B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
Handelingen
Annales
I
NTEGRAAL VERSLAG
VAN DE PLENAIRE VERGADERING
C
OMPTE RENDU INTÉGRAL
DE LA SÉANCE PLÉNIERE
VAN
DU
17-11-1999
17-11-1999
namiddag
après-midi
HA 50
PLEN 015
HA 50
PLEN 015
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Inhoud
Woensdag 17 november 1999, 14.15 uur
PLEN 015
BERICHTEN VAN VERHINDERING
5
ORDRE DES TRAVAUX
5
VOORDRACHT VAN KANDIDATEN-ASSESSOR BIJ DE RAAD
VAN STATE
5
WETSONTWERP EN -VOORSTEL
6
- wetsvoorstel van de heer Yves Leterme tot wijziging van
artikel 105 van de provinciewet (127/1 tot 4)
6
algemene bespreking
6
Spreker : Yves Leterme
bespreking van de artikelen
6
- wetsontwerp betreffende steunmaatregelen ten gunste
van landbouwbedrijven getroffen door de dioxinecrisis
(212/1 tot 10)
7
Sommaire
Mercredi 17 novembre 1999, 14.15 heures
PLEN 015
EXCUSE
´ S
5
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN
5
PRE
´ SENTATION DE CANDIDATS ASSESSEURS AU CONSEIL
D'ETAT
5
PROJET ET PROPOSITION DE LOI
6
- proposition de loi de M. Yves Leterme modifiant l'article
105 de la loi provinciale (127/1 a` 4)
6
discussion ge´ne´rale
6
Orateur : Yves Leterme
discussion des articles
6
- projet de loi relatif a` des mesures d'aide en faveur
d'entreprises agricoles touche´es par la crise de la dioxine
(212/1 a` 10)
7
2
HA 50
PLEN 015
AGALEV-ECOLO
:
Anders gaan leven / Ecologistes conférés pour l'Organisation de luttes originales
CVP
:
Christelijke Volkspartij
FN
:
Front National
PRL FDF MCC
:
Parti Réformateur libéral - Front démocratique francophone - Mouvement du citoyens pour le changement
PS
:
Parti socialiste
PSC
:
Parti social-chrétien
SP
:
Socialistische Partij
VLAAMS BLOK
:
Vlaams Blok
VLD
:
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
:
Volksunie & ID21
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 50 0000/00 : Documents parlementaires de la 50e
DOC 50 0000/00 : Parlementaire documenten van de 50e zittingsperiode +
législature, suivi du n° et dy n° consécutif
het nummer en het volgnummer
QRVA
: Question et Réponses écrites
QRVA
: Schriftelijke Vragen en Antwoorden
HA
: Annales (Compte Rendu intégral)
HA
: Handelingen (Beknopt Verslag)
CRA
: Compte Rendu Analitique
BV
: Beknopt Verslag
PLEN
: Séance plénière
PLEN
: Plenum vergadering
COM
: Réunion de commission
COM
: Commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officiele publicaties, van de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes :
Bestellingen :
Place de la Nation, 1008 Bruxelles
Natieplein, 1008 Brussel
Fax : 02/549 82 60
Fax : 02/549 81 60
Tél. : 02/549 82 74
Tel. : 02/549 82 74
www.laChambre.be
www.deKamer.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
algemene bespreking
7
Sprekers : Jacques Chabot, rapporteur, Yves Lete-
rme
, Richard Fournaux, Arnold Van Aperen, Jos
Ansoms
, Muriel Gerkens, Hugo Coveliers, Koen
Bultinck
, Charles Michel, Frieda Brepoels, Trees
Pieters
, Henk Verlinde, Jaak Gabriels, minister van
Landbouw en Middenstand
bespreking van de artikelen
33
BIJLAGE
39
INTERNE BESLUITEN
39
INTERPELLATIEVERZOEKEN
39
INGEKOMEN
39
INGETROKKEN
40
VOORSTELLEN
40
TOELATING TOT DRUKKEN
40
MEDEDELINGEN
42
COMMISSIE
42
VERSLAG
42
REGERING
42
ALGEMENE UITGAVENBEGROTING 1999
42
ARBITRAGEHOF
42
PREJUDICIE
¨ LE VRAAG
42
REKENHOF
43
OPMERKINGEN BETREFFENDE EEN BERAADSLAGING VAN DE
MINISTERRAAD
43
ONTWERP VAN BEGROTING VOOR HET JAAR 2000
43
RESOLUTIES
43
EUROPEES PARLEMENT
43
MOTIE
44
discussion ge´ne´rale
7
Orateurs : Jacques Chabot, rapporteur, Yves Lete-
rme
, Richard Fournaux, Arnold Van Aperen, Jos
Ansoms
, Muriel Gerkens, Hugo Coveliers, Koen
Bultinck
, Charles Michel, Frieda Brepoels, Trees
Pieters
, Henk Verlinde, Jaak Gabriels, ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes
discussion des articles
33
ANNEXE
39
DE
´ CISIONS INTERNES
39
DEMANDES D'INTERPELLATION
39
DEMANDES
39
RETRAITS
40
PROPOSITIONS
40
AUTORISATION D'IMPRESSION
40
COMMUNICATIONS
42
COMMISSION
42
RAPPORT
42
GOUVERNEMENT
42
BUDGET GE
´ NE
´ RAL DES DE
´ PENSES 1999
42
COUR D'ARBITRAGE
42
QUESTION PRE
´ JUDICIELLE
42
COUR DES COMPTES
43
OBSERVATIONS CONCERNANT UNE DE
´ LIBE
´ RATION DU CONSEIL
DES MINISTRES
43
PROJET DE BUDGET DE L'ETAT POUR L'ANNE
´ E 2000
43
RE
uSOLUTIONS
43
PARLEMENT EUROPE
´ EN
43
MOTION
44
HA 50
PLEN 015
3
17-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
4
HA 50
PLEN 015
17-11-1999
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
SE´ANCE PLE´NIE`RE
PLENAIRE VERGADERING
du
van
MERCREDI 17 NOVEMBRE 1999
WOENSDAG 17 NOVEMBER 1999
14.15 heures
14.15 uur
De vergadering wordt geopend om 14.17 uur door de
heer Herman De Croo, Kamervoorzitter.
La se´ance est ouverte a` 14.17 heures par M. Herman De
Croo
, pre´sident de la Chambre.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de
minister van de federale regering :
Ministre du gouvernement fe´de´ral pre´sent lors de l'ouver-
ture de la se´ance :
Duquesne.
De voorzitter : De vergadering is geopend.
La se´ance est ouverte.
Een reeks interne besluiten en mededelingen moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in de
bijlage bij de handelingen van deze vergadering opgeno-
men worden.
Une se´rie de de´cisions internes et de communications
doivent e^tre porte´es a` la connaissance de la Chambre.
Elles seront reprises en annexe des annales de cette
se´ance.
Berichten van verhindering
Excuse´s
Marilou Van den Poel-Welkenhuysen, wegens ambts-
plicht / pour obligation de mandat;
Jose´ Canon, wegens ziekte / pour raison de sante´;
Dirk Van der Maelen, met zending / en mission;
Stef Goris, Westeuropese Unie / Union de l'Europe
occidentale;
Pierre Chevalier, Rik Daems, Louis Michel, Jef Valke-
niers, buitenslands / a` l'e´tranger.
Ordre des travaux
Regeling van de werkzaamheden
De voorzitter : Overeenkomstig het advies van de Con-
ferentie van voorzitters stel ik u voor de benoeming van
de leden van het Vast Comite´ van toezicht op de politie-
diensten in te schrijven op de agenda van de plenaire
vergadering van morgen.
Conforme´ment a` l'avis de la Confe´rence des pre´sidents,
je vous propose d'inscrire la nomination des membres du
Comite´ permanent de contro^le des services de police a`
l'ordre du jour de la se´ance ple´nie`re de demain.
Geen bezwaar ? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation ? (Non)
Il en sera ainsi.
Pre´sentation de candidats assesseurs
au Conseil d'Etat
Voordracht van kandidaten-assessor
bij de Raad van State
Le pre´sident : La liste triple de candidats pre´sente´s par
le Conseil d'Etat en vue de la nomination a` une fonction
d'assesseur (F) devenue vacante, vous a e´te´ communi-
que´e au cours de la se´ance ple´nie`re du 21 octobre 1999.
Il s'agit de :
- premier candidat : M. Jean-Michel Favresse, professeur
ordinaire a` la Faculte´ de droit de l'ULB, assesseur aupre`s
de la section de le´gislation du Conseil d'Etat;
- deuxie`me candidat : M. Georges Vandersanden, pro-
fesseur ordinaire a` la Faculte´ de droit de l'ULB, avocat au
barreau de Bruxelles;
HA 50
PLEN 015
5
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
- troisie`me candidat : M. Michel Dispersyn, professeur
ordinaire a` la Faculte´ de droit de l'ULB.
Etant donne´ que la pre´sentation n'est pas unanime,
l'article 70, § 1er, aline´a 7 des lois sur le Conseil d'Etat,
coordonne´es le 12 janvier 1973, modifie´ par la loi du 8
septembre 1997, est d'application :
En l'absence d'una-
nimite´, la Chambre des repre´sentants peut soit confirmer
la liste pre´sente´e par le Conseil d'Etat, soit pre´senter une
deuxie`me liste de trois noms qui fait l'objet d'une moti-
vation formelle
.
Je vous propose de confirmer la liste pre´sente´e par le
Conseil d'Etat.
Pas d'observation ? (Non)
Il en sera ainsi.
De drievoudige lijst van de kandidaten voorgedragen
door de Raad van State in het vooruitzicht van de
benoeming tot een ambt van assessor (F) dat vacant is
geworden, werd u meegedeeld tijdens de plenaire ver-
gadering van 21 oktober 1999.
Het gaat om :
- eerste kandidaat : de heer Jean-Michel Favresse, ge-
woon hoogleraar aan de Faculteit rechten van de ULB,
assessor bij de afdeling wetgeving van de Raad van
State;
- tweede kandidaat : de heer Georges Vandersanden,
gewoon hoogleraar aan de Faculteit rechten van de ULB,
advocaat bij de balie van Brussel;
- derde kandidaat : de heer Michel Dispersyn, gewoon
hoogleraar aan de Faculteit rechten van de ULB.
Aangezien de voordracht niet unaniem is, is artikel 70,
§ 1, lid 7 van de wetten op de Raad van State, gecoo¨r-
dineerd op 12 januari 1973, zoals gewijzigd door de wet
van 8 september 1997, van toepassing :
Indien er geen
eenparigheid van stemmen is kan de Kamer van volks-
vertegenwoordigers hetzij de door de Raad van State
voorgedragen lijst bevestigen, hetzij een tweede lijst met
drie namen die uitdrukkelijk wordt gemotiveerd, voordra-
gen
.
Ik stel u voor de door de Raad van State voorgedragen
lijst te bevestigen.
Geen bezwaar ? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Projet et proposition de loi
Wetsontwerp en -voorstel
Le pre´sident : L'ordre du jour appelle la discussion de la
proposition de loi de M. Yves Leterme modifiant
l'article 105 de la loi provinciale (127/1 a` 4)
.
Aan de orde is de bespreking van het wetsvoorstel van
de heer Yves Leterme tot wijziging van artikel 105 van
de provinciewet (127/1 tot 4)
.
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
Mevrouw Marilou Van den Poel-Welkenhuysen, rappor-
teur, verwijst naar het schriftelijk verslag.
De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, vooraleer dieper in te
gaan op de inhoud van mijn wetsvoorstel wens ik een
aantal bemerkingen te maken.
Ik betreur dat onder uw voorzitterschap geen einde is
gekomen aan de simultane commissievergaderingen en
plenaire vergaderingen. Een dergelijke regeling van de
werkzaamheden komt de deelname aan de debatten
zeker niet ten goede. De CVP is niet gebrand op dit soort
continui¨teit.
Bovendien betreur ik dat de nieuwe en jonge kamerleden
die het initiatief hebben genomen om een werkgroep op
te richten inzake de herwaardering van de parlementaire
werkzaamheden, het laten afweten. Stoere verklaringen
terzake afleggen in de media blijkt gemakkelijker te zijn.
Het zou beter zijn dat ze de daad bij het woord voegen.
Mijnheer de voorzitter, collega's, dit wetsvoorstel is be-
langrijk omdat het door de oppositie werd ingediend. Het
toont de meerderheid de te volgen weg om goede wetten
te maken. De CVP hoopt dat dit wetsvoorstel tot voor-
beeld zal strekken.
Ik dank de minister, de leden van de bevoegde commis-
sie en de diensten voor hun efficie¨ntie.
Het wetsvoorstel behandelt geen breed maatschappelijk
probleem maar zet een fout recht. Dat in onze wetgeving
heel wat fouten zijn geslopen, werd reeds een aantal
keren vastgesteld. De legistieke kwaliteit van ons werk is
niet altijd optimaal. Het is de hoogste tijd dat we samen
initiatieven nemen die dit euvel uit de weg ruimen.
Le pre´sident : La discussion ge´ne´rale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons a` la discussion des articles.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan.
Le texte adopte´ par la commission sert de base a` la
discussion des articles. (Rgt 66, 4)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking van de artikelen. (Rgt 66, 4) (127/4)
6
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
L'intitule´ a e´te´ modifie´ par la commission en
proposition
de loi modifiant l'article 105 de la loi provinciale et
abrogeant l'article 6 de la loi du 4 mai 1999 modifiant la
loi provinciale et la nouvelle loi communale
.
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in
wets-
voorstel tot wijziging van artikel 105 van de provinciewet
en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 4 mei 1999
tot wijziging van de provinciewet en van de nieuwe
gemeentewet
.
- Les articles 1 a` 4 sont adopte´s article par article.
- De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangeno-
men.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensem-
ble aura lieu ulte´rieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over het geheel zal later plaatsvinden.
L'ordre du jour appelle la discussion du projet de loi
relatif a` des mesures d'aide en faveur d'entreprises
agricoles touche´es par la crise de la dioxine
(212/1 a` 10)
.
Aan de orde is de bespreking van het wetsontwerp
betreffende steunmaatregelen ten gunste van land-
bouwbedrijven
getroffen
door
de
dioxinecrisis
(212/1 tot 10).
De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
verwijzend naar toezeggingen van de minister tijdens de
bespreking in de commissie, dring ik erop aan dat het
document dat ons was beloofd, belofte die met zoveel
woorden op bladzijde 65 van het schriftelijk verslag van
rapporteur Chabot is uitgeschreven, wordt rondgedeeld.
Ik pleit ervoor enkele minuten de tijd te krijgen om dat
document te kunnen doornemen.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de voorzitter, ik moet
de heer Leterme ontgoochelen in zijn vraag naar de
definitieve teksten, aangezien zij op de Ministerraad nog
niet werden behandeld. Ik heb wel een overzicht van wat
er precies aan ministerie¨le of koninklijke besluiten zullen
volgen, met de beschrijving ervan. Graag stel ik deze
tekst ter beschikking van de leden. Daarmee hebben zij
een juist overzicht van de komende maatregelen.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
verzoek u deze nota te laten ronddelen zodat de leden
ervan kennis kunnen nemen.
De voorzitter : Het document zal op alle banken worden
rondgedeeld.
De algemene bespreking is geopend.
La discussion ge´ne´rale est ouverte.
La parole est a` M. Jacques Chabot, rapporteur.
M. Jacques Chabot (PS), rapporteur : Monsieur le pre´-
sident, monsieur le ministre, chers colle`gues, la commis-
sion de l'Economie, de la Politique scientifique, de l'Edu-
cation,
des
Institutions
scientifiques
et
culturelles
nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture
s'est re´unie les 3, 4 et 9 novembre derniers pour analyser
le projet de loi relatif a` des mesures d'aide en faveur
d'entreprises agricoles touche´es par la crise de la
dioxine.
Dans son expose´ introductif, le ministre Gabriels nous a
pre´sente´ les dernie`res donne´es chiffre´es de´montrant que
la crise de la dioxine e´tait de´sormais sous contro^le.
Le gouvernement pre´ce´dent a pris un certain nombre de
mesures visant a` indemniser les producteurs de viandes
bovines, porcines et de volaille sous forme d'avances
re´cupe´rables.
Par de´cision du 13 octobre 1999, la Commission euro-
pe´enne a autorise´ la conversion de ces avances en
indemnite´s de´finitives. Ces indemnite´s repre´sentent un
montant total de l'ordre de 5 a` 6 milliards et ne pre´jugent
pas des comple´ments d'indemnite´s alloue´s a` la suite de
l'introduction de demandes individuelles fonde´es notam-
ment sur le pre´judice e´conomique encouru par les entre-
prises agricoles.
L'octroi d'une aide fe´de´rale se fonde sur les prix re´els
moyens des produits en cause, pratique´s par les pays
voisins au moment de la crise. Le Conseil d'Etat n'a
formule´ aucune objection de principe a` l'e´gard du projet
et les re´gions l'ont approuve´. Les arre^te´s royaux pris en
exe´cution du projet de loi seront communique´s au parle-
ment. Le commissaire du gouvernement, M. Willockx,
nous a de´clare´ dans son expose´ que le projet de loi a e´te´
notifie´ a` la Commission europe´enne le 25 octobre der-
nier.
Les arre^te´s d'exe´cution de la loi feront l'objet d'une
concertation entre le gouvernement et les re´gions et
seront communique´s aux autorite´s europe´ennes.
La Commission europe´enne ayant admis que la crise de
la dioxine e´tait assimilable a` un e´ve´nement extraordi-
naire au sens de l'article 87, 3C, du Traite´ de Rome,
l'indemnisation des ope´rateurs e´conomiques le´se´s est
susceptible de s'e´lever a` 100% du pre´judice encouru.
L'impact budge´taire global, a` l'e´chelon fe´de´ral, de la crise
est actuellement e´value´ a` 25 milliards de francs. Ce
montant sera re´e´value´ en fonction des stocks bloque´s a`
HA 50
PLEN 015
7
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jacques Chabot
l'inte´rieur
des
frontie`res
et
des
effets
macro-
e´conomiques sur les recettes de l'Etat. La Banque natio-
nale estime ces derniers a` environ 0,6% du produit
inte´rieur brut. Cet impact sera impute´ sur le budget 1999.
Le projet de loi renforce la base le´gale du re´gime des
rachats et le Conseil d'Etat a reconnu la compe´tence des
autorite´s fe´de´rales en cette matie`re.
Dans la discussion ge´ne´rale, plusieurs intervenants ont
insiste´ sur la ne´cessite´ d'un examen rapide du projet de
loi, eu e´gard aux circonstances difficiles ve´cues par les
entreprises agro-alimentaires. Certains ont mis l'accent
sur la ne´cessite´ d'allouer une indemnisation comple`te a`
tous les ope´rateurs pre´judicie´s par la contamination a` la
dioxine.
Le proble`me des entreprises mixtes, la ne´cessite´ d'orga-
niser une concertation avec les re´gions afin de s'assurer
que les aides soient e´quitablement re´parties, les crite`res
impose´s en matie`re d'inde´pendance e´conomique et fi-
nancie`re, la cotisation de solidarite´ perc¸ue au sein de la
chai^ne alimentaire, les risques de cumul d'indemnite´s
sont autant de points importants souleve´s dans la dis-
cussion.
Plusieurs commissaires ont aussi demande´ que soit joint
au projet le protocole conclu entre l'Etat et l'Association
belge des banques. L'attention a e´te´ porte´e sur le fait
qu'apporter la preuve d'un lien direct de causalite´ entre la
crise de la dioxine et le dommage encouru est relative-
ment complexe.
D'autres intervenants ont justifie´ la me´thode de travail
applique´e par le gouvernement et la ne´cessite´ d'une
certaine solidarite´. Les proble`mes du secteur laitier, de la
subrogation de l'Etat dans les droits des entreprises, de
l'octroi d'indemnite´s lie´es au dommage re´ellement subi et
des pouvoirs accorde´s au Roi par le projet, ont e´gale-
ment e´te´ aborde´s.
Enfin, il a e´te´ souligne´ que les entreprises ne devraient
pas cumuler les indemnite´s et les interventions et que
l'ensemble du dispositif d'indemnisation e´tait soumis a` la
Commission europe´enne.
Aux multiples questions techniques pose´es, le ministre
de l'Agriculture a fourni les pre´cisions suivantes.
Le projet de loi re`gle le cadre le´gislatif pour l'octroi
d'indemnite´s mais la me´thodologie devra e^tre concre´-
tise´e par arre^te´s royaux. Le but du projet reste la
re´paration inte´grale des dommages subis.
Les premie`res indemnite´s seront sans doute verse´es
avant la fin de cette anne´e mais tous les dossiers
(quelque 20 000 pour le moment) ne pourront pas e^tre
traite´s comple`tement a` cette date.
S'il n'est pas e´vident de pre´ciser qui sera indemnise´, il
convient de s'assurer que lors de l'examen des dossiers,
des indemnite´s indues ne soient pas verse´es. L'indem-
nisation inte´grale du dommage ne peut donc e^tre appli-
que´e de manie`re line´aire. On lui pre´fe´rera une indemni-
sation phase´e.
La loi doit entrer en vigueur dans les plus brefs de´lais et
les pouvoirs de´volus au Roi lui sont confe´re´s par la loi. Le
parlement sera tenu informe´ de fac¸on permanente de
l'e´tat d'avancement et de la teneur des arre^te´s d'exe´cu-
tion.
Le ministre a encore souligne´ qu'en principe, les indem-
nite´s seront imposables.
La Banque nationale est dispose´e a` fournir les fonds
ne´cessaires et on pourrait, le cas e´che´ant, faire appel au
BIRB, qui a une longue expe´rience en la matie`re. Il s'agit
actuellement d'un montant de 1,8 milliard de francs mais
les chiffres exacts ont e´te´ joints en annexe du rapport.
Le
Front Agro devra informer ses membres des moda-
lite´s de versement des aides.
Le commissaire du gouvernement a pre´cise´ quant a` lui
que la cotisation de solidarite´ visait a` alle´ger la charge
pesant sur les contribuables en mettant le secteur me^me
a` contribution.
Le gouvernement espe`re que le syste`me pourra fonction-
ner sur une base volontaire mais n'exclut pas de le
rendre obligatoire si ne´cessaire. Il faut e´galement savoir
que c'est le secteur lui-me^me qui a demande´ de n'indem-
niser que les entreprises autonomes.
Les avances verse´es aux e´leveurs ne devront pas e^tre
rembourse´es. Elles seront de´duites des montants dus en
vertu du projet de loi.
De plus, il n'est plus ne´cessaire de conclure un accord de
coope´ration avec les re´gions puisque les gouvernements
concerne´s ont donne´ leur accord au projet.
Enfin, le commissaire du gouvernement a indique´ que le
dommage total est estime´ approximativement a` 25 mil-
liards de francs a` charge du budget fe´de´ral de 1999. Le
dommage e´conomique, abstraction faite du dommage
commercial re´sultant du manque a` gagner, peut e^tre
estime´ a` 5 milliards de francs. Les mesures de rachat
repre´sentent 12 a` 15 milliards et les frais de destruction
5 milliards de francs.
Tous ces montants ne tiennent e´videmment pas compte
d'une perte de revenus de quelque 18 milliards de francs.
Si l'on ajoute cette somme au montant pre´vu de 25
milliards, on arrive a` peu pre`s aux chiffres cite´s par le
manager de crise, M. Chaffart.
8
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jacques Chabot
Il conviendra de pre´voir, en outre, une obligation d'infor-
mation de la part des re´gions afin d'assurer une trans-
parence maximale.
Pour terminer, M. Willockx a encore ajoute´ que les taux
des cre´dits de soudure e´taient infe´rieurs de 1% aux taux
pratique´s sur le marche´, que le projet est e´videmment lie´
au projet de loi relatif a` la se´curite´ alimentaire et que le
syste`me de certification ne sera plus obligatoire. A cet
e´gard, les fabricants d'aliments pour be´tail devront tou-
tefois se soumettre a` des tests PCB.
La commission a ensuite, monsieur le pre´sident, chers
colle`gues, auditionne´ plusieurs repre´sentants des sec-
teurs concerne´s qui avaient demande´ a` e^tre entendus
pour nous exposer leurs proble`mes spe´cifiques.
Il s'agissait de M. Devisch du Boerenbond, de M. Ska de
l'Alliance agricole belge, de M. Champagne des UPA, de
M. Adrians de l'Algemeen Boerensyndicaat, de M. Van
Bosch du NCMV, de M. Bracke du VEVA, de M. Bossuyt,
de M. Boulanger pour les agriculteurs bio et de M. Van de
Walle du Vlaams Agrarisch Centrum.
Ces auditions ont e´te´ suivies d'un bref e´change de vues.
Eu e´gard au grand nombre d'amendements de´pose´s lors
de la discussion des articles, permettez-moi, monsieur le
pre´sident, de me re´fe´rer a` mon rapport e´crit.
Je voudrais cependant focaliser plus spe´cialement l'at-
tention de nos colle`gues sur les amendements qui ont
e´te´ retenus par la commission.
Il s'agit en l'occurrence :
- de l'amendement n° 38 a` l'article 4 pre´sente´ par M. Van
Aperen et d'autres membres des partis de la majorite´
visant a` supprimer la bonification en inte´re^ts comme
forme d'aide possible;
- de l'amendement n° 39 a` l'article 6 de M. Van Aperen et
consorts visant a` ce que les entreprises qui ne travaillent
qu'en partie sous contrat puissent introduire un dossier
d'indemnisation combine´;
- de l'amendement n° 20 a` l'article 7 de Mme Brepoels
pre´voyant que le be´ne´ficiaire renonce e´ventuellement a`
l'aide offerte lorsqu'il a pleinement connaissance du
montant de cette aide;
- de l'amendement n° 37 a` l'article 7 de M. Michel visant
a` garantir un traitement identique aux entreprises qui
n'ont pas encore introduit d'action contre l'Etat a` celles
qui ont de´ja` entrepris une telle proce´dure;
- des amendements n°
s
40 et 41 aux articles 10 et 11 de
M. Van Aperen et consorts portant sur l'alimentation du
Fonds et sur certaines de´ductibilite´s.
Monsieur le pre´sident, monsieur le ministre, chers colle`-
gues, le commissaire du gouvernement M. Willockx nous
a encore fait parvenir, aujourd'hui, quelques pre´cisions
dont je voudrais vous faire part.
Je le cite :
Monsieur le rapporteur, faisant suite a` la
relecture du rapport, pre´cipite´e par la force des choses,
je voudrais vous faire part de deux impre´cisions qui se
sont glisse´es dans mes propos.
Premie`rement, dans la passage
Contribution de solida-
rite´
, lors de la discussion ge´ne´rale, page 19, il est
de´clare´ errone´ment que le secteur des aliments pour
animaux devrait contribuer a` hauteur de 120 millions de
francs. Il s'agit au contraire de 400 millions de francs dont
le secteur a de´ja` promis 120 millions. Les 280 millions
restants devront e^tre apporte´s par le secteur des ali-
ments pour animaux et leurs fournisseurs sur une pe´-
riode de 3 ans.
Ce passage de la discussion ge´ne´rale est d'ailleurs
contradictoire avec ce que j'ai dit plus loin dans le rapport
lors de la discussion des articles.
Deuxie`mement, a` la page 19, sous la rubrique
Evalua-
tion du dommage total
, il est indique´ que ce montant a
effectivement une influence sur les de´penses publiques
globales et sur le pacte de stabilite´. Cette dernie`re
affirmation concerne l'exe´cution du pacte par le pro-
gramme de stabilite´ de la Belgique.
Monsieur le pre´sident, monsieur le ministre, chers colle`-
gues, les dispositions du pre´sent projet, telles qu'amen-
de´es, ont e´te´ adopte´es par la commission par 10 voix
contre 4 et 3 abstentions.
Si vous me le permettez encore, monsieur le pre´sident,
et pour ne pas alourdir notre de´bat, je voudrais sortir
maintenant de mon ro^le de rapporteur pour exprimer
toute la satisfaction de mon groupe a` l'e´gard de cet
important projet.
Comme je l'ai rappele´ lors de la discussion ge´ne´rale,
nous savons tous qu'il est attendu impatiemment par un
secteur agricole lourdement affecte´ par la crise de la
dioxine.
Je me re´jouis a` cet effet de la ce´le´rite´ mais aussi du
se´rieux et du sens de la responsabilite´ qui ont pre´valu
lors de nos de´bats en commission.
Certes, le pre´sent projet doit servir de fondement juridi-
que a` toute une se´rie d'arre^te´s qui constitueront la base
effective des futurs de´dommagements.
De nombreuses questions reste´es en suspens, par la
nature me^me du projet et vu l'urgence, ne trouveront une
solution de´finitive que dans les ne´gociations a` venir avec
la Commission europe´enne.
HA 50
PLEN 015
9
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jacques Chabot
Mais d'ores et de´ja`, le groupe socialiste gage que
celles-ci seront de nature a` apporter a` nos agriculteurs
tous les apaisements attendus. En tout e´tat de cause,
nous suivrons avec vigilance l'e´volution de ce dossier
de´licat et serons attentifs a` ce que toutes les entreprises
le´se´es puissent acce´der aux aides promises, en toute
le´gitimite´ et justice sociale.
De voorzitter : Ik verwelkom de regeringscommissaris
op de tribune.
De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter, wij
begroeten ook alle medewerkers van de minister.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in
de eerste plaats wil ik de heer Chabot danken voor zijn
verslag dat uitgebracht werd op basis van een door de
diensten uitstekend opgestelde schriftelijke weergave
van onze vrij complexe debatten. Deze debatten waren
vrij technisch en het is niet evident om daarvan telkens
een goede schriftelijke weergave op te stellen. Onze
oprechte dank daarvoor.
Ik zal het inhoudelijke debat uit de commissie voor het
Bedrijfsleven niet overdoen. Dat zou immers niets toe-
voegen aan de behandeling van dit belangrijk wetsont-
werp in het parlement. Ik zal mij beperken tot een aantal
politieke kanttekeningen en een tweetal inhoudelijke ele-
menten waarover wij volstrekt ontevreden zijn. Collega
Trees Pieters zal straks nog een aantal andere belang-
rijke elementen bespreken. Uiteraard zullen wij onze
amendementen, die wij blijven aanhouden tot u ze voor
de zoveelste keer zonder veel argumenten wegwuift,
toelichten tijdens de artikelsgewijze bespreking. Zo kun-
nen wij nog even ingaan op een aantal mankementen
van deze wet.
Eerst en vooral wil ik een drietal essentie¨le vaststellingen
met politieke draagwijdte doen. Het is immers belangrijk
dat de betrokkenen, de boeren en de bedrijven, goed
weten wat de volksvertegenwoordiging in het parlement
denkt, zegt en doet in verband met deze zaak.
In de eerste plaats kan men de christen-democraten en
de andere oppositiepartijen niet verwijten dat zij niet
constructief hebben meegewerkt aan de behandeling
van dit wetsontwerp. Het wetsontwerp werd ingediend op
29 oktober. Wij hebben het Allerheiligenverlof gebruikt
om een aantal zaken in te studeren. Daarna zijn we in de
commissie onmiddellijk het debat aangegaan. Het was
onze bedoeling om door te werken en dit af te ronden.
Daarom zijn we blijven zitten, ook toen de meerderheid
niet in aantal was. Pas toen de regering zelf vroeg om
een week uitstel, werden de debatten vertraagd. Men kan
de oppositiepartijen dus niet verwijten dat zij vertragings-
manoeuvres uitgevoerd zouden hebben. Wij hebben
deze houding aangenomen omwille van onze grote be-
zorgdheid voor de individuele boeren die getroffen wer-
den. Zo kon er snel een goede wetgeving tot stand
komen. Wij wilden dat samen met de meerderheid doen,
maar daarin zijn we niet geslaagd.
Mijn eerste vaststelling is dus de positieve houding van
de oppositie. Mijnheer de minister, het siert u dat u dit
erkent.
De tweede vaststelling wordt bewezen in het schriftelijk
verslag. Ik doel namelijk op het totale gebrek aan
betekenisvolle inbreng van de meerderheidsfracties bij
het tot stand komen van dit ontwerp. Ik zal de fracties
even kort overlopen. Bij de SP was de enige uiteenzet-
ting die van de fractieleider die opheldering vroeg over
een probleem in verband met het doorrekenen van
prijzen in de melksector. Dat was hun enige inhoudelijke
inbreng in heel de discussie in de commissie voor het
Bedrijfsleven. Voor het overige kwam er van hen niets.
Blijkbaar bestaat er bij de SP totaal geen interesse voor
de kleine, zwakke boer. Wat de Groenen betreft, hebben
wij moeten vaststellen dat de tussenkomsten van me-
vrouw Gerkens en de heer Vanhoutte beperkt bleven tot
een aantal vragen. Deze vragen klonken echter zo
beschuldigend voor de sector en de betrokken mensen
dat er blijkbaar nauwelijks een antwoord op werd ver-
wacht. Men stelde dat het de schuld van de sector zelf
was en alles werd veralgemeend. Wat de Groenen
betreft, is dit blijkbaar de enige invalshoek van waaruit de
zware schade bij de boeren werd bekeken. Mijnheer
Chabot, het spijt mij, maar op een aantal algemeenheden
na die u aan het einde van de rit uit de betogen van
anderen kon afleiden, heeft de PS eigenlijk geen inbreng
gehad. Wellicht had dit te maken met het feit dat de
problematiek zich iets scherper stelt in een bepaald
landsdeel dan in het andere. Wat de PRL betreft, is er op
een aantal juridische spitsvondigheden na ook nauwe-
lijks een inbreng geweest. Ik maak hier uiteraard abstrac-
tie van het in limine litis - op het einde - mee onderteke-
nen van een aantal amendementen van de heer Van
Aperen die de regering te hulp moesten komen.
Er zijn een aantal interventies geweest van de heer Lano.
Maar de geest waarmee de VLD dit wetsontwerp bena-
derde, werd het best vertolkt op het ogenblik dat de
hoorzittingen werden afgesloten. Op een bepaald mo-
ment heeft de heer Lano een uiteenzetting gehouden
waarin hij het woord janken gebruikte. De uiteenzettingen
van onder meer vertegenwoordigers van de landbouw-
sector en van de verwerkende sector, die pas de woens-
dag werden uitgenodigd voor de hoorzitting van de
donderdagmorgen, werden met goede moed aangevat,
maar de waardering daarvoor werd door de heer Lano
omschreven met het woord janken. Dit is beneden alle
peil. Voor de transparantie van ons werk wil ik dit duidelijk
maken. Er bestaat blijkbaar geen interesse bij de meer-
derheid voor de landbouw en aanverwante sectoren,
enkel voor de stemmen van de landbouwers.
10
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Yves Leterme
De regering heeft inhoudelijk geen sterke indruk ge-
maakt. Bovendien was zij niet bereid om ook maar iets
ten goede aan haar tekst te veranderen. Toen het duide-
lijk werd dat dit ontwerp een aantal zwakheden ver-
toonde, heeft men twee tactische manoeuvres gebruikt.
Allereerst is er de verwijzing naar mogelijke bezwaren
vanuit Europa. Ik heb verwezen in het debat van de
commissie naar de laattijdige notificatie van het ontwerp.
Dit heeft de sereniteit van het debat gehandicapt. Wan-
neer we op een moeilijkheid wezen, soms samen met
mevrouw Pieters of mevrouw Brepoels, kregen we de
repliek dat Europa dit niet zou aanvaarden, zonder dat dit
met nota's of jurisprudentie werd gestaafd.
Mijnheer de minister, op 3 en vooral 4 november, toen we
op zwakheden wezen en u en uw medewerkers waaron-
der de heer Willockx, moesten erkennen dat we een punt
hadden, hebt u zich akkoord verklaard om bepaalde
artikelen opnieuw te bekijken en een aantal amendemen-
ten in de tekst in te lassen om aldus tegemoet te komen
- zo staat het in het verslag - aan een aantal van onze
terechte bezwaren.
Uiteindelijk bleek dat ongeveer niets werd gewijzigd. Wat
ons betreft, was er vanwege de regering geen bereidheid
om dit debat over de partijgrenzen heen te voeren.
Ondanks de voorgeschiedenis en ondanks de ernst van
de problemen in de sector, was er in uw regering geen
bereidheid om samen een goede regeling trachten te
vinden en een goede wet te maken. Ik had een gevoel
van plaatsvervangende schaamte op het ogenblik dat dit
gebrek aan bereidheid duidelijk werd, vooral ten over-
staan van de desbetreffende sectoren. Het was niet de
bedoeling om die voormiddag met de sectoren in debat te
gaan, maar na de hoorzitting, tijdens de namiddag-
vergadering van de commissie en ook nadien, werd op
geen enkele wijze ingegaan op de heel vaak goed
onderbouwde en voorbereide standpunten en opmerkin-
gen die er vanuit de sectoren zijn gekomen.
Erger nog, toen de heer Fournaux op een bepaald
ogenblik een aantal terechte bezwaren van de sector
vertolkte, kwam uw belangrijkste medewerker als ultiem
argument om deze opmerkingen te keren met een
scheldwoord op de proppen. Ik heb in ieder geval de
betiteling Calimero als zodanig begrepen. Toen de heer
Fournaux een aantal argumenten voorlegde die moeilijk
te weerleggen waren, vond de regeringscommissaris er
niet beter op dan de heer Fournaux als ultiem argument
te verwijten een Calimero te zijn. In de plaats van de heer
Fournaux wil ik daaraan nog eens herinneren en daarte-
gen eens te meer heftig protesteren. Dit duidt erop dat de
hoorzitting een maat voor niks was. Als conclusie van
mijn drie vaststellingen luidt het dan dat heel het parle-
mentair debat over dit wetsontwerp door de vooringeno-
men houding van de regering en door de totale onver-
schilligheid vanwege de meerderheid eigenlijk een maat
voor niets is geweest. Natuurlijk komt het sympathiek
over als in de media wordt gepleit voor een nieuwe
verhouding tussen parlement en regering. Natuurlijk
komt het sympathiek over als een aantal jonge collega's,
voor wie ik veel respect heb, pleiten voor een nieuwe
werking voor een serieus te nemen parlement. Jammer
genoeg wordt hier slechts met woorden voor gepleit,
maar bij de bespreking van het eerste belangrijke ont-
werp wordt reeds de kans gemist om te proberen samen
over alle grenzen heen te doen waarvoor wij zijn verko-
zen, namelijk het helpen oplossen van de problemen van
de mensen en het tot stand brengen van goede wetge-
ving.
Uiteindelijk heb ik dan nog een tweetal opmerkingen ten
gronde. Bij de bespreking van de amendementen en in
het betoog van collega Pieters later op de dag zal nog op
andere punten worden ingegaan, maar ik beperk mij nu
tot twee. Het belangrijkste punt is dat door de formulering
van artikel 4 dat hier morgen blijkbaar lijdzaam zal
worden goedgekeurd - in de achterhoede wordt mis-
schien een karwats klaar gehouden - en door het verwer-
pen van elke amendering, afbreuk wordt gedaan aan de
uitdrukkelijke belofte waarmee de boeren maanden wer-
den gepaaid. Ik bedoel dan de volledige schadevergoe-
ding, voor 100%. Mijnheer de minister, ik herhaal uw
woorden van 30 augustus 1999 in het Boudewijnpark te
Brugge : de boeren zouden moeten kunnen verder wer-
ken alsof er nooit een dioxinecrisis is geweest. In de wet
zegt u eigenlijk niets toe, maar spreekt u erover dat de
regering iets kan doen, dat zij de mogelijkheid heeft om
steun te verlenen, volledig of ten dele. U weigert om zich
in de wet te engageren voor een schadevergoeding van
100%. Dit kan niet genoeg worden onderstreept, het kan
niet genoeg worden onderstreept dat dit haaks staat op
uw beloften gedurende maanden. Eigenlijk is dit niet
meer of minder dan volksbedrog.
Toen ik u herinnerde aan uw belofte voor een subsidie¨-
ring met 100% en erop wees dat er tegenspraak bestaat
tussen artikel 4 en de beloften die u hebt gedaan te
Brugge, te Lokeren en elders, heeft de heer Willockx
enigszins vergoelijkend het beeld gebruikt dat u uw nek
had willen uitsteken. Ik vind dit een prachtig beeld. Ik
roep het parlement en de meerderheid op om vandaag
en morgen de nek uit te willen steken. Tegen de woord-
breuk van de regering in hoop ik dat minstens de
volksvertegenwoordiging haar ereschuld tegenover de
sector gestand doet en een schadevergoeding van 100%
zal goedkeuren, onder meer door goedkeuring van het
aangehouden amendement.
In dit kader wil ik u nog een kleine vraag stellen, mijnheer
de minister. Op een bepaald ogenblik hebt u geantwoord
op een vraag van de heer Ansoms naar ik meen. U bent
toen ingegaan op een verzuchting inzake de termijn voor
het indienen van aanvragen voor het verkrijgen van
HA 50
PLEN 015
11
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Yves Leterme
overbruggingskredieten in het kader van het protocol van
25 augustus 1999 en dat was zeer positief. Ook naar uw
oordeel moest de termijn kunnen worden verlengd, zodat
meer landbouwbedrijven in staat zouden worden gesteld
om van deze maatregel te kunnen genieten.
Ik hoor dat er bij de sector te velde, en die uitdrukking is
hier wel toepasselijk, onduidelijkheid bestaat. Hoewel het
reeds in de krant heeft gestaan, weet men nog niet zeker
of de besprekingen met de banken, noch met de Euro-
pese Commissie, succesrijk zijn afgerond en of de uiter-
ste termijn van 1 december effectief met een aantal
maanden werd verlengd. Indien wel, zouden de meest
prangende problemen via overbruggingskredieten kun-
nen worden opgelost. Wij zouden graag zien, en ik vraag
het u in alle openheid, dat u zich hiertoe verbindt.
Ik wil nog even stilstaan bij het probleem van het
begrotingsfonds, dat via dit wetsontwerp wordt opgericht.
De CVP-fractie heeft zich nooit verzet tegen de idee van
een solidaire bijdrage, die ook door de sector zou worden
afgedragen. Wij wensen, als tegenhanger, een volledige
schadevergoeding en een correcte toepassing van de
maatregelen.
De indruk bestaat dat het begrotingsfonds een ideologi-
sche fetisj is geworden, gedragen door partijpolitiek. De
verslaggever heeft er tijdens de bespreking in de com-
missie op gewezen dat het opzet van het begrotings-
fonds erin bestaat om de door de dioxinecrisis veroor-
zaakte schade, die op de rug van de belastingbetaler
wordt geschoven, ook door de sector te laten vergoeden.
Ik wil u erop wijzen dat het begrotingsfonds gestijfd wordt
met 1 miljard frank, terwijl de uiteindelijke schadevergoe-
ding ettelijke miljarden zal bedragen.
Wij stellen bovendien vast dat er over dit begrotingsfonds
allerlei verklaringen worden afgelegd, die een collega
van onze fractie
wartaal heeft genoemd.
Dat klonk toen wat hard, maar als wij de rechtzettingen
bekijken waartoe de regeringscommissaris in zijn verslag
oproept, weten wij dat wij het bij het rechte eind hadden.
U hebt gezegd - dit is ook opgenomen in het wetsont-
werp - dat het begrotingsfonds onder meer gefinancierd
zal worden met vrijwillige en verplichte bijdragen. Voor de
vrijwillige bijdragen wil men het artikel 104 van het
Wetboek van Inkomstenbelastingen toepassen, dat on-
der meer toelaat giften voor Artsen zonder Grenzen van
het belastbaar inkomen af te trekken.
Hoe kan dit op een orthodoxe wijze worden omgezet in
overeenstemming met de begrotingsbevoegdheid van
het parlement en de wetten op de Rijkscomptabiliteit ?
Tijdens de bespreking in de commissie heeft de heer
Willockx gezegd, ik vat het hier ongenuanceerd samen :
Ik ging rond met de schaal en na een eerste ronde zag
ik dat er niet veel was in gevallen, uitzondering gemaakt
voor 1 sector
.
Nadien heeft de heer Willockx onderstreept dat hij de
mensen ertoe wenste aan te sporen vrijwillige bijdragen
te storten met de dreiging op de achtergrond dat, indien
zij verstek zouden geven, zij tot verplichte bijdragen
zouden worden gedwongen, waardoor de fiscale aftrek-
baarheid zou wegvallen. Hier rijst onmiddellijk het pro-
bleem van de bevoegdheid van het parlement om nieuwe
belastingen in te voeren. De heer Willockx verklaarde
daarop dat hij de mensen over de brug zou krijgen door
hen toezeggingen te doen over de aanwending van hun
bijdrage. Men kan zich hierbij de vraag stellen in hoe-
verre een dergelijke bijdrage dan nog vrijwillig is.
De heer Willockx stelt dus voor om aan bepaalde secto-
ren te vragen
vrijwillig 400 miljoen frank in het
begrotingsfonds te storten. Is men niet geneigd dit te
doen, dan zal worden gezwaaid met de belofte om via
een aanpassingsblad 400 miljoen frank op de begroting
van het jaar 2000 te reserveren voor een door de sector
te bepalen doelstelling, bijvoorbeeld marketing. Op die
manier zal worden getracht tegemoet te komen aan de
partijpolitieke afspraken binnen de meerderheid; op die
manier zal men trachten de wet erdoor te duwen.
Collega Tavernier, ik zie u bezorgd en aandachtig luiste-
ren. Uw belangrijkste stokpaardjes in het verleden waren
toch de begrotingsautoriteit van het parlement en het
correcte verloop van de geldstromen van en naar de
overheid.
Wij zullen in de volgende maanden nog uitgebreid op dit
begrotingsfonds terugkomen. In alle duidelijkheid zeg ik
dat wij grote vraagtekens plaatsen achter de orthodoxie
van de uitgetekende plannen.
Wij zullen ervoor zorgen of er alleszins proberen voor te
zorgen - met deze meerderheid wordt dit bijzonder
moeilijk - dat alles correct verloopt.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, voor ons is
dit een legistiek gebrekkig wetsontwerp. Ik zal hierop bij
de bespreking van de amendementen nog terugkomen.
Bovendien staat dit wetsontwerp haaks op de beloften
die aan de sector zijn gedaan. Het is geen goed ontwerp.
Bijgevolg zullen wij het niet goedkeuren, tenzij u nog in
extremis tot inkeer komt en onze amendementen aan-
vaardt.
Le pre´sident : La parole est a` M. Richard Fournaux.
12
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
M. Richard Fournaux (PSC) : Monsieur le pre´sident,
monsieur le ministre, je souhaite e´voquer le projet de loi
en trois volets :
1. aborder trois pre´alables;
2. e´voquer cinq e´le´ments de fond sur lesquels nous
souhaitons attirer une nouvelle fois l'attention du gouver-
nement;
3. mettre en exergue quatre contradictions entre certains
e´le´ments rendus publics et la re´alite´ du projet de loi.
Les pre´alables : comme tout le monde, je voudrais au
nom de mon groupe, me re´jouir de ce que ce projet de loi
voie enfin le jour et, comme M. Leterme l'a dit, confirmer
que nous avons voulu travailler de manie`re essentielle-
ment constructive. Le ministre et le commissaire a` la
dioxine pre´sent a` la tribune peuvent en attester : en
commission, nous avons travaille´ parfois de manie`re a`
assurer le quorum afin que les de´lais que nous nous
e´tions fixe´s pour e´tudier ce projet de loi en quelques jours
puissent e^tre tenus. Je tiens a` insister sur cet e´le´ment,
cela nous change de l'histoire parfois connue dans ce
parlement, voici quelques mois encore.
Au nom de mon groupe mais aussi plus personnelle-
ment, je regrette qu'aucun de nos amendements n'ait e´te´
retenu. C'est assez e´trange d'autant que certains d'entre
eux sont compatibles avec les de´clarations du ministre
ou de certains de ses colle`gues. Je pense notamment a`
l'amendement relatif au principe de l'indemnisation to-
tale. Monsieur le ministre, je vous confirme que nous
avons voulu re´introduire en se´ance ple´nie`re, pour le
principe, un amendement qui traitait de ce sujet. J'ai pu
de´couvrir dans la presse entre-temps que, de nouveau,
vous confirmiez votre volonte´ d'indemniser ou de tenter
d'indemniser a` 100% les entreprises victimes de la
dioxine. Donc, notre amendement de´pose´ en commis-
sion et rede´pose´ aujourd'hui est en parfaite conformite´
avec vos de´clarations, celles de M. le premier ministre et
de M. le commissaire du gouvernement. Nous trouve-
rions de`s lors tre`s intelligent et tre`s constructif de la part
de cet he´micycle que l'on soutienne les membres de
l'opposition qui de´posent des amendements aussi com-
patibles avec la politique du gouvernement.
Monsieur le ministre, je ne vais pas vous dire que si vous
ne me suivez pas, c'est trop injuste; ce serait accre´diter
la the`se que vous et votre commissaire avez pre´sente´e
en commission, the`se qui jugeait les membres de l'op-
position de cette commission. Je re´sume donc mes trois
pre´alables : me re´jouir de ce que ce projet aboutisse
dans les de´lais impartis, insister sur la collaboration
positive de notre groupe d'opposition et enfin regretter
qu'aucun de nos amendements n'ait e´te´ suivi.
J'en viens aux cinq e´le´ments de fond sur lesquels mon
groupe souhaiterait insister. J'e´voquerai tout d'abord le
principe de l'aide limite´e a` 80% ou a` 100%. Fatalement,
le gouvernement pre´ce´dent avait du^ pre´voir une se´rie de
dispositions d'urgence pour aider un secteur ou plus
ge´ne´ralement les entreprises qui avaient souffert de ce
proble`me. Il e´tait donc tout a` fait normal que, dans un
dispositif d'urgence, on limite a` 80% le montant de
l'indemnisation par rapport au pre´judice pre´sente´ par les
entreprises, agricoles ou autres. Nous avons regrette´ et
continuons a` regretter que, comme le demandait l'en-
semble du secteur, notamment agricole, on ne profite pas
du de´po^t du projet de loi pour confirmer l'indemnisation a`
100%.
Je ne vous cache pas, monsieur le ministre, qu'il est
difficile pour nous de comprendre la dichotomie cons-
tate´e entre les interventions publiques des membres du
gouvernement - un journal comme
Le Soir fait e´tat de
de´clarations annonc¸ant 100% d'indemnisation - et le
texte qui ne reprend aucune information claire a` ce sujet.
Comme M. Leterme l'a bien dit, on pourrait croire finale-
ment qu'il s'agit d'un sujet ide´ologique.
Certains membres de la majorite´, notamment du SP et
d'Ecolo-Agalev, n'e´taient pas d'accord avec le principe
d'une indemnisation a` 100% car une sorte de responsa-
bilite´ des secteurs concerne´s aurait ainsi e´te´ confirme´e
aupre`s de la population. Ils pre´fe´raient donc une indem-
nisation partielle pluto^t que totale.
Deuxie`me e´le´ment : au de´but des de´bats, nous nous
sommes inquie´te´s au sujet de la proble´matique des
entreprises mixtes. A la lecture du texte, on aurait pu
penser que ces entreprises seraient empe^che´es d'intro-
duire un dossier d'indemnisation, du fait de leur mixite´.
Nous nous re´jouissons donc que vous ayez accepte´
l'amendement de´pose´ par les colle`gues de la majorite´.
Troisie`me e´le´ment : la concertation avec les Re´gions. A
ce jour, elle nous semble toujours de´ficitaire. Je l'ai
encore constate´ en lisant la presse qui, il y a quelques
jours, publiait une re´ponse donne´e a` une interpellation de
M. Happart concernant la Re´gion wallonne. Jusqu'a`
pre´sent, nous n'avons toujours pas la certitude que
toutes les entreprises - et pas seulement les entreprises
agricoles - qui ont e´te´ touche´es par la crise de la dioxine,
seront bien indemnise´es. En commission et lors de nos
contacts avec le secteur concerne´, nous avons souvent
e´voque´ la proble´matique des entreprises de premie`re
transformation. Mais la seule re´ponse que nous avons
rec¸ue est qu'il faut faire attention a` la re´action de la
Commission europe´enne car elle n'accepterait pas que
le parlement fe´de´ral sorte de ces compe´tences pour
de´cider d'aider les entreprises. Mais il faut bien constater
qu'a` ce jour, la Re´gion wallonne n'est toujours pas a`
me^me d'indiquer quelles entreprises victimes de la
HA 50
PLEN 015
13
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Richard Fournaux
dioxine ne seront pas aide´es par le parlement fe´de´ral,
mais pourraient l'e^tre par la Re´gion. Il y a donc manifes-
tement un proble`me de clarte´ a` ce sujet-la` et un manque
de concertation avec les Re´gions.
Le quatrie`me e´le´ment est la cotisation de solidarite´.
Autant nous comprenons le fait qu'il e´tait souhaitable que
le secteur participe a` l'effort de la socie´te´ pour combler
les de´penses lie´es a` la crise de la dioxine, autant nous
nous e´tonnons que vos solutions de financement de ce
pre´judice se concre´tisent non seulement par la cotisation
volontaire, que nous trouvons louable, mais e´galement
par la cotisation de solidarite´ obligatoire. Celle-ci serait
due dans l'e´ventualite´ ou` la cotisation e´tablie sur base
volontaire ne porterait pas ses fruits.
Par ailleurs, je m'e´tonne de constater qu'un projet de loi
aussi important puisse, d'une part, pre´voir explicitement,
par le biais de plusieurs articles, une cotisation de
solidarite´ interpre´te´e a` juste titre par le Conseil d'Etat
comme un impo^t et, d'autre part, laisser planer un doute
quant a` sa mise en vigueur.
C'est ve´ritablement leurrer le parlement, l'opinion publi-
que et les secteurs concerne´s. On connai^t la tradition
fiscale belge. Une fois que vous vous serez offert l'op-
portunite´ de lever un impo^t, surtout compte tenu de ce
que j'ai de´ja` e´voque´ par rapport a` une certaine concep-
tion ide´ologique de cette loi vue par vos partenaires du
SP, Ecolo et Agalev, comment pourrez-vous re´sister a`
leur volonte´ de lever cette cotisation de solidarite´ ?
A maintes reprises, nous avons pre´cise´ en commission
que pour nous, cette cotisation de solidarite´ est inadmis-
sible, tout d'abord parce qu'elle va se cumuler avec
d'autres formes d'impo^t que le secteur acquitte de´ja`. J'ai
rappele´ la cotisation sur le contro^le des denre´es alimen-
taires, mise au point par le gouvernement pre´ce´dent et
visant toutes les entreprises ou tous les commerces qui
fabriquent, exportent, importent, distribuent, commercia-
lisent des denre´es alimentaires et qui sont de´ja` touche´s,
aujourd'hui, par cette forme d'impo^t. C'est le me^me
secteur qui, d'une manie`re ou d'une autre, risque de
devoir contribuer une fois de plus financie`rement.
Selon moi, il est possible d'inte´grer de manie`re simple et
claire la proble´matique dioxine dans la proble´matique
ge´ne´rale du contro^le des denre´es alimentaires. De`s lors,
on fera payer deux fois les me^mes personnes pour
pratiquement le me^me objet.
Deuxie`mement, tant dans le projet que dans l'expose´ des
motifs, on parle de l'acquittement de cette cotisation de
solidarite´. La`, on n'e´voque naturellement pas les entre-
prises agricoles ou du secteur en ge´ne´ral. On parle
explicitement d'entreprises de la chai^ne alimentaire. Si
l'on conc¸oit de ranger parmi celles-ci toutes les entrepri-
ses qui fabriquent, commercialisent, exportent, impor-
tent, etc. des denre´es alimentaires, le nombre d'entrepri-
ses, de commerces qui vont devoir acquitter cette forme
d'impo^t sera excessivement important.
Outre la pre´occupation relative a` l'application de cet
impo^t de´guise´, certaines entreprises risquent de ne pas
e^tre couvertes, car en cas d'introduction d'une demande
d'indemnisation, elle se trouvent confronte´es a` un pro-
ble`me de compe´tences entre la re´gion et l'Etat fe´de´ral.
Dans ces conditions, il est donc a` craindre que certaines
entreprises victimes de la crise dioxine doivent payer cet
impo^t obligatoire, tout en e´tant - je le re´pe`te - dans
l'incapacite´ le´gale d'introduire une demande d'indemni-
sation. On en arrive donc a` l'absurdite´ du syste`me, dans
lequel des entreprises ne pourraient be´ne´ficier d'une
aide quelconque alors qu'elles se verraient oblige´es de
verser une cotisation de solidarite´. C'est le principe de la
non-de´ductibilite´ fiscale.
Autant, monsieur le ministre, nous trouverions scanda-
leux que les entreprises du secteur qui accepteraient
naturellement le principe d'une contribution volontaire,
puissent de´duire fiscalement ces dons - ou alors, cela ne
s'appelle plus un don -, autant nous ne comprenons pas
que la cotisation obligatoire, ne puisse, elle, e^tre de´duite
sur le plan fiscal.
S'il s'agissait d'un impo^t, comme le dit le Conseil d'Etat,
on pourrait comprendre votre logique, qui ne permet pas
la de´ductibilite´. Mais dans ce cas, il faut reconnai^tre que
cette cotisation est bel et bien un impo^t.
Cinquie`mement, nous nous demandons parfois si la
volonte´ que vous exprimez souvent publiquement - et qui
est parfaitement louable - d'aider le secteur et de soula-
ger les entreprises touche´es, se trouve vraiment concre´-
tise´e dans la politique qui est mene´e, plus pre´cise´ment
dans ce projet de loi.
Je ne reviendrai pas sur la proble´matique des propor-
tions d'indemnisation, mais bien sur le principe de la
garantie d'indemnisation pour les entreprises. Vous sa-
vez que nous avions de´pose´ un amendement qui e´tait
re´dige´ tre`s simplement. Il consistait a` changer un mot
dans un article. Nous demandions de ne pas parler
d'entreprises
susceptibles d'e^tre indemnise´es, mais
d'entreprises
devant e^tre indemnise´es.
Le gouvernement a syste´matiquement rejete´ le principe
que nous voulions de´fendre de la quasi-obligation morale
du parlement d'affirmer au secteur touche´ :
Nous allons
vous indemniser. Nous en prenons l'engagement.
Or,
cela sonne un peu faux par rapport aux de´clarations du
gouvernement qui a crie´ haut et fort qu'il en serait ainsi.
Quant au volet de la rapidite´ dans le traitement du
dossier, vous avez, monsieur le ministre, signale´ a` plu-
sieurs reprises que l'objectif e´tait de tenter d'indemniser
14
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Richard Fournaux
certaines personnes au cours de cette anne´e. Vous avez
parle´ a` plusieurs reprises du mois de de´cembre. Je n'en
crois rien. Bien su^r, nous ne connaissons pas encore
tous les arre^te´s royaux, mais nous avons l'habitude de
travailler dans de telles conditions. De plus, il apparai^t,
au vu de la loi, que l'indemnisation n'interviendrait pas
avant les mois de mai et de juin 2000. C'est donc
contradictoire avec les de´clarations que j'e´voquais il y a
quelques instants et selon lesquelles il y aurait une
indemnisation rapide.
Voila` pour le fond.
La troisie`me et dernie`re partie de mon intervention est
relative aux contradictions. Ce ne sera pas un discours
technique, mais pluto^t une intervention de nature politi-
que. Dans un de´bat comme celui-ci, l'on ne peut e´chap-
per a` cette dimension.
Au travers des caricatures amicales faites par le com-
missaire du gouvernement et apre`s ce qu'a dit M. Le-
terme a` cette tribune, on donne l'impression que les
partis de l'opposition, notamment le PSC, pleurnichent
un peu sur le sort des pauvres entreprises touche´es par
cette malheureuse crise de la dioxine. Encore une fois,
ceux-ci se trouvent au chevet de l'agriculture malade.
Finalement, on nous de´crit comme des de´magogues qui
ont oublie´ certaines re´alite´s budge´taires et qui ont de´cide´
une bonne fois pour toutes de raser gratis et de distribuer
l'argent du contribuable un peu a` l'emporte-pie`ce.
Monsieur le ministre, parler comme cela ou laisser sous-
entendre cela, c'est faire offense au travail que certains
responsables de la majorite´ pre´ce´dente - dans laquelle
se trouvaient certains partenaires de l'actuelle majorite´ -
ont re´alise´ pour notre pays.
Si nous nous permettons de nous exprimer de la sorte
aujourd'hui, c'est peut-e^tre moins pour insister aupre`s de
vous sur l'obligation de corriger le texte comme on l'aurait
voulu, que pour insister sur des contradictions importan-
tes qui existent entre les discours qui ont e´te´ exprime´s
avant, pendant et tout de suite apre`s les e´lections par
certains de vos amis de la majorite´ et qui sont toujours
tenus aujourd'hui par certains membres du gouverne-
ment.
La premie`re contradiction, et rassurez-vous, il n'y en a
que quatre, est ce que vous appelez la simplification
administrative. Il y a me^me un
commissaire a` la simpli-
fication administrative
! Que n'entend-on dire de ce
projet ! Qu'en est-il aujourd'hui de l'information promise
aux victimes de la crise de la dioxine ? La simplification
administrative ne devrait-elle pas commencer par une
bonne information a` toutes les entreprises victimes de
cette crise ?
Le projet de loi tel qu'il est pre´sente´ confirme que l'aide
fe´de´rale viendra apre`s que toute une se´rie d'autres aides
auront e´te´ enclenche´es ou confirme´es. Et c'est l'agricul-
teur ou l'entrepreneur agricole qui devra ge´rer lui-me^me
l'ensemble de son dossier. Je suppose que vous savez
ce que cela peut parfois repre´senter pour une entreprise
de devoir ge´rer elle-me^me ce type de dossier, surtout de
cette manie`re ou`, j'insiste, l'aide fe´de´rale vient apre`s
concre´tisation de l'ensemble des autres formes d'aide.
Je me demande d'ailleurs comment on pourra rendre ce
principe compatible avec la rapidite´ d'exe´cution du projet
de loi.
A ce sujet, je voudrais attirer l'attention des colle`gues
parlementaires et membres du gouvernement sur ce qui
a e´te´ fait. Comme je vous ai dit, monsieur le ministre, que
nous essayerions d'e^tre constructifs, j'admets que c'est
le pre´ce´dent gouvernement qui a mis en place les aides
d'urgence. Le regard que je porte sur cette situation peut
donc aussi e^tre conside´re´ comme une critique, positive
certes, de ce qui a e´te´ entrepris dans le passe´ et qui doit
vraisemblablement e^tre corrige´.
On a parfois tendance, dans des me´canismes d'aide aux
entreprises, agricoles ou autres, a` imposer toute une
se´rie de conditions a` la recevabilite´ de la demande de
l'entreprise. A l'analyse de ces conditions, on en arrive
finalement a` croire qu'elles ne s'adressent qu'aux entre-
prises parfaitement en ordre sur toute une se´rie de plans,
que ce soit en matie`re de cotisations sociales, de cotisa-
tions fiscales, etc. L'effet pervers de cette pratique pour-
rait e^tre d'en arriver a` n'aider que des entreprises qui ont
moins de proble`mes que d'autres. C'est lors de l'e´labo-
ration des arre^te´s royaux qu'il faudra e^tre attentif a` cette
de´rive. J'attire votre attention sur ce facteur, monsieur le
ministre, qui risque d'e^tre un effet pervers de certaines
dispositions parfois un peu trop rigides. Je ne crains
d'ailleurs pas de dire que c'e´tait sans doute le cas des
mesures d'urgence propose´es par le pre´ce´dent gouver-
nement.
Deuxie`me contradiction - et je m'adresse ici a` mes
colle`gues et amis du PRL -, il faut reconnai^tre qu'il est
pour le moins assez contradictoire - le terme me semble
faible - de trouver une espe`ce d'impo^t de´guise´ dans un
projet de loi visant a` aider un secteur important de notre
e´conomie qui connai^t des difficulte´s excessivement gra-
ves. Le terme
impo^t - j'insiste - ne vient pas de moi
mais du Conseil d'Etat. Si c'est ce que vous appelez le
stop fiscal, j'en arrive a` croire que ce n'est plus le retour
du coeur mais le retour de la rage taxatoire.
Vous pouvez re´agir aujourd'hui, monsieur Michel, mais je
me permets de vous rappeler qu'en commission, lorsque
nous avons a` plusieurs reprises souligne´ cette contradic-
tion, je n'ai pas entendu la moindre re´action de votre part
ni de la part de vos amis.
HA 50
PLEN 015
15
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Richard Fournaux
La troisie`me contradiction se trouve dans l'aspect bud-
ge´taire de ce dossier. Je l'ai de´ja` dit a` plusieurs reprises
mais je tiens a` insister ici sur ce point. Nous avons eu a`
subir, personne ne peut le nier, une campagne e´lectorale
pour le moins difficile avec les conse´quences que l'on
connai^t.
Je me souviens de certains tracts, e´manant notamment
des amis Ecolo - je suis su^r que c'e´tait la me^me chose
dans le Nord du pays et a` Bruxelles en ce qui concerne
Agalev -, qui annonc¸aient l'he´morragie financie`re drama-
tique pour l'avenir de l'Etat belge, la ruine de tous les
efforts du gouvernement et du contribuable depuis 15
ans pour redresser les finances de l'Etat, et ce a` cause
de cette fameuse crise de la dioxine.
Aujourd'hui, en termes d'impact budge´taire, on parle de
15 a` 25%. Bien su^r, comme M. Chabot l'a dit, lorsqu'on
extrapole, on dit qu'il va y avoir des conse´quences
budge´taires. Je veux bien. Mais cela nous e´loigne tre`s
fort de ce que l'on a ose´ brandir comme menaces sur le
dos de la population pendant la campagne e´lectorale.
Pour nous, c'est presque e´coeurant.
Lorsque l'on combine cela au fait que l'on ne veut pas
e´crire dans la loi que l'on va indemniser les entreprises a`
concurrence de 100%, lorsque l'on combine cela au fait
que l'on cre´e un impo^t de´guise´, c'est encore plus e´coeu-
rant pour nous.
Ajoutons a` cela que le gouvernement lui-me^me reconnai^t
que l'e´laboration du budget 2000 n'a pas e´te´ si difficile. Il
se dit : profitons des efforts consentis depuis quelques
anne´es par la population et le travail des pre´ce´dents
gouvernements. De plus, nous be´ne´ficions aujourd'hui
d'une embellie e´conomique.
Nous ne comprenons pas la logique de´fendue par ce
projet de loi, qui ne veut pas indemniser comme le
gouvernement s'y e´tait engage´. A croire que, pour cer-
tains membres de la coalition arc-en-ciel, ce ne sont pas
des e´le´ments techniques ou de fond qui justifient cette
position, ce sont tout simplement des arguments de type
ide´ologique.
Dernie`re contradiction : l'urgence. Tout le monde dit qu'il
y a urgence a` indemniser. On nous a fait travailler sur ce
proble`me, y compris durant le week-end de Toussaint.
Cela ne m'a pas empe^che´ de m'inquie´ter.
Il est assez paradoxal d'avoir du^ attendre fin octobre,
date de de´po^t du projet, pour devoir travailler dans
l'urgence sur un projet de loi conside´re´ comme une
loi-cadre, voire me^me le retour des pouvoirs spe´ciaux. Si
le but e´tait d'arriver a` une loi aussi simple, pourquoi a-t-il
fallu tant de temps pour qu'elle vienne a` l'ordre du jour ?
Si c'e´tait vraiment urgent, pourquoi a-t-il fallu compter sur
l'opposition pour assurer le quorum de pre´sences en
commission pour pouvoir tenir les de´lais ?
Toujours en ce qui concerne l'urgence, j'ai releve´ une
autre contradiction. Il est pour nous assez difficile de voir
certains de vos partenaires de la majorite´ - je sais que ce
n'e´tait pas votre habitude, monsieur le ministre - assis a`
gauche de cet he´micycle (Ecolo et Agalev), qui ont
de´nonce´ en cette enceinte et en d'autres lieux les
difficiles lois que nous avons du^ adopter pour acce´le´rer
notamment l'entre´e de la Belgique dans la fameuse
Union mone´taire, ne pas he´siter aujourd'hui a` approuver
ce que j'appelle des pouvoirs spe´ciaux.
Le seul argument selon lequel il fallait agir de la sorte
dans le cadre des relations difficiles avec l'Europe ne
nous convient pas, ne nous convainc pas. Je suis assez
surpris que ce type d'argument puisse aujourd'hui
convaincre certains partenaires de la majorite´.
Monsieur le ministre, je tiens a` vous confirmer que nous
avons voulu travailler de manie`re constructive a` ce
projet. Nous regrettons vraiment ce qui s'est passe´. Cela
ne s'adresse pas particulie`rement a` vous car nous nous
mettons a` votre place. A la lecture de vos de´clarations,
nous comprenons que vous partagez bon nombre de nos
amendements. Finalement, c'est sans doute cadenasse´
par votre majorite´ et surtout par certains de vos parte-
naires, peut-e^tre un peu faibles et qui paniquent a` l'ide´e
de devoir avaler certaines couleuvres comme par exem-
ple l'aide au secteur agricole ou l'aide a` l'entreprise, que
vous n'avez pas pu faire ce que vous vouliez. Mais,
comme l'a dit M. Leterme, peut-e^tre est-il encore temps,
dans les heures qui vont venir, de rectifier le tir. Je
m'adresse e´galement a` mes amis du VLD et du PRL afin
qu'ils e´vitent que l'irre´parable soit commis, notamment
par cet impo^t de´guise´, et que l'on puisse confirmer au
secteur agricole et aux entreprises touche´es par la
dioxine qu'il y a une re´elle volonte´ de les indemniser,
comme vous l'avez dit dans la presse, a` 100%.
De voorzitter : De heer Arnold Van Aperen heeft het
woord.
De heer Arnold Van Aperen (VLD) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de minister, collega's, ik was van mening
dat in de commissie op een opbouwende manier is
gewerkt, dat alle amendementen werden afgewerkt en
dat bepaalde amendementen van de oppositie werden
aangenomen.
Ik kan een zekere teleurstelling van de oppositie begrij-
pen, maar ik betreur dat de heer Leterme een dergelijk
volumineus werk, waarover zelfs Europa zijn fiat moest
geven, eigenlijk minimaliseert. Hoewel het hier over 25
miljard frank gaat, lijkt het alsof er niets is aan gedaan.
Is dat uw wijze van benaderen, beoordelen en veroorde-
len van een wet waaraan weken, maanden is gewerkt ?
We hebben onderhandeld, afgewogen en getoetst. Mijn-
heer Leterme, u ontgoochelt mij en ik kan uw
benaderingswijze niet apprecie¨ren, al laat dat u wellicht
koud.
16
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Arnold Van Aperen
Toch is er veel, goed en doordacht werk geleverd en
werd er moeite noch tijd gespaard met heel veel aan-
dacht voor de getroffen landbouwers gezinnen en bedrij-
ven. Eigenlijk moeten we vandaag tevreden zijn over wat
voorligt.
Misschien kunnen wij morgen, na de stemming, begin-
nen met de afwerking van die 20 000 dossiers, maar
eerst moeten nog 57 mensen worden in dienst genomen
om dit werk uit te voeren en apparatuur.
Volgens mij verdienen de minister, de commissaris en
alle medewerkers onze waardering in plaats van de
kritiek die ik hier heb gehoord.
Tot de heer Fournaux wil ik nog zeggen - hij heeft het
halfrond verlaten - dat opwinding slecht is voor de
gezondheid. Bovendien is het niet onze schuld dat de
vorige regering niet vroeger heeft ingegrepen. Tot daar
mijn woord vooraf.
Mijnheer de voorzitter, collega's, de dioxinecrisis lijkt
deze dagen onder controle. De economische gevolgen
doen zich evenwel nog steeds gelden bij de getroffen
bedrijven. Dit zal ook de volgende maanden nog het
geval zijn.
De federale overheid kan deze gevolgen verzachten en
werken aan het economisch herstel van de getroffen
bedrijven, maar zij kan dat niet alleen. Er is ook een rol
weggelegd voor de deelgebieden en de andere actoren
op het veld. Onder die andere actoren versta ik ook de
landbouworganisaties. Van hen mogen wij allicht ge-
spierde
taal
verwachten,
maar
toch
ook
verantwoordelijkheidszin. Het is immers hun rol om hun
leden en uitsluitend hun belang te verdedigen. Het kan
evenwel niet de bedoeling zijn om stellingen in te nemen
waarmee men zich heiliger dan de paus wil profileren,
laat staan officie¨le stellingen in te nemen die niet in
overeenstemming zijn met informele standpunten.
Inzonderheid op het vlak van de solidariteitsbijdrage
kunnen zij ofwel hun paraplu opentrekken en de verant-
woordelijkheid volledig doorschuiven naar de anderen,
ofwel zoeken zij mee naar een verantwoorde oplossing
waarbij iedere actor tenminste een deel van de verant-
woordelijkheid op zich neemt. Als ik zeg
een deel van de
verantwoordelijkheid
, dan bedoel ik dat de door de
regering voorgestelde solidariteitsbijdrage al bij al vrij
relatief is in vergelijking met het deel dat de overheid zelf
draagt.
Afgaande op de cijfers van de bevoegde regeringscom-
missaris zal ook voor de individuele betaler het bedrag
van dergelijke solidariteitsbijdrage verre van onoverko-
melijk zijn. Uiteraard is niets betalen, zoals bepaalde
partijen het willen, nog veel voordeliger dan een bijdrage,
zoals nu wordt voorgesteld, maar ik moet zeggen dat ik
toch een beetje meer solidariteit had verwacht vanuit de
oppositie, of liever, vanuit bepaalde partijen van de
oppositie.
De voorzitter : De heer Jos Ansoms heeft het woord.
De heer Jos Ansoms (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mag ik vragen over welke oppositiepartijen de heer Van
Aperen het heeft ?
De voorzitter : U hebt een gezonde nieuwsgierigheid,
mijnheer Ansoms.
De heer Arnold Van Aperen (VLD) : Collega Ansoms, er
zijn een paar partijen die deze zaak wellicht zullen
aankaarten om zich via landbouwtijdschriften te kunnen
profileren.
De heer Jos Ansoms (CVP) : U hebt gesproken over
bepaalde partijen in de commissie.
De heer Arnold Van Aperen (VLD) : Ik denk aan CVP en
PSC.
De heer Jos Ansoms (CVP) : Dan moet ik u terechtwij-
zen. U kunt het verslag van de heer Chabot nalezen. Bij
het artikel, dat handelt over de bijdrage, heeft mijn fractie
niet tegen gestemd. Wij hebben ons onthouden omwille
van de wijze waarop de bijdrage dient te gebeuren, maar
wij hebben ons niet verzet tegen een vorm van solidari-
teit, ook niet vanuit de sector. Ga gerust de stemmingen
na. Er zijn wel oppositiepartijen, die dat artikel hebben
afgekeurd, maar niet onze fractie.
De heer Arnold Van Aperen (VLD) : Wij zullen afwach-
ten wat de bladen zullen schrijven en welke informatie u
hen zal geven.
De heer Jos Ansoms (CVP) : Wij zitten hier niet voor de
bladen.
De voorzitter : De enige krant die wij hier hebben, is het
Belgisch Staatsblad.
De heer Arnold Van Aperen (VLD) : Ik neem daarvan
nota, mijnheer de voorzitter.
Collega Ansoms, wij zullen zien wat de toekomst ons
brengt en wat men na mijn uiteenzetting in dit halfrond
nog zal vertellen.
Het
voorliggende
wetsontwerp
betreffende
steun-
maatregelen bewijst dat het de regering toch wel menens
is om snel werk te maken van haar ambitie om de kleine
zelfstandige ondernemingen en de ondernemingen die
via het prijsgarantiecontract het slachtoffer zijn geworden
van derden, zo volledig mogelijk te vergoeden. Wat de
HA 50
PLEN 015
17
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Arnold Van Aperen
volledige schadevergoeding betreft, schaart de VLD-
fractie zich achter de uitdaging om deze ambitie optimaal
te realiseren. Ik kan terzake collega Pierre Lano citeren,
die tijdens de commissiebesprekingen verklaarde dat
een volledige schadevergoeding in de breedste zin van
het woord een onmogelijke opdracht is. Nochtans moet
worden toegegeven dat men nog nooit zo snel en effi-
cie¨nt heeft gereageerd om een crisis onder controle te
krijgen als nu.
De vorige regering had in de beginfase van de crisis het
voornemen om 60% van de geleden schade te vergoe-
den, terwijl men zich nu voorneemt om, als het gerecht-
vaardigd is, tot 100%, maar in elk geval tot 80% schade-
vergoeding te gaan. Uit sommige besprekingen en
verklaringen heb ik dat kunnen vernemen, al wordt dat
soms wel geminimaliseerd. Ik begrijp echter dat er, zoals
wij het vroeger als oppositiepartij hebben ervaren, wel
eens verschillen in mening en interpretatie bestaan.
Collega Ansoms, de heer Leterme heeft daarstraks vra-
gen gesteld aangaande overbruggingskredieten. Ik weet
dat er onderhandeld wordt om de verlenging van termij-
nen van overbruggingskredieten te verkrijgen. Men werkt
daaraan. Deze regering wil het nog liever gisteren dan
vandaag gerealiseerd zien. Het mag worden gezegd dat
op dat vlak moeite noch tijd worden gespaard.
Een aantal factoren, zoals persoonlijk leed en angst,
kunnen nu eenmaal niet in rekening worden gebracht.
Ook dat weten wij. Ik herhaal dat het de ambitie moet zijn
om de schade zo volledig mogelijk te vergoeden. Dit mag
evenwel niet omgekeerd worden gei¨nterpreteerd, zodat
sommigen beter worden van de crisis.
Daarom is de optie van de regering om een controleme-
chanisme in te lassen en om te verifie¨ren dat een
eventuele cumulatie van federale en gewestelijke steun
niet leiden tot overcompensatie een noodzaak. Het is van
fundamenteel belang dat de federale en de gewest-
regeringen voldoende overleg plegen, zoals ook is ge-
zegd tijdens de commissievergadering, teneinde hun
acties te coo¨rdineren.
Met betrekking tot de schadevergoeding wens ik een
paar kanttekeningen te maken, allereerst over de termi-
nologie en de discussie die hierover werd gevoerd. In de
commissie was nogal wat opschudding over de zinsnede
dat de Staat steun
kan toekennen aan bedrijven.
Sommige partijen hadden liever het woordje
zal in de
wet zien ingeschreven. Wetende dat de Europese Com-
missie eerst haar fiat moet geven aan de uitvoering van
de gestelde maatregelen, is de keuze van het woord
kan te verantwoorden. Bovendien doet deze term niets
af aan de ambitie van de wet om de schade effectief te
vergoeden. Aan de regering moet toch nog enige
manoeuvreerruimte worden geboden bij de concrete
implementatie van deze wet die ongetwijfeld zal gebeu-
ren in overleg met de betrokken sectoren.
Daarnaast wil ik enige aandacht vragen voor de gei¨nte-
greerde bedrijven. Kan het de bedoeling zijn om bedrij-
ven die functioneren volgens de formule van de integratie
over dezelfde kam te scheren ? Een duidelijk onder-
scheid tussen bedrijven die correct en te goeder trouw
hebben gehandeld, enerzijds en zij die minder correct
hebben gehandeld, anderzijds is dringend nodig. Het lijkt
ons aannemelijk dat de eerste categorie in aanmerking
wordt genomen voor een vorm van schadevergoeding.
Op dit vlak lijkt ons inziens een rol weggelegd voor de
deelgebieden.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's,
een snelle afhandeling van de dioxinecrisis is een con-
ditio sine qua non. Vandaar dat wij begrip kunnen op-
brengen voor de delegatie die het parlement moet verle-
nen aan de regering, ondanks de kritiek. Dit kan evenwel
enkel op voorwaarde dat de regering instemt met een
permanente doorstroming van informatie en opvolging in
het parlement, wat ons is toegezegd. Het feit dat de
minister ons de uitvoeringsbesluiten reeds ter beschik-
king wil stellen, is een weinig geziene maar alleszins zeer
positieve stap.
Ten slotte wil ik een lans breken voor de snelheid in de
afhandeling en de effectieve betaling van de schadever-
goedingen aan de bedrijven. Mijnheer de minister, u hebt
te kennen gegeven dat de eerste betalingen alleszins
voor het einde van het jaar zullen gebeuren. Ik zou u
willen aansporen om een extra inspanning te doen opdat
dit effectief zou worden doorgevoerd. Ik zou u willen
vragen een regeling te willen overwegen waarbij be-
paalde bedrijven van een voorschotregeling zouden ge-
nieten, of snel klaarheid zouden krijgen over het bedrag
dat zij effectief zullen ontvangen. Collega's, vele bedrij-
ven verkeren in liquiditeitsproblemen en zijn virtueel
failliet. Overbruggingskredieten zijn niet altijd te verkrij-
gen, bij gebrek aan voldoende of bijkomende garanties.
Vandaar dat ik een oproep doe om snel te handelen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's,
geen enkele wet inzake schadevergoedingen zal perfect
zijn, ook deze niet, maar de uitdaging en de ambitie zijn
er wel. Daarom zal de VLD-fractie dit wetsontwerp steu-
nen.
Le pre´sident : La parole est a` Mme Muriel Gerkens.
Mme Muriel Gerkens (AGALEV-ECOLO) : Monsieur le
pre´sident, monsieur le ministre, chers colle`gues, je m'ex-
primerai ici au nom d'Ecolo et d'Agalev puisque mon
colle`gue, Peter Vanhoutte est retenu en commission
d'enque^te Dioxine dont il est rapporteur.
Ce projet de loi est, en fait, un acte re´parateur et ne peut
donc e^tre conside´re´ comme un outil de re´forme de la
politique agricole belge.
18
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Muriel Gerkens
Ne´anmoins, il importe que les mesures prises a` la suite
de ces e´ve´nements soient cohe´rentes avec le pro-
gramme politique du gouvernement, afin que des faits de
ce genre ne puissent se reproduire.
Un acte de re´paration se doit d'e^tre aussi un engagement
e´thique. Cela signifie qu'il doit poser des choix et non se
borner a` re´parer les conse´quences d'un accident qui
n'est pas entie`rement du^ au hasard.
Le type d'agriculture qui est encourage´ dans certains
milieux ne peut que provoquer ce genre d'accident.
Aujourd'hui, nous sommes face au proble`me de la
dioxine. Ce dernier a e´te´ pre´ce´de´ par celui de la vache
folle. Et d'autres accidents risquent encore de se pro-
duire si certaines mesures ne sont pas prises de manie`re
radicale, une des mesures les plus urgentes devant viser
a` se´parer clairement la filie`re des de´chets de celle de
l'alimentation animale.
En re´alite´, ce projet de loi satisfait le groupe Ecolo-
Agalev me^me si une se´rie de mesures doivent encore
e^tre pre´cise´es par le biais des arre^te´s royaux. Pourquoi ?
Ce projet exprime la volonte´ de couvrir a` 100% les pertes
subies des suites de la crise de la dioxine, me^me s'il faut
savoir qu'on n'atteindra jamais ce pourcentage. En effet,
quoi que l'on fasse, il y a, comme l'a dit mon pre´de´ces-
seur a` cette tribune, une se´rie de de´ga^ts, de pertes qui ne
pourront faire l'objet de remboursements. En conse´-
quence, pre´tendre que l'on remboursera a` 100% les
pertes subies est un mensonge. Il est bien plus honne^te
de dire que l'on pre´voit de rembourser en tout ou en
partie en fonction de la re´alite´ des de´ga^ts.
Selon nous, les mesures envisage´es dans le projet sont
susceptibles d'e^tre accepte´es par l'Europe. Ce qui e´vi-
tera une se´rie d'allers et retours du^s a` des de´cisions
contradictoires parfois prises par la Belgique et l'Europe.
Ce projet tient e´galement compte de la responsabilite´ de
certains acteurs. Ainsi, il est pre´vu que les aides ne
seront accorde´es que si on peut mettre en e´vidence qu'il
n'existe pas de responsable ou qu'apre`s intervention des
assurances ou de ceux qui portent la responsabilite´ des
faits.
Le projet tient encore compte des facteurs qui favorisent
l'apparition de tels accidents. Et selon nous, dire que ce
sont les entreprises inde´pendantes, en pre´voyant une
de´finition inte´ressante de ces entreprises, qui be´ne´ficie-
ront des aides est pour nous une mesure qui permettra
d'accorder les aides a` ceux qui ont le moins de respon-
sabilite´ - certaines n'en ont me^me aucune - dans l'e´mer-
gence de cette crise.
Enfin, ce projet implique l'ensemble des acteurs, notam-
ment via la cotisation de solidarite´ qui est demande´e.
Il est vrai que restreindre les aides aux entreprises
inde´pendantes et introduire une cotisation de solidarite´ a
suscite´ de nombreuses re´actions en commission de la
part du PSC et du CVP. Certaines d'entre elles te´moi-
gnaient d'une mauvaise volonte´ assez e´vidente. En effet,
il est apparu que ces cotisations obligatoires ne seraient
que de 1000 a` 2000 francs par entreprise. Ces cotisa-
tions ont donc une valeur symbolique. Quoi que pour ma
part, j'estime que le principe de coresponsabilite´ et donc
d'une solidarite´ est inte´ressant.
En revanche, nous avons parfois eu l'impression que
certaines re´actions, parmi d'autres, e´taient dues au fait
qu'il fallait montrer sa loyaute´, sa fide´lite´ vis-a`-vis de
certains secteurs.
Je pense ici plus spe´cifiquement a` diverses attitudes ou
re´actions du CVP envers des milieux d'entreprises plus
puissants dans le Nord du pays. Le fait d'accorder une
confiance et un soutien sans limite a` une agriculture
essentiellement base´e sur le de´veloppement de prati-
ques de lobbying ou` des producteurs d'aliments pour
be´tail deviennent eux-me^mes des repreneurs de be´tail
constitue une e´chappatoire au souci du respect de la
qualite´ des aliments et de l'environnement : c'est ouvrir la
porte aux impe´ratifs du marche´ et du pouvoir.
A notre sens, la pratique de l'entreprise inte´gre´e pousse´e
a` l'extre^me sous-entend des exigences de production
rapide et la moins one´reuse possible. Dans de telles
conditions, comment garder la mai^trise du temps, com-
ment conserver la vigilance ne´cessaire pour les crite`res
de qualite´ ? Pour nous, cela constitue un terrain favora-
ble aux accidents et aux malversations.
Il est vrai qu'au moment de la crise de la dioxine, il a fallu
prendre des mesures d'urgence. On s'est alors rendu
compte que le nombre de poulets a` de´truire e´tait nette-
ment supe´rieur au nombre de poulets re´pertorie´s. Cet
exemple devient tre`s logique de`s le moment ou` l'on
renonce a` jouer un ro^le de responsable, de contro^leur, de
poseur de crite`res de qualite´ et de modes de production.
D'autre part, a` la lecture du rapport du ministe`re des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur l'e´volution de
l'e´conomie agricole et horticole, alors que la Flandre
pratique davantage ce mode d'entreprise et d'agriculture,
on peut se rendre compte que les achats d'aliments
repre´sentent 50% des frais de production d'e´levage. Or,
cette part du cou^t diminue continuellement.
Une telle constatation ne peut que nous inquie´ter : com-
ment se fait-il qu'une alimentation pour be´tail est en
baisse continue ? Cela dit, l'e´cart entre la somme perc¸ue
par le producteur et le prix de vente final de l'animal a`
consommer augmente sans arre^t. En fait, cette diminu-
tion incessante du cou^t devrait nous inquie´ter : peut-e^tre
cette nourriture est-elle constitue´e d'e´le´ments toujours
HA 50
PLEN 015
19
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Muriel Gerkens
meilleur marche´ ou, pourquoi pas, dilue´e de produits
pour lesquels le fabricant est paye´ afin de les incorporer
a` ses farines; cela peut se produire surtout en cas de
collusion entre filie`re de de´chets et filie`re alimentaire.
En ce qui concerne les indemnite´s, je voudrais attirer
votre attention sur un point. Il e´tait question d'entreprises
inde´pendantes.
De voorzitter : De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter, uit
respect liet ik mevrouw Gerkens het eerste deel van haar
betoog ontwikkelen.
Mevrouw Gerkens, u deed een aantal uitspraken ten
opzichte van onze fractie en meer bepaald ten aanzien
van mevrouw Pieters, de heer Ansoms en mijzelf. Ik
verzoek u duidelijk te zeggen waarvan u ons precies
beschuldigt. U had het over lobbyisten en u maakte
allusie op integratoren. Welnu, kunt u ons precies uitleg-
gen welke visie uw fractie heeft op het probleem waar-
mee heel wat eenvoudige landbouwers in Vlaanderen en
in Wallonie¨ worden geconfronteerd ?
Mme Muriel Gerkens (AGALEV-ECOLO) : Je reprendrai
simplement les faits qui se sont de´roule´s lors de la crise.
Quand, a` votre demande de les rencontrer, nous avons
rec¸u...
Le pre´sident : Je crains qu'il n'y ait confusion.
De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
sta mij toe mevrouw Gerkens onmiddellijk te corrigeren -
hiervoor een beroep doende op de regering en op de
commissieleden, als getuigen - door te stellen dat het de
sectoren waren die de voorzitter van de commissie en de
voorzitter van de Kamer schriftelijk verzochten om te
worden gehoord.
De voorzitter : Dat is juist.
De heer Yves Leterme (CVP) : Op voorstel van de
minister werd - terecht - aandacht gevraagd voor een
aantal andere sectoren die de vragen niet hadden ge-
steld.
De voorzitter : Mijnheer Leterme, ik heb trouwens in die
zin geantwoord aan anderen die wat laat om een audie¨n-
tie hadden gevraagd. Ik heb hen de lijst doorgegeven en
de procedure aangeduid.
Mme Muriel Gerkens (AGALEV-ECOLO) : C'e´tait une
bonne chose que de les entendre. C'est ce que j'allais
dire si vous m'aviez laisser terminer ma phrase.
Lorsque nous les avons rec¸us, j'ai e´te´ frappe´e de la
manie`re dont ces personnes se pre´sentaient et dont les
repre´sentants du Boerenbond utilisaient des arguments
reprenant des e´le´ments discute´s la veille dans l'apre`s-
midi. Normalement, toutes ces personnes avaient e´te´
pre´venues de leur rendez-vous dans le courant de
l'apre`s-midi; je trouvais donc curieux qu'elles aient pu
pre´parer les de´bats et utiliser des e´le´ments e´chafaude´s
juste la veille, entre nous.
D'autre part, je pense que la manie`re dont une certaine
forme d'agriculture est encourage´e, peut induire les
e´ve´nements dramatiques que nous avons connus. Cela
te´moigne aussi d'une forme de soutien. C'est une cer-
taine agriculture dont vous voulez de´fendre les inte´re^ts.
Nous de´fendons une autre agriculture, une agriculture
responsable.
Par rapport a` cette indemnisation, j'ai entendu les repre´-
sentants de l'agriculture traditionnelle de´clarer qu'ils in-
tervenaient de´ja` via les fonds sanitaires. De`s lors, pour-
quoi devrait-on encore intervenir ? Pourquoi ne pas
utiliser une partie de cet argent-la` ? Or il s'agit a` nouveau
d'une logique de re´paration applique´e par exemple en
cas de peste porcine, de maladies. Pour nous, il est
important d'adopter une logique de solidarite´ et de pre´-
vention en proposant une cotisation volontaire ou obliga-
toire.
Le pre´sident : Madame, M. Leterme s'attache beaucoup
a` votre expose´ et souhaite vous interrompre.
De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
doe dat met des te meer nadruk omdat het betoog van
mevrouw Gerkens bulkt van de onwaarheden.
Mevrouw Gerkens, het is bijzonder betreurenswaardig
dat u het de vertegenwoordiger van de Belgische Boe-
renbond kwalijk neemt dat hij donderdagmorgen, goed
gei¨nformeerd over onze werkzaamheden, intervenieert.
Weet u wel dat commissievergaderingen openbaar zijn ?
Woensdag was er inderdaad een vertegenwoordiger van
de Belgische Boerenbond aanwezig in de tribune. Hier-
mee maakte deze organisatie slechts gebruik van haar
democratisch recht; immers, zij heeft het recht te weten
wat wij doen, wat wij zeggen en vooral met veel belang-
stelling te kijken naar de houding en de inzet van uw
fractie terzake.
Wat u daarnet zei, mevrouw Gerkens, zal duidelijk terug
te vinden zijn in de handelingen en het is het recht, onder
meer van vertegenwoordigers van de Belgische Boeren-
bond, na te gaan hoe u denkt over de landbouwers.
Welnu, de inhoud van uw betoog bevestigt nogmaals dat
inzake de landbouwsector het voor de groenen erop
aankomt - afgezien van enkele algemene slogans - met
20
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Yves Leterme
een culpabiliserende vinger te wijzen naar de organisa-
ties en naar alle gezinslandbouwbedrijven die momen-
teel in de penarie zitten. Onze opdracht beperkt zich niet
tot het organiseren van taxen; wij moeten vooral trachten
samen de problemen van betrokkenen op te lossen.
Le pre´sident : M. Leterme a eu le plaisir de vous
interrompre, il va maintenant s'arre^ter, s'il le veut bien.
De heer Hugo Coveliers heeft het woord.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Mijnheer de voorzitter,
het verbaast mij dat de Belgische Boerenbond nog een
extra-vertegenwoordiger uitzendt om alles te noteren.
De voorzitter : Onze vergaderingen zijn openbaar en
mogen door om het even wie die het Reglement van dit
huis respecteert, worden bijgewoond.
La parole est a` Mme Muriel Gerkens.
Mme Muriel Gerkens (AGALEV-ECOLO) : Monsieur le
pre´sident, je crois qu'il ne faut pas confondre les mots
culpabilite´ et responsabilite´. En tant que consomma-
trice, j'assume une part de responsabilite´ dans tout ce qui
s'est passe´. A ce titre, nous participons aussi a` certaines
de´rives : a` certains moments, cela nous inte´resse de
payer moins cher pour un poulet sans nous soucier de
comment il a e´te´ produit.
Certains portent des responsabilite´s plus que d'autres
mais c'est diffe´rent lorsqu'on parle de culpabilite´ de l'un
ou de l'autre. La culpabilite´ intervient dans un fait pre´cis
qui est une de´viance par rapport a` une norme et ce n'est
pas a` moi d'en juger. Par contre, en ce qui concerne la
responsabilite´, je confirme mes propos.
Je terminerai en disant que ce projet pre´voit toute une
se´rie d'arre^te´s royaux qui doivent encore e^tre finalise´s.
En ce qui nous concerne, nous avons tendance a` accor-
der notre confiance parce que les intentions nous parais-
sent claires. Nous resterons ne´anmoins vigilants dans la
pre´sentation. Le ministre a d'ailleurs confirme´ que ces
arre^te´s nous seraient soumis avant leur parution. Il est
important qu'a` travers ces arre^te´s, il soit assure´ claire-
ment que les entreprises qui allient la culture servant a` la
nourriture du be´tail et l'e´levage soient, de manie`re e´vi-
dente, conside´re´es comme entreprises agricoles pou-
vant be´ne´ficier des aides. Nous serons e´galement vigi-
lants sur le conseil qui devra ge´rer le fonds. En effet, il est
important que sa composition, sa structure et son mode
de fonctionnement permettent de respecter ce qui se
trouve dans le projet, a` l'abri des conflits d'inte´re^ts. Nous
serons e´galement vigilants pour que les efforts volontai-
res fournis par des entreprises biologiques pour s'auto-
contro^ler soient pris en compte e´galement dans les
mesures d'application.
De voorzitter : De heer Koen Bultinck heeft het woord.
De heer Koen Bultinck (Vlaams Blok) : Mijnheer de
voorzitter, ongeveer drie weken geleden nam ik samen
met drie andere collega's het woord tijdens een mini-
debat over de vergoedingen die zullen worden uitge-
keerd in het kader van de dioxinecrisis.
In een eerste reactie op die interpellaties reageerde de
eerste minister nogal kregelig. Hij vond het bevreemdend
dat vier parlementsleden het zowaar hadden aangedurfd
om hem op dat ogenblik over die vergoedingen te
ondervragen. Hij maakte zich toen sterk dat alle
onduidelijkheden zouden wegvallen bij de bespreking
van het wetsontwerp in de commissie. De verwachtingen
waren dus hooggespannen.
Bij een eerste lectuur van het wetsontwerp en tijdens de
bespreking in de commissie voor het Bedrijfsleven bleek
al snel dat de hooggespannen verwachtingen niet zou-
den worden ingelost. In feite wordt ons een soort kader-
wet voorgesteld waarbij later nog heel wat zaken bij
koninklijk besluit moeten worden geregeld. De regering
vraagt het parlement op die manier eigenlijk een blanco
cheque. Naar onze mening krijgt de uitvoerende macht
nog teveel bevoegdheid om een aantal zeer vage alge-
mene principes bij koninklijk besluit te verduidelijken.
In een gunstige bui tegenover het parlement beloofde
minister Gabriels dat hij met elk ontwerp van koninklijk
besluit naar het parlement zou komen. Wij hebben echter
nog altijd geen enkele tekst voor ogen gekregen.
Eenieder zal begrijpen dat het Vlaams Blok vanuit een
gezonde achterdocht tegenover iedere Belgische rege-
ring niet enthousiast is over een dergelijke volmachtwet.
Wij zijn niet van plan de regering blanco cheques te
geven, ook niet in het dioxinedossier. Fundamenteel
hebben wij er dus problemen mee dat de regering ons
vandaag vraagt een wetsontwerp te bespreken dat over
het algemeen veel te vaag blijft. De onduidelijkheid die ik
samen met andere collega's drie weken geleden reeds
aanklaagde, bestaat grotendeels ook nog vandaag.
Als we iets concreter ingaan op een aantal facetten van
het voorliggende wetsontwerp, dringen volgende opmer-
kingen zich op.
Inzake de dossiers van de schadevergoedingen stellen
wij enerzijds vast, en dat is positief, dat vooral aandacht
zal gaan naar de zelfstandige landbouwbedrijven. Zij
zullen in eerste instantie in aanmerking komen. Ander-
zijds stellen wij eveneens vast dat de orde van grootte
van de vergoedingen nog altijd niet is vastgelegd. Tot
onze tevredenheid hebben alle collega's van de opposi-
tiepartijen zich tijdens de commissiebesprekingen aan-
gesloten bij de eis van het Vlaams Blok met betrekking
tot de volledige schadevergoeding. Alleen Agalev, bij
monde van collega Vanhoutte, sprak zich als lid van een
HA 50
PLEN 015
21
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Koen Bultinck
meederheidspartij ondubbelzinnig uit voor het niet voor
100% uitbetalen van de schadevergoedingen. Drie we-
ken geleden hielden wij een pleidooi voor het volledig
uitbetalen van de schadevergoedingen.
Ik herinner de minister van Landbouw er nogmaals aan
dat ook hij destijds deze belofte deed. Tijdens de bespre-
king van het wetsontwerp in de commissie moesten wij
vaststellen dat hij, zoals hij het zelf uitdrukte, blijft bij zijn
ambitie om 100% van de vergoedingen uit te keren. Laat
ons echter duidelijk zijn. Voor ons is een ambitie een
goed iets, maar het is onvoldoende. Het Vlaams Blok
stapt niet af van zijn oorspronkelijke eis tot volledige
uitbetaling van de schadevergoeding. Alleen dat is voor
ons aanvaardbaar.
Ook bij het dossier van de overbruggingskredieten die
reeds op 25 augustus tussen de overheid en de bank-
sector werden afgesproken, moeten nog enkele
kanttekeningen worden gemaakt.
Ten eerste kregen wij, na enig aandringen, tijdens de
besprekingen in de commissie eindelijk zicht op de
tarieven voor deze kredieten. Uiteindelijk bleek dat deze
tarieven 1% lager liggen dan de markttarieven. Wij
kunnen aannemen dat de banksector inderdaad niet aan
liefdadigheid doet, maar echt gul is dit gebaar toch niet te
noemen. Fundamenteel bieden deze overbruggings-
kredieten maar een tijdelijke oplossing. De schuld moet
vroeg of laat immers toch worden afbetaald.
Ten tweede vallen ons de zeer strenge vereisten voor de
bewijsvoering van de omzetdaling op. Het is voor de
betrokkenen niet altijd eenvoudig om dit bewijs te leve-
ren.
De financie¨le eisen zijn bijzonder zwaar. Het protocol
bepaalt dat een bedrijf per 27 mei 1999 intrinsiek finan-
cieel gezond moet zijn. Het Vlaams Blok vreest dat deze
financie¨le eisen voor heel wat landbouwbedrijven de lat
veel te hoog legt. Jonge landbouwers hebben dikwijls
enorme investeringen gedaan en voelen op dit ogenblik
het water aan hun lippen staan. Bovendien zijn de prijzen
van een aantal landbouwproducten de voorbije maanden
sterk gedaald.
De voorwaarden inzake financie¨le tegemoetkoming zijn,
ons inziens, zo streng dat het best mogelijk is dat de
overheid nooit beroep zal moeten doen op haar staats-
waarborg. De bedrijven die een beroep zullen doen op
deze tegemoetkoming, hebben wellicht geen financie¨le
problemen en kunnen de kredieten moeiteloos terugbe-
talen.
Het Vlaams Blok vreest dat heel wat jonge landbouwers,
die op dit ogenblik moeilijk kunnen bewijzen dat hun
bedrijf financieel gezond is omwille van zware investerin-
gen,
geen
beroep
zullen
kunnen
doen
op
de
overbruggingskredieten.
Over het nog op te richten dioxinefonds blijft de ondui-
delijkheid groot. Naar verluidt zal een deel van de Euro-
pese steun naar dit fonds vloeien. We stellen echter vast
dat het voorliggend ontwerp niet alleen voorziet in vrijwil-
lige maar ook in verplichte solidariteitsbijdragen. Dit
betekent dat artikel 12 een soort nieuwe belasting kan
opleggen.
Uit de hoorzittingen is gebleken dat de betrokken secto-
ren niet overliepen van enthousiasme voor dit voorstel.
Het Vlaams Blok kan begrijpen dat er bij de landbouwers
weinig animo bestaat voor een dergelijke solidariteits-
bijdrage. Concreet zou dit immers betekenen dat het
slachtoffer, de landbouwer, nog eens moet opdraaien
voor de fouten van andere sectoren. Dit kan, ons inziens,
niet de bedoeling zijn.
De regeringscommissaris heeft in de commissie meege-
deeld dat de veevoedersector reeds 120 van de ge-
vraagde 400 miljoen frank heeft toegezegd. Dat men een
bijdrage vraagt aan de veevoedersector lijkt ons vrij
logisch. Iedereen kan immers vaststellen dat deze sector
medeverantwoordelijk is voor de dioxinecrisis. Als men
echter iets afweet van economische wetmatigheden, dan
weet men dat de veevoedersector deze extra kost op de
landbouwers zal verhalen. Dit betekent dat de landbou-
wers zullen moeten opdraaien voor de extra kosten van
de veevoedersector.
Mijnheer de voorzitter, collega's, laat het duidelijk zijn dat
het Vlaams Blok geen graten ziet in vormen van solida-
riteit bij de afhandeling van de dioxinecrisis. De grote
onduidelijkheid over het dioxinefonds is ons echter een
doorn in het oog.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik grijp de
bespreking van het voorliggend wetsontwerp aan om de
kern van de problematiek aan te kaarten. Het heeft, mijns
inziens, weinig zin te blijven bekvechten over juridische
haarkloverijen. We moeten politieke conclusies durven
trekken uit de dioxinecrisis.
Alhoewel we de volgende weken naar aanleiding van de
bespreking van het wetsontwerp houdende oprichting
van een federaal agentschap voor de veiligheid van de
voedselketen ruimschoots de gelegenheid zullen hebben
om dieper in te gaan op het niet-functioneren van het
Belgisch overheidsapparaat, wens ik de bespreking van
dit ontwerp aan te grijpen om dit probleem aan te
kaarten. De dioxinecrisis maakte zelfs aan het kleinste
kind duidelijk dat Belgie¨ de voorbije jaren helemaal geen
beleid heeft gevoerd inzake voedselveiligheid en land-
bouw.
Het Vlaams Blok was hierover niet verwonderd. Een
efficie¨nt en snel beleid kan op Belgisch niveau niet. De
dioxinecrisis maakte dit voor iedereen eens te meer
duidelijk. De diensten die controle moeten uitoefenen op
onze voedselkwaliteit werkten niet samen maar tegen
22
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Koen Bultinck
elkaar. De voedselcrisis is niet alleen een zaak van
voedselveiligheid en volksgezondheid maar eveneens
een zaak van politiek falen van een overheidsapparaat
dat niet in staat is daadwerkelijke controles op het terrein
uit te voeren.
Het Belgisch beleid met betrekking tot landbouw en
volksgezondheid tartte in het verleden elke verbeelding.
Aan wetten en koninklijke besluiten is er duidelijk geen
gemis. Ze blijken niet toepasbaar te zijn of ze worden niet
nageleefd. Ook de externe audits van de inspectie-
diensten met betrekking tot de kwaliteit van het vlees-
product, uitgevoerd door Price Waterhouse Coopers,
legde nogmaals de pijnpunten bloot van het Belgisch
systeem voor de controle van de voedselketen. Naar
aloude Belgische gewoonte zijn allerlei ministeries en
diensten hierbij betrokken : Landbouw, Volksgezondheid
en Economische Zaken. Eveneens volgens de plaatse-
lijke gewoonte wordt er niet of nauwelijks samengewerkt.
Iedereen doet zijn ding, zonder afbakening van verant-
woordelijkheden en zonder rekening te houden met
elkaar. Van een efficie¨nte controle op het terrein kan
uiteraard in deze omstandigheden geen sprake zijn.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte
collega's, in deze zin is het voor het Vlaams Blok duidelijk
dat de dioxinecrisis in eerste orde een politieke crisis en
pas in tweede orde een crisis van de volksgezondheid is.
Vandaar ook dat wij met een beschuldigende vinger
blijven wijzen in de richting van de Belgische overheid.
Een belangrijke verantwoordelijkheid voor deze crisis ligt
bij de overheid. Minister Gabriels, ik kan u begrijpen. U
persoonlijk treft geen verantwoordelijkheid, maar men
moet toch op zijn minst durven zeggen dat het Belgisch
systeem en de regeringen uit het verleden hiervoor
verantwoordelijk zijn. Ik weet het dat, en dit bleek reeds
bij de besprekingen in de commissie, men ons dit niet
graag hoort zeggen.
De Vlaams Blok-verkozenen zetelen hier niet om sym-
pathiek over te komen, integendeel. Wij hebben de
verdomde plicht om iedere dag opnieuw het slecht func-
tioneren van het Belgisch overheidsapparaat aan te
klagen.
Minister Gabriels, tijdens de commissiebesprekingen
moest u toegeven dat een alertere overheid de crisis
wellicht beter had kunnen aanpakken. Dit bewijst over-
duidelijk dat onze politieke stellingname niet ten onrechte
is.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte
collega's, met deze stellingname heb ik vandaag zeker
niet de pretentie om in de dioxinecrisis definitief verant-
woordelijkheden aan te duiden. Laat dit de taak zijn van
de onderzoekscommissie die zich bezighoudt met de
dioxinecrisis. Het Vlaams Blok zal verder constructief
meewerken in de onderzoekscommissie, omdat wij uiter-
aard eerlijk op zoek zijn naar de echte verantwoordelijken
voor deze crisis.
De dioxinecrisis is ook om andere redenen een politieke
crisis.
Ten eerste, door het geknoei van de vorige regering
onder leiding van Jean-Luc Dehaene, waren minister van
Landbouw Pinxten en minister van Volksgezondheid
Colla duidelijk niet in staat de gesignaleerde problemen
onder controle te krijgen. De manier waarop men zeer
laattijdig de Europese instellingen verwittigde, zorgde er
mee voor dat het buitenland alle vertrouwen in de Bel-
gische voedselproducten verloor.
Ten tweede, toen het voor een aantal mensen duidelijk
werd dat de uitbrekende dioxinecrisis niet langer een
zaak was van stervende kippen en grotere proporties
begon aan te nemen, dus toen duidelijk werd dat het
geen miljoenen- maar een miljardenzaak dreigde te
worden, werd door een aantal mensen de joker naar de
politiek doorgespeeld. In die zin is het toch wel vermel-
denswaard dat IVK-ambtenaar en verzekeringsexpert
Destickere zich liet betalen door zijn verzekeringsmaat-
schappij voor het rapport dat hij opstelde voor toenmalig
minister Colla. Alsof hij daarmee impliciet wou duidelijk
maken dat hij zijn verzekeringsmaatschappij een dienst
bewees met het uitbrengen van de dioxinecrisis.
Ten derde, deze voedselcrisis werd uiteraard een poli-
tieke crisis op het ogenblik dat VLD-lid Destickere toen-
malig VLD-oppositieleider Verhofstadt op de hoogte
bracht van de dioxinecrisis. De vraag blijft voorlopig nog
onbeantwoord of Destickere zijn VLD-vriend Verhofstadt
al dan niet een duwtje in de rug wou geven met het oog
op de aanstaande verkiezingen. Feit is dat er binnen de
dioxinecommissie steeds meer twijfel groeit over het
moment waarop de heer Verhofstadt door Destickere
werd gei¨nformeerd over de dioxinecrisis.
Om al deze redenen beschouwt het Vlaams Blok de
dioxinecrisis in eerste instantie als een politieke crisis.
Dat men vooral niet hypocriet doet door kwaad te wijzen
naar de boodschapper die rechttoe rechtaan zegt wat hij
meent te moeten zeggen. Om al deze redenen kan het
ook niet dat de gewone landbouwer van deze historie het
slachtoffer zou zijn.
Daarom moet de politiek in dit dossier haar verantwoor-
delijkheid nemen en daarom ook neemt het Vlaams Blok
in dit dossier een verantwoordelijke houding aan.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ter
afronding wil ik nog enige duidelijkheid scheppen over de
positie van het Vlaams Blok ten aanzien van de voorlig-
gende dioxinewet. Het Vlaams Blok heeft steeds de
verdediging van het Vlaamse familiale landbouwbedrijf
op zich genomen. Wij hebben dit steeds gedaan vanuit
onze eerlijke overtuiging dat Vlaanderen zorg moet dra-
gen voor de instandhouding van deze sector. Wij hebben
HA 50
PLEN 015
23
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Koen Bultinck
dit nooit gedaan omdat een of andere lobby, in casu
bijvoorbeeld de Boerenbond, ons hiervoor een marsbe-
vel zou hebben gegeven. In ons politiek handelen laten
wij ons alleen leiden door onze consequente overtuiging.
Uit de recente nota van de Sociaal-Economische Raad
van Vlaanderen blijkt trouwens andermaal dat de land-
bouw en de voedingsindustrie bij uitstek Vlaamse secto-
ren zijn. Het feit dat landbouw op zich een minder grote
rol speelt, betekent niet dat de ermee gelieerde sectoren
en activiteiten - in eerste instantie de voedingsindustrie -
geen belangrijke rol meer zouden spelen. Het tegendeel
is eerder waar, zeker in Vlaanderen. De voedingsindus-
trie is met 62 400 werknemers in Vlaanderen de belang-
rijkste industrie¨le sector, voor de chemie en de auto-
industrie. Bekeken in de Belgische context zijn de
Vlaamse cijfers verantwoordelijk voor 73% van de werk-
gelegenheid in de landbouw en voor 71% van de werk-
gelegenheid
in
de
voedingsnijverheid.
Binnen
de
Vlaamse werkgelegenheid zijn beide activiteiten samen
toch nog altijd goed voor 6,4% van de werkgelegenheid
tegenover 4,7% in Wallonie¨. In termen van gerealiseerde
bruto toegevoegde waarde en van export komen onge-
veer dezelfde cijfers naar voren. Daarnaast stellen we
vast dat de betrokken activiteiten 11% van de totale
Vlaamse export uitmaken. Deze cijfers maken van de
landbouw en de voedingsnijverheid bij uitstek Vlaamse
sectoren. Dit heeft tot gevolg dat problemen in deze
sectoren, zoals nu de dioxinecrisis, ook een grotere
weerslag kunnen hebben in Vlaanderen.
Dit bepaalt uiteraard mee de houding die het Vlaams
Blok in dit dossier zal innemen. Mijnheer de minister,
reeds drie weken geleden kondigde ik u de houding van
het Vlaams Blok aan. In de repliek op het antwoord van
de eerste minister op onze interpellatie hebben wij toen
duidelijk gesteld dat onze houding tweeledig zou zijn.
Enerzijds zouden wij waakzaam zijn ten opzichte van de
plannen van de regering en anderzijds zouden wij ons
constructief opstellen. Ook wij gaan ervan uit dat men
niet moet wachten op de resultaten van de onderzoeks-
commissie inzake dioxine vooraleer concrete stappen op
het terrein kunnen worden gezet. Ook wij zijn vragende
partij voor een snelle en volledige schadeloosstelling van
de sterk getroffen landbouwsector. Voor ons blijft het
storend dat zoveel concrete maatregelen nog onduidelijk
zijn en bij koninklijk besluit zullen worden geregeld. Voor
ons gaat het voorliggend wetsontwerp in de goede
richting. Het gaat echter niet ver genoeg. Vandaar ook
kan ik u aankondigen dat het Vlaams Blok zich bij de
eindstemming over dit wetsontwerp zal onthouden.
De voorzitter : Collega's, mag ik u er opmerkzaam op
maken dat er in deze Kamer een vestiaire bestaat. Ze
bevindt zich echter niet in dit halfrond. Stijl is ook
belangrijk in het leven.
La parole est a` M. Charles Michel.
M. Charles Michel (PRL FDF MCC) : Monsieur le pre´si-
dent, monsieur le ministre, chers colle`gues, a` la fin du
mois de mai 1999, la presse a re´ve´le´ l'existence d'une
contamination importante de la chai^ne alimentaire. En
juin 1999, la chute des exportations dans les secteurs
concerne´s e´tait tre`s importante puisque l'on parle d'un
diminution de plus de 20% dans le secteur agro-
alimentaire et de plus de 40% en ce qui concerne les
animaux vivants. De toute e´vidence, l'ensemble du sec-
teur agro-alimentaire a e´te´ se´ve`rement touche´ par cette
crise. On a assiste´ a` une forte rupture de confiance des
marche´s e´trangers a` l'e´gard de nos entreprises.
Monsieur le ministre, il me semble que ce de´bat n'est pas
celui des responsabilite´s ou des culpabilite´s e´ventuelles
de l'un ou l'autre intervenant. Ce de´bat-la` devra avoir
lieu : une commission d'enque^te parlementaire examine
cette proble´matique et transmettra a` cette assemble´e un
certain nombre de recommandations. Ce qui est impor-
tant ici, ce sont les faits objectifs et les conse´quences de
la gestion ou de la non-gestion de cette crise. Ce qui est
important e´galement, c'est que le gouvernement ait
de´cide´ de faire de ce dossier une priorite´ absolue parce
qu'il e´tait tre`s important de restaurer la confiance qui
avait e´te´ conside´rablement e´branle´e en raison de la
mauvaise gestion de cette crise.
Je ne rappellerai pas ici l'ensemble des mesures prises
dans le cadre de cette crise. Elles figurent de fac¸on
exhaustive dans l'expose´ des motifs de cette loi. Cepen-
dant, il est important de souligner que dans ce dossier,
nous sommes extre^mement de´pendants des re´glemen-
tations europe´ennes et des autorisations qui doivent e^tre
donne´es par l'Europe au sujet d'un certain nombre de
mesures.
En juin et juillet, de nombreuses difficulte´s sont interve-
nues du fait que la confiance des institutions europe´en-
nes en notre gouvernement avait e´te´ e´branle´e a` la suite
des de´ficiences commises dans la gestion de la crise.
Notre pays en a supporte´ les conse´quences. Le gouver-
nement actuel a paye´ le fait que cette crise n'a pas e´te´
prise en main lorsqu'elle aurait du^ l'e^tre.
M. Richard Fournaux (PSC) : Monsieur Michel, le mi-
nistre des Affaires e´trange`res n'aurait-il pas du^ intensifier
les relations avec la Commission europe´enne pour re´-
soudre le proble`me et acce´le´rer les proce´dures, pluto^t
que d'aller rendre visite a` M. Kadhafi ?
Le pre´sident : La parole est a` M. Charles Michel.
M. Charles Michel (PRL FDF MCC) : Monsieur le pre´si-
dent, je ne suis pas surpris par ce genre d'intervention
assez dro^le. Il faut souligner que de`s le mois de juillet, le
nouveau gouvernement a fait la de´monstration de sa
diffe´rence par rapport a` l'ancien gouvernement. Vous
savez pertinemment bien, monsieur Fournaux - et les
24
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Charles Michel
rapports des experts europe´ens en te´moignent -, que la
manie`re dont le gouvernement belge a de´fendu le dos-
sier devant la Commission europe´enne e´tait tout a` fait
de´ficiente et catastrophique. Si un certain nombre de
difficulte´s ont surgi dans les semaines qui ont suivi, c'est
justement parce que les hommes que vous souteniez
n'ont pas assume´ leurs responsabilite´s a` ce moment-la`.
Et aujourd'hui, nous payons encore les de´ficiences de
ceux que vous avez soutenus, monsieur Fournaux.
Monsieur le pre´sident, je veux pour ma part souligner la
fac¸on coordonne´e dont le gouvernement a voulu prendre
ce dossier en mains. La de´signation d'un commissaire du
gouvernement spe´cialement charge´ de cette coordina-
tion, de ces rapports avec la Commission europe´enne
e´tait tout a` fait importante. C'est sans doute cette volonte´,
affiche´e de fac¸on tre`s de´termine´e, qui a permis que tre`s
rapidement, dans les mois qui ont suivi, l'on soit en
mesure de pre´senter enfin au parlement un texte qui
constitue un geste fort, un geste capable de restaurer la
confiance.
Je voudrais tre`s brie`vement e´voquer un certain nombre
de points de ce projet de loi qu'il me parai^t important de
souligner. Tout d'abord, ce projet constitue, bien entendu,
le cadre le´gal pour permettre d'apporter des mesures
d'aide a` ces entreprises. Il constitue e´galement un cadre
le´gal pour le´gitimer des mesures et des initiatives qui ont
e´te´ prises. Je pense a` ce protocole qui a e´te´ conclu de`s
le mois d'aou^t avec l'Association belge des banques.
Le deuxie`me point que je veux souligner est la mise sur
pied de ce fonds d'indemnisation. Le groupe PRL se
re´jouit que l'orientation donne´e soit celle d'un fonds
d'indemnisation et non d'un parastatal comme cela avait
e´te´ e´voque´. Je vois dans la mise sur pied d'un fonds
d'indemnisation une volonte´ d'efficacite´ et de souplesse.
Par ailleurs, la faculte´ de confier les paiements a` une
institution spe´cialise´e traduit une volonte´ de souplesse et
d'efficacite´ dans la gestion des conse´quences de cette
crise.
M. Fournaux ainsi que d'autres intervenants ont e´voque´
le me´canisme de l'impo^t. Je ne dois pas rappeler que tout
impo^t est une forme de solidarite´. Et bien, oui, nous
assumons une volonte´ politique ! Et bien, oui, nous
assumons un choix politique qui est celui de la solidarite´
des secteurs concerne´s. Cela ne vous plai^t peut-e^tre
pas. C'est en tout cas un choix qui a e´te´ affiche´ dans le
cadre de cette le´gislation.
Un autre point e´galement e´voque´ par diffe´rents interve-
nants porte sur l'indemnisation, qui pourrait ne pas e^tre
totale. Personnellement, j'appre´cie la de´marche franche
et responsable du ministre, qui affirme tre`s sereinement
sa volonte´ de faire le maximum et autant que faire se
peut. Il a e´te´ tre`s clair. On verra, dans la mesure des
moyens, ce qu'il sera possible de mettre en oeuvre. En
tout cas, la volonte´ est de re´parer les conse´quences de
votre crise autant que faire se peut.
L'un ou l'autre point peuvent encore e^tre souligne´s, parce
qu'ils traduisent une attitude responsable et raisonnable :
le fait d'avoir pre´vu dans cette le´gislation qu'en contre-
partie de l'indemnisation, une renonciation a` toute action
a` l'encontre de l'Etat soit pre´vue. Il e´tait important de
penser a` cet e´le´ment.
La proble´matique des entreprises mixtes a e´te´ e´voque´e.
Le texte initial pre´voyait de´ja` la possibilite´ d'indemniser
e´galement des entreprises mixtes, c'est-a`-dire les entre-
prises qui exerc¸aient des activite´s agricoles partielles. Ce
point a e´te´ e´clairci de fac¸on totale dans le cadre d'un
amendement.
J'en terminerai en me re´jouissant de la prise en mains
dynamique de ce dossier, de la ce´le´rite´ et de l'efficacite´
dans la gestion de celui-ci. Le vote de cette loi consti-
tuera une e´tape importante pour restaurer la confiance
au niveau des secteurs concerne´s. On sait, en termes
e´conomiques, a` quel point l'e´le´ment de confiance, qui est
un e´le´ment psychologique, est capital.
Il importait de poser ce geste fort. Je me re´jouis de
l'orientation donne´e dans ce projet de loi. C'est la raison
pour laquelle ma confiance lui sera accorde´e sans re´-
serve.
De voorzitter : Mevrouw Frieda Brepoels heeft het
woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, mijnheer de minister, ik dank de heer Chabot en
alle medewerkers voor de weergave van het verslag en
voor de precieze opvolging van de uitgebreide discussie
in de commissie. Ik zal de discussie niet herbeginnen
maar wens toch enkele opmerkingen te maken, die na de
bespreking onveranderd zijn gebleven.
Gedurende de commissiebesprekingen, vooral tijdens de
herfstvakantie, heb ik namens de VU-fractie een eerlijke
poging ondernomen om het wetsontwerp betreffende de
steunmaatregelen ten gunste van landbouwbedrijven die
inderdaad getroffen zijn door de dioxinecrisis, inhoudelijk
te toetsen aan de beloften van de regering enerzijds en
de verwachtingen van de sector anderzijds. Ik heb ge-
tracht een aantal punten waar nodig bij te schaven, maar
heb ook de opmerkingen van de Raad van State ver-
werkt. Gezien de complexe situatie die de dioxinecrisis
heeft gecree¨erd, heb ik getracht begrip op te brengen
voor de veelvuldige, verwarde en onduidelijke maatrege-
len in dit ontwerp. Hier en daar gunde de regering ons
een kijk op haar werkelijke plannen om nadien snel terug
te keren naar haar oorspronkelijke voorstellen. De minis-
ter en vooral de regeringscommissaris, hebben zich
HA 50
PLEN 015
25
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Frieda Brepoels
uitgesloofd om ons te overtuigen van de goede bedoe-
lingen van de regering. Dit is tot nu toe niet gelukt omdat
heel wat beloften in verband met inzage in ontwerpen
van koninklijke besluiten zoals vandaag voorgelegd, wei-
nig verduidelijking hebben opgeleverd. De minister had
ons nochtans teksten beloofd waarvan hij zei dat ze ons
stemgedrag zouden bepalen.
Op mij maakt het een povere indruk. Ik zie slechts e´e´n
besluit dat werd goedgekeurd. Bovendien hadden we dit
reeds gekregen tijdens de bespreking. Er zijn slechts vijf
besluiten in voorbereiding. Ee´n besluit gaat over de
voorwaarden voor steun en de procedures. Dit is een
belangrijk gegeven.
Twee besluiten bestaan in de vorm van een ontwerp,
waarvan we de teksten vandaag evenmin kregen. Deze
moeten nog naar de minister van begroting en naar de
Ministerraad worden overgedragen.
Ik blijf beklemtonen dat dit een volmachtenwet is, die
niets met hoogdringendheid te maken heeft, noch met de
beperkte tijd om oplossingen uit te werken, maar alles
met het feit dat de regering niet op e´e´n lijn staat.
Er moeten nog vele voorwaarden worden vervuld alvo-
rens we iets te weten komen. Het is de taak van het
parlement om dit op te helderen omdat de regering veel
te vaak in de plaats van de wetgever treedt.
Wij hebben reeds gezegd dat ongeveer elk artikel voor-
ziet in een regeling, geheel of ten dele, via een koninklijk
besluit. Ik heb in de commissie reeds aangestipt dat dit
op zich geen probleem hoeft te zijn indien dit onder de
normale verordeningsbevoegdheid van de Koning valt,
zelfs indien het ruimer is gesteld, maar dan omringd met
de traditionele waarborgen. Voor meer dan de helft van
de te nemen koninklijke besluiten is dit duidelijk niet zo en
hierbij wens ik dan ook de nodige opmerkingen te blijven
maken. Nochtans had de regering, de vraag om drin-
gende behandeling ten spijt, uitdrukkelijk gevraagd om
niet over de artikelen te stemmen, zodat er nog vo´o´r de
eindvergadering rekening kon worden gehouden met een
aantal fundamentele opmerkingen of amendementen die
in de discussie werden vooropgesteld. Uiteindelijk zijn
die er niet echt gekomen en moeten wij het in feite stellen
met enkele kleine aanpassingen of verduidelijkingen die
via een viertal amendementen van de meerderheid wer-
den ingebracht. Ik vind dat teleurstellend. Dit is een
gemiste kans.
Intussen gaat het natuurlijk nog steeds over de beloofde
steunmaatregelen voor getroffen landbouwbedrijven die
reeds sinds de zomer met heel veel spanning uitkijken
en, vooral, geduldig afwachten. Tijdens de bespreking in
de commissie heb ik al gezegd dat het protocol met de
banken reeds drie maanden geleden werd goedgekeurd.
Op dit ogenblik zijn een veertigtal dossiers goedgekeurd
ten bedrage van ongeveer 80 miljoen frank; 25 miljard
frank lijkt dus nog ver weg. Tijdens de bespreking werd
uitdrukkelijk gevraagd aan en beloofd door de minister
om de uiterste datum van indiening, namelijk 1 december
1999, uit te stellen.
Het overleg met de gewesten leidde op 22 oktober 1999
weliswaar tot een feitelijke goedkeuring van het ontwerp,
maar door de gewesten wordt toch aangedrongen om
ook de uitvoeringsbesluiten nog te bespreken. Uit uw
stukken heb ik opgemaakt dat u dat ook nog wenst te
doen vo´o´r de officie¨le uitvaardiging. Daarom dring niet
alleen ik, maar ook de Raad van State, aan om een
samenwerkingsakkoord, zoals bedoeld in de bijzondere
wet van 8 augustus 1980, te sluiten met de gewesten. Zo
kunnen alle wetgevende vergaderingen dit op hun beurt
goedkeuren. Ik leg dan ook opnieuw amendement nr. 26
ter goedkeuring voor. Uit de besprekingen hebben wij wel
begrepen dat de minister niet verder wil gaan dan
informeel overleg.
Dan is er nog de mededeling van dit ontwerp aan de
Europese Commissie. Voor ons is het duidelijk dat de
regering een serieus risico loopt. De Europese Commis-
sie kan immers nog opmerkingen formuleren, waardoor
het ontwerp misschien nog moet worden gewijzigd. On-
dertussen naderen wij met rasse schreden het einde van
het jaar. Zal de regering haar belofte om de eerste
uitbetalingen nog vo´o´r Kerstmis te verrichten, nog kun-
nen waarmaken ? Wordt er u¨berhaupt uitbetaald en
volledig zoals meermaals door de minister beloofd -
artikel 4 laat dit in principe toe - vooraleer er duidelijkheid
is over de omvang van de solidariteitsbijdrage ? Alle
schadedossiers, ook de reeds ingediende, moeten nog
worden aangevuld met heel wat bewijzen en er moeten
nog een aantal voorwaarden per koninklijk besluit wor-
den bepaald vooraleer een eerste berekening van de
geleden schade kan gebeuren.
Zal men op een vrij rudimentaire wijze een forfaitaire
vergoeding bepalen die dan te nemen of te laten is ? De
verschillende uitvoeringsbesluiten behoeven ook nog
een Europese goedkeuring. Het begrotingsfonds moet
nog worden opgestart en haar structuur, werking en
beheer moeten nog worden geregeld. Het wetsontwerp
voor het eenmalig krediet, aan te rekenen op de begro-
ting 1999, moet nog door het parlement worden goedge-
keurd. Er is dus nog heel veel werk op de plank.
Tenslotte is er de zeker niet onbelangrijke verplichte
solidariteitsbijdrage. Hierover werd veel gediscussieerd
en soms op een vrij demagogische wijze. De VU-fractie
heeft er geen enkele moeite mee dat het niet alleen de
belasting-betaler zal zijn die deze fondsen moet ophoes-
ten.
26
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Frieda Brepoels
De regering heeft dit principieel in dit wetsontwerp willen
voorzien, zonder echter enige gegevens ter verantwoor-
ding aan te reiken. Er worden slechts ruwe bedragen
genoemd, bijvoorbeeld
10 tot 15% van het totale be-
drag
.
Mijnheer de minister, kan u ons zeggen welk het totaal te
financieren bedrag zal zijn ? Op dit ogenblik kan niemand
dit bedrag ramen, ook de regering niet.
Toch noemt zij, bij monde van de regeringscommissaris,
een bedrag van 1 miljard frank. Er zal geen verplichte
bijdrage komen, indien 1 miljard frank wordt ingezameld
met vrijwillige bijdragen, die dan nog fiscaal aftrekbaar
zijn. Dit werd met even veel woorden bevestigd tijdens de
bespreking.
Aan wie wil men in het slechtste geval de verplichte
bijdrage opleggen ?
Wordt zij opgelegd aan de sectoren die schuld treffen in
de crisis, aan specifiek vervuilende bedrijven, aan land-
bouwbedrijven, aan niet-landbouwbedrijven ? Wanneer
de regering het ernstig meent, dient zij hierover een
afzonderlijk en degelijk wetsontwerp in, waarbij alle cri-
teria kunnen worden besproken.
Het lijkt wel alsof de mensen er via dreigementen toe
worden aangezet om voldoende vrijwillig over de brug te
komen. De bevoegdheid van de wetgever komt hierbij in
het spel en het lijkt mij dan ook niet aangewezen om in
casu en op dit ogenblik enige machtiging aan de regering
te verlenen.
Om al deze redenen heb ik een aantal van mijn amen-
dementen terug ingediend, ter staving van de kritische
opmerkingen die ik hier in de plenaire vergadering nog
wens te formuleren. Deze punten zullen straks nog
verder ter sprake komen bij de artikelsgewijze bespre-
king. Op basis van de resultaten van deze bespreking,
zullen wij morgen ons stemgedrag bepalen.
De voorzitter : Mevrouw Trees Pieters heeft het woord.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, als voorlaatste op de lijst
is het wat makkelijker om in te gaan op bedenkingen van
collega's.
Collega Leterme heeft reeds geantwoord op de beden-
kingen van mevrouw Gerkens. Zelf zou ik graag antwoor-
den op een aantal opmerkingen van de heer Van Aperen
en van de heer Michel.
De meerderheid kan het nog altijd niet laten een beschul-
digende vinger uit te steken naar de vorige regering die
geacht werd in drie weken efficie¨nt te reageren op de
bom die was ontploft. Hoe, wanneer en waarom die bom
is ontploft, zal trouwens later worden uitgemaakt.
Ook de drie of vier weken nadien werd zogezegd niet
efficie¨nt gewerkt. Ikzelf heb herhaaldelijk gezegd dat die
regering verplicht was binnen een overgangsstructuur te
werken met beperkte bevoegdheden en ik ga dat niet
meer herhalen.
Toch stoort het mij dat u - vier maanden nadat u aan de
macht bent en alles te zeggen hebt - nog altijd verwijst
naar wat de vorige regering verkeerd zou hebben ge-
daan.
U verwijt de organisaties - en de heer Coveliers moest er
nog een streepje achterzetten - dat zij in hun bladen
rapporteren over wat in de commissie en op persconfe-
renties is gezegd.
Welnu, de voorzitter heeft terecht opgemerkt dat de
zittingen van de dioxinecommissie allemaal openbaar
waren, zodat iedereen alles om het even waar kon
verspreiden. U hebt trouwens uw eigen kanalen en u
geeft uw mening vrijmoedig weer.
Wat het begrotingsfonds betreft, wijst u beschuldigend
naar de CVP. Artikel 10 in het verslag van de artikelsge-
wijze bespreking zegt dat wij ons onthouden hebben. De
beschuldiging naar onze partij toe is geverifieerd door
collega Ansoms en ik wil ze hier enkel herhalen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in
eerste instantie wil ik onderstrepen dat het wetsontwerp
betreffende de maatregelen ten gunste van landbouwbe-
drijven getroffen door de dioxinecrisis het eerste wets-
ontwerp is dat de kamerleden na vier maanden krijgen
voorgelegd.
Wij hebben moeten constateren dat het vaag en weinig
sluitend is en afhankelijk van nog te nemen beslissingen
op andere niveaus. Ik verwijs naar de nog goed te keuren
notificatie van Europa, evenals naar de nog te voeren
ultieme gesprekken met de gewesten.
Daarnaast moet het nog worden ingevuld door niet
minder dan 13 nog te nemen koninklijke besluiten. In de
commissie deden wij terecht opmerken dat het hier gaat
om een volmachtenwet.
Net als collega Leterme onderstreep ik dat wij vertrokken
zijn vanuit een constructieve opstelling en geprobeerd
hebben de teksten te amenderen op onduidelijkheden of
op wat voor de sector onaanvaardbaar was.
Tijdens de vele hoorzittingen hebben wij dat trouwens
vaak gehoord. Ik wil duidelijk stellen dat wij beiden sterk
meevoelen met die sector.
In West-Vlaanderen waar de crisis het hardst heeft
toegeslagen, hebben wij herhaalde contacten gehad met
de sterk getroffen bedrijven. Wij wensen dan ook een
volledige schadevergoeding. Deze bedrijven werden de
HA 50
PLEN 015
27
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Trees Pieters
voorbije jaren immers al sterk door andere crisissen
getroffen en bij sommigen staat het water aan de lippen.
Wij moeten ze in staat stellen hun activiteiten op een
fatsoenlijke manier voort te zetten.
Wij wensen dan ook dat er een volledige schadevergoe-
ding wordt uitgekeerd, zodat die bedrijven, die de voor-
bije jaren ook al zeer sterk door andere crisissen werden
getroffen en die zelf zeggen dat het water hen aan de
lippen staat, in staat zouden worden gesteld om hun
activiteiten op een fatsoenlijke manier voort te zetten.
De regering, die aanvankelijk en publiekelijk beweerde...
Mijnheer Coveliers, u kunt het niet nalaten te grijnzen.
Uw regering is al vier maanden aan de macht. Doe iets,
maar grijns niet voortdurend.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Dat is mijn goed recht
en bovendien heb ik de CVP gedurende 50 jaar zien
grijnzen.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : U moet niet overdrijven,
de CVP is maar 40 jaar aan de macht geweest.
De heer Hugo Coveliers (VLD) : Ik moet u niet vragen
hoe ik mag reageren.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Nee, u moet het mij niet
vragen, maar ik constateer het, want u zit vo´o´r mij en ik
kijk recht in uw gezicht.
De voorzitter : Mevrouw Pieters, hier neemt men tot nu
toe alleen de woorden op en niet de gelaatsuitdrukkin-
gen.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : De regering had aan-
vankelijk en publiekelijk verklaard dat dit wetsontwerp
snel moest worden afgehandeld om zo snel mogelijk, en
liefst vo´o´r het einde van 1999, te kunnen uitbetalen.
De minister heeft ons, na een aantal discussies in de
commissie, zelf gevraagd om tijd te krijgen om de voor-
gestelde amendementen nader te onderzoeken en zelfs
na de artikelsgewijze bespreking met de stemming te
wachten. Hij gaf ons, net zoals de regeringscommissaris,
de indruk een eind met ons mee te gaan in onze vragen.
Wij zouden gedurende het weekend worden ingelicht en
de volgende maandag worden bijeengeroepen om te
overleggen wat kon en wat niet kon. Er zou een bijge-
werkte tekst worden besproken. Maar, niets daarvan, wij
werden met een kluitje in het riet gestuurd en er werd ons
beleefd gevraagd - hoe dringend dit wetsontwerp ook
was - om vier dagen te wachten met de stemming.
Aan de liberale leden van de meerderheid, onder meer
aan de heer Lano, werd gevraagd zijn amendementen in
te trekken. Als compensatie : aan andere leden van de
meerderheid werd gevraagd kleinere amendementen in
te dienen die allesbehalve remedie¨ren aan de door ons
voorgelegde knelpunten.
Mijnheer de minister, voor ons zijn er vier essentie¨le
knelpunten, namelijk het principe van de volledige scha-
devergoeding, de definitie van het landbouwbedrijf, het
begrotingsfonds en de bewijslast in hoofde van de
schadelijdende. Op deze punten wenste onze fractie
correcties aan te brengen, maar de regering heeft geen
rekening gehouden met onze positief gei¨nspireerde op-
merkingen en gegronde bezwaren. Wij hebben het ont-
werp dan ook niet goedgekeurd in de commissie. Van-
daag, na een ultieme poging om in deze plenaire
vergadering de gerechtvaardigde eisen van zovele ge-
troffenen nog eens duidelijk te formuleren, zullen wij,
indien de regering op haar standpunt blijft, dit eerste
wetsontwerp van de regering Verhofstadt niet goedkeu-
ren.
Wij zijn van mening dat slecht legistiek werk werd afge-
leverd en dat, zelfs met een schare medewerkers en
medewerkers van medewerkers de regering er niet in
slaagde om op vele vragen om uitleg een degelijk
antwoord te formuleren. Ik geef enkele voorbeelden.
Ten eerste, wij gissen nog steeds naar welke schade
uiteindelijk vergoed zal worden. Zal het de economische
schade of de marktschade zijn ? Voor welke maanden
zal worden vergoed ? Voor juni en juli, of ook voor de
schade, geleden in de volgende maanden. Wat bedoelt
men met geheel en ten dele ? De onduidelijkheid in
artikel 4, namelijk :
De Staat kan alle of een deel van de
schade dekken
, blijft bestaan. Ik onthoud in dat verband
dat de minister zei dat hij dit in de wet heeft ingeschreven
omdat hij onrechtmatige uitkeringen moet kunnen terug-
vorderen. Hij wil hiermee zeggen dat reeds behandelde
dossiers verkeerd, dit wil zeggen met te hoge cijfers,
werden opgesteld.
Ten tweede, een duidelijk antwoord bleef ook uit wat
artikel 12, de samenstelling van het begrotingsfonds,
betreft. De onduidelijkheid omtrent de vrijwillige en de
verplichte bijdrage en de fiscale behandeling van de
bijdragen, in te brengen door de sector en door recht-
streekse leveranciers en afnemers van deze onderne-
mingen, is gebleven. Het geheel is zelfs diffuser gewor-
den. De minister gaf tijdens de commissiebesprekingen
toe dat wat artikel 12 betreft, dat bepaalt dat aan objectief
bepaalde
categoriee¨n
van
ondernemingen
een
solidariteitsbijdrage zal worden gevraagd, het zeer moei-
lijk zal zijn om de schuld te bewijzen. Dat zijn zijn
woorden.
Ten derde, deze regering en u, mijnheer de minister,
pleiten bij elke gelegenheid voor administratieve vereen-
voudiging. Het staat met veel woorden in uw regerings-
akkoord. U slaagt er evenwel niet in een nieuwe wet te
maken die doorzichtig, eenvoudig en duidelijk is voor de
verbruiker.
28
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Trees Pieters
Wat de overbruggingskredieten betreft, is er alom ver-
warring in de sector. Door het feit dat u nog tijdens de
commissiebesprekingen zei dat de uitbetalingen zouden
gebeuren vo´o´r het einde van het jaar en u ook aangeeft
dat de overbruggingskredieten zullen worden verlengd, is
de
sector
niet
meer
gei¨nteresseerd
in
deze
overbruggingskredieten. Waarom zouden zij bij de ban-
ken nog kredieten aangaan aan intrestvoeten van 4%
wanneer u belooft dat zij voor het einde van het jaar
zullen worden uitbetaald ? De verwarring daaromtrent
blijft.
Hetzelfde geldt voor de gemengde bedrijven. Hoewel
een amendement waarin wordt gezegd dat ook ge-
mengde bedrijven zullen kunnen worden vergoed, werd
goedgekeurd, blijven wij sceptisch. Wij vrezen dat in de
koninklijke besluiten hiervan zou kunnen worden afgewe-
ken.
Mijnheer de minister, de beloofde synthesenota met de
13 koninklijke besluiten is er gekomen. Wij zijn daarover
tevreden. De inhoud van die twee blaadjes papier kon-
den wij evenwel ook opmaken uit de teksten. De konink-
lijke besluiten die u in de synthesenota weergeeft, bren-
gen eigenlijk niets nieuws.
De sector heeft af te rekenen met een enorme crisis.
Gedurende de voorbije campagne hebt u daarvan kun-
nen gebruikmaken. U bent naar de boeren gegaan om
hen te zeggen hoe slecht de regering het deed en hoe
goed de volgende regering het zou doen. Wij zijn de
mening toegedaan, ook na wat we in de hoorzittingen
hebben gehoord, onder meer dat een en ander gecondi-
tioneerd was, dat de sector dit ontwerp van de regering
nu niet meer zal steunen. Mijnheer de minister, wij kijken
uit met welke beloften u de betrokken sector in de
komende periode over de brug zult krijgen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, wij
wilden er iets van maken. De meerderheid had ons
gevraagd om constructief mee te werken. Bij het eerste
wetsontwerp hebben wij getoond dat wij dit wilden doen.
Wij hebben hoorzittingen gevraagd en gekregen, hoewel
in een veel breder kader dan aanvankelijk gevraagd. Nu
komen wij evenwel tot het inzicht dat haast niets, op een
paar details na, kan worden ingevuld. Vandaar dat wij
opnieuw onze amendementen hebben ingediend. Wan-
neer zij opnieuw zullen worden afgewezen, zullen wij dit
wetsontwerp niet goedkeuren.
De voorzitter : De heer Henk Verlinde heeft het woord.
De heer Henk Verlinde (SP) : Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, een lang betoog ontwikkelen, maar
vijf keer hetzelfde zeggen, impliceert niet dat men con-
structief werk verricht. Het is niet omdat een verkeerde
stelling menige keren wordt herhaald door verschillende
sprekers dat zij aan onjuistheid inboet.
Gezien ik mij vervolgens kan aansluiten met de betogen
van de heren Van Aperen en Michel, zal ik mijn spreektijd
beperken en zal mijn interventie bondig zijn.
Wel wens ik een kleine opmerking te formuleren.
De voorzitter : De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
ben het eens met de heer Verlinde als hij zegt dat het
zeker niet bijdraagt tot het debat telkens hetzelfde te
herhalen. Vandaar dat wij de besprekingen in de com-
missie niet opnieuw wensen te voeren.
Toch zal u moeten toegeven, mijnheer Verlinde, dat niets
zeggen over het standpunt van uw fractie in de commis-
sie, evenmin bijdraagt tot de duidelijkheid van het debat.
Collega's, ik nodig u uit het commissieverslag erop na te
lezen en u zult merken dat, behoudens de interventie van
de heer Van der Maelen over de prijs van de melk en de
verhoging van de melkprijs, de SP niet deelnam aan de
discussie. En dat is nog wat anders dan hetzelfde te
herhalen.
De heer Henk Verlinde (SP) : Mijnheer Leterme, ik nam
wel deel aan de discussie; ik reageerde immers op uw
uitspraken en op deze van de heer Fournaux. Herinnert u
zich niet dat de heer Fournaux nadien zei dat ik te
emotioneel reageerde ?
Wij hebben steeds ervoor gepleit dat de getroffen secto-
ren voor 100% zouden worden vergoed, maar overcom-
pensatie moest absoluut worden vermeden. Trouwens,
ook de Europese Commissie bepaalt uitdrukkelijk dat niet
meer dan 100% van de schade mag worden vergoed en
dat is van vitaal belang.
Immers, overcompensatie leidt tot concurrentieverval-
sing, hetgeen de sector zeker niet ten goede zou komen.
Dat moet u toch toegeven, mijnheer Leterme. Bovendien
zou zulks neerkomen op verkwisting van belastinggeld,
waarop het Vlaams Blok steeds alludeert.
De richtlijnen van de Europese Commissie bepalen zeer
duidelijk dat alle vormen van steun van de federale
overheid, van de gewesten, van de verzekeringsmaat-
schappijen en eventueel van particuliere bronnen, moe-
ten worden gecumuleerd en de 100% niet mogen over-
schrijden.
Welnu, de uitdrukkelijke bepaling in de dioxinewet als
zou de overheid in alle gevallen 100% vergoeden, kan
volgens ons een verkeerd effect hebben. Inderdaad,
onder andere de verzekeringsmaatschappijen zouden
zich op deze wet kunnen beroepen om geen schadever-
goeding uit te keren, hoewel zij hiertoe in bepaalde
gevallen contractueel verplicht zijn.
HA 50
PLEN 015
29
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Henk Verlinde
In een publicatie van Actualitas - waarnaar ook mevrouw
Brepoels verwees in de commissie - schrijft de BVBO
zelf :
Ondanks al die mogelijke dekkingen is gebleken
dat er relatief weinig een beroep op de verzekeraars is
gedaan. Met andere woorden, het is niet denkbeeldig dat
verzekeraars of andere partijen gemakshalve hun verant-
woordelijkheid tot betalen van schade afschuiven op de
overheid
. Welnu, dat zou niet correct zijn en zou boven-
dien neerkomen op de verspilling van belastinggeld.
Onze stelling is duidelijk : de schadevergoedingen bedra-
gen 100%, maar dit percentage mag niet worden over-
schreden. Hieraan moet worden gekoppeld dat de per-
sonen,
maatschappijen
en
instanties
die
schadevergoedingen moeten uitkeren, op hun verant-
woordelijkheid moeten worden gewezen. Bovendien
moet het geld afkomstig zijn van diegenen die terzake
verantwoordelijk zijn en die contractuele verplichtingen
hebben en moet het terechtkomen bij diegenen die het
nodig hebben.
Om hierop een goed zicht te hebben, pleitten wij - bij
monde van de heer Van der Maelen - voor een centraal
meldpunt en voor een eventuele meldingsplicht, zowel in
hoofde van zij die geld toekennen als in hoofde van
diegenen die geld ontvangen en in dat verband denk ik
aan federale en gewestelijke overheidssteun, vergoedin-
gen toegekend krachtens verzekeringspolissen en scha-
devergoedingen
ingevolge
contractuele
of
buiten-
contractuele aansprakelijkheid van derden. Hierin kon de
minister ons volgen.
Namens de SP wens ik te beklemtonen dat de SP het
wetsontwerp in de commissie volledig heeft gesteund en
dat zij het ook in plenaire vergadering zal goedkeuren.
Le pre´sident : La parole est au ministre.
M. Jaak Gabriels, ministre : Monsieur le pre´sident, chers
colle`gues, je voudrais d'abord fe´liciter M. Chabot pour
son excellent rapport, qui refle`te parfaitement les discus-
sions qui ont eu lieu en commission.
De dioxinewet is inderdaad het sluitstuk van de aanpak
van deze regering in de dioxinecrisis. Ik zal het niet meer
hebben over de oorsprong of over de verantwoordelijk-
heden in deze. Andere instanties zullen dat uitvlooien.
Deze dioxinewet is belangrijk omdat zij een wettelijke
basis geeft voor de vergoeding van de economische
schade die door de dioxinecrisis bij de landbouwbedrij-
ven werd veroorzaakt, in de eerste plaats in de dierlijke
sector. Het gaat hier, zoals enkele sprekers hebben
beklemtoond, om een kaderwet. De uitvoering zal gebeu-
ren met een reeks koninklijke besluiten en praktische
regels voor de uitbetaling. De economische schade zal
enerzijds betaald worden met kredieten van de federale
overheid en anderzijds met gelden afkomstig van een
fonds. In de dioxinewet wordt immers eveneens voorzien
in de oprichting van een fonds voor de schadeloosstelling
van de landbouwbedrijven getroffen door de dioxine-
crisis. De inkomsten van dat fonds, en dat is in de
commissie vaak gezegd, worden voornamelijk gevormd
door vrijwillige of opgelegde bijdragen, afkomstig van de
bedrijven uit de voedselketen.
In de wet worden ook de nodige voorzieningen opgeno-
men om de vergoeding van de vernietiging van dierlijke
producten en de staatswaarborg voor de overbruggings-
kredieten mogelijk te maken.
Le Conseil d'Etat n'a formule´ aucune objection de prin-
cipe a` l'e´gard du projet de loi qui fait l'objet des discus-
sions. Les re´gions n'y sont pas non plus oppose´es. Le
Conseil a reconnu, en ce qui concerne l'indemnisation
des exploitations agricoles et le rachat effectue´ dans le
cadre de la crise de la dioxine, la compe´tence de
l'autorite´ fe´de´rale pour des raisons de sante´ publique. Le
projet a e´te´ notifie´ a` la Commission europe´enne le
25 octobre 1999, sans qu'aucun rejet de sa part soit
attendu. De me^me, les futurs arre^te´s seront soumis aux
instances susmentionne´es en fonction de la ne´cessite´.
La Commission europe´enne a accepte´ que la crise de la
dioxine soit conside´re´e comme un e´ve´nement extraordi-
naire permettant une indemnisation jusqu'a` 100% confor-
me´ment au traite´ europe´en, notamment son article 87.
De kostprijs van de dioxinecrisis wordt geraamd op 25
miljard frank voor de federale overheid en dit buiten de
minder fiscale inkomsten. Tijdens de discussie kwamen
er drie belangrijke discussiepunten aan de orde. Een
eerste was het groot aantal besluiten om de kaderwet
operationeel te maken, ten tweede het al dan niet 100%
vergoeden en tot slot de snelheid waarmee de dossiers
zullen worden afgehandeld.
De keuze voor een kaderwet met een aantal uitvoerings-
besluiten laat toe snel en flexibel te werken. Er zijn
inderdaad verschillende besluiten nodig, maar hierbij
dient te worden gewezen op het feit dat er slechts drie
besluiten moeten komen om het betalingssysteem op
gang te brengen. Deze drie hebben betrekking op ge-
mengde bedrijven die in aanmerking kunnen komen, op
de voorwaarden waaraan de bedrijven moeten voldoen
en op de definitie van economische onafhankelijkheid.
De versie van deze laatste is in de Ministerraad trouwens
reeds goedgekeurd en ter beschikking van de leden van
de commissie gesteld. Het is mijn ambitie om de schade
bij de landbouwbedrijven zo volledig mogelijk te vergoe-
den, evenwel binnen de grenzen toegestaan door de
Europese Commissie.
We moeten er in ieder geval op toezien dat de totale
vergoeding niet groter is dan de geleden schade. De
vergoeding die hiervoor in aanmerking komt en in reke-
ning wordt gebracht, kan de vorm aannemen van steun
30
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
van staatswege in de vorm van contante, de staats-
waarborg uitgedrukt in subsidie-equivalenten, vergoedin-
gen op basis van verzekeringspolissen en schadever-
goedingen wegens de aansprakelijkheid van derden.
Hierbij zal worden gekozen voor een forfaitaire regeling
die de administratieve formaliteiten tot een minimum kan
beperken. Als minister van Landbouw en Middenstand
zal ik erover waken dat deze vergoedingen zo snel als
mogelijk zullen worden uitbetaald. We moeten er ons van
bewust zijn dat de dossiers een grondige en correcte
afhandeling zullen vragen. Ik ben er evenwel van over-
tuigd dat met de inzet van de nodige mensen en midde-
len - ook hier wens ik te onderstrepen dat dit onderdeel
alleen al meer dan 200 miljoen zal kosten - de uitbetaling
zeer snel op gang zal komen. Ik denk dan aan het einde
van dit jaar, begin volgend jaar.
Ik zal dan nog antwoorden op enkele concrete vragen die
vandaag werden gesteld. De heer Leterme heeft onder
meer verklaard dat er weinig luisterbereidheid is ten
opzichte van de sectoren. Hierop wil ik repliceren dat wij
met de sectoren herhaalde malen overleg hebben ge-
pleegd, ook over het tot stand komen van deze wet.
Elke week overleggen de diensten van het kabinet met
de sectoren over de evolutie van de crisis. Bovendien
wordt het agrofront van de vier grote organisaties op de
hoogte gehouden en bij het beleid betrokken.
Wat de bemerking van de heer Leterme inzake de
100%-vergoeding betreft, herhaal ik hetgeen ik reeds in
de commissie heb gezegd. De overheid kan maar moet
geen 100%-vergoeding uitkeren. Het voorliggende wets-
ontwerp bevat terzake geen bepalingen die dit principe in
de weg staan.
Mijnheer Leterme, u wilt dit verplichten.
De toekomst zal echter uitwijzen dat de door de regering
gekozen procedure de beste is om een maximale scha-
devergoeding toe te kennen aan de landbouwers.
De voorzitter : De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
stel vast dat de minister zijn eerste onwaarheid verkon-
digt.
Het eerste koninklijk besluit van de synthesenota inzake
de definitie van gemengde bedrijven bepaalt dat, ik
citeer :
wel zal in de voorwaarden gesteld worden dat
enkel bedrijven waarvan de schade boven een bepaalde
drempel valt in aanmerking genomen worden
.
De drempel werd vastgelegd op 10%. Dit betekent dat
gemengde bedrijven die voor hun inkomen voor minder
dan 10% afhankelijk zijn van de veeteelt niet vergoed
zullen worden.
Mijnheer de minister, ik dring aan op duidelijkheid.
U beweert een zo hoog mogelijke vergoeding te zullen
uitbetalen, 100% als het kan. Het eerste koninklijk besluit
van uw synthesenota bewijst echter het tegendeel !
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer Leterme, ik vestig uw
aandacht erop dat de regering op verzoek van een aantal
commissieleden het begrip gemengde bedrijven zo ruim
als mogelijk zal interpreteren zodat voor deze bedrijven
eveneens een oplossing kan worden gevonden.
Avant de re´pondre a` M. Fournaux, je commencerai par
dire que j'ai beaucoup appre´cie´ l'attitude constructive de
tous les membres de la commission. Je le souligne une
fois de plus.
Vous de´plorez le rejet de vos amendements. Je me suis
de´ja` explique´ a` cet e´gard. Nous pouvons indemniser
mais nous ne sommes pas oblige´s de le faire. C'est la`
que nos points de vue divergent.
Je tiens a` re´pe´ter ici que tout au long de la discussion de
cette loi, il n'a jamais e´te´ question d'une culpabilite´
quelconque du secteur. Je l'ai fermement souligne´ en
commission.
J'ai instaure´ une concertation interministe´rielle avec les
re´gions et, apre`s plusieurs contacts, elles ont toutes
approuve´ ce projet de loi.
Quant a` la cotisation de solidarite´, sur une base volon-
taire ou obligatoire, nous en avons de´ja` discute´ en
commission. J'estime qu'il est absolument ne´cessaire de
demander e´galement au secteur de faire un geste. Si
nous demandons 200 millions au secteur de l'agriculture,
selon les calculs de M. Willockx, cela signifie seulement
1/125e`me de l'aide totale accorde´e au secteur touche´.
Ik herhaal dat de overheid op 125 frank slechts 1 frank
aan de sector vraagt. Men moet niet beweren dat de
overheid de sector wilt brandmerken.
De Europese landbouwraad heeft vastgesteld dat de
feitelijke crisis voorbij is. Dit betekent echter niet dat de
schade aan de sector reeds gelenigd is. Het voorlig-
gende wetsontwerp zal de regering de mogelijkheid
bieden de sector ter hulp te komen. We hopen dit op
maximale wijze te kunnen doen.
Pour re´pondre a` une question de Mme Gerkens, nous
avons de´ja` souligne´ que la participation du secteur n'est
qu'une petite partie de cette loi. Je l'ai de´ja` dit, il s'agit de
1/125e`me de l'aide totale. Si l'on demande a` la socie´te´
d'e^tre solidaire avec les agriculteurs, leur quote-part a`
eux repre´sente seulement 1/125e`me de l'ensemble.
HA 50
PLEN 015
31
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
Mijnheer Bultinck, de regering vraagt geen blanco che-
que. De overheid laat immers geen twijfel bestaan over
haar doel. Er zullen 7 koninklijke besluiten en 1 ministe-
rieel besluit worden genomen. De koninklijke besluiten
zullen bijzonder kort zijn en alleen de operationaliteit van
de voorliggende wetgeving waarborgen.
U hebt gezegd dat de overheid verantwoordelijk is voor
de voedselcrisis.
U moet mijn woorden niet verdraaien. Ik heb gezegd dat
een meer alerte overheid een deel van de crisis had
kunnen voorkomen. U moet niet beweren dat de overheid
de crisis heeft veroorzaakt. U weet heel goed waar het
geknoei begonnen is. Een meer alerte overheid had de
schade tot een minimum kunnen beperken.
Je comprends le souci exprime´ par M. Michel au sujet de
la culpabilite´. Je l'ai de´ja` dit, il ne s'agit pas de culpabilite´
mais pluto^t de responsabilite´. M. Michel a souligne´ le fait
que la Belgique avait oublie´, pendant plus d'un mois,
d'informer les responsables europe´ens, ce qui nous a fait
perdre une bonne part de notre cre´dibilite´.
Het heeft ons onvoorstelbaar veel geloofwaardigheid en
tijd doen verliezen.
Mevrouw Brepoels, uw vraag over de besluiten werd
reeds beantwoord. Wij hebben natuurlijk wel rekening
gehouden met een aantal aanpassingen. Wij hebben
zelfs een van uw amendementen overgenomen, een
belangrijk amendement dat bepaalt dat men pas hoeft af
te zien van een eventuele procedure als men weet wat
men exact uitgekeerd krijgt.
De heer Leterme stelde de vraag of de datum van
indiening zal worden verlengd. Met de banken werd het
akkoord gesloten dat de periode van indiening tot het
einde van november wordt verlengd. Wij hebben er bij de
sector altijd opnieuw, via de grote organisaties, op aan-
gedrongen dat men een beroep zou kunnen doen op
overbruggingskredieten.
Mevrouw Pieters, overbruggingskredieten zijn gelden die
men gedurende een kortere periode leent en waarop
men maximum 4% intrest betaalt en bij de uiteindelijke
verrekening van het dossier in de economische schade-
dossiers
wordt
slechts
voor
1,97%
als
subsidie-
equivalent aangerekend. Het wil zeggen dat men op een
som van bijvoorbeeld 100 000 frank als subsidie-
equivalent 2 000 frank en op een som van bijvoorbeeld 1
miljoen frank 20 000 frank moet laten vallen. Meer niet. Ik
heb er dan ook altijd van bij den beginne op aangedron-
gen om er wel degelijk gebruik van te maken en het niet
uit te stellen tot de volledige berekening van de econo-
mische schadedossiers zou zijn geschied.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijnheer de minister,
mijn vraag was anders gesteld. Ik weet wat een
overbruggingskrediet is. De sector heeft van u gehoord
dat vo´o´r het einde van het jaar de uitbetaling zal volgen.
De
sector
vraagt
zich
nu
af
waarom
zij
nog
overbruggingskredieten moet aangaan. Ik heb dit punt
geplaatst in de context van een vijftal punten van verwar-
ring. De boeren zeggen mij geen dure overbruggings-
kredieten meer aan te gaan als zij de belofte krijgen vo´o´r
het einde van het jaar te worden uitbetaald. Dat is het
probleem.
Minister Jaak Gabriels : Mevrouw Pieters, het gaat niet
over dure overbruggingskredieten. De intrestvoeten lig-
gen meer dan 1% lager dan de gangbare rentevoeten.
Het kan de boeren depanneren. Bovendien, de verreke-
ning van wat men als overbruggingskrediet heeft gekre-
gen in de uiteindelijke dossiers schadevergoeding is zeer
minimaal indien men bijvoorbeeld voor twee jaar dit
krediet zou nemen.
Het bewijst dat men niet bevreesd hoeft te zijn om
dergelijke overbruggingslening aan te gaan. Hoeveel
hebben het op dit ogenblik reeds aangevraagd ?
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de minis-
ter, u hebt de sector steeds aangespoord om er gebruik
van te maken. Het protocol met de banken heeft zelfs op
dit ogenblik nog geen juridische basis vooraleer dit
wetsontwerp is goedgekeurd. U kunt toch begrijpen dat
de sector hier argwanend tegenover staat zolang er geen
juridische basis is. Men zal dan ook niet massaal aan-
vragen moeten verwachten.
Minister Jaak Gabriels : Mevrouw Brepoels, het aantal
aanvragen evolueert wekelijks. Vorige week ging het
over 70 dossiers. Vandaag zijn het 132 dossiers. De
dossiers gaan gemiddeld over 2 miljoen, dus in totaal
gaat het over 266 miljoen. Wij verwachten 1 500 dossiers
in totaal.
Ik raad de sector aan er gebruik van te maken. De
gevolgen en de voorwaarden zijn zo minimaal dat voor
hen die het nodig hebben het waarschijnlijk een belang-
rijke overbrugging kan zijn. Wij gaan met een te verwach-
ten aantal van 1 500 dossiers zeker nooit komen aan de
uitputting van de voorziene totale som van 25 miljard. Dit
kan u moeilijk ons verwijten. De mogelijkheden zijn er,
aan de laagst mogelijke rentevoet die er bestaat en met
de minst mogelijke aanrekening voor subsidie-equivalent
in het economisch schadedossier.
Ten eerste zijn wij onmiddellijk begonnen de maatregelen
die reeds door de vorige regering waren genomen door
Europa te laten goedkeuren. Dat heeft bloed, zweet en
32
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
tranen gekost. In het begin wou men van enige tege-
moetkoming niet weten. Dat was eind juli. Wij zijn dan
begonnen met dit in concrete voorstellen te gieten om er
meteen gebruik van te kunnen maken.
Ten tweede, in de maand augustus is de regeringscom-
missaris beginnen onderhandelen met de banken om de
overbruggingskredieten los te weken. Ook daarin heeft
hij uiteindelijk succes gehad.
Ten derde, eenmaal Europa terug vertrouwen had in
Belgie¨ en de openheid waarmee het beleid werd ge-
voerd, was men bereid artikel 87 inzake uitzonderlijke
omstandigheden te laten toepassen. Pas vanaf dat ogen-
blik konden wij beginnen aan een dergelijk wetsontwerp.
Dat is evident. Toen het klaar was hebben wij het naar de
Raad van State gestuurd en een spoedadvies gevraagd.
Wij hebben het advies van de Raad van State ontvangen
en het binnen de week verwerkt en voor de Ministerraad
gebracht. Een paar dagen nadien werd het wetsontwerp
bij de Kamer ingediend. U moet mij maar eens vertellen
hoe dit sneller kon gebeuren. Dat is onmogelijk, wij
hebben alles gedaan om het hele dossier zo snel moge-
lijk rond te krijgen.
Bijkomend kan ik u nog vertellen dat wij op 23 november
zullen gaan pleiten bij het Permanent Veterinair Comite´
om ook de varkens- en pluimveesector van de verplichte
maatregelen inzake certificatie te ontslaan. Intussen heb-
ben wij met het departement het zogenaamde Consum-
systeem opgezet. Enerzijds geven wij de sector hiermee
een grote verantwoordelijkheid om zelf de veevoeders te
controleren en, anderzijds, zal het departement ook in de
toekomst 12 000 proeven per jaar blijven doen volgens
een statistisch vastgelegd schema om ervoor te zorgen
dat vooral de basis goed wordt gecontroleerd. Uiteraard
zullen ook de tussenliggende sectoren aan controles
onderhevig zijn. Op basis van de informatie die wij reeds
van Europa hebben gekregen, denk ik dat op 23 novem-
ber positief zal worden gereageerd op onze voorstellen.
Ik heb trouwens op de laatste landbouwraad de Euro-
pese Commissaris voor Consumentenzaken horen ver-
klaren dat Belgie¨ eigenlijk een voorbeeld is qua aanpak
en verwerking van deze crisis. Hij hoopt dat Europa
dezelfde normen als Belgie¨ zal gaan hanteren. In de loop
van de maand december zal hij trouwens voorstellen
indienen om ook de andere landen van de Europese
Unie systematisch aan dezelfde controle te onderwer-
pen.
Mijnheer de voorzitter, collega's, tot besluit wil ik herhalen
dat ik het moeilijk heb als ik van bepaalde kanten moet
horen dat men wat nu voorligt niet voldoende vindt.
Mevrouw Pieters en mijnheer Leterme, ik heb een dos-
sier gee¨rfd waarin uitsluitend e´e´n zaak was geregeld,
namelijk een schadevergoeding van 60% voor de
pluimveesector. De 80% voor de varkenssector bestond
uit terugvorderbare voorschotten die wij hebben omgezet
in vergoedingen. Als wij er nu in slagen een wetsontwerp
in te dienen waarin zelfs 100% schadevergoeding moge-
lijk is, dan vind ik het misplaatst dergelijke opmerkingen
te horen van diegenen die niet in staat waren meer te
geven dan 60% voor e´e´n sector. Dat is de realiteit.
De voorzitter : De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
dat laatste is grotesk en siert de minister niet.
Mijnheer de minister, het debat gaat over het ontwerp van
uw regering, van uw hand. Begrijpt u niet dat we een
probleem hebben om u te geloven. U zegt tegen de
landbouwers op bijeenkomsten waar u sympathie tracht
te winnen, dat ze kunnen voortwerken alsof de dioxine-
crisis nooit had bestaan. Wanneer nu de daad bij het
woord moet worden gevoegd, worden de beloftes omge-
zet in ambities. Op het ogenblik van de plenaire behan-
deling van uw wetsontwerp, staat in de synthesenota, het
eerste koninklijk besluit dat wordt geciteerd, dat een
aantal gemengde bedrijven nul frank schadevergoeding
zullen ontvangen.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer Leterme, u volhardt in
de boosheid. Ik zei dat we voor de gemengde bedrijven
de breedst mogelijke interpretatie zullen hanteren. Bo-
vendien zullen we al het mogelijke doen om onze ambitie
hard te maken. Ik wijs erop dat budgettair 25 miljard werd
vastgelegd, waarvan 5 miljard voor economische scha-
devergoeding, zonder rekening te houden met de oprui-
ming van de stocks, noch met de kosten voor de vernie-
tiging van het vee, noch met de staalnames. Dit betekent
een enorme inspanning. Er wordt een grote solidariteit
van de gewone burger gevraagd. Deze solidariteit gaat
verder dan al wat ooit in het verleden werd getoond.
Twee zaken mogen niet door elkaar worden gehaald. In
Brussel werd een algemene malaise gesignaleerd in
verband met de laagte van de varkensprijs. Het betreft
een algemeen Europees probleem. Een conjunctureel
Europees gegeven mag niet worden veralgemeend tot
de dioxinecrisis. Tegen die achtergrond moest de
dioxinecrisis worden verwerkt. Dit is extra zwaar en kost
veel geld. Met deze solidariteit en met onze ambitie zijn
we gewapend om de mensen die schade hebben gele-
den, te antwoorden. We zullen alles in het werk stellen
om deze schade zo vlug mogelijk uit te keren.
Le pre´sident : La discussion ge´ne´rale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons a` la discussion des articles.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan.
Le texte adopte´ par la commission sert de base a` la
discussion des articles. (Rgt 66,4)
HA 50
PLEN 015
33
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking van de artikelen. (Rgt 66,4) (212/8)
- L'article 1 est adopte´.
- Artikel 1 wordt aangenomen.
A l'article 2 l'amendement n° 1 a e´te´ de´pose´ par
MM. Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant et Dirk
Pieters, initialement de´pose´ par MM. Yves Leterme, Jos
Ansoms et Mme Trees Pieters.
Op artikel 2 werd een amendement nr. 1 ingediend door
de heren Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant en Dirk
Pieters, oorspronkelijk ingediend door de heren Yves
Leterme, Jos Ansoms en mevrouw Trees Pieters. (212/3)
Le vote sur l'amendement et l'article est re´serve´.
De stemming over het amendement en het artikel wordt
aangehouden.
A l'article 3 les amendements suivants ont e´te´ de´pose´s :
Op artikel 3 werden volgende amendementen inge-
diend :
n° 2 de MM. Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant et Dirk
Pieters, initialement de MM. Yves Leterme, Jos Ansoms
et Mme Trees Pieters;
nr. 2 van de heren Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant
en Dirk Pieters, oorspronkelijk van de heren Yves Lete-
rme, Jos Ansoms en mevrouw Trees Pieters (212/3);
n° 35 de MM. Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant et
Dirk Pieters, initialement de MM. Yves Leterme, Jos
Ansoms et Mme Trees Pieters;
nr. 35 van de heren Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul
Tant en Dirk Pieters, oorspronkelijk van de heren Yves
Leterme, Jos Ansoms en mevrouw Trees Pieters(212/5).
De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
het is onze stelling dat alle bedrijven die schade hebben
geleden, moeten worden vergoed. Ons amendement nr.
1 wil dan ook artikel 2 herformuleren. Hierdoor worden
ook gemengde bedrijven van bij het begin opgenomen in
de opsomming van bedrijven die voor volledige schade-
vergoeding in aanmerking komen. In het verlengde daar-
van ligt amendement nr. 2 op artikel 3. De regering stelt
een systeem voor om via iets als een koninklijk besluit ter
gelijkstelling
een
aantal
gemengde
bedrijven
aan
veeteeltbedrijven gelijk te stellen. Onze redenering is
anders : wij willen deze bedrijven insluiten, waardoor
punt 2 van artikel 3 overbodig wordt. Ook amendement
nr. 35 sluit aan bij het eerst toegelichte amendement. Wij
willen een mogelijkheid open laten om een aantal cate-
goriee¨n niet onder toepassing van de wet te laten vallen
en schrijven genoemde mogelijkheid op deze manier in.
Voor ons luidt het dat de Koning gemachtigd is om
categoriee¨n landbouwbedrijven aan te duiden die niet
onder toepassing van deze wet vallen.
Le pre´sident : Le vote sur les amendements et l'article
est re´serve´.
De stemming over de amendementen en het artikel wordt
aangehouden.
A l'article 4 les amendements suivants ont e´te´ de´pose´s :
Op artikel 4 werden volgende amendementen inge-
diend :
n° 4 de MM. Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant et Dirk
Pieters, initialement de MM. Yves Leterme, Jos Ansoms
et Mme Trees Pieters;
nr. 4 van de heren Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant
en Dirk Pieters, oorspronkelijk van de heren Yves Lete-
rme, Jos Ansoms en mevrouw Trees Pieters (212/3);
n° 15/A et B de Mme Frieda Brepoels;
nr. 15/A en B van mevrouw Frieda Brepoels (212/5);
n° 44 de MM. Luc Paque et Richard Fournaux;
nr. 44 van de heren Luc Paque en Richard Fournaux
(212/10);
n° 6 de MM. Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant et Dirk
Pieters, initialement de MM. Yves Leterme, Jos Ansoms
et Mme Trees Pieters;
nr. 6 van de heren Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant
en Dirk Pieters, oorspronkelijk van de heren Yves Lete-
rme, Jos Ansoms en mevrouw Trees Pieters(212/3).
Mevrouw Trees Pieters heeft het woord.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
het gaat om de zinsnede
kan de staatssteun toekennen
aan landbouwbedrijven, alle of een deel van de schade te
dekken
. De minister heeft hierop zojuist geantwoord. Wij
zijn van mening dat de regering verantwoordelijk is voor
alle misverstanden die hierover bestaan. Zij heeft immers
gejongleerd met de woorden
kan en zal. Voor ons
moet dit worden veranderd in
... zal de staat alle schade
vergoeden
.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de voorzitter, ik denk
dat wij niemand van de indieners hier zullen overtuigen,
maar ik moet toch nog iets aanhalen wat ik in de
commissie ook vermeldde. Indien men in de wet een
verplichting inschrijft, moet men de consequentie daar-
van kennen. De consequentie houdt in dat er dan in alle
dossiers verplicht uitbetalingen zullen moeten gebeuren.
34
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Jaak Gabriels
Ik zeg u dat er bij de afhandeling dossiers zullen zijn
waarvan u mij zelf zult zeggen dat wij gelijk hebben
daarin geen schadevergoeding toe te kennen. De toe-
komst zal dit echter uitwijzen.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : De schade die de be-
drijven hebben geleden, moet volledig worden gedekt.
Dit moet duidelijk in de wet worden opgenomen.
De sector hecht slechts geloof aan wat er in de wet staat,
met name dat alle schade geheel of gedeeltelijk kan
worden vergoed.
De voorzitter : De Kamer werd daarover tijdens de
debatten voldoende gei¨nformeerd.
Mevrouw Frieda Brepoels heeft het woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, ik heb geprobeerd om een tussenoplossing te
vinden die enerzijds tegemoetkomt aan de visie van de
minister en, anderzijds, aan de amendementen van de
CVP-fractie. Zij beoogt in principe alle schade te dekken,
maar voorziet in enkele uitzonderingen hierop. Ook de
minister heeft hiernaar verwezen. De uitzonderingen
zouden bijvoorbeeld kunnen worden opgenomen in de
voorwaarden tot het verkrijgen van schadevergoeding,
die worden omschreven in het koninklijk besluit. Zo-
doende zou de sector wat gerustgesteld zijn.
De minister is hierop echter niet ingegaan. Vandaar dat ik
graag nog enige toelichting kreeg.
De voorzitter : Ter verduidelijking, mevrouw Brepoels, u
hebt punt c) van uw amendement niet opnieuw inge-
diend, maar wel de punten a) en b).
De minister heeft het woord.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de voorzitter, ik denk
dat de interpretatie van mevrouw Brepoels niet ver staat
van hetgeen wij beogen. Deze doelstellingen kunnen wij
echter ook bereiken met wat hetgeen in deze wet wordt
gestipuleerd.
Le pre´sident : La parole est a` M. Richard Fournaux.
M. Richard Fournaux (PSC) : Monsieur le pre´sident,
nous avons exprime´ notre avis tant en commission qu'en
se´ance ple´nie`re. Nous partageons tout a` fait les pre´oc-
cupations e´voque´es par M. Leterme.
De voorzitter : Mevrouw Trees Pieters heeft het woord.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
ons amendement nr. 6 strekt ertoe een einddatum te
verkrijgen voor de uitbetaling van de schadevergoedin-
gen. Wij stellen de datum van 1 april 2000 voor en vragen
de regering dit in de tekst op te nemen.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de voorzitter, ik heb
die datum tijdens de hoorzitting nog van iemand gehoord.
Ik vestig er de aandacht van de vergadering op dat wij
vandaag - ik verwijs dienaangaande ook naar de toelich-
ting bij de koninklijke besluiten - uitdrukkelijk in de
mogelijkheid voorzien om buiten de normale procedure
tevens een herzieningsprocedure in te dienen. Ik vind het
bijgevolg niet ernstig te verwachten dat men op enkele
maanden tijd 20 000 dossiers volledig kan afhandelen.
De voorzitter : Mijnheer de minister, ik vermoed dat u de
verwerping van het amendement vraagt.
Le vote sur les amendements et l'article est re´serve´.
De stemming over de amendementen en het artikel wordt
aangehouden.
A l'article 5 les amendements suivants ont e´te´ de´pose´s :
Op artikel 5 werden volgende amendementen inge-
diend :
n° 16 de Mme Frieda Brepoels;
nr. 16 van mevrouw Frieda Brepoels (212/5);
n° 7 de MM. Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant et Dirk
Pieters, initialement de MM. Yves Leterme, Jos Ansoms
et Mme Trees Pieters;
nr. 7 van de heren Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant
en Dirk Pieters, oorspronkelijk van de heren Yves Lete-
rme, Jos Ansoms en mevrouw Trees Pieters (212/3);
n° 17 de Mme Frieda Brepoels;
nr. 17 van mevrouw Frieda Brepoels (212/5);
n° 8 de MM. Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant et Dirk
Pieters, initialement de MM. Yves Leterme, Jos Ansoms
et Mme Trees Pieters;
nr. 8 van de heren Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant
en Dirk Pieters, oorspronkelijk van de heren Yves Lete-
rme, Jos Ansoms en mevrouw Trees Pieters(212/3).
Mevrouw Trees Pieters heeft het woord.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
wij hadden gevraagd het woord
rechtstreeks te schrap-
pen omdat het zeer moeilijk zal zijn de bewijslast bij de
landbouwers of de sector zelf te leggen. Het schrappen
van het woord rechtstreeks zou het voor de sector veel
gemakkelijker maken.
De voorzitter : Mevrouw Frieda Brepoels heeft het
woord.
HA 50
PLEN 015
35
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, deze problematiek werd in de laatste commissie-
vergadering besproken. Het gaat over de verzekerings-
polissen, meer bepaald over het feit of men al dan niet
uitspraken heeft over vergoedingen op het ogenblik dat
men zijn aanvraag indient. Wij hadden terzake een
andere formulering voorgesteld, om aan de aanvrager
iets meer zekerheid te geven omtrent het feit dat, op het
ogenblik dat hij zijn aanvraag indient, hij maar alleen
rekening moet houden met de steun of de vergoedingen
waarvan hij kennis heeft.
De voorzitter : Mevrouw Trees Pieters heeft het woord.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijnheer de voorzitter, ik
meen mij te herinneren dat, bij de bespreking van artikel
5, de minister heeft gezegd dat hij voor een betere
formulering zou zorgen. Is dit gebeurd, mijnheer de
minister ?
Minister Jaak Gabriels : U hebt het over het amende-
ment nr. 8 bij artikel 5 ? Wij hebben dat voorstel onder-
zocht, maar de personen die met de interpretatie van de
tekst, zoals hij nu is geformuleerd, vertrouwd zijn, zijn van
mening dat deze tekst beter is om onze doelstelling te
bereiken.
De voorzitter : Mevrouw Frieda Brepoels heeft het
woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, de minister had beloofd om meer gegevens om-
trent de verzekeringspolis te verzamelen. Is dat ge-
beurd ?
Minister Jaak Gabriels : Die vraag is vertrokken, maar
wij hebben nog geen expliciet overzicht gekregen. In een
eerste algemeen overzicht heeft de koepel van de ver-
zekeringen ons meegedeeld dat op dat ogenblik nog
geen enkel dossier was binnengekomen. Men heeft ons
beloofd ons op de hoogte te brengen. Zodra de informa-
tie in ons bezit is, zal ik ze zo vlug mogelijk mededelen.
De voorzitter : Mevrouw Frieda Brepoels heeft het
woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, ik denk dat iedereen mijn bezorgdheid deelt.
Als de betrokkenen verzekerd zijn voor een bepaald
schadegeval, zouden zij op de ene of andere manier
moeten worden verplicht om die polis aan te spreken. De
vraag is hoe de overheid dat kan bevorderen.
De voorzitter : Dit aspect werd reeds voldoende toege-
licht.
Le vote sur les amendements et l'article est re´serve´.
De stemming over de amendementen en het artikel wordt
aangehouden.
A l'article 6 l'amendement n° 9 a e´te´ de´pose´ par
MM. Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant et Dirk
Pieters, initialement de´pose´ par MM. Yves Leterme, Jos
Ansoms et Mme Trees Pieters.
Op artikel 6 werd een amendement nr. 9 ingediend door
de heren Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant en Dirk
Pieters, oorspronkelijk ingediend door de heren Yves
Leterme, Jos Ansoms en mevrouw Trees Pieters. (212/3)
Mevrouw Trees Pieters heeft het woord.
Mevrouw Trees Pieters (CVP) : Mijnheer de voorzitter,
wij trekken dit amendement in omdat de inhoud ervan
wordt overgenomen door een amendement van de meer-
derheid.
Le pre´sident : - L'article 6 est adopte´.
- Artikel 6 is aangenomen.
L'amendement n° 10 de MM. Yves Leterme, Jos Ansoms,
Paul Tant et Dirk Pieters, initialement de´pose´ par
MM. Yves Leterme, Jos Ansoms et Mme Trees Pieters
tend a` supprimer l'article 7.
Amendement nr. 10 van de heren Yves Leterme, Jos
Ansoms, Paul Tant en Dirk Pieters, oorspronkelijk inge-
diend door de heren Yves Leterme, Jos Ansoms en
mevrouw Trees Pieters wil artikel 7 weglaten. (212/3)
Le vote sur l'amendement et l'article est re´serve´.
De stemming over het amendement en het artikel wordt
aangehouden.
- Les articles 8 et 9 sont adopte´s article par article.
- De artikelen 8 en 9 worden artikel per artikel aangeno-
men.
A l'article 10 les amendements suivants ont e´te´ de´pose´s :
Op artikel 10 werden volgende amendementen inge-
diend :
n° 22/A de Mme Frieda Brepoels;
nr. 22/A van mevrouw Frieda Brepoels (212/5);
n° 42 de MM. Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant et
Dirk Pieters, initialement de M. Yves Leterme et consorts;
nr. 42 van de heren Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul
Tant en Dirk Pieters, oorspronkelijk van de heer Yves
Leterme c.s.(212/9).
Le vote sur les amendements et l'article est re´serve´.
De stemming over de amendementen en het artikel wordt
aangehouden.
36
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
- L'article 11 est adopte´.
- Artikel 11 wordt aangenomen.
A l'article 12 les amendements suivants ont e´te´ de´pose´s :
Op artikel 12 werden volgende amendementen inge-
diend :
n° 23 de Mme Frieda Brepoels;
nr. 23 van mevrouw Frieda Brepoels (212/5);
n° 43 de MM. Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul Tant et
Dirk Pieters, initialement de M. Yves Leterme et consorts;
nr. 43 van de heren Yves Leterme, Jos Ansoms, Paul
Tant en Dirk Pieters, oorspronkelijk van de heer Yves
Leterme c.s. (212/9);
n° 45 de MM. Luc Paque et Richard Fournaux;
nr. 45 van de heren Luc Paque en Richard Fournaux
(212/10);
n° 12 (en ordre subsidiaire) de MM. Yves Leterme, Jos
Ansoms, Paul Tant et Dirk Pieters, initialement de
MM. Yves Leterme, Jos Ansoms et Mme Trees Pieters;
nr. 12 (in bijkomende orde) van de heren Yves Leterme,
Jos Ansoms, Paul Tant en Dirk Pieters, oorspronkelijk
van de heren Yves Leterme, Jos Ansoms en mevrouw
Trees Pieters(212/3).
De heer Yves Leterme heeft het woord.
De heer Yves Leterme (CVP) : Mijnheer de voorzitter, wij
begrijpen niet waarom de straf die wordt opgelegd na de
responsabilisering of de culpabilisering - naargelang de
nuances die worden gelegd door de groenen of de
andere fracties - niet als beroepskosten aftrekbaar zou
zijn, terwijl de vrijwillige bijdragen, die zouden moeten
dienen om dat fonds te stijven, wel de status van fiscaal
aftrekbare giften zouden moeten krijgen, overeenkomstig
artikel 104 van het wetboek van inkomstenbelasting. Wij
vragen minstens de aftrekbaarheid als beroepskosten
conform een normaal fiscaal principe dat in de fiscale
wetgeving wordt gehanteerd.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de voorzitter, wij heb-
ben duidelijk te kennen geven dat wij voor het behoud
van de tekst zijn.
Le pre´sident : Le vote sur les amendements et l'article
est re´serve´.
De stemming over de amendementen en het artikel wordt
aangehouden.
- Les articles 13 a` 15 sont adopte´s article par article.
- De artikelen 13 tot 15 worden artikel per artikel aange-
nomen.
A l'article 16 l'amendement n° 25 a e´te´ de´pose´ par Mme
Frieda Brepoels.
Op artikel 16 werd een amendement nr. 25 ingediend
door mevrouw Frieda Brepoels. (212/5)
Mevrouw Frieda Brepoels heeft het woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, eigenlijk gaat het om reeds genomen besluiten
waardoor al betalingen werden uitgevoerd.
In dat verband is de Raad van State eveneens van
oordeel dat een of andere vorm van aanvulling aange-
wezen is om binnen de bevoegdheid van de federale
overheid te blijven en om uitdrukkelijk te bepalen dat het
gaat om compensaties voor financieel verlies geleden
omwille van redenen met betrekking tot de volksgezond-
heid.
De voorzitter : De minister heeft het woord.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de voorzitter, in de
commissie werd uitdrukkelijk gesteld deze bepalingen
aldus te behouden.
Le pre´sident : Le vote sur l'amendement et l'article est
re´serve´.
De stemming over het amendement en het artikel wordt
aangehouden.
- Les articles 17 et 18 sont adopte´s article par article.
- De artikelen 17 en 18 worden artikel per artikel aange-
nomen.
A l'article 19 l'amendement n° 26 a e´te´ de´pose´ par Mme
Frieda Brepoels.
Op artikel 19 werd een amendement nr. 26 ingediend
door mevrouw Frieda Brepoels. (212/5)
Mevrouw Frieda Brepoels heeft het woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) : Mijnheer de voor-
zitter, aanvankelijk was het mijn bedoeling dit amende-
ment in te trekken, maar de minister ging niet in op het
voorstel in verband met het samenwerkingsakkoord met
de gewesten en wenst het duidelijk te houden bij een
informeel overleg. Vandaar dat ik dit amendement wil
behouden.
Le pre´sident : Le vote sur l'amendement et l'article est
re´serve´.
De stemming over het amendement en het artikel wordt
aangehouden.
HA 50
PLEN 015
37
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
pre´sident
- Les articles 20 et 21 sont adopte´s article par article.
- De artikelen 20 en 21 worden artikel per artikel aange-
nomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur les
amendements et articles re´serve´s ainsi que sur l'ensem-
ble aura lieu ulte´rieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming
over de aangehouden amendementen en artikelen en
over het geheel zal later plaatsvinden.
La se´ance est leve´e.
De vergadering is gesloten.
- La se´ance est leve´e a` 17.50 heures. Prochaine se´ance
ple´nie`re jeudi 18 novembre 1999 a` 14.15 heures.
- De vergadering wordt gesloten om 17.50 uur. Volgende
plenaire vergadering donderdag 18 november 1999
om 14.15 uur.
38
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
BIJLAGE
ANNEXE
PLENAIRE VERGADERING
SEANCE PLENIERE
WOENSDAG 17 NOVEMBER 1999
MERCREDI 17 NOVEMBRE 1999
INTERNE BESLUITEN
DE
uCISIONS INTERNES
INTERPELLATIEVERZOEKEN
Ingekomen
1. de heer Jean-Paul Moerman tot de minister van
Landsverdediging en tot de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek over
de positie van de
Belgische ondernemingen in het kader van de industrie¨le
activiteiten met civiele en/of militaire toepassingen
.
(nr. 142 - omgewerkt in mondelinge vraag)
2. de heer Ferdy Willems tot de minister van Landsver-
dediging over
het inzetten van militairen voor het inrich-
ten van het kasteel van Laken en het Paleis in Brussel
.
(nr. 143 - omgewerkt in mondelinge vraag)
3. de heer Lode Vanoost tot de eerste minister over
de
terugtrekking van VS-kernwapens uit Europa en de hou-
ding van Belgie¨
.
(nr. 146 - verzonden naar de verenigde commissies voor
de Landsverdediging en de Buitenlandse Betrekkingen)
4. de heer Bart Somers tot de vice-eerste minister en
minister van Mobiliteit en Vervoer over
de herziening
van het beheerscontract afgesloten tussen de federale
Staat en de NMBS
.
(nr. 147 - verzonden naar de commissie voor de Infras-
tructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven)
5. de heer Ferdy Willems tot de minister van Consumen-
tenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over
foie
gras
.
(nr. 148 - omgewerkt in mondelinge vraag)
6. de heer Luc Goutry tot de minister van Consumenten-
zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en tot de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over
de looneisen
van de non-profitsector
.
(nr. 149 - verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken)
7. mevrouw Joe¨lle Milquet tot de minister van Justitie
over
de verklaring van de minister met betrekking tot het
hof van assisen
.
(nr. 150 - omgewerkt in mondelinge vraag)
DEMANDES D'INTERPELLATION
Demandes
1. M. Jean-Paul Moerman au ministre de la De´fense et
au ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique
sur
le positionnement des entreprises belges dans le
cadre des activite´s industrielles a` applications civiles
et/ou militaires
.
(n° 142 - transforme´e en question orale)
2. M.
Ferdy Willems au ministre de la De´fense sur
l'utilisation de militaires pour ame´nager le cha^teau de
Laeken et le palais de Bruxelles
.
(n° 143 - transforme´e en question orale)
3. M. Lode Vanoost au premier ministre sur
le retrait
d'Europe des armes nucle´aires des Etats-Unis et la
position de la Belgique
.
(n° 146 - renvoi aux commissions re´unies de la De´fense
nationale et des Relations exte´rieures)
4. M. Bart Somers a` la vice-premie`re ministre et ministre
de la Mobilite´ et des Transports sur
la re´vision du contrat
de gestion conclu entre l'Etat fe´de´ral et la SNCB
.
(n° 147 - renvoi a` la commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques)
5. M. Ferdy Willems a` la ministre de la Protection de la
consommation,
de
la
Sante´
publique
et
de
l'Environnement sur
le foie gras.
(n° 148 - transforme´e en question orale)
6. M. Luc Goutry a` la ministre de la Protection de la
consommation,
de
la
Sante´
publique
et
de
l'Environnement et au ministre des Affaires sociales et
des Pensions sur
les revendications salariales dans le
secteur non marchand
.
(n° 149 - renvoi a` la commission des Affaires sociales)
7. Mme Joe¨lle Milquet au ministre de la Justice sur
la
de´claration du ministre relative a` la cour d'assises
.
(n° 150 - transforme´e en question orale)
HA 50
PLEN 015
39
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
Ingetrokken
Bij brief van 15 november 1999 deelt de heer Geert
Bourgeois mee dat hij zijn interpellatie over
het uitblijven
van de koninklijke handtekening onder het regularisa-
tiewetsontwerp
(nr.136) intrekt.
Bij brief van 15 november 1999 deelt de heer Yves
Leterme mee dat hij zijn interpellatie over
het KB-Lux-
dossier
(nr. 144) intrekt.
Bij brief van 16 november 1999 deelt de heer Alfons
Borginon mee dat hij zijn interpellatie over
het KB-Lux-
dossier
(nr. 145) intrekt.
Ter kennisgeving
VOORSTELLEN
Toelating tot drukken
Rgt art 64-2
1. Wetsvoorstel (de heer Jos Ansoms) betreffende de
organisatie van het woon-werkverkeer met bedrijfsver-
voerplannen, nr.240/1.
2. Wetsvoorstel (de heer Alfons Borginon, mevrouw
Annemie Van de Casteele en de heer Danny Pieters) tot
wijziging van artikel 51 van de samengeordende wetten
betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, nr.
241/1.
3. Wetsvoorstel (de heren Koen Bultinck, Jan Mortel-
mans en Guy D'haeseleer) tot wijziging van de artikelen
1ter en 1quater van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli
1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting
over de toegevoegde waarde en tot indeling van de
goederen en de diensten bij die tarieven, nr. 242/1.
4. Wetsvoorstel (de heren Hans Bonte en Jan Peeters)
tot wijziging van artikel 160 van de programmawet van 22
december 1989, nr. 243/1.
5. Wetsvoorstel (de heren Hans Bonte en Jan Peeters)
tot wijziging van artikel 110, § 1, 3°, van het koninklijk
besluit van 25 november 1991 houdende de we-
rkloosheidsreglementering, nr. 244/1.
6. Wetsvoorstel (de heren Hans Bonte en Jan Peeters)
tot wijziging van de artikelen 39 en 40 van de wet van
3juli1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, nr.
245/1.
7. Wetsvoorstel (de heren Hans Bonte en Jan Peeters)
tot wijziging van artikel 131 van de wet van 3juli1978 be-
treffende de arbeidsovereenkomsten, nr. 246/1.
Retraits
Par lettre du 15 novembre 1999, M. Geert Bourgeois fait
savoir qu'il retire son interpellation sur
le retard de la
signature royale du projet de loi de re´gularisation
(n°136).
Par lettre du 15 novembre 1999, M. Yves Leterme fait
savoir qu'il retire son interpellation sur
le dossier KB-
Lux
(n° 144).
Par lettre du 16 novembre 1999, M. Alfons Borginon fait
savoir qu'il retire son interpellation sur
le dossier KB-
Lux
(n° 145).
Pour information
PROPOSITIONS
Autorisation d'impression
Rgt art 64-2
1. Proposition de loi (M.
Jos Ansoms) relative a`
l'organisation des de´placements entre le domicile et le
lieu de travail par l'e´tablissement de plans de transports
d'entreprise, n° 240/1.
2. Proposition de loi (M. Alfons Borginon, Mme Annemie
Van de Casteele et M. Danny Pieters) modifiant l'article
51 des lois coordonne´es relatives aux allocations fami-
liales pour travailleurs salarie´s, n° 241/1.
3. Proposition de loi (MM. Koen Bultinck, Jan Mortel-
mans et Guy D'haeseleer) modifiant les articles 1erter et
1erquater de l'arre^te´ royal n° 20 du 20 juillet 1970 fixant
le taux de la taxe sur la valeur ajoute´e et de´terminant la
re´partition des biens et des services selon ces taux,
n° 242/1.
4. Proposition de loi (MM. Hans Bonte et Jan Peeters)
modifiant l'article 160 de la loi-programme du 22 de´cem-
bre 1989, n° 243/1.
5. Proposition de loi (de heren Hans Bonte et Jan
Peeters) modifiant l'article 110, § 1er, 3°, de l'arre^te´ royal
du 25 novembre 1991 portant re´glementation du cho^-
mage, n° 244/1.
6. Proposition de loi (MM. Hans Bonte et Jan Peeters)
modifiant les articles 39 et 40 de la loi du 3 juillet1978
relative aux contrats de travail, n° 245/1.
7. Proposition de loi (MM. Hans Bonte et Jan Peeters)
modifiant l'article 131 de la loi du 3juillet1978 relative aux
contrats de travail, n° 246/1.
40
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
8. Wetsvoorstel (de heren Hans Bonte, Jan Peeters en
Jean-Marc Delize´e) tot wijziging, wat de opzeggingster-
mijnen voor werklieden betreft, van de arbeidsovereen-
komstenwet, nr. 247/1.
9. Wetsvoorstel (de heren Hans Bonte en Jan Peeters)
tot wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten, nr. 248/1.
10. Wetsvoorstel (de heer Jan Eeman) tot wijziging, wat
de afzetting en de beroving van de graad betreft, van het
militair Strafwetboek, nr. 249/1.
11. Wetsvoorstel (de heren Jan Eeman en Stef Goris) tot
wijziging van artikel 73 van de nieuwe gemeentewet,
betreffende het verbod voor bloed- en aanverwanten om
in dezelfde gemeenteraad zitting te nemen, nr. 250/1.
12. Wetsvoorstel (de heer Geert Bourgeois) tot wijziging
van de artikelen 1168 en 1179 van het Gerechtelijk
Wetboek, nr. 251/1.
13. Wetsvoorstel (de heer Filip De Man) tot wijziging van
de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen
van de gifstoffen, slaapmiddelen en verdovende midde-
len, ontsmettingsstoffen en antiseptica, nr. 252/1.
14. Wetsvoorstel (de heren Hans Bonte en Jean-Marc
Delize´e) betreffende het behoud van het normaal loon
van samenwonende werknemers voor afwezigheidsda-
gen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor
de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van
burgerlijke opdrachten, nr. 253/1.
8. Proposition de loi (MM. Hans Bonte, Jan Peeters et
Jean-Marc Delize´e) modifiant la loi sur les contrats de
travail en ce qui concerne les de´lais de pre´avis pre´vus
pour les ouvriers, n° 247/1.
9. Proposition de loi (MM. Hans Bonte et Jan Peeters)
modifiant la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de
travail, n° 248/1.
10. Proposition de loi (M. Jan Eeman) modifiant le Code
pe´nal militaire en ce qui concerne la destitution et la
privation du grade, n° 249/1.
11. Proposition de loi (MM. Jan Eeman et Stef Goris)
modifiant l'article 73 de la nouvelle loi communale en ce
qui concerne l'interdiction, pour les parents et allie´s, de
sie´ger dans un me^me conseil communal, n° 250/1.
12. Proposition de loi (M. Geert Bourgeois) modifiant les
articles 1168 et 1179 du Code judiciaire, n° 251/1.
13. Proposition de loi (M. Filip De Man) modifiant la loi du
24 fe´vrier 1921 concernant le trafic des substances
ve´ne´neuses, soporifiques, stupe´fiantes, de´sinfectantes
ou antiseptiques, n° 252/1.
14. Proposition de loi (MM. Hans Bonte et Jean-Marc
Delize´e) relative au maintien de la re´mune´ration normale
des travailleurs cohabitants pour les jours d'absence a`
l'occasion d'e´ve´nements familiaux ou en vue de
l'accomplissement d'obligations civiques ou de missions
civiles, n° 253/1.
HA 50
PLEN 015
41
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
PLENAIRE VERGADERING
SEANCE PLENIERE
WOENSDAG 17 NOVEMBER 1999
MERCREDI 17 NOVEMBRE 1999
MEDEDELINGEN
COMMUNICATIONS
COMMISSIE
Verslag
Volgend verslag werd ingediend :
namens de commissie voor het Bedrijfsleven, het We-
tenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetens-
chappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en
de Landbouw,
- door de heer Jacques Chabot over het wetsontwerp
betreffende steunmaatregelen ten gunste van landbouw-
bedrijven getroffen door de dioxinecrisis (nr. 212/7).
REGERING
Algemene uitgavenbegroting 1999
In uitvoering van artikel 15 van de gecoo¨rdineerde wetten
op de Rijkscomptabiliteit zendt de vice-eerste minister en
minister van Begroting :
- bij brief van 10 november 1999, een lijst van herverde-
lingen der basisallocaties betreffende het ministerie van
Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu;
- bij brief van 10 november 1999, een lijst van herverde-
lingen der basisallocaties betreffende het ministerie van
Justitie.
Verzonden naar de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting
ARBITRAGEHOF
Prejudicie¨le vraag
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet van
6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de griffier van het
Arbitragehof kennis van de prejudicie¨le vraag over het
decreet van het Waals Gewest van 1 april 1999 tot
COMMISSION
Rapport
Le rapport suivant a e´te´ de´pose´ :
au nom de la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions scientifiques
et culturelles nationales, des Classes moyennes et de
l'Agriculture,
- par M. Jacques Chabot sur le projet de loi relatif a` des
mesures d'aide en faveur d'entreprises agricoles tou-
che´es par la crise de la dioxine (n°212/7).
GOUVERNEMENT
Budget ge´ne´ral des de´penses 1999
En exe´cution de l'article 15 des lois coordonne´es sur la
comptabilite´ de l'Etat, le vice-premier ministre et ministre
du Budget transmet :
- par lettre du 10 novembre 1999, un bulletin de redistri-
butions d'allocations de base concernant le ministe`re des
Affaires
sociales,
de
la
Sante´
publique
et
de
l'Environnement;
- par lettre du 10 novembre 1999, un bulletin de redistri-
butions d'allocations de base concernant le ministe`re de
la Justice.
Renvoi a` la commission des Finances et du Budget
COUR D'ARBITRAGE
Question pre´judicielle
En application de l'article 77 de la loi spe´ciale du 6 janvier
1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de la Cour
d'arbitrage notifie la question pre´judicielle concernant le
de´cret de la Re´gion wallonne du 1er avril 1999 modifiant
42
HA 50
PLEN 015
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
wijziging van de wet van 18 juli 1973 betreffende de
bestrijding van de geluidshinder, gesteld door de Raad
van State bij arrest van 30 september 1999, inzake het
Waals Gewest tegen Ch. Hannon.
(rolnummer : 1782)
Ter kennisgeving
REKENHOF
Opmerkingen betreffende een beraadslaging
van de Ministerraad
Bij brief van 10 november 1999 deelt het Rekenhof mee
dat het een afschrift heeft ontvangen van de beraadsla-
ging nr. 3173 die de Ministerraad op 29 oktober 1999
heeft aangenomen en waarbij machtiging wordt verleend
tot het vastleggen, het ordonnanceren en het betalen van
uitgaven ten belope van 444,1 miljoen BEF boven de
niet-gesplitste kredieten geopend in de aangepaste alge-
mene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1999
voor het programma 31.55.2 -
Acties van het Fonds voor
de gezondheid en de productie van de dieren
.
Zijn college heeft, wat de aanwending betreft van de
procedure voorzien in artikel 44 van de gecoo¨rdineerde
wetten op de Rijkscomptabiliteit, geen opmerkingen te
formuleren.
Verzonden naar de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting
Ontwerp van begroting voor het jaar 2000
Bij brief van 10 november 1999 zendt de eerste voorzitter
van het Rekenhof het verslag over met de commentaar
en opmerkingen van het Rekenhof betreffende het on-
twerp van begroting voor het begrotingsjaar 2000.
Verzonden naar de commissie voor de Financie¨n en de
Begroting
RESOLUTIES
Europees Parlement
Bij brief van 11 november 1999 zendt de secretaris-
generaal van het Europees Parlement de teksten over
van
twee
resoluties
aangenomen
door
deze
vergadering :
1. resolutie van het Europees Parlement over de Euro-
pese Raad te Tampere;
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, naar de commissie voor de Justitie en naar
het Adviescomite´ voor de Europese Aangelegenheden
la loi du 18 juillet 1973 relative a` la lutte contre le bruit,
pose´e par le Conseil d'Etat par arre^t du 30 septembre
1999, en cause de la Re´gion wallonne contre Ch.
Hannon.
(n° du ro^le : 1782)
Pour information
COUR DES COMPTES
Observations concernant une de´libe´ration
du Conseil des ministres
Par lettre du 10 novembre 1999, la Cour des comptes fait
connai^tre qu'elle a rec¸u copie de la de´libe´ration
n°3173, adopte´e le 29 octobre 1999 par le Conseil des
ministres, autorisant l'engagement, l'ordonnancement et
le paiement de de´penses a` concurrence d'un montant de
444,1 millions de francs au-dela` des cre´dits non disso-
cie´s ouverts au budget ge´ne´ral des de´penses ajuste´ de
l'anne´e budge´taire 1999 au programme 31.55.2, intitule´
Actions du Fonds de la sante´ et de la production des
animaux
.
Son colle`ge n'a aucune remarque a` formuler concernant
le respect de la proce´dure prescrite par l'article 44 des
lois coordonne´es sur la comptabilite´ de l'Etat.
Renvoi a` la commission des Finances et du Budget
Projet de budget de l'Etat pour l'anne´e 2000
Par lettre du 10 novembre 1999, le premier pre´sident de
la Cour des comptes transmet le rapport reprenant les
commentaires et observations de la Cour des comptes
sur le projet de budget de l'Etat pour l'anne´e budge´taire
2000.
Renvoi a` la commission des Finances et du Budget
RE
´ SOLUTIONS
Parlement europe´en
Par lettre du 11 novembre 1999, le secre´taire ge´ne´ral du
Parlement europe´en transmet les textes de deux re´solu-
tions adopte´es par cette assemble´e :
1. re´solution du Parlement europe´en sur le Conseil
europe´en de Tampere;
Renvoi a` la commission des Relations exte´rieures, a` la
commission de la Justice et au Comite´ d'avis charge´ de
Questions europe´ennes
HA 50
PLEN 015
43
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000
2. resolutie van het Europees Parlement over de hers-
tructurering van ondernemingen in verband met de
mondialisering.
Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen, naar de commissie voor de Sociale Zaken
en
naar
het
Adviescomite´
voor
de
Europese
Aangelegenheden
MOTIE
Bij brief van 8 november 1999 zendt de burgemeester
van de gemeente Wezembeek-Oppem een door de
gemeenteraad aangenomen motie over betreffende de
interpretatie van de gecoo¨rdineerde taalwetten in bes-
tuurszaken voor het behoud van de vergoeding voor het
gebruik van de Franse taal.
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
2. re´solution du Parlement europe´en sur la restructura-
tion
des
entreprises
dans
le
contexte
de
la
mondialisation.
Renvoi a` la commission des Relations exte´rieures, a` la
commission des Affaires sociales et au Comite´ d'avis
charge´ de Questions europe´ennes
MOTION
Par lettre du 8 novembre 1999, le bourgmestre de la
commune de Wezembeek-Oppem transmet une motion
adopte´e
par
le
conseil
communal
concernant
l'interpre´tation des lois coordonne´es sur l'emploi des
langues en matie`re administrative en vue du maintien de
l'indemnite´ pour l'usage du franc¸ais.
Renvoi a` la commission de l'Inte´rieur, des Affaires
ge´ne´rales et de la Fonction publique
44
HA 50
PLEN 015
17-11-99
KAMER - 2e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE - 2e SESSION DE LA 50e LEGISLATURE
1999
2000