B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE PLENAIRE VERGADERING
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA SÉANCE PLÉNIERE
VAN
DU
24-11-1999
24-11-1999
namiddag
après-midi
HA 50
PLEN 017
HA 50
PLEN 017
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Woensdag 24 november 1999, 14.15 uur
PLEN 017
BERICHTEN VAN VERHINDERING
5
GOEDKEURING VAN DE AGENDA
5
WETSONTWERP EN -VOORSTEL
5
- wetsontwerp betreffende de regularisatie van het verblijf
van bepaalde categoriee¨n van vreemdelingen verblijvend
op het grondgebied van het Rijk (234/1 tot 7)
wetsvoorstel van mevrouw Annemie Van de Casteele en
de heren Karel Van Hoorebeke en Alfons Borginon tot
wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging
en de verwijdering van vreemdelingen (111/1 tot 3)
6
Sommaire
Mercredi 24 novembre 1999, 14.15 heures
PLEN 017
EXCUSE
´ S
5
ADOPTION DE L'ORDRE DU JOUR
5
PROJET ET PROPOSITION DE LOI
5
- projet de loi relatif a` la re´gularisation de se´jour de
certaines cate´gories d'e´trangers se´journant sur le territoire
du Royaume (234/1 a` 7)
proposition de loi de Mme Annemie Van de Casteele et
MM. Karel Van Hoorebeke et Alfons Borginon modifiant la
loi du 15 de´cembre 1980 sur l'acce`s au territoire, le se´jour,
l'e´tablissement et l'e´loignement des e´trangers (111/1 a` 3)
6
2
HA 50
PLEN 017
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes conférés pour l'Organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement du citoyens pour le changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie & ID21
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 50 0000/00 : Documents parlementaires de la 50e
DOC 50 0000/00 : Parlementaire documenten van de 50e zittingsperiode +
législature, suivi du n° et dy n° consécutif
het nummer en het volgnummer
QRVA
: Question et Réponses écrites
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
HA
: Annales (Compte Rendu intégral)
HA
: Handelingen (Beknopt Verslag)
CRA
: Compte Rendu Analitique
BV
: Beknopt Verslag
PLEN
: Séance plénière
PLEN
: Plenum vergadering
COM
: Réunion de commission
COM
: Commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officiele publicaties, van de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation, 1008 Bruxelles
Natieplein, 1008 Brussel
Fax : 02/549 82 60
Fax : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 82 74
Tel. : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
algemene bespreking
6
Sprekers : Kristien Grauwels, rapporteur, Marc Van
Peel, voorzitter van de CVP-fractie, Joe¨lle Milquet,
Karel Van Hoorebeke, Bart Laeremans, Willy Cor-
tois, Paul Tant, Ge´raldine Pelzer-Salandra, Filip De
Man, Yvan Mayeur, Jan Peeters, Denis D'hondt,
Daniel Fe´ret, Pieter De Crem, Fauzaya Talhaoui,
Guido Tastenhoye, Claude Desmedt, Andre´ Smets,
Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
schorsing
52
bespreking van de artikelen
52
BIJLAGE
61
INTERNE BESLUITEN
61
COMMISSIES
61
SAMENSTELLING
61
BESLISSINGEN
61
INTERPELLATIEVERZOEKEN
62
INGEKOMEN
62
VOORSTELLEN
63
TOELATING TOT DRUKKEN
63
MEDEDELINGEN
65
COMMISSIES
65
VERSLAGEN
65
REGERING
66
ALGEMENE UITGAVENBEGROTING 1999
66
ARBITRAGEHOF
66
BEROEP TOT VERNIETIGING
66
PREJUDICIE
¨ LE VRAGEN
66
REKENHOF
67
BOEK VAN OPMERKINGEN
67
JAARVERSLAG
67
TOEZICHTSCOMITE
´ BIJ DE KRUISPUNTBANK VAN DE SOCIALE
ZEKERHEID
67
RESOLUTIES
67
EUROPEES PARLEMENT
67
VARIA
68
RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING
68
RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS
68
INTENTIEHANDVEST VAN DE JONGE PARLEMENTSLEDEN
68
discussion ge´ne´rale
6
Orateurs : Kristien Grauwels, rapporteuse, Marc Van
Peel, pre´sident du groupe CVP, Joe¨lle Milquet, Karel
Van Hoorebeke, Bart Laeremans, Willy Cortois, Paul
Tant, Ge´raldine Pelzer-Salandra, Filip De Man, Yvan
Mayeur, Jan Peeters, Denis D'hondt, Daniel Fe´ret,
Pieter De Crem, Fauzaya Talhaoui, Guido Tasten-
hoye, Claude Desmedt, Andre´ Smets, Antoine Du-
quesne, ministre de l'Inte´rieur
suspension
52
discussion des articles
52
ANNEXE
61
DE
´ CISIONS INTERNES
61
COMMISSIONS
61
COMPOSITION
61
DE
´ CISIONS
61
DEMANDES D'INTERPELLATION
62
DEMANDES
62
PROPOSITIONS
63
AUTORISATION D'IMPRESSION
63
COMMUNICATIONS
65
COMMISSIONS
65
RAPPORTS
65
GOUVERNEMENT
66
BUDGET GE
´ NE
´ RAL DES DE
´ PENSES 1999
66
COUR D'ARBITRAGE
66
RECOURS EN ANNULATION
66
QUESTIONS PRE
´ JUDICIELLES
66
COUR DES COMPTES
67
CAHIER D'OBSERVATIONS
67
RAPPORT ANNUEL
67
COMITE
´ DE SURVEILLANCE PRE
` S LA BANQUE-CARREFOUR DE
LA SE
´ CURITE
´ SOCIALE
67
RE
uSOLUTIONS
67
PARLEMENT EUROPE
´ EN
67
DIVERS
68
INSTITUT NATIONAL D'ASSURANCE MALADIE-INVALIDITE
´
68
OFFICE NATIONAL D'ALLOCATIONS FAMILIALES POUR TRAVAIL-
LEURS SALARIE
´ S
68
CHARTE D'INTENTIONS DES JEUNES PARLEMENTAIRES
68
HA 50
PLEN 017
3
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
SE´ANCE PLE´NIE`RE
PLENAIRE VERGADERING
du
van
MERCREDI 24 NOVEMBRE 1999
WOENSDAG 24 NOVEMBER 1999
14.15 heures
14.15 uur
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur door de
heer Herman De Croo, Kamervoorzitter.
La se´ance est ouverte a` 14.18 heures par M. Herman De
Croo, pre´sident de la Chambre.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de
minister van de federale regering :
Ministre du gouvernement fe´de´ral pre´sent lors de l'ouver-
ture de la se´ance :
Duquesne.
De voorzitter : De vergadering is geopend.
La se´ance est ouverte.
Een reeks interne besluiten en mededelingen moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in de
bijlage bij de handelingen van deze vergadering opgeno-
men worden.
Une se´rie de de´cisions internes et de communications
doivent e^tre porte´es a` la connaissance de la Chambre.
Elles seront reprises en annexe des annales de cette
se´ance.
Berichten van verhindering
Excuse´s
Jose´ Canon, Maurice Dehu, wegens ziekte / pour raison
de sante´;
Pierre Chevalier, Louis Michel, buitenslands / a` l'e´tran-
ger.
Adoption de l'ordre du jour
Goedkeuring van de agenda
Le pre´sident : Nous devons nous prononcer sur le projet
d'ordre du jour que vous propose la Confe´rence des
pre´sidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-
agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Pas d'observation ? (Non) La proposition est adopte´e.
Geen opmerkingen ? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
Projet et proposition de loi
Wetsontwerp en -voorstel
Le pre´sident : L'ordre du jour appelle la discussion :
- du projet de loi relatif a` la re´gularisation de se´jour
de certaines cate´gories d'e´trangers se´journant sur le
territoire du Royaume (234/1 a` 7)
- de la proposition de loi de Mme Annemie Van de
Casteele et MM. Karel Van Hoorebeke et Alfons
Borginon modifiant la loi du 15 de´cembre 1980 sur
l'acce`s au territoire, le se´jour, l'e´tablissement et
l'e´loignement des e´trangers (111/1 a` 3).
Aan de orde is de bespreking van :
- het wetsontwerp betreffende de regularisatie van
het verblijf van bepaalde categoriee¨n van vreemde-
lingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk
(234/1 tot 7)
HA 50
PLEN 017
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
- het wetsvoorstel van mevrouw Annemie Van de
Casteele en de heren Karel Van Hoorebeke en Alfons
Borginon tot wijziging van de wet van 15 decem-
ber 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied,
het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen (111/1 tot 3).
Geachte collega's, in de Conferentie van voorzitters
hebben wij een afspraak gemaakt over het verloop van
het debat.
Un accord a e´te´ conclu au sujet du timing en Confe´rence
des pre´sidents.
De spreektijd werd onder de fracties verdeeld.
Ce timing vous concerne e´galement, monsieur le minis-
tre. Nous connaissons votre manie`re de travailler et
comptons sur votre concision.
Er werd afgesproken de algemene bespreking rond 19
uur te bee¨indigen. Daarna volgt een schorsing van drie
kwartier. Om 20 uur volgt de bespreking van de amen-
dementen, om dan op een aanvaardbaar uur het debat te
kunnen bee¨indigen. (Instemming)
De heer Willy Cortois heeft het woord.
De heer Willy Cortois (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
kunt u ons al de volgorde van de sprekers geven ?
De voorzitter : Er werd een bepaalde tijd uitgetrokken,
niet zozeer een aantal sprekers. Ik vermoed dat elke
fractie het woord wenst te voeren. Voor sommigen is er
meer dan e´e´n spreker. Tijdens de algemene bespreking
zullen dus een veertiental sprekers het woord nemen. Ik
zal de lijst laten uithangen aan de uitgang van de zaal.
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
Mevrouw Kristien Grauwels, rapporteur, heeft het woord.
Mevrouw Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO), rap-
porteur : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
waarde collega's, ik heb de eer en het genoegen verslag
uit te brengen over de besprekingen in de commissie
voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt. De besprekingen hebben vorige week
plaatsgevonden, gedurende drie dagen en dus heel wat
uren.
Wat hier ter discussie voorligt is het wetsontwerp betref-
fende de regularisatie van het verblijf van bepaalde
categoriee¨n van vreemdelingen verblijvend op het grond-
gebied van het rijk. Tegelijk werd door de VU&ID-fractie
ook een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van de wet
van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering
van de vreemdelingen.
Wat de inhoud van het wetsontwerp betreft, hield de
minister een uiteenzetting waarin hij beklemtoonde dat
de regering een gei¨ntegreerd asielbeleid wil voeren dat
op drie pijlers berust. Het gaat ten eerste om een snelle
en transparante asielprocedure die tegen eind 2000 van
kracht zou moeten worden.
Ten tweede moeten er verwijderingsmaatregelen komen
voor al degenen die verwijderd worden.
Ten derde wil men een procedure voor regularisatie van
het verblijf, geval per geval, volgens duidelijk vastge-
legde criteria.
Het voorliggend wetsontwerp gaat dus over de regulari-
satie van mensen zonder papieren die tot nog toe illegaal
in ons land verblijven, dit dikwijls reeds gedurende vele
jaren. Veel van die mensen zijn al goed in onze samen-
leving ingeburgerd. Het gaat hier om een eenmalige
operatie. De regularisatie is niet van toepassing op de
zogenaamde INADS, personen die zich aan de grens
aanbieden en geweigerd worden op grond van een van
de motieven bepaald in de wet van 15 december 1980.
Het kan dan gaan om het ontbreken van een visum, een
gebrek aan bestaansmiddelen, het vormen van een
bedreiging voor de openbare orde of het voorwerp uit-
maken van een Schengen-signalement. De illegalen die
momenteel worden vastgehouden in een gesloten cen-
trum en die vragen om geregulariseerd te worden, zullen
worden vrijgelaten vermits zij slechts mogen worden
vastgehouden met het oog op hun verwijdering. Wie
regularisatie aanvraagt, zal bewijsstukken moeten kun-
nen tonen. De aanvraag moet ingediend worden binnen
de drie weken. De aanvragers krijgen dan nog een
maand de tijd om de bewijsstukken aan te vullen. Als
deze stukken zijn ingediend, zal worden overgegaan tot
het onderzoeken van de aanvraag op basis van de vier
criteria die in het ontwerp worden genoemd. Degenen die
niet voldoen aan deze vier criteria kunnen de minister
van Binnenlandse Zaken wel een verblijfsvergunning
vragen op basis van artikel 9 van de wet van 15 decem-
ber 1980. Al de aanvragen tot regularisatie zullen worden
beoordeeld door de commissie voor Regularisatie. De
commissie geeft advies aan de minister. Uiteindelijk moet
de minister beslissen over het toelaten van personen tot
het grondgebied. De aanvragen die reeds werden inge-
diend op basis van het huidige systeem zullen naar de
door deze wet opgerichte commissie worden gezonden,
behalve als de aanvrager te kennen geeft dat hij zijn
aanvraag verder behandeld wil zien op basis van artikel
9 van de wet van 1980.
De wet zal geen uitwerking meer hebben wanneer alle
aanvragen tot regularisatie, ingediend binnen de termijn
van drie weken, zullen behandeld zijn. Tegelijk heeft de
VU&ID-fractie een wetsvoorstel ingediend om hetzelfde
probleem te regelen en heeft zij hierbij toelichting gege-
ven. De fractie kan zich vinden in de door de regering
6
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Kristien Grauwels
voorgestelde maatregelen, maar het wetsvoorstel dat zij
indiende legt andere klemtonen. Er wordt meer aandacht
geschonken aan de integratiewil van de vreemdelingen.
Zij moeten de kans krijgen om zich via het aanleren van
sociale vaardigheden en de taal, te integreren in onze
samenleving. Deze fractie heeft ook amendementen
ingediend die het wetsontwerp kunnen aanvullen. Bij de
algemene bespreking formuleerden de verschillende
fracties hun standpunt. De voornaamste heb ik voor u
samengevat.
De PSC verheugde er zich over dat het debat over dit
onderwerp kon plaatsvinden en verzekerde de minister
van haar constructieve medewerking door het indienen
van amendementen die de tekst kunnen verbeteren. Zij
wil het criterium
in duurzame sociale bindingen laten
vallen en alleen de verblijfsduur laten gelden. De termijn
die voor de vreemdelingen wordt voorzien om alles in
orde te brengen en de termijn om op een beslissing te
kunnen reageren, is volgens de PSC veel te kort. Het
wetsontwerp geeft volgens hen teveel macht aan de
secretarissen van de commissie voor de regularisatie.
De CVP-fractie vindt dat effectieve uitzettingen het eerste
uitgangspunt
moeten
zijn
voor
een
efficie¨nt
vluchtelingenbeleid. Daarnaast dient het ontwikkelings-
beleid te worden afgestemd op het vluchtelingenbeleid,
in die zin dat vluchtelingen die om economische redenen
naar hier willen komen, dienen te worden ontmoedigd.
De fractie stelt dat dit wetsontwerp discrimineert, name-
lijk dat er een ongelijkheid van behandeling optreedt
tussen degenen die binnen de termijn van drie weken
aan de voorwaarden voldoen en de personen die daar
slechts later aan voldoen. De CVP heeft ook kritiek op de
voorziene criteria. Ze vindt dat ze te ruim zijn en stelt voor
de verblijfsvergunning te beperken in de tijd, bijvoorbeeld
zolang de persoon ziek is of enkel voor de tijd dat de
vreemdeling niet terug kan naar het land van oorsprong.
Ze wil ook dat volwassen vreemdelingen kunnen bewij-
zen dat ze een van de drie landstalen beheersen en dat
hun kinderen naar school gaan, alvorens in aanmerking
te komen voor regularisatie.
Ten slotte stelt de CVP voor om onderhavig systeem te
vervangen door een permanente regularisatie gestoeld
op een individueel dossier met strenge maar duidelijke
criteria. Deze fractie stelde dat er geen behoefte is aan
deze wet. De oplossing ligt volgens haar in de aanpas-
sing van de wet van 15 december 1980 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en
de verwijdering van vreemdelingen.
Voor de PRL vormt het wetsontwerp betreffende de
regularisatie, dat deel van het asielbeleid dat het eerst
moet worden aangepakt. De uitwijzing komt op de
tweede plaats. Men vraagt dan ook dit ontwerp snel goed
te keuren. Degenen die dit niet willen en de huidige
toestand laten voortbestaan, zijn volgens de PRL de
objectieve bondgenoten van maffiose organisaties die
willen blijven profiteren van de illegalen. De fractie stelt
dat de doelstelling van dit ontwerp een groot maatschap-
pelijk draagvlak heeft.
De SP acht de voorgestelde regularisatie noodzakelijk
omwille van het humanitair karakter ervan.
Deze maatregel heeft ook een algemeen belang omdat
het de uitbuiting van illegalen moet tegengaan. De fractie
legt de klemtoon op het eenmalige karakter van de
regularisatie en vindt het belangrijk dat de aanvragers
geen nieuwe sociale rechten kunnen genieten.
De PS-fractie pleit voor een zo ruim mogelijk gei¨nterpre-
teerde regularisatie. Ze vindt dat men de illegalen ervan
moet overtuigen dat het gevaar niet schuilt in de voorge-
stelde regeling, maar in het laten voortbestaan van de
huidige toestand. De fractie is ervan overtuigd dat het
beleid slechts efficie¨nt kan worden gevoerd wanneer de
drie pijlers worden gehandhaafd.
Volgens het Vlaams Blok zet de regering de grenzen
open en gaat ze massaal illegalen regulariseren. Zij
denkt dat de geregulariseerden, na vijf jaar zonder
integratie- of taalvereisten, in de naturalisatieprocedure
zullen stappen. Het Vlaams Blok heeft ook bezwaren
tegen de gezinshereniging en is bovendien van mening
dat het voorliggende wetsontwerp strijdig is met het
akkoord van Schengen. De fractie heeft tevens beden-
kingen bij de aanwezigheid van de NGO's in de
Regularisatiecommissie. Het Vlaams Blok wenst verder
dat illegalen en uitgeprocedeerden worden gerepatrieerd
en dat het statuut van vluchteling alleen aan Europese
onderdanen wordt toegekend. Het wil alle asielzoekers in
gesloten centra plaatsen. Het Vlaams Blok ziet in versoe-
pelde naturalisatie- en regularisatieprocedures het mid-
del bij uitstek om Brussel etnisch van Vlamingen te
zuiveren.
De Agalev-Ecolo-fractie wenst het wetsontwerp in een
ruimer kader te plaatsen. Migratiestromen zijn volgens
hen het gevolg van de onrechtvaardige verhoudingen die
op wereldvlak bestaan. Europa moet ook hierin zijn
verantwoordelijkheid opnemen. Mensen laten niet voor
hun plezier alles achter zonder te weten wat hen te
wachten staat. Het regulariseren van mensen zonder
papieren is dan ook een kwestie van menselijkheid. Veel
vreemdelingen leven al jarenlang in onzekerheid, zijn
hier ingeburgerd en laten hun kinderen hier naar school
gaan.
Ook het economisch belang speelt hierin mee. Illegalen
zijn een te gemakkelijke prooi voor weinig scrupuleuze
ondernemers. Illegalen krijgen nu de kans om hier wet-
telijk te verblijven en te werken. De regering wil met dit
ontwerp vooral de clandestiniteit een halt toeroepen.
Voor de Agalev-Ecolo-fractie is regularisatie een belang-
HA 50
PLEN 017
7
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Kristien Grauwels
rijke pijler van het vreemdelingenbeleid, zoals het in het
regeerakkoord werd overeengekomen. De uitwijzingen
kunnen slechts de laatste schakel zijn in het beleid
inzake migratiestromen. De uitwijzing, zoals die ge-
beurde met de Roma-zigeuners, vindt de fractie hoogst
misplaatst. De rechten van het kind moeten worden
beschermd bij het vasthouden van minderjarigen. Voor
minderjarigen moet in een specifieke procedure worden
voorzien en de gesloten centra moeten verdwijnen.
De VLD-fractie is van mening dat een Europees migratie-
en asielbeleid noodzakelijk is. De overheid moet als een
goede, maar ook als een strenge huisvader optreden. De
betrokkenen eenvoudigweg terugsturen is geen echte
oplossing. De fractie vindt dat het criterium ernstig ziek
zijn moet worden gecontroleerd en dat de aanvrager een
blanco-strafblad moet hebben. Zij beklemtoont eveneens
het eenmalige karakter van de regularisatie.
In een volgend stadium van de besprekingen werden
heel wat vragen gesteld ter verduidelijking van het wets-
ontwerp en de minister heeft volgende preciseringen
aangebracht.
Ik heb ze voor u gerangschikt. De criteria zijn soepel en
algemeen, precies om de commissie niet in een strak
keurslijf te dwingen. Asielzoekers die al op het grondge-
bied verblijven maar van wie de aanvraag binnen een
redelijke termijn na de aankomst in Belgie¨ werd afgewe-
zen, komen niet in aanmerking voor regularisatie. Ook
een toeristenvisum geeft geen toelating tot regularisatie.
De integratiewil moet blijken uit de duur van het verblijf en
de sociale bindingen. Schoolplichtige kinderen moeten
zich op het grondgebied bevinden om aanspraak te
kunnen maken op de regularisatie. Er werd gevraagd
naar een lijst van
gevaarlijke landen. De minister
antwoordde hierop dat er een lijst zal worden opgesteld
in samenwerking met het ministerie van Buitenlandse
Zaken, het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelin-
gen en de Staatlozen en de dienst Vreemdelingenzaken.
Ik kom nu tot de commissie voor Regularisatie. Als de
secretarissen van de commissie gunstig advies verlenen,
is er geen enkele reden waarom de minister zich daaraan
niet zou houden. Niettemin hebben adviezen geen bin-
dende kracht. De secretarissen zullen een grondige
kennis van de asielproblematiek moeten hebben. Zij
moeten nagaan of het dossier volledig en in orde is en
zullen het dan aan de minister overmaken. De leden van
de commissie zullen worden aangewezen door de Minis-
terraad. Het recht op verdediging en om gehoord te
worden wordt voorzien doordat de aanvrager recht heeft
op bijstand van een advocaat en van een tolk. De
commissie zal bestaan uit een aantal Nederlandstalige
en Franstalige kamers. Het aantal kamers kan worden
aangepast volgens de werkelijke behoeften.
Wat de bewijsstukken betreft is een officieel spoor van
een OCMW, politie of school vereist. Een getuigenis
volstaat niet. Een geregistreerde huurovereenkomst
geldt wel als bewijs, evenals facturen voor gas of elek-
triciteit. Het doel van dit ontwerp is de verbetering van de
situatie van de illegalen. Er zal dus enkel in geval van
ernstige criminele feiten vervolging worden ingesteld.
De minister gaf nog andere interessante inlichtingen. De
regering heeft 1 miljard frank ingeschreven om de ach-
terstand weg te werken en de regularisatiedossiers te
behandelen. De regering voorziet ook in personeel en
omkadering om deze procedure materieel mogelijk te
maken. De hele operatie is eenmalig. De aanvraag tot
regularisatie geeft geen enkel recht op bijkomende so-
ciale hulp. De gemeenten zullen via een rondzendbrief
op de hoogte worden gebracht van hun taak. De burge-
meester kan een sociaal verslag maken van de aanvra-
ger. Om verblijfsrecht wegens huwelijk te verkrijgen moet
een illegaal houder zijn van een paspoort waarin een
geldig visum staat. Is dat niet het geval, dan moet hij
terug naar het land waar hij vandaan komt om zich aan
de toelatingsvoorwaarden te conformeren. De regulari-
saties zullen in kennis worden gebracht van de instelling
die de Schengen-akkoorden beheert. Het gemeen recht
is van toepassing op de gezinsherenigingen. In de toe-
komst zal een bijzonder voogdijstelsel in het leven wor-
den geroepen voor de niet-begeleide minderjarigen. Er
werd geen termijn bepaald waarin de minister zijn beslis-
sing moet nemen. De voorkeur werd gegeven aan een
stelsel waarbij in de nodige middelen werd voorzien om
de commissie in staat te stellen haar opdracht te vervul-
len.
Na de bespreking werden 89 amendementen ingediend
waarvan geen enkel werd weerhouden.
Het wetsontwerp werd aangenomen met 10 stemmen
voor, 4 stemmen tegen en twee onthoudingen.
De voorzitter : Ik herinner alle fracties aan hun belofte
inzake het respecteren van de spreektijd. Ik zal daarop
trouwens streng toekijken.
De heer Marc Van Peel heeft het woord.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, dit wetsontwerp moet
uiteraard
worden
gesitueerd
in
het
globaal
vreemdelingenbeleid van deze regering.
Volgens onze analyse stelt het globaal vreemdelingen-
beleid tot op heden niet veel voor, wat tot gevolg heeft dat
dit wetsontwerp met haken en ogen vastzit en geen
antwoord biedt voor de problematiek waarmee wij wor-
den geconfronteerd.
8
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Marc Van Peel
Typisch voor deze regering is dat ideologisch geladen
onderwerpen heftige politieke discussies doen losbar-
sten binnen de meerderheid, terwijl dit niet het geval is
voor problemen van budgettaire aard vermits dan ieder-
een kan worden bedeeld. Voor ideologisch geladen pro-
blemen moet er naar een wankel evenwicht worden
gezocht - al kan ik dat nog enigszins begrijpen - maar de
waarheid is dat dit wankel evenwicht niet eens wordt
uitgevoerd. Ter illustratie verwijs ik
naar een ander actueel en even ideologisch geladen
item, met name het snelrecht. Tijdens het debat daarover
diende de regering - met onze steun - een duidelijk
ontwerp in dat door Ecolo niet werd aanvaard.
Dergelijke ideologische debatten worden weerspiegeld in
het vreemdelingenbeleid van de regering.
Op het vlak van de uitwijzingen hadden wij recht op een
heuse vaudeville. Wij gaan ervan uit - zoals de regering
blijkbaar - dat elk vreemdelingenbeleid en elk illegalen-
beleid steunt op een ernstig uitwijzingsbeleid. Dat
uitwijzingsbeleid is gehypothekeerd door het tragische
voorval rond Semira Adamu en dat sindsdien niet meer
uit de startblokken geraakte. Typisch voor onze media-
maatschappij en voor onze politieke debatten is dat de -
terechte -verontwaardiging over e´e´n tragisch ongeval,
leidt tot het stoppen van een beleid. Dat is niet goed te
praten, maar toch staan wij niet verder.
De regering trachtte de situatie te deblokkeren, maar op
zo'n manier dat het debat over de uitwijzingen onmiddel-
lijk als het ware werd begraven.
Het beleid inzake uitwijzingen moest worden gedeblok-
keerd door 73 zigeuners terug naar Slowakije te sturen.
In dat verband las ik nogmaals de kritiek van de heer
Decroly in het commissieverslag, waarbij hij zich afvraagt
waar de strafrechtelijke veroordeling blijft van degenen
die dat op hun geweten hebben. Tijdens het debat van
vorige maand protesteerde ikzelf tegen de zeer ongeluk-
kige maatregel om mensen van een en dezelfde etnische
groep bij wijze van voorbeeld uit te wijzen.
Precies door het uitwijzingsbeleid op die manier aan te
vatten, werd het opnieuw gehypothekeerd. De debatten
bij de meerderheid barstten opnieuw los en gaan erover
of er e´e´n dan wel drie personen dagelijks worden uitge-
wezen.
Mijnheer de minister, hoe ver staat men de facto inzake
het uitwijzingsbeleid ? Deze vraag is niet politiek neu-
traal. Af en toe bezoek ik de studio's van De Zevende
Dag en ik was daar toen de heer De Gucht, inmiddels
effectief voorzitter van de VLD, zei dat er geen sprake
van was dat zij het regularisatieontwerp zouden goed-
keuren zolang geen grote stappen voorwaarts werden
gezet inzake de uitwijzingen.
Mijnheer De Gucht, ondertussen definitieve voorzitter
van de VLD, verklaarde dat er geen sprake is van
goedkeuring van dit ontwerp als er geen grote stappen
zijn gezet inzake uitwijzing.
We moeten dus evalueren wat de heer De Gucht en de
VLD verstaan onder
stappen voorwaarts inzake
uitwijzingsbeleid. Het zou me zeer verwonderen dat het
om de enkele honderden zou gaan die minister Duque-
sne naarvoren heeft gebracht. Wij gaan er wel mee
akkoord dat dit een pijler moet blijven van elk beleid ten
overstaan van illegalen. We stellen enkel vast dat er niets
van komt en dat we dus - in het zorgvuldig evenwicht dat
men betrachtte - staan voor de goedkeuring van dit
wetsontwerp van de regularisatie waarin over de
uitwijzingspijler geen sprake is.
Er was nog een derde pijler, namelijk die van de hervor-
ming van de administratie.
Immers, de administratie die alle asielaanvragen moest
behandelen, was slecht georganiseerd en zou dus wor-
den hervormd. Conform de traditie van deze regering
worden stoere verklaringen afgelegd en de drie admini-
straties zouden tot een grote administratie worden om-
gevormd.
Zes weken geleden wees ik er al op dat men uitgerekend
de ambtenaren die dit beleid moeten realiseren dient te
motiveren. Ondertussen hebben die mensen vernomen
dat er weer drie administraties komen.
Deze mensen zitten dus op een zeer
beweeglijke stoel
en niemand weet waar het nu eigenlijk naartoe gaat.
Mijnheer de minister, hoever staat het nu met de hervor-
ming van de administratie ? Dit is geen onbelangrijke
vraag in dit kader. Wij zijn het immers met u eens dat dit
de derde pijler is.
Als ik terugkom op het regularisatieontwerp op zich dan
stel ik vast dat er
terecht wordt verwezen naar de bredere context van de
migratiestromen. Ook wij vinden dit van levensbelang.
Het is een waarheid als een koe - en dit geldt niet alleen
voor Belgie¨ - dat de internationale situatie, de politiek
labiele situatie in vele landen, de inkomenskloof tussen
Noord en Zuid en tussen Oost en West verantwoordelijk
zijn voor deze migratiestroom.
Bij deze vaststelling kan het evenwel niet blijven. Ik
herinner mij dat de vorige regering aan de Koning
Boudewijnstichting heeft gevraagd om, naar analogie
van het zogenaamde armoederapport een migratie-
rapport te maken. Ik zou dus graag van u vernemen
hoever het daarmee staat. Als mijn informatie correct is
staat het nog nergens.
HA 50
PLEN 017
9
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Marc Van Peel
De bedoeling van dat migratierapport was precies na te
gaan hoe een land als Belgie¨ - zowel in de buitenlandse
betrekkingen als in de ontwikkelingssamenwerking - ten
opzichte van de migratiestromen een gecoo¨rdineerd be-
leid kan voeren.
In
De Zevende Dag zijn er - zoals de heer De Gucht -
die pleiten voor het uitdokteren van een migratiestatuut.
Wij hebben die idee ook al geopperd, maar die idee moet
goed worden onderbouwd en daarvoor moet het rapport
van de Koning Boudewijnstichting precies dienen.
Voor u het weet zit u in een situatie waarbij u aan
hooggeschoolde ingenieurs en informatici uit het Oosten
of het Zuiden zegt dat ze welkom zijn en waarbij onge-
schoolden na drie maanden uitwijst.
Een onverdachte instantie als de Koning Boudewijn-
stichting zou ons dus een rapport moeten bezorgen, zo
niet blijft het debat over de ree¨le oorzaken van de
migratie bij een vaststelling, bij wat Europese pogingen
om er iets aan te doen.
Ook in het kader van een gezond Noord-Zuid- en Oost-
Westbeleid is dit rapport erg belangrijk. Het is dus nog
dringender dan het armoederapport.
De CVP dringt er bij de regering op aan de Koning
Boudewijnstichting te herinneren aan haar opdracht.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de christen-
democraten hebben fundamentele bezwaren tegen de
grote, massale en eenmalige regularisatie. De CVP gaat
wel akkoord met het principe van regularisatie van een
aantal categoriee¨n. Het is niet goed dat mensen langdu-
rig illegaal in de natuur, beter gezegd in de steden
verdwijnen en de samenleving grondig desorganiseren.
Volgens de regering zal het bij een eenmalige regulari-
satie blijven. De CVP gelooft daar niets van. Buiten-
landse voorbeelden spreken immers boekdelen !
Sinds 1985 heeft Spanje 4 zogenaamd grote, eenmalige
regularisaties doorgevoerd. Er werden respectievelijk
120 000, 50 000, 40 000 en 37 000 mensen geregulari-
seerd. Elke aankondiging van een massale regularisatie
veroorzaakte een aanzuigeffect. In 1996 leidde dit tot
dramatische toestanden. Op alle soorten schuiten pro-
beerden mensen de Straat van Gibraltar over te steken
om binnen de gestelde regularisatietermijn Spanje te
bereiken. Op dit ogenblik woedt in Spanje het debat over
het vijfde massale regularisatievoorstel van de regering.
De grootste regeringspartij tekent bezwaar aan omdat
het aanzuigeffect erg groot is en men steeds nieuwe
grote regularisaties moet doorvoeren.
In Italie¨ deed zich hetzelfde fenomeen voor. De regulari-
saties vonden plaats in 1996, 1998 en 1999. Een maand
na afloop van de regularisatieperiode zag de toenmalige
minister van Arbeid zich reeds verplicht aan te dringen op
een nieuwe regularisatie om de bestaande problemen te
kunnen oplossen.
Mijnheer de minister, het systeem van een massale
eenmalige regularisatie deugt niet.
Tot december 1999 loopt in Nederland de tweede periode
inzake legalisering van de zogenaamde witte illegalen.
Het debat terzake is volop aan de gang.
Mijnheer de minister, de voorbeelden spreken voor zich.
Grootschalige eenmalige regularisaties hebben perverse
gevolgen. Kortom, het is geen goed voorstel. We zwijgen
dan nog over de klungelachtige manier waarop het
project werd uitgewerkt. Eerst was er sprake van een
koninklijk besluit. Later bleek dat de wetgeving moest
worden aangepast. Ik herinner me dat eerste minister
Verhofstadt tot tranen bewogen de oppositie om steun
vroeg om een zo groot mogelijke consensus te kunnen
bereiken. Op klacht van het Vlaams Blok had de Raad
van State immers vastgesteld dat de techniek van een
koninklijk besluit voor deze problematiek onwettig was.
Er werd op ons een beroep gedaan. De minister zei ook
in het commissiedebat dat hij heeft vastgesteld dat
dergelijke wetten in het buitenland vaak hebben geleid tot
een verhit en extremistisch klimaat. Welnu, ik ben ervan
overtuigd dat we zo dadelijk hiervan een staaltje zullen
zien. Wat zich in het buitenland heeft voorgedaan naar
aanleiding van ondoordachte voorstellen als dit, zullen
we ook hier meemaken. Dit verhit en extremistisch
klimaat zal niet alleen in dit parlement aanwezig zijn,
maar in heel het land en, hetgeen nog erger is, in alle
gemeenten. Dit is het grote geschenk van de regering
aan de verhitte extremisten.
(Rumoer op de banken van het Vlaams Blok)
Ik heb geen namen genoemd, maar ik bedoel u.
Dit betekent niet dat er niet moet worden geregulari-
seerd. Dit moet dan wel gebeuren door de huidige wet
van 1980, die de huidige regering laat bestaan, aan te
passen. Ik heb trouwens gelezen dat de heer Cortois
tijdens de bespreking in de commissie terecht zijn be-
zorgdheid heeft geuit over het feit dat er nu twee proce-
dures bestaan. Enerzijds is er de grote eenmalige, mas-
sale regularisatie, waarvan ik niet geloof dat ze eenmalig
zal zijn. Anderzijds is er de bestaande procedure, waar
men evengoed recht op heeft. Ik meen dat de ongerust-
heid van de heer Cortois in deze terecht is. Wij zeggen
dat de bestaande wet van 1980 op basis van de strenge
en duidelijke criteria die we in onze amendementen
hebben opgenomen, moet worden aangepast zodat er
duidelijke criteria komen. Dit is voor een aantal catego-
riee¨n een veel betere regeling. Ik zal uitleggen voor welke
criteria dit het geval is en wat het verschil is tussen onze
criteria en die van de regering.
Personen die ernstig ziek zijn en personen die niet
terugkunnen naar hun land van herkomst moeten vol-
gens ons geen recht hebben op een eeuwigdurende
verblijfstitel. Het gaat om twee tijdelijke categoriee¨n.
Ernstig zieken kunnen gelukkig genezen. We moeten
10
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Marc Van Peel
ervoor opletten dat we het gezondheidsasiel niet bevor-
deren waarbij ernstig zieken weten dat ze in Belgie¨
terechtkunnen. Ook de omstandigheden in het land van
herkomst zijn volgens ons een tijdelijk criterium. Het is
niet omdat ergens de aarde heeft gebeefd of omdat een
dictator ergens de mensenrechten met voeten treedt, dat
dit in die landen eeuwig zal duren.
De andere twee categoriee¨n zijn de personen die, door
de schuld van de overheid, reeds lang in een asiel-
procedure verwikkeld zijn en de personen die reeds vijf of
zes jaar illegaal op het territorium verblijven en krachtens
het ontwerp van de regering duurzame sociale bindingen
moeten kunnen aantonen. Voor die twee categoriee¨n
stellen we voor om naar de goede voorbeelden uit het
buitenland te kijken. Die goede lessen komen in dit geval
uit Nederland. Daar verwacht men van de nieuwkomers,
en ook van deze categoriee¨n, dat ze zich inburgeren.
Niemand schreeuwt hierover moord en brand; daarom
hebben we deze eis in onze amendementen verwerkt. Ik
citeer in dit verband de Nederlandse Rijkswet :
Het
begrip inburgering
- waarmee de VLD voor de verkie-
zingen ook af en toe uitpakte -
dient om een
ontwikkelingsproces aan te duiden dat leidt tot een
daadwerkelijke participatie in de samenleving
.
Er wordt niet gevraagd dat iedereen Nederlander wordt in
de identiteitsbetekenis van het woord. Wel mag worden
verlangd
dat de verzoeker niet uitsluitend op zijn eigen
minderheidsgroep is georie¨nteerd of daarvan geheel
afhankelijk is
. Hij moet in staat zijn ook met anderen te
kunnen communiceren en aangezien de taal het belang-
rijkste communicatiemiddel is, is voldoende beheersing
van het Nederlands een kenmerk van de inburgering.
Hoe die kennis wordt verkregen, is van geen belang,
maar de gemeenten moeten er wel voor zorgen. Bij het
onderzoek naar de mate van inburgering wordt als regel
ook gehanteerd of men zich door het lidmaatschap van
clubs, verenigingen, belangengroeperingen in de samen-
leving een plaats heeft verworven. De Nederlandse
maatschappelijke verhoudingen moeten tot op zekere
hoogte worden aanvaard. De omgang met uitsluitend
landgenoten en langdurige verblijven in het land van
herkomst worden als tekenen van niet-inburgering opge-
vat.
Aldus de socialistisch-liberale D66-regering in Ne-
derland.
Wat de taalbeheersing betreft, wordt onder een
redelijke kennis van de Nederlandse taal verstaan dat de
verzoeker minimum een eenvoudig gesprek in het Ne-
derlands over alledaagse dingen moet kunnen voeren.
Dit zijn slechts een aantal voor de hand liggende criteria
die in Nederland worden gebruikt.
De CVP-fractie pleit voor een aanpassing van de wet van
1980. In de eerste plaats moet er een criterium aan de
wet worden toegevoegd voor twee groepen van perso-
nen, namelijk de zieken en degenen die om redenen
buiten hun wil niet terug kunnen naar hun land van
herkomst. De categorie van mensen die hier lang verblij-
ven, zou stilaan moeten wegsmelten op voorwaarde dat
de minister het ernstig meent met het uitwijzingsbeleid.
Wanneer de administratie grondig wordt hervormd, zal de
groep waarvan de asielprocedure door de schuld van de
overheid te lang aansleept, eveneens verdwijnen.
Er hoeft dus volstrekt geen sprake te zijn van een
permanente massale regularisatie. Onze fractie heeft op
basis van de wet van 1980 een duidelijk alternatief naar
voren gebracht, waardoor de huidige problemen worden
opgelost en waardoor men kan vermijden dat er een
aanzuigeffect wordt gecree¨erd. Dit wetsontwerp zal ertoe
leiden dat het probleem van de illegalen in ons land niet
langzaam verdwijnt, maar dat het zich bestendigt.
Belgie¨ voegt zich bij de groep van landen, zoals Italie¨ en
Spanje, die door een herhaald systeem van massale
regularisatie een ongelooflijk aanzuigeffect uitoefenen.
Nochtans is het precies dit wat de minister, en ook wij,
willen vermijden. Wij hebben het dan ook niet begrepen
op dit wetsontwerp. Daarom hebben wij ons voorstel in
een amendement verwoord. Wij hadden gehoopt hier-
over een zinvolle discussie te kunnen voeren, waarbij wij
een compromis zeker niet uitsloten. Het precaire even-
wicht - of onevenwicht - in de regering met betrekking tot
deze materie sluit een gedachtewisseling met de fat-
soenlijke oppositie natuurlijk uit. Wij voelen ons dan ook
gerechtigd om onze kritiek op dit wetsontwerp naar voren
te brengen en om een alternatief in te dienen. Wij moeten
leren uit de buitenlandse slechte en goede voorbeelden.
Wij beschouwen de goedkeuring van ons amendement
als een noodzakelijke voorwaarde om deze wet te kun-
nen aannemen. Uit het debat in de commissie heb ik al
begrepen dat hiervan geen sprake kan zijn, dat regulari-
seren zo vlug en zo massaal mogelijk moet kunnen
plaatsvinden en dat uitwijzen maar bij mondjesmaat is
toegestaan. Ik ben benieuwd hoe de VLD de uitspraken
van de heer De Gucht interpreteert. Ik vraag me af of het
land, en vooral de VLD, rijp zijn om dit ontwerp goed te
keuren. De VLD heeft het ontwerp immers in verband
gebracht met de hervatting van de uitwijzingen. Ik ben
eveneens benieuwd hoever het staat met de administra-
tieve hervormingen die de minister heeft aangekondigd.
Le pre´sident : La parole est a` Mme Joe¨lle Milquet.
Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : Monsieur le pre´sident,
monsieur le ministre, chers colle`gues, je crains que vous
ne deviez entendre une nouvelle fois les propos de´ja`
tenus durant de longues heures en commission.
Je commencerai mon intervention en e´mettant deux
conside´rations d'ordre ge´ne´ral.
J'aborderai ensuite ce projet de manie`re plus ponctuelle.
Comme vous avez pu le constater durant les de´bats en
commission, le PSC s'est efforce´ de mener une opposi-
tion constructive en respectant la logique du texte et en
HA 50
PLEN 017
11
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Joe¨lle Milquet
tentant d'apporter des ame´liorations par le de´po^t d'amen-
dements mode´re´s visant a` clarifier le texte tre`s confus
sur certains points. C'e´tait la`, selon nous, une fac¸on de
s'assurer que ce projet de loi puisse aboutir et ainsi
re´gulariser la situation de certaines cate´gories d'e´tran-
gers.
He´las, malgre´ les de´clarations relatives a` la nouvelle
culture politique et a` la ne´cessite´ de ne pas s'enfermer
dans des clivages opposition-majorite´, j'ai pu constater
que les amendements que nous avions de´pose´s avaient
e´te´ rejete´s alors qu'ils refle´taient souvent des pre´occu-
pations exprime´es par certains partenaires comme le PS
et Ecolo. Plusieurs d'entre eux reprenaient pourtant des
explications que vous aviez donne´es et apportaient des
e´claircissements conformes a` ce que vous aviez dit en
commission.
Je regrette donc que l'on ait du^ clo^turer ce de´bat dans
une logique majorite´-opposition, ce dont, en tant que
parti de l'opposition, nous voulions pourtant nous
de´partir.
Avant de parler des diffe´rents points de ce projet de loi,
qui entrera en vigueur pour un an, j'aimerais redire
combien il est indispensable - et je sais que vous
partagez ce souci- de modifier rapidement la proce´dure
structurelle de la re´gularisation, aux termes de l'article 9
de la loi de 1980. En effet, pour le moment, comme vous
le savez, cette dernie`re laisse planer beaucoup trop
d'incertitudes et d'arbitraire.
De plus, outre les modifications que nous devrons ap-
porter dans le cadre de cette le´gislation, nous devrons
tre`s rapidement savoir comment, a` terme, nous allons
pouvoir faire face a` d'autres futures demandes ponctuel-
les de re´gularisation sur la base des crite`res pre´vus par
l'article 9.
Je tiens a` dire une nouvelle fois que c'est un de´bat qui
devra avoir lieu tre`s rapidement.
J'en viens maintenant a` des conside´rations plus spe´cifi-
ques.
Je voudrais tout d'abord parler des crite`res suivis dans le
cadre de cette proce´dure de re´gularisation.
Ils sont au nombre de quatre.
Le premier a trait aux raisons inde´pendantes de la
volonte´, qui pourraient e^tre e´voque´es pour que certaines
personnes ne soient pas rapatrie´es.
A ce sujet, je souhaiterais re´pe´ter combien il est indis-
pensable non seulement de conside´rer chaque cas mais
e´galement de ne pas se limiter a` des listes trop re´duites
et de`s lors trop rigides comme c'est le cas pour le
moment. En effet, a` l'heure actuelle, seuls trois ou quatre
pays sont concerne´s. Selon moi, nous devrions pouvoir
appre´cier certaines situations comme, par exemple, celle
des Kurdes par rapport a` la Turquie, qui demande
beaucoup plus de subtilite´.
De`s lors, j'espe`re qu'a` cette fin, il sera possible de mettre
en place au niveau fe´de´ral des e´le´ments convergents, ne
provenant pas uniquement des de´partements des Affai-
res e´trange`res et de l'Inte´rieur mais e´galement des
informations collecte´es par les ONG, qui ont parfois une
appre´ciation plus globale de la situation dans diffe´rents
pays.
A terme, nous devrions e´galement tenter d'organiser un
syste`me unique d'analyse de ces diffe´rentes proble´ma-
tiques car, pour l'instant, les e´le´ments d'information sont
e´parpille´s dans diffe´rents ministe`res. Nous ne prenons
pas assez en compte le travail effectue´ par certaines
ONG.
La circulaire, qui impose que les personnes fassent une
de´claration de de´part volontaire quand la situation s'ame´-
liore, pose, selon moi, e´galement proble`me.
Bien des gens craignent de faire cette de´claration parce
que la situation dans leur pays est actuellement critique,
et qui n'utilisent de`s lors pas du tout les possibilite´s
offertes. Gra^ce a` ce texte, comme il ne s'agira plus
seulement d'une suspension de l'ordre de quitter le
territoire mais d'un ve´ritable droit a` rester durant une
certaine pe´riode, j'espe`re que cette circulaire tombera et
que nous n'aurons plus cette difficulte´ ve´cue par les
personnes, qui rend relativement difficile l'application de
ce crite`re.
Le crite`re 4 est sans doute le plus difficile a` expliquer : a`
travers les longues heures de discussion, vous vous e^tes
vous-me^me aperc¸u de la complexite´ due a` la confusion
des textes pre´vus aux articles 2.4 et 9.9. Je persiste a`
penser que pour re´ussir cette ope´ration de re´gularisation,
il aurait convenu d'e^tre plus clair quant aux crite`res : ils
restent trop confus et permettent des interpre´tations a` ce
point restrictives qu'ils risquent de vider ce projet de loi
de sa substance. Voila` pourquoi nous allons ne´anmoins
de´poser des amendements sans pour autant nous faire
beaucoup d'illusions.
Le point 4 vise a` la fois les circonstances humanitaires et
le de´veloppement des attaches sociales durables dans le
pays. Si la seconde condition au moins est remplie, il
faudrait ne plus e´voquer des circonstances humanitaires
avec toute la largeur d'appre´ciation qu'elles incluent. Il
s'agirait pluto^t d'interpre´ter ce point dans le sens que, si
la notion d'attache sociale durable est remplie, la circons-
tance humanitaire apparai^t avec le risque de briser cette
attache par le rapatriement force´. L'objectivite´ du crite`re
de circonstance humanitaire en serait renforce´e.
12
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Joe¨lle Milquet
Par ailleurs, si seulement un amendement pouvait pas-
ser, j'aurais voulu que ce soit celui visant a` supprimer le
et/ou dans votre article 9.9. Cela e´viterait l'impression,
que vous avez entretenue dans vos explications, que des
crite`res cumulatifs e´taient impose´s, contrairement a` ce
que vous aviez vous-me^me expose´ dans un premier
temps.
Pourtant, ces crite`res doivent demeurer alternatifs pour
re´ussir cette ope´ration de re´gularisation. En effet, il nous
semble impossible de demander a` la fois la preuve d'une
pre´sence de six ou cinq ans, selon les cas, e´ventuelle-
ment une preuve de se´jour le´gal, et surtout, ce que vous
avez ajoute´ in fine et qui n'a jamais e´te´ expose´ dans
l'accord gouvernemental ante´rieur, de de´montrer n'avoir
jamais rec¸u un ordre de quitter le territoire.
Vous vous e^tes livre´ a` l'exercice, certes difficile, d'es-
sayer de nous expliquer comment pouvoir conside´rer ces
crite`res comme alternatifs mais ne´anmoins cumulatifs
pour renforcer l'interpre´tation; et que plus on pouvait
de´montrer de crite`res, plus on avait de chances de
pouvoir e^tre re´gularise´. Pourtant, cet e´le´ment reste am-
bigu pour le demandeur et ouvre une bre`che a` l'arbitraire.
C'est pour cette raison que nous rede´poserons un amen-
dement au texte; nous aurions pre´fe´re´ voir annonce´ que
par attache durable, il e´tait entendu cinq ou six ans.
Qu'au moins, a` terme, dans l'application de cette loi, il
soit conside´re´ qu'une pre´sence durant cette pe´riode
autorise une pre´somption d'attache sociale durable,
quitte a` de´montrer et a` prouver que ce n'est pas le cas.
Il faudrait au moins que ce crite`re l'emporte, qu'il soit clair
et qu'il e´vite une accumulation de preuves sous peine de
limiter la proce´dure, donc de ne pas assainir la situation.
Voila` les principales critiques que je re´ite`re a` propos de
ce quatrie`me crite`re. J'insiste sur l'urgence d'une re´-
flexion sur cet amendement visant a` supprimer le
et/ou,
appartenant a` la de´finition concocte´e par des juristes
pourtant brillants, selon vous, mais qui reste une pre-
mie`re juridique. Ce risque de confusion n'est pas sain
dans un texte de loi.
Nous avons beaucoup discute´ du crite`re relatif a` la
maladie. Pour examiner ce crite`re et e´viter toute subjec-
tivite´, en tout cas de vos structures, j'insiste encore sur la
mise en place de l'e´quivalent d'une chambre informelle
ou` des me´decins peuvent e´tudier le dossier de la per-
sonne et, en cas de doute, e´viter de trancher par un
refus. L'analyse me´dicale doit e^tre effectue´e avec finesse
et se´rieux. Les demandes sur ce point devraient e^tre
appre´cie´es sur la base des trois crite`res relevant de la
jurisprudence du Conseil d'Etat et des cours et tribunaux,
a` savoir la gravite´ de l'affection, le traitement disponible
dans le pays d'origine et le prix y affe´rent. En effet, on fait
parfois e´tat de traitements disponibles mais dont on
connai^t le cou^t exorbitant et qui, de`s lors, ne peuvent e^tre
applique´s au demandeur, et e´galement le caracte`re
effectif de l'acce`s aux soins. Ces notions sont tre`s
importantes car elles doivent baliser la re´flexion et e´viter
de`s lors d'e^tre vide´es de leur substance.
En ce qui concerne le respect des droits de la de´fense,
sur la base de nos questions, vous nous avez confirme´
qu'il y aurait un droit a` l'audition, permettant d'avoir
recours a` des avocats pro deo. Nous vous remercions de
vos pre´cisions mais, de`s lors, nous ne voyons pas
pourquoi nous n'aurions pas pu, comme nous le deman-
dions dans nos amendements, pre´ciser tout cela concre`-
tement dans le texte, tel que cela avait e´te´ fait dans la loi
de 1980 pour la commission consultative des e´trangers.
En ce qui concerne le pouvoir de la commission, vous ne
nous avez pas toujours convaincus. Vous aviez annonce´
que cette commission trancherait, qu'elle prendrait des
de´cisions totalement inde´pendantes. Je sais qu'on se
re´fugie derrie`re des arguments juridiques que je pense
peu pertinents au sujet d'un e´ventuel traitement discrimi-
natoire. L'article 9 et ce projet de loi ponctuel ont des
objectifs suffisamment diffe´rents pour vous permettre
d'avoir deux traitements diffe´rents, pour que vous puis-
siez trancher sur la base de l'article 9 et qu'une commis-
sion tranche sur la base de ce projet de loi. Vous auriez
au moins pu respecter votre volonte´ gouvernementale
telle qu'affirme´e voici quelques mois et de´montrer la plus
grande objectivite´, telle qu'elle avait en tout cas e´te´
exprime´e par les diffe´rents partis de votre majorite´. Sur
ce point, nous restons e´galement de´c¸us. Nous pensons
e´galement que pour vous inciter a` mettre tous les
moyens en oeuvre afin de re´ussir cette ope´ration de
re´gularisation et s'assurer que les choses se fassent en
temps opportun, il fallait imposer un de´lai fixe dans lequel
la commission devait e´galement statuer.
En ce qui concerne les de´lais, nous vous rejoignons sur
un point et donc nous ne rede´poserons pas l'amende-
ment - les de´bats servent au moins a` quelque chose -
relatif aux trois semaines. Je conviens que les personnes
concerne´es ont sans doute eu le temps d'e^tre informe´es.
Par contre, le mois de de´lai relatif au rapport social reste
trop court et, surtout, e´tant facultatif selon le bon vouloir
et parfois les philosophies politiques divergentes des
diffe´rentes communes, il risque d'intervenir de manie`re
discriminatoire dans les dossiers. C'est un peu ma
crainte : les communes qui auront bien agi et donne´ de
bons rapports sociaux pourront conforter les dossiers de
leurs demandeurs et celles qui, pour des raisons qui
leurs sont propres, n'auront pas joue´ ce jeu, risquent
alors d'handicaper les demandes. Il est a` craindre de`s
lors qu'on fasse la diffe´rence entre les dossiers ayant des
rapports sociaux et les dossiers qui en sont de´pourvus.
HA 50
PLEN 017
13
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Joe¨lle Milquet
C'est une discrimination importante pour laquelle nous
vous demandons de prendre des mesures. Il faut sensi-
biliser les communes, leur fournir les circulaires et surtout
les moyens ne´cessaires pour re´ussir cette ope´ration de
re´gularisation.
Je persiste a` penser que les trois jours de recours
accorde´s en cas de dossier incomplet - me^me si ce sont
des jours ouvrables - restent vraiment un de´lai trop court
et que les doubler eu^t e´te´ un minimum pour permettre
aux personnes de le comple´ter. Ce sont souvent des
gens qui ne parlent pas ne´cessairement la langue, qui
sont seuls face a` la difficulte´ de constituer un dossier et
surtout seuls face aux diffe´rentes institutions puisque
vous leur imposez des preuves officielles. De`s lors, tout
cela demande un minimum de temps.
Nous persistons e´galement a` penser que les pouvoirs
des secre´taires de commissions restent trop importants
et que la commission devrait rester mai^tresse de certai-
nes de´cisions, sauf lorsqu'il s'agit d'agir plus rapidement
et de transmettre un avis ou un dossier positif au
ministre. La preuve exige´e, notamment en ce qui
concerne l'obtention de documents e´manant d'institu-
tions officielles, reste trop restrictive par rapport a` la
situation de re´elle clandestinite´ que vivent certains. Je
sais qu'il peut y avoir des risques de de´tournement de
preuves, j'en suis tout a` fait consciente et on ne doit pas
faire n'importe quoi non plus dans cette matie`re. Ne´an-
moins, n'imposer que des documents officiels, ne pas
permettre aux ONG de pouvoir en de´livrer, ne pas
permettre aux demandeurs de pouvoir faire la preuve par
d'autres e´le´ments de droit qu'on aurait pu re´guler, risque
de maintenir des gens dans la clandestinite´, des person-
nes qui se trouvent dans notre pays depuis plusieurs
anne´es et qui vont rater le train d'assainissement que
nous souhaitons voir re´ussir.
En ce qui concerne l'article 14 consacre´ aux expulsions
des personnes manifestement non re´gularisables, j'attire
votre attention sur cette notion qui reste tre`s floue. Elle
peut e^tre interpre´te´e restrictivement, d'autant plus que la
demande de re´gularisation introduite par ces personnes
ne fera pas l'objet d'une analyse correcte de la part de la
commission de re´gularisation. Je peux comprendre
qu'elle refuse un traitement normal et qu'elle veuille
e´viter le de´po^t de dossiers dilatoires. Ne´anmoins, il est
risque´ d'introduire cette notion. Qui va porter une appre´-
ciation si c'est l'Office des e´trangers qui vous envoie le
dossier ? Ce syste`me risque de permettre des expul-
sions de personnes qui auraient peut-e^tre pu e^tre re´gu-
larisables puisque l'on oblige les fonctionnaires a` agir
dans un de´lai relativement court. Je persiste donc a`
croire que cet article est dangereux. C'est pourquoi nous
de´posons un amendement sur ce point.
Autre objet de critique et de crainte, c'est la preuve de la
re´sidence. Si l'on veut rendre confiance aux gens et
re´ussir cette ope´ration, il faut e´viter tout ce qui pourrait
amener ces personnes a` ne pas oser introduire leur
demande. Permettre une e´lection de domicile, sans
imposer l'obligation de re´sidence, eu^t e´te´, je pense, un
e´le´ment important pour assainir la situation. Nous de´po-
serons des amendements sur ce point. J'attire votre
attention sur la ne´cessite´ de mettre en oeuvre les modi-
fications le´gislatives qui permettront aux personnes
ayant obtenu leur re´gularisation de s'inte´grer dans la
socie´te´ et de be´ne´ficier d'une se´rie de dispositifs, notam-
ment les aides a` l'emploi, etc.
Comme plusieurs personnes sie´geant dans l'actuelle
commission de re´gularisation l'ont constate´, le risque est
grand d'une interpre´tation tre`s restrictive de la notion de
fraude manifeste. Je reconnais que le texte pre´cise bien
qu'il s'agit de fraudes manifestes lie´es a` la proce´dure.
Tant mieux car il ne faudrait pas que, d'une manie`re
ge´ne´rale, on utilise cette notion pour ne pas re´gulariser
des personnes coupables de fraudes peu importantes,
lie´es a` leur pre´carite´.
Il en est de me^me pour la notion d'ordre public. Autant
son appre´ciation vous revient, autant il ne faudrait pas la
vider de sa substance en l'invoquant a` tout moment a`
propos de n'importe quoi, surtout a` propos de difficulte´s
lie´es a` la pre´carite´ de ces personnes. C'est la raison pour
laquelle nous aurions aime´ que la commission puisse
donner son avis - je ne parle pas d'un accord - sur
l'appre´ciation de cette notion. Mais je sais que vous
n'appre´ciez pas beaucoup cette ide´e.
Telles sont donc les craintes et les critiques que nous
formulons a` ce sujet. Nous constatons un certain anta-
gonisme entre le fait que, d'une part, en ce qui concerne
les naturalisations, le gouvernement estime qu'apre`s
cinq ans, il n'est plus ne´cessaire d'examiner la fac¸on dont
les gens sont inte´gre´s dans la socie´te´ et que, d'autre
part, on re´introduise des e´le´ments tre`s subjectifs lie´s a` la
notion d'inte´gration. Quand est-on inte´gre´ ? Quand on
travaille, que l'on a de l'argent, que l'on est plus cultive´
qu'un autre ou que l'on parle mieux qu'un autre ? On
risque de relancer la proble´matique de la subjectivite´ de
cette notion que, par ailleurs, vous voulez supprimer
dans une autre loi.
Pour conclure, monsieur le ministre, mon groupe s'abs-
tiendra sur ce projet. En effet, nous ne pouvons pas voter
contre car il s'agit tout de me^me d'une avance´e dont
nous nous re´jouissons. Mais nous ne voterons pas pour
car le texte reste trop confus. Certaines clarifications
auraient permis de mieux re´ussir cette ope´ration. En tout
cas, le PSC jouera le jeu : lorsque cette loi sera adopte´e
- et je crains qu'elle le soit sans avoir tenu compte de nos
amendements -, nous demanderons a` nos mandataires
de tout mettre en oeuvre pour informer les personnes
concerne´es. Les communes dont ils sont bourgmestres,
appliqueront cette le´gislation afin que cette ope´ration
re´ussisse.
14
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De voorzitter : De heer Karel Van Hoorebeke heeft het
woord.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer de
voorzitter, u weet dat de VU-fractie zich van in het begin
op positieve wijze heeft ingeschreven in het debat over
de regularisatie van de illegalen die in Belgie¨ verblijven.
Wij zijn van oordeel dat dit debat op een serene, opbou-
wende wijze moet kunnen worden gevoerd, wat echter
niet betekent dat wij akkoord gaan met alles wat in het
wetsontwerp staat. Dit is een problematiek die het partij-
politieke spel moet overschrijden, want het gaat uitein-
delijk over heel wat mensen.
Zoals ook de heer Van Peel heeft onderstreept, mag het
debat over de migratie, en vooral over de immigratie in de
Europese landen, niet beperkt blijven tot het enkele
aspect van de regularisatie van de illegalen. Volgens een
recent rapport van de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling, dat de naam heeft ge-
kregen
Trends in de internationale migratie, blijkt dat de
migratiestroom in de komende jaren niet zal afnemen en
dat al degenen die dromen van een migratiestop zich
illusies maken. Dat betekent ook dat wij ons fundamen-
teel moeten bezinnen over de wijze waarop wij die
problematiek ook de komende jaren zullen aanpakken. Ik
ben het met de heer Van Peel eens dat dit debat zo snel
mogelijk moet worden gevoerd. Het moet plaatshebben
hier in het parlement en in het Europees Parlement zodat
er ook op het Europese niveau maatregelen kunnen
worden genomen die deze zaak effectief kunnen oplos-
sen. Belgie¨ kan in deze geen eigen politiek voeren.
Europa moet de belangrijkste rol spelen. Het verheugt mij
dat er op de Europese Top in Tampere in dat opzicht een
eerste poging is gedaan, alhoewel het nog een schuch-
tere poging is. Men gaat nog niet ver genoeg en het zal
nog heel wat tijd en onderhandeling vergen vooraleer alle
Europese landen op dezelfde golflengte zitten. Concreet
betekent dit dat we nog een aantal jaren aan die migratie-
druk het hoofd zullen moeten bieden.
De toename van de migratiestroom is niet alleen een
Belgisch probleem; het is een Europees probleem. Wel is
het significant - ik verwijs naar een interpellatie die ik
onlangs heb gehouden over cijfers met betrekking tot de
migratiestroom - dat de migratiestroom in Belgie¨ op
spectaculaire wijze is toegenomen ten opzichte van de
andere Europese landen.
Ik kom toch nog even op die cijfers terug omdat ze
belangrijk zijn. Ze komen uit een studie die in Le Soir is
verschenen. Tussen 1 januari en 30 september van dit
jaar komt men in de 22 Europese landen die als criteria
waren genomen - daarbij horen niet alleen de landen van
de Europese Unie, maar ook Tsjechie¨, Slovakije, Polen,
Bulgarije, Hongarije en Roemenie¨ - aan 323 680 asiel-
aanvragen tegenover 246 290 vorig jaar. Er is in die 22
landen een belangrijke toename van asielzoekers. Het
meest opvallende is toch wel dat de toename voor Belgie¨
74,8% bedraagt, dus een cijfer dat beduidend hoger ligt
dan het gemiddelde voor die landen, namelijk 31,4% en
dan het gemiddelde in de Europese Unie, namelijk
24,9%.
Mijnheer de minister, nadat ik u over deze materie reeds
heb gei¨nterpelleerd, hebt u gezegd op de hoogte te zijn
van deze voor Belgie¨ specifieke problematiek. U ver-
klaarde de problemen zeker niet uit de weg te zullen
gaan.
Het is opvallend dat de belangrijkste instroom van voor-
namelijk mensen uit Oost-Europa gebeurde nadat Ne-
derland, Frankrijk, Duitsland en Engeland hun wetgeving
gevoelig hadden verstrengd, waardoor Belgie¨ ineens het
land bleek waar kandidaten voor asiel het gemakkelijkst
terecht konden. Zoals door de heer Van Peel aangehaald
wordt vandaag in Nederland hetzelfde debat gevoerd. In
Nederland staat men vandaag voor dezelfde problemen
die wij in ons land kennen.
Ik citeer uit een artikel dat daarover is verschenen naar
aanleiding van de moeilijkheden die zich in een Noord-
Fries dorpje hebben voorgedaan :
De asielprocedure
staat nu op de helling. Bij het parlement is een wetsont-
werp ingediend voor een nieuwe vreemdelingenwet die
het asielzoekers nog moeilijker moet maken in Nederland
een verblijfsvergunning te krijgen. Uitgeprocedeerde
asielzoekers - ongeveer 70% van het totaal - zullen
Nederland binnen een zekere termijn moeten verlaten.
Na de definitieve afwijzing kunnen zij het huis worden
uitgezet. De opvang wordt bee¨indigd en zij kunnen ook
daadwerkelijk de grens worden overgezet. Tot nu toe
verdwijnen zij vaak in de illegaliteit en raakt men het
spoor bijster.
Het debat dat wij vandaag voeren is zeker binnen het
Europese gegeven geen vreemd debat. Wij moeten ons
zeker niet als uitzonderlijk beschouwen. Belgie¨ is van-
daag aantrekkelijker dan de andere Europese landen die
ook met die problematiek te maken hebben.
Mijnheer de minister, geachte collega's, Belgie¨ is altijd
een gastvrij land geweest. Ook de Vlamingen zijn altijd
zeer gastvrij geweest. Ik verwijs even naar het verleden,
naar een periode waar heel wat Vlamingen zijn uitgewe-
ken naar andere landen, op een ogenblik dat wij het hier
in Vlaanderen economisch ook niet zo goed hadden, op
een ogenblik dat wij in Vlaanderen het politiek moeilijk
hadden. Toen zijn er heel wat Vlamingen uitgeweken
naar andere landen, waar zij wel welkom waren, waar zij
werden aanvaard en zich hebben kunnen integreren.
Mijnheer Laeremans, vanuit die wederkerigheid kunnen
wij vandaag zeggen dat wij nog altijd een gastvrij volk
zijn. Vlaanderen wenst die solidariteit met de verdrukten
te handhaven. Mijnheer Annemans, wij willen onthaal-
HA 50
PLEN 017
15
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Karel Van Hoorebeke
vriendelijk blijven. Mijnheer de minister, de vraag is
echter tot waar wij kunnen gaan en waar de breuklijn ligt
van de maatschappelijke draagkracht bij de opname van
mensen die naar hier komen om hier een nieuw leven te
beginnen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte
collega's, zonder afbreuk te doen aan onze solidariteits-
gedachte en onze onthaalvriendelijkheid, denk ik dat de
drempel inderdaad is bereikt.
Momenteel kunnen onze steden, gemeenten en burgers
de toenemende druk niet meer aan. Wij moeten een
rustpauze inlassen. Dat heeft niets te maken met vreem-
delingenhaat of racisme, noch met de druk van het Blok
dat in deze een perverse rol speelt. Het heeft alles te
maken met het streven naar het behoud van de eigen-
heid, de eigen identiteit en cultuur. Voor enkele mensen,
die daarin worden opgezweept door een aantal extremis-
ten, is de druk te groot geworden en hun weerstand
breekt. Wij moeten daarvoor oog hebben. Het is dan ook
tijd om een rustpauze in te lassen. Dat betekent niet dat
dit alles niet binnen enige tijd zal kunnen worden herzien.
Wanneer wij geconfronteerd zullen worden met een
verdere toename van de schaarste op de arbeidsmarkt,
zullen wij opnieuw moeten bekijken waar wij arbeids-
krachten vandaan kunnen halen. Vandaag is echter de
limiet bereikt en moeten we een rustpauze inlassen.
Mijnheer de minister, betekent dit dat wij ons moeten
afsluiten en een muur rond ons moeten bouwen ? Som-
migen zeggen dat als de muur in Berlijn er was gebleven,
wij al deze problemen niet gehad zouden hebben. Mijn-
heer Laeremans, dat is het discours dat u altijd houdt.
Uiteindelijk komt het erop neer dat u een muur rond ons
wil bouwen. Wij willen dat niet. Het Vlaanderen dat u
wenst, willen wij niet. Wij zullen ons daar blijven van
distantie¨ren en het blijven bevechten.
Wij blijven grote voorstanders van de Conventie van
Gene`ve. Degenen die zich in dit land aanbieden omdat
zij in hun land worden vervolgd omwille van hun politieke
of religieuze overtuiging, hun ras of hun geslacht, die
blijven voor de Volksuniefractie welkom in ons land. De
Conventie van Gene`ve moet onverkort verder worden
toegepast. Wanneer men zich hier aanmeldt, dan moet
de Conventie van Gene`ve worden getoetst. Als zij daar-
voor in aanmerking komen, moeten zij het statuut van
politiek vluchteling krijgen.
Mijnheer de minister, de procedure moet in elk geval snel
verlopen. Wij hebben daarover al veel gedebatteerd.
Mijnheer Van Peel, de vorige regering, waarin ook de
CVP vertegenwoordigd was, heeft deze problematiek
eigenlijk laten aanslepen. Ik hoor altijd dat de Minister-
raad collegiaal en in consensus beslist. Wat mij betreft is
het toch nogal zwak om alles op uw toenmalige socialis-
tische coalitiepartner af te schuiven en te stellen dat zij
verantwoordelijk zijn voor wat er gedurende tien jaar
verkeerd is gelopen. Mijnheer Van Peel, u hebt gedu-
rende al die jaren samen het beleid van het land ge-
vormd. Het valt dus ook onder de verantwoordelijkheid
van de CVP dat het hier gedurende jaren verkeerd is
gegaan.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer Van Hoore-
beke, u legt mij woorden in de mond die ik niet heb
uitgesproken. Ik heb verwezen naar het tragische voorval
met Semira Adamu en aangeklaagd dat de hype daar-
rond tot het de facto lamleggen van het uitwijzingsbeleid
heeft geleid. Ik vind dat niet goed. Ik zeg dan ook niet dat
de vorige regering alles goed heeft gedaan en dat de
huidige alles slecht doet. U hebt zojuist echter zelf cijfers
gegeven over de toename van het aantal asielzoekers.
De uitspraken van minister Duquesne in juli en augustus
zijn niet vreemd aan het aankondigingseffect van het
regularisatiebeleid. Het is duidelijk dat de toename van
het aantal asielzoekers volgens uw eigen cijfers verdub-
beld en in sommige maanden zelfs verdrievoudigd is.
U hebt zelf deze cijfers meegedeeld. Dat kan niet in de
schoenen van de vorige regering worden geschoven.
De voorzitter : De heer Karel Van Hoorebeke heeft het
woord.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer de
voorzitter, ik wil me niet uitspreken over het feit of de
toevloed van migranten waarmee we vandaag worden
geconfronteerd uitsluitend is te wijten aan de uitspraak
die de minister daaromtrent heeft gedaan. Ik heb alleen
gesproken over de procedure die gedurende jaren de-
zelfde bleef.
Waarom werd het wetsvoorstel van de heer De Crem dat
ertoe strekte de procedure inzake het asielbeleid te
veranderen, niet tijdens de vorige legislatuur bespro-
ken ? De toestand van vandaag wijst op een collectieve
verantwoordelijkheid. Daarom willen we op constructieve
manier meewerken aan een oplossing voor dit probleem.
We gaan akkoord met een herziening van de procedure.
Dit houdt in dat de diensten worden gereorganiseerd en
dat wordt gewerkt aan een snellere afhandeling van de
dossiers. Maar alles moet verlopen in het kader van de
Conventie ven Gene`ve, met inachtneming van de rech-
ten van de verdediging. Een correct asielbeleid betekent
ook een correct uitwijzingsbeleid. In het verleden is er te
veel verkeerd gelopen. Iemand die uitgeprocedeerd is en
niet in aanmerking komt voor het statuut van politiek
vluchteling, moet worden teruggewezen. In het andere
geval is geen asielbeleid mogelijk.
Twee voorwaarden moeten worden vervuld. Ten eerste,
degene die is uitgeprocedeerd moet op een veilige wijze
worden teruggewezen. Deze voorwaarde staat gestipu-
leerd in de Conventie van Gene`ve. Men mag niet worden
16
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Karel Van Hoorebeke
teruggewezen, indien dit niet op een veilige wijze kan
gebeuren. Ten tweede, de terugwijzing moet op een
humane wijze verlopen. Bij de discussie over het
uitwijzingsbeleid wordt over contingenten en cijfers ge-
sproken, over C-130's.
Moeten er eventueel 3 000 worden uitgewezen, mijnheer
Coveliers ? Dit is op een verfoeilijke wijze debatteren, het
soort debat dat door sommige anderen wordt gevoerd.
Het doet denken aan de deportaties per trein, toen
mensen werden opgesloten en weggevoerd. Het dis-
cours dat het Vlaams Blok daaromtrent voert, is verwer-
pelijk en mag niet door anderen worden overgenomen.
Het gaat nog altijd om mensen. Deze problemen laten
zich niet uitdrukken in ongenuanceerde demagogische
uitspraken die bulken van onverdraagzaamheid.
Met deze regularisatiecampagne moeten mensen die
reeds jaren hier verblijven, uitgeprocedeerd zijn of nog
niet teruggewezen, de kans krijgen zich definitief te
vestigen zonder bevreesd te zijn te worden opgepakt
door politie of rijkswacht omdat ze illegaal zijn. Op die
manier worden ze niet meer verplicht in het zwart te
werken, of onder te duiken op een vluchtadres en wordt
vermeden dat een aantal onder hen in de criminaliteit of
in de prostitutie terechtkomt.
Men vraagt, mijnheer De Man, welke de kostprijs is van
deze regularisatie. Is het wel zo dat deze operatie de
Staat veel zal kosten ?
Zal het geen return opleveren wanneer al deze illegalen
vandaag kunnen worden ingeschakeld in het sociaal en
economisch leven van dit land ? Wij moeten dit positief
benaderen, zoals ook blijkt uit een artikel in Trends van
23 september 1999. Men heeft het daarin over een
gelijkaardige situatie in de Amerikaanse stad Utica. Ik
lees enkele passages. De burgemeester van Utica, de
heer Hanna, verwelkomt vluchtelingen met open armen.
Hij zegt :
Meer immigranten zorgen voor meer vitaliteit
en economische groei. Werk is het belangrijkste middel
tot integratie, zegt de directeur van het centrum voor de
vluchtelingen. De immigranten kosten de stad, algemeen
bekeken, geen frank. Ze nemen geen jobs of belasting-
geld af, nee, ze scheppen jobs, beginnen een fastfood of
een winkeltje en betalen belastingen
.
Mijnheer Laeremans, u zult mij goed hebben gehoord
toen ik pleitte voor een duidelijke stop. Uw betoog dat
regularisatie het land veel zal kosten, stuit bij mij echter
op ongeloof. De illegalen die zullen worden geregulari-
seerd zullen uiteindelijk ook een meerwaarde betekenen
en niet louter kosten betekenen voor dit land.
De voorzitter : De heer Bart Laeremans heeft het woord.
De heer Bart Laeremans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Van Hoorebeke, u hebt het over de
Verenigde Staten, maar dat is een typisch immigratieland
en daar is de situatie heel anders. In Nederland heeft
men hierover reeds een zeer ernstige studie gemaakt en
die gaat heel wat dieper dan wat u juist hebt voorgelezen.
Daaruit blijkt dat immigratie in haar geheel wel degelijk
een grote kostprijs heeft voor heel de samenleving. Ik stel
voor dat u eerst die documentatie doorneemt vooraleer
boudweg te beweren dat immigratie enkel voordelen
heeft. Immigratie houdt ook zeer veel nadelen in, zowel
op menselijk als op sociaal vlak, maar ook financieel. Het
zijn niet de besten die hierheen komen, niet degenen die
onze samenleving dragen en verbeteren, maar zeer
dikwijls mensen die niet zinnens zijn onze economie te
ondersteunen.
De voorzitter : De heer Karel Van Hoorebeke heeft het
woord.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Laeremans, ik wil daarop niet ingaan.
U benadert de problematiek vanuit een negatieve instel-
ling. Ik heb alleen willen aanhalen dat ook een positieve
benadering mogelijk is en ik wil met u hierover geen
discussie voeren.
Als wij deze regularisatiecampagne steunen, gaat dat in
onze visie ook gepaard met integratieplicht en integratie-
noodzaak. Dit gebeurt via werk, via de taal zoals vermeld
door de heer Van Peel, en via kennis van onze wetten.
Hierop ga ik niet dieper in. Als ons amendement terug ter
sprake zal komen, zal mevrouw Van de Casteele het
hierover uitgebreid hebben. Het valt wel op dat de
integratie-idee of de inburgeringsgedachte zo weinig aan
bod komt in dit parlement. Toen over dit onderwerp in de
commissie werd gediscussieerd, heb ik hierover niets
gehoord van de kant van de VLD. Dat verbaast mij.
Immers, in het Vlaams regeerakkoord wordt hieraan een
belangrijke paragraaf gewijd. U vindt die terug op blad-
zijde 25 van dat regeerakkoord. Ik zou het gewaardeerd
hebben moest er vanuit de Vlaamse meerderheids-
fracties wat meer ondersteuning zijn gekomen voor ons
wetsvoorstel, waarmee in belangrijke mate de integratie-
plicht kan worden opgelegd.
Mijnheer Van Peel, u hebt gesproken over integratie en
daarvoor de nodige amendementen ingediend, maar
eigenlijk hebt u onze ideee¨n daarover overgenomen.
Reeds maanden geleden, nog tijdens de vorige legisla-
tuur, hebben wij hiervoor een wetsvoorstel ingediend. Dat
werd niet besproken omdat de toenmalige meerderheid
niet wilde dat het hier in de Kamer werd behandeld.
Ik ben blij u vandaag die integratiegedachte te horen
verkondigen. Dit is een steun voor ons, maar u had beter
gezegd dat u, wat dat betreft, uw ideee¨n hebt gehaald bij
ons wetsvoorstel.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, wij
staan positief tegenover de regularisatiecampagne die
zal worden georganiseerd. Wij leggen er de nadruk op
HA 50
PLEN 017
17
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Karel Van Hoorebeke
dat dit een eenmalige regularisatie moet zijn en dat alle
maatregelen en middelen moeten worden aangewend
om te vermijden dat wij binnen een aantal jaren tot een
nieuwe regularisatie moeten overgaan.
Wij staan, zoals ik reeds zei, positief tegenover dit
ontwerp, maar aangezien het te weinig tegemoet komt
aan onze integratiegedachte zullen wij een aantal amen-
dementen, die wij reeds hebben ingediend in de commis-
sie, opnieuw indienen in deze plenaire vergadering, in de
hoop dat wij via deze gedachtewisseling nog verder
zullen komen in het vinden van een evenwicht tussen de
diverse belangen die hier op het spel staan.
De voorzitter : De heer Willy Cortois heeft het woord.
De heer Willy Cortois (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, ik had een tekst voorbe-
reid, maar ik wens toch even zeer vriendschappelijk te
reageren op de uiteenzetting van de heer Van Hoore-
beke.
Mijnheer Van Hoorebeke, het debat van vanmiddag
wordt er niet gemakkelijker op als men de termen asiel-
zoekers, migranten en mensen zonder papieren voortdu-
rend door elkaar gebruikt. Laten wij proberen het debat
op een rustige manier te voeren en op een zakelijke
manier te bepalen waarover het vandaag in wezen gaat.
Dit wetsontwerp behandelt de mensen zonder papieren.
Ik geef toe dat de andere problemen deel uitmaken van
een globale context, maar ik herhaal dat wij ons vandaag
als parlement moeten beperken tot een wetsontwerp
houdende de regularisatie van mensen zonder papieren.
Welke conclusies men daaraan moet koppelen in ver-
band met migratie- en vluchtelingenbeleid is thans niet
aan de orde, al wil ik zeer graag toegeven dat het ene
met het andere te maken heeft.
Mevrouw Van de Casteele, mijnheer Van Peel, ik twijfel er
niet aan dat u een politieke en maatschappelijke oplos-
sing wenst te zoeken voor deze problemen, zodat tot elke
prijs wordt vermeden dat bepaalde mensen, zoals ge-
zegd, een door haat en nijd ingegeven, passioneel en
maatschappelijk ongezond debat uitlokken, waardoor
alles wat in dit land misgaat en nog zal misgaan in de
schoenen van e´e´n categorie van burgers wordt gescho-
ven. Mijnheer De Man, ik neem aan dat u deze mening
niet deelt, maar ik doe terzake een beroep op de meer
redelijke democratische krachten in het parlement. Ik
wens niet te provoceren; ik wens rustig mijn mening te
zeggen en u zult straks de gelegenheid krijgen om uw
mening te verkondigen. Wij hebben er, als democratische
partijen, belang bij de zaken e´e´n voor e´e´n op een
redelijke, ernstige, menselijke manier op te lossen, reke-
ning houdend met de belangen van de betrokkenen en
uiteraard ook rekening houdend met de belangen van
onze eigen samenleving.
Mijnheer de voorzitter, de VLD kan haar instemming
betuigen met dit wetsontwerp. Uiteraard beseffen wij ook
dat de situatie waarin wij vandaag zijn beland het gevolg
is van een non-beleid. Mijnheer Van Peel, ik wil er zelfs
geen partijpolitieke kwestie van maken, want het was de
hele vorige regering die hierbij betrokken was. Bovendien
besef ik dat het op maatschappelijk vlak geen gemakke-
lijke zaak is. Wij hebben een gedeelde verantwoordelijk-
heid. Er moet aan die situatie evenwel een einde worden
gesteld door een snelle ingreep. Ook u hebt gezegd dat
wij de
abces die in deze samenleving aanwezig is,
moeten wegnemen. Iedereen is het daarover eens.
De schuld ligt niet enkel bij de federale overheid maar
ook op Europees vlak. Velen onder u zijn voorstander
van minder Belgische Staat en meer bevoegdheid voor
gewesten en gemeenschappen en voor Europa. Als men
de Belgische Staat uitholt zal men natuurlijk een aantal
instrumenten die nodig zijn om een bepaald beleid te
voeren
moeten
prijsgeven
en
doorverwijzen
naar
Europa.
Mijnheer de minister, wat dit ontwerp betreft, wensen wij
drie duidelijke krachtlijnen te beklemtonen. Ten eerste,
de procedure die hier vandaag wordt besproken ten
aanzien van mensen zonder papieren is noodzakelijk
maar slechts eenmalig. Dit houdt in dat deze wet alleen
van toepassing kan zijn op de binnen de drie weken na
publicatie van de wet ingediende regularisatieaanvragen.
Het element van de tijdslimiet is in de wet ingeschreven.
Mijnheer Van Peel, het is niet zo belangrijk dat het een
eenmalige regeling is, maar wel dat het geen permanent
systeem mag worden.
Ten tweede, wij hebben duidelijk aangegeven - en de
minister heeft dat bevestigd - dat de aanvraag tot
regularisatie onder geen enkel beding enig recht op
maatschappelijke bijkomende of nieuwe dienstverlening
inhoudt.
De heer Paul Tant (CVP) : Mijnheer Cortois, u spreekt
over het verlenen van een eventuele tijdelijke verblijfs-
vergunning, of heb ik u verkeerd begrepen ?
De heer Willy Cortois (VLD) : U hebt mij verkeerd
begrepen. Als men de wet aandachtig leest, merkt men
dat het een eenmalige beweging is, die ook in de tijd is
gelimiteerd.
De heer Paul Tant (CVP) : Op dit vlak heeft uw partij-
voorzitter het spel eigenlijk niet eerlijk gespeeld. Hij heeft
de CVP aangewreven dat zij in een permanente bijzon-
dere procedure voorzag. Ondertussen heeft onze fractie-
voorzitter aangetoond dat dit helemaal niet het geval is. U
vergeet evenwel te vermelden dat de VLD ondertussen
het artikel 9 van de wet van 1980 onverkort laat bestaan,
zonder voorwaarden te formuleren en zonder daaraan
procedureregels te verbinden, wat de eis is van de CVP.
18
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De heer Willy Cortois (VLD) : In de commissie werd
door de antwoorden van de minister duidelijk gemaakt in
welke mate de wet van 1980 van toepassing blijft. Wat de
uitspraak van de heer Van Peel betreft, hebben wij niet
de eerste correctie aangebracht. Een van uw collega's,
de heer De Crem, voelde zich genoodzaakt om te
zeggen dat de uitspraak van de heer Van Peel eigenlijk
niet weergaf wat de CVP dacht.
De
uitschuiver kwam niet van de VLD. Het is niet de
VLD die een bananenschil onder de voeten van de heer
Van Peel legde; in dat opzicht vergist hij zich, wat niet de
eerste keer is en evenmin de laatste keer zal zijn, maar
dat maakt deel uit van de kwaliteiten en de gebreken van
elk individu.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer Cortois, thans
voert men een massale eenmalige regularisatie uit, maar
de mogelijkheden van de wet van 1980 blijven bestaan.
Wij wijzen de massale eenmalige regularisatie af omdat
er onvermijdelijk nog andere zullen volgen, zoals in het
buitenland. Het is het permanent bestaande systeem
bepaald in de wet van 1980 dat via strenge en duidelijke
criteria wordt doorgevoerd. Ik heb die criteria verduide-
lijkt.
Uw voorzitter schetste een verkeerd beeld, in die zin dat
wij zouden pleiten voor permanent massale regularisatie;
met andere woorden wat u thans wilt doorvoeren, maar
dan permanent. Dat vergiftigde het debat.
Over het naast elkaar laten bestaan enerzijds van de
operatie die men thans wil doorvoeren en, anderzijds,
van de bepalingen van de wet van 1980, maakt u zich
blijkbaar ongerust en kan de minister ons niet geruststel-
len, al komt dat misschien nog. Momenteel lopen de twee
systemen naast elkaar.
De heer Willy Cortois (VLD) : Mijnheer Van Peel, ik hoef
de heer De Gucht niet te verdedigen; hij werd op een
democratische manier tot voorzitter van onze fractie
verkozen.
Ik meen echter dat de CVP niet erg gelukkig was met de
manier waarop u de zaken voorstelde, hetgeen mis-
schien aanleiding gaf tot een bepaalde beeldvorming. Wij
leven in een maatschappij waarin het beeld zeer belang-
rijk is; zei u dat daarnet zelf niet toen u op de tribune
stond ?
Ten gronde heb ik uw correctie inmiddels wel begrepen.
Collega's, men kan niet om de vaststelling heen dat het
aantal vluchtelingen de voorbije jaren toeneemt en dat de
oorzaak hiervan in de eerste plaats ligt in de schending
van mensenrechten en in het voortduren van gewapende
conflicten over de hele wereld.
De VLD is van oordeel dat niet alleen ons land - wij zijn
te klein om veel invloed uit te oefenen - maar heel Europa
een actief beleid moet voeren inzake mensenrechten.
Dat is van fundamenteel belang en overschrijdt het debat
over de regularisatie van de asielzoekers. Dat in be-
paalde landen de mensenrechten met voeten worden
getreden, geeft uiteraard aanleiding tot de vorming van
een mensenstroom die zich naar andere landen begeeft
om er - terecht - om asiel te vragen. Belgie¨ en heel
Europa hebben er alle belang bij de mensenrechten,
waar ook ter wereld, actief te verdedigen.
In persoonlijke naam en als liberaal wens ik hieraan toe
te voegen dat ik erg veel belang hecht aan een actieve
politieke rol op het vlak van de mensenrechten, maar dat
zulks enige afstand inhoudt met banden die voortspruiten
uit politieke of militaire bondgenootschappen of uit han-
delsbetrekkingen.
Ik denk dat de aanzet tot dit debat in de Kamer is
gegeven en dat de liberalen hieraan in de toekomst
zullen meewerken.
Een van de oplossingen - en ik weet dat u zult verwijzen
naar Turkije - zou zijn dat we overal ter wereld zouden
kunnen rekenen op eerbiediging van de mensenrechten.
Tot zover mijn tussenkomst op dit vlak.
Ik onderschrijf de mening van de heer Van Peel wanneer
hij zegt dat we het onderscheid tussen arm en rijk zouden
moeten kunnen afzwakken. Dit zou inderdaad het aantal
economische vluchtelingen drastisch doen verminderen.
Eerlijkheidshalve moeten wij erkennen dat wij deze pro-
blematiek als land en vanuit dit parlement slechts in
beperkte mate kunnen bei¨nvloeden.
Voorts wil ik erop wijzen dat de stroom van asielzoekers
die niet onder dreiging van oorlog naar hier komen, maar
wel om een beter leven te leiden, geen reden mogen
vormen om het begrip
asielzoeker verder te laten
uithollen. Dit is namelijk de hoop van het Vlaams Blok. In
de commissie zeggen zij namelijk dat zij er geen bezwaar
tegen hebben dat echte vluchtelingen zich in dit land
komen vestigen en dat Belgie¨ zijn klassieke rol van
pays
d'acceuil
zou blijven vervullen.
Iedereen is het hierover eens. Het is dus onze plicht dat
het begrip
asielzoeker niet wordt ondergraven door
mensen die niet aan de norm beantwoorden en toch via
dit systeem hun weg in ons land vinden.
Bij de publieke opinie - die in wezen dezelfde mening is
toegedaan en de echte vluchtelingen wil helpen - rijst dan
immers twijfel en ontstaat een negatieve reactie tegen-
over de begrippen
vluchteling en asielzoeker.
HA 50
PLEN 017
19
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Willy Cortois
Als we strenger, rechtvaardiger en efficie¨nter optreden is
dat niet om de onterechte asielzoekers als mens af te
wijzen, maar om de mensenrechten en diegenen die echt
in nood zijn in dit land een onthaal te geven dat een
beschaafd land waardig is.
Streng optreden moet in een aantal gevallen positief
worden opgevat en het past in onze visie op dit probleem.
De voorzitter : De heer Marc Van Peel heeft het woord.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
ga akkoord met het standpunt van de heer Cortois dat
een echte asielprocedure slechts in stand kan worden
gehouden met een streng beleid. Het uitwijzingsbeleid
maakt echter deel uit van het asielbeleid.
Op 24 oktober 1999 heeft de heer De Gucht verklaard dat
de VLD het voorliggende ontwerp slechts zal goedkeuren
als is gebleken dat het uitwijzingsbeleid effectief tot
uitwijzingen heeft geleid.
Mijnheer Cortois, vindt u dat aan de door uw voorzitter
gestelde voorwaarde op voldoende wijze is voldaan om
het ontwerp goed te keuren ?
De voorzitter : De heer Willy Cortois heeft het woord.
De heer Willy Cortois (VLD) : Mijnheer de voorzitter, ik
antwoord met een tegenvraag. Welke norm hanteert de
CVP ? Hoeveel uitwijzingen moeten er gebeuren ?
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer Cortois, u moet
de zaken niet op hun kop zetten. Niet de CVP maar uw
voorzitter heeft deze verklaring afgelegd.
De heer Willy Cortois (VLD) : Mijnheer Van Peel, ik stel
vast dat u een fervent aanhanger van de heer De Gucht
bent. Ik had erop kunnen wijzen dat de vorige regeringen
er niets van gebakken hebben. Ik had erop kunnen
wijzen dat de wet van 1980 omwille van allerlei elemen-
ten gefaald heeft.
Op dit ogenblik is iedereen het er echter over eens dat de
toestand onhoudbaar is. De huidige initiatieven van de
regering inzake asielbeleid geven, mijns inziens, meer
blijk van een coherent en toekomstgericht maatschappe-
lijk beleid dan dat van de vorige regeringen. Een asiel-
beleid en een regularisatiebeleid voor de mensen zonder
papieren kan slechts op steun van de publieke opinie
rekenen op voorwaarde dat de regering eveneens werk
maakt van een efficie¨nt verwijderingsbeleid.
Ik herinner u aan een uitspraak van voormalig eerste
minister Dehaene dat men de tijd als beoordelingsfactor
moet laten spelen.
De VLD wil dit beleid een faire kans geven.
Mijnheer de minister, de VLD dringt erop aan dat het
parlement geregeld wordt ingelicht zodat het gevoerde
beleid kan worden gee¨valueerd. Ik wens me niet vast te
pinnen op een precies aantal uitwijzingen. Na zes maan-
den zullen we kunnen vaststellen of het huidige ontwerp
inzake regularisatie een succes is geweest.
Ik kan mij daarover op dit ogenblik niet uitspreken. Ik zeg
alleen dat deze regering en dit beleid een faire kans
verdienen. De VLD-fractie in dit parlement is bereid deze
faire kans te geven. We zullen het wetsontwerp dus
zonder aarzelen goedkeuren.
De voorzitter : De heer Marc Van Peel heeft het woord.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
ben niet degene die voortdurend in het openbaar die
koppeling heeft gemaakt. VLD-leiders hebben dit ge-
daan. Natuurlijk heeft de heer Cortois het recht om in een
parlementair debat zijn mening te geven. Ik stel alleen
vast dat wat hij nu beweert heel wat verschilt van de
verklaringen die VLD-voormannen in de Vlaamse media
hebben afgelegd. Ik meen dat dit een correcte feitelijke
vaststelling is.
De voorzitter : De heer Willy Cortois heeft het woord.
De heer Willy Cortois (VLD) : Mijnheer de voorzitter, de
heer Van Peel heeft er reeds herhaalde malen op gewe-
zen dat we in een beeldmaatschappij leven. Er wordt dus
een aantal beweringen, die ongetwijfeld zijn gemaakt, uit
hun juiste context gerukt. Vandaag wordt in het parle-
ment over deze kwestie gedebatteerd. De VLD-fractie
zegt zonder aarzelen dat ze het wetsontwerp een faire
kans wil geven, hetgeen bij de stemming zal blijken.
(Applaus bij de leden van de meerderheid)
Le pre´sident : La parole est a` Mme Ge´raldine Pelzer-
Salandra.
Mme Ge´raldine Pelzer-Salandra (AGALEV-ECOLO) :
Monsieur le pre´sident, monsieur le ministre, chers colle`-
gues, aujourd'hui, nous allons finaliser notre discussion
sur un projet particulie`rement cher aux e´cologistes,
puisqu'il s'agit du projet de loi visant la re´gularisation de
certaines cate´gories d'e´trangers se´journant sur notre
territoire. Depuis de nombreuses anne´es, les e´cologistes
soutiennent qu'il faut avoir le courage de prendre en
conside´ration la proble´matique des clandestins et des
demandeurs d'asile et ce, en le´gife´rant sur la question.
Nous sommes heureux de constater que ce gouverne-
ment a de´cide´ de prendre ses responsabilite´s afin d'ap-
porter des re´ponses globales a` un phe´nome`ne qui, s'il
est occulte´, peut contribuer a` une atmosphe`re ambiante
de racisme, racisme que les e´cologistes ont toujours
combattu. En effet, d'aucuns ont tente´ de faire croire que
les e´trangers vivant sur notre territoire e´taient tous des
20
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Ge´raldine Pelzer-Salandra
profiteurs du syste`me de se´curite´ sociale. Re´gulie`re-
ment, des voix s'e´le`vent e´galement pour dire que la
Belgique ne peut quand me^me pas accueillir toute la
mise`re du monde. Nous en sommes tout a` fait conscients
et nous n'avons jamais demande´ ce genre de chose.
Cependant, nous pensons qu'il est temps de relativiser
l'ampleur du phe´nome`ne du flux migratoire et des de-
mandes d'asile dont la Belgique fait l'objet. En effet,
j'aimerais rappeler, monsieur le pre´sident, monsieur le
ministre, chers colle`gues, que ces derniers mois, le pays
le plus pauvre d'Europe, en l'occurrence l'Albanie, a
connu un afflux de plus d'un million de re´fugie´s. A titre de
comparaison, la Belgique accueille quelque dizaines de
milliers de demandeurs d'asile. Pourtant, notre pays est
loin d'e^tre le plus pauvre d'Europe. En effet, son produit
inte´rieur brut par habitant est un des plus e´leve´s de
l'Europe des Quinze, devance´ par le Luxembourg, mais
suivi par l'Allemagne, la France ou l'Autriche.
Au vu de tels e´le´ments, il nous parai^t inconcevable que
l'on puisse encore dire que notre pays ne peut faire face
a` une ope´ration unique de re´gularisation, telle qu'elle
nous est propose´e actuellement.
Aujourd'hui, nous pouvons affirmer que nous sommes
globalement satisfaits du re´sultat me^me s'il n'est pas
parfait. Il repre´sente cependant incontestablement une
avance´e manifeste pour la reconnaissance des droits
des e´trangers dans notre pays.
A l'inverse de croyances de´passe´es, il faut savoir que la
majorite´ des demandeurs vivant dans notre pays sont
dans la clandestinite´. Ils ne peuvent donc se pre´valoir
d'aucune forme d'aide ou de reconnaissance sociale. La
plupart sont sur le territoire belge depuis de nombreuses
anne´es, y travaillent - en noir, e´videmment, faute de
pouvoir e^tre de´clare´s -, y ont des attaches sociales
durables et ont des enfants scolarise´s. Ces personnes
sont donc loin d'e^tre des profiteurs, mais sont en fait
victimes d'un syste`me qui ne leur permet pas de faire
valoir leurs droits et devoirs de citoyens.
Il serait hypocrite de nier ces re´alite´s et de ne pas
permettre a` ces gens de retrouver le respect et la dignite´
humaine auxquels ils ont droit.
Le gouvernement a de´fini sa politique d'asile en la basant
sur trois piliers e´troitement lie´s.
Le premier se fonde sur une politique d'asile rapide et
transparente qui respecte les droits de la de´fense. Il est
e´vident que les personnes pouvant se pre´valoir d'un
statut de re´fugie´ sur la base de la Convention de Gene`ve,
doivent pouvoir y acce´der dans des de´lais raisonnables
et dans le respect de la dignite´ humaine a` laquelle elles
ont droit.
Le deuxie`me pilier de cette politique consiste en une
proce´dure de re´gularisation de se´jour, limite´e dans le
temps, permettant de re´gulariser un grand nombre de
personnes en situation irre´gulie`re.
Le troisie`me pilier, enfin, se fonde sur des mesures
d'e´loignement pour tous ceux qui, au terme de la proce´-
dure, se sont vu refuser le statut de re´fugie´ ou qui seront
de´couverts en situation ille´gale sur le territoire du
royaume.
En tant qu'e´cologistes, nous pouvons souscrire a` une
telle option puisque nous avons toujours soutenu qu'une
bonne politique d'asile et d'accueil des e´trangers sur
notre territoire devait e^tre analyse´e de manie`re globale.
C'est pourquoi nous nous fe´licitons que paralle`lement a`
la pre´sente loi, le gouvernement me`ne e´galement
d'autres initiatives en matie`re d'inte´gration des e´trangers.
Je vise les centres d'accueils spe´cifiquement pre´vus
pour les mineurs, ainsi que les mesures mises en oeuvre
afin que les mineurs actuellement de´tenus dans les
centres ferme´s, aient acce`s a` une scolarite´ dans des
conditions normales, beaucoup plus humaines, selon
nous, qu'elles ne l'e´taient par le passe´.
Je voudrais a` pre´sent aborder les objectifs poursuivis par
le gouvernement en de´cidant cette re´gularisation. Ils sont
multiples, mais nous pouvons principalement en de´nom-
brer trois. Le premier est de mettre fin a` la clandestinite´,
a` la pre´carite´ sociale et a` la marginalite´ de nombreuses
personnes re´sidant sur notre territoire. Le deuxie`me est
mettre un frein a` la traite des e^tres humains. Et enfin,
permettre a` de nombreuses personnes oblige´es de tra-
vailler au noir de trouver un travail dans des conditions
de´centes.
Pour que ces objectifs puissent e^tre atteints, il nous
parai^t indispensable qu'un fort climat de confiance soit
re´instaure´ entre les autorite´s et le demandeur. Sans cette
confiance, la proce´dure de re´gularisation risque d'e^tre un
e´chec et les objectifs poursuivis pourraient ne pas e^tre
atteints.
Dans le but d'amplifier ce climat de confiance, il nous
semble tre`s important que l'arre^te´ royal de´finissant les
modalite´s d'application du pre´sent projet de loi pre´voie
toutes les garanties ne´cessaires pour cre´er ce climat de
confiance favorable.
Nous avons d'ailleurs rec¸u nos apaisements a` ce sujet en
commission de la part du ministre de l'Inte´rieur. Quant
aux modalite´s d'application de la loi, il nous semble
important, monsieur le ministre, que votre attention se
porte tout particulie`rement sur la concre´tisation de cer-
tains points que nous allons de´velopper maintenant.
Nous avons longuement de´battu en commission du ro^le,
de l'inde´pendance et de la composition de la commission
de re´gularisation. Nous avons pu apprendre de votre
HA 50
PLEN 017
21
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Ge´raldine Pelzer-Salandra
bouche, monsieur le ministre, que les membres de cette
commission seront nomme´s par le Conseil des ministres.
Nous osons croire que le choix des personnes sera fait
en fonction de leur objectivite´, de leur inde´pendance et
de leurs compe´tences. Nous de´sirons insister aupre`s de
M. le ministre sur l'importance de cette inde´pendance.
C'est en effet la qualite´ des personnes qui composent la
commission qui garantit son bon fonctionnement et l'ob-
jectivite´ des avis qu'elle soumettra au ministre. Il faut
absolument e´viter les de´rives qui ont parfois e´te´ consta-
te´es au sein de l'Office des e´trangers.
En ce qui concerne le suivi donne´ aux avis de la
commission de re´gularisation, nous avons e´te´ heureux
d'apprendre que le ministre suivra ge´ne´ralement ceux-ci.
Nous sommes e´galement rassure´s en ce qui concerne le
respect des droits de la de´fense, e´tant donne´ que les
demandeurs seront entendus devant la commission et
parce que, dans l'hypothe`se ou` leur dossier serait juge´
incomplet par le secre´tariat, les personnes seront aver-
ties a` temps pour faire valoir leurs moyens de de´fense.
En ce qui concerne le recours possible en cas d'avis
ne´gatif, le de´lai d'introduction de ce recours n'est que de
trois jours. Fussent-ils ouvrables, ce de´lai nous semble
vraiment trop court. Il ne respecte pas vraiment l'esprit
positif dans lequel a e´te´ re´dige´e cette loi. Nous pensons
que seules les personnes les mieux entoure´es pourront
re´ellement faire valoir leurs droits.
Par rapport a` l'information aux communes, nous de´sirons
rappeler qu'a` la suite de l'arre^te´ royal du 6 octobre
dernier, M. le ministre avait fait parvenir a` tous les
bourgmestres une circulaire explicitant clairement les
ta^ches a` accomplir par les communes et la proce´dure
pre´cise a` suivre afin de permettre a` l'ope´ration de
re´gularisation de se de´rouler de la meilleure manie`re
possible. Le ministre nous a heureusement confirme´
qu'une telle circulaire sera envoye´e a` chaque commune
de`s que la loi sera approuve´e, de manie`re a` leur permet-
tre d'organiser au mieux l'accueil des demandeurs.
Cependant, certains proble`mes ne peuvent e^tre re´gle´s
par le biais de cette circulaire. Nous pensons que dans
certaines grandes villes, comme Lie`ge, Gand, Bruxelles
ou Anvers, le personnel communal risque d'e^tre de´borde´
par l'afflux des demandes. C'est pourquoi nous insistons
pour que des moyens financiers substantiels soient de´-
gage´s a` l'intention de ces communes.
Je voudrais rappeler que la re´ussite de cette ope´ration
de´pend en grande partie de la bonne collaboration des
communes. Il est donc important de veiller a` leur donner
les moyens de faire leur travail dans des conditions
acceptables. Nous rappelons au ministre qu'il s'est en-
gage´ en commission a` de´gager ces moyens.
Bien que le projet de loi ne fasse pas explicitement
re´fe´rence a` certaines personnes de´tenues dans les
centres ferme´s et pouvant faire l'objet d'une re´gularisa-
tion, nous sommes heureux d'avoir entendu le ministre
s'engager a` faire parvenir une circulaire tre`s claire aux
centres ferme´s. Celle-ci aura pour objectif de s'assurer
que toutes les informations ne´cessaires seront transmi-
ses aux personnes qui y sont de´tenues, afin de leur
permettre d'introduire leur dossier dans de bonnes condi-
tions et de be´ne´ficier ainsi de la proce´dure de re´gulari-
sation.
Nous nous permettons d'insister sur l'aspect positif de
cette mesure, qui pre´voit non seulement que les person-
nes de´tenues dans les centres ferme´s pourront introduire
un dossier dans de bonnes conditions, mais e´galement -
et nous insistons particulie`rement sur ce point - qu'il est
pre´vu que ces personnes soient rela^che´es puisqu'elles
ne peuvent e^tre de´tenues qu'en vue de leur e´loignement.
C'est effectivement un aspect positif important, me^me si
nous tenons a` rappeler l'opposition fondamentale
d'Ecolo a` l'existence me^me de ces centres et aux condi-
tions souvent pe´nibles dans lesquelles des personnes en
attente d'une de´cision doivent y vivre. Me^me si de
re´centes mesures visant a` humaniser quelque peu ces
conditions ont e´te´ prises, permettant notamment aux
mineurs de suivre une scolarite´ a` l'exte´rieur de ces
centres ferme´s, nous pensons cependant que cette
situation ne devrait pas perdurer.
Je ne reprendrai pas toutes les remarques e´mises en
commission. Je voudrais simplement insister sur la lec-
ture qu'il faut avoir, notamment par rapport a` l'article 2 qui
de´termine les crite`res ouvrant la possibilite´ d'e^tre re´gu-
larise´.
C'est, en effet, dans vos interventions en commission,
monsieur le ministre, que l'on retrouve l'esprit de ces
crite`res. Il serait peut-e^tre utile que vos interventions
soient inte´gre´es autant que possible dans les arre^te´s.
Un autre passage qui demande a` e^tre pre´cise´ plus avant
par le biais des arre^te´s, est celui de l'a^ge a` partir duquel
les mineurs sont conside´re´s comme e´tant en a^ge de
scolarite´. Vous avez, en effet, pre´cise´ que l'on doit
conside´rer comme a^ge de scolarite´ 2 ans et demi et six
ans.
Il en va de me^me pour l'article 9, § 9, qui traite notam-
ment des crite`res concernant les personnes entre´es avec
un visa touristique ou une autorisation de se´jour pour
e´tudiant et qui re´sident ille´galement depuis plusieurs
anne´es en Belgique. Vous avez, en effet, annonce´ en
commission qu'il fallait faire une lecture logique de cet
article et qu'on doit, de`s lors, conside´rer que ces person-
nes pouvant se pre´valoir d'un long se´jour et d'attaches
sociales durables en Belgique, peuvent donc faire l'objet
d'une re´gularisation.
22
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Ge´raldine Pelzer-Salandra
Dans ce cas e´galement, nous pensons que les arre^te´s
devraient reprendre l'esprit de vos commentaires en
commission parce qu'ils donnent a` cet arre^te´ toute la
valeur qu'il faut lui accorder.
En tout e´tat de cause, nous souhaitons vous recomman-
der la plus grande vigilance sur l'application de ce projet
de loi, avec la plus grande humanite´ possible, particulie`-
rement dans les mesures d'e´loignement. Il faut s'assurer
que les personnes qui, en bout de proce´dure, doivent
quitter notre pays puissent le faire dans des conditions
conformes aux droits de l'homme et a` tout le respect
auquel elles ont droit.
Monsieur le pre´sident, monsieur le ministre, chers colle`-
gues, nous vivons un moment important car il n'y a plus
eu de re´gularisation dans notre pays depuis 25 ans.
Ce projet de loi sur lequel nous sommes amene´s a` nous
prononcer peut donc e^tre qualifie´ d'historique. En effet,
rares sont les moments ou` le parlement a l'occasion de
se prononcer sur un projet susceptible de rendre leur
dignite´ a` des milliers de personnes.
Pour toutes ces raisons, le groupe Agalev-Ecolo a de´cide´
d'apporter son soutien a` ce projet et vous invite a` en faire
autant.
Le pre´sident : Chers colle`gues, je vous invite a` applaudir
Mme Pelzer dont c'e´tait le
maiden speech. (Tre`s vifs
applaudissements sur tous les bancs.)
De heer Filip De Man heeft het woord.
De heer Filip De Man (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, met dit wetsontwerp betreffende regularisaties
wordt de ontluistering van de grootste coalitiepartner in
de nieuwe regering totaal.
Iedereen weet dat er een tweesporenbeleid werd afge-
sproken, waarbij de linkerzijde de toezegging kreeg dat
er op korte termijn massaal zal worden geregulariseerd
en vervolgens genaturaliseerd en waarbij de VLD beloofd
werd dat de illegalen die niet in aanmerking komen voor
regularisatie, massaal zullen worden uitgewezen.
Wat stellen wij vast ? De massale regularisatie van
tienduizenden illegalen gaat zeer binnenkort van start.
minister Duquesne heeft de aanwerving van driehonderd
personeelsleden aangekondigd, die van de regularisatie-
ronde een
groot succes moeten maken. Aan de eis om
uitwijzingen vanwege de VLD wordt echter niet voldaan.
Het klinkt misschien vernederend, maar zowel de VLD-
voorzitter als de VLD-fractievoorzitter krijgen nul op het
rekest. Er worden geen militaire vliegtuigen en zelfs geen
charters ingelegd en de heer De Gucht moet zich erbij
neerleggen dat het
aanvaardbaar aantal repatrie¨ringen
niet zal worden bereikt. Er worden dus, mijnheer Cove-
liers, geen drieduizend illegalen per maand terugge-
bracht naar hun land van herkomst.
Daar staan ze dan met lege handen, de heren van de
grootste coalitiepartner. Bovendien hebben ze hun kie-
zers verraden. Wat we jarenlang hebben gezien bij de
CVP, krijgen we nu in een nog smakelozer versie opge-
diend door de Vlaamse liberalen : nooit op tafel durven
slaan, nooit de eigen principes boven het zogenaamd
hoger belang durven plaatsen. Dit is geen gratuite bewe-
ring. Ik weet wel dat de collega's van de VLD hopen dat
hun kiezers de benoeming van Busquin snel vergeten en
dat ze niet echt wakker liggen van het feit dat de
Belgische export van nucleair materiaal nu tot de exclu-
sieve bevoegdheid behoort van twee Waalse ministers.
Ze hopen dat hun kiezers niet zullen beseffen dat Costa
in feite een nieuw merk van diepvriezer is en denken
wellicht dat de meesten alweer vergeten zijn dat er
beloften werden gedaan inzake de hervorming van de
sociale zekerheid.
Met dit wetsontwerp gaan ze echter te ver. De kiezers
zullen deze massale regularisaties niet slikken. Ze zullen
niet aanvaarden dat de VLD eerst een hoge borst opzet
om vervolgens zijn verzet in te slikken. De Gucht en
Coveliers zijn in de ogen van de kiezers eigenlijk Halb-
starken, die roepen :
Hou mij tegen of ik bega een
ongeluk.
Dit zullen de kiezers niet slikken. Ik zeg in alle
kalmte dat wij alles in het werk zullen stellen om heel
Vlaanderen op de hoogte te brengen van de kruiperige
houding van de VLD-verkozenen. Tot in het kleinste
gehucht van Vlaanderen zal men weten hoe plat de VLD
op de buik is gegaan. De drukkerij staat niet stil, mijnheer
Cortois. Binnenkort mag u in Vilvoorde 15 000 pamfletten
verwachten. Het is overigens noodzakelijk dat wij de
bevolking inlichten wanneer men ziet hoe het gesteld is
met het vreemdelingenbeleid in dit land. Wij hebben al
vijftien jaar van versoepelingen op het vlak van de
naturalisaties achter de rug. Dit is blijkbaar nog niet
voldoende. De nieuwe regering wil de naturalisatie-
procedure de facto afschaffen. Het verkrijgen van de
nationaliteit is binnenkort volgens de liberalen, de groe-
nen en de socialisten aan geen enkele voorwaarde meer
verbonden. De identiteitskaart wordt zelfs gratis en voor
niets overhandigd. Als symboliek kan dit tellen ! Men gaat
met naturalisaties smijten zoals nooit tevoren is gebeurd.
Mijnheer
Cortois,
dit
is
een
onderdeel
van
het
vreemdelingenbeleid en ik heb het volste recht de con-
text te schetsen binnen dewelke u dit wetsontwerp wil
doordrukken.
Het asielbeleid is en blijft een grote ramp. Dit jaar zullen
meer dan 30 000 vreemdelingen de asielprocedure in-
roepen en in het merendeel van de gevallen ook misbrui-
ken om ons land binnen te komen en er te blijven. Het
uitwijzingsbeleid is immers een lachertje, maar daarop
kom ik straks nog terug. Als sluitstuk zullen nu de
HA 50
PLEN 017
23
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Filip De Man
illegalen, zij die onwettelijk op ons grondgebied verblij-
ven, massaal worden geregulariseerd. Men gaat zelfs
nog verder want over enkele jaren zijn zij allemaal
nieuwe Belgen, maar daarover heb ik het straks ook
nog.
Er bestaat dus wel duidelijk een regeerbeleid, maar het is
een laks beleid, een beleid van steeds meer open
grenzen, een beleid dat vroeger alleen door de linkse
rakkers van Agalev en Ecolo werd bepleit.
Eerste minister Verhofstadt geeft elk voorbehoud op.
Deze regering geeft de groenen, de socialisten en ook de
PRL-FDF al wat zij wensen. De groenen krijgen nog wat
meer van die smeltkroes waarnaar ze zo snakken, de
socialistische zuil krijgt op korte termijn een hoop nieuwe
klanten en de PS op middellange termijn een hoop
nieuwe kiezers. De fe´de´ration PRL-FDF is natuurlijk blij
omdat ze heel goed weet dat de grote hoop van de
nouveaux belges - zeker in Brussel - aansluiting zoeken,
ook electoraal, bij de Franstaligen. Dat zal de Vlaamse
aanwezigheid in Brussel tot een onleefbaar minimum
herleiden.
Ik kan het geheugen van de collega's van de VLD
misschien even opfrissen en citeren wat de vorige VLD-
fractievoorzitter, de heer Dewael, in het debat over het
vreemdelingenstemrecht in deze Kamer heeft gezegd.
Hij zei :
PRL-FDF en PS willen de Belgische natio-
naleitswetgeving zodanig versoepelen dat allochtonen
quasi automatisch Belg worden. De Franstalige partijen
zien in de stemmen van de allochtonen een middel om
Brussel en Vlaams-Brabant verder te verfransen. De
VLD wil, in tegenstelling tot de Vlaamse meerderheid-
spartijen, niet meestappen in deze francofone strategie.
Mijnheer de minister, ik zou het haast vergeten, maar er
is natuurlijk ook nog het hoofdstuk over de uitwijzing. Na
de regularisatie die uw partners in de regering cadeau
hebben gekregen, werd er voor u een stuk kordaatheid
weggelegd. De VLD-kiezers werden gepaaid met het
kordaat repatrie¨ringsbeleid. Partijvoorzitter De Gucht
ging charters inzetten en de geachte fractievoorzitter zei
aan al wie het horen wilde dat er per maand 3 000
illegalen zouden worden gerepatrieerd.
Collega's van de VLD, u hebt nog altijd niets gezien. De
gewone uitwijzingen gebeuren slechts met mondjes-
maat. De minister had het over 500 per anderhalve
maand, minder dan tijdens de vorige legislatuur. Van de
gedwongen uitwijzingen, want dat is natuurlijk het pijn-
lijkste aspect, zullen we nog maar zwijgen. Volgens de
rijkswacht - de minister heeft dat bevestigd - vertrekt er
e´e´n illegaal per dag, terwijl wij allemaal weten dat er
meer dan 100 000 illegalen in ons land rondlopen, dat er
in de dienst Vreemdelingenzaken duizenden afgewerkte
uitwijzingsdossiers klaarliggen waarmee niets gebeurt en
tot slot dat er elke week tientallen nieuwe illegalen
toekomen. Er zijn nog nooit zoveel illegalen opgepakt als
de jongste tijd.
Mijnheer Coveliers, ik zal u straks de keiharde cijfers
geven die geleverd werden door de liberale minister.
Collega's van de VLD, ik zal mij uitdrukken in de taal van
uw bazen, van de PS, PRL, FDF en Ecolo, u staat
natuurlijk cocu. U mag straks de regularisatie goedkeu-
ren van tienduizenden illegalen, maar op uw vraag
inzake uitwijzingen krijgt u nul op het rekwest. Het is om
bevangen te worden van plaatsvervangende schaamte,
als wij zien hoe u zich als grootste coalitiepartner in het
hoekje laat drummen. Wij hebben moeten meemaken dat
uw regeringspartner Ecolo stond te betogen tegen het
regeringsbeleid inzake uitwijzingen. Wij hebben moeten
horen van staatssecretaris Boutmans van Agalev dat
uitwijzingen met dwang niet kunnen, dat wie na vijf
maanden niet uit het land is gezet, mag blijven.
Ik verwijs naar de onwettige gang van zaken die getole-
reerd wordt door de minister van Binnenlandse Zaken,
minister die toelaat dat de gemeenten op een onwette-
lijke manier dossiers opstellen, die er niet op toeziet dat
de dienst Vreemdelingenzaken zijn werk doet, met name
illegalen opsporen en uitzetten, die weigert om de poli-
tiediensten opsporingswerk te doen verrichten, die wei-
gert om de informatie over de voorlopige regularisatie-
dossiers die nu wordt opgeslagen in de diverse steden en
gemeenten te gebruiken. U tolereert dat allemaal van de
PRL-FDF-minister.
Meer zelfs, de wet die u gaat goedkeuren bepaalt dat de
illegalen die momenteel opgesloten zitten - en er zijn er al
zo weinig opgesloten - zullen worden vrijgelaten vanaf
het ogenblik dat ze hun aanvraag tot regularisatie indie-
nen. Dat is een van de eerste resultaten van wat u zo
steunt.
Geachte collega's, de rechtsstaat stelt in dit land al niet
veel meer voor, maar in de ogen van rijkswacht en politie
al zeker niet meer. Het aantal brigades en commissaria-
ten waar men nu met de handen in het haar zit, stijgt
zienderogen. Niemand weet nog of de politiediensten
vandaag nog werk moeten maken van het opsporen van
de illegalen. Niemand weet wat zij met die illegalen
moeten aanvangen.
Dames en heren van de VLD, dat is het beleid van de
nieuwe regering.
Uw lijden is nog niet voorbij. Ik zal wat dieper ingaan op
de problematiek van de uitwijzingen. Wij hebben gehoord
dat Ecolo-minister Durant een akkoord had met de
piloten. Ze zou een ministerieel besluit uitvaardigen,
maar wij hebben er nog niets van gezien. Men moet
blijkbaar iets verbergen. Hetzelfde met de afspraken die
minister Duquesne gemaakt heeft met de rijkswacht. Ik
heb gevraagd om te mogen beschikken over de tekst van
dat akkoord met de rijkswacht. Ik heb de vraag gesteld
hoe men tewerk zal gaan. Ook dat kan niet. De
meerderheidspartijen slikken dat. Het controlerecht van
24
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Filip De Man
dit parlement telt in deze blijkbaar niet meer. Wij mogen
niet weten wat er door minister Durant of Duquesne is
afgesproken inzake gedwongen repatrie¨ringen. Natuur-
lijk zou het kunnen dat de bevolking zou opmerken dat er
van gedwongen uitwijzingen niets in huis komt.
Collega's van de VLD, eigenlijk komt u nogmaals bedro-
gen uit deze hele zaak. Ik neem aan dat u beseft dat
lijnvluchten en kleine zakenvliegtuigjes geen oplossing
betekenen, zeker wetend dat er duizenden illegalen en
uitgeprocedeerden uit het land dienen te worden gezet.
Er worden elke maand opnieuw duizenden asiel-
aanvragen ingediend en we lezen in de persmededeling
van de regering van 24 september dat de meesten onder
hen waarschijnlijk zullen worden geweigerd. Dat is woor-
delijk wat de regering zegt. Toch doet u niets.
Ik kom dan bij de criteria voor regularisatie. Indien die
criteria werkelijk waterdicht zouden zijn en daadwerkelijk
alleen illegalen uit Belgie¨ geregulariseerd zouden kunnen
worden, dan zou men hier gedeeltelijk mee in kunnen
gaan. Omdat de criteria zodanig vaag en onduidelijk zijn,
zullen echter wellicht ook buitenlandse illegalen van de
Belgische regularisatiemaatregel profiteren. U zet dat
zwart op wit. De minister schrijft op bladzijde 6 van zijn
toelichting bij het wetsontwerp zonder verpinken dat hij
het nodig zou kunnen vinden om de grenzen tijdelijk te
sluiten. Dat staat woordelijk in de toelichting bij het
wetsontwerp. Waarom staat dat daar als men zeker is
van zijn procedure ?
Ik moet er trouwens op wijzen dat de regularisatie-
maatregel reeds in het regeerakkoord van juli stond en
dat de regering dus als eerste verantwoordelijk is voor
het wereldwijd bekendmaken van de aanstaande regu-
larisatie. De bekendmaking had tot gevolg dat het aantal
asielaanvragen dramatisch steeg in de voorbije maan-
den. (Onderbreking door de heer Coveliers)
Mijnheer Coveliers, u zet zichzelf klem. 3 500 per maand
betekent dat we boven de 40 000 asielaanvragen per
jaar zouden komen. Dat is een formidabel resultaat.
Zodra men in dit land wist dat er een regularisatieronde
kwam, zijn de cijfers spectaculair gestegen. Op jaarbasis
bereikt men nu nog steeds een record aller tijden.
Wij hebben ook een fundamenteel bezwaar tegen deze
regularisatie. Is het moreel verantwoord dat illegalen die
zich hier jarenlang bezondigd hebben aan illegale prak-
tijken nu ineens geregulariseerd worden ? Het is toch
duidelijk dat zij aan geld kwamen door onwettige, om niet
te zeggen criminele bezigheden. Ze werkten in het zwart
aangezien ze geen arbeidskaart hadden. Ze betaalden
nooit belasting of sociale bijdragen. In de ergste gevallen
waren zij bovendien actief in onder andere de criminali-
teit, de drugshandel, de pooierij, de prostitutie, de handel
in gestolen goederen en de export van gestolen wagens.
Deze regularisatie stelt als het ware ook dergelijke crimi-
nele illegalen gelijk met brave burgers die heel hun leven
de wet hebben nageleefd, belastingen en sociale bijdra-
gen hebben betaald en geen misdrijven hebben ge-
pleegd.
Collega's, ik wil u ook wijzen op de gevolgen van de
massale regularisatie. Wanneer zij geregulariseerd zijn,
zullen de illegalen van de minister van Binnenlandse
Zaken de toelating krijgen om hier onbeperkt te verblij-
ven.
Dit verblijf heeft tot gevolg dat de illegaal op dat ogenblik
kan worden genaturaliseerd tot nouveau Belge. Zo kom
ik tot het kiezerspotentieel waar de heer Eerdekens zo
tuk op is en waarvoor de heer Dewael waarschuwde. Het
feit dat men dit bij de twee grootste Vlaamse partijen
beseft, maar toch het ontwerp steunt, is op zijn minst
eigenaardig te noemen. De derde partij van Vlaanderen
begrijpt zeer goed waar het de Franstaligen om te doen
is.
Het masochisme van de CVP kent geen grenzen meer.
De CVP die niet beseft dat ze niet meer in de meerder-
heid is, maakt bekend dat ze permanente regularisatie
wil. Het schild van Vlaanderen wenst met haar sui¨cidale
neigingen permanent te regulariseren. Ze wenst geen
eenmalige regularisatieronde, maar is van oordeel dat de
grenzen open moeten blijven. We moeten permanent
aandacht hebben voor de illegalen, heet het. De heer
Tant zei in de commissie dat het om mensen gaat die hier
te gast zijn. Dit is een eigenaardige invulling van de notie
gastvrijheid. Mijnheer Tant, ik neem aan dat er bij u op de
deur staat
binnen zonder bellen. De CVP zegt in feite :
Illegalen aller landen, verenigt u en wel in Belgie¨.
Volgens recent wetenschappelijk onderzoek zouden lem-
mingen zich niet collectief in de afgrond gooien, maar ik
zie geen enkel ander beeld om de mentaliteit van de
nouveau CVP te omschrijven. De heer De Crem schrok
van zijn woorden vorige week en tracht de schade te
beperken door dit wetsontwerp niet goed te keuren. Eerst
verwees hij naar de rampsituatie van vandaag. Maar zij is
voor een groot gedeelte toe te schrijven aan de CVP, de
regering-Dehaene.
Als men de amendementen goed naleest, blijkt het dat de
Vlamingen worden bedrogen. De CVP doet alsof het een
groot verschil uitmaakt dat de regularisatie, geval per
geval, wordt beoordeeld. Maar ook paars-groen zal alle
aanvragen individueel beoordelen.
Waarom worden 300 mensen in dienst genomen als ze
niet precies dienen om de aanvragen te beoordelen ?
Het lijkt of de CVP strenger is voor de tweede en de
HA 50
PLEN 017
25
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Filip De Man
derde categorie mensen die in aanmerking komen voor
regularisatie. Zij krijgen van de CVP een tijdelijk verblijf.
Maar in de kleine lettertjes van haar voorstel voorziet de
CVP in verlengingen van verblijf. Dit is typisch CVP, vlees
noch vis.
Bovendien doet de heer De Crem alsof hij er een
integratievoorwaarde aan vastknoopt. Waarover hebt u
het dan als u schrijft in artikel 2 van uw voorstel dat de
aanvrager - ik citeer -
een bijzondere relatie moet
bewijzen met de Belgen of met in Belgie¨ gevestigde
vreemdelingen
?
Zo staat het er letterlijk in. Wat voor een integratie is me
dat nu ! Als vreemdeling kan men zich dus gei¨ntegreerd
noemen als men een bijzondere relatie heeft met andere
hier in Belgie¨ gevestigde vreemdelingen. Mijnheer De
Crem, laat mij niet lachen, dit is de nouveau CVP van
Johan Van Hecke zaliger, dit is de Vlamingen een rad
voor de ogen draaien en hen ondertussen een links
voorstel in de maag splitsen.
Collega's, het is wellicht een ijdele hoop, maar misschien
komt er toch een reactie van de vele burgemeesters. Het
lokale aspect mag immers niet uit het oog worden
verloren. Dit heeft een weerslag op de gemeenten. Als de
geregulariseerden inderdaad hun document krijgen, zul-
len zij voor de volle 100% een beroep kunnen doen op
onze sociale voorzieningen. Als men dan de cijfers van
de laatste jaren bekijkt, blijkt hoe de gemeenten zullen
kreunen onder de door de regering veroorzaakte last. In
1997 waren er 11 787 asielaanvragen, in 1998 21 964 en
in 1999 reeds meer dan 30 000. Dat is bijna het inwo-
nertal van Vilvoorde, mijnheer Cortois. Aangezien de
traditionele partijen al die jaren hebben geweigerd om
een effectief uitwijzingsbeleid te voeren, zullen de ge-
meenten nu dubbel en dik het slachtoffer worden van de
regularisatiepolitiek.
Ten eerste, de gemeenten - de ambtenaren en de politie
- zullen moeten opdraaien voor de verwerking van de
aanvragen, de verzameling, samenstelling en verzending
van de dossiers, de controle van de verblijfplaats en ga
zo maar door. Dit komt natuurlijk helemaal ten laste van
de gemeentelijke begroting. Ten tweede, kan men na
regularisatie genieten van het bestaansminimum, de
kinderbijslag, een sociale woning, sociale leningen, on-
beperkte geneeskundige verzorging, gratis bijdragen
voor het ziekenfonds en dies meer. Dit zal een pak geld
kosten. U weet dat ik ervaring heb in Vilvoorde. Het
OCMW klaagt daar elk jaar over de vele tientallen
miljoenen die voor de vreemdelingen moeten worden
opgehoest. In Vilvoorde is dat misschien nog net te
betalen - u bent een zuinig, bijna vrekkig beheerder,
mijnheer Cortois - maar in andere steden zal de OCMW-
kas gewoon leeg zijn. Na de regularisatieronde zal blijken
dat duizenden nieuwe steuntrekkers moeten worden
onderhouden. Ik heb het enkele weken geleden al voor-
speld : de bodem zal uit de OCMW-kassen worden
geslagen. Men luistert echter niet, men zal er nog een
pak steuntrekkers bij cree¨ren. Dat zal miljarden kosten,
maar paars-groen wil het probleem niet zien.
Zoals de heer Coveliers zal ik mij even aan elementaire
rekenkunde begeven. Zelfs als men maar 20 000 illega-
len regulariseert, die dus elk enkele honderdduizenden
frank per jaar kosten - dit is benaderende wiskunde zoals
ook gepleegd door de heer Coveliers een goede maand
geleden - dan komt men tot verscheidene extra miljarden
aan uitgaven in de sociale sector. Ik moet dan ook nog
eens verwijzen naar het asielbeleid, dat daar toch dichtbij
staat. Het asielbeleid kostte ten tijde van de heer Tob-
back 8 miljard frank per jaar. Ik denk niet dat ik overdrijf
door te stellen dat wij nu aan meer dan 10 miljard frank
per jaar zitten. Maar dat is nog niet genoeg. Als de
geregulariseerden nog eens driftig aan gezinshereniging
beginnen te doen, komen daar nog heel wat kosten bij. Ik
denk aan het liedje :
Wie zal dat betalen, wie heeft zo
veel geld ?
. In dit verband moet ik ook nog wijzen op iets
waaraan bijna nooit aandacht wordt besteed door de
media.
De regering is momenteel bezig met het toebedelen van
de dertiende schijf van 5 000 asielzoekers aan de diverse
steden en gemeenten. Ik kan nog een beetje rekenen :
13 maal 5 000, dat zijn 65 000 asielzoekers die in de
voorbije jaren aan de steden en gemeenten zijn toebe-
deeld. Wie kan dat blijven betalen ?
Mijnheer Van Hoorebeke, u wenst te weten wat ik terzake
voorstel. U zal dat op het einde van mijn betoog verne-
men.
Collega's, het Vlaams Blok heeft in de commissie een
50-tal amendementen ingediend tot grote ergernis van
onder meer minister Duquesne. Hij was het trouwens beu
en weigerde aanvankelijk tijdens de laatste vergadering,
na twee nachtzittingen, antwoord te geven op onze
bemerkingen en amendementen. Ik moet eerlijk toege-
ven dat ik een dergelijke houding nog maar weinig heb
gezien. Zelfs Tobback was destijds iets minder onbe-
leefd.
Mijnheer Duquesne en collega's van de VLD, u zult de
kelk tot op de bodem moeten leegdrinken. Zoals ik in de
commissie zei, een bekende warenhuisketen parafrase-
rend :
Il faut la me´riter, cette cliente`le.
De commissie voor de Regularisatie zal de touwtjes in
handen houden. Zoals van een linkse tot extreem-linkse
regering te verwachten was, zal men de NGO's - zij die
liever zonder grenzen werken - laten mee beslissen.
Over de samenstelling van deze commissie weten we
weinig. Welke NGO's zullen worden uitverkoren, weten
26
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Filip De Man
we niet. Welke beslissingsmacht ze krijgen evenmin.
Inzake de criteria is vaagheid troef. De minister zegt zelf
dat de regering de criteria welbewust zo vaag mogelijk
heeft gehouden om van de regularisatieronde een groot
succes te kunnen maken.
De regering zegt ook dat de commissie voor de Regula-
risatie een eigen jurisprudentie zal moeten ontwikkelen.
Collega's, geven wij niet veel te veel interpretatiemacht
aan deze voor het overige nog onbestaande commissie ?
Hoe kan men in 's hemelsnaam, in een zo belangrijke
materie als de toegang tot en het verblijf op het grond-
gebied, het bepalen van de voorwaarden toekennen aan
een dergelijke onbestaande commissie ? Hoe kan een
parlement daarmee instemmen ? Hoe kan het dat de
meerderheidspartijen in het parlement ermee instemmen
dat er geen controlerecht bestaat, zoals het bestaat voor
de naturalisaties ?
Mijnheer Cortois, ik weet dat u zich met wellust wentelt in
uw rol van meerderheidspartij, maar ik herhaal dat de
volksvertegenwoordiging terzake geen controlerecht
krijgt, wat ze wel heeft inzake naturalisaties. De massale
regularisatie, die binnen een termijn van drie jaar tot
naturalisaties zullen leiden, mogen niet worden gecon-
troleerd. Men mag daarop geen kijk hebben. De volks-
vertegenwoordiging verzaakt in deze aan haar controle-
recht.
Mijnheer de voorzitter, de heer Cortois spreekt voortdu-
rend vanop zijn bank, maar ik versta hem niet. Het is mij
volstrekt onduidelijk.
De voorzitter : Mijnheer Cortois, u beschikt over het
gepaste instrument om in dit debat tussenbeide te ko-
men.
De heer Filip De Man heeft het woord.
De heer Filip De Man (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, de vraag rijst hoe het mogelijk is dat de
traditionele partijen in de toelichting, op pagina 7, hun
eigen onbekwaamheid inroepen om nu de bevolking op
te zadelen met massale regularisatie. Ik citeer :
de
doelstelling is gebaseerd op de vaststelling dat de over-
heid in gebreke is gebleven om binnen een termijn van
vier jaar of drie jaar een uitvoerbare beslissing te laten
betekenen.
De traditionele partijen voeren een onge-
hoord wanbeleid en dan roept men de eigen onkunde in
om de regularisatiewet in te voeren. Dat de VLD, die
tenslotte 12 jaar in de oppositie zat, zich daartoe leent,
verbaast mij ten zeerste. De vraag rijst trouwens - ik heb
dat vruchteloos aangekaart bij de minister - of u niet in de
problemen gaat komen met Europese afspraken terzake.
U gaat tienduizenden illegalen onbeperkt toegang geven
tot het grondgebied van Schengen omdat u in gebreke
bent gebleven.
Er zijn zeer strenge voorwaarden om toegang tot het
grondgebied te verlenen. Er zijn daaromtrent afspraken
gemaakt onder de deelnemende landen. Naar mijn me-
ning overtreedt men hierbij deze afspraken. Ik ben be-
nieuwd wat de Europese Commissie of het Hof in Luxem-
burg daarvan zullen denken.
Ik wil besluiten met onze visie. De sinds 1974 afgekon-
digde immigratiestop is zo lek als een zeef. Getuige
daarvan de meer dan 500 000 nieuwe vreemdelingen die
hier sedertdien zijn binnengekomen. Voor ons is het
onaanvaardbaar dat men nu het statuut van illegalen en
uitgeprocedeerden zal regulariseren. In de plaats van
een versoepeling van het asielbeleid door te voeren zou
de regering een strak asielbeleid moeten voeren. Mijn-
heer Cortois, alleen op die manier zullen we duidelijk
maken dat dit land niet het OCMW van de hele wereld
kan spelen. Volgens ons moet deze regering het
territorialiteitsprincipe in de Conventie van Gene`ve laten
inschrijven. Op die manier kan het statuut van politiek
vluchteling nog enkel worden toegekend aan Europese
vluchtelingen, wat trouwens aanvankelijk het geval was,
na de Tweede Wereldoorlog. Wij dringen erop aan het
aantal repatrie¨ringen op te drijven, wat u al een paar
weken niet meer doet. U hebt moeten slikken wat PS,
PRL, FDF en de groenen u hebben opgelegd. Het
Vlaams Blok zal blijven aandringen op een ernstig aantal
repatrie¨ringen. Natuurlijk moeten die repatrie¨ringen op
een zo humaan mogelijke wijze geschieden. Het is
evenwel enkel een doortastende aanpak die het pro-
bleem van de toevloed van illegalen kan oplossen.
(Protest op de banken van de VLD-fractie)
Dat is de taal die u tot voor enkele weken sprak, met
name uw fractievoorzitter en uw partijvoorzitter. Mijnheer
Cortois, u hebt bakzeil moeten halen. Omwille van het
hoger belang - het premierschap van de heer Verhofstadt
en de vele prebenden die u allen geniet - moet u al drie
weken stilletjes zwijgen.
Collega's, tot slot meen ik dat het niet bij een eenmalige
regularisatie blijft. De voorbeelden in andere Westerse
landen bewijzen dat. Men heeft al gesproken over Italie¨.
Ik kan er het voorbeeld van Frankrijk aan toevoegen,
waar in de jaren '80 145 000 dossiers waren en waar een
goed jaar geleden de laatste ronde is afgelopen met
nogmaals 143 000 dossiers, waarvan twee derde werd
geregulariseerd.
Thans gaan zelfs stemmen op over het al dan niet
frequent organiseren van een regularisatieprocedure en
de voorstanders hiervoor komen uit de zogenaamde
progressieve hoek.
Welnu, ik voorspel dat deze wet geldig zal blijven en dat
binnen twee, maximum drie jaar, de tweede regularisatie-
ronde zal starten. Op dat ogenblik zal de lichting 1997-
1998 aan bod komen. Heel wat illegalen zullen eveneens
HA 50
PLEN 017
27
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Filip De Man
willen bewijzen dat zij vier, vijf of zes jaar - afhankelijk van
de gevallen bepaald in het ontwerp - in ons land verblij-
ven en aldus het recht hebben om te worden geregula-
riseerd. Zij zullen het gelijkheidsbeginsel inroepen en
misschien worden zij nog wel in het gelijk gesteld ook.
Collega's van de traditionele partijen, u gaat uw gang,
maar u weigert te zien dat de Vlamingen uw uitwijzings-
beleid niet steunen. Daarvoor zult u volgend jaar al het
gelag betalen.
De eerste grote realisatie van de regering Verhofstadt is
niet de harde aanpak van de criminaliteit, noch de
hervorming van de sociale zekerheid, maar de massale
regularisatie van illegalen.
Collega's, tijdens het debat over de illegalen, dat door de
VRT werd uitgezonden, zei de VLD-voorzitter dat bij de
liberalen geen linker- of rechtervleugel bestaat en dat er
terzake dus geen problemen zijn. Welnu, mijnheer Cor-
tois, binnenkort zal uw voorzitter gelijk krijgen, want de
rechtervleugel van zijn partij zal zijn overgestapt naar het
Vlaams Blok.
De voorzitter : Mijnheer De Man, uw betoog duurde 40
minuten, hetgeen betekent dat de overige sprekers van
uw fractie nog slechts beschikken over 20 minuten van
de 60 minuten spreektijd die werd aangevraagd.
La parole est a` M. Yvan Mayeur.
M. Yvan Mayeur (PS) : Monsieur le pre´sident, monsieur
le ministre, chers colle`gues, au nom du groupe socialiste,
je me fe´licite de l'occasion qui nous est donne´e de poser
un acte politique important en approuvant demain, je
l'espe`re, ce projet de loi de re´gularisation.
L'initiative prise par le gouvernement sur la question des
re´gularisations, on l'a beaucoup dit, fait partie d'un tout et
doit e^tre comprise en lien avec ce tout, a` savoir les
re´formes de la proce´dure d'asile, les naturalisations,
l'humanisation des centres ferme´s et la politique d'e´loi-
gnement et d'expulsion lorsque les crite`res d'accueil ont
e´te´ examine´s.
Le projet de loi dont nous de´battons aujourd'hui constitue
l'une des pierres angulaires de cette re´forme qui vise
essentiellement a` la suppression de nombreuses zones
de non-droit et d'arbitraire induites par la lenteur, l'opacite´
et la ve´tuste´ des anciennes proce´dures le´gales et admi-
nistratives.
Ce qu'il me parai^t important de souligner ici, c'est l'orien-
tation nouvelle que de´termine cet ensemble de re´formes
dans la politique belge a` l'e´gard des e´trangers. Cette
nouvelle orientation tend vers plus de clarte´, d'efficacite´
et de rapidite´, vers e´galement plus de respect de la
dignite´ humaine, qui est l'enjeu principal de ce de´bat.
Mes commentaires sur ce texte se divisent en deux
groupes. Il y a tout d'abord ceux qui concernent les
qualite´s manifestes du texte, ensuite les points sur
lesquels nous avons demande´ des pre´cisions au ministre
en commission.
Sur les crite`res de re´gularisation, le texte intervient pour
comple´ter utilement l'article 9, § 3 de la loi de 1980 sur
les e´trangers. Par les crite`res qu'il e´tablit pour l'obtention
de la re´gularisation et par la proce´dure qu'il met en place,
il permet de comple´ter, pour une ope´ration, ce qui, dans
la loi, est soumis a` la discre´tion du ministre.
A cet e´gard, le texte re´ve`le un e´quilibre interne inte´res-
sant. D'une part, il assure plus de transparence dans le
me´canisme de la re´gularisation. D'autre part, il ne tombe
pas dans l'exce`s inverse que serait une le´gislation trop
rigide, trop de´taille´e et donc en porte-a`-faux avec les
ale´as du terrain, ce que vivent concre`tement les gens.
Ainsi, les crite`res d'acce`s a` la re´gularisation sont suffi-
samment de´taille´s pour e^tre contro^le´s, mais ils sont
formule´s de manie`re assez large pour que les membres
de la commission de re´gularisation puissent interpre´ter
les situations humaines qu'ils auront a` traiter.
En effet, il existe des situations humaines que, par
de´finition, nous ne pourrons pas inte´grer dans un projet
de loi. Ainsi les familles dont certains membres sont
autorise´s a` se´journer en Belgique et d'autres pas, ou` des
enfants sont ne´s. Il faut pouvoir re´soudre ces cas de
fac¸on globale. J'espe`re - j'en suis me^me convaincu - que
les commissions de re´gularisation auront a` l'esprit qu'on
ne peut pas traiter les dossiers individuels sans prendre
en conside´ration l'ensemble de la famille. On rencontre
actuellement de telles situations dans certains CPAS et
cela de´montre que la pratique devait e^tre modifie´e, qu'il
va falloir re´gulariser pour des raisons humaines e´viden-
tes.
Je voudrais insister sur un autre crite`re. Le texte qui nous
est propose´ laisse une place importante aux droits de la
de´fense et a` la possibilite´ pour les personnes de consti-
tuer un dossier de re´gularisation, de se faire assister par
des avocats, y compris devant la commission en cas
d'e´ventuelle audition et avec, si ne´cessaire, l'aide du
repre´sentant de l'assistance judiciaire, c'est-a`-dire le pro
deo.
Le respect de la le´gislation relative a` la vie prive´e a
e´galement e´te´ garanti, non seulement dans le cadre de la
constitution du rapport social , mais aussi, bien entendu,
quant au contenu des attestations me´dicales qui seront
remises, le cas e´che´ant, par les demandeurs de re´gula-
risation.
Enfin, le ministre nous a assure´ que les membres de la
commission, du secre´tariat et les me´decins qui l'assiste-
ront seront nomme´s selon des crite`res stricts de compe´-
tence et d'inde´pendance d'esprit.
28
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Yvan Mayeur
Le groupe PS se re´jouit que ce soient les services
communaux et sociaux au sens large qui aient e´te´
de´signe´s comme interlocuteurs principaux des deman-
deurs de re´gularisation. C'est, en effet, au plan local que
l'on connai^t le mieux les gens, que l'on peut le mieux
appre´hender les situations et le plus facilement aider les
personnes a` introduire leur demande de re´gularisation.
Ces services sont les moins susceptibles d'alimenter la
crainte et la me´fiance suscite´es, notamment, par les
interventions alarmistes de certains a` l'e´gard de cette
ope´ration et qui conseillaient aux e´trangers de ne pas se
faire re´gulariser car ils risquaient de se faire arre^ter. Or, il
ne s'agit pas de cela. On l'a dit tre`s clairement a`
l'occasion des travaux de la commission.
En conse´quence, il me semble que le ro^le des commu-
nes, et donc des bourgmestres, des CPAS, des services
sociaux et de toutes les personnes qui pourront aider les
demandeurs a` introduire leur dossier, est de garantir la
meilleure efficacite´ a` ce projet de loi.
L'ope´ration vise a` une re´gularisation et non a` une rafle
massive et gigantesque. Il ne s'agit donc pas de pie´ger
les gens. Cela doit e^tre re´pe´te´.
En commission, nous avons e´galement obtenu une pre´-
cision importante. Ainsi, les personnes sans domicile
pourront se re´fe´rer a` la pratique relative aux sans domi-
cile fixe ou aux sans-abri et faire une de´claration de
domicile en donnant pour adresse de re´fe´rence, soit celle
d'un avocat, soit celle d'un CPAS, ou encore d'un service
social. Cet e´le´ment important doit e´galement pouvoir
garantir la bonne fin de la re´gularisation de la personne.
Tel est l'esprit de cette pre´cision. On doit pouvoir joindre
l'inte´resse´, re´gulariser sa situation et entamer avec lui, le
cas e´che´ant, un travail social.
Je voudrais encore apporter une dernie`re pre´cision quant
a` la proce´dure.
Compte tenu de la large publicite´ dont le projet de loi a
be´ne´ficie´, on est en droit d'espe´rer que les de´lais fixe´s
pour la proce´dure rempliront ve´ritablement leur ro^le
initial, a` savoir un re`glement rapide et efficace du maxi-
mum de dossiers.
Certains ont dit que la proce´dure d'introduction de la
demande, d'une dure´e de trois semaines, e´tait trop
courte. Nous devrions e^tre reconnaissants envers le
Vlaams Blok qui, par son action, nous a permis d'obtenir
un de´lai plus important. Me^me si je suis persuade´ que les
inte´resse´s e´taient souvent en mesure d'introduire leur
dossier dans le de´lai de trois semaines, ce dernier ne
sera plus un de´lai coupe-gorge. Il sera dore´navant pos-
sible aux e´trangers de de´poser des demandes comple`-
tes. Ils auront ensuite un mois pour introduire un dossier
social qui soutiendra leur demande. Si les de´lais restent
stricts, ils ne sont donc plus impossibles a` respecter.
J'en viens, enfin, a` la composition des chambres de la
commission de re´gularisation.
Nous sommes heureux qu'elles doivent faire appel a` la
compe´tence de professionnels (un magistrat, un avocat,
un repre´sentant d'une organisation de de´fense des droits
de l'homme) qui ont sur ces questions des approches
diffe´rentes mais comple´mentaires.
Le groupe socialiste conside`re que la pre´sence d'un
repre´sentant de la socie´te´ civile constitue un acquis
essentiel pour le traitement des dossiers de re´gularisa-
tion.
Tous ces e´le´ments re´jouissent le groupe socialiste. Je
tenais a` les rappeler.
J'en arrive aux pre´cisions ou aux clarifications.
Le premier point que je voudrais aborder a trait a`
l'indispensable inde´pendance et a` la compe´tence des
me´decins qui assisteront la commission de re´gularisa-
tion.
Je parle ici du proble`me des maladies graves, un des
arguments que les demandeurs de re´gularisation peu-
vent invoquer.
Les me´decins de cette commission auront la ta^che
d'attester du degre´ de gravite´ d'une maladie, avec toutes
les conse´quences qui en de´coulent. Or, il existe de fortes
contestations quant au mode de fonctionnement actuel
du service me´dical qui assiste l'Office des e´trangers; j'en
ai fait part au ministre. Trop souvent, les avis de spe´cia-
listes renomme´s sont contre´s par les me´decins-conseils
de l'Office des e´trangers.
Evidemment, la Belgique n'a pas enfante´ de prix Nobel
en suffisance pour composer une commission de me´de-
cins susceptibles d'analyser cet e´le´ment en toute certi-
tude. Cependant, lorsque des personnalite´s importantes
du monde scientifique et me´dical belge rendent des avis
sur des maladies graves, il me parai^t inacceptable que
des me´decins-conseils de l'Office des e´trangers de´sap-
prouvent leurs de´cisions. Quelle est leur compe´tence,
quel est leur curriculum vitae, sur quoi se basent-ils pour
contester les avis d'universitaires reconnus ? Voila` qui
me semble douteux et qui ne devrait pas se reproduire
lors de cette proce´dure de re´gularisation; du moins, je
l'espe`re.
Comme le ministre l'a dit, il me parai^t important que la
de´signation de ces me´decins s'effectue sur une base de
re´elle inde´pendance et de qualite´ professionnelle, au
me^me titre que la de´signation des avocats, d'ailleurs. A
ce sujet, vous avez e´voque´ le recours a` l'Ordre national
des avocats, ce qui me parai^t une excellente solution. Il
s'agirait de trouver une proce´dure similaire pour le corps
me´dical.
HA 50
PLEN 017
29
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Yvan Mayeur
Monsieur le ministre, chers colle`gues, en ce domaine, je
ne manquerai pas d'e´voquer l'actualite´ imme´diate. Je
suis confronte´ a` une difficulte´ particulie`re : aujourd'hui,
un arre^t du Conseil d'Etat notifie que l'examen osseux
pratique´ pour de´terminer si une personne est mineure ou
majeure est contestable, qu'il n'apporte pas de preuve
indiscutable de l'a^ge de la personne. Or, pour le moment,
l'Office des e´trangers conside`re l'indication rendue par
les me´decins a` travers cet examen comme une preuve
irre´futable en la matie`re, permettant d'appliquer un trai-
tement comple`tement diffe´rent selon les cas.
Vous le savez, comme vous mais a` un autre titre, j'ai e´te´
interpelle´ par le Centre pour l'e´galite´ des chances et la
lutte contre le racisme, sur la base de cet arre^t du Conseil
d'Etat. Nous avons de´cide´, je parle ici en tant que
pre´sident de l'ho^pital Saint Pierre a` Bruxelles, de suspen-
dre les examens osseux jusqu'a` nouvel ordre. J'ai e´te´
interpelle´ par des membres de votre cabinet et de l'Office
des e´trangers sur ce point. J'ai de´clare´ clairement que
nous avions suspendu ces examens sur la base de l'arre^t
du Conseil d'Etat.
Si l'on souhaite reprendre ces examens parce qu'indis-
pensables, je n'y verrai aucune objection a` condition de
se mettre autour de la table et de de´terminer clairement
l'interpre´tation donne´e a` l'indication des me´decins, qui ne
peut pas e^tre abusive. En d'autres termes, il serait
inacceptable de se servir d'un avis scientifique comme
d'un alibi a` une politique policie`re de refoulement. Car si
c'est le cas, qu'on assume cette politique en tant que
telle ! Pour notre part, nous ne tenons pas a` cautionner
cette politique.
Par contre, s'il s'agit d'utiliser les moyens scientifiques et
me´dicaux pour aider les personnes qui se pre´sentent
chez nous en situation de de´tresse, comme des mineurs
non accompagne´s, a` qui il faut e´videmment porter se-
cours et assistance et que cela ne´cessite une assistance
me´dicale et scientifique de qualite´, c'est quelque chose
que je peux parfaitement accepter et a` quoi je veux
participer. De me^me, tout me´decin sera pre^t a` collaborer
a` ce type d'analyse.
En l'occurrence, la contestation est ne´e de l'arre^t du
Conseil d'Etat. Mais un autre arre^t m'est parvenu qui
pre´cise autre chose; cependant, le premier est assez
exigeant puisqu'il reprend quatre avis d'experts qui met-
tent a` mal l'image humaniste de l'ho^pital que j'ai l'hon-
neur de pre´sider.
La situation exige clarification.
J'ai dit a` votre collaborateur ainsi qu'a` l'Office des
e´trangers que j'e´tais pre^t a` la discussion mais la situation
est suspendue pour l'instant, a` moins que vous ne
trouviez un autre ho^pital qui soit dispose´ a` se pre^ter a` ce
genre de pratique, ce qui est e´videmment possible. En
attendant, il est important de clarifier l'interpre´tation
donne´e a` ces analyses par l'Office des e´trangers.
Un tout autre point nous laisse quelque peu dans l'ex-
pectative. Il concerne les pouvoirs du secre´tariat de la
commission. En effet, l'avis ne´gatif des secre´taires quant
a` la recevabilite´ du dossier entrai^nerait son transfert
imme´diat vers le ministre sans examen par la commis-
sion. Pour une bonne compre´hension de cette disposi-
tion, je crois qu'il serait souhaitable que le ministre
pre´cise a` nouveau la manie`re dont il compte agir dans ce
type de situation. Cette question a e´te´ souleve´e plusieurs
fois en commission. Il est vrai que le ro^le du secre´taire
est important; il ne faut pas qu'il constitue un frein a`
l'ambition porte´e par le gouvernement dans cette proce´-
dure de re´gularisation.
Enfin, reste le proble`me des expulsions vers le pays
d'origine, entendu comme pays de transit et celui, lie´, des
garanties de non-rapatriement vers le pays ou` les risques
sont ave´re´s. Pour e´claircir cette difficile question, il nous
semble aussi utile d'obtenir des pre´cisions sur le terme
pays d'origine. Ainsi, si l'on ne conside´rait comme pays
d'origine, c'est-a`-dire le pays vers lequel on expulse, que
le pays ou` le demandeur a se´journe´ le´galement pendant
plus de trois mois, on obtiendrait une situation beaucoup
plus claire. Ce crite`re est celui qui est utilise´ dans le
cadre de la proce´dure d'asile. C'est une bonne re´fe´rence.
En guise de conclusion, je voudrais faire trois remarques.
Nous franchissons aujourd'hui une e´tape essentielle
dans l'ensemble de la politique qui s'adresse aux re´fu-
gie´s, aux immigre´s, et qui est la politique du gouverne-
ment. Je pense que c'est un geste politique fort impor-
tant, mais il me laisse tout de me^me une dro^le
d'impression. Plusieurs pays europe´ens ont proce´de´
re´cemment a` ces re´gularisations : la France, l'Italie,
l'Espagne, la Hollande. C'est dire qu'il y a, au plan
europe´en, une ne´cessite´ de de´velopper une politique
europe´enne commune et cohe´rente a` l'e´gard des phe´-
nome`nes de migration, des phe´nome`nes de demandes
de refuge, d'asile, de politique e´trange`re dans ces ma-
tie`res tre`s humaines et il ne faut pas se retrouver chacun
tirant dans son coin les conclusions de politiques inco-
he´rentes. Nous avons e´te´ nous-me^mes victimes d'une
espe`ce de
course a` l'e´chalotte ou` nous e´tions presque
les derniers a` supprimer le statut B des Kosovars, ce qui
nous a mis dans une situation complique´e a` ge´rer. Il est
urgent et indispensable qu'une re´elle politique euro-
pe´enne qui touche a` des e^tres humains soit rapidement
mise en place.
Ensuite, contrairement a` ce qui a e´te´ dit par des repre´-
sentants non de´mocratiques dans cette assemble´e, les
CPAS vont bien e^tre confronte´s a` des difficulte´s mais pas
30
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Yvan Mayeur
celles e´voque´es. Ils vont e^tre confronte´s a` des difficulte´s
en termes de gestion des demandes et des dossiers
dans la mesure ou` plusieurs centaines de personnes
risquent en effet de se pre´senter pour obtenir une
assistance sociale qui sera rembourse´e inte´gralement
par l'Etat puisque le ministre de l'Inte´gration sociale a
pre´vu les moyens a` cet effet. Ce qui n'est e´videmment
pas pris en charge, c'est le travail des assistants sociaux
dans les communes. C'est une re´alite´ a` laquelle nous
allons e^tre confronte´s. Il va falloir trouver des solutions.
Enfin, je suis convaincu que re´gulariser, c'est une ma-
nie`re de se´curiser les personnes. Accorder aux person-
nes qui sont ici une se´curite´ d'existence est donc un
mieux-e^tre et une possibilite´ de participer au de´veloppe-
ment de la socie´te´ belge. Re´gulariser, c'est aussi une
manie`re de lutter contre la criminalite´.
Car maintenir des hommes et des femmes dans l'ab-
sence d'existence le´gale, c'est renforcer les filie`res d'ex-
ploitation des e^tres humains. Le geste que nous posons
aujourd'hui est un geste e´minemment humaniste. C'est
pourquoi le groupe socialiste le soutiendra.
De voorzitter : De heer Jan Peeters heeft het woord.
De heer Jan Peeters (SP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, de Vlaamse socialisten
zullen dit wetsontwerp volmondig en van harte steunen
zoals wij ook volmondig en van harte de twee andere
pijlers van het asielbeleid en het regeringsbeleid terzake
steunen en gerealiseerd willen zien, te weten het
uitwijzingsbeleid voor die mensen die niet in aanmerking
kunnen komen voor regularisatie, enerzijds en de ver-
snelde procedure en administratieve afhandeling van
klassieke asielaanvragen in de toekomst, anderzijds.
Ik heb ook in de commissie gezegd dat men van ons
geen ronkende verklaringen zult horen, wij gaan ons niet
mengen in grote polemieken over deze problematiek. U
gaat van ons geen cijferfetisjisme horen en wij gaan ons
niet moeien in de polemieken tussen CVP en VLD.
Wij willen enkel zeggen aan de regering dat we van de
minister op deze drie terreinen - en ze zijn voor ons
evenwaardig - vooruitgang en een strikte uitvoering van
het overeengekomen regeringsbeleid verwachten.
De SP zal de eerste pijler, met name het regularisatie-
beleid, volmondig steunen en dit om twee redenen.
Ten eerste, is er een evidente humanitaire reden. Wat
ook de oorzaak is van het feit dat mensen hier vijf of zes
jaar zijn, of het te maken heeft met een falende admini-
stratie, het niet uitvoeren van vroeger overeengekomen
beleidslijnen of de onwil van mensen zelf om in te gaan
op bevelen om het grondgebied te verlaten, is hier
eigenlijk niet relevant. Als mensen hier vijf of zes jaar zijn,
is er een evidente band gegroeid met andere burgers van
dit land, met het land zelf. Humanitair is het dan niet meer
dan logisch dat we die mensen ten volle integreren in
onze samenleving.
Een tweede reden waarom wij de regularisatie ten volle
steunen heeft te maken met een welbegrepen eigenbe-
lang. Het laten voortbestaan van grote groepen illegalen
in dit land op permanente basis en zonder dat zij enig
perspectief op zekerheid omtrent hun toekomst in dit land
hebben, is ook de in principe ondermijning van de
verworvenheden van de sociale welvaartsstaat.
Het is deze groep illegalen die, gekneld in deze situatie,
weerloze prooien zijn voor malafide werkgevers, voor
uitbuiting, voor zwartwerk, voor sociale dumping, voor
huisjesmelkers. Kortom, die groep laten bestaan cree¨ert
een voedingsbodem voor deloyale concurrentie in vele
sectoren, tussen vele bedrijven.
Probeer maar eens een Brusselse confectiesector met al
zijn laaggeschoolden en het bijhorend sociaal vangnet te
laten overleven als men tegelijkertijd de ateliers laat
bestaan waar illegalen zonder perspectief worden uitge-
buit.
Probeer maar eens als goedmenende tuinbouwer in het
Mechelse of in de Noorderkempen op een correcte wijze
uw bedrijf recht te houden met een voldoende sociaal
vangnet voor werknemers als tegelijkertijd collega's mis-
bruik maken van de illegalen in onze samenleving om
aan sociale dumpingpraktijken en uitbuiting te doen.
Het is dus ook een sociale plicht voor het in stand houden
van de welvaartsstaat, de sociale verworvenheden, de
mimimumuurloonregeling
en
dergelijke
voor
laag-
geschoolden in die sectoren dat we de kwaal van de
illegaliteit in ons land afbouwen en wegbannen.
Wij willen dit doen door aan de mensen een statuut te
geven en hen te integreren in het fiscaal en sociaal
stelsel van ons land.
Uit welbegrepen eigenbelang en in het kader van de
sociale welvaartsstaat willen wij deze illegalen, die dat
om humanitaire redenen verdienen, regulariseren.
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik wens de drie elemen-
ten van het wetsontwerp toe te lichten die voor de SP
belangrijk zijn. Voor de SP staat het als een paal boven
water dat deze regularisatie een eenmalige operatie
moet zijn. Er mogen terzake geen dubbelzinnigheden de
wereld worden ingezonden. De regularisatieprocedure
en de mogelijkheid een aanvraag terzake in te dienen
mogen geen aanleiding geven tot bijkomende onterechte
aanvragen. De indiening van een aanvraag mag geen
recht geven op sociale steun zoals bepaald in artikel 57
van de wet op het OCMW.
HA 50
PLEN 017
31
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jan Peeters
Als de betrokkene een regularisatie heeft gekregen, moet
hij zoals elke Belg dezelfde rechten en plichten krijgen. In
de aanvraagprocedure mag er echter geen sprake zijn
van recht op sociale steun. Op die manier voorkomt men
dat mensen die niet op een regularisatie kunnen rekenen
een vierde beroep aantekenen en een bijkomende mo-
gelijkheid krijgen om de procedure te laten aanslepen.
Het verheugt ons dat de minister in de commissie uit-
drukkelijk juridische garanties heeft gegeven en zich
houdt aan het advies van de Raad van State.
Alhoewel de SP het voorliggende ontwerp zal goedkeu-
ren, maakt mijn fractie voorbehoud inzake de behande-
ling van de illegalen die gehuwd zijn met een Belg. De
Belgische Staat heeft deze mensen gehuwd. Het Burger-
lijk Wetboek verplicht gehuwden samen te wonen onder
een dak. Illegalen die met een Belg gehuwd zijn, blijven
echter illegalen en mogen niet bij hun partner vertoeven.
Het voorliggende ontwerp biedt geen afdoende oplossing
voor deze op humanitair vlak bijzonder pijnlijke lacune.
De SP herinnert de minister aan zijn dubbele belofte om
enerzijds dergelijke situaties definitief te regelen bij de
hervorming van de asielprocedure en, anderzijds, de
rondzendbrieven inzake gezinshereniging aan te passen.
De SP zal deze problematiek blijven opvolgen omdat de
Belgische Staat, ons inziens, deze mensen onrecht aan-
doet.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de SP zal
het voorliggende regularisatieontwerp goedkeuren. Mijn
fractie rekent er echter op dat de regering de twee andere
pijlers van het asielbeleid eveneens correct en loyaal zal
uitvoeren.
Le pre´sident : La parole est a` M. Denis D'hondt.
M. Denis D'hondt (PRL FDF MCC) : Monsieur le pre´si-
dent, monsieur le ministre, mesdames, messieurs, le
projet de loi sur les re´gularisations est un des trois piliers
de la politique d'asile et d'immigration du gouvernement.
Je de´sirerais e´mettre trois remarques a` ce sujet.
Premie`rement, ce projet de loi est un projet politiquement
courageux. Une loi va enfin permettre a` des centaines,
voire des milliers de personnes qui sont dans une
situation de pre´carite´ sociale e´pouvantable, de voir leur
dossier re´gularise´ sur la base des quatre crite`res qui ont
e´te´ e´nonce´s dans l'expose´ des motifs. Diverses circulai-
res ont, a` ce jour, servi de base a` des re´gularisations,
concernant des victimes de la traite d'e^tres humains, des
ressortissants bosniaques, des personnes pouvant se
pre´valoir de circonstances humanitaires ou d'une mala-
die grave. Une loi fixe de´sormais les crite`res de re´gula-
risation. Au-dela`, certains cas pre´cis seulement - sous
peine de continuer a` de´naturer l'article 9, aline´a 3 -
pourront encore be´ne´ficier d'une re´gularisation. La loi
n'e´puisera donc pas le pouvoir dont le ministre dispose
sur la base de l'article 9, aline´a 3, pour re´gulariser la
situation de personnes n'ayant pas demande´ la re´gula-
risation sur la base de cette loi.
Il e´tait temps, monsieur le ministre, que l'on aborde ce
proble`me avec courage et re´alisme. Voila` plus de dix ans
qu'aucune politique cohe´rente en cette matie`re n'avait
e´te´ mise en oeuvre. La responsabilite´ de l'E
´ tat belge e´tait
engage´e. En effet, l'E
´ tat se doit d'e^tre plus efficace. Il
n'est pas possible qu'il se passe plusieurs anne´es avant
qu'une de´cision intervienne. Il n'est pas possible qu'on
laisse des de´cisions d'e´loignement non exe´cute´es pen-
dant des anne´es, parce que les gens prennent racine,
sont accueillis dans nos communaute´s, cre´ent des liens
durables et peuvent de`s lors difficilement e^tre e´loigne´es.
Donc, il est raisonnable de faire sortir ces personnes de
la clandestinite´, de les
re´gulariser. C'est d'ailleurs
pre´fe´rable du point de vue de l'ordre public. Cette vaste
ope´ration de re´gularisation est une occasion de marquer
la diffe´rence avec le gouvernement pre´ce´dent qui avait
amorce´ le mouvement de manie`re quelque peu empiri-
que en e´vitant de de´finir un cadre juridique pre´cis et se
fondant, au risque de le de´naturer, sur l'article 9 de la loi
du 15 de´cembre 1980.
Une commission de re´gularisation connai^tra des deman-
des. Elle sera compose´e de magistrats et d'avocats en
nombre suffisant, ainsi que de responsables reconnus
dans le domaine des droits de l'homme, de sorte que les
demandes puissent e^tre traite´es dans un de´lai d'un an.
Cette commission est soumise au respect des conditions
fixe´es par l'article 6 de la Convention de sauvegarde des
droits de l'homme qui dispose notamment que
Toute
personne a droit a` ce que sa cause soit entendue
e´quitablement, publiquement et dans un de´lai raisonna-
ble, par un tribunal impartial (...)et, sous re´serve, a` un
jugement public.
Les garanties de type juridictionnel concernent essentiel-
lement la se´paration de l'instruction et du jugement, le
de´bat contradictoire avec l'avocat, des re`gles de proce´-
dure strictes, la possibilite´ de faire appel a` des te´moins et
l'aide de traducteurs.
Le pre´sident : Monsieur D'hondt, M. De Man peut-il vous
interrompre un instant ?
M. Denis D'hondt (PRL FDF MCC) : Oui.
De voorzitter : De heer Filip De Man heeft het woord.
De heer Filip De Man (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, ik hoor collega D'Hondt zeggen dat enkele
honderden of een paar duizend illegalen zullen kunnen
genieten van de nieuwe regeling die morgen zal worden
goedgekeurd. In Frankrijk werd twee derde van de aan-
32
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Filip De Man
vragers geregulariseerd. Als we dit extrapoleren naar
Belgie¨, waar vermoedelijk ongeveer honderdduizend il-
legalen rondlopen, dan komen we dus aan vele tiendui-
zenden geregulariseerden. Ik begrijp dat de heer
D'Hondt als PRL-er de cijfers een beetje wil minimalise-
ren met het oog op de gevolgen voor de steden en de
gemeenten. Ik vind het toch eigenaardig dat hij durft
beweren dat slechts een paar honderd of maximaal een
paar duizend illegalen zullen worden geregulariseerd.
Waar haalt hij dit cijfer vandaan ?
M. Denis D'hondt (PRL FDF MCC) : Nous ne disposons
probablement pas des me^mes chiffres : je vous ai en-
tendu parler de centaines de milliers d'ille´gaux en Belgi-
que. Selon moi, vous avez e´galement une ide´e toute
particulie`re du nombre de personnes a` re´gulariser. Effec-
tivement, j'ai dit
quelques centaines, voire quelques
milliers de personnes
. Cela me parai^t un ordre de
grandeur tout a` fait correct si l'on se re´fe`re aux six mille
dossiers dont le ministre a parle´ et qui doivent e^tre
examine´s.
De voorzitter : De heer Filip De Man heeft het woord.
De heer Filip De Man (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, de minister, die tot de partij van de heer
D'Hondt behoort, heeft het aantal tussen 50 000 en
70 000 geschat. Als dit klopt en net als in Frankrijk twee
derde van de aanvragers wordt geregulariseerd, dan
hebben we het over 30 000 tot 40 000 personen. Het is
dan ook onbetamelijk dat de heer D'Hondt de zaak tracht
te minimaliseren. Hij moet de mensen de waarheid
zeggen.
M. Denis D'hondt (PRL FDF MCC) : De toute manie`re,
monsieur Deman, il s'agit d'une situation actuelle. Les
re´gularisations ont fait l'objet d'un train de mesures qui
doivent e^tre prises imme´diatement. Cette question n'a
aucun rapport avec le nombre total d'e´trangers qui se
trouvent sur le territoire de notre pays. Nous parlons de
sujets diffe´rents. Le ministre aura certainement l'occa-
sion de vous re´pondre a` cet e´gard.
Les avis doivent e^tre entendus dans un de´lai d'un an
apre`s l'entre´e en vigueur de la loi, faute de quoi les
re´gularisations interviendraient dans un de´lai inaccepta-
ble pour les demandeurs proprement dits. Les commu-
nes seront e´troitement associe´es a` la proce´dure. Elles
recueilleront tout d'abord les demandes et seront char-
ge´es de diffuser largement les pre´sentes mesures.
Ensuite, ce projet de loi s'inscrit dans une politique
cohe´rente et e´quilibre´e. En effet, cette ope´ration de
re´gularisation n'est qu'un des piliers de la politique
d'immigration et d'asile du gouvernement, les autres
piliers e´tant la re´forme de la proce´dure d'asile et les
mesures d'e´loignement sur lesquelles je ne m'attarderai
pas. Le gouvernement doit, en re´alite´, affronter un double
de´fi : la gestion d'une situation actuelle pre´occupante en
bien des points et la recherche de solutions structurelles
pour l'avenir. Ces deux proble´matiques sont distinctes
mais doivent e^tre envisage´es de fac¸on coordonne´es de`s
le de´but de la le´gislature.
Chacun de nous est conscient qu'il ne s'agit pas simple-
ment de modifier la proce´dure d'asile. Un accord de
principe sur l'ensemble de la politique d'immigration est
essentiel pour ce gouvernement.
Une seule voie raisonnable s'impose a` nous. En sortir
de´bouche sur deux types de politiques, tout aussi inac-
ceptables qu'impraticables : transformer notre pays en
une forteresse ou mener une politique de frontie`res
ouvertes.
Enfin, au nom du groupe PRL FDF MCC, je de´sirerais
que ce projet de loi re´aliste soit mis en oeuvre le plus
rapidement possible. Certes, des de´bats, des e´changes
de vues doivent e^tre possibles, mais il faut penser aux
principaux inte´resse´s, c'est-a`-dire aux personnes qui
auront la possibilite´ d'e^tre re´gularise´es sur base du projet
de loi. Un jeu d'amendements risquerait de de´tricoter le
projet de loi et de le vider de son contenu. D'autant plus
qu'il aborde un ve´ritable proble`me de socie´te´, de´licat et
important, qui transcende le clivage majorite´/opposition.
Voila` pourquoi, monsieur le ministre, le groupe PRL FDF
MCC soutiendra fermement le projet de loi relatif aux
re´gularisations.
Le pre´sident : La parole est a` M. Daniel Fe´ret.
M. Daniel Fe´ret (FN) : Monsieur le pre´sident, monsieur
le ministre, chers colle`gues, mieux qu'un long discours,
les chiffres parlent d'eux me^mes. Si l'on de´falque des
175 000 e´trangers demandeurs d'asile en 10 ans les
quelque 13 000 demandes accepte´es et les 37 000
expulsions, le nombre d'ille´gaux pouvant pre´tendre a` leur
re´gularisation s'e´le`ve a` 125 000, et non a` 70 000; chiffre
d'ailleurs conside´re´ comme un minimum par les porte-
paroles des organisations pre´tendu^ment humanitaires.
Sur base de l'article 10, § 4 de la loi du 15 de´cembre
1980 s'appliquant aux regroupements familiaux suite a`
une re´gularisation et conside´rant que chaque re´gularise´
invitera son e´pouse et au minimum deux enfants, la
population belge pourrait s'enrichir d'au moins 500 000
nouveaux venus.
Mme la ministre de l'Emploi a-t-elle les milliards ne´ces-
saires pour financer un plan Rosetta bis ? Le gouverne-
ment prendra-t-il des mesures de discrimination positive
en leur faveur ? En tous cas, la provision d'un milliard de
francs belges pour financer l'ope´ration parai^t bien maigre
en regard du cou^t re´el pre´visible.
HA 50
PLEN 017
33
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Daniel Fe´ret
Est-il moral, monsieur le ministre, de ponctionner nos
contribuables pour aider des gens qui ont parfois ille´ga-
lement occupe´ nos e´glises, manifeste´ et perturbe´ l'ordre
public et me^me de´clare´ devant des came´ras de te´le´vision
que notre pays e´tait raciste et fasciste et que nos lois
e´taient homicides ?
Notre ministre de l'Inte´rieur dira sans doute que j'exage`re
et que mon discours est extre´miste, comme il l'affirme,
l'air courrouce´, depuis plusieurs jours sur les antennes
de te´le´vision.
Le ministre de l'Inte´rieur exage`re-t-il quand il de´clare :
Beaucoup de ces soi-disants travellers jouent sur la
corde sensible en se faisant passer pour des tziganes
respectueux de la loi, mais ils trouvent parfaitement
normal de voler et de casser des voitures et de causer
toutes sortes de proble`mes, y compris de de´fe´quer dans
les rues
? Rassurez-vous : cette citation n'est pas d'An-
toine Duquesne, mais de son colle`gue liberalo-socialiste
Jack Straw, du gouvernement de Tony Blair, dans le
journal
Libe´ration du 20 aou^t 1999.
Ce n'est un secret pour personne, des dizaines de
milliers de nouveaux venus obtiendront, dans moins de
cinq ans, la nationalite´ belge. On ne peut donc pas dire
que les mesures de re´gularisation qui sont pre´vues
servent seulement a` re´sorber l'arrie´re´ administratif en
matie`re d'octroi du statut de re´fugie´.
En re´alite´, le gouvernement organise une nouvelle immi-
gration, croyant sans doute qu'elle assurera le paiement
des pensions en 2010-2020, si l'on constitue de cette
manie`re ce que certains appellent pudiquement des
re´serves de´mographiques. C'est bien e´videmment un
leurre. Cette politique va a` l'encontre des inte´re^ts du pays
et des voeux des e´lecteurs.
Quelle mouche a donc pique´ le PRL ? En 1974, durant
toute la campagne e´lectorale des le´gislatives - je le sais,
j'y participais - les barons du parti libe´ral affirmaient avec
force que jamais ils ne participeraient a` un gouvernement
si l'on n'inscrivait pas dans la Constitution le droit au
re´fe´rendum pour tout ce qui touche aux proble`mes de
socie´te´. Promesse tre`s vite oublie´e, comme beaucoup
d'autres.
Ne serait-il pas normal, avant d'ouvrir nos portes a` un
nouveau flux migratoire aussi important, d'organiser une
consultation populaire qui aurait un pouvoir de´cisoire
comme la votation re´gulie`rement pratique´e en Suisse,
avec la me^me rigueur qu'en Suisse, sans les tricheries
dont la Belgique est coutumie`re a` chaque e´lection,
trucage par l'argent, trucage par les me´dias, trucage par
l'informatique ?
Quelle mouche a donc pique´ le PRL ? Un grand homme
d'Etat qui avait glisse´ sans se ramasser une pelle du PS
au PRL, tenait dans le nume´ro du 21 novembre 1991 du
magazine
Paris Match, des propos que notre ministre
de l'Inte´rieur qualifiera peut-e^tre d'extre´mistes.
Je le cite :
Il faut contro^ler l'immigration existante en
cessant de nous comporter comme des nigauds et des
jobards. Je pense a` ces minimex verse´s a` des pe´ripate´-
ticiennes ghane´ennes domicilie´es a` Seraing et soula-
geant des marins d'Anvers au tarif de SOS De´pannage.
A quoi sert-il de de´penser des milliards pour une inte´gra-
tion dont les inte´resse´s ne veulent pas ?
Vous aurez
compris que c'est Henri Simonet qui parlait.
On peut re´torquer que, huit ans apre`s ces de´clarations,
les temps ont change´ et que le gouvernement est accule´.
C'est pourtant le fils d'Henri, Jacques, du parti libe´ral,
ministre-pre´sident d'une Re´gion qui sera, en 2015, la
re´publique islamique de Bruxelles, c'est Jacques Simo-
net qui confiait au quotidien
La Dernie`re Heure, je le
cite :
Disons-le clairement, je suis favorable a` une
politique qui tendrait a` encourager le retour au pays.
Prenons un cho^meur complet indemnise´ qui e´margerait
au cho^mage depuis au moins six mois. Il faudrait lui
proposer une prime de 400 000 francs, somme a` laquelle
on ajouterait 40 000 francs par enfant pour qu'il rentre
chez lui. S'il refuse, on diminuerait progressivement cette
allocation de cho^mage jusqu'a` ce qu'il n'ait plus tellement
le choix.
Comment vous croire, monsieur le ministre, quand vous
promettez qu'il n'y aura qu'une seule ope´ration de re´gu-
larisations ? En matie`re d'engagements non tenus, les
libe´raux sont champions toutes cate´gories. Les promes-
ses des libe´raux n'engagent que ceux a` qui elles sont
faites.... et s'envolent au moindre souffle des extre´mistes
de gauche qui sie`gent au gouvernement.
On peut certes souligner que les demandes de re´gulari-
sations ont e´te´ multiplie´es par dix en dix ans, du fait de
circonstances exceptionnelles : e´croulement du commu-
nisme a` l'Est, guerre en Yougoslavie, terrorisme en
Alge´rie, ge´nocide au Rwanda. Mais rien ne permet
d'imaginer qu'une fois l'arrie´re´ re´sorbe´, le nombre de
demandes redeviendra moins vertigineux. Le monde
connai^t actuellement une acce´le´ration de son histoire.
Une guerre peut e´clater a` chaque instant, dans n'importe
quel coin de la plane`te, et nous amener un nouvel afflux
de candidats re´fugie´s que l'ange´lisme humanitaire mani-
feste´ par le gouvernement conduira a` accueillir dans
notre petit pays de´ja` asphyxie´ par le cho^mage.
Bien su^r, on a raison de souligner la responsabilite´ des
ne´griers de la construction qui profitent du malheur des
re´fugie´s. Mais il faut aussi parler des ne´griers des
pre´toires qui profitent du de´sarroi des demandeurs
d'asile pour les pousser a` multiplier les recours devant
34
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Daniel Fe´ret
les instances administratives, a` se rebeller contre les
forces de l'ordre et, finalement, a` aggraver leur cas, tout
cela pour que ces ne´griers des palais de justice puissent
se profiler aux yeux de l'opinion publique, en diffusant
leurs discours d'extre´mistes de gauche.
Monsieur le ministre de l'Inte´rieur, en de´fendant ce projet
de loi, vous endossez une tre`s lourde responsabilite´, qui
probablement vous de´range, en tout cas face a` vos
e´lecteurs. Mais nous savons que vous n'avez pas le
choix, prisonnier que vous e^tes, dans votre majorite´, de
l'extre^me gauche e´cologiste, et dans l'opposition, de la
gauche sociale-chre´tienne qui n'he´site pas a` surenche´rir.
Je conclus, monsieur le ministre. Des re´fugie´s du bout du
monde ont traverse´ des frontie`res de papier, sont entre´s
dans notre pays de papier, sont pris en charge par des
institutions de papier, se sont vus entoure´s par des fils
barbele´s de papier. Pour quoi faire ? Pour re´clamer des
papiers. Et gra^ce aux libe´raux, ils les obtiennent. L'his-
toire s'en souviendra, les e´lecteurs aussi. Je ne suis
me^me pas certain que les sans-papiers vous diront
merci.
De voorzitter : De heer Pieter De Crem heeft het woord.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
morgen zouden wij na heel wat jammerlijk verloren tijd
overtuigd en overtuigend onze goedkeuring moeten kun-
nen hechten aan een wetsontwerp dat duidelijke en
definitieve oplossingen voor de regularisatieproblematiek
moet aanreiken.
Het door het ontwerp vooropgestelde doel, dat snel en
efficie¨nt binnen bereik lag, werd echter helemaal niet
bereikt. Reeds tijdens het investituurdebat hebben we
aangedrongen op een globale aanpak van de asiel-
problematiek, die echter veel ruimer is dan de kwestie
van de regularisatie. Het gaat immers evenzeer om het
beheersen van de instroom, het kanaliseren van een al
dan niet tijdelijk verblijf en het tot een goed einde brengen
van een vaak om menselijke redenen problematische
uitstroom.
In dit opzicht - een globale en toetsbare aanpak - wilden
wij de regering volgen in haar oorspronkelijke beleids-
optie om ook de procedure die het statuut van de
asielzoeker verleent, tegelijkertijd eenvoudiger, doorzich-
tiger, doelgerichter en volledig uitvoerbaar te maken. Dit
was immers een voorstel dat door de CVP-fractie tijdens
de vorige legislatuur werd ingediend en dat we thans
naar de letter van het regeerakkoord wilden koppelen
aan een wetgevend asielinitiatief, niet wegens de koppe-
ling op zich, maar omdat ze onlosmakelijk met elkaar
verbonden zijn. Enkel een nieuwe procedure, waarin de
normale rechtsgang van eerste aanleg, van beroep en
van een niet-schorsend cassatieberoep worden vastge-
legd, zal een problematiek zoals de huidige, waarbij de
verschijningsvorm zich bijna uitsluitend op het vlak van
de instroom en het verblijf situeert, in zijn totaliteit kunnen
omvatten. De regering schrijft zich reeds van bij de
aanvang in een onvolmaakte beleidsbepaling en bijge-
volg onvolmaakte beleidsuitvoering in, hoewel ze in de
memorie van toelichting
een snelle en doorzichtige
procedure als een van de drie pijlers van een gei¨nte-
greerd vreemdelingenbeleid
beschouwt. Blijkbaar ver-
toonde de regering onvoldoende cohesie om dit wezen-
lijke onderdeel van de driepikkel, dat de minister in zijn
beleid nastreeft, uit te voeren. Ik blijf hierbij later nog
stilstaan.
De regering heeft veel te lang getalmd met het concreet
ten uitvoer leggen van het regeerakkoord hieromtrent.
Het regeerakkoord bepaalt en ik citeer :
Een onafhan-
kelijke en voldoende bestafte instantie zal zich geval per
geval uitspreken over een mogelijke regularisatie en dit
op basis van strikte criteria waarbij de aanvraag binnen
een korte periode na de inwerkingtreding moet worden
ingediend
. De integratievereiste die voor een bepaalde
categorie, zogenaamd de eerste categorie, in de om-
zendbrief van december 1998 van de vorige minister van
Binnenlandse Zaken werd ingevoerd, verviel en werd
vervangen door de notie
duurzame sociale banden
voor de zogenaamde vierde categorie. Ten slotte zouden
regularisaties en uitwijzingen gelijktijdig plaatsvinden.
Ziedaar de contouren van een nieuw, veranderd en
veranderend asielbeleid.
Toen begon voor de meerderheid, maar helaas ook voor
de asielzoekers, het niet meer eindigende verhaal van
wat de eerste minister flegmatiek
hobbels noemde,
maar eigenlijk niets anders was dan het verhaal van een
zwalpende regering die onmachtig was, en het nog altijd
is, omdat ze hopeloos verdeeld is tussen Walen en
Vlamingen, tussen liberalen en groenen, tussen rambo's
en bambi's van paars-groen.
Hierna volgt in een notendop - eigenlijk is een
kokosnotendop nog te klein - de schrijnende kroniek van
de aangekondigde mislukking van wat men in de vader-
landse annalen ten eeuwigen dage de snel-en-efficie¨nt-
saga van de regering- Verhofstadt zal noemen. De
vakantie-interviews begin augustus van de minister van
Binnenlandse Zaken waren een eerste teken van leven
nadat eind juli bij de piloten protest was gerezen tegen de
wijze waarop ze ongei¨nformeerd en onvoorbereid ge-
dwongen repatrie¨ringen dienden uit te voeren. De reme-
die was snel en eenvoudig : het snel opzetten van een
rondetafelgesprek en het de wereld insturen van
de tien
voorstellen van de minister van Binnenlandse Zaken om
het moeilijke probleem van de verwijdering van de
vreemdelingen van het grondgebied op te lossen
. Het
HA 50
PLEN 017
35
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Pieter De Crem
resultaat was het aankondigen van een grootse en
eenmalige regularisatieoperatie. Het onmiddellijke ge-
volg hiervan was dat we in augustus en september een
verdubbeling van het aantal asielzoekers hebben ge-
kend.
De tweede stap, of de hoogmis, kwam op vrijdag 24
september. De regering kondigt met veel poeha haar
koninklijk
besluit
aan,
waarbij
de
regularisatie-
voorwaarden in het vooruitzicht worden gesteld en waar-
bij, en passant, de dienst Vreemdelingenzaken, de Vaste
Beroepscommissie en het Commissariaat-generaal voor
de Vluchtelingen en de Staatlozen worden afgeschaft.
Terloops wijs ik u erop dat dat men in die snelle en
efficie¨nte manier van regeren onder meer was vergeten
dat het commissariaat-generaal niet valt onder het toe-
zicht van de minister van Binnenlandse Zaken en dat de
dienst Vreemdelingenzaken ook de verblijfstitels ver-
leende aan bijvoorbeeld Amerikanen, Canadezen, Mexi-
canen en buitenlandse studenten die meer dan drie
maanden in ons land verblijven. Ook de groeps-
uitwisselingen valt onder de bevoegdheid van die dienst.
Ondertussen hebben we over de hervorming al een
andere mededeling ontvangen. Deze efficie¨ntie lijkt vol-
gens mij meer op een administratieve zuivering. Het
onmiddellijke resultaat hiervan is verwarring bij de dien-
sten alom, demotivering en ongeloof. Ze hadden immers
nog de handen vol met het afwerken van de duizenden
hangende dossiers, maar kregen wat dat betreft geen
efficie¨nt signaal van de regering. Een afgeleid resultaat is
dat het aantal asielzoekers, de kandidaten die zich
effectief melden, daalt en dat het aantal asielzoekers die
zich niet melden, volgens de rijkswacht aanzienlijk toe-
neemt.
Hoe kan het ook anders. De aangekondigde regularisatie
heeft een exponentieel aanzuigeffect en zorgt er ook
voor dat de georganiseerde trafiek via de mensenhandel-
kanalen, het gesol met mensen, een triest hoogtepunt
bereikte.
Ten
derde,
hierop
gewezen
door
de
hoofd-
verantwoordelijken van de bijna gewezen bevoegde
diensten, maar ook en vooral door de op de toppen van
hun tenen staande VLD'ers, kondigt de minister op de
VRT aan dat het andere deel van de nieuwe asielpolitiek,
de uitwijzingen, onmiddellijk, namelijk
lundi zal aanvat-
ten. Op dat moment start een van de meest
vaudevil-
leske
, maar tevens meest beschamende aflevering van
de wijze waarop deze regering met het asielgegeven
omspringt en wordt de hoogmis plots de laagste dienst,
zelfs niet meer de absoute van de mooie vrucht die het
regeringsvoorstel zou zijn geweest.
Mijnheer de minister, de interpretatie van
lundi, uw
kuifjesachtige zoektocht naar vliegtuigen, de manifeste
weigering van het leveren van materiaal door defensie,
het gesol met de Slowaken en de vernedering van de
Gentse politie zijn voor altijd op het netvlies van onze
burgers gebrand. C'e´tait vraiment du mauvais cine´ma.
En dan zwijg ik nog maar van de extern geventileerde
schimpscheuten door uw collega's ministers. Alsof dat
nog niet volstond, slaagt deze met voormalige ministers
van Binnenlandse Zaken, annex eminente rechtsgeleer-
den bevolkte regering erin de grootste juridische mis-
kleun sedert het tot stand komen van onze Grondwet te
forceren, namelijk een wet wijzigen door middel van een
koninklijk besluit en dat zonder over de daartoe nodige
volmachten te beschikken. Een gebuisde eerstejaarsstu-
dent rechten weet zelfs beter. Indien men dat niet weet,
behaalt men nooit zijn diploma.
Wat nog erger is, mijnheer de eerste minister, de regering
heeft door dit geklungel het vertrouwen in de instellingen
en het functioneren ervan ernstig geschaad en bijgevolg
het bed van de antipolitiek gespreid. Dat is een verplet-
terende verantwoordelijkheid waaraan zij zich nooit meer
zal kunnen onttrekken. Bovendien heeft de laatdunkende
kritiek van de vice-eerste ministers Michel en Onkelinx op
de Raad van State als hoogste administratieve recht-
bank, gewoon omdat de schorsing niet in hun kraam
paste, nog maar eens bewezen hoe sommigen in het
zuiden van het land het respect voor de instellingen op
een wel zeer marginale wijze koesteren.
Mijnheer de minister, collega's van de meerderheid, u
kunt niet anders dan toegeven dat de hobbels waarover
de eerste minister het minimaliserend probeert te heb-
ben, de verbloeming zijn van een coalitie die het funda-
menteel oneens is over de aanpak van de asiel-
problematiek en waarvan de partners elkaar diep
wantrouwen.
Ik zal even, en dat zal niet moeilijk zijn tenzij collectief
geheugenverlies u ten deel zou vallen, de Kafkaiaanse
toestand in herinnering brengen die zich sinds begin
oktober in de meerderheid aftekent.
De minister verdedigt zijn beleid in de commissie voor de
Binnenlandse Zaken en wordt op dat ogenblik met zware
tegenstand op de Ecolo-banken geconfronteerd. Het was
deze namiddag reeds aan de orde bij monde van de heer
Decroly, die zegt en ik parafraseer even Belga
dat hij
met de grootste vragen blijft zitten bij het concretiseren
van het uitwijzingsbeleid en bij de geplande eenmalige
regularisatie-operatie.
Op hetzelfde ogenblik staan an-
dere eminente leden van de meerderheid, waaronder
groene senatoren, maar ook collega Mayeur van de PS
zonder blikken of blozen aan het hekken van Steenok-
kerzeel te rammelen en roepen zij op tot de´sobe´issance,
in de taal van Vondel ongehoorzaamheid, ten aanzien
van de toekomstige regeringsmaatregelen. Voorwaar
een grote cohesie binnen de regeringsmeerderheid om-
trent de te voeren politiek.
36
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Pieter De Crem
Een maand na de goedkeuring in de Ministerraad van het
fameuze koninklijk besluit en de rimram en de commotie
die erop volgde, is voor de VLD de maat vol.
Ten strijde
roept kandidaat-voorzitter De Gucht. Immers, zo hoort hij
op zijn verkiezingstocht, de groenen spellen de VLD de
les. De VLD komt er niet meer aan te pas. Dat kan niet
meer blijven duren en hadden zij het allemaal geweten,
zij hadden voor andere partijen gestemd. Dat was de
boodschap die de heer De Gucht op zijn vele tochten in
Vlaanderen kreeg.
De VLD verslikte zich bij monde van haar kandidaat-
voorzitter en slikte tussen de soep en de patatten een
aantal getallen die zij naar voren schuift weer in, maar
eist op 24 oktober in De Zevende Dag volop uitwijzingen
vo´o´r Nieuwjaar, want anders keurt de VLD, en iedereen
mag het weten, het regularisatie-ontwerp niet goed.
Paniek bij de eerste minister, met als gevolg een be-
perkte en geheime samenkomst. Daarop raakt men het
eens. Er wordt uitgewezen en geregulariseerd op basis
van een geheim akkoord dat een vork, une fourchette, in
de verhouding tussen uitwijzingen en regularisaties vast-
legt. Dat is de wijze waarop door deze regering met
mensen wordt gesold, op basis van een vork.
De loslippige verklaringen van de fractieleider van de
VLD, die naderhand kennis heeft genomen van het
geheim, resulteren in het stellen van de eis dat per
maand 3 000 mensen moeten worden uitgewezen. Dit
doet de coalitie op haar grondvesten daveren. Bij gebrek
aan andere spreekbuizen van de groenen moet mevrouw
Aelvoet de telefoon naar de 16 nog vasthoudende sissen
dat dit voor de groenen niet kan en nu valt het masker
definitief : eerst massaal regulariseren en dan pas uitwi-
jzen. Enkel de regularisaties zijn het door Verhofstadt
aan de groenen toegezegde onderpand voor de rege-
ringsdeelname. Alle andere afgeleide engagementen, in
de eerste plaats de uitwijzingen, binden hen niet.
De coalitie houdt er bovendien heel eigenaardige reken-
kundige methodes op na. Het is een beetje approxima-
tieve rekenkunde. De Ministerraad heeft op 29 oktober
beslist de uitwijzingen te hervatten, maar in de plaats van
3 000 per maand, zijn het er 3 per dag en eigenlijk in de
feiten zijn het er niet meer dan 1. Ik raad u aan voor het
verdere verloop van deze discussie alle cijfers die u
aanhaalt door 3 000 te delen. Dan hebben wij wellicht
een cijfer dat wij als waarheidsgetrouw kunnen bes-
chouwen.
Collega's, hiermee wil ik u erop wijzen dat deze meerde-
rheid over de uitvoering van het beleid en vooral over de
grond ervan hopeloos verdeeld is en er compleet tegen-
gestelde visies op nahoudt.
Zo kom ik tot de inhoud van dit ontwerp. Ik zal de
discussies die wij in de commissie hebben gevoerd,
herleiden tot de fundamentele kritieken die wij willen
formuleren.
Ten eerste, de grootscheepse regularisatiecampagne
lost niets op. De door deze regering voorgestelde ope-
ratie is een maat voor niets. Ze kan niets anders beteke-
nen dan een verschuiving van het probleem. Degenen
die morgen zullen worden geregulariseerd, verkeren
vandaag in de illegaliteit. Onze vraag is of dat morgen
anders zal zijn. Immers, de doelgroep van de regularisa-
tie bevindt zich vandaag in de marge van onze samen-
leving en leveren geen bijdrage aan de arbeidsmarkt, wat
de normale toestand is. Zij hebben immers geen verbli-
jfsrecht en dus ook meestal - er zijn uitzonderingen -
geen arbeidsvergunning.
Als ze wel een bijdrage leveren tot de arbeidsmarkt, dan
gebeurt dat via het illegale circuit, zeg maar zwartwerk.
Zal dat morgen anders zijn ? Deze mensen worden al te
vaak uitgebuit, zowel inzake onderdak als wat tewerk-
stelling betreft. Meestal genoten ze geen onderwijs,
kennen ze onze talen niet en komen ze terecht in jobs
voor laaggeschoolden. Zal een massale regularisatie
hieraan iets veranderen ? Bovendien is het helemaal
geen uitgemaakte zaak dat ze bij het verkrijgen van het -
overigens niet in tijd beperkte - verblijfsrecht plots ook
beter opgeleid zullen zijn en in aanmerking zullen komen
voor beter betaald werk. Zullen ze dan ten laste vallen
van onze OCMW's die hen geen bestaansminima zullen
weigeren aangezien ze hier voortaan legaal zullen zijn ?
Heeft de regering de financie¨le implicaties van de mas-
sale regularisatiecampagne reeds op een eerlijke wijze
ingeschat ? Het antwoord is klaar en duidelijk neen.
Bovendien zijn een aantal verwante dossiers, zoals die
van de mensenhandel en de huisjesmelkerij, helemaal
niet uitgeklaard.
Ten tweede strooit de regering het publiek zand in de
ogen. De ervaringen uit het buitenland leren dat een
eerste eenmalige regularisatiecampagne een golfbewe-
ging op gang brengt die de aanzet vormt voor de tweede,
derde en volgende regularisatiecampagnes. Bovendien
is de aankondiging van een eenmalige regularisatie de
grootste versterker van het aanzuigeffect. De vroegtijdige
en amateuristische bekendmaking en opvolging van
deze maatregel heeft ons land in het buitenland opnieuw
bijzonder aantrekkelijk gemaakt voor mensen die intus-
sen te goeder of te kwader trouw in ons land zijn
aangekomen. Indien de regering dacht het aanzuigeffect
te verminderen, dan heeft ze thans net het omgekeerde
teweeggebracht.
De derde grootschalige eenmalige operatie die in Italie¨
tot stand kwam wordt reeds als onvolmaakt beschouwd.
Ik bespaar u de verhalen van asielzoekers die op de
meest ingenieuze wijze over de grens kwamen. Een
nieuw decreet wordt reeds voorbereid door de Italiaanse
Kamer. De derde regularisatiegolf was dus de voorbode
van de vierde. In Nederland, een land dat voor sommigen
in deze coalitie het lichtend voorbeeld is, roept de idee
HA 50
PLEN 017
37
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Pieter De Crem
van een eenmalige regularisatie sedert de Bijlmerregu-
larisatiegolf de grootste terughoudendheid op. Na de
ramp met de El Al-boeing in 1992 bevonden zich een
aantal illegalen in de door de crash verwoeste gebou-
wen. Een regularisatiegebaar dat oorspronkelijk amper
300 illegalen betrof, eindigde in een eenmalige beweging
waarmee meer dan 5 000 regularisaties tot stand kwa-
men. Dit deed de nodige commotie ontstaan. Mijnheer de
minister, de eenmalige regularisatie is dus geen oplos-
sing. Integendeel zelfs, ze misleidt en ze is nauwelijks
beheersbaar qua tijd en aantal.
Mijnheer de voorzitter, de heer De Gucht heeft uitdruk-
kelijk gesteld dat zijn partij zich hiertegen zal verzetten.
Eenmalig blijft dus eenmalig. Hij wenst geen
gewone
regularisaties meer op basis van de wet van 1980.
Collega's van de VLD, mocht de heer De Gucht in dit
halfrond zetelen, dan zou ik hem zeggen dat hij zich
tegen het eerste niet zal kunnen verzetten, om alle
redenen die we al hebben aangehaald, en dat hij zich
tegen het tweede, de wet van 1980, niet durft te verzet-
ten. Vandaag, morgen en overmorgen, ook nadat u dit
wetsontwerp met de gebruikelijke kadaverdiscipline zult
hebben goedgekeurd, blijft de gangbare wettelijke proce-
dure voor regularisatie bestaan. De VLD wenst dit blijk-
baar niet onder ogen te zien. De SP kan natuurlijk haar
vroegere politiek niet afvallen en de Groenen staan erbij
en kijken ernaar.
Mijnheer Coveliers, de werkelijkheid dwingt ons te wijzen
op artikel 9 van de wet van 15 december 1980. De
zogenaamde vreemdelingenwet maakt dergelijke regula-
risaties mogelijk. De VLD beseft dit maar al te goed want
dit wetsontwerp voorziet uitdrukkelijk in een regeling met
betrekking tot het naast elkaar blijven bestaan van de
huidige regeling en de regeling die in het wetsontwerp
wordt vooropgesteld. Mijnheer Coveliers, leest u er het
ontwerp maar op na, dit artikel blijft behouden. Dames en
heren van de VLD, als u samen met uw voorzitter
consequent bent, dan dient u vandaag nog een voorstel
in waardoor u artikel 9 van de wet van 1980 opheft. Dat
zou pas duidelijkheid scheppen.
Dat moet u doen. U moet nu een wetsvoorstel indienen,
waarbij u de wet van 1980 opheft en daarmee wil uw
voorzitter niets meer te maken hebben.
De regeling waarin wordt voorzien in artikel 9 van de
vreemdelingenwet is onvolkomen. Er wordt geen enkel
criterium opgesomd waaraan een regularisatie moet vol-
doen. In het verleden kon evenmin een meerderheid
worden gevonden om tot een correcte wettelijke regeling
te komen. Getuige ervan zijn de veelvuldige rondzend-
brieven die telkens onvoldragen pogingen waren om tot
een goede wetgeving te komen. Telkens opnieuw bleek
in de rechtspraktijk de bij rondzendbrief vastgestelde de
regeling in rechte niet afdwingbaar.
Daarom wensen de Vlaamse christen-democraten een
voortdurend toepasbare regularisatiemogelijkheid in de
bestaande wet in te bouwen. Een wederkerende cycli-
sche regularisatie, die juist het gevolg zal zijn van dit
regeringsontwerp verwerpen we met klem.
De CVP wil in individuele gevallen aan de hand van
duidelijke, niet voor interpretatie vatbare en door ieder-
een gekende criteria, de mogelijkheid scheppen om
iemand die strikt genomen geen langdurige verblijfstitel
kan verkrijgen uit de illegaliteit te halen. Daaraan komt dit
ontwerp geenszins tegemoet.
Het stelt 4 categoriee¨n voorop die elk afzonderlijk voor
interpretatie vatbaar zijn. Het legt de basis voor een
permanente verblijfstitel voor mensen die onder de hui-
dige wetgeving daarvoor helemaal niet in aanmerking
komen. Het beweert eenmalig te zijn en tegemoet te
komen aan oprechte bekommeringen en noden.
In werkelijkheid is het een louter discriminatoir ontwerp
dat een uitzonderingstoestand op basis van een arbitrair
tijdscriterium in het leven heeft geroepen.
Het schendt zonder de minste twijfel de grondwettelijke
regels van de gelijkheid en de non-discriminatie. De
vreemdelingen die gedurende de fameuze drieweken-
periode onder een van de vier categoriee¨n vallen, zullen
geluk hebben. Degenen die een dag na de drieweken-
periode aan de zogezegde criteria voldoen, hebben
pech. Dat kan toch niet ? U zegt dat de commissie om dit
euvel op te vangen interpretatieruimte heeft gekregen. Ik
wens ze veel succes.
De regering verantwoordt de ongelijke behandeling zo-
gezegd omdat ze de catastrofale toestand, een erfenis uit
het verleden, moet rechtzetten. Ze slaagt er op geen
enkele wijze in aan te tonen dat niet snel en efficie¨nt de
juridische catastrofe zich herhaalt of zich zal doorzetten.
Wat indien een niet-geregulariseerde naar het Arbitrage-
hof stapt en de vernietiging van de regularisatiewet
vraagt ?
Als men er met de nieuwe aanpak niet in slaagt alle
regularisatieaanvragen tijdig te verwerken, zijn er voor 30
november 2001 na de geplande verlenging, 50 000 aan-
vragen. 50 000 aanvragen op twee jaar betekent 96
beslissingen per dag. Hoe gaat de regering dit oplossen
met 300 nog niet aangeworven en nog niet opgeleide
contractuelen ?
We zullen dit ontwerp niet steunen. We opteren voor een
wijziging van de wet van 1980 voor het inschrijven van
duidelijke voorwaarden die worden vastgelegd in een
bijzonder adequaat wettelijk toetsingskader dat van toe-
passing blijft zolang de wet niet wordt gewijzigd of
afgeschaft. Dat is de grondtoon van ons voorstel en niet
het voortdurende of eindeloze aspect dat sommigen er
willen aan geven.
38
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Pieter De Crem
Het is precies het regeringsontwerp dat een nooit afla-
tende stroom regularisaties en een permanente cyclus
op gang zal trekken.
De voorzitter : De heer Filip De Man heeft het woord.
De heer Filip De Man (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, ik stel vast dat de CVP een rad voor de ogen
draait. De heer De Crem doet alsof de kostprijs van de
massale regularisatie een bekommering is. U spreekt
over de grote terughoudendheid in Nederland. Men heeft
er de lessen geleerd.
In uw amendement worden de vier criteria hernomen wat
maakt dat de verschillen met het ontwerp van de regering
minimaal zijn. In punt 2 bijvoorbeeld zegt u :
om redenen
onafhankelijk van onze wil niet kunnen terugkeren
. Het
verschil met de regeringstekst is voor mij onduidelijk.
Het tweede criterium kan voor u aanleiding geven tot
verlenging van de termijn. Daarnaast zegt u dat de
integratievoorwaarde voor u kan zijn dat men een bijzon-
dere relatie heeft met vreemdelingen die hier in Belgie¨
zijn gevestigd. Het verschil tussen uw voorstel en het
wetsontwerp is dus minimaal : u bent zowat even laks als
de regering. Vorige week schrok u van wat uw partij heeft
gezegd en u probeert nu aan schadebeperking te doen,
maar u bent even laks als de regering.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer De Man, u
getuigt van intellectuele laksheid. U leest de voorwaar-
den niet die wij aan de vier categoriee¨n hebben gekop-
peld.
De regering stelt vier regularisatiecriteria vast en wij
maken die strenger. Het gaat om wie onredelijk lang op
een uitvoerende beslissing hebben gewacht en om
vreemdelingen die minstens zes jaar - of vijf jaar voor
gezinnen met minderjarige en schoolgaande kinderen -
in ons land verblijven om humanitaire redenen en een
bijzondere relatie tot Belgen of in Belgie¨ gevestigde
vreemdelingen kunnen bewijzen. Ik kom nu tot onze
strengere voorwaarden, mijnheer De Man. Onze fractie
gunt u dit pleziertje niet. Het gaat verder namelijk om
vreemdelingen die ingevolge buitengewone omstandig-
heden en onafhankelijk van hun wil voorlopig niet kunnen
terugkeren naar het land of de landen waar zij voor hun
aankomst in Belgie¨ gewoonlijk hebben verbleven, noch
naar hun land van herkomst, noch naar het land waarvan
zij de nationaliteit hebben. Ten slotte gaat het om vreem-
delingen die ernstig ziek zijn en die de terugreis niet
kunnen aanvatten. De CVP gaat ervan uit dat alleen de
twee eerste categoriee¨n voor regularisatie in aanmerking
kunnen komen, op voorwaarde dat zij bereid zijn zich te
integreren. Deze integratiebereidheid kan enkel worden
getoetst
aan
het
opnemen
van
de
inburgerings-
verplichting, waarin de kennis van een der drie landstalen
voorop staat.
Het effectief vervullen van de schoolplicht door de kinde-
ren, dus niet enkel het schoolplichtig zijn, is een bijko-
mende verplichting. Wie aan deze criteria niet beant-
woordt, krijgt alsnog de kans zijn integratiebereidheid te
bewijzen door een cursus voor taal- en maatschappij-
kennis te volgen, door zich bij de gewestelijke dienst voor
arbeidsbemiddeling te laten inschrijven en door de kin-
deren school te laten volgen. De derde en vierde cate-
gorie kunnen hier slechts tijdelijk verblijven, met andere
woorden zo lang de buitengewone omstandigheden aan-
houden voor de derde categorie en voor de duur van de
ziekte voor de vierde categorie. De CVP staat dus voor
een streng en afdwingbaar regularisatiebeleid, gekop-
peld aan een niet te ontlopen inburgeringsplicht. Ten
slotte is het voor ons uitgesloten, mijnheer De Man, dat
regularisatie een dubbelticket of een vrijgeleide voor
naturalisatie zou zijn. Ook dat plezier gunnen wij u niet,
mijnheer De Man.
Mijnheer de minister, voor de vierde categorie is in het
wetsontwerp het criterium van de duurzame sociale
binding, dat weliswaar steeds cumulatief met humanitaire
redenen voorop werd gesteld, van bijzonder belang. In
de besprekingen hebben wij gemerkt dat hierover nogal
wat mist werd gespuid en ook in de media kwam dit
verkeerd tot zijn recht, namelijk dat de integratie-
voorwaarde in het wetsontwerp zou zijn opgenomen. Dat
is duidelijk niet zo, maar wij willen dat wel zien gebeuren.
Ik herhaal even wat in de memorie van toelichting werd
gesteld :
Onder duurzame sociale bindingen wordt in
principe verstaan dat de aanvragers meer dan zes jaar in
ons land verbleven
. Hetzelfde werd door de minister
herhaald bij zijn inleiding in de commissie. De VU en wij
hebben onze gehechtheid aan de integratiewil van de
betrokkene verwoord. Wat de VU betreft werd verwezen
naar een voorstel van de heer Sauwens in het Vlaams
Parlement tijdens de vorige legislatuur. Op dat moment is
de minister enigszins het bos ingegaan. Ik geef u enkele
citaten, waarop wij ons niet mogen vastpinnen in derge-
lijke
belangrijke
aangelegenheid.
Ik
citeer :
De
regularisatieprocedure heeft betrekking op mensen met
duurzame sociale bindingen die hun integratie in de
Belgische samenleving rechtvaardigen. In de wettekst
zelf geldt dit echter enkel voor de vierde categorie.
De vierde categorie moet aanspraak kunnen maken op
regularisatie, afhankelijk van de duurzame sociale bin-
dingen die zij inmiddels al dan niet heeft gesmeed. De
verblijfsduur en de sociale bindingen zijn immers twee
objectieve criteria waaruit de integratiewil van de betrok-
kenen duidelijk blijkt
. Voor ons is dit niet duidelijk. Ten
slotte wordt hen
gevraagd volwaardige burgers te wor-
den en zich in alle loyauteit ten aanzien van de gemeen-
schap die hen opneemt aan te passen aan de Belgische
wetgeving inzake belastingen, taalgebruik, enzovoort
.
Daarvan vinden wij niets terug in de tekst van dit ontwerp
en dit moet volgens ons absoluut worden verduidelijkt.
HA 50
PLEN 017
39
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Pieter De Crem
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's,
zoals minister Duquesne tijdens het investituurdebat
heeft aangehaald, kan ons land onmogelijk het vangnet
van al de miserie van de wereld zijn. Daarom dachten wij
dat de regering met een voldragen ontwerp naar het
parlement zou komen om de problematiek ten gronde op
te lossen. Het tegendeel is waar. De stunt van de
eenmalige regularisatie is een gestuntel zonder voor-
gaande geworden. Hierdoor zijn we jammer genoeg weer
opgeschoven naar de onverdraagzame maatschappij.
Ook dat is de verpletterende verantwoordelijkheid van
deze regering.
Collega's, het ontwerp is een juridische rammelkast. Het
is een samenraapsel van de uiteenlopende opvattingen
en het onvermogen om de regularisatie als een verschij-
ningsvorm van een falend vreemdelingenbeleid in zijn
juiste perspectief te plaatsen. Hoe bereiken we wettelijk
een maatschappelijke overeenstemming over een aan-
gelegenheid die in de eerste plaats over mensen gaat,
niet over cijfers, niet over vorken en niet over beperkte
tijdslimieten ? De weg die de regering wijst, is er een van
een dood spoor, met groot maatschappelijk ongenoegen
tot gevolg. De regering beheerst het dossier niet.
Mijnheer de minister, sta mij toe u de volgende vraag te
stellen.
De voorzitter : Mijnheer De Crem, u overschrijdt ruim de
afgesproken tijd.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Ik eindig, mijnheer de
voorzitter.
Mijnheer de minister, zijn het fameuze geschorste ko-
ninklijk besluit en de daarop betrekking hebbende rond-
zendbrief nu al ingetrokken ? Ik heb daaromtrent in het
Belgisch Staatsblad nog niets gezien. Dit is toch geen
blijk van een behoorlijk bestuur.
U had het in de commissie vaak over le sens de l'Etat,
maar wat we hier voorgeschoteld krijgen is in de eerste
plaats le sens de l'e´clat, de schijn hoog houden dat er
daadwerkelijk iets gebeurt. Zelfs de schone schijn zal nu
wel heel vlug gaan verbleken. Ik hoorde onlangs nog een
Ecolo-kopman via de RTBF-radio het volgende verkla-
ren, ik citeer : La politique du gouvernement est avant
tout une politique de re´gularisation souple et inte´grale de
dizaines de milliers d'ille´gaux. Nous refusons de manie`re
acharne´e une quelconque politique d'expulsion, ne fu^t-ce
que pour le principe et, par conse´quent, refusons de
nous incliner devant la politique gouvernementale en
cette matie`re
.
De Vlaamse groenen, niet gehinderd door enige machts-
honger, doen weliswaar wat principie¨ler en doen er,
gebaseerd op Isvag- en Doel-normen, nog een schepje
bovenop. Een uitvoerbare beslissing voor de regering, zo
hebben we in het Slowaakse dossier gezien, is iets totaal
anders dan de interpretatie die Agalev eraan geeft, met
name
nadat de Raad van State zich heeft uitgesproken
over het ingestelde verzoek tot schorsing en aanhangig
beroep tot nietigverklaring
.
Mijnheer de minister, collega's van de meerderheid, u
zult dus nooit de groenen kunnen krijgen achter wat de
liberalen het sluitstuk bij uitstek van een coherent asiel-
beleid hebben genoemd, namelijk de uitwijzingen. Ze
zitten u immers constant te beloeren en hopen heimelijk
dat u struikelt over een aantal slecht voorbereide en
uitgevoerde repatrie¨ringen. Dat is de sfeer die in de
coalitie heerst.
Dames en heren, collega Schellens, het zwijgen van de
SP is symbolisch. Meer dan tien jaar had de SP de
exclusieve bevoegdheid over het gehele vreemdelingen-
dossier.
Geen enkele christen-democraat was tijdens de voorbije
vijftien jaar bevoegd voor deze aangelegenheid. (Ru-
moer)
Noem hem ! Wathelet was een PSC-er !
Als het zo'n goed beleid was, dan had u tijdens die vijf
maanden de zaken kunnen rechttrekken zoals u dacht te
doen, maar dat lukte u niet.
De voorzitter : De heer Bart Laeremans heeft het woord.
De heer Bart Laeremans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, precies daarover kloeg minister Van den Bos-
sche de CVP aan in de commissie voor de Binnenlandse
Zaken. Hij zei dat de CVP hem tegenhield om een
daadwerkelijk beleid te voeren en er voortdurend voor
pleitte dat pater Leman de illegalen zou vergezellen op
het vliegtuig. Het was wel degelijk de CVP die op de rem
duwde.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Minister Van den
Bossche zei zelf te hebben onderhandeld met pater
Leman en niet de CVP.
Met dit dossier zit de VLD vreselijk in de knoop. Tijdens
de commissiebesprekingen bleek de VLD dezelfde lijn
als de CVP aan te houden, met name een permanent en
met strenge voorwaarden doorspekt wettelijk toepasbaar
kader scheppen waarin geval per geval en in uitzonder-
lijke toestanden wordt geregulariseerd. Na een executie-
order vanuit de Wetstraat 16 kon of mocht de VLD zelfs
geen amendementen meer indienen om zich achter ons
standpunt van de inburgeringsplicht te scharen. Hoe zou
het anders kunnen ?
In de verkiezingsbrochure, het verkiezingsprogramma en
Leven in Vrijheid en met Kwaliteit, kan men lezen :
De
inburgering is een eerste noodzakelijke stap naar een
40
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Pieter De Crem
volwaardige
plaats
in
onze
samenleving.
Het
inburgeringscontract bevat rechten en plichten
. Formeel
verbod - hoewel de drift bijzonder groot was - om
daarover ook maar iets te zeggen, laat staan te onder-
nemen.
Eerste minister Verhofstadt nam zijn fractie volledig in de
tanggreep. Het is voorwaar - jammer dat de heer Somers
afwezig is - een staaltje van nieuwe politieke cultuur in de
verhouding tussen regering en parlement. Dat is de
contractbreuk, mijnheer Coveliers, die de VLD met zijn
kiezers zelf voltrok en waarvan u weet dat zij u bij de
volgende verkiezingen zwaar zal worden aangerekend.
Om dit ontwerp te steunen verkocht de VLD al het
tafelzilver en sleept zich thans met de strop rond de hals
naar de galg die deze coalitie voor u zal zijn. Het
bengelende beeld is het symbool van de onmacht om
zich als grootste meerderheidspartij te laten gelden, niet
in het minste ten opzichte van de Franstaligen in de
regering.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, wij
zullen het ontwerp niet goedkeuren en roepen de
meerderheidspartijen - in het bijzonder de VLD - op om
ons amendement dat in een wetswijziging voorziet, te
bespreken. Het gaat immers in de eerste plaats om
mensen, zoals u in de commissie altijd zei, mijnheer
Cortois.
De voorzitter : Mijnheer De Crem, u heeft als het ware
voor twee gesproken, althans wat de spreektijd betreft,
ondanks hetgeen was afgesproken.
Hoe dan ook, ik tracht de kerk in het midden te houden.
De heer Karel Van Hoorebeke heeft het woord.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer de
voorzitter, het is normaal dat de CVP er twee sprekers op
nahoudt aangezien zij verschillende standpunten moeten
uiteenzetten, zoals gisteren bleek in de Gazet van Ant-
werpen. Inderdaad, de heer De Crem zegt dat de heer
Van Peel het standpunt van de CVP niet goed vertolkte.
Daarom was het goed hen vandaag beiden aan het
woord te laten.
De voorzitter : Mag ik de nieuwe kamerleden verzoeken
de overeengekomen spreektijd te respecteren ?
Mevrouw Fauzaya Talhaoui heeft het woord.
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO) : Mijn-
heer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's,...
(Onderbreking door de heer Somers)
De voorzitter : Mijnheer Somers, gelieve mevrouw Tal-
haoui aan het woord te laten.
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO) : Mijn-
heer de voorzitter, de heer Somers is hier om mij te
supporteren !
(Applaus en hilariteit in de zaal)
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's,
mobiliteit is een van de belangrijkste kenmerken van
onze hedendaagse wereld. Er is vrij verkeer van kapitaal,
goederen, mediabeelden en personen. Transnationale
migraties hebben in de loop van de geschiedenis zelden
zo'n omvang gekend als de laatste decennia en de
opvang wordt proportioneel meer gedragen door de
minderbedeelde staten in het Zuiden dan door de welva-
rende staten van het Noorden.
Hoewel onderdrukking, oorlog, ecologische catastrofes
en honger de belangrijkste redenen blijven om het land
van oorsprong te verlaten, ondervinden slachtoffers van
deze emigratiemotieven hoe langer hoe meer moeilijkhe-
den en hindernissen om elders van opvang verzekerd te
zijn.
Altijd werd als een evidentie aangenomen dat een van de
prerogatieven van de staat erin bestaat de toegang tot
zijn grondgebied en het vrij verkeer van goederen en
personen daarop te controleren. Dit door het internatio-
naal recht erkend recht om hun territorium te bewaken
heeft de migranten er niet van weerhouden de staats-
grenzen te overschrijden en in grote aantallen binnen te
sijpelen via allerlei omwegen.
De laatste drie decennia is het aantal clandestiene
migratiebewegingen sterk gestegen. Tegelijkertijd is de
internationale economie achteruitgegaan. De economi-
sche en politieke voorwaarden zijn de afgelopen jaren
alleen maar verslechterd zonder beterschap in het voor-
uitzicht, noch in de derde wereld, noch in het voormalige
Oostblok. Staten kwalificeren deze clandestiene migratie
nog al te vaak als een juridisch probleem. Hun eerste
reactie is dan ook om via strengere asiel- en immigratie-
wetgevingen te trachten - het blijft echter slechts bij een
poging - deze ongewenste toeloop tegen te gaan.
In de meeste landen die worden geconfronteerd met
groeiende aantallen migranten is bij delen van de bevol-
king en sommige politici de idee gegroeid dat de natio-
nale opnamecapaciteit onvoldoende is om aan alle
vreemdelingen die zich aandienen een plaats te bieden.
De opnamecapaciteit, of beter gezegd het gebrek eraan,
wordt meestal in verband gebracht met werkgelegenheid
en sociale zekerheid die de laatste decennia in deze
landen onder sterke druk zijn komen te staan. Om die
redenen zijn heel wat Westerse landen in de loop van de
jaren tachtig een restrictiever migratiebeleid gaan voe-
ren. Dit beleid heeft echter niet kunnen voorkomen dat
migraties zijn blijven toenemen en dat een nieuwe cate-
gorie migranten is ontstaan, de zogenaamde
illegalen
of beter gezegd
de mensen zonder papieren.
HA 50
PLEN 017
41
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Fauzaya Talhaoui
De omvang van deze groep migranten is moeilijk vast te
stellen. Voor de Verenigde Staten lopen de schattingen
uiteen van drie tot tien miljoen, voor West-Europa wordt
de groep geschat op drie miljoen.
Het magisch getal 100 000 illegalen of een veelvoud
ervan, naargelang de grootte van de staat, wordt overal
in nationale migratiestatistieken als parameter aangetrof-
fen. Volgens wetenschappers echter, berust deze schat-
ting puur op natte vingerwerk omdat ze niet stevig wordt
onderbouwd of gewoon wordt overgenomen van anderen
die vaag blijven over hun bronnen, definities en feitelijke
situaties.
Bovendien hangt de schatting vaak van de schatter af.
De cijfers verschillen naargelang het gaat om administra-
tie, humanitaire hulporganisaties of niet bij het beleid
betrokken wetenschappers aan het woord zijn.
Toch wil ik e´e´n belangrijke voorafgaande opmerking
maken bij al dit cijferfetisjisme. Hoewel deze categorie
vreemdelingen zich op een onrechtmatige wijze op het
grondgebied bevindt, blijven ze in de eerste plaats men-
sen aan wie bepaalde fundamentele rechten niet kunnen
worden ontzegd. Het tegenovergestelde beweren zou
neerkomen op een ernstige tekortkoming aan de mense-
lijke waardigheid en gelijkheid.
Wat de regularisatie betreft heeft zich de laatste tijd een
maatschappelijk draagvlak afgetekend, een solidariteit
die door verscheidene organisaties is tot stand gebracht.
Zij hebben geprobeerd om op brede schaal de bevolking
voor de problematiek te sensibiliseren.
Kerkasiel, al dan niet gepaard gaande met hongerstakin-
gen als sociaal actiemiddel om aan potentie¨le verwijder-
ingen van het grondgebied een halt toe te roepen, werd
reeds in de jaren '70 en '80 in sommige Europese landen
zoals Groot-Brittannie¨, Frankrijk, Nederland en ook
Belgie¨ aangetroffen. Ook aan het einde van het millen-
nium werden kerkasiel, samen met andere sensibilise-
ringsvormen zoals schoolasiel, campusasiel en vakbond-
sasiel het instrument om de rechtspositie van de sans
papiers onder de publieke aandacht te brengen. (Opmer-
king van de heer De Man)
De moskee in Brussel heeft ook illegalen opgenomen,
mijnheer De Man. In de koran is iedereen gelijk.
In verscheidene landen ijveren nationale bewegingen of
organisaties voor de regularisatie van de verblijfssituatie
van deze
sans papiers. In Belgie¨ bijvoorbeeld, werd
nog voor het tragische overlijden van Semira Adamu - de
acties werden nadien manifester - een nationale bewe-
ging voor de regularisatie van mensen zonder papieren
en voor de vluchtelingen op gang gebracht. De nationale
beweging is een pluralistisch platform waarbij diverse
verenigingen en organisaties - een tachtigtal - die erva-
ring hebben met de problematiek van vreemdelingen,
waaronder vluchtelingen en mensen zonder papieren,
hun krachten hebben gebundeld.
Naast de acties ter ondersteuning van de regularisatie
van de sans papiers ijvert het platform tevens voor een
globale aanpak van de migratieproblematiek, waarbij
individuele staten dienen samen te werken, zowel op
Europees als op internationaal niveau. Tussen 1986 en
1996 werden in de Verenigde Staten 2,6 miljoen
sans
papiers
geregulariseerd. In Italie¨ kregen in de jaren '80
een half miljoen mensen een verblijfsvergunning, in
navolging van de Martelli-wet. In Spanje lag het cijfer op
150 000 en in 1971 in Frankrijk op meer dan 100 000.
Zoals u ziet gaat het in Belgie¨ om beduidend kleinere
getallen. Wat de regularisatie betreft, heeft Belgie¨ dus
zeker niet het warm water uitgevonden.
Ook de VN-migrantenconventie van 1999 spreekt op
internationaal niveau over regularisatie. De mogelijkheid
tot regularisatie wordt aangemoedigd door de criteria die
in aanmerking komen om regularisatie van verblijf toe te
staan, op gedetailleerde wijze op te sommen. De invoe-
ring van regularisatiemogelijkheden onder welbepaalde
voorwaarden lijkt ons een belangrijk element in de effi-
cie¨nte strijd tegen illegale immigratie.
De noodzaak van regularisatie dient zich aan op verschil-
lende vlakken. Er wordt een einde gesteld aan het
menselijk leed van uitbuiting, het verbetert de arbeids-
omstandigheden van de betrokkenen en tegelijkertijd
erkent het de positieve bijdrage van deze personen aan
de samenleving. Met andere woorden, de regularisatie
van deze personen en hun gezin is een erkenning dat zij
op heel wat vlakken - niet in het minst op economisch
vlak - hebben bijgedragen aan onze samenleving en dat
zij blijk hebben gegeven van een positieve ingesteldheid
ten aanzien van onze samenleving, ondanks de weinig
benijdenswaardige omstandigheden waarin ze vaak ver-
toeven en ondanks de voortdurende uitbuiting. Ook al
hebben velen onder hen de immigratiewetgeving over-
treden, daarom hoeven zij niet te worden behandeld als
criminelen.
De staat kan via de weg van de regularisatie optreden
tegen goedkope en slaafse arbeid en herwint op deze
manier het verlies aan belastingen en sociale bijdragen
die zij niet kon innen wegens de clandestiniteit van de
arbeid. Het pleidooi voor regularisatie is des te sterker
wanneer de onregelmatigheid van het verblijf te wijten is
aan gebreken in wettelijke en administratieve procedu-
res. Ik verwijs hierbij naar te lang aanslepende asiel- of
andere verblijfsrechtelijke procedures. De regularisatie
van mensen zonder papieren dient echter op een eer-
lijke, ordentelijke en transparante manier te gebeuren.
De selectieprocedures en -criteria zouden daarom op
een flexibele, maar niettemin rechtvaardige wijze dienen
te worden toegepast.
42
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Fauzaya Talhaoui
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's,
het voorliggend wetsontwerp bewijst dat de regering
veeleer geluisterd heeft naar redelijke argumenten die
haar omwille van humanitaire redenen werden ingefluis-
terd dan naar de uitlatingen van xenofobe geesten. Het
gezond verstand gebiedt ons een oplossing voor het
illegaal verblijf van vreemdelingen in ons land te zoeken.
De oplossing mag echter niet alleen worden gezocht in
de verwijdering van illegalen. Regularisatie moet juist
een deel van de oplossing zijn.
Regularisatie ligt voor de hand voor degenen die niet
naar hun land van oorsprong kunnen terugkeren. Men
moet echter ook rekening houden met andere criteria
zoals de verblijfsduur, integratie, humanitaire en familiale
overwegingen.
Het voorliggend wetsontwerp bevat rechtvaardige, dui-
delijke en objectieve criteria. De categoriee¨n van perso-
nen die in aanmerking komen voor regularisatie zijn
duidelijk opgesomd. Voor de groenen is een eenmalige
regularisatie echter onvoldoende. De mogelijkheid van
individuele regularisatie zoals bepaald in artikel 9, derde
lid van de wet van 1980 moet blijven voortbestaan.
Regularisatie raakt de kern van het probleem echter niet.
De hoofdoorzaken van de migratie- en vluchtelingen-
stromen hebben te maken met het Noord-Zuidvraagstuk
van economie, handel, schuldenlast, werkgelegenheid
en ecologische verloedering. Ontwikkelingslanden zullen
emigratielanden blijven zolang de democratiserings-
processen geen kans krijgen, kleptocratiee¨n aan de
macht blijven en de internationale wapenhandel vrij kan
blijven werken.
De internationale gemeenschap zal in versneld tempo
meer werk moeten maken van open handelssystemen,
buitenlandse investeringen en een opgevoerde ontwik-
kelingssamenwerking.
We kunnen niet veel doen om de migratie in te dammen.
We moeten echter een grotere inspanning leveren om de
omstandigheden te cree¨ren die het geloof in de toekomst
versterken zodat niet migreren ook een keuzemogelijk-
heid blijft.
De voorzitter : Collega's, ik dank mevrouw Talhaoui voor
haar maidenspeech.
De heer Guido Tastenhoye heeft het woord.
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, vandaag 24
november doet bij sommigen een belletje rinkelen. Ik
verzeker u dat het belletje opnieuw zal rinkelen op 9
oktober 2000 als het voorliggend wetsontwerp zal zijn
goedgekeurd en wordt toegepast.
Mijnheer de voorzitter, ik ben trots dat ik op deze tribune
sta als democraat en als verdediger van de democratie.
Als het aan de regering en aan de zogenaamde demo-
cratische partijen die haar steunen had gelegen, was het
parlement er niet eens aan te pas gekomen. Het Vlaams
Blok heeft dit kunnen verhinderen door voor de Raad van
State de parlementaire procedure af te dwingen.
Als Vlaams-nationalist moet het mij van het hart dat het
voorliggend wetsontwerp rampzalig is voor Vlaanderen.
Meer nog, het ontwerp is een grote Belgische machinatie
tegen Vlaanderen, de Vlaamse burgers en hun belangen.
Dat de SP en de groenen aan een dergelijk voorstel
meewerken, kan ik nog begrijpen.
Dat ook de VLD dit rampenscenario voor Vlaanderen
onderschrijft, is vreselijk, net zoals het verschrikkelijk is
dat de CVP en de VU de ernst van de situatie helemaal
niet inzien en ook voor regularisatie pleiten, zij het dan
dat ze andere accenten leggen. De CVP pleit zelfs voor
een systeem van permanente regularisatie, hetgeen zo
mogelijk nog nefaster is dan het voorstel van de regering.
Het is complete waanzin.
Dit wetsontwerp is e´e´n grote machinatie tegen Vlaande-
ren en dit om vijf redenen. Ten eerste, worden de
Vlamingen uit Brussel verjaagd. Dit is de doelstelling van
de PRL-FDF en de PS. Ten tweede, wordt het Belgisch
regime versterkt door de kracht van de zogenaamde
nieuwe Belgen, een doelstelling van de belgicistische
krachten. Ten derde, voert het de multiculturele maat-
schappij in, een verzuchting van de groenen en andere
progressieven. Ten vierde, wordt het migrantenstemrecht
op sluikse wijze ingevoerd via de daaraan gekoppelde
naturalisatie. Dit is een doelstelling van de VLD. De
VLD-kiezer moet immers worden bedrogen. Ten vijfde,
wil men het Vlaams Blok bestrijden door de creatie van
een massa allochtone kiezers, vooral een doelstelling
van Agalev en de SP. Dit zijn de ware redenen voor heel
deze operatie. Ik ga nu kort op deze vijf punten in.
In de eerste plaats tekent dit wetsontwerp met zwarte inkt
het doodvonnis van de Brusselse Vlamingen. Er blijven
nog minder dan honderdduizend Vlamingen in Brussel
over, dus hooguit zestigduizend kiezers. Dit is minder
dan 10% op een bevolking van 950 000 inwoners. Hierbij
heb ik de tienduizenden illegalen niet eens meegere-
kend. De honderdduizend Vlamingen zijn met minder
dan de Turken en Marokkanen samen, die met 120 000
zijn. Vervolgens wonen in Brussel ook nog eens 130 000
EU-burgers. Deze groep zal sterk aangroeien door de
uitbreiding van de Europese Unie. Bovendien kregen
deze mensen dankzij de CVP en de SP stemrecht bij de
gemeenteraadsverkiezingen. Ook wonen er nog 150 000
niet-Europeanen in Brussel. Weldra krijgen zij na een
verblijf van drie jaar op eenvoudig verzoek de Belgische
nationaliteit nu het wetsontwerp op de versoepelde na-
turalisatie vorige week door de regering reeds werd
HA 50
PLEN 017
43
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Guido Tastenhoye
goedgekeurd. Zij zullen automatisch stemrecht krijgen.
Bovenop dit alles is de regering van plan om tienduizen-
den illegalen te regulariseren die vervolgens in aanmer-
king komen voor naturalisatie. De regularisatie en de
naturalisatie vormen e´e´n pakket. Dit is de totale uitver-
koop van de Brusselse Vlamingen. Het is dan ook geen
toeval dat de PRL, die altijd een fervent tegenstander
was van stemrecht voor vreemdelingen en regularisatie,
het geweer van schouder heeft gewisseld na haar allian-
tie met het FDF, dat perfect weet hoe het de etnische
zuivering van Vlamingen in Brussel moet organiseren. Dit
noodlottige wetsontwerp betekent het einde van de Brus-
selse Vlamingen.
Een tweede punt is de versterking van het Belgische
regime. Het is geen toeval dat het Belgische establish-
ment achter deze regularisatie- en naturalisatie-operatie
staat. Allerlei allochtonenorganisaties zijn
kind aan het
Hof
. Ik weet dat de voorzitter niet graag heeft dat ik over
het Hof spreek, maar het is nu eenmaal de waarheid. Die
nieuwe Belgen voelen zich geen Walen of Vlamingen en
vereenzelvigen zich dan maar met Belgie¨, hun nieuwe,
gulle vaderland. Belgie¨ telt reeds ongeveer anderhalf
miljoen vreemdelingen of genaturaliseerde vreemdelin-
gen.
Dat is 15% van de totale Belgische bevolking en deze
groep groeit zeer snel.
Hoe meer nieuwe Belgen, hoe
sterker het regime
is het motto.
Ten derde, het invoeren van de multiculturele maat-
schappij. Het invoeren, of beter gezegd het opdringen
van de multiculturele maatschappij aan de bevolking is
een dogma geworden van de progressieven sinds de
socialistische ideologie op apegapen ligt. Ook in nai¨eve
kringen van wereldverbeteraars wordt deze idee gepro-
pageerd. De multiculturele ideologie is een gevaarlijke
utopie die mensen ontwricht en vervreemdt van hun
wortels en ze berooft van hun eigen identiteit, met alle
nefaste gevolgen van dien. Multicultuur werkt nooit, tenzij
e´e´n cultuur dominant is of er een dictatoriaal regime
heerst. De voorbeelden zijn legio. Denk aan ex-
Joegoslavie¨.
De heer Willy Cortois (VLD) : Multicultuur, wat is dat
eigenlijk ?
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Dat zou ik
aan u moeten vragen want u bent er voorstander van. Ik
heb gezegd dat de voorbeelden legio zijn. Denk aan
ex-Joegoslavie¨ en aan de USSR. In de Verenigde Staten
van Amerika is de melting pot mislukt. De segregatie
neemt er bovenhands toe, met scherpe tegenstellingen,
conflicten, hoge criminaliteit en sociale onrust. Indien het
Vlaams Blok pleit voor cultureel redelijk homogene lan-
den, is dit gebaseerd op een ethische houding die rust,
vrede, welvaart en stabiliteit in de samenleving beoogt.
De heer Bart Somers (VLD) : Mijnheer Tastenhoye, u
schermt met begrippen zoals de multiculturele samenle-
ving die in gevaar zou zijn. Kunt u dit begrip verduidelij-
ken ? Voor zover ik kan inschatten bent u - dit siert u
overigens - het bewijs dat men over culturen heen wel
kan samenleven.
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Mijnheer
Somers, u verwijst niet naar een multiculturele, maar
naar een biculturele samenleving. (Gelach)
De oplossing die het Vlaams Blok voorstelt, bestaat in het
opzetten van grootscheepse hulpprogramma's voor de
derdewereldlanden. Europa, en zeker een klein land
zoals Belgie¨, bezit onvoldoende draagkracht om de deu-
ren open te zetten en het OCMW van de hele wereld te
worden.
De heer Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO) : Dat is niet de
bedoeling.
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Wat doet u
dan ? Met dit wetsontwerp zet u de deuren open.
De heer Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO) : U hebt niet
goed geluisterd.
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : De vierde
doelstelling is het op sluikse wijze invoeren van het
migrantenstemrecht. Het migrantenstemrecht kon de
VLD absoluut niet slikken omdat 87% van de 400 000
deelnemers aan een VLD-referendum ertegen gekant
bleken te zijn. Onder druk van de groenen, die nodig
waren voor het vormen van deze linkse coalitie, koos de
VLD voor de sluikse weg van de regularisatie annex
naturalisatie om op die manier de eigen kiezers zand in
de ogen te strooien, ja, om ze te bedriegen.
Het resultaat zal nog veel ingrijpender zijn dan dat van
het eenvoudige stemrecht. Pater Leman schreef hierover
trouwens :
Het migrantenstemrecht is veel minder ingrij-
pend dan de naturalisatie.
Waar is de Marc Verwilghen die net vo´o´r de verkiezingen
uitriep :
Ze hebben hier met de naturalisaties gesme-
ten
? In een interview met De Morgen verklaarde hij dat
hij de naturalisaties van criminelen zelfs met terugwer-
kende kracht wilde herzien. Wij zullen de VLD-kiezers
aan dit grote bedrog herinneren.
Een vijfde reden waarom dit wetsontwerp erdoor moet, is
het Vlaams Blok bestrijden. Men wil het aantal allochtone
kiezers verhogen, want de hoop leeft, vooral bij de SP en
bij Agalev, dat de opgang van het Vlaams Blok zal
kunnen worden afgeremd als er voldoende nieuwe kie-
zers bijkomen die tegen het Vlaams Blok stemmen. Zo
hoopt men bijvoorbeeld een overwinning van het Vlaams
44
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Guido Tastenhoye
Blok bij de Antwerpse districtsraadsverkiezingen in
Hoboken of Borgerhout te kunnen beletten. Daarom ook
moet het allemaal zo razend snel gaan. Oktober 2000 is
immers nog maar een klein jaartje verwijderd.
Mijnheer de voorzitter, hiermee heb ik de globale context
geschetst waarin deze regularisatiewet met de zweep
door het parlement wordt gejaagd. Daartoe is men tot
alles bereid, inbegrepen het nemen van totaal onverant-
woorde maatregelen. Mijn partij, en dat zal sommigen
hier verbazen, is niet gekant tegen de regularisatie als
dat gebeurt voor individuele dossiers en op een strikt
humanitaire basis. De Koerd die hier lange tijd verblijft,
die hier gehuwd is, die hier kinderen heeft, die hier werkt
en onze taal spreekt en die zich volledig heeft aangepast,
mag hier blijven. Wij zijn ook niet tegen naturalisaties als
zodanig, maar wij zien naturalisaties als het eindpunt en
de bekroning van aanpassing en inburgering. Wat men
vandaag voorstelt, is iets heel anders.
De voorzitter : Collega's, ik hanteer geen enkele zweep,
maar ik zou toch graag hebben dat er naar de sprekers
wordt geluisterd.
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Deze regu-
larisaties op grote schaal zullen een enorm aanzuigeffect
hebben. Het zal niet bij een eenmalige operatie kunnen
blijven. Er zijn genoeg voorbeelden uit het buitenland.
Kijk naar Spanje, met vier regularisaties, kijk naar Italie¨
met drie regularisaties en ook Frankrijk en Portugal
hebben al twee regularisaties achter de rug. Wij begin-
nen met een eenmalige regularisatie, maar we weten niet
waar we zullen eindigen.
Van 1988 tot 1998 hebben, volgens cijfers van minister
Duquesne, 175 000 personen in Belgie¨ asiel aange-
vraagd. Daarvan werden er slechts 13 000 erkend. In
1998 vroegen 21 240 personen asiel aan en werden er
1458 erkend en 1216 uitgeprocedeerden werden gere-
patrieerd.
De voorzitter : De heer Gerolf Annemans heeft het
woord.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, ik heb een vraag met betrekking tot het verloop
van de werkzaamheden. Mag ik aannemen dat u, in de
rechtspraak die u aan het ontwikkelen bent, de toelating
zult geven om de VLD-sprekers die straks het woord
zullen krijgen, op dezelfde manier te behandelen als nu
gebeurt met de heer Tastenhoye ?
De voorzitter : U weet dat ik geen onderscheid maak
tussen de sprekers.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams Blok) : Dan krijgen
zij van hetzelfde laken een broek. Ik kan luisteren naar
mensen die een rationele uitleg doen, maar ik kan ook
roepen als het er op aankomt.
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Duizenden,
wellicht tienduizenden, hebben de jongste jaren het bevel
om het land te verlaten naast zich neergelegd en zijn
ondergedoken
in het illegale circuit. Zij worden daarvoor nu beloond. Dat
is het totaal verkeerde signaal dat de wereld wordt
ingestuurd en voor nieuwe asielstromen zal zorgen. Het
is al bezig : de eerste negen maanden van dit jaar waren
er al 22 712 aanvragen, me´e´r dan heel het jaar voordien.
De gezinshereniging die in tegenstelling tot wat voorzitter
Karel De Gucht van de VLD had aangekondigd, zal niet
strikt beperkt blijven tot de naaste familie en zal nog voor
een vermenigvuldigingsfactor zorgen. Als compensatie
voor de regularisatie eiste de VLD een kordate
uitzettingspolitiek. Afgezien van e´e´n mediashow, met
name de uitzetting van 74 Slowaakse zigeuners van wie
er velen al terug in Gent zijn, kwam er niets van terecht.
Momenteel is er ongeveer 1 gedwongen uitzetting per
dag. minister Duquesne wil dat getal opvoeren tot 2 of 3
per dag. Vergelijk dat maar eens met de 3 000 uitzettin-
gen per maand die VLD-fractieleider Hugo Coveliers
heeft gee¨ist. In september 1999 kwamen er bijna 5 000
asielzoekers binnen. Aan het tempo van minister Duque-
sne zal het jaren duren om alleen al dit contingent van
september 1999 uit het land te zetten.
Mijnheer
de
voorzitter,
ondertussen
zetten
de
mensenhandelaars hun macabere handeltjes op. Ge-
tuige daarvan de tientallen illegalen die dagelijks langs
onze snelwegen worden aangetroffen en opgepakt. Dan
mogen ze zich eens warmen. Ze krijgen een kop koffie en
een pakje boterhammen en ze worden weer gewoon op
straat gezet. (Protest op de banken van de VLD)
Het is toch zo. Het is toch de waarheid. Wij hebben de
beelden toch gezien op televisie.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : U gelooft dat allemaal.
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Dat zijn
getrukeerde beelden zeker. Mijnheer de voorzitter, ik
acteer dat de heer Coveliers beweert dat de Belgische
televisiejournaals werken met getrukeerde beelden. (Ru-
moer op de banken van de VLD)
Zal de Europese Unie nu ook nog uitbreiden naar Oost-
Europa en naar Turkije, idee waarvan eerste minister
Guy Verhofstadt een voorstander is ? Als deze uitbrei-
ding er komt, zal er geen enkele rem meer staan op de
immigratiestromen naar het westen, al onze waarschu-
wingen ten spijt, en dan zal het hek pas goed van de dam
zijn.
Mijnheer de voorzitter, deze regularisatie vecht met het
rechtvaardigheidsgevoel. De illegaal of de afgewezen
asielzoeker die het land heeft verlaten, krijgt niets, tenzij
hij of zij snel terugkeert en alsnog een regularisatie-
aanvraag komt indienen. Maar wie hier al die tijd illegaal
HA 50
PLEN 017
45
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Guido Tastenhoye
heeft verbleven, wie onze wetten heeft overtreden, wie
geen belastingen heeft betaald, wie geen sociale
zekerheidsbijdragen heeft betaald, wie wellicht in het
zwart heeft gewerkt of soms op een andere onwettige
manier aan inkomsten kwam, die wordt daarvoor nu
beloond. Leg dat maar eens aan de mensen uit.
Ik wil even persoonlijk worden omdat het over een
aangelegenheid gaat die ik zeer goed ken, met name
mijn ouders. Zij zijn kleine zelfstandigen, feit dat de VLD
zou moeten interesseren.
Zij hebben hun hele leven zeer hard gewerkt en steeds al
hun bijdragen, belastingen en taksen netjes op tijd be-
taald. Nu zijn ze acht jaar met pensioen. Na een heel
leven van hard labeur trekken mijn ouders samen een
pensioentje van 24 464 frank per maand. Ik heb gisteren
nog naar mijn vader gebeld om het precieze bedrag te
vragen.
De heer Willy Cortois (VLD) : Hun pensioen zal worden
verhoogd.
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Heren van
de VLD, daarmee moet u niet spotten.
Gaat u dat soms verhogen ? Morgen scheert men gratis.
De voorzitter : Mijnheer Tastenhoye, men is hier vrij om
te spreken maar we moeten ook de uitgetrokken tijd
respecteren. Ik verzoek u om af te ronden. Ik meen dat ik
u ruim de tijd heb gelaten.
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Nu trek ik
even een parallel. Een koppel geregulariseerden dat
nooit e´e´n frank aan bijdragen heeft betaald, belastingen
noch sociale zekerheid, strijkt 28 445 frank per maand
op, 4 000 frank meer dan mijn ouders die hun hele leven
gezwoegd en betaald hebben. Als dat koppel vier kinde-
ren ten laste heeft, ontvangen zij ongeveer 50 000 frank
netto per maand. Als mevrouw dan ook nog wat gaat
poetsen en meneer nog wat bijklust, uiteraard in het
zwart, dan houden zij meer over dan een doorsnee
Vlaams gezin.
De voorzitter : Mijnheer Tastenhoye, ik verzoek u te
besluiten. U hebt uw spreektijd al ruimschoots overschre-
den.
De heer Guido Tastenhoye (Vlaams Blok) : Mijnheer
Cortois, de VLD moet haar kiezers dit soort situaties
maar eens gaan uitleggen. Ik wens u veel succes.
Over de totale kostprijs van deze operatie wordt in alle
talen gezwegen. Aangezien de geregulariseerden onbe-
perkt van alle sociale voorzieningen kunnen genieten,
moet het echter om een miljardenoperatie gaan die grote
gaten zal slaan in de budgetten van de OCMW's, de
ziekteverzekering en de kinderbijslag. Het blijft een raad-
sel wie dat zal betalen. Of toch niet ? Uiteindelijk zal de
hardwerkende, belasting betalende burger voor dit wan-
beleid opdraaien. Deze regering wil zogenaamd het
referendum invoeren. Ik daag u uit om een referendum te
houden over dit noodlottige wetsontwerp. Laat de bur-
gers, waarvan u zegt dat u ze verdedigt, daarover hun
zeg hebben. Als u beweert dat de bevolking achter deze
open-grenzenpolitiek staat, dan kan dat voor u geen
probleem zijn.
Le pre´sident : La parole est a` M. Claude Desmedt.
M. Claude Desmedt (PRL FDF MCC) : Monsieur le
pre´sident, monsieur le ministre, chers colle`gues, le projet
de loi qui nous est soumis aujourd'hui est a` la fois
ge´ne´reux et re´aliste.
Depuis plusieurs anne´es, en effet, la pre´sence de plus en
plus nombreuse d'irre´guliers dans notre pays constitue
un proble`me inquie´tant, qu'il s'agisse d'ille´gaux entre´s
irre´gulie`rement ou de pseudo-re´fugie´s politiques qui ne
remplissent manifestement pas les crite`res leur permet-
tant de be´ne´ficier de ce statut.
De voorzitter : Collega's, het Vlaams Blok vraagt aan-
dacht voor de sprekers, maar we moeten voor alle
sprekers aandachtig zijn.
La parole est a` M. Claude Desmedt.
M. Claude Desmedt (PRL FDF MCC) : Face a` cette
situation, les gouvernements pre´ce´dents n'ont pas trouve´
la re´plique ade´quate. En effet, devant cet afflux de
candidats re´fugie´s politiques, on a applique´ des proce´-
dures lourdes, complexes et longues qui pouvaient se
justifier il y a une vingtaine d'anne´es, lorsque les candi-
dats re´fugie´s se comptaient annuellement par dizaines,
mais
qui
sont
devenues
totalement
obsole`tes
aujourd'hui.
Le re´sultat en est une ve´ritable situation de non-droit. Les
dossiers s'accumulent, les proce´dures durent des an-
ne´es avec un arrie´re´ qui ne cesse de croi^tre. On parle
actuellement de 25 000 dossiers. Des candidats re´fu-
gie´s, dans l'attente d'une de´cision ge´ne´ralement ne´ga-
tive, re´sident dans le pays ou` ils s'inte`grent parfois
parfaitement.
Enfin, lorsqu'une de´cision de refus d'octroi du statut
intervient et qu'elle est ne´gative, sauf en cas de de´part
volontaire, l'e´tranger n'est quasiment jamais expulse´ du
territoire, de sorte que le nombre d'e´trangers en se´jour
irre´gulier ne cesse d'augmenter. Le ministre les e´value
actuellement entre 50 000 et 75 000.
Ces gens sont ge´ne´ralement des malheureux qui vivent
dans une situation pre´caire, de´veloppant une e´conomie
marginale ou qui sont victimes d'exploitants sans scru-
pules.
46
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Claude Desmedt
Comme je l'ai de´ja` dit, les gouvernements pre´ce´dents
n'ont pu apporter de solution a` ce proble`me. En outre, les
derniers ministres de l'Inte´rieur croyaient devoir faire
usage, lorsqu'ils e´voquaient cette question, de propos
muscle´s et sans coeur par lesquels ils tentaient de
masquer leur impuissance.
Il faut donc fe´liciter l'actuel gouvernement et particulie`re-
ment le ministre de l'Inte´rieur pour le courage et la
de´termination dont ils ont fait preuve en prenant le
proble`me a` bras-le-corps afin d'y apporter les solutions
ne´cessaires.
Le ministre a clairement explique´ que la politique du
gouvernement s'articulait autour de trois piliers :
1° une proce´dure d'asile rapide et transparente garantis-
sant le respect des droits de la de´fense;
2° des mesures d'e´loignement effectives pour ceux qui
se sont vu refuser le statut de re´fugie´ politique ou qui
se´journent irre´gulie`rement en Belgique;
3° une proce´dure de re´gularisation de se´jour unique et
limite´e dans le temps et permettant de re´gulariser, au cas
par cas, selon des crite`res bien de´finis, un grand nombre
de personnes en situation irre´gulie`re.
Nous examinons donc aujourd'hui le volet re´gularisation
de ce plan d'ensemble.
Pourquoi ces re´gularisations ? La pre´sence de dizaines
de milliers d'irre´guliers sur notre territoire, et pour cer-
tains depuis des anne´es, est un fait e´vident. Il n'est
malheureusement plus possible de les de´busquer et de
les expulser. D'ailleurs, beaucoup se sont normalement
inte´gre´s dans notre socie´te´ et, en cas d'expulsion, n'ont
plus aucun point d'attache dans un autre pays. Rejete´s
du territoire, ils seraient condamne´s a` une perpe´tuelle
errance.
En outre, les pouvoirs publics portent une responsabilite´
se´rieuse dans cette situation en ayant e´te´ incapables de
traiter dans un de´lai normal les dossiers des candidats
re´fugie´s.
Comme je l'ai dit, cette pre´sence irre´gulie`re d'e´trangers
sur notre territoire n'a que des conse´quences ne´gatives
au point de vue e´conomique, social, pour la se´curite´ et
donc globalement sur le plan humain.
En proposant, dans un cadre le´gal bien pre´cis, une
ope´ration de re´gularisation unique, le gouvernement
tente de mettre fin a` cette situation lamentable en re´in-
te´grant ces irre´guliers dans le cadre d'un vie normale.
D'autres pays - la France, l'Italie, l'Espagne et la Gre`ce -
qui ont e´te´ plus touche´s que nous par ce phe´nome`ne ont
re´alise´ des ope´rations de ce type qui ont globalement
bien re´ussi.
Comme je l'ai dit, il s'agit bien entendu d'une ope´ration
unique, qui ne concerne que les e´trangers se trouvant
sur notre territoire au 1er octobre de cette anne´e, et
e´videmment pas d'une re´gularisation permanente qui
enle`verait tout sens a` la proce´dure de reconnaissance du
statut de re´fugie´ politique : c'est une ope´ration ponc-
tuelle, tenant compte de la situation actuelle visant a`
re´parer les erreurs et les manquements du passe´.
Il est vrai que les de´lais d'introduction de la demande de
re´gularisation - trois semaines a` dater de la publication
de la loi - peuvent parai^tre assez courts, mais voila`
maintenant pre`s de deux mois que l'on connai^t la porte´e
de la loi; les demandeurs d'asile ont donc pu constituer
leur dossier.
De nombreux orateurs, a` commencer par le rapporteur
Mme Grauwels, ont de´taille´ les dispositions de la loi et je
n'y reviendrai donc pas. Je voudrais simplement signaler
que les quatre crite`res d'admission, a` savoir le manque
de de´cision relative a` une demande de statut de re´fugie´
politique depuis plusieurs anne´es, l'impossibilite´ de fait
d'un retour dans le pays d'origine, une maladie grave ou
des circonstances humanitaires ou d'ordre social en
Belgique, apre`s un se´jour de plusieurs anne´es, semblent
largement suffisants pour rencontrer tous les diffe´rents
cas pratiques et justifier une re´gularisation. La de´cision
finale appartiendra au ministre, s'inspirant de l'avis des
commissions de re´gularisation, voire dans certains cas
du secre´tariat.
La composition de ces commissions de re´gularisation, a`
savoir un magistrat effectif honoraire ou supple´ant, un
avocat et un repre´sentant d'une ONG reconnue, exer-
c¸ant ses activite´s dans le domaine des droits de
l'homme, doit garantir la qualite´ et le se´rieux de leur
travail.
Comme bien souvent, les communes devront participer a`
l'ope´ration pre´vue. D'une part, c'est aupre`s du bourg-
mestre que les demandes de re´gularisation devront e^tre
introduites; il devra les transmettre a` la commission de
re´gularisation dans les huit jours. D'autre part, il pourra
transmettre a` cette commission un rapport social repre-
nant tous les e´le´ments utiles dont il aura connaissance.
Personnellement, j'aurais pre´fe´re´ qu'il s'agisse d'une
obligation afin de garantir le traitement e´gal de chaque
dossier.
Quoi qu'il en soit, il est indispensable que les communes
soient clairement informe´es du ro^le qui leur revient et de
la fac¸on dont elles doivent l'accomplir. J'ai note´ qu'une
circulaire en ce sens leur sera adresse´e en temps voulu.
Monsieur le ministre, nous sommes persuade´s que vous
veillerez a` pre´sent rapidement a` nous pre´senter les
projets ne´cessaires a` la simplification des proce´dures
d'accession au statut de re´fugie´ politique et que, d'autre
part, vous prendrez les mesures utiles en cas de refus
HA 50
PLEN 017
47
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Claude Desmedt
afin de ne pas recommencer le processus d'accumula-
tion d'ille´gaux. De`s que le projet sera publie´, il faudra
veiller a` son application rapide en constituant les com-
missions de re´gularisation, en leur donnant les moyens
mate´riels et fonctionnels ne´cessaires pour se mettre au
travail.
Ce projet ne re´ussira que si ceux qui doivent y participer
le font d'une fac¸on loyale et sans arrie`re-pense´e. Vous
aurez ainsi re´ussi, monsieur le ministre, a` mettre fin a`
une situation de non-droit qui persistait depuis des an-
ne´es et a` re´soudre de fac¸on humaine et ge´ne´reuse un
grand nombre de situations pe´nibles et dramatiques.
C'est avec conviction et espoir que nous voterons ce
projet.
Le pre´sident : La parole est a` M. Andre´ Smets pour
poser brie`vement une question, car le PSC n'avait pas
e´puise´ son temps de parole.
M. Andre´ Smets (PSC) : Monsieur le pre´sident, mon-
sieur le ministre, vous savez comme moi combien l'Union
des villes et des communes en ge´ne´ral, et notamment de
Wallonie et de Bruxelles, s'interroge sur la manie`re dont
ce proble`me sera aborde´.
Bien su^r, je ne veux pas revenir sur l'ensemble des
de´bats; a` chacun ses convictions. Il s'agit de re´gulariser
les sans-papiers mais surtout de les inte´grer dans la vie
sociale. Cette mission est importante.
Aujourd'hui, le parlement va de´cider, le ministre de´cidera
des suites et des conse´quences, mais les CPAS ainsi
que les villes et communes assumeront sur le terrain. Ce
qui me plairait particulie`rement, c'est de connai^tre les
moyens humains, mate´riels et financiers pre´vus pour leur
permettre de remplir cette mission.
Il n'y aura de re´gularisation que dans le cadre d'une
re´elle inte´gration humaine, sociale, a` la fois ve´cue par les
candidats mais e´galement par la population.
Le pre´sident : Je rappelle a` nos colle`gues que la Confe´-
rence des pre´sidents a invite´ les membres du parlement
ainsi que les membres du gouvernement a` respecter les
temps de parole re´glementaires et pre´cis. Le ministre de
l'Inte´rieur me l'a promis. Nous ferons une interruption
apre`s l'intervention du ministre.
La parole est au ministre.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
vous m'incitez a` la concision alors que je n'ai encore rien
dit et apre`s avoir te´moigne´ tant d'indulgence a` ceux qui
parlaient encore malgre´ le clignotement de la petite
lampe rouge. Chacun sait que
qui aime bien cha^tie
bien
.
Le pre´sident : Monsieur le ministre, en termes de pro-
verbe, je dirai que
ce qui se conc¸oit bien s'e´nonce
clairement et les mots pour le dire viennent brie`vement
.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
je re´pondrai a` votre souhait en e´tant bref car, comme l'a
souligne´ tre`s justement Mme Milquet, il y a eu, cette
apre`s-midi, un certain nombre de re´pe´titions de ques-
tions auxquelles j'avais de´ja` re´pondu tre`s longuement en
commission.
Etre bref ne signifie pas que je conside`re qu'il ne s'agit
pas d'un de´bat important, au contraire. Il s'agit d'un de´bat
essentiel qui pre´ce`de la mise en place d'un aspect
essentiel de la politique globale d'asile et d'immigration
voulue par le gouvernement et sa majorite´, mais surtout
qui est attendu depuis tre`s longtemps dans ce pays.
Je me re´jouis que nous ayons connu un de´bat serein,
parfois brillant bien que, dans le chef de certains en tout
cas, long et peut-e^tre un peu confus. Mais il fut, globa-
lement et en ge´ne´ral, inte´ressant. Il traduit, et cela me
parai^t essentiel, une tre`s large adhe´sion. Cela signifie
que l'ope´ration de re´gularisation que nous allons lancer
va be´ne´ficier d'un poids dont elle n'aurait pas be´ne´ficie´ si
nous avions pu la mettre en oeuvre par un arre^te´ royal.
C'est fort de l'adhe´sion d'une tre`s large majorite´ de
repre´sentants, c'est-a`-dire de l'adhe´sion d'une tre`s large
majorite´ de Belges que ce projet va e^tre mis en oeuvre.
Large adhe´sion ne signifie pas unanimite´ et je ne m'at-
tendais pas, bien entendu, a` ce que le miracle se
produise. J'ai entendu le Vlaams Blok et il y a malheu-
reusement des dialogues impossibles. Je ne suis pas,
comme le dit M. Fe´ret, courrouce´. Je suis pluto^t attriste´
quand j'entends, pendant plus de dix heures, un certain
nombre de choses que l'on peut re´sumer de la manie`re
suivante : peur, rejet, exclusion, inhumanite´, de´rive se´cu-
ritaire, violence. Je crois que le fond des choses ne vous
inte´resse pas. Vous vous e^tes livre´s ici a` un exercice de
propagande de´magogique qui ne s'adressait ni au minis-
tre ni me^me aux autres groupes de la majorite´. Vous
pre´parez un outil pour abuser, je crois, la bonne foi d'un
certain nombre de Belges. Je dis d'un certain nombre
parce que ma conviction est profonde : la grande majo-
rite´ des Belges est juste, raisonnable et ge´ne´reuse.
Messieurs, j'ai le sentiment que vous vivez dans une
espe`ce de bulle artificielle qui refuse la re´alite´ de la vie :
vous me permettrez de dire qu'il s'agit la` d'un triste
spectacle.
Je n'ai pas non plus e´te´ e´tonne´ de l'opposition du CVP,
spe´cialement de M. Van Peel et de M. De Crem. Mon-
sieur Van Peel, j'ai e´te´ un peu de´c¸u du ton que vous avez
utilise´. Je m'attendais, de la part du leader d'un grand
parti qui a si longtemps occupe´ le pouvoir, qu'il ne se
laisse pas aller - et ce fut encore plus vrai pour
M. De Crem - a` des analyses de caracte`re pointilliste,
48
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
observant les choses par le petit bout de la lorgnette.
C'est de bonne guerre quand on fait partie de l'opposi-
tion. Mais je ne crois pas que ce soit tre`s se´rieux quand
il s'agit d'un de´bat de socie´te´. Dans certaines re´flexions,
certains propos excessifs du CVP me paraissaient insi-
gnifiants.
Vous m'avez dit que je, que nous n'avions rien fait en
quatre mois. Nous avons organise´ une table ronde,
permettant ainsi a` tous les partenaires de la politique
d'asile de dialoguer entre eux, ce qu'ils n'avaient jamais
fait. Moi, j'ai en tout cas appris e´norme´ment de choses de
ce dialogue.
Le gouvernement a approuve´ une politique globale com-
prenant une re´forme de l'asile que chacun souhaite, des
re´gularisations indispensables qui, je l'espe`re, seront
vote´es demain par la Chambre, la volonte´ de re´sorber
l'arrie´re´ des dossiers - plus de 25 000 dossiers -, des
directives claires en matie`re de politique d'e´loignement,
la volonte´ - et le principe en est de´cide´ - de re´nover
l'administration et ses me´thodes de travail, d'avoir une
autre conception de l'organisation des centres, de rene´-
gocier avec les compagnies ae´riennes les modalite´s en
ce qui concerne l'arrive´e dans notre pays d'e´trangers
ille´gaux et surtout leur renvoi.
Quatre mois, ce n'est peut-e^tre pas beaucoup. Mais,
monsieur Van Peel, j'aurais souhaite´ que vous me disiez
pourquoi vous n'avez pas fait au moins cela en tant
d'anne´es de pouvoir. Si la manie`re de le faire ne vous
convenait pas, pourquoi ne l'aviez-vous pas fait comme
vous le souhaitiez ? Comme on dit dans mon village,
on
ne monte pas au ma^t quand on a un grand trou dans sa
culotte !
.
Je suis aussi surpris de votre re´action quand on vous dit
que votre proposition alternative est une proposition de
re´gularisation permanente. Vos crite`res sont diffe´rents,
mais il s'agit tout de me^me d'une ope´ration de re´gulari-
sation permanente, diffe´rente de ce qui est pre´vu par
l'article 9 actuel de la loi, qui permet des re´gularisations
techniques, en principe au de´part de l'e´tranger. Cela
signifie qu'en re´alite´, vous avez renonce´ a` la mise en
oeuvre d'une politique d'asile qui permette de traiter
rapidement les dossiers, de ne pas avoir d'arrie´re´, de
pouvoir renvoyer rapidement ceux qui n'obtiennent pas le
be´ne´fice d'une de´cision d'asile. C'est une attitude de
renoncement. Vous e^tes pre^ts a` organiser la re´gularisa-
tion de manie`re syste´matique et permanente. Comme l'a
dit tre`s justement M. Desmedt, cela signifie que la
politique d'asile perdrait tout sens, tant dans son exis-
tence que dans son application.
La politique que nous voulons commence a` produire ses
effets. Les e´loignements n'ont jamais cesse´. Chaque
jour, il s'en est produit sur une base volontaire. Ils ont
repris re´cemment sous escorte et seront de plus en plus
nombreux. Si ceux-la` e´chouent - car je re´pe`te que
j'appliquerai chaque e´le´ment de la politique -, des renvois
collectifs seront organise´s.
Ce qui me re´jouit - car pour ma part, je pre´fe`re voir la
situation sous un angle positif -, c'est que non seulement
en raison de l'e´volution conjoncturelle mais aussi en
raison des signaux que nous avons donne´s, le nombre
de demandeurs d'asile a diminue´ de pre`s de quinze
cents unite´s dans le courant du mois d'octobre. Si l'on
de´duit de ce chiffre onze cents unite´s qui repre´sentent
plus ou moins l'effectif des Kosovars, pour lesquels nous
trouverons une solution dans les prochaines semaines,
nous en revenons aux moyennes enregistre´es au cours
des anne´es pre´ce´dentes et je suis convaincu que nous
ferons mieux encore dans les mois a` venir. A
` mes yeux,
les re´sultats obtenus dans les choix politiques qui ont e´te´
effectue´s et dans la mise en oeuvre de la politique sont
de´ja` tre`s significatifs apre`s quatre mois.
De voorzitter : De heer Marc Van Peel heeft het woord.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
wil kort repliceren op wat de minister zegt. De zaken hier
voorstellen alsof ik heb beweerd dat het probleem maar
bestaat vanaf het aantreden van de nieuwe regering, is
niet correct.
Mijnheer de minister, ten eerste heb ik duidelijk gezegd
dat dit een permanent probleem is en dat het al lang
bestaat, overigens niet alleen in Belgie¨ maar in vele
Europese landen. Daarover gaat het niet.
Ten tweede heb ik ook duidelijkheid gevraagd omtrent de
beleidsintenties die u hebt geformuleerd inzake de her-
vorming van de administratie voor de asielprocedure. U
hebt daar al heel veel verschillende zaken over verteld,
zodat ik graag zou vernemen hoe de vork in de steel zit.
Ten derde - daarop wil ik vooral de nadruk leggen -, ons
alternatieve voorstel gaat niet over een permanente
massale regularisatie - en het bedroeft mij dat u een
valse voorstelling van de zaken geeft - maar over een
beter gebruik van de mogelijkheden vervat in de wet van
1980. Vandaar mijn verwijzing naar het voorbeeld van
Nederland dat toch door een democratische meerderheid
wordt bestuurd, waar men de notie van integratie en
inburgering op een fatsoenlijke manier in de wet heeft
verwerkt.
Dat is de kern van onze kritiek. In de wet van 1980 criteria
inbouwen waardoor men wel mensen regulariseert, maar
op voorwaarde dat ze zich op een deugdelijke manier
inburgeren, dat is ons alternatief. Wij begrijpen echt niet
waarom dit alternatief naar Nederlands voorbeeld hierin
niet kan worden verwerkt.
Le pre´sident : La parole est au ministre.
HA 50
PLEN 017
49
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
chers colle`gues, je comprends parfaitement que vous
souteniez ce genre de the`ses, parfaitement de´mocrati-
ques
compare´es
a`
d'autres
que
j'ai
entendues
aujourd'hui. Pour ma part, je pre´tends que la proce´dure
que nous de´fendons maintenant est, elle aussi, rigou-
reuse et exigeante.
Par ailleurs, je suis d'accord sur la ne´cessite´ de disposer
d'un me´canisme permanent. Il est d'ailleurs pre´vu par
l'article 9 de la loi de 1980. J'ai dit a` Mme Milquet en
commission que lorsque nous proce´derons a` la re´vision
globale de la le´gislation sur l'asile, nous devrons ame´lio-
rer le dispositif existant. En effet, la politique en matie`re
d'e´trangers ne se limite pas a` un proble`me de politique
d'asile : elle est aussi lie´e a` un proble`me de politique
d'immigration. Nous devrons donc en tenir compte dans
notre re´flexion. Sur le plan des effets de la politique que
nous envisageons - vous n'e´tiez pas en commission
lorsque je me suis explique´ a` ce sujet, monsieur Van Peel
- nous souhaitons une ve´ritable inte´gration des person-
nes qui feront l'objet d'une re´gularisation. En effet, quels
sont les e´le´ments a` la base de cette situation ? L'E
´ tat
porte une certaine responsabilite´ dans la mesure ou` au
niveau des proce´dures, il n'a pas pre´vu la possibilite´ de
prendre rapidement des de´cisions. Il porte e´galement
une part de responsabilite´ dans la non-exe´cution de
dizaines de milliers d'e´loignements. Des personnes se
sont retrouve´es sur notre territoire. Elles y sont de longue
date : les exemples mentionne´s dans le projet sont
significatifs sur le plan de la dure´e. De surcroi^t, le crite`re
4, crite`re tre`s important, impose l'existence de liens
sociaux durables. Selon moi, monsieur Van Peel, cette
disposition ne pourrait mieux traduire - et de fac¸on aussi
large - notre volonte´ de constater l'inte´gration, et pas
seulement par des crite`res comme ceux que vous avez
cite´s. Certes, il importe de partager la vie d'une commu-
naute´ et de parler sa langue. Mais d'autres e´le´ments
doivent e´galement e^tre pris en conside´ration. Ceux-ci
seront examine´s par les commissions de re´gularisation.
Je me re´jouis de ce qu'a dit Mme Milquet, parce qu'elle
est d'accord avec l'objectif poursuivi par le gouverne-
ment, me^me si elle ne l'est pas avec ses modalite´s. Je
conside`re votre abstention comme un appui a` l'objectif
poursuivi, et c'est cela qui est important.
Je me re´jouis e´galement de l'appel que vous voulez
lancer aux bourgmestres, parce que je suis convaincu
que leur ro^le est essentiel. Pour que re`gne l'indispensa-
ble confiance, pour que ceux qui satisfont aux conditions
de la re´gularisation fassent la de´marche, l'attitude des
bourgmestres est tout a` fait primordiale.
En ce qui concerne l'aide aux communes, j'ai rappele´ au
premier ministre qu'il e´tait souhaitable qu'a` l'occasion
des re´unions du comite´ de concertation avec les re´gions
et les communaute´s, on aborde cette proble´matique pour
voir comment il serait possible d'aider les communes,
principalement celles qui connai^tront un afflux de deman-
des. Car je suis conscient que cela repre´sente un travail
conside´rable et je ne trouverais pas anormal qu'elles
soient aide´es dans l'accomplissement de cette ta^che.
Le pre´sident : La parole est a` M. Andre´ Smets.
M. Andre´ Smets (PSC) : Monsieur le pre´sident, mon-
sieur le ministre, ce que je n'appre´cierais pas du tout, ce
sont les menaces qu'a profe´re´es M. Vande Lanotte a`
l'e´gard des villes et communes
qui ne joueraient pas le
jeu
, comme il dit. En effet, les villes et communes vivent
le travail sur le terrain. Et je vous suis reconnaissant d'en
connai^tre l'exacte mesure.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur Smets, je ne
menace personne. Au contraire, j'en appelle a` la bonne
volonte´. Je suis moi-me^me un bourgmestre sortant. Je
sais donc combien les bourgmestres en ge´ne´ral voient
les choses de manie`re positive, pre´cise´ment parce qu'ils
sont proches de la population.
Mme Milquet a dit que les choses n'e´taient pas claires.
C'est un discours qu'elle re´pe`te abondamment sur les
ondes. Or, cela est inexact et injuste. Les concepts sont
tre`s clairs pour ceux qui ont lu le projet. Mais il est vrai
qu'ils ne sont pas re´ducteurs, qu'ils ne sont pas ferme´s.
On a voulu laisser une marge d'appre´ciation a` cette
commission pour permettre de rendre compte de l'e´-
norme diversite´ de situations que l'on va connai^tre dans
les dossiers individuels.
De me^me en ce qui concerne le
et/ou. C'est la enie`me
fois qu'elle me re´pe`te qu'elle a un proble`me a` ce sujet.
Vous lui direz de ma part que les excellents juristes du
Conseil d'Etat, eux, n'ont pas eu de proble`mes. Bien su^r,
parmi les crite`res, le premier est pre´dominant. Dans les
zones
frontie`res, ou` l'application stricte de la dure´e
pourrait conduire a` des injustices, l'application cumula-
tive des crite`res doit permettre de rendre une de´cision
positive.
Je me re´jouis e´galement de l'approche positive de la
Volksunie qui, par son attitude, montre en effet qu'elle
conside`re que c'est un de´bat de socie´te´, qui n'est
d'ailleurs pas limite´ a` la sphe`re nationale. C'est un
proble`me qui devrait e^tre traite´ au plan europe´en et
me^me au plan mondial. Et je me re´jouis donc de votre
abstention, car je la conside`re comme une attitude
d'approbation du principe de l'ope´ration. Je voudrais
vous dire que, comme vous, le gouvernement veut e^tre
prudent. Pour reprendre la formule que vous avez uti-
lise´e, nous voulons aussi, comme vous, abattre les murs
et pas en e´lever de nouveaux.
50
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
Merci aux autres orateurs. Ils ont tout dit et ils ont appuye´
le projet du gouvernement, et ce malgre´ toutes les
tentatives qui ont e´te´ faites depuis des semaines pour
empe^cher la re´ussite de l'ope´ration.
Je n'ai quant a` moi jamais e´te´ e´branle´ ou de´stabilise´.
Parce qu'aux rares moments ou` j'ai la possibilite´ d'entrer
en contact avec les Belges, ils m'encouragent dans ma
de´termination. Et cela pour une raison bien simple : le
Belge est e´quilibre´, il est raisonnable et juste. Et en
matie`re de re´gularisation, si on lui avait propose´ une
ope´ration globale et anonyme, il l'aurait probablement
rejete´e. Mais il ne le fera pas de`s lors qu'on lui propose
une re´gularisation au cas par cas. Car quel est celui qui,
dans son village, n'a pas connu un ille´gal, qui ne l'a pas
vu participer a` la vie de la communaute´ et dont il pense
qu'il est juste de l'inte´grer parce que, par exemple, leurs
enfants jouent ensemble ?
C'est une attitude que je suis fier de trouver dans mon
pays et je suis convaincu que la majorite´ de la population
partage mon sentiment. Je ne voudrais pas que sous
votre influence, monsieur De Man, les choses changent.
De voorzitter : De heer Marc Van Peel heeft het woord.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, met die analyse ben ik het eens.
Mijn enige vraag is of u, als huidige regering, al dan niet
nog dat migratierapport van de Koning Boudewijn-
stichting verwacht.
M. Antoine Duquesne, ministre : Nous allons mettre en
oeuvre une se´rie de dispositifs et rassembler toutes les
e´tudes ne´cessaires qui ont de´ja` e´te´ re´alise´es.
Vous savez que le gouvernement a aussi marque´ son
accord sur le principe de la cre´ation d'un observatoire
dont le ro^le sera non seulement de contro^ler l'exe´cution
de la politique d'e´loignement mais aussi d'analyser les
flux migratoires.
J'ajoute qu'a` l'occasion de la re´union informelle des
ministres de l'Inte´rieur a` Turku en Finlande, j'ai plaide´ - et
cela a e´te´ approuve´ - pour la constitution d'un observa-
toire europe´en charge´ de l'examen des flux migratoires.
Je ne crois pas que c'est seulement au niveau d'un petit
pays comme le no^tre que l'on peut appre´hender se´rieu-
sement la situation. Le proble`me des grandes migrations
doit e^tre re´gle´ au niveau europe´en, ou` il faut trouver un
consensus sur un niveau acceptable d'immigration.
Quant aux proce´dures mises en oeuvre, nous voulons
qu'elles soient prudentes, e´tudie´es au cas par cas et en
prenant toute une se´rie de pre´cautions. Je tiens a` vous
dire clairement, par exemple, que tous ceux qui seraient
susceptibles de menacer l'ordre public ou la se´curite´
nationale, par exemple parce qu'ils sont suspecte´s d'ap-
partenir a` des mouvements terroristes, ne pourront bien
entendu en aucun cas be´ne´ficier de la re´gularisation. Il
s'agit d'une pre´rogative du ministre de l'Inte´rieur. Aucune
commission ne se prononcera a` cet e´gard. Et dans la
logique de cette proce´dure prudente - il faut le dire et le
re´pe´ter, ne serait-ce que pour ne pas entretenir un
certain nombre d'illusions -, qui dit ope´ration de re´gula-
risation au cas par cas dit aussi qu'il y aura des refus et
qu'a` la suite de ces refus, les e´loignements seront mis en
oeuvre. Nous souhaitons, bien entendu, qu'ils se de´rou-
lent dans de bonnes conditions de dignite´ et d'humanite´.
J'ai rencontre´ le directeur ge´ne´ral de l'IOM qui m'a
indique´ que son organisation pouvait apporter sa contri-
bution dans ce cadre.
Nous avons e´galement voulu des garanties. La commis-
sion sera inde´pendante, ce qui est de´ja` de´montre´ par sa
composition. Les proce´dures seront contradictoires. Je
veillerai a` ce que le secre´taire de´signe´ soit inde´pendant.
Comme la question m'a e´te´ pose´e, j'ajoute qu'on a pre´vu
une proce´dure acce´le´re´e dans deux cas pre´cis. Pourquoi
perdrait-on du temps quand, de manie`re incontestable, le
dossier est positif ou quand le dossier est incomplet ?
J'ai voulu ajouter une re`gle de prudence supple´mentaire
parce que, me^me si le secre´taire me dit que c'est le cas,
je peux encore estimer que les choses sont moins claires
qu'il le pre´tend et de´cider de renvoyer le dossier devant
la commission de re´gularisation.
Nous prenons e´galement beaucoup de pre´cautions sur le
plan me´dical. Je confirme a` M. Mayeur ce que je lui ai
de´ja` dit en commission. Les experts auxquels nous
ferons appel seront des me´decins totalement inde´pen-
dants. M. Mayeur a e´galement aborde´ la proble´matique
de l'examen des os, qui n'a rien a` voir avec le proble`me
de la re´gularisation.
A cet e´gard je voudrais lui dire qu'il n'a lu que superfi-
ciellement l'arre^t du Conseil d'Etat.
Cet arre^t du Conseil d'Etat dit qu'il peut e^tre dangereux
de prendre comme seul crite`re d'appre´ciation l'examen
des os. Il ne conteste pas pour autant la me´thode. Il dit
que c'est un indice parmi d'autres et j'estime en effet que
c'est prudent.
M. Mayeur m'a offert d'organiser une discussion avec les
responsables de l'ho^pital Saint-Pierre. Je re´ponds
oui,
bien volontiers
. Mon cabinet avait d'ailleurs de´ja` pris
contact avec lui. Nous souhaitons en effet que les choses
se de´roulent se´rieusement.
Je voudrais dire solennellement devant cette Chambre
que malgre´ les nombreuses tentatives de de´sinformation
que je constate quotidiennement, le ministre de l'Inte´rieur
veut que les choses se passent bien, dans le respect de
l'Etat de droit. Par conse´quent, lorsqu'il y a un doute, il
faut prendre des pre´cautions. Jamais je n'approuverai
des comportements qui, peut-e^tre bien intentionne´s au
HA 50
PLEN 017
51
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Antoine Duquesne
nom de l'efficacite´, ne respecteraient pas les consignes
de respect de l'Etat de droit, de dignite´ et d'humanite´ que
j'ai toujours donne´es. C'est d'ailleurs dans la perspective
de l'ope´ration de re´gularisation une consigne de pru-
dence et de pre´caution que j'ai donne´e a` mon adminis-
tration.
Je re´pe`te que tous les dossiers qui me seront soumis,
e´le´ments de preuve a` l'appui, feront l'objet d'un examen
se´rieux et des poursuites disciplinaires seraient enga-
ge´es s'il devait y avoir des manquements. Que les
choses soient claires. J'entends trop de choses parfaite-
ment inexactes.
Il s'agira d'une ope´ration one shot parce que nous
croyons que notre politique re´ussira. Nous avons
confiance. De`s lors que la situation sera assainie, avec
une nouvelle proce´dure rapide, nous ne connai^trons plus
les difficulte´s que nous rencontrons aujourd'hui et il ne
sera pas ne´cessaire de programmer de nouvelles re´gu-
larisations massives.
Pour re´ussir, nous nous sommes dote´s de moyens
exceptionnels puisqu'aussi bien pour la re´sorption de
l'arrie´re´ que pour la re´gularisation, le gouvernement m'a
attribue´ une provision de 1 milliard de francs. Cela
signifie qu'il est de´cide´ de mettre en oeuvre les moyens
ne´cessaires.
Pour terminer, je voudrais dire que dans cette ope´ration
de re´gularisation, notre approche est une approche po-
sitive. Bien su^r, un certain nombre de personnes se
trouvent sur notre territoire parce que nous ne sommes
pas parvenus a` exe´cuter les e´loignements qui auraient
du^ avoir lieu. C'est l'aspect ne´gatif des choses.
Mais il y a tout l'aspect positif et je voudrais insister sur
celui-ci. Nous allons sortir un grand nombre de person-
nes de la clandestinite´ et de l'ille´galite´. Nous allons leur
rendre l'espoir pour eux-me^mes et pour leurs familles.
Nous allons aussi ame´liorer les choses sur le plan de
l'ordre public. En effet, il vaut mieux que les gens vivent
au grand jour que dans la clandestinite´ parce que c'est
dans la clandestinite´ que l'on risque d'e^tre happe´ par la
de´linquance. J'espe`re aussi qu'ils trouveront du travail.
Je formule pour eux le me^me voeu que pour tous mes
compatriotes. Ils pre´fe´rable qu'ils soient de´clare´s pluto^t
que de travailler au noir.
Je me re´jouis aussi du fait que cette ope´ration permettra
enfin de rendre plus difficile, sinon impossible, l'attitude
inadmissible des exploiteurs de la de´tresse, de tous les
trafiquants d'e^tres humains, que ce soit pour des fins de
prostitution ou d'exploitation e´conomique.
Demain, je serai une nouvelle fois fier de mon pays qui
e´labore des solutions pluto^t que de laisser pourrir des
situations.
Monsieur Fe´ret, je ne suis prisonnier de rien et de
personne. Je suis insensible aux tentatives de de´stabili-
sation, de de´sinformation d'ou` qu'elles puissent provenir.
Il s'agit d'ailleurs toujours de groupes minoritaires et
marginaux.
Je suis, au contraire, tre`s fier d'e^tre responsable de cette
politique, de la proposer et de la mettre en oeuvre,
demain, au nom d'une grande partie des repre´sentants
de notre pays et donc approuve´e par une large majorite´
de nos concitoyens.
Je me re´jouis d'e^tre demain pour vous voir voter massi-
vement ce projet.
Le pre´sident : La discussion ge´ne´rale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
La se´ance est suspendue.
De vergadering is geschorst.
- La se´ance est suspendue a` 20.00 heures.
- De vergadering wordt geschorst om 20.00 uur.
- La se´ance est reprise a` 20.50 heures.
- De vergadering wordt hervat om 20.50 uur.
Le pre´sident : La se´ance est reprise.
De vergadering is hervat.
Nous passons a` la discussion des articles.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan.
Le texte adopte´ par la commission sert de base a` la
discussion des articles. (Rgt 66,4)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking van de artikelen. (Rgt 66,4) (234/6)
A l'intitule´ l'amendement n° 38 (en ordre subsidiaire a`
l'amendement n° 37 a` l'article 2) a e´te´ de´pose´ par
MM. Marc Van Peel, Danie¨l Vanpoucke et Pieter De
Crem, initialement de´pose´ par MM. Pieter De Crem, Paul
Tant et Danie¨l Vanpoucke.
Op het opschrift werd een amendement nr. 38 (in bijko-
mende orde op amendement nr. 37 op artikel 2) inge-
diend door de heren Marc Van Peel, Danie¨l Vanpoucke
en Pieter De Crem, oorspronkelijk ingediend door de
heren Pieter De Crem, Paul Tant en Danie¨l Vanpoucke.
(234/3)
Le vote sur l'amendement et l'intitule´ est re´serve´.
De stemming over het amendement en het opschrift
wordt aangehouden.
- L'article 1 est adopte´.
- Artikel 1 wordt aangenomen.
52
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
A l'article 2 les amendements suivants ont e´te´ de´pose´s :
Op artikel 2 werden volgende amendementen inge-
diend :
n° 37 (en ordre principal) de MM. Marc Van Peel, Danie¨l
Vanpoucke et Pieter De Crem, initialement de MM. Pieter
De Crem, Paul Tant et Danie¨l Vanpoucke;
nr. 37 (in hoofdorde) van de heren Marc Van Peel, Danie¨l
Vanpoucke en Pieter De Crem, oorspronkelijk van de
heren Pieter De Crem, Paul Tant en Danie¨l Vanpoucke
(234/3);
n° 70 de Mme Annemie Van de Casteele et M. Karel Van
Hoorebeke;
nr. 70 van mevrouw Annemie Van de Casteele en de heer
Karel Van Hoorebeke (234/4);
n° 39 (en ordre subsidiaire a` l'amendement n° 37) de
MM. Marc Van Peel, Danie¨l Vanpoucke et Pieter De
Crem, initialement de MM. Pieter De Crem, Paul Tant et
Danie¨l Vanpoucke;
nr. 39 (in bijkomende orde op amendement nr. 37) van de
heren Marc Van Peel, Danie¨l Vanpoucke en Pieter De
Crem, oorspronkelijk van de heren Pieter De Crem, Paul
Tant en Danie¨l Vanpoucke (234/3);
n° 1 de Mme Joe¨lle Milquet;
nr. 1 van mevrouw Joe¨lle Milquet(234/2).
De heer Karel Van Hoorebeke heeft het woord.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer de
voorzitter, ik zal een korte algemene toelichting geven die
betrekking heeft op alle amendementen. Er werd reeds
uitvoerig gedebatteerd in de commissie. Ik verwijs naar
de verantwoording van ons wetsvoorstel. De draagwijdte
van de amendementen die we hebben ingediend heeft
betrekking op de integratienoodzaak van degenen die
voor regularisatie in aanmerking willen komen.
We bevinden ons hier op dezelfde golflengte als de
CVP-fractie. De heer Van Peel zou beter wat meer
dezelfde richting uitgaan teneinde te bekomen wat we
allemaal willen. Het is in het belang van de maatschap-
pelijke draagkracht van onze gemeenschap dat de inte-
gratie zo goed mogelijk verloopt en dat er criteria worden
opgelegd, waardoor de verplichting bestaat om de taal te
leren, om zich aan te dienen bij een arbeidsbureau, een
cursus te volgen enzovoort.
Op die manier kan degene die zich wil integreren dit op
een waardige manier doen.
Het eerste amendement voorziet een trapsgewijze regu-
larisatie. Wie binnen de drie weken vanaf het in werking
treden van de wet een aanvraag indient om voor integra-
tie in aanmerking te komen en voldoet aan de criteria
zoals gesteld in het wetsontwerp, zou een tijdelijke
verblijfsvergunning van e´e´n jaar krijgen. Tijdens dat jaar
moet men een taalcursus volgen en zich bijvoorbeeld
inschrijven in een arbeidsbureau. Samengevat betekent
dit dat men tekenen van integratiewil moet tonen. Wan-
neer dit na e´e´n jaar blijkt, volgt automatisch via een
ministerie¨le beslissing waarbij de minister zijn discretio-
naire bevoegdheid behoudt, een definitieve regularisatie.
Het tweede amendement voert een sanctie in. U hebt
gezegd dat het om een eenmalige regularisatie gaat.
Tegelijkertijd zult u het nodige doen om de asiel-
procedure te hervormen waardoor een aanvraag zeer
snel door de proceduremolen gaat. Teneinde niet te
vervallen in de toestanden die we vandaag kennen,
namelijk procedures die drie a` vier jaar duren, stellen we
voor degene die een aanvraag heeft ingediend maar nog
niet in aanmerking komt om geregulariseerd te worden,
als overgangsmaatregel, wanneer geen definitieve be-
slissing binnen de drie jaar wordt genomen, automatisch
te regulariseren.
We gaan ervan uit dat u dit wilt vermijden en niet tot
massale regularisatie wenst over te gaan.
We stellen dit als drukkingsmiddel voor, een soort sanctie
om de procedure zo kort mogelijk te houden. Vandaar dat
we dit amendement indienen en laten opnemen in het
wetsontwerp. We zullen deze amendementen blijven
verdedigen.
De voorzitter : Dit geldt ook voor het amendement op
artikel 4.
De heer Pieter De Crem heeft het woord.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
dit is een amendement in hoofdorde. Het gaat om een
enig amendement met betrekking tot artikel 2. Wij willen
dit aanhouden om de in de commissie en in de plenaire
vergadering aangehaalde redenen. Dit geldt ook voor het
amendement in bijkomende orde.
Le pre´sident : La parole est a` Mme Joe¨lle Milquet.
Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : Monsieur le pre´sident, cet
amendement visait a` confirmer dans le texte et le dispo-
sitif de la loi ce qui a e´te´ notamment exprime´ par le
ministre, c'est-a`-dire qu'il s'agissait bien d'une interpre´-
tation au cas par cas dans l'article 2, §2.
Il me semblait important de pre´ciser que la seule possi-
bilite´ ne pouvait pas e^tre qu'un arre^te´ royal le pre´voie. En
effet, ils sont tre`s rares, les arre^te´s royaux qui e´noncent
des listes de pays dangereux pour le renvoi de leurs
ressortissants : pour des raisons diplomatiques, tous les
cas ne sont pas pre´vus. Actuellement, il en existe trois.
HA 50
PLEN 017
53
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Joe¨lle Milquet
Je craignais donc que cet e´le´ment ne serve de crite`re
exclusif. Il est sain de pre´ciser qu'il s'agira bien d'une
appre´ciation au cas par cas, permettant a` des personnes
n'entrant pas dans les listings de pouvoir be´ne´ficier de
cette disposition.
Le pre´sident : Il va de soi que si le gouvernement veut
intervenir, il peut le faire, monsieur le ministre.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
j'ai de´ja` abondamment re´pondu et aux questions et aux
propositions d'amendement en commission, comme le
rapport en atteste.
Le pre´sident : Le vote sur les amendements et l'article
est re´serve´.
De stemming over de amendementen en het artikel wordt
aangehouden.
A l'article 3 l'amendement n° 2 a e´te´ de´pose´ par Mme
Joe¨lle Milquet.
Op artikel 3 werd een amendement nr. 2 ingediend door
mevrouw Joe¨lle Milquet. (234/2)
La parole est a` Mme Joe¨lle Milquet.
Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : Monsieur le pre´sident,
l'objectif e´tait e´galement de pre´voir un dispositif par
se´curite´ juridique et par analogie avec ce qui se fait dans
la loi de 1980, a` savoir la possibilite´ et le droit pour le
demandeur d'e^tre entendu a` sa demande, de pouvoir
faire appel a` un avocat, etc., ainsi que l'organisation des
chambres selon des ro^les linguistiques diffe´rents. Ces
mentions manquent dans le dispositif.
Le ministre a re´pondu. Sur ce point, nos objectifs conver-
gent, mais les me´thodes divergent.
Le pre´sident : Le vote sur l'amendement et l'article est
re´serve´.
De stemming over het amendement en het artikel wordt
aangehouden.
A l'article 4 les amendements suivants ont e´te´ de´pose´s :
Op artikel 4 werden volgende amendementen inge-
diend :
n° 36 de Mme Annemie Van de Casteele et M. Karel Van
Hoorebeke;
nr. 36 van mevrouw Annemie Van de Casteele en de heer
Karel Van Hoorebeke (234/3);
n° 66 de Mme Joe¨lle Milquet;
nr. 66 van mevrouw Joe¨lle Milquet (234/4);
n° 42 de MM. Marc Van Peel, Danie¨l Vanpoucke et Pieter
De Crem, initialement de MM. Pieter De Crem, Paul Tant
et Danie¨l Vanpoucke;
nr. 42 van de heren Marc Van Peel, Danie¨l Vanpoucke en
Pieter De Crem, oorspronkelijk van de heren Pieter De
Crem, Paul Tant en Danie¨l Vanpoucke (234/3);
n° 43 de MM. Marc Van Peel, Danie¨l Vanpoucke et Pieter
De Crem, initialement de MM. Pieter De Crem, Paul Tant
et Danie¨l Vanpoucke;
nr. 43 van de heren Marc Van Peel, Danie¨l Vanpoucke en
Pieter De Crem, oorspronkelijk van de heren Pieter De
Crem, Paul Tant en Danie¨l Vanpoucke(234/3).
La parole est a` Mme Joe¨lle Milquet.
Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : Monsieur le pre´sident, pour
montrer notre bonne foi, nous avons supprime´ l'amende-
ment auparavant principal, qui re´organisait le texte pour
faire vraiment de la commission une institution disposant
d'un pouvoir de de´cision, selon les voeux du gouverne-
ment, comme pre´vu au de´part.
Nous voulions donc re´diger un amendement base´ sur les
paroles prononce´es par le ministre, a` savoir qu'il ne se
de´partirait de l'avis de la commission que pour des
raisons lie´es a` l'ordre public ou sur la base de compor-
tements infractionnels qui auraient pu survenir apre`s que
l'avis eut e´te´ rendu.
Parce que nous pensons ne´cessaire d'objectiver et de
renforcer le pouvoir de la commission, nous avons pre´vu
dans le texte ce que le ministre avait accepte´ de dire a` la
suite de notre question en commission.
De voorzitter : De heer Pieter De Crem heeft het woord.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
deze amendementen hebben betrekking op de door ons
aangebrachte argumentatie. Ik verwijs naar de verant-
woording in de stukken. Ik houd deze amendementen
aan.
Le pre´sident : Le vote sur les amendements et l'article
est re´serve´.
De stemming over de amendementen en het artikel wordt
aangehouden.
A l'article 5 l'amendement n° 90 a e´te´ de´pose´ par Mme
Joe¨lle Milquet.
Op artikel 5 werd een amendement nr. 90 ingediend door
mevrouw Joe¨lle Milquet. (234/7)
La parole est a` Mme Joe¨lle Milquet.
54
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : Monsieur le pre´sident, il est
normal et sain dans une de´mocratie que le ministre de
l'Inte´rieur puisse estimer le danger existant pour l'ordre
public. Mais des interpre´tations parfois fantaisistes pour-
raient en e^tre faites, non par le ministre mais par d'autres,
et on peut tout mettre dans la notion d'ordre public. Par
souci d'objectivation et de garantie, pour e´viter que l'on
invoque l'ordre public sur la base de petits e´le´ments peu
importants mais lie´s aussi a` des situations de pre´carite´
des personnes, nous aurions aime´ obtenir un avis de la
commission de re´gularisation sur la notion d'ordre public.
J'ai e´te´ conforte´e en cela en entendant des repre´sen-
tants du Centre pour l'e´galite´ des chances qui estimaient
que, sur ce point, il e´tait ne´cessaire d'obtenir cet avis.
Le pre´sident : Le vote sur l'amendement et l'article est
re´serve´.
De stemming over het amendement en het artikel wordt
aangehouden.
- L'article 6 est adopte´.
- Artikel 6 wordt aangenomen.
De heer Karel Van Hoorebeke heeft het woord over de
artikelen 7 en 8.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer de
voorzitter, ik kreeg graag een verduidelijking van de
minister over iets dat niet uit het debat is gebleken.
Mijnheer de minister, u herinnert zich dat wij hebben
gedebatteerd over het feit of de termijnen in de verschil-
lende artikelen vervaltermijnen zijn. U hebt gesteld dat dit
zo is voor de termijn van drie weken binnen dewelke het
dossier moet worden ingediend. Buiten de periode van
drie weken kan het dossier niet meer in aanmerking
worden genomen. Volgens artikelen 7 en 8 beschikken
gemeentebestuur en burgemeester echter over een ter-
mijn waarbinnen het dossier u moet worden overge-
maakt. In artikel 7 gaat het om een termijn van acht
dagen en in artikel 8 om een termijn van een maand voor
aanvullingen. De betrokkene zelf heeft daar geen vat op.
Als het gemeentebestuur nalaat om binnen de acht
dagen of binnen de maand een dossier over te maken,
geldt dat dan ook als een vervaltermijn ? Men zou dan
kunnen meemaken dat bepaalde gemeentebesturen na-
laten een dossier of de aanvullende gegevens tijdig over
te maken. Dit zou dan een de facto boycot van de
regularisatie zijn door bepaalde gemeenten. Ik wil dus
weten of de termijnen uit de artikelen 7 en 8 echte
vervaltermijnen zijn ten aanzien van de gemeentelijke
overheid.
Le pre´sident : La parole est au ministre.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
il faut lire les deux articles en me^me temps. Bien su^r, ce
n'est qu'au terme de l'expiration des deux de´lais que l'on
peut appre´cier si le dossier est complet ou non. Il est clair
que ces de´lais sont contraignants. Dans le cas contraire,
on risque de s'engager dans des proce´dures sans fin et
des justifications difficiles a` ve´rifier. On a voulu une
proce´dure simple, comprenant des e´le´ments incontesta-
bles : trois semaines accorde´es au demandeur pour
pre´senter les e´le´ments a` l'appui de sa demande. Ces
e´le´ments peuvent e^tre comple´te´s par le bourgmestre et
son administration communale et me^me, le reque´rant
peut aller trouver le bourgmestre pour lui demander
activement sa collaboration. Si on veut ne pas se perdre
dans des proce´dures sans fin, et vous savez que l'on
souhaite en terminer si possible en un an et au maximum
dans les deux anne´es, il faut que ces deux de´lais soient
contraignants.
Le pre´sident : Monsieur le ministre, vous savez e´videm-
ment que cela fait partie des travaux pre´paratoires de la
loi.
M. Antoine Duquesne, ministre : Je le savais, monsieur
le pre´sident, mais une confirmation n'est jamais inutile.
Le pre´sident : Je l'ai fait remarquer, connaissant l'impor-
tance de la question et de la re´ponse.
- Les articles 7 et 8 sont adopte´s article par article.
- De artikelen 7 en 8 worden artikel per artikel aangeno-
men.
A l'article 9 les amendements suivants ont e´te´ de´pose´s :
Op artikel 9 werden volgende amendementen inge-
diend :
n° 7 de Mme Joe¨lle Milquet;
nr. 7 van mevrouw Joe¨lle Milquet (234/2);
n° 51 de MM. Marc Van Peel, Danie¨l Vanpoucke et Pieter
De Crem, initialement de MM. Pieter De Crem, Paul Tant
et Danie¨l Vanpoucke;
nr. 51 van de heren Marc Van Peel, Danie¨l Vanpoucke en
Pieter De Crem, oorspronkelijk van de heren Pieter De
Crem, Paul Tant en Danie¨l Vanpoucke (234/3);
n° 52 de MM. Marc Van Peel, Danie¨l Vanpoucke et Pieter
De Crem, initialement de MM. Pieter De Crem, Paul Tant
et Danie¨l Vanpoucke;
nr. 52 van de heren Marc Van Peel, Danie¨l Vanpoucke en
Pieter De Crem, oorspronkelijk van de heren Pieter De
Crem, Paul Tant en Danie¨l Vanpoucke (234/3);
n° 67 (en ordre subsidiaire) de Mme Joe¨lle Milquet;
HA 50
PLEN 017
55
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
nr. 67 (in bijkomende orde) van mevrouw Joe¨lle
Milquet(234/4).
La parole est a` Mme Joe¨lle Milquet.
Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : Monsieur le pre´sident, s'il
fallait choisir un seul amendement, ce serait celui-la` ou,
au pire, celui qui est pre´sente´ en ordre subsidiaire. En
effet, la grande faiblesse de ce texte re´side dans son
article 9 qui est pourtant l'article principal en termes de
crite`res.
Pourquoi supprimer le point 1 ? Parce que nous pensons
que l'exigence de preuves venant d'une administration
est trop forte. Beaucoup de clandestins ne parviendront
pas a` prouver un se´jour pourtant de tre`s longue dure´e
chez nous parce qu'ils ne sont jamais passe´s par ces
administrations officielles et on en comprend les raisons.
De`s lors, nous supprimons ce point 1 pour en revenir a`
une notion de preuve par toute voie de droit.
Dans le point 5 qui demande que l'on indique la re´si-
dence du demandeur et l'indication du domicile, nous
pre´fe´rerions changer le
et par ou pour permettre le
libre choix et ne pas obliger les demandeurs a` indiquer
leur re´sidence. En effet, on sait que plusieurs deman-
deurs ne rentreront pas leur demande et n'oseront pas
apparai^tre par peur d'e´ventuelles repre´sailles alors qu'ils
re´pondent aux crite`res et que l'on pourrait assainir leur
situation. Toutes les ONG qui travaillent avec eux sont
venues nous dire l'urgence de modifier au moins ce
point-la`.
Enfin, j'espe`re que le point 9 ne rentrera pas dans les
annales des syllabus de droit pour futurs e´tudiants car je
ne crois pas que ce soit la meilleure preuve de clarte´
le´gistique qu'on puisse offrir. Il faut absolument le re´diger
a` nouveau car on sait qu'il y a un flou sur les crite`res avec
le
et et le ou, nous nous sommes suffisamment
exprime´s a` ce sujet. Nous pre´fe´rerions que les choses
soient claires et que l'on traduise
attaches sociales
durables
tout simplement comme re´sidant en Belgique
depuis cinq ou six ans. Cette dure´e donnerait droit a` la
re´gularisation, sauf si on invoque une notion d'ordre
public ou autre. Pour les personnes et leurs familles qui
auraient un an de moins de pre´sence par rapport aux
crite`res impose´s, je pense qu'il serait bon de pre´voir la
possibilite´ d'invoquer des causes humanitaires.
On pourrait de`s lors s'enque´rir de la re´alite´ de leur
attache sociale. Cela permettrait de clarifier fortement les
crite`res. J'en ai termine´ en ce qui concerne l'article 9, 1°.
Le pre´sident : La parole est au ministre.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
comme il s'agit la` de l'amendement pre´fe´re´ de Mme
Milquet, je ne re´siste pas a` l'envie de lui re´pondre pour la
quatrie`me fois.
Vous n'e´tiez pas la` tout a` l'heure, mais en ce qui
concerne le deuxie`me point - la clarte´ d'un texte - et bien
que j'appre´cie vos qualite´s de juriste, je suis re´conforte´
car j'ai a` mes co^te´s le Conseil d'Etat, qui n'a pas eu vos
doutes en ce qui concerne la lecture de cet article. Le
premier crite`re est bien su^r pre´dominant, mais le cumul
des trois crite`res peut e^tre tre`s utile dans l'exemple que
vous venez vous-me^me de citer, a` savoir dans les zones
frontie`res ou` l'on se trouve proche de la dure´e qui a e´te´
fixe´e. Dans ce cas, le cumul des crite`res pourrait permet-
tre a` la commission de rendre un avis favorable.
En ce qui concerne les preuves, je pourrais vous re´pon-
dre dans le me^me esprit que je l'ai fait a` l'intention de
M. Van Hoorebeke. On a voulu des proce´dures simples
qui, dans la mesure du possible, ne fassent pas l'objet de
contestations. On a donc recherche´ des e´le´ments pro-
bants et incontestables. J'ai appele´ cela des
traces
officielles
. Il peut s'agir d'un nume´ro de l'Office des
e´trangers, d'un proce`s-verbal, d'un passage dans un
CPAS ou une administration communale, d'une inscrip-
tion dans une e´cole, une institution hospitalie`re, de
factures de gaz ou d'e´lectricite´. J'ai donne´ de tre`s
nombreux exemples en commission. Par contre, il serait
tre`s dangereux de s'engager dans la voie que vous
pre´conisez car l'on risquerait de voir fleurir les attesta-
tions et certificats de complaisance, quand il ne s'agirait
pas de ve´ritables faux. Pour pouvoir e´tablir la ve´racite´ du
document, il faudrait transformer cette commission, qui a
un caracte`re juridictionnel incontestable, en une ve´ritable
juridiction ou` l'on pourrait discuter, comme on le fait
devant un tribunal, de la validite´ de la preuve. Cela
signifierait que l'ope´ration de re´gularisation pourrait durer
plus de 15 ans ! La voie qui a e´te´ choisie est une voie
me´diane et raisonnable. Je pre´tends que ceux qui se
trouvent depuis longtemps en Belgique et qui invoquent
des attaches sociales durables pourront produire les
traces officielles que nous demandons.
Le pre´sident : La parole est a` Mme Joe¨lle Milquet.
Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : Monsieur le pre´sident, je
n'ajouterai plus grand-chose car le de´bat a de´ja` e´te´ long.
Pourtant, je connais des personnes qui remplissent les
crite`res exige´s mais ne disposent pas de ces traces
officielles. Cela pose donc un proble`me. Je suis bien
consciente de la difficulte´ de la preuve. Il me semble
pourtant qu'il y avait moyen de trouver une solution en la
re´gulant. Dans la mesure ou` vous vous e´tiez engage´ a` ce
que cette commission ait une valeur juridictionnelle au
de´part, il me semblait que les dossiers pouvaient e^tre
ge´re´s dans un laps de temps raisonnable, d'autant plus
que vous allez de´ployer les moyens ne´cessaires pour
e´viter l'arrie´re´. Mais je ne pole´miquerai pas plus long-
temps a` ce sujet puisque nous connaissons nos argu-
ments re´ciproques.
56
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
De voorzitter : De heer Marc Van Peel heeft het woord.
De heer Marc Van Peel (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
het interessante debat tussen mevrouw Milquet en de
minister toont aan dat wat de CVP en de Volksunie
voorstellen, meer bepaald het niet laten afhangen van
het vage begrip duurzame sociale verbanden en het
produceren van allerlei documenten, maar in de plaats
daarvan het vragen van een klaar en duidelijk engage-
ment van de betrokkene op het vlak van de inburgering,
juridisch een veel steviger argument is dan dit artikel, dat
niet alleen in dit debat, maar ook in de praktijk vatbaar zal
zijn voor zeer veel en zeer diffuse interpretaties.
De amendementen die wij indienden en die ook door
collega Van Hoorebeke worden voorgesteld, hebben als
doel deze bepaling te vervangen door een duidelijk
engagement
vanwege
de
betrokkene
om
een
inburgeringscontract te onderschrijven. Zo lost men met-
een al dit soort problemen op.
De voorzitter : De heer Hugo Coveliers heeft het woord.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
ik wens erop te wijzen dat dit een bijzonder belangrijk
artikel is. Het is precies omwille van de manier waarop
het artikel nu is opgesteld dat wij de tekst aanvaarden.
Wij stellen immers een aantal objectieve elementen voor
die niet door de betrokkene zelf kunnen worden gepro-
duceerd en dan druk ik mij zeer eufemistisch uit. Wij
wensen toetsingen waaraan men kan zien of iemand aan
een aantal voorwaarden voldoet. Het secretariaat zal
moeten nagaan of het dossier volledig is en na deze
eerste toetsing zal het naar de minister of naar de
commissie worden verzonden. Voor ons is dit erg belang-
rijk omdat wij, zoals de minister het heeft gezegd, willen
vermijden dat de betrokkenen zelf een aantal stukken
zouden gaan produceren die veel minder bewijskracht
hebben dan de onafhankelijke stukken die wij naar voren
schuiven.
Minister Antoine Duquesne : De heer Coveliers heeft
gelijk.
Le pre´sident : La parole est a` Mme Joe¨lle Milquet.
Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : Monsieur le pre´sident, je
souhaite justifier mon amendement n° 67. En effet, si je
ne pouvais garder qu'un amendement, ce serait celui-la`.
Il pre´voit un simple changement dans le texte en rempla-
c¸ant les mots
et/ou par le mot ou au point 9. Cette
modification permet de rencontrer l'interpre´tation for-
mule´e par le ministre, selon laquelle la conjonction de
diffe´rents e´le´ments permet de renforcer l'appre´ciation de
la commission. Cependant, avec notre amendement, le
fait de remplir un crite`re suffit pour be´ne´ficier d'une
re´gularisation. Il n'y a de`s lors aucun risque pour que
certaines chambres conside`rent que ces crite`res doivent
e^tre cumulatifs.
Le pre´sident : La parole est au ministre.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
je me re´fe`re a` la re´ponse figurant au rapport.
De voorzitter : De heer Pieter De Crem heeft het woord.
De heer Pieter De Crem (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
wij handhaven onze amendementen nrs. 51 en 52. Het
betreft hier de integratie in de maatschappij, in het
bijzonder het effectieve school lopen van kinderen.
Le pre´sident : Le vote sur les amendements et l'article
est re´serve´.
De stemming over de amendementen en het artikel wordt
aangehouden.
- Les articles 10 et 11 sont adopte´s article par article.
- De artikelen 10 en 11 worden artikel per artikel aange-
nomen.
A l'article 12 l'amendement n° 8 a e´te´ de´pose´ par Mme
Joe¨lle Milquet.
Op artikel 12 werd een amendement nr. 8 ingediend door
mevrouw Joe¨lle Milquet. (234/2)
La parole est a` Mme Joe¨lle Milquet.
Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : Monsieur le pre´sident, le
but essentiel de cet amendement est d'augmenter le
de´lai octroye´ aux demandeurs lorsque leur dossier est
incomplet. Ce de´lai est de trois jours ouvrables. C'est
trop court. Nous avons donc pre´vu d'augmenter le de´lai
sur ce point.
Le pre´sident : Le vote sur l'amendement et l'article est
re´serve´.
De stemming over het amendement en het artikel wordt
aangehouden.
- L'article 13 est adopte´.
- Artikel 13 wordt aangenomen.
A l'article 14 l'amendement n° 9 a e´te´ de´pose´ par Mme
Joe¨lle Milquet.
Op artikel 14 werd een amendement nr. 9 ingediend door
mevrouw Joe¨lle Milquet. (234/2)
La parole est a` Mme Joe¨lle Milquet.
Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : Monsieur le pre´sident, cet
article pre´voit une possibilite´ d'expulsion, et ce malgre´ le
de´po^t de la demande, si l'e´loignement est motive´ par des
raisons d'ordre public et de se´curite´ nationale. On peut
comprendre cela pour peu que cela soit interpre´te´ res-
trictivement.
HA 50
PLEN 017
57
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Joe¨lle Milquet
Mais l'expulsion est e´galement possible lorsque la de-
mande ne re´pond manifestement pas aux conditions.
C'est cette dernie`re spe´cification qui nous heurte. Ce
concept est trop large.
De plus, cela ne permet pas a` la personne qui a introduit
sa demande de be´ne´ficier de l'examen par la commis-
sion de re´gularisation.
Il y a des choses vraiment tre`s manifestes, certes, mais
d'autres le sont un peu moins. Si on conside`re que c'est
manifeste alors que la commission de re´gularisation ne
l'aurait pas appre´cie´ de la me^me manie`re, on pourrait
expulser des gens qui ont de´pose´ leur dossier en toute
bonne foi. Voila` le danger.
Le pre´sident : La parole est au ministre.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
c'est manifeste ou ce ne l'est pas. Si ce l'est moins, ce
n'est pas manifeste. Et les cas e´vidents sont nombreux.
J'en ai cite´ en commission. Par exemple, ne pas e^tre
pre´sent a` la date du 1er octobre, se trouver dans les
cate´gories d'inadmissibles, c'est-a`-dire e^tre re´pute´ ne
jamais avoir pe´ne´tre´ sur le territoire. Ce sont des cas
manifestes ou` l'on perdrait du temps, de l'argent et ou`
l'on donnerait des illusions aux inte´resse´s en examinant
des dossiers qui sont, de`s le de´part, e´vidents.
Le pre´sident : La parole est a` Mme Joe¨lle Milquet.
Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : Monsieur le pre´sident, je
pense plus particulie`rement a` des cas de maladie ou a`
des difficulte´s pour rentrer chez soi. Pour trancher dans
ces cas-la`, il faut une analyse un peu fine qu'un fonction-
naire, parfois peu forme´ et qui doit de´cider tre`s ha^tive-
ment, peut mal appre´cier.
Le pre´sident : Le vote sur l'amendement et l'article est
re´serve´.
De stemming over het amendement en het artikel wordt
aangehouden.
A l'article 15 l'amendement n° 68 a e´te´ de´pose´ par Mme
Joe¨lle Milquet.
Op artikel 15 werd een amendement nr. 68 ingediend
door mevrouw Joe¨lle Milquet. (234/4)
La parole est a` Mme Joe¨lle Milquet.
Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : Monsieur le pre´sident, s'il
s'agit avant tout d'un article technique, il a toute son
importance pour les personnes qui ont de´ja` introduit leur
demande de re´gularisation sur base de l'article 9.
Etant donne´ que ce crite`re est beaucoup plus large et
que les conditions ne sont pas aussi restrictives, il serait
dangereux que l'ensemble des demandes de´pose´es
dans un cadre juridique donne´ soient transfe´re´es dans
un autre cadre juridique, non connu a` l'e´poque de
l'introduction des demandes.
Nous demandons que les dossiers soient classe´s et que
seuls ceux qui sont susceptibles de remplir les conditions
de de´lai et de dure´e soient transfe´re´s, pour e´viter que l'on
refuse d'emble´e l'ensemble des cas qui auraient peut-
e^tre une chance d'e^tre accepte´s sur base de l'article 9.
Le pre´sident : La parole est au ministre.
M. Antoine Duquesne, ministre : Le texte est clair,
monsieur le pre´sident. Nous donnons la possibilite´ a` celui
qui introduit une demande sur base de l'article 9, de faire
le choix du maintien de cette voie ou de la nouvelle
possibilite´ offerte par le projet actuellement en discus-
sion.
Quant a` votre amendement pre´ce´dent portant sur les
demandes qui ne sont manifestement pas recevables,
vous prenez l'exemple de la maladie. Je n'ai jamais
donne´ cet exemple.
Les choses sont claires, madame, puisque dans ce
cas-la`, nous avons indique´ qu'il fallait produire un certi-
ficat me´dical qui doit e^tre examine´ par des experts
inde´pendants. Ce n'est qu'alors que la commission rend
un avis.
Il faut lire le texte dans son ensemble, madame.
Avant que les formalite´s ne´cessaires n'aient e´te´ accom-
plies, personne ne peut se prononcer sur le fait qu'il
s'agirait ou non d'une maladie grave. C'est e´vident.
Le pre´sident : La parole est a` Mme Joe¨lle Milquet.
Mme Joe¨lle Milquet (PSC) : Monsieur le pre´sident, ce
sont des pre´cisions qui ont leur importance pour le
rapport.
Le pre´sident : Le vote sur l'amendement et l'article est
re´serve´.
De stemming over het amendement en het artikel wordt
aangehouden.
- L'article 16 est adopte´.
- Artikel 16 wordt aangenomen.
L'amendement n° 64 de Mme Annemie Van de Casteele
et M. Karel Van Hoorebeke tend a` ajouter un article 16bis
(nouveau).
58
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
Amendement nr. 64 van mevrouw Annemie Van de
Casteele en de heer Karel Van Hoorebeke wil een artikel
16bis (nieuw) toevoegen. (234/4)
De heer Karel Van Hoorebeke heeft het woord.
De heer Karel Van Hoorebeke (VU&ID) : Mijnheer de
voorzitter, in dat verband verwijs ik naar de verantwoor-
ding bij het amendement.
Le pre´sident : La parole est au ministre.
M. Antoine Duquesne, ministre : Monsieur le pre´sident,
je me re´fe`re a` la re´ponse que j'ai donne´e en commission.
Le pre´sident : Le vote sur l'amendement est re´serve´.
De stemming over het amendement wordt aangehouden.
- L'article 17 est adopte´.
- Artikel 17 wordt aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur les
amendements, l'intitule´ et les articles re´serve´s ainsi que
sur l'ensemble aura lieu ulte´rieurement.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten. De stemming
over de aangehouden amendementen, het aangehouden
opschrift en de aangehouden artikelen en over het ge-
heel zal later plaatsvinden.
Avant de clo^turer la se´ance, puisque qui aime bien cha^tie
bien, puis-je faire remarquer a` vos tre`s bons soins,
monsieur le ministre, que je serais assez sensible au fait
que les textes soient dore´navant tre`s bien e´crits, e´gale-
ment en ne´erlandais ? Je vous le dis en franc¸ais. Le cas
e´che´ant, les re´fe´rences a` des circulaires devraient e´ga-
lement e^tre pre´cise´es, e´le´ment que la commission n'a
pas amende´ : elle a parle´ de
textes corrige´s.
Je me permets cette amicale observation a` M. le minis-
tre.
Ik hoop dat u dit in de toekomst niet vergeet, mijnheer de
minister.
Tot slot wens ik de leden te danken die hun amendemen-
ten hebben ingetrokken.
De vergadering is gesloten.
La se´ance est leve´e.
- De vergadering wordt gesloten om 21.25 uur. Volgende
plenaire vergadering donderdag 25 november 1999 om
14.15 uur.
- La se´ance est leve´e a` 21.25 heures. Prochaine se´ance
ple´nie`re jeudi 25 novembre 1999 a` 14.15 heures.
HA 50
PLEN 017
59
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
60
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
BIJLAGE
ANNEXE
PLENAIRE VERGADERING
SEANCE PLENIERE
WOENSDAG 24 NOVEMBER 1999
MERCREDI 24 NOVEMBRE 1999
INTERNE BESLUITEN
DE
uCISIONS INTERNES
COMMISSIES
Samenstelling
Volgende toevoeging werd door de VU&ID-fractie
voorgesteld :
C
ONTROLECOMMISSIE BETREFFENDE DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE
B
OEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN
Plaatsvervangers
Mevrouw Els Van Weert toevoegen.
Beslissingen
Overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van de wet van
6 april 1995 houdende inrichting van de parlementaire
overlegcommissie bedoeld in artikel 82 van de Grondwet
en tot wijziging van de gecoo¨rdineerde wetten op de
Raad van State, heeft de parlementaire overlegcommis-
sie in haar vergadering van 23 november 1999 de
volgende beslissingen genomen :
- overeenkomstig artikel 12, § 2, van de wet van 6 april
1995 houdende inrichting van de parlementaire overleg-
commissie bedoeld in artikel 82 van de Grondwet en tot
wijziging van de gecoo¨rdineerde wetten op de Raad van
State en met toepassing van artikel 80 van de Grondwet
heeft de commissie de termijnen bepaald waarbinnen de
Senaat zich moet uitspreken over de volgende wetson-
twerpen, waarvoor de regering de spoedbehandeling
heeft gevraagd :
a) voor het wetsontwerp houdende oprichting van het
Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedsel-
keten (nr.232/1-1999/2000) : de commissie heeft beslist
de evocatietermijn op 5 dagen en de onderzoekstermijn
op 25 dagen vast te stellen;
b) voor het wetsontwerp tot toekenning van een vermin-
dering van de persoonlijke bijdragen van sociale zeke-
rheid aan werknemers met lage lonen (nr.256/1-
1999/2000) :
de
commissie
heeft
beslist
de
evocatietermijn op 5 dagen en de onderzoekstermijn op
20 dagen vast te stellen.
Ter kennisgeving
COMMISSIONS
Composition
L'ajout suivant a e´te´ propose´ par le groupe VU&ID :
C
OMMISSION DE CONTRO
^ LE DES DE
´ PENSES E
´ LECTORALES ET DE LA
C
OMPTABILITE
´ DES PARTIS POLITIQUES
Membres supple´ants
Ajouter Mme Els Van Weert.
De´cisions
Conforme´ment a` l'article 14, aline´a 1er, de la loi du 6 avril
1995 organisant la commission parlementaire de con-
certation pre´vue a` l'article 82 de la Constitution et modi-
fiant les lois coordonne´es sur le Conseil d'Etat, la com-
mission parlementaire de concertation a pris les
de´cisions suivantes en sa re´union du 23 novembre
1999 :
- conforme´ment a` l'article 12, § 2, de la loi du 6 avril 1995
organisant la commission parlementaire de concertation
pre´vue a` l'article 82 de la Constitution et modifiant les lois
coordonne´es sur le Conseil d'Etat et en application de
l'article 80 de la Constitution, la commission a de´termine´
les de´lais dans lesquels le Se´nat aura a` se prononcer sur
les projets de loi suivants, pour lesquels le gouvernement
a demande´ l'urgence :
a) pour le projet de loi relatif a` la cre´ation d'une Agence
fe´de´rale
pour
la
se´curite´
alimentaire
(n°232/1-
1999/2000) : la commission a de´cide´ de fixer le de´lai
d'e´vocation a` 5 jours et le de´lai d'examen a` 25 jours;
b) pour le projet de loi visant a` octroyer une re´duction des
cotisations personnelles de se´curite´ sociale aux travail-
leurs salarie´s ayant un bas salaire (n° 256/1-1999/2000) :
la commission a de´cide´ de fixer le de´lai d'e´vocation a` 5
jours et le de´lai d'examen a` 20 jours.
Pour information
HA 50
PLEN 017
61
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
INTERPELLATIEVERZOEKEN
Ingekomen
1. mevrouw Alexandra Colen tot de minister van Consu-
mentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over
de
abortuspil RU.486
.
(nr. 151 - omgewerkt in mondelinge vraag)
2. mevrouw Frieda Brepoels tot de minister van Sociale
Zaken en Pensioenen over
het fonds voor collectieve
uitrustingen en diensten
.
(nr. 152 - verzonden naar de commissie voor de Volks-
gezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke
Hernieuwing)
3. de heer Alfons Borginon tot de vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid over
het grootstedenbe-
leid van regeringscommissaris Charles Picque´
.
(nr. 153 - verzonden naar de commissie voor de Binnen-
landse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar
Ambt)
4. mevrouw Joe¨lle Milquet tot de minister van Ambtena-
renzaken en Modernisering van de openbare besturen
over
de algemene beginselen van de overheidsdienst.
(nr. 154 - omgewerkt in mondelinge vraag)
5. de heer Joos Wauters tot de minister van Consumen-
tenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over
de situa-
tie
van
gebrevetteerde
en
gediplomeerde
verpleegkundigen
.
(nr. 155 - verzonden naar de commissie voor de Volks-
gezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke
Hernieuwing)
6. mevrouw Joe¨lle Milquet tot de minister van Binnenlan-
dse Zaken over
de rechten van de inwoners van de
gemeenten met een bijzonder taalstatuut
.
(nr. 156 - verzonden naar de commissie voor de Binnen-
landse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar
Ambt)
7. de heer Guido Tastenhoye tot de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken over
de mogelijke
oprichting van een Europese defensiemacht
.
(nr. 157 - omgewerkt in mondelinge vraag)
8. de heer Jean-Pol Poncelet tot de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken over
de onderteke-
ning en bekrachtiging van het Kaderverdrag inzake de
bescherming van nationale minderheden
.
(nr. 158 - verzonden naar de commissie voor de Buiten-
landse Betrekkingen)
DEMANDES D'INTERPELLATION
Demandes
1. Mme Alexandra Colen a` la ministre de la Protection de
la
consommation,
de
la
Sante´
publique
et
de
l'Environnement sur
la pilule abortive RU.486.
(n° 151 - transforme´e en question orale)
2. Mme Frieda Brepoels au ministre des Affaires sociales
et des Pensions sur
le fonds des e´quipements et
services collectifs
.
(n° 152 - renvoi a` la commission de la Sante´ publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Socie´te´)
3. M.
Alfons Borginon a` la vice-premie`re ministre et
ministre de l'Emploi sur
la politique des grandes villes du
commissaire du gouvernement Charles Picque´
.
(n° 153 - renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des
Affaires ge´ne´rales et de la Fonction publique)
4. Mme Joe¨lle Milquet au ministre de la Fonction publique
et de la Modernisation de l'administration sur
les princi-
pes ge´ne´raux de la Fonction publique
.
(n° 154 - transforme´e en question orale)
5. M. Joos Wauters a` la ministre de la Protection de la
consommation,
de
la
Sante´
publique
et
de
l'Environnement sur
la situation des infirmiers brevete´s
et gradue´s
.
(n° 155 - renvoi a` la commission de la Sante´ publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Socie´te´)
6. Mme Joe¨lle Milquet au ministre de l'Inte´rieur sur
les
droits des habitants des communes a` statut linguistique
spe´cial
.
(n° 156 - renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des
Affaires ge´ne´rales et de la Fonction publique)
7. M.
Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et
ministre des Affaires e´trange`res sur
la cre´ation e´ven-
tuelle d'une force de de´fense europe´enne
.
(n° 157 - transforme´e en question orale)
8. M.
Jean-Pol Poncelet au vice-premier ministre et
ministre des Affaires e´trange`res sur
la signature et la
ratification de la Convention-cadre pour la protection des
minorite´s
.
(n° 158 - renvoi a` la commission des Relations
exte´rieures)
62
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
9. de heer Olivier Maingain tot de minister van Binnen-
landse Zaken over
de toepassing van de wetten op het
gebruik van de talen in bestuurszaken in de gemeenten
met een bijzonder taalstatuut
.
(nr. 159 - verzonden naar de commissie voor de Binnen-
landse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar
Ambt)
10. de heer Vincent Decroly tot de minister van Binnen-
landse Zaken over
de uiterst gevaarlijke behandeling
die de heer Matthew Sellu te beurt is gevallen bij zijn
uitzetting en over de vraag of een dergelijke uitzetting
niet in strijd is met de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens en met de regeringsverklaring
.
(nr. 160 - omgewerkt in mondelinge vraag)
11. de heer Ferdy Willems tot de minister van Consu-
mentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over
het
houden van wilde dieren door particulieren
.
(nr. 161 - verzonden naar de commissie voor de Volks-
gezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke
Hernieuwing)
VOORSTELLEN
Toelating tot drukken
Rgt art 64-2
1. Wetsvoorstel (de dames Jacqueline Herzet en Pier-
rette Cahay-Andre´) tot wijziging van de voorschotten op
en invorderingen van onderhoudsgelden georganiseerd
bij de organieke wet van 8juli1976 betreffende de open-
bare centra voor maatschappelijk welzijn, nr. 264/1.
2. Wetsvoorstel (mevrouw Joe¨lle Milquet) houdende ins-
telling van een familierechtbank, nr. 265/1.
3. Wetsvoorstel (de heer Peter Vanvelthoven en me-
vrouw Magda De Meyer) tot wijziging van de wet van
14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de
voorlichting en bescherming van de consument, hou-
dende invoering van een sperperiode voor het voeren
van reclame voor de kinderfeesten, nr. 266/1.
4. Wetsvoorstel (mevrouw Alexandra Colen) houdende
diverse maatregelen ter bevordering van een veran-
twoorde staatshuishouding, nr. 267/1.
5. Wetsvoorstel (mevrouw Joe¨lle Milquet) tot wijziging
van het Burgerlijk Wetboek inzake adoptie en tot aanvul-
ling van de wet van 31 maart 1987 tot wijziging van een
aantal bepalingen betreffende de afstamming, nr. 268/1.
9. M.
Olivier Maingain au ministre de l'Inte´rieur sur
l'application des lois sur l'emploi des langues en matie`re
administrative dans les communes a` re´gime linguistique
spe´cial
.
(n° 159 - renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des
Affaires ge´ne´rales et de la Fonction publique)
10. M. Vincent Decroly au ministre de l'Inte´rieur sur
le
traitement particulie`rement dangereux inflige´ a` M. Mat-
thew Sellu lors de son expulsion et sur la compatibilite´
d'une telle expulsion avec la de´claration universelle des
droits
de
l'homme
comme
avec
la
de´claration
gouvernementale
.
(n° 160 - transforme´e en question orale)
11. M. Ferdy Willems a` la ministre de la Protection de la
consommation,
de
la
Sante´
publique
et
de
l'Environnement sur
la de´tention d'animaux sauvages
par des particuliers
.
(n° 161 - renvoi a` la commission de la Sante´ publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Socie´te´)
PROPOSITIONS
Autorisation d'impression
Rgt art 64-2
1. Proposition de loi (Mmes Jacqueline Herzet et Pier-
rette Cahay-Andre´) modifiant les avances sur pensions
alimentaires et le recouvrement de ces pensions orga-
nise´s par la loi du 8 juillet 1976 organique des centres
publics d'aide sociale, n° 264/1.
2. Proposition de loi (Mme Joe¨lle Milquet) cre´ant un
tribunal de la famille, n° 265/1.
3. Proposition de loi (M.
Peter Vanvelthoven et Mme
Magda De Meyer) modifiant la loi du 14juillet 1991 sur les
pratiques du commerce et sur l'information et la protec-
tion du consommateur, en vue d'instaurer une pe´riode
d'interdiction de toute campagne publicitaire se re´fe´rant a`
des fe^tes enfantines, n° 266/1.
4. Proposition de loi (Mme Alexandra Colen) portant
diverses mesures visant a` promouvoir la bonne gestion
de l'Etat, n° 267/1.
5. Proposition de loi (Mme Joe¨lle Milquet) modifiant le
Code civil en ce qui concerne l'adoption et comple´tant la
loi du 31 mars 1987 modifiant diverses dispositions
le´gales relatives a` la filiation par un article 121, n° 268/1.
HA 50
PLEN 017
63
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
6. Wetsvoorstel (de heer Servais Verherstraeten) tot
invoering
van
een
federaal
fietsregistratiesysteem,
nr. 270/1.
7. Wetsvoorstel (de heer Gerolf Annemans) ter herinvoe-
ring van abortus in het strafrecht, nr. 271/1.
6. Proposition de loi (M. Servais Verherstraeten) instau-
rant un syste`me fe´de´ral d'immatriculation des bicyclettes,
n° 270/1.
7. Proposition de loi (M. Gerolf Annemans) repe´nalisant
l'avortement, n° 271/1.
64
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
PLENAIRE VERGADERING
SEANCE PLENIERE
WOENSDAG 24 NOVEMBER 1999
MERCREDI 24 NOVEMBRE 1999
MEDEDELINGEN
COMMUNICATIONS
COMMISSIES
Verslagen
Volgende verslagen werden ingediend :
namens
de
commissie
voor
de
Buitenlandse
Betrekkingen,
- door de dames Claudine Drion en Fientje Moerman,
over :
. het voorstel van resolutie van de heren Jean-Pierre
Viseur en Jef Tavernier betreffende het opstarten van
onderhandelingen binnen de Wereldhandelsorganisatie
(nr. 112/5);
. het voorstel van resolutie van de heren Patrick Moriau,
Dirk Van der Maelen en Jean-Marc Delize´e betreffende
de Millennium Round (nr. 188/2);
namens de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de
Algemene Zaken en het Openbaar Ambt,
- door de heer Tony Smets, over het wetsontwerp tot
wijziging van de grenzen tussen de steden Kortrijk en
Menen en de gemeente Wevelgem (nr. 47/2);
- door mevrouw Kristien Grauwels, over :
. het wetsontwerp betreffende de regularisatie van het
verblijf van bepaalde categoriee¨n van vreemdelingen
verblijvend op het grondgebied van het Rijk (nr.234/5);
. het wetsvoorstel van mevrouw Annemie Van de Cas-
teele en de heren Karel Van Hoorebeke en Alfons
Borginon tot wijziging van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf,
de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
(nr.111/3);
namens de commissie voor het Bedrijfsleven, het We-
tenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetens-
chappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en
de Landbouw,
- door de heer Pierre Lano, over het wetsontwerp
betreffende grensoverschrijdende geldoverschrijvingen
(nr. 182/4);
namens de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting,
- door mevrouw Fientje Moerman, over het wetsontwerp
houdende vijfde aanpassing van de algemene uitgaven-
begroting van het begrotingsjaar 1999 (nr. 204/4).
COMMISSIONS
Rapports
Les rapports suivants ont e´te´ de´pose´s :
au nom de la commission des Relations exte´rieures,
- par Mmes Claudine Drion et Fientje Moerman, sur :
. la proposition de re´solution de MM. Jean-Pierre Viseur
et Jef Tavernier relative a` l'ouverture de ne´gociations au
sein de l'Organisation mondiale du commerce (n° 112/5);
. la proposition de re´solution de MM. Patrick Moriau, Dirk
Van der Maelen et Jean-Marc Delize´e sur le Millennium
Round (n° 188/2);
au nom de la commission de l'Inte´rieur, des Affaires
ge´ne´rales et de la Fonction publique,
- par M.
Tony Smets, sur le projet de loi portant
modification de limites entre les villes de Courtrai et de
Menin et la commune de Wevelgem (n° 47/2);
- par Mme Kristien Grauwels, sur :
. le projet de loi relatif a` la re´gularisation de se´jour de
certaines cate´gories d'e´trangers se´journant sur le terri-
toire du Royaume (n°234/5);
. la proposition de loi de Mme Annemie Van de Casteele
et MM. Karel Van Hoorebeke et Alfons Borginon modi-
fiant la loi du 15 de´cembre 1980 sur l'acce`s au territoire,
le se´jour, l'e´tablissement et l'e´loignement des e´trangers
(n°111/3);
au nom de la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions scientifiques
et culturelles nationales, des Classes moyennes et de
l'Agriculture,
- par M.
Pierre Lano, sur le projet de loi relatif aux
virements d'argent transfrontaliers (n°182/4);
au nom de la commission des Finances et du Budget,
- par Mme Fientje Moerman, sur le projet de loi contenant
le cinquie`me ajustement du budget ge´ne´ral des de´pen-
ses de l'anne´e budge´taire 1999 (n° 204/4).
HA 50
PLEN 017
65
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
REGERING
Algemene uitgavenbegroting 1999
In uitvoering van artikel 15 van de gecoo¨rdineerde wetten
op de Rijkscomptabiliteit zendt de vice-eerste minister en
minister van Begroting, bij brieven van 17 november
1999, drie lijsten van herverdelingen der basisallocaties
betreffende het ministerie van Sociale Zaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu.
Verzonden naar de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting
ARBITRAGEHOF
Beroep tot vernietiging
Met toepassing van artikel 76 van de bijzondere wet van
6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de griffier van het
Arbitragehof kennis van het beroep tot vernietiging van
de artikelen 59 en 60 van de wet van 26 maart 1999
betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegen-
heid 1998, ingesteld door de Nationale Confederatie van
het bouwbedrijf.
(rolnummer : 1778)
Ter kennisgeving
Prejudicie¨le vragen
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet van
6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de griffier van het
Arbitragehof kennis van :
- de prejudicie¨le vragen betreffende artikel 50 van het
decreet
van
de
Franse
Gemeenschap
van
4maart1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, gesteld
door de rechtbank van eerste aanleg te Bergen bij vonnis
van 13 oktober 1999, inzake het openbaar ministerie
tegen M. Fevry;
(rolnummer : 1783)
- de prejudicie¨le vraag over de artikelen 24/24, § 1, 24/25,
24/30, § 3, tweede lid, 24/34, §§ 1 en 2, en 24/42, 2°, van
de wet van 27 december 1973 betreffende het statuut
van het personeel van het operationeel korps van de
rijkswacht, gesteld door de Raad van State bij arrest van
13oktober1999, inzake A. Antoine tegen de Belgische
Staat.
(rolnummer : 1791)
Ter kennisgeving
GOUVERNEMENT
Budget ge´ne´ral des de´penses 1999
En exe´cution de l'article 15 des lois coordonne´es sur la
comptabilite´ de l'Etat, le vice-premier ministre et ministre
du Budget transmet, par lettres du 17 novembre 1999,
trois bulletins de redistributions d'allocations de base
concernant le ministe`re des Affaires sociales, de la Sante´
publique et de l'Environnement.
Renvoi a` la commission des Finances et du Budget
COUR D'ARBITRAGE
Recours en annulation
En application de l'article 76 de la loi spe´ciale du 6 janvier
1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de la Cour
d'arbitrage notifie le recours en annulation des articles 59
et 60 de la loi du 26mars1999 relative au plan d'action
belge pour l'emploi 1998 et portant des dispositions
diverses, introduit par la Confe´de´ration nationale de la
construction.
(n° du ro^le : 1778)
Pour information
Questions pre´judicielles
En application de l'article 77 de la loi spe´ciale du 6 janvier
1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de la Cour
d'arbitrage notifie :
- les questions pre´judicielles concernant l'article 50 du
de´cret de la Communaute´ franc¸aise du 4mars1991 relatif
a` l'aide a` la jeunesse, pose´es par le tribunal de premie`re
instance de Mons par jugement du 13 octobre 1999, en
cause du ministe`re public contre M. Fevry;
(n° du ro^le : 1783)
- la question pre´judicielle relative aux articles 24/24, §
1er, 24/25, 24/30, § 3, aline´a 2, 24/34, §§ 1 et 2, et 24/42,
2°, de la loi du 27 de´cembre 1973 relative au statut du
personnel du corps ope´rationnel de la gendarmerie,
pose´e par le Conseil d'Etat par arre^t du 13 octobre 1999,
en cause de A. Antoine contre l'Etat belge.
(n° du ro^le : 1791)
Pour information
66
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
REKENHOF
Boek van opmerkingen
Bij brief van 18 november 1999 zendt de eerste voorzitter
van het Rekenhof, in uitvoering van artikel 180 van de
Grondwet, het deel II (bijvoegsel) van het 147e boek van
opmerkingen over.
Ingediend ter griffie, in de bibliotheek en verzonden naar
de commissie voor de Financie¨n en de Begroting
JAARVERSLAG
Toezichtscomite´ bij de Kruispuntbank
van de sociale zekerheid
Bij brief van 17 november 1999 zendt de voorzitter van
het Toezichtscomite´ bij de Kruispuntbank van de sociale
zekerheid, in uitvoering van artikel 46, 9°, van de wet van
15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van
een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, het activi-
teitenverslag 1999 over.
Ingediend ter griffie en in de bibliotheek
RESOLUTIES
Europees Parlement
Bij brief van 16 november 1999 zendt de secretaris-
generaal van het Europees Parlement de teksten over
van
twee
resoluties
aangenomen
door
deze
vergadering :
1. wetgevingsresolutie over het voorstel voor een besluit
van de Raad tot sluiting van de overeenkomst voor
wetenschappelijke en technologische samenwerking tus-
sen de Europese Gemeenschap en de Volksrepubliek
China;
2. wetgevingsresolutie over het voorstel voor een besluit
van de Raad tot sluiting van de Overeenkomst voor
wetenschappelijke en technologische samenwerking tus-
sen de Europese Gemeenschap en de Republiek
Argentinie¨.
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen en naar het Adviescomite´ voor de Euro-
pese Aangelegenheden
COUR DES COMPTES
Cahier d'observations
Par lettre du 18 novembre 1999, le premier pre´sident de
la Cour des comptes transmet, en exe´cution de l'article
180 de la Constitution, le fascicule II (comple´ment) de
son 147e`me cahier d'observations.
De´po^t au greffe, a` la bibliothe`que et renvoi a` la commis-
sion des Finances et du Budget
RAPPORT ANNUEL
Comite´ de surveillance pre`s la Banque-carrefour
de la se´curite´ sociale
Par lettre du 17 novembre 1999, le pre´sident du Comite´
de surveillance pre`s la Banque-carrefour de la se´curite´
sociale transmet, en exe´cution de l'article 46, 9°, de la loi
du
15
janvier
1990
relative
a`
l'institution
et
a`
l'organisation d'une Banque-carrefour de la se´curite´ so-
ciale, le rapport d'activite´1999.
De´po^t au greffe et a` la bibliothe`que
RE
´ SOLUTIONS
Parlement europe´en
Par lettre du 16 novembre 1999, le secre´taire ge´ne´ral du
Parlement europe´en transmet les textes de deux re´solu-
tions adopte´es par cette assemble´e :
1. re´solution le´gislative sur la proposition de de´cision du
Conseil portant conclusion de l'accord de coope´ration
scientifique et technologique entre la Communaute´ eu-
rope´enne et la Re´publique populaire de Chine;
2. re´solution le´gislative sur la proposition de de´cision du
Conseil concernant la conclusion de l'accord de coope´-
ration scientifique et technique entre la Communaute´
europe´enne et la Re´publique argentine.
Renvoi a` la commission des Relations exte´rieures et au
Comite´ d'avis charge´ de Questions europe´ennes
HA 50
PLEN 017
67
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
VARIA
Rijksinstituut
voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
Bij brief van 18 november 1999 zendt de directeur-
generaal van de dienst voor Geneeskundige Verzorging
van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzeke-
ring 'de handleiding' alsmede 'de farmaceutische kenge-
tallen 1997' over.
Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken
Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers
Bij brief van 10 november 1999 zendt de administrateur-
generaal van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor we-
rknemers de publicatie (N)
De buiten het Rijk opge-
voede kinderen - Dienstjaar 1998
over.
Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken
Intentiehandvest van de jonge parlementsleden
Bij brief van 19 november 1999 zendt de voorzitter van
de Italiaanse Kamer van volksvertegenwoordigers het op
24 september 1999 te Villa Manin goedgekeurde Inten-
tiehandvest van de jonge parlementsleden over.
Ter kennisgeving
DIVERS
Institut national d'assurance maladie-invalidite´
Par lettre du 18 novembre 1999, le directeur ge´ne´ral du
service des Soins de sante´ de l'Institut national
d'assurance maladie-invalidite´ transmet 'le guide de lec-
ture' ainsi que 'les tableaux de bord pharmaceutiques
1997'.
Renvoi a` la commission des Affaires sociales
Office national d'allocations familiales
pour travailleurs salarie´s
Par lettre du 10 novembre 1999, l'administrateur ge´ne´ral
de l'Office national d'allocations familiales pour travail-
leurs salarie´s transmet la publication (N)
De buiten het
Rijk opgevoede kinderen - Dienstjaar 1998
.
Renvoi a` la commission des Affaires sociales
Charte d'intentions des jeunes parlementaires
Par lettre du 19 novembre 1999, le pre´sident de la
Chambre des de´pute´s d'Italie transmet la Charte
d'intentions des jeunes parlementaires, adopte´e le 24
septembre 1999 a` Villa Manin.
Pour information
68
HA 50
PLEN 017
24-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000