KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 239
CRIV 50 PLEN 239
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
P
LENUMVERGADERING
S
EANCE PLENIERE
donderdag jeudi
13-06-2002 13-06-2002
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
MR Mouvement
réformateur
PS Parti
socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA Schriftelijke
Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
MONDELINGE VRAGEN
1
QUESTIONS ORALES
1
Vraag van mevrouw Fauzaya Talhaoui aan de
eerste minister over "de top van Sevilla" (nr. 9702)
1
Question de Mme Fauzaya Talhaoui au premier
ministre sur "le sommet de Séville" (n° 9702)
1
Sprekers:
Fauzaya Talhaoui, Guy
Verhofstadt, eerste minister
Orateurs:
Fauzaya Talhaoui, Guy
Verhofstadt, premier ministre
Vraag van de heer Guy D'haeseleer aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de maatregelen van de regering om de
dumping van asielzoekers in de steden te
verhinderen" (nr. 9703)
3
Question de M. Guy D'haeseleer au vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "les mesures
mises en oeuvre par le gouvernement afin d'éviter
le renvoi massif de demandeurs d'asile dans les
villes" (n° 9703)
3
Sprekers: Guy D'haeseleer, Yves Leterme,
voorzitter van de CD&V-fractie, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie
Orateurs: Guy D'haeseleer, Yves Leterme,
président du groupe CD&V, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale
Samengevoegde vragen van
5
Questions jointes de
5
- mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over
"de aanstelling van de gedelegeerd bestuurder
van de NMBS" (nr. 9704)
5
- Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre
et ministre de la Mobilité et des Transports sur "la
désignation de l'administrateur délégué de la
SNCB" (n° 9704)
5
- de heer Yves Leterme aan de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over
"de aanduiding van de nieuwe gedelegeerd
bestuurder van de NMBS" (nr. 9705)
5
- M. Yves Leterme à la vice-première ministre et
ministre de la Mobilité et des Transports sur "la
désignation du nouvel administrateur délégué de
la SNCB" (n° 9705)
5
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Yves Leterme, voorzitter van
de CD&V-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Yves Leterme, président du
groupe CD&V, Isabelle Durant, vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports
Samengevoegde vragen van
8
Questions jointes de
8
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het biovoedselschandaal in
Duitsland" (nr. 9706)
8
- M. Koen Bultinck à la ministre de la Protection de
la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "le scandale dans
l'alimentation bio en Allemagne" (n° 9706)
8
- mevrouw Dalila Douifi aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de kwaliteit van de bioproducten"
(nr. 9708)
8
- Mme Dalila Douifi à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "la qualité des produits bio"
(n° 9708)
8
Sprekers: Koen Bultinck, Dalila Douifi,
Magda Aelvoet, minister van Consumenten-
zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Koen Bultinck, Dalila Douifi,
Magda Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van de heer Luc Paque aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het Federaal Agentschap van de
Veiligheid van de Voedselketen" (nr. 9707)
12
Question de M. Luc Paque à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'Agence
Fédérale pour la Sécurité Alimentaire" (n° 9707)
12
Sprekers: Luc Paque, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Luc Paque, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Els Haegeman aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
14
Question de Mme Els Haegeman au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
14
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Zaken over "de internationale ontvoering van
kinderen" (nr. 9709)
"les enlèvements internationaux d'enfants"
(n° 9709)
Sprekers: Els Haegeman, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Els Haegeman, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de wrevel bij huisartsen" (nr. 9710)
15
Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "la
grogne chez les médécins généralistes" (n° 9710)
15
Sprekers: Daniel Bacquelaine, voorzitter van
de MR-fractie, Frank Vandenbroucke,
minister van Sociale Zaken en Pensioenen
Orateurs: Daniel Bacquelaine, président du
groupe MR, Frank Vandenbroucke, ministre
des Affaires sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Els Van Weert aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
beveiliging tegen nucleair afval teneinde de
ontwikkeling van de zogenaamde 'vuile bommen'
te vermijden" (nr. 9713)
18
Question de Mme Els Van Weert au ministre de
l'Intérieur sur "les mesures de sécurité relatives
aux déchets nucléaires en vue d'empêcher le
développement de 'bombes sales'" (n° 9713)
18
Sprekers:
Els Van Weert, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Els Van Weert, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de minister
van Financiën over "de fraude bij tandartsen en
tandtechnici" (nr. 9711)
20
Question de M. Jef Valkeniers au ministre des
Finances sur "la fraude chez les dentistes et les
techniciens dentaires" (n° 9711)
20
Sprekers: Jef Valkeniers, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Jef Valkeniers, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister
van Financiën over "de fiscale bepalingen in de
aanvullende pensioenen" (nr. 9712)
22
Question de Mme Greta D'hondt au ministre des
Finances sur "les dispositions fiscales relatives
aux pensions complémentaires" (n° 9712)
22
Sprekers: Greta D'hondt, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Greta D'hondt, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer, over "Rio+10:
voorbereidende commissie in mineur afgesloten"
(nr. 9715)
23
Question de Mme Leen Laenens au secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable,
adjoint à la ministre de la Mobilité et des
Transports, sur "Rio+10 et la clôture peu
encourageante des travaux de la commission
préparatoire" (n° 9715)
23
Sprekers: Leen Laenens, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Leen Laenens, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
WETSONTWERPEN
24
PROJETS DE LOI
24
Regeling van de werkzaamheden
24
Ordre des travaux
24
Wetsontwerp tot vervanging van
artikel 43quinquies en tot invoeging van artikel 66
in de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen
in gerechtszaken (1459/1 tot 4)
25
Projet de loi remplaçant l'article 43quinquies et
insérant l'article 66 dans la loi du 15 juin 1935
concernant l'emploi des langues en matière
judiciaire (1459/1 à 4)
25
- Wetsontwerp tot wijziging van artikel 86bis van
het Gerechtelijk Wetboek en van de wet van
3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting
(1496/1 tot 6)
25
- Projet de loi modifiant l'article 86bis du Code
judiciaire et la loi du 3 avril 1953 d'organisation
judiciaire (1496/1 à 6)
25
Algemene bespreking
25
Discussion générale
25
Sprekers: Geert Bourgeois, Simonne Creyf,
Karine Lalieux, Tony Van Parys, Willy
Cortois, Bart Laeremans, Stef Goris, Marc
Verwilghen, minister van Justitie, Hugo
Coveliers, voorzitter van de VLD-fractie, Jef
Valkeniers, Fred Erdman, Gerolf
Annemans, voorzitter van de VLAAMS BLOK-
fractie, Eric van Weddingen, Yves Leterme,
Orateurs: Geert Bourgeois, Simonne Creyf,
Karine Lalieux, Tony Van Parys, Willy
Cortois, Bart Laeremans, Stef Goris, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice, Hugo
Coveliers, président du groupe VLD, Jef
Valkeniers, Fred Erdman, Gerolf
Annemans, président du groupe VLAAMS
BLOK, Eric van Weddingen, Yves Leterme,
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
voorzitter van de CD&V-fractie
président du groupe CD&V
BIJLAGE
69
ANNEXE
69
INTERNE BESLUITEN
69
DECISIONS INTERNES
69
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
69
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
69
B
ESLISSINGEN
69
D
ÉCISIONS
69
INTERPELLATIEVERZOEKEN 70
DEMANDES
D'INTERPELLATION
70
I
NGEKOMEN
70
D
EMANDES
70
VOORSTELLEN 71
PROPOSITIONS 71
T
OELATING TOT DRUKKEN
71
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
71
VERZOEK OM ADVIES VAN DE RAAD VAN
STATE
72
DEMANDE D'AVIS AU CONSEIL D'ETAT
72
MEDEDELINGEN
72
COMMUNICATIONS
72
COMMISSIES 72
COMMISSIONS
72
V
ERSLAGEN
72
R
APPORTS
72
SENAAT 73
SENAT 73
O
VERGEZONDEN WETSONTWERPEN
73
P
ROJETS DE LOI TRANSMIS
73
A
ANGENOMEN WETSONTWERP
73
P
ROJET DE LOI ADOPTÉ
73
REGERING 74
GOUVERNEMENT
74
I
NGEDIENDE WETSONTWERPEN
74
D
EPOT DE PROJETS DE LOI
74
A
LGEMENE UITGAVENBEGROTING
2002
74
B
UDGET GÉNÉRAL DES DÉPENSES
2002
74
V
OORSTEL VAN RESOLUTIE
74
P
ROPOSITION DE RESOLUTION
74
ARBITRAGEHOF 74
COUR D'ARBITRAGE
74
A
RRESTEN
74
A
RRÊTS
74
B
EROEP TOT VERNIETIGING
75
R
ECOURS EN ANNULATION
75
P
REJUDICIËLE VRAGEN
76
Q
UESTIONS PREJUDICIELLES
76
JAARVERSLAGEN 76
RAPPORTS
ANNUELS
76
C
ENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN VOOR
RACISMEBESTRIJDING
76
C
ENTRE POUR L
'
EGALITE DES CHANCES ET LA
LUTTE CONTRE LE RACISME
76
N
ATIONALE
D
ELCREDEREDIENST
77
O
FFICE NATIONAL DU
D
UCROIRE
77
RESOLUTIES 77
RESOLUTIONS
77
E
UROPEES
P
ARLEMENT
77
P
ARLEMENT EUROPEEN
77
MOTIES 78
MOTIONS
78
VARIA 78
DIVERS
78
F
EDERAAL
P
LANBUREAU
78
B
UREAU FÉDÉRAL DU
P
LAN
78
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
DONDERDAG
13
JUNI
2002
14:15 uur
______
du
JEUDI
13
JUIN
2002
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.17 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.17 heures par M. Herman De Croo, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Isabelle Durant, Johan Vande Lanotte, Guy Verhofstadt.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés
Karel Pinxten, Michèle Gilkinet, wegens ziekte / pour raison de santé;
Philippe Seghin, wegens ambtsplicht / pour obligation de mandat;
Annemie Van de Casteele, buitenslands / à l'étranger;
Alfons Borginon, Jacques Lefevre, Kristien Grauwels, met zending buitenslands / en mission à l'étranger;
Danny Pieters, Georges Clerfayt, Raad van Europa / Conseil de l'Europe;
Pieter De Crem, bij de Koning / chez le Roi.
Mondelinge vragen
Questions orales
01 Vraag van mevrouw Fauzaya Talhaoui aan de eerste minister over "de top van Sevilla" (nr. 9702)
01 Question de Mme Fauzaya Talhaoui au premier ministre sur "le sommet de Séville" (n° 9702)
01.01 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de eerste minister, ik wil u graag een vraag stellen over de
top van Sevilla volgende week, meer bepaald over een zeer
belangrijk hoofdstuk dat daar aan bod zal komen, te weten het
Europese asiel- en migratiebeleid.
De jongste weken horen wij alleen maar stoere verklaringen van
Europese regeringsleiders, en niet de minste onder hen. Die
verklaringen gaan in de richting van: wij moeten een strenger
asielbeleid voeren; wij moeten de strijd tegen de illegale migratie
01.01 Fauzaya Talhaoui
(AGALEV-ECOLO): En prélude au
sommet de Séville qui aura lieu la
semaine prochaine, je souhaite
attirer l'attention sur la politique
d'asile et d'immigration
européenne. Les déclarations
musclées des dirigeants
européens se multiplient et un
durcissement
général de la
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
opvoeren; wij moeten oorlogsbodems sturen naar de Middellandse
Zee; wij moeten vingerafdrukken nemen van mensen die het
Europese territorium betreden en zo meer. Verschillende nationale
wetgevers zijn ook bezig met de opmaak van zeer strenge asiel- en
migratiewetten of hebben die al goedgekeurd.
Welnu, mijnheer de eerste minister, dergelijke verklaringen zijn toch
een reden tot bezorgdheid? Verschillende organisaties, zoals
Amnesty International en andere mensenrechtenorganisaties,
hebben het over een Europese oorlog tegen asielzoekers en
migranten. Vandaar dat ik graag van u wil weten wat België volgende
week in Sevilla zal vertellen en wat het regeringsstandpunt terzake is.
Wij mogen zeker niet voortgaan met het opbod aan verscherpte
asielwetgevingen en met de uitholling van het asielrecht.
législation semble se profiler.
Amnesty International et d'autres
organisations de défense des
droits de l'homme s'inquiètent
également de cette évolution.
Quelle position la Belgique
adoptera-t-elle dans ce cadre lors
du prochain sommet? Allons-nous
collaborer à cette remise en
question du droit d'asile?
01.02 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, het
klopt dat het Spaanse voorzitterschap vorige week heb ik nog een
overleg gehad met José Maria Aznar, die nu voorzitter is van de
Europese Raad op vraag van collega's als Costas Simitis van
Griekenland en Tony Blair van het Verenigd Koninkrijk de
problematiek van asiel en migratie op de agenda heeft gezet. De
stelling van België luidt dat wij er helemaal niets op tegen hebben dat
die problematiek op de agenda gezet wordt. Wat wij vooral willen, is
dat de afspraken die tot nu toe gemaakt werden, onder meer in
Laken, ook concreet worden uitgevoerd.
Ik heb de indruk dat men met betrekking tot die problematiek nu
begint te reageren op gebeurtenissen in bepaalde landen, terwijl
België een van de landen is die sinds Tampere in 1999 om een
coherente evenwichtige politiek op dat vlak vragen.
Opdat die politiek coherent en evenwichtig zou zijn, werden er in
Laken een reeks concrete beslissingen genomen. Ik geef een
voorbeeld. We hebben toen afgesproken dat er zo snel mogelijk een
nieuw voorstel van directieve zou worden voorgelegd in verband met
de asielprocedure om overal in de Vijftien een gelijk asielsysteem tot
stand te brengen en het systeem van asielshopping waarbij de
asielzoeker door het ene land naar het andere land wordt
doorverwezen, af te schaffen. De afspraak was dat vóór einde april
de Commissie een voorstel zou doen. We hebben vanwege de
Commissie echter geen voorstel gezien. Hetzelfde geldt wat de
zogenaamde Conventie van Dublin betreft, waarvoor nieuwe
afspraken moeten worden gemaakt. Ook op dat vlak is er nog geen
voorstel van de Commissie. In de mate dat het gesprek dat we in
Sevilla zullen voeren, ertoe kan leiden om de uitvoering van de
afspraken die in Tampere en Laken werden gemaakt, in een
stroomversnelling te brengen, is het een goede zaak.
Vervolgens hoop ik dat in Sevilla ook een ander deelaspect aan de
orde kan komen, dus niet enkel de maatregelen inzake visa,
identificatie, asiel, controle van de buitengrenzen wat heel
belangrijk is en Europese politie, maar ook de oorzaken van
migratiestromen in de wereld. Daar wordt inderdaad weinig of geen
aandacht aan besteed. Veel van die migratie is bijvoorbeeld het
gevolg van het protectionistische beleid dat wijzelf voeren met de
Europese Unie, met Japan en de Verenigde Staten van Amerika. Ik
denk dat de wereld zó in elkaar zit dat, als mensen ter plaatse geen
welvaart kunnen opbouwen omdat ze hun goederen niet kunnen
01.02 Guy Verhofstadt, premier
ministre: La présidence espagnole
a en effet inscrit la politique d'asile
comme point important à l'ordre
du jour du prochain sommet. Si, a
priori, nous n'y voyons aucun
inconvénient, nous demandons
toutefois le respect des accords
de Laeken et de Tampere.
Certains dirigeants politiques ont
tendance à réagir de manière
excessive face à des faits isolés,
alors que les lignes de force d'une
politique cohérente et équilibrée
étaient déjà fixées. Cette politique
implique l'élaboration d'une
directive européenne instaurant
une procédure d'asile uniforme, un
affinement de la convention de
Dublin et des mesures visant à
éliminer les causes des flux
migratoires. Nous devons garder à
l'esprit qu'il est impossible de
mettre un terme à l'immigration
sans remettre en cause le
protectionnisme occidental ni sans
consacrer une attention accrue à
l'accroissement du bien-être dans
les pays en voie de
développement. Je me propose
donc de fournir une réponse plus
détaillée à cette question la
semaine prochaine, devant le
Comité d'avis chargé de questions
européennes.
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
afzetten, zij proberen naar de westerse wereld te trekken. Bijgevolg
moeten we goed beseffen dat we niet het ene samen met het andere
kunnen doen. Men kan de migratiestromen niet tegenhouden als men
tegelijkertijd hun producten, basis voor hun welvaart, niet toelaat op
onze markten. Erger nog, de Europese Unie geeft exportsubsidies en
laat dumpingpraktijken op de derdewereldmarkten toe.
Naast de vele maatregelen waarover men op dit ogenblik spreekt en
waarvan vele niet meer of niet minder dan de uitvoering zijn van de
overeenkomsten van Tampere en Laken hoop ik dat er aandacht kan
worden besteed aan de schrijnende tragedie die voornamelijk in
Afrika blijft bestaan, meer bepaald in de ongelijkheid en in het gebrek
aan mogelijkheden die aan deze landen en bevolkingsgroepen
worden geboden om ter plekke een stuk welvaart op te bouwen. Dat
betekent dat wij een aantal zekerheden zullen moeten opgeven,
onder meer onze protectionistische houding.
Mijnheer de voorzitter, volgende week zal ik meer in detail
antwoorden in de commissie voor de Europese Aangelegen op het
ogenblik dat ik de agenda van de Europese Raad zal bespreken die
nog een aantal andere belangrijke punten bevat.
01.03 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
ik dank de eerste minister voor zijn antwoord. Ik heb onthouden dat u
niet wenst deel te nemen aan het politiek opbod van repressie en
verstrenging van het asiel- en migratievraagstuk. Ik onthoud dat u de
afspraken van Tampere en Laken in Sevilla zult verdedigen. Dit
betekent dat men niet alleen oog heeft voor de repressieve kant van
het asiel- en migratievraagstuk, maar ook aandacht heeft voor de
oorzaken van de migratie en probeert in die landen de zaken recht te
trekken. Ik hoop dat het debat over gecontroleerde legale migratie zal
worden gevoerd. Zonder gecontroleerde legale migratie zal men nooit
de illegale migratie in Europa kunnen aanpakken.
Sevilla is historisch een multiculturele metropool. Er hebben altijd
verschillende culturen vreedzaam naast elkaar geleefd. Ik hoop dat
Sevilla dé plaats zal zijn waar het toekomstig asiel- en migratiebeleid
zal worden uitgetekend.
01.03 Fauzaya Talhaoui
(AGALEV-ECOLO): Je constate
que le premier ministre ne
participe pas à la surenchère
actuelle de déclarations musclées
mais qu'il souhaite plutôt s'en tenir
aux engagements pris
précédemment et demande que
l'on se penche sur les causes des
flux migratoires. Il est
indispensable d'organiser un vaste
débat sur une immigration
contrôlée et légale. J'espère qu'à
Séville, métropole multiculturelle, il
sera possible de définir une
politique d'asile européenne
équilibrée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Guy D'haeseleer aan de vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie over "de maatregelen van de regering om de
dumping van asielzoekers in de steden te verhinderen" (nr. 9703)
02 Question de M. Guy D'haeseleer au vice-premier ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "les mesures mises en oeuvre par le gouvernement afin d'éviter
le renvoi massif de demandeurs d'asile dans les villes" (n° 9703)
02.01 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, enige tijd geleden heeft de regering
aangekondigd dat ze...
02.02 Yves Leterme (CD&V): (...)
De voorzitter: Mijnheer Leterme, wij zijn aan het experimenteren.
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
02.03 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
wil de minister niet langer ophouden en weghouden van zijn match
Mexico-Italië.
Mijnheer de minister, enige tijd geleden heeft de regering
aangekondigd dat zij het probleem van de OCMW's die hun
asielzoekers systematisch naar de grote steden doorsturen kordaat
wil aanpakken, mede door het financieel bestraffen van de OCMW's
voor deze praktijken. Dat zou gebeuren via de amendementen die
deze week in de commissie voor de Volksgezondheid zijn ingediend,
in het kader van de besprekingen van de programmawet.
In de commissievergadering van dinsdag bleek al gauw dat van de
oorspronkelijke plannen van de regering niet zo veel meer overblijft
na de fundamentele kritiek en bezwaren van de Raad van State. Het
onderdeel waarbij de OCMW's, en voor een deel ook de
asielzoekers, financieel zouden worden bestraft, is geheel uit de
bundel amendementen gelicht. Men beperkt zich bij de bespreking
van de amendementen nog tot de problematiek van de
huisjesmelkers en de dringende medische verzorging.
Het spreekt voor zich dat deze laatste amendementen er niet toe
zullen bijdragen dat voor het dumpen van asielzoekers daadwerkelijk
een oplossing wordt geboden. Integendeel, de krantenkoppen van
vandaag zijn duidelijk: de praktijken waarbij OCMW's hun
asielzoekers dumpen, kunnen onverkort blijven plaatsvinden.
Ik heb vandaag ook gelezen dat de minister van plan is binnen de
drie weken met een nieuwe oplossing voor de dag te komen. Ten
eerste, klopt die termijn? Ten tweede, zal men kiezen voor een
nieuwe aanpak, of zal de minister zich blijven vastklampen aan zijn
idee om een oplossing te bereiken via de financiële bestraffing van
de OCMW's?
02.03 Guy D'haeseleer (VLAAMS
BLOK): Le gouvernement a
récemment annoncé sa ferme
intention de régler le problème
des CPAS qui renvoient
systématiquement les
demandeurs d'asile vers les villes,
et ce, notamment par le biais
d'amendements à la loi-
programme. Les critiques
formulées par le Conseil d'Etat ont
quasiment réduit à néant cette
approche musclée et on se limite
au problème des propriétaires de
mauvaise foi et à la nécessité de
soins médicaux urgents.
Le gouvernement voudrait à
présent régler le problème dans
un délai de deux semaines en
sanctionnant financièrement les
CPAS fautifs. Ces informations
relatives au délai et à la méthode
proposée sont-elles exactes?
Comment évitera-t-on un nouvel
avis négatif du Conseil d'Etat?
02.04 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, in de
eerste plaats wil ik reageren op de manier waarop dat nieuws
vandaag is gebracht, onder de slogan "dumpen mag". Daartegen wil
ik mij ten stelligste verzetten.
De regering had twee objectieven: de strijd opvoeren tegen het
misbruik van asielzoekers door huisjesmelkers dat blijft in de
amendementen opgenomen en de wijziging van de financiële
regels. Daarbij had de Raad van State heel fundamentele kritiek,
stellende dat dit niet staande gehouden kon worden, omdat dat
strijdig is met het gelijkheidsbeginsel. De kritiek van de Raad van
State was terecht en niet goed weerlegbaar. De regering besliste
daarom die amendementen niet tegen beter weten in aan te houden.
Het is inderdaad mijn bedoeling om dezelfde doelstelling zo mogelijk
nog strenger en duidelijker te bereiken door een andere technische
oplossing. Die oplossing moeten wij binnen twee weken kunnen
bereiken.
Ik maak mij sterk dat het resultaat het volgende zal zijn. De
gemeenten die zich aan hun verplichtingen onttrekken, zullen dat in
de toekomst niet meer doen omdat zij financieel gesanctioneerd
worden.
02.04 Johan Vande Lanotte,
ministre: Les titres des journaux
d'aujourd'hui, du style Dumpen
mag
m'ont choqué. Le
gouvernement s'était fixé deux
objectifs: mener la lutte contre les
propriétaires de mauvais aloi et
sanctionner financièrement les
CPAS qui se rendent coupables
de fraude. Suite aux critiques
formulées par le Conseil d'Etat,
qui mettait en garde contre une
violation du principe d'égalité, ce
dernier volet a disparu des
amendements.
C'est pourquoi le gouvernement
cherche une autre solution
technique. Le problème peut être
résolu dans un délai de quinze
jours en sanctionnant
financièrement les communes qui
se soustrairaient à leurs
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
se soustrairaient à leurs
obligations.
02.05 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
stel alleen vast dat de minister blijft vasthouden aan de idee om zijn
oplossing te bereiken via de bestraffing van OCMW's. Wij kijken in
ieder geval naar zijn voorstel uit.
Ondertussen stelt de Vlaams Bolk-fractie vast dat het hele systeem
van spreidingsplan helemaal niet werkt. Ondertussen worden
asielzoekers misbruikt. Als ik mij niet vergis, verdwijnt 84% van de
uitgeprocedeerde asielzoekers in de illegaliteit. Die cijfers zijn
afkomstig van het OCIV. Ik dring bij de minister daarom op een
oplossing aan. De minister moet eindelijk eens werk maken van een
systeem waarbij asielzoekers gedurende de hele periode van de
aanvraag opgevangen worden in federale centra, gedurende de hele
procedure en zolang er geen duidelijkheid is over het feit of ze al dan
niet een erkenning krijgen. Ik vrees dat alle andere maatregelen
gecatalogeerd kunnen worden als gepruts in de marge.
02.05 Guy D'haeseleer (VLAAMS
BLOK): Nous sommes curieux de
connaître cette solution technique.
Il est clair que le plan de
répartition ne répond pas aux
attentes: 84 pour cent des
demandeurs d'asile se retrouvent
dans l'illégalité. Aussi plaidons-
nous pour l'accueil des réfugiés
dans des centres fédéraux fermés
pour la durée de la procédure.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Frieda Brepoels aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
aanstelling van de gedelegeerd bestuurder van de NMBS" (nr. 9704)
- de heer Yves Leterme aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
aanduiding van de nieuwe gedelegeerd bestuurder van de NMBS" (nr. 9705)
03 Questions jointes de
- Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports sur "la
désignation de l'administrateur délégué de la SNCB" (n° 9704)
- M. Yves Leterme à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports sur "la
désignation du nouvel administrateur délégué de la SNCB" (n° 9705)
03.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, het is ongeveer twee maanden geleden dat wij
niet alleen de aanstelling, maar tegelijkertijd ook het ontslag van de
heer Heinzmann als gedelegeerd bestuurder van de NMBS mochten
meemaken. Ik zal niet uitweiden over de brief in de handtas die tot
het ontslag heeft geleid.
Intussen is er een nieuwe vacature opgestart en hebben de
kandidaten geen drie dagen, maar wel tien dagen de kans gehad om
kun kandidatuur in te dienen. Enkele dagen later heeft de eerste
minister in Villa Politica gezegd dat er heel veel goede kandidaten
waren en dat het alleen nog een probleem was om er de beste uit te
kiezen. Intussen zijn wij alweer een maand verder. Ik stel vast dat de
regering blijkbaar niet kan kiezen. Er zijn, naar ik meen, 129
kandidaten waarvan twee kandidaten uiteindelijk zijn: een topman uit
de privé-sector - die vorige keer reeds voorgesteld werd - en een
topambtenaar. Er bestaat twijfel of de beste kandidaat die door de
eerste minister werd genoemd , inderdaad de juiste kandidaat op de
juiste plaats is. Dezelfde problematiek rijst ook bij ABX. Het zou mij te
ver leiden om daarop nu in te gaan, maar daar is er ook geen raad
van bestuur en geen gedelegeerd bestuurder. Er is geen top bij de
NMBS. Wat het nog erger maakt, zijn de bijkomende voorwaarden
die door de PS en de SP.A worden gevraagd.
03.01 Frieda Brepoels (VU&ID):
Deux mois après les péripéties de
l'affaire Heinzmann, la nouvelle
procédure visant à pourvoir le
poste d'administrateur délégué de
la SNCB n'est toujours pas
terminée. Selon le premier
ministre, la liste des 129
sélectionnés compte plusieurs
candidats brillants, provenant du
secteur privé et de la haute
administration. Le choix sera
assurément difficile. Un candidat
pourra-t-il enfin être désigné sur la
base de critères valables?
Le même problème se pose pour
ABX, où le poste de direction est
également vacant. Nous avons
même appris que les partis
socialistes posent des conditions
supplémentaires et demandent
que l'on injecte de l'argent frais
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Wij vernemen dat men vraagt, in relatie tot de aanstelling van de
gedelegeerd bestuurder, dat het werknemersaandeel in het woon-
werkverkeer gehalveerd zou worden en dat er in ABX, een bedrijf dat
pakjes vervoert over de weg, vers geld zou worden gepompt. Dat
laatste is een vraag van de socialisten. Begrijpe wie begrijpen kan.
De minister van Begroting reageert daarop door te zeggen dat
mevrouw Durant zich eigenlijk niet met de reizigers bezighoudt, maar
spelletjes speelt rond politieke benoemingen. Mevrouw de minister,
wat is dat voor een circus? Ik had heel graag van u vernomen binnen
welke termijn u de beslissing zult nemen en welke beslissing u zult
nemen met het oog op een goede dienstverlening voor de
treinreizigers?
dans cette société de transport de
colis par route. Nous en avons
assez de ces petits jeux
politiques. Quand la décision
tombera-t-elle et sur quoi sera-t-
elle basée?
03.02 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de vice-eerste minister, van
de procedure tot aanduiding van een gedelegeerd bestuurder bij de
NMBS, in opvolging van de heer Schouppe, hebt u een ware
knoeiboel gemaakt. De aanstelling van heer Heinzmann, die werd
benoemd maar ondertussen functioneel "aflijvig" is, betekende niet
het einde van deze situatie. Ik had de bijzondere eer en het
genoegen om u vorige week woensdag, na enig aandringen, van uw
voorbereid antwoord af te kunnen brengen. Ik heb van u de
bevestiging gekregen dat u zich correct aan de procedure wenst te
houden voor het aanduiden van een nieuwe gedelegeerd bestuurder
voor de NMBS. Met andere woorden, voor de reeks van 119 ik zal
het woordgebruik van de eerste minister parafraseren briljante
kandidaten, niet in de laatste plaats uit de privé-sector, bent u vast
van plan om de procedure te volgen u kunt trouwens niet anders
en dus een keuze te maken uit deze lijst.
Ik verneem via derden en uit de kranten dat er ondertussen een
zogenaamde shortlist is met een vijftal namen maar zonder de naam
van de heer Schouppe.
U bevestigt, veronderstel ik, wat u vorige week hebt gezegd. Wat is
de timing? Ik lees dat er morgen een kernkabinet plaatsvindt en dat
er ook Ministerraad is. Neemt de regering zich voor om vóór de
algemene vergadering van 21 juni een opvolger te benoemen?
Een tweede element is natuurlijk de koppeling aan allerlei andere
factoren. Is er een koppeling aan het voorstel van de SP.A? De heer
Schalck heeft immers met een zekere fierheid vanop het
spreekgestoelte gezegd dat er eerst een beleidsplan moest komen
en er pas daarna een gedelegeerd bestuurder kon worden
aangesteld. Die fierheid van de heer Schalck straalde begin deze
week enigszins af op de vice-eerste minister toen hij in Dag Allemaal
en op VTM aankondigde dat er eerst een maatregel moest worden
genomen inzake het woon-werkverkeer en pas dan er een
gedelegeerd bestuurder zou worden aangesteld. Ik heb ondertussen
vernomen via uw woordvoerder, de heer Lechat, dat u er terzake een
andere mening op nahoudt. Wat is het standpunt van de regering?
Mijnheer de voorzitter, worden op het moment nog andere elementen
gekoppeld aan deze of gene kandidatuur, elementen die te maken
hebben met het dossier en waarin een zekere evolutie waar te
nemen is waardoor bepaalde kandidaten zouden kunnen worden
begunstigd?
03.02 Yves Leterme (CD&V): Le
gâchis provoqué par la vice-
première ministre lors de la
nomination d'un nouvel
administrateur délégué à la tête
de la SNCB a un prolongement.
La vice-première ministre s'était
engagée à respecter les règles.
Elle suivrait la procédure et ferait
son choix parmi les 119
personnes qui s'étaient portées
candidates dans le délai imparti.
Selon certaines informations, il
existerait une short list de 5
personnes pressenties pour le
poste et le nom de M. Schouppe
n'y figurerait pas.
Est-il exact que son successeur
sera désigné lors de l'assemblée
générale de la SNCB du 21 juin?
D'autres dossiers sont-ils liés à la
nomination de tel ou tel postulant?
Doit-on disposer au préalable d'un
plan de politique et de garanties
pour les navetteurs, comme
l'affirme le SP.A? Cette
nomination est-elle liée à d'autres
dossiers encore?
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
03.03 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Leterme, mevrouw Brepoels, ik heb het reeds gezegd en herhaal het
hier nog eens: de regering wil een beslissing nemen voor 21 juni
2002, datum van de volgende algemene vergadering. Wij hebben dus
nog wat tijd. Het verslag van het consultancybureau is nog niet
beschikbaar. Ik wacht daarop, met de short-list en aanbevelingen die
een basis kunnen vormen voor de beslissing die wij volgende week
zullen nemen.
Ik verheug mij over bijvoorbeeld de suggestie van de heer Vande
Lanotte over de tarieven. Het is een interessant voorstel en
tegelijkertijd wordt een inspanning voor de reizigers geleverd. Toch
moeten wij ook rekening houden met de budgettaire haalbaarheid.
Ook de manier waarop dergelijk voorstel gevolgen kan hebben op
auto- en treingebruik telt mee. Onze doelstelling is immers het aantal
reizigers tegen 2010 met 50% te verhogen. Deze elementen moeten
dus worden beoordeeld op hun budgettaire haalbaarheid en op het
gebied van mobiliteit. Daarover moet worden gepraat.
De regering gaat verder in het licht van de procedure die zij zichzelf
heeft opgelegd. Wij moeten die dus respecteren. Het verslag van het
consultancybureau is er nog niet. U hebt enige informatie
opgevangen, maar ik heb het rapport nog niet en slechts op basis
daarvan zal ik de regering een voorstel doen, waarna een discussie
zal volgen en een beslissing zal worden genomen. Dat is iets voor
volgende week en zeker voor 21 juni 2002, datum van de algemene
vergadering van de NMBS. Tegen die datum moet de volgende
gedelegeerd bestuurder bekend zijn.
03.03 Isabelle Durant, ministre:
Le gouvernement veut prendre
une décision avant l'Assemblée
générale de la SNCB du 21 juin.
Le rapport et la short list du
bureau de consultance ne sont
pas encore disponibles. Que des
initiatives et des décisions soient
prises simultanément en ce qui
concerne les voyageurs ne pose
aucun problème. Elles feront de
toute manière l'objet d'une analyse
sur leur incidence budgétaire et
sur leur efficacité dans le cadre de
la politique de mobilité. Tout cela
n'influence d'aucune façon le
calendrier pour la désignation d'un
nouvel administrateur délégué.
03.04 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, dit antwoord
stelt mij natuurlijk enorm teleur, omdat de vice-eerste minister er eens
te meer in slaagt om niets te zeggen. "De procedure wordt gevolgd".
Het zou erg zijn moest de procedure niet gevolgd worden.
Mevrouw de vice-eerste minister, ik heb u een aantal vragen gesteld.
Wat de timing betreft, zegt u 21 juni. U vermeldt ook de Raad van
Bestuur. Wat heeft de Raad van Bestuur te maken met de
aanstelling? De aanstelling gebeurt door de Ministerraad. Ik zou u
willen aanraden om de beslissing iets vroeger te nemen, opdat die
man zich tenminste al een beetje kan voorbereiden op de toch zeer
belangrijke dossiers die op dit ogenblik aan de orde zijn.
Intussen stel ik vast dat de regering er niet voor terugdeinst om zeer
belangrijke keuzes te maken voor de toekomst van de NMBS en van
het spoor. Wij hebben u daar gisteren in de Commissie kunnen over
ondervragen: in het kader van de liberalisering en de omzetting van
de Europese richtlijnen. Dat beslist de Ministerraad wel, zonder dat
hij een gedelegeerd bestuurder heeft, zonder dat hij een bedrijfstop
heeft, want dat weet de regering toch allemaal veel beter dan wie dan
ook.
Het debat in dit Parlement mag hierover zelfs niet gevoerd worden.
Dit is een kaakslag voor het Parlement. Dit is een schande. Intussen
blijft deze regering zich maar bezighouden met spelletjes rond allerlei
benoemingen waar uiteindelijk de treinreiziger de dupe van zal
worden. Hij is het trouwens al op dit ogenblik.
03.04 Frieda Brepoels (VU&ID):
La réponse du ministre est
décevante. Evidemment que la
procédure est suivie, il ne
manquerait plus qu'elle ne le soit
pas. Il serait préférable que
l'administrateur soit nommé bien
avant la réunion pour qu'il puisse
se familiariser avec ses dossiers.
Entre-temps, le gouvernement
prend des décisions qui revêtent
une grande importance pour la
SNCB et ce, sans que celle-ci n'ait
à sa tête un administrateur
délégué et sans qu'un débat ait
lieu au Parlement. Toutes ces
manoeuvres se font au détriment
des voyageurs.
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
03.05 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, uit ervaring
weet ik dat men soms wat moet aandringen en scherpe vragen moet
stellen om van de vice-eerste minister de waarheid te weten te
komen.
Vandaar, mevrouw de vice-eerste minister, dat ik nogmaals een
poging onderneem om u datgene te horen bevestigen en u hoeft
niet alleen te verwijzen naar de procedure wat ik u vorige week na
enig aandringen kon ontfutselen, met name dat u zich, wat de keuze
van de nieuwe gedelegeerd bestuurder betreft, zult beperken tot de
lijst van 119 kandidaten die hun kandidatuur tijdig indienden.
Ik herhaal ditmaal op wat zachtere toon, teneinde niet te worden
beschuldigd van machogedrag dat het antwoord op mijn vraag ja of
neen moet luiden oui ou non en dat er geen zeventien
mogelijkheden bestaan.
Ik herhaal mijn vraag: bevestigt u wat u zei op 5 juni, tijdens de
commissie voor de Infrastructuur, te weten dat u zich, met betrekking
tot de keuze van de nieuwe gedelegeerd bestuurder, zult beperken
tot de lijst van de 119 tijdig ingediende kandidaturen?
Voorts, mevrouw de minister, antwoordde u niet op mijn vraag of er
ook nog andere elementen zullen worden gekoppeld aan de
beslissing inzake de benoeming van een gedelegeerd bestuurder. U
antwoordde wel wat het element van de SP.A betreft; u wees de
SP.A eigenlijk terecht en u vroeg hen om rustig te blijven om de
zaken te bekijken. Mijn vraag was evenwel of er nog andere
elementen aan het dossier zijn gekoppeld, buiten de stelling van
minister Vande Lanotte.
03.05 Yves Leterme (CD&V): Il
suffit de répondre par oui ou par
non à la question de savoir si le
nouvel administrateur délégué
sera choisi sur la liste des 119
candidats. Je ne suis pas non plus
parvenu à savoir si d'autres
éléments seront liés à la
nomination.
03.06 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de voorzitter, ik meen dat
het antwoord inzake de werkwijze en de termijnen, dat ik zowel in de
commissie als tijdens deze plenaire vergadering verstrekte, duidelijk
is.
Wat de andere elementen betreft, verzoek ik u ermee op te houden
om een soep te maken van alle dossiers. Wij werken aan de
benoeming van een nieuwe gedelegeerd bestuurder en aan een
suggestie van de SP.A met betrekking tot de tarieven. Wij trachten
onze doelstellingen te bereiken en niets anders.
03.06 Isabelle Durant, ministre:
Ma réponse était claire. Je prie M.
Leterme d'arrêter de compliquer
ce qui ne l'est pas.
03.07 Yves Leterme (CD&V): Mevrouw de minister, ik wil niet in
termen van geslachtsverschillen spreken, maar inzake het maken
van een soep van het dossier, hebt u grensverleggende voorbeelden
gegeven.
Ik noteer vandaag dat u niet meer, zoals vorige week, met ja of neen
antwoordt wat de bevolking van u verwacht op de vraag of u
binnen de lijst van de 119 kandidaten zult blijven.
03.07 Yves Leterme (CD&V):
Mais qui complique tout, la
ministre ou l'opposition? Je
constate que la ministre ne
souhaite pas répondre clairement
par « oui » ou par « non » et tient
donc des propos moins clairs que
lors de la réunion de commission
de la semaine dernière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Koen Bultinck aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
"het biovoedselschandaal in Duitsland" (nr. 9706)
- mevrouw Dalila Douifi aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over
"de kwaliteit van de bioproducten" (nr. 9708)
04 Questions jointes de
- M. Koen Bultinck à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "le scandale dans l'alimentation bio en Allemagne" (n° 9706)
- Mme Dalila Douifi à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "la qualité des produits bio" (n° 9708)
04.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, dinsdagavond hebben wij voor de eerste keer
in de commissie voor de Volksgezondheid de gelegenheid gekregen
u te ondervragen over het voedselschandaal in Duitsland.
Ondertussen is er een aantal nieuwe elementen opgedoken. Wij zien
zeer duidelijk dat het voedselschandaal zich tot de klassieke
landbouw uitbreidt. Daarom kunnen wij, volgens mij, niet om twee
belangrijke politieke vaststellingen heen.
Ten eerste, uw groene collega in Duitsland krijgt de crisis blijkbaar
niet onder controle.
Ten tweede, mevrouw de minister, wij doen altijd een poging om de
vlijtigste leerling in de Europese klas te zijn. Daarom moet het voor
ons land toch bijzonder pijnlijk zijn dat uitgerekend vandaag de
Europese Commissie uw terechte reactie weglacht als zijnde een
overdreven emotionele reactie als gevolg van onze ervaring met de
dioxinecrisis in 1999.
Wij moeten een aantal vaststellingen maken, mevrouw de minister.
Er is een aantal problemen gerezen waarover wij vandaag meer
duidelijkheid zouden willen krijgen.
Ik heb drie zeer concrete vragen, mevrouw de minister.
Welke concrete stappen hebt u ondertussen genomen met betrekking
tot de vergadering van morgen, waar op Europees niveau een en
ander opnieuw zal worden besproken?
Frankrijk is een van de landen die ernstig misnoegd zijn over de
Duitse aanpak van dit voedselschandaal. Hebt u al contact
opgenomen met Frankrijk om eventueel gezamenlijk een initiatief te
nemen en wat harder op de tafel van de Europese Commissie te
slaan?
Is er al enige duidelijkheid of naast nitrofen ook DDT in het schandaal
is betrokken?
04.01 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Le scandale alimentaire
qui a touché l'Allemagne risque à
présent de s'étendre également à
l'agriculture classique. Le ministre
écologiste allemand ne maîtrise
pas la situation. Dans l'intervalle,
la Commission européenne ne
prend pas au sérieux la réaction
musclée et les mesures sévères
de notre pays.
Quelles initiatives concrètes la
ministre a-t-elle prises pour se
préparer à la réunion européenne
qui se tiendra demain? La ministre
a-t-elle pris contact avec son
homologue français, la France
étant particulièrement
mécontente, afin d'adopter
éventuellement une position
commune? A-t-on également
trouvé du DDT dans des produits
alimentaires allemands?
04.02 Dalila Douifi (SP.A): Mevrouw de minister, uitgerekend tijdens
deze week van de biologische landbouw hebben wij vanmorgen via
de radio, uit verschillende bronnen, vernomen waarbij de heer Bart
Maes van Blik genuanceerder was dan de heer Remi De Schrijver
van de Katholieke Universiteit Leuven dat men, volgens de stelling
van de heer De Schrijver althans, niet echt kan garanderen dat
biologische voeding beter is, gezonder is dan gewone voeding, de
zogenaamde conventionele voeding.
Het valt te betreuren dat dergelijke stellingen onderstreept moeten
04.02 Dalila Douifi (SP.A): M. De
Schrijver, un rédacteur de la revue
Science, avance que rien ne
permet, à ce jour, d'affirmer que
les aliments biologiques sont
meilleurs et plus sains que les
aliments traditionnels. Il ajoute que
les effets de l'agriculture
biologique sur l'environnement
sont loin d'être négligeables. En
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
worden. Men argumenteert dat we terzake eigenlijk over te weinig
onderzoekresultaten beschikken. In het buitenland zijn recent nog
beschrijvingen gepubliceerd in onder meer het wetenschappelijke
blad Science over onderzoek in Zwitserland, waar men niet alleen
onderzoek verricht naar de kwaliteit en het gezondheidsgehalte van
de biologische voeding maar ook naar de milieueffecten die de
biologische landbouw met zich brengt, wat volgens mij een heel
belangrijk luik is.
Wanneer berichten als die van vanmorgen de wereld worden
ingestuurd, zeker tijdens een gevoelige week zoals nu en iedereen
met gespitste oren luistert en leest wat er over dat thema
gepubliceerd en gezegd wordt, blijft er toch een negatieve teneur
achter. Er is immers een groeiende tendens van consumenten die
biologische producten kopen. De biolandbouw staat in het Vlaamse
regeerakkoord als prioriteit vermeld. Voor 2010 zou 10% van de
landbouwgronden voor biologische teelten gebruikt moeten worden.
Het debat daarover moet dus stilaan op gang komen.
Enerzijds blijft er door de berichtgeving vandaag een negatieve sfeer
achter, wat niet goed is omdat de consumenten die bioproducten
kopen zo het gevoel krijgen dat zij geen waar krijgen voor hun geld.
Immers, die producten kosten volgens Test Aankoop tot 25% meer.
Anderzijds is het ook goed nieuws dat dergelijke berichten verspreid
worden want er werd onmiddellijk aan toegevoegd dat de gewone,
conventionele voeding goed is. Dat wil zeggen dat iedereen in ons
land gezonde voeding eet.
Mevrouw de minister, het debat ten gronde hierover moet stilaan op
gang gebracht worden. Bent u van plan terzake initiatieven te nemen
om gefundeerd wetenschappelijk onderzoek te laten verrichten, niet
enkel wat de kwaliteit van de biologische voeding betreft, maar vooral
ook om de link te leggen met de milieueffecten die de biologische
landbouw met zich brengt? Dan kunnen wij tenminste over een
pakket argumenten beschikken om de biologische voeding in de
toekomst te verdedigen.
ces temps incertains, de tels
propos déstabilisent le
consommateur.
La ministre a-t-elle l'intention de
faire procéder à des études
scientifiques approfondies au sujet
de l'agriculture biologique, en ce
qui concerne la qualité des
produits, mais aussi en matière
d'incidence sur l'environnement?
04.03 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer de voorzitter, eigenlijk zijn
er zijn twee totaal verschillende vragen gesteld over dit onderwerp. Ik
hoop dat ik van u voldoende tijd krijg om ze te beantwoorden.
Wat de vragen van de heer Bultinck betreft, zodra wij gisteren
vernomen hebben dat er een uitbreiding was van de nitrofen-
besmetting, hebben mijn diensten onmiddellijk de koppen bij elkaar
gestoken zodat wij vanochtend zeer vroeg contact konden opnemen
met de Europese Commissie. Wij hebben gevraagd dat punt op de
agenda te plaatsen van het Permanent Comité voor levensmiddelen
dat uitgerekend morgen bijeenkomt. Het is van belang dat dit punt
daar wordt opgevolgd. Welke beslissing er uit de bus zal komen, kan
ik natuurlijk niet voorspellen. Wat mij betreft, is het allerbelangrijkste
dat wij daar sluitende antwoorden op onze vragen krijgen. Dinsdag
dat heb ik duidelijk gezegd hadden wij nog geen volledige
zekerheid over alle antwoorden die gegeven waren omdat voor een
aantal tonnen niet kon aangegeven worden waar zij zaten.
Nu zijn die vaten opgedoken en het blijkt dat het over meer gaat dan
wat dinsdag ter overweging werd gegeven. Toen sprak men van 53
ton; nu is het al 74 ton. Ik meen bijgevolg in alle rust te mogen stellen
04.03 Magda Aelvoet, ministre:
Hier soir, la nouvelle de
l'extension de la contamination au
nitrofène a commencé à se
répandre. Ce matin, nous avons
pris contact avec la Commission
européenne afin que la question
soit inscrite à l'ordre du jour du
comité permanent de demain.
J'espère que nos questions y
trouveront des réponses
cohérentes. Mardi dernier,
certaines incertitudes subsistaient
en effet.
Il m'est impossible d'anticiper
l'attitude des autres Etats. Il faut
espérer toutefois que la France se
rangera de notre côté, dans la
mesure où elle doit se justifier
auprès de sa propre population,
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
dat we gelijk hadden toen we onze bekommernis over een en ander
hebben uitgedrukt en gevraagd dat de zaak van nabij zou worden
gevolgd.
Ten derde kan ik niet voorspellen hoe de andere landen zullen
optreden. Ik heb in de kamercommissie wel al meegedeeld dat we
dinsdag ook in kennis werden gesteld van de uitvoer van 6,5 ton naar
Frankrijk. Blijkbaar wordt daar nu wel op gereageerd in Frankrijk. Ik
heb zelf vanochtend geen contact gehad met de Franse minister,
maar als men verantwoording moet afleggen ten aanzien van de
eigen bevolking, dan is dat altijd een belangrijk element.
Ten slotte, ik ga ervan uit dat, mocht morgen worden vastgesteld dat
de zaak niet onder controle is, er wel degelijk Europese maatregelen
moeten worden genomen.
qui a appris que 6,5 tonnes de
viande contaminée se sont
retrouvées sur le territoire
français. S'il apparaît demain que
l'Allemagne ne maîtrise pas la
situation, des mesures
européennes deviendront
inéluctables.
De voorzitter: U antwoordt apart op de volgende vraag?
04.04 Minister Magda Aelvoet: Ja, mijnheer de voorzitter. Het gaat
om iets helemaal anders. Ik heb daarover trouwens twee dagen
geleden een uitvoerige vraag van mevrouw De Meyer gehad in de
commissie.
04.05 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mevrouw de minister, ik
dank u voor uw duidelijk antwoord. Het gebeurt niet iedere dag dat u
vanuit de oppositie steun krijgt om bij de Europese Commissie hard
op tafel de slaan.
Mijns inziens zou het nuttig zijn om voorafgaandelijk nog met
Frankrijk contact te nemen, zodanig dat de Europese Commissie ook
eens duidelijk beseft dat het hanteren van twee maten en twee
gewichten in een belangrijk dossier van voedselveiligheid niet kan.
04.05 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK): Le Vlaams Blok vous
accorde son soutien et vous
encourage à frapper du poing sur
la table au niveau européen. Avec
l'aide de la France, vous aurez
d'autant plus de chances de vous
faire entendre. La Commission
européenne ne peut avoir deux
poids deux mesures.
04.06 Minister Magda Aelvoet: Wat de problemen aangaat in de
biosector, waarover u het net had, luidt mijn antwoord als volgt.
Ten eerste, er is de realiteit van de bevoegdheidsverdeling. De
controle van alles wat met biologische landbouw te maken heeft en
alles wat met biogarantielabels samenhangt, is een
gewestbevoegdheid sedert 1 januari van dit jaar.
Ten tweede, ik wens in alle duidelijkheid te zeggen dat een
onderscheid moet worden gemaakt tussen de betekenis van een
label enerzijds en anderzijds welke soort uitspraken kunnen worden
gedaan over het gezond karakter van een bepaald voedsel.
Een label realiseert een doelstelling op economisch, ecologisch, en
sociaal vlak en zegt dat een bepaald product op een bepaalde manier
tot stand is gebracht. In die context zijn er, wat de bioproductie
aangaat, twee belangrijke organismen die zich met controle binnen
de sector bezighouden, BLIK aan Nederlandstalige zijde en Ecocert
aan Franstalige zijde.
Een andere zaak is of de productiewijze als dusdanig een garantie is
dat er geen enkel probleem kan rijzen in verband met
voedselveiligheid. Desbetreffend is de vaststelling die we al
04.06 Magda Aelvoet, ministre: Il
appartient aux Régions de
contrôler l'agriculture biologique et
les labels de garantie. Un label
renseigne le mode de production
d'un produit. Blik et Ecovert
exercent respectivement un
contrôle à ce sujet dans les
parties néerlandophone et
francophone du pays. Ceci ne
constitue cependant pas une
garantie pour la santé. Des
problèmes de sécurité alimentaire
se posent également dans ce
secteur. C'est pour cette raison
que l'AFSCA contrôle tous les
produits de manière identique,
quel que soit leur mode de
production. Sur papier, les cahiers
des charges utilisés dans
l'agriculture biologique ont fière
allure et c'est pour cela que nous
voulons offrir les meilleures
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
meermaals hebben moeten doen dat er wel degelijk ook
voedselveiligheidsproblemen in de biosector opduiken. Ik verwijs
naar het probleem inzake de babyvoeding dat door ons Agentschap
aan het licht werd gebracht en naar de crisis in Duitsland.
Ik herinner eraan dat onze controle-instrumenten van het
Voedselagentschap alles op dezelfde manier controleren, ongeacht
op welke wijze de producten tot stand zijn gekomen. Ik bedoel
daarmee niet dat er geen enkele reden zou zijn om biologisch geteeld
voedsel positief te beoordelen. Immers, op grond van de bestekken
blijkt de biosector geen pesticiden te gebruiken en veel minder een
beroep te doen op dierengeneesmiddelen en dergelijke meer. Dat
zijn aanwijzingen om de biosector een positieve kwalificatie te geven.
Anderzijds, precies wegens de bevoegdheidsverdeling heb ik
gisteren al een overleg gehad met BLIK en Ecocert en de
medewerkers van mevrouw Dua om de situatie te onderzoeken en na
te gaan hoe zij de zaken evalueren en hoe we ook aan die
productiewijze de best mogelijke kansen kunnen gunnen.
chances possibles au mode de
production biologique. J'ai
organisé une concertation à ce
sujet avec la ministre flamande
Mme Dua et avec les instances
chargées de l'attribution des
labels.
04.07 Dalila Douifi (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, u hebt niet gezegd dat er bijkomend onderzoek zal worden
gevoerd, ongeacht de bevoegdheden. De teneur is gezet dat
bioproducten in feite veel minder meerwaarde hebben dan in de
realiteit wordt aangetoond.
Hamvraag is of we ons niet beter moeten wapenen, onder meer ook
met studies inzake de milieueffecten, als we promotor willen zijn van
de biologische landbouw.
04.07 Dalila Douifi (SP.A): Mijn
vraag over de wetenschappelijke
onderbouwing blijft onbeantwoord.
Veel consumentenvertrouwen is
weggeëbt. We moeten ons beter
wapenen als we promotor van
bioproducten willen blijven.
04.08 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer de voorzitter, wegens de
gedeelde bevoegdheid zullen we moeten onderzoeken wie bepaalde
studieopdrachten kan laten uitvoeren. Ik ben daarin geïnteresseerd.
Er zijn duidelijk aanwijzingen in de positieve richting. We kunnen
echter niet de ogen sluiten voor problemen zoals de milieuvervuiling,
die negatieve effecten kan hebben op kippen die vrij rondlopen en
wormen met te veel dioxines opeten. Men kan niet zo maar een
algemene uitspraak doen.
04.08 Magda Aelvoet, ministre:
Je suis disposée à intensifier la
collaboration avec les Régions
afin de préciser qui examinera
quoi, mais il est impossible de
fournir de garanties absolues:
comment savoir qu'une poule bio
n'a pas mangé de vers
contaminés par la dioxine?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Question de M. Luc Paque à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique
et de l'Environnement sur "l'Agence Fédérale pour la Sécurité Alimentaire" (n° 9707)
05 Vraag van de heer Luc Paque aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het Federaal Agentschap van de Veiligheid van de Voedselketen" (nr. 9707)
05.01 Luc Paque (cdH): Monsieur le président, madame la ministre,
je vais reprendre ici quelques lignes d'un article de presse: "Imaginez
que la contamination au Nitrofen en Allemagne se soit déroulée en
Belgique! Aurait-on revécu la même crise qu'il y a trois ans avec la
dioxine et un blocage de toutes nos exportations?" C'est en ces
termes que s'exprimait hier le président de la Fédération de l'industrie
alimentaire lors d'une conférence de presse au cours de laquelle il
stigmatisait la mise en oeuvre trop lente de l'Agence pour la sécurité
de la chaîne alimentaire.
05.01 Luc Paque (cdH): "Stel je
voor dat de Nitrofenbesmetting
niet in Duitsland maar in België
was vastgesteld ... Hadden we
dan dezelfde crisis als drie jaar
geleden met de dioxinebesmetting
moeten doormaken, en had men
onze uitvoer dan weer helemaal
geblokkeerd?" Dat vroeg de
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Au cours de ce bref contact, les représentants de la Fédération de
l'industrie alimentaire s'inquiétaient notamment:
- de la mise en place d'un système uniforme de traçabilité;
- de la définition d'un véritable scénario de crise; et
- de l'instauration du système d'autocontrôle en proposant une
formule telle que le système bonus/malus qui vise à favoriser les
entreprises qui ont fait des efforts en matière de contrôle de la
sécurité de la chaîne alimentaire.
Enfin, ils demandaient également que l'Agence soit dotée des
moyens humains et financiers suffisants pour pouvoir travailler
correctement et efficacement.
Madame la ministre, mes questions à ce sujet sont les suivantes:
1. Quelle est votre réaction par rapport à l'expression de la
Fédération de l'industrie alimentaire qui je crois est également
représentée au sein du Comité consultatif de l'Agence fédérale pour
la sécurité de la chaîne alimentaire?
2. Quelle est votre réaction par rapport aux propositions qui ont été
formulées?
3. En ce qui concerne les moyens financiers alloués à l'Agence, vous
nous annonciez début mars que le gouvernement avait décidé
d'octroyer une dotation substantielle supplémentaire à l'Agence de
l'ordre de 800.000 euros. S'agit-il effectivement de ce montant? Le
trouvez-vous suffisant? Cet argent a-t-il déjà été mis à la disposition
de l'Agence?
voorzitter van de Federatie van de
voedingsindustrie zich af op een
persconferentie gisteren.
Daarmee kloeg hij de al zo lang
aanslepende start van het
Federaal Agentschap voor de
veiligheid van de voedselketen
aan. FEVIA doet voorstellen in
verband met de traceerbaarheid,
de zelfcontrolesystemen en de
crisisscenario's. Zij vraagt tevens
voldoende middelen voor het
FAVV.
Wat vindt u van die mededeling
van FEVIA, van de voorstellen van
de Federatie en van de vraag naar
voldoende middelen?
Begin maart werd aangekondigd
dat het FAVV 800.000 euro extra
zou krijgen. Is dat voldoende?
Werd dat geld al beschikbaar
gesteld?
05.02 Magda Aelvoet, ministre: Monsieur le président, monsieur
Paque, lorsque j'ai pris connaissance par la presse des remarques et
des questions posées, ma première réaction a été une réaction
d'étonnement. En effet, lors d'une réunion du conseil d'administration
de ladite organisation à laquelle j'avais été invitée, j'ai eu l'occasion
de répondre, de façon concrète, aux questions que vous venez de
répéter. De là mon étonnement de constater qu'alors que des
réponses concrètes sont données, les mêmes questions sont
reposées le lendemain comme s'il n'y avait jamais été répondu!
Ma deuxième réaction a également été une réaction d'étonnement
par rapport aux questions liées au financement. Pour être très
franche avec vous, les représentants de la Fédération de l'industrie
alimentaire savent parfaitement quels montants ont été acquis début
mars. Effectivement, il s'agit d'environ 800.000 euros pour l'année en
cours; l'octroi de ce montant a déjà permis l'engagement de
personnel supplémentaire. Ces représentants ont obtenu toutes les
réponses à ces questions! Mais ce que je tiens à vous signaler, dans
un esprit de réalisme, c'est que l'on se trouve dans la période pré-
budgétaire; aussi, l'intérêt du secteur est, bien entendu, d'obtenir le
maximum de financement au niveau du budget pour avoir des
rétributions, des contributions ou des participations financières aussi
réduites que possibles. C'est certainement un élément qui est en jeu!
Enfin, pour ce qui concerne les systèmes d'autocontrôle, nous avons
donné une réponse détaillée. Nous avons fait part de l'état
d'avancement du groupe de travail qui a été constitué exactement à
ce sujet en précisant les éléments qui sont clairs et ceux qui doivent
encore être développés davantage. Nous avons dit clairement que
pour la fin du mois de juin, nous disposerions des rapports détaillés
05.02 Minister Magda Aelvoet: Ik
heb die opmerkingen uit de pers
vernomen, en ik was verwonderd.
De federatie had mij immers
eerder al gevraagd een
vergadering bij te wonen van haar
raad van bestuur om een
antwoord te geven op de vragen
die u zonet ook stelde. Men heeft
duidelijk niet naar mij geluisterd.
Ook de vragen omtrent de
financiering verwonderen mij. De
betrokkenen weten immers best
dat de op 8 maart toegezegde
800.000 euro vastgelegd werden
voor het lopende jaar en dat het
FAVV personeel in dienst heeft
genomen. We bevinden ons in de
aanloop naar de
begrotingsopmaak: natuurlijk
tracht de sector zo veel mogelijk
middelen voor het Agentschap los
te krijgen om zelf zo weinig
mogelijk te hoeven bijdragen.
In verband met de zelfcontrole
hebben wij uiteengezet hoe ver de
onderscheiden werkgroepen
inmiddels gevorderd zijn, en erop
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
des neuf groupes de travail qui ont été mis en place et dont les
résultats seront soumis au Conseil consultatif auquel ils participent
pleinement.
gewezen dat wij tegen het einde
van de maand over de
gedetailleerde verslagen zullen
beschikken, die aan de
adviesraad zullen worden
voorgelegd.
05.03 Luc Paque (cdH): Monsieur le président, madame la ministre,
je vous remercie pour votre réponse. Je suis cependant surpris par
votre étonnement. En effet, dès le moment où des réponses
concrètes ont été apportées aux questions posées lors de cette
réunion, il me semble logique d'entendre des réactions sur d'autres
questions qui n'auraient pas reçu de réponse satisfaisante.
Tout cela continue à faire désordre au sein de cette agence. En
janvier 2000, le premier ministre, tout comme vous, annonçait sa
mise en place comme étant l'exemple à montrer à l'Europe tout
entière en ce qui concerne la gestion de la sécurité de la chaîne
alimentaire. Néanmoins, je crains qu'à ce jour, ce ne soit qu'un voeu
pieux ou peut-être un effet d'annonce. Je vous laisse seule juge à cet
égard.
Ces tergiversations contribuent à entretenir une crise de confiance,
tant au niveau des consommateurs que de l'ensemble du secteur de
l'industrie alimentaire. La fédération a fait et continue à faire des
efforts considérables en la matière. Par contre, on ne peut que
constater que l'agence avance beaucoup trop lentement.
Régulièrement, lorsque je vous pose des questions, j'obtiens des
réponses souvent conjuguées au futur. J'espère obtenir un jour des
réponses conjuguées au présent, voire au passé composé.
05.03 Luc Paque (cdH): Uw
verwondering verbaast mij...
Blijkbaar waren er vragen die
onvoldoende werden beantwoord.
U kondigde de oprichting van het
FAVV aan als een voorbeeld voor
Europa. Voorlopig bevinden we
ons nog altijd in het stadium van
de vrome wensen. Dit brengt het
vertrouwen van het publiek en de
hele sector aan het wankelen. De
antwoorden worden steeds in de
toekomende tijd geformuleerd. Ik
hoop dat we nu eindelijk eens
antwoorden in de tegenwoordige
tijd krijgen!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Vraag van mevrouw Els Haegeman aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de internationale ontvoering van kinderen" (nr. 9709)
06 Question de Mme Els Haegeman au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les enlèvements internationaux d'enfants" (n° 9709)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu.)
(La réponse sera fournie par la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement.)
De voorzitter: Mevrouw Haegeman, aanvaardt u dat mevrouw Aelvoet de heer Michel, die nog onderweg
is van Teheran, vervangt?
06.01 Els Haegeman (SP.A): Jawel, mijnheer de voorzitter. Mijnheer
de voorzitter, mevrouw de minister, deze week was er op de VRT een
reportage over de internationale ontvoering van kinderen binnen een
echtscheiding. Het is een problematiek die een aantal personen
voortdurend bezighoudt, zeker de slachtoffers ervan. In die reportage
werd een aantal schrijnende beelden getoond van de ontvoering van
kinderen en van kinderen die bij een van de ouders verbleven en
geen contact met de andere ouder meer konden hebben.
Onze maatschappij wordt steeds internationaler. Er zijn internationale
06.01 Els Haegeman (SP.A): Le
nombre de mariages mixtes ayant
augmenté, de plus en plus de
personnes sont confrontées, dans
le cadre d'un divorce, au problème
de l'enlèvement d'enfants à
l'échelle internationale. Il existe
certes des conventions en la
matière mais je souhaiterais
savoir si une concertation est
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
huwelijken, meer echtscheidingen en dus ook meer uit de echt
gescheiden partners die met een van de kinderen of met alle
kinderen naar hun land van herkomst vertrekken. De andere ouder
blijft dan achter en kan eigenlijk geen enkel recht meer hebben. Er
bestaat een aantal multilaterale en bilaterale verdragen, zoals de
Conventie van Den Haag, die wij hebben onderschreven.
Ik kom tot mijn vraag. In welke mate wordt er op diplomatiek vlak
tussenbeide gekomen om deze schrijnende gevallen op te lossen,
zowel binnen als buiten de EU?
menée et si des initiatives sont
prises sur le plan diplomatique
concernant ce grave problème, au
sein de l'UE et en dehors de celle-
ci.
06.02 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer de voorzitter, sta mij toe dat
ik voor het antwoord mij op een aantal documenten steun.
De voorzitter: Ja, ik begrijp uw verzoek.
06.03 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Haegeman, de heer Michel zegt mij dat, afhankelijk van het
probleem, verschillende ministeries verantwoordelijk zijn. Met
betrekking tot de dossiers over de erkenning van beslissingen inzake
gezag over kinderen en het herstel van gezag over kinderen, is het
Europees Verdrag van Luxemburg van toepassing. Wij hebben dat
ondertekend en het is in werking sinds 1986. De centrale autoriteit
voor dat verdrag en alle problemen die ermee samenhangen, is het
ministerie van Justitie en dus niet het ministerie van Buitenlandse
Zaken.
Wanneer het echter gaat over de burgerrechtelijke aspecten van
internationale ontvoeringen, geldt het Verdrag van Den Haag.
Momenteel zijn reeds 71 staten tot dat verdrag toegetreden, dat in
België op 1 mei 1999 in werking is getreden. De centrale autoriteit
daarvoor is ook weer het ministerie van Justitie. Het ministerie van
Buitenlandse Zaken komt in deze dossiers principieel niet
tussenbeide.
Ten slotte, België heeft ook twee bilaterale protocolakkoorden, met
name met Marokko en Tunesië. Daar bestaat een soort instelling,
een gemengde raadgevende commissie die over burgerlijke zaken tot
een akkoord tracht te komen. Die gemengde commissie vergadert
geregeld en is bevoegd kennis te nemen van een aantal gevallen van
ouderontvoering. Het Belgische en het Marokkaanse en het
Belgische en het Tunesische ministerie van Justitie staan in principe
in voor het dagelijks beheer.
Indien het echter gaat over een ontvoering naar een land waarmee
geen verdrag werd afgesloten, treedt het ministerie van Buitenlandse
Zaken in actie. Er bestaan dan verschillende vormen van bijstand die
zeer ruim kunnen zijn: het verzamelen van informatie, de
aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de ambassade op
rechtszittingen, het ondernemen van stappen bij de plaatselijke
autoriteiten, bemiddelingspogingen met de ouder, het bezoeken van
het kind en het organiseren van de repatriëring.
06.03 Magda Aelvoet, ministre:
Les dossiers concernant les
décisions relatives à l'autorité
exercée sur les enfants sont
soumis à la Convention
européenne de Luxembourg et
relèvent de la compétence du
ministre de la Justice. Les aspects
civils des affaires internationales
d'enlèvement sont réglés par la
Convention de La Haye et, là
encore, le ministère de la Justice
est l'autorité centrale. Il en va de
même pour les deux protocole
d'accord bilatéraux signés avec le
Maroc et la Tunisie sur les
aspects civils.
Le ministère des Affaires
étrangères n'intervient qu'en cas
d'enlèvement vers un pays avec
lequel la Belgique n'a pas signé
de convention. En pareille
hypothèse, le ministère collecte
des informations, un membre de
l'ambassade est présent dans la
salle du tribunal, des tentatives de
conciliation sont faites avec les
parents et l'on cherche à rapatrier
l'enfant.
06.04 Els Haegeman (SP.A): Mevrouw de minister, ik begrijp dat u
antwoordt namens minister Michel. Ik neem nota van het antwoord.
Het klopt dat de minister van Justitie in een groot aantal van die
dossiers tussenbeide komt. Ik vroeg echter in hoeverre er op
06.04 Els Haegeman (SP.A): On
ne peut donc parler de
concertation diplomatique que
dans une faible mesure.
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
diplomatiek vlak blijvend overleg is over een aantal dossiers. Ik
verneem dat dit in een beperkte mate het geval is.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur "la
grogne chez les médécins généralistes" (n° 9710)
07 Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
wrevel bij huisartsen" (nr. 9710)
07.01 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, il ne s'agit pas vraiment d'une "grogne"
mais plutôt d'un cri de désespoir de la part des dispensateurs de
soins qui voient leur statut sans cesse dévalorisé. Au moment où des
revalorisations sont décidées dans d'autres pays européens, au
moment où des gouvernements progressistes, notamment en
France, trouvent des solutions aux problèmes rencontrés par les
médecins généralistes, une certaine démotivation s'installe chez les
médecins belges. Vous ne l'ignorez pas, monsieur le ministre,
puisqu'il en a déjà souvent été question en commission des Affaires
sociales.
Bien entendu, vous avez prévu une série de revalorisations
concernant diverses matières, comme l'honoraire de disponibilité, etc.
Mais plus fondamentalement, les généralistes souhaitent une
revalorisation de la prestation intellectuelle car elle reste chez nous à
un niveau nettement inférieur par rapport à la plupart des autres pays
européens.
J'ai appris que certains généralistes ont réclamé une rencontre avec
vous. Selon la presse, vous avez parlé à cette occasion d'une
renégociation de plusieurs éléments du projet de loi sur la
responsabilisation individuelle des dispensateurs de soins. Cette
responsabilisation engendre notamment plusieurs sanctions,
amplifications de sanctions et des mesures administratives.
Beaucoup de médecins s'inquiètent à propos de ce projet de loi.
Dès lors, monsieur le ministre, qu'entendez-vous par une
renégociation de certains éléments de ce projet de loi? C'est la
question que je me pose à la suite de cette rencontre avec les
médecins.
07.01 Daniel Bacquelaine (MR):
De zorgverleners zijn wanhopig
over hun minderwaardig statuut.
De opwaardering van hun
collega's in andere Europese
landen, zoals Frankrijk, verontrust
en demotiveert hen.
U overweegt een stijging van hun
honoraria, maar wat ze in de
eerste plaats vragen is dat hun
intellectuele arbeid, die in
vergelijking met de meeste andere
EU-landen onvoldoende wordt
gewaardeerd, wordt
gevaloriseerd.
Na een ontmoeting met een aantal
huisartsen hebt u voorgesteld
opnieuw over het wetsontwerp
betreffende de individuele
aansprakelijkheid van de
zorgverleners, dat de sancties en
administratieve maatregelen
uitbreidt, te onderhandelen.
Waarover wil u precies opnieuw
onderhandelen?
07.02 Frank Vandenbroucke, ministre: Monsieur le président, je
suis en effet persuadé que notre pays doit investir davantage dans le
secteur de la médecine générale. Cependant, il n'est pas le seul en
Europe. Le malaise est réel. Il s'agit en grande partie de
revendications d'ordre financier elles sont compréhensibles mais
également de questions d'organisation et de restructuration. Mais
plus fondamentalement encore, il s'agit d'un problème de société. La
question est de savoir quel respect les autorités publiques et les
patients accordent encore à la profession de médecin. La réflexion
est donc assez vaste.
En ce qui concerne la revalorisation des honoraires, j'ai utilisé en
priorité les marges budgétaires disponibles au sein de l'INAMI pour
revaloriser l'acte intellectuel. Pour cette année, environ 1 milliard de
07.02
Minister
Frank
Vandenbroucke: Er moet in de
geneeskunde worden
geïnvesteerd. De ontevredenheid
is reëel en is het gevolg van een
behoefte aan financiële
opwaardering, waarvoor men
begrip kan hebben, van een
organisatorisch en structureel
probleem en van een gebrek aan
respect voor het beroep.
Op het vlak van de financiële
opwaardering wordt, in de mate
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
francs belges ont été investis dans la médecine générale. Un
montant de 195 millions de francs belges est prévu pour
subventionner l'informatisation. Deux fois 100 millions de francs
belges sont prévus pour revaloriser et soutenir l'organisation de la
garde et les médecins qui la pratiquent. Nous avons prévu d'instaurer
la notion d'"honoraires de disponibilité". Une somme équivalent à 625
millions de francs belges est également prévue pour revaloriser l'acte
intellectuel. Une partie de cette somme sera attribuée aux
spécialistes, l'autre aux généralistes.
Si on additionne tous ces montants, il s'agit d'environ 1 milliard de
francs belges qui seront investis dans la médecine générale. Ces
mesures ont été décidées ces derniers mois; elles seront appliquées
dans les semaines qui viennent.
En outre, on a prévu, depuis le 1
er
mai 2002, la généralisation du
dossier médical global. C'est un élément important au point de vue
organisationnel. Il s'agit aussi d'une revalorisation des revenus des
médecins généralistes.
Il est donc faux de prétendre que rien n'est fait. J'admets qu'il ne
s'agit que de premiers pas et qu'il faut établir un plan pluriannuel de
revalorisation de l'acte intellectuel et de la médecine générale.
En ce qui concerne la loi sur la responsabilisation individuelle en
soins de santé, j'établis un inventaire des remarques et critiques qui
ont été formulées par les associations, syndicats et autres personnes
qui me contactent. Dès la semaine prochaine, j'organiserai des
entrevues avec les syndicats et associations de médecins pour
examiner les mesures à prendre.
Ainsi, il serait nécessaire de discuter, par exemple, des modalités du
lien que l'on établit entre, d'une part, le conseil national de la
promotion de la qualité, qui s'occupe de la qualité de la pratique
médicale et, d'autre part, du service de contrôle et d'évaluation de la
pratique médicale qui a une fonction plutôt administrative, préventive
mais aussi répressive. Comment organiser le lien entre les deux
préoccupations, qualité et sanctionnement, si nécessaire? C'est une
question qu'il importe de discuter.
Par ailleurs, il existe un volet entier qui ne figure pas dans la
législation et que je vais proposer au parlement. Il s'agit peut-être du
volet le plus important: la responsabilisation par le peer-review, par
l'autorégulation, pour lequel le groupe de travail mis en place est
présidé par l'administrateur général de l'INAMI. Les médecins sont
associés à ces travaux et j'ai dit être disposé à prendre le temps
nécessaire au peaufinement de ces travaux, si le temps imparti n'était
pas suffisant.
dat de budgettaire marges van het
RIZIV het mogelijk maken, een
miljard frank voor de algemene
geneeskunde uitgetrokken.
Hiervan is 625 miljoen bestemd
voor de opwaardering van de
intellectuele prestatie. Die
bedragen zullen worden
uitgegeven in het kader van de
maatregelen die in de loop van de
volgende maanden zullen worden
uitgevoerd.
Sedert mei wordt al gewerkt aan
de opwaardering van het globaal
medisch dossier.
Er zou in een meerjaarlijkse
herwaardering moeten worden
voorzien.
Wat het wetsontwerp betreffende
de individuele aansprakelijkheid
betreft, ben ik bezig met het
opstellen van de lijst met alle door
de betrokkenen geformuleerde
opmerkingen en geuite kritiek.
Volgende week zal ik de
vakbonden en de
artsenverenigingen ontmoeten en
zullen wij samen bespreken hoe
kwaliteitszorg en praktijkevaluatie,
met inbegrip van de repressieve
aspecten, aan elkaar kunnen
worden gekoppeld.
Rest ons de belangrijke kwestie
van de aansprakelijkheid door
zelfregulering van het beroep,
waarvoor ik een nieuw ontwerp in
het Parlement zal indienen. De
artsen worden bij de
werkzaamheden betrokken.
07.03 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je me réjouis que vous puissiez collationner, sur la base de
cet inventaire, toutes les remarques émises par rapport à ce projet de
loi sur la responsabilisation individuelle des dispensateurs de soins.
Effectivement, il convient de veiller à ce que l'aspect sanctionnel ne
vienne pas ajouter une démotivation supplémentaire des médecins
généralistes dans notre pays.
Toutefois, même si toutes les mesures concernant la disponibilité, la
07.03 Daniel Bacquelaine (MR):
Ik ben blij dat u de opmerkingen
over het ontwerp zal onderzoeken.
We moeten voorkomen dat de
strafmaatregelen de artsen nog
meer demotiveren.
Ook al houdt dit ontwerp positieve
maatregelen in, de artsen vragen
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
télématique, la gestion du dossier médical, sont des mesures
favorables, ce que les médecins généralistes attendent, c'est une
revalorisation de la prestation intellectuelle et non seulement toute
une série de forfaits. L'acte lui-même doit être revalorisé, ce en vue
d'un alignement par rapport aux pratiques en vigueur dans la plupart
des pays européens. Il serait bon de dégager un signal par rapport à
cela, parce que je reste convaincu que, quelles que soient les
mesures que vous proposiez en matière de soins de santé, on ne
peut fournir des soins de santé de grande qualité dans notre pays
sans que tous les acteurs soient motivés dans le même sens.
Si les dispensateurs de soins n'ont plus confiance dans l'ensemble
du système qui fonctionne en Belgique, je crains que l'application et
le maintien de la qualité des soins dans notre pays ne devienne de
plus en plus difficile.
vooral een revalorisatie van de
intellectuele handeling, om zo op
hetzelfde niveau te komen als de
artsen in de andere Europese
landen.
Als de zorgverstrekkers geen
vertrouwen meer hebben, wordt
het moeilijk om de kwaliteit van de
zorgverlening in België te
garanderen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Vraag van mevrouw Els Van Weert aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de beveiliging
tegen nucleair afval teneinde de ontwikkeling van de zogenaamde 'vuile bommen' te vermijden"
(nr. 9713)
08 Question de Mme Els Van Weert au ministre de l'Intérieur sur "les mesures de sécurité relatives
aux déchets nucléaires en vue d'empêcher le développement de 'bombes sales'" (n° 9713)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Sociale Zaken en Pensioenen.)
(La réponse sera fournie par le ministre des Affaires sociales et des Pensions.)
08.01 Els Van Weert (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, iedereen weet ondertussen dat begin deze week in de
Verenigde Staten van Amerika een aanslag kon worden vermeden
met een zogenaamde vuile bom. Dat is een conventionele bom
waarrond radioactief materiaal gewikkeld is. Op lange termijn kan
zo'n bom volgens wetenschappers tot ongeveer tweeduizend doden
leiden, als we de kankergevallen meerekenen die daardoor ontstaan.
Dat is toch een behoorlijk beangstigend gegeven. Bij het horen van
zo'n nieuws rijzen onmiddellijk een paar vragen.
Ten eerste, kan zoiets zich bij ons ook voordoen?
Ten tweede, zijn wij daarop voorbereid? Uit een reactie van het
Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle meen ik begrepen te
hebben dat wij daarop eigenlijk niet zo goed voorbereid zijn. Onze
beveiliging is nog altijd afgestemd op conventionele kernrampen
zoals de ramp in Tsjernobyl. Op dat soort van terroristische
aanslagen zijn wij niet voorbereid. Vooral mangelt het aan
informatiedoorstroming van de inlichtingendiensten naar de mensen,
gespecialiseerd in die kernproblemen. Bovendien kunnen wij ons
afvragen of ons radioactief afval voldoende beveiligd is, zodat het niet
misbruikt kan worden voor mogelijk terroristische doeleinden.
Ik heb het volste vertrouwen in de instellingen zoals het NIRAS en
het FANC. Naar aanleiding van de dossiers waarmee wij bezig zijn,
maak ik mij echter toch wel wat zorgen.
Ten eerste, uit het dossier van de radioactieve bliksemafleiders
bijvoorbeeld blijkt dat die ontmanteld zouden moeten worden. Er zou
08.01 Els Van Weert (VU&ID):
Les Etats-Unis viennent de
déjouer un attentat à la 'bombe
sale'. Il s'agit d'une bombe
traditionnelle enveloppée de
déchets radioactifs qui peut faire
jusqu'à deux mille victimes si l'on y
inclut les décès dus à des
cancers.
Selon l'Agence fédérale de
Contrôle nucléaire, la sécurité
nucléaire a été conçue dans notre
pays en fonction d'une guerre
nucléaire classique. Les
spécialistes ne transmettent pas
suffisamment d'informations aux
services de renseignements.
Sommes-nous réellement
suffisamment protégés? La
protection de nos déchets
radioactifs est-elle assurée
convenablement? Je m'inquiète
au sujet des paratonnerres
radioactifs qui devront être
démantelés et du matériel
radioactif qui relève de la gestion
des hôpitaux. Quelles mesures le
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
zelfs zo'n bliksemafleider op het parlementsgebouw staan. Wat
gebeurt er daarmee? Met het radioactief materiaal dat daarin vervat
zit, vonden al kleine incidenten plaats. Is dat voldoende beveiligd?
Ten tweede, hoe zit het met radioactief materiaal dat ziekenhuizen
zelf beheren? Kunt u ervoor garant staan dat dat voldoende beveiligd
is, zodat misbruik niet mogelijk is? Als u daarvoor niet kan instaan,
welke maatregelen zult u dan nemen om dat nog beter te beveiligen
in de toekomst?
ministre prendra-t-il?
De voorzitter: Minister Vandenbroucke antwoordt loco zijn collega van Binnenlandse Zaken.
08.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, de
minister van Binnenlandse Zaken heeft mij het volgende antwoord
gegeven.
De radioactieve stoffen, met inbegrip van het radioactieve afval, die
mogelijkerwijze in een zogenaamde vuile bom verwerkt zouden
kunnen worden, kunnen in twee groepen ondergebracht worden.
De eerste groep omvat de kerntechnische materialen en afvalstoffen
uit de nucleaire brandstofcyclus. Die stoffen staan onder zeer strenge
regels van fysieke bescherming en bewaking waarvoor, enerzijds, de
moeilijkheidsgraad van toegang tot de materialen en, anderzijds, de
reactietijd voor interventie in directie relatie staan tot de
belangrijkheid van die nucleaire stoffen. De sites waar dergelijke
materialen aanwezig zijn, inclusief het vervoer ervan, staan onder
permanent toezicht met onder meer gepersonaliseerde
toegangscontroles. Het risico op verduistering en, sterker nog, op niet
onmiddellijk vastgestelde verduistering van die materialen, is
bijgevolg uiterst gering. Trouwens, de gebeurtenissen van 11
september 2001 hebben al geleid tot een versterking van de fysieke
beschermingsmaatregelen, waardoor de risico's nog verder
gereduceerd werden.
De tweede groep omvat de radioactieve stoffen van medische en
industriële oorsprong. Er bestaat geen formeel systeem van fysieke
protectie van deze radioactieve stoffen en het radioactieve afval
bovenop de algemene voorzorgen die in de ziekenhuizen en andere
ondernemingen op individuele basis worden genomen. Die stoffen
zijn gereglementeerd vanuit een stralingsbeschermingkader waarvan
ook de bescherming tegen diefstal deel uitmaakt. Belangrijke
bronnen die zeer radioactief zijn, zitten, om
stralingsbeschermingreden, dan ook in massieve afschermingen,
waardoor zij minder gemakkelijk weggenomen kunnen worden.
Wat het nucleaire afval betreft dat is afgevoerd naar de centrale
opslag- en verwerkingsinstallatie van NIRAS, kan worden gesteld dat
zij op dat ogenblik op een site zijn die uit hoofde van de fysieke
bescherming van splijtstofhoudende materialen onder het strenge
toezichtregime staan, geldig voor dergelijke inrichtingen. Dat
bewakingsregime heeft dus automatisch tot gevolg dat ook de
afvalstoffen die niet afkomstig zijn uit de nucleaire brandstofcyclus
onder de toezichtmaatregelen op dergelijke opslagplaatsen vallen.
Het in de ziekenhuizen bijgehouden radioactieve afval is beperkt in
omvang en in weinig geconcentreerde vorm, waardoor de
radiologische impact bij aanwending in een vuile bom toch eerder van
08.02 Frank Vandenbroucke,
ministre: Les matières
radioactives peuvent être réparties
en deux groupes.
D'une part, il y a la matière
nucléaire et les déchets du cycle
de combustion nucléaire. L'accès
physique à ces matières est
rigoureusement contrôlé. Elles
font en outre l'objet d'une
surveillance continue, ce qui
élimine presque tout risque de
détournement. Ces mesures ont
encore été renforcées après le 11
septembre.
D'autre part, il y a les déchets
d'origine médicale et industrielle,
pour lesquels il n'existe aucun
système de protection. Ces
déchets relèvent de la
réglementation relative à la
protection contre les radiations et
le vol. Cependant, lorsque ces
déchets sont transférés à
l'ONDRAF à des fins de stockage
et de traitement, ils sont
également strictement surveillés.
Les déchets radioactifs
entreposés dans les hôpitaux sont
faiblement concentrés et d'un
volume réduit. L'impact d'une
bombe sale réalisée avec de tels
déchets serait minime.
Des mesures supplémentaires ne
s'imposent donc pas. La situation
est suivie correctement par les
services de sécurité et, si
nécessaire, des mesures
additionnelles pourront être prises.
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
beperkte omvang zal zijn.
Op het vlak van de beveiliging van nucleair afval zijn er bijgevolg
geen extra maatregelen te nemen. De toestand, onder meer met de
betrekking tot het reële risico van dergelijke aanslagen in ons land,
wordt van nabij gevolgd. In voorkomend geval zal ik niet aarzelen om,
in overleg met de bevoegde diensten, de maatregelen te nemen die
zich opdringen.
08.03 Els Van Weert (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik zal zeer kort
zijn en dit verder met de minister van Binnenlandse Zaken
bespreken. Ik denk dat dit antwoord heeft aangetoond dat wij deze
dagen misschien nog omzichtiger moeten omspringen met vooral
radioactief materiaal dat vrij bereikbaar is. Het zit zelfs in
bliksemafleiders.
08.03 Els Van Weert (VU&ID):
Peut-être devrions-nous prendre
davantage de précautions en ce
qui concerne le matériel nucléaire
accessible. Je reviendrai sur ce
dossier avec le ministre
Duquesne.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de minister van Financiën over "de fraude bij tandartsen en
tandtechnici" (nr. 9711)
09 Question de M. Jef Valkeniers au ministre des Finances sur "la fraude chez les dentistes et les
techniciens dentaires" (n° 9711)
09.01 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wanneer regeringscommissaris Zenner is aangeduid, heeft
hij een beleidsnota gepubliceerd waarin hij het heeft over een nieuwe
fiscale cultuur en vooral over een betere verhouding tussen de
administratie van Financiën en de belastingbetaler. Hij zegt dat er
meer loyauteit zou moeten zijn en minder confrontatie. Onze partij is
van oordeel dat de belastingen juist moeten worden geïnd en dat
ieder volgens zijn draagkracht moet betalen. De laatste weken krijgen
wij toch de indruk dat de ambtenaren van uw administratie specifiek
de vrije beroepen viseren. Wij hebben kunnen vaststellen hoe zij de
notarissen, vervolgens de gerechtsdeurwaarders en nu de tandartsen
en de tandtechnici en binnenkort misschien ook nog andere
beroepen viseren. Zij laten bijna uitschijnen dat het eerder om
beroepsfraudeurs dan om vrije beroepen gaat. U moet toegeven dat
deze hele hetze vooral de laatste dagen met de tandartsen en de
tandtechnici en de astronomische cijfers die men terzake aanhaalt en
die volgens mij onmogelijk juist kunnen zijn zeker geen goed doet
aan het imago van deze beroepen. Wij lezen dat er in de nabije
toekomst een tekort aan tandartsen zal zijn en dat minder jongeren
zich tot het beroep aangetrokken voelen. Welnu, als men het imago
nog meer beschadigt, zal het nog moeilijker worden. Wij stellen vast
dat minister Vandenbroucke zegt dat hij een bepaalde som veil heeft
om het imago van de dokters te herstellen. Dat verbaast mij niet. Ik
heb de laatste 25 jaar hier niets anders meegemaakt dan het imago
van de dokters dat naar beneden werd gehaald. Ik wil u dus
preventief waarschuwen.
Mijnheer de minister, ik heb hierover een aantal vragen.
Ten eerste, zijn de cijfers die de laatste dagen worden gepubliceerd
en die onmogelijk lijken, juist?
09.01 Jef Valkeniers (VLD): Lors
de la désignation du commissaire
du gouvernement pour la lutte
contre la fraude fiscale, M.
Zenner, il a été dit qu'il fallait, à
l'avenir, plus de loyauté et moins
de conflits entre les contribuables
et l'administration fiscale.
Le VLD estime lui aussi que les
perceptions doivent être
effectuées de manière juste. J'ai
toutefois l'impression que ce sont
surtout les professions libérales
qui sont visées par les services de
l'inspection fiscale ces derniers
temps. Il semble que ce soit
maintenant le tour des techniciens
dentaires et des dentistes. Cette
campagne de dénigrement,
appuyée par des chiffres
irréalistes, fait du tort à l'image de
la profession alors que la menace
d'une pénurie de dentistes plane
déjà à l'heure actuelle.
Les chiffres révélés dans la
presse sont-ils exacts? Les
services de l'inspection fiscale ont-
ils effectivement reçu l'ordre de se
concentrer sur les dentistes? M.
Zenner a également été chargé de
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
Ten tweede, werd inderdaad opdracht gegeven om deze categorieën
speciaal te viseren en te controleren?
Ten derde, de regeringscommissaris had toch de opdracht om de
grote firma's en zeker de grensoverschrijdende fraude aan te pakken.
Hoever staat het hiermee?
s'attaquer à la fraude fiscale au
niveau des grandes entreprises et
à la fraude transfrontalière. Qu'en
est-il dans ce cadre?
09.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Valkeniers, u vraagt meer
controle in de grote ondernemingen. Daar neem ik acte van.
Er waren spijtig genoeg enkele lekken in de pers over een specifiek
onderzoek op individuele controle. Ik heb de aandacht van het
Parlement en van mijn administratie hierop reeds verscheidene keren
gevestigd. Dit komt het imago van de sector immers niet ten goede.
Dat komt spijtig genoeg ook voor in andere instellingen.
Ik kom tot het antwoord op uw vragen.
De cijfers zijn een schatting van het zakencijfer voor de tandartsen en
de tandtechnici voor vier jaar.
09.02 Didier Reynders, ministre:
Je prends acte de votre demande
d'un contrôle accru des grandes
entreprises.
Je déplore qu'il y ait eu quelques
fuites dans la presse au sujet
d'une enquête spécifique. En effet,
elles sont néfastes pour l'image
des personnes contrôlées.
De voorzitter: Mijnheer Valkeniers, u moet het Belgisch Staatsblad lezen.
09.03 Minister Didier Reynders: Er is maar één krant en dat is het
Belgisch Staatsblad. Ik heb geen verantwoordelijkheid over de
informatie die in andere kranten verschijnt.
Het is een extrapolatie op basis van de huidige gegevens van mijn
administratie voor vier jaar, de normale periode voor een controle.
Het gaat om het zakencijfer voor vier jaar van tandartsen en
tandtechnici.
Ten tweede, wat het onderzoek betreft, volgt men altijd dezelfde
redenering. Er zijn veel individuele controles en op die basis is het al
dan niet mogelijk om tot een nationaal onderzoek te komen. Dat was
ook het geval voor andere sectoren, niet alleen voor de notarissen,
maar ook voor de banksector en zelfs in het departement van
Financiën voor verschillende specifieke problemen. Iedereen kan dus
zo'n controle zien.
Ten derde, wat de evolutie van ons stelsel van controle betreft,
moeten we meer en meer starten met een risicoanalyse. We moeten
nagaan hoe het mogelijk is om tegen fraude te vechten in de
verschillende sectoren en voor de verschillende categorieën van
belastingplichtigen. Met Coperfin voeren we nu een hervorming van
de administratie door. Wat de controle betreft, werken we met drie
verschillende categorieën, namelijk particulieren, KMO's en grote
ondernemingen.
09.03 Minister Didier Reynders:
Les chiffres sont une estimation
du chiffre d'affaires des dentistes
et des techniciens dentaires sur
une période de quatre ans. Il s'agit
d'une période normale pour un
contrôle.
On peut se poser des questions
sur la possibilité de mener une
enquête nationale sur la base de
contrôles individuels. Le système
de contrôle évolue vers plus
d'analyse des risques.
Dans le cadre de la réforme de
l'administration, trois catégories
sont prises en considération: les
particuliers, les PME et les
grandes entreprises. L'objectif est
d'atteindre un équilibre dans le
contrôle entre les trois catégories.
09.04 Jef Valkeniers (VLD): En parlementsleden.
09.05 Minister Didier Reynders: Dat is dan een vierde categorie,
een cumul tussen parlementsleden en KMO's of andere zaken. We
gaan naar een evenwicht in de controle tussen de drie categorieën.
In het plan van de heer Zenner was het de bedoeling om ook in een
vierde afdeling te voorzien voor de strijd tegen de grote fiscale
fraude. Dat is een goede zaak. We moeten tot een correcte relatie
09.05 Minister Didier Reynders:
M. Zenner avait l'intention de créer
une quatrième section pour la lutte
contre la grande fraude fiscale.
Pour y parvenir, il est nécessaire
de collaborer avec la police et la
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
tussen de belastingplichtigen en de fiscale diensten komen. Om grote
fraude aan te pakken moeten we meer werken met politie en justitie.
Daarvoor bestaat er een samenwerkingsakkoord tussen Justitie,
Binnenlandse Zaken en Financiën. Ik ga dus dezelfde richting uit als
u. Er moet een rechtvaardig evenwicht zijn in de controles voor de
verschillende categorieën. Verder moet er specifieke aandacht
komen voor de zeer grote fiscale fraude.
justice. Quelques protocoles ont
été conclus avec les
départements de l'Intérieur et de
la Justice.
09.06 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de minister, eerst en vooral wil
ik u danken omdat u de grove beschuldigingen in de kranten
tenminste deels rechtzet. Gedeeld door vier maakt dit immers al een
groot verschil. De cijfers die werden gepubliceerd waren praktisch
onmogelijk. Dat is een eerste opmerking.
Ten tweede, zie ik dat u de verschillende categorieën beschrijft. Ik
lees echter geregeld dat er in bepaalde streken, onder meer in de
stad Brussel en in Antwerpen, zeer weinig controle gebeurt. Als men
aan een goede fiscale controle wil ontsnappen, moet men in Brussel
of Antwerpen gaan wonen. Mijnheer de minister, zou het niet beter
zijn om uw kaders in Brussel en Antwerpen voldoende aan te vullen
zodat iedereen betaalt volgens zijn draagkracht, vooraleer u de
verschillende specifieke categorieën gaat aanvallen? Nu lijkt immers
niet iedereen volgens zijn draagkracht te moeten betalen. Er is dus
nog heel wat werk te doen voor men bepaalde categorieën specifiek
moet gaan viseren waardoor men hun imago schade berokkent.
09.06 Jef Valkeniers (VLD): Je
me réjouis de constater que le
ministre nuance les accusations:
les chiffres doivent être divisés par
quatre.
Les personnes qui habitent à
Anvers ou à Bruxelles ne sont
quasiment jamais contrôlées.
C'est là qu'il faudrait, en premier
lieu, compléter les cadres avant
de passer en revue toutes les
catégories précitées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Financiën over "de fiscale bepalingen in de
aanvullende pensioenen" (nr. 9712)
10 Question de Mme Greta D'hondt au ministre des Finances sur "les dispositions fiscales relatives
aux pensions complémentaires" (n° 9712)
10.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in het regeerakkoord werd het aanmoedigen van de
aanvullende pensioenen of de zogenaamde tweede pensioenpijler
als een belangrijke prioriteit aangekondigd. Dit zou ook worden
aangemoedigd door een aangepast wettelijk kader te creëren.
Hiervoor zou een wetsontwerp worden ingediend. Mijnheer de
minister, ik spreek over het regeerakkoord van juli 1999. In juni 2000
kondigde minister Vandenbroucke het sociale luik aan van deze
aanvullende pensioenen. Een jaar later, juni 2001, werd het
wetsontwerp ingediend bij de Kamer.
Eigenlijk krijgen wij ieder jaar in juni een schijfje van dit wetsontwerp
op de aanvullende pensioenen. Mijnheer de minister, ik wil u eraan
herinneren dat het ondertussen juni 2002 is. Wij verwachten dan ook
de laatste, zeer belangrijke schijf, namelijk de fiscale maatregelen. U
hebt immers niet meer tot juni 2003 want dan zijn we aan de
verkiezingen toe. Dit is met andere woorden "uw laatste juni". U hebt
er al drie gehad. U hebt in januari aangekondigd dat de fiscale
amendementen zouden worden ingediend. Ik hoop dat u niet veel tijd
meer nodig hebt om die ook werkelijk in te dienen want de
regeringstijd zit er bijna op.
Mijnheer de minister, op het terrein wacht men met veel ongeduld op
10.01 Greta D'hondt (CD&V):
L'accord de gouvernement conclu
en juillet 1999 annonçait des
mesures tendant à encourager les
pensions complémentaires ou, en
d'autres termes, le deuxième pilier
du régime des pensions. Un projet
de loi serait déposé, afin de créer
le cadre légal pour ces mesures.
En juin 2000, M. Vandenbroucke a
élaboré le volet social de ce
cadre. En juin 2001, le projet a
effectivement été déposé. Nous
sommes, aujourd'hui, en juin
2002. En janvier dernier, le
ministre a annoncé le dépôt des
amendements fiscaux. Sur le
terrain, l'impatience grandit.
Où le ministre en est-il en ce qui
concerne les amendements
d'ordre fiscal?
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
deze wet zodat duidelijk wordt tot waar men kan gaan met de
aanvullende pensioenen. Ieder jaar met juni iets krijgen, is natuurlijk
niet van sinterklaas of de kerstman, maar ik hoop dat u mij heel
concreet kunt zeggen wanneer deze fiscale amendementen zullen
worden ingediend.
10.02 Minister Didier Reynders: Ik wil eerst en vooral zeggen dat ik
het met u eens ben, mevrouw D'hondt, het is juni.
Ik heb inzake deze amendementen al een voorstel gedaan aan de
Ministerraad. Er is terzake bijna een akkoord bereikt. Een werkgroep
is momenteel bezig met enkele aanpassingen. In de volgende weken
zal ik naar het Parlement kunnen komen met de verschillende
elementen. Het gaat hier om het fiscale luik van het wetsontwerp. Als
het mogelijk is, kan daarover worden gestemd vóór het reces.
Er moet ook nog een aantal koninklijke besluiten worden
uitgevaardigd die de toepassing regelen van de wet. Wij proberen
vooruitgang te boeken in de voorbereiding van deze koninklijke
besluiten. Het lijkt mij mogelijk om over al deze amendementen te
laten stemmen vóór het reces of ten laatste in oktober in de Senaat
indien deze van zijn evocatierecht gebruik maakt. Tegelijkertijd
proberen wij ook vooruitgang te boeken in de voorbereiding van de
koninklijke besluiten.
Volgens mij zullen we niet moeten wachten op de eindoplossing tot
juni 2003. Ik ben bijna klaar. Ik heb mijn amendementen voorgesteld
aan de regering. Ik wacht op de resultaten van een werkgroep om de
verschillende teksten bij het Parlement te kunnen indienen. Volgens
mij moet dit mogelijk zijn in de komende weken, vóór het reces.
10.02 Didier Reynders, ministre:
J'ai soumis une proposition
concernant les amendements au
Conseil des ministres. Un groupe
de travail se penche actuellement
sur les textes. Le volet fiscal
devrait être finalisé d'ici à
quelques semaines. J'espère qu'il
pourra encore être voté à la
Chambre avant les vacances
parlementaires. Par ailleurs,
plusieurs arrêtés royaux doivent
être pris. Leur rédaction est en
cours.
10.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Laat ons hopen dat u de teksten nog in juni kunt
indienen zodat wij dit in de commissie voor Financiën nog kunnen
bespreken. U zegt dat u terzake bijna een akkoord hebt bereikt in de
regering. Ik hoop dat dit bijna-akkoord op korte termijn kan worden
afgerond, want ik verneem dat er in de regering terzake nog heel wat
gehakketak is en dat men probeert het ene aan het andere te
koppelen. Ik hoop dat het dossier van de aanvullende pensioenen
zijn waarde kan behouden zonder dat daarvoor bijkomende deals
moeten worden gesloten.
10.03 Greta D'hondt (CD&V):
Espérons que nous aurons les
textes en juin 2002, pour que nous
puissions encore examiner le
dossier en commission des
Affaires sociales. Il me revient
toutefois que le torchon brûle au
sein du Conseil des ministres.
J'ose espérer que ce dossier ne
sera pas lié à un autre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Mobiliteit en Vervoer, over "Rio+10: voorbereidende
commissie in mineur afgesloten" (nr. 9715)
11 Question de Mme Leen Laenens au secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement durable,
adjoint à la ministre de la Mobilité et des Transports, sur "Rio+10 et la clôture peu encourageante des
travaux de la commission préparatoire" (n° 9715)
11.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, de voorbereidende commissie is in
mineur afgesloten. Sommigen spreken van een fiasco of chaos. Heel
wat woorden hebben de revue gepasseerd, maar geen enkel was
positief. Dat is jammer, want in Bali kon tijdens de laatste
11.01 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): A Bali, la dernière
réunion préparatoire à l'ordre du
jour de la conférence de "Rio+10"
ne semble avoir guère livré de
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
voorbereidende vergadering een degelijke agenda voor Rio+10
worden afgesproken. Rio+10, het woord zegt het zelf: dit is niet meer
of minder dan nagaan wat wij hebben gerealiseerd van de beloftes
van tien jaar geleden.
Duurzame ontwikkeling dreigt eens te meer ondergeschikt te worden
aan een veel te groot marktdenken. Europa zou ook niet zo'n beste
beurt hebben gemaakt en daarom lijkt het ogenblik mij geschikt om
volgende week op de Europese Top van Sevilla de koppen bij elkaar
te steken en na te gaan op welke manier een tandje kan worden
bijgestoken, zodat wij op de Top van Johannesburg een degelijk
actieplan kunnen voorleggen waarin een aantal engagementen wordt
hardgemaakt. Aan België zal het niet liggen, want in maart 2002 had
België al een akkoord bereikt over zijn agenda voor Johannesburg.
Dat is meteen mijn vraag. In welke mate en op welke manier zal
België ervoor zorgen dat de afspraken van België ook de afspraken
van Europa worden en zo de tachtig dagen die nog overblijven voor
de Top van Johannesburg een positieve wending geven?
résultats positifs. On y a procédé
à une évaluation, dans l'optique
de la prochaine conférence sur
l'environnement qui doit se tenir à
Johannesburg, des réalisations de
ces 10 dernières années en
matière de développement
durable. A l'évidence, le
développement durable reste
toujours subordonné à la logique
de marché.
L'Europe n'a pas fait bonne figure
à Bali. La semaine prochaine, lors
du sommet de Séville, l'Union
européenne devra sans nul doute
se ressaisir, si elle veut être à
même de présenter un plan
d'action concret à Johannesburg.
La Belgique avait déjà fixé en
mars 2002 un ordre du jour pour
Johannesburg. Comment la
Belgique projettera-t-elle ses
propres efforts à l'échelle
européenne?
11.02 Minister Olivier Deleuze: Mijnheer de voorzitter, mevrouw, sta
mij toe een vergelijking met de wereldvoetbalkampioenschappen te
maken. De wedstrijd België-Tunesië is een grote ontgoocheling, maar
is geen ramp: wij kunnen nog naar de tweede ronde. De prepcom
van Bali is een grote ontgoocheling, maar is nog geen ramp: het kan
nog lukken in Johannesburg, de deuren zijn nog open. Ik zou Bali
kunnen vergelijken met België-Tunesië of met gelijkspel. Natuurlijk
zijn er grote problemen. De standpunten van België en Europa zijn
duidelijk: het is een vergadering over duurzame ontwikkeling, niet
over finance and trade. Op de Europese Raad van 30 mei 2002 werd
duidelijk beslist dat de ministers die aanwezig waren in Bali en de
ministers die in Johannesburg aanwezig zullen zijn, geen mandaat
hebben om de DOA-overeenkomst of de Monterey-overeenkomsten
te heronderhandelen
Het is de uitdaging voor Europa, maar ook voor de VN, om op het
hoogste internationale niveau een initiatief te nemen om dit proces te
herlanceren. Zou dit niet gebeuren, dan vrees ik dat de situatie in
Johannesburg heel erg chaotisch zal zijn. Ik heb in Bali kunnen
vaststellen dat er bij vele landen absoluut geen grote wil is om tot een
akkoord te komen over een efficiënte politiek inzake duurzame
ontwikkeling. Het probleem is dat duurzame ontwikkeling geen keuze
is, maar een fataliteit. Een ramp in Johannesburg zou betekenen dat
wij vijf tot tien jaar verliezen. Het zou dan geen Rio+10 summit zijn,
maar Rio-10.
11.02 Olivier Deleuze, ministre:
La réunion de Bali a été
décevante mais ce n'est pas une
catastrophe: Johannesburg peut
toujours être un succès. La
Belgique et l'Union européenne
concentrent toute leur énergie sur
le développement durable plutôt
que sur les finances et le
commerce. Les participants à la
réunion de Bali n'avaient pas
mandat pour renégocier les
accords de Doha ou de Monterrey
et il en sera de même à
Johannesburg. Il ressort des
discussions de Bali que la volonté
d'aboutir à un accord en matière
de développement durable est
insuffisante. Les Etats ne
conçoivent pas le développement
durable comme un choix mais
comme une fatalité. Un échec à
Johannesburg équivaudrait à un
recul de dix ans. Ce serait
regrettable.
11.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mijnheer de
staatssecretaris, ik hoop dat het dan geen fataliteit is, maar de
noodzakelijke uitdaging voor de eenentwintigste eeuw. Ik hoop nog
meer dat de VN dit weer in handen kunnen nemen, want de VN zijn
de enige instelling waar een internationaal beleid kan worden
11.03 Leen Laenens (AGALEV-
ECOLO): Le développement
durable n'est pas une fatalité mais
un défi. Je forme le voeu que les
Nations unies puissent reprendre
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
uitgestippeld. Nu is eens te meer gebleken, zoals in Monterey, dat de
VS veel te erg hun stempel daarop willen drukken. Van de VS zijn wij
ondertussen gewend dat de eigen levensstijl eerst komt en als er iets
niet duurzaam is, dan is het toch wel die levensstijl.
Ten slotte vraag ik uw aandacht voor het advies dat u werd
overgemaakt van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling om
volgende week in Sevilla de opvolging van de strategie voor
duurzame ontwikkeling die het interne en externe beleid van de EU
integreert op de lentetop van de EU te evalueren.
Ik denk dat het moment daar is om, zowel intern als extern, voor
Johannesburg de violen opnieuw gelijk te stemmen.
l'initiative. La réunion de Bali a
une fois de plus permis de
constater une trop forte influence
américaine dans ce domaine. Je
demande que l'avis du Conseil
fédéral pour le développement
durable reçoive toute l'attention
nécessaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Wetsontwerpen
Projets de loi
12 Regeling van de werkzaamheden
12 Ordre des travaux
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 12 juni 2002, stel ik u voor de volgorde
van de wetsontwerpen als volgt te wijzigen:
1. wetsontwerp tot vervanging van artikel 43quinquies en tot invoeging van artikel 66 in de wet van
15 juni 1935 op het gebruik der talen in rechtszaken (nrs. 1459/1 tot 4) (aangelegenheid bedoeld in artikel
77 van de Grondwet rapporteurs: mevrouw Jacqueline Herzet en de heer Geert Bourgeois);
2. wetsontwerp tot wijziging van artikel 86bis van het Gerechtelijk Wetboek en van de wet van 3 april 1953
betreffende de rechterlijke inrichting (nrs. 1496/1 tot 6) (aangelegenheid bedoeld in artikel 77 van de
Grondwet rapporteurs: mevrouw Jacqueline Herzet en de heer Geert Bourgeois);
3. wetsontwerp betreffende de transacties uitgevoerd met instrumenten voor de elektronische overmaking
van geldmiddelen (nrs. 1389/1 tot 6) (aangelegenheden bedoeld in de artikelen 77 en 78 van de Grondwet
rapporteur: de heer Léon Campstein);
4. wetsontwerp tot wijziging, wat het globaal budget van financiële middelen voor klinische biologie en
medische beeldvorming betreft, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 (nrs. 1824/1 en 2) (aangelegenheid bedoeld in
artikel 78 van de Grondwet de spoedbehandeling wordt door de regering gevraagd overeenkomstig
artikel 80 van de Grondwet rapporteur: de heer Bruno Van Grootenbrulle).
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 12 juin 2002, je vous propose de modifier
l'ordre des projets de loi comme suit:
1. projet de loi remplaçant l'article 43quinquies et insérant l'article 66 dans la loi du 15 juin 1935
concernant l'emploi des langues en matière judiciaire (n
os
1459/1 à 4) (matière visée à l'article 77 de la
Constitution rapporteurs: Mme Jacqueline Herzet et M. Geert Bourgeois);
2. projet de loi modifiant l'article 86bis du Code judiciaire et la loi du 3 avril 1953 d'organisation judiciaire
(n
os
1496/1 à 6) (matière visée à l'article 77 de la Constitution rapporteurs: Mme Jacqueline Herzet et
M. Geert Bourgeois);
3. projet de loi relatif aux opérations effectuées au moyen d'instruments de transfert électronique de fonds
(n
os
1389/1 à 6) (matières visées aux articles 77 et 78 de la Constitution rapporteur: M. Léon Campstein);
4. projet de loi modifiant, en ce qui concerne le budget global des moyens financiers en matière de biologie
clinique et d'imagerie médicale, la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités,
coordonnée le 14 juillet 1994 (n
os
1824/1 et 2) (matière visée à l'article 78 de la Constitution le
gouvernement demande l'urgence conformément à l'article 80 de la Constitution rapporteur: M. Bruno
Van Grootenbrulle).
Geen bezwaar? (Nee)
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
13 Wetsontwerp tot vervanging van artikel 43quinquies en tot invoeging van artikel 66 in de wet van
15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken (1459/1 tot 4)
- Wetsontwerp tot wijziging van artikel 86bis van het Gerechtelijk Wetboek en van de wet van
3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting (1496/1 tot 6)
13 Projet de loi remplaçant l'article 43quinquies et insérant l'article 66 dans la loi du 15 juin 1935
concernant l'emploi des langues en matière judiciaire (1459/1 à 4)
- Projet de loi modifiant l'article 86bis du Code judiciaire et la loi du 3 avril 1953 d'organisation
judiciaire (1496/1 à 6)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)
Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces deux projets de loi. (Assentiment)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
13.01 Geert Bourgeois (VU&ID), rapporteur: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, als iedereen akkoord gaat zal ik zo
vrij zijn het rapport over de beide ontwerpen opeenvolgend te
brengen. Als u het mij toestaat, zou ik daarna mijn persoonlijke
tussenkomst, namens mijn partij en mijzelf, willen brengen. Maar
eerst de rapportering over het eerste wetsontwerp tot vervanging van
artikel 43 quinquies en tot invoeging van artikel 66 in de wet van 15
juni 1935 op het gebruik van de talen in gerechtszaken.
De Commissie van Justitie heeft dit ontwerp besproken in haar
vergaderingen op 7, 8, 14 en 22 mei 2002. Aan de basis van het
ontwerp ligt de vaststelling dat het moeilijk is om magistraten te
vinden die het bewijs kunnen leveren van een voldoende kennis van
de andere landstaal. Dit heeft te maken met het taalexamen. Omwille
van dit reeds zeer lang aanslepend probleem heeft de regering
daarom geopteerd om het taalexamen aan te passen naargelang de
functionele vereiste van het ambt dat wordt uitgeoefend. De regering
verwijst daarbij naar het rapport van de Hoge Raad voor de Justitie.
Daarom wordt voortaan een onderscheid gemaakt tussen diverse
kennisniveaus.
Het eerste niveau is dat van de elementaire kennis, dat vereist is om
getuigen te horen en om stukken te begrijpen. Dat betreft uiteraard
getuigen die de andere landstaal spreken en stukken die opgesteld
zijn in de andere landstaal, respectievelijk Nederlands en Frans.
Het tweede niveau is dat van de voldoende kennis. Dat is vereist om
in uitzonderlijke gevallen af te wijken van het principe dat recht
gesproken wordt in de taal van het diploma.
Daarvoor worden diverse examentypes gecreëerd naargelang
elementaire kennis dan wel voldoende kennis vereist is. Het examen
bestaat uit een schriftelijk gedeelte en een mondeling gedeelte. Het
taalexamen zal worden afgenomen door de afgevaardigd bestuurder
13.01 Geert Bourgeois,
rapporteur: Le premier projet de
loi sur l'emploi des langues en
matière judiciaire a été examiné
en commission de la Justice les 7,
8, 14 et 22 mai 2002. Il est fondé
sur le constat qu'il est
particulièrement difficile de
recruter des magistrats pouvant
attester leur connaissance de
l'autre langue nationale, en raison
de la nature de l'examen
linguistique. C'est la raison pour
laquelle le gouvernement propose
de modifier cet examen. A cet
effet, il renvoie au rapport élaboré
par le Conseil supérieur de la
Justice. Différents niveaux de
connaissances linguistiques
seraient dorénavant instaurés. La
connaissance élémentaire suffirait
pour la compréhension de
documents et l'audition de
témoins. Le deuxième niveau,
celui de la connaissance
suffisante, doit permettre à un
magistrat de rendre, à titre
exceptionnel, un jugement dans
l'autre langue nationale. Les
différents types d'examen se
composeront de deux parties, à
savoir une épreuve orale et une
écrite, et seront organisés par le
Selor, qui délivre également les
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
van Selor dat ook de getuigschriften zal uitreiken.
Ik begin aan de bespreking. De heer Laeremans was van oordeel dat
dit wetsontwerp bewijst dat deze regering bijzonder weinig
belangstelling heeft voor de situatie van de Vlaamse Brusselaars. De
tweetaligheid van de staatsdiensten wordt immers afgezwakt. Hij is
bovendien van oordeel dat ook moet worden gewerkt aan de
arbeidsomstandigheden van de magistraten.
De rapporteur beklemtoonde dat de achterstanden in rechtszaken
precies mee veroorzaakt is door de jarenlange miskenning van de
taalwetgeving bij de benoemingen in Brussel. De remedie die dit
ontwerp aanreikt is evenwel alleen gericht op de Franstalige
belangen. Het is volgens de rapporteur onjuist dat de achterstand
veroorzaakt is door de taalwetgeving. Er zijn ook algemene
structurele maatregelen over het hele land nodig om de gerechtelijke
achterstand aan te pakken.
Mevrouw Lalieux juichte toe dat de regering werkt maakt van de
gerechtelijke achterstand in Brussel. Het knelpunt ligt volgens haar
echter niet bij de daadwerkelijke taalkennis, maar wel bij het
taalexamen zelf. Bij monde van de heer Arens roept de cdH op om
nog andere maatregelen te nemen, met name bijvoorbeeld de
beperking van het aantal tweetalige magistraten, dat nu in Brussel
tweederde moet zijn, tot eenderde.
De heer Verherstraeten erkent dat de moeilijkheid om magistraten te
benoemen in Brussel-Halle-Vilvoorde al jarenlang bestaat. Het
probleem van de gerechtelijke achterstand in Brussel reikt echter
verder dan dat: het heeft te maken met de aard van het
arrondissement zelf. Hij roept dan ook op tot een grondige
hervorming van het gerechtelijk arrondissement en meer bepaald tot
de splitsing van dit gerechtelijke arrondissement; grosso modo een
verticale splitsing van het parket en een horizontale splitsing van de
zetel.
Voorzitter Erdman gaat akkoord met de strekking van het ontwerp,
maar wijst er tegelijkertijd op dat bijkomende maatregelen vereist zijn
om de gerechtelijke achterstand in Brussel te verhelpen.
De heer Maingain stipte aan dat de taalexamens overdreven moeilijk
zijn, zowel voor de Franstaligen als voor de Nederlandstaligen.
De heer Van Parys betreurde ten slotte dat voor de aanpak van de
reële achterstand in Brussel wordt gekozen voor een eenzijdige
toegeving aan de Franstalige eisen.
Ik kom thans tot de stemming. Op het ontwerp werden 23
amendementen ingediend; vijf van deze amendementen werden
ingetrokken; de 18 aangehouden amendementen werden allemaal
verworpen en het ontwerp werd aanvaard met 11 tegen 3 stemmen.
Met uw toestemming, mijnheer de voorzitter, zal ik nu verslag
uitbrengen van de bespreking van het tweede ontwerp, met name het
wetsontwerp tot wijziging van artikel 86bis van het Gerechtelijk
Wetboek en van de wet van 3 april 1953 betreffende de gerechtelijke
inrichting, zijnde het ontwerp nummer 1496.
certificats.
Pour, M. Laeremans le
gouvernement ne porte aucune
attention à la situation des
néerlandophones de Bruxelles et
estime qu'il convient par ailleurs
d'améliorer les conditions de
travail des magistrats. Selon M.
Bourgeois, la pénurie de
magistrats bilingues n'explique
qu'en partie l'arriéré judiciaire et
des mesures structurelles d'ordre
général doivent être prises pour
résorber cet arriéré. Selon Mme
Lalieux, le problème ne vient pas
de la connaissance des langues,
mais bien de l'examen
linguistique. M. Arens demande
que des mesures supplémentaires
soient prises pour résorber
l'arriéré judiciaire, telle que la
limitation à un tiers du nombre de
magistrats bilingues.
M. Verherstraeten a souligné la
nécessité d'une réforme
fondamentale de l'arrondissement
judiciaire de Bruxelles-Hal-
Vilvorde, qui devrait
s'accompagner de la scission du
parquet et du siège. Si M. Erdman
souscrit à la portée du projet de
loi, il demande cependant des
mesures supplémentaires pour
résorber l'arriéré judiciaire à
Bruxelles. M. Maingain a insisté
sur la difficulté excessive des
examens linguistiques, tant pour
les francophones que pour les
néerlandophones. M. Van Parys,
quant à lui, considère le projet
comme une concession sans
contrepartie aux francophones.
Vingt-trois amendements ont été
déposés, dont cinq ont été retirés.
Les 18 amendements restants ont
été rejetés. Le projet a été adopté
par 11 voix contre 3.
Le deuxième projet de loi, qui tend
à modifier l'article 86bis de la loi
d'organisation judiciaire du 3 avril
1953, fut examiné les 21, 22 et 28
mai et le 4 juin. Il tend à faire une
exception pour le ressort de la
Cour d'appel et de la Cour du
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
Dit wetsontwerp werd besproken tijdens de commissievergaderingen
van 21, 22 en 28 mei en 4 juni 2002. Het strekt ertoe in het ressort
van het hof van beroep te Brussel en het arbeidshof te Brussel een
uitzondering te creëren met betrekking tot het totaal aantal mogelijk
te benoemen toegevoegde rechters. Het huidige artikel 86bis van het
Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat het aantal toegevoegde rechters
per rechtsgebied van het hof van beroep of van het arbeidshof, niet
meer mag bedragen dan een achtste van het totaal aantal
magistraten van de zetel van de rechtbanken van eerste aanleg, de
rechtbanken van koophandel en de arbeidsrechtbanken van het
rechtsgebied. Het ontwerp wil dit wijzigen en stipuleert een
uitzondering voor het hof van beroep en het arbeidshof te Brussel, in
die zin dat het aantal toegevoegde rechters daar meer mag zijn dan
een achtste, maar dat het een vierde niet mag overschrijden.
Deze wijziging wordt in het ontwerp verantwoord door de grote
gerechtelijke achterstand in dat ressort. Er wordt gezegd "dat deze
achterstand te wijten is aan de moeilijkheden om het
personeelskader op te vullen, wat op zijn beurt te wijten is aan de
taalproblematiek". Ik citeer uit de memorie van toelichting, bladzijde
4, die door de minister werd toegelicht in de commissie voor de
Justitie.
Ik wijs erop, mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dat het
Vlaams Parlement in deze een belangenconflict heeft ingeroepen en
dat de stelling van het Vlaams Parlement was dat de belangen van
de Vlamingen zijn geschaad omdat de wet van 1935 op het
taalgebruik in gerechtszaken door het ontwerp wordt omzeild,
aangezien het de mogelijkheid schept om meer eentalige magistraten
in het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde te benoemen dan het
aantal waarin werd voorzien door de wet van 1935. Zoals u weet
bepaalt de wet van 1935 voor Brussel dat minstens een derde van de
rechters een in het Frans opgesteld diploma moet hebben en
minstens een derde van de rechters een in het Nederlands opgesteld
diploma en dat twee derde van het totaal van de magistraten het
bewijs moet leveren van de kennis van de andere taal. Aangezien het
ontwerp hiervan afwijkt, riep het Vlaams Parlement een
belangenconflict in.
Het overleg over dit belangenconflict, waarbij voorzitter De Batselier
namens het Vlaams Parlement zeven bezwaren naar voren bracht,
leidde niet tot een akkoord tussen de delegaties van de diverse
parlementen. Daarna adviseerde de Senaat dat de motie, ingediend
door het Vlaams Parlement, niet gegrond is. Het overlegcomité
volgde het advies van de Senaat, wat de eerste minister bij brief aan
de voorzitter van de Kamer meedeelde.
Ik kom tot de bespreking. In zijn betoog verklaarde de heer
Laeremans dat dit ontwerp geen ander doel heeft dan het omzeilen
van de tweetaligheidsvereisten in Brussel. Met dit ontwerp spoort de
regering de magistraten aan om eentalig te blijven in plaats van het
taalonderricht voor magistraten te ondersteunen. Het beweerde tekort
aan magistraten in Brussel is voor hem geen valabel argument omdat
de wettelijke personeelsformatie de facto door de reeds benoemde
toegevoegde rechters is opgevuld. Hij beweerde bovendien dat de
splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde
een oplossing zou bieden om uit de impasse te geraken.
travail de Bruxelles en ce qui
concerne le nombre de juges de
complément. A l'heure actuelle, ce
nombre ne peut dépasser un
huitième du nombre total des
magistrats du ressort. L'objet du
projet de loi est de porter ce
maximum à un quart pour
Bruxelles. Cette décision est
justifiée par l'important arriéré
judiciaire de ce ressort, dû aux
difficultés rencontrées pour
pourvoir le cadre en raison du
problème de la langue.
Le Parlement flamand a invoqué
un conflit d'intérêts dans la
mesure où le projet tend à
contourner la loi linguistique de
1935, puisque davantage de
magistrats unilingues pourront
désormais être nommés. Le
président De Batselier a énoncé
sept objections fondamentales. La
concertation relative au conflit
d'intérêts n'a pas donné lieu à un
accord entre les délégations. Le
Sénat a estimé la motion non
fondée et le comité de
concertation s'est rangé à cet avis.
M. Laeremans a argué que
l'unique but de ce projet de loi
était de contourner les exigences
en matière de bilinguisme au sein
de l'arrondissement de Bruxelles-
Hal-Vilvorde et que la pénurie de
magistrats n'était pas un argument
recevable puisque le cadre était
pourvu de facto. Selon lui, la
scission de l'arrondissement de
Bruxelles-Hal-Vilvorde suffirait à
résoudre le problème.
Mme Lalieux s'est dite satisfaite
de la volonté du gouvernement de
résorber l'arriéré, tout en estimant
que ce projet de loi ne constituait
pas une solution cohérente ni
structurelle.
M. Van Parys a constaté que ce
projet de loi privilégiait un seul
ressort, que l'adaptation des
examens linguistiques le rendait
inutile et qu'il ne s'agissait pas, du
reste, d'une mesure temporaire
étant donné que les juges seraient
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
Mevrouw Lalieux daarentegen was verheugd dat de regering poogt
om de achterstand aan te pakken, maar zij verklaarde wel dat het om
dringende, voorlopige maatregelen gaat die, volgens haar, geen
samenhangende en structurele oplossing bieden voor de achterstand
in Brussel.
De heer Van Parys was het niet eens met de aanpak van de
regering. Hij beweerde dat één rechtsgebied boven alle andere wordt
bevoordeeld. Daarnaast is hij van oordeel dat dit ontwerp zijn
bestaansreden heeft verloren omdat de regering tegelijkertijd kiest
voor de aanpassing van de taalwetgeving en de versoepeling van de
taalexamens. Ik verwijs hiervoor naar het wetsontwerp waarvan ik
zojuist het rapport over de bespreking hebt uitgebracht. De heer Van
Parys zegt dat de toegevoegde rechters voor het leven worden
benoemd zodat het in ieder geval niet om een tijdelijke maatregel
gaat, zoals de regering poneert. De heer Van Parys besluit dat de
regering buigt voor de lobby van Brusselse Franstalige rechterlijke
kringen die nooit Nederlands hebben willen leren en daarvoor nu ook
worden beloond. Ten slotte bestempelt hij de werkwijze van de
regering als contraproductief.
De heer Arens was het eens met de strekking van het ontwerp.
Ikzelf heb bij de bespreking verklaard dat het de regering niet te doen
is om het wegwerken van de achterstand in Brussel, maar wel om de
taalwetgeving in Brussel te omzeilen. Ik heb de stelling ontwikkeld dat
dit ontwerp geen enkele reden van bestaan meer heeft. De memorie
van toelichting, die verwijst naar een structurele aanpak door de
noodzaak om de taalwetgeving te wijzigen, is voorbijgestreefd door
het reeds eerder behandelde en in de commissie goedgekeurde
wetsontwerp tot wijziging van de taalwetgeving. Voorts heb ik de
minister een duidelijk antwoord gevraagd op de vraag of de
toegevoegde rechters met name in het eentalig Nederlandstalige
gebied en het eentalig Franstalige gebied al dan niet onder de
taalwet van 1935 ressorteren. Ten slotte heb ik de regering gevraagd
waarom zij het aangekondigde amendement om aan de wet een
tijdelijk karakter te geven, nog niet had ingediend.
Voorzitter Erdman beklemtoonde dat de oplossing niet volstaat om de
gerechtelijke achterstand structureel op te lossen. Hij had ook vragen
bij de mobiliteitspremie, die alleen toegevoegde rechters krijgen en hij
besloot dat de notie "behoeften van de dienst" al te vaag is.
In haar antwoord wees de regering op de specificiteit van Brussel-
Halle-Vilvoorde, waardoor de voorgestelde maatregel verantwoord is.
Verder is de regering van oordeel dat de tijdelijkheid afdoende blijkt
uit artikel 86bis van het gerechtelijk wetboek zelf. De opmerkingen in
verband met de mobiliteitspremie vindt de minister het onderzoeken
waard. Dit kan echter niet gebeuren in het kader van dit ontwerp.
Verder onderstreept de minister dat de toegevoegde rechters niet
aan de regels van de kennis van de tweede taal zijn onderworpen.
Zo kwamen wij dan aan de replieken, waar uw dienaar bij zijn
standpunt bleef dat de door de regering voorgestelde maatregel niet
de aangewezen werkwijze is om de gerechtelijke achterstand te
verhelpen. Bovendien is niet bewezen dat de problematiek in Brussel
zijn oorsprong vindt in de taalwetgeving. Zelfs wanneer het raadzaam
zou zijn meer toegevoegde rechters in Brussel te kunnen benoemen,
nommés à vie. Il en a conclu que
le gouvernement se pliait
purement et simplement aux
revendications d'un lobby de
magistrats francophones.
M. Arens a adhéré au projet de loi.
Pour ma part, j'ai déclaré que le
gouvernement souhaitait
contourner la loi linguistique de
1935 et que le projet de loi n'avait
pas de raison d'être. J'ai demandé
que le gouvernement me dise
explicitement si ces juges de
complément ressortissaient ou
non à la loi linguistique de 1935.
J'ai en outre demandé ce qu'il était
advenu de l'amendement annoncé
à propos du caractère temporaire
de cette mesure.
Le président, M. Erdman, a estimé
que ce projet de loi ne suffisait
pas en tant que solution
structurelle au problème de
l'arriéré. Il a par ailleurs trouvé
l'expression "selon les nécessités
du service" trop imprécise et a
posé des questions relatives à
l'indemnité de déplacement des
juges de complément.
Le gouvernement a répondu que
le problème de Bruxelles-Hal-
Vilvorde demandait une réponse
spécifique, que le caractère
temporaire de la mesure
ressortissait suffisamment de
l'article 86bis lui-même et qu'il
examinerait la question des
indemnités de déplacement.
Au cours des répliques, j'ai répété
que le projet n'offrait aucune
solution et qu'il n'y avait aucune
raison de ne pas soumettre les
juges de complément à la loi
linguistique de 1935. M.
Laeremans a souligné que ce
projet de loi n'avait aucun
caractère temporaire. M.
Vandeurzen a également
interrogé le gouvernement à
propos du caractère temporaire de
la mesure.
MM. Laeremans, Van Parys et
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
dan nog is er geen reden om die toegevoegde rechters niet te
onderwerpen aan de taalwetgeving.
Volgens de heer Laeremans moet het om een tijdelijke maatregel
gaan. Hij voelt zich daarin gesteund door het Vlaams Economisch
Verbond, het Vlaams Pleitgenootschap, de Vlaamse
Juristenvereniging en de Vereniging van Vlaamse Balies. De heer
Vandeurzen kwam nog terug op de tijdelijkheid van het ontwerp.
Samen met de heren Van Parys en Bourgeois was hij van oordeel
dat de regering er zich toe verbonden had een amendement in te
dienen zodat het slechts gedurende vier jaar mogelijk zou zijn om
meer toegevoegde rechters in Brussel te benoemen. Dat werd door
de minister ontkend.
Door de heer Laeremans, de heer Van Parys en door mijzelf werd
een aantal amendementen ingediend, alle ertoe strekkend de
tijdelijkheid van de regel inzake de toegevoegde rechters in de wet op
te nemen. Al de amendementen werden verworpen. Het wetsontwerp
werd ongewijzigd aangenomen met 11 tegen 4 stemmen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, tot daar de
beide rapporten.
moi-même avons déposé des
amendements visant à mentionner
explicitement le caractère
temporaire de la mesure dans le
projet de loi. Ces amendements
ont été rejetés et le projet de loi a
été adopté par 11 voix contre 4.
De voorzitter: Mijnheer Bourgeois, u hebt me gevraagd of u aansluitend uw betoog mocht houden. Ik heb
liever dat er een beetje tijd verloopt tussen het verslag en het eigen betoog van de rapporteur.
13.02 Geert Bourgeois (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, dat is goed.
Dan kunt u intussen iemand anders aan het woord laten.
De voorzitter: Collega's, mag ik u eraan herinneren dat de spreektijd maximaal 30 minuten bedraagt. Er is
één gemeenschappelijke discussie. Dat hebt u daarnet aanvaard.
13.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, vandaag zullen wij stemmen over twee
wetsontwerpen die beide verregaande wijzigingen aanbrengen aan
de historische taalwetgeving in gerechtszaken van 1935. Die twee
wetsontwerpen vormen een onomkeerbare stap in de verdere
verfransing van de rechtbanken te Brussel. Beide wetsontwerpen
moeten volgens de gegeven motivatie de gerechtelijke
achterstand indijken. Het is juist dat de gerechtelijke achterstand in
Brussel maar ook elders een ernstige bedreiging is geworden voor
een goede rechtsbedeling. Oplossingen moeten er gevonden
worden, maar de oplossing zal niet komen van deze beide
wetsontwerpen. Een verzwakt taalkennisniveau en toegevoegde
eentalig Franstalige rechters zullen het probleem van de gerechtelijke
achterstand niet oplossen. Integendeel, beide maatregelen dreigen
de gerechtelijke achterstand eerder te vergroten in plaats van te
verkleinen. Het gevolg van de eentaligheid bij de rechters zal zijn dat
steeds meer rechters in steeds minder zaken zullen kunnen zetelen.
In Brussel zijn de meeste zaken taalgemengd. Dat taalgemengde
karakter van de geschillen in Brussel is de grondslag van de huidige
taalwetgeving daar. De Brusselse magistraten moeten vaak mensen
horen in beide landstalen, of kennis nemen van argumenten in de
beide landstalen. Geen enkele van de eentalige toegevoegde
rechters kan anderstalige getuigen ondervragen, of anderstalige
stukken raadplegen. Die dossiers zullen verhuizen naar de steeds
13.03 Simonne Creyf (CD&V):
Nous examinons aujourd'hui deux
projets de loi qui modifient en
profondeur la loi linguistique de
1935 et constituent une étape
irréversible dans la francisation
des tribunaux bruxellois. De plus,
bien loin de résorber l'arriéré, ces
lois y contribueront car les affaires
plaidées à Bruxelles ont souvent
un caractère linguistique mixte.
Ces affaires connaîtront
d'importants retards car les juges
ne seront plus capables
d'interroger des témoins de l'autre
langue; en outre, le recours à
davantage d'interprètes et de
traducteurs entraînera des coûts
supplémentaires.
Cet arrondissement connaît en
effet des problèmes. L'audit
réalisé par le Conseil supérieur de
la magistrature montre que des
erreurs structurelles sont à
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
kleiner wordende groep tweetalige rechters, wat nieuwe vertragingen
tot gevolg heeft.
Er zal een beroep moeten worden gedaan op tolken en vertalingen,
wat op zichzelf al een nadeel is. Dat zal de procedure nog sterk
vertragen en het zal ook meer kosten. De belastingbetaler zal straks
moeten opdraaien voor tolken en vertalingen omdat Franstalige
rechters in Brussel weigeren Nederlands te leren. Ook de
communicatie tussen de magistraten zal niet verbeteren. Magistraten
moeten elkaars uitspraken kunnen lezen en begrijpen; ze moeten
toch wetenschappelijke literatuur kunnen raadplegen in beide talen?
Met voorliggende wetsontwerpen komt er geen kwalitatieve
verbetering van de rechtsbedeling in Brussel tot stand en de
rechtzoekende zal er de dupe van zijn.
Dat er moeilijkheden zijn in het gerechtelijk arrondissement Brussel is
geweten. Het gerechtelijk arrondissement Brussel is het grootste van
het land, zowel het parket als de rechtbank van eerste aanleg van het
gerechtelijk arrondissement Brussel beschikken thans over een kader
van meer dan 100 magistraten en elk meer dan 200 medewerkers.
Dat is binnen de bestaande structuren moeilijk te beheersen.
Daarover is iedereen het eens. De problemen situeren zich
voornamelijk op het vlak van de rechtbank van eerste aanleg, het hof
van beroep in Brussel misschien in mindere mate , de
arbeidsrechtbank en het parket. Er zijn moeilijkheden om de kaders
op te vullen bij gebrek aan voldoende tweetalige magistraten.
Deze ontwerpen zullen tot gevolg hebben dat quasi ongelimiteerd
Franstalige rechters zullen worden benoemd, waardoor het tweetalig
karakter van de rechtbanken en de parketten steeds meer zal worden
beperkt.
Bovendien heeft de doorlichting van het parket van Brussel, die door
de Hoge Raad voor de Justitie werd uitgevoerd, aangetoond dat
zowat alles op het parket misloopt. De organisatie van correctionele
zittingen laat te wensen over. Dit leidt tot een ontzettende verspilling
van personeel en middelen, aangezien gemiddeld slechts 10 op de
30 opgeroepen zaken worden behandeld. In dit parket is er, nog
steeds volgens deze audit, geen strafrechtelijk beleid en wordt de
autonome poilitieafhandeling niet toegepast.
In plaats echter van structurele maatregelen, krijgen we twee
noodmaatregelen die de gestelde problemen niet zullen en niet
kunnen oplossen. Zaterdag, op de Vlaamse Conferentie in het
Vlaams Parlement, sprak mevrouw Geneviève Boliau, de voorzitter
van de Orde van de Vlaamse Balies over de kwalitatieve
rechtspleging. Zij hekelde dat er remedies worden toegediend
vooraleer men de kwaal kent. Er is een analyse gepland van de
werklast en de gerechtelijke achterstand zal in kaart worden
gebracht. Deze resultaten zijn er nog niet; misschien zullen ze er pas
binnen twee jaar zijn, maar ondertussen worden maatregelen
getroffen over een verzwakte talenkennis en eentalige toegevoegde
rechters. Eerst de medicijnen, dan pas de diagnose!
Eentaligheid in Brussel, in een hoofdstad die internationaal op de
tweede plaats komt inzake huisvesting van internationale instellingen,
organisaties, persagentschappen, lobbycentra en dergelijke. Dat is
l'origine d'un gaspillage de
moyens financiers et humains. Du
fait de sa taille, l'arrondissement
est difficile à maîtriser.
L'organisation laisse à désirer et il
n'y a aucune politique pénale. Au
lieu de s'attaquer aux problèmes
structurels, ce projet de loi se
contente de deux mesures
d'urgence.
Vouloir instaurer l'unilinguisme
dans une capitale internationale
témoigne d'étroitesse d'esprit. Le
bilinguisme est incontournable et
constitue un atout pour Bruxelles,
aujourd'hui et demain. L'abandon
du bilinguisme serait une perte
pour la qualité de vie et la société.
Les francophones, avec le soutien
des médias francophones,
réclament depuis des années la
réduction légale du niveau de
difficulté des exigences
linguistiques.
Ce projet de loi vise à permettre
de nommer des juges
francophones le plus rapidement
possible. Le nombre de juges de
complément augmente. Ces
derniers ne doivent pas connaître
l'autre langue nationale, en
l'occurrence le néerlandais. Ils
sont nommés à vie mais
n'obtiennent pas poste à titre
définitif. En compensation, ils
percevront une prime qui pourrait
être considérée comme une sorte
de prime d'unilinguisme. Ne serait-
il pas plus logique que le
gouvernement récompense le
bilinguisme?
Dans l'avis qu'il a rendu à propos
du projet de loi, le Conseil d'Etat
considère que le nombre de
magistrats de complément
unilingues peut être augmenté,
pour autant qu'il s'agisse d'une
mesure temporaire. Celle-ci peut
être adoptée dans l'attente de
mesures structurelles. Le ministre
a lui-même souligné le caractère
temporaire de la mesure. Il
s'agirait d'une période de quatre
ans au terme de laquelle il serait
mis un terme à la nomination de
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
een bewijs van bekrompenheid. Tweetaligheid, echte tweetaligheid,
is een must en een troef. Het risico van die groeiende wettelijk
geïnitieerde eentaligheid, is dat ze zal uitdijen in Brussel: eentalige
magistratuur, eentalige politie, eentalige brandweer, eentalige
verpleegkundigen, en ik kan nog verder citeren. Dit zal de kwaliteit
van het leven en het samenleven in Brussel niet verbeteren.
Vervolgens kom ik tot de wetsontwerpen zelf. Ten eerste, de
vereisten inzake talenkennis worden aangepast. Op de grondige
taalkennis wordt in uitzonderingen voorzien van functionele
taalkennis op twee niveaus.
De wettelijke afzwakking van de taaleisen wordt reeds jaren
gevraagd door Franstalige kringen en zwaar ondersteund door de
Franstalige media. Die eis heeft zijn weerslag gevonden in een
wetsontwerp waarover vandaag zal worden gestemd. Voor de
Brusselse magistraten van wie twee derde de andere taal moet
kennen, wordt een totaal nieuw soort van verzwakt taalkennisniveau
uitgedacht. De verminderde taalkennis is bedoeld om vlug
Franstalige rechters te kunnen benoemen.
Het aantal toegevoegde rechters wordt verhoogd. Dit is opnieuw een
noodmaatregel en geldt alleen voor Brussel. Volgens de minister
moet het zeer groot aantal toegevoegde magistraten geen kennis
hebben van de andere landstaal. De toegevoegde rechters worden
benoemd voor het leven maar hebben geen vaste standplaats. Om
dit ongemak te compenseren krijgen ze een weddetoeslag. Door
deze weddetoeslag te combineren met het buitenspel zetten van de
taalvereiste van de toegevoegde rechters dreigt deze toeslag een
eentaligheidspremie te worden. Dat deze premie tot de hallucinante
situatie leidt dat eentalige toegevoegde rechters een hoger inkomen
zullen genieten dan hun collega's die wel de moeite hebben gedaan
om hun tweetaligheid aan te tonen is de kers op de taart! Mijnheer de
minister, zou het niet wenselijker zijn de tweetaligheid te belonen in
plaats van een premie te geven aan de eentaligheid.
In zijn advies over het wetsontwerp waartegen een belangenconflict
was opgeworpen heeft de Raad van State gesteld dat het aantal
toegevoegde rechters voor het rechtsgebied van het hof van beroep
te Brussel kan worden verhoogd op voorwaarde dat de geplande
maatregelen tijdelijk zijn in afwachting van structurele maatregelen
die het mogelijk maken om de bestaande buitengewone situatie
definitief te beëindigen.
In de Kamercommissie voor de Justitie heeft de minister op zijn beurt
duidelijk het tijdelijk karakter beklemtoond van de maatregel om het
aantal toegevoegde rechters in het rechtsgebied Brussel te verhogen.
Hij kondigde de indiening van een amendement aan dat ertoe zou
strekken de mogelijkheid om de drempel van een achtste van de
magistraten van het rechtsgebied te vervangen door een drempel van
een vierde tot 4 jaar te beperken. Deze overgangsperiode, aldus de
minister, zou toestaan dat structurele maatregelen worden
uitgewerkt. De minister voegde eraan toe dat na afloop van de
periode van 4 jaar geen nieuwe benoemingen meer zouden kunnen
geschieden binnen het verhoogde aantal toegevoegde magistraten
zodat dit aantal op termijn automatisch zou kunnen worden
afgebouwd. De minister heeft echter geen amendement ingediend. Er
is geen amendement. Van de beloofde tijdelijkheid van de maatregel
juges de complément. Pour
garantir ce caractère temporaire,
le ministre aurait dû présenter un
amendement au projet de loi. Mais
il semble à présent n'y avoir
aucune trace de cet amendement.
Qui plus est, tous les partis
francophones siégeant au Conseil
bruxellois ont adopté une
résolution insistant fortement sur
le caractère temporaire de la
mesure.
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
is geen sprake.
Wat de tijdelijkheid betreft, wens ik te verwijzen naar de bespreking in
de Brusselse Hoofdstedelijke Raad over een resolutie, ingediend
door de Franstaligen, met betrekking tot de gerechtelijke achterstand
en de toegevoegde rechters. Al de partijen, Nederlandstaligen en
Franstaligen, hebben de tijdelijkheid van de maatregel verdedigd.
Mevrouw Mouzon van de PS zij weet waarover ze het heeft heeft
de tijdelijkheid vurig verdedigd. In de resolutie van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest staat de tijdelijkheid ingeschreven. Deze
resolutie is ondertekend door al de Franstalige partijen.
13.04 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, une résolution a
effectivement été votée au parlement bruxellois, mais sans le soutien
du CD&V. Nous sommes appelés à voter sur le caractère d'urgence,
temporaire et provisoire des deux mesures qui, au départ, ne devait
pas l'être étant donné que l'idée était de prendre le temps nécessaire
pour mener un débat plus serein permettant de prendre des mesures
structurelles, et non de nommer temporairement des juges de
complément. Pour moi, la temporarité des juges de complément est
fonction de l'arriéré judiciaire. Aussi longtemps qu'il y aura un arriéré
judiciaire, ces juges de complément seront justifiés.
13.04 Karine Lalieux (PS): De
resolutie van het Brusselse
Parlement was enkel bedoeld om
een sereen debat mogelijk te
maken, dat tot meer structurele
maatregelen kan leiden. Zolang
de gerechtelijke achterstand niet
is weggewerkt, zal het inzetten
van toegevoegde rechters
verantwoord en te verantwoorden
zijn.
13.05 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw Lalieux, ik moet u
tegenspreken. De resolutie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
ligt op mijn bank. Als u wilt, kan ik ze halen en voorlezen. Elk betoog
van een Franstalige in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad begint met
"de tijdelijkheid van deze maatregel" of "gezien de tijdelijkheid van" of
"de noodzaak om tijdelijk een oplossing te vinden voor". Dat zou ik
kunnen voorlezen. Alle Franstalige partijen onderstrepen wel degelijk
de tijdelijkheid.
13.05 Simonne Creyf (CD&V): Je
dois vous contredire. Tous les
partis francophones étaient
satisfaits de la solution provisoire!
Je puis vous donner lecture du
texte de la résolution s'il le faut.
De voorzitter: Mevrouw Creyf, de heer Van Parys wenst u kort te onderbreken.
13.06 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ter
ondersteuning van wat collega Simonne Creyf uitstekend heeft
verwoord, wijs ik erop dat de minister van Justitie zelf zich in deze
Kamer schriftelijk heeft geëngageerd dat de maatregel tijdelijk zou
zijn en beperkt tot vier jaar; dat heeft hij uitdrukkelijk gezegd. Hij heeft
zich geëngageerd dat de regering in die zin een amendement zou
indienen, naar aanleiding van de discussie over het belangenconflict.
Op die wijze heeft hij geprobeerd het probleem van het
belangenconflict van zich af te schudden. Hij heeft ons dus duidelijk
met een kluitje in het riet gestuurd. Het is heel belangrijk dat de
minister hier heeft gezegd dat het tijdelijk zal zijn, dat het tot vier jaar
beperkt zal zijn en dat de regering een amendement in die zin zal
indienen. Nu doet hij dat echter niet meer, en waarom? Omdat hij,
wat dat betreft, volkomen voor de Franstaligen. is gezwicht. Hij heeft
dus niet alleen het Parlement in het ootje genomen, maar heeft hier
de Vlaamse belangen volledig en totaal verloochend.
13.06 Tony Van Parys (CD&V):
Le ministre de la Justice s'était
engagé par écrit sur le caractère
provisoire de la mesure et sur une
période de validité maximale de
quatre ans. Le ministre avait
promis un amendement et, de
cette manière, il a pu se mettre à
l'abri d'un conflit d'intérêts. Mais
l'amendement du gouvernement
n'a jamais vu le jour! Le ministre a
trahi les intérêts flamands, il a
cédé face aux francophones et a
mené le Parlement en bateau.
De voorzitter: Mijnheer Van Parys, een korte onderbreking moet mogelijk zijn, maar de zaak moet ook
haar beloop hebben.
13.07 Tony Van Parys (CD&V): (...)
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
De voorzitter: U bent ook minister geweest; indien u toen op alles zou hebben geantwoord... Ik heb dat
vroeger trouwens ook niet gedaan.
13.08 Simonne Creyf (CD&V): Ik wil die vraag naar de tijdelijkheid
zelfs nog versterken. Ook de voorzitter van het Vlaams Parlement, de
heer De Batselier, heeft een brief naar de minister van Justitie
geschreven. Hij heeft daarin gevraagd de maatregel tijdelijk te
maken. Maar ik herhaal: in het wetsontwerp staat niets over een
beperking van de maatregel in de tijd.
Zoals onze collega Mark Eyskens dikwijl heel eloquent heeft gezegd:
niets is blijvender dan een tijdelijke maatregel. De toegevoegde
rechters zullen na verloop van tijd een vaste standplaats hebben, en
na enkele jaren zal worden overgegaan tot een definitieve benoeming
van eentalige rechters bij de Brusselse rechtbanken.
Dat de Nederlandstalige collega's van de meerderheid zoiets
aanvaarden en zullen goedkeuren, is toch ongelooflijk. Ik heb mezelf
reeds suf bevraagd waarom de Nederlandstalige collega's van de
meerderheid dit pikken. Ik denk bijvoorbeeld aan collega Coveliers,
die misschien in een te ver verleden toch een deel van zijn
politieke carrière te danken heeft aan zijn Vlaams-nationale
opstelling. Ik denk ook aan collega Valkeniers, die intussen niet meer
aanwezig is, of aan collega Borginon, die ook niet aanwezig is. Zij
hebben inderdaad een deel van hun politiek succes te danken aan
hun Vlaams-nationale opstelling en aanvaarden nu zoiets. Mijnheer
Coveliers, is het omdat het over Brussel gaat? Is Brussel ver van uw
bed? Laten de Vlaamse meerderheidspartijen Brussel los? Het zou
kortzichtig zijn en bovendien een slecht signaal voor de
rechtsbedeling in het algemeen.
Ik denk dat er echter nog een andere hypothese is. Is er misschien
een koop gesloten? De Franstaligen slikken de wet op de
spijtoptanten en de Vlamingen moeten dan maar de verfransing van
de Brusselse rechtbanken aanvaarden. Mijnheer Coveliers, u lacht,
maar als dat het geval zou zijn, hebben de Vlamingen de zoveelste
knieval voor de Franstaligen gedaan en verliezen de
Nederlandstaligen twee keer.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik vraag mij ook af wat
de reactie in Vlaanderen zal zijn, meer in het bijzonder in Vlaams-
Brabant. Voor Halle-Vilvoorde, dat tot het gerechtelijk arrondissement
Brussel behoort, is er geen goede rechtsbedeling meer. De
rechtzoekende uit Vlaams-Brabant wordt te kort gedaan in een
steeds eentaliger gerechtelijk arrondissement.
Wij hebben een alternatief voor die problemen, namelijk de splitsing
van het gerechtelijk arrondissement.
13.08 Simonne Creyf (CD&V): Le
président du Parlement flamand,
M. De Batselier, a lui aussi
demandé au ministre de ne mettre
cette mesure en oeuvre que
provisoirement. Cette requête
s'est donc révélée vaine.
Comment les choses vont-elles se
passer en réalité? A terme, les
juges de complément se verront
octroyer un poste fixe,
indépendamment de leurs
connaissances linguistiques, et
bénéficieront, en fin de compte,
d'une nomination à titre définitif. Il
est inimaginable que cette
situation soit acceptée par les
collègues néerlandophones de la
majorité comme M. Coveliers, qui,
dans une très large mesure, doit
sa carrière à son profil de
nationaliste flamand ou comme
MM. Valkeniers et Borginon dont
j'attendais un réflexe plus
favorable aux intérêts flamands...
Peut-être est-ce parce qu'il s'agit
de Bruxelles? La majorité
abandonne-t-elle Bruxelles? Un
marché a-t-il été conclu? La
réglementation relative aux
repentis a-t-elle servi de monnaie
d'échange pour un
assouplissement des exigences
linguistiques pour les tribunaux
bruxellois? Qu'advient-il à présent
de Hal-Vilvorde, qui est gravement
lésé, et ce, alors que récemment
encore était déposée une
proposition de loi visant à scinder
l'arrondissement judiciaire, dans le
but, prétendument, d'anticiper ce
nouveau problème?
13.09 Willy Cortois (VLD): Daar bent u nogal laat mee!
13.10 Simonne Creyf (CD&V): Tijdens de bespreking hebben wij het
in de Senaat ingediende wetsvoorstel van Hugo Vandenberghe
ingediend als amendement op het eerste wetsontwerp.
13.11 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
hoor collega Cortois zeggen dat CD&V laat is met haar voorstel tot
13.11 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): La proposition du CD&V
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
splitsing van het gerechtelijk arrondissement. Beter laat dan nooit!
Ondertussen heeft CD&V haar voorstel ingediend.
Mijnheer Cortois, uw partij heeft een gelijkaardig voorstel ingediend
bij de totstandkoming van het Vlaams regeerakkoord. De splitsing
van het gerechtelijk arrondissement staat in dat akkoord! Nu had u de
kans om dat door te voeren, maar u doet dat niet. U hebt CD&V dus
niets te verwijten.
de scinder l'arrondissement
judiciaire est bien tardive.
Monsieur Cortois l'a déjà signalé,
mais quand le VLD a eu l'occasion
de mettre en oeuvre cette scission,
son parti n'en a rien fait non plus.
13.12 Willy Cortois (VLD): We hebben nog een paar jaar de tijd.
13.13 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer Cortois, hebt u
nog een paar jaar de tijd? Hoelang gaat het nog duren? U hanteert
een Griekse kalender!
13.14 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer Cortois, u bent uit Vlaams-
Brabant afkomstig. Het vervolgingsbeleid in Vlaams-Brabant wordt
alsmaar moeilijker. De kenmerken van Brussel en van Vlaams-
Brabant zijn niet dezelfde. Kijk bijvoorbeeld naar de cijfers inzake
criminaliteit of naar de kleine en de grote criminaliteit. De profielen
van Brussel en Vlaams-Brabant groeien uit elkaar. Vlaams-Brabant is
op het ogenblik niet meer bij machte om een eigen, authentiek
vervolgingsbeleid te voeren. U bent burgemeester geweest en u kent
de problemen. Beter dan wie ook moet u weten dat het inderdaad
een probleem is.
De voorzitter: Mevrouw Creyf, het is normaal dat de heer Cortois wenst te onderbreken. U hebt het hem
haast gevraagd.
13.15 Willy Cortois (VLD): Mevrouw Creyf, u kunt misschien
aanvaarden dat ik uw benadering nogal eenzijdig en louter
partijpolitiek vind. Wat mij interesseert, evenals iedereen in Vlaams-
Brabant en iedereen die onder het gerechtelijk arrondissement
Brussel valt, is het volgende. In de eerste plaats is er natuurlijk een
taalprobleem. In de tweede plaats moet er werk van worden gemaakt
dat er recht wordt gesproken, dat de rechtspraak voortleeft.
13.16 Simonne Creyf (CD&V): Absoluut.
13.17 Willy Cortois (VLD): Welnu, dat is op het moment niet het
geval. Dat verhelpen, is onze eerste doelstelling. U spreekt van
ervaring. Welnu, de grote klacht van de mensen, over alle
communautaire problemen heen, luidt dat er momenteel geen recht
wordt gesproken. Inzonderheid is dat een probleem in ons
arrondissement. De cijfers bewijzen dat helaas. Daaraan moeten wij
onmiddellijk iets doen.
Wat de grond van de zaak betreft, kan ik u gedeeltelijk volgen.
13.17 Willy Cortois (VLD):
L'approche de Madame Creyf est
partiale et inspirée par des
considérations politiciennes. Le
problème linguistique est une
chose mais l'arriéré judiciaire en
est une autre au moins aussi
importante. Il faut que la justice
soit rendue, il s'agit d'une priorité
absolue qui dépasse les
problèmes communautaires. La
sécurité est plus importante que la
langue dans laquelle elle est
assurée.
13.18 Tony Van Parys (CD&V): Dat geldt kennelijk alleen voor de
Franstaligen!
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
13.19 Willy Cortois (VLD): Neen, dat geldt niet alleen voor de
Franstaligen. U kunt nagaan hoe de gerechtelijke achterstand
evolueert. Daarbij gaat het niet alleen over Franstaligheid, maar wel
over veiligheid. Daaraan wordt niets gedaan. Dat is volgens ons nu
belangrijk.
13.20 Simonne Creyf (CD&V): (...)
13.21 Geert Bourgeois (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, sta mij toe
even tussenbeide te komen. Ik vind de uiteenzetting van de heer
Cortois zo grotesk dat zij toch een repliek verdient.
Mijnheer Cortois, verontschuldig mij, maar met uw uiteenzetting
bewijst u dat u geen enkel zicht hebt op de oorzaken van de
gerechtelijke achterstand in ons land en voornamelijk in Brussel. Dat
probleem is veel complexer. In Brussel is het kader trouwens volzet.
Als u over een onderwerp tussenbeide komt, probeert u dat dan ten
minste met kennis van zaken te doen. In Brussel is het kader volledig
bezet door de toegevoegde rechters. In Brussel bestaat er trouwens
een vernietigend rapport over de werking van het parket, waarover ik
straks zal spreken.
Al die ideeën gebruikt u. U weet dat alles kunstmatig opgefokt is; er
wordt gepleit; er is een conclusiecultuur; er leeft een cultuur om de
zittingen te verstoren; daar dagvaardt men de minister van Justitie
aan de lopende band zo zegt hij zelf ; dat wordt allemaal gedaan
om de gerechtelijke achterstand op te drijven.
Ten slotte, het viel mij op dat de heer Cortois na zijn uiteenzetting
warm applaus kreeg van het FDF.
13.21 Geert Bourgeois (VU&ID):
L'intervention de Monsieur Cortois
est grotesque. Manifestement, la
cause de l'arriéré judiciaire à
Bruxelles lui échappe
complètement. Le cadre bruxellois
est complet. L'arriéré est produit
artificiellement. Le fait que
Monsieur Cortois recueille les
applaudissements du FDF est
éloquent!
13.22 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik wil kort het woord
voeren. Het gaat om Vlaams-Brabant. Ook Leuven hoort daarbij,
binnenkort misschien nog in belangrijker mate dan vroeger.
Ik wil de heer Cortois bijtreden inzake de cijfers, die ik wel bij mij heb.
Mijnheer Bourgeois, de huidige bezettingsgraad van de rechters in
het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde bedraagt 78, van de
substituten 68%. Op het ogenblik zijn ook niet alle op het kader
voorziene toegevoegde rechters in dienst. Het kader is dus niet
volzet, zoals u stelt.
Ten tweede, ik noem de cijfers van de graad van achterstal. Dit is
heel belangrijk. Vandaag zijn er, alleen al in correctionele zaken en
strafzaken, 3.600 zaken hangende in de Franstalige rol tegenover
309 in de Nederlandstalige rol. Een Nederlandstalige zaak verschijnt
dus in Brussel binnen de twee maanden en voor een Franstalige
zaak duurt dit minstens één jaar.
Mevrouw Creyf, dat wil ook zeggen dat een Vlaming die in Brussel
werkt, winkelt of uitgaat en het slachtoffer wordt van een
geweldmisdrijf in Brussel door een Franstalige, eveneens meer dan
één jaar op zijn recht moet wachten. Omgekeerd, wanneer een
Vlaming de dader zou zijn van een geweldmisdrijf op een Franstalige,
wordt hij binnen de twee maanden veroordeeld. Ook het Vlaamse
belang is in het gemengde arrondissement Brussel dus gediend met
13.22 Stef Goris (VLD): J'étais
bel et bien présent lors de la
discussion des projets en
commission et notre groupe en a
débattu sérieusement. Les chiffres
que j'ai cités sont extraits du
rapport de Monsieur Bourgeois.
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
een snellere afhandeling van de strafzaken op de Franstalige rol.
13.23 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, de
heer Goris bewijst hiermee dat hij het dossier niet zelf in de
commissie heeft behandeld. Dat was de heer Coveliers. Ik heb in de
commissie de cijfers gegeven die ik van de voorzitter van de
rechtbank van eerste aanleg heb gekregen. Die werden niet door de
minister betwist. Er zijn 105 plaatsen bij de rechtbank van eerste
aanleg van Brussel. Door de 21 toegevoegde rechters zijn op dit
moment 104 van de 105 plaatsen bezet. Er is dus geen probleem van
bezetting. Alle plaatsen zijn bezet. Als er achterstand was, wordt die
op dit moment ingelopen. Wat u nu doet, is de poort openzetten voor
tientallen nieuwe eentalige magistraten...
De voorzitter: Mijnheer Laeremans, mijnheer Goris, een onderbreking is een onderbreking en niet een
discours in schijfjes verkopen.
13.24 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter, ten eerste, dit is een
persoonlijk feit. De heer Laeremans betwist mijn aanwezigheid in de
commissie. Ik wens erop te wijzen dat ik tijdens de bespreking in de
commissie wel aanwezig was.
Ten tweede, onze fractie in de commissie heeft hierover wel
geconfereerd.
Ten derde, de cijfers die ik aanhaal, komen uit het verslag dat zojuist
door de heer Bourgeois werd voorgelezen.
De voorzitter: Het woord is opnieuw aan mevrouw Creyf. Mevrouw Creyf, u lokt de onderbrekingen wel
uit.
13.25 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, bedankt voor
het compliment. Ik denk dat deze stevige discussie bewijst dat het
toch over een zeer gevoelige en belangrijke materie gaat. De
Nederlandstalige collega's van de meerderheid moeten zich in allerlei
bochten wringen om te doen aanvaarden dat zij deze wetsontwerpen
zullen goedkeuren.
Ik was tot het CD&V-alternatief gekomen, namelijk de splitsing van
het gerechtelijk arrondissement. Wij kiezen voor een functionele
splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde
met een territoriale splitsing van het parket in, enerzijds, Halle-
Vilvoorde en, anderzijds, Brussel-Hoofdstad en een splitsing per
gemeenschap van de zetel.
(Onderlinge twistgesprekken)
De voorzitter: Collega's, mevrouw Creyf was aan het woord.
13.26 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, men
onderbreekt mij opnieuw en deze keer heb ik het niet uitgelokt.
Ik had het erover dat er voor Vlaams-Brabant een territoriale splitsing
is van het parket in Halle-Vilvoorde, enerzijds, en Brussel-Hoofdstad,
anderzijds, en een splitsing per gemeenschap van de zetel. Mijnheer
Cortois, op deze manier komt er voor Vlaams-Brabant een
beheersbare taalhomogene rechtbank en kan het Nederlandstalig
13.26 Simonne Creyf (CD&V):
Cette discussion prouve que nous
traitons un sujet délicat. La
solution de remplacement
proposée par le CD&V comporte
une scission fonctionnelle de
l'arrondissement de Bruxelles-Hal-
Vilvorde avec une scission
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
parket efficiënter inspelen op de behoefte van het grondgebied Halle-
Vilvoorde. Het tweetalig parket kan zich in de grootstedelijke
problematiek specialiseren.
Deze splitsing vormt een structurele aanpak, iets waar voortdurend
naar gevraagd wordt in deze dossiers, gebaseerd op efficiëntie,
rechtszekerheid en eenvormigheid van het vervolgingsbeleid in
Vlaams-Brabant. De wetsontwerpen waarover we vandaag stemmen
bieden geen structurele oplossingen, integendeel zelfs.
territoriale du parquet pour Hal-
Vilvorde et Bruxelles-capitale, et
une scission du siège par
Communauté. Cette proposition
représente une approche
structurelle fondée sur l'efficacité,
l'uniformité et la sécurité juridique.
Les projets qui sont aujourd'hui
soumis au vote n'offrent quant à
eux aucune approche structurelle.
13.27 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, je remercie tout d'abord M. Bourgeois pour
son rapport fidèle.
Montesquieu, s'adressant au Parlement de Bordeaux en 1725, disait
déjà: "L'injustice ne se trouve pas dans le jugement mais dans le
délai." Ce débat n'est vraiment pas nouveau.
Depuis les travaux de la commission parlementaire Dutroux, les
médias, et à travers eux l'opinion publique, s'inquiètent à juste titre de
certains dysfonctionnements que recèlent les milieux judiciaires. S'il
est un dysfonctionnement qui met en péril les assises de l'Etat de
droit, qui sape la confiance des citoyens en leurs institutions, qui
rompt le pacte social, c'est l'arriéré judiciaire.
Pour que le jugement ait un sens, pour qu'il remplisse sa fonction
d'assurer la paix sociale en réglant les conflits, pour qu'il soit encore
utile aux personnes engagées dans un procès, il importe qu'il soit
rendu dans un délai raisonnable.
En matière civile, l'arriéré peut entraîner des drames humains
désastreux. Pensez aux conflits familiaux, aux litiges entre
particuliers et entreprises ou banques, à ceux qui opposent assurés
et compagnies d'assurances, aux conflits entre locataires et
propriétaires, ...
En matière pénale, l'absence de réaction ou la réaction tardive face à
certaines formes de délinquances dont certains partis sont très
soucieux entraîne un sentiment d'incompréhension et de frustration
chez la victime, un sentiment d'impunité chez l'auteur et la perte de
sens de la sanction.
Enfin, l'arriéré judiciaire et ses effets nuisibles conduisent
insidieusement à de mauvaises solutions telles que le recours
anormalement long et abusif à la détention préventive, les
procédures accélérées qui dégénèrent souvent en procédures
bâclées, l'autodéfense ou encore le fait de faire justice soi-même.
La réalité de l'arriéré judiciaire est très différente suivant les
arrondissements et les types de juridictions. La situation à Bruxelles
est à cet égard tout à fait spécifique. Une attention particulière doit
donc lui être réservée car cette réalité engendre aujourd'hui une
discrimination inacceptable entre les justiciables.
Les causes de l'arriéré ont été maintes fois circonscrites: manque de
moyens, effectifs insuffisants, parfois manque de volonté des acteurs
judiciaires et comportements dilatoires et procéduriers de certains
13.27 Karine Lalieux (PS): Is het
nodig Montesquieu in herinnering
te brengen? Om zinvol te zijn
moet een vonnis binnen een
redelijke termijn worden geveld. In
burgerrechtelijke zaken kan de
gerechtelijke achterstand
menselijke drama's veroorzaken.
In strafzaken lokt de achterstand
onbegrip en frustratie uit bij het
slachtoffer, de dader krijgt een
gevoel van straffeloosheid en de
opgelegde straf verliest haar
betekenis. Ten slotte leidt die
achterstand bijna ongemerkt tot
slechte oplossingen zoals een
ongewoon lange voorhechtenis,
snelrecht dat uitmondt in
knoeiwerk, mensen die hun eigen
verdediging opnemen enz.
De gerechtelijke achterstand
verschilt sterk van arrondissement
tot arrondissement en volgens het
type rechtbank. De toestand in
Brussel verdient bijzondere
aandacht.
De toename van het aantal
geschillen speelt een belangrijke
rol bij het tot stand komen van de
gerechtelijke achterstand. Er
werden in dat verband al
hoopgevende maatregelen
genomen.
Bij de zetel en het parket in
Brussel is een derde van het
Franstalig kader niet opgevuld. Er
moeten dringend maatregelen
worden genomen. De twee
wetsontwerpen die we vandaag
bespreken vormen een positief
signaal.
De PS houdt vast aan het principe
dat een rechter moet zetelen in de
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
avocats, mais aussi et surtout, l'augmentation considérable du
nombre de litiges portés devant les juridictions.
Notre société ne sait plus aujourd'hui comment résoudre ses conflits
sans recourir à un juge.
Des remèdes ont été proposés et des efforts accomplis. Des résultats
encourageants, voire remarquables ont été enregistrés dans certains
arrondissement judiciaires en dehors de celui de Bruxelles, ce qui
tend à démontrer que l'arriéré n'est pas une fatalité.
Nous connaissons la situation particulière au siège et au parquet de
Bruxelles. Contrairement à ce qu'avance M. Laeremans, il y a 1/3
d'effectifs manquants tant au parquet qu'au siège, du moins pour ce
qui concerne les effectifs francophones.
Chers collègues, aucune administration, aucun service public ne
pourrait fonctionner avec une telle carence récurrente en effectifs.
La conséquence inéluctable est évidemment un accroissement de
l'arriéré judiciaire et pour rappel, monsieur le président de la
commission de la Justice, je ne parle pas de la lenteur de la mise en
état mais bien du délai anormalement long entre le moment où une
affaire est prête à être plaidée et celui où elle est effectivement fixée
à une audience pour plaidoirie et obtention d'une décision.
Les derniers chiffres reçus par le président du tribunal de première
instance sont éloquents:
- au civil, 2.709 affaires francophones en état sur la liste d'attente,
soit 767 audiences, pour 205 affaires du côté néerlandophone;
- en section correctionnelle, 3.590 affaires pendantes remises en mai
2003 au plus tôt, pour 309 affaires du côté néerlandophone.
Il en va de même pour le tribunal de la jeunesse où le président du
tribunal de première instance réclame un minimum de quatre juges
francophones de la jeunesse.
Au vu de la gravité de la situation, des mesures urgentes s'imposent
afin de résorber cet arriéré judiciaire bruxellois.
Dans cette perspective, les deux projets de loi dont nous discutons, à
savoir, d'une part, l'augmentation du nombre de magistrats de
complément pour le ressort de la cour d'appel de Bruxelles et, d'autre
part, l'adaptation de l'examen linguistique suivant la fonction exercée
par les magistrats et son organisation par le SELOR sont
évidemment des signaux très positifs.
En ce qui concerne l'emploi des langues, le Parti socialiste est et
restera bien évidemment attaché au principe selon lequel un juge doit
siéger dans la langue de son diplôme, comme l'a d'ailleurs très
justement rappelé le ministre lors de nos débats en commission de la
Justice.
Sans vouloir pour autant heurter mes collègues néerlandophones,
j'aimerais, chiffres à l'appui, mettre fin à un préjugé tenace
concernant le bilinguisme des uns et des autres, même si
actuellement, je vous l'accorde, les bilingues légaux
néerlandophones sont majoritaires dans l'arrondissement judiciaire
taal van zijn diploma.
Ik onderstreep dat het algemene
slaagcijfer voor de taalexamens
laag is dat blijkt uit de resultaten.
Dat betekent dat het taalexamen
als zodanig een probleem vormt
voor alle magistraten, ongeacht
hun taalrol. Uit de cijfers blijkt
eveneens dat er in Brussel te
weinig kandidaten zijn.
Dank zij het vereenvoudigde
taalexamen zal de formatie
wellicht kunnen worden opgevuld.
De belangen van de
rechtzoekenden worden daardoor
geenszins geschaad. Maar
geloven of de mensen doen
geloven dat de gerechtelijke
achterstand met deze ene
hervorming geheel zal worden
weggewerkt, is een illusie.
Het tekort aan magistraten bij de
rechtbank en het parket van
eerste aanleg zal althans
gedeeltelijk snel, zij het
voorlopig, kunnen worden
verholpen door de verhoging van
het aantal toegevoegde rechters
bij het Hof van beroep te Brussel.
Het laatste ontwerp moet zo snel
mogelijk ten uitvoer worden
gelegd. Een en ander liep
aanzienlijke vertraging op.
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
de Bruxelles. En effet, lors de l'examen linguistique réalisé en 2001, il
y avait 18 candidats francophones pour 38 places à pourvoir, parmi
lesquels seuls cinq ont réussi les deux épreuves, alors qu'il y avait 27
candidats néerlandophones pour douze places à pourvoir, parmi
lesquels seuls quatre ont réussi les deux épreuves linguistiques.
A mes yeux, le faible taux de réussite global démontre que c'est
l'examen linguistique tel que conçu qui pose problème plutôt que la
connaissance effective de la langue. Ceci est valable pour l'ensemble
des magistrats, quelle que soit leur origine linguistique.
Ces chiffres démontrent également la pénurie de candidats pour
Bruxelles. En effet, la majorité d'entre eux préfère postuler pour des
arrondissements unilingues, présentant un arriéré moindre et de
meilleures conditions de travail.
Cet examen linguistique simplifié correspond cependant aux besoins
fonctionnels de la pratique judiciaire et, ainsi, aux besoins du
justiciable. Dès lors, on peut s'attendre à ce que cet examen motive
nos magistrats et futurs magistrats découragés par ce faible taux de
réussite et permette pour le futur de remplir en partie les cadres.
Précisons que ce futur examen linguistique ne lèse en rien les
intérêts des justiciables, qu'ils soient francophones ou
néerlandophones.
Monsieur le ministre, il est également illusoire de croire ou de faire
croire que cette seule réforme permettra de résoudre tous les
problèmes de l'arrondissement judiciaire de Bruxelles.
Par ailleurs, l'augmentation du nombre de magistrats de complément
à la cour d'appel de Bruxelles permettra, du moins partiellement, de
remédier rapidement, légalement et provisoirement au manque de
magistrats au sein du tribunal de première instance de Bruxelles et
de son parquet.
Ce dernier projet, ayant pris un retard considérable, doit être mis en
oeuvre le plus rapidement possible. En effet, il a été décidé en
Conseil des ministres le 17 mars 2000. M. le ministre l'a retiré
d'initiative et redéposé en juin 2001. Mis à l'ordre du jour de la
commission de la Justice à la rentrée, le parlement flamand a voté
une motion de conflit d'intérêt.
Il aura fallu attendre deux ans et trois mois. En juillet 1999, le
gouvernement fédéral s'exprimait déjà en ces termes dans sa
déclaration: "L'arriéré judiciaire provoque des drames humains". Sur
une période de deux ans et trois mois, il y a eu bon nombre de
drames humains et de justiciables mal traités à Bruxelles. Je crains
qu'il y en aura encore beaucoup avant que ces deux projets portent
leurs fruits. Il y a donc urgence.
13.28 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame,
n'oubliez pas que j'ai demandé à un certain moment l'urgence.
Malheureusement, à ce moment-là, vous étiez absente.
13.28 Minister Marc Verwilghen:
Toen ik de urgentie vroeg voor de
bepalingen inzake het taalexamen
kon ik niet op uw steun rekenen.
13.29 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, je parle des juges
de complément et pas de l'examen linguistique. Quant à l'urgence,
13.29 Karine Lalieux (PS): Ik heb
het niet over het taalexamen,
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
souvenez-vous, M. Coveliers et moi-même étions les seuls à nous
être levés. Dès lors, je n'ai pas de leçon à recevoir.
Cela dit, je terminerai mon intervention en vous disant, comme je l'ai
d'ailleurs déjà dit en commission, que ce qui nous fait cruellement
défaut, aujourd'hui, ce sont des données objectives, standardisées et
comparables tant sur l'arriéré judiciaire que sur la charge du travail.
Cette problématique d'évaluation de la charge du travail fait d'ailleurs
l'objet de nombreux débats.
C'est pour toutes ces raisons qu'il est indispensable et urgent
d'évaluer de manière objective et indépendante la nature de l'ampleur
de l'arriéré judiciaire, la charge du travail et le volume des affaires à
traiter en français et en néerlandais pour ce qui concerne
l'arrondissement de Bruxelles.
Ce travail est indispensable parce que les deux projets précités ne
peuvent à eux seuls constituer une solution durable.
Cette évaluation objective permettrait, au terme d'un débat serein et
respectueux de l'intérêt de tous les justiciables, d'élaborer des
solutions structurelles et d'adapter le cadre du personnel.
Notre objectif à moyen terme, objectif qui devrait d'ailleurs être
partagé par tous ceux qu veulent une justice correcte pour nos
justiciable, rendant un service public digne de ce nom, est d'apporter
des mesures structurelles et durables afin de juguler l'arriéré
judiciaire et surtout de ne pas en créer un nouveau Il y va de l'intérêt
de tous les justiciables quelle que soit leur appartenance linguistique.
maar over de toegevoegde
magistraten.
Ik besluit. Omdat we niet over
objectieve, gestandaardiseerde en
vergelijkbare gegevens
beschikken, moeten we dringend
werk maken van een evaluatie
van de aard en de omvang van de
gerechtelijke achterstand, de
werkdruk en het aantal zaken aan
Nederlandstalige en aan
Franstalige kant, vooral dan in
Brussel.
De twee hoger genoemde
ontwerpen kunnen niet voor een
blijvende oplossing zorgen. Via
een objectieve evaluatie zouden
we structurele oplossingen
kunnen uitwerken en kunnen
zorgen voor een
personeelsaanpassing, om zo de
gerechtelijke achterstand op
middellange termijn te bedwingen
en, bovenal, om ervoor te zorgen
dat er geen nieuwe achterstand
ontstaat.
13.30 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, waarde collega's, ongetwijfeld zullen de
Vlaamse meerderheidspartijen hard hun best doen om het debat van
vandaag voor te stellen als een akkefietje, als een beperkte discussie
over een paar pietluttige aanpassingen om het leven in Brussel wat
aangenamer te maken, om de goede rechtsbedeling te bevorderen
en om alle betrokkenen tevreden te stellen. In werkelijkheid vinden
wij in deze wetsontwerpen de combinatie weer van de allerslechtste
karaktertrekken die deze regering, deze paars-groene meerderheid al
drie jaar kenmerkt. Het gaat hier om de verkeerde oplossingen voor
de verkeerde problemen: manipulatie van de feiten, verkrachting van
de bestaande taalwetgeving en incivisme. Het is een verhaal van
woordbreuk en extreem cynisme bij de Vlaamse
meerderheidspartijen. Het gaat vooral weer eens om eenzijdige,
buitensporige en extreme toegevingen aan de Franstaligen en om
een definitieve blokkering van rechtmatige Vlaamse verzuchtingen.
Kortom, het gaat om de perfecte illustratie van het absolute anti-
Vlaamse beleid, het absolute wanbeleid van de regering-Verhofstadt-
Michel. Ik verklaar mij nader.
Ten eerste, de versoepeling van de taalexamens als verkeerde
oplossing voor valse problemen. Het simpele verhaal van de
Franstaligen gaat als volgt. Er is veel gerechtelijke achterstand bij de
Franstalige kamers in Brussel. Dit is het gevolg van een tekort aan
magistraten. Dat is dan weer het gevolg van de veel te stringente
taalwetgeving, van de veel te moeilijke taalexamens. De Vlaamse
meerderheidspartijen voegen er in al hun onvertrouwdheid met het
dossier aan toe dat die examens ook voor de Vlamingen moeilijk zijn
13.30 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Les partis de la majorité
s'efforceront sans nul doute de
faire passer ce débat pour une
peccadille. En réalité, ce projet de
loi porte en lui les caractéristiques
les plus détestables du
gouvernement arc-en-ciel. Ce
texte vient couronner la politique
anti-flamande et, plus
généralement, la non-politique du
gouvernement actuel.
La simplification des examens
linguistiques constitue une
solution erronée à un faux
problème. Faisant leur le
raisonnement simpliste des
francophones qui estiment que
l'arriéré des chambres
francophones de Bruxelles
s'explique par une pénurie de
magistrats, elle-même due à
l'excessive complexité des
examens linguistiques, les partis
de la majorité accèdent
servilement aux exigences des
francophones, sans connaître
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
en dat de Franstaligen dus gelijk hebben. Zij voeren dus met de
slaafse horigheid die hen eigen is uit wat de Franstaligen bevelen.
Wat de gerechtelijke achterstand betreft, die is inderdaad groter aan
Franstalige kant dan aan Nederlandstalige kant. Dat geldt echter
alleen als we naar de actuele cijfers kijken die het gevolg zijn van een
tijdelijk tekort aan rechters uit het verleden. Als we in de commissie
vragen naar de evolutie van die achterstand tijdens de voorbije jaren,
dan krijgen we geen antwoord. Terwijl Justitie in alle dossiers waar
een wettelijk ingrijpen gevraagd wordt of waar bijkomende middelen
en mensen gevraagd worden scrupuleus nagaat of dit wel
verantwoord is, wil men hier geen ernstig overzicht geven van de
evolutie van die achterstand. Daar is natuurlijk een reden voor.
Zo komen we tot onze tweede vaststelling. Het tekort aan Franstalige
rechters bestaat niet meer, het is voltooid verleden tijd. De
Franstalige pers heeft jarenlang geschreven dat het toch een
schande is dat er wegens gebrek aan rechters Franstalige kamers
leeg staan. Vandaag is het kader volzet. Het is de voorzitter van de
rechtbank van eerste aanleg zelf die het voor mij op papier heeft
gezet. De minister heeft die cijfers niet kunnen tegenspreken. Er is
een kader van 105 magistraten en in de praktijk zijn 104 van deze
plaatsen bezet, mede natuurlijk door de 21 toegevoegde magistraten
op basis van de bestaande wetgeving. Er is dus geen acuut
probleem, ook niet bij de arbeidsrechtbank of bij de rechtbank van
koophandel. Wanneer wij echter voorstellen om de voorzitters van
deze rechtbanken te horen en te vragen op welke wijze zij met het
huidige potentieel aan rechters de achterstand kunnen wegwerken,
dan wordt dit botweg geweigerd.
Een discussie ten gronde over de kern van de zaak mocht niet
worden gevoerd.
Ten derde, er is ook het verhaal van de taalexamens die zogezegd
onmogelijk zwaar zouden zijn voor zowel de Franstaligen als de
Nederlandstaligen. Wij zullen dit debat vandaag niet helemaal
overdoen. Wij zullen ook niet beweren dat er zich geen enkel
probleem heeft voorgedaan. Zeker is in elk geval dat heeft onder
meer professor Frans De Pauw voldoende aangetoond dat
daarrond bijzonder veel fabeltjes werden geweven en dat de
examens doorgaans een stuk moeilijker waren voor de
Nederlandstalige dan voor de Franstalige kandidaten.
Toch zijn hier opnieuw de naakte cijfers van de voorzitters van de
rechtbanken. Van de 52 Nederlandstalige rechters bij de rechtbank
van eerste aanleg, de rechtbank van koophandel en de
arbeidsrechtbank zijn er maar liefst 48 die het examen Frans hebben
afgelegd, of zowat 92%. Van de 77 Franstalige rechters zijn er amper
34, of nog geen 45%, geslaagd voor het examen Nederlands, hoewel
volgens de wet niet minder dan twee derde van alle rechters het
bewijs van taalkennis moet leveren. Het gaat in essentie om een
Franstalig probleem dat het gevolg is van een jarenlange onwil van
de Franstalige ministers van Justitie om de wet na te leven in
combinatie met een algemeen misprijzen dat in bepaalde kringen nog
steeds bestaat voor het Nederlands. Het gevolg daarvan is een
bedroevend, armtierig laag onderwijsniveau op het vlak van de
tweede taal als het al de tweede taal is in het Franstalig
onderwijs.
réellement le dossier.
Le département de la Justice se
refuse à révéler les chiffres relatifs
à l'évolution récente de l'arriéré
des dossiers et à la pénurie des
magistrats francophones à
Bruxelles. Pourquoi ce refus?
Parce qu'il n'est tout simplement
plus question de pénurie de juges
francophones, ce que le président
du tribunal de première instance a
confirmé, noir sur blanc: 104
places sur 105 sont occupées, ces
chiffres englobant les juges de
complément. Le ministre de la
Justice n'a pu démentir ces
chiffres. La demande légitime
visant à entendre le dit président
est rejetée.
Les rumeurs les plus absurdes
circulent à propos des examens
linguistiques prétendument
impossibles à réussir. Soulignons
du reste que le niveau de difficulté
est généralement bien plus élevé
pour les néerlandophones. Alors
que 48 des 52 magistrats
néerlandophones du tribunal de
première instance, du tribunal de
commerce et du tribunal du travail
de Bruxelles ont réussi l'examen
linguistique, seulement 34 des 77
magistrats francophones y ont
satisfait.
Le problème réside principalement
dans la mauvaise volonté des
francophones. Pendant des
années, les ministres de la Justice
francophones ont refusé de
respecter la loi. Par ailleurs,
certains milieux affichent toujours
un mépris du néerlandais qui se
traduit notamment par la
médiocrité de l'enseignement de
la deuxième langue nationale en
Belgique francophone. Et voilà
que cette tendance est même
récompensée!
La pénurie de magistrats du
parquet à Bruxelles est
principalement due à la situation
intolérable dans laquelle se trouve
ce parquet. Nul besoin d'une
machine à remonter le temps pour
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
Wanneer we vandaag eenzijdig toegeven aan de eisen van de
Franstaligen om het peil van de examens voor de overgrote
meerderheid van de magistraten drastisch te verlagen dan wordt
deze schromelijke verwaarlozing van het Nederlands beloond. Dit is
het signaal geven aan het Franstalig onderwijs dat het rustig verder
mag knoeien, dat het allemaal zo ernstig niet is.
Toch blijft men zeggen dat het probleem zich ook aan
Nederlandstalige kant situeert, want zo zegt men er zijn te weinig
Nederlandstalige parketmagistraten. Ook dit is een drogreden, want
het tekort aan kandidaat-parketmagistraten in Brussel heeft niets te
maken met de taalwetgeving maar wel met de schabouwelijke
mistoestanden waarvoor de meeste jonge mensen die in de
magistratuur willen gaan feestelijk bedanken. Wie kennis wil maken
met de negentiende eeuw die heeft geen teletijdmachine nodig. Die
persoon moet gewoon even afstappen bij het Brusselse parket. Het
parket van Dejemeppe kampt immers niet alleen met de typische
verwaarlozing van het openbaar ministerie zoals we die overal
vaststellen veel te weinig administratieve ondersteuning, te weinig
middelen, zwakke informatisering , maar ook met een slechte
behuizing en een archi-slechte, chaotische leiding. Ik heb reeds
herhaaldelijk gezegd dat dit gedeeltelijk te wijten is aan de
onbekwame Dejemeppe, maar tegelijk dat het niet alleen zijn schuld
is. Dit parket is door zijn omvang gewoon onbeheersbaar. De enige
oplossing om daaraan een einde te maken, is de territoriale splitsing
met aparte parketten voor Brussel en Halle-Vilvoorde. Dit mag
evenwel niet van de Franstaligen en dus blijft men maar
aanmodderen, blijft de demotivatie aanwezig en blijft het aanvragen
regenen om dit mastodontparket te mogen verlaten. Versoepelde
taalexamens zullen hier geen zoden aan de dijk zetten, want wie
vandaag bij het Brusselse parket wil gaan werken is ofwel een gek,
ofwel een held. Zeker die laatsten lopen niet al te dik gezaaid.
Het probleem van de taalexamens is in eerste instantie een
Franstalig probleem waarvan ook de oorzaak bij de Franstaligen zelf
ligt. Zoals gebruikelijk schreeuwen zij het hardst, kloppen zij in een
verenigd offensief van advocaten, pers en politici deze problemen
buiten alle proporties op, manipuleren zij de feiten en slagen zij er
uiteindelijk in dankzij de welwillende collaboratie van VLD, SP.A en
Agalev dat volstrekt eenzijdig aan hun eisen wordt
tegemoetgekomen. Zij krijgen het bovendien voor mekaar dat
ondertussen niets wordt gedaan aan de talrijke andere problemen
van het Brusselse gerecht. Er is om te beginnen de gerechtelijke
achterstand. In plaats van eindelijk een instrument op poten te zetten
dat die achterstand op een strenge en vooral eenvormige wijze kan
meten en pas dan conclusies te trekken naar het personeel wordt dit
probleem op de lange baan geschoven en kan de Brusselse
rechtbank meteen volgestouwd worden met magistraten in overtal.
Er is de achterstand bij het Hof van Cassatie aan Nederlandstalige
kant en bijgevolg de veel langere wachttijden voor Vlamingen, en
zelfs de behandeling van Nederlandstalige dossiers door
Nederlandsonkundige magistraten. Maar daar mag niets aan worden
gedaan, want er mag nu eenmaal niet worden getornd aan de heilige,
alleszaligmakende pariteit bij het Hof van Cassatie. Wanneer wij daar
in de commissie vragen over stellen, blijft het antwoord uit, dan wordt
er gewoon gezegd dat dit debat niet aan de orde van de dag is.
revenir au 19ème siècle: il suffit de
se rendre au parquet bruxellois!
Des problèmes se posent sur le
plan des bâtiments, de la direction
et de l'infrastructure. Le travail du
parquet est devenu ingérable. Les
manquements de la direction
dépassent l'entendement. Une
véritable solution consisterait à
scinder l'arrondissement judiciaire
mais les francophones ne veulent
pas en entendre parler. Quoi qu'il
en soit, la simplification des
examens linguistiques ne
résoudra rien: travailler au parquet
bruxellois relève soit de la folie,
soit de l'héroïsme.
Entre-temps, on ne s'attaque pas
aux véritables problèmes
auxquels la justice bruxelloise est
confrontée. La question de
l'arriéré judiciaire est renvoyée
aux calendes grecques. Il est
impossible de résorber l'arriéré de
la chambre néerlandophone de la
Cour de cassation en raison de la
sacro-sainte parité. Les juges
francophones unilingues de
Bruxelles-Hal-Vilvorde ne doivent
même pas posséder une
connaissance passive du
néerlandais. Les primes
linguistiques ne sont pas
octroyées. En outre, le fait que la
majorité des magistrats bilingues,
lesquels doivent pourvoir les deux
tiers du cadre, sont
néerlandophones a pour effet
pervers que, pour l'instant, aucun
magistrat néerlandophone
unilingue ne peut être nommé à
Bruxelles alors que la plupart des
magistrats francophones sont,
eux, unilingues.
Dans la résolution du Parlement
flamand, adoptée par le VLD, le
SP.A et Agalev, la scission
horizontale de l'arrondissement
judiciaire est considérée comme
une priorité. Et voilà qu'à présent
ces partis renoncent à leur
revendication. La création de deux
tribunaux unilingues constituerait
cependant un allègement pour de
nombreux bourgmestres de cet
arrondissement en proie à de
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
Er is het probleem van de interne communicatie bij de Brusselse
rechtbank waar de Nederlandstalige magistraten op vergaderingen
zich altijd weer moeten aanpassen en Frans spreken, omdat al te
veel Franstalige collega's hen gewoon niet verstaan. In de rechtbank
van Brussel-Halle-Vilvoorde lopen er anno 2002 nog altijd massa's
magistraten rond die niet eens een elementaire kennis van het
Nederlands hebben, die niet eens een doodgewone conversatie
kunnen volgen, een vonnis van hun eigen rechtbank kunnen lezen of
Nederlandstalige artikels kunnen lezen. De Nederlandstalige rechters
zelf vragen dat de afzwakking van de taalexamens minstens ten dele
zou worden gecompenseerd door van alle nieuwe rechters een
elementaire, een minimale receptieve kennis van de andere landstaal
te eisen. Maar zelfs deze redelijke vraag is er teveel aan:
amendementen in die zin werden ook door de Vlaamse
meerderheidspartijen afgewezen.
Er is het probleem van de taalpremie. Ook daar zijn de Vlamingen
vragende partij, maar ook daar komt er geen genoegdoening. De
minister zelf erkent dat zij het eigenlijk wel verdienen, de magistraten
die het bewijs leveren van hun kennis van de andere taal, maar zegt
dat dit nu niet aan de orde is. Anders gezegd, al drie jaar lang heeft
hij de moed niet gehad om het hiervoor noodzakelijke budget af te
dwingen.
Er is het probleem van de oneerlijke verdeling van de taalvereisten
binnen de taalgroepen. Twee derde van de magistraten moet een
taalbrevet hebben, maar in de praktijk ik heb de cijfers zojuist nog
gegeven zijn het de Vlamingen die het gros van de brevetten
leveren. Dit heeft als pervers gevolg dat er vandaag geen enkele
eentalige Vlaming kan worden benoemd bij de rechtbank, terwijl bij
de Franstaligen meer dan de helft van de rechters eentalig is. Het
paradoxale is dat precies de Vlamingen meer redenen hebben om
eentalige magistraten naar voor te schuiven omdat Halle-Vilvoorde
een eentalig Nederlandstalig gebied is. Mocht dit een apart
arrondissement vormen, dan zou er voor de meeste magistraten
gewoon geen taalvereiste meer bestaan.
Daarmee zijn we dan aan het laatste probleem dat onopgelost blijft,
dat van het unitair gerechtelijk arrondissement. VLD, SP.A en Agalev
zetten in hun Vlaams regeerakkoord dat de splitsing van de
Brusselse rechtbank op horizontale basis, naar het model van de
balie, voor hen een prioriteit is. Wat doen die partijen als zij op het
federale niveau eindelijk de kans krijgen om die eis te realiseren? Zij
laten die Vlaamse eis vallen, zij stemmen met uitgestreken gelaat
tegen de amendementen van de oppositie om die splitsing te
realiseren. Het was nochtans het uitgelezen moment. De
Franstaligen willen de afschaffing van de tweetaligheid? Goed, had u
moeten zeggen, maar dan eist de logica dat wij naar twee eentalige
rechtbanken gaan en naar een opsplitsing van het parket. Dan was u
eindelijk ook tegemoet gekomen aan de verzuchtingen van de
tientallen burgemeesters uit Halle-Vilvoorde, mijnheer Cortois, die
steen en been klagen over de Nederlandsonkundige
parketmagistraten en over de stiefmoederlijke behandeling van deze
regio door procureur Dejemeppe. Wat doet men in de praktijk? Alleen
aan het opgeklopte probleem van de Franstaligen wordt tegemoet
gekomen en de Vlaamse verzuchtingen worden op de schroothoop
geveegd. Voor een keer dat de Franstaligen vragende partij waren en
réelles difficultés. Vous rejetez les
doléances de ces derniers et
refusez d'accéder à la moindre
demande des magistrats.
À cela vient encore s'ajouter la
saga des juges de complément.
Les examens linguistiques ont
déjà été assouplis pour les juges
et les magistrats, mais comme
cela ne suffit pas, on s'empresse
de créer un ensemble de postes
supplémentaires pour des
magistrats francophones
unilingues. Le second projet
neutralise donc immédiatement le
premier.
Cette loi poursuit des pratiques
mises en oeuvre depuis toujours:
des magistrats unilingues peuvent
être nommés à Bruxelles sans
restriction, au mépris de la loi
linguistique ou de la jurisprudence
du Conseil d'État.
Pour cette manoeuvre habile, le
ministre a recours à l'un des
points faibles du CD&V, qui avait
en effet établi, par la voix de M.
De Clerck, ministre de la Justice
de l'époque, et actuellement
président du parti, que les
magistrats de complément ne
ressortissaient pas à la loi
linguistique. L'honnêteté nous
impose toutefois de préciser qu'il
existe bien une différence avec la
situation d'alors: les juges de
complément étaient destinés à
faire partie d'un contingent limité
de juges flexibles pour les
situations d'urgence, qui
pouvaient voyager d'un parquet à
l'autre. Aujourd'hui, nous avons
affaire à pas moins de 84 juges de
complément, qui seront presque
uniquement affectés à Bruxelles.
Pis encore: les juges unilingues se
voient attribuer une prime
d'encouragement alors que les
juges bilingues se retrouvent gros-
jean comme devant!
Le ministre aura beau jurer que
tout cela est provisoire, même un
enfant vous dira que les
magistrats sont nommés à vie. Du
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
u zich in een gunstige onderhandelingspositie bevond, hebt u op een
laffe manier geweigerd om zelfs maar de kleinste vraag van uw eigen
magistraten, van uw eigen advocaten, van uw eigen burgemeesters
en gemeenteraadsleden tegemoet te treden. Het is gewoon
beschamend!
En alsof dat nog niet erg genoeg is, komt daar nog het hele verhaal
bij van de tientallen toegevoegde magistraten. Wat hier gebeurt, is
onvoorstelbaar hypocriet. Enerzijds wordt een wetsontwerp
goedgekeurd waarmee de taalexamens drastisch worden versoepeld
en waarmee uitdrukkelijk de verwachting wordt gewekt dat er een pak
nieuwe magistraten met kennis van het Nederlands benoemd zullen
worden. Anderzijds wordt gezegd: "Hebt u nog altijd geen zin om mee
te doen aan het versoepelde examen, dat geeft niet, hoor. We
creëren hier op een wip en een sprong 25 nieuwe plaatsen voor
rechters en 17 nieuwe plaatsen voor parketmagistraten waarbij u
helemaal geen inspanningen moet leveren om Nederlands te leren".
Tientallen volstrekt eentalig Franstalige kandidaat-magistraten mogen
op die manier binnenwandelen. Het is zoals de winkelier die zijn
verzekeraar wil oplichten. Nadat hij tot zijn genoegen had vastgesteld
al 17 keer te zijn bestolen en door zijn verzekeraar verplicht werd een
slot te plaatsen op zijn voordeur, hangt hij nu tegelijk een affiche aan
de voordeur met de boodschap dat de poort aan de achterkant
wagenwijd wordt opengezet. Ik durf te vermoeden dat een
meerderheid nooit eerder op dezelfde dag dat ze een wetsontwerp
goedkeurde, zo flagrant en zo openlijk datzelfde wetsontwerp heeft
ondergraven en ondermijnd, zo openlijk en zo duidelijk heeft laten
blijken dat haar eigen wet in de praktijk nauwelijks zal worden
toegepast, omdat ze meteen zal worden uitgehold door een andere
wet die op hetzelfde moment is goedgekeurd.
De wet op de toegevoegde rechters komt er in werkelijkheid op neer
dat men doodgewoon opnieuw vervalt in de oude praktijk zoals die
bestond onder de Franstalige ministers Moureaux, Gol en Wathelet,
met name dat eentaligen onbeperkt kunnen worden benoemd in de
Brusselse rechtbank en dat de taalwet, ondanks haar zeer duidelijke
inhoud die stelt dat twee derde van alle magistraten het taalbewijs
moet leveren, en ondanks de rechtspraak van de Raad van State,
naar hartelust kan worden verkracht. Het incivisme van vroeger wordt
vandaag niet alleen beloond, het wordt opnieuw ingevoerd.
Minister Verwilghen maakt hierbij vanzelfsprekend gebruik van de
zwakke flank van CD&V, omdat die partij destijds onder Stefaan De
Clerck het systeem van de toegevoegde rechters heeft opgestart en
daarbij jammerlijk heeft toegegeven dat die magistraten buiten de
taalwetgeving vallen. CD&V zit hierdoor vandaag met een probleem,
want zij moet nu het tegenovergestelde beweren van wat haar
huidige voorzitter vier jaar geleden heeft beweerd. (...) Collega Creyf,
het is voldoende in de commissie aangehaald: destijds heeft Stefaan
De Clerck beweerd dat die magistraten buiten de taalwet vallen. Het
is nu eenmaal zo gezegd.
Maar er is een verschil, en dat strekt u tot eer. De toegevoegde
rechters van toen waren bedoeld om flexibele
ondersteuningsmagistraten te leveren, die zouden pendelen binnen
elk hof van Beroep en zouden inspringen in noodsituaties,
bijvoorbeeld wanneer zwangere rechters vervangen moeten worden.
Daarom was hun aantal beperkt. Vandaag is het hek van de dam.
reste, qui peut dire qui sera
ministre dans un an? Pas vous
j'espère car on ne peut vous faire
confiance. Un document signé,
comportant l'engagement de
présenter un amendement du
gouvernement limitant l'opération
dans le temps, s'est avéré avoir
disparu. Il n'avait plus de raison
d'être! Vous aviez également
adopté un ton matamoresque à
propos de la loi relative à la
procédure d'acquisition rapide de
la nationalité belge et du droit
sanctionnel applicable aux
mineurs mais vous aviez
également dû baisser pavillon.
Vous êtes le plus mauvais
ministre flamand de la Justice
depuis cinquante ans!
Un élément qui pourrait plaider en
faveur de Monsieur Verwilghen
est sa totale ignorance du
caractère flamand de son parti, un
caractère que Monsieur Coveliers
en revanche ne connaît que trop
bien, lui qui a bâti sa carrière
politique sur le dos de milliers de
Flamands engagés. Mais
Messieurs Coveliers et Valkeniers
sont devenus des piliers de l'Etat
belge et vont à contre-courant de
leur propre parti quand il s'agit des
intérêts flamands. Hier, ils se sont
en outre répandus en contre-
vérités dans la presse, affirmant
que la Flandre pâtirait d'une
scission de l'arrondissement
judiciaire de Bruxelles-Hal-
Vilvorde.
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
Hun aantal wordt in Brussel gewoonweg verdubbeld, zodat we in
totaal liefst 84 toegevoegde magistraten zullen hebben, die niet
zullen pendelen tussen de rechtbanken en de parketten van Leuven,
Nijvel en Brussel, maar die speciaal, tenminste de overgrote
meerderheid ervan, bedoeld zijn om de taalwet te omzeilen om de
massa eentalig Franstalige rechters nog voort aan te dikken en om
de rechtbank te verfransen.
Het perverse van het systeem is bovendien dat die eentaligen
geïnstalleerd worden in hun eentaligheid en aangemoedigd worden
eentalig te blijven, want zij krijgen daar een premie voor. Het is niet
zomaar een habbekrats. Neen, de premie bedraagt tussen de
130.000 en 190.000 oude Belgische frank per jaar. Wie het
taalexamen wel afgelegd heeft, moet het door de onwil van de
minister van Justitie stellen zonder een enkele centiem
aanmoedigingspremie.
De minister mag dan nog 100 keer zeggen dat de regeling tijdelijk is
en dat ze maar zal duren zolang de huidige behoefte bestaat, de
minister mag dan nog 100 keer een dure eed zweren dat hij geen
enkele toegevoegde rechter meer zal aanstellen, als daar geen
noodzaak meer toe is, elk kerstekind weet dat die rechters voor het
leven benoemd zijn en dat de aanstelling van toegevoegde rechters
in elk ressort de facto neerkomt op een uitbreiding van het kader en
dat daarop nooit meer terug zal worden gekomen.
Wie gelooft deze minister wanneer hij zegt dat hij geen toegevoegde
rechters meer zal aanstellen wanneer dat niet meer nodig is? Wat is
zo'n belofte waard als niemand weet wie de volgende minister van
Justitie zal zijn? Wie zegt, mijnheer de minister, dat u de volgende
minister van Justitie zult zijn? Ik hoop uit de grond van mijn hart dat u
niet de volgende minister van Justitie zult zijn; dat u zichzelf niet zult
opvolgen.
Als er een aspect duidelijk is met betrekking tot de huidige minister
van Justitie, dan is het dat zijn beloften, zijn dure eden, geen knip
waard zijn. Hij schrikt er immers niet voor terug flagrant woordbreuk
te plegen, met name in dit onverkwikkelijke dossier.
De minister zelf kondigde aan, zowel ten opzichte van de delegatie
van het Vlaams Parlement, onder leiding van de heer De Batselier
die daarnet door de heer Coveliers, op een heel denigrerende manier
wat trouwens typerend is voor hem, met de heer De Croo werd
vergeleken waarbij hij als de lokale versie van de heer De Croo werd
bestempeld als ten aanzien van onze commissie dat hij een
amendement zou indienen om de hele operatie tot maximum vier jaar
te beperken in de tijd, want nadien zou de versoepeling van de
taalexamens volstaan. Dat was niet zomaar een losse aankondiging
van de minister; maar die verklaring was opgenomen in een door
hem ondertekend document dat van essentieel belang was in het
belangenconflict met het Vlaams Parlement. Wanneer puntje bij
paaltje kwam en de artikelsgewijze bespreking van deze wet werd
aangevat, bleek er plots helemaal geen amendement meer te zijn. De
minister was van gedachte veranderd; het was niet meer nodig, want
uit de bepalingen van de wet zelf bleek voldoende dat zij niet voor de
eeuwigheid was bestemd.
Het woord van de minister van Justitie is aldus niets waard. Zelfs
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
47
door hem ondertekende documenten die een zeer concrete
toezegging inhouden namens de regering, trekt hij in onder druk van
de Franstaligen.
Het is niet de eerste keer dat wij dit met de minister meemaken. Marc
Verwilghen pleegde woordbreuk ten aanzien van zijn kiezers met zijn
snel-Belg-wet. Marc Verwilghen pleegde op tal van vlakken
woordbreuk met zijn veiligheidsplan dat tot en met verschilt van het
V-plan waarmee hij naar de kiezer trok. Marc Verwilghen nam op een
groteske manier afscheid van zijn jeugdsanctierecht. "Als onze
partners het jeugdrecht blijven boycotten, dan weet ik niet wat wij nog
in deze regering zitten te doen" verklaarde de minister stoer in De
Morgen van 27 april.
Vandaag maakt Verwilghen nog altijd deel uit van de regering, maar
ligt het jeugdsanctierecht in de prullenmand.
Deze minister van Justitie, die schaamteloos zijn eigen handtekening
verloochent is geen man van eer. Net zoals Vlaanderen met
Vanderpoorten nog nooit zo'n slechte minister van Onderwijs heeft
gehad, is Marc Verwilghen de zwakste minister van Justitie van de
voorbije vijftig jaar.
Wat nog ten gunste van de minister van Justitie pleit, is dat hij
blijkbaar zonder ruggengraat is geboren en niets begrijpt van de
Vlaamse gevoeligheden. Dit geldt niet voor andere leden van de
VLD-fractie en in dat verband richt ik mij meer bepaald tot de heer
Coveliers. Dit geldt met name niet voor u, mijnheer Coveliers! De
heer Coveliers heeft zijn politieke loopbaan te danken aan een
eertijds Vlaamsgezinde partij en dus aan de inzet van duizenden
anonieme idealistische Vlaamse bewegers. Waar personen zoals
Hugo Coveliers en Jef Valkeniers aan de VLD een Vlaamse reflex
hadden kunnen geven gebeurde het tegenovergestelde: zij werden
zelf de steunpilaren van de belgitude; zij werden de woordvoerders
van Franstalige eisen, de marionetten van PRL, FDF en PS. Zij
verloochenen vandaag met gedrevenheid de VLD-eis en de eis van
de Vlaamse regering waarvan zij trouwens deel uitmaken, inzake de
splitsing van het gerechtelijk arrondissement en inzake de splitsing
van het kiesarrondissement.
Sterker nog, ze hebben gisteren nog leugenachtige nota's verspreid
waarin zij de pers en de publieke opinie trachten wijs te maken dat de
splitsing voor Vlaanderen nadelig zou zijn. Sterker nog, zij gooien
zowel in het dossier van het kiesarrondissement als dat van het
gerechtelijk arrondissement door alle Franstalige eisen in één klap
met gulle hand in te willigen elk breekijzer weg dat de Vlamingen
ooit kon vooruithelpen.
De voorzitter: Mijnheer Laeremans, u begrijpt dat de heer Coveliers u graag zou onderbreken. Daarvoor
hebt u zelf een beetje gezorgd.
13.31 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de voorzitter, collega
Laeremans spreekt zoals altijd veel te lang en hij heeft volkomen
ongelijk.
13.31 Hugo Coveliers (VLD): M.
Laeremans abuse de son temps
de parole et se trompe du tout au
tout.
13.32 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Als dat het enige is wat 13.32 Bart Laeremans (VLAAMS
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
48
collega Coveliers kan tegenwerpen, dan is het bijzonder schraal en
armoedig. Wij dachten dat u argumenten zou aanhalen, maar u doet
het niet. U levert geen stof tot discussie. Dat is uw
verantwoordelijkheid en het zal zo in het verslag staan.
BLOK): Voilà une bien piètre
défense!
De voorzitter: Mijnheer Valkeniers, u spreekt gewoonlijk luid, maar u moet eerst het woord vragen.
13.33 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de voorzitter, waarom komen
al die tweetalige Vlaams Blok-advocaten niet naar Brussel als
kandidaat-rechter?
13.34 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): U zou graag hebben dat ik
mijn kandidatuur indien? Dat zal niet mogen.
13.35 Jef Valkeniers (VLD): Als u toch aan apostolaat wil doen in
Franstalig Brussel, moet u zich opofferen. Ik zie dat ook in de
OCMW-centra. Daar zijn de posten van de Vlamingen ook niet
opgevuld omdat er eenvoudigweg geen kandidaten zijn, mijnheer
Laeremans. Dat is ook het probleem met die tweetalige rechters. Er
zijn niet genoeg kandidaten.
13.35 Jef Valkeniers (VLD):
Pourquoi les avocats du Vlaams
Blok ne volent-ils pas au secours
de Bruxelles? Les CPAS, tout
comme la magistrature, sont
également confrontés à une
pénurie de candidats bilingues.
13.36 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Collega Valkeniers, u lijkt
het te hebben over de OCMW-centra van Brussel.
13.37 Fred Erdman (SP.A): (...)
13.38 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
collega Erdman heeft de microfoon niet gebruikt. God behoede ons
voor zulke rechters! Het is maar dat we het weten. Dank u voor uw
compliment. Als u dat zegt, ben ik ten zeerste gevleid, collega
Erdman.
Collega Valkeniers, als men mensen pas benoemt als zij bewijs
leveren van een grondige kennis van de andere taal tweetalige
rechters zijn een ander verhaal en komaf maakt met die
toegevoegde rechters, dan zullen er voldoende kandidaten zijn.
Omdat men telkens opnieuw lagere normen stelt en de taalwetten
afzwakt, hebben de Franstaligen geen enkele behoefte om
doorgedreven cursussen Nederlands te volgen. Zij zijn niet gedreven,
want de eisen worden iedere keer verder afgezwakt, hier en in het
taalhoffelijkheidsakkoord. Overal waar u aan de macht bent, zwakt u
de eisen af.
Ik ga ook niet beginnen over de honoraria van de psychiaters, collega
Valkeniers. Dat is niet aan de orde.
Waar men de CVP van destijds nog een januskop kon verwijten
omwille van haar dubbelzinnige houding de Belgische vleugel van
Dehaene en de Vlaamse vleugel van Van den Brande is dit met de
VLD vandaag...
13.38 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Si l'on exige clairement
des candidats qu'ils soient
bilingues, il y en aura
suffisamment. Mais on réduit les
exigences linguistiques au point
qu'un francophone ne ressent pas
le besoin d'apprendre le
néerlandais.
La situation au VLD est bien plus
grave. L'aile unitaire y est
largement dominante. En vérité, il
n'existe plus d'aile flamande au
sein du VLD. Le VLD a aujourd'hui
la même mentalité d'épicier que le
PVV il y a quinze ans.
En ce qui concerne les prospectus
électoraux à Bruxelles, je tiens à
préciser que le VLD, la Volksunie
et d'autres partis encore
distribuaient des dépliants
bilingues bien avant le Vlaams
Blok.
De voorzitter: Mijnheer Valkeniers, les jeunes mariés! Mijnheer Van den Eynde, mijnheer Annemans, er is
een spreker van uw fractie aan het woord.
13.39 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Hij lokt het uit.
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
49
De voorzitter: Mijnheer Valkeniers, nu laat u de heer Laeremans spreken.
13.40 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Wanneer men de CVP
destijds een januskop kon verwijten wat men tegenwoordig alleen
nog kan doen wat Brussel betreft is het met de VLD veel erger
gesteld. Daar is de unitaire vleugel volkomen dominant en hebben wij
aan Vlaamse kant alleen maar cynische slippendragers. Er is
niemand meer in die partij die nog opkomt voor het Vlaamse belang.
De VLD van vandaag verschilt in niets van de kruidenierspartij van 15
jaar geleden die alleen oog had voor het eigenbelang en de eigen
profijtjes en die neerkeek op...
13.41 Jef Valkeniers (VLD): (...) (Uitbundig gelach)
De voorzitter: Mijnheer Annemans, luister toch naar de spreker van uw fractie. Wat u zegt gaat voor de
geschiedenis verloren.
13.42 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Collega Valkeniers, als we
het over de tweetalige folders in Brussel hebben, kan ik alleen maar
vaststellen dat uw eigen partij en alle andere Vlaamse partijen die al
lang voor ons verspreidden en dat het gewoon de Brusselse realiteit
is dat alle partijen zich daar in beide talen tot de kiezers richten. Dat
behoort tot de hoffelijkheid. Het FDF doet dat niet, maar de andere
partijen wel. In de jaren zestig was dat misschien niet zo, maar dat is
veranderd omdat zeer veel Vlamingen uit Brussel gaan lopen zijn. Uw
partijgenote, mevrouw Neyts, had dat het Vlaams Blok trouwens al
lang voorgedaan. Ook alle andere partijen hadden dat al gedaan, ook
de Volksunie destijds.
In elk geval, in die partij van de profijtjes keek men neer op diegenen
die opkwamen voor het algemeen belang of voor het Vlaamse
belang. De VLD heeft tegenover zich een unaniem front van
gehaaide Franstalige onderhandelaars die altijd opnieuw strategisch
denken en het gemeenschappelijke Waalse en francofone belang
vooropstellen. Het logische resultaat van die confrontatie is dat het
altijd opnieuw de Franstaligen zijn die langs de kassa kunnen
passeren. Dat verhindert niet dat de liberale kruideniers zich nog
steeds als een vis in het water voelen in deze anti-Vlaamse regering,
in deze meest anti-Vlaamse politieke constellatie die we sinds het
begin van de jaren zestig gekend hebben, een regering die van bij
het begin heeft toegegeven aan de Franstalige geldhonger inzake het
onderwijs, een regering die door de Lambermont-akkoorden elke
uitbreiding van de Vlaamse autonomie heeft afgeblokt en de
Brusselse Vlamingen voorgoed in handen heeft gespeeld van de
verpletterende Franstalige meerderheid aldaar.
Die regering wil alle taalwetten onderuithalen: van de bestuurstaalwet
en de taalwetgeving in het leger tot de taalwet in gerechtszaken. Zij
holt het funeste taalhoffelijkheidsakkoord nog verder uit en breidt het
uit tot de Brusselse politie. Die regering wil 2 miljoen Vlamingen
onvertegenwoordigd laten in de nieuwe Senaat en de splitsing van de
kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde voor jaren blokkeren. Die regering
wil ook nog de zo noodzakelijke splitsing van het gerechtelijk
arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde tegenhouden.
Collega Coveliers, wat een vernietigend palmares! Wees maar zeker
dat men u dat in Brussel en in de rest van Vlaanderen op een kwaaie
13.42 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Qui plus est, le VLD se
trouve à la table des négociations
face à un adversaire rusé, qui
défend uniquement les intérêts
francophones et continue d'en
présenter l'addition aux Flamands.
Cette coalition est la plus anti-
flamande que la Belgique ait
connu depuis des années. Elle l'a
notamment démontré en signant
les accords du Lambermont, en
affaiblissant la législation
linguistique, en vidant de sa
substance l'accord de courtoisie
linguistique et en bloquant la
scission de l'arrondissement de
Bruxelles-Hal-Vilvorde. Lors des
prochaines élections, le VLD
paiera cette attitude au prix fort.
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
50
dag zeer zwaar zal aanrekenen.
13.43 Eric van Weddingen (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, "Bruxelles attend toujours ses magistrats",
"Les magistrats grognent et les avocats agissent", "Arriéré judiciaire:
Bruxelles s'enlise". "L'arriéré judiciaire, y mettre fin et vite", "La justice
traînée en justice", tels sont les titres de nos quotidiens depuis
maintenant plusieurs années. Le problème de l'arriéré judiciaire à
Bruxelles est, en effet, devenu récurrent.
Tout s'accélère en 1995 lorsque le ministre de la Justice de l'époque,
l'actuel président du CD&V, Stefaan De Clerck décide de faire
appliquer la loi de 1935 concernant l'emploi des langues en matière
judiciaire en vertu d'une interprétation restrictive de cette législation
linguistique. Ses successeurs ne parviendront pas à faire marche-
arrière.
A Bruxelles, deux tiers du cadre ordinaire des magistrats doivent être
bilingues légaux. C'est absurde lorsque l'on sait que la règle d'or en
vertu de laquelle un magistrat ne peut siéger dans une langue autre
que celle de son diplôme est toujours respectée.
Dès son installation, le gouvernement arc-en-ciel décide de
s'attaquer sérieusement au problème et renverse la logique du
CD&V. C'est en 1999 que la commission dite "des sages" est créée.
Elle se penche sur le problème et nous soumet un rapport qui
recommande des mesures de crise.
Dès juillet 2000, les premières solutions sont présentées par le
gouvernement. Une issue? Pas encore puisque le Parlement flamand
estime ses intérêts lésés. Bref, un nouvel obstacle! En attendant,
l'Etat belge est condamné pour le dommage moral subi par le
justiciable victime de la lenteur judiciaire.
Mai 2002 et j'ai envie de dire « enfin! » , la commission de la
Justice adopte deux projets de loi: l'un relatif aux magistrats de
complément, l'autre modifiant la loi de 1935 sur l'emploi des langues
en matière judiciaire.
Résultats des déboires que j'ai rappelés plus haut: 35 places sur 117
ne sont pas pourvues au cadre des magistrats. Il manque donc 30%
de juges au tribunal de première instance et 30% de substituts par
rapport au cadre existant. Dix mille affaires sont en état d'être
plaidées mais ne seront fixées qu'à un, deux, voire trois ou même
quatre ans. Le citoyen victime d'un accident de la route doit donc
attendre de cinq à dix ans avant d'être indemnisé. Il y a une
proportion de 23% de magistrats bilingues là où l'on en prévoit 66 et
cela alors que l'on nous annonce une augmentation de 12% de
dossiers traités en 2001 par rapport à 2000.
Un seul constat possible: cette situation suscite le désarroi des
magistrats mais aussi et j'allais presque dire « surtout » des
justiciables. Les magistrats attendent que leur quotidien redevienne
vivable et le citoyen exprime sa méfiance à l'égard de l'appareil
judiciaire.
Monsieur le président, si j'ai rappelé d'où nous venons, c'est pour
mieux marquer l'importance du pas que la Chambre des
13.43 Eric van Weddingen (MR):
Het probleem van de gerechtelijke
achterstand in Brussel is een
steeds weerkerend probleem. In
1995 komt de zaak in een
stroomversnelling wanneer de
toenmalige minister van Justitie,
thans CD&V-voorzitter, beslist de
wet van 1935 op het gebruik der
talen in gerechtszaken te doen
naleven, overeenkomstig een
restrictieve interpretatie van die
wet. Zijn opvolgers zullen er niet in
slagen de klok terug te zetten: in
Brussel moet de gewone formatie
voor twee derde uit wettelijk
tweetalige magistraten bestaan.
Dat is echt absurd, want de
gouden regel die zegt dat een
magistraat geen zitting mag
houden in een andere taal dan die
waarin zijn diploma gesteld is,
wordt toch altijd in acht genomen.
Vanaf het moment dat zij aan de
macht kwam, besliste de paars-
groene regering het probleem aan
te vatten en de logica van de
CD&V om te gooien.
In september 1999 wordt de
commissie van wijzen opgericht.
In het verslag van deze commissie
worden crisismaatregelen
aanbevolen. Vanaf juli 2000 stelt
de regering de eerste oplossingen
voor, maar het Vlaams Parlement
acht zijn belangen geschaad en
zorgt voor een nieuwe hindernis.
Ondertussen wordt de Belgische
staat veroordeeld voor de morele
schade die de rechtsonderhorige
lijdt als slachtoffer van de
gerechtelijke traagheid. In mei
2002 neemt de commissie voor de
Justitie twee wetsontwerpen aan,
een over de toegevoegde rechters
en een ander tot wijziging van de
wet van 1935 over het taalgebruik
in rechtszaken. Als gevolg van al
die tegenslagen zijn 35 van de
117 rechtersfuncties niet ingevuld,
worden 10.000 zaken pas na een,
twee, drie of zelfs vier jaar op de
rol geplaatst en zijn er maar 23 %
tweetalige rechters terwijl dat er
66 % zouden moeten zijn. Die
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
51
Représentants va certainement franchir aujourd'hui. Si les
précédents gouvernements n'ont pas osé ou plutôt souhaité ouvrir le
débat, l'actuel gouvernement a, dès le début de la législature en
1999, annoncé vouloir régler ce problème en priorité. Aujourd'hui,
deux projets de loi ont été adoptés par la commission de la Justice et
sont soumis au vote de la Chambre.
Ces deux projets de loi ne doivent pas être perçus comme "la"
solution au problème de l'arriéré judiciaire à Bruxelles, tant ses
causes sont multiples. Ils font partie d'un ensemble de mesures qui
ont été adoptées ou qui sont en passe de l'être et qui contribueront à
permettre à notre justice de passer réellement au XXIème siècle.
Ce qu'il faut soulever aujourd'hui, au-delà des avancées techniques,
c'est l'avancée symbolique réalisée par notre majorité dans ce
domaine qui fut longtemps bloqué par certains groupes politiques
présents dans cette assemblée. Nous pouvons aujourd'hui affirmer
que la volonté de ce gouvernement nous permet d'avancer vers une
issue qui était devenue presque inespérée.
Premier projet: le remplacement de l'article 43quinquies et insérant
l'article 66 dans la loi du 15 juin 1935. Actuellement, deux tiers des
magistrats de l'arrondissement judiciaire de Bruxelles doivent avoir
réussi un examen linguistique, à la fois redoutable et peu adapté à
l'exercice du métier. Les nombreux échecs limitent donc les
possibilités de recrutement et expliquent, en partie, le manque de
magistrats.
La loi en projet vise à adapter le contenu de l'examen linguistique aux
nécessités fonctionnelles de la pratique judiciaire. Un magistrat ne
peut siéger que dans la langue de son diplôme. Cette règle revêt le
bon sens, elle est une exigence de bonne administration de la justice.
Ce principe implique que le même niveau de connaissance
linguistique ne peut être exigé pour tous les magistrats. En fait, un
double niveau de compétence linguistique sera donc organisé: une
connaissance approfondie de la seconde langue sera encore requise
pour certains magistrats, dont par exemple les chefs de corps, et un
bilinguisme fonctionnel sera requis pour les autres.
En outre, l'organisation de ces examens sera confiée au Selor.
Nous allons entendre l'opposition flamande nous l'avons d'ailleurs
déjà entendue tenter encore de faire accréditer dans l'opinion
publique qu'à Bruxelles, les conditions aux nominations ont un effet
désastreux du seul côté francophone. Or, dans ce dossier, le conflit
communautaire revient de manière puérile et contre-productive. Nous
devons constater Mme Lalieux l'a rappelé tout à l'heure que les
conditions imposées en matière de bilinguisme sont aussi
dommageables pour les magistrats néerlandophones que pour les
magistrats francophones.
Les chiffres de 2001 sont parlants: 5 candidats francophones sur 18
ont réussi l'examen de néerlandais. Parallèlement, seulement 4
candidats néerlandophones sur 27 ont réussi l'examen en français.
situatie brengt ontreddering
teweeg, niet alleen bij de
magistratuur, maar ook bij de
rechtzoekenden.
Twee door de commissie voor de
Justitie goedgekeurde
wetsontwerpen worden de Kamer
vandaag ter goedkeuring
voorgelegd. Ze zijn misschien niet
dè oplossing voor het probleem,
maar deze ontwerpen vormen een
symbolische stap vooruit die deze
meerderheid doet in een dossier
dat lange tijd geheel was
vastgelopen door toedoen van
bepaalde fracties in deze
assemblee.
Wat het eerste wetsontwerp
betreft, moet worden gepreciseerd
dat tweederde van de magistraten
uit het arrondissement Brussel
moeten slagen voor een geducht
taalexamen dat weinig aan de
uitoefening van het beroep is
aangepast. Dit ontwerp heeft tot
doel de inhoud van het
taalexamen aan te passen aan de
functionele behoeften van de
gerechtelijke praktijk. Er zullen
twee niveaus van bekwaamheid
worden ingevoerd: voor bepaalde
magistraten, onder wie de
korpsoversten, zal nog steeds een
grondige kennis van de tweede
taal worden geëist en voor de
anderen zal een functionele
tweetaligheid volstaan. SELOR zal
deze examens organiseren. Wij
hebben de Vlaamse oppositie
gehoord en zullen ze nog horen.
Zij wil immers doen geloven dat de
benoemingsvoorwaarden in
Brussel enkel aan Franstalige kant
rampzalige gevolgen hebben.
Maar de
tweetaligheidsvoorwaarden zijn
zowel voor de Nederlandstalige
als de Franstalige magistraten
nadelig. In 2001 bij voorbeeld zijn
vijf van de 18 Franstalige
kandidaten geslaagd voor het
examen Nederlands terwijl maar
vier van de 27 Nederlandstaligen
voor het examen Frans waren
geslaagd.
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
52
13.44 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, Er
worden cijfers aangehaald om te bewijzen dat zowel
Nederlandstaligen als Franstaligen niet slagen voor die examens. Dat
wil echter niet automatisch zeggen dat ze te moeilijk zijn, maar
misschien dat ze niet op de juiste manier aangepast zijn. Maar, nu
staat in dit wetsontwerp dat Selor verantwoordelijk wordt voor die
examens, dat ze dus ook identiek worden voor Nederlandstaligen en
Franstaligen.
Waarom zou het dan niet volstaan eerst af te wegen hoe die
examens onder Selor zouden verlopen. Het zou kunnen dat men dan
tot heel andere resultaten zou zijn gekomen, zonder dat het nodig
was de wet af te zwakken. Nu doet u alles tegelijk: èn u schakelt
Selor in èn u maakt de examens zo gemakkelijk dat er automatisch
heel veel personen zullen slagen, in plaats van nog af te wachten wat
Selor zou opleveren. Dat ware veel logischer geweest.
13.44 Bart Laeremans (VLAAMS
BLOK): Vous voulez prouver,
chiffres à l'appui, que l'échec
touche tant les néerlandophones
que les francophones. Cela ne
signifie pas que les examens sont
trop difficiles, mais peut-être qu'ils
ne sont pas adaptés. Ce projet de
loi charge le Selor de
l'organisation des examens
linguistiques, qui seront identiques
pour les néerlandophones et pour
les francophones. Il serait plus
logique d'évaluer ces examens
avant de décider de la nécessité
d'une modification de la loi.
Aujourd'hui, vous faites tout en
même temps: vous faites appel au
Selor et vous rendez les examens
tellement faciles que de nombreux
candidats les réussiront.
13.45 Eric van Weddingen (MR): Les examens ne seront pas plus
faciles. Si vous m'aviez écouté tout à l'heure, vous auriez compris
qu'il y aura deux niveaux. Il n'est pas sensé de demander à tous la
connaissance approfondie de l'autre langue. Comme je l'ai dit tout à
l'heure, la connaissance approfondie est nécessaire pour certaines
fonctions, comme par exemple les chefs de corps. Pour d'autres, un
bilinguisme fonctionnel suffit. Cela permettra des réussites
raisonnables.
Vous n'allez pas me dire que tous ces candidats, tant francophones
que néerlandophones, qui ont réussi tous leurs examens
universitaires et sont parfois de brillants avocats, deviennent idiots
lorsqu'ils passent l'examen linguistique pour devenir magistrat. C'est
faux. C'est simplement parce que le niveau exigé est tout à fait
inadapté à la fonction qu'ils vont occuper. C'est cela qu'il faut corriger.
La loi confie l'organisation de ces épreuves au Selor, considérant qu'il
est une institution indépendante qui dispose d'une expertise en la
matière. Nous insistons pour qu'il contribue à la mise en place rapide
de la procédure d'examen et des instruments nécessaires.
De même, nous soulignons l'utilité d'organiser l'examen d'une
connaissance linguistique effective passive pour tous les magistrats
qui n'interviennent que dans des procédures unilingues. La
connaissance passive de l'autre langue peut en effet s'avérer
indispensable pour la compréhension des pièces du dossier et
l'examen de la jurisprudence. Toutefois, l'épreuve orale active,
portant sur un sujet de la vie quotidienne, doit rester une épreuve de
connaissance élémentaire et ne pourrait déguiser une autre forme de
sélection des candidats.
En tant que législateurs, nous ne pouvons que mettre en place les
bases d'un nouveau système. Nous comptons donc sur la
bienveillance de chaque acteur concerné par ce nouveau processus
d'organisation des examens pour permettre, en pratique, des
examens allégés et permettre aux magistrats, déjà bilingues dans les
13.45 Eric van Weddingen (MR):
Ze zullen gemakkelijker zijn. Er
zullen twee niveaus zijn. Het
niveau dat nu wordt geëist is totaal
onaangepast aan de functie. U wil
toch niet beweren dat advocaten
die soms met glans
universitaire studies hebben
beëindigd plots stommeriken
worden. Daarom vertrouwt de wet
de organisatie van deze proeven
toe aan SELOR, dat hierin al
redelijk ervaren is. Wij hopen dat
deze onafhankelijke instelling
ervoor zal zorgen dat de
examenprocedure snel en met de
nodige middelen zal worden
gestart. Daarbij hebben wij het
belang benadrukt om voor alle
magistraten die alleen in eentalige
procedures zitting houden een
examen te organiseren dat
hoofdzakelijk de passieve
taalkennis test. De passieve
kennis van de andere taal kan
noodzakelijk zijn om stukken uit
het dossier en de rechtspraak te
begrijpen, maar de actieve
mondelinge proef moet een test
van de elementaire kennis blijven
en mag geen andere manier om
kandidaten te selecteren
verhullen.
Wij rekenen op de welwillendheid
van iedereen die bij dit nieuwe
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
53
faits, d'être aussi reconnus bilingues légalement.
Nous resterons vigilants et soucieux de voir respecter l'objectif de
cette législation.
Le deuxième projet modifiant l'article 86bis du Code judiciaire et la loi
du 3 avril 1953 entend remédier rapidement au manque de
magistrats pour le ressort de la cour d'appel en nommant des
magistrats de complément. Ces magistrats forment un cadre
temporaire en dehors du cadre légal. Ils ne seront, dès lors, pas
soumis aux exigences linguistiques de la loi de 1935. Le Conseil
d'Etat a, par ailleurs, confirmé que le législateur a la possibilité
d'augmenter le nombre de juges de complément dans l'attente de
mesures structurelles permettant de résoudre définitivement le
problème. Il a donc la possibilité de prendre des mesures
temporaires en vue c'est vraiment l'objectif primordial de résorber
l'arriéré judiciaire.
Le conflit d'intérêts qui a de nouveau été soulevé par le Parlement
flamand ne sert pas la cause du justiciable néerlandophone.
L'élaboration des cadres linguistiques de la magistrature ne saurait
porter préjudice aux communautés en tant que telles. Leurs intérêts
ne sont pas lésés. Nous sommes tous concernés par l'arriéré
judiciaire et tous les moyens doivent être mis en oeuvre pour
contribuer à sa résorption.
Nous soutenons l'adoption de ce projet de loi, qui permettra au
ministre de nommer immédiatement des magistrats unilingues et de
les déléguer aux tribunaux, qui ne peuvent rendre la justice dans des
délais raisonnables en fonction du manque d'effectifs.
En conclusion, je voudrais réaffirmer que si ces dispositions ne vont
pas apporter la solution magique tant attendue, qui permettrait de
résorber l'arriéré judiciaire en un jour, elles représentent pour nous
une avancée non négligeable sur le plan des nominations, une
avancée conséquente sur le plan symbolique. La cause majeure de
l'arriéré judiciaire à Bruxelles est le manque d'effectifs.
Dès lors, dès l'entrée en vigueur de ces nouvelles lois, le ministre
aura la possibilité de nommer au cadre des magistrats reconnus
bilingues et des magistrats de complément. Les cadres doivent se
remplir. Nous vivons dans un pays bilingue et devons en assumer le
prix. L'attente du justiciable est grande. Nous devons adapter le
service public de la justice aux besoins des citoyens. Pour le surplus,
nous encourageons le ministre à poursuivre ses démarches vers la
mise en place d'une mesure effective de la charge de travail.
proces is betrokken om minder
zware examens in te stellen zodat
de rechters die in de praktijk in
feite al tweetalig zijn wettelijk ook
als tweetalig kunnen worden
erkend. Wij zullen er nauwlettend
op blijven toezien dat het doel van
deze wetgeving wordt nageleefd.
Het tweede wetsontwerp is erop
gericht voor het rechtsgebied van
het hof van beroep buiten het
wettelijk kader toegevoegde
magistraten te benoemen, die dus
niet onderworpen zijn aan de
taalvereisten van de wet van
1935. Het belangenconflict dat het
Vlaams Parlement opwerpt, komt
de Nederlandstalige
rechtsonderhorige niet ten goede;
bovendien worden de belangen
van de Gemeenschappen op
generlei wijze geschaad. Wij
steunen dit wetsontwerp dat het
mogelijk zal maken zonder verder
uitstel eentalige magistraten te
benoemen en ze toe te wijzen aan
die rechtbanken die er, ingevolge
personeelstekort, niet in slagen
binnen een redelijke termijn recht
te spreken.
Deze bepalingen zijn een
belangrijke stap vooruit op het
vlak van de benoemingen, maar
zij hebben ook een sterke
symbolische waarde. Het
personeelstekort is de
belangrijkste oorzaak van de
gerechtelijke achterstand in
Brussel. De personeelsformaties
moeten worden ingevuld.
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
54
13.46 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wens mijn
goede collega, de heer van Weddingen, niet nodeloos te
onderbreken. Alleen, als niet-specialist in dit dossier, bekruipt me
toch een gevoel van onwennigheid en enigszins ook van
plaatsvervangende schaamte ten aanzien van de Franstalige
collega's. Uiteraard, dit dossier moet worden bekeken vanuit de
positie van de rechtsonderhorigen, zowel Franstaligen als
Nederlandstaligen.
Waar ik echter wil toe komen is te zeggen dat ik toch beschaamd zou
zijn indien ik, als lid van een volksgemeenschap in een tweetalig
land, uitdrukkelijk zou moeten pleiten om blijk te kunnen geven en het
bewijs te moeten leveren dat ik als universitair niet in staat ben om de
tweede taal van een land voldoende machtig te zijn om een job uit te
oefenen. Naast alle mogelijke rationele, intellectuele en jurisdictionele
argumenten.
De man in de straat de burger van dit land, begrijpt het niet meer,
mijnheer van Weddingen, hoe u het lef hebt en er bijna prat op gaat
dat u een uitzonderingssituatie moet creëren voor mensen die
universitaire studies hebben gedaan en blijkbaar niet in staat zijn
dat geldt ook voor sommige ministers om de tweede taal voldoende
machtig te zijn om de job die ze ambiëren op correcte wijze voor alle
burgers in dit land uit te oefenen.
13.46 Yves Leterme (CD&V): En
tant que non-francophone et non-
spécialiste, j'ai honte pour les
francophones de cette assemblée.
L'un d'entre eux est en train de
prôner haut et fort qu'un
universitaire n'est pas capable
d'apprendre l'autre langue
nationale. L'homme de la rue ne
comprend pas cette attitude.
13.47 Eric van Weddingen (MR): Je peux comprendre cette
philosophie venant de vous mais je ne pense pas qu'elle soit
entièrement partagée sauf au niveau d'une connaissance passive ou
active suffisante pour le travail qui doit être réalisé. Il ne s'agit donc
pas de maîtriser parfaitement une langue pour le plaisir si la fonction
exercée ne le nécessite pas. Et c'est la seule chose que l'on propose
ici. La preuve en a été faite des deux côtés.
Il est vrai qu'au début, pour les personnes de ma génération, les
seules victimes étaient des francophones. Aujourd'hui, elles se
trouvent des deux côtés. Je vous ai communiqué les statistiques à ce
sujet. A partir du moment où l'on constate que le pourcentage de
réussite ne dépasse pas 15% tant du côté francophone que du côté
néerlandophone, c'est qu'un problème se pose. On peut avoir un
idéal. D'ailleurs, je souhaiterais parler impeccablement 18 langues
mais j'en suis incapable. On pourrait souhaiter que certaines
personnes atteignent ces niveaux de connaissance, ce qui serait
effectivement préférable. Mais concrètement, les statistiques
démontrent que ni dans la communauté francophone, ni dans la
communauté néerlandophone le pourcentage de réussite ne dépasse
15 à 20%.
Dans ces conditions, les cadres ne peuvent être remplis. Par
conséquent, un service fondamental pour le citoyen ne peut lui être
offert. Mme Lalieux rappelait Montesquieu pour dire que ce n'est pas
le jugement qui compte mais la rapidité. C'est juste! Donner raison
avec dix ans de retard à quelqu'un qui a été victime d'une exaction
ou lui donner tort revient au même.
Il y a ici priorité pour les citoyens. C'est tout ce que l'on dit. Mais je
suis d'accord avec vous, monsieur Leterme, que si tout le monde
pouvait être parfaitement bilingue à un niveau supérieur...
13.47 Eric van Weddingen (MR):
Wij kunnen die opvatting delen als
het gaat om een passieve of zelfs
actieve tweetaligheid, maar dan
gedefinieerd volgens de behoeften
van de functie. Dat is wat hier
wordt voorgesteld.
Het is waar dat in het begin alleen
de Franstalige kandidaten niet
voor het examen slaagden, maar
op dit ogenblik is het
slaagpercentage in beide
Gemeenschappen niet hoger dan
15 %. Er is dus wel degelijk een
probleem waarvoor een oplossing
moet worden gevonden. We
slagen er niet in de formaties in te
vullen en de burger de dienst te
bieden waarop hij recht heeft.
Ten slotte willen wij het snelle
optreden van de minister
onderstrepen, hij voerde een
coherente actie die tegemoet komt
aan de verwachtingen van de
Brusselaars.
Onze fractie zal deze maatregelen
steunen omdat zij een dringende
oplossing bieden in het belang
van de rechtsonderhorigen en van
de rechtsstaat.
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
55
Le président: Monsieur van Weddingen, la perfection n'est pas de ce monde.
13.48 Fred Erdman (SP.A): N'oubliez pas que Montesquieu était
bilingue. Il connaissait le français et le gascon!
Le président: Il y a encore quelques Gascons dans la salle!
13.49 Eric van Weddingen (MR): On pourrait peut-être envisager
d'organiser des examens en gascon! Bien entendu, il faudrait
introduire un amendement! (Sourires)
Dès que le cadre mis à la disposition de la justice sera complet, une
gestion optimale de ces moyens sera nécessaire.
De même, nous nous réjouissons des mesures en préparation au
sein du gouvernement, tendant à assouplir et à accélérer la
procédure, ainsi qu'à attribuer un rôle actif aux juges. Nous espérons
les voir voter rapidement par cette assemblée.
Enfin, nous souhaiterions mettre en exergue la rapidité d'intervention
du ministre de la Justice qui a, d'emblée, dressé un constat objectif
de la situation judiciaire bruxelloise en vue de s'attaquer aux causes
directes du problème. Même si son action fut entravée par les conflits
d'intérêts soulevés par le parlement flamand, le ministre a conservé
une action cohérente et fidèle aux attentes des Bruxellois.
J'en terminerai en affirmant le soutien de notre groupe dès lors que
ces mesures ont pour objectif d'apporter une réponse urgente, dans
l'intérêt du justiciable mais aussi dans l'intérêt de l'Etat de droit.
13.50 Geert Bourgeois (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, mijn betoog zal betrekking hebben op de twee
ontwerpen.
Na jarenlange pogingen en niet slechts twee jaar en drie maanden,
zoals aan PS-zijde werd gezegd is het eindelijk zover. De taalwet
van 15 juni 1935 wordt onderuit gehaald. Paars-goen sloopt een
monument, dat symbool staat voor Vlaamse ontvoogding.
Sta me toe er even aan te herinneren dat het Rechtskundig
Weekblad zijn ontstaan vond in deze taalstrijd, in deze beweging en
collega Erdman bevestigt dit om te komen tot een sluitende
behoorlijke taalwetgeving, die inderdaad tot stand kwam op 15 juni
1935. Dit was een monument dat symbool stond voor deze Vlaamse
ontvoogding en ook symbool staat voor het tweetalig karakter van
Brussel-Hoofdstad.
Voor de mensen in dit halfrond die iets minder oud zijn dan de heer
Erdman herinner ik er graag aan dat België werd opgericht als
eentalig Franstalig land zowel in zijn administratie, zijn gerecht als in
het leger. België had de bedoeling om het patois van de Ménapiens
definitief te elimineren. La Belgique serait latine ou ne serait pas.
België was in zijn publieke organisatie een Franstalig land. Vlaamse
landgenoten kregen geen rechtsbedeling in het Nederlands, geen
Nederlandstalige administratie en hadden in hun moedertaal niets te
zeggen in het leger. Een essentieel mensenrecht, dienstverlening en
13.50 Geert Bourgeois (VU&ID):
Après de nombreuses tentatives
pendant de longues années, on
est finalement arrivé à ses fins: on
a eu le dessus sur la loi
linguistique du 15 juin 1935. Ce
faisant, le gouvernement arc-en-
ciel a détruit un monument, un
symbole de l'émancipation
flamande et du bilinguisme de
Bruxelles-capitale.
A l'origine, la Belgique constituait
un pays unilingue qui parviendrait
bien, un jour, à éliminer le
néerlandais, ce patois ménapien.
En justice, les Flamands ne
pouvaient s'exprimer ou
s'entendre dire le droit dans leur
propre langue. Septante ans se
sont écoulés avant que le français
et le néerlandais ne soient traités
sur pied d'égalité, à la suite de la
loi instaurant l'égalité de 1898.
Une loi de 1925 stipulant que tous
les fonctionnaires à partir du
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
56
rechtsbedeling in de eigen taal, was bij de oprichting van deze staat
aan de Vlamingen ontzegd.
Daarom is het des te opmerkelijker dat de Vlaamse Beweging erin
geslaagd is om gaandeweg het heeft heel lang geduurd -en door
middel van taalwetten uiteindelijk het bestaansrecht van het
Nederlands in het openbare leven erkend te zien. Het heeft geduurd
tot 1998 België bestond bijna 70 jaar vooraleer de gelijkheidswet
tot stand kwam en het Nederlands officieel op gelijke voet werd
geplaatst met het Frans. In de praktijk veranderde er weinig. Het
principe was er evenwel.
In 1925 werd een stap verdergezet. In 1925 werd bepaald dat alle
ambtenaren vanaf het niveau afdelingschef echt tweetalig moesten
zijn. Tijdens dit debat hebben velen ook de heer van Weddingen
het reeds gehad over tweetaligheid. Collega's, de taalwetgeving in
gerechtzaken gaat niet over tweetaligheid. In 1935 ging het evenmin
over tweetaligheid. Ik kom daar straks op terug. In 1925 vond men
het nodig dat ambtenaren vanaf afdelingschef tweetalig zouden zijn.
Ik hoef u niet te zeggen misschien is het toch niet onbelangrijk dit te
herhalen dat deze wet niet toegepast werd omdat de Franstaligen
toen al ik weet dat het een beetje eentonig klinkt stelden dat ze
die wetgeving niet zouden naleven. Deze wet bleef dode letter.
Omdat de Vlamingen alsmaar meer eisten dat de taalwetgeving zou
worden toegepast, is men in 1932 op verzoek van de Franstaligen
historisch ogenblik overgegaan tot de indeling van het land in
taalgebieden. Deze indeling ligt aan de basis van de federalisering
van dit land en elke verdere staatsvormelijke evolutie. Wallonië werd
eentalig Frans, Vlaanderen werd eentalig Nederlands en Brussel
werd tweetalig. Vanaf 1932 was dit in bestuurszaken de regel, met
een beperkte tweetaligheid van diensten in de centrale administratie.
Ik hoef u niet te zeggen dat het erop neerkwam dat de Vlamingen in
die diensten tweetalig waren en de flamands de service waren.
Diezelfde principes van 1932 werden toegepast in de taalwet van
1935. In 1935 werd het principe vastgelegd dat Nederlands de
rechtstaal was in Vlaanderen, Frans in Wallonië en Brussel tweetalig
gebied was met een aangepaste wetgeving. Men legde in Brussel
niet de tweetaligheid op maar vroeg dat een aantal magistraten het
bewijs leverde van de kennis van de andere taal. Franstalige rechters
die een grondige kennis van het Nederlands bewezen konden in het
Nederlands recht spreken omdat er nog onvoldoende
Nederlandstaligen afgestudeerd waren. Wij hadden nog maar pas
Nederlandstalig universitair onderwijs. Voordien was het Nederlands
een taal waarin men geacht werd geen universitair onderwijs te
kunnen krijgen. Een kardinaal had geproclameerd dat het Nederlands
daartoe niet geschikt was.
Men heeft in 1935 een eenvoudige regel vastgelegd:
Ten minste een derde van de magistraten moet een Franstalig
diploma hebben; ten minste één derde moet een Nederlandstalig
diploma hebben en van het geheel moet twee derde niet tweetalig
zijn, maar een functionele kennis van de andere taal hebben, zoals
de minister ook nu in zijn ontwerp bepaalt. Het ging vroeger over
functionele kennis en het gaat nu ook over functionele kennis. Alleen
is het de vraag wat voor die functionele kennis wordt vereist en welke
niveau de chef de service
devaient être bilingues dans leurs
relations avec le public est restée
lettre morte.
En 1932, des régions linguistiques
ont été créées à la demande des
francophones. En 1935, il a été
décidé qu'à Bruxelles, au moins
un tiers des magistrats devait
disposer d'un diplôme établi en
langue française, un autre tiers
d'un diplôme établi en langue
néerlandaise et qu'au minimum
deux tiers des magistrats devaient
avoir une connaissance
fonctionnelle de la deuxième
langue nationale.
Cette loi est à présent mise à mal.
A cette manoeuvre a précédé un
processus qui a duré plusieurs
années et au cours duquel les
ministres de la Justice n'ont pas
respecté la législation linguistique
pour les nominations à Bruxelles.
Ils ont créé un climat dans le
cadre duquel l'exigence
linguistique avait quasiment
disparu, ce qui a été confirmé par
le procureur général de Bruxelles,
M. Dejemeppe. Le ministre
Stefaan De Clerck a fait changer
les choses. Il a annoncé son
intention de respecter la
législation linguistique et il a tenu
parole. Dès cet instant, les
francophones ont constamment
exercé des pressions pour
modifier la loi. L'examen serait
trop difficile et l'exigence
linguistique serait à l'origine de
l'arriéré judiciaire à Bruxelles. Or,
le degré de difficulté des examens
linguistiques a été évalué et il en
ressort que l'arbitraire éventuel
désavantageait surtout les
néerlandophones.
Le ministre a fini par plier. Sous la
pression des francophones, il a
même déposé un projet de loi
visant à modifier la législation
linguistique, mais des sénateurs
soucieux des intérêts flamands
ont sabordé cette initiative. C'est
alors que Monsieur Vandeurzen a
proposé de remédier aux
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
57
normen worden opgelegd. Dit hele ontwerp gaat zoals voorheen uit
van de functionele kennis, met dit verschil: in 1935 was er ook een
categorie waarvan een grondige kennis van de andere taal werd
geëist, met andere woorden, men vond het nodig dat een aantal
magistraten in Brussel perfect tweetalig was. Wij zien daarvan nog
altijd levende voorbeelden, ook in dit halfrond. Voorzitter Erdman van
de commissie voor de Justitie gaat er altijd prat op dat hij een van de
laatsten is die dat examen heeft afgelegd. Zoals men in
onderzoekscommissies kan vaststellen, zijn er in Brussel
onderzoeksrechters die vlekkeloos van de ene naar de andere taal
overgaan, die in staat zijn personen in de beide talen te ondervragen
en die hun diepgaande taalkennis etaleren. Dat was het stramien
waarop alles was gebaseerd. Nu, anno 2002, wordt deze
taalwetgeving onderuitgehaald.
Gedurende ongeveer vijfentwintig jaar bestond in dit land een praktijk
waarbij de ministers van Justitie incivieke daden stelden. De
achtereenvolgende ministers van Justitie, Moureaux, Gol en
Wathelet, leefden de taalwet niet na in Brussel. Zij benoemden in
Brussel magistraten tegen de taalwetgeving in. Zij deden dat
ongestoord, slechts af en toe gehinderd door een aantal
interpellaties. Collega's Franstaligen, dit is precies de reden waarom
het fout is beginnen lopen: men legde deze vereiste niet meer op en
men creëerde een sfeer waarbij Franstaligen konden worden
benoemd zonder Nederlands te leren. Ik zal een onverdachte bron
citeren om dat te bewijzen, want als ík het zeg, wordt het wellicht op
ongeloof onthaald. Ik citeer wat procureur Dejemeppe van Brussel
heeft geschreven in het Journal des Tribunaux van 1 maart 1997,
nummer 5.833, bladzijde 1:
"Sinds de inwerkingtreding van artikel 43 §5 van de wet op het
gebruik der talen in gerechtszaken op 1 januari 1970 hadden de
opeenvolgende ministers van Justitie zich aangesloten bij de idee dat
bij gebrek aan tweetalige gegadigden dan maar eentalige kandidaten
moesten worden benoemd. Men heeft misbruiken kunnen
constateren, en daarbij is het wellicht niet overbodig te beklemtonen
dat de meest flagrante daaronder voortkwamen uit het feit dat
sommige ministers mede door de politisering voor benoeming door
de Koning eentalige kandidaten hadden voorgedragen, waarbij over
sommigen van hen een advies met voorbehoud of een ongunstig
advies was uitgebracht. Gedurende vijfentwintig jaar voldeed het
merendeel van de aldus in Brussel verrichte benoemingen niet aan
de voorschriften van de voornoemde bepaling, zodat het quotum van
tweederde tweetaligen nooit kon worden gehaald". Einde citaat van
procureur des Konings Dejemeppe van Brussel.
Hij vergist zich natuurlijk ook: hij spreekt ook over tweetaligen. Het
gaat niet over tweetaligheid, het gaat over de kennis van de andere
taal. Die praktijk floreerde dus ongestoord, tot er plotseling tijdens de
vorige zittingsperiode onder minister Stefaan De Clerck iemand die
zich bij een benoemingsprocedure miskend voelde, naar de Raad
van State stapte. Het was iemand met een belang, iemand die wel
het bewijs van de kennis van de andere taal leverde. Die kandidaat
kreeg gelijk van de Raad van State. De Raad van State vernietigde
de benoeming van de eentalige kandidaat. Daarna zei de minister:
"De wet is de wet. De wet is trouwens van openbare orde. Ik als
minister zal hem uitvoeren en ik zal hem naleven". Welnu, collega's,
sla de Handelingen erop na: vanaf dat moment hebben in ons
problèmes les plus urgents par un
système de juges de complément.
Le Sénat est même allé plus loin
en ajoutant que les juges de
complément ne seraient pas
soumis à la législation linguistique.
Le ministre a cédé, déclarant que
l'application de la législation n'était
pas nécessaire, eu égard à la
flexibilité recherchée. C'est là
qu'une brèche a été ouverte. Nous
ne nous résignerons pas et nous
saisirons la Cour d'Arbitrage pour
dénoncer cette inégalité.
Le projet de loi qui prévoyait
encore la nomination en 2000 de
25 juges de complément et de 17
substituts de complément a été
retiré parce qu'il s'était heurté à un
conflit d'intérêts au Parlement
flamand. A l'époque, la majorité
avait encore besoin des voix des
membres du parti qui s'appelle
aujourd'hui Spirit. Après l'adoption
de l'accord du Lambermont, les
francophones n'ont cependant pas
cessé d'exercer des pressions.
Lors d'un congrès du PS, Marc
Verwilghen a appelé le Parlement
flamand à cesser son opposition,
ce qui était un cadeau à l'adresse
de M. Elio Di Rupo.
Je souhaiterais dissiper un
malentendu. Le cadre des
magistrats est complet à
Bruxelles. Nul besoin d'y ajouter
des magistrats supplémentaires. Il
conviendrait plutôt d'adopter une
nouvelle culture et de recruter du
personnel pour assister les juges
afin que ces derniers puissent se
concentrer sur leur mission
principale.
L'ampleur de l'arriéré judiciaire à
Bruxelles n'a jamais été mesurée
objectivement. La mauvaise
volonté est indéniable. On peut
même parler de boycott au vu de
la longueur de certains plaidoyers
et de l'échange de trop
nombreuses conclusions.
L'inefficacité de l'organisation
ressort également d'une
radioscopie du parquet bruxellois
par le Conseil supérieur de la
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
58
halfrond en in de commissie voor de Justitie Franstaligen van alle
partijen met de regelmaat van de klok op de taalwetgeving ingebeukt.
Vanaf dat moment, toen een einde gemaakt was aan de onwettige
praktijken, wilden de Franstaligen de wet veranderen. De
Franstaligen wilden zich niet aanpassen aan de wet door ervoor te
zorgen dat zij de andere taal voldoende kennen. Wie ooit een
voorgeschiedenis maakt van die wetgeving, zal er met vrucht alle
handelingen, annalen, mondelinge vragen, interpellaties en
uiteenzettingen op kunnen naslaan. Telkens opnieuw werd datzelfde
refrein gezongen en kwamen die valse argumenten naar voor, die
ook vandaag weer ontwikkeld worden. Vanaf dat ogenblik werd
gezegd dat dat examen te moeilijk was. Vervolgens kwamen de
indianenverhalen naar boven: wie examen wilde afleggen in de
andere taal, zou onder meer ondervraagd worden over alle
onderdelen van een zeilboot en dat soort dingen. Wie het waagde
over zijn hobby te praten, werd daarover eindeloos over ondervraagd
totdat de persoon in kwestie met zijn mond vol tanden stond.
Professor emeritus De Pauw van de VUB, niet van mijn politieke
kleur, heeft de moeite gedaan om de mondelinge examens te volgen,
erover te rapporteren en nauwgezet de gestelde vragen te noteren,
alsmede de manier waarop geëxamineerd werd. Zijn conclusies zijn
door niemand in de Kamer en zeer zeker niet door de minister
tegengesproken. Zijn conclusies luiden dat er bij die
examencommissies inderdaad een zekere willekeur was. De
Nederlandstaligen die een examen aflegden, werden veel zwaarder
op de rooster gelegd en veel harder ondervraagd. Bij momenten
werden zij inderdaad over hun hobby's ondervraagd. Aan Franstalige
kant bleef de ondervraging rigoureus beperkt tot de functionele
kennis. Niettemin slaagden de Franstaligen niet of heel zelden. Dat
zijn woordelijke opnames van die examens. Ik kan die documenten
bezorgen. U kan ze opvragen bij professor De Pauw, die het
waarheidsgehalte ervan zal bevestigen.
Naast het argument dat de examens te moeilijk waren, luidde het
tweede valse argument dat dit de oorzaak was van de gerechtelijke
achterstand in Brussel. Dat werd al die tijd aangehaald. Objectieve
tegenargumenten hielpen niet. Minister De Clerck ging inderdaad
door de knieën. In de vorige legislatuur werd inderdaad een bres
geslagen in die taalwetgeving. Toenmalig minister De Clerck diende
een ontwerp in om die taalwetgeving te wijzigen. Bij de CVP had een
aantal senatoren gelukkig nog een Vlaamse reflex, zodat het ontwerp
werd gekelderd. Toen is afgestapt van die wijziging van de
taalwetgeving. Er kwam echter een tweede onheil over ons. Het
uitstekende idee van collega Vandeurzen om toegevoegde,
zogenaamde vliegende rechters te benoemen, die kunnen inspringen
waar het brandt, waar er nood is en waar er problemen zijn, werd
door ons in de Kamer goedmenend gesteund. Het was inderdaad
een erg goed idee. In de Senaat werd echter het voorstel-
Vandeurzen, dat ontwerp geworden was, op dat punt niet formeel
veranderd. In de parlementaire bespreking werd wél eraan
toegevoegd dat de taalwetgeving voor die toegevoegde rechters niet
van toepassing was.
Mijnheer Erdman, ik heb dat rapport bij mij. Ik weet niet of u van plan
was daarover te spreken. Ik kan citeren wat u gezegd hebt, als u dat
wilt.
Justice.
Pourquoi se focaliser ainsi sur
Bruxelles? Qu'en est-il des
mesures générales et structurelles
pour résorber l'arriéré judiciaire?
Employons-nous à améliorer
l'encadrement des magistrats,
confions au greffier tout droit sorti
du 19
ème
siècle la mission
moderne de référendaire,
généralisons et rationalisons le
traitement policier autonome,
créons un tribunal
d'arrondissement moderne et par-
dessus tout, modifions les règles
de procédure.
Depuis 1970, la connaissance
approfondie de la deuxième
langue nationale ne figure plus
dans la loi linguistique. Il n'y a
quasiment plus de magistrats
bilingues qui peuvent encore
siéger dans l'autre langue que
celle de leur diplôme. Un
magistrat siège aujourd'hui dans
la langue de son diplôme et doit
céder la place lorsqu'une autre
langue est parlée. Voilà qui n'est
certainement pas de nature à
accélérer la procédure!
En Belgique, un droit fondamental
est quotidiennement bafoué. Le
professeur De Pauw a écrit dans
le quotidien De Morgen que des
magistrats ayant une
connaissance très élémentaire du
néerlandais siègent à la Cour de
cassation et dans les cours
d'appel. Comment peuvent-ils
comprendre les nuances d'un
témoin ou d'une pièce? M. De
Pauw estime qu'il s'agit-là d'une
violation des droits de l'homme.
Si l'on avait voulu faire preuve de
cohérence, on aurait dû prévoir
que les magistrats de la cour
d'appel ne peuvent plus siéger en
chambres mixtes.
Les candidats doivent écrire un
commentaire en français d'un
texte qu'ils ont lu en néerlandais,
après quoi ils doivent encore tenir
une petite conversation. Peut-on
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
59
Mijnheer de voorzitter, ik heb het rapport van mijn homoniem bij mij.
Hij is beroepsgenoot, naamgenoot en stadsgenoot van mij, maar
behoorde niet tot mijn partij. Hij heeft destijds het rapport gemaakt
over die toegevoegde rechters. Blijkbaar is het in dit land nodig om
Bourgeois te heten om rapporteur te zijn over de taalwetgeving in
gerechtszaken. Het rapport dateert van 1997. Ik citeer eruit: "Er
ontspon zich ook een lange discussie over de toepassing van de
taalwetgeving inzake de toegevoegde rechters. In de commissie voor
de Justitie werd een amendement ingediend, dat bepaalt dat de
toegevoegde rechters zitting moeten nemen in de taal van hun
diploma.
De indiener wees er namelijk op dat de taalwetgeving bij hun
benoeming niet van toepassing kan zijn, aangezien de toegevoegde
rechters geen titularis worden bij de rechtbank waaraan zij zouden
worden toegewezen. Uit de daaropvolgende discussie bleek dat de
inschakeling van de toegevoegde rechters inderdaad los zal staan
van de huidige verdeling volgens de taalrol van de
personeelsformatie. Deze kwestie betreft uiteraard de rechtbanken
van Brussel". Daar zit het venijn. Voor de toegevoegde rechters geldt
een speciale regeling, zogezegd voor Brussel. Nu komt het: "Volgens
de minister" dat was toenmalig minister De Clerck "is de niet-
toepassing van de taalwet noodzakelijk omwille van de door het
ontwerp beoogde flexibiliteit". Daar is de bres geslagen. Ik weet dat u
heel wat voorzichtiger bent geweest, collega Erdman. Ik heb gelezen
wat u daarover gezegd hebt. Ik zal straks lezen wat anderen
daarover hebben gezegd die daartegen heel wat scherper zijn
uitgevaren.
Tijdens de parlementaire besprekingen heeft de minister gezegd dat
de taalwetgeving uitsluitend in Brussel niet van toepassing was op de
toegevoegde rechters. Daarop heeft men zich gebaseerd. Dat heeft
de deur opengezet voor de benoeming van de eentalige rechters die
nu het kader bijkomend aanvullen, mijnheer Goris, dat klopt. Het
kader is niet met statutaire rechters gevuld, maar met statutaire en
toegevoegde rechters. Men kan niet zeggen dat er rechters te kort
zijn. Er is één rechter te kort in heel Brussel. Ik denk dat er veel
kleinere arrondissementen zijn waar verhoudingsgewijs meer
magistraten ontbreken.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, daar is de bres
geslagen. Men heeft daar "en stoumelings" bij een voorstel tot
toegevoegde rechters gezegd dat de taalwetgeving niet meer van
toepassing was en dit contra legem. Ik blijf erbij dat een minister in
een parlementaire voorbereiding en senatoren, die elkaar trouwens
tegenspraken, niet kunnen zeggen dat de wetgeving die van
openbare orde is, niet van toepassing is. Dat volstaat niet. Nu is dat
opnieuw aangehaald bij de parlementaire voorbereiding. Ik kan u
verzekeren dat wij naar het Arbitragehof zullen gaan omdat er een
ongelijkheid wordt gecreëerd inzake de toegevoegde rechters in dit
land. Ik kom daarop straks terug.
Ik ontving vandaag een persmededeling van senator Vandenberghe
van CD&V waarin hij de kamerleden oproept om het wetsontwerp
over de toegevoegde rechters in Brussel niet goed te keuren. Hij
vindt namelijk dat het ontwerp te veel toegevingen aan de
Franstaligen doet. Het spijt mij te moeten citeren wat hij heeft gezegd
appeler cela de la connaissance
fonctionnelle? Comment ces
candidats pourront-ils saisir les
nuances d'un témoignage ou
d'une pièce d'un dossier? Voilà
qui constitue une violation des
droits de l'homme.
Le seul aspect positif de tout cela
est que l'examen de langue sera
rendu objectif et sera organisé par
le Selor de sorte que les
francophones ne seront plus
favorisés.
Le deuxième projet est une copie
du texte de juillet 2000, qui avait
été retiré en raison d'un conflit
d'intérêts. À l'époque, l'exposé
des motifs faisait état de
l'impossibilité de trouver des
candidats qui satisfissent à toutes
les exigences. Seule une
modification de la loi linguistique
de 1935, considérée alors comme
une opération très délicate,
semblait pouvoir apporter une
solution.
Aujourd'hui, nous y sommes. Le
premier projet modifie la loi de
1935 et un second va dans le
même sens, avec la désignation
de 84 juges unilingues. La maigre
contrepartie que constituait le
caractère temporaire de cette
mesure a même disparu. Le
Parlement flamand a été pris à
contre-pied.
A la question de savoir si la loi
linguistique de 1935 s'appliquait
aux juges de complément dans
une région unilingue, le ministre a
répondu par l'affirmative. Pour
l'une ou l'autre raison, cette loi ne
peut s'appliquer à une région
bilingue. C'est une injustice que
nous dénoncerons devant la Cour
d'arbitrage.
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
60
in de Senaat in 1997: "De CVP-fractie gaat ermee akkoord dat het
inschakelen van toegevoegde rechters in de rechtbanken van Brussel
zal gebeuren los van de huidige verdeling van de personeelsformatie
volgens taalrol. De aanwijzing van een toegevoegde rechter is per
definitie immers tijdelijk en geschiedt enkel om het hoofd te bieden
aan uitzonderlijke omstandigheden. Die erkennen wij voor de
rechtbanken te Brussel. Dit betekent dat er in Brussel eentalige,
toegevoegde rechters zullen kunnen zitting nemen, wat anders niet
mogelijk is omdat volgens de taalwet twee derde van de formatie
tweetalig moet zijn en dat tweetalige, toegevoegde rechters zullen
kunnen zitting nemen in beide talen. Een Nederlandstalige
toegevoegde rechter die geslaagd is voor het Franse taalexamen
grondige kennis zal bijvoorbeeld zitting kunnen nemen in de Franse
taal". Het examen grondige kennis bestond natuurlijk niet meer. Het
was in 1970 afgeschaft. Hier heeft senator Vandenberghe zich
namens de CVP daarbij aangesloten in 1997 en zo is deze bewering
een eigen leven gaan leiden.
Nog was het niet genoeg. In deze zittingperiode werd op 27 juni 2000
een wetsontwerp door de minister van Justitie ingediend om nog
eens 25 toegevoegde rechters en 17 toegevoegde substituten te
benoemen. U kent allemaal het lot van het wetsontwerp. Het werd
hier besproken. Er is een belangenconflict over ingediend door het
Vlaamse Parlement. Dit was in de pre-Lambermont-fase. Toen had
de meerderheid nog de stemmen nodig van wat nu Spirit heet. Wij
zijn benieuwd wat de heer Borginon, die hier door een gelukkig toeval
niet aanwezig is, vandaag zou hebben gedaan. Ik vraag mij af of hij
met de VLD zou hebben meegestemd. Ik zie de heer Coveliers
knikken. In dit geval zou hij zijn oude ontwerpen wel vlug laten vallen
hebben. Ofwel had hij zich moeten onthouden, ofwel tegenstemmen.
Daarmee zou hij aangeven dat deze partij op Vlaams vlak geen
betrouwbare factor is. Zijn collega's in de Senaat zullen kunnen
bewijzen wat hun houding is.
Zij kunnen zich onthouden of tegen stemmen, daarmee bewijzend dat
hun overstap naar die partij vanuit Vlaams oogpunt niet zo evident is.
Zij stappen over naar een partij die op Vlaams vlak niet het algemeen
belang verdedigt. Hoe dan ook, het eerste ontwerp is ingetrokken. De
minister heeft het meegedeeld. Het werd ingetrokken wegens een
belangenconflict. Zodoende was de Vlaamse publieke opinie een
tijdje gesust. Eens Lambermont er door was, kwam de niet aflatende
pressie van de Franstaligen om de taalwetgeving te veranderen terug
door middel van interpellaties en mondelinge vragen. Het spel werd
natuurlijk meer achter dan voor de coulissen gespeeld. De regering
engageerde zich uiteindelijk om een en ander te gaan veranderen.
Het was op de PS-meeting in Charleroi of Namen dat de huidige
minister van Justitie het Vlaams Parlement opriep om zijn verzet
tegen dat wetsontwerp te laten vallen. In ruil daarvoor hoopte hij op
toezeggingen van de PS voor een van de ontwerpen in het kader van
de georganiseerde criminaliteit. De heer Di Rupo heeft zich toen tot
niets geëngageerd, maar de Vlamingen hebben zich wel
geëngageerd om onderhavige wetgeving goed te keuren en door te
drukken.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik kom bij het
eerste ontwerp dat ertoe strekt om de taalwetgeving zelf te wijzigen.
Ik heb al gezegd dat de reden die aangehaald wordt, een drogreden
is. De werkelijke reden ligt in de jarenlange schending van de
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
61
taalwetgeving. Het kader in Brussel is de facto volzet. Ik wil dat het
debat terzake hier wel eens gevoerd wordt. Ik zeg nu al jarenlang dat
er geen rechters te weinig zijn in ons land en dat men zoals in
Nederland met minder magistraten de gerechtelijke achterstand moet
kunnen aanpakken. Men moet dan natuurlijk een andere cultuur
hebben. Men moet parketmagistraten hebben die bezig zijn met hun
hoofdtaak. De rechters en de substituten moeten omringd worden
met medewerkers zoals dat in Nederland gebeurt. In heel ons land is
objectief niet bewezen dat er een tekort is aan magistraten, laat staan
dat zulks in Brussel bewezen zou zijn. Het is zelfs niet bewezen dat
er een gerechtelijke achterstand is in Brussel. Er is een tussentijds
rapport van 1999, maar er is geen objectieve meting. Wat is de
oorzaak daarvan? Men heeft in Brussel een afwijkende
conclusiecultuur. De advocaten hier aanwezig kunnen dat
bevestigen. Men dient hele boeken in als conclusies. Men houdt
pleidooien die dagen duren. De zaak-Assubel heeft een kamer van
de rechtbank van Brussel een jaar lang beziggehouden. Men zorgt er
daar blijkbaar voor dat de rechtsgang niet vooruitgaat. Men amuseert
zich ermee om met de regelmaat van de klok de Belgische staat in de
persoon van de minister van Justitie te dagvaarden om de werklast
nog wat te verhogen. Men zegt hem dat hij aansprakelijk is voor het
feit dat het niet vooruitgaat. Er is dus sprake van een zekere onwil en
zelfs van een boycot.
Collega's, voor wie met de materie minder vertrouwd is, ga ik nog
even in op de doorlichting van het parket in Brussel. De Hoge Raad
voor de Justitie heeft al één doorlichting uitgevoerd, die van het
parket in Brussel. Ik zal ze u niet helemaal voorlezen. Ik geef u
enkele belangrijke vaststellingen die verklaren waarom het daar niet
werkt. Ten eerste zegt men dat ondanks de onderbezetting zes
substituten gedetacheerd zijn. Men heeft ze blijkbaar niet nodig. Ten
tweede blijkt een aanzienlijk deel van de substituten in Brussel niet
meer behoorlijk te functioneren, maar men berust daar in. Men doet
daar niets meer aan. Ten derde heeft Brussel al de bijstand van 32
parketjuristen. Intussen zijn het er nog meer geworden. Die
parketjuristen moeten ook geen bewijs leveren van de kennis van de
andere taal. Antwerpen, een arrondissement met veel problemen,
had er op dat moment 12. Ten vierde is er een onderbezetting van
het administratief personeel. Ten vijfde is de relatie met het parket-
generaal negatief. Ten zesde laat de organisatie van de correctionele
zittingen te wensen over. Dat leidt tot een onstellende
capaciteitsverspilling bij het parket, bij de advocaten en bij de
rechters. Dat zegt de Hoge Raad voor de Justitie. Ik geef u de orde
van grootte. Als er op dag x dertig zaken worden opgeroepen,
worden er slechts tien effectief behandeld.
Gemiddeld 20 op een totaal van 30 zaken worden gewoon opnieuw
uitgesteld ook al hadden het parket, de rechters en de advocaten ze
wel voorbereid.
Het parket in Brussel is niet in staat om het algemene, strafrechtelijke
beleid uit te voeren en het voert ook geen eigen prioriteitenbeleid
waardoor grote, belangrijke zaken van bijvoorbeeld
witteboordencriminaliteit dreigen te verjaren.
De autonome politieafhandeling waarover collega Karel Van
Hoorebeke u deze week nog heeft ondervraagd, mijnheer de minister
die door de heer Schins werd ingevoerd in het Gentse ressort waar
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
62
ze tot ieders voldoening goed functioneert en die in heel Vlaanderen
werd overgenomen, wordt niet toegepast in Brussel. Trouwens, deze
autonome politieafhandeling wordt in heel Franstalig België niet
toegepast. Men past ze alleen toe voor verkeerszaken. Men blijft de
parketmagistraten belasten met allerlei zaken die niet tot hun
hoofdbezigheid behoren.
Collega's, waar blijven de algemene maatregelen om de gerechtelijke
achterstand weg te werken? Waarom moet er zo nodig op Brussel
worden gefixeerd? Waarom kan men niet in heel het land structurele
maatregelen nemen? Kijk naar Nederland waar men met minder
magistraten toch geen gerechtelijke achterstand heeft. Bij ons
worden steeds meer magistraten benoemd. Laten wij werk maken
van die autonome politieafhandeling. Uw voorganger heeft al gezegd
dat het College van procureurs-generaal dit in heel het land zou
opleggen. We zijn ondertussen 2002 en dit is nog steeds niet
gebeurd. Laat ons werk maken van de omkadering van de
magistraten. Laat ons die negentiende eeuwse griffier eindelijk een
moderne eenentwintigste eeuwse taak geven van referendaris,
vonnisvoorbereider en beleidsondersteuner. Laten wij het mogelijk
maken dat het parket zich ertoe kan beperken zijn kerntaak te
vervullen. Ik heb Brusselse substituten ontmoet die mij zeggen dat zij
in de rij moeten gaan staan om eigenhandig kopietjes te maken. 80
tot 85% van hun taken heeft niets te maken met de kerntaak: de
opsporing en vervolging. Zij zijn vooral administratief bezig; zij
hebben niet eens een bediende. Laat ons een
arrondissementsrechtbank creëren een van de dromen die werden
geformuleerd tijdens de octopusonderhandelingen zoals in
Nederland en Duitsland zodat een modern management mogelijk is.
Laten wij vooral de procedureregels veranderen. In plaats van met
een gerechtelijk wetboek te werken dat een obstructie betekent
moeten we zorgen voor een modern wetboek. Mijnheer de minister,
ik weet dat u terzake onze ideeën deelt. Mijn wetsvoorstel terzake is
ondertussen zowat 2 jaar oud. We zijn ondertussen juni 2002 en we
staan op dit punt nog net zo ver.
Collega's, waaruit bestaan de wijzigingen aan de taalwetgeving? Ik
wil er allereerst nogmaals op wijzen dat de grondige kennis van de
andere taal niet meer in de taalwet staat. Deze vereiste is in 1970
weggevallen. Excuseer mij voor de woorden, collega Erdman, maar
op een uitstervend ras na is er niemand die nog het bewijs kan
leveren van de grondige kennis. Het examen bestaat niet meer. Er
zijn met andere woorden geen tweetalige magistraten meer die
kunnen zetelen in de andere taal dan de taal van hun diploma. Dat is
de realiteit vandaag.
De minister zegt met zoveel woorden in zijn wetsontwerp dat het
grondprincipe nu is dat een magistraat zetelt in de taal van zijn
diploma. Wie een Nederlandstalig diploma heeft, zetelt in het
Nederlands en wie een Franstalig diploma heeft, zetelt in het Frans.
Dit is de grondregel maar de grondige kennis bestaat niet meer. Deze
grondregel is nochtans een elementair mensenrecht dat dagelijks met
voeten wordt getreden in dit land. Ik verwijs terzake naar het artikel in
De Morgen van professor De Pauw, die nochtans niet tot mijn
politieke obediëntie behoort. In dit artikel staat te lezen dat in het Hof
van cassatie magistraten zetelen die Nederlandstalige zaken
behandelen zonder dat zij het Nederlands kennen. Dit is volgens hem
een schending van de mensenrechten. Welnu, die grondregel wordt
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
63
ook niet doorgetrokken in het hof van beroep. Als men consequent
was geweest, had men moeten bepalen dat de magistraten van het
hof van beroep niet langer in gemengde kamers mochten zetelen.
Bovendien had men dan moeten bepalen dat het maar eens gedaan
moest zijn dat in het Hof van Cassatie eentalig Franstalige
raadsheren zetelen. En dergelijke magistraten bestaan nog. Enkele
jaren geleden is mevrouw Lieckendael hier geweest, samen met de
toenmalige eerste voorzitter, de heer Stranard. De eerste voorzitter
van het Hof van Cassatie sprak geen Nederlands en verstond zelfs
geen Nederlands want hij had simultaanvertaling nodig om de
Nederlandstalige kamerleden te verstaan.
Deze grondregel die zogezegd aan de basis ligt van dit ontwerp,
wordt niet doorgetrokken naar het Hof van beroep, wordt niet
doorgetrokken naar het Hof van cassatie en onze amendementen
terzake werden weggestemd. Dit is de realiteit. Men komt tegemoet
aan de wensen van de Franstaligen, maar de rechtmatige belangen
van de Nederlandstaligen in beroep en in cassatie worden niet
ingewilligd.
Dan kom ik aan de twee derde regel. De twee derde magistraten
zullen nog slechts een elementaire kennis moeten hebben, een
passieve schriftelijke kennis. Zij moeten een tekst in de andere taal
kunnen weergeven, samenvatten en beoordelen in hun eigen taal. Zij
mogen dus in het Frans hun commentaar geven op een tekst in het
Nederlands en zullen een gesprekje moeten voeren over een
onderwerp uit het dagelijkse leven gegrepen. Daarmee zal voortaan
voldaan zijn aan de vereiste van functionele kennis. Ik zeg u dat die
magistraten niet in staat zullen zijn een getuige in de andere taal te
verstaan en de nuances te begrijpen. Zij zullen niet in staat zijn om
een stuk in de andere taal gesteld, met soms zeer moeilijke nuances,
te begrijpen. Zij zullen een syllabus krijgen met woorden en termen in
het Nederlands en het Frans. Het examen over de juridische termen
zal uitsluitend gaan over de woorden uit de syllabus. Zij zullen op de
zitting documenten hebben die zij niet begrijpen. Dat is de realiteit:
men schroeft de kennis van de andere taal terug.
Deze mensen zullen uiteraard niet kunnen blijven zetelen wanneer de
taal van de procedure verandert, wat in Brussel heel dikwijls
voorkomt omdat vaak een taalwijziging wordt gevraagd. Voorheen
had men magistraten die ongehinderd konden blijven zetelen. Zij
zullen dit niet kunnen. Dat is een tweede reden waarom dit een
achteruitgang is. Dat is een tweede reden waarom dit ertoe zal leiden
dat de rechtsgang in plaats van vooruit te gaan, achteruit zal gaan,
dat de gerechtelijke achterstand in plaats van te worden afgebouwd,
nog zal toenemen.
De voorzitter: Mijnheer Bourgeois, wil u langzaam maar zeker tot uw besluit komen?
13.51 Geert Bourgeois (VU&ID): Mijnheer de voorzitter, dit is zo
belangrijk!
De voorzitter: Alles is belangrijk, mijnheer Bourgeois.
13.52 Geert Bourgeois (VU&ID): Ik moet nog aan het tweede
ontwerp toe komen.
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
64
Ik kom aan het tweede examen, het type 2. Daar is het enige verschil
dat iemand die een voldoende kennis van de andere taal moet
hebben, de tekst die hij krijgt in de vreemde taal zal moeten kunnen
samenvatten. Dat is het enige verschil. Zijn mondeling examen is ook
beperkt tot een gesprek over een onderwerp uit het dagelijkse leven.
Als men daarmee tweetalige vrederechters moet hebben, als men
daarmee tweetalige politierechters moet hebben, als men daarmee
korpsoversten zou moeten kunnen hebben die een korps kunnen
leiden in de twee talen, geef ik u op een blaadje dat dit niet zal
kunnen.
Het enige positieve waarover vooral de Vlamingen blij mogen zijn, is
dat de taalexamens geobjectiveerd zullen worden. Het was zo dat de
Franstaligen de facto door die commissies werden bevoordeeld. Nu
zal Selor uniforme normen opleggen en iedereen op gelijke basis
examineren. Dat is het enige positieve aan dit ontwerp, de rest is
achteruitgang.
Ik kom nu toe aan het tweede ontwerp, dat van de toegevoegde
rechters, en hierover zal ik korter kunnen zijn. Ik heb u al gezegd dat
het ontwerp dat vandaag voorligt, eigenlijk de herneming is van een
ontwerp dat werd ingediend in juli 2000, maar dat na een
belangenconflict weer werd ingetrokken. Het is bijzonder interessant
de memorie van toelichting bij dit ontwerp te lezen. Ik citeer twee
alinea's. Het gaat over het probleem van de achterstand in Brussel. Ik
citeer uit de memorie van toelichting van de regering: "Dit probleem,
dat reeds geruime tijd bestaat en de goede werking van deze
instellingen verlamt, vindt zijn oorsprong in de taalproblematiek. Het
is inderdaad onmogelijk om voldoende kandidaten te vinden die alle
wettelijke benoemingsvoorwaarden vervullen". Dan komt het. Ik vraag
daar uw aandacht voor. Waarom vraagt men toegevoegde rechters in
Brussel, in juli 2002 en nu? Dit is de enige motivering in het
wetsontwerp. Zij luidt als volgt: "Alleen een wijziging van de wet van
15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken zou tot een
structurele oplossing kunnen leiden. Dergelijke wijziging vereist
evenwel belangrijk en delicaat wetgevend werk".
Welnu, collega's, wij zijn zover. Het eerste ontwerp wijzigt die taalwet
van 1935 tot voldoening van de Franstaligen in de commissie voor de
Justitie. Alle Franstaligen waren het daar eens met de wijziging van
de taalwet. Zij hebben wat zij vragen. De taalwet van 1935 wordt
gewijzigd. Niettemin wordt doorgegaan met dit ontwerp op de
toegevoegde rechters, eentaligen, waarvoor geen taalkennisvereiste
zal gelden, alhoewel die voorwaarde, die uitdrukkelijk bepaald was in
die memorie, vervallen is. Het zal dus zo zijn dat men massaal de
van openbare orde zijnde taalwetgeving in Brussel schendt en dat
binnenkort de mogelijkheid bestaat om 84 eentalige magistraten te
benoemen. Het fopspeentje van de tijdelijkheid is al lang
weggespoeld. Het is verdwenen. De tijdelijkheid komt er niet. Men
heeft het Vlaamse Parlement op het verkeerde been gezet door te
zeggen dat men zal amenderen. Er zijn amendementen
aangekondigd van de regering maar de tijdelijkheid van die
wetgeving is er niet gekomen.
Mijnheer de voorzitter, u hebt een grote zorg voor de
grondwettelijkheid van de wetten. Ik kom dus tot de cruciale vraag. Ik
heb aan de minister herhaaldelijk, ik moest aandringen de vraag
gesteld of de taalwetgeving van 1935 van toepassing is op
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
65
toegevoegde magistraten die in het Nederlands eentalige gebied
benoemd worden? Is de taalwetgeving van 1935 van toepassing op
toegevoegde magistraten in het Franstalig eentalig gebied? De
minister heeft inderdaad, weliswaar na aandringen, bevestigend
geantwoord. Dit betekent dat men een ongrondwettelijkheid begaat.
Men heeft er in een adem aan toegevoegd dat die toegevoegde
rechters in Brussel, om welk motief ook, niet onder die taalwetgeving
vallen.
Dit betekent dat men twee soorten toegevoegde rechters zou
hebben. De enen die wel onderworpen zijn aan de taalwetgeving van
openbare orde zijnde; zij mogen alleen recht spreken in de taal van
hun diploma. Zij moeten een Nederlandstalig diploma hebben om
benoemd te worden en moeten uiteraard in het Nederlands recht
spreken. Voor de toegevoegde rechters in Brussel geldt dit niet,
omdat voor Brussel plotseling de taalwetgeving die van toepassing is
inzake diplomavereiste en taalkennis, niet meer van toepassing zou
zijn. Dit is een ongelijkheid, die wij inderdaad tot voor het Arbitragehof
zullen aanvechten. Er is geen enkele gegronde reden, zeer zeker niet
nu men de taalwetgeving wijzigt om te gaan stellen dat de
taalwetgeving in rechtszaken niet van toepassing is op die
toegevoegde magistraten in Brussel.
Het is paars-groen niet om de Vlamingen te doen.
13.53 Fred Erdman (SP.A): Mijnheer Bourgeois, ik wil niet in het
kader van uw betoog treden, maar ik denk dat er een onderscheid
moet gemaakt worden tussen twee aspecten. Ten eerste, ik denk dat
de taalwetgeving inderdaad van toepassing is voor wat ik zou kunnen
noemen "basisvoorwaarden". Wanneer men binnen het kader van de
vereisten van de wet een Franstalige of een Nederlandstalige in
Brussel nodig zal hebben, zal men net dezelfde voorwaarden moeten
vervullen als voor een toegevoegde rechter in een eentalig
arrondissement. Die zal het diploma moeten opleveren en de kennis
van de taal en alleen kunnen zetelen in de taal van zijn diploma.
Waar u wel gelijk in hebt, maar dat is net de essentie van dit debat, is
de vraag of die regel van de tweederde daarop moet worden
toegepast? Al de andere regels blijven van toepassing. Het is alleen
de regel van de tweederde: daar zit de sleutel van heel het probleem.
13.53 Fred Erdman (SP.A): Vous
devez opérer une distinction. La
législation linguistique s'applique
aux conditions de base: lorsqu'un
magistrat francophone ou
néerlandophone est requis à
Bruxelles, les conditions sont les
mêmes que dans les régions
unilingues. Reste à savoir si la
règle des deux tiers doit être
appliquée en l'occurrence.
13.54 Geert Bourgeois (VU&ID): U zult niet verrast zijn wanneer ik u
zeg dat ik het met deze visie niet eens ben. Waarom niet? Ik verwijs
naar het advies van de Raad van State op het ontwerp dat zegt dat
als deze wetgeving goedgekeurd wordt, het inderdaad om iets
tijdelijk, iets exceptioneels moet gaan. Nu zal men echter met dit
ontwerp een volledig korps van toegevoegde rechters hebben die
men in Brussel benoemt, terwijl de taalwetgeving van 1935 die van
openbare orde is zegt dat op het kader in Brussel de regel moet
spelen van tweederde-eenderde. Er is geen tijdelijke afwijking. Dit is
een afwijking van een hele generatie lang. Hier worden magistraten
benoemd die voor de rest van hun dagen niet aan de vereisten zullen
moeten beantwoorden. In die zin zeg ik u we zullen zien wie gelijk
krijgt dat dit een schending is van de taalwetgving en bijgevolg een
ongelijkheid creëert. We zullen dat inderdaad nog verder kunnen
bespreken, als we de uitspraak van het Arbitragehof daaromtrent
kennen.
Zoals ik zei, het is paars-groen niet om Vlaanderen te doen. Dit is de
13.54 Geert Bourgeois (VU&ID):
Tout comme le Conseil d'Etat, je
suis convaincu que cette loi doit
être temporaire. Elle instaure à
Bruxelles, où la règle des deux
tiers est d'application, un corps de
84 juges de complément
unilingues nommés à vie, ce qui
représente toute une génération.
Nous reviendrons sur cette
matière une fois que la Cour
d'arbitrage se sera prononcée en
l'espèce.
La majorité arc-en-ciel ne gâte
pas les flamands. Nous en avons
eu suffisamment de preuves ces
dernières années. Par ailleurs, on
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
66
zoveelste opeenvolgende achteruitgang van de positie van de
Vlaming in dit land. Het is begonnen met de onderwijsfinanciering.
Het is voortgegaan met het Lambermont-akkoord, met het Lombard-
akkoord, waarbij de dubbele meerderheidspositie weggevallen is. Het
is doorgegaan met de taalwetgeving in bestuurszaken, met
Copernicus. Het gaat verder met het taalhoffelijkheidsakkoord in
Brussel, dat men nu blijkbaar ook al op de politieagenten in Brussel
wil gaan toepassen. Het is met de wetgeving op de gerechtelijke
kantons voortgegaan. Het is zo met de kieshervorming die op stapel
staat, waar men aan de Franstaligen bovendien nog een paritaire
Senaat belooft, de constitutieve autonomie voor Brussel, een
volwaardig Brussel hoofdstedelijk gewest, de Vlaamse autonomie
inzake de verdragsbevoegdheid uitholt, waar men als klap op de
vuurpijl voor het eerst in de geschiedenis als Vlaamse meerderheid
tegen het Vlaamse regeerakkoord in een akkoord inschrijft, zelfs in
het wetsvoorstel inschrijft dat de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde
op bestuurlijk vlak er niet komt.
Geen wonder dat Louis Michel in La Libre Belgique recent verklaarde
dat hij wil voortgaan met paars-groen. Franstalige collega's, geen
enkele Vlaamse meerderheid zal u nog zulke cadeaus geven; geen
enkele Vlaamse meerderheid zal zover gaan om een paritaire Senaat
te geven, om Brussel een constitutionele autonomie te geven, om
Nederlandstalige zetels te laten verdwijnen in Brussel-Halle-Vilvoorde
zonder dat dit arrondissement wordt gesplitst. Alle Franstaligen in de
Kamercommissie voor de Justitie zijn voor. De heer Arens leverde
zelfs het aanwezigheidsquorum als er geen negen kamerleden
aanwezig waren, wat regelmatig voorkwam. Zover ging het.
Al onze amendementen werden verworpen. Alle rechtmatige
Vlaamse belangen die werden verwoord in de door ons ingediende
amendementen werden verworpen. Het amendement samen met de
CD&V ingediend en strekkende tot de splitsing van het gerechtelijk
arrondissement, werd verworpen. Het amendement ertoe strekkend
om in het Hof van Cassatie een verhouding 60/40 in te voeren een
elementaire regel van rechtvaardigheid werd ook verworpen. Het
amendement om aan de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie
en aan de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie een
tweetaligheidvereiste op te leggen wat mij de evidentie zelf lijkt
werd eveneens weggestemd. Het amendement om de toegevoegde
rechters tijdelijk aan te stellen werd ook weggestemd. Alle
amendementen van de Nederlandstaligen werden verworpen.
De heer Coveliers wou daarnet alweer zeggen dat wij de
kaakslagflaminganten zijn. Welnu, ik zal eens een bloemlezing
brengen van de pleidooien van zijn voorganger in de Kamer, van de
huidige minister-president van de Vlaamse regering, toenmalig
fractieleider van de VLD, die met de regelmaat van een klok bij elk
belangrijk debat op deze tribune uitvoer tegen de PS-staat, tegen de
Franstalige dominantie, tegen het feit dat de regering-Dehaene voor
de zoveelste keer boog voor de Franstaligen. Dat was natuurlijk geen
kaakslagflamingantisme! Dat was stoere VLD-taal.
Er was een tijd dat het journaal van Marc Grammens circuleerde op
de VLD-banken en gretig werd gelezen en dat de fractieleider van de
VLD zich erdoor liet inspireren. Er was een tijd dat de heer Coveliers
in de Senaat en dat wil ik u niet onthouden, vrienden toen het
ontwerp inzake de toegevoegde rechters aldaar werd besproken, het
met sur pied un accord qui va à
l'encontre de l'accord de
gouvernement flamand. Rien
d'étonnant, dès lors, à ce que le
ministre Michel appelle de ses
voeux une reconduction de la
coalition arc-en-ciel. Les partis
flamands n'ont jamais autant
choyé les francophones. Ceux-ci
plaident dès lors tous en faveur de
ce projet; ils ont veillé à ce que le
quorum soit atteint en commission
de la Justice et ont rejeté tous les
amendements. Ces amendements
défendaient néanmoins des
intérêts flamands légitimes.
M. Coveliers nous accusera sans
doute, une fois de plus, de réagir
en flamingants nourris par un
sentiment d'injustice. Néanmoins,
par le passé, l'ancien chef de
groupe du VLD, et actuellement
ministre-président flamand, a
dénoncé à de multiples reprises la
domination francophone. Et qu'en
est-il de l'époque où M. Coveliers
mettait en garde, au Sénat, contre
le tripatouillage de la législation
linguistique! Il avait alors déclaré
qu'il était totalement interdit de
modifier subrepticement la
législation linguistique par le biais
d'une loi sur les juges de
complément. C'est pourtant ce qui
se produit aujourd'hui.
Avant de passer au vote,
j'aimerais faire appel au sentiment
flamand de quelques membres du
SP.A. Je m'adresse tout
particulièrement à Monsieur
Erdman. Chez les écologistes, je
ne perçois malheureusement pas
le moindre signe d'un réflexe
flamand. Je ne demanderai rien
au VLD qui a dupé ses électeurs,
lesquels pourront trouver leur
salut auprès du N-VA.
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
67
volgende zei: "Ik wil de minister in alle bescheidenheid toch
waarschuwen. Als er via dit ontwerp rechtstreeks of onrechtstreeks
ook maar iets wordt veranderd aan de taalwetgeving of aan de
toepassing ervan of indien men ervoor opteert om in Brussel niet
langer tweetalige rechtbanken te hebben, maar uitsluitend
Franstalige met een Nederlandstalig aanhangsel, dan stevent men
regelrecht af op de splitsing van dit arrondissement. Dit is helemaal
niet ondenkbaar". Hij eindigt zijn pleidooi pro splitsing als volgt:
"Alleen moet men dat vandaag in alle duidelijkheid zeggen, zodat wij
dat rustig kunnen bespreken. Wat men zeker niet mag doen is een
wijziging van de taalwetgeving binnensmokkelen via dit ontwerp op
de toegevoegde rechters". Einde citaat van degenen die ons
verwijten kaakslagflaminganten te zijn.
Wij zullen geen klaagzang aanheffen. Wij zullen wel in ultimo nog een
beroep doen op degenen bij de SP.A met Vlaamse reflexen. Ik richt
mij in dat verband meer bepaald tot u, mijnheer Erdman. Ik weet dat u
van mening bent dat deze ontwerpen onvolkomen zijn. U liet dat
blijken, maar u bent een beetje te trouw en u voert uit wat de
meerderheid beslist, ook al bent u het hiermee in uw hart oneens. Dat
kon ik aanvoelen. U gaf u in de commissie herhaaldelijk blijk, niet
alleen van uw sociale, maar ook van uw Vlaamse reflexen.
Dit is een laatste oproep tot de SP.A die zit te flirten met een deel van
Spirit. Minister Stevaert drijft het zelfs zover dat de NMBS zou
moeten worden geregionaliseerd, maar ik vernam dat de SP.A-ers
zich gisteren in de commissie van de Kamer gedeisd hielden en zich
daarover geenszins uitspraken.
Dit is een laatste oproep tot degenen onder u die nog Vlaamse en
sociale reflexen hebben.
Aan de groenen durf ik het niet te vragen. Ik zie, tot mijn grote spijt,
geen enkele Vlaamse reflex bij de groenen. Ik durf hun tot mijn grote
spijt niet te vragen om tegen dit ontwerp steun te geven. Als het toch
zou gebeuren, zou ik hen heel dankbaar zijn.
De VLD zal ik het niet vragen, maar ik wil de heer Coveliers die hier
niet aanwezig is verzekeren dat wij geen klaagzang zullen
aanheffen. Wij zullen zeer assertief het algemeen Vlaams belang
verdedigen. Wij zullen de Vlaamse kiezers van de VLD aanspreken.
Ik verwijs naar de Vlamingen en democraten die door de VLD misleid
en bedrogen zijn met een sterk Vlaams programma, met
burgermanifesten die de Staat zouden omverwerpen en een minister-
president die alles zou veranderen. Er zijn nog heel wat bewuste
Vlamingen die het niet nemen dat men dit monument van 1935
onderuit haalt. Wij zullen gesteund door de Vereniging van
Vlaamse Balies, het Vlaams Economisch Verbond, de Vlaamse
culturele verenigingen, de advocatuur die massaal reageert en de
magistratuur overal in Vlaanderen uitleggen dat de VLD het
algemeen Vlaams belang schaadt. Wij zullen daar het alternatief van
N-VA tegenover plaatsen, zonder klaagliederen te zingen, maar in
alle duidelijkheid en assertiviteit.
De voorzitter: Mijnheer Bourgeois, ik heb u lang laten spreken omdat het om twee ontwerpen gaat. U had
mij dat kunnen voorleggen.
De algemene bespreking is geschorst.
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
68
La discussion générale est suspendue.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
De vergadering wordt gesloten om 18.15 uur. Volgende vergadering om 18.16 uur.
La séance est levée à 18.15 heures. Prochaine séance à 18.16 heures.
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
69
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
DONDERDAG 13 JUNI 2002
JEUDI 13 JUIN 2002
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
Beslissingen Décisions
Overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van de wet
van 6 april 1995 houdende inrichting van de
parlementaire overlegcommissie bedoeld in
artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State heeft
de parlementaire overlegcommissie in haar
vergadering van 11 juni 2002 volgende
beslissingen genomen:
Conformément à l'article 14, alinéa 1
er
, de la loi du
6 avril 1995
organisant
la
commission
parlementaire de concertation prévue à l'article 82
de la Constitution et modifiant les lois coordonnées
sur le Conseil d'Etat, la commission parlementaire
de concertation a pris les décisions suivantes en sa
réunion du 11 juin 2002:
- overeenkomstig artikel 12, § 2, van de vermelde
wet en met toepassing van artikel 80 van de
Grondwet, heeft de commissie de termijnen
bepaald waarbinnen de Senaat zich moet
uitspreken over de volgende wetsontwerpen,
waarvoor de regering de spoedbehandeling heeft
gevraagd:
- conformément à l'article 12, § 2, de la loi précitée
et en application de l'article 80 de la Constitution, la
commission a déterminé les délais dans lesquels le
Sénat aura à se prononcer sur les projets de loi
suivants, pour lesquels le gouvernement a
demandé l'urgence:
a) voor het wetsontwerp houdende harmonisatie
van de geldende wetsbepalingen met de wet van
10 juli 1996 tot afschaffing van de doodstraf en tot
wijziging van de criminele straffen (nr. 1747/1
2001/2002): de commissie heeft beslist de
evocatietermijn op 5 dagen en de
onderzoekstermijn op 30 dagen vast te stellen;
a) pour le projet de loi relatif à la mise en
concordance des dispositions légales en vigueur
avec la loi du 10 juillet 1996 portant abolition de la
peine de mort et modifiant les peines criminelles
(n° 1747/12001/2002): la commission a décidé de
fixer le délai d'évocation à 5 jours et le délai
d'examen à 30 jours;
b) voor het wetsontwerp betreffende het toezicht op
de financiële sector en de financiële diensten
(nr. 1842/12001/2002): de commissie heeft beslist
de evocatietermijn op 5 dagen en de
onderzoekstermijn op 40 dagen vast te stellen;
b) pour le projet de loi relatif à la surveillance du
secteur financier et aux services financiers
(n° 1842/12001/2002): la commission a décidé de
fixer le délai d'évocation à 5 jours et le délai
d'examen à 40 jours;
- overeenkomstig de artikelen 2, 2°, en 12, § 1, van
de vermelde wet en met toepassing van artikel 82
van de Grondwet, heeft de commissie de termijn
verlengd waarbinnen de Senaat zich moet
uitspreken over de volgende wetsontwerpen:
- conformément aux articles 2, 2°, et 12, § 1
er
, de la
loi précitée et en application de l'article 82 de la
Constitution, la commission a prolongé le délai
dans lequel le Sénat aura à se prononcer sur les
projets de loi suivants:
a) voor het wetsontwerp betreffende de minnelijke
invordering van schulden van de consument
(nrs. 223/1 tot 81999/2000): de commissie heeft
beslist de onderzoekstermijn met 23 dagen te
verlengen;
a) pour le projet de loi relatif au recouvrement
amiable des dettes du consommateur (n
os
223/1 à
81999/2000): la commission a décidé de
prolonger le délai d'examen de 23 jours;
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
70
b) voor het wetsontwerp tot wijziging van de
wetgeving betreffende de bescherming van de
goederen van personen die wegens hun lichaams-
of geestestoestand geheel of gedeeltelijk
onbekwaam zijn die te beheren (nrs. 107/1 tot 14
B.Z. 1999): de commissie heeft beslist de
onderzoekstermijn met 23 dagen te verlengen.
b) pour le projet de loi modifiant la législation
relative à la protection des biens des personnes
totalement ou partiellement incapables d'en
assumer la gestion en raison de leur état physique
ou mental (n
os
107/1 à 14S.E. 1999): la
commission a décidé de prolonger le délai
d'examen de 23 jours.
Met toepassing van artikel 10, § 1, 3°, van de
vermelde wet, heeft de commissie nota genomen
van de periode tijdens welke de termijnen
geschorst zullen worden, van 20 juli 2002 tot en
met 6 oktober 2002.
En application de l'article 10, § 1
er
, 3°, de la loi
précitée, la commission a pris acte de la période
pendant laquelle les délais seront suspendus, c'est-
à-dire du 20 juillet 2002 au 6 octobre 2002 inclus.
Ter kennisgeving
Pour information
INTERPELLATIEVERZOEKEN DEMANDES D'INTERPELLATION
Ingekomen Demandes
1. de heer Tony Van Parys tot de eerste minister
over "de verklaringen van mevrouw Van San over
de veiligheidsadviseur van de eerste minister".
1. M. Tony Van Parys au premier ministre sur "les
déclarations de Mme Van San concernant le
conseiller en sécurité du premier ministre".
(nr. 1307 verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
(n° 1307 renvoi à la commission de l'Intérieur,
des Affaires générales et de la Fonction publique)
2. mevrouw Magda De Meyer tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de recente schandalen rond
biovoeding".
2. Mme Magda De Meyer à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les récents
scandales qui ont secoué le secteur de
l'alimentation biologique".
(nr. 1308 omgewerkt in mondelinge vraag)
(n° 1308 transformée en question orale)
3. mevrouw Frieda Brepoels tot de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast
met het Grootstedenbeleid, over "de vertaling in het
Nederlands van de Europese normen".
3. Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Economie
et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, sur "la traduction
néerlandaise des normes européennes".
(nr. 1309 verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw)
(n° 1309 renvoi à la commission de l'Economie,
de la Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture)
4. de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de kostenoverschrijding in verband
met de bouw van het station Euro-Liège".
4. M. Francis Van den Eynde à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des Transports
sur "le dépassement du budget prévu pour la
construction de la gare TGV de Liège".
(nr. 1310 verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven)
(n°
1310 renvoi à la commission de
l'Infrastructure, des Communications et des
Entreprises publiques)
5. de heer Francis Van den Eynde tot de minister
van Justitie over "de vermeende beschuldigingen
aan het adres van de federale politie van Gent en
van een Gentse onderzoeksrechter over de
bescherming van een internationaal net van
heroïnehandel".
5. M. Francis Van den Eynde au ministre de la
Justice sur "les accusations qui auraient été émises
à l'encontre de la police fédérale de Gand et d'un
juge d'instruction gantois concernant la protection
d'un réseau international de trafic d'héroïne".
(nr. 1311 omgewerkt in mondelinge vraag)
(n° 1311 transformée en question orale)
6. de heer André Smets tot de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties, belast met Middenstand, over "het
derde beheerscontract tussen de Staat en De
Post".
6. M. André Smets au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
moyennes, sur "le troisième contrat de gestion
entre l'Etat et La Poste".
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
71
(nr. 1312 verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven)
(n°
1312 renvoi à la commission de
l'Infrastructure, des Communications et des
Entreprises publiques)
7. de heer Marcel Hendrickx tot de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties, belast met Middenstand, over "het
negeren van het advies van de inspecteur van
Financiën inzake het overdragen van vroegere
rijkswachtgebouwen aan de lokale politie".
7. M. Marcel Hendrickx au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
moyennes, sur "la non-prise en compte de l'avis de
l'inspecteur des Finances concernant la cession
d'anciens bâtiments de la gendarmerie à la police
locale".
(nr. 1313 verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven)
(n° 1313 renvoi à la commission de
l'Infrastructure, des Communications et des
Entreprises publiques)
8. de heer François Dufour tot de minister van
Justitie over "de beslissingen van de
Kansspelcommissie".
8. M. François Dufour au ministre de la Justice sur
"les décisions de la Commission des jeux de
hasard".
(nr. 1314 verzonden naar de commissie voor de
Justitie)
(n° 1314 renvoi à la commission de la Justice)
9. mevrouw Colette Burgeon tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de hervorming
van de kinesitherapie".
9. Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "la réforme de la
kinésithérapie".
(nr. 1315 verzonden naar de commissie voor de
Sociale Zaken)
(n° 1315 renvoi à la commission des Affaires
sociales)
VOORSTELLEN PROPOSITIONS
Toelating tot drukken
Autorisation d'impression
1. Wetsvoorstel (de heren Koen Bultinck en Guy
D'haeseleer) tot wijziging van de Arbeidswet van
16 maart 1971 voor een betere bescherming van de
zwangere werkneemsters (nr. 1847/1).
1. Proposition de loi (MM. Koen Bultinck et Guy
D'haeseleer) modifiant la loi du 16 mars 1971 sur le
travail en vue d'améliorer la protection de la
travailleuse enceinte (n° 1847/1).
2. Voorstel van verklaring (mevrouw Alexandra
Colen) tot herziening van Titel III, Hoofdstuk III,
Afdeling II van de Grondwet (nr. 1848/1).
2. Proposition de déclaration (Mme Alexandra Colen)
de révision du titre III, chapitre III, section II, de la
Constitution (n° 1848/1).
3. Wetsvoorstel (de heren Josy Arens, Jean-Pierre
Detremmerie, Jacques Lefevre, Jean-Jacques Viseur
en Yves Leterme) tot wijziging van artikel 34 van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 in
verband met de pensioenen die door een Franse
instelling voor aanvullende pensioenen worden
gestort (nr. 1849/1).
3. Proposition de loi (MM. Josy Arens, Jean-Pierre
Detremmerie, Jacques Lefevre, Jean-Jacques Viseur
et Yves Leterme) modifiant l'article 34 du Code des
impôts sur les revenus 1992 en ce qui concerne les
pensions versées par une institution de retraite
complémentaire française (n° 1849/1).
4. Wetsvoorstel (mevrouw Magda De Meyer) tot
wijziging van de bij het koninklijk besluit van
7
augustus 1987 gecoördineerde wet op de
ziekenhuizen met betrekking tot de centrale inning en
de facturatie (nr. 1850/1).
4. Proposition de loi (Mme Magda De Meyer)
modifiant la loi sur les hôpitaux coordonnée par
l'arrêté royal du 7 août 1987 en ce qui concerne la
perception centrale et la facturation (n° 1850/1).
5. Wetsvoorstel (de heer Hagen Goyvaerts) tot
opheffing van de dotaties aan leden van de
koninklijke familie (nr. 1854/1).
5. Proposition de loi (M. Hagen Goyvaerts)
supprimant les dotations allouées à certains
membres de la famille royale (n° 1854/1).
6. Voorstel van resolutie (de heren Claude
Eerdekens, Thierry Giet en Charles Janssens) inzake
de verscherping van het prudentieel toezicht en van
de controle op de interbancaire rekeningen
(nr. 1855/1).
6. Proposition de résolution (MM. Claude Eerdekens,
Thierry Giet et Charles Janssens) concernant le
renforcement des règles prudentielles et du contrôle
des comptes interbancaires (n° 1855/1).
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
72
7. Wetsvoorstel (de heren Claude Eerdekens, Thierry
Giet en Charles Janssens) tot aanvulling van artikel
34 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van
en het toezicht op de kredietinstellingen (nr. 1856/1).
7. Proposition de loi (MM. Claude Eerdekens, Thierry
Giet et Charles Janssens) complétant l'article 34 de la
loi du 22 mars 1993 relative au statut et au contrôle
des établissements de crédit (n° 1856/1).
8. Voorstel van resolutie (de heren Claude
Eerdekens, Thierry Giet en Charles Janssens)
betreffende het witwassen van geld (nr. 1857/1).
8. Proposition de résolution (MM. Claude Eerdekens,
Thierry Giet et Charles Janssens) concernant le
blanchiment de capitaux (n° 1857/1).
9. Voorstel van resolutie (de heren Claude
Eerdekens, Thierry Giet en Charles Janssens)
betreffende de versterking van de personele en
operationele middelen bij de financiële afdeling van
de parketten en de gespecialiseerde politionele
diensten (nr. 1858/1).
9. Proposition de résolution (MM. Claude Eerdekens,
Thierry Giet et Charles Janssens) concernant le
renforcement des moyens humains et opérationnels
de la section financière des parquets et des services
de polices spécialisés (n° 1858/1).
10. Wetsvoorstel (de heer Servais Verherstraeten)
betreffende het wegnemen van vermoedens van
partijpolitieke bevoordeling bij de wijziging van
belangrijke aspecten van de verkiezing van de Kamer
van volksvertegenwoordigers en de Senaat
(nr. 1859/1).
10. Proposition de loi (M. Servais Verherstraeten)
visant à éliminer tout soupçon de favoritisme partisan
lors de la modification d'aspects importants relatifs à
l'élection de la Chambre des représentants et du
Sénat (n° 1859/1).
11. Wetsvoorstel (de heren Claude Eerdekens,
Thierry Giet en Charles Janssens) tot wijziging van
artikel 12 van de wet van 11
januari
1993 tot
voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel
voor het witwassen van geld (nr. 1860/1).
11. Proposition de loi (MM. Claude Eerdekens,
Thierry Giet et Charles Janssens) modifiant l'article
12 de la loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention
de l'utilisation du système financier aux fins du
blanchiment de capitaux (n° 1860/1).
12. Wetsvoorstel (de heer Ludwig Vandenhove,
mevrouw Els Haegeman en de heer Fred Erdman)
betreffende de aanmeldingsplicht bij stadionverbod
tijdens voetbalwedstrijden (nr. 1862/1).
12. Proposition de loi (M. Ludwig Vandenhove, Mme
Els Haegeman et M. Fred Erdman) concernant
l'obligation de se présenter pendant les matches de
football en cas d'interdiction de stade (n° 1862/1).
VERZOEK OM ADVIES VAN DE RAAD VAN
STATE
DEMANDE D'AVIS AU CONSEIL D'ETAT
Bij brief van 6 juni 2002 heeft de voorzitter van de
Kamer het advies van de Raad van State gevraagd
over de tekst van het amendement nr. 19 van de
heren Olivier Chastel en François Bellot op het
ontwerp van programmawet (nr.
1823/6
2001/2002).
Par lettre du 6 juin 2002, le président de la
Chambre a demandé l'avis du Conseil d'Etat sur le
texte de l'amendement n° 19 de MM. Olivier
Chastel et François Bellot au projet de loi
programme (n° 1823/62001/2002).
Ter kennisgeving
Pour information
MEDEDELINGEN COMMUNICATIONS
COMMISSIES COMMISSIONS
Verslagen Rapports
Volgende verslagen werden ingediend:
Les rapports suivants ont été déposés:
namens de commissie voor de Justitie,
au nom de la commission de la Justice,
- door de heer Geert Bourgeois en mevrouw
Jacqueline Herzet, over het wetsontwerp tot
wijziging van artikel 86bis van het Gerechtelijk
Wetboek en van de wet van 3 april 1953
betreffende de rechterlijke inrichting (nr. 1496/6);
- par M. Geert Bourgeois et Mme Jacqueline
Herzet, sur le projet de loi modifiant l'article 86bis
du Code judiciaire et la loi du 3 avril 1953
d'organisation judiciaire (n° 1496/6);
- door de heer Hugo Coveliers, over het
wetsvoorstel van de heren Tony Van Parys, Jo
Vandeurzen en Servais Verherstraeten tot
verlenging van de verjaringstermijnen voor de niet-
correctionaliseerbare misdaden (nr. 1625/5);
- par M. Hugo Coveliers, sur la proposition de loi de
MM. Tony Van Parys, Jo Vandeurzen et Servais
Verherstraeten allongeant les délais de prescription
pour les crimes non correctionnalisables
(n° 1625/5);
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
73
namens de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt,
au nom de la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique,
- door de heer Daniël Vanpoucke, over:
- par M. Daniël Vanpoucke, sur:
. het wetsvoorstel van de heren Yves Leterme,
Daniel Bacquelaine, Hugo Coveliers, de dames
Frieda Brepoels en Joëlle Milquet en de heren Jef
Tavernier en Dirk Van der Maelen tot wijziging van
de kieswetgeving, wat betreft de vermelding van
politieke partijen boven de kandidatenlijsten op de
stembiljetten bij de verkiezingen van de federale
Wetgevende Kamers, de Vlaamse Raad, de
Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke
Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap
(nr. 1647/6);
. la proposition de loi de MM. Yves Leterme, Daniel
Bacquelaine, Hugo Coveliers, Mmes Frieda
Brepoels et Joëlle Milquet et MM. Jef Tavernier et
Dirk Van der Maelen modifiant les lois électorales
en ce qui concerne l'indication des partis politiques
au-dessus des listes de candidats sur les bulletins
de vote pour les élections des Chambres
législatives fédérales, du Conseil flamand, du
Conseil régional wallon, du Conseil de la Région de
Bruxelles-Capitale et du Conseil de la Communauté
germanophone (n° 1647/6);
. het wetsvoorstel van de heer Yves Leterme,
Daniel Bacquelaine, Hugo Coveliers, de dames
Frieda Brepoels en Joëlle Milquet en de heren Jef
Tavernier en Dirk Van der Maelen tot wijziging van
de wet van 23 maart 1989 betreffende de
verkiezing van het Europees Parlement wat betreft
de vermelding van de politieke partijen boven de
kandidatenlijsten op de stembiljetten (nr. 1648/5);
. la proposition de loi de MM. Yves Leterme, Daniel
Bacquelaine, Hugo Coveliers, Mmes Frieda
Brepoels et Joëlle Milquet et MM. Jef Tavernier et
Dirk Van der Maelen modifiant la loi du
23 mars 1989 relative à l'élection du Parlement
européen en ce qui concerne l'indication des partis
politiques au-dessus des listes de candidats sur les
bulletins de vote (n° 1648/5);
namens de commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en Culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw,
au nom de la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture,
- door de heer Léon Campstein, over het
wetsontwerp betreffende de transacties uitgevoerd
met instrumenten voor de elektronische overmaking
van geldmiddelen (nr. 1389/5).
- par M. Léon Campstein, sur le projet de loi relatif
aux opérations effectuées au moyen d'instruments
de transfert électronique de fonds (n° 1389/5).
SENAAT SENAT
Overgezonden wetsontwerpen
Projets de loi transmis
Bij brieven van 6 en 11 juni 2002 zendt de Senaat
over, met het oog op de koninklijke bekrachtiging,
de volgende niet-geëvoceerde wetsontwerpen:
Par messages des 6 et 11 juin 2002, le Sénat
transmet, en vue de la sanction royale, les projets
de loi suivants, le Sénat ne les ayant pas évoqués:
- wetsontwerp tot regeling van de bijzondere
rechten verbonden aan de bijzondere aandelen ten
voordele van de Staat in de n.v. Distrigas en de n.v.
Fluxys (nr. 1801/3);
- projet de loi portant réglementation des droits
spéciaux attachés aux actions spécifiques au profit
de l'Etat dans la s.a. Distrigaz et la s.a. Fluxys
(n° 1801/3);
- wetsontwerp tot wijziging van artikel 25 van de
wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming
van de personenbelasting en van de artikelen 136,
140, 141 en 178, § 3, van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (nr. 1558/6).
- projet de loi modifiant l'article 25 de la loi du
10
août
2001 portant réforme de l'impôt des
personnes physiques et les articles 136, 140, 141
et 178, § 3, du Code des impôts sur les revenus
1992 (n° 1558/6).
Ter kennisgeving
Pour information
Aangenomen wetsontwerp
Projet de loi adopté
Bij brief van 6 juni 2002 zendt de Senaat het
wetsontwerp over tot wijziging van de wet van
9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij
tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en
plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten
(nr. 1852/1), zoals hij het in vergadering van die
datum heeft aangenomen.
Par message du 6 juin 2002, le Sénat transmet, tel
qu'il l'a adopté en séance de cette date, le projet de
loi modifiant la loi du 9 avril 1930 de défense sociale
à l'égard des anormaux, des délinquants d'habitude
et des auteurs de certains délits sexuels (n° 1852/1).
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
74
Overeenkomstig artikel 81 van de Grondwet, neemt
de Kamer een beslissing binnen een termijn die 60
dagen niet te boven mag gaan.
Conformément à l'article 81 de la Constitution, la
Chambre se prononce dans un délai ne pouvant
dépasser 60 jours.
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
Renvoi à la commission de la Justice
REGERING GOUVERNEMENT
Ingediende wetsontwerpen
Dépôt de projets de loi
De regering heeft volgende wetsontwerpen
ingediend:
Le gouvernement a déposé les projets de loi
suivants:
- wetsontwerp tot wijziging van de wet betreffende de
afschaffing of herstructurering van instellingen van
openbaar nut en andere overheidsdiensten,
gecoördineerd op 13 maart 1991 (nr.
1853/1)
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 77 van de
Grondwet), waarvoor de spoedbehandeling door de
regering werd gevraagd bij toepassing van
artikel 40 van het Reglement;
- projet de loi modifiant la loi relative à la suppression
ou à la restructuration d'organismes d'intérêt public et
d'autres services de l'Etat, coordonnée le
13 mars 1991 (n° 1853/1) (matière visée à l'article
77 de la Constitution) pour lequel l'urgence a été
demandée par le gouvernement conformément à
l'article 40 du Règlement;
Verzonden naar de commissie voor de Herziening
van de Grondwet en de Hervorming van de
Instellingen
Renvoi à la commission de la Révision de la
Constitution et de la Réforme des Institutions
- wetsontwerp tot wijziging van de wet van
11 december 1998 betreffende de classificatie en de
veiligheidsmachtigingen (nr.
1861/1)
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet).
- projet de loi modifiant la loi du 11 décembre 1998
relative à la classification et aux habilitations de
sécurité (n° 1861/1) (matière visée à l'article 78 de
la Constitution).
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Algemene uitgavenbegroting 2002
Budget général des dépenses 2002
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie, bij brief van 5 juni 2002, een lijst over
met herverdelingen van basisallocaties betreffende
de FOD Personeel en Organisatie.
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
transmet, par lettre du 5 juin 2002, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
SPF Personnel et Organisation.
Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Voorstel van resolutie
Proposition de résolution
Bij brief van 10 juni 2002 zendt de eerste minister
het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken over betreffende
het voorstel van resolutie van mevrouw Claudine
Drion c.s. betreffende de herinvoering van de door
president G. Bush van de Verenigde Staten
voorgestane "Mexico City Policy" (nrs. 1663/1 en
22001/2002) dat de Kamer op 28 maart 2002
heeft goedgekeurd.
Par lettre du 10 juin 2002, le premier ministre
transmet la réponse du vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères concernant la
proposition de résolution de Mme Claudine Drion et
consorts concernant le rétablissement de la
"politique de Mexico" par le président des Etats-
Unis d'Amérique, M. G. Bush (n
os
1663/1 et 2
2001/2002) qui a été adoptée par la Chambre le
28 mars 2002.
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen
Renvoi à la commission des Relations extérieures
ARBITRAGEHOF COUR
D'ARBITRAGE
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
75
Arresten Arrêts
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
En application de l'article 113 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
- het arrest nr. 89/2002 uitgesproken op 5 juni 2002
over de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, van
de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de
openbare centra voor maatschappelijk welzijn,
zoals gewijzigd bij artikel 65 van de wet van 15 juli
1996, gesteld door de arbeidsrechtbank te
Charleroi bij vonnis van 12 december 2000 inzake
C. Lingurar tegen het OCMW van Charleroi en de
Belgische Staat;
- l'arrêt n° 89/2002 rendu le 5 juin 2002 concernant
les questions préjudicielles relatives à l'article 57,
§ 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres
publics d'aide sociale, tel qu'il a été modifié par
l'article 65 de la loi du 15 juillet 1996, posées par le
tribunal du travail de Charleroi par jugement du
12 décembre 2000 en cause de C. Lingurar contre
le CPAS de Charleroi et l'Etat belge;
(rolnummer: 2114)
(n° du rôle: 2114)
- het arrest nr. 90/2002 uitgesproken op 5 juni 2002
over het beroep tot vernietiging van het decreet van
het Waalse Gewest van 18 juli 2000 "houdende
goedkeuring van het samenwerkingsakkoord
tussen de Franse Gemeenschap en de Waalse
Regering over de financiering van de
samenwerking in het kader van
gemeenschappelijke beleidsacties, over de
Europese Structuurfondsen en de ontwikkeling van
cultuur-ondernemingen", ingesteld door de VZW
"Vereinigung zur Erlangung der Gleichberechtigung
des deutschen Sprachgebietes Belgiens als Region
& Gemeinschaft, VEG" en door R. Pankert;
- l'arrêt n° 90/2002 rendu le 5 juin 2002 concernant
le recours en annulation du décret de la Région
wallonne du 18 juillet 2000 "portant assentiment à
l'accord de coopération entre la Communauté
française et la Région wallonne portant sur le
financement de la coopération dans le cadre de
politiques croisées, sur les Fonds structurels
européens et sur le développement des entreprises
culturelles", introduit par l'ASBL "Vereinigung zur
Erlangung der Gleichberechtigung des deutschen
Sprachgebietes Belgiens als Region &
Gemeinschaft, VEG" et par R. Pankert;
(rolnummer: 2127)
(n° du rôle: 2127)
- het arrest nr. 91/2002 uitgesproken op 5 juni 2002
over de prejudiciële vraag over artikel 62, § 3, van
de bij het koninklijk besluit van 19 december 1939
samengeordende wetten betreffende de
kinderbijslag voor loonarbeiders, gesteld door de
arbeidsrechtbank te Antwerpen bij vonnis van
2
februari 2001 inzake T. Peeters tegen de
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers;
- l'arrêt n° 91/2002 rendu le 5 juin 2002 relative à la
question préjudicielle concernant l'article 62, § 3,
des lois relatives aux allocations familiales pour
travailleurs salariés, coordonnées par l'arrêté royal
du 19 décembre 1939, posée par le tribunal du
travail d'Anvers par jugement du 2 février 2001 en
cause de T. Peeters contre l'Office national
d'allocations familiales pour travailleurs salariés;
(rolnummer: 2129)
(n° du rôle: 2129)
- het arrest nr. 92/2002 uitgesproken op 5 juni 2002
over de prejudiciële vraag betreffende artikel 12,
eerste lid, 5°, van de wet van 11 juli 1978 tot
regeling van de betrekkingen tussen de overheid
en de vakbonden van het militair personeel van de
land-, de lucht- en de zeemacht en van de
medische dienst, gesteld door de Raad van State
bij arrest van 14 mei 2001 inzake de VZW
Nationaal Syndicaat der Militairen tegen de
Belgische Staat;
- l'arrêt n° 92/2002 rendu le 5 juin 2002 concernant
la question préjudicielle relative à l'article 12, alinéa
1
er
, 5°, de la loi du 11 juillet 1978 organisant les
relations entre les autorités publiques et les
syndicats du personnel militaire des forces
terrestre, aérienne et navale et du service médical,
posée par le Conseil d'Etat par arrêt du
14 mai 2001 en cause de l'ASBL Syndicat national
des militaires contre l'Etat belge;
(rolnummer: 2185)
(n° du rôle: 2185)
- het arrest nr. 93/2002 uitgesproken op 5 juni 2002
over het beroep tot gehele of gedeeltelijke
vernietiging van de wet van 10 augustus 2001
betreffende Belgacom, ingesteld door P. Richard.
- l'arrêt n° 93/2002 rendu le 5 juin 2002 concernant
le recours en annulation totale ou partielle de la loi
du 10 août 2001 relative à Belgacom, introduit par
P. Richard.
(rolnummer: 2242)
(n° du rôle: 2242)
Ter kennisgeving
Pour information
Beroep tot vernietiging
Recours en annulation
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
76
Met toepassing van artikel 76 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van het beroep
tot vernietiging van artikel 7, § 5, van de wet van
22 maart 2002 houdende wijziging van de wet van
21 maart 1991 betreffende de hervorming van
sommige economische overheidsbedrijven,
ingesteld door de Nationale Unie der Openbare
Diensten.
En application de l'article 76 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie le recours en annulation
de l'article 7, § 5, de la loi du 22 mars 2002 portant
modification de loi du 21 mars 1991 portant réforme
de certaines entreprises publiques économiques,
introduit par l'Union nationale des services publics.
(rolnummer: 2440)
(n° du rôle: 2440)
Ter kennisgeving
Pour information
Prejudiciële vragen
Questions préjudicielles
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
En application de l'article 77 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
- de prejudiciële vraag over de herstelwet van
22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en
haar uitvoeringsbesluit van 2 januari 1991
betreffende de toekenning van
onderbrekingsuitkeringen, gesteld door de
arbeidsrechtbank te Brussel bij vonnis van
28
maart
2002 inzake J. Debue tegen de
Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;
- la question préjudicielle concernant la loi du
22 janvier 1985 de redressement contenant des
dispositions sociales et l'arrêté royal du
2
janvier
1991 relatif à l'octroi d'allocations
d'interruption, posée par le tribunal du travail de
Bruxelles par jugement du 28 mars 2002 en cause
de J. Debue contre l'Office national de l'Emploi;
(rolnummer: 2408)
(n° du rôle: 2408)
- de prejudiciële vragen over artikel 513 van het
Wetboek van vennootschappen, gesteld door de
handelsrechtbank te Brussel bij beschikking van
15 april 2002 inzake C. Dewael, G. Battello, de NV
"Créations Cosmétiques", J. Delori, N. Auquier, L.
Dellicour, M.-Th. De Wolf, de BVBA Eurov, de NV
Segrim, G. Bettens, M. Jacquemin, B. Copin, R.
Beydts, G. Sapart, R. Kervyn de Meerendre, P.
Rogge, L. Vaillant, H. Smulders, de NV AP Motors,
D. Thoux, de BVBA Gemco International, M.
Decamps, B. Browet, E. Van Trappen, K. Loyens,
G. Urbain, A. de Liedekerke, M. Vanderckhove, E.
Van der Poorten, E. Deklippel, de NV ABC
Arbitrage, de VZW Artesia aanvullend
pensioenfonds tegen de SA Total Chimie, de SA
Total Fina Elf, en de NV Petrofina.
- les questions préjudicielles relatives à l'article 513
du Code des sociétés, posées par le tribunal de
commerce de Bruxelles par ordonnance du
15 avril 2002 en cause de C. Dewael, G. Battello, la
SA Créations Cosmétiques, J. Delori, N. Auquier, L.
Dellicour, M.-Th. De Wolf, la SPRL Eurov, la SA
Segrim, G. Bettens, M. Jacquemin, B. Copin, R.
Beydts, G. Sapart, R. Kervyn de Meerendre, P.
Rogge, L. Vaillant, H. Smulders, la SA AP Motors,
D. Thoux, la SPRL Gemco International, M.
Decamps, B. Browet, E. Van Trappen, K. Loyens,
G. Urbain, A. de Liedekerke, M. Vankerckhove, E.
Van der Poorten, E. Deklippel, la SA ABC
Arbitrage, l'ASBL Fonds de pension
complémentaire Artésia contre la SA Total Chimie,
la SA Total Fina Elf et la SA Petrofina.
(rolnummer: 2412)
(n° du rôle: 2412)
Ter kennisgeving
Pour information
JAARVERSLAGEN RAPPORTS
ANNUELS
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding
Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le
racisme
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
77
Bij brief van 5 juni 2001 zendt de directeur van het
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding, overeenkomstig artikel 6 van de
wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding, het jaarverslag 2001 "de wet
van 13 april 1995 houdende bepalingen tot
bestrijding van de mensenhandel en van de
kinderpornografie rechtspraak, mei 2002" van het
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding over.
Par lettre du 5 juin 2001, le directeur du Centre
pour l'égalité des chances et la lutte contre le
racisme transmet, conformément à l'article 6 de la
loi du 15 février 1993 créant un Centre pour
l'égalité des chances et la lutte contre le racisme, le
rapport annuel 2001 "la loi du 13 avril 1995
contenant des dispositions en vue de la répression
de la traite des êtres humains et de la pornographie
enfantine, jurisprudence, mai 2002" du Centre pour
l'égalité des chances et la lutte contre le racisme.
Ingediend ter griffie, in de bibliotheek, verzonden
naar de commissie voor de Justitie en rondgedeeld
Dépôt au greffe, à la bibliothèque, renvoi à la
commission de la Justice et distribution
Nationale Delcrederedienst
Office national du Ducroire
Bij brief van 7 juni 2002 zenden de directeurs van
de Nationale Delcrederedienst, overeenkomstig
artikel 22 van de wet van 31 augustus 1939 op de
Nationale Delcrederedienst, het verslag betreffende
de activiteit van de Nationale Delcrederedienst
gedurende het jaar 2001 over.
Par lettre du 7 juin 2002, les présidents de l'Office
national du Ducroire transmettent, conformément à
l'article 22 de la loi du 31 août 1939 sur l'Office
national du Ducroire, le rapport relatif aux activités
de l'Office national du Ducroire au cours de l'année
2001.
Ingediend ter griffie en in de bibliotheek
Dépôt au greffe et à la bibliothèque
RESOLUTIES RESOLUTIONS
Europees Parlement
Parlement européen
Bij brief van 7 juni 2002 zendt de secretaris-
generaal van het Europees Parlement de teksten
over van veertien resoluties aangenomen door
deze vergadering:
Par lettre du 7 juin 2002, le secrétaire général du
Parlement européen transmet le texte de quatorze
résolutions adoptées par cette assemblée:
1. resolutie over de mededeling van de Commissie
aan de Raad, het Europees Parlement, het
Economisch en Sociaal Comité van de regio's over
een gezamenlijke aanpak voor de toekomst van het
Europese toerisme;
1. résolution sur la communication de la
Commission au Conseil, au Parlement européen,
au Comité économique et social et au Comité des
régions sur une approche coopérative pour l'avenir
du tourisme européen;
2. resolutie over het Witboek van de Commissie
"Een nieuw elan voor Europa's jeugd";
2. résolution sur le Livre blanc de la Commission
"Un nouvel élan pour la jeunesse européenne";
3. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad tot sluiting van de overeenkomst voor
wetenschappelijke en technologische
samenwerking tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek India;
3. position sur la proposition de décision du Conseil
concernant la signature de l'accord de coopération
scientifique et technologique entre la Communauté
européenne et la République de l'Inde;
4. resolutie over de aanbeveling van de Commissie
betreffende de globale richtsnoeren 2002 voor het
economische beleid van de lidstaten en de
Gemeenschap;
4. résolution sur la recommandation de la
Commission concernant les grandes orientations
des politiques économiques des Etats membres et
de la Communauté pour 2002;
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen, naar de commissie
voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw en naar het Adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture et au Comité d'avis
chargé de Questions européennes
13/06/2002
CRIV 50
PLEN 239
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
78
5. resolutie over de mededeling van de Commissie
aan de Raad en het Europees Parlement Tien
jaar na Rio: voorbereiding op de wereldtop over
duurzame ontwikkeling in 2002;
5. résolution sur la communication de la
Commission au Conseil et au Parlement européen
Rio, dix ans après: préparation du sommet
mondial sur le développement durable de 2002;
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen, naar de commissie
voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw, naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing en naar het
Adviescomité voor de Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture, à la commission de la
Santé publique, de l'Environnement et du
Renouveau de la Société et au Comité d'avis
chargé de Questions européennes
6. resolutie over de bijeenkomst van de ministers
van Buitenlandse Zaken van de euromediterrane
ruimte in Valencia;
6. résolution sur la Conférence des ministres des
Affaires étrangères de l'espace euroméditerranéen
à Valence;
7. resolutie over de jaarlijkse beoordeling van de
uitvoering van de stabiliteits- en
convergentieprogramma's (artikel 99, lid 4, EG-
Verdrag);
7. résolution sur l'évaluation annuelle de la mise en
oeuvre des programmes de stabilité et de
convergence (article 99, paragraphe 4, du Traité
CE);
8. resolutie over de mededeling van de Commissie
aan de Raad over de EU en Kaliningrad;
8. résolution sur la communication de la
Commission au Conseil de l'UE et Kaliningrad;
9. resolutie over de mededeling van de Commissie
aan de Raad Een intensivering van de
transatlantische betrekking met het accent op
strategie en resultaat;
9. résolution sur la communication de la
Commission au Conseil Vers un renforcement de
la relation transatlantique axé sur la dimension
stratégique et l'obtention de résultats;
10. resolutie over hervorming van de Raad en
doorzichtigheid;
10. résolution sur la réforme du Conseil et la
transparence;
11. resolutie over de situatie in Irak elf jaar naar de
Golfoorlog;
11. résolution sur la situation en Iraq onze ans
après la guerre du Golfe;
12. resolutie over de mededeling van de
Commissie aan het Europees Parlement, de Raad,
het Economisch en Sociaal Comité en het Comité
van de regio's Naar een wereldwijd partnerschap
voor duurzame ontwikkeling;
12. résolution sur la communication de la
Commission au Parlement européen, au Conseil,
au Comité économique et social et au Comité des
régions intitulée "Vers un partenariat mondial pour
un développement durable";
13. resolutie over Wereldvoedseltop van de
Verenigde Naties;
13. résolution sur le Sommet mondial de
l'alimentation (FAO);
14. resolutie over Madagaskar.
14. résolution sur Madagascar.
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen en naar het
Adviescomité voor de Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
au Comité d'avis chargé de Questions
européennes
MOTIES MOTIONS
Bij brief van 6 juni 2002 zendt het Secretariaat
Burgemeestersoverleg "Kleine Gemeenten" 100
moties, ondertekend door burgemeesters van
kleine gemeenten, over betreffende de
politiehervorming.
Par lettre du 6 juin 2002, le Secrétariat
"Burgemeestersoverleg 'Kleine Gemeenten'"
transmet 100 motions, signées par des
bourgmestres de petites communes, concernant la
réforme des polices.
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
VARIA DIVERS
Federaal Planbureau
Bureau fédéral du Plan
CRIV 50
PLEN 239
13/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
79
Bij brief van 10 juni 2002 zendt het Federaal
Planbureau de publicatie "Economische
vooruitzichten 2002-2007" over.
Par lettre du 10 juin 2002, le Bureau fédéral du
Plan transmet la publication "Perspectives
économiques 2002-2007".
Rondgedeeld Distribution