B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE PLENAIRE VERGADERING
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA SÉANCE PLÉNIERE
VAN
DU
21-06-2000
21-06-2000
namiddag
après-midi
HA 50
PLEN 062
HA 50
PLEN 062
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
PLEN 062
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Woensdag 21 juni 2000, 14.15 uur
PLEN 062
BERICHT VAN VERHINDERING
5
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN
5
WETSONTWERPEN
6
- Wetsontwerp betreffende de tenuitvoerlegging van het
avenant, ondertekend te Brussel op 8 februari 1999, bij de
overeenkomst tussen Belgie¨ en Frankrijk tot voorkoming
van dubbele belasting en tot regeling van wederzijdse
administratieve en juridische bijstand inzake inkomsten-
belastingen, ondertekend te Brussel op 10 maart 1964
(683/1 tot 3)
6
algemene bespreking
6
sprekers : Eric van Weddingen, rapporteur, Yves Let-
erme, Didier Reynders, minister van Financie¨n
bespreking van de artikelen
6
-
Wetsontwerp
houdende
aanpassing
van
de
Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar 2000
(603/1 en 2 + 601/1)
Wetsontwerp houdende eerste aanpassing van de alge-
mene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2000
(602/1 tot 5)
7
algemene bespreking
8
sprekers : Jean-Pierre Viseur, rapporteur, Dirk Pie-
ters, Jacques Lefevre, Jef Tavernier, voorzitter van de
AGALEV-ECOLO-fractie, Alfons Borginon, Jacques
Chabot, Hagen Goyvaerts, Eric van Weddingen,
Fientje Moerman
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN
25
WETSONTWERPEN (VOORTZETTING)
25
sprekers : Jean-Pierre Viseur, Johan Vande Lanotte,
vice-eerste minister en minister van Begroting, Maat-
schappelijke Integratie en Sociale Economie, Alfons
Borginon
bespreking van de artikelen van het wetsontwerp hou-
dende aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting van het
begrotingsjaar 20
29
bespreking van de artikelen van het wetsontwerp hou-
dende eerste aanpassing van de algemene uitgaven-
begroting van het begrotingsjaar 20
29
BEGROTINGEN EN REKENINGEN (VERSLAGEN VAN DE
COMMISSIE VOOR DE COMPTABILITEIT)
30
- Begroting van de Hoge Raad voor de Justitie voor het
begrotingsjaar 2000 (668/1)
30
Sommaire
Mercredi 21 juin 2000, 14.15 heures
PLEN 062
EXCUSE
´
5
ORDRE DES TRAVAUX
5
PROJETS DE LOI
6
- Projet de loi relatif a` l'exe´cution de l'avenant, signe´ a`
Bruxelles le 8 fe´vrier 1999, a` la convention entre la
Belgique et la France tendant a` e´viter les doubles impo-
sitions et a` e´tablir des re`gles d'assistance administrative
et juridique re´ciproque en matie`re d'impo^ts sur les reve-
nus, signe´e a` Bruxelles le 10 mars 1964 (683/1 a` 3)
6
discussion ge´ne´rale
6
orateurs : Eric van Weddingen, rapporteur, Yves Let-
erme, Didier Reynders, ministre des Finances
discussion des articles
6
- Projet de loi ajustant le budget des Voies et Moyens de
l'anne´e budge´taire 2000 (603/1 et 2 + 601/1)
Projet de loi contenant le premier ajustement du budget
ge´ne´ral des de´penses de l'anne´e budge´taire 2000
(602/1 a` 5)
7
discussion ge´ne´rale
8
orateurs : Jean-Pierre Viseur, rapporteur, Dirk Pieters,
Jacques Lefevre, Jef Tavernier, pre´sident du groupe
AGALEV-ECOLO, Alfons Borginon, Jacques Chabot,
Hagen Goyvaerts, Eric van Weddingen, Fientje
Moerman
ORDRE DES TRAVAUX
25
PROJETS DE LOI (CONTINUATION)
25
orateurs : Jean-Pierre Viseur, Johan Vande Lanotte,
vice-premier ministre et ministre du Budget, de
l'Inte´gration sociale et de l'E
´ conomie sociale, Alfons
Borginon
discussion des articles du projet de loi ajustant le budget
des Voies et Moyens de l'anne´e budge´taire 20
29
discussion des articles du projet de loi contenant le
premier ajustement du budget ge´ne´ral des de´penses de
l'anne´e budge´taire 20
29
BUDGETS ET COMPTES (RAPPORTS DE LA COMMISSION DE
LA COMPTABILITE
´ )
30
- Budget du Conseil supe´rieur de la Justice pour l'anne´e
budge´taire 2000 (668/1)
30
HA 50
PLEN 062
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
bespreking
30
sprekers : Dirk Pieters, rapporteur, Hagen Goyvaerts,
Hugo Coveliers, voorzitter van de VLD-fractie
- Begrotingen van de Vaste Comite´s van toezicht op de
politie- en inlichtingendiensten van het begrotingsjaar
2000 :
aanpassing van de begroting van Comite´ P
aanpassing van de personeelsformatie van Comite´ I
(669/1)
31
bespreking
31
spreker : Dirk Pieters, rapporteur
- Arbitragehof :
begroting van het begrotingsjaar
aanpassing van de dotatie van het begrotingsjaar 2000
(693/1)
32
bespreking
32
spreker : Zoe´ Genot, rapporteur
BIJLAGE
33
INTERNE BESLUITEN
33
INTERPELLATIEVERZOEKEN
33
INGEKOMEN
33
VOORSTELLEN
34
TOELATING TOT DRUKKEN
34
MEDEDELINGEN
36
COMMISSIES
36
VERSLAGEN
36
SENAAT
37
OVERGEZONDEN WETSONTWERP
37
EVOCATIE
37
REGERING
37
ALGEMENE UITGAVENBEGROTING 2000
37
JAARVERSLAGEN
38
BELGISCHE PETROLEUM FEDERATIE
38
AMNESTY INTERNATIONAL
38
discussion
30
orateurs : Dirk Pieters, rapporteur, Hagen Goyvaerts,
Hugo Coveliers, pre´sident du groupe VLD
- Budgets des Comite´s permanents de contro^le des ser-
vices de police et de renseignements de l'anne´e budge´-
taire 2000 :
ajustement du budget du Comite´ P
adaptation du cadre du personnel du Comite´ R (669/1)
31
discussion
31
orateur : Dirk Pieters, rapporteur
- Cour d'arbitrage :
budget de l'anne´e budge´taire
ajustement de la dotation de l'anne´e budge´taire 2000
(693/1)
32
discussion
32
orateur : Zoe´ Genot, rapporteuse
ANNEXE
33
DE
´ CISIONS INTERNES
33
DEMANDES D'INTERPELLATION
33
DEMANDES
33
PROPOSITIONS
34
AUTORISATION D'IMPRESSION
34
COMMUNICATIONS
36
COMMISSIONS
36
RAPPORTS
36
SENAT
37
PROJET DE LOI TRANSMIS
37
EVOCATION
37
GOUVERNEMENT
37
BUDGET GE
´ NE
´ RAL DES DE
´ PENSES 2000
37
RAPPORTS ANNUELS
38
FE
´ DE
´ RATION PE
´ TROLIE
` RE BELGE
38
AMNESTY INTERNATIONAL
38
4
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
SE´ANCE PLE´NIE`RE
PLENAIRE VERGADERING
du
van
MERCREDI 21 JUIN 2000
WOENSDAG 21 JUNI 2000
14.15 heures
14.15 uur
De vergadering wordt geopend om 14.17 uur door de
heer Herman De Croo, Kamervoorzitter.
La se´ance est ouverte a` 14.17 heures par M. Herman De
Croo, pre´sident de la Chambre.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de
minister van de federale regering :
Ministre du gouvernement fe´de´ral pre´sent lors de l'ouver-
ture de la se´ance :
Didier Reynders.
De voorzitter : De vergadering is geopend.
La se´ance est ouverte.
Een reeks interne besluiten en mededelingen moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in de
bijlage bij de handelingen van deze vergadering opgeno-
men worden.
Une se´rie de de´cisions internes et de communications
doivent e^tre porte´es a` la connaissance de la Chambre.
Elles seront reprises en annexe des annales de cette
se´ance.
Bericht van verhindering
Excuse´
Guido Tastenhoye, wegens ambtsplicht / pour obligation
de mandat.
Ordre des travaux
Regeling van de werkzaamheden
Conforme´ment a` l'avis de la Confe´rence des pre´sidents
de ce jour, je vous propose d'inscrire a` l'ordre du jour de
la se´ance ple´nie`re du 22 juin 2000, la proposition de loi
de MM. Willy Cortois, Yves Leterme, Jef Tavernier,
Claude Eerdekens, Daniel Bacquelaine, Dirk Van der
Maelen, Jean-Pierre Detremmerie et Alfons Borginon
modifiant, en ce qui concerne les de´penses e´lectorales,
certaines lois relatives a` l'e´lection des conseils provin-
ciaux, communaux et de district et des conseils de l'aide
sociale (n
os
672/1 a` 5) ainsi que la nomination du
pre´sident de la Cour des comptes (Chambre ne´erlan-
daise).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van
voorzitters van heden, stel ik u voor op de agenda van de
plenaire vergadering van 22 juni 2000 het wetsvoorstel
van de heren Willy Cortois, Yves Leterme, Jef Tavernier,
Claude Eerdekens, Daniel Bacquelaine, Dirk Van der
Maelen, Jean-Pierre Detremmerie en Alfons Borginon tot
wijziging van sommige wetten inzake de verkiezing van
de provincie-, gemeente- en districtsraden en raden voor
maatschappelijk welzijn, wat de verkiezingsuitgaven be-
treft (nrs. 672/1 tot 5) en de benoeming van de voorzitter
van het Rekenhof (Nederlandse Kamer) in te schrijven.
Je vous propose, par ailleurs, de reporter au jeudi 29 juin
2000 le de´bat sur le plan fe´de´ral de se´curite´ et de
politique pe´nitentiaire (n° 716/1).
Ik stel u ook voor het debat over het federaal veiligheids-
en detentieplan (nr. 716/1) tot donderdag 29 juni 2000 uit
te stellen. (Instemming)
Nous allons passer au premier point de notre ordre du
jour.
De heer Alfons Borginon (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, collega's, ik heb een vraag, enkel uit nieuwsgierig-
heid. Waar is de minister van Begroting ?
De voorzitter : Ik hoor aan mijn linkerzijde dat hij onder-
weg is.
M. Didier Reynders, ministre : Monsieur le pre´sident,
cela pose-t-il un proble`me si nous commenc¸ons par le
point 2 ?
Le pre´sident : Je n'y vois aucune objection.
HA 50
PLEN 062
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Wetsontwerpen
Projets de loi
Wetsontwerp
betreffende
de
tenuitvoerlegging
van
het
avenant,
ondertekend
te
Brussel
op
8 februari 1999, bij de overeenkomst tussen Belgie¨
en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting
en tot regeling van wederzijdse administratieve en
juridische bijstand inzake inkomstenbelastingen, on-
dertekend te Brussel op 10 maart 1964 (683/1 tot 3)
Projet de loi relatif a` l'exe´cution de l'avenant, signe´ a`
Bruxelles le 8 fe´vrier 1999, a` la convention entre la
Belgique et la France tendant a` e´viter les doubles
impositions et a` e´tablir des re`gles d'assistance
administrative et juridique re´ciproque en matie`re
d'impo
^ ts sur les revenus, signe´e a` Bruxelles le
10 mars 1964 (683/1 a` 3)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
M. Eric van Weddingen, rapporteur : Monsieur le pre´si-
dent, je me re´fe`re a` mon rapport e´crit.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de dubbelbelastingverdragen zijn
niet de onderwerpen waarover het meeste wordt gei¨nter-
venieerd. Toch wil ik het kort hebben over dit Avenant,
omdat het ons de kans biedt in plenaire vergadering, ook
voor de Handelingen - scripta manent - het discours over
de herwaardering van het parlement en over de nieuwe
politieke zeden enigszins te relativeren en alvast te
confronteren met de feitelijkheid. Dit wetsontwerp werd in
de commissie voor de Financie¨n en de Begroting einde
mei, begin juni ingediend, wat vrij laat is. Het werd een
eerste keer geagendeerd op 6 juni. Toen hebben wij
moeten vaststellen dat het vereiste aantal leden van de
meerderheid niet aanwezig was. De bespreking werd dus
verdaagd naar 13 juni. Andermaal was het vereiste
aantal leden van de meerderheid niet aanwezig. Er was
een schorsing van de vergadering van een half uur nodig
om ervoor te zorgen dat er in de commissie voldoende
leden aanwezig waren om het beleid van de regering te
steunen en dit wetsontwerp, waarmee wij ten gronde
kunnen instemmen, te bespreken en er desgevallend
over te stemmen. Het is belangrijk dit vandaag even aan
te halen.
Het artikel 2 van dit wetsontwerp bevat een vrij complexe
bepaling in verband met de inwerkingtreding. Er is een
dubbele mogelijkheid. De inwerkingtreding is mogelijk
een jaar na publicatie van ofwel het Avenant, ofwel het
wetsontwerp dat wij gaan goedkeuren. Het Avenant is
ondertussen op 23 mei in het Belgisch Staatsblad gepu-
bliceerd. Bijgevolg heeft de bepaling, zoals ze hier is
geformuleerd, geen zin meer.
Wij hadden een amendement ingediend om deze legis-
tieke onvolkomenheid van de tekst op te lossen door de
bewoordingen
publicatie van het Avenant te schrap-
pen. De minister heeft echter namens de regering een
negatief stemadvies uitgebracht. Dat gebeurde heel snel
omdat de meerderheid kort het quorum had bereikt. De
minister zei weliswaar dat het vanuit legistiek oogpunt
zinvol was, maar hij argumenteerde dat de stemming
over dit wetsontwerp geen vertraging meer mocht op-
lopen, gezien het feit dat het reeds zo lang aansleepte.
Wij kunnen daar inkomen, maar dat belet ons niet
nogmaals de manke werking van de meerderheid, ook in
deze technische zaken, te beklemtonen. Ook vanuit de
bezorgdheid om goed legistiek werk af te leveren hebben
wij het amendement dat wij in de commissie hadden
ingediend en door de meerderheid - die kort het quorum
bereikte - werd verworpen, opnieuw ingediend.
Mijnheer de minister, laten wij hopen - ik stel mij in uw
plaats - dat u morgen een meerderheid vindt om mijn
amendement te verwerpen. Als u nu echter een positief
stemadvies geeft, dan is dat des te beter.
De voorzitter : Mijnheer Leterme, ik ben het met u eens
wanneer u zegt dat de meerderheid aanwezig moet zijn,
zowel in plenaire vergadering als in de commissies.
M. Didier Reynders, ministre : Monsieur le pre´sident, je
voudrais tout d'abord remercier les parlementaires d'e^tre
plus nombreux en se´ance ple´nie`re qu'en commission.
Je confirme que je demanderai a` nouveau le rejet de cet
amendement car je crois qu'il ne change rien sur le fond.
Il ame´nagerait seulement un peu la forme mais il ne
modifie rien en ce qui concerne l'entre´e en vigueur du
texte. Comme je l'ai pre´cise´ en commission, les circulai-
res adresse´es a` l'ensemble des membres des adminis-
trations reprendront de manie`re formelle une seule date
d'entre´e en vigueur.
Je comprends toutefois le souci de M. Leterme d'e´voquer
a` nouveau ce point a` la tribune et je m'associe a` sa
satisfaction de voir autant de membres pre´sents en
se´ance ple´nie`re.
De voorzitter : De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)
6
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Nous passons a` la discussion des articles. Le texte
adopte´ par la commission sert de base a` la discussion.
(Rgt 66,4) (683/1)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.
Ingediend amendement :
nr. 1 van de heer Yves Leterme op artikel 2 (683/2)
Amendement de´pose´ :
n° 1 de M. Yves Leterme a` l'article 2 (683/2)
De stemming over het amendement en het artikel 2 wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 2 est re´serve´.
De artikelen 1 en 3 worden artikel per artikel aangeno-
men.
Les articles 1 et 3 sont adopte´s article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het aangehouden amendement en het aangehou-
den artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'amen-
dement et l'article re´serve´s ainsi que sur l'ensemble aura
lieu ulte´rieurement.
Nous allons passer au point 1 de l'ordre du jour. Nous
attendons toujours l'arrive´e du ministre, M. Rik Daems.
M. Jean-Pierre Viseur (AGALEV-ECOLO) : Monsieur le
pre´sident, je voudrais pre´ciser que c'est M. Vande La-
notte qui est ministre du Budget.
Par ailleurs, si l'assemble´e est d'accord, je pourrais
commencer mon rapport en espe´rant que le ministre
arrivera entre-temps.
Le pre´sident : Monsieur Viseur, la Chambre organise
ses travaux comme elle l'entend, mais j'estime qu'il serait
pre´fe´rable d'attendre M. Vande Lanotte. M. Reynders,
connaissez-vous les raisons de son absence ?
M. Didier Reynders, ministre : Monsieur le pre´sident, je
suis disponible pour suivre le de´bat sur le budget des
voies et moyens et les ajustements budge´taires, qui
portent non seulement sur des de´penses, mais aussi sur
des recettes. Mon de´partement est particulie`rement
concerne´ en cette matie`re.
Toutefois, si j'avais propose´ que vous inversiez les points
de l'ordre du jour, c'est parce que je ne suis disponible
que jusqu'a` 15 heures car ma pre´sence est requise au
Se´nat. Je dois ensuite revenir en commission des Finan-
ces et du Budget de cette ve´ne´rable assemble´e a` 16
heures.
Le pre´sident : On me signale que M. Vande Lanotte va
arriver.
De heer Alfons Borginon (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, ik ben wantrouwig.
Om te beginnen zei u een kwartier geleden reeds dat
minister Vande Lanotte op komst is, maar hij is er nog
steeds niet.
Vervolgens, daarnet hoorde ik zeggen dat minister
Daems zou komen opdagen. Welnu, hoe sympathiek Rik
Daems ook is, ik ben van mening dat de minister van
Begroting zich af en toe mag verwaardigen om naar het
parlement te komen.
Hij is helemaal niet zwaar belast met het beantwoorden
van vragen en interpellaties of om het behandelen van
wetsontwerpen. Nochtans, de schaarse keren dat hij
aanwezig moet zijn laat hij verstek gaan. In dat verband
herinner ik u aan de bespreking van de begroting, toen
minister Vande Lanotte het verkoos les te geven in de
plaats van deze besprekingen bij te wonen.
Mijnheer de voorzitter, volgens mij gaat minister Vande
Lanotte erg ver in zijn de´dain ten opzichte van het
parlement en ik ben van mening dat wij dat niet moeten
nemen.
De voorzitter : Ik ben het met u eens, mijnheer Borginon,
in die zin dat het parlement voorrang heeft.
Ik zal de heer Viseur het woord geven om zijn commissie-
verslag bekend te maken, maar indien minister Vande
Lanotte niet aanwezig is vo´o´r het einde van dit betoog,
dan schors ik zonder meer de vergadering.
Monsieur Viseur, vous pouvez faire votre rapport. Si le
ministre compe´tent n'est pas pre´sent a` la fin de ce
rapport, je suspendrai la se´ance.
Wetsontwerp
houdende
aanpassing
van
de
Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar 2000
(603/1 en 2 + 601/1)
Wetsontwerp houdende eerste aanpassing van de
algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar
2000 (602/1 tot 5)
Projet de loi ajustant le budget des Voies et Moyens
de l'anne´e budge´taire 2000 (603/1 et 2 + 601/1)
Projet de loi contenant le premier ajustement du
budget ge´ne´ral des de´penses de l'anne´e budge´taire
2000 (602/1 a` 5)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee
wetsontwerpen te wijden.
HA 50
PLEN 062
7
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Je vous propose de consacrer une seule discussion a`
ces deux projets de loi. (Assentiment)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
Chers colle`gues, il est bien entendu que si le ministre du
Budget n'est toujours pas la` apre`s le rapport de M. Jean-
Pierre Viseur, je suspends la se´ance.
M. Jean-Pierre Viseur, rapporteur : Monsieur le pre´si-
dent, monsieur le ministre, chers colle`gues, votre com-
mission a examine´ les projets d'ajustement budge´taire
au cours de ses re´unions des 16, 23 et 30 mai 2000.
Dans le cadre de cet examen, elle a entendu, le 23 mai
2000, deux repre´sentants du Bureau fe´de´ral du plan au
sujet de l'e´tude que cet organisme a publie´ sur les
pre´visions e´conomiques a` moyen terme, c'est-a`-dire
pour la pe´riode 2000-2005.
Elle a, en outre, entendu quatre interpellations et ques-
tions de Mme Van de Casteele et de MM. Bultinck,
Poncelet et Peeters qui e´taient toutes relatives a` la
proposition du ministre du Budget sur le fonds de veillis-
sement.
Elle a encore demande´ l'avis de la commission de la
Justice et entendu a` ce sujet le rapport de M. Guy Hove.
Le rapport e´crit comptabilise, hormis les tableaux, plus
de 125 pages. Ce qui signifie que votre commission a
examine´ cet ajustement budge´taire en profondeur.
Pour vous e´viter de devoir sie´ger jusqu'a` des heures
indues, je renverrai au rapport e´crit pour toute une se´rie
de questions que je conside`re plus techniques, pour
m'attacher dans mon rapport oral a` des questions d'ordre
plus politique tout en reconnaissant que la limite entre les
deux n'est pas toujours tre`s tranche´e et qu'il y aura, par
conse´quent, un minimum de subjectivite´ ine´vitable de ma
part.
L'introduction du projet a` l'examen a e´te´ faite par
M. Vande Lanotte, ministre du Budget.
Les grandes lignes de l'introduction sont les suivantes.
Monsieur Vande Lanotte a d'abord rappele´ que le mot
d'ordre qui avait pre´side´ a` la pre´sentation initiale du
budget 2000 e´tait un projet ambitieux mais prudent.
Pour la confection de l'ajustement du budget 2000, le
gouvernement a applique´ le principe du
hamster dore´
qui constituera le fil rouge de la politique budge´taire pour
le restant de la le´gislature. En vertu de ce principe, on
tient inte´gralement compte des re´alisations tout en se
basant pour le surplus sur des hypothe`ses de de´part
prudentes. Si, lors du contro^le budge´taire, certaines
hypothe`ses s'ave`rent plus positives que lors de la
confection du budget, elles ne seront pas mises en
oeuvre. En revanche, on tient compte des revers ave´re´s.
D'ailleurs, comple´mentairement au dernier budget e´co-
nomique, il a e´te´ constitue´ un tampon conjoncturel d'en-
viron 30 milliards de francs belges.
En 2000, le solde de financement de l'ensemble des
pouvoirs publics baissera jusqu'a` 0,7% du PIB.
Les recettes consolide´es du pouvoir fe´de´ral et de la
se´curite´ sociale s'amenuisent de 0,5% du PIB entre 1999
et 2000.
Les de´penses primaires du pouvoir fe´de´ral et de la
se´curite´ sociale ont baisse´ de 0,2% du PIB entre 1999 et
2000.
Quant aux e´volutions les plus re´centes, les charges
d'inte´re^t ont tendance a` augmenter le´ge`rement plus que
les estimations base´es sur les
forward rates.
L'e´volution des prix pourrait entrai^ner un de´passement
de l'indice pivot en 2000.
Les recettes fiscales progressent a` un rythme tre`s sou-
tenu.
L'ajustement du budget 2000 s'est ope´re´ sur la base
d'une augmentation de 2,8% en 2000.
Au cours du premier trimestre de cette anne´e, les recet-
tes fiscales ont toutefois enregistre´ une hausse de 8%.
Ce qui de´passe nettement les pre´visions.
En concluant son expose´ introductif, M. Vande Lanotte a
dit que, compte tenu de la me´thode suivie, autrement dit
le principe du
hamster dore´, et a` la vue des e´volutions
re´centes, on est en droit de dire que le gouvernement a
fait preuve d'une grande prudence pour appre´cier l'e´vo-
lution des finances publiques en 2000.
Le ministre des Finances, quant a` lui, a fait un expose´
portant pluto^t sur le contexte e´conomique, les recettes et
les besoins de financement de l'Etat.
En ce qui concerne le contexte e´conomique international,
le ministre des Finances a signale´ qu'en l'espace d'un
an, la crainte ge´ne´ralise´e d'une de´flation de l'e´conomie
mondiale s'e´tait mue´e en une crainte de tension inflation-
niste. Dans ses pre´visions les plus re´centes, le FMI
pre´voit me^me que cette anne´e et l'anne´e prochaine, la
croissance devrait a` nouveau de´passer la croissance
tendancielle. Pour 2000 et 2001, il pre´voit respective-
ment des croissances de 4,2 et de 3,9%.
Le PIB des produits industrialise´s devrait croi^tre de 3,4%
en 2000.
8
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pierre Viseur
Dans la zone Euro, la reprise e´conomique est devenue
nettement plus solide depuis l'e´te´ passe´. Alors que la
croissance re´elle du PIB n'a e´te´ que de 2% sur une base
annuelle au premier semestre 1999, son rythme de
croissance a e´te´ proche de 4% au deuxie`me semestre
1999.
Quant a` l'e´conomie belge, au premier trimestre 1999, la
Belgique a vu son PIB croi^tre de 3,4% sur base annuelle
par rapport au trimestre pre´ce´dent; au deuxie`me trimes-
tre de 1999, la croissance e´tait de 4,3%; au troisie`me
trimestre, elle e´tait de 6,3%; au quatrie`me trimestre, elle
e´tait de 4,5%.
Pour l'ensemble de l'anne´e 1999, le PIB a augmente´ de
2,5% en volume par rapport a` 1998.
Tout semble donc indiquer que cette ame´lioration sera
durable et que l'indicateur synthe´tique de la conjoncture
de la Banque nationale de Belgique a d'ailleurs atteint un
niveau record en fe´vrier dernier.
Dans ce contexte, la de´cision prise par le gouvernement
de ne prendre en conside´ration dans le budget ajuste´
2000 que les recettes re´sultant d'une croissance re´elle
du PIB ne de´passant pas 2,5% doit e^tre qualifie´e de
prudente.
En ce qui concerne les recettes, le ministre des Finances
a dit qu'elles ont e´te´ re´estime´es en progre`s de 53
milliards de francs belges au niveau des recettes totales,
ce qui re´sulte d'une augmentation de 45 milliards de
francs belges des recettes fiscales totales et d'une
re´vision a` la hausse de 8 milliards 100 millions de francs
belges des recettes non fiscales, ceci pour 1999.
Par ailleurs, la comparaison entre les recettes courantes
ajuste´es 2000 et les re´alisations 1999 laissent voir une
croissance de 75,3 milliards de francs belges, c'est-a`-
dire 2,8% en recettes fiscales et de 19,3 milliards en
recettes non fiscales, soit au total une progression de
plus de 94 milliards.
Tout cela est de´taille´ dans le rapport e´crit entre les
diffe´rents types d'impo^ts. Je vous fais gra^ce de tous ces
de´tails.
Enfin, pour les besoins de financement, le ministre des
Finances a signale´ que le solde net a` financer pour cette
anne´e e´tait revu a` la baisse et passe de 160 milliards de
francs belges a` 128 milliards. Cette diminution par rap-
port au montant du budget initial est du^ en grande partie
aux recettes supple´mentaires attendues cette anne´e,
suite aux recettes supple´mentaires de l'an passe´ qui,
bien su^r, ont servi de base.
L'an dernier, la dette publique a augmente´ de 195
milliards et est passe´e a` 9 954 milliards. En % du PIB par
contre, la dette publique a diminue´ l'an dernier de 107,4
a` 106% du PNB.
La Cour des comptes a fait comme il se doit une se´rie de
remarques sur le projet d'ajustement budge´taire. Pour le
de´tail de ces remarques, je vous renvoie au rapport e´crit,
pages 24 a` 45.
Enfin, le 23 mai, votre commission a rec¸u deux repre´sen-
tants du Bureau fe´de´ral du plan, au sujet des perspecti-
ves e´conomiques pour la pe´riode 2000-2005. L'e´tude du
Bureau du plan porte non seulement sur tous les aspects
de l'e´volution e´conomique : e´volution de la croissance
ge´ne´rale, des exportations, de la consommation, de
l'inflation, des taux d'inte´re^t, etc., mais e´galement sur
l'e´volution de l'emploi et du cho^mage ainsi que sur
l'e´volution des e´missions de CO
2
.
Pour synthe´tiser tre`s sche´matiquement les expose´s, je
crois pouvoir dire en re´sume´ que les perspectives e´co-
nomiques a` moyen terme sont tre`s bonnes, que les
perspectives en termes d'emplois sont positives, quoique
de´ja` moins bonnes, mais que les perspectives environ-
nementales, par contre, sont franchement mauvaises, en
particulier en termes de CO
2
.
De nombreuses questions ont e´te´ pose´es sur tous ces
aspects par MM. Lenssens, Tavernier, Poncelet, Dirk
Pieters, Leterme, Borginon, Desimpel ainsi que par votre
rapporteur. Les questions et leurs re´ponses se trouvent
aux pages 52 a` 57 du rapport. Je vous y renvoie, ainsi
d'ailleurs que pour les interpellations et questions de
Mme Van de Casteele, de MM. Bultinck, Poncelet et
Peeters au ministre du Budget sur le fonds de vieillisse-
ment.
Ce renvoi au rapport e´crit me permet d'en venir au de´bat
sur l'ajustement budge´taire proprement dit.
Dans la discussion ge´ne´rale sur l'ajustement budge´taire,
M. Dirk Pieters a d'abord pris la parole pour exprimer que
les marges budge´taires calcule´es par le ministre du
Budget s'ave`rent largement insuffisantes pour financer
toutes les initiatives annonce´es par le gouvernement.
Il estime d'ailleurs que, dans la plupart des cas, il s'agit
d'initiatives de ministres isole´s. M. Pieters en arrive de`s
lors pour 2003 a` des mesures s'e´levant a` un montant
total de 168 milliards de francs belges, ce qui est de loin
supe´rieur a` la marge budge´taire. Il conclut que ce
gouvernement pourra continuer a` claironner cette se´rie
de vaines promesses tout au plus jusqu'aux prochaines
e´lections communales.
M. Hagen Goyvaerts a constate´ dans l'ajustement du
budget que pour plusieurs de´partements, des glisse-
ments de cre´dits sont ope´re´s du personnel statutaire vers
du personnel autre que statutaire. Il en demande la
raison. L'intervenant s'interroge aussi sur la suppression
de cre´dits pre´vus pour l'informatisation du ministe`re des
Finances.
HA 50
PLEN 062
9
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pierre Viseur
L'intervenant constate par ailleurs que trois nouveaux
cre´dits sont inscrits au feuilleton d'ajustements pour
l'Euro 2000.
M. Jean-Pol Poncelet demande ce que le gouvernement
pense du fait que le Bureau fe´de´ral du plan a ope´re´ un
ajustement technique dans ses pre´visions concernant
l'e´volution des de´penses de soins de sante´ en portant la
croissance annuelle pre´vue de 2,5 a` 3,6%. Il n'est pas
non plus satisfait de la re´ponse du ministre du Budget
aux observations de la Cour des comptes concernant le
programme Airbus. S'agit-il de la prolongation du pro-
gramme Airbus A340 ou du programme A3XX ? Il pose
enfin la question de savoir comment le gouvernement
pense parvenir a` limiter a` 2 milliards de francs belges le
cou^t du de´me´nagement de la Force ae´rienne de Mels-
broeck. Enfin, M. Poncelet estime qu'une augmentation
supple´mentaire des prix pe´troliers de 10 dollars par baril
serait suffisante pour faire fondre toutes les marges
budge´taires disponibles au cours de la pre´sente le´gisla-
ture.
M. Eric van Weddingen estime qu'il est e´vident que la
re´duction de la pression fiscale doit e^tre la priorite´ par
excellence du gouvernement actuel. En ce qui concerne
la contribution comple´mentaire de crise de 3%, M. van
Weddingen pre´conise que le gouvernement honore la
promesse qu'il a faite en de´cembre 1999 et de´pose
incessamment un projet de loi supprimant cette contribu-
tion pour toutes les cate´gories de revenus. L'intervenant
renvoie a` cet e´gard a` l'e´tude du Bureau du plan.
M. van Weddingen ache`ve son intervention en traitant
brie`vement du cours de l'euro. Me^me si nos exportations
profitent incontestablement de cette faiblesse passage`re
de notre devise, l'intervenant estime que la Belgique
devra prendre une initiative lors de sa pre´sidence de
l'Union europe´enne.
Pour votre rapporteur, la re´duction e´ventuelle de la
pression fiscale et parafiscale ne peut se faire au de´tri-
ment de la redistribution du revenu disponible. Il estime
que la meilleure perception des impo^ts contribue e´gale-
ment a` une augmentation des recettes et insiste pour que
l'on cre´e des instruments de mesure permettant de
mettre clairement en e´vidence dans les statistiques l'in-
cidence de cette meilleure perception. Il estime que
l'affaire KB-Lux et l'obligation de de´clarer les comptes
ouverts a` l'e´tranger ont eu pour effet de rapatrier certains
capitaux. En conclusion, la re´forme fiscale a` venir devrait
au premier chef prote´ger les revenus les plus faibles.
Mme Trees Pieters s'inte´resse aux cre´dits de la section
Agriculture et Classes moyennes. Elle s'e´tonne que les
cre´dits affe´rents au cabinet du ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes augmentent de 17,5 millions de
francs belges, malgre´ le transfert imminent d'une partie
des compe´tences du de´partement vers les re´gions. Le
ministre actuel a de´clare´ a` plusieurs reprises qu'il entend
ame´liorer le statut social des inde´pendants et a affirme´
clairement qu'il avait l'intention d'e´liminer les distorsions
existant entre le statut des travailleurs salarie´s et celui
des inde´pendants.
Mme Pieters se dit favorable a` ces mesures annonce´es
par le ministre, mais elle s'interroge sur leur mode de
financement. Le ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes a en effet de´clare´ que ni les cotisations
sociales des travailleurs inde´pendants ni celles des so-
cie´te´s ne seraient augmente´es.
M. Borginon se pose la question de savoir que faire des
re´serves d'or de la marge budge´taire. M. Borginon cons-
tate a` cet e´gard que parmi toutes les options possibles,
seule celle d'une re´duction acce´le´re´e de la dette publique
n'a gue`re de partisans au sein du gouvernement. Il
estime que la constitution du fonds de vieillissement ne
pre´senterait aucun avantage technique que la re´duction
acce´le´re´e de la dette n'aurait pas.
M. Dufour a fait observer que si la pression fiscale est,
effectivement, excessive, elle est, surtout, mal re´partie
entre l'impo^t des personnes physiques, d'une part, et le
pre´compte mobilier, d'autre part.
Le gouvernement actuel doit, de`s lors, veiller a` ce que, a`
l'avenir, toutes les cate´gories de revenus contribuent
e´quitablement aux recettes fiscales. Il demande s'il est
exact que, faute de personnel et de moyens, les juges
d'instruction ne sont pas en mesure de poursuivre les
grands fraudeurs du fisc et demande ce que fera le
gouvernement pour reme´dier a` ce proble`me.
M. Vanpoucke examine les cre´dits de la section Inte´rieur
et singulie`rement de la direction ge´ne´rale de la police
ge´ne´rale du royaume. Il demande quels sont les cre´dits
globalement disponibles pour les cycles d'information
consacre´s a` la re´forme des polices, quels sont les cre´dits
pre´vus pour la promotion des zones de police, d'une part,
et l'organisation de l'Euro 2000, d'autre part. Il demande
au ministre du Budget si le montant total affecte´ a` la
re´forme des services de police sera de 8 ou 10 milliards
de francs belges.
Mme Greta D'Hondt s'inte´resse, quant a` elle, au de´par-
tement ministe`re de l'Emploi et du Travail et destine´ aux
affaires sociales. Selon l'intervenante, il s'agit des sec-
tions les plus concerne´es par la masse des promesses
faites par le gouvernement. Elle fait observer que c'est,
he´las, chaque anne´e que les de´penses de soins de
sante´, engage´es au cours des premiers mois de l'anne´e,
de´passent finalement les de´penses budge´tise´es. Ce
de´passement budge´taire sera sans doute reporte´, une
fois de plus, a` l'anne´e suivante.
10
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pierre Viseur
En ce qui concerne les proble`mes relatifs a` l'alignement
du statut social des inde´pendants sur celui des tra-
vailleurs salarie´s, l'intervenante constate que le ministre
des Affaires sociales souhaite proce´der a` un e´change de
vues a` ce sujet, dans le cadre du groupe de travail
Cantillon et de la commission des Affaires sociales. Etant
donne´ que cette e´tude fouille´e du proble`me ne sera pas
finalise´e avant la fin de cette anne´e, Mme D'Hondt
estime logique qu'aucun cre´dit supple´mentaire ne soit
pre´vu a` cet effet dans le cadre du contro^le budge´taire
2000. Elle insiste sur le fait qu'elle ne s'oppose aucune-
ment a` l'ame´lioration du statut social des inde´pendants. Il
serait, cependant, inconside´re´ de prendre des mesures a`
tre`s court terme sans attendre le re´sultat de l'e´tude
pre´cite´e.
M. Leterme estime e´galement, tout comme M. Borginon,
que l'ajustement budge´taire a` l'examen est pluto^t mo-
deste. Comme les anne´es pre´ce´dentes, M. Leterme
s'irrite, par ailleurs, du manque de rigueur, dont te´moigne
la confection des documents budge´taires.
Pour certains
de´partements, le commentaire fourni a` propos des ajus-
tements est tre`s sommaire
, dit-il. En outre, force est de
constater pour le de´partement de l'Inte´rieur, que de
nombreux cre´dits avaient e´te´ sous-e´value´s dans le bud-
get initial.
Il constate qu'en ce qui concerne le ministe`re de la
De´fense, les remboursements des de´penses d'un mon-
tant infe´rieur a` 100 millions de francs belges passent a`
plus de 800 millions de francs belges. Il demande pour-
quoi. Le produit des royalties provenant de la vente
d'appareils F-16 a` des pays tiers passe de 0 a` 400
millions. Pourquoi ? Les inte´re^ts dus a` l'Etat en prove-
nance de l'e´tranger augmente de plus de 850 millions de
francs. La part de l'Etat dans les be´ne´fices d'institutions
financie`res diminue de plus de 3 milliards (de 10,5
milliards a` 7,3 milliards). Pourquoi ? Le produit des
domaines passe, pour sa part, de 520 millions a` 1,260
milliard.
Enfin, M. Leterme remarque e´galement que le dividende
verse´ a` l'Etat par la SNCB augmente de 750 millions de
francs belges. Il demande s'il est exact que c'est la
premie`re fois depuis la cre´ation de la SNCB.
En ce qui concerne le produit des licences de te´le´phonie
mobile, il pose une se´rie de questions, pour lesquelles je
vous renvoie a` la page 79 du rapport.
Pour les re´ponses tant aux questions pose´es par la Cour
des comptes que par les membres, les ministres des
Budget et des Finances ont apporte´ les e´claircissements
suivants :
Pour le financement des Communaute´s et des Re´gions,
la partie attribue´e au produit de la taxe sur la valeur
ajoute´e, il a e´te´ re´pondu que, dans l'attente des re´sultats
du contro^le de la Cour des comptes, la fixation provisoire
des parties attribue´es du produit de la TVA s'est logique-
ment fonde´e sur la clef de re´partition de l'anne´e pre´ce´-
dente.
A propos de l'Airbus, en 1999, une proposition d'accord
de coope´ration a e´te´ soumise a` l'approbation des entite´s
fe´de´re´es. Les montants dont il e´tait question dans la
proposition d'accord de coope´ration ont uniquement trait
au financement fe´de´ral. Mais on attend toujours la de´ci-
sion de la Re´gion flamande relative a` la re´partition
globale du montant de 2 053 millions.
Aux questions pose´es sur le
premier emploi-jeunes, il a
e´te´ re´pondu qu'afin de respecter l'impact budge´taire des
obligations impose´es par la loi, des cre´dits additionnels
sont ne´cessaires, vraisemblablement a` hauteur de 500
millions de francs belges.
Au sujet du statut social des travailleurs inde´pendants, le
gouvernement a de´cide´ de cre´er un groupe de travail, le
groupe Cantillon. Dans l'attente de ses re´sultats, le
gouvernement a, le 26 mai dernier, donne´ son accord de
principe a` un ensemble de mesures qui ame´liorent le
statut social des inde´pendants, notamment l'augmenta-
tion a` partir du 1er juillet de l'allocation d'invalidite´ des
inde´pendants, la re´duction du de´lai de carence de l'inca-
pacite´ de travail, l'octroi d'une prime de revalorisation
annuelle aux be´ne´ficiaires d'une pension d'inde´pendant,
l'augmentation de 600 francs belges du montant de base
des allocations pour le premier enfant.
En ce qui concerne le dividende de la SNCB, en 1999, la
SNCB a re´alise´ un be´ne´fice de 3 550 millions. Il y a bien
longtemps que la SNCB n'a plus distribue´ de dividendes.
En effet, lorsque les exercices comptables pre´ce´dents se
soldaient par un be´ne´fice, ce dernier e´tait destine´ a`
couvrir les pertes du passe´.
Les cre´dits pour l'Euro 2000 sont les suivants :
199 millions au budget de la gendarmerie, 92 millions au
budget de l'Inte´rieur et 300 millions de provisions sup-
ple´mentaires pour couvrir les frais du maintien de l'ordre
et enfin, 48 millions pour diverses autres de´penses de
fonctionnement.
En ce qui concerne le cou^t de la re´forme de la police, le
ministre a re´pondu que l'on partait toujours d'un montant
de 8 milliards.
Dans le budget des soins de sante´ 2000, il a notamment
e´te´ tenu compte d'un de´ficit de 5 milliards de francs
belges en 1999. Le montant est reste´ tel quel au cours du
contro^le budge´taire, vu l'insuffisance d'e´le´ments.
Le ministre des Finances, quant a` lui, a apporte´ des
pre´cisions sur les sujets suivants : l'e´volution des droits
de succession relativement aux affaires me´diatise´es de
fraude fiscale, l'e´cart constate´ en matie`re d'e´volution de
la dette flottante, les recettes de la Banque Nationale,
HA 50
PLEN 062
11
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pierre Viseur
l'e´volution des recettes des Domaines, la lutte contre la
fraude fiscale pour laquelle il a donne´ des indications sur
les missions et les moyens de l'AFER, de l'ISI, du comite´
anti-fraude et enfin sur la proble´matique de la valeur de
l'euro.
Votre commission a e´galement pris connaissance de
l'avis favorable de la commission de la Justice sur la
section 12
Justice par 8 voix contre 4.
Finalement, le gouvernement a introduit cinq amende-
ments, qui ont e´te´ adopte´s par 9 voix contre 3. Et le projet
global a e´te´ adopte´ par un vote identique.
Le pre´sident : Je vous remercie, monsieur le rapporteur,
pour le rapport fort important que vous venez de nous
faire, dont vous avez de´veloppe´ les e´le´ments essentiels.
J'en remercie e´galement les services de la Chambre.
- Voorzitter : de heer Jean-Pol Henry, eerste ondervoor-
zitter
De heer Dirk Pieters (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, geachte collega's, als eerste spre-
ker na de verslaggever, wil ik een dankwoord uitspreken
ten aanzien van de rapporteur, de heer Viseur, en ten
aanzien van het commissiesecretariaat. Ik dank en feli-
citeer hen voor het uitstekend verslag dat zij van onze
werkzaamheden hebben gebracht.
Gedurende de vergaderingen in de commissie voor de
Financie¨n en de Begroting, heb ik ook enkele essentie¨le
punten van kritiek op de voorgelegde stukken en de
begrotingscontrole geformuleerd. Ik meen niet dat het
een goede besteding van onze tijd en energie is om hier
klakkeloos hetzelfde verhaal te brengen. Daarnaast wil ik
de essentie¨le punten nogmaals duidelijk onderstrepen.
Daarom zal ik die punten op een bondige wijze naar
voren brengen.
Uiteindelijk heb ik drie punten van kritiek. Ten eerste, wil
ik de veelheid van beloftes in vergelijking met de beperkt-
heid van de budgettaire marges aankaarten. Ten tweede,
is er de onwil van de regering om de fiscale discriminaties
van de gehuwden op korte termijn aan te pakken. Ten
derde, hebben de begrotingscijfers een misleidend ka-
rakter.
Onze belangrijkste constatering heeft betrekking op het
eerste punt, met name het budgettaire beleid. Het blijkt
niet uit de documenten, want daar is nauwelijks een
perspectief voor de toekomst ingebouwd, maar heel het
budgettaire debat wordt door de intenties voor de toe-
komst beheerst. Hier is een schrijnende tegenspraak
tussen woorden en daden en tussen de veelheid aan
beloftes, enerzijds en de beschikbare budgettaire marge,
anderzijds. Ik zal de geformuleerde beloftes nogmaals
herhalen. Ik vermeld ook de bugettaire weerslag op het
einde van de legislatuur, in 2003, als dat einde niet
vroeger komt natuurlijk.
De versnelde afschaffing van de crisisbelasting kost
37 miljard frank. Het akkoord in de non-profitsector kost
10 miljard federaal en 20 miljard globaal. De politie-
hervorming slorpt een bedrag van 10 miljard frank op,
onder het voorbehoud dat de bijkomende kosten op
rekening van de gemeenten komen, zoals Louis Tobback
nog vorige week onder de aandacht heeft gebracht. Het
Gewestelijk Expresnet Brussel, dat weliswaar opnieuw
naar een studie werd verwezen, zou op het einde van
deze legislatuur een weerslag van 8,5 miljard hebben. De
legerhervorming met sociale enveloppe en de verhuis uit
Melsbroek kost 4 miljard. Het wegwerken van de discri-
minaties van het sociaal statuut van de zelfstandigen zal
10 miljard kosten. Herinner u de uitspraak van Elio Di
Rupo,
die
geen
belastinghervorming
zonder
her-
financiering van het Franstalig onderwijs wil. Daar wil ik
pro memorie geen getal op plakken. Het welvaartsvast
maken van de pensioenen kost 4 miljard. Het voorstel om
de gezondheidszorg boven een bepaalde drempel gratis
te maken is te weinig specifiek uitgewerkt om een raming
te kunnen geven. De modernisering van het openbaar
ambt werd pro memorie hier vermeld. Voor de uitbreiding
van de fiscale administratie met 2000 ambtenaren, door
de minister van Financie¨n beloofd, heb ik niet eens de
berekening willen maken. Voor de belastinghervorming
met onder meer het wegwerken van de fiscale discrimi-
naties ten aanzien van gehuwden, zou volgens de VLD
120 miljard frank moeten worden uitgetrokken tegen
2003. Het Zilverfonds kost ons 50 miljard. Hiermee
besluit ik mijn lijst, hoewel we nog andere punten zouden
kunnen toevoegen. Denk aan de door e´e´n minister
gewenste afschaffing van het kijk- en luistergeld, maar
als we alle individuele wensen zouden meetellen, wordt
het plaatje helemaal surrealistisch.
Als ik mij beperk tot mijn opsomming - met nochtans een
aantal vermelde pro memories - kom ik reeds op een
bedrag van 275 miljard Belgische frank uit.
In 2003 heeft men 275 miljard frank bijkomende budget-
taire ruimte nodig om al deze beloftes te kunnen finan-
cieren. Hoe groot is de budgettaire ruimte ? Er zijn
terzake verschillende schattingen onder meer die van het
Planbureau, van de CVP-fractie en de cijfers van de
vice-eerste minister. De twee laatste schattingen wijken
weinig van mekaar af. De paar miljarden verschil zijn in
dit
debat
verwaarloosbaar.
Voor
2003
raamt
de
begrotingsminister de ruimte op 50 miljard frank. De CVP
sluit zich hierbij aan. Als men deze 50 miljard frank
vergelijkt met het lijstje beloftes dat 275 miljard frank zal
kosten, is de budgettaire ruimte vijf maal te kleiner om de
beloftes te realiseren.
12
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Dirk Pieters
De CVP kan niet anders dan protesteren. Dat men in een
verkiezingsprogramma allerlei beloftes doet, is normaal.
Dat een regering keuzes maakt, een evenwicht probeert
te
vinden
tussen
de
beloftes
van
de
betrokken
meerderheidspartijen en aan de burger duidelijk maakt
wat wel en wat niet kan worden verwezenlijkt, is wat men
mag verwachten. Het is niet normaal dat een regering
van start gaat en in de loop van het eerste jaar van de
legislatuur de ene na de andere belofte doet die onmid-
dellijk wordt teruggefloten of waarvan de realisatie wordt
uitgesteld. De CVP protesteert omdat dit kiezersbedrog
is. De contacten met de burger leren ons dat de regering
het inzake imagovorming niet slecht doet. Mensen, groe-
pen gediscrimineerden, hebben grote verwachtingen en
zijn ervan overtuigd dat de regering iets voor hen gaat
doen. Wat zal hiervan gerealiseerd kunnen worden ? ! Ik
vrees ten hoogste een vijfde. Dit betekent dat vier vijfden
van de beloftes zal moeten worden ingeslikt. Wanneer
zal dit gebeuren. Het antwoord is eenvoudig : niet voor
oktober 2000.
Na de gemeenteraadsverkiezingen zal er ofwel niets
gebeuren omdat de meerderheid geen consensus be-
reikt, ofwel wordt er wel een akkoord bereikt en worden
vele beloftes naar de Griekse kalender verwezen ofwel
zal de regering meer doen dan de budgettaire ruimte
toelaat. Voor dit laatste scenario heeft de CVP reeds
dikwijls gewaarschuwd. De regering mag de verworven-
heden van de 15 jaar hard werken niet op de helling
zetten.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, we staan
met onze vrees niet alleen. Ik geef slechts e´e´n voorbeeld.
Paul De Grauwe zei onlangs, ik citeer :
Herman Van
Rompuy heeft gelijk als hij wijst op het gevaar dat we te
veel cadeaus uitdelen. Dankzij de gunstige economie
kun je de overheidsschuld versneld afbouwen en tegelijk
iets doen voor de mensen. Die gunstige conjunctuur blijft
niet duren. Je moet dus heel goed uitkijken met beloftes
die niet eenmalig zijn en waar je ook in minder goede
tijden zult moeten voor blijven betalen
.
Collega's, ofwel lost men het probleem van te veel
beloftes op door - hetgeen de CVP vreest - de schuld-
afbouw te vertragen, ofwel zal men het Zilverfonds
aanvaarden en zitten de regering en haar meerderheid
met een levensgroot probleem omdat ze vier vijfden van
hun beloftes moeten inslikken.
Een tweede punt dat de CVP wil aankaarten is haar
stokpaardje, de wegwerking van de fiscale discrimina-
ties. We steunen het standpunt dat door steeds meer
mensen wordt aanvaard. We moeten niet alleen de
fiscale discriminaties ten opzichte van gehuwden, maar
alle discriminaties wegwerken.
Ook SP-voorzitter Janssens heeft in deze zin een oproep
gedaan. De regering zou hier ook mee bezig zijn. De
oproep van de heer Janssens werd afgeschoten met het
argument dat anderen ermee bezig zijn. We zullen zien
wat dat geeft. Voor ons is het essentieel dat men daarvan
nu effectief werk maakt. De vorige regering was daarmee
begonnen, weliswaar op een bescheiden wijze. De pro-
blematiek van de fiscale discriminatie is eigenlijk ont-
staan door enerzijds sociologische ontwikkelingen in de
jaren '60 en '70 en anderzijds door de belasting-
hervormingen. De belastinghervorming van 1988 heeft
door het invoeren van de splitsing en de decumul al
2/3 van de discriminaties weggewerkt.
In de jaren '90 zijn er nauwelijks bijkomende maatregelen
genomen om de fiscale discriminatie weg te werken,
behalve op het einde van de vorige legislatuur. Toen was
de rechtzetting van de slechte toestand van de
overheidsfinancie¨n grotendeels achter de rug. Er ont-
stond een kleine marge om ook wat leuke dingen te
doen. Een van die leuke dingen was het verhogen van de
belastingvrije som voor de gehuwden. Ik herinner mij de
kritiek nog heel goed. Men zei toen dat dit veel te beperkt
was en dat de regering, onder druk van de CVP en de
PSC, net voor de verkiezingen nog een stapje wilde
doen.
Deze regering zet deze beperkte maatregel niet eens
voort, laat staan dat ze deze som zou verhogen. Men
bewijst wel lippendienst aan de afschaffing van de discri-
minaties doordat men die voor de toekomst in het voor-
uitzicht stelt. Niet alleen heeft de regering een bestaande
maatregel afgeschaft die de fiscale discriminaties wou
verminderen, ze heeft er bovendien voor gekozen om de
discriminaties nog verder op te voeren. Immers, de
afschaffing van de crisisbelasting is geconcipieerd vanuit
de idee dat lagere inkomens anders behandeld moeten
worden dan hogere inkomens, maar gaat voorbij aan het
feit dat voor gelijke situaties in het kader van het al dan
niet gehuwd zijn, een ongelijke maatregel wordt geno-
men.
Vanuit deze invalshoek kunnen wij stellen dat de afschaf-
fing van de crisisbelasting zo is opgebouwd dat de
samenwonenden er sneller van genieten dan de gehuw-
den. In plaats van de fiscale discriminaties voor gehuw-
den te verminderen, heeft de regering ze zelfs nog
verhoogd. Wij kunnen hiermee in geen enkel geval
instemmen.
Wanneer de regering in haar regeringsverklaring aan-
kondigt dat zij deze fiscale discriminaties zal wegwerken,
dan blijkt daarover echter nog heel wat twijfel te bestaan.
Recentelijk heeft vice-premier Michel - toch letterlijk en
figuurlijk het zwaargewicht van de regering - ondubbel-
zinnig verklaard dat dit voor hem niet echt een dringende
aangelegenheid is. De PRL is in deze zaak zeker geen
vragende partij. Hij zei letterlijk :
Misschien kunnen we
ermee beginnen
.
HA 50
PLEN 062
13
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Dirk Pieters
Wij protesteren hier sterk tegen. Niet alleen omdat we het
niet eens zijn met de terughoudendheid in verband met
deze problematiek, maar vooral omdat men ook hier
weer verschillende signalen geeft. In praktijk formuleert
men wel woorden, maar de daden gaan de andere
richting uit.
Mijnheer de voorzitter, een derde en laatste punt van
kritiek heeft te maken met het misleidende karakter van
de begrotingscijfers. Een begroting is in eerste instantie
een machtiging van uitgaven en inkomsten van het
parlement naar de regering op basis van een raming.
Deze raming moet zo correct mogelijk gebeuren. De
inkomsten en uitgaven moeten zo precies mogelijk ge-
schat worden. Dit is niet gemakkelijk, laten we daarin
eerlijk zijn.
Kijken we maar naar het verleden. Terwijl de regeringen
tot de jaren tachtig de inkomsten bewust overschatten en
de
uitgaven
onderschatten,
waardoor
er
bij
de
begrotingscontrole nieuwe inleveringsronden moesten
worden georganiseerd, leggen ze nu een voorzichtiger
houding aan de dag. Inderdaad, thans onderschat men
doelbewust de inkomsten en overschat men de uitgaven.
Zolang de vermindering van het begrotingstekort de
eerste dwingende opgave is, kan ervoor worden gepleit
om te werken op basis van voorzichtige hypothesen. Dat
was overigens het geval, omdat men de Maastricht-norm
moest halen. We mogen ons dan gelukkig prijzen dat het
resultaat achteraf gunstiger uitvalt. In de huidige situatie
wordt de kloof tussen de voorzichtige raming en de cijfers
in de praktijk steeds groter. Dit leidt er uiteindelijk toe dat
in begrotingsdocumenten wordt gewerkt met groeicijfers
waarin niemand nog gelooft.
Begrijp me goed : wij zijn er voorstander van dat men het
begrotingsbeleid afstemt op voorzichtige cijfers en dus
het goudhamsterscenario toepast. Het kan echter niet
dat de documenten enkel daarmee rekening houden. Ik
bedoel hiermee dat naast de voorzichtige cijfers andere
factoren in acht moeten worden genomen, onder meer
de ware economische groei en de evolutie van de
rentevoet. Op die manier zullen wij zicht krijgen op de
extra marges ingeval van een economische groei zoals
door de meeste conjunctuurinstellingen wordt verwacht.
Ik illustreer dit aan de hand van een voorbeeld. In
onderhavig document lezen wij nog steeds dat de rege-
ring mikt op het terugbrengen van het begrotingstekort dit
jaar tot 0,7%, terwijl niemand daar nog in gelooft. Ieder-
een weet dat het cijfer veel gunstiger zal uitvallen. De
Nationale Bank raamt het percentage op 0,5%, terwijl de
conjunctuurinstellingen het eens zijn over een voor-
spelde 0,2%. De OESO verwacht zelfs dat het tekort
helemaal wordt weggewerkt. Daar zijn wij uiteraard niet
ongelukkig om en ik wens de regering proficiat. Deze
meevaller zal ons helpen de schuld vlugger af te bouwen.
Daarover gaat mijn aanklacht niet.
Wat ik wel bekritiseer, is het feit dat hiermee in de
begrotingsdocumenten niet of nauwelijks rekening wordt
gehouden. Vandaar dat ik de regering oproep om daar
voortaan aandacht aan te besteden. Wij staan overigens
niet alleen met onze mening. Eens te meer vis ik in de
VLD-vijver en verwijs naar een uitspraak van professor
Vuchelen. Deze heeft daaraan een heel artikel gewijd en
gebruikt zelfs de term
doelbewuste misleiding van de
regering
. Hij gaat er blijkbaar vanuit dat het niet alleen
om een technische hypothese gaat, maar dat de regering
zich achter de al te lage ramingen verschuilt om het
debat over de aanwending van de begrotingsmarges uit
de weg te kunnen gaan. Ik laat die stelling voor zijn
rekening. Het zou mij alleszins niet verbazen, mocht
deze waar zijn.
Zijn er geen andere punten van kritiek dan de drie die ik
naar voren heb gebracht ? Uiteraard zijn die er, maar,
zoals ik in de inleiding opmerkte, is het vooral de bedoe-
ling om in plenaire vergadering de onzes inziens belang-
rijkste bezwaren onder de aandacht te brengen. Om
deze drie redenen - dat zullen wij morgen ook in onze
stemverklaring beklemtonen - zullen wij deze begrotings-
aanpassing niet goedkeuren.
M. Jacques Lefevre (PSC) : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, monsieur le vice-premier ministre et
ministre du Budget, vous avez expose´ aux membres de
la commission des finances, lors de la discussion du
projet a` l'examen, que le gouvernement avait applique´,
pour la confection de l'ajustement du budget 2000, le
principe du
hamster dore´. Ce principe de M. le vice-
premier ministre constituait le fil rouge de la politique
budge´taire pour le restant de la le´gislature. En vertu de
ce principe, on tient compte inte´gralement des re´alisa-
tions tout en se battant pour le surplus, sur des hypothe`-
ses de de´part prudentes.
Si, lors du contro^le budge´taire, certaines hypothe`ses
s'ave`rent plus positives que lors de la confection du
budget, elles ne seront pas mises en oeuvre. En revan-
che, on tient compte des revers ave´re´s.
M. le ministre du Budget nous a confirme´ en terminant
son expose´ que, compte tenu de la me´thode suivie et a`
la vue des e´volutions re´centes, on est en droit de dire que
le gouvernement a fait preuve d'une grande prudence
pour appre´cier l'e´volution des finances publiques en l'an
2000.
Les de´bats en commission des finances ont de´montre´
que l'optimisme affiche´ par le gouvernement en place
repose cependant sur des fondements fragiles. Certes,
apre`s des anne´es d'assainissement budge´taire dont
l'actuelle majorite´ a he´rite´ sans en avoir fait l'effort, nos
finances publiques ont retrouve´ un profil plus rassurant.
14
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jacques Lefevre
Un processus de
de´sendettement est aujourd'hui so-
lennellement engage´ - c'est l'effet boule de neige in-
verse´ -, qui permet d'espe´rer enfin l'apparition de marges
de manoeuvres budge´taires.
Les gouvernement pre´ce´dents en furent les artisans.
L'actuelle majorite´ en re´colte les fruits. C'est le jeu de
l'alternance de´mocratique. Le gouvernement be´ne´ficie
aussi d'une conjoncture e´conomique exceptionnelle; les
chiffres sont dope´s par la croissance e´conomique ac-
tuelle. La menace existe pourtant de voir, sous la fe´rule
de l'actuelle majorite´, cet espoir se transformer en un
futur cauchemar.
A la me´taphore du
hamster dore´ pourrait se substituer
celle de la fourmi et de la cigale. Les re´sultats engrange´s
par la fourmi que fut la coalition pre´ce´dente pourraient se
voir totalement hypothe´que´s par les de´penses inconsi-
de´re´es et les cadeaux que la cigale incarne´e par l'ac-
tuelle coalition se propose de faire aux citoyens pour
redorer son blason et re´pondre aux souhaits de ses
e´lecteurs. Si cette me´taphore devait se re´aliser, a` terme
et tre`s rapidement, une nouvelle traverse´e du de´sert
s'offrirait a` nos concitoyens. La perspective n'est gue`re
alle´chante. Or, au cours de travaux en commission,
le bureau fe´de´ral du plan lui-me^me, a reconnu que
les marges budge´taires e´value´es e´taient optimistes
(126 milliards en 2003), et que les marges pre´vues pour
les anne´es 2001 et 2002 e´taient sure´value´es de 0,2% du
PIB. En outre, dans son calcul d'e´valuation des hypothe´-
tiques marges budge´taires, le bureau fe´de´ral du plan n'a
pas pris en compte une se´rie d'e´le´ments susceptibles
d'influencer de manie`re importante le de´gagement ou
non de marges budge´taires pour l'avenir.
Je vais vous en citer quelques-unes.
L'impact de l'e´volution des taux d'inte´re^ts a` long terme
n'a pas e´te´ pris en conside´ration. Or, les marges budge´-
taires sont extre^mement de´pendantes de l'e´volution des
taux d'inte´re^ts a` long terme. Le bureau du plan estime
lui-me^me que la baisse des charges d'inte´re^ts contribue,
environ aux 2/3, de la formation des marges jusqu'en
2005. Rien ne permet, aujourd'hui, d'e´tablir avec certi-
tude que les taux d'inte´re^ts a` long terme e´volueront
effectivement a` la baisse au cours des prochaines an-
ne´es.
L'impact de la de´pre´ciation de l'euro par rapport au dollar
et celui de l'e´volution des prix des produits pe´troliers
n'ont pas e´te´ suffisamment pese´s dans l'e´valuation des
marges budge´taires.
Il suffirait que le prix du baril de pe´trole brut grimpe de
10 dollars pour qu'il ne subsiste quasi rien des marges
budge´taires.
Enfin, le Bureau du plan n'a pas pris en compte certains
engagements du gouvernement dont on ne connai^t
d'ailleurs pas encore avec pre´cision les modalite´s d'ap-
plication. Je pense notamment a` la re´forme des polices,
dont cou^t estime´ 8 milliards, aux de´penses des infras-
tructures ferroviaires - le RER, le TGV - et d'autres effets
d'annonce comme la semaine de 35 heures.
Qui plus est, le gouvernement lui-me^me ne semble pas
mesurer les effets de certaines de ses de´cisions re´cen-
tes. Je ne citerai qu'un exemple pour le moins illustratif
de l'irresponsabilite´ dont fait preuve la coalition au pou-
voir. Le gouvernement a de´cide´ d'une vaste ope´ration de
re´gularisation des sans-papiers au principe de laquelle
nous avons souscrit. Il ne s'agissait que d'une mesure
pre´conise´e par notre parti, bien avant l'arrive´e au pouvoir
de l'actuelle majorite´.
L'actuelle coalition a ne´anmoins pe´che´ dans ce dossier
par un manque total de cohe´rence et de conse´quence.
En effet, le gouvernement n'a accompagne´ sa de´cision
d'aucune mesure d'accompagnement et ne s'est nulle-
ment pre´occupe´ de la situation administrative et sociale
des personnes concerne´es par la mesure qu'il pre´coni-
sait.
Diffe´rentes cours de travail saisies de la proble´matique
se sont prononce´es re´cemment. Les tribunaux estiment
que refuser l'acce`s a` l'aide sociale aux personnes
concerne´es revient a` les condamner a` la mendicite´, voire
a` la clandestinite´ ou a` la criminalite´.
La mesure de re´gularisation aura donc un impact sur le
budget fe´de´ral. Or, nous ne trouvons nulle trace d'une
inscription au budget ajuste´ d'une de´pense relative aux
conse´quences de la mesure de re´gularisation des sans-
papiers. Il appartient pourtant au gouvernement fe´de´ral
de supporter les effets budge´taires ou autres des mesu-
res qu'il adopte et d'en re´percuter le cou^t dans le budget
qu'il e´tablit. Il ne saurait e^tre question de laisser aux
CPAS et aux entite´s locales le soin de supporter l'impact
budge´taire d'une mesure dans la prise de de´cision de
laquelle ils n'ont pas e´te´ partie.
Dans le me^me ordre d'ide´es, le parlement a vote´, sur
proposition de l'actuel gouvernement, la modification du
code de la nationalite´ et la loi sur la proce´dure acce´le´re´e
en matie`re de justice. Des moyens ont e´te´ promis pour
accompagner la mise en oeuvre de ces nouvelles lois.
Que constate-t-on dans le projet de budget ajuste´ ? Une
re´duction du budget de la Justice de 374 millions. L'ex-
tre^me prudence annonce´e par le gouvernement est donc
toute relative. Le budget ajuste´ n'est pas le reflet exact de
la re´alite´ et les promesses faites aux citoyens reposent
sur un terrain sablonneux.
HA 50
PLEN 062
15
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jacques Lefevre
Quant a` la question de l'affectation d'e´ventuelles marges
budge´taires, elle parai^t encore plus de´licate et plus
annonciatrice de dangers pour l'avenir. Au sein de la
majorite´ c'est a` qui, a` l'instar de la cigale, chantera le plus
fort et fera les plus folles promesses a` ses e´lecteurs :
re´forme fiscale, re´duction du temps de travail avec les 35
heures, plan de se´curite´, proce´dure acce´le´re´e en justice,
mesures en faveur de la mobilite´, etc.
Aucun arbitrage n'est fait quant aux priorite´s a` de´gager
dans l'affectation d'e´ventuelles marges. Bien plus, les
partenaires de la majorite´ ne parviennent pas a` s'enten-
dre lorsqu'il s'agit de de´finir ces priorite´s. Dans ce
contexte, on imagine bien que chaque partenaire tente
d'obtenir sa part du ga^teau et qu'au terme de conces-
sions multiples et de cadeaux re´ciproques, les rares
marges budge´taires qui seront de´gage´es seront bien vite
de´passe´es et la spirale de l'endettement se profile de
nouveau a` l'horizon.
Mais le choix de l'affectation des marges, c'est surtout la
de´finition de priorite´s et d'orientations politiques du gou-
vernement. Ces orientations font de´faut et la nouvelle
majorite´ ne semble gue`re avoir de re´el projet.
De heer Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
Lefevre, bij de bespreking van de begrotingsaanpassing
is de vraag niet wat in het vooruitzicht wordt gesteld voor
de nabije of verre toekomst. De vraag is of u over de
beslissingen die nu in de begrotingsaanpassing zijn
opgenomen, durft te zeggen dat men te ver gaat en dat
de budgettaire marges worden opgebruikt. Durft u te
zeggen dat bij deze begrotingswijziging geen keuzes
werden gemaakt en dat men zomaar in het wilde weg
beslissingen neemt ?
Er werden discussies voor de toekomst gevoerd, maar
tevens werden voor dit begrotingsjaar een aantal keuzes
gemaakt. Trouwens, de beslissingen die nu werden
genomen tasten volgens mij de budgettaire ruimte niet
aan.
M. Jacques Lefevre (PSC) : Non, vous ne m'avez
peut-e^tre pas entie`rement e´coute´. Je vous ai dit qu'il y a
des incohe´rences, effectivement, dans l'ajustement du
budget de cette anne´e-ci.
Je dis que l'on veut re´gulariser les sans-papiers, et on ne
pre´voit aucun moyen pour les aider. Lorsqu'on dit qu'on
veut modifier la Justice, notamment pour la proce´dure
acce´le´re´e, au lieu de lui donner plus de moyens, on
diminue, au contraire, son budget de 374 millions. Je vois
qu'il y a des contradictions par rapport a` des promesses.
Laissez-moi continuer sur les marges. Je sais bien que
c'est l'avenir et pas le de´bat actuel. Mais le budget que
vous faites cette anne´e pre´pare aussi cet avenir. Ses
orientations font de´faut et la nouvelle majorite´ ne semble
gue`re avoir de projet, ou en tout cas d'e´criture de ce
projet, dans le budget actuel. L'action du gouvernement
fe´de´ral est devenue une valse a` mille temps. Chacun de
ses membres y va de sa petite ide´e. Par presse inter-
pose´e, il donne l'impression d'un de´bordement d'activite´
qui cache, en fait, une absence de cohe´rence, voire une
absence certaine de projet de socie´te´. Bien plus, les
promesses faites ne sont jamais traduites en termes
budge´taires. Or, s'il est un instrument de la mise en
oeuvre d'un projet politique, c'est bien l'e´laboration du
budget. Au travers du budget, les lignes de force du
projet politique doivent se retrouver.
Nous ne pouvons que constater que le gouvernement ne
cesse de proce´der par effets d'annonce sans jamais
concre´tiser les choix annonce´s en termes budge´taires.
Ainsi, la lutte contre la fraude fiscale serait une priorite´ du
gouvernement, alors que les cre´dits accorde´s a` l'Office
central de re´pression de la corruption sont re´duits, de
me^me que ceux de l'Office central de lutte contre la
de´linquance e´conomique et financie`re organise´e. J'ai
cite´ e´galement l'exemple de la re´duction du budget de la
Justice. De tels exemples foisonnent a` l'examen du
budget ajuste´.
Or, notre objectif, en tant que parti politique, est de jeter
les bases d'un mode`le de socie´te´ qui ne sera plus celui
du XXe sie`cle, mais deviendra celui du XXIe. Un mode`le
de socie´te´ qui verra e´merger une socie´te´ plus humaine
dans laquelle chaque personne a sa place et est recon-
nue pour sa valeur intrinse`que et pour ce qu'elle apporte.
Nous ne voulons pas d'une socie´te´ dans laquelle les
valeurs d'ine´galite´, de re´ussite e´crasante, de l'argent, de
la compe´tition, de la course a` quelque chose, soient la
priorite´. Nous craignons que dans l'esprit, du moins, de
certains partenaires de l'arc-en-ciel, ce ne soit ce dernier
mode`le de socie´te´ que l'on entend mettre en place.
Loin de moi l'ide´e de critiquer toutes les ide´es mises sur
la table par l'actuelle coalition, surtout lorsque celles-ci
trouvent leur origine dans des re´flexions mene´es aussi
par mon parti sous l'ancienne coalition. Nous nous
sommes ainsi fe´licite´s de voir un ministre d'un parti du
gouvernement se pre´occuper d'un re´el proble`me qui se
posera a` long terme, a` savoir celui du vieillissement de la
population. Ce devrait e^tre certainement une des prio-
rite´s de l'actuelle coalition qui pourrait profiter de la
situation budge´taire favorable pour s'attaquer a` ce pro-
ble`me qui n'avait pas e´chappe´, non plus, au gouverne-
ment pre´ce´dent. L'avenir nous apprendra si la sagesse
l'a emporte´ sur l'euphorie du moment.
Je ne voudrais pas terminer cette intervention sans
rappeler que notre groupe de´pose aussi un amendement
au projet en examen. Cet amendement vise a` doubler les
cre´dits affecte´s a` la Commission permanente de contro^le
linguistique.
16
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jacques Lefevre
Et excusez-moi, mais il ne vise pas a` faire passer le
budget de 44 milliards a` 88 milliards mais bien de 44
millions a` 88 millions. Je vous prie donc de corriger ces
sommes dans l'amendement qui se trouve sur votre
banc.
A l'heure ou` les partis francophones de la majorite´
s'insurgent dans toutes les langues contre les multiples
tracasseries dont sont victimes les citoyens francopho-
nes de la pe´riphe´rie bruxelloise et contre la multiplication
des atteintes aux lois linguistiques qui sont le fait des
autorite´s de la province du Brabant flamand et de la
Re´gion flamande, nous ne pouvons que nous e´tonner de
la faiblesse du budget octroye´ a` la Commission perma-
nente de contro^le linguistique.
Il convient de lui donner les moyens d'exercer les com-
pe´tences et les pouvoirs qui sont les siens. Et notamment
son pouvoir de prendre en lieu et place d'une autorite´
de´faillante toutes les mesures ne´cessaires afin d'assurer
le respect des lois linguistiques lorsque cette autorite´ ne
s'est pas conforme´e a` la mise en demeure qui lui a e´te´
adresse´e. C'est pourquoi nous de´posons un amende-
ment qui tend, comme je l'ai indique´, a` doubler le budget
de la Commission permanente de contro^le linguistique,
qui passerait de 44 a` 88 millions.
Vous aurez compris que le gouvernement n'a pas
convaincu notre groupe de l'extre^me prudence qu'il affi-
che a` haute voix. Notre prudence nous ame`nera a` ne pas
voter les projets de loi en discussion parce que nous
refusons de leurrer le citoyen.
De heer Alfons Borginon (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de minister, geachte collega's, ik zal de
discussie uit de commissie niet hernemen. De budget-
controle bleef in essentie beperkt, waarbij vooral de
gunstige groeivooruitzichten opvallen. Ook de discussie
over het niet-bestaande Zilverfonds zijn uitgebeend in
diverse besprekingen, parallel met de besprekingen van
dit budget.
Aangezien ik ervan overtuigd ben dat van gelegenheden
als deze gebruik moet worden gemaakt om toekomstige
beslissingen te bei¨nvloeden, veeleer dan te reflecteren
op datgene dat reeds verworven is, wil ik mij beperken tot
het vooruitblikken naar beslissingen die in de loop van de
zomer of waarschijnlijker kort na 8 oktober zullen moeten
worden genomen.
Ik geef eerst een korte samenvatting. Na jaren van
crisismaatregelen, besparingen, bijkomende belastingen
en harde bezuinigingen is er opnieuw een sfeertje van
ruimte. Die ruimte wordt langs vele zijden geclaimd. De
liberalen willen hun palmares van anti-belastingpartij
opsmukken. De socialisten willen alles gratis weggeven,
wat doet er niet toe. Het moet vooral gratis zijn. Agalev
twijfelt tussen goed beheer, groene taksen en extra
uitgaven voor departementen van groene ministers.
Ecolo wil - ik mag toch veronderstellen dat de heer
Boutmans meer geld wil spenderen - meer geld voor haar
clie¨nten, het Franstalig onderwijs en de welzijnssector
van de Franse gemeenschap. De PS wil daar natuurlijk
niet voor onderdoen. Vewilghen wil meer geld voor
Justitie. Duquesne zal waarschijnlijk, vroeg of laat, nood-
gedwongen meer geld vragen voor de politie. Frank
Vandenbroucke stelt vast dat de uitgaven in de ziekte-
verzekering toch weer ontsporen en natuurlijk hebben
ook de regio's hun financie¨le en fiscale desiderata.
Mijnheer de vice-eerste minister, ik wil u in het kader van
de komende besprekingen drie wijsheden meegeven.
Ten eerste, de bomen groeien niet tot in de hemel. Ten
tweede, schulden verdwijnen niet vanzelf. Ten derde, met
drie koelkasten en zeven microgolfovens ben je niet
welvarender of met andere woorden, geld maakt niet
gelukkig.
Ten eerste, de bomen groeien niet tot in de hemel. De
groeivooruitzichten voor dit en volgend jaar zijn goed,
zeer goed zelfs. Er zijn allerlei factoren die het waar-
schijnlijk maken dat die groei nog wel een tijdje positief
zou kunnen blijven. De Amerikanen hebben gedurende
vele jaren een gunstige economische ontwikkeling achter
de rug en de Europese lidstaten hebben naar aanleiding
van de euro hun overheidsbegrotingen duchtig gesa-
neerd. Ook onze bedrijven maken een permanent proces
door
van
schaalvergroting,
internationalisering
en
kostenefficie¨ntie.
Er is de omgekeerde rentesneeuwbal en een afname van
de kosten voor werkloosheidsuitkeringen, waardoor geld
vrijkomt voor meer productieve bestedingen in de eco-
nomie.
Ik erken dus dat het goed gaat en dat het nog een tijdje
goed zal blijven gaan.
De beurzen, en vooral de nieuwe economiee¨n, blijken
echter kwetsbaar te zijn. De koerswinsten van de laatste
jaren zouden wellicht zeepbellen kunnen blijken te zijn.
Nasdaq heeft al een lichte beroerte gehad in de afgelo-
pen weken en maanden. Als de koersen echter in het
algemeen op realistische niveaus gaan stagneren, dan
zal dit onvermijdelijk een krimpeffect hebben op de
economie. Er is dan niet veel nodig om in een recessie te
duiken.
De arbeidsmarkt kent vooral in Vlaanderen toenemende
spanningen. Berichten van bedrijven die geen mensen
vinden zijn dagelijkse kost, bijvoorbeeld te Zaventem. De
kloof tussen aangeboden en ingevulde vacatures bij de
VDAB wordt steeds groter. Rosetta-achtige plannen blij-
ken in Vlaanderen volkomen overbodig te worden. Los
van de conclusie dat er nog meer dan nu het geval is een
eigen arbeidsmarktbeleid voor de regio's nodig is, is er
ook het simpele feit dat de factor geschoolde, inzetbare
arbeid een rem op de economische ontwikkeling wordt.
HA 50
PLEN 062
17
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jacques Lefevre
Mevrouw Cantillon liet vandaag in de krant cijfers opte-
kenen van 80 tot 90% tewerkstellingsgraad bij de hoger
geschoolden in Vlaanderen tegenover het Europese
streefdoel van 70% in het algemeen. Hieruit blijkt dat full
employment, tenminste voor de hoger geschoolden, zeer
dichtbij is.
Hetzelfde geldt voor de factor ruimte. Vlaanderen wordt
in een hoog tempo volgebouwd. Bedrijfsterreinen worden
schaars en vooral duur. Ook de rente begint wat te stijgen
met op termijn weer negatieve effecten op het overheids-
budget. Vergeet ook niet dat e´e´n internationaal incident
een geweldige impact kan hebben op de internationale
economie. Wie dacht dat dergelijke incidenten niet meer
voorhanden zijn, kan volstaan met even naar Centraal-
Afrika te kijken of naar de Chinezen die nu blijkbaar ook
om economische redenen in massa hun land ontvluch-
ten. Men beseft dan dat instabiliteit nu eenmaal tot de
essentie van deze wereld behoort. Ik ben een geboren
optimist, dus ga ik ervan uit dat de economische ontwik-
keling op lange termijn wel positief zal zijn. Het zou
echter van grote dwaasheid getuigen een beleid te
ontwikkelen dat alleen kan worden volgehouden als de
economie over vele decennia met meer dan het gemid-
delde blijft groeien. Ik vrees dat dit vandaag een ree¨el
risico is. Als men aan alle eisen van de diverse partijen
kan toegeven, ook al weet men dat dit in feite slechts een
paar jaar betaalbaar is, waarom zou een premier of een
regering het zichzelf dan moeilijk maken ? Mijnheer de
vice-eerste minister, besef dat alle recurrente uitgaven-
mechanismen die u nu en in de toekomst cree¨ert binnen
vijf jaar zullen blijven doorwerken, ook als het minder
goed gaat. Bomen groeien niet tot in de hemel.
Een tweede wijsheid. Schulden verdwijnen niet vanzelf.
Collega's, ik ben bezig met een experiment. Zoals de
meesten onder u heb ik een lening afgesloten om de
bouw van mijn woning te betalen. Ik wacht nu al maan-
den tot die schuld vanzelf verdwijnt. Dat lukt echt niet.
Mijn persoonlijke schuldgraad verbetert van maand tot
maand en van jaar tot jaar. Jammer genoeg zal ik echter
toch in het zweet mijns aanschijns mijn schulden moeten
terugbetalen. We verkijken ons permanent op de daling
van de schuldgraad. Natuurlijk is dat niet zonder belang
aangezien de terugbetaalcapaciteit van dit land erdoor
wordt verbeterd. Een schuldgraad is echter steeds het
resultaat van twee factoren : de schuld en het bruto
binnenlands product. De uitstaande schuld blijft eigenlijk
tamelijk constant. Het is vooral de groei van het BBP die
de schuldgraad doet afnemen. Concreet betekent dit dat
we toch nog steeds meer dan 10 000 miljard frank schuld
torsen. Het jammere is dat het verleden heeft aange-
toond dat dit ogenschijnlijk een draagbare schuld is,
bijvoorbeeld de situatie in de jaren '70. Door een combi-
natie van beleidsfouten en een galopperende rente kan
dit echter in minder dan tien jaar uitgroeien tot een
probleem dat alle andere beleidsmarges opsoupeert.
Mijn politiek bewustzijn dateert van 1973. Ik was toen
amper zeven jaar maar de eerste autoloze zondagen
staan mij nog zeer helder voor de geest. Sedertdien heeft
men eigenlijk nog over niets anders dan crisis en bespa-
ringen gesproken. Welnu, ik weiger absoluut nu het een
beetje beter gaat mijn kinderen ooit in eenzelfde sfeer te
laten opgroeien.
Wij moeten nu alles in het werk stellen om dit te conso-
lideren. De verleiding voor de gefailleerden om een BMW
te leasen als het iets beter gaat, is zeer groot. De ziel
moet immers ook worden gestreeld. Alleen het verder
afbouwen van de schuld zal echter ree¨el soelaas bieden.
Schulden komen niet vanzelf en verdwijnen niet vanzelf.
Dat mag in het bestedingsgeweld van de komende
maanden niet uit het oog worden verloren. De eerste
begrotingsverantwoordelijkheid van deze generatie is het
afbouwen van de schuld en niets anders. Schulden
verdwijnen niet vanzelf.
Geld maakt niet gelukkig. Dat is een derde wijsheid die ik
u wil meegeven. Het is niet mijn bedoeling om het belang
van welzijn tegenover het belang van welvaart filosofisch
te ontleden. Voor mij en mijn partij is welzijn natuurlijk
belangrijker dan welvaart. Dat is echter niet de kern van
de zaak. Het gaat mij veeleer om de afnemende bijdrage
tot het maatschappelijk geluk van een grotere individuele
bestedingsmogelijkheid ten opzichte van collectief ge-
organiseerde welvaartelementen.
Wat zult u heel concreet doen indien ik u 10 000 frank per
maand meer geef ? Zult u een derde koelkast kopen, een
tweede cabrio, een zevende microgolfoven, een funcar ?
Zult u naar de Carai¨ben op vakantie gaan in de plaats
van naar Fuertaventura ? Zult u misschien een twintigste
kruippakje voor uw baby kopen of een abonnement op
een videokanaal ? Dit zijn leuke dingen. De ergernissen
die met uw materie¨le welstand gepaard gaan, worden
hiermee echter niet opgelost. Wat baten extra's als de
wegen het verkeer niet kunnen slikken en er geen
collectief geld beschikbaar is om de weginfrastructuur
aan te passen, als de luchtkwaliteit waarin u leeft van die
aard is dat u in het weekend liefst zo snel mogelijk naar
de Ardennen of de kust vertrekt om simpelweg te kunnen
ademen, als de bodem van de oude fabriek in uw
achtertuin niet kan worden gesaneerd omwille van een
gebrek aan collectief geld, als het rond punt voor uw deur
niet kan worden aangelegd omdat er geen geld is, als de
verouderde wijk om de hoek niet kan worden her-
opgebouwd omdat er geen geld is, als de straten boor-
devol papier en hondenpoep liggen en niet dikwijls
genoeg kunnen worden schoongemaakt omdat er geen
geld is, als het politiepersoneel te laag is opgeleid om
misdadigers op te sporen omdat er geen geld is voor een
aantrekkelijker statuut ?
Hoe men het ook bekijkt, ons welvaartsniveau mag niet
met ons consumptieniveau worden verward. Jan Modaal
leeft vandaag beter dan Lodewijk XIV, al was het maar
18
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jacques Lefevre
door de verhoogde kwaliteit van hygie¨ne en medische
verzorging. Hoe rijk Bill Gates ook is, onze nazaten zullen
meer materieel comfort hebben dan Bill Gates zich ooit
zal kunnen veroorloven. Dit is te wijten aan de vruchten
van de technologische ontwikkeling, de vruchten van de
collectieve zoektocht naar een betere wereld.
Het is natuurlijk aangenaam om van de minister te horen
dat de belastingen zullen worden verlaagd. Iedereen vind
de belastingen immers thans te hoog. De crisis-
maatregelen uit het verleden mogen ongedaan worden
gemaakt. Belastingverlagingen op grote schaal hebben
echter geen zin als het ganse overheidsapparaat niet
eerst de dienstverlening kan verstrekken die noodzakelijk
is om een structureel gezonde welvaart op te bouwen.
Geld in het handje maakt niet gelukkig als alleen de Staat
kan zorgen voor wat ik wil kopen. Geld maakt niet
gelukkig. Wij willen meer.
Mijnheer de minister, de VU&ID-kamerfractie zal er mee
over waken dat u deze drie wijsheden in de komende
begroting opneemt en dat u de korte termijn niet in de
plaats van de lange termijn stelt.
M. Jacques Chabot (PS) : Monsieur le pre´sident, mon-
sieur le ministre, chers colle`gues, nous sommes amene´s
aujourd'hui a` faire part de nos re´flexion sur l'ajustement
du budget ge´ne´ral des De´penses de l'anne´e budge´taire
2000 ainsi que sur le projet de loi ajustant le budget des
Voies et Moyens de cette me^me anne´e 2000.
Au nom du Parti socialiste, je tiens a` vous dire que nous
approuvons ces deux projets. En effet, la pre´sente le´gis-
lature a pris comme fil rouge le principe du hamster dore´.
Cette philosophie se refle`te a` diverses reprises dans le
budget ajuste´ et mon parti est assez fier de ce fil rouge.
Permettez-moi de souligner certains points qui te´moi-
gnent de notre pre´sence au gouvernement.
Premie`rement, le contexte macro-e´conomique s'est
conside´rablement ame´liore´ ces dernie`res anne´es. Cette
situation engendrera une croissance de l'emploi en 1999
et en 2000 de respectivement 49 000 et 51 000 unite´s.
Deuxie`mement, il faut affirmer que l'actuel gouverne-
ment, d'une part, encourage la capacite´ d'adaptation des
entreprises et de leurs travailleurs - ainsi, le statut du
travailleur a` temps partiel sera ame´liore´ -, d'autre part la
politique de l'e´galite´ des chances sera renforce´e, ce dont
nous nous re´jouissons.
Troisie`mement, certaines mesures fiscales ont de´ja` e´te´
prises. Nous allons bel et bien dans le sens d'un alle´ge-
ment de la fiscalite´. L'indexation des bare`mes fiscaux a
e´te´ re´introduite, la contribution comple´mentaire suppri-
me´e, la TVA est re´duite dans certains secteurs. Il est vrai
que nous attendons avec impatience le projet de re´forme
globale de l'impo^t des personnes physiques. Sans doute
aurons-nous alors un de´bat sur le partage des fruits de la
croissance, mais nous sommes de´ja` dans la bonne
direction.
Quatrie`mement, il ne faut pas l'oublier, le hamster dore´
est un animal intelligent. Il n'oublie jamais de faire les
provisions ne´cessaires pour l'hiver, moins ge´ne´reux.
C'est ce que fait le gouvernement par la voix de son
ministre du Budget et aussi de son ministre des Finan-
ces.
Enfin, permettez-moi de vous faire part d'une pre´occu-
pation du Parti socialiste. A la suite de l'arre^t de la Cour
d'arbitrage du 9 de´cembre 1998, il est question de
de´taxer certaines rentes lie´es aux accidents du travail et
maladies professionnelles. Qu'en est-il a` ce jour ? Des
instructions sont-elles donne´es ? Qu'en est-il pour les
personnes concerne´es qui doivent rentrer leur de´clara-
tion fiscale avant fin juin ?
De heer Hagen Goyvaerts (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, vandaag be-
spreken we in de plenaire vergadering de aanpassing
van de begroting 2000.
Om meteen met de deur in huis te vallen : in wezen is dit
een oneigenlijk debat, zeker gelet op de geringe aanwe-
zigheid van de meerderheidspartijen. Ik verklaar mij
nader. In de zomer van vorig jaar werd een eerste
paars-groene begroting voor het jaar 2000 opgesteld. Er
werd daarbij rekening gehouden met de waarschijnlijke
inkomsten en uitgaven voor het jaar 1999 en de voor-
spellingen van macro-economische parameters voor het
jaar 2000.
Het afgelopen voorjaar waren er voldoende indicaties die
wezen op zeer gunstige resultaten. Een aantal van die
macro-economische parameters werden dan ook herzien
in positieve zin. Wie dacht dat tijdens de begrotings-
controle hiermee rekening zou worden gehouden, heeft
het verkeerd voor. Mijnheer de minister, u negeert de
betere groeivooruitzichten voor 2000 en u houdt zich
halsstarrig vast aan de voorzichtige groeivooruitzichten.
De begroting is daarom geen getrouwe weergave van de
te verwachten overheidsinkomsten en -uitgaven. De
begrotingscontrole heeft slechts een beperkte draag-
wijdte wat in feite aanleiding geeft tot dit oneigenlijke
debat. U verdedigt deze houding door te verwijzen naar
het goudhamsterprincipe wat in feite een veredelde vorm
is van goed huisvaderschap. Op zich is daar niets op
tegen maar ofwel vormt de begroting een afspiegeling
van de realiteit op basis van aangepaste ramingen en
dan dient de begrotingscontrole om dit te controleren,
ofwel hanteert men - al dan niet bewust - foutieve
voorspellingen en dan is de begroting misleidend. Een
andere mogelijkheid is volgens mij niet mogelijk.
HA 50
PLEN 062
19
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jacques Chabot
U gebruikt natuurlijk de metafoor van de goudhamster.
Dit diertje heeft een bijzonder kenmerk. Het sprokkelt
namelijk het voedsel in haar wangen waarbij het voedsel
vergeleken wordt met de huidige hogere inkomsten ten
gevolge van de betere economische toestand. Men kan
zich dan ook de vraag stellen wat dit hamstertje met al dit
voedsel zal doen. Hoe en wanneer moet het voedsel
verdeeld worden ? Zal het dat voedsel opslaan voor
latere en bijgevolg slechtere tijden of verteert het dat
voedsel onmiddellijk ?
Hier wringt het schoentje. Door de overdreven voorzich-
tigheid vermijdt men natuurlijk de fundamentele politieke
discussie over het aanwenden van deze budgettaire
meevallers. De laatste maanden zijn er heel wat minis-
ters geweest die het goud al zagen blinken en zich
bijgevolg verdrongen om nieuwe initiatieven aan te kon-
digen.
Naast de 75 miljard frank aan nieuwe initiatieven die
reeds in de begroting werden opgenomen, heeft de
beloftemachine ondertussen nog niet stilgestaan. Er gaat
geen maand voorbij zonder dat een of andere nieuwe
minister een nieuw of duur plan aankondigt. Sinterklaas
heeft hier niets op aan te merken alhoewel er volgens mij
een wettelijke sperperiode van drie maanden was inge-
last.
Sta me toe even een kleine greep te doen in het
verlanglijstje : gratis gezondheidszorg, aangepaste pen-
sioenen, uitbreiding loopbaanonderbreking, de 35-urige
werkweek, gratis openbaar vervoer, meer geld voor het
Franstalig onderwijs, afschaffing van de loonnorm, ho-
gere sociale uitkeringen voor zelfstandigen, betere uit-
rusting voor het leger en tot slot ook de vraag naar een
belastinghervorming. Met dit laatste bedoelt men in feite
een belastingverlaging in zijn meest verscheiden vor-
men. U weet wel, heel de discussie over centen of
procenten.
Als ik Sinterklaas was of minister van Begroting, zou ik
voor minder in mijn baard krabben. Een kinderhand is
natuurlijk wel gauw gevuld, maar met een kostenplaatje
van meerdere tientallen miljarden frank is dit toch niet zo
voor de hand liggend. Natuurlijk denkt iedere minister dat
hij of zij als eerste in aanmerking komt voor het binnen-
halen van zijn plan. Echter, de som van het kostenplaatje
van alle eisen is vele malen groter dan de beschikbare
budgettaire ruimte. Die euforie wordt nog aangewakkerd
door de prognoses van het Planbureau voor de komende
jaren. Daarbij worden extra begrotingsmarges tot zeven-
tig miljard frank per jaar voorgespiegeld, of een bedrag
van zowat 126 miljard frank voor de komende drie jaren
en 266 miljard frank voor de komende vijf jaren. Dit doet
de regering natuurlijk watertanden. Er zit wel een adder-
tje onder het gras. Het Planbureau hield in zijn magische
voorstelling geen rekening met een aantal zware dos-
siers die nu reeds ter tafel liggen, als daar zijn de
afschaffing van de crisisbelasting, de politiehervorming,
de aangekondigde verlaging van de personenbelasting,
de kosten van het Gewestelijk Expressnet, de moderni-
sering van het Openbaar Ambt en ga zo maar door. De
euforie van de toenemende budgettaire ruimte zou wel
eens snel kunnen omslaan in een ontnuchterende koude
douche, omdat de budgettaire ruimte die het Planbureau
voorspiegelt onvoldoende zal zijn om de dada's van de
liberalen, de socialisten en de groenen in vervulling te
zien gaan.
Dan is er nog de hele discussie over het Zilverfonds. Het
Vlaams Blok heeft er helemaal niets tegen dat de over-
heid spaargedrag zou gaan vertonen, maar het door u
geopperde idee om tegen 2030 een spaarpot van 4 700
miljard frank aan te leggen, bij voorkeur nog in staats-
obligaties, om de gevolgen van de vergrijzing van de
bevolking op te vangen, roept toch wel enkele bemerkin-
gen op. Deze hele oefening rond de vergrijzing kadert
ons inziens eveneens in de strijd om de vrijgekomen
middelen. Uw collega van Financie¨n ziet meer in de
onmiddellijke aflossing van de staatsschuld. Het is toch
wel vreemd dat de opeenvolgende regeringen met SP-
ministers - denk hierbij maar aan Tobback als boegbeeld
van de sociale zekerheid volgens de verkiezingsslogan
uit 1995 en aan Colla als minister van Pensioenen - de
bevolking eerst de verzekering hebben gegeven dat er
met hun wettelijk pensioen niets aan de hand was, terwijl
nu plots deze garantie in vraag wordt gesteld. Het
Vlaams Blok is van oordeel dat het opzet van het
Zilverfonds is de overheveling van bepaalde takken van
de sociale zekerheid naar de gemeenschappen te belet-
ten en bijgevolg te betonneren op Belgisch niveau voor
de komende dertig jaren. Voor het Vlaams Blok is de
lancering van het Zilverfonds zowat vijf maanden voor de
verkiezingen vooral een rondje paniekzaaierij rond de
pensioenen. Dat recept komt rechtstreeks uit de keuken
van de SP. Het Vlaams Blok blijft voorstander van een
volledige splitsing van de sociale zekerheid en bovendien
pleiten wij ervoor dat de regering in hetzelfde kader werk
moet maken van gezinsvriendelijke maatregelen en van
een echte nataliteitspolitiek. Zo niet zullen steeds minder
actieven een groter deel van hun welvaart moeten af-
staan.
Terug naar de begrotingscontrole dan. Naast bijkomende
middelen voor studies, voorlichting en allerhande werk-
groepen en advies van experts, valt deze begrotings-
aanpassing ook op door haar gebrek aan politieke keu-
zes. In de begroting van Justitie wordt 375 miljoen frank
geschrapt. Het gevolg is dat Justitie nog moeilijk kan
worden bestempeld als een prioritair beleidspunt. Nage-
noeg alle dossiers waarover in de huidige coalitie me-
ningsverschillen bestaan, worden verschoven tot na de
verkiezingen van 8 oktober 2000. Tevens ziet men nu
reeds de communautaire koppeling van een aantal dos-
siers groeien. Zo willen de Franstaligen de fiscale her-
20
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jacques Chabot
vorming koppelen aan nog meer geld voor het Franstalig
onderwijs. Vlaanderen daarentegen heeft meer fiscale
autonomie op het verlanglijstje staan. Het valt wel op dat
het wegwerken van de fiscale discriminatie van gehuw-
den een vergeten thema is voor deze progressieve
regering. De discussie is afgegleden naar een verlaging
in centen of procenten.
Voor het Vlaams Blok moet het wegwerken van de fiscale
discriminatie van gehuwden bovenaan het Sinterklaas-
lijstje staan. Wij stellen vast dat deze regering hierover
weinig bereidheid tot praten aan de dag legt en haar tijd
liever stopt in andere samenlevingsvormen. We mochten
dit de jongste week nog horen met een politiek opbod
tussen SP en AGALEV. Het Vlaams Blok vreest dan ook
dat de fiscale hervorming zal voorbijgaan aan de gehuw-
den, zeker nadat de heer Louis Michel - de ware premier
van dit land - bevestigde dat dit thema niet hoog op zijn
verlanglijstje staat omdat de operatie te veel geld kost.
Wij zijn er tevens van overtuigd dat deze regering in haar
electoraal opbod naar de gemeenteraadsverkiezingen
van 8 oktober toe, geen loze beloftes kan blijven maken.
Na 8 oktober zullen er onvermijdelijke keuzes moeten
gemaakt worden en zoals u zelf in een kranteninterview
zei en ik citeer :
Dit wordt een week van afzien in
oktober
. Dit voorspelt nog een woelig politiek najaar. Wij
kijken er met spanning naar uit.
Tot slot wens ik nog het volgende te zeggen. Tijdens de
begrotingscontrole is gebleken dat er nogal wat slordig-
heden in de documenten zijn geslopen en dat er nogal
eens een loopje wordt genomen met de verantwoording
van relatief belangrijke kredietaanpassingen. Ik verwijs
hierbij naar de opmerkingen en het commentaar van het
Rekenhof.
Het feit dat de regering zelf amendementen moet indie-
nen om haar vergetelheden recht te zetten zegt vol-
doende. Snel en efficie¨nt is wel wat anders, zeker voor u
die over een klein leger aan kabinetsmedewerkers be-
schikt.
Bij de begrotingsbespreking in december 1999, had ik in
mijn besluit verwezen - misschien herinnert u het zich
nog - naar het examen dat u als minister van Begroting
nog moest afleggen. De studenten zijn momenteel in de
examenperiode. Als wij deze begrotingscontrole be-
schouwen als een partieel examen, dat meetelt voor de
eindbeoordeling, moet ik u teleurstellen. Voor het Vlaams
Blok was de begrotingscontrole echt niet overtuigend
genoeg en krijgt u hierop een onvoldoende. Bijgevolg
zullen wij de begrotingsaanpassing niet goedkeuren.
M. Eric van Weddingen (PRL FDF MCC) : Monsieur le
pre´sident, chers colle`gues, monsieur le ministre du Bud-
get, vous avez de la chance, nous avons tous de la
chance, les Belges ont de la chance que la crise soit
re´solument derrie`re nous et qu'elle ait fait place a` une
croissance qui ne cesse de grimper puisqu'on parle
me^me aujourd'hui de 3,9% pour 2000 alors que votre
budget de base se fondait sur une croissance de 2,5%.
Or, qui dit fin de la crise dit force´ment fin des impo^ts de
crise. C'est une lapalissade, et pourtant voila` une e´vi-
dence qui a eu un certain mal a` s'imposer. J'avais cru
qu'un hamster dore´ digne de ce nom se serait empresse´
de supprimer les mesures dues a` la crise passe´e avant
d'envisager une quelconque utilisation des fruits de la
croissance.
C'est la raison pour laquelle, il y a trois semaines, en
commission des Finances, j'avais interroge´ le ministre
des Finances sur la confirmation par une loi de la
suppression de la CCC et sur la ne´cessite´ d'acce´le´rer le
processus envisage´ en octobre dernier. Je vous ferai
gra^ce des pe´ripe´ties que tout le monde connai^t. L'essen-
tiel est que la suppression totale de la CCC soit
confirme´e par la loi - on nous l'a promis avant la fin de
cette session - et que les effets be´ne´fiques soient, par la
voie des pre´comptes, ressentis plus rapidement par les
contribuables.
Je ne serai donc pas chagrin aujourd'hui, que du
contraire ! Les re´sultats du contro^le budge´taire qui nous
est soumis, sont d'ailleurs presque inespe´re´s.
Il est heureux que le gouvernement perse´ve`re dans la
politique prudente de bon pe`re de famille qu'est la
politique du hamster dore´, notamment par une estimation
plus que raisonnable de la croissance pre´visible.
L'objectif de ramener le ratio de la dette a` 112,4% fin de
cette anne´e, est rassurant comme est encourageante la
re´duction du solde net a` financer ramene´ a` 1% fin 2000,
avec une possibilite´ d'e´quilibre de`s 2001.
Que le gouvernement s'attache ainsi a` faire mieux que ce
que pre´voit le programme de stabilite´ est incontestable-
ment louable, et d'autant plus louable qu'il confirme
l'exe´cution des mesures annonce´es en matie`re de re´duc-
tion des charges sociales sur les bas salaires, d'ame´lio-
ration du statut des inde´pendants, etc.
En fait, les re´sultats de cet excellent contro^le budge´taire
ont e´te´ imme´diatement e´clipse´s par les joutes oratoires
sur l'utilisation des marges.
Le sujet est par conse´quent incontournable. Et je vou-
drais d'abord rappeler que les marges ne sont que le
re´sultat de la surimposition fre´ne´tique a` laquelle tous nos
concitoyens sans exception ont e´te´ soumis pour attein-
dre a` la cravache les normes de Maastricht dans une
pe´riode de conjoncture moins favorable.
Les bonis d'aujourd'hui sont donc exclusivement dus a` la
surtaxation d'hier. Si les Belges n'e´taient pas surtaxe´s,
aujourd'hui, il n'y aurait pas la moindre marge. Les
HA 50
PLEN 062
21
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Eric van Weddingen
re´centes statistiques fiscales de l'OCDE sont d'ailleurs la`
pour convaincre les plus sceptiques, mis a` part e´videm-
ment ceux qui ne veulent absolument pas e^tre convain-
cus. Mais je ne m'adresse pas a` ces derniers.
Ainsi, lorsque l'on sait que les Belges sont surtaxe´s de
pre`s de 400 milliards par rapport a` la moyenne euro-
pe´enne et qu'on parle, par exemple, d'un surplus de
recettes de 50 milliards, cela signifie non pas que nous
disposons d'une marge de 50 milliards, mais que nous
sommes encore redevables envers la population d'un
surcroi^t d'impo^ts qui n'est plus que de 350 milliards.
Voila`, en re´alite´, le cadre dans lequel on peut commencer
a` parler de l'utilisation de marges. Il fallait remettre les
choses a` leur place.
Cela dit, le gouvernement a pre´vu, de`s son entre´e en
fonction, non seulement l'apparition de surplus de recet-
tes, mais aussi leur utilisation.
- Pre´sident : M. Herman De Croo
L'accord de gouvernement, qu'il est bon de relire re´gu-
lie`rement, e´tablit me^me une hie´rarchie logique et cohe´-
rente.
1. La baisse de la pression fiscale,
baisse continue tout
au long de la le´gislature
, dit l'accord de gouvernement.
2. La re´duction du cou^t du travail (charges sociales)
en
commenc¸ant par les salaires les plus bas
, dit l'accord de
gouvernement
3. La re´duction de la dette et l'e´quilibre de la se´curite´
sociale, en ce compris le financement des pensions.
L'accord de gouvernement pre´voit donc une hie´rarchie
dans le temps. Ce n'est peut-e^tre pas le terme le plus
ade´quat mais je n'en n'ai pas trouve´ d'autre. Il ne s'agit
e´videmment pas d'une hie´rarchie qualitative et de juge-
ments de valeurs car nous savons tre`s bien que chacun
a` des ide´es tre`s diffe´rentes a` ce sujet, ce qui est normal
et il faut se re´jouir qu'il en soit ainsi.
L'inte´re^t de cette hie´rarchie est que la re´alisation des
premiers objectifs aura un impact positif sur les objectifs
suivants. Tous les partis du gouvernement se sont mis
d'accord sur cet ordre logique et cohe´rent sur le plan
e´conomique. C'est en tout cas l'accord qui existait au
moment de l'accord du gouvernement.
C'est ainsi que la re´duction de la pression fiscale et des
charges sociales pe`sera sur le cou^t du travail, ce qui aura
un effet positif sur le nombre d'actifs et donc, sur l'e´qui-
libre de la se´curite´ sociale et le financement des pen-
sions. La re´duction de la fiscalite´ sur le travail et des
charges sociales a donc un effet multiplicateur qui aidera
a` re´soudre d'autres de´se´quilibres.
L'avantage de ces mesures est e´galement qu'elles n'hy-
pothe`quent pas l'avenir en cas de ralentissement, voire
de retournement de conjoncture, ce qui est toujours
possible.
Utiliser les marges a` des de´penses re´currentes ou struc-
turelles serait incontestablement une erreur digne des
anne´es 1990 a` 1992. Tout le monde, au sein de la
majorite´, est, je l'espe`re, d'accord a` ce propos. Par
contre, la diminution structurelle des de´penses que cons-
titue la re´duction de notre dette s'inscrit, elle, parfaite-
ment dans la logique de l'accord de gouvernement.
Deux mots sur le fonds de vieillissement. D'abord, ceux
qui veulent le bien de ce fonds devraient lui trouver un
nom peut-e^tre moins de´primant. Nous savons tous que
l'avenir des jeunes, c'est la vieillesse. C'est ce´le`bre mais,
tout de me^me, je me permettrai de sugge´rer, par exem-
ple, l'appellation de
fonds vermeil qui est de nature a`
plaire a` notre hamster, lui-me^me dore´.
Plus se´rieusement, l'ide´e est respectable. Que ne l'a-t-on
eue vingt ans plus to^t ! Je lisais re´cemment dans un
e´ditorial de la presse e´conomique, je cite :
Pour la
premie`re fois, le Parti socialiste reconnai^t l'existence d'un
proble`me lie´ a` la capacite´ de paiement des pensions.
Ceci constitue un changement radical par rapport aux
anne´es pre´ce´dentes,...
. Cela n'engage que cet e´ditoria-
liste mais je salue donc l'initiative du ministre du Budget
comme un fait extre^mement positif.
Il est essentiel en effet qu'un consensus politique existe
sur la ne´cessite´ d'agir dans ce domaine. Comment, me
direz-vous ? Le ministre du Budget a eu le me´rite de
lancer une piste. La capitalisation est incontestablement
le syste`me le plus se´rieux. Le proble`me, et il est de taille,
c'est que pour faire face a` l'augmentation des pensions
de`s 2010 - parce que c'est la` que le proble`me se
pose -, un syste`me de capitalisation entame´ aujourd'hui
est totalement inope´rant. Pour qu'un fonds de capitalisa-
tion arrive a` maturite´, tous les assureurs vous le diront, il
faut un de´lai minimum de 25 a` 35 ans. A moins, bien
entendu, d'y engouffrer la totalite´ de nos recettes et de ne
plus rien faire d'autre.
Vous me direz que ce n'est pas une raison pour ne
jamais commencer. La question pour moi est de savoir si
le moment pour commencer est, aujourd'hui, le plus
opportun, sachant que le fonds ne sera quasiment
d'aucune utilite´ pour le choc de 2010, et sachant par
ailleurs aussi que notre endettement reste le plus e´leve´
d'Europe et notre taux d'emploi un des plus me´diocres.
De`s lors, quelle est la solution ? Pour faire face au
proble`me de 2010, la priorite´ ne serait-elle pas pluto^t
d'augmenter le taux d'emploi ? De diminuer l'endette-
ment avec pour conse´quence des ressources comple´-
mentaires permettant de financer directement les pen-
sions ?
De
pre´voir
en
plus
des
mesures
comple´mentaires en faveur des deuxie`me et troisie`me
piliers ? Ensuite, parce que c'est une bonne ide´e, de
pre´voir ce qui aurait du^ l'e^tre voici plus de vingt ans, a`
savoir un syste`me structurel de capitalisation ? Je pense
e´videmment aux ge´ne´rations futures car nous savons
tre`s bien que ce ne sera pas efficace pour le choc de
2010.
22
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Pour en revenir et conclure tre`s brie`vement sur l'ajuste-
ment budge´taire, je dirai simplement : bravo et longue vie
au hamster dore´ !
De heer Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, het is
duidelijk dat, in dit debat over de begrotingsaanpassing,
al meer werd gesproken over de toekomst, de verlang-
lijstjes en de inzichten voor de toekomst, dan over de
begrotingsaanpassing zelf.
Ik vind dat vrij normaal omdat een goede begrotings-
aanpassing inderdaad een eerder technische bijschaving
moet zijn van de begroting zoals die een aantal maanden
geleden werd ingediend. Deze bespreking is de kans om
vanuit dit parlement nog een aantal ideee¨n of discussie-
punten mee te geven aan de regering op het moment dat
zij volop bezig is met de voorbereiding van de begroting
2001.
Voor u is heel duidelijk, en het wordt langs alle kanten
gezegd, dat we eigenlijk in een vrij gunstige economische
situatie zitten, een periode van hoogconjunctuur. Ook
voor de overheidsfinancie¨n is het duidelijk beter dan
verwacht, beter dan voorheen. Dat stelt ons voor een
aantal uitdagingen.
Ik denk dat het, in een maatschappij die zichzelf respec-
teert en die geconfronteerd wordt met een hoogconjunc-
tuur, een belangrijke bezorgdheid moet zijn om van die
hoogconjunctuur gebruik te maken om een aantal zaken
die in onze maatschappij verkeerd lopen, recht te zetten.
Op andere momenten zijn daarvoor heel vaak geen
middelen. Ik denk daarbij aan de inschakeling van de
laagstgeschoolden en van langdurig werklozen op de
arbeidsmarkt. Als we er in een periode van hoogconjunc-
tuur niet in slagen om die mensen te integreren in de
maatschappij, dan zullen we er nooit in slagen. Ik vind het
een enorm belangrijke uitdaging om dat via allerlei me-
chanismen te proberen. Een van de mechanismen is
zorgen voor een goede opleiding.
We moeten natuurlijk ook verder kijken dan het eigen
land en oog hebben voor de ontwikkeling in de wereld.
Het budget voor Ontwikkelingssamenwerking is daarin
belangrijk maar even belangrijk is ook heel de problema-
tiek van de schulden van ontwikkelingslanden.
In dat verband heb ik een heel concrete vraag voor de
minister van Begroting. Er is de jongste weken nogal wat
commotie ontstaan rond de fameuze achthonderd mil-
joen frank schuldverlichting - volgens sommigen her-
schikking, volgens anderen iets anders -, die al dan niet
in de Begroting zou zijn ingeschreven. Ik zou daarover
graag wat duidelijkheid krijgen. Het is enorm belangrijk
dat we inderdaad gebruikmaken van budgettaire marges
of van beslissingen van de regering, om die effectief in
daden om te zetten en te komen tot een schuld-
herschikking.
Als we eerlijk willen zijn moeten wij immers toegeven dat
die schulden toch nooit worden terugbetaald. Laten wij
van deze mogelijkheden gebruikmaken om stappen te
zetten inzake schuldverlichting voor ontwikkelingslan-
den. Mijnheer de minister, in welke mate is daaraan in de
begrotingsherschikking van 2000 voldaan ?
Een hoogconjunctuur doet ons altijd nadenken over de
essentie¨le taken van de overheid. Als wij luisteren naar
de verklaringen van belangrijke politici, zowel van meer-
derheid als van oppositie, merken wij dat men in een
periode van hoogconjunctuur de natuurlijke neiging heeft
om cadeaus uit te delen door bijvoorbeeld de belastingen
drastisch te verminderen. Op zich is daar weinig op
tegen, op voorwaarde dat men ten eerste het lange-
termijnperspectief behoudt en ten tweede rekening houdt
met de klassieke economische regels. Voor een liberaal
als de heer van Weddingen moet dat een belangrijk punt
zijn. Men moet oog hebben voor het macro-economische
en niet voor het micro-economische aspect. In een
periode van hoogconjunctuur moet de overheid een
budgettair beleid voeren waarbij zij de hoogconjunctuur
niet aanzwengelt maar veeleer voor een afkoeling zorgt
zodat men op lange of middellange termijn - twee tot drie
jaar - voldoende marges overhoudt om in een periode
van recessie een anticyclisch beleid te voeren. Op mo-
menten dat het economisch goed gaat moet men niet de
economisch verkeerde beslissingen nemen die ons later
zuur zullen opbreken omdat wij te veel geld hebben
uitgegeven of de hoogconjunctuur te fel hebben opge-
dreven.
In dat kader is het belangrijk rekening te houden met
onze zeer grote overheidsschuld, die hoe dan ook prio-
ritair blijft. Of men daarvoor een formule zoals het Zilver-
fonds - de naam is goed gekozen - gebruikt is om het
even. Voor mij is dat maar een manier om ervoor te
zorgen dat men een garantie heeft voor de schuld-
afbouw.
Ik heb daarnet goed geluisterd naar de heer van Wed-
dingen. Hij somde de diverse doelstellingen van het
budgettair beleid op. Ik ga echter niet volledig akkoord
met het feit dat hij uit die opsomming, die in het regeer-
akkoord staat, automatisch een hie¨rarchie afleidt. Ik ben
het eens met de vier geciteerde punten maar ben van
mening dat ze gelijktijdig en met eenzelfde gewicht
kunnen worden gerealiseerd. Als wij ze, gezien de con-
juncturele omstandigheden, terzelfder tijd kunnen verwe-
zenlijken, althans gedeeltelijk, laten wij dan gebruik-
maken van die gelegenheid.
Inmiddels moet het wel duidelijk zijn voor degenen die
nog twijfelden, dat wij geenszins tegen een gezonde
economische groei zijn die ik veeleer zou vertalen als
een gezonde economische ontwikkeling. Immers, het
bruto binnenlands produkt is een cijfer en cijfers duiden
slechts op de achterliggende feiten of op de optelsom die
men maakt. Belangrijk is dat de economische ontwikke-
HA 50
PLEN 062
23
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
ling, al vertaalt deze zich in groeiende cijfers en in een
groeiend BBP, voldoende arbeidsintensief is, zodat niet
alleen hooggeschoolden, maar ook laaggeschoolden en
mensen die zich al jaren niet meer op de arbeidsmarkt
bevinden, worden ingeschakeld.
Voorts moet bij economische ontwikkeling ook rekening
worden gehouden met de gevolgen voor het milieu, niet
alleen omdat het milieu een directe invloed heeft op de
volksgezondheid, maar ook omdat het op lange termijn
een erg belangrijke rol speelt op maatschappelijk en
economisch vlak. In dat verband verwijs ik naar de studie
van het Planbureau die ook de heer Viseur vermeldde in
zijn rapport. De enige milieu-indicator die in het rapport
van het Planbureau wordt gegeven, met name de CO
2
-
uitstoot, is de voorbije tien jaar in slechte zin gee¨volu-
eerd. Ook de vooruitzichten zijn slecht. Nochtans hebben
wij op dat vlak een aantal internationale engagementen
aangegaan.
Welnu, volgens mij kunnen wij ons geen economische
ontwikkeling veroorloven zolang een belangrijke milieu-
indicator in negatieve zin evolueert. Bovendien meen ik
dat een aantal studiebureaus nog andere milieu-
indicatoren dan de CO
2
-indicator in aanmerking moeten
nemen om een ree¨el beeld te kunnen geven van de
kwaliteit van ons milieu, onze maatschappij en onze
economie.
Economische groei is onmogelijk wanneer hij verloopt
ten koste van andere landen. Ik ben het volkomen eens
met de heer Borginon als hij zegt dat wij ons niet mogen
blindstaren op welvaart en op cijfers omdat het welzijn,
het zich goed voelen en het goed draaien van de
maatschappij belangrijker zijn en dat kan zeer zelden in
cijfers worden vertaald, zeker niet op het vlak van het
bruto binnenlands product.
Ten slotte ben ik van mening dat wij met een gerust
gemoed de voorgestelde begrotingsaanpassingen kun-
nen goedkeuren. Wij mogen ons echter niet vergaloppe-
ren en moeten de aangekondigde budgettaire marges
erg voorzichtig aanwenden.
Mevrouw Fientje Moerman (VLD) : Mijnheer de voorzit-
ter, collega's, de regering heeft bij deze begrotings-
controle 2000 twee zaken gedaan. In de eerste plaats
heeft ze blijk gegeven van een grote voorzichtigheid,
zowel
inzake
de
aanpassing
van
de
overheids-
ontvangsten als inzake de herziening van de uitgaven. In
de tweede plaats heeft ze een belangrijke stap voor-
waarts gezet in de realisatie van de begrotings-
doelstellingen uit het stabiliteitsprogramma.
De totale ontvangsten worden 53 miljard hoger geraamd,
onderverdeeld in een toename van 45 miljard bij de totale
fiscale ontvangsten en 8 miljard bij de niet-fiscale ont-
vangsten. Deze hogere ontvangsten voor 2000 zijn gro-
tendeels het gevolg van een belangrijk positief overloop-
effect uit 1999. In de loop van het tweede semester van
dat jaar was de conjunctuurgroei aanzienlijk groter dan
voorzien, vooral door een sterk aantrekkende buiten-
landse vraag na de snelle, kordate afhandeling van de
dioxinecrisis door deze regering. De bestedingsindicato-
ren voor het eerste kwartaal van 2000 wijzen op een
verdere expansie. Een opwaartse herziening van de
hypothese voor 2000 inzake inflatie en economische
groei zou tot een nog grotere stijging van de ontvangsten
hebben geleid als de regering niet had geopteerd voor
het intussen gekende goudhamsterprincipe als leidraad
bij haar begrotingscontrole. Concreet betekent dit dat de
initie¨le prognose van 2,5% groei bij de raming van de
ontvangsten behouden blijft, ondanks de meer optimisti-
sche, wijdverbreide prognoses van verschillende gezag-
hebbende conjunctuurinstituten die spreken over 3,2%
tot 3,8% groei. Ook budgettaire tegenvallers ten gevolge
van de overgang van de ESER79 naar de ESER95-
methodologie zijn reeds volledig ingecalculeerd. Een
dergelijke begrotingsaanpak mag terecht als voorzichtig
worden bestempeld. De begrotingscontrole 2000 was
immers alleen een moment om meer pessimistische
hypothesen inzake ontvangsten en rente te incorporeren
en geenszins een moment om meer kredieten toe te
kennen.
Als de extra middelen ten gevolge van de hoger dan
voorziene economische groei definitief zullen zijn verwor-
ven bij het afsluiten van de begroting, zullen deze in
naleving van het stabiliteitspact, prioritair voor een ver-
dere afbouw van het begrotingstekort en de schuldgraad
worden aangewend.
De primaire uitgaven werden bij deze begrotingscontrole
met ongeveer 11 miljard opwaarts geraamd. Naast de
budgettaire weerslag van het Sint-Elooisakkoord gaan de
belangrijkste kredieten naar het asielbeleid, tegemoetko-
mingen aan mindervaliden, de werking van de departe-
menten, ontwikkelingshulp en internationale financie¨le
betrekkingen, provisies voor de startbanen, de verdere
afwikkeling van de dioxinecrisis, de informatisering van
de overheidsdiensten - geen dag te vroeg - de strijd
tegen zwartwerk en Euro 2000. In tegenstelling tot het
verleden werden nu alleen de administraties bij de bila-
terale begrotingsonderhandelingen betrokken, waardoor
deze rechtstreeks worden gestimuleerd om efficie¨nter te
opereren. Ik kan er met enige valse bescheidenheid aan
toevoegen dat wij dat in de stad Gent al vijf jaar doen.
Uit de recente cijfers van de Nationale Bank van Belgie¨
blijkt dat de primaire uitgaven in de loop van 2000 in
verhouding tot het bruto binnenlands product (BBP)
zullen afnemen van 40,1% tot 39,7%. Dat wijst erop dat
het aandeel van de overheid in het BBP duidelijk afneemt
ten voordele van een stijging van de bijdragen van de
particulieren.
De groei van de primaire uitgaven zou in 2000 al bij al
beperkt blijven tot 1,3% van het BBP, een uitgavengroei
die niet alleen opmerkelijk lager is dan de economische
24
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Fientje Moerman
groei maar ook lager ligt dan de 1,5% die de regering
volgens het Stabiliteitspact maximaal mag hanteren om
het overheidsbudget in evenwicht te brengen en de
overheidsschuld te doen dalen. Deze gegevens weerleg-
gen de kritiek op het paarsgroene uitgavenbeleid. Het
stijgingstempo van de primaire uitgaven zou vergelijk-
baar zijn met het gemiddelde van de jaren '90 en zou
dicht aanleunen bij de trendmatige groei van het BBP die
in het verleden werd opgetekend. Indien men echter
rekening houdt met de ambitieuze en hervormingsge-
zinde initiatieven die reeds genomen zijn, onder meer
inzake tewerkstelling en gezondheidszorg, presteert
deze regering duidelijk beter dan haar voorgangers.
Ook de intrestuitgaven werden bij de begrotingscontrole
2000 verhoogd met 8,6 miljard frank, voor het grootste
deel ten gevolge van de hogere rente en de her-
financiering op lange termijn van leningen op korte
termijn. In verhouding tot het BBP dalen de intrestlasten
met 0,30%, de overheidsschuld met 3,4%. Bij de her-
raming van de intrestlasten ging men uit van de markt-
verwachtingen inzake de evolutie van de intresten. De
versnelling van het inflatietempo blijft immers de enige
schaduwzijde aan de goed presterende Belgische eco-
nomie. Volgens het meest plausibele scenario zouden de
olieprijzen zich echter moeten stabiliseren en de matige
loonkostenontwikkeling onder meer door de recente
bijdrageverlaging zou ervoor moeten zorgen dat de
inflatieopstoot tijdelijk is.
Ondanks de gehanteerde voorzichtigheid slaagde de
regering bij de begrotingscontrole 2000 erin om het
begrotingstekort verder terug te dringen van 1,0 tot 0,7%
van het BBP, een belangrijke stap voorwaarts in de
uitvoering van het Stabiliteitsprogramma waardoor de
realisatie van het historisch budgettair evenwicht binnen
handbereik ligt.
Mijnheer de voorzitter, collega's, ten slotte wens ik in te
gaan op het betoog van de heer Tavernier. Natuurlijk zijn
er van die universele waarheden die de tand des tijds
overleven. Na de zeven vette jaren volgen de bijbelse
zeven magere jaren. Daarom doet men er altijd goed aan
een zekere voorzichtigheid aan de dag te leggen en wat
geld opzij te zetten als het goed gaat. Het is correct dat
onze overheidsschuld nog steeds historisch groot is. Als
de overheidsschuld zal zijn teruggedrongen tot 100% van
het BBP zal ze opnieuw op het niveau beland zijn van de
periode dat ik aan de universiteit studeerde en dat
is - jammer genoeg - reeds een tijdje geleden. Ondanks
onze hoge overheidsschuld wens ik het standpunt van de
heer van Weddingen inzake de belastingverlaging bij te
treden. Te veel belastingen - ik weet dat het als een
slogan klinkt - doodt de belasting. Dit is zeker zo als men
weet dat slechts 1% van de aangiften aan daadwerkelijke
controle onderworpen is. De huidige hoge marginale
aanslagvoeten zorgen ervoor dat een en ander voor de
Staat verloren gaat. De overheid heeft, mijns inziens, alle
belang bij een meer menselijke taxatie die samen met
een goede controle er kan voor zorgen dat we helemaal
geen magere jaren moeten tegemoet gaan.
Ordre des travaux
Regeling van de werkzaamheden
Le pre´sident : Chers colle`gues, M. le ministre des Finan-
ces me pose la question de savoir s'il est utile de tenir la
commission qui e´tait pre´vue apre`s cette se´ance.
Il semblerait qu'il y ait un consensus pour reporter la
re´union. Par conse´quent, la commission des Finances
est reporte´e au mardi 27 juin 2000. (Assentiment)
De heer Hagen Goyvaerts (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, ik heb er geen probleem mee dat de vergade-
ring verdaagd wordt. Ik weet alleen niet of de sprekers of
vraagstellers zich naar de zaal zullen begeven. Het zijn
vandaag niet alleen de commissieleden die vragen stel-
len.
De voorzitter : Ik kan hier niet over beslissen, maar ik
voel aan dat er een consensus is om dit uit te stellen. Ik
zal schikkingen laten nemen en vragen dat het debat in
de commissie wordt verdaagd.
Projets de loi (continuation)
Wetsontwerpen (voortzetting)
M. Jean-Pierre Viseur (AGALEV-ECOLO) : Monsieur le
pre´sident, monsieur le ministre, chers colle`gues, j'expri-
merai brie`vement d'abord un satisfecit, ensuite une de-
mande et pour finir un regret, me^me si ce regret est
provisoire.
L'ajustement budge´taire dont nous discutons aujourd'hui
est marque´ par la prudence, on l'a suffisamment dit. Et ce
caracte`re de prudence contraste fort avec l'affirmation
que l'on a entendue et re´pe´te´e encore ici :
on est sorti de
la crise
. Evidemment, si l'on est sorti de la crise, M. van
Weddingen a plaide´ dans ce sens -, il n'y a plus de raison
qu'il y ait de contribution comple´mentaire de crise.
Pour ma part, contrairement a` cet avis, je dis que l'on
n'est pas sorti de la crise. L'on est en train d'en sortir,
d'accord, mais l'on n'en est pas de´ja` sorti. En effet, notre
dette s'e´le`ve encore a` 10 000 milliards et elle est a` ce
HA 50
PLEN 062
25
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pierre Viseur
niveau-la` depuis de nombreuses anne´es. C'est seule-
ment le rapport au produit inte´rieur brut qui diminue mais
qui est tout de me^me encore supe´rieur aujourd'hui a`
100%, alors que l'on devrait atteindre 60%.
Donc, il y a ame´lioration, l'on est en bonne voie pour
sortir de la crise. Je suis d'accord avec ce qu'a dit
M. Borginon : les dettes ne fondent pas toutes seules,
elles ne fondent que progressivement. Nous sommes
dans ce cas-la`. Il faut donc commencer a` faire quelque
chose. Cela veut dire, puisque les perspectives sont
bonnes, commencer a` de´manteler cet impo^t comple´men-
taire de crise, en commenc¸ant par les personnes dont le
pouvoir d'achat est le plus faible. C'est ce qui a e´te´
de´cide´ par le gouvernement. Personnellement, je me
re´jouis de l'accord qui est intervenu, qui est le me^me que
l'accord initial qui avait e´te´ annonce´ depuis longtemps
par M. le ministre. Ce sont ces personnes-la` qui re´injec-
teront le plus dans le circuit e´conomique la partie de
pouvoir d'achat qu'elles vont re´cupe´rer. Pour les revenus
les plus e´leve´s, la partie re´cupe´re´e ne sera pas re´in-
jecte´e de la me^me fac¸on : moins en consommation et
plus en e´pargne. De ce co^te´-la`, je suis satisfait de la
de´cision qui a e´te´ prise.
Deuxie`mement, les estimations budge´taires sont faites
en ge´ne´ral en fonction de la conjoncture e´conomique. On
essaie de l'e´valuer et en fonction de cela, on fait les
e´valuations budge´taires. Je souhaiterais qu'il y ait une
autre approche, comple´mentaire a` celle-la`, qui devrait
e^tre une meilleure perception de l'impo^t. Il s'agit en fait de
tenir compte des effets d'une meilleure perception de
l'impo^t. C'est e´videmment difficile a` e´valuer. Mais me^me
si l'on ne peut pas appre´hender globalement les apports
de cette meilleure perception de l'impo^t, l'on peut en tout
cas se re´fe´rer a` des indices. Pour moi, l'augmentation
des droits de succession est due, en partie au moins, aux
affaires qui ont e´te´ tre`s me´diatise´es, du genre de la KBL.
Ce serait donc la`, me semble-t-il, un outil a` cre´er qui, sur
base d'une se´rie d'indices, entrai^nerait une meilleure
e´valuation de la perception de l'impo^t, ce qui permettrait
aussi de disposer d'un crite`re supple´mentaire pour faire
les e´valuations budge´taires.
Pour une meilleure perception de l'impo^t - et c'est le
troisie`me point que je veux aborder - il faut e´videmment
les moyens pour le percevoir et le contro^ler. C'est toute la
question du personnel de l'administration des Finances.
Nous avons rec¸u longuement en commission les repre´-
sentants des organisations du personnel des Finances.
Le ministre des Finances a fait plusieurs visites dans des
centres re´gionaux.
Partout, le discours abonde dans le me^me sens : on
manque de moyens et de personnel. Les cadres ne sont
pas remplis et me^me s'ils l'e´taient, ils seraient bien
souvent insuffisants. Le budget initial 2000 pre´voyait de
comple´ter les cadres, la` ou` ils e´taient insuffisants. Le
budget en fait mention au poste
personnel.
Or, aujourd'hui, j'ai constate´ que l'ajustement budge´taire
pre´voyait au poste
de´penses en personnel, tout per-
sonnel confondu, c'est-a`-dire le personnel statutaire et le
personnel contractuel, une diminution de 370 millions
pour l'ensemble des administrations fiscales. Je m'en
suis inquie´te´ et j'ai e´crit au ministre des Finances a` ce
sujet.
Il m'a re´pondu que :
La comparaison correcte des
chiffres au budget montre que les de´penses en person-
nel du de´partement des Finances ont augmente´ durant
les trois dernie`res anne´es, parce qu'on ne peut pas
comparer des ajustements budge´taires avec des chiffres
initiaux
. Il pre´cise que d'e´ventuelles divergences, au
moment du contro^le budge´taire, sont donc imputables a`
des sous- ou des surestimations faites lors de l'e´tablis-
sement du budget initial.
Il me semble donc pouvoir comprendre que les 370
millions qui sont aujourd'hui de´duits a` l'ajustement pro-
viennent de mauvaises e´valuations au moment du bud-
get.
Le ministre ajoute :
Lors de la pre´sentation du budget
2001, je proposerai une augmentation substantielle du
recrutement, c'est-a`-dire 1500 nouveaux agents par an,
au lieu des 1130 promis actuellement. Cependant, cet
e´largissement du cadre doit encore recevoir l'approba-
tion du Conseil des ministres
.
Je soutiens tre`s certainement cette augmentation du
cadre qui recevra, je l'espe`re, l'approbation des minis-
tres. Ne´anmoins, j'e´prouve le regret de ne la voir inscrite
qu'au budget 2001 et, a` ma connaissance, malgre´ les
promesses qui ont e´te´ faites, je ne vois pas trace dans
cet ajustement des nouvelles personnes qui seront en-
gage´es cette anne´e encore.
Minister Johan Vande Lanotte : Mijnheer de voorzitter,
ik veronderstel dat men geen gedetailleerde antwoorden
verwacht. Aan de heer Tavernier wil ik ter bevestiging
zeggen dat die 800 miljoen Belgische frank schuld-
verlichting wel degelijk mogelijk is. Een schuldafschaffing
is echter niet mogelijk omdat dit een hele grote ingreep is
in de schuld. Het komt er dan op neer dat men dan niet
moet betalen. De schuldverlichting is gepland en de
minister van Financie¨n moet onderzoeken hoe hij dit juist
aanpakt.
Ik wil me vooral beperken tot de grote lijnen. Samen met
u stel ik vast dat dit geen debat is over een begroting. Dit
is een debat over een begrotingscontrole. We hebben
meer gepraat over de begroting van volgend jaar dan
over deze begrotingscontrole. Dat is op zich een aberra-
tie. Ik wil beklemtonen dat deze begrotingscontrole wei-
nig wereldschokkend is. Ik kan er goed mee leven dat
26
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pierre Viseur
een begroting niet wereldschokkend is. Ik ben trouwens
blij dat het Vlaams Blok mij een onvoldoende geeft, want
dat zal mijn nachtrust iets beter maken. Het zou erger zijn
indien het omgekeerde zou gebeuren.
Het belangrijkste van deze begrotingscontrole zijn de
principes die de regering voor zichzelf heeft vastgelegd
voor deze en voor andere begrotingen, namelijk het
goudhamsterprincipe. Dit principe houdt meer in dan
voorzichtig zijn. Dit betekent dat we in aanmerking ne-
men wat we zeker weten. Vandaag weten we wat de
inkomsten van 1999 zijn. Daar houden we dus rekening
mee. We zijn echter niet zeker van de begrotings-
controle. We hebben twee mogelijkheden. Volgens som-
mige hypotheses zal het beter gaan en volgens andere
zal het slechter gaan. Als er voor een bepaald onderdeel
een hypothese is dat het beter evolueert, dan is dat goed,
maar we houden er geen rekening mee. Als er een
hypothese is dat iets slechter evolueert, bijvoorbeeld de
rente, dan houden we daar wel rekening mee. Bij de
rente hebben we bijvoorbeeld 10 miljard Belgische frank
bijgevoegd omdat we veronderstellen dat de rente zal
stijgen. Het goudhamsterprincipe bevat dus drie onder-
delen. Ik herhaal, we houden rekening met dat waar we
zeker van zijn. We houden ook rekening met zaken die
een prognose hebben die negatiever is dan verwacht.
We houden echter geen rekening met iets dat gunstiger
is.
Ik geef het voorbeeld van de begroting voor 2001. Als we
de initie¨le begroting van 2001 opmaken, zullen we voor
de inkomsten rekening houden met 6 tot 7 maanden
inkomsten, met een groei van x% voor die maanden.
Voor de overige 4 tot 5 maanden waar we nog geen
inkomsten van hebben, zullen we ons houden aan het
ritme van de inkomsten van 1999, namelijk + 2,5%. In de
loop van de maand maart 2001 zullen we in de
begrotingscontrole rekening houden met de werkelijke
inkomsten van het volledige jaar. Dat is het mechanisme
waarmee gewerkt moet worden. Zo willen we vermijden
dat we achteraf moeten vaststellen dat het slechter is. Dit
heeft ook te maken met geloofwaardigheid ten opzichte
van de bevolking. Men zegt dat men op die wijze niet de
juiste cijfers krijgt en ik betwist dat niet. Bij een progres-
sieve, positieve prognose krijgt u die ook niet. We doen
dit echter voor het vertrouwen. Vertrouwen is een belang-
rijk element in de economische ontwikkeling.
Het is voor het vertrouwen uiterst belangrijk dat men
achteraf kan zeggen dat het beter is dan verwacht. Hier
ligt de verhouding wat extreem, omdat er een groot
verschil bestaat tussen een raming van 2,5% en een van
3,4%, 3,5%, 3,6% of 3,7%, maar toch moet ik opmerken
dat iedereen aanneemt dat wij de komende tien tot
vijftien een gemiddelde groei zullen kennen van 2,5%.
Dat is meteen het beste antwoord dat wij kunnen geven
aan degenen die zeggen dat wij Sinterklaas spelen. Deze
gemiddelde groei hebben wij ook de laatste 20 jaar
gekend. Het is dus een vrij constant gegeven en wij
houden er dan ook rekening mee. Bij het opmaken van
de begroting wordt dus geen rekening gehouden met het
feit dat het zeer goed dan wel zeer slecht zal gaan. Wij
bewandelen de middenweg. Het is dus belangrijk hiervan
niet af te wijken.
Ik ga nu even dieper in op de Sinterklaaspolitiek. Wan-
neer er wordt uitgegaan van een voorzichtige hypothese,
waarbij een gemiddelde groei van 2,5% en een tekort van
0,7% in het vooruitzicht worden gesteld, stijgt het globale
uitgavenpakket niet, integendeel.
Onze uitgaven zijn, uitgedrukt in procent van het bruto
nationaal product, gedaald, rekening houdende met een
voorzichtige hypothese van een groei van 2,5%. Gaan wij
uit van een hopelijk en waarschijnlijk meer realistische
hypothese van 3,5%, dan zullen de uitgaven uitgedrukt in
procent van het BNP, nog meer dalen. Al wie zegt dat
deze regering alleen maar uitgeeft, zou ik willen vragen
om naar de feiten te kijken. Deze vertellen ons dat wij in
het jaar 2000 minder van ons BNP gaan uitgeven dan in
1999. Dat is de echte waardemeter van hoeveel men
uitgeeft.
De voorzitter : Mijnheer de minister, ik wil u even onder-
breken. De heer Borginon vraagt, niet met ongeduld,
maar met aandrang het woord.
De heer Alfons Borginon (VU&ID) : Mijnheer de minis-
ter, de belangrijkste kritiek die er wordt geuit is dat er een
grote discrepantie bestaat tussen enerzijds, datgene wat
de verschillende ministers beloven en de budgettaire
kostprijs ervan en anderzijds, datgene wat u volgens uw
eigen goudhamsterprincipe slechts in uw begroting van
2001 zult kunnen inschrijven. De kritiek die besloten ligt
in het woord Sinterklaaspolitiek, wijst op het verschil
tussen wat aan de bevolking wordt beloofd en datgene
wat er straks zal kunnen worden gerealiseerd.
Minister Johan Vande Lanotte : Dat is niet juist. U geeft
toe dat men met betrekking tot het jaar 2000 niets kan
zeggen. De kritiek als zou men verkondigen zaken te
gaan realiseren die men nooit zal kunnen betalen, heb ik
reeds gehoord in juli 1999 ter gelegenheid van de
regeringsverklaring. Het was een mooie, maar zogezegd
onbetaalbare regeringsverklaring : een verlaging van de
sociale lasten ten bedrage van 42 000 frank, een verho-
ging van de pensioenen, een verhoging van de terugbe-
taling van chronische ziekten, een verhoging van de
minimumlonen. Het was niet mogelijk, zei men. De heer
Van Rompuy noemde het onmogelijk. Wij hebben de
begroting voorgesteld en wat beloofd was, was erin
opgenomen. Toen heeft men gezegd dat Europa dat
onmogelijk zou aanvaarden en zou afkeuren. Europa
HA 50
PLEN 062
27
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Johan Vande Lanotte
vond echter dat wij goed hadden gewerkt. De kritiek als
zouden wij onze beloften niet kunnen nakomen, hebben
wij dus reeds in 1999 gehoord. Voor het begrotingsjaar
2001 zal net hetzelfde gebeuren.
Men blaast alles op. De beslissing tot de afschaffing van
de crisisbelasting is definitief gevallen. De afschaffing zal
nu geleidelijk worden doorgevoerd, volgens een tempo
dat wij kunnen bepalen.
Tevens hebben wij in een globale belastingverlaging
voorzien, die zal worden gespreid over een periode van
drie of vier jaar en waarvoor wij de budgettaire ruimte
zullen krijgen. Volgens mij is dat mogelijk. Meer investe-
ren in een aantal domeinen is van bij het begin in onze
langetermijnplanning opgenomen. Ik denk hierbij bijvoor-
beeld aan de mobiliteit. Wat het Zilverfonds betreft,
bevestig ik nogmaals dat het de marges niet zal veran-
deren.
De regering zal de keuze hebben tussen twee scenario's.
Het eerste bestaat erin dat zij tien jaar lang de bevolking
waarschuwt dat zij niet mag raken aan het elk jaar
opnieuw vastgestelde begrotingsoverschot tot 100 mil-
jard frank. U moet mij eens uitleggen wie dat tien jaar
volhoudt. Niemand. Hier gaat het om de meest orthodoxe
schuldafbouw, maar deze is onhoudbaar. Wat gebeurt er
in zo'n geval ? Beeld u in dat een regering een begroting
voorstelt met 100 miljard frank overschot en dat er drie
maanden later verkiezingen zijn. De ene minister zal
gauw opmerken dat hij best nog eens 10 miljard frank
voor zijn beleid kan gebruiken, want het verschil tussen
een overschot van 100 miljard frank en een van 90
miljard frank is toch minimaal. Een andere minister geeft
hem gelijk en vindt dat hij ook best 5 miljard frank extra
kan gebruiken en het gaat zomaar door. Uiteindelijk komt
het erop neer dat de regering nog een begrotings-
overschot van 70 miljard frank heeft en 30 miljard frank
marge heeft weggegeven. Dat is de realiteit. Als mensen
onder mekaar moeten wij dat toch kunnen toegeven.
Het tweede, alternatieve scenario, bestaat erin dat de
regering het overschot in een fonds stopt, wat de schuld-
afbouw niet schaadt en trouwens door Europa wordt
gevraagd. Vergeten wij niet dat er reeds een Zilverfonds
in Nederland, Denemarken en Noorwegen bestaat. Eu-
ropa adviseert trouwens om met dit project door te gaan.
Immers, dan kunnen wij aan de bevolking, jongeren
zowel als ouderen, kortom onze kiezers, uitleggen dat we
weliswaar geen overschot kunnen aankondigen - de
begroting zal in evenwicht zijn -, maar dat wij het over-
schot reeds hebben bestemd voor een project met toe-
komstperspectief. Zonder het fonds zullen de bijkomende
marges worden opgebruikt en zal de begroting op termijn
onderuit worden gehaald.
Ik heb er alvast niets principieels op tegen dat men zo'n
fonds ook stijft met private middelen. Europa stelt echter
dat de schuld eerst voldoende moet zijn afgebouwd. Ik
wil dit advies volgen en heb daar geen ideologisch
bezwaar tegen.
Zo'n Zilverfonds is voor mij een fundamenteel punt. Ik
verklaar mij nader. U weet dat minister van Begroting niet
mijn eerste roeping was; ik heb mij met dit aspect nooit
veel beziggehouden. Overigens is dit werk niet moeilijk :
als men van 1 tot 1400 miljard heeft geteld - dat is het
bedrag dat men moet beheren -, heeft men gedaan met
werken. Als men mij na vier jaar vraagt wat ik op dit
departement heb uitgevoerd, dan moet ik toch meer
kunnen antwoorden. Anders kan ik het begrotingsbeleid
beter overlaten aan een directeur-generaal van het mi-
nisterie van Financie¨n. Ik moet structurele hervormingen
kunnen voorstellen. De vorige regering heeft structureel
gewerkt aan de toetreding tot de Monetaire Unie met de
euro via een toekomstgericht beleid. Zonder dit kon men
niet vooruit. Overigens mag men terecht trots zijn op de
verwezenlijkingen dienaangaande. Deze regering moet
in mijn perceptie op dezelfde manier werk maken van de
verwezenlijking van een toekomstgerichte norm. Ik ben
ervan overtuigd dat dit kan.
Mijns inziens betekent dit geen tegenstelling. De huidige
oppositie maakt overigens dezelfde fout als de voor-
gaande oppositie. Herinner u dat de heer Daems, toen hij
nog deel uitmaakte van de oppositie, tot driemaal is
komen zeggen dat de vorige regering de vooropgestelde
terugdringing van het begrotingstekort nooit zou halen.
Hij voegde daaraan toe dat, mocht dit het ene jaar
lukken, het jaar daarop het uur van de waarheid zou
luiden en zou worden aangetoond dat de begroting niet in
orde was. Het laatste jaar van de legislatuur heeft hij
onderstreept dat hij niet meer in herhaling zou vervallen,
want al driemaal was de begroting in orde gebleken, en
heeft hij de heer Van Rompuy zelfs gefeliciteerd met het
resultaat. Vandaag maakt de oppositie dezelfde fout en
wellicht zal ze dat de komende drie jaar overdoen. In
1999 heeft zij aangeklaagd dat de begroting onuitvoer-
baar was. Ze zal dat opnieuw doen in 2000 met de
begroting voor 2001 en in 2001 voor 2002.
Na dit drie keer te hebben gezegd zullen de mensen het
niet meer geloven. Dan is het tijd om eens te kijken of
men weer in de meerderheid kan geraken. Zo zal het zijn.
Daems heeft dat eerst drie jaar lang moeten zeggen en
heeft daarna drie jaar moeten zeggen dat het goed was.
Dat is zes jaar. Dat is een beetje lang.
U maakt dezelfde fout, door te zeggen dat het niet kan. Er
zijn mensen die hopen dat deze regering haar ambities
niet kan waarmaken, en als ze ze waarmaakt dat ze
daarmee de begroting zal bezwaren. Welnu, deze rege-
ring zal een correct en coherent begrotingsbeleid voeren
en zal in staat zijn de beloftes die ze heeft gedaan ook uit
te voeren.
28
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Alfons Borginon (VU&ID) : U vergist zich wel
op een punt. De oppositie hoopt wel degelijk dat u erin
slaagt om een zo sluitend mogelijke begroting in te
dienen en alles wat u voorspelt op financieel vlak te
realiseren. Alleen, als de oppositie u niet jaar na jaar
wees op het risico dat u het niet zou halen, dan zou de
druk om het ook werkelijk te halen pas definitief wegval-
len.
Minister Johan Vande Lanotte : Dat hebt u goed uitge-
legd. Ik zit echter liever hier om dat te zeggen dan op uw
plaats.
De voorzitter : De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
het
wetsontwerp
houdende
aanpassing
van
de
Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar 2000. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles du projet de loi
ajustant le budget des Voies et Moyens de l'anne´e
budge´taire 2000. Le texte adopte´ par la commission sert
de base a` la discussion. (Rgt 66,4) (603/1)
Het wetsontwerp telt 10 artikelen.
Le projet de loi compte 10 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´.
De artikelen 1 tot 10 alsook de bijgevoegde tabel worden
artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 a` 10 ainsi que le tableau annexe´ sont
adopte´s article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensem-
ble aura lieu ulte´rieurement.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het
wetsontwerp houdende eerste aanpassing van de alge-
mene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2000. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles du projet de loi
contenant le premier ajustement du budget ge´ne´ral des
de´penses de l'anne´e budge´taire 2000. Le texte adopte´
par la commission sert de base a` la discussion.
(Rgt 66,4) (602/1 et 2 + 603/2 - rapport avec erratum et
amendements adopte´s par la commission)
Ingediend amendement :
Art. 1-01-2 :
nr. 6 van de heer Jacques Lefevre - op sectie 13 van de
bijgevoegde tabellen (602/5)
Amendement de´pose´ :
Art. 1-01-2 :
n° 6 de M. Jacques Lefevre - a` la section 13 des tableaux
annexe´s (602/5)
L'amendement n° 6 de M. Jacques Lefevre au tableau de
la loi tendait a` porter un cre´dit
de 44,1 a` 88,2 milliards.
A propos de cet amendement, j'ai rec¸u une lettre de
M. Jacques Lefevre, qui m'e´crit ce qui suit :
Dans
l'amendement que j'ai de´pose´ au projet de loi, monsieur
le pre´sident, contenant le premier ajustement du budget
ge´ne´ral des de´penses, je vous prierai de rectifier verba-
lement le cre´dit attribue´ a` la CPCL. Il ne faut e´videmment
pas lire 44,1 milliards a` 88,2 milliards, mais bien 44,1 a`
88,2 millions de francs.
M. Lefevre ajoute, avec l'humour qu'on lui connai^t - je
cite - :
la chaleur peut expliquer cette dilatation des
chiffres.
Het gaat dus wel over miljoenen, niet over miljarden.
Le vote sur l'amendement, les tableaux et l'article 1-01-2
est re´serve´.
De stemming over het amendement, de tabellen en het
artikel 1-01-2 wordt aangehouden.
De artikelen 1-01-1, 2.12.1, 2.13.1, 2.14.1 en 2.14.2,
2.15.1 tot 2.15.3, 2.16.1 tot 2.16.4, 2.19.1 tot 2.19.4,
2.21.1, 2.23.1 tot 2.23.3, 2.26.1 tot 2.26.3, 2.31.1 en
2.31.2, 2.32.1, 2.33.1 en 2.33.2, 2.51.1, 3-01-1, 4-01-1
en 4-01-2 en 5-01-1 worden artikel per artikel aangeno-
men.
Les articles 1-01-1, 2.12.1, 2.13.1, 2.14.1 et 2.14.2,
2.15.1 a` 2.15.3, 2.16.1 a` 2.16.4, 2.19.1 a` 2.19.4, 2.21.1,
2.23.1 a` 2.23.3, 2.26.1 a` 2.26.3, 2.31.1 et 2.31.2, 2.32.1,
2.33.1 et 2.33.2, 2.51.1, 3-01-1, 4-01-1 et 4-01-2 et
5-01-1 sont adopte´s article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het aangehouden amendement, de aangehouden
tabellen en het aangehouden artikel alsook over het
geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'amen-
dement, les tableaux et l'article re´serve´s ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ulte´rieurement.
HA 50
PLEN 062
29
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Begrotingen en rekeningen (Verslagen van de
commissie voor de Comptabiliteit)
Budgets et comptes (Rapports de la commission
de la Comptabilite´)
Begroting van de Hoge Raad voor de Justitie voor
het begrotingsjaar 2000 (668/1)
Budget du Conseil supe´rieur de la Justice pour
l'anne´e budge´taire 2000 (668/1)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
Le texte adopte´ par la commission sert de base a` la
discussion. (Rgt 66,4) (668/1)
De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.
De heer Dirk Pieters, rapporteur : Mijnheer de voorzitter,
ik heb even overwogen om te verwijzen naar het schrif-
telijk verslag, maar ik heb het niet gedaan omdat het hier
inderdaad voor de eerste keer de Hoge Raad voor de
Justitie betreft, zoals u al aangaf. Reden genoeg om daar
in de plenaire vergadering wat toelichting bij te geven.
Aanvankelijk voorzag de rijksbegroting, de algemene
uitgavenbegroting, maar in een krediet van 58,1 miljoen
frank voor de Hoge Raad voor de Justitie, een krediet dat
daarenboven nog was ingeschreven op het ministerie
van Justitie en niet als een dotatie, zoals voorgeschreven
door de wet van 22 december 1998. Op 6 maart stelde de
kamervoorzitter aan een afvaardiging van de Hoge Raad
voor om, bijgestaan door het Rekenhof, gedetailleerde
begrotingsvoorstellen uit te werken, waarvan het schema
vergelijkbaar is met de begrotingsschema's gehanteerd
door Kamer en Rekenhof, en deze begrotingsvoorstellen
zo spoedig mogelijk over te zenden aan de Kamer.
Daarna zouden de uitvoering van deze begroting en de
rekeningen worden gecontroleerd door het Rekenhof, dat
daarover zou rapporteren aan de commissie voor de
Comptabiliteit. Op 24 maart besliste de commissie voor
de Comptabiliteit deze werkwijze te volgen, zowel voor
de Hoge Raad voor de Justitie als voor het Arbitragehof.
Zulks komt erop neer dat de commissie voor de Comp-
tabiliteit, bijgestaan door het Rekenhof, nu bevoegd is
voor het onderzoek van de gedetailleerde begrotings-
voorstellen en rekeningen van de Kamer, het Rekenhof,
de Comite´s P en I, het College van de federale ombuds-
mannen, het Arbitragehof en de Hoge Raad voor de
Justitie.
Na toelichting door de voorzitter van de Hoge Raad,
mevrouw Ge´rard, heeft de commissie op 28 april de
gedetailleerde begrotingsvoorstellen van de Hoge Raad
besproken en goedgekeurd. Ee´n amendement werd
goedgekeurd. Het strekte ertoe installatiekosten samen
te brengen in e´e´n post, littera G-3000, van de kapitaal-
uitgaven. Aldus voorziet deze begroting nu in 99 miljoen
frank voor de lopende uitgaven en in 76 miljoen frank
voor de kapitaaluitgaven. Samen is dat 175 miljoen frank,
met inbegrip van het eerder verleende krediet van
58,1 miljoen frank. Het wetsontwerp houdende aanpas-
sing van de algemene uitgavenbegroting van het begro-
tingsjaar, stuk 602/1 van 9 mei 2000, voorziet eveneens
in een dotatie 175 miljoen frank, met inbegrip van het
eerder verleende krediet van 58,1 miljoen frank.
Wat de aanpassing van de begroting 2000 van het
Comite´ P betreft, strekte een voorstel van het Vast
Comite´ van Toezicht op de politiediensten ertoe 6 miljoen
frank van de kredieten voor het administratief en logistiek
personeel over te schrijven naar de kapitaaluitgaven voor
informatica, bureautica en databanken. Dit voorstel, dat
het totaal van de begroting niet wijzigt, werd door de
commissie op 28 april eenparig goedgekeurd.
Zo kom ik tot de aanpassing van de personeelsformatie
van het Comite´ I. De door het Vast Comite´ van Toezicht
op de Inlichtingendiensten voorgestelde aanpassing van
de personeelsformatie strekt tot de verhoging voor de
boekhouder van niveau 2+ naar niveau 1 en tot de
vervanging van een jurist door een documentalist. Deze
aanpassing van de personeelsformatie werd door de
commissie op 28 april eenparig goedgekeurd. Het werd
evenwel onaanvaardbaar genoemd dat binnen afzien-
bare tijd voor andere personeelsleden, in casu voor de
documentalisten, nieuwe verhogingen van niveau zou-
den worden voorgesteld.
Bij brief van 14 juni werd gemeld dat het Comite´ het
volledig eens is met dit standpunt. Er werd evenwel ook
gepreciseerd dat de functie van documentalist van bij het
ontstaan van de Comite´s P en I voorbehouden is aan
personen van niveau 1.
De door uw commissie goedgekeurde aanpassing van
de personeelsformatie vereist geen aanpassing van de
begroting van het begrotingsjaar.
De heer Hagen Goyvaerts (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, het Vlaams Blok is uitdrukkelijk voorstander
van de Hoge Raad voor de Justitie, op voorwaarde dat
zijn rol beperkt blijft tot het verlenen van advies aan de
regering en het parlement, het controleren van de wer-
king van het gerecht en het vaststellen van de
benoemingscriteria.
Wij zijn echter gekant tegen de bevoegdheid van de
Hoge Raad voor de Justitie inzake benoemingen en
bevorderingen. Hierdoor krijgt men een te grote centrale
30
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Hagen Goyvaerts
macht, waarbij de rechterlijke ambten verdeeld worden
volgens de gekende politieke en filosofische criteria. De
Hoge Raad voor de Justitie is een beetje in hetzelfde
bedje ziek als het Arbitragehof. De Hoge Raad wordt
samengesteld voor de helft uit politici, de andere helft uit
magistraten. Hierdoor kan men onmogelijk de onafhan-
kelijkheid van het gerecht verzekeren en wordt in feite het
gerechtelijk apparaat gereduceerd tot een verlengstuk
van de regimepartijen.
Van de initie¨le opzet van een gedepolitiseerde magistra-
tuur is dus niets in huis gekomen omdat het benoemings-
beleid in de toekomst meer dan ooit politiek gekleurd zal
zijn.
Vermits de Hoge Raad voor de Justitie zijn bekwaamheid
nog moet bewijzen in zijn opdracht om het gerecht te
moderniseren, geniet hij het voordeel van de twijfel.
Daarom zal het Vlaams Blok blijven toezien op de
opdracht van de Hoge Raad voor de Justitie en zal het
zich bij de stemming onthouden.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
ik zal niet ingaan op de onnauwkeurigheden die hier
werden gezegd over de Hoge Raad voor de Justitie en
het Arbitragehof. Er is natuurlijk een duidelijk onder-
scheid tussen beide. Het Arbitragehof is een rechtspre-
kend college. De Hoge Raad voor de Justitie is een
adviesorgaan, dat een duidelijk omschreven bevoegd-
heid heeft.
Ik verheug mij over het feit dat nu ook Belgie¨ een
dergelijke Hoge Raad voor de Justitie heeft nadat een
aantal andere Europese landen met een vergelijkbaar
rechtssysteem dit ook hebben ingevoerd. Het strekt de
Kamer tot eer dat de begroting vrij snel is goedgekeurd.
De data zijn door de rapporteur aangehaald. Ik denk zelfs
dat het tot verbazing van sommige leden van deze raad
zo snel is gegaan.
De Hoge Raad is een onafhankelijk orgaan. Men zegt dat
het voor de helft bestaat uit magistraten en voor de helft
uit politici. Dat is onjuist. De samenstelling is veel verfijn-
der dan dat. Ik verwijs hiervoor naar de organieke wet op
de Hoge Raad.
Ik meen wel er bij de regering te mogen op aandringen
dat men nu ook zo snel mogelijk het personeelskader zou
goedkeuren. Indien ik mij niet vergis moet dit gebeuren
met een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit. De
wet bepaalt uitdrukkelijk dat de Hoge Raad op 2 augus-
tus van start moet gaan. Tegen die datum zou men
moeten beschikken over het personeelskader om die
taak, die in een moderne rechtsstaat onontbeerlijk is, aan
te vatten. Men moet ervoor zorgen dat de benoemingen
objectief zijn zodat men niet meer kan vertellen dat de
benoemingen zouden gebeuren naargelang de samen-
stelling van de uitvoerende macht.
Le pre´sident : La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´ ou rede´pose´.
Er werden geen amendementen ingediend of her-
ingediend.
Le vote sur le budget du Conseil supe´rieur de la Justice
pour l'anne´e budge´taire 2000 aura lieu ulte´rieurement.
De stemming over de begroting van de Hoge Raad voor
de Justitie voor het begrotingsjaar 2000 zal later plaats-
vinden.
Begrotingen van de Vaste Comite´s van toezicht op de
politie- en inlichtingendiensten van het begrotings-
jaar 2000 :
- aanpassing van de begroting van Comite´ P
- aanpassing van de personeelsformatie van Comite´
I (669/1)
Budgets des Comite´s permanents de contro
^ le des
services de police et de renseignements de l'anne´e
budge´taire 2000 :
- ajustement du budget du Comite´ P
- adaptation du cadre du personnel du Comite´ R
(669/1)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
Le texte adopte´ par la commission sert de base a` la
discussion. (Rgt 66,4) (669/1)
De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.
De heer Dirk Pieters, rapporteur : Ik verwijs naar het
schriftelijk verslag.
De voorzitter : Vraagt nog iemand het woord ? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole ? (Non)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´ ou rede´pose´.
Er werden geen amendementen ingediend of her-
ingediend.
Le vote sur l'ajustement du budget du Comite´ P et sur
l'adaptation du cadre du personnel du Comite´ R aura lieu
ulte´rieurement.
HA 50
PLEN 062
31
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
De stemming over de aanpassing van de begroting van
Comite´ P en over de aanpassing van de personeelsfor-
matie van Comite´ I zal later plaatsvinden.
Arbitragehof :
- begroting van het begrotingsjaar 2000
- aanpassing van de dotatie van het begrotingsjaar
2000 (693/1)
Cour d'arbitrage :
- budget de l'anne´e budge´taire 2000
- ajustement de la dotation de l'anne´e budge´taire
2000 (693/1)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
Le texte adopte´ par la commission sert de base a` la
discussion. (Rgt 66,4) (693/1)
De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.
Mme Zoe´ Genot, rapporteuse : Je me re´fe`re a` mon
rapport e´crit.
De voorzitter : Vraagt nog iemand het woord ? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole ? (Non)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´ ou rede´pose´.
Er werden geen amendementen ingediend of her-
ingediend.
Le vote sur le budget de l'anne´e budge´taire 2000 et
l'ajustement de la dotation de l'anne´e budge´taire 2000 de
la Cour d'arbitrage aura lieu ulte´rieurement.
De stemming over de begroting van het begrotingsjaar
2000 en de aanpassing van de dotatie van het begro-
tingsjaar 2000 van het Arbitragehof zal later plaatsvin-
den.
La se´ance est leve´e.
De vergadering is gesloten.
- La se´ance est leve´e a` 17.06 heures. Prochaine se´ance
ple´nie`re jeudi 22 juin 2000 a` 14.15 heures.
- De vergadering wordt gesloten om 17.06 uur. Volgende
plenaire
vergadering
donderdag
22
juni
2000
om 14.15 uur.
32
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
BIJLAGE
ANNEXE
PLENAIRE VERGADERING
SEANCE PLENIERE
WOENSDAG 21 JUNI 2000
MERCREDI 21 JUIN 2000
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
INTERPELLATIEVERZOEKEN
Ingekomen
1. mevrouw Annemie Van de Casteele tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over
de ongrondwetteli-
jke opdrachten van het Fonds voor Collectieve Uitrustin-
gen en Diensten
.
(nr. 431 - omgewerkt in mondelinge vraag)
2. de heer Jean-Marc Delize´e tot de vice-eerste minister
en minister van Mobiliteit en Vervoer over
de overle-
vingskansen van toeristentreinen en het beleid dat erop
gericht is het Belgische spoorwegpatrimonium tot zijn
recht te laten komen
.
(nr. 432 - omgewerkt in mondelinge vraag)
3. de heer Filip Anthuenis tot de minister van Sociale
Zaken
en
Pensioenen
over
de fondsen voor
bestaanszekerheid
.
(nr. 433 - verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken)
4. de heer Tony Van Parys tot de minister van Justitie
over
de uitvoering van de wet DNA-onderzoek in
strafzaken
.
(nr. 434 - verzonden naar de commissie voor de Justitie)
5. de heer Marc Van Peel tot de minister van Binnenlan-
dse Zaken over
de aanhoudende onrust onder de lokale
besturen omtrent de politiehervorming
.
(nr. 435 - verzonden naar de commissie voor de Binnen-
landse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar
Ambt)
6. de heer Francis Van den Eynde tot de minister van
Binnenlandse Zaken over
de problemen van ordehand-
having die zich naar aanleiding van Euro 2000
voordoen
.
(nr. 436 - verzonden naar de commissie voor de Binnen-
landse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar
Ambt)
DEMANDES D'INTERPELLATION
Demandes
1. Mme Annemie Van de Casteele au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur
les marche´s
anticonstitutionnels du Fonds des e´quipements et servi-
ces collectifs
.
(n° 431 - transforme´e en question orale)
2. M. Jean-Marc Delize´e a` la vice-premie`re ministre et
ministre de la Mobilite´ et des Transports sur
la survie
des trains touristiques et la politique de mise en valeur du
patrimoine ferroviaire en Belgique
.
(n° 432 - transforme´e en question orale)
3. M. Filip Anthuenis au ministre des Affaires sociales et
des Pensions sur
les fonds de se´curite´ d'existence.
(n° 433 - renvoi a` la commission des Affaires sociales)
4. M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur
la
mise en oeuvre de la loi sur les tests ADN en matie`re
pe´nale
.
(n° 434 - renvoi a` la commission de la Justice)
5. M.
Marc Van Peel au ministre de l'Inte´rieur sur
l'inquie´tude persistante au sein des pouvoirs locaux au
sujet de la re´forme des polices
.
(n° 435 - renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des
Affaires ge´ne´rales et de la Fonction publique)
6. M. Francis Van den Eynde au ministre de l'Inte´rieur
sur
les proble`mes de maintien de l'ordre dans le cadre
de l'Euro 2000
.
(n° 436 - renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des
Affaires ge´ne´rales et de la Fonction publique)
HA 50
PLEN 062
33
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
7. de heer Francis Van den Eynde tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
de
dood van 58 illegale Chinese immigranten in Dover
.
(nr. 437 - omgewerkt in mondeling vraag)
8. de heer Jean-Jacques Viseur tot de minister van
Justitie
over
de
uitvoering
van
de
nieuwe
nationaliteitswet
.
(nr. 438 - verzonden naar de commissie voor de Justitie)
9. mevrouw Els Van Weert tot de minister van Consu-
mentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over
de
mogelijke opname van gei¨mpregneerd hout op de EU-
lijst van gevaarlijke afvalstoffen
.
(nr. 439 - verzonden naar de commissie voor de Volks-
gezondheid, het Leefmilieu en de maatschappelijke
Hernieuwing)
10. de heer Marc Van Peel tot de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de minis-
ter van Buitenlandse Zaken, over
het Europees
voorzitterschap
.
(nr. 440 - verzonden naar de commissie voor de Buiten-
landse Betrekkingen)
11. de heer Marc Van Peel tot de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de minis-
ter van Buitenlandse Zaken, over
het budget voor
Ontwikkelingssamenwerking
.
(nr. 441 - verzonden naar de commissie voor de Buiten-
landse Betrekkingen)
12. de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken over
wapenleveringen
aan Saoudie-Arabie¨
.
(nr. 442 - verzonden naar de commissie voor de Buiten-
landse Betrekkingen)
VOORSTELLEN
Toelating tot drukken
Rgt art 64-2
1. Wetsvoorstel (mevrouw Magda De Meyer en de heer
Jan Peeters) tot oprichting van een Hoge Raad voor
Ethiek
en
Deontologie
van
de
Gezondheidszorg,
nr.724/1.
2. Wetsvoorstel (de heer Geert Bourgeois en mevrouw
Frieda Brepoels) betreffende de parlementaire controle
op de samenwerking inzake justitie en binnenlandse
aangelegenheden binnen de Europese Unie, nr.725/1.
7. M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et
ministre des Affaires e´trange`res sur
la mort de 58
immigrants chinois clandestins a` Douvres
.
(n° 437 - transforme´e en question orale)
8. M. Jean-Jacques Viseur au ministre de la Justice sur
la mise en oeuvre de la nouvelle loi relative a` la
nationalite´
.
(n° 438 - renvoi a` la commission de la Justice)
9. Mme Els Van Weert a` la ministre de la Protection de la
consommation,
de
la
Sante´
publique
et
de
l'Environnement sur
l'inscription e´ventuelle du bois im-
pre´gne´ sur la liste des de´chets dangereux de l'Union
europe´enne
.
(n° 439 - renvoi a` la commission de la Sante´ publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Socie´te´)
10. M. Marc Van Peel au secre´taire d'Etat a` la Coope´-
ration au de´veloppement, adjoint au ministre des Affaires
e´trange`res, sur
la pre´sidence europe´enne.
(n° 440 - renvoi a` la commission des Relations
exte´rieures)
11. M. Marc Van Peel au secre´taire d'Etat a` la Coope´-
ration au de´veloppement, adjoint au ministre des Affaires
e´trange`res, sur
le budget de la Coope´ration au
de´veloppement
.
(n° 441 - renvoi a` la commission des Relations
exte´rieures)
12. M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et ministre
des Affaires e´trange`res sur
les livraisons d'armes a`
l'Arabie saoudite
.
(n° 442 - renvoi a` la commission des Relations
exte´rieures)
PROPOSITIONS
Autorisation d'impression
Rgt art 64-2
1. Proposition de loi (Mme Magda De Meyer et M. Jan
Peeters) portant cre´ation d'un Conseil supe´rieur de l'e´t-
hique et de la de´ontologie des soins de sante´, n°724/1.
2. Proposition de loi (M. Geert Bourgeois et Mme Frieda
Brepoels) relative au contro^le exerce´ par le parlement sur
la coope´ration en matie`re de justice et d'affaires inte´rieu-
res au sein de l'Union europe´enne, n°725/1.
34
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
3. Wetsvoorstel (de heren Jean-Pierre Detremmerie en
Andre´ Smets) tot afschaffing van de geautomatiseerde
stemming en tot veralgemening van de stemopneming
door middel van een systeem voor optische lezing,
nr.726/1.
4. Wetsvoorstel (de heren Patrick Moriau en Thierry Giet)
tot wijziging van de wet van 24februari1921 betreffende
het verhandelen van de gifstoffen, slaapmiddelen en
verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antisep-
tica, teneinde het gebruik van cannabis uit het strafrecht
te halen, nr.727/1.
5. Wetsvoorstel (mevrouw Joe¨lle Milquet) tot wijziging
van de artikelen 1582, 1583 en 1589 van het Burgerlijk
Wetboek, nr.728/1.
6. Wetsvoorstel (de heer Jean-Jacques Viseur) tot wijzi-
ging van het koninklijk besluit nr. 50 van 24okto-
ber1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen
voor werknemers en van het koninklijk besluit nr. 72 van
10 november 1967 betreffende het rust- en overlevings-
pensioen der zelfstandigen teneinde de cumulatie toe te
staan van een overlevingspensioen en een uitkering
wegens ziekte, invaliditeit of onvrijwillige werkloosheid,
nr.729/1.
7. Wetsvoorstel (de heer Francis Van den Eynde) tot
wijziging van de wet van 15 juni 1935 op het taalgebruik
in gerechtszaken, nr.730/1.
8. Wetsvoorstel (mevrouw Kathleen van der Hooft) tot
wijziging van de wet van 30 april 1999 betreffende de
tewerkstelling van buitenlandse werknemers wat de au
pairs betreft, nr.731/1.
9. Voorstel van resolutie (mevrouw Claudine Drion c.s.)
betreffende de Wereldvrouwenmars 2000, nr.732/1.
10. Voorstel van resolutie (de heren Claude Eerdekens,
Andre´ Fre´de´ric, Thierry Giet, Bruno Van Grootenbrulle en
mevrouw Maggy Yerna) betreffende de mensenhandel,
nr.733/1.
11. Wetsvoorstel (mevrouw Yolande Avontroodt en de
heer Filip Anthuenis) tot instelling van een adoptieverlof
voor werknemers en zelfstandigen, nr.734/1.
3. Proposition de loi (MM. Jean-Pierre Detremmerie et
Andre´ Smets) visant la suppression du vote automatise´
et la ge´ne´ralisation du de´pouillement par lecture optique,
n°726/1.
4. Proposition de loi (MM. Patrick Moriau et Thierry Giet)
modifiant la loi du 24 fe´vrier 1921 concernant le trafic de
substances ve´ne´neuses, soporifiques, stupe´fiantes, de´s-
infectantes ou antiseptiques en vue de de´pe´naliser
l'usage du cannabis, n° 727/1.
5. Proposition de loi (Mme Joe¨lle Milquet) modifiant les
articles 1582, 1583 et 1589 du Code civil, n° 728/1.
6. Proposition de loi (M. Jean-Jacques Viseur) modifiant
l'arre^te´ royal n° 50 du 24 octobre 1967 relatif a` la pension
de retraite et de survie des travailleurs salarie´s ainsi que
l'arre^te´ royal n° 72 du 10 novembre 1967 relatif a` la
pension de retraite et de survie des travailleurs inde´pen-
dants en vue d'autoriser le cumul entre une pension de
survie et une indemnite´ pour cause de maladie,
d'invalidite´ ou de cho^mage involontaire, n°729/1.
7. Proposition de loi (M.
Francis Van den Eynde)
modifiant la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des
langues en matie`re judiciaire, n°730/1.
8. Proposition de loi (Mme Kathleen van der Hooft)
modifiant la loi du 30 avril 1999 relative a` l'occupation des
travailleurs e´trangers en ce qui concerne les jeunes au
pair, n°731/1.
9. Proposition de re´solution (Mme Claudine Drion et
consorts) sur la marche mondiale des femmes de l'an
2000, n°732/1.
10. Proposition de re´solution (MM. Claude Eerdekens,
Andre´ Fre´de´ric, Thierry Giet, Bruno Van Grootenbrulle et
Mme Maggy Yerna) relative a` la traite des e^tres humains,
n°733/1.
11. Proposition de loi (Mme Yolande Avontroodt et
M. Filip Anthuenis) instaurant un conge´ d'adoption pour
les travailleurs salarie´s et les travailleurs inde´pendants,
n°734/1.
HA 50
PLEN 062
35
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
PLENAIRE VERGADERING
SEANCE PLENIERE
WOENSDAG 21 JUNI 2000
MERCREDI 21 JUIN 2000
MEDEDELINGEN
COMMUNICATIONS
COMMISSIES
Verslagen
Volgende verslagen werden ingediend :
namens de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de
Algemene Zaken en het Openbaar Ambt,
- door de heer Franc¸ois-Xavier de Donne´a, over het
wetsvoorstel van de heren Willy Cortois, Yves Leterme,
Jef Tavernier, Claude Eerdekens, Daniel Bacquelaine,
Dirk Van der Maelen, Jean-Pierre Detremmerie en Alfons
Borginon tot wijziging van sommige wetten inzake de
verkiezing van de provincie-, gemeente- en districtsraden
en raden voor maatschappelijk welzijn wat de verkiezing-
suitgaven betreft (nr.672/4);
- door mevrouw Els Van Weert, over het wetsvoorstel van
de heer Geert Bourgeois tot wijziging van artikel 72, 5°,
van de nieuwe gemeentewet (nr. 652/2);
- door de heer Andre´ Fre´de´ric, over :
. het wetsontwerp tot wijziging van artikel 2, eerste lid,
van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsre-
gisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet
van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister
van de natuurlijke personen (overgezonden door de
Senaat) (nr.519/3);
. het wetsvoorstel van de heer Hugo Coveliers tot wijzi-
ging van artikel 1ter van de wet van 6augustus1931 hou-
dende vaststelling van de onverenigbaarheden en ont-
zeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers
en ministers van Staat, alsmede de leden en de gewezen
leden van de wetgevende Kamers (nr. 665/2);
namens de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting,
- door de heer Eric van Weddingen, over het wetson-
twerp betreffende de tenuitvoerlegging van het avenant,
ondertekend te Brussel op 8 februari 1999, bij de ove-
reenkomst tussen Belgie¨ en Frankrijk tot voorkoming van
dubbele belasting en tot regeling van wederzijdse admi-
nistratieve en juridische bijstand inzake inkomstenbelas-
tingen, ondertekend te Brussel op 10 maart 1964
(nr.683/3);
namens de commissie voor de Justitie,
COMMISSIONS
Rapports
Les rapports suivants ont e´te´ de´pose´s :
au nom de la commission de l'Inte´rieur, des Affaires
ge´ne´rales et de la Fonction publique,
- par M. Franc¸ois-Xavier de Donne´a, sur la proposition
de loi de MM. Willy Cortois, Yves Leterme, Jef Tavernier,
Claude Eerdekens, Daniel Bacquelaine, Dirk Van der
Maelen, Jean-Pierre Detremmerie et Alfons Borginon
modifiant, en ce qui concerne les de´penses e´lectorales,
certaines lois relatives a` l'e´lection des conseils provin-
ciaux, communaux et de district et des conseils de l'aide
sociale (n°672/4);
- par Mme Els Van Weert, sur la proposition de loi de M.
Geert Bourgeois modifiant l'article 72, 5°, de la nouvelle
loi communale (n° 652/2);
- par M. Andre´ Fre´de´ric, sur :
. le projet de loi modifiant l'article 2, aline´a 1er, de la loi du
19 juillet 1991 relative aux registres de la population et
aux cartes d'identite´ et modifiant la loi du 8 aou^t 1983
organisant un registre national des personnes physiques
(transmis par le Se´nat)(n° 519/3);
. la proposition de loi de M. Hugo Coveliers modifiant
l'article 1
er
ter de la loi du 6aou^t1931 e´tablissant des
incompatibilite´s et interdictions concernant les ministres,
anciens ministres et ministres d'Etat, ainsi que les mem-
bres et anciens membres des Chambres le´gislatives
(n°665/2);
au nom de la commission des Finances et du Budget,
- par M. Eric van Weddingen, sur le projet de loi relatif a`
l'exe´cution de l'avenant, signe´ a` Bruxelles le 8 fe´vrier
1999, a` la convention entre la Belgique et la France
tendant a` e´viter les doubles impositions et a` e´tablir des
re`gles d'assistance administrative et juridique re´ciproque
en matie`re d'impo^ts sur les revenus, signe´e a` Bruxelles
le 10 mars 1964 (n° 683/3);
au nom de la commission de la Justice,
36
HA 50
PLEN 062
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
- door mevrouw Karine Lalieux, over het wetsontwerp tot
aanvulling van artikel 75 van het Burgerlijk Wetboek
(nr. 582/3);
- door de heer Claude Desmedt, over het wetsvoorstel
van de heren Tony Van Parys, Servais Verherstraeten en
Jo Vandeurzen tot aanvulling van artikel 216quater van
het Wetboek van strafvordering en tot wijziging van
artikel 91 van het Gerechtelijk Wetboek (nr. 525/6).
SENAAT
Overgezonden wetsontwerp
Bij brief van 15 juni 2000 zendt de Senaat over, met het
oog
op
de
koninklijke
bekrachtiging,
het
niet-
gee¨voceerde wetsontwerp tot wijziging van de wet van
11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur
en de wet van 12 november 1997 betreffende de open-
baarheid van bestuur in de provincies en gemeenten
(nr. 604/3).
Ter kennisgeving
Evocatie
Bij brief van 15 juni 2000 deelt de Senaat mee dat op
15 juni 2000, met toepassing van artikel 78 van de
Grondwet, tot evocatie is overgegaan van het wetson-
twerp tot bepaling van de voorwaarden waaronder de
plaatselijke overheden een financie¨le bijstand kunnen
genieten van de Staat in het kader van het stedelijk
beleid (nr. 585/8).
Ter kennisgeving
REGERING
Algemene uitgavenbegroting 2000
In uitvoering van artikel 15 van de gecoo¨rdineerde wetten
op de Rijkscomptabiliteit zendt de vice-eerste minister en
minister van Begroting, bij brieven van 14 juni 2000, twee
lijsten over van herverdelingen der basisallocaties betref-
fende het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu.
Verzonden naar de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting
- par Mme Karine Lalieux, sur le projet de loi comple´tant
l'article 75 du Code civil (n° 582/3);
- par M. Claude Desmedt, sur la proposition de loi de
MM.
Tony Van Parys, Servais Verherstraeten et Jo
Vandeurzen comple´tant l'article 216quater du Code
d'instruction criminelle et modifiant l'article 91 du Code
judiciaire (n°525/6).
SE
´ NAT
Projet de loi transmis
Par message du 15 juin 2000, le Se´nat transmet, en vue
de la sanction royale, le projet de loi modifiant la loi
du 11 avril 1994 relative a` la publicite´ de l'administration
et la loi du 12novembre1997 relative a` la publicite´ de
l'administration dans les provinces et les communes; le
Se´nat ne l'ayant pas e´voque´ (n° 604/3).
Pour information
Evocation
Par message du 15 juin 2000, le Se´nat informe de la
mise en oeuvre, en application de l'article 78 de la
Constitution, le 15 juin 2000, de l'e´vocation du projet de
loi de´terminant les conditions auxquelles les autorite´s
locales peuvent be´ne´ficier d'une aide financie`re de l'Etat
dans le cadre de la politique urbaine (n°585/8).
Pour information
GOUVERNEMENT
Budget ge´ne´ral des de´penses 2000
En exe´cution de l'article 15 des lois coordonne´es sur la
comptabilite´ de l'Etat, le vice-premier ministre et ministre
du Budget transmet, par lettres du 14 juin 2000, deux
bulletins de redistributions d'allocations de base concer-
nant le ministe`re des Affaires sociales, de la Sante´
publique et de l'Environnement.
Renvoi a` la commission des Finances et du Budget
HA 50
PLEN 062
37
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
JAARVERSLAGEN
Belgische Petroleum Federatie
Bij brief van 13juni2000 zendt de secretaris-generaal van
de VZW Belgische Petroleum Federatie het jaarverslag
1999 van de Belgische Petroleum Federatie over.
Verzonden naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetens-
chappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en
de Landbouw
Amnesty International
Bij brief van 14 juni 2000 zendt de directeur van de VZW
Amnesty International het verslag2000 van Amnesty
International
over.
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
RAPPORTS ANNUELS
Fe´de´ration pe´trolie`re belge
Par lettre du 13juin2000, le secre´taire ge´ne´ral de l'ASBL
Fe´de´ration pe´trolie`re belge transmet le rapport annuel
1999 de la Fe´de´ration pe´trolie`re belge.
Renvoi a` la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions scientifiques
et culturelles nationales, des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Amnesty International
Par lettre du 14 juin 2000, le directeur de l'ASBL Amnesty
International transmet le rapport annuel2000 d'Amnesty
International.
Renvoi a` la commission de la Justice
38
HA 50
PLEN 062
21-06-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000