds. Ook het onderhoudsgeld tussen gewezen
echtgenoten of samenwonende partners kan door het fonds
voorgeschoten worden. Tot slot wordt ook het plafond van het
maandelijkse onderhoudsgeld opgetrokken. Ik denk dat al die
verruimingen toe te juichen zijn en dat zij inderdaad serieuze
verbeteringen zijn van de huidige regeling.

Voortaan zal het onderhoudsgeld efficiënter worden ingevorderd
omdat die taak wordt toevertrouwd aan de Federale Overheidsdienst
Financiën die op dat terrein een bijzondere ervaring en expertise
heeft opgebouwd.

De nagestreefde efficiëntie staat in tegenstelling tot de toestand tot
op heden. Uit de cijfers blijkt immers dat de OCMW's een te beperkt
gedeelte van de door hen voorgeschoten sommen konden
recupereren van de onderhoudsplichtige. Het OCMW van Antwerpen
bijvoorbeeld heeft In 1999 slechts 5,4% van de dossiers ingevorderd.
De kostprijs voor het voorschieten en invorderen van dat
onderhoudsgeld kost een stad als Antwerpen ongeveer 250.000 euro.
Deze kost wordt bijna integraal afgewenteld op de overheid. Dat
betekent dat de gemeenschap wij allen dus opdraaien voor wie
zich aan zijn meest elementaire plichten onttrekt.

Als gemeenschapspartij pleiten wij voor solidariteit. Als
verantwoordelijkheidspartij menen wij echter dat de burgers hun
verantwoordelijkheid niet mogen ontvluchten. De Staat en bij
uitstek de wetgever moet ervoor zorgen dat de burger zijn
verantwoordelijkheid opneemt en, bij gebrek hieraan, op de meest
efficiënte wijze daartoe wordt gedwongen en dat als ultimum
remedium de Staat ingrijpt waar nodig. In dat geval is de vraag op

18.10

Geert Bourgeois

(VU&ID):

Le Fonds des créances
alimentaires garantira le paiement
des pensions alimentaires et
recouvrera les montants dus par
les débiteurs d'aliments, ce qui
permettra de décharger les CPAS
de certaines missions.
Contrairement au régime appliqué
précédemment, la possibilité de
recourir au Fonds ne dépendra
plus du niveau des revenus, les
pensions alimentaires dues aux
époux pourront faire l'objet
d'avances et le maximum sera
revu à la hausse. Voilà qui est
positif.

Dorénavant, la pension devrait
être recouvrée plus efficacement
dans la mesure où cette tâche
sera assurée par le SPF Finances.
Jusqu'ici en effet, les autorités
locales subissaient l'incidence
négative de l'octroi d'avances et
du recouvrement de paiements.
C'est à présent l'Etat qui
supportera ces frais. En d'autres
termes, la collectivité paiera pour
les personnes qui se soustraient à
leurs devoirs élémentaires.

La N-VA a exprimé sa
désapprobation à ce sujet. Dans
ce dossier, la responsabilité
parentale prime la solidarité. Le
paiement de la pension
alimentaire est une obligation
légale. Quiconque s'y soustrait est
passible de sanctions. Avant de

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

welke manier zulks het meest efficiënt gebeurt. Precies op dat vlak
heb ik tal van vragen en opmerkingen waarop ik later terugkom.

Eerst wil ik het principe poneren dat voor ons in elk geval moet
gelden dat de individuele verantwoordelijkheid speelt, dat de
onderhoudsplichtige zijn plichten moet nakomen en dat hij daartoe zo
nodig moet worden gedwongen alvorens bijna automatisch wordt
gegrepen naar de solidariteit van de gemeenschap.

Wij hebben de indruk dat de slinger inzake individuele
verantwoordelijkheid uit cadans is geraakt en dat hij veel te ver
doorslingert in de richting van onverantwoordelijkheid.

Vanuit dit principe staan wij zeer kritisch tegenover de uitgewerkt
methode, mevrouw Herzet, maar niet tegenover de doelstelling van
dit voorstel, laat dit duidelijk zijn. Wij sluiten onze ogen niet voor de
problematiek die aan de basis ligt van dit wetsvoorstel en ik meen
dat ik wellicht als eerste en misschien zelfs als een van de weinige
leden van de commissie voor de Justitie niet een keer, maar
herhaaldelijk de minister van Justitie interpelleerde over de
problematiek van de familieverlating en van het niet-naleven van het
omgangsrecht waarop ook de heer Verherstraeten de aandacht
nogmaals vestigde.

Ik wees de minister op het falende vervolgingsbeleid van de
parketten in deze aangelegenheid. Het betalen van onderhoudsgeld
is een verplichting die wordt opgelegd, hetzij bij overeenkomst, hetzij
door een vonnis van de rechterlijke macht. Het niet-betalen van
onderhoudsgeld is strafbaar.

Op mijn vragen tot de minister over deze problematiek ontving ik
schrijnende en onthutsende antwoorden.

Heel die problematiek van familiaal disfunctioneren het niet-betalen
van onderhoudsgeld, het niet-naleven van het omgangsrecht en
zelfs de problematiek van het intrafamiliaal geweld, waarop ik de
minister herhaaldelijk heb gewezen, blijft veel te veel buiten het
blikveld van de parketten. Dit is geen vervolgingsprioriteit. Ik heb de
minister daarover herhaaldelijk ondervraagd. Ik heb hem
herhaaldelijk gevraagd om, in zijn hoedanigheid van minister van
Justitie die het vervolgingsbeleid aanstuurt, daarvan een prioriteit te
maken. Dit gebeurt niet, net zoals er geen prioriteit wordt gemaakt
van het vervolgend optreden bij het niet-naleven van het
omgangsrecht en net zoals niet naar efficiënte middelen wordt
gezocht om het omgangsrecht te laten naleven.

In Frankrijk, collega's ik zeg dit even terzijde heeft 25% van de
adolescenten geen contact meer met een van zijn ouders. Het gaat
om 25% van de adolescenten. Ik denk dat dit maatschappelijk echt
onrustwekkend is. Heel wat mensen overal in Europa beginnen
daarvoor aandacht te krijgen. Daarom stellen wij voor om op het
trouwboekje ook de plichten van de ouders ten aanzien van de
kinderen in te schrijven. Wij staan voor onrustwekkende evoluties. Ik
heb een paar wetsvoorstellen ingediend op dit punt om de rechter
een actieve rol te geven inzake de naleving van het omgangsrecht.
U weet dat gerechtsdeurwaarders heel terughoudend zijn in deze
materie. Zij weigeren om op te treden omdat het gaat over bijna
materieel geweld ten opzichte van minderjarigen, wat heel delicaat

pouvoir faire appel à la
collectivité, le débiteur d'aliments
doit être contraint de respecter ses
obligations par un tribunal.
Malheureusement, ce point n'est
pas considéré comme une priorité
dans le cadre de la politique des
poursuites.

Nous avons des critiques à
formuler à l'égard des moyens
proposés mais l'objectif de ce
projet de loi nous semble légitime.
J'ai par ailleurs interpellé le
ministre de la Justice à plusieurs
reprises concernant le problème
de l'abandon de famille et je lui ai
demandé de prendre des mesures
permettant de faire du non-respect
des obligations en matière de
pension alimentaire et de régime
des visites une priorité en matière
de poursuites.

De plus en plus de jeunes ont
perdu tout contact avec un de
leurs parents. Les chiffres sont
vraiment inquiétants. Cela m'a
amené à déposer plusieurs
propositions de loi visant à faire
intervenir plus activement le juge
dans le contrôle du respect du
droit de visite. Par ailleurs, les
parquets négligent également les
poursuites dans le domaine de la
violence intrafamiliale.

Une part importante des pensions
alimentaires ne sont pas versées
ou sont versées tardivement. Les
familles monoparentales déjà
fragilisées risquent ainsi de
vraiment sombrer dans la
pauvreté. Le législateur doit se
préoccuper de cette situation.
Nous souhaitons néanmoins avoir
une approche critique face à cette
proposition de loi dont l'objectif est
louable. Cet objectif peut en effet
être atteint de manière plus
efficace et moins onéreuse.

Il convient en premier lieu de
responsabiliser le débiteur
d'aliments. Cette responsabilité ne
doit pas être a priori répercutée
sur la communauté. Un certain
nombre d'initiatives de

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

is. Ik heb ook een wetsvoorstel ingediend om een dwangsom apart te
kunnen opleggen als het omgangsrecht niet wordt nageleefd.
Hierdoor kan men nog eens apart naar de rechter stappen om een
dwangsom op te leggen. Dit wou ik terzijde opmerken om te wijzen
op de problematiek van het omgangsrecht die langs de andere kant
evenzeer grote menselijke, maatschappelijke frustraties veroorzaakt.
Dan heb ik het nog niet over het intrafamiliaal geweld dat ook door
de parketten wordt verwaarloosd.

Ik meen dat de cijfers inzake het niet-betalen van onderhoudsgeld
onthutsend zijn. Minstens 18% van de onderhoudsuitkeringen ten
gunste van kinderen wordt helemaal niet betaald en 24% wordt
laattijdig betaald. We weten dat heel veel uit de echtgescheiden
ouders onder de armoedegrens terechtkomen omdat het
onderhoudsgeld waarop zij recht hebben, niet wordt betaald. Dit is
een zeer reëel probleem dat een punt van zorg moet zijn voor de
wetgever. Eenoudergezinnen met één inkomen die onderhoudsgeld
nodig hebben en onderhoudsgeld krijgen, zitten reeds veelal in de
categorie van de maatschappelijk zwaksten, laat staan dat het
onderhoudsgeld waarop zij rekenen, niet wordt betaald.

Deze principes mogen echter niet beletten, collega's, dat wij het
voorliggende wetsvoorstel kritisch moeten benaderen. Zoals ik in het
begin heb gezegd, moeten wij ons afvragen of het middel dat hier
wordt aangewend het meest efficiënte is om dit doel dat wij, denk
ik, allemaal onderschrijven te bereiken. Ik meen dat dit niet het
geval is. Het nagestreefde doel kan veel efficiënter, goedkoper en
met een grotere responsabilisering tot gevolg, worden bereikt. Ik
meen dat de wetgever er in eerste instantie voor moet zorgen dat de
onderhoudsplichtige zelf zijn verantwoordelijkheid opneemt en zijn
verplichtingen nakomt. Het is immers in eerste instantie de ouder die
de verantwoordelijkheid voor zijn kinderen moet opnemen. Men mag
dit niet al te vlug ik zou bijna a priori zeggen afwentelen op de
gemeenschap. De tussenkomst van de gemeenschap moet de
ultieme remedie zijn om deze mensen in een noodsituatie te helpen.

Ik heb een aantal wetsvoorstellen ingediend. Ik heb een aantal
suggesties geformuleerd die mijns inziens eigenlijk voorafgaandelijk
moeten worden goedgekeurd en vooral moeten worden uitgevoerd.

Het eerste, ik heb het al gezegd, heeft betrekking op de
vervolgingsprioriteit voor het misdrijf familieverlating. Een aanzienlijk
aantal klachten over het niet betalen van onderhoudsgeld wordt niet
vervolgd en komt dus nooit voor de rechtbank. De meeste dossiers
worden zelfs geseponeerd. Ik heb daarover de minister van Justitie
ondervraagd, onder andere op 6 maart 2001, met mijn mondelinge
vraag nummer 4035. Daaruit blijkt dat het aantal seponeringen veel
groter is dan het aantal veroordelingen.

Ik wil toch een nuance maken bij wat collega Viseur heeft gezegd,
namelijk dat men geen onderhoudsgeld meer kan betalen eens men
in de gevangenis zit. Dat is juist, maar de praktijk is natuurlijk anders.
De praktijk is dat de meeste van die vervolgden, wanneer zij voor de
strafrechter staan en wanneer deze hen voor de keuze plaatst het
gaat meestal over een man -: "Mijnheer, gaat u betalen of verkiest u
de gevangenis? Ik zie u hier terug over twee maanden" alsnog tot
betaling overgaan. Als praktijkjurist kan ik u zeggen dat de meesten
onder hen op dat moment betalen. Een keer zij geconfronteerd

responsabilisation peuvent être
envisagées. C'est ainsi que le délit
d'abandon de famille devrait
revêtir un caractère prioritaire en
matière de poursuites. A l'heure
actuelle, la plupart des dossiers
sont classés sans suite et du point
de vue de la société il s'agit bien
évidemment d'un signal
totalement erroné. Quelqu'un qui
est menacé de poursuites et qui
doit choisir entre payer ou aller en
prison, choisit généralement de
payer.

En outre, il conviendrait de
généraliser l'autorisation de
perception. Le créancier
d'aliments serait alors payé
directement par l'employeur du
débiteur d'aliments. Une
autorisation de perception pourrait
par définition être couplée à une
condamnation de payer des
aliments. De la sorte, le créancier
d'aliments pourrait obtenir
aisément l'argent qui lui est dû et
l'on éviterait ainsi des frais
d'exécution élevés.

Troisièmement, il faudrait définir
autrement le délit d'abandon de
famille. Il n'est pas rare qu'appel
soit interjeté contre une décision
judiciaire imposant le paiement
d'aliments. En appel, l'affaire
traîne pendant des années et,
entre-temps, la partie en défaut de
paiement ne peut être poursuivie.
Or, j'estime qu'il doit être possible
d'engager des poursuites pour
abandon de famille sur la base
d'une ordonnance en référé,
même si appel a été interjeté
contre cette ordonnance.

Quatrièmement, il importerait
d'instaurer un droit d'enquête et
d'information pour l'huissier de
justice, afin qu'il puisse avoir une
idée de la situation patrimoniale
du débiteur.

Ces interventions aboutiraient à
améliorer le paiement des
aliments. Les auteurs de la
présente proposition de loi n'ont
certainement pas choisi

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

worden met de dreigende gevangenisstraf, gaan zij plots beseffen
dat zij verplichtingen hebben die zij moeten nakomen.

Ik betreur zeer sterk, en ik sluit mij aan bij de kritiek van collega
Moerman op de minister van Justitie, dat de minister ondanks
herhaalde vragen van kamerleden uit de oppositie en de
meerderheid, hiervan geen vervolgingsprioriteit maakt. Men zou
maatschappelijk het allersterkste signaal geven door te zeggen: dit is
vervolgingsprioriteit, alsook alles wat te maken heeft met de familiale
situatie. Ik denk dat collega Moerman hierin gelijk heeft. Ik heb dit
trouwens vroeger herhaaldelijk gevraagd aan de minister van
Justitie.

Een tweede voorstel dat wij formuleren en hebben ingediend bij wijze
van wetsvoorstel, is de veralgemening van de ontvangstmachtiging.
Terecht werd hier door collega's, ik denk ook door collega Herzet,
gewezen op de enorme kosten die mensen soms moeten maken om
het onderhoudsgeld, dat soms relatief laag is, te recupereren. Men
moet beslag laten leggen, de onderhoudsplichtige verandert van
werkgever of verhuist, men moet opnieuw beslag laten leggen, er
moet een nieuwe verkoopdatum worden bepaald; de kosten stapelen
zich op. Dat moet worden vermeden, daarom stellen wij voor om
inzake onderhoudsgeld altijd automatisch een ontvangstmachtiging
uit te spreken. De vrederechter kan dit nu doen, maar volgens ons
moet dit in plaats van facultatief een automatisme worden. Dit
betekent dat de facultatieve ontvangstmachtiging veralgemeend zou
moeten worden, dat zij regel zou moeten worden. Het wetsvoorstel
nr. 1217, dat ik heb ingediend samen met collega Van Hoorebeke,
houdt in dat de vrederechter en de rechter in kort geding een
ontvangstmachtiging uitspreken, telkens als een persoon veroordeeld
wordt tot het betalen van onderhoudsgeld. Op die manier kan de
onderhoudsgerechtigde zonder dat hij kosten moet maken of naar
een deurwaarder moet gaan bij de instelling die moet betalen, bij
de werkgever die moet betalen of bij eender welke schuldenaar van
de onderhoudsplichtige, ervoor zorgen dat de bedragen worden
geïnd. Zo komt men tot een veel efficiëntere, eenvoudigere en
uiteraard goedkope manier van invordering.

Wij stellen ook voor om de rechter in kort geding dezelfde
bevoegdheden te geven als de vrederechter, door er met name voor
te zorgen dat de kort gedingrechter zoals de vrederechter dus nu al
kan doen de echtgenoten en zelfs derden kan verplichten om alle
inlichtingen en documenten te verstrekken die een licht werpen op de
inkomsten en schuldvorderingen van de partijen.

Na aanvaarding van ons voorstel zou inning van onderhoudsgeld
veel gemakkelijker en met veel minder kosten kunnen verlopen.

Het derde voorstel dat mijn fractie heeft ingediend is een
wetsvoorstel tot wijziging van het misdrijf familieverlating. Collega's,
ik vraag uw aandacht voor dit voorstel. De N-VA vraagt de Franse
wet in te voeren. Artikel 391bis van het Strafwetboek definieert het
misdrijf familieverlating. Wie meer dan 2 maanden in gebreke blijft
om onderhoudsgeld te betalen stelt zich bloot aan correctionele
vervolging. Een van de constitutieve bestanddelen van het misdrijf is
dat er een rechterlijke beslissing moet zijn die niet meer vatbaar is
voor beroep of voor verzet, anders gezegd een rechterlijke beslissing
die in kracht van gewijsde is getreden. In de praktijk valt het heel

d'emprunter la meilleure voie. Il y
avait pourtant d'autres solutions
que j'ai esquissées tout à l'heure.

L'on peut critiquer aussi cette
proposition de loi en ce qu'elle
crée un nouveau service avec
toutes les tracasseries
administratives que cela implique.
Le CPAS est, de par son
approche décentralisée, l'instance
la plus appropriée pour s'occuper
de ce problème aux multiples
facettes. Si on choisissait de
confier cette tâche aux CPAS, on
ferait vraiment oeuvre utile en
matière de simplification
administrative.

Autre objection, cette proposition
de loi va générer un nouveau
transfert de la Flandre vers la
Wallonie. En effet, la récupération
de dettes s'avère souvent être en
Wallonie une entreprise
irréalisable de sorte que c'est celui
qui réussira le mieux à se
soustraire à la loi qui profitera le
plus du nouveau fonds.

Je déplore enfin que le Conseil
d'Etat n'ait pas été consulté. Je
sais que le Conseil d'Etat avait
estimé, à propos d'une proposition
apparentée de Mme Burgeon que
le législateur fédéral était
compétent. Mais cette proposition
prévoyait la constitution d'un
fonds auprès du ministère de la
Justice alors que la présente
proposition tend à la création d'un
office auprès du SPF Finances.
Cette même proposition traite
également de l'assistance aux
personnes, qui relève des
Communautés.

Nous adhérons pleinement aux
objectifs de cette proposition de
loi mais nous préférerions les voir
mis en oeuvre autrement. Nous
sommes également opposés à un
office central auprès du ministère
des Finances parce que nous
estimons qu'il y a là une tâche à
confier aux CPAS, selon le
modèle danois. Cette proposition
de loi ne s'inscrit pas dans la

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

vaak voor dat er beroep wordt aangetekend tegen een rechterlijke
beslissing die onderhoudsgeld oplegt. Ondertussen moet die
onderhoudsplichtige wel betalen, de beslissing is uitvoerbaar. Het
vonnis is echter niet definitief. Dit betekent dat het parket niet kan
vervolgen terwijl de zaak in beroep jarenlang kan aanslepen. Er is
geen misdrijf. Degene die zijn onderhoudsgeld niet betaalt, kan niet
voor de strafrechter worden gebracht. Een strafrechtelijke vervolging
is niet mogelijk. Ons wetsvoorstel 1218 strekt ertoe om de
constitutieve bestanddelen van het misdrijf familieverlating te
wijzigen. We stellen voor niet langer een definitief vonnis te eisen,
wel een vonnis dat uitvoerbaar is en betekend wordt. Op grond van
dit vonnis los van verdere procedures kan men tot vervolging
overgaan zoals dit op dit ogenblik in Frankrijk het geval is.

Ons vierde wetsvoorstel, document 1388, strekt ertoe een
onderzoeks- en informatierecht door de gerechtsdeurwaarder in te
voeren. Dit voorstel strekt ertoe alle soorten vonnissen veel
makkelijker te kunnen uitvoeren om veel makkelijker zicht te hebben
op de inkomsten en het vermogen van de betrokkene. Ook dit
voorstel is in Frankrijk wet. In alle bescheidenheid durf ik te stellen
dat wij dit verfijnd en verbeterd hebben. De gerechtsdeurwaarders
zijn vragende partij. In de praktijk is het immers zo dat voor een partij
die moet betaald worden het praktisch ondoenbaar is om het vonnis
uit te voeren. In vele gevallen zijn de debiteuren heel vindingrijk in
het onttrekken van hun vermogen aan de grip van hun schuldeisers.
Daarom stellen we voor dat de gerechtsdeurwaarder het recht krijgt
om informatie te verwerven over, en een onderzoek in te stellen naar
het vermogen van de schuldenaar. Dit kan bij de schuldenaar zelf, bij
de banken, bij de notarissen en zelfs bij advocaten. Dit evenwichtige
voorstel leidt ertoe dat er transparantie ontstaat en dat een vonnis
veel gemakkelijker en met veel minder kosten kan worden
uitgevoerd.

Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal niet in detail ingaan op elk
van de voorstellen. Dat zou me veel te ver leiden. Ik heb echter
willen aantonen dat er andere, veel meer wenselijke wegen bestaan
om het doel dat we allemaal voor ogen hebben te bereiken, in casu
ervoor zorgen dat het onderhoudsgeld betaald wordt. Het meest
efficiënte middel is, mijns inziens, vervolgingsprioriteit voor dit
misdrijf.

De onderhoudsplichtige kan dus, naar mijn mening, via een aantal
technieken sterk geresponsabiliseerd worden zodat in eerste instantie
het niet betalen van onderhoudsgeld niet op de Staat, niet op de
gemeenschap, niet op ons allemaal afgewenteld wordt. Maar
natuurlijk moet de gemeenschap wel bijspringen. Daarin steun ik het
doel, collega Herzet, van uw wetsvoorstel. De gemeenschap moet
bijspringen wanneer er niet betaald wordt, wanneer men behoeftig is,
wanneer er een probleem ontstaat.

De vraag rijst dan hoe men dat het best doet. Wij, van de N-VA,
geloven dat dit nog altijd het beste zou gebeuren door het OCMW.
Wij geloven niet in die nieuwe centrale, centralistische instelling, die
nieuwe dienst bij de FOD Financiën. Ik heb daar een aantal
bezwaren tegen.

In eerste instantie heb ik, bij het wetsvoorstel zelf, toch wel
bedenkingen bij artikel 6. Artikel 6 eist namelijk niet dat men een

simplification administrative que
préconise le gouvernement. Notre
groupe s'abstiendra dès lors.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

beroep doet op die dienst alimentatie als er achterstal is. Er moet
geen achterstal zijn en toch kan men zich tot die dienst wenden.
Artikel 6 bepaalt alleen dat er achterstal geweest moet zijn van twee
al dan niet opeenvolgende termijnen gedurende de voorbije periode
van 12 maanden. Dat betekent dus dat die dienst kan invorderen
terwijl de onderhoudsplichtige ondertussen toch kan betalen. Hij heeft
ooit een achterstal gehad, maar nu niet meer, en betaalt nu goed.
Dan ontstaat er een serieus conflict, met een nieuwe discussie,
nieuwe rompslomp en verzet bij de beslagrechter. Ik vind dat artikel
6, zoals het hier geformuleerd is, heel ver gaat.

Een volgend bezwaar betreft de nieuwe dienst en in het bijzonder de
nieuwe administratieve rompslomp die gecreëerd wordt. Het gaat om
een nieuwe procedure. De betrokkene moet dat namelijk schriftelijk
aanvragen, ook in dit tijdperk van e-governement. De betrokkene
mag niet naar zijn OCMW gaan, waar alles toch zo dicht bij de
mensen staat. Dat gebeurt uitgerekend op een moment waarop
alleszins in Vlaanderen gedacht wordt aan de uitbouw van het
OCMW tot een sociaal huis. Ik maak dus toch wat voorbehoud bij
wat een van de vorige sprekers zei: "Wie naar het OCMW gaat,
wordt gestigmatiseerd". Dat mag het dus juist niet meer zijn,
collega's! Een OCMW zou een sociaal huis moeten worden waar
iedereen, niet alleen de behoeftigen, maar ook andere mensen met
sociale noden welke die ook moge zijn , terecht kan en geholpen
wordt op een eenvoudige, vriendelijke en klantvriendelijke manier,
dicht bij de mensen. Nu wordt dat van de mensen weggetrokken. Wij,
van de N-VA, zijn voorstander van het Deense model waarbij de
diensten bij de mensen gebracht worden en niet centraal in Brussel
worden ondergebracht.

Waarom die nieuwe administratieve rompslomp, die procedure, die
termijnen, die verzetsmogelijkheid bij de beslagrechter, zowel van de
onderhoudsgerechtigde als van de onderhoudsplichtige? Dat zal een
zware, bijkomende procedure worden, terwijl het precies een van de
hoofddoelstellingen van deze meerderheid was om tot
administratieve vereenvoudiging te komen. Dat was toch een van de
grote dada's van paars-groen: "Wij gaan administratief
vereenvoudigen". Hoe kan men eenvoudiger werken in zulke sociale
materie dan aan de mensen te zeggen dat ze in hun gemeente naar
hun OCMW kunnen stappen, dat voor hen alles oplost en dat ook de
voorschotten betaalt. Dat is natuurlijk het meest eenvoudige en het
meest efficiënte. Collega's, waarom laat u die voorschotten niet
betalen door het OCMW? Laat u ze daarna inderdaad daarin geef
ik u gelijk invorderen door de fiscus die daarin, zoals gezegd,
ervaring heeft, daarvoor de nodige middelen heeft en zelf kan
overgaan tot invordering. Maar laat de OCMW's voorschieten en laat
dan de fiscus terugvorderen. Dat lijkt mij een goed idee te zijn. Niet
echter de manier waarop nu te werk gegaan wordt.

Ik kom tot een derde bezwaar.

Collega's, deze wet zal een transfer realiseren van Vlaanderen naar
Wallonië. Ik kijk naar de praktijkjuristen rond mij. Elke praktijkjurist in
Vlaanderen weet dat invorderen in Wallonië nagenoeg een
onmogelijke klus is. Ik word daar nog elke maand over
aangesproken. Men komt in Wallonië niet tot uitvoering. In
Vlaanderen ligt dat helemaal anders. Ik geef het u op een blaadje:
met het wetsvoorstel zal een nieuwe noord-zuid-transfer ontstaan. Dit

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

zal het zijn: wie zich het meeste aan zijn verantwoordelijkheid
onttrekt, zal het meeste kunnen rekenen op de solidariteit van
degene die de wet naleeft. Hij zal kunnen rekenen op de solidariteit
van degene die ervoor zorgt dat de wet wordt uitgevoerd. Dat is de
realiteit.

Ten slotte heb ik nog een laatste bezwaar.
Ik betreur dat de Raad van State geen advies heeft gegeven over de
grondwettelijkheid en de bevoegdheidsproblematiek van dit laatste
voorstel. Er is wel advies gevraagd aan de Raad van State over het
aanverwante wetsvoorstel van mevrouw Burgeon. Over dat voorstel
heeft de Raad van State gezegd dat de federale wetgever de
bevoegdheid heeft om deze aangelegenheid te regelen. Het ging
immers over een materie van Justitie, met name de invordering van
onderhoudsgelden. Dat is inderdaad nog altijd een federale
bevoegdheid.

Collega's, ik denk dat deze redenering niet kan worden
doorgetrokken naar dit wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel heeft geen
betrekking op het oprichten van een fonds, laat staan op het
oprichten van een fonds bij het ministerie van Justitie. Het
wetsvoorstel strekt ertoe bijstand te verlenen aan degenen die
moeilijkheden ondervinden bij de inning van onderhoudsgeld. Welnu,
bijstand aan personen is de bevoegdheid van de Gemeenschappen.
Het wetsvoorstel heeft door de vele peripetieën en vele discussies
een totaal andere oriëntatie gekregen. Het fonds was eerst een
materie van Justitie. Het was dus een federale materie. Het is nu
echter een materie geworden van bijstand aan personen. Naar mijn
aanvoelen is dat een bevoegdheid van de Gemeenschappen. Het is
geen federale bevoegdheid. Over dat aspect heeft de Raad van
State geen advies gegeven.

Collega's, ik besluit. Ik herhaal dat wij volmondig achter de
doelstelling staan. Wij zouden die doelstelling op diverse andere
manieren willen bereiken. Ik heb u vier methodes geschetst om de
doelstelling te bereiken.

Ten slotte, als de doelstelling met andere wettelijke middelen niet
wordt bereikt, moet naar ons aanvoelen geen centrale dienst worden
opgericht bij het ministerie van Financiën. Het OCMW moet die taak
vervullen op een klantvriendelijke manier, dichtbij de mensen en
gedecentraliseerd, zoals moderne democratieën werken. Ik verwijs
naar het Deense voorbeeld.

De huidige meerderheid slaat hier een weg in, die eigenlijk niet
strookt met wat haar prioriteit was. Haar prioriteit was immers
administratieve vereenvoudiging.

Wij hebben dus grote problemen met de middelen die de
meerderheid heeft uitgewerkt om een erg behartigenswaardig doel te
bereiken. Wij blijven achter dit doel staan. Wij hebben echter in alle
bescheidenheid evengoede, zo niet betere voorstellen om dat doel te
bereiken. Omwille van de grote, praktische en constitutionele
bezwaren keuren wij het wetsvoorstel niet goed. Wij zijn uiteraard
niet tegen. Wij stemmen niet tegen een voorstel, waarvan wij de
doelstellingen volmondig onderschrijven.

18.11

Marie-Thérèse Coenen

(ECOLO-AGALEV): Monsieur le 18.11

Marie-Thérèse Coenen

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

président, monsieur le ministre, chers collègues, mesdames,
messieurs à la tribune, voilà encore un projet pris en charge par la
coalition arc-en-ciel et qui trouve une solution au cours de cette
législature!

De mon point de vue, un hommage s'impose aux pionnières qui nous
ont précédés car cette proposition de loi mérite sans doute d'être
épinglée comme étant l'une de celles qui ont mis le plus de temps à
aboutir. Monsieur le président, je me pose même la question de
savoir s'il ne s'agit pas d'un record depuis la deuxième guerre
mondiale en termes de temps et de durée avant d'aboutir à un vote.

Comme l'a rappelé Mme Herzet, c'est en 1974 que Melle Hanquet
dépose sa première proposition au Sénat. A l'époque, elle constatait
déjà que les séparations de couples allaient en augmentant, laissant
dans la précarité les enfants et parfois les conjoints sans revenu. Les
créances alimentaires n'étaient pas payées ou étaient versées de
manière aléatoire.

Depuis lors, les législatures se sont succédé et des propositions de
loi ont été déposées en 1981, 1985, 1986, 1987, 1988, 1990, 1991,
1992, 1995, 1996 pour arriver à cette cinquantième législature où le
dossier est repris et remis sur le métier pour la énième fois mais
cette fois-ci, c'est la bonne!

La solution qui avait été trouvée entre-temps pour apporter un début
de solution était le système d'avances, via les CPAS, pour les
enfants avec examen des revenus de la personne qui en avait la
responsabilité. C'était Mme Miet Smet sur les rangs de l'ex-CVP,
secrétaire d'Etat chargée de l'Emancipation à l'époque, qui avait
lancé des études plus approfondies sur la question et qui avait
essayé d'étudier le montant moyen et le nombre de familles
concernées par ce problème de non-paiement des créances. Ces
études servent d'ailleurs encore de références aujourd'hui lorsque
l'on veut prendre le problème en charge.

Mme Smet présentait elle-même le système comme un pis-aller,
comme un système de transition qui ne constituait pas la solution.
L'eau a coulé sous les ponts, des recherches et des colloques
réunissant des experts, des mouvements familiaux et des
mouvements de femmes ont régulièrement attiré l'attention des
autorités publiques sur la nécessité de trouver une solution durable.

En fait, il ne s'agit ni de porter assistance, ni de faire la charité mais
bien de respecter les droits des personnes et de faire appliquer un
jugement. L'obligation d'entretien est d'ailleurs un des principes
élémentaires dans notre société.

On m'a fait remarquer qu'il était très rare que des matières relevant
plutôt du civil aient également un volet pénal; en effet, le non-
paiement de créances alimentaires prévoit une peine de prison de 6
mois pour les débiteurs défaillants. Tout le monde s'accorde pour
dire qu'emprisonner les gens pour le non-paiement de créances n'est
pas une solution. De fait, cela ne résout pas le versement et, de plus,
cela coûte cher à l'Etat. Quant à moi, je ne crois pas que les prisons
soient faites pour cela. C'est la vertu pédagogique de dissuasion que
le législateur a voulu mettre en exergue et, pour ma part, le Service
de créances a cette même valeur. D'autres l'ont dit avant moi. En

(ECOLO-AGALEV): Sinds 1974
hebben we tijdens de
opeenvolgende zittingsperioden
het ene na het andere
wetsvoorstel gehad. Nu, tijdens de
vijftigste zittingsperiode, blijkt de
voorgestelde oplossing de goede
te zijn. Miet Smet bedacht een
regeling die op de OCMW's zou
steunen. Die regeling vertoonde
evenwel lacunes. Het is niet de
bedoeling bijstand te verlenen,
wel een rechterlijke beslissing uit
te voeren.

De strafbaarstelling van de niet-
betaling van alimentatiegelden is
nooit een oplossing geweest. Het
heeft weliswaar een
afschrikkingsefffect, maar de bij
dit voorstel ingestelde regeling
met een fonds heeft dat
ontradende effect ook.

Het werk zal nog niet helemaal
achter de rug zijn. Dit is maar een
oplossing voor een praktisch
probleem. Zo veel te beter als in
de loop van de volgende
zittingsperiode de problematiek in
haar geheel zal worden geregeld.

Maar waarom heeft de procedure
zo lang aangesleept? Is het
argument van de begroting geen
dekmantel voor de angst voor
maatschappelijke verandering die
hierdoor op gang wordt gebracht?

Justitie moet ook evolueren. Ik
hoop dat de goedkeuring van dit
ontwerp zal bijdragen tot die
evolutie.

De weg die het onderzoek van de
onderscheiden voorstellen heeft
afgelegd, mag eveneens als
bijlage bij het verslag worden
gevoegd.

De heer Reynders heeft ermee
ingestemd dat zijn administratie
zich zou buigen over de
mogelijkheid om een en ander toe
te voegen aan zijn bevoegdheden.
Dat is een goede zaak.

Het voorstel is werkelijk een

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

l'occurrence, on ne prive pas une personne de sa liberté mais on
s'adresse finalement à son portefeuille, si je peux m'exprimer ainsi.

Tant mieux si des lois peuvent être améliorées, tant mieux s'il y a
encore du travail ainsi que des perspectives de changement et
d'amélioration tant de la qualité et de l'objectivité du jugement que de
l'ensemble des procédures.

Mais je ne crois pas que c'est en chargeant la barque aujourd'hui
dans cette proposition de loi que l'on résoudra l'entièreté de la
question. Je crois que le chantier restera ouvert. Ceci n'est qu'une
solution qui répond à un problème concret, pratique et tellement
important. Au cours de la prochaine législature, tant mieux si le
dossier continue à faire des émules et tant mieux si se concrétisent
des propositions de loi qui améliorent l'ensemble du système.

Néanmoins, je me pose toujours cette question: pourquoi a-t-il fallu
tellement de temps? Pourquoi y a-t-il eu tant de résistance à mettre
en place un fonds, aujourd'hui un service?

Depuis le début des années '80, tous les partis démocratiques ont
déposé des propositions. Tous les partis démocratiques ont, à un
moment donné, participé à la gestion des affaires de l'Etat mais
jamais une solution durable n'a pu aboutir.

Parfois, je me demande si le prétexte budgétaire n'est pas l'arbre qui
cache la forêt, c'est-à-dire le changement de société qui ne
manquera pas d'intervenir si nous votons cette loi. Nous arrivons
peut-être à un noeud de notre société patriarcale. Quelque part, on
ouvre le champ à l'intervention de l'Etat dans une affaire privée où,
jusqu'à présent, il avait mis beaucoup de réticence à s'immiscer.

Le monde politique a mis du temps pour prendre la mesure du
problème. La justice, M. Verherstraeten l'a rappelé, n'a peut-être pas
encore donné la priorité à ces questions dans son agenda. J'espère
vraiment que le vote de cette loi va aussi, sur ce plan-là, faire
avancer plus rapidement les dossiers relatifs aux conflits entre les
personnes, au niveau des créances alimentaires.

Cette proposition de création d'un service des créances alimentaires
est soumise à votre vote et j'espère qu'il sera positif. Je crois
entendre qu'il y aura plutôt des abstentions que des votes négatifs et
je m'en réjouis.

Je voudrais tout de même rappeler le circuit emprunté par cette
proposition. A force de se féliciter, on en oublierait peut-être le
chemin parcouru: avis du Comité d'avis pour l'émancipation sociale,
examen des multiples propositions en commissions conjointes
Justice et Affaires sociales, des auditions très intéressantes, des
ministres qui, les uns après les autres, déclinaient la demande qui
leur était faite "d'abriter" le fonds. Finalement, ne restait en lice que
l'intervention des CPAS pour améliorer les choses.

Monsieur le président, ce volet-là qui a duré un an toutes ces
enquêtes, ces auditions, ces différentes propositions mériterait
aussi d'être joint au rapport en tant qu'annexe. En effet, les
personnes qui sont venues nous ont remis des rapports, des
évaluations. A ce moment-là, les présidents de CPAS, la section

collectief werkstuk. Het heeft mij
ingewijd in de kunst van de
verzoening.

Mijnheer de minister, ik weet dat u
alles zal doen wat in uw macht ligt
om ervoor te zorgen dat de
agenda voor de behandeling van
de tekst door de Senaat
gerespecteerd zal worden. De
verwachtingen van al diegenen
die hopen dat de rechterlijke
beslissingen nu eindelijk zullen
worden uitgevoerd, zijn
hooggespannen. Ze zijn er klaar
voor.

U moet nu enkel nog toepassen
wat nog toegepast moet worden,
mijnheer de minister.

U zal binnenkort ongetwijfeld de
stand van zaken uiteenzetten op
het stuk van de procedures.

Ook al bestaat het risico dat die
dienst niet per definitie erg
efficiënt zal werken, toch kunnen
we er vertrouwen in stellen. Een
pluralistisch en paritair
samengestelde
evaluatiecommissie zal de
instelling en de evolutie van de
dienst van nabij volgen. Ook het
maatschappelijk middenveld wordt
er nauw bij betrokken, met
inbegrip van de
vrouwenbewegingen, die in de
eerste gelederen hebben
gestreden voor deze regeling.

Het wetsvoorstel vooronderstelt
een goede voorlichting van de
burger, maar ook van het gerecht
en de andere actoren in het veld.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

CPAS de l'Union des Villes et des Communes de Wallonie, de
Bruxelles et de Flandre, tous sont venus nous dire que le système
n'était pas bon, pas très efficace et ne répondait pas au problème
fondamental du respect du droit.

Je souhaiterais donc que le rapport de M. van Weddingen comporte
un volet annexe qui permette d'assurer la pérennité de tous ces
travaux et la participation de toutes ces personnes qui se sont mises
à notre disposition pour réfléchir collectivement à ces différents
problèmes.

Certes, monsieur Reynders, vous avez accepté de nous recevoir.
C'était le 8 novembre 2000 et vous avez accepté que votre
administration réfléchisse à la possibilité d'intégrer cette matière
dans ses compétences et dans son fonctionnement. Chacun connaît
la suite. Le dossier émigre vers la commission des Finances, dont je
remercie le président pour la diligence avec laquelle il a assuré le
suivi de ce dossier. Tous s'accordent à dire que c'est une bonne
chose et qu'il y avait du pain sur la planche.

Le travail sur les textes s'est fait par essais et par erreurs. Il n'est pas
facile d'innover, surtout en respectant des situations acquises. Pour
moi, c'est une expérience riche, politiquement forte que d'avoir
oeuvré à l'élaboration de cette proposition de loi. Nos échanges
étaient constructifs, même s'ils sont contradictoires parfois. Vous en
avez le reflet à cette tribune, mais le résultat est là. Au passage, je
voudrais remercier votre cabinet et votre administration. Je voudrais
également remercier Mme Herzet qui a pris les rennes de ce
paquebot et qui, avec beaucoup de diligence, d'ouverture d'esprit et
de sens de conciliation, a fait avancer la proposition et a
systématiquement essayé de faire sauter les blocages là où ils se
présentaient.

Majorité et opposition, nous nous sommes retrouvés autour de ce
travail collectif, même s'il y a, parfois, eu des couacs. Aussi, je vous
remercie, madame Herzet, pour ce travail de pilotage. Vous ne vous
représenterez plus aux prochaines élections, mais vous avez montré
une méthode de travail dont nous ferions bien de nous inspirer dans
d'autres occasions. En ma qualité de jeune parlementaire, j'ai appris
à adopter un esprit de conciliation.

L'adoption de la loi par la Chambre est une étape. Cette proposition
devra être examinée par le Sénat, mais nous avons ouï dire que les
sénatrices ne se battraient pas pour l'évoquer. Donc, le texte est
attendu et, qu'il soit évoqué ou non, je sais, monsieur le ministre, que
vous mettrez tout en oeuvre pour que les délais les plus brefs soient
respectés. Je vous rappelle que vous vous êtes engagé devant le
parlement des femmes, le 8 mars 2002 et qu'il serait dommage, à la
date anniversaire, de rater cette convergence. Je suis certaine que
vous y serez attentif. J'aimerais que ce texte paraisse au "Moniteur
belge" pour le 8 mars prochain.

Je voudrais également attirer l'attention sur l'attente et l'immense
espoir que cette proposition de loi suscitent. C'est la concrétisation
du principe selon lequel le droit doit être respecté, la justice doit être
faite et qu'un jugement rendu doit être observé. Beaucoup d'ailleurs
croient qu'elle est déjà votée. Mme Moerman signalait que déjà, on
s'informe à propos des procédures à suivre. Elle est attendue avec

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

impatience. Elle fait partie intégrante du débat de notre société et il
est donc nécessaire, monsieur le ministre, cela sera d'ailleurs de
votre ressort de concrétiser ce qui doit encore l'être: formulaires,
mise au point d'une procédure. Vous avez déjà levé le voile sur la
méthodologie que vous allez utiliser dans la conférence de presse
qui vient d'avoir lieu. Je suppose que vous ferez le point dans la
synthèse que vous allez apporter maintenant. Néanmoins, le service
risque de rencontrer des problèmes d'efficacité dans son démarrage.

A ce sujet, je reprendrai un adage que M. Dehaene mettait toujours
en évidence: "Une question doit trouver une solution quand elle se
pose. Cela ne nous empêche pas d'y penser avant mais on ne fait
pas de la politique uniquement sur des hypothèses de ce qui risque
d'arriver."

Je pense que nous pouvons voter cette loi en toute sécurité et faire
confiance au SPF.

Je rappelle que nous avons mis en place une commission
d'évaluation qui suivra pas à pas la mise en route, l'élaboration et la
concrétisation de cette proposition.

Nous avons voulu cette commission d'évaluation paritaire. Il me
semble normal que sa composition ne reflète pas uniquement une
répartition égalitaire hommes/femmes mais il faut aussi qu'elle soit
pluraliste, c'est-à-dire qu'elle touche les administrations concernées,
Finances et Budget, ainsi que la société civile, les mouvements
familiaux, les associations et les mouvements de femmes; ces
dernières ont été, selon moi, à la pointe de ce combat dans ce
dossier. Mémorandum après mémorandum, elles ont interpellé les
gouvernements successifs et les représentants de la nation que nous
sommes.

Comme l'a souligné Mme Moerman, ce projet suppose une bonne
information, non seulement vers les citoyens mais aussi vers les
départements comme celui de la Justice, avec les juges et les
avocats, les experts qui s'occupent de ces questions, les services
d'assistance juridique pouvant venir en aide aux personnes
concernées, tant débitrices que créancières.

Le

président

: Madame Coenen, M. Erdman attend avec impatience de pouvoir vous interrompre!

18.12

Marie-Thérèse Coenen

(ECOLO-AGALEV): Je vais bientôt

terminer, monsieur le président.

En tant que militante féministe, lors de la manifestation "femmes
contre la crise" en 1980, j'ai manifesté pour la création du Fonds de
créances alimentaires. J'ai signé et fait signer beaucoup de pétitions,
j'ai rédigé avec d'autres des motions que nous avons envoyées
collectivement à de nombreux ministres et de nombreux
gouvernements, sans grand succès, il faut le reconnaître.

Lors de mon élection en 1999, je m'étais fixé trois objectifs. Le
premier a été pris en charge par le Sénat. Le deuxième concernait le
statut des gardiennes encadrées, lesquelles disposent aujourd'hui
d'un statut social, partiellement professionnel, c'est une première
étape. Le troisième était la mise en oeuvre de ce projet que nous
portions depuis tellement longtemps avec l'ensemble des

18.12

Marie-Thérèse Coenen

(ECOLO-AGALEV):

Sinds de

jaren '80 ben ik erg actief in de
feministische beweging, en als
parlementslid ben ik dan ook
buitengewoon blij dat er vandaag
over dit voorstel wordt gestemd.
De Ecolo-fractie zal het volmondig
steunen.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

organisations des femmes, à savoir le service des créances
alimentaires.

Il reste encore du pain sur la planche. Le vote de cette loi ne
constitue qu'une étape. Il faut donner forme et réalité à ce projet, le
concrétiser.

Monsieur le ministre, vous pouvez compter sur notre collaboration et
sur notre vigilance. A la fin de cette législature, c'est le temps du
bilan et je crois pouvoir dire que l'arc-en-ciel a relativement bien
fonctionné dans ces matières. Pour moi, c'est une opération "win win"
pour tout le monde qui offre plus de justice, plus d'égalité et plus de
bonheur pour tous. A cet égard, nous sommes tous gagnants. Toutes
les députées et tous les députés ayant oeuvré à ce projet pourront
certainement le mettre en évidence.

Monsieur le président, monsieur le ministre, les Verts soutiendront
résolument cette proposition lors du vote. Je vous remercie de votre
attention.

18.13

Fred Erdman

(SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik zou mevrouw

Coenen willen danken voor de suggestie. Ik heb het nu ook
nagekeken. Er zijn inderdaad zeer waardevolle hearings geweest in
de verenigde commissie voor de Sociale Zaken en de Justitie. Er zijn
daaruit ook heel veel gegevens voortgekomen. Deze gegevens zijn
nadien in de commissie voor de Financiën besproken.

Om al dit werk niet nutteloos te hebben gedaan, zou ik u willen
voorstellen om die gegevens, elementen en besprekingen toe te
voegen aan het verslag als annex en ze te publiceren. Ik denk dat dit
perfect mogelijk moet zijn. Dit vormt dan immers een volledig
geheel.

Een tweede punt dat ik wilde onderstrepen en ter attentie van
mevrouw Coenen en alle medestanders van dit voorstel in de Senaat
wilde geven, is het volgende. Het is het beste om niet te wachten tot
alle termijnen vervallen zijn. Het is veel eenvoudiger om de
evocaties in overleg met de Senaatsfracties wel te doen en om
onmiddellijk vast te stellen dat er geen reden van amendering is. Dit
versnelt natuurlijk de afhandeling. Indien men aan de minister zou
willen vragen om binnen zijn bevoegdheden nog publicaties in het
thans gemoderniseerde en elektronisch te raadplegen Staatsblad te
doen, dan kan dit nog tijdig gebeuren. Indien men zoals in artikel 78
is voorzien, wacht, dan zijn we vertrokken en zitten we met een
wachttijd van een paar maanden.

18.13

Fred Erdman

(SP.A): Les

commissions réunies des Affaires
sociales et de la Justice ont
organisé des auditions
particulièrement intéressantes. De
nombreuses informations mises
en évidence dans le cadre de ces
auditions ont ensuite été
examinées en commission des
Finances. Je propose de publier
les rapports de ces auditions en
annexe du rapport.

En outre, je conseille aux
sénateurs de ne pas attendre que
tous les délais soient expirés,
mais d'évoquer sur-le-champ afin
d'accélérer l'examen de la
proposition.

voorzitter

: Mijnheer Erdman, ik denk dat er geen probleem is om aan document 1627/18 een bijlage

te voegen. Ik kan uiteraard geen nieuw verslag maken, maar ik kan bij het verslag een bijlage laten
voegen.

Je mettrai cette annexe au document 1627/18. Il arrive parfois que cela se fasse. Ici, il y a une annexe
contenant une opinion juridique de la part de nos services mais nous pouvons en ajouter une autre.

L'autre suggestion est d'ordre pratique, le bicaméralisme peut nous faciliter la tâche.

Ik moet u het volgende zeggen.

Cette commission s'est réunie dix fois sur la question. Dix séances de commission, monsieur le ministre!

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

18.14

Magda De Meyer

(SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, collega's, ik ga in elk geval bijzonder kort zijn. Al mijn
geachte collega's hebben het immers al veel beter uitgelegd dan ik
het zelf zou kunnen. Ik kan alleen zeggen dat ik met wat hier
vandaag voorligt in de Kamer bijzonder blij en heel gelukkig ben.

Het is een historisch moment voor vrouwen in het Parlement. Ik heb
het geluk gehad om jaren geleden nog zo'n historisch moment in het
Parlement mee te maken, met name de stemming over abortus. Ook
op dat moment heeft de wetgever eigenlijk zijn hart getoond ten
opzichte van die vele, vele vrouwen met enorm grote problemen. Op
dit ogenblik gebeurt eigenlijk precies hetzelfde.

Eindelijk, na lange omzwervingen, na heel veel discussie en met
heel veel tegenstand hebben we dit kunnen verwezenlijken. Het is
een bewijs van de enorme kracht van de vrouwen in dit Parlement,
van hun doorzettingsvermogen, en van een samenwerking over alle
partijgrenzen heen. Dat het meer dan dertig jaar heeft geduurd is een
bewijs dat vrouwen nog een lange weg te gaan hebben om het
machogehalte en het testosterongehalte in het Parlement een beetje
naar beneden te halen ten voordele van een beetje meer
vrouwvriendelijkheid. Het bestaan in het Parlement van maar een
adviescomité Maatschappelijke Emancipatie toont aan dat er toch
nog een hele weg is af te leggen. Er zijn dus nog meer vrouwen
nodig om ervoor te zorgen dat het Parlement zich bezighoudt met
zaken waarvan mensen wakker liggen.

Dit voorstel is een hart onder de riem van alleenstaande vrouwen die
helemaal alleen de zorg voor en de opvoeding van hun kinderen op
zich nemen en van de enkele mannen die dat ook doen. Het is
immers vaak zo dat de vader die niet betaalt ook meestal de totaal
afwezige vader is. Het zijn de alleenstaande vrouwen die problemen
hebben, niet alleen om de eindjes aan elkaar te knopen maar ook
omdat ze alleen voor de opvoeding van de kinderen staan. Als
wetgever hebben we er op dit moment tenminste al voor gezorgd dat
we de financiële zorgen van die vrouwen wegnemen. Dat is erg
belangrijk. Voor de rest zal het probleem van mannen die hun
verantwoordelijkheid niet opnemen vooral moeten worden opgelost
via sensibilisering, via opvoeding in scholen en via het aankweken
van verantwoordelijkheidszin, want de nieuwe man is nog lang niet
veralgemeend.

Belangrijk voor ons is dat vrouwen vanaf nu d'office kunnen rekenen
op die 175 euro per maand per kop, zowel voor hun kind als voor
zichzelf, zonder extra kosten voor de alimentatiegerechtigde. De
filosofie is inderdaad dat alimentatiegeld een recht is en geen
bijstandsformule via het OCMW. Ik hoop dan ook van harte dat de
nieuwe dienst snel en efficiënt zal werken, gebruikmakend van de
bestaande fiscale kantoren, via een eenvoudig formulier, vlot
verkrijgbaar. We hebben nog zes maanden de tijd om dit systeem op
poten te zetten. De fiscale administratie heeft ervaring op het terrein
van de invorderingen en heeft ook heel wat meer gezag in de schaal
te werpen dan de achtergelaten vrouwen met kinderen om de ex-
echtgenoten onder druk te zetten.

De SP.A is erg blij met deze belangrijke verwezenlijking tijdens deze
legislatuur. Op dit parlementaire initiatief zitten duizenden vrouwen

18.14

Magda De Meyer

(SP.A):

Je me réjouis vraiment de cette
proposition de loi. Il s'agit d'un
moment historique pour les
femmes au sein du Parlement. La
genèse de cette proposition est
une preuve de la force et de la
persévérance des femmes mais
démontre également qu'il reste
encore du chemin à parcourir pour
que la femme ait véritablement sa
place au Parlement.

Les hommes qui ne paient pas la
pension alimentaire sont souvent
également totalement absents.
Les femmes doivent donc faire
face seules

aux problèmes

financiers et en outre assumer
seules l'éducation des enfants.
Nous voulons leur éviter ces
soucis sur le plan financier. La
philosophie qui sous-tend cette
proposition est que la pension
alimentaire est un droit et qu'elle
n'est pas une formule d'aide du
CPAS. J'espère que la nouvelle
procédure pourra accélérer les
choses et les rendre plus faciles.

Le SP.A applaudit à cette loi. Des
milliers de femmes et d'enfants
attendent cette initiative. Je tiens
dès lors à rendre hommage à
Mme Herzet, la cheville ouvrière
de cette proposition de loi.

Nous serons très attentifs à
l'attitude que les membres de
l'opposition adopteront lors du
vote. J'espère qu'ils vont laisse
parler leur coeur et approuveront
la proposition de loi à l'unanimité,
une unanimité qui conférerait
davantage de force à un texte qui
mettra enfin notre pays sur le
même pied que d'autres pays
évolués où un tel système a été
mis en oeuvre sans conséquences
désastreuses pour les caisses de
l'Etat.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

en kinderen te wachten. De stemming over dit voorstel straks is
trouwens ook een prachtige kroon op het werk van collega
Jacqueline Herzet die de motor was achter dit titanenwerk. Ik wens
haar daarvoor dan ook van harte te feliciteren. Met dit voorstel zal
België eindelijk de groep vervoegen van de beschaafde landen zoals
Nederland en Duitsland waar gelijkaardige systemen al jaren van
kracht zijn zonder dat de staatskas eraan onderdoor is gegaan.

De SP.A zal ook met argusogen kijken naar de stemming over dit
wetsvoorstel. In de commissie vond de oppositie het niet nodig om
dit voorstel te steunen. Ik hoor nu in de uiteenzettingen hetzelfde. In
de plenaire vergadering krijgt ook de oppositie de ultieme kans om
aan te tonen dat het Parlement wel degelijk begaan is met de reële
problemen van de mensen. Ik hoop dan ook van harte dat de
oppositie in deze eens geen politieke spelletjes speelt maar haar hart
laat spreken ten voordele van al die alleenstaande vrouwen met
kinderlast en ervoor zorgt dat dit voorstel alsjeblieft met
unanimiteit in deze Kamer wordt goedgekeurd.

18.15

Colette Burgeon

(PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, chers collègues, c'est vraiment avec beaucoup d'émotion
que je prends la parole aujourd'hui pour vous dire que la proposition
de loi créant un service des créances alimentaires au sein du service
public fédéral des Finances répond à un travail parlementaire de plus
de 25 ans. Le parti socialiste a pour le moins toujours été très attentif
au problème aigu que constitue le non- paiement des pensions
alimentaires. En 1990 déjà, les socialistes, dont Laurette Onkelinx et
Viviane Jacobs à qui je rends hommage aujourd'hui, ainsi que moi-
même avaient déposé une proposition de loi relative à la création et
à l'organisation d'un Fonds national des créances alimentaires. Ce
combat politique que nous avons mené et gagné aujourd'hui grâce à
vous toutes et tous, représente une avancée incontestable et
permettra à beaucoup de familles de sortir de la pauvreté.

La création du service des créances alimentaires apporte, en effet,
une réponse globale à la question du recouvrement des pensions
alimentaires impayées, qui mettait les bénéficiaires de ces créances
dans une grande instabilité financière. Identifié comme une cause
majeure de précarité, le non-paiement des créances touche 40% des
familles monoparentales divorcées. Cet état de fait crée une situation
inacceptable de précarité et de pauvreté pour celles-ci. La Ligue des
familles a rappelé dans le cadre de nos débats que le non-paiement
des pensions alimentaires reste un problème important. Seulement
60% d'entre elles sont versées régulièrement et 19% ne sont pas
payées du tout.

La mise en place d'un service spécifique était nécessaire pour sortir
de la situation actuelle. La créance alimentaire reste un moyen de
pression entre les ex-conjoints qui risque de détériorer leur relation
de parents. La mise en place d'un tiers, le service créé par notre
proposition de loi, dans les situations litigieuses permet de réduire
l'utilisation de la pension alimentaire comme instrument de pression.
Le système actuel impliquant les CPAS a montré ses limites. En
effet, il ne vise pas toutes les catégories d'enfants et a été déclaré
inconstitutionnel par la Cour d'arbitrage. En outre, la quantité de
travail par dossier pour les travailleurs sociaux était considérable et
on ne voyait pas le résultat de récupération.

18.15

Colette Burgeon

(PS):

Het wetsvoorstel tot oprichting van
een dienst voor
alimentatievorderingen is het
resultaat van meer dan 25 jaar
parlementair werk. In 1990
hadden de socialisten al een
voorstel in die zin ingediend. Nu
die strijd gewonnen is, zullen heel
wat gezinnen aan de armoede
kunnen ontsnappen.

De oprichting van de dienst voor
alimentatievorderingen geeft een
allesomvattend antwoord op het
probleem van de invordering van
het niet-betaalde onderhoudsgeld.
Meer dan 40% van de
eenoudergezinnen krijgt af te
rekenen met de niet-betaling van
alimentatiegeld, waardoor ze
gemakkelijk in
bestaansonzekerheid
terechtkomen. Door de
tussenkomst van een derde kan
het onderhoudsgeld minder
gemakkelijk als strijdmiddel
worden gebruikt. De bestaande
regeling, via de OCMW's, heeft
duidelijk zijn beperkingen. Uit een
evaluatie van de regeling van de
voorschotten op de uitkeringen bij
de OCMW's is gebleken dat het
aantal rechthebbenden alsmaar
toenam, terwijl maar weinig werd
teruggevorderd bij de
onderhoudsplichtigen. De
OCMW's staan zo al voor enorme
uitgaven. De dienst zal dus

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Une évaluation du système d'avances sur les pensions alimentaires
dans les CPAS a mis en évidence l'augmentation constante du
nombre de bénéficiaires de ce système depuis son lancement en
1989 jusqu'à nos jours. Elle a également mis l'accent sur le faible
taux de récupération des avances auprès des créanciers. Cette étude
a permis d'orienter notre réflexion et le dépôt de notre proposition de
loi visant à créer un Fonds de créances alimentaires. À un moment, il
a été question que les CPAS soient responsables de l'octroi de ces
avances, sans pour autant prévoir leur remboursement à 100%, le
CPAS devant donc en supporter une partie. Les représentants des
Villes et Communes se sont insurgés contre cette proposition et ont
adopté un point de vue sans équivoque: les communes ne peuvent
se voir imposer de nouvelles charges. À l'analyse, il apparaît
clairement que les CPAS font déjà face à d'énormes charges, tant au
niveau de leurs missions que d'un point de vue financier. Renforcer
cette mission d'avances sur créances alimentaires par les CPAS
aurait eu pour effet de les étrangler encore un peu plus et d'en
amener plus encore à ne pas tenter de recouvrer la dette du débiteur
d'aliments.

Heureusement, grâce aux amendements déposés par le PS, nous
sommes parvenus à faire évoluer le débat et à trouver un accord.

Le service des créances alimentaires sera donc finalement implanté
au sein du service public des Finances (SPF), ce qui présente pour
nous un double avantage: celui des moyens de l'administration pour
la gestion du service et celui de la proximité du fisc pour la
récupération des sommes non versées. Le pouvoir fédéral aura ainsi
la totale maîtrise du dossier, sans aucune intervention de la part des
CPAS. A cet égard, il faut souvent remarquer qu'il est parfois très
difficile pour certaines personnes de passer la porte d'un CPAS.

Le service devra, au départ du moins, être alimenté par un crédit
inscrit au budget de l'Etat. De plus, il sera alimenté par la contribution
des personnes concernées, soit 10% des sommes à recouvrer en
principal, à charge du débiteur d'aliments, et 5% du solde du montant
de la créance alimentaire recouvrée et des arriérés recouvrés, à
charge du créancier d'aliments. D'où l'intérêt pour les intéressés de
ne pas utiliser ce service.

A partir du 1

septembre, voire le 1

octobre mais vous nous

donnerez les précisions nécessaires, monsieur le ministre , le
bénéficiaire d'une pension alimentaire impayée pourra s'adresser
directement au service des créances pour recevoir une avance,
plafonnée à 175 .

Les députés socialistes ont obtenu que ce service soit accessible à
tous les créanciers et que la démarche auprès de celui-ci soit un droit
pour tous, indépendamment de leurs revenus. Cette revendication
découlait du fait que, pour nous socialistes, un enfant égale un
enfant. Il s'agit du respect d'un droit prévu par convention ou par
jugement et cela, pour tous les enfants. L'article 3 de la Convention
des droits de l'enfant rappelle d'ailleurs aux Etats leur responsabilité
en la matière. Il ne fallait pas installer les familles concernées dans
une logique d'assistance, inacceptable à nos yeux. A l'instar du droit
aux allocations familiales, il s'agit d'un droit universel dont on ne peut
subordonner la jouissance au non-dépassement d'un plafond de
ressources.

uiteindelijk worden opgericht
binnen de FOD Financiën.

De dienst moet worden
gefinancierd door een krediet dat
is ingeschreven in de
rijksbegroting en door de
bijdragen van de betrokkenen,
goed voor 10% van het terug te
vorderen bedrag.

Vanaf 1

september eerstkomend, kan een
gerechtigde die geen
onderhoudsgeld heeft gekregen
zich rechtstreeks tot de dienst
voor de onderhoudsgerechtigden
wenden om een
maximumvoorschot van 175 euro
te ontvangen.

De wet van 8 juli 1976 bepaalt dat
elke burger het recht heeft zich
door het OCMW te laten bijstaan
als hij administratieve en sociale
stappen onderneemt. De
voorschotten die kinderen
ontvangen moeten worden
beschouwd als vrijgestelde
bestaansmiddelen. Artikel 22, 1

ste

alinea houdt niet in dat de
OCMW's aan de dienst informatie
over de onderhoudsplichtigen
moeten geven waarvoor het
beroepsgeheim geldt.

Ik ben blij dat we uiteindelijk tot
een concrete en doeltreffende
oplossing zijn gekomen.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Il faut, par ailleurs, préciser que la possibilité de s'adresser au SPF
n'empêche pas que tout un chacun puisse s'adresser aux CPAS pour
solliciter, comme cela existe déjà dans d'autres circonstances, un
soutien administratif. La loi organique des CPAS du 8 juillet 1976
prévoit en effet que tout citoyen a le droit d'être assisté dans ses
démarches administratives et sociales, le CPAS étant tenu de lui
apporter son aide.

De plus, pour les personnes en plus grande difficulté, les CPAS
gardent leur capacité d'action en matière d'avances financières,
comme c'est d'ailleurs actuellement le cas pour, par exemple, les
avances sur allocations de chômage et les avances sur pensions.

De plus, il est important de souligner que l'arrêté royal du 11 juillet
2002, portant règlement général en matière de droit à l'intégration
sociale, prévoit explicitement que pour le calcul des ressources, afin
de déterminer si une personne peut ou non bénéficier du revenu
d'intégration, il n'est tenu compte ni de la pension alimentaire ni de
l'avance sur le terme de la pension alimentaire perçue au profit des
enfants célibataires. La formulation est sans équivoque: les avances
perçues par les enfants doivent être considérées comme des
ressources exonérées.

D'autre part, je me permets d'insister sur le fait que, en dessous d'un
certain seuil, aucune saisie ne pourra avoir lieu, même lorsqu'il s'agit
de garantir le paiement de créances alimentaires. En effet, l'objectif
du législateur n'est pas de plonger les personnes dans une plus
grande précarité, si ce fait est déjà établi.

Par ailleurs, je voudrais souligner que le nouveau texte à l'article 22,
alinéa 1

n'implique en aucune manière que les CPAS devront

fournir au service des créances alimentaires des informations
couvertes par le secret professionnel concernant les débiteurs de
pensions alimentaires. Il serait sans doute souhaitable, monsieur le
ministre, que vous confirmiez ce point afin de rassurer l'Union des
Villes et des Communes qui nous a exprimé sa crainte en ce
domaine.

Enfin, j'insisterai sur les engagements pris par le ministre pour que la
composition de la commission d'évaluation du service reflète bien
toutes les tendances politiques et intègre des groupements d'intérêts,
afin que n'y siègent pas uniquement des représentants du ministère
des Finances. Il s'agit, en effet, d'assurer la plus grande transparence
et indépendance de cette commission d'évaluation.

Pour terminer, je me réjouis, tout comme mes collègues de la
commission mais aussi Yvan Mayeur et Claude Eerdekens, qui se
sont battus avec moi pour faire aboutir ce dossier, qu'une solution
concrète et efficace ait enfin été trouvée pour faire face au non-
versement des créances alimentaires. Cette solution permettra, en
effet, à un grand nombre de familles de sortir de la précarité. Il était
temps!

Je forme maintenant des voeux pour que le Sénat adopte ce texte au
plus vite afin que les familles, qui en ont le plus besoin, puissent
profiter de ce service.

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Enfin, je voudrais me joindre à toutes mes collègues pour remercier
toutes les personnes de votre cabinet, dont une en particulier, qui ont
travaillé sur ce dossier et qui nous permettent de vivre aujourd'hui un
grand moment.

18.16

Kristien Grauwels

(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de

voorzitter, mijnheer de minister, beste collega's, de wet die we
vandaag zullen goedkeuren en die mijns inziens verkeerdelijk staat
aangekondigd als een fonds, want het gaat om een dienst voor
alimentatievorderingen, is zeer belangrijk. Ik zou de wet zelfs
historisch willen noemen en wel om de volgende redenen.

Ten eerste, de wet biedt een oplossing aan een maatschappelijk
probleem dat reeds jarenlang wordt aangekaart en dat nu een
definitieve oplossing heeft gekregen. Met deze wet wordt een
probleem aangekaart van niet-betaalde alimentatiegelden waarvan
vooral alleenstaande vrouwen met kinderen nadeel ondervinden.
Deze wet is ook een resultaat van puur parlementair werk over
verschillende partijgrenzen heen. Dit is ook niet zo alledaags. Het is
ook een resultaat van vooral vrouwelijke parlementsleden die aan de
kar hebben getrokken en ook in moeilijke periodes van
onderhandelingen hebben volgehouden.

Geachte collega's, het probleem van de niet-betaalde
alimentatiegelden moeten worden geplaatst in het geheel van het
echtscheidingsproces wat een belangrijk maatschappelijk probleem
is. Steeds meer koppels, steeds meer relaties eindigen met een
echtscheiding. Dat is een vaststelling. Nochtans, het begint allemaal
met een verliefdheid, een relatie en in de sprookjes eindigt het met:
"En ze leefden nog lang en gelukkig en kregen vele kindertjes." De
werkelijkheid is echter anders.

Steeds meer koppels kunnen het duurzame engagement dat ze zijn
aangegaan niet meer blijvend waarmaken. De beslissing om uiteen
te gaan, wordt niet lichtzinnig genomen. Het wordt trouwens ook
steeds ervaren als een mislukking en het heeft zeer veel en
ingrijpende gevolgen op het verdere leven van alle betrokkenen. Het
komt er dan ook niet op aan bij een echtscheiding te willen zoeken
naar wiens schuld het nu wel allemaal is geweest en om bij de
afhandeling van de echtscheiding de andere de rekening te
presenteren.

Te veel echtscheidingen eindigen trouwens ook in vechtscheidingen.
Volwassen partners die mekaar graag hebben gezien, staan mekaar
nu naar het leven en zijn zeer creatief in het mekaar de duivel
aandoen.

De problemen bij een echtscheiding ontstaan blijkbaar ook vooral als
er regelingen moeten worden getroffen over de verdeling van
gezamenlijke eigendommen, over de regeling voor kinderen en over
het bedrag van de alimentatie, niet zozeer omwille van het bedrag
voor de kinderen, maar vooral omwille van het bedrag voor de
vroegere partner. Na een echtbreuk is het nog dikwijls de vrouw die
de kinderen grootbrengt en die de kinderen bij zich heeft. Dat brengt
extra kosten mee en extra zorgen, zeker wanneer men nu op een of
helemaal geen inkomen terugvalt na een echtscheiding. De
gemiddelde bedragen die nu aan alimentatie voor kinderen worden
uitgekeerd, bedragen ongeveer 150 euro per maand. Daarvan kan je

18.16

Kristien Grauwels

(AGALEV-ECOLO): On parle à
tort de fonds. Il s'agit de la
création d'un service pour les
créances alimentaires.

Nous vivons en effet un moment
historique. La nouvelle loi résout
un problème social qui perdurait
depuis des années. Lorsqu'une
pension alimentaire reste
impayée, c'est le plus souvent au
détriment de femmes élevant
seules leurs enfants. Ce sont dès
lors principalement les députées,
sans distinction de parti, qui ont
porté ce dossier à bout de bras et
qui ont tenu bon pour que ce
projet de loi puisse être adopté.

Nous devons examiner le
problème à la lumière de
l'ensemble de la procédure de
divorce. Le nombre de divorces
augmente. Une telle démarche
entraîne d'importantes
conséquences pour tous les
intéressés. Le divorce se mue
fréquemment en conflit au cours
duquel les parties se querellent à
propos de la répartition des biens
issus de la communauté, des
enfants et de la fixation du
montant de la pension alimentaire
en faveur de l'ex-partenaire. La
plupart du temps, ce sont les
femmes qui assument la garde
des enfants. Cette situation
entraîne des dépenses
supplémentaires alors que
souvent, elles ne disposent pas
d'un revenu propre. La pension
alimentaire moyenne par mois, à
savoir 150 euros par enfant, suffit
à peine à couvrir les frais de
crèche.

Les associations masculines
exigent que le droit de visite soit
rendu obligatoire mais le nombre
d'hommes qui découvrent
seulement qu'ils ont des enfants
après leur divorce est

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

de kinderopvang betalen.

Maar er is niet alleen het financieel element. Kinderen krijgen
betekent ook verantwoordelijkheid opnemen en die stopt niet na een
echtscheiding. Beide partners moeten die verantwoordelijkheid
blijven opnemen en de kinderen hebben ook recht op contact met
beide ouders. In die zin begrijp ik ook wel de reactie van sommige
mannen en van sommige mannenverenigingen die zich
beziggehouden hebben met vooral strijd te voeren om het niet
kunnen afdwingen van bezoekrecht voor hun kinderen in de
belangstelling te brengen. Sommige mannen lijken vooral na de
echtscheiding ook te ontdekken dat ze kinderen hebben. Ik volg ze
echter niet in hun redenering als ze alimentatiegeld betalen
automatisch verbinden aan bezoekrecht uitoefenen. Verschillende
alimentatiebetalers hebben dus niet zozeer moeite met alimentatie
voor kinderen, wel voor een vroegere partner. Persoonlijk vind ik dan
ook dat we er moeten naar streven dat elke volwassene beter een
eigen inkomen zou verwerven en aldus eigen rechten kan opbouwen.
Mocht dat het geval zijn, dan zou de alimentatie beperkt kunnen
blijven tot een financiële steun in de opvoeding van de kinderen.

We moeten echter rekening houden met en vooral niet blind zijn voor
het nog steeds bestaande rollenpatroon dat ook in jonge gezinnen
nog blijft voortbestaan. Vanaf het moment dat er kinderen komen is
het zeer dikwijls de vrouw die met liefde en uit vrije keuze een stap
terug zet om voor kinderen en voor een huishouden te zorgen. De
man stemt met die keuze meestal graag in. Evident ook, want die
keuze verbetert ook voor hem de kwaliteit van zijn leven. Het schept
ruimte die hij kan investeren in het werk. Deze regeling wordt
meestal met beider toestemming ingevoerd, maar vormt dikwijls een
discussiepunt achteraf, bij de echtscheiding en de
alimentatieregeling. Het is een redenering die je veel ziet
terugkomen in brieven en e-mails die we naar aanleiding van deze
wet misschien allemaal wel hebben gekregen. Om het cru uit te
drukken: de man vindt dat zijn vrouw al die tijd toch maar een mooi
leven heeft gehad en dat ze nu zelf maar moet gaan werken; de
vrouw voelt zich gepakt omdat ze zich ten dienste heeft gesteld van
de carrière van haar man en haar kansen heeft laten passeren.

Wanneer we kiezen voor een model waarbij beide partners worden
aangemoedigd om voor een inkomen te zorgen, dan heeft dat als
gevolg dat zorgtaken en zorg voor kinderen ook gelijk moeten
worden verdeeld.

Steeds meer mannen kiezen trouwens bewuster voor meer
levenskwaliteit, waarbij er meer vrije tijd overblijft om deel te nemen
aan het huiselijk leven en om zorg te besteden aan de kinderen. Men
moet hiermee trouwens niet wachten tot men grootouder wordt.

Een volgend punt betreft de oprichting van de dienst voor
alimentatievordering. Wat was het probleem dat men wou
verhelpen? Het werd al herhaaldelijk gezegd en het is ondertussen
voldoende bekend dat alimentatiegelden te dikwijls niet of
onregelmatig worden betaald. Dat heeft als gevolg dat de partner die
alimentatie moet krijgen, steeds in onzekerheid leeft over het
inkomen. Het alimentatiegeld vormt dikwijls een noodzakelijke
aanvulling van het inkomen van alleenstaande vrouwen met
kinderen. Het niet of onregelmatig krijgen van dat geld brengt hen in

étonnamment élevé. Les hommes
peuvent accepter de payer une
pension alimentaire pour leurs
enfants, mais c'est tout autre
chose quand il s'agit de leur ex-
épouse. C'est la raison pour
laquelle il serait préférable que les
deux partenaires aient leur propre
revenu et paient ensemble
l'éducation des enfants. Le
schéma traditionnel persiste
toutefois, même chez les jeunes
couples. A la naissance des
enfants, la femme reste souvent
au foyer. Ce choix améliore la
qualité de la vie pour l'homme
comme pour la femme mais, en
cas de divorce, cette dernière se
retrouve sans revenus.

Un tel règlement est
généralement mis en place par
consentement mutuel mais
constitue souvent un objet de
litige en cas de divorce ou de
détermination de la pension
alimentaire. Le choix en faveur
d'un modèle dans le cadre duquel
les deux partenaires sont
encouragés à acquérir un revenu
débouche automatiquement sur la
répartition des tâches liées à la
prise en charge.

La création d'un service des
créances alimentaires constitue
une excellente initiative. Souvent,
les pensions alimentaires ne sont
pas versées ou ne le sont pas
intégralement, plaçant les ayants
droit dans une situation
d'insécurité de revenus. Le non-
respect du droit à une pension
alimentaire engendre l'insécurité
juridique et le sentiment d'être
abandonné par les pouvoirs
publics, qui apparaissent par
ailleurs incapables de veiller au
respect des règles.

Le système actuel l'octroi
d'avances par le CPAS n'offre
plus satisfaction. Il est souvent
perçu comme une forme d'aide et
non comme un droit. Quant à
l'enquête sociale et à
l'accompagnement par les
services du CPAS, ils sont vécus

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

geldproblemen, naast de andere zorgen die ze al hebben. Wanneer
een wettelijke regeling werd vastgelegd voor alimentatie en die
regeling wordt niet nageleefd, ontstaat er een gevoel van
rechtsonzekerheid. Men heeft recht op alimentatie, maar het blijft
dode letter. De betrokkenen voelen zich dan ook in de steek gelaten
door de overheid en zij krijgen de indruk dat de overheid er zelf niet
in slaagt de eigen regels te laten naleven.

Het volgend punt handelt over de voorschottenregeling via het
OCMW. Het is duidelijk geworden tijdens de vele besprekingen dat
die regeling niet meer voldoet. Het vragen van voorschotten via het
OCMW wordt door de betrokkenen trouwens dikwijls ervaren alsof zij
een beroep moeten doen op bijstand, terwijl zij eigenlijk recht erop
hebben. Er zijn ook vrouwen die getuigen dat ze het sociaal
onderzoek dat door het OCMW wordt uitgevoerd, of de begeleiding
van het OCMW ervaren als betuttelend en onrechtvaardig.
Waarschijnlijk zal het probleem van het alimentatiegeld in de
toekomst nog ter sprake komen bij de OCMW's. Zeker wanneer die
evolueren naar een sociaal huis, zullen nog veel mensen in eerste
instantie proberen daar informatie te verkrijgen. Het is dus belangrijk
dat de OCMW's zeker in de overgangsperiode die we zullen
meemaken goed worden geïnformeerd en dat de overgang van de
bestaande naar de nieuwe regeling vlot kan verlopen.

De voorgestelde oplossing van de wettekst, die wij vandaag zullen
goedkeuren, bevat veel voordelen. De discussie tussen ex-partners
over het betalen van alimentatiegeld wordt hierdoor geneutraliseerd.
Dat lijkt mij een heel belangrijke factor. Het moet duidelijk zijn dat de
overheid tussenkomt wanneer de rechthebbende niet of onregelmatig
wordt uitbetaald. Dat is een zeer belangrijk aspect. Op die wijze
wordt het wel of niet betalen van alimentatiegeld niet langer
uitgespeeld als een middel om de vroegere partner te sarren, te
kwetsen of te chanteren. Het wel of niet betalen van alimentatiegeld
is te dikwijls een element geweest van chantage en van spanningen
tussen vroegere partners.

De dienst zal ook een preventief effect hebben. Als de wanbetaler
duidelijk weet dat niet-betalen ernstige gevolgen zal hebben, zal hij
daarmee omzichtiger omgaan. Als het inkomen van de man echter
niet voldoende is, wordt de invordering gestaakt. De dienst biedt de
rechthebbende de zekerheid dat men een beroep kan doen op
weliswaar gelimiteerde voorschotten en dat de overheid stappen
onderneemt om achterstallen te recupereren. De procedure die de
rechthebbende volgt, is veel eenvoudiger geworden en vermijdt extra
kosten.

Wij moeten er wel nog voor zorgen dat de dienst snel bevolkt en
georganiseerd kan worden om aan het werk te gaan. Er is een
intensieve informatiecampagne nodig die iedereen op de hoogte
brengt. Al wie recht heeft op die regeling moet dat ook kunnen te
weten komen. Wie moedwillig niet betaalt of wie daaraan zou
denken, moet gewaarschuwd worden. Het zal nodig zijn te zorgen
voor een vlotte overgang van de bestaande regeling via de OCMW's
naar de nieuwe dienst. Het is ondenkbaar en ontoelaatbaar dat de
rechthebbenden die nu een dossier bij het OCMW hebben enige
hinder, enige vertraging van uitbetaling, zouden ondervinden bij het
overstappen naar de nieuwe regeling.

comme une forme de tutelle et
d'injustice. Les problèmes
engendrés par les situations que
nous évoquons aujourd'hui seront
sans doute encore abordés dans
le cadre des CPAS, surtout si
ceux-ci évoluent vers une "maison
sociale". En particulier au cours
de la phase de transition, il est
important que les CPAS soient
informés correctement.

La solution préconisée offre
plusieurs avantages
incontestables. Les discussions
entre ex-partenaires à propos du
versement de la pension
alimentaire sont neutralisées. Le
service aura un effet préventif,
compte tenu des conséquences
du non-versement des aliments
par le débiteur. Si les revenus
sont devenus insuffisants, la
récupération est interrompue. Le
service se charge de la
récupération des avances limitées
qu'il octroie, ce qui simplifie la
situation et limite les frais pour les
ayants droit. Nous devons à
présent veiller à ce que des
moyens humains et matériels
soient rapidement dégagés afin de
permettre au service de démarrer
ses activités et d'assurer une
bonne transition entre l'ancien et
le nouveau système. Ceux qui
sont aujourd'hui aidés par les
CPAS ne peuvent être victimes de
retards.

L'évaluation prévue par la loi
constitue un élément positif. Une
attention particulière sera
consacrée à l'analyse des
problèmes et à la recherche de
solutions.

Je remercie mes collègues qui,
au-delà des clivages entre
majorité

et opposition, ont

collaboré dans un esprit
constructif à l'élaboration de ce
texte. J'adresse également mes
remerciements à l'administration
et au ministre Reynders.

Enfin, je souhaiterais lancer un
appel. Les relations humaines, les

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Tot slot, de nieuwe regeling voorziet ook in een evaluatiemoment.
Wanneer regelmatig een evaluatie wordt gedaan van de nieuwe wet
zal er met zorg en aandacht naar eventuele problemen geluisterd
worden en zal er een oplossing worden gezocht.

Om af te sluiten, wens ik zeer uitdrukkelijk dank te zeggen aan de
collega's over alle partijgrenzen heen, die in een constructieve sfeer
hebben meegewerkt om dit resultaat te bereiken. Ik bedank ook zeer
uitdrukkelijk de mensen van de administratie voor het geduld dat zij
telkens konden opbrengen, wat ik zeer kon appreciëren. Hun inbreng
is absoluut van groot belang geweest. Natuurlijk bedank ik ook
minister Reynders. Hij heeft vandaag een goede dag, denk ik, want
hij is al heel vaak gefeliciteerd voor de keuze die hij gemaakt heeft.

Beste collega's, tot slot wil ik toch nog een oproep lanceren. In de
loop van alle besprekingen over het Alimentatiefonds werden
verschillenden onder ons dikwijls gecontacteerd door mensen die ons
hun persoonlijke verhaal, hun persoonlijke problemen, wilden
duidelijk maken. Een ding is ons daarbij onomstotelijk duidelijk
geworden: alles wat te maken heeft met relaties, met kinderen, met
echtscheiding, daar zijn de mensen mee bezig, daar liggen zij van
wakker. Het is dan ook onze verantwoordelijkheid aan die signalen
een antwoord te bieden. Misschien moeten wij, zoals wij konden
werken aan deze wet over alimentatievorderingen, in de toekomst
ook samenwerken om een oplossing te vinden voor het probleem
van het omgangsrecht met kinderen, voor het probleem van de
objectivering van alimentatiegelden en voor het probleem van de
schuldloze echtscheiding. Wij zullen deze wet met volle overtuiging
steunen.

enfants et les divorces constituent
une source d'émotions. Il est de
notre responsabilité de donner
suite aux signaux que nous
percevons. J'espère qu'à l'avenir,
nous pourrons travailler ensemble
sur le droit d'entretenir des
relations avec ses enfants,
l'objectivation des pensions
alimentaires et le divorce sans
faute.

Nous voterons donc avec une
grande conviction en faveur du
texte à l'examen.

18.17

Els Van Weert

(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, collega's, ik sta hier vandaag met een uitzonderlijk grote
tevredenheid, om twee redenen. Ten eerste, uiteraard wegens de
doorbraak in dit dossier dat mij na aan het hart ligt. Waarom? Het is
hier al ten overvloede gezegd, maar ik wil het toch even herhalen. Er
worden al jaren lang grote problemen vastgesteld inzake de niet-
uitbetaling of de onvolledige uitbetaling van alimentatie.

Ik herhaal dat 40% van de betrokkenen niet, te laat of onvolledig
betaalt. Voor alle duidelijkheid, dit is zeer belangrijk, want studie
wijzen uit dat dit voor heel wat gezinnen het verschil betekent tussen
bestaanszekerheid en bestaansonzekerheid.

De doorbraak in dit dossier is dus verheugend en zelfs uitzonderlijke
verheugend omdat dit het eerste dossier is dat werd behandeld door
het adviescomité voor maatschappelijke emancipatie waarvan ik het
geluk had om als nieuwbakken parlementslid meteen het
voorzitterschap te mogen waarnemen.

Het adviescomité voerde een sereen, maar uitgebreid debat, pleegde
veel overleg, woog de pro's en de contra's tegen elkaar af en stelde
een duidelijke inventaris op van het probleem. Op dat ogenblik
thans meer dan drie jaar geleden waren wij nog niet rijp om het
eensgezind te worden omtrent de manier waarop wij het probleem
zouden aanpakken. Een punt was evenwel duidelijk, met name dat er
zeker een oplossing moest komen in de loop van deze legislatuur.

Ik ben de collega's van het adviescomité dan ook zeer dankbaar dat

18.17

Els Van Weert

(VU&ID):

Je suis particulièrement satisfaite,
et ce, pour deux raisons. Il s'agit,
en effet, d'une véritable avancée
dans un dossier qui me tient à
coeur. Depuis des années, on
constate que 40% des paiements
des pensions alimentaires ne sont
pas effectués ou pas
intégralement. Pour de
nombreuses familles, cette
pension permet pourtant de faire
la différence entre la précarité et
la sécurité d'existence. En outre, il
s'agit du premier dossier venant
du comité d'avis pour
l'Emancipation sociale. En tant
que présidente, je tiens à
remercier les collègues qui ont
pris part aux travaux de ce comité
d'avoir pris l'initiative de
rechercher un compromis. Il y a
trois ans, les points de vue
divergeaient trop pour envisager
cette possibilité.

Après discussion, deux pistes
restaient ouvertes. On pouvait

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

zij, als vervolg van de gevoerde debatten, het voortouw in handen
namen om tot een compromis te komen teneinde deze problematiek
aan te pakken. Zeer uitdrukkelijk wens ik de dames Herzet,
Moerman, Grauwels, De Meyer en alle andere leden te danken die
mee aan de kar trokken om eensgezindheid te bereiken in het vinden
van een degelijke oplossing voor deze problematiek. Dat degenen
van wie ik de naam vergeet te noemen het mij niet kwalijk nemen.
Hun namen staan hoe dan ook vermeld bij de ondertekening.

Na de bespreking bleven er twee pistes over om dat grote probleem
om te lossen. De eerste piste bestond erin de OCMW's bij de zaak te
betrekken en het bestaande systeem van voorschotten bij de
OCMW's uit te breiden. Dat had een aantal voordelen. Het OCMW is
een instelling die dichtbij de mensen staat, maar waarvan de drempel
jammer genoeg nog steeds hoog is. Ik merk dat de heer Bourgeois
momenteel niet aanwezig is, maar ik wens duidelijk te maken dat ook
wij graag zouden komen tot een echt sociaal huis waarvan de
drempel niet meer zo hoog is en waar mensen op een vlotte manier
terechtkunnen met al hun sociale problemen. Zover is het echter nog
niet, maar er wordt werk van gemaakt.

Een ander nadeel van de OCMW-piste is dat de inkomsten worden
nagegaan en dat een inkomstenplafond wordt gehanteerd.
Bovendien stellen wij vast dat de OCMW 's duidelijk het signaal
gaven reeds ernstig overbelast te zijn met een aantal taken die zij
nauwelijks kunnen bolwerken.

De tweede piste, het fonds, waarvoor een aantal voorstellen werden
geformuleerd, had als nadeel dat heel wat personen vreesden voor
misbruik en voor een gebrek aan selectiviteit.

Na veel wikken en wegen en na degelijk werk, in samenspraak met
de administratie, werd een eerbaar en degelijk compromis gesloten
en kwam er een goed voorstel uit de bus. Dit voorstel is globaal
gezien positief.

Alimentatie is een recht dat moet worden gerespecteerd, dat mogen
wij niet vergeten, en de overheid moet hierop toezien. De formule
waarvoor vandaag wordt gekozen is laagdrempelig. Ik pleit er wel
voor om in de praktische toepassing eventueel op termijn toch de
OCMW 's of het sociaal huis hierbij te betrekken om de mensen te
begeleiden bij het indienen van hun dossier en in hun contacten met
de betrokken dienst. De formule zou evenwel laagdrempelig moeten
zijn en ik benadruk dat wij hiervan werk moeten maken.

Vooral de recuperatie van de gelden die door de dienst worden
voorgeschoten, is in handen van Financiën, die toch het meest
geschikt is om op een vlotte, ernstige manier ervoor te zorgen dat de
overheidsmiddelen snel worden gerecupereerd van diegenen die bij
rechterlijk vonnis zijn aangeduid om dat te betalen.

Ik wil nog even een paar kleine nadelen in het huidige voorstel onder
uw aandacht brengen. Mevrouw Moerman heeft goed
beargumenteerd dat het ook betaalbaar moet zijn, maar ik betreur
het toch nog een beetje dat nog 5% ten laste komt van de
schuldeiser. Het blijft uiteraard een systeem van voorschotten. Het
blijft een beetje een lapmiddel met een plafond van bedragen die
kunnen worden uitgekeerd. Dat is allemaal zeer begrijpelijk en

décider d'étendre le système des
avances accordées par les CPAS.
L'image de proximité du CPAS
représentait un avantage à cet
égard, mais l'accès au CPAS est
bien souvent difficile, car les
revenus du demandeur sont
contrôlés et les centres se disent
surchargés. La création d'un
Fonds des créances alimentaires
constituait une autre possibilité.
Certains craignaient toutefois des
abus et estimaient que le Fonds
ne serait pas suffisamment actif.
Un bon compromis a finalement
pu être atteint.

L'accent mis sur le respect d'un
droit constitue un aspect positif du
choix qui a finalement été opéré
en faveur du Fonds des créances
alimentaires. En outre, la formule
choisie est accessible à tous et il
est logique de confier le
recouvrement des montants dus
au département des Finances, qui
est plus à même d'exécuter cette
mission.

Il y a quelques inconvénients
mineurs. Cinq pour cent reste à
charge des créanciers, et les
avances sont limitées. L'idéal
serait bien sûr d'aboutir à une
diminution du nombre de mauvais
payeurs. Aussi faut-il mettre fin à
l'attitude laxiste de la justice. Il
convient de mener une politique à
plusieurs axes.

Quoi qu'il en soit, nous vivons un
moment mémorable et c'est avec
beaucoup de conviction que nous
soutiendrons la proposition.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

terecht, maar het ware natuurlijk beter dat wij het percentage zouden
kunnen terugdringen van hen die het alimentatiegeld niet betalen.
Dat zou toch ook nog altijd onze doelstelling moeten zijn. Vandaar
dat ik ook wil oproepen om ervoor te zorgen dat Justitie hierbij geen
aanleiding geeft om nog lakser op te treden bijvoorbeeld in het geval
van familieverlating. Ik vraag toch uitdrukkelijk aandacht om dit ook
nog als een ernstig vergrijp te catalogeren en daarvan ook werk te
maken vanuit justitiële hoek. Een meersporenbeleid blijft dus echt
noodzakelijk.

Tot slot zou ik toch wel heel duidelijk willen zeggen dat dit een
heugelijk moment is voor al die vrouwen en soms ook mannen ik
heb er al ontmoet die hun alimentatie voor de kinderen niet krijgen
van de echtgenoot of echtgenote die moet betalen. Al die gezinnen
die op dit ogenblik een recht niet uitgevoerd zien en daardoor vaak in
moeilijkheden zitten, zullen op die manier zeker worden geholpen, dit
meer dan dertig jaar nadat die problematiek

18.18

Hagen Goyvaerts

(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, collega's, als voorlaatste in dit debat, wou ik
toch nog een aantal elementen naar voren brengen met betrekking
tot de standpuntbepaling van mijn fractie hieromtrent.

Uit het debat van deze namiddag blijkt toch duidelijk dat we het
allemaal eens zijn dat er een oplossing moest komen voor het
probleem van de alimentatievergoedingen, een maatschappelijk
probleem dat al jarenlang aansleept. Als het om
alimentatievergoedingen gaat, bedoel ik daarmee de niet-betaling of
de laattijdige betaling van uitkeringen; twee elementen die al vele
vrouwen maar ook mannen in de armoede hebben gedrukt. Het
zijn twee elementen die oorzaak zijn van bestaansonzekerheid van
betrokkenen.

Ondanks het feit dat voorliggende wetsvoorstellen een zeer nobel
doel hebben, heeft het Vlaams Blok toch een aantal opmerkingen te
maken.

Een eerste element is het feit dat de OCMW's niet langer als
aanspreekpunt of plaats voor het indienen van de aanvraag gelden.
Het zijn per slot van rekening toch de OCMW's die een enorme
expertise op dat vlak hebben. Het blijft, volgens ons, een sociale
dienst aan de bevolking. De lokale bereikbaarheid van de OCMW's
was steeds een van de troeven.

De vraag is of dit met het veeleer beperkt aantal kantoren van het
ministerie van Financiën ook het geval zal zijn, ik denk dat het gaat
om een vierenveertigtal kantoren, verspreid over het hele land. Als
Vlaams Blok vinden wij het belangrijk dat dossiers inzake sociale
uitkeringen, en dit in dit geval uitkeringen tot onderhoud, in de
handen blijven van het OCMW, los van het feit of de voorgestelde
structuur van het ministerie van Financiën binnen de zes maanden
operationeel zal zijn. Het ministerie van Financiën heeft trouwens
ook bij het grote publiek een nogal negatieve perceptie.

Ik kom tot het tweede element. Het Vlaams Blok is van oordeel dat
de problematiek van de alimentatievergoedingen een
persoonsgebonden aangelegenheid is. Aangezien het hier gaat om
een bijstand aan personen en de Gemeenschappen bevoegd zijn

18.18

Hagen Goyvaerts

(VLAAMS BLOK): Chacun
s'accorde pour dire qu'il faut
trouver une solution au problème
du non-paiement ou du paiement
tardif de la créance alimentaire
qui peut précipiter la femme
mais parfois aussi le mari dans
la pauvreté.

Le Vlaams Blok regrette que les
CPAS ne joueront plus le rôle de
point de contact en ce qui
concerne ce problème. Les CPAS
possèdent une grande expérience
et sont d'accès facile. Le
département des Finances
dispose quant à lui de beaucoup
moins de bureaux et je me
demande s'il sera en mesure
d'assurer aisément le service qui
est attendu de lui.

Pour le surplus, la proposition de
loi traite d'une matière
personnalisable qui relève à ce
titre des Communautés. Le
Conseil d'Etat l'a confirmé en
estimant que les Communautés
sont habilitées à verser des
avances et à effectuer des
paiements.

Nous craignons également un
nouveau transfert, ne fût-ce que
parce que les récupérations sont
beaucoup moins nombreuses en
Wallonie qu'en Flandre.

Enfin, la fin imminente de la

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

voor het gezinsbeleid, met inbegrip van alle vormen van hulp en
bijstand aan gezinnen en kinderen, zijn wij van oordeel dat dit
probleem niet op het Belgische federale niveau, maar op het niveau
van de Gemeenschappen moet worden geregeld. De Raad van State
heeft trouwens al verschillende malen bevestigd dat de
Gemeenschappen een regeling mogen opzetten van voorschotten op
uitkeringen tot onderhoud van behoeftige personen die bij
gerechtelijke beslissing het recht op zo'n uitkering hebben gekregen.

Zoals bij iedere Belgische regelgeving inzake de sociale sector, en
dat is het derde element, vrezen wij ook hier voor een transfer van
Vlaanderen naar Wallonië, een transfer van noord naar zuid, al was
het maar vanwege het feit dat het invorderen van achterstallen in het
Franstalige landsgedeelte blijkbaar heel wat stroever en moeilijker
verloopt dan in Vlaanderen.

Ik kom ten slotte tot het vierde element, mijnheer de voorzitter. Het is
ontegensprekelijk zo dat de druk van het einde van de legislatuur
verschillende fracties tot meer bereidheid, tot meer compromis heeft
gebracht, maar de financiële rekening wordt doorgeschoven naar de
volgende legislatuur. Ik kan begrijpen dat dit het nobel doel niet in de
weg kan staan, maar indien dit voorstel een jaar geleden zou zijn
afgewerkt, dan zou waarschijnlijk het financiële aspect een van de
breekpunten zijn geweest.

Mijnheer de voorzitter, wij steunen in ieder geval de noodzaak van
een regeling en de rechtszekerheid rond de alimentatievergoedingen,
zeker voor degenen die er recht op hebben, maar gezien de
voormelde feiten zullen wij het voorliggende wetsvoorstel niet
goedkeuren en ons onthouden.

législature rend manifestement
plus accommodants les partis de
la majorité. Il y a un an, le
règlement financier aurait
assurément constitué un point de
rupture. Aujourd'hui, on se
contente de reporter la facture à la
prochaine législature.

Le Vlaams Blok s'abstiendra pour
toutes ces raisons.

18.19

Olivier Maingain

(MR): Monsieur le président, chers

collègues féminins et masculins, il est vrai que la proposition de loi
qui aboutit en séance plénière ce jour est tout à l'honneur du
Parlement.

Il s'agit d'une initiative parlementaire due à nos collègues féminins
pour un objectif sociétal essentiel.

D'aucuns pouvaient s'interroger sur la question de savoir si
l'intervention du législateur afin de faire exécuter les décisions de
justice et si le recours à un service particulier de l'Etat étaient
nécessaires.

Le débat en commission des Finances et je remercie ici les
collègues qui l'ont nourri a démontré que pour apporter
l'apaisement dans les relations entre les ex-conjoints et pour éviter
que les enfants ne soient parfois les otages de mauvaises querelles
dues à des sentiments qui ne sont pas encore apaisés, il y avait lieu,
sans doute, de prévoir un mécanisme juridique qui permette de
rétablir si ce n'est totalement l'apaisement, en tout cas, un autre
mode de relation entres les ex-conjoints dans le règlement de leurs
litiges financiers.

On connaît tous les aléas de procédure que nous avons dû
rencontrer et les différentes formules qui ont été esquissées lors des
travaux de commission.

18.19

Olivier Maingain

(MR): Uit

de debatten over dit parlementaire
initiatief, dat een maatschappelijk
doel nastreeft, is gebleken dat
terecht gekozen werd voor een
ingrijpen van de wetgever en het
inzetten van een overheidsdienst
om de uitvoering van rechterlijke
beslissingen af te dwingen,
teneinde aldus een andere
mentaliteit tot stand te brengen bij
de beslechting van geschillen
tussen echtelieden.

Het wetsontwerp is billijk en
evenwichtig.

In de eerste plaats blijft de
materie federaal, conform de twee
adviezen van de Raad van State,
waardoor het risico op een
ongelijke behandeling van
personen dat een overheveling
van de bevoegdheid naar de
Gemeenschappen zou hebben
ingehouden, vermeden wordt. Het
gaat hier immers geenszins om

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Selon moi, la proposition de loi, qui a abouti grâce à la collaboration
remarquable du ministre des Finances, de ses services, de ses
collaborateurs et de sa collaboratrice en particulier, a permis de
trouver un juste équilibre.

Il est important de souligner le maintien de la matière visée par la
proposition de loi dans une logique de compétence fédérale. Le
Conseil d'Etat s'est, en effet, prononcé à deux reprises au sujet de
cette compétence dans les avis qu'il a respectivement rendus les 2
mai 2000 et 9 juillet 2002.

Dans son premier avis, le Conseil d'Etat disait que, je cite: "Les
règles relatives aux créances alimentaires font partie des dispositions
du Code civil portant sur le statut des personnes et de la famille. Ces
matières sont demeurées de la compétence de l'Etat fédéral au titre
de sa compétence résiduelle. Les propositions de loi examinées ont
pour objet d'assurer l'effectivité du respect des obligations
alimentaires telles qu'elles ont été constatées par une décision de
justice ou par une convention préalable à un divorce par
consentement mutuel. Les compétences transférées aux
Communautés n'ont pas porté atteinte à la compétence fédérale en
la matière. La compétence de régler les modalités destinées à
assurer l'effectivité du paiement des créances alimentaires est, en
effet, liée à ce point aux règles relatives aux obligations alimentaires
qu'elle y est demeurée indissolublement attachée en termes de
répartition des compétences et qu'elle relève donc de l'autorité
fédérale".

Dans un deuxième avis, le Conseil d'Etat réitérait ses constatations,
quelles que soient les différentes formules esquissées à un moment
donné pour régler cette matière.

C'est ainsi que le système est pleinement cohérent et permet d'éviter
le risque d'une communautarisation du débat; je crois même qu'il
était temps qu'on légiférât sur cette question avant
qu'éventuellement le débat institutionnel ne vienne perturber la
correcte appréhension de cette matière.

Le fait de créer un fonds au sein du Service public fédéral des
Finances garantit, de manière plus certaine encore, la compétence
au niveau fédéral. Il est donc préférable à ce qui était esquissé en
termes de missions confiées aux CPAS, pas seulement pour toutes
les raisons qui ont été évoquées mais aussi pour garantir le maintien
de cette compétence au niveau fédéral. Un morcellement de cette
matière entre les Communautés présenterait le risque d'une
application différente des décisions de justice en fonction des
personnes et de l'endroit où elles vivent.

Les auteurs de la proposition de loi ont veillé à inscrire les
mécanismes de recouvrement des créances alimentaires, en
exécution d'une décision de justice; il ne s'agit donc nullement d'une
forme d'aide aux personnes sur une base volontaire.

Le deuxième aspect fondamental pris en compte par la proposition
de loi est que les avances sont octroyées au créancier d'aliments
sans tenir compte du niveau de ses revenus; je m'y étais
particulièrement attaché avec d'autres membres de la commission.
D'aucuns peuvent s'interroger sur la pertinence de cette demande et

een of andere vorm van
maatschappelijke dienstverlening.

Ook het feit dat de voorschotten
toegekend worden zonder
verband met het inkomensniveau
ligt in de lijn van de
vooropgestelde doelstelling,
namelijk de uitvoering van
rechterlijke beslissingen. Bij de
vaststelling van het bedrag van de
alimentatie hebben de
magistraten immers al rekening
gehouden met het inkomen van
de betrokken partijen. Het
inkomenspeil als criterium
hanteren zou, in het licht van het
in de grondwet verankerde
gelijkheidsprincipe, een
aanvechtbare beslissing geweest
zijn.

Het Fonds wordt opgericht binnen
de federale overheidsdienst
Financiën, zodat eenieder, los van
woonplaats of inkomen, op gelijke
voet zal worden behandeld. Men
zal de mensen die een
voortrekkersrol speelden bij de
totstandkoming van dit
wetsvoorstel en van wie een
aantal niet opnieuw zal worden
verkozen, bij het evaluatiecomité
moeten betrekken.

De rechtszekerheid wordt
gewaarborgd door de verplichting
die aan het Fonds wordt opgelegd
om de partijen te informeren over
de gevolgen van elke fase van de
procedure. Er wordt niet alleen
naar het standpunt van de
rechthebbende geluisterd en voor
men naar dwangmaatregelen
grijpt, krijgt de
onderhoudsplichtige enige tijd om
zijn verplichtingen na te leven.

Het voorliggend wetsvoorstel doet
het parlementaire werk alle eer
aan maar het toont ook aan dat
het departement Financiën een
bij uitstek sociale opdracht kan
vervullen. Dit voorstel zet immers
de betrokken partijen ertoe aan
elkaars standpunten te
eerbiedigen zodat ze tot een
verzoening kunnen komen.

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

de cette reconnaissance.

Je me permets de redire ici que, par rapport à l'objectif poursuivi qui
est de faire exécuter les décisions de justice ayant reconnu des
droits, il n'existe effectivement aucun argument objectif permettant
de justifier que ce soit le niveau de revenus des créanciers d'aliments
qui détermine ou non l'accès au mécanisme proposé. Il s'agit d'un
droit résultant de l'exécution d'une décision de justice qui ne relève,
dès lors, pas de la logique de l'aide sociale, logique qui évidemment
entend prendre en compte les revenus des éventuels bénéficiaires.
Un système d'avances qui aurait créé une différence de traitement
en fonction des revenus du créancier d'aliments pourrait même être
juridiquement critiqué, au regard du principe d'égalité défendu par la
Constitution, et pourrait faire l'objet d'un recours à la Cour
d'arbitrage; ce risque a été écarté par la solution définitivement
retenue.

Faut-il aussi rappeler que les magistrats tiennent compte des
revenus des ex-conjoints pour déterminer le montant des pensions
alimentaires? Pourquoi les débiteurs ou les créanciers d'aliments
devraient-ils dès lors être ultérieurement pénalisés sur la base de ces
mêmes revenus, lors de l'octroi éventuel d'avances?

Une troisième avancée dont il faut se réjouir est l'opportunité d'avoir
placé le service des créances alimentaires au sein du service public
fédéral des Finances. Plus d'un l'ont dit, cela assure vraiment la
cohérence du système et une égalité de traitement de toutes les
personnes concernées, non seulement quelle que soit leur région de
domiciliation, mais aussi quels que soient leurs revenus ou leur
situation personnelle.

Je relève aussi la création de la commission d'évaluation et je crois
que ce serait rendre hommage à celles qui ont porté ce projet que de
veiller, monsieur le ministre, à les associer demain puisque
d'aucunes n'auront plus la chance de siéger dans notre assemblée
au travail de cette commission d'évaluation.

Un quatrième grand aspect mérite d'être souligné dans les équilibres
de cette proposition. Il s'agit de la sécurité juridique et de ses
différentes facettes. Quand on parcourt la proposition de loi, que ce
soit pour la phase d'instruction de la demande introduite par le
créancier d'aliments ou par son représentant, éventuellement son
avocat, que ce soit pour la phase de recouvrement, on est frappé par
les obligations qui pèsent sur le service des créances alimentaires. Il
doit veiller à informer correctement chacune des parties quant aux
conséquences de la procédure qui est ainsi engagée. Il faut bien dire
que ce n'est pas une procédure d'étranglement du débiteur
alimentaire.

Avant même la mise en oeuvre de la procédure de recouvrement, il
existe la possibilité pour le débiteur d'aliments de régulariser sa
situation, de faire éventuellement état du fait que le titre de
recouvrement de la créance n'est plus actuel et de faire valoir ses
moyens juridiques auprès du service public fédéral. Donc, la
proposition de loi a été particulièrement soucieuse, dans les
différentes étapes de la procédure, de veiller à l'équilibre des droits
de chacune des parties.

Het komt ook tegemoet aan een
wettige eis die maar al te lang niet
is ingewilligd.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Bien entendu, l'objectif est de permettre aux créanciers d'aliments de
bénéficier des avances et de voir un recouvrement effectif intervenir.
Il n'en demeure pas moins que nous n'avons pas versé dans l'excès
qui serait d'entendre le seul point de vue du créancier d'aliments.
Non. On a encore veillé, après décision de justice à donner toute
chance au débiteur d'aliments de faire valoir son point de vue, non
pour contester la décision de justice, mais pour éventuellement faire
état de paiements qu'il aurait effectués et qui ne seraient pas relevés
par le créancier des aliments ou faire état d'autres causes juridiques
qui justifieraient le bien-fondé de sa position. Je crois qu'en cela, la
proposition est aussi particulièrement remarquable.

Je relève aussi que, dans les procédures de recouvrement, avant
que les procédures de contrainte ne soient mises en oeuvre, il sera
encore laissé un temps au débiteur d'aliments pour veiller à se
mettre en conformité avec la loi et à respecter ses obligations
légales.

Je conclus en disant que cette proposition de loi, non seulement est
à mettre à l'honneur du travail parlementaire de ses auteurs et de
tous ceux qui ont concouru à sa réussite, mais démontre que le
service public fédéral des Finances, souvent appréhendé comme un
service parfois difficile dans ses relations avec les contribuables,
peut assumer en somme une mission éminemment sociale, avec la
volonté de faire respecter l'autorité d'un jugement mais aussi avec la
volonté de concilier les points de vue de toutes les parties.

C'est sans doute un fait novateur mais qui démontre aussi que la
volonté du ministre des Finances de voir ses services avoir une
conception d'attention à l'égard des citoyens est une volonté qui est
confirmée par cette proposition de loi. Ce n'est pas la moindre des
choses de voir que c'est le ministère des Finances qui, par la mise à
disposition de ses moyens humains et logistiques, permet en
définitive de faire aboutir une légitime revendication qui avait trop
attendu sa réponse.

18.20

Didier Reynders

, ministre: Monsieur le président, je vous

rassure d'emblée. Je tenterai d'être très bref en évoquant simplement
trois ou quatre éléments. Il me paraît naturel de commencer par le
débat qui vient d'avoir lieu en séance plénière, en tentant de
répondre à quelques-unes des questions posées.

La première portait sur les relations entre les CPAS et le
département des Finances, en ce qui concerne la transmission de
données. Mme Burgeon y est revenue. Je confirme, bien entendu,
que le département des finances a une longue tradition d'échanges
de données et que la confidentialité d'un certain nombre de données
transmises sera respectée. Il n'y a pas de difficulté à cet égard.

18.20

Minister

Didier Reynders

Wat de betrekkingen tussen de
OCMW's en het departement
Financiën betreft, bevestig ik dat
wij bij het departement Financiën
een lange traditie hebben van
gegevensuitwisseling. Ik kan u
geruststellen: het confidentiële
karakter van de informatie zal
gerespecteerd worden.

Mevrouw Moerman heeft vragen gesteld over de aftrekbaarheid van
verschillende posten. We moeten daarover verder nadenken. Ik hoop
dat het mogelijk zal zijn een aantal fiscale aspecten van dit dossier te
behandelen.

Wat de evaluatiecommissie betreft, moeten we streven naar een
zeer open commissie.

La question de Mme Moerman sur
la déductibilité des différents
postes doit encore être examinée.
Les aspects fiscaux devront faire
l'objet de discussions en
commission. La Commission
d'évaluation doit faire preuve
d'une grande ouverture.

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Comme je l'ai dit en commission, il est évident que nous tenterons
d'associer tous les acteurs à la commission d'Evaluation qui est
d'ailleurs un élément important de cette proposition de loi, puisque
c'est à travers celle-ci que nous aurons peut-être l'occasion d'encore
progresser dans les prochaines années. Il est important d'associer de
manière large ceux qui ont, de l'une ou l'autre manière, participé à
nos travaux, qu'il s'agisse d'associations, du Parlement ou des
départements concernés.

Quant au contenu de la proposition, je rappelle que nous avons
choisi de concentrer les actions au sein d'un seul lieu: le département
des finances, le service public fédéral des finances.

Het spreekt vanzelf dat we alle
actoren bij de werkzaamheden
van de evaluatiecommissie zullen
betrekken, die het misschien
mogelijk zal maken in de loop van
de volgende jaren nog
vooruitgang te boeken. Dat is een
belangrijk punt. Wat dan de
inhoud van het voorstel betreft,
hebben we ervoor gekozen de
werkzaamheden te concentreren
binnen de FOD Financiën.

Wat de FOD Financiën betreft, moeten we verder gaan met
initiatieven te nemen. We moeten evolueren naar een
gedecentraliseerde dienst, een werking van veel gedecentraliseerde
diensten. Ik hoop dat het mogelijk is een 40-tal lokale kantoren op te
richten om de mensen te woord te staan en te helpen. Wat het eerste
contact betreft, moet het eveneens mogelijk zijn samen te werken
met andere overheden zoals de gemeenten en de OCMW's.

En ce qui concerne le SPF
Finances, de nombreuses
initiatives devront être prises. Il ne
s'agit pas d'un service
décentralisé et j'espère qu'il y
aura une quarantaine de bureaux
locaux. Une collaboration avec
d'autres instances, telles que les
communes et les CPAS, pourra
être envisagée établir un premier
contact avec la population.

Dès lors, nous ferons tout notre possible pour que tous ces services
soient le plus décentralisés possible, afin que la proximité joue dans
le cadre de la mise en place de cette nouvelle formule. Nous
prendrons évidemment en charge l'ensemble des missions que le
parlement souhaite confier au Service fédéral des Finances tant en
matière d'avances que de recouvrements.

Le troisième élément sur lequel je veux intervenir concerne, bien
entendu, les actions que nous aurons à entreprendre pour que cette
nouvelle activité du département fonctionne correctement. Il y aura
lieu de mettre en place la nouvelle organisation et de faire
fonctionner non seulement le service lui-même mais sa coordination
avec d'autres services. Je pense à la Trésorerie pour le paiement
rapide des avances une fois celles-ci décidées ainsi qu'à la
collaboration avec beaucoup d'acteurs qui interviennent dans ce
même débat, dans d'autres mondes parfois que celui du département
des finances.

Nous n'hésiterons pas, dans les prochains mois, à diffuser de
l'information à ce sujet. Je rassure tous ceux qui seraient inquiets en
la matière: nous allons bien entendu prendre contact avec tous les
intervenants et tous les publics concernés pour faire en sorte que les
textes et les mécanismes soient connus et que dès l'entrée en
vigueur effective de ce système, tout puisse se passer de la
meilleure façon qui soit.

Je voudrais conclure sur deux éléments. Le premier concerne
évidemment les remerciements que tous et toutes ont déjà adressés
à un grand nombre d'intervenants. En tout cas, je voudrais dire
qu'une proposition comme celle-ci n'aurait pu aboutir sans la
motivation d'un certain nombre d'associations. Chacun et chacune y
a fait allusion.

Wij zullen alles in het werk stellen
om ervoor te zorgen dat de
diensten zo gedecentraliseerd en
dus zo toegankelijk mogelijk zijn,
maar wij zullen alle opdrachten
die het Parlement ons zal
toevertrouwen op ons nemen.

Wij hebben uiteenlopende
opdrachten. Wij zullen zorgen
voor de nodige informatie aan alle
betrokkenen.

Zonder de medewerking van een
aantal verenigingen, waarmee we
verder moeten samenwerken, en
van een aantal parlementsleden
dat zich ten volle heeft ingezet,
was dit wetsvoorstel nooit zover
geraakt. Ik denk meer in het
bijzonder aan mevrouw Herzet.
Graag wil ik ook mevrouw Laloux,
die deel uitmaakt van mijn
departement, bedanken, voor de
vele oplossingen die ze heeft
aangereikt.

Ik zou willen dat dit alles concreet
in werking treedt op 1 september
van dit jaar.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Dans les mois et années à venir, nous aurons encore à travailler
avec ces associations.

Cette proposition n'aurait pu aboutir sans l'investissement de
nombreux parlementaires dans un tel dossier et ce, depuis plusieurs
années. Permettez-moi de me joindre aux remerciements adressés à
Mme Herzet sur ce point. Je n'ignore pas l'acharnement, la patience
et le doigté dont elle a fait preuve pour faire aboutir cette proposition.
J'utilise le terme "aboutir" car nous sommes à la veille des dernières
étapes de la mise en place du nouveau service.

Beaucoup d'entre vous ont évoqué une personne sans la nommer.
Permettez-moi, puisqu'elle fait partie de mon département, d'associer
Mme Laloux à nos remerciements. Elle est à l'origine de nombreuses
solutions et elle assiste encore aujourd'hui à nos travaux. De temps
en temps, il faut savoir rendre à ceux qui collaborent aux dossiers ce
qui leur revient.

Enfin, monsieur le président, mon intention est de faire en sorte que
l'ensemble de ce projet voie effectivement le jour au 1

septembre

prochain. Dès lors, j'espère que le travail pourra se faire très
rapidement en collaboration avec les groupes du Sénat, afin de
pouvoir tout mettre en oeuvre et démarrer très concrètement l'activité
de ce nouveau service à cette date.

C'est avec beaucoup de plaisir que je tenterai de faire publier cette
loi à bref délai et je salue cette initiative parlementaire, il me semble
utile de le rappeler.

De

voorzitter

Vraagt nog iemand het woord?

(Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole?

(Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsvoorstel nr. 1627/19 (aangelegenheid als
bedoeld in artikel 77 van de Grondwet). De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)

(1627/19)

Nous passons à la discussion des articles de la proposition de loi n° 1627/19 (matière visée à l'article 77
de la Constitution). Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 66,4)

(1627/19)

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in «wetsvoorstel houdende wijziging van de artikelen 628
en 1395 van het Gerechtelijk Wetboek naar aanleiding van de wet van ... tot oprichting van een Dienst
voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën».
L'intitulé a été modifié par la commission en «proposition de loi modifiant les articles 628 et 1395 du Code
judiciaire à l'occasion de la loi du ... créant un Service des créances alimentaires au sein du SPF
Finances».

Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.
La proposition de loi compte 4 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsvoorstel nr. 1627/20 (aangelegenheid als
bedoeld in artikel 78 van de Grondwet). De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)

(1627/20)

Nous passons à la discussion des articles de la proposition de loi n° 1627/20 (matière visée à l'article 78
de la Constitution). Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 66,4)

(1627/20)

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in «wetsvoorstel tot oprichting van een Dienst voor
alimentatievorderingen bij de FOD Financiën».
L'intitulé a été modifié par la commission en «proposition de loi créant un Service des créances
alimentaires au sein du SPF Finances».

Het wetsvoorstel telt 31 artikelen.
La proposition de loi compte 31 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 tot 31 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 31 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

19 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op

de kredietinstellingen (2122/1 en 2)

19 Projet de loi modifiant la loi du 22 mars 1993 relative au statut et au contrôle des

établissements de crédit (2122/1 et 2)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

19.01

Peter Vanvelthoven

, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik

verwijs naar het schriftelijk verslag.

voorzitter

Vraagt nog iemand het woord?

(Nee

)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole?

(Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)

(2122/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)

(2122/1)

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

BIJLAGE

ANNEXE

PLENUMVERGADERING

SÉANCE PLÉNIÈRE

DONDERDAG 23 JANUARI 2003

JEUDI 23 JANVIER 2003

INTERNE BESLUITEN

DECISIONS INTERNES

INTERPELLATIEVERZOEKEN

DEMANDES D'INTERPELLATION

Ingekomen

Demandes

1. de heer Joos Wauters tot de minister van
Landsverdediging over "het nationaal gedenkteken
Fort van Breendonk".

1. M. Joos Wauters au ministre de la Défense sur
"le mémorial national du Fort de Breendonk".

(nr. 1549 verzonden naar de commissie voor de
Landsverdediging)

(n° 1549 renvoi à la commission de la Défense
nationale)

2. de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de aangekondigde
acties van het syndicaat van de Belgische politie".

2. M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"les actions annoncées par le syndicat de la police
belge".

(nr. 1550 verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)

(n° 1550 renvoi à la commission de l'Intérieur,
des Affaires générales et de la Fonction publique)

3. de heer Yves Leterme tot de minister van
Financiën over "de verwerping van Copernicus-
voorstellen".

3. M. Yves Leterme au ministre des Finances sur
"le rejet des propositions Copernic".

(nr. 1551 verzonden naar de commissie voor de
Financiën en de Begroting)

(n° 1551 renvoi à la commission des Finances et
du Budget)

4. mevrouw Frieda Brepoels tot de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties, belast met Middenstand over "de
financiële toestand van De Post".

4. Mme Frieda Brepoels au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
moyennes sur "la situation financière de La Poste".

(nr. 1552 verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven)

(n° 1552 renvoi à la commission de
l'Infrastructure, des Communications et des
Entreprises publiques)

5. mevrouw Annemie Van de Casteele tot de
minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu over "het protocol van de
Interministeriële Conferentie van de ministers van
Volksgezondheid van 24 juni 2002".

5. Mme Annemie Van de Casteele au ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le protocole de
la Conférence interministérielle de la Santé
publique du 24 juin 2002".

(nr. 1553 verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing)

(n° 1553 renvoi à la commission de la Santé
publique, de l'Environnement et du Renouveau de
la Société)

VOORSTELLEN

PROPOSITIONS

Inoverwegingnemingen

Prises en considération

1. Voorstel van resolutie van mevrouw Els Van
Weert en de heer Karel Van Hoorebeke
betreffende het verbieden van opsluiting van
minderjarigen in gesloten centra (nr. 2219/1).

1. Proposition de résolution de Mme Els Van Weert
et M. Karel Van Hoorebeke relative à l'interdiction
de la détention de mineurs dans des centres
fermés (n° 2219/1).

Verzonden naar de commissie voor de Justitie

Renvoi à la commission de la Justice

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2. Wetsvoorstel van de dames Kristien Grauwels,
Fauzaya Talhaoui, Marie-Thérèse Coenen en
Claudine Drion tot wijziging van het Strafwetboek
en het Wetboek van Strafvordering wat betreft de
regeling inzake partnergeweld (nr. 2221/1).

2. Proposition de loi de Mmes Kristien Grauwels,
Fauzaya Talhaoui, Marie-Thérèse Coenen et
Claudine Drion modifiant le Code pénal et le Code
d'instruction criminelle en ce qui concerne les
règles relatives la violence entre partenaires
(n° 2221/1).

Verzonden naar de commissie voor de Justitie

Renvoi à la commission de la Justice

3. Wetsvoorstel van de heer Jean-Jacques Viseur
c.s. tot instelling van een woontoeslag op het
leefloon (nr. 2223/1).

3. Proposition de loi de M. Jean-Jacques Viseur et
consorts visant à instaurer un complément
logement au revenu d'intégration (n° 2223/1).

Volksgezondheid Verzonden naar de commissie
voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing

Renvoi à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société

4. Wetsvoorstel van de dames Leen Laenens en
Martine Dardenne tot reglementering van de
doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals
van het in de handel brengen van genetisch
gemodificeerde organismen of van producten die
er bevatten, en tot intrekking van het koninklijk
besluit van 18 december 1998 (nr. 2229/1).

4. Proposition de loi de Mmes Leen Laenens et
Martine Dardenne réglementant la dissémination
volontaire dans l'environnement ainsi que la mise
sur le marché d'organismes génétiquement
modifiés ou de produits en contenant, et abrogeant
l'arrêté royal du 18 décembre 1998 (n° 2229/1).

Verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing

Renvoi à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société

5. Wetsvoorstel van de heer Denis D'hondt c.s. tot
wijziging van de wet van 24 juli 1973 tot instelling
van een verplichte avondsluiting in handel,
ambacht en dienstverlening, teneinde een
verplichte sluitingstijd voor dancings in te stellen
(nr. 2231/1).

5. Proposition de loi de M. Denis D'hondt et
consorts modifiant la loi du 24 juillet 1973
instaurant la fermeture obligatoire du soir dans le
commerce, l'artisanat et les services en vue
d'instaurer une fermeture obligatoire des dancings
(n° 2231/1).

Verzonden naar de commissie voor het Bedrijfsleven,
het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw

Renvoi à la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture

6. Wetsvoorstel van de heren Jean-Pierre Grafé,
Luc Paque en Richard Fournaux houdende regeling
van de vrijwillige burgerdienst (nr. 2240/1).

6. Proposition de loi de MM. Jean-Pierre Grafé, Luc
Paque et Richard Fournaux portant organisation
d'un service citoyen volontaire (n° 2240/1).

Verzonden naar de commissie voor de
Landsverdediging

Renvoi à la commission de la Défense nationale

Toelating tot drukken

Autorisation d'impression

1. Wetsvoorstel (de heren Robert Denis en Stef
Goris) tot instelling van een vrijwillige dienst van
collectief nut (nr. 2228/1).

1. Proposition de loi (MM. Robert Denis et Stef
Goris) instituant un service volontaire d'utilité
collective (n° 2228/1).

2. Wetsvoorstel (de dames Leen Laenens en
Martine Dardenne) tot reglementering van de
doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals
van het in de handel brengen van genetisch
gemodificeerde organismen of van producten die
er bevatten, en tot intrekking van het koninklijk
besluit van 18 december 1998 (nr. 2229/1).

2. Proposition de loi (Mmes Leen Laenens et
Martine Dardenne) réglementant la dissémination
volontaire dans l'environnement ainsi que la mise
sur le marché d'organismes génétiquement
modifiés ou de produits en contenant, et abrogeant
l'arrêté royal du 18 décembre 1998 (n° 2229/1).

3. Wetsvoorstel (de heer Denis D'hondt c.s.) tot
wijziging van de wet van 24 juli 1973 tot instelling
van een verplichte avondsluiting in handel,
ambacht en dienstverlening, teneinde een
verplichte sluitingstijd voor dancings in te stellen
(nr. 2231/1).

3. Proposition de loi (M. Denis D'hondt et consorts)
modifiant la loi du 24 juillet 1973 instaurant la
fermeture obligatoire du soir dans le commerce,
l'artisanat et les services en vue d'instaurer une
fermeture obligatoire des dancings (n° 2231/1).

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

4. Wetsvoorstel van de heer Thierry Giet tot
wijziging van tabel A gevoegd bij het koninklijk
besluit nr. 20 tot vaststelling van de tarieven van
de belasting over de toegevoegde waarde en tot
indeling van de goederen en de diensten bij die
tarieven (nr. 2232/1).

4. Proposition de loi de M. Thierry Giet modifiant le
tableau A annexé à l'arrêté royal n° 20 du
20 juillet 1970 fixant le taux de la taxe sur la valeur
ajoutée et déterminant la répartition des biens et
services selon ces taux (n° 2232/1).

5. Wetsvoorstel (de heren Geert Bourgeois en
Karel Van Hoorebeke) houdende invoering van de
verplichte inburgeringsvoorwaarde voor het
verkrijgen van de Belgische nationaliteit
(nr. 2235/1).

5. Proposition de loi (MM. Geert Bourgeois et Karel
Van Hoorebeke) subordonnant l'acquisition de la
nationalité belge à l'obligation d'intégration
(n° 2235/1).

6. Wetsvoorstel (de heren Paul Tant en Ludwig
Vandenhove) tot wijziging van artikel 36 van de wet
van 7 december 1998 tot organisatie van een
geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee
niveaus (nr. 2236/1).

6. Proposition de loi (MM. Paul Tant et Ludwig
Vandenhove) modifiant l'article 36 de la loi du
7 décembre 1998 organisant un service de police
intégré, structuré à deux niveaux (n° 2236/1).

Verzoek om advies aan de Raad van State

Demande d'avis au Conseil d'Etat

Bij brief van 16 januari 2003 heeft de voorzitter van
de Kamer het advies van de Raad van State
gevraagd over het wetsvoorstel van de heer Jean-
Jacques Viseur c.s. tot instelling van een
woontoeslag op het leefloon (nr. 2223/1
2002/2003).

Par lettre du 16 janvier 2003, le président de la
Chambre a demandé l'avis du Conseil d'Etat sur la
proposition de loi de M. Jean-Jacques Viseur et
consorts visant à instaurer un complément
logement au revenu d'intégration (n° 2223/1
2002/2003).

Ter kennisgeving

Pour information

MEDEDELINGEN

COMMUNICATIONS

COMMISSIES

COMMISSIONS

Verslagen

Rapports

Volgende verslagen werden ingediend:

Les rapports suivants ont été déposés :

namens de commissie voor de Justitie,

au nom de la commission de la Justice,

- door mevrouw Anne Barzin, over:

- par Mme Anne Barzin, sur:

. het wetsontwerp overgezonden door de Senaat tot
wijziging van sommige bepalingen van het
Burgerlijk Wetboek en van het Gerechtelijk
Wetboek met betrekking tot de bescherming van
de goederen van de minderjarigen (nr. 1772/11);

. le projet de loi transmis par le Sénat modifiant
certaines dispositions du Code civil et du Code
judiciaire en ce qui concerne la protection des
biens des mineurs (n° 1772/11);

. het wetsontwerp tot invoeging van een
artikel 328

bis

en tot wijziging van de artikelen 328

en 331 van het Strafwetboek (nr. 2053/3);

. le projet de loi insérant un article 328bis et
modifiant les articles 328 et 331bis du Code pénal
(n° 2053/3);

. het wetsvoorstel van de heren Bourgeois en Van
Hoorebeke tot wijziging van artikel 331

bis

van het

Strafwetboek (nr. 1470/2);

. le projet de loi de MM. Bourgeois et Van
Hoorebeke modifiant l'article 331bis du Code pénal
(n° 1470/2);

. het wetsvoorstel van de heer Giet tot wijziging
van artikel van het Strafwetboek met betrekking tot
de valse bedreigingen met aanslagen en tot
strengere bestraffing van bepaalde vormen van
vergiftiging (nr. 1530/2);

. le projet de loi de M. Giet modifiant le Code pénal
visant les fausses menaces d'attentat et réprimant
plus sévèrement certaines formes
d'empoisonnement (n° 1530/2);

- door de heren Servais Verherstraeten en Karel
Van Hoorebeke en de dames Jacqueline Herzet en
Karine Lalieux, over:

- par MM. Servais Verherstraeten et Karel Van
Hoorebeke et Mmes Jacqueline Herzet en Karine
Lalieux, sur:

. het wetsontwerp tot hervorming van de adoptie
(nr. 1366/14);

. le projet de loi réformant l'adoption (n° 1366/14);

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

. het wetsontwerp tot hervorming van de adoptie
(nr. 1367/5);

. le projet de loi réformant l'adoption (n° 1367/5);

. het wetsvoorstel van mevrouw Milquet tot
wijziging van het Burgerlijk Wetboek inzake adoptie
en tot aanvulling van de wet van 31 maart 1987 tot
wijziging van een aantal bepalingen betreffende de
afstamming (nr. 268/2);

. la proposition de loi de Mme Milquet modifiant le
Code civil en ce qui concerne l'adoption et
complétant la loi du 31 mars 1987 modifiant
diverses dispositions légales relatives à la filiation
par un article 121 (n° 268/2);

. het wetsvoorstel van de heren Giet, Ch. Michel,
Frédéric et mevrouw Barzin tot wijziging van
artikel 355 van het Burgerlijk Wetboek betreffende
adoptie (nr. 395/3);

. la proposition de loi de MM. Giet, Ch. Michel,
Frédéric et Mme Barzin modifiant l'article 355 du
Code civil relatif à l'adoption (n° 395/3);

. het wetsvoorstel van mevrouw Van Weert tot
wijziging van artikelen 355 en 358 van het
Burgerlijk Wetboek inzake de gevolgen van de
afstamming en adoptie wat de naam betreft
(nr. 593/3);

. la proposition de loi de Mme Van Weert modifiant
les articles 335 et 358 du Code civil relatifs aux
effets de la filiation et de l'adoption en ce qui
concerne le nom de l'enfant (n° 593/3);

. het wetsvoorstel van mevrouw De Meyer tot
wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog
op adoptie door wettelijk samenwonenden
(nr. 1419/2);

. la proposition de loi de Mme De Meyer modifiant
le Code civil en vue d'autoriser l'adoption par des
cohabitants légaux (n° 1419/2);

. het wetsvoorstel van de dames Genot en
Grauwels tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek
wat de erkenning van de afstamming betreft
(nr. 1366/17);

. la proposition de Mmes Genot et Grauwels loi
modifiant le Code civil en ce qui concerne la
reconnaissance de filiation (n° 1366/17);

- door mevrouw Fientje Moerman, over:

- par Mme Fientje Moerman, sur:

. het wetsvoorstel van de heren Van Peel,
Bartholomeeussen, Erdman en mevrouw Talhaoui
houdende wijziging van het bijvoegsel bij het
Gerechtelijk Wetboek houdende
gebiedsomschrijving en zetel van hoven en
rechtbanken wat betreft de gebiedsomschrijving
van het vierde en het elfde kanton Antwerpen
(nr. 2147/3);

. la proposition de loi de MM. Van Peel,
Bartholomeeussen, Erdman et Mme Talhaoui
modifiant l'annexe au Code judiciaire Limites
territoriales et siège des cours et tribunaux en ce
qui concerne les limites territoriales des quatrième
et onzième cantons judiciaires d'Anvers
(n° 2147/3);

namens de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar
Ambt,

au nom de la commission de l'Intérieur, des
Affaires Générales et de la Fonction Publique,

- door de heer Tony Smets, over:

- par M. Tony Smets, sur:

. het wetsvoorstel tot wijziging van sommige
aspecten van de wetgeving met betrekking tot
inrichting en de werkwijze van de afdeling
wetgeving van de Raad van State (nr. 2131/8);

. la proposition de loi modifiant certains aspects de
la législation relative à l'organisation et au
fonctionnement de la section de législation du
Conseil d'Etat (n° 2131/8);

. het wetsvoorstel tot wijziging van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State met
het oog op de bekendmaking van de adviezen van
de afdeling van de verzoeken om advies aan de
afdeling wetgeving (nr. 2131/9);

. la proposition de loi modifiant les lois
coordonnées sur le Conseil d'Etat en vue de la
publication des avis de la section de législation et
de la modification des modalités de la répartition
des demandes d'avis adressées à cette section
(n° 2131/9);

. het wetsvoorstel tot aanpassing van de wetten op
de Raad van State, gecoördineerd op
12 januari 1973, aan het communautair evenwicht
(nr. 2131/10);

. la proposition de loi adaptant les lois sur le
Conseil d'Etat coordonnées le 12 janvier 1973, à
l'équilibre communautaire (n° 2131/10);

namens de commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale
Wetenschappelijke en Culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw,

au nom de la commission de l'Economie, de la
Politique Scientifique, de l'Education, des
Institutions Scientifiques et Culturelles Nationales,
des Classes Moyennes et de l'Agriculture,

- door de heer Maurice Dehu, over:

- par M. Maurice Dehu,

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

. het wetsvoorstel van de dames Lalieux, Gerkens,
Laenens en de heer Langendries tot
reglementering van de boekenprijs (nr. 2075/3);

. la proposition de loi de Mmes Lalieux, Gerkens,
Laenens et M. Langendries sur la proposition de loi
réglementant le prix du livre (n° 2075/3);

. het wetsvoorstel van de heer Verherstraeten en
de dames Pieters en Creyf tot reglementering van
de boekenprijs (nr. 2074/2);

. la proposition de loi de M. Verherstraeten et
Mmes Pieters et Creyf sur la proposition de loi
réglementant le prix du livre (n° 2074/2);

namens de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen,

au nom de la commission des Relations
Extérieures,

- door de heer Daniel Bacquelaine en mevrouw
Leen Laenens over:

- par M. Daniel Bacquelaine et Mme Leen Laenens,
sur:

. het wetsvoorstel van de heer Van der Maelen,
mevrouw Dardenne, de heren Denis, Eerdekens,
Goris en Vanhoutte houdende wijziging van de wet
van 5 augustus 1991 betreffende de in- en
doorvoer van en de bestrijding van illegale handel
in wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik
dienstig materieel en daaraan verbonden
technologie (nr. 2083/5);

. la proposition de loi de M. Van der Maelen, Mme
Dardenne, MM. Denis, Eerdekens, Goris et
Vanhoutte modifiant la loi du 5 août 1991 relative à
l'importation, à l'exportation et au transit d'armes,
de munitions et de matériel devant servir
spécialement à un usage militaire et de la
technologie y afférente (n° 2083/5);

. het wetsvoorstel van de heer De Crem tot
wijziging van artikel 14 van de wet van
5 augustus 1991 betreffende de in-, uit- en
doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor
militair gebruik dienstig materieel en daaraan
verbonden technologie (nr. 59/2);

. la proposition de loi de M. De Crem modifiant
l'article 14 de la loi du 5 août 1991 relative à
l'importation, à l'exportation et au transit d'armes,
de munitions et de matériel devant servir
spécialement à un usage militaire et de la
technologie y afférente (n° 59/2);

. het wetsvoorstel van de dames Van Weert en Van
de Casteele houdende wijziging van de wet van
5 augustus 1991 betreffende de in- en doorvoer
van en de bestrijding van illegale handel in
wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik
dienstig materieel en daaraan verbonden
technologie (nr. 2055/2);

. la proposition de loi de Mmes Van Weert et Van
de Casteele modifiant la loi du 5 août 1991 relative
à l'importation, à l'exportation et au transit d'armes,
de munitions et de matériel devant servir
spécialement à un usage militaire et de la
technologie y afférente (n° 2055/2);

namens de commissie voor de Financiën en de
Begroting,

au nom de la commission des Finances et du
Budget,

- door de heer Peter Vanvelthoven over het
wetsontwerp tot wijziging van de wet van
22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op
de kredietinstellingen (nr. 2122/2);

- par M. Peter Vanvelthoven sur le projet de loi
modifiant la loi du 22 mars 1993 relative au statut
et au contrôle des établissements de crédit
(n° 2122/2);.

- door de heer Eric van Weddingen over:

- par M. Eric van Weddingen sur:

. het wetsvoorstel van de dames Herzet, Coenen,
Burgeon, de heer Verherstraeten, mevrouw
Grauwels, de heer J.-J. Viseur en de dames De
Meyer, Moerman, Van Weert en Cahay-André tot
oprichting bij het Ministerie van Financiën van een
begrotingsfonds voor alimentatievorderingen
(nr. 1627/18);

. la proposition de loi de Mmes Herzet, Coenen,
Burgeon, M. Verherstraten, Mme Grauwels, M. J.-
J. Viseur et Mmes De Meyer, Moerman, Van Weert
en Cahay-André créant un Fonds budgétaire des
créances alimentaires au sein du Ministère des
Finances (n° 1627/18);

. het wetsvoorstel van mevrouw Burgeon tot
oprichting en organisatie, bij het ministerie van
Justitie, van een fonds voor
alimentatievordeningen (nr. 19/4);

. la proposition de loi de Mme Burgeon relative à la
création et à l'organisation au sein du ministère de
la Justice d'un Fonds des créances alimentaires
(n° 19/4);

. het wetsvoorstel van mevrouw Milquet en de heer
Viseur tot regeling van de alimentatievorderingen
door bemiddeling van een Rijksbureau voor
alimentatievorderingen (nr. 206/3);

. la proposition de loi de Mme Milquet et M. Viseur
organisant le règlement des créances alimentaires
par l'intermédiaire d'un Office national des
créances alimentaires (n° 206/3);

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

. het wetsvoorstel van de dames Herzet en Cahay-
André tot wijziging van de voorschotten op en
invorderingen van onderhoudsgelden
georganiseerd bij de organieke wet van 8 juli 1976
betreffende de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn (nr. 264/3);

. la proposition de loi de Mmes Herzet en Cahay-
André modifiant les avances sur pensions
alimentaires et le recouvrement de ces pensions
organisés par la loi du 8 juillet 1976 organique des
centres publics d'aide sociale (n° 264/3);

. het wetsvoorstel van de heer Verherstraeten en
mevrouw Pieters tot wijziging van de organieke
OCMW-wet, inzake de voorschotten op en
invordering van onderhoudsgelden (nr. 460/4);

. la proposition de loi de M. Verherstraeten et Mme
Pieters modifiant la loi organique des centres
publics d'aide sociale en ce qui concerne le régime
des avances sur pensions alimentaires et du
recouvrement de ces pensions (n° 460/4);

. het wetsvoorstel van mevrouw Grauwels tot
oprichting van een Fonds voor
alimentatievordeningen (nr. 1047/2);

. la proposition de loi de Mme Grauwels instituant
un Fonds des créances alimentaires (n° 1047/2);

. het wetsvoorstel van mevrouw Mayeur en
mevrouw Burgeon tot wijziging van artikel 1412
van het Gerechtelijk Wetboek houdende
vaststelling, voor alle bezoldigden en sociale
uitkeringen, van een niet voor beslag vatbaar
bestaansminimum (nr. 1157/3);

. la proposition de loi de M. Mayeur en Mme
Burgeon modifiant l'article 1412 du Code judiciaire
en vue d'établir un montant minimum vital
insaisissable pour toutes les rémunérations et les
prestations sociales (n° 1157/3);

. het wetsvoorstel van de heer Viseur betreffende
de invordering van alimentatievorderingen
(nr. 1166/2);

. la proposition de loi de M. Viseur relative au
recouvrement des créances alimentaires
(n° 1166/2);

. het wetsvoorstel van de heren Bourgeois en Van
Hoorebeke tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek
en het Gerechtelijk Wetboek, wat de
ontvangstmachtigingen aan
onderhoudsgerechtigden betreft (nr. 1217/2);

. la proposition de loi de MM. Bourgeois et
Vanhoorebeke modifiant le Code civil et le Code
judiciaire en ce qui concerne l'autorisation de
percevoir accordée aux créanciers d'aliments
(n° 1217/2);

. het wetsvoorstel van de heren Bourgeois en Van
Hoorebeke en mevrouw Van Weert tot wijziging
van artikel 391

bis

van het Strafwetboek

(nr. 1218/2);

. la proposition de loi de MM. Bourgeois et Van
Hoorebeke et Mme Van Weert modifiant l'article
391

bis

du Code pénal (n° 1218/2);

. het wetsvoorstel van de dames De Meyer en
Moerman tot wijziging van de organieke OCMW-
wet, wat de regeling van de voorschotten op en de
invorderingen van onderhoudsgelden betreft
(nr. 1333/2);

. la proposition de loi de Mmes De Meyer et
Moerman modifiant la loi organique des centres
publics d'aide sociale en ce qui concerne le régime
des avances sur pensions alimentaires et du
recouvrement de ces pensions (n° 1333/2);

namens de commissie voor de Herziening van de
Grondwet en de Hervorming der Instellingen,

au nom de la commission de la Révision de la
Constitution et de la Réforme des Institutions,

- door de heer Fred Erdman over het ontwerp van
bijzondere wet overgezonden door de Senaat tot
wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989
op het Arbitragehof (nr. 2099/3);

- par M. Fred Erdman sur le projet de loi spéciale
transmis par le Sénat modifiant la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage (n° 2099/3);

namens de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar
Ambt,

au nom de la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique,

- door mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra, over
het wetsontwerp tot wijziging van de wet van
21 december 1998 betreffende de veiligheid bij
voetbalwedstrijden (geamendeerd door de Senaat)
(nr. 1729/11);

- par Mme Géraldine Pelzer-Salandra, sur le projet
de loi modifiant la loi du 21 décembre 1998 relative
à la sécurité lors des matches de football (amendé
par le Sénat) (n° 1729/11);

namens de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar
Ambt,

au nom de la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique,

- door mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra, over:

- par Mme Géraldine Pelzer-Salandra, sur:

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

. het wetsvoorstel (de heren Denis D'hondt en
Daniel Bacquelaine) tot aanvulling van artikel 42
van de wet van 27 december 2000 houdende
diverse bepalingen met betrekking tot de
rechtspositie van het personeel van de
politiediensten, teneinde een leemte te verhelpen
inzake het verlof voorafgaand aan de pensionering
van de leden van de gemeentepolitie die worden
aangewezen voor een mandaatfunctie bij de
federale politie (nr. 2126/2);

. la proposition de loi (MM. Denis D'hondt et Daniel
Bacquelaine)complétant l'article 42 de la loi du
27 décembre 2000 portant diverses dispositions
relatives à la position juridique du personnel des
services de police en vue de combler une lacune
concernant le congé préalable à la mise à la
retraite des membres de la police communale
désignés à une fonction à mandat à la police
fédérale (n° 2126/2);

. het wetsontwerp houdende verschillende
wijzigingen van de wetgeving inzake de verkiezing
van het Europees Parlement (geamendeerd door
de Senaat) (nr. 1807/9);

. le projet de loi portant diverses modifications des
législations relatives à l'élection du Parlement
européen (amendé par le Sénat) (n° 1807/9);

. het wetsontwerp tot wijziging van de
kieswetgeving, wat betreft de vermelding van
politieke partijen boven de kandidatenlijsten op de
stembiljetten bij de verkiezingen van de federale
Wetgevende Kamers, de Vlaamse Raad, de
Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke
Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap
(geamendeerd door de Senaat) (nr. 1647/18);

. le projet de loi modifiant les lois électorales en ce
qui concerne l'indication des partis politiques au-
dessus des listes de candidats sur les bulletins de
vote pour les élections des Chambres législatives
fédérales, du Conseil régional wallon, du Conseil
flamand, du Conseil de la Région de Bruxelles-
Capitale et du Conseil de la Communauté
germanophone (amendé par le Sénat)
(n° 1647/18);

. het wetsontwerp tot wijziging van de wet van
23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het
Europees Parlement wat betreft de vermelding van
de politieke partijen boven de kandidatenlijsten op
de stembiljetten (geamendeerd door de Senaat)
(nr. 1648/16);

. le projet de loi modifiant la loi du 23 mars 1989
relative à l'élection du Parlement européen en ce
qui concerne l'indication des partis politiques au-
dessus des listes de candidats sur les bulletins de
vote (amendé par le Sénat) (n° 1648/16);

- door de heer Tony Smets, over:

- par M. Tony Smets, sur:

. het wetsontwerp tot organisatie van een systeem
voor het controleren van de geautomatiseerde
stemming door middel van het afdrukken van de
uitgebrachte stemmen op papier en tot wijziging
van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de
geautomatiseerde stemming, de wet van
18 december 1998 tot organisatie van de
geautomatiseerde stemopneming door middel van
een systeem voor optische lezing en tot wijziging
van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de
geautomatiseerde stemming, alsook het
Kieswetboek (nr. 2129/4);

. le projet de loi organisant un système de contrôle
du vote automatisé par impression des suffrages
émis sur support papier et modifiant la loi du
11 avril 1994 organisant le vote automatisé, la loi
du 18 décembre 1998 organisant le dépouillement
automatisé des votes au moyen d'un système de
lecture optique et modifiant la loi du 11 avril 1994
organisant le vote automatisé, ainsi que le Code
électoral (n° 2129/4);

. het wetsvoorstel van mevrouw Corinne De
Permentier tot wijziging van de wet van
11 april 1994 tot organisatie van de
geautomatiseerde stemming (nr. 1138/2).

. la proposition de loi de Mme Corinne De
Permentier modifiant la loi du 11 avril 1994
organisant le vote automatisé (n

1138/2).

SENAAT

SENAT

Overgezonden wetsontwerpen

Projets de loi transmis

Bij brieven van 21 januari 2003, zendt de Senaat,
met het oog op de koninklijke bekrachtiging, de
volgende niet-geëvoceerde wetsontwerpen over:

Par messages du 21 janvier 2003, le Sénat
transmet, en vue de la sanction royale, les projets
de loi suivants le Sénat ne les ayant pas évoqués:

- wetsontwerp houdende diverse wijzigingen aan de
wetgeving betreffende de pensioenen van de
openbare sector (nr. 1901/11);

- projet de loi apportant diverses modifications à la
législation relative aux relative aux pensions du
secteur public (n° 1901/11);

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

- wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van
vennootschappen met betrekking tot de opheffing
van de verplichting de niet-omwisselbaarheid van
certificaten te beperken tot een bepaalde tijd
(nr. 1951/5);

- projet de loi modifiant le Code des sociétés afin
de supprimer l'obligation de limiter dans le temps
l'interdiction d'échanger des certificats (n° 1951/5);

- wetsontwerp betreffende het vrijwillig ontslag
vergezeld van een geïndividualiseerd
beroepsomschake-lingsprogramma ten behoeve
van bepaalde militairen en houdende sociale
bepalingen (nr. 1984/3).

- projet de loi relatif à la démission volontaire
accompagnée d'un programme personnalisé de
reconversion professionnelle au bénéfice de
certains militaires et portant des dispositions
sociales (n° 1984/3).

Ter kennisgeving

Pour information

Bij brief van 17 januari 2003, zendt de Senaat, met
het oog op de koninklijke bekrachtiging, het niet
geëvoceerde wetsontwerp over tot regeling van de
overdracht van pensioenrechten tussen Belgische
pensioenregelingen en die van instellingen van
internationaal publiek recht (nr. 2101/3).

Par message du 17 janvier 2003, le Sénat
transmet, en vue de la sanction royale, le projet de
loi réglant le transfert de droits à la pension entre
des régimes belges de pensions et ceux
d'institutions de droit international public, le Sénat
ne l'ayant pas évoqué (n° 2101/3).

Ter kennisgeving

Pour information

Bij brief van 16 januari 2003, zendt de Senaat, met
het oog op de koninklijke bekrachtiging, het niet
geamendeerde wetsontwerp over houdende de
geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële
elektriciteitsproductie (nr. 1910/6).

Par message du 16 janvier 2003, le Sénat
transmet, en vue de la sanction royale, le projet de
loi sur la sortie progressive de l'énergie nucléaire à
des fins de production industrielle d'électricité, le
Sénat ne l'ayant pas amendé (n° 1910/6).

Ter kennisgeving

Pour information

Evocatie

Evocation

Bij brieven van 20 januari 2003 deelt de Senaat
mede dat op 20 januari 2003, met toepassing van
artikel 78 van de Grondwet, tot evocatie is
overgegaan van de volgende wetsontwerpen:

Par messages du 20 janvier 2003, le Sénat
communique la mise en oeuvre, en application de
l'article 78 de la Constitution, le 20 janvier 2003, de
l'évocation des projets de loi suivants:

- wetsontwerp houdende toekenning van de
hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan
bepaalde ambtenaren van de fiscale administraties ter
beschikking gesteld van de federale politie
(nr. 1836/4);

- projet de loi octroyant la qualité d'officier de police
judiciaire à certains fonctionnaires des administrations
fiscales mis à la disposition de la police fédérale
(n° 1836/4);

- wetsontwerp tot wijziging van de wet van
30 november 1998 houdende regeling van de
inlichtingen- en veiligheidsdienst en van artikel 259bis
van het Strafwetboek (nr. 2059/5);

- projet de loi modifiant la loi du 30 novembre 1998
organique des services de renseignement et de
sécurité et l'article 259bis du Code pénal (n° 2059/5);

- wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek der
registratie-, hypotheek- en griffierechten, met
betrekking tot de verlaging van het expeditierecht
(nr. 2114/5).

- projet de loi modifiant le Code des droits
d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, en ce qui
concerne la réduction des droits d'expédition
(n° 2114/5).

Ter kennisgeving

Pour information

REGERING

GOUVERNEMENT

Ingediende wetsontwerpen

Dépôt de projets de loi

De regering heeft volgende wetsontwerpen
ingediend:

Le gouvernement a déposé les projets de loi
suivants:

1. Wetsontwerp houdende oprichting van de Federale
Raad voor de strijd tegen de illegale arbeid en de
sociale fraude, het Federale Coördinatiecomité en de
Arrondissementscellen (nr. 2233/1).

1. Projet de loi instituant le Conseil fédéral de lutte
contre le travail illégal et la fraude sociale, le Comité
fédéral de coordination et les Cellules
d'arrondissement (n° 2233/1).

(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet)

(matière visée à l'article 78 de la Constitution)

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Verzonden naar de commissie voor de Sociale
zaken

Renvoi à la commission des Affaires sociales

2. Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de
belasting over de toegevoegde waarde (nr. 2234/1).

2. Projet de loi visant à modifier le Code de la taxe sur
la valeur ajoutée (n° 2234/1).

(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet)

(matière visée à l'article 78 de la Constitution)

De spoedbehandeling werd door de Regering
gevraagd bij toepassing van artikel 80 van de
Grondwet.

L'urgence a été demandée par le Gouvernement
conformément à l'article 80 de la Constitution.

Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting

Renvoi à la commission des Finances et du Budget

3. Wetsontwerp betreffende de voorzieningen
aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales
en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze
kerncentrales (nr. 2238/1).

3. Projet de loi sur les provisions constituées pour le
démantèlement des centrales nucléaires et pour la
gestion de matières fissiles irradiées dans ces
centrales nucléaires (n° 2238/1).

(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet)

(matière visée à l'article 78 de la Constitution)

De spoedbehandeling werd door de Regering
gevraagd bij toepassing van artikel 80 van de
Grondwet.

L'urgence a été demandée par le Gouvernement
conformément à l'article 80 de la Constitution.

Verzonden naar de commissie

voor het

Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs,
de nationale wetenschappelijke en culturele
instellingen, de Middenstand en de Landbouw

Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture

4. Wetsontwerp betreffende de financiering en
betreffende bepaalde aspecten van de invoering
van het programma tot vermindering van de
digitale kloof bij zelfstandigen en bij bepaalde
groepen van de bevolking met beperkt inkomen
(nr. 2239/1).

4. Projet de loi relatif au financement et à certains
aspects de la mise en oeuvre du programme de
réduction de la fracture numérique en faveur des
indépendants et de certains groupes de personnes
à revenus limités (n° 2239/1).

(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet)

(matière visée à l'article 78 de la Constitution)

De spoedbehandeling werd door de Regering
gevraagd bij toepassing van artikel 80 van de
Grondwet.

L'urgence a été demandée par le Gouvernement
conformément à l'article 80 de la Constitution.

Verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer

en de

Overheidsbedrijven

Renvoi à la commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques

Algemene uitgavenbegroting 2002

Budget général des dépenses 2002

In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over:

En exécution de l'article 15, 2

ème

alinéa, des lois

coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
transmet:

- bij brief van 13 januari 2003: een lijst met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2002 betreffende de FOD Kanselarij
van de eerste minister;

- par lettre du 13 janvier 2003, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
SPF Chancellerie du premier ministre pour l'année
budgétaire 2002;

- bij brief van 15 januari 2003: een lijst met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2002 betreffende de FOD Financiën;

- par lettre du 15 janvier 2003, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
SPF Finances pour l'année budgétaire 2002;

- bij brief van 16 januari 2003: een lijst met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2002 betreffende het departement
van Middenstand en Landbouw.

- par lettre du 16 janvier 2003, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
département des Classes moyennes et de
l'Agriculture pour l'année budgétaire 2002.

23/01/2003

CRIV 50

PLEN 316

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting

Renvoi à la commission des Finances et du Budget

ARBITRAGEHOF

COUR D'ARBITRAGE

Arresten

Arrêts

Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft
de griffier van het Arbitragehof kennis van:

En application de l'article 113 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:

- het arrest nr. 2/2003

uitgesproken op

14 januari 2003 over de prejudiciële vraag
betreffende artikel 82 van de bijzondere wet van
8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen,
gesteld door de rechtbank van eerste aanleg te
Namen bij vonnis van 6 september 2001 inzake de
NV "Groupe Thiran" tegen het Waalse Parlement
en het Waalse Gewest;

- l'arrêt n° 2/2003 rendu le 14 janvier 2003
concernant la question préjudicielle relative à
l'article 82 de la loi spéciale du 8 août 1980 de
réformes institutionnelles, posée par le tribunal de
première instance de Namur par jugement du
6 septembre 2001 en cause de la SA Groupe
Thiran contre le Parlement wallon et la Région
wallonne;

(rolnummer: 2239)

(n° du rôle: 2239)

- het arrest nr. 3/2003 uitgesproken op
14 januari 2003 over de prejudiciële vragen
betreffende de artikelen 20, §§ 1 en 2, 27 en 43
van de wet van 25 mei 2000 tot instelling van de
vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagen-week
en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap
voor sommige militairen en tot wijziging van het
statuut van de militairen met het oog op de
instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens
loopbaan-onderbreking, gesteld door de Raad van
State bij arrest van 15 februari 2002 inzake J.-C.
Malengreau tegen de Belgische Staat;

- l'arrêt n° 3/2003 rendu le 14 janvier 2003
concernant les questions préjudicielles relatives
aux articles 20, §§ 1er et 2, 27 et 43 de la loi du
25 mai 2000 instaurant le régime volontaire de
travail de la semaine de quatre jours et le régime
du départ anticipé à mi-temps pour certains
militaires et modifiant le statut des militaires en vue
d'instaurer le retrait temporaire d'emploi par
interruption de carrière, posées par le Conseil
d'Etat par arrêt du 15 février 2002 en cause de J.-
C. Malengreau contre l'Etat belge

(rolnummer: 2398)

(n° du rôle: 2398)

- het arrest nr. 5/2003 uitgesproken op
14 januari 2003 betreffende de vordering tot
schorsing van artikel 2 van de ordonnantie van het
Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 18 juli 2002
houdende wijziging van de Nieuwe Gemeentewet,
ingesteld door S. de Lobkowicz en anderen.

- l'arrêt n° 5/2003 rendu le 14 janvier 2003
concernant la demande de suspension de l'article 2
de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale
du 18 juillet 2002 modifiant la Nouvelle loi
communale, introduite par S. de Lobkowicz et
autres.

(rolnummer: 2521)

(n° du rôle: 2521)

Ter kennisgeving

Pour information

REKENHOF

COUR DES COMPTES

Verslag

Rapport

Bij brief van 21 januari 2003 zendt de eerste
voorzitter van het Rekenhof het verslag over
betreffende de controle op de goede besteding van
de overheidsgelden aangaande "Economische
Inspectie : de bescherming van de consument en
van de eerlijke handel".

Par lettre du 21 janvier 2003, le premier président
de la de Cour des comptes transmet le rapport de
contrôle du bon emploi des deniers publics relatif à
"L'inspection économique : la protection du
consommateur et du commerce honnête".

Verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw, naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting en ronddeling

Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture, à la
commission des Finances et du Budget et
distribution

CRIV 50

PLEN 316

23/01/2003

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2002

2003

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Inzage- en informatierecht

Droit de regard et d'information

Bij brief van 17 januari 2003 zendt de eerste
voorzitter van het Rekenhof een afschrift van de
briefwisseling over die het Rekenhof met de
minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties, belast met
Middenstand heeft gevoerd naar aanleiding van de
uitoefening van het inzage- en informatierecht door
de heer Servais Verherstraeten in verband met het
Sabena-dossier.

Par lettre du 17 janvier 2003, le premier président
de la Cour des comptes transmet une copie de
l'échange de correspondance entre la Cour des
comptes et le ministre des Télécommunications et
des Entreprises et Participations publiques, chargé
des Classes moyennes à propos des droits de
regard et d'information exercés par M. Servais
Verherstraeten dans le cadre du dossier relatif à la
Sabena.

Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting en naar de parlementaire
onderzoekscommissie belast met het onderzoek
van de omstandigheden die hebben geleid tot het
faillissement van Sabena, de bepaling van de
eventuele verantwoordelijkheden en de formulering
van aanbevelingen voor de toekomst

Renvoi à la commission des Finances et du Budget
et à la commission d'enquête parlementaire
chargée d'examiner les circonstances qui ont
conduit à la mise en faillite de la Sabena, de
déterminer les éventuelles responsabilités et de
formuler des recommandations pour l'avenir

Aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting 2002

Ajustement du Budget général des dépenses 2002

Bij brief van 15 januari 2003 zendt de eerste
voorzitter van het Rekenhof een kopie van het
schrijven van de heer Yves Leterme betreffende
het wetsontwerp houdende derde aanpassing van
de Algemene uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2002 (nrs 2145/1 en 2), alsmede
een afschrift van het antwoord van het Rekenhof
aan de heer Yves Leterme.

Par lettre du 15 janvier 2003, le premier président
de la Cour des comptes transmet une copie du
courrier de M. Yves Leterme concernant le projet
de loi contenant le troisième ajustement du Budget
général des dépenses de l'année budgétaire 2002
(n

2145/1 et 2), ainsi qu'une copie de la réponse

de la Cour des comptes à M. Yves Leterme.

Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting

Renvoi à la commission des Finances et du Budget

Boek van opmerkingen

Cahier d'observations

Bij brief van 15 januari 2003 zendt de eerste
voorzitter van het Rekenhof, in uitvoering van
artikel 180 van de Grondwet, het deel II A
(bijvoegsel) van het 156e boek van opmerkingen
over.

Par lettre du 15 janvier 2003, le premier président
de la Cour des comptes transmet, en exécution de
l'article 180 de la Constitution, le fascicule II A
(complément) de son 156ème cahier
d'observations.

Ingediend ter griffie en in de bibliotheek en
verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting

Dépôt au greffe et à la bibliothèque et renvoi à la
commission des Finances et du Budget

Bij brief van 15 janauri 2003 zendt de eerste
voorzitter van het Rekenhof, in uitvoering van
artikel 180 van de Grondwet, de delen III A en III B
van het 150e boek van opmerkingen over.

Par lettre du 15 janvier 2003, le premier président
de la Cour des comptes transmet, en exécution de
l'article 180 de la Constitution, les fascicules III A et
III B de son 150ème cahier d'observations.

Ingediend ter griffie en in de bibliotheek en
verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting

Dépôt au greffe et à la bibliothèque et renvoi à la
commission des Finances et du Budget

JAARVERSLAG

RAPPORT ANNUEL

Bij brief van 8 januari 2003 zendt de voorzitter van
het overlegplatform voorwaardelijke
invrijheidstelling het activiteitenverslag 2001 (N)
van het overlegplatform over.

Par lettre du 8 janvier 2003, le président de la
plate-forme de concertation relative à la libération
conditionnelle transmet le rapport d'activités 2001
(N) de la plate-forme de concertation.

Verzonden naar de commissie voor de Justitie

Renvoi à la commission de la Justice