B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE PLENAIRE VERGADERING
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA SÉANCE PLÉNIERE
VAN
DU
10-05-2000
10-05-2000
namiddag
après-midi
HA 50
PLEN 055
HA 50
PLEN 055
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
PLEN 055
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Woensdag 10 mei 2000, 14.15 uur
PLEN 055
BERICHTEN VAN VERHINDERING
7
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN
7
WETSONTWERPEN EN WETSVOORSTEL
8
- wetsontwerp tot bepaling van de criteria bedoeld in
artikel 39, § 2, van de bijzondere wet van 16 januari 1989
betreffende de financiering van de Gemeenschappen en
de Gewesten (overgezonden door de Senaat) (540/1 tot 4)
8
algemene bespreking
8
Sprekers : Zoe´ Genot, rapporteur, Servais Verher-
straeten
, rapporteur, Jean-Pol Poncelet, voorzitter van
de PSC-fractie, Guido Tastenhoye, Alfons Borginon,
Gerolf Annemans, voorzitter van de Vlaams Blok-
fractie, Marc Van Peel, voorzitter van de CVP-fractie,
Hugo Coveliers, voorzitter van de VLD-fractie
bespreking van de artikelen
24
- wetsontwerp tot uitvoering van artikel 62 van de bijzon-
dere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering
van de Gemeenschappen en de Gewesten (overgezon-
den door de Senaat) (541/1 tot 4)
25
algemene bespreking
25
bespreking van de artikelen
25
- wetsvoorstel van de heer Alfons Borginon c.s. tot wijzi-
ging van artikel 345 van de nieuwe gemeentewet (393/1
tot 6)
25
hervatting van de algemene bespreking
26
Sprekers : Claude Desmedt, rapporteur, Alfons Bor-
ginon
, Didier Reynders, minister van Financie¨n,
Guido Tastenhoye, Marc Van Peel, voorzitter van de
CVP-fractie, Fred Erdman, voorzitter van de SP-fractie
bespreking van de artikelen
27
- wetsontwerp betreffende de vereiste decimalisering voor
de invoering van de euro in de computerprogramma's van
de overheid en voor de prijsaanduiding op metrologische
toestellen (573/1 en 2)
wetsontwerp betreffende de invoering van de euro in de
wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als
bedoeld in artikel 77 van de Grondwet (574/1 tot 3)
wetsontwerp betreffende de invoering van de euro in de
wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als
bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (575/1 tot 3)
27
algemene bespreking
27
Sprekers : Alfons Borginon, Didier Reynders, minis-
ter van Financie¨n
Sommaire
Mercredi 10 mai 2000, 14.15 heures
PLEN 055
EXCUSE
´ S
7
ORDRE DES TRAVAUX
7
PROJETS ET PROPOSITION DE LOI
8
- projet de loi fixant les crite`res vise´s a` l'article 39, § 2, de
la loi spe´ciale du 16 janvier 1989 relative au financement
des Communaute´s et des Re´gions (transmis par le Se´nat)
(540/1 a` 4)
8
discussion ge´ne´rale
8
Orateurs : Zoe´ Genot, rapporteuse, Servais Verher-
straeten
, rapporteur, Jean-Pol Poncelet, pre´sident du
groupe PSC, Guido Tastenhoye, Alfons Borginon,
Gerolf Annemans, pre´sident du groupe Vlaams Blok,
Marc Van Peel, pre´sident du groupe CVP, Hugo Cove-
liers
, pre´sident du groupe VLD
discussion des articles
24
- projet de loi exe´cutant l'article 62 de la loi spe´ciale du 16
janvier 1989 relative au financement des Communaute´s et
des Re´gions (transmis par le Se´nat) (541/1 a` 4)
25
discussion ge´ne´rale
25
discussion des articles
25
- proposition de loi de M. Alfons Borginon et consorts
modifiant l'article 345 de la nouvelle loi communale
(393/1 a` 6)
25
reprise de la discussion ge´ne´rale
26
Orateurs : Claude Desmedt, rapporteur, Alfons Borgi-
non
, Didier Reynders, ministre des Finances, Guido
Tastenhoye
, Marc Van Peel, pre´sident du groupe CVP,
Fred Erdman, pre´sident du groupe SP
discussion des articles
27
- projet de loi relatif a` la de´cimalisation ne´cessaire pour
l'introduction de l'euro dans les programmes informati-
ques du secteur public et a` l'indication des prix sur les
instruments me´trologiques (573/1 et 2)
projet de loi relatif a` l'introduction de l'euro dans la
le´gislation concernant les matie`res vise´es a` l'article 77 de
la Constitution (574/1 a` 3)
projet de loi relatif a` l'introduction de l'euro dans la
le´gislation concernant les matie`res vise´es a` l'article 78 de
la Constitution (575/1 a` 3)
27
discussion ge´ne´rale
27
Orateurs :
Alfons
Borginon,
Didier
Reynders,
ministre des Finances
HA 50
PLEN 055
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
bespreking van de artikelen van het wetsontwerp nr. 5
28
bespreking van de artikelen van het wetsontwerp nr. 5
28
bespreking van de artikelen van het wetsontwerp nr. 5
29
- wetsontwerp houdende instemming met de Overeen-
komst tussen het Koninkrijk Belgie¨ en de Voedsel- en
Landbouworganisatie van de Verenigde Naties inzake de
oprichting in Belgie¨ van een verbindingsbureau van deze
organisatie, ondertekend te Brussel op 5 februari 1997
(overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (578/1)
29
algemene bespreking
29
bespreking van de artikelen
29
- wetsontwerp houdende instemming met de Overeen-
komst tussen het Koninkrijk Belgie¨ en de Tsjechische
Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en tot
het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake
belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en
met het Protocol, ondertekend te Brussel op 16 december
1996 (overgezonden door de Senaat) (zonder verslag)
(580/1)
30
algemene bespreking
30
bespreking van de artikelen
30
- wetsontwerp houdende instemming met het Aanvullend
Protocol bij het Europees Sociaal Handvest ter invoering
van een systeem van collectieve klachten, gedaan te
Straatsburg op 9 november 1995 (overgezonden door de
Senaat) (zonder verslag) (610/1)
30
algemene bespreking
30
bespreking van de artikelen
30
- wetsontwerp houdende instemming met het Instrument
tot wijziging van het Statuut van de Internationale Arbeids-
organisatie, aangenomen door de Internationale Arbeids-
conferentie in haar vijfentachtigste zitting te Gene`ve op
19 juni 1997 (overgezonden door de Senaat) (zonder
verslag) (611/1)
30
algemene bespreking
31
bespreking van de artikelen
31
- wetsontwerp houdende instemming met de Overeen-
komst tussen de regering van het Koninkrijk Belgie¨ en de
regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨
en Noord-Ierland inzake het vervoer van aardgas door
middel van een pijpleiding tussen het Koninkrijk Belgie¨ en
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨ en Noord-
Ierland, ondertekend te Brussel op 10 december 1997
(overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (612/1)
31
algemene bespreking
31
bespreking van de artikelen
31
discussion des articles du projet de loi n° 5
28
discussion des articles du projet de loi n° 5
28
discussion des articles du projet de loi n° 5
29
- projet de loi portant assentiment a` l'Accord entre le
Royaume de Belgique et l'Organisation des Nations unies
pour l'Alimentation et l'Agriculture sur l'e´tablissement en
Belgique d'un bureau de liaison de cette organisation,
signe´ a` Bruxelles le 5 fe´vrier 1997 (transmis par le Se´nat)
(sans rapport) (578/1)
29
discussion ge´ne´rale
29
discussion des articles
29
- projet de loi portant assentiment a` la Convention entre le
Royaume de Belgique et la Re´publique tche`que tendant a`
e´viter la double imposition et a` pre´venir l'e´vasion fiscale
en matie`re d'impo^ts sur le revenu et sur la fortune, et au
Protocole, signe´s a` Bruxelles le 16 de´cembre 1996 (trans-
mis par le Se´nat) (sans rapport) (580/1)
30
discussion ge´ne´rale
30
discussion des articles
30
- projet de loi portant assentiment au Protocole additionnel
a` la Charte sociale europe´enne pre´voyant un syste`me de
re´clamations collectives, fait a` Strasbourg le 9 novem-
bre 1995 (transmis par le Se´nat) (sans rapport) (610/1)
30
discussion ge´ne´rale
30
discussion des articles
30
- projet de loi portant assentiment a` l'Instrument pour
l'amendement de la Constitution de l'Organisation inter-
nationale du travail, adopte´ par la Confe´rence internatio-
nale du travail a` sa quatre-vingt-cinquie`me session, a`
Gene`ve le 19 juin 1997 (transmis par le Se´nat) (sans
rapport) (611/1)
30
discussion ge´ne´rale
31
discussion des articles
31
- projet de loi portant assentiment a` l'Accord entre le
gouvernement du Royaume de Belgique et le gouverne-
ment du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande
du Nord relatif au transport de gaz naturel par canalisation
entre le Royaume de Belgique et le Royaume-Uni de
Grande Bretagne et d'Irlande du Nord, signe´ a` Bruxelles le
10 de´cembre 1997 (transmis par le Se´nat) (sans rapport)
(612/1)
31
discussion ge´ne´rale
31
discussion des articles
31
4
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
- wetsontwerp houdende instemming met de Overeen-
komst tussen het Koninkrijk Belgie¨, het Groothertogdom
Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden ter uitvoe-
ring van het Europees Verdrag inzake sociale zekerheid
van 14 december 1972, met de Bijlage bij de Overeen-
komst en met de Administratieve Schikking voor de toe-
passing van de Overeenkomst, gedaan te Brussel op
24 juni 1996 (overgezonden door de Senaat) (zonder
verslag) (613/1)
31
algemene bespreking
32
bespreking van de artikelen
32
- wetsontwerp houdende instemming met de Internatio-
nale koffieovereenkomst van 1994, opgemaakt te Londen
op 30 maart 1994 (overgezonden door de Senaat) (zonder
verslag) (614/1)
32
algemene bespreking
32
Spreker : Leen Laenens
bespreking van de artikelen
32
BIJLAGE
35
INTERNE BESLUITEN
35
INTERPELLATIEVERZOEKEN
35
INGEKOMEN
35
VOORSTELLEN
36
TOELATING TOT DRUKKEN
36
MEDEDELINGEN
38
COMMISSIES
38
VERSLAGEN
38
SENAAT
39
AANGENOMEN ONTWERP VAN BIJZONDERE WET
39
REGERING
39
INGEDIEND WETSONTWERP
39
UITGAVEN GEDAAN BUITEN DE BEGROTING
39
ALGEMENE UITGAVENBEGROTING 2000
40
ARBITRAGEHOF
40
PREJUDICIE
¨ LE VRAAG
40
RESOLUTIES
40
EUROPEES PARLEMENT
40
- projet de loi portant assentiment a` l'Accord entre le
Royaume de Belgique, le Grand-Duche´ de Luxembourg et
le Royaume des Pays-Bas pris en exe´cution de la Con-
vention europe´enne de se´curite´ sociale du 14 de´cembre
1972, a` l'Annexe a` l'Accord et a` l'Arrangement administra-
tif pour l'application de l'Accord, faits a` Bruxelles le 24 juin
1996 (transmis par le Se´nat) (sans rapport) (613/1)
31
discussion ge´ne´rale
32
discussion des articles
32
- projet de loi portant assentiment a` l'Accord international
de 1994 sur le cafe´, fait a` Londres le 30 mars 1994
(transmis par le Se´nat) (sans rapport) (614/1)
32
discussion ge´ne´rale
32
Orateur : Leen Laenens
discussion des articles
32
ANNEXE
35
DE
´ CISIONS INTERNES
35
DEMANDES D'INTERPELLATION
35
DEMANDES
35
PROPOSITIONS
36
AUTORISATION D'IMPRESSION
36
COMMUNICATIONS
38
COMMISSIONS
38
RAPPORTS
38
SE
uNAT
39
PROJET DE LOI SPE
´ CIALE ADOPTE
´
39
GOUVERNEMENT
39
DE
´ PO
^ T D'UN PROJET DE LOI
39
DE
´ PENSES FAITES EN MARGE DU BUDGET
39
BUDGET GE
´ NE
´ RAL DES DE
´ PENSES 2000
40
COUR D'ARBITRAGE
40
QUESTION PRE
´ JUDICIELLE
40
RE
uSOLUTIONS
40
PARLEMENT EUROPE
´ EN
40
HA 50
PLEN 055
5
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
6
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
SE´ANCE PLE´NIE`RE
PLENAIRE VERGADERING
du
van
MERCREDI 10 MAI 2000
WOENSDAG 10 MEI 2000
14.15 heures
14.15 uur
De vergadering wordt geopend om 14.16 uur door de
heer Herman De Croo, Kamervoorzitter.
La se´ance est ouverte a` 14.16 heures par M. Herman De
Croo
, pre´sident de la Chambre.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de
minister van de federale regering :
Ministre du gouvernement fe´de´ral pre´sent lors de l'ouver-
ture de la se´ance :
Didier Reynders.
De voorzitter : De vergadering is geopend.
La se´ance est ouverte.
Een reeks interne besluiten en mededelingen moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in de
bijlage bij de handelingen van deze vergadering opgeno-
men worden.
Une se´rie de de´cisions internes et de communications
doivent e^tre porte´es a` la connaissance de la Chambre.
Elles seront reprises en annexe des annales de cette
se´ance.
Berichten van verhindering
Excuse´s
Jose´ Canon, Mirella Minne, Karel Pinxten, Ferdy
Willems, wegens ziekte / pour raison de sante´;
Stef Goris, Raad van Europa / Conseil de l'Europe;
Danny Pieters, buitenslands / a` l'e´tranger.
Ordre des travaux
Regeling van de werkzaamheden
Conforme´ment a` l'avis de la Confe´rence des pre´sidents
de ce jour, je vous propose d'inscrire a` l'ordre du jour de
la se´ance ple´nie`re de demain apre`s-midi :
- la proposition de re´solution de M. Bart Somers, Mme
Marie-The´re`se Coenen et MM. Jean Depreter, Marcel
Bartholomeeussen, Michel Wauthier et Lode Vanoost
relative a` la SNCB (n
os
489/1 a` 4);
- la proposition de re´solution de MM. Bart Somers, Ludo
Van Campenhout et Hugo Philtjens visant a` confier a` la
Cour des comptes une mission de contro^le du bon emploi
par la SNCB des deniers publics (n
os
568/1 et 2).
Le rapporteur est M. Ludo Van Campenhout.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van
voorzitters van vandaag, stel ik u voor op de agenda van
de plenaire vergadering van morgennamiddag in te
schrijven :
- het voorstel van resolutie van de heer Bart Somers,
mevrouw Marie-The´re`se Coenen en de heren Jean De-
preter
, Marcel Bartholomeeussen, Michel Wauthier en
Lode Vanoost betreffende de NMBS (nrs. 489/1 tot 4);
- het voorstel van resolutie van de heren Bart Somers,
Ludo Van Campenhout en Hugo Philtjens strekkende tot
het verlenen aan het Rekenhof van een controleopdracht
op de aanwending van overheidsgeld door de NMBS
(nrs. 568/1 en 2).
De rapporteur is de heer Ludo Van Campenhout.
Pas d'observation ? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar ? (Nee)
Aldus zal geschieden.
HA 50
PLEN 055
7
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Je vous signale par ailleurs que nous n'examinerons pas
la proposition de re´solution de M. Ferdy Willems relative
a` la condamnation a` mort prononce´e a` l'encontre du
leader kurde du PKK, M. O
¨ calan (n
os
21/1 a` 5);
M. Willems e´tant absent cette semaine pour raison de
sante´.
Verder deel ik u mee dat wij het voorstel van resolutie
van de heer Ferdy Willems betreffende de tegen de
Koerdische PKK-leider O
¨ calan uitgesproken doodstraf
(nrs. 21/1 tot 5) niet zullen bespreken daar de heer
Willems wegens gezondheidsredenen deze week afwe-
zig is.
Wetsontwerpen en wetsvoorstel
Projets et proposition de loi
Wetsontwerp tot bepaling van de criteria bedoeld in
artikel 39, § 2, van de bijzondere wet van 16 januari
1989 betreffende de financiering van de Gemeen-
schappen en de Gewesten (overgezonden door de
Senaat) (540/1 tot 4)
Projet de loi fixant les crite`res vise´s a` l'article 39, § 2,
de la loi spe´ciale du 16 janvier 1989 relative au
financement des Communaute´s et des Re´gions
(transmis par le Se´nat) (540/1 a` 4)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
Mme Zoe´ Genot, rapporteuse : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, je ferai juste un bref rapport destine´ a`
marquer le coup.
Le Se´nat nous a transmis ce projet de loi relatif au
financement des communaute´s, projet de loi touchant a`
des proble´matiques sensibles - celles des communau-
te´s -, mais aussi a` des compe´tences importantes : l'en-
seignement, la petite enfance, la culture et autres.
La pe´riode transitoire de dix ans termine´e, l'ancien
gouvernement n'ayant pas tranche´, il e´tait urgent de
pre´senter rapidement un projet, sans sombrer dans le
me´lodrame. C'est ce qui fut fait.
Le projet de loi pre´voit de`s lors un syste`me de finance-
ment des communaute´s base´ sur le nombre d'e´le`ves,
nombre permettant un traitement e´gal a` chaque e´le`ve. Le
contro^le des donne´es finales est confie´ a` un organisme
inde´pendant, la Cour des comptes.
Plusieurs points ont donc e´te´ aborde´s. Le proble`me du
comptage et le choix du crite`re
e´le`ves pluto^t que
enfants a beaucoup alimente´ la discussion. Le comp-
tage des
enfants n'e´tait-il pas plus pre´cis, mais le
crite`re
e´le`ves ne re´pond-il pas plus au principe d'e´ga-
lite´ inscrit dans la Constitution ? Certains ont regrette´
l'absence de prise en compte des e´le`ves de 18 ans et
plus, pre´sents dans l'enseignement secondaire. Le pro-
ble`me de la de´finition et du ramassage concurrentiel a
aussi e´te´ e´voque´.
Le projet de loi met uniquement en place un cadre
ge´ne´ral en ce qui concerne le contro^le de la Cour des
comptes, pour respecter son pouvoir autonome d'inter-
pre´tation. Certains s'interrogent sur la compe´tence de la
Cour des comptes pour ce qui concerne l'aspect politique
de ces matie`res : comment de´cidera-t-elle si un e´cart est
significatif ? Pour le ministre, elle de´cidera sur la base
d'une jurisprudence administrative qu'elle mettra en
place.
La date de remise du comptage, fixe´e au 15 mai pour
cette anne´e, parai^t difficile a` respecter.
Certains ont regrette´ que ce projet de loi ne s'applique
pas aussi a` 1999; d'autres ont regrette´ que le gouverne-
ment pre´ce´dent n'ait pas e´te´ plus entreprenant en la
matie`re.
A la suite de ces discussions, du de´bat et du vote des
diffe´rents amendements, la commission a adopte´ le texte
du projet transmis par le Se´nat, texte que nous soute-
nons et espe´rons voir mis en vigueur rapidement.
De heer Servais Verherstraeten, rapporteur : Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het tweede
wetsontwerp heeft tot doel uitvoering te geven aan de
Bijzondere Wet van 16 januari 1989 met betrekking tot de
financiering van de gemeenschappen. De Bijzondere
Wet stelt de kredieten vast die de gemeenschappen
toegekend krijgen voor het verstrekken van het universi-
tair onderwijs aan buitenlandse studenten. Sedert 1989
is dit niet aangepast. Nochtans bepaalt het huidige artikel
62 dat vanaf het begrotingsjaar 1990 zulks wel kon
gebeuren.
Dit ontwerp legt ook de verplichting op hierover vooraf-
gaand overleg te hebben met de deelregeringen. De
praktijk leert dat het aantal buitenlandse studenten toe-
genomen is en dat de Europese regelgeving ons ertoe
noopt om buitenlandse studenten een gelijkwaardige
behandeling te geven als Belgische studenten.
Met dit ontwerp worden de bedragen verhoogd, zodat
aan het Vlaams onderwijs 1,11 miljard frank wordt uitge-
geven en aan het Waals onderwijs 2,26 miljard frank,
volgens wettelijke criteria die volgens de regering door
een verplicht vooroverleg worden voorafgegaan.
8
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Servais Verherstraeten
De commissie heeft onder meer het kritisch advies van
de Raad van State onder de loep genomen. Volgens de
Raad van State werd met dit ontwerp de Bijzondere Wet
niet uitgevoerd, maar werd ze integendeel gewijzigd,
waardoor een bijzondere meerderheid werd vereist.
Deze bijzondere wet komt volgens sommige leden
slechts via gewone wet tot stand omdat er in de Kamer
op dit ogenblik geen bijzondere meerderheid voorhanden
is. Politieke motieven dirigeren de juridische redenering.
Volgens de oppositie zou de Europese regelgeving niet
gewijzigd zijn. De minister verwees in zijn repliek daarop
onder meer naar veroordelingen van de Belgische Staat
door het Europees Hof van Justitie.
De amendementen die terzake werden ingediend wer-
den alle verworpen. De tekst, identiek aan de tekst van
de Senaat, werd goedgekeurd met 9 stemmen tegen 4.
Mijnheer de voorzitter, ik dank u reeds op voorhand om
mij toe te staan namens mijn fractie het woord te kunnen
voeren.
De voorzitter : Mijnheer Verherstraeten, u hebt als rap-
porteur verslag uitgebracht voor het tweede wetsont-
werp, nr. 541, 1 en 2. Wij behandelen ook het ontwerp
540, 1 en 2. Ik weet dat er een verband tussen beide
bestaat. Uw uiteenzetting voor uw fractie behandelt als ik
het goed begrijp beide ontwerpen.
De heer Servais Verherstraeten (CVP) : Beide wetsont-
werpen vormen uiteraard een politieke deal, zonder
welke de paarse coalitie niet tot stand was gekomen.
eerste minister Verhofstadt is erin geslaagd datgene te
doen wat zijn voorganger nooit gedaan heeft, namelijk
Vlaanderen laten dokken voor de problemen van het
Franstalig onderwijs. Dit hoeft ons niet te verrassen.
Historici zeggen l'histoire se re´pe`te. Dat is hier ook het
geval. In 1991 had de heer Verhofstadt reeds aan
Wallonie¨ beloofd voorschotten te geven op de algemene
herziening van de financieringswet. Hij doet dit huzaren-
stukje in 1999 met meer succes over. Boze tongen
beweren dat
da joeng niet veranderd is.
Vlaanderen stoot zich voor de tweede maal aan dezelfde
steen, maar nu wel met financie¨le gevolgen.
Toen dit akkoord tot stand is gekomen, werd het niet
onmiddellijk openbaar gemaakt. Men spreekt vandaag
van openbaar zwijgen. Intern werd er wel gepraat. Als ik
de berichten in de kranten mag geloven, zou dit akkoord
tot stand gekomen zijn op een verjaardagsfeestje voor
minister Vande Lanotte. Mijnheer de vice-eerste minister,
eigenlijk zouden we detective moeten gaan spelen en u
vragen wanneer u verjaard bent. Zo kunnen we te weten
komen wanneer het geheime onderwijsakkoord van deze
regering initieel tot stand is gekomen. Vervolgens werd er
wetgevend werk gedaan op het kabinet van de vice-
eerste minister.
In elk geval waren de afspraken die aanvankelijk binnen
de meerderheid waren gemaakt - en waarvan de Volks-
unie niet of onvoldoende op de hoogte was - niet
duidelijk. Dat blijkt onder meer ook uit diverse verklarin-
gen van de eerste minister zelf. Hij heeft gezegd dat hij
overleg heeft gepleegd met het Rekenhof. Als we het
verslag van de Senaat erop nalezen, stellen we vast dat
het Rekenhof duidelijk zegt dat er geen formeel overleg
heeft plaatsgevonden met de regering. De premier heeft
in zijn verklaring in september gezegd dat het vrij evident
was dat de schoolplichtige jeugd als basis werd geno-
men. Hij antwoordde dit op een vraag van mevrouw Van
de Casteele. Als we het ontwerp dat hier voorligt onder
de loep nemen, moeten we duidelijk vaststellen dat de
objectieve criteria die hier worden gebruikt totaal in
tegenstrijd zijn met de verklaring die de eerste minister in
september aflegde.
De eerste minister heeft ook gezegd dat deze ontwerpen
tijdelijk waren. We moeten nochtans vaststellen dat de
Waalse regering het tegenovergestelde liet optekenen in
het Overlegcomite´. De eerste minister stelde bovendien
dat het in communautaire zaken afgelopen moest zijn
met de wafelijzerpolitiek. Deze ontwerpen zijn een ty-
pisch voorbeeld van consumptiefederalisme waarbij een
wet wordt goedgekeurd ten behoeve van e´e´n Gemeen-
schap.
Toen het akkoord er eenmaal was, moest alles snel en zo
mogelijk ook efficie¨nt gaan. Het is echter iets minder
efficie¨nt
verlopen.
Men
spreekt
van
het
Sint-
Elooisakkoord. Sint-Elooi is de patroonheilige van de
smeden. In de nacht van Sint-Elooi is in elk geval wat
recht was krom gesmeed. In een paar uren werd er een
groot kostenplaatje voor de Vlaamse Gemeenschap op-
gesteld. Het triomfalisme van de minister-president van
Vlaanderen, dat het niet om 1,8 miljard frank maar
slechts om 1,55 miljard frank gaat, is dan ook totaal
misplaatst.
Er zijn duidelijk ook legistieke opmerkingen te maken
over deze ontwerpen. De kritiek van de Raad van State
op deze ontwerpen was sneerend. Deze regering houdt
daar geen rekening mee, niettegenstaande ze het tegen-
overgestelde beweert. De Raad van State zegt dat deze
ontwerpen ongrondwettig voorkomen en de regering
ontkent dat, ten onrechte. De vice-eerste minister zei in
de commissie dat deze ontwerpen wel in overeenstem-
ming zijn met artikel 180 van de Grondwet. Hij baseerde
zich hiervoor op de extensieve interpretatie. Hij be-
weerde dat er reeds uitbreidingen hadden plaatsgevon-
den van de wetgeving inzake het Rekenhof, de wetge-
ving van 1995 en 1998, de laatste met de beperkte
doelmatigheidscontrole. Die wetten hebben echter in elk
geval niet aan de basisbevoegdheden van artikel 180
van de Grondwet geraakt. Deze ontwerpen doen dat wel.
HA 50
PLEN 055
9
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Servais Verherstraeten
Het Rekenhof mag nu onder meer het vrij onderwijs
controleren, mag lokale besturen die onderwijs organise-
ren controleren, wat een schending van de gemeentelijke
autonomie is, mag prive´-onderwijs controleren, mag niet-
gesubsidieerd onderwijs, dat niet over overheidsgelden
beschikt, controleren. Dat druist in tegen de bepalingen
van artikel 180 van de Grondwet. Het artikel 180 gaf het
Rekenhof bevoegdheden tot legaliteitscontrole en tot een
beperkte opportuniteitscontrole. Het Rekenhof wordt nu
van een beleidscontrolerend instrument van de wetge-
vende macht omgevormd tot een beleidsvoorbereidend
instrument van de uitvoerende macht. Het Rekenhof
wordt zo een speelbal van toevallige meerderheden met
het gevaar de onafhankelijkheid en de reputatie, die het
jarenlang heeft opgebouwd, te verliezen.
Deze wet zou een bijzondere wet moeten zijn. Men heeft
er een gewone wet van gemaakt aangezien deze meer-
derheid geen bijzondere meerderheid in het parlement
kan krijgen. Politieke motieven vormen de basis van
juridische redeneringen. Deze wet is onuitvoerbaar en
oncontroleerbaar. Dat zal in de praktijk blijken. Het
Rekenhof moet op 6 weken tijd de elektronische bestan-
den controleren en de criteria ervan bepalen. Indien de
elektronische bestanden niet correct zijn, dient het
Rekenhof binnen de 6 weken het leerlingenaantal na te
gaan tussen 15 januari en 1 februari. In de besprekingen
van de Senaat bleek dat het schaamlapje van de
concurrentie¨le ophalingen alleen kan worden voorgehou-
den op basis van verklaringen van eer, die niet kunnen
worden gecontroleerd. Er gebeuren, tussen haakjes,
ophalingen van minder dan 9 leerlingen. Zij vallen hier
dus niet onder.
Het Rekenhof krijgt bovendien een beleidsmarge. Mijn-
heer de vice-eerste minister, wij hebben de besprekingen
in de Kamer kort gehouden. Wij hebben de oefening van
de Senaat niet herhaald. U hebt eigenlijk bevestigd dat
het Rekenhof autonome uitleggingsbevoegdheid voor
deze wet zal krijgen waardoor u niet op specifieke vragen
in de Senaat hebt geantwoord. Het is niet aan het
Rekenhof om wetten op dat vlak te interpreteren maar
aan de wetgever om objectieve criteria in te vullen.
Er is een belangrijk element dat niet is aangehaald in de
besprekingen van de Senaat. Het rijksregisternummer
behoort
in voorkomend geval tot de gegevens die de
gemeenschappen moeten bezorgen aan het Rekenhof.
Het rijksregister is een belangrijk element omdat op die
manier een objectieve controle kan plaatsvinden en men
dubbeltellingen kan nagaan. Het rijksregisternummer
moet niet worden bekendgemaakt, in tegenstelling tot
alle andere elementen zoals de naam en het adres. Het
rijksregisternummer wordt in de wet vermeld als
in
voorkomend geval
, dus als het er is. Men weet inder-
daad dat noch de Vlaamse Gemeenschap, noch de
Waalse Gemeenschap volledig in orde is met gegevens
omtrent het rijksregisternummer. Men moet op het terrein
vaststellen dat Vlaanderen quasi niet in orde is. Het
Vlaams onderwijs keert subsidies uit op basis van het
rijksregisternummer van leerlingen. Dat is de enige ob-
jectieve controle. In het Waals onderwijs staat men daar
ver van. Deze meerderheid is tevreden met de belofte
van de twee gemeenschappen dat ze hun best zullen
doen. Ze hebben daar noch een timing, noch een
resultaatsverbintenis aan gekoppeld. Het gaat om een
louter morele belofte, een inspanningsverbintenis die op
geen enkele wijze wordt bestraft indien ze niet op korte of
middellange termijn wordt ingevuld. U geeft het enige
instrument van het Rekenhof om op een ernstige en
objectieve manier dubbeltellingen te controleren, uit han-
den. Om deze redenen zullen wij nogmaals een amen-
dement indienen om deze wet terzake sluitender te
maken.
Dit is een politiek akkoord dat ons moet verbazen en niet
verbazen. Tijdens de vorige wetgevende verkiezingen
van 13 juni, zei de fractievoorzitter van de VLD in het
Vlaams Parlement, de heer Denys, dat er geen herzie-
ning van artikel 39 van de financieringswet mocht gebeu-
ren zonder een globale herziening van de staats-
hervorming. Ze moesten aan elkaar worden gekoppeld.
Dit artikel moest de hefboom zijn. We moeten vaststellen
dat die hefboom uit handen wordt gegeven.
Tijdens besprekingen in de commissie voor de Herzie-
ning van de Grondwet hier in de Kamer viel het op dat
e´e´n Franstalige collega, de heer Maingain, heeft gei¨nter-
venieerd. Hij juichte toe dat er een ontkoppeling is
gebeurd tussen de herziening van dit artikel 39 en de
verdere wijziging van de staatshervorming.
In dezelfde lijn als de verklaringen van fractievoorzitter
Denys, zei de toenmalige partijvoorzitter Verhofstadt toen
dat hij pleitte voor een Vlaams front om de gesprekken
gezamenlijk voor te bereiden. Die woorden is hij verge-
ten, minstens heeft hij ze ingeslikt. De partijvoorzitter van
de Volksunie zei dat de VLD haar naam opnieuw diende
te wijzigen in de oorspronkelijke PVV, de
Pest Voor
Vlaanderen
. De naam dient niet gewijzigd. De VLD kan
haar naam behouden :
Vlaanderen Laten Dokken.
Het doet ons uiteraard deugd dat ook onze vrienden van
de Volksunie deze twee ontwerpen zullen afkeuren. Hun
rol in de cruciale periode tijdens het jaareinde was zeer
bizar. Mevrouw Van de Casteele heeft de premier hier-
over gei¨nterpelleerd, onder meer tijdens de september-
verklaring. De premier vergiste zich toen en beweerde
dat de bevolkingscijfers evident moeten worden gebruikt.
Ook de VU vertolkte dit nobel standpunt, maar ze hebben
het moeten inslikken. Ze hebben toen gezegd dat de
verandering van de financieringswet op de COSTA moest
worden besproken. Die woorden waren nog niet koud of
ze beweerden dat het niet op de COSTA moest worden
besproken, maar dat men de ronselpraktijken wel moest
gaan uitzuiveren. We zien dat die uitgezuiverd worden.
10
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Servais Verherstraeten
Ronselpraktijken mogen nog op particulier initiatief en
zeker als het om minder dan 9 leerlingen gaat. Ook dat
begreep de VU en ze verklaarden deze wet tijdelijk,
hoogstens voor een jaar. Wanneer ook dat niet kon
worden hard gemaakt in deze wet, beloofden ze dat
indien er binnen twee jaar niets zou zijn gebeurd, ze een
wetsvoorstel terzake zouden indienen.
Dit is in die cruciale periode pijnlijk, vooral omdat u met
uw vertegenwoordigers in de Vlaamse regering, de hef-
boom vast had om deze twee wetten nog tegen te
houden. Als oppositie konden wij dat niet. U kon dit vanuit
de Vlaamse meerderheid. Jammer genoeg hebben som-
mige leden van de VU hun twee ministers voor een
periode van twee jaar vastgespijkerd op de regerings-
banken en zo de herziening van de financieringswet
mogelijk gemaakt. Aldus kan een belangrijk bedrag
Vlaams geld - het doet niet terzake dat het maar 1,55
miljard is - zonder objectieve controle van Vlaanderen
naar Wallonie¨ sluizen.
Dit is een slecht akkoord. Vlaanderen betaalt voor 64%
belastingen in dit land en zal meer moeten betalen. Wij
zijn geen tegenstander van een gelijke behandeling van
een leerling in het onderwijs. Eigenlijk is dat ook in de
financieringswet bepaald en voor een stuk bij de wet van
1989 afgesproken.
Een Waalse leerling mag inderdaad gelijk zijn aan een
Vlaamse leerling. Wij hebben echter geen garanties over
de wijziging van deze ontwerpen. Er is geen objectieve
controle mogelijk. Deze ontwerpen zijn niet alleen slecht
voor Vlaanderen, ze zijn ook slecht voor het onderwijs.
De concurrentieslag om leerlingen en meer in het bijzon-
der de concurrentieslag in Brussel, zal blijven voortduren
en dit kan niet ten bate zijn van de kwaliteit van het
onderwijs.
Voor ons is het onbegrijpelijk dat een objectieve en
beleidsneutrale regeling volgens de bevolkingscijfers niet
als basis heeft gediend voor de wijziging van de
financieringswet. Dit zijn niet alleen onze woorden of de
woorden van mevrouw Van de Casteele, maar het waren
ook de woorden van de toenmalige minister van Onder-
wijs Van den Bossche toen hij nog Vlaamse bevoegdhe-
den had. Hij hult zich nu echter ook in stilzwijgen. Wij
betreuren dat. Wij zullen terzake opnieuw amendemen-
ten indienen en tegen de voorliggende ontwerpen stem-
men.
Le pre´sident : Monsieur Poncelet, vous avez dit que
vous parleriez des deux projets. Est-ce exact ?
M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident, je
voudrais d'abord expliquer pourquoi j'interviens mainte-
nant. Je suis en effet redevable a` la Chambre d'une
explication puisque je n'ai pas pu le faire, il y a quelques
jours, en commission, suite a` une double raison et a` la
convergence de deux phe´nome`nes. Premie`rement,
j'avais pris du retard, mais cela peut arriver a` tout un
chacun. Deuxie`mement, la rapidite´ particulie`re, la ve´lo-
cite´ et la vivacite´ du pre´sident, que nous connaissons,
ont fait qu'il a clo^ture´ les travaux avant me^me que j'aie eu
l'occasion d'intervenir.
Le pre´sident : Cela n'est pas un fait unique.
M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident,
permettez-moi de continuer. Cela explique donc pourquoi
j'aimerais intervenir maintenant et pourquoi j'ai de´pose´
deux amendements alors que je n'ai pas pu le faire en
commission. Je sais que cela s'oppose a` la tradition
parlementaire.
Le pre´sident : Il n'y a aucun proble`me.
M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Je vous remercie. Je
voudrais re´unir mon propos sur les deux textes, me^me si
formellement notre ordre du jour parle d'abord de l'article
39, puisqu'ils sont connus l'un et l'autre sous le terme
d'
accord de la Saint-Eloi et que, comme chacun le sait,
Saint-Eloi est le patron des orfe`vres et des forgerons. On
pourrait penser que tout cela est pre´monitoire, mais en
fait, les accords de la Saint-Eloi constituent sans aucun
doute un tre`s bel hommage au patron des orfe`vres. Mais
ils constituent aussi une injure et une insulte au patron
des forgerons qui, eux, re´alisent des oeuvres durables.
Les accords de la Saint-Eloi repre´sentent ce qu'il y a de
mieux dans le domaine de l'
orfe`vrerie politicienne que
certains, a` l'e´poque, ont appele´
la plomberie. Je pre´-
tends qu'ils font preuve d'ille´galite´, de duplicite´ et, me^me
si le terme est abusif pour certains, de mensonge - je
m'expliquerai a` ce sujet - combine´s a` un brio digne des
grands orfe`vres, au nombre desquels figure d'ailleurs
Saint-Eloi qui ve´cut a` Tournai au Ve sie`cle, pour rester
dans les re´fe´rences historiques.
Ces accords de la Saint-Eloi constituent une insulte au
patron des forgerons dans la mesure ou` ils sont d'une
infime fragilite´. Ils ne re´sisteront ni a` l'examen d'un
recours introduit devant la Cour d'arbitrage, ni a` la
moindre pousse´e de fie`vre communautaire qui serait
l'occasion de les remettre en cause sous pre´texte d'ille´-
galite´. J'en veux davantage, bien entendu, aux membres
francophones du gouvernement qui, selon moi - et je
m'emploierai a` le de´montrer -, se sont fait rouler, une fois
de plus, par leurs partenaires flamands. En fait, cette
attitude a conduit les partenaires francophones a` devoir
invoquer demain, pour rester dans la me^me logique, non
plus Saint-Eloi, mais Sainte-Rita, patrone des causes
de´sespe´re´es qui sera sans doute e´voque´e pour sortir du
mauvais pas dans lequel nous sommes aujourd'hui.
Je voudrais revenir sur ces trois caracte´ristiques : l'ille´-
galite´, la duplicite´ et le mensonge.
HA 50
PLEN 055
11
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pol Poncelet
Premie`rement, l'ille´galite´ des accords. Ce n'est pas nous
qui l'affirmons, ni moi, mais bien le Conseil d'Etat dans
son avis rendu en chambres re´unies. Il y constate que les
deux projets exe´cutant les accords de la Saint-Eloi sont
entache´s de graves ille´galite´s. Je ne peux m'empe^cher
de rappeler, avant de l'e´voquer, que le Conseil d'Etat est
une institution que le gouvernement n'a pas inte´re^t a`
ne´gliger. Sans vouloir insister trop lourdement sur la
question, je suppose quand me^me que la nomination de
Mme Reynders a du^ rafrai^chir la me´moire de certains
membres du gouvernement quant a` l'inte´re^t et au ro^le du
Conseil d'Etat, tout comme l'annulation, par la Cour
d'arbitrage, d'un de´cret pris a` l'initiative de Mme Onke-
linx, concernant la suspension automatique des profes-
seurs accuse´s de pe´dophilie, sur lequel le Conseil d'Etat
a rendu un avis extre^mement critique et pour lequel la
Cour d'arbitrage vient de prononcer l'ille´galite´. Le Conseil
d'Etat et la Cour d'arbitrage sont donc deux institutions
qu'il ne faut pas prendre a` la le´ge`re.
En l'occurrence, le Conseil d'Etat formule cinq critiques
fondamentales a` l'encontre du premier projet discute´
aujourd'hui, c'est-a`-dire l'article 39, et une critique fonda-
mentale a` l'encontre du projet de loi exe´cutant l'article 62
de cette me^me loi.
En ce qui concerne le projet de loi, le Conseil d'Etat
souligne d'abord qu'il viole l'article 39, §2, aline´a 2 de la
loi spe´ciale de financement qu'il est cense´ exe´cuter dans
la mesure ou` il ne pre´voit aucun moyen pour l'anne´e
1999, alors que cette disposition imposait que des crite`-
res objectifs soient fixe´s, y compris pour cette anne´e
1999.
Il rele`ve ensuite que le projet de loi est contraire a` l'article
180 de la Constitution qui n'est pas soumis a` re´vision
dans la mesure ou` il attribue de nouvelles compe´tences
de contro^le, de ve´rification et d'arbitrage a` la Cour des
comptes, alors qu'il ressort de la jurisprudence du
Conseil d'Etat que seul le constituant peut attribuer des
compe´tences a` la Cour des comptes.
Il s'interroge encore sur le point de savoir si la complexite´
de la proce´dure mise en place ne risque pas de rendre le
re´gime inope´rant. Il conside`re que les dispositions visant
a` exclure des chiffres les e´le`ves ayant fait l'objet d'un
ramassage concurrentiel dans une autre communaute´
est aussi contraire a` l'article 39, §2, aline´a 2 de la loi
spe´ciale de financement, dans la mesure ou` la distinction
entre ramassage concurrentiel et non concurrentiel ne
repose pas sur un crite`re comme le requiert la loi de
financement.
Il ajoute d'ailleurs a` cet e´gard qu'il y a lieu de s'interroger
sur la compatibilite´ de cette disposition avec les droits
fondamentaux que sont la liberte´ d'enseignement et la
libre circulation des personnes.
Enfin, il rele`ve une contradiction entre l'expose´ des
motifs qui indique que, pour e^tre conside´re´ comme
objectif au sens de l'article 39, §2, aline´a 2 de la loi
spe´ciale de financement, un crite`re doit e^tre neutre sur le
plan politique, c'est-a`-dire qu'il ne doit pas e^tre suscep-
tible d'interpre´tation divergente ou de manipulation par
chacune des communaute´s. Or, le Conseil d'Etat cons-
tate que la re´fe´rence contenue dans le projet de loi a` la
notion
d'e´le`ve re´gulie`rement inscrit dans un e´tablisse-
ment d'enseignement organise´ ou subventionne´
n'est
pas un crite`re neutre puisque la re´gularite´ des inscrip-
tions, l'organisation de l'enseignement et son subven-
tionnement de´pendent des compe´tences des commu-
naute´s.
Pour
augmenter
ces
chiffres,
chaque
communaute´ pourrait de´cider d'octroyer par exemple un
franc de subvention a` tous les e´tablissements qui ne sont
pas subventionne´s actuellement.
Nous estimons donc que le projet du gouvernement, via
l'article 39, §2 de la loi spe´ciale de financement, travestit
la notion d'e´le`ve en excluant de la population scolaire
prise en compte pour le calcul des montants fixe´s par le
premier projet de loi, les e´le`ves a^ge´s de plus de 17 ans,
ce qui vise par exemple les bisseurs, les trisseurs,
contrairement a` ce qui avait e´te´ fait en 1989, lors de la
gene`se de cette disposition.
Cette exclusion remet en cause le principe de solidarite´
auquel le PSC est profonde´ment attache´. Elle rend
difficile la solidarite´ dont doit faire preuve la communaute´
la plus favorise´e sur le plan socio-e´conomique avec la
communaute´ la moins favorise´e, au sein de laquelle il est
ine´vitable que des redoublements soient plus nombreux.
J'espe`re que ce renoncement a` la solidarite´ entre les
communaute´s n'augure pas d'autres renoncements plus
graves en ce qui concerne la se´curite´ sociale ou, peut-
e^tre biento^t, la fiscalite´.
En ce qui concerne le second projet, le Conseil d'Etat
formule dans son avis une critique fondamentale a`
l'encontre du projet de loi : il estime en effet qu'il viole
l'article 62 de la loi spe´ciale de financement qu'il est
pre´cise´ment cense´ exe´cuter. L'article 62 de la loi spe´ciale
de financement ne permet pas au le´gislateur ordinaire de
modifier les montants de base des cre´dits accorde´s par
le pouvoir fe´de´ral aux communaute´s, au titre de finance-
ment des e´le`ves e´trangers pour plus d'une anne´e. Il
souligne que le montant doit, en vertu de l'article 62, soit
e^tre fixe´ chaque anne´e dans le budget, comme d'ailleurs
ce fut fait depuis 1990, soit e^tre inscrit a` l'article 62
lui-me^me, mais alors via une modification de ce dernier
par le biais d'une loi spe´ciale, ce qui n'est pas le cas en
l'occurrence. Il en conclut donc que si l'intention du
le´gislateur est de modifier les montants de´finis au titre de
l'article 62 pour plus d'une anne´e, il lui incombe de
modifier a` la majorite´ spe´ciale la loi spe´ciale de finance-
ment.
12
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pol Poncelet
Ni l'expose´ des motifs de ces deux projets de loi, ni les
interventions du ministre en commission, ni me^me les
discussions en commission n'ont permis de lever les
objections graves d'ille´galite´ formule´es par le Conseil
d'Etat a` l'encontre des deux projets.
Je note en particulier la manie`re a` la fois scandaleuse et
insuffisante dont il a e´te´ re´pondu a` l'objection du Conseil
d'Etat relative au caracte`re subjectif du crite`re relatif au
ramassage concurrentiel des e´le`ves. Pour rencontrer
l'objection du Conseil d'Etat, on vise en fait tous les
ramassages scolaires puisqu'on vise non seulement les
ramassages organise´s par les communaute´s et les re´-
gions, mais e´galement les ramassages effectue´s par une
entite´ reconnue ou subventionne´e par celles-ci, ce qui
revient a` viser tous les ramassages, de`s lors qu'un
ve´hicule de plus de huit places est utilise´. La rupture des
solidarite´s entre la Communaute´ franc¸aise et les habi-
tants des communes a` facilite´s est donc totale et il n'y a
malheureusement pratiquement pas de francophones
pre´sents au parlement pour s'en rendre compte.
Les enfants francophones des communes a` facilite´s, soit
ne pourront plus be´ne´ficier du ramassage scolaire, soit
ne seront plus pris en compte dans le calcul des moyens
de la Communaute´ franc¸aise. La formule retenue pour le
ramassage scolaire imposera a` terme a` la Communaute´
franc¸aise de mettre fin au ramassage dans les commu-
nes a` facilite´s. En effet, si elle maintient les ramassages,
elle sera pe´nalise´e deux fois, d'une part en raison du cou^t
du ramassage et d'autre part, en raison de l'absence de
prise en compte de ces e´le`ves dans la re´partition des
moyens. C'est grave; je suis impatient de voir si les
parlementaires du FDF qui se sont toujours pre´sente´s
comme les grands de´fenseurs de la pe´riphe´rie, se rallie-
ront au gouvernement sur ce point.
La re´ponse est aussi insuffisante. Il n'est en effet apporte´
aucune re´ponse aux objections du Conseil d'Etat quant a`
la compatibilite´ de cette mesure avec les droits fonda-
mentaux que sont la liberte´ d'enseignement et la libre
circulation des personnes. J'attends toujours les e´le´-
ments de re´ponse a` cet e´gard.
Je note ensuite que tous les amendements visant a`
transformer les deux projets de loi en projets de loi
spe´ciale ont e´te´ rejete´s sans qu'aucun argument subs-
tantiel n'ait e´te´ invoque´.
Je note enfin qu'aucune explication satisfaisante n'est
fournie quant a` la de´naturation du concept d'e´le`ve qu'im-
plique le projet du gouvernement et quant au fait
qu'aucun moyen n'est pre´vu pour l'anne´e 1999. Que l'on
ne vienne pas nous dire qu'il e´tait trop tard en de´cembre
1999 pour pre´voir de tels moyens ! Lors de la discussion
de chaque ajustement du budget 1999, nous avons
de´pose´ des amendements en ce sens. Ils ont tous e´te´
rejete´s, avec l'appui des francophones de la majorite´.
Concre`tement, pour nous, les conse´quences de cette
capitulation se traduiront a` l'avenir par une perte de
moyens financiers re´currente de 1,8 milliard, en raison de
l'exclusion des e´le`ves de plus de 17 ans, et par la perte,
au titre seul de l'anne´e 1999, d'une somme de 3,6 mil-
liards de francs. C'est beaucoup quand on connai^t la
situation financie`re de l'enseignement du co^te´ franco-
phone. Les enseignants en sauront gre´ aux francopho-
nes de la majorite´.
Voila` pour ce qui est de l'ille´galite´ du projet du gouver-
nement.
Je voudrais ensuite e´voquer sa duplicite´, au moins a` trois
e´gards. Le premier, c'est celui du contenu des accords
de la Saint-Eloi. Il semble que ces accords comprennent
une se´rie de clauses secre`tes qui apparaissent progres-
sivement au fil du temps. Alors qu'au de´but, on avait le
sentiment que seuls les deux projets de loi dont nous
discutons actuellement avaient fait l'objet de ces ac-
cords, nous avons de´couvert que le ministre des Finan-
ces avait, a` la suite de ces accords, change´ radicalement
d'attitude en ce qui concerne le degre´ d'autonomie
fiscale autorise´ par la loi de financement. C'est en
re´ponse a` l'une de mes interpellations qu'il avait donne´
son premier point de vue.
Nous avons appris la re´activation de l'inspection linguis-
tique de l'enseignement par la de´signation de nouveaux
inspecteurs linguistiques. Puis, nous avons appris que la
re´gionalisation avant Pa^ques de l'agriculture et du com-
merce exte´rieur avait aussi fait l'objet de ce sordide
marchandage. Nous nous attendons donc, dans les
semaines et mois a` venir, a` voir apparai^tre de nouvelles
clauses, jusque-la` garde´es cache´es par les ne´gocia-
teurs. Nous craignons - et nous en sommes quasi
certains - qu'elles ne pourront e^tre que de´favorables aux
francophones.
Deuxie`me exemple de duplicite´ : les francophones du
gouvernement pre´tendent que l'augmentation du cre´dit
pre´vue par l'article 62, §1er de la loi spe´ciale de finan-
cement, est acquise, oserais-je le dire, pour l'e´ternite´ !
Tandis que les Flamands, soutenus en cela par le
Conseil d'Etat - ce qui n'est pas rien -, pre´tendent que cet
accord ne vaut que pour l'anne´e 2000. Les francophones
jouent les autruches. Ils pre´tendront demain que leur
bonne foi a e´te´ abuse´e, alors que tant le Conseil d'Etat
que l'opposition les avaient mis en garde. Il faudra s'en
souvenir.
Dernier e´le´ment de duplicite´ : en commission du Se´nat,
le ministre de l'Economie a justifie´ l'augmentation du
cre´dit pre´vu par l'article 62, §1er, destine´e a` financer les
e´tudiants universitaires e´trangers, par une augmentation
du nombre d'e´tudiants de 80%. Pour e^tre pre´cis, il a dit :
le nombre d'e´tudiants e´trangers europe´ens a augmente´
de manie`re sensible. Il s'agit d'une augmentation d'envi-
HA 50
PLEN 055
13
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pol Poncelet
ron 80%
. A l'examen et malgre´ le refus re´ite´re´ du
ministre de fournir des chiffres pre´cis, il semble que
l'augmentation serait bien de 80% de`s lors qu'on prend
en compte les e´tudiants de l'enseignement supe´rieur non
universitaire. Si tel est le cas, il faut alors e^tre cohe´rent :
si on prend en compte les e´tudiants non universitaires, il
faut modifier l'article 62, §1er afin de permettre leur
inclusion dans les calculs. Il faut e´galement que la cle´ de
re´partition de ce cre´dit entre les communaute´s soit elle
aussi adapte´e a` la re´alite´ des chiffres concernant non
seulement les e´tudiants universitaires mais e´galement
ceux du supe´rieur non universitaire qui sont inscrits dans
chacune des deux communaute´s.
En jouant sur les mots et sur les chiffres, le gouverne-
ment fait encore preuve de duplicite´. Pour clarifier la
situation, nous avons de´pose´ deux amendements visant
a` inclure les e´tudiants du supe´rieur non universitaire tant
pour le calcul du cre´dit que pour sa re´partition entre les
communaute´s.
Selon les chiffres dont nous disposons, faute de disposer
de ceux que le ministre a refuse´ de nous donner, cette
rectification repre´sente un montant re´current de 360
millions de francs par an.
J'en viens au troisie`me volet de mon intervention. Avec
l'ille´galite´ et la duplicite´, les orfe`vres gouvernementaux
sont parvenus a` combiner le mensonge. Puisque j'en
suis a` des me´taphores inspire´es de la vie des saints, je
me permets de me re´fe´rer a` une distinction religieuse
entre les mensonges par action et les mensonges par
omission.
L'attitude du gouvernement rele`ve de cette seconde
cate´gorie. Tout au long de la discussion, celui-ci n'a eu de
cesse de nous cacher les chiffres sur lesquels il fondait la
re´partition des moyens, tire´e de l'article 62, § 1er de la loi
spe´ciale de financement ainsi que le fait qu'il avait charge´
la Cour des comptes, en violation de la Constitution,
d'exe´cuter des missions que doit lui confe´rer le premier
projet de loi sans attendre que celui-ci soit vote´. Cela,
c'est une premie`re !
C'est, en effet, la premie`re fois que le gouvernement
impose, sans le concours du pouvoir le´gislatif, une
mission a` la Cour des comptes, qui est une institution
relevant du pouvoir le´gislatif et qui est charge´e de
contro^ler l'exe´cutif. C'est une violation patente de la
se´paration des pouvoirs. Elle te´moigne d'ailleurs du peu
de cas que fait le gouvernement du respect de nos
institutions et horresco referens, le gouvernement per-
siste, puisqu'a` l'e´gard d'un audit de la SNCB dont nous
allons parler demain apre`s-midi, la me^me proce´dure a
e´te´ utilise´e par la ministre des Transports, qui, par le
de´tour d'une initiative parlementaire, dont le gouverne-
ment est a` la source, demande a` la Cour des comptes
une intervention pour compte du gouvernement.
En conclusion, je souhaite solennellement mettre les
francophones de cette assemble´e en garde - il en reste
un - contre les conse´quences dramatiques qu'aura pour
la Communaute´ franc¸aise l'adoption des deux projets de
loi. J'espe`re, monsieur le de´pute´, que vous en ferez part
a` vos amis du FDF.
Le premier ente´rine une capitulation francophone,
malgre´ l'avis du Conseil d'Etat qui avait entie`rement
de´savoue´ les francophones du gouvernement, dont les
concessions excessives ont e´te´ juge´es contraires a` la loi
spe´ciale de financement. Cette capitulation repre´sente
pour 1999, 3,6 milliards de francs et pour les anne´es
suivantes, 1,8 milliard, soit 25 milliards sur dix ans.
Le second projet de loi, quant a` lui, ressemble e´trange-
ment a` un miroir aux alouettes, puisqu'il accorde aux
francophones des moyens supple´mentaires, incontesta-
blement 795 millions de francs, mais qui sont loin de
compenser le montant auquel les francophones ont
renonce´ dans le cadre du premier projet et par le biais
d'un instrument juridique inade´quat, ce qui les expose a`
un arre^t de la Cour d'arbitrage qui re´duira a` ne´ant ce
faible acquis.
En outre, il re´partit les montants de´gage´s par le gouver-
nement fe´de´ral d'une manie`re qui le`se les francophones
de 360 millions de francs par an, c'est-a`-dire 4 milliards
sur dix ans.
A ces renoncements francophones, il convient encore
d'ajouter les suivants sur la re´gionalisation de l'agricul-
ture et du commerce exte´rieur, intervenue ulte´rieure-
ment, sur la re´activation contraire aux droits de l'homme
de l'inspection linguistique et sur l'autonomie fiscale, qui
heureusement, n'a pas encore e´te´ exe´cute´e.
Je crains que le revirement d'attitude patent du ministre
des Finances par rapport aux soustractionnels cible´s sur
les bas revenus, que se propose d'accorder le gouver-
nement flamand, n'ouvre la porte a` une interpre´tation de
la loi de financement des communaute´s et des re´gions
qui rendra possible une concurrence fiscale exacerbe´e
entre les re´gions, souhaite´e par les Flamands - ils ne s'en
sont jamais cache´s - mais a` laquelle ne survivrait pas le
niveau des vie des Wallons.
A cet e´gard, j'attire votre attention sur une carte blanche
publie´e dans le journal
Le Soir, signe´e par quelques-
uns de nos plus grands e´conomistes, qui sonnent, toutes
tendances confondues, le tocsin par rapport au risque de
l'autonomie fiscale.
En conclusion, monsieur le pre´sident, nous estimons que
le premier projet de loi est imbuvable, tandis que le
second constitue une duperie, s'il n'est pas adopte´,
comme le sugge`re le Conseil d'Etat, a` la majorite´ spe´-
ciale et si les montants ne sont pas eux-me^mes adapte´s.
14
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pol Poncelet
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, de politieke context
waarin dit akkoord tot stand kwam is bekend.
De Sint-Elooisontwerpen zijn een grote farce : pure win-
dow dressing. De Franstaligen moesten hun extra miljar-
den krijgen voor hun noodleidend Onderwijs. Dat werd
hen door formateur Verhofstadt in het geheim toegezegd.
De kaduke constructie werd opgezet om het geheel een
schijn van wettelijkheid te geven.
Het geheim akkoord werd bedisseld bij de totstandko-
ming van deze regering, een regering die in de loges van
Wallonie¨ werd gevormd en die vervolgens, naar traditio-
neel recept, aan Belgie¨ en Vlaanderen werd opgedron-
gen. Omdat deze coalitie in Vlaanderen geen meerder-
heid had, werd ook de VU erbij gehaald. Sedert 1977 is
deze partij de schotelvod van Vlaanderen, de partij van
het geven en het toegeven. Op schaamteloze wijze
toonde Bert Anciaux zijn regeergeilheid; het was toen
voor iedereen in de Wetstraat duidelijk dat de VU er hoe
dan ook wilde bijhoren. Het gevolg was dat haar
onderhandelingspositie het nulpunt benaderde. Er werd
vrijwel niets uit de brand gesleept door toenmalig VU-
voorzitter Patrick Vankrunkelsven die op het verkiezings-
congres van de VU nog onder luid applaus had uitgeroe-
pen dat zijn partij nooit tot een regering zou toetreden die
niet de vijf resoluties van het Vlaams Parlement inzake
de verdere staatshervorming, zou uitvoeren.
Als schaamlapje werd hen dan het covoorzitterschap
van de zogenaamde Costa aangeboden, de inter-
gouvernementele en interparlementaire conferentie voor
de staatshervorming, een vergeetput waarnaar alle
Vlaamse eisen worden verwezen, terwijl de Franstalige
telkens boter bij de vis krijgen. En Vankrunkelsven hapte
toe, want hij mocht alweer een figurantenrolletje spelen,
terwijl Bert Anciaux en Johan Sauwens hun limousines
lieten voorrijden en hun kabinetten konden vullen met
150 medewerkers : de echte en enige reden waarom de
VU haar steun aan deze coalitie verleende.
Mijnheer de voorzitter, ik zal niet meer uitvoerig ingaan
op de technische details van beide wetsontwerpen. Deze
kwam reeds voldoende aan bod in de Senaat en in de
commissie voor de Grondwetsherziening van de Kamer.
CVP-collega Servais Verherstraeten toonde daarnet op
een schitterende wijze de mankementen aan van de
voorliggende ontwerpen. Als de CVP haar amendemen-
ten opnieuw indient, dan zullen wij deze steunen, net
zoals in de commissie.
Trouwens het heeft niet meer zoveel belang. Immers,
iedereen weet dat de regering deze ontwerpen, hoe
gammel en krakkemikkig ook, ongewijzigd zal laten
goedkeuren.
Alleen nog dit : het blijft hoe dan ook verbazingwekkend
met welk gemak deze regering een aantal wettelijke en
grondwettelijke bepalingen naast zich neerlegt. Het wets-
ontwerp dat de financiering wil baseren op het correcte
aantal leerlingen, wat overigens niet het geval zal zijn,
geeft geen uitvoering aan de bijzondere financieringswet,
maar wijzigt deze. Er is dus een bijzondere meerderheid
vereist, maar de regering negeert dit. Voorts zijn de
bevoegdheden van het Rekenhof, dat een controle op
het leerlingenaantal zou moeten uitoefenen, vastgelegd
in de Grondwet. Er is dus eveneens een grondwetsher-
ziening vereist, maar ook dat negeert de regering.
De regering maakt van het Rekenhof op schaamteloze
wijze een instrument voor haar beleid, terwijl deze instel-
ling bij uitstek ten dienste staat van het parlement. Het
Rekenhof heeft trouwens zelf aangegeven dat het niet
over de nodige mensen en middelen beschikt om de
controle op het leerlingenaantal uit te oefenen. Hoe zou
het ook kunnen ?
Geen nood echter. Het is toch slechts een farce, want als
het Rekenhof er niet in slaagt de controles uit te oefenen,
werd er bepaald dat het in laatste instantie aan de
regering toekomt het aantal leerlingen van elke Gemeen-
schap vast te leggen. De regering zal dan wellicht haar
kristallen bol raadplegen.
Het enige echte criterium om de onderwijsdotaties te
bepalen is uitgaan van het aantal schoolplichtige leerlin-
gen tussen 6 en 17 jaar in elke Gemeenschap.
Dat is echter te doorzichtig en te rechtvaardig. De
Franstaligen willen meer federaal geld voor hun onder-
wijs; dat is de kern van de zaak. Dat geld is voor het
overgrote deel Vlaams belastinggeld. Ze dringen trou-
wens nu al aan - ik verwijs naar hun 1 mei-toespraken -
op vers geld, bovenop de 2,4 miljard extra die ze al
binnenhaalden in ruil voor de belastingverlaging die de
liberalen zo graag willen doorvoeren.
Heeft iemand zich al eens afgevraagd waarom de Fran-
staligen zoveel geld voor hun onderwijs nodig hebben ?
Dat onderwijs is per leerling het duurste van Europa. Aan
de hoge kwaliteit zal het niet liggen, want het Franstalig
onderwijs levert zowat de grootste domoren van Europa
af, die niet eens in staat zijn een woord Nederlands te
spreken. Het Franstalig onderwijs telt eveneens een
groot aantal bissers en trissers, veel meer dan in het
Vlaams onderwijs, dat nochtans veel goedkoper is. De
SERV berekende dat het Vlaams onderwijs nu al jaarlijks
5 miljard frank te weinig krijgt. Het Franstalige onderwijs
is zo duur omdat de francofone politici hun onderwijs als
een opvangcapaciteit voor werklozen beschouwen. De
Franstalige scholen worden via politieke benoemingen
volgepropt met pakken overbodige leraars. Wallonie¨
heeft het laagste aantal leerlingen per klas van Europa
en misschien wel van de hele wereld. Zij hebben over-
HA 50
PLEN 055
15
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Guido Tastenhoye
bodige bedienden en overbodig onderhoudspersoneel.
Nu Ecolo tot de regering is toegetreden, eist deze partij -
die in het onderwijs veel kiezers rekruteert - ook haar
deel van de benoemingskoek op. Daarom eist men nu al
nog meer onderwijsgeld.
De VLD kijkt toe. Zij laat dit alles gebeuren, want het
enige wat Verhofstadt en zijn kompanen interesseert is
het behoud van de macht na de tocht van bijna 12 jaar
door de politieke woestijn. Dat de machtsgeile SP en
Agalev dat spelletje graag meespelen hadden we wel
verwacht. Ze houden, geheel in hun traditie, deze door
Franstaligen gedomineerde, anti-Vlaamse regering mee
in het zadel. Dat de eens Vlaams-nationale Volksunie
zich daartoe leent, is door niets anders te verklaren dan
door de regeringsgeilheid van haar leiders. De heer
Bourgeois, die begin dit jaar tot voorzitter werd verkozen,
zal daar niets aan kunnen veranderen. Vele mensen uit
de Volksunie hadden hun hoop op Bourgeois gesteld. Ik
heb in een open brief aan de Vlaams-nationalisten in de
Volksunie voorspeld dat Bourgeois een machteloze voor-
zitter zou worden, gegijzeld door de twee Vlaamse
Volksunie-ministers en hun hovelingen. Deze voorspel-
ling is uitgekomen. Niet als mens, maar als VU-voorzitter,
is Geert Bourgeois een zielenpoot. Op het Barricaden-
plein wordt hij tegen zijn zin omringd door Anciaux- en
Vankrunkelsven-gezinden. De deskundige maar machte-
loze Marc Platel is een uitzondering. De VU-ministers
herkennen zijn gezag niet. De heer Bourgeois verklaarde
terecht dat het akkoord in verband met de defederalise-
ring van Landbouw en Buitenlandse Handel veel te
mager was. Hij noemde het onvoldoende, een eufe-
misme voor lege doos of dode mus. Toch moest hij even
later zijn woorden inslikken en het voor Vlaanderen
belabberde akkoord goedkeuren. Landbouw wordt een
uiteindelijke bevoegdheid van de Waal Louis Michel.
Buitenlandse Handel wordt versterkt als federale instel-
ling, ook al onder Louis Michel, die de Vlaamse export
naar Oostenrijk dapper schade blijft toebrengen omdat
daar een democratisch verkozen partij in de regering zit
die hem niet zint. Het enige wat we van de heer Bour-
geois al hoorden was zijn ophefmakend voorstel om het
Vlaams Blok te verbieden, de Vlaams-nationale partij die
meer dan 600 000 kiezers vertegenwoordigt. Uitgere-
kend de Volksunie, de partij van zwartzakken, die in haar
aanvangsjaren zelf door het Belgische establishment in
haar bestaan werd bedreigd, stelt zoiets voor.
Die wetenschap moet de laatste Vlaams-nationalisten in
de Volksunie toch wel de ogen openen.
Omwille van de houding van de Volksunie heerst in de
Vlaamse Beweging op dit ogenblik een gevoel van
we
worden verraden
. Sinds het aantreden van deze paars-
groene regering, gesteund door de Volksunie, gaan we er
zienderogen op achteruit. In het verleden hebben we
dikwijls veel kritiek gehad op de CVP. Als we moeten
vaststellen hoe anti-Vlaams deze regering te werk gaat,
krijgen we haast heimwee naar de tijd van de CVP. Dit
betekent dat de huidige toestand wel heel erg moet zijn !
Deze regering wordt volkomen geregisseerd en gedomi-
neerd door de Franstaligen. Ik verwijs naar een uitspraak
van Hugo De Ridder, een van de meest vooraanstaande
Wetstraatwatchers. Hij zei, ik citeer :
Als ik nu in de
Wetstraat kom, voel ik bijna lijfelijk de suprematie en de
arrogantie van de Franstaligen
.
Zonder volledig te zijn - dat zou ons te veel tijd kosten -
wil ik een overzicht geven van de vele anti-Vlaamse
daden van deze regering. Het begon met de benoeming
van de totaal Nederlandsonkundige Busquin tot lid van
de Europese Commissie. Op dat ogenblik was Verhof-
stadt nog formateur. Vervolgens gingen de Franstalige
regeringspartners waarvan een aantal Nederlands-
onkundig zijn, in de regering al de belangrijke departe-
menten bezetten. Meteen werd afgesproken de meest
anti-Vlaamse politiek te gaan voeren sedert de repressie-
periode. Ik herhaal dat dit kon gebeuren met de schuldige
medeplichtigheid van de Volksunie. Die anti-Vlaamse
politiek kwam tot uiting in de ontwerpen inzake de
regularisaties en de naturalisaties. Naast de strijd tegen
het Vlaams Blok waren deze ontwerpen bedoeld om de
Vlamingen in Brussel helemaal van de kaart te vegen
door de creatie van tienduizenden nieuwe Belgen, kie-
zers die de francofone lijsten zullen versterken. De
Vlaamse eisen die het Vlaams Parlement had opgesteld,
werden vakkundig afgevoerd. Dag hervorming van de
sociale zekerheid ! Dag eigen fiscaliteit ! Dag overheve-
ling van de provincie- en gemeentewet ! De waarborgen
voor de Brusselse Vlamingen werden afgevoerd naar
een Brusselse mini-Costa waar alleen wordt gesproken
over het gewestelijke niveau en niet over het gemeente-
lijke en waar andermaal een zware prijs zal moeten
worden betaald. In Brussel blijft men de taalwetten op
een grove manier met de voeten treden. Van het zoge-
naamde taalhoffelijkheidsakkoord blijft niets meer over.
Niet lang geleden werd in deze Kamer een wetsvoorstel
weggestemd dat ertoe strekte de tweetaligheid van de
Brusselse brandweer te verplichten. In een ver verleden
werd een dergelijk voorstel medeondertekend door de
VLD en SP. Nu stemden ze samen met de Franstaligen
tegen. Dit alles gebeurt met de schuldige medeplichtig-
heid van de Volksunie. Het veiligheidsplan van Marc
Verwilghen werd onder Franstalige druk geneutraliseerd.
Het
snelrecht
werd
totaal
uitgekleed.
De
politie-
hervorming is volkomen op Franstalige leest geschoeid
en zal de enorme bevoordeling van Wallonie¨, dat in
verhouding meer rijkswachters telt, nog bestendigen. De
ambtenarenhervorming zal in niets lijken op de efficie¨nte
hervorming die op Vlaams niveau werd doorgevoerd. De
economische maatregelen zijn op maat van Wallonie¨ en
gaan in tegen de Vlaamse belangen. Verwijzen we maar
naar het oorspronkelijke Rosettaplan van minister Onke-
linx en naar haar voorstel inzake de invoering van de
16
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Guido Tastenhoye
35-urige werkweek. Deze maatregelen zijn totaal ontoe-
passelijk in Vlaanderen omdat de loonkosten alleen maar
zullen stijgen en bepaalde sectoren nu reeds te kampen
hebben met een tekort aan werkkrachten. Dit alles ge-
beurt met de schuldige medeplichtigheid van de Volks-
unie. In Brussel waar de taalwetten met Vlaams zweet
zijn afgedwongen met als paradepaardje de tweetalig-
heid van het Brusselse gerecht, worden deze zwaar-
bevochten wetten met de voeten getreden en worden op
grote schaal eentalig Franstalige rechters benoemd. Van
de splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-
Halle-Vilvoorde is geen sprake meer, laat staan van het
kiesarrondissement.
Bij de MIVB, de NMBS en De Post worden de Fransta-
ligen eveneens constant bevoordeeld. In het kanton
Sint-Pieters-Leeuw moet de vrederechter nu plots twee-
talig zijn. De Vlaamse politieagenten die in de gemeenten
werken die met Wemmel een politiezone zullen vormen,
zullen in Wemmel Frans moeten spreken. Dit alles ge-
beurt met de schuldige medeplichtigheid van de Volks-
unie.
De Vlaamse achterstelling blijft voortduren tot op de dag
van vandaag. Deze week raakte bekend dat het kern-
kabinet de bouw van vier nieuwe kustmijnenvegers heeft
geschrapt, waardoor de enige overgebleven Vlaamse
scheepsbouwer, SKB, dreigt ten onder te gaan. Het
verlies van deze bestelling van 12 miljard Belgische frank
die in 1994 werd goedgekeurd als een Vlaamse compen-
satie voor de modernisering van de F16's die vooral
Wallonie¨ en Brussel ten goede kwam, is de meest
recente benadeling van Vlaanderen. Dit alles gebeurt
met de schuldige medeplichtigheid van de Volksunie.
Tot slot, maar vooral blijven de enorme geldstromen van
Vlaanderen naar Wallonie¨ en Brussel nog altijd bestaan.
Meer nog, ze nemen zelfs toe, onder meer door dit
nefaste Sint-Elooisakkoord. In 1996 werden de geldstro-
men berekend op 186,5 miljard Belgische frank. Dat
bedrag moet nu al boven de 200 miljard Belgische frank
uitkomen. Als we daar ook nog de historisch veroor-
zaakte rentelast bijtellen die meer dan 200 miljard Bel-
gische frank bedraagt, komen we uit op een jaarlijks
bedrag van meer dan 400 miljard Belgische frank.
Ik citeer hier professor Robert Senelle :
De situatie is
onhoudbaar. De Vlamingen betalen zich blauw aan Wa-
len en Brusselaars. Solidariteit tussen de regio's is
noodzakelijk en bestaat in alle federale staten, maar in
Belgie¨ hebben we niet langer te maken met solidariteit
maar met een hold-up.
Mijnheer Coveliers, dit alles
gebeurt inderdaad met de schuldige medeplichtigheid
van de Volksunie.
Intussen is de Vlaamse regering verworden tot een
willoos aanhangsel van de federale regering. Patrick
Dewael zit daar alleen maar om de Vlaamse eisen af te
remmen en om elke drang naar meer zelfstandigheid in
de kiem te smoren. Zelfs het prachtige project Vlaande-
ren Europa 2002 moet eraan geloven. En de Volksunie
geeft geen kik, want dit alles gebeurt met de schuldige
medeplichtigheid van de Volksunie.
De Volksunie zal weliswaar tegen het Sint-Elooisakkoord
stemmen, het zou er nog aan ontbreken. Die houding is
echter totaal ongeloofwaardig. VU-collega's, in de com-
missie verklaarde onze overigens gewaardeerde collega
Danny Pieters dat het onbegrijpelijk was dat de Vlaamse
regeringspartners hun steun verlenen aan een wetsont-
werp dat niet de minste waarborg bevat voor het houden
van een betrouwbare leerlingentelling. Tot de heer Pie-
ters - hij is er wel niet - en de andere collega's van de
Volksunie wil ik zeggen : wees niet langer hypocriet.
In de Vlaamse regering heeft de Volksunie mee haar fiat
gegeven aan dit voor Vlaanderen vernederende en scha-
delijke Sint-Elooisakkoord. Geloof niet dat de fiscaliteit
tegen eind 2001 in voor Vlaanderen gunstige zin zou
worden hervormd. Geloof dat niet want het zal niet
gebeuren. VU-collega's, wees nu eindelijk eens conse-
quent. Neem nu eindelijk eens uw verantwoordelijkheid
op voor Vlaanderen en laat u niet langer leiden door de
machtsgeilheid en het pure geldgewin van enkele
principelozen.
Zeg dat het genoeg is, zeg dat Vlaanderen en de
Vlamingen niet vooruitgaan, maar dat ze achteruitgaan.
Kom op voor de zelfontplooiing en de zelfbeschikking van
ons Vlaamse volk. Zorg ervoor dat het Vlaams Blok niet
meer moet gaan betogen op het Barricadenplein met de
slogan
Alles voor Wallonie¨, voor Vlaanderen niets.
VU-collega's, ga uit die ellendige COSTA, maar ga vooral
uit die lamme en slaafse Vlaamse regering zodat die valt.
Stuur op die manier ook de meest anti-Vlaamse Bel-
gische regering sedert de repressieperiode naar huis.
Alleen dan zult u uw zelfrespect hebben herwonnen.
Alleen dan zult u voor Vlaanderen en de Vlamingen uw
plicht hebben gedaan.
De heer Alfons Borginon (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de minister, collega's, ik hoor iemand die
zegt te spreken voor het Vlaams-nationalisme het woord
domoren in de mond nemen wanneer het over Fransta-
lige kinderen gaat. Als overtuigd Vlaams-nationalist zeg
ik u dat men inderdaad kritiek kan uiten op de werking
van de onderwijzende Franse Gemeenschap, maar de
intellectuele capaciteiten van een bepaalde categorie
mensen in twijfel trekken, is toch wel zeer verregaand en
is het Vlaams-nationalisme onwaardig.
Met enige zin voor oratorische elementen heeft collega
Tastenhoye bijna elke zin van zijn betoog aangevuld met
de woorden dat het met schuldige medeplichtigheid van
de Volksunie was. Mijnheer Tastenhoye, wij zullen deze
HA 50
PLEN 055
17
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Alfons Borginon
tekst niet goedkeuren en ik zal u zo dadelijk zeggen
waarom. De collega's van het Vlaams Blok wil ik toch
even duidelijk maken dat er ook zoiets bestaat als
schuldig verzuim. Zelfs de meest beperkte akkoorden - ik
denk bijvoorbeeld aan de overheveling van Buitenlandse
Handel en Landbouw - betekenen meer dan het Vlaams
Blok in zijn 25-jarig bestaan en met zijn roepen op de
tribune heeft bereikt. U kunt natuurlijk aanbrengen dat
niemand met u zaken wil doen. Dat ligt natuurlijk ook aan
uw eigen houding. Het wordt tijd dat u eens begint te
beseffen dat in haar onderhandelingen met de Fransta-
ligen de echte prijs die Vlaanderen moet betalen het feit
is dat de stemmen voor het Vlaams Blok weggegooide
stemmen zijn voor het bereiken van meer Vlaamse
autonomie.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams Blok) : Mijnheer
Borginon, u ontkent dus dat de Volksunie ooit een rol zou
hebben gespeeld voor zij aan een Belgische regering of
een communautair akkoord zou hebben deelgenomen.
Dat is natuurlijk niet waar. De belangrijkste kracht en de
belangrijkste macht van een Vlaams-nationale partij is de
kracht en de macht die zij uitoefent door druk uit te
oefenen op alle andere partijen die al dan niet verplicht
zijn om akkoorden te sluiten. Het is vooral de kracht die
uitgaat van de vaststelling en van het voornemen om
nooit een akkoord te sluiten zonder dat het eerbaar is. Ik
heb nog geen enkel communautair akkoord meegemaakt
waaraan de Volksunie heeft deelgenomen dat voor
Vlaanderen eerbaar was, wat de kiezers van de Volks-
unie telkenmale hebben aangetoond en bevestigd door
hun stem over te brengen naar het Vlaams Blok.
Ik zie niet in waar u het lef en de hovaardigheid vandaan
haalt om op een dergelijke manier te oordelen over een
van de snelst groeiende en op dit moment een van de
belangrijkste Vlaams-nationale factoren in de Belgische
politiek, met name het Vlaams Blok.
De heer Alfons Borginon (VU&ID) : Mijnheer Anne-
mans, het is wel duidelijk dat wij hierover te eeuwigen
dage van mening zullen verschillen. Ik denk dat ook de
geschiedenis een ander oordeel zal vellen dan het ver-
haal dat u hier vertelt. Alles wat aan Vlaamse autonomie
is verwezenlijkt, is er gekomen mede dankzij de funda-
mentele bereidheid van de Vlaams-nationalisten om in
dialoog te treden en te proberen akkoorden te sluiten. Wij
hebben al heel wat bereikt en wij hopen nog heel veel te
bereiken.
Niet alleen de maatschappelijke positie waarin u zich
hebt opgesteld maken gesprekken met iedereen zeer
moeilijk.
De strategische optie om aan geen enkel akkoord deel te
nemen is eigenlijk een bijzonder comfortabele houding
voor u die u toelaat om zonder enige moeite een aantal
zitjes in het parlement te bekleden en hier uw gedachten
te spuien. Dat zet echter totaal geen zoden aan de dijk.
Ik kom dan terug bij mijn tekst. Eigenlijk is het niet mijn
tekst want de heer Pieters zou normaal voor ons het
woord voeren. Aangezien hij de democratie gaan ver-
spreiden is in Armenie¨, zal ik op basis van zijn tekst mijn
betoog houden. Rond deze tijd zou hij op Zaventem
moeten landen en misschien komt hij hier nog voor het
einde van het debat aan.
Het gaat hier vandaag om de vertaling van de zoge-
naamde Sint-Elooisakkoorden. Deze akkoorden beston-
den uit drie delen, te weten een eerste groot deel
onderwijsfinanciering, een tweede deel over het erken-
nen van trekkingsrechten voor de gewesten en een
derde deel om het Vlaams Gewest zogezegd toe te staan
over te gaan tot lineaire kortingen. Vandaag gaat het in
essentie om het onderwijsdossier. Toch moet het mij van
het hart dat de twee andere delen, waarin een aantal
zogenaamde voordelen voor Vlaanderen vervat zouden
zitten, ook op een doos van Pandora of een lege doos
zouden kunnen uitdraaien. Wat de trekkingsrechten be-
treft, zou het om een doos van Pandora kunnen gaan
aangezien niet uit te sluiten valt dat dit bijkomend geld de
tewerkstelling geenszins ten goede zal komen en dat het
uiteindelijk bij het Franstalig onderwijs kan terechtkomen.
Wat de kortingen betreft, is dit natuurlijk deels een lege
doos. In onze visie waren wij daarvoor immers al be-
voegd, tenzij het vaststellen of een korting invloed zou
hebben op de monetaire en economische unie dan wel of
ze verenigbaar is met de stabiliteitseisen van de Euro-
pese Unie ook al louter politieke beslissingen zouden
zijn. Een beetje ernst zou hier op zijn plaats zijn.
Wij hebben het hier vandaag echter over de wettelijke
uitwerking van de onderwijsakkoorden. Ook in dit deel
zou er voor elk wat wils te vinden zijn, alleen bleek er
voor de ene Gemeenschap wat meer wils te zijn dan voor
de andere. De Franse Gemeenschap kreeg het geld
waarnaar ze hongerde. Wat velen in Vlaanderen, niet
alleen in de oppositie, steeds weer een van de belang-
rijkste hefbomen voor een verdere staatshervorming
noemden, werd hier weggegooid. Allerhande arrange-
menten tussen de Vlamingen alleen kunnen wat dit
fundamentele onderhandelingsgegeven betreft niets
meer verhelpen. Deze akkoorden zijn het gevolg van het
geheim akkoord waarvan de eerste minister het bestaan
eerst ontkende maar uiteindelijk moest toegeven. Het feit
dat de eerste minister in dit dossier een belangrijk deel
van zijn geloofwaardigheid en zijn Vlaamse flank heeft
prijsgegeven is nefast. Het is immers erg moeilijk om dit
vertrouwen opnieuw op te bouwen. Wij hopen dat met het
akkoord inzake Landbouw en Buitenlandse Handel een
eerste stap is gezet om een klein stukje vertrouwen weer
op te bouwen. In onze beoordeling van de betrouwbaar-
heid van de eerste minister kan dit akkoord echter
18
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Alfons Borginon
geenszins opwegen tegen het opgeven van de hefboom.
Wij zullen het dossier verder volgen in de hoop dat
uiteindelijk zal blijken dat er aan het einde van de rit heel
wat gerealiseerd is. Dit was echter beter op een andere
manier van start gegaan.
Ik wil u even herinneren aan enkele elementen van het
akkoord zelf. Het akkoord en het thans voorliggende
wetsontwerp gaan niet uit van het meest objectief vasts-
telbare cijfer, te weten het aantal kinderen in de leerplich-
tige leeftijd tussen zes en achttien jaar maar van een veel
minder vaststelbaar gegeven, te weten het aantal regel-
matig ingeschreven leerlingen van zes tot en met zeven-
tien jaar. Er worden heel wat correctiecoe¨fficie¨nten ge-
bruikt waardoor het probleem van de controle erg ree¨el
wordt. Men gaat die cijfers tonen in de periode van
15 januari tot 1 februari, te beginnen in het jaar 2000. De
gemeenschappen leveren het Rekenhof elektronische
bestanden per leerling en per school waarna het Reken-
hof met tweetalige ploegen de data gaat verifie¨ren.
Het leerlingenaantal zal aan een dubbele controle wor-
den onderworpen als er tegen 15 mei, over enkele
dagen, geen adequate elektronische bestanden zouden
worden aangereikt. Enerzijds zal men tot een telling of
controle in de scholen overgaan. Anderzijds zal men de
telling aan de meest objectieve gegevens toetsen, name-
lijk de bevolkingscijfers van de kinderen van die leeftijd.
Het is duidelijk dat deze procedure fundamenteel niet kan
werken. De grote vragen die het personeel van het
Rekenhof in de Senaat heeft geuit omtrent de doenbaar-
heid van haar bijkomende opdrachten werden in de wind
geslagen. Het Rekenhof moet eigenlijk uitsluitend ten
dienste van het parlement staan.
De opbouw van de timing is misschien wel logisch -
tellingen in januari en februari met een controle op het
einde van het schooljaar - maar het is een louter politieke
logica. Hoe zal de telling in de meeste jaren gebeuren ?
Het Rekenhof heeft weinig eigen criteria om de bestan-
den te controleren. Op een bepaald ogenblik zal men tot
de vaststelling komen dat deze bestanden niet kloppen
en dat de gemeenschappen en het Rekenhof er niet
uitkomen. Geen nood echter, als de gemeenschappen en
het Rekenhof er niet uitkomen, komt als een deus ex
machina de federale regering die in al haar wijsheid de
knoop zal doorhakken. Men kan de timing hiervan voor-
spellen. Dit zal gebeuren in de vroege zomermaanden, in
de week tussen 21 en 28 juli. In deze week zijn de
ministers, in tegenstelling tot de kamerleden en de sena-
toren, nog niet vertrokken zijn naar het warme Zuiden.
Tegen oktober zal er veel water door de zee gelopen zijn.
Men heeft een diabolische timing ingevoerd.
Deze dubbelzinnigheden kan men in het wetsontwerp
terugvinden. Men spreekt over een tijdelijke wet maar dat
schrijft men niet in de tekst van de wet zelf. Het mag ook
alleen in het Nederlands gezegd worden. Ik hoop dus dat
de heren Picque´ en Poncelet even niet luisteren. Het
staat wel in de tekst van het akkoord tussen de Vlaamse
meerderheidspartijen, dus eigenlijk een soort van bis-
akkoord. Daarin wordt gezegd dat er tegen 2001 een
oplossing moet zijn. Indien geen akkoord wordt bereikt
omtrent de wijzigingen van de bijzondere financierings-
wet, engageren de Vlaamse meerderheidspartijen zich
tot het indienen, in het federaal Parlement, van een
voorstel tot herziening van de bijzondere financierings-
wet en een voorstel om de thans goed te keuren wet
onderuit te halen. Wij geloven nog in de goede wil die uit
de akkoorden blijkt, anders zouden wij van boerenbedrog
spreken. De verplichting tot het indienen van een wets-
voorstel, waarvan de kans groot is dat ze geen meerder-
heid haalt in de Franse taalgroep, kan in onze ogen
alleen maar betekenen dat de Vlaamse meerderheid-
spartijen dienaangaande hun vertrouwen in de federale
regering opzeggen. De federale regering moet immers
voor een fatsoenlijk politiek compromis zorgen dat dit
tweede bisakkoord tussen de Vlaamse meerderheidspar-
tijen realiseert.
Ik hoop alleen dat de eerste minister iets meer vertrou-
wen zal uitstralen en niet zal doen alsof zijn neus bloedt
door te zeggen dat dit akkoord door Karel of Patrick
gesloten werd en dat hij niet op de hoogte was. Wij zullen
ons niet laten bedriegen.
De tekst van het wetsontwerp bevat tal van dubbelzin-
nige concepten. Zo wordt overgegaan tot een alterna-
tieve tijdsprocedure indien de bestanden die door de
gemeenschappen worden afgeleverd als niet geschikt
worden beschouwd. De regering antwoordt niet op vra-
gen dienaangaande.
Wat dat is ? Op vragen daarover antwoordt de regering
niet. Ook laat de regering ons gissen naar wat er dan
moet worden verstaan onder een betekenisvolle en niet
te verklaren, in cijfers uitgedrukte afwijking tussen de
gegevens verstrekt door een Gemeenschap en de
controlegegevens. Hoe groot moet dergelijke afwijking
zijn ? Het blijft in het vage. Telkens cruciale begrippen op
cruciale ogenblikken in de procedure opduiken, moet dat
worden uitgemaakt door het Rekenhof. Hoe kan men
daar nu het Rekenhof mee opzadelen ? Het Rekenhof
kan dit niet, omdat het niet over stavingscriteria beschikt.
Het Rekenhof zou dan al zelf de criteria moeten vaststel-
len en dus buiten zijn rol treden : in plaats van een
orgaan ten dienste van de Kamers, zou het dan zelf een
politiek orgaan worden. Dat is een wel erg vergiftigd
geschenk aan deze eerbiedwaardige instelling. Zo wordt
er ook bepaald dat in voorkomend geval ook vrede zou
worden genomen met de afwezigheid van de rijks-
registernummers. Nai¨ef zou men kunnen veronderstellen
HA 50
PLEN 055
19
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Alfons Borginon
dat het gaat om gevallen waar men geen rijksregister-
nummer heeft, maar nee : als men er niet in slaagt om
dat te verstrekken, volstaat het blijkbaar al. Ook dat is
blijkbaar een probleem dat moeilijk ligt bij de Franse
Gemeenschap.
Een aantal elementen uit het Sint-Elooisakkoord zou
anderzijds de Vlamingen moeten paaien. Zo zou werk
worden gemaakt van de selectieve ophaling van leerlin-
gen in het andere taalgebied, wat dan vastgelegd zou
moeten worden in een samenwerkingsakkoord tussen...
ja, tussen wie ? Dat is nog niet helemaal duidelijk. Aan
Vlaamse kant is het duidelijk, maar aan Franstalige kant
is men het nog niet eens met wie een samenwerkings-
akkoord zou moeten worden gesloten. Goed dus, een
samenwerkingsakkoord. Dat zou eigenlijk al klaar moe-
ten zijn over vijf dagen. Ik kan niet in de geest en het hart
van de ministers van de diverse regeringen kijken, maar
ik zie dat op vijf dagen toch niet lukken. Men schuift het
ophalingsakkoord op de lange baan en als het er toch
komt, Franstalige vrienden, dan geen nood, iemand van
u loopt beslist naar de rechter om te protesteren tegen
wat u ongetwijfeld weer eens als een aanslag op uw
liberte´ du pe`re de famille zult beschouwen. Wanneer
hoor ik de heer Maingain of de heer Eerdekens mij hierin
tegenspreken ? Sterker nog, u steunt het verzet tegen de
taalinspectie die nu reeds wettelijk bestaat voor de
scholen in de rand. Vlaamse collega's uit de meerder-
heid, ziet u dit niet ?
Een ander gegeven zou ook weer de Vlamingen ter wille
zijn, te weten de in een wetsontwerp vervatte regeling
voor de buitenlandse studenten. Iedereen wordt daar
beter van : meer geld voor beide gemeenschappen en
bovendien een voor Vlaanderen meer voordelige sleutel.
Niet meer twee derden voor de Franse Gemeenschap en
een derde voor de Vlaamse Gemeenschap zoals in het
verleden, nee, ook hier weer een dubieuze toegift aan
Vlaanderen : men verbetert de verdeelsleutel. De Raad
van State had nochtans in alle duidelijkheid gesteld dat
die materie zou moeten worden geregeld met bijzondere
dubbele tweederdemeerderheid. Het magere argument
om daar onderuit te komen zou dan zijn dat de bijzondere
wet toestaat de bedragen aan te passen als volken-
rechtelijke beslissingen bijkomende kosten voor de ge-
meenschappen met zich zouden brengen. Alleen is er op
dat vlak eigenlijk niets veranderd sinds de bijzondere wet
werd goedgekeurd. Dat kinderen van buitenlandse werk-
nemers in Belgie¨ gelijk moeten worden behandeld, staat
eigenlijk al vast vanaf 1968, als het al niet vanaf 1958 is.
De verdeelsleutel zelf wordt daarenboven nergens on-
derbouwd. Wat zal er gebeuren als straks in de Franse
Gemeenschap iemand opstaat die zich gediscrimineerd
voelt omdat voor buitenlanders in die Gemeenschap
minder wordt betaald dan voor buitenlanders in die
andere Gemeenschap ? Dat is een realiteit die wij ook
onder ogen moeten zien. Het zou dus wel eens een
vergiftigd geschenk kunnen zijn.
Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, uit al het voor-
gaande moge voldoende blijken dat er voor de VU&ID-
fractie als democratische Vlaams-nationalisten in deze
Kamer geen reden kan bestaan om dit akkoord goed te
keuren.
Het onderwijsfinancieringsakkoord van Sint-Elooi is stra-
tegisch fout, gevaarlijk voor de instellingen, dubbelzinnig
en slecht voor Vlaanderen. De regeling van de financie-
ring van het onderwijs hoort thuis in de onderhandelingen
tussen de gemeenschappen over verdere stappen in de
staatshervorming en niet in een geheim akkoord bij de
vorming van de regering dat dan door Sint-Elooi geze-
gend wordt.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer Borginon, mijn
excuses omdat ik niet bij heel de uiteenzetting aanwezig
was. Ik heb maar een stuk gehoord, maar als ik uw
conclusie hoor dan vraag ik mij af hoe u dat rijmt met het
feit
dat
dit
akkoord
in
nauw
overleg
met
de
gemeenschapsregeringen - dus ook met de Vlaamse
waarvan de VU deel uitmaakt - is totstandgekomen. Ik
vraag mij af hoe u kunt verguizen wat uw partijgenoten in
de Vlaamse regering hebben aanbeden. Collega Verher-
straeten heeft daarop gewezen. Een vorm van schizofre-
nie kan u toch niet ontzegd worden of heb ik dat verkeerd
begrepen ?
De heer Alfons Borginon (VU&ID) : Ik kan u geruststel-
len, ik lijd absoluut niet aan enige vorm van schizofrenie.
Ik heb ook niet de ambitie er ooit aan te lijden.
Het Sint-Elooisakkoord is een akkoord dat wij niet onder-
tekend hebben en niet steunen. Het enige waaromtrent
wij met de partners in de Vlaamse meerderheid een
akkoord hebben is om datgene wat is afgesproken
uiterlijk tegen december 2001 te veranderen. Onze hou-
ding is dus niet schizofreen.
Ik had het over een weinig strategisch voorbeeld. We
kunnen alleen nog hopen dat de feitelijke omstandighe-
den waarin de Franse gemeenschap zich bevindt en de
druk vanuit het onderwijs, enerzijds en de non-
profitsector, anderzijds ervoor zou kunnen zorgen dat de
druk voor meer geld in de Franse gemeenschap toch nog
voldoende sterk zou kunnen zijn om een substantieel
akkoord te kunnen afsluiten. We kunnen dat hopen.
Alleen hadden we liever feiten gehad.
De voorgelegde wetsontwerpen staan vol van de dubbel-
zinnigheden. Het Rekenhof, een belangrijke pijler van
onze parlementaire democratie, wordt geconfronteerd
met een taak waartegen het niet is opgewassen. De
regering krijgt volmacht om onderwijsgeld tussen de
gemeenschappen te verdelen, maar wie wint er eigenlijk
bij dit akkoord ? Niet Vlaanderen - wie zou dat ook nog
maar durven te denken -, niet de democratie - wellicht is
het belangrijk elders te spreken over democratie dan het
20
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Alfons Borginon
hier dag na dag te verwezenlijken - en zelfs niet het
onderwijs in Franstalig Belgie¨. Uiteindelijk zal er voor
beide gemeenschappen van ons land slechts goed on-
derwijs komen wanneer men in totaal vrije zelfbeschik-
king met eigen belastinginkomsten gestalte kan geven
aan een onderwijs op de manier en met de middelen die
men zelf wil. Op die manier kan men in Vlaanderen en
Franstalig Belgie¨ een kwalitatief hoogstaand en aan onze
eigenheden aangepast onderwijs garanderen waarop
onze kinderen, die allemaal met dezelfde intellectuele
basiscapaciteiten vertrekken, recht hebben.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Collega Borginon, ik
beticht u uiteraard niet van politieke schizofrenie, maar
uw partij heeft toch wel een bijzonder groot probleem. Dit
akkoord, waarvan de wettelijke neerslag hier wordt be-
sproken, werd volledig mee onderhandeld door uw par-
tijgenoot Bert Anciaux. Dat is een waarheid die wij uit alle
media en politieke verklaringen die toen werden afge-
legd, kunnen afleiden. Dat bedoelde ik met het woord
schizofrenie. Ik had het niet beledigend bedoeld. De
politieke houding van de Volksunie is volkomen onbegrij-
pelijk. Ik herinner mij dat uitgerekend Bert Anciaux een
paar dagen geleden in een of ander krantenartikel zei dat
sommige mensen niet begrijpen dat men in de federale
Kamer oppositie voert en op Vlaams niveau in de meer-
derheid zit. Hier is het duidelijk dat het om een politiek
akkoord gaat dat de Volksunie bindt en mee werd onder-
handeld door uw boegbeeld Bert Anciaux in de Vlaamse
regering. Mij lijkt bijvoorbeeld een zedig zwijgen van de
Volksunie in dit debat een correctere politieke houding.
De voorzitter : Mijnheer Borginon, wilt u nog kort reage-
ren, want uw spreektijd is al verstreken.
De heer Alfons Borginon (VU&ID) : Mijnheer Van Peel,
u vergist zich in de chronologie. De toezegging om aan
het Franstalig onderwijs middelen ter beschikking te
stellen werd gedaan door Guy Verhofstadt, ter gelegen-
heid van de federale regeringsonderhandelingen. Het
enige wat nog is gebeurd waren pogingen van onze kant
om ervoor te zorgen dat, na hetgeen de eerste minister
had verkwanseld, er nog genoeg kansen overbleven om
het grote debat van gemeenschap tot gemeenschap,
inclusief de financiering en de autonomie van de fiscali-
teit, te kunnen voeren. In die zin denk ik niet dat er in
hoofde van mijn partij sprake kan zijn van schizofrenie.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, ik wil erop wijzen dat ik
het enige lid van de meerderheid ben dat hier het woord
voert. De meerderheid misbruikt dit debat dus zeker niet
om tijd te verspelen.
De financiering van het onderwijs is een thema dat in
deze Kamer reeds herhaaldelijk aanleiding heeft gege-
ven tot merkwaardige discussies. Ik heb daarnet zelfs
vastgesteld dat deze discussie anders wordt benaderd
door de Franstalige en de Nederlandstalige christen-
democratische oppositie. De heer Tastenhoye zou de
mooie spreuk van Goethe
In der Beschra¨nkung zeigt
sich den Meister
, moeten kennen. Ik stel vast dat hij erin
slaagt over de politiehervorming te spreken en banale en
onjuiste dingen daarover te zeggen naar aanleiding van
de bespreking van een onderwijsakkoord. Het scheelde
niet veel of hij had het ook over de Seefhoek in Antwer-
pen. Dit debat en de sereniteit dienaangaande worden
vertroebeld door een dubbele spanning die nog altijd niet
is opgelost.
Het is een spanning die enerzijds in verband staat met de
investeringsinspanningen van de overheid en met de
frictie tussen het overheidsinitiatief en het vrij initiatief
anderzijds. Daarnaast is er de inbedding, conform artikel
24, paragraaf 3, van de Grondwet, dat duidelijk - en
terecht - stelt dat iedereen het recht heeft op onderwijs,
met eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijhe-
den en dat de toegang tot het onderwijs kosteloos is tot
het einde van de leerplicht.
Dit recht impliceert op de eerste plaats het vermogen
voor iedereen om zonder voorafgaande toestemming,
naar eigen inzicht onderwijs in te richten en te laten
verstrekken, zowel naar de vorm als naar de inhoud. Op
de tweede plaats houdt dit recht de vrijheid van de
ouders of van de studenten in om zelf een school te
kiezen, wat noodzakelijk de vereiste met zich brengt dat
zij onder redelijke voorwaarden die in objectieve criteria
moeten worden vertaald, een beroep zouden moeten
kunnen doen op een school van hun keuze.
Het hoeft geen betoog dat de concrete invulling en
tenuitvoerlegging van dit recht, waaraan trouwens het
gelijkheidsbeginsel is vastgekleefd, voor de gemeen-
schappen een niet onaanzienlijke financie¨le verplichting
betekent die door toedoen van het kosteloos karakter van
de onderwijstoegang en de vaststelling dat de door de
federale overheid doorgestorte kredieten wel worden
verantwoord door de behoefte van het onderwijs, maar
dat de financiering ervan niet geheel wordt voorbehou-
den en dat de problemen worden verzwaard.
Het is niet verwonderlijk, wat men daarover ook moge
beweren, dat uit simulaties op basis van de huidige
bijzondere financieringswet is gebleken dat zowel de
Vlaamse als de Franse gemeenschap in de nabije toe-
komst een financie¨le nood zullen vertonen op het vlak
van het onderwijs. Het zou goed zijn mocht iedereen
beseffen dat dit voor beide gemeenschappen een pro-
bleem is. Trouwens, de vraag naar de omvang en de
grootte van deze financiering werd reeds gesteld.
HA 50
PLEN 055
21
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Hugo Coveliers
Precies de twee thans voorliggende wetsontwerpen heb-
ben tot doel om, in afwachting van een fundamentele
oplossing, een voorlopige oplossing te brengen. Dat
betekent dat in eerste instantie concrete problemen die
om een dringende oplossing vragen, moeten worden
aangepakt.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer Coveliers, wat
u daarnet zei over de financieringsbehoeften, zowel van
het Vlaamse als van het Franstalig onderwijs, lijkt mij niet
helemaal in overeenstemming te zijn met de verklaringen
van de heer De Gucht.
De heer De Gucht zei dat het juist is dat ook het Vlaamse
onderwijs een bijkomende financiering zou kunnen nodig
hebben - weze het selectief, maar hij riep zijn partijge-
noot, de Vlaamse minister van Onderwijs Marleen Van-
derpoorten, tot de orde op het ogenblik dat zij haar
verwachtingen daaromtrent openbaar maakte, zeggende
dat zij op die wijze het communautair debat vertroebelde.
Het verbaast mij aldus, mijnheer Coveliers, dat u de
stelling verdedigt van de Vlaamse minister van Onder-
wijs, aangezien het risico bestaat dat de heer De Gucht u
morgen zal terugfluiten.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Mijnheer Van Peel, u
vergist zich. Het is evident dat het hier om een vaststel-
ling gaat.
Een aantal sprekers kwamen wat politieke propaganda
verkondigden die overigens totaal naast de kwestie was.
In dat verband denk ik niet aan de heer Verherstraeten en
aan leden van de PSC.
Hier gaat het echter om de vaststelling dat beide Ge-
meenschappen in financie¨le nood zouden kunnen gera-
ken wat betreft hun onderwijs, indien men hetzelfde
beleid wil voeren op basis van voormelde ideee¨n en
stellingen.
Ik heb het over de vrijheid van onderwijs, de volledige
financiering door de overheid - ook als het onderwijs niet
wordt ingericht door de overheid - en de mogelijkheid
voor iedereen om op al die onderwijsmogelijkheden een
beroep te doen. Dat is niet in tegenspraak met de
woorden van de VLD-voorzitter. Hij verklaarde immers
dat het inderdaad een probleem is dat binnen de
Vlaamse regering zal moeten worden opgelost in het licht
van de mogelijkheden die zij heeft. Dat verklaart de
andere eisen die de VLD in dat verband stelt.
Ik wil het nu over het beruchte artikel 39,§ 2 van de
bijzondere financieringswet hebben. We hebben er al
veel over gehoord. Er zijn blijkbaar mensen die het nog
nooit hebben gelezen, maar het toch in verband willen
brengen met al het mogelijke en de schuldige van een
andere partij. Artikel 39,§ 2 geeft voor de begrotingsjaren
1989, toen u nog journalist was, mijnheer Tastenhoye, tot
1998...
Mijnheer Annemans, in tegenstelling tot veel van uw
vrienden heb ik met mijn verleden geen enkel probleem.
Artikel 39,§2 bepaalt voor de begrotingsjaren 1989 tot
1998 de verdeling van de opbouw van de belasting op de
toegevoegde waarde in het licht van het huidig aantal
leerlingen; 57,55% voor de Vlaamse Gemeenschap en
42,55% voor de Franse Gemeenschap. Het is duidelijk
bepaald - en dat wist men in 1989 - dat men vanaf het
begrotingsjaar 1999 de verdeelsleutel moest aanpassen
aan de verdeling van het aantal leerlingen. Dit moest
gebeuren aan de hand van bij wet vastgestelde, objec-
tieve criteria. Het is een neutrale vaststelling dat de
vorige regeringen bij een gebrek aan eensgezindheid en
een zekere inertie, er nooit in zijn geslaagd om een
afdoend antwoord te bieden op deze bijzondere wette-
lijke vereiste. Wie durft nu te betwisten dat het een
verdienste van de huidige regering is om een aantal
aanvaardbare parameters vast te leggen ? Sta mij toe u
deze parameters te geven.
Ten eerste is er de conformiteit met de bijzondere wet die
uitdrukkelijk gewag maakt van het leerlingenaantal. Dat
staat in de wet. Men kan dat niet wegmoffelen.
Ten tweede is er de neutraliteit ten aanzien van het
beleid. Dat betekent dat een gemeenschap haar beleid
niet kan orie¨nteren in de richting van een voor haar
gunstige middelenverdeling.
Ten derde is er een onbetwistbare, transparante en
objectieve controle door een onafhankelijke, gezagheb-
bende instantie, namelijk het Rekenhof.
Mijnheer Tastenhoye, u vergist zich ongelooflijk. Ik kom
daar dadelijk op terug. Een gebrek aan financie¨le zuur-
stof zal de gemeenschap verplichten de kwaliteit en
kwantiteit van haar onderwijs terug te schroeven. Mijn-
heer Tastenhoye, ik betreur uw uitspraak over de kwaliteit
van het Franstalig onderwijs. Ik ken mensen, opgeleid in
het Franstalig onderwijs, die bijzonder intelligent zijn.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
de heer Coveliers heeft op een punt gelijk. In de vorige
legislatuur is er wat de financieringscriteria betreft, geen
akkoord gevonden. Ik was tijdens de vorige legislatuur
partijvoorzitter en ik kan u verzekeren dat ik tot de
mensen behoor die zich danig hebben verzet tegen een
akkoord, omdat het mij uitgesloten leek om een akkoord
te sluiten, wetende dat zou gebeuren wat nu is gebeurd :
een eenzijdige toegeving aan de Franstaligen en het uit
handen geven van elke onderhandelingshefboom ten
opzichte van de Vlaamse eisen. U stelt het ontbreken van
22
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Marc Van Peel
een akkoord tijdens de vorige legislatuur als een grote
nalatigheid voor. Ik kan u vertellen dat het vanuit de
Vlaamse meerderheid - in ieder geval vanuit de CVP -
een bewuste strategie was om geen onderhandelings-
wapens uit handen te geven. Dat is nu wel gebeurd.
We hebben deze keuze zeer bewust gemaakt. Ik blijf
deze keuze verdedigen.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
als het standpunt van de heer Van Peel correct zou zijn,
wens ik erop te wijzen dat men in 1989 geen wet had
moeten maken die bepaalt dat men ze in 1998 moet
herzien. Dit heeft te maken met het vertrouwen in de
wetten. De overheid moet de eerste zijn om de wetten na
te leven. Hoe kan men anders verwachten dat de onder-
danen de wetten zullen naleven ?
Mijnheer de voorzitter, u maant me aan mijn betoog af te
ronden. Daarom zal ik niet dieper ingaan op de inhoud
van de ontwerpen. Toch wens ik te blijven stilstaan bij het
begrip
geschikt. Dit begrip moet in de formele zin van
het woord worden gei¨nterpreteerd. Men moet de vraag
beantwoorden in hoeverre de bestanden van de twee
gemeenschappen overeenstemmen met de richtlijnen
van het Rekenhof. In de loop van de jaren is de opdracht
van het Rekenhof gee¨volueerd. Als men bijzonder con-
servatief is ingesteld en men de evolutie in de maat-
schappij niet wil zien en denkt dat de gemeenschap altijd
zal blijven zoals ze in de Middeleeuwen was, kan men
een dergelijke evolutie niet begrijpen. Ik herinner u eraan
dat het Rekenhof op een bepaald ogenblik gevraagd
werd over rekenplichtigen te oordelen. Dat staat ook niet
in de oorspronkelijke tekst van de Grondwet en behoort
niet tot de oorspronkelijke opdrachten van het Hof. Het is
een evolutie die het Rekenhof doormaakt. Het lijkt me
evident dat de regering met een wet die door het parle-
ment wordt goedgekeurd deze opdracht aan het Reken-
hof geeft.
Wat de ophaling betreft, wens ik te beklemtonen dat het
hier geen beperking van de vrijheid van de ouders betreft
om hun kinderen naar een bepaalde school te sturen
maar een beperking van de vrijheid van de overheden
om buiten hun werkterrein op een deloyale manier acti-
viteiten te ontwikkelen. Met ophaling bedoelt men een
regelmatige en bewust georganiseerde ophaling van
kinderen. Dit begrip wordt ingevuld op basis van de
verordening 684/92 van de Raad van de Europese
Gemeenschappen die het begrip ophaling duidelijk ver-
meldt. Volgens deze verordening betekent
ophaling het
vervoer van leerlingen door middel van voertuigen met 9
of meer plaatsen, de bestuurder inbegrepen. Het is
correct dat er problemen kunnen ontstaan als de regeling
niet correct wordt nageleefd. De wettekst bevat terzake
duidelijke regelingen en geeft het Rekenhof belangrijke
bevoegdheden. Wij zijn ervan overtuigd dat het Rekenhof
deze opdracht in de praktijk aankan en dat men de
opdrachten van het Hof niet moet beperken tot de globale
en klassieke opdrachten van dit controleorgaan zoals die
oorspronkelijk in de Grondwet zijn opgenomen. In de
komende weken en maanden zal de regering het Reken-
hof nog andere opdrachten toevertrouwen die eveneens
verder strekken dan de opdrachten die het Hof destijds
heeft gekregen. Het is, mijns inziens, eveneens een taak
van het parlement om mee te evolueren met de maat-
schappij.
Mijnheer de voorzitter, het tweede ontwerp strekt ertoe
de sinds 1989 bepaalde financiering van het universitair
onderwijs aan buitenlandse studenten aan te passen.
Recente arresten van het Europees Hof voor Justitie
herinneren ons land aan de verplichting om de buiten-
landse studenten van de Europese Unie te beschouwen
als financierbaar op dezelfde basis als de Belgische
studenten. De vrees van heer Borginon inzake discrimi-
natie is onterecht.
Artikel 62, 3 van de bijzondere financieringswet verzet
zich geenszins tegen een meer structurele en op criteria
gestoelde regelgeving die toelaat om de in deze gel-
dende bedragen te verhogen met de bedoeling rekening
te houden met de eventuele financie¨le gevolgen voor de
gemeenschappen van de beslissingen die de federale
overheid bij de uitoefening van haar eigen bevoegdheid
heeft genomen.
Ik vind het in een democratie zeer goed dat deze twee
ontwerpen kritiek hebben gekregen van de oppositie. Het
tegenovergestelde zou me niet alleen verbazen maar
ook beangstigen.
Ik zou bijzonder veel argwaan hebben over een tekst van
de meerderheid die door de oppositie niet bekritiseerd
wordt. Wanneer we alle ernstige argumenten bekijken,
dan mogen we duidelijk stellen dat de regering erin
geslaagd is om haar doel te bereiken, namelijk het
verwezenlijken van een neutrale operatie gestoeld op
objectieve criteria. Dat is een regeling waar men in het
verleden niet in geslaagd is en waar men nu tot een voor
iedereen...
(Protest van de heer Guido Tastenhoye)
Mijnheer Tastenhoye, ik heb van u al bijzonder veel
klinkklare nonsens gelezen. Een van mijn collega's is
daar ooit het slachtoffer van geweest. Ik neem het dus
niet dat u zoiets zegt.
In tegenstelling tot wat er in het verleden is gebeurd, zijn
wij er eindelijk in geslaagd om deze criteria te formuleren.
(Protest van de heer Guido Tastenhoye)
De voorzitter : Mijnheer Tastenhoye, gelieve de heer
Coveliers te laten uitpraten. Uw besluit, mijnheer Cove-
liers.
HA 50
PLEN 055
23
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
deze tekst is de uitwerking van wat er in 1989 is beslist en
wij zullen die met overtuiging goedkeuren.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
wil enkel een vraag stellen aan de heer Coveliers.
Gisteren zijn de uitbundige prognoses van het Planbu-
reau bekendgemaakt. Onmiddellijk werd door Ecolo en
de PS gesteld dat dit hen de ruimte zou geven voor de
herfinanciering van het onderwijs.
In het licht van wat u daarnet zei over het feit dat er ook
voor het Nederlandstalige onderwijs behoeften zijn, vindt
u dan ook dat de bijkomende financieringsbehoeften voor
het onderwijs vanuit de federale middelen zowel naar het
Franstalig als naar het Nederlandstalig onderwijs moeten
gaan ? Dat lijkt mij anders de logica van wat u daarnet
hebt gezegd, mijnheer Coveliers.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
ik wil kort antwoorden, maar men kan vragen stellen waar
u bijna een hele bijbel op moet antwoorden.
De voorzitter : Die is al geschreven, mijnheer Coveliers.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Wat de heer Van Peel
zegt is niet correct met betrekking tot de manier waarop
deze zaak wordt behandeld. Op basis van wat er in 1989
is bepaald, zijn er onderhandelingen gevoerd. Wij weten
wat onderhandelen betekent, namelijk dat geen van de
partijen - en dit hoeft geen betoog - 100% zijn visie kan
doordrukken. Dat is de essentie van onderhandelen en
anders moet u oorlog voeren - waar sommigen blijkbaar
voor opteren. Wij onderhandelen daar dus over. Uit-
gaande van wat in 1989 is beslist, is dit een akkoord dat
correct, eerlijk en werkbaar is en dat aan de beide
gemeenschappen mogelijkheden biedt voor hun onder-
wijs.
Ik ga niet uitmaken wie daarvoor de verdienste heeft,
maar gelukkig is de economie dusdanig dat er mogelijk-
heden zijn. Daarover zou moeten worden onderhandeld
met het oog op een heleboel andere plannen, onder
meer van de Vlaamse en Waalse regering betreffende de
fiscale autonomie. Mijnheer Van Peel, in alle eerlijkheid,
maar op dit ogenblik kan ik niet antwoorden op uw vraag.
De
essentie
van
de
democratie
die
wij
in
het
meerderheidsbeleid betrachten, is om erover te discus-
sie¨ren. Ik ga niet altijd akkoord met wat men binnen de
meerderheid zegt, maar wij discussie¨ren daar over. Wij
zijn nu tot een akkoord gekomen dat ik wil verdedigen.
Dat is de manier waarop wij werken. Ik hoop dat dit zo zal
voortgaan.
De voorzitter : De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles. Le texte
adopte´ par la commission sert de base a` la discussion.
(Rgt 66,4) (540/1)
Het wetsontwerp telt 6 artikelen.
Le projet de loi compte 6 articles.
Ingediende amendementen :
Opschrift :
nr. 8 van de heren Servais Verherstraeten en Marc Van
Peel (540/2)
Art. 2 :
nr. 9 van de heren Servais Verherstraeten en Marc Van
Peel (540/2)
nr. 13 van de heer Danny Pieters (540/2)
nrs. 1, 2, 3 en 4 van de heren Luc Paque en Jean-Pol
Poncelet (540/2)
Art. 3 :
nrs. 10 en 17 van de heren Servais Verherstraeten en
Marc Van Peel (540/2 en 540/4)
nr. 15 van de heer Danny Pieters (540/2)
Art. 4 :
nr. 11 van de heren Servais Verherstraeten en Marc Van
Peel (540/2)
nrs. 5 en 6 van de heren Luc Paque en Jean-Pol
Poncelet (540/2)
Art. 5 :
nr. 12 van de heren Servais Verherstraeten en Marc Van
Peel (540/2)
nr. 14 van de heer Danny Pieters (540/2)
Art. 6 :
nr. 7 van de heren Luc Paque en Jean-Pol Poncelet
(540/2)
nr. 16 van de heer Danny Pieters (540/2)
Amendements de´pose´s :
Intitule´ :
n° 8 de MM. Servais Verherstraeten et Marc Van Peel
(540/2)
Art. 2 :
n° 9 de MM. Servais Verherstraeten et Marc Van Peel
(540/2)
n° 13 de M. Danny Pieters (540/2)
n
os
1, 2, 3 et 4 de MM. Luc Paque et Jean-Pol Poncelet
(540/2)
Art. 3 :
n
os
10 et 17 de MM. Servais Verherstraeten et Marc Van
Peel (540/2 et 540/4))
24
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
n° 15 de M. Danny Pieters (540/2)
Art. 4 :
n° 11 de MM. Servais Verherstraeten et Marc Van Peel
(540/2)
n
os
5 et 6 de MM. Luc Paque et Jean-Pol Poncelet
(540/2)
Art. 5 :
n° 12 de MM. Servais Verherstraeten et Marc Van Peel
(540/2)
n° 14 de M. Danny Pieters (540/2)
Art. 6 :
n° 7 de MM. Luc Paque et Jean-Pol Poncelet (540/2)
n° 16 de M. Danny Pieters (540/2)
Artikel 1 wordt aangenomen.
L'article 1 est adopte´.
De stemming over de amendementen, het opschrift en
de artikelen 2 tot 6 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements, l'intitule´ et les articles 2 a`
6 est re´serve´.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over de aangehouden amendementen, het aangehouden
opschrift en de aangehouden artikelen en over het ge-
heel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les
amendements, l'intitule´ et les articles re´serve´s ainsi que
sur l'ensemble aura lieu ulte´rieurement.
Projet de loi exe´cutant l'article 62 de la loi spe´ciale du
16 janvier 1989 relative au financement des Commu-
naute´s et des Re´gions (transmis par le Se´nat)
(541/1 a` 4)
Wetsontwerp tot uitvoering van artikel 62 van de
bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de
financiering van de Gemeenschappen en de Gewes-
ten (overgezonden door de Senaat) (541/1 tot 4)
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Je crois que chacun s'est de´ja` exprime´ lors de la
discussion du projet n° 540. (Assentiment)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles. Le texte
adopte´ par la commission sert de base a` la discussion.
(Rgt 66,4) (541/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Ingediende amendementen :
Opschrift :
nr. 1 van de heren Servais Verherstraeten en Marc Van
Peel
(541/2)
nr. 3 van de heren Luc Paque en Jean-Pol Poncelet
(541/4)
Art. 2 :
nr. 2 van de heren Servais Verherstraeten en Marc Van
Peel (541/2)
nrs. 4 en 5 van de heren Luc Paque en Jean-Pol
Poncelet (541/2)
Amendements de´pose´s :
Intitule´ :
n° 1 de MM. Servais Verherstraeten et Marc Van Peel
(541/2)
n° 3 de MM. Luc Paque et Jean-Pol Poncelet (541/4)
Art. 2 :
n° 2 de MM. Servais Verherstraeten et Marc Van Peel
(541/2)
n
os
4 et 5 de MM. Luc Paque et Jean-Pol Poncelet
(541/2)
Artikel 1 wordt aangenomen.
L'article 1 est adopte´.
De stemming over de amendementen, het opschrift en
artikel 2 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements, l'intitule´ et l'article 2 est
re´serve´.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over de aangehouden amendementen, het aangehouden
opschrift en het aangehouden artikel en over het geheel
zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les
amendements, l'intitule´ et l'article re´serve´s ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ulte´rieurement.
Proposition de loi de M. Alfons Borginon et consorts
modifiant l'article 345 de la nouvelle loi communale
(393/1 a` 6)
Wetsvoorstel van de heer Alfons Borginon c.s. tot
wijziging van artikel 345 van de nieuwe gemeentewet
(393/1 tot 6)
Cette proposition de loi a e´te´ renvoye´e en commission
lors de la se´ance ple´nie`re du 23 mars 2000. Un rapport
comple´mentaire (doc. n° 393/5) a e´te´ de´pose´.
HA 50
PLEN 055
25
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Dit wetsvoorstel werd naar de commissie teruggezonden
tijdens de plenaire vergadering van 23 maart 2000. Een
aanvullend verslag (doc. nr. 393/5) werd ingediend.
La discussion ge´ne´rale est reprise.
De algemene bespreking is hervat.
M. Claude Desmedt, rapporteur : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, cette proposition de loi vient effective-
ment pour la deuxie`me fois en se´ance ple´nie`re de notre
assemble´e. Je rappelle que la proposition initiale de
M. Borginon visait la proce´dure disciplinaire a` appliquer
aux fonctionnaires des conseils de districts. La proce´dure
disciplinaire ressort du conseil communal, mais le texte
de la loi pre´voyait que, pre´alablement, le conseil commu-
nal devait recueillir l'avis du bureau du conseil de district.
Pour des raisons pratiques, cette solution n'apparaissait
pas heureuse et M. Borginon avait de´ja` propose´ que
l'avis pre´alable soit non pas donne´ par le bureau du
conseil de district, mais bien par le secre´taire de district
qui est un fonctionnaire. Ce point de vue avait e´te´ adopte´
a` l'unanimite´ en commission et la proposition est venue
en se´ance ple´nie`re du 23 mars. Lors de cette se´ance,
M. Borginon a souleve´ un autre proble`me important lie´
aux conseils de district, mais qui n'avait pas de lien avec
la proposition initiale. Il s'agit du droit de vote des
ressortissants de l'Union europe´enne aux e´lections des
conseils de district.
Il est en effet apparu que si ce droit de vote avait toujours
implicitement e´te´ conside´re´ comme acquis, finalement,
les textes le´gaux n'e´taient pas assez clairs. C'e´tait le
point de vue de M. Borginon que le ministre de l'Inte´rieur
a d'ailleurs confirme´, de sorte que pour re´soudre ce
proble`me, l'assemble´e avait de´cide´ de renvoyer la pro-
position en commission. M. Borginon y a alors de´pose´
deux amendements visant notamment a` modifier l'article
86 de la loi e´lectorale communale. Selon les termes de
ces amendements, il n'y avait plus aucune e´quivoque
possible, en ce sens que les ressortissants de l'Union
europe´enne qui votaient aux e´lections communales
avaient e´galement le droit de vote pour les conseils de
districts.
Le gouvernement a marque´ son accord et, suivant une
habitude qu'ont tous les gouvernements et qui n'est pas
toujours tellement heureuse, a introduit lui-me^me des
amendements exactement identiques a` ceux du parle-
mentaire. Ce sont ces derniers qui ont e´te´ pris comme
base de discussion.
Au cours des de´bats, on a aussi reparle´ de l'incompati-
bilite´ entre un mandat de conseiller communal et un
mandat de conseiller de district instaure´e par l'article 331
de la loi communale. Cette incompatibilite´ a e´te´ confir-
me´e, mais il a e´galement e´te´ admis qu'il e´tait possible de
se porter candidat aux deux e´lections et qu'en cas
d'e´lection aux deux assemble´es, l'e´lu devait ope´rer un
choix.
Finalement, la commission s'est rallie´e aux amende-
ments du gouvernement et a vote´ la proposition
amende´e par 11 voix contre 2. Cette proposition aboutit
donc - je le re´pe`te car c'est un e´le´ment essentiel - a`
accorder aux ressortissants de l'Union europe´enne le
droit de vote aux e´lections des conseils de districts tout
comme aux e´lections europe´ennes.
De heer Alfons Borginon (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, ten eerste, ik dank de collega's die dit ontwerp
samen met mij hebben ingediend en die ook aan de
behandeling ervan hebben meegewerkt. Samen hebben
wij een aantal praktische problemen die met de inwer-
kingtreding van de districtsraden gepaard gaan, opge-
lost. Het is een goede manier van parlementaire werking.
Ten tweede, er kan nog een klein probleem ontstaan - dit
probleem kan worden opgelost en is niet van wetge-
vende aard - bij het zich niet tijdig inschrijven als EU-
vreemdeling. In dat geval zal de minister niet anders
kunnen dan desnoods bij circulaire duidelijk maken dat al
diegenen die zich voor de gemeenteraadsverkiezingen
hebben
ingeschreven,
ook
aan
de
district-
raadsverkiezingen kunnen deelnemen. Dit punt moet nog
met de minister worden besproken. Ik vermeld het hier
opdat reeds enig spoor van deze discussie zichtbaar zou
zijn.
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, als het
gebruik van de circulaire een mogelijkheid inhoudt, kan ik
ermee akkoord gaan.
De voorzitter : Het betekent in de ratio van deze voor-
bereidende werken dat met een circulaire een eventueel
te laat ingediende erkenning alsnog kan worden inge-
haald.
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijn partij ziet geen problemen met het tech-
nische gedeelte van dit wetsvoorstel.
Het amendement van de heer Borginon om de Europese
vreemdelingen ook stemrecht te geven voor de districts-
raden is volgens ons een zoveelste poging om te probe-
ren het Vlaams Blok bij de komende verkiezingen in
Antwerpen in de districtsraden van de macht te houden.
Heel de campagne die nu door pater Leman wordt
opgezet is vandaag opnieuw uitgebreid op radio en
televisie aan bod gekomen. Hij heeft een persconferentie
gegeven. Hij heeft een grootscheepse campagne aange-
kondigd opdat nog voor de zomer zoveel mogelijk vreem-
delingen zich zouden laten naturaliseren, zodat zij op 8
26
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Guido Tastenhoye
oktober nog kunnen meestemmen. Het is e´e´n gestroom-
lijnde campagne om te proberen het Vlaams Blok in
Antwerpen van de macht te houden. Het is toch wel
jammer dat de Volksunie zich daartoe leent, een partij die
in haar verleden zelf door het establishment genoeg werd
aangevallen.
Hadden de socialisten of Agalev dit amendement inge-
diend, dan had ik het nog kunnen begrijpen, maar dat het
juist door de Vlaams-nationalisten van de Volksunie is
ingediend is een droevige zaak.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
veronderstel dat de heer Borginon namens alle indieners
heeft gesproken. De verklaring van minister Reynders
dat dit probleem per circulaire kan worden geregeld, is
een belangrijk feit. Het betekent dat er overeenstemming
is tussen de indieners en de regering. Terzake zouden
geen problemen mogen rijzen.
De heer Fred Erdman (SP) : Mijnheer de voorzitter,
mocht dit tot gevolg kunnen hebben dat wij hiermee in
Antwerpen van het Vlaams Blok zouden worden verlost,
dan is dat des te beter. In die omstandigheden onder-
schrijf ik ten volle deze tekst.
De heer Alfons Borginon (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, ik moet zowel de heer Tastenhoye als de heer
Erdman ontgoochelen. In werkelijkheid biedt het tweede
stuk van dit wetsvoorstel zelfs potentieel een bescher-
ming voor het Vlaams Blok. Indien wij dit niet zouden
doen en het Vlaams Blok zou - God verhoede het - in een
district een meerderheid halen, dan volstaat het e´e´n
EU-onderdaan te vinden die niet heeft kunnen stemmen
om de verkiezingen ongeldig te laten verklaren. Het werkt
minstens in twee richtingen. Het is een technische wijzi-
ging.
Vlak voor de stemmingen over dat stemrecht hadden alle
EU-onderdanen de mogelijkheid om over alle gemeente-
lijke materies mee het politieke beleid te bepalen. Door
dit gegeven konden zij dat niet, en nu kunnen zij dat
opnieuw wel. Zo eenvoudig is het.
De voorzitter : De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles. Le texte
adopte´ par la commission sert de base a` la discussion.
(Rgt 66,4) (393/6)
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
La proposition de loi compte 3 articles.
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in
wets-
voorstel tot wijziging van artikel 345 van de nieuwe
gemeentewet en artikel 86 van de gemeentekieswet
.
L'intitule´ a e´te´ modifie´ par la commission en
proposition
de loi modifiant l'article 345 de la nouvelle loi communale
et l'article 86 de la loi e´lectorale communale
.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangeno-
men.
Les articles 1 a` 3 sont adopte´s article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensem-
ble aura lieu ulte´rieurement.
Projet de loi relatif a` la de´cimalisation ne´cessaire
pour l'introduction de l'euro dans les programmes
informatiques du secteur public et a` l'indication des
prix sur les instruments me´trologiques (573/1 et 2)
Projet de loi relatif a` l'introduction de l'euro dans la
le´gislation concernant les matie`res vise´es a` l'article
77 de la Constitution (574/1 a` 3)
Projet de loi relatif a` l'introduction de l'euro dans la
le´gislation concernant les matie`res vise´es a` l'article
78 de la Constitution (575/1 a` 3)
Wetsontwerp betreffende de vereiste decimalisering
voor de invoering van de euro in de computer-
programma's van de overheid en voor de prijs-
aanduiding op metrologische toestellen (573/1 en 2)
Wetsontwerp betreffende de invoering van de euro in
de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenhe-
den als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet
(574/1 tot 3)
Wetsontwerp betreffende de invoering van de euro in
de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenhe-
den als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet
(575/1 tot 3)
Je vous propose de consacrer une seule discussion a`
ces trois projets de loi.
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze drie
wetsontwerpen te wijden. (Instemming)
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
HA 50
PLEN 055
27
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
M. Eric van Weddingen, rapporteur, devant se rendre a`
une se´ance de commission, me prie de l'excuser et se
re´fe`re a` son rapport e´crit.
De heer Alfons Borginon (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, collega's, ik wil meteen in de algemene bespreking
tussenbeide komen en mijn twee amendementen op
twee verschillende wetsontwerpen verdedigen. Men
geeft de regering een aantal volmachten om in het kader
van de overgang naar de euro een aantal wetsbepalin-
gen te wijzigen om de getallen te doen kloppen. Op zich
is dat een normale praktijk. De volmacht die de Kamer de
regering geeft, is echter in een aantal gevallen wel erg
omvangrijk. Men geeft de regering de bevoegdheid om
bijvoorbeeld getallen van 200 miljoen frank te wijzigen in
onze wetgeving. Dat zijn toch bedragen waarover men in
het parlement al eens mag discussie¨ren. Ik heb dan ook
twee amendementen ingediend om de volmacht van de
regering voor getallen te wijzigen en te beperken tot de
kleine bedragen.
M. Didier Reynders, ministre : Monsieur le pre´sident, je
profite de ma re´ponse pour formuler deux remarques
ge´ne´rales.
La premie`re porte sur toute la
technique d'arrondis que
nous allons utiliser dans les arre^te´s d'exe´cution de ces
trois textes. Je rappelle que pour une fois peut-e^tre les
arrondis se feront syste´matiquement a` l'avantage du
client. En d'autres termes, dans la le´gislation sociale,
dans la le´gislation fiscale, nous organiserons toujours les
arrondis a` l'avantage du be´ne´ficiaire des allocations ou a`
l'avantage du contribuable et non a` l'avantage de l'Etat.
Je crois qu'il est utile de le signaler. Une provision
budge´taire a e´te´ pre´vue a` cet effet pour un montant
correspondant a` ces arrondis. Pour l'instant, nous avons
e´value´ a` un milliard de francs au moins les conse´quen-
ces de l'arrondi technique.
Ma deuxie`me remarque porte sur les arre^te´s d'exe´cution.
Nous sommes loin de pleins pouvoirs en la matie`re. Je
confirme ici ce que j'ai pre´cise´ en commission. Je sou-
haite que ces arre^te´s d'exe´cution soient soumis a` la
commission des Finances de`s qu'ils seront pre´sente´s a`
nouveau au Conseil des ministres apre`s leur retour du
Conseil d'Etat.
Il y aura donc une information tre`s directe de la commis-
sion des Finances, au fur et a` mesure de l'adoption des
arre^te´s par le Conseil des ministres, apre`s l'examen par
le Conseil d'Etat bien entendu.
Deuxie`me e´le´ment lie´ a` cette proce´dure : j'ai annonce´
que je de´poserais chaque fois au Conseil des ministres
les projets de loi de ratification en me^me temps que les
arre^te´s.
De cette fac¸on, le de´bat de ratification interviendra tre`s
to^t apre`s l'adoption des arre^te´s par le gouvernement. De
toute fac¸on, l'information et donc si ne´cessaire le de´bat
en commission ou au sein du parlement, e´voque´ par
M. Borginon, pourra avoir lieu puisque les textes seront
communique´s avant qu'ils soient de´finitivement arre^te´s
au sein du gouvernement.
Le pre´sident : Monsieur le ministre, ce n'est pas seule-
ment pour information que vous communiquerez les
projets d'arre^te´s royaux a` la commission.
M. Didier Reynders, ministre : Je dis que le de´bat pourra
de`s lors avoir lieu puisque les textes seront communi-
que´s de`s leur retour du Conseil d'Etat. Il est clair que si
la commission devait s'orienter vers des remarques
fondamentales, soutenues par une grande partie des
membres de cette commission, nous en tiendrions
compte de`s l'adoption des textes de´finitifs. Autrement, il
faudra le faire lors du de´bat sur la ratification.
Le pre´sident : Je vous avais bien compris. Merci, mon-
sieur le ministre, nous vous avons tous bien entendu.
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het
wetsontwerp nr. 573. De door de commissie aangeno-
men tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles du projet de loi
n° 573. Le texte adopte´ par la commission sert de base
a` la discussion. (Rgt 66,4) (573/1)
Het wetsontwerp telt 5 artikelen.
Le projet de loi compte 5 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´.
De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangeno-
men.
Les articles 1 a` 5 sont adopte´s article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensem-
ble aura lieu ulte´rieurement.
Je tiens a` vous fe´liciter, monsieur le ministre, pour le
re´sume´ qui accompagne les diffe´rents projets.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het
wetsontwerp nr. 574. De door de commissie aangeno-
men tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4)
28
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
Nous passons a` la discussion des articles du projet de loi
n° 574. Le texte adopte´ par la commission sert de base
a` la discussion. (Rgt 66,4) (574/1)
Het wetsontwerp telt 5 artikelen.
Le projet de loi compte 5 articles.
Ingediend amendement :
Art. 3 :
nr. 1 van de heer Alfons Borginon (574/2)
Amendement de´pose´ :
Art. 3 :
n° 1 de M. Alfons Borginon (574/2)
De artikelen 1, 2, 4 en 5 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 1, 2, 4 et 5 sont adopte´s article par article.
De stemming over het amendement en artikel 3 wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 3 est re´serve´.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het aangehouden amendement en het aangehou-
den artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'amen-
dement et l'article re´serve´s ainsi que sur l'ensemble aura
lieu ulte´rieurement.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het
wetsontwerp nr. 575. De door de commissie aangeno-
men tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles du projet de loi
n° 575. Le texte adopte´ par la commission sert de base
a` la discussion. (Rgt 66,4) (575/1)
Het wetsontwerp telt 9 artikelen.
Le projet de loi compte 9 articles.
Ingediend amendement :
Art. 6 :
nr. 1 van de heer Alfons Borginon (575/2)
Amendement de´pose´ :
Art. 6 :
n° 1 de M. Alfons Borginon (575/2)
De artikelen 1 tot 5 en 7 tot 9 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 1 a` 5 et 7 a` 9 sont adopte´s article par article.
De stemming over het amendement en artikel 6 wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 6 est re´serve´.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het aangehouden amendement en het aangehou-
den artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'amen-
dement et l'article re´serve´s ainsi que sur l'ensemble aura
lieu ulte´rieurement.
Projet de loi portant assentiment a` l'Accord entre le
Royaume de Belgique et l'Organisation des Nations
unies pour l'Alimentation et l'Agriculture sur l'e´ta-
blissement en Belgique d'un bureau de liaison de
cette organisation, signe´ a` Bruxelles le 5 fe´vrier 1997
(transmis par le Se´nat) (sans rapport) (578/1)
Wetsontwerp houdende instemming met de Over-
eenkomst tussen het Koninkrijk Belgie¨ en de
Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde
Naties inzake de oprichting in Belgie¨ van een
verbindingsbureau van deze organisatie, onderte-
kend te Brussel op 5 februari 1997 (overgezonden
door de Senaat) (zonder verslag) (578/1)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
Vraagt iemand het woord ? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole ? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles. Le texte
adopte´ par la commission sert de base a` la discussion.
(Rgt 66,4) (578/1)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´.
Les articles 1 a` 3 sont adopte´s article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangeno-
men.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het geheel zal later plaatsvinden.
HA 50
PLEN 055
29
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensem-
ble aura lieu ulte´rieurement.
Projet de loi portant assentiment a` la Convention
entre le Royaume de Belgique et la Re´publique tche`-
que tendant a` e´viter la double imposition et a` pre´ve-
nir l'e´vasion fiscale en matie`re d'impo
^ ts sur le revenu
et sur la fortune, et au Protocole, signe´s a` Bruxelles
le 16 de´cembre 1996 (transmis par le Se´nat) (sans
rapport) (580/1)
Wetsontwerp houdende instemming met de Over-
eenkomst tussen het Koninkrijk Belgie¨ en de Tsjechi-
sche Republiek tot het vermijden van dubbele belas-
ting en tot het voorkomen van het ontgaan van
belasting inzake belastingen naar het inkomen en
naar het vermogen, en met het Protocol, ondertekend
te Brussel op 16 december 1996 (overgezonden door
de Senaat) (zonder verslag) (580/1)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
Vraagt iemand het woord ? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole ? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles. Le texte
adopte´ par la commission sert de base a` la discussion.
(Rgt 66,4) (580/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´.
Les articles 1 et 2 sont adopte´s article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangeno-
men.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensem-
ble aura lieu ulte´rieurement.
Projet de loi portant assentiment au Protocole addi-
tionnel a` la Charte sociale europe´enne pre´voyant un
syste`me de re´clamations collectives, fait a` Stras-
bourg le 9 novembre 1995 (transmis par le Se´nat)
(sans rapport) (610/1)
Wetsontwerp houdende instemming met het Aanvul-
lend Protocol bij het Europees Sociaal Handvest ter
invoering van een systeem van collectieve klachten,
gedaan te Straatsburg op 9 november 1995 (overge-
zonden door de Senaat) (zonder verslag) (610/1)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
Vraagt iemand het woord ? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole ? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles. Le texte
adopte´ par la commission sert de base a` la discussion.
(Rgt 66,4) (610/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´.
Les articles 1 et 2 sont adopte´s article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangeno-
men.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensem-
ble aura lieu ulte´rieurement.
Projet de loi portant assentiment a` l'Instrument pour
l'amendement de la Constitution de l'Organisation
internationale du travail, adopte´ par la Confe´rence
internationale du travail a` sa quatre-vingt-cinquie`me
session, a` Gene`ve le 19 juin 1997 (transmis par le
Se´nat) (sans rapport) (611/1)
30
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
Wetsontwerp houdende instemming met het Instru-
ment tot wijziging van het Statuut van de Internatio-
nale Arbeidsorganisatie, aangenomen door de Inter-
nationale Arbeidsconferentie in haar vijfentachtigste
zitting te Gene`ve op 19 juni 1997 (overgezonden door
de Senaat) (zonder verslag) (611/1)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
Vraagt iemand het woord ? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole ? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles. Le texte
adopte´ par la commission sert de base a` la discussion.
(Rgt 66,4) (611/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´.
Les articles 1 et 2 sont adopte´s article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangeno-
men.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensem-
ble aura lieu ulte´rieurement.
Projet de loi portant assentiment a` l'Accord entre le
gouvernement du Royaume de Belgique et le gouver-
nement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Ir-
lande du Nord relatif au transport de gaz naturel par
canalisation entre le Royaume de Belgique et le
Royaume-Uni de Grande Bretagne et d'Irlande du
Nord, signe´ a` Bruxelles le 10 de´cembre 1997 (trans-
mis par le Se´nat) (sans rapport) (612/1)
Wetsontwerp houdende instemming met de Over-
eenkomst tussen de regering van het Koninkrijk
Belgie¨ en de regering van het Verenigd Koninkrijk
van Groot-Brittannie¨ en Noord-Ierland inzake het
vervoer van aardgas door middel van een pijpleiding
tussen het Koninkrijk Belgie¨ en het Verenigd Konink-
rijk van Groot-Brittannie¨ en Noord-Ierland, onderte-
kend te Brussel op 10 december 1997 (overgezonden
door de Senaat) (zonder verslag) (612/1)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
Vraagt iemand het woord ? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole ? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles. Le texte
adopte´ par la commission sert de base a` la discussion.
(Rgt 66,4) (612/1)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´.
Les articles 1 a` 3 sont adopte´s article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangeno-
men.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensem-
ble aura lieu ulte´rieurement.
Projet de loi portant assentiment a` l'Accord entre le
Royaume de Belgique, le Grand-Duche´ de Luxem-
bourg et le Royaume des Pays-Bas pris en exe´cution
de la Convention europe´enne de se´curite´ sociale du
14 de´cembre 1972, a` l'Annexe a` l'Accord et a` l'Arran-
gement administratif pour l'application de l'Accord,
faits a` Bruxelles le 24 juin 1996 (transmis par le
Se´nat) (sans rapport) (613/1)
Wetsontwerp houdende instemming met de Over-
eenkomst tussen het Koninkrijk Belgie¨, het Groother-
togdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlan-
den ter uitvoering van het Europees Verdrag inzake
sociale zekerheid van 14 december 1972, met de
Bijlage bij de Overeenkomst en met de Administra-
tieve Schikking voor de toepassing van de Overeen-
komst, gedaan te Brussel op 24 juni 1996 (overge-
zonden door de Senaat) (zonder verslag) (613/1)
HA 50
PLEN 055
31
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
Vraagt iemand het woord ? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole ? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles. Le texte
adopte´ par la commission sert de base a` la discussion.
(Rgt 66,4) (613/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´.
Les articles 1 et 2 sont adopte´s article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangeno-
men.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensem-
ble aura lieu ulte´rieurement.
Projet de loi portant assentiment a` l'Accord interna-
tional de 1994 sur le cafe´, fait a` Londres le 30 mars
1994 (transmis par le Se´nat) (sans rapport) (614/1)
Wetsontwerp houdende instemming met de Interna-
tionale koffieovereenkomst van 1994, opgemaakt te
Londen op 30 maart 1994 (overgezonden door de
Senaat) (zonder verslag) (614/1)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
Mevrouw Leen Laenens (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, Agalev en
Ecolo betreuren het ontbreken van economische clausu-
les of prijsmechanismen in het huidige nationale koffie-
akkoord, niettegenstaande deze overeenkomst. Ik wil
even beklemtonen dat veel ontwikkelingslanden sterk
afhankelijk zijn van koffie als exportproduct. Elke prijsda-
ling heeft een onmiddellijke invloed op het leven van
miljoenen kleine boeren die instaan voor 10% van de
totale koffieproductie. Het internationaal koffieakkoord
van 1994 is een flauw afkooksel van de 4 voorgaande
internationale koffieakkoorden die tussen 1963 en 1989
werden gesloten. Zij regelden de koffieprijs aan de hand
van vastgelegde exportquota. Er werden geen clausules
meer opgenomen sinds het afsluiten van het laatste
akkoord in 1989. De gevolgen waren dramatisch voor de
derde wereld door het ontstaan van prijsdalingen, prijs-
schommelingen en de bijbehorende speculaties. Wij plei-
ten daarom om, bij de onderhandelingen binnen de
Internationale Koffie Organisatie, het ICO, dergelijke
clausules opnieuw op te nemen. Heden vonden reeds 3
onderhandelingssessies plaats, waar nog geen sprake
was van een prijsstabilisatie.
Wij zullen de opname van een economische clausule
blijven bepleiten. Ik zal niet nalaten om de regering
hierover te bevragen. Belgie¨ kan op die manier, samen
met de Europese Unie, binnen het ICO een voortrekkers-
rol spelen en initiatief nemen om ook de consumerende
landen te laten bijdragen aan de financiering van buffer-
stocks. Deze bufferstocks zijn belangrijk om een prijsre-
gularisering te kunnen afspreken indien een economi-
sche clausule niet haalbaar zou zijn.
De voorzitter : Collega's, in artikel 2 van dit wetsontwerp
staat dat de internationale koffie-overeenkomst van
1994, opgemaakt te Londen op 30 maart 1994, volkomen
gevolg zal hebben ce qui en franc¸ais signifie
sortira son
plein et entier effet
. Ik vestig uw aandacht op artikel 3
waarin staat dat deze wet van kracht werd op 1 oktober
1994. U kunt dus alleen goedkeuren of afkeuren.
U kunt een conventieonderhandeling tussen zoveel par-
tijen niet amenderen maar ik begrijp uw inzichten, me-
vrouw Laenens. U hebt misschien een resolutie of een
aanmoediging naar aanleiding van het wetsontwerp van
vorige week, dragende de goedkeuring van het interna-
tionaal tribunaal, afgesloten in Rome, waar onder andere
de heer Eyskens een resolutie heeft ingediend die de
regering aanmoedigt een positie in te nemen. U kunt dit
doen op de wijze die u gepast acht, mevrouw Laenens.
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles. Le texte
adopte´ par la commission sert de base a` la discussion.
(Rgt 66,4) (614/1)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´.
32
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Les articles 1 a` 3 sont adopte´s article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangeno-
men.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensem-
ble aura lieu ulte´rieurement.
La se´ance est leve´e.
De vergadering is gesloten.
- La se´ance est leve´e a` 16.40 heures. Prochaine se´ance
ple´nie`re jeudi 11 mai 2000 a` 14.15 heures.
- De vergadering wordt gesloten om 16.40 uur. Volgende
plenaire
vergadering
donderdag
11
mei
2000
om 14.15 uur.
HA 50
PLEN 055
33
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
34
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
BIJLAGE
ANNEXE
PLENAIRE VERGADERING
SEANCE PLENIERE
INTERNE BESLUITEN
DE
uCISIONS INTERNES
INTERPELLATIEVERZOEKEN
Ingekomen
1. mevrouw Els Van Weert tot de eerste minister over
de
volksraadpleging over de hervorming van de federale
administratie
.
(nr. 386 - omgewerkt in mondelinge vraag)
2. de heer Luc Sevenhans tot de minister van Consu-
mentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over
de
mogelijke
gevaren
ingevolge
de
plaatsing
van
GSM-masten
.
(nr. 387 - verzonden naar de commissie voor de Volks-
gezondheid, het Leefmilieu en de maatschappelijke
Hernieuwing)
3. de heer Guido Tastenhoye tot de minister van Justitie
over
het risico op de nakende roofmoord op een winke-
lierster in de Antwerpse Seefhoekwijk en de totale afwe-
zigheid van recht en orde in de 'Bronx' van Antwerpen
.
(nr. 388 - verzonden naar de commissie voor de Justitie)
4. de heer Pieter De Crem tot de minister van Landsver-
dediging over
de legerhervorming.
(nr. 389 - verzonden naar de commissie voor de
Landsverdediging)
5. de heer Francis Van den Eynde tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
de
gevolgen van de recente verkiezingen in Italie¨
.
(nr. 390 - verzonden naar de commissie voor de Buiten-
landse Betrekkingen)
6. de heer Stef Goris tot de minister van Landsverdedi-
ging over
de toetreding tot de tweede fase van het Joint
Strike Fighter-programma
.
(nr. 391 - verzonden naar de commissie voor de
Landsverdediging)
DEMANDES D'INTERPELLATION
Demandes
1. Mme Els Van Weert au premier ministre sur
la
consultation
populaire
concernant
la
re´forme
de
l'administration fe´de´rale
.
(n° 386 - transforme´e en question orale)
2. M. Luc Sevenhans a` la ministre de la Protection de la
consommation,
de
la
Sante´
publique
et
de
l'Environnement sur
les dangers e´ventuels de´coulant de
l'installation de pylo^nes GSM
.
(n° 387 - renvoi a` la commission de la Sante´ publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Socie´te´)
3. M. Guido Tastenhoye au ministre de la Justice sur
le
risque d'assassinat imminent par des voleurs auquel est
expose´e une commerc¸ante du quartier du Seefhoek a`
Anvers et la situation de non-droit et de de´sordre absolu
dans le 'Bronx' anversois
.
(n° 388 - renvoi a` la commission de la Justice)
4. M. Pieter De Crem au ministre de la De´fense nationale
sur
les re´formes de l'arme´e.
(n° 389 - renvoi a` la commission de la De´fense nationale)
5. M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et
ministre des Affaires e´trange`res sur
les conse´quences
des dernie`res e´lections en Italie
.
(n° 390 - renvoi a` la commission des Relations
exte´rieures)
6. M.
Stef Goris au ministre de la De´fense sur
l'adhe´sion a` la seconde phase du programme Joint
Strike Fighter
.
(n° 391 - renvoi a` la commission de la De´fense nationale)
HA 50
PLEN 055
35
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
VOORSTELLEN
Toelating tot drukken
Rgt art 64-2
1. Wetsvoorstel (de heren Jean-Paul Moerman, Charles
Michel en Thierry Giet en mevrouw Jacqueline Herzet)
tot wijziging van artikel 1394 van het Burgerlijk Wetboek
betreffende de afstand van het recht van natrekking
tussen in gemeenschap van goederen gehuwde echtge-
noten, nr.628/1.
2. Voorstel van bijzondere wet (de heren Gerolf Anne-
mans, Bart Laeremans, Guido Tastenhoye en Filip De
Man) tot afschaffing van de faciliteiten in de randgemeen-
ten, nr.629/1.
3. Wetsvoorstel (de heren Gerolf Annemans, Bart Laere-
mans, Filip De Man en Jan Mortelmans) inzake het
taalgebruik op de identiteitskaarten, nr.630/1.
4. Wetsvoorstel (de heer Willy Cortois) tot wijziging van
artikel 5 van de wet van 8december1976 tot regeling van
het pensioen van sommige mandatarissen en dat van
hun rechtverkrijgenden, nr.632/1.
5. Wetsvoorstel (de heer Hugo Coveliers, mevrouw Kath-
leen van der Hooft en de heer Jef Valkeniers) tot instel-
ling van een open boekhouding van de vakorganisaties,
nr.633/1.
6. Wetsvoorstel (de dames Kristien Grauwels en
Claudine Drion) tot wijziging van verscheidene kieswet-
ten ter bevordering van gelijke kansen voor vrouwen en
mannen bij verkiezingen, nr.635/1.
7. Wetsvoorstel (de heer Lode Vanoost en mevrouw
Marie-The´re`se Coenen) tot wijziging, wat de driekleurige
verkeerslichten betreft, van het wegverkeersreglement,
nr.636/1.
8. Wetsvoorstel (de heer Lode Vanoost en mevrouw
Marie-The´re`se Coenen) tot wijziging, wat de toelating
van fietsers in eenrichtingsstraten betreft, van artikel 68
van het wegverkeersreglement, nr.637/1.
9. Wetsvoorstel (de heer Lode Vanoost en mevrouw
Marie-The´re`se Coenen) tot wijziging, wat de oversteek-
plaatsen
betreft,
van
het
wegverkeersreglement,
nr.638/1.
10. Wetsvoorstel (de heer Lode Vanoost en mevrouw
Marie-The´re`se Coenen) tot wijziging van artikel 2.7 van
het wegverkeersreglement, nr.639/1.
PROPOSITIONS
Autorisation d'impression
Rgt art 64-2
1. Proposition de loi (MM. Jean-Paul Moerman, Charles
Michel et Thierry Giet et Mme Jacqueline Herzet) modi-
fiant l'article 1394 du Code civil en ce qui concerne la
renonciation a` l'accession entre e´poux communs en
biens, n° 628/1.
2. Proposition de loi spe´ciale (MM. Gerolf Annemans,
Bart Laeremans, Guido Tastenhoye et Filip De Man)
supprimant les facilite´s linguistiques dans les communes
de la pe´riphe´rie bruxelloise, n°629/1.
3. Proposition de loi (MM.
Gerolf Annemans, Bart
Laeremans, Filip De Man et Jan Mortelmans) relative a`
l'emploi des langues sur les cartes d'identite´, n°630/1.
4. Proposition de loi (M. Willy Cortois) modifiant l'article
5 de la loi du 8 de´cembre 1976 re´glant la pension de
certains mandataires et celle de leurs ayants droit,
n°632/1.
5. Proposition de loi (M. Hugo Coveliers, Mme Kathleen
van der Hooft et M. Jef Valkeniers) relative a` la comp-
tabilite´ ouverte des organisations syndicales, n°633/1.
6. Proposition de loi (Mmes Kristien Grauwels et Clau-
dine Drion) modifiant diverses lois e´lectorales afin
d'assurer l'e´galite´ des chances entre les femmes et les
hommes lors des e´lections, n°635/1.
7. Proposition de loi (M. Lode Vanoost et Mme Marie-
The´re`se Coenen) modifiant le re`glement sur la police de
la circulation routie`re en ce qui concerne les signaux
lumineux de circulation tricolores, n°636/1.
8. Proposition de loi (M. Lode Vanoost et Mme Marie-
The´re`se Coenen) modifiant l'article 68 du re`glement
ge´ne´ral sur la police de la circulation routie`re en ce qui
concerne l'autorisation des cyclistes dans les rues a` sens
unique, n°637/1.
9. Proposition de loi (M. Lode Vanoost et Mme Marie-
The´re`se Coenen) modifiant le re`glement ge´ne´ral sur la
police de la circulation routie`re en ce qui concerne les
passages pre´vus pour traverser la chausse´e, n°638/1.
10. Proposition de loi (M. Lode Vanoost et Mme Marie-
The´re`se Coenen) modifiant l'article 2.7 du re`glement
ge´ne´ral sur la police de la circulation routie`re, n°639/1.
36
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
11. Voorstel van bijzondere wet (de heren Gerolf Anne-
mans, Bart Laeremans, Guido Tastenhoye en Filip De
Man) tot definitieve vastlegging van de grens tussen
Vlaanderen en Wallonie¨ en tot afschaffing van de facili-
teiten in de taalgrensgemeenten, nr. 640/1.
11. Proposition de loi spe´ciale (MM. Gerolf Annemans,
Bart Laeremans, Guido Tastenhoye et Filip De Man)
fixant de´finitivement la frontie`re entre la Flandre et la
Wallonie et supprimant les facilite´s dans les communes
de la frontie`re linguistique, n°640/1.
HA 50
PLEN 055
37
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
PLENAIRE VERGADERING
SEANCE PLENIERE
MEDEDELINGEN
COMMUNICATIONS
COMMISSIES
Verslagen
Volgende verslagen werden ingediend :
namens de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de
Algemene Zaken en het Openbaar Ambt,
- door de heer Claude Desmedt, over het wetsvoorstel
van de heer Alfons Borginon c.s. tot wijziging van artikel
345 van de nieuwe gemeentewet (nr. 393/5);
namens de commissie voor de Herziening van de Grond-
wet en de Hervorming van de Instellingen,
- door de heer Servais Verherstraeten en mevrouw Zoe´
Genot, over :
. het wetsontwerp tot bepaling van de criteria bedoeld in
artikel 39, § 2, van de bijzondere wet van 16 januari 1989
betreffende de financiering van de Gemeenschappen en
de Gewesten (overgezonden door de Senaat) (nr.540/3);
. het wetsontwerp tot uitvoering van artikel 62 van de
bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de finan-
ciering van de Gemeenschappen en de Gewesten (over-
gezonden door de Senaat) (nr.541/3);
namens de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting,
- door de heer Eric van Weddingen, over :
. het wetsontwerp betreffende de vereiste decimalisering
voor de invoering van de euro in de computerpro-
gramma's van de overheid en voor de prijsaanduiding op
metrologische toestellen (nr.573/2);
. het wetsontwerp betreffende de invoering van de euro in
de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden
als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet (nr. 574/3);
. het wetsontwerp betreffende de invoering van de euro in
de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden
als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (nr. 575/3);
namens de commissie voor de Naturalisaties,
- door de heer Claude Eerdekens over de naturalisa-
tieaanvragen (nr. 634/1);
namens de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer
en de Overheidsbedrijven,
COMMISSIONS
Rapports
Les rapports suivants ont e´te´ de´pose´s :
au nom de la commission de l'Inte´rieur, des Affaires
ge´ne´rales et de la Fonction publique,
- par M. Claude Desmedt, sur la proposition de loi de
M. Alfons Borginon et consorts modifiant l'article 345 de
la nouvelle loi communale (n°393/5);
au nom de la commission de Re´vision de la Constitution
et de la Re´forme des Institutions,
- par M. Servais Verherstraeten et Mme Zoe´ Genot, sur :
. le projet de loi fixant les crite`res vise´s a` l'article 39, § 2,
de la loi spe´ciale du 16 janvier 1989 relative au finance-
ment des Communaute´s et des Re´gions (transmis par le
Se´nat) (n°540/3);
. le projet de loi exe´cutant l'article 62 de la loi spe´ciale du
16 janvier 1989 relative au financement des Com-
munaute´s et des Re´gions (transmis par le Se´nat)
(n° 541/3);
au nom de la commission des Finances et du Budget,
- par M. Eric van Weddingen, sur :
. le projet de loi relatif a` la de´cimalisation ne´cessaire pour
l'introduction de l'euro dans les programmes informati-
ques du secteur public et a` l'indication des prix sur les
instruments me´trologiques (n° 573/2);
. le projet de loi relatif a` l'introduction de l'euro dans la
le´gislation concernant les matie`res vise´es a` l'article 77 de
la Constitution (n°574/3);
. le projet de loi relatif a` l'introduction de l'euro dans la
le´gislation concernant les matie`res vise´es a` l'article 78 de
la Constitution (n°575/3);
au nom de la commission des Naturalisations,
- par M.
Claude Eerdekens sur les demandes de
naturalisation (n°634/1);
au nom de la commission de l'Infrastructure, des Com-
munications et des Entreprises publiques,
38
HA 50
PLEN 055
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
- door de heer Ludo Van Campenhout, over :
. het voorstel van resolutie van de heer Bart Somers,
mevrouw Marie-The´re`se Coenen en de heren Jean De-
preter, Marcel Bartholomeeussen, Michel Wauthier en
Lode Vanoost betreffende de NMBS (nr.489/3);
. het voorstel van resolutie van de heren Bart Somers,
Ludo Van Campenhout en Hugo Philtjens strekkende tot
het verlenen aan het Rekenhof van een controleopdracht
op de aanwending van overheidsgeld door de NMBS
(nr. 568/2).
SENAAT
Aangenomen ontwerp van bijzondere wet
Bij brief van 4 mei 2000 zendt de Senaat over, zoals hij
het in zijn vergadering van die datum heeft aangenomen,
het ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van artikel 41
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitra-
gehof (nr. 627/1).
Verzonden naar de commissie voor de Herziening van de
Grondwet en de Hervorming der Instellingen
REGERING
Ingediend wetsontwerp
De regering heeft het wetsontwerp tot wijziging van het
Gerechtelijk Wetboek inzake de tussenkomst van het
openbaar ministerie in de procedure voor het Hof van
Cassatie en in burgerlijke zaken voor de feitenrechters
(nr. 631/1) ingediend.
Dit ontwerp wordt verzonden naar de commissie voor de
Justitie.
Uitgaven gedaan buiten de begroting
Bij brief van 4 mei 2000 zendt de eerste minister, in
uitvoering van artikel 44, § 1, lid 2, van de wetten op de
Rijkscomptabiliteit, gecoo¨rdineerd op 17 juli 1991, exem-
plaren over van de beraadslaging nr. 3175 door de
Ministerraad getroffen betreffende uitgaven gedaan bui-
ten de begroting.
Verzonden naar de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting
- par M. Ludo Van Campenhout, sur :
. la proposition de re´solution de M. Bart Somers, Mme
Marie-The´re`se Coenen et MM. Jean Depreter, Marcel
Bartholomeeussen, Michel Wauthier et Lode Vanoost
relative a` la SNCB (n°489/3);
. la proposition de re´solution de MM. Bart Somers, Ludo
Van Campenhout et Hugo Philtjens visant a` confier a` la
Cour des comptes une mission de contro^le du bon emploi
par la SNCB des deniers publics (n°568/2).
SE
´ NAT
Projet de loi spe´ciale adopte´
Par message du 4 mai 2000, le Se´nat transmet, tel qu'il
l'a adopte´ en se´ance de cette date, le projet de loi
spe´ciale modifiant l'article 41 de la loi spe´ciale du 6
janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage (n°627/1).
Renvoi a` la commission de la Re´vision de la Constitution
et de la Re´forme des Institutions
GOUVERNEMENT
De´po^t d'un projet de loi
Le gouvernement a de´pose´ le projet de loi modifiant le
Code judiciaire en ce qui concerne l'intervention du
ministe`re public dans la proce´dure devant la Cour de
cassation et, en matie`re civile, devant les juges du fond
(n° 631/1).
Ce projet est renvoye´ a` la commission de la Justice.
De´penses faites en marge du budget
Par lettre du 4 mai 2000, le premier ministre transmet, en
exe´cution de l'article 44, §1er, aline´a 2, des lois sur la
comptabilite´ de l'Etat, coordonne´es le 17 juillet 1991, des
exemplaires de la de´libe´ration n° 3175, prise par le
Conseil des ministres, relative a` des de´penses faites en
marge du budget.
Renvoi a` la commission des Finances et du Budget
HA 50
PLEN 055
39
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Algemene uitgavenbegroting 2000
In uitvoering van artikel 15 van de gecoo¨rdineerde wetten
op de Rijkscomptabiliteit zendt de vice-eerste minister en
minister van Begroting over :
- bij brief van 5 mei 2000, twee lijsten van herverdelingen
der
basisallocaties
betreffende
de
internationale
samenwerking;
- bij brief van 8 mei 2000, een lijst van herverdelingen der
basisallocaties betreffende het ministerie van Verkeer en
Infrastructuur;
- bij brief van 9 mei 2000, een lijst van herverdelingen der
basisallocaties betreffende het ministerie van Sociale
Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.
Verzonden naar de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting
ARBITRAGEHOF
Prejudicie¨le vraag
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet van
6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de griffier van het
Arbitragehof kennis van de prejudicie¨le vraag betreffende
artikel 140 van het Wetboek van de inkomstenbelastin-
gen 1992, gesteld door het hof van beroep te Luik bij
arrest van 8 maart 2000, inzake E. Lambert en C.Be-
laire tegen de Belgische Staat.
(rolnummer : 1910)
Ter kennisgeving
RESOLUTIES
Europees Parlement
Bij brief van 5 mei 2000 zendt de secretaris-generaal van
het Europees Parlement de teksten over van drie reso-
luties aangenomen door deze vergadering :
1. resolutie over de voorstellen van het Europees Parle-
ment voor de Intergouvernementele Conferentie;
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen en naar het Adviescomite´ voor de Euro-
pese Aangelegenheden
2. resolutie over het Wereldforum over educatie;
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, naar de commissie voor het Bedrijfsleven,
het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale we-
tenschappelijke en culturele Instellingen, de Middens-
tand en de Landbouw en naar het Adviescomite´ voor de
Europese Aangelegenheden
Budget ge´ne´ral des de´penses 2000
En exe´cution de l'article 15 des lois coordonne´es sur la
comptabilite´ de l'Etat, le vice-premier ministre et ministre
du Budget transmet :
- par lettre du 5 mai 2000, deux bulletins de redistribu-
tions d'allocations de base concernant la coope´ration
internationale;
- par lettre du 8 mai 2000, un bulletin de redistributions
d'allocations de base concernant le ministe`re des Com-
munications et de l'Infrastructure;
- par lettre du 9 mai 2000, un bulletin de redistributions
d'allocations de base concernant le ministe`re des Affai-
res sociales, de la Sante´ publique et de l'Environnement.
Renvoi a` la commission des Finances et du Budget
COUR D'ARBITRAGE
Question pre´judicielle
En application de l'article 77 de la loi spe´ciale du 6 janvier
1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de la Cour
d'arbitrage notifie la question pre´judicielle relative a`
l'article 140 du Code des impo^ts sur les revenus 1992,
pose´e par la cour d'appel de Lie`ge par arre^t du 8 mars
2000, en cause deE.Lambert et C. Belaire contre l'Etat
belge.
(n° du ro^le : 1910)
Pour information
RE
´ SOLUTIONS
Parlement europe´en
Par lettre du 5 mai 2000, le secre´taire ge´ne´ral du
Parlement europe´en transmet le texte de trois re´solutions
adopte´es par cette assemble´e :
1. re´solution sur les propositions du Parlement europe´en
pour la Confe´rence intergouvernementale;
Renvoi a` la commission des Relations exte´rieures et au
Comite´ d'avis charge´ de Questions europe´ennes
2. re´solution sur le Forum mondial sur l'e´ducation;
Renvoi a` la commission des Relations exte´rieures, a` la
commission de l'Economie, de la Politique scientifique,
de l'Education, des Institutions scientifiques et culturelles
nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture et
au Comite´ d'avis charge´ de Questions europe´ennes
40
HA 50
PLEN 055
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
3. resolutie over de economische gevolgen van de re-
cente stormen voor de bosbouwsector in Europa.
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, naar de commissie voor het Bedrijfsleven,
het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale we-
tenschappelijke en culturele Instellingen, de Middens-
tand en de Landbouw, naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de maatschappelijke
Hernieuwing en naar het Adviescomite´ voor de Europese
Aangelegenheden
3. re´solution sur les conse´quences e´conomiques des
re´centes tempe^tes sur la filie`re sylvicole en Europe.
Renvoi a` la commission des Relations exte´rieures, a` la
commission de l'Economie, de la Politique scientifique,
de l'Education, des Institutions scientifiques et culturelles
nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture, a`
la commission de la Sante´ publique, de l'Environnement
et du Renouveau de la Socie´te´ et au Comite´ d'avis
charge´ de Questions europe´ennes
HA 50
PLEN 055
41
10-05-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000