B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE PLENAIRE VERGADERING
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA SÉANCE PLÉNIERE
VAN
DU
30-03-2000
30-03-2000
namiddag
après-midi
HA 50
PLEN 050
HA 50
PLEN 050
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2
HA 50
PLEN 050
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 : Parlementair Document van de 50e zittingsperiode +
DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e
het nummer en het volgnummer
législature, suivi du n° et du n° consécutif
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
: Questions et Réponses écrites
HA
: Handelingen (Integraal Verslag)
HA
: Annales (Compte Rendu Intégral)
BV
: Beknopt Verslag
CRA
: Compte Rendu Analytique
PLEN
: Plenumvergadering
PLEN
: Séance plénière
COM
: Commissievergadering
COM
: Réunion de commission
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officie¨le publicaties uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation 2
Natieplein 2
1008 Brussel
1008 Bruxelles
Tél. : 02/549 81 60
Tel. : 02/549 81 60
Fax : 02/549 82 74
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Donderdag 30 maart 2000, 14.15 uur
PLEN 050
BERICHTEN VAN VERHINDERING
9
MONDELINGE VRAGEN
9
- Samengevoegde mondelinge vragen van de heren Oli-
vier Chastel en Jean-Pol Henry aan de eerste minister
over
de aangekondigde sluiting van de Bombardier-
fabriek in Manage
(Het antwoord werd verstrekt door de vice-eerste minister
en minister van Mobiliteit en Vervoer)
9
- Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
eerste minister over
de gevolgen van de klacht die bij het
Belgisch gerecht tegen Kagame wegens volkerenmoord
werd ingediend
11
- Mondelinge vraag van de heer Jean-Pol Poncelet aan de
eerste
minister
over
de werkzaamheden van de
'CIIRI/COSTA'
13
- Mondelinge vraag van mevrouw Ge´raldine Pelzer-
Salandra aan de minister van Binnenlandse Zaken over
de politiehervorming
14
- Mondelinge vraag van mevrouw Miche`le Gilkinet aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
het
ontwerp tot privatisering van de medische evaluatie
15
- Samengevoegde mondelinge vragen van de heren Da-
niel Bacquelaine, Jacques Lefevre en Geert Bourgeois
aan de minister van Justitie over
het ontwerp tot versprei-
ding op internet van de identiteit van veroordeelde misda-
digers na hun vrijlating
16
- Mondelinge vraag van de heer Arnold Van Aperen aan de
minister van Financie¨n over
de toepassing van het ver-
laagd BTW-tarief voor fietsenherstellingen
18
- Mondelinge vraag van de heer Danny Pieters aan de
minister van Financie¨n over
de betaling door de Fondsen
voor bestaanszekerheid van belastingen
19
- Mondelinge vraag van de heer Marc Van Peel aan de
minister van Financie¨n over
de achterstand van de
doorstortingen
van
de
aanvullende
gemeentelijke
personenbelasting
19
- Mondelinge vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over
het ronddelen van poststukken
20
- Mondelinge vraag van de heer Bart Somers aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over
de fusie tussen ABX van de NMBS en
de pakjesdienst van De Post
21
Sommaire
Jeudi 30 mars 2000, 14.15 heures
PLEN 050
EXCUSE
´ S
9
QUESTIONS ORALES
9
- Questions orales jointes de MM. Olivier Chastel et
Jean-Pol Henry au premier ministre sur
l'annonce de la
fermeture de l'usine Bombardier a` Manage
(La re´ponse a e´te´ donne´e par la vice-premie`re ministre et
ministre de la Mobilite´ et des Transports)
9
- Question orale de M. Luc Sevenhans au premier ministre
sur
les conse´quences du de´po^t d'une plainte a` la justice
belge contre Kagame pour ge´nocide
11
- Question orale de M. Jean-Pol Poncelet au premier
ministre sur
les travaux de la 'CIIRI/COSTA'
13
- Question orale de Mme Ge´raldine Pelzer-Salandra au
ministre de l'Inte´rieur sur
la re´forme des polices
14
- Question orale de Mme Miche`le Gilkinet au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur
le projet de privati-
sation de l'e´valuation me´dicale
15
- Questions orales jointes de MM. Daniel Bacquelaine,
Jacques Lefevre et Geert Bourgeois au ministre de la
Justice sur
le projet de diffusion sur internet de l'identite´
de criminels condamne´s, apre`s leur libe´ration
16
- Question orale de M. Arnold Van Aperen au ministre des
Finances sur
l'application d'un taux de TVA re´duit pour
les re´parations de bicyclettes
18
- Question orale de M. Danny Pieters au ministre des
Finances
sur
l'imposition des Fonds de se´curite´
d'existence
19
- Question orale de M. Marc Van Peel au ministre des
Finances sur
le retard dans le versement des addition-
nels communaux
19
- Question orale de M. Gerolf Annemans au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques sur
la distribution d'envois postaux
20
- Question orale de M. Bart Somers au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participations
publiques sur
la fusion d'ABX et du service des colis de
La Poste
21
HA 50
PLEN 050
3
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN
22
ACTUALITEITSDEBATTEN
23
- Samengevoegde mondelinge vragen van de heren Fran-
cis Van den Eynde, Ferdy Willems en Marc Van Peel aan
de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking over
politieke benoemingen in de directie-generaal van de
internationale samenwerking
23
Sprekers : Francis Van den Eynde, Ferdy Willems,
Marc Van Peel, voorzitter van de CVP-fractie, Jacques
Lefevre, Jef Valkeniers, Jean-Pol Henry, Eddy Bout-
mans, staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwer-
king, Daniel Bacquelaine, voorzitter van de PRL FDF
MCC-fractie, Eric Derycke, Claudine Drion
- Samengevoegde mondelinge vragen van de heer Lode
Vanoost en mevrouw Frieda Brepoels en de heren Ludo
Van Campenhout, Jos Ansoms en Peter Vanvelthoven
aan de eerste minister en aan de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
het akkoord
tussen Belgie¨ en Nederland over de IJzeren Rijn
27
Sprekers : Lode Vanoost, Frieda Brepoels, voorzitter
van de VU&ID-fractie, Ludo Van Campenhout, Jos
Ansoms, Peter Vanvelthoven, Andre´ Fre´de´ric, Luc
Sevenhans, Ge´raldine Pelzer-Salandra, Isabelle Du-
rant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer, Guy Verhofstadt, eerste minister, Michel
Wauthier, Andre´ Smets
WETSONTWERPEN EN -VOORSTELLEN
34
- Wetsontwerp inzake informaticacriminaliteit (213/1 tot 6)
(aangelegenheid bedoeld in artikel 78 van de Grondwet)
Wetsontwerp inzake informaticacriminaliteit (214/1 tot 7)
(aangelegenheid bedoeld in artikel 77 van de Grondwet)
34
algemene bespreking
34
Sprekers : Servais Verherstraeten, rapporteur, Jean-
Pol Poncelet, voorzitter van de PSC-fractie, Hugo
Coveliers, voorzitter van de VLD-fractie, Fred Erdman
bespreking van de artikelen
39
- Wetsvoorstel van mevrouw Simonne Creyf tot wijziging,
wat de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor brandweer
en dringende medische hulp betreft, van artikel 32 van de
wet van 16 juni 1989 houdende diverse institutionele
hervormingen (64/1 tot 3)
Wetsvoorstel van mevrouw Annemie Van de Casteele tot
wijziging, wat de Hoofdstedelijke Dienst voor brandweer
en dringende medische hulp betreft, van artikel 32 van de
wet van 16 juni 1989 houdende diverse institutionele
hervormingen (329/1 en 2)
(Voorstel tot verwerping)
40
Sprekers : Danie¨l Vanpoucke, rapporteur, Simonne
Creyf, Annemie Van de Casteele, Bart Laeremans
ORDRE DES TRAVAUX
22
DE
´ BATS D'ACTUALITE
´
23
- Questions orales jointes de MM. Francis Van den Eynde,
Ferdy Willems et Marc Van Peel au secre´taire d'Etat a` la
Coope´ration au de´veloppement sur
les nominations po-
litiques a` la direction ge´ne´rale de la coope´ration
internationale
23
Orateurs : Francis Van den Eynde, Ferdy Willems,
Marc Van Peel, pre´sident du groupe CVP, Jacques
Lefevre, Jef Valkeniers, Jean-Pol Henry, Eddy Bout-
mans, secre´taire d'Etat a` la Coope´ration au de´veloppe-
ment, Daniel Bacquelaine, pre´sident du groupe PRL
FDF MCC, Eric Derycke, Claudine Drion
- Questions orales jointes de M. Lode Vanoost et Mme
Frieda Brepoels et MM. Ludo Van Campenhout, Jos
Ansoms et Peter Vanvelthoven au premier ministre et a` la
vice-premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et des
Transports sur
l'accord entre la Belgique et les Pays-Bas
concernant le Rhin de fer
27
Orateurs : Lode Vanoost, Frieda Brepoels, pre´sidente
du groupe VU&ID, Ludo Van Campenhout, Jos Ans-
oms, Peter Vanvelthoven, Andre´ Fre´de´ric, Luc Se-
venhans, Ge´raldine Pelzer-Salandra, Isabelle Du-
rant, vice-premie`re ministre et ministre de la Mobilite´ et
des Transports, Guy Verhofstadt, premier ministre,
Michel Wauthier, Andre´ Smets
PROJETS ET PROPOSITIONS DE LOI
34
- Projet de loi relatif a` la criminalite´ informatique
(213/1 a` 6) (matie`re vise´e a` l'article 78 de la Constitution)
Projet de loi relatif a` la criminalite´ informatique (214/1 a` 7)
(matie`re vise´e a` l'article 77 de la Constitution)
34
discussion ge´ne´rale
34
Orateurs : Servais Verherstraeten, rapporteur, Jean-
Pol Poncelet, pre´sident du groupe PSC, Hugo Cove-
liers, pre´sident du groupe VLD, Fred Erdman
discussion des articles
39
- Proposition de loi de Mme Simonne Creyf modifiant, en
ce qui concerne le Service d'incendie et d'aide me´dicale
urgente de la Re´gion de Bruxelles-Capitale, l'article 32 de
la loi du 16 juin 1989 portant diverses re´formes institution-
nelles (64/1 a` 3)
Proposition de loi de Mme Annemie Van de Casteele
modifiant l'article 32 de la loi du 16 juin 1989 portant
diverses re´formes institutionnelles en ce qui concerne le
Service d'incendie et d'aide me´dicale urgente de la Re´-
gion de Bruxelles-Capitale (329/1 et 2)
(Proposition de rejet)
40
Orateurs : Danie¨l Vanpoucke, rapporteur, Simonne
Creyf, Annemie Van de Casteele, Bart Laeremans
4
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
- Wetsvoorstel van de heren Jean-Pol Poncelet, Philippe
Collard en Guy Larcier tot wijziging van de wet van 21 juni
1985 betreffende het onderwijs en de wet van 4 augus-
tus 1986 tot regeling van de oppensioenstelling van de
leden van het onderwijzend personeel van het universitair
onderwijs en tot wijziging van andere bepalingen van de
onderwijswetgeving (405/1 tot 4)
43
algemene bespreking
44
Sprekers : Jean-Marc Delize´e, rapporteur, Jean-Pol
Poncelet, voorzitter van de PSC-fractie, Philippe Col-
lard, Danny Pieters
bespreking van de artikelen
45
RAAD VAN STATE
45
INOVERWEGINGNEMING VAN VOORSTELLEN
46
URGENTIEVERZOEKEN
46
ROUWHULDE
47
PROEVE VAN SAMENSTELLING VAN EEN EUROPESE VOOR-
HOEDE IN DE VASTE COMMISSIES
47
STEMMINGEN
48
- Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van :
de heer Jean-Pol Poncelet over
de gevolgen van de
vernietiging door de Raad van State van de benoeming
van mevrouw Reynders wegens kennelijke onwettigheid
(nr. 299)
de heer Bart Laeremans over
de vernietiging van de
benoeming van mevrouw Reynders tot voorzitter van de
rechtbank van eerste aanleg te Luik
(nr. 301)
de heer Tony Van Parys over
de vernietiging door de
Raad van State van de benoeming van mevrouw Reyn-
ders tot voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te
Luik
(nr. 306)
49
- Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van :
mevrouw Joe¨lle Milquet over
de toepassing van de
wetten van 30 juli 1963 en 4 augustus 1963 houdende
taalregeling in het onderwijs en over de aanwijzing van
taalinspecteurs
(nr. 288)
de heer Olivier Maingain over
de wederinvoering van de
taalinspectie in het onderwijs
(nr. 291)
de heer Francis Van den Eynde over
de aanstelling van
taalinspecteurs voor de Franstalige scholen in de Vlaamse
randgemeenten (nr. 307)
50
- Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de
heer Francis Van den Eynde over
de ronddeling van
publicaties door De Post
(nr. 312)
52
- Proposition de loi de MM. Jean-Pol Poncelet, Philippe
Collard et Guy Larcier modifiant la loi du 21 juin 1985
concernant l'enseignement et la loi du 4 aou^t 1986 re´glant
la mise a` la retraite des membres du personnel enseignant
de l'enseignement universitaire et modifiant d'autres dis-
positions de la le´gislation de l'enseignement (405/1 a` 4)
43
discussion ge´ne´rale
44
Orateurs : Jean-Marc Delize´e, rapporteur, Jean-Pol
Poncelet, pre´sident du groupe PSC, Philippe Collard,
Danny Pieters
discussion des articles
45
CONSEIL D'ETAT
45
PRISE EN CONSIDE
´ RATION DE PROPOSITIONS
46
DEMANDES D'URGENCE
46
ELOGE FUNE
` BRE
47
PROPOSITION
DE
CONSTITUTION
D'UN
GROUPE
D'EUROPROMOTEURS
AU
SEIN
DES
COMMISSIONS
PERMANENTES
47
VOTES
48
- Motions de´pose´es en conclusion des interpellations de :
M. Jean-Pol Poncelet sur
les suites de l'annulation de la
nomination de Mme Reynders par le Conseil d'Etat pour
ille´galite´ manifeste
(n° 299)
M. Bart Laeremans sur
l'annulation de la nomination de
Mme Reynders en qualite´ de pre´sidente du tribunal de
premie`re instance de Lie`ge
(n° 301)
M. Tony Van Parys sur
l'annulation par le Conseil d'Etat
de la nomination de Mme Reynders a` la fonction de
pre´sidente du tribunal de premie`re instance de Lie`ge
(n° 306)
49
- Motions de´pose´es en conclusion des interpellations de :
Mme Joe¨lle Milquet sur
l'application des lois du 30 juillet
1963 et du 4 aou^t 1963 concernant le re´gime linguistique
dans l'enseignement et sur la de´signation d'inspecteurs
linguistiques
(n° 288)
M. Olivier Maingain sur
le re´tablissement de l'inspection
linguistique dans l'enseignement
(n° 291)
M.
Francis
Van
den
Eynde
sur
la de´signation
d'inspecteurs linguistiques pour les e´coles francophones
des communes flamandes de la pe´riphe´rie de Bruxelles
(n° 307)
50
- Motions de´pose´es en conclusion de l'interpellation de
M. Francis Van den Eynde sur
la distribution de publica-
tions par La Poste
(n° 312)
52
HA 50
PLEN 050
5
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
- Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de
heer Guido Tastenhoye over
de ontoelaatbare internatio-
nale hetze tegen de Antwerpse diamantsector
(nr. 308)
53
- Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van :
de heer Geert Bourgeois over
de samenstelling van de
acht kamers van de commissie voor de Regularisatie
(nr. 303)
de heer Gerolf Annemans over
de partijpolitieke samen-
stelling van de te vormen kamers van de commissie voor
de Regularisatie
(nr. 304)
de heer Tony Van Parys over
de benoeming van de leden
van de kamers van de commissie voor de Regularisatie
(nr. 305)
de heer Jean-Pol Poncelet over
de politieke kleur van de
leden van de kamers van de commissie voor de Regula-
risatie
(nr. 318)
54
- Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van :
mevrouw Greta D'Hondt over
het tewerkstellingsbeleid
en de startbanen
(nr. 302)
de heer Guy D'haeseleer over
de toepassing van het
Rosetta-plan in Vlaanderen
(nr. 314)
55
- Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van :
de heer Hans Bonte over
het onderscheid tussen het
arbeiders- en bediendestatuut
(nr. 309)
de heer Guy D'haeseleer over
de harmonisering van het
arbeiders- en bediendestatuut
(nr. 315)
de heer Filip Anthuenis over
de gelijkschakeling tussen
arbeiders en bedienden
(nr. 322)
57
- Wetsontwerp inzake informaticacriminaliteit (213/5)
60
- Voorstel tot verwerping door de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Open-
baar Ambt van het wetsvoorstel van mevrouw Simonne
Creyf tot wijziging, wat de Brusselse Hoofdstedelijke
Dienst voor brandweer en dringende medische hulp be-
treft, van artikel 32 van de wet van 16 juni 1989 houdende
diverse institutionele hervormingen (64/1 tot 3)
60
- Voorstel tot verwerping door de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Open-
baar Ambt van het wetsvoorstel van mevrouw Annemie
Van de Casteele tot wijziging, wat de Hoofdstedelijke
Dienst voor brandweer en dringende medische hulp be-
treft, van artikel 32 van de wet van 16 juni 1989 houdende
diverse institutionele hervormingen (329/1 en 2)
60
- Wetsvoorstel van de heren Jean-Pol Poncelet, Philippe
Collard en Guy Larcier tot wijziging van de wet van 21 juni
1985 betreffende het onderwijs en de wet van 4 augus-
tus 1986 tot regeling van de oppensioenstelling van de
leden van het onderwijzend personeel van het universitair
onderwijs en tot wijziging van andere bepalingen van de
onderwijswetgeving (405/4)
61
GOEDKEURING VAN DE AGENDA
61
- Motions de´pose´es en conclusion de l'interpellation de
M. Guido Tastenhoye sur
la cabale internationale inad-
missible contre le secteur du diamant anversois
(n° 308)
53
- Motions de´pose´es en conclusion des interpellations de :
M. Geert Bourgeois sur
la composition des huit chambres
de la commission de Re´gularisation
(n° 303)
M. Gerolf Annemans sur
la composition politique des
futures chambres de la commission de Re´gularisation
(n° 304)
M. Tony Van Parys sur
la nomination des membres des
chambres de la commission de Re´gularisation
(n° 305)
M. Jean-Pol Poncelet sur
l'appartenance politique des
membres des chambres de la commission de Re´gularisa-
tion
(n° 318)
54
- Motions de´pose´es en conclusion des interpellations de :
Mme Greta D'Hondt sur
la politique de l'emploi et les
emplois d'insertion professionnelle
(n° 302)
M. Guy D'haeseleer sur
l'application du plan Rosetta en
Flandre
(n° 314)
55
- Motions de´pose´es en conclusion des interpellations de :
M. Hans Bonte sur
la distinction entre le statut d'ouvrier et
le statut d'employe´
(n° 309)
M. Guy D'haeseleer sur
l'harmonisation des statuts
d'ouvrier et d'employe´
(n° 315)
M. Filip Anthuenis sur
l'harmonisation des statuts des
ouvriers et des employe´s
(n° 322)
57
- Projet de loi relatif a` la criminalite´ informatique (213/5)
60
- Proposition de rejet faite par la commission de l'Inte´rieur,
des Affaires ge´ne´rales et de la Fonction publique de la
proposition de loi de Mme Simonne Creyf modifiant, en ce
qui concerne le Service d'incendie et d'aide me´dicale
urgente de la Re´gion de Bruxelles-Capitale, l'article 32 de
la loi du 16 juin 1989 portant diverses re´formes institution-
nelles (64/1 a` 3)
60
- Proposition de rejet faite par la commission de l'Inte´rieur,
des Affaires ge´ne´rales et de la Fonction publique de la
proposition de loi de Mme Annemie Van de Casteele
modifiant l'article 32 de la loi du 16 juin 1989 portant
diverses re´formes institutionnelles en ce qui concerne le
Service d'incendie et d'aide me´dicale urgente de la Re´-
gion de Bruxelles-Capitale (329/1 et 2)
60
- Proposition de loi de MM. Jean-Pol Poncelet, Philippe
Collard et Guy Larcier modifiant la loi du 21 juin 1985
concernant l'enseignement et la loi du 4 aou^t 1986 re´glant
la mise a` la retraite des membres du personnel enseignant
de l'enseignement universitaire et modifiant d'autres dis-
positions de la le´gislation de l'enseignement (405/4)
61
ADOPTION DE L'ORDRE DU JOUR
61
6
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
BIJLAGE
63
STEMMINGEN
63
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
63
INTERNE BESLUITEN
67
COMMISSIES
67
SAMENSTELLING
67
INTERPELLATIEVERZOEKEN
67
INGEKOMEN
67
VOORSTELLEN
69
INOVERWEGINGNEMING
69
TOELATING TOT DRUKKEN
71
MEDEDELINGEN
74
COMMISSIES
74
VERSLAGEN
74
SENAAT
74
OVERGEZONDEN WETSONTWERPEN
74
AANGENOMEN WETSONTWERPEN
75
GEAMENDEERD WETSONTWERP
75
ARBITRAGEHOF
75
ARRESTEN
75
BEROEPEN TOT VERNIETIGING
77
JAARVERSLAGEN
77
VASTE NATIONALE CULTUURPACTCOMMISSIE
77
OMBUDSDIENST BIJ DE NMBS
77
RESOLUTIES
78
EUROPEES PARLEMENT
78
ANNEXE
63
VOTES
63
DE
uTAIL DES VOTES NOMINATIFS
63
DE
´ CISIONS INTERNES
67
COMMISSIONS
67
COMPOSITION
67
DEMANDES D'INTERPELLATION
67
DEMANDES
67
PROPOSITIONS
69
PRISE EN CONSIDE
´ RATION
69
AUTORISATION D'IMPRESSION
71
COMMUNICATIONS
74
COMMISSIONS
74
RAPPORTS
74
SE
uNAT
74
PROJETS DE LOI TRANSMIS
74
PROJETS DE LOI ADOPTE
´ S
75
PROJET DE LOI AMENDE
´
75
COUR D'ARBITRAGE
75
ARRE
^ TS
75
RECOURS EN ANNULATION
77
RAPPORTS ANNUELS
77
COMMISSION NATIONALE PERMANENTE DU PACTE CULTUREL
77
SERVICE DE ME
´ DIATION AUPRE
` S DE LA SNCB
77
RE
uSOLUTIONS
78
PARLEMENT EUROPE
´ EN
78
HA 50
PLEN 050
7
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
8
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
SE´ANCE PLE´NIE`RE
PLENAIRE VERGADERING
du
van
JEUDI 30 MARS 2000
DONDERDAG 30 MAART 2000
14.15 heures
14.15 uur
De vergadering wordt geopend om 14.17 uur door de
heer Herman De Croo, voorzitter.
La se´ance est ouverte a` 14.17 heures par M. Herman De
Croo, pre´sident.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de
ministers van de federale regering :
Ministres du gouvernement fe´de´ral pre´sents lors de
l'ouverture de la se´ance :
Antoine Duquesne.
De voorzitter : De vergadering is geopend.
La se´ance est ouverte.
Een reeks interne besluiten en mededelingen moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in de
bijlage bij de handelingen van deze vergadering opgeno-
men worden.
Une se´rie de de´cisions internes et de communications
doivent e^tre porte´es a` la connaissance de la Chambre.
Elles seront reprises en annexe des annales de cette
se´ance.
Berichten van verhindering
Excuse´s
Jose´ Canon, Magda De Meyer, Karel Pinxten, Karel Van
Hoorebeke, wegens ziekte / pour raison de sante´;
Koen Bultinck, buitenslands / a` l'e´tranger.
Mondelinge vragen
Questions orales
Questions orales jointes de MM. Olivier Chastel et
Jean-Pol Henry au premier ministre sur
l'annonce
de la fermeture de l'usine Bombardier a` Manage
(La re´ponse sera donne´e par la vice-premie`re minis-
tre et ministre de la Mobilite´ et des Transports)
Samengevoegde mondelinge vragen van de heren
Olivier Chastel en Jean-Pol Henry aan de eerste
minister over
de aangekondigde sluiting van de
Bombardier-fabriek in Manage
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer)
M. Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : Monsieur le pre´si-
dent, madame la ministre, chers colle`gues, cette ques-
tion relative a` la fameuse de´cision du groupe Bombardier
de fermer le site de Manage e´tait initialement adresse´e a`
monsieur le premier ministre. Certes, j'aurais tout autant
pu l'adresser au ministre de l'Economie ou a` celui de
l'Emploi, ou me^me a` vous, madame la ministre, puisque
la SNCB se trouve lie´e au groupe Bombardier dans ce
dossier. Nonobstant, c'e´tait au chef du gouvernement
que ma question e´tait originellement pose´e, mais je ne
doute pas, madame la ministre, que vous aurez tout
comme lui des informations a` nous fournir sur cette
affaire.
Madame la ministre, cette de´cision prise par le groupe
Bombardier nous apparai^t tout bonnement indigne, irres-
ponsable et cynique. En effet, celle-ci tombe comme un
couperet quelques mois a` peine apre`s la signature d'un
mirobolant contrat conclu en faveur du groupe Bombar-
dier - contrat portant sur plus de huit milliards de francs
vis-a`-vis de la SNCB.
HA 50
PLEN 050
9
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Olivier Chastel
Cette de´cision plonge bien e´videmment toute la re´gion
du Centre dans le de´sarroi le plus profond, laquelle
re´gion n'avait du reste pas besoin d'un malheur socio-
e´conomique supple´mentaire - et je me garderai de vous
rappeler ici les derniers faits sociologiques et e´conomi-
ques de cette re´gion.
En sus, cette de´cision est d'autant plus malheureuse qu'il
apparai^t aujourd'hui que les quatre cents travailleurs qui
seront licencie´s auront toutes les peines du monde a` se
reconvertir, notamment dans les deux sites de Crespin et
de Bruges appartenant au groupe Bombardier.
De`s lors, dans cette optique et dans le climat qui re`gne
dans la re´gion du Centre aujourd'hui, j'aurais voulu poser
au gouvernement les questions suivantes.
Tout d'abord, et de manie`re ge´ne´rale, je souhaiterais
connai^tre la re´action du gouvernement face a` cette
de´cision. Quelle sera son action demain, notamment par
rapport a` la nouvelle
loi Renault ? A-t-on re´ellement tire´
les lec¸ons du passe´ en ce domaine ?
Plus spe´cifiquement, par rapport a` la SNCB, les juristes
de votre de´partement ont-ils eu l'occasion d'analyser
minutieusement le contrat qui lie Bombardier a` la
SNCB ? N'y aurait-il pas moyen - par le biais d'une
clause qui lierait notamment la re´alisation de ce contrat a`
une activite´ sur le site de Manage - d'exercer des
pressions sur la direction europe´enne de Bombardier ?
Madame la ministre, je vous remercie d'ores et de´ja` pour
la re´ponse que vous m'apporterez.
M. Jean-Pol Henry (PS) : Monsieur le pre´sident, ma-
dame la ministre, chers colle`gues, ma question e´tait
e´galement adresse´e initialement a` monsieur le premier
ministre, parce que je me souviens qu'au moment ou` le
drame de Vilvorde e´tait survenu et ou` j'avais exprime´ la
solidarite´ du groupe socialiste vis-a`-vis de cette situation,
c'e´tait M. Dehaene qui avait pris le dossier en mains et
qui avait re´pondu a` nos interpellations, et ce probable-
ment pour des raisons politiques et tactiques.
Aujourd'hui, je constate que ce sera madame la ministre
qui re´pondra en lieu et place de l'actuel premier ministre.
Mais je ne doute pas que celui-ci e´coutera avec attention
nos questions et qu'il agira de tout son poids dans ce
dossier.
Un journaliste de la RTBF de´clarait ce matin que les
fonds de placement des retraite´s de Floride engendrent
des pertes d'emplois en Europe. Je crois que cette
image, certes un peu force´e, n'est toutefois pas tre`s
e´loigne´e de la re´alite´. De fait, il est naturel de s'interroger
sur ce qui a finalement justifie´ la de´cision adopte´e
aujourd'hui par le groupe Bombardier : l'usine est renta-
ble, il y re`gne un climat social favorable et la Re´gion, le
gouvernement et la SNCB se sont mobilise´s de telle
sorte que le carnet de commandes soit suffisamment
rempli pour donner de l'activite´ a` la re´gion.
Pourtant, malgre´ tout cela, pour des raisons sans doute
de rentabilite´ financie`re, le groupe Bombardier de´cide de
fermer ou de transfe´rer les activite´s. Pareille attitude
s'inscrit dans une logique que je combats : celle de la
mondialisation de l'e´conomie ou` tout n'est inspire´ que par
le profit. Or, tant qu'il n'existera pas des re`gles au niveau
re´gional, fe´de´ral, europe´en, et me^me mondial, nous
continuerons d'e^tre confronte´s a` de pareilles catastro-
phes sociales et e´conomiques.
Les gouvernements fe´de´ral et wallon sont sans doute
insuffisamment arme´s, malheureusement.
Il n'empe^che que l'on peut toujours prendre des initiati-
ves. En avez-vous pris ? Le premier ministre aurait-il
rencontre´ des gens de Bombardier ? Le gouvernement
fe´de´ral et la Re´gion wallonne ne peuvent-ils mener une
action en commun ? Il y a peut-e^tre encore un espace de
ne´gociations. J'espe`re que vous en profiterez pour faire
infle´chir les de´cisions.
Mme Isabelle Durant, ministre : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, je tiens a` vous faire savoir, au nom du
gouvernement, d'abord le choc politique que nous avons
tous rec¸u, me^me s'il n'a sans doute rien a` voir avec le
choc subi d'une manie`re aussi brutale par les 400
personnes qui ont appris la nouvelle, du jour au lende-
main, alors que comme vous le disiez, le cahier de
commandes est bien rempli, alors que la situation finan-
cie`re de l'entreprise est plus que saine et que sa marge
be´ne´ficiaire est importante. C'est un choc pour tous,
me^me s'il a touche´ plus durement ceux qui en sont les
premie`res victimes.
Je le de´clare fermement ici, nous souhaitons since`re-
ment pouvoir travailler sur ce dossier de manie`re concer-
te´e, le premier ministre, la ministre de l'Emploi compe´-
tente
pour
toutes
les
proce´dures
e´ventuelles
de
conciliation sociale et moi-me^me comme ministre de
tutelle de la SNCB, en collaboration avec les responsa-
bles politiques wallons, dans le cadre de l'enracinement
territorial de l'entreprise.
Ce n'est pas seulement l'affaire d'un membre du gouver-
nement, c'est celle du gouvernement fe´de´ral tout entier
comme celle de l'ensemble du gouvernement wallon.
Qu'est-ce qui a de´ja` e´te´ fait pour tenter au moins
d'infle´chir cette intention annonce´e de de´localiser ?
Il y a tout d'abord la question des contrats et je re´ponds
en cela a` M. Chastel qui demande ce qu'il en est des
contrats entre la SNCB et Alstom Bombardier. Apre`s les
avoir demande´s, j'ai rec¸u ce matin les documents com-
10
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Isabelle Durant
plets, contrats, lettres de commande et toutes les an-
nexes ne´cessaires. Mes services sont aujourd'hui en
train d'identifier si, oui ou non, ces contrats contiennent
une clause quelconque en matie`re de lieu de fabrication,
qui pourrait, le cas e´che´ant, servir d'outil en vue d'une
e´ventuelle contrainte en matie`re de maintien de l'emploi
dans la re´gion de Manage. C'est un e´le´ment sur lequel
nous travaillons pour l'instant et, croyez-moi, au cas ou`
l'une ou l'autre clause permettrait effectivement une
intervention de ce type, je ferais tout ce qui est en mon
pouvoir pour infle´chir la SNCB, signataire du contrat,
pour qu'elle puisse, dans le cadre de la re´alisation du
contrat, mettre ces clauses en oeuvre ou des clauses de
sanctions lie´es a` une non-exe´cution du contrat. C'est un
premier e´le´ment.
J'ajoute que la SNCB tient demain un comite´ restreint. Il
faut aussi savoir, ce qui est normal et qui me concerne
e´galement me^me si cela peut parai^tre accessoire par
rapport au drame des 400 personnes concerne´es, que la
SNCB se trouve aussi dans une logique ou` elle souhaite
que le contrat soit exe´cute´ et que ces fameuses voitures
a` double e´tage que nous attendons tous pour ame´liorer
la mobilite´ soient, elles aussi, livre´es dans les temps
convenus lors de la conclusion du contrat.
Quels sont les moyens de pression dont dispose
aujourd'hui le gouvernement ? En fonction de l'examen
juridique en cours, il faudra savoir s'il y a moyen de faire
pression via la SNCB, tout en tenant compte de son
statut d'entreprise publique autonome comme de mes
limites dans le cadre du pouvoir d'un ministre de tutelle.
L'article 66 du cahier des charges de 1977 s'appliquant
aux marche´s pourrait e´ventuellement offrir la possibilite´,
si cela s'ave´rait opportun, d'exclure de ces marche´s un
fournisseur de´faillant pour une dure´e de´termine´e. En
d'autres termes, il y a peut-e^tre la` aussi une possibilite´
e´ventuelle de re´torsion par rapport a` des marche´s futurs.
Quant aux autres e´le´ments que celui du chemin de fer et
de la SNCB commanditaire, il y a e´videmment tout le
travail qui fait partie des compe´tences de Mme Onkelinx,
c'est-a`-dire la mise en oeuvre et surtout la surveillance
du respect rigoureux de la fameuse proce´dure Renault,
tre`s de´taille´e et tre`s stricte, au sujet du de´lai prescrit afin
de ve´rifier si ce de´lai a e´te´ scrupuleusement respecte´
- Mme Onkelinx s'en occupe pour l'instant -, de manie`re
aussi a` proce´der a` une contre-expertise des e´le´ments
avance´s par Bombardier sur les raisons de son de´part.
Il y a aussi, le cas e´che´ant, la mise en place de
conciliateurs sociaux si d'autres solutions ne peuvent
e^tre trouve´es, pour envisager la question de la re´paration
et donc du volet social.
Toutes ces actions sont en cours au ministe`re de l'Emploi
et avec les responsables subre´gionaux wallons de l'Em-
ploi.
Enfin, il est un dernier e´le´ment qui me parai^t important et
dont je discuterai avec mon colle`gue M. Reynders. Il
s'agit du fait que l'entreprise Bombardier, comme nombre
d'entreprises de ce niveau, dispose d'un centre de coor-
dination qui lui permet de be´ne´ficier d'une taxation for-
faitaire de son chiffre d'affaires. Il y aurait peut-e^tre
moyen d'examiner la possibilite´ de prendre une mesure
de re´torsion au point de vue des facilite´s offertes a`
Bombardier.
Je ne ne´glige donc aucune piste. Aussi bien moi-me^me
que mes colle`gues du gouvernement tenterons, dans la
mesure du possible et dans les limites des outils qui nous
sont le´galement affecte´s et qui sont politiquement dispo-
nibles, d'intervenir de fac¸on a` infle´chir ce qui se passe
actuellement. Nous tenterons e´galement de pre´parer
l'avenir de ceux qui sont les plus directement concerne´s.
M. Olivier Chastel (PRL FDF MCC) : Monsieur le pre´si-
dent, je remercie la ministre pour sa re´ponse de´taille´e.
Elle a effectivement passe´ en revue, de´partement par
de´partement, tout ce qu'il y a moyen de faire pour
infle´chir la de´cision du groupe Bombardier. Je lui sou-
haite bon courage dans cette de´marche en espe´rant du
gouvernement la plus grande se´ve´rite´ par rapport a` ce
que nous venons de vivre.
M. Jean-Pol Henry (PS) : Monsieur le pre´sident, je
voudrais attirer l'attention de mes colle`gues sur le fait que
la fermeture de Vilvorde a e´te´ un choc dans l'opinion
publique, plus particulie`rement dans le Nord du pays,
mais nous y e´tions tous tre`s sensibles. Je m'e´tais ex-
prime´ au nom de mon groupe a` cette e´poque. La
fermeture d'une entreprise comme Bombardier dans la
re´gion du Centre provoque le me^me choc dans la popu-
lation. J'espe`re donc que nous obtiendrons le soutien de
tous les ministres, de tous les gouvernements, me^me si
je sais que le champ d'action est assez limite´.
Je voudrais souligner qu'au moment ou` on parle surtout
de rassemblement vers le centre ou de la pense´e unique,
je continuerai toujours a` me battre contre cette forme de
mondialisation de l'e´conomie. Je persiste a` penser qu'il
faudra re´gulariser le marche´ - nous avions une discus-
sion ce matin, monsieur le pre´sident, sur ce sujet - et qu'il
faudra toujours des Etats qui imposent des re`gles sur le
plan europe´en, sur le plan fe´de´ral ou sur le plan re´gional.
C'est la raison pour laquelle je serai toujours socialiste.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
eerste minister over
de gevolgen van de klacht die
bij het Belgisch gerecht tegen Kagame wegens
volkerenmoord werd ingediend
HA 50
PLEN 050
11
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Question orale de M. Luc Sevenhans au premier
ministre sur
les conse´quences du de´po^t d'une
plainte a` la justice belge contre Kagame pour ge´no-
cide
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de eerste minister, twee weken gele-
den, toen ik interpelleerde over het bestaan van een
rapport dat de verantwoordelijkheid voor de moordaan-
slag op de toenmalige Rwandese president bij de huidige
president de heer Kagame legde, was dit rapport nog
omringd door een waas van geheimzinnigheid.
Nu krijgt dit rapport echter zeer concreet gestalte, vermits
op basis ervan klacht wordt neergelegd tegen president
Kagame.
Stilaan vormt dat rapport een dreigend element voor het
geplande bezoek aan Rwanda, dat u vorige week uit-
drukkelijk als een prive´-bezoek bestempelde, mijnheer
de eerste minister, althans voor zover een regerings-
bezoek een prive´-aangelegenheid kan zijn. Maandag
vernam ik echter van de minister van Buitenlandse
Zaken, de heer Michel, dat hij wel contact had met de
regering in Kigali.
Mijnheer de eerste minister, terzake verschilt u blijkbaar
duidelijk van mening met uw minister van Buitenlands
Zaken : het gaat ofwel om een prive´-bezoek ofwel om
een officieel bezoek.
Mag ik er evenwel erop aandringen dat u elk contact met
de regering in Kigali vermijdt en dat u zich houdt aan uw
uitspraak van vorige week, met name dat de geplande
reis louter een prive´-bezoek is.
Terzake, mijnheer de eerste minister, lopen de mening
uiteen en ik had graag geweten hoe de vork precies aan
de steel zit en wat u zinnens bent te ondernemen.
Eerste minister Guy Verhofstadt : Mijnheer de voorzitter,
ik kan slechts herhalen wat ik enkele tijd geleden zei, met
name dat het geplande bezoek, samen met de familiele-
den van de vermoorde para's en ontwikkelingssamen-
werkers die zes jaar geleden aldaar het leven lieten,
enkel en alleen is bedoeld als eerbetoon aan de slacht-
offers van de genocide.
Wie het vliegtuig neerschoot verandert niets aan het feit
dat meer dan achthonderdduizend mensen in twee
maanden tijd het leven lieten in deze genocide en dat aan
de slachtoffers eer moet worden betoond. Vergeet im-
mers niet dat Belgie¨ op dat ogenblik manschappen ter
plekke aanwezig had.
Vervolgens gaat het om een eerbetoon aan de para's die
aldaar hun plicht vervulden in gruwelijke omstandighe-
den, maar die onvoldoende werden geholpen. Dat is de
reden waarom wij deze reis ondernemen.
Nogmaals, het is geenszins mijn bedoeling, naast het
normale beleefdheidsbezoek aan de president, iets meer
te ondernemen of politieke contacten te hebben.
Mijn standpunt terzake is helemaal niet in strijd met de
uitlatingen van de minister van Buitenlandse Zaken die
niet alleen de voorbije maar ook de komende weken, een
volledige rondrit maakt in Centraal-Afrika. Net zoals hij
Congo, Zimbabwe en Oeganda aandeed, zal hij nu een
bezoek brengen aan Rwanda en Burundi. Het is als het
ware een voortzetting van de contacten die hij de voorbije
weken had in Centraal-Afrika.
Er kan aldus geen twijfel bestaan omtrent de aard van
onze reis. Een dergelijk bezoek is volgens mij absoluut
noodzakelijk. Men mag zich niet verschuilen achter een
of andere drogreden om, zes jaar na de gebeurtenissen,
nog steeds geen eer te betonen aan de Belgische
militairen die omkwamen tijdens de uitoefening van hun
opdracht.
Een tijdje geleden stelde de heer Sevenhans mij reeds
een vraag over het al dan niet bestaan van een VN-
rapport terzake. Welnu, er werd mij nogmaals bevestigd
dat er geen VN-rapport werd opgesteld, maar wel een
memorandum
inzake
het
onderzoek
omtrent
het
Rwanda-tribunaal.
Momenteel wordt blijkbaar verwarring geschapen rond
elementen van de gebeurtenissen van zes jaar geleden.
Dat zal mij echter niet beletten te doen wat moet geschie-
den, met name eer te betuigen aan de meer dan acht-
honderdduizend kinderen en volwassenen, waaronder
tien Belgische para's en ontwikkelingssamenwerkers, die
op een gruwelijke manier omkwamen en waarvoor het
Westen in het algemeen en Belgie¨ in het bijzonder,
gedeeltelijk verantwoordelijk zijn.
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik heb deze vraag
opnieuw gesteld omdat er een nieuw feit is. Men legt
vandaag klacht neer tegen de heer Kagame.
Ik wil er u ook op wijzen dat het regime in Kigali een
verwerpelijk regime is. U brengt een vriendschappelijk
bezoek bij mensen die bloed aan hun handen hebben.
Dat is de essentie van mijn vraag. U gaat er op bezoek in
alle vriendschap. Ik wens mij te distantie¨ren van een
dergelijk regime.
U gaat als teken van eerbetoon. Met alle begrip, maar ik
wil er toch op aandringen dat u goede afspraken maakt
met uw minister van Buitenlandse Zaken, die veel verder
wilt gaan. Daar ben ik van overtuigd. Als u gaat, ga dan
louter prive´ en blijf bij dat regime weg.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Question orale de M. Jean-Pol Poncelet au premier
ministre sur
les travaux de la 'CIIRI/COSTA'
Mondelinge vraag van de heer Jean-Pol Poncelet aan
de eerste minister over
de werkzaamheden van de
'CIIRI/COSTA'
M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident,
monsieur le premier ministre, vous avez fait, le week-end
dernier, des de´clarations qui ont e´te´ remarque´es, dans
lesquelles vous auriez fait part de votre me´contentement
quant a` l'e´volution des travaux de cette confe´rence
interministe´rielle et interparlementaire de renouveau ou
de re´formes institutionnelles. A cette occasion, vous avez
e´galement, semble-t-il, annonce´ votre intention de
re-
prendre en main
les travaux de cette confe´rence.
J'aimerais vous interroger sur la nature ou la porte´e
exacte de votre me´contentement.
Vous avez appele´ toutes le formations de´mocratiques,
dont la no^tre, a` participer a` ces travaux.
Je constate que des proble`mes se posent, mais ces
derniers sont lie´s au mandat donne´ a` cette confe´rence
par l'accord de gouvernement que vous avez constitue´,
la re´fe´rence e´tant les points de consensus du Se´nat. Or,
sur les deux points en suspens ayant trait a` l'agriculture
et au commerce exte´rieur, reconnaissez avec moi que le
rapport du Se´nat est tre`s limite´ d'un point de vue consen-
suel.
En ce qui concerne le commerce exte´rieur, dois-je rap-
peler les positions exprime´es par le ministre du Com-
merce exte´rieur qui, disons-le, a fait preuve de conser-
vatisme et a e´te´ publiquement soutenu par la Fe´de´ration
des entreprises de Belgique.
Quant a` la politique agricole, votre ministre de l'Agricul-
ture a fait re´cemment des de´clarations devant les Unions
professionnelles agricoles et il a donne´ confirmation
d'une position relativement conservatrice sur cette ques-
tion. Il a d'ailleurs e´tait soutenu, au sein de la confe´rence,
par les sociaux-chre´tiens, les libe´raux, les e´cologistes et
une partie des socialistes.
Monsieur le ministre, quelle est la porte´e de votre me´con-
tentement qui, vous le comprendrez, suscite quelques
inquie´tudes ?
Avez-vous l'intention de changer le mandat de cette
commission ? A quoi doit-on s'attendre en termes de
renouveau ou de re´formes institutionnelles, dans les
de´lais que vous avez annonce´s.
M. Guy Verhofstadt, premier ministre : Monsieur le
pre´sident, je n'ai nullement exprime´ un me´contentement
en ce qui concerne le fonctionnement de la COSTA, la
confe´rence intergouvernementale et interparlementaire.
Monsieur Poncelet, j'ai simplement exprime´ mon opti-
misme en ce qui concerne la possibilite´ d'arriver a` des
re´sultats dans les semaines et les mois a` venir.
Lors de l'e´mission
De Zevende Dag de la VRT, on m'a
demande´ si je pensais que la confe´rence intergouverne-
mentale et interparlementaire donnerait des re´sultats en
me faisant remarquer que certaines personnes e´taient
pessimistes quant au de´roulement des travaux de cette
confe´rence.
J'ai re´pondu que j'e´tais optimiste par nature et que je
pensais qu'il e´tait possible d'arriver a` des accords au sein
de la COSTA, dans les semaines et les mois a` venir,
accords qui sont d'ailleurs importants si on veut ame´liorer
le fonctionnement de l'Etat fe´de´ral de notre pays.
J'ai indique´ qu'il e´tait possible d'arriver, avant la fin des
vacances de Pa^ques, a` un accord sur des
paquets
homoge`nes ayant trait aux compe´tences. Je veux notam-
ment parler des discussions relatives a` l'agriculture, au
commerce exte´rieur ainsi que sur d'autres matie`res qui
ont e´te´ e´nume´re´es dans le rapport du Se´nat. Ce rapport
comporte, en effet, des dizaines de propositions concre`-
tes pour ame´liorer le fonctionnement des Re´gions, des
Communaute´s et de l'Etat fe´de´ral.
J'ai e´galement dit - et je pense avoir votre approbation a`
ce sujet - que nous pourrions, avant la fin de l'anne´e,
discuter de la loi communale et provinciale. Comme vous
le savez, il s'agit la` d'un des e´le´ments de l'accord de la
Saint-Michel, que vous avez approuve´, il y a quelques
anne´es de´ja`.
Je vais donc vous aider a` tenir votre parole en faisant
exe´cuter un point sur lequel vous aviez trouve´ un accord.
J'ai e´galement dit que la confe´rence intergouvernemen-
tale et interparlementaire discuterait certainement du
proble`me du financement dans le courant de l'anne´e
2001.
J'ai donc fait part de mon optimisme en ce qui concerne
la possibilite´ de trouver des accords importants dans le
cadre de la confe´rence intergouvernementale et interpar-
lementaire.
Je re´pe`te encore une fois que ces accords doivent
apporter une re´ponse a` certains proble`mes qui se posent
actuellement dans notre pays en permettant a` notre Etat
fe´de´ral de mieux fonctionner. En effet, en de´finitive, le but
de cette confe´rence est de permettre un meilleur fonc-
tionnement des diffe´rents me´canismes de notre Etat
fe´de´ral.
M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident, je
tiens a` remercier le premier ministre pour sa re´ponse.
HA 50
PLEN 050
13
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pol Poncelet
Monsieur le premier ministre, je prends acte avec inte´re^t
de votre optimisme. Je prends note e´galement de ce que
vous ne de´savouez pas les positions prises par vos deux
ministres et pas n'importe lesquels : le ministre de l'Agri-
culture et celui du Commerce exte´rieur dont les positions,
en l'occurrence, sont extre^mement claires. Je prends
note enfin de ce que, contrairement a` ce qui a e´te´ dit,
vous ne vous engagez pas dans un de´lai d'une ou deux
semaines a` des re´sultats concrets mais que vous avez
e´value´ une perspective de temps beaucoup plus longue.
Je conclus de votre intervention que vous n'avez pas
l'intention de faire le bonheur des gens malgre´ eux et que
vous tiendrez de`s lors compte du point de vue de
l'ensemble des communaute´s de notre pays concerne´es
par ce proble`me.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Question orale de Mme Ge´raldine Pelzer-Salandra au
ministre de l'Inte´rieur sur
la re´forme des polices
Mondelinge vraag van mevrouw Ge´raldine Pelzer-
Salandra aan de minister van Binnenlandse Zaken
over
de politiehervorming
Mme Ge´raldine Pelzer-Salandra (AGALEV-ECOLO) :
Monsieur le pre´sident, monsieur le ministre, le travail
relatif a` la re´forme des polices avance a` grands pas et
vous arrivez au terme des travaux entame´s au sein du
groupe s'occupant de l'inte´gration statutaire des futurs
agents de la police inte´gre´e.
Vos de´clarations vont dans le sens de la volonte´ de
re´ussite de cette re´forme et je vous crois since`re. Vous
dites vouloir tenir compte non seulement de la formation
des futurs agents mais e´galement de leurs compe´tences
acquises au sein de leurs fonctions ante´rieures. Ils seront
en effet le pilier judiciaire de la police fe´de´rale et je pense
essentiellement aux unite´s de´centre´es. Il subsiste cepen-
dant de nombreuses inquie´tudes dans le chef de certains
agents de cette future police judiciaire, fusion des agents
de la PJ et des agents de la BSR.
Je crois que mes informations sont bonnes mais elles
sont cependant contradictoires avec celles e´manant de
votre cabinet. Il semblerait en effet que vous ayez
l'intention d'accorder la qualite´ d'officier a` plus ou moins
27% d'agents de la PJ pour seulement 5% d'agents de la
BSR. Si cette situation devait se confirmer, il me semble
que toute une se´rie d'agents actuellement occupe´s a` des
enque^tes aussi sensibles que la lutte contre le grand
banditisme seront peut-e^tre rele´gue´s a` des fonctions
subalternes, entrai^nant probablement chez eux une
grande de´motivation.
De plus, il me semble que la
guerre des polices a`
l'origine de la re´forme en cours pourrait de`s lors e^tre
re´active´e. Nous serions alors tout a` fait a` co^te´ des
objectifs vise´s. Monsieur le ministre, je vous demande
d'examiner ce proble`me qui me semble extre^mement
sensible.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
madame Pelzer-Salandra, tout comme le premier minis-
tre, je suis optimiste. Je ne me contente donc pas de faire
l'inventaire des proble`mes et des difficulte´s, je cherche
des solutions. En l'espe`ce, ce qui me re´conforte est que
je ne les cherche pas seul mais avec les organisations
repre´sentatives des diffe´rents services de police.
Nous sommes, les uns et les autres, bien conscients de
la difficulte´ de la ta^che d'inte´grer demain, sur base de
l'article 244 de la loi du 7 de´cembre 1998 les anciens
agents des BSR et les anciens agents des PJ. Cela pose
e´norme´ment de proble`mes car ces gens viennent de
services diffe´rents, avec des statuts diffe´rents, des cul-
tures policie`res diffe´rentes, des pratiques policie`res dif-
fe´rentes.
Toutefois, si le proble`me s'ave`re difficile pour ce que l'on
appelle le pilier judiciaire, il l'est pour l'ensemble des
services de police. Pre`s de 40 000 policiers en Belgique
vont connai^tre les me^mes types de difficulte´s. On doit
donc rechercher, au niveau de l'insertion, des formules
qui fassent en sorte que ceux qui ont exerce´ des fonc-
tions pendant des anne´es ne se sentent pas de´value´s a`
l'avenir. Il serait impensable qu'il en soit autrement. Il faut
leur assurer la poursuite d'une carrie`re normale. Mais il
faut aussi e´viter que la premie`re e´tape de cette re´forme
des polices transforme la structure policie`re en une sorte
d'arme´e mexicaine ou` il n'y aurait plus que des ge´ne´raux
mais pas de soldats.
Nous essayons aussi de tenir compte des pre´occupa-
tions d'ordre pe´cuniaire. A l'occasion de la mise en
oeuvre de cette re´forme des polices, qui n'est pas une
ne´gociation sociale, la situation de l'ensemble des poli-
ciers du royaume sera ame´liore´e. C'est le but que nous
poursuivons avec les organisations syndicales.
De la me^me manie`re que nous avons de´ja` abouti a`
propos du statut syndical et de tous les grands principes
de la re´forme, j'espe`re pouvoir aussi aboutir au sujet des
me´canismes d'insertion. De`s que ce sera fait, je pourrai
vous donner une re´ponse pre´cise.
Mme Ge´raldine Pelzer-Salandra (AGALEV-ECOLO) :
Monsieur le pre´sident, je remercie le ministre de sa
re´ponse. Vous avez parle´, monsieur le ministre, d'arme´e
mexicaine. Comme vous, je suis persuade´e que ce n'est
pas en nommant beaucoup d'officiers que l'on re´soudra
le proble`me. Mais il me semble que les agents de la
police judiciaire seront beaucoup plus nombreux a` be´ne´-
14
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Ge´raldine Pelzer-Salandra
ficier d'un grade d'officier que ceux de la BSR. Je ne
relancerai pas le de´bat, mais je vous rappellerai, mon-
sieur le ministre, que si l'essentiel est de re´ussir cette
inte´gration, il faut rester tre`s prudent et e´couter les
inte´resse´s. Il ne faut pas seulement consulter les orga-
nisations repre´sentatives. Si vous ne contactez pas les
personnes concerne´es, vous les rencontrerez dans la
rue.
M. Antoine Duquesne, ministre : Je voudrais vous ras-
surer, madame : je rencontre re´gulie`rement les repre´sen-
tants de ces personnes et ensemble, nous essayons de
trouver des solutions aux proble`mes. Ce n'est pas ici au
parlement que l'on ne´gocie avec les organisations syn-
dicales. Demain, vous recevrez probablement une re´-
ponse favorable a` vos inquie´tudes.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Question orale de Mme Miche`le Gilkinet au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur
le projet
de privatisation de l'e´valuation me´dicale
Mondelinge vraag van mevrouw Miche`le Gilkinet aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
het ontwerp tot privatisering van de medische eva-
luatie
Mme Miche`le Gilkinet (AGALEV-ECOLO) : Monsieur le
pre´sident, monsieur le ministre, chers colle`gues, j'ai e´te´
side´re´e d'apprendre hier par le journal
Le Soir que
certains membres de l'Absym auraient l'intention de
cre´er une ASBL charge´e de proce´der a` une e´valuation
me´dicale en Belgique. Je vous lis un passage de l'article
en question :
Cette ASBL serait charge´e de ge´rer les
fonds apporte´s par l'industrie pharmaceutique et des-
tine´s a` financer les entreprises visant a` la promotion de
l'information, a` la qualite´ des soins, a` la re´colte et a` la
gestion des donne´es me´dicales, au pilotage des GLEN,
a` la de´fense d'un syste`me libe´ral de soins de sante´.
Monsieur le ministre, selon moi, ce projet ne peut pas
exister. L'e´valuation me´dicale appartient au ministe`re de
la Sante´ publique et certainement pas a` une ASBL
finance´e par de l'argent prive´. Je m'e´tonne aussi que
l'industrie pharmaceutique, qui a re´agi avec violence a` la
de´cision prise par le gouvernement en retirant la semaine
passe´e les grands conditionnements du marche´, soit a`
pre´sent en mesure de financer une ASBL qui se charge-
rait d'une mission incombant a` l'Etat.
De`s lors, monsieur le ministre, que comptez-vous entre-
prendre pour contrecarrer ce projet ?
Estimez-vous que nous devons nous inscrire davantage
dans le projet de Mme Aelvoet ? Je vous remercie pour
votre re´ponse.
M. Frank Vandenbroucke, ministre : Monsieur le pre´si-
dent, chers colle`gues, la ministre de la Sante´ publique et
moi-me^me attachons une tre`s grande importance a` l'e´-
valuation syste´matique de la pratique me´dicale. Selon
nous, un tel syste`me devrait e^tre inde´pendant, de´veloppe´
de fac¸on objective et base´ sur la science. L'autorite´
publique a e´galement un ro^le important a` jouer en la
matie`re , car elle doit e^tre le garant de cette objectivite´ et
de cette inde´pendance. En tout cas, l'autorite´ publique
est responsable de la qualite´ globale de notre syste`me
de soins de sante´.
C'est la raison pour laquelle Mme Aelvoet et moi-me^me
avons adresse´, le 10 novembre dernier, une lettre a` la
commission nationale des me´decins et organismes as-
sureurs, la Me´dico-Mut, lui demandant de formuler des
propositions concre`tes en vue de de´velopper une struc-
ture d'e´valuation de la pratique me´dicale.
Des discussions sont en cours. Nous avons d'ailleurs
propose´ des moyens financiers, a` concurrence de 63
millions de francs belges, pour notamment financer l'ex-
pertise et ainsi garantir l'inde´pendance en la matie`re. Il
n'y a, a` pre´sent, aucune raison de chercher des solutions
alternatives, voire des solutions commerciales, pour
cre´er ce type de structure. Dans ce cadre, nous avons
offert des moyens publics.
Aussi, je partage la surprise des journalistes du
Soir, en
apprenant que des membres individuels de l'Absym
veulent cre´er une structure privatise´e, finance´e par l'in-
dustrie, d'e´valuation de la qualite´ des soins. La discus-
sion actuellement en cours permettra certainement de
de´gager une solution sur la base de nos propositions,
lesquelles ont e´te´ bien accueillies. C'est pourquoi, je le
re´pe`te, tant Mme Aelvoet que moi-me^me avons e´te´ tre`s
surpris par cette nouvelle.
Mme Miche`le Gilkinet (AGALEV-ECOLO) : Monsieur le
ministre, je vous encourage vraiment a` poursuivre dans
le sens que vous venez de de´crire et me^me a` prendre
contact avec l'Absym, afin de voir si elle est porteuse de
ce projet, auquel cas une position politique beaucoup
plus ferme devrait e^tre prise.
Je partage votre point de vue selon lequel la sante´
publique est l'affaire de tous, donc une affaire de pou-
voirs publics, et que cette matie`re ne peut, en aucun cas,
e^tre privatise´e.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
HA 50
PLEN 050
15
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Questions orales jointes de MM. Daniel Bacquelaine,
Jacques Lefevre et Geert Bourgeois au ministre de la
Justice sur
le projet de diffusion sur internet de
l'identite´ de criminels condamne´s, apre`s leur libe´ra-
tion
Samengevoegde mondelinge vragen van de heren
Daniel Bacquelaine, Jacques Lefevre en Geert Bour-
geois aan de minister van Justitie over
het ontwerp
tot verspreiding op internet van de identiteit van
veroordeelde misdadigers na hun vrijlating
M. Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC) : Monsieur le
pre´sident, monsieur le ministre, la presse rapporte votre
intention e´ventuelle de proce´der a` la publication sur
internet d'une liste de de´linquants ou de grands criminels
re´cemment sortis de prison ainsi que le motif de leur
condamnation.
Bien entendu, vous assortissez cette annonce d'une
se´rie de commentaires, qui concernent la ne´cessite´ de
prendre l'avis, par exemple, de la Commission de la
protection de la vie prive´e et d'appliquer des modalite´s
tre`s strictes, car votre objectif est, bien entendu, de
prote´ger la population. Donc, cette mesure ne devrait
concerner que des criminels susceptibles de re´els dan-
gers de re´cidive.
Afin de pouvoir nous forger une opinion mieux e´claire´e, je
voudrais vous poser un certain nombre de questions
relatives a` cette mesure e´ventuelle. Quelles sont, selon
vous, les modalite´s qu'il conviendrait de mettre en place
pour garantir la justesse d'une telle mesure ? Quelle est
l'expe´rience dont vous pourriez avoir e´cho dans les pays
e´trangers, ou` une telle mesure est d'application ? Quels
en sont les avantages et les inconve´nients ?
Par ailleurs, il me semble e´galement important de de´finir
la notion de grand criminel. Qu'est-ce qu'un criminel
dangereux ? Qu'est-ce qu'un grand criminel ? Vous citez
l'exemple des pe´dophiles.
Dans votre esprit, cela se limite-t-il a` ce type de de´lin-
quance ?
Enfin, il me parai^t aussi extre^mement important de bien
mesurer l'impact d'une telle mesure sur la capacite´ de
re´insertion sociale des criminels libe´re´s. La publication
du nom et de l'adresse de de´linquants libe´re´s est-elle
compatible avec la re´insertion sociale, qui doit rester un
but socie´tal important et qui doit permettre de diminuer le
taux de re´cidive ?
Voila`, monsieur le ministre, les quelques questions que je
voulais vous poser sur cette e´ventuelle mesure.
M. Jacques Lefevre (PSC) : Monsieur le pre´sident,
monsieur le ministre, comme vient de le dire mon pre´de´-
cesseur a` cette tribune, nous avons appris que vous
aviez l'intention de cre´er sur internet un site reprenant le
curriculum vitae et la photo des criminels.
Certains hauts magistrats, me^me retraite´s, comparent
une telle pratique au bannissement tel qu'il existait au
Moyen-Age. Mais ici, la situation est encore plus drama-
tique puisqu'il n'y aura pas de terre d'asile, internet e´tant
pre´sent dans le monde entier.
Dans le projet 62 de votre plan de se´curite´, vous dites
qu'il faut absolument e´viter l'agitation lorsqu'un de´lin-
quant a purge´ sa peine et est remis en liberte´. Je vous
cite :
D'un point de vue social, l'agitation n'est non
seulement pas la bienvenue mais elle peut perturber la
victime dans son processus the´rapeutique.
Je voudrais donc vous poser trois questions.
Vos colle`gues de la majorite´ sont-ils d'accord avec cette
ide´e ? Ne va-t-on pas apprendre dans quelques semai-
nes qu'Ecolo a des re´ticences et, dans quelques mois,
que le PS en a d'autres ?
Ensuite, trouvez-vous que les peines qui sont actuelle-
ment pre´vues au Code pe´nal sont insuffisantes ? Afficher
les criminels sur internet constitue-t-il une manie`re de
renforcer ces peines ? Cette pratique me semble alourdir
se´rieusement le proble`me. Une fois la peine purge´e,
c'est un fardeau bien lourd a` porter que de savoir que l'on
a en permanence son portrait sur internet.
Par ailleurs, comment expliquez-vous la contradiction
entre le projet 62 de votre plan de se´curite´ et cette ide´e ?
De heer Geert Bourgeois (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de minister, deze coalitie startte met een
regeerverklaring onder de titel
de brug naar de eenent-
wintigste eeuw
. Men kon toen niet vermoeden dat het
uw bedoeling was om de brug te maken van de Middel-
eeuwen naar de eenentwintigste eeuw.
Uw plannen voor een elektronische schandpaal hebben
mij en vele andere mensen in dit land geschokt. Uw
uitspraak hierover was geen slip of the tongue. Uw
woordvoerster heeft de dag erna bevestigd dat u het
inderdaad meende. Ze zei dat dit ook in het buitenland
gebeurt. U zou er wel modaliteiten aan toevoegen; alleen
als het algemeen belang in het gedrang komt, als het om
een publiek gevaar gaat en alleen voor zware misdrijven,
onder andere pedoseksuelen, zou het systeem kunnen
worden gebruikt.
Mijnheer de minister, ik kan begrijpen dat u internet wilt
inschakelen voor opsporingen en dat u voorwaardelijk
invrijheidsgestelden wilt controleren. Die controle moet
wel door de overheid gebeuren en niet door de buurt.
Maar, iemand die zijn straf heeft uitgezeten moet op-
16
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Geert Bourgeois
nieuw in de samenleving worden gei¨ntegreerd. Dienaan-
gaande vermeldt het Strafwetboek een misdrijf, met
name kwaadwillige ruchtbaarheid. Als men het misdrijf
van iemand die zijn straf heeft uitgezeten publiekelijk
bekendmaakt, kan men worden veroordeeld omwille van
kwaadwillige ruchtbaarheid. Het lijkt mij ook moeilijk
verenigbaar met de wet op de privacy en het principe dat
men, als de straf is uitgezeten, alleen nog aan de
integratie denkt.
Uw woordvoerster verwijst naar het buitenland. Ik ken het
Duitse voorbeeld niet. Ik heb alleen de reactie van uw
Nederlandse collega, minister Korthals, gelezen. Hij ver-
klaart dat dit in Nederland een uitsluitend prive´-initiatief is
en dat hij er als overheid zeer veel moeite mee heeft.
Men maakt er ook geen namen bekend; men publiceert
anoniem op internet. De Nederlandse minister distanti-
eert zich ervan.
Mijnheer de minister, ik zou graag uw precieze bedoelin-
gen vernemen.
De voorzitter : Mijnheer de minister, u wenst te citeren
wat u hebt gezegd. Dat laat ik toe. U hebt het woord.
Minister Marc Verwilghen : Mijnheer de voorzitter, col-
lega Bacquelaine, uw vraag laat mij toe orde op zaken te
stellen. Ik stel vast dat geen van uw driee¨n de uitzending
in kwestie heeft gezien. Tijdens de ondervraging die heeft
plaatsgegrepen in Topradio, vroeg een kijker wat ik van
het voorstel vond om misdadigers met naam en toenaam
in de krant te publiceren om de omgeving en de maat-
schappij te beschermen. Deze vraag werd onmiddellijk
gevolgd door een andere vraag van de journalist. Hij
heeft een Nederlands voorbeeld aangehaald. Ik heb
verwezen naar een Duits voorbeeld.
La question est, a` mon avis, sans objet, en ce sens que
la diffusion de noms de condamne´s sur internet est
totalement exclue ! Je voudrais souligner le plus claire-
ment possible cette position, car il est inconcevable que
le tout-venant puisse connai^tre des e´le´ments relatifs a`
une condamnation.
Par contre, lorsque j'ai mentionne´ l'exemple allemand en
ces termes - et je me cite :
Ik geef het voorbeeld van
Duitsland. Daar wordt de website ingeschakeld bij zware
delinquentie. Ik ben momenteel in onderhandeling met
de Duitse collega om maximale informatie te krijgen over
de manier waarop zij dit hebben opgevat. Het is mijn
bedoeling om dezelfde weg op te gaan, wanneer alle
redenen voorhanden zijn om dat te verantwoorden. Bin-
nen de bescherming van de maatschappij en de bescher-
ming van de privacy moet een beslissing in die zin
kunnen worden genomen.
, ik heb dit gezegd omdat ik in
een gesprek met een gewezen nationaal magistraat
vernomen heb dat Duitsland de technologische middelen
ter beschikking stelt van de justitie. Hij gaf me twee
voorbeelden : in Duitsland worden seiningen op internet
gezet, gestolen voorwerpen worden op een internetsite
geplaatst zodat ze herkend kunnen worden.
Mijn slotzin werd volledig verkeerd gei¨nterpreteerd. Een
Franstalige krant heeft hieraan een omstandig artikel
gewijd. Als de journalist beroepseerlijkheid aan de dag
had gelegd, had hij met mij contact opgenomen om te
weten wat ik exact heb gezegd. Op die manier zou dit
indianenverhaal nooit de wereld zijn ingestuurd. Ik her-
haal mijn slotzin :
De trein van de moderne technolo-
giee¨n is er een die de justitie niet mag missen. We leven
in een multimedia-maatschappij. Het kan niet dat die
moderne technologiee¨n niet gebruikt zouden worden
door justitie, weliswaar in de context van volledige ver-
antwoording.
Mijnheer de voorzitter, met dit antwoord hoop ik duide-
lijkheid te hebben gegeven over mijn uitspraken.
M. Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC) : Monsieur le
pre´sident, monsieur le ministre, chers colle`gues, je suis
particulie`rement heureux de cette re´ponse qui clarifie la
situation. Je pense en effet qu'il faut conside´rer avec
attention non seulement le danger que pourrait repre´sen-
ter, en matie`re d'actes de vengeance, la diffusion sur
internet de telles listes de criminels, mais e´galement
l'impact ne´gatif qui re´sulterait, pour les victimes, de la
publication permanente de l'identite´ de leurs bourreaux
sur internet.
Partant, j'estime qu'il faudra re´fle´chir a` deux fois avant
d'autoriser e´ventuellement pareil proce´de´ ! Par ailleurs,
je profite e´galement de cette occasion pour vous dire,
monsieur le ministre, que nombre de mes colle`gues
bourgmestres se plaignent fre´quemment du manque
d'informations relativement aux libe´rations conditionnel-
les ayant lieu sur le territoire de leurs communes. Aussi,
des ame´liorations me semblent-elles ne´cessaires a` cet
e´gard.
M. Jacques Lefevre (PSC) : Monsieur le pre´sident,
monsieur le ministre, chers colle`gues, je me re´jouis des
e´claircissements apporte´s par M. le ministre et de la
position claire adopte´e par le gouvernement en ce dos-
sier. Ainsi n'est-il absolument pas question d'afficher sur
internet ces
curriculum vitae et ces photos de grands
de´linquants qui ont purge´ leurs peines. Je serais encore
plus heureux si l'on pouvait, a` l'instar de ce qui se fait
dans d'autres pays, de´velopper sur internet des sites de
signalement ou des objets vole´s. Je crois que cela
pourrait aider la justice dans notre pays.
Ne´anmoins, monsieur le ministre, je regrette que vous
n'ayez pas formule´ de de´menti officiel lorsque cette
information a paru dans la presse - notamment dans le
HA 50
PLEN 050
17
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jacques Lefevre
journal
Le Soir. Je pense de`s lors que vous jouez,
monsieur le ministre, a` la fois la`-bas sur le co^te´ se´curi-
taire et ici sur l'aspect de´mocrate. J'aurais pre´fe´re´ qu'il
soit affirme´ de suite que de telles pratiques ne seront
jamais mises en oeuvre !
De heer Geert Bourgeois (VU&ID) : Mijnheer de minis-
ter, ik heb geluisterd naar uw uitleg. U hoefde natuurlijk
niet tot vandaag te wachten om een en ander recht te
zetten. Ik heb de uitzending niet gezien, maar ik heb mij
gebaseerd op een Belgabericht. Ik heb mij ook geba-
seerd op de uitleg van uw perswoordvoerster. Zij beves-
tigde uw voornemen en zij verwees uitdrukkelijk naar
Nederland waar het ging over de beveiliging van de
maatschappij tegen zware criminelen waaronder pedo-
fielen.
Ik neem akte van uw uitleg. Als het Duitse model inder-
daad slechts een model van opsporing en terugvinden
van verloren voorwerpen is, dan kan dit inderdaad on-
derzocht worden. Ik ben blij dat u terugkomt op deze
boodschap.
M. Marc Verwilghen, ministre : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, je souhaiterais rajouter l'e´le´ment suivant
relativement a` ce que M. Bacquelaine a e´voque´. A
travers l'exemple hollandais, nous avons pu constater
qu'une information est fournie aux autorite´s locales pour
trois motifs. Tout d'abord, pour que celles-ci soient au
courant des cas ou` des proble`mes de re´cidive pourraient
survenir. En second lieu, afin que l'on puisse contro^ler les
conditions de libe´ration. Et enfin, de sorte que, dans le
cadre du suivi judiciaire, l'on puisse se rendre compte de
tous les proble`mes pouvant se manifester. C'est bien
e´videmment dans ce contexte-la` que j'ai noue´, lundi
dernier, lors du sommet a` Bruxelles, des contacts avec
certains de mes colle`gues.
De voorzitter : Mijnheer Bourgeois, u hebt het laatste
woord, want het parlement is de baas.
De heer Geert Bourgeois (VU&ID) : Mijnheer de minis-
ter, wat u nu zegt, is totaal iets anders. Dat is het
inschakelen van de lokale autoriteit bij eventuele con-
trole, voorwaardelijke invrijheidgestelden, gevaarlijke
mensen, enzovoort. Dat is een totaal andere vraag.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Arnold Van Aperen
aan de minister van Financie¨n over
de toepassing
van het verlaagd BTW-tarief voor fietsenherstellin-
gen
Question orale de M. Arnold Van Aperen au ministre
des Finances sur
l'application d'un taux de TVA
re´duit pour les re´parations de bicyclettes
De heer Arnold Van Aperen (VLD) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de minister, in verband met de toepassing
van het verlaagd BTW-tarief voor de fietsherstellingen
heb ik enkele vragen. Het is een goede zaak om de
werkloosheid te bestrijden en het zwarte circuit tegen te
gaan door dit toe te passen.
Op 18 januari 2000 is het koninklijk besluit uitgevaardigd
en op 29 januari 2000 is het verschenen in het Staats-
blad. Gelukkig wordt er hier bij ons ook gebruik van
gemaakt.
In de administratieve rondzendbrief staat een onder-
scheid. Dat onderscheid is 6% indien de werklonen hoger
zijn dan de materialen en 21% als de materialen hoger
zijn dan de werklonen. Hier is er een onduidelijkheid. Bij
de diensten van de BTW heeft men het nagevraagd en er
is een interpretatieverschil tussen de verschillende dien-
sten.
Ik zou u eigenlijk willen vragen om alles op 6% te
brengen. Dat schept duidelijkheid. Graag vernam ik hoe
men tot deze - Belgische - interpretatie van de Europese
richtlijn is gekomen.
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, mijn-
heer Van Aperen, collega's, er is inderdaad een BTW-
vermindering van 21% naar 6% voor een paar arbeids-
intensieve diensten. Het is een algemene richtlijn van de
Europese Gemeenschap.
Wij hebben gekozen voor twee categoriee¨n van diensten.
Ten eerste, een categorie voor renovatie in de bouwsec-
tor en ten tweede, een categorie van kleine herstellingen
bijvoorbeeld in verband met fietsen.
Het is een vermindering die in het koninklijk besluit van
18 januari 2000 is opgenomen, maar ze is ook gepubli-
ceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 januari 2000. Ik
verwijs u dus naar het Belgisch Staatsblad van 29 januari
2000.
Er is ook een administratief commentaar. Ik zal de tekst
voorlezen :
Wanneer een herstelling het gebruik van
benodigdheden en onderdelen vergt, kunnen zich moei-
lijkheden voordoen voor het bepalen van de aard van de
handelingen. Dienaangaande dient rekening te worden
gehouden met de volgende regels. Als de waarde van de
gebruikte benodigdheden en onderdelen kleiner is dan
de helft van het totaal aan de klant gevraagde prijs, is de
handeling voor het geheel een dienst die onderworpen is
aan het verlaagd tarief van 6%. In de andere gevallen
daarentegen is de handeling voor het geheel en levering
van de goederen belastbaar tegen het normale tarief
van 21%.
18
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Didier Reynders
Ik zal alle professionele federaties een brochure toezen-
den.
De heer Arnold Van Aperen (VLD) : Mijnheer de minis-
ter, ik dank u voor uw antwoord. Toch blijft een aantal
verschillen bestaan. Het gaat meestal om zeer kleine
bedragen, meestal te besteden door grotere gezinnen,
mensen met schoolgaande kinderen. Ook de personen
met een kleinere beurs maken veel gebruik van de fiets.
De fiets lijdt veel meer onder dat groter gebruik. Ik stel
voor om voor de toekomst initiatieven te nemen om het
BTW-tarief voor alle herstellingen aan de fiets op 6% te
brengen.
Minister Didier Reynders : De BTW-verlaging geldt voor
arbeidsintensieve diensten. De Europese richtlijn terzake
moet worden gerespecteerd.
Er moet een verschil worden gemaakt tussen arbeidsin-
tensieve herstellingen en herstellingen waarbij veel ma-
teriaal wordt gebruikt.
De Europese richtlijn werd in een Belgische maatregel
omgezet. Deze maatregel werd genomen voor herstel-
lingen en onderhoud en geldt voor drie jaar. Na die
periode moet een evaluatie worden gemaakt. Het is
mogelijk dat dan een andere oplossing zal worden voor-
gesteld. Misschien volgt een BTW-verlaging naar 6%
voor alle herstellingen.
Vandaag geldt de BTW-verlaging voor een aantal ar-
beidsintensieve herstellingen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Danny Pieters aan de
minister van Financie¨n over
de betaling door de
Fondsen voor bestaanszekerheid van belastingen
Question orale de M. Danny Pieters au ministre des
Finances sur
l'imposition des Fonds de se´curite´
d'existence
De heer Danny Pieters (VU&ID) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, gisteren werd mij bevestigd dat alle
fondsen voor bestaanszekerheid rechtspersoonlijkheid
hebben.
Ten eerste, zijn de fondsen voor bestaanszekerheid
onderworpen aan de rechtspersonenbelasting en vol-
doen ze aan die belasting ?
Ten tweede, leveren ze ook attesten af van de betalingen
die zij doen, bijvoorbeeld aan hun beheerders ?
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, mijn-
heer Pieters, het antwoord op uw twee vragen is ja.
De heer Danny Pieters (VU&ID) : Mijnheer de minister,
uw antwoord stemt mij verheugd. Ik zal via een parle-
mentaire vraag navraag doen hoeveel belastingen zij
betalen en op welke basis.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Marc Van Peel aan de
minister van Financie¨n over
de achterstand van de
doorstortingen van de aanvullende gemeentelijke
personenbelasting
Question orale de M. Marc Van Peel au ministre des
Finances sur
le retard dans le versement des addi-
tionnels communaux
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik wil u met deze ondervragen over
een, helaas, oude kwaal van de achterstand van de
doorstorting van de gemeentelijke opcentiemen. Geluk-
kig is dat een kwaal die geleidelijk aan verbetert. Wij
zitten op de goede weg.
Wij hebben vastgesteld dat de doorstorting aan de ge-
meenten een grote scheeftrekking vertoont tussen ener-
zijds, Vlaanderen en anderzijds, Wallonie¨.
Voor de Vlaamse Gemeenschap moet nog een achter-
stand van 9,1 miljard naar de gemeenten worden door-
gestort, op een totaal van 14 miljard. Dat wil zeggen dat
de achterstand voor de Vlaamse gemeenten 65% be-
draagt van het totaal. Voor Wallonie¨ moet slechts een
achterstand van 18 miljard worden doorgestort.
Mijnheer de minister, sta mij toe de steden Antwerpen en
Luik te vergelijken. Luik heeft nog slechts een achter-
stand van 65 miljoen. Antwerpen daarentegen heeft een
achterstand van 1,7 miljard.
Antwerpen heeft dus op dit ogenblik nog slechts 25% van
de achterstand van de doorstorting ingelopen, Luik reeds
62%. Charleroi heeft nog recht op achterstallen ten
bedrage van 119 miljoen frank en hoewel Charleroi een
grotere stad is dan Sint-Niklaas, heeft Sint-Niklaas nog
veel meer achterstallen te goed, met name 258 miljoen
frank. Het tempo van de terugbetaling van het door te
storten bedrag van de aanvullende gemeentelijke
personenbelasting vertoont een grote scheeftrekking tus-
sen de twee landsgedeelten, maar ook tussen de diverse
grote steden in dit land. Mijnheer de minister, wat is de
reden hiervan en kunt u dit verhelpen ?
Minister Didier Reynders : Mijnheer de voorzitter, mijn-
heer Van Peel, ook ik heb een paar cijfers voor mij liggen
die ik in mijn antwoord op uw vraag zou willen gebruiken.
Er moeten inderdaad nog achterstallen worden terugbe-
HA 50
PLEN 050
19
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Didier Reynders
taald. Twee of drie jaar geleden heb ik van deze achter-
stand akte genomen. De achterstand bij de terugbetaling
bedroeg op 1 januari 2000 14 miljard frank en wij hopen
tegen 31 december van dit jaar dit bedrag terug te
dringen tot 10 miljard frank. De trend vertoont dus een
dalende lijn naar nul en indien hetzelfde tempo wordt
aangehouden, hebben wij nog drie of vier jaar nodig.
Wij hebben enkele maatregelen genomen om de achter-
stand terug te dringen en hier volgen een paar cijfers. Op
16 maanden tijd werd 28% van de achterstand ingehaald
voor het geheel van de gemeenten van het Vlaamse
Gewest, 43% voor het Brusselse Gewest en 36% voor
het Waalse Gewest. Het gemiddelde voor het Rijk be-
draagt 32%. Voor het district Antwerpen I werd tijdens
dezelfde termijn 25% gerecupereerd, te weten iets min-
der dan 772 miljoen frank. Alleen het district Brussel II en
Gent kenden een hogere terugdringing van de achter-
stand. De effectief gerecupereerde sommen bedragen
voor het Vlaams Gewest 3,5 miljard frank. Dit wil dus
zeggen dat na 16 maanden een vermindering van de
achterstallen ten bedrage van 3,5 miljard werd gereali-
seerd ten voordele van het Vlaams Gewest, 1,5 miljard
frank voor het Brussels Gewest en 1,4 miljard frank voor
het Waalse Gewest. In absolute cijfers is de recuperatie
voor het Vlaams Gewest groter dan voor de andere
gewesten.
U hebt dus gelijk wanneer u zegt dat de achterstallen
voor Vlaanderen groter zijn dan voor Brussel of Wallonie¨,
maar zij verminderden sterker in het Vlaamse Gewest,
namelijk ten bedrage van 3,5 miljard frank en dit op
16 maanden tijd en ik hoop dat binnen twee jaar de hele
achterstand zal zijn verdwenen.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de minister, ik
neem er akte van dat u toegeeft dat er een scheef-
trekking bestaat in het tempo van de doorbetaling. Ik
dring erop aan dat die scheeftrekking in de loop van de
volgende twee jaar wordt rechtgetrokken. De vergelijking
beperkt zich niet alleen tot die van Vlaanderen en Wal-
lonie¨. Voor twee grote steden in dit land, Antwerpen en
Luik, is de scheeftrekking nog onvergelijkelijk veel groter,
wat rekening gehouden met de financie¨le toestand van
die steden, toch niet onbelangrijk is. Ik dring er ten
zeerste op aan dat de volgende twee jaren het oneven-
wicht in het tempo van de doorstorting wordt opgeheven.
Minister Didier Reynders : Mijnheer Van Peel, uw vraag
betrof de stad Antwerpen en ik heb dus geen cijfers klaar
liggen voor Luik, maar ik kan deze opzoeken.
De heer Marc Van Peel (CVP) : De cijfers kloppen
nochtans.
Minister Didier Reynders : Ja, misschien wel, dat is ook
het geval voor Charleroi en Luik. Maar het is toch zo dat
alle recuperaties groter zijn voor het Vlaams Gewest dan
voor het Brusselse of Waalse Gewest. Ik zal de inspan-
ning de volgende twee jaar voortzetten. Ik meen dat dit
ook mogelijk is voor de grote steden, waar wij dezelfde
evolutie zullen zien als bij de gewesten. Ik verwacht de
hele achterstand binnen twee jaar te hebben wegge-
werkt.
De heer Marc Van Peel (CVP) : In absolute cijfers,
mijnheer de minister, bestaat er voor Luik nog een
achterstand van 65 miljoen frank, voor Antwerpen van
1,7 miljard frank. Dat is toch een aanzienlijk verschil,
nietwaar ?
De voorzitter : Dank u wel. U bent allebei vreemd in
beide steden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Gerolf Annemans aan
de minister van Telecommunicatie en Overheidsbe-
drijven en Participaties over
het ronddelen van post-
stukken
Question orale de M. Gerolf Annemans au ministre
des Te´le´communications et des Entreprises et Parti-
cipations publiques sur
la distribution d'envois pos-
taux
Minister Rik Daems : Hoe dikwijls mag men die vraag
stellen ?
De voorzitter : Mijnheer de minister, ik weet dat er reeds
een vraag in die zin werd gesteld. Als er echter nieuwe
feiten zijn, gaat het om een nieuwe vraag.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, het is inderdaad niet de eerste keer dat deze
vraag hier wordt gesteld. De vorige keer heeft minister
Daems mij geantwoord, in voortzetting van zijn antwoord
aan de groenen, dat hij nooit zou dulden dat er gecen-
sureerd zou worden enkel en alleen op basis van de
naam van de verzender. Toen ik hem een nota voorlegde,
antwoordde de minister dat hij daarover rechtstreeks met
de gedelegeerd bestuurder contact had genomen. Deze
laatste deelde hem mee dat het niet meer dan een
ontwerp was en dat de fameuze black list - het woord
stond trouwens ook in het document - naar de prullen-
mand werd verwezen nog vo´o´r dit kon worden toegepast.
De enige juiste manier van handelen zou immers zijn dat
de persoon die de te verdelen stukken in ontvangst
neemt zelf een beoordeling maakt. Hij moet zelf beslis-
sen of het om racistische stukken gaat. Als dat volgens
hem het geval is, dan gaat de zaak naar Leman. Als
20
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Gerolf Annemans
Leman zegt dat het inderdaad racistisch is, dan wordt het
stuk niet bedeeld. Bovendien wordt het dan naar het
gerecht gestuurd want men kan immers niet zomaar
beweren dat iets racistisch is. Dat is echter een ander
hoofdstuk.
Mijnheer de minister, wat doet zich intussen voor ? De
heer Ceder stelde u in de Senaat een gelijkaardige vraag
omdat wij vaststellen dat er toch nog gebruik wordt
gemaakt van de black list die naar alle postmeesters is
gegaan. Het is dus geen intern document dat in de
prullenmand van uw kabinet of De Post verdwenen is
zoals u dacht. Op deze vraag antwoordde u dat er een
lijst met namen bestaat maar dat u niet weet wie de
houder van die lijst is. U ging dus een stap verder dan
hier.
Mijnheer de minister, ik kan u vertellen wie de houder van
die lijst is, namelijk alle postmeesters in Belgie¨. Zij
hebben niet alleen de fameuze black list van 25 februari,
met vermelding van de namen van de parlementsleden
van het Vlaams Blok, waarvan u zei dat het een intern
document was dat in de prullenmand beland was, maar
zij hebben nadien ook het document van 1 maart gekre-
gen met precies dezelfde tekst. In het laatste document is
alleen het woord black list weggelaten. Er staat dus niet
meer :
deze black list is vertrouwelijk en enkel voor
intern gebruik
, er staat nu : deze gegevens zijn vertrou-
welijk en enkel voor intern gebruik
. De lijst is hieraan
toegevoegd. Het principe is dus hetzelfde. Alle zendingen
van deze personen moeten automatisch als verdacht
worden beschouwd. Alle postmeesters hebben het docu-
ment van 25 februari ontvangen en vervolgens deze brief
van 1 maart. Het gaat hier dus niet om een intern
document of een ontwerp.
Mijnheer de minister, ik denk dat men u bij De Post
bedriegt. Niet alleen hebt u mij zonder het te weten
voorgelogen over de eerste brief, u zult ook moeten
uitleggen waarom de tweede brief bij alle postmeesters
ligt en wordt toegepast.
Minister Rik Daems : Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Annemans, ik zal hier voor de zoveelste keer op antwoor-
den. Om zeker te zijn van mijn stuk heb ik nog maar eens
contact genomen met De Post. Het principe is duidelijk.
Het kan niet worden aanvaard dat men op basis van een
vooraf opgestelde lijst van wie dan ook gaat stellen dat dit
soort zending de facto niet aanvaardbaar is. Ik heb u de
procedure reeds uitgelegd. De postmeester moet zelf
beoordelen of er een probleem kan zijn. Vervolgens
wordt het stuk voorgelegd aan het Centrum voor
racismebestrijding. Als wij een positief advies krijgen, dan
is er geen probleem. Als wij een negatief advies krijgen
wordt het stuk niet bedeeld. Zoals ik reeds heb gezegd
moet men die informatie dan ook overmaken aan het
parket. Als men a zegt, moet men ook b zeggen. Dat is de
regel die ik deze morgen nog eens bevestigd heb gekre-
gen van de gedelegeerd bestuurder. Het is de enige regel
die ik aanvaard. Voor het overige blijft mijn stelling dat de
beoordeling moet gebeuren op basis van de wet inzake
racisme. Die appreciatie moet niet door politici maar door
de rechtbank worden gemaakt. Punt uit. Verder ben ik
intussen blijkbaar betrokken bij een aantal rechtszaken.
Ik ben dan ook niet in de gelegenheid om hier verdere
gegevens over mee te delen. Ik wens immers geen
hangende rechtszaken te bei¨nvloeden. Mijn stelling is en
blijft dat het gaat om een appreciatie van een bepaling
die in de wet staat die door de rechtbanken moet worden
gemaakt. Dit is geen politiek verhaal.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
minister, wij kennen elkaar al zeer lang maar dit is de
eerste keer dat u volgens mij voor Jan Lul staat en uit uw
nek staat te kletsen. Ik heb u niet gevraagd of er een
regeling bestaat waarbij postmeesters een poststuk al
dan niet racistisch kunnen beoordelen en vervolgens
naar de heer Leman sturen. Dat is een regel die bestaat
en die wij bestrijden. Wij hopen dat noch de heer Leman
noch De Post deze regel zal misbruiken. Mijn vraag
luidde echter anders. Alle postmeesters in Belgie¨ hebben
een rondzendbrief ontvangen op 1 maart 2000, ter ver-
vanging van de brief op 25 februari 2000. Deze brief zou
een black list bevatten van Vlaams Blok-parlementsleden
die automatisch als verdacht worden beschouwd en
waarvan alle poststukken kunnen en moeten ingehouden
worden door de postmeesters. Bestaat die black list of
niet ? U kunt daar klaarblijkelijk niet op antwoorden. Ik
neem geen vrede met uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Bart Somers aan de
minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrij-
ven en Participaties over
de fusie tussen ABX van
de NMBS en de pakjesdienst van De Post
Question orale de M. Bart Somers au ministre des
Te´le´communications et des Entreprises et Participa-
tions publiques sur
la fusion d'ABX et du service
des colis de La Poste
De heer Bart Somers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, wij hebben via de media kunnen
vernemen dat de pakjesdienst van De Post en ABX gaan
samenwerken in een nieuwe NV. Dat is verheugend
nieuws. Dit is een realisatie die jarenlang onmogelijk was
onder de leiding van de vroegere raad van bestuur van
De Post.
Ik heb terzake een aantal concrete vragen. Ten eerste
heeft de UPS een klacht aangekondigd tegen de fusie
van De Post en ABX. Deze klacht heeft rechtstreeks te
HA 50
PLEN 050
21
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Bart Somers
maken heeft met de onduidelijkheid over de wijze waarop
de NMBS het geld dat ze krijgt voor de openbare dienst
al dan niet zou doorsluizen naar commercie¨le, naar
ABX-activiteiten. Ik had graag uw reactie gehad op de
hangende klacht van de UPS bij de Europese Commis-
sie.
Ten tweede hebben de vakbonden zich verheugd ge-
toond over deze samenwerking maar tegelijkertijd ook
enige ongerustheid geuit over de werknemers die in deze
nieuwe structuur zullen terechtkomen. De mensen van
De Post zijn vast benoemd maar kunt u zeggen of er
werkplaatsen zullen verdwijnen ? Bestaat er reeds enige
duidelijkheid over de werkzekerheid binnen deze nieuwe
structuur ?
Ten derde vraag ik u naar het economisch belang van de
samenwerking binnen een bredere Europese context.
Kunt u hierover iets meer vertellen ?
Minister Rik Daems : Mijnheer de voorzitter, collega, ik
heb mij persoonlijk verheugd getoond over dit initiatief. U
kent mijn mening hierover. Men moet de bedrijven ont-
wikkelen en hen als spelers op de markt vrijlaten. Ik kan
u mijn visie geven vanuit De Post omdat dat het bedrijf is
waar
ik
de
verantwoordelijkheid
heb
over
het
aandeelhouderschap. Het gaat over een heel logische
samenwerking tussen twee activiteiten van Belgische
bedrijven die betrekking hebben op de verzending van
pakketten, eventueel per express, tussen 2 en 30 kilo-
gram. De samenvoeging van de activiteiten zorgt voor
een groei tot meer dan 50 % van de markt op Belgisch
niveau. Mijn antwoord op uw economische vraag is dat
dit geen verhaal is van krimpen, zoals steeds bleek uit
het verleden, maar van groei. Voor mij is dit heel belang-
rijk. Immers, in De Post is men hard aan het werk aan de
oprichting van een e-commerce business unit die de
nieuwe economische situatie in volle ontwikkeling mee
wil bespelen en de toegevoegde waarde eruithalen. Door
het samenbrengen van die activiteiten in een aparte
maatschappij krijgt men meteen ook toegang tot het
wereldnet van ABX en wordt men meteen een wereld-
speler, ook en vooral op Europees niveau.
Ik ben daarover persoonlijk heel verheugd omdat het iets
helemaal anders is dan de vroegere plannen waarin
sprake was van een samenwerking met de Nederlanders
of de Fransen. Dit is een oplossing die ervoor kan zorgen
dat goede Belgische krachten worden gebundeld en die
bovendien tot een zekere groei kan leiden. De eventuele
klacht van UPS is voor mij een teken van het potentie¨le
succes van deze samenwerking.
De heer Bart Somers (VLD) : Mijnheer de minister, u
heeft niet geantwoord op mijn vraag over de werkne-
mers.
Minister Rik Daems : Er is momenteel sprake van een
groeiscenario in plaats van een krimpscenario en dan is
er ook geen plaats voor bezorgdheid op het vlak van de
werkgelegenheid. Ik ben van mening dat, als deze on-
derneming groeikansen krijgt en het verwachte rende-
ment haalt, er mensen zullen moeten worden aangeno-
men in plaats er te moeten afdanken.
De heer Bart Somers (VLD) : Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord.
Ik vrees dat u de klacht van UPS iets te gemakkelijk
wegwuift. Die klacht heeft volgens mij rechtstreeks te
maken met de specifieke structuur van ABX, die geen
rechtspersoonlijkheid heeft, en met het geheel van de
NMBS waar commercie¨le activiteiten en taken van open-
bare dienst door mekaar lopen. Ik denk dat deze toe-
stand niet veel langer houdbaar is omdat dit in een
transparante markt tot concurrentievervalsing kan leiden
als overheidsgeld wordt gebruikt om commercie¨le activi-
teiten te ondersteunen.
Minister Rik Daems : Het is evident dat op dat vlak een
screening plaatsvindt naar de financie¨le stromen. Het is
hoe dan ook onaanvaardbaar dat overheidsgelden wor-
den afgeleid naar deze nieuwe maatschappij. Mijn col-
lega en ik zullen daar trouwens op toezien dat dit ook niet
gebeurt. Zo niet, lopen we tegen de Europese lamp en
het zou spijtig zijn dat een goed project op die manier
mislukt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
Collega's, de eerste minister is momenteel in de Senaat.
Er staan nog twee actualiteitsdebatten op de agenda :
een over de IJzeren Rijn en een over de politieke
benoemingen in de directie-generaal internationale sa-
menwerking. Ik herinner eraan dat dit gisteren in de
Conferentie van voorzitters werd besproken. Ik vestig uw
aandacht op de spreektijd.
Chers colle`gues, je vous rappelle que, dans le cadre d'un
de´bat d'actualite´, le temps de parole est de deux minutes
pour les orateurs inscrits et de cinq minutes pour la
re´ponse du gouvernement.
Les intervenants appartenant a` un autre groupe que celui
des orateurs inscrits ont droit a` deux minutes de parole.
Je demande a` ces derniers s'ils souhaitent prendre la
parole avant ou apre`s la re´ponse du ministre.
22
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Rik Daems
Het is evident dat de vraagstellers als eerste aan bod
komen.
Actualiteitsdebatten
De´bats d'actualite´
Samengevoegde mondelinge vragen van de heren
Francis Van den Eynde, Ferdy Willems en Marc Van
Peel aan de staatssecretaris voor Ontwikkelingssa-
menwerking over
politieke benoemingen in de
directie-generaal van de internationale samenwer-
king
Questions orales jointes de MM. Francis Van den
Eynde, Ferdy Willems et Marc Van Peel au secre´taire
d'Etat a` la Coope´ration au de´veloppement sur
les
nominations politiques a` la direction ge´ne´rale de la
coope´ration internationale
De heer Francis Van den Eynde (Vlaams Blok) : Mijn-
heer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, uw ver-
houding met uw baas, de minister van Buitenlandse
Zaken, is merkwaardig en kleurrijk. Ik herinner me de
eerste, nogal glorieuze reis van de heer Michel naar New
York, waar hij plots aan journalisten vertelde dat hij
meende dat hij uw fondsen voor ontwikkelingssamenwer-
king in feite onder zijn bevoegdheid zou krijgen. Hij
voegde daar in kleurrijk Engels aan toe :
Eddy Bout-
mans in the pocket
. Toen hij terugkwam luidde de
verklaring plots anders - zo gaat dat in de liefde :
J'aime
Eddy
. Dat zal dan waarschijnlijk een andere Eddy zijn
geweest, misschien wel Eddy Wally. Immers, de heer
Michel vertrok onlangs naar Afrika, het continent bij
uitstek van de ontwikkelingssamenwerking en hij vergeet
Eddy Boutmans ! Eddy gaat niet mee.
Dan blijkt plots dat de verhouding tussen de twee nog
slechter wordt, want wanneer de heer Michel terugkomt
uit Afrika, stelt de heer Boutmans vast dat de minister van
Buitenlandse Zaken bij DGIS - de opvolger van het
ABOS - benoemingen heeft gedaan. De heer Boutmans
bestempelt die benoemingen in de maandageditie van
een bekend Vlaams en naar verluidt progressief dagblad
als zuiver politiek en hij voegt eraan toe dat zijn geduld
ten einde is.
Mijnheer de staatssecretaris, ik had graag van u verno-
men wanneer uw geduld volledig ten einde zal zijn. Bent
u van mening dat er voor u in deze regering en in het
departement Ontwikkelingssamenwerking nog een an-
dere taak is weggelegd dan die van lakei van de heer
Michel, ook al weten we dat de heer Louis Michel van u
houdt ?
De heer Ferdy Willems (VU&ID) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, we hebben van u nog
steeds geen beleidsverklaring gekregen. Wat ik wel van
u heb, is een hele map vol met persverklaringen, inter-
pellaties over die persverklaringen en uitleg in de krant
waarin u beweert dat u de heer Michel zo graag ziet en
dat die liefde wederzijds is. Bovendien heb ik hier ook
mijn notities van wat u daarover gisteren op de televisie
allemaal hebt gezegd.
Mijnheer de staatssecretaris, het is nu al de derde keer
dat ik u deze vraag stel. Wat vertelt u allemaal ? Waarom
vertelt u dat ? Waarom is de toon waarop u dat vertelt
telkens zo bijzonder cassant ? Ik stel zulke vragen niet
graag. Als oppositielid zou ik enig geruzie in de meerder-
heid wel amusant kunnen vinden maar aan dergelijke
laag-bij-de-grondse oppositiespelletjes doe ik niet mee.
Als wij bepaalde zaken goed vinden, dan zeggen we het
ook. U en de heer Michel weten dat.
Ik zeg u echter klaar en duidelijk : wat u doet is schadelijk
voor uw regering, want u negeert gewoon uw regerings-
verklaring. Het gaat hier over politieke benoemingen, een
zwart beest dat u uitdrukkelijk uit uw regeringsverklaring
hebt geweerd.
Toch gaat het daarover, tenzij ik u niet goed heb begre-
pen. Wat u doet, is schadelijk voor het beleid van
ontwikkelingssamenwerking en dat is in uw geval min-
stens even erg. Bij een vorige, gelijkaardige discussie
heeft de heer Van der Maelen er reeds op gewezen en in
een nota van de heer De Belder staat vrijwel woordelijk
dat al het gehakketak tussen de twee excellenties goed
werk voor ontwikkelingssamenwerking belet. Daarover
gaat het voor mij dus wel. Of vergissen de heer Van der
Maelen en de heer De Belder zich ?
Er is iets wat ik helemaal niet begrijp. Wij moeten eens
ophouden met circusnummers op te voeren voor de
media. Ik stel immers vast dat u daarmee naar de kranten
loopt, blijkbaar zonder voorafgaand overleg. Of vergis ik
mij weer ? U loopt daarmee naar de televisie. Waar zijn
wij in godsnaam mee bezig ? In ieder geval niet met
ontwikkelingssamenwerking. Dat is nochtans wat ik van u
verwacht.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, uw beschuldigingen ten
opzichte van vice-eerste minister Michel waren bijzonder
ernstig. U betichtte hem van een reeks politieke benoe-
mingen en van het feit dat hij in een sector waarin hij
wettelijk verplicht is overleg met u te plegen, dat niet
heeft gedaan. Mijn eerste vraag aan u is dan ook heel
duidelijk : houdt u deze verklaringen staande, of waren
die alleen bedoeld voor de pers en niet voor dit halfrond ?
U hebt ondubbelzinnig een duidelijke beschuldiging geuit
die zo zwaar is, dat men zich af kan vragen hoe het komt
dat u samen van eenzelfde regering deel uitmaakt.
HA 50
PLEN 050
23
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Marc Van Peel
Een tweede toch wel belangrijke vaststelling is dat dit de
samenhang van ons buitenlands beleid schaadt. Op het
moment dat minister Michel in Kinshasa is, zijn uw
medewerkers in Rwanda en Burundi. Het omgekeerde
zal zich in de loop van de volgende week voordoen : uw
medewerkers zijn dan in Kinshasa en de heer Michel is
dan in Rwanda en Burundi. U was niet betrokken bij de
grote Afrika-reis en al wat daarmee samenhing aan
voorbereiding, ondanks het feit dat in heel deze politiek
inzake Centraal-Afrika ontwikkelingssamenwerking een
belangrijk element vormt. Bovendien stellen wij vast dat
een aantal uitvoeringsbesluiten dat er reeds lang had
moeten zijn - neem bijvoorbeeld de lijst van de vijfent-
wintig landen waarop onze ontwikkelingssamenwerking
prioritair is gericht - er niet komt.
Ik vind dat er een einde moet komen aan de publieke
liefdesverklaringen tussen u beiden, want dit is een
manier om het debat zo vlug mogelijk te smoren zo gauw
het in het politieke halfrond komt, en aan de guerrilla-
oorlog die tussen u beiden woedt. Ik citeer de bijzondere
evaluator die werd aangesteld in het kader van ontwik-
kelingssamenwerking. Hij gebruikte daarvoor niet het
woord guerrilla-oorlog, maar wel het woord loopgra-
venoorlog. In een onbewaakt moment heeft hij in de
commissie voor de Buitenlandse Zaken de vraag gesteld
wat men wil met die loopgravenoorlog tussen de heer
Michel en de heer Boutmans. Dat, mijnheer Boutmans, is
iets waarvan wellicht iedereen vindt dat het moet ophou-
den. Ik stel alleen maar vast dat het voortdurend esca-
leert.
M. Jacques Lefevre (PSC) : Monsieur le pre´sident,
monsieur le secre´taire d'Etat, je serai extre^mement bref
car beaucoup de questions ont de´ja` e´te´ pose´es.
Premie`rement, M. Boutmans a-t-il un droit de regard sur
les nominations dans son de´partement ?
Deuxie`mement, quand allons-nous recevoir la de´clara-
tion de politique ge´ne´rale de la Coope´ration au de´velop-
pement ?
Troisie`mement, pourquoi M. Boutmans e´tait-il en train de
se promener en Asie pendant que nous e´coutions au
Palais d'Egmont, toute une semaine durant, les experts
sur la politique africaine ?
Quatrie`mement, pourquoi M. Boutmans n'accompagne-
t-il pas M. Louis Michel lorsque ce dernier se rend en
Afrique ?
Je serais de´ja` heureux de recevoir des re´ponses a` ces
quatre questions.
De heer Jef Valkeniers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, collega's, naar mijn mening
werd dit incident heel sterk opgeblazen. Laat ons realis-
tisch zijn. Het gaat hier niet om benoemingen maar om
reaffectaties.
Twee mensen kregen een nieuwe functie : de ene per-
soon behoort tot de PRL en komt uit de eigen admini-
stratie; de andere komt van Buitenlandse Zaken en is dus
uit een andere dienst overgekomen.
Men gaf de indruk dat hele bussen PRL-ers en VLD-ers
werden gedropt in die administratie. Vanaf niveau 15 en
hoger is er 1 PRL-ambtenaar - die tot die strekking zou
behoren tenminste - en misschien zal er ook een amb-
tenaar komen die behoort tot de VLD-strekking. Momen-
teel is hij reeds in functie. Op 262 posten in die admini-
stratie zijn er 6 mensen van liberale strekking.
Wie het heeft opgeblazen laat ik in het midden, maar dat
het is opgeblazen is een feit.
M. Jean-Pol Henry (PS) : Monsieur le pre´sident, je ne
voudrais pas que l'on puisse croire que les socialistes,
partenaires de la majorite´, ne s'inte´ressent pas a` la
coope´ration au de´veloppement ni a` la transformation de
l'AGCD, oeuvre a` laquelle nous avons collabore´ sous le
pre´ce´dent gouvernement. Cette affaire a fait beaucoup
de bruit, et plus particulie`rement dans la presse du Nord
du pays.
Je voudrais savoir clairement, monsieur le secre´taire
d'Etat, quelle re´partition des compe´tences vous voulez a`
travers les nominations. Nous souhaitons que vous choi-
sissiez des gens qui, quelle que soit leur couleur politi-
que, fassent fonctionner correctement cette institution.
Sur quels crite`res les choisirez-vous ou les avez-vous
de´ja` choisis ?
Staatssecretaris Eddy Boutmans : Mijnheer de voorzit-
ter, collega's, het zal u ongetwijfeld genoegen doen te
vernemen dat ik mede in naam van de minister van
Buitenlandse Zaken zal antwoorden op uw diverse vra-
gen.
De meeste vragen gaan over het affectatiebesluit. Dat is
het besluit waarbij ambtenaren in een departement een
plaats krijgen toegewezen binnen de diensten van dat
departement. Dit affectatiebesluit is de uitvoering van het
structuurbesluit. Dat is het besluit waarbij de diensten en
de directies van een departement worden ingedeeld.
Ingevolge de hervorming van het departement Buiten-
landse Zaken en de invoeging daarin van het vroegere
ABOS, nu onder de benaming Directoraat-generaal In-
ternationale Samenwerking, moesten een nieuwe struc-
tuur en nieuwe affectaties worden uitgevaardigd. Het
gaat, zoals hier al gezegd werd, niet om benoemingen
maar wel om affectaties.
Over het affectatiebesluit is met mij geen overleg ge-
pleegd. Wel zijn er tussen de administraties besprekin-
gen gevoerd.
24
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pol Henry
Ik heb deze aangelegenheid helemaal niet via de pers
geagendeerd. Ik heb een week doorgebracht in Bolivie¨,
voor zeer nuttig werk in verband met onze ontwikkelings-
samenwerking. Tijdens die week is via een bron die ik
niet ken - niet door mij - een aantal journalisten op deze
kwestie gestoten. Zij hebben mij daarover de zondag na
mijn terugkeer vragen gesteld. Ik heb op die vragen
eerlijk geantwoord, zoals ik dat altijd zal doen.
Het klopt dat ik het niet eens ben met een aantal punten
uit het affectatiebesluit. minister Michel en ik hebben
derhalve afgesproken dat wij daarover zo snel mogelijk
overleg zullen plegen, met het vooruitzicht tot een oplos-
sing te komen.
Mijnheer de voorzitter, er zijn hier bepaalde vragen
gesteld die niet schriftelijk werden weergegeven, maar ik
wil er graag op antwoorden.
Voor mijn vertrek naar Bolivie¨ heb ik mijn beleidsnota in
een nog onvertaalde versie aan de voorzitter van de
Kamercommissie voor de Buitenlandse Betrekkingen be-
zorgd. De vertaling wordt nu afgewerkt. Ten laatste
maandag zal zij bij de diensten ter beschikking zijn en zal
zij aan de leden van de commissie kunnen worden
overgemaakt. Dan kunnen wij daarover een debat aan-
gaan, wat ik met alle genoegen zal doen.
Ik kom nu tot de reis in Centraal-Afrika die minister Michel
heeft gemaakt. Noch minister Michel, noch ikzelf - wat ik
beklemtoon - vonden het opportuun dat ik aan die reis
zou deelnemen. Deze reis deed ook een aantal landen
aan waarmee Belgie¨ geen ontwikkelingssamenwerking
heeft. Wanneer een staatssecretaris voor Ontwikkelings-
samenwerking bepaalde landen bezoekt, schept dat fi-
nancie¨le verwachtingen. In die optiek wilde ik die reis niet
maken. Wel hebben wij aan de diverse partnerlanden in
de regio een delegatie gestuurd - of wij zullen er een
sturen - om de mogelijkheden af te tasten om onze
ontwikkelingssamenwerking te verbeteren en zo mogelijk
uit te breiden.
De heer Francis Van den Eynde (Vlaams Blok) : Mijn-
heer de staatssecretaris, toen u zei dat u eveneens
antwoordde namens uw collega Michel, dacht ik dat het
14 februari was, Sint-Valentijn, gezien de goede ver-
standhouding in uw relatie. Toen ik echter de kalender in
het oog kreeg, merkte ik meteen dat wij ons bevinden
aan de vooravond van 1 april.
Eigenlijk heeft de situatie weg van een aprilgrap. Thans
verkondigt u dat het niet gaat om benoemingen, maar om
affectaties. Blijkbaar ontdekte u dat nu pas, want vorige
week wist u dat nog niet en vorige maandag evenmin.
Bovendien zeggen dat u niet meeging naar Centraal-
Afrika omdat het niet opportuun was, lijkt mij zeer merk-
waardig. Gaat ontwikkelingssamenwerking dan niet ge-
paard met Centraal-Afrika ? Misschien was het volgens
minister Michel inderdaad niet opportuun. Immers, naar
verluidt werd pas zeer laat een lid van uw kabinet
uitgenodigd, maar er werd beslist niet op de uitnodiging
in te gaan, wellicht omwille van opportuniteitsredenen.
En ten slotte, dat een staatssecretaris financie¨le ver-
wachtingen schept, maar dat een minister dat niet doet,
dat is pas compleet belachelijk.
Mijnheer de staatssecretaris, ik vraag u nogmaals wan-
neer u ermee zult ophouden de lakei te zijn van het
liberaal buitenlandsezakenbeleid ? Hoewel, ik vergis mij.
U bent de lakei niet; u hebt stilaan de roeping om een
groen voetmatje te worden.
De heer Ferdy Willems (VU&ID) : Mijnheer de staatsse-
cretaris, sommigen beweren dat men niet zwaar moet
tillen aan deze aangelegenheid, maar toch is deze zaak
in die mate belangrijk dat leden van het kabinet van
Buitenlandse Zaken dit debat volgen. Mocht de zaak niet
belangrijk zijn, dan zouden zij niet aanwezig zijn.
Voorts beweert u niet degene te zijn geweest die naar de
pers stapte. Welnu, dienaangaande heb ik vragen. Im-
mers, politici weten zeer goed dat zij ofwel de pers
correct te woord kunnen staan, ofwel kunnen zeggen dat
een zaak nog overleg vergt. U sloeg echter een totaal
andere toon aan.
Wat de beleidsnota betreft, is het na acht maanden tijd
dat deze totstandkomt.
Tot slot, mijnheer de staatssecretaris, suggereer ik u
nogmaals samen met uw collega van Buitenlandse Za-
ken een afsprakennota op te stellen. Dat hoeft geenszins
een inperking van de bevoegdheden in te houden. Wan-
neer twee ministers het goed met elkaar weten te vinden
en duidelijke afspraken kunnen maken, dan moet het
perfect mogelijk zijn samen te werken in de geest van wat
u gisteren verklaarde in een televisieuitzending, met
name dat u en minister Michel zich bezighouden met het
buitenland, hij met de hele wereld en u met een deel
ervan. In die filosofie moet het mogelijk zijn een coherent
beleid uit te werken. Immers, het gaat niet op te zeggen
dat er onvoldoende contact is tussen u beiden omdat u te
vaak op missie bent. Hiermee bewijst u de ontwikkelings-
samenwerking een zeer slechte dienst.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de staatsse-
cretaris, wat u doet is onuitgegeven in deze instelling.
U legde - gelukkig ook namens minister Michel, zei
u - een verklaring af die luidt dat u het eens bent over het
feit dat u het samen oneens bent. U zei dus letterlijk dat
u, samen met minister Michel, vaststelde dat u het
oneens bent. U blijft het dus met minister Michel volko-
men oneens en hij met u. Dat hoorde ik u duidelijk
zeggen.
HA 50
PLEN 050
25
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Marc Van Peel
Ik kan begrijpen dat uw frustratie omwille van de manier
waarop minister Michel u behandelt, mishandelt, zo groot
is, dat u zich niet kon beheersen en dat u zich luchtte via
de pers. Het ware beter geweest mocht u dat hier hebben
gedaan. Ik hoorde ook duidelijk dat uw frustratie blijft
bestaan.
Het resultaat van dit alles is dat in ons land, zeker op het
vlak van de ontwikkelingssamenwerking, geen coherent
beleid wordt gevoerd. Ik begrijp dat u niet samen met
minister Michel naar Centraal-Afrika reisde.
Als men dan zelf een beeld van kibbelende ministers had
moeten ophangen, die samen in Centraal-Afrika neerda-
len, zou dat de diplomatie ernstig hebben bemoeilijkt. We
kunnen dit pas oplossen als we het eindelijk eens over
uw beleidsnota Ontwikkelingssamenwerking zouden
kunnen hebben. Ook de reactie van minister Michel
hierop zouden we willen kennen. Ondertussen zijn we
negen maanden verder en de grote conflicten, die we
opmerkten e´e´n maand nadat u samen in de regering zat,
zijn er ondertussen niet op verbeterd. Integendeel, ze
verslechteren voortdurend. We kunnen er wel leuke
grapjes over maken, maar voor het buitenlands beleid
van dit land is dit een nefaste zaak.
M. Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC) : Monsieur le
pre´sident, monsieur le secre´taire d'Etat, je constate que
certains parlementaires s'inte´ressent davantage aux pe-
tites histoires, aux anecdotes, aux e´tats d'a^me, qu'aux
fondements me^mes de la politique e´trange`re de notre
pays. Je leur dirai qu'en dehors de l'enceinte parlemen-
taire, il existe des e´missions radiophoniques spe´cialise´es
dans ce type de discussions.
(Intervention de M. Andre´ Smets)
Le pre´sident : Monsieur Smets, il n'y a qu'un orateur par
groupe et le vo^tre s'est de´ja` exprime´.
M. Daniel Bacquelaine (PRL FDF MCC) : Monsieur le
secre´taire d'Etat, je constate que vous affirmez claire-
ment qu'il s'agit bien d'arre^te´s d'affectation et non pas de
nominations et que ces arre^te´s d'affectation, a` mille
lieues d'une quelconque politisation, proce`dent essen-
tiellement d'une concertation au niveau des administra-
tions.
J'ajoute qu'il me parai^t essentiel qu'il existe, au sein de
ce gouvernement, une loyaute´ par rapport a` l'action du
ministre de tutelle, le ministre des Affaires e´trange`res, qui
imprime, au nom du gouvernement, les objectifs de la
politique e´trange`re de notre pays ainsi que les objectifs
en matie`re de coope´ration au de´veloppement. Il me
parai^t bien qu'il en soit ainsi. Ce qui compte, c'est d'une
part la restauration de l'image de marque de notre pays
a` l'e´tranger et, d'autre part, les attentes et les le´gitimes
pre´occupations de millions d'individus dans les pays en
voie de de´veloppement qui doivent be´ne´ficier de l'aide de
notre pays.
De heer Erik Derycke (SP) : Mijnheer de voorzitter, als ik
het goed begrijp hebben wij voor de zoveelste keer te
maken met de olifant die een muis heeft gebaard. Dat is
op zichzelf niet erg, maar als de olifant te veel muizen
baart, wordt dat ook voor iemand van de meerderheid
een probleem.
Mijnheer de staatssecretaris, ik weet dat het niet altijd
gemakkelijk is om in de situatie van staatssecretaris te
zitten. Dat vergt een bijzondere kunde en habiliteit. Ik zou
u willen vragen dat u tracht deze te beoefenen, want we
maken ons stilletjes aan zorgen over het algemeen
politiek beeld dat wij verkondigen.
Deze regering heeft grote ambities op het vlak van
ontwikkelingssamenwerking en buitenlands beleid. Ze
heeft nog grotere ambities met betrekking tot Afrika.
Vanuit een rijpe ervaring, kan ik u verzekeren dat men
vanuit Afrika meekijkt naar de gebeurtenissen hier. Dit is
een warme oproep aan de twee verantwoordelijke
regeringsleden om dringend coherente en concrete af-
spraken te maken over de complementariteit tussen het
buitenlands beleid en de ontwikkelingssamenwerking. Ik
geloof dat het de hoogste tijd is.
Mme Claudine Drion (AGALEV-ECOLO) : Monsieur le
pre´sident, dans ce de´bat, beaucoup de choses sont
importantes dans la mesure ou` elles remettent en valeur
les apports spe´cifiques de la coope´ration au de´veloppe-
ment.
Il faut se rappeler qu'a` l'aube de la nouvelle le´gislature,
nous avons he´rite´ d'une situation un peu difficile due a`
une administration en pleine restructuration et a` la mise
en application d'une nouvelle loi. Je me re´jouis donc
qu'une concertation entre le secre´taire d'Etat et le minis-
tre ait lieu et que les choses avancent au niveau de
l'arre^te´ d'affectation. En effet, les fonctionnaires de la
DGCI (ancienne AGCD) n'attendent que cela pour pou-
voir vraiment travailler et la population - on le voit a` la
lecture des articles de presse parus cette semaine - est
sensible a` ce qui se passe au niveau de la coope´ration,
de me^me que les ONG, les pays partenaires et les
universite´s qui y sont engage´es.
Je me re´jouis donc que les choses avancent, mais elles
doivent avancer en fonction de certains crite`res et d'une
certaine me´thodologie, en respectant la loi et la concer-
tation entre le secre´taire d'Etat et le ministre, mais aussi
en gardant a` l'esprit le fait que, qu'il s'agisse d'affecta-
tions ou de nominations, des crite`res objectifs doivent
e^tre respecte´s. La loi le dit notamment pour les program-
mes de de´veloppement : des crite`res de pertinence et de
compe´tence doivent e^tre respecte´s dans les affectations
et les nominations. Je souhaite que lors de la concerta-
tion qui aura lieu dans les prochains jours, cela soit mis
en e´vidence de manie`re a` ce que, dans une politique
concerte´e entre les Affaires e´trange`res et la Coope´ration,
une spe´cificite´ de la Coope´ration soit bel et bien visible.
26
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Samengevoegde mondelinge vragen van de heer
Lode Vanoost en mevrouw Frieda Brepoels en de
heren Ludo Van Campenhout, Jos Ansoms en Peter
Vanvelthoven aan de eerste minister en aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over
het akkoord tussen Belgie¨ en Nederland over
de IJzeren Rijn
Questions orales jointes de M. Lode Vanoost et Mme
Frieda Brepoels et MM. Ludo Van Campenhout, Jos
Ansoms et Peter Vanvelthoven au premier ministre et
a` la vice-premie`re ministre et ministre de la Mobilite´
et des Transports sur
l'accord entre la Belgique et
les Pays-Bas concernant le Rhin de fer
De heer Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de eerste minister, mevrouw de vice-
eerste minister, collega's, het is een bijzonder groot
genoegen als eerste spreker in dit actualiteitsdebat toe-
lichting te vragen over de recente beslissingen inzake de
IJzeren Rijn. De kogel is eindelijk door de kerk, zij het
zonder de CVP maar dankzij paarse regeringen. Mis-
schien heeft het een wel met het ander te maken. Onze
vorige regeringen hebben dit dossier jarenlang laten
verrotten. Deze regering heeft het uit het slop gehaald.
Dat mag worden gezegd.
Vanaf 2001 zullen per dag 15 treinen over het historisch
trace´ rijden. Ik heb een snelle berekening gemaakt. Als
men 50 vrachtwagens per trein rekent en men vermenig-
vuldigt dit met 15, komt men aan 750 vrachtwagens.
Achter elkaar geplaatst, is dit een file van 5 kilometer. Per
dag een file van 5 kilometer minder, als ecologische
vooruitgang kan dit tellen !
Het doorkruisen van het natuurgebied
De Meinweg
blijft voor de Nederlanders een pijnpunt. Ondanks onze
historische aanspraken, zal een milieu-effectenrapport
(MER) worden uitgevoerd. De groenen vinden dit goed
en zijn er helemaal niet bang voor.
Mevrouw de minister, kunt u het akkoord duidelijk toe-
lichten, zeker met betrekking tot de financiering van het
voorlopig trace´ ? Zal Belgie¨ betrokken worden bij de
totstandkoming van het MER ?
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de eerste minister, mevrouw de vice-
eerste minister, collega's, als ik de heer Vanoost bezig
hoor, denk ik spontaan aan twee gezegden. Een kinder-
hand is gauw gevuld en het vel van de beer niet verkopen
vooraleer hij geschoten is !
Mevrouw de minister, het voorstel van akkoord inzake de
IJzeren Rijn verheugt me. Het akkoord komt er echter
slechts als twee belangrijke voorwaarden worden ver-
vuld. Enerzijds moet het MER inzake het historisch trace´
gunstig zijn en anderzijds moet er een akkoord komen
over het definitief trace´. Het historisch trace´ is het kortst,
het goedkoopst en biedt veel mogelijkheden voor de
ontsluiting van Limburg. De heer Schouppe raamt de
kosten voor de ingebruikname van het historisch trace´ op
1 miljard frank. Naar verluidt moeten de kosten uitslui-
tend door Belgie¨ worden opgehoest en dan nog uit de
Vlaamse enveloppe. De IJzeren Rijn wordt gepromoot
als een dossier van Belgisch belang dat de Waalse
industrie eveneens kan dienen.
Mevrouw de minister, kunt u terzake een paar verduide-
lijkingen geven zodat we zekerheid hebben dat een
aantal andere, voor Vlaanderen bijzonder belangrijke
dossiers niet in het gedrang komen ?
De heer Ludo Van Campenhout (VLD) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de eerste minister, mevrouw de vice-
eerste minister, in naam van Antwerpen en dus van
Vlaanderen en Belgie¨ wens ik u te feliciteren en te
danken voor de doorbraak in dit dossier. Op zes maan-
den slaagt deze regering een doorbraak te forceren. De
vorige regering heeft gedurende 6 jaar geen enkele
vooruitgang geboekt. Ik ga akkoord met mevrouw Bre-
poels dat men het vel van de beer niet moet verkopen
vooraleer hij geschoten is. Om een beer te schieten,
moet men, geachte oppositie, wel raak schieten.
Mevrouw de minister, vanaf eind 2001 zullen er treinen
rijden over het historisch trace´.
Het MER is daar een element. Ik neem wel aan dat er
tegen einde 2001 treinen zullen rijden en dat de werken
vroeger kunnen starten. U spreekt over 15 treinen. Het
lijkt een triviale vraag, maar zijn dat 15 treinen in elke
richting of 15 treinen per etmaal in het totaal ?
Medio 2001 zal er een keuze worden gemaakt over het
definitieve trace´. Het historische trace´ zal daar worden
meegenomen. Er zal een MER worden gemaakt. Ik neem
aan dat het MER een element is, maar dat het definitieve
trace´ bepaald zal worden afhankelijk van milieu-
overwegingen en economische overwegingen. Daar zal
het historische trace´ natuurlijk zijn economische meer-
waarde bewijzen. Een ander trace´ zal evenwaardig moe-
ten zijn wat lengte en heuvelprofielen betreft, maar ook
op ecologisch vlak. Elk alternatief ten aanzien van het
historisch trace´ is langer en betekent meer ruimte-
inname, meer kilometers en meer milieubelasting.
Om dat allemaal te bewaken, neem ik aan dat de
ME-rapportage trilateraal zal worden bewaakt door Bel-
gie¨, Nederland en Duitsland. Duitsland is een belangrijke
partner, ook wat de ruimte-inname betreft als we afwijken
van het historisch trace´.
HA 50
PLEN 050
27
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Jos Ansoms (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, op
basis van de euforische persmededelingen van deze
regering vernemen wij dat er volgend jaar treinen zullen
rijden over de IJzeren Rijn.
Ik had dat zo niet begrepen toen ik mevrouw Netelenbos
gehoord heb op de Nederlandse televisie. Zij zegde dat
er in 2001 treinen kunnen rijden over de IJzeren Rijn als
er voldaan wordt aan drie voorwaarden. Dat zijn typische
Nederlandse voorwaarden die zeer perfide zijn en die
voor gevolg zullen hebben dat er treinen kunnen rijden,
maar dat er geen zullen rijden. Ik verklaar mij nader.
Eerst en vooral moet er een MER worden gemaakt. Men
moet de invloed van het rijden van treinen in een
stiltegebied onderzoeken en het effect op de geluidshin-
der. Waarschijnlijk zal dat negatief zijn en zullen er
bijkomende voorwaarden worden gesteld alvorens de
treinen er mogen rijden.
Ten tweede, engageert Belgie¨ zich nu al om alle kosten te
dragen. Mevrouw Durant heeft maandag in Breda een
blanco cheque gegeven aan mevrouw Netelenbos en
mevrouw Netelenbos kan volgend jaar, volledig vrijblij-
vend na het MER en onder invloed van betogende
milieugroeperingen en dergelijke, het bedrag invullen. Ik
vrees dat het veel meer zal zijn dan de 1,1 miljard
Belgische frank die vooropgesteld wordt.
Alsof dit nog niet genoeg is, komt er nog een derde
voorwaarde bij. Het wordt gekoppeld aan de keuze voor
het definitieve trace´. Er is maar een akkoord als er een
akkoord is over het definitieve trace´. Als de Nederlandse
politiek, meerderheid en oppositie, het over e´e´n zaak
akkoord is, dan is het wel dat het niet het huidige trace´ zal
zijn.
U moet toch wel zeer optimistisch zijn om in een derge-
lijke context te zeggen dat er volgend jaar treinen gaan
rijden over de IJzeren Rijn. In godsnaam, wie gaat er geld
in steken, wie gaat miljarden uitgeven om gedurende
korte tijd 15 treinen te laten rijden over het spoor.
Het zijn virtuele treinen, het is een dode mus waarmee
men blij is. Dat is echter nog niet het ergste. Het positieve
signaal voor Nederland dat ze aan de Vlaamse overheid
moeten geven, is om nu eindelijk de bouwvergunning af
te geven voor de HSL. Als dat gebeurt, geeft Vlaanderen
zijn laatste troef uit handen zonder een toezegging van
Nederland te hebben, noch voor de IJzeren Rijn, noch
voor de bijkomende verdieping van de Westerschelde,
noch voor een bijkomend goederenspoor boven Antwer-
pen. Dat is het nefaste van dit zogezegde akkoord.
De heer Peter Vanvelthoven (SP) : Mijnheer de voorzit-
ter, mevrouw de minister, mijnheer de eerste minister, wij
waren uiteraard verheugd over het feit dat er blijkbaar
toch een doorbraak is in de onderhandelingen met Ne-
derland. Wanneer we inderdaad de concrete afgespro-
ken zaken bekijken, dan zijn er toch een aantal opmer-
kingen en een aantal bezorgdheden die blijven.
In de eerste plaats is het blijkbaar zo dat de voorwaarde
voor de tijdelijke ingebruikname het MER is. Het MER
gaat na of er onherstelbare schade veroorzaakt gaat
worden.
Alles hangt dus af van dat MER. Als het aantoont dat
door die tijdelijke ingebruikneming er onherstelbare
milieuschade zou worden veroorzaakt, komt er dan
niets ? Als dat zo is, dan vrees ik toch voor de gevolgen.
In de perscommentaren kon worden gelezen dat men er
prat op ging verstandig te hebben onderhandeld. Men
heeft tactisch onderhandeld omdat men de stok achter
de deur, namelijk het verlenen van vergunningen voor de
HST, heeft gebruikt om dit akkoord vast te krijgen. Ik
verneem nu dat het Vlaams Gewest in de komende
weken die bouwvergunningen zal afleveren. Dit betekent
dat die stok achter de deur verdwijnt als er op dat
ogenblik geen definitief uitsluitsel is over het feit dat er
minstens een tijdelijke ingebruikneming is, afhankelijk
van een MER, wat wij niet in de hand hebben. De
Tweede Kamer van Nederland blijkt zeer zwaar aan dat
MER te tillen. Men zegt vanuit die hoek dat er in feite nog
geen beslissing is omdat alles afhangt van het MER. Als
wij die koppeling, ons sterk argument, laten vallen, dan
kunnen wij ervoor vrezen dat er misschien niet alleen
geen tijdelijke ingebruikneming zal komen, maar dat de
definitieve ingebruikneming over het historisch trace´ er
wellicht in het geheel niet zal komen.
Het belang van Nederland ligt hem niet in het stiltege-
bied. Het belang van Nederland is een economisch
belang, meer bepaald voor de regio Eindhoven-Venlo-
Tilburg. Dat economisch belang moet worden afgewogen
tegen het Vlaams en Belgisch economisch belang, en
meer bepaald de economische ontwikkeling van de Kem-
pen en van de provincie Limburg.
Als wij geen argument meer hebben om dat binnen te
halen, dan vrees ik dat dat economisch belang uiteinde-
lijk naar Nederland zal gaan. Mevrouw de minister, graag
kreeg ik enige toelichting omtrent die twee punten.
M. Andre´ Fre´de´ric (PS) : Monsieur le pre´sident, mon-
sieur le premier ministre, madame la ministre, vous
voudrez bien m'excusez d'apporter un be´mol a` la joie qui
semble transparai^tre dans cet he´micycle.
En ma qualite´ de parlementaire socialiste francophone
de l'arrondissement de Verviers, je ne peux faire part que
de ma de´ception apre`s la signature par la ministre des
Transports belge et son homologue ne´erlandaise de
l'accord, dont a fait e´tat la presse ces jours derniers,
concernant la re´activation du
Rhin d'Acier. J'ai, en effet,
28
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Andre´ Fre´de´ric
le sentiment - d'autres l'on dit en utilisant d'autres mots -
que vous avez veille´ a` ce que ce dossier aboutisse tre`s
rapidement, alors qu'il concerne un proble`me ancien qui
a souvent e´te´ souleve´ en commission de l'Infrastructure.
Il y a, en effet, une re´elle volonte´ de re´aliser un trace´
reliant le bassin de la Ruhr au port d'Anvers, qui soit le
plus efficace, le plus rapide, le plus e´conomique possible.
Je voudrais rappeler a` l'assemble´e qu'a` l'heure actuelle,
le transport de marchandises dans notre pays passe par
la ligne 24, que celle-ci passe par le viaduc de Moresnet
et la gare de Montzen et que, si je ne me trompe pas, elle
n'est utilise´e qu'a` 50% de sa capacite´. Cela prouve qu'il
y a encore la` une possibilite´ d'utilisation.
Je ne voudrais pas que l'on en arrive a` un sce´nario - et
j'imagine que telle n'est pas votre intention, madame la
ministre - suivant lequel, dans les anne´es ou de´cennies a`
venir, il n'y aurait plus qu'une voie de transport de
marchandises dans ce pays, qui e´viterait soigneusement
la Wallonie. Cela serait regrettable. Je re´pe`te que je ne
pense pas que ce soit votre volonte´, madame la ministre,
mais je voudrais que vous me le confirmiez a` cette
tribune.
Selon moi, nous devons garder un acce`s a` l'Allemagne
par la Wallonie. Il est donc utile d'attirer votre attention
sur l'impe´rieuse ne´cessite´, paralle`lement aux ne´gocia-
tions que vous menez sur l'IJzeren Rijn, de veiller a` ce
que des moyens budge´taires suffisants soient pre´vus
afin de permettre a` cette ligne 24 de rester en activite´ de
manie`re performante dans les de´cennies a` venir.
Vous connaissez le dossier aussi bien que moi et vous
savez que les sommes en jeu sont importantes puisqu'il
s'agit de re´parer autant que faire se peut le viaduc de
Moresnet.
Cet e´difice, construit en 1914-1918, a eu le privile`ge de
recevoir un coup de peinture en 1973 et c'est la dernie`re
fois qu'on s'y est inte´resse´. De`s lors, un investissement
atteignant, suivant diffe´rents techniciens, entre 600 mil-
lions et 1 milliard 500 millions est un projet important.
Madame la ministre, j'aimerais vous entendre dire clai-
rement a` cette tribune si oui ou non, vous e^tes fermement
de´cide´e a` maintenir en activite´ - en paralle`le e´ventuelle-
ment avec le Nord - cette ligne au Sud qui passe par la
Wallonie ? Avez-vous fermement l'intention de mettre en
oeuvre tous les moyens financiers pour permettre le
maintien de cette ligne 24 ?
En outre, 160 personnes travaillent a` la gare de Montzen
et vivent avec leurs familles dans les environs. Des
parlementaires de l'arrondissement de Verviers ont une
position commune a` cet e´gard. Je vous remercie des
re´ponses que vous ne manquerez pas de m'apporter.
De heer Luc Sevenhans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, er is een akkoord. Inder-
daad, misschien hebben wij beter een slecht akkoord dan
geen akkoord, maar ik deel terzake zeker niet de euforie
van sommige sprekers. Ik sluit mij aan bij de stelling die
de heer Ansoms naar voren heeft gebracht. Hij heeft de
problematiek zeer juist doorgelicht.
Ik wens er nogmaals op te wijzen dat de heer Ansoms en
zijn partij er steeds voor worden aangevallen in het
verleden te hebben verhinderd dat de IJzeren Rijn zou
worden gerealiseerd. Dat is fout. In het verleden kwamen
de obstructies van de PS. U hebt het zojuist nogmaals
kunnen horen.
Mevrouw de vice-eerste minister, het is duidelijk : alles
heeft een prijs. Als wij met de Nederlanders onderhan-
delen, moet men iets in ruil geven. Het is niet toevallig dat
vandaag er ineens schot in de zaak komt over de HSL ten
noorden van Antwerpen, want men heeft iets heel be-
langrijks uit handen gegeven. Het was een belangrijke
stok achter de deur, niet voor de IJzeren Rijn, maar voor
de verdieping van de Schelde. Ik protesteer ten zeerste
tegen het feit dat deze koppeling werd gemaakt. Wij
hebben een van onze beste argumenten uit handen
gegeven voor de ontwikkeling van de haven van Antwer-
pen. Men spreekt over 15 treinen per dag. Geachte
collega's, er vertrekken dagelijks 300 treinen vanuit Ant-
werpen.
U zegt dat de kostprijs van heel deze operatie minstens
1 miljard frank bedraagt. Het zou toch economisch niet
verantwoord zijn 1 miljard te besteden voor 15 treinen per
dag. Wie gaat dat betalen ? Ik heb reeds vernomen dat
de NMBS, terecht, heel wat bezwaren hierover heeft
geformuleerd. Economisch is het niet verantwoord en het
is zeer betwistbaar in hoeverre het zal blijven duren. Er
moet eens duidelijk worden afgesproken wie de kosten
zal betalen. Kan eventueel aan de NMBS een tegemoet-
koming worden gedaan ?
De essentie van dit verhaal is dat er opnieuw is onder-
handeld op een manier dat de Nederlanders hebben
gewonnen. Ik wist dat reeds op voorhand. Wij zullen
blijven eisen dat de vergunning voor de HSL wordt
gekoppeld aan de Scheldeverdieping en niet aan de
IJzeren Rijn. Wij zullen er in het Vlaams Parlement een
motie over indienen. Dit kan niet. Voor zulke kleine
toegeving kunnen wij zulk belangrijk argument niet uit
handen geven.
Mme Ge´raldine Pelzer-Salandra (AGALEV-ECOLO) :
Madame la ministre, je voudrais situer ce dossier dans le
cadre de son contexte global, c'est-a`-dire la circulation
des marchandises. Je me re´jouis de constater une
volonte´ manifeste d'accentuer le transport des marchan-
HA 50
PLEN 050
29
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Ge´raldine Pelzer-Salandra
dises par la voie du rail. C'est tre`s important car nous
savons tous que les routes sont surcharge´es et je vous
remercie, madame la ministre, de tous les efforts que
vous faites en ce sens.
Pour ma part, j'interviendrai plus particulie`rement au
sujet de la ligne 24. Mon colle`gue M. Fre´de´ric vient de
relayer les positions mises en avant par un groupe de
travail que j'ai moi-me^me cre´e´ dans la re´gion vervie´toise.
Il conviendrait en effet d'ame´liorer l'e´tat des infrastructu-
res en vue de favoriser le transport des marchandises
par le rail. Je ne reviendrai pas sur toutes les conside´ra-
tions qu'il a e´mises au sujet des craintes que nous
pouvons avoir en ce qui concerne l'arrondissement ver-
vie´tois. Actuellement, 50 trains passent par la gare de
Montzen et traversent le viaduc de Moresnet avant
d'arriver en Allemagne. Deux tiers de ces trains se
dirigent vers le nord et le centre de l'Allemagne et un tiers
des trains vont vers le sud de ce pays. Etant donne´ les
perspectives europe´ennes qui tendent vers un accrois-
sement du charroi, il est ne´cessaire d'avoir une infras-
tructure performante. Actuellement, la ligne 24 est la
seule ligne que la Belgique mai^trise entie`rement. C'est
aussi la seule qui donne acce`s a` l'Allemagne pour le
moment. Il est donc important qu'elle soit en tre`s bon
e´tat. Le viaduc de Moresnet est le seul point noir de cette
ligne. Des investissements pas tre`s importants devraient
e^tre consentis pour le rendre performant. D'autres inves-
tissements sont ne´cessaires au niveau de la ligne 39 qui
relie Montzen a` Welkenraedt. En effet, pendant la dure´e
des travaux, il faudra assurer le transit des marchandises
vers l'Allemagne. Quel que soit l'avenir de l'IJzeren Rijn
et le nombre des trains qui circuleront sur cette voie,
nous disposons d'un outil nous permettant d'acheminer
les marchandises vers l'Allemagne. Il est important de
l'entretenir, non seulement pour l'arrondissement vervie´-
tois et la province de Lie`ge, mais aussi pour la Belgique
tout entie`re, Anvers y compris. J'aimerais donc, madame
la ministre, que le gouvernement nous assure que tous
les moyens seront mis en oeuvre pour remettre cette
ligne dans l'e´tat qu'elle me´rite.
Mme Isabelle Durant, ministre : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, je me re´jouis de re´pondre aux questions
que vous m'avez pose´es sur cet accord. Mais je le
resituerai tout d'abord dans son cadre, a` savoir le trans-
port des marchandises en ge´ne´ral en vue de re´pondre a`
la congestion des routes. Vous e^tes nombreux a` m'inter-
peller a` ce sujet, en tant que responsable de la mobilite´.
C'est l'e´le´ment principal qui a guide´ mes discussions
avec les Hollandais.
Par ailleurs, j'aborderai une se´rie de points pre´cis lie´s au
Memorandum of Understanding qui a e´te´ rendu public
il y a quelques jours a` la suite de l'accord intervenu avec
les Hollandais.
J'en arrive tout d'abord a` la fameuse
conditionnalite´.
Monsieur Ansoms, quand Mme Netelenbos dit
il peut y
avoir des trains
, cela ne permet pas d'exclure qu'il n'y
aura pas de trains. Mais la`, nous faisons de la se´manti-
que. Cet accord a e´te´ conclu a` diffe´rents niveaux : il l'a
e´te´ entre les administrations concerne´es, les socie´te´s de
chemins de fer, les ministres des Transports et les
premiers ministres. De plus, il sera e´voque´ par nos
souverains respectifs lors de la visite royale. Cet accord
a e´te´ construit pas a` pas. On a voulu garantir sa mise en
oeuvre au travers d'un accord politique intervenu a`
diffe´rents niveaux et, a` mon sens, c'est le meilleur verrou
que l'on puisse obtenir.
Ensuite, cet accord pre´voit la mise en place d'un groupe
trilate´ral comprenant des Belges, des Allemands et des
Hollandais. Cela permettra de garantir, du de´but jusqu'a`
la fin, le respect des clauses contenues dans cet accord.
Il est extre^mement important que les trois partenaires
soient repre´sente´s dans ce groupe.
Enfin, la question m'a e´te´ pose´e de savoir qui suivra au
jour le jour ce MER. Un fonctionnaire fe´de´ral belge
examinera re´gulie`rement l'e´tude d'incidence pour s'as-
surer qu'elle soit bien limite´e dans son objet et dans le
temps.
Donc, cette e´tude d'incidence doit e^tre termine´e pour
mars 2001. Elle est limite´e dans son objet aux de´ga^ts
irre´parables a` l'environnement. Cet accord n'est ni un
point final ni un dossier de´finitivement boucle´. Il constitue
ne´anmoins une e´tape essentielle par rapport a` la situa-
tion existant il y a quelques mois ou quelques anne´es.
Chaque semaine, l'ensemble des commissaires me po-
sent en commission des questions relatives a` l'e´tat
d'avancement de ce dossier. Si l'accord n'est pas de´fini-
tivement conclu, nous avons ne´anmoins franchi une
e´tape essentielle et obtenu des garanties de suivi sur
l'ensemble.
Il importe de constater que les de´cisions sur la re´activa-
tion provisoire et de´finitive seront prises simultane´ment,
dans la mesure ou` nous savons que les Hollandais ont
e´galement d'autres inte´re^ts.
Quant a` la question du cou^t, la participation de la
Belgique peut e^tre e´value´e a` un montant oscillant entre
800 millions et 1,2 milliard. Elle portera sur la re´activation
provisoire.
Pour ce qui est de la re´activation de´finitive, une ne´gocia-
tion interviendra, en temps voulu, entre les trois parties
pour la suite des travaux. Elle se concre´tisera par un
nombre plus e´leve´ de trains, une signalisation plus
importante et un charroi plus lourd, la re´activation provi-
soire ne demandant que des investissements plus le´gers
pour permettre la circulation d'un nombre plus limite´ de
trains.
30
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Isabelle Durant
Quant a` la question de M. Van Campenhout sur le
nombre de trains, il s'agit effectivement de in totaal 15
treinen per etmaal in beide richtingen samen, donc 15
trains au total dans les deux sens.
Par rapport a` la proble´matique e´cologique, je pense
vraiment, depuis le de´but de ce dossier, que si les
oiseaux ont existe´ dans le
mijngebied bien avant que la
ligne soit ferme´e - ils y e´taient donc au moment ou` la
ligne e´tait en fonctionnement -, il n'empe^che que les
inte´re^ts macro-e´cologiques ou les effets sur le milieu
de´passent tre`s largement, en termes d'inte´re^t e´cologi-
que, la question stricte du respect d'une zone prote´ge´e.
Etant donne´ que ce dossier global touche la Belgique
entie`re, en raison de ses impacts e´conomiques en ma-
tie`re de transport, il m'a paru essentiel, simultane´ment
aux discussions relatives a` cet accord pour la mise en
oeuvre d'une re´activation tout d'abord provisoire de
l'IJzeren Rijn, que soit acquis - et le gouvernement s'y
engage - l'investissement ne´cessaire a` la re´novation du
viaduc de Moresnet, afin de permettre un charroi e´qui-
valent a` celui qui circulera sur l'IJzeren Rijn.
Pendant les travaux de re´novation du viaduc, la ligne de
Welkenraedt sera elle aussi re´nove´e pour accueillir la
circulation des trains. Cela garantira une re´alisation
simultane´e des travaux, de manie`re a` avoir un trace´ vers
le Nord et un autre vers le Sud. Ils me paraissent
vraiment indispensables si on veut s'inscrire dans le pari
europe´en de re´cupe´rer des parts de marche´ de la route
vers le rail et d'amplifier ce trafic ferroviaire.
Le gouvernement s'y engage dans le cadre du plan
de´cennal 2001-2010, de fac¸on a` de´buter les travaux
dans les temps.
Eerste minister Guy Verhofstadt : Mijnheer de voorzitter,
ik wil, samen met de minister van Mobiliteit, het woord
nemen om er in de eerste plaats op te wijzen dat het feit
dat wij vandaag inzake dit dossier een resultaat hebben
dat uiteraard nog niet definitief is, maar een goede
aanzet tot een oplossing biedt, te danken is aan de inzet
van de minister van Mobiliteit en aan de gezamenlijke
inzet van alle bestuursniveaus in het land. Alle briefwis-
seling die door mij en door de minister van Mobiliteit met
betrekking tot dit dossier werd gevoerd, werd mede
ondersteund door de Vlaamse regering en de andere
deelregeringen zonder tegenspraak of oppositie. Op die
manier werd iets waargemaakt wat wij de voorbije jaren
hebben ontbeerd. Toen konden de partijen met wie werd
onderhandeld nog inspelen op de verdeeldheid om zo
geen akkoord te moeten sluiten. Hoe is het zover geko-
men ?
Het dossier dateert van 1991, toen de
slimme beslis-
sing werd getroffen om de IJzeren Rijn te sluiten. Sinds
1994 vraagt men de heropening ervan. Wij hebben het
dossier ter hand genomen tijdens de maanden septem-
ber en oktober van 1999 en er werden allerlei analyses
verricht. Hoe is men vrij snel tot een akkoord met
Nederland kunnen komen ? In eerste instantie, zoals de
minister van Mobiliteit heeft uiteengezet, hebben wij
allemaal aan hetzelfde zeel getrokken en hebben wij het
dossier in zijn geheel benaderd. Zo kon men niet inspe-
len op een vermeende of echte verdeeldheid binnen de
Belgische overheidsinstanties. Het is nuttig dit te onder-
strepen en te onthouden voor het geval wij in de toe-
komst nog dergelijke dossiers zullen moeten behande-
len.
Ik wil tevens onderstrepen, mijnheer Vanvelthoven, dat
het eerste MER alleen gaat over onherstelbare milieu-
schade. De minister van Mobiliteit heeft de inhoud ervan
voldoende toegelicht en niemand verwacht onherstel-
bare milieuschade. Dit is nu eenmaal de juridische en de
reglementaire weg die in Nederland moet worden ge-
volgd. Wij kunnen moeilijk zeggen dat wij niet aanvaar-
den dat de juridische en reglementaire weg wordt ge-
volgd.
Wie
het
dossier
kent,
verwacht
geen
onherstelbare milieuschade, in Nederland, noch in Bel-
gie¨. De opening van het historisch trace´ lijkt veeleer een
formaliteit te worden. Het onderdeel van het akkoord dat
handelt over het definitieve trace´, waarbij het historisch
trace´ niet wordt uitgesloten, is ook heel belangrijk. Het
komt erop neer dat in het definitieve MER met betrekking
tot het definitieve trace´ alle mogelijkheden open blijven.
Het is belangrijk dit te onderstrepen en te verduidelijken.
Tenslotte, het punt dat de heer Ansoms heeft aangehaald
met betrekking tot de vergunningen voor de HST-
doortrekking naar Nederland, behoort niet tot de be-
voegdheid van de federale regering. Die vergunningen
stoelen trouwens op het akkoord of het verdrag dat de
vorige regering met Nederland heeft gesloten. Hieraan
waren geen voorwaarden verbonden. Ik wil ervoor waar-
schuwen om dergelijke koppelingen - zo zou ik het
durven te noemen - te maken. Hiervan kent ons land het
recept. Elk dossier moet kunnen worden gedeblokkeerd
op basis van de inherente kwaliteit. Het goede nabuur-
schap met Nederland en de huidige goede verhoudin-
gen - en zij worden nog beter - met de Nederlandse
autoriteiten, zullen ervoor zorgen dat in de komende
weken en maanden, mijnheer Ansoms, nog meer dos-
siers zullen worden gedeblokkeerd, ook wat Antwerpen
betreft.
Dit dossier speelt voor Antwerpen een cruciale rol. Het
bevindt zich nu in een beginstadium van deblokkering en
er zal een oplossing worden gevonden in de loop van
2001. Wij moeten dezelfde houding aannemen met be-
trekking tot het dossier in verband met de verdere
uitdieping van de Westerschelde. Deze politiek blijkt veel
efficie¨nter te zijn dan bepaalde oplossingen af te dwingen
zoals u daarnet suggereerde.
HA 50
PLEN 050
31
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De voorzitter : Collega's, ik herinner er u aan dat alleen
degenen die de vragen hebben gesteld, mogen replice-
ren et ceux qui se sont inscrits au nom de leur groupe
pour prendre la parole apre`s le premier ministre et
madame la ministre.
De heer Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO) : Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, ik blijf blijkbaar een
kinderhand hebben, maar het zijn wel grote maten, dus
er kan veel op. Ook na het antwoord van de minister, blijf
ik zeer tevreden. Wij zullen uiteraard waakzaam blijven
en wij zullen erop toezien dat het dossier van de IJzeren
Rijn binnen het globale kader van het goederenvervoer
per trein in het hele land wordt geplaatst. Het is evident
dat het ene moet complementair zijn met het andere. Dat
is voor ons duidelijk.
Als u dit dossier een dode mus noemt, wil ik er wel op
wijzen dat deze regering erin geslaagd is om het stin-
kend, ontbindend lijk dat u hebt achtergelaten te reani-
meren. Ik neem dus mijn hoed af voor de prestaties van
deze regering. Dat mag wel even gezegd worden. Als dit
trouwens in de komende drie jaar de manier is waarop u
oppositie gaat voeren, gaat u dan maar door. Ik heb
ervaring met oppositie voeren en ik nodig u uit om bij mij
op cursus te komen. Dan kunt u eens leren wat oppositie
voeren echt is.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de eerste
minister, uit uw antwoord blijkt dat u hier in het parlement
vandaag, in verband met de garanties die u van de
Nederlandse regering gekregen hebt om werkelijk tot het
uitvoeren van dit project over te gaan, heel wat voorzich-
tiger bent dan deze week tegenover de pers het geval
was. Als ik het stappenplan van de startnota die momen-
teel in openbaar onderzoek is bij de Nederlandse bevol-
king even bekijk, stel ik vast dat daarin een heel andere
timing wordt voorzien dan hier wordt vooropgesteld.
Ten tweede, wat het beperkte milieu-effectenrapport be-
treft, heb ik begrepen dat er op hetzelfde ogenblik,
namelijk in het voorjaar van 2001, ook een MER klaar
moet zijn voor de keuze van het definitieve trace´. Indien
dit niet het geval is, dan kan men rond de zomer van
2001 geen uitspraak doen over een definitief trace´. Ik heb
hier niets over gehoord. Over de visie van de regering op
het mogelijk definitieve trace´ heb ik al evenmin iets
gehoord. Ik had het hier vooral over de afstand, de
kostprijs en de ontsluiting van Noord-Limburg.
Tot slot lijkt het mij erg vreemd dat hier vandaag het
wafelijzer weer eens wordt bovengehaald. In de vorige
maanden heb ik hier niets over gehoord. De Vlamingen
hebben de minister in de commissie tien keer onder-
vraagd over het dossier van de IJzeren Rijn. Vandaag
horen wij echter voor het eerst dat er gelijktijdig een
investering zal gebeuren in de Montzenroute. Ik heb altijd
begrepen dat de Montzenroute slechts heel toevallig en
na veel gelobby door Wallonie¨ loopt. Normalerwijze was
er een rechtstreekse verbinding van Hasselt, Maastricht,
Aken en Keulen. Die is er nu. Wij hebben dit jaren
moeten tolereren en vandaag horen wij dat er gelijktijdig
een investering in de Montzenroute komt. Dit kan ook
heel goed zijn voor Vlaanderen, maar als we vandaag
vorderingen maken in het dossier van de IJzeren Rijn is
toch wel heel merkwaardig dat de Waalse collega's plots
eisen stellen in verband met een Waalse lijn die vroeger
geen Waalse lijn was maar een rechtstreekse verbinding
met Nederland. Dat betreur ik ten zeerste.
De heer Ludo Van Campenhout (VLD) : Collega's, het
is aangenaam om over de IJzeren Rijn te praten nu er
eens iets gebeurd is. In Antwerpen waren wij het gewend
om er jaren over te praten, vooral onder de vorige
regering, zonder dat er enige vooruitgang werd geboekt.
Mijnheer Ansoms, voor de koppeling die u suggereert
met het HSL-dossier hebt u ruim de tijd en de gelegen-
heid gehad bij het onderhandelen over het HSL-dossier
zelf. Het is dan ook vreemd u vandaag een koppeling te
horen suggereren die u zelf hebt vergeten in te schrijven.
Na de toelichting gehoord te hebben blijf ik er dus bij dat
er eindelijk essentie¨le vooruitgang is geboekt in dit dos-
sier. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer het historische
trace´ op zijn ecologische en economische verdiensten
wordt beoordeeld, het mits beperkte aanpassingen het
definitieve trace´ kan worden. Belgie¨ en Duitsland zullen
over die beoordeling waken.
Tegenover de Waalse collega's wil ik opmerken dat de
IJzeren Rijn noch voor Antwerpen, noch voor andere
Vlaamse havens een substituut is voor de bestaande
lijnen. De lijnen, die zullen worden gebruikt voor het
goederen- en containertransport dat wij willen opdrijven,
zullen afhangen van de bestemmingen en hun economi-
sche onderbouwing. Het is evident dat de huidige lijnen in
gebruik zullen blijven voor de transporten naar het zui-
den. Het gebruik zal zelfs nog toenemen in het kader van
het groeiende containertransport.
De IJzeren Rijn is geen substituut maar complementair
aan de huidige lijnen. Het gebruik van beide lijnen moet
door investeringen ondersteund worden in het belang
van de stijging van het goederentransport per spoor.
De heer Jos Ansoms (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
vind de reactie van de heer Vanoost flauw. Ik zal op zijn
niveau antwoorden. De CVP heeft in dit land 40 jaar het
beleid gevoerd. Gedurende 30 van die 40 jaar hebben er
treinen op de IJzeren Rijn gereden, tot in het jaar 1991.
Dit is na 1991 gestopt omwille van uw toenmalige coali-
tiepartner, de PS, die eerst de heer Coe¨me als minister
van Verkeerswezen naar voren heeft geschoven, daarna
de heer Di Rupo en dan de heer Daerden. Zij wilden geen
32
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jos Ansoms
vooruitgang. Dat werd vandaag nogmaals gei¨llustreerd.
Men wil het nu anders doen. Mijnheer Vanoost, men wil u
wel een eindje laten meegaan, maar het wafelijzer wordt
toch al bovengehaald om het te compenseren.
De kern van de zaak is echter dat er, naar mijn overtui-
ging, volgend jaar geen treinen zullen rijden over het
historisch trace´. Mevrouw Durant heeft namelijk gezegd
dat zij achter de koppeling staat die is gemaakt in de
keuze van het definitieve trace´. Er moet een MER
gemaakt worden alvorens een definitief trace´ te kiezen.
Als uit dit MER blijkt dat er een ander trace´ zal gekozen
worden dan het voorlopig trace´ - en daarover is heel
Nederland het eens - laat u doorschijnen dat het niet
meer de moeite is om miljarden uit te geven om voorlopig
treinen te laten rijden over het historisch trace´. Dat lees ik
eigenlijk tussen de regels van uw betoog. Er zullen dus in
het beste geval, mijnheer Verhofstadt, virtuele treinen
rijden.
De heer Paul Tant (CVP) : Het is een virtuele beslissing
van een virtuele regering.
De heer Jos Ansoms (CVP) : Ik zal uw tekst over het
reeds bestaande MER morgen doorsturen naar uw
collega's van groen-links in Nederland. U hebt zich nogal
laatdunkend uitgelaten over de vogels in het stiltegebied.
Weet u dat uw collega's van groen-links in de Tweede
Kamer van het Nederlands Parlement terzake moties
ingediend hebben ? Er zal dus nooit een trein door het
mijngebied rijden vanwege de hoge natuurwaarde.
Ten slotte klopt het niet, mijnheer de eerste minister, dat
er een toezegging staat in het federale akkoord over het
afleveren van bouwvergunningen. Hoe zou een federale
regering zich kunnen uitspreken in een internationaal
akkoord over een bevoegdheid van een regio ? Wat u
zegt is dus niet juist. Heel Vlaanderen weet wel dat er,
over de partijen heen, een feitelijke koppeling is. Ik heb
niet gedreigd met het Europese Hof. Het waren integen-
deel minister-president Dewael en minister Stevaert die
deze dreigingspolitiek hebben gevoerd.
De heer Peter Vanvelthoven (SP) : Mijnheer de voorzit-
ter, ten eerste ben ik verwonderd over de tussenkomst
van de heer Ansoms. Hij speelt namelijk de Nederlanders
argumenten in de hand om de IJzeren Rijn tegen te
houden. Ik vind dat een eigenaardige redenering. Ten
tweede, onthoud ik uit de uiteenzettingen van eerste
minister Verhofstadt en van de bevoegde minister dat de
onderhandelingen over de waarborgen in het politieke
akkoord op een bijzondere manier gebeurden. U hebt
gezegd dat alle echelons bij de onderhandeling betrok-
ken zijn en dat zelfs de Koning er uiteindelijk bij betrok-
ken zal worden om het politiek akkoord meer gewicht te
geven. Dat is een belangrijk politiek signaal.
Ten derde, is de voorwaarde van het akkoord zo, dat de
twee milieueffectrapporten uiteindelijk zullen leiden tot
een gelijktijdige beslissing over zowel het tijdelijk trace´
als het definitieve trace´. Dat is belangrijk, want ik kan mij
niet voorstellen dat men zou beslissen tot de heropening
van het tijdelijk trace´ terwijl men weet dat het historisch
trace´ er niet zal komen.
Op dat ogenblik moet men een keuze maken. Men zal
niet investeren in het historisch trace´ dat slechts tijdelijk
wordt gebruikt als nadien moet worden gei¨nvesteerd in
een definitief trace´ dat ergens anders ligt. Gelet op de
belangrijke politieke voorwaarden die hier werden geuit,
zal men waarschijnlijk beslissen het historisch trace´ te
gebruiken.
M. Michel Wauthier (PRL FDF MCC) : Monsieur le
pre´sident, monsieur le premier ministre, madame la
ministre, chers colle`gues, je pense qu'il est pre´fe´rable de
pre´venir que de gue´rir ! Aussi voudrais-je sensibiliser
M. le premier ministre et Mme la ministre au fait qu'il est
urgent de pre´voir de`s aujourd'hui d'e´ventuels de´domma-
gements pour le cas ou` les ports de Bruxelles et de Lie`ge
et la gare de Montzen viendraient a` subir un quelconque
pre´judice financier.
(Un membre du groupe ECOLO demande la parole)
Le pre´sident : Non, madame ! Les orateurs d'un de´bat
qui n'ont pas e´te´ inscrits au de´but au nom de leur groupe
n'ont pas le droit a` la re´plique. Je suis de´sole´, mais le
Re`glement vaut pour tout le monde. Seuls les orateurs
qui ont pose´ une question ont droit a` une re´plique; les
autres groupes peuvent de´signer un orateur qui parle
avant ou apre`s le ministre, mais sans re´plique. C'est
ainsi ! Vous apprendrez tout cela, che`re madame.
M. Andre´ Smets (PSC) : Monsieur le pre´sident, mon-
sieur le premier ministre, madame la ministre, chers
colle`gues, nous pourrions aussi faire no^tres les propos
tenus par Mme Pelzer-Salandra et M. Fre´de´ric. En effet,
il parai^t e´vident que le transport ferroviaire devra, e´tant
donne´ l'e´volution du monde e´conomique, regagner des
parts de marche´ ou, plus exactement, rencontrer de
nouveaux besoins. Pour ma part, j'ai e´te´ frappe´ par un
chiffre qui nous a e´te´ communique´ dernie`rement : il
circulerait ainsi, a` l'heure actuelle, quatre cent septante-
cinq mille poids lourds sur les routes, pour deux cent
septante-cinq mille il y a quinze ans !
De`s lors, nous sommes confronte´s aujourd'hui a` un de´fi
immense en termes de mobilite´. Et je me re´jouis de ce
que des solutions puissent y e^tre apporte´es, a` l'e´chelle
nationale certes, mais aussi - pour ce qui me concerne
plus particulie`rement - dans l'arrondissement de Verviers
dont la population serait heureuse de se savoir comprise
par ce gouvernement. Certes, madame la ministre, vous
nous avez de´ja` fait le plaisir de nous recevoir dans votre
HA 50
PLEN 050
33
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Andre´ Smets
cabinet, avec les forces vives de l'arrondissement de
Verviers et le groupe technique dont a parle´ Mme Pelzer-
Salandra, dans le dessein que ce dossier de la ligne 24,
du viaduc de Moresnet, de la gare de Montzen et de la
ligne 39 vers Welkenraedt soit valorise´. De fait, je pense
que ce serait une erreur de ne pas partir de ce qui existe :
que de temps l'on perd parfois a` l'heure actuelle lorsqu'il
s'agit de construire de nouvelles lignes de toutes pie`ces,
tout en n'oubliant pas de tenir compte des incidences
d'une telle ta^che sur l'environnement, alors qu'il suffirait
souvent de valoriser ce que l'on a parfois trop oublie´ de
moderniser !
Ne´anmoins, je de´sire, madame la ministre, vous te´moi-
gner ma gratitude, pour autant que vous teniez les
promesses que vous venez d'afficher dans ce parlement.
Et parmi vos de´clarations, je retiendrai particulie`rement
votre utilisation re´pe´te´e de l'adverbe
simultane´ment et
de l'expression
au nom du gouvernement. Monsieur le
pre´sident, monsieur le premier ministre, madame la
ministre, chers colle`gues, je vous remercie pour votre
attention.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Wetsontwerpen en -voorstellen
Projets et propositions de loi
Wetsontwerp
inzake
informaticacriminaliteit
(213/1 tot 6) (aangelegenheid bedoeld in artikel 78
van de Grondwet)
Wetsontwerp
inzake
informaticacriminaliteit
(214/1 tot 7) (aangelegenheid bedoeld in artikel 77
van de Grondwet)
Projet de loi relatif a` la criminalite´ informatique
(213/1 a` 6) (matie`re vise´e a` l'article 78 de la Consti-
tution)
Projet de loi relatif a` la criminalite´ informatique
(214/1 a` 7) (matie`re vise´e a` l'article 77 de la Consti-
tution)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee
wetsontwerpen te wijden.
Je vous propose de consacrer une seule discussion a`
ces deux projets de loi. (Assentiment)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
De heer Servais Verherstraeten, rapporteur : Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, deze wets-
ontwerpen werden besproken in zes vergaderingen van
de commissie voor de Justitie. Ze zijn eigenlijk een
herhaling van een wetsontwerp dat door de vorige rege-
ring was goedgekeurd en dat voor advies was overge-
maakt aan de Raad van State. Het oorspronkelijke
wetsontwerp werd op twee plaatsen gewijzigd.
Dit wetsontwerp is het logische gevolg van de werkzaam-
heden in de OESO en de Raad van Europa. De ontwik-
keling van de informatietechnologie en de exponentie¨le
groei ervan heeft aanleiding gegeven tot het feit dat deze
nieuwe techniek een middel is geworden om diverse
misdrijven te plegen. Bovendien is de techniek het doel-
wit geworden van misdadigers. Om deze nieuwe vormen
van criminaliteit aan te pakken, was dit wetsontwerp op
zijn plaats.
Binnen het bestaande strafrecht en de bestaande straf-
vordering lijken structurele hervormingen overbodig. Be-
paalde misdrijven zijn informatica-neutraal en deze
moesten dan ook niet worden gewijzigd. Wijzigingen
drongen zich wel op voor andere misdadige feiten. Om
die reden werden nieuwe misdrijven in het wetsontwerp
opgenomen : de valsheid in informatica, het informatica-
bedrog, de ongeoorloofde toegang - hacking - en de
data- en informaticasabotage.
Ook de strafvordering moest worden gewijzigd. Naast
inbeslagname is nu ook kopijname mogelijk. Het onder-
zoek van netwerken, de netwerkzoeking, wordt mogelijk
gemaakt
en
deze
kan
niet
alleen
buiten
de
arrondissementsgrenzen plaatsvinden maar ook in het
buitenland. Tenslotte is in het wetsontwerp ook sprake
van de medewerkings- en informatieverplichting met
daaraan gekoppeld de geheimhoudingsverplichting van
zij die professioneel actief zijn in de informaticasector.
Bovendien moest ook de telecomwetgeving worden aan-
gepast teneinde identificatie en bewaring van gegevens
te regelen.
De commissie organiseerde een aantal hoorzittingen met
de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke
Levenssfeer. Zij hebben bedenkingen geuit over onder
andere legaliteit en proportionaliteit. Zij hebben ook dui-
delijk gewezen op het feit dat dit wetsontwerp geen
afbreuk mag doen aan de wet op de privacy. De com-
missie was het daarmee eens. Diverse opmerkingen
werden beantwoord via amendementen.
Daarnaast heeft de commissie ook de rijkswacht en de
gerechtelijke politie ontvangen. Ook zij hadden hun be-
denkingen. Zij wezen erop dat opsporing uiterst moeilijk
is, gelet op de snelle technologische evolutie. Zij erken-
den dat dit wetsontwerp een antwoord biedt op diverse
problemen en wezen op de problematiek van de bewa-
ring van gegevens. Op dit ogenblik hanteren de providers
34
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Servais Verherstraeten
een bewaartermijn van drie tot zes maanden. Zij achtten
deze termijn veel te kort en suggereerden een termijn
van 3 jaar terwijl de Commissie voor de Bescherming van
de Persoonlijke Levenssfeer een termijn van 3 maanden
suggereerde.
Dit wetsontwerp werd ook besproken in de overleg-
commissie en uiteindelijk kwam een akkoord tot stand
over een optioneel bicamerale behandeling.
Tijdens de bespreking werden diverse amendementen
besproken en goedgekeurd onder meer met betrekking
tot de valsheid in informatica. Terzake is nu een bijzonder
opzet vereist zoals dat ook was voorzien in het vooront-
werp. Daarnaast wordt het wissen van gegevens strijdig
met de openbare orde en de goede zeden uitgesloten.
Dergelijke gegevens zullen in beslag worden genomen.
Er komt ook een verbod tot toegang mits het een misdrijf
vormt of voortvloeit uit een misdrijf.
De netwerkzoeking werd verduidelijkt. Netwerkzoeking is
slechts toegestaan voor het achterhalen van de waarheid
en wanneer andere maatregelen disproportioneel zou-
den zijn of bewijselementen dreigen verloren te gaan.
Ten slotte werd een amendement goedgekeurd met
betrekking tot de bewaringstermijn van providers. Aan-
vankelijk was in het ontwerp bepaald dat de Koning dit
kon regelen en was het de bedoeling om termijnen te
laten vastleggen naargelang de technologische ontwik-
keling. Dat punt werd echter gewijzigd. Nu blijft de Koning
bevoegd, weliswaar met een minimumtermijn van twaalf
maanden, en de bewaring dient plaats te vinden in
Belgie¨.
Dit ontwerp werd met een ruime meerderheid goedge-
keurd. Voor het overige verwijs ik naar het schriftelijke
verslag.
De voorzitter : Mijnheer Verherstraeten, als ik het goed
begrijp werden de twee wetsontwerpen gebundeld tot
e´e´n wetsontwerp. Er is maar e´e´n wetsontwerp uit de
commissie gekomen, hoewel er twee naar de commissie
waren gestuurd ?
De heer Servais Verherstraeten (CVP) : Zo is het.
Mijnheer de voorzitter, als het mij is toegestaan, wil ik
even uit mijn rol van rapporteur stappen. Ik zou bij dit
ontwerp een drietal opmerkingen willen maken.
Ten eerste is tijdens de hoorzittingen onder meer geble-
ken dat we te maken hebben met een exploderende
markt. Ook de kans op misdrijven neemt fenomenaal toe.
Vorig jaar hebben we een vervijfvoudiging gekend van
het aantal meldingen van misdrijven op het internet. Dat
zorgt dus voor een fenomenale toename van case load in
die nieuwe vormen van criminaliteit. Dit ontwerp kan een
middel zijn om deze nieuwe vorm van criminaliteit aan te
pakken, maar dat vereist meer mensen en middelen. Dat
vereist bekwaam opgeleid personeel, dat permanent
wordt bijgeschoold, want in deze sector is de kennis van
vandaag de geschiedenis van morgen.
Er moet bij de rechtbanken ook ruimte worden gecree¨erd
om bepaalde gegevens te bewaren. Dat veronderstelt
financie¨le
middelen.
Als
deze
meerderheid,
na
begrotingscontrole of bij de opmaak van de begroting
2001, hiermee geen rekening houdt, dan blijft dit wapen,
dat nu wordt gegeven aan politie en justitie, zonder
munitie. Daar zal niet mee kunnen worden geschoten.
Dan zal deze kans om de witteboordencriminaliteit aan te
pakken louter window-dressing zijn. Daarom stelt onze
fractie een duidelijke uitbreiding van manschappen en
middelen voor, zoals dat in Nederland ook al het geval is.
Ten tweede bevat dit ontwerp hoe dan ook een achilles-
hiel : de netwerkzoeking over de landsgrenzen heen. Het
is immers zeer goed mogelijk dat een politieman via
netwerkzoeking bewijsmateriaal in het buitenland vindt
en daarvan een kopie maakt. Dit ontwerp voorziet in de
verplichting om misdrijven via de gee¨igende kanalen te
melden aan de betrokken overheid. Welnu, als een
dergelijke situatie zich voordoet, zullen we worden ge-
confronteerd met strafrechtelijke procedureslagen. Im-
mers, in het licht van de internationale rechtspraak - die
eigenlijk verbiedt om in het buitenland aan opsporing en
gerechtelijk onderzoek te doen - blijft het risico bestaan
dat onderzoekers hier te lande buitenlandse wetgevingen
overtreden, met het gevaar dat bewijsmateriaal hier uit
het strafonderzoek zal moeten worden verwijderd. Dat is
en blijft de achilleshiel van dit ontwerp.
We zijn niet de eersten in Europa die een wetsontwerp
omtrent informaticacriminaliteit klaarstomen, maar we
zouden wel de eersten kunnen zijn om initiatieven te
nemen, niet om afstand te doen van soevereiniteit inzake
strafrecht maar om een nieuwe connotatie aan die soe-
vereiniteit te geven.
Het strafrecht wordt hoe langer hoe meer internationaal.
Het ware aangewezen dat wij meer naar een gedeelde
soevereiniteit zouden gaan en een veel soepeler
rechtshulpprocedure zouden kunnen uitwerken. Daar-
door zou een oplossing worden geboden aan de achil-
leshiel van de blijvende problematiek in internationale
rechtsvinding, in internationaal strafrecht en in bewijsga-
ring buiten onze landsgrenzen.
Ten slotte en niet onbelangrijk in dit ontwerp is er de
medewerkingsverplichting voor de providers en voor
allen die professioneel actief zijn in deze sector. Deze
materie is zo technisch en wijzigt zo snel dat wij, de
overheid, hier niets kunnen doen zonder de burgerzin
van wie professioneel actief zijn in de sector. Daarom zijn
de medewerkingsverplichting, de informatieverplichting
en
de
geheimhoudingsverplichting
op
hun
plaats.
HA 50
PLEN 050
35
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Servais Verherstraeten
Daarom ook is de bewaringstermijn van gegevens van
providers op zijn plaats. Aanvankelijk werd in het ontwerp
de volle bevoegdheid aan de Koning gegeven, maar via
een unaniem goedgekeurd amendement van mijn fractie
wordt voorzien in een minimumtermijn van ten minste
twaalf maanden en geldt de bewaringsverplichting bin-
nen onze landsgrenzen. Wij weten, mijnheer de minister,
dat dit door de providers niet op gejuich werd onthaald,
en ook niet door uw eigen Belgacom. Er volgden kritische
opmerkingen en dat heeft geresulteerd in amendemen-
ten die wij niet hebben kunnen behandelen om formalis-
tische redenen. Wij denken echter dat de termijn van
twaalf maanden op zijn plaats is. Feiten worden niet
onmiddellijk ontdekt nadat zij zijn gepleegd. Wanneer wij
de bewaartermijn gelijk zouden stellen aan de termijn die
de providers wensen en die louter gee¨nt is op controle
van hun facturatiegegevens, dan vrees ik dat justitie en
politie veel te laat zullen komen. Dit heeft uiteraard
financie¨le consequenties, daarvan zijn wij ons bewust. Ik
denk echter dat dit unaniem goedgekeurde amende-
ment, met volledige goedkeuring en steun van de minis-
ter van Justitie, gehandhaafd dient te blijven.
Vandaag, in dit halfrond, zien wij geen nieuwe amende-
menten. Het verhaal is nog niet af en het lobbywerk ook
niet. Wij zullen zien of de Senaat zal evoceren, of er later
in een of andere programmawet hierover nog iets zal
worden gezegd. Wij suggereren in elk geval dat u en de
minister van Justitie niet zullen zwichten voor het lobby-
werk, dit ten bate van de veiligheid en van de bewijsga-
ring die in deze nieuwe vormen van criminaliteit, de
criminaliteit van de eenentwintigste eeuw, zo noodzake-
lijk is. Wij keuren in elk geval dit na amendering gewij-
zigde ontwerp met vertrouwen goed.
M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident,
monsieur le ministre, la criminalite´ informatique est un
the`me dont les e´crivains et les re´alisateurs de cine´ma
sont devenus tre`s friands. Le nombre de livres et de films
consacre´s a` ce sujet a e´te´ tre`s e´leve´ au cours des
dernie`res anne´es, avec de telles surenche`res entre les
uns et les autres que les pirates informatiques sont
souvent pre´sente´s comme des personnages sympathi-
ques et me^me bien souvent des he´ros.
Quand on s'aperc¸oit que son ordinateur a e´te´ pirate´ ou
est victime d'un virus, ou lorsque les me´dias re´percutent
les performances des
hackers - puisque c'est ainsi qu'il
convient de les appeler -, quand on e´voque l'espionnage
a` grande e´chelle comme on en a fait e´tat dernie`rement
en commission de l'Inte´rieur, on se rend compte que la
re´alite´ rejoint tre`s vite la fiction et la de´passe me^me
souvent.
Etant donne´ la place centrale de l'informatique dans
notre socie´te´, la criminalite´ informatique peut avoir des
effets de´sastreux sur chacun d'entre nous et sur la
socie´te´ elle-me^me. Il y a quelques jours encore, lors d'un
de´bat dans le cadre de l'e´mission
L'Ecran te´moin a` la
RTBF sur le the`me du piratage informatique, nous avons
pu nous rendre compte que les nouvelles technologies
e´voluaient tre`s rapidement et que notre droit e´tait sou-
vent de´passe´ en la matie`re. C'est Montesquieu, je crois,
qui a dit que le droit e´tait toujours de´passe´ par les
moeurs. En l'occurrence, ce sont les moeurs elles-
me^mes qui sont de´passe´es par la
technoscience.
Au nom de mon groupe, je tiens a` exprimer aujourd'hui
notre satisfaction de voir que ce projet puisse arriver a`
maturite´ parce qu'il re´pond a` des proble`mes tre`s
concrets qui se sont pre´sente´s. Il cre´e quatre nouvelles
incriminations qui e´taient ne´cessaires : le faux en infor-
matique, la fraude informatique, l'acce`s non autorise´, le
sabotage de donne´es et le sabotage informatique.
Si de nouvelles incriminations sont cre´e´es, le projet
inse`re e´galement dans le Code d'instruction criminelle un
certain nombre de nouveaute´s en ce qui concerne les
actes d'information et d'instruction dans un contexte
informatique.
Chers colle`gues, si je me re´jouis au nom de mon groupe
de savoir que nous serons biento^t mieux arme´s pour
lutter contre la criminalite´ informatique, je suis e´galement
satisfait - et c'est sur ce point que je souhaite mettre
l'accent - que des majorite´s diffe´rentes puissent avoir des
vues convergentes sur ce type de questions. En l'occur-
rence, le projet reprend presque totalement le projet qui
avait e´te´ finalise´ par l'e´quipe pre´ce´dente. Il s'agit donc, si
j'ose dire - mais le terme est risque´ dans la pe´riode que
nous vivons actuellement -, d'une paternite´ partage´e
puisqu'il s'agissait e´galement d'un accord de la pre´ce´-
dente majorite´, ce qui explique le large consensus ob-
tenu en commission.
Je m'en re´jouis d'autant plus que nous avons pu tenir
compte, en commission, des remarques faites a` l'issue
des auditions, notamment par la Commission de la vie
prive´e, et que des amendements ont e´te´ introduits qui
re´percutent tre`s fide`lement les pre´occupations de ladite
commission.
Si le projet constitue un e´le´ment positif, le travail est loin
d'e^tre termine´. Comme le rapporteur vient de le signaler,
encore faut-il lui donner les moyens d'exister, notamment
les outils ne´cessaires a` la justice pour pouvoir fonction-
ner.
En outre, monsieur le ministre, nous attendons - et je sais
que le gouvernement y travaille - deux autres projets qui
ont e´te´ finalise´s, le premier visant a` modifier certaines
dispositions du Code civil relatives a` la preuve des
obligations, le second re´glementant l'activite´ d'autorite´s
de certification agre´e´es en vue de l'utilisation des signa-
tures digitales.
36
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pol Poncelet
Au-dela` de ces deux projets, je suis particulie`rement
attache´ a` ce que l'on prenne des initiatives dans le
domaine de la se´curite´ informatique et de l'e´galite´
d'acce`s du plus grand nombre aux nouvelles technolo-
gies. Bien entendu, s'il faut rencontrer les proble`mes
pe´naux qui se posent, il faut aussi permettre que le plus
grand nombre de nos concitoyens puissent utiliser ces
technologies en toute se´curite´.
Chers colle`gues, parce que nous nous re´jouissons du
travail accompli en commun et que nous menons une
opposition constructive, c'est avec grand plaisir que je
vous annonce que le PSC votera le projet de loi qui nous
est pre´sente´.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, zoals het gebruikelijk is
dank ik de verslaggever voor zijn verslag. Teneinde
echter alle misverstanden te vermijden wil ik daaraan
onmiddellijk een opmerking toevoegen.
Collega, u hebt gezegd dat een bijzonder opzet zou
vereist zijn. Volgens mij is dat niet juist. Het gaat hier over
het algemeen opzet en niet over een bijzonder opzet. Dat
is belangrijk omdat, wanneer iemand vervolgd wordt
ingevolge de bepalingen van deze artikelen, het volstaat
het algemeen misdadig opzet te bewijzen en niet de
specifieke opzet. Daarover mag geen misverstand be-
staan.
Het is juist dat de vorige regering deze teksten heeft
voorbereid - ik sluit hier aan bij de vorige spreker - en dat
zij in grote mate zijn overgenomen. Dat bewijst ook dat
algemeen wordt ingezien dat een wettelijk kader voor de
beteugeling van de informaticacriminaliteit noodzakelijk
is en dit om twee redenen.
Aanvankelijk beschouwde men, wat men toen nog de
computercriminaliteit noemde - pas later ging men die
terminologie breder stellen -, als een middel om een
misdrijf te plegen. Men wou via controle op dat middel, op
het overmaken van data, andere misdrijven opsporen.
Dat is nu nog belangrijk, want men gebruikt dit nog
steeds.
Tegenwoordig heeft men informaticacriminaliteit as such,
die misdadig opzet heeft. Dat maakt het vaak moeilijk.
Hier is terecht gewezen op de problematiek van de
bewijsvoering. In ons strafprocesrecht, in het Wetboek
van Strafvordering, staat geen enkele regel over bewijs.
De enige regel die wij hebben, is de overtuiging van de
strafrechter. Dat kunnen vermoedens zijn, dat kan een
bewijs zijn dat omstandig wordt gemotiveerd in een
vonnis of arrest. Er is geen enkele bepaling in het
Wetboek van Strafvordering, waar deze bewijsmiddelen
naar voren geschoven worden. Dat maakt het moeilijker
om grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden.
Gezien wij maar een klein landje zijn zal waarschijnlijk
90% van deze vorm van criminaliteit grensoverschrijdend
zijn. Via internet en andere mogelijkheden, kan men op
een eenvoudig manier wereldwijde contacten onderhou-
den. U haalde dat voorbeeld terecht aan.
Wij moeten ons ervan bewust zijn dat vaak, wanneer
onderzoeken gebeuren in Belgie¨ bijvoorbeeld en men via
een server in het buitenland virtueel beslag legt op data
zoals men die hier op het scherm krijgt, men het pro-
bleem krijgt van dubbele incriminalisering of van aan-
sprakelijkheid van degene die hier beslag legt op zaken
die elders wel getolereerd worden. Men zal natuurlijk
geen beslag kunnen leggen op de data, want die zitten
eventueel aan de andere kant van de wereld. Dat kan
enkel opgelost worden via verdragen. Daarin hebt u gelijk
en de regering is zich daarvan bewust zoals blijkt uit de
verklaringen van de ministers in de commissie.
We zouden dat in de eerste plaats moeten doen in de
15 lidstaten van de Europese Unie, waar we minstens
zouden moeten proberen om een eenvormig recht op dat
vlak te bekomen.
Uiteraard moet er ook verder worden gekeken. Het is
immers even gemakkelijk een internet-verbinding met
Nederland als met Mongolie¨ tot stand te brengen.
Een tweede element dat ik even naar voren wil brengen
is dat wij ons duidelijk bewust moeten zijn van de twee
aspecten van de informaticacriminaliteit. Enerzijds is er
het middel dat wordt gebruikt om georganiseerde mis-
daad mogelijk te maken. Anderzijds is er de specifieke
criminaliteit. Als het gaat over een middel om andere
vormen van criminaliteit mogelijk te maken, zal de op-
sporing gemakkelijker zijn. Het komt erop aan te weten te
komen welke data worden doorgegeven. De bewijslast
zal dus minder belangrijk zijn. Als men in het kader van
de specifieke informaticacriminaliteit een veroordeling
voor een rechtbank wil bekomen zal dat, rekening hou-
dende met alle verdragen die dit land heeft afgesloten en
de grondwettelijke bepalingen, uiteraard veel moeilijker
te realiseren zijn.
Wij moeten zeer duidelijk beseffen dat deze vorm van
criminaliteit een nieuwe periode in het strafrecht inluidt. Ik
heb daarvoor niet onmiddellijk een oplossing. Wij voor-
zien in gevangenisstraffen tot vijf jaar. Dit betekent dat
iemand die ten onrechte een bepaald bestand binnen-
gaat en daarin veranderingen aanbrengt, het risico loopt
op een verwijdering uit de gemeenschap tot vijf jaar. Wij
moeten dat in gedachten hebben op het ogenblik dat wij
artikel 7 van het strafwetboek en de diversificatie van de
straffen gaan bespreken. De strafbepaling zal moeilijker
worden. Wij zullen niet meer telkens moeten bepalen of
de straf een geldboete of een gevangenisstraf moet zijn.
Men zal daarentegen specifiek moeten bepalen in welke
vorm van sanctie men voorziet, tenzij men uiteraard de
strafrechter de volledige vrijheid willen geven.
HA 50
PLEN 050
37
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Hugo Coveliers
Ik heb met veel interesse vastgesteld dat er een quasi
unanimiteit bestaat inzake deze tekst. Collega Verher-
straeten, ik heb ook uw terechte waarschuwing over de
middelen gehoord. Het is evident dat een wetgeving
zonder middelen contraproductief is. Een wet die men
niet kan toepassen zal de overtreding en de norm-
vervaging in de hand werken. U hebt dus gelijk. Alleen
volstaat het mijn inziens niet dat de huidige computer
crime unit - die nu verdeeld is over twee korpsen maar
die hopelijk binnenkort een unit zal worden - wordt
uitgebreid. Naar mijn mening is het nodig al degenen die
zich met opsporingen bezighouden een basistechnologie
bij te brengen. Wij hebben specialisten nodig. Vermits
deze vorm van middel tot criminaliteit zo vaak voorkomt,
moet men minstens de plaatselijke recherche - maar
uiteraard niet elke politieman of -vrouw - een basis
bijbrengen en via het systeem van de subsidiariteit de
nodige ondersteuning geven.
Ik wil het nog even hebben over het amendement dat
door de tussenkomst van de verslaggever niet kon
worden besproken in de commissie. Na rijp beraad heb ik
besloten om het niet terug in te dienen. Ik ben er mij
volkomen van bewust dat de termijn die nu wordt opge-
legd een relatief lange termijn is voor de providers.
Twaalf maanden deze data bijhouden is heel wat werk.
Dat vergt een zware investering en voor betrokkenen rijst
de vraag in hoever zij concurrentieel kunnen blijven met
gelijksoortige bedrijven.
Ik ben gezwicht voor het argument dat, gezien de straf-
rechtelijke verjaringstermijn van vijf jaar, een gegaran-
deerde periode van drie maand om bewijzen te verza-
melen vrij kort is en dat bijgevolg deze periode moet
worden herleid tot twaalf maand.
Ik wijs erop dat in Nederland momenteel nog steeds een
termijn van drie maand geldt, al worden er wel signalen
uitgezonden om deze termijn te verlengen. In Frankrijk
wordt er een langere termijn in aanmerking genomen en
in Duitsland wenst men de termijn eveneens te verlen-
gen.
Ik verzoek de minister voor Justitie en zijn collega voor
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participa-
ties om tijdens de Europese onderhandeling erop aan te
dringen terzake zo snel mogelijk een Europese richtlijn
uit te werken.
Het is inderdaad concurrentievervalsend als het ene
bedrijf zijn data twaalf maand moet bijhouden, terwijl
enkele kilometers verder, over de grens, een ander
bedrijf deze gegevens slechts drie maand moet bijhou-
den, hoewel er geen enkel verschil bestaat tussen beide
bedrijven wat het aanbieden van diensten betreft.
Mocht de terzake uit te werken Europese richtlijn in een
kortere termijn voorzien, dan lijkt het mij aangewezen
deze aangelegenheid te herzien en de vooropgestelde
termijn te aanvaarden.
Mocht er toch geen Europees akkoord worden bereikt,
dan stel ik hoe dan ook voor na een bepaalde periode het
gebruik van de vooropgestelde termijn te evalueren om
na te gaan of het bewaren van de gegevens gedurende
een jaar werkelijk nodig is en of de termijn niet kan
worden ingekort.
Mijnheer de voorzitter, heren ministers, dit wetsontwerp
komt op zijn tijd. In 1986 reeds werden in deze assem-
blee resoluties besproken omtrent computercriminaliteit.
Thans doen wij een inhaalmanoeuvre. Het komt erop aan
terzake in de nodige middelen te voorzien en ons ervan
bewust te zijn dat de evolutie aan de gang is en dat ook
andere elementen uit het strafrecht zullen moeten wor-
den aangepast aan deze evolutie.
Inmiddels zullen wij dit wetsontwerp met veel overtuiging
goedkeuren.
De heer Fred Erdman (SP) : Mijnheer de voorzitter,
rekening houdend met de betogen van de vorige spre-
kers kan ik terzake zeer bondig zijn.
Om te beginnen wens ik de rapporteur de danken voor
zijn degelijk verslag.
Mijnheer de minister, de behandeling van dit wetsont-
werp in de commissie was geen eenvoudige taak, maar
dat is het lot van de ministers van Justitie. Het intense
commissiewerk had tot gevolg dat de oorspronkelijke
tekst wijzigingen en aanpassingen onderging.
Uiteindelijk zijn wij beland waar het hoorde dankzij een
goede samenwerking over de grenzen van meerderheid
en oppositie heen. Wellicht waren wij ons allen bewust
van de noodzaak om terzake te legifereren.
De archai¨sche toestanden op dat vlak liggen al ver achter
ons. Het is lang geleden dat door een gerechtelijke
uitspraak de elektriciteit kon worden opgevangen.
Voor het stelen van elektriciteit moest geen nieuwe
wetgeving tot stand komen; de uitspraak van het Hof van
Cassatie, dat ook het aftappen van elektriciteit als diefstal
kwalificeerde, was voldoende.
Vandaag nopen de moderne middelen ons tot het opstel-
len van nieuwe teksten.
De wetenschappelijke onderbouw die, dankzij hearings,
aan onze werkzaamheden kon worden gegeven, ver-
heugt mij.
38
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Fred Erdman
Vervolgens is het juist dat wij, wat de aanpassingen en de
amendementen betreft, niet alleen oog hadden voor het
vrijwaren van de rechten van verdediging en het recht op
privacy, maar ook getracht hebben het geheel te doen
passen in het kader van de bestaande begrippen.
Ik zal niet uitweiden over de middelen. Collega Verher-
straeten heeft hierover gesproken en collega Coveliers
heeft hem aangevuld. Ik wil enkel waarschuwen.
Collega Coveliers, ik meen niet dat men in deze materie
met elementaire kennis aan eenieder te geven, de pro-
blematiek kan oplossen. Men zal afhankelijk zijn van
superspecialisten. Mijn bezorgdheid is dat de juridische
controle, uitgaande van parket en onderzoeksrechter,
alsook in het kader van de gerechtelijke behandeling,
dermate moet worden uitgebouwd om te vermijden dat
we afhankelijk worden van een beslissing die door super-
specialisten in de materie wordt genomen. Zo niet kun-
nen zij tot bijna aan de uitspraak de beslissing hypothe-
keren met hun kennis. Dat is een waarschuwing die we
eigenlijk zouden moeten kunnen inbouwen bij de aan-
vang van het in toepassing brengen van deze teksten.
Mijnheer de minister, ik reken erop dat u, wanneer de
teksten operationeel zullen zijn, ook ten overstaan van
degenen die de teksten zouden moeten hanteren, deze
waarschuwing zult meegeven. Voor het overige kan ik
bevestigen dat wij dit ontwerp met enthousiasme zullen
goedkeuren. We hebben dan ook vertrouwen dat het op
een efficie¨nte manier zal kunnen worden toegepast.
De voorzitter : De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles. Le texte
adopte´ par la commission sert de base a` la discussion.
(Rgt 66,4) (213/5)
Het wetsontwerp telt 14 artikelen.
Le projet de loi compte 14 articles.
Op verzoek van de commissie voor de Justitie heeft de
parlementaire overlegcommissie beslist de artikelen 2 tot
9 van het wetsontwerp nr. 214 in te voegen in het
wetsontwerp nr. 213. Bijgevolg wordt het wetsontwerp
nr. 214 zonder voorwerp.
In artikel 6, §3, staat een kleine typefout
in de §§ 1 en
2 bevindt en
. In artikel 7, §2, staat ook een klein foutje.
Het woord
verbieden is verhinderen in het Neder-
lands. De voorlaatste paragraaf van artikel 12 dat §4
invoert in artikel 90quater moet als volgt worden verbe-
terd :
Hij die weigert de overeenkomstig de vorige leden
bevolen medewerking te verlenen,...
. De Franse tekst is
de volgende :
Celui qui refuse de fournir la collaboration
ordonne´e conforme´ment aux aline´as pre´ce´dents,...
. De
vertaling van
conforme´ment is overeenkomstig.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´.
Les articles 1 a` 14, avec corrections de texte, sont
adopte´s article par article.
De artikelen 1 tot 14, met de tekstverbeteringen, worden
artikel per artikel aangenomen.
Minister Marc Verwilghen : Mijnheer de voorzitter,
collega's, ik wens te antwoorden op een aantal terechte
bemerkingen. Dat er in de werkzaamheden vooruitgang
is geboekt, heeft te maken met de continui¨teit die de
opeenvolgende regeringen in deze materie aan de dag
hebben gelegd. Het voorliggend wetsontwerp geeft uit-
voering aan aanbevelingen van de OESO en de Raad
van Europa. Het is een evenwichtig geheel geworden dat
de belangen van de overheid, de bedrijven en de parti-
culieren met betrekking tot informatienetwerken be-
schermt. Ik dank de commissie voor de Justitie dat we
dankzij de inbreng van meerderheid e´n oppositie erin
geslaagd zijn een goede wet op te stellen.
We moeten echter een aantal randbemerkingen durven
maken. De rapporteur heeft terecht opgemerkt dat de
nodige middelen zullen moeten worden vrijgemaakt om
de wet in de praktijk effectief te kunnen toepassen. De
leden van de politiediensten die deel uitmaken van de
National Computer Crime Unit zijn zeer gemotiveerd. Zij
zullen moeten kunnen beschikken over de meest voor-
uitstrevende technieken om hun werk verder op punt te
zetten. Willens nillens zullen ze een beroep moeten doen
op experten. Dit houdt het risico in dat deze experten
onvoldoende rekening houden met het respect van de
rechten van al de partijen in het onderzoek. We zullen
terzake bijkomende inspanningen moeten leveren. Het
verheugt me dat de rapporteur dit beklemtoond heeft.
Je voudrais re´pondre a` M. Poncelet que le travail n'est
pas termine´. Une sorte de trilogie doit e^tre accomplie. A la
Chambre, nous travaillons actuellement sur la signature
digitale.
Il faut ajouter a` cela les preuves des obligations. L'article
1322 de notre Code civil doit notamment e^tre adapte´ a`
cette nouvelle formule de convention. Il ne s'agit plus de
conventions signe´es dans le sens que nous donnons
actuellement aux conventions e´crites. Vu l'e´volution des
techniques, nous permettrons d'e´tablir e´galement des
obligations par la voie virtuelle e´lectronique, c'est-a`-dire
par la signature digitale. C'est donc a` juste titre que vous
avez souligne´ ce proble`me.
HA 50
PLEN 050
39
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Marc Verwilghen
Ik wens wat dieper in te gaan op de bemerkingen van de
heer Coveliers. Deze wet zal moeten worden gee¨va-
lueerd. We hebben een lange discussie gevoerd over de
bewaringstermijnen. Nadat de akkoorden met de opera-
toren zijn afgesloten en de wet in de praktijk wordt
toegepast, zullen we de problemen bij de toepassing
kunnen detecteren. Als het nodig blijkt, zullen we soepel
genoeg moeten zijn om aanpassingen door te voeren.
Aanpassingen kunnen echter alleen als de rechten van
de overheid, bedrijven en particulieren gevrijwaard blij-
ven.
Een ander element dat niet aan onze aandacht mag
ontsnappen heeft betrekking op de Europese dimensie
van de E-commerce. Het verheugt me dat de meeste
lidstaten en de Europese Commissie inzien dat men
slechts op een performante manier kan reageren op
voorwaarde dat de diverse wetgevingen maximaal op
elkaar worden afgestemd.
Mijnheer de voorzitter, dit is een eerste belangrijke stap.
Politiemensen noemen het een wapen om te kunnen
werken. Verduidelijking in de toekomst kan niet worden
uitgesloten. Aanpassingen zullen moeten gebaseerd zijn
op enerzijds, de verdere evolutie op het internationaal
vlak en anderzijds, op de moeilijkheden die opduiken
inzake de toepassing van de wet.
Voila` donc le contenu du projet relatif a` la criminalite´
informatique que le gouvernement vous demande
d'adopter en vue de renforcer le cadre le´gislatif existant
et de permettre le fonctionnement harmonieux du monde
en re´seau qui constituera sans nul doute le phe´nome`ne
majeur de changement de mille´naire dans lequel nous
entrons.
Le pre´sident : Monsieur le ministre, je tiens a` vous
signaler que ce premier projet comporte e´galement le
re´sume´ du projet.
Ik stel vast dat de regering begint na te leven wat wij
hebben gevraagd. Minister Daems, ik verheug mij erover
dat er samenvattingen van de wetsontwerpen meege-
deeld worden en dat wij ook de basisteksten krijgen van
de wetten die worden gewijzigd.
Je tiens beaucoup a` souligner qu'il s'agit d'une chose a`
laquelle nous accordons une grande importance et que
nous essayons de voir se re´aliser au mieux.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensem-
ble aura lieu ulte´rieurement.
Wetsvoorstel van mevrouw Simonne Creyf tot wijzi-
ging, wat de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor
brandweer en dringende medische hulp betreft, van
artikel 32 van de wet van 16 juni 1989 houdende
diverse institutionele hervormingen (64/1 tot 3)
Wetsvoorstel van mevrouw Annemie Van de Casteele
tot wijziging, wat de Hoofdstedelijke Dienst voor
brandweer en dringende medische hulp betreft, van
artikel 32 van de wet van 16 juni 1989 houdende
diverse institutionele hervormingen (329/1 en 2)
(Voorstel tot verwerping)
Proposition de loi de Mme Simonne Creyf modifiant,
en ce qui concerne le Service d'incendie et d'aide
me´dicale urgente de la Re´gion de Bruxelles-Capitale,
l'article 32 de la loi du 16 juin 1989 portant diverses
re´formes institutionnelles (64/1 a` 3)
Proposition de loi de Mme Annemie Van de Casteele
modifiant l'article 32 de la loi du 16 juin 1989 portant
diverses
re´formes
institutionnelles
en
ce
qui
concerne le Service d'incendie et d'aide me´dicale
urgente
de
la
Re´gion
de
Bruxelles-Capitale
(329/1 et 2)
(Proposition de rejet)
La commission de l'Inte´rieur, des Affaires ge´ne´rales et de
la Fonction publique propose de rejeter ces propositions
de loi.
De commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Alge-
mene Zaken en het Openbaar Ambt stelt voor die wets-
voorstellen te verwerpen.
Conforme´ment a` l'article 72quater du Re`glement,
l'assemble´e ple´nie`re se prononcera sur cette proposition
de rejet apre`s avoir entendu le rapporteur et l'auteur.
Overeenkomstig artikel 72quater van het Reglement
spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel
tot verwerping na de rapporteur en de indiener te hebben
gehoord.
De heer Danie¨l Vanpoucke, rapporteur : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, de
commissie voor de Binnenlandse Zaken onderzocht tij-
dens haar vergaderingen van 15 en 29 februari 2000 de
wetsvoorstellen van mevrouw Creyf en mevrouw Van de
Casteele tot wijziging van artikel 32 van de wet van 16
juni 1989, houdende diverse institutionele hervormingen.
Ik zal me beperken tot de hoofdlijnen van de bespreking
en verwijs voor het overige naar het schriftelijk verslag.
De wetsvoorstellen beogen de herinvoering van de twee-
taligheid van de personeelsleden van de Brusselse
Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en dringende
medische hulp. Mevrouw Creyf preciseerde dat vo´o´r de
40
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Danie¨l Vanpoucke
inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1989, houdende
diverse institutionele hervormingen, deze dienst onder
het taalregime van de Brusselse plaatselijke diensten
viel. Dit wil zeggen dat de personeelsleden een
tweetaligheidsbrevet dienden te behalen.
De wet van 16 juni 1989 maakte de taalregeling van de
centrale diensten van toepassing, zijnde tweetaligheid
van de dienst, maar eentaligheid van de ambtenaren. In
de praktijk blijkt deze regeling tot heel wat communica-
tiestoornissen te leiden, waardoor de efficie¨nte dienstver-
lening bij levensreddende handelingen in geval van
brand, rampen en ongevallen niet gegarandeerd kan
worden. Zo moet bijvoorbeeld de operator in een tele-
fooncentrale de oproeper kunnen verstaan. De hulpver-
lener moet het slachtoffer kunnen verstaan en omge-
keerd.
Met het wetsvoorstel van mevrouw Creyf wil men dus
opnieuw de tweetaligheid invoeren bij het personeel van
de hoofdstedelijke dienst voor brandweer en dringende
medische hulp. Het wetsvoorstel van mevrouw Van de
Casteele heeft dezelfde doelstelling, maar men voegt er
nog het voorstel aan toe om de Vlaamse minimum-
vertegenwoordiging van 33% wettelijk vast te leggen
voor de betrekkingen onder de rang van directeur. Het
enige amendement, van het Vlaams Blok, dat werd
ingediend op het wetsvoorstel van mevrouw Creyf, had
een nog verdergaande strekking. Het hield in dat voor
alle gewestelijke diensten van Brussel-Hoofdstad de
taalregeling van de plaatselijke diensten zou worden
ingevoerd.
De minister van Binnenlandse Zaken erkende de proble-
men bij de Brusselse brandweer, maar stelde dat soort-
gelijke problemen zich voordoen in andere sectoren die
instaan voor de openbare veiligheid en wenst de proble-
matiek in globo aan te pakken. Hij steunde het voorstel
van een commissielid om de wetsvoorstellen voor onder-
zoek aan de Costa over te leggen. Dit voorstel werd
tijdens de commissievergadering van 15 februari 2000
aangenomen met 8 stemmen tegen 3. De indieners van
het wetsvoorstel waren het hiermee niet eens omdat
volgens hen zeker het wetsvoorstel van mevrouw Creyf
niet van communautaire aard is.
Op 29 februari 2000 werden beide wetsvoorstellen als-
nog ter stemming voorgelegd en allebei werden zij ver-
worpen met negen stemmen tegen drie en e´e´n onthou-
ding.
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, een ramp of een ongeval
vragen een vlotte en efficie¨nte dienstverlening. Daarom
vragen wij de tweetaligheid van de Brusselse brandweer
en van de dringende medische hulp. Taaltoestanden en
misverstanden kunnen levensreddende handelingen in
gevaar brengen. Bij het blussen of verzorgen van slacht-
offers is er geen plaats voor simultaanvertaling.
Als in Brussel moet worden uitgerukt, zijn het nochtans in
70% van de gevallen ziekenwagens en zijn er slachtof-
fers bij betrokken. Slechte communicatie kan het leven in
gevaar brengen, niet alleen van de slachtoffers, maar
ook van de hulpverleners zelf. Nu moeten bij elke inter-
ventie Nederlandstalige en Franstalige hulpverleners uit-
rukken. Het kader is voor 29,48% opgevuld met Neder-
landstaligen en voor 70,52% met Franstaligen, zodat de
werkdruk voor de Nederlandstaligen bijzonder groot is.
Op dit ogenblik zijn heel wat brandweerlieden nog twee-
talig, omdat voor 1989 de tweetaligheid van de persoon
vereist was. Sinds 1989 geldt de tweetaligheid van de
dienst, niet meer die van de persoon. Door het opnieuw
invoeren van de tweetaligheid zou de dienstverlening
vlotter en efficie¨nter kunnen worden georganiseerd. Dit
was de draagwijdte van mijn wetsvoorstel.
De meerderheid heeft geen gehoor willen geven aan een
Brussels probleem en zij heeft er zich wel bijzonder vlug
van afgemaakt. De Franstaligen hebben er een com-
munautaire zaak van gemaakt en het voorstel verwezen
naar de Costa, waar het een langzame dood kon sterven,
zoals de gehele Costa trouwens een langzame dood aan
het sterven is. Toen dit niet lukte, hebben zij tegen
gestemd.
Voor de meerderheid, mijnheer Coveliers, ging het om
een voorstel van de oppositie en voorstellen van de
oppositie, daar stemt men tegen. Dit is een automatisme
geworden bij deze meerderheid. Nochtans, en dit is toch
merkwaardig, het wetsvoorstel van mevrouw Van de
Casteele werd tijdens de vorige legislatuur ingediend
door mevrouw Van de Casteele en de heer Patrick
Dewael, toen nog fractieleider van de VLD. Mijn wets-
voorstel werd door mij en de heer Delathouwer (SP)
tijdens de vorige legislatuur ingediend. Ik stel vast dat
VLD en SP wel bijzonder vlug van mening zijn veranderd.
In de vorige legislatuur was de tweetaligheid van de
brandweer wel nodig, omwille van de efficie¨nte dienst-
verlening, nu is dat plots niet meer nodig, om politieke
redenen.
Vooral het stemgedrag van de VLD is merkwaardig,
omdat nog niet zolang geleden Guy Vanhengel, fractie-
leider van de VLD in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad,
een persconferentie gaf, waarin hij zeer uitvoerig en zeer
overtuigend de tweetaligheid van de Brusselse brand-
weer heeft bepleit. Dit werd trouwens zeer visueel en
uitvoerig in beeld gebracht door TV-Brussel. De VLD'er
uit Brussel wordt blijkbaar niet ernstig genomen door zijn
VLD-collega's in het Federale Parlement. In elk geval
spreekt de VLD met een dubbele tong. De kleren maken
de man of, met andere woorden, het
soort parlement
bepaalt hoe men denkt, Brussel, Vlaams of federaal. Net
zoals in vele andere dossiers, is de trendbreuk ook hier
weer ver te zoeken.
HA 50
PLEN 050
41
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Simonne Creyf
Mijnheer de voorzitter, het ging om de veiligheid in
Brussel en ik hoop vooralsnog dat de meerderheid
misschien nog kan worden overtuigd van het belang van
dit voorstel.
Hoop doet leven. Vroeg of laat moet die tweetaligheid er
immers komen. Kan men het zich eigenlijk wel voorstel-
len dat hulpverleners in de hoofdstad van Europa eenta-
lig zijn ?
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VU&ID) : Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, zoals me-
vrouw Creyf al zei gaat het hier om de brandweerdienst
en de veiligheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ik
wil even stilstaan bij de geschiedenis van deze
brandweerdienst. Zoals u weet was de brandweerdienst
in oorsprong een gemeentelijke dienst waarop uiteraard
de taalwetgeving voor de lokale diensten van toepassing
was. Met andere woorden, voor de leidinggevende func-
ties was er pariteit in Brussel. Voor de rest van het
personeel was er individuele tweetaligheid voor de om-
gang met het publiek.
De gemeentelijke brandweerdiensten van Brussel zijn
indertijd overgenomen door de Brusselse Agglomeratie.
De taalregeling werd meteen overgenomen voor de
agglomeratiediensten. Hier moet wel bij gezegd worden
dat er op dat moment geregeld tweetaligen in dienst
werden genomen die in feite eentalig Franstalig waren,
zeker aan het einde van deze periode. Vandaar dat de
wet van 16 juni 1989, de zogenaamde Brusselwet, vooral
op vraag van een aantal Franstaligen de regeling voor de
centrale diensten van toepassing heeft gemaakt op de
verschillende diensten van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, inclusief de diensten van de agglomeratie die
nadien pararegionaal geworden zijn. Collega Laere-
mans, ik geef toe dat daar toen een vergissing is ge-
maakt. Er is toen een systeem ingevoerd van eentalig-
heid van het personeel en tweetaligheid van de diensten.
Daaraan gekoppeld werd het personeel in taalkaders
ingedeeld. Met betrekking tot de Brusselse brandweer-
dienst heeft dit voor heel wat perikelen gezorgd, herinner
u de periode tot 1997, de vernietiging van het eerste
taalkader door de Raad van State. Het heeft tot 1997
geduurd voor er een nieuw taalkader werd opgesteld. Wij
zijn het trouwens nooit eens geweest met dit taalkader.
Omwille van dit taalkader is staatssecretaris Anciaux
indertijd uit de Brusselse regering gestapt. Dit moet dus
allemaal in zijn context worden gezien.
De eentaligheid van de ambtenaar brengt met zich dat hij
bij alle dienstbetrekkingen, zowel tussen ambtenaren
onderling als ten opzichte van de hie¨rarchie, alleen zijn
eigen taal moet gebruiken. Met andere woorden, zij
moeten hun dossiers, signalementen en bevelen alleen
in hun eigen taal opstellen. Wij kunnen er niet naast
kijken dat dit steeds voor problemen heeft gezorgd. In de
praktijk hebben wij moeten vaststellen dat deze indeling
een vergissing is geweest en dat het eentalig statuut van
het personeel bij interventiediensten die zo belangrijk zijn
voor de veiligheid, zoals brandweerdiensten, diensten
voor dringende medische hulp en spoeddiensten, eigen-
lijk haaks staat op de noden van een meertalig Brussel.
Zoals mevrouw Creyf al zei moeten de oproepen in een
100-centrale beantwoord worden in de taal van de op-
roeper. Dit betekent dat, als een Franstalige oproeper
een Nederlandstalige oproep krijgt, hij bij wijze van
spreken zijn collega moet gaan aanspreken om de
oproep te beantwoorden waardoor zeer kostbare tijd
verloren gaat. Als dringende medische hulp moet worden
verleend en een ambulance of een reanimatiewagen
wordt uitgestuurd, dan moet de hulpbehoevende in zijn
eigen taal worden aangesproken.
Ook dat is met de eentaligheid van het ambulance-
personeel onmogelijk. Overleg tussen de verschillende
mensen, onder meer in de centrale om na te gaan wat de
urgentiegraad is en welke hulpmiddelen moeten worden
uitgestuurd, is onmogelijk. Instructies bij brand moeten in
de twee talen gebeuren als men de wet strikt wil toepas-
sen. Dat is echter een enorm tijdsverlies in crisissituaties.
De samenwerking met de politie en de rijkswacht ver-
loopt moeizaam. Nabesprekingen van interventies wor-
den bemoeilijkt omdat iedereen dit in zijn eigen taal moet
doen. Deze situatie zorgt ervoor dat een vlotte commu-
nicatie en samenwerking, van levensbelang voor de
bevolking, onmogelijk wordt. Volgens de taalwetgeving
moet men taalkaders opstellen op basis van het werk-
volume. Iedereen zal echter toegeven dat dit gebeurt op
basis van politieke afspraken. In 1989 hield deze af-
spraak een verhouding van 1/3 Nederlandstaligen tegen-
over 2/3 Franstaligen in. Dat is nadien afgekalfd tot de
huidige situatie, namelijk tot een verhouding van 29,5%
Nederlandstaligen tegenover 69,5% Franstaligen. Als
men de wet strikt wil toepassen moet men telkens e´e´n
Nederlandstalige en e´e´n Franstalige ambulancier of
brandweerman uitsturen. Dat wil zeggen dat de Neder-
landstaligen 2,5 maal meer tussenkomsten moeten ver-
richten dan de Franstaligen. Het taalkader, waarvoor de
heer Anciaux destijds uit de Brusselse regering is ge-
stapt, is onhoudbaar. Het discrimineert en overbelast de
Vlamingen. Dit zorgt voor demotivering en problemen
binnen de brandweerdienst. Er zijn al incidenten gemeld,
maar die zijn beperkt gebleven dankzij de soepelheid die
de Vlamingen aan de dag leggen. Zij schikken zich
telkens opnieuw naar het algemeen belang.
Mijn inziens zijn er maar twee remedies. Men kan het
huidige systeem houden, maar dan moet men het taal-
kader gaan aanpassen om de werkdruk voor de Neder-
landstaligen op te lossen en evolueren naar een 50/50
taalkader. Dat impliceert een serieuze uitbreiding alsook
een aanzienlijke kostprijs. Dat is onbetaalbaar. Boven-
dien blijft het inefficie¨nt om twee mensen van beide talen
in te schakelen bij elke tussenkomst. Met ons voorstel
42
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Annemie Van de Casteele
willen wij de tweetaligheid opnieuw invoeren. Mevrouw
Creyf heeft een voorstel ingediend waarbij men terug-
keert naar de vroegere situatie. Mijn voorstel gaat verder
dan dat. Het is een sui generis-systeem omdat ik ook
andere voorstellen heb ingediend om de taalkaders in
Brussel voor altijd vast te leggen. Dan zullen ook de
politieke discussies voor altijd opgelost zijn. Daarom
moet er een vaste verhouding van 1/3 Nederlandstaligen
en 2/3 Franstaligen opgelegd worden. Dat is belangrijk
omdat wij de tweetaligheid in Brussel willen garanderen.
Het belang van de twee taalgroepen wordt daardoor ook
gerespecteerd.
De voorzitter : Mijnheer Laeremans, u mag even onder-
breken, maar dat is geen reden om een lang discours te
houden.
De heer Bart Laeremans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, dat was ik zeker niet van plan.
Ik wou dit toch niet zomaar laten voorbijgaan. Ik vind het
toch wel eigenaardig dat de Volksunie de taalpositie wil
blokkeren op een derde. Op die manier wordt de
minderheidspositie van de Vlamingen geblokkeerd terwijl
de regeling die door collega Creyf wordt voorgesteld,
gunstiger is. De regeling, die op dit moment in de
gemeenten wordt toegepast, zorgt er immers voor dat er
veel meer Vlamingen in gemeenten zijn tewerkgesteld,
louter op basis van die tweetaligheid, dan die minimale
25 procent. In de praktijk kan men zelfs tot 75 procent
gaan, op basis van het feit dat die tweetaligheid is vereist
en waaraan de Franstaligen meestal niet voldoen. De
regeling die voor de lokale besturen geldt, is gunstiger
voor de Vlamingen dan wat u voorstelt en het aantal op
een derde vastpint.
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VU&ID) : Mijnheer
Laeremans, ik denk dat u nai¨ef bent. Ik ken de situatie
van de brandweerdienst. In theorie is het inderdaad
mogelijk dat meer dan de helft Vlamingen hadden kun-
nen zijn. U weet ook dat de wet bepaalt dat men
minimum 25 procent moet hebben en dat men zich daar
eigenlijk ook op baseert. Voor mij is een derde meer dan
25 procent. Dat is een betere situatie dan die waarvan
men vertrokken is. U bent nai¨ef als u gelooft dat daarin
ooit nog verandering zal komen.
De heer Bart Laeremans (Vlaams Blok) : Ik ken veel
gemeenten waar op veel posten...
Mevrouw Annemie Van de Casteele (VU&ID) : In tegen-
stelling tot u, mijnheer Laeremans, heb ik het hier alleen
over de Brusselse brandweerdienst. De discussie over
de lokale besturen moet op een andere keer worden
gevoerd.
Het zou mij in elk geval ten zeerste verheugen indien de
leden van de meerderheid, en zeker de Vlaamse leden,
dit wetsvoorstel niet naar de prullenmand zouden verwij-
zen. Zoals collega Creyf heeft gezegd, is dit in eerste
instantie een voorstel om de dienstverlening aan de
bevolking en de communicatie te optimaliseren. Wij
hebben gezien welke weerstand dit bij de Franstaligen
opriep omdat zij blijkbaar nog altijd schrik hebben van
een taalexamen. Het gaat hier nochtans over taal-
examens voor brandweermannen, op hun niveau, taal-
examens die zij normaal gezien met veel gemak zouden
moeten kunnen afleggen. Zo niet, schort er volgens mij
iets aan hun opleiding.
Net als in andere dossiers, collega Coveliers, zullen de
Vlamingen opnieuw buigen voor de Franstaligen omdat
zij die stap niet willen zetten. Ik wil mij aansluiten bij de
woorden van collega Creyf. Ik betreur ten zeerste dat de
collega's van de SP en de VLD hun gegeven woord
verloochenen. Wij kunnen enkel vaststellen dat de positie
blijkbaar bepaalt welk standpunt wordt ingenomen. Wij
hebben er altijd op aangedrongen dat deze meerderheid
dezelfde taal zou spreken in het Vlaams en het Federale
Parlement. Wij zouden ook apprecie¨ren dat zij ook con-
sequent blijven met hun eigen voorstellen. Blijkbaar kan
zelfs dat niet.
Collega's, ik zou u willen oproepen dit wetsvoorstel goed
te keuren. Deze wijziging zou in Brussel een betere
dienstverlening voor beide taalgemeenschappen maar
ook voor de pendelaars en de vele buitenlandse inwo-
ners mogelijk maken.
De voorzitter : De stemming over het voorstel tot ver-
werping van deze twee wetsvoorstellen zal later plaats-
vinden.
Le vote sur la proposition de rejet de ces deux proposi-
tions de loi aura lieu ulte´rieurement.
Wetsvoorstel van de heren Jean-Pol Poncelet, Phi-
lippe Collard en Guy Larcier tot wijziging van de wet
van 21 juni 1985 betreffende het onderwijs en de wet
van 4 augustus 1986 tot regeling van de oppensioen-
stelling van de leden van het onderwijzend personeel
van het universitair onderwijs en tot wijziging van
andere
bepalingen
van
de
onderwijswetgeving
(405/1 tot 4)
Proposition de loi de MM. Jean-Pol Poncelet, Phi-
lippe Collard et Guy Larcier modifiant la loi du 21 juin
1985 concernant l'enseignement et la loi du 4 aou
^ t
1986 re´glant la mise a` la retraite des membres du
personnel enseignant de l'enseignement universi-
taire et modifiant d'autres dispositions de la le´gisla-
tion de l'enseignement (405/1 a` 4)
HA 50
PLEN 050
43
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
M. Jean-Marc Delize´e, rapporteur : Monsieur le pre´si-
dent, je voudrais intervenir brie`vement pour rappeler que,
pour des raisons historiques, la Fondation universitaire
luxembourgeoise est la seule institution universitaire de
ce pays qui doive actuellement cotiser a` l'Office national
de se´curite´ sociale. Elle est aussi la seule institution
universitaire qui ne be´ne´ficie pas, pour son personnel
acade´mique et scientifique, du syste`me de pension en
vigueur pour les autres universite´s.
Aussi les trois auteurs de cette proposition de loi,
MM. Poncelet, Collard et Larcier proposent de supprimer
cette double discrimination.
Un amendement a e´te´ de´pose´ et adopte´ par la commis-
sion des Affaires sociales visant a` avancer au 1er janvier
1998 les effets de cette loi. Je signale qu'ainsi amende´e,
cette loi a fait l'unanimite´ en commission des Affaires
sociales.
M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident, en
tant que coauteur de cette proposition, je voudrais, tout
d'abord, remercier la commission des Affaires sociales
qui a bien voulu mettre notre proposition a` son ordre du
jour et, en particulier, son pre´sident qui a veille´ a` ce
qu'elle soit traite´e tre`s rapidement. Je voudrais e´gale-
ment remercier le gouvernement de l'avoir soutenue.
Comme l'a dit le rapporteur, notre proposition a e´te´
approuve´e a` l'unanimite´ en commission.
Je tenais aussi a` remercier d'ores et de´ja` notre assem-
ble´e en espe´rant qu'elle adoptera la me^me attitude.
M. Philippe Collard (PRL FDF MCC) : Monsieur le
pre´sident, chers colle`gues, je voudrais intervenir tre`s
brie`vement car je n'ai pas pu assister a` la discussion de
la proposition en commission des Affaires sociales.
Je voudrais insister, a` mon tour, sur la ne´cessite´ de
supprimer certaines discriminations qui frappent la Fon-
dation universitaire luxembourgeoise et son personnel.
Je ne reviendrai pas, cela a de´ja` e´te´ fait par le rapporteur,
sur les e´le´ments et la nature de ces discriminations ainsi
que sur les arguments de´veloppe´s en commission.
Je voudrais simplement rappeler qu'il est important d'in-
sister sur l'originalite´ de la Fondation universitaire luxem-
bourgeoise qui a e´te´ cre´e´e en 1971 par la loi d'expansion
des universite´s en paralle`le avec l'institution provinciale
du Limbourg.
Cette institution est originale pour plusieurs raisons.
Elle n'est pas organise´e en faculte´s ou de´partements
disciplinaires mais en unite´s de recherches et d'ensei-
gnement interdisciplinaire qui toutes traitent de la proble´-
matique de l'environnement dans la perspective du de´-
veloppement durable, ce qui est tout a` fait d'actualite´.
L'enseignement qui est dispense´ dans cette Fondation
concerne des e´tudiants qui sont de´ja` diplo^me´s universi-
taires et qui proviennent, chaque anne´e, d'une trentaine
de pays appartenant a` tous les continents.
Enfin, son conseil d'administration - c'est important - est
pluraliste. Il est compose´ de repre´sentants de toutes les
tendances politiques et il est inter-universitaire puisqu'il
comprend les recteurs des neuf autres institutions uni-
versitaires francophones.
Il est d'autant plus normal d'aligner le statut de la FUL, en
ce qui concerne son syste`me de pension, sur les autres
universite´s qu'elle doit respecter tous les modes de
fonctionnement des institutions universitaires francopho-
nes quant a` l'organisation des e´tudes, la collation des
grades acade´miques et a` l'e´laboration des comptes et
budgets ainsi que le contro^le du de´le´gue´ du gouverne-
ment.
Comme l'a de´fendu M. Poncelet en commission, si vous
le permettez, je voudrais en tant que Luxembourgeois,
m'associer a` notre colle`gue Guy Larcier pour soutenir
cette proposition de loi qui supprime une discrimination
tout a` fait injustifie´e qui le´sait grandement une institution
dont la compe´tence et le dynamisme sont malheureuse-
ment davantage reconnus a` travers le monde que dans
notre pays.
De heer Danny Pieters (VU&ID) : Mijnheer de voorzitter,
geachte collega's, soms vraag ik me af waartoe een
algemene bespreking in de plenaire vergadering dient.
Alles is toch al gebeurd in de commissie ? Waarom
moeten we daarover hier nog eens onze mening geven ?
Vandaag wordt echter gei¨llustreerd waarom dat wel
zinvol is. Dit voorstel is bij eenparigheid van stemmen
goedgekeurd in de commissie. Ik moet eerlijk toegeven
dat onze fractie een van de twee zittingen heeft gemist,
namelijk de zitting tijdens welke er is gestemd. Een kleine
fractie kan nu eenmaal niet overal bij zijn.
Hier is echter wel iets aan de hand, hoewel niet met de
Faculte´ universitaire luxembourgeoise, die wellicht een
eerbare instelling is. Wel problematisch is het feit dat de
maatregelen die men voorstelt voor het wegwerken van
discriminaties natuurlijk wel een financie¨le impact heb-
ben. Voor de allereerste keer wordt de lijst van universi-
taire instellingen van de wet van 1985 en de wet van
1986 gewijzigd door de toevoeging van een instelling.
Het is de allereerste keer dat zoiets gebeurt. Het gaat
maar over twee personen, zo staat in de tekst. Slechts
twee mensen zouden nu een pensioen krijgen volgens
44
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Danny Pieters
het nieuwe systeem. Ik wil even herinneren aan soortge-
lijke futiele zaken, zoals het cree¨ren van toegevoegde
rechters destijds. Men vond dat toen niet erg, maar
vandaag zitten we met de gebakken peren, als u mij die
uitdrukking vergeeft.
Wat is de grond van de zaak ? Het gaat hier om een
prive´-instelling van derde cyclus alleen, die eerst in haar
geheel werd gesubsidieerd en daarna werd opgenomen
in het universitaire bestel van de Franse Gemeenschap.
Die instelling komt nu` aankloppen. Ik kan me best
inbeelden dat het billijk is die eventueel aan de lijst toe te
voegen. Dat verlangen heeft echter financie¨le conse-
quenties. Hier eist een gemeenschap dat er een federale
maatregel wordt genomen met financie¨le consequenties,
met name het verlagen van de bijdrage, door de RSZ-
bijdrage af te schaffen en een speciaal bijdragestelsel in
te voeren en door anderzijds het betere stelsel van
pensioenen van de openbare sector toe te passen op
deze personen.
Welnu, collega's, ik denk dat zoiets bij de talrijke aspec-
ten kan worden gevoegd waarover binnen de Costa
overleg wordt gepleegd. Aan Vlaamse kant zijn er ook
heel wat discriminaties die op een andere visie van die
Gemeenschap berusten. Ik zie niet in waarom dit puntje
er weer moet worden uitgelicht, om het hier in deze
Kamer apart te regelen via een federale wet, terwijl alle
Vlaamse eisen worden doorgeschoven naar de Costa. Ik
mag dan ook aannemen dat een aantal Vlaamse fracties
onaandachtig is geweest. Het moet toch op een vergis-
sing berusten dat niet alleen de Vlaamse meerderheids-
fracties, maar ook de Vlaamse oppositiefracties dit zo-
maar hebben laten gebeuren ?
Ik vraag dus aan alle Vlaamse fracties om zich hierover
eens te bezinnen, evenwel niet ten gronde. Zou het
echter niet correcter zijn om zowel de verlangens van de
Franstaligen als die van de Nederlandstaligen mee te
nemen naar de Costa ? Moeten we hier dan echt alles ad
hoc oplossen wat enigszins gewenst is voor de Fransta-
ligen, terwijl de Nederlandstaligen naar de Costa worden
verwezen ? Als dat het recept is, dan beloven wij u nog
heel aangename dagen.
De voorzitter : De algemene bespreking is gesloten.
La discussion ge´ne´rale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4)
Nous passons a` la discussion des articles. Le texte
adopte´ par la commission sert de base a` la discussion.
(Rgt 66,4) (405/4)
Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.
La proposition de loi compte 4 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a e´te´ de´pose´.
Les articles 1 a` 4 sont adopte´s article par article.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangeno-
men.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensem-
ble aura lieu ulte´rieurement.
Raad van State
Conseil d'Etat
Bij brief van 23 maart 2000 deelt de eerste voorzitter van
de Raad van State mee dat de algemene vergadering
van die Raad ter openbare zitting van 21 maart 2000,
overeenkomstig artikel 70 van de gecoo¨rdineerde wetten
op de Raad van State, overgegaan is tot het opmaken
van een drievoudige lijst van de kandidaten voorgedra-
gen in het vooruitzicht van de benoeming tot een ambt
van assessor (N) dat vacant is geworden.
Par lettre du 23 mars 2000, le premier pre´sident du
Conseil d'Etat porte a` la connaissance de la Chambre
qu'en son audience publique du 21 mars 2000, l'assem-
ble´e ge´ne´rale de ce Conseil a proce´de´, conforme´ment a`
l'article 70 des lois coordonne´es sur le Conseil d'Etat, a`
l'e´tablissement de la liste triple de candidats, pre´sente´s
en vue de la nomination a` une fonction d'assesseur (N)
devenue vacante.
Werden door de Raad van State voorgedragen, evenwel
zonder eenparigheid van stemmen :
- eerste kandidaat : de heer Guy Schrans, advocaat aan
de Balie te Brussel, buitengewoon hoogleraar aan de
faculteit rechten van de R.U.G. en assessor bij de
afdeling wetgeving van de Raad van State;
- tweede kandidaat : de heer Boudewijn Bouckaert, ge-
woon hoogleraar aan de faculteit rechten van de R.U.G.
en deeltijds hoogleraar aan de K.U.B. en de K.U.L.;
- derde kandidaat : de heer Ludo Cornelis, advocaat aan
de Balie te Brussel, deeltijds hoogleraar aan de faculteit
rechten van de V.U.B.
Ont e´te´ pre´sente´s par le Conseil d'Etat sans unanimite´
toutefois :
HA 50
PLEN 050
45
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
- premier candidat : M. Guy Schrans, avocat au barreau
de Bruxelles, professeur extraordinaire a` la faculte´ de
droit de la R.U.G., assesseur a` la section de le´gislation
du Conseil d'Etat;
- deuxie`me candidat : M. Boudewijn Bouckaert, profes-
seur ordinaire a` la faculte´ de droit de la R.U.G. et
professeur a` temps partiel a` la K.U.B. et a` la K.U.L.;
- troisie`me candidat : M. Ludo Cornelis, avocat au bar-
reau de Bruxelles et professeur a` temps partiel a` la
faculte´ de droit de la V.U.B.
Aangezien de voordracht niet unaniem is, is artikel 70, §
1, lid 7 van de wetten op de Raad van State, gecoo¨rdi-
neerd op 12 januari 1973, zoals gewijzigd door de wet
van 8 september 1997, van toepassing :
Indien er geen
eenparigheid van stemmen is bij een eerste of bij een
nieuwe voordracht naar aanleiding van een weigering,
kunnen de Kamer van volksvertegenwoordigers of de
Senaat beurtelings, binnen een termijn van ten hoogste
dertig dagen vanaf de ontvangst van de mededeling van
deze voordracht, hetzij de door de Raad van State
voorgedragen lijst bevestigen, hetzij een tweede lijst met
drie namen die uitdrukkelijk wordt gemotiveerd, voordra-
gen
.
Etant donne´ que la pre´sentation n'est pas unanime,
l'article 70, § 1er, aline´a 7 des lois sur le Conseil d'Etat,
coordonne´es le 12 janvier 1973, modifie´ par la loi du
8 septembre 1997, est d'application :
En l'absence
d'unanimite´ lors d'une premie`re pre´sentation ou lors
d'une nouvelle pre´sentation a` la suite d'un refus, la
Chambre des repre´sentants ou le Se´nat peuvent alter-
nativement, dans un de´lai ne pouvant de´passer trente
jours a` compter de la re´ception de cette pre´sentation soit
confirmer la liste pre´sente´e par le Conseil d'Etat soit
pre´senter une deuxie`me liste de trois noms qui fait l'objet
d'une motivation formelle
.
Het komt ditmaal aan de Kamer toe over te gaan tot de
voordracht.
Il appartient dans ce cas a` la Chambre de proce´der a` la
pre´sentation.
De termijn waarover de Kamer beschikt om een lijst voor
te dragen of om de lijst te bevestigen verstrijkt op
woensdag 26 april 2000.
Le de´lai dont dispose la Chambre pour pre´senter une
liste ou pour confirmer la liste expire le mercredi 26 avril
2000.
Dit punt wordt verzonden naar de volgende Conferentie
van voorzitters en zal aan de plenaire vergadering van
donderdag 6 april 2000 worden voorgelegd, laatste ple-
naire vergadering voor het verstrijken van de termijn.
Ce point est renvoye´ a` la prochaine Confe´rence des
pre´sidents et sera propose´ a` la se´ance ple´nie`re du jeudi
6 avril 2000, dernie`re se´ance ple´nie`re avant l'expiration
du de´lai.
Inoverwegingneming van voorstellen
Prise en conside´ration de propositions
De voorzitter : Aan de orde is de inoverwegingneming
van een reeks voorstellen waarvan de lijst als bijlage
gaat.
L'ordre du jour appelle la prise en conside´ration d'une
se´rie de propositions dont la liste est reprise en annexe.
Geen bezwaar ? (Nee) De inoverwegingneming is aan-
genomen.
Pas d'observation ? (Non) La prise en conside´ration est
adopte´e.
Urgentieverzoeken
Demandes d'urgence
De heer Tony Van Parys (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
ik vraag het woord voor een urgentieverzoek.
De voorzitter : U hebt het woord, mijnheer Van Parys.
De heer Tony Van Parys (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
het gaat over punt 8, het wetsvoorstel nr. 525/1 tot
aanvulling van artikel 216quater van het Wetboek van
Strafvordering en tot wijziging van artikel 91 van het
Gerechtelijk Wetboek. Dit wetsvoorstel ligt in het ver-
lengde van de bespreking van het wetsontwerp inzake
het snelrecht. De leden van de commissie voor de
Justitie zullen zich herinneren dat wij een amendement
hadden ingediend waarmee wij de korte behandeling-
stermijn van het nieuwe snelrecht mogelijk wilden maken
in de procedure voor verschijning op proces-verbaal, wat
ik het oude snelrecht zou willen noemen. Men heeft in de
commissie toen gezegd akkoord te gaan om dit amen-
dement bij wijze van wetsvoorstel te bespreken. Tevens
ging men akkoord met de spoedbehandeling hiervan.
Ook de minister van Justitie heeft zich in de commissie
daarmee akkoord verklaard. Ik vraag derhalve de spoed-
behandeling op basis van wat in de commissie werd
gezegd door de bevoegde minister en wat onder meer
werd onderschreven door de fractievoorzitter van de
VLD, de heer Coveliers.
46
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
de versie zoals gegeven door de heer Van Parys is juist.
Er is dus geen probleem om dit voorstel zo snel mogelijk
te behandelen. Ik neem wel aan dat de heer Van Parys
ermee akkoord gaat dat dit niet volgende week zal zijn,
maar wel de eerste week na het paasreces.
De heer Tony Van Parys (CVP) : Dan moeten wij het wel
tijdens die week kunnen bespreken, dit vanuit het stand-
punt dat het snelrecht operationeel moet zijn op 1 juni
2000 en dat wij akkoord gaan over dit voorstel.
- Het urgentieverzoek wordt bij instemming aangenomen.
- La demande d'urgence est adopte´e par assentiment.
De heer Fred Erdman (SP) : Mijnheer de voorzitter, ik
vraag het woord voor een urgentieverzoek in verband
met het wetsvoorstel nr. 545/1, houdende een wijziging
van de procedure in Cassatie. Ons land werd voor de
eerste keer veroordeeld in 1991 wegens het niet in
overeenstemming zijn van onze wetgeving met de Euro-
pese voorschriften. Dat was het fameuze arrest Borgers.
Inmiddels zijn er twee nieuwe veroordelingen. De rege-
ring heeft ook reeds een initiatief genomen. Die aanpas-
sing is dus meer dan dringend. Ik vestig uw aandacht
erop dat dit voorstel werd ondertekend door alle fracties.
In die omstandigheden lijkt het mij dat de spoedbehan-
deling zich opdringt.
- Het urgentieverzoek wordt bij instemming aangenomen.
- La demande d'urgence est adopte´e par assentiment.
Rouwhulde
Eloge fune`bre
Le pre´sident (devant l'assemble´e debout/voor de
staande vergadering) : Chers colle`gues, c'est avec grand
regret que nous avons appris le de´ce`s le 19 mars dernier
de M. Gaston Bruyneel, secre´taire ge´ne´ral honoraire de
la Chambre des repre´sentants.
A la fin de la deuxie`me guerre mondiale, a` l'issue d'une
pe´riode qui figure parmi les plus noires de l'histoire de
l'humanite´ et durant laquelle il lutta contre le joug nazi
dans les rangs de la Re´sistance, dans le service des
renseignements Ze´ro, M. Bruyneel entra a` la Chambre
en janvier 1945. Tout au long de sa carrie`re, brillante et
fe´conde, ce fonctionnaire distingue´, courtois et toujours
souriant mit ses compe´tences au service de notre as-
semble´e avec tact et efficacite´. Il fut appele´ aux fonctions
de greffier adjoint de`s 1956 et succe´da a` M. Rene´
Pauwels en janvier 1968, anne´e ou` j'entrais moi-me^me a`
la Chambre.
Vier Kamervoorzitters, met name de heren Achille Van
Acker, Andre´ Dequae, Edmond Leburton en Charles-
Ferdinand Nothomb, prezen zich gelukkig hem als hun
naaste medewerker te mogen beschouwen. Zij waar-
deerden zijn voortdurend streven naar objectiviteit en
onpartijdigheid als ze hem om advies vroegen en geno-
ten van zijn jarenlange ervaring, die borg stond voor de
continui¨teit van de traditie en de gebruiken.
M. Bruyneel exerc¸a e´galement des fonctions au sein de
l'Union interparlementaire, ainsi que celles de secre´taire
ge´ne´ral du Conseil interparlementaire Benelux.
Le 1er juillet 1980, apre`s trente-cinq anne´es de carrie`re
dans notre assemble´e, il prit une retraite bien me´rite´e.
En sa personne, la Chambre perd un grand serviteur du
bien public.
En votre nom, j'ai pre´sente´ a` Mme Bruyneel et a` ses
enfants nos plus vives condole´ances dans le deuil qui les
frappe.
Minister Rik Daems : Mijnheer de voorzitter, de regering
sluit zich aan bij het eerbetoon ten aanzien van de heer
Bruyneel en zal tevens haar deelneming aan de familie
betuigen.
- De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
- La Chambre observe une minute de silence.
Proposition de constitution d'un groupe
d'europromoteurs au sein des commissions
permanentes
Proeve van samenstelling van een Europese
voorhoede in de vaste commissies
Le pre´sident : Chers colle`gues, avant de passer aux
votes, je vous signale qu'afin de valoriser l'interaction
entre les proble`mes europe´ens et notre parlement, le
Comite´ d'avis charge´ des Questions europe´ennes a
de´cide´ de cre´er des
whips europe´ens.
Dat zijn collega's die de band zullen vormen tussen het
Adviescomite´ voor Europese aangelegenheden en de
vaste commissies. Ik citeer de overeenkomst die ik u
voorstel.
Les
nouveaux membres propose´s en tant que whip
europe´en
sont les suivants :
- Affaires e´trange`res : M. Patrick Moriau (PS), membre
effectif de la commission des Relations exte´rieures et
membre effectif du Comite´ d'avis;
HA 50
PLEN 050
47
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
- Finances : Mme Fientje Moerman (VLD), membre ef-
fectif de la commission des Finances et membre effectif
du Comite´ d'avis;
- Sante´ publique : Mme Anne Barzin (PRL FDF MCC),
membre supple´ant de la commission de la Sante´ publi-
que et membre supple´ant du Comite´ d'avis;
- Affaires sociales : M. Hans Bonte (SP), membre effectif
de la commission des Affaires sociales;
- De´fense : M. Arnold Van Aperen (VLD), membre sup-
ple´ant de la commission de la De´fense et membre
supple´ant du Comite´ d'avis;
- Justice : Mme Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO),
membre effectif de la commission de la Justice et mem-
bre effectif du Comite´ d'avis;
- Infrastructure : M. Francis Van den Eynde (Vlaams
Blok), membre effectif de la commission de l'Infrastruc-
ture et membre effectif du Comite´ d'avis;
- Economie : Mme Muriel Gerkens (AGALEV-ECOLO),
membre effectif de la commission de l'Economie et
membre effectif du Comite´ d'avis;
- Inte´rieur : M. Pieter De Crem (CVP), membre effectif de
la commission de l'Inte´rieur et membre supple´ant du
Comite´ d'avis;
- Droit commercial et e´conomique : M. Yves Leterme
(CVP), membre supple´ant de la commission du droit
commercial et e´conomique et membre supple´ant du
Comite´ d'avis.
De
nieuwe Kamerleden die als Europese whip wor-
den voorgesteld zijn de volgende :
- Buitenlandse Zaken : de heer Patrick Moriau (PS), vast
lid van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen
en vast lid van het Adviescomite´;
- Financie¨n : mevrouw Fientje Moerman (VLD), vast lid
van de commissie voor de Financie¨n en vast lid van het
Adviescomite´;
- Volksgezondheid : mevrouw Anne Barzin (PRL FDF
MCC), plaatsvervanger van de commissie voor de Volks-
gezondheid en plaatsvervanger van het Adviescomite´;
- Sociale Zaken : de heer Hans Bonte (SP), vast lid van
de commissie voor de Sociale Zaken;
- Defensie : de heer Arnold Van Aperen (VLD), plaatsver-
vanger van de commissie voor de Landsverdediging en
plaatsvervanger van het Adviescomite´;
-
Justitie :
mevrouw
Fauzaya
Talhaoui
(AGALEV-
ECOLO), vast lid van de commissie voor de Justitie en
vast lid van het Adviescomite´;
- Infrastructuur : de heer Francis Van den Eynde (Vlaams
Blok), vast lid van de commissie voor de Infrastructuur en
vast lid van het Adviescomite´;
- Bedrijfsleven : mevrouw Muriel Gerkens (AGALEV-
ECOLO), vast lid van de commissie voor het Bedrijfsle-
ven en vast lid van het Adviescomite´;
- Binnenlandse Zaken : de heer Pieter De Crem (CVP),
vast lid van de commissie voor de Binnenlandse Zaken
en plaatsvervanger van het Adviescomite´;
- Handels- en economisch recht : de heer Yves Leterme
(CVP), plaatsvervanger van de commissie voor handels-
en economisch recht en plaatsvervanger van het Advies-
comite´.
Indien u daarmee akkoord gaat, zullen dat de vaste leden
zijn.
Deze samenstelling stemt overeen met de proportionele
samenstelling van het Adviescomite´ zelf : VLD : 2; CVP :
2; AGALEV-ECOLO : 2; PS : 1; PRL FDF MCC : 1;
Vlaams Blok : 1 et SP : 1.
Cette composition correspond a` la composition propor-
tionnelle du Comite´ d'avis : VLD : 2; CVP : 2; AGALEV-
ECOLO : 2; PS : 1; PRL FDF MCC : 1; Vlaams Blok : 1 et
SP : 1.
Er is geen bezwaar. Het is afgesproken met de collega's
van de fracties. (Instemming)
Stemmingen
Votes
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van :
- de heer Jean-Pol Poncelet over
de gevolgen van de
vernietiging door de Raad van State van de benoeming
van mevrouw Reynders wegens kennelijke onwettigheid
(nr. 299)
- de heer Bart Laeremans over
de vernietiging van de
benoeming van mevrouw Reynders tot voorzitter van de
rechtbank van eerste aanleg te Luik
(nr. 301)
- de heer Tony Van Parys over
de vernietiging door de
Raad van State van de benoeming van mevrouw Reyn-
ders tot voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te
Luik
(nr. 306)
Motions de´pose´es en conclusion des interpellations de :
- M. Jean-Pol Poncelet sur
les suites de l'annulation de
la nomination de Mme Reynders par le Conseil d'Etat
pour ille´galite´ manifeste
(n° 299)
48
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
- M. Bart Laeremans sur
l'annulation de la nomination de
Mme Reynders en qualite´ de pre´sidente du tribunal de
premie`re instance de Lie`ge
(n° 301)
- M. Tony Van Parys sur
l'annulation par le Conseil d'Etat
de la nomination de Mme Reynders a` la fonction de
pre´sidente du tribunal de premie`re instance de Lie`ge
(n° 306)
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare
vergadering van de commissie voor de Justitie van
21 maart 2000.
Ces interpellations ont e´te´ de´veloppe´es en re´union pu-
blique de la commission de la Justice du 21 mars 2000.
Twee moties werden ingediend (nr. 25/65) :
- een motie van wantrouwen werd ingediend door de
heer Jean-Pol Poncelet;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren
Charles Michel, Claude Desmedt, Hugo Coveliers en
Thierry Giet.
Deux motions ont e´te´ de´pose´es (n° 25/65) :
- une motion de me´fiance a e´te´ de´pose´e par M. Jean-Pol
Poncelet;
- une motion pure et simple a e´te´ de´pose´e par MM. Char-
les Michel, Claude Desmedt, Hugo Coveliers et Thierry
Giet.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang
heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorite´ de droit, je mets
cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ?
M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident,
voici plus de deux mois, j'interpellais M. le ministre de la
Justice sur les raisons qui l'avaient pousse´ a` choisir
comme pre´sident du tribunal de premie`re instance de
Lie`ge une candidate pre´sente´e en second lieu par un
organe politique pluto^t qu'une candidate pre´sente´e pre-
mie`re et de manie`re tre`s nette tant par une autre juridic-
tion que par le Conseil provincial, magistrate qui, pour le
surplus, exerc¸ait la fonction de pre´sident du tribunal ad
interim.
A cette occasion, je constate que j'ai eu raison trop to^t
dans la mesure ou` je me suis inquie´te´ du non-respect du
principe de l'e´galite´ des parties. Les re´ponses du ministre
ne nous avaient pas convaincus. Tout portait a` croire qu'il
avait proce´de´ a` une nomination politique et, le 27 janvier
dernier, nous avons de´pose´ une motion de me´fiance.
Le moins qu'on puisse dire, c'est qu'un trouble certain
e´tait apparu dans la majorite´, car a` l'heure des votes,
11 de´pute´s de la majorite´ se sont abstenus sur la motion
d'ordre du jour pure et simple.
Deux mois plus tard, comme il fallait s'y attendre, le
Conseil d'Etat a rendu un arre^t qui annule la nomination
de Mme Reynders avec une ce´le´rite´ remarquable et
selon une proce´dure re´serve´e aux cas d'ille´galite´ mani-
feste.
Constatant que le plan de gestion a eu une influence
de´terminante sur ladite nomination, le Conseil d'Etat a
conclu :
Dans ces circonstances, il est hors de doute
que Mme Lovens a e´te´ de´favorise´e par rapport a` sa
concurrente en e´tant prive´e de la possibilite´ d'exposer au
ministre des conceptions qui, a` l'e´vidence, avaient em-
porte´ l'adhe´sion de la cour d'appel.
Pour ce qui est des avis colle´giaux, s'il est exact qu'ils
sont tre`s favorables a` Mme Reynders et a` Mme Lovens,
seule cette dernie`re est juge´e en possession de toutes
les qualite´s requises pour remplir les fonctions de chef de
corps.
Vous comprendrez donc que nous attendions avec in-
te´re^t les nouvelles re´ponses que le ministre allait nous
donner. De ce point de vue, c'est a` nouveau la de´ception.
Il n'a pas e´te´ plus convaincant aujourd'hui qu'il y a deux
mois dans ses re´ponses. Il n'e´voque me^me plus, comme
solution, la piste du Conseil supe´rieur de la justice qu'il
avait lance´e dans les me´dias. Nouvel effet d'annonce,
nouvelle de´ception.
Apre`s avoir favorise´ Mme Reynders, en s'obstinant dans
la voie qu'il a choisie, le ministre conforte notre sentiment
qu'il a proce´de´ a` une nomination purement politique et
qu'il n'a pas l'intention de changer d'avis. C'est totale-
ment incompatible avec les choix re´cents qu'il avait
effectue´s et que le le´gislateur a faits et avec la de´clara-
tion gouvernementale.
Au-dela` de l'aspect ne´potique des choses, il ressort de
l'e´volution du dossier que le ministre a mal ge´re´ cette
question. En effet, au-dela` du temps perdu inutilement, la
nomination a cause´ une blessure qui apparai^t profonde
et dont la cicatrisation dans le monde judiciaire sera lente
dans un climat qui n'est pas serein.
Nous avons donc de´pose´ une motion de me´fiance vis-
a`-vis du ministre de la Justice et voterons contre l'ordre
du jour pur et simple.
M. Vincent Decroly (AGALEV-ECOLO) : Monsieur le
pre´sident, chers colle`gues, le gouvernement a e´te´ intro-
nise´ il y a quelques mois et a rec¸u l'aval de la Chambre,
tout en s'engageant de manie`re pre´cise a` de´velopper
une nouvelle culture politique et une plus grande objec-
tivation des nominations qui respecterait les principes de
HA 50
PLEN 050
49
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Vincent Decroly
compe´tence et d'e´galite´ de traitement. Partant, je pense
que ce gouvernement devrait aujourd'hui traduire ses
engagements sur deux plans au moins : d'une part,
cesser de
caporaliser le parlement et de s'abriter ici
derrie`re le paravent ste´rile, stupide et antide´mocratique
des motions pures et simples - ce qui dispenserait alors
probablement M. Poncelet de de´poser des motions qui
s'apparentent au principe de
tuer une mouche avec un
bazooka
; d'autre part, cesser de s'exposer aussi dan-
gereusement - comme cela a eu lieu en l'espe`ce - a` une
condamnation par le Conseil d'Etat et traduire enfin ses
promesses en actes.
En conse´quence, pour ces motifs, je voterai contre cette
motion pure et simple.
De voorzitter : Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 1)
Oui
86
Ja
Non
49
Nee
Abstentions
5
Onthoudingen
Total
140
Totaal
La motion pure et simple est adopte´e. Par conse´quent, la
motion de me´fiance est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt
de motie van wantrouwen.
Raison d'abstention ?
Reden van onthouding ?
Mme Martine Dardenne (AGALEV-ECOLO) : Monsieur
le pre´sident, chers colle`gues, parmi les points d'e´thique
politique auxquels sont particulie`rement attache´s les
e´cologistes, se trouve la question des nominations poli-
tiques ou partisanes. Sachant quel a e´te´ le poids de
certaines pratiques dans le passe´, nous nous rendons
bien compte qu'au-dela` des intentions, il n'est pas e´vi-
dent de mettre en place une nouvelle culture politique et
qu'une telle ta^che exigera un minimum de temps. (Brou-
haha)
Le pre´sident : Chers colle`gues, laissez parler Mme
Dardenne, je vous prie !
Mme Martine Dardenne (AGALEV-ECOLO) : La de´mo-
cratisation et la transparence des pratiques politiques
exigent en effet une vigilance et un combat quotidiens.
Nous nous re´jouissons de ce que des garde-fous exis-
tent, tels le Conseil supe´rieur de la justice - re´cemment
cre´e´ - ou le Conseil d'Etat - instance supre^me garante de
notre syste`me de´mocratique. De`s lors, nous estimons
que la de´cision du Conseil d'Etat se doit d'e^tre respecte´e
et nous ne voulons pas la ramener a` une question de
confiance ou non envers ce gouvernement, ce qui n'en-
gendrerait d'ailleurs qu'une confusion des pouvoirs.
Cela dit, nous voulons ne´anmoins, par un vote diffe´rent
de celui que nous e´mettons d'habitude vis-a`-vis des
motions pures et simples, signifier au gouvernement que
nous attendons de ses ministres qu'ils respectent dans
les faits leurs engagements de de´politisation des orga-
nes publics. Ce signal de´cide´ par mon groupe s'est
exprime´ par un nombre supe´rieur d'abstentions a` ce que
nous faisons d'habitude.
M. Jean-Jacques Viseur (PSC) : J'ai paire´ avec
M. Thierry Giet.
Mevrouw Els Van Weert (VU&ID) : Ik heb een stem-
afspraak met mevrouw Magda De Meyer.
Motions de´pose´es en conclusion des interpellations de :
- Mme Joe¨lle Milquet sur
l'application des lois du
30 juillet 1963 et du 4 aou^t 1963 concernant le re´gime
linguistique dans l'enseignement et sur la de´signation
d'inspecteurs linguistiques
(n° 288)
- M. Olivier Maingain sur
le re´tablissement de l'inspec-
tion linguistique dans l'enseignement
(n° 291)
- M. Francis Van den Eynde sur
la de´signation d'inspec-
teurs linguistiques pour les e´coles francophones des
communes flamandes de la pe´riphe´rie de Bruxelles
(n° 307)
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van :
- mevrouw Joe¨lle Milquet over
de toepassing van de
wetten van 30 juli 1963 en 4 augustus 1963 houdende
taalregeling in het onderwijs en over de aanwijzing van
taalinspecteurs
(nr. 288)
- de heer Olivier Maingain over
de wederinvoering van
de taalinspectie in het onderwijs
(nr. 291)
- de heer Francis Van den Eynde over
de aanstelling van
taalinspecteurs voor de Franstalige scholen in de
Vlaamse randgemeenten (nr. 307)
Ces interpellations ont e´te´ de´veloppe´es en re´union pu-
blique de la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions scientifiques
et culturelles nationales, des Classes moyennes et de
l'Agriculture du 21 mars 2000.
50
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Els Van Weert
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare
vergadering van de commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale weten-
schappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en
de Landbouw van 21 maart 2000.
Trois motions ont e´te´ de´pose´es (n° 25/64) :
- une motion de me´fiance a e´te´ de´pose´e par Mme Joe¨lle
Milquet;
- une motion de recommandation a e´te´ de´pose´e par
M. Francis Van den Eynde;
- une motion pure et simple a e´te´ de´pose´e par Mme Anne
Barzin et MM. Philippe Collard, Bruno Van Grootenbrulle,
Henk Verlinde et Jean-Pierre Viseur.
Drie moties werden ingediend (nr. 25/64) :
- een motie van wantrouwen werd ingediend door me-
vrouw Joe¨lle Milquet;
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Francis Van den Eynde;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw
Anne Barzin en de heren Philippe Collard, Bruno Van
Grootenbrulle, Henk Verlinde en Jean-Pierre Viseur.
La motion pure et simple ayant la priorite´ de droit, je mets
cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang
heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : Monsieur le pre´sident, notre
motion est justifie´e par les principes suivants.
1) Nous le savions de´ja` mais cela nous a e´te´ confirme´
par le ministre : ce qui se passe provient notamment des
accords de la Saint-Eloi, nous ne pouvons que constater
que derrie`re la notion de ramassage concurrentiel, il y a
bien eu un marchandage, consenti par les francophones,
du droit des enfants et du libre choix des parents, et nous
ne pouvons que le de´plorer.
2) Malgre´ les grandes de´clarations sur le climat de
pacification communautaire, nous constatons que le fait
de de´signer a` nouveau ces inspecteurs porte une fa-
meuse atteinte a` un climat qui n'existe que dans les
mots. Il suffit de voir les re´actions et les de´cisions
politiques pour s'en rendre compte.
3) Cette de´cision de re´activation de la de´signation d'ins-
pecteurs linguistiques est totalement contraire a` la notion
de libre choix puisque de´sormais, une inspection ira
ve´rifier le respect effectif de l'interdiction faite a` quelqu'un
qui habite Beersel, par exemple, d'inscrire son enfant
dans une e´cole francophone a` Linkebeek, ou a` celui qui
habite La Hulpe d'inscrire son enfant dans une e´cole
ne´erlandophone a` Bruxelles, etc.
4) C'est aussi totalement contraire a` la notion de bilin-
guisme, de respect de l'autre et de sa langue, que nous
essayons e´galement de promouvoir.
5) Enfin et surtout, loin d'e^tre une matie`re communau-
taire, c'est avant tout une atteinte a` la vie prive´e. Lorsque
l'on ne fait que parler des droits de l'enfant et qu'en
me^me temps, on en arrive a` devoir organiser dans un
pays des contro^les visant a` ve´rifier aupre`s de l'enfant la
ve´racite´ de la de´claration de ses parents et qu'en plus,
quand on constate une divergence, l'enfant est expulse´
de l'e´cole, on se demande vraiment dans quel pays l'on
vit.
C'est pourquoi nous avons de´pose´ cette motion. Par
ailleurs, nous de´posons une proposition de loi visant a`
mettre un terme a` cette discrimination.
De heer Francis Van den Eynde (Vlaams Blok) : Mijn-
heer de voorzitter, allereerst wil ik de aandacht van de
collega's - in het bijzonder van de Vlaamse - vestigen op
de eigenaardige wijze waarop dit debat heeft plaatsge-
vonden in de commissie. De PSC - het partijtje aan mijn
linkerzijde - heeft een motie van wantrouwen ingediend
omdat de regering een schuchtere poging deed om
eindelijk opnieuw de wet toe te passen door over te gaan
tot de benoeming van taalinspecteurs. Zelfs als echte
oppositiepartij was het mij onmogelijk om daarin de PSC
te volgen.
Bovendien
vond
een
vertegenwoordiger
van
het
PRL FDF MCC, een meerderheidspartij, het nodig in het
openbaar te zeggen - u kan het in de Handelingen
lezen - dat het kiezen voor Nederlandstalig onderwijs
bedenkelijk is op pedagogisch vlak. Deze uitspraak komt
van mensen die beweren het monopolie op de democra-
tie en op de strijd tegen het racisme te hebben. In de
gegeven omstandigheden kan ik niet anders dan op zijn
minst de Vlaamse collega's ertoe oproepen eindelijk
komaf te maken met die waanzinnige faciliteiten, die
sinds jaren alleen maar zorgen voor communautaire
heibel, telkens opnieuw, en die tot hier toe niets hebben
opgebracht, zeker niet de aanpassing van de Franstalige
immigranten in Vlaanderen. Daarom verzoek ik vooral
die Vlaamse partijen die geregeld durven beweren dat ze
tegen faciliteiten zijn, tegen de eenvoudige motie te
stemmen.
M. Olivier Maingain (PRL FDF MCC) : Monsieur le
pre´sident, le Moniteur belge du 29 juillet 1997 - j'insiste
sur cette date - publiait deux arre^te´s royaux : un arre^te´
royal de´terminant le fonctionnement de l'inspection lin-
guistique en matie`re d'enseignement et un arre^te´ royal
re´glant la carrie`re des inspecteurs linguistiques.
HA 50
PLEN 050
51
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Olivier Maingain
C'est donc le pre´ce´dent gouvernement qui a relance´
l'oeuvre de l'inspection linguistique dans l'enseignement
en pe´riphe´rie de Bruxelles. C'est du^ment informe´s de
cette menace que nous avons veille´, lors de la conclusion
des accords de la Saint-Eloi, a` faire inscrire explicitement
dans le texte de l'accord cette phrase :
Sans porter
atteinte a` la liberte´ de choix des parents, les commu-
naute´s s'engagent a` conclure un accord de coope´ration
visant a` assurer le contro^le de l'application de la loi du
30 juillet 1963 relative a` l'utilisation des langues dans
l'enseignement
.
Le ministre Demotte a eu l'occasion de dire, sur les
antennes de la RTBF, a` la fin du mois de fe´vrier - le
29 fe´vrier si je ne me trompe -, qu'il veillerait a` ce qu'en
aucun cas, l'inspection linguistique ne soit mise en
oeuvre aussi longtemps que l'accord de coope´ration ne
serait pas conclu. Nous avons appris qu'entre-temps,
l'administration avait visiblement de´borde´ les instructions
ou en tout cas les engagements pris par le ministre.
La fe´de´ration PRL FDF MCC restera fide`le a` l'accord
conclu lors de la Saint-Eloi et entend pre´server le prin-
cipe de la liberte´ de choix des parents, quelles que soient
par ailleurs les dispositions le´gales ou les pratiques
mises en oeuvre a` une certaine e´poque car, dans cette
affaire, ce qui importe, c'est que notre pays se mette au
diapason des normes europe´ennes, de la jurisprudence
de la Cour de justice des communaute´s europe´ennes et
qu'en aucun cas, on ne prenne des mesures qui rappel-
lent une sinistre e´poque, puisque c'est particulie`rement
sous l'occupation que l'inspection linguistique dans l'en-
seignement a connu ses moments les plus sinistres.
En conse´quence, pour inviter le ministre a` faire preuve
de vigilance, certains membres de notre groupe s'abs-
tiendront.
Mevrouw Simonne Creyf (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
sta mij toe de heer Maingain eraan te herinneren dat de
vrijheid van het gezinshoofd is ingesteld voor Brussel,
maar niet voor de randgemeenten.
De voorzitter : Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 2)
Oui
81
Ja
Non
46
Nee
Abstentions
13
Onthoudingen
Total
140
Totaal
La motion pure et simple est adopte´e. Par conse´quent,
les motions de me´fiance et de recommandation sont
caduques.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg verval-
len de moties van wantrouwen en van aanbeveling.
Raison d'abstention ?
M. Andre´ Smets (PSC) : Monsieur le pre´sident, il n'y a
pas de germanophones en se´ance, mais il y a des
francophones qui connaissent tre`s bien les proble`mes
dans la re´gion de Welkenraedt-Gemmenich, la re´gion
des trois frontie`res, ou` nous connaissons une richesse
exceptionnelle par cet e´change libre sur le plan linguis-
tique entre communaute´s francophone et germano-
phone. Nous sommes tre`s fiers de dire que dans nos
e´coles, tant du co^te´ d'Eupen que de celui de Welken-
raedt, il y a maintenant des cours par immersion en
franc¸ais et en allemand. Je tenais a` apporter le te´moi-
gnage de cette richesse culturelle et linguistique.
Motions de´pose´es en conclusion de l'interpellation de
M. Francis Van den Eynde sur
la distribution de publi-
cations par La Poste
(n° 312)
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de
heer Francis Van den Eynde over
de ronddeling van
publicaties door De Post
(nr. 312)
Cette interpellation a e´te´ de´veloppe´e en re´union publique
de la commission de l'Infrastructure, des Communica-
tions et des Entreprises publiques du 21 mars 2000.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare verga-
dering van de commissie voor de Infrastructuur, het
Verkeer en de Overheidsbedrijven van 21 maart 2000.
Deux motions ont e´te´ de´pose´es (n° 25/62) :
- une motion de recommandation a e´te´ de´pose´e par
M. Francis Van den Eynde;
- une motion pure et simple a e´te´ de´pose´e par Mmes
Marie-The´re`se Coenen et Pierrette Cahay-Andre´ et
MM. Jean Depreter, Olivier Chastel, Lode Vanoost, Daan
Schalck, Marcel Bartholomeeussen et Hugo Philtjens.
Twee moties werden ingediend (nr. 25/62) :
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Francis Van den Eynde;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames
Marie-The´re`se Coenen en Pierrette Cahay-Andre´ en de
heren Jean Depreter, Olivier Chastel, Lode Vanoost,
Daan Schalck, Marcel Bartholomeeussen en Hugo Phil-
tjens.
La motion pure et simple ayant la priorite´ de droit, je mets
cette motion aux voix.
52
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Andre´ Smets
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang
heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
(Nee)
Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 3)
Oui
90
Ja
Non
47
Nee
Abstentions
2
Onthoudingen
Total
139
Totaal
La motion pure et simple est adopte´e. Par conse´quent, la
motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt
de motie van aanbeveling.
Motions de´pose´es en conclusion de l'interpellation de
M. Guido Tastenhoye sur
la cabale internationale inad-
missible contre le secteur du diamant anversois
(n° 308)
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de
heer Guido Tastenhoye over
de ontoelaatbare interna-
tionale
hetze
tegen
de Antwerpse
diamantsector
(nr. 308)
Cette interpellation a e´te´ de´veloppe´e en re´union publique
de la commission des Relations exte´rieures du 21 mars
2000.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare verga-
dering van de commissie voor de Buitenlandse Betrek-
kingen van 21 maart 2000.
Deux motions ont e´te´ de´pose´es (n° 25/63) :
- une motion de recommandation a e´te´ de´pose´e par
MM. Guido Tastenhoye et Francis Van den Eynde; - une
deuxie`me motion de recommandation a e´te´ de´pose´e par
M. Jacques Lefevre : cette motion est irrecevable dans la
mesure ou` elle propose la cre´ation d'un groupe de travail
au sein de la Chambre des repre´sentants;
- une motion pure et simple a e´te´ de´pose´e par Mmes
Leen Laenens et Claudine Drion et MM. Daniel Bacque-
laine et Dirk Van der Maelen.
Twee moties werden ingediend (nr. 25/63) :
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Guido Tastenhoye en Francis Van den Eynde;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Jacques Lefevre : deze motie is onontvankelijk
daar zij de oprichting van een werkgroep binnen de
Kamer van volksvertegenwoordigers voorstelt;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames
Leen Laenens en Claudine Drion en de heren Daniel
Bacquelaine en Dirk Van der Maelen.
La motion pure et simple ayant la priorite´ de droit, je mets
cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang
heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
(Nee)
Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 4)
Oui
89
Ja
Non
46
Nee
Abstentions
2
Onthoudingen
Total
137
Totaal
La motion pure et simple est adopte´e. Par conse´quent, la
motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt
de motie van aanbeveling.
Motions de´pose´es en conclusion des interpellations de :
- M. Geert Bourgeois sur
la composition des huit cham-
bres de la commission de Re´gularisation
(n° 303)
- M. Gerolf Annemans sur
la composition politique des
futures chambres de la commission de Re´gularisation
(n° 304)
- M. Tony Van Parys sur
la nomination des membres des
chambres de la commission de Re´gularisation
(n° 305)
- M. Jean-Pol Poncelet sur
l'appartenance politique des
membres des chambres de la commission de Re´gulari-
sation
(n° 318)
HA 50
PLEN 050
53
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Andre´ Smets
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van :
- de heer Geert Bourgeois over
de samenstelling van de
acht kamers van de commissie voor de Regularisatie
(nr. 303)
- de heer Gerolf Annemans over
de partijpolitieke sa-
menstelling van de te vormen kamers van de commissie
voor de Regularisatie
(nr. 304)
- de heer Tony Van Parys over
de benoeming van de
leden van de kamers van de commissie voor de Regu-
larisatie
(nr. 305)
- de heer Jean-Pol Poncelet over
de politieke kleur van
de leden van de kamers van de commissie voor de
Regularisatie
(nr. 318)
Ces interpellations ont e´te´ de´veloppe´es en re´union pu-
blique de la commission de l'Inte´rieur, des Affaires ge´ne´-
rales et de la Fonction publique du 22 mars 2000.
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare
vergadering van de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van
22 maart 2000.
Trois motions ont e´te´ de´pose´es (n° 25/67) :
- une motion de me´fiance a e´te´ de´pose´e par MM. Jean-
Pol Poncelet, Geert Bourgeois et Tony Van Parys;
- une motion de recommandation a e´te´ de´pose´e par
MM. Gerolf Annemans et Guido Tastenhoye;
- une motion pure et simple a e´te´ de´pose´e par Mmes Ma-
rilou Vanden Poel-Welkenhuysen et Kristien Grauwels et
MM. Franc¸ois-Xavier de Donne´a, Andre´ Fre´de´ric, Jan
Peeters et Denis D'hondt.
Drie moties werden ingediend (nr. 25/67) :
- een motie van wantrouwen werd ingediend door de
heren Jean-Pol Poncelet, Geert Bourgeois en Tony Van
Parys;
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Gerolf Annemans en Guido Tastenhoye;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames
Marilou Vanden Poel-Welkenhuysen en Kristien Grauw-
els en de heren Franc¸ois-Xavier de Donne´a, Andre´
Fre´de´ric, Jan Peeters en Denis D'hondt.
La motion pure et simple ayant la priorite´ de droit, je mets
cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang
heeft, breng ik deze motie in stemming.
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ?
De heer Geert Bourgeois (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, ik heb daarstraks met heel veel aandacht naar
collega Decroly geluisterd, die zich openlijk distantieerde
van het benoemingsbeleid van deze regering, althans
van de minister van Justitie. Terecht.
Het gaat niet alleen over de benoeming van de zus van
minister Reynders. Ook de benoemingen in het notariaat
zijn een voorbeeld. Telkens moet de Raad van State, het
hoogste administratieve rechtscollege, ingrijpen.
Ik heb ook met veel aandacht naar mevrouw Dardenne
geluisterd. Ze verklaarde dat men de nieuwe politieke
cultuur niet meteen kan realiseren. Daar zou tijd voor
nodig zijn. Ik wil er we`l even op wijzen, collega's, dat die
vernieuwing bij de voorstelling van uw regeerakkoord
e´e´n van uw vlaggenschepen was. U zou het vertrouwen
van de bevolking herstellen. Er zou een nieuwe politieke
cultuur en depolitisering komen, teneinde de burger
opnieuw geloof in de instellingen te geven.
Mevrouw Dardenne, ik heb uw geloofsbelijdenis in de
Raad van State aanhoord. Ik neem aan dat u afstand
neemt van de uiterst populistische verklaringen van de
heer Lozie, die de Raad van State bijna naar de verdoe-
menis wenste. Ik neem aan, mevrouw Dardenne, mijn-
heer Tavernier, dat u bij deze motie zult meestemmen
met de oppositie en dat u zich op die manier zult
distantie¨ren van de benoemingen in de acht kamers van
de Regularisatiecommissie, waarbij aan Franstalige kant
niet werd geaarzeld om naast de namen van de kandi-
daten de politieke obedie¨ntie te vermelden. Als ik me niet
vergis, zijn er 16 PS, 16 PRL en 8 ECOLO mensen
aangeduid. Wees een klein beetje consequent, alstu-
blieft.
Mijnheer de minister, ik denk dat er inzake depolitisering
stilaan een probleem van geloofwaardigheid ontstaat
voor de VLD en voor deze regering.
M. Jean-Pol Poncelet (PSC) : Monsieur le pre´sident,
tout a` l'heure s'agissant de Mme Reynders, M. Decroly
parlait de mouche; je pense qu'on peut e´voquer mainte-
nant un essaim de frelons !
A ma question de savoir si l'appartenance politique des
magistrats et des avocats avait joue´ un ro^le dans la
de´signation des membres des chambres de la Commis-
sion de re´gularisation, le ministre de l'Inte´rieur a re´pondu
que
les candidats a` la Commission de re´gularisation ont
e´te´ de´signe´s pour leurs compe´tences et be´ne´ficient de la
confiance du Conseil des ministres qui en a de´libe´re´
. Il
ajoute, oserais-je dire la main sur le coeur :
Je ne puis
vous dire quelle est la couleur des magistrats membres
de la commission
.
54
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Pol Poncelet
Monsieur le ministre, je vais vous rafrai^chir la me´moire :
la voila`, cette liste, elle e´tait explicitement mentionne´e sur
le document distribue´ a` tous les membres du gouverne-
ment. Je puis dire a` nos amis e´cologistes qu'ils ont leur
part puisqu'ils y ont e´galement des noms.
A nouveau, le ministre et le gouvernement font le
contraire de ce qu'ils disent. Le ministre nous a menti
dans la mesure ou` il connaissait la couleur politique de
chaque candidat puisqu'il l'avait lui-me^me pre´sente´e
dans la note au Conseil des ministres.
Le dernier e´pisode se passe maintenant : le ministre de
la Justice, parai^t-il, a des e´tats d'a^me, un sursaut de
conscience sans doute, pour marquer son accord sur ce
projet d'arre^te´ royal qui ne serait toujours pas signe´.
Rappelons-nous la campagne e´lectorale, rappelons-
nous les tracts du PRL, la de´politisation, le pacte de
non-politisation. A chaque occasion, la majorite´ est prise
en flagrant de´lit de politisation des nominations. Apre`s
Mme Reynders a` Lie`ge, apre`s le SPR transforme´ sans
base juridique et qui rend a` chaque ministre le droit de
choisir qui il veut, nous de´nonc¸ons cette manie`re de
proce´der et nous avons d'ailleurs de´pose´ une motion de
de´fiance.
De heer Francis Van den Eynde (Vlaams Blok) : Mijn-
heer de voorzitter, ik heb met verwondering geluisterd
naar het schuchter protest van de groenen met betrek-
king tot de politieke benoeming van de zuster van de
minister van Financie¨n. Ik heb de groenen pseudo-stoer
zien doen. De twee fractieleiders onthouden zich - een
beetje hypocriet - en de rest van de groene fracties keurt
de eenvoudige motie goed.
Mijnheer de voorzitter, die stemming had betrekking op
een politieke benoeming die - zo hoop ik - alleen
nepo-
tistisch
was.
In deze stemming gaat het over politieke benoemingen
die veel verder strekken. Het gaat over politieke benoe-
mingen van mensen die niet alleen aangesteld worden
omdat de regeringspartijen hen graag benoemen maar
vooral omdat ze de regeringspolitiek, de politiek van het
regime moeten toepassen, in casu maximaal moeten
regulariseren. Dit is een veel perversere vorm van poli-
tieke benoeming.
Als de groenen nog een klein beetje eergevoel hebben,
zullen ze bij deze stemming massaler moeten tegen
stemmen. Zo niet, zullen de groenen rood worden, niet
van linkse sympathiee¨n maar van schaamte.
De voorzitter : Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 5)
Oui
81
Ja
Non
47
Nee
Abstentions
10
Onthoudingen
Total
138
Totaal
La motion pure et simple est adopte´e. Par conse´quent,
les motions de me´fiance et de recommandation sont
caduques.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg verval-
len de moties van wantrouwen en van aanbeveling.
Raison d'abstention ?
M. Charles Janssens (PS) : J'ai paire´ avec M. Vincent
Decroly.
Le pre´sident : Monsieur Janssens, quand j'e´tais jeune
universitaire, j'ai e´crit un article sur le pairage dans
Res
Publica
. Vous le lirez avec grand soin.
M. Franc¸ois Dufour (PS) : Monsieur le pre´sident, chers
colle`gues, toutes ces interventions m'interpellent. Je me
suis abstenu car je ne suis pas su^r de pouvoir voter la
confiance au gouvernement. Je finirai par croire que celui
qui a aujourd'hui des sentiments politiques affirme´s dans
un monde qui se de´politise depuis vingt ans, doit e^tre
conside´re´ comme un exclu de la socie´te´. Pendant la
guerre, on a connu des gens exclus de la socie´te´. A
pre´sent, a` vous entendre, messieurs, il ne sera biento^t
plus possible d'affirmer sa couleur politique. Il faudra des
anarchistes sans parti politique. C'est sans doute ceux-la`
que vous nommerez demain. Franchement, vous, mes-
sieurs du PSC et du CVP qui avez conquis la magistra-
ture a` 90%, vous avez un culot monstre de parler
aujourd'hui de de´politisation !
Motions de´pose´es en conclusion des interpellations de :
- Mme Greta D'Hondt sur
la politique de l'emploi et les
emplois d'insertion professionnelle
(n° 302)
- M. Guy D'haeseleer sur
l'application du plan Rosetta
en Flandre
(n° 314)
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van :
- mevrouw Greta D'Hondt over
het tewerkstellingsbeleid
en de startbanen
(nr. 302)
- de heer Guy D'haeseleer over
de toepassing van het
Rosetta-plan in Vlaanderen
(nr. 314)
Ces interpellations ont e´te´ de´veloppe´es en re´union pu-
blique de la commission des Affaires sociales du 22 mars
2000.
HA 50
PLEN 050
55
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Franc¸ois Dufour
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare
vergadering van de commissie voor de Sociale Zaken
van 22 maart 2000.
Deux motions ont e´te´ de´pose´es (n° 25/66) :
- une motion de recommandation a e´te´ de´pose´e par
MM. Guy D'haeseleer et Koen Bultinck;
- une motion pure et simple a e´te´ de´pose´e par Mme
Pierrette Cahay-Andre´ et MM. Hans Bonte, Jean-Marc
Delize´e et Joos Wauters.
Twee moties werden ingediend (nr. 25/66) :
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Guy D'haeseleer en Koen Bultinck;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw
Pierrette Cahay-Andre´ en de heren Hans Bonte, Jean-
Marc Delize´e en Joos Wauters.
La motion pure et simple ayant la priorite´ de droit, je mets
cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang
heeft, breng ik deze motie in stemming.
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ?
De heer Guy D'haeseleer (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, het verhaal van de startbanen is van bij de
lancering door de minister van Werkgelegenheid voor
Vlaanderen een triestig verhaal geweest. Het Vlaams
Blok heeft van bij het begin gezegd dat dit plan eigenlijk
geen banenplan was, maar een Walenplan omdat het
tegemoet kwam aan de noden van de arbeidsmarkt in
Wallonie¨. Het was helemaal niet toepasbaar in Vlaande-
ren waar de situatie op de arbeidsmarkt andere oplos-
singen vereist.
In dit dossier was ook de koppigheid waarmee de minis-
ter haar plan wou doorduwen, sprekend. Ze heeft gedu-
rende het hele proces geen oren gehad naar de verzuch-
tingen en terechte noodkreten vanuit Vlaanderen in dit
dossier. Op die manier boycot ze niet alleen het Belgisch
tewerkstellingsbeleid, dus met hoofdzakelijk Vlaams geld
gefinancierde oplossingen voor Waalse problemen vin-
den, maar door haar dirigistische manier van optreden
boycot ze eigenlijk ook een efficie¨nt tewerkstellingsbeleid
in Vlaanderen.
Het is voor Vlaanderen zielig om te moeten vaststellen
dat tot op de dag van vandaag de Vlaamse regering en
de sociale partners op hun kniee¨n hebben moeten krui-
pen om toch enigszins tegemoet te komen aan de
terechte verzuchtingen en opmerkingen vanuit Vlaande-
ren.
Dit dossier bewijst nog maar eens dat er maar e´e´n
oplossing is om in Vlaanderen een efficie¨nt tewerkstel-
lingsbeleid te voeren dat afgestemd is op de noden van
de arbeidsmarkt en dat is een overheveling van alle
bevoegdheden inzake tewerkstelling naar de gewesten.
Vandaar deze motie.
Mevrouw Greta D'Hondt (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
collega's, van bij de eerste bespreking van het wetsont-
werp hebben wij er de minister en de collega's in de
commissie voor de Sociale Zaken op gewezen dat dit
wetsontwerp op de startbanen - dat eigenlijk het
koninginnenstuk
moest
worden
van
het
werkgelegenheidsbeleid en waarvoor de collega's van de
SP blij waren dat zij van de CVP vanaf waren - perfect en
veel beter kon gerealiseerd worden via een uitzuivering
en een actualisering van de stages.
Wij hebben een aantal opmerkingen ten gronde gemaakt
waarmee de huidige wet van 24 december en de nu nog
in ontwerp zijnde uitvoeringsbesluiten rekening hebben
moeten houden. Ik nodig de collega's uit. U moet bij deze
startbanen reeds een heel zwaar vergrootglas hebben
om de verschillen nog te merken met de oorspronkelijke
stages. Die verschillen konden perfect ingepast worden
in een bestaande wetgeving. Erger nog, op het ogenblik
dat deze startbanen oorspronkelijk reeds gedurende drie
maanden van kracht moesten zijn, hebben wij nu, op de
vooravond van 1 april, na alle omzwervingen en afspra-
ken met de gemeenschappen, nog geen uitvoerings-
besluiten. Zelfs de werkgevers met goede intenties kun-
nen niet vanaf morgen starten met de aanwerving van de
beoogde jongeren. Van snel en efficie¨nt en van ver-
nieuwde politiek gesproken ! Dit is een van de school-
voorbeelden die de annalen van dit parlement zullen
halen !
De voorzitter : Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 6)
Oui
86
Ja
Non
47
Nee
Abstentions
3
Onthoudingen
Total
136
Totaal
La motion pure et simple est adopte´e. Par conse´quent, la
motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt
de motie van aanbeveling.
56
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Motions de´pose´es en conclusion des interpellations de :
- M. Hans Bonte sur
la distinction entre le statut d'ouvrier
et le statut d'employe´
(n° 309)
- M. Guy D'haeseleer sur
l'harmonisation des statuts
d'ouvrier et d'employe´
(n° 315)
- M. Filip Anthuenis sur
l'harmonisation des statuts des
ouvriers et des employe´s
(n° 322)
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van :
- de heer Hans Bonte over
het onderscheid tussen het
arbeiders- en bediendestatuut
(nr. 309)
- de heer Guy D'haeseleer over
de harmonisering van
het arbeiders- en bediendestatuut
(nr. 315)
- de heer Filip Anthuenis over
de gelijkschakeling tussen
arbeiders en bedienden
(nr. 322)
Ces interpellations ont e´te´ de´veloppe´es en re´union pu-
blique de la commission des Affaires sociales du
22 mars 2000.
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare
vergadering van de commissie voor de Sociale Zaken
van 22 maart 2000.
Deux motions de recommandation ont e´te´ de´pose´es
dans l'ordre chronologique suivant (n° 25/68) :
- une motion de recommandation a e´te´ de´pose´e par Mme
Pierrette Cahay-Andre´ et MM. Hans Bonte, Filip Anthue-
nis, Paul Timmermans, Jean-Marc Delize´e et Joos Wau-
ters;
- une deuxie`me motion de recommandation a e´te´ de´-
pose´e par MM. Guy D'haeseleer et Koen Bultinck.
Twee moties van aanbeveling werden in de volgende
chronologische orde ingediend (nr. 25/68) :
- een motie van aanbeveling werd ingediend door me-
vrouw Pierrette Cahay-Andre´ en de heren Hans Bonte,
Filip Anthuenis, Paul Timmermans, Jean-Marc Delize´e
en Joos Wauters;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door
de heren Guy D'haeseleer en Koen Bultinck.
Si plusieurs motions de recommandation portent sur le
me^me objet, celles de´pose´es par des interpellateurs ont,
lors du vote, la priorite´ de droit sur celles de´pose´es par
d'autres membres. L'ordre du vote est, pour chacune de
ces deux cate´gories de motions, de´termine´ par l'ordre
dans lequel celles-ci ont e´te´ de´pose´es.
Zijn er verscheidene moties van aanbeveling over het-
zelfde onderwerp ingediend, dan hebben de moties
ingediend door interpellanten bij de stemming van rechts-
wege voorrang op de moties ingediend door andere
leden. Binnen elk van beide categoriee¨n wordt de volg-
orde van stemming bepaald door de volgorde van indie-
ning.
Les interpellateurs ont tous de´pose´ une motion.
De interpellanten hebben allen een motie ingediend.
Je mets donc aux voix la motion de recommandation de
Mme Pierrette Cahay-Andre´ et MM. Hans Bonte, Filip
Anthuenis, Paul Timmermans, Jean-Marc Delize´e et
Joos Wauters.
Ik breng dus de motie van aanbeveling van mevrouw
Pierrette Cahay-Andre´ en de heren Hans Bonte, Filip
Anthuenis, Paul Timmermans, Jean-Marc Delize´e en
Joos Wauters in stemming.
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ?
De heer Hans Bonte (SP) : Mijnheer de voorzitter,
geacht regeringslid, geachte collega's, de regering krijgt
er een serieus engagement bij, tenminste als onze motie
wordt goedgekeurd. De motie vermeldt dat de regering
onmiddellijk overleg dient op te starten met de sociale
gesprekspartners teneinde na te gaan hoe het strakke
onderscheid
tussen
het
arbeidersstatuut
en
het
bediendenstatuut zal worden weggewerkt. De motie be-
paalt ook dat dringend en in overleg met de sociale
gesprekspartners een methodiek en een kalender dient
te worden vastgelegd om te bepalen op welke wijze en
tegen welke datum dit onderscheid weggewerkt moet
zijn.
Ik denk dat dit engagement belangrijk is en wel om twee
redenen. Ten eerste, de tekst van deze motie is veel
preciezer en verregaander dan datgene wat de rege-
ringspartijen waren overeengekomen en in het regeerak-
koord hadden ingeschreven. Een tweede reden heeft te
maken met de nieuwe politieke cultuur. Het is nog niet
vaak gebeurd dat een parlement duidelijke opdrachten
meegeeft aan de regering en het is datgene wat vandaag
staat te gebeuren.
Ik wil tot slot duidelijk zeggen waar volgens de SP in dit
dossier de klemtonen liggen. Het is duidelijk dat het
bestaande
onderscheid
tussen
het
arbeiders-
en
bediendenstatuut ruikt naar willekeur en onrechtvaardig-
heid en het is inderdaad totaal uit de tijd. Het lijkt ons dan
HA 50
PLEN 050
57
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Hans Bonte
ook evident dat de convergentie moet worden gezocht in
de verbetering van het statuut van de arbeiders, want tot
vandaag de dag is het zo dat onze Belgische arbeiders
tot de zwakst beschermde van de Europese Unie beho-
ren.
Mevrouw Greta D'Hondt (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
de CVP-fractie heeft u op 14 maart een brief gestuurd
met het vriendelijke verzoek om binnen de commissie
voor de Sociale Zaken een subcommissie op te richten.
Heel dit parlement voelde zich aangesproken - en dat
blijkt ook uit de moties - door de oproep van een aantal
academici om stappen te ondernemen, meer concrete en
snellere stappen, tot harmonisering van de statuten van
arbeiders en bedienden. U hebt ons, mijnheer de voor-
zitter, conform het Reglement, verwezen naar de com-
missie voor de Sociale Zaken, teneinde daar deze vraag
te beslechten.
In de commissie voor de Sociale Zaken heeft de meer-
derheid het voorstel tot oprichting van een subcommissie
weggestemd, omdat zij, blijkbaar, deze motie van aan-
beveling reeds afdoende vond. Ik wil aan de indieners
van de meerderheid vragen hoeveel concreter hun motie
van aanbeveling is in vergelijking met die ene, vage zin
dat het regeerakkoord wijdt aan het statuut van de
arbeiders en bedienden.
Mijnheer de voorzitter, onze vraag tot oprichting van een
subcommissie had tot doel het parlement de kans te
geven, over meerderheid en oppositie heen, deze pro-
blematiek grondig uit te spitten, om zo voorstellen te
kunnen formuleren die meer zouden zijn geweest dan
een vlug wetsvoorstel.
Mijnheer de voorzitter, het moet mij en mijn fractie toch
van het hart dat, wanneer men onze vraag tot de
oprichting van een subcommissie wegstemt en deze
motie neerlegt, men daarmee de regering en de sociale
gesprekspartners dringend verzoekt het onderscheid
weg te werken en een methodiek uit te werken. Dit
betekent, noch meer, noch minder, mijnheer de voorzit-
ter, dat het parlement, dat wij via de subcommissie in het
werk wilden betrekken, eigenlijk geen rol meer te spelen
heeft. De regering en de sociale partners zullen het werk
wel doen en wij zullen dan bij gelegenheid wel stemmen.
Ik vind dat wij als volksvertegenwoordiging, over meer-
derheid en oppositie heen, in dit belangrijk dossier,
waarover de OESO terecht haar bedenkingen heeft, een
rol te spelen hadden.
Collega's,
de deux choses l'une, zegt men in het Frans.
Als de meerderheid de intentie heeft het werk over te
laten aan de regering en de sociale partners - en
iedereen kent mijn respect voor de sociale partners - dan
moet de meerderheid maar stoppen met het indienen van
gefragmenteerde wetsvoorstellen. Ofwel moet het parle-
ment zijn rol spelen, ofwel zijn het, zoals deze motie zegt,
de regering en de sociale partners, maar u kunt water en
vuur niet in e´e´n hand verzoenen. Dit is de hypocrisie ten
top.
M. Jean-Marc Delize´e (PS) : Monsieur le pre´sident, les
deux propositions de loi, de´pose´es par le SP et le PS,
relatives aux de´lais de pre´avis des ouvriers et a` la
suppression du jour de carence ont permis d'initier et
d'e´largir un de´bat sur l'harmonisation des statuts entre
les ouvriers et les employe´s. C'est, selon moi, une bonne
chose. Chacun s'accorde a` reconnai^tre que cette distinc-
tion, qui existe dans le droit social, ces diffe´rences, ces
ine´galite´s sont aujourd'hui de´passe´es et qu'il convient
qu'elles soient progressivement abolies.
Il est exact que cette harmonisation est un dossier
complexe. C'est un chantier de taille, parce qu'une se´rie
de notions devront e^tre examine´es. On a parle´, dans ce
de´bat, du cho^mage technique, du salaire garanti, des
vacances annuelles, des structures des organisations
syndicales. Sans doute, au niveau de la concertation
sociale, pourrait-on parler d'autres domaines, notam-
ment du partage du temps de travail.
Nous pensons qu'on ne peut, dans ce de´bat important,
ce´der a` aucune improvisation. Il serait pre´somptueux de
croire que l'entreprise serait couronne´e de succe`s si les
partenaires sociaux n'e´taient, de`s a` pre´sent, e´troitement
associe´s a` ce travail de longue haleine et qui concerne
aussi l'emploi.
Notre mode`le social a suffisamment de´montre´ sa matu-
rite´ et sa capacite´ d'adaptation. Il est le fruit d'une longue
concertation, dont les enjeux ne sont pas circonscrits aux
seules questions de partage des gains de productivite´
mais e´galement a` des valeurs d'e´galite´ et de bien-e^tre de
tous.
La proposition formule´e par Mme D'Hondt de cre´er une
sous-commission pour e´tudier ce proble`me est, selon
nous, inutile et contre-productive. Nous pre´fe´rons
d'abord l'efficacite´ de ceux qui, par leur expe´rience sur le
terrain, ont de´montre´ depuis des de´cennies que le droit
du travail et la se´curite´ sociale e´voluent plus rapidement
et de manie`re plus solide lorsque le le´gislateur n'inter-
vient pas de fac¸on intempestive. Pendant le temps de
cette concertation sociale, il n'est pas opportun, nous
semble-t-il, de faire des de´clarations dont l'effet est
inverse a` celui recherche´.
En tant qu'interlocuteur privile´gie´ et oblige´ de la concer-
tation sociale, il est e´vident que le gouvernement doit
e´galement jouer son ro^le dans la coordination de cette
concertation. C'est la raison pour laquelle, avec les
colle`gues de la majorite´, nous nous sommes engage´s
dans une recommandation a` l'adresse du gouvernement,
58
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jean-Marc Delize´e
mais il ne peut e^tre question non plus de donner un
che`que en blanc aux partenaires sociaux. Il faut que les
choses progressent sans tarder et nous y serons attentifs
tant sur le travail a` accomplir que sur la manie`re d'y
arriver et dans un de´lai que le gouvernement se doit de
fixer en concertation avec les partenaires sociaux.
Par cette recommandation, le parlement ne se met
certainement pas sur la touche, puisqu'il est d'ores et
de´ja` acquis que le dossier sera re´examine´ apre`s l'e´va-
luation de l'accord interprofessionnel dans six mois.
En conclusion, nous voulons un travail constructif, ce qui
implique des initiatives coordonne´es, sans malentendus
et sans interfe´rences avec les partenaires sociaux.
Le groupe socialiste soutient donc cette motion, qui est la
seule a` aborder la proble´matique d'une convergence des
statuts de fac¸on re´aliste et graduelle, ce, dans le respect
des compe´tences de chacune des parties.
Le pre´sident : Je rappelle aux membres que le temps de
parole des orateurs est de deux minutes.
De heer Guy D'haeseleer (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, ik zal niet herhalen wat hier reeds gezegd
werd. Met onze motie van aanbeveling vragen wij de
regering om als voorbereiding op het harmoniseren van
beide statuten dringend werk te maken van een analyse
en een inventaris van de verschillen tussen beide statu-
ten alsmede om een raming te maken van de financie¨le
consequenties van een eenheidsstatuut. Nadien moet er
dan in overleg met de sociale partners effectief tot
concrete realisaties worden gekomen in dit dossier.
Ik wil ook een pleidooi houden voor het stap voor stap te
werk gaan en zo mogelijk het nemen van algemene
maatregelen die voor alle arbeiders gelden. Ik verwijs
hier bijvoorbeeld naar de onlangs genomen maatregel in
verband met het afschaffen van de carensdag in de
non-profitsector. Men moet goed beseffen dat door der-
gelijke deeloplossingen nieuwe discriminaties worden
gecree¨erd tussen arbeiders onderling, wat uiteraard niet
de bedoeling kan zijn.
De heer Danny Pieters (VU&ID) : Collega's, enkele
jaren geleden heeft het Arbitragehof verklaard dat het
onderscheid tussen bedienden en arbeiders eigenlijk niet
kan. Het is een onderscheid uit het verleden dat zo vlug
mogelijk moet verdwijnen. Nog steeds wachten we op die
verdwijning. Vandaag is er een motie die onze fractie zal
steunen en die misschien het verdwijnen van het onder-
scheid tussen arbeiders en bedienden dichterbij kan
brengen.
Het oprichten van een subcommissie had zeker even-
zeer en misschien zelfs beter dit doel kunnen dienen. Het
is dan ook jammer dat het parlement op dit punt abdi-
ceert.
Tot slot wil ik opmerken dat we moeten nadenken over
wat we hier aan het doen zijn. Zijn we een showproces
aan het opvoeren waarbij de conservatieve krachten aan
de overkant trachten de problematiek zo in watten te
verpakken dat we binnen tien jaar nog niet verder komen
dan wat mooie persverklaringen dat men het onder-
scheid onder andere voor bepaalde opzegtermijnen wil
afschaffen ? Zullen we integendeel eindelijk tot deze
discussie kunnen overgaan in het parlement ? Het moet
immers worden gezegd dat geen enkele discriminatie
door de sociale partners opgelost is. De gelijkheid in
behandeling van mannen en vrouwen is er niet gekomen
via de sociale partners omdat hun belangen te sterk
strijdig waren. Dat punt is hier en op internationaal vlak
verwezenlijkt. Welnu, met de gelijke behandeling van
arbeiders en bedienden zal het net zo gaan.
De heer Filip Anthuenis (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
de VLD-fractie is het helemaal eens met de inhoud van
deze motie. Dat staat trouwens in het regeerakkoord en
het maakt tevens het voorwerp uit van een vonnis van het
Arbitragehof. Onze fractie wil wel waarschuwen voor een
te groot enthousiasme. Er zijn immers nog enkele prak-
tische problemen, bijvoorbeeld de economische werk-
loosheid, de fondsen voor bestaanszekerheid waar de
heer Pieters het onlangs nog over had en de budgettaire
weerslag. Evident zal dit dus allemaal niet zijn. Wat de
subcommissie betreft, gaan wij absoluut niet akkoord. De
Kamer moet ook niet aan
overcommissionering gaan
doen. Ik ben op dit vlak zeer consequent want ik heb mij
ook onthouden bij de stemming over de Lumumba-
commissie.
De voorzitter : Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 7)
Oui
99
Ja
Non
0
Nee
Abstentions
28
Onthoudingen
Total
127
Totaal
La premie`re motion de recommandation est adopte´e. Par
conse´quent, la deuxie`me motion de recommandation est
caduque.
De eerste motie van aanbeveling wordt aangenomen.
Bijgevolg vervalt de tweede motie van aanbeveling.
Chers colle`gues, je salue a` la tribune de notre Chambre
son Excellence M. l'ambassadeur des Etats-Unis d'Ame´-
rique. (Applaudissements)
HA 50
PLEN 050
59
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Wetsontwerp inzake informaticacriminaliteit (213/5)
Projet de loi relatif a` la criminalite´ informatique
(213/5)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ? (Non)
Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 8)
Oui
130
Ja
Non
0
Nee
Abstentions
0
Onthoudingen
Total
130
Totaal
En conse´quence, la Chambre adopte le projet de loi. Il
sera transmis au Se´nat.
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal
aan de Senaat worden overgezonden. (213/7)
Voorstel tot verwerping door de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt van het wetsvoorstel van mevrouw
Simonne Creyf tot wijziging, wat de Brusselse Hoofd-
stedelijke Dienst voor brandweer en dringende me-
dische hulp betreft, van artikel 32 van de wet van
16 juni 1989 houdende diverse institutionele hervor-
mingen (64/1 tot 3)
Proposition de rejet faite par la commission de l'In-
te´rieur, des Affaires ge´ne´rales et de la Fonction
publique de la proposition de loi de Mme Simonne
Creyf modifiant, en ce qui concerne le Service d'in-
cendie et d'aide me´dicale urgente de la Re´gion de
Bruxelles-Capitale, l'article 32 de la loi du 16 juin
1989 portant diverses re´formes institutionnelles
(64/1 a` 3)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ? (Non)
Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 9)
Oui
81
Ja
Non
45
Nee
Abstentions
4
Onthoudingen
Total
130
Totaal
En conse´quence, la Chambre adopte la proposition de
rejet.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping
aan. (64/1)
Reden van onthouding ?
De heer Bart Laeremans (Vlaams Blok) : Ik heb mij
onthouden om met u vast te stellen dat de VLD en de SP
vo´o´r de verwerping hebben gestemd van een voorstel
dat ze in het verleden zelf mee hebben ondertekend. Zij
laten de Brusselse Vlamingen in de steek in een dossier
waar mensenlevens op het spel staan. In elk geval
proficiat !
Voorstel tot verwerping door de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt van het wetsvoorstel van mevrouw
Annemie Van de Casteele tot wijziging, wat de Hoofd-
stedelijke Dienst voor brandweer en dringende me-
dische hulp betreft, van artikel 32 van de wet van
16 juni 1989 houdende diverse institutionele hervor-
mingen (329/1 en 2)
Proposition de rejet faite par la commission de l'In-
te´rieur, des Affaires ge´ne´rales et de la Fonction
publique de la proposition de loi de Mme Annemie
Van de Casteele modifiant l'article 32 de la loi du
16 juin 1989 portant diverses re´formes institutionnel-
les en ce qui concerne le Service d'incendie et d'aide
me´dicale urgente de la Re´gion de Bruxelles-Capitale
(329/1 et 2)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ? (Non)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor
deze stemming ? (Ja)
Peut-on conside´rer que le re´sultat du vote pre´ce´dent est
valable pour celui-ci ? (Oui)
(stemming/vote 9)
En conse´quence, la Chambre adopte la proposition de
rejet.
60
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
voorzitter
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping
aan. (329/1)
Wetsvoorstel van de heren Jean-Pol Poncelet, Phi-
lippe Collard en Guy Larcier tot wijziging van de wet
van 21 juni 1985 betreffende het onderwijs en de wet
van 4 augustus 1986 tot regeling van de oppensioen-
stelling van de leden van het onderwijzend personeel
van het universitair onderwijs en tot wijziging van
andere
bepalingen
van
de
onderwijswetgeving
(405/4)
Proposition de loi de MM. Jean-Pol Poncelet, Phi-
lippe Collard et Guy Larcier modifiant la loi du 21 juin
1985 concernant l'enseignement et la loi du 4 aou
^ t
1986 re´glant la mise a` la retraite des membres du
personnel enseignant de l'enseignement universi-
taire et modifiant d'autres dispositions de la le´gisla-
tion de l'enseignement (405/4)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring ?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une de´claration
avant le vote ? (Non)
Begin van de stemming / De´but du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd ? /
Tout le monde a-t-il vote´ et ve´rifie´ son vote ?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Re´sultat du vote.
(stemming/vote 10)
Oui
108
Ja
Non
19
Nee
Abstentions
2
Onthoudingen
Total
124
Totaal
En conse´quence, la Chambre adopte la proposition de
loi. Elle sera transmise en tant que projet au Se´nat.
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal
als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden.
(405/5)
Adoption de l'ordre du jour
Goedkeuring van de agenda
Nous devons nous prononcer sur le projet d'ordre du jour
que vous propose la Confe´rence des pre´sidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-
agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Pas d'observation ? (Non) La proposition est adopte´e.
Geen opmerkingen ? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
La se´ance est leve´e.
De vergadering is gesloten.
- La se´ance est leve´e a` 19.16 heures. Prochaine se´ance
ple´nie`re jeudi 6 avril 2000 a` 14.15 heures.
- De vergadering wordt gesloten om 19.16 uur. Volgende
plenaire
vergadering
donderdag
6
april
2000
om 14.15 uur.
HA 50
PLEN 050
61
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
62
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
BIJLAGE
ANNEXE
PLENAIRE VERGADERING
SEANCE PLENIERE
DONDERDAG 30 MAART 2000
JEUDI 30 MARS 2000
STEMMINGEN
VOTES
Detail van de naamstemmingen
Détail des votes nominatifs
De uitslag van elke naamstemming alsmede de verklaringen na
sluiting van de stemming worden vermeld in het corpus van het
Beknopt Verslag en van de Parlementaire Handelingen
Le résultat de chaque vote nominatif ainsi que les déclarations
après vote figurent dans le corps du
Compte rendu analytique
et des
Annales parlementaires
Vote nominatif n° 1 - Naamstemming nr. 1
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bartholomeeussen, Barzin, Bonte, Burgeon, Cahay-Andre´, Chabot,
Chastel, Clerfayt, Coenen, Collard, Coveliers, De Block, De Croo, de Donne´a, Dehu, Delize´e, Denis, Depreter, Derycke,
Descheemaeker, Desimpel, Desmedt, D'hondt Denis, Douifi, Drion, Dufour, Eeman, Eerdekens, Erdman, Fre´de´ric, Genot, Gerkens,
Gilkinet, Goris, Grauwels, Harmegnies, Henry, Herzet, Hove, Janssens, Laenens, Lahaye, Lano, Lansens, Larcier, Leen, Lejeune,
Lenssen, Maingain, Mayeur, Michel, Minne, Moerman Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens,
Picque´, Schalck, Schellens, Seghin, Smets Tony, Somers, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove,
Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Vanvelthoven, van Weddingen,
Verlinde, Versnick, Viseur Jean-Pierre, Wauters, Wauthier, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Les membres-De leden : Ansoms, Borginon, Bourgeois, Bouteca, Brepoels, Brouns, Colen, Creyf, De Clerck, De Crem, Decroly,
Detremmerie, D'haeseleer, D'Hondt Greta, Eyskens, Fe´ret, Fournaux, Goutry, Goyvaerts, Grafe´, Hendrickx, Laeremans, Langendries,
Lefevre, Leterme, Milquet, Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Poncelet, Schauvliege, Schoofs,
Sevenhans, Smets Andre´, Spinnewyn, Tant, Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt,
Van Parys, Vanpoucke, Van Rompuy, Verherstraeten, Willems.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Les membres-De leden : Dardenne, Talhaoui, Tavernier, Van Weert, Viseur Jean-Jacques.
Vote nominatif n° 2 - Naamstemming nr. 2
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bartholomeeussen, Barzin, Bonte, Burgeon, Cahay-Andre´, Chabot,
Chastel, Coenen, Collard, Coveliers, De Block, Decroly, De Croo, de Donne´a, Dehu, Delize´e, Denis, Depreter, Derycke,
Descheemaeker, Desimpel, D'hondt Denis, Douifi, Drion, Dufour, Eeman, Eerdekens, Erdman, Fre´de´ric, Genot, Gerkens, Gilkinet,
Goris, Grauwels, Harmegnies, Hove, Janssens, Laenens, Lahaye, Lano, Lansens, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen, Mayeur, Michel,
Minne, Moerman Fientje, Moriau, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens, Picque´, Schalck, Schellens, Smets Tony, Somers, Talhaoui,
Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen,
Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Vanvelthoven, van Weddingen, Verlinde, Versnick, Viseur Jean-Pierre, Wauters, Wauthier,
Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Les membres-De leden : Ansoms, Borginon, Bourgeois, Bouteca, Brepoels, Brouns, Colen, Creyf, De Clerck, De Crem, Detremmerie,
D'haeseleer, D'Hondt Greta, Eyskens, Fournaux, Goutry, Goyvaerts, Grafe´, Hendrickx, Laeremans, Langendries, Lefevre, Leterme,
Milquet, Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Poncelet, Schauvliege, Schoofs, Sevenhans, Spinnewyn,
Tant, Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Parys, Vanpoucke, Van Rompuy,
Verherstraeten, Willems.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Les membres-De leden : Clerfayt, Dardenne, Desmedt, Fe´ret, Henry, Herzet, Maingain, Moerman Jean-Paul, Seghin, Smets Andre´,
Tavernier, Van Weert, Viseur Jean-Jacques.
HA 50
PLEN 050
63
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Vote nominatif n° 3 - Naamstemming nr. 3
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bartholomeeussen, Barzin, Bonte, Burgeon, Cahay-Andre´, Chabot,
Chastel, Clerfayt, Coenen, Collard, Coveliers, Dardenne, De Block, Decroly, De Croo, de Donne´a, Dehu, Delize´e, Denis, Depreter,
Derycke, Descheemaeker, Desimpel, Desmedt, D'hondt Denis, Douifi, Drion, Dufour, Eeman, Eerdekens, Erdman, Fre´de´ric, Genot,
Gerkens, Gilkinet, Goris, Grauwels, Harmegnies, Henry, Herzet, Hove, Janssens, Laenens, Lahaye, Lano, Lansens, Larcier, Leen,
Lejeune, Lenssen, Maingain, Mayeur, Michel, Minne, Moerman Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau, Peeters, Pelzer-Salandra,
Philtjens, Picque´, Schalck, Schellens, Seghin, Smets Tony, Somers, Talhaoui, Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van
Campenhout, Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost,
Vanvelthoven, van Weddingen, Verlinde, Versnick, Viseur Jean-Pierre, Wauters, Wauthier, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Les membres-De leden : Ansoms, Borginon, Bourgeois, Bouteca, Brepoels, Brouns, Colen, Creyf, De Clerck, De Crem, Detremmerie,
D'haeseleer, D'Hondt Greta, Eyskens, Fe´ret, Goutry, Goyvaerts, Grafe´, Hendrickx, Laeremans, Langendries, Lefevre, Leterme,
Milquet, Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Poncelet, Schauvliege, Schoofs, Sevenhans, Smets Andre´,
Spinnewyn, Tant, Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Parys, Vanpoucke,
Van Rompuy, Verherstraeten, Willems.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Les membres-De leden : Van Weert, Viseur Jean-Jacques.
Vote nominatif n° 4 - Naamstemming nr. 4
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bartholomeeussen, Barzin, Bonte, Burgeon, Cahay-Andre´, Chabot,
Chastel, Clerfayt, Coenen, Collard, Coveliers, Dardenne, De Block, Decroly, De Croo, de Donne´a, Dehu, Delize´e, Denis, Depreter,
Derycke, Descheemaeker, Desimpel, Desmedt, D'hondt Denis, Douifi, Drion, Dufour, Eeman, Eerdekens, Erdman, Fre´de´ric, Genot,
Gerkens, Gilkinet, Goris, Grauwels, Harmegnies, Henry, Herzet, Hove, Janssens, Laenens, Lahaye, Lano, Lansens, Larcier, Leen,
Lejeune, Lenssen, Maingain, Mayeur, Michel, Minne, Moerman Fientje, Moerman Jean-Paul, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens,
Picque´, Schalck, Schellens, Seghin, Smets Tony, Somers, Talhaoui, Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campen-
hout, Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Vanveltho-
ven, van Weddingen, Verlinde, Versnick, Viseur Jean-Pierre, Wauters, Wauthier, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Les membres-De leden : Ansoms, Borginon, Bourgeois, Bouteca, Brepoels, Colen, Creyf, De Clerck, De Crem, Detremmerie,
D'haeseleer, D'Hondt Greta, Eyskens, Fe´ret, Goutry, Goyvaerts, Grafe´, Hendrickx, Laeremans, Langendries, Lefevre, Leterme,
Milquet, Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Poncelet, Schauvliege, Schoofs, Sevenhans, Smets Andre´,
Spinnewyn, Tant, Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Parys, Vanpoucke,
Van Rompuy, Verherstraeten, Willems.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Les membres-De leden : Van Weert, Viseur Jean-Jacques.
Vote nominatif n° 5 - Naamstemming nr. 5
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bartholomeeussen, Barzin, Bonte, Burgeon, Cahay-Andre´, Chabot,
Chastel, Clerfayt, Coenen, Collard, Coveliers, De Block, Decroly, De Croo, Dehu, Delize´e, Denis, Depreter, Derycke, Descheemaeker,
Desimpel, D'hondt Denis, Douifi, Drion, Eeman, Eerdekens, Erdman, Fre´de´ric, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goris, Grauwels,
Harmegnies, Henry, Herzet, Hove, Laenens, Lahaye, Lano, Lansens, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen, Maingain, Mayeur, Michel,
Minne, Moerman Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens, Picque´, Schalck, Schellens, Seghin,
Smets Tony, Talhaoui, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der
Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Vanvelthoven, van Weddingen, Verlinde, Versnick, Wauters, Wauthier, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Les membres-De leden : Ansoms, Borginon, Bourgeois, Bouteca, Brepoels, Brouns, Colen, Creyf, De Clerck, De Crem, Detremmerie,
D'haeseleer, D'Hondt Greta, Eyskens, Fe´ret, Goutry, Goyvaerts, Grafe´, Hendrickx, Laeremans, Langendries, Lefevre, Leterme,
Milquet, Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Poncelet, Schauvliege, Schoofs, Sevenhans, Smets Andre´,
Spinnewyn, Tant, Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Parys, Vanpoucke,
Van Rompuy, Verherstraeten, Willems.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Les membres-De leden : Dardenne, Desmedt, Dufour, Janssens, Somers, Tavernier, Van Campenhout, Van Weert, Viseur
Jean-Jacques, Viseur Jean-Pierre.
64
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Vote nominatif n° 6 - Naamstemming nr. 6
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bartholomeeussen, Barzin, Bonte, Burgeon, Cahay-Andre´, Chabot,
Chastel, Clerfayt, Coenen, Collard, Coveliers, De Block, Decroly, De Croo, Dehu, Delize´e, Denis, Depreter, Derycke, Descheemaeker,
Desimpel, Desmedt, D'hondt Denis, Douifi, Drion, Dufour, Eeman, Eerdekens, Erdman, Fre´de´ric, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goris,
Grauwels, Harmegnies, Henry, Herzet, Hove, Janssens, Laenens, Lahaye, Lano, Lansens, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen,
Maingain, Mayeur, Michel, Minne, Moerman Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens, Picque´,
Schalck, Schellens, Seghin, Smets Tony, Talhaoui, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove, Vanden
Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Vanvelthoven, van Weddingen, Verlinde,
Versnick, Viseur Jean-Pierre, Wauters, Wauthier, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Les membres-De leden : Ansoms, Borginon, Bourgeois, Bouteca, Brepoels, Brouns, Colen, Creyf, De Clerck, De Crem, Detremmerie,
D'haeseleer, D'Hondt Greta, Eyskens, Fe´ret, Goutry, Goyvaerts, Grafe´, Hendrickx, Laeremans, Langendries, Lefevre, Leterme,
Milquet, Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Poncelet, Schauvliege, Schoofs, Sevenhans, Smets Andre´,
Spinnewyn, Tant, Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Parys, Vanpoucke,
Van Rompuy, Verherstraeten, Willems.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Les membres-De leden : Dardenne, Van Weert, Viseur Jean-Jacques.
Vote nominatif n° 7 - Naamstemming nr. 7
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bartholomeeussen, Barzin, Bonte, Borginon, Bourgeois, Bouteca,
Brepoels, Burgeon, Cahay-Andre´, Chabot, Clerfayt, Coenen, Colen, Collard, Coveliers, Dardenne, De Block, De Croo, Dehu, Delize´e,
Denis, Depreter, Derycke, Descheemaeker, Desmedt, D'haeseleer, D'hondt Denis, Douifi, Drion, Dufour, Eerdekens, Erdman, Fe´ret,
Fre´de´ric, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goris, Goyvaerts, Grauwels, Harmegnies, Henry, Herzet, Hove, Janssens, Laenens, Laeremans,
Lahaye, Lansens, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen, Maingain, Mayeur, Minne, Moerman Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau,
Mortelmans, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens, Pieters Danny, Schalck, Schellens, Schoofs, Seghin, Sevenhans, Spinnewyn,
Talhaoui, Tastenhoye, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde,
Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Vanvelthoven, van
Weddingen, Van Weert, Verlinde, Versnick, Viseur Jean-Pierre, Wauters, Wauthier, Willems, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Personne - Niemand.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Les membres-De leden : Ansoms, Brouns, Creyf, De Clerck, De Crem, D'Hondt Greta, Eyskens, Goutry, Grafe´, Hendrickx,
Langendries, Lefevre, Leterme, Milquet, Paque, Pieters Dirk, Pieters Trees, Poncelet, Schauvliege, Smets Andre´, Tant, Vandeurzen,
Van Eetvelt, Van Parys, Vanpoucke, Van Rompuy, Verherstraeten, Viseur Jean-Jacques.
Vote nominatif n° 8 - Naamstemming nr. 8
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Ansoms, Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bartholomeeussen, Barzin, Bonte, Borginon, Bourgeois,
Bouteca, Brepoels, Brouns, Burgeon, Cahay-Andre´, Chabot, Clerfayt, Coenen, Colen, Collard, Coveliers, Creyf, Dardenne, De Block,
De Clerck, De Crem, Decroly, De Croo, Dehu, Delize´e, Denis, Depreter, Derycke, Descheemaeker, Desmedt, Detremmerie,
D'haeseleer, D'hondt Denis, D'Hondt Greta, Douifi, Drion, Dufour, Eerdekens, Erdman, Eyskens, Fe´ret, Fre´de´ric, Genot, Gerkens,
Gilkinet, Goris, Goutry, Goyvaerts, Grafe´, Grauwels, Harmegnies, Hendrickx, Henry, Herzet, Hove, Janssens, Laenens, Laeremans,
Lahaye, Langendries, Lano, Lansens, Larcier, Leen, Lefevre, Lejeune, Lenssen, Leterme, Maingain, Mayeur, Milquet, Minne,
Moerman Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau, Mortelmans, Paque, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens, Pieters Danny, Pieters Dirk,
Pieters Trees, Poncelet, Schalck, Schauvliege, Schellens, Schoofs, Seghin, Sevenhans, Smets Andre´, Spinnewyn, Talhaoui, Tant,
Tastenhoye, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde,
Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Grootenbrulle, Vanhoutte,
Vanoost, Van Parys, Vanpoucke, Van Rompuy, Vanvelthoven, van Weddingen, Van Weert, Verherstraeten, Verlinde, Versnick, Viseur
Jean-Jacques, Viseur Jean-Pierre, Wauters, Wauthier, Willems, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Personne - Niemand.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Personne - Niemand.
HA 50
PLEN 050
65
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Vote nominatif n° 9 - Naamstemming nr. 9
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bartholomeeussen, Barzin, Bonte, Burgeon, Cahay-Andre´, Chabot,
Clerfayt, Coenen, Collard, Coveliers, Dardenne, De Block, Decroly, De Croo, Dehu, Delize´e, Denis, Depreter, Derycke, Deschee-
maeker, Desmedt, D'hondt Denis, Douifi, Drion, Dufour, Eerdekens, Erdman, Fre´de´ric, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goris, Grauwels,
Harmegnies, Henry, Herzet, Hove, Janssens, Laenens, Lahaye, Lano, Lansens, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen, Maingain, Mayeur,
Minne, Moerman Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens, Schalck, Schellens, Seghin, Talhaoui,
Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen,
Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Vanvelthoven, van Weddingen, Verlinde, Versnick, Viseur Jean-Pierre, Wauters, Wauthier,
Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Les membres-De leden : Ansoms, Borginon, Bourgeois, Bouteca, Brepoels, Brouns, Colen, Creyf, De Clerck, De Crem, Detremmerie,
D'haeseleer, D'Hondt Greta, Eyskens, Goutry, Goyvaerts, Grafe´, Hendrickx, Langendries, Lefevre, Leterme, Milquet, Mortelmans,
Paque, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Poncelet, Schauvliege, Schoofs, Sevenhans, Smets Andre´, Spinnewyn, Tant,
Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Parys, Vanpoucke, Van Rompuy,
Verherstraeten, Willems.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Les membres-De leden : Fe´ret, Laeremans, Van Weert, Viseur Jean-Jacques.
Vote nominatif n° 10 - Naamstemming nr. 10
Ont re´pondu oui - Voor hebben gestemd :
Les membres-De leden : Ansoms, Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bartholomeeussen, Barzin, Bonte, Brouns, Burgeon,
Cahay-Andre´, Chabot, Clerfayt, Coenen, Collard, Coveliers, Creyf, Dardenne, De Block, De Clerck, De Crem, Decroly, De Croo, Dehu,
Delize´e, Denis, Depreter, Derycke, Descheemaeker, Desmedt, Detremmerie, D'hondt Denis, D'Hondt Greta, Douifi, Drion, Dufour,
Eerdekens, Erdman, Eyskens, Fre´de´ric, Genot, Gerkens, Gilkinet, Goris, Goutry, Grafe´, Grauwels, Harmegnies, Hendrickx, Henry,
Herzet, Hove, Janssens, Laenens, Lahaye, Langendries, Lano, Lansens, Larcier, Leen, Lefevre, Lejeune, Lenssen, Leterme,
Maingain, Mayeur, Milquet, Minne, Moerman Fientje, Moerman Jean-Paul, Moriau, Paque, Peeters, Pelzer-Salandra, Philtjens, Pieters
Dirk, Pieters Trees, Poncelet, Schalck, Schauvliege, Schellens, Seghin, Smets Andre´, Talhaoui, Tant, Timmermans, Valkeniers, Van
Aperen, Van Campenhout, Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, van der Hooft, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van
Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Van Parys, Vanpoucke, Van Rompuy, Vanvelthoven, van Weddingen, Verherstraeten, Verlinde,
Versnick, Wauters, Wauthier, Yerna.
Ont re´pondu non - Tegen hebben gestemd :
Les membres-De leden : Borginon, Bourgeois, Bouteca, Brepoels, Colen, D'haeseleer, Fe´ret, Goyvaerts, Laeremans, Mortelmans,
Pieters Danny, Schoofs, Sevenhans, Spinnewyn, Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde, Willems.
Se sont abstenus - Hebben zich onthouden :
Les membres-De leden : Van Weert, Viseur Jean-Jacques.
66
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
PLENAIRE VERGADERING
SEANCE PLENIERE
DONDERDAG 30 MAART 2000
JEUDI 30 MARS 2000
INTERNE BESLUITEN
DE´CISIONS INTERNES
COMMISSIES
Samenstelling
Volgende
wijzigingen
werden
door
de
Agalev-Ecolo-fractievoorgesteld :
C
OMMISSIE VOOR DE
V
ERZOEKSCHRIFTEN
Vaste leden
Mevrouw Anne-Mie Descheemaeker vervangen door
mevrouw Simonne Leen.
Plaatsvervangers
De heer Joos Wauters vervangen door mevrouw Anne-
Mie Descheemaeker.
INTERPELLATIEVERZOEKEN
Ingekomen
1. mevrouw Greta D'Hondt tot de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid over
de samenstelling
van de federale adviesraden
.
(nr. 328 - verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken)
2. mevrouw Muriel Gerkens tot de minister van Economie
en Wetenschappelijk Onderzoek over
de volkstelling in
2001
.
(nr. 329 - omgewerkt in mondelinge vraag)
3. mevrouw Greta D'Hondt tot de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid over
de externe diensten
voor preventie en bescherming op het werk
.
(nr. 330 - omgewerkt in mondelinge vraag)
4. mevrouw Greta D'Hondt tot de minister van Sociale
Zaken en Pensioenen over
de opbouw van een 'demo-
grafische reserve' in het kader van de 'vergrijzing van de
bevolking'
.
(nr. 331 - omgewerkt in mondelinge vraag)
COMMISSIONS
Composition
Les modifications suivantes ont e´te´ propose´es
par le groupe Agalev-Ecolo :
C
OMMISSION DES
P
E
´ TITIONS
Membres effectifs
Remplacer Mme Anne-Mie Descheemaeker par Mme
Simonne Leen.
Membres supple´ants
Remplacer M.
Joos Wauters par Mme Anne-Mie
Descheemaeker.
DEMANDES D'INTERPELLATION
Demandes
1. Mme Greta D'Hondt a` la vice-premie`re ministre et
ministre de l'Emploi sur
la composition des organes
fe´de´raux d'avis
.
(n° 328 - renvoi a` la commission des Affaires sociales)
2. Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie et de
la Recherche scientifique sur
le recensement de la
population en 2001
.
(n° 329 - transforme´e en question orale)
3. Mme Greta D'Hondt a` la vice-premie`re ministre et
ministre de l'Emploi sur
les services exte´rieurs de
pre´vention et de protection au travail
.
(n° 330 - transforme´e en question orale)
4. Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires sociales
et des Pensions sur
la constitution d'une 're´serve de´-
mographique' dans le cadre du 'vieillissement de la
population'
.
(n° 331 - transforme´e en question orale)
HA 50
PLEN 050
67
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
5. de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken over
de recente aan-
houdingen van burgemeesters en politieke verantwoor-
delijken van Hadep in Turkije
.
(nr. 332 - verzonden naar de commissie voor de Buiten-
landse Betrekkingen)
6. de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken over
de uitlatingen van
de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
over de politieke benoemingen op DGIS
.
(nr. 333 - omgewerkt in mondelinge vraag)
7. de heer Francis Van den Eynde tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken en tot de
staatssecretaris
voor
Ontwikkelingssamenwerking,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken,
over
het gebrek aan coherentie op het vlak van het
beleid in verband met de buitenlandse politiek
.
(nr. 334 - omgewerkt in mondelinge vraag)
8. de heer Ferdy Willems tot de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de minis-
ter van Buitenlandse Zaken, over
de uitlatingen van de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking over
de politieke benoemingen op DGIS
.
(nr. 335 - omgewerkt in mondelinge vraag)
9. de heer Claude Eerdekens tot de minister van Consu-
mentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over
het
gevaar dat voor de betrokken bevolking voortkomt uit de
installatie van relais-antennes voor mobiele telefonie
.
(nr. 336 - verzonden naar de commissie voor de Volks-
gezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke
Hernieuwing)
10. de heer Luc Sevenhans tot de minister van Lands-
verdediging over
de toekomst en de middelen van het
leger
.
(nr. 337 - omgewerkt in mondelinge vraag)
11. de heer Francis Van den Eynde tot de staatssecreta-
ris voor Buitenlandse Handel, toegevoegd aan de minis-
ter van Buitenlandse Zaken, over
zijn bezoek aan
Cuba
.
(nr. 338 - omgewerkt in mondelinge vraag)
12. de heer Claude Eerdekens tot de minister van Justitie
over
de tenuitvoerlegging van artikel15ter van de wet
van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle
van de verkiezingsuitgaven
.
(nr. 339 - verzonden naar de commissie voor de Justitie)
5. M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et ministre
des Affaires e´trange`res sur
les re´centes arrestations de
bourgmestres et de responsables politiques de l'Hadep
en Turquie
.
(n° 332 - renvoi a` la commission des Relations
exte´rieures)
6. M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et ministre
des Affaires e´trange`res sur
les de´clarations du secre´-
taire d'Etat a` la Coope´ration au de´veloppement concer-
nant les nominations politiques a` la DGCI
.
(n° 333 - transforme´e en question orale)
7. M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et
ministre des Affaires e´trange`res et au secre´taire d'Etat a`
la Coope´ration au de´veloppement, adjoint au ministre
des Affaires e´trange`res, sur
le manque de cohe´rence de
la politique e´trange`re
.
(n° 334 - transforme´e en question orale)
8. M. Ferdy Willems au secre´taire d'Etat a` la Coope´ra-
tion au de´veloppement, adjoint au ministre des Affaires
e´trange`res, sur
les de´clarations du secre´taire d'Etat a` la
Coope´ration au de´veloppement concernant les nomina-
tions politiques a` la DGCI
.
(n° 335 - transforme´e en question orale)
9. M. Claude Eerdekens a` la ministre de la Protection de
la
consommation,
de
la
Sante´
publique
et
de
l'Environnement sur
le danger pour les populations
concerne´es re´sultant de l'installation d'antennes relais de
te´le´phonie mobile
.
(n° 336 - renvoi a` la commission de la Sante´ publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Socie´te´)
10. M. Luc Sevenhans au ministre de la De´fense sur
l'avenir et les moyens de l'arme´e.
(n° 337 - transforme´e en question orale)
11. M. Francis Van den Eynde au secre´taire d'Etat au
Commerce exte´rieur, adjoint au ministre des Affaires
e´trange`res, sur
sa visite a` Cuba.
(n° 338 - transforme´e en question orale)
12. M. Claude Eerdekens au ministre de la Justice sur
l'application de l'article 15ter dans la loi du 4 juillet 1989
relative a` la limitation et au contro^le des de´penses
e´lectorales
.
(n° 339 - renvoi a` la commission de la Justice)
68
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
13. de heer Tony Van Parys tot de minister van Justitie
over
de opmerkingen van het college van procureurs-
generaal op het ontwerp 'snelrecht'
.
(nr. 340 - verzonden naar de commissie voor de Justitie)
14. de heer Francis Van den Eynde tot de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participa-
ties over
een omzendbrief van De Post over afzenders
die automatisch als verdacht van racisme moeten bes-
chouwd worden
.
(nr. 341 - verzonden naar de commissie voor de Infras-
tructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven)
15. de heer Danny Pieters tot de minister van Financie¨n
over
de fondsen voor bestaanszekerheid.
(nr. 342)
VOORSTELLEN
Inoverwegingneming
1. Wetsvoorstel (de heren Thierry Giet en Andre´ Fre´de´ric)
betreffende de bestrijding van het zwartwerk tot invoering
van een financie¨le hoofdelijkheid tussen de opdrachtge-
vers en de aannemers of onderaannemers en tot wijzi-
ging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van
16november1972
betreffende
de
arbeidsinspectie,
nr.513/1.
Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken
2. Wetsvoorstel (de heren Daniel Bacquelaine en Char-
les Michel en mevrouw Anne Barzin) tot organisatie van
de
verkiezing
van
de
kandidaat-burgemeesters,
nr. 515/1.
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
3. Wetsvoorstel (de heren Thierry Giet en Andre´ Fre´de´ric)
tot wijziging van artikel 69 van de wetten betreffende de
kinderbijslag voor loonarbeiders, gecoo¨rdineerd op
19 december 1939, nr.516/1.
Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken
4. Wetsvoorstel (de heren Hans Bonte en Jan Peeters)
tot wijziging van de herstelwet van 22januari1985 hou-
dende sociale bepalingen met het oog op de invoering
van een algemeen recht op vierdaagse werkweek in het
kader van de loopbaanonderbreking, nr. 521/1.
Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken
5. Wetsvoorstel (de heren Henk Verlinde en Hans Bonte)
tot wijziging van artikel 4 van de wet van 3 juli 1978
betreffende de arbeidsovereenkomsten, nr. 522/1.
Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken
13. M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur
les
observations formule´es par le colle`ge des procureurs
ge´ne´raux au sujet du projet de loi relatif a` la 'comparution
imme´diate'
.
(n° 340 - renvoi a` la commission de la Justice)
14. M. Francis Van den Eynde au ministre des Te´le´com-
munications et des Entreprises et Participations publi-
ques sur
une circulaire de La Poste concernant les
expe´diteurs a` conside´rer automatiquement comme racis-
tes potentiels
.
(n° 341 - renvoi a` la commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques)
15. M. Danny Pieters au ministre des Finances sur
les
fonds de se´curite´ d'existence
.
(n° 342)
PROPOSITIONS
Prise en conside´ration
1. Proposition de loi (MM. Thierry Giet et Andre´ Fre´de´ric)
relative a` la lutte contre le travail clandestin, instaurant
une solidarite´ financie`re entre les donneurs d'ordres et
les entrepreneurs ou sous-traitants et modifiant le Code
judiciaire et la loi du 16 novembre 1972 concernant
l'inspection du travail, n° 513/1.
Renvoi a` la commission des Affaires sociales
2. Proposition de loi (MM. Daniel Bacquelaine et Charles
Michel et Mme Anne Barzin) organisant l'e´lection des
candidats bourgmestres, n° 515/1.
Renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des Affaires
ge´ne´rales et de la Fonction publique
3. Proposition de loi (MM. Thierry Giet et Andre´ Fre´de´ric)
modifiant l'article 69 des lois relatives aux allocations
familiales pour travailleurs salarie´s, coordonne´es le
19 de´cembre 1939, n° 516/1.
Renvoi a` la commission des Affaires sociales
4. Proposition de loi (MM. Hans Bonte et Jan Peeters)
modifiant la loi de redressement du 22janvier1985 con-
tenant des dispositions sociales en vue de l'instauration
du droit ge´ne´ralise´ a` la semaine de quatre jours dans le
cadre de l'interruption de carrie`re d'un cinquie`me,
n° 521/1.
Renvoi a` la commission des Affaires sociales
5. Proposition de loi (MM. Henk Verlinde et Hans Bonte)
modifiant l'article 4 de la loi du 3juillet1978 relative aux
contrats de travail, n° 522/1.
Renvoi a` la commission des Affaires sociales
HA 50
PLEN 050
69
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
6. Wetsvoorstel (de heer Henk Verlinde) tot invoering van
de procedure van het afkoopbod in de vennootschap-
swetgeving, nr. 523/1.
Verzonden naar de commissie belast met de problemen
inzake handels- en economisch Recht
7. Wetsvoorstel (de heren Ferdy Willems en Danny
Pieters) tot oprichting van de provincie Eupen-Sankt-Vith
en een Duitstalige kieskring voor de verkiezingen voor de
Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat,
nr. 524/1.
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
8. Wetsvoorstel (de heren Tony Van Parys, Servais
Verherstraeten en Jo Vandeurzen) tot aanvulling van
artikel 216quater van het Wetboek van strafvordering en
tot wijziging van artikel 91 van het Gerechtelijk Wetboek,
nr. 525/1.
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
9. Wetsvoorstel (de heer Daan Schalck en mevrouw
Magda De Meyer) tot bevordering van het fietsgebruik,
nr.526/1.
Verzonden naar de commissie voor de Infrastructuur, het
Verkeer en de Overheidsbedrijven
10. Voorstel (de heer Pieter De Crem) tot wijziging van
het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordi-
gers houdende instelling van een evaluatiecommissie
wapenhandel, nr.527/1.
Verzonden naar de bijzondere commissie voor het Re-
glement en voor de Hervorming van de parlementaire
Werkzaamheden
11. Voorstel van resolutie (de heer Dirk Van der Maelen)
inzake nucleaire ontwapening en de houding van
Belgie¨
op
de
toetsingsconferentie
van
het
non-
proliferatieverdrag, nr. 528/1.
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
12. Wetsvoorstel (de heren Koen Bultinck, Hagen
Goyvaerts, Francis Van den Eynde en Guy D'haeseleer)
tot wijziging van de artikelen 52 en 53 van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen1992, nr. 529/1.
Verzonden naar de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting
13. Wetsvoorstel (mevrouw Simonne Creyf) tot wijziging
van artikel 145
4
van het Wetboek van de inkomstenbe-
lastingen 1992, nr. 530/1.
Verzonden naar de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting
6. Proposition de loi (M.
Henk Verlinde) instaurant la
proce´dure de l'offre de rachat dans la le´gislation sur les
socie´te´s commerciales, n° 523/1.
Renvoi a` la commission charge´e des proble`mes de Droit
commercial et e´conomique
7. Proposition de loi (MM.
Ferdy Willems et Danny
Pieters) cre´ant la province d'Eupen-Saint-Vith et une
circonscription e´lectorale de langue allemande pour les
e´lections de la Chambre des repre´sentants et du Se´nat,
n° 524/1.
Renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des Affaires
ge´ne´rales et de la Fonction publique
8. Proposition de loi (MM.
Tony Van Parys, Servais
Verherstraeten et Jo Vandeurzen) comple´tant l'article
216quater du Code d'instruction criminelle et modifiant
l'article 91 du Code judiciaire, n°525/1.
Renvoi a` la commission de la Justice
9. Proposition de loi (M. Daan Schalck et Mme Magda
De Meyer) promouvant l'usage de la bicyclette, n° 526/1.
Renvoi a` la commission de l'Infrastructure, des Commu-
nications et des Entreprises publiques
10. Proposition (M. Pieter De Crem) de modification du
Re`glement de la Chambre des repre´sentants visant a`
instaurer une commission d'e´valuation pour le commerce
des armes, n°527/1.
Renvoi a` la commission spe´ciale du Re`glement et de la
Re´forme du Travail parlementaire
11. Proposition de re´solution (M. Dirk Van der Maelen)
relative au de´sarmement nucle´aire et a` l'attitude a` adop-
ter par la Belgique au sein de la confe´rence d'e´valuation
du traite´ sur la non- prolife´ration des armes nucle´aires,
n°528/1.
Renvoi a` la commission des Relations exte´rieures
12. Proposition de loi (MM.
Koen Bultinck, Hagen
Goyvaerts, Francis Van den Eynde et Guy D'haeseleer)
modifiant les articles 52 et 53 du Code des impo^ts sur les
revenus 1992, n° 529/1.
Renvoi a` la commission des Finances et du Budget
13. Proposition de loi (Mme Simonne Creyf) modifiant
l'article 145
4
du Code des impo^ts sur les revenus 1992,
n° 530/1.
Renvoi a` la commission des Finances et du Budget
70
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
14. Wetsvoorstel (de heer Hans Bonte, mevrouw Magda
De Meyer en de heer Jan Peeters) tot wijziging van de
wetgeving inzake loopbaanonderbreking ten einde het
recht op zorgverlof in te voeren, nr.543/1.
Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken
15. Wetsvoorstel (de heer Fred Erdman) tot wijziging van
de artikelen 1107 en 1109 van het Gerechtelijk Wetboek
en de artikelen 420bis en 420ter van het Wetboek van
strafvordering, nr.545/1.
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
16. Wetsvoorstel (de heren Daniel Bacquelaine, Jef
Tavernier, Thierry Giet, Hugo Coveliers, Dirk Van der
Maelen en mevrouw Martine Dardenne) tot wijziging van
het Strafwetboek en tot invoering van de dienstverlening
en de opleiding als gevangenisvervangende straffen, nr.
549/1.
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
17. Voorstel (mevrouw Frieda Brepoels en de heer
Jean-Pol Poncelet) tot wijziging van artikel 3 van het
Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers
betreffende de samenstelling van het vast Bureau,
nr.552/1.
Verzonden naar de bijzondere commissie voor het Re-
glement en voor de Hervorming van de parlementaire
Werkzaamheden
Toelating tot drukken
Rgt art 64-2
1. Wetsvoorstel (de heer Jean-Pierre Viseur, mevrouw
Ge´raldine Pelzer-Salandra, de heer Jef Tavernier en
mevrouw Kristien Grauwels) tot wijziging van de nieuwe
gemeentewet, nr. 531/1.
2. Voorstel van resolutie (de heer Jean-Jacques Viseur)
betreffende de deelname van de burgers van de Euro-
pese
Unie
aan
de
gemeenteraadsverkiezingen,
nr.532/1.
3. Wetsvoorstel (de heren Thierry Giet, Claude Eerde-
kens en Jacques Chabot) tot wijziging, wat de termijn
betreft waarbinnen de verbruiker kan afzien van be-
paalde overeenkomsten, van de wet van 14 juli 1991
betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en
bescherming van de consument, de wet van 12 juni 1991
op het consumentenkrediet en de wet van 13 april 1995
betreffende de handelsagentuurovereenkomst, nr.533/1.
4. Wetsvoorstel (de heer Thierry Giet) tot instelling en
bescherming van de vrije keuze van arts en van de
therapeutische vrijheid in de strafinrichtingen, nr.534/1.
14. Proposition de loi (M. Hans Bonte, Mme Magda De
Meyer et M. Jan Peeters) modifiant la le´gislation relative
a` l'interruption de carrie`re afin d'instaurer le droit au
conge´ d'assistance, n°543/1.
Renvoi a` la commission des Affaires sociales
15. Proposition de loi (M. Fred Erdman) modifiant les
articles 1107 et 1109 du Code judiciaire et les articles
420bis et 420ter du Code d'instruction criminelle,
n° 545/1.
Renvoi a` la commission de la Justice
16. Proposition de loi (MM.
Daniel Bacquelaine, Jef
Tavernier, Thierry Giet, Hugo Coveliers, Dirk Van der
Maelen et Mme Martine Dardenne) modifiant le Code
pe´nal et instaurant le travail d'inte´re^t ge´ne´ral et la forma-
tion comme peine de substitution, n° 549/1.
Renvoi a` la commission de la Justice
17. Proposition (Mme Frieda Brepoels et M. Jean-Pol
Poncelet) de modification de l'article 3 du Re`glement de
la Chambre des repre´sentants en ce qui concerne la
composition du Bureau de´finitif, n°552/1.
Renvoi a` la commission spe´ciale du Re`glement et de la
Re´forme du Travail parlementaire
Autorisation d'impression
Rgt art 64-2
1. Proposition de loi (M.
Jean-Pierre Viseur, Mme
Ge´raldine Pelzer-Salandra, M.
Jef Tavernier et Mme
Kristien Grauwels) modifiant la nouvelle loi communale,
n° 531/1.
2. Proposition de re´solution (M. Jean-Jacques Viseur)
concernant la participation des citoyens de l'Union euro-
pe´enne aux e´lections communales, n°532/1.
3. Proposition de loi (MM.
Thierry Giet, Claude Eer-
dekens et Jacques Chabot) modifiant, en ce qui con-
cerne le de´lai durant lequel le consommateur peut renon-
cer a` certains contrats, la loi du 14juillet1991 sur les
pratiques du commerce et sur l'information et la protec-
tion du consommateur, la loi du 12 juin 1991 relative au
cre´dit
a`
la
consommation
ainsi
que
la
loi
du
13avril1995 relative au contrat d'agence commerciale,
n°533/1.
4. Proposition de loi (M. Thierry Giet) visant a` instaurer
et a` prote´ger le libre choix du me´decin et la liberte´
the´rapeutique en milieu carce´ral, n°534/1.
HA 50
PLEN 050
71
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
5. Wetsvoorstel (de heer Thierry Giet) tot wijziging
van
artikel
19
van
de
hypotheekwet
van
16december1851, nr.535/1.
6. Wetsvoorstel (de heer Jean-Pol Henry) tot regeling
van de procedure inzake de aanvraag tot en de uitvoe-
ring van een autopsie met een wetenschappelijk of
diagnostisch oogmerk, nr. 536/1.
7. Wetsvoorstel (de heer Marcel Hendrickx) tot wijziging
van het koninklijk besluit van 31december1953 hou-
dende reglementering van de inschrijving van de motor-
voertuigen en de aanhangwagens, nr.537/1.
8. Voorstel van verklaring (de heren Daniel Bacquelaine
en Charles Michel) tot herziening van artikel 57 van de
Grondwet, teneinde de federale wetgevende Kamers te
verplichten een openbaar debat te organiseren als an-
twoord op een door burgers ingediend verzoekschrift,
nr. 538/1.
9. Voorstel van verklaring (de heer Daniel Bacquelaine,
mevrouw Anne Barzin en de heer Charles Michel) tot
herziening van Titel III van de Grondwet om er een artikel
betreffende het referendum in te voegen, nr. 539/1.
10. Wetsvoorstel (de heer Hans Bonte, mevrouw Magda
De Meyer en de heer Jan Peeters) tot wijziging van de
wetgeving inzake loopbaanonderbreking ten einde het
recht op zorgverlof in te voeren, nr.543/1.
11. Wetsvoorstel (de heren Jacques Chabot, Charles
Picque´ en Yvon Harmegnies) tot uitlegging van artikel
319bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1992, nr.544/1.
12. Wetsvoorstel (de heer Fred Erdman) tot wijziging van
de artikelen 1107 en 1109 van het Gerechtelijk Wetboek
en de artikelen 420bis en 420ter van het Wetboek van
strafvordering, nr.545/1.
13. Wetsvoorstel (de heer Richard Fournaux) tot wijzi-
ging van de wet van 14augustus1986 betreffende de
bescherming en het welzijn der dieren, nr. 546/1.
14. Wetsvoorstel (de heren Geert Bourgeois, Danny
Pieters en Karel Van Hoorebeke) tot wijziging van het
Gerechtelijk Wetboek, wat de uitoefening van het beroep
van advocaat door onderdanen van de overige lidstaten
van de Europese Unie betreft, nr. 547/1.
15. Wetsvoorstel (mevrouw Kathleen van der Hooft) tot
wijziging van de wetgeving betreffende het rust- en
overlevingspensioen voor werknemers en zelfstandigen,
wat de cumulatie van een overlevingspensioen en een
ziekte- en invaliditeitsuitkering betreft, nr. 548/1.
5. Proposition de loi (M. Thierry Giet) modifiant l'article
19 de la loi hypothe´caire du 16de´cembre1851, n°535/1.
6. Proposition de loi (M. Jean-Pol Henry) re´glementant la
proce´dure de demande et de re´alisation d'une autopsie a`
but scientifique ou diagnostique, n° 536/1.
7. Proposition de loi (M.
Marcel Hendrickx) modifiant
l'arre^te´ royal du 31de´cembre1953 portant re´glementation
de l'immatriculation des ve´hicules a` moteur et des remor-
ques, n° 537/1.
8. Proposition de de´claration (MM. Daniel Bacquelaine
et Charles Michel) de re´vision de l'article57 de la Consti-
tution en vue de cre´er dans le chef des assemble´es
le´gislatives fe´de´rales l'obligation d'organiser un de´bat
public en re´ponse a` une pe´tition adresse´e par des
citoyens, n°538/1.
9. Proposition de de´claration (M. Daniel Bacquelaine,
Mme Anne Barzin et M. Charles Michel) de re´vision du
Titre III de la Constitution en vue d'y inse´rer un article
relatif au re´fe´rendum, n°539/1.
10. Proposition de loi (M. Hans Bonte, Mme Magda De
Meyer et M. Jan Peeters) modifiant la le´gislation relative
a` l'interruption de carrie`re afin d'instaurer le droit au
conge´ d'assistance, n°543/1.
11. Proposition de loi (MM. Jacques Chabot, Charles
Picque´ et Yvon Harmegnies) portant interpre´tation de
l'article 319bis du Code des impo^ts sur les revenus 1992,
n°544/1.
12. Proposition de loi (M. Fred Erdman) modifiant les
articles 1107 et 1109 du Code judiciaire et les articles
420bis et 420ter du Code d'instruction criminelle,
n°545/1.
13. Proposition de loi (M. Richard Fournaux) modifiant la
loi du 14 aou^t 1986 relative a` la protection et au bien-e^tre
des animaux, n° 546/1.
14. Proposition de loi (MM.
Geert Bourgeois, Danny
Pieters et Karel Van Hoorebeke) modifiant le Code
judiciaire, en ce qui concerne l'exercice de la profession
d'avocat par des ressortissants des autres Etats mem-
bres de l'Union europe´enne, n° 547/1.
15. Proposition de loi (Mme Kathleen van der Hooft)
modifiant la le´gislation relative a` la pension de retraite et
de survie des travailleurs salarie´s et des travailleurs
inde´pendants en ce qui concerne le cumul d'une pension
de survie et d'une indemnite´ pour cause de maladie ou
d'invalidite´, n°548/1.
72
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
16. Wetsvoorstel (de heren Daniel Bacquelaine, Jef
Tavernier, Thierry Giet, Hugo Coveliers, Dirk Van der
Maelen en mevrouw Martine Dardenne) tot wijziging van
het Strafwetboek en tot invoering van de dienstverlening
en de opleiding als gevangenisvervangende straffen,
nr.549/1.
16. Proposition de loi (MM.
Daniel Bacquelaine, Jef
Tavernier, Thierry Giet, Hugo Coveliers, Dirk Van der
Maelen et Mme Martine Dardenne) modifiant le Code
pe´nal et instaurant le travail d'inte´re^t ge´ne´ral et la forma-
tion comme peine de substitution, n°549/1.
HA 50
PLEN 050
73
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
PLENAIRE VERGADERING
SEANCE PLENIERE
DONDERDAG 30 MAART 2000
JEUDI 30 MARS 2000
MEDEDELINGEN
COMMUNICATIONS
COMMISSIES
Verslagen
Volgende verslagen werden ingediend :
namens de commissie voor de Justitie,
- door de heer Servais Verherstraeten, over :
.
het
wetsontwerp
inzake
informaticacriminaliteit
(nr. 213/4);
.
het
wetsontwerp
inzake
informaticacriminaliteit
(nr. 214/7);
- door de heer Alfons Borginon, over :
. het wetsvoorstel van de heer Jan Peeters c.s. tot
aanvulling van de artikelen 145
1
en 145
5
van het Wet-
boek van de inkomstenbelastingen 1992 (nr. 273/4);
. het wetsvoorstel van de heer Danie¨l Vanpoucke tot
wijziging van artikel 145
1
, 3°, van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (nr. 221/2).
SENAAT
Overgezonden wetsontwerpen
Bij brief van 21 maart 2000 zendt de Senaat over, met
het oog op de koninklijke bekrachtiging, het niet-
gee¨voceerde wetsontwerp tot wijziging van artikel 171,
5°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(nr. 100/6).
Bij brief van 28 maart 2000 zendt de Senaat over, met
het oog op de koninklijke bekrachtiging, het niet-
gee¨voceerde wetsontwerp houdende toekenning van
een jaarlijkse dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid
Prins Filip en van een jaarlijkse dotatie aan Hare Konin-
klijke Hoogheid Prinses Astrid (nr. 353/5).
Ter kennisgeving
COMMISSIONS
Rapports
Les rapports suivants ont e´te´ de´pose´s :
au nom de la commission de la Justice,
- par M. Servais Verherstraeten, sur :
. le projet de loi relatif a` la criminalite´ informatique
(n° 213/4);
. le projet de loi relatif a` la criminalite´ informatique
(n° 214/7);
- par M. Alfons Borginon, sur :
. la proposition de loi de M. Jan Peeters et consorts
comple´tant les articles 145
1
et 145
5
du Code des impo^ts
sur les revenus 1992 (n°273/4);
. la proposition de loi de M. Danie¨l Vanpoucke comple´-
tant l'article 145
1
, 3°, du Code des impo^ts sur les revenus
1992 (n°221/2).
SE
´ NAT
Projets de loi transmis
Par message du 21 mars 2000, le Se´nat transmet, en
vue de la sanction royale, le projet de loi modifiant l'article
171, 5°, du Code des impo^ts sur les revenus 1992; le
Se´nat ne l'ayant pas e´voque´ (n° 100/6).
Par message du 28 mars 2000, le Se´nat transmet, en
vue de la sanction royale, le projet de loi attribuant une
dotation annuelle a` Son Altesse Royale le Prince Philippe
et une dotation annuelle a` Son Altesse Royale la prin-
cesse Astrid; le Se´nat ne l'ayant pas e´voque´ (n° 353/5).
Pour information
74
HA 50
PLEN 050
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Aangenomen wetsontwerpen
Bij brieven van 23 maart 2000 zendt de Senaat de
volgende wetsontwerpen over, zoals hij ze in vergadering
van die datum heeft aangenomen :
- wetsontwerp tot bepaling van de criteria bedoeld in
artikel 39, § 2, van de bijzondere wet van 16 ja-
nuari1989 betreffende de financiering van de Gemeens-
chappen en de Gewesten (nr.540/1);
- wetsontwerp tot uitvoering van artikel 62 van de bijzon-
dere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering
van de Gemeenschappen en de Gewesten (nr.541/1).
Verzonden naar de commissie voor de Herziening van de
Grondwet en de Hervorming der Instellingen
Bij brieven van 23 maart 2000 meldt de Senaat dat hij in
vergadering van die datum de volgende wetsontwerpen
heeft aangenomen :
- wetsontwerp tot wijziging van artikel 117 van en tot
invoeging van een artikel 240bis in het Gerechtelijk
Wetboek (nr.1954/1-1998/1999);
- wetsontwerp tot wijziging van de rechterlijke organisatie
tengevolge van de invoering van een procedure van
onmiddellijke verschijning (nr.307/6).
Ter kennisgeving
Geamendeerd wetsontwerp
Bij brief van 23 maart 2000 zendt de Senaat terug, zoals
hij het in zijn vergadering van die datum heeft geamen-
deerd, het wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek
van strafvordering, van artikel27 van de wet van 20 juli
1990 betreffende de voorlopige hechtenis en van artikel
837 van het Gerechtelijk Wetboek, teneinde de rechts-
pleging voor het hof van assisen te stroomlijnen
(nr.542/1).
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
ARBITRAGEHOF
Arresten
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere wet van
6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de griffier van het
Arbitragehof kennis van :
- het arrest nr. 27/2000 uitgesproken op 21 maart 2000
betreffende de prejudicie¨le vragen over artikelen 67bis
van de wet betreffende de politie over het wegverkeer
(koninklijk besluit van 16maart1968
tot coo¨rdinatie van
de wetten betreffende de politie over het wegverkeer
),
zoals ingevoegd bij artikel 10 van de wet van 4 augustus
1996, gesteld door de politierechtbank te Aarlen bij
vonnis van 29 oktober 1998, inzake het openbaar minis-
terie tegen T. Wuidart, door de correctionele rechtbank te
Projets de loi adopte´s
Par messages du 23 mars 2000, le Se´nat transmet, tels
qu'il les a adopte´s en se´ance de cette date, les projets de
loi suivants :
- projet de loi fixant les crite`res vise´s a` l'article 39, § 2, de
la loi spe´ciale du 16 janvier 1989 relative au financement
des Communaute´s et des Re´gions (n° 540/1);
- projet de loi exe´cutant l'article 62 de la loi spe´ciale du
16 janvier 1989 relative au financement des Com-
munaute´s et des Re´gions (n° 541/1).
Renvoi a` la commission de la Re´vision de la Constitution
et de la Re´forme des Institutions
Par messages du 23 mars 2000, le Se´nat fait connai^tre
qu'il a adopte´ en se´ance de cette date les projets de loi
suivants :
- projet de loi modifiant l'article 117 du Code judiciaire et
inse´rant
un
article
240bis
dans
le
me^me
Code
(n° 1954/1-1998/1999);
- projet de loi portant modification de l'organisation
judiciaire a` la suite de l'instauration d'une proce´dure de
comparution imme´diate (n°307/6).
Pour information
Projet de loi amende´
Par message du 23 mars 2000, le Se´nat renvoie, tel qu'il
l'a amende´ en se´ance de cette date, le projet de loi
modifiant le Code d'instruction criminelle, l'article 27 de la
loi du 20 juillet 1990 relative a` la de´tention pre´ventive et
l'article 837 du Code judiciaire en vue de rationaliser la
proce´dure devant la cour d'assises (n°542/1).
Renvoi a` la commission de la Justice
COUR D'ARBITRAGE
Arre^ts
En application de l'article 113 de la loi spe´ciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de la
Cour d'arbitrage notifie :
- l'arre^t n° 27/2000 rendu le 21 mars 2000 relatif aux
questions pre´judicielles concernant l'article67bis de la loi
relative a` la police de la circulation routie`re (arre^te´ royal
du 16 mars 1968
portant coordination des lois relatives
a` la police de la circulation routie`re
), tel qu'il a e´te´ inse´re´
par l'article 10 de la loi du 4 aou^t 1996, pose´es par le
tribunal de police d'Arlon par jugement du 29octo-
bre1998, en cause du ministe`re public contre T. Wuidart,
par le tribunal correctionnel d'Arlon par jugement du
HA 50
PLEN 050
75
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Aarlen bij vonnis van 16 december 1998, inzake het
openbaar ministerie tegen A. Ramdedovic, en door de
politierechtbank te Gent bij vonnis van 1 juni 1999, inzake
het openbaar ministerie tegen H. Van Belle;
(rolnummers : 1469, 1576 en 1705)
- het arrest nr. 28/2000 uitgesproken op 21 maart 2000
betreffende de beroepen tot vernietiging van artikel 46
van het decreet van de Vlaamse Raad van 19 december
1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de be-
groting 1999, ingesteld door F. Kamp, P. Snoy, M. -N.
Orban, de NV Immo De Vuyst en P. Nys en anderen;
(rolnummers : 1588, 1589, 1594, 1622, 1639 en 1656)
- het arrest nr. 29/2000 uitgesproken op 21 maart 2000
betreffende de prejudicie¨le vraag over artikel 93 van de
wet van 20 mei 1994 inzake de rechtstoestanden van het
militair personeel, gesteld door het militair gerechtshof bij
arrest van 27 januari 1999, inzake het openbaar minis-
terie en de Belgische Staat tegen L.L.;
(rolnummer : 1615)
- het arrest nr. 30/2000 uitgesproken op 21 maart 2000
betreffende het beroep tot vernietiging van de organisa-
tieafdeling 57 (kunstonderwijs), programma's 7 en 8, en
van de artikelen 1 en 38, in zoverre ze betrekking hebben
op die programma's, van het decreet van de Franse
Gemeenschap van 3 november 1997 houdende de alge-
mene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap
voor het begrotingsjaar 1998, ingesteld door de Vlaamse
regering;
(rolnummer : 1648)
- het arrest nr. 31/2000 uitgesproken op 21 maart 2000
betreffende het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernie-
tiging van de wet van 2 juni 1998 houdende oprichting
van een Informatie- en Adviescentrum inzake de scha-
delijke sektarische organisaties en van een Administra-
tieve coo¨rdinatiecel inzake de strijd tegen schadelijke
sektarische organisaties, ingesteld door de VZW Antro-
posofische Vereniging in Belgie¨ en anderen;
(rolnummer : 1685)
- het arrest nr. 32/2000 uitgesproken op 21 maart 2000
betreffende de beroepen tot vernietiging van de artikelen
2 en 3 van de wet van 8 december 1998 houdende
diverse bepalingen betreffende de financiering van het
Instituut voor veterinaire keuring, ingesteld door de NV
Vlees De Clercq & Zoon en anderen, door de VZW
Nationale Federatie der Fabrikanten van Vleeswaren en
Vleesconserven en anderen en door de NV Openbaar
Slachthuis.
(rolnummers : 1715, 1720 en 1721)
Ter kennisgeving
16 de´cembre 1998, en cause du ministe`re public contre
A. Ramdedovic, et par le tribunal de police de Gand par
jugement du 1er juin 1999, en cause du ministe`re public
contre H. Van Belle;
(n
os
du ro^le : 1469, 1576 et 1705)
- l'arre^t n° 28/2000 rendu le 21 mars 2000 relatif aux
recours en annulation de l'article 46 du de´cret du Conseil
flamand du 19 de´cembre 1998 contenant diverses me-
sures d'accompagnement du budget 1999, introduits par
F. Kamp, P. Snoy, M. -N. Orban, la SA Immo De Vuyst et
P. Nys et autres;
(n
os
du ro^le : 1588, 1589, 1594, 1622, 1639 et 1656)
- l'arre^t n° 29/2000 rendu le 21 mars 2000 relatif a` la
question pre´judicielle concernant l'article 93 de la loi du
20 mai 1994 relative aux statuts du personnel militaire,
pose´e par la cour militaire par arre^t du 27 janvier 1999,
en cause du ministe`re public et de l'Etat belge contre
L.L.;
(n° du ro^le : 1615)
- l'arre^t n° 30/2000 rendu le 21 mars 2000 relatif au
recours en annulation de la division organique 57 (en-
seignement artistique), programmes 7 et 8, et des arti-
cles 1er et 38, en tant qu'ils portent sur ces programmes,
du de´cret de la Communaute´ franc¸aise du 3 novembre
1997 contenant le budget ge´ne´ral des de´penses de la
Communaute´ franc¸aise pour l'anne´e budge´taire 1998,
introduit par le gouvernement flamand;
(n° du ro^le : 1648)
- l'arre^t n° 31/2000 rendu le 21 mars 2000 relatif au
recours en annulation totale ou partielle de la loi du 2 juin
1998 portant cre´ation d'un Centre d'information et d'avis
sur les organisations sectaires nuisibles et d'une Cellule
administrative de coordination de la lutte contre les
organisations sectaires nuisibles, introduit par l'ASBL
Socie´te´ anthroposophique belge et autres;
(n° du ro^le : 1685)
- l'arre^t n° 32/2000 rendu le 21 mars 2000 relatif aux
recours en annulation des articles 2 et 3 de la loi du 8
de´cembre 1998 portant des dispositions diverses relati-
ves au financement de l'Institut d'expertise ve´te´rinaire,
introduits par la SA
Vlees De Clercq & Zoon et autres,
par l'ASBL Fe´de´ration nationale des fabricants des pro-
duits et conserves de viande et autres et par la SA
Openbaar Slachthuis.
(n
os
du ro^le : 1715, 1720 et 1721)
Pour information
76
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Beroepen tot vernietiging
Met toepassing van artikel 76 van de bijzondere wet van
6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de griffier van het
Arbitragehof kennis van :
- de beroepen tot vernietiging van artikel 10 van de wet
van 24 december 1999 houdende sociale en diverse
bepalingen (betreffende de heffing op het omzetcijfer van
zekere geneesmiddelen), ingesteld door de vennoots-
chap naar Nederlands recht Merck Sharp & Dohme BV
en de VZW Agim; de beschikking tot samenvoeging van
deze zaken;
(rolnummers : 1899 en 1900)
- het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing
van de artikelen 8, 15, § 1, 20, derde lid, 21, 27, eerste
lid, 34, 36, 4., 54, § 1, 58, derde lid, 62, 71, vierde lid, 4.,
van de wet van 7mei1999 op de kansspelen, de kanss-
pelinrichtingen en de bescherming van de spelers, inges-
teld door de BVBA Ramses en de BVBA Talis; de
beschikking tot bepaling van de dag van de terechtzitting
voor het debat over de vordering tot schorsing.
(rolnummer : 1903)
Ter kennisgeving
JAARVERSLAGEN
Vaste nationale Cultuurpactcommissie
Bij brief van 24 maart 2000 zendt de inspecteur-generaal
van de vaste nationale Cultuurpactcommissie, in uitvoe-
ring van artikel 26 van de wet van 16 juli 1973 waarbij de
bescherming van de ideologische en filosofische strek-
kingen gewaarborgd wordt, het jaarverslag1999 van de
vaste nationale Cultuurpactcommissie over.
Ingediend ter griffie en in de bibliotheek
Ombudsdienst bij de NMBS
Bij brief van 30 maart 2000 zenden de ombudsmannen
van de Ombudsdienst bij de NMBS overeenkomstig
artikel 46 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de
hervorming van sommige economische overheidsbedri-
jven, het activiteitenverslag 1999 over.
Rondgedeeld en ingediend ter griffie en in de bibliotheek
Recours en annulation
En application de l'article 76 de la loi spe´ciale du 6 janvier
1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de la Cour
d'arbitrage notifie :
- les recours en annulation de l'article 10 de la loi du
24 de´cembre 1999 portant des dispositions sociales et
diverses (concernant la cotisation sur le chiffre d'affaires
de certains produits pharmaceutiques), introduits par la
socie´te´ de droit ne´erlandais Merck Sharp & Dohme BV et
l'ASBL Agim; l'ordonnance de jonction de ces affaires;
(n
os
du ro^le : 1899 et 1900)
- le recours en annulation et la demande de suspension
des articles 8, 15, § 1er, 20, aline´a 3, 21, 27, aline´a 1er,
34, 36, 4., 54, § 1er, 58, aline´a 3, 62, 71, aline´a 4, 4., de
la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les e´tablis-
sements de jeux de hasard et la protection des joueurs,
introduits par la SPRL Ramses et la SPRL Talis;
l'ordonnance fixant l'audience pour les de´bats sur la
demande de suspension.
(n° du ro^le : 1903)
Pour information
RAPPORTS ANNUELS
Commission nationale permanente
du pacte culturel
Par lettre du 24 mars 2000, l'inspecteur ge´ne´ral de la
Commission nationale permanente du pacte culturel
transmet, en application de l'article 26 de la loi du
16 juillet 1973 garantissant la protection des tendances
ide´ologiques et philosophiques, le rapport annuel 1999
de la Commission nationale permanente du pacte
culturel.
De´po^t au greffe et a` la bibliothe`que
Service de me´diation aupre`s de la SNCB
Par lettre du 30 mars 2000, les me´diateurs du Service de
me´diation aupre`s de la SNCB transmettent, conforme´-
ment a` l'article 46 de la loi du 21 mars 1991 portant
re´forme de certaines entreprises publiques e´conomi-
ques, le rapport d'activite´s pour l'anne´e 1999.
Distribution et de´po^t au greffe et a` la bibliothe`que
HA 50
PLEN 050
77
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
RESOLUTIES
Europees Parlement
Bij brief van 17 maart 2000 zendt de secretaris-generaal
van het Europees Parlement de teksten over van twee
resoluties aangenomen door deze vergadering :
1. resolutie over vrouwen en besluitvorming;
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen en naar het Adviescomite´ voor de Euro-
pese Aangelegenheden
2. resolutie over het document van de Commissie
Eco-
nomisch jaarverslag 1999
.
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, naar de commissie voor het Bedrijfsleven,
het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale we-
tenschappelijke en culturele Instellingen, de Middens-
tand en de Landbouw en naar het Adviescomite´ voor de
Europese Aangelegenheden
RE
´ SOLUTIONS
Parlement europe´en
Par lettre du 17 mars 2000, le secre´taire ge´ne´ral du
Parlement europe´en transmet le texte de deux re´solu-
tions adopte´es par cette assemble´e :
1. re´solution sur les femmes dans le processus
de´cisionnel;
Renvoi a` la commission des Relations exte´rieures et au
Comite´ d'avis charge´ de Questions europe´ennes
2. re´solution sur le document de la Commission intitule´
L'e´conomie de l'Union : bilan de 1999.
Renvoi a` la commission des Relations exte´rieures, a` la
commission de l'Economie, de la Politique scientifique,
de l'Education, des Institutions scientifiques et culturelles
nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture et
au Comite´ d'avis charge´ de Questions europe´ennes
78
HA 50
PLEN 050
30-03-2000
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000