KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 335
CRIV 50 PLEN 335
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
woensdag
mercredi
12-03-2003
12-03-2003
18:05 uur
18:05 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 335
12/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
1
PROJETS ET PROPOSITIONS
1
Wetsvoorstel houdende nieuwe maatregelen ten
gunste van de oorlogsslachtoffers (2273/1 tot 10)
1
Proposition de loi prévoyant de nouvelles
mesures en faveur des victimes de la guerre
(2273/1 à 10)
1
Algemene bespreking
1
Discussion générale
1
Sprekers: Marcel Hendrickx, Luc Paque,
Fred Erdman, Paul Tant, Colette Burgeon,
Zoé Genot, Didier Reynders
, minister van
Financiën
Orateurs: Marcel Hendrickx, Luc Paque,
Fred Erdman, Paul Tant, Colette Burgeon,
Zoé Genot, Didier Reynders
, ministre des
Finances
Bespreking van de artikelen
13
Discussion des articles
13
Voorstel tot herziening van het Reglement van de
Kamer van volksvertegenwoordigers (2288/1 tot
6)
14
Proposition de révision du Règlement de la
Chambre des représentants (2288/1 à 6)
14
Algemene bespreking
14
Discussion générale
14
Bespreking van de artikelen
18
Discussion des articles
18
Sprekers: Paul Tant, rapporteur, Colette
Burgeon, Didier Reynders
, minister van
Financiën
Orateurs: Paul Tant, rapporteur, Colette
Burgeon, Didier Reynders
, ministre des
Finances
Voorstel tot wijziging van het Reglement van de
Kamer van volksvertegenwoordigers teneinde te
zorgen voor een dynamischer wetgeving op grond
van de verslagen van de commissie voor de
Verzoekschriften over de aanbevelingen van het
College van de federale ombudsmannen en over
de verzoekschriften die ze heeft onderzocht
(1406/1 tot 4)
19
Proposition de modification du Règlement de la
Chambre des représentants en vue de susciter
une action législative plus dynamique à partir des
rapports de la commission des Pétitions sur les
recommandations du collège des médiateurs
fédéraux et sur les pétitions qu'elle a examinées
(1406/1 à 4)
19
Algemene bespreking
19
Discussion générale
19
Bespreking van de artikelen
19
Discussion des articles
19
CRIV 50
PLEN 335
12/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
van
WOENSDAG
12
MAART
2003
18:05 uur
______
du
MERCREDI
12
MARS
2003
18:05 heures
______

De vergadering wordt geopend om 18.18 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 18.18 heures par M. Herman De Croo, président.

De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Berichten van verhindering
Excusés

Georges Clerfayt, Raad van Europa / Conseil de l'Europe.
André Schellens, wegens ziekte / pour raisons de santé.
Ontwerpen en voorstellen
Projets et propositions
01 Wetsvoorstel houdende nieuwe maatregelen ten gunste van de oorlogsslachtoffers (2273/1 tot
10)
01 Proposition de loi prévoyant de nouvelles mesures en faveur des victimes de la guerre (2273/1
à 10)

(Ingediend door / Déposée par: Claude Eerdekens, Daniel Bacquelaine, Hugo Coveliers, Fred Erdman,
Dirk Van der Maelen, Jean-Pol Henry, Muriel Gerkens, Joos Wauters, Colette Burgeon, Patrick Moriau)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

De heer Jan Peeters en mevrouw De Meyer verwijzen naar hun schriftelijk verslag (2273/5 en 8).
01.01 Marcel Hendrickx (CD&V): (...)
De voorzitter: Het is een wetsvoorstel. Ik moet geen minister hebben, mijnheer Hendrickx. U hebt het
woord in de algemene bespreking.
01.02 Marcel Hendrickx (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, samen met een aantal collega's van CD&V
hebben wij vier jaar lang minister Flahaut bestookt omwille van het
feit dat hij er maar niet in slaagde de dossiers voor de erkenning als
werkweigeraar of weggevoerde af te werken. Mijn herhaalde
01.02
Marcel Hendrickx
(CD&V): Pendant quatre ans, le
CD&V a assailli le ministre
Flahaut de questions sur des
dossiers de reconnaissance de
12/03/2003
CRIV 50
PLEN 335
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
uiteenzettingen werkten de minister op de zenuwen ­ ik weet niet of
dat de reden is waarom hij hier thans niet aanwezig is ­ zeker ook
toen een aantal leden van de meerderheid mij in de commissie
mondeling gingen steunen. Veel resultaat leverde dat echter allemaal
niet op. Van de 18.907 dossiers die ingevolge de wet van 10 mei
1995 werden ingediend met een vraag voor laattijdige erkenning zijn
er thans, na acht jaar, nog steeds duizend niet afgewerkt terwijl een
groot percentage letterlijk en figuurlijk uitdoofde door het overlijden
van de aanvrager. Wie immers in de Tweede Wereldoorlog werd
weggevoerd of werkweigeraar was, had toen een leeftijd tussen
twintig en dertig jaar en is thans minimaal tachtig of negentig jaar
oud. Sommigen worden binnenkort eeuwelingen.

Duizend van deze stokoude landgenoten wachten nog steeds op de
afwerking van hun dossier. Zullen zij het ooit nog beleven erkend te
worden? De minister heeft zich in de voorbije vier jaar steeds
verscholen achter het personeelstekort. Op het moment waarop ik
een motie van aanbeveling indiende, half februari 2001, waarin ik
onverwijld maatregelen van de regering vroeg om de nog resterende
dossiers af te werken, waren er slechts twee moedige leden van de
meerderheid die mijn motie steunden en zich onthielden bij de
stemming over de eenvoudige motie. De voorzitster van de
commissie voor de Volksgezondheid, mevrouw Avontroodt en
mevrouw De Meyer vonden de wijze waarop met deze verdienstelijke
landgenoten werd gesold gewoon mensonwaardig.

Het moet toch wel zijn dat men bij de meerderheid verveeld zit met
deze zaak. Waarom anders nu plots ­ en nog wel bij
hoogdringendheid ­ nog een wetsvoorstel getekend door de meest
notoire collega's uit de meerderheid? Het is duidelijk. Enkele dagen
voor de verkiezingen worden die oorlogsslachtoffers voor sommige
politici ­ excuseer het woord ­ kiesvee. Ik kan het niet anders
uitdrukken want respect voor die oorlogsslachtoffers heeft men nooit
betoond. Ik ben beschaamd in de plaats van de meerderheid want dit
wetsvoorstel noem ik het wetsvoorstel van de schande, schaamte
omdat deze meerderheid thans nog de schijn wil wekken iets te
willen doen voor deze categorie van mensen die zij voordien aan
haar lot overliet.

Het getuigt van een zeer bedenkelijke politieke, zelfs immorele
instelling indien men thans op de rug van deze mensen de schijn
hoog wil houden, terwijl men al die jaren niets heeft gedaan om te
trachten een meer dan gerechtvaardigde eis in te willigen. Bovendien
schieten de indieners van dit wetsvoorstel de oppergaai af in de
categorie Belgenmoppen. Met dit wetsvoorstel wil men immers de
schijn wekken de oorlogsslachtoffers tegemoet te komen: de
weggevoerden en werkweigeraars, de oorlogsweduwen, de zigeuners
en de joden.

Vooreerst wil ik het hebben over de weggevoerden en
werkweigeraars. De indieners van het wetsvoorstel menen dat de
lijfrente moet worden aangepast. Op zich is dat een erg toe te juichen
voorstel. De verhoging gaat echter in vanaf 1 januari 2003 en wordt
gespreid over 4 jaar. Vanaf 1 januari 2006 zullen de gedeporteerden
en de werkweigeraars dus de volle aanpassing van deze lijfrente
ontvangen. Collega's, dit is een wetsvoorstel voor 100-jarigen.
Hypocrieter kan niet, want de indieners van het voorstel weten maar
al te goed dat slechts een zeer klein percentage van de
réfractaires et de déportés restés
en suspens. Nos efforts n'ont
guère porté de fruits. A la suite de
la loi du 10 mai 1995, 18.907
dossiers ont été introduits. Parmi
ceux-ci, mille n'ont toujours pas
été traités. Une grande partie des
autres dossiers concernaient des
personnes entre temps décédées.
Les demandeurs sont aujourd'hui
très âgés. Seront-ils encore en vie
lorsqu'ils seront reconnus?

Le ministre n'a eu de cesse de
prétexter le manque de personnel.
En février 2001, j'ai déposé une
motion exhortant le gouvernement
à clôturer sans plus attendre les
dossiers restants. Mmes
Avontroodt et De Meyer ont eu le
courage de s'abstenir lors du vote
sur la motion pure et simple.

Cette affaire embarrasse
manifestement la majorité, qui a
dès lors fini par déposer une
proposition de loi. Les victimes de
guerre, pour lesquelles aucun
respect n'a jamais été témoigné,
sont traitées à présent comme un
vulgaire vivier électoral. Cette
proposition de loi est une honte.
Elle traduit l'attitude immorale de
la majorité qui veut sauver les
apparences alors qu'elle est
restée les bras croisés pendant
des années.

L'intervention proposée est par
ailleurs ridicule. Les rentes
viagères des déportés et des
réfractaires vont être augmentées,
mais en phases. Elles ne seront
liquidées complètement qu'à partir
du 1
er
janvier 2006. A ce moment,
une petite frange seulement des
bénéficiaires sera encore en vie. Il
est lamentable de chercher à se
donner bonne conscience de la
sorte. Les membres de la majorité
peuvent sauver la face en
adoptant mon amendement qui
tend à faire octroyer
immédiatement l'intégralité de
l'intervention.

La proposition de loi vise à ne pas
discriminer de victimes de la
CRIV 50
PLEN 335
12/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
rechthebbenden op dat moment nog zal leven. Leden van de
meerderheid, slaap zacht als jullie op deze wijze jullie geweten willen
sussen omdat jullie deze categorie van Belgen in de voorbije jaren
miserie hebt berokkend door hun dossier te laten liggen en door op
onaanvaardbare wijze met deze mensen te sollen. Jullie kunnen je
gezicht nog redden, indien jullie mijn amendementen steunen om
deze uitkering niet over vier jaar te spreiden, maar onmiddellijk uit te
betalen.

Het komt natuurlijk ook bijzonder goed over dat deze regering alle
oorlogsslachtoffers wil tegemoetkomen. Er is geen discriminatie. Ook
de zigeuners moeten kunnen genieten van de loyaliteit van deze
meerderheid. Is het dan niet lachwekkend om van de minister tijdens
de commissievergadering te moeten vernemen dat er in het kader
van dit wetsvoorstel slechts één enkele zigeuner in aanmerking
komt. De wet op de privacy laat echter niet toe om de man in kwestie
met naam te noemen. Wij vonden het toch best een amendement in
te dienen waardoor 'de zigeuners' vervangen wordt door 'de
zigeuner'.

Ik zou nu iets willen zeggen over het wetsvoorstel in het algemeen.
De Nationale Confederatie van politieke gevangenen en
rechthebbenden van België had zich terecht vragen gesteld over het
eventueel discrimineren van sommige oorlogsslachtoffers en had
verzocht om vooraf het advies van de Raad van State in te winnen.
Toen ik in de commissie een voorstel terzake ter stemming
voorlegde, werd het door de meerderheid weggewuifd.

Mijnheer de voorzitter, ik was dan ook bijzonder verheugd dat uzelf
het initiatief nam om het advies van de Raad van State te vragen.
Dat gebeurde volgens de voorzitster van de commissie zonder dat zij
er iets van wist. Laten wij eerlijk wezen: de Raad van State maakt
brandhout van dit wetsvoorstel.

Normaliter zouden de indieners aanpassingen moeten aanbrengen,
maar daar is geen sprake van. Zelfs de verwijzing van de Raad van
State dat de Hoge Raad voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders en
Oorlogsslachtoffers moet worden geraadpleegd, vond geen gehoor.
Met de uitdrukkelijke steun van collega Jan Peeters van de SP.A
werd mijn amendement aanvaard, waardoor werd tegemoetgekomen
aan een belangrijke opmerking van de Raad van State in verband
met de gebiedsomschrijving waarnaar oorlogsslachtoffers werden
gedeporteerd. Collega's, de CD&V-fractie zal zich morgen onthouden
bij de stemming over dit wetsvoorstel. Daarmee willen we nogmaals
uitdrukkelijk protesteren tegen het feit dat nog steeds duizend
aanvragen voor erkenning als weggevoerde onafgehandeld blijven
liggen en dat daaraan niets gebeurt, terwijl men nu een schaamlapje
zoekt met voorstellen die enkele eeuwelingen en één zigeuner zullen
begunstigen.
guerre et concerne dès lors aussi
les tziganes. C'est très beau mais,
ainsi que je le propose dans mon
amendement, il serait préférable
de remplacer « tziganes » par
«tzigane». En effet, un seul est
encore en vie. Une nouvelle
preuve de la lenteur avec laquelle
l'Arc-en-ciel a procédé.

La Confédération nationale des
Prisonniers politiques et ayants
droit de Belgique s'est inquiétée
du risque de discrimination à
l'égard de certaines victimes de la
guerre et a estimé souhaitable de
recueillir l'avis du Conseil d'Etat.
La majorité a balayé d'un revers
de la main une demande que j'ai
formulée en ce sens.

Je me félicite de ce que le
président ait pris l'initiative. Le
Conseil s'est montré d'une
extrême sévérité à l'égard de
cette proposition mais sa
suggestion de consulter le Conseil
supérieur des Invalides de guerre,
Anciens combattants et Victimes
de la guerre n'a pas été suivie. La
majorité a en revanche accepté
mon amendement relatif à la
délimitation de la zone vers où ont
été effectuées les déportations.
L'amendement donnait suite à une
observation importante du
Conseil.

Le CD&V s'abstiendra lors du vote
pour dénoncer le fait que mille
demandes n'ont pas encore été
traitées. Cette proposition de loi
n'est qu'un emplâtre sur une
jambe de bois.
01.03 Luc Paque (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, comme d'autres collègues l'ont déjà
souligné, notamment en commission, la présente proposition de loi
vise à concrétiser des mesures proposées par la Commission
centrale instituée par la loi du 20 décembre 1996, et principalement
la revalorisation de certaines rentes.

D'autre part, elle prévoit des mesures spécifiques en faveur des
01.03 Luc Paque (cdH): Het
voorliggend wetsvoorstel beoogt
invulling te geven aan sommige
maatregelen die de Centrale
Commissie, opgericht bij wet van
20 december 1996, heeft
voorgesteld en die voornamelijk
de herwaardering van sommige
12/03/2003
CRIV 50
PLEN 335
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
communautés juive et tsigane qui ont eu à souffrir de persécutions
raciales au cours de la deuxième guerre mondiale. Certes, la
proposition vient au sein de notre Assemblée quelque peu
tardivement, à moins d'un mois de la dissolution des Chambres;
certes, l'on pourrait regretter que l'initiative législative n'émane pas
du ministre ayant dans ses attributions les victimes de la guerre;
mais malgré ces regrets, le groupe cdH votera positivement la
proposition.

J'aurais cependant voulu que cette proposition puisse aller plus loin,
non seulement dans la problématique des orphelins juifs, mais
également dans la gratuité des soins de santé. Un assouplissement
avait déjà été apporté par l'adoption de la loi du 14 février 2002, qui
ouvrait le droit à la gratuité des soins de santé aux ressortissants
bénéficiant d'une ou plusieurs rentes de guerre accordées au total
sur la base de trois semestres au moins. La présente proposition
n'émane pas de la commission centrale et emporte évidemment un
coût budgétaire.

L'amendement que j'avais déposé et que je redépose aujourd'hui
tend à rencontrer diverses situations de personnes qui, ayant mérité
de la patrie, se voient exclues de la gratuité des soins de santé parce
que leurs états de service ne s'étalent pas sur la période de
référence, soit d'un an, soit de trois semestres. Je pense notamment
aux militaires sous les armes le 10 mai 1940 qui ont participé à la
campagne des 18 jours. Cette gratuité a un coût, mais je crois qu'il
faut le relativiser car les bénéficiaires, par le fait des années qui
malheureusement passent, sont de moins en moins nombreux. En
effet, ces personnes, anciens combattants, ont tous plus de 80 ans et
méritent la reconnaissance de la Nation, comme le méritent tous
ceux qui ont fait oeuvre d'activités patriotiques.

Au cours des travaux en commission, le ministre a accordé son
attention à cet amendement qui mérite, dès lors, d'être retenu par
notre Assemblée.

Avant de conclure, monsieur le président, chers collègues, j'ai
toutefois deux regrets. Le premier tient au fait que l'avis du Conseil
d'Etat n'était malheureusement pas joint lors de l'examen de cette
proposition. Comme l'a dit notre collègue M. Hendrickx, c'est
finalement à votre initiative que cet avis du Conseil d'Etat a été
demandé. L'avis du Conseil d'Etat comportait par ailleurs des
remarques tout à fait pertinentes qui ont mené au dépôt de
l'amendement, notamment accepté par notre commission. Mon
deuxième regret a trait à l'étalement sur quatre ans de la majoration
de la rente, ce qui aura pour conséquence malheureuse que
beaucoup de bénéficiaires, vu leur grand âge, ne pourront
malheureusement pas profiter de cette majoration.

Voilà, monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues,
les quelques remarques que je voulais faire dans le cadre de cette
discussion générale. Je n'interviendrai plus dans la discussion sur les
articles puisque j'ai déjà défendu l'amendement.
renten betreffen.

Daarnaast voorziet ze in enkele
specifieke maatregelen ten gunste
van de joodse gemeenschap en
de zigeunergemeenschap.

De cdH-fractie zal het voorstel
goedkeuren, maar betreurt
enerzijds dat dit wetgevend
initiatief niet uitgaat van de
bevoegde minister en anderzijds
dat het nauwelijks een maand
voor de ontbinding van de Kamers
wordt genomen.

Ik had natuurlijk gewild dat dit
voorstel verder ging, dat ook de
problematiek van de joodse
wezen erin zou worden
opgenomen en dat de wet van 4
februari 2002 die de onderdanen
die oorlogsrenten op grond van
minstens drie semesters
ontvangen kosteloze
geneeskundige verzorging biedt,
verder werd versoepeld.

Ik dien terzake een amendement
in om de toestand te regelen van
personen die geen recht hebben
op die kosteloze verzorging omdat
hun staat van dienst niet
overeenkomt met de
referentieperiode. De kosten die
met die kosteloze geneeskundige
verzorging gepaard gaan, zijn in
dit geval bijzonder laag omdat er
nog slechts weinig
rechthebbenden in leven zijn.

Twee zaken vind ik jammer. Op
de eerste plaats dat het advies
van de Raad van State niet
voorlag tijdens de bespreking in
de commissie; de commissie
heeft niettemin een amendement
goedgekeurd dat verwijst naar
enkele opmerkingen van de Raad
Van State. Anderzijds dat maar
weinig personen de rente zullen
ontvangen omwille van hun hoge
leeftijd en omdat de verhoging
van de rente spijtig genoeg over
vier jaar gespreid wordt.
Le président: Je vous remercie pour votre concision.
CRIV 50
PLEN 335
12/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
01.04 Fred Erdman (SP.A): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, het geheugen heeft geen prijs en wanneer wij
vandaag ten overstaan van de oorlogsslachtoffers op een
bescheiden wijze ­ laten wij dit onderstrepen ­trachten een blijk te
geven van waardering dan zou ik ­ indien de heer Hendrickx hier nog
ware ­ hem zeggen dat ik ten zeerste betreur dat men dit in een
politieke polemiek wil doen. Ik zou de heer Hendrickx kunnen in
herinnering brengen dat de wet van 1969 dateert en dat in de periode
tussen 1969 en 2002 niets aan deze wet is gewijzigd.

Ten tweede, de fameuze commissie die voorstellen moest
voorleggen werd in 1996 opgericht. Desbetreffend is weinig
gerealiseerd, behalve dat wij vandaag toch trachten op enige wijze
een antwoord te geven. Ik wil echter niet in die polemiek treden
omdat ik samen met de heer Hendrickx en anderen ­ de heer Paque
heeft er daarnet nog aan herinnerd ­ inderdaad vaststel dat wij
onvoldoende doen, dat wij het te lang rekken, dat wij het over jaren
spreiden en dat een reeks van oorlogsslachtoffers zich in deze niet
zullen terugvinden of dat eventueel ook bij hun nabestaanden
vandaag nog wonden worden opengereten in de zin van: indien dit
vroeger ware gebeurd dan had de betrokkene daarvan nog kunnen
genieten.

Dit is een vaststelling die wij steeds zullen doen en die onmogelijk op
een menselijke manier kan worden beantwoord onverminderd dat
men steeds binnen het kader van budgettaire beperkingen dit soort
maatregelen moet treffen. Ik ben in ieder geval verheugd dat de
regering in de eerste plaats het initiatief heeft genomen en dit door
een wetsvoorstel concretiseert en dat de minister het tegelijkertijd
begeleidt.
01.04 Fred Erdman (SP.A): Au
moyen de cette loi, nous
cherchons modestement à
témoigner notre considération
pour les victimes de guerre. Je
déplore que M. Hendrickx
polémique à ce sujet. La loi
remonte déjà à 1960, mais
aucune modification n'y a été
apportée jusqu'à présent. La
création en 1996 de la
commission qui devait formuler
des propositions n'a pas changé
grand-chose non plus.

Pour certains, cette
réglementation arrive évidemment
trop tard, comme c'est toujours le
cas. Il y a des restrictions
budgétaires. En tout état de
cause, je me réjouis de l'initiative
du gouvernement, qui a engendré
une proposition de loi.
01.05 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega Erdman, ik
aarzel om mij in het debat te mengen, omdat ik het dossier niet ken.
Ik heb alleen collega Hendrickx aan het woord gehoord. U zegt dat
hij polemiseert, het in partijpolitiek vaarwater brengt, in de
spanningsverhouding tussen meerderheid en minderheid. Ik dacht
dat hij goedbedoelde pogingen deed om in de commissie bijzonder
logische amendementen in te dienen. Collega Erdman, de
meerderheid heeft die amendementen niet willen aanvaarden.

Ten tweede, persoonlijk heb ik er enige last van als men nu zonder
blikken of blozen het statuut van de erkende mensen ­ terecht ­
verbetert, maar dat men zich geen enkele zorg blijkt te maken over
het feit dat er zoveel aanvragen hangende zijn. Ik denk dat de
regering daaraan absoluut prioriteit moet geven.

Het is wel mooi om een aantal mensen die hun verdiensten hebben
voor dit land een vorm van erkenning te geven, maar sta mij toe te
zeggen dat het des te frustrerender is voor degenen die een
aanvraag hangende hebben, dit nogmaals aan hun neus te zien
voorbijgaan.
01.05 Paul Tant (CD&V): Selon
M. Erdman, M. Hendrickx
polémique à ce sujet. Il a toutefois
déposé des amendements
logiques. Pourquoi n'ont-ils pas
été acceptés?

Si le statut des personnes agréées
a été amélioré, un grand nombre
de demandes restent toutefois
pendantes. Ne faudrait-il pas leur
accorder la priorité?
01.06 Fred Erdman (SP.A): Mijnheer de voorzitter, u hebt de kunst
om de sprekers op de tribune het gras voor de voeten weg te
maaien. Dat ik daarjuist enigszins heb betreurd dat men het
polemiseert, neemt niet weg dat ik volledig akkoord ga met de
stelling die de heer Hendrickx hier heeft ingenomen met betrekking
01.06 Fred Erdman (SP.A):
Vous me coupez l'herbe sous le
pied. J'ai conscience des
intentions louables de M.
Hendrickx mais la marge
12/03/2003
CRIV 50
PLEN 335
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
tot de behandeling van dossiers en hangende dossiers. Dit is niet de
enige sector waarvoor men oplossingen moet vinden ­ wanneer
slachtoffers in het algemeen worden getroffen ­ om het leed zo snel
mogelijk te lenigen door te antwoorden op een efficiënte manier op
de ingediende aanvragen. Ik kan mij daarin volledig terugvinden. Het
is niet op dat punt dat ik vond dat de heer Hendrickx polemiseerde.

Ten tweede, hij heeft inderdaad bepaalde voorstellen in de
commissie geformuleerd waarvan ik de goede bedoelingen volledig
onderschrijf, maar daarmee zitten wij natuurlijk binnen het kader dat
ik zojuist heb geschetst, met name de budgettaire beperkingen die op
dit ogenblik de ministers niet toelaten om dit te doen. Er waren tijden,
mijnheer Tant ­ men noemde dat de golden sixties en de uitlopers
ervan ­ toen er inderdaad middelen voorhanden waren om op een
efficiënte en ruimere manier de vergoedingen uit te keren, maar die
tijden zijn vergaan. U wilt de inspanning en minstens de intentie
koppelen ­ dat heeft mij gestoord ­ aan het ogenblik, namelijk de
vooravond van verkiezingen. U zoekt daarin de intenties. Ik kan u de
verzekering geven dat ik het voorstel mee heb ondertekend, maar
het is zeker niet in die zin op te vatten.

Met betrekking tot de toegevoegde categorieën ­ dat is inderdaad
nieuw ­ voor de slachtoffers van de joodse gemeenschap en de
zigeunergemeenschap heb ik met genoegen vastgesteld dat men
uiteindelijk tot een gelijkschakeling van statuten is trachten te komen.
Men heeft geen nieuwe categorieën trachten uit te bouwen, maar
men heeft deze proberen in te schuiven in bestaande statuten om
vergelijkbare situaties ­ even pijnlijk inzake de bedragen ­ te kunnen
uitbouwen. Het is natuurlijk het drama dat we vandaag, meer dan
vijftig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, aan deze
slachtoffers die niet in de vroegere wettelijke bepalingen konden
worden vergoed, moeten zeggen dat we hen zullen erkennen zoals
andere categorieën, maar we zijn wel verplicht om deze
vergoedingen slechts vanaf nu te laten ingaan. Dat gebeurt onder de
voorwaarden bepaald in de wet, maar slechts vanaf nu. De afgelopen
vijftig jaar moeten zij vergeten, want daarop kunnen wij niet meer
terugkomen. Dit komt des te harder aan omdat de jaren inderdaad
hebben gespeeld. Nu staan wij tegenover mensen die aan het einde
van hun levenservaring zijn en nog altijd de wonden dragen van
vroeger. Een van de markante situaties ­ die door de heer Paque en
anderen in de amendering is opgemerkt ­ gaat specifiek over het
statuut van de oorlogswezen van de joodse gemeenschap.

Men heeft op een bepaald ogenblik in de teksten of in de
onderhandelingen die gevoerd zijn met de verschillende
verenigingen vooropgesteld dat de mogelijkheid bestond om die
wezen te erkennen in zoverre hun vader óf moeder overleden was.

Waarom werd er vader of moeder vooropgesteld? Het is misschien
nog pijnlijker om dit te stellen in de context. Er staat vader of moeder
omdat men tegelijkertijd bijna impliciet voor iemand stond die geen
andere familieleden meer had. In ­ mag ik het zo noemen ­ de
dramatische omstandigheden waarin iemand wees wordt en waarin
hij wees wordt van vader of moeder, zijn er rond hem en de
overblijvende ouder nog andere familieleden voor de opvang van dat
kind. In de meeste gevallen was er hier misschien één gelukkige die
nog overleefde. De rest was allemaal weg. Dat was de eerste
vaststelling.
budgétaire est trop étroite pour
mettre ses propositions en oeuvre.
C'aurait été possible pendant les
golden sixties mais les moyens
dont nous disposons aujourd'hui
ne nous le permettent pas.
J'entends par polémique le fait
qu'il insinue que cette proposition
a vu le jour à des fins électorales.

En ce qui concerne les catégories
qui ont été ajoutées, comme les
communautés juive et tsigane, il
est positif d'avoir opté pour un
alignement sur les statuts
existants plutôt que pour
l'insertion de nouvelles catégories.
Le drame est évidemment que les
victimes qui ne sont reconnues
qu'aujourd'hui bénéficieront d'une
indemnité qui ne s'appliquera pas
aux cinquante dernières années.
Les limites budgétaires nous en
empêchent.

Pour ce qui est du statut des
orphelins de guerre de la
communauté juive, il a été
proposé, lors des négociations
avec les associations, de
reconnaître une personne comme
orphelin lorsqu'un des deux
parents est décédé. La raison en
est qu'il s'agit en l'occurrence de
personnes qui n'avaient souvent
plus aucun autre membre de leur
famille. Leur statut a été assimilé
autant que possible au statut
original des orphelins de guerre.

Mon groupe soutiendra ce texte,
bien qu'il ne règle pas tout. Il
repose toutefois sur les meilleures
intentions et c'est pourquoi
j'appelle le CD&V à le soutenir
également. Une abstention aurait
une connotation politique.
CRIV 50
PLEN 335
12/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7

De tweede vaststelling is degene die ik daarnet heb gemaakt. Men
gaat namelijk aan die mensen zeggen dat ze 50 jaar lang dat statuut
niet gehad hebben en inderdaad geen vergoedingen kregen. In die
omstandigheden zijn we wel verplicht om hen nu te erkennen als
oorlogswees. Dan kwam natuurlijk de gelijkschakeling van statuten
zoals ik het daarstraks heb genoemd. Indien men voor de
oorlogswezen ab initio had gesteld dat de voorwaarde om
oorlogswees te zijn van vader én moeder, dan zou men in het kader
van de afweging terecht kunnen zeggen dat er een discrepantie is in
de benadering en mogelijkerwijze zelfs een discriminerende
maatregel. Daarom heeft men bij het indienen van het voorstel
geopteerd om dit zoveel mogelijk gelijkluidend te maken met het
oorspronkelijk statuut van oorlogswezen.

Het is misschien een dramatisch element dat zeer hard wordt
aangevoeld door diegenen die getroffen zijn. Ik verwacht van de
minister van Financiën in opdracht van zijn collega dat hij minstens
blijk zou geven dat hij de problematiek heeft begrepen en dat hij
deze in welke mate ook zou opvangen voor de toekomst. In elk
geval, mijn fractie en ik zullen deze tekst wél goedkeuren.

Ik zou nog een oproep willen doen aan de CD&V. Het is niet omdat
men alles kan regelen, het is niet omdat men terecht jaren aan een
stuk deze materie heeft opgevolgd ­ u mag het met mijn groeten
overmaken aan collega Hendrickx ­, het is niet omdat men
mogelijkerwijze in deze tekst niet alles terugvindt wat mogelijk aan
deze rechthebbenden zou kunnen toekomen, dat men deze tekst niet
zou kunnen steunen en het niet bij een onthouding houden die
mogelijkerwijze dan wel een politieke connotatie zou hebben. Deze
tekst werd in elk geval met de beste bedoelingen ingediend door de
ondertekenaars.
01.07 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Erdman,
ik zal de boodschap overbrengen. Ik denk echter dat de houding van
onze collega ook een gevolg was van zijn ervaring in de commissie.
Ik ken Marcel Hendrickx goed als een bijzonder hoffelijk en
vriendelijk man. Als hij zoiets stelt, dan ga ik ervan uit dat het toch
inderdaad wel enigszins met de werkelijkheid moet
overeenstemmen.

Ten tweede, u zegt dat de middelen beperkt zijn en dat men lange
tijd niets heeft gedaan. Als de meerderheid iets had willen doen, dan
had ze het eigenlijk iets vroeger moeten doen, mijnheer Erdman,
toen de middelen wel voorhanden waren. U zegt dat het feit dat het
nu tot stand komt geen partijpolitieke connotatie heeft. Of men dat
wil of niet, het krijgt deze betekenis. Misschien is het jammer dat de
mensen het gevoel moeten hebben dat ze worden tegemoetgekomen
omwille van de verkiezingen en niet omwille van de grond van de
zaak. Het was misschien des te meer goed dat even te hebben
beklemtoond, mijnheer Erdman.
01.07 Paul Tant (CD&V): Je
transmettrai le message à M.
Hendrickx. Il semble clairement
avoir été échaudé par le travail en
commission.

M. Erdman déclare que les
moyens sont limités, et que rien
n'a été fait pendant de longues
années. Pourquoi ce
gouvernement ne s'est-il pas
attelé à régler ce dossier plus tôt ?
A présent, il suscite lui-même
l'impression que que c'est
l'imminence des élections qui fait
qu'il s'affaire soudainement.
De
voorzitter: Collega's, ik moet de heer Hendrickx
verontschuldigen. Hij heeft mij enkele ogenblikken geleden gezegd
dat hij door een belangrijke verplichting in zijn stad op een bepaald
uur was weerhouden. Hij biedt aan de Kamer zijn excuses aan voor
zijn afwezigheid op dit ogenblik.
Le président: M. Hendrickx se fait
excuser. Il a un engagement
important dans sa ville.
12/03/2003
CRIV 50
PLEN 335
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
01.08 Fred Erdman (SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik kan in de
redenering en de bekommering inkomen. Ik wil alleen vermijden dat,
wanneer deze tekst ter stemming wordt voorgelegd, een zeer
belangrijk deel van deze Kamer ­ om welke redenen ook ­ zich zou
onthouden bij een stemming, zodat ten overstaan van die
slachtoffers ­ onverminderd andere fracties die misschien andere
houdingen zouden aannemen ­ in ieder geval de unanieme
bekommering van eenieder zou worden vertaald.

De reserves en de opmerkingen van de heer Hendrickx, namens uw
fractie, zijn geacteerd. Ik heb u zelfs gezegd dat ik hem daarin kan
volgen op bepaalde punten, maar ik doe toch een oproep opdat u
eventueel, wat betreft de uiteindelijke stemming, uw standpunt zou
kunnen herzien.
01.08 Fred Erdman (SP.A): Je
répète qu'une abstention serait un
signal déplorable. Il a été pris acte
des observations de M. Hendrickx
et de la réserve qu'il a exprimée.
Qu'est-ce qui peut dont encore
retenir le CD&V de voter pour?
01.09 Paul Tant (CD&V): Ik zal die boodschap overbrengen.
01.10 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, notre groupe politique se félicite de pouvoir
présenter aujourd'hui à l'assemblée cette importante proposition de
loi visant à concrétiser certaines mesures proposées par la
Commission centrale instituée par la loi du 20 décembre 1996.

Dans le courant de l'année 2000, M. André Flahaut, notre ministre, a
réactivé cette Commission centrale pour la charger de l'examen des
revendications non encore satisfaites des anciens combattants et des
victimes de guerre en fonction, évidemment, des disponibilités
budgétaires.

Notre proposition concrétise donc des mesures déjà discutées au
sein de la commission et qui nécessitent une loi pour pouvoir être
adoptées. Il s'agit, pour l'essentiel, de la majoration substantielle,
pour certains réfractaires ou déportés pour le travail obligatoire, de la
rente de guerre dont ils bénéficient ainsi que de l'extension du droit à
la rente de veuve de guerre en faveur des veuves dont le mari est
décédé avant le 1
er
janvier 1998 et dont le mariage a duré dix ans au
moins.

Enfin, et c'est tout aussi essentiel, les auteurs de la proposition ont
estimé qu'il était opportun d'adopter certaines mesures spécifiques
en faveur des victimes juives et tziganes qui ont eu à souffrir des
persécutions raciales pratiquées par l'occupant au cours de la
seconde guerre mondiale.

Je ne vais pas revenir sur le détail de ces différentes mesures qui ont
fait l'objet d'un examen attentif de la commission, étant donné les
réactions qu'elles ont suscitées de la part de certaines associations.
Je me bornerai donc à rappeler certains points.

Tout d'abord, il était impossible, dans le cadre budgétaire actuel,
d'attribuer une invalidité forfaitaire aux réfractaires et déportés pour
le travail obligatoire, à l'instar de ce qui existe en faveur des
prisonniers politiques ou des prisonniers de guerre. On peut le
déplorer, sans doute, mais il est proposé ici de majorer
substantiellement la rente de guerre dont bénéficient les titulaires du
statut de réfractaire ou de déporté, dont la durée totale de
reconnaissance atteint au moins un an. Cette majoration de rente qui
01.10 Colette Burgeon (PS):
Onze fractie is verheugd dat ze dit
wetsvoorstel kan voorstellen, dat
ertoe strekt een aantal
maatregelen te concretiseren die
de Centrale Commissie had
voorgesteld. Die commissie werd
opgericht bij wet van 20 december
1996.

Minister Flahaut heeft die
commissie in de loop van 2000
nieuw leven ingeblazen en haar
belast met de studie van de nog
niet ingewilligde eisen van de oud-
strijders en de oorlogsslachtoffers,
rekening houdend met de
budgettaire marges.

Zo wordt onder meer, voor
sommigen werkweigeraars of
weggevoerden voor de verplichte
tewerkstelling, de oorlogsrente in
belangrijke mate verhoogd en
krijgen ook de weduwen van wie
de echtgenoot vóór 12 januari
1998 is overleden en die minstens
10 jaar waren gehuwd, recht op de
rente van oorlogsweduwe.

De indieners van dit voorstel
achtten het voorts nuttig een
aantal specifieke maatregelen
goed te keuren ten gunste van de
joodse slachtoffers en de
zigeunerslachtoffers die te lijden
hadden onder rassenvervolging
door de bezetter tijdens de
Tweede Wereldoorlog.
CRIV 50
PLEN 335
12/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
atteindra 400 sera accordée d'office par le Service des victimes de
la guerre. Certains de mes collègues ont trouvé ce montant dérisoire
mais il faut souligner que cette proposition de loi est le fruit de
longues négociations avec les associations intéressées et d'une
concertation avec les départements des Finances et du Budget.

Bien entendu, seule une partie des revendications a pu être satisfaite
mais l'avancée n'est pas négligeable quand on constate la lenteur
avec laquelle ces dossiers sont habituellement traités. Le ministre
s'est d'ailleurs résolument attaqué au problème de l'arriéré mais
certaines options ont été rejetées par les associations elles-mêmes
qui souhaitaient siéger dans les commissions d'évaluation et
d'examen des dossiers. Ensuite, les dispositions relatives aux rentes
de veuve de guerre instaurent un régime unique, permettant à toutes
les veuves dont le ménage a duré dix ans au moins, quelle que soit
la date de leur mariage, d'obtenir la rente de veuve de guerre. Je
note avec satisfaction que la mesure dispense la bénéficiaire de
l'obligation de se rendre à la maison communale et d'exposer des
frais inutiles pour faire valoir ses droits. Cela n'est pas négligeable.

Enfin, les mesures en faveur des victimes juives et tziganes tendent
à supprimer, en matière de pension et de rente de guerre, la disparité
de situations en faveur des personnes qui remplissaient certaines
conditions de résidence et de nationalité. L'octroi d'une pension de
réparation donnera droit, pour son titulaire, à tous les avantages
indirects liés au bénéfice d'une telle pension, parmi lesquels l'accès
au régime des soins de santé gratuits prévu pour les invalides de
guerre.

Permettez-moi, monsieur le ministre, et j'espère que vous le
rapporterez à M. Flahaut, en ce qui concerne les conditions
d'établissement de la durée de captivité, de recommander à ses
services d'examiner les situations avec bienveillance, compte tenu
des difficultés de preuve qui peuvent exister en ce domaine. Cette
recommandation est explicitement prévue dans les commentaires
des articles mais il me semble bon de la rappeler à nouveau.

Pour terminer, notre groupe se félicite des propositions prenant en
compte la reconnaissance des souffrances endurées et la situation
spécifique vécue à la fois par les orphelins et par les enfants et
adultes cachés, quel que soit le lieu ou l'institution où ils étaient
cachés, propositions qui ne rentraient jusqu'à présent dans aucune
des catégories existantes de victimes de guerre.

En conclusion, j'espère que notre assemblée accueillera
positivement cet ensemble de mesures favorables aux victimes de
guerre. Le temps presse pour exprimer toute notre reconnaissance à
toutes celles et tous ceux qui, parfois au risque de leur vie, ont
combattu pour sauver notre pays et notre démocratie de la barbarie
nazie.
Binnen het bestaande
begrotingskader was het niet
mogelijk de werkweigeraars en de
weggevoerden voor de verplichte
tewerkstelling een forfaitaire
invaliditeit toe te kennen, maar er
wordt hen een verhoging van de
oorlogsrente voorgesteld die ze
ontvangen in het geval van een
statuut van erkentelijkheid van ten
minste één jaar. Ook al kon maar
op een deel van de eisen worden
ingegaan, toch werd een
aanzienlijke vooruitgang geboekt.

De maatregelen ten gunste van de
joodse slachtoffers en de
zigeunerslachtoffers pogen een
einde te maken aan de
ongelijkheid ten voordele van de
personen die bepaalde
voorwaarden vervullen
aangaande verblijf en nationaliteit.

Wat de voorwaarden van de
vaststelling van de duur van de
gevangenschap betreft, zal ik zo
vrij zijn de bevoegde diensten te
vragen de dossiers welwillend te
beoordelen, gelet op
de
moeilijkheden van de
bewijsvoering in deze
aangelegenheid.

We verheugen ons over de
voorstellen die uitgaan van de
erkenning van het leed dat die
mensen hebben doorstaan en die
rekening houden met de
specifieke situatie van de wezen
en van de ondergedoken kinderen
en volwassenen.

Ik hoop dat deze assemblee deze
maatregelen ten gunste van de
oorlogsslachtoffers zal
goedkeuren. Er rest immers niet
veel tijd om onze erkentelijkheid
te uiten ten aanzien van de
mannen en vrouwen die, met
gevaar voor eigen leven, hebben
gestreden om ons land te redden
van de nazibarbarij.
01.11 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Monsieur le président, il est
toujours impressionnant de prendre la parole sur de tels projets
lorsqu'on pense à ce qu'ont vécu ces personnes. Je ne répéterai pas
ici l'ensemble du développement que j'ai tenu en commission. Je
01.11 Zoé Genot (ECOLO-
AGALEV): Spreken over
onderwerpen die dermate
'geladen' zijn ontroert mij in hoge
12/03/2003
CRIV 50
PLEN 335
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
souhaiterais en aborder trois aspects.

Contrairement à M. Erdman, je ne suis pas spécialement satisfaite
du fait qu'on ait cru bon de classifier ces différents types de victimes
dans les mêmes catégories. Il est relativement artificiel d'avoir voulu
placer les enfants cachés dans les catégories de réfractaires STO, de
même que des orphelins de guerre et des orphelins du génocide
dans la même catégorie. J'ignore si ce choix est heureux, car les
personnes qui ont combattu se sentent mal dans cette égalité fictive.
Les personnes qui ont été victimes du génocide, qui ont été traitées
différemment, qui ne se sont pas vu reconnaître pendant de
nombreuses années et que l'on fait figurer maintenant dans des
catégories artificielles, ne se sentent pas prises en compte non plus.
Je regrette que l'on n'ait pas poursuivi nos travaux sur le statut moral
de l'enfant caché, qui avait été voté. Nous aurions pu continuer à
construire à partir de ce statut.

J'apporterai une autre remarque particulière sur "la nécessité d'être
orphelin de ses deux parents". On le sait, les probabilités sont
grandes pour les personnes qui ne seraient "orphelines que d'un
parent" et du reste, de toute la famille, de se voir affectées dans
l'autre catégorie enfant caché et, de ce fait, de se voir appliquer la
loi. Cependant, il est relativement déplacé d'avoir modifié le texte
examiné en Conseil des ministres et qui prévoyait qu'on ne devait
être orphelin que de l'un des deux parents. Je regrette que notre
amendement n'ait pas pu être pris en compte dans ce domaine.

Un autre regret par rapport à ce texte de loi concerne le sort réservé
aux tziganes. Monsieur Reynders, vous vous rappellerez les
échanges que nous avons eus quant à la spoliation des tziganes,
lesquels n'ont pu être pris en compte dans le texte de loi qui a permis
l'élaboration d'un mécanisme de dédommagement des victimes
juives spoliées. Eu égard à ces victimes tziganes, vous m'avez
clairement répondu que la solution consisterait à intégrer cette
problématique dans le dossier victimes de guerre. "Avec la condition
de nationalité, avec l'ensemble de critères établis". M. Hendrickx
proposait même que l'on parle de la victime tzigane. De fait,
clairement, la communauté tzigane ne recevra pas ce à quoi elle a
droit.

Ainsi, on passe à côté d'une égalité qui aurait dû être faite. Vous
aviez choisi de le faire via ce projet. De toute évidence, ce n'est pas
le cas. Je considère que cela pose un problème d'égalité et qu'il
faudrait qu'on se penche à nouveau sur celui-ci. Je regrette qu'on
n'ait pu pour la communauté tzigane comme pour la communauté
juive enlever cette condition de nationalité. J'ai entendu dire que la
condition de nationalité était le signe d'un attachement à la Belgique.
Certaines personnes sont très attachées à la Belgique, méritent
autant que les autres victimes de recevoir ces allocations et ne
seront pas prises en compte du fait de cette restriction. Dans ce cas
aussi, je regrette que notre amendement n'ait pas été appuyé par
une majorité.
mate.

Ik zou drie aspecten willen
belichten.

In de eerste plaats betreur ik dat
men diverse categorieën
slachtoffers zomaar in dezelfde
categorieën heeft ondergebracht.
Ik betreur dus dat het moreel
statuut van ondergedoken
kinderen bijvoorbeeld niet verder
kon worden uitgewerkt.

Vervolgens betreur ik dat een kind
wees moet zijn van zijn beide
ouders.

En ten slotte betreur ik nog dat de
nationaliteitsvoorwaarde in het
kader van de geplunderde
goederen van zigeuners niet kon
worden opgeheven, waardoor die
gemeenschap niet zal krijgen
waar ze recht op heeft.
01.12 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, comme
plusieurs intervenants, je voudrais constater qu'il a été possible de
faire aboutir ­ même si c'est en fin de législature ­ un texte
fortement attendu par diverses catégories de nos citoyens et qui
résulte de propositions émanant de la commission mise en place en
01.12 Minister Didier Reynders:
Het verheugt mij dat die door
velen langverwachte tekst
eindelijk kan worden
goedgekeurd.
CRIV 50
PLEN 335
12/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
vertu de la loi de 1996.

Il était important, au cours de cette législature, de tenter d'apporter
une solution à quelques problèmes liés à cette période tragique de
notre histoire, la deuxième guerre mondiale. Nous avons eu
l'occasion, le premier ministre et moi-même, de négocier longuement
pour faire en sorte que la législation relative aux biens spoliés de la
Communauté juive puisse aboutir à des solutions, non seulement
avec le secteur bancaire et des assurances mais également en ce
qui concerne les éléments touchant à la trésorerie de l'Etat. Toutes
les conventions ont été conclues et je confirme à la Chambre, en
outre, que la problématique des plis cachetés a également trouvé
une solution. Nous avons même déjà remis des premiers éléments à
des ayants droit et les procédures se poursuivent.

Un premier volet important a été réglé par ce biais. Je rappelle que
nous aurons ainsi l'occasion d'indemniser un certain nombre de
personnes à titre individuel et puis de faire fonctionner la fondation
que le parlement a souhaité mettre en place. Le montant total
récupéré auprès des banques, des assurances et de l'Etat lui-même
dépasse les 100 millions d'euros. C'est une opération qui a été
menée à bien avec des moyens particulièrement importants mais
tout à fait légitimes.

Je confirme sur ce point que nous continuons bien entendu la
démarche. Comme convenu, pour ce qui concerne les oeuvres d'art,
une logique se poursuit également.

A cette première initiative s'est ajoutée, dès lors, l'idée de voir ce
qu'il fallait encore régler en ce qui concerne un certain nombre de
victimes. Je partage le sentiment émis par divers intervenants. On
peut bien entendu avoir des regrets concernant des catégories ou
des situations particulières. Malheureusement, ce n'est pas neuf dans
cette problématique. A de nombreuses reprises, on a tenté d'avancer
étape par étape mais on a dû se heurter parfois à des limites, d'ordre
budgétaire ou liées à d'autres phénomènes.

Je voudrais compléter mon intervention par deux ou trois éléments.
Le premier élément est relatif aux retards évoqués et aux risques liés
à la lenteur du traitement des dossiers. Je crois qu'il faut rester
réaliste. Je comprends qu'un certain nombre de victimes aient
souhaité être associées au traitement des dossiers. Cela entraîne
évidemment des conséquences qui doivent cependant être
relativisées. En effet, renseignements pris, on parle ici d'environ un
millier de dossiers. Leur traitement devrait donc pouvoir intervenir
d'ici la fin 2003, étant entendu qu'il s'agit de différentes modifications
légales de 1995 ou de 1999. Il ne faut donc pas exagérer cette
problématique des retards et des dispositions sont prises pour tenter
d'éviter toute difficulté.

J'ai bien entendu la demande de Mme Burgeon en ce qui concerne la
manière de traiter certains types de problèmes.

De façon générale, mais en particulier dans le cas que vous évoqué,
il y aura bien entendu une attitude bienveillante pour tenter de
trouver des solutions. Nous ne sommes pas dans un domaine où une
administration doit se montrer tatillonne et pointilleuse lors de
l'examen de certaines situations, à condition bien entendu que l'on

Het was belangrijk om een
oplossing aan te reiken voor
bepaalde tragische gevallen. Wij
hebben langdurig onderhandeld
en de procedures worden
voortgezet.

Wij kunnen bepaalde situaties of
vertragingen betreuren,
maar
laten wij realistisch blijven : er
worden maatregelen getroffen om
de moeilijkheden zoveel mogelijk
te voorkomen.

Men zou wel bereid zijn om
oplossingen te zoeken, mits men
de teksten correct blijft
interpreteren. Wat de wezen
betreft, is het misnoegen vooral
groot in de joodse gemeenschap,
want die mensen hebben nooit
wat gekregen. Ik ben het eens met
de opmerking van de heer
Erdman over wezen die beide
ouders verloren hebben : er moet
schot in de zaak komen, indien
mogelijk met eenparigheid van
stemmen, maar we moeten wel
proberen te vermijden dat
bepaalde categorieën personen
gaan denken dat ze
gediscrimineerd worden. Het is
jammer dat men de zaak zo lang
heeft laten aanslepen.

Het is onmogelijk om de
zigeunergemeenschap, waarover
mevrouw Genot gesproken heeft,
gelijk te stellen met de joodse
gemeenschap. Op dat gebied
zullen er nog demarches gedaan
moeten worden.
12/03/2003
CRIV 50
PLEN 335
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
reste dans une interprétation correcte de ce qui se trouve dans les
textes. Je ne voudrais pas qu'à travers cette idée de bienveillance,
on croit parfois pouvoir modifier un certain nombre de situations
clairement définies dans la loi.

J'en viens à la situation des orphelins, notamment à la suite des
négociations que nous avons pu avoir à ce sujet, tout d'abord avec la
communauté juive. Je peux comprendre qu'une situation tout à fait
particulière existe. Situation particulière qui fait que certaines
personnes n'ont jamais rien reçu en reconnaissance mais, surtout, en
réparation d'éléments qui les ont touchés à titre personnel.

Je sais qu'il y a une insatisfaction en la matière, certains l'ont
rappelé, pas seulement sur un aspect précis sur lequel je vais
revenir, mais de façon générale.

C'est vrai que l'on peut se poser des questions sur la nécessité ou
non de prendre une mesure particulière et peut-être plus forte en ce
qui concerne certaines catégories de personnes. Cela n'a
manifestement pas été possible dans l'ensemble des discussions. On
peut le regretter. En ce qui concerne la problématique tout à fait
spécifique des orphelins des deux parents ou non, il y a bien sûr des
amendements et un certain nombre de propositions, mais je voudrais
attirer l'attention sur un élément.

Je peux partager les regrets ou les hésitations des uns et des autres.
Je peux surtout partager la remarque de M. Erdman qui consiste à
dire qu'il faut quand même avancer. Je voudrais me joindre à son
appel pour tenter d'avancer dans ce domaine, comme on l'a souvent
fait jusqu'à présent, si possible à l'unanimité. Des réserves sont tout
à fait compréhensibles. J'ai moi-même exprimé un certain nombre de
regrets et d'autres pourraient le faire également, mais il me semble
important, dans des matières comme celles-là, de tenter, au-delà des
réserves et des remarques qui sont actées, d'aller vers l'unanimité.
D'autant que, sur ce point particulier, je voudrais insister sur un
aspect.

Il faut éviter, dans une matière très sensible, que certaines
catégories de personnes puissent ressentir, à tort ou à raison, un
sentiment sinon d'injustice, du moins de discrimination à leur égard.
Je l'ai dit, des personnes n'ont rien reçu jusqu'à présent et pourraient
donc nous dire "pourquoi pas une situation particulière pour certains
orphelins aujourd'hui puisque, depuis très longtemps, rien n'a été fait
à leur égard?".

Mais d'autres qui ont peut-être bénéficié d'un autre traitement depuis
plus longtemps, pourraient aussi évoquer le fait qu'en permettant la
prise en considération d'orphelins de père ou de mère, on crée une
discrimination.

Je pense vraiment qu'une des pires choses, dans un dossier comme
celui-ci, serait de voir des procédures juridictionnelles se mettre en
route à l'encontre d'une partie de la législation, notamment devant la
Cour d'arbitrage, pour discrimination entre catégories de personnes.

Ainsi que je l'ai dit à l'occasion du traitement du dossier sur les biens
spoliés, autant il est regrettable qu'il ait fallu attendre aussi
longtemps pour régler un certain nombre de situations, autant il est
CRIV 50
PLEN 335
12/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
important d'avancer dans cette étape de la manière la plus rapide, la
plus efficace possible et la moins susceptible de critiques devant des
juridictions. Il est tout autant important, je le répète, de le faire si
possible dans un très large consensus et si possible à l'unanimité. Je
crois qu'il est souhaitable de trouver une solution.

Je dirai seulement à Mme Genot qu'en ce qui concerne la
communauté tzigane, il n'était pas possible de trouver une solution
dans le cadre de la législation spécifique sur les biens spoliés de la
communauté juive. La procédure qui était mise en place en la
matière n'est évidemment pas applicable à une communauté d'une
autre taille. Il est vrai que nous avions évoqué l'idée de trouver
éventuellement une solution dans ce cadre, ce qui est le cas pour les
atteintes aux personnes ­ je le rappelle ­, mais ce n'est pas le cas
pour les atteintes aux biens. Il y aura peut-être, si une solution peut
être imaginée de manière pratique et pragmatique, encore des
initiatives à prendre en la matière.

Voilà ce que je souhaitais dire en commentaire, monsieur le
président, mais je pense qu'il s'agit d'une nouvelle étape dans un
long processus que nous franchissons et j'espère que nous pourrons
le faire tous ensemble.

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4) (2273/9)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (2273/9)

Het wetsvoorstel telt 22 artikelen.
La proposition de loi compte 22 articles.

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 2
- 4: Marcel Hendrickx (2273/3)
Opschrif Hoofdstuk IV/Intitulé Chapitre IV
- 16: Marcel Hendrickx (2273/1)
Art. 15
- 1: Luc Paque (2273/3)
Art. 16
- 5: Marcel Hendrickx (2273/3)
Art. 23-24-25-26 (n)
- 2: Luc Paque (2273/10)


De stemming over het opschrift van hoofdstuk IV, de amendementen en de artikelen wordt aangehouden.
Le vote sur l'intitulé du chapitre IV, les amendements et les articles est réservé.

De artikelen 1, 3 tot 14 en 17 tot 22 worden artikel per artikel aangenomen.
12/03/2003
CRIV 50
PLEN 335
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Les articles 1, 3 à 14 et 17 à 22 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het opschrift, de aangehouden
amendementen en artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'intitulé, les amendements et les articles réservés ainsi
que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

Le président: Je vais demander au vice-président Robert Denis de bien vouloir prendre la présidence,
même s'il y a une proposition de ma part. M. Tant en est le rapporteur. Je vous rappelle que demain nous
avons séance plénière à 14.15 heures.

Président: Robert Denis, vice-président.
Voorzitter: Robert Denis, ondervoorzitter.
02 Voorstel tot herziening van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers (2288/1
tot 6)
02 Proposition de révision du Règlement de la Chambre des représentants (2288/1 à 6)

(Ingediend door / Déposée par: Herman De Croo)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
02.01 Paul Tant (rapporteur): Mijnheer de voorzitter, ik zal het heel
kort maken. Het heeft ook geen zin om dit voorstel nu nog lang in te
leiden. Men vraagt zich af voor wie men dat wel zou doen. Ik wil
misschien enkel nog zeggen dat de voorliggende aanpassing van het
Reglement het voorwerp heeft uitgemaakt van twee soorten
besprekingen.

Een eerste bespreking moest ertoe leiden dat de teksten zouden
worden gecoördineerd. Bij die gelegenheid zijn ook een aantal
beperkte bijsturingen nuttig gebleken. Wij hebben ons over de
bijsturingen gemeenschappelijk beraden in de commissie. Het heeft
aanleiding gegeven tot amendementen ­ voorstellen tot wijzigingen
van het Reglement, om officieel te zijn ­ vanwege de voorzitter van
de Assemblee. Het heeft ook aanleiding gegeven tot een paar
initiatieven van collega's, waaronder ikzelf. Ik zou er heel kort iets
over willen zeggen, ook al zijn we met niet veel meer aanwezig. Ik
wou toch een paar woorden meer kwijt over dat punt.

Mijnheer de voorzitter, voor het overige beperk ik mij tot de
verwijzing naar het verslag. Het verschaft voldoende verduidelijking
voor wie er behoefte aan heeft.

Mijnheer de minister, schaarse collega's, er is één punt dat mij nogal
bezighoudt. Het gaat om de zaak van de programmawetten. Ik zal
niet ontkennen dat zowel in het verleden als nu wordt
gebruikgemaakt van het systeem van programmawetten om vlug
zaken geregeld te krijgen, die eigenlijk een grondiger en ernstiger
behandeling behoeven.

Mijnheer de minister, toen u nog in een andere hoedanigheid in de
Kamer zat ­ het scheelde niet veel van plaats ­, deed u iets minder
02.01 Paul Tant , rapporteur: La
coordination du texte du
Règlement a débouché sur des
modifications qui se sont avérées
utiles et qui ont fait l'objet d'un
certain nombre d'amendements.
Ces derniers sont exposés en
détail dans le rapport. Plusieurs
initiatives au sujet desquelles je
souhaiterais vous apporter
quelques précisions succinctes ont
également été prises.

Une première initiative concerne
la réduction du contenu des lois-
programmes. Il y est recouru pour
rassembler un certain nombre de
dossiers requérant en fait un
débat de fond et le Parlement est
censé les examiner à la hussarde.
Le Parlement subit cette situation
qui est unanimement dénoncée.
Le moment est peut-être venu de
mettre un terme à cette pratique
dans la mesure où nul ne sait,
dans cet hémicycle, lequel d'entre
nous intègrera prochainement les
rangs de la majorité. La
proposition dispose que la loi-
programme pourra subsister mais
que ses dispositions devront se
CRIV 50
PLEN 335
12/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
afstandelijk in dat verband. In alle eerlijkheid denk ik dat het moment
nu bijzonder goed gekomen is. Niemand weet immers wie morgen tot
de meerderheid zal behoren. Iedereen beklaagt zich over het feit dat
het Parlement ondergaat. In zeven haasten worden ook materies, die
niets met de begroting te maken hebben, afgehaspeld.

Mijn voorstel strekt er niet toe om programmawetten onmogelijk te
maken. Het strekt er wel toe te bepalen dat de bepalingen, die in
programmawetten voorkomen, betrekking moeten hebben op de
begroting. Is dat niet zo, dan moeten ze uit de tekst worden gelicht.
Ze moeten dan het onderwerp uitmaken van een afzonderlijk ontwerp
of voorstel, naargelang hun start.

Mijnheer de minister, we gaan niet met elkaar van gedachten
wisselen over deze kwestie. Het zou echter best kunnen dat mijn
partij morgen opnieuw tot de meerderheid behoort. Ik blijf er op dat
moment evenwel een even groot voorstander van om in die zaak
klaarheid te scheppen. Ik vind dat het Parlement op dit punt voor één
keer de moed moet hebben om het loutere opportunisme van te
behoren tot de meerderheid naast zich neer te leggen. Voor één keer
moet het Parlement opkomen voor erkenning en de kwaliteit van zijn
werk.

Dat is in elk geval de bedoeling van het voorstel, dat ik heb
ingediend. Mijnheer de voorzitter, het voorstel kon trouwens in de
commissie voor het Reglement op nogal wat positieve appreciatie
rekenen op verschillende meerderheidsbanken. Ik zou dus heel
graag hebben dat men er nog eens over nadenkt, voor we morgen tot
de stemming overgaan over het amendement, dat ik over deze zaak
heb ingediend. Ik meen dat. Het zou me misschien nadien nog
kunnen spijten. Dat weet ik niet. Ik ben er echter van overtuigd dat
we dit Huis minstens een goede dienst zouden bewijzen.

Mijnheer de voorzitter, ik heb nog een tweede amendement. Het is
eigenlijk een gevolg van het feit dat het Arbitragehof zijn uitspraak
heeft gedaan. U weet dat men op basis van de tekst, die de regering
had voorgesteld, een keuze moest maken voor een taalgroep. Dit
hoeft nu niet meer. Men valt immers terug op de oude regeling. De
bepaling hierover in artikel 3 van het Reglement heeft dus geen zin.
Het wettelijke kader is immers ondertussen veranderd.

Mijnheer de voorzitter, ik zou willen vragen dat de diensten de
voorzitter van de Kamer in kennis stellen van mijn derde punt. Het is
een lopend discussiepunt. In welke mate kunnen parlementsleden
regels worden opgelegd wanneer ze zich tot het Rekenhof wenden?
Het is ook een oude discussie.

Daarover werden amendementen ingediend door verschillende leden
van de oppositie.

Mijnheer de voorzitter, van hieruit wil ik, namens de indiener, zeggen
dat wij niet aandringen op de stemming over dat amendement op dit
ogenblik.

Wij vragen echter wel dat de voorzitter van de Kamer overleg zou
plegen met het Rekenhof, om na te gaan of die bepaling, die
eigenlijk de mogelijkheid impliceert voor de kamerleden om een
beroep te doen op het Rekenhof, veeleer beperkend dan wel breder
rapporter au budget. Les
dispositions qui ne satisferont pas
à cette condition devront faire
l'objet d'une proposition ou d'un
projet de loi. Pour une fois, le
Parlement doit défendre la qualité
de ses travaux, indépendamment
des tensions entre la majorité et la
minorité. Chaque député rendrait
ainsi un fier service à l'assemblée.

Un second amendement découle
d'un arrêt de la Cour d'arbitrage.
Selon cet arrêt, le choix du groupe
linguistique n'est plus obligatoire,
et la disposition sur cette matière
à l'article 3 est donc devenue
superflue.

Un troisième amendement porte
sur la Cour des Comptes. La
question de savoir dans quelle
mesure la Cour des Comptes peut
imposer des règles à des
membres de la Chambre qui y
font appel ne date pas d'hier.
Nous n'insistons pas, pour
l'instant, sur la mise aux voix de
l'amendement. Nous souhaiterions
toutefois demander au président
de la Chambre de mener une
concertation avec la Cour des
Comptes et de déterminer si elle
doit fixer les règles du jeu ou s'il
faut intégrer un passage sur cette
matière dans le Règlement de la
Chambre. Après cette
concertation, nous déposerions
alors un nouvel amendement au
moment où il faut voter sur le
texte coordonné.
12/03/2003
CRIV 50
PLEN 335
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
geïnterpreteerd moet worden.

Sommige mensen vinden dat dit geregeld moet worden door een
bepaling die van het Rekenhof zelf uitgaat, een eigen
reglementbepaling aldaar. Anderen vinden dat het in het Reglement
van de Kamer moet worden opgenomen.

Ik zou dus graag hebben dat de voorzitter van de Kamer terzake
overleg pleegt met het Rekenhof. Wij zullen dat amendement na dat
overleg al dan niet opnieuw indienen op het moment dat wij over de
gecoördineerde teksten moeten stemmen. De huidige stemming gaat
namelijk alleen maar over de wijziging.

Die toelichting wilde ik nog meegeven.

Het weze mij toegestaan om echt nog eens aan te dringen. Ik denk
dat u als parlementslid en lid van een fractie morgen nog een ultieme
rol kunt spelen om toch eens kritisch na te denken over die
programmawet.

Mijnheer de minister, geef toe dat het geen beeld was wanneer
materies, hele ontwerpen die helemaal niets meer met
programmawetten te maken hadden, in een keer ingediend werden,
met als reactie dat de oppositie iets analoogs doet. Dat dient
niemands geloofwaardigheid. Ik zou erop willen aandringen dat u
daarover nog eens nadenkt.
02.02 Colette Burgeon (PS): Si je peux me permettre, je crois qu'il
y a eu des amendements dans certaines commissions à la
précédente loi-programme, des amendements qui venaient de
l'opposition et étaient en fait repris d'une proposition de loi. C'est une
dérive, vous avez raison.
02.02 Colette Burgeon (PS): Ik
geloof dat er amendementen van
de oppositie op de vorige
programmawet in een
wetsvoorstel werden gegoten.
Laat iedereen de hand in eigen
boezem steken : u heeft gelijk,
men overdrijft hier, maar het
gebeurt niet alleen bij ons.
02.03 Paul Tant (CD&V): Tout à fait.
02.04 Colette Burgeon (PS): Il faut éviter cette dérive, que ce soit
d'un côté ou de l'autre.
02.05 Paul Tant (CD&V): Je vous invite à y réfléchir maintenant
qu'il en est encore temps.
02.05 Paul Tant (CD&V): Ik
nodig u uit daarover na te denken,
nu het nog niet te laat is!
02.06 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, ce n'est
peut-être pas tout à fait la logique d'intervenir dans le cadre du
Règlement de la Chambre.
Mijnheer Tant, wat geldt voor het Reglement van de Kamer geldt ook
voor de kaderwetten en de programmawet. Het is dezelfde
redenering. In het verleden waren er bepaalde kaderwetten zeer
breed. U kunt daarover eens nadenken.

02.07 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de minister, dat is op dit ogenblik
niet aan de orde.
CRIV 50
PLEN 335
12/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
02.08 Minister Didier Reynders: Wat het Rekenhof betreft, is het
een goed idee een brief te sturen naar de voorzitter van het
Rekenhof. Het is een algemene bespreking, niet alleen met
betrekking tot het Reglement van de Kamer en van het Rekenhof
maar ook een nieuwe wet over het Rekenhof. We moeten voortgaan
met een scheiding van de verschillende mogelijkheden tussen een
wet inzake de relaties tussen het Parlement, de regering en het
Rekenhof.
02.08 Minister Didier Reynders:
L'envoi d'un courrier au président
de la Cour des comptes est une
bonne idée. Une nouvelle loi sur
la Cour des Comptes doit définir
les relations entre cette dernière,
le gouvernement et le Parlement.
Il est par ailleurs nécessaire de
séparer le règlement de la Cour
des comptes et celui de la
Chambre.
Dans cette démarche, nous avons plaidé en commission, pour que
l'on essaie de bien définir les champs d'application de chaque
instrument juridique. Il n'est pas normal que la loi règle autant de
problèmes qui dépendent de l'organisation interne de l'exécutif. Il
n'est pas normal non plus que par le biais d'une loi, qui doit être
sanctionnée par le Roi, on essaie de régler des aspects qui relèvent
exclusivement du fonctionnement de la Chambre. Donc, nous avions
demandé de renvoyer certaines discussions au Règlement de la
Chambre.
Wij hebben in de commissie
gepleit voor een duidelijke
afbakening van het
toepassingsgebied van elk
instrument van het
wetgevingstechnisch arsenaal.
Het is niet normaal dat er in de
wet aspecten behandeld worden
die exclusief geregeld behoren te
worden door het Reglement van
de Kamer. Wij willen dat die
elementen in het Reglement
opgenomen worden.
Het is wel normaal een onderscheid te maken tussen het Reglement
van de Kamer en dat van het Rekenhof, bijvoorbeeld wat de
bevoegdheden van de vertegenwoordigers betreft. Het is abnormaal
dat te regelen via de uitvoerende macht maar het is misschien ook
abnormaal dat te doen via het Reglement van het Rekenhof. Het is
dus wellicht een goede vraag van de voorzitter aan het Rekenhof
wanneer te zeggen dat er verschillende mogelijkheden zijn. In het
ene geval is het misschien nuttig het te doen via het Reglement van
het Rekenhof, waarom niet, op voorstel van het Rekenhof. Dat is een
normale procedure. Maar in een ander geval is het misschien nuttiger
het via het Reglement van de Kamer te doen. Dat is mijn enige
opmerking bij het laatste punt.
Il est tout à fait logique de faire
une distinction entre le règlement
de la Cour des comptes et celui
de la Chambre. Il n'appartient pas
au pouvoir exécutif de prendre
des décisions en matière de
compétences. Il convient
d'examiner au cas par cas s'il est
préférable de procéder par la voie
de l'adaptation du règlement de la
Cour des comptes ou de celle du
Règlement de la Chambre.
Il serait en tout cas intéressant que le président de la Chambre
saisisse le président de la Cour des comptes de cette problématique
et que l'on puisse se poser la question non seulement du fond de la
réglementation mais également du meilleur instrument à utiliser. Le
Règlement de la Cour, le Règlement de la Chambre ou la loi, je
pense que dans le cas du contrôle parlementaire individuel auprès de
la Cour, la discussion porte sur le Règlement de la Chambre ou celui
de la Cour des comptes.

Personnellement, je dois vous avouer que je pencherais plutôt pour
le Règlement de la Chambre parce qu'il n'est pas normal que qui que
ce soit d'autre que le Parlement se prononce sur les compétences
propres des parlementaires à titre individuel. J'ai plaidé dans le
même sens en commission pour que la loi n'aille pas trop loin dans
l'organisation du travail interne de l'exécutif car cela n'est pas, à
proprement parler, le problème du Parlement.
De Kamervoorzitter zou de
kwestie kunnen voorleggen aan
de voorzitter van het Hof. Dat zou
een interessante demarche
kunnen zijn. Men zou zich
bovendien niet alleen over de
grond van de zaak moeten
buigen, maar ook en vooral over
de vraag welk instrument het best
geschikt is. Persoonlijk geef ik de
voorkeur aan het Reglement van
de Kamer, omdat het om
bevoegdheden gaat die eigen zijn
aan de parlementsleden.
02.09 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben het 02.09 Paul Tant (CD&V):
12/03/2003
CRIV 50
PLEN 335
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
daarmee volkomen eens maar men moet het dan alleen snel doen.
Als men het nog wil doen naar aanleiding van de voorliggende
wijziging van het Reglement dan zal men snel moeten zijn. Sta mij
toe te zeggen dat uw verwijzing naar kaderwetten niet helemaal
opgaat. Kaderwetten worden gelukkig occasioneel ­ tenzij het
bijzonderemachtenwetten zijn ­ toch nog altijd met een zeker kader
goedgekeurd. Programmawetten, c'est un fléau qui revient chaque
année.
D'accord, mais nous devons alors
agir rapidement si nous voulons
encore modifier quelque chose
dans le Règlement.

Le renvoi aux lois-cadres n'est pas
tout à fait opportun car ces lois
sont heureusement occasionnelles
et leur adoption respecte un
certain cadre. D'année en
d'année, les lois-programmes
constituent un fléau récurrent.
02.10 Minister Didier Reynders: (...)
02.11 Paul Tant (CD&V): Ne commençons pas cette discussion
sinon on retourne dans le clivage majorité/minorité. Or, ce n'est
vraiment pas l'intention...
02.11 Paul Tant (CD&V): Dan
vallen we terug in de tegenstelling
meerderheid-oppositie. Dat is niet
mijn bedoeling.
02.12 Didier Reynders, ministre: Peut-être en changeant de place?
02.12 Minister Didier Reynders:
Misschien door de rollen om te
keren...
02.13 Paul Tant (CD&V): Qui vivra verra. Mais cela compte aussi
pour l'avenir. Personne ne peut prédire ce qui va se passer et dès
lors, c'est le bon moment pour le faire.
02.13 Paul Tant (CD&V): De
toekomst zal het ons zeggen.
Niemand kan voorspellen wat er
zal gebeuren en misschien is het
een goed ogenblik om dat te
doen.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4) (2288/4)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (2288/4)

Het voorstel telt 37 artikelen.
La proposition compte 37 articles.

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 3
- 5: Paul Tant (2288/6)
Art. 28bis (n)
- 4: Paul Tant (2288/6)
Art. 30bis (n)
- 2: Frieda Brepoels, Yves Leterme (2288/5)
CRIV 50
PLEN 335
12/03/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
- 3: Frieda Brepoels, Yves Leterme (2288/5)

De stemming over de amendementen en artikel 3 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 3 est réservé.

De artikelen 1, 2, 4 tot 37 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1, 2, 4 à 37 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en artikel
en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et l'article réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
03 Voorstel tot wijziging van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers teneinde
te zorgen voor een dynamischer wetgeving op grond van de verslagen van de commissie voor de
Verzoekschriften over de aanbevelingen van het College van de federale ombudsmannen en over
de verzoekschriften die ze heeft onderzocht (1406/1 tot 4)
03 Proposition de modification du Règlement de la Chambre des représentants en vue de susciter
une action législative plus dynamique à partir des rapports de la commission des Pétitions sur les
recommandations du collège des médiateurs fédéraux et sur les pétitions qu'elle a examinées
(1406/1 à 4)

(Ingediend door / Déposée par: Vincent Decroly, Magda De Meyer, Jacques Lefevre, Olivier Chastel)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

Le président: Mme Kristien Grauwels, rapporteur, se réfère au rapport écrit.

Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1406/4)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1406/4)

Het voorstel telt 2 artikelen.
La proposition compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
12/03/2003
CRIV 50
PLEN 335
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20

La séance est levée.
De vergadering is gesloten.

La séance est levée à 19.23 heures. Prochaine séance le jeudi 13 mars 2003 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 19.23 uur. Volgende vergadering donderdag 13 maart 2003 om 14.15
uur.