KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 277
CRIV 50 PLEN 277
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
woensdag
mercredi
16-10-2002
16-10-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
Regeling van de werkzaamheden
1
Ordre des travaux
1
Verzonden wetsontwerp naar een andere
commissie
1
Renvoi d'un projet de loi à une autre commission 1
Sprekers: Fred Erdman
Orateurs: Fred Erdman
WETSONTWERPEN EN -VOORSTEL
2
PROJETS ET PROPOSITION DE LOI
2
Wetsontwerp ter bestrijding van discriminatie en
tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot
oprichting van een Centrum voor gelijkheid van
kansen en voor racismebestrijding
(overgezonden door de Senaat) (1578/1 tot 13)
2
Projet de loi tendant à lutter contre la
discrimination et modifiant la loi du 15 février
1993 créant un Centre pour l'égalité des chances
et la lutte contre le racisme (transmis par le
Sénat) (1578/1 à 13)
2
Algemene bespreking
2
Discussion générale
2
Sprekers: Josy Arens, rapporteur, Joke
Schauvliege, Bart Laeremans, Fauzaya
Talhaoui, Anne Barzin, Bert Schoofs,
Martine Dardenne, Laurette Onkelinx, vice-
eerste minister en minister van
Werkgelegenheid, Fred Erdman
Orateurs: Josy Arens, rapporteur, Joke
Schauvliege, Bart Laeremans, Fauzaya
Talhaoui, Anne Barzin, Bert Schoofs,
Martine Dardenne, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de l'Emploi,
Fred Erdman
Bespreking van de artikelen
33
Discussion des articles
33
Sprekers: Josy Arens
Orateurs: Josy Arens
Wetsvoorstel van de heren Geert Bourgeois, Fred
Erdman, Tony Van Parys, de dames Anne Barzin,
Martine Dardenne, de heer Josy Arens, de
dames Fauzaya Talhaoui en Fientje Moerman en
de heer Thierry Giet tot wijziging van de artikelen
1168, 1179, 1180, 2°, en 1183, 2°, van het
Gerechtelijk Wetboek (zonder verslag) (2049/1)
34
Proposition de loi de MM. Geert Bourgeois, Fred
Erdman, Tony Van Parys, Mmes Anne Barzin,
Martine Dardenne, M. Josy Arens, Mmes Fauzaya
Talhaoui et Fientje Moerman et M. Thierry Giet
modifiant les articles 1168, 1179, 1180, 2°, et
1183, 2°, du Code judiciaire (sans rapport)
(2049/1)
34
Algemene bespreking
34
Discussion générale
34
Bespreking van de artikelen
34
Discussion des articles
34
Wetsontwerp houdende oprichting van het
Instituut van de gelijkheid van vrouwen en
mannen (1919/1 tot 7)
34
Projet de loi portant création de l'Institut de
l'égalité des femmes et des hommes (1919/1 à
7)
34
Algemene bespreking
35
Discussion générale
35
Bespreking van de artikelen
40
Discussion des articles
40
Sprekers: Kristien Grauwels, rapporteur, Els
Van Weert, Joos Wauters, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister
van Werkgelegenheid
Orateurs: Kristien Grauwels, rapporteur, Els
Van Weert, Joos Wauters, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
BIJLAGE
43
ANNEXE
43
INTERNE BESLUITEN
43
DECISIONS INTERNES
43
INTERPELLATIEVERZOEKEN
43
DEMANDES D'INTERPELLATION
43
I
NGEKOMEN
43
D
EMANDES
43
MEDEDELINGEN
43
COMMUNICATIONS
43
COMMISSIES
43
COMMISSIONS
43
C
OMMISSIE VOOR DE
L
EGERAANKOPEN
43
C
OMMISSION DES
A
CHATS MILITAIRES
43
SENAAT
44
SENAT
44
O
VERGEZONDEN WETSONTW ERP
44
P
ROJET DE LOI TRANSMI S
44
A
ANGENOMEN WETSONTWER PEN
44
P
ROJETS DE LOI ADOPTES
44
JAARVERSLAG
46
RAPPORT ANNUEL
46
H
OF VAN
C
ASSATIE
46
C
OUR DE CASSATION
46
RESOLUTIES
46
RESOLUTIONS
46
E
UROPEES
P
ARLEMENT
46
P
ARLEMENT EUROPEEN
46
CONSTITUTIE
47
CONSTITUTION
47
"P
ARLEMENT DE LA
C
OMMUNAUTE FRANÇAISE
"
47
P
ARLEMENT DE LA
C
OMMUNAUTE FRANÇAISE
47
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
van
WOENSDAG
16
OKTOBER
2002
14:15 uur
______
du
MERCREDI
16
OCTOBRE
2002
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.19 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.19 heures par M. Herman De Croo, président.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in bijlage
bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés
Roger Bouteca, Corinne De Permentier, wegens ziekte / pour raison de santé;
Hugo Coveliers, Danny Pieters, met zending buitenslands / en mission à l'étranger.
01 Regeling van de werkzaamheden
01 Ordre des travaux
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van deze morgen, stel ik u voor op de agenda
van de plenaire vergadering van deze namiddag het wetsvoorstel van de heren Geert Bourgeois, Fred Erdman,
Tony Van Parys, de dames Anne Barzin, Martine Dardenne, de heer Josy Arens, de dames Fauzaya
Talhaoui en Fientje Moerman en de heer Thierry Giet tot wijziging van de artikelen 1168, 1179, 1180, 2°, en
1183, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek (nr. 2049/1) in te schrijven.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents de ce matin, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour
de la présente séance plénière la proposition de loi de MM. Geert Bourgeois, Fred Erdman, Tony Van Parys,
Mmes Anne Barzin, Martine Dardenne, M. Josy Arens, Mmes Fauzaya Talhaoui et Fientje Moerman et M.
Thierry Giet modifiant les articles 1168, 1179, 1180, 2°, et 1183, 2°, du Code judiciaire (n° 2049/1).
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
02 Verzonden wetsontwerp naar een andere commissie
02 Renvoi d'un projet de loi à une autre commission
Op aanvraag van de regering stel ik u voor het wetsontwerp houdende de inrichting van de functie van
veiligheidsbeambte met het oog op de uitvoering van taken die betrekking hebben op de politie van hoven en
rechtbanken en de overbrenging van de gevangenen (nr. 2001/1), te verwijzen naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt.
A la demande du gouvernement, je vous propose de renvoyer à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique le projet de loi portant création de la fonction d'agent de sécurité en vue
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
de l'exécution des missions de police des cours et tribunaux et de transfert des détenus (n° 2001/1).
Dit wetsontwerp werd vroeger verzonden naar de commissie voor de Justitie.
Ce projet de loi avait été précédemment renvoyé à la commission de la Justice.
Geen bezwaar?
Pas d'observation?
02.01 Fred Erdman (SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik heb geen
bezwaar als men mij ontlast van werk, maar denkt u wel dat het
Binnenlandse Zaken is? Moet het niet veeleer naar Economische Zaken
of ondernemingen of zoiets?
02.01 Fred Erdman (SP.A): Ne
serait-il pas préférable de le
renvoyer en commission de
l'Economie?
De voorzitter: Op een zeker ogenblik, mijnheer Erdman, is het beter niet te denken. Ik stel dus voor dat het
wetsontwerp naar de commissie voor de Binnenlandse Zaken wordt verzonden.
Le président: Il vient un temps où il faut cesser de réfléchir. Il en sera donc comme je l'ai proposé.
Aldus wordt besloten.
Il en sera ainsi.
Wetsontwerpen en -voorstel
Projets et proposition de loi
03 Wetsontwerp ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993
tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding
(overgezonden door de Senaat) (1578/1 tot 13)
03 Projet de loi tendant à lutter contre la discrimination et modifiant la loi du 15 février 1993 créant
un Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme (transmis par le Sénat) (1578/1 à
13)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
03.01 Josy Arens, rapporteur: Monsieur le président, j'avais donc fait
le premier rapport et le second a été rédigé par Madame Karine Lalieux
et j'ai accepté de vous donner connaissance de son rapport. C'est au
nom de Madame Lalieux que je le fais.
Le projet de loi qui nous est soumis aujourd'hui s'inscrit dans la volonté
du gouvernement de lutter plus efficacement contre les discriminations.
Il vise à rendre plus efficaces les normes internationales et
constitutionnelles en matière de protection contre la discrimination et
propose à cet effet une réglementation générale sur les plans pénal et
civil en vue de sanctionner toutes les formes de discrimination basées
sur des paramètres qui échappent plus ou moins au choix de l'individu.
Le texte trouve son origine dans une proposition de loi du sénateur
Mahoux, amendée et remaniée par le gouvernement. Par ailleurs, le
présent projet trouve son fondement dans deux directives européennes:
la directive du Conseil du 29 juin 2000 relative à la mise en oeuvre du
principe de l'égalité des traitements entre des personnes sans
distinction de race ou d'origine ethnique et la directive du 27 novembre
2000 portant création d'un cadre général en faveur de l'égalité de
traitement en matière d'emploi et de travail.
Le projet entend reprendre la notion de discrimination figurant dans les
directives sous une réserve qu'il a été décidé de réintroduire le concept
03.01 Joseph Arens, rapporteur:
Dit ontwerp illustreert de wil van de
regering om discriminaties
efficiënter te bestrijden en om de
internationale en grondwettelijke
normen in dat verband
doeltreffender te maken. De tekst
gaat terug op een wetsvoorstel van
senator Mahoux, dat de regering
geamendeerd heeft, en op twee
Europese richtlijnen.
Het ontwerp wil het begrip
'discriminatie' dat in de richtlijnen is
opgenomen, overnemen, maar
daarbij ook het idee van objectief te
rechtvaardigen en redelijk criterium
opnieuw invoeren.
Het Centrum voor Gelijkheid van
Kansen krijgt de opdracht alle
discriminaties te bestrijden met
uitzondering van die op basis van
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
de justification objective et raisonnable, ce qui est inévitable compte
tenu du fait qu'il s'agit d'une loi anti-discrimination qui n'est pas ciblée
sur certaines discriminations bien précises comme le sont les
directives précitées mais qui a une portée générale.
Aussi, dans un souci de rendre la lutte contre les discriminations
efficace, il est confié au Centre pour l'Egalité des Chances la mission
de combattre toutes formes de discriminations fondées sur base de
discriminations qu'il a déterminées à l'exception de celles fondées sur
le sexe.
Par ailleurs, au cours des débats, la commission, consciente de
l'importance du texte proposé notamment en raison de son champ
d'application, a décidé d'auditionner Madame Van Gool, commissaire
du gouvernement, adjointe au ministre des Affaires sociales et des
Pensions, dont le résumé de l'audition figure au rapport ainsi que les
principales remarques formulées par le Conseil National du Travail.
Lors de la discussion générale, l'intervention des différents groupes
parlementaires peut être synthétisée comme suit. Tout d'abord,
certains ont précisé que l'adoption de ce projet permettra de mettre le
droit belge en concordance avec les directives européennes de lutte
contre les discriminations. Les mêmes ont toutefois souhaité une
clarification sur l'articulation entre ce projet et les dispositions en
vigueur antérieurement consacrées au même thème. D'autres se sont,
pour leur part, interrogés sur l'effet qu'aura cette législation sur les
discriminations indirectes. D'aucuns ont aussi émis un avis mitigé en
relevant que le projet pourrait être amélioré sur certains points. Selon
eux, l'approche suivie par les auteurs du projet est essentiellement
répressive. Ils considèrent que la discrimination relève d'un problème de
mentalités et que les aspects préventif et éducatif ont été négligés.
Enfin, certains ont insisté que sur l'étape essentielle dans la lutte
contre les discriminations que constitue ce projet, le gouvernement a,
quant à lui, déposé plusieurs amendements améliorant la signification
ainsi que la portée de certains concepts essentiels ainsi que son
champ d'application.
De nombreuses discussions et amendements que je n'ai pas abordés
dans ce rapport ont été développés en commission et pour lesquels je
renvoie au très bon rapport établi par les services.
En conclusion, le projet tel qu'amendé a été adopté par neuf voix contre
deux et deux abstentions. Voilà, monsieur le président, le rapport
concernant ce projet de loi.
geslacht.
De commissie heeft beslist
regeringscommissaris mevrouw
Van Gool te horen.
Sommige commissieleden hebben
erop gewezen dat dit ontwerp het
Belgisch recht afstemt op de
Europese richtlijnen, maar ze
wensten daarnaast dat zou worden
verduidelijkt hoe dit ontwerp en de
vroegere bepalingen zich tot elkaar
verhouden. Anderen hadden vragen
bij de invloed van dit ontwerp op
onrechtstreekse discriminatie.
Enkelen wierpen op dat te weinig
aandacht gaat naar preventie en
opvoeding.
De regering heeft diverse
amendementen ingediend.
Het ontwerp werd aangenomen met
negen tegen twee stemmen en
twee onthoudingen.
03.02 Joke Schauvliege (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, alle democratische partijen zijn het erover eens dat
discriminatie juridisch moet worden weggewerkt. Antidiscriminatie is de
basis, de absolute voorwaarde voor elke vorm van democratie. Daarom
ook is het belangrijk dat op de juistheid van de wetgeving die over die
antidiscriminatie gaat goed wordt toegekeken. Over het voorliggend
ontwerp werd reeds heel wat gezegd en geschreven.
Mijn fractie is zeer tevreden dat aan een van onze bemerkingen in de
commissie is tegemoetgekomen. Wij hadden grote problemen met de
onduidelijkheid die er heerste over de definitie van mensen met een
handicap. Ondertussen werd hieraan in de commissie een mouw
gepast en werd een zeer uitvoerige toelichting toegevoegd. Wij
verheugen ons daarover.
03.02 Joke Schauvliege (CD&V):
Dans une démocratie digne de ce
nom, toute forme de discrimination
doit être éradiquée. Mais les lois
prises à cet effet doivent également
être correctes. Et c'est
précisément par là que pèche ce
projet de loi qui laisse à désirer sur
le plan légistique.
Tout d'abord, cette loi a une portée
considérable. Les différentes
formes de discrimination directe et
indirecte sont définies si largement
que c'est la jurisprudence qui devra
en préciser le contenu a posteriori.
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Toch zijn er nog heel wat punten waarop dit ontwerp faalt. Het ontwerp
heeft heel verstrekkende gevolgen waar men niet altijd bij stilstaat. Het
ontwerp bevat een algemeen deel waarin een definitie gegeven wordt
van directe en indirecte discriminatie. Directe discriminatie is een
verschil in behandeling dat niet objectief en redelijkerwijze wordt
gerechtvaardigd. De vraag die zich opdringt is wat het verschil in
behandeling precies is. Wat komt in aanmerking als objectieve en
redelijke rechtvaardiging? In het wetsontwerp is hierover niets terug te
vinden. De rechtspraak zal deze wet nog volledig moeten inkleuren. De
wet moet eigenlijk nog gemaakt worden.
Een van onze andere kritieken op het ontwerp is dat het normvervagend
is. U kunt een ongelijke behandeling vanwege vermogen toch niet
vergelijken met een discriminatie op basis van ras. Gaat men op basis
van dit ontwerp alle banken vervolgen omdat zij vragen naar de
vermogenstoestand van hun klanten als ze een lening afsluiten? Gaat
men een garagist aanklagen omdat hij een sportwagen aan dezelfde
prijs verkoopt aan een arbeider en aan een rijke directeur? Het is
duidelijk dat het normenvervagend werkt en dat men discriminatie op
basis van vermogen zeker niet kan gelijk stellen met discriminatie op
basis van ras.
Er zijn nog heel wat andere bedenkingen. Het toepassingsgebied van
dit ontwerp is veel te ruim. Het heeft betrekking op het gehele
maatschappelijke bestel. Bovendien zijn de gronden waarop kan
worden gediscrimineerd veel te onduidelijk. Ik geef een aantal
voorbeelden. Het is me nog steeds niet duidelijk, niet na de bespreking
in de Senaat en evenmin na deze in de Kamercommissie, wat het
verschil is tussen het begrip "zogenaamd ras" en het begrip "etnische
en nationale afstamming". Kan iemand mij zeggen wat het verschil is
tussen afstamming en geboorte? Hoe kan men discrimineren op basis
van toekomstige gezondheidstoestand? Het zijn allemaal zeer vage
begrippen die in dit ontwerp zijn opgenomen. Dat zal uiteraard
aanleiding geven tot zeer uiteenlopende interpretaties. We zijn ervan
overtuigd dat dit soms tot absurde, onvoorspelbare situaties aanleiding
zal geven. We staan met deze opmerkingen zeker niet alleen. Ook de
Raad van State trok aan de alarmbel. Bovendien zijn ook de werkgevers
zeer bang voor de gevolgen van dit ontwerp. Zal men het
loonbaremasysteem gaan aanvechten? Is er een objectieve grond om
iemand van 50 jaar meer te betalen dan iemand van 30 jaar? Mocht het
over prestaties gaan, zou het de toetsing aan het ontwerp nog kunnen
doorstaan. Als men alleen op basis van leeftijd de een meer betaalt dan
de andere zijn we ervan overtuigd dat de toetsing aan het voorliggend
ontwerp zeker niet doorstaan zal worden.
We hebben ook grote problemen met het zuiver strafrechtelijk karakter
van dit ontwerp. Alles strafrechtelijk beteugelen is geen goede zaak.
De combinatie van een veel te ruim toepassingsgebied, zoals ik daarnet
heb toegelicht, samen met het feit dat er heel wat klachten kunnen
worden ingediend en dat alles strafrechterlijk wordt beteugeld, zal
ervoor zorgen dat de parketten en de rechtbanken nog meer overbelast
zullen geraken. Dat zal de rechtszekerheid zeker niet ten goede
komen.
Het ontwerp is veel te repressief, terwijl preventie de eerste sleutel is in
handen van het succes voor de strijd tegen de discriminatie.
Last but not least, het ontwerp bevat ook nog een bepaling over
indirecte discriminatie. Het betreft een ogenschijnlijk neutrale bepaling,
een maatstaf of een handelswijze die een schadelijke weerslag heeft
voor bepaalde personen. Als aan de basis daarvan geen objectieve
désirer sur le plan légistique.
Tout d'abord, cette loi a une portée
considérable. Les différentes
formes de discrimination directe et
indirecte sont définies si largement
que c'est la jurisprudence qui devra
en préciser le contenu a posteriori.
Ce n'est pas un bon travail
législatif.
Le texte contribue également à
rendre les normes floues, par
exemple en mettant sur le même
pied la discrimination fondée sur la
fortune et la discrimination fondée
sur l'appartenance à une race.
En outre, le champ d'application de
la loi est bien trop vaste. La loi fait
appel à des notions vagues comme
la descendance et la naissance,
qui peuvent donner lieu à des
interprétations divergentes et
générer des situations absurdes et
de nombreuses plaintes.
Nous déplorons aussi que l'accent
soit déplacé de la prévention vers la
répression pénale. Cet aspect,
ainsi que l'avalanche de plaintes
qui découleront de l'application de
la loi, accroîtront encore la
surcharge des parquets et des
tribunaux.
Le Conseil d'État partage notre
critique. Les employeurs redoutent
également les répercussions de
cette loi. Ceux qui rémunèrent par
exemple mieux les travailleurs de
cinquante ans que les travailleurs
de trente ans pourraient être
accusés d`opérer une
discrimination fondée sur l'âge. Les
employeurs qui choisiront de jolies
jeunes femmes de moins de 25 ans
pour leur agence de mannequins
s'exposeront également à des
risques. La disposition relative aux
formes de discrimination indirecte
rend la situation encore plus
complexe: les employeurs qui
embauchent un nombre insuffisant
d'allochtones pourront être
poursuivis sur la base de
statistiques.
Je ne comprends pas que les
libéraux n'aient pas protesté contre
ce projet particulièrement
tracassier. Seul le ministre
Verwilghen a prêché dans le
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
rechtvaardigheid ten grondslag ligt, zal dat aanleiding geven tot een
inbreuk op de toekomstige wet. De facto wordt daarmee een situatie
gecreëerd waarbij een werkgever, die geen statistisch gemiddelde
allochtoon, vrouw, jongere of oudere tewerkstelt, op basis van die
wetgeving kan worden aangeklaagd. Statistieken zullen het immers
mogelijk maken om in de toekomst iemand aan te klagen. Ja, zelfs de
praktijktest en uitlokking kunnen in de toekomst iemand in serieuze
problemen brengen. Het is dan aan de werkgever om te bewijzen dat hij
niet discrimineert. De hele logica van ons gerechtelijk wetboek wordt
hier dus eigenlijk op de helling gesteld, want als er een bewijs is tegen
iemand, dan moet hij proberen aan te tonen dat hij niet discrimineert,
maar dat bewijs kan geleverd worden aan de hand van statistieken en
gewone praktijktests. Ik geef als voorbeeld iemand die een
modellenbureau heeft en alleen vrouwen tewerkstelt met perfecte maten
en tot de leeftijd van 25 jaar. Op basis van deze wetgeving kan
daaromtrent een klacht ingediend worden. Degene die aan het hoofd
van dat modellenbureau staat, zal moeten bewijzen dat hij een
objectieve grond heeft op basis waarvan hij alleen maar jonge dames bij
zich tewerkstelt.
Ooit, in een ver en glorierijk verleden, zouden liberalen tegen zo'n
betuttelend, onpraktisch en gebiedend wetsontwerp gefulmineerd
hebben. Maar nu, nu zij eindelijk in de regering zitten, liggen zij zelf aan
de basis van dit ontwerp. Alleen de al veel geplaagde Marc Verwilghen
heeft het blauw niet verloren in de regeringswasmachine. Hij is de enige
voorname liberaal die openlijk heeft durven zeggen dat dit ontwerp voor
hem veel te ver gaat.
Mijnheer de voorzitter, beste collega's, ik wil daaromtrent afronden. In
het verleden hebben wij als CD&V altijd meegewerkt aan initiatieven
tegen discriminatie en hebben wij zelfs dikwijls ook het voortouw daarin
genomen. Ook wij wilden een soort waakhond die de basis van de
democratie kon bewaken, maar zeker geen zevenkoppige draak
waartegen wij nu moeten aankijken.
désirer sur le plan légistique.
Tout d'abord, cette loi a une portée
considérable. Les différentes
formes de discrimination directe et
indirecte sont définies si largement
que c'est la jurisprudence qui devra
en préciser le contenu a posteriori.
Ce n'est pas un bon travail
législatif.
Le texte contribue également à
rendre les normes floues, par
exemple en mettant sur le même
pied la discrimination fondée sur la
fortune et la discrimination fondée
sur l'appartenance à une race.
En outre, le champ d'application de
la loi est bien trop vaste. La loi fait
appel à des notions vagues comme
la descendance et la naissance,
qui peuvent donner lieu à des
interprétations divergentes et
générer des situations absurdes et
de nombreuses plaintes.
Nous déplorons aussi que l'accent
soit déplacé de la prévention vers la
répression pénale. Cet aspect,
ainsi que l'avalanche de plaintes
qui découleront de l'application de
la loi, accroîtront encore la
surcharge des parquets et des
tribunaux.
Le Conseil d'État partage notre
critique. Les employeurs redoutent
également les répercussions de
cette loi. Ceux qui rémunèrent par
exemple mieux les travailleurs de
cinquante ans que les travailleurs
de trente ans pourraient être
accusés d`opérer une
discrimination fondée sur l'âge. Les
employeurs qui choisiront de jolies
jeunes femmes de moins de 25 ans
pour leur agence de mannequins
s'exposeront également à des
risques. La disposition relative aux
formes de discrimination indirecte
rend la situation encore plus
complexe: les employeurs qui
embauchent un nombre insuffisant
d'allochtones pourront être
poursuivis sur la base de
statistiques.
Je ne comprends pas que les
libéraux n'aient pas protesté contre
ce projet particulièrement
tracassier. Seul le ministre
Verwilghen a prêché dans le
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
désert. Mais le CD&V fera entendre
sa voix. Nous sommes bien
évidemment opposés aussi à
toutes les formes de discrimination
mais ce n'est pas cette hydre à
sept têtes qui nous permettra de
les combattre.
03.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
waarde collega's, op de zeven jaar die ik in het Parlement zit, heb ik
toch al een en ander mogen meemaken, maar dit wetsontwerp is toch
wel het allerergste. Dit wetsontwerp ter bestrijding van de zogenaamde
discriminatie is werkelijk buiten categorie. Hors catégorie, zoals ze in
het Frans zeggen, mevrouw de minister.
Deze tekst is de meest gevaarlijke, de meest schandelijke, de meest
verfoeilijke, de meest huiveringwekkende, de meest lugubere tekst ook
die ik hier ooit heb weten bespreken, want hij leidt ons regelrecht naar
een totalitaire maatschappij. Dat is niet zomaar het Vlaams Blok die
het zegt, omdat iedereen voelt het natuurlijk deze wet tegen ons
gericht is. Neen, ook de Raad van State zelf en zelfs de minister van
Justitie hebben ervoor gewaarschuwd. Deze wet druist zodanig scherp
in tegen de fundamentele mensenrechten dat elk rechtgeaard
democraat niets anders kan dan zijn verontwaardiging en zijn
verbijstering uitschreeuwen.
Deze wet is in elk geval een absolute hoogmis voor lui die in alles en
achter elke hoek, overal om zich heen, de discriminaties zien loeren:
Agalev-politica's bijvoorbeeld, of een Laurette Onkelinx, die op het
paranoïde af zijn geobsedeerd door de discriminaties en die als
fanatieke Dolle Mina's vandaag hun wraak willen nemen voor al het
vreselijke onrecht dat hen en hun tragische lotgenoten ooit werd
aangedaan. Dat de kern van de democratie van de vrije Westerse
samenleving hier bijna op de schroothoop wordt gegooid, deert hen
blijkbaar niet. Het absurde van het verhaal is evenwel dat dit allemaal
niet mag in naam van de politieke correctheid. Aan de media werd
opgelegd hierover zo hard mogelijk te zwijgen. Dit debat mag hier
natuurlijk nog wel worden gevoerd voor zover dat allemaal nog is
toegelaten maar in de samenleving, mijnheer de voorzitter, heerst het
absolute stilzwijgen, dankzij de schuldige medeplichtigheid van de
massamedia, die hun kritische ingesteldheid door hun slaafse
onderdanigheid aan paars-groen helemaal aan het verliezen zijn.
Of is het omdat de wet te ingewikkeld is dat men zwijgt en blijft
zwijgen? Is het omdat het hele contentieux rond discriminatie te zwaar
en te complex is, te juridisch soms? Is het daarom dat de meeste
journalisten moeten afhaken? Is het omdat we toch niet anders meer
kunnen, omdat Europa ons nu eenmaal deze antidiscriminatiewetgeving
opdringt, zodat elk verzet daartegen bij voorbaat verloren is en dus
totaal zinloos? Is dat de reden? Als dat de reden is voor het algemene
stilzwijgen, hebben de leugens inderdaad hun effect niet gemist, want
Europa dringt deze schandelijke wetgeving helemaal niet op. De
Europese richtlijnen 2000/43 en 2000/78 van respectievelijk 29 juni en
27 september 2000 komen weliswaar ook neer op een enorme
betutteling en gaan voor het Vlaams Blok ook veel te ver. Zij hebben
echter een veel beperktere draagwijdte, met name de sfeer van arbeids-
en beroepsonderwijs, sociale voordelen en huisvesting, en gaan zeker
niet zo ver dat ze zware strafsancties opleggen, allerlei verkeerde
keuzes verbieden en verbod opleggen tot het uiten van een verkeerde
mening of zelfs van voornemens.
03.03 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): C'est une loi hors
catégorie, une loi scandaleuse,
détestable qui conduira le pays tout
droit au totalitarisme. Elle est
évidemment aussi un nouveau coup
de boutoir contre le Vlaams Blok
mais on oublie qu'elle est contraire
aux droits fondamentaux de
l'homme et à tous les principes
démocratiques. Elle a été dictée
par les fanatiques du PS, suivis en
cela par les membres d'Agalev et
d'Ecolo qui ont versé comme
toujours dans le politiquement
correct. Les médias n'osent ou ne
peuvent même pas tenir un langage
critique quand ils commentent
cette loi grotesque. Ont-ils eux
aussi du mal à comprendre ou à
digérer ce non-sens juridique?
Les défenseurs du projet se
dissimulent volontiers derrière
l'Europe mais aucune directive
européenne ne nous oblige à aller
si loin. Selon ces directives, la lutte
contre le racisme doit être menée
dans les domaines du travail, du
logement et de l'enseignement
mais non dans le cadre de la vie
privée ni sur le plan des opinions
exprimées ni même sur le plan des
intentions manifestées. Il se trouve
que dans la vie, l'homme est sans
cesse amené à faire des choix qui
sont quelquefois mauvais mais qu'il
doit pouvoir faire en toute liberté.
Or, les fanatiques de l'arc-en-ciel
veulent soumettre à un contrôle
tout-puissant chaque choix, chaque
acte, chaque mot ou geste, et
même chaque intention formulée.
On examinera chaque
manifestation publique, culturelle
ou non, pour vérifier qu'elle n'est
pas discriminatoire.
Le Conseil d'Etat partage les
critiques que nous formulons à
l'encontre de ce projet, qui vise
l'ensemble de la vie sociale et qui
contraint le particulier à penser
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Het is eigen aan de mens en aan het menselijke leven dat hij of zij
voortdurend keuzes maakt. Tientallen malen, vaak honderden malen per
dag, maakt de mens keuzes in zijn private en publieke leven. Hij doet
dat meestal op halfrationele of zelfs niet-rationele onredelijke gronden.
Gelukkig maar, mensen zijn geen robotten; mensen zijn geen wezens
die zich laten leiden door één enkele ratio; mensen zijn geen
marionetten die aan de touwen hangen van een of andere grote
roerganger. In hun omgang met andere mensen spelen honderd en één
facetten mee, die de keuzes, het onderscheid dat we tussen mensen
maken, beïnvloeden. Dat kan te maken hebben met willekeur. Dat kan
te maken hebben met vertrouwen. Dat kan te maken hebben met
intuïtie of traditie. Maar het heeft zelden of nooit uitsluitend te maken
met pure ratio. Nogmaals, gelukkig maar, want het gaat over de kern
van ons menszijn. Elke mens is anders en uniek, en is daardoor in zijn
denken en handelen, in zijn of haar optreden tegenover andere mensen
verschillend van anderen. Dat wil de paars-groene meerderheid in al
haar dwaasheid aan banden leggen. Zowat elke menselijke handeling in
het openbaar wordt vanaf vandaag aan de controle van een almachtige
overheid onderworpen. Zo staat het in de wet. Elke uitoefening van een
economische, sociale, culturele of politieke activiteit, toegankelijk voor
het publiek, wordt voortaan gecontroleerd en beoordeeld op het plegen
van zogenaamde discriminaties.
Wat is dan een discriminatie? Een verschil in behandeling dat niet
objectief en redelijkerwijze kan worden gerechtvaardigd of zelfs de
neutrale handeling die tot een verschillend resultaat leidt. Wanneer dit
onderscheid gebaseerd is op de meest uiteenlopende menselijke
kenmerken, zoals leeftijd, geaardheid, afkomst, fortuin,
gezondheidstoestand en zelfs fysieke eigenschappen. Zowat alle
mogelijke menselijke gedragingen en beslissingen vallen hieronder.
Bijgevolg betekent de consequente toepassing van deze wet dat zowat
het hele menselijke gedrag voortaan rationeel verantwoord moet
worden. Elke mens is voortaan voor zijn gedragingen voortdurend
verantwoording verschuldigd en kan gesanctioneerd worden.
Dit houdt niet meer de kiemen van een totalitaire maatregel, dit is een
totalitaire maatregel zonder meer. De Raad van State geeft ons op dit
vlak gelijk. Een overheid moet bij haar optreden waken over het
onderscheid dat ze maakt. Dat is nogal evident. Met particulieren
echter, zo waarschuwt de Raad van State, is het anders gesteld. Hun
gedragingen zijn niet noodzakelijk rationeel, zo zegt de Raad van State,
en kunnen niet altijd beoordeeld worden aan de hand van utilitaristische
criteria. De werkingssfeer, zo zegt de Raad van State, is niet beperkt
tot een specifiek domein, zoals bijvoorbeeld het arbeidsrecht, maar
omvat het maatschappelijk leven in zijn totaliteit. Een woord dat
toevallig nogal heel sterk lijkt totalitarisme. Welnu, de wetgever mag de
burgers niet verplichten om in alle handelingen van het
maatschappelijke leven en bij het uiten van hun mening de ideeën van
de overheid inzake bestrijding van discriminaties over te nemen, aldus
de Raad van State. Een waarschuwing die kan tellen.
Met deze wet dwingt u, collega's, de mensen te denken zoals de
overheid denkt. U dwingt de mensen bij al hun handelingen te
redeneren zoals een overheid moet doen. Dit is een dictatuur in zijn
meest totalitaire vorm. Voor elke rechtgeaarde democraat had deze
glasheldere en staalharde waarschuwing het signaal moeten zijn van
een huizenhoog verbodsbord. In deze straat hollen we niet meer verder,
dat had de reactie moeten zijn. Maar neen, de paars-groene
parlementsleden volharden in de boosheid. In de eerste plaats natuurlijk
omdat ze aangemoedigd en opgejaagd worden door een stalinistische
Laurette Onkelinx die de PS-traditie getrouw vanzelfsprekend geen
moeite heeft met dit soort wetgeving.
comme les pouvoirs publics. Il y
aura de nouvelles dispositions
pénales. Tous ces éléments sont
caractéristiques d'une dictature.
La coalition arc-en-ciel s'obstine
toutefois dans cette voie, sous
l'impulsion du chef de file stalinien,
Laurette Onkelinx. Une fois de
plus, l'opposition du VLD Marc
Verwilghen aura été d'une faiblesse
touchante. A l'instar du Conseil
d'Etat, il distingue dans le projet de
nombreux éléments indéfendables
mais il reste impuissant, comme
toujours, au sein du gouvernement.
Ce sont le PS et les verts qui
déterminent le calendrier et la
politique en matière de justice.
Voilà la vérité.
Le Conseil d'Etat souligne même
que le texte est contraire à la
Convention européenne des droits
de l'homme. En effet, l'interdiction
de discrimination s'applique à tous
les textes et à tous les signes, ce
qui est contraire à la liberté
d'expression qui est tout de même
un pilier de la démocratie. Aux
termes de la Convention, cette
liberté ne s'applique pas
uniquement aux idées innocentes
et bienveillantes mais également
aux opinions choquantes et
blessantes. Rien ne justifie que des
limites soient imposées au public
et encore moins que des sanctions
soient infligées. Mais ce
gouvernement totalitaire semble
avoir une autre opinion.
Le texte rend également punissable
l'incitation à la discrimination sous
la forme, par exemple, d'une
histoire sexiste. Mais, selon le
Conseil d'Etat, rien ne permet
d'établir que de telles histoires
incitent à la discrimination.
Le champ d'application de la loi est
excessivement large et doit
d'urgence être restreint. En effet, il
est également touché aux libertés
d'association et de culte. Les clubs
de services qui s'adressent
spécifiquement à un public
masculin ou féminin n'ont plus
aucune raison objective de refuser
des membres. Un spectacle des
Chippendales présenté devant un
public exclusivement féminin sera
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
VLD-minister Verwilghen daarentegen had duidelijk wel moeite. Hij zat
met zijn kritiek op de lijn van de Raad van State. Ik citeer uit het verslag
van de Senaatscommissie over dit standpunt. Ik citeer: "De definitie
gegeven in artikel 2 van het wetsvoorstel is zeer algemeen en zeer
breed: met name elk gedrag op maatschappelijk vlak dat een
onderscheid maakt op basis van de opgesomde parameters zonder
wettelijke basis. Voorts dient elke burger die zulk een onderscheid
maakt, zich te verantwoorden in dubbel opzicht: er moet een legitiem
doel zijn, evenals een evenredig middel/doelverhouding."
Minister Verwilghen hekelt bovendien dat dit soort onderscheid
strafbaar wordt gesteld en zegt hierover: "Het is moeilijk verdedigbaar
om de burgers een principieel verbod van onderscheid op te leggen
waarvan de concrete inhoud niet op voorhand vaststaat".
Een waarheid als een koe natuurlijk. Ook deze waarschuwingen worden
van tafel geveegd, zelfs zonder dat hiervoor een ernstige
tegenargumentatie wordt ontwikkeld. Het is de zoveelste illustratie van
de machteloosheid van Marc Verwilghen binnen deze regering.
Verwilghen was naar de kiezer gegaan met de aankondiging dat het
aantal strafbepalingen zou verminderen, maar het tegendeel gebeurt.
Door de regelneven van links wordt het alleen maar stukken erger.
Teneinde niet te overgeneraliseren, zei minister Verwilghen, is het een
goed uitgangspunt om enkel die gedragingen te bestraffen die een
inbreuk vormen op belangrijke maatschappelijke waarden waarover een
consensus bestaat. Aldus de minister in de Senaat in deze context. De
waarden die met deze wet beschermd worden horen daar dus
klaarblijkelijk niet onder. Maar de woorden van Verwilghen zijn van geen
tel want niet hij bepaalt de agenda van Justitie. Het is de Parti
Socialiste, het zijn de groenen die het justitiebeleid bepalen. Altijd
opnieuw legt deze zwakke, makke, ruggengraatloze VLD-minister zich
daarbij neer. Voor wie de zaak van dichtbij gadeslaat is het werkelijk
een ontluisterend beeld. De Raad van State gaat verder in zijn kritiek.
De Raad van State waarschuwt dat de tekst dreigt in te gaan tegen het
Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, iets dat toch allen hier
in dit halfrond na aan het hart zou moeten liggen, onder meer inzake de
vrije meningsuiting. Ook hier is de voorgestelde wettekst in al zijn
waanzin overduidelijk want het verbod op zogenaamde discriminatie
geldt bij "het verspreiden, het publiceren of het openbaar maken van een
tekst, een bericht, een teken" ja, zelfs een teken "of enige andere
drager".
(...)
Wat zegt u, collega Schoofs? Ja, ik mag zelfs niet wijzen want dat kan
als een teken beschouwd worden. Ook deze tekst is duidelijk totalitair
van ingesteldheid, heeft betrekking op alle aspecten van de
meningsuiting. Hierover zegt de Raad van State het is een tamelijk
lang citaat maar het is belangrijk dat het herhaald wordt omdat het zo
wezenlijk is voor onze democratie: "Volgens het Europees Hof voor de
Rechten van de Mens is de vrijheid van meningsuiting één van de pijlers
van een democratische samenleving en één van de belangrijkste
voorwaarden voor de vooruitgang en de ontplooiing van iedereen. De
vrijheid van meningsuiting geldt niet alleen voor de informatie of de
ideeën die gunstig worden onthaald of die als onschuldig en
onverschillig worden beschouwd maar ook voor die welke de Staat of
een of andere groep van de bevolking schokken, verontrusten of
kwetsen. Zo willen het pluralisme, de verdraagzaamheid en de geest
van openheid het zonder welke de democratische samenleving niet
bestaat. Er kan worden voorzien in uitzonderingen op deze vrijheid,
doch deze uitzonderingen dienen dan strikt te worden geïnterpreteerd.
désormais illégal. Bref, ce sera
l'insécurité juridique à tous les
niveaux de la société. Mais la
ministre refuse obstinément de
répondre à ces considérations
invoquant invariablement la
protection qu'offre la Constitution.
La liberté de religion est également
mise en péril. Je renvoie aux
déclarations faites par M. Sannen
au Parlement flamand à propos de
l'obligation d'organiser un cours de
religion islamique dans
l'enseignement libre.
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Daaruit volgt dat er geen grond is om beperkingen op te leggen aan het
recht van de burgers om zelfs op luide en polemische toon, die het
openbaar debat vaak kenmerkt, hun mening te uiten over bijvoorbeeld
de respectieve rol van man en vrouw in de maatschappij", ik citeer
nog altijd de Raad van State "of binnen het koppel, de leeftijd waarop
de meerderjarigheid ingaat, de rechten van homoparen, de
kinderrechten, het ongehuwd samenleven, het uit de echt scheiden, het
fiscaal, sociaal en gezondheidsbeleid, het beleid ten aanzien van
personen met een handicap enzovoort, zelfs als die mensen de Staat of
een andere groep van de bevolking schokken, verontrusten of kwetsen.
Zo ook zou het overdreven zijn een straf te stellen op het maken van
een seksistische grap of het spotten met de seksuele geaardheid of
met het fysieke kenmerk van een bekende persoon, voor zover die grap
of die spotternij niet verwordt tot een belediging, laster of eerroof, of een
inbreuk op de persoonlijke levenssfeer". Dan concludeert de Raad van
State: "Noch uit de tekst van het voorstel, noch uit de toelichting erbij
blijkt evenwel dat zulke meningen, grappen of spotternijen niet kunnen
zouden worden beschouwd als het aanzetten tot discriminatie of het
openlijk te kennen geven van het voornemen tot discriminatie".
Hetzelfde geldt voor die andere belangrijke Europese grondrechten: de
vrijheid van vereniging en de vrijheid van godsdienst. Met deze wet wordt
het inderdaad zeer moeilijk om bijvoorbeeld serviceclubs te handhaven
die zich alleen tot mannen richten of organisaties die gericht zijn op het
exclusieve tijdverdrijf voor dames. In mijn gemeente bestaat er een
exclusieve debatclub voor vrouwen die "Actueel Denken" heet en die
wordt geleid door de vrouw van de vorige eerste minister, mevrouw Celie
Dehaene. De activiteiten zijn vaak zeer boeiend, zodat er een hele
wachtlijst bestaat om toe te treden. De schouwburgzaal van het
cultureel centrum van Strombeek is immers veel te klein om alle
gegadigden op te vangen. Binnenkort wordt het probleem van deze
vereniging levensgroot, want er bestaat geen enkele objectieve reden
om mannen te weigeren en dus bezondigt die vereniging zich aan een
schandelijke vorm van discriminatie. Hetzelfde liedje voor de
basketbalclub uit mijn gemeente die avonden met de Canadese versie
van de Chippendales inrichtte waarop alleen vrouwen waren
uitgenodigd. Voortaan is ook dit een haast strafbare vorm van
discriminatie.
Wanneer we de minister daarover ondervragen, dan weigert zij te
antwoorden, dan weigert zij de ridicule maar tegelijk ook dramatische
gevolgen van deze wet te erkennen of tegen te spreken. "Dat zal de
rechter uitmaken!", zegt ze, waarmee wordt erkend dat we in tijdperk
belanden van grote rechtsonzekerheid, een tijdperk waar niet langer de
parlementsleden die wetten maken maar de rechters, een tijdperk waar
un gouvernement des juges de lakens uitdeelt, mevrouw de minister.
Eenzelfde gevaar dreigt in verband met de vrijheid van eredienst. Ook
hier waarschuwt de Raad van State dat uitdrukkelijk moet voorzien
worden in een bepaling die het buitensporige toepassingsgebied van de
wet inperkt. Maar de minister heeft daar geen oren naar. "Het staat in
de Grondwet en dat is genoeg!", orakelt de minister. Vandaag reeds,
nog voor deze schandelijke wet is goedgekeurd, is het bewijs geleverd
dat dit niet het geval is, dat deze wet zal misbruikt worden om nieuwe
discriminaties uit te vinden waardoor de fundamentele rechten wel
degelijk op de helling komen te staan.
Neem nu bijvoorbeeld de extremistische uitlatingen van collega
Talhaoui zal hem kennen Ludo Sannen uit het Vlaams Parlement, die
uitroept dat het katholiek onderwijs islamlessen moet organiseren.
Vandaag heeft deze multiculprofeet nog geen wettelijke basis om deze
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
onzin te kunnen hardmaken.
03.04 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Er zijn scholen die dat
doen!
03.04
Fauzaya Talhaoui
(AGALEV-ECOLO): Cet exemple
était directement tiré de la pratique.
Il existe des écoles libres
multiculturelles.
03.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Dat is mogelijk, maar daar
gaat het niet om.
03.06 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Maar dan is dat toch
niet uit de lucht gegrepen!
03.07 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Het is niet uit de lucht
gegrepen, er zijn scholen die dat doen.
03.08 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Er zijn heel veel
scholen in Antwerpen die multiculturele scholen zijn vrij onderwijs
en waar inderdaad naast zedenleer, naast katholieke godsdienst ook
islam wordt gegeven. Ga dus niet zeggen dat hij het ik weet niet waar
heeft gehaald, als de praktijk het laat zien.
03.09 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Dat ontken ik ook niet, dat
is ook helemaal de kern van de zaak niet. Als een aantal vrije scholen
van welke zuil ook dat doen, is dat hun zaak. Maar wat men wil doen
vanuit Agalevhoek, is het de katholieke scholen opleggen. Daar wil men
op termijn naartoe. Daar willen wij voor waarschuwen. Nu kan men dit
wettelijk nog niet hardmaken, maar morgen op basis van deze wet wel.
Want de rechter kan dan beslissen dat een katholieke school geen
leerlingen mag weigeren op basis van geloof, en kan vervolgens
opleggen dat deze school evenmin mag weigeren islamlessen te geven.
De vrijheid van vereniging, de vrijheid van onderwijs, de vrijheid van
godsdienst, staan hier op het spel. Het zou voor de CD&V die zich
gisteren trouwens terecht heeft afgezet tegen het voorstel van Sannen,
een zoveelste signaal moeten zijn dat deze wet bijzonder gevaarlijk is
en dat een bange onthouding absoluut ontoereikend is. U weet ik had
hier staan: dames en heren van de CD&V, maar de belangstelling is zo
groot dat ik mij moet beperken tot alle dames van de CD&V wat de
objectieven zijn van uw tegenstanders. U weet wat zij van plan zijn. U
weet dat zij het katholicisme in Vlaanderen willen breken en het
katholiek onderwijs daarbij in het vizier nemen. Laat niet langer met uw
voeten spelen! Hou nu toch eindelijk eens op met braaf te zijn en
iedereen te vriend te willen houden!
Deze zogenaamde antidiscriminatiewet is dus totalitair en druist in
tegen de internationale rechtsorde. Maar ze druist ook in tegen onze
eigen rechtsbeginselen. De omkering van de bewijslast bij statistische
vaststellingen bijvoorbeeld. Hierdoor zullen mensen aan wie niets kan
verweten worden, van de ene dag op de andere in de verdediging
gedrongen worden, verplicht worden zich te verantwoorden omdat hun
personeel niet helemaal overeenstemt met het ideaalbeeld van de
multiculturele samenleving. Als u bij de bevolking nog meer verzuring
zogenaamde verzuring wil opwekken, maar vooral woede wil
opwekken, dan moet u dit soort onrechtvaardigheden, gekoppeld aan
pseudo-sollicitaties, mevrouw de minister, valse sollicitaties, en
deurwaarderscontroles maar volop in toepassing brengen.
Nog zo'n onrechtvaardigheid is het strafbaar stellen van een voornemen
tot discriminatie. Dit druist regelrecht in tegen de grondbeginselen van
03.09 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Là n'est pas la question. Le
noeud du problème est que,
demain, des juges pourront obliger
des écoles catholiques à organiser
des cours de religion islamique.
C'est le meilleur moyen de susciter
le ressentiment et le
mécontentement immédiat.
Ce projet de loi va à l'encontre de
l'ordre juridique international et de
nos propres principes juridiques. La
charge de preuves est renversée.
Même l'intention de discrimination
devient punissable. C'est contraire
au principe juridique aux termes
duquel un fait doit avoir été commis
pour être punissable. Le Conseil
d'Etat a rendu à ce propos un avis
sans appel. Le législateur crée un
délit dont le citoyen ne sait même
pas qu'il s'agit d'un délit.
L'imprécision de la proposition est
inadmissible. Mais le ministre
balaye toutes les critiques. En
cette matière, la ministre s'oppose,
par son fanatisme, aux thèses
défendues par d'éminents juristes.
Il est tout de même évident que la
discrimination est une matière
extrêmement complexe et qu'on ne
peut empêcher les citoyens de faire
de la discrimination. Il existe du
reste un type de discrimination de
naissance, que l'on observe dans la
famille royale, entre autres. La
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
ons strafrecht dat eist dat een strafbare daad ook effectief gepleegd
moet worden. Het meest gevaarlijke aan dit ontwerp is in ieder geval dat
een strafbepaling wordt ingevoerd waarvan het voorwerp op dit ogenblik
nauwelijks gekend is. Ook minister Verwilghen waarschuwt hiervoor.
Fernand Keuleneer stelt het in Tertio als volgt:
"De wetgever creëert een misdrijf zonder dat de burger op het ogenblik
dat hij een handeling stelt, weet of hij een misdrijf begaat". Of dit al dan
niet zo is, hangt uitsluitend af van de wisselende beoordeling door
anderen. De Raad van State had nochtans ook op dit vlak uitdrukkelijk
gewaarschuwd. Ik citeer op bladzijde 8 van het advies aan de Senaat
van de Raad van State: "Doordat het voorstel burgerrechtelijke en
strafbepalingen bevat die rechtstreeks op de particulieren van
toepassing zouden zijn, kan de onnauwkeurigheid van het voorstel niet
worden aanvaard. De burgers moeten precies weten welk gedrag zij niet
mogen vertonen. Zulks geldt in het bijzonder in strafzaken. Krachtens
het beginsel van de wettelijkheid van de strafbaarstelling en van de
straffen dat voortvloeit uit artikel 7 van het Europees Verdrag tot
Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele
Vrijheden (EVRM) en uit de artikelen 12, lid 2 en 14 van de Grondwet
heeft de wetgevende macht de grondwettelijke plicht om in voldoende
duidelijke, nauwkeurige en rechtszekerheid biedende bewoordingen te
bepalen welke feiten strafbaar worden gesteld zodat aan de rechter
geen al te grote beoordelingsvrijheid wordt toegelaten."
Hier gebeurt manifest het tegenovergestelde. Het fanatisme van
minister Onkelinx heeft andermaal belet dat met deze vernietigende
kritiek rekening werd gehouden. Dat is een zoveelste schending van het
Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens.
Collega's, als er één zaak duidelijk is aan de arresten van het
Arbitragehof inzake discriminatie, dan is het dat deze problematiek
uitermate complex is en dat niet alleen parlementsleden maar ook en
vooral topjuristen grote moeite hebben om hier klaar in te zien. Hoe
haalt ge het dan in uw hoofd om aan elke individuele burger op te
leggen dat hij een onberispelijke, niet-discriminatoire levenswandel zou
hebben, die dan nog eens wordt beteugeld met zware strafsancties.
Wat een onverantwoord, wat een schandalig en beschamend
antiparlementair en inciviek gedrag! Deze zogenaamde
antidiscriminatiewet is dus totalitair, druist in tegen de internationale
rechtsorde en tegen onze eigen rechtsbeginselen, maar is ook
uitermate hypocriet. Ik geef enkele voorbeelden.
De discriminatie op basis van geboorte wordt verboden, maar diezelfde
paars-groene partijen staan op de eerste rij sommigen in mijn
omgeving heel dicht op de eerste rij om onderdanig te doen bij de
geboorte van een of andere prinses.
Als er vandaag één echte discriminatie bestaat, dan is het wel dat een
onverkozen familie van inwijkelingen uit een of ander Duits
provinciestadje hier ten eeuwigen dage een belangrijk deel van de
macht in handen heeft. Welke consequenties heeft de nieuwe wet
daarvoor, paars-groene collega's?
Het toeval wil dat een vriend van mij in een non-conformistisch blaadje
pater Leman interviewde over deze nieuwe wet en hem deze vraag
voorlegde. De vraag luidde: U gaat toch ook kunnen optreden tegen
discriminatie op basis van geboorte, gaat u dan ook het koningshuis en
de adel aanpakken? Pater Leman, die viel uit de lucht. Het interview
werd gehouden nadat het in de Senaat was gestemd en nadat het was
behandeld in de Kamercommissie en verscheen deze zomer in het
tijdschrift De vrijbuiter. Pater Leman antwoordde: " Wat! Discriminatie
coalition arc-en-ciel a-t-elle une
réponse à ces questions?
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
op basis van geboorte! Wat moet ik mij daarbij voorstellen? Bent u wel
zeker dat het ook in die lijst staat?" Pater Leman wordt de grote
toepasser van die wet maar hij kan niet geloven dat er ook discriminatie
op basis van geboorte wordt ingevoerd of liever wordt beteugeld.
Collega Schauvliege heeft daarnet nog eens de vraag gesteld wat
discriminatie op basis van geboorte betekent. De vraag is nooit
beantwoord. Wij hebben massa's vragen gesteld die nooit zijn
beantwoord. Weet u zelf wel, collega's van de paars-groene
meerderheid, wat "geboorte" in deze wet staat te doen? Voornamelijk
omdat u kennelijk niet bereid bent om het zelf toe te passen tegen de
meest flagrante discriminatie inzake geboorte die er bestaat, namelijk
het koningshuis...
03.10 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): (...)
03.11 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): In deze context.
De voorzitter: Gebruik uw micro, alstublieft.
03.12 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): (...)
03.13 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Jamaar, concreet...
03.14 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): (...) Het Hof in
Straatsburg heeft die verschillende antidiscriminatiegronden ook
geïnterpreteerd. Het BUPO heeft daar ook verschillende mededelingen
over gedaan. Waar komt u dan eigenlijk mee aandraven?
03.14
Fauzaya Talhaoui
(AGALEV-ECOLO): La Cour de
Strasbourg a également interprété
plusieurs motifs de discrimination.
De quoi nous parlez-vous?
03.15 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Waarom past u het dan
niet toe op die familie die er voordeel bij heeft? Het is een van de enige
families in het land die wordt gediscrimineerd op basis van de geboorte,
maar dan positief gediscrimineerd. Waarom klaagt u dat niet aan? Het
is toch een manifeste discriminatie. Die familie heeft louter omwille van
geboren te zijn in een of andere "goedjonstige" wieg het recht om ons te
blijven besturen en heeft heel veel politieke bevoegdheden tot in
eeuwigen dage van vader op zoon, van moeder op dochter, van vader op
dochter, enzovoort. Als het concreet moet worden toegepast dan zegt u
niets, dan bent u bijzonder hypocriet en dat kom ik hier ook te zeggen.
Een tweede voorbeeld. De linkerzijde is toch wel hopeloos
inconsequent. Dezelfde partijen die pleiten voor een maximum aan
alternatieve straffen voor echte criminelen, voor inkorting van de
gevangenisstraffen, voor zo weinig mogelijk detentieschade en een zo
zacht mogelijke behandeling, kortom mensen die getuigen van een
verschrikkelijke aversie voor de gevangenisstraf, die komen in dit
dossier, waar de mening van hun tegenstanders moet worden
gesanctioneerd, een wet verdedigen die bulkt van extreme repressie.
Voor de meest banale en belachelijke uitspraken, zelfs voor grappen,
riskeren mensen nu tot een jaar gevangenisstraf en als het even
tegenzit dan kan het voor wie bij de overheid werkt, oplopen tot twee
jaar. Dat is allemaal bijzonder inconsequent.
Ten derde, inmiddels is duidelijk geworden dat de overheid zich zeker
niet aan de basisprincipes van deze wet zal houden, maar integendeel
werk wil maken van nieuwe vormen van grootschalige positieve
discriminatie, waarbij buitenlanders via opgelegde quota's opgedrongen
zullen worden aan de werkgevers. Discriminatie mag dus toch, als het
maar gericht is tegen de eigen bevolking. Als u daarmee uw zo
03.15 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK) Pourquoi la loi n'est-elle pas
appliquée en l'espèce? Il s'agit
d'une discrimination manifeste et
positive en faveur d'une seule
famille.
Le feu vert de l'aile gauche du
gouvernement en faveur de cette loi
illustre l'inconséquence de la
gauche à l'heure actuelle. Il s'agit
de personnes qui ne cherchent
aucunement à dissimuler leur
aversion pour les peines
d'emprisonnement. Voilà que,
soudainement, la gauche se
prononce pour une loi
excessivement répressive.
Un
agent de l'Etat serait passible d'une
peine d'emprisonnement de deux
ans pour une simple plaisanterie.
Des quotas seront imposés aux
entreprises en ce qui concerne
l'embauche d'étrangers. La
discrimination ne pourra dès lors
plus être exercée qu'envers les
autochtones.
Ce projet ignore une forme de
discrimination: les sympathies
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
gevreesde verzuring op de werkvloer wilt tegengaan, dan wens ik u veel
succes.
Het meest weerzinwekkend ten slotte aan deze zogenaamde
antidiscriminatiewetgeving is natuurlijk dat één discriminatiegrond uit de
boot valt, met name deze inzake politieke overtuiging. Dat is uiteraard
geen toevalligheid.
Zowel in de Senaat als in de Kamer werd zonder blikken of blozen
gesteld dat deze wet onder meer is bedoeld om bepaalde politieke
partijen en strekkingen te bestrijden en dat precies daarom deze
discriminatiegrond niet werd opgenomen. Met deze uitdrukkelijke
stellingneming wil men natuurlijk in de hand werken dat er in de
toekomst juist wel, en meer dan ooit, zou worden gediscrimineerd op
basis van politieke overtuiging. Hiermee willen links en uiterst links
uiteraard een legitieme basis geven aan alle mogelijke, lopende en
toekomstige acties tegen het Vlaams Blok, terwijl het internationaal
discriminatieverbod op basis van politieke overtuiging juist wel een
bijzonder kostbaar goed is dat hoge bescherming geniet, mevrouw
Talhaoui, bij het Europees Hof voor de rechten van de mens. Precies
daarom heb ik op dit vlak niet zo veel schrik van de perverse plannen
die paars-groen met deze wet koestert.
Het sluitstuk van deze wet is natuurlijk de aanwijzing van de grote big
brother, het alziende oog dat alle gedragingen van de mensen in het
oog zal moeten houden en dat voor de strikte naleving van deze
totalitaire maatregelen zal zorgen. Wie anders was hier beter geschikt
dan de dierbare pater Leman, de zo verdienstelijke regimeknecht Johan
de Dominicaan, de man die in opdracht van de regering het
vermaledijde Vlaams Blok voor de rechter wist te sleuren? Het Centrum
Leman wordt geleid door kabinetsleden van alle paars-groene partijen,
waardoor de toepassing van de wet voortdurend door paars-groen kan
worden gestuurd en kan worden benut voor partijpolitiek voordeel.
Het is wel degelijk de bedoeling dat de grootinquisiteur er hard zal
tegenaan gaan. Vandaag bedraagt het budget van de pater 100 miljoen
oude Belgische frank; volgend jaar wordt dat 175 miljoen. Men is dus
van plan er met de grove borstel door te gaan. Dankzij dit vorstelijk
bedrag zal er intensief, met het vergrootglas, gespeurd kunnen worden
naar alle onverlaten die het nog wagen om in hun doen en laten te
zondigen en te discrimineren. Is het immers niet de hoogste tijd dat de
bevolking een lesje krijgt?
Dat groenen en socialisten deze waanzinnige wetgeving steunen valt
nog enigszins te verklaren. De meesten onder hen dromen nog altijd
van een sterke Staat, van een maakbare samenleving waar de mens
wordt betutteld, gedirigeerd door de overheid en in al zijn vrijheden wordt
gefnuikt.
Dat de VLD deze extremistische, krankzinnige wet blijft steunen, tegen
het advies in van de eigen minister van Justitie, tart elke verbeelding.
Het spreekt trouwens voor zich. Vandaag zijn zij niet aanwezig. Op de
verplichtingen van de voorzitter na, durven zij niet te komen omdat zij
weten dat het een zeer slechte wet is, die fundamenteel ingaat tegen
hun eigen politieke uitgangspunten. Desalniettemin zullen zij morgen
hier op het groene knopje drukken. Morgen zullen zij niet afwezig zijn.
Morgen zullen zij hier zijn en zullen zij gedwee zoals ze al meer dan
drie jaar onder de knoet liggen van de Parti Socialiste het groene
stemknopje indrukken.
Toen dit wetsontwerp de Senaat verliet het was toen nog een voorstel
van de Parti Socialiste hadden de VLD-jongeren de moed om te
politiques. Voilà bien l'aspect le
plus écoeurant de ce projet. Il s'agit
d'entraver un parti politique en
particulier. La Chambre et le Sénat
ne s'en cachent même pas. Il s'agit
de créer une base légitime pour
entreprendre des actions contre le
Vlaams Blok. Pourtant,
l'interdiction de la discrimination sur
la base de l'appartenance politique
fait également l'objet d'une large
protection à Strasbourg.
Le garant du strict respect de cette
loi totalitaire n'est autre que le père
Leman. Qui était mieux placé que
lui pour assigner le Vlaams Blok en
justice? Le centre Leman regorge
de membres de cabinet de la
coalition arc-en-ciel. Cette année,
le centre dispose d'un budget de
100 millions de francs qui, l'an
prochain, passera à 175 millions.
Avec une telle somme, c'est à la
loupe qu'il va pouvoir rechercher les
discriminations. Il est grand temps
en effet que la population reçoive
une leçon.
A la limite, je puis comprendre que
les Verts et les socialistes
approuvent ce projet de loi aberrant
mais je ne m'explique pas que le
VLD leur emboîte le pas, à
l'encontre de l'avis de son propre
ministre de la Justice. L'absence
des membres du VLD en dit long.
Demain, ils appuieront docilement
sur l'interrupteur vert. Lors de
l'adoption de la proposition du PS
au Sénat, les jeunes du VLD ont
estimé devoir mettre leur parti en
garde contre les dangers de cette
loi qui, à leur yeux, briderait
gravement la liberté d'expression.
Ils ont exhorté le VLD à examiner
le projet comme il sied et à
s'abstenir le cas échéant. Le VLD
n'est cependant pas en mesure de
contenir les comportements
outranciers de Laurette Onkelinx.
Ah, si la base libérale du VLD
savait ce que leur parti est en train
de faire.
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
waarschuwen. Ik citeer: "Het is een totaal ondoordacht wetsvoorstel dat
wellicht de meest fundamentele aanslag ik hoop dat de voorzitter het
hoort op de liberale grondbeginselen van onze samenleving bevat
sinds de Duitse inval. De wet kan namelijk een ernstige beperking
vormen op de vrije meningsuiting en bovendien zo stellen de VLD-
jongeren , het gevaar op excessen en op heksenjachten is veel te
groot. Jong-VLD vraagt dat de VLD dit dossier grondig bestudeert,
bediscussieert en passend behandeld".
Collega's, deze dringende raad van de VLD-jongeren werd in de wind
geslagen. Duidelijker dan ooit is gebleken dat de VLD gewoon niet in
staat is om de meest excessieve, door blind fanatisme ingegeven
drijverijen van Laurette Onkelinx tegen te houden. Als een makke
schoothond legt deze partij zich neer bij deze criminele wet. Uw
achterban, blauwe collega's, moest eens weten wat u hier aan het
uitspoken bent.
03.16 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, madame la ministre,
chers collègues, le projet de loi qui nous est présenté a pour objectif de
doter notre pays d'une législation générale en matière d'égalité de
traitement et de lutte contre les discriminations. Dorénavant, différentes
formes de discrimination seront considérées comme inadmissibles et
sanctionnées, tant sur le plan civil que sur le plan pénal. A ce titre, ce
projet de loi s'inscrit dans une transposition de deux directives. La
première, celle du 29 juin 2000, vise la mise en oeuvre du principe
d'égalité de traitement entre les personnes, sans distinction de race ou
d'origine ethnique et tend à assurer une protection contre de telles
discriminations dans différents domaines. La deuxième directive interdit
toute discrimination directe ou indirecte, fondée sur la religion ou les
convictions, un handicap, l'âge ou l'orientation sexuelle, dans les
domaines de l'emploi et du travail.
Le Centre démocrate humaniste ne peut que s'inscrire dans un tel
cadre visant à sanctionner les actes discriminatoires afin d'en prévenir
également leur survenance. Si l'objectif annoncé et le cadre juridique du
projet de loi ne posent aucun problème, il n'en est pas de même pour
ce qui concerne les difficultés qui risquent de se poser quant à sa mise
en oeuvre. Il faut avouer que le texte a gagné beaucoup en clarté lors
des discussions que nous avons eues en commission de la Justice.
Toutefois, plusieurs points du projet de loi nous posent problème.
En premier lieu, nous constatons que le champ d'application du projet
de loi est très large, d'autant plus que les exceptions ne sont pas
limitativement énumérées. Par conséquent, nous craignons que le
caractère abstrait et large des dispositions entraîne un manque de
lisibilité, tant pour le citoyen que pour le juge, entre ce qui est permis
et ce qui ne l'est pas. Le problème de lisibilité des dispositions pénales
n'est pas facilité par le choix de certaines incriminations qui risquent de
poser certains problèmes de qualification pour le juge. Je pense
notamment au comportement relatif à la manifestation de l'intention de
recourir à la discrimination. A cet égard, il aurait été plus opportun de
prévoir, comme c'est le cas aux Pays-Bas ou en Irlande, un système
d'interdiction générale accompagné d'une liste d'exceptions
limitativement énoncées par rapport à tel ou tel motif.
L'exception fondée sur le traitement concernant l'âge est un exemple
illustratif. Un nouvel amendement sera d'ailleurs déposé en ce sens par
notre groupe, visant à mieux circonscrire les différences de traitement
basées sur l'âge qui ne constituent en aucune manière une
discrimination.
03.16
Joseph Arens
(cdH):
Voortaan zullen diverse vormen van
discriminatie als onaanvaardbaar
worden beschouwd en bestraft. De
eerste richtlijn (van 29 juni 2000)
beoogt de toepassing van het
beginsel van gelijke behandeling
van personen, zonder onderscheid
naar ras of etnische afkomst. De
tweede verbiedt elke discriminatie
op grond van religie of overtuiging,
handicap, leeftijd of seksuele
geaardheid. Dit ligt in de lijn van de
cdH, maar bij meerdere punten
rijzen nog problemen. In de eerste
plaats is het toepassingsbereik
bijzonder ruim, waardoor er
onduidelijkheid zou kunnen
ontstaan. Het ware beter geweest
om zoals in Nederland een
algemeen verbod op te stellen en
daaraan een lijst met
uitzonderingen toe te voegen. Ten
tweede maken wij ons zorgen om
de keuze van de procedures. Wij
hadden liever een preventieve
aanpak gezien. Daarom hebben wij
voorgesteld een
bemiddelingsprocedure te laten
organiseren door het Centrum van
gelijkheid van kansen. Bovendien
moeten de procedurele waarborgen
worden nageleefd. De rechter moet
in grote mate vrij kunnen oordelen
over de feiten die blijken uit tests
van situaties in de praktijk en
statistische gegevens.
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Nous estimons également que la pierre angulaire du projet de loi réside
dans l'accès à l'information par rapport aux différentes formes d'actes
discriminatoires. Il est essentiel que les acteurs sur le terrain puissent
être informés et sensibilisés aux pratiques qui risqueraient de tomber
sous le champ d'application de cette loi.
Deuxièmement, notre groupe est également préoccupé, à plusieurs
titres, par le choix des procédures qui sont ainsi détaillées dans le
projet de loi. Nous aurions préféré que ce projet prenne davantage en
compte les dimensions préventives par rapport à la problématique des
actes discriminatoires. A ce titre, nous avions proposé une procédure
préalable de médiation, organisée sous la responsabilité du Centre pour
l'égalité des chances, avant « l'intentement » de toute procédure
judiciaire, tel que prévu notamment par l'article 13 du projet de loi.
Par ailleurs, il convient que les garanties procédurales soient, en la
matière, respectées. Il importe que le défendeur puisse faire valoir ses
arguments de manière certaine. Cela saurait-il être le cas lorsque le
projet de loi prévoit le possible recours au test de situation et aux
données statistiques comme mode de preuve, sans pour autant définir
et organiser concrètement son régime? Le principe de sécurité juridique
postule que les conditions légales strictes viennent encadrer le recours
à de telles techniques au niveau du droit de la preuve; je pense au
recours aux présomptions humaines, à la preuve de l'absence de
discrimination apportée par le défendeur, par le biais de tout moyen de
droit. En toute hypothèse, le juge doit pouvoir disposer d'une large
autonomie en ce qui concerne l'appréciation à accorder aux faits
révélés par la pratique des tests de situation et données statistiques.
Voilà, monsieur le président, la position du groupe cdH.
03.17 Anne Barzin (MR): Monsieur le président, madame la vice-
première ministre, chers collègues, l'accord de gouvernement de juillet
1999 stipule clairement que la majorité arc-en-ciel entend faire de la
lutte contre le racisme, et plus généralement contre toute forme de
discrimination, une priorité de son action.
Plus précisément, on se donnait pour objectif, d'une part, d'évaluer les
législations actuelles contre le racisme et le négationnisme et, d'autre
part, de développer la lutte contre toute forme de discrimination par
l'adoption d'une loi générale.
Le second point concerne le projet qui nous occupe aujourd'hui. Il
provient du Sénat et rassemble l'essentiel des innovations en termes de
lutte contre le racisme et autres formes de traitement discriminatoire.
Le groupe du mouvement réformateur souscrit pleinement à ces
objectifs.
Il n'est pas inutile à mon sens de rappeler que le législateur a adopté,
depuis près de 20 ans, une série d'instruments qui répriment la haine
raciale. Madame la vice-première ministre, vous en avez fait une
synthèse assez éclairante dans le rapport du présent projet.
Il faut aussi remarquer que le droit international s'étoffe sur cette
question, principalement au niveau européen. Les directives sont de
plus en plus précises à ce sujet. C'est le cas de la récente directive du
29 juin 2000 relative à la mise en oeuvre du principe de l'égalité de
traitement entre les personnes, sans distinction de race ou d'origine
ethnique. Ces avancées justifient que l'on se penche aujourd'hui sur
nos règles internes.
03.17 Anne Barzin (MR): De wet
van 9 juli 1999 maakt duidelijk dat
paars-groen van de strijd tegen
racisme een prioriteit maakt. De
MR-fractie staat volledig achter de
doelstellingen van dit ontwerp. In
het internationaal recht krijgen we
steeds preciezer richtlijnen, denken
we aan de richtlijn van 29 juni 2000
betreffende de uitvoering van het
beginsel van gelijke behandeling
tussen personen, zonder
onderscheid naar ras of etnische
afkomst. De wet-Moureaux was
weinig doeltreffend. Sommigen
zeggen dat dit ontwerp overbodig
is, omdat er in België geen racisme
meer zou bestaan. We kunnen
echter niet voorbijgaan aan een
latente xenofobie.
Het ontwerp vaardigt een verbod uit
op discriminatie. Er wordt een
onderscheid gemaakt tussen
rechtstreekse discriminatie die
rechtstreeks gebaseerd is op
geslacht, ras, geboorte, enz. en
onrechtstreekse het zou hier om
een schijnbaar neutrale toestand
gaan met nadelige gevolgen. Alle
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Il faut, en outre, convenir que la loi Moureaux péchait par manque
d'efficacité. Les chiffres avancés par la ministre en commission de la
Justice sont clairs: plus de 90% des affaires traitées dans le cadre de
cette législation ont été classées sans suite.
Si le nombre de décisions judiciaires est en augmentation, ces
dernières années, il n'en demeure pas moins que les termes actuels de
la loi ne permettent pas de lutter efficacement contre le fléau du
racisme.
J'ai entendu dire par certains que l'initiative gouvernementale était inutile
parce que le racisme n'avait pas cours en Belgique. Il faut effectivement
s'entendre sur la notion. On ne parle évidemment pas de racisme
institutionnalisé ou généralisé. Par contre, il faut reconnaître qu'une
certaine forme de xénophobie latente a toujours cours. Plus
globalement, il est un certain nombre de situations discriminatoires qui
ne sont pas incriminées actuellement. Elles se développent
principalement dans le cadre des relations de travail, pour l'accès à
certaines activités ou à certains services. Il faut reconnaître que notre
système juridique ne leur apporte pas, dans une série de cas de figure,
une protection spécifique. Le sexe d'une personne, son état de santé
actuel ou futur, son orientation sexuelle sont autant de caractéristiques
qui engendrent des discriminations auxquelles il n'est pas répondu
aujourd'hui. Une loi générale sur la lutte contre les discriminations était
donc nécessaire. Je vais en examiner les principales dispositions.
Première mesure: l'interdiction des discriminations. Je précise d'emblée
que la définition choisie me semble particulièrement adéquate. En effet,
on distingue des discriminations directes et des discriminations
indirectes.
D'après le texte de la loi, il y a discrimination directe si une différence
de traitement, qui manque de justification objective et raisonnable, est
directement fondée sur le sexe, une prétendue race, la couleur,
l'ascendance, l'origine nationale ou ethnique, l'orientation sexuelle, l'état
civil, la naissance, la fortune, l'âge, la conviction religieuse et
philosophique, l'état de santé actuel ou futur, un handicap ou une
caractéristique physique. Il y a discrimination indirecte lorsqu'une
disposition, un critère ou une pratique apparemment neutre a un
résultat dommageable pour les personnes auxquelles s'applique un des
motifs que je viens d'énumérer.
Ces discriminations directes ou indirectes seront désormais interdites
lorsqu'elles portent sur la fourniture ou la mise à disposition du public
de biens ou de services, lorsqu'elles portent sur des conditions d'accès
au travail, la nomination d'un fonctionnaire, la mention dans une pièce
ou un procès-verbal, la diffusion, la publication et l'exposition en public
d'un texte et, enfin, l'accès, la participation et tout autre exercice d'une
activité économique, sociale, culturelle ou politique accessible au
public. En d'autres termes, on a essayé de viser l'ensemble des
critères de discrimination, mais aussi l'ensemble des secteurs d'activité
ainsi que l'ensemble des modes d'expression possibles d'une
éventuelle discrimination.
Les incitations à la discrimination sont également visées. Il est aussi
précisé que les clauses d'un contrat contraires à la nouvelle loi seront
nulles. Il s'agit donc bien d'une législation générale, seule voie possible
pour atteindre l'objectif initial.
Deuxième mesure. A côté de ces dispositions d'ordre civil, le texte met
en avant un certain nombre de nouveautés sur le plan pénal. De ce
criteria voor discriminatie en elk
mogelijk discriminerend handelen
komen aan bod. Overeenkomsten
die strijdig zijn met de bepalingen
van het ontwerp zijn nietig. Het gaat
dus wel degelijk om een algemene
wet. Er werd ook gezorgd voor
strafbepalingen. Wij zijn verheugd
over deze strenge aanpak. De
omkering van de bewijslast, zelfs
als deze enkel geldt in burgerlijke
zaken, is echter een ware
omwenteling. Wij zullen er dus over
waken dat er geen nieuwe
disfuncties ontstaan binnen de
ondernemingen. De MR staat dus
achter de doelstellingen van het
ontwerp. Ik wees al op onze
bezorgdheid in verband met de
bewijslast. Wij zullen deze tekst
met veel overtuiging goedkeuren.
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
point de vue, je pense que nous pouvons nous montrer satisfaits quant
à l'optique de fermeté voulue par les auteurs du projet. Les articles 7 à
14 développent ainsi pour un certain nombre d'infractions je pense au
viol, au meurtre, à l'injure que les peines peuvent être portées
jusqu'au double lorsque le mobile de l'infraction est la haine, le mépris
ou l'hostilité à l'égard d'une personne, en raison des critères
discriminatoires que j'ai déjà énumérés.
Nous souscrivons bien sûr à ces dispositions même si, dans la
pratique, il sera peut-être parfois difficile d'établir avec certitude la
motivation première de l'auteur des faits.
Quelques mots, pour conclure, sur la délicate question du
renversement de la charge de la preuve. Nous sommes conscients que
le mécanisme ne vaut que sur le plan civil et qu'il est entouré d'un
certain nombre de garanties, de préalables, qui encadrent son
application. Il n'en demeure pas moins qu'il s'agit d'une véritable
révolution, revenant sur des principes juridiques fondateurs et garants
de la bonne marche de notre organisation juridictionnelle. Nous
veillerons donc à ce que ce point de la législation n'engendre pas de
nouveaux dysfonctionnements au sein des entreprises et des
administrations. Il ne faut pas mettre à mal la confiance élémentaire
nécessaire au bon déroulement des relations de travail.
En conclusion, monsieur le président, madame la vice-première
ministre, chers collègues, le groupe du Mouvement réformateur souscrit
aux objectifs du projet. La lutte contre le racisme et contre toute forme
de discrimination est pour nous aussi une priorité. J'ai mis également
en évidence nos légères craintes en ce qui concerne le renversement
de la charge de la preuve. Le racisme est un fléau qu'il faut combattre
mais il y a aussi des droits fondamentaux et, notamment, le respect de
la vie privée qu'il convient de préserver avec la même vigueur que celle
qui est nécessaire à la lutte contre les discriminations et le racisme.
Nous voterons ce texte avec beaucoup de conviction. Je vous remercie
pour votre attention.
03.18 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
vooraleer ik ten gronde dit wetsontwerp bespreek, ga ik een beroep
doen op u, in uw hoedanigheid als voorzitter van dit halfrond. Waarom?
Omdat ik tijdens de debatten in de commissie geconfronteerd werd met
de manifeste onwil van mevrouw de minister om te antwoorden op een
aantal pertinente maar mijns inziens terechte vragen, en dat zonder
enige motivering of verklaring. Nochtans meen ik, mijnheer de voorzitter,
dat in een democratische rechtsstaat het Parlement de hoogste macht
uitmaakt en een eenvoudige verwijzing naar de trias politica volstaat,
denk ik, om u daarvan te overtuigen. Als parlementsleden zijn wij
minstens de gelijke van een minister, en ik wens ook dat dit
gehonoreerd wordt. Ik ga maar één vraag stellen aan mevrouw de
minister vandaag. Ik ga het haar niet te moeilijk maken, maar ik vraag
dan ook uitdrukkelijk dat daarop geantwoord zou worden, omdat men
mij anders miskent als volksvertegenwoordiger, verkozen in een
arrondissement met meer dan 60.000 kiezers voor mijzelf en mijn partij.
Ik dank u reeds van tevoren daarvoor. U bent de primus interpares,
voorzitter, die daarvoor kan zorgen, die mijn vraag een passend
resultaat kan laten geven, en die zo nodig de minister tot de orde kan
roepen.
Ik zal beginnen met mijn vraag. Misschien is dat het gemakkelijkste. U
zult me toestaan, voorzitter, collega's, mevrouw de minister, om een
verklarende uiteenzetting te geven. Dit wetsontwerp vertrekt van de idee
dat rassen niet bestaan en dat er, daaruit voortvloeiend, geen raciaal
03.18 Bert Schoofs (VLAAMS
BLOK): Je souhaiterais d'abord
m'en référer au Président. En
commission, la ministre a refusé
obstinément de répondre aux
questions pertinentes qui lui avaient
été adressées. J'exprime
expressément à cette tribune le
souhait d'obtenir une réponse à
mes questions. Je compte sur le
président pour qu'il incite la
ministre à me répondre et la
rappelle le cas échéant à l'ordre.
Le projet à l'examen nie par
principe l'existence de races,
faisant valoir l'impossibilité
scientifique d'établir ce qu'il
conviendrait d'entendre par ce
terme. Dès lors, le projet utilise les
termes "prétendue race". Je puis
suivre ce raisonnement. Il existe
toutefois d'autres dispositions qui
ne sont pas fondées sur des
données ou des constatations
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
onderscheid bestaat omwille van de onmogelijkheid, zo wordt gesteld,
een wetenschappelijke definitie te geven of een wetenschappelijke
vaststelling te doen van het feit dat er geen rassen bestaan. Ik kan die
logica volgen. Ik kan mij er zeker in vinden dat men een ras niet
wetenschappelijk kan bepalen, dat men een onderscheid in ras niet
wetenschappelijk kan bepalen. Wie het probeert is eraan voor de
moeite. Ik maak wel een kleine kanttekening. Niet elke wettelijke
bepaling zelfs niet de meeste is gebaseerd op wetenschappelijke
gegevens, definities of vaststellingen, gelukkig maar. Dus schiet het
wetsontwerp op dit punt sowieso tekort. Dit wil ik toch vooraf
onderstrepen. Immers, met één pennentrek wist men in de gedachten
van de mensen natuurlijk het onderscheid in rassen niet uit, omdat men
vaak wel een onderscheid tussen bepaalde mensen of
bevolkingsgroepen ziet. Men kan dit dus niet uitwissen met één
pennentrek.
Maar goed, ik stap in de logica van mevrouw de minister dat men de
term "ras" vervangt door "zogenaamd ras". In dat verband wens ik de
minister een vraag te stellen. Ik heb ze trouwens al meermaals gesteld
in de commissie en ook in de plenaire vergadering tijdens de
bespreking van het wetsontwerp inzake de versterking van de
antiracismewetgeving. Waarom wordt dan wat de etnische afstamming
betreft, niet eveneens door de minister in het wetsontwerp opgenomen
dat het handelt om een zogenaamde etnische afstamming? Want een
etnische afstemming is volgens mij evenmin als een ras
wetenschappelijk bewijsbaar, vaststelbaar, definieerbaar. Laat het door
een nationalist gezegd zijn. Een ras is niet wetenschappelijk
definieerbaar, een etnische afstamming is dat ook niet. Ik vraag me
echter af waarom mevrouw de minister wel het zogenaamd ras in het
wetsontwerp wil schrijven en niet de zogenaamde etnische afstamming.
Daarop wil ik een antwoord, liefst een redelijk antwoord, liefst een dat is
ingegeven door intellectuele eerlijkheid. De ratio legis ervan ontgaat mij
absoluut. Ik kan de vele angels en onvolkomenheden in dit wetsontwerp
vaststellen, ik kan er ook de achtergrond van nagaan. Alleen die
concrete redenering van mevrouw de minister begrijp ik niet. Dat moet
ze mij toch eens uitleggen.
Collega Laeremans is reeds tussengekomen op tal van punten, ik ga
het dus niet te lang maken, mijnheer de voorzitter. Toch sta ik even stil
bij de politieke overtuiging die in dit wetsontwerp niet geldt als
discriminatiegrond.
Ik wil aantonen hoever dit gaat. Het gaat niet alleen over het publieke
leven waarin men op politieke gronden kan gediscrimineerd worden.
Wellicht kan dit ook want het wetsontwerp verschaft geen
duidelijkheid in het privé-leven van zo iemand. Stel dat ik wens te
huwen met mijn levenspartner. Ik ga morgen naar een zaal uitkijken. De
zaaluitbater weigert mij de zaal. Ik heb daar geen verhaal tegen. Hij
zegt: "Bert Schoofs, u bent lid van het Vlaams Blok, u bent
volksvertegenwoordiger van het Vlaams Blok. Ik weiger u deze zaal op
basis van uw politieke overtuiging". Volgens mij laat dit wetsontwerp dat
toe. Dat is een geïnstitutionaliseerde belediging, een
geïnstitutionaliseerde vernedering. Als ik a fortiori als politicus een zaal
zou vragen voor een politieke meeting, kan men die ook weigeren, maar
blijkbaar ook in mijn privé-leven. Daar is geen duidelijkheid over.
Rechters hebben geen aanknopingspunt om te stellen wat met het
politieke en het publieke leven te maken heeft en wat met het privé-
leven. Het zal je maar overkomen. Ik zie mevrouw Talhaoui niet. Zonet
hadden we pril oogcontact. U mag dat weten. Ze vroeg of ik eerst wou
spreken en zij na mij, of andersom, want ze moest even weg. Ik zie het
al gebeuren ook een geïnstitutionaliseerde belediging en vernedering
dat men aan mevrouw Talhaoui zou zeggen dat men haar de toegang
scientifiques. Le sentiment des
gens ne peut d'ailleurs être rayé
d'un trait de plume. La question à
laquelle je souhaite obtenir une
réponse claire est la suivante:
pourquoi le projet n'utilise-t-il pas
également les termes "prétendue
origine ethnique"?
La "conviction politique" n'est pas
prise en considération comme motif
de discrimination. Ainsi, aucune
distinction n'est faite entre la vie
privée et la vie publique. On pourrait
par exemple refuser à quelqu'un la
location d'une salle pour un
banquet de mariage en raison de
ses convictions politiques. Bien
que cette loi soit clairement dirigée
contre un parti en particulier, les
autres seront également
éclaboussés.
J'espère dès lors que les juges
classeront la "conviction politique"
sous le critère "philosophie". Ils
peuvent peut-être également se
référer aux règles internationales. Il
me semblait utile que ce point de
vue de la minorité figure dans les
travaux préparatoires.
En cas de motif abject dans le
cadre d'un fait délictueux, le taux
de la peine est doublé si ce motif
est de nature discriminatoire. Je ne
vois pas d'objection à ce qu'un
skinhead qui passe un Africain à
tabac soit lourdement sanctionné.
Toutefois, les jeunes allochtones
qui ne détroussent que les
personnes d'origine flamande ou
wallonne commettent des actes
tout aussi abjects. L'exemple du
skinhead donné dans le cadre de
cette loi reflète donc une attitude
partiale. J'espère que les juges et
les procureurs étendront
l'application de cette loi à tous les
cas similaires.
Cette loi vise à protéger la pensée
politiquement correcte et la société
multiculturelle. Si l'on va jusqu'à
sanctionner une blague, fût-elle
douteuse, alors nous faisons
fausse route. Les premières
condamnations civiles fondées sur
le renversement de la charge de la
preuve feront basculer le beau rêve
multiculturel dans le cauchemar.
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
tot een horecazaak zou weigeren op basis van haar politieke
overtuiging. Dat zou ik evenmin pikken ten aanzien van een collega
volksvertegenwoordiger. Laat dat even gezegd zijn. Ik zou het niet
pikken wanneer men dat iemand op basis van zijn politieke overtuiging
zou aandoen. Hierin faalt het wetsontwerp bewust en is het met
voorbedachtheid gepremediteerd om één welbepaalde politieke
overtuiging te weren. Geloof me, er zullen ook slachtoffers vallen bij
andere politieke partijen. Ik hoop dat men het absurde daarvan inziet.
Het is op het eerste zicht belachelijk maar het is in feite zo schrijnend
dat het grotesk is.
Ik hoop dan ook terecht en oprecht dat de rechters meegaan in mijn
dissenting opinion omdat ik hier ook voor een deel de wil van de
wetgever vertolk. Het mag dan een dissenting opinion zijn, maar een
waarbij wij toch in de term "levensbeschouwing" die ingeschreven is in
het wetsontwerp een grond vinden om ook de politieke overtuiging als
een criterium voor onaanvaardbare discriminatie te weerhouden. Ik hoop
werkelijk dat de rechters zo verstandig zullen zijn om dat te doen. Ik
weet echter dat ik een mening vertolk die slechts een minderheid
achter zich heeft. Er zijn nog altijd de internationale verdragen als
ruggensteun. Wie weet zal een of andere advocaat toch niet en dat
zal ik als een overwinning beschouwen een rechter zover krijgen om
hem ervan te overtuigen om naar die internationale verdragsrechtelijke
bepalingen te kijken en niet naar deze krakkemikkige wet die bewust
op dit punt krakkemikkig is gehouden.
Ik wil nog één voorbeeld geven van de bochten en van de kromme
redeneringen in dit wetsontwerp met het oog op de handhaving van het
politieke correcte denken, want daar dient het toch toe. Dat is het feit
van de verwerpelijke beweegreden. Het feit van de verwerpelijke
beweegreden wordt ingevoerd als een verzwarende omstandigheid in
geval van een misdrijf dat gepleegd wordt of gepleegd zou zijn deels of
geheel op basis van discriminatoire motieven. In dat geval wordt de
strafmaat verdubbeld. Wanneer we naar de toelichting van het
wetsontwerp kijken, is het veelzeggend hoe eenzijdig men de
problemen beschouwt. Men haalt het voorbeeld aan van een skinhead
die een Afrikaan overvalt en berooft. Ik zeg niet dat dit niet voorkomt,
mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's. En wanneer het
voorkomt mag het voor mijn part zeer zwaar worden gestraft. De
verdubbeling van de strafmaat zou me echt worst wezen om die
skinhead waarmee ik geen affiniteit heb en die handelt op
discriminatoire gronden naar de gevangenis te verwijzen, omdat hij een
menselijke persoon in al zijn waardigheid aantast en er ook nog een
motief voor heeft. Maar mevrouw de minister, ik wil er toch op wijzen
dat er elke dag ook mensen aangevallen en beroofd worden door
allochtone jongeren, mensen met een andere huidskleur, van een
andere zogenaamde etnische afstamming, van een ander zogenaamd
ras. Zij vallen mensen aan van Vlaamse en Waalse origine die een
blanke huidskleur hebben. In dat geval vind ik dat de rechters ook maar
eens zouden mogen overwegen om de verwerpelijke beweegreden toe
te passen.
Want heel vaak gaat het ook maar om jongeren die inderdaad
misschien wel opgezet zijn door een of andere imam of ik weet niet
wie, maar die ook de blanke kaffers gaan aanvallen, die ook aanvallen
plegen tegen mensen van een ander ras en die dat niet zouden doen
wanneer het om iemand van hun eigen zogenaamd ras of van hun eigen
huidskleur of van hun eigen etnische afstamming zou gaan. Daar
moeten wij ook eens bij stilstaan, niet alleen bij de skinheads, maar
ook bij die jonge allochtonen die feiten plegen.
Ik klaag gewoon de eenzijdigheid aan. De twee soorten van aanvallen,
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
van personen met de ene huidskleur ten opzichte van andere of van
andere ten opzichte van de ene, zijn voor mij evenwaardig slecht. Laat
dat gezegd zijn, zodat daar geen misverstand over bestaat. Ik hoop dan
ook, met uw wetsontwerp in de hand, wanneer het dan toch zo moet
zijn, dat de rechters en de procureurs daar ook gevolg aan zullen geven
en dat zij ook uitgaan van het principe "dura lex sed lex". Ook hier is de
verwerpelijke beweegreden immers wellicht aanwezig.
Wat er ook van zij, deze wet heeft inderdaad de bedoeling om het
officiële eenheidsdenken, om dat politiek correct denken, en ook die
multiculturele samenleving die anders niet samengehouden kan
worden, boven water te houden. Ik zeg u echter wel één ding: met die
wet, op het punt waar ze de humor aanvalt en waar iemand veroordeeld
zou kunnen worden omwille van een grap die iets of wat scheef valt of
bij iemand niet in goede aarde valt, zijn we op slechte weg. In
Vlaanderen is er een spreekwoord dat zegt: waar er gelachen wordt, is
er geen oorlog. Wel, wanneer u de lach misschien wel vermoordt met
dat wetsontwerp op bepaalde punten, dan zijn wij niet op de weg die wij
moeten bewandelen en komen wij niet uit op het punt waar wij moeten
uitkomen. Ik voorspel u dan ook, wanneer de eerste veroordelingen op
burgerlijk gebied vallen, wegens de draconische omkering van de
bewijslast, dan zal de multiculturele droom volgens mij excuseert u
mij ontaarden in een nachtmerrie.
Dat was alles wat ik daarover te zeggen had. Mevrouw de minister, ik
wacht op uw antwoord op mijn vraag, die ik al meermaals gesteld heb.
Ik dank u, toch nog oprecht.
03.19 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de vice-première, collega's, ...
(...): Vice-première?
03.20 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Volgens de Académie
française...
De voorzitter: Mevrouw Talhaoui, toen ik hier in het begin was, ging het over het onderscheid tussen de
vrouwelijke benamingen van een aantal functies. Ik heb navraag gedaan in een Franse assemblee, de Franse
senaat. Daar bestond een onderscheid tussen "madame la rapporteuse", "madame la rapportrice" en
"madame la rapporteur". Misschien ben ik van de oude Franstalige stempel, maar ik heb mij gehouden aan de
beschouwing dat de gelijkheid groot is als ik zeg "madame le président, madame le ministre", en dat ik zo
meer hulde breng aan de gelijkberechtiging dan de anderen. Het verschil is zo groot dat l'Académie française
n'est pas d'accord avec les mots employés par l'Assemblée nationale française. Mais je ne peux pas me
permettre de dire: "madame la pompière" à quelqu'un qui exerce au sein de ce corps distingué.
03.21 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
l'Assemblée nationale française est peut-être, comme l'Académie
française, en retard de deux siècles.
Le président: Et nous sommes en avance. Et je dois préciser que j'insiste pour qu'on mette dans les
rapports "madame le rapporteur".
03.22 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Pourtant, la
Communauté française a adopté un décret visant à féminiser les noms
de fonctions.
Le président: Mais nous ne sommes pas soumis aux décrets de la Communauté française. Eux, c'est eux
et nous, c'est nous!
(...): Il faut pourtant respecter les décisions qu'elle prend au niveau de la langue.
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
Le président: Pas du tout. Nous sommes soumis ici à l'emploi des langues ...
03.23 Laurette Onkelinx, ministre: (...)
Le président: Pour moi, il s'agit d'une valorisation que de dire "madame le président". C'est évidemment une
opinion personnelle.
03.24 Laurette Onkelinx, ministre: (...) Il faut pouvoir agir sur le
langage pour changer les réalités.
Le président: Je dois quand même vous dire aussi qu'aussi longtemps que je suis à la place que j'occupe, je
suis protégé par l'immunité parlementaire.
03.25 Laurette Onkelinx, ministre: Lorsqu'on dit: "le président est en
congé de maternité", il y a quelque chose de ridicule dans la
formulation.
De voorzitter: Mevrouw Talhaoui, dit was een kleine excursie die niets te maken had met discriminatie. U
hebt het woord.
03.26 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
geslacht is nochtans ook een grond van discriminatie in dit
voorontwerp.
Mevrouw de vice-eerste minister dat is duidelijker , beste collega's,
de Agalev-Ecolo-fractie is verheugd over het feit dat het wetsontwerp dat
wij nu bespreken, spoedig wet wordt. In het regeerakkoord van 1999
werd reeds aangekondigd dat de regering werk ging maken van een
versterkte antiracismewetgeving, die ondertussen wet is geworden, en
van een algemene antidiscriminatiebepaling in ons recht.
De actualiteit van vandaag leert ons immers dat heel wat groepen in
onze samenleving dikwijls zijn dit ook de sociaal zwakkeren
dagdagelijks met discriminatie worden geconfronteerd in het onderwijs,
op de arbeidsmarkt, op zoek naar een woning en in verschillende
andere maatschappelijke sectoren. Ze worden gediscrimineerd omwille
van hun huidskleur, afkomst, seksuele geaardheid, geslacht, leeftijd en
ik noem er maar een paar op.
Het is positief aan dit ontwerp dat er voor de toepassing van deze wet
niet alleen naar de twee Europese richtlijnen van 2000 gerefereerd
wordt. Het gaat hier over de Europese richtlijnen in verband met
etnische afkomst en in het kader van de arbeidsbetrekkingen. Er werd
tegelijkertijd gekeken naar andere internationaal rechterlijke bepalingen
die het verbod op discriminatie voorschrijven zoals de
rassendiscriminatieconventie, het burgerlijk pact inzake burgerlijke en
politieke rechten, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens,
het verdrag van Amsterdam en zelfs de Universele Verklaring voor de
Rechten van de Mens uit 1948.
Op deze manier schrijven wij als België een algemene antidiscriminatie-
of gelijkheidsbepaling in ons recht in. In verschillende paragrafen in dit
ontwerp worden bepaalde handelingen als discriminaties opgenomen.
Dit gaat van de levering van goederen en diensten tot elke andere
normale uitvoering van een economische, sociale, culturele of politieke
activiteit. Deze concretisering doet echter geen afbreuk aan de bredere
bescherming die onze Grondwet of andere internationale bepalingen
ons bieden als het erop aan komt bepaalde discriminaties aan de kaak
te stellen en te sanctioneren. Belangrijk is ook de parallel die kan
worden getrokken met de antiracismewetgeving, aangezien racisme
altijd een vorm van discriminatie is.
03.26
Fauzaya Talhaoui
(AGALEV-ECOLO): Le groupe
Agalev-Ecolo se réjouit beaucoup
que la présente proposition
devienne bientôt loi. Une loi
antiraciste bien ficelée et
l'instauration d'une législation
antidiscriminatoire étaient des
priorités de l'accord de
gouvernement. De nombreuses
catégories, parmi lesquelles les
socialement faibles, sont toujours
victimes de discriminations fondées
sur le sexe, l'âge, l'origine, la
couleur de peau ou l'orientation
sexuelle.
La présente proposition se situe
dans le prolongement de la
législation européenne et des
traités internationaux. Elle instaure
un principe antidiscriminatoire
général et énumère une série
d'actes et d'activités auxquels
s'applique ce principe. Toutefois,
cette énumération ne porte
nullement atteinte aux dispositions
générales. La présente proposition
comporte des points de
convergence avec la législation
antiraciste étant donné que le
racisme implique toujours une
forme de discrimination. La
pénalisation de la discrimination
tant directe qu'indirecte permettra
d'intervenir de manière plus efficace
contre la discrimination indirecte
qui, tout en étant particulièrement
douloureuse à supporter, restait
jusqu'à présent difficile à prouver.
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
Ik zou graag, collega's, een aantal bepalingen uit het ontwerp willen
belichten. Het gaat om bepalingen die, mijns inziens, opvallen vanwege
de betekenis die er in dit ontwerp aan wordt gegeven of gewoon omdat
ze een nieuwe dynamiek tot stand brengen. De opname van directe,
maar tegelijkertijd ook de indirecte discriminatie, in dit ontwerp
bijvoorbeeld en de gevolgen die daaraan gekoppeld worden brengen met
zich dat een fenomeen dat totnogtoe zogenaamd moeilijk te bewijzen
viel, namelijk de indirecte discriminatie, vanaf nu wel als zodanig zal
kunnen worden herkend, niettegenstaande zijn soms subtiele karakter.
Dit begrip van indirecte discriminatie zal in de rechtspraktijk nog meer
inhoud moeten krijgen in onze nationale rechtsorde, daar waar het hof
in Straatsburg en in Luxemburg een interessante jurisprudentie hierover
reeds hebben ontwikkeld. Deze verborgen vorm van discriminatie, die
zoveel leed berokkent aan zoveel mensen en die door praktijktests
eindelijk naar boven zal kunnen komen, maakt een belangrijk
instrument uit om uitsluiting in onze samenleving tegen te gaan.
Misschien kan dan eindelijk de discotheekuitbater die een allochtoon
de toegang tot zijn tent weigert omwille van het feit dat hij zogenaamd
geen lid is verantwoording afleggen in het kader van deze wet.
Mijn tweede punt: dit ontwerp gaat uitgebreid in op de discriminaties die
gesitueerd zijn op de arbeidsmarkt. Waar het hart van vol is, loopt de
mond van over. Is het nietwaar, mevrouw de minister van Arbeid en
Tewerkstelling? Maar meer dan dat, met dit thema worden we met onze
neus op de realiteit gedrukt, namelijk op het inburgerings- en
integratiedebat dat nu op dit ogenblik bezig is in het Vlaams Parlement
en de dringende verzoeken uit alle allochtone gemeenschappen en uit
de mond van bepaalde politici om eindelijk iets te doen aan de
oververtegenwoordiging van sommige bevolkingsgroepen in de
werkloosheidsstatistieken.
Dit is ook een terrein waar men met een ongelijkheid van wapens te
maken heeft, namelijk een sterke werkgever en een machteloze
werknemer of werkzoekende. Het is dan ook niet meer dan rechtvaardig
dat de overheid de zwakste partij ondersteunt in de versteviging van zijn
positie. Opvallend en belangrijk genoeg is dat de wetgever
discriminaties wou tegengaan, zowel in de publieke sector als in privé-
ondernemingen. In privé-ondernemingen is het nog altijd moeilijker om
aanwervingen en de verdere beroepsloopbaan te reguleren. De privé-
sector heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar de
overheid moet ook afkomen met good practices.
Ten derde, de pesterijen. Pesterijen worden in dit ontwerp beschouwd
als een vorm van discriminatie als ze gebaseerd zijn op een
discriminatiegrond of als het gedragingen zijn die gebaseerd zijn op
bepaalde gronden in dit ontwerp en die tot gevolg hebben dat er een
inbreuk wordt gepleegd op de waardigheid van de menselijke persoon
gepaard gaande met intimidaties, beledigingen, vernederingen of andere
vijandigheden. Het taboe van de pesterijen op het werk is eindelijk
doorbroken. Mensen durven er nu openlijk over praten en de publieke
opinie weet nu ondertussen dat deze gedraging mensenlevens kan
vernietigen. Het is uw verdienste geweest, mevrouw de minister, samen
met de Senaat, om deze gedragingen of handelingen te bestrijden in de
wet op de pesterijen. De opname ervan in dit ontwerp als vorm van
discriminatie versterkt het signaal dat het onaanvaardbaar is in een
moderne en op respect gebaseerde samenleving dat deze gedragingen
aanwezig zijn.
Ten vierde, de omkering van de bewijslast en de praktijktest vastgesteld
door een deurwaarder en ondersteund door statistische gegevens. De
richtlijn van de Raad van 2000 stelt voor om de spreiding van de
Un large chapitre est consacré à la
discrimination sur le marché du
travail. Il faut clairement remédier
au chômage particulièrement
important au sein de certaines
catégories sociales. Dans la
relation employeur-employé, la
partie la plus faible doit être
soutenue. Le législateur doit
combattre la discrimination, tant
dans le secteur public que dans le
secteur privé. Il doit en effet
également assumer une
responsabilité sociale.
Le harcèlement peut également
être considéré comme une forme
de discrimination s'il existe un motif
de discrimination manifeste, s'il y a
atteinte à la dignité humaine et s'il
est question d'hostilité personnelle.
Cette disposition rompt le tabou du
harcèlement sur les lieux de travail,
qui coûte parfois des vies
humaines, et renforce le signal
social selon lequel de telles
pratiques sont inacceptables.
Pour conclure, j'insisterai sur
l'importance capitale de l'inversion
de la charge de la preuve, de la
reconnaissance légale de tests de
situation par un huissier et des
données statistiques. Ces
dispositions doivent compenser la
position de faiblesse des victimes.
Certaines tensions dans la société
pourront être limitées à un
minimum. La critique formulée à
l'égard des tests de situation est
injustifiée. Ils ont déjà prouvé leurs
qualités au Canada et aux Pays-
Bas.
Cette proposition de loi donne un
signal clair: la discrimination est
strictement interdite. Son efficacité
devra être évaluée dans la pratique.
Les juges, qui doivent appliquer ces
dispositions raisonnablement et
proportionnellement, assument une
importante responsabilité en la
matière. Dans une société idéale,
des propositions de ce type sont
inutiles mais dans la pratique, des
corrections s'imposent. Le groupe
Agalev-Ecolo adoptera cette
proposition de loi avec conviction.
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
bewijslast in te bouwen in dit wetsontwerp. De wetgever komt hier
nogmaals tegemoet aan de zwakke positie waarin slachtoffers zich
bevinden om discriminaties die hun worden aangedaan aan te klagen.
De bewijslast die heden ten dage op sommige slachtoffers rust, maakt
dat discriminaties in het onderwijs en op de arbeidsmarkt blijven
voortduren ten aanzien van bepaalde bevolkingsgroepen in onze
samenleving. Een gedeelde bewijslast, ondersteund door praktijk- of
situatietests waaruit blijkt dat sommige groepen wegens bepaalde
uiterlijke kenmerken of wegens hun seksuele geaardheid of een andere
discriminatiegrond proportioneel meer worden gediscrimineerd dan de
rest van de samenleving moet niet alleen tot nadenken stemmen, maar
aansporen om zulke uitwassen sterk te veroordelen en weg te werken.
Sommige spanningen in de samenleving zouden op deze manier tot
een minimum kunnen gereduceerd worden en zorgen dat samen leven
kan in een multiculturele samenleving. De kritiek die ik heb gehoord op
de praktijktests is mijns inziens onterecht en zelfs voorbarig. Deze
tests worden succesvol in het buitenland gebruikt ik denk aan
Nederland, ik denk aan Canada en zijn een nuttig en bruikbaar
instrument om discriminaties op te sporen en tegen te gaan.
Ten slotte nog dit. Met dit ontwerp heeft de wetgever een belangrijk
signaal willen geven aan de samenleving en aan allen die daarin
verantwoordelijkheid opnemen. Discriminatie is een ongeoorloofde
handeling waaraan niemand zich mag bezondigen. De praktijk zal ons
leren wat de efficiëntie is van deze wetgeving. Elke wetgeving, ook
deze, dient te beantwoorden aan de principes van proportionaliteit en
redelijkheid. Onze rechters hebben daarin een grote
verantwoordelijkheid te dragen.
Voorzitter, mevrouw de minister, collega's, als we in het paradijs
leefden dan hoefde deze wetgeving niet, maar omdat we alleen maar
mensen zijn, hebben we soms correcties nodig. Agalev-Ecolo zal met
alle overtuiging dit wetsontwerp ondersteunen.
03.27 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
madame la ministre, chers collègues, je ne m'étendrai pas longuement
sur ce sujet puisque ma collègue, Mme Talhaoui, a exposé de manière
circonstanciée l'avis du groupe Ecolo-Agalev. Je m'en tiendrai à faire
l'une ou l'autre remarque.
Mon groupe est évidemment satisfait de ce genre de législation qui
renforce une série de mesures permettant d'avancer dans la tolérance
et dans la paix puisque nous serons de plus en plus confrontés à une
société multiculturelle. J'estime que la libre circulation ne vaut pas
seulement pour les marchandises, mais aussi pour les êtres humains.
Nous pouvons donc être très satisfaits, d'autant qu'un amendement a
permis la prise en considération dans la loi d'une discrimination
supplémentaire, à savoir celle qui est faite aux handicapés. Je suis très
heureuse que l'on ait ajouté ce point qui nous paraît très important.
Comme on l'a dit, notre société n'est pas raciste mais, comme je l'ai
souligné aussi, le racisme et le sexisme ordinaires existent. Cela se
traduit par des discriminations dans des domaines aussi importants
que l'accès au travail.
Ce sont toujours les groupes les plus faibles qui sont visés. Ce projet
s'inscrit dans un ensemble de mesures, dont celle dont nous parlions
ce matin, visant à faire respecter une égalité pour tous les groupes de
la société, y compris les groupes dits faibles.
03.27
Martine Dardenne
(ECOLO-AGALEV): Ik sluit me aan
bij de gedetailleerde uiteenzetting
van mijn collega van de Agalev-
Ecolo-fractie. Mijn fractie is
verheugd over deze stap naar een
vreedzamer samenleving; een
multiculturele samenleving moet
voortdurend in beweging zijn.
Het amendement voert een
bijkomende discriminatie tegenover
gehandicapten in. Racisme en
seksisme bestaan en doen zich
onder meer voor bij de aanwerving.
Wij hebben hier dus een ontwerp
met maatregelen die ertoe strekken
meer gelijkheid te brengen in de
maatschappij, ook voor de
zogenaamd zwakke groepen. De
verschillen in behandeling worden
bijgeschaafd. Deze tekst getuigt
van redelijkheid en strookt met het
beeld dat hij wil uitdragen.
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
Je suis donc entièrement satisfaite de ce projet. Les différences de
traitement sont recadrées pour tous ceux qui auraient des inquiétudes
à cause de différences de traitement fondées sur des discriminations et
manquant de justification objective et raisonnable. Le texte qui nous est
proposé est particulièrement raisonnable et tolérant, à l'image des
objectifs qu'il veut promouvoir.
03.28 Fred Erdman (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de vice-
premier dit om te vermijden dat ik in de "le" of de "la"-vorm zou
moeten spreken , alle gekheid op een stokje, ik denk dat wij vandaag,
wat ook sommigen ervan denken, een zeer belangrijke wet op het
getouw zetten. Maar, en dit is misschien van mijnentwege utopie of
droom, het ware misschien een ideële maatschappij die dat soort van
wetgeving niet zou nodig hebben. Indien sommigen hier zojuist zijn
tussenbeide gekomen en meer dan ooit geponeerd hebben dat in
tegenstrijd met hetgeen hier beoogd wordt door degenen die dit ontwerp
steunen, namelijk dat alle mensen gelijk zijn, zij daarentegen poneren
dat de ongelijkheid tot ideologie moet worden verheven.
Ja, mijnheer Laeremans, u hebt hier uitdrukkelijk gezegd dat er geen
gelijkheid is, dat er inderdaad een onderscheid is tussen mensen, dat
er inderdaad een onderscheid is dat u zelfs maar dat hebt u niet
durven te zeggen! zou verheffen tot een ideologie waarbij, zoals in de
klassieke wereld, de sterken de zwakkeren zouden moeten verdrukken,
of waar zij die het bij het rechte eind hebben diegenen die zij willen
onderdrukken op die manier zouden uitschakelen. Zo ver bent u niet
gegaan.
(...): (...)
03.28 Fred Erdman (SP.A):
Aujourd'hui, une loi très importante
se trouve sur le métier. Seule une
société idéale peut se passer d'une
telle loi. Certains ne verraient
toutefois aucun inconvénient à
hisser l'inégalité au rang
d'idéologie, bien que M. Laeremans
n'ait pas utilisé exactement ces
termes. Par contre, il a dit qu'il
existe des différences et des
inégalités entre les personnes.
De voorzitter: Ja, ja. Een van de twee. Mijnheer Schoofs? OK.
03.29 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Ik wil collega Erdman doen
opmerken dat wij er inderdaad van overtuigd zijn dat niet iedereen gelijk
is, gelukkig maar: wij doen niet aan egalisering. Voor ons is wel
iedereen gelijkwaardig. Maar ik denk niet dat de wet zoals ze nu
voorligt voor meer gelijkwaardigheid zal zorgen. Dat denk ik, eerlijk
gezegd, niet.
03.29 Bert Schoofs (VLAAMS
BLOK): Nous affirmons que les
êtres humains sont équivalents
mais non égaux et que cette loi ne
favorise pas l'équivalence.
03.30 Fred Erdman (SP.A): Ik moet u zeggen dat de interpretatie die
collega Laeremans en u geven aan deze wet, niet de mijne is. Ik heb
trouwens moeten vaststellen dat op het woord is misschien iets te
straf geniepige wijze interpretaties worden ingevoegd. Ik dacht dat u
het was, mijnheer Schoofs, die op een bepaald ogenblik zegde: "Ik ga
dit hier toch maar stellen met de hoop dat later een rechter deze
interpretatie tot de zijne zou kunnen nemen, omdat zij dan deel
uitmaakt van de voorafgaande werken in het Parlement". Wel, ik denk
persoonlijk dat ik meer vertrouwen heb in de rechters dan u en dat zij
het onderscheid kunnen maken tussen een juiste analyse en een
verbasterde analyse.
03.30 Fred Erdman (SP.A): Je
vous soupçonne de vouloir, par vos
déclarations, glisser
insidieusement des possibilités
d'interprétation dans la loi.
De voorzitter: Collega Erdman, mag ik u misschien onderbreken?
Voorbereidende werken kunnen maar dienen in voorkomend geval,
wanneer zij een verantwoording geven tot, ofwel het intrekken van een
amendement, ofwel het rechtvaardigen van een stemming. Ze moeten
dus gefundeerd zijn. Het is niet omdat men iets verklaart in een debat,
dat dit deel uitmaakt van de bruikbare voorbereidende werken bij een
rechtbank. Het klassieke geval is dat de minister zegt: "Ik vraag u uw
amendement niet in te dienen, want ik maak een verklaring die
eventueel kan dienen tot een zekere belichting van het gegeven doel of
een deel van een wetsontwerp". Maar een eenvoudige verklaring van
Le président: Les déclarations
faites dans le cadre des travaux
préliminaires ne peuvent prêter à
conséquences. Seules des
déclarations à la suite du retrait
d'un amendement ou d'un vote sont
prises en compte.
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
iemand die zegt: "Ik verklaar dit of dat", maakt in mijn ogen geen deel
uit van wat men in de klassieke jurisprudentiële termen noemt de
voorbereidende werken van een wetsontwerp of een wetsvoorstel.
03.31 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik dank
u voor die verklaring. Dan ben ik inderdaad eraan voor de moeite en ik
heb er geen problemen mee dat toe te geven. Ik heb daarbij ook
duidelijk gezegd ik ben toch intellectueel eerlijk geweest dat het
een dissenting opinion was en het zeker niet de wil van de meerderheid
was. Ik heb het tevens duidelijk gesteld in verband met het feit dat men
hier zomaar de politieke overtuiging niet wil aanvaarden als een
ongeoorloofde grond voor discriminatie, in tegenstelling tot veel
verdragsrechtelijke bepalingen en u weet zelf ook waarom u dat doet.
03.31 Bert Schoofs (VLAAMS
BLOK): J'en suis pour mes frais!
J'avais annoncé honnêtement que
j'exprimerais une opinion
dissidente.
03.32 Fred Erdman (SP.A): Ik dank voorzitter-professor De Croo voor
de toelichting betreffende de draagwijdte van parlementaire
werkzaamheden en ik stel met genoegen vast dat de heer Schoofs nu
inziet dat zijn poging totaal nutteloos was. Laten wij nu echter tot de
essentie komen.
Ik heb daarstraks gezegd dat een maatschappij veel beter gediend zou
zijn indien door het besef van de fundamentele waarden van de
maatschappij, eenieder deze wet niet nodig zou hebben, althans niet
als stok achter de deur, wat deze wet in feite is. Tenslotte is dit maar
het ultimum remedium. Het is niet een wet die op zich nieuwe vormen
van maatschappijleven gaat uitdenken, het zijn de mensen zelf die deze
maatschappij vormen. Ondanks de spijt en nijd van degenen die tegen
deze wet gekant zijn, vertegenwoordigen zij in deze maatschappij,
gelukkig maar, nog altijd een minderheid, wat zij er ook mogen van
denken. Indien ze nog andere mensen zouden willen lokken door een
benadering van deze problematiek, dan zeg ik dat zij in deze falen.
Wat de algemene benadering betreft, is het mij toch opgevallen,
mijnheer de voorzitter, dat eens te meer en dit is wel parlementaire
techniek gebruik wordt gemaakt van teksten zonder de evolutie in de
parlementaire werkzaamheden in acht te nemen. Ik heb in de
commissie moeten vaststellen dat in de eerste plaats degenen die zich
nu zo fundamenteel opstellen ik zou bijna mezelf moeten corrigeren
dat ik niet ben opgetreden tot in het belachelijke toe amendementen
hebben ingediend die zelfs op basis van het Reglement niet ontvankelijk
waren. Indien men ten behoeve van de geschiedenis de amendementen
89 tot en met 93 later onder ogen zal nemen en zal weten wie ze heeft
ingediend, dan zult u zelfs in uw principiële houding hebben gefaald,
omdat u tot in het belachelijke toe hebt getracht in deze uw eigen
ideeën naar voren te schuiven.
03.32 Fred Erdman (SP.A): Dans
une société idéale, cette loi aurait
été superflue. Elle n'est que l'ultime
remède étant donné que ce sont
les hommes qui font la société.
Les personnes qui ont adopté un
point de vue aussi radical ont
même présenté des amendements
qui en fait étaient irrecevables et
ont tenté, au point d'être ridicules,
d'imposer leurs idées.
03.33 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, dat
is een totaal verkeerde voorstelling van zaken, want de zaken die wij in
amendementen hebben gegoten, waren inderdaad niet onze ideeën.
Dat weet u zeer goed, mijnheer de voorzitter. Wij hebben de wet willen
belachelijk maken, wij hebben de willekeur die nu in de
discriminatiegronden is ingebouwd, willen belachelijk maken door er
allerlei andere discriminatiegronden aan toe te voegen. Wij hebben u
duidelijk willen maken hoe willekeurig, hoe absurd sommige
discriminatiegronden zijn als men weet wat voor sancties, wat voor
strafsancties erop worden toegepast. Natuurlijk ging het hier om een
ridiculisering van de wet en weten wij uiteraard dat het een belachelijke
situatie was. Maar het was om uw belachelijke wet aan te klagen, dat
wij die hebben ingediend. U bent blijkbaar zo verzuurd, zo ernstig en
hebt zo weinig zin voor humor dat u dat niet eens gesnapt hebt.
03.33 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): C'est une présentation
erronée des choses. Nous avons
uniquement souhaité tourner en
ridicule l'arbitraire de la loi en y
ajoutant d'autres motifs absurdes
de discrimination. Vous êtes trop
aigri pour vous en rendre compte.
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
03.34 Fred Erdman (SP.A): Ik moet zeggen dat ik deze vorm van
humor in de geschiedenis al eens heb teruggevonden en zal in een
bepaalde mate worden geïnterpreteerd niet als het belachelijk maken
van de voorliggende tekst, maar integendeel als het veruiterlijken van uw
eigen ideeën op een belachelijk lage onparlementaire wijze, mijnheer
Laeremans. Ga daar niet omheen. Ik wil zelfs de analyse niet maken.
Ik heb u in de commissie de opmerking gemaakt dat ik het recht zou
hebben gehad om die amendementen als onontvankelijk te verklaren. Ik
wilde dat niet doen precies om voor de geschiedenis aan te tonen op
welke wijze u de fundamentele waarden van de maatschappij benadert.
Mijnheer Schoofs, u hebt zojuist de vraag gesteld op een wijze die
misschien doctoraal en eerlijk overkwam, met name wat we eigenlijk
bedoelen met "naar zogenaamd ras", en als er wetenschappelijk geen
ras is, waarover we dan praten als soort van discriminatie-element. U
weet zo goed als ik dat er een verschil is tussen etnische groepen en
rassen en dat benaderingen, als ze op etnische kenmerken van
bepaalde mensen zijn gestoeld, strafbaar zijn en alle internationale
verdragen vandaag worden in die zin geïnterpreteerd.
Ik kom tot een derde punt waar u faalt en op een parlementair oneerlijke
manier de problematiek benadert. Ik heb me de moeite getroost,
mijnheer Laeremans en mijnheer Schoofs, uw amendementen even te
toetsen wanneer u zich telkens verschuilt achter het advies van de
Raad van State. U weet zo goed als ik, althans u weet het maar u wil
het niet zeggen, dat de evolutie van deze tekst wel zeer bijzonder is
geweest. Op een bepaald ogenblik is er een bepaald voorstel
geformuleerd. Men heeft de Raad van State geraadpleegd over die
tekst. De Raad van State heeft inderdaad op bepaalde punten van de
voorliggende tekst kritiek geuit. Zeer lange besprekingen in de Senaat
hebben dan geleid tot een tweede tekst. Bij indiening van deze tekst in
de Kamer heb ikzelf als voorzitter van de commissie het initiatief
genomen om over de in de Senaat gestemde tekst een nieuw advies te
vragen van de Raad van State dat in genendele de verschillende
aantijgingen die u nu zo graag citeert, behoudt maar integendeel bijna
een vingerwijzing geeft voor verdere correcties van de voorliggende
teksten. Dat hebben we ook gedaan. Zonder in welke mate ook de ene
kamer tegenover de andere uit te spelen hoop ik alleen dat de Senaat
na de fase Kamer en na de nieuwe adviezen van de Raad van State en
de aanpassing daaraan hoop ik dat de Senaat ons in deze zal volgen
en in die omstandigheden de tekst zal goedkeuren. Waarom denkt u
overigens dat ikzelf heb gevraagd om de tekst terug te sturen naar de
commissie, weze het een detailpunt? Precies omdat elk detail hier zijn
belang heeft.
03.34 Fred Erdman (SP.A): Nous
avons déjà rencontré ce type
d'humour dans le cours de notre
histoire. C'est délibérément que je
n'ai pas déclaré ces amendements
irrecevables, pour garder une trace
de cette attitude ridicule et non
parlementaire.
Il y a une différence entre un groupe
ethnique et une race. La
discrimination fondée sur des
éléments ethniques est punissable.
C'est la raison pour laquelle il n'y a
pas lieu de parler du dit groupe
ethnique.
Le texte a connu une évolution
assez peu commune. La
proposition a été envoyée pour avis
au Conseil d'Etat qui en a critiqué
un certain nombre de points. Les
longues discussions au Sénat ont
débouché sur une deuxième
version. Lorsqu'elle a été transmise
à la Chambre, j'ai à nouveau
demandé l'avis du Conseil d'Etat
qui n'a plus formulé de critiques
mais a donné des indications
auxquelles nous nous sommes
conformés. Les critiques initiales
ne sont donc plus fondées.
J'espère que le Sénat emboîtera le
pas à la Chambre.
03.35 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
andermaal stel ik vast dat de feiten hier heel anders worden voorgesteld
dan ze zijn. Iedereen weet dat de Raad van State zichzelf niet herhaalt.
Ik heb hier maar het tweede advies op bladzijde drie te citeren. De
Raad van State zegt: "Wanneer de afdeling Wetgeving advies heeft
gegeven, dan heeft ze volgens haar vaste rechtspraak haar bevoegdheid
opgebruikt. Het komt haar derhalve niet meer toe zich opnieuw uit te
spreken over reeds onderzochte bepalingen". De essentie van wat ik
daarstraks heb geciteerd, dat was de kritiek dat een strafbaarstelling
voorzienbaar en duidelijk moest zijn. Daar is niets aan veranderd. Nog
altijd zijn er zeer vage strafbepalingen waar de rechters alles in kunnen.
Ze kunnen dus naar willekeur mensen veroordelen voor alle mogelijke
menselijke gedragingen. Die kritiek blijft bestaan, ook nadat de teksten
door de Raad van State waren goedgekeurd. Het was de kritiek van
Fernand Keuleneer. Dat was trouwens ook de kritiek van de minister
van Justitie die blijft hout snijden. Op dat vlak zijn de teksten niets
03.35 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Ce récit n'est pas conforme
à la réalité. La compétence du
Conseil d'Etat ne va pas au delà
d'un seul avis: il ne rend jamais de
deuxième avis sur des dispositions
sur lesquelles il s'est déjà exprimé.
Les critiques initiales restent
d'actualité pour les dispositions qui
n'ont pas été modifiées.
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
veranderd, mijnheer de voorzitter.
03.36 Fred Erdman (SP.A): U wordt plots erg zenuwachtig.
Ten eerste, ik heb veel respect voor confrater Keuleneer en dat weet u
maar bij mijn weten is hij geen lid van de Raad van State.
Ten tweede, indien de Raad van State zich ervan afmaakt door te
zeggen dat hij over bepaalde aspecten van deze tekst advies heeft
gegeven, dan is dat inderdaad in het kader van zijn eigen bevoegdheid.
Dat neemt niet weg dat de tekst fundamenteel werd gewijzigd in de
Senaat. Toen wij de tekst kregen werd er een nieuw advies gevraagd.
Natuurlijk heeft op dat ogenblik de Raad van State die argumenten niet
meer opnieuw opgenomen die vooraf waren naar voren gebracht, omdat
die verholpen werden. In die omstandigheden was elke verdere kritiek
uitgesloten.
Mijnheer de voorzitter, ik kom tot mijn besluit. Ik denk dat in deze
aangelegenheid vandaag een belangrijke stap wordt gezet die hopelijk
en dat meen ik geen aanleiding zal geven tot veel procedurele of
gerechtelijke procedures. Dat is niet de bedoeling. De bedoeling is een
vingerwijzing te geven aan een maatschappij die zichzelf zoekt, aan
een snel evoluerende maatschappij zoals wij die tegenwoordig kennen.
Samen, maar vanuit verschillende invalshoeken bouwen mensen deze
nieuwe maatschappij uit en opdat zij dit in harmonie zouden kunnen
doen, zonder te worden verstoord door opruiende taal, werd inderdaad
in deze wet, in navolging van zoveel internationale verdragen en
verplichtingen die wij hebben opgenomen, gewezen naar hoe de
toekomst zou moeten zijn. Bij gebreke aan zich te voegen naar dit
kader kan men altijd teruggrijpen naar het ultimum remedium; de
strafmaatregel zal alsdan een vingerwijzing meer moeten zijn.
Met overtuiging zal onze fractie de voorliggende tekst goedkeuren.
03.36 Fred Erdman (SP.A): Le
Sénat a apporté des modifications
fondamentales à ce texte, à la
suite de quoi le Conseil d'Etat a dû
rendre un nouvel avis. Bien
entendu, le Conseil d'Etat n'a pas
réitéré toutes ses observations
puisque le texte a été aménagé.
Cette journée marque une
importante avancée législative.
Cette loi ne doit pas entraîner de
procédures judiciaires
supplémentaires. L'objectif majeur
de ce projet reste l'organisation
d'une société multiculturelle stable
et harmonieuse, la législation doit
avant tout servir d'indicateur et il ne
doit être recouru à la sanction
qu'en toute dernière extrémité.
C'est la raison pour laquelle notre
groupe approuvera résolument ce
texte.
03.37 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, als
ik heel even mag. Daarnet heb ik zeer uitvoerig, een hele paragraaf
lang, geciteerd uit een advies van de Raad van State betreffende de vrije
meningsuiting.
In het tweede advies van de Raad van State verstrekt na de tekst van
de Senaat lees ik: "Paragraaf 3, 5° vertoont gelijkenissen met de
tekst die oorspronkelijk voor advies aan de Raad van State is
voorgelegd en is onderhevig aan dezelfde kritiek wat de vrije
meningsuiting betreft".
Daarmee weet u het, mijnheer Erdman.
03.37 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): J'ai le texte du Conseil
d'Etat sous les yeux. Le passage
relatif à la liberté d'expression
indique clairement que les critiques
relatives à la première version
s'appliquent également à la version
adaptée.
03.38 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, le projet
de loi que nous sommes en train de discuter constitue un des projets
prioritaires du gouvernement. Le premier ministre l'a encore rappelé à
cette tribune, il y a quelques jours à peine.
Il est important à mes yeux, parce qu'il s'agit d'étoffer le cadre juridique
existant, en vue de mieux combattre les inégalités qui frappent encore
toute une série de catégories fragilisées de notre société. On a dit de
moi tout à l'heure que j'étais obsédée par cet objectif. C'est vrai. Je suis
une obsédée de l'égalité des chances. Vous conviendrez qu'il est des
obsessions autrement plus dangereuses!
Quel est le constat à la base de ce projet? Il y a dans notre société
des catégories d'individus, qui sont perçus comme différents parce que
03.38 Minister Laurette Onkelinx:
Het wetsontwerp dat we vandaag
bespreken is voor de regering een
prioriteit. Het is belangrijk, omdat
het het bestaande juridische kader
aanvult met het oog op de
bestrijding van discriminaties waar
zwakke bevolkingsgroepen het
slachtoffer van zijn.
Ja, ik geef toe dat gelijke kansen
voor mij een obsessie zijn.
Sommige mensen worden als
anders beschouwd, meer bepaald
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
eux ou leurs parents viennent d'un autre pays, parce qu'ils sont femmes
et non pas hommes, parce qu'ils font partie du groupe des Holebi
(homosexuels, lesbiennes, bisexuels) parce qu'ils ne sont pas mariés,
parce qu'ils sont âgés, parce qu'ils adhèrent à d'autres convictions
religieuses ou philosophiques que celles habituellement ou
majoritairement pratiquées, parce qu'ils sont atteints d'une maladie ou
d'un handicap et j'en passe. Malheureusement, on le sait, ces
différences sont souvent perçues comme des problèmes et le corps
social est alors amené à réagir de façon inappropriée, négativement en
réservant, de manière irrationnelle, aux individus qui présentent ces
différences, un sort défavorable par rapport aux individus qui cadrent
avec ce que l'on pourrait appeler la norme.
C'est cet état de fait que l'on ne peut pas tolérer. Traiter quelqu'un de
façon différente, simplement parce qu'il est autre, parce qu'il est l'autre
sans que ces traitements différents reposent sur la moindre justification
objective et raisonnable, voilà ce qui n'est pas acceptable et ce que,
très précisément, le projet de loi qui vous est soumis, se propose de
combattre par tous les moyens légaux admissibles. En ce sens, c'est
évidemment tout le contraire d'un projet totalitaire, pour reprendre les
termes déployés à cette tribune. Au contraire, il fait partie de l'essence
même d'une démocratie.
Tout au long des discussions parlementaires, des membres se sont
inquiétés certains de bonne foi, d'autres parce qu'ils inscrivent la
discrimination au coeur de leur projet politique des conséquences que
ce projet pourrait avoir sur une série de différences de traitement qui
sont pratiquées aujourd'hui. D'aucuns m'ont encore interpellée à ce
propos tout à l'heure. Que disent-ils? Je rappelle leurs propos: "Une fois
que le projet sera devenu loi, pourra-t-on encore prépensionner, pourra-
t-on encore fixer une limite d'âge pour l'accès à la citoyenneté ou à
l'obligation scolaire, refuser un prêt bancaire à quelqu'un qui est
insolvable? Pourra-t-on encore refuser l'accès à un service payant aux
personnes qui refusent d'acquitter le prix d'entrée, etc.? Pourra-t-on
encore plaisanter, caricaturer, exprimer une opinion en rapport avec un
critère distinctif caractérisant une personne ou un groupe de
personnes?" La réponse est simple, monsieur le président. Je tiens à
le redire ici. Elle est résolument "oui".
Ce qui est dans le collimateur de cette loi, ce ne sont pas les
différences de traitement justifiées, celles qui, pour reprendre la
terminologie de la loi, reposent sur une justification objective et
raisonnable. Ce qui est dans le collimateur de la loi, ce sont les
différences de traitement injustifiées, irrationnelles, dénuées de toute
justification objective et raisonnable. Sur celles-là, le consensus règne
pour dire qu'il faut pouvoir les réprimer.
Monsieur le président, ce sont celles-là et celles-là seulement que le
présent projet entend combattre. J'ajouterai que, chaque fois qu'une
différence de traitement s'inscrit dans l'exercice d'une liberté reconnue
par les conventions internationales directement applicables ou la
Constitution, elle est présumée "juris et de jure" conforme aux
principes d'égalité et échappe donc aux sanctions prévues par la loi qui
vous est soumise. Donc, une caricature, une pensée, une opinion
politique échappent au champ d'application du présent projet dès lors
qu'elles relèvent de l'exercice normal de la liberté d'expression, ce qui
doit évidemment, comme à l'heure actuelle, s'apprécier selon les
critères définis par les instances juridictionnelles compétentes: Cour
européenne des droits de l'homme, Cour d'arbitrage, Cour de cassation,
Conseil d'Etat, etc. Idem pour tout ce qui relève par exemple, puisqu'on
en a parlé tout à l'heure, de la liberté de culte qui se doit évidemment
d'être strictement respectée.
omdat zij vrouw zijn en geen man,
en dat anders zijn wordt als een
probleem ervaren of is gewoon een
probleem. De maatschappij heeft
de neiging negatief en irrationeel te
reageren tegenover mensen die niet
beantwoorden aan de norm.
Het wetsontwerp wil dat soort
reactie met alle mogelijke wettelijk
middelen bestrijden. Het ontwerp
kadert in het wezen van de
democratie.
Naast diegenen die discriminatie
een centrale plaats geven in hun
politiek programma, hadden
bepaalde leden ook vragen bij de
gevolgen van dit ontwerp voor de
verschillende behandeling die in
een andere context plaatsvindt.Dit
ontwerp richt zich echter enkel op
ongerechtvaardigde of irrationele
verschillen in behandeling en die,
en die alleen, moeten we kunnen
aanpakken.
Wanneer een ongelijkheid kadert in
de normale uitoefening van een
vrijheid, zoals bepaald in het
internationaal recht of de Grondwet,
is zij conform het
gelijkheidsbeginsel en gelden de
straffen waarin wordt voorzien niet.
Het recht van vrije meningsuiting en
de godsdienstvrijheid moeten
uiteraard worden geëerbiedigd.
In antwoord op een opmerking van
de afdeling wetgeving van de Raad
van State preciseert het ontwerp
het toepassingsgebied van het
ontwerp. Het omvat alle vormen van
discriminatie, behalve de
rassendiscriminatie, die al door de
wet Moureaux wordt beteugeld,
voor wat het strafrechtelijk
onderdeel betreft en met
uitzondering van de seksuele
discriminatie bij indienstnemingen,
voor wat het burgerrechtelijk
onderdeel betreft.
De definitie van het begrip
discriminatie, met inbegrip van de
onrechtstreekse discriminatie,
stemt, wat haar draagwijdte betreft,
overeen met de omzetting van de
Europese richtlijn, behalve voor het
strafrechtelijk onderdeel, waar het
doel erin bestond de tekst voor de
burgers zo begrijpelijk mogelijk te
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
Chers collègues, il y a encore une série d'autres critiques qui ont été
émises à l'encontre du projet et je voudrais apporter quelques
précisions.
D'abord, en réponse à une remarque de la section de législation du
Conseil d'Etat, le projet précise clairement le champ d'application
respectif du présent projet, de la loi du 30 juillet 1981 tendant à
réprimer certains actes inspirés par le racisme et la xénophobie et de
la loi du 7 mai 1999 relative à l'égalité de traitement entre hommes et
femmes.
De manière schématique, le volet pénal des discriminations dites
raciales est régi par la loi Moureaux-Herman, le volet pénal des autres
discriminations est régi par le présent projet. Il en va de même du volet
civil de l'ensemble des discriminations, à l'exception toutefois des
discriminations sur base du sexe en matière d'emploi qui sont régies
par la loi spécifique du 7 mai 1999.
En ce qui concerne la définition de la discrimination et notamment le
concept de discrimination indirecte, le projet de loi se borne à
transposer les directives européennes en la matière tout en formulant
les choses de manière légèrement différente en raison du fait que le
présent projet comporte un volet pénal et qu'il importe dès lors, ainsi
que l'a fait remarquer le Conseil d'Etat, de donner à la définition des
incriminations la plus grande lisibilité possible pour les citoyens. Telle
est donc la raison pour laquelle une formulation légèrement différente
mais de portée exactement identique à celle des directives
européennes, a été retenue.
Les domaines de discrimination visés par le projet sont définis de
manière large, avec exclusion toutefois des activités non accessibles
au public, et étant entendu que toute différence de traitement qui relève
de l'exercice normal de la vie privée ou du droit d'association ne tombe
pas dans le champ d'application de la loi.
Le projet de loi qui vous est proposé comporte un volet pénal et un volet
civil. En ce qui concerne le volet pénal, je tiens à préciser encore une
fois que c'est essentiellement l'incitation à la discrimination qui est
visée. On vise tant l'incitation à la discrimination directe qu'indirecte car
il est évidemment tout aussi inacceptable d'inciter à la discrimination,
qu'elle soit directe ou indirecte. Les actes discriminatoires en tant que
tels ne sont visés au pénal que lorsqu'ils sont le fait de fonctionnaires
car, pour ceux-ci, le respect du principe d'égalité vis-à-vis des usagers
des services publics représente une dimension fondamentale de leur
travail.
Je précise aussi que le gouvernement n'entend, en aucune manière,
déroger au principe selon lequel l'infraction requiert un élément
intentionnel, ce qui met à l'abri de toute sanction pénale le fonctionnaire
qui, sans le savoir, aurait mis en place une pratique génératrice, par
exemple, de discrimination indirecte.
Le volet civil de la loi est évidemment très important. Il s'agit de donner
aux victimes de discriminations et aux associations de défense des
droits de l'homme des moyens nouveaux, plus efficaces, pour obtenir
qu'il soit mis fin à la discrimination énoncée. C'est dans le cadre de ce
volet civil, et dans ce cadre seulement j'y insiste , que prend place
la règle selon laquelle la preuve de la discrimination peut être fournie au
moyen de données statistiques ou d'un test de situation, la nouveauté
par rapport à ce qui existe aujourd'hui étant que dans ce cas, où le juge
considère que ces données ou ce test permettent de présumer
maken.
Discriminatie is mogelijk op tal van
vlakken, maar niet bij activiteiten
die niet toegankelijk zijn voor het
publiek.
Voorliggend ontwerp bevat een
strafrechtelijke en een
burgerrechtelijke component.
Wat het strafrechtelijk onderdeel
betreft, wordt het aanzetten tot
rechtstreekse of onrechtstreekse
discriminatie beoogd.
Discriminerende handelingen als
zodanig worden in het
strafrechtelijk onderdeel enkel
beoogd wanneer zij door
ambtenaren worden gesteld.
Het burgerrechtelijk onderdeel is
bedoeld om de slachtoffers en de
verenigingen voor de
mensenrechten efficiëntere
middelen aan te reiken om het
stopzetten van de discriminaties af
te dwingen. Discriminatie kan
worden bewezen op grond van
praktijktests en statistieken. De
bewijslast dat er geen discriminatie
is, rust dus op de tegenpartij.
Dit stemt overeen met de omzetting
van de Europese richtlijnen.
Alleen op burgerrechtelijk niveau
kan de bewijslast worden
omgekeerd als de rechter vindt dat
de aangevoerde feiten
bewijskrachtig genoeg zijn.
De regering is verheugd over de
nieuwe opdrachten die aan het
Centrum voor gelijkheid van kansen
werden toevertrouwd. Al vanaf zijn
oprichting levert deze sterke en
actieve instelling opmerkelijke
inspanningen. Ik neem hierbij de
gelegenheid te baat om het
Centrum te danken evenals alle
andere verenigingen die zich
inzetten voor gelijke toegang voor
iedereen tot de economische,
sociale en culturele rechten.
Dit is een fundamenteel
wetsontwerp want de gelijke
toegang tot deze rechten is verre
van realiteit en in tegenstelling tot
wat enkele parlementsleden
denken is dit niet te wijten aan
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
l'existence d'une discrimination, la charge de la preuve de l'absence de
la discrimination incombe à la partie adverse. Le principe de cette règle
et je veux insister sur ce point, notamment en réponse à ce que Mme
Barzin évoquait vient en ligne directe des directives européennes, que
le projet qui vous est soumis se borne, sur ce point, à transposer.
Par ailleurs, il y a deux éléments fondamentaux à ne pas perdre de vue
et qui font que, objectivement, le système est tout à fait acceptable. Le
renversement de la charge de la preuve n'intervient, d'une part, que si le
juge considère que les faits invoqués sont suffisamment probants et,
d'autre part, qu'au civil et en aucun cas au pénal.
Sur ces bases, je pense que le mécanisme probatoire consacré par le
projet est raisonnable et acceptable.
Enfin, monsieur le président, je terminerai en parlant des missions du
Centre pour l'égalité des chances qui sont élargies à la lutte contre
l'ensemble des discriminations visées par le projet. Je sais que
quelques-uns s'en inquiètent mais, au contraire, le gouvernement s'en
réjouit. En effet, l'action, très importante et très positive, que le Centre
a menée depuis sa création en 1993 en matière de lutte contre le
racisme et la xénophobie plaide évidemment en faveur de cet
organisme, extrêmement performant et actif. A cet égard, je veux
rendre hommage au Centre et à l'ensemble de ses collaborateurs, ainsi
qu'à toutes les associations qui se battent, avec des moyens qui sont
ce qu'il sont et qui sont forcément limités au regard des besoins
rencontrés , pour favoriser l'égal accès de tous aux droits individuels,
économiques, sociaux et culturels dans notre société.
C'est cet égal accès que le présent projet entend promouvoir et c'est,
en ce sens, qu'il est absolument fondamental! Si il y a des problèmes
en Belgique aujourd'hui c'est, en effet, parce que cet égal accès n'est
pas une réalité et non pas comme certains se sont peut-être risqués
à le laisser entendre parce que certaines catégories de personnes
refuseraient de se laisser dissoudre dans les valeurs culturelles de
notre pays. Comme le dit très justement le professeur Martinello
aujourd'hui encore dans Le Soir, une série de problèmes importants
que la Belgique rencontre aujourd'hui n'ont rien à voir avec l'intégration
de telles catégories de personnes, présentant telles caractéristiques ou
telles origines mais tiennent à l'accroissement du fossé entre les gens
qui sont bien dans le système et ceux qui sont en dehors, avec des
jobs précaires et une situation pénible au quotidien. Plus que jamais
ajoute-t-il a-t-on besoin de politiques fortes contre la discrimination
sociale, raciale ou religieuse car c'est cela, dit-il, qui explique pourquoi
certaines parties de la population se trouvent concentrées dans des
écoles, des logements de moindre qualité et sont en porte-à-faux avec
le système politique.
Je partage, monsieur le président, mes chers collègue, pleinement
cette analyse. Pour réaliser le modèle, auquel le gouvernement aspire,
d'une société harmonieuse dans laquelle chacun vit en bonne
intelligence avec les autres, dans le respect des différences de chacun,
il est essentiel de mobiliser les moyens dont chacun dispose pour faire
que ceci devienne un jour une réalité. Je crois qu'en votant le projet de
loi qui vous est présenté, vous pourrez vous targuer nous pourrons
nous targuer d'avoir accompli un pas non négligeable dans cette
direction.
sommige mensen die zouden
weigeren zich in het land te
integreren. Zoals professor
Martinello zegt, hebben we nood
aan krachtige beleidsdaden tegen
sociale, raciale en religieuze
discriminatie om een harmonisch
samenlevingsmodel waarin de
verschillen van iedereen worden
gerespecteerd tot stand te brengen.
De goedkeuring van dit
wetsontwerp betekent een
belangrijke stap in die richting.
03.39 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik heb
geen antwoord gekregen op mijn vraag.
03.39 Bert Schoofs (VLAAMS
BLOK): Pour la cinquième fois, je
n'ai pas obtenu de réponse à ma
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
question!
De voorzitter: Ik vermoed dat uw bemerking juist is.
03.40 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Dat is voor de vierde of de
vijfde maal.
03.41 Laurette Onkelinx, ministre: (...)
03.41 Minister Laurette Onkelinx:
Er zijn geen erger doven dan die
niet horen willen.
03.42 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): De micro was te laat in
werking, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter: Mevrouw zegt dat er niets dover is dan degene die niet luistert. Dat is een vrije vertaling van
hetgeen zij heeft gezegd.
03.43 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Dat geldt eigenlijk voor
haar. Als het op iemand van toepassing is, is het op haar.
03.44 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Ik heb mijn naam niet horen
vernoemen. Ik heb geen expliciete verwijzing naar mijn vraag gehoord,
mijnheer de voorzitter. U kunt daar verder niets aan doen blijkbaar. Ik
weet het.
De voorzitter: U kunt nog eens herlezen wat mevrouw de minister gezegd heeft.
Le président: Monsieur Erdman, en complément de mon propos de tout à l'heure et je vous remercie
encore de m'avoir permis de vous interrompre ce que Mme le ministre a dit tout à l'heure par exemple sur
l'interprétation de dessins ou d'autres choses ne faisant pas l'objet de cette loi, peut faire partie des travaux
préparatoires utilisables par exemple par une juridiction.
03.45 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): (...) Stel u voor dat zij dat
niet zou hebben gezegd.
De voorzitter: Daarom laat ik het opmerken.
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1578/12)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1578/12)
Het wetsontwerp telt 31 artikelen.
Le projet de loi compte 31 articles.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 5bis (n)
- 144: Josy Arens (1578/13)
03.46 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, mon amendement 03.46 Joseph Arens (cdH): Het
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
vise simplement à apporter quelques précisions au texte.
betreft een amendement dat ertoe
strekt de terminologie te
preciseren.
De voorzitter: De stemming over het amendement wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement est réservé.
De artikelen 1 tot 31 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 31 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement en over het
geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement réservé ainsi que sur l'ensemble aura lieu
ultérieurement.
04 Wetsvoorstel van de heren Geert Bourgeois, Fred Erdman, Tony Van Parys, de dames Anne
Barzin, Martine Dardenne, de heer Josy Arens, de dames Fauzaya Talhaoui en Fientje Moerman en
de heer Thierry Giet tot wijziging van de artikelen 1168, 1179, 1180, 2°, en 1183, 2°, van het
Gerechtelijk Wetboek (zonder verslag) (2049/1)
04 Proposition de loi de MM. Geert Bourgeois, Fred Erdman, Tony Van Parys, Mmes Anne Barzin,
Martine Dardenne, M. Josy Arens, Mmes Fauzaya Talhaoui et Fientje Moerman et M. Thierry Giet
modifiant les articles 1168, 1179, 1180, 2°, et 1183, 2°, du Code judiciaire (sans rapport) (2049/1)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (2049/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (2049/1)
La proposition de loi compte 3 articles.
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
05 Wetsontwerp houdende oprichting van het Instituut van de gelijkheid van vrouwen en mannen
(1919/1 tot 7)
05 Projet de loi portant création de l'Institut de l'égalité des femmes et des hommes (1919/1 à 7)
Algemene bespreking
Discussion générale
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
05.01 Kristien Grauwels, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, beste collega's, het wetsontwerp dat voorligt, houdt de
oprichting in van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
Dat Instituut zal opgericht worden naast het bestaande Centrum voor
gelijke kansen en racismebestrijding. Dergelijk instituut zal het streven
naar gelijkheid tussen vrouwen en mannen moeten vormgeven, zal
waken over de naleving van de gelijkheid van vrouwen en mannen, en
ontwikkelt daarnaast ook instrumenten en strategieën om een
geïntegreerde aanpak van de genderdimensie uit te werken.
Gendergelijkheid is nog steeds niet verwezenlijkt, zoveel is duidelijk.
Mevrouw de minister haalt trouwens enkele voorbeelden aan.
Bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt vind je nog steeds de meeste vrouwen
op de laagste niveaus en de vrouwen aan de top zijn nog steeds witte
raven. Er is nog altijd geen gelijk loon voor gelijk werk. Ook in de
politieke vertegenwoordiging is er nog altijd een
ondervertegenwoordiging van vrouwen. De nieuwe kieswetgeving en de
nieuwe mentaliteit die stilaan groeit, kunnen hierin misschien wel
verandering brengen. Ook op het vlak van veiligheid zijn er duidelijke
verschillen. Mannen worden bijvoorbeeld veeleer het slachtoffer van
geweld buitenshuis, vrouwen zijn hoofdzakelijk het slachtoffer van
geweld binnenshuis. Dit voorbeeld toont aan dat er nog altijd
genderongelijkheid is en het Instituut zal die ongelijkheid proberen weg
te werken.
Het Instituut valt onder de bevoegdheid van de minister voor Gelijke
Kansen, die een positief injunctierecht heeft. Het Instituut verkrijgt het
statuut van instelling van openbaar nut van categorie B. Het Instituut
doet beleidsvoorbereidend werk, heeft ook een evaluatieopdracht, en
heeft daarnaast verschillende taken. Het is onder meer bevoegd om
studies en onderzoeken te verrichten, het verzamelt en publiceert
statistische gegevens en jurisdictionele beslissingen, die nuttig zijn om
aanbevelingen te kunnen formuleren. Het Instituut biedt ook
ondersteuning en dat is toch wel belangrijk aan de verenigingen die
actief zijn op het terrein. Het Instituut gaat ook informatie verstrekken
voor een ruimer publiek. De werkgevers van de dienst Gelijke Kansen
van de federale administratie worden overgenomen en de financiering
bedraagt in de beginfase 3 miljoen euro.
Bij de bespreking van het ontwerp, of beter nog vooraleer we begonnen
zijn aan de bespreking van het ontwerp, is er een heel uitgebreide
informatieronde geweest. Alle verenigingen die momenteel werken rond
dit thema werden uitgenodigd om te reflecteren over de tekst. Ook het
adviescomité Maatschappelijke Emancipatie van de Kamer heeft advies
uitgebracht. Wat vooral naar voren kwam in die diverse rondes, is de
vrees van vele bestaande organisaties, koepels en projecten, die
momenteel actief zijn op het terrein. Zij vrezen natuurlijk voor het
voortbestaan van hun verdere werking. Ze vragen zich af of ze nog
dezelfde werking kunnen voortzetten en of ze nog dezelfde middelen
gaan krijgen als vandaag. Die onzekerheid over de toekomst van de
bestaande verenigingen hebben verschillende sprekers in hun
tussenkomsten ook verwoord. Verschillende leden die aan het woord
zijn gekomen, spraken zich uitdrukkelijk uit voor de oprichting van het
fonds, maar maakten toch nog wel enkele bedenkingen. Mevrouw
Cahay bijvoorbeeld, vroeg zich af of er geen bijkomende aanwervingen
noodzakelijk zijn, buiten de werknemers die zullen overkomen vanuit de
dienst Gelijke Kansen. Ze vroeg zich ook af of het Instituut in eigen
naam ofwel namens een bepaalde persoon kan optreden. De meesten
05.01
Kristien Grauwels,
rapporteur: Le projet de loi prévoit la
création d'un Institut pour l'égalité
des femmes et des hommes, en
plus du Centre pour l'égalité des
chances et la lutte contre le
racisme. Cet Institut s'emploiera à
promouvoir et à sauvegarder
l'égalité entre les hommes et les
femmes et développera des
instruments et des stratégies à cet
effet.
L'égalité des sexes n'est pas
encore une réalité, ni sur le marché
du travail, ni dans le monde
politique. Le principe « à travail
égal, salaire égal » n'est pas
encore appliqué. De nombreuses
différences existent également en
matière de sécurité personnelle.
L'Institut ressortira à la
compétence du ministre de
l'Egalité des chances, qui ne
disposera que d'un droit
d'injonction positive. Le Centre aura
le statut d'institution d'utilité
publique de catégorie B. Il pourra
ester en justice pour dénoncer les
actes de sexisme. Il sera
également compétent pour réaliser
des études, collectera les données
statistiques et les décisions
juridictionnelles utiles à des fins de
recommandations et soutiendra les
associations. L'institut sera
également chargé de l'information
du grand public. Les employés du
service Egalité des chances de
l'administration fédérale de l'Emploi
seront repris dans cette structure.
Le montant du financement
s'élèvera à 3 millions d'euros.
Lors d'une table ronde qui a
précédé les discussions en
commission, les associations
féminines ont pu exposer leur point
de vue. Le comité d'avis pour
l'Emancipation sociale de la
Chambre a rendu un avis. De
nombreuses organisations
paraissent incertaines quant à leur
avenir et à leur relations futures
avec l'Institut.
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
bevestigden dat dit allebei kon. De heer Wauters doet een suggestie
om in de toekomst te spreken van een "Genderinstituut", waarop
mevrouw de minister zei dat het begrip "gender" niet echt ingeburgerd is
en misschien tot meer verwarring zou kunnen leiden. Wanneer het
begrip ingang heeft gevonden, kan men daar wel over denken.
De heer Wauters benadrukte ook het belang en de bezorgdheid om het
instituut te laten samenwerken in dialoog met de bestaande
verenigingen. Hij bracht eveneens enkele twijfels aan over het belang
van het begeleidingscomité dat naast de bestaande raad van bestuur en
de directie zal worden geïnstalleerd. Mevrouw De Block drukte ook
bezorgdheid uit over de kostprijs van het instituut.
Tijdens de bespreking werden verschillende amendementen ingediend
waarvan enkelen werden aangehouden. Het amendement-Grauwels en
co dat erin bestaat in de tekst uitdrukkelijk toe te voegen dat er
samenwerking en dialoog moet zijn met de bestaande organisaties,
komt tegemoet aan de vraag van de mensen op het terrein. Het
amendement werd aangenomen. Er werd een amendement ingediend
met de vraag om precisering van het positieve injunctierecht van de
minister. Dat amendement werd ook aangenomen. Er was nog een
amendement van Grauwels en co dat voorstelde het begeleidingscomité
weg te laten. Dit amendement werd eveneens aangenomen.
De tekst werd uiteindelijk aangenomen met 9 stemmen en 2
onthoudingen.
Lors des discussions en
commission, de nombreux
membres se sont déclarés
favorables à la création d'un fonds.
Différents amendements ont
également été déposés et certains
d'entre eux ont été retenus.
De voorzitter: Mevrouw Grauwels, u wilt vervolgen met uw eigen mening?
05.02 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): Heel kort, mijnheer de
voorzitter. Wij zijn voorstander van de oprichting van het instituut.
Mevrouw de minister, wanneer we vanochtend de opmerkingen hoorden
over intrafamiliaal geweld en het wetsontwerp dat een voordeel geeft
aan de echtgenoot die slachtoffer daarvan is, denk ik dat het instituut
tegemoet had kunnen komen aan de vraag naar meer cijfers om aan te
tonen dat intrafamiliaal geweld een onderschat probleem is. Omdat dat
tot nu niet in cijfers verwoord was, heeft men in het verleden te veel de
neiging gehad te denken dat er niets aan de hand was. Wat dat betreft,
gaan we met een genderinstituut een stap vooruit.
05.02
Kristien Grauwels
(AGALEV-ECOLO): Je souhaite
encore ajouter une remarque
personnelle à mon intervention en
tant que rapporteur: je suis
résolument en faveur d'un tel
institut. Les interventions de ce
matin relatives au projet sur la
violence intrafamiliale indiquent que
l'Institut pourra apporter une
précieuse contribution.
05.03 Els Van Weert (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik zal kort zijn.
Daarmee wil ik niet aangeven dat ik dit ontwerp niet belangrijk vind.
Ik vind het belangrijk mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister,
collega's, om steun te betuigen aan de oprichting van het instituut voor
gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Waarom vinden we dat
belangrijk? Eén: het is een belangrijk signaal voor het belang dat het
Parlement hecht aan gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Mevrouw
Grauwels heeft bij het lezen van het verslag uitdrukkelijk aangetoond
dat op diverse terreinen nog heel wat werk aan de winkel is.
Voorzitter: Paul Tant, eerste ondervoorzitter.
Président: Paul Tant, premier vice-président.
Het is een belangrijk signaal, maar het mag niet alleen een signaal zijn.
Het moet ook concreet op het terrein ervoor zorgen dat er stappen
vooruit worden gezet, stappen vooruit die moeten leiden tot een betere
coördinatie van de diverse initiatieven die al lopen. Het zal ervoor
moeten zorgen dat mainstreaming nog meer dan vandaag het geval is,
een evidentie wordt en een stimulans is voor nieuwe initiatieven. Ik wijs
erop dat we zeer blij zijn dat het punt van de burgerlijke partijstelling
05.03 Els Van Weert (VU&ID):
Notre groupe soutient ce projet. Il
s'agit d'un appel important du
Parlement en faveur de l'égalité
entre les femmes et les hommes.
Le projet devrait permettre
d'améliorer la coordination des
initiatives sur le terrain. De
nouvelles organisations seront en
outre être encouragées, de sorte
que l'intégration de l'égalité entre
les femmes et les hommes
deviendra, plus encore
qu'aujourd'hui, un paramètre social
évident. Nous considérons
également l'instauration de la
procédure de constitution de partie
civile comme un point très positif.
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
uitdrukkelijk is opgenomen in het ontwerp. Mevrouw Grauwels heeft al
voorbeelden gegeven waarom dat zo belangrijk is.
Ik wil wel nog even enkele randbedenkingen en zorgcredo's meegeven.
Wij hebben het volste vertrouwen. En u hebt er tijdens de bespreking
ook al uitdrukkelijk de nadruk op gelegd dat daarmee rekening zou
worden gehouden, maar ik vind het toch belangrijk om ze nog even op
een rijtje te zetten. Ik denk dat wij ervoor moeten zorgen dat het
instituut geen moloch wordt die teveel middelen opslorpt en niet
wendbaar en flexibel genoeg is en bovenal een moloch die het werk zal
overdoen dat op het terrein eigenlijk al op een goede manier gedaan
wordt door een aantal organisaties. Ik verwijs daarbij bijvoorbeeld naar
Amazone, maar ook naar andere NGO's, zoals de Nationale
Vrouwenraad. Ik denk dat wij daarvoor moeten opletten in de praktijk op
het terrein. U bent zich daarvan bewust en wij zullen dat te gepasten
tijde ook wel kunnen evalueren en bijsturen indien nodig.
Ten tweede wil ik toch ook nog eens uitdrukkelijk zeggen dat het
belangrijk is dat de organisaties die vandaag actief zijn op het terrein en
die goed werken en die aan een bepaalde nood voldoen, die binnen het
kader functioneren zoals het vooropgesteld is én door de
beleidsverantwoordelijke én door het instituut, ook hun werk moeten
kunnen voortzetten. Wij moeten er dus over waken bij de diverse
budgettaire besprekingen dat zij voldoende gesubsidieerd kunnen
blijven om dat werk naar behoren te kunnen blijven doen en dat er ook
voldoende ruimte is om nieuwe initiatieven of nieuwe organisaties die
beantwoorden aan nieuwe noden, bijkomend te subsidiëren. Ik wil toch
nog eens benadrukken want wij hebben dat opgenomen in het advies
van het Adviescomité dat wij aan organisaties die na verloop van tijd
misschien niet meer zo goed functioneren of waarvan de doelstellingen
voor een stuk ingevuld zijn, geen wijzigingen kunnen aanbrengen. Dat is
iets anders. Wij willen dat niet betonneren, maar wij willen wel dat er
voldoende waarborgen zijn dat datgene dat goed draait, ook kan blijven
bestaan en gesubsidieerd kan blijven worden.
Dan waarschuw ik er nog even voor dat wij moeten opletten met de
bevoegdheid van het instituut. Daarmee bedoel ik de bevoegdheid in
verhouding tot de andere beleidsniveaus in ons land die ook activiteiten
ontwikkelen op het vlak van gelijke kansen. Ik wil dat niet negatief
benaderen, maar eerder positief. De Raad van State heeft daar eventjes
op gewezen. Ik geloof wel degelijk in het principe van de subsidiariteit
en in het feit dat wij dan complementair een beleid kunnen ontwikkelen
in ons land, wat betere en meer resultaten geeft. Het instituut kan
trouwens ook een rol spelen in verband met de good practices die op
de diverse terreinen lopen, om daar aan uitwisseling te doen, maar ik
denk dat wij er wel voor moeten opletten dat het instituut binnen zijn
eigen bevoegdheden van het federaal beleid kadert, actief blijft en
daarbinnen blijft.
Ik wens nog heel eventjes iets te zeggen over de uitdrukkelijke vraag
dat in de praktijk in de werking van het instituut er in een duidelijke
scheiding zou worden voorzien tussen het beleidsvoorbereidende werk
enerzijds en de evaluatieopdracht anderzijds.
Mevrouw de minister, voorzitter, collega's, ik denk dat wij weer grote
verwachtingen hebben in verband met dat instituut, wij vrouwen in het
Parlement, maar ook degenen die op het terrein werken. Ik hoop vooral
dat met het instituut iedereen in Vlaanderen, in Wallonië en in België
wat alerter en gevoeliger zal worden voor die thematiek en dat wij weer
een nieuwe, verdere stap kunnen zetten in de richting van
gendergelijkheid en mainstreaming.
Quelques remarques et inquiétudes
demeurent. L'Institut ne pourra se
transformer en un monstre glouton
et onéreux. Si cela s'avère
nécessaire, des corrections devront
être apportées.
Les organisations qui fournissent
déjà aujourd'hui un travail excellent
devront continuer à bénéficier de
moyens suffisants. Et il conviendra
également d'accorder leur chance
aux nouvelles venues.
Nous devons veiller à ce que la
compétence fédérale de l'Institut
n'interfère pas avec celle d'autres
instances. Je crois au principe de
subsidiarité. Je l'envisage de
manière positive: l'Institut peut
jouer un rôle constructif.
Il conviendra en outre de conserver
une distinction nette entre
l'évaluation et la fonction de
définition de la politique.
La création de cet Institut devrait
permettre de sensibiliser davantage
les habitants de la Flandre au
problème de l'égalité des sexes.
Cela représente incontestablement
un pas en avant.
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
Wij kijken dus met belangstelling uit naar een vruchtbare werking en
samenwerking, zou ik durven te zeggen. Wij wensen u in ieder geval
veel succes met de praktijk op het terrein met dat instituut.
05.04 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, er is nog geen gelijkheid. Die is er nog niet. Kijk
naar onze fractie: wij hebben vier mannen op negentien
vertegenwoordigers. Wij zijn dus met vijftien vrouwen tegen vier
mannen. Er is nog geen gelijkheid, mevrouw de minister. Jammer, maar
het is wel dramatisch om te moeten vaststellen dat precies in de
andere fracties de verhoudingen andersom zijn.
Het is duidelijk dat vrouwen worden achteruitgesteld, ook in ons
kiesstelsel, de manier waarop wij ons kiesstelsel hebben opgebouwd
en de manier waarop wij ermee omgaan. Mevrouw de minister, ook wat
dat betreft zijn wij op de goede weg, want wij hebben een aantal
wijzigingen aan ons kiessysteem aangebracht. Daardoor zou er voor de
eerste twee plaatsen een ritssysteem komen. Ik zou het
genderinstituut er nauwlettend op laten toezien dat wij in de toekomst
voortritsen. Ik denk dat de rits volledig moet worden gemaakt. Het is
goed dat het instituut wordt opgericht, zodat het ook ons, politici, er
voortdurend op zou kunnen wijzen.
Mevrouw de minister, dit is belangrijk voor de partijen: ook de
partijtoppen worden door mannen gedomineerd. An sich is dat geen
goede zaak, omdat beide een inbreng moet kunnen hebben. De grote
sociale organisaties hebben deze week allebei hun congres. Ik stel vast
dat ook daar inspanningen worden gedaan, maar aan de top komen
nauwelijks vrouwen voor. Ik doe ook een oproep tot de grote sociale
organisaties om hiervan werk te maken. Ik geef het voorbeeld van de
Gezinsbond in Vlaanderen. De voorzitter daarvan is altijd een man
geweest, nooit een vrouw. Kunt u zich voorstellen dat in het
middenveld, waartoe de Gezinsbond behoort, het laatste woord altijd bij
een man ligt?
Er is nog geen gelijkheid op de arbeidsmarkt. Het uitstekende verslag
van mevrouw Grauwels heeft ook daarnaar verwezen. Niet alle vrouwen
kunnen in alle sectoren terecht. De vrouwen werken precies in
specifieke sectoren met lage lonen. Dat komt, mevrouw, omdat de
functieclassificatiesystemen eigenlijk door mannen zijn opgemaakt en
alle zogenaamd mannelijke handelingen worden overgewaardeerd
tegenover de vrouwelijke kwaliteiten, die in de verloningschalen dikwijls
lager worden gewaardeerd. Ook daarvan moet inderdaad dringend werk
worden gemaakt.
Wij stellen ook vast dat de werkloosheid bij vrouwen hoger is dan bij
mannen, dat de activiteitsgraad dus lager is. Daaraan moeten wij
dringend iets doen. Ook in het beleid dat wij moeten voeren en samen
met u proberen te voeren, biedt de relatie arbeid-gezin belangrijke
mogelijkheden. Daarin moeten wij verder gaan. Tijdskrediet is daarvan
één element. Dat is nog niet voldoende om ook daar tot gelijkheid te
komen. Wij denken dat ook het ouderschapsverlof kan worden
uitgebreid.
Het is ook belangrijk voort te gaan op het spoor van de
arbeidsduurvermindering, niet alleen de individuele
arbeidsduurvermindering maar ook de collectieve
arbeidsduurvermindering. Ik denk dat dat een belangrijke zaak is.
Straks zitten we met tijdskredieten en met zorgkredieten die nog veel
te veel door vrouwen zullen moeten worden opgenomen, waardoor wij
niets meer zullen doen aan het fundament: de betere herverdeling van
05.04 Joos Wauters (AGALEV-
ECOLO): L'égalité entre les sexes
n'existe toujours pas. Notre groupe
compte 15 femmes et 4 hommes.
Dans d'autres groupes, on observe
une proportion inverse. Nous
sommes toutefois engagés sur la
bonne voie: le système d'alternance
sur les listes a été inscrit dans la
législation électorale. Il conviendrait
que l'Institut soit attentif au bon
fonctionnement de ce système.
La présence exclusivement
masculine à la tête des partis n'est
pas une bonne chose non plus. Le
même problème se pose dans
grandes organisations sociales.
Ainsi, au
Gezinsbond, les
décisions ont toujours été le fait
d'hommes. Sur le marché de
l'emploi, les femmes sont plus
souvent sans emploi ou
surreprésentées dans des secteurs
moins bien répunérés, les
classifications de fonctions sont
établies par des hommes et le
crédit-temps sera principalement
pris par des femmes. Voilà qui
démontre une fois de plus
l'importance d'une diminution
collective du temps de travail.
L'égalité constitue un droit actif qui
doit être stimulé par le législateur.
Le nom de l'"Institut pour l'égalité
des chances entre hommes et
femmes" est inspiré par la
méconnaissance relative de
l'"Institut du genre" tel que je l'ai
proposé. J'espère que la situation
changera prochainement.
La disposition relative à l'attribution
du logement
familial a été
examinée tout à l'heure, de même
que le projet de loi relatif à la
discrimination. C'est le tour à
présent de ce projet. Ce jour sera à
marquer d'une pierre blanche en ce
qui concerne l'égalité de traitement
entre les femmes et les hommes.
Il est important que l'Institut puisse
à l'avenir intenter des actions en
justice contre des infractions au
principe d'égalité et puisse disposer
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
arbeid, de arbeidsduurvermindering als zodanig.
Mevrouw de minister, er is dus nog geen gelijkheid. Daarom moeten wij
een actief en positief beleid voeren. Gelijke behandeling van mannen en
vrouwen is geen passief recht, het is een actief recht.
Als wetgever moeten wij maatregelen nemen om de uitoefening van
gelijke rechten en vrijheden te stimuleren en te garanderen, dit zowel
voor vrouwen als voor mannen. U weet dat ik ervoor gepleit heb om het
instituut het genderinstituut te noemen. We zijn in de naamgeving nog
niet zo ver, omdat inderdaad misschien te weinig mensen begrijpen wat
een genderinstituut is. Uw stelde bijgevolg voor het inderdaad een
instituut voor gelijkheid van mannen en vrouwen te noemen en dat
hebben we dan kunnen wijzigen. De verwarring met wat we daarnet
besproken hebben, is mogelijk. We blijven de term genderinstituut, die
alsmaar vaker ook internationaal gehanteerd wordt, belangrijk vinden en
hopen dat die naam er op termijn komt. We zijn uiteraard blij dat het
instituut er nu is.
Mevrouw de minister, ik heb wat kritische kanttekeningen. Wat we
vandaag gedaan hebben voor de gelijke rechten voor mannen en
vrouwen, is niet onbelangrijk. We hadden daarstraks het wetsontwerp
voor de toewijzing van de gezinswoning voor mensen die slachtoffer
worden van fysieke gewelddaden besproken. We zullen daar morgen
over stemmen. We hebben daarnet het wetsontwerp ter bestrijding van
discriminatie gehad. We hebben nu dit wetsontwerp over het Instituut.
Eigenlijk gaat het om een heilige drievuldigheid dat zijn misschien
niet de termen die u gebruikt , die vandaag gedeeltelijk wordt
gerealiseerd in het belang van de gelijke behandeling van mannen en
vrouwen. Het is denk ik een belangrijke dag. Vandaag liggen er drie
ontwerpen ter tafel waarover we morgen zullen stemmen.
Ook mevrouw Van Weert en mevrouw Grauwels hebben er al op
gewezen dat het genderinstituut belangrijk is. Het kan onderzoek doen,
documentatie en informatie leveren, statistieken opmaken en
aanbevelingen doen aan de overheid. Het zal samenwerken het
amendement terzake hebt u aanvaard met de verschillende
verenigingen op het terrein, wat in artikel 3 expliciet is opgenomen. Het
is heel belangrijk dat we inschrijven dat er zowel met de vrouwen- als
met de mannenverenigingen overlegd wordt, om de gelijkheid voort te
stimuleren.
Ten slotte is het ook belangrijk dat het instituut in rechte zal kunnen
optreden om de inbreuken op gelijkheid na te gaan. Wij denken dat dat
een heel belangrijk instrument is. Het Centrum kan dat trouwens ook.
De onafhankelijkheid is een belangrijk principe. Het instituut kan
onafhankelijk werken en beschikt over een autonomie. Tegelijkertijd
en dat is het dubbel spoor waar wij ook achter staan kan het ook
beleidsvoorbereidend werken. U hebt als minister het recht om positieve
suggesties te doen ondanks de autonome benadering. U kunt in
dialoog treden en via een positieve injunctie het instituut stimuleren.
Ik wil nog op drie punten de aandacht vestigen. Ten eerste,
netwerkvorming zal hoe dan ook voor het instituut belangrijk zijn.
Mevrouw Van Weert heeft hier ook naar verwezen. De samenwerking
met de Gemeenschappen zal ook belangrijk zijn. U kunt als minister
een initiatief nemen met het oog op interministerieel overleg over de
thematiek.
Op die manier kan er mainstreaming in alle administraties en alle
overheidsdiensten tot stand worden gebracht. Wij zijn ervan overtuigd
dat u dat zeker zult doen, maar u herinnert zich ook dat wij precies om
d'une autonomie suffisante. Le
ministre peut appuyer l'Institut par
des suggestions positives.
Pour conclure, je soulignerai
l'importance que revêt la formation
de réseau pour l'Institut, de même
que la collaboration avec les
Communautés.
Etant donné que le mainstreaming,
ou intégration des femmes au
développement, est également à
l'ordre du jour dans l'appareil
administratif public, notre groupe a
suggéré que l'Institut relève de la
compétence du premier ministre.
Nous sommes néanmoins
convaincus que la ministre
Onkelinx fera une excellente
ministre de tutelle.
Nous sommes très satisfaits de la
collaboration avec le ministre lors
de la préparation de ce projet de
loi. Un centre d'expertise et de
référence est absolument
nécessaire. Le présent projet est
une étape importante en direction
de l'égalité des droits entre les
hommes et les femmes.
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
die reden eigenlijk graag hadden gezien dat het instituut onder de
bevoegdheid van de eerste minister zou vallen. In ieder geval zijn wij
ervan overtuigd dat u voor die mainstreaming zult zorgen. We hopen dat
dat ook op termijn zo is en dat de toekomstige ministers die het
instituut onder hun bevoegdheid krijgen, hetzelfde gezag kunnen laten
gelden met het oog op de mainstreaming.
Mevrouw de minister, wij zijn zeer tevreden dat wij op deze manier met
u hebben kunnen samenwerken om het ontwerp te realiseren. Het
wordt werkelijk een expertise- en referentiecentrum, dat meer dan nodig
is en dat op het terrein ook zijn belang zal bewijzen. Wij hopen dat het
inderdaad weerom een stap is naar een gelijke berechtiging van
mannen en vrouwen.
05.05 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je trouve
que la formule utilisée par M. Wauters vaut toutes les conclusions.
Aujourd'hui, nous avons, pour reprendre ses termes, voté une "trinité"
favorable avec ces trois projets. Cela nous permet de faire un pas
considérable vers l'égalité des chances, notamment entre les hommes
et les femmes. Je ne pense pas qu'il faille ajouter quoi que ce soit à ce
constat.
05.05 Minister Laurette Onkelinx:
Ik heb daar niets aan toe te voegen.
Met de woorden van de heer
Wauters is alles gezegd. Wij
kunnen stemmen voor gelijke
kansen voor mannen en vrouwen. Ik
hoef daar niets meer aan toe te
voegen.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 66,4) (1919/7)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1919/7)
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp houdende oprichting van het Instituut voor de
gelijkheid van vrouwen en mannen".
L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi portant création de l'Institut pour l'égalité des
femmes et des hommes".
Het wetsontwerp telt 17 artikelen.
Le projet de loi compte 17 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 17 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 17 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
De vergadering wordt gesloten om 16.47 uur. Volgende vergadering donderdag 17 oktober 2002 om 14.15 uur.
La séance est levée à 16.47 heures. Prochaine séance jeudi 17 octobre 2002 à 14.15 heures.
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
WOENSDAG 16 OKTOBER 2002
MERCREDI 16 OCTOBRE 2002
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
INTERPELLATIEVERZOEKEN
DEMANDES D'INTERPELLATION
Ingekomen
Demandes
1. de heer Tony Van Parys tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het ontbreken van officiële
criminaliteitsstatistieken".
1. M. Tony Van Parys au ministre de l'Intérieur sur
"le manque de statistiques officielles relatives à la
criminalité".
(nr. 1423 verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
(n° 1423 renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
2. de heer Geert Bourgeois tot de minister van
Justitie over "het advies van de parketten in verband
met de Snel-Belg-wet".
2. M. Geert Bourgeois au ministre de la Justice sur
"l'avis des parquets en ce qui concerne la loi
accélérant la procédure de naturalisation".
(nr. 1424 verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
(n° 1424 renvoi à la commission de la Justice)
3. de heer Guido Tastenhoye tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de hervorming van de
asielprocedures en een mogelijke heimelijke
regularisatie van oude asielzoekers van voor
januari 1999, en het afschaffen en invoeren van
terugkeerpremies".
3. M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur sur
"la réforme des procédures d'asile et la possible
régularisation par la bande d'anciens demandeurs
d'asile dont la demande remonte à avant
janvier 1999, et la suppression et l'instauration de
primes de retour".
(nr. 1425 verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
(n° 1425 renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
4. de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken over "het gunstig
advies voor de Europese Commissie betreffende de
toetreding van Cyprus tot de Europese Unie".
4. M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'avis positif
émis par la Commission européenne au sujet de
l'adhésion de Chypre à l'Union européenne".
(nr. 1426 verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)
(n° 1426 renvoi à la commission des Relations
extérieures)
5. de heer Francis Van den Eynde tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"het gunstig advies van de Europese Commissie
betreffende de toetreding van Cyprus tot de Europese
Unie".
5. M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "l'avis
positif émis par la Commission européenne au sujet
de l'adhésion de Chypre à l'Union européenne".
(nr. 1427 verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)
(n° 1427 renvoi à la commission des Relations
extérieures)
MEDEDELINGEN
COMMUNICATIONS
COMMISSIES
COMMISSIONS
Commissie voor de Legeraankopen
Commission des Achats militaires
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
Bij brief van 15 oktober 2002 zendt de voorzitter van
de commissie voor de Legeraankopen een afschrift
over van het schrijven van de minister van Economie
en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid en van de bijlagen bij die brief.
Par lettre du 15 octobre 2002, le président de la
commission des Achats militaires transmet une
copie de la lettre du 10 octobre 2002 du ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, ainsi que de ses
annexes.
Ter uitvoering van het bestuursprotocol gesloten
tussen de commissie Legeraankopen en de minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, zendt deze laatste
de notulen over van de vergadering van 10 juni 2002
van de Raad voor Industriële compensaties, alsmede
de aanbevelingen van 8 juli 2002 van die Raad
betreffende de industriële compensaties en de stand
van zaken in de programma's die onder de
globalisering vallen.
En exécution du Protocole Administratif conclu entre
la commission des Achats militaires et le ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, ce dernier
transmet le procès-verbal de la réunion du
10 juin 2002 du conseil des Compensations
industrielles, les recommandations de ce conseil du
8 juillet 2002 relatives aux compensations
industrielles et les états d'avancement des
programmes couverts par la globalisation.
Voor kennisgeving
Pour information
SENAAT
SENAT
Overgezonden wetsontwerp
Projet de loi transmis
Bij brief van 10 oktober 2002, zendt de Senaat over,
met het oog op de koninklijke bekrachtiging, het niet
geamendeerde wetsontwerp betreffende de
inschrijving van België op het kapitaal van de Inter-
Amerikaanse Investeringsmaatschappij (nr. 1864/3).
Par message du 10 octobre 2002, le Sénat transmet,
en vue de la sanction royale, le projet de loi relatif à
la souscription de la Belgique au capital de la
Société interaméricaine d'Investissement, le Sénat
ne l'ayant pas amendé (n° 1864/3).
Ter kennisgeving
Pour information
Aangenomen wetsontwerpen
Projets de loi adoptés
Bij brieven van 10 oktober 2002, zendt de Senaat de
volgende wetsontwerpen over, zoals hij ze in
vergadering van die datum heeft aangenomen:
Par messages du 10 octobre 2002, le Sénat
transmet, tel qu'il les a adoptés en séance de cette
date, les projets de loi suivants:
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk
België en de Regering van de Speciale
Administratieve Regio Hongkong van de
Volksrepubliek China inzake luchtvervoer, en met de
Bijlage, ondertekend te Brussel op 6 april 1998
(nr. 2063/1);
- projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le
Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de la Région administrative spéciale
de Hong Kong de la République populaire de Chine
relatif au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Bruxelles le 6 avril 1998 (n° 2063/1);
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Renvoi à la commission des Relations extérieures
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de
Regering van het Koninkrijk België en de Regering
van de Republiek Oezbekistan, en met de Bijlage,
ondertekend te Brussel op 14 november 1996
(nr. 2064/1);
- projet de loi loi portant assentiment à l'Accord entre
le Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de la République d'Ouzbékistan relatif
au transport aérien, et à l'Annexe, signés à Bruxelles
le 14 novembre 1996 (n° 2064/1);
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Renvoi à la commission des Relations extérieures
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk
België en de Regering van de Staat Bahrein inzake
luchtvervoer, en met de Bijlage, ondertekend te
Brussel op 30 juni 1998 (nr. 2065/1);
- projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le
Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de l'Etat de Bahreïn relatif au
transport aérien, et à l'Annexe, signés à Bruxelles le
30 juin 1998 (n° 2065/1);
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Renvoi à la commission des Relations extérieures
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de
Belgische Regering en de Macedonische Regering,
en met de Bijlage, ondertekend te Brussel op
22 oktober 1998 (nr. 2066/1);
- projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le
Gouvernement belge et le Gouvernement
macédonien relatif au transport aérien, et à l'Annexe,
signés à Bruxelles le 22 octobre 1998 (n° 2066/1);
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Renvoi à la commission des Relations extérieures
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk
België en de regering van de Republiek Kroatië
inzake luchtvervoer, en met de Bijlage, ondertekend
te Zagreb op 12 maart 1996 (nr. 2067/1);
- projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le
gouvernement du Royaume de Belgique et le
gouvernement de la République de Croatie relatif au
transport aérien, et à l'Annexe, signés à Zagreb le
12 mars 1996 (n° 2067/1);
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Renvoi à la commission des Relations extérieures
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk
België en de Regering van Zijne Majesteit de Sultan
en Yang Di-Pertuan van Brunei Darussalam inzake
luchtvervoer, en met de Bijlage, gedaan te Brussel op
18 februari 1994 (nr. 2068/1);
- projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le
Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de Sa Majesté le Sultan et Yang Di-
Pertuan du Brunei Darussalam relatif au transport
aérien, et à l'Annexe, faits à Bruxelles le
18 février 1994 (n° 2068/1);
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Renvoi à la commission des Relations extérieures
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk
België en de Regering van de Republiek van de
Seychellen inzake luchtvervoer, en met de Bijlage,
ondertekend te Brussel op 27 februari 1998
(nr. 2069/1);
- projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le
Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de la République des Seychelles
relatif au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Bruxelles le 27 février 1998 (n° 2069/1);
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Renvoi à la commission des Relations extérieures
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk
België en de regering van Nieuw-Zeeland inzake
luchtvervoer, en met de Bijlage, ondertekend te
Wellington op 4 juni 1999 (nr. 2070/1);
- projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le
gouvernement du Royaume de Belgique et le
gouvernement de Nouvelle-Zélande relatif au transport
aérien, et à l'Annexe, signés à Wellington le
4 juin 1999 (n° 2070/1);
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Renvoi à la commission des Relations extérieures
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de
Regering van het Koninkrijk België en de Regering
van de Republiek Zuid-Afrika, en met de Bijlage,
ondertekend te Brussel op 2 mei 2000 (nr. 2071/1);
- projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le
Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de la République d'Afrique du Sud
relatif au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Bruxelles le 2 mai 2000 (n° 2071/1);
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Renvoi à la commission des Relations extérieures
- wetsontwerp houdende instemming met het
Protocol houdende wijziging van de eenvormige
Beneluxwet op de merken, gedaan te Brussel op
11 december 2001 (nr. 2072/1).
- projet de loi portant assentiment au Protocole
portant modification de la loi uniforme Benelux sur
les marques, fait à Bruxelles le 11 décembre 2001
(n° 2072/1);
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Renvoi à la commission des Relations extérieures
JAARVERSLAG
RAPPORT ANNUEL
Hof van Cassatie
Cour de cassation
Bij brief van 15 oktober 2002 zendt de eerste
voorzitter van het Hof van Cassatie, overeenkomstig
artikel 340, § 4, van het Gerechtelijk Wetboek, het
jaarverslag 2001-2002 van het Hof van Cassatie over.
Par lettre du 15 octobre 2002, le premier président
de la Cour de cassation transmet, conformément à
l'article 340, § 4, du Code judiciaire, le rapport
annuel 2001-2002 de la Cour de cassation.
16/10/2002
CRIV 50
PLEN 277
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
Ingediend ter griffie, in de bibliotheek en verzonden
naar de commissie voor de Justitie
Dépôt au greffe, à la bibliothèque et renvoi à la
commission de la Justice
RESOLUTIES
RESOLUTIONS
Europees Parlement
Parlement européen
Bij brief van 2 oktober 2002 zendt de secretaris-
generaal van het Europees Parlement de teksten
over van negen resoluties aangenomen door deze
vergadering:
Par lettre du 2 octobre 2002, le secrétaire général du
Parlement européen transmet le texte de neuf
résolutions adoptées par cette assemblée:
1. resolutie over het Groenboek van de Commissie
"Schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven";
1. résolution sur le Livre vert de la Commission
"Indemnisation des victimes de la criminalité";
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, naar de commissie voor de Justitie en
naar het Adviescomité voor de Europese
Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures, à
la commission de la Justice et au Comité d'avis
chargé de Questions européennes
2. resolutie over aanbevelingen van het Europees
Parlement aan de Commissie inzake de sluiting van
overeenkomsten inzake economisch partnerschap
met ACS-regio's en -landen;
2. résolution sur les recommandations du Parlement
européen à la Commission concernant les
négociations d'accords de partenariat économique
avec les régions et Etats ACP;
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw en naar het Adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures, à
la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture et au Comité d'avis
chargé de Questions européennes
3. resolutie over de vooruitgang die is geboekt bij de
uitvoering van het gemeenschappelijk buitenlands en
veiligheidsbeleid;
3. résolution sur les progrès réalisés dans la mise en
oeuvre de la politique étrangère et de sécurité
commune;
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen en naar het Adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures et
au Comité d'avis chargé de Questions européennes
4. resolutie over het derde jaarverslag van de Raad
overeenkomstig uitvoeringsbepaling nr. 8 van de
Gedragscode van de Europese Unie betreffende
wapenuitvoer;
4. résolution sur le troisième rapport annuel du
Conseil établi en application du point 8 du dispositif
du Code de conduite de l'Union européenne en
matière d'exportation d'armements;
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen en naar het Adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures et
au Comité d'avis chargé de Questions européennes
5. resolutie houdende een verzoek tot ontwikkeling
van een EU-actieplan voor de succesvolle introductie
van digitale televisie in Europa;
5. résolution sur un plan d'action de l'Union
européenne pour l'introduction réussie de la télévision
numérique en Europe;
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven
en naar het Adviescomité voor de Europese
Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures, à
la commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques et au
Comité d'avis chargé de Questions européennes
6. resolutie over de mededeling van de Commissie
aan de Raad, het Europees Parlement, het
Economisch en Sociaal Comité en het Comité van
de regio's: de balans van 5 jaar Europese
werkgelegenheidsstrategie;
6. résolution sur la communication de la Commission
au Conseil, au Parlement européen, au Comité
économique et social et au Comité des régions sur
le bilan de cinq années de stratégie européenne pour
l'emploi;
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, naar de commissie voor de Sociale
Zaken en naar het Adviescomité voor de Europese
Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures, à
la commission des Affaires sociales et au Comité
d'avis chargé de Questions européennes
CRIV 50
PLEN 277
16/10/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
7. resolutie over de resultaten van de
Wereldtopconferentie over duurzame ontwikkeling
(WSSD) in Johannesburg;
7. résolution sur les résultats du Sommet mondial
sur le développement durable (SMDD) à
Johannesburg;
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing, naar de commissie
voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw en naar het Adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures, à
la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société, à la
commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture et au Comité d'avis
chargé de Questions européennes
8. resolutie over het jaarverslag van de Europese
ombudsman voor 2001;
8. résolution sur le rapport annuel 2001 du médiateur
européen;
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt, naar de commissie voor de
Verzoekschriften en naar het Adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures, à
la commission de l'Intérieur, des Affaires générales
et de la Fonction publique, à la commission des
Pétitions et au Comité d'avis chargé de Questions
européennes
9. resolutie over de beraadslagingen van de
commissie Verzoekschriften tijdens het
parlementaire jaar 2001-2002.
9. résolution sur les délibérations de la commission
des Pétitions au cours de l'année
parlementaire 2001/2002.
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt, naar de commissie voor de
Verzoekschriften en naar het Adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures, à
la commission de l'Intérieur, des Affaires générales
et de la Fonction publique, à la commission des
Pétitions et au Comité d'avis chargé de Questions
européennes
CONSTITUTIE
CONSTITUTION
"Parlement de la Communauté française"
Parlement de la Communauté française
Bij brief van 15 oktober 2002 deelt de "Parlement de
la Communauté française" mee dat het zich ter
vergadering van die dag heeft geconstitueerd.
Par message du 15 octobre 2002, le Parlement de la
Communauté française fait connaître qu'il s'est
constitué en sa séance de ce jour.
Ter kennisgeving
Pour information