KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
PLEN 328
CRIV 50
PLEN 328
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
donderdag
jeudi
13-02-2003
13-02-2003
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties
:
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
MONDELINGE VRAGEN
1
QUESTIONS ORALES
1
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het diplomatiek conflict tussen België
en Israël" (nr. P200)
1
Question de M. Guido Tastenhoye au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "le conflit diplomatique entre la
Belgique et Israël" (n° P200)
1
Sprekers: Guido Tastenhoye, Louis Michel
,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Louis Michel
,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Danny Pieters aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de fondsen van bestaanszekerheid die
tekort schoten in hun verplichting tot neerlegging
bij het ministerie van hun jaarrekeningen,
jaarverslag en revisoren- of accountantsverslag"
(nr. P199)
4
Question de M. Danny Pieters à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "les fonds de
sécurité d'existence qui ont failli à leur obligation
de dépôt, auprès du ministère, des comptes
annuels, du rapport annuel et du rapport des
réviseurs ou experts-comptables" (n° P199)
4
Sprekers: Danny Pieters, Laurette Onkelinx
,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Danny Pieters, Laurette Onkelinx
,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van de heer Hans Bonte aan de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "het luchthavenakkoord" (nr. P201)
5
Question de M. Hans Bonte à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "l'accord aéroportuaire" (n° P201)
5
Sprekers: Hans Bonte, Isabelle Durant
, vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer
Orateurs: Hans Bonte, Isabelle Durant
, vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports
Vraag van de heer Stef Goris aan de minister van
Landsverdediging over "geen postbedeling en
geen premies voor Belgische militairen in Benin"
(nr. P203)
6
Question de M. Stef Goris au ministre de la
Défense sur "l'absence de distribution de courrier
et de primes pour les militaires belges au Bénin"
(n° P203)
6
Sprekers: Stef Goris, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Stef Goris, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Pieter De Crem aan de
minister van Landsverdediging over "de
Amerikaanse troepenbewegingen in de Antwerpse
haven" (nr. P204)
8
Question de M. Pieter De Crem au ministre de la
Défense sur "les mouvements de troupes
américaines dans le port d'Anvers" (n° P204)
8
Sprekers: Pieter De Crem, André Flahaut
,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Pieter De Crem, André Flahaut
,
ministre de la Défense
Regeling van de werkzaamheden
10
Ordre des travaux
10
MONDELINGE VRAGEN
(VOORTZETTING)
10
QUESTIONS ORALES (CONTINUATION)
10
Spreker: Pieter De Crem
Orateur: Pieter De Crem
Regeling van de werkzaamheden
11
Ordre des travaux
11
Spreker: Guido Tastenhoye
Orateur: Guido Tastenhoye
MONDELINGE VRAGEN
(VOORTZETTING)
12
QUESTIONS ORALES (CONTINUATION)
12
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties, belast met
Middenstand, over "politieke benoemingen in
overheidsbedrijven" (nr. P207)
12
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre des Télécommunications et des
Entreprises et Participations publiques, chargé de
Classes moyennes, sur "les nominations
politiques dans les entreprises publiques"
(n° P207)
12
Sprekers: Servais Verherstraeten, Rik
Orateurs: Servais Verherstraeten, Rik
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Daems
, minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties
Daems
, ministre des Télécommunications et
des Entreprises et Participations publiques
Buitenlandse delegatie
15
Délégation étrangère
15
Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de
minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties, belast met
Middenstand, over "een benoeming bij Belgacom"
(nr. P208)
15
Question de M. Jean-Jacques Viseur au ministre
des Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes
moyennes, sur "une nomination à Belgacom"
(n° P208)
15
Sprekers: Jean-Jacques Viseur, Rik Daems
,
minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties
Orateurs: Jean-Jacques Viseur, Rik Daems
,
ministre des Télécommunications et des
Entreprises et Participations publiques
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Justitie over "de vrijlating van CCC-
leider Pierre Carette" (nr. P205)
16
Question de M. Bart Laeremans au ministre de la
Justice sur "la remise en liberté du dirigeant des
CCC Pierre Carette" (n° P205)
16
Sprekers:
Bart Laeremans, Marc
Verwilghen
, minister van Justitie
Orateurs:
Bart Laeremans, Marc
Verwilghen
, ministre de la Justice
Vraag van de heer Thierry Giet aan de minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over "de
houding van de banken ten aanzien van de
onderaannemers van Cockerill" (nr. P209)
18
Question de M. Thierry Giet au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur
"l'attitude des banques vis-à-vis des sous-
traitants de Cockerill" (n° P209)
18
Sprekers: Thierry Giet, Charles Picqué
,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Thierry Giet, Charles Picqué
,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw, en
aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid, over "het uitstel van
implementatie van het Kimberley proces op
Europees niveau" (nr. P210)
20
Question de Mme Leen Laenens à la ministre
adjointe au ministre des Affaires étrangères,
chargée de l'Agriculture, et au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "le
report de la mise en oeuvre du processus
Kimberley au niveau européen" (n° P210)
20
Sprekers: Leen Laenens, Charles Picqué
,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Leen Laenens, Charles Picqué
,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Vraag van de heer Danny Pieters aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de federale of deelstatelijke
regeling van het niet dringend ziekenvervoer"
(nr. P215)
22
Question de M. Danny Pieters au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
réglementation, par le pouvoir fédéral ou par les
entités fédérées, du transport de malades non
urgent" (n° P215)
22
Sprekers: Danny Pieters, Jef Tavernier
,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Danny Pieters, Jef Tavernier
,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen en
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de gevolgen
voor de bepaling, op federaal niveau, van de
quota inzake de uitoefening van de geneeskunde"
(nr. P212)
23
Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre
des Affaires sociales et des Pensions et au
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'impact sur la fixation des quotas au niveau
fédéral concernant l'exercice de la médecine"
(n° P212)
23
Sprekers: Daniel Bacquelaine
, voorzitter van
de MR-fractie
, Jef Tavernier
, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Daniel Bacquelaine
, président du
groupe MR
, Jef Tavernier
, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
Vraag van de heer Luc Paque aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de antirookmaatregelen"
(nr. P214)
24
Question de M. Luc Pacque au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la lutte contre
le tabagisme" (n° P214)
24
Sprekers: Luc Paque, Jef Tavernier
, minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Luc Paque, Jef Tavernier
, ministre
de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Hugo Coveliers aan de
minister van Financiën over "de aan de lokale
politie van Antwerpen toegekende voordelen in
natura" (nr. P206)
25
Question de M. Hugo Coveliers au ministre de
Finances sur "les avantages en nature octroyés à
la police locale d'Anvers" (n° P206)
25
Sprekers: Hugo Coveliers
, voorzitter van de
VLD-fractie
, Antoine Duquesne
, minister van
Binnenlandse Zaken
, Fred Erdman
Orateurs: Hugo Coveliers
, président du
groupe VLD
, Antoine Duquesne
, ministre de
l'Intérieur
, Fred Erdman
Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
toepassing van de ministeriële circulaire rond
rituele slachtingen tijdens het moslim-offerfeest"
(nr. P213)
28
Question de M. Peter Vanhoutte au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'application
de la circulaire ministérielle relative aux abattages
rituels pendant la fête musulmane du sacrifice"
(n° P213)
28
Sprekers: Peter Vanhoutte, Jef Tavernier
,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Peter Vanhoutte, Jef Tavernier
,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
WETSONTWERPEN EN VOORSTELLEN
30
PROJETS DE LOI ET PROPOSITIONS
30
Regeling van de werkzaamheden
30
Ordre des travaux
30
Wetsvoorstel van de heren Fred Erdman, Joos
Wauters, Daniel Bacquelaine, Hugo Coveliers,
Claude Eerdekens, mevrouw Muriel Gerkens, de
heren Jozef Van Eetvelt en Jean-Jacques Viseur
houdende wijziging van de wet van
19 augustus 1947 tot oprichting van het Nationaal
Gedenkteken van Breendonk (2250/1 en 2)
30
Proposition de loi de MM. Fred Erdman, Joos
Wauters, Daniel Bacquelaine, Hugo Coveliers,
Claude Eerdekens, Mme Muriel Gerkens, MM.
Jozef Van Eetvelt et Jean-Jacques Viseur portant
modification de la loi du 19 août 1947 créant le
Mémorial national de Breendonk (2250/1 et 2)
30
Algemene bespreking
30
Discussion générale
30
Sprekers: Mirella Minne
, rapporteur
, Hugo
Coveliers
, voorzitter van de VLD-fractie
,
Joos Wauters, André Flahaut
, minister van
Landsverdediging
Orateurs: Mirella Minne
, rapporteur
, Hugo
Coveliers
, président du groupe VLD
, Joos
Wauters, André Flahaut
, ministre de la
Défense
Bespreking van de artikelen
32
Discussion des articles
32
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
31 december 1963 betreffende de Civiele
Bescherming (2183/1 tot 5)
32
Projet de loi modifiant la loi du 31 décembre 1963
sur la protection civile (2183/1 à 5)
32
Algemene bespreking
32
Discussion générale
32
Sprekers: Paul Tant, André Smets, Luc
Sevenhans, Denis D'hondt, Geert Versnick,
Marcel Hendrickx, Antoine Duquesne
,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Paul Tant, André Smets, Luc
Sevenhans, Denis D'hondt, Geert Versnick,
Marcel Hendrickx, Antoine Duquesne
,
ministre de l'Intérieur
Persoonlijk feit
50
Fait personnel
50
Sprekers: Paul Tant, Antoine Duquesne
,
minister van Binnenlandse Zaken
, André
Smets
Orateurs: Paul Tant, Antoine Duquesne
,
ministre de l'Intérieur
, André Smets
Bespreking van de artikelen
54
Discussion des articles
54
Spreker: Paul Tant
Orateur: Paul Tant
Wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 38bis,
51bis en 59 van de wet van 3 juli 1978
55
Projet de loi modifiant les articles 38bis, 51bis et
59 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats
55
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iv
betreffende de arbeidsovereenkomsten (2212/1
en 2)
de travail (2212/1 et 2)
Algemene bespreking
55
Discussion générale
55
Bespreking van de artikelen
57
Discussion des articles
57
Spreker: Bernard Baille
, rapporteur
Orateur: Bernard Baille
, rapporteur
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
16 december 2002 tot oprichting van het Instituut
voor de gelijkheid van vrouwen en mannen
(2247/1 en 2)
57
Projet de loi modifiant la loi du 16 décembre 2002
portant création de l'Institut pour l'égalité des
femmes et des hommes (2247/1 et 2)
57
Algemene bespreking
57
Discussion générale
57
Bespreking van de artikelen
58
Discussion des articles
58
Spreker: Maggie De Block
, rapporteur
Orateur: Maggie De Block
, rapporteur
Wetsontwerp betreffende bepaalde juridische
aspecten van de diensten van de
informatiemaatschappij (2100/1 tot 6)
58
Projet de loi sur certains aspects juridiques des
services de la société de l'information (2100/1 à
6)
58
- Wetsvoorstel van mevrouw Frieda Brepoels en
de heer Geert Bourgeois tot wijziging van de wet
van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken
en de voorlichting en bescherming van de
consument (1369/1 en 2)
58
- Proposition de loi de Mme Frieda Brepoels et M.
Geert Bourgeois modifiant la loi du 14 juillet 1991
sur les pratiques du commerce et sur
l'information et la protection du consommateur
(1369/1 et 2)
58
Algemene bespreking
58
Discussion générale
58
Bespreking van de artikelen
58
Discussion des articles
58
Spreker: Frieda Brepoels
, voorzitter van de
VU&ID-fractie
Orateur: Frieda Brepoels
, présidente du
groupe VU&ID
Wetsontwerp tot wijziging van artikel 19bis van
de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de
maatschappij tegen abnormalen,
gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde
seksuele strafbare feiten (overgezonden door de
Senaat) (1822/1)
60
Projet de loi modifiant l'article 19bis de la loi du
9 avril 1930 de défense sociale à l'égard des
anormaux, des délinquants d'habitude et des
auteurs de certains délits sexuels (transmis par le
Sénat) (1822/1)
60
Algemene bespreking
60
Discussion générale
60
Bespreking van de artikelen
60
Discussion des articles
60
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
9 april 1930 tot bescherming van de
maatschappij tegen abnormalen,
gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde
seksuele strafbare feiten (overgezonden door de
Senaat) (1852/1)
61
Projet de loi modifiant la loi du 9 avril 1930 de
défense sociale à l'égard des anormaux, des
délinquants d'habitude et des auteurs de certains
délits sexuels (transmis par le Sénat) (1852/1)
61
Algemene bespreking
61
Discussion générale
61
Bespreking van de artikelen
61
Discussion des articles
61
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de
Republiek Slovenië inzake luchtvervoer, en met
de Bijlage, ondertekend te Ljubljana op
23 maart 1994 (overgezonden door de Senaat)
(2198/1)
61
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
le Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de la République de Slovénie
relatif au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Ljubljana le 23 mars 1994 (transmis par le Sénat)
(2198/1)
61
Algemene bespreking
61
Discussion générale
61
Bespreking van de artikelen
62
Discussion des articles
62
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de
Republiek Suriname inzake de instelling van
luchtdiensten tussen hun onderscheiden
grondgebieden, tussenliggende en verder gelegen
punten, en met de Bijlage, ondertekend te Brussel
op 14 december 1999 (overgezonden door de
Senaat) (2199/1)
62
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
le Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de la République du Suriname
relatif à la mise en place de services aériens
entre leurs territoires respectifs, des points
intermédiaires et au-delà, et à l'Annexe, signés à
Bruxelles le 14 décembre 1999 (transmis par le
Sénat) (2199/1)
62
Algemene bespreking
62
Discussion générale
62
Bespreking van de artikelen
62
Discussion des articles
62
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
v
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de
Republiek Tsjaad inzake luchtvervoer, en met de
Bijlage, ondertekend te Brussel op
31 januari 1990 (overgezonden door de Senaat)
(2200/1)
63
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
le Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de la République du Tchad relatif
au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Bruxelles le 31 janvier 1990 (transmis par le
Sénat) (2200/1)
63
Algemene bespreking
63
Discussion générale
63
Bespreking van de artikelen
63
Discussion des articles
63
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de
Republiek Estland inzake luchtvervoer, en met de
Bijlage, ondertekend te Brussel op
3 februari 1999 (overgezonden door de Senaat)
(2201/1)
63
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
le Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de la République d'Estonie relatif
au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Bruxelles le 3 février 1999 (transmis par le Sénat)
(2201/1)
63
Algemene bespreking
64
Discussion générale
64
Bespreking van de artikelen
64
Discussion des articles
64
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de
Republiek Azerbeidzjan inzake luchtvervoer, en
met de Bijlage, ondertekend te Bakoe op
13 april 1998 (overgezonden door de Senaat)
(2202/1)
64
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
le Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de la République d'Azerbaïdjan
relatif au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Bakou le 13 avril 1998 (transmis par le Sénat)
(2202/1)
64
Algemene bespreking
64
Discussion générale
64
Bespreking van de artikelen
64
Discussion des articles
64
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de
Republiek Slowakije inzake luchtvervoer, en met
de Bijlage, ondertekend te Brussel op
28 september 2000 (overgezonden door de
Senaat) (2203/1)
65
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
le Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de la République Slovaque relatif
au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Bruxelles le 28 septembre 2000 (transmis par le
Sénat) (2203/1)
65
Algemene bespreking
65
Discussion générale
65
Bespreking van de artikelen
65
Discussion des articles
65
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de
Tsjechische Republiek inzake luchtvervoer, en
met de Bijlage, ondertekend te Brussel op
6 april 1998 (overgezonden door de Senaat)
(2204/1)
65
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
le Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement de la République Tchèque relatif
au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Bruxelles le 6 avril 1998 (transmis par le Sénat)
(2204/1)
65
Algemene bespreking
66
Discussion générale
66
Bespreking van de artikelen
66
Discussion des articles
66
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de
Mexicaanse Verenigde Staten inzake
luchtvervoer, en met de Bijlage, ondertekend te
Mexico op 26 april 1999 (overgezonden door de
Senaat) (2205/1)
66
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
le Gouvernement du Royaume de Belgique et le
Gouvernement des Etats-Unis Mexicains relatif
au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Mexico le 26 avril 1999 (transmis par le Sénat)
(2205/1)
66
Algemene bespreking
66
Discussion générale
66
Bespreking van de artikelen
66
Discussion des articles
66
Voorstel van resolutie van de heren Jef
Valkeniers, Daniel Bacquelaine, Marcel
Bartholomeeussen, Claude Eerdekens, Mark
Eyskens, Jacques Lefevre, Karel Van Hoorebeke
en Ferdy Willems over de betrekkingen met
Taiwan (2130/1 tot 3)
67
Proposition de résolution de MM. Jef Valkeniers,
Daniel Bacquelaine, Marcel Bartholomeeussen,
Claude Eerdekens, Mark Eyskens, Jacques
Lefevre, Karel Van Hoorebeke et Ferdy Willems
concernant les relations avec Taiwan (2130/1 à 3)
67
Bespreking
67
Discussion
67
Sprekers: Bert Schoofs, Annemie Van de
Casteele, Yves Leterme
, voorzitter van de
Orateurs: Bert Schoofs, Annemie Van de
Casteele, Yves Leterme
, président du
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
vi
CD&V-fractie
groupe CD&V
Voorstel van resolutie van de heren Patrick
Moriau, Daniel Bacquelaine, Jacques Simonet en
Yvon Harmegnies betreffende de politieke en
humanitaire situatie in Iran (1799/1 tot 5)
68
Proposition de résolution de MM. Patrick Moriau,
Daniel Bacquelaine, Jacques Simonet et Yvon
Harmegnies concernant la situation politique et
humanitaire en Iran (1799/1 à 5)
68
Voorstel van resolutie van mevrouw Mirella
Minne, de heer Léon Campstein, mevrouw Leen
Laenens en de heer Jacques Lefevre betreffende
de stand van het democratiseringsproces in Togo
(1878/1 tot 5)
68
Proposition de résolution de Mme Mirella Minne
et M. Léon Campstein, Mme Leen Laenens et
M. Jacques Lefevre concernant la situation du
processus démocratique au Togo (1878/1 à 5)
68
Bespreking
69
Discussion
69
Sprekers: Mirella Minne, Louis Michel
, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Mirella Minne, Louis Michel
, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Voorstel van resolutie van de heer Patrick Moriau
betreffende de mensenrechtenactivisten (2060/1
tot 4)
71
Proposition de résolution de M. Patrick Moriau
sur les défenseurs des droits humains (2060/1 à
4)
71
Bespreking
71
Discussion
71
Sprekers: Leen Laenens
, rapporteur
, Guido
Tastenhoye, Patrick Moriau, Louis Michel
,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Leen Laenens
, rapporteur
, Guido
Tastenhoye, Patrick Moriau, Louis Michel
,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Regeling van de werkzaamheden
74
Ordre des travaux
74
Spreker: Louis Michel
, vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken
Orateur: Louis Michel
, vice-premier ministre
et ministre des Affaires étrangères
BIJLAGE
75
ANNEXE
75
INTERNE BESLUITEN
75
DECISIONS INTERNES
75
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
75
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
75
B
ESLISSINGEN
75
D
ECISIONS
75
INTERPELLATIEVERZOEKEN
75
DEMANDES D'INTERPELLATION
75
I
NGEKOMEN
75
D
EMANDES
75
VOORSTELLEN
76
PROPOSITIONS
76
T
OELATING TOT DRUKKEN
76
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
76
MEDEDELINGEN
76
COMMUNICATIONS
76
COMMISSIES
76
COMMISSIONS
76
V
ERSLAGEN
76
R
APPORTS
76
REGERING
79
GOUVERNEMENT
79
I
NGEDIENDE WETSONTWERPEN
79
D
EPOT DE PROJETS DE LOI
79
ARBITRAGEHOF
79
COUR D'ARBITRAGE
79
P
REJUDICIËLE VRAGEN
79
Q
UESTIONS PREJUDICIELLES
79
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
van
DONDERDAG
13
FEBRUARI
2003
14:15 uur
______
du
JEUDI
13
FEVRIER
2003
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.16 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.16 heures par M. Herman De Croo, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
André Flahaut.
De
voorzitter
: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés
Guy D'Haeseleer, Daan Schalck, André Schellens, John Spinnewyn, Jef Valkeniers, Lode Vanoost,
wegens ziekte / pour raisons de santé;
Jacques Germeaux, beroepsplicht / obligations professionnelles;
Georges Clerfayt, Raad van Europa / Conseil de l'Europe;
Pierre Chevalier, verhinderd / empêché.
Mondelinge vragen
Questions orales
01 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het diplomatiek conflict tussen België en Israël" (nr. P200)
01 Question de M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
sur "le conflit diplomatique entre la Belgique et Israël" (n° P200)
De
voorzitter
: Voordat ik het woord geef aan de heer Tastenhoye wens ik erop te wijzen, mijnheer de
minister, dat de twee plasmaschermen zijn aangebracht opdat het publiek en soms ook de kamerleden
zouden weten wat juist wordt besproken. De naam van de spreker en zijn fractie wordt erop vermeld
alsmede een beknopte toelichting van wat wordt behandeld.
01.01
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, sedert deze paars-groene regering aan de
macht is, zijn de relaties met Israël nog nooit zo slecht geweest. Er
zijn onder deze paars-groene regering tal van incidenten geweest.
Nog niet zo lang geleden was er een incident met onze ambassadeur
in Israël, de heer Wilfried Geens, die in een Arabischtalige krant
zwaar had uitgehaald naar Israël en daarvoor op het matje werd
01.01
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Jamais nos
relations avec Israël n'ont été
aussi mauvaises que depuis
l'avènement du gouvernement
arc-en-ciel. Songeons à l'incident
concernant l'attaque grave portée
par l'ambassadeur Geens dans un
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
geroepen. Wij hebben toen gevraagd dat die ambassadeur
vervangen zou worden, maar dat is nog steeds niet gebeurd.
Daarbovenop komt nu een geweldige rel door de uitspraak van het
Hof van Cassatie gisteren. Dat heeft in de zaak-Sharon beslist dat de
heer Sharon met de huidige genocidewet thans weliswaar niet kan
worden vervolgd, omdat hij onschendbaar is, maar zodra die
onschendbaarheid ophoudt, zou dat wel kunnen. Dat bericht is
gisterenavond in Israël ingeslagen als een bom. Vandaag staan de
kranten in Israël er vol van. Op de voorpagina's staan woedende
reacties. De nieuwsuitzendingen via de televisie berichten er speciaal
over.
Zopas is er ook een reactie gekomen van de Israëlische minister van
Buitenlandse Zaken, de heer Netanyahu. Ik heb dat bericht net van
de telex geplukt. Het is een Franstalig bericht het is nog niet
vertaald , dat ik graag even zou voorlezen. De heer Netanyahu
zegt:
journal arabe.
L'arrêt rendu hier par la Cour de
cassation, suivant lequel le
premier ministre israélien, M.
Sharon, peut être poursuivi au
terme de son mandat, est à
l'origine d'un nouvel incident. La
nouvelle a fait en en Israël l'effet
d'une bombe. Les médias et la
classe politique y ont réagi avec
une indignation extrême. Le télex
vient de livrer une réaction de
l'ancien premier ministre et actuel
ministre des Affaires étrangères,
M. Netanyahu. Je cite le texte
français:
"Ce qui est arrivé hier en Belgique est une calomnie. Une grave
atteinte a été portée également à la vérité, à la justice, à la morale, à
l'Etat d'Israël et à la lutte internationale contre le terrorisme." Et il
poursuit, je cite: "Lorsqu'on porte des accusations contre ceux qui
combattent le terrorisme, donnant ainsi un prix au terrorisme, cela
porte atteinte à la lutte globale contre le terrorisme international". Il
ajoute, je cite: "Lorsqu'on falsifie les faits et permet que l'on tienne
des discours antisémites qui dénient aux juifs le droit de se défendre,
on porte atteinte au peuple juif et à son droit d'avoir une place au
soleil".
Mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, dat zijn heel zware
uithalen naar België. Zoals gezegd, reageert de Israëlische pers ook
woedend. De Belgische ambassadeur is zopas in Israël op het matje
geroepen door de minister van Buitenlandse Zaken.
Graag had ik van u vernomen hoe België dit zoveelste, heel zware
incident met Israël zal proberen op te lossen.
"Wat gisteren in België is
gebeurd, is lasterlijk. Tevens
werden de waarheid, de
rechtvaardigheid, de ethiek, de
staat Israël en de internationale
strijd tegen het terrorisme ernstig
aangetast...Als men
beschuldigingen uit tegen hen die
het terrorisme bestrijden en
zodoende het terrorisme beloont,
brengt men een slag toe aan de
wereldwijde strijd tegen het
internationale terrorisme... Als
men de feiten vervalst en
antisemitische uitlatingen toestaat
die de joden het recht op
verdediging ontzeggen, betekent
dit een aanslag tegen het joodse
volk en zijn recht op een plaats
onder de zon".
L'ambassadeur belge a été
convoqué aujourd'hui par le
ministre israélien des Affaires
étrangères. Comment la Belgique
compte-t-elle résoudre cette
crise?
De
voorzitter
: Mijnheer de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken, u hebt het woord
voor een antwoord op deze vraag. U hebt mij gevraagd of u een tekst mocht voorlezen. Ik begrijp dat.
Doet u maar.
01.02 Minister
Louis Michel
: Mijnheer de voorzitter, ik wens globaal
te antwoorden op de mondelinge vraag van morgen. De vraag heeft
immers al betrekking op de weerslag van het arrest van het Hof van
Cassatie van gisteren, 12 februari 2003, op de betrekkingen tussen
Israël en België.
Het is niet de eerste maal dat Israël zijn ongenoegen uit over een
01.02
Louis Michel
, ministre: Ce
n'est pas la première fois qu'Israël
exprime son mécontentement à
propos des plaintes déposées
dans notre pays il y a quelques
années par des personnes privées
contre le Premier ministre Sharon.
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
klacht, die twee jaar geleden door drie tot vier personen werd
ingediend in België tegen de eerste minister van Israël en een aantal
andere Israëlische en Libanese onderdanen.
Enerzijds, vind ik het als minister van Buitenlandse Zaken natuurlijk
jammer dat onze bilaterale betrekkingen met Israël te lijden hebben
onder deze rechtszaak. België heeft immers altijd goede
betrekkingen gehad met Israël. We wensen die betrekkingen dan ook
te behouden en verder te ontwikkelen.
Anderzijds, moet ik de wetten van dit land en de onafhankelijkheid
van de juridische macht eerbiedigen. Ik moet dus ook de
diplomatieke gevolgen ervan zo goed mogelijk beheren. Het
terugroepen van een ambassadeur voor consultaties of het
convoceren van een ambassadeur in het gastland behoren tot het
gebruikelijk diplomatiek arsenaal, waarmee een soevereine staat
desgevallend zijn ongenoegen ten aanzien van een bepaald
gebeuren kan uiten.
Men moet dergelijke maatregelen natuurlijk ernstig nemen. Men mag
ze echter zeker niet onnodig dramatiseren door bijvoorbeeld over
een conflict te spreken. Tijdens de convocatie van de ambassadeur
deze morgen heeft mijn Israëlische collega het arrest van het Hof
van Cassatie als een affront tegen Israël en het Israëlische volk
bestempeld. Ik heb hiervan alleen een mondeling rapportering. Hij
heeft het arrest van ons hoogste gerechtshof als een politieke
uitspraak, een quote bestempeld. Hij zei dat dit arrest bovendien de
noodzakelijk samenwerking in de strijd tegen het terrorisme
ondermijnt.
Het is duidelijk dat ik deze ongegronde aantijgingen moet
terugwijzen. Ik betreur dat Israël de filosofie die aan de basis van de
wet van 1993 ligt niet wil aanvaarden. Het denkt echter nog steeds
onterecht dat deze wet essentieel tegen Israël gericht zou zijn. Ik wil
echter ook niet onnodig polemiseren. Ik zal alles in het werk blijven
stellen om onze goede betrekkingen veilig te stellen. Ik nodig dan
ook alle leden van dit Parlement uit om samen met mij verder te
werken aan een goede en serene betrekking met Israël. Ook de
bijdrage die België in het zoeken van een politieke oplossing voor het
Midden-Oostenconflict wilt leveren, is hiervan afhankelijk.
Je regrette la détérioration de nos
relations, jadis excellentes.
D'autre part, je dois respecter
l'autonomie de notre système
judiciaire et en tant que ministre
des Affaires étrangères, limiter
autant que possible les effets de
la crise.
Le rappel ou la convocation d'un
ambassadeur est courant dans la
diplomatie, lorsqu'un pays entend
exprimer son mécontentement.
Quoique grave, la situation ne doit
pas être dramatisée.
Lors de la convocation de notre
ambassadeur ce matin, le ministre
israélien des Affaires étrangères a
qualifié l'arrêt de la Cour de
cassation d'affront et de d'acte
politique, apte à miner la lutte
internationale contre le terrorisme.
Je ne suis pas d'accord Ces
accusations ne sont pas fondées.
Israël pense à tort être
directement visé par la loi sur le
génocide.
J'invite toutes les personnes
concernées à mettre en place des
relations sereines avec Israël. Il y
va du succès de la politique vis-à-
vis du Moyen-Orient.
01.03
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de minister,
het terugroepen van een ambassadeur zoals Israël gedaan heeft, is
natuurlijk een zeer zware diplomatieke maatregel. Het zet de
betrekkingen tussen België en Israël werkelijk op een zeer laag pitje.
Misschien brengt het de betrekkingen zelfs tot onder het vriespunt.
Mijn vraag was hoe u deze goede betrekkingen opnieuw gaat
normaliseren. U hebt daar spijtig genoeg geen antwoord op gegeven.
Intussen moet ik toch melding maken van een bericht dat vandaag
verschenen is op de voorpagina van de Gazet van Antwerpen met
als titel "Ruzie met VS zaait paniek in Antwerpse diamantsector". Uit
dat bericht blijkt dat het Belgisch-Franse veto er al voor gezorgd
heeft dat talrijke bestellingen uit de VS voor diamant opgezegd of
uitgesteld werden. Men zegt dat er een bijkomend probleem is. Ik
citeer: "De Israëlische diamantairs maken van de gelegenheid
gebruik om hun posities in Amerika te versterken. Tel Aviv is als
diamantcentrum een grote concurrent voor Antwerpen. Israël werpt
01.03
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Le rappel de
l'ambassadeur comme l'a fait
Israël est une mesure grave.
Les relations semblent se geler.
Ma question était: comment le
ministre compte-t-il normaliser la
situation? Elle est restée sans
réponse.
Comme l'indique l'article paru en
première page de la
Gazet van
Antwerpen
, le conflit qui nous
oppose aux Etats-Unis suscite la
panique parmi les diamantaires
anversois. Les commandes leur
échappent au profit des
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
zich nu op als trouwe bondgenoot van Amerika in de strijd tegen het
terrorisme". Mijnheer de minister, ik denk dat dit zaken zijn van
nationaal belang en dat u daarmee in uw afweging ten zeerste
rekening zou moeten houden.
diamantaires israéliens. Tel Aviv
est en effet un important
concurrent d'Anvers dans le
secteur du diamant. L'intérêt
national est en cause, le ministre
doit en tenir compte.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Danny Pieters aan de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de fondsen van bestaanszekerheid die tekort schoten in hun verplichting tot neerlegging bij
het ministerie van hun jaarrekeningen, jaarverslag en revisoren- of accountantsverslag" (nr. P199)
02 Question de M. Danny Pieters à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur "les fonds
de sécurité d'existence qui ont failli à leur obligation de dépôt, auprès du ministère, des comptes
annuels, du rapport annuel et du rapport des réviseurs ou experts-comptables" (n° P199)
02.01
Danny Pieters
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, geachte collega's, u kent mijn belangstelling
voor de fondsen voor bestaanszekerheid. Ik heb daar ongeveer twee
jaar geleden een aantal vragen over gesteld. Een aantal van die
vragen werden beantwoord.
Ik wil het vandaag alleen hebben over een heel eenvoudige vraag. Ik
zou willen weten hoe de toestand nu is en hoeveel fondsen voor
bestaanszekerheid niet voldaan hebben aan hun verplichtingen
inzake de neerlegging van een jaarverslag, rekeningen,
accountantsverslag en revisorverslag. Hoeveel van de 126 of 128
fondsen voor bestaanszekerheid hebben tot op vandaag voor de
jaren 2000, 2001 en mogelijkerwijs 2002 niet voldaan aan die
verplichting? Kan mevrouw de minister mij daarover informeren?
02.01
Danny Pieters
(VU&ID):
Combien de fonds de sécurité
d'existence ont-ils manqué à leurs
obligations, pour les années 2000,
2001 et 2002 concernant le dépôt
du rapport annuel, des comptes
annuels, du rapport des experts-
comptables ou du rapport des
réviseurs?
02.02 Minister
Laurette Onkelinx
: Mijnheer de voorzitter, ik heb aan
mijn administratie de actualisering gevraagd van de lijst van fondsen
die niet hun verplichtingen respecteren. Ik zal u ze onmiddellijk laten
bezorgen. Ik zal de fondsen nogmaals aan hun
verantwoordelijkheden herinneren. Ik wacht nog steeds op deze
lijsten.
02.02
Laurette Onkelinx
,
ministre: Je ferai transmettre à M.
Pieters l'actualisation de la liste
des fonds qui ont failli à leurs
obligations. J'ai chargé mon
administration de cette mission.
02.03
Danny Pieters
(VU&ID): Mevrouw de minister, misschien ligt
het aan de moeilijkheid om u uit te drukken. U kunt gerust in het
Frans antwoorden, maar de vraag was hoeveel van de 126 of 128
fondsen hun verplichtingen hebben nagekomen.
Als een vraag om 10u10 wordt ingediend, lijkt het mij toch mogelijk
te zijn om op het depot na te gaan hoeveel dossiers er in orde zijn.
02.03
Danny Pieters
(VU&ID):
En réalité, la question portait sur
le nombre de fonds, au nombre
total de 126 ou 128, qui n'ont pas
respecté leurs obligations. La
question a été déposée à 10h10.
Un comptage simple doit tout de
même être possible? Ces rapports
sont quand même conservés en
dépôt?
02.04 Minister
Laurette Onkelinx
: Ik heb nog geen antwoord
gekregen van mijn administratie.
02.04
Laurette Onkelinx
,
ministre: Je n'ai pas encore reçu
de réponse de la part de mon
administration.
02.05
Danny Pieters
(VU&ID): Dan hebt u een probleem met uw
administratie, mevrouw de minister.
02.05
Danny Pieters
(VU&ID):
Alors vous avez un problème
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
avec votre administration.
02.06 Minister
Laurette Onkelinx
: Ik wacht.
02.07
Danny Pieters
(VU&ID): Ik ga ervan uit dat ik nog vandaag of
in elk geval binnen de week een antwoord krijg op mijn vraag.
02.07
Danny Pieters
(VU&ID):
Allez-vous me fournir une réponse
dans la semaine?
De
voorzitter
: Kan dit binnen de week, mevrouw de minister?
02.08 Minister
Laurette Onkelinx
: Ja.
02.08
Laurette Onkelinx
,
ministre: Oui.
02.09
Danny Pieters
(VU&ID): Dank u wel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
over "het luchthavenakkoord" (nr. P201)
03 Question de M. Hans Bonte à la vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "l'accord aéroportuaire" (n° P201)
03.01
Hans Bonte
(SP.A): Mevrouw de minister, traditiegetrouw
probeer ik hier zicht te houden op de evoluties inzake het
luchthavenakkoord. U weet dat de reacties uit de Noordrand alsook
daarbuiten op de doorbraak van 24 januari als gevolg van het
afstappen van het concentratiemodel naar een spreidingsmodel,
positief waren. Toch blijft men een beetje waakzaam in die zin dat
men nu toch aandringt op de snelle uitvoering van de nieuwe
afspraken rond spreiding. Men dringt ook aan op de grootste
doorzichtigheid in verband met hoe een en ander zou verlopen. In
derde instantie wil men ook wel dat er spoed gezet wordt met de
spreiding van de dagvluchten.
We hebben de gelegenheid gehad om vorige week de premier
daarover te ondervragen. Uit die ondervraging bleek dat inzake de
spreiding van de nachtvluchten en de nieuwe trajecten Belgocontrol
en Biac vóór 14 februari dat is morgen een aantal voorstellen
moesten uitwerken die dan geagendeerd zouden worden op het
overlegcomité dat morgen doorgaat.
De vraag die ik heb, is eigenlijk eenvoudig, met name: hoever staat
het? Zullen er inderdaad concrete voorstellen gedaan worden op het
overlegcomité morgen? Met andere woorden, zijn Biac en
Belgocontrol klaar met hun huiswerk?
Mijn tweede vraag is in welke mate dit ook overlegd zal worden met
de verantwoordelijken in de regio. Zal er inderdaad inzage en
inspraak georganiseerd worden?
Een derde vraag werd ook voor een stuk onderschreven door de
premier die een en ander ongeduldig zo snel mogelijk in de praktijk
wil krijgen: wanneer zal het akkoord effectief uitgevoerd worden,
zodoende dat er effectief een spreiding komt?
Mijn laatste vraag had betrekking op de stand van zaken van de
03.01
Hans Bonte
(SP.A): Je
voudrais obtenir quelques
précisions sur l'évolution du
dossier des vols de nuit.
Théoriquement, le modèle de la
concentration a été abandonné au
profit du modèle de
déconcentration. Qu'en estil en
fait dans la pratique? Quand les
nouveaux accords seront-ils mis
en oeuvre? D'après le premier
ministre, BIAC et Belgocontrol
formuleraient une proposition
concrète de déconcentration pour
la réunion du comité de
concertation de demain. Dans
quelle mesure une concertation
avec les responsables des
Régions est-elle menée? Quels
sont les résultats du groupe de
travail Probru pour ce qui
concerne la problématique des
vols de jour?
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
werkgroep ProBru, die zich volgens het akkoord volop moet gaan
buigen over de spreidingscenario's voor de dagvluchten. Hoever
staat het daarmee?
03.02 Minister
Isabelle Durant
: Mijnheer Bonte, zoals u zei, is het
overlegcomité voor morgen gepland. Op de agenda staat onder meer
de stand van zaken in verband met de voorstellen van Biac en
Belgocontrol over de nachtvluchten. Sinds 24 januari 2003 hebben
Belgocontrol, Biac en AAC, de experts terzake, gewerkt aan de
nieuwe procedures. Op dit moment zijn die nog niet helemaal klaar.
Ik kan ze u dus nu niet bezorgen.
Wat de standpunten en de adviezen van de betrokkenen betreft,
denk ik dat die bekend zijn. Gisteren nog hebben wij tijdens de
hoorzittingen in de commissie voor de Infrastructuur de standpunten
gehoord van alle betrokkenen: burgemeesters en actiecomités van
de Noordrand, van Brussel, en ook anderen. Ik denk dat wij nu de
standpunten van alle betrokkenen bij het dossier kennen en dat wij
daarmee rekening moeten houden.
Wat de problematiek van de dagvluchten betreft, wil ik eerst
opmerken dat een aantal cijfers met betrekking tot de dagvluchten
dat de voorbije weken werd verspreid, niet in overeenstemming is
met de werkelijke situatie. Er was bijvoorbeeld verwarring tussen de
stad Brussel en het Brusselse Gewest. De eerste taak van de
werkgroep ProBru, die belast is met de analyse van de dagvluchten
en de opmaak van voorstellen in dat verband, is: de correctheid van
de cijfers nagaan en op basis daarvan voorstellen doen in verband
met de dagvluchten. Kortom, wij zijn ermee bezig. Morgen zullen wij
zien wat de precieze voorstellen zijn van Biac, Belgocontrol en AAC
inzake het akkoord van 24 januari jongstleden.
03.02
Isabelle Durant
, ministre:
La déconcentration des vols de
nuit est inscrite à l'ordre du jour de
demain du Comité de
concertation, à l'occasion duquel
les solutions concrètes proposées
par Biac, Belgocontrol et ACC, un
expert néerlandais, seront
présentées.
Les points de vue de toutes les
parties concernées sont bien
connus et il en sera tenu compte.
La tâche essentielle du groupe de
travail Probru est de mettre sur
papier des chiffres corrects,
puisqu'il circule beaucoup de
chiffres erronés. Demain, nous
connaîtrons les résultats des
travaux.
03.03
Hans Bonte
(SP.A): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik dank u voor het overzicht. Ik weet niet of u er was. Ik heb
u in elk geval niet opgemerkt, maar gisteren op de hoorzittingen in
het Parlement over de nachtvluchten, werd één element zeer zwaar
onderstreept, onder andere door AAC en lokale verantwoordelijken,
zoals de burgemeester en de gouverneur. Het gaat om het belang
van consultatie, inspraak en informatie. Het is iets te eenvoudig uit
de hoorzitting van gisteren af te leiden dat het zeer duidelijk is wat de
houdingen en standpunten zijn. Dat kan voor de algemene principes
zo zijn, maar over de precieze locatie van de vliegroutes is in elk
geval op het niveau van de Noordrand geen informatie uitgewisseld.
Ik begrijp dat Belgocontrol en Biac nog een aantal uren werk hebben
voordat zij morgen met voorstellen naar het overlegcomité kunnen
gaan. Ik denk dat het toch belangrijk is om alvorens daar
definitieve beslissingen te nemen en in de publicatie te voorzien die
blijkbaar nodig is na een internationale goedkeuringsprocedure die
nieuwe vliegroutes te bespreken op het niveau van de betrokken
provincie.
Ik dank u en ik hoop dat u sneller zult kunnen vooruitgaan, ook op
het vlak van de deconcentratie van dagvluchten. Ik begrijp dat u ook
daarvoor niet alle middelen te uwer beschikking hebt om de volledige
timing te kunnen bepalen.
03.03
Hans Bonte
(SP.A): Hier,
au cours des auditions en
commission, une attention
particulière a été consacrée à un
élément: les routes aériennes. Les
points de vue de tous les
intervenants sont certes clairs
mais les habitants de la périphérie
nord restent vivement préoccupés
quant choix des routes aériennes.
Avant que des décisions soient
arrêtées, il serait bon que les
administrations locales soient
entendues. En ce qui concerne le
dossier des vols de jour, j'espère
que le groupe de travail
compétent présentera rapidement
ses résultats.
Het incident is gesloten.
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Stef Goris aan de minister van Landsverdediging over "geen postbedeling
en geen premies voor Belgische militairen in Benin" (nr. P203)
04 Question de M. Stef Goris au ministre de la Défense sur "l'absence de distribution de courrier
et de primes pour les militaires belges au Bénin" (n° P203)
04.01
Stef Goris
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, mijn actualiteitsvraag behelst twee onderdelen:
ten eerste, de postbedeling en ten tweede, de premies die blijkbaar
niet langer worden toegekend aan onze militairen in Benin. Op dit
ogenblik voeren wij in Benin geen operatie uit, wij zijn daar enkel op
oefening. Blijkbaar wordt dat lettertje verschil in het reglement zeer
strikt geïnterpreteerd. Dat maakt dat enerzijds, de betrokken premies
en anderzijds, de voorzieningen inzake postbedeling niet zouden
kunnen, waar dat aanvankelijk wel het geval was.
Twee dagen geleden hadden wij een zeer goede gedachtewisseling,
mijnheer de minister, over onze troepen die naar Afghanistan gaan
om daar het vliegveld van Kaboel te gaan beschermen. U hebt ook
te kennen gegeven dat u alles in het werk stelt om ervoor te zorgen
dat de mensen zowel op het vlak van veiligheid als op het vlak van
werkomstandigheden over alle faciliteiten kunnen beschikken, ook
inzake communicatie met het thuisfront en de familie. Dat heeft mij
zeer verheugd, want het is in dit land ooit anders geweest. Toch komt
nu echter die vraag naar boven over Benin, waar misschien door
de macht der gewoonte plotseling of toch onverwacht een aantal
dingen zijn afgeschaft, onder andere die postbedeling.
Onze mensen zijn daar op oefening voor gemiddeld 3, 4 of 5 weken.
Wij hebben daar ook bijna permanent een genie-eenheid, op dit
ogenblik is dit het vierde genie van Amay. Zij zijn daar nu aanwezig
met ongeveer 60 tot 70 manschappen. Deze zijn voor 4 maanden
onafgebroken in Benin. Volgens mijn inlichtingen kunnen zij niet
beschikken over postbedeling, noch over premies. Ik kom daarop
dadelijk terug.
Indien men de klassieke oefeningen in Duitsland onder meer in
Vogelsang Schotland en Zuid-Frankrijk, die meestal 2 à 3 weken
duren, vergelijkt met de oefeningen die in Benin plaatsvinden die
meestal 3, 4 of 5 weken duren en daarmee worden gelijkgesteld
inzake postbedeling dan denk ik dat wij dit toch moeten
herbekijken.
Misschien moeten wij maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat
onze mensen in alle omstandigheden post van het thuisfront kunnen
ontvangen. Wat de premies betreft, herhaal ik dat de daar aanwezige
Genie in Benin aanvankelijk kon beschikken over de premies en ook
post ontving. Naar verluidt zou deze maatregel op dit ogenblik niet
meer gelden.
Ondertussen ruimen we de kust op. Dat is een goede zaak. Militairen
dragen hun steentje bij. Ook in dit geval hebben onze militairen recht
op een dagpremie van 400 Belgische frank, de zogenaamde
vergoeding voor hulpverlening in het binnenland. Dat hoort ook zo.
Er bestaat daarnaast ook een vergoeding voor hulpverlening in het
buitenland. De premie van 400 frank wordt dan verhoogd met een
04.01
Stef Goris
(VLD): Les
soldats belges qui sont en
manoeuvres au Bénin ne
reçoivent plus de prime ni même
de courrier et ces restrictions sont
qui plus est inopinées. Nos
militaires se trouvent au Bénin
pour une période de trois à cinq
semaines. Actuellement, le 4
e
génie d'Amay est également sur
place pour quatre mois. Ne serait-
il pas possible d'organiser une
dernière distribution de courrier?
Pourquoi nos soldats ne
reçoivent-ils plus leur prime
journalière normale de 800 francs
alors que le caractère humanitaire
de leur mission au Bénin est
incontestable? Le ministre
pourrait-il rassurer nos militaires?
Est-il vrai que nos soldats
stationnés au Kosovo seraient
également privés de cette prime?
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
factor 2 tot 5. Naar verluidt ontvangen de mensen in Benin deze
premie niet langer. Het is, mijns inziens, belangrijk dat deze premie
gehandhaafd blijft. De omstandigheden waarin ze moeten
functioneren zijn niet evident. Er is wel degelijk sprake van
hulpverlening in Benin, vermits onze militairen meewerken aan de
bouw van infrastructuurwerken zoals scholen, hospitalen en wegen.
Het past perfect in het kader van de wetten en het reglement.
Ten slotte, ik heb vernomen dat de militairen die in Kosovo gelegerd
zijn in de toekomst eveneens geen premies meer zouden ontvangen.
Dat verontrust hen ten zeerste. Daarom kreeg ik graag een duidelijk
antwoord, mijnheer de minister.
04.02 Minister
André Flahaut
: Mijnheer de voorzitter, collega's,
vorige week was ik in Benin. Alles is geregeld, mijnheer Goris.
04.02
André Flahaut
, ministre:
Je me suis rendu la semaine
dernière au Bénin et tout est
réglé.
04.03
Stef Goris
(VLD): Dank u, mijnheer de minister. Dit antwoord
verrast me. Tot gisteren had ik hier geen weet van. Kunt u duidelijk
bevestigen dat deze mensen recht hebben op postbedeling, ook
degenen die op oefening zijn, en dat ze opnieuw recht hebben op de
premies?
04.03
Stef Goris
(VLD): La
réponse du ministre m'étonne. En
tout état de cause, personne
n'avait connaissance de cette
décision jusqu'à hier encore. Le
courrier sera donc à nouveau
distribué et les militaires
percevront leurs primes.
De
voorzitter
: De minister knikt ja. Men heeft meer en meer aandacht voor de body language in dit
Parlement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Pieter De Crem aan de minister van Landsverdediging over "de Amerikaanse
troepenbewegingen in de Antwerpse haven" (nr. P204)
05 Question de M. Pieter De Crem au ministre de la Défense sur "les mouvements de troupes
américaines dans le port d'Anvers" (n° P204)
05.01
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wij hebben in de Kamer reeds een debat gehad over deze
aangelegenheden. Toen werd meegedeeld dat het ging over 700
soldaten, 30 colonnes van 20 wagens en een aantal andere zaken.
Nadien hebben wij natuurlijk gezien dat dit niet klopte. Het gaat over
de troepentransporten en de materiaaltransporten voor het
Amerikaanse leger via de haven van Antwerpen.
Ondertussen blijken 12.000 soldaten en 30 colonnes van 90 wagens
via Antwerpen getransfereerd te moeten worden. Ik wil de vraag
stellen die in het parlementair debat niet beantwoord werd. Over welk
troepentransport gaat het? Over welke materialen gaat het?
Ondertussen weten wij ook dat de bestemming de Golf is. Dat
antwoord kregen wij niet in het parlementair debat. De foto's hebben
in alle kranten gestaan. De bestemming is Koeweit.
Mijn concrete vraag aan de minister is: wat werd er verscheept via de
Antwerpse haven? Waarover gaat het? Wat is de bestemming?
05.01
Pieter De Crem
(CD&V):
Les Américains sont toujours en
train de transporter 12.000 soldats
et 30 colonnes de 90 véhicules
via Anvers. De quels transports de
troupes s'agit-il précisément. Quel
matériel est-il chargé? Quelle en
est la destination? Il semblerait
qu'il s'agisse du Koweit.
Comment est assurée la
surveillance? L'armée belge, la
police militaire et une section du
Génie de Burcht sont-elles
concernées.
Quel est exactement le rôle de
notre représentant militaire auprès
de l'OTAN? Participe-t-il aux
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Mijn tweede vraag is ook een belangrijke vraag. Er is ook een
bewakingsopdracht uit te oefenen. Die bewakingsopdracht wordt
uitgeoefend door het Belgisch leger, de militaire politie en leden van
het geniecontingent in Burcht. Hoe gebeurt dat? Waren wij daarover
ingelicht?
Ik kom tot mijn derde en belangrijkste vraag. Wij hebben ook een
militaire vertegenwoordiger bij de NAVO, die bij heel wat
besprekingen wordt betrokken. Hij wordt ook betrokken bij
besprekingen omtrent een eventuele verdediging van Turkije
wanneer er zich een aanval zou voordoen.
Ik heb, alles samen, dus drie vragen gesteld.
Ten eerste, hoe zit het met het troepentransport? Wat is de
bestemming?
Ten tweede, wie doet de bewaking?
Ten derde, wat doet onze militaire vertegenwoordiger bij de NAVO?
Onderhandelt hij mee? Zit hij mee in de voorbereidingen of niet?
négociations concernant ces
mouvements de troupes?
05.02
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, nous avons donné notre accord pour le transit par Anvers
de troupes et de matériel de l'armée des Etats-Unis. Une autorisation
a également été accordée pour l'installation à Westakkers d'un camp
de transit pour un maximum de 700 personnes. Ce camp est installé,
payé et gardé par les Américains eux-mêmes.
En ce qui concerne les transports exécutés jusqu'à présent, pour être
plus précis, il y a aujourd'hui cinq barges contenant 200 pièces et il y
aura deux avions civils. Demain, il y a aura encore douze barges, six
convois par route, deux vols civils vers Ostende et un vol civil via
Melsbroek.
Tout le matériel que je viens de citer sera chargé dans le
"Repubblica di Roma" à Anvers. Ce navire quittera le port au cours
du week-end. Il y aura encore d'autres opérations; environ 2.500
pièces seront ainsi acheminées. On entend par pièce un élément
d'un convoi qui équivaut à une demi-tonne.
En ce qui concerne la destination, vous avez répondu à la question
que vous me posiez. Pour les transports, il s'agit de matériel d'appui
aux combats, matériel de génie, matériel de transmission des
véhicules. Il est impossible de donner une description détaillée du
reste, parce que, je vous ai donné les informations pour aujourd'hui
et pour demain, mais je ne dispose pas des informations pour les
jours suivants.
Nous sommes en contact régulier avec les Américains pour la suite
des opérations.
L'armée belge n'est pas responsable du maintien de l'ordre. Il s'agit
d'un domaine de compétence de la police fédérale. Dès lors, l'armée
n'intervient pas dans ce contexte.
Quant aux discussions actuelles à l'OTAN, la conférence des
05.02
Minister
André Flahaut
:
Wij hebben onze toestemming
gegeven voor de doorvoer van
troepen en materieel van het
Amerikaanse leger via Antwerpen
en voor de oprichting van een
transitkamp voor maximum 700
personen in Westakker. Dat kamp
werd door de Amerikanen
opgericht en betaald en wordt ook
door hen bewaakt. Tot op
vandaag ging het om vijf
vaartuigen met 200 stukken aan
boord en om twee
burgervliegtuigen. Morgen komen
12 vaartuigen aan, zes konvooien
over de weg, twee burgervluchten
op Oostende en twee
burgervluchten op Melsbroek. De
hele vracht, die uit 2500 stukken
bestaat, met dien verstande dat
als stuk wordt beschouwd elk
element van een konvooi van
minstens een halve ton, zal op de
Repubblica di Roma
worden
geladen. Wat de bestemming
betreft, heeft u zelf al het
antwoord gegeven op uw vraag.
Er wordt materieel vervoerd ter
ondersteuning van de strijd, voor
de genie en voor de
verbindingsdienst. Ik beschik nog
niet over details voor de volgende
dagen. Wij hebben herhaaldelijk
contact met de Amerikanen in
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
présidents de cette assemblée a décidé de la tenue d'une réunion de
la commission mixte Affaires étrangères et Défense nationale. Si
vous avez encore des questions, vous pourrez les poser à ce
moment.
Il faut faire une distinction entre les deux dossiers. L'opération de
transit est à distinguer des discussions en cours à l'OTAN.
verband met de verdere
operaties. Het leger speelt geen
rol in de ordehandhaving, die
onder de bevoegdheid van de
federale politie valt. Wat de
discussie over de NAVO betreft,
vindt morgen wellicht een
vergadering van de commissie
voor de Buitenlandse
Betrekkingen plaats, en misschien
wordt het een gemengde
commissie met Landsverdediging.
06 Regeling van de werkzaamheden
06 Ordre des travaux
De
voorzitter
: Ik zag het enigszins aankomen. Ik heb immers contact gehad met de eerste minister. Zoals
u weet, bevindt hij zich momenteel in New York. Morgennamiddag om 16.30 uur krijgen wij in principe een
antwoord van de eerste minister op alle problemen waar we mee bezig zijn. Hij zal ook een antwoord
geven op de derde vraag van de heer De Crem. Ik kan het niet anders oplossen. Vroeger gaat niet. De
eerste minister komt immers pas morgen terug uit de Verenigde Staten van Amerika.
Nous nous réunirons vraisemblablement demain à 16.30 heures. J'en aurai la confirmation dans quelques
instants. Cette information intéressera M. Vander Maelen ainsi que M. Henry qui a retiré sa question orale
prévue pour aujourd'hui.
Mijnheer De Crem, u mag uiteraard nog uw repliek geven. Het tegendeel zou spijtig zijn.
Mondelinge vragen (voortzetting)
Questions orales (continuation)
06.01
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik neem aan
dat de internationale omstandigheden dit allemaal bemoeilijken. De
boodschap was echter dat er pas volgende week ging geïnterpelleerd
worden. Dat zou volgende week woensdag gebeuren. Ik verneem dat
het nu om 16.30 uur zou zijn. Dat weerhoudt de minister er in elk
geval niet van om antwoord te geven op de vragen.
Ik vind dat de minister hier een getuigenis heeft afgelegd van een
bijzonder kortetermijndenken. Dat is vastgesteld op twee dagen als ik
zijn chronologie meetel. Ik geloof dat de minister van Defensie in
deze moeilijke omstandigheden de agenda kan bepalen tot zaterdag
15 februari om 14.47 uur. Dat lijkt mij natuurlijk wel een ongelooflijk
belachelijk uur. Hij heeft mij gezegd dat hij geen verdere informatie
daaromtrent kan geven.
Mijnheer de minister, ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag
over welke transporten het hier eigenlijk gaat. U zegt dat het gaat
over een aantal gewone transporten. Dat is niet het geval. Het gaat
over beschermde transporten. Ik hoop in elk geval niet dat ik u zelf
moet zeggen over welke transporten het gaat. U voert een
nummertje op in dit Parlement alsof er niets is gebeurd. Het gaat
over transporten van wapens en wapenonderdelen, van logistieke en
andere materialen naar de Golf. Ze hebben als bestemming Koeweit.
Ze schrijven ons volledig in in een deelname aan het Golfconflict.
Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel zegt u dat dit vandaag niet het
06.01
Pieter De Crem
(CD&V):
Je veux bien comprendre que le
Premier ministre séjourne à
l'étranger, mais le ministre de la
Défense pourrait au moins
répondre à mes questions. Si je
ne me trompe, il était prévu
d'interpeller mercredi prochain.
J'apprends maintenant qu'elle est
déjà mise à l'ordre du jour de
demain.
Le ministre nous laisse dans
l'ignorance quant à la nature des
transports. Selon lui, il s'agit de
transports ordinaires. Je peux, si
vous voulez, répondre à sa place :
il s'agit de transports protégés
d'armes à destination du Koweït
qui vont entraîner la Belgique
dans le conflit du Golfe.
Il importe par conséquent de
savoir en quoi consistent nos
missions de surveillance et qui en
est responsable. Mais je n'ai pas
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
geval is, dan ontkent de eerste minister dat morgen. Hij moet echter
zeggen dat het waar is. Ofwel bent u niet op de hoogte van wat er
gebeurt. Ten tweede, ik vind dat u toch zou moeten kunnen zeggen
in dit Parlement wat de bewakingstaken zijn. Ik heb u een vraag
gesteld over wie welke bewakingstaken uitvoert. Is het de federale
politie die bevoegd is op het grondgebied van Antwerpen en
Linkeroever, is het de Militaire Politie, of is het de Genie van Burcht-
Zwijndrecht? Welk mandaat hebben ze? U geeft eigenlijk geen
antwoord op deze vragen.
Mijnheer de voorzitter, het is nu al de tweede week dat we dit
meemaken met betrekking tot Irak.
non plus reçu de réponse
complète à ces questions.
Le Premier ministre décide depuis
New York qu'il y aura un débat
demain et nous ne sommes au
courant de rien. Ce n'est pas du
bon travail du travail
parlementaire.
De
voorzitter
: Mijnheer De Crem, u hebt uw tijd al lang overschreden.
06.02
Pieter De Crem
(CD&V): Vorige week hebben we een
regeringsmededeling gehad. U bent eigenlijk minister van
Landsverdediging. De minister geeft een nietszeggend antwoord en u
komt nu plots met een briefje voor de dag u hebt het open- en
toegeplooid en er zal morgen geantwoord worden. We hebben hier
al een paar keer wisselende....
De
voorzitter
: Mijnheer De Crem, u hebt een repliek die langer is dan uw vraag. De minister heeft een
antwoord gegeven, punt uit.
06.03
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, dit is La
Muette de Portici.
De
voorzitter
: Dat startte een revolutie. U moet voorzichtig blijven.
06.04
Pieter De Crem
(CD&V): Ik weet niet of het een goede
revolutie was. Het was in elk geval een revolutie, maar ik weet niet of
het de beste was.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dit heeft in elk geval
geen zin. Mijnheer de voorzitter, u antwoordt in plaats van de
minister omdat hier een aantal moeilijke vragen worden gesteld. De
eerste minister zegt u vanuit New York dat er morgen een debat is en
wij weten van niets. Ik vind dat slecht parlementair werk.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Regeling van de werkzaamheden
07 Ordre des travaux
07.01
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
ik hoor hier net de heer De Crem vertellen dat de interpellaties over
Irak verschoven zijn. Ik was ingelicht dat ze woensdagochtend om
9.30 uur zouden plaatsvinden. Ik hoor nu dat het om 16.30 is. Kan u
daarover enige toelichting geven?
07.01
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Les
interpellations sur l'Irak étaient
prévues pour mercredi matin. De
quoi discutera-t-on alors demain?
De
voorzitter
: Mijnheer Tastenhoye, ik ben door verschillende leden,
die onder meer vandaag vragen hadden gesteld, aangesproken om
te zien wanneer wij in de Kamer een debat ten gronde zouden
houden over de houding van België in de NAVO en alle problemen
die ons de laatste dagen zeker en vast grote belangstelling
Le
président
: Certains membres
souhaitent interpeller le Premier
ministre au sujet de l'Irak et de
notre attitude au sein de l'OTAN
mais, à la suite de son voyage à
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
inboezemen. Ik heb contact laten opnemen met de eerste minister
die, zoals u weet, in New York is. Het ene sluit het andere niet uit.
Het was dringend nodig dat het Parlement de gelegenheid kreeg om
de eerste minister en de collega's die hem vergezellen politiek te
ondervragen. Ik heb een telefoontje gekregen van de heer Leterme.
Hij zei dat CD&V een technische vraag had, specifiek gericht tot de
minister van Landsverdediging. Deze ging over het troepentransport
in Antwerpen. Ik heb deze vraag aangehouden.
Ik heb de vraag van de heer Henry over de houding van België in de
NAVO niet aangehouden. Ik vond dat die vraag bij het geheel van
het debat moest worden gevoegd. Ik vind het parlementair gezien
normaal dat wij zo vroeg mogelijk een eerste debat over deze
kwestie hebben. Na de contacten die ik heb gehad er is een
uurverschil tussen New York en Brussel , kan dat debat morgen om
16.30 uur doorgaan. Dat sluit niet uit dat indien er bijvoorbeeld
maandag op de Europese Raad nieuwe houdingen worden
aangenomen, ook de vergadering van woensdagochtend zal
plaatsvinden. U mag mij toch niet verwijten dat het Parlement erover
waakt dat er reeds morgen, bij de terugkeer van de eerste minister,
in de bevoegde commissie een debat over deze zaak wordt
gehouden. Ik begrijp dat het wenselijk is de vergadering van
woensdagochtend ook voor te behouden voor deze aangelegenheid,
niet meer en niet minder.
New York, les interpellations ont
été reportées à mercredi prochain.
Cette date est maintenue mais le
Premier ministre rentre demain de
New York et peut être interrogé
dès 16 heures 30 par le Parlement
en commission des Affaires
étrangères.
07.02
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
hoe sneller dit debat doorgaat, hoe liever ik het heb. Ik ben zelf
interpellant. Ik weet echter niets van deze regeling.
07.02
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Le plus vite
sera le mieux, mais en tant
qu'interpellateur je n'ai pas été
mis au courant.
De
voorzitter
: Ik kon het u niet vroeger zeggen. Ik heb pas een
drietal minuten geleden de bevestiging ontvangen. Ik zeg het u nu en
ik had het reeds laten doorschijnen aan degenen die mij hadden
gebeld. Ik kon de eerste minister natuurlijk niet bellen om 02.00 uur
in de ochtend in New York.
Le
président
: La décision n'a été
prise qu'il y a quelques minutes.
07.03
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
wij zullen morgen aanwezig zijn.
De
voorzitter
: Normaliter wordt er dus morgen om 16.30 uur een debat in de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen gehouden. Ook de vergadering van woensdagochtend zal daarvoor worden
voorbehouden.
Dat is ook de reden waarom het derde luik van de vraag van de heer De Crem beter morgen zou worden
gesteld. De eerste vraag zal de vraag van de heer Henry zijn. Die vraag staat niet op de lijst. Gaat
iedereen hiermee akkoord?
Mondelinge vragen (voortzetting)
Questions orales (continuation)
08 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand, over "politieke benoemingen in
overheidsbedrijven" (nr. P207)
08 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre des Télécommunications et des Entreprises
et Participations publiques, chargé de Classes moyennes, sur "les nominations politiques dans
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
les entreprises publiques" (n° P207)
08.01
Servais Verherstraeten
(CD&V): Mijnheer de voorzitter,
heren ministers, via Copernicus hebben wij geleerd dat deze regering
dure assessments organiseert om vervolgens kabinetschefs en
bevriende secretarissen-generaal te benoemen. Mijnheer de minister,
u hebt dat slechte voorbeeld al gevolgd door bijvoorbeeld een
kabinetschef te benoemen, de heer Daerenberg op Belgocontrol, als
ik mij niet vergis.
(...)
De
voorzitter
: Het is een communicatie van de ervaringrijke huidige en gewezen ministers.
08.02
Servais Verherstraeten
(CD&V): Daar heb ik geen bezwaar
tegen, mijnheer de voorzitter. Wij hebben geduld. Ik had het dus over
de Copernicus-benoemingen terwijl u toch uw kabinetschef, de heer
Van den Bossche, aan de top van de loterij hebt gezet.
Mijnheer de minister, ik heb dit weekend met zeer veel genoegen uw
interview in De Morgen gelezen waarin u onder meer naar aanleiding
van de aanbevelingen van de Sabena-commissie die in de Kamer
zijn goedgekeurd, verklaart dat u ze in de laatste maanden van deze
legislatuur nog deels ten uitvoer wil brengen. Het gaat om corporate
governance en duidelijke benoemingsprocedures en profielen.
Mijn vraag is alleen hoe u dat in overeenstemming brengt met de
benoemingen bij de overheidsbedrijven die nu op til zijn? Voor de
Nationale Loterij is er eerst een assessment geweest. De procedure
werd gestopt en aangepast of in elk geval gewijzigd. Ondertussen
lees ik in de FET u zult mij corrigeren wanneer dat niet juist is dat
als financieel directeur de kabinetschef van minister Michel benoemd
is en dat ook een vertrouweling van de voorzitter van de PS
benoemd is in de directie.
Is het zo, mijnheer de minister, dat de heer Balthazar heeft
meegedaan aan het oorspronkelijke assessment? Was hij succesvol
laureaat bij die assessments? Heeft de heer Hotyat ook aan de
assessments deelgenomen en ze met gunstig gevolg beëindigd?
Was hij met andere woorden laureaat van deze assessments?
Waarom waren er vertragingen in de procedures en waarom werden
ze aangepast? Uiteindelijk heeft dat immers aanleiding gegeven tot
uitstel bij de goedkeuring van het beheerscontract.
Ten tweede kom ik bij Belgacom. De heer Viseur zal daar dieper op
ingaan. Klopt het dat er ook daar een lijst is van het assessment en
anderzijds een parallelle lijst? Is de getipte kandidaat, de heer
Bellens, laureaat van het assessment of van de parallelle lijst?
Waarom twee lijsten? Hoe zal daar de invulling gebeuren?
Ik rond af met BIAC. Vorige week lazen we in de FET dat een
minister van deze regering daar een job zou moeten krijgen. Kloppen
die geruchten? Hoe zal de procedure daar verlopen? Zal het via een
assessment verlopen of zullen er daar ook parallelle lijsten
circuleren?
08.02
Servais Verherstraeten
(CD&V): Ce week-end, le
quotidien
De Morgen
a publié une
interview du ministre Daems qui
dit attacher une grande
importance à des procédures et
des profils de nomination clairs.
Comment concilier cette
solennelle affirmation avec les
nominations en préparation à la
tête d'entreprises publiques?
Selon une information dans le
FET
, seront bientôt nommés à la
Loterie nationale notamment le
chef de cabinet du ministre
Michel, en tant que directeur
financier, et un familier du PS, à
la direction. Ces personnes ont-
elles participé aux évaluations?
Les ont-elles passées avec
succès? Pourquoi la procédure a-
t-elle été adaptée entre-temps?
Est-il exact qu'au sein de
Belgacom circule, outre la liste
des lauréats des évaluations, une
liste distincte? Sur quelle liste le
candidat désigné, M. Bellens,
figure-t-il? Pourquoi ces deux
listes?
Et un ministre de ce
gouvernement pourrait obtenir
une fonction au sein de BIAC.
Comment cette nomination se
fera-t-elle?
08.03 Minister
Rik Daems
: Mijnheer de voorzitter, ik neem aan dat 08.03
Rik Daems
, ministre: A la
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
de collega de vraag stelt naar aanleiding van het bericht in De
Financieel-Economische Tijd van vandaag.
Wat de Nationale Loterij betreft heeft de raad van bestuur de volle
verantwoordelijkheid om een procedure af te spreken teneinde te
komen tot het vormen van een directiecomité en na een
zoekopdracht van De Witte en Morel werd de afgevaardigd
bestuurder als eerste voorgesteld en bijgevolg ook door mij
benoemd.
Twee, de procedure die door de raad van bestuur voor zover ik weet
eensluidend is genomen, was om hetzelfde zoekbureau een opdracht
te geven om mensen te vinden. Dat is doorgegeven aan een
benoemingscomité, wat de traditie is in vele raden van bestuur,
waartoe de raad van bestuur zelf heeft besloten. Er is meer tijd over
gegaan en ik heb dat aan uw fractieleider meegedeeld , omdat er
een tekort was aan Franstalige kandidaten en omdat de wet voorziet
in pariteit.
De afgevaardigd bestuurder heeft gewoon op advies van het
benoemingscomité, dat gewerkt heeft op basis van de informatie van
de zoekopdracht van het consultancybureau, een voorstel gedaan.
De raad van bestuur heeft dit voorstel unaniem, met een onthouding,
goedgekeurd. Het lijkt mij dus niet zo te zijn dat men hier kan
spreken van slechte benoemingen.
Wij hebben het hier over de afgevaardigd bestuurder van de Draft-
groep, die een post-graduaat heeft in communicatiewetenschappen
en filosofie. Wij hebben het hier over een gewezen assistent van de
University of Berkeley. Dit zijn toch geen kleine jongens. Hij zit nu in
de Europese Federatie van Publieke Diensten en hij heeft een
master in science van de Londense universiteit. Wij hebben het hier
over een accountant die de voormalige topexpert voor financiën en
fiscaliteit is van het VBO. Hij is kabinetschef en heeft een ruime
ervaring in de politiek wat voor de Nationale Loterij toch wel
interessant is want dit is niet zomaar een overheidsbedrijf. Wij
hebben het over een handelsingenieur van Solvay die de directeur
business solutions is bij Van Dyck. Wij hebben het over een master
in applied information systems die vandaag de logistieke manager is
in Europa van de NV Terumo.
Dit zijn dus allemaal heel geschikte mensen die in een transparante
procedure naar voren zijn gekomen. Ik kan moeilijk anders dan het
hiermee eens zijn. Als de stelling is dat al wie ooit op een kabinet
heeft gewerkt of wie ooit kabinetschef is geweest de facto een
getuigschrift van onbekwaamheid krijgt, dan heb ik wel een serieus
probleem in veel van de overheidsbedrijven want dan moet ik veel
van de gewezen CVP-kabinetsleden buiten gooien wegens
onbekwaamheid. Wat is dat nu voor larie. U zou zelfs kunnen zeggen
dat u een groot probleem heeft met de verkiezingen want uw
nieuwste kandidaat op de Senaatslijst, de heer Dehaene, is een
gewezen kabinetschef. Laten wij toch even stoppen met dit soort
logica die wat te gemakkelijk is. We doen alleen goede benoemingen
van bekwame mensen in transparante procedures. Ik kan enkel
spreken voor mijn verantwoordelijkheid. Ik meen dat ik dit heel
duidelijk heb aangetoond.
Loterie nationale, le conseil
d'administration peut convenir
d'une procédure pour constituer
un comité de direction. Après une
recherche de De Witte&Morel,
l'administrateur délégué a été
présenté comme premier candidat
et nommé par moi-même.
Le même bureau de sélection
s'est vu confier la mission de
trouver des candidats. Cette
mission a été transmise à un
comité de nomination, qui a
toutefois eu besoin de plus de
temps en raison du manque de
candidats francophones. Ensuite,
le comité de direction a formulé
une suggestion qui a été
approuvée à l'unanimité moins
une abstention. Il s'agit sans
conteste de candidats valables.
Si nous devions donner
de facto
un certificat d'incapacité à tous les
anciens membres de cabinets, je
devrai me défaire de nombreux
anciens membres de cabinets
CVP.
08.04
Servais Verherstraeten
(CD&V): Mijnheer de minister, ik 08.04
Servais Verherstraeten
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
denk dat u niet op mijn vraag hebt geantwoord want het ging
uiteraard zeer specifiek niet over de curricula van de aangestelde
directieleden. Die curricula zullen ongetwijfeld zeer degelijk zijn. De
Nationale Loterij heeft maanden tijd verloren wegens een gebrek aan
voldoende Franstalige kandidaten. Mijn vraag was of de benoemde
directeur, de kabinetschef van minister Louis Michel, en de
vertrouweling van de Parti Socialiste van in het begin aan de
assessment procedure hebben deelgenomen en met gunstig gevolg?
Ik heb daarop geen antwoord gekregen.
Wat Belgacom betreft, mijnheer de minister, zou ik willen weten of
de getipte kandidaat ook de laureaat is van het assessment?
Hoe zullen de procedures verlopen voor Biac? Ik stel deze vraag in
het licht van de geruchten die circuleren. Ik heb daarop evenmin een
antwoord gekregen.
Het gaat uiteraard niet om het feit dat mensen die kabinetschef zijn
geweest een diploma van onbekwaamheid hebben. Ik moet alleen
vaststellen dat er in deze legislatuur zeer veel gewezen
kabinetschefs werden benoemd, niettegenstaande er in het
regeerakkoord een pact over de depolitisering stond waar we echter
nog niets van hebben gezien.
(CD&V): Les CV des membres de
la direction ne m'intéressent pas.
La Loterie nationale a perdu des
mois, faute de candidats
francophones. L'ancien chef de
cabinet du ministre Michel et le
protégé du PS ont-ils participé
depuis le début et avec succès à
une procédure d'
assessment
?
Le candidat désigné pour
Belgacom est-il également lauréat
de l'
assessment
? Comment la
procédure se déroulera-t-elle pour
BIAC? Au cours de cette
législature, cinq chefs de cabinet
ont déjà été désignés, bien que
l'accord de gouvernement fasse la
part belle à la dépolitisation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Buitenlandse delegatie
Délégation étrangère
De
voorzitter
: Collega's, ik verwelkom de heer Jan Dirk Blauw, voorzitter van de Assemblee van de
Westeuropese Unie en lid van de Tweede Kamer in Nederland die zich op dit ogenblik op de tribune
bevindt.
Je souhaite la bienvenue à M. Jan Dirk Blauw, président de l'Assemblée de l'Union de l'Europe
Occidentale et membre de la Deuxième Chambre des Pays-Bas, qui se trouve actuellement à la tribune.
09 Question de M. Jean-Jacques Viseur au ministre des Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, chargé des Classes moyennes, sur "une nomination à Belgacom"
(n° P208)
09 Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand, over "een benoeming bij Belgacom"
(nr. P208)
09.01
Jean-Jacques Viseur
(cdH): Monsieur le président, monsieur
le ministre, ma question constitue en quelque sorte une illustration de
la question précédente.
On nous a annoncé que pour le recrutement du CEO de Belgacom,
on procéderait à un "assessment" via un bureau de sélection. Il y a
donc un certain nombre de candidats qui se sont proposés.
Parallèlement, la presse fait écho de ce que, après un contact avec
le premier ministre j'espère que cela n'a pas eu lieu à l'occasion
d'un déjeuner à l'hôtel Astoria il semble que M. Bellens soit une des
pistes, que l'on dit de plus en plus chaude quant à cette désignation.
Je n'ai pas d'objection ni à l'égard d'un système ni à l'égard de
l'autre, les deux sont bons. Dans les entreprises publiques, si on
prend la plupart des pays et notamment la France, c'est le conseil
09.01
Jean-Jacques Viseur
(cdH): De indienstneming van de
CEO van Belgacom zou gebeuren
na een
assessment
door een
selectiebureau. Wij vernemen
anderzijds uit de pers dat er
tussen de heer Bellens en de
eerste minister contacten aan de
gang zijn met betrekking tot een
benoeming. Ik heb noch tegen het
ene noch tegen het andere
systeem bezwaar, maar waartoe
dient het selectiebureau dan?
Waarom moet daarvoor geld
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
des ministres qui estime qu'il a les compétences pour faire les
sélections.
Mais il faut choisir, sinon ce sont des dépenses inutiles.
Est-il exact que, suite à des contacts directs et hors "assessment"
et je comprends que M. Bellens n'ait pas à se soumettre à un
"assessment", son parcours plaidant pour lui il y a eu l'ébauche
d'un accord?
Dans ce cas-là, à quoi sert le bureau de sélection Egon Zehnder et
qu'a-t-on payé à ce bureau de sélection qui, alors, ne sert strictement
à rien sauf à faire, de façon totalement inutile, une espèce d'écran de
fumée en disant qu'il sélectionne les gens? On peut dire que la
sélection se fait d'une autre façon, mais alors on ne paie pas car
vous avez l'habitude de recourir à des services de tiers qui sont
extrêmement coûteux et je crains que nous ne soyons, ici à nouveau,
en présence d'un exemple de payement pour rien, de montants qui
ne sont pas nuls.
worden uitgegeven? Is het enkel
maar de bedoeling een
rookgordijn op te trekken?
09.02
Rik Daems
, ministre: Monsieur le président, chers collègues,
je vous remercie pour votre question qui va me permettre d'éclaircir
la situation.
Premièrement, le bureau de sélection Egon Zehnder exécute une
mission que lui a confiée la société Belgacom elle-même. Egon
Zehnder est un bureau qui, depuis des années, est chargé de trouver
le top du top pour la société. Il est donc extrêmement normal que ce
bureau-là soit chargé de l'exercice de trouver des gens capables de
prendre la succession de M. Goossens, qui était un grand gabarit.
C'est Egon Zehnder qui effectue ce travail à partir d'une "long list"
jusqu'à une "short list". Ils travaillent de concert avec moi, et moi de
concert avec les co-actionnaires. On oublie en effet aisément que
dans Belgacom, il y a 50%-1 action aux mains d'Américains, de
Danois, de Singapouriens et d'autres Belges. Ce n'est donc pas un
exercice facile avec tous les collègues autour de la table.
Le moment venu, je déciderai d'aller devant le conseil des ministres
pour proposer quelqu'un à la succession de M. Goossens.
Voilà ce qui se passe, il n'y a rien d'anormal.
09.02
Minister
Rik Daems
: Het
bureau
Egon Zender
werd ermee
belast de beste kandidaten voor
Belgacom te vinden. Het moet
dus kandidaten voordragen voor
de opvolging van de heer
Goossens en handelt in
samenspraak met mijzelf en de
medeaandeelhouders. Op het
gepaste ogenblik zal ik de
Ministerraad een voorstel doen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Justitie over "de vrijlating van CCC-
leider Pierre Carette" (nr. P205)
10 Question de M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur "la remise en liberté du dirigeant
des CCC Pierre Carette" (n° P205)
10.01
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, voor jonge mensen van boven de vijfentwintig
is het alsof het pas gisteren is gebeurd. Amper veertien jaar geleden
werd Pierre Carette, het kopstuk van de CCC, veroordeeld tot de
verwachte levenslange gevangenisstraf. Vandaag staan wij aan de
vooravond van zijn vrijlating nu reeds-, als gevolg van een toch wel
10.01
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Il y a 14 ans à
peine, le chef de file des CCC,
Pierre Carette, se voyait
condamné à la prison à
perpétuité. Nous sommes
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
erg lichtzinnige beslissing van de bevoegde Commissie voor
voorwaardelijke invrijheidsstelling.
Wij leven vandaag in een tijd waarin het terrorisme de kop opsteekt,
in een tijd waarin het terrorisme in belangrijke mate verantwoordelijk
is voor de wereldwijde economische stagnatie. Juist nu geeft ons
land luidkeels te kennen dat zelfs zware terroristen, veroordeeld voor
zeer zware feiten onder meer voor twintig en meer bomaanslagen,
soms met dodelijke afloop op een uiterst milde behandeling kunnen
rekenen vanwege ons gerecht. Het is bijna een welkomstsignaal voor
kandidaat-terroristen, mijnheer de minister. Het strafste van al is dat
de betrokkene helemaal geen spijt heeft betoond voor wat hij heeft
aangericht en op geen enkel moment, volgens onze informatie, het
geweld heeft afgezworen. Hij heeft recent nog duidelijk laten
verstaan via een telefonisch interview vanuit zijn cel, als ik het
goed heb begrepen dat hij de feiten niet betreurt. In deze
omstandigheden moet men zich afvragen of de wettelijke
voorwaarden wel vervuld zijn. De wet is tamelijk duidelijk. Artikel 2,
3° zegt dat er geen contra-indicaties mogen bestaan die een ernstig
risico inhouden voor de maatschappij en die betrekking hebben op de
mogelijkheid tot reclassering, de persoonlijkheid van de veroordeelde
en de verhouding van de veroordeelde ten opzichte van de
slachtoffers van de strafbare feiten waarvoor hij werd veroordeeld.
Mijnheer de minister, ik weet ondertussen dat uw diensten een
negatief advies hebben gegeven en dat u tegenstander was van die
vervroegde vrijlating. Ik had graag uw reactie gekend. Heeft het
parket-generaal beslist om in cassatieberoep te gaan, omdat de
wettelijke voorwaarden toch wel duidelijk niet vervuld zijn, of heeft
uzelf het parket-generaal gevraagd om in cassatieberoep te gaan, of
laat u de zaak gewoon blauwblauw?
aujourd'hui à l'avant-veille de sa
libération. Il n'a jamais témoigné
le moindre regret vis-à-vis de ses
actes ni renoncé à la violence.
Les conditions légales pour une
libération anticipée sont-elles bien
réunies? Les services du ministre
auraient rendu un avis négatif. Le
ministre compte-t-il demander au
parquet général de se pourvoir en
cassation?
10.02 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, collega
Laeremans, sta mij toe dat ik u eerst zeg dat de beslissing waarnaar
u verwijst niet mijn beslissing is. Het is de beslissing van de
Commissie voor voorwaardelijke invrijheidsstelling te Brussel en die
luidt zoals u ze hebt omschreven, omkleed met algemene
voorwaarden, met bijzondere voorwaarden en met
verbodsbepalingen ten aanzien van de heer Carette. Ik stel daarbij
vast dat er driemaal een negatief advies is gegeven: door de
personeelsconferentie van de gevangenis, door de procureur-
generaal bij het hof van beroep en door de Minister van Justitie. Ik uit
geen kritiek op deze beslissing, maar stel alleen vast dat de wet van
1998 niet voorziet in een specifiek hoger beroep, enkel in een
cassatieberoep. Dat is één van de redenen waarom ik altijd een grote
voorstander ben geweest en blijf van de strafuitvoeringsrechtbank.
Ik hoop dat de commissie Holsters in de loop van deze maand, zoals
aangekondigd, haar verslag zal kunnen indienen. Het lijkt mij
absoluut noodzakelijk dat in deze materie ten minste een hoger
beroep zou kunnen worden overwogen. Goed, het is nu een
cassatieberoep. Het parket buigt zich momenteel over deze zaak. U
weet dat men 24 uren heeft om cassatieberoep aan te tekenen. Ik
denk dat het parket deze zaak grondig zal onderzoeken, alvorens
een standpunt in te nemen. De drie negatieve adviezen maken het
meer dan de moeite waard om de zaak meer dan grondig te
bestuderen.
10.02
Marc Verwilghen
,
ministre: Ce n'est pas moi qui ai
pris cette décision mais la
commission des libérations
conditionnelles de Bruxelles. Trois
instances ont rendu un avis
négatif: la conférence du
personnel de la prison, le
procureur général et le ministre de
la Justice.
Je continue d'espérer qu'un
tribunal d'exécution des peines
verra le jour le plus rapidement
possible. La loi de 1988 n'autorise
qu'un pourvoi en cassation. Le
parquet examine la question.
Nous disposons de 24 heures pour
nous pourvoir en cassation.
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
10.03
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Dank u, mijnheer de
minister, maar ik blijf op mijn honger. Iedereen weet dat een periode
van 24 uren zeer kort is. Ik had dan ook verwacht de uitspraak
dateert van gisteren dat u vandaag meer had kunnen zeggen of ten
minste dat u zelf aan het parket zou gevraagd hebben zoals u dat
soms doet in andere dossiers die de publieke opinie beroeren om
cassatieberoep in te stellen. Nogmaals, aan de wettelijke
voorwaarden is duidelijk niet voldaan. Er bestaat zeker grond voor
cassatie.
Anderzijds betreur ik, samen met u, dat de strafuitvoeringsrechtbank
er nog altijd niet is. U bent met dat idee naar de kiezer gegaan. U
heeft vier jaar geleden gezegd dat die rechtbank er moest komen.
Vandaag is zij er nog altijd niet en de wet van 1998 volstaat hoe dan
ook niet. Zij is trouwens zeer nefast, want zij houdt in dat zware
criminelen jaar na jaar opnieuw voor de carrousel moeten
verschijnen waar telkens een martelgang wordt gecreëerd voor de
slachtoffers, die zich iedere keer opnieuw moeten verzetten tegen
een vrijlating en die, gewoon omdat zij een vonnis willen uitgevoerd
zien, gepijnigd worden door die lastige procedure. Ik hoop dat u er zo
snel mogelijk mee voor zorgt dat de strafuitvoeringsrechtbank er
komt.
10.03
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Je reste sur ma
faim. J'espérais que le ministre
disposerait déjà de plus
d'informations aujourd'hui.
Comme le ministre, je regrette
qu'il n'existe toujours pas de
tribunal d'exécution des peines et
j'espère qu'il concrétisera
rapidement ce projet. Quoi qu'il en
soit, la loi de 1988 ne suffit pas.
La procédure existante est un
calvaire annuel pour les victimes.
De
voorzitter
: Als u even wacht, mijnheer Laeremans, krijgt u een klein bijkomend antwoord van de
minister.
10.04 Minister
Marc Verwilghen
: Mijnheer de voorzitter, ten eerste,
ik kan aannemen dat de heer Laeremans "op zijn honger blijft zitten".
Ik voel mij niet geroepen om zijn honger te stillen op dat vlak, laat
dat duidelijk zijn.
Ten tweede, het is nog altijd zo dat wij met een wetgeving werken die
op een democratische wijze is goedgekeurd door het Parlement. Men
kan al of niet de tekortkomingen van deze wet nu vaststellen, maar
het feit is dat we een stap verder moeten naar een volwaardige
strafuitvoeringsrechtbank. Die opdracht is gegeven geweest aan een
commissie die daar tweeënhalf jaar zeer intens en, denk ik, ook goed
werk rond heeft verricht.
Ten derde, wat het parket betreft, verheel ik u niet dat ik aan het
parket heb gevraagd dit dossier met de meeste grondigheid te
onderzoeken.
10.04
Marc Verwilghen
,
ministre: Je n'entrerai pas dans le
jeu de M. Laeremans. La loi que
nous appliquons a été adoptée
démocratiquement. Nous devons
cependant évoluer vers un
tribunal d'exécution des peines de
qualité. Pendant deux ans et
demi, une commission y a
travaillé d'arrache-pied. J'ai
demandé au parquet d'examiner
ce dossier de manière très
approfondie.
De
voorzitter
: Een laatste woord, mijnheer Laeremans.
10.05
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Ik betreur nogmaals dat
vier jaar lang nog altijd geen wetsontwerp is klaargemaakt om die
strafuitvoeringsrechtbank te realiseren en dat we vandaag nog altijd
met een zeer slechte wet zitten, die uw partij destijds mee heeft
bewerkstelligd.
10.05
Bart Laeremans
(VLAAMS BLOK): Je déplore que,
quatre ans après, il n'existe
toujours aucun projet de loi sur le
tribunal d'exécution des peines.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Question de M. Thierry Giet au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes, sur "l'attitude des banques vis-à-vis des sous-traitants de
Cockerill" (n° P209)
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
11 Vraag van de heer Thierry Giet aan de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over "de houding van de banken ten aanzien van de
onderaannemers van Cockerill" (nr. P209)
11.01
Thierry Giet
(PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, en consultant la presse de ce matin, je constate, pour
reprendre le titre d'un quotidien de la capitale, que Fortis traque les
sous-traitants de Cockerill.
Je reprendrai précisément le mail qui a été envoyé par Fortis à ses
agences en région liégeoise, à savoir: "La fermeture de la sidérurgie
à chaud concerne 2.000 emplois directs et quelques 5.000 emplois
indirects mais aussi plus de 1.000 sous-traitants et fournisseurs,
transporteurs, services de maintenance, entretien des locaux,
services informatiques entre autres. Bien entendu, nous ne pouvons
nous permettre d'attendre que cette fermeture soit effective pour
évaluer l'impact sur nos risques crédits et prendre, le cas échéant,
les mesures qui s'imposent."
L'article continue à citer le mail: "nous vous invitons dès lors à passer
en revue votre portefeuille crédits afin d'estimer l'impact sur ces
entreprises et donc sur nos crédits, d'une perte de Cockerill Sambre
en tant que client. Si la situation vous paraît préoccupante, nous
vous invitons à le signaler d'urgence à votre gestionnaire de risques."
Je voudrais vous interroger, m'interroger et nous interroger tous à
propos de cette façon de faire à deux niveaux.
Tout d'abord, le niveau de la chronologie et du moment. Il m'apparaît
clairement que cette demande est particulièrement précipitée.
Certes, évidemment, on en a abondamment parlé, il y a une décision
de principe de non-investissement à l'avenir dans les lignes à chaud.
Mais nous savons tous que des négociations et des contacts sont
actuellement en cours afin d'atténuer ou à tout le moins de diminuer
l'impact de cette décision.
Donc, non seulement il y a une interrogation sur la chronologie et
pourquoi le faire maintenant. Mais faut-il le dire, il y a aussi une
interrogation de fond sur l'attitude des banques. En effet, si l'article
concerne Fortis, nul doute que d'autres institutions bancaires peuvent
avoir ou ont peut-être la même attitude. Surgit donc une intervention
de fond sur le rôle que les banques doivent jouer dans notre vie
économique.
Je constate qu'elles prennent le parti de compliquer la vie plutôt que
de participer ou de se positionner pour participer à une politique de
redéploiement économique dans la région liégeoise. Et je voulais par
conséquent connaître votre intention à ce sujet.
11.01
Thierry Giet
(PS): Fortis
heeft een brief gestuurd naar haar
kantoren in het Luikse om ze te
waarschuwen voor de
economische gevolgen van de
sluiting van de "warme fase". Zij
worden verzocht die gevolgen in
te schatten en de nodige
maatregelen te treffen. Men
vraagt hen ook iedere
zorgwekkende situatie aan de
risicobeheerder te melden. Gaat
Fortis niet wat overhaast tewerk,
vooral wanneer men weet dat de
onderhandelingen nog aan de
gang zijn? Meer in het algemeen
zou ik graag uw standpunt over de
rol van de banken in ons
economisch bestel kennen.
11.02
Charles Picqué
, ministre: Monsieur le président, je connais,
comme vous tous, les incertitudes économiques du moment mais je
pense qu'il y a quelques incohérences dans l'attitude de cette
banque. Je me suis rappelé les propos tenus par un de ses hauts
dirigeants il y a quelques semaines qui évoquait la croissance
comme instrument premier pour sortir de la situation économique
dans laquelle nous nous trouvons.
11.02
Minister
Charles Picqué
:
Er heerst momenteel inderdaad
enige economische onzekerheid
en de directie van die bank belet
de onderaannemers zich te
heroriënteren.
Bovendien valt het op dat de
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
Il m'apparaît évidemment que c'est un très mauvais signal d'autant
que, comme vous l'avez dit, c'est le moment où il faut rassurer et où
il faut éventuellement permettre aux entreprises sous-traitantes de se
redéployer partiellement.
Le plus frappant, c'est que nous voyons d'une part l'association des
banques, par exemple, se réjouir de l'accord fiscal sur l'épargne
intervenu au niveau européen ou se réjouir de la poursuite des
activités des centres de coordination et en même temps prendre une
attitude si frileuse. Je suis, comme certains, convaincu que les
banquiers doivent revenir à leur métier de base, c'est-à-dire
emprunter et prêter et ne pas chercher des stratégies sans risque de
manière systématique.
D'ailleurs, je dirais que ce qui se passe ici doit nous encourager à
entamer une réflexion sérieuse sur la contre- partie d'un certain
nombre d'avantages de toute nature que nous pouvons octroyer. Je
pense notamment à des avantages fiscaux. N'a-t-on pas entendu
dire que la réduction des impôts sur les sociétés serait un catalyseur
d'investissements?
Je ne vous répondrai pas aujourd'hui, je crois que nous devrons y
réfléchir. Il faudra sans doute subordonner ce genre d'instrument et
d'avantages en attirant notamment l'attention de ceux qui procurent
des crédits à des conditions telles qu'une prise de risque
raisonnable soit quand même acceptée. Autrement, où va-t-on?
On peut d'ailleurs parfois s'interroger. Beaucoup se trompent quand
ils disent qu'il y a coïncidence des logiques financière et
économique. Ce n'est pas vrai, la logique financière est souvent
attentiste et spéculative, la logique économique, elle, est productrice
de valeur ajoutée. Le rôle des banques dans l'économie doit être
considéré à la lumière de ce que je viens de dire, il faut un minimum
de prise de risque.
Ayant pris connaissance de ce que vous avez évoqué, j'ai encore eu
des contacts ce matin. Même dans le camp de ceux qui défendent
l'économie de marché classique, on en vient à s'interroger sur
l'opportunité de disposer d'un instrument public d'investissement et
d'aide financière, notamment pour les PME. J'ai également eu des
contacts avec Fortis qui, sentant la pression, corrige quelque peu le
tir en disant qu'il s'agit d'une information visant précisément à
identifier des PME qui pourraient éventuellement bénéficier d'un
traitement spécial à cause de la situation.
J'espère que Fortis a simplement fait une erreur de communication.
Cela ne m'empêche pas d'être extrêmement vigilant et de rappeler à
cette banque son rôle économique important.
Vereniging van Banken zich
verheugt over het op Europees
niveau bereikte fiscaal akkoord
inzake het spaargeld en de
activiteiten van de
coördinatiecentra, terwijl zij zo
terughoudend is met betrekking
tot de economische opleving.
Volgens mij moeten de bankiers
zich opnieuw toespitsen op hun
kernactiviteit, namelijk geld lenen
en innen en zich niet tot risicoloze
strategieën beperken.
De huidige situatie doet een
aantal vragen rijzen over
bepaalde financiële voordelen die
de Staat kan toekennen en wat
daar moet tegenover staan.
Degenen die dat soort voordelen
willen genieten, zouden moeten
voldoen aan bepaalde
voorwaarden, zoals het nemen
van aanvaardbare risico's.
Om te besluiten zou ik erop willen
wijzen dat er een verschil is
tussen financiële en economische
logica in die zin dat in de
financiële wereld wordt
gespeculeerd en afgewacht terwijl
in de economische wereld
toegevoegde waarde wordt
geproduceerd.
Over wat u ter sprake hebt
gebracht heb ik deze morgen met
Fortis contact gehad. Ik kan u
melden dat de bank haar koers
heeft gecorrigeerd en dat zij stelt
dat het de bedoeling was om er op
die wijze achter te komen welke
KMO's wegens de economische
omstandigheden voor een
bijzondere behandeling in
aanmerking komen.
11.03
Thierry Giet
(PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse et pour les contacts qu'il a pris ce matin.
Il faut se rendre compte que ce sont des petites et moyennes
entreprises qui sont directement concernées. C'est
fondamentalement le tissu de base de la région liégeoise qui est en
jeu. Vous trouvez effectivement un allié dans vos démarches auprès
des représentants des PME de la région liégeoise. M. Menez a
d'ailleurs pris position à cet égard. C'est aussi une occasion de se
11.03
Thierry Giet
(PS): De
vertegenwoordigers van de kleine
en middelgrote ondernemingen,
die het economisch weefsel van
de regio Luik uitmaken en
rechtstreeks betrokken zijn, zullen
ongetwijfeld uw bondgenoot zijn
bij alles wat u onderneemt.
Bovendien is het ogenblik
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
reposer pour la énième fois la question du rôle social et, en quelque
sorte, citoyen des institutions financières de ce pays.
aangebroken om stil te staan bij
de maatschappelijke functie die
de financiële instellingen in ons
land bekleden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw, en aan de minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid, over "het uitstel van implementatie van het
Kimberley proces op Europees niveau" (nr. P210)
12 Question de Mme Leen Laenens à la ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères,
chargée de l'Agriculture, et au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, sur "le report de la mise en oeuvre du processus Kimberley au niveau
européen" (n° P210)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid.)
(La réponse sera fournie par le ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes.)
12.01
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter, ik
heb mijn vraag gericht aan zowel mevrouw Neyts als de heer Picqué
omdat zij allebei bij het dossier betrokken zijn.
Mijnheer de minister, ik wil u een conclusie voorlezen van het
Griekse voorzitterschap van de Europese Unie, van eind januari:
"Concluderend, moeten wij absoluut de vicieuze cirkel doorbreken:
aan de ene kant interne gewapende conflicten die de weg plaveien
voor illegale exploitatie van natuurlijke rijkdommen, en aan de
andere kant de exploitatie van deze rijkdom om de niet ophoudende
interne gewapende conflicten te financieren, en dit zonder enig
uitzicht op ontwikkeling of stabiliteit in het land." Het gaat hier over
een verklaring rond het conflict in de Democratische Republiek
Congo.
Hoewel er in Pretoria een aantal afspraken gemaakt is, zodat men
toch kan spreken van een zeker bestand in het conflict, mogen wij
niet vergeten dat het fundamentele probleem daar altijd gelieerd is
met precies de illegale exploitatie van de rijkdommen. Congo is een
van de drie grootste producenten van zowel diamant als goud of
koper. Inzake diamant heeft België een belangrijke rol gespeeld in
het op gang trekken van het Kimberley-proces. Dat heeft uiteindelijk,
in november in Zwitserland, geresulteerd in een overeenkomst. In
december 2002 is er dan een Europese verordening gekomen: vanaf
1 februari 2003 moet het Kimberley-proces geïmplementeerd
worden, dat wil zeggen dat het certificatiesysteem voor diamant dan
moet werken.
Nu, ik was wat verwonderd te lezen dat de implementatie zou
uitgesteld zijn. Mijn vraag is dus wat de houding van België was
tijdens de Europese Raad van de ministers van Economische Zaken,
waar die beslissing genomen is, en wat daarvoor de precieze reden
was? Ik hoop dat uw antwoord zal zijn dat het uitstel maar tijdelijk is
en enkel een praktische kwestie, maar geen fundamenteel probleem.
12.01
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): La guerre au Congo est
étroitement liée au problème de
l'exploitation illégale des richesses
naturelles. La Belgique a joué un
rôle de pionnier dans la mise en
place du processus de Kimberley,
qui a conduit à un accord en
novembre 2002 et à un règlement
européen en décembre 2002. A
partir du 1
er
février 2003, le
système de certification du
diamant devra entrer en vigueur.
J'ai cependant lu qu'il était
question de reporter la mise en
oeuvre du processus de
Kimberley.
Quelle a été l'attitude de la
Belgique lors du dernier Conseil
européen des Affaires
économiques, au cours duquel
cette décision fut prise? Quelle
était la motivation de cette
décision?
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
12.02 Minister
Charles Picqué
: Mijnheer de voorzitter, u weet
ongetwijfeld dat België een voorloper is wat de implementatie van
het Kimberley-proces betreft. Eind 2002 werd immers duidelijk dat
een groot aantal betrokken landen niet zou kunnen voldoen aan de
voorwaarden die in het akkoord van Interlaken vervat zijn. Het bleek
dat verschillende landen er nog niet in geslaagd waren het
Kimberley-proces in hun nationale wetgeving te integreren. Die
landen werden geconfronteerd met verschillende problemen van
praktische aard. Ik denk maar aan het drukken van certificaten en de
organisatie van de zelfregulering. In die optiek werd dus voorgesteld
door het Zuid-Afrikaanse voorzitterschap in een inloopperiode te
voorzien, gedurende de maand januari. Het Kimberley-proces zal
evenwel volledig van kracht worden in februari, met een retroactieve
inwerkingtreding van de verordening. Ik veronderstel dus dat nu alles
in orde is.
12.02
Charles Picqué
, ministre:
La Belgique fut en effet un
précurseur dans la mise en oeuvre
du processus de Kimberley. Fin
2002, il est clairement apparu que
de nombreux pays ne pourraient
pas satisfaire aux conditions de
l'accord d'Interlaken. Ils n'ont pas
encore pu intégrer Kimberley à
leur législation nationale et ont été
confrontés à divers problèmes
pratiques. L'Afrique du Sud a dès
lors proposé une période de
rodage au cours du mois de
janvier. En février, Kimberley
prendra pleinement ses effets,
avec une entrée en vigueur
rétrospective du règlement.
12.03
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de minister, het
belangrijkste daarbij is dat de inwerkingtreding wel degelijk retroactief
is en dat de verordening vanaf 1 februari van kracht wordt. Ik heb u
niet horen zeggen dat België niet klaar zou zijn. Wat wij in het najaar
goedgekeurd hebben, maakt dus dat het Kimberley-proces in België
volledig geïmplementeerd kan worden.
12.03
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Le règlement est donc
bel et bien d'application à partir du
1
er
février. Le processus de
Kimberley peut d'ores et déjà être
intégralement réalisé en Belgique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le
président
: Chers collègues, l'ordre de passage des orateurs est quelque peu bousculé, mais cela est
dû au fait que certains d'entre nous doivent se rendre à une visite médicale pour la prévention des
accidents cardio-vasculaires. Je m'y suis rendu le premier afin d'être présent ici pour l'ouverture de la
séance.
De heren Pieters en Vanhoutte ondergaan dat onderzoek ook. In totaal achtentachtig collega's ondergaan
vandaag dit snelonderzoek en geven daarmee het voorbeeld en tonen de mogelijkheid aan voor de
burgers.
13 Vraag van de heer Danny Pieters aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de federale of deelstatelijke regeling van het niet dringend ziekenvervoer"
(nr. P215)
13 Question de M. Danny Pieters au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la réglementation, par le pouvoir fédéral ou par les entités
fédérées, du transport de malades non urgent" (n° P215)
13.01
Danny Pieters
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, geachte collega's, in het begin van mijn periode in deze
Kamer heb ik het initiatief genomen om het niet-dringend
ziekenvervoer proberen te regelen. Wij hebben dat in de commissie
besproken en op zeker ogenblik is er een advies gekomen waaruit
blijkt dat de Raad van State van oordeel was dat niet de federale
overheid, maar de Gemeenschappen in deze kwestie bevoegd zijn.
Mijn gevoelens daarover waren een beetje gemengd. Aan de ene
kant kon ik mij alleen maar verheugen dat wij de erkenning zagen
van de zorgbevoegdheid van de Gemeenschappen. Anderzijds stel ik
vast dat daarmee het initiatief is geblokkeerd.
13.01
Danny Pieters
(VU&ID):
Au début de mon mandat
parlementaire, j'ai essayé de
réglementer le transport non
urgent de malades. Mais le
Conseil d'Etat a estimé que cette
matière ne relevait pas de l'Etat
fédéral mais des Communautés.
La ministre de la Santé publique
en fonction à l'époque, Mme
Aelvoet, s'est déclarée en
désaccord avec ce point de vue
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
Uw voorgangster, mevrouw Aelvoet, nam dit ter kennis, maar zij was
er niet mee akkoord. Voor haar was het een federale materie,
waarvan akte.
Wij zijn intussen bijna twee jaar verder en het niet-dringend
ziekenvervoer is nog altijd niet geregeld. Er zijn geen kwaliteitseisen
voor de ambulances en er zijn geen eisen met betrekking tot de
bezetting van de ambulances door gekwalificeerd personeel.
Mijnheer de minister, mijn vraag is heel eenvoudig. Is voor deze
federale regering het niet-dringend ziekenvervoer al dan niet een
federale bevoegdheid? Indien ja, dan kunnen we verder met onze
voorstellen. Indien neen, dan zullen we in een andere aula uw
collega en partijgenoten vragen waarom er geen initiatief komt op
Vlaams niveau. Hierdoor blijft de problematiek, ook voor de andere
Gemeenschappen, open. Tot op vandaag gebeurt niet-dringend
ziekenvervoer bijvoorbeeld met lijkenwagens.
mais aujourd'hui, près de deux
ans se sont écoulés et le transport
non urgent de malades n'est
toujours pas réglé, pas plus que la
question des critères auxquels
doivent répondre les ambulances
et le personnel.
M. Tavernier estime-t-il quant à lui
qu'il s'agit d'une compétence
fédérale? Dans l'affirmative, nous
pouvons traiter ma proposition de
loi. Dans la négative, nous
demanderons à d'autres, au
Parlement flamand, de monter au
créneau pour relayer cette
revendication.
13.02 Minister
Jef Tavernier
: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Pieters, het staat buiten betwisting dat het dringend ziekenvervoer
een federale bevoegdheid is. Met betrekking tot het niet-dringend
ziekenvervoer is er inderdaad een betwisting geweest. Ik heb
ondertussen een en ander laten opzoeken. In het verleden heeft
minister Colla geprobeerd de zaak federaal te regelen, maar hij is
door de Raad van State teruggefloten omdat het een bevoegdheid
van de Gewesten of de Gemeenschappen zou zijn. Dat is op
federaal niveau binnen de administratie en misschien ook op het
kabinet betwist. Ondertussen is het heel duidelijk voor ons dat het
een niet-federale bevoegdheid is. Daarom kan ik u niet voorthelpen.
Ik kan u alleen de assemblee aanduiden waar de vragen in kwestie
moeten worden gesteld.
13.02
Jef Tavernier
, ministre: Le
transport urgent de malades est
une compétence fédérale. Quant
au transport non urgent, il est au
centre d'une controverse. L'ancien
ministre de la Santé publique, M.
Colla, a tenté de réglementer
cette matière à l'échelon fédéral
mais le Conseil d'Etat lui a signifié
qu'il faisait fausse route. Entre-
temps, on s'est rendu compte que
le transport non urgent de
malades n'était pas une
compétence fédérale.
13.03
Danny Pieters
(VU&ID): Mijnheer de minister, ik verheug mij
erover dat u namens de federale regering bevestigt dat het niet-
dringend ziekenvervoer een bevoegdheid is van de
Gemeenschappen. We zullen dan ook nog een jaar de tijd hebben
om die zaak voor onze Gemeenschap in het Vlaams Parlement te
regelen.
13.03
Danny Pieters
(VU&ID):
Donc, il nous reste encore une
année pour régler ce problème au
Parlement flamand.
De
voorzitter
: Mijnheer Pieters, u zult op tijd zijn voor uw afspraak voor het dito examen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre des Affaires sociales et des Pensions et au
ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'impact sur la fixation des quotas au niveau fédéral concernant l'exercice de la médecine"
(n° P212)
14 Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen en aan
de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over "de gevolgen voor de
bepaling, op federaal niveau, van de quota inzake de uitoefening van de geneeskunde" (nr. P212)
(La réponse sera fournie par le ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement.)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu.)
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
14.01
Daniel Bacquelaine
(MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, vous savez que la commission de planification a fixé un
certain nombre de quotas qui ont d'ailleurs varié au cours des
différentes sessions d'examens. Nous en sommes maintenant à un
quota de 700 médecins prévus pour le financement et le
remboursement par l'Institut Maladie-Invalidité. Ce quota de 700 est
réparti entre la Flandre et la Communauté française, avec une clé
420/280. La Flandre et la Communauté française ont adopté,
chacune pour leur part, des systèmes de sélection différents avec un
examen d'entrée pour la Communauté flamande et une sélection au
terme de trois ans de candidature pour la Communauté française.
Or, il me revient que la semaine passée, la Communauté française a
voté, en commission, la suppression de cette sélection au terme des
trois candidatures et s'apprête à voter ce texte de décret mardi ou
mercredi prochain.
Les quotas prévus au fédéral sont toujours d'actualité, en tout cas
c'est ce qu'il me semble. Cette position de la Communauté française
est-elle susceptible d'avoir des répercussions sur la sélection
installée au niveau de l'inscription dans le système de l'assurance-
maladie?
14.01
Daniel Bacquelaine
(MR):
U weet uiteraard dat de
planningscommissie bepaalde
quota voor de selectie van de
studenten geneeskunde heeft
vastgesteld. Op dit ogenblik is
bepaald dat 700 artsen 420 voor
Vlaanderen en 280 voor de
Franse Gemeenschap onder de
financiering van de
ziekteverzekering ressorteren. De
selectiemethodes verschillen van
Gemeenschap tot Gemeenschap
en wat de Franse Gemeenschap
betreft, was na de eerste drie
jaren studie een selectie gepland.
Zopas heeft de Franse
Gemeenschap die selectie op het
einde van de drie
kandidatuurjaren afgeschaft. Zijn
die quota nog altijd actueel wat
het federale niveau betreft? Zal
een dergelijke wijziging een
weerslag hebben op de
ziekteverzekering?
14.02
Jef Tavernier
, ministre: Monsieur Bacquelaine, j'ai moi aussi
pris connaissance de ce décret. Le système de quotas au niveau
fédéral reste le même. C'est uniquement le système de sélection qui
change au niveau de la Communauté française. On doit se
demander quelles en sont les conséquences. Quand on supprime le
système de sélection au niveau de la Communauté, on installe
l'incertitude pour les étudiants. On déclare que tout le monde peut
obtenir un diplôme en médecine mais en même temps, avec ce
diplôme, on n'est pas sûr d'être agréé ou d'avoir accès à un
remboursement de l'assurance maladie-invalidité. Je crains pour les
étudiants et pour l'incertitude qui s'installera dans leur esprit parce
qu'au niveau fédéral, les quotas restent les mêmes.
14.02
Minister
Jef Tavernier
: Ik
heb het decreet van de Franse
Gemeenschap gelezen. Op
federaal niveau blijven de quota
ongewijzigd, alleen de
selectiemethode bij de Franse
Gemeenschap verandert. We
moeten toegeven dat we in die
omstandigheden enige
onzekerheid voor de betrokken
studenten creëren. Ondanks het
behaalde diploma zullen zij er
namelijk niet meer zeker van zijn
of ze nog aanspraak op
terugbetaling door de
ziekteverzekering kunnen bieden.
14.03
Daniel Bacquelaine
(MR): J'ai bien entendu votre réponse,
monsieur le ministre. Donc, pour les étudiants en médecine de la
Communauté française, la sélection se faisait après trois ans mais
maintenant, en quelque sorte, l'incertitude va planer pendant sept
ans. Je me demande malgré tout s'il ne serait pas nécessaire à
l'avenir d'instaurer une meilleure concertation entre les différents
niveaux pour ne pas avoir des systèmes incohérents d'une
Communauté à l'autre et en arriver finalement à un danger pour
l'organisation même de la pratique dans notre pays, avec des
systèmes trop divergents à mon sens.
14.03
Daniel Bacquelaine
(MR):
Ik stel vast dat in dat geval de
onzekerheid voor de studenten in
de Franse Gemeenschap zeven
jaar zal aanhouden. Moet er
tussen de verschillende
bevoegdheidoverheidsniveaus
geen beter overleg worden
georganiseerd om de regeling in
de praktijk niet in het gedrang te
brengen?
L'incident est clos.
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Luc Pacque au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la lutte contre le tabagisme" (n° P214)
15 Vraag van de heer Luc Paque aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de antirookmaatregelen" (nr. P214)
15.01
Luc Paque
(cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, vous aurez pris connaissance, comme moi, dans la presse
d'hier et d'aujourd'hui des statistiques que vient de publier le CRIOC
concernant la consommation de tabac. Il en ressort que notre pays
détient malheureusement un triste record qui est celui d'avoir le taux
de cancer dû au tabagisme le plus élevé de l'Union européenne.
C'est un record dont on se passerait volontiers!
Vous savez que les accises qui découlent de la vente des produits à
base de tabac ont rapporté à l'Etat belge, en 2002, 2 milliards
d'euros. Jusqu'à présent, cet argent n'a pas été affecté pour des
transferts en matière de prévention notamment.
Au début de cette législature, votre prédécesseur que j'avais
interpellé à plusieurs reprises à ce sujet, avait annoncé la mise en
place d'un fonds "Tabac". Vous avez vous-même annoncé, il y a
quelque temps, la création de ce fonds qui devait notamment servir à
des transferts pour des actions en matière de prévention.
S'il est vrai qu'une partie de l'argent déjà versé dans ce fonds
"Tabac" a été affectée à la sécurité sociale, je souhaiterais savoir si
des montants ont déjà été consacrés à la prévention; si oui, de quels
montants s'agit-il?
15.01
Luc Paque
(cdH): In de
pers zijn statistieken verschenen
over het tabaksgebruik in ons
land. Helaas is België Europees
recordhouder inzake het aantal
doden als gevolg van
tabaksverslaving. Zoals u weet,
hebben de accijnzen op
tabaksproducten de overheid twee
miljard euro opgebracht. Deze
som werd niet gebruikt om een
preventiebeleid te voeren.
Uw voorganger had de oprichting
van een Tabaksfonds
aangekondigd dat zou instaan
voor preventieve acties.
Is er al geld besteed aan een
dergelijke vorm van preventie en
om welke bedragen gaat het?
15.02
Jef Tavernier
, ministre: Monsieur le président, monsieur
Paque, vous savez que la prévention est une compétence des
Communautés, alors que les accises sont une compétence fédérale.
Dès lors, à partir du moment où l'on transfère des montants du
fédéral vers les Communautés, il faut, soit un accord de coopération,
soit une modification de la loi de financement.
Afin d'obtenir un résultat sans devoir modifier la loi de financement,
nous avons essayé d'instaurer un fonds nécessitant la co-signature
des 15 ministres compétents en la matière. Après de longues
discussions, notamment institutionnelles, le Conseil des ministres a
approuvé un avant-projet de loi; celui-ci a été soumis à l'avis du
Conseil d'Etat.
Le Conseil d'Etat s'est déclaré disposé à émettre un avis à la
condition préalable que cet avant-projet de loi soit revêtu de la
signature des 15 ministres compétents. Aujourd'hui, je dois avouer
que le dossier circule de cabinet en cabinet afin de réunir ces 15
signatures. Dès que ces signatures auront été obtenues, dans
quelques jours peut-être, l'avant-projet de loi sera transmis au
Conseil d'Etat qui je l'espère émettra un avis positif. C'est alors
que nous pourrons mettre en oeuvre ce fameux fonds dont nous
avons besoin. Toutefois, il est clair que la mise en place de ce fonds
ne résoudra pas tout; nous devrons également prendre d'autres
réglementations et veiller notamment à lutter contre la publicité pour
le tabac afin de pouvoir vraiment lutter contre le tabagisme.
15.02
Minister
Jef Tavernier
:
Preventie is een bevoegdheid van
de gemeenschappen, terwijl
accijnzen onder de federale
overheid vallen. Voor een transfer
van het federale naar het
gemeenschapsniveau moet er een
samenwerkingsakkoord en een
wijziging van de financieringswet
komen. Om deze omslachtige
procedure te vermijden hebben
we een fonds gepland dat onder
het toezicht van vijftien ministers
staat. De Ministerraad heeft een
voorontwerp van wet hierover
goedgekeurd. De Raad van State
is bereid er een advies over uit te
brengen op voorwaarde dat de
tekst door de vijftien ministers is
ondertekend. Momenteel gaat het
dossier van het ene kabinet naar
het andere en we hopen dat we
weldra alle handtekeningen zullen
verzameld hebben. Daarna kan
het dossier voor advies hopelijk
positief worden overgezonden
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
naar de Raad van State. Maar
daarmee is de kous nog niet
noodzakelijk af.
15.03
Luc Paque
(cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je constate
effectivement que notre pays est un pays très complexe. Néanmoins,
"il faut faire avec", comme on dit à Liège!
Je suis très déçu de devoir constater que l'on nous annonce la
création de ce fameux fonds de lutte contre le tabagisme depuis 4
années au moins, les discussions remontant peut-être à plus loin
mais mon expérience se limitant à ces dernières années.
Monsieur le ministre, il faut savoir que le tabac, c'est aussi 20.000
personnes qui meurent chaque année, soit dix fois plus que le
nombre de victimes d'accidents de la route.
On avance beaucoup trop lentement dans ce domaine. Quatre
années pour régler un problème qui, ma foi, n'est pas si compliqué
même si 15 ministres sont compétents, c'est beaucoup! Quand la
volonté est là, il y a moyen d'aller très vite!
J'espère que vous mettrez autant de coeur dans ce projet et que le
gouvernement ira aussi vite et demandera l'urgence pour que ce
projet puisse être voté avant les prochaines élections et qu'il ira plus
vite que pour la libéralisation du cannabis.
Je vous remercie.
15.03
Luc Paque
(cdH): Ik ben
ontgoocheld dat het zo lang duurt
voordat dit fonds wordt opgericht.
Tabak maakt 20.000 slachtoffers
per jaar, tien keer meer dan het
verkeer. Het probleem is nochtans
niet uitzonderlijk ingewikkeld,
dunkt me. Ik hoop dat de regering
de hoogdringendheid zal vragen
zodat dit ontwerp nog vóór de
verkiezingen kan worden
aangenomen. Hopelijk handelt de
regering sneller dan voor de
wetgeving op het
cannabisgebruik.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Vraag van de heer Hugo Coveliers aan de minister van Financiën over "de aan de lokale politie
van Antwerpen toegekende voordelen in natura" (nr. P206)
16 Question de M. Hugo Coveliers au ministre de Finances sur "les avantages en nature octroyés
à la police locale d'Anvers" (n° P206)
(La réponse sera fournie par le ministre de l'Intérieur.)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister van Binnenlandse Zaken.)
16.01
Hugo Coveliers
(VLD): Mijnheer de voorzitter, ik ga er
uiteraard mee akkoord dat de minister van Binnenlandse Zaken
antwoordt, want dat geeft mij de kans om de vraag nog ietwat te
specificeren. U weet, mijnheer de minister, dat er een aantal
berichten de ronde doet omtrent bepaalde voordelen die aan de 17
hoofdcommissarissen en de 150 commissarissen van het politiekorps
van Antwerpen zouden worden toebedeeld.
Dat komt nogal eigenaardig over, omdat ik weet in welke moeilijke
omstandigheden u een aantal looneisen van de politie hebt moeten
onderhandelen. Laten wij eerlijk zijn. Ik denk dat de meeste
misschien niet alle politieambtenaren op dit ogenblik moeilijk
kunnen klagen over de vergoeding die ze ontvangen, wanneer men
dat vergelijkt met andere personen die bijvoorbeeld in het
gerechtelijk of administratief apparaat werken.
16.01
Hugo Coveliers
(VLD):
Des informations sont parues
dans la presse à propos des
avantages en nature qui seraient
accordés aux 17 commissaires en
chef et aux 150 commissaires de
la police d'Anvers.
La plupart des fonctionnaires de
police ne peuvent pas se plaindre
de leur rémunération. Le parquet
mène actuellement une inspection
relative aux primes de
disponibilité et le comité P mène
une enquête sur la réglementation
relative aux heures
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
Er is een aspect van het aanrekenen van premies voor
oproepbaarheid enzovoort. Daarover is een onderzoek bezig, ik wil
daarop niet vooruitlopen. U hebt de algemene inspectie gevraagd om
dat onderzoek te doen; het parket doet een onderzoek en wij weten
dat het Comité P verschillende toezichtsonderzoeken heeft gedaan,
wat onder meer de overurenregeling betreft. Het enige wat ik in dat
verband wil vragen, is dat er zo spoedig mogelijk klaarheid komt over
dit onderzoek.
Wat ook nogal frappant is, is de vraag daarom was mijn vraag
gericht aan uw collega Reynders hoe dat allemaal wordt verrekend.
Ik stel vast dat men er blijkbaar vanuit gaat dat, wanneer men een
kredietkaart krijgt, men recht heeft op het maximumbedrag dat die
kredietkaart toekomt. Het is bijna zoals met bepaalde mensen die
zeggen dat ze recht hebben op drie maanden ziekteverlof en dan die
drie maanden ook nemen, ziek of niet. Men beschouwt dat als een
recht.
Er zijn ook andere voordelen, bijvoorbeeld het gebruik van
dienstvoertuigen voor privé-aangelegenheden. Ik weet niet of het is,
zoals collega Bourgeois onlangs zei, "om een bezoek te brengen aan
instellingen waar dames meedrinken". In ieder geval worden die
gebruikt voor privé-doeleinden. Hoe wordt het gebruik van die
voertuigen aangerekend? Bestaat daarop enige fiscale controle?
Worden er speciale onderzoeken gedaan om te zien hoeveel daarbij
komt? Komt men dan niet in een zeer hoog belastingtarief, wanneer
men al zo'n hoge wedde heeft en daarbij nog een aantal voordelen
krijgt? Hoe zit dat in mekaar? Wat doet men daartegen? Of is dat
netto, moet men daarop niets betalen? Dat is toch belangrijk wanneer
men ziet welke claims er altijd zijn over de kostprijs van de
politiehervorming. Nu blijkt dat er misschien toch wel eens kan
worden gediscussieerd over de invulling van die hervorming door
sommigen.
supplémentaires. J'espère qu'en
l'espèce la clarté sera faite le plus
rapidement possible.
Je me demande cependant
comment ces avantages sont
calculés. On part apparemment
du principe que lorsqu'une carte
de crédit est accordée, un
montant maximum de dépense y
est associé. Comment calcule-t-
on l'usage privé qui est fait du
véhicule de service? Un contrôle
fiscal est-il effectué? Les taux ne
sont-ils dès lors pas
particulièrement élevés?
16.02 Minister
Antoine Duquesne
: Mijnheer de voorzitter, collega's,
de belastbare bezoldigingen van werknemers omvatten eveneens de
voordelen van alle aard. Tot de belastbare voordelen behoort onder
meer het gratis beschikken over een autovoertuig van de werkgever
voor persoonlijk gebruik. Anders dan in geld verkregen voordelen
van alle aard gelden voor de werkelijke waarde bij de verkrijger. De
waarde van sommige voordelen zoals het persoonlijk gebruik van
een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig wordt forfaitair
vastgesteld, overeenkomstig artikel 18 van het koninklijk besluit tot
uitvoering van het Wetboek van Inkomstenbelastingen van 1992.
Voor een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig is het voordeel
gelijk aan het aantal voor persoonlijk gebruik afgelegde kilometers,
vermenigvuldigd met een bedrag per afgelegde kilometer en
rekening houdend met de belastbare kracht van het voertuig inzake
verkeersbelasting. Voor de vaststelling van dit voordeel mag het
aantal voor persoonlijk gebruik afgelegde kilometers per jaar evenwel
niet lager zijn dan 5.000. Niettegenstaande alles wat een rechtstreeks
of onrechtstreeks, hoofdzakelijk of bijkomstig inkomen van in dienst
van een werkgever verrichte arbeid een belastbare bezoldiging is,
wijkt artikel 31, tweede lid, primo in fine van het wetboek van die
regel af voor de vergoedingen die worden verkregen als
terugbetaling van eigen kosten van de werkgever. Om in aanmerking
te komen als eigen kosten van de werkgever, moet de werkgever, in
16.02
Antoine Duquesne
,
ministre: Les rémunérations
imposables comprennent des
avantages de toute nature comme
la mise à disposition gratuite
d'une voiture pour usage
personnel. La valeur de ce dernier
avantage est fixée forfaitairement,
sur la base du nombre de
kilomètres parcourus et de la
puissance fiscale du véhicule. Le
nombre de kilomètres pour usage
personnel ne peut être inférieur à
5.000 par an.
Pour obtenir le remboursement de
ses propres frais, l'employeur est
tenu de fournir deux preuves. Il
doit prouver que l'indemnité sert à
couvrir ses frais et qu'elle a de fait
été affectée à cette fin. Bien que
certains frais soient calculés sur
une base forfaitaire, ils n'en sont
pas moins considérés comme des
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
casu, de lokale politie, met betrekking tot die vergoedingen een
dubbel bewijs leveren. De werkgever moet niet alleen het bewijs
leveren dat de vergoeding bestemd is tot het dekken van kosten die
hem eigen zijn maar moet ook kunnen aantonen dat die vergoeding
daadwerkelijk aan dergelijke kosten is besteed. Alhoewel het bedrag
van sommige eigen kosten van de werkgever forfaitair door de
werkgever verrekend wordt, verliezen ze hierdoor niet de aard van
werkelijke kosten op voorwaarde dat hun bedrag bepaald is
overeenkomstig bepaalde normen die het resultaat zijn van
herhaalde waarnemingen en steekproeven. In de administratieve
commentaar op voormeld wetboek zijn terzake onder meer richtlijnen
opgenomen inzake reis- en verblijfskosten en kilometervergoedingen
voor verplaatsingen met de eigen wagen. Men mag er a priori van
uitgaan dat de werkgever niet in staat zal zijn het tweede bewijs te
leveren indien de forfaitaire kosten niet overeenkomstig ernstige
normen zijn vastgesteld. Dergelijke vergoedingen moeten worden
beschouwd als ten naam van de werknemer belastbare
bezoldigingen waarover de aanslag per ambtenaar het tegenbewijs
levert dat de betwiste sommen de aard van vernoemde
bezoldigingen hebben. Dat bewijs kan door de administratie worden
afgeleverd met alle middelen van recht, onder meer door feitelijke
vermoedens. De belasting wordt vooreerst gevestigd op basis van de
inkomsten en de andere gegevens vermeld in de aangifte van de
personenbelasting. Wanneer de verschuldigde belasting hoger is dan
de belasting met betrekking tot de belastbare inkomsten en de
andere gegevens vermeld in het aangifteformulier mag de belasting
op de aanvullende belasting, overeenkomstig artikel 354 van het
wetboek worden gevestigd gedurende 3 jaar vanaf 1 januari van het
jaar waarna het aanslagjaar wordt genoemd waarvoor de belasting is
verschuldigd. Deze termijn wordt met 2 jaar verlengd in geval van
inbreuk op de bepalingen van dit wetboek of van ter uitvoering ervan
genomen besluiten gedaan met bedrieglijk opzet met het oogmerk te
schaden. De belasting of de aanvullende belasting mag worden
gevestigd zelfs nadat de in artikel 354 bedoelde termijn is verstreken.
Overeenkomstig artikel 358, paragraaf 1, tertio, van hetzelfde
wetboek is dit onder meer het geval als een rechtsvordering uitwijst
dat belastbare inkomsten niet werden aangegeven in een der 5 jaren
voor het jaar waarin de vordering is ingesteld. Zoals voor alle
belastingplichtigen zal de administratie te gepasten tijde het nodige
onderzoek instellen.
frais réels pour autant que le
montant ait été fixé au moyen de
normes fondées sur la pratique.
Le commentaire administratif
comporte des directives
concernant les frais de
déplacement et de séjour et les
indemnités kilométriques pour les
véhicules à usage personnel.
Les délais légaux s'appliquent à
l'établissement de l'impôt ou du
supplément d'impôt, sur la base
des données de la déclaration à
l'impôt des personnes physiques.
L'administration peut le cas
échéant mener une enquête,
comme pour n'importe quel
contribuable.
De
voorzitter
: Ik had niet gedacht dat er zo veel op dat papier stond.
(Lacht langdurig)
16.03
Hugo Coveliers
(VLD): Mijnheer de voorzitter, als ik het goed
begrepen heb, kan men dat dus samenvatten met te zeggen: het is
belastbaar.
(Gelach)
. Ik ben er u zeer dankbaar voor dat ik dit
document, dat u waarschijnlijk toch niet meer nodig hebt, mijnheer de
minister, van u krijg zodat ik het rustig kan lezen om te zien wat er
zoal instaat.
16.03
Hugo Coveliers
(VLD): En
résumé, c'est imposable.
16.04 Minister
Antoine Duquesne
: Het is het antwoord van de
minister van Financiën.
De
voorzitter
:
(Lacht)
Verontschuldig mij.
16.05
Fred Erdman
(SP.A): Mijnheer de voorzitter, kunt u in
afwijking van de regels die gelden voor het stellen van de vragen,
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
niet toelaten dat de heer Coveliers, eventueel met het papier in de
hand, het antwoord eens zou voorlezen?
De
voorzitter
:
(lacht)
Neen. Ik wou iets anders zeggen, maar ik ga het niet doen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu over "de toepassing van de ministeriële circulaire rond rituele slachtingen tijdens
het moslim-offerfeest" (nr. P213)
17 Question de M. Peter Vanhoutte au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'application de la circulaire ministérielle relative aux
abattages rituels pendant la fête musulmane du sacrifice" (n° P213)
17.01
Peter Vanhoutte
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik ben blij dat ik er in deze legislatuur toch nog
in geslaagd ben om u een vraag te stellen in de plenaire vergadering.
Wat betreft de rituele slachtingen is er blijkbaar een circulaire
gestuurd naar de gemeenten om hen nog eens te herinneren aan hun
verplichtingen in het kader van de uitvoering en naleving van de
Belgische wetgeving terzake. In dat verband had ik van u graag het
volgende geweten.
Ten eerste, hoe staat het ermee? Is er overleg geweest van uw
kabinet of uw diensten met een aantal allochtone en autochtone
organisaties om hen eraan ter herinneren wat de wetgeving exact
inhoudt?
Ten tweede, hoe zult u in deze periode de situatie ter plekke verder
opvolgen en eventueel controleren?
Ten derde, welk gevolg zal er worden gegeven aan eventuele
overtredingen als die worden vastgesteld? Blijkbaar zijn er een aantal
overtredingen in aantocht. Ik heb namelijk vastgesteld dat niet iedere
gemeente op dezelfde golflengte lijkt te zitten, wat de naleving van
de richtlijnen betreft.
17.01
Peter Vanhoutte
(AGALEV-ECOLO): Par
l'intermédiaire d'une circulaire, le
ministre a rappelé aux communes
leurs obligations en ce qui
concerne les abattages rituels.
Le respect de la loi a-t-il fait l'objet
d'une concertation entre le cabinet
et les organisations allochtones et
autochtones? Comment le
ministre contrôlera-t-il le respect
de la loi? Quelle sera la réaction
en cas d'infraction? Il semblerait
que toutes les communes ne sont
pas sur la même longueur
d'ondes.
17.02 Minister
Jef Tavernier
: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Vanhoutte, ik dank u voor uw vraag.
Eerst en vooral moet ik duidelijk stellen dat rituele slachtingen of
slachtingen volgens de ritus thuis door de Belgische wetgeving
verboden zijn. Daarvoor moeten wel verschillende wetten worden
samengelezen, maar dat moet toch een heel duidelijke boodschap
zijn. Trouwens, de wetgeving bevat een verplichting om dieren
slechts te doden na verdoving. Daarop bestaat echter één
uitzondering, namelijk in het geval van slachtingen volgens de ritus.
Om die wetgeving te doen toepassen, hebben wij al een aantal jaren
contacten, onder andere met de moslimgemeenschap. Wij hebben
een regeling uitgewerkt die voor hen, volgens hun ritus,
aanvaardbaar is. Daarvoor hebben wij echter de medewerking van
de plaatselijke besturen nodig, op de eerste plaats de
gemeentebesturen.
17.02
Jef Tavernier
, ministre: La
législation belge interdit les
abattages rituels à domicile. Il est
toutefois permis, dans le cadre
d'abattages rituels, de ne pas
endormir l'animal.
Un règlement acceptable par la
communauté musulmane a été
élaboré. Il nécessite la
participation des communes. Dans
la pratique, trois méthodes sont
possibles. La première, l'abattage
rituel à domicile, est inacceptable.
La deuxième emporte ma
préférence: les abattages sont
effectués à l'abattoir, après avoir
conclu un accord avec la
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
Er zijn eigenlijk drie mogelijkheden.
De eerste mogelijkheid, thuisslachting volgens de ritus, is
onaanvaardbaar. Met andere woorden, daarvoor mogen geen
slachtbewijzen worden uitgereikt.
De beste optie is, indien men afspraken kan maken met de
plaatselijke moslimgemeenschap of soms ook met de joodse
gemeenschap en een plaatselijk slachthuis, om op een gepaste
manier, in overleg, slachtingen volgens de ritus te laten gebeuren.
Het gaat dan om een groter aantal slachtingen op die dagen. Het kan
gaan om de slachting van schapen, maar ook meer en meer om de
slachting van runderen.
Ten slotte, in het geval van capaciteitsproblemen kunnen er, onder
bepaalde omstandigheden, tijdelijke slachtvloeren erkend worden.
Natuurlijk moet daarvoor het initiatief genomen worden, in de eerste
plaats door het betrokken gemeentebestuur, in samenspraak met de
plaatselijke religieuze groepen.
Ik stel vast dat, jaar na jaar, het succes van die tijdelijke slachtplaats
toeneemt. Er komen telkens meer aanvragen binnen en er worden er
steeds meer toegestaan. Op verschillende plaatsen worden ernstige
inspanningen geleverd.
Ik heb zelf zowel een slachthuis als een tijdelijke slachtvloer bezocht.
Ik wil heel duidelijk het volgende zeggen. Mijn voorkeur gaat, vanuit
het standpunt van volksgezondheid, uitdrukkelijk uit naar oplossingen
in het slachthuis. Daarvoor heb ik de volgende argumenten. Ten
eerste, de omstandigheden zijn daar volledig hygiënisch. Ten
tweede, het risicomateriaal wordt er verwijderd. Ten derde, er is een
veearts aanwezig. Ik weet dat slachtingen in het slachthuis hier en
daar, ook in de moslimgemeenschap, op wat onwennigheid en
weerstand stuiten, maar ik denk dat wij die weg echt moeten opgaan.
Als men ook het gepaste onthaalbeleid voert, dan is dat voor de
komende jaren zeker de weg die wij moeten verdergaan.
Ik heb gehoord dat er een aantal overtredingen begaan zouden zijn.
Ik heb er op de eerste plaats voor geopteerd om dit jaar vooral de
goede voorbeelden te ondersteunen, ook door aanwezigheid.
Daarnaast zijn er natuurlijk een aantal processen-verbaal opgesteld,
die een normale gerechtelijke afhandeling zullen kennen. Voor de
volgende jaren voorzien wij in een verdere ondersteuning van de
goede voorbeelden. Zij zullen als model worden aangeboden, zodat
de aanvaarding, zowel door gemeentebesturen als door de
Gemeenschappen, groter zal worden.
communauté juive ou
musulmane. Etant donné que des
problèmes de capacité peuvent se
poser, des sites d'abattage
temporaires peuvent également
être créés, à l'initiative des
communes et en concertation
avec la communauté religieuse
locale. A mon estime, les abattoirs
constituent le meilleur système
car les conditions d'hygiène y sont
bonnes, le matériel à risque y est
écarté et un vétérinaire est
présent.
Pour ce qui est des infractions, je
veux d'abord soutenir la
procédure habituelle. Les procès-
verbaux qui ont été dressés seront
traités selon la voie normale.
17.03
Peter Vanhoutte
(AGALEV-ECOLO): Ik heb daar weinig aan
toe te voegen en dank de minister voor zijn omstandig antwoord. Het
is duidelijk dat de gemeenten die willen luisteren, een bijdrage
kunnen leveren om deze problematiek op verantwoorde wijze verder
op te volgen.
17.03
Peter Vanhoutte
(AGALEV-ECOLO): Les
communes peuvent donc apporter
une contribution positive.
Wetsontwerpen en voorstellen
Projets de loi et propositions
18 Regeling van de werkzaamheden
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
18 Ordre des travaux
De
voorzitter
: Collega's, ik heb een vraag van de minister van Landsverdediging. Gaat u ermee akkoord
de volgorde van onze werkzaamheden te wijzigen en als eerste punt het wetsvoorstel nr. 2250 te
behandelen? (
Instemming
)
19 Wetsvoorstel van de heren Fred Erdman, Joos Wauters, Daniel Bacquelaine, Hugo Coveliers,
Claude Eerdekens, mevrouw Muriel Gerkens, de heren Jozef Van Eetvelt en Jean-Jacques Viseur
houdende wijziging van de wet van 19 augustus 1947 tot oprichting van het Nationaal
Gedenkteken van Breendonk (2250/1 en 2)
19 Proposition de loi de MM. Fred Erdman, Joos Wauters, Daniel Bacquelaine, Hugo Coveliers,
Claude Eerdekens, Mme Muriel Gerkens, MM. Jozef Van Eetvelt et Jean-Jacques Viseur portant
modification de la loi du 19 août 1947 créant le Mémorial national de Breendonk (2250/1 et 2)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
19.01
Mirella Minne
, rapporteur: Monsieur le président, je me réfère
à mon rapport écrit.
19.01
Mirella Minne
, rapporteur:
Ik verwijs naar mijn schriftelijk
verslag.
19.02
Hugo Coveliers
(VLD): Mijnheer de voorzitter, uiteraard
steunen wij deze tekst. Wij hebben het voorstel trouwens mee
ondertekend.
Ik heb alleen een vraag over de raad van bestuur. Vroeger was het
zo dat de politieke gevangenen betrokken werden bij het beheer van
het gedenkteken. Mijn vraag aan de minister is dus hoe hij die zaak
zal oplossen in de nieuwe wet.
19.02
Hugo Coveliers
(VLD):
Nous adopterons la proposition.
Je souhaiterais simplement
demander au ministre si les
détenus politiques continueront à
être impliqués dans la gestion du
mémorial.
De
voorzitter
: Mijnheer de minister, mag de tweede vraag ook worden gesteld? Zijn er andere
ingeschrevenen?
Mijnheer Wauters, u hebt het woord.
19.03
Joos Wauters
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, u weet dat wij grote voorstanders zijn van dit
wetsvoorstel en u terzake willen steunen. U hebt het startschot
gegeven om het nationaal gedenkteken van Breendonk meer vorm
en een modernere vorm te geven. Zowel naar concept als op
museologisch vlak zal het gedenkteken belangrijk zijn om de
oorlogsgeschiedenis op een pedagogische manier door te geven aan
de kinderen.
Het gedenkteken is vooral ook een nationaal gedenkteken. Zowel
Franstaligen, Nederlandstaligen als Brusselaars hebben immers in
het kamp van Breendonk "verbleven". Het is een gedenkteken ten
aanzien van de gruweldaden van de Nazi's. Het is ook een eerbetoon
aan het verzet dat in deze periode tot stand is gekomen. Dat
eerbetoon moet blijvend zijn.
Ik heb zelf deze week nog de werkzaamheden in het Fort van
Breendonk gezien. Mijnheer de minister, ik denk dat hetgeen u in
gang hebt gezet, goed is. Daarom is het ook nodig dat er een
19.03
Joos Wauters
(AGALEV-
ECOLO): Le ministre a pris
l'initiative d'ériger un monument
national. Il s'agit d'un symbole qui
pourrait avoir une grande valeur
pédagogique. Et il n'est rien moins
que normal que ce monument soit
national car des Flamands, des
Wallons et des Bruxellois se sont
trouvés emprisonnés dans ce
camp.
Ce monument a une double
vocation: commémorer les
atrocités du régime nazi et rendre
hommage à la Résistance.
Il importe que Breendonk soit géré
par un conseil d'administration qui
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
slagkrachtige raad van bestuur komt. Dat verwezenlijken wij met dit
wetsvoorstel. Zelf heb ik deze week nog een overleg gehad met
mensen die in het kamp gevangen hebben gezeten. Hun vraag is op
welke wijze zij blijvend kunnen worden vertegenwoordigd in de raad
van bestuur die nu wordt gecreëerd. Ik hoor dat tot hiertoe de raad
van bestuur in handen was van ofwel de overlevenden van het kamp
van Breendonk, ofwel van hun familieleden in rechtstreekse lijn. Wij
behouden nu acht plaatsen voor verschillende lijnen voor. Die
plaatsen zijn voorbehouden voor hen die de nagedachtenis in ere
willen houden. Het is echter ook van fundamenteel belang dat de
gevangenen en hun kinderen in rechte lijn mee betrokken blijven in
de raad van bestuur van het Fort van Breendonk. Ik denk dat wij die
belangrijke band moeten behouden.
Wij ondersteunen u. Wij denken ook dat het van primordiaal belang
is om de hele holocaustgedachte door te geven aan de jeugd.
dispose de solides moyens à cet
effet. Je pose moi aussi cette
question : comment veiller à ce
que les anciens détenus ou leurs
descendants directs soient
représentés durablement au sein
du conseil d'administration.
Jusqu'ici, c'était eux qui en
assuraient la gestion. Ils doivent
continuer à y être associés.
Nous apportons notre soutien au
ministre ainsi qu'à cet important
mémorial.
19.04
André Flahaut
, ministre: Monsieur le président, sous cette
législature, des efforts considérables ont été consentis pour
moderniser le Fort de Breendonk: les installations ont été rénovées,
nous avons fait en sorte qu'il y ait un véritable projet pour l'accueil,
notamment des jeunes visiteurs. Ce fort est en effet un lieu de
mémoire qui doit absolument être maintenu.
Il était également nécessaire d'élargir le conseil d'administration et
d'associer aux discussions non seulement le département de la
Défense mais aussi les autorités provinciales, communales et
communautaires. De la sorte, un grand nombre de responsables
s'investiront dans le maintien et le développement de ce lieu de
mémoire dans notre pays. Vous comprendrez donc aisément que je
n'ai aucun problème à m'engager, devant la Chambre, à ce que l'on
tienne compte et j'en tiendrai compte , pour la constitution du
conseil d'administration, de la situation des prisonniers politiques et
de leurs descendants. Il sera veillé à ce qu'ils continuent à y être
représentés.
19.04 Minister
André Flahaut
: Er
zijn belangrijke inspanningen
geleverd om het Fort van
Breendonk te moderniseren en er
lopen projecten om het onthaal
voor jongeren te verbeteren.
De raad van bestuur moet worden
uitgebreid met
vertegenwoordigers van het
departement Landsverdediging,
van de provinciale, gemeentelijke
en gemeenschapsoverheden
evenals en daarop zal ik toezien
met afstammelingen van de
politieke gevangenen van het
Fort.
De
voorzitter
:
Vraagt nog iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole?
(Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2250/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)
(2250/1)
Het wetsontwerp telt 4 artikelen.
Le projet de loi compte 4 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
20 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de Civiele
Bescherming (2183/1 tot 5)
20 Projet de loi modifiant la loi du 31 décembre 1963 sur la protection civile (2183/1 à 5)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Le
président
: M. Frédéric se réfère à son rapport écrit.
20.01
Paul Tant
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, zonder cassant te willen zijn en meteen een
oordeel te vellen, meen ik te moeten stellen dat heel het beleid
inzake civiele veiligheid gedurende alle jaren dat paars-groen aan de
macht is in de diepvrieskast is blijven zitten. Er is daar nagenoeg
niets gebeurd.
Drie maanden voor de verkiezingen heeft de minister plots toch
beslist om aan de brandweerdiensten en aan de Civiele Bescherming
een zekere aandacht te schenken. Het gaat eigenlijk over het
volgende. Men kan zich de vraag stellen of dit ontwerp
tegemoetkomt aan de eisen die het personeel al jaren stelt. Zal dit
ontwerp een verbetering teweegbrengen in de werking van de
bestaande korpsen van de brandweer en de Civiele Bescherming?
Brengt dit meer duidelijkheid over de bevoegdheidsverdeling tussen
de Civiele Bescherming en de brandweer? Het antwoord is telkens
neen.
De eisen van het personeel voor een beter statuut komen niet aan
bod. Er komt geen erkenning van hun beroep als risicoberoep en er
komt geen betere regeling voor het statuut van de vrijwilligers.
Mijnheer de minister, er is nochtans een bijzonder grote nood om
hiervan werk te maken. Voor heel wat korpsen wordt het met de dag
moeilijker om professionele krachten aan te trekken. Voor het werven
van vrijwilligers is de toestand zo mogelijk nog dramatischer.
Iedereen weet dat deze vrijwilligers nochtans van levensbelang zijn
voor de werking van de brandweerkorpsen en brandweerdiensten in
ons land.
De minister betoonde hiervoor jammer genoeg geen enkele
belangstelling. Ik maak even abstractie van een wetsvoorstel dat
gisteren aan bod kwam in de commissie. Het ging daar exclusief
over een parlementair initiatief met een bijzonder beperkte
draagwijdte. Verder is er niets gedaan aan deze problemen.
Collega's, ik wil toch even uw aandacht vestigen op het feit dat onze
brandweerdiensten in totaal over ongeveer 17.000 mensen
beschikken. Hiervan zijn evenwel slechts 5000 professionele
beroepsbrandweerlieden. Er zijn dus 12.000 vrijwilligers. Het is
duidelijk dat die in de beveiliging van grondgebied en mensen een
20.01
Paul Tant
(CD&V): Le
dossier de la sécurité civile a été
gelé en permanence par M.
Duquesne au cours des quatre
dernières années. A présent, voilà
qu'un projet de loi qui arrive
in
extremis
, mais qui ne répond pas
aux problèmes que connaissent
les corps des services d'incendie
et de la protection civile depuis
des années déjà.
Une fois de plus, les
revendications du personnel pour
un meilleur statut ne sont pas
abordées. La profession n'est pas
reconnue comme une profession
à risques et les volontaires ne
bénéficieront pas d'une meilleure
réglementation. Il est toutefois
clair depuis des années que la
profession comporte des risques
et que les volontaires, 12.000 des
17.000 membres des services
d'incendie de ce pays, jouent un
rôle essentiel. La question est
même de savoir si le terme
"volontaire" est adéquat, vu les
risques et les exigences de
formation et de perfectionnement
élevées. Les pouvoirs publics
auraient dû passer des accords
depuis longtemps avec les
employeurs et les intéressés sur
un nouveau statut.
Le personnel de carrière est lui
aussi mécontent car il n'y a pas de
politique de personnel moderne.
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
wezenlijke rol te spelen hebben.
Een van de problemen die zeer veel mensen en vooral ook
gemeentebesturen bezorgd maken, is het teruglopend aantal
kandidaat-vrijwilligers. Ik weet dat het daar een moeilijk te vinden
evenwicht betreft. De structurele oorzaak zit hem mede zoniet in
de eerste plaats in de eisen inzake opleiding en vervolmaking. Het
lijkt mij inderdaad van essentieel belang het gaat immers heel vaak
ook over levensbedreigende situaties dat er een voldoende
deskundigheid bestaat, ook wat de vrijwilligers betreft.
Ik zou daarover een vraag willen stellen, mijnheer de minister. Zou
het niet nuttig zijn te denken in de richting van parttimers in de plaats
van voortdurend te blijven spreken over vrijwilligers tout court? Ze
zouden eventueel in een bijzonder statuut of op enige andere wijze
ter beschikking kunnen staan van de korpsen en van de gemeenten.
Les pompiers ne bénéficient
quasiment d'aucune prime ou
d'aucune condition de travail
favorable. La récente discussion
sur le temps de travail en est
l'illustration criante.
(Het geluid van een gsm weerklinkt)
(Une sonnerie de gsm retentit)
Dat kan iedereen wel eens overkomen, voorzitter.
De
voorzitter
: Het probleem is dat sommigen de gsm opzetten en anderen hem moeilijk kunnen afzetten.
20.02
Paul Tant
(CD&V): Dat is alleen voor telefoons het geval,
mijnheer de voorzitter.
De
voorzitter
: We hebben elkaar begrepen.
20.03
Paul Tant
(CD&V): Ik kom even op de vraag terug, mijnheer
de minister, die bij velen die verantwoordelijk zijn voor
veiligheidsdiensten, ook op lokaal vlak, leeft: moet niet uitgekeken
worden naar een bijzonder statuut voor wat men nu de vrijwilligers
noemt.
Ik denk dat het bovendien bijkomende mogelijkheden zou bieden om
het bijzonder statuut van brandweerman, hoe men het ook zou
noemen, te verzoenen met de eisen van een professioneel leven.
Ook dat wordt meer en meer een probleem. Men moet niet alleen
beschikbaar zijn om uit te rukken, maar men moet ook een belangrijk
aantal uren bij de start en in de loop van de carrière besteden aan
opleiding en vervolmaking. Dat kan de professionele activiteiten min
of meer verstoren. Er zijn dus op dat punt afspraken nodig tussen
overheid, werkgevers en betrokkenen. Het spijt mij geweldig maar
hieraan is dus niets gedaan.
Wat het beroepspersoneel betreft, zijn de problemen zeker niet
minder omvangrijk. Niet alleen de kloof tussen overheid en privé ligt
daaraan ten grondslag. Ook de moeilijkheden op rekruteringsvlak zijn
een gevolg van het feit dat het brandweerpersoneel al jaren
uitgesloten wordt van elke vorm van modernisering van het eigen
statuut. Ik geef een paar voorbeelden: de problematiek inzake het
vakantiegeld, het ontbreken van enige mobiliteitsregeling, de
discussie over de eindejaarspremie, de problematiek van de
loonspanning voor de respectieve graad, de achterhaalde
weddeschalen en ga zo maar door. Er zijn goede redenen om te
stellen dat ook de beroepsbrandweerlieden wat hun statuut betreft
20.03
Paul Tant
(CD&V): Le
fonctionnement des corps est
entravé par la mauvaise
organisation et l'équipement de
piètre qualité. La formation de
zones est une "coquille vide" car
aucun critère objectif n'a été fixé
pour déterminer la répartition et
parce que les zones n'ont pas la
personnalité juridique. En ce qui
concerne l'équipement, les
services d'incendie sont les
parents pauvres dans la mesure
où les subventions ne couvrent
qu'une infime partie des besoins.
La communication avec les autres
services de secours reste le
maillon faible étant donné que les
services d'incendie n'ont pas été
suffisamment intégrés au réseau
ASTRID.
Le ministre n'est pas parvenu à
trouver un consensus en ce qui
concerne les services d'incendie
et la protection civile. Il n'y a
jamais eu de concertation avec
les fédérations professionnelles
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
door u verwaarloosd zijn. Recent is er nog onduidelijkheid
bijgekomen als gevolg van het koninklijk besluit van 14 december
2000 met betrekking tot de arbeidstijden. Hierdoor is de
inzetbaarheid van het personeel en dus ook de slagkracht van de
korpsen mogelijk aan banden gelegd. Het is goed dat
verantwoordelijke politici dit weten: reeds meer dan twee jaar is de
brandweer zelf vragende partij om hiervoor in het belang van de
burger een oplossing uit te werken. Dat bleef evenwel ook zonder
gevolg.
En wat dan met de werking van de korpsen? Ik overloop het heel
snel. De zonevorming blijft een lege doos, ook al omdat ze
onvoldoende werd voorbereid en niet gebeurde op grond van
objectieve criteria zoals risicoanalyse en aanrijtijden. Bovendien zijn
ze onwerkbaar bij gebrek aan rechtspersoonlijkheid. Ik had reeds de
gelegenheid daarover een betoog te houden
Bovendien is het gebrek aan rechtspersoonlijkheid van de zones van
aard om de werkbaarheid ervan zowat tot nul te herleiden, vermits
voor de minste aankoop die men moet doen, telkens een beslissing
nodig is van elk apart gemeentebestuur dat tot de zone behoort. Ik
had reeds de gelegenheid om hierover met u van gedachten te
wisselen. Ik had verwacht en velen met mij dat van dit
wetgevend werk gebruik zou zijn gemaakt om minstens dat kleine
maar belangrijke aspect te regelen.
Vermits het in de tekst niet is voorzien, zal ik zo vrij zijn daarover
een amendement in te dienen.
Ook qua uitrusting blijft u de brandweer stiefmoederlijk behandelen.
Het interventiemateriaal wordt weliswaar gedeeltelijk door u
gesubsidieerd maar de beschikbare budgetten dekken slechts een
klein gedeelte van de behoeften. Om het even onder de vorm van
materiaal uit te drukken: in de loop van 2002 was er per provincie
voorzien in een bedrag dat moet toelaten om twee autoladders te
kopen, niets meer. Niet zozeer het subsidiëringspercentage als wel
het globale krediet is in dit verband een probleem.
Ten derde, de communicatie blijft een zwakke schakel. Op zo veel
vlakken is dit een van de belangrijke items gebleken. De regering
heeft enkele jaren geleden weliswaar beslist om te investeren in het
ASTRID-netwerk dat verschillende hulpdiensten moet toelaten om
tegelijkertijd met mekaar te communiceren. Jammer genoeg moeten
we vaststellen dat ook hier de brandweer fungeert als vijfde wiel aan
de wagen, want nog altijd geen gebruik kan maken van dit nochtans
vrij performante systeem.
Mijnheer de voorzitter, de minister is er tijdens zijn ambtstermijn
dat spijt mij niet in geslaagd om enige consensus te bereiken rond
brandweer en Civiele Bescherming. Zijn plannen werden steevast
teruggefloten door de basis. Waarschijnlijk daarom vond over dit
ontwerp geen overleg plaats met de representatieve instanties, noch
met de Vereniging van Steden en Gemeenten. Gisteren konden wij
naar aanleiding van vragen van onder meer collega Hendrickx in de
commissie voor de Binnenlandse Zaken vernemen dat er alsnog een
aantal koninklijke besluiten vóór het einde van de legislatuur zou
gepubliceerd worden. De inhoud van enkele van die besluiten is ons
bekend en zij hebben ernstige gevolgen voor het personeel van de
ou encore avec les villes et
communes. Il semblerait que
quelques arrêtés royaux seront
encore pris avant la fin de cette
législature. Ils auront
d'importantes conséquences pour
le personnel des services
d'incendie alors qu'ils n'ont jamais
fait l'objet d'une concertation
sérieuse. Le ministre affirme que
ces arrêtés ont été élaborés au
sein des groupes de travail créés
par lui. Or, ces groupes de travail
ne sont pas parvenus à un accord.
Le ministre impose tout
simplement ses vues.
Cela vaut aussi pour l'arrêté en
projet concernant la formation du
personnel des services d'incendie.
Certes, le gouvernement ne crée
pas de centre de formation
centralisé mais il a tout de même
décidé que les centres de
formation provinciaux ne
délivreraient plus de certificats.
Nous pensons quant à nous que
ces centres provinciaux doivent
dispenser des formations de base
dignes de ce nom.
Le présent projet de loi devait en
tout premier lieu régler la
répartition des tâches entre les
services d'incendie et la protection
civile. Or, dans sa loi, le ministre
n'a défini que les missions de
base et, pour la répartition des
tâches, il s'est borné à prévoir une
délégation au Roi.
Et en matière d'élaboration des
plans catastrophe, nous ne
sommes pas non plus satisfaits de
ce projet. Les communes et les
provinces sont désormais tenues
d'élaborer un plan catastrophe
mais elles ne disposent pas des
moyens nécessaires pour
procéder à une analyse des
risques. Pourquoi, d'ailleurs, les
auteurs de ce projet considèrent-
ils qu'il faille un plan catastrophe
par commune et non par zone? Il
est évident que dans cette
dernière hypothèse, la formation
de zones devrait aller de pair avec
l'octroi de la personnalité juridique
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
brandweerdiensten.
Trouwens, wat deze besluiten betreft, volgde de minister naar eigen
zeggen wel degelijk het advies van de werkgroep die hij heeft
geïnstalleerd. Ik moet u ook op deze vraag in uw plaats negatief
antwoorden, mijnheer de minister. Voor zover wij weten, werd er in
deze werkgroep hoegenaamd geen akkoord bereikt. Deze plannen
alsnog doordrukken, is om die reden een aanfluiting van de
overlegdemocratie zoals wij die altijd hebben verdedigd. Dit komt
neer op pro forma-overleg waarbij de minister hoe dan ook zijn wil
doordrukt. Dit is voor ons niet aanvaardbaar. Neem bijvoorbeeld het
ontwerpbesluit betreffende de opleiding van het brandweerpersoneel.
U heeft bij herhaling gezegd dat het niet zou komen tot een
centralisatie van deze opleiding. Dit neemt niet weg dat de
provinciale centra hun bevoegdheden in deze materie uitgehold zien.
Zij mogen bijvoorbeeld geen getuigschriften meer afleveren. Van een
gelijkschakeling in de opleiding tussen de verschillende centra, wat
dringend zou moeten gebeuren, is er geen sprake. Ons standpunt is
en blijft dat de provinciale centra een volwaardige basisopleiding
moeten kunnen bieden.
Alleen zeer gespecialiseerde opleidingen kunnen eventueel
gecentraliseerd worden. Dit is, mijnheer de minister, van primordiaal
belang voor het aantrekken van nieuw personeel, in het bijzonder
voor de vrijwilligers. Ziet u uit alle hoeken van het land deze
vrijwilligers inderdaad in groten getale naar Brussel reizen? Ik zeg u
dat dit op zichzelf een ontrading zou betekenen van het
vrijwilligerschap.
Dit ontwerp moest dus, mijnheer de minister het staat in artikel 2,
inhoudelijk het eerste artikel op de eerste plaats de taakverdeling
tussen de openbare brandweerdiensten en de diensten van de
Civiele Bescherming regelen. Na enig aandringen hebben wij van u
kunnen bekomen dat inderdaad de basisopdrachten van brandweer
en Civiele Bescherming in de wet werden opgenomen, bij wege van
een amendement. Wat betreft de bevoegdheidsverdeling tussen
Civiele Bescherming en brandweer, verwijst u doodeenvoudig naar
de Koning, weliswaar na overleg in de Ministerraad. Daar heeft het
Parlement dus geen zeggingskracht over. Nochtans wordt het zo
voorgesteld in de toelichting dat dit een van de essentiële
doelstellingen van de wet was en is.
Dit ontwerp heeft het ook vrij uitgebreid, mijnheer de minister, over
de opmaak van rampenplannen. Wij zijn ook op dit punt niet
tevreden met de tekst zoals die voorligt. De verplichting voor de
gemeenten en provincies om een rampenplan op te maken, is op
zichzelf geen probleem. Wij zijn er echter van overtuigd dat een
risicoanalyse de basis moet vormen van een dergelijke
rampenplanning. Op dit moment is het zo dat vooral in de kleinere
gemeenten er helemaal geen middelen voorhanden zijn om een
duidelijke analyse te maken van de risico's die dreigen, bijvoorbeeld
bij een brand op het grondgebied. Ook op dit punt blijven de
gemeenten in de kou staan.
Mijnheer de minister, dit is duidelijk een ontwerp dat te elfder ure nog
de schijn wil hoog houden van enig beleid terzake. Het ontbreekt
evenwel aan een totaalvisie op het functioneren van doelgerichte
civiele veiligheidskorpsen, aangepast aan de noden van onze
à chaque zone.
Ce projet révèle un manque
évident de vision globale, et il
semble inspiré de la situation au
Luxembourg. Mais la Belgique
compte à la fois des villes
portuaires et des régions rurales.
Elle requiert donc un travail sur
mesure.
En définitive, ne serait-il pas
préférable de régionaliser la
protection civile? En effet, le Nord
et le Sud de ce pays ont une
vision diamétralement opposée et
nous nous heurtons
continuellement à des conflits de
compétence, comme récemment
à propos de l'harmonisation avec
le personnel communal en ce qui
concerne le pécule de vacances.
Ce projet de loi n'est qu'une
décoction insipide de ce qu'il
aurait dû être et, pour cette raison,
il ne mérite pas notre soutien. La
Fédération Royale des corps de
sapeurs-pompiers de Belgique
partage d'ailleurs notre avis: elle a
déclaré lors d'une conférence de
presse que le ministre des
Affaires étrangères entend
imposer sa propre vision dans le
cadre de ce projet, sans dialogue
avec les fédérations
professionnelles et les communes.
Les services d'incendie et la
protection civile méritent mieux.
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
hedendaagse samenleving. Het ontwerp lijkt mij veeleer geïnspireerd
te zijn op de toestand in de provincie Luxemburg. Maar België is
duidelijk meer, collega's, dan Luxemburg alleen. Er zijn gebieden in
ons land die heel andere eisen stellen. Een havenstad als Antwerpen
bijvoorbeeld, heeft met heel andere zaken af te rekenen dan een
meer landelijk gebied uit dezelfde provincie. Maatwerk is in dezen
van het allergrootste belang en dat zou het uitgangspunt moeten
vormen.
Trouwens, ook met dit oorspronkelijk ontwerp waarbij men ook een
regeling wilde treffen voor de bestrijding van milieurampen, is men
op de bevoegdheidsverdeling gestoten die zo eigen is aan dit land.
Wordt het, collega's, geen tijd dat ook de Civiele Bescherming zou
geregionaliseerd worden? Het is vrij duidelijk dat Noord en Zuid in dit
land daarop een totaal andere visie hebben. Bovendien blijft men op
bevoegdheidsgeschillen stuiten, zoals voordien geregeld het geval
was betreffende personeel met de eindejaarspremie en het
vakantiegeld. Er werd inderdaad gisteren in de commissie voor de
Binnenlandse Zaken een wetsvoorstel goedgekeurd om dit te
regelen, maar toch blijft dit een halfslachtige oplossing.
De Koning kan immers een aantal punten van het statuut regelen om
de gelijkschakeling met de rest van het gemeentepersoneel mogelijk
te maken. Niets verplicht hem evenwel hiertoe. Men moet bovendien
blijvend rekening houden met de verschillen tussen Noord en Zuid op
het vlak van het gemeentepersoneel. Wat dit wetsvoorstel betreft, is
het dus een stap in de goede richting, maar een
bevoegdheidsoverdracht dringt zich volgens ons meer en meer op.
Mijnheer de voorzitter, ik wil tot besluit nog zeggen dat deze
aanpassing van de wet van 1963 betreffende de Civiele
Bescherming voornamelijk dient om de schijn te redden. Het is een
flauw afkooksel van wat het had moeten zijn. Derhalve verdient het
onze steun niet.
Wij staan trouwens niet alleen met deze mening. Ik verwijs naar een
recente persmededeling van de Koninklijke Belgische
Brandweerfederatie. Ik lees u de aanhef ervan voor: "De minister van
Binnenlandse Zaken, de heer Duquesne, heeft een wetsontwerp
neergelegd waardoor hij alle bevoegdheid voor de taakverdeling
tussen de organisatie van Civiele Bescherming en brandweer naar
zich toetrekt." Het is goed dat ook de mensen van de meerderheid
het vervolg zouden horen: "Indien deze wet wordt goedgekeurd, kan
de minister voortaan bij koninklijk besluit zomaar zijn eigen visie
doordrukken zonder dat hij hiervoor besprekingen hoeft te voeren
met de beroepsorganisaties of de vertegenwoordigers van steden en
gemeenten." Ik raad iedereen ook de verdere lezing van de
persmededeling aan. Het is nuttig dat ook de leden van de
meerderheid duidelijk zouden weten dat hier wordt gehandeld alsof
minstens 12.000 vrijwilligers en 5.000 professionelen op geen enkele
manier worden gehoord of betrokken bij een hervorming die hen
nochtans rechtstreeks raakt. Mijnheer de minister, ik betreur dat.
Deze vrijwilligers en de professionelen hadden volgens mij beter
verdiend.
20.04
André Smets
(cdH): Monsieur le président, messieurs les
ministres, je tiens à dire au ministre de l'Intérieur combien j'apprécie
ses progrès en néerlandais. C'était d'ailleurs très impressionnant. Je
20.04
André Smets
(cdH): Met
dit wetsontwerp wil men
duidelijkheid scheppen, maar de
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
constate avec quel coeur il travaille l'apprentissage de cette langue et
je vous avoue que je suis dans le même cas.
Monsieur le ministre, au-delà des personnes, on va traiter d'un
problème de fond pour lequel vous avez l'art de paraître ou d'être
particulièrement optimiste, ce qui est certainement une force.
J'ai relevé au travers de ce projet de loi qui vise à affiner la
planification d'urgence et la répartition des missions de la protection
civile et des services d'incendie, une certaine volonté de clarté. Mais,
forcément, il reste une question fondamentale: quid des moyens
financiers?
M. Tant parlait tout à l'heure de projets qui restent au surgélateur
pendant des années. Personnellement, j'ai beau considérer les
quatre années passées ici, je n'ai pas connaissance d'une
amélioration significative de moyens financiers au service de la
sécurité civile et je me permets de le rappeler.
Il y a 17.000 pompiers en Belgique: 5.000 professionnels et 12.000
volontaires. Il faudrait beaucoup plus de professionnels pour
remplacer les volontaires et on mesure donc combien ces derniers
sont indispensables pour assurer la viabilité financière d'un service
d'extrême importance. On mesure qu'on a tout intérêt à s'inquiéter du
statut des volontaires, sans oublier bien entendu celui des
professionnels.
Comme M. Tant, je me demande comment on va faire dans
quelques années pour recruter un nombre de volontaires suffisant. Si
le fédéral refuse de faire un pas en avant au niveau des statuts, nos
villes et communes connaîtront de graves difficultés en ce qui
concerne la sécurité civile.
Monsieur le ministre, vous savez qu'à plusieurs reprises, j'ai soulevé
avec passion le problème relatif au matériel et à l'équipement. Je
suis stupéfait lorsqu'on fait le compte de ce que l'Etat fédéral attribue
en termes de moyens financiers pour l'achat de matériel et
d'équipement. Cela représente exactement 1 euro et 20 centimes par
habitant aujourd'hui. Ma comparaison est peut-être excessive mais
cela s'apparente à l'achat de deux paquets de chips dans un
supermarché. Voilà la réalité!
Quand je vois les efforts gigantesques que sont amenées à faire les
villes et communes, à tous les niveaux police d'abord et
maintenant matériel et équipement , je constate que l'Etat fédéral,
je m'excuse de le dire, ne fait pas son devoir. Vous me direz qu'on
n'a pas été assez attentif à ce problème-là précédemment. Mais il ne
sert à rien de répéter continuellement ce qu'on n'a pas fait.
L'essentiel, c'est l'avenir.
Aujourd'hui, je me sens particulièrement inquiété par les difficultés
rencontrées par les villes et communes pour assumer un matériel et
un équipement de qualité. Dois-je le rappeler, l'équipement de qualité
a, tout d'abord, trait à la sécurité des hommes. En effet, la plupart
des accidents survenant au niveau des pompiers sont fonction d'une
déficience au niveau de l'équipement. Attaquer le feu avec une auto-
échelle est autre chose que de dresser des échelles contre des
corniches. C'est un exemple tout simple.
kwestie van de financiële
middelen wordt niet opgelost. Bij
mijn weten worden niet meer
middelen uitgetrokken voor de
civiele bescherming. 12.000 van
de 17.000 Belgische
brandweerlieden zijn vrijwilligers,
er zijn dus maar 5.000
beroepsbrandweerlui. Dat is
weinig voor zo'n uiterst belangrijke
dienst. Ik vraag mij af hoe men
voldoende vrijwilligers zal kunnen
behouden. Als er geen statuut
komt, verkeren onze steden en
gemeenten in gevaar.
Wat het materiaal en de uitrusting
betreft, vind ik dat de federale
overheid haar plicht niet nakomt.
Het is van essentieel belang dat
die uitrusting van goede kwaliteit
is, in de eerste plaats met het oog
op de veiligheid van de
brandweerlieden.
Bepaalde steden en gemeenten
zijn verplicht tweedehands
materiaal aan te kopen omdat de
middelen waarover ze beschikken
onvoldoende zijn. Ik heb niets
tegen uw persoon, maar ik blijf er
van overtuigd dat we op een dag
zullen betreuren dat men zich op
dit vlak zo weinig inspanningen
heeft getroost, zeker ook omdat
de inzet en de edelmoedigheid
van de brandweerlui niet ter
discussie staan.
Overigens is het zo dat, in de
huidige context, er steeds meer
nood is aan opleiding. Ik denk
bijvoorbeeld aan de chemische
gevaren en aan concentraties van
askarel. Ik heb de heer Denis
trouwens vragen gesteld om die
problematiek beter te begrijpen.
We denken dat de gemeenten
moeten worden aangemoedigd
om die opleidingen te financieren,
die onontbeerlijk zijn met het oog
op de veiligheid van de mensen in
het veld en waarvan de kosten
steeds hoger oplopen.
Ik herhaal hier wat de heer Tant al
zei en wijs erop dat de problemen
bij het maken van afspraken zich
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
Dernièrement encore, j'ai constaté que des communes sont acculées
à acheter du matériel d'occasion, même des auto-échelles vieilles de
40 ans pour se dépanner parce qu'elles n'ont pas les moyens de se
payer un équipement. Monsieur le ministre, je suis personnellement
convaincu qu'un jour, on regrettera le manque d'efforts consentis
précédemment. Ce n'est pas du tout votre fait uniquement, mais le
manque d'efforts consentis actuellement en matière d'équipement est
une chose que je ne peux, personnellement, pas comprendre,
compte tenu de l'équipement de sécurité nécessaire aux équipes
d'intervention.
En Belgique, il n'y a aucune contestation relative à la volonté, la
générosité et l'engagement de tous les pompiers, qu'ils soient
professionnels ou volontaires. On sait combien ils donnent aux
autres. C'est un des corps où se rencontre le plus haut taux de
générosité et dans ce cadre, c'est un problème important.
Dans nos villes et communes, je constate, à juste titre, que les
besoins en formation se multiplient, ne serait-ce qu'au niveau des
formations en prévention aux risques chimiques. Par exemple, un
problème a surgi récemment en commission: les pointes d'ascarelle.
A cet égard, j'ai même interrogé mon collègue et ami, M. Denis, pour
mieux comprendre cette problématique. Les risques sont énormes.
Dans le cadre d'une intervention, je puis témoigner qu'un agent avait
risqué de perdre la vie, parce que les interventions sont parfois
difficiles.
Il s'agit donc pour nous d'encourager tous les efforts de formation. En
tout cas, je puis vous assurer que les coûts en formation deviennent
complètement démesurés pour nos villes et communes, mais
nécessaires, parce que nous n'avons pas le droit vous en
conviendrez d'envoyer nos hommes courir un risque extrêmement
important. De plus en plus, c'est une voie qu'il faudra suivre: soutenir
les communes financièrement afin d'assurer à ces hommes des
formations suffisantes.
Par ailleurs, je suis inquiet par rapport aux propos que vient de tenir
M. Tant à propos des concertations nécessaires, car le problème
n'apparaît pas suffisamment urgent pour certains. C'est, dans le
cadre d'arrêtés royaux notamment, la volonté, paraît-il, de
provincialiser. Je ne tiens pas du tout à entrer dans un système de
provincialisation. Ce n'est vraiment rien d'autre que de la
déresponsabilisation financière. De plus en plus, on donne
l'impression qu'on va régler des problèmes parce qu'on crée des
zones.
Ainsi, dans l'arrondissement de Verviers où on a créé, par exemple,
une zone 4, je constate que cela n'a strictement rien changé du tout.
Les hommes sont les hommes. Les équipes d'intervention sont les
équipes d'intervention et les acteurs de terrain n'ont pas besoin de se
retrouver dans des structures formelles ou formalisantes pour
intervenir. Voici un exemple que j'ai mentionné à plusieurs reprises.
Lors de la catastrophe de Theux, par exemple, tous les pompiers de
l'arrondissement et au-delà sont descendus spontanément sur les
lieux pour, finalement, maîtriser au mieux cette catastrophe qui a
engendré la perte de vies humaines.
voordoen in het kader van
koninklijke besluiten; ik ben geen
voorstander van een provinciaal
systeem, dat enkel tot het
afwentelen van financiële
verantwoordelijkheden kan leiden.
In tegenstelling tot sommigen,
denk ik niet dat grotere zones een
oplossing zijn. De gebeurtenissen
in Theux hebben eens te meer
aangetoond dat de brandweerlui
geen formele structuur nodig
hebben om levens te redden!
Voor ons gaat het in de eerste
plaats om mensen en pas dan om
structuren. Bovendien worden,
wanneer de zones groter worden,
via een omweg de rekeningen van
zones met beroepsbrandweerlui
en die van zones met vrijwilligers
op een hoopje gegooid. Ik zal dus
strijden tegen het opzetten van
een provinciale structuur; uw
antwoord daarover aan mevrouw
Lizin stelt me gerust. Een
provinciale structuur houdt een
groot risico in.
Tot slot maak ik me zorgen om de
voortzetting van een aantal
bouwwerken, ingevolge de
financieringsproblemen waar,
onder meer, de NMBS mee
kampt. Ik blijf een waarschuwende
vinger opsteken in verband met
de veiligheidsproblemen die de
tunnel van meer dan zes
kilometer in Soumagne met zich
brengt. Mevrouw Durant heeft
geen idee van de problemen in
geval daar brand zou ontstaan. In
dat geval zouden uw
verantwoordelijkheid, die van
mevrouw Durant en ook de mijne
in het geding zijn.
Tijdens deze regeerperiode zijn
geen bijkomende middelen naar
deze diensten gegaan en ik
betreur dan ook dat de
wetsontwerpen niet vergezeld
gaan van bijkomende financiële
middelen.
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
C'est une chose évidente et vous le dites souvent mais je crois qu'il
faut être cohérent dans ce cadre-ci: d'abord les hommes, ensuite les
structures. Et donc, ce n'est pas en créant des zones de plus en plus
larges que l'on va régler les problèmes, que du contraire.
Je préfère une responsabilisation sur un plan local, à taille humaine,
où les hommes se connaissent, où les visages des pompiers sont
connus, ce qui, finalement, leur permet spontanément de créer des
équipes d'intervention. Et ce n'est pas je le répète en élargissant
les zones et finalement en provincialisant qu'on va régler les
problèmes. Ce serait un moyen détourné de mêler les comptes des
pompiers professionnels, ou plutôt des zones où il y a des
professionnels, et les zones d'incendie où il y a des volontaires; ce
qui n'arrangerait sûrement pas les zones rurales. Je le dis très
clairement à cette tribune: je me méfie d'une volonté de
provincialisation. Vous m'avez rassuré quand vous m'avez dit que
Mme Lizin était un risque majeur. C'est mon avis aussi, figurez-vous.
Votre réponse m'a rassuré et je lutterai, au niveau local où je serai
encore engagé politiquement, contre ce système de provincialisation.
D'aucuns voudraient faire croire qu'une structure arrangerait les
problèmes. Monsieur le ministre, vous n'en êtes sûrement pas
convaincu.
Une dernière chose que je tiens à mentionner à cette tribune est que
je suis personnellement un peu inquiet par rapport à tous les
ouvrages qui sont actuellement en construction. Je vous l'ai signalé
en commission, compte tenu notamment des problèmes rencontrés
sur le plan financier par la SNCB. C'est indiscutable.
Alors que l'on parle de sécurité civile, de planification d'urgence et de
prévention, je tiens quand même à vous dire très clairement à cette
tribune que je continue à attirer l'attention sur les problèmes que
pourrait constituer, en termes de sécurité, le tunnel de Soumagne.
Quand j'en parle à Mme la ministre Durant, je me demande si elle
sait qu'il y a un tunnel à Soumagne long de plus de six kilomètres.
Je souligne simplement qu'en cas d'incendie, nos pompiers du
plateau devraient intervenir côté cheminée. D'après les informations
qu'on ne cesse de me redonner, il y a ou il y aurait des problèmes
dans l'approche sécuritaire ou en tout cas dans l'approche de
prévention. Vous savez comme moi je suis certain que vous
écoutez qu'il s'agit de votre responsabilité, de celle de la ministre
de la SNCB et également de ma propre responsabilité. En effet, je
rappelle qu'il s'agit d'une situation extrêmement délicate et que je
pourrais même qualifier de très préoccupante. Il en va aussi non
seulement de la vie de gens qui pourraient être surpris par une
difficulté qui, je l'espère, n'arrivera jamais , mais aussi finalement
de ceux qui devraient intervenir dans des conditions extrêmement
difficiles.
Voilà, je ne vais pas être plus long, monsieur le président. Je note
que M. le ministre qui connaît et qui aime les beaux mots ainsi
qu'une certaine élégance dans l'expression, a traduit exactement ce
que je ressens par rapport à son travail ici vis-à-vis des pompiers. En
ce qui concerne les zones de secours, le ministre constate qu'il y a
eu au cours de la présente législature, une certaine maturation. Cela
est bien dit, mais je crois que parfois l'engagement appelle plus de
passion.
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
En effet, je trouve que le terme est particulièrement bien choisi. Vous
aimez prendre les choses avec recul mais j'estime aussi qu'au cours
de cette législature, je n'ai pas ressenti la même volonté que celle
qui a été déployée dans le cadre de la réforme des polices; je le dis
très franchement. Je sais que vous avez été énormément occupé par
la réforme des polices, je le reconnais. Mais au niveau des pompiers,
j'ai beau regarder, je ne vois pas de moyens financiers
complémentaires.
Enfin, monsieur le président, comme je l'ai dit précédemment, il
faudrait prévoir, pour chaque projet de loi, une évaluation des
moyens financiers que sa mise en oeuvre impliquera, ce qui
permettra aux assemblées de le voter dans des conditions de
responsabilité suffisantes. Je vous remercie.
20.05
Luc Sevenhans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik
zal het kort houden want ik heb de indruk dat de oppositie inzake dit
wetsontwerp op één lijn zit.
Collega's, het wetsontwerp heeft tot doel een algemeen juridisch
kader te omschrijven voor rampenplanning en tevens een betere
verdeling te organiseren tussen de Civiele Bescherming en de
plaatselijke brandweerkorpsen. Maar, zoals wel meer gebeurt in deze
legislatuur, dit wetsontwerp is volgens mijn partij een gemiste kans.
Het is meer dan duidelijk dat het wetsontwerp van boven komt, en
niet van de basis. Blijkbaar heeft de minister samen met zijn paars-
groene meerderheid geen weet van de problematiek die zeer terecht
leeft bij de basis.
Mijnheer de minister, wellicht herinneren u en uw collega's zich nog
wel de recente stakingen. Die gingen niet alleen over een fiscaal
statuut, integendeel zelfs. Als inwoner van Brasschaat heb ik
uiteraard kennis van de bezorgdheden van de Civiele Bescherming.
Zoals u weet, of niet weet, huisvest Brasschaat een van de grootste
kazernes van de Civiele Bescherming. Brasschaat kan bovendien
geciteerd worden als een voorbeeld van hoe een goed functionerend
brandweerkorps werkt want onze gemeente heeft al heel wat
geïnvesteerd en de samenwerking verloopt optimaal. Maar wij
moeten ook verder kijken. Ik kan u net zo goed een aantal andere
gemeenten noemen. Daarbij wijs ik graag op het betoog van de heer
Tant, die terecht heel wat opmerkingen heeft geciteerd. Zijn
opmerkingen zijn ook mijn opmerkingen. Ik zal ze dus niet herhalen.
De heer Tant heeft die opmerkingen al in de commissie gemaakt en
hij heeft ze daarnet nog herhaald.
Wanneer ik over de basis spreek, heb ik het uiteraard in de eerste
plaats over de Civiele Bescherming, uiteraard zonder de brandweer
te vergeten. Ook ik moet vaststellen dat er geen of slechts minimale
contacten zijn geweest met de gemeenten, met de
beroepsfederaties, zelfs met de vakbonden. Ik twijfel niet aan de
bedoeling. Die zal wel goed geweest zijn. Maar met goede
bedoelingen komen wij niet ver in dit Parlement. Er blijven nog
zovele vragen onbeantwoord dat ik dat ontwerp maar op een manier
kan omschrijven: het is een paars-groen ontwerp, of in de volksmond
een bont-en-blauw ontwerp, tegenwoordig trouwens veel bont en
weinig blauw.
20.05
Luc Sevenhans
(VLAAMS
BLOK): J'ai l'impression que
l'opposition parlera d'une seule
voix à propos de ce projet de loi.
L'objectif était de créer un cadre
général pour la planification
d'urgence, tout en améliorant la
répartition des tâches et la
coopération entre la protection
civile et les services d'incendie
locaux. Si l'intention était louable,
sa concrétisation est un échec. Le
texte est imposé par les autorités,
alors qu'il devrait en réalité
émaner de la base.
Manifestement, le ministre n'a pas
connaissance de l'inquiétude qui
règne au sein des corps. Il doit
pourtant garder les dernières
grèves en mémoire. Le ministre
manque visiblement de contact
avec les communes, les
fédérations professionnelles et les
syndicats.
Je me rallie aux observations de
M. Tant. Si ce projet de loi
reconnaît que les communes
jouent un rôle important dans la
lutte contre les catastrophes, ses
implications sur le terrain ne sont
pas claires. Les communes se
voient octroyer des compétences
supplémentaires; elles peuvent
même élaborer leurs propres
plans en cas de catastrophe. Je
crains toutefois que les plus
petites d'entre elles rencontrent
des difficultés. Au demeurant, qui
répondra du financement? La
compétence du législateur est
encore plus vague. Une autre
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
Als ik het hele wetsontwerp lees als gemeenteraadslid want ik ben
ook nog gemeenteraadslid vind ik één punt vooral belangrijk: wat is
de weerslag, zowel de financiële als de algemene weerslag, voor de
gemeenten? Vooral: wie zal dat allemaal betalen? Dit wetsontwerp
erkent dan wel de gemeenten, het erkent dat de gemeenten een
belangrijke rol spelen in de rampenbestrijding, maar wij hebben zo
onze bedenkingen over wat het wetsontwerp in de praktijk zal
opleveren. Natuurlijk siert het de regering dat zij heel veel
vertrouwen heeft in de verschillende gemeenten. Zij krijgen extra
bevoegdheden, zij mogen zelfs eigen rampenplannen opstellen. Ik
neem dus aan dat er gemeenten zijn die het perfect zullen doen. Ik
denk dat mijn gemeente daarin zelfs zeer ver zal gaan. Maar ik denk
ook dat kleinere gemeenten duidelijk met een probleem zullen zitten.
Bovendien, de bevoegdheid van de wetgever wordt nog
onduidelijker. Ik dacht altijd dat wetten de bedoeling hadden een
aantal zaken duidelijk te maken. Een andere fundamentele kritiek is
zeker dat de hulpverleningsgebieden nog altijd niet samen met de
politiezones vallen. Dat vind ik toch een gemiste kans. Ik weet dat
men nu opteert voor provinciale zones. In eerste instantie is dat
logisch. Maar ik vrees dat dit in de praktijk zal leiden tot een minder
grote betrokkenheid van de basis. Dit wetsontwerp lost dat probleem
niet op en blijft daar zeer vaag over. Ik neem aan dat de minister wel
nog een en ander zal regelen via een aantal koninklijke besluiten.
Hij is zelfs vastbesloten dat allemaal te doen voor de verkiezingen,
maar ik blijf toch in de kou staan.
Ik heb uiteraard van verschillende collega's uit de meerderheid
gehoord dat deze regering met goede bedoelingen werkt, maar ze
geven tegelijkertijd ook allemaal kritiek. Dat is een beetje typisch
voor deze regering. Alles gebeurt onder het motto "hoop doet leven"
en men belooft vooral veel.
critique fondamentale que nous
formulons est que les zones des
services de secours ne
correspondent toujours pas aux
zones de police. C'est une
occasion manquée. Le présent
projet opte pour des zones
provinciales et je crains qu'à
terme, cette nouvelle délimitation
n'accentue encore le désintérêt de
la base. J'espère que le ministre
tentera de remédier à cette
situation par le biais d'arrêtés
royaux. Des membres de la
majorité partagent nos critiques.
Les bonnes intentions et les belles
promesses ne suffisent pas pour
gouverner. L'arc-en ciel ressemble
à nouveau à une foire
d'empoigne: il en voit de toutes
les couleurs mais le bleu est loin
de dominer.
20.06
Denis D'hondt
(MR): Monsieur le président, messieurs les
ministres, chers collègues, le groupe réformateur soutiendra ce projet
de loi qui vise exclusivement à réorganiser les services administrant
le secteur de la sécurité civile.
Deux mesures nous sont proposées.
Premièrement, permettre au Roi de clarifier les compétences
respectives des services d'incendie, des services d'incendie appelés
en renfort et des services de la protection civile. Actuellement,
l'absence d'une répartition précise des tâches implique que certaines
missions sont assumées concurremment par différents corps
d'intervention. Nous pensons, avec le ministre, que cela a des
conséquences non négligeables, au niveau financier par exemple, en
coût de fonctionnement, en coût d'investissement en matériel et en
formation du personnel. Il est également utile de pouvoir distinguer
les missions légales de celles qui ne le sont pas afin de récupérer, à
charge des bénéficiaires, les frais des interventions non légales ou
non réglementaires.
La deuxième mesure est la généralisation de l'obligation pour les
autorités locales d'adopter un plan d'urgence. Dans la pratique, il
s'avère que la plupart des communes se sont déjà acquittées de
cette tâche. Il importe toutefois d'homogénéiser les méthodes de
20.06
Denis D'hondt
(MR): De
MR-fractie steunt het
wetsontwerp, waarin twee
maatregelen worden voorgesteld.
Allereerst wordt de Koning
gemachtigd de bevoegdheden te
verduidelijken van de brandweer,
van de als versterking
opgeroepen brandweerdiensten
en van de civiele bescherming,
met het oog op een duidelijke
taakverdeling. Daarbij wordt
overigens een onderscheid
gemaakt tussen wettelijke en
particuliere opdrachten.
De tweede maatregel behelst de
veralgemeende verplichte
goedkeuring van een noodplan
door de lokale overheid. De
regering wil de werkmethoden
harmoniseren. Het voorgestelde
mechanisme omvat vier
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
travail. Le mécanisme imaginé par le gouvernement nous semble
être de nature à permettre d'atteindre cet objectif.
Il tient en quatre points:
1. Le bourgmestre établit le plan d'urgence.
2. Le dossier est soumis à l'approbation de la province.
3. L'autorité provinciale établit un plan général d'urgence pour son
territoire.
4. Les plans d'urgence sont soumis à l'approbation du ministre.
Il faut ajouter que c'est le Roi, via un arrêté royal délibéré en Conseil
des ministres, qui déterminera le contenu des différents plans
d'urgence et d'intervention, leurs modalités d'établissement, ainsi que
leurs structures organisationnelles et fonctionnelles.
Je voudrais m'étonner ici d'entendre certains collègues, notamment
M. Tant, entrer dans les détails, de manière à préciser les choses le
plus possible, beaucoup trop que pour les faire paraître dans une loi-
cadre, de parler d'échelles, de matériel, etc. Tout cela, monsieur
Tant, doit faire partie des mesures d'application.
gedeelten. Eerst stelt de
burgemeester een noodplan op.
Dan wordt het dossier de
provincie ter goedkeuring
voorgelegd, en wordt ook op
provinciaal niveau een algemeen
noodplan uitgewerkt. Ten slotte
moeten alle plannen door de
minister worden goedgekeurd. De
inhoud van de onderscheiden
plannen, de
uitvoeringsmodaliteiten en de
organisatie- en functionele
structuur ervan worden bepaald bij
koninklijk besluit.
Het verwondert me dat de heer
Tant zo veel belang hecht aan
details die niet thuishoren in een
kaderwet.
20.07
Paul Tant
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer D'hondt,
ten eerste, in de essentie van mijn betoog wou ik doodeenvoudig
duidelijk maken dat de wet niet regelt wat zij pretendeert te regelen.
Zij brengt op zichzelf geen bevoegdheidsverdeling tot stand tussen
brandweerdiensten en korpsen van de Civiele Bescherming. Men
verwijst de kwestie alleen naar de Koning, weliswaar met overleg in
de Ministerraad. Daar beperkt het zich toe.
Ten tweede, ik heb inderdaad gesproken over de materiële uitrusting
en over een aantal andere hiaten in het beleid, in de mate dat men
dat woord kan gebruiken, want van een echt beleid in deze materie is
zelfs geen sprake geweest. Kunt u mij zeggen welke bijkomende
inspanningen men heeft gedaan? Ik spreek niet binnen de context
van het ontwerp, maar wel naar aanleiding daarvan. Kunt u mij
zeggen welke bijkomende inspanningen men heeft gedaan om tot
een betere materiële uitrusting te komen van de korpsen? Kunt u mij
zeggen welke inspanningen men heeft gedaan om, bijvoorbeeld, de
communicatie te verbeteren? Kunt u mij zeggen wat men heeft
gedaan en dat is de kern van mijn kritiek voor het nijpend
probleem gezien de teruglopende belangstelling voor het
vrijwilligerschap bij de brandweerdiensten van de regeling van het
statuut van de vrijwilligers? Kunt u mij zeggen wat men daar heeft
gedaan?
Op deze vragen moet u "neen" antwoorden. U moet het mij niet
kwalijk nemen. Ik meen dat ik volkomen gerechtigd ben om van deze
gelegenheid gebruik te maken om een balans op te maken, vooral
van wat er niet is gebeurd. Dat heb ik gedaan, mijnheer D'hondt.
20.07
Paul Tant
(CD&V): J'ai
souligné que la loi ne règle pas ce
qu'elle prétend régler. On
n'instaure pas de partage des
compétences entre les services
d'incendie et la protection civile.
Quels efforts supplémentaires ont-
ils été consentis pour améliorer
l'équipement matériel, la
communication et le statut du
volontaire? J'ai fait le bilan de tout
ce n'a
pas
été fait.
20.08
Denis D'hondt
(MR): Le ministre vous répondra avec
précision, monsieur Tant, mais il faut commencer par le début et
mettre en place les règles avant d'en préciser les modalités
d'application, c'est bien évident. Tout ne peut évidemment pas
figurer dans une loi-cadre.
Quelques mots sur le libellé de l'article 2 en projet.
20.08
Denis D'hondt
(MR): De
minister zal u een duidelijk
antwoord geven. We moeten dus
beginnen bij het begin en we
moeten niet alles in een kaderwet
willen stoppen. Wat de
formulering van artikel 2 van het
ontwerp betreft, menen wij dat de
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
Il nous est apparu, en commission de l'Intérieur, que la délégation au
Roi devait être précisée. L'article mentionne donc désormais la liste
des missions ressortant de la protection civile au sens large du
terme. Charge au Roi de préciser comment ces missions seront
réparties entre les services d'incendie, les services d'incendie en
renfort et les services de la protection civile. Je peux soutenir cette
initiative, même si, à mon estime, le texte original était suffisamment
clair. Il me paraît logique qu'un projet de loi renvoie au Roi le rôle
d'arrêter les mesures techniques de répartition des missions entre
différents corps d'intervention, mais il importe cependant et c'est
essentiel que le Parlement ait connaissance de l'usage qui a été
fait de cette délégation. Si un projet d'arrêté royal existe, il est bon,
comme c'est le cas en l'espèce, qu'il soit annexé au texte de loi. Il ne
m'apparaît pour autant pas nécessaire qu'une loi incorpore
systématiquement une litanie de mesures techniques.
Il serait plus utile et nous en parlons de plus en plus souvent à
cette tribune d'adjoindre à tout projet et à toute proposition de loi,
l'impact budgétaire des mesures proposées, avec une attention toute
particulière pour les finances communales.
Je vous remercie.
machtiging aan de Koning verder
moest worden uitgewerkt. Het
artikel bevat een lijst van de taken
die ressorteren onder de civiele
bescherming in de ruime zin van
het woord. De Koning zal
uitmaken hoe die taken onder de
betrokken diensten zullen worden
verdeeld. Ik kan dit initiatief
steunen al is de originele tekst
volgens mij voldoende duidelijk.
Het Parlement moet echter wel
weten hoe die
bevoegdheidsdelegatie werd
aangewend. Als er een ontwerp
van koninklijk besluit bestaat, is
het goed dat dit bij de wettekst
wordt gevoegd, zonder dat in onze
wetten daarom systematisch een
waslijst van technische
maatregelen moet worden
opgenomen.Ten slotte zou het
nuttiger zijn bij elk wetsontwerp en
-voorstel de budgettaire gevolgen
van de voorgestelde maatregelen
te voegen met daarin bijzondere
aandacht voor de
gemeentefinanciën.
20.09
Geert Versnick
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, geachte collega's, bij de bespreking van het voorliggende
wetontwerp tot wijzing van de wet van 31 december 1963 betreffende
Civiele Bescherming, wens ik enkele aspecten van de beoogde
wetswijziging naar voren te brengen. Ongetwijfeld is de voorliggende
tekst ingegeven door nobele motieven, doch de realisatie ervan is
mijns inziens onvolkomen.
In eerste instantie wens ik een bedenking te maken over de titulatuur
van dit wetsontwerp. Vermits de inhoudelijke bepalingen betrekking
hebben op de civiele veiligheid, ware het beter geweest dit
wetsontwerp in zijn benaming als een wetsontwerp betreffende de
civiele veiligheid voor te stellen, teneinde elke begripsverwarring te
vermijden. Het begrip Civiele Bescherming wordt terecht
ondergebracht in het globale geheel van de Algemene directie civiele
veiligheid, als federale dienst bij het ministerie van Binnenlandse
Zaken.
Naast de brandweerdiensten vindt de Civiele Bescherming haar
bestaansreden in het verlenen van hulp aan de bevolking ingeval
van catastrofen, rampen, schadegevallen en in het aanbrengen van
logistieke versterking met personeel en materiaal bij de
verschillende hulpdisciplines zoals brandweer, ambulancediensten en
politie. Het gaat hier, met andere woorden, om veel meer dan de
Civiele Bescherming. Zoals de samenvatting bij het wetsontwerp
aangeeft, gaat het zowel over de opdrachten van de Civiele
Bescherming, als over de openbare brandweerdiensten.
Ik wens zeker niet in twijfel te trekken dat er op het vlak van de
20.09
Geert Versnick
(VLD): Ce
projet de loi repose sur des motifs
louables mais sa concrétisation
est imparfaite. Il traite de la
sécurité civile, ce qui recouvre
bien plus que la Direction
générale de la protection civile en
qualité de service fédéral du
ministère de l'Intérieur. En
l'occurrence, il s'agit des missions
de protection civile globale et des
services d'incendie publics.
L'organisation de la protection
civile doit être profondément
remaniée. D'importantes
améliorations peuvent être
apportées sur le plan de la
coordination entre les services
d'incendie et la protection civile.
C'est la raison pour laquelle à la
suite des inondations qui ont eu
lieu dans la région gantoise, j'ai
transmis en janvier au premier
ministre un inventaire des points
susceptibles d'être améliorés.
Les pouvoirs publics fédéraux ne
désirent pas conclure d'accord de
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
organisatie van de civiele veiligheid een grondige denkoefening dient
te gebeuren. Mijnheer de minister, ik heb vrij recent jammer
genoeg tijdens de watersnood in de Gentse regio moeten
ondervinden dat, ondanks de sterke motivatie en bereidwilligheid van
de verschillende hulpdiensten, er nog heel wat kan worden verbeterd
aan de coördinatie tussen de brandweerdiensten en de diensten van
de Civiele Bescherming. Ik heb dit onder meer met zoveel woorden
aangebracht in een nota die het Gentse stadsbestuur begin januari
aan de premier heeft bezorgd met een inventarisatie van de
mogelijke verbeterpunten ter remediëring van de
watersnoodproblematiek.
In het kader van de rampenbestrijding, de met dit wetsontwerp
beoogde uniformisering van procedures en de gebruikte
terminologie, betreur ik dat de federale overheid, ondanks haar
goede bedoelingen, blijkbaar gefragmenteerd te werk wil gaan,
gegeven het feit dat zij heeft besloten geen samenwerkingsakkoord
met de Gewesten te sluiten. Mijns inziens is rampenbestrijding in
vele gevallen gelinkt aan de bescherming van het milieu, en aldus
een niet weg te denken factor in de veiligheidsproblematiek. Wie een
duurzaam veiligheidsbeleid wil uitbouwen, dient rekening te houden
met alle rechtstreekse en onrechtstreekse parameters, van welk
bevoegdheidsniveau dan ook, om op basis hiervan een
gestructureerd overleg te organiseren.
Een synergie tussen beide groepen, enerzijds brandweer en
anderzijds Civiele Bescherming, kan echter pas bereikt worden nadat
eerst een uitgebreide studie is verricht op basis van een geografisch
georiënteerde risicoanalyse over heel België. Hierbij zijn aspecten als
aanrijtijden naar de plaats van de ramp of het ongeval van
primordiaal belang. Bij mijn weten is deze studie niet gebeurd, tenzij
lokaal in Antwerpen en Hoogstraten. Het voorliggende wetsontwerp
geeft de indruk geen juridische weergave te zijn van conclusies die
werden gemaakt op basis van een methodologisch
wetenschappelijke inventarisatie van risicofactoren binnen de civiele
veiligheidsproblematiek.
In de samenvatting van dit wetsontwerp wordt echter als eerste
doelstelling vooropgesteld, ik citeer: "een algemeen juridisch kader te
voorzien voor de rampenplanning gericht op alle andere risico's". Dat
er wel degelijk nood is aan een modernisering van de bestaande
structuren, wil ik zeker niet weerleggen. Een herstructurering van een
dergelijke omvang mag, mijns inziens, echter niet zonder
wetenschappelijke onderbouw worden voorgelegd en zonder te
overzien welke gevolgen dit met zich meebrengt. Juist in de context
van het waarborgen van een optimale veiligheid van onze burgers
dient er weldoordacht gewerkt te worden aan een verbetering van de
huidige structuren. Met de veiligheid van mensenlevens wordt nu
eenmaal niet geëxperimenteerd.
De vormingsproblematiek van personeelsleden bij de hulpdiensten is
van prioritair belang en vraagt om een professionele aanpak, liefst
gedragen door specialisten in elk van de onderscheiden
deelgebieden van de rampenbestrijding die zowel over de
theoretische als de praktische kennis beschikken. Het is dus niet
alleen noodzakelijk dat er maatregelen worden genomen op het vlak
van de bevoegdheden maar ook met betrekking tot de operationele
organisatie, de personeelsproblematiek, het materieel en de
coopération avec les Régions, ce
que je déplore. La lutte contre les
catastrophes est fréquemment
liée à des aspects de
compétences régionales tels que
la protection de l'environnement.
Quiconque souhaite mener une
politique de sécurité durable doit
tenir compte de tous les
paramètres à tous les niveaux de
compétence. C'est pourquoi il
convient d'organiser une
concertation structurée à ce
propos.
Une synergie entre les services
d'incendie et la protection civile ne
pourra être mise en place que
lorsqu'une analyse géographique
des risques aura été effectuée sur
l'ensemble du territoire belge.
Dans le cadre de cette analyse,
des éléments tels que le temps de
déplacement nécessaire pour
arriver sur les lieux d'une
catastrophe ou d'un accident
jouent un rôle primordial. Ce
projet de loi ne semble pas être
basé sur un inventaire scientifique
des facteurs de risques alors que
son objectif est pourtant de
prévoir un cadre juridique pour
une planification, en cas de
catastrophe, ciblée sur tous les
risques. Il conviendrait d'améliorer
les structures actuelles mais cela
nécessite une importante réflexion
préalable. En effet, on ne joue pas
avec la sécurité et la vie des
gens.
La formation du personnel des
services de secours revêt une
importance prioritaire. Il faut
prendre des mesures sur le plan
des compétences mais aussi dans
le domaine de l'organisation
opérationnelle, du personnel, du
matériel et de la communication
entre services d'incendie et
protection civile et entre ces
services de secours et nos
concitoyens. A l'image de ce qui a
été fait aux Pays-Bas, il importe
de créer un organisme faîtier qui
apporte un soutien scientifique
aux services de secours et mène
à bien les missions suivantes:
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
communicatie zowel tussen de brandweerkorpsen en de afdelingen
van de Civiele Bescherming en ook de communicatie met de
burgers.
Naar Nederlands voorbeeld is het wenselijk op het overkoepelde
federale niveau, eventueel opgedeeld in een Franstalige en een
Nederlandstalige cel of instelling, een orgaan te installeren dat
specifiek zorgt voor de wetenschappelijke ondersteuning van de
verschillende hulpdiensten, het professionaliseren van de provinciale
opleidingscentra, het functioneren als centraal examenorgaan, het
bepalen van de kwalitatieve vormingsvereisten, de implementatie
van nieuwe veiligheidstechnieken en last but not least het opstellen
van een reglementering inzake brandpreventie. Ook de organisatie
van globale aankopen van hoogtechnologisch materieel zou in een
dergelijke cel kunnen georganiseerd worden.
Hoewel schaalvergroting in de werking van de civiele
veiligheidsdienst tot een betere aanwending van financiële middelen
voor aankoop van materieel en dergelijke kan leiden, vereist een
optimalisering van de dienstverlening daarentegen een betere inzet
van personeel en dus ongetwijfeld ook meer financiële middelen.
Een modern personeelsbeleid dient oog te hebben voor een
aangepast personeelsstatuut conform de opgelegde
verantwoordelijkheden, de onregelmatige prestaties en de vaak
gevaarlijke en psychisch belastende arbeidsomstandigheden. Een
financiële audit van de verschillende gemeentelijke korpsen zal
uitwijzen dat geüniformeerde procedures mogelijks dode letter blijven
wegens een tekort aan financiële middelen van de korpsen en
bovendien een lokale verspreiding van deze middelen. Dit is niet het
geval voor de Civiele Bescherming, die opgenomen is in de
administratie van Binnenlandse Zaken. Het vasthouden aan
provinciale grenzen bij het opstellen van een algemeen rampenplan
voor hulpverlening in geval van rampen leidt bovendien tot
kafkaiaanse toestanden waarbij we vaststellen dat heel het aspect
veiligheid zich tweeledig verhoudt: enerzijds is de politionele
veiligheid in handen van de federale politie en anderzijds, is de
civiele veiligheid provinciaal georganiseerd. Dit leidt tot aberraties.
Het havengebied van Antwerpen strekt zich immers uit over
gebiedsdelen van de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen en
de brandweerdiensten zijn er anders georiënteerd.
Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, mits in samenwerking te
voorzien op interprovinciaal of gewestelijk niveau.
Een laatste aspect, maar niet onbelangrijk, is dat de nieuwe structuur
die bij koninklijk besluit zal worden voorgesteld op basis van artikel 2
van dit wetsontwerp een nieuwe interpretatie geeft aan het artikel 135
§ 2, 5° van de nieuwe gemeentewet en voor de collega's die het
wetsontwerp misschien niet helemaal hebben doorgenomen geef ik
de tekst even mee.
"De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van
de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de
gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen
en in openbare gebouwen. Meer bepaald, en voor zover de
aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is
gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de
professionnaliser les centres de
formation provinciaux, faire office
d'organe central d'examen,
appliquer de nouvelles techniques
de sécurité, rédiger la
réglementation en matière de
prévention des incendies et
s'occuper de l'acquisition globale
du matériel de haute technologie.
L'accroissement d'échelle sur le
plan du fonctionnement des
services de la protection civile
pourrait contribuer à améliorer
l'utilisation des moyens. Mais
l'optimisation des services à la
clientèle requiert une meilleure
utilisation du personnel ainsi que
des ressources financières
accrues. Le statut doit être adapté
aux responsabilités imposées, aux
prestations irrégulières et aux
conditions de travail souvent
dangereuses et psychiquement
astreignantes. Un audit des corps
communaux déterminera que si la
procédure tarde à être
uniformisée, c'est en raison d'un
manque de moyens et de la
répartition locale des faibles
moyens disponibles.
En outre, le fait de s'en tenir aux
limites des provinces dans le
cadre de l'établissement des plans
d'urgence mène à des situations
kafkaïennes. La police et les
services d'incendie sont organisés
au niveau communal, la
protection civile au niveau
provincial. Cela mènera à des
aberrations aussi longtemps qu'il
n'existera pas de collaboration
interprovinciale ou régionale.
L'article 2 du projet donne une
nouvelle interprétation à l'article
135, § 2, 5°, de la nouvelle loi
communale. Jusqu'à présent, les
communes étaient exclusivement
compétentes pour prendre des
mesures adéquates afin d'éviter
des catastrophes et fournir l'aide
nécessaire afin de les endiguer.
La limitation de l'autonomie
communale qui est imposée en
l'occurrence requerra rapidement
un remaniement en profondeur du
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
47
waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd". En
nu komt het vijfde punt: "Het nemen van passende maatregelen om
rampen en plagen, zoals brand en epidemieën te voorkomen en het
verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden."
Ik sluit mij aan bij de redenering van de inspecteur van Financiën,
wanneer hij stelt dat deze problematiek tot op heden behoort tot de
exclusieve bevoegdheid van de lokale besturen. De redenering van
de Raad van State om dit te weerleggen heeft enkel betrekking op de
bevoegdheid inzake Civiele Bescherming, wat ik beaam, maar niet
op de bevoegdheid inzake civiele veiligheid en, in se, de openbare
brandweerdienst. Deze beperking van de gemeentelijke autonomie is
dermate fundamenteel dat alleen al op basis daarvan dit wetsontwerp
aan een grondige herziening zal moeten worden onderworpen.
Ondanks al mijn opmerkingen ben (...)
projet de loi.
De
voorzitter
: De heer Tant wenst u te onderbreken.
20.10
Geert Versnick
(VLD): Dat mag uiteraard.
20.11
Paul Tant
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega, wat uw
laatste opmerking betreft ben ik het met u eens. Ik heb hetzelfde
probleem trouwens opgeworpen in de commissie, zij het vrij kort. Het
is ook niet duidelijk waar de bevoegdheidsgrens precies is
gesitueerd, maar ik denk dat u gelijk hebt om het hier nog even
onder de aandacht te brengen. Maar sta mij toe u toch één vraag te
stellen. Ik heb goed naar uw uiteenzetting geluisterd en u ging
daarnet besluiten. Ik heb u misschien iets te vroeg onderbroken? Het
enige wat u bij wijze van positieve evaluatie hebt aangebracht is dat
u de goede bedoelingen van de regering en van de minister
apprecieert. Dat is natuurlijk al heel wat, maar voor de rest is uw
betoog eigenlijk voor een goed deel de herhaling geweest, met
andere woorden, van de opmerkingen die ook door ons werden
gemaakt. Ik kijk dus eigenlijk echt wel met enige belangstelling uit
naar uw stemgedrag en dat van uw groep, mijnheer Versnick.
20.11
Paul Tant
(CD&V):
J'avais déjà signalé en
commission que les compétences
n'étaient pas clairement
délimitées.
L'unique élément positif du
discours de M. Versnick est qu'il
affirme apprécier les bonnes
intentions du ministre. Pour le
reste, il ne fait que répéter des
observations formulées par notre
groupe. Je suis impatient de
connaître son comportement lors
du vote.
20.12
Geert Versnick
(VLD): Mijnheer Tant, wat dat stemgedrag
betreft, kan ik u zeker geruststellen. Zoals u weet, is dit een kaderwet
die vorm zal moeten krijgen via in de Ministerraad overlegde
koninklijke besluiten. Mijn uiteenzetting strekt er inderdaad toe een
aantal denkrichtingen en indicaties te geven omtrent de inhoud van
die koninklijke besluiten die in de toekomst zullen moeten worden
opgesteld.
Ik besluit dat ondanks al mijn opmerkingen, ik erover verheugd ben
dat de minister van Binnenlandse Zaken de bestaande structuren ter
discussie stelt. Hij heeft althans de intentie om bij te dragen tot de
optimalisering van de procedures rond de civiele veiligheid, waarbij
de desbetreffende korpsen en diensten in het verleden al te
stiefmoederlijk werden behandeld.
Is dat geen mooi einde, mijnheer Tant?
20.12
Geert Versnick
(VLD): Je
suis en mesure de rassurer M.
Tant quant à mon comportement
de vote. Il ne s'agit que d'une loi
cadre qui doit encore être
complétée par le Conseil des
ministres. Cet exposé ne vise qu'à
amorcer certaines pistes de
réflexion en vue de l'élaboration
des arrêtés royaux.
Malgré les observations que j'ai
formulées, je me réjouis de
constater que le ministre
s'interroge sur les structures
existantes et qu'il souhaite
améliorer les procédures en
matière de sécurité civile.
20.13
Paul Tant
(CD&V): Dat is een bijna literair einde.
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
48
20.14
Geert Versnick
(VLD): Inderdaad.
20.15
Paul Tant
(CD&V): Een bijna litterair einde. Maar anderzijds
kan u niet naast het volgende. U hebt zelf verwezen naar de
doelstelling die de wet nastreeft. Die wet vult die doelstelling echter
zelf niet in. Het is een kaderwet, zegt u. U moet dan toch goed weten
dat, zelfs wat de essentie betreft, de principiële
bevoegdheidsverdeling tussen de Civiele Bescherming en de
brandweer, niets nieuws wordt aangereikt. Er wordt doodeenvoudig
verwezen naar een koninklijk besluit. Ik dacht dat het Parlement iets
meer ambities mocht hebben dan dat, voor een aangelegenheid die,
in de moeilijke tijden die wij tegenwoordig meemaken, essentieel zou
kunnen blijken te zijn. In die aangelegenheid aan de kant blijven
staan dit is uiteraard wel wat moeilijker wanneer men tot de
meerderheid behoort, mijnheer Versnick lijkt mij zelfs niet wijs te
zijn, ongeacht de politieke opportuniteit.
20.15
Paul Tant
(CD&V): Cette
loi ne répond pas aux objectifs. Il
s'agit avant de régler la répartition
des compétences entre la
protection civile et les services
d'incendie. Or, cette loi n'apporte
aucun élément nouveau dans ce
cadre. Il est simplement fait
référence à un arrêté royal.
20.16
Geert Versnick
(VLD): Mijnheer Tant, u weet dat Rome ook
niet op één dag is gebouwd. Ik heb zeer duidelijk aangegeven dat er
een aantal goede intenties zijn die hieraan ten grondslag liggen en
dat we in de goede richting aan het evolueren zijn. Er zal veel
afhangen van de invulling van de besluiten. Mijnheer Tant, wij
verschillen wat dat betreft natuurlijk van mening op dit ogenblik.
Ik heb u hier zeer vaak op het spreekgestoelte weten staan, toen het
nog niet verhoogd was. U zei toen dat in het wetsontwerp elementen
staan die de regering moet invullen en dat u het volle vertrouwen in
de regering had dat ze dat op een goede manier zou doen. Ik heb u
dat hier vaak horen vertellen. Het spreekgestoelte was toen nog wel
iets lager. Dat was in de tijd dat u fractieleider was van een
meerderheidspartij. Het was weliswaar op een lager niveau.
Ik heb er ook vertrouwen in dat de regering een en ander op een
verstandige manier zal invullen en dat het zal gebeuren in de zin
zoals ik heb aangegeven in mijn uiteenzetting.
20.16
Geert Versnick
(VLD): Il
s'agit d'une loi cadre et de
nombreux éléments dépendront
des arrêtés royaux. Lorsque M.
Tant était membre de la majorité,
il tenait exactement le même
discours que moi, à savoir qu'il
faisait confiance au
gouvernement. Je n'ai donc aucun
doute en ce qui concerne le
contenu des arrêtés royaux que
mon gouvernement prendra.
De
voorzitter
: Mijnheer Hendrickx, ik weet dat u dat dossier van dichtbij volgt.
20.17
Marcel Hendrickx
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij volgen
het al een paar jaar. Ik hoor de heer Versnick zeggen dat hij de
invulling van nabij zal volgen.
Mijnheer Versnick, op dit ogenblik circuleren er al minstens een
viertal ontwerpen van koninklijk besluit. Onder andere is er een
ontwerp in verband met de vorming. Volgens de minister is dat
ontwerp besproken in werkgroepen. Er is inderdaad een werkgroep
Vorming, die een aantal keer is bijeengekomen, maar zonder
consensus is afgerond. Zijn werking werd daarentegen zelfs in totaal
"onakkoord" gestopt.
Het ontwerp van koninklijk besluit ligt op dit ogenblik voor. Het zal
door de minister waarschijnlijk tegen 15 maart 2003, zoals hij
gisteren in de commissie heeft gezegd, worden gepubliceerd. Met die
gang van zaken gaan de beroepsfederaties niet akkoord. Ze hebben
er tal van kritieken op. Op dit ogenblik kan men dus al zeggen dat de
invulling niet goed zal zijn en dat er heel wat commentaren op zullen
komen.
20.17
Marcel Hendrickx
(CD&V): Quatre projets d'arrêtés
royaux circulent déjà, notamment
un qui concerne la formation. Le
groupe de travail qui s'est penché
sur cette question n'a pas abouti à
un consensus. Alors que la
fédération professionnelle n'est
pas d'accord, le ministre
procédera quand même à la
publication de l'arrêté royal d'ici
au 15 mars. Il y a donc déjà un
problème et il en va de même
pour les autres arrêtés royaux. Le
ministre se fonde sur des groupes
de travail qui ne se sont souvent
même pas réunis.
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
49
Dat is niet alleen het geval met dat bewuste ontwerp van koninklijk
besluit. Er zijn ook nog verschillende andere ontwerpen, waarmee de
beroepsfederatie niet akkoord gaat. De ministers steunt zich ook voor
die andere ontwerpen op werkgroepen, die soms niet eens zijn
bijeengekomen.
U zou dus eigenlijk moeten zeggen dat we de invulling niet zullen
afwachten. U weet immers nu al dat de invulling slecht zal zijn en
door de basis niet zal worden aanvaard.
20.18
Geert Versnick
(VLD): Mijnheer de voorzitter, in tegenstrijd
tot de heer Hendrickx ben ik een niet-dogmatisch denker. Ik
beoordeel niet op ontwerpen die circuleren en waar men probeert
wind rond te zaaien. Ik oordeel op basis van genomen besluiten. Op
het ogenblik dat de besluiten zullen genomen zijn, zal er kunnen
geëvalueerd worden of het inderdaad in de goede richting gaat of
niet. Ik, mijnheer Hendrickx, heb in tegenstelling tot u het volle
vertrouwen in de regering.
20.18
Geert Versnick
(VLD): A
l'inverse de M. Hendrickx, je ne
suis pas un penseur dogmatique.
Je ne me prononce qu'à partir du
moment où les arrêtés sont pris.
Je fais confiance au
gouvernement.
20.19
Antoine Duquesne
, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, le projet de loi qui est soumis à vos délibérations a un
objet limité mais certainement important, spécialement dans le
contexte actuel, dans la mesure où il rend obligatoire l'établissement
de plans d'urgence dans toutes les communes, au-delà de ce qui est
déjà requis dans le secteur Seveso, dans le domaine nucléaire, ou
au-delà de ce qui existe déjà dans près de trois quarts des
communes du Royaume. Il faut, en la matière, que toutes les
communes soient dotées d'un plan d'urgence pour pouvoir faire face
à toutes les menaces qui existent à l'heure actuelle. Compte tenu des
tensions qui existent au plan international, il faut reconnaître qu'elles
ne sont pas limitées à des catastrophes naturelles. Il est, dès lors,
très urgent que ces plans existent partout et qu'ils soient élaborés
dans l'ordre et la méthode, l'harmonisation des terminologies, le
cadre, les moyens, avec l'exercice d'une tutelle d'approbation et,
finalement, la consécration par l'arrêté royal.
Bien entendu, on devra encore améliorer dans l'avenir tous les plans
d'urgence en tenant compte, notamment, des analyses de risque qui
sont en cours. Cela est vrai non seulement pour les plans d'urgence
qui seront établis demain mais encore pour réviser ceux qui existent
à l'heure actuelle.
Ensuite, on met de l'ordre dans la répartition des compétences entre
les services de pompiers et la protection civile. Monsieur Versnick,
j'aurais volontiers modifié l'intitulé de la loi, en parlant de service civil
de sécurité mais pour l'instant, la terminologie est "protection civile"
pour couvrir l'ensemble de la matière et si nous avions procédé de
cette manière, nous aurions créé une perturbation dans
l'interprétation de tous les textes existants, qui ont été pris en vertu
de la loi de 1963.
Pour y arriver, nous nous sommes livrés à une concertation poussée
avec tous les intéressés, tous les partenaires qui ont marqué leur
accord. Je vous vois encore, monsieur Hendrickx, venir en
commission parler de l'arrêté que j'allais signer, un projet d'arrêté que
je n'avais jamais vu, que mon cabinet ignorait, que mon
administration ignorait également et qui, de surcroît, était très mal
20.19
Minister
Antoine
Duquesne
: Voorliggend ontwerp
heeft een beperkte strekking,
maar is niettemin belangrijk,
omdat het alle gemeenten ertoe
verplicht rampenplannen op te
stellen teneinde het hoofd te
kunnen bieden aan alle mogelijke
dreigingen, die niet beperkt zijn tot
natuurrampen. Uiteraard zullen
alle rampenplannen in de
toekomst nog moeten worden
verbeterd, rekening houdend met
de evaluaties.
Bovendien werd de verdeling van
de bevoegdheden tussen de
brandweer en de civiele
bescherming beter afgebakend. Ik
had graag de benaming "civiele
veiligheidsdiensten" willen
gebruiken, maar dat zou
verwarring hebben gezaaid met
de terminologie van de wet van
1963.
De verdeling waartoe ik zal
overgaan zal sporen met de tekst
van het ontwerp-koninklijk besluit
dat ik in de commissie heb
ingediend.
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
50
fait. Je ne l'aurais certainement pas signé s'il m'avait été présenté de
cette façon.
Cela signifie que vous pouvez certainement trouver ici ou là sur le
territoire du Royaume l'un ou l'autre qui n'est pas satisfait, qui a une
autre vision des choses. En tout cas, je confirme de la manière la
plus formelle que la répartition que je vais opérer dès que la loi sera
votée sera conforme au projet d'arrêté que j'ai déposé en
commission, qui est le fruit d'une concertation approfondie avec les
principaux intéressés. Ce projet distingue d'une part la première
ligne, qui est le travail des pompiers qui peuvent de plus en plus et
de mieux en mieux y faire face, et la deuxième ligne qui est réservée
à la protection civile. Celle-ci vient soit en appui lorsqu'il y a une
insuffisance d'effectifs soit quand se posent des problèmes
techniques particuliers que la protection civile est mieux à même
d'appréhender.
20.20
Marcel Hendrickx
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, de
minister zegt hier nogmaals en ik wil hem geloven dat hij niet
achter de tekst van dat ontwerp van koninklijk besluit staat dat
nochtans volgens de geijkte formule en volgens de klassieke
voorwaarden was opgesteld en dus ergens vanuit een administratie
moest komen want ik heb het zelf niet gemaakt. Ik wil de minister
dus vragen of het zijn houding is dat hij niet gaat naar één zone per
provincie zoals het in het ontwerp van koninklijk besluit stond dat ik
heb voorgelegd.
20.20
Marcel Hendrickx
(CD&V): Le ministre dit ne pas
être d'accord avec le projet
d'arrêté royal. On ne va donc pas
instaurer une seule zone par
province?
De
voorzitter
: Mijnheer Tant, u hebt dezelfde vraag?
20.21
Paul Tant
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil dit eigenlijk
wat uitbreiden. De minister heeft het altijd zo voorgesteld dat er
overlegd was over de koninklijke besluiten die hij in petto heeft met
de representatieve brandweerorganisaties. Hij verwijst naar
werkgroepen die hij heeft opgericht. Sommige van die werkgroepen
en de minister moet mij tegenspreken als ik overdrijf zijn één keer
en nadien niet meer samengekomen. In geen enkele werkgroep is
men ooit tot een consensus gekomen. Dan verwijst u wat het overleg
betreft naar dit systeem dat eigenlijk louter en alleen heeft moeten
dienen om u een alibi te verschaffen. Deze werkgroepen hebben niet
gewerkt. Vandaar trouwens de reacties van onder meer de Belgische
Brandweerfederatie die terecht haar beklag doet over het feit en
daar hebt u geschiedenis geschreven, mijnheer de minister dat u
met hen niet overlegd hebt. Ik betreur dat.
20.21
Paul Tant
(CD&V): Le
ministre a toujours présenté les
choses comme si les arrêtés
royaux étaient élaborés en
concertation avec les secteurs
concernés. En réalité, rien n'est
moins vrai! Le ministre utilise les
groupes de travail comme un
alibi. Aucun des groupes de travail
s'ils se sont déjà réunis n'est
jamais parvenu à un consensus.
La réaction de la fédération des
corps des sapeurs-pompiers est
donc fondée. Il n'ont pas participé
à une concertation.
20.22
Antoine Duquesne
, ministre: Je répondrai à M. Tant le
moment venu. Mais permettez-moi d'achever la présentation de ce
qui devrait normalement faire l'objet de nos discussions, c'est-à-dire
un projet dont l'objet est limité et qui concernait, d'une part, les plans
d'urgence et, d'autre part, la répartition des tâches entre les pompiers
et la protection civile.
Je vous dis qu'il n'y aura pas d'autre arrêté que celui dont j'ai
présenté le projet en commission, sauf si le gouvernement devait en
décider autrement. En effet, aussi bien pour rassurer que pour
garantir qu'aucune initiative intempestive ne sera prise, j'ai accepté
un amendement stipulant que cet arrêté royal sera délibéré en
20.22
Minister
Antoine
Duquesne
: De strekking van het
ontwerp is beperkt. Er komt geen
ander besluit dan datgene
waarvan ik het ontwerp in de
commissie heb voorgesteld, tenzij
de regering daar anders over
beslist. Ik heb immers een
amendement aanvaard dat in de
Ministerraad zal worden
besproken.
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
51
Conseil des ministres.
Je voudrais quand même que l'on ait l'honnêteté de reconnaître que
ce projet va assurer une plus grande sécurité juridique dans le
fonctionnement des services. Vous savez aussi bien que moi que,
pour l'instant, tout cela est réglé par une simple circulaire que j'aurais
pu, si je l'avais voulu, modifier dans le secret de mon bureau. Les
choses sont claires, transparentes et il faut vraiment être mal
intentionné pour y voir malice.
Pour le surplus ...
De tekst brengt meer
rechtszekerheid binnen de
diensten. Ik had ook
binnenskamers kunnen werken,
via een rondzendbrief, maar alles
is in alle openheid gebeurd.
20.23
Paul Tant
(CD&V): ...
20.24
Antoine Duquesne
, ministre: Mais monsieur Tant, je sais! Je
vous ai écouté patiemment, pourtant c'est la troisième fois en trois
mois au moins que vous tenez le même discours. A l'occasion
d'un projet de loi, qui est un projet limité, vous relancez une
discussion générale déjà tenue, dans le cadre de la présentation du
budget 2003, sur la totalité des problèmes posés au niveau de ce que
l'on appelle toujours, et jusqu'à nouvel ordre, la sécurité civile.
Monsieur Tant, vous m'avez entendu souvent en commission. En
tant que président, vous savez combien je suis sollicité par des
questions ou interpellations en la matière et spécialement de M.
Hendrickx. J'ai donc eu l'occasion de répondre précisément à toutes
ces questions que vous avez, une fois de plus, évoquées ici
aujourd'hui, probablement avec des intentions politiques que je ne
peux pas vous reprocher , peut-être même des intentions
politiciennes. Mais permettez-moi de vous dire qu'en matière de
sécurité, ce n'est pas une affaire de majorité ou d'opposition. Nous
devons chercher, ensemble, à améliorer le dispositif devant garantir
plus de sécurité à la population.
Il est vrai que la sécurité civile en général a besoin d'une réforme
fondamentale. Je crois qu'il faut le faire en prenant beaucoup de
précautions. Pour ma part, j'ai réuni c'est vrai un grand nombre
de groupes de travail, associant tous ceux qui étaient intéressés par
cette réforme et spécialement les hommes de terrain. On a en effet
préparé un "livre blanc" traitant de tous les problèmes: de la
structure, de la nécessité d'organiser ces services au plan local,
d'avoir un niveau déconcentré de coordination et, bien sûr, d'avoir
également une organisation centralisée pour faire face aux besoins
majeurs ou aux risques majeurs que nous pourrions être amenés à
affronter dans cette société. Nous avons aussi à cette occasion,
monsieur Smets, abordé le problème du financement.
20.24
Minister
Antoine
Duquesne
: Naar aanleiding van
een zeer beperkt ontwerp, begint
u eens te meer de discussie over
de hele problematiek van de
civiele bescherming, mijnheer
Tant. U bent zo al maanden bezig.
Het klopt dat de civiele
bescherming nood heeft aan een
grondige hervorming. Daarbij
zullen we met de nodige
omzichtigheid te werk moeten
gaan. Ik heb heel wat
werkgroepen opgericht waarin de
betrokken actoren
vertegenwoordigd zijn.
Wij hebben een Witboek
voorbereid, waarin alle
problemen, zowel structurele als
statutaire, aan bod komen en bij
die gelegenheid hebben we ook
het financieringsprobleem
aangekaart.
20.25
Paul Tant
(CD&V): ...
Le
président
: Laissez le ministre terminer son raisonnement, monsieur Tant.
20.26
Antoine Duquesne
, ministre: M. Tant est un habitué de cette
technique. Monsieur Tant, en quatre années de commission, si vous
aviez dû me démoraliser, il y a longtemps que vous y seriez arrivé.
Mais plus je vous entends, plus ma détermination augmente.
20.26
Antoine Duquesne
,
ministre: Mijnheer Tant, met u
waren die problemen blijkbaar al
lang van de baan geweest
Persoonlijk feit
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
52
Fait personnel
20.27
Paul Tant
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik eis het woord
voor een persoonlijk feit.
Een parlementslid dat nog de moeite neemt om de bespreking aan te
gaan met een minister wordt er doodeenvoudig van beschuldigd
kwade bedoelingen te hebben. Ik begin dat te begrijpen, mijnheer de
voorzitter. Het ontwerp dat de minister indient, is noch min, noch
meer een ontwerp dat een bijzondere macht aan de Koning wil geven
om dat te regelen wat het pretendeert te regelen. Dan zou men het
ons nog kwalijk nemen dat we deze gelegenheid aangrijpen om met
de minister van gedachten te wisselen over de concrete werking van
de diensten waarvoor hij verantwoordelijk is. Ik denk dat dit onze
taak is, mijnheer de minister. Wij moeten deze gelegenheid grijpen
om kritiek te uiten of een positieve evaluatie uit te spreken over
datgene wat tot uw bevoegdheid behoort. Ik doe niet anders.
Antwoord eens op de vragen! Als u zegt dat u in de commissie en in
de plenaire vergadering voortdurend wordt geconfronteerd met
lastige parlementsleden dan is dat voor een groot stuk het gevolg
van het feit dat u zich beperkt tot moraliserende opmerkingen en
nooit antwoordt op vragen. Zeg mij eens hoeveel werkgroepen u hebt
geïnstalleerd.
20.27
Paul Tant
(CD&V):
Lorsqu'un parlementaire se met à
discuter avec un ministre, on lui
attribue automatiquement des
intentions malveillantes. Cela dit,
le présent projet confère au Roi
des pouvoirs particuliers. Dans ce
cas, n'est-il pas normal que le
parlementaire que je suis veuille
débattre avec le ministre de sa
compétence?
Le ministre se plaint des questions
dérangeantes que lui posent les
membres de la commission. Mais
ces questions sont
essentiellement induites par
l'attitude du ministre lui-même qui
refuse de répondre aux questions
et se borne à débiter des lieux
communs moralisateurs.
20.28
Antoine Duquesne
, ministre: J'ai répondu je ne sais combien
de fois en commission, monsieur Tant.
20.29
Paul Tant
(CD&V): Hoeveel van die werkgroepen hebben
conclusies geformuleerd, mijnheer de minister? Ik heb het dan nog
niet over hoeveel er een consensusstandpunt hebben bereikt. Dit zou
nochtans een goede gewoonte zijn, nietwaar.
20.29
Paul Tant
(CD&V):
Combien de groupes de travail le
ministre a-t-il mis en place?
Combien d'entre eux sont
parvenus à des conclusions?
De
voorzitter
: Laat de minister eens antwoorden, mijnheer Tant, u zult misschien nog iets vernemen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20.30
Antoine Duquesne
, ministre: Monsieur Tant, six groupes de
travail ont abouti à des conclusions qui se retrouveront dans un "livre
blanc" que je remettrai au prochain formateur.
Effectivement, j'ai voté la réforme des polices quand j'étais dans
l'opposition et j'ai travaillé pendant quatre ans pour alimenter des
dossiers en vue de permettre d'améliorer, demain, la sécurité civile
pour la population. C'est ainsi que je travaille! C'est la raison pour
laquelle je ne suis pas un partisan d'un certain cinéma auquel
j'assiste bien souvent ici en séance publique!
Mijnheer de volksvertegenwoordiger, er waren er zes.
Je l'ai répété je ne sais combien de fois en commission, mais il n'y a
pire sourd que celui qui ne veut entendre! Vous prétendez qu'il
s'agirait dans ce projet de loi d'une loi de pouvoirs spéciaux! Soit
vous ne l'avez pas lu, soit vous ne l'avez pas compris, soit encore,
en termes parlementaires, vous dites le contraire de la vérité, parce
20.30
Minister
Antoine
Duquesne
: De conclusies van de
werkzaamheden van de zes
werkgroepen werden opgenomen
in het Witboek dat ik aan de
volgende formateur zal
overhandigen. Ik werk al van voor
ik minister ben aan de
politiehervorming en gedurende
de voorbije vier jaar heb ik
dossiers voor de toekomst
klaargestoomd. Ik doe niet mee
aan het spel dat u speelt!
U beweert dat dit wetsontwerp een
manier is om bijzondere machten
in te voeren. Nochtans heb ik in
de commissievergadering het
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
53
que j'ai démontré en commission l'objectif précis de ce projet de loi.
Au-delà de cette réforme fondamentale, un certain nombre de
choses peuvent être faites, très heureusement, par arrêté royal. Cela
relève encore du pouvoir de l'exécutif!
Hier, en commission, j'ai répondu à M. Hendrickx et je crois que
vous étiez toujours présent qu'un arrêté royal ayant trait à la
formation sera publié au mois de mars. Cet arrêté, qui est le résultat
des concertations qui ont eu lieu, ne prévoit aucune centralisation
mais bien le respect des écoles de formation telles qu'elles existent à
l'heure actuelle et une amélioration de la situation sur le plan
qualitatif.
En outre, j'ai pris des mesures et des arrêtés en ce qui concerne le
statut des officiers et la possibilité pour les volontaires de poursuivre
leur carrière dans un cadre professionnel. J'ai aussi amélioré la
situation des pompiers volontaires à maints égards en leur
permettant d'accéder au corps de professionnels. Là aussi, l'arrêté a
suivi avec un consensus général à propos de toute la procédure, y
compris la consultation syndicale.
Certes, on peut se poser des questions quant à l'avenir des
volontaires tels qu'on les conçoit actuellement. Ces personnes, avec
un dévouement exemplaire, interviennent après leur journée de
travail mais quand des incidents se produisent lorsqu'ils sont au
travail, il faut reconnaître que l'on est démuni. Cela signifie qu'il faut
non seulement renforcer le corps des volontaires mais également
réfléchir à de nouvelles formules parmi lesquelles la formule du
travail à temps partiel n'est pas à exclure a priori.
En ce qui concerne le problème du financement, il est vrai que
l'effort fourni par les communes aujourd'hui est maximal et ne
pourrait être que difficilement dépassé. A cet égard, je me réjouis
qu'en Région wallonne, dans le cadre des nouvelles compétences
attribuées aux provinces, on ait décidé de consacrer des moyens
pour l'achat de matériel pour les services d'incendie notamment.
J'ajoute qu'un effort a été fait au plan fédéral, dans le budget 2003,
pour l'achat de matériel mais je reconnais volontiers qu'il est encore
insuffisant. J'ai dit également que l'on devrait envisager de demander
une participation au secteur privé, notamment au secteur des
assurances, parce que l'on demande beaucoup aux pompiers; ceci
permettrait de diminuer le risque et entraînerait des interventions
moins nombreuses des compagnies d'assurance qui pourraient peut-
être, pour ces prestations, apporter une contribution et une
collaboration.
En ce qui concerne les zones, ...
precieze doel ervan toegelicht.
Een bepaald aantal zaken kan
worden geregeld met een
koninklijk besluit. In maart zal een
koninklijk besluit worden
aangenomen over de opleiding.
Dit zal geen decentralisatie van
de scholen tot gevolg hebben,
maar voor een kwalitatieve
verbetering zorgen. Ik heb ook de
toestand van de vrijwillige
brandweerlui verbeterd doordat ze
nu lid van een beroepskorps
kunnen worden. Het koninklijk
besluit is volgens de geijkte
procedure, zonder het
vakbondsoverleg te vergeten, tot
stand gekomen.
Als er zich tijdens de werkuren
van de vrijwilligers een incident
voordoet, is er inderdaad een
gebrek aan manschappen.
Daarom kan de formule van
deeltijdse tewerkstelling niet
worden uitgesloten.
Betreffende de financiering
hebben de gemeenten een
maximale inspanning geleverd,
maar ondanks de bijdragen van
het Waalse Gewest en de
federale staat, zijn er nog steeds
onvoldoende middelen. Wij
overwegen dus de privé-sector en
meer bepaald de verzekeringen te
laten bijspringen.
20.31
André Smets
(cdH): Monsieur le ministre, vous reconnaissez
la persistance d'énormes problèmes au point de vue du financement.
En ce qui me concerne, une chose me gêne énormément.
L'attribution de véhicules et de matériel est une décision prise
province par province ou par groupe de travail, peu importe. Cela
signifie qu'une commune peut attendre dix ans pour avoir un
véhicule et, pendant tout ce temps, rester complètement démunie
face aux réels dangers existants.
20.31
André Smets
(cdH): U
geeft toe dat er enorm veel
financiële problemen blijven
bestaan. Zolang een gemeente op
materiaal of een voertuig moet
wachten, kan ze niet reageren op
eventuele gevaren. Waarom stelt
men geen trekkingsrechten in,
waardoor alle gemeenten op
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
54
Je ne comprendrais pas qu'on n'ait pas le courage de dire qu'on va
créer un fonds de tirage. Cela permettrait de traiter tous les cas de
manière équivalente, en fonction d'un certain nombre de critères.
Cela m'irrite profondément que depuis des années, certaines
communes n'émargent à rien. Je trouve que c'est inadmissible et je
tiens à vous le dire. Si l'on ne crée pas ce droit de tirage, la
commune recevra ou non le véhicule selon le bon vouloir de telle ou
telle influence politique. Derrière tout cela, on trouve des hommes
qui veulent travailler dans de bonnes conditions et qui sont fiers
d'être pompiers volontaires ou professionnels.
gelijke voet behandeld zouden
worden? Sommige gemeenten
vallen al jarenlang uit de boot!
20.32
Antoine Duquesne
, ministre: Il existe des critères mais qui
ne sont pas toujours satisfaisants à tous les égards. Par exemple, le
chiffre de la population est un critère important. Mais dans les zones
à faible densité de population, où le risque existe et où les citoyens
ont droit à la même protection, c'est un critère qui rend
insuffisamment compte de la réalité.
Il est exact que, compte tenu de l'insuffisance des moyens, on doit
parfois attendre trop longtemps. Vous avez parlé de Theux tout à
l'heure où s'est produit le drame que vous savez et où il a fallu deux
ans pour que je puisse aller remettre les clés de la nouvelle
autopompe qui était évidemment bien nécessaire pour faire face aux
risques.
En ce qui concerne les zones, je trouve que c'est une initiative
intéressante qui permet, sur une base volontaire dans l'état actuel
des choses, de voir comment utiliser de manière optimale le
personnel disponible sur l'ensemble d'un territoire. Je n'ai jamais dit
que je croyais que la taille idéale était celle d'une province. Je crois
qu'il faut tenir compte de la réalité. Il faut avoir une approche très
pragmatique. Cela permet également pour les matériels les plus
coûteux, les plus lourds, de décider d'achats en commun. L'opération
est lancée. Ce que j'appelle la maturation signifie qu'il faut pouvoir
en tirer tous les enseignements avant de passer à un stade plus
important, qui sera celui de l'octroi de la personnalité juridique, qui va
finalement organiser de manière systématique, avec un processus
décisionnel interne et propre, le fonctionnement de la zone de police.
Vous m'avez aussi interrogé sur un risque qui n'a rien à voir avec ce
projet mais auquel vous êtes attentif. Il s'agit du tunnel de
Soumagne. Vous m'en avez entretenu en commission et je crois que
votre préoccupation est légitime. Je puis vous dire qu'après avis de
mes services, je suis intervenu auprès du ministre de la Mobilité,
Mme Durant, pour relayer vos inquiétudes et je crois qu'une
concertation entre nous est absolument indispensable.
Voilà, monsieur le président, l'essentiel des réponses que je voulais
faire autour et alentour de ce projet de loi qui est en effet important
et urgent dans chacune de ses dispositions, mais spécialement en ce
qui concerne les plans d'urgence.
20.32
Minister
Antoine
Duquesne
: Er zijn bepaalde
criteria voor de toekenning van
voertuigen en materiaal, maar die
criteria geven niet altijd
voldoening. Zo is het criterium
van het bevolkingscijfer geen
goed criterium bij een geringe
bevolkingsdichtheid.
Wat de zones betreft, kunnen er
op vrijwillige basis interessante
demarches gedaan worden met
het oog op een optimale inzet van
het personeel op het grondgebied,
in het kader van een
pragmatische aanpak.
Voor het zwaarste en duurste
materiaal wordt gekeken hoe een
en ander concreet
gemeenschappelijk kan worden
gebruikt. Daarna volgt een
belangrijker stadium, namelijk de
toekenning van de
rechtspersoonlijkheid voor de
werking van de zone.
Wat de tunnel van Soumagne
betreft, heb ik mevrouw Durant
kond gedaan van uw
bekommernis. Wij moeten overleg
plegen.
20.33
Paul Tant
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, voor de collega's
die misschien de tekst nog niet zouden bekeken hebben en het
verslag nog niet gelezen, en die nog zouden twijfelen of hier nu ja
dan nee een bevoegdheidsoverdracht plaatsheeft van de kant van de
wetgever naar de uitvoerende macht, letterlijk, naar de Koning, raad
20.33
Paul Tant
(CD&V): Pour
ceux qui en doutaient encore, ce
projet de loi instaure bel et bien un
transfert de compétence du
législatif vers l'exécutif: le texte
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
55
ik de lezing aan van de aanhef van het verslag en van de inleidende
uiteenzetting van de minister. Mijnheer de voorzitter, ik denk dat die
tekst voldoende klaar is. Daar staat dat "...anderzijds de Koning moet
gemachtigd worden de taken van de openbare brandweerdiensten en
die van de Civiele Bescherming te bepalen". Als dat geen
opdrachtwet is die geen bijzondere bevoegdheid geeft aan de
Koning, dan begrijp ik er niets van.
Trouwens, de goedgekeurde tekst van paragraaf 2 van artikel 2,
mijnheer de minister, luidt: "De Koning bepaalt bij een besluit
vastgelegd, enzovoort, de opdrachten respectievelijk uitgevoerd door
...krachtens, enzovoort". Zelfs dat, mijnheer de minister, komt nog
niet in de wet voor. Ook voor de respectieve opdracht van de een en
de ander verwijst u naar de Koning.
Mijnheer de minister, u moet mij dat niet kwalijk nemen. We zijn op
het einde van de legislatuur. Het is, denk ik, normaal dat door de
oppositie een poging ondernomen wordt om een balans op te maken
van uw beleid, ook op dit vlak. Mijnheer de voorzitter, ik kan niet
anders zeggen dan dat de brandweermensen en dan vooral de
vrijwilligers die met veel idealisme de verantwoordelijkheid opnemen
voor gevaarlijke situaties waarin medeburgers zich bevinden, het
gevoel hebben terecht! door u in de kou te zijn gelaten. U heeft
niets gedaan om hun statuut te regelen, laat staan te verbeteren. U
bent ook niet in staat, mijnheer de minister, om concrete besluiten te
trekken uit het overleg dat u hebt geprobeerd te organiseren. Het is
puur en alleen bij proberen gebleven. Ik betreur dat. Deze mensen,
die de besten in de samenleving uitmaken, hadden beter verdiend.
stipule explicitement que le Roi
doit être habilité à fixer les
missions des services d'incendie
et de la protection civile. Voilà le
parfait exemple d'une loi
d'habilitation!
La fédération des services
d'incendie a toutes raisons d'être
déçue par le ministre Duquesne :
le statut des services n'est pas
réglé et la concertation n'a abouti
à aucun résultat.
De
voorzitter
:
Vraagt nog iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole?
(Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2183/5)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)
(2183/5)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 4 (n)
- 4: Marcel Hendrickx, Paul Tant (2183/2)
De
voorzitter
: Mijnheer Tant, u hebt het woord voor het verdedigen van uw amendement tot invoeging
van een nieuw artikel 4.
20.34
Paul Tant
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, in de meeste 20.34
Paul Tant
(CD&V): Il
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
56
provincies bestaan reeds brandweerzones en
samenwerkingsinstanties tussen de verschillende korpsen. Het grote
probleem is de werking ervan. Moeten zij een eigen
rechtspersoonlijkheid hebben? Zonder een eigen
rechtspersoonlijkheid zijn zij immers tot inactiviteit veroordeeld,
omdat zij voor het minste dat ze willen aanschaffen verplicht zijn elke
gemeenteraad afzonderlijk daarover te laten beslissen. Mijnheer de
voorzitter, ik kan niet begrijpen waarom hier niet van de gelegenheid
wordt gebruikgemaakt om dit kleine aspect van puur praktische aard,
te regelen. Zelfs dat is blijkbaar te veel gevraagd.
existe dans la plupart des
provinces des zones de services
d'incendie et des organes chargés
de la coopération entre les
différents corps. La répartition du
territoire en zones de secours
nécessite une concertation avec
les villes et communes. Or, une
telle concertation
n'est pas
possible si ces zones de secours
n'ont pas la personnalité juridique.
Pourquoi ne saisit-on pas cette
occasion pour enfin éliminer ce
petit obstacle pratique? Notre
amendement vise à régler cet
aspect purement pratique.
De
voorzitter
: De drie artikelen van het wetsontwerp nr. 2183/5 zijn aangenomen. Over het amendement
tot invoeging van een nieuw artikel 4 zal ik in de loop van deze vergadering laten stemmen.
De stemming over het amendement wordt aangehouden.
Le vote sur l`amendement est réservé.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement en over het
geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement réservé ainsi que sur l'ensemble aura lieu
ultérieurement.
21 Wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 38bis, 51bis en 59 van de wet van 3 juli 1978
betreffende de arbeidsovereenkomsten (2212/1 en 2)
21 Projet de loi modifiant les articles 38bis, 51bis et 59 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux
contrats de travail (2212/1 et 2)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Le
président
: Mme la vice-première ministre s'est fait remplacer par le ministre Louis Michel.
21.01
Bernard Baille
, rapporteur: Monsieur le président, monsieur
le vice-premier ministre, chers collègues, le projet qui vous est
soumis cet après-midi comporte six articles modifiant effectivement
le contrat de travail. Vous m'excuserez si je n'ai pas pris de notes, j'ai
coché certains points particuliers du rapport écrit. Disons que
l'essentiel de notre projet vise l'égalité entre les travailleurs
contractuels du secteur privé et ceux du secteur public.
Dans son introduction, la ministre a clairement mis l'accent sur cet
aspect des choses. En effet, certaines anomalies, plus
particulièrement dues à la loi du 14 décembre 2000, ont été mises en
évidence. La réduction et l'aménagement du temps de travail ont
entraîné des inégalités entre les différents travailleurs.
21.01
Bernard Baille
rapporteur: Dit wetsontwerp bevat
6 artikelen die wijzigingen
aanbrengen in de
arbeidsovereenkomst. De
bedoeling ervan is tot een gelijke
behandeling te komen van de
contractuele werknemers in de
openbare en de privé-sector. Ik
beperk me tot enkele
opmerkingen. Door de wet van 14
december 2000 waren er enkele
anomalieën ontstaan. De wijziging
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
57
La seconde partie du projet portait sur l'article 59 de la loi du 3 juillet
1978 qui remodelait les préavis pour les travailleurs ouvriers. Dans la
discussion qui a suivi la présentation par Mme la ministre, cette
dernière n'a pas voulu intervenir dans le dialogue social entre les
différents interlocuteurs sociaux. Ce fut la meilleure méthode choisie,
notamment pour faire appel au comité A, le comité regroupant
l'ensemble des services publics et le comité de négociation des
services de police.
Plusieurs intervenants ont débattu sur des sujets un peu plus
techniques. Un membre de l'opposition a soulevé la remarque du
Conseil d'Etat qui estime que le procédé utilisé ne garantissait pas
juridiquement toute la légalité.
Les autres interventions étaient plutôt d'ordre technique. Le président
de notre commission a quand même souligné, ainsi que votre
serviteur, que le nombre de contractuels augmentait de plus en plus
dans l'ensemble de la fonction publique, que c'était un élément
extrêmement important et que, par cette loi, nous essayons
d'atteindre l'objectif d'égalité entre les différents contractuels.
Par la suite, la ministre de l'Emploi et du Travail a reconnu que la
forme utilisée n'était pas, d'un point de vue juridique, la plus
"sécurisable". En effet, si la Convention collective de travail de '75
était modifiée, une inégalité pouvait malgré tout subsister. Bien
entendu, tous se sont accordés pour dire qu'une méthode devait être
trouvée pour continuer à réfléchir sur l'égalité à long terme de
l'ensemble des travailleurs.
Hormis l'article 4 auquel des aménagements et des corrections
techniques ont été apportés, l'ensemble du projet a été adopté à
l'unanimité.
Monsieur le président, j'interviendrai à présent à titre personnel. C'est
une bonne initiative de la part du gouvernement de vouloir que les
travailleurs soient considérés sur un pied d'égalité. Toutefois,
permettez-moi, monsieur le ministre, d'attirer l'attention de cette
assemblée sur un aspect auquel votre serviteur est sensible depuis
de nombreuses années, à savoir l'ensemble de la fonction publique.
Malheureusement, les services de Mme la vice-première ministre
n'ont pas pu me fournir les chiffres mais j'ai fait quelques petites
recherches et je tiens à attirer votre attention sur des pourcentages
qui me semblent extrêmement importants.
Nous avons parlé de contractuels pendant le débat sur ce projet de
loi et il me semble que certains chiffres ont tout leur poids.
Premier chiffre, les contractuels dans l'ensemble des services
publics. La règle générale veut que nous employions du personnel
statutaire. Et bien mes chers amis, mes chers collègues, voici quel
est le pourcentage de contractuels dans certains services publics. Le
record de contractuels est détenu par la Région de Bruxelles-capitale
qui emploie 73% de contractuels. Les seconds pouvoirs publics qui
arrivent en tête de peloton, ce sont l'ensemble de nos CPAS avec
64% de contractuels et, enfin, nous trouvons 53% de contractuels
dans les communes. Au sein des pouvoirs publics fédéraux, nous
van artikel 59 van de wet van 3
juli 1978 stelt een einde aan een
ongelijke behandeling. De minister
wilde niet optreden tijdens de
onderhandelingen met de
vakbonden in comité A. Het
percentage contractuele
werknemers in overheidsdienst
gaat in stijgende lijn. Indien de
collectieve arbeidsovereenkomst
75 wordt gewijzigd, ontstaat er
een ongelijkheid. Men moet een
manier vinden om op lange
termijn tot een gelijke behandeling
te komen. Het ontwerp werd, met
uitzondering van artikel 4,
eenparig aangenomen.
Doordat ik persoonlijk
onderzoekswerk heb verricht, kan
ik een paar cijfers geven over het
aantal contractuele werknemers:
73% in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, 64% in de
OCMW's, 53% in de gemeenten.
Het stijgend aantal contractuele
werknemers dreigt de
onafhankelijkheid en de relevantie
van het openbaar ambt in het
gedrang te brengen.
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
58
avons une moyenne de 21%.
Mes chers collègues, je trouve qu'il est important de souligner cet
élément dans le débat. Je vous invite les uns et les autres, peut-être
dans la prochaine législature, à réfléchir à la problématique de
l'ensemble de la fonction publique. Vous devez savoir qu'une
contractualisation de la fonction publique nous amène finalement à
ne plus avoir une fonction publique digne de ce nom mais des gens
sous contrat, qui subiront la pression de différents pouvoirs, de
différents éléments. De ce fait, la fonction publique risque de perdre
sa pertinence et son caractère de service à la population.
Voilà ce que je voulais vous dire en complément de mon rapport.
Mes chers collègues, monsieur le vice-premier ministre, je tiens à
vous remercier de votre attention.
De
voorzitter
:
Vraagt nog iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole?
(Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2212/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)
(2212/1)
Het wetsontwerp telt 6 artikelen.
Le projet de loi compte 6 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 6 met tekstverbeteringen worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 6 avec correction des textes sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
22 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 december 2002 tot oprichting van het Instituut
voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (2247/1 en 2)
22 Projet de loi modifiant la loi du 16 décembre 2002 portant création de l'Institut pour l'égalité des
femmes et des hommes (2247/1 et 2)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
22.01
Maggie De Block
, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, het was
een louter technische aangelegenheid. Ik verwijs dus naar het
22.01
Maggie De Block
,
rapporteur: Je renvoie à mon
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
59
schriftelijk verslag.
rapport écrit. Il s'agit d'une
question d'ordre purement
technique.
De
voorzitter
:
Vraagt iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole?
(Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2247/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)
(2247/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
23 Wetsontwerp betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de
informatiemaatschappij (2100/1 tot 6)
- Wetsvoorstel van mevrouw Frieda Brepoels en de heer Geert Bourgeois tot wijziging van de wet
van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de
consument (1369/1 en 2)
23 Projet de loi sur certains aspects juridiques des services de la société de l'information (2100/1 à
6)
- Proposition de loi de Mme Frieda Brepoels et M. Geert Bourgeois modifiant la loi du
14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l'information et la protection du
consommateur (1369/1 et 2)
Het wetsontwerp regelt aangelegenheden bedoeld in de artikelen 77 en 78 van de Grondwet
Le projet de loi règle des matières visées aux articles 77 et 78 de la Constitution.
Overeenkomstig artikel 62, 2, lid 2, van het Reglement worden de bepalingen die ressorteren onder
artikel 77 van de Grondwet uit het wetsontwerp gelicht.
Conformément à l'article 62, 2, alinéa 2, du Règlement, les dispositions relevant de l'article 77 de la
Constitution sont disjointes du projet de loi.
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
De heer Arnold Van Aperen, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
60
Vraagt nog iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole?
(Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 2100/4 (aangelegenheid bedoeld in
artikel 78 van de Grondwet). De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking.
(Rgt 66,4)
(2100/4)
Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 2100/4 (matière visée à l'article 78 de la
Constitution). Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 66,4)
(2100/4)
Het wetsontwerp telt 30 artikelen.
Le projet de loi compte 30 articles.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 14
- 3: Frieda Brepoels (2100/6)
De artikelen 1 tot 13 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 13 sont adoptés article par article.
Op artikel 14 heeft mevrouw Brepoels een amendement ingediend dat §1, tweede lid doet vervallen. U
hebt het woord voor de verdediging van uw amendement.
23.01
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, wij hebben
tijdens de bespreking aan de minister gevraagd welke
uitzonderingsgronden hij mogelijk zou voorstellen op het verbod wat
het gebruik van elektronische post voor reclame betreft. In dat artikel
wordt bepaald dat op gezamenlijke voordracht van de ministers van
Justitie en Economische Zaken uitzonderingen kunnen worden
toegestaan op dat verbod.
Wij hadden natuurlijk liever gezien dat men principieel gekozen zou
hebben voor het opt-in-principe en dat men dus geen uitzonderingen
hierop zou toestaan. Indien men uitzonderingen wil toestaan, dan zou
het logischer zijn geweest dat men die ook in de wet had
opgenomen, zodat wij in het Parlement duidelijk zouden weten wat
de bedoelingen van de minister zijn.
Hij heeft in het verslag laten opnemen dat het hier zou kunnen gaan
over een toelating om aan regelmatige klanten van de dienstverlener
wel elektronische berichten te laten versturen, maar dat kunnen wij in
feite niet opmaken uit de bepaling in het huidige artikel 14. Vandaar
dat ik wil voorstellen om het tweede deel van artikel 14 te schrappen
en heel duidelijk te opteren voor het opt-in-systeem, dat inhoudt dat
er geen ongevraagde e-mail reclame mag worden verstuurd, tenzij
op uitdrukkelijk verzoek van de geadresseerde, om aldus de
uitzonderingen op dit verbod onmogelijk te maken.
23.01
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Le premier alinéa de l'article 14
opte pour le système "opt-in", ce
qui signifie que la publicité par
courrier électronique ne peut être
envoyée qu'à la demande
expresse du destinataire. Dans le
deuxième alinéa, ce principe est
affaibli par certaines exceptions.
Celles-ci ne sont toutefois pas
spécifiées, elles pourront donc
éventuellement être nombreuses.
En supprimant le deuxième
alinéa, nous voulons nous
prononcer résolument en faveur
d'une interdiction.
De
voorzitter
: Mevrouw Brepoels, in de verantwoording wordt duidelijk toegelicht wat u de Kamer
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
61
voorlegt.
Ik houd de stemming over het artikel en het amendement aan.
- De artikelen 15 tot 30 worden artikel per artikel aangenomen.
- Les articles 15 à 30 sont adoptés article par article.
De stemming over het amendement en artikel 14 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 14 est réservé.
De artikelen 1 tot 13 en 15 tot 30 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1à 13 et 15 à 30 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement, het
aangehouden artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement et l'article réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 2100/5 (aangelegenheid bedoeld in
artikel 77 van de Grondwet). De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking.
(Rgt 66,4)
(2100/5)
Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 2100/5 (matière visée à l'article 77 de la
Constitution). Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 66,4)
(2100/5)
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp betreffende bepaalde juridische aspecten
van de diensten van de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet".
L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi sur certains aspects juridiques des services de
la société de l'information visés à l'article 77 de la Constitution".
Het wetsontwerp telt 5 artikelen.
Le projet de loi compte 5 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
24 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 19bis van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de
maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele
strafbare feiten (overgezonden door de Senaat) (1822/1)
24 Projet de loi modifiant l'article 19bis de la loi du 9 avril 1930 de défense sociale à l'égard des
anormaux, des délinquants d'habitude et des auteurs de certains délits sexuels (transmis par le
Sénat) (1822/1)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
De
voorzitter
:
Vraagt nog iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole?
(Non)
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
62
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(1822/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)
(1822/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
25 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij
tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten
(overgezonden door de Senaat) (1852/1)
25 Projet de loi modifiant la loi du 9 avril 1930 de défense sociale à l'égard des anormaux, des
délinquants d'habitude et des auteurs de certains délits sexuels (transmis par le Sénat) (1852/1)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole?
(Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(1852/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)
(1852/1)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
63
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
26 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Slovenië inzake luchtvervoer, en met de
Bijlage, ondertekend te Ljubljana op 23 maart 1994 (overgezonden door de Senaat) (2198/1)
26 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le Gouvernement du Royaume de Belgique et
le Gouvernement de la République de Slovénie relatif au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Ljubljana le 23 mars 1994 (transmis par le Sénat) (2198/1)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole?
(Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2198/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)
(2198/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
27 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Suriname inzake de instelling van
luchtdiensten tussen hun onderscheiden grondgebieden, tussenliggende en verder gelegen
punten, en met de Bijlage, ondertekend te Brussel op 14 december 1999 (overgezonden door de
Senaat) (2199/1)
27 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le Gouvernement du Royaume de Belgique et
le Gouvernement de la République du Suriname relatif à la mise en place de services aériens entre
leurs territoires respectifs, des points intermédiaires et au-delà, et à l'Annexe, signés à Bruxelles le
14 décembre 1999 (transmis par le Sénat) (2199/1)
Algemene bespreking
Discussion générale
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
64
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole?
(Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2199/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)
(2199/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
28 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Tsjaad inzake luchtvervoer, en met de Bijlage,
ondertekend te Brussel op 31 januari 1990 (overgezonden door de Senaat) (2200/1)
28 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le Gouvernement du Royaume de Belgique et
le Gouvernement de la République du Tchad relatif au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Bruxelles le 31 janvier 1990 (transmis par le Sénat) (2200/1)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole?
(Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2200/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)
(2200/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
65
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
29 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Estland inzake luchtvervoer, en met de Bijlage,
ondertekend te Brussel op 3 februari 1999 (overgezonden door de Senaat) (2201/1)
29 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le Gouvernement du Royaume de Belgique et
le Gouvernement de la République d'Estonie relatif au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Bruxelles le 3 février 1999 (transmis par le Sénat) (2201/1)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole?
(Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2201/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)
(2201/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
30 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Azerbeidzjan inzake luchtvervoer, en met de
Bijlage, ondertekend te Bakoe op 13 april 1998 (overgezonden door de Senaat) (2202/1)
30 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le Gouvernement du Royaume de Belgique et
le Gouvernement de la République d'Azerbaïdjan relatif au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Bakou le 13 avril 1998 (transmis par le Sénat) (2202/1)
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
66
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole?
(Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2202/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)
(2202/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
31 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Slowakije inzake luchtvervoer, en met de
Bijlage, ondertekend te Brussel op 28 september 2000 (overgezonden door de Senaat) (2203/1)
31 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le Gouvernement du Royaume de Belgique et
le Gouvernement de la République Slovaque relatif au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Bruxelles le 28 septembre 2000 (transmis par le Sénat) (2203/1)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole?
(Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2203/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
67
(Rgt 66,4)
(2203/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
32 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de Tsjechische Republiek inzake luchtvervoer, en met de
Bijlage, ondertekend te Brussel op 6 april 1998 (overgezonden door de Senaat) (2204/1)
32 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le Gouvernement du Royaume de Belgique et
le Gouvernement de la République Tchèque relatif au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Bruxelles le 6 avril 1998 (transmis par le Sénat) (2204/1)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole?
(Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2204/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)
(2204/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
33 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het
Koninkrijk België en de Regering van de Mexicaanse Verenigde Staten inzake luchtvervoer, en met
de Bijlage, ondertekend te Mexico op 26 april 1999 (overgezonden door de Senaat) (2205/1)
33 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le Gouvernement du Royaume de Belgique et
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
68
le Gouvernement des Etats-Unis Mexicains relatif au transport aérien, et à l'Annexe, signés à
Mexico le 26 avril 1999 (transmis par le Sénat) (2205/1)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole?
(Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2205/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)
(2205/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
34 Voorstel van resolutie van de heren Jef Valkeniers, Daniel Bacquelaine, Marcel
Bartholomeeussen, Claude Eerdekens, Mark Eyskens, Jacques Lefevre, Karel Van Hoorebeke en
Ferdy Willems over de betrekkingen met Taiwan (2130/1 tot 3)
34 Proposition de résolution de MM. Jef Valkeniers, Daniel Bacquelaine, Marcel
Bartholomeeussen, Claude Eerdekens, Mark Eyskens, Jacques Lefevre, Karel Van Hoorebeke et
Ferdy Willems concernant les relations avec Taiwan (2130/1 à 3)
Bespreking
Discussion
De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.
De
voorzitter
: De heer Versnick verwijst naar zijn verslag.
34.01
Bert Schoofs
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter, ik zal
het kort houden. Ik wil enkel meedelen dat het Vlaams Blok een
gelijkaardig voorstel van resolutie had ingediend. Het voorstel van
resolutie van de heer Jef Valkeniers c.s. is echter aangenomen als
uitgangspunt. Bijgevolg hebben we er ook geen probleem mee om
dat voorstel te steunen. We stemmen dus ook voor deze resolutie
betreffende de toegang van Taiwan tot diverse internationale
34.01
Bert Schoofs
(VLAAMS
BLOK): Le Vlaams Blok avait
déposé une proposition de
résolution analogue à celle de M.
Valkeniers. Nous voterons dès
lors en faveur de cette résolution.
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
69
instellingen.
34.02
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter,
ik spreek enkel omdat collega Valkeniers zelf niet aanwezig is om
zijn resolutie te verdedigen.
De
voorzitter
: De heer Valkeniers is verontschuldigd om medische redenen. Gezondheidsredenen
hebben hem verhinderd. Anders had u hem wel gehoord.
34.03
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Ik heb samen met
collega Valkeniers een paar maanden geleden een uitnodiging
ontvangen van de regering van Taiwan. We werden uitgenodigd om
ter plaatse de situatie te gaan bekijken. De heer Valkeniers kon toen
niet meegaan. Ik heb de missie dan samen met een collega van de
Senaat volbracht. Gezien de ervaring en de kennismaking met de
problematiek op het terrein aldaar, zou ik derhalve de resolutie voor
de volle honderd procent willen steunen.
Het is mij opgevallen hoe moeilijk het is, zeker voor de jongere
generatie in Taiwan, om zo geïsoleerd te moeten leven en werken.
Door de andere conflicten in de wereld vergeten we bovendien soms
dat er nog altijd de dreigende, gewapende escalatie is tussen China
en Taiwan. Onder andere door de plaatsing van raketten heeft de
Volksrepubliek China de spanning verder opgedreven. Het is dan ook
erg nuttig om de resolutie te steunen.
We weten allemaal hoe relatief dit soort resoluties voor een klein
land zijn. Deze resolutie is echter vooral gericht naar de Europese
Unie. Ik denk dat dit een heel belangrijke evolutie is in het dossier die
men in Taiwan met veel vreugde tegemoet ziet. Het is belangrijk dat
Europa wil aandringen om ten minste de ambities liggen niet zo
hoog Taiwan te betrekken bij alle internationale organisaties.
Gezien de omstandigheden gebeurt dit dan wel enkel onder de vorm
van een waarnemerschap.
Mijnheer de voorzitter, dat is de reden waarom het mij verheugt dat
in de commissie iedereen de resolutie mee heeft gesteund. Ik hoop
dat we ze vanavond voltallig zullen goedkeuren.
34.03
Annemie Van de Casteele
(VU&ID): Au cours d'une visite
que j'ai effectuée à Taiwan, j'ai pu
constater l'isolement de la
population qui ploie sous une
menace militaire constante de la
Chine. La résolution s'adresse
avant tout à l'Union européenne et
traduit le souhait de la population
de Taiwan d'être éventuellement
associée en qualité d'observateur
aux organisations internationales.
J'espère que cette résolution
bénéficiera en séance plénière du
même appui qu'en commission.
34.04
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou mij
willen aansluiten bij het betoog van collega Van de Casteele. Mijn
fractie heeft ook, via de handtekening van de heer Eyskens, haar
gehechtheid aan de tekst van de resolutie uitgesproken. Wij hopen
dat de ontsluiting van internationale instellingen voor Taiwan een
stap in de goede richting is. Mijn verblijf in Taiwan is wel al een tijdje
langer geleden. Ik zal de resolutie echter straks met heel veel
overtuiging goedkeuren.
34.04
Yves Leterme
(CD&V): Je
me rallie aux propos de Mme Van
de Casteele. Notre groupe appuie
pleinement cette résolution et est
entièrement favorable à
l'adhésion de Taiwan aux
institutions internationales.
De
voorzitter
:
De bespreking is gesloten.
La discussion est close.
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2130/3)
Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 66,4)
(2130/3)
Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.
Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
70
De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.
Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.
35 Voorstel van resolutie van de heren Patrick Moriau, Daniel Bacquelaine, Jacques Simonet en
Yvon Harmegnies betreffende de politieke en humanitaire situatie in Iran (1799/1 tot 5)
35 Proposition de résolution de MM. Patrick Moriau, Daniel Bacquelaine, Jacques Simonet et Yvon
Harmegnies concernant la situation politique et humanitaire en Iran (1799/1 à 5)
Le
président
: En ce qui concerne cette résolution, les auteurs m'ont signalé qu'ils préféraient son retour
en commission.
Par conséquent, je demande à la Chambre de me permettre de renvoyer la résolution 1799/1 à 5 à
nouveau en commission.
Il en sera donc ainsi.
36 Voorstel van resolutie van mevrouw Mirella Minne, de heer Léon Campstein, mevrouw Leen
Laenens en de heer Jacques Lefevre betreffende de stand van het democratiseringsproces in
Togo (1878/1 tot 5)
36 Proposition de résolution de Mme Mirella Minne et M. Léon Campstein, Mme Leen Laenens et
M. Jacques Lefevre concernant la situation du processus démocratique au Togo (1878/1 à 5)
Bespreking
Discussion
De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.
Le
président
: M. Moriau, rapporteur, renvoie à son rapport.
36.01
Mirella Minne
(ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
monsieur le ministre, chers collègues, la proposition de résolution n°
1878 concernant la « situation du processus démocratique au Togo »
a été discutée et approuvée en commission avant les vacances
d'été. Malheureusement, la demande d'urgence a été rejetée en
séance plénière au mois de juillet. Entre-temps, la situation au Togo
n'a pas cessé de se détériorer.
Nous avons à nouveau discuté de l'évolution politique de ce pays en
commission et vous avez pu consulter le texte final adopté.
Fin décembre, le président Eyadema et son parlement presque
monolithique ont modifié l'article 56 de la Constitution. Cet article
l'incommodait visiblement, car il prévoyait de limiter le nombre des
mandats présidentiels à deux, situation dans laquelle M. Eyadema
n'avait plus le droit de présenter à nouveau sa candidature lors des
prochaines élections prévues en juin prochain. Il a créé ainsi les
prémices d'un mandat présidentiel à vie, comme d'autres présidents
africains l'avaient déjà fait.
La récente modification de la Constitution, en vue de permettre un
nombre illimité de mandats présidentiels, n'est pas de nature à
rassurer l'opinion publique internationale sur le climat démocratique
de ce pays. La population civile souffre directement des
conséquences de l'isolement du gouvernement sur la scène
politique, étant donné que les aides financières et matérielles de la
36.01
Mirella Minne
(ECOLO-
AGALEV): Voorliggend voorstel
van resolutie werd voor het
zomerreces ingediend; jammer
genoeg werd het urgentieverzoek
in de plenaire vergadering
verworpen. Intussen is de situatie
in Togo voortdurend verslechterd.
Wij hebben een en ander opnieuw
besproken en er werd een
definitieve tekst aangenomen.
Eind december hebben President
Eyadema en het Parlement artikel
56 van de Grondwet gewijzigd en
effenden zodoende het pad voor
een presidentieel mandaat voor
het leven. Die wijziging zal de
ongerustheid bij de internationale
publieke opinie over het
democratisch klimaat in dat land
zeker niet wegnemen, temeer
daar de financiële en materiële
hulp van de internationale
gemeenschap werd opgeschort.
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
71
communauté internationale ont été suspendues.
Dernièrement, 85 articles du code électoral ont été également
modifiés. L'organisation des élections passe ainsi à la charge du
ministère de l'Intérieur. L'ancienne commission électorale nationale
indépendante, la CENI, a été dépourvue de ses principales
attributions.
Toutes les missions d'observation ont constaté l'oppression à
l'encontre de l'opposition, l'insécurité, les pratiques autoritaires du
régime au pouvoir, qui refuse systématiquement d'organiser un
scrutin électoral démocratique.
Fin mai 2002, le mandat des « facilitateurs » européens a expiré. Le
pays a perdu presque tout contact avec la communauté
internationale.
Nous sommes très inquiets de la situation au Togo, des pratiques
totalitaires du régime présidentiel militaire de M. Eyadema,
constatées par presque toutes les institutions internationales. Cet état
de fait ne peut plus continuer, car une stabilité politique n'est pas
possible sans le respect des droits de l'homme et de la liberté
d'expression.
Lors de nos discussions en commission, le 29 janvier, le représentant
du ministre belge des Affaires étrangères a fait également part de
son inquiétude quant à la démocratie et au respect des droits de
l'homme dans ce pays.
Dans ces circonstances, une nouvelle évaluation de la situation au
Togo s'impose afin de trouver une solution politique pacifique. Cette
proposition de résolution vise à offrir des réponses possibles à cette
problématique.
Je demande donc votre soutien pour cette proposition de résolution
afin d'essayer, dans les plus brefs délais, de mettre fin à cette
situation particulièrement grave, à une crise politique interne qui dure
depuis des années et qui n'arrête pas de se dégrader.
Je vous remercie.
Alle waarnemingsmissies hebben
vastgesteld dat de oppositie wordt
onderdrukt, dat er onveiligheid
heerst, dat het huidige regime zich
schuldig maakt aan autoritaire
praktijken en de organisatie van
democratische verkiezingen
afwijst.
De situatie in Togo moet opnieuw
worden herbekeken en er moet
naar een vreedzame politieke
oplossing worden gezocht.
Voorliggend voorstel van resolutie
tracht terzake antwoorden aan te
reiken.
Wij vragen u dat voorstel te
steunen zodat een einde kan
worden gemaakt aan een
bijzonder ernstige situatie die
almaar verslechtert.
36.02
Louis Michel
, ministre: Monsieur le président, les demandes
contenues dans ce projet de résolution font partie de nos
préoccupations qui ont été exprimées, notamment, via le groupe de
travail "Afrique" et le groupe de travail "Droits de l'homme" de l'Union
européenne. Je soutiens donc entièrement cette résolution.
Je voudrais simplement suggérer quelques petites modifications.
Etant donné qu'il ne s'agit pas de modifications quant au fond de la
résolution, je propose de les accepter en séance plénière plutôt que
de les introduire comme amendements en commission.
La référence directe aux militants du parti au pouvoir et la mention
explicite du RPT pourraient être contre-productives et devraient être
supprimées. Le paragraphe g) pourrait alors se lire: "Condamnant
tous les actes de violence perpétrés contre les partis d'opposition
chaque fois qu'ils essayent de faire campagne", plutôt que de faire
nommément référence au parti.
36.02
Minister
Louis Michel
: Wij
staan achter de in dit voorstel van
resolutie geformuleerde
verzoeken. Ik steun deze tekst
dan ook volledig. Wel wil ik een
aantal kleinere wijzigingen
suggereren: in paragraaf g) zou
de rechtstreekse verwijzing naar
de militanten van de partij aan de
macht contraproductief kunnen
werken en derhalve moeten
worden geschrapt.
Punt 1.d. zou als volgt kunnen
luiden: "om te voldoen aan de
voorwaarden zodat een
memorandum kan worden
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
72
Le point 1d. pourrait se lire: "qu'il assure les conditions pour que soit
signé un mémorandum permettant l'envoi d'observateurs
internationaux pour les prochaines élections".
J'ajoute également deux petites corrections techniques de toilettage,
à savoir remplacer les mots "coopération internationale" par
"coopération au développement" qui est la terminologie exacte, et
remplacer les mots "ministère des Affaires étrangères" par "Service
public fédéral Affaires étrangères".
getekend waardoor nog voor de
volgende verkiezingen een
zending van internationale
waarnemers mogelijk is".
En ten slotte lijkt het mij wenselijk
twee technische verbeteringen
aan te brengen.
Le
président
: Il est exact que les noms ont été modifiés depuis que la résolution a été déposée, si mon
information est exacte, en date du 20 juin 2002. La Chambre accepte-t-elle les corrections proposées par
M. le vice-premier ministre?
(Assentiment)
Le texte ainsi "toiletté" est adopté.
De bespreking is gesloten.
La discussion est close.
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(1878/5)
Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 66,4)
(1878/5)
Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.
Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.
De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.
Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.
37 Voorstel van resolutie van de heer Patrick Moriau betreffende de mensenrechtenactivisten
(2060/1 tot 4)
37 Proposition de résolution de M. Patrick Moriau sur les défenseurs des droits humains (2060/1 à
4)
Bespreking
Discussion
De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.
37.01
Leen Laenens
, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, de heer Patrick Moriau heeft ons er als
indiener van deze resolutie aan herinnerd dat er in 1995 ongeveer
4.000 lokale, nationale en internationale mensenrechtenorganisaties
actief waren in de wereld. Die organisaties dragen ontegensprekelijk
bij tot het totstandkomen van de rechtsstaat en de instelling van
gerechtigheid.
In vele landen zijn die mensenrechtenactivisten echter steeds vaker
het slachtoffer van politieke vervolging wegens die activiteiten.
Daarom moeten ze beter worden beschermd door de internationale
gemeenschap. Hoewel de rechten van de mensenrechtenactivisten
geschonden worden in staten van alle regio's betreffen de meeste
klachten staten waar de garanties en de vormen van bescherming
van de mensenrechten wettelijk en institutioneel min of meer beperkt
zijn, waar een intern gewapend conflict of ernstige burgeronlusten
heersen of staten waar de garanties en de bescherming van de
37.01
Leen Laenens
, rapporteur:
L'auteur de la proposition de
résolution a rappelé qu'en 1995,
on comptait quelque 4.000
organisations locales, nationales
et internationales actives dans
le domaine de la défense des
droits de l'homme. De plus en plus
souvent, les défenseurs des droits
de l'homme sont poursuivis et,
pour cette raison, il faut qu'ils
soient mieux protégés par la
communauté internationale.
M. Simonet a déposé des
amendements, qui ont été
adoptés. M. Versnick a demandé
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
73
mensenrechten wettelijk en institutioneel wel degelijk bestaan maar
niet terdege worden toegepast. Daarom zouden alle nodige
maatregelen moeten worden genomen om te komen tot een context
waarin de concrete uitoefening van die rechten en de fundamentele
vrijheden is gewaarborgd.
Bij de bespreking heeft de heer Simonet een aantal amendementen
ingebracht die later ook werden goedgekeurd. De heer Versnick heeft
verduidelijking gevraagd bij het begrip burgerdiplomatie waarop
geantwoord werd dat dit begrip betrekking heeft op alle diplomatie
behalve de officiële soms kan het begrip dus betrekking hebben op
parlementaire diplomatie en dat het niet wenselijk is om dit begrip
al te nauwkeurig te gaan omschrijven. Dit werd dan ook zo aanvaard.
Uiteindelijk werd de geamendeerde resolutie met eenparigheid van
stemmen aangenomen in de commissie. Ik nodig dan ook alle
collega's uit om deze resolutie als dusdanig ook goed te keuren in de
plenaire vergadering.
une définition claire des termes
"diplomatie citoyenne", ce à quoi il
a été répondu qu'il s'agit de toute
forme de diplomatie, excepté la
forme officielle.
La résolution amendée a été
adoptée à l'unanimité. J'espère
qu'il en sera de même tout à
l'heure dans cet hémicycle.
De
voorzitter
: Mijnheer Tastenhoye, vraagt u het woord in de algemene bespreking? Dan raad ik u aan
om ook uw amendement te verdedigen. Doe dat maar direct.
37.02
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
mijn fractie heeft geen probleem met de teneur van dit voorstel en
wij zijn dan ook bereid om dit voorstel te steunen als men rekening
houdt met het amendement dat wij hebben ingediend. Wij hebben
wel een probleem met punt 13 in het beschikkende gedeelte.
Punt 13 zegt namelijk dat de regering gevraagd wordt de uitzetting te
verhinderen van mensenrechtenactivisten die wegens vervolging hun
land zijn ontvlucht naar een andere staat indien die uitzetting een
gevaar zou betekenen voor hun fysieke integriteit, hun leven of hun
vrijheid. Dan zegt dit punt verder: "Dit geldt in het bijzonder als
overeenkomstig de door België aangegane internationale
verbintenissen bescherming werd gevraagd aan de Belgische
autoriteiten of aan de autoriteiten van enige andere lidstaat van de
Europese Unie". Nu, over dit punt blijft eigenlijk een beetje mist
hangen want het is hier niet duidelijk of de mensenrechtenactivisten
die dreigen uitgezet te worden niet zoals elke politieke vluchteling
onderworpen zijn aan de normale asielprocedure die gebaseerd is op
de Conventie van Genève. Ook de bespreking in de commissie heeft
daarover eigenlijk geen uitsluitsel gebracht.
Welnu, wij willen dus verhinderen dat zogenaamde
mensenrechtenactivisten een andere behandeling zouden krijgen dan
andere politieke vluchtelingen. Ons amendement strekt er gewoon
toe duidelijkheid te scheppen. Het zegt dat mensenrechtenactivisten
uiteraard in België of een ander EU-land politiek asiel kunnen krijgen,
net zoals andere politieke vluchtelingen.
Verder zegt het dat daar de internationaal geldende afspraken geldig
zijn met betrekking tot de asielprocedures en dat er dus geen sprake
kan zijn van een aparte regeling of een aparte procedure voor
mensenrechtenactivisten.
Als de regering mij duidelijk zou kunnen maken dat het niet de
bedoeling is mensenrechtenactivisten buiten de normale
asielprocedures en buiten de normale internationale verbintenissen
te laten vallen, dan ben ik best bereid na die verduidelijking om dat
37.02
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Le Vlaams Blok
n'a aucune objection à émettre à
propos de la teneur de cette
proposition. Nous sommes
disposés à la soutenir s'il est tenu
compte de notre amendement.
Nous souhaiterions des précisions
au point 13 du dispositif. On ne
voit pas clairement si les
défenseurs des droits de l'homme
qui risquent d'être expulsés sont
soumis à la procédure d'asile
normale ou s'ils bénéficient d'un
règlement particulier. Nous
souhaitons éviter un traitement
distinct. Si le gouvernement peut
nous dire maintenant s'il en est
ainsi, nous sommes disposés à
retirer l'amendement. Dans le cas
contraire, nous le maintenons.
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
74
amendement in te trekken. Komt daar geen klaarheid over, mijnheer
de voorzitter, dan houd ik mijn amendement aan en zullen we ons
stemgedrag daarop afstemmen.
37.03
Patrick Moriau
(PS): Monsieur le président, monsieur le vice-
premier ministre, il faut savoir qu'actuellement, il y a plus ou moins
4.000 organisations locales, nationales et internationales des droits
humains dans le monde. Les personnes travaillant au sein de ces
organisations ont une force de nature politique, non seulement dans
leur propre pays mais également sur la scène internationale. Ils
contribuent donc activement à la réalisation de l'Etat de droit et à
l'instauration de la justice, on le voit encore en ces moments
difficiles.
Dans de nombreux pays, ces défenseurs des droits humains sont de
plus en plus victimes de persécutions politiques, en raison de leur
activité en faveur de la réalisation et de la protection de ces droits.
Les défenseurs des droits humains ont donc besoin d'une protection
accrue de la part de la communauté internationale. Dès lors, il est
nécessaire de leur accorder une protection spéciale et de soutenir le
mécanisme spécifique ce qui se fait déjà, je tiens à le dire,
notamment au niveau belge créé au niveau international, tel le
mandat de Mme Ina Gilani, représentante spéciale du secrétaire
général sur les défenseurs des droits humains.
L'application d'un tel mécanisme de protection suppose une définition
adéquate de la notion de défenseur des droits humains. Le défenseur
des droits humains doit être défini au sens large, de manière à
inclure tout individu, tout groupe et association luttant pour la
promotion, la protection et la réalisation des droits économiques,
sociaux et culturels, ainsi que des droits civils et politiques,
conformément à l'article 1 de la déclaration sur le droit et la
responsabilité des individus, groupes et organes de la société,
adopté par consensus à l'Assemblée générale des Nations unies,
dans sa résolution 53/144 du 9 décembre 1998.
Les violations des droits des défenseurs des droits humains touchent
les Etats de toutes les régions du monde, en ce y compris les
démocraties émergentes et les Etats aux institutions et traditions
démocratiques bien établies, et pas très loin d'ici d'ailleurs.
Cependant, la majorité des allégations concerne les Etats où les
garanties et protections des droits humains aux niveaux légal et
institutionnel sont, à un degré plus ou moins grand, limitées, où il
existe un conflit armé interne ou des troubles civils sérieux, où les
garanties et les protections des droits aux niveaux légal et
institutionnel existent mais ne sont pas mis en oeuvre de manière
appropriée.
En conséquence, toutes les mesures nécessaires devraient être
adoptées de manière à créer un environnement social, économique
et politique de nature à assurer la jouissance en pratique des droits
humains et des libertés fondamentales.
Voilà l'esprit de cette résolution très importante et qui a rassemblé un
très large consensus en commission. Mais cela ne fait que renforcer
l'action qui est déjà menée au niveau du ministère des Affaires
étrangères.
37.03
Patrick Moriau
(PS):
Wereldwijd zijn er op dit ogenblik
bijna 4.000
mensenrechtenorganisaties zowel
in eigen land als op de
internationale scène actief. Ze
vallen steeds vaker ten prooi aan
politieke vervolgingen die de
noodzaak van een verhoogde
bescherming duidelijk maken.
Vandaar de noodzaak om het op
internationaal niveau tot stand
gekomen specifieke mechanisme
te steunen. Dat vereist een
bruikbare definitie van het begrip
mensenrechtenactivist in de ruime
zin. De rechten van deze
activisten worden geschonden in
de staten van alle windstreken. De
meeste schendingen gebeuren
echter in staten waar de wettelijke
en institutionele waarborgen van
de mensenrechten minimaal zijn
of slecht worden toegepast, of in
landen waar er ernstige
burgeronlusten heersen.
Daarom zouden alle nodige
maatregelen moeten worden
genomen
om een sociaal,
economisch en politiek klimaat te
ontwikkelen dat de concrete
uitoefening van de rechten van de
mens en de fundamentele
vrijheden waarborgt.
Over deze resolutie die de acties
van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken
ondersteunt, bestond een ruime
consensus in de commissie.
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
75
37.04
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
ik stel alleen vast dat de indiener van dit wetsvoorstel niet op mijn
vragen heeft kunnen antwoorden.
De minister gaat antwoorden, oké.
De
voorzitter
: Mijnheer Tastenhoye, ik had gezien dat de vice-premier het woord had gevraagd.
37.05 Minister
Louis Michel
: Mijnheer de voorzitter, ik kan natuurlijk
verzekeren dat iedereen de normale asielprocedures moet
eerbiedigen. Ik kan dus garanderen dat er geen uitzondering kan
aanvaard worden.
37.05
Louis Michel
, ministre:
Tout le monde doit suivre la
procédure d'asile normale.
Personne ne peut bénéficier d'une
mesure d'exception.
De
voorzitter
: Mijnheer Tastenhoye, ik raad u aan uw amendement in te trekken.
37.06
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
ik kan uiteraard genoegen nemen met de uitleg die de minister van
Buitenlandse Zaken zonet verstrekt heeft. Ik trek mijn amendement
dus in.
37.06
Guido Tastenhoye
(VLAAMS BLOK): Je suis satisfait
de votre réponse. Je retire mon
amendement.
De
voorzitter
: U weet dat het belangrijk is voor de interpretatie en de voorbereidende werken als men die
ooit wil gebruiken.
De bespreking is gesloten.
La discussion est close.
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2060/4)
Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 66,4)
(2060/4)
Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.
Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.
De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.
Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.
38 Ordre des travaux
38 Regeling van de werkzaamheden
Le
président
: Pour le vote des projets relatifs aux drogues, les ministres Verwilghen, pour la Justice, et
Tavernier, pour la Santé Publique sont compétents. J'espère que l'un ou l'autre sera présent.
38.01
Louis Michel
, ministre: Monsieur le président, je veux vous
demander de bien vouloir les inviter à venir.
Le
président
: Ils sont les bienvenus. Je vais veiller à ce qu'ils soient là. Cela va vous permettre de ne
plus être là, j'ai bien compris, monsieur le ministre.
Straks beginnen wij dus met de heer Tavernier en de heer Verwilghen. Ik laat ze zoeken. Dan kunnen wij
de avondvergadering beginnen om 18.45 uur. Tot straks.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
De vergadering wordt gesloten om 18.19 uur. Volgende vergadering om 18.45 uur.
La séance est levée à 18.19 heures. Prochaine séance à 18.45 heures.
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
76
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
77
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
DONDERDAG 13 FEBRUARI 2003
JEUDI 13 FÉVRIER 2003
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
Beslissingen
Décisions
Overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van de wet
van 6 april 1995 houdende inrichting van de
parlementaire overlegcommissie bedoeld in artikel
82 van de Grondwet en tot wijziging van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State, deel
ik u mee dat de parlementaire overlegcommissie in
haar vergadering van deze voormiddag de
volgende beslissing heeft genomen: wetsontwerp
tot regeling van de afschaffing van de militaire
rechtscolleges in vredestijd alsmede van het
behoud ervan in oorlogstijd (stuk nr. 2108/1
2002/2003).
Conformément à l'article 14, alinéa 1
er
, de la loi du
6 avril 1995 organisant la commission
parlementaire de concertation prévue à l'article 82
de la Constitution et modifiant les lois coordonnées
sur le Conseil d'Etat, je vous communique que la
commission parlementaire de concertation a pris la
décision suivante en sa réunion de ce matin: projet
de loi réglant la suppression des juridictions
militaires en temps de paix ainsi que leur maintien
en temps de guerre (doc. n° 2108/1 2002/2003).
De artikelen 2, 4, 5, 7 tot 17, 30 tot 36, 39, 40, 119,
122 tot 126, 128 tot 148 en 171 tot 176 moeten
worden behandeld overeenkomstig artikel 78 van
de Grondwet, de andere artikelen overeenkomstig
artikel 77 van de Grondwet.
Les articles 2, 4, 5, 7 à 17, 30 à 36, 39, 40, 119,
122 à 126, 128 à 148 et 171 à 176 doivent être
traités conformément à l'article 78 de la
Constitution, les autres articles conformément à
l'article 77 de la Constitution.
Ter kennisgeving
Pour information
INTERPELLATIEVERZOEKEN
DEMANDES D'INTERPELLATION
Ingekomen
Demandes
Het Bureau heeft interpellatieverzoeken ontvangen
van:
Le Bureau a été saisi de demandes d'interpellation
de:
1. mevrouw Leen Laenens tot de eerste minister en
tot de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de recente evolutie in
het standpunt van de Belgische regering".
1. Mme Leen Laenens au premier ministre et au
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'évolution récente de la position du
gouvernement belge".
(nr. 1584 verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)
(n° 1584 renvoi à la commission des Relations
extérieures)
2. mevrouw Frieda Brepoels tot de vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over
"de begroting 2003 van de NMBS".
2. Mme Frieda Brepoels à la vice-première ministre
et ministre de la Mobilité et des Transports sur "le
budget 2003 de la SNCB".
(nr. 1585 verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven)
(n° 1585 renvoi à la commission de
l'Infrastructure, des Communications et des
Entreprises publiques)
3. de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de houding van België inzake Irak".
3. M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'attitude de la
Belgique en ce qui concerne l'Irak".
(nr. 1586 verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)
(n° 1586 renvoi à la commission des Relations
extérieures)
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
78
VOORSTELLEN
PROPOSITIONS
Toelating tot drukken
Autorisation d'impression
1. Wetsvoorstel van de heer Ludwig Vandenhove
houdende wijziging van de nieuwe gemeentewet
wat betreft de administratieve sancties (nr. 2286/1).
1. Proposition de loi de M. Ludwig Vandenhove
modifiant la loi nouvelle communale en ce qui
concerne les sanctions administratives (n° 2286/1).
2. Wetsvoorstel (de dames Fauzaya Talhaoui en
Martine Dardenne) tot wijziging van sommige
bepalingen van het Strafwetboek met betrekking tot
de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van
rechtspersonen (nr. 2287/1).
2. Proposition de loi (Mmes Fauzaya Talhaoui et
Martine Dardenne) modifiant certaines dispositions
du Code pénal relatives à la responsabilité pénale
des personnes morales (n° 2287/1).
3. Voorstel van de heer Herman De Croo tot
herziening van het Reglement van de Kamer van
volksvertegenwoordigers (nr. 2288/1).
3. Proposition de M. Herman De Croo de révision
du Règlement de la Chambre des représentants
(n° 2288/1).
4. Voorstel van resolutie (mevrouw Claudine Drion
c.s.) betreffende de in eigen land ontheemden
(nr. 2290/1).
4. Proposition de résolution (Mme Claudine Drion
et consorts) relative aux personnes déplacées à
l'intérieur de leur propre pays (n° 2290/1).
5. Wetsvoorstel (de heren Koen Bultinck, Guy
D'haeseleer en Hagen Goyvaerts) tot wijziging van
de door het koninklijk besluit van
19 december 1939 samengeordende wetten
betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders
(nr. 2291/1).
5. Proposition de loi (MM. Koen Bultinck, Guy
D'haeseleer et Hagen Goyvaerts) modifiant les lois
relatives aux allocations familiales pour travailleurs
salariés, coordonnées par l'arrêté royal du
19 décembre 1939 (n° 2291/1).
6. Voorstel van resolutie van de heer Ferdy
Willems over de relatie tussen mens en dier
(nr. 2292/1).
6. Proposition de résolution de M. Ferdy Willems
sur la relation entre êtres humains et animaux
(n° 2292/1).
7. Voorstel van resolutie (de heer Lode Vanoost, de
dames Claudine Drion et Leen Laenens en de heer
Ferdy Willems) over Colombia in het licht van de
59
e
zitting van de Commissie voor de
Mensenrechten van de Verenigde Naties
(nr. 2293/1).
7. Proposition de résolution (M. Lode Vanoost,
Mmes Claudine Drion et Leen Laenens et M. Ferdy
Willems) sur la Colombie dans la perspective de la
59ème session de la Commission des droits de
l'homme des Nations unies (n° 2293/1).
MEDEDELINGEN
COMMUNICATIONS
COMMISSIES
COMMISSIONS
Verslagen
Rapports
Volgende verslagen werden ingediend:
Les rapports suivants ont été déposés:
namens de commissie voor de Sociale Zaken,
au nom de la commission des Affaires sociales,
- door mevrouw Maggie De Block, over het
wetsontwerp tot wijziging van de wet van
16 december 2002 tot oprichting van het Instituut
voor de gelijkheid van vrouwen en mannen
(nr. 2247/2);.
- par Mme Maggie De Block, sur le projet de loi
modifiant la loi du 16 décembre 2002 portant
création de l'Institut pour l'égalité des femmes et
des hommes (n° 2247/2);
namens de commissie voor de Binnenlandse Zaken,
de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt,
au nom de la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique,
- door de heer André Frédéric over het wetsontwerp
tot wijziging van de wet van 31 december 1963
betreffende de civiele bescherming (nr. 2183/4);
- par M. André Frédéric sur le projet de loi
modifiant la loi du 31 décembre 1963 sur la
protection civile (n° 2183/4);
namens de commissie voor de Landsverdediging,
au nom de la commission de la Défense nationale,
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
79
- door mevrouw Mirella Minne, over het
wetsvoorstel (de heren Fred Erdman, Joos
Wauters, Daniel Bacquelaine, Hugo Coveliers en
Claude Eerdekens, mevrouw Muriel Gerkens, de
heren Jozef Van Eetvelt en Jean-Jacques Viseur)
houdende wijziging van de wet van
19 augustus 1947 tot oprichting van het Nationaal
Gedenkteken van Breendonk (nr. 2250/2);
- par Mme Mirella Minne, sur la proposition de loi
(MM. Fred Erdman, Joos Wauters, Daniel
Bacquelaine, Hugo Coveliers et Claude Eerdekens,
Mme Muriel Gerkens, MM. Jozef Van Eetvelt et
Jean-Jacques Viseur) portant modification de la loi
du 19 août 1947 créant le Mémorial national de
Breendonk (n° 2250/2);
namens de commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw,
au nom de la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture,
- door de heer Arnold Van Aperen, over:
- par M. Arnold Van Aperen, sur:
. het wetsontwerp betreffende bepaalde juridische
aspecten van de diensten van de
informatiemaatschappij (nr. 2100/3);
. le projet de loi sur certains aspects juridiques des
services de la société de l'information (n° 2100/3);
. het wetsvoorstel (mevrouw Frieda Brepoels en de
heer Geert Bourgeois) tot wijziging van de wet van
14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de
voorlichting en bescherming van de consument
(nr. 1369/2);
. la proposition de loi (Mme Frieda Brepoels et M.
Geert Bourgeois) modifiant la loi du 14 juillet 1991
sur les pratiques du commerce et sur l'information
et la protection du consommateur (n° 1369/2);
namens de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen,
au nom de la commission des Relations
extérieures,
- door mevrouw Dalila Douifi, over het voorstel van
resolutie (de heren Patrick Moriau, Daniel
Bacquelaine, Jacques Simonet en Yvon
Harmegnies) betreffende de politieke en
humanitaire situatie in Iran (nr. 1799/4);
- par Mme Dalila Douifi, sur la proposition de
résolution (MM. Patrick Moriau, Daniel
Bacquelaine, Jacques Simonet et Yvon
Harmegnies) concernant la situation politique et
humanitaire en Iran (n° 1799/4);
- door de heer Geert Versnick, over het voorstel
van resolutie (de heren Jef Valkeniers, Daniel
Bacquelaine, Marcel Bartholomeeussen, Claude
Eerdekens, Mark Eyskens, Jacques Lefevre, Karel
Van Hoorebeke en Ferdy Willems) over de
betrekkingen met Taiwan (nr. 2130/2);
- par M. Geert Versnick, sur la proposition de
résolution
(MM. Jef Valkeniers, Daniel
Bacquelaine, Marcel Bartholomeeussen, Claude
Eerdekens, Mark Eyskens, Jacques Lefevre, Karel
Van Hoorebeke et Ferdy Willems) concernant les
relations avec Taiwan (n° 2130/2);
- door de heer Patrick Moriau, over het voorstel
van resolutie (mevrouw Mirella Minne, de heer
Léon Campstein, mevrouw Leen Laenens en de
heer Jacques Lefevre) betreffende de stand van
het democratiseringsproces in Togo (nr. 1878/4);
- par M. Patrick Moriau, sur la proposition de
résolution (Mme Mirella Minne et M. Léon
Campstein, Mme Leen Laenens et M. Jacques
Lefevre) concernant la situation du processus
démocratique au Togo (n° 1878/4);
- door mevrouw Leen Laenens, over het voorstel
van resolutie van de heer Patrick Moriau
betreffende de mensenrechtenactivisten
(nr. 2060/3);
- par Mme Leen Laenens, sur la proposition de
résolution de M. Patrick Moriau sur les défenseurs
des Droits Humains (n° 2060/3);
namens de commissie voor de Volksgezondheid, het
Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing,
au nom de la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société,
- door de heer Roel Deseyn, over het wetsontwerp
houdende instemming met het Financieel Protocol
van 4 oktober 2002 bij het Samenwerkingsakkoord
van 5 april 1995 tussen de federale Staat, het
Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake het
internationale milieubeleid (nr. 2177/3);
- par M. Roel Deseyn, sur le projet de loi portant
assentiment au Protocole financier du
4 octobre 2002 à l'Accord de coopération du
5 avril 1995 entre l'Etat fédéral, la Région
flamande, la Région wallonne et la Région de
Bruxelles-capitale relatif à la politique
internationale de l'environnement (n° 2177/3);
- door mevrouw Dalila Douifi, over:
- par Mme Dalila Douifi, sur:
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
80
. het wetsontwerp houdende instemming met het
samenwerkingsakkoord van 2 september 2002
tussen de Staat, de Gemeenschappen, de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie,
de Franse Gemeenschapscommissie en de
Gewesten voor een globaal en geïntegreerd
drugsbeleid (nr. 2179/3);
. le projet de loi portant assentiment à l'accord de
coopération du 2 septembre 2002 entre l'Etat, les
Communautés, la Commission communautaire
commune, la Commission communautaire
française et les Régions pour une politique de
drogues globale et intégrée (n° 2179/3);
. het voorstel van resolutie van de heer Jo
Vandeurzen inzake het sluiten van een
samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie
van het drugbeleid (nr. 659/2);
. la proposition de résolution de M. Jo Vandeurzen
relative à la conclusion d'un accord de coopération
relatif à la coordination de la politique en matière
de drogue (n° 659/2);
- door de heren Jacques Germeaux en Luc Paque,
over:
- par MM. Jacques Germeaux et Luc Paque, sur:
. het wetsontwerp tot wijziging van de wet van
24 februari 1921 betreffende het verhandelen van
de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende
middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica
(nr. 1888/4);
. le projet de loi modifiant la loi du 24 février 1921
concernant le trafic des substances vénéneuses,
soporifiques, stupéfiantes, désinfectantes ou
antiseptiques (n° 1888/4);
. het wetsontwerp tot wijziging van de wet van
24 februari 1921 betreffende het verhandelen van
de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende
middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica, en
van artikel 137 van het Wetboek van
Strafvordering (nr. 1889/4);
. le projet de loi modifiant la loi du 24 février 1921
concernant le trafic des substances vénéneuses,
soporifiques, stupéfiantes, désinfectantes ou
antiseptiques, et l'article 137 du Code d'instruction
criminelle (n° 1889/4);
. het wetsvoorstel (de heren Gerolf Annemans en
Filip De Man) tot verstrenging van de straffen zoals
bepaald in de wet van 24 februari 1921 betreffende
het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen
en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en
antiseptica (nr. 389/2);
. la proposition de loi (MM. Gerolf Annemans et
Filip De Man) renforçant les peines prévues par la
loi du 24 février 1921 concernant le trafic des
substances vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes,
désinfectantes ou antiseptiques (n° 389/2);
. het wetsvoorstel (de heren Patrick Moriau en
Thierry Giet) tot wijziging van de wet van
24 februari 1921 betreffende het verhandelen van
de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende
middelen, ontsmettingstoffen en antiseptica,
teneinde het gebruik van cannabis uit het strafrecht
te halen (nr. 727/2);
. la proposition de loi (MM. Patrick Moriau et
Thierry Giet) modifiant la loi du 24 février 1921
concernant le trafic de substances vénéneuses,
soporifiques, stupéfiantes, désinfectantes ou
antiseptiques en vue de dépénaliser l'usage du
cannabis (n° 727/2);
. het wetsvoorstel (de heren Vincent Decroly en
Paul Timmermans en de dames Zoé Genot en
Simonne Leen) tot regeling van de teelt, de
distributie en de verkoop van cannabis (nr. 780/2);
. la proposition de loi (MM. Vincent Decroly et Paul
Timmermans et Mmes Zoé Genot et Simonne
Leen) visant à réglementer la production, la
distribution et la vente du cannabis (n° 780/2);
namens de commissie voor de Herziening van de
Grondwet en de Hervorming van de Instellingen,
au nom de la commission de Révision de la
Constitution et de la Réforme des institutions,
- door de heer Danny Pieters, over de
gedachtewisseling over de plaats van de
Duitstalige gemeenschap in ons institutioneel
bestel (nr. 2284/1);
- par M. Danny Pieters, sur l'échange de vues sur
la place de la communauté germanophone dans
notre ordre institutionnel (n° 2284/1);
- door de heer Jacques Simonet, over:
- par M. Jacques Simonet, sur:
. het wetsvoorstel van de heer Herman De Croo tot
regeling van de vertegenwoordiging van de
federale Wetgevende Kamers in en buiten rechte
(nr. 2169/3);
. la proposition de loi de M. Herman De Croo
réglant la représentation des chambres législatives
fédérales dans les actes judiciaires et
extrajudiciaires (n° 2169/3);
CRIV 50
PLEN 328
13/02/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
81
. het wetsvoorstel van de heer Herman De Croo tot
wijziging van de wet van 31 december 1983 tot
hervorming der instellingen voor de Duitstalige
Gemeenschap, om de vertegenwoordiging van de
Duitstalige Gemeenschap door de Raad van de
Duitstalige Gemeenschap in en buiten rechte te
regelen (nr. 2170/3);
. la proposition de loi de M. Herman De Croo
modifiant la loi du 31 décembre 1983 de réformes
institutionnelles pour la Communauté
germanophone, en vue de régler la représentation
de la Communauté germanophone par le Conseil
de la Communauté germanophone dans les actes
judiciaires et extrajudiciaires (n° 2170/3);
. het voorstel van bijzondere wet van de heer
Herman De Croo tot wijziging van de bijzondere
wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen en van de bijzondere wet van
12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse
Instellingen, om de vertegenwoordiging van de
gemeenschappen en de gewesten door de Raden
in en buiten rechte te regelen (nr. 2171/3);
. la proposition de loi spéciale de M. Herman De
Croo modifiant la loi spéciale du 8 août 1980 de
réformes institutionnelles et la loi spcéciale du
12 janvier 1989 relative aux Institutions
bruxelloises, en vue de régler la représentation des
communautés et des régions par les Conseils dans
les actes judiciaires et extrajudiciaires (n° 2171/3);
namens de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar
Ambt,
au nom de la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique,
- door mevrouw Kristien Grauwels, over het
wetsvoorstel (de heren Hugo Coveliers, Daniel
Bacquelaine, Jean-Pierre Detremmerie, Guy
Larcier, mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra, de
heren Ludwig Vandenhove en Tony Van Parys) tot
wijziging van de wet van 18 juli 1991 tot regeling
van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten
en van de wet van 5 augustus 1992 op het
politieambt (nr. 1790/2).
- par Mme Kristien Grauwels, sur la proposition de
loi (MM. Hugo Coveliers, Daniel Bacquelaine,
Jean-Pierre Detremmerie, Guy Larcier, Mme
Géraldine Pelzer-Salandra, MM. Ludwig
Vandenhove et Tony Van Parys) portant
modification de la loi organique du 18 juillet 1991
du contrôle des services de police et de
renseignements et de la loi du 5 août 1992 sur la
fonction de police (n° 1790/2).
REGERING
GOUVERNEMENT
Ingediende wetsontwerpen
Dépôt de projets de loi
De regering heeft volgend wetsontwerp ingediend:
Le gouvernement a déposé le projet de loi suivant:
1. Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
21 maart 1991 betreffende de hervorming van
sommige economische overheidsbedrijven
(nr. 2289/1).
1. Projet de loi modifiant la loi du 21 mars 1991
portant réforme de certaines entreprises publiques
économiques (n° 2289/1).
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet)
(matière visée à l'article 78 de la Constitution)
De spoedbehandeling werd door de Regering
gevraagd bij toepassing van artikel 80 van de
Grondwet.
L'urgence a été demandée par le Gouvernement
conformément à l'article 80 de la Constitution.
Verzonden naar de commissie voor de Infrastructuur,
het Verkeer en de Overheidsbedrijven
Renvoi à la commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques
ARBITRAGEHOF
COUR D'ARBITRAGE
Prejudiciële vragen
Questions préjudicielles
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft
de griffier van het Arbitragehof kennis van:
En application de l'article 77 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
- de prejudiciële vraag betreffende artikel
1253
quater
, b), van het Gerechtelijk Wetboek,
gesteld door de rechtbank van eerste aanleg te
Brugge bij vonnis van 27 december 2002 inzake A.
Stubbe tegen J. Osaer;
- la question préjudicielle concernant l'article
1253
quater
, b), du Code judiciaire, posée par le
tribunal de première instance de Bruges par
jugement du 27 décembre 2002 en cause de A.
Stubbe contre J. Osaer;
(rolnummer: 2594)
(n° du rôle: 2594)
13/02/2003
CRIV 50
PLEN 328
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
82
- de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 12,
46, § 2, tweede lid, en 47, tweede lid, van de
arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld
door de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen
bij vonnis van 19 december 2002 inzake het
openbaar ministerie tegen W. Mercelis;
- la question préjudicielle concernant les articles
12, 46, § 2, alinéa 2, et 47, alinéa 2, de la loi sur
les accidents du travail du 10 avril 1971, posée par
le tribunal de première instance d'Anvers par
jugement du 19 décembre 2002 en cause du
ministère public contre W. Mercelis;
(rolnummer: 2596)
(n° du rôle: 2596)
- de prejudiciële vraag over artikel 26 van de wet
van 22 december 1986 betreffende de
intercommunales, gesteld door het hof van beroep
te Gent bij arrest van 2 januari 2003 inzake de
Intercommunale voor slib- en vuilverwerking van
Antwerpse gemeenten (ISVA) tegen de Vlaamse
Milieumaatschappij (VMM);
- la question préjudicielle relative à l'article 26 de la
loi du 22 décembre 1986 concernant les
intercommunales, posée par la cour d'appel de
Gand par arrêt du 2 janvier 2003 en cause de
l'"Intercommunale voor slib- en vuilverwerking van
Antwerpse gemeenten" (ISVAG) contre la
"Vlaamse Milieumaatschappij" (VMM);
(rolnummer: 2599)
(n° du rôle: 2599)
- de prejudiciële vragen over de artikelen 2, 3, 5,
3°, en 13 van de wet van 25 juni 1993 betreffende
de uitoefening van ambulante activiteiten en de
organisatie van openbare markten, gesteld door de
rechtbank van eerste aanleg te Brugge bij vonnis
van 16 januari 2003 inzake het openbaar ministerie
tegen M. Burmanjer, R. Van der Linden en A. De
Jong;
- les questions préjudicielles relatives aux articles
2, 3, 5, 3°, et 13 de la loi du 25 juin 1993
concernant l'exercice d'activités ambulantes et
l'organisation des marchés publics, posées par le
tribunal de première instance de Bruges par
jugement du 16 janvier 2003 en cause du ministère
public contre M. Burmanjer, R. Van der Linden et
A. De Jong;
(rolnummer: 2606)
(n° du rôle: 2606)
- de prejudiciële vraag over artikel 601
bis
van het
Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de
politierechtbank te Dinant bij vonnis van
20 januari 2003 inzake de NV "Royale Belge" tegen
L. Maguin-Vreux en M.-A. Dehu.
- la question préjudicielle relative à l'article 601
bis
du Code judiciaire, posée par le tribunal de police
de Dinant par jugement du 20 janvier 2003 en
cause de la SA Royale Belge contre L. Maguin-
Vruex et M.-A. Dehu.
(rolnummer: 2612)
(n° du rôle: 2612)
Ter kennisgeving
Pour information