KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 273
CRIV 50 PLEN 273
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
donderdag
jeudi
10-10-2002
10-10-2002
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de base et
du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts
het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat
ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral
définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
Bespreking van de verklaring van de regering
(voortzetting)
1
Discussion de la déclaration du gouvernement
(continuation)
1
Sprekers: Guy Verhofstadt, eerste minister,
Stef Goris, Greta D'hondt, Geert Bourgeois,
Yves Leterme, voorzitter van de CD&V-fractie,
Frank Vandenbroucke, minister van Sociale
Zaken en Pensioenen, Jef Tavernier,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu, Jef
Valkeniers, Colette Burgeon, Luc Goutry,
Guido Tastenhoye
Orateurs: Guy Verhofstadt, premier ministre,
Stef Goris, Greta D'hondt, Geert Bourgeois,
Yves Leterme, président du groupe CD&V,
Frank Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions , Jef Tavernier,
ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement, Jef Valkeniers, Colette
Burgeon, Luc Goutry, Guido Tastenhoye
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
van
DONDERDAG
10
OKTOBER
2002
10:00 uur
______
du
JEUDI
10
OCTOBRE
2002
10:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.00 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.00 heures par M. Herman De Croo, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Antoine Duquesne, Frank Vandenbroucke, Guy Verhofstadt.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Berichten van verhindering
Excusés
Karel Pinxten, wegens ziekte / pour raison de santé;
Arnold Van Aperen, wegens ambtsplicht / pour obligation de mandat;
Pierre Chevalier, Yolande Avondtroodt, met zending buitenslands / en mission à l'étranger;
01 Bespreking van de verklaring van de regering (voortzetting)
01 Discussion de la déclaration du gouvernement (continuation)
De voorzitter: De bespreking is hervat.
La discussion est reprise.
Chers collègues, nous allons poursuivre les débats entamés hier. Je constate qu'il y a autant de ministres
que de parlementaires.
01.01 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, het
debat is voorbij.
De voorzitter: Ik had die reactie uiteraard verwacht. Ik heb een lijst rondgedeeld waarop de heer Van Parys
als eerste spreker staat genoteerd. Ik heb ook Fientje Moerman genoteerd en de heer Goris. Mijnheer Goris,
u bent er, dus u hebt het woord.
01.02 Eerste minister Guy Verhofstadt: Als wij er niet zijn, dan krijgen
wij een berisping.
01.03 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter, premier, heren
ministers, collega's, de regering stond met deze begroting voor een
moeilijke oefening, maar zij heeft het werk toch tot een goed einde
gebracht. Mijnheer de eerste minister, ik wil u daarvoor feliciteren, want
de omstandigheden waren er dit jaar niet naar om het tot een
eenvoudige taak te maken. Toch is uw regering erin geslaagd om deze
begroting in evenwicht voor te leggen, ondanks de ongunstige situatie in
het buitenland. De sterren stonden niet gunstig om hiervan een
eenvoudige taak te maken.
De buitenlandse zaken staan niet alleen deze dagen, maar de voorbije
weken, maanden en jaren voornamelijk na 11 september erg in de
01.03 Stef Goris (VLD): Le
gouvernement est parvenu à
présenter un budget en équilibre
dans un climat international
particulièrement difficile qui a des
répercussions néfastes sur
l'économie mondiale. Le groupe
VLD soutient le gouvernement dans
son intention de ne négliger aucune
piste diplomatique concernant l'Irak
afin de faire respecter toutes les
normes de droit international et de
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
actualiteit. Er gaat helaas geen dag voorbij zonder speculaties in de
media. De eventuele gewapende militaire actie in Irak beroert ook de
publieke opinie. Wij merken aan de wereldeconomie dat dit toch een
bijzonder nefaste invloed heeft, met alle gevolgen van dien, ook wanneer
een Belgische regering voor de taak staat om een begroting op te
maken.
De premier heeft in zijn regeringsverklaring terecht het thema Irak
aangehaald. Wij willen vanuit de VLD-fractie de regering steunen in haar
voornemen om diplomatieke middelen maximaal in te zetten om
internationale rechtsregels maximaal toe te passen en te beklemtonen
dat een militaire inzet alleen als allerlaatste middel tot de
mogelijkheden kan behoren. Dat kan uiteraard alleen aan de
voorwaarde dat het gebeurt met een zeer duidelijk UNO-mandaat.
Wij menen dat België als koploper in de Europese Unie in dit verband
moet aandringen op een eensgezinde opstelling, zodat wij de door de
Verenigde Staten aangekondigde militaire confrontatie hopelijk kunnen
vermijden. Een gezamenlijke standpuntbepaling in deze kwestie vormt,
volgens mij, een uitdaging waarbij de Europese Unie de wil te kennen
geeft om gezamenlijk een veiligheids- en defensiebeleid op het terrein
te concretiseren en uit te werken.
Het doel is natuurlijk wel dat men onvoorwaardelijke, alomvattende
wapeninspecties kan uitvoeren, die zeer vlug van start kunnen gaan.
Die inspecties kunnen worden gevolgd door een eventuele ontwapening,
in navolging van de genomen VN-resoluties. De wereldeconomie mag in
ieder geval niet langer worden beïnvloed door deze spanning. Ons land
kan er alleen wel bij varen dat dit probleem zo vlug mogelijk op een
correcte, diplomatieke manier wordt opgelost.
In de begroting is ook in een beperking van het defensiebudget
voorzien. Defensie is een van de departementen, zoals vele andere,
waar in het kader van de budgettaire orthodoxie ingeleverd wordt.
Defensie is, zoals de meeste departementen, ook een departement
onder budgettaire druk. Niettemin ben ik ervan overtuigd dat het
budgettaire evenwicht de eerste prioriteit moet zijn. Men moet dus
inspanningen kunnen verwachten van alle departementen, ook van het
departement Defensie dat ik het beste ken van alle departementen en
waarvan ik ook het personeel vrij goed ken. Ook hier moeten we ons
steentje bijdragen en ervoor zorgen dat wij met ons land de goede
richting blijven uitgaan. Er moet dus ook op dat vlak wat bijgedragen
worden. Toch wil ik beklemtonen dat de inlevering die gedaan wordt,
moet worden geplaatst tegenover het aangevraagde budget. Wanneer
men gaat vergelijken met het effectieve budget van het lopende jaar, is
de inkrimping minimaal.
Er is bovendien laten wij het niet vergeten de grote hervorming van
de krijgsmacht, die nu volop in uitvoering is en nog een aantal jaren zal
doorlopen. We staan binnenkort ook voor een belangrijke NAVO-top in
Praag, waar ongetwijfeld de DCI, de Defense Capability Initiative,
opnieuw ter sprake zal komen en waar men ook van België zal vragen
dat het zijn bijdrage herdefinieert, dat het bepaalt hoe het precies wil
mee evolueren in dat nieuwe NAVO-landschap en vooral, binnen het
nieuwe concept dat zich meer en meer aftekent na 11 september, dat
het de taken en de middelen preciseert die zullen worden ingezet. Ook
het investeringsplan op middellange termijn, zal waarschijnlijk herzien
moeten worden, in het licht van deze NAVO-top in Praag. Belangrijk
lijkt mij ook dat op het vlak van defensie in deze begroting niet wordt
geraakt aan het personeel. U weet dat wij bij de hervorming van de
krijgsmacht een aantal ambitieuze projecten op stapel hebben staan.
Het MCM-statuut en een aantal andere wetsvoorstellen die ter tafel
n'envisager
qu'en tout dernier
ressort une intervention militaire,
avec un mandat clair des Nations
Unies. Il incombe à la Belgique
d'insister en faveur de l'unanimité
européenne et d'une politique de
défense commune. Une inspection
des armes inconditionnelle et
globale doit être mise en oeuvre et
éventuellement suivie d'un
désarmement. L'économie
mondiale ne peut continuer à subir
ces tensions.
Le budget général limite le budget
de la défense. C'est normal, car
l'équilibre budgétaire a la primeur,
ce département doit donc participer
à l'effort. Cette contribution est
toutefois minimale eu égard au
budget effectif de l'année en cours.
La réforme de l'armée entraîne de
nombreuses conséquences sur le
plan budgétaire. La mission de la
Belgique sera également redéfinie
lors du sommet de l'OTAN à
Prague, ce qui nécessitera peut-
être une adaptation du plan
d'investissement.
Les effectifs ne seront pas affectés
par ce budget, bien au contraire.
Ce gouvernement a élaboré un
éventail de mesures qui
amélioreront sensiblement la
position de l'homme sur le terrain.
Je vous en transmettrai
prochainement la liste.
La politique d'achat constitue un
élément important. Il doit rester
possible d'acquérir du matériel
moderne dans les limites du
budget. Dans le cadre de
l'extension de la capacité de
transport, une procédure a été
lancée en vue d'acquérir un navire
de transport. Ce dossier se chiffrant
à 11 milliards de francs, le
gouvernement a décidé de l'évaluer
à nouveau. Nous devons examiner
l'opportunité d'une modification de
la législation stricte sur les
marchés publics. Il conviendrait de
renforcer la coopération européenne
et de procéder à davantage
d'achats collectifs.
A terme, le retour des troupes
belges d'Allemagne générera des
économies importantes. Par
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
liggen, zullen alleszins nog worden besproken. Ik wil binnenkort aan de
Kamer een lijstje voorleggen van al de verwezenlijkingen van deze
regering op het vlak van landsverdediging. Een aantal specialisten en
insiders delen mij in alle duidelijkheid mee dat men meer heeft
gerealiseerd dan de voorbije 2 of 3 regeringen samen.
Talrijke ontwerpen en voorstellen werden goedgekeurd die het statuut
van het personeel van de krijgsmacht aanzienlijk hebben verbeterd.
Alhoewel niet meteen sexy, is de lijst lang. Het zijn meestal kleine
dingen maar talrijk en belangrijk voor de gewone man op het terrein.
Deze regering heeft deze problemen systematisch aangekaart en
opgelost. Ik zal deze lijst binnenkort bekendmaken. Het is, mijns
inziens, van elementair belang dit te beklemtonen.
Ik ga wat dieper in op het aankoopbeleid, een ander belangrijk punt in
defensie. Het lijkt me van elementair belang dat de aankoop van
modern materieel budgettair verantwoord moet blijven.
Budgetoverschrijvingen moeten vermeden worden. Al de partijen van de
meerderheid en een aantal van de oppositie vinden dat de
transportcapaciteit binnen de Europese context moet worden
uitgebreid. De procedure voor de aankoop van een transportschip werd
opgestart. U hebt ongetwijfeld vernomen dat het kostenplaatje van dit
dossier ondertussen gestegen is tot 11 miljard Belgische franken. Het
was een verstandige beslissing van de regering deze beslissing
opnieuw te evalueren en te onderzoeken op welke manier het hoge
kostenplaatje kon worden aangepast. Wij zijn het erover eens dat de
transportcapaciteit niet alleen maritiem maar ook over het land en in de
lucht moet worden opgevoerd. Voorwaarden zijn echter wel correcte
prijzen en haalbaarheid voor onze buurlanden binnen een Europees
concept.
Welnu, laten we duidelijk zijn. Wat het dossier van het strategisch
transportschip betreft, kunnen wij niet aanvaarden dat het schip aan die
prijs wordt aangekocht. Collega's, er zijn nog andere dossiers waarop
wij de voorbije maanden helaas zijn gestrand laten we eerlijk zijn
omdat wij met een bijzonder moeilijke en rigide wetgeving zitten. Ik
nodig de regering en de verschillende partijen uit om tijdens de volgende
legislatuur na te gaan hoe onze buurlanden dat aan boord leggen en de
wetgeving op de overheidsopdrachten meer bepaald voor de aankoop
van legermateriaal ingrijpend bij te sturen.
Ik pleit hier onverkort voor een betere internationale samenwerking en
voor internationale aankopen, samen met de buurlanden. Ik verwijs
onder meer naar de succesverhalen van de aankoop van mijnenjagers,
samen met Frankrijk en Nederland, en de aankoop van de F16's
destijds, samen met Denemarken, Noorwegen en Nederland. Alle
dossiers die wij toen hebben uitgevoerd in internationale samenwerking
zijn succesverhalen gebleken. Alle dossiers waarin wij dachten zelf het
warm water uit te vinden en waarvoor wij zelf tekeningen hebben
gemaakt, bleken dossiers te worden met monsterlijke afmetingen die
budgettair totaal uit de band sprongen. Daarom moeten wij, ook in
zware dossiers zoals de aankoop van een schip en van zwaar en duur
materieel, de buurlanden erbij betrekken en trachten te komen tot een
maximale internationale samenwerking.
Collega's, wij moeten efficiënt en rationeel werken met onze
begrotingsmiddelen, dat lijkt mij duidelijk. Na drie jaar zien we hiervoor
aanwijsbare elementen. De Belgische eenheden in Duitsland worden
teruggetrokken. Op termijn zullen we ook hiermee heel wat middelen
kunnen besparen, maar de beperkte budgettaire ruimte noopt ons nog
verder te gaan.
ailleurs, la vente de bâtiments
inoccupés et de matériel inutilisé
peut contribuer à ménager une
marge budgétaire.
Pour ce qui est du dossier du
navire de transport, il serait peut-
être préférable de choisir de faire
progresser le dossier des
hélicoptères de transport. Je
préconise également la coopération
internationale pour le remplacement
des hélicoptères Sea King. Quels
types d'appareils nos voisins
utilisent-ils?
La vente de F16 inutilisés doit être
finalisée de toute urgence. Nous
devons rechercher des candidats
acquéreurs parmi les nouveaux
partenaires de l'OTAN.
Nous entretenons de bonnes
relations avec le Bénin dans le
domaine de la coopération militaire.
Nous pourrions peut-être également
leur vendre du matériel.
Les bâtiments inoccupés doivent
être vendus à des prix conformes à
ceux pratiqués sur le marché de
l'immobilier.
Les partis de la majorité
déposeront une proposition qui
rectifiera la législation relative aux
exportations d'armes. Nous avons
atteint un consensus à ce sujet.
L'objectif est d'améliorer la loi en
termes de transparence et de suivi
et de compléter la liste de critères
utilisée. La commission
compétente se réunira alors tous
les quatre mois pour suivre
l'évolution des dossiers
d'armements.
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
In de begroting wordt voorzien maar de minister van Landsverdediging
zal daarop nog in detail ingaan en ook aan het Parlement de cijfers
voorleggen dat leegstaande gebouwen, onbenutte terreinen en
overtollig materieel door een goed georganiseerde, professioneel
doorgevoerde verkoop het budget aandikken en dat die centen ook bij
het budget van Landsverdediging blijven.
Ik wil even terugkomen op de transportcapaciteit. Toen ik daarnet over
het transportschip sprak, ben ik het volgende puntje vergeten. Het
dossier dat nu voorligt, kan onze goedkeuring inderdaad niet langer
wegdragen omwille van de dure kostprijs. Wij pleiten er dan toch voor
om veeleer te opteren een ander dossier naar voren te schuiven,
namelijk het dossier van de transporthelikopters. Ik denk dat een
transporthelikopter een soepele, goede manier is om te kunnen werken
in buitenlandse operaties, om te kunnen samenwerken met onze
buitenlandse partners. Ik wil erop wijzen dat ook mijn collega Martial
Lahaye uit West-Vlaanderen, met Koksijde vlak in zijn buurt, hier ook al
langer aandringt op de vervanging van de Sea Kings, naar mijn mening
trouwens heel erg terecht. Nu is ook het ogenblik aangebroken om in
de vervanging van die Sea Kings te voorzien en samen te kiezen voor
de aanschaf van die transporthelikopters. Ook op dat vlak pleit ik
duidelijk voor internationale coöperatie door na te gaan met welke
toestellen onze buurlanden vliegen. Het is natuurlijk evident dat als wij
samen naar een buitenlandse operatie gaan, het kunnen beschikken
over gezamenlijke logistiek, gezamenlijke onderhoudstroepen en
gezamenlijk onderhoud, een proef is wanneer we met een aantal
partners samen in het buitenland verblijven.
Ik kom terug op de verkoop van het materieel die ik daarnet al even
aanhaalde. Ook in dat verband meen ik dat de verkoop van de niet
gebruikte en onbenutte F16-toestellen zo vlug mogelijk beëindigd moet
worden. Wij zijn er ons natuurlijk van bewust dat die toestellen geen
midlife-update gekregen hebben en dat het de types A en B zijn.
Niettemin moeten wij trachten, vooral nu de NAVO binnenkort wordt
uitgebreid, om bijvoorbeeld bij de nieuwe partners te zoeken naar
kandidaten die interesse tonen om die toestellen aan te kopen. Het lijkt
mij belangrijk dat ook aan dat dossier nieuwe impulsen worden
gegeven.
Wij beschikken in onze verschillende magazijnen over aanzienlijke
hoeveelheden materiaal. Het lijkt mij belangrijk dat ook dat wordt
omgezet in franken of in euro's, zodat wij op die manier heel ons
materieel en onze magazijnen rationaliseren.
De minister van Landsverdediging bezocht verschillende keren Benin. U
weet dat wij met Benin een bijzonder goede relatie hebben, ook op het
vlak van militaire samenwerking. Het is een bijdrage die naar mijn
gevoel veel lof verdient. Vermits ons budget krap is, is het misschien
een goed idee om nog wat meer samen te werken en eventueel ook
proberen materieel te verkopen aan Benin. Ik denk dat ze interesse
hebben om een aantal elementen van ons materieel aan te kopen.
U weet dat wij over heel wat leegstaande en niet meer gebruikte
gebouwen beschikken. Er zijn militaire hospitalen, munitiedepots en
allerhande loodsen. Deze moeten zo spoedig mogelijk verkocht worden
aan marktconforme prijzen. We moeten investeerders aantrekken via
immobiliënmakelaars en we moeten bedrijven inschakelen. Het lijkt mij
belangrijk dat dit allemaal zo vlug mogelijk wordt gerationaliseerd en wij
tot verkoop kunnen overgaan.
Tot slot wil ik het nog even hebben over de wapenexport. U weet dat er
heel wat ophef was rond de geplande wapenleveringen aan een bepaald
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Centraal-Aziatisch land. Het is dan ook de bedoeling dat de
meerderheidspartijen zeer binnenkort een wetsvoorstel indienen. Dit
voorstel zal de wetgeving op de wapenexporten bijsturen. Daaraan werd
flink en constructief gewerkt en er werd een consensus bereikt. Ik heb
zelf namens mijn fractie deelgenomen aan de besprekingen en ik ben
dan ook zeer blij dat wij op zeer korte termijn tot een zeer goede
verbetering van de bestaande wetgeving gekomen zijn. Dit voorstel
wijzigt de wetgeving ingrijpend en op belangrijke punten en maakt de
zaken veel transparanter. Hierdoor krijgen wij ook een veel betere
opvolging van de dossiers. De commissie voor de Legeraankopen
waarin nu reeds alle collega's zetelen die met wapenaankopen te
maken hebben zal om de vier maanden de lopende dossiers bekijken.
Ook zullen de criteria worden aangevuld met een aantal actuele zaken
die de moeilijke controle op de verkoop en de export aanzienlijk
transparanter en beter controleerbaar zullen maken.
Persoonlijk ben ik er erg fier op dat we dit hebben bereikt. Het zal mij
een genoegen zijn om dit wetsvoorstel binnenkort samen met de
collega's uit de meerderheid in te dienen bij de Kamer en het samen
met u te bespreken.
De voorzitter: Collega's, ik heb beloofd om nu mevrouw D'hondt het woord te geven, maar minister
Vandenbroucke zou deze voormiddag in de Kamer aanwezig kunnen zijn. Ik wil geen specifiek debat
organiseren maar ik wil toch de leden die zich meer tot hem richten eerst het woord geven. Mevrouw D'hondt
en de heer Valkeniers krijgen zeker het woord. Is er iemand van een andere fractie die zich specifiek tot
minister Vandenbroucke richt? We horen dus mevrouw D'hondt en de heer Valkeniers. Mijnheer Tastenhoye,
ik neem aan dat u zich niet specifiek tot minister Vandenbroucke richt? Hier en daar kan er wel een
onderbreking komen.
01.04 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, heren van de
regering, collega's, de meeste sprookjes beginnen met "Er was
eens...". Ook wat ik hier vandaag ga vertellen begint daarmee. Er was
eens een meester-zeepbellenblazer die de bevolking beloofde dat,
wanneer ze hem en zijn veelkleurige zeepbellen zou volgen, zij de
actieve welvaartsstaat binnengeleid zou worden. In het zog van die
meester-zeepbellenblazer werd de tocht aangevat die in rechte lijn
moest leiden naar de actieve welvaartsstaat. Mijnheer de eerste
minister, het is opvallend dat er in uw oktoberverklaring duidelijk blijk
wordt gegeven van het afkalven van het geloof in de actieve
welvaartsstaat. In uw oktoberverklaring van 1999 beleed u zes maal uw
geloof in de actieve welvaartsstaat. In 2000 was er zelfs een
stroomversnelling en beleed u uw geloof zeven maal. In 2001 was dit
terecht al afgenomen tot één keer. Eergisteren hebt u het gepresteerd
om in uw beleidsverklaring geen enkele keer de term actieve
welvaartsstaat te gebruiken. De zeepbellen werden zeker bij het begin
van uw legislatuur in een hoog tempo de lucht in geblazen. Wij geven
grif toe dat ze veelkleurig ronddartelden en zich in het licht van de zon
de hoogconjunctuur spiegelden.
Het oogde inderdaad mooi. Zo oogde ook de zeepbel van de
werkgelegenheidsgraad zeer mooi. Gisteren is daarover reeds heel wat
te doen geweest. In het regeerakkoord van 1999 stond letterlijk, ik
citeer: "De regering verbindt er zich toe een actief opleidings- en
tewerkstellingsbeleid te voeren dat erop gericht is de
werkgelegenheidsgroei te doen stijgen". Wat leren de cijfers van
Eurostat ons? De werkgelegenheidsgraad in ons land is onder blauw-
rood-groen gedaald of minstens gestagneerd. Alleen Spanje, Italië en
Griekenland doen het slechter dan wij. Mijnheer de eerste minister, de
evolutie tussen 2000 en 2001 geeft volgende cijfers. De
werkgelegenheidsgraad in België bedraagt 0,7% terwijl het Europese
gemiddelde +0,7% is. De vrouwelijke werkgelegenheidsgraad in België
01.04 Greta D'hondt (CD&V):
Cela fait un moment déjà que le
premier ministre s'est révélé
comme un illusionniste patenté.
Lors des déclarations de politique
générale précédentes, on nous
avait rebattu les oreilles avec la
notion d'"Etat social actif" qui a
totalement disparu de la déclaration
de 2002. Les nombreuses et
alléchantes propositions ont éclaté
telles des bulles de savon.
Le taux d'occupation qui, aux
termes de l'accord gouvernemental
devrait augmenter, a baissé ou
stagné. Seules l'Espagne, l'Italie et
la Grèce font moins bien. La
Belgique affiche sur toute la ligne
un résultat inférieur à la moyenne
européenne.
La simplification des plans
d'embauche était une des priorités
absolues de ce gouvernement. On
comptait dix-neuf plans
d'embauche différents au début de
cette législature, il y en aura vingt-
sept à la fin. En 1999 déjà, nous
avons déposé une proposition de loi
visant à simplifier et à harmoniser
le régime des plans d'embauche.
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
bedraagt
1%, het Europese gemiddelde is +1%. De
werkgelegenheidsgraad bij oudere werknemers bedraagt 2,2% in
België terwijl het Europese gemiddelde +0,8% bedraagt. Weg zeepbel.
De vereenvoudiging van de banenplannen. Bij het einde van de vorige
legislatuur waren er 19 banenplannen. Ik heb reeds gezegd dat dit een
te groot aantal is. Blauw, rood en groen maakten in de
regeringsverklaring een topprioriteit van de vereenvoudiging van de
banenplannen. U herhaalde dit in iedere regeringsmededeling die
daarop volgde, en terecht. Wij dienden eind 1999 een wetsvoorstel in
om de banenplannen te vereenvoudigen en te harmoniseren. Zoals
zoveel van onze wetsvoorstellen ligt ook dit voorstel in de commissie
voor de Sociale Zaken.
Op het einde van deze legislatuur zult u, mijnheer de eerste minister,
27 banenplannen hebben in plaats van 19 zoals halfweg 1999. Volgens
de regeringsmededeling van deze week komt de vereenvoudiging van de
banenplannen er wel, maar dan pas in 2004. Dat zal dan vijf jaar zijn
nadat u daar uw topprioriteit van had gemaakt. Wég zeepbel! Al wat u
voorspelt is gerealiseerd?
Notre texte n'a toujours pas
dépassé le stade de l'examen en
commission des Affaires sociales.
Tout espoir de simplification ne se
concrétisera pas avant l'horizon
2004.
01.05 Eerste minister Guy Verhofstadt: Ten eerste, het is natuurlijk
niet correct om niet de evolutie in activiteitsgraad volledig te geven en
vast te stellen dat die in 1998 iets meer dan 57% bedroeg, terwijl dat nu
60% is. U moet er dan wel rekening mee houden, zoals ik gisteren ten
overvloede heb gezegd maar wat u niet wil aannemen, dat er een
wijziging in de methodologie is opgetreden. Sinds 2001 worden de
volledige loopbaanonderbrekingen uit de cijfers gehaald. Als u deze
correctie toepast, blijkt dat in 1998 de werkgelegenheidsgraad 57%
bedroeg, in 1999 58,9%, 60% in 2000 en, mits de correctie van de
loopbaanonderbrekingen, in 2001 is gestabiliseerd. Ver van mij om te
zeggen dat dit voldoende is of voldoende succes vormt. Ik zou deze
evolutie graag verdergezet zien worden.
Ten tweede, wat u ook niet zegt ik vind het spijtig dat u dit niet kunt
erkennen is dat de werkloosheidsgraad nog 9,3% van de
beroepsbevolking bedroeg in 1998 en nu is gedaald tot 6,8%. Dat ligt
een stuk onder het Europees gemiddelde. U hebt gelijk dat wij op een
aantal terreinen inzake de activiteitsgraad veel slechter scoren dan het
Europees gemiddelde. Zeg voor een goed debat toch echter ook waarop
wij beter scoren dan het Europees gemiddelde, met name de
werkloosheidsgraad waar wij met 6,8% ook een stuk onder de 7%
blijven, daar waar het gemiddelde van Europa een stuk boven de 8%
uitkomt.
Ten slotte, heb ik nog een derde bemerking over de vereenvoudiging van
de banenplannen. Mevrouw D'hondt, u hebt veel meer ervaring met de
sociale partners dan ikzelf. U hebt immers jarenlang deel uitgemaakt
van de club van de sociale partners. Twee jaar geleden hadden wij ik
geef dat grif toe en minister Vandenbroucke kan u dat trouwens
bevestigen een heel concreet vereenvoudigingsvoorstel op tafel liggen,
namelijk de franchise, met zijn voor- en nadelen. Wij hebben dat
voorgesteld aan de sociale partners en zij waren daarvoor niet te vinden.
Ik laat in het midden wie daar het meeste tegen was gekant. De
tegenkanting kwam meer van de werkgevers dan van de werknemers.
Wij hebben inderdaad meer dan een jaar met hen gediscussieerd om
een consensus te vinden, om tot een akkoord te komen. Dat akkoord is
er nu tussen de sociale partners en de regering. Onze bedoeling is dat
voorstel in de komende weken in te dienen. Het zal een van de eerste
wetsontwerpen zijn die wij na deze begroting zullen indienen.
Mijnheer Leterme, ik heb dat niet elk jaar opnieuw gezegd. Wij hebben
01.05 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Le taux d'activité n'a pas
baissé en Belgique, au contraire, il
est passé de 57 pour cent en 1998
à 60 pour cent en 2002. Ce résultat
est toutefois quelque peu masqué
par le fait que les interruptions de
carrière à plein-temps ne sont plus
incluses dans les chiffres. Moi
aussi, j'aurais préféré pouvoir
constater une hausse constante.
Le taux de chômage a à nouveau
baissé, passant de 9,3 pour cent
de la population active en 1988 à
6,8 pour cent aujourd'hui.
Nos performances sont inférieures
à la moyenne européenne à
certains égards mais supérieures à
d'autres.
La simplification des plans
d'embauche doit aussi être resituée
dans le contexte exact. Nous
avions proposé un système concret
de franchise dont les partenaires
sociaux n'ont pas voulu. Nous
avons négocié pendant plus d'un an
et conclu un accord. Nous
déposerons un projet de loi
prochainement. Nous voulions le
faire entrer en vigueur le 1er janvier
2003 mais les secrétariats sociaux
eux-mêmes nous ont demandé de
reporter l'instauration d'un nouveau
système au 1er janvier 2004 parce
qu'ils doivent procéder à la
déclaration électronique dès avant
le 1er janvier 2003.
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
twee jaar geleden een concreet voorstel gedaan aan de sociale
partners. Sommigen, namelijk het VBO, vonden dat het te verregaand
was. Wij hebben eindeloos onderhandeld, wij zijn zo ver gegaan als wij
maar konden en wij hebben nu een akkoord dat de zaken veel
vereenvoudigt. Ik wil het hier niet volledig uiteenzetten. U kent het
systeem met een structurele lastenverlaging, een dubbele
lastenverlaging voor de oudere werknemers en de lagere lonen, en dan
een doelgroepenbeleid. Het was ook ons voorstel om dat al na
1 januari 2003 in te voeren. De sociale secretariaten zelf hebben ons
echter gevraagd dat pas op 1 januari 2004 te doen. Zij moeten nu al op
1 januari 2003 de vereenvoudiging-Dimona verwerken. Deze
elektronische aangifte van de tewerkstelling is op zich al een enorme
operatie. Als zij dat op een ernstige manier willen doen, moeten wij hen
uitstel gunnen tot 1 januari 2004.
Er is een waarheid, een realiteit die moet worden onderkend: het is niet
omdat we zitting hebben in het Parlement als politici dat we alles tot in
het oneindige moeten rekken en in het belachelijk moeten trekken.
01.06 Geert Bourgeois (VU&ID): Als mevrouw D'hondt het toestaat,
wil ik zonder stemverheffing en zonder overdrijven inpikken op wat de
eerste minister heeft gezegd.
Gisteren hebben we het laatste blad van de financiële bijlage pas
gekregen nadat we al vanop het spreekgestoelte het woord voerden. Ik
weet niet of mevrouw D'hondt over andere cijfers beschikt, maar uit dat
laatste blad zou moeten blijken dat er een stagnatie is. Hoe dan ook,
de conclusie van mevrouw D'hondt is correct. Dit was het hoofdthema
van paars-groen, dit was het bindmiddel tussen blauw en rood: de
actieve welvaartsstaat. De eerste minister moet zelf toegeven dat de
regering niet is geslaagd op dat punt.
Ten eerste, het Europese gemiddelde ligt beduidend hoger. Vandaag
zijn de cijfers van de activiteitsgraad van Vlaanderen in een studie van
de universiteit Leuven aan bod gekomen. Het zou wel mooi zijn om ook
eens de cijfers van Wallonië te krijgen. In ieder geval, op het punt dat
het hoofdthema van de regering is herinner u "De brug naar de 21
ste
eeuw: de actieve welvaartsstaat" is er, zelfs als de cijfers van de
eerste minister correct zijn, hoogstens een stagnatie.
(...)
We rekenen nu af op het einde van uw regeerperiode, mijnheer de
eerste minister.
Ten tweede, ik heb hier de cijfers van Eurostat bij mij. U hebt het over
de werkloosheidscijfers. We weten ook dat er weer een aantal
categorieën uit de statistieken is verdwenen in de loop van de periode.
Hoe dan ook, het gemiddelde aantal werklozen jonger dan 25 jaar in
Europa bedraagt volgens de cijfers van Eurostat Luxemburg in augustus
2002 15,3% tegenover 19,1% in België. Bij de mannen bedraagt de
werkloosheidsgraad in Europa 14,9% en in België 18,5%; bij de
vrouwen is dat in Europa 15,8% en in België 19,9%. Indien u
nuanceringen aanbrengt, dan brengt u best ook die nuanceringen aan.
Geef ook toe dat de uitstoot van oudere werknemers, wat een enorme
hypotheek op onze toekomst legt, onverminderd doorgaat op alle
niveaus en op alle vlakken.
01.06 Geert Bourgeois (VU&ID):
Si les chiffres sont exacts nous
n'avons reçu les dernières pages
des annexes financières qu'hier
l'Etat social actif stagne alors
même qu'il constituait l'objectif
majeur du gouvernement. Ainsi, le
chômage chez les moins de 25 ans
dépasse la moyenne européenne.
Et le marché du travail continue de
rejeter les travailleurs âgés.
01.07 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben vereerd te
merken dat de repliek langer was dan mijn betoog tot nu toe.
01.07 Greta D'hondt (CD&V): Les
chiffres indiquent une stagnation.
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
U zult hebben vastgesteld, mijnheer de eerste minister, dat ik daarnet
in verband met de cijfers met en zonder de loopbaanonderbrekers, heb
gezegd dat bij een cijfer zonder de loopbaanonderbrekers, de
activiteitsgraad stagneert. Ik wil uiteraard met u hierover in discussie
treden.
01.08 Eerste minister Guy Verhofstadt: De vorige jaren steeg de
activiteitsgraad en in 2001 deed er zich een stagnatie voor.
01.08 Guy Verhofstadt, premier
ministre: L'an dernier, nous avions
noté une amélioration. On ne peut
parler de stagnation que pour la
seule année 2001.
01.09 Greta D'hondt (CD&V): Inderdaad en thans worden wij
geconfronteerd met een stagnatie. De uitgezuiverde Eurostat-cijfers die
ik aanhaalde met betrekking tot de evolutie van de
werkgelegenheidsgraad tussen 2000 en 2001 zijn duidelijk: de
werkgelegenheidsgraad in België daalde met 0,7 tegenover een
Europees gemiddelde van plus 0,7; de werkgelegenheidsgraad van
vrouwen in België verminderde met 1 tegenover een Europees
gemiddelde van plus 1 en wat de cijfers in verband met de oudere
werknemers betreft noteren we voor België min 2,2 tegenover een
Europees gemiddelde van plus 0,8. Ik kan u zonder problemen mijn
informatiebronnen verstrekken en de cijfergegevens laten ronddelen.
Ik kom thans tot de banenplannen. Ik ken de sociale partners. Toen u
gedurende drie opeenvolgende jaren van de werkgelegenheid een
topprioriteit maakte, realiseerde u zich blijkbaar niet dat u zich tot de
sociale partners moest wenden. Nu realiseert u zich dat wel. U hebt
steeds beweerd dat de sociale partners u niet hebben geholpen om de
banenplannen te harmoniseren. Het feit is dat u er toch maar in
geslaagd bent om van 19 tot maar liefst 27 banenplannen te komen.
Dat is alvast niet te wijten aan de sociale partners.
In de beleidsverklaring staat zwart op wit dat de werkloosheid een kwart
lager ligt dan in 1998 en zich een stuk onder het Europees gemiddelde
situeert. Welnu, ik durf te beweren dat zulks niet juist is.
U kunt dan nieuwe cijfers laten aanrukken maar zoals ik gisteren in een
onderbreking ook al heb gezegd, verfoeit u de vorige legislatuur onder
Jean-Luc Dehaene. Als u toch wil uitpakken met cijfers, zou het correct
zijn mocht u zich beperken tot de periode van uw eigen legislatuur te
beginnen van ten vroegste midden 1999 en dan nog in plaats van
1998. Ik neem de tekst van uw beleidsverklaring, premier, en daarin
staat dat u moet gaan tot 1998 om nog maar een stukje te bewijzen
van wat u wil bewijzen. Maar wat zijn de werkloosheidscijfers? In 1997
waren er 495.316 werklozen. In 1998, het jaar waarnaar u in uw
beleidsverklaring verwijst, waren er 447.325 werklozen. Ik ga zo voort en
kom in 2001 tot 379.372 werklozen en in 2002 tot 372.228, een raming
op basis van 9 maanden. Premier, als u 1998 vergelijkt met 2002 ik
verwijs dienaangaande naar de tekst van uw beleidsverklaring zie ik
geen daling van 25%. Ik heb nog altijd de regel van drie geleerd, ik heb
nog altijd procenten leren berekenen.
01.09 Greta D'hondt (CD&V): Les
données épurées révèlent un taux
de chômage supérieur à la
moyenne européenne. Par ailleurs,
le gouvernement n'a pas su
harmoniser les plans d'embauche.
On est passé de dix-neuf plans
d'embauche au début de la
législature à vingt-sept aujourd'hui.
La responsabilité n'en incombe
nullement aux partenaires sociaux.
Les données relatives au chômage
ne correspondent pas davantage.
Le premier ministre condamne
sans appel la législature
précédente et se réfère, dans sa
déclaration de politique générale, à
l'année 1998. En 2002, le chômage
a nettement augmenté par rapport
à cette année. En outre, il
conviendrait plutôt de compter à
partir de la moitié de 1999 plutôt
que de se fonder sur une année
située au milieu de la législature
précédente. Il n'est nullement
question d'une réduction de 25 pour
cent, comme l'a affirmé le premier
ministre dans son discours.
01.10 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mevrouw D'hondt, u spreekt
zo graag over Eurostat-statistieken. Neem ze en u zult zelf merken dat
het 9,3 was in 1998 en nu 6,8. U hebt ze, neem ze.
01.10 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Selon Eurostat, il y a eu
une baisse puisqu'on est passé de
9,3 % en 1998 à 6,8 % aujourd'hui.
01.11 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de premier, ik heb het over uw
beleidsverklaring, waarin u zegt dat tussen 1998 en nu de werkloosheid
gedaald is met 25%. Ofwel werkt uw rekenmachine niet meer, ofwel
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
werkt dat van mij niet meer, maar dat is geen 25%.
01.12 Eerste minister Guy Verhofstadt: Schrijf misschien even een
briefje aan Eurostat?
01.13 Greta D'hondt (CD&V): Eurostat heeft uw beleidsverklaring niet
geschreven; ik vermoed nog altijd dat u die zelf geschreven hebt. Dat
betekent, mijnheer de premier, dat tussen 1997 en 1999 het aantal niet-
werkende werkzoekenden daalde met 77.647, en tussen 2000 en 2002
met 12.894. Ik geef u de cijfers van de RVA, die nog altijd een instelling
is dat hebt u zelf erkend die zeer performant is. U hebt er zelfs nog
een prijs aan gegeven. Die cijfers zijn correct, tenzij u uit uw farde een
nota haalt met cijfers die de cijfers van de RVA tegenspreken. Dan zal
ik een van de eersten zijn om dat aan te nemen.
01.13 Greta D'hondt (CD&V): Je
me base sur les chiffres de l'Onem.
01.14 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, gelet ook op de
reacties van de premier daarnet merk ik op dat ik gisteren vastgesteld
heb dat ook SP.A collega Dirk Van der Maelen gewezen heeft op het
probleem van de stijgende werkloosheid. Hij gebruikte hetzelfde
cijfermateriaal als mevrouw D'hondt. Dat is belangrijk als informatief
element.
01.14 Yves Leterme (CD&V):
Hier, notre collègue Van der
Maelen a pointé du doigt une
augmentation du chômage en
produisant les mêmes chiffres que
Mme D'hondt.
01.15 Greta D'hondt (CD&V): U weet, premier, dat door het hanteren
van een andere werkmethode voor het volgen van de werkzoekenden, in
Wallonië vanaf november 2001 en in Brussel vanaf januari 2002, de
statistieken andere cijfers aangeven. Hadden wij de vroegere
telmethode gehanteerd, die van vóór 2001 voor Wallonië en die van vóór
januari 2002 voor Brussel, dan waren er 14.000 werklozen meer dan nu
in de officiële tabellen staan.
Dit zal voor Wallonië voor het eerst opnieuw blijken in november 2002.
U zult merken dat dit aanleiding tot discussie zal geven. Vlaanderen
telt op 1 jaar tijd 17,9% meer uitkeringsgerechtigde werklozen. Sinds
september 1993 is de werkloosheid in Vlaanderen nooit zo sterk
gestegen dan de voorbije septembermaand. Een zeepbel die
uiteenspat!
Wat de jeugdwerkloosheid betreft, was het regeerakkoord zeer
duidelijk. Met de invoering van startbanen voor jongeren wilde de
regering elke jongere binnen de 6 maanden na het afstuderen op de
arbeidsmarkt inschakelen. Wat tonen de cijfers aan? In september
2001 waren 58.154 jongeren minder dan 25 jaar werkzoekend. In
september 2002 was dit aantal gestegen tot 64.711. Op één jaar tijd
een stijging met 6.557 jonge werklozen of 11,2% meer werklozen
jonger dan 25 jaar in Vlaanderen. Van de 61.986 jonge schoolverlaters
zijn er 48.130 na hun studies in de werkloosheid gedonderd. Dat is heel
wat anders dan de belofte dat elke jongere binnen de 6 maanden na het
afstuderen op de arbeidsmarkt zou worden ingeschakeld! Dit is niet
gelukt. De stijging van de laatste maanden liegt er niet om. In maart
2002 steeg het aantal jonge werklozen met 30,7%; in april 2002 met
27%. Ik kan zo doorgaan. September 2002 is nog het meest gunstig
met een stijging van 18,2%. Het is bijzonder triest te moeten
vaststellen dat de werkloosheid vooral hoger opgeleiden treft met een
stijging van 30%. Weg met die zeepbel!
Wat de tewerkstelling van de oudere werknemers betreft, tonen de
officiële cijfers aan dat 24,1% van de oudere werknemers in 2001
werkloos waren. In vergelijking met 2000 is dit -2,2%. In Duitsland was
dat 37,7%, een toename van tewerkstelling met 0,2. In Frankrijk was
het 31%, een toename van 0,7. In Nederland 39,6, een toename van
1,4. Het Europese gemiddelde is 38,5%, een toename met 0,8%.
01.15 Greta D'hondt (CD&V): A
Bruxelles et en Wallonie, on
procède aujourd'hui à un comptage
différent pour les statistiques. Si on
utilise l'ancienne méthode de
comptage, il y a dans ces deux
régions 17.000 chômeurs de plus.
En Flandre, on a enregistré une
augmentation du nombre de
chômeurs de 17,9 % en une année.
Pour les jeunes, le gouvernement
avait promis des contrats de
premier emploi qui permettraient à
chaque jeune de trouver un travail
dans un délai de six mois après
ses études. Or, en l'espace d'une
année, nous avons comptabilisé
11,2 % de jeunes chômeurs de
plus en Flandre. L'augmentation
des derniers mois le prouve de
manière éclatante. Ce qui est
tragique, c'est qu'on a enregistré
une croissance de 30 % du
chômage chez les travailleurs
ayant suivi une formation
supérieure. En ce qui concerne
l'emploi des travailleurs âgés en
2001, nous constatons que 24,1 %
des travailleurs âgés sont au
chômage. Ce chiffre se situe au-
dessus de la moyenne des pays
voisins du nôtre comme
l'Allemagne, la France et les Pays-
Bas. En Belgique, on a donc connu
une détérioration de la situation
estimée à 2,2 %. En 2002,
l'évolution est encore plus
dramatique. Le chômage de longue
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
België kent een verslechtering van de toestand met 2,2%. Hierdoor is
de groep van oudere werklozen vanaf 1999 tot op heden gestegen van
132.816 tot 147.919. De evolutie in 2002 is nog dramatischer. Eind
september zijn er reeds meer dan 20.000 oudere werklozen
bijgekomen. Weg met die zeepbel!
De langdurige werkloosheid stijgt op een catastrofale wijze. De
werkloosheid met een duur tussen zes maanden en één jaar is met
54% toegenomen, die tussen één jaar en twee jaar met 31% en die
tussen twee en drie jaar met 14%. Zeg dan inderdaad dat wij verzuurd
zijn, maar die cijfers zijn de werkelijkheid. Zij geven weer wat de
mensen dagelijks zien en in de portemonnee ondervinden.
Ook met het levenslang leren scoren wij slecht. In België doet maar
7,4% van de actieve beroepsbevolking aan levenslang leren. In Europa
is het gemiddelde 8,8%. Mijnheer de eerste minister, de burgers die
achter de meester-zeepbellenblazer zijn opgestapt, hebben vastgesteld
dat er steeds minder werk is en dat u het hen niet kunt geven; men had
kunnen hopen dat u hen dan een degelijk vervangingsinkomen blijft
aanbieden. Niets is echter minder waar. Ik citeer de cijfers van het
Planbureau, van de Nationale Bank, van het ministerie van Sociale
Voorzorg en van het RIZIV, allemaal degelijke instellingen. Wat leren
die cijfers ons over de vervangingsuitkeringen? Die leren ons dat blauw,
rood en groen de actieve welvaartsstaat hebben laten voorbijgaan in het
kader van tewerkstelling, maar ook voor zij die van een
vervangingsinkomen moeten leven. De koopkracht van de
vervangingsuitkeringen is er opmerkelijk op achteruitgegaan. Dat geldt
ook voor de kinderbijslagen. De gepensioneerden, de invaliden en de
werklozen zien hun inkomen voort dalen ten opzichte van de
gemiddelde lonen. Ik zal u de cijfers geven, dan kunt u met cijfers
bewijzen dat het niet waar is.
Hoe zit het met de pensioenen? Het gezinspensioen in de periode van
1995 tot 1998, mijnheer de eerste minister, steeg onder moeilijke
economische omstandigheden met 2,8%. Tussen 1998 en 2001 daalde
het met gemiddeld 3,7%. Voor de alleenstaande gehuwde mannen
steeg het tussen 1995 en 1998 met 1%. Tussen 1998 en 2001 daalde
het met 1,1%. De rust- en overlevingspensioenen daalden naargelang
de categorie met 5,8% en met 4,4%. Dat zijn de cijfers. Ik heb de
officiële tabel en ik zal ze u geven.
durée augmente
dans des
proportions alarmantes. Cela, ce
n'est pas de l'aigreur mais la
simple réalité! Dans le domaine de
l'éducation pendant toute la durée
de la vie, la Belgique occupe le bas
du classement. Les revenus de
remplacement, qui sont censés
compenser l'augmentation du
chômage, sont en net recul, tout
comme les allocations familiales.
Selon les chiffres de l'INAMI et de
la Banque nationale, notamment, le
pouvoir d'achat de ces revenus a
baissé.
De 1995 à 1998, les pensions
avaient augmenté de 2,8% alors
qu'elles ont baissé de 3,7% au
cours de cette législature.
Auparavant, les époux isolés
percevaient un pour cent de plus,
contre un pour cent de moins
aujourd'hui. Les pensions de
retraite et de survie ont diminué, la
première de 5,8, la seconde de
4,4%.
01.16 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw D'hondt, kunt u even
herhalen wat er precies daalt?
01.16 Frank Vandenbroucke,
ministre: Mme D'hondt pourrait-elle
indiquer précisément ce qui
diminue?
01.17 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, wij vergelijken de
bedragen van de pensioenen hetzelfde geldt onder meer voor de
invaliditeitsuitkeringen met de stijging van de gemiddelde lonen, want
het gaat over koopkracht.
01.17 Greta D'hondt (CD&V):
Compte tenu de la hausse
moyenne des salaires, les
pensions diminuent.
01.18 Minister Jef Tavernier: Nu geeft u de juiste interpretatie van de
cijfers, het is dus in verhouding.
01.18 Jef Tavernier, ministre:
Les choses sont à présent plus
claires. Vous n'aviez pas indiqué
qu'il s'agissait d'une comparaison.
01.19 Greta D'hondt (CD&V): Minister Tavernier, men meet de
koopkracht toch met een vergelijking van de koopkracht van
vervangingsinkomens met de koopkrachtstijging van de gemiddelde
lonen. Waarmee vergelijkt u, als u zich afvraagt of de
vervangingsinkomens de trend van de welvaart blijven volgen?
01.19 Greta D'hondt (CD&V):
Comment, sinon, calculer le pouvoir
d'achat?
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
01.20 Minister Jef Tavernier: Ik aanvaard dat u zo'n vergelijking
maakt. Ik denk dat ik zeg wat ook de collega's denken. Toen u het over
cijfers had, ging u gewoon uit van het standpunt dat het gezinspensioen
is gedaald, zonder relatieve cijfers te gebruiken.
01.20 Jef Tavernier, ministre:
Soit, mais vous aviez simplement
affirmé, dans un premier temps,
que les pensions avaient baissé.
01.21 Greta D'hondt (CD&V): Ik was nog niet aan het einde van mijn
uiteenzetting. Als een gepensioneerde kijkt wat er zijn portemonnee
komt en wat er in die van zijn buurman komt, die nog aan het werk is,
kijkt hij ook hoeveel die heeft erbij gekregen en hoeveel hijzelf erbij heeft
gekregen. Dat zijn de vergelijkingen die ik heb gemaakt.
01.21 Greta D'hondt (CD&V): Je
n'avais pas terminé mon exposé.
C'est ainsi qu'il convient de
mesurer le pouvoir d'achat pour
vérifier s'il suit l'évolution du bien-
être.
De voorzitter: Mevrouw, uw fractievoorzitter wenst u even te onderbreken.
01.22 Yves Leterme (CD&V): Collega D'hondt, minister Tavernier
heeft het waarschijnlijk nog over een waanbeeld of over wat hij
meegemaakt heeft aan trucs van de foor. Ik heb gelezen dat een
kersvers minister, die nog blaakt van fierheid over de nieuwe job die
hem aangeboden is, klaagt over de werksfeer en vooral klaagt over het
feit dat de regering niet alleen de mensen beliegt, maar ook onder
mekaar zwaait met onder andere misleidende cijfers.
Minister Tavernier, u leeft dus nog een beetje in die sfeer. Wat uzelf
betreft, als u met een vermanend vingertje zou wijzen naar uitspraken
over cijfers, dan raad ik u aan om de communicatie vanuit het kabinet
van een nieuwe minister via het persagentschap Belga en de
logenstraffingen en herwerkte versies die telkens moesten komen,
afgelopen maandagavond rond 18.00 uur, eens rustig te lezen en dan
misschien met wat meer bescheidenheid de besprekingen hier bij te
wonen.
01.22 Yves Leterme (CD&V):
Quelques semaines à peine après
son accession à ses nouvelles
fonctions, M. Tavernier est déjà
victime des manipulations si
coutumières au sein de ce
gouvernement Je lui recommande
de vérifier la qualité de la
communication de son cabinet vers
l'extérieur et de contrôler les
informations collectées par l'agence
Belga lundi soir.
01.23 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, ik neem alleen
een tabel die officieel is en die door velen en ook door de regering en de
sociale partners gebruikt wordt. Die tabel hanteer ik. Ik vergelijk met
wat er te vergelijken valt.
Met wat kan ik de stijging van het pensioen vergelijken? Met het
inkomen van een loontrekkende. Dat is de zaak.
Wat de invaliditeit betreft, daalden de invaliditeitsuitkeringen onder de
regering-Dehaene inderdaad met 1,8% ten opzichte van de brutolonen.
Onder deze regering echter zijn de invaliditeitsuitkeringen gedaald met
4,6% in het stelsel van de werknemers en voor de zelfstandigen met
2,9%. Waarom zeg ik dat? Na de regeringsverklaring gehoord te
hebben, gisteren aangevuld met de uiteenzettingen uit de
meerderheidsfracties, blijkt het duidelijk dat de invaliden en hun
inkomen geen prioriteit zijn voor blauw, rood en groen. Ik zou zeggen:
men zegge het voort. Want hoewel vele groene en rode
parlementsleden de eisen van CM-ziekenzorg met de actie "Vijf voor
twaalf" mee onderschreven, is er voor de uitvoering of de omzetting van
diezelfde eisen in deze begroting niets te bespeuren. Mijn vraag is waar
die verbintenissen gebleven zijn. Hij is er spijtig genoeg niet, maar ik
zou aan de heer Wauters willen vragen hoe het nu zit met dat
gemeenschappelijk wetsvoorstel dat hij namens alle fracties, ook die
van de oppositie, zou indienen. Eerst had hij het vergeten en nu zal hij
het verloochenen, vrees ik. Dus weer een zeepbel minder.
De werkloosheidsuitkeringen daalden met diezelfde vergelijkingsbasis
tussen 1998 en 2000 voor de werklozen met gezinslast met 5%, voor
degenen die een forfait betaald krijgen met 6,5% en voor de
01.23 Greta D'hondt (CD&V): Les
chiffres que j'avance proviennent
des tableaux officiels et j'établis
une comparaison avec les revenus
des salariés.
Sous le gouvernement de M.
Dehaene, les allocations d'invalidité
avaient, il est vrai, baissé de 1,8%
mais, sous le gouvernement actuel,
ces mêmes allocations ont chuté
de 4,6% pour les salariés et de
2,9% pour les indépendants. Ce
gouvernement ne les considère
donc absolument pas comme une
priorité. Nombre d'élus socialistes
et écologistes ont soutenu l'action
"Vijf voor twaalf" mais les mesures
se font toujours attendre. Qu'en
est-il de la proposition de loi
commune que M. Wauters
comptait déposer?
Entre 1998 et 2000, les allocations
de chômage ont également
diminué: pour les chômeurs avec
charge de famille cette baisse
s'élevait à 5%, le forfait a été réduit
de 5,5% et les prépensions de
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
brugpensioenen met 4,3%.
Mijnheer de minister van Sociale Zaken, het zal u opvallen dat ik niets
gezegd heb over de gezondheidszorg. Ik zal daarover ook niets zeggen.
Wij vinden namelijk dat u daarin zeer goed uw best gedaan hebt. Dat
hebben wij gisteren ook al, bij monde van onze fractieleider, in uw
afwezigheid gezegd.
Mijnheer de eerste minister, wij aarzelen daar ook niet over. Als het
goed is, dan is het goed. Maar wat waar is, is ook waar.
Mijnheer de minister van Sociale Zaken, ik hoop alleen dat u met de
budgettaire ruimte die u nu terecht hebt gekregen voor een degelijke
gezondheidszorg er ook over zult blijven waken dat die kwalitatieve
gezondheidszorg voor iedereen toegankelijk is. Een deel van die stijging
van die budgetten zou ook kunnen gebruikt worden om de stijging van
de lasten die ook op de patiënt gelegd werden, terug te schroeven.
Wij hopen en vertrouwen hiervoor op u. Ik zou u toch een vraag willen
stellen over de financiering van de sociale zekerheid in de begroting
voor 2003. Het zou mij genoegen doen, mijnheer de minister, mocht u
me kunnen zeggen hoe dit precies ineen zit.
Volgens mijn informatie had men verschillende scenario's en heeft men
voor scenario 2 gekozen. Het verontrust mij dat scenario 2 vertrok
vanuit een economische groei van 2,6%. Zelfs de premier heeft dit in al
zijn optimisme al teruggeschroefd naar 2,1% Het verwondert mij dat de
sociale zekerheid voor zijn begroting nog altijd een groei van 2,6%
mocht gebruiken. Hierdoor zijn de andere parameters natuurlijk
navenant. Ik heb scenario 2 op papier, maar kunt u mij vertellen of er in
de besprekingen nog correcties aan toegevoegd worden. Anders vrees
ik dat u op het einde een tekort gaat hebben. Gisteren was de regering
zeer gul en bediende iedereen op de wenken met teksten en cijfers. Ik
zou u dus graag willen vragen om ons de tabel van de sociale zekerheid
ter beschikking te stellen. Tevens zou ik van u ook graag de
verzekering krijgen dat de reserves van de sociale zekerheid niet zijn
aangewend om de begroting voor de sociale zekerheid voor 2003 in
evenwicht te brengen.
Ik zou nog een woordje willen zeggen over het leefloon. Er is geen
verhoging en ik betreur dit ten zeerste. Het is gisteren ook al door
andere collega's gezegd. Ik betreur nog veel meer dat voor degenen die
moeten leven van het leefloon opnieuw een krediet of een participatie
geldt. Men zal dit dan kunnen gebruiken om bioscooptickets te betalen
of zijn lidmaatschap van de KWB. Ik vind dit niet de juiste manier, deze
mensen hebben ook recht op een degelijk inkomen en niet op
cadeaucheques.
4,3%.
Le financement des soins de santé
n'appelle chez moi aucune critique.
Nous applaudissons aussi sans
hésiter aux mesures positives.
J'espère seulement que les soins
de santé resteront accessibles à
tous et que les charges vont
diminuer pour le patient. Nous
comptons pour cela sur le ministre
Vandenbroucke. Nous aimerions
néanmoins qu'il nous indique
comment seront générés les
moyens supplémentaires si,
conformément au deuxième
scénario, la croissance
économique n'est pas estimée à
2,6 mais à 2,1%. J'espère que les
réserves de la Sécurité sociale ne
seront pas entamées pour les
besoins de l'équilibre budgétaire.
Nous souhaiterions disposer du
tableau de la Sécurité sociale dans
le courant de la journée.
Je regrette que le revenu
d'intégration n'ait pas été majoré.
Les allocations de participation et
les crédits de participation ne
constituent que de maigres
avantages.
01.24 Jef Valkeniers (VLD): Ik heb hier de algemene
beleidsverklaring van 1998-1999. De regering heeft toen 500 frank
gegeven ten gunste van de lage pensioenen van voor 1991 en een
koppeling van het gewaarborgd minimum inkomen voor bejaarden aan
de welvaart van eveneens 500 frank. Deze 500 frank dienden voor een
bioscoopticket voor man en vrouw. U hebt toen aalmoezen gegeven.
Wij geven voor de verhoging van de pensioenen minstens 1200 tot 1600
frank. Wij geven tenminste substantiële bijdragen en u bekritiseert die.
Kom ons nu niet de les lezen. Ik vind het een schande.
01.24 Jef Valkeniers (VLD): Si,
en 1998-1999, les bénéficiaires de
petites pensions avaient reçu une
aumône de 500 francs, le montant
est plus substantiel aujourd'hui.
01.25 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, ik weet
niet wanneer ik het beste onderbreek. Ik wil de goede orde respecteren.
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
De voorzitter: U kunt dit naar godsvrucht en -vermogen doen.
01.26 Minister Frank Vandenbroucke: Ik zou graag een uitvoerige
reactie willen geven op de vragen en opmerkingen van mevrouw
D'hondt. Ik zou het graag nu doen.
Ik wil mevrouw D'hondt bedanken voor de vriendelijke woorden over de
inspanningen die de regering doet inzake de gezondheidszorg. Ik zou
een wat algemenere reactie willen geven in verband met wat mevrouw
D'hondt zegt over het sociale beleid. Niemand gaat tegenspreken ook
de premier heeft dit niet gedaan dat we inzake werkgelegenheid en
werkloosheid vandaag in een veel moeilijkere situatie zitten. We zien in
de bedrijven zaken gebeuren die we helemaal niet graag zien gebeuren.
De werkloosheid staat op dit moment opnieuw onder druk.
Ik zou ook willen zeggen dat het verhaal van de actieve welvaartsstaat
natuurlijk niet af is. Persoonlijk denk is soms dat dit niet altijd goed
begrepen wordt. Het is een verhaal met veel facetten, ook in mijn eigen
beleid. Het is natuurlijk niet af. De ambitie blijft echter dezelfde. Ik wil
daar even op terugkomen. Wij denken dat het mogelijk is om een
stevige sociale bescherming uit te bouwen en zelfs te verbeteren en
tegelijkertijd een dynamische economie te hebben. Het ene moet het
andere versterken. Dat is eigenlijk de grondgedachte. Ik denk niet dat u
die in vraag stelt. Er zit ook een politieke filosofie achter. Ik wil dat toch
even onderstrepen. De partners in de regering zijn niet van oordeel dat
ze wederzijds aan afbraakvoetbal moeten doen ten aanzien van elkaars
bekommernissen en programma maar dat ze elkaar moeten steunen.
Men vergeet dat soms even. Er moet hulde worden gebracht aan de
eerste minister die dit mogelijk heeft gemaakt en aan de minister van
Begroting. Wij zijn ervan uitgegaan dat we niet aan afbraakvoetbal
moeten doen ten aanzien van onze bekommernissen en verzuchtingen,
maar dat we dit in een coherent geheel mogelijk moeten maken.
Mevrouw D'hondt, als lid van het partijbureau en zelfs als partijvoorzitter
heb ik het nog meegemaakt dat men na het begrotingsconclaaf met
enige fierheid kwam vertellen wat men de anderen had verhinderd te
doen. Men was dan natuurlijk zelf ook verhinderd om allerlei dingen te
doen. Dat is nu wel enigszins anders. Dat is voor mij een zeer
belangrijk politiek gegeven. Om in die geest te kunnen blijven werken,
hebben wij inderdaad meer bezuinigd dan strikt nodig was. Ik kom nu
bij de bekommernissen waaraan we naar mijn mening kunnen werken.
Om te beginnen zijn er de uitkeringen. Laat ik nog even terugkomen op
de statistieken die u gebruikt. Ik hecht veel belang aan die statistieken
en u vindt op mijn website een zeer uitvoerige studie van het ministerie
van Sociale Zaken waarin we zeer uitgebreid ingaan op de
vervangingsratio's tussen uitkeringen en lonen. Dat is zeer belangrijk.
Het zal wel uw schuld niet zijn, maar ik ben zeer ongelukkig als ik een
krantenkop lees als "de pensioenen gaan met 5% achteruit" als het
eigenlijk gaat om de vervangingsratio die de verhouding weergeeft
tussen de gemiddelde pensioenen en de gemiddelde lonen. Ik denk niet
dat u zich daar schuldig aan maakt, maar men maakt zich daar wel
eens schuldig aan. Er is een fundamentele sociologische trend
waardoor een aantal van die ratio's achteruitgaat, al is het maar de
feminisering van de arbeidsmarkt en de pensioenen. We hebben steeds
minder gezinspensioenen. Er zijn steeds meer pensioenen voor
alleenstaanden, pensioenen die gecombineerd worden in gezinnen waar
man en vrouw een pensioen hebben. Dat is een vervangingsratio die
wettelijk 60% bedraagt. Het gezinspensioen bedraagt wettelijk 75%.
Dat speelt allemaal mee in die evolutie, naast het feit dat men in de
jaren '80 gedesindexeerd heeft en dat er plafonds zijn.
01.26 Frank Vandenbroucke,
ministre: Je remercie Mme D'hondt
pour ses propos élogieux sur les
soins de santé.
Je dois convenir que nous
traversons une période difficile en
matière d'emploi. Le chapitre de
l'Etat providence n'est bien
évidemment pas encore clos. Il faut
encore étoffer le système de
protection sociale tout en
s'appuyant sur une économie forte,
afin qu'ils se renforcent
mutuellement.
Les partenaires de ce
gouvernement ne s'opposent pas
les uns aux autres mais partagent
leurs préoccupations respectives. Il
n'en a pas toujours été ainsi.
J'attache une grande importance
aux statistiques qui concernent les
allocations. Une étude détaillée du
ministère peut être consultée sur
mon site internet. Je déplore de lire
un peu partout que les pensions
baissent de 5%. En fait, il s'agit
d'un ratio de remplacement, d'une
comparaison entre allocations et
salaires. Il n'y a rien de plus
logique: nous assistons à un
phénomène de féminisation et les
pensions individuelles prennent le
pas sur les pensions de ménage.
Le problème est donc complexe.
Chaque génération jouit en fait
d'une meilleure pension. Elle est
moins élevée que le revenu du
travail mais plus élevée que celle
des générations précédentes. En
outre, ce gouvernement s'emploie à
réduire le fossé entre les anciennes
et les nouvelles pensions.
Je vous propose à présent de
délaisser la rue de la Loi et de nous
intéresser à la perception des
choses du point de vue local.
Je ne me limite pas aux décisions
de la rue de la Loi. Je suis
également attentif aux
modifications pratiques qui vont
intervenir à partir du 1er janvier
2003. Et je constate que les
indemnités d'invalidité augmentent
sensiblement, de même que les
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Het is dus een zeer complexe discussie. Ik zeg niet dat u zich schuldig
maakt aan het niet zien van die complexiteit, maar we moeten toch wat
oppassen met wat we zeggen. Feitelijk heeft elke nieuwe generatie
gepensioneerden een beter pensioen dan de vorige. Feitelijk is het zo
dat mannen en vrouwen vandaag pensioenen combineren in gezinnen
die in verhouding tot wat ze verdienden minder hoog zijn omdat het gaat
om pensioenen voor alleenstaanden. Dat is natuurlijk beter dan de
situatie van twintig of dertig jaar geleden. U moet heel die complexiteit
meenemen. Wat echter ongetwijfeld waar is, is dat als we niet
regelmatig aanpassingen aan de uitkeringen doen, er een kloof ontstaat
tussen de nieuwe generaties gepensioneerden en invaliden en de
oudere generaties gepensioneerden en invaliden. Daar moeten we iets
aan doen. De inspanning van de huidige regering op dat vlak is
buitengewoon groot. Ik wil even uw visie overnemen, namelijk dat we
ons niet moeten interesseren voor wat er in de Wetstraat gezegd en
beslist wordt maar dat we ons moeten interesseren voor wat er in de
Dorpsstraat gebeurt.
Ik heb een tabelletje bij mij met wat er in de Dorpsstraat zal gebeuren
na 1 januari 2003. Ik spreek niet over de beslissingen die nu worden
becommentarieerd in de Wetstraat. Ik spreek over wat er in de
Dorpsstraat zal gebeuren vanaf 1 januari 2003. Er komen belangrijke
aanpassingen van invaliditeitsuitkeringen. Ik hoor mensen zeggen dat
wij niets doen op het vlak van de invaliditeit. Op 1 januari zullen wij de
invaliditeitsuitkeringen voor alleenstaande invaliden verhogen van 45
naar 50% van het laatst verdiende loon. Dat is een vervangingsratio en
dat betekent ook een zeer belangrijke, feitelijke verhoging. Wij zullen de
minima in de invaliditeit voor alleenstaanden met 1% verhogen. Wij
zullen een minimumrecht invoeren het gaat hier om een belangrijk
voorstel van mevrouw Cantillon uit haar rapport over het statuut van de
zelfstandigen voor personen die zes maanden ziek zijn. Wij zullen
allerlei maatregelen nemen op het vlak van de tegemoetkoming voor
hulp aan bejaarden. Wij voeren een politiek van welvaartsaanpassing
inzake pensioenen waaraan we een aantal beslissingen hebben
toegevoegd. Er waren terzake evenwel reeds een aantal beslissingen
genomen en deze zullen op 1 januari van kracht worden.
Mevrouw D'hondt, als ik de maatregelen inzake uitkeringen, die op 1
januari en onmiddellijk daarna van kracht worden, optel dan kom ik uit
op een bijkomende inspanning van 9,5 miljard Belgische frank. Deze
bijkomende inspanning zal worden gevoeld door mensen die in de
Dorpsstraat moeten leven van uitkeringen zoals pensioenen,
invaliditeitsuitkeringen en tegemoetkomingen voor hulp aan bejaarden.
Bovendien hoor ik dat er wordt geklaagd over het feit dat wij niets doen
voor gehandicapten. Ik zie daarbij dan foto's verschijnen van mensen in
rolstoelen. De regering heeft beslist hier gaat het wel om een
beslissing van dit weekend in de Wetstraat een heel belangrijke
vernieuwing van de tegemoetkomingen voor rolstoelen uit te werken en
te financieren. Voor deze maatregel is in extrafinanciering voorzien
waardoor het leven van de mensen gemakkelijker zal worden want het
is terzake vooral een kwestie van administratieve vereenvoudiging. Als
Kafka ergens bezig is geweest dan is het wel in het rolstoelenbeleid in
dit land. U kent de problematiek goed. Wij zullen het systeem
vereenvoudigen maar ook financieren.
Ik bekijk een aantal elementen waarop u in het recente verleden hebt
gewezen. U hebt de verdienste te hebben gewezen op het probleem van
de materiaalsupplementen in de ziekenhuizen. Ik heb dit probleem ter
harte genomen. Sta me toe dat ik alle maatregelen, die wij zullen
doorvoeren en die stricto sensu te maken hebben met sociale
bescherming, even optel. Voor eerder genomen beslissingen met
uitvoering vanaf 1 januari 2003 werd in een bedrag voorzien van 270
droits minimums pour les malades
de longue durée, l'aide aux
personnes âgées et la liaison des
pensions au bien-être. Ces
décisions avaient déjà été prises
antérieurement et représentent
globalement un effort de 9,5
milliards de francs. Il faut y ajouter
de nouvelles mesures concernant
les interventions en faveur des
utilisateurs de fauteuils roulants et
les suppléments pour matériel en
séjour hospitalier. Ces nouvelles
décisions, qui représentent au total
196 millions d'euros, s'ajoutent
donc aux précédentes, lesquelles
se montaient déjà à 270 millions
d'euros. La population va
concrètement ressentir, sous peu,
les effets de ces améliorations.
Peut-être notre communication
concernant tous ces changements
a-t-elle été prématurée et
imprécise.
Mme D'Hondt a également posé
une question sur les scénarios en
matière de sécurité sociale. Nous
avons retenu le scénario n° 2, qui
se fonde il est vrai sur une
hypothèse de croissance
économique optimiste de 2,6 pour
cent, qui sera toutefois corrigée en
ce qui concerne l'emploi et les
cotisations. Nous témoignons donc
bien de toute la circonspection
requise.
Nous inspirant des l'exemple du
sénateur CD&V, M. D'hooghe, nous
nous efforçons de mettre en place
un financement complémentaire
pour la sécurité sociale par les
taxes sur le tabac. Il est en effet
important que la sécurité sociale
des travailleurs salariés affiche un
solde excédentaire.
Pour les personnes en marge de la
société, nous prévoyons des
actions supplémentaires. Ces
personnes ont besoin de mesures
plus radicales, telles que le revenu
d'intégration. Nous avons dégagé
0,5 milliard de francs pour les
familles avec enfants vivant dans un
milieu social défavorisé. A ce sujet,
des concertations auront lieu avec
des représentants du mouvement
de défense du Quart Monde.
L'actuel gouvernement fournit donc
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
miljoen euro. Voor nieuwe beslissingen met uitvoering vanaf 1 januari
2003 kom ik uit op een bedrag van 196 miljoen euro. Samen kom ik
dan uit op zowat 470 miljoen euro, of dicht in de buurt van 20 miljard
Belgische frank aan nieuwe inspanningen voor sociale politiek. 9,5
miljard frank van dit totale bedrag zal worden besteed aan uitkeringen.
Men zegt altijd dat wij zo'n geweldige communicatoren zijn. Ik vind dat
niet. Het probleem dat wij hebben, is dat wij een aantal van deze
maatregelen reeds eerder hebben overwogen, besproken, beslist en
meegedeeld. De mensen in de Dorpsstraat zullen dit vanaf 1 januari
2003 voelen. Ik wou dit toch even onderstrepen.
U stelde een belangrijke vraag over de scenario's inzake sociale
zekerheid. Er heeft inderdaad een enigszins autonome discussie
plaatsgevonden u kunt dit terecht een beetje verwarrend vinden in
het beheerscomité "Globaal beheer" over de scenario's met betrekking
tot de inkomsten van de sociale zekerheid.
Onze conclusie na de debatten in het beheerscomité, waarin de
partners zijn vertegenwoordigd, en na de raadpleging van de experts van
de RSZ, luidde dat er bij de vijf voorliggende scenario's een goed
scenario was, het tweede. Dat stelde 2,6% economische groei voorop
en behelsde tegelijk een aantal correcties op wat dat betekent inzake
werkgelegenheid en bijdragen, waardoor we eerder voorzichtig zijn. Het
fameuze scenario twee waarop wij ons baseren, is een scenario waarin
men inderdaad optimistisch is inzake economische groei. Ik ontken dat
niet. Ik vind dat wij hier un parler vrai moeten beoefenen, waarvoor wij
ons later niet hoeven te schamen. Dat is optimistisch inzake
economische groei, maar het effect van de groei op de bijdragen is in
het tweede scenario naar beneden aangepast, waardoor het in het
gamma van de vijf scenario's eerder aan de lage kant zit. Wij hebben
dat niet gewijzigd. Natuurlijk zullen wij moeten zien wat dat geeft.
Mevrouw D'hondt, laat ik hieraan toevoegen ere wie ere toekomt dat
wij ons gedeeltelijk hebben gebaseerd op een initiatief van uw
partijgenoot D'Hooghe, tevens voorzitter van de commissie voor de
Sociale Zaken van de Senaat. Hij stelde dat opbrengsten op iets zoals
het verbruik van tabak moesten worden gebruikt voor de sociale
zekerheid. De heer D'Hooghe heeft het klaargespeeld om een resolutie
in die zin te laten goedkeuren door de Senaat in plenaire vergadering.
Wij hebben ons daardoor mee laten inspireren. Wij voorzien in een
bijkomende financiering in de sociale zekerheid niet op basis van een
nieuwe taks, maar wel op basis van het feit dat de taksen en andere
heffingen op tabak inderdaad tot heel wat meer inkomsten zullen leiden.
Dat gaat over 2,5 miljard frank die wij bijkomend toevoegen aan de
sociale zekerheid. Ik wil dat wel in detail overlopen, maar dat heeft de
minister van Begroting wellicht al gedaan.
Samen met een reeks andere ingrepen laat dat ons toe een overschot
te realiseren op de rekeningen van de sociale zekerheid van de
werknemers, dat erg belangrijk is. Mede dankzij dat overschot, dat wij
realiseren door bij te dragen aan de algemene gezondheid van onze
overheidsfinanciën, zullen we de toekomstige pensioenen kunnen
garanderen.
Dan is er ten slotte nog uw vraag wat we doen voor de mensen die aan
de zelfkant van de samenleving komen te staan en die
gemarginaliseerd geraken. Daar helpt men niet met pensioenen of
invaliditeit. Daar zijn inderdaad instrumenten nodig als bijvoorbeeld het
leefloon. De regering heeft beslist een enveloppe van een half miljard
frank ter beschikking te stellen voor specifieke projecten, met name
voor gezinnen met kinderen een belangrijke bekommernis die in
sociaal zeer moeilijke omstandigheden zitten. Er zijn al een paar
d'importants efforts sur le plan
social, y compris en matière
d'allocations, même si nous ne
pouvons répondre aux attentes de
tous. Notre intention n'est pas de
critiquer pour le plaisir mais nous
considérons les choses du point de
vue local.
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
ideetjes uitgebracht en u hebt er een van vermeld, maar er is nog niets
beslist. Wij zullen dat heel rustig bekijken. Minister Vande Lanotte is
daarvoor verantwoordelijk. Ik neem hem misschien de woorden uit de
mond, maar hij heeft zich voorgenomen om daarover ook overleg te
plegen met personen die betrokken zijn bij het armoedebeleid en die de
armen vertegenwoordigen. Ik denk dan aan mensen uit de Vierde
Wereldbeweging. Wij hebben een enveloppe die wij specifiek willen
gebruiken voor mensen die het moeilijk hebben. Over het idee dat u
aanhaalt en kritisch bekijkt volgens mij ten onrechte zullen wij
overleg plegen met mensen uit de sector.
Ik rond af. Ik beklemtoon dat wij een belangrijke inspanning leveren op
sociaal vlak, ook op het vlak van de uitkeringen. Wij doen dat vanuit een
politieke filosofie die het tegengestelde is van afbraakvoetbal. Om
interessant voetbal te spelen, hebben wij bijkomende inspanningen
geleverd inzake besparingen die een en ander mogelijk maken. Ik wil er
ook voor pleiten dat wij ons in het debat in het dorpsstraatperspectief
zetten en zien wat er in 2003 concreet gebeurt voor de mensen. Dat is
bijzonder belangrijk, al hebben wij daarmee niet geantwoord op alle
mogelijke problemen en verzuchtingen. Ik denk dat wij dat inderdaad
nog niet hebben gedaan.
01.27 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, in mijn
Dorpsstraat wonen mensen met een uiteenlopend uiterlijk en met zeer
verscheiden inkomens. De sociale zekerheid waarvoor ik opkom en ik
vermoed u ook is een sociale zekerheid die naast het sociale aspect,
ook een zekerheid biedt en een verzekering is. Dat betekent dat, hoe
belangrijk dat ook is en u zult mij niet horen zeggen dat dit niet zo
is , zij zich niet mag tevreden stellen met alleen maar de minima te
verhogen. Dan ondermijnt zij immers op termijn de geloofwaardigheid
van de sociale zekerheid. De modale verdiener in mijn Dorpsstraat die
zijn leven lang, zijn loopbaan lang een deel van zijn onbegrensd loon
heeft afgestaan, wil dat, wanneer hij eenmaal een vervangingsinkomen
geniet, dit ook de welvaart en de koopkracht volgt.
Ik ga afronden, anders duurt dit debat zeker langer en ik zou riskeren
langere antwoorden te krijgen dan mijn vragen of bedenkingen.
Mijnheer de minister, ik betreur het dat voor de onthaalouders het
minimum minimorum-statuut toch de regel zal worden. Ik zal mij
daartegen hardnekkig blijven verzetten.
Mijnheer de eerste minister, indien u, zoals de media beweert, meent
dat voor het interprofessionele akkoord de belastingverlagingen
voldoende zijn en men dus geen loonsverhogingen of
koopkrachtverhoging meer moet vragen, dan garandeer ik u een heel
warme herfst en winter. Mocht u toch met die gedachte spelen, dan wil
ik de collega's van SP.A zij gaan voorlopig nog het minst plat
vragen erop toe te zien dat diezelfde inkomensstop dan zou worden
gevraagd voor alle andere inkomenscategorieën, aangezien dit zo
belangrijk lijkt voor ons land.
Ten slotte, mijnheer de eerste minister, er zijn te veel kleurige
zeepbellen uiteengespat om ons vertrouwen in uw beleid aan te
zwengelen. Wij hebben als CD&V alternatieven. Het grootste deel
hebben wij gegoten in wetsvoorstellen. Wij hopen dat deze ooit boven
water mogen komen in de commissie voor de Sociale Zaken. Voor alle
zekerheid hebben wij ze hier op papier gezet en wij zullen ze bezorgen
aan de media. Wij vertrouwen erop dat zij op die manier wel bij u zullen
terechtkomen. Immers, de documenten van de regering komen ook zo
bij ons terecht.
01.27 Greta D'hondt (CD&V):
Dans nos villes et nos villages
habitent toutes sortes de gens :
pas seulement des bénéficiaires du
revenu d'intégration ou des
invalides, mais également des
personnes à revenu moyen qui
souhaitent que leur revenu de
remplacement éventuel évolue en
fonction du pouvoir d'achat. Je
défends une sécurité sociale de ce
type-là, qui offre à tout un chacun
une assurance et une sécurité
effective.
Je déplore que l'on n'ait pas été
plus loin que le statut très
minimaliste des gardiennes
encadrées.
Le premier ministre se fourvoie s'il
pense que la réduction des impôts
suffit pour parvenir à un accord
interprofessionnel. De véritables
augmentations des revenus et du
pouvoir d'achat seront
revendiquées.
Tant de projets de la coalition arc-
en-ciel ont éclaté comme des
bulles de savon ces dernières
années que notre confiance a
totalement disparu. Nos solutions
de rechange ont été converties en
propositions de loi; nous les
fournirons au gouvernement par le
biais des médias, imitant ainsi la
méthode du gouvernement arc-en-
ciel.
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
01.28 Eerste minister Guy Verhofstadt: De lawine van cijfers die
mevrouw D'hondt naar voren bracht over de werkloosheid zijn
ongetwijfeld allemaal correct. Ze heeft over veel deelaspecten van de
werkloosheid gesproken. Deze gaan gepaard met ontwikkelingen die
soms gunstig en soms ongunstig zijn. In die lawine heb ik de cijfers van
Eurostat over de werkloosheid gegeven. Daaruit blijkt dat wij beter
scoren dan het Europees gemiddelde en de voorbije jaren een daling
van de werkloosheid van 2,5% hebben bewerkstelligd.
01.28 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Je tiens encore à
souligner que les statistiques
Eurostat indiquent que les résultats
que nous enregistrons dans le
domaine du chômage, c'est-à-dire
une baisse de 2,5 pour cent, sont
supérieurs à la moyenne
européenne.
01.29 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le
premier ministre, messieurs les ministres, chers collègues, dans le
cadre de cette intervention, je me limiterai à la sécurité sociale et, en
particulier, au secteur des soins de santé.
Chaque année, on assiste à une épreuve de force dans la confection du
budget des soins de santé entre, d'une part, les moyens réclamés par
les différents acteurs et, d'autre pat, une norme maximale d'évolution
des dépenses dont les contraintes et les limites ont déjà été, à de
multiples occasions, démontrées par les uns et par les autres.
Le gouvernement a tranché pour un budget de 15 milliards 320 millions
d'euros, soit 925 millions d'euros de plus qu'en 2002, soit + 6,42%.
C'est donc un budget appréciable, en dessous duquel nous,
socialistes, n'étions pas disposés à aller. Cela risquait, en effet,
d'introduire des dérives inacceptables dans un système dont la qualité
et l'accessibilité sont largement reconnus tant à l'extérieur qu'à
l'intérieur du pays. Nous avons accepté l'instauration d'une norme de
croissance, alors même que notre option était de la remplacer par un
modèle prévisionnel de l'évolution des besoins. Ceci aurait gagné en
termes de cohérence et de projet politique. L'intérêt de cet instrument
n'est pas de corriger tout écart par des mesures aveugles ou
"linéaires", mais d'inciter à la création, à la poursuite, voire à
l'accélération de certaines réformes structurelles. Ces réformes sont
indispensables si nous voulons maintenir un système de haute qualité
et accessible à tous et toutes.
Afin de ne pas abonder dans le cliché simpliste d'une "région" laxiste et
dispendieuse en matière de santé que certains s'ingénient à brandir à
tout propos pour justifier leur volonté de provoquer une guerre de
sécession dans les Affaires sociales du pays je soulignerai une fois
de plus combien les comparaisons régionales exigent de subtilité
analytique et d'honnêteté intellectuelle. Il est notoire que toute
innovation technologique capte plus directement l'attention des
couches socio-économiquement favorisées comme il est notoire aussi
que nombre de personnes précarisées peuvent recourir de manière
erratique aux soins sous la pression non pas "d'attitudes" sereinement
assumées mais d'urgences sociales. Cela les conduit parfois à
déserter la relation stable avec la médecine générale et à négliger les
soins programmés pour survivre à coups d'expédients et de recours aux
urgences.
Dans le contexte actuel, le système compte encore bon nombre de
déviations qui engendrent pression productiviste et utilisation erronée
ou excessive de certains moyens de diagnostics et thérapeutiques,
lesquelles n'offrent aucune valeur ajoutée mais pèsent
considérablement sur le budget. Le patient ne s'en porte pas mieux
tandis que la facture sociale et budgétaire, elle, s'alourdit.
Mais pour que les bonnes réformes se fassent, il nous faut tout d'abord
01.29 Colette Burgeon (PS): Elk
jaar loopt de opmaak van de
begroting voor de gezondheidszorg
uit op een getouwtrek tussen
enerzijds de door de onderscheiden
actoren gevraagde middelen en
anderzijds een maximumnorm voor
de evolutie van de uitgaven.
De regering heeft de begroting
vastgesteld op 15,32 miljard euro,
d.i. een stijging met 6,42% ten
opzichte van 2002. Daaronder
wilden wij zeker niet gaan, kwestie
van onaanvaardbare wantoestanden
onmogelijk te maken.
Om tegen het het simplistische
cliché van een laks en op het
gebied van gezondheidszorg
spilzuchtig Gewest in te gaan, wil
ik onderstrepen hoezeer
vergelijkingen tussen Gewesten
met de nodige analytische
subtiliteit en intellectuele eerlijkheid
benaderd moeten worden. In de
huidige context zijn er nog heel wat
misstanden, waarbij te zeer
gefocust wordt op productiviteit en
bepaalde diagnostische en
therapeutische instrumenten
verkeerd aangewend worden, wat
zwaar op de begroting drukt. Een
goede hervorming vooronderstelt
gunstige voorwaarden voor de
optimalisering van de middelen van
de verzekering, zonder het risico
dat er kosten afgewenteld worden
op de patiënt, zonder risico op een
beperking van de zorg en zonder
risico op een verdraaiing van de
gewettigde therapeutische keuzes
van de artsen. Wij onderschrijven
de nagestreefde responsabilisering
van de patiënt en de
voorschrijvende arts, maar dat kan
alleen maar verwezenlijkt worden
binnen een begroting die voldoende
meegroeit met de evolutie van de
nieuwe behoeften.
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
créer les conditions favorables à l'optimalisation des moyens de
l'assurance:
- sans risque de report de charges sur les patients;
- sans risque de rationnement;
- sans risque de mutilation des choix thérapeutiques justifiés du corps
médical.
Si nous pouvons souscrire à l'objectif de la responsabilisation du
patient et du prescripteur, ceci ne peut s'opérer que dans le cadre d'un
budget en croissance suffisante et correspondant à l'évolution des
nouveaux besoins. Diverses analyses internationales mettent en
évidence la qualité du système de santé en Belgique, dont l'originalité
est l'ampleur de la concertation entre tous les acteurs (autorité,
prestataires, mutualités). Pour entretenir cette concertation, il s'impose
de cultiver la motivation des acteurs. Inutile de dire que, dans un tel
contexte, la norme budgétaire théorique de 2,5% ne pouvait, pas plus
que les années antérieures, empêcher la réalisation de ces objectifs
fondamentaux...
La médecine générale n'échappe pas, semble-t-il, à l'érosion de
l'estime sociale dont ont également à se plaindre d'autres
professionnels dans une société où le primat des métiers de l'argent a
pour effet de rejeter à l'arrière-plan les mérites d'activités essentielles
au bon fonctionnement de la société. Le malaise de la médecine
générale, dont on a beaucoup parlé ces derniers mois, est la résultante
de plusieurs facteurs et il n'existe pas une solution unique pour en
sortir.
La revalorisation du rôle de la médecine générale implique, pour le
groupe socialiste, une certaine réorientation des flux financiers vers les
soins de première ligne, le renforcement de ses structures, ainsi qu'une
nouvelle délimitation du "pouvoir" entre les différentes lignes de soins.
Mais ce redéploiement du système au départ des soins de première
ligne, tout indispensable qu'il soit, ne signifie pas que les choix en
matière de santé publique deviennent le monopole d'un des acteurs.
Autre erreur à éviter, celle d'une logique de "cloisonnement" budgétaire
et institutionnelle qui serait contraire à la notion de soins transmuraux
et de collaboration entre les différents échelons de soins prônée par
tous. Les choix doivent être faits en fonction d'une logique de
complémentarité, libre de tout groupement d'intérêt, et ne peuvent
conduire à un démantèlement des réseaux hospitaliers ou à la
limitation artificielle des recours utiles à la médecine spécialisée et aux
technologies médicales. La démocratie c'est aussi le devoir de
comprendre la logique et les raisons de l'autre. Les raisons de l'autre,
ce sont celles des autres partenaires qui n'éprouvent pas moins la
sensation de ne pas toujours être compris et reconnus dans leurs
efforts pour garder le patient au centre d'un système de santé
accessible à tous.
Plusieurs points essentiels de "l'Agenda pour le changement dans les
soins de santé" ont d'ores et déjà été concrétisés en juillet de cette
année. Beaucoup reste à faire mais on peut espérer que les réformes
annoncées marqueront le départ d'un changement fondamental des
mentalités et un sens accru des responsabilités.
Enfin, nous saluons l'initiative du ministre des Affaires sociales qui, si
mes informations sont exactes, serait disposé à faire revoir la
nomenclature des prestations de kinésithérapie par rapport aux besoins
de traitement de certaines pathologies.
De malaise in de
huisartsengeneeskunde is de
resultante van verscheidene
factoren. De herwaardering van de
functie van de huisarts
vooronderstelt ons inziens een
heroriëntering van de financiële
stromen naar de eerstelijnszorg,
een versterking van de structuren
van die eerstelijnszorg en een
nieuwe afbakening van de "macht"
van de onderscheiden niveaus van
de gezondheidszorg, eerste lijn,
tweede lijn, en zo verder.
Een andere val waarin niet mag
worden getrapt, is de foute logica
van de budgettaire en institutionele
verkokering. De keuzes moeten
gemaakt worden op grond van een
logica van complementariteit, wars
van beïnvloeding door
belangengroepen. Verscheidene
fundamentele punten van de
"agenda voor verandering in de
gezondheidszorg" werden in juli
jongstleden reeds geconcretiseerd,
maar er is nog heel wat werk aan
de winkel.
Als onze informatie klopt, zou de
minister bereid zijn de
nomenclatuur van de verstrekkingen
in de kinesitherapie te herzien.
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
01.30 Frank Vandenbroucke, ministre: Vous dites "si mes
informations sont correctes", elles le sont. Nous sommes occupés à
affiner ce qui était l'élément nouveau dans la nomenclature de la
kinésithérapie, donc la fameuse liste "F". Il y a maintenant trois
catégories. Il y a les problèmes courants, où le remboursement est
optimal pour 18 séances. Il y a toujours la liste "E", les pathologies
très lourdes. Mais il y a une catégorie intermédiaire de limitation
fonctionnelle, donc "F".
J'espère avoir un accord formel avant la fin du mois pour inclure, par
exemple, des fractures complexes, des fractures intra-articulaires et
d'autres situations qui ne sont ni les plus courantes ni les plus lourdes.
Nous discutons aussi à propos de l'incontinence et d'autres problèmes.
J'espère pouvoir finaliser cela de façon formelle avant la fin octobre.
Cela est possible grâce au fait que le gouvernement a prévu une
enveloppe spécifique pour réinjecter une partie des économies dans le
secteur de la kinésithérapie. Cette enveloppe est de 13,65 millions
d'euros dont un peu moins de la moitié sera utilisé pour une
revalorisation des honoraires des kinés; c'est déjà décidé. Nous allons
revaloriser les honoraires des kinés notamment pour les 18 séances
primaires.
Le reste de l'enveloppe va être utilisé, je l'espère, pour affiner la liste F.
Des décisions à ce propos sont déjà en cours de préparation. Je n'ose
pas improviser de mémoire au sujet de ce qui s'y trouve et ce qui ne s'y
trouve pas, mais il s'agit surtout de fractures complexes, des situations
post-traumatiques pour lesquelles il n'y a pas véritablement eu
d'intervention chirurgicale et des situations post-opératoires en
neurochirurgie qui ne figuraient pas encore dans la liste F mais que
nous allons y inclure. Nous sommes donc en train de l'élargir. La
concertation avec les organisations professionnelles de kinésithérapie
est assez constructive en la matière.
01.30
Minister Frank
Vandenbroucke: Uw informatie
klopt inderdaad. Wij werken
momenteel aan een verfijning van
die nomenclatuur en hopen tegen
het einde van de maand tot een
akkoord te komen over bepaalde
situaties die niet echt vaak
voorkomen en ook niet tot de
zwaarste trauma's gerekend
kunnen worden, namelijk complexe
breuken, posttraumatische
klachten, incontinentie en nog een
aantal andere aandoeningen. De
regering heeft een specifiek budget
van 13,6 euro miljoen uitgetrokken,
waarvan een gedeelte besteed zal
worden aan een verhoging van de
erelonen. Momenteel zijn er
besprekingen aan de gang met de
beroepsorganisaties van de
kinesitherapeuten.
01.31 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
car, après le vent de panique de ce début d'année, vous avez compris
nos appels, le gouvernement a compris nos appels. Je pense que c'est
une bonne idée, la liste F devra être en continuelle évolution parce que
nous connaissons certains éléments mais moins d'autres qui
pourraient survenir. Je remercie le gouvernement d'avoir entendu le
SOS des kinés et le nôtre par la même occasion.
Un autre point auquel nous resterons toujours attentifs est
l'accessibilité des soins. La sélectivité dans l'assurance obligatoire
soins de santé n'est pas une politique qui maintient l'accessibilité pour
une certaine partie de la population au détriment de l'autre. C'est une
manière de renforcer l'accessibilité pour les patients médicalement et
socialement fragilisés.
Le maximum à facturer offre une première solution. Comme nous
l'avons déjà dit à l'occasion de l'examen du projet de loi, il s'agira
d'évaluer ce mécanisme complexe qui améliore incontestablement
l'ancienne franchise sociale et fiscale. S'il ne s'avère toutefois pas
assez efficace, nous exigerons des mesures complémentaires comme,
par exemple, une réforme du régime préférentiel.
Pour conclure ce chapitre consacré aux soins de santé, j'ajouterai
qu'un système de santé coordonné à l'échelle du pays s'impose.
Personne ne pourra contester le fait que la prévention constitue le point
de départ fondamental d'une politique de santé. A défaut d'une
refédéralisation de l'ensemble de la politique de médecine préventive,
ce dont nous sommes partisans, il faudra mettre sur pied un organe de
01.31 Colette Burgeon (PS): Dat
is goed nieuws. De regering heeft
onze oproep begrepen. Wat de
toegankelijkheid van de
zorgverstrekking betreft, moet de
selectiviteit in de verplichte
verzekering drempelverlagend
werken voor patiënten die op
medisch en sociaal vlak kwetsbaar
zijn. In dat verband vormt de
maximumfactuur een eerste stap.
Wij zullen dat ingewikkelde stelsel
moeten evalueren en indien nodig
aanvullende maatregelen nemen.
Wij besluiten dus dat er nood is
aan een stelsel van
gezondheidszorg dat op het
federale niveau wordt gecoördineerd
en waarbij preventie het startpunt is
van elk waarachtig
gezondheidsbeleid.
In het stelsel van de
arbeidsongeschiktheid is het aantal
uitkeringsgerechtigden dat in
bestaansonzekerheid is terecht
gekomen op enkele jaren tijd
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
coordination commun à tous les niveaux de pouvoir afin de définir les
grands axes d'une politique efficace de prévention des risques.
Dans le régime de l'incapacité de travail, le nombre d'allocataires qui
ont basculé dans la précarité a pratiquement doublé en quelques
années, de 8 à 16% pour la période de 1985 à 1997. Par rapport à tous
ces oubliés de la croissance, nous constatons que le gouvernement a
répondu avant l'été de façon positive à une série d'injustices criantes.
Le groupe PS se félicite de ces mesures qui devraient entrer en vigueur
en 2003 et nous serons très attentifs aux modalités de la mise en
oeuvre des réformes annoncées.
Monsieur le ministre, dans le communiqué de presse du conseil des
ministres du 3 mai 2002, figuraient des mesures qui ne se retrouvent
pas dans la déclaration gouvernementale. Pouvez-vous nous en dire
plus à ce sujet? Je vous donnerai éventuellement les annexes. Ce qui
nous préoccupe, c'est l'introduction d'un seuil minimum dans les
allocations primaires. Si ce n'est pas dans la déclaration, est-ce parce
que la décision a déjà été prise?
verdubbeld. Om die toestand te
verhelpen heeft de regering een
aantal
positieve maatregelen
genomen, die begin 2003 in
werking zouden moeten treden.
Daarnaast is het zo dat de regering
op 3 mei jongstleden nog andere
maatregelen heeft genomen die we
niet in de regeringsverklaring terug
vinden.
01.32 Frank Vandenbroucke, ministre: J'ai une liste exhaustive des
décisions antérieures qui entreront en vigueur le 1
er
janvier. C'est assez
impressionnant. On y trouve, par exemple, l'augmentation du taux de
remplacement pour l'invalidité pour des isolés dans le régime des
salariés, qui passe de 45 à 50%, l'introduction d'un minimum dans
l'incapacité dès le sixième mois d'incapacité de travail, la revalorisation
de 1% de tous les minima pour les isolés invalides dans le régime des
salariés, une série de modifications dans le régime de l'aide de tierces
personnes.
Si l'on additionne les décisions antérieures, relatives uniquement aux
secteurs de l'invalidité, l'incapacité, les pensions et l'aide aux tierces
personnes, qui vont avoir effet dès le 1
er
janvier et les décisions
nouvelles prises ce week-end concernant les pensions, il s'agit d'un
effort budgétaire de 9,5 milliards de francs belges! 9,5 milliards de
francs belges d'efforts supplémentaires pour les allocations sociales,
exclusivement en incapacité, invalidité, aide aux tierces personnes et
pensions, tant pour les salariés que pour les indépendants. C'est
considérable!
Je pense que le problème de communication que nous avons vis-à-vis
de la population consiste en la prise de connaissance des nouvelles
décisions du week-end alors que d'autres décisions étaient déjà
planifiées et seront aussi exécutées dès le 1
er
janvier. J'ai une liste, si
vous voulez vous pouvez avoir une copie.
Par conséquent, toutes ces mesures restent d'application, tout comme
la réforme fiscale.
01.32
Minister
Frank
Vandenbroucke: Ik beschik over
een indrukwekkende lijst van
beslissingen inzake
gezondheidszorg die vanaf 1 januari
volgend jaar zullen worden
uitgevoerd. Samen met de
beslissingen inzake pensioenen
gaat het om een
begrotingsinspanning van 9,5
miljard Belgische frank, zowel ten
voordele van de loontrekkenden als
van de zelfstandigen. Het
verwondert me dat u die zeer
precieze lijst nog niet in uw bezit
heeft. De heer Van der Maelen
houdt hem te uwer beschikking.
01.33 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, ce serait utile que
nous puissions obtenir cette liste car il est vrai que, finalement, on ne
sait plus si les décisions prises précédemment doivent être intégrées
dans la déclaration actuelle ou si c'est déjà du passé.
01.33 Colette Burgeon (PS): Het
zou nuttig zijn over deze lijst te
beschikken.
01.34 Frank Vandenbroucke, ministre: M. Van der Maelen a la
copie et va donc la faire circuler.
01.35 Colette Burgeon (PS): Très bien! Monsieur Van der Maelen, ne
perdez pas votre copie. Merci.
J'avais donc parlé du seuil minimum dans les allocations primaires. On
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
avait déjà annoncé lors du budget 2002...
01.36 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, we moeten er toch
op letten dat we geen zaken aanbrengen die anders zouden lijken dan
ze zijn.
Minister Vandenbroucke somt enkele aanpassingen op die vanaf 1
januari 2003 zullen worden doorgevoerd. Voor alle maatregelen samen
ter verbetering van het stelsel voor de hulp aan bejaarden, ter
verbetering van het inkomen voor invaliden, ter verbetering van de
pensioenen enzovoort trekt hij een bedrag van 9 miljard uit. Het past
toch niet om dan met hetzelfde gemak te komen zeggen dat zulks
substantieel is voor elk van deze mensen? De beoogde doelgroep is
zeer groot. Alleen al het optrekken van de inkomens van invaliden zou 4
tot 5 miljard kosten. De acties van Ziekenzorg hebben berekend dat de
zorg aan invaliden van een leefbaar inkomen minstens 10 miljard kost.
U beweert een formidabele inspanning te leveren `kijk wat er zal
gebeuren' u communiceert er onvoldoende over, maar de mensen in
het dorp zullen volgens u de maatregelen wel voelen. Natuurlijk zullen
ze het in geringe mate voelen. Nu er meer middelen zijn en de
economie zogenaamd beter draait zodat de misschien minder
behoeftige groepen meer middelen krijgen, is het toch maar evident dat
ook de mensen aan de andere kant steun krijgen. Maar nu in een
triomfantelijke bui beweren dat de problemen daardoor zijn opgelost is
me toch wat overdreven. U zegt dat we de resultaten voor de gewone
mensen moeten afwachten. Er zullen veel mensen een serieuze
inspanning moeten leveren om dit te voelen. U zult het geregeld moeten
overbrengen want anders bestaat de kans dat ze zelfs niet weten dat er
iets is veranderd.
Op ons punt van kritiek hebt u nog altijd geen antwoord gegeven. Indien
u een echt zinvolle en structurele bijdrage wil leveren zodat de mensen
niet achterop blijven hinken op de algemene welvaartsontwikkeling, dan
zult u toch een groter budget dan dit moeten hebben. Als u slechts 9
miljard van de grote hoeveelheid middelen die aan iedereen ter
beschikking werd gesteld heeft kunnen bemachtigen, dan is dat maar
een klein deel van de koek en dan zou enige bescheidenheid hier niet
misplaatst zijn.
01.36 Luc Goutry (CD&V): 9,5
milliards de francs supplémentaires
à la fois pour l'aide aux personnes
âgées, les soins destinés aux
invalides et les pensions peuvent
difficilement amener une
amélioration substantielle de la
situation de chaque personne âgée
ou de chaque invalide individuel. Le
groupe-cible est en effet très
important. La croissance
économique de ces dernières
années a permis à l'arc-en-ciel de
distribuer divers cadeaux en
comparaison avec lesquels ces 9,5
milliards ne sont qu'une aumône, le
minimum minimorum. Pour lier
structurellement les allocations
sociales à la prospérité, il faut
dégager beaucoup plus de moyens
financiers.
01.37 Colette Burgeon (PS): Je ne vais pas revenir sur ce point pour
ne pas parler trop longtemps mais la critique est plus facile dans
l'opposition que dans la majorité! Quand on a augmenté les pensions,
nous étions dans la majorité...
01.37 Colette Burgeon (PS):
Toen u deel uitmaakte van de
meerderheid zei u toch ook dat het
niet altijd mogelijk is de pensioenen
te doen stijgen.
Le président: On peut se demander pourquoi l'opposition veut tellement devenir la majorité!
01.38 Colette Burgeon (PS): Lorsque l'on a augmenté les pensions
légèrement certes, ce n'était pas beaucoup nous étions tous
d'accord mais; à un moment donné, on ne peut pas faire plus. Vous le
savez bien, quand vous étiez dans la majorité, vous le disiez aussi.
Bref, je préfère continuer pour ne pas perdre de temps.
Je parlais de l'introduction d'un seuil minimum dans les allocations
primaires. Nous avions déjà dénoncé, lors du budget 2002, l'absence
de ce minimum qui était contraire à l'assurance sociale dont le principe
de solidarité est basé sur l'octroi d'indemnités plafonnées mais avec
des minima garantis pour tous. Cette situation était d'autant plus
scandaleuse que les frais de santé sont souvent beaucoup plus
importants en début d'incapacité. En particulier, la règle selon laquelle
les chômeurs, pendant les six premiers mois d'incapacité, ne peuvent
01.38 Colette Burgeon (PS): De
afwezigheid van een
minimumdrempel voor de
basisuitkeringen was strijdig met
het beginsel van de sociale
verzekering, vooral voor de
werklozen, die tijdens de eerste
zes maanden van hun
arbeidsongeschiktheid geen
aanspraak konden maken op een
hoger bedrag dan dat van hun
werkloosheidsuitkering.
Het verdwijnen van het statuut van
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
obtenir une prestation supérieure au montant de leur allocation de
chômage, aboutit parfois à de véritables drames et à des situations de
grande pauvreté. C'est l'exemple type de l'assurance sociale qui ne
joue plus son rôle et qui passe la relève aux CPAS.
Autre mesure positive: la levée du piège que peut constituer le statut
"chef de ménage" dans le régime de l'incapacité de travail. Lorsque les
revenus autorisés de la personne dite "à charge" augmentent
légèrement, à la suite d'une revalorisation sociale, les revenus du
ménage peuvent régresser d'une façon substantielle à cause du
glissement d'un statut à l'autre. Ce que l'on donne d'une main, on le
reprend de l'autre, en double ou en triple! Comment voulez-vous que les
intéressés ne s'indignent pas d'une telle injustice?
Ce constat, mes chers collègues, soulève également la question
fondamentale de l'individualisation des droits sociaux...
gezinshoofd is een andere positieve
maatregel: wanneer een persoon
ten laste vroeger zijn
maatschappelijke positie
verbeterde, leidde dat vaak tot een
verandering van statuut, zodat men
eigenlijk tot twee of drie keer verloor
wat men erbij kreeg. Die
vaststelling brengt ons meteen bij
de fundamentele vraag van de
individualisering van de sociale
rechten.
(Une sonnerie de GSM retentit)
(Het geluid van een GSM weerklinkt)
Le président: Madame Burgeon, excusez-moi de vous interrompre mais j'aimerais que l'on fasse cesser
cette sonnerie.
01.39 Colette Burgeon (PS): C'est peut-être quelqu'un qui souhaite
poser des questions sur ce point!
Le président: Pas ici!
01.40 Colette Burgeon (PS): Ce constat soulève donc la question
fondamentale de l'individualisation des droits sociaux.
Tant que l'on sera confronté à des "catégories socio-familiales",
largement inégalitaires et de plus en plus artificielles, de telles
distorsions ne pourront jamais être évitées.
Avec une espérance de vie qui ne cesse d'augmenter et un rapport
entre personnes âgées et travailleurs actifs, qui connaîtra un
accroissement très important dans les prochaines années, tant le
critère restrictif de revenu que le statut d'allocataire "handicapé" rendent
le régime de l'aide aux personnes âgées totalement inadapté aux profils
socio-économiques de toute une frange de cette population. En effet,
malgré l'amélioration du niveau de bien-être des personnes âgées,
nombre d'entre elles ont une trop faible capacité financière pour faire
face à certains besoins de soins et d'aide à la vie quotidienne.
Or, depuis quinze ans, nous devons déplorer que le principe de
l'instauration d'une assurance sociale fédérale obligatoire, accessible à
tous et financée de façon solidaire, n'a toujours pas dépassé le cap des
polémiques.
Toujours est-il que nous saluons la décision de relever jusqu'au niveau
de la pension minimale garantie les plafonds de ressources pour l'octroi
de l'allocation pour l'aide aux personnes âgées. C'est moins ambitieux
qu'une assurance autonomie, mais c'est assurément une mesure
encourageante qui permettra aux plus fragilisés (33.000 personnes
âgées supplémentaires, si mes chiffres sont exacts) d'envisager un
avenir qui ne bascule pas dans la pauvreté. C'est donc au total plus de
60% des seniors en manque d'autonomie qui bénéficieront d'une
allocation fédérale.
En outre, nous devons nous réjouir de l'abrogation d'une règle
01.40 Colette Burgeon (PS):
Het stelsel van hulp aan bejaarden
is totaal onaangepast aan de
huidige sociaal-economische
toestand. Ook al gaat het nog niet
om een
afhankelijkheidsverzekering, toch
zijn we blij dat het
inkomstenplafond voor de
toekenning van de uitkering voor
hulp aan bejaarden wordt
opgetrokken tot het niveau van het
gewaarborgd minimumpensioen.
Wij verheugen ons ook over de
afschaffing van de vermindering met
tweederde voor bejaarden in
rusthuizen of rust- en
verzorgingstehuizen.
Wij kijken aandachtig uit naar de
harmonisering van de stelsels
inzake hulp aan bejaarden en
inzake verlies van autonomie, een
van de prioriteiten van deze
regering.
We scharen ons ook achter de
keuze van de regering om voor de
gepensioneerden te werken via een
selectieve koppeling aan de
welvaart, ook al waren we zelf
voorstander van een programmatie
tot 2010. De wettelijke pensioenen
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
pénalisante particulièrement injuste au regard des prix de séjour en
maison de repos ou en maison de repos et de soins. Ainsi, 3.500
personnes âgées séjournant en institution verront leur allocation triplée
du fait de la suppression de la réduction des "deux tiers".
Je rappelle également que l'harmonisation des différents systèmes
d'aide à la prise en charge de la perte d'autonomie est l'une des 21
priorités du gouvernement d'ici la fin de la législature que ce soit dans
le cadre de la politique d'intégration des personnes handicapées, que
dans celui de l'incapacité de travail ou dans celui des accidents du
travail et des maladies professionnelles.
Nous attendons cette réforme avec le plus grand intérêt.
L'ensemble des mesures prises en faveur des pensionnés au cours des
trois dernières années est considérable (210,7 millions d'euros). Pour
2003 et jusqu'en 2005, le gouvernement entend poursuivre sa politique
sélective de liaison au bien-être tant pour les salariés que pour les
indépendants. Nous nous en félicitons, encore que nous plaidons pour
des mesures récurrentes sur un plus long terme, d'ici 2010, par
exemple. L'instauration d'une périodicité annuelle et d'un coefficient
stable d'augmentation serait de nature à donner aux travailleurs un
sentiment de plus grande sécurité et permettrait aussi de renforcer la
confiance vis-à-vis des régimes légaux. Pour nous, il s'agit d'un
impératif. En effet, la négligence d'une adaptation régulière des
pensions légales à l'augmentation du niveau de vie est incompatible
avec une société viable à long terme. Elle porterait en soi le germe d'un
très grave déséquilibre dans la répartition des revenus et deviendrait
assurément un facteur de limitation de la croissance.
Cet impératif en rejoint un autre, celui de l'alimentation du Fonds
argenté. La création de ce fonds, nous l'avons déjà dit à maintes
reprises, est probablement la plus grande mesure sociale prise sous
cette législature. Une politique axée sur l'avenir se doit d'être prudente
même si le rythme de désendettement semble plus rapide que celui de
la croissance des besoins liés au vieillissement. Pour la période 2010-
2030, toutes les études convergent vers un surcoût lié au vieillissement
de l'ordre de 3,1% du PIB pour la sécurité sociale. D'où une question
fondamentale, celle de la part de ce surcoût que le fonds devra être en
mesure de couvrir. C'est la raison pour laquelle nous plaidons pour une
discipline tangible en la matière. Dès lors, il serait souhaitable qu'une
étude actuarielle fixe l'objectif à atteindre et qu'elle détermine un plan
pluriannuel d'alimentation.
En ce qui concerne le travail autorisé des pensionnés, il serait question
d'un processus graduel de libéralisation complète du travail effectué par
ces derniers. Si le travail des retraités apporte une plus-value
incontestable à la société en termes de savoir-faire, d'expérience et
d'épanouissement, il ne faudrait pas initier une concurrence avec le
groupe cible des travailleurs de plus de 45 ans et ainsi occulter les
priorités européennes de la politique de l'emploi.
Permettez-moi aussi d'exprimer ma réticence par rapport à la
motivation de cette orientation, soit de permettre aux pensionnés de
"conserver leur niveau de vie". Est-ce là la bonne méthode? Si nous
souscrivons pleinement à l'objectif général, il faut le réaliser d'abord par
des pensions suffisamment élevées et régulièrement adaptées.
Même remarque concernant les pensions du deuxième pilier: celles-ci
peuvent apporter leur pierre à l'édifice mais les régimes légaux de
pensions doivent rester la priorité absolue.
niet aanpassen aan de
welvaartsstijging zou niet stroken
met een leefbare maatschappij.
Het zou wenselijk zijn dat een
actuarieel onderzoek de
doelstellingen inzake financiering
van het Zilverfonds bepaalt evenals
een meerjarenplan voor het stijven
van het aandeel dat dit fonds op
zich zal moeten nemen van de
meerkost van 3,1 % van het BBP
waarin is voorzien voor de sociale
zekerheid van 2010 tot 2030 met
het oog op de vergrijzing.
De toegelaten arbeid van
gepensioneerden, die men
overweegt volledig te liberaliseren,
mag geen concurrentie vormen voor
de werknemers ouder dan 45 jaar
en mag de Europese
tewerkstellingsprioriteiten niet in
het gedrang brengen. De
levensstandaard van de
gepensioneerden moet door de
wettelijke pensioenen in stand
worden gehouden,
niettegenstaande dat de tweede
pijler er zeker toe kan bijdragen.
Ik ben voor een gelijkschakeling van
de sociale rechten tussen
werknemers en zelfstandigen, maar
tevens pleit ik voor meer solidariteit
onder die zelfstandigen en dat ook
inzake pensioenen. Het zou
onaanvaardbaar zijn dat een
alternatieve financiering ter
compensatie van het verlies aan
inkomsten in de regeling van de
werknemers ten gevolge van de
verlaging van de patronale lasten,
ook voor de sociale zekerheid van
de zelfstandigen zou worden
aangewend.
Ten slotte wijs ik er nog op dat het
makkelijker en eenvoudiger zal
worden om een rolstoel te
verkrijgen, dat de geneesmiddelen
van zwaar zieke kinderen zullen
worden terugbetaald en dat er
nieuwe maatregelen voor de
logopedie worden genomen.
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
Un mot, pour terminer, sur la sécurité sociale des travailleurs
indépendants.
Les indépendants sont des acteurs très importants dans notre
économie et nous savons tous que bon nombre d'entre eux vivent des
situations parfois très proches de la pauvreté. Nous devons donc
oeuvrer en faveur d'un rapprochement des droits sociaux des
indépendants et salariés, mais je précise pas n'importe comment!
Un préalable s'impose: il faut davantage de solidarité à l'intérieur de ce
régime. On oublie trop souvent que la sécurité sociale ne se limite pas
à la seule logique de protection contre les aléas de l'existence. Il s'agit
d'institutionnaliser une réelle solidarité dont toute société moderne a
besoin pour être et continuer à être.
Ainsi, en ce qui concerne les pensions des indépendants, le
déplafonnement des revenus permettrait de dégager de substantielles
recettes supplémentaires pour financer, entre autres, la suppression du
coefficient de réduction de 5% par année d'anticipation. Nous sommes
favorables à cette suppression mais certainement pas à n'importe quel
prix.
On a entendu des voix qui s'élevaient pour exiger un nouvel équilibre
dans la répartition du financement alternatif au profit du régime des
indépendants. C'est inacceptable. Je tiens à rappeler, ici, qu'il est pour
le moins curieux qu'un financement conçu pour compenser "mal"
diront certains la perte des recettes entraînée dans le régime des
salariés par la réduction des charges patronales soit davantage encore
affecté à la sécurité sociale des indépendants. Même lorsque les plans
d'embauche ne s'adressent qu'aux seuls indépendants (tel le Plan Plus
Un, par exemple), c'est la sécurité sociale des salariés qui en supporte
la facture.
Je voudrais terminer en évoquant les quelques sujets qui me tiennent à
coeur et que je n'ai pas encore soulevés:
- le renforcement des possibilités d'utilisation des chaises roulantes et
la simplification des procédures d'acquisition, problématique déjà
défendue par mes collègues André Frédéric, pour le fédéral, et Olga
Zrihen, au niveau européen;
- le remboursement des frais médicaux pour les enfants gravement
malades; on en parlait depuis longtemps; désormais, un pas a été
franchi;
- les mesures nouvelles pour la logopédie. A ce propos, pourriez-vous
nous en dire davantage, monsieur le ministre? Ce point qui n'a pas été
longuement développé est pourtant important pour les enfants qui
suivent ces cours.
01.41 Frank Vandenbroucke, ministre: Lors de la discussion sur la
répartition de l'objectif budgétaire de l'INAMI, je vais essayer de
rencontrer les demandes légitimes des logopèdes. Je ne peux
cependant pas vous rassurer entièrement dans l'immédiat mais j'ai fait
des promesses car je trouve que leurs revendications sont légitimes. Je
vais essayer de retrouver, dans ce budget de 618 milliards d'anciens
francs, les moyens nécessaires pour la logopédie.
01.41
Minister Frank
Vandenbroucke: Ik zal tijdens de
bespreking van de verdeling van de
doelstellingen van het RIZIV
proberen aan de gerechtvaardigde
eisen van de logopedisten
tegemoet te komen.
01.42 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, dès que les
choses se concrétisent, j'aimerais en être informée.
Enfin, un autre sujet me tient également à coeur. Le gouvernement a
été sensibilisé à la problématique des créances alimentaires impayées
et je m'en réjouis mais, tant que je siégerai dans cet hémicycle, je me
01.42 Colette Burgeon (PS): Ik
ben ook blij dat de regering open
staat voor de problematiek van de
niet betaalde
alimentatievorderingen.
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
battrai bec et ongles pour la création d'un fonds permettant à toutes les
personnes et à leurs enfants victimes de la non-application d'un
jugement d'obtenir une compensation financière.
En conclusion, malgré les besoins importants qu'il reste encore à
rencontrer, nous sommes conscients que les perspectives budgétaires
ne permettent pas de tout faire en une seule fois. Depuis le début de la
législature, une part importante des marges budgétaires qui ont pu être
dégagées grâce à l'assainissement des finances publiques a été
réinjectée dans la sécurité sociale. Le bilan est impressionnant et, pour
2003, le groupe PS constate que l'action gouvernementale, malgré une
conjoncture incertaine, s'inscrit dans une continuité, dans un projet
politique cohérent qui entend renouer avec la vocation première de notre
système de protection sociale, à savoir prévenir l'insécurité d'existence.
Ce projet est le nôtre et nous le soutiendrons.
Ook al is het vanuit
begrotingsoogpunt niet mogelijk om
alle wensen tegelijkertijd in te
willigen, is het resultaat toch
indrukwekkend. De regering zet
haar werk op het vlak van de
sociale bescherming voort. Wij
steunen dit project.
01.43 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
eerste minister, mijnheer de minister, de VLD was de laatste tijd de
schietschijf inzake sociale zekerheid, nadat onze voorzitter de minister
van Sociale Zaken als het ware had aangemaand om de begroting niet
te sterk te doen stijgen en om maatregelen te nemen tegen
overconsumptie, zeker in het Zuiden van het land. Sommige politieke
partijen grepen dit aan om de artsen en vooral de huisartsen, tegen ons
op te zetten. Wij mogen evenwel niet vergeten dat er in dit halfrond
geen enkele andere politieke partij is die meer artsen telt dan de VLD.
Ik meen dus dat de artsen die deel uitmaken van de VLD de problemen
kennen.
Onze bedoeling was zeer duidelijk: wij wensten dat de minister niet
alleen de instellingen, maar ook de artsen individueel zoveel mogelijk
zou responsabiliseren. Ik herinner u eraan dat ik tijdens de periode
1988-1989 deel uitmaakte van een regering en dat destijds werd beloofd
dat de reglementering zowel in het Zuiden als in het Noorden van het
land op dezelfde manier zou worden toegepast. Thans, ongeveer vijftien
jaar later, is men daarmee nog altijd bezig. Toch moet ik u
gelukwensen, mijnheer de minister, met de ernstig poging die u terzake
onderneemt en die hopelijk succesvol zal zijn. Op dat vlak krijgt u de
steun van de VLD.
Ongetwijfeld zal iedereen toegeven dat de taak van een minister van
Sociale Zaken tegenwoordig erg moeilijk is wegens de vergrijzing en de
hoog oplopende kosten verbonden aan alle nieuwe technieken,
geneesmiddelen en interventies. In deze hoogtechnologische
maatschappij mag men evenwel niet vergeten dat geneeskunde
onmogelijk is zonder intellectuele prestaties aangezien alle resultaten
ook moeten worden geïnterpreteerd.
Mijnheer de minister, u weet dat er de laatste tijd heel wat beroering
heerste bij de artsen, vooral bij de huisartsen, met betrekking tot hun
honoraria. In dat verband werden studies gepubliceerd en uiteraard kan
men argumenteren in welke mate deze al dan niet correct zijn. Op dat
vlak houden wij er niet altijd dezelfde mening op na, maar ik kan ook uw
mening respecteren, mijnheer de minister, en het verheugt mij dat deze
regering tegemoetkomt aan de eis van de huisartsen. Hun eis bestaat
erin 20 euro aan te rekenen voor een consultatie en 30 euro voor een
huisbezoek. U weet wellicht dat deze tarieven een week geleden van
kracht zijn geworden in Frankrijk en de Belgische artsen vinden het niet
te veel gevraagd om dezelfde tarieven te mogen hanteren. Onze
huisartsen genieten tegenwoordig ook al een aantal forfaitaire
vergoedingen. In dat verband denk ik onder meer aan de bijdrage voor
pensioen en aan de bijdrage voor het medisch dossier. 500 dossiers
01.43 Jef Valkeniers (VLD):
Certaines personnes ont tenté de
monter les médecins contre le VLD
lorsque notre président a invité le
ministre des Affaires sociales à
maîtriser son budget et à s'attaquer
au problème de la
surconsommation.
Dès les années 80 il avait été
promis d'harmoniser les
règlementations dans le nord et
dans le sud. Ce processus n'est
pas encore achevé, mais le groupe
VLD estime que le gouvernement
déploie de gros efforts à cet effet et
entend lui apporter son soutien. Par
ailleurs, le veillissement de la
population comme les coûts
croissants des soins médicaux
dans notre société de haute
technologie rendent très complexe
la tâche du ministre des Affaires
sociales.
Nous demandons également que le
gouvernement réponde aux
exigences tarifaires des
généralistes, à savoir 20 euros par
consultation et 30 euros par visite à
domicile. Ces tarifs sont par
ailleurs en vigueur à partir de cette
semaine en France également. Il va
de soi qu'une comparaison honnête
exige d'examiner si les médecins
français perçoivent les mêmes
indemnités forfaitaires, comme les
cotisations pour la pension et le
dossier médical.
Le budget prévoit 2,25 millions
d'euros pour le supplément de
pratique et 19,8 millions euros pour
l'acte intellectuel. Ces 19,8 millions
d'euros doivent par ailleurs encore
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
aan 600 BEF betekent 300.000 BEF. Het ware misschien interessant
even na te gaan in hoeverre deze forfaitaire vergoedingen in Frankrijk al
dan niet van toepassing zijn. Met andere woorden, zodra men
vergelijkingen maakt is het aangewezen te weten of deze al dan niet
kloppen.
Hoe dan ook, ik merk dat in de begroting een bedrag van 90,8 miljoen
werd uitgetrokken voor de intellectuele prestaties en 2,25 miljoen euro
voor de praktijktoelagen. Wat de praktijktoelagen betreft, las ik in de
pers dat men in belangrijkere mate zou tussenkomen voor
groepspraktijken. Op dat vlak wens ik het volgende op te merken.
Jammer genoeg is de minister van Volksgezondheid niet aanwezig,
maar ik zie wel leden van zijn fractie.
Wij kunnen onmogelijk dulden dat solopraktijken niet op dezelfde
manier als groepspraktijken worden behandeld. Het is immers op geen
enkele manier bewezen dat een groepspraktijk betere geneeskunde
uitoefent of goedkoper uitvalt voor de sociale zekerheid. Terzake maak
ik een voorbehoud en zullen wij de situatie van zeer nabij opvolgen.
Ik kom tot de intellectuele akte van ongeveer 20 miljoen. Daar komt
natuurlijk nog 2,5% bij voor de technische ramingen en 3,7 miljard voor
de indexaanpassing. Ik meen dat wij over een serieus bedrag
beschikken, mijnheer de minister, om aan de eisen van huisartsen
inzake de herwaardering van de intellectuele arbeid tegemoet te komen.
Wij staan daar zonder twijfel achter. Onze huisartsen zijn onderbetaald,
veel huisartsen stappen uit het beroep, het beroep vervrouwelijkt en zij
willen ook nog een menselijk leven. Het zou toch goed zijn, mocht u mij
kunnen antwoorden in hoeverre u denkt aan de eisen van de huisartsen
te kunnen tegemoetkomen.
être corrigés à concurrence de 2,5
pour cent pour l'estimation
technologique et de 3,7 milliards
d'euros pour l'adaptation à l'index.
Ce budget permet donc amplement
de satisfaire aux revendications des
médecins généralistes et de
redonner un coup de fouet à
l'attractivité de la profession.
Nous ne tolérerons toutefois pas
que la pratique isolée de la
médecine soit supplantée par les
pratiques de groupe. En effet, rien
ne permet de penser que les
pratiques de groupe offrent une
qualité supérieure ou sont moins
onéreuses pour la sécurité sociale.
01.44 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, ik zou
daarop even willen ingaan. Ik meen dat er uiteraard belangrijke keuzes
te maken zijn in de organisatie van de gezondheidszorg. Het is één
zaak om te investeren in de gezondheidszorg, maar we moeten er ook
voor zorgen dat elke euro goed wordt gebruikt. Daar heeft de heer
Valkeniers terecht op gewezen. De vergoedingen moeten ook billijk
worden verdeeld onder de mensen die in de sector actief zijn.
De heer Valkeniers vraagt wat de artsen als groep mogen verwachten
na de opstelling van de begroting. Welnu, ik zou de volgende gegevens
ter beschikking willen stellen.
De regering heeft het begrotingsobjectief vastgelegd voor de hele
ziekteverzekering op 618,9 miljard frank. Dat laat een belangrijke
stijging toe van de honoraria voor de artsen. Als ik dat globaal uitdruk
rekening houdend met alle erelonen van alle artsen kunnen wij voor
volgend jaar een stijging van de massa aan erelonen met 6,5%
vooropstellen. Deze stijging betekent dat er ongeveer 12 miljard
Belgische frank bijkomt inzake erelonen in de gezondheidszorg.
De vraag is natuurlijk hoeveel van die 12 miljard al vastligt ten gevolge
van genomen maatregelen of ten gevolge van het feit dat de bezoeken,
de raadplegingen en de onderzoeken een normale stijging kennen.
Welk gedeelte van het bedrag biedt stof voor onderhandelingen?
Twee elementen van die 12 miljard bieden stof voor onderhandelingen in
de Medicomut.
Ten eerste, de regering stelt een bijkomende enveloppe ter beschikking
om artsen die het vooral moeten hebben van het contact met de
01.44 Frank Vandenbroucke,
ministre: Une bonne organisation
des soins de santé dépend surtout
d'une utilisation efficace de chaque
euro et d'une répartition équitable
des allocations. Le budget de 618,9
milliards de francs prévu au budget
général pour l'assurance maladie
permet une augmentation
importante des honoraires des
médecins, soit une augmentation
de 6,5 pour cent ou 12 milliards de
francs l'année prochaine.
Il est toutefois important de faire la
distinction entre les mesures qui
sont fixées et les éléments qui
peuvent encore être négociés entre
les médecins et les mutualités. Un
premier élément qui peut encore
faire l'objet de discussions est une
enveloppe supplémentaire de 899
millions de francs pour la
revalorisation des consultations et
des visites des médecins, des
pédiatres, des gériatres, qui ferait
encore augmenter les honoraires
de 1,6 pour cent. La masse
salariale de ce groupe
n'augmenterait donc pas de 6,2
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
patiënt, te ondersteunen. Die bijkomend enveloppe van 19,8 miljoen
euro of 800 miljoen frank betekent een toename van 1,6% van de
erelonen voor al deze intellectuele akten. Het gaat dan om
raadplegingen en bezoeken van huisartsen, kinderartsen, psychiaters,
geriaters, reumatologen, endocrinologen enzovoort. Als wij kijken naar
de erelonen voor intellectuele akten, zien we geen stijging van 6,2%
wat we in onze technische ramingen plannen maar 6,2% plus deze
vrij te onderhandelen 1,6%. Samen maakt dat een stijging in massa
uitgedrukt van 7,8%.
Niet alleen deze bijkomende enveloppe, die wij in de
regeringsbeslissing hebben vooropgesteld, is vrij onderhandelbaar. Het
is de traditie dat men in de gezondheidszorg tussen de artsen en de
mutualiteiten ook een onderhandeling heeft over de aanwending van de
indexmassa. De indexmassa in deze 12 miljard Belgische frank
bedraagt 3,7 miljard Belgische frank of 93 miljoen euro. Ik beklemtoon
dat het de vertegenwoordigers van de artsen toekomt om met de
ziekenfondsen te discussiëren over de manier waarop zij dat geld
gebruiken. Men kan het uitsmeren over iedereen, maar ik geef u
louter om aan te tonen welke interessante onderhandelingsmarge daar
inzit een theoretische oefening.
Stel dat men van die indexmassa, van de 3,7 miljard frank die klaarligt,
zou gebruikmaken om de technische akten met slechts 1% te
verhogen, dan blijft er van die indexmassa nog meer dan 34 miljoen
euro over voor de verstrekkers van de intellectuele akten. Men kan daar
creatief mee omspringen. Maar dat betekent, als men het omzet naar
het aantal betrokken artsen die het moeten hebben van die intellectuele
akten, toch meer dan 2000 euro extra per hoofd, hetzij in de vorm van
een bijkomende verhoging van erelonen, hetzij voor andere dingen. Maar
dat maakt het mogelijk daarover te onderhandelen.
Ik vat samen, mijnheer Valkeniers, mijnheer de voorzitter. De
honorariamassa voor de artsen zal kunnen stijgen met 6,5%, wat een
toename is van de massa met 12 miljard. Dat is een vast gegeven,
waarvan men mag uitgaan. Daarin is er ruimte om te onderhandelen
over een bijzondere enveloppe voor herwaardering van vergoedingen voor
raadplegingen en bezoeken, dus voor herwaardering van wat de artsen
doen aan tijdsinvestering in de patiënt. 800 miljoen frank is op zichzelf
een stijging van 1,6% van de vergoedingen voor raadplegingen en
bezoeken. Ten tweede, kan men onderhandelen over de indexmassa.
Men kan die natuurlijk louter evenredig spreiden over alle erelonen het
is aan de artsen om daarover na te denken maar men zou die
indexmassa ook voor een stuk in het bijzonder kunnen aanwenden voor
degenen die het moeten doen met raadplegingen en bezoeken.
Ik geef u een theoretische oefening; het is aan de onderhandelaars om
daarover na te denken. Stel dat men zegt dat er 1% verhoging komt
voor de technische akten de rest van de indexmassa gaat naar de
intellectuele akten dan betekent dit voor de betrokken verstrekkers, in
deze theoretisch veronderstelling, 2000 euro per hoofd bij. Ik besluit
daaruit, mijnheer Valkeniers, dat we inderdaad verder gaan met het
ondersteunen van de huisartsen, van de artsen die het vooral moeten
hebben van de tijdsinvestering in de patiënt, en dat het mogelijk moet
zijn om in een sereen klimaat daarover een goede onderhandeling te
voeren.
Ik onderschrijf ook het verlangen van de artsen om een einde te maken
aan een hele hoop paperassen en bureaucratie, waarmee ze in
toenemende mate geconfronteerd zijn. Ik heb een radicaal voorstel op
tafel gelegd waardoor de helft van de paperassen inzake voorschrijven
van medicamenten zou verdwijnen. Ik denk dat dit ook op zich het
pour cent, comme cela avait été
évalué, mais de 7,8 pour cent.
Un deuxième élément qui peut faire
l'objet de négociations est
l'affectation de la masse de l'index
de 3,7 milliards de francs ou 93
millions d'euros. A l'intérieur de ce
budget, il est par exemple possible
de libérer des moyens afin
d'augmenter de 1 pour cent
l'indemnité de l'acte technique, soit
2.000 euros par personne, tout en
conservant néanmoins assez de
moyens pour l'indemnisation de
l'acte intellectuel.
Nous soutenons donc plus avant
les généralistes et pensons que les
négociations peuvent avoir lieu en
toute sérénité. J'ai par ailleurs
déposé une proposition radicale qui
devra permettre de réduire
drastiquement les nombreuses
formalités administratives des
médecins généralistes, pour qu'ils
puissent se consacrer davantage à
l'activité médicale à proprement
parler et au contact avec les
patients.
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
intellectuele werk, het medische werk, het contact met de patiënt meer
op de voorgrond moet brengen.
01.45 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor de
toelichting. Wij komen aan 10%, de artsen vragen 40% omdat ze zich
nu natuurlijk meer en meer gaan vergelijken met Frankrijk. Het zou
goed zijn mocht u ook even nakijken hoeveel forfaitaire vergoedingen de
Franse huisartsen eventueel krijgen. Als die daar niet bestaan, dan
lopen de vergelijkingen immers een beetje mank. Ik maak nog een
aantal kleine opmerkingen, mijnheer Wauters. Ik zie dat uw minister
spijtig genoeg is hij weg, ik had het hem graag zelf gevraagd werk
gaat maken van de alternatieve geneeskunde. Ook daar vergelijk ik
even met Nederland. Ik heb zojuist gelezen dat men in Nederland in de
ziekteverzekering alle vergoedingen voor alternatieve geneeskunde gaat
schrappen. Wij hebben daar helemaal niets tegen, voor mij mag die
sector worden geordend. U kent mijn standpunt terzake. Ik meen
evenwel niet dat er op een ogenblik waarop we reeds kampen met
zulke financiële problemen, budgetten naar alternatieve geneeskunde
moeten gaan. Ook op de ombudsman voor de omnipracticus is er nogal
wat kritiek. Wij hebben nog geen teksten gezien, en wij willen toch
eerst de teksten zien voor we eventueel akkoord zullen gaan.
Verder, mijnheer de minister van Sociale Zaken, stijgt het
rusthuisbudget met 14,5%. Eerst was er het sociaal akkoord van 1
maart 2000, dat moet worden gehonoreerd, en er zijn nieuwe stappen
met de Gemeenschappen gepland. Maar is het niet mogelijk om bij het
personeel van de rusthuizen en ik ben een jaar voorzitter van het
OCMW geweest en we hadden een groot rusthuis bepaalde
besparingen te doen door misschien wat minder hoog gekwalificeerd
personeel te eisen?
U zult hierover overleg moeten plegen met uw collega's van de
gemeenschappen. In veel gevallen kunnen de verpleegkundigen, mijns
inziens, worden vervangen door goede verzorgenden. Een goede
verzorgende met een goed hart en veel sociaal gevoel is veel beter voor
de bejaarden dan een verpleegster die haar uurtjes komt volmaken
maar er niet met haar hart bij is.
De zorgverzekering die een bijdrage is moet er, mijns inziens, voor
zorgen dat meer bejaarden thuis worden opgevangen. Men krijgt
immers een vergoeding.
01.45 Jef Valkeniers (VLD): Les
généralistes continueront de
comparer leur situation à celle de
leurs collègues français. Voilà
pourquoi on devrait vérifier un jour
quelles indemnités forfaitaires sont
en vigueur en France.
D'aucuns et le ministre Tavernier
en fait partie réfléchissent à la
possibilité de rembourser les
médecines parallèles. Je voudrais
faire référence aux Pays-Bas où
l'on a justement cessé de
rembourser ces médecines, ce à
quoi j'applaudis des deux mains.
En période de pénurie, le budget
doit être utilisé de façon optimale.
Dans le budget des maisons de
repos, on prévoit une croissance de
14,5%. Néanmoins, je voudrais
attirer votre attention sur la
possibilité de remplacer le
personnel soignant hautement
qualifié par un personnel soignant
ayant une sensibilité sociale ou
encore sur la possibilité de faire
payer l'assurance soins de santé
en cas de prise en charge à
domicile. Ces pistes de réflexion
permettraient-elles aussi de réaliser
des économies sans pour autant
nuire à la qualité des soins
dispensés.
01.46 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil kort
tussenbeide komen op dit punt van de ouderenzorg waarover, mijns
inziens, correcte en duidelijke communicatie nodig is. De
regeerverklaring heeft het beeld opgehangen dat er nog nooit zoveel
gebeurd is voor de zieken en de ouderen als vandaag het geval is en
dat de problemen zijn opgelost. Ik wil dat relativeren.
De heer Valkeniers heeft terecht erop gewezen dat het grootste deel
van toename van het budget zal gebruikt worden om het sociaal
akkoord uit te voeren. Begrijp me niet verkeerd. Ook de CD&V vindt dat
verpleegkundigen in een rusthuis evenveel mogen verdienen als hun
collega's in de ziekenhuizen. Dit lost echter niet het probleem van de
structurele onderfinanciering van rusthuizen op omdat ze te weinig RVT-
erkenningen hebben. Slechts 60% van de zorglast van rusthuizen wordt
correct vergoed. Men heeft te weinig RVT-erkenningen die de hoogste
tegemoetkomingen krijgen. Ik herhaal dat men alleen het sociaal
akkoord uitvoert en rekening heeft gehouden met de groei. Het
inhaalplan 1997-2002 van onze partij, het fameuze vijfjarenplan dat 5
miljard extra middelen aan de rusthuizen wilde besteden, is
01.46 Luc Goutry (CD&V): Le
gouvernement tout fait pour
démontrer que le nouveau budget
permet l'adoption de nombreuses
mesures en faveur des malades et
des personnes âgées. Il convient
de relativiser cette considération.
Seul l'accord social sera finalement
mis en oeuvre. Les infirmières
travaillant en maisons de repos
peuvent enfin bénéficier d'un salaire
égal à celui des infirmières des
hôpitaux. Il n'empêche que le sous-
financement structurel des maisons
de repos reste une réalité. On ne
prévoit aucune injection de capital
supplémentaire en leur faveur, et
nous devons nous attendre à ce
que d'importants problèmes
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
ondertussen uitgedoofd. Er kwam echter niets in de plaats. Men voert
alleen het sociaal akkoord uit en houdt rekening met de normale groei
in de rusthuizen. De bijkomende groei wordt echter niet opgevangen en
men stopt de inhaalbeweging. CD&V voorspelt reeds geruime tijd dat in
de toekomst in de rusthuissector grote problemen zullen ontstaan
inzake financiering en druk op de bewonersprijs. Dat is onder meer de
reden waarover de werknemers in die sector reeds tweemaal betoogd
hebben. Deze begroting biedt geen antwoord op deze vragen.
surgissent d'ici quelques années.
01.47 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, dat is
niet correct. Ik kan het de heer Goutry echter niet kwalijk nemen dat hij
dat insinueert. Dit debat moet nog gevoerd worden. Het
begrotingsobjectief laat toe dat het rusthuisbudget stijgt met 14,5%.
Dat is heel veel. De heer Valkeniers heeft terecht beklemtoond dat we
in die sector "voor wat, hoort wat" moeten toepassen. Ik ben er echter
zeer gerust in dat deze verhoging ons niet alleen toelaat het sociaal
akkoord volledig en adequaat te financieren, maar dat we in overleg met
de gemeenschappen nieuwe stappen zullen kunnen zetten inzake
reconversie en bijkomende problemen zullen kunnen aanpakken. Het is
mijn vaste bedoeling nieuwe stappen te zetten inzake reconversie en
terzake een protocol te onderhandelen met de gemeenschappen en de
gewesten.
De stijging van het budget laat ook toe dat de Vlaamse beslissingen
inzake het investeringsfonds niet zullen vastlopen omwille van
onvoldoende financiering voor de zorg in die nieuwe gebouwen. Dat is
een mogelijke reden voor de publieke knuffel die ik van mevrouw Vogels
heb gekregen en waarover ik me trouwens een beetje heb verbaasd.
Vlaanderen, Wallonië, Brussel en de federale overheid zullen samen
goed kunnen sporen, inzake programmatie, inzake de verdere
reconversie waarover ik de onderhandelingen wil beginnen en zelfs
inzake een aantal nieuwe, veelbelovende initiatieven.
Terwijl ik de voorbije jaren die budgetten heb gevoed en veel met de
gemeenschapsministers over de aanwending heb onderhandeld, zal ik
nu rechtstreeks met de verantwoordelijken van de rustoordsector
spreken over de betekenis en de aanwending van die budgetten. Wat
dat betreft, ben ik het trouwens eens met de heer Valkeniers. Voor wat
hoort wat. Zo moet er onder meer transparantie zijn in de prijzen en de
gemiddelde prijsstijging moet worden afgetopt.
01.47 Frank Vandenbroucke,
ministre: Cela est inexact. Il a
naturellement été procédé au
financement de l'accord social,
mais d'autres initiatives demeurent
envisageables. La reconversion des
nouvelles sections est en cours. Je
dois négocier un protocole avec les
Communautés et les Régions.
L'augmentation du budget permet
également l'exécution de la
décision flamande relative au fonds
d'investissement.
Les responsabilités des maisons
de repos seront étroitement liées à
l'affectation des budgets. Un
service en vaut toujours un autre.
Elles sont tenues de respecter la
transparence des prix, et les prix
les plus élevés devront être réduits.
De voorzitter: Collega's, het is een mooi debat, maar wij moeten voor vrijdagochtend rond geraken.
01.48 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal het zeer kort
houden. Het wordt een moeilijk en virtueel debat als zij die het moeten
weten, voortdurend met gegevens komen waarover wij helemaal niet
beschikken. Wij discussiëren hier over een regeringsverklaring waarin
wordt gezegd dat er veel meer zal worden gedaan voor de ouderenzorg.
Aan het cijfer van 14% dat wij ook uit de pers moeten halen wordt
ook geen enkele invulling gegeven. Wij hebben zelf een aantal
berekeningen gedaan, maar worden hier voortdurend rond de oren
geslagen. Men zegt dat wij het niet weten en dat men het hier eens zal
uitleggen. Ofwel geeft men alle cijfers en houdt men daarover een
debat, ofwel probeert men voortdurend aan te tonen dat men op alle
vlakken ongelooflijk veel doet en dat dit de goed-nieuws-show is. Als wij
dan op grond van cijfers weerwerk proberen te bieden, zegt men telkens
dat wij het niet kunnen weten en dat wij het wel zullen weten als het
ooit zover is. Wel, ik betwist nu al formeel dat u met het geld waarin
wordt voorzien voor de ouderenzorg, de reconversie van de RVT's niet of
slechts zeer minimaal zult kunnen doen. Wij weten toch ook hoeveel
01.48 Luc Goutry (CD&V): C'est
chaque fois la même chose: on
débat dans cette Chambre de
chiffres dont l'opposition ne dispose
pas. Les ministres nous lancent à
la tête de nouvelles données et
nous réprimandent comme des
écoliers parce que nous avons
échafaudé nos raisonnements sans
ces chiffres. Quoi qu'il en soit, je
conteste que le budget prévu pour
les soins à dispenser aux
personnes âgées suffira. L'accord
social absorbe 8% du budget
tandis que l'index en absorbe
3,5%. Il en résulte une marge trop
étroite pour la reconversion.
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
dat kost. Als ik ervan uitga dat u 8% nodig hebt voor het sociaal
akkoord en dat u sowieso 3,5% nodig hebt voor de index en voor de
groeinorm, kom ik al tot 11,5%, laten wij een inspanning doen en
afronden tot 12%. Dan blijft er nog een marge van 3%. U moet mij eens
uitleggen welke conversie u daarmee zult verrichten. Dat klinkt
natuurlijk allemaal goed en opgewekt, maar op die manier discussiëren
is voor de oppositie niet meer ernstig.
01.49 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer Goutry, ex-premier Dehaene
was als minister van Volksgezondheid begonnen met het RVT-
systeem. Hij is begonnen met 5.000 bedden. Ik heb hem toen gezegd:
"Mijnheer de minister, u weet niet welke deur u opent, want we zijn op
weg naar 50.000". Wel, als ik u hoor, zou men alle bedden voor
bejaarden in dit land moeten omzetten in RVT-bedden; daarop komt het
uiteindelijk neer. Dat is echter ook niet mogelijk en financieel niet
haalbaar. Men kan natuurlijk alles vragen. Als we moeten uitrekenen
wat u al hebt gevraagd van bij het begin van dit debat, dan waren de
cijfers van de eerste minister van gisteren onderschat. Dan zouden we
nog veel meer geld moeten hebben.
Veel zaken zijn reeds gezegd, ik zal proberen niet in herhaling te
vallen. Wij zijn natuurlijk blij met de maatregelen inzake de rolstoelen,
de zwaarzieke kinderen, het endoscopisch materiaal en het
viscerosynthesemateriaal. Mijnheer de minister, ik wil het wel hebben
over de herschikking van de terugbetaling van geneesmiddelen. U bent
van plan bepaalde geneesmiddelen de A2-antagonisten en de PPI-
antagonisten over te brengen van B naar C, en dus de terugbetaling
terug te schroeven van 75% naar 50%, tenzij onder bepaalde
voorwaarden. Vanmorgen heb ik contact gehad met een gastro-
entoroloog van een heel bekend team. Ik heb hem gevraagd of het juist
was dat men te gemakkelijk A2-antagonisten en PPI-antagonisten
voorschreef bij banale zuurbrand. Hij heeft geantwoord dat het de
voorbije tijd gemakkelijker gebeurt, maar niet met zo'n intensiteit als uw
cijfers weergeven.
Geloof niet dat die besparingsmaatregel ...
(...)
Ja, maar ik wil het u toch liever zeggen. Hij heeft mij het volgende
gezegd. U hebt een bepaald geneesmiddel, een PPI-antagonist aan 10
mg, voor terugbetaling vatbaar verklaard enkele maanden geleden. U
zegt dat een hoeveelheid van 10 mg voor een ondersteunende therapie
dient. Wat is echter het gevolg? Het geneesmiddel dat goedkoper was,
maar een kleinere dosis bevat, wordt in twee tot vier keer opgebruikt en
kost uiteindelijk veel meer dan het andere. Straks zal ik u dat privé
verder verklaren. Ik wil hier geen bepaald bedrijf aanvallen. Bij de
terugbetaling van een geneesmiddel moet u dus zeer voorzichtig zijn.
Dat geneesmiddel moet op zijn minst in een therapeutische dosis op
de markt voorkomen.
Over de financiering van de ziekenhuizen hebt u ons een hele
uiteenzetting gegeven. Het blijft, alles bijeen, complex, laten wij eerlijk
zijn.
Ik wou ook nog vlug enkele zaken zeggen over werkgelegenheid. Er
liggen een aantal wetsontwerpen en initiatieven te wachten. Wij werken
daaraan mee, zoals u weet. Die verdienen prioriteit. Toch zijn wij er ook
van overtuigd dat initiatieven als de belastingsverlaging, die ervoor zal
zorgen dat arbeid meer wordt beloond, de verdwijning van de
crisisbelasting, het feit dat inkomsten uit arbeid niet méér dan 50%
01.49 Jef Valkeniers (VLD):
Selon M. Goutry, tous les lits
relevant des soins pour les
personnes âgées devraient être des
lits MRS. Mais c'est tout
bonnement irréaliste. Si nous
devions financer tout ce que le
CD&V a déjà demandé dans cet
hémicycle, la totalité du budget
devrait être allouée à tous nos
aînés.
Le réaménagement du
remboursement des médicaments
doit s'effectuer prudemment. Le but
de ce réaménagement est d'éviter
que certains médicaments soient
prescrits trop facilement. En tout
cas, il faut d'abord vérifier si ces
médicaments sont disponibles
dans des doses thérapeutiques.
Des projets visant à stimuler
l'emploi sont prêts. La réduction
des charges et les autres mesures
fiscales sont également autant de
facteurs positifs. Les mesures en
matière d'outplacement pour les
travailleurs âgés constituent
également un pas dans la bonne
direction.
En outre, le gouvernement a fait un
effort louable en faveur des
bénéficiaires des pensions les plus
basses.
Cette assemblée ne porte que peu
d'intérêt à la coopération au
développement. Pour certains,
l'augmentation du budget de 9 pour
cent est insuffisante, mais dans les
circonstances actuelles, c'est
suffisant. La direction du DGCI a
elle-même déclaré qu'elle éprouvait
des difficultés à bien affecter son
budget. De plus, le DGCI et la CTB
attendent tous deux la désignation
d'un nouveau chef de service. Ils
ont besoin de personnel et de
nouvelles nominations doivent avoir
lieu. Je suis favorable à une
régionalisation de la coopération au
développement, mais à condition
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
belast kunnen worden en de maatregel van persoonlijke
bijdrageverminderingen met 68,5 miljoen euro, aanleiding zullen geven
tot nieuwe werkverschaffing. Antwoordend op de kritiek van mevrouw
D'hondt, geloof ik dus dat deze regering ook een poging doet om in
2003 er werd een streefcijfer vooropgesteld van 30.000, alhoewel we
met cijfers altijd voorzichtig moeten zijn tot een positief resultaat te
komen.
Voor de activiteitsgraad van oudere werknemers denk ik dat
outplacement een stap in de goede richting is, net als de
lastenverlaging voor de aanwerving van de 58-plussers. Het is jammer
dat de minister van Arbeid niet hier is, want anders zouden wij daarover
voort gepraat kunnen hebben.
Over de pensioenen is al lang gediscussieerd.
Mevrouw D'hondt, ik heb u de cijfers gegeven van de tijden toen u in de
regering zat. Deze regering doet een grotere inspanningen om die lage
pensioenen te doen stijgen.
Ook over de ontwikkelingssamenwerking wil ik nog iets zeggen, maar
niet veel. Ik ben nu ongeveer zeven jaar in die sector betrokken. Ik stel
vast dat er veel over gepraat wordt in de pers. Wij zijn hier met 150
leden. Van die 150 interesseren er zich maar 10 actief voor de
ontwikkelingshulp. Dat wil ik toch even naar voren brengen. Er is een
stijging met 9% voor ontwikkelingssamenwerking. Daarover krijgen wij
kritiek. Sommigen zeggen dat dit veel meer moet zijn.
Collega's uit de groene fractie, aan u wil ik toch het volgende zeggen. Ik
heb goede contacten met de staf van het Directoraat-generaal
Internationale Samenwerking. De staf van DGIS zegt dat het dit jaar
grote moeite gehad heeft om het geld dat dit jaar ter beschikking was,
op een goede manier te besteden. Als er nu dus 9% bijkomt, moet er
ook personeel bijkomen. Zo niet zullen wij dat geld niet op een goede
manier kunnen besteden. Derhalve, en jammer genoeg is de minister
niet hier, bij DGIS wordt een nieuw hoofd verwacht, net als bij BTC. De
bijzondere evaluator moet eveneens benoemd worden. Anders gezegd,
de hele leiding is eigenlijk wat onthoofd. Ik geloof persoonlijk dat die 9%
in die omstandigheden een heel ernstige inspanning is. Als Spirit voor
de dag komt, zeggende dat het geen 100% maar slechts 66% is, dan
zou ik willen zeggen dat ik in die sector niemand van Spirit tegenkom,
tenzij de heer Willems die ondertussen uw fractie heeft vervoegd.
Verder is er geen interesse. Als ik dan zie welk beleid er door de heer
Anciaux werd gevoerd in de Vlaamse regering, een horizontaal beleid,
dan moet ik eerlijk het volgende zeggen. Ik ben voorstander van de
federalisering van de ontwikkelingssamenwerking. Dat durf ik te
zeggen. Het moet dan echter wel een goede federalisering zijn, en niet
zoals het nu gebeurt in de Vlaamse regering, waarbij een horizontale
verdeling wordt gemaakt en waarbij iedere minister op
ontwikkelingsuitstap gaat. Dat doet zich nu voor, maar daar ben ik
tegen.
Als ontwikkelingswerk moet worden gefederaliseerd op een horizontale
manier, dan verkies ik er persoonlijk voor dat het nationaal blijft. Dat is,
meen ik, zeer duidelijke taal en taal waarachter onze partij kan staan.
qu'il n'y ait qu'un seul ministre
compétent en la matière. Si tous
les ministres commencent à partir
en mission de coopération au
développement, comme c'est le
cas au gouvernement flamand, il
est préférable que la coopération
reste une matière fédérale.
01.50 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vind vooral de
laatste uitspraak van de heer Valkeniers belangrijk en ik was
verwonderd dat de premier hiervoor onmiddellijk applaudisseerde.
Mijnheer Valkeniers zegt hier dat hij zich namens zijn partij verzet
tegen het regionaliseren van ontwikkelingshulp. Nochtans is dit een
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
essentieel onderdeel van het Lambermont-akkoord. Hij zegt dat hij en
zijn partij dit niet goed vinden en dat ze vaststellen dat dit federaal zou
moeten blijven. De premier applaudisseert dus voor zijn eigen mislukt
Lambermont-akkoord.
01.51 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik heb duidelijk
gezegd dat ik voorstander ben van federalisering, maar op voorwaarde
dat in elk landsgedeelte één minister verantwoordelijk is voor
ontwikkelingssamenwerking en geen negen ministers zoals nu.
De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, u hebt het woord. U hebt gezegd dat u ongeveer een halfuur wilt
spreken. Ik zou de heer Fournaux deze voormiddag het woord nog willen geven. Ik weet dat hij me uitstekend
begrijpt in het Nederlands. Daarna sluit ik de voormiddagzitting af.
01.52 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de eerste minister, leden van de regering, collega's, ik heb
mijn betoog "De paars-groene migratielawine, de verzwegen cijfers"
getiteld. U weet dan meteen waarover mijn discours zal handelen.
Ik zal een grondige analyse maken van het vreemdelingenbeleid van de
paars-groene regering. Ik zal tevens de onwaarheden en halve
waarheden die de regering over haar beleid verspreidt aantonen en de
politieke verantwoordelijken aanwijzen. Ik zal ook wijzen op de
catastrofale maatschappelijke gevolgen, want nog nooit in de
geschiedenis van dit land werd op zo'n korte tijd, zo drastisch
ingegrepen in de samenstelling van onze bevolking. Dit levert op termijn
geen multicultureel paradijs op, maar een ontredderde en verscheurde,
gesegregeerde samenleving, een samenleving die ook sterk onze
Vlaamse eigenheid en identiteit bedreigt. Als straks het rapport van de
Zwitserse mevrouw Nabholz-Haidegger uitvoering krijgt en het
minderhedenverdrag van de Raad van Europa wordt geratificeerd, zal de
vraag van de heer Abou Jahjah om het Arabisch in te voeren als vierde
landstaal meer dan een gewone provocatie blijken.
De Vlaamse identiteit wordt bedreigd door een snelgroeiende, multi-
etnische en multiculturele conflictmaatschappij. Hierbij zal de
taalproblematiek in de Vlaamse gordel rond Brussel haast in het niets
verdwijnen, niettegenstaande het belang van deze problematiek. Het
integratiebeleid van de jongste twintig jaar is mislukt. Dit heeft nu
eindelijk ook de heer Robert Voorhamme, notoir Antwerps socialist en
lid van het Vlaams Parlement, vastgesteld. Als voornaamste redenen
voor het mislukken van de integratie haalde hij de migrantencultuur aan
en de gewoonte van gedwongen huwelijken waardoor de integratie als
het ware steeds opnieuw moet herbeginnen. Robert Voorhamme heeft
hier zeker een punt, maar zijn analyse is veel te onvolledig.
Het Vlaams Blok hoeft niet meer te bewijzen dat het
vreemdelingenbeleid van paars-groen volledig uit de hand is gelopen.
Een zevental kamerleden van de VLD onder leiding van collega Filip
Anthuenis heeft dat onlangs zelf gedaan, al werd hun dat
begrijpelijkerwijze door de VLD-partijtop niet in dank afgenomen. De
VLD-kamerleden legden terecht de vinger op de etterende wonde.
De kritiek van de VLD-backbenchers op het vreemdelingenbeleid komt
echter ongeloofwaardig over nadat de liberalen drie jaar lang een beleid
hebben gesteund dat haaks staat op wat de VLD voor de verkiezingen
aan de burgers heeft beloofd. Zo zou het moeilijker worden om Belg te
worden en men zou een allochtone crimineel zijn Belgisch
staatsburgerschap kunnen ontnemen. Herinner u de uitspraken van
Marc Verwilghen in De Morgen vlak voor de verkiezingen. Men zou
01.52 Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): J'ai intitulé mon
intervention "marée migratoire": les
chiffres cachés de l'arc-en-ciel".
L'on comprend ainsi tout de suite
de quoi il s'agit. J'entends attirer
l'attention sur les conséquences
catastrophiques pour la
composition de la population de la
politique menée par l'actuel
gouvernement en matière
d'immigration. Au lieu d'aboutir au
multiculturalisme, cette politique va
entraîner le déchirement de la
société. Si le rapport Nabholz est
adopté, la demande d'Abou Jajah
de reconnaître l'arabe comme
quatrième langue nationale, ne sera
plus une utopie. La société multi-
ethnique menace l'identité
flamande. Même Robert
Voorhamme reconnaît que la
politique d'intégration est un échec
total. Par ailleurs, sept députés du
VLD ont, eux-mêmes, critiqué la
politique gouvernementale en
matière d'immigration, ce qui n'a
bien entendu pas été apprécié.
Des promesses de mesures plus
radicales, nous n'avons rien vu
venir, au contraire. Toutes les
conditions d'intégration ont été
supprimées. Les possibilités de
regroupement familial sont
illimitées.
Selon les estimations, 200.000
personnes en situation illégale se
trouvent sur le sol belge. Les
données officielles du ministère de
l'Intérieur révèlent que le nombre de
demandes d'asile n'a jamais été
aussi élevé qu'aujourd'hui. L'année
2000 a connu un record de 42.691
demandes. Au total, il est question
de 120.000 demandes au cours de
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
uitgeprocedeerden sneller repatriëren en men zou illegalen actief gaan
opsporen. Van dat alles is niets in huis gekomen. Net het tegendeel
van een streng migratiebeleid werd bewerkstelligd met de regularisatie
van illegalen, de invoering van de snel-Belg-wet, het niet hervormen van
de loodzware asielprocedures, het niet van de grond komende
repatriëringbeleid, de afschaffing van elke integratievoorwaarde zelfs
de kennis van een landstaal is niet meer nodig en het onbeperkt laten
voortbestaan van de mogelijkheden tot gezinshereniging enzovoort.
Uiteraard voelt de VLD-top wat nattigheid. Omdat men het extreem
lakse vreemdelingenbeleid niet zomaar kan omgooien dat is nu
eenmaal de prijs die de VLD de groenen moet betalen voor de
regeringsstabiliteit , probeert men de bevolking nu zand in de ogen te
strooien met allerlei nepmaatregelen en hoeracommuniqués die
weliswaar een sterk showeffect hebben, maar totaal niets veranderen
aan de situatie op het terrein.
We zullen dus in de nabije toekomst op de televisie weer tal van
reportages mogen bekijken over hoe er vanop Melsbroek weer eens een
militair vliegtuig is opgestegen met uitgewezen asielzoekers aan boord.
In werkelijkheid gaat het dan steeds om twee of drie illegalen, terwijl er
op Belgische bodem momenteel meer dan 200.000 rondlopen.
Laten we nu even van naderbij wat objectieve cijfers bekijken. We
hebben die cijfers na veel vragen en interpellaties en na veel moeizaam
opzoekingswerk bij elkaar kunnen harken. Let wel, het gaat hier telkens
om officiële cijfers verstrekt door de minister van Binnenlandse Zaken of
een van zijn diensten. We bekijken eerst de asielaanvragen. Nog nooit
werden er zo massaal veel asielaanvragen ingediend als onder de
regering-Verhofstadt. Toch beweert de eerste minister dat het
asielbeleid volledig onder controle is en dat het aantal asielaanvragen is
gehalveerd. Dat zijn een hele onwaarheid en een halve waarheid. Vanaf
de zomer van 1999, bij het aantreden van de regering, begonnen de
asielcijfers te pieken, na de aankondiging van de regularisaties en de
snel-Belg-wet. Van 1 juli 1999 tot 31 december 1999 werden er 23.123
asielaanvragen ingediend. In 2000 werd verhoudingsgewijs het absolute
wereldrecord gevestigd met 42.691 asielaanvragen. Ter vergelijking, in
2000 werden er in Frankrijk, dat zes keer groter is dan België, 37.000
asielaanvragen ingediend. In 2001 dienden nog altijd 24.549 overwegend
economische gelukzoekers een asielaanvraag in. Tot en met
september van dit jaar zijn het er 14.032. In september, vorige maand
dus, waren het er bijna 1.800, 1.770 om precies te zijn. De realistische
schatting voor het hele jaar 2002 bedraagt dan ongeveer 20.000.
Wanneer we er daar dan nog eens 10.000 bijtellen voor de eerste helft
van volgend jaar bij gelijk beleid, dan zullen ongeveer 120.000
asielaanvragen zijn ingediend tijdens vier jaar paars-groen bewind.
Anders gezegd, het gaat hier om een jaargemiddelde van 30.000
asielaanvragen per jaar. Tegenover de cijfers van de vorige regering-
Dehaene betekent dit ongeveer een verdubbeling. Bij die 120.000
asielaanvragen moeten we nog ongeveer 1/3 bijtellen voor het aantal
kinderen. Dit betekent dat er in vier jaar Verhofstadt ongeveer 160.000
asielzoekers het land zullen zijn binnengekomen. Collega's, dit is de
bevolking van de steden Mechelen en Leuven samen. Deze cijfers
vallen niet te ontkennen. Met een jaarlijks gemiddelde van 30.000
asielaanvragen gedurende vier jaar Verhofstadt, betekent dit dat België
de voorbije jaren drie asielzoekers per duizend inwoners heeft
ontvangen. Men hoeft slechts een blik te werpen op de Europese
statistieken om te weten dat dit een absoluut record is in Europa. Het
Europese gemiddelde schommelt momenteel rond 1 asielzoeker per
duizend inwoners. Het kleine België ontvangt dus het drievoudige.
Dit alles doet veronderstellen dat dit overbevolkte landje waarachtig een
cette législature, soit deux fois plus
que lors de la période Dehaene.
Cette affluence fait de la Belgique
une véritable terre d'immigration,
présentant des taux trois fois
supérieurs à la moyenne
européenne. Des pays d'asile
traditionnels tels que l'Australie et
les Etats-Unis n'ont respectivement
accueilli que 6.500 et 63.000
demandeurs d'asile.
Proportionnellement, la Belgique ne
devrait accepter que 2500
demandeurs d'asile.
En ce qui concerne les personnes
en situation illégale, nous ne
disposons pas de chiffres précis. Il
reste que leur nombre a fortement
augmenté. Un des chiffres
révélateurs est le nombre d'ordres
de quitter le territoire: en 2001, il
était de 51.226. En quatre ans de
gouvernement Verhofstadt, cela
représente un total de plus de
200.000. Selon des estimations du
CIRE, 84 pour cent des
demandeurs déboutés sombrent
dans l'illégalité. Depuis
l'instauration du système LIFO et la
suppression de l'aide financière, de
nombreux immigrants économiques
n'introduisent même plus de
demande. Le prochain
gouvernement arc-en-ciel devra de
toute façon procéder à une nouvelle
vague de régularisations pour ces
200.000 illégaux. Mais il se garde
bien d'en avertir la population.
Les données fournies par le
ministre Duquesne révèlent qu'un
quart seulement des étrangers qui
ont reçu l'ordre de quitter le
territoire ont été effectivement
renvoyés. Il s'agirait de 44.978
personnes sous le gouvernement
Verhofstadt. Néanmoins, ces
données ont été enjolivées par
l'inclusion des arrestations à la
frontière. En réalité, on ne
dénombre que 26.261 cas de retour
volontaire ou forcé. Un clandestin
sur six regagne donc véritablement
son pays.
La campagne de régularisation
s'est traduite par la reconnaissance
25.000 demandes, correspondant à
35.000 personnes. Le droit au
regroupement familial fait boule de
neige. De plus, les intéressés
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
immigratieland is geworden. Als we eens kijken naar het aantal
asielzoekers dat echte, typische immigratielanden zoals Australië en
de Verenigde Staten van Amerika toelaten dan kan men nauwelijks zijn
ogen geloven. In Australië verwacht men dit jaar ongeveer 6.500
asielzoekers voor een land van onbegrensde mogelijkheden dat
ongeveer 250 keer groter is dan België en zowat 20 miljoen inwoners
telt. In de Verenigde Staten van Amerika verwacht men dit jaar
ongeveer 63.000 asielzoekers of amper 0,2 asielzoekers per duizend
inwoners wat ongeveer 15 keer minder is dan het Belgische gemiddelde
en dat voor een typisch immigratieland zoals de VS. Als men weet dat
er in de VS 278 miljoen mensen wonen dan betekent dit omgerekend
naar de 10 miljoen inwoners van België dat wij hier in 2002 zowat 2500
asielzoekers zouden mogen ontvangen terwijl het er in werkelijkheid
20.000 zullen worden. Collega's, dat zijn de verhoudingen.
Wat de illegalen betreft, per definitie weet niemand precies hoeveel
illegalen er in België zijn. Toch hebben we een zeer goed beeld van de
toestand. Iedereen in de welzijnssector en in de vreemdelingenbusiness
zal u weten te vertellen dat het aantal illegalen de jongste jaren zeer fel
is gestegen ondanks de regularisatiecampagne. Een zeer goede
indicatie daarvan vormt het aantal bevelen om het grondgebied te
verlaten. Dat is het beruchte papiertje dat illegalen in hun handen
gedrukt krijgen van de dienst Vreemdelingenzaken en waarin ze worden
verzocht het land binnen de vijf dagen te verlaten waarna ze meestal
mogen beschikken en in de natuur verdwijnen. Zo werden er in het jaar
2001 liefst 51.226 van dergelijke bevelen uitgereikt. In vier jaar
Verhofstadt zullen er ongeveer 200.000 bevelen om het grondgebied te
verlaten worden afgeleverd. Daarnaast blijkt uit onverdachte cijfers van
het OCIV, het Overlegcentrum voor de Integratie van Vluchtelingen, dat
momenteel maar liefst 84% van de uitgeprocedeerde asielzoekers in de
illegaliteit verdwijnt. Zo is de laatste 3,5 jaar van ongeveer 90.000
uitgeprocedeerde asielzoekers niet geweten of ze al dan niet het land
hebben verlaten. Men weet het eenvoudig niet.
Tot slot is er het fenomeen dat sedert de invoering van het LIFO-
systeem voor asielzoekers last in, first out en de afschaffing van het
steungeld duizenden economische vluchtelingen helemaal geen
aanvraag meer indienen, maar meteen in de illegaliteit onderduiken.
Een zeer voorzichtige interpretatie van deze cijfers leert dat het aantal
illegalen in dit land tijdens vier jaar paarsgroen beleid met minstens
200.000 eenheden zal zijn toegenomen, zodat een nieuwe regularisatie
met nieuwe aanzuigeffecten ongetwijfeld in de maak is, alleen mag de
bevolking dat nog niet weten. Een nieuwe paarsgroene regering zal
haast zeker een nieuwe regularisatie doorvoeren. Daarnaast wachten er
nu nog altijd ongeveer 45.000 asielaanvragen op een beslissing, nog
eens goed voor zowat 60.000 personen. Hardnekkige geruchten doen
de ronde dat alle oude asielaanvragen van voor 1 januari 1999 nu
automatisch door de minister zonder verder onderzoek zullen worden
geregulariseerd. Ik heb daar bewijzen van en zal de minister van
Binnenlandse Zaken zo snel mogelijk hierover ondervragen. Het is
immers ontoelaatbaar dat men oude asielaanvragen zonder verder
onderzoek automatisch in een klap zou regulariseren.
Dan is er het aantal repatriëringen. Minister Duquesne slaakte in een
persmededeling van 28 augustus 2002 triomfkreten over het gestegen
aantal repatriëringen. De minister spreekt over 9.234 uitwijzingen in
1999, 12.265 in 2000, 14.977 in 2001 en 8.102 voor de eerste zes
maanden van dit jaar. Zelfs al zouden wij ervan uitgaan dat
daadwerkelijk zoveel illegalen werden uitgewezen, dan vormen de in
totaal 44.978 "uitwijzingen" van Duquesne voor de periode van januari
1999 tot en met juni 2002 maar een vierde van de 160.212 bevelen om
het grondgebied te verlaten die sinds januari 1999 tot en met het eerste
kwartaal van 2002 werden afgeleverd. Volgens dit meest optimistische
accèdent au droit à la naturalisation
au bout de trois ans. Et ,
parallèlement, le régime des
régularisations individuelles, au
nombre de 5.000 déjà sous l'ère
Verhofstadt, est maintenu.
Les effets de la loi sur l'accès
rapide à la nationalité belge sont
désastreux. Aucune exigence
d'intégration n'a été imposée, la
naturalisation devient un droit après
trois ans de séjour en Belgique et il
est possible d'obtenir une
déclaration de nationalité après
sept ans. Chaque année, la loi
susmentionnée permet à 60.000
étrangers au moins d'obtenir la
nationalité belge. Sous le
gouvernement Verhofstadt I, cela
correspond à un total de 230.000
nouveaux Belges. Dans la mesure
où la Sûreté de l'Etat n'a ni le droit,
ni le temps de mener des enquêtes
sérieuses, des criminels et des
terroristes acquièrent la nationalité
belge par ce biais. Cette situation
inquiète les Etats-Unis qui
estiment, à juste titre, que les
risques pour la sécurité sont
élevés.
Le droit au regroupement familial
dont bénéficient tous ces nouveaux
Belges entraîne un afflux. Dans dix
ans, la moitié des jeunes anversois
seront d'origine étrangère ou
métissée. C'est déjà le cas à
Bruxelles. Vers 2025, la moitié de
la population anversoise sera
étrangère et en 2040, ce constat
s'appliquera à toute la Flandre.
Des études réalisées aux Pays-
Bas n'hésitent pas à présenter des
conclusions alarmantes. Dans
notre pays, par contre, le sujet
reste tabou. J'oserai pourtant citer
des chiffres. Malgré l'arrêt de
l'immigration en 1974, notre pays
aura accueilli cette année 23.000
étrangers supplémentaires! Même
Mimount Bousakla, une Belgo-
Marocaine intelligente et bien
intégrée, a évoqué, dans le journal
De Standaard du 2 octobre 2002,
l'avalanche générée par le
regroupement familial, qui
représente une menace pour
l'intégration.
La politique d'intégration a en effet
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
scenario van minister Duquesne wordt een illegaal op de vier
daadwerkelijk uitgewezen. Dat is echter niet zo, collega's. Minister
Duquesne heeft zijn cijfers opgesmukt en paste een trucje toe. Bij de
uitwijzingen telt hij namelijk ook de zogenaamde terugdrijvingen aan de
grens mee. Dat gaat om personen die niet op het grondgebied worden
toegelaten, bijvoorbeeld op de luchthaven van Zaventem, omdat hun
papieren niet in orde zijn. Zij zijn dus nooit op ons grondgebied geweest
en kregen dan ook nooit een bevel om het grondgebied te verlaten. Zij
mogen dus niet worden meegeteld in het aantal gerepatrieerden.
Correct is om enkel die uitgewezenen mee te tellen die daadwerkelijk
worden gerepatrieerd, ofwel op gedwongen wijze, ofwel vrijwillig in het
raam van het terugkeerbeleid van de Internationale Organisatie voor
Migratie. Dan komt men tot een totaal van 26.261 gedwongen en
vrijwillige uitwijzingen in de periode van 1 januari 1999 tot en met 30 juni
2002.
Vergeleken met de 160.000 bevelen om het grondgebied te verlaten in
dezelfde periode, betekent dit dat ongeveer 1 illegaal op 6 daadwerkelijk
wordt gerepatrieerd. In de periode-Verhofstadt van 1 juli 1999 tot
30 juni 2003 zullen er bij extrapolatie in totaal 36.166 personen
gedwongen of vrijwillig het land hebben verlaten. Toen de heer Coveliers
3.000 repatriëringen per maand eiste, had hij natuurlijk overschot van
gelijk. Om dat aantal echter te bereiken, zal men de inspanningen
minstens moeten vervijfvoudigen, aangezien nu in het beste geval 1
illegaal op 5 wordt uitgewezen.
Wat de regularisaties betreft, had de regularisatiecampagne een nieuw
aanzuigeffect voor gevolg, met als resultaat dat er 35.327 aanvragen
werden ingediend, goed voor meer dan 52.000 personen. Op
21 juni 2002 hadden reeds 24.912 illegale vreemdelingen een
verblijfsvergunning voor onbeperkte duur op zak, met kinderen erbij goed
voor ongeveer 33.000 personen. Dat is zowat de bevolking van de stad
Ninove. Daar zullen nog enkele duizenden bijkomen naarmate hun
dossier wordt afgesloten. Die reeds 25.000 geregulariseerden kunnen
allemaal dezelfde rechten op gezinshereniging laten gelden als de
andere legaal in België verblijvende vreemdelingen. Dit zal voor een
nieuw sneeuwbaleffect zorgen. Bovendien komen zij na drie jaar verblijf
in aanmerking voor naturalisatie, waarna zij nog ruimere rechten op
gezinshereniging kunnen laten gelden. Wij komen daarop zo dadelijk
terug.
Het parallelle circuit van individuele regularisaties krachtens artikel 9
van de Vreemdelingenwet van 1980 blijft bestaan. De minister kan dus
te allen tijde persoonlijk een individueel regularisatieverzoek inwilligen.
Hij is dat ook blijven doen. Voor de periode-Verhofstadt gaat het over
ongeveer vijfduizend personen. Ook zij kunnen hun gezin laten
overkomen.
Tot de actieve opsporing en onderschepping van illegalen is deze
regering nooit gekomen, met uitzondering van onze havens en soms
langs onze autosnelwegen.
De effecten van de snel-Belg-wet zijn ronduit rampzalig, zowel wat
kwantiteit als kwaliteit betreft, en dan hebben wij het nog niet eens over
de nieuwe aanzuigeffecten. Het gevolg van de snel-Belg-wet is dat alle
integratievereisten, met inbegrip van de taalkennis, worden afgeschaft
voor alle procedures, dat naturalisatie mogelijk is na drie jaar verblijf in
België en dat ook nog altijd de nationaliteitsverklaring mogelijk is na
zeven jaar verblijf. Laten wij eerst de kwantiteit in beschouwing nemen.
Op 1 mei 2000 werd de snel-Belg-wet van kracht. In 2000 verwierven
61.980 vreemdelingen de Belgische nationaliteit. In 2001 werden nog
eens 62.982 buitenlanders Belg.
franchement échoué. Au cours de
ses 13 années de politique
d'intégration, le père Leman n'a
jamais voulu comprendre qu'il faut
d'abord assécher le flux de
l'immigration pour donner une
chance au processus
d'assimilation. Les étrangers
résidant illégalement en Belgique
auraient dû être expulsés.
Aux Pays-Bas, le gouvernement
Balkenende a déclaré dès son
arrivée au pouvoir qu'il était
impératif de mettre en oeuvre une
politique d'admission restrictive, car
l'augmentation du nombre
d'étrangers met en péril l'adaptation
et l'intégration des migrants
actuels. Depuis son entrée en
fonction, le nombre de demandes a
déjà baissé.
Le nombre de demandes d'asile
continue d'augmenter. Si cette
tendance se poursuit, plus de
20.000 demandes d'asile auront été
introduites en 2002. Toute
proportion gardée, il s'agit d'un
chiffre plus élevé qu'aux USA ou en
Australie. Seule l'Autriche nous
dépasse. L'entrée d'un parti de
droite au gouvernement
s'accompagne manifestement d'une
augmentation des demandes
d'asile. Nous n'entrerons dès lors
pas au gouvernement.
Les autres Etats membres
européens prennent des mesures
pour lutter contre l'immigration,
notamment en limitant le droit au
regroupement familial. Si la
Belgique ne suit pas ses
partenaires européens, elle
deviendra le dépotoir de l'Europe.
L'élargissement de l'Union
européenne, à des pays d'Europe
de l'Est pour la plupart, va entraîner
une nouvelle vague d'immigration.
Des mesures d'accompagnement
n'ont pas été prévues et la
population n'a pas été consultée.
Nous allons droit à la catastrophe
socio-économique.
L'immigration constituera sans
aucun doute l'enjeu politique le plus
important au cours des dix
prochaines années. Il n'empêche
que le gouvernement passe cette
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
Voor 2002 zullen het er minstens 60.000 zijn, want ook de
gereguraliseerden beginnen nu aanvragen in te dienen. Voor de eerste
helft van 2003 tellen we nog eens 30.000 snel-Belg-wet-aanvragen. Voor
de volledigheid, tussen 1 juli 1999 het aantreden van de regering en
31 december 1999 werden er 12.000 vreemdelingen Belg. Het aantal
vreemdelingen dat Belg werd tijdens de hele periode Verhofstadt 1 vanaf
1 juli 1999 tot 30 juni 2003 bedraagt in totaal ongeveer 230.000 en die
genieten allen de bijhorende rechten op de uitgebreide gezinshereniging
met bijgevolg een fenomenaal vermenigvuldigingseffect erbovenop.
Wat de kwaliteit betreft, met de naturalisatieaanvragen wordt sedert de
invoering van de snel-Belg-wet gesjoemeld dat het een lieve lust is tot
en met in de commissie voor de Naturalisaties van de Kamer van
Volksvertegenwoordigers, waar het parket zowaar is binnengevallen.
Zowat iedereen kan nu Belg worden, criminelen en terroristen
inbegrepen. De parketten en de Staatsveiligheid hebben niet de tijd,
noch de middelen om de dossiers grondig na te trekken. Dat verontrust
overigens de Amerikanen in hoge mate, want wie Belg wordt, krijgt
toegang tot de gehele Europese Unie en heeft voor tal van landen geen
visum meer nodig, de VS inbegrepen. Dat vormt een uitermate groot
veiligheidsrisico. Het recente rapport van de Antwerpse substitute
Chantal Merlin spreekt in dat opzicht boekdelen. Op geen enkele
manier is er nog sprake van een integratievereiste. Zelfs de kennis van
een van de landstalen is niet meer nodig en dat is nochtans de sleutel
tot integratie.
Ik kom dan tot het thema van de gezinshereniging. De
regularisatieoperatie en de snel-Belg-wet hadden niet enkel een
aanzuigeffect, maar ook en vooral een vermenigvuldigingseffect door het
recht op gezinshereniging. In Nederland heeft men berekend dat wat
men daar de volgmigratie noemt, driemaal groter is dan de
aanvankelijke immigratie. Wanneer 100.000 immigranten het land
worden binnengelaten, dan zijn er dat na verloop van tijd 400.000. De
Antwerpse SP.A-districtsschepen van Marokkaanse afkomst Mimount
Bousakla noemt het een sneeuwbal. Collega's, het is in feite een
lawine. Ook Robert Voorhamme begint te beseffen wat dat betekent. Ik
citeer hem: "Over 10 jaar zal bijna de helft van de Antwerpse jongeren
afkomstig zijn uit een gezin waarvan minstens 1 ouder allochtoon is".
Dat zei hij vorige week op een SP.A-studiedag over allochtonen. In
Brussel is dat zelfs al het geval. Daar is reeds meer dan de helft van de
pasgeborenen van allochtone afkomst. Voor we het jaar 2010 zullen
hebben bereikt, zal de helft van de bevolking in Brussel uit allochtonen
bestaan. Rond 2015 zal dat reeds tot 60% opgelopen zijn. Rond 2020
en 2025 zal ook in Antwerpen de helft van de bevolking uit allochtonen
bestaan. Voor heel Vlaanderen zal dat het geval zijn rond 2040 2050,
althans bij een gelijklopend beleid van open grenzen. In Nederland
maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek de berekeningen over dat
soort gegevens. Het is de hoogste tijd dat zulks ook in België gebeurt.
Waar blijven onze universiteiten om hierover studies en berekeningen te
maken? Of moeten de taboes kost wat het kost in stand worden
gehouden? Toch kan ik reeds de volgende cruciale cijfers mededelen.
In Nederland komen elk jaar zowat 30.000 personen het land binnen via
gezinshereniging en gezinsvorming. In België ligt dit cijfer momenteel
rond de 23.000 personen. Dat betekent dat ondanks de immigratiestop
van 1974, jaarlijks meer dan 20.000 personen het land binnenkomen via
de systemen van gezinsvorming, gedwongen huwelijken,
schijnhuwelijken, gearrangeerde huwelijken en gezinshereniging,
waarbij echtgenoten, kinderen, ouders kunnen worden overgebracht.
Voor dit jaar worden 23.000 nieuwe migranten verwacht in het kader van
question sous silence dans sa
déclaration gouvernementale. Une
deuxième coalition arc-en-ciel
serait catastrophique. Le CD&V et
le Vlaams Blok ne peuvent ignorer
le thème de l'immigration et doivent
contester avec le Vlaams Blok la
politique du gouvernement arc-en-
ciel.
CRIV 50
PLEN 273
10/10/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
gezinshereniging en gezinsvorming. Hiervan zullen er 15.000 het land
binnenkomen via huwelijken en 8.000 in het kader van
gezinshereniging. Meer in detail zullen er dit jaar 5.000 Marokkaanse
en ongeveer 2.000 Turkse migranten in België toekomen.
Vervolgens zal ik nog even Mimount Bousakla citeren, de
geassimileerde Belgisch-Marokkaanse vrouw die ik daarnet al
aanhaalde, en van wie het boek Couscous met frieten verscheen. In De
Standaard van 2 oktober 2002 zegt zij ter attentie van de VLD, over de
snel-Belgwet: "Ik vraag mij af of een partij als de VLD die de snel-
Belgwet boven het migrantenstemrecht verkoos, dat beseft. Mijn zus is
Belgische; haar man heeft via zijn huwelijk de Belgische nationaliteit
verworven. Wat gebeurt er? Mijn zus kan haar schoonouders uit
Marokko laten overkomen. De sociale druk om dat te doen is groot. Na
drie jaar kunnen ook zij Belg worden, waarop zij op hun beurt hun
andere zoon, dochter of neef kunnen laten overkomen die in Marokko
zonder inkomen zitten. Samen met de huwelijken in het land van
herkomst" zij zullen nadien uiteraard elk een bruid of bruidegom halen
in het land van herkomst "zorgt dat voor een sneeuwbal van nieuwe
immigratie. Zo bereik je nooit een betere samenleving waarin iedereen
kan doorstromen". Tot daar deze verstandige, perfect geassimileerde
vrouw.
De integratie is inderdaad fataal mislukt. Onder deze paarsgroene
regering nam die mislukking catastrofale gevolgen aan. Met die
integratie liep het fout van bij de aanvang. Pater Leman, de goeroe van
het Belgische integratieconcept heeft nooit willen inzien of toegeven dat
men eerst de instroom van nieuwe vreemdelingen zo goed als droog
moet leggen om vervolgens aan het moeilijke proces van de assimilatie
van de hier op wettelijke manier verblijvende vreemdelingen te beginnen,
waarbij meteen de niet-wettelijk verblijvende vreemdelingen kordaat van
het grondgebied moesten worden verwijderd.
Zoals u weet, is dat allemaal nooit gebeurd. Integendeel, in de dertien
jaar dat pater Leman de plak zwaait over het zogenaamde
integratiebeleid is de instroom van nieuwe vreemdelingen almaar
toegenomen tot de werkelijk dramatische proporties onder deze
paarsgroene regering.
Collega's, zolang men de instroom niet drooglegt, zal er nooit van
integratie sprake kunnen zijn. Ook de Nederlandse regering heeft dit
begrepen. Ik ga slechts één zinnetje citeren uit het nieuwe
regeerakkoord van het kabinet-Balkenende. Ik citeer: "Het vergt voorts
een restrictief toelatingsbeleid omdat de voortdurende aanwas van de
allochtone bevolkingsgroepen de integratie en participatie van de reeds
aanwezigen belemmert en belast." Dit is een zeer heldere vaststelling
van de Nederlandse regering, collega's. Zij zal daarvoor ook de
maatregelen nemen. Tot nu toe heeft de regering-Balkenende alleen
maar goede voornemens geuit die nog op het terrein moeten worden
waargemaakt, maar als men naar de asielcijfers van Nederland kijkt,
ziet men dat deze sedert het aantreden van de regering-Balkenende
pijlsnel naar beneden gaan. Vorige maanden waren er in Nederland nog
ongeveer 1.300 asielaanvragen, terwijl wij in september 1.800
asielaanvragen kregen.
Mijnheer de eerste minister, ondanks alle triomfkreten die u de jongste
dagen daarover hebt geuit, stijgen de asielaanvragen in België weer. Ik
kan u de cijfers geven uit een onverdachte bron: de United Nations High
Commissioner for Refugees, het Hoog Commissariaat voor de
Vluchtelingen in Genève. Ik heb deze cijfers gisteren van het internet
gehaald.
10/10/2002
CRIV 50
PLEN 273
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
Wij zien dat het aantal asielzoekers in Nederland is gedaald van 2.400
begin dit jaar naar 1.350 nu en dit alleen doordat Balkenende heeft
gezegd dat men krachtig zou optreden, hoewel er nog niets is gebeurd.
In België zien we dat we in juni 1.300 asielaanvragen hadden. In juli
was dat aantal al opgelopen tot 1.564, in augustus tot 1.669 en in
september tot 1.770. Het aantal asielaanvragen neemt opnieuw toe in
België. Het gaat om officiële cijfers uit Genève. Als men van deze
cijfers een extrapolatie maakt, zal België dit jaar opnieuw boven de
20.000 asielzoekers uitkomen. Ik heb daarnet de cijfers van Australië
gegeven, dat 250 keer groter is dan België, maar dat slechts 6.500
asielzoekers verwacht. De Verenigde Staten van Amerika tellen 278
miljoen inwoners en men verwacht er dit jaar 63.000 asielzoekers.
Wij zitten nog altijd in de kopgroep. Ik heb het nog even nagekeken aan
de hand van weeral cijfers uit Genève. Collega Annemans, dit zal u
plezier doen. Dit jaar worden wij alleen door Oostenrijk voorbijgestoken,
het land waar onze goede vriend Jörg Haider aan de macht is. Laat dit
een lesje voor ons zijn. We kunnen best nooit in een regering stappen,
want als rechts in de regering stapt, stijgen de asielaanvragen.
Wij staan ongeveer gelijk met Zweden en Ierland op de tweede plaats.
Wij bevinden ons dus nog altijd in het koppeloton. Intussen, collega's,
worden in andere Europese landen, onder meer in Nederland,
draconische maatregelen genomen om de immigratie onder controle te
krijgen. Ik denk onder andere aan de inperking van het recht op
gezinshereniging. Als België als enig land geen anti-
immigratiemaatregelen afkondigt, dan worden wij binnenkort letterlijk
het putje van Europa, waar de immigratiestromen naartoe zullen
vloeien. Dan hebben we het nog niet eens gehad over de uitbreiding van
de Europese Unie met 10 hoofdzakelijk Oost-Europese landen, wat
nieuwe immigratiestromen naar het westen zal doen ontstaan. Ik wijs
erop dat men van plan is om in een klap, in een bigbang, 10 landen bij
de Europese Unie te voegen, goed voor meer dan 100 miljoen
meestal straatarme Oost-Europese inwoners. Men wil dat doen
zonder dat de bevolking daarover is geraadpleegd. Men wil dat doen
zonder dat men extra begeleidende maatregelen neemt. Welnu
collega's, ik voorspel u dat het op een catastrofe gaat uitlopen. Dit zal
voor gevolg hebben dat er een braindrain vanuit Oost-Europa naar hier
zal ontstaan. Er zal een massa goedkope arbeidskrachten naar hier
vertrekken, waardoor onze arbeidsmarkt volledig ontregeld zal geraken.
We staan nog voor zware, beroerde tijden.
Het immigratievraagstuk wordt hét politieke thema van de komende
decennia. Maar hier in België, collega's, acht de eerste minister deze
hele fundamentele kwestie zelfs niet één zinnetje waard in zijn
regeringsverklaring. Als deze paarsgroene regering na de verkiezingen
nog zou doorgaan, dan is de ramp niet te overzien.
De twee andere Vlaamse oppositiepartijen, CD&V en N-VA, doen er
goed aan om het migratiethema niet uit de weg te gaan en om samen
met het Vlaams Blok deze coalitie op dit punt krachtig te bestrijden.
De voorzitter: Collega's, de heer Tastenhoye was de laatste spreker voor vanmorgen. Wegens de lange
sprekerslijst die deze namiddag nog moet worden afgewerkt, dring ik aan op bondigheid.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
De vergadering wordt gesloten om 12.51 uur. Volgende vergadering donderdag 10 oktober 2002 om 14.15 uur.
La séance est levée à 12.51 heures. Prochaine séance jeudi 10 octobre 2002 à 14.15 heures.