Commissie voor Justitie

Commission de la Justice

 

van

 

Woensdag 23 april 2025

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mercredi 23 avril 2025

 

Après-midi

 

______

 

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 22 et présidée par M. Ismaël Nuino.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.22 uur en voorgezeten door de heer Ismaël Nuino.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Débat d’actualité sur le paiement des indemnités pro deo et questions et interpellation jointes de

- Khalil Aouasti à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La rémunération des avocats pratiquant l'aide juridique" (56004338C)

- Marijke Dillen à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Le versement dans les délais requis des indemnités allouées pour l'aide juridique de deuxième ligne" (56000038I)

- Kristien Van Vaerenbergh à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Le paiement des indemnités allouées pour l'aide juridique de deuxième ligne" (56004534C)

- Stefaan Van Hecke à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Le paiement tardif des indemnités pro deo" (56004568C)

- Julien Ribaudo à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Le retard de paiement pour 3 700 avocats ayant assuré l'aide juridique de deuxième ligne" (56004579C)

01 Actualiteitsdebat over de uitbetaling van pro-Deogelden en toegevoegde vragen en interpellatie van

- Khalil Aouasti aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De vergoeding van de advocaten die juridische bijstand verlenen" (56004338C)

- Marijke Dillen aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De tijdige uitbetaling van de vergoedingen voor tweedelijnsbijstand" (56000038I)

- Kristien Van Vaerenbergh aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De uitbetaling van de vergoedingen voor juridische tweedelijnsbijstand" (56004534C)

- Stefaan Van Hecke aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De laattijdige uitbetaling van pro-Deogelden" (56004568C)

- Julien Ribaudo aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De betalingsachterstand voor de juridische tweedelijnsbijstand van 3.700 advocaten" (56004579C)

 

01.01  Khalil Aouasti (PS): Madame la ministre, ma question était peut-être un peu prémonitoire même si elle ne concerne pas exactement le même objet que celles des autres collègues dont les questions sont jointes dans le débat d'actualité. Elle avait pour objectif de revenir sur la manière dont sont rémunérés les avocats dans le cadre de l'aide juridique de deuxième ligne.

 

En effet, des évolutions notables ont eu lieu ces dernières années en ce qui concerne l'augmentation des seuils de revenus, l'indexation du point, la fin de l'enveloppe fermée, le soutien à des projets pilotes de cabinets d'avocats dédiés, etc. Mais il reste malheureusement encore beaucoup à faire pour améliorer l'accès à la justice mais aussi pour assurer aux avocats que l'on appelle vulgairement ou communément "BAJistes" des conditions de rémunération qui soient dignes.

 

À ce sujet, encore actuellement, le système de contrôle mutuel de l'aide juridique par les deux ordres impose de différer le paiement des rémunérations des avocats. Ceux-ci obtiennent le paiement de leurs indemnités au minimum un an après la clôture de leur prestation, prestation qui elle-même dure parfois plus années. Ceci signifie que dans certains dossiers, le paiement est seulement effectif plusieurs années après la réalisation du premier devoir. Cette situation, vous l'admettrez madame la ministre, n'est pas acceptable. Personne n'accepterait d'être payé au minimum deux ans après avoir commencé à travailler sur un dossier. Cela s'aggrave si on ajoute encore les lourdeurs administratives qui découragent bon nombre d'avocats.

 

Dans son mémorandum 2024, avocats.be demandait "la mise en place d'un mécanisme d'avances sur indemnités dès la clôture du dossier, ou même annuellement, sur la base des prestations déjà effectuées – pour ne pas avoir à attendre la clôture du dossier –, si celui-ci devait durer au moins un an". Aujourd'hui, et c'est l'actualité, on nous annonce que les avocats qui ont clôturé leurs dossiers l'an dernier ne seraient pas totalement rémunérés fin mai ou début juin comme ce devrait être le cas et que seule une rémunération à tout le moins partielle serait au mieux accordée.

 

Madame la ministre, comment travaillez-vous sur la réforme des modalités de paiement de la rémunération des avocats pour qu'ils n'aient pas à attendre un an au minimum après la clôture pour pouvoir être rémunérés? Comment améliorer ces conditions de rémunération? Pouvez-vous assurer aux avocats qui ont commencé à travailler il y a au moins deux ans sur des dossiers qu'ils seront effectivement rémunérés au mois de juin, et ce intégralement?

 

01.02  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, kwalitatieve tweedelijnsbijstand verdient respect. Als advocaten hun engagement opnemen, mag worden verwacht dat ook de minister van Justitie de afspraken correct naleeft. Dit betekent concreet het tijdig en volledig uitbetalen van alle vergoedingen op het afgesproken tijdstip. Op een vergadering met de FOD Justitie, meer bepaald met de Cel Subsidies, op 9 april, hebben de Orde van Vlaamse Balies en de OBFG vernomen dat er geen mogelijkheid zou zijn om eind mei 2025 over te gaan tot betaling van de vergoedingen voor tweedelijnsbijstand conform de puntenlijst van 1 februari.

 

Mevrouw de minister, dit is onaanvaardbaar. Advocaten in tweedelijnsbijstand zijn zeer loyaal ten opzichte van Justitie. Maandenlang, soms jarenlang, worden er prestaties geleverd waarvoor de betaling pas in het vooruitzicht wordt gesteld ongeveer één jaar na de datum van afsluiting van het dossier.

 

"De genoemde loyauteit is groot maar wordt ook beperkt door de noodzakelijke leefbaarheid en de economische wetmatigheden waaraan elke onderneming onderhevig is. Uitstel in betaling leidt dan ook ontegensprekelijk tot grote problemen voor vele advocaten die bijkomende kredieten zullen moeten afsluiten indien de overheid in gebreke blijft." Zo lezen we terecht in het schrijven van de Orde van Vlaamse Balies dat aan u gericht werd.

 

U weet, mevrouw de minister, dat advocaten hoge kantoorkosten hebben. Ze moeten hun rekeningen betalen, sociale zekerheid, belastingen enzovoort. Ik meen niet dat uw collega, de minister van Financiën, bereid zal zijn om hen uitstel van betaling te geven voor de btw enzovoort tot Justitie de nodige initiatieven neemt om de tweedelijnsvergoeding te betalen.

 

Daarenboven wordt u er door de OVB op gewezen dat in uitvoering van het koninklijk besluit van 21 februari 2024 de OVB samen met alle lokale BJB's bijzondere inspanningen heeft geleverd op het gebied van ontwikkeling en implementatie van werkingsprocessen en managementsystemen. Er is een intens proces van professionalisering en objectiveerbare kwaliteitsmeting aangevat.

 

Mevrouw de minister, u bent verplicht om respect aan de dag te leggen voor het grote engagement dat advocaten leveren om te zorgen voor die kwalitatieve tweedelijnsbijstand. Nogmaals, uitstel van betaling is onaanvaardbaar.

 

Welke initiatieven zult u nemen om ervoor te zorgen dat er voldoende fondsen aanwezig zijn zodat de pro-Deogelden volledig en tijdig zullen worden uitbetaald, dus ten laatste op 31 mei van dit jaar? Wat gaat u doen om een concrete uitbetalingsdatum te garanderen?

 

01.03  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mevrouw de minister, heel veel advocaten werken pro Deo. Zij ontvangen daarvoor erelonen, normaliter een jaar na datum. Het systeem van betaling is intussen al een beetje gewijzigd, in die zin dat het nu verschillende keren per jaar gebeurt. Voor heel veel advocaten is dit echter de enige bron van inkomsten.

 

Op 9 april vond een vergadering plaats waar de Orde van Vlaamse Balies en Avocats.be aanwezig waren, evenals de dienst van de subsidies van de FOD Justitie en een vertegenwoordiger van uw kabinet. Daar bleek dat de uitbetaling dit jaar niet zou plaatsvinden in de maand mei, vanwege onvoldoende beschikbare fondsen. Blijkbaar zou er slechts 100 miljoen ter beschikking zijn, terwijl er eigenlijk 150 miljoen nodig zou zijn om tot uitbetaling van alle vergoedingen te kunnen overgaan.

 

U hebt hieromtrent een schrijven ontvangen van de OVB en de acht voorzitters van de verschillende bureaus voor juridische bijstand. Zij dringen aan op een tijdige betaling. Eveneens vragen zij of het mogelijk is om het koninklijk besluit aan te vullen met nog duidelijker engagementen over de timing van de betaling.

 

Mevrouw de minister, op welke manier zult u ervoor zorgen dat een tijdige betaling van die pro-Deogelden wordt gegarandeerd? Welke initiatieven zult u nemen? Zult u overgaan tot de aanpassing van dat koninklijk besluit, zodat er toch meer zekerheid kan worden geboden aan de advocaten die in de tweedelijnsbijstand werken?

 

Welke fiscale gevolgen zal dit hebben voor de gelden die eventueel later dan gepland door de advocaten in ontvangst zullen worden genomen?

 

01.04  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, vanuit de advocatuur klinken verontrustende signalen over de laattijdige uitbetaling van de pro-Deogelden. Die onzekerheid zorgt voor financiële kopzorgen bij honderden advocaten, die met hun sociaal engagement tweedelijnsbijstand aan kwetsbare burgers verlenen.

 

Zij dreigen hierdoor niet alleen financieel in de problemen te komen, zij hebben ook leningen die moeten worden afbetaald. Zij zitten ook met hoge kantoorkosten. Dit zijn heel vaak ook niet de grootverdieners onder de advocaten. Dat is misschien het beeld dat leeft bij de publieke opinie, maar deze mensen moeten echt keihard werken om elke maand een leefbaar of deftig loon te hebben.

 

Sommigen overwegen zelfs om te stoppen met hun deelname aan het pro-Deosysteem, wat te betreuren zou zijn, want dat betekent dat de toegang tot het recht voor kwetsbaren kan worden ondermijnd en dat er te veel werk voor te weinig pro-Deo-advocaten zal zijn.

 

Er is nood aan een betrouwbare overheid. Justitie kan niet functioneren met uitgestelde en onvoorspelbare betalingen. We zien dit ook bij de tolken, de deskundigen en andere dienstverleners bij justitie.

 

Mevrouw de minister, klopt het dat de uitbetaling van de pro-Deogelden in mei onzeker is? Wat is de concrete stand van zaken? Welke stappen onderneemt u om te garanderen dat deze betaling alsnog tijdig gebeurt? Wanneer zal die uitbetaling kunnen gebeuren? Hoeveel budget is er dit jaar daadwerkelijk voorzien voor de uitbetaling van de pro-Deogelden? Hoe groot is de achterstand die moet worden weggewerkt?

 

01.05  Julien Ribaudo (PVDA-PTB): Madame la Ministre, nous avons appris que près de 3 700 avocats ayant assuré l'aide juridique de deuxième ligne (pro Deo) doivent attendre encore plus longtemps leur rémunération par l'État. Cette situation, dénoncée par l'Ordre des Barreaux flamands, est d'une gravité extrême. Non seulement elle met en péril les conditions de travail de ces avocats – souvent jeunes, précaires ou engagés dans les matières les plus sensibles comme le droit familial, le droit du logement ou la protection de la jeunesse, le droit des étrangers –, mais elle menace surtout l'accès à la justice pour les publics les plus vulnérables: femmes victimes de violences conjugales, chômeurs, petits locataires, réfugiés, mineurs, détenus... d’avoir un accès à la justice.

 

Les avocats qui acceptent de travailler dans le "système pro deo", qui permettent à ces personnes d'exercer leurs droits fondamentaux, sont aujourd'hui maintenus dans l'incertitude: ils sont informés de possibles retards supplémentaires, sans aucune garantie concrète de paiement ni de calendrier précis. Pourtant, certains ont dû contracter des emprunts personnels pour survivre en attendant ces paiements.

 

Vous avez évoqué des moyens supplémentaires issus des négociations budgétaires, mais sans préciser ni les montants exacts, ni la répartition prévue. Ce flou est inacceptable. En agissant ainsi, votre gouvernement déstabilise volontairement un pilier de l'État de droit: l'accès effectif à la justice pour tous, sans condition de fortune.

 

Dès lors, voici nos questions:

Avez-vous envisagé d'autres solutions pour éviter ces retards de paiement et garantir la continuité du système d'aide juridique? Par exemple, le déblocage d'une enveloppe provisoire, une avance sur paiements, ou une procédure d'urgence?

Pouvez-vous indiquer avec précision à quelle date les avocats pro Deo seront effectivement payés pour les dossiers clôturés en 2024?

Quelle garantie pouvez-vous offrir pour que l'ensemble des montants dus soient versés en intégralité, et non partiellement, comme certains le craignent?

Si une limitation des paiements devait survenir, comment sera-t-elle organisée? Est-il envisagé de réduire proportionnellement les montants pour tous les avocats, ou de différer entièrement le paiement de certains dossiers ou de certains avocats?​

 

01.06  Annelies Verlinden, ministre: Merci, chers collègues. Tout d'abord, je suis ravie que ces réformes positives soient reconnues, monsieur Aouasti. Elles ont effectivement nécessité beaucoup de travail et sont l'aboutissement d'un bel effort de coordination entre les ordres des avocats et le SPF Justice. Je souhaite poursuivre ces efforts pour améliorer le système de contrôle et de paiement des avocats. L'ensemble des acteurs souhaite aboutir à un système qui permette d'atteindre l'objectif du paiement des avocats dans un délai raisonnable, tout en présentant des garanties de contrôle suffisantes et de respect des contraintes budgétaires.

 

Nous devons prochainement entamer le travail de réflexion autour d'une réforme, car, premièrement, le récent système de deuxième paiement annuel des indemnités des avocats requiert des précisions techniques et, deuxièmement, la Cour des comptes exige davantage de garanties sur le contrôle des indemnités à payer. Nous en profiterons pour essayer d'améliorer plus largement le système. Ce travail doit être réalisé en coordination avec les ordres. À ce stade, il n'est pas encore possible de déterminer les modalités auxquelles ce travail de réflexion aboutira.

 

Wat de uitbetaling van de pro-Deogelden betreft, het is uiteraard mijn streven om de voorwaarden van de geldende regelgeving na te leven. De advocaten worden voor hun prestaties vergoed tegen het in het koninklijk besluit van 20 december 1999 vastgelegde tarief. Overigens is de waarde van een punt nog nooit zo hoog geweest, momenteel 97,37 euro, wat er mede voor zorgt dat de diensten van de advocaten en bureaus voor juridische bijstand billijk worden vergoed.

 

De regelgeving maakt evenwel geen gewag van enige specifieke betalingstermijn. Om die reden heeft de inspecteur van Financiën geweigerd om af te wijken van het huidige systeem van budgettaire behoedzaamheid, waarbij de kredieten onderverdeeld zijn in vier gelijke schijven, en een groter deel van het budget beschikbaar te stellen om zo over te gaan tot de volledige betaling in mei van dit jaar. Onze inspanning om de kredieten in mei van dit jaar volledig beschikbaar te stellen, hebben op die manier dus niet tot het verhoopte resultaat kunnen leiden.

 

Daarom hebben we de ordes tijdens de vergadering van 9 april voorgesteld om de reeds beschikbare enveloppes zo snel mogelijk te vereffenen, waardoor de advocaten tegen eind mei een betaling van ongeveer 60 % zouden ontvangen, met een punt dat voorlopig op 66 euro wordt vastgelegd.

 

Omdat de liquidatieprocedure uit meerdere fases bestaat en dus gepaard gaat met veel onzekerheden, is het moeilijk om een precieze uitbetalingsdatum te bepalen. Er moet bijvoorbeeld advies worden gevraagd aan de inspecteur van Financiën. Indien het advies van de inspecteur negatief is, dient beroep te worden aangetekend of moeten verdere stappen worden ondernomen overeenkomstig het advies van de inspecteur. Zo werkt het federaal liquidatiesysteem nu eenmaal.

 

Zodra de wet houdende algemene uitgavenbegroting voor het jaar 2025 goedgekeurd is in de Kamer en de budgetten beschikbaar zijn gesteld, kunnen de advocaten en bureaus voor juridische bijstand volledig worden uitbetaald.

 

01.07  Khalil Aouasti (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

J'organiserai ma réplique en deux temps. Tout d'abord, vos intentions sont positives. Vous voulez modifier et améliorer le système global de paiement. Vous avez la volonté de collaborer avec les ordres et de réformer positivement ce système de paiement en permettant à chaque avocat qui se dévoue et se dédie dans le cadre de l'aide juridique de deuxième ligne d'être payé en fonction de son travail, et ce, le plus rapidement possible. Je pense que c'est sain et qu'il est possible d'y arriver puisque nous sommes un des rares pays européens où le paiement est si différé. Si parmi nos voisins, certains ont des systèmes plus perfectionnés que le nôtre, il est alors possible de faire mieux nous-mêmes. Nos regards sont souvent dirigés vers les Pays-Bas ou la France. Or, leurs modèles sont bien meilleurs que les nôtres.

 

Ensuite, s'agissant des paiements, il y a quelque chose d'inadmissible. L'avis de l'Inspection des finances peut être dépassé par celui du ministre du Budget. Ce dernier est de votre formation politique. Il ne s'agit pas d'éléments nouveaux. Les dépenses liées à l'aide juridique sont des dépenses structurelles prévisibles annoncées année après année. Il ne faut pas se cacher derrière l'avis de l'Inspection des finances pour refuser d'offrir un paiement dans un cadre légal et qui est convenu depuis des années avec la profession d'avocats.

 

Le ministre du Budget a la possibilité de dépasser et d'outrepasser l'avis de l'Inspection des finances.  S'il n'entend pas le faire, il n'est pas impossible, dès lors qu'il s'agit d'une prévisibilité budgétaire structurelle, de fonctionner à travers un système d'avances automatiquement régularisées via les trimestres ultérieurs de douzièmes provisoires ou à travers le budget qui devrait être voté avant l'été.

 

01.08  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, iedereen in commissie heeft zich altijd positief uitgesproken over de hervormingen op het vlak van de tweedelijnsbijstand, die tijdens de vorige legislatuur dankzij de heer Van Hecke werden goedgekeurd. Het gaat nu eenmaal om bijstand voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. Zij moeten kunnen rekenen op een juridische bijstand.

 

Wie die juridische bijstand levert, moet echter ook op een degelijke betaling kunnen rekenen. Mevrouw de minister, uw antwoord ontgoochelt mij bijzonder. Ik sta daarin ongetwijfeld niet alleen. Het zal ook de meer dan 4.000 advocaten die, naar ik heb begrepen, in het systeem pro Deo optreden en dat met een heel groot engagement doen, teleurstellen.

 

U geeft aan dat u op een redelijke termijn voor een oplossing zult zorgen. U streeft ernaar te betalen onder de geldende voorwaarden, maar u voegt er in een adem aan toe dat er geen specifieke betalingstermijn is bepaald in de vigerende regels. Dat klopt niet. Het is in het verleden en tijdens de vorige legislatuur de gewoonte geweest de uitbetaling altijd eind mei te doen.

 

U en ik krijgen op het einde van iedere maand onze uitbetaling op onze rekening. Voor ons zijn er geen zorgen om onze rekeningen te betalen. Echter, een hoop pro-Deoadvocaten leeft van pro-Deovergoedingen. Zij moeten nu al een of twee jaar na de verrichte prestaties wachten op hun centen.

 

U stelt wel dat de vergoedingen zijn gestegen. Er wordt nu 98 euro per punt toegekend. Het leven is echter ook duurder geworden, om nog maar te zwijgen van de indexering die iedereen in de samenleving krijgt. Het is dus niet meer dan normaal dat de waarde van een punt ook aanzienlijk stijgt.

 

In uw antwoord wijst u erop dat het de bedoeling is om 60 % aan een waarde van 66 euro per punt uit te betalen, indien ik u goed heb begrepen, anders verbetert u mij maar.

 

Uit uw antwoord heb ik evenwel begrepen dat die uitbetaling niet zal plaatsvinden voor 31 mei, aangezien u op de goedkeuring van de begroting dient te wachten. Het is geen geheim dat de Kamer de begroting niet voor het einde van de maand juni zal goedkeuren. Samen met meer dan 4.000 pro-Deoadvocaten ben ik zeer ontgoocheld dat u geen precieze uitbetalingsdatum bepaalt. Dat is Justitie onwaardig. Het is absoluut onaanvaardbaar dat de betrokkenen, die hun prestaties soms reeds één, twee tot drie jaar geleden hebben verricht en afgesloten, zo lang op hun geld moeten wachten.

 

Mijnheer de voorzitter, tot besluit van mijn interpellatie dien ik dan ook een motie in.

 

01.09  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mevrouw de minister, het is uiteraard een goede zaak dat er verder wordt gewerkt aan een verbetering van het pro-Deosysteem. Ik ben ook tevreden dat advocaten in normale omstandigheden vandaag ook een billijke vergoeding krijgen voor hun geleverde de prestaties.

 

Gelukkig is de situatie iets minder problematisch dan initieel was aangekondigd. Er wordt 60 % uitbetaald weliswaar tegen een tarief van 66 euro per punt. Dat neemt niet weg dat advocaten die prestaties leveren, op een correcte manier vergoed moeten worden. Het is zoals bij vele beroepsgroepen die werken voor justitie. De betaling blijft vaak achterwege, ook voor de pro-Deoadvocaten.

 

Voor sommige advocaten is die vergoeding de enige bron van inkomsten. Zij leven nu eenmaal van het systeem van de tweedelijnsbijstand, omdat zij vanuit hun sociale ingesteldheid daar specifiek voor hebben gekozen. Ik hoop dat er bij goedkeuring van de begroting snel zal kunnen worden overgegaan tot de uitbetaling aan de betrokken advocaten.

 

01.10  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, uw antwoord ontgoochelt mij: 60 % van het bedrag wordt als voorschot uitbetaald. Dat is al iets, maar het blijft betreurenswaardig dat de betalingen in de soep lopen. Men weet immers dat elk jaar die betalingen eraan komen; men kan zich daar goed op voorbereiden.

 

Pro-Deoadvocaten verrichten heel belangrijk werk en moeten sowieso al heel lang wachten op hun geld: als een dossier afgesloten is, is nog een jaar wachten, maar die dossiers kunnen wel drie jaar of langer aanslepen! Het is dus al een hele opgave voor pro-Deoadvocaten om goed betaald te worden.

 

Hoeveel u precies tekortkomt, is niet heel duidelijk. Er wordt gesproken over 50 miljoen euro. U hebt extra middelen gekregen in het paasakkoord, maar het is maar de vraag of die zullen volstaan. Het lijkt er namelijk op dat dat geld al vier of vijf keer is uitgegeven. U hebt extra middelen nodig voor de modulaire units in die gevangenissen; u hebt extra middelen nodig om de achterstand weg te werken in de facturen van de takeldiensten, voor de achterstallige facturen van tolken en vertalers, van gerechtsexperten en pro-Deoadvocaten.

 

Zal uiteindelijk de rekening kloppen? Zullen alle achterstallen voldaan kunnen worden met de extra middelen die u kreeg in het paasakkoord? Dat is in feite de vraag van 1 miljoen.

 

01.11  Julien Ribaudo (PVDA-PTB): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Comme l’ont dit mes collègues, elle ne nous rassure pas. Et je ne pense pas qu’elle va rassurer les avocats, parce que l’incertitude reste le maître-mot de votre réponse.

 

Dans votre exposé de politique générale, vous parliez d'"une justice équitable qui resserre les liens". C'est joli sur papier, mais dans ce dossier, on voit qu'on est loin du compte.

 

Retarder les paiements des avocats pro deo, ce n'est pas juste un bug de procédure ou un bug administratif, c'est mettre en péril l'accès à la justice pour celles et ceux qui en ont le plus besoin. La plupart des 3 700 avocats qui bossent comme avocats pro deo le font par conviction. Mais même les plus engagés finissent par fatiguer quand on leur demande d'attendre, quand on leur impose de l'incertitude, sans leur dire quand ils seront payés.

 

L'an dernier, ils ont accepté un paiement en juin, alors qu'auparavant ce paiement avait toujours lieu en mai. L'année passée, ils ont accepté un paiement en juin en précisant que cela ne devait pas devenir la norme. Et un an plus tard, rebelote: paiement à 60 % en juin! L’enveloppe est déjà trop juste. On parle d'un trou de 50 millions. Et pour la suite, mystère, on ne sait pas! Mais qui peut se contenter d'un salaire à 60 % aujourd'hui? En tout cas, pas eux.

 

Bref, on est loin d'une justice qui resserre les liens. Cette politique que vous menez déstabilise un pilier essentiel de notre démocratie, qui est celui d'une justice accessible pour tous, et pas seulement pour ceux qui peuvent se payer un avocat.

 

Moties

Motions

 

De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.

 

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marijke Dillen en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellatie van mevrouw Marijke Dillen

en het antwoord van de minister van Justitie, belast met de Noordzee,

overwegende dat:

- kwalitatieve tweedelijnsbijstand alle respect verdient;

- advocaten in tweedelijnsbijstand zeer loyaal zijn t.o.v. Justitie: maandenlang, soms jarenlang, worden er prestaties geleverd waarbij betaling pas in het vooruitzicht wordt gesteld ongeveer één jaar na datum van afsluiting van het dossier;

- uitstel in betaling ontegensprekelijk leidt tot grote problemen voor vele advocaten die bijkomende kredieten zullen moeten afsluiten indien de overheid in gebreke blijft;

- als advocaten dit groot engagement opnemen, er mag worden verwacht dat ook de minister van Justitie de afspraken correct naleeft;

- dit betekent dat alle vergoedingen op het afgesproken tijdstip, zijnde einde mei 2025 volledig zullen worden uitbetaald;

- op een vergadering van 9 april jongstleden met de FOD Justitie, Cel Subsidies, de Orde van Vlaamse Balies en OBFG hebben vernomen dat er geen mogelijkheid zou zijn om einde mei 2025 over te gaan tot betaling van de vergoedingen in tweedelijnsbijstand conform de puntenlijst van 1 februari;

- dit echter onaanvaardbaar is;

vraagt de regering

onmiddellijk de nodige initiatieven te nemen om ervoor te zorgen dat alle vergoedingen in tweedelijnsbijstand (de pro Deo-gelden) volledig zullen worden uitbetaald op het afgesproken tijdstip, zijnde uiterlijk einde mei 2025, en hiervoor voldoende budgetten vrij te maken."

 

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Marijke Dillen et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l'interpellation de Mme Marijke Dillen

et la réponse de la ministre de la Justice, chargée de la Mer du Nord,

considérant que:

- l'aide juridique de deuxième ligne qualitative mérite tout le respect;

- les avocats de l'aide juridique de deuxième ligne sont très loyaux vis-à-vis de la Justice: durant des mois voire des années, des prestations sont fournies alors que la perspective de paiement n'apparaît qu'environ un an après la date de clôture du dossier;

- les reports de paiement entraînent indéniablement des problèmes majeurs pour de nombreux avocats qui devront contracter des crédits supplémentaires si l'État reste en défaut;

- si les avocats prennent cet engagement majeur, on peut s'attendre à ce que la ministre de la Justice respecte également correctement les accords;

- cela signifie que toutes les indemnités devront être payées intégralement au moment convenu, c'est-à-dire fin mai 2025;

- lors d'une réunion organisée le 9 avril dernier avec le SPF Justice, cellule Subsides, l'Orde van Vlaamse Balies et l'OBFG ont été informés qu'il n'existerait aucune possibilité de procéder d'ici fin mai 2025 au paiement des indemnités pour l'aide juridique de deuxième ligne conformément à la liste de points du 1er février;

- cette situation est toutefois inacceptable;

demande au gouvernement

de prendre sans délai les initiatives nécessaires pour faire en sorte que toutes les indemnités pour l'aide juridique de deuxième ligne (les montants pro Deo) soient intégralement versées au moment convenu, c'est-à-dire fin mai 2025 au plus tard, et de débloquer les budgets nécessaires à cet effet."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Steven Matheï.

Une motion pure et simple a été déposée par M. Steven Matheï.

 

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

02 Vraag van Maaike De Vreese aan Bernard Quintin (Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Beliris) over "Het rapport van de Staatsveiligheid over de opvolging van de diensten" (56002378C)

02 Question de Maaike De Vreese à Bernard Quintin (Sécurité et Intérieur, chargé de Beliris) sur "Le rapport de la Sûreté de l'État relatif au suivi des services" (56002378C)

 

02.01  Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de minister, mijn vraag werd opgesteld na de publicatie van het jaarverslag van de Veiligheid van de Staat. Ik had ze aan minister Quintin gericht, maar hij heeft me naar u doorverwezen.

 

Uit het jaarverslag van de Veiligheid van de Staat blijkt dat de Russische veiligheidsdiensten nieuwe methodes gebruiken om geheime agenten en tussenpersonen te rekruteren in andere landen – ook in landen van de Europese Unie – via sociale media, zoals Telegram. Er worden opdrachten wijd verspreid aan freelancers voor spionage- of sabotageacties. Dat maakt de taak van onze inlichtingen- en veiligheidsdiensten zeer complex. De geronselde mensen hebben door deze dispatchingsystemen immers geen directe band met Russische inlichtingendiensten.

 

Volgens de Veiligheid van de Staat zijn er hier nog geen bevestigde gevallen van spionage en ondermijnende acties uitgevoerd door freelance agenten of organisaties in opdracht van Russische inlichtingendiensten. De Veiligheid van de Staat maant wel aan om ons hierop voor te bereiden.

 

Daarnaast is de Noordzee, met onze kritieke infrastructuur - van strategisch belang door de verschillende datakabels, energiekabels en gaspijpleidingen – natuurlijk een belangrijk aandachtspunt voor de Veiligheid van de Staat. Uit het jaarrapport blijkt ook dat er in de Noordzee steeds meer verdachte bewegingen worden vastgesteld van schepen die soms ook illegale trajecten volgen.

 

Ik had meer bepaald de vraag in welke mate en wanneer onze politiediensten ingelicht zijn over deze nieuwe rekruteringsmethode. Waren de diensten zich bewust van deze werkwijze en hoe gaan ze hiermee aan de slag? Op welke manier werken onze politiediensten actief mee aan de bestrijding van dit fenomeen?

 

Welke instructies hebt u gegeven aan de diensten waarvoor u bevoegd bent? Welke rol speelt de Veiligheid van de Staat in het kader van de bescherming van de strategische omgeving van de Noordzee, waarvoor toch heel veel actoren bevoegd zijn? Wat is specifiek de bevoegdheid van de Veiligheid van de Staat en op welke manier werkt zij samen met de andere bevoegde diensten?

 

02.02 Minister Annelies Verlinden: Collega, uw vraag gaat over twee verschillende onderdelen van het rapport van de Veiligheid van de Staat. Enerzijds gaat het over de wegwerpagenten die door Rusland worden gerekruteerd om opdrachten uit te voeren als onderdeel van hun strategie om het Westen te destabiliseren en anderzijds de verdachte bewegingen van schepen in de Noordzee. Tot heden zijn er geen aanwijzingen dat die verschillende verhaallijnen strikt met elkaar verbonden zouden zijn, hoewel ze allebei met Rusland te maken hebben.

 

De verwachtingen ten aanzien van onze veiligheids- en inlichtingendiensten zijn duidelijk. Het is nodig om een zo betrouwbaar mogelijk beeld van dreigingen te krijgen en om samenwerking tussen de diensten te bewerkstelligen, zodat er snel en doeltreffend kan worden gereageerd wanneer er signalen of feiten worden ontdekt die als misdrijf kunnen worden gekwalificeerd.

 

Wat betreft het samenwerken met de politie inzake de nieuwe methodologie van Rusland om acties door wegwerpagenten te laten uitvoeren, werden alle diensten die bij het CCIV aanwezig zijn, inclusief de federale politie, door de Veiligheid van de Staat over deze nieuwe modus operandi gebriefd. Binnen de platformen van het CCIV worden informatie en expertise tussen de diensten uitgewisseld en worden ook concrete gevallen of incidenten besproken.

 

Onze politie-, veiligheids- en inlichtingendiensten werken elk binnen hun eigen wettelijk kader en de daarin bepaalde opdrachten. Voor de politie is dat voornamelijk de bestrijding van strafbare feiten die verband houden met spionage, inmenging of mogelijke sabotageacties ten nadele van onze essentiële belangen. Doordat de bepalingen inzake spionage en inmenging recent zijn gewijzigd in het Strafwetboek en gelet op de geopolitieke situatie, gebeurt dat voornamelijk op het verzoek van de bevoegde gerechtelijke overheden. Op het vlak van computersabotage of corruptie is er uiteraard al langer expertise bij de politiediensten aanwezig.

 

In het kader van het opstellen van een nieuwe kadernota inzake integrale veiligheid en een Nationaal Veiligheidsplan, zal samen met de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken worden bekeken welke prioriteit hieraan moet worden gegeven. De verdachte bewegingen van schepen in de Noordzee worden opgevolgd door de verschillende Belgische diensten in het Maritiem Informatieknooppunt. Het MIK is een onderdeel, zoals u weet, van de kustwachtcentrale in België. In het centrum in Zeebrugge bundelen de douane, de scheepvaartpolitie, Defensie en de cel Maritieme Beveiliging van de FOD Mobiliteit hun kracht en bevoegdheden om informatie te verzamelen, te analyseren en ook te delen.

 

Ze werken zowel preventief als reactief om de veiligheid in de havens en op zee te verhogen. De Veiligheid van de Staat staat continu in contact met het MIK en daarnaast wisselt de Veiligheid van de Staat informatie over de problematiek uit op internationale fora, om zo kennis over specifieke modi operandi te vergaren.

 

02.03  Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de minister, bedankt voor uw uitgebreide antwoord. Ik meen dat het duidelijk is dat we ook op het vlak van veiligheid met heel wat nieuwe fenomenen te maken krijgen. Nieuwe aanpakken en nieuwe samenwerkingen zijn dus noodzakelijk, zeker en vast doorgedreven samenwerkingen tussen al de verschillende diensten, met een duidelijke afstemming van wie wat doet, zodat er geen dubbel werk geleverd wordt. Maar liever nog dubbel werk dan dat er soms iets over het hoofd gezien wordt dat cruciaal is voor onze binnenlandse veiligheid.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Wouter Raskin aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De samenwerking tussen arbeidsauditoraten en OCMW's" (56004002C)

03 Question de Wouter Raskin à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La coopération entre les auditorats du travail et les CPAS" (56004002C)

 

03.01  Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de minister, u bezorgde mij onlangs cijfers over het aantal samenwerkingsprotocollen tussen OCMW's en de arbeidsauditoraten. Daaruit blijkt dat vooral in de provincies Limburg en Antwerpen dergelijke protocollen gangbare praktijk zijn. Zij zijn de goede leerlingen uit de klas.

 

Helaas lijken de cijfers niet helemaal correct te zijn. Zo zou volgens uw antwoord het arbeidsauditoraat van Leuven geen protocollen hebben gesloten, maar ik deed wat opzoekwerk en botste op een website die het tegendeel lijkt te beweren. Ik stel dat wel voorwaardelijk.

 

Wat is de reden waarom de door u bezorgde informatie niet lijkt te kloppen? Kunt u mij alsnog volledige en actuele informatie bezorgen? Lijkt het u een goed idee om in te zetten op meer sensibilisering en zowel OCMW’s als arbeidsauditoraten aan te moedigen om werk te maken van een intensievere samenwerking? Zijn OCMW’s vandaag verplicht om mee te werken met het arbeidsauditoraat wanneer dat een onderzoek voert naar sociale fraude? In welke mate verzet het beroepsgeheim van de maatschappelijk assistenten zich hiertegen?

 

03.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Raskin, de informatie die werd gevraagd in uw schriftelijke vraag nr. 14 van 20 februari 2025 werd niet statistisch geregistreerd. De arbeidsauditoraten werden individueel bevraagd en gaven ook een antwoord. Bij het samenvoegen van de verschillende antwoorden werd een vergissing begaan in het antwoord met betrekking tot het Leuvense arbeidsauditoraat, dat had geantwoord dat er slechts één protocol was afgesloten met het OCMW Leuven. De antwoorden van de arbeidsauditoraten werden nogmaals gecontroleerd en komen overeen met het gegeven antwoord.

 

Bewustmaking en samenwerking vormen altijd positieve elementen wanneer overheidsinstellingen met elkaar interageren en hetzelfde doel nastreven, namelijk, zoals ook in dit geval, het algemeen welzijn. Ik kan het intensiever samenwerken tussen OCMW's en arbeidsauditoraten dan ook alleen aanmoedigen.

 

03.03  Wouter Raskin (N-VA): Ik dank u voor de rechtzetting, mevrouw de minister. Het kan gebeuren dat er hier en daar eens een vergissing in bepaalde cijfers sluipt. Dat is geen enkel probleem. Ik hoor u graag zeggen dat u het idee genegen bent om daarover te sensibiliseren.

 

Ik heb helaas geen antwoord op mijn derde vraag gekregen. In welke mate zijn OCMW's vandaag verplicht om met het arbeidsauditoraat mee te werken als het effectief een onderzoek naar sociale fraude voert? We zitten daar met het beroepsgeheim van de maatschappelijk assistenten. In welke mate vormt dat een probleem? Ik heb daarop helaas geen antwoord gekregen. Ik weet niet of u mij dat zo kunt zeggen? Anders zal ik daarop moeten terugkomen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Wouter Raskin aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De veelplegersdatabank" (56004013C)

04 Question de Wouter Raskin à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La base de données des récidivistes" (56004013C)

 

04.01  Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de minister, de regering zet met haar verkeersveiligheidsbeleid terecht in op een strenge aanpak van verkeerscriminelen. De focus ligt daarbij op recidivisten. Ze dragen immers buitenproportioneel bij aan de onveiligheid op de wegen. Om die ambitie waar te maken, wil u werk maken van een veelplegersdatabank die alle verkeersinbreuken centraal zal bundelen. De operationele procedures zullen ontwikkeld worden door Justitie, dat de uiteindelijke gebruiker zal zijn van die veelplegersdatabank.

 

Mevrouw de minister, kunt u het opzet van dat project toelichten, de wettelijke vereisten waarmee u rekening zult moeten houden, het tijdschema en het budget?

 

Zult u met het oog op die databank uw collega-minister van Mobiliteit spreken?

 

Op dinsdag 11 februari, niet zo heel lang geleden, vond in de commissie voor Mobiliteit een hoorzitting plaats over de aanpak van recidive in het verkeer. De heer Bruggeman, die Centrex vertegenwoordigde, schetste daar de complexiteit inzake de oprichting van een veelplegersdatabank. Hoe staat u tegenover dat standpunt van Centrex?

 

04.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Raskin, aangezien de aanpak van recidivisme essentieel is in ons verkeersveiligheidsbeleid, werken we inderdaad aan een veelplegersdatabank waarin alle verkeersinbreuken worden gecentraliseerd, ook die op gewestelijk of gemeentelijk niveau. Die databank moet het mogelijk maken om recidive correct vast te stellen en sneller te sanctioneren, ook bij buitenlandse bestuurders.

 

Het opzet van het project is complex, vooral door de verdeling van bevoegdheden tussen de federale en gewestelijke overheden. Er moet dan ook een wettelijk kader komen dat duidelijk regelt wie welke data moet aanleveren en wie toegang heeft.

 

Daarnaast onderzoeken we of we een gemeenschappelijke entiteit kunnen oprichten met Justitie, de gewesten, de politie en de lokale bestuurders, die het beheer van de databank op zich kan nemen. De realisatie van die databank zal dus het voorwerp uitmaken van een uitgebreid debat waarbij alle actoren, waaronder mijn collega-ministers van Mobiliteit en Veiligheid en Binnenlandse Zaken, maar ook de ministers van de gefedereerde entiteiten, zullen worden betrokken. Het tijdschema voor de realisatie van de databank hangt dan ook af van de gesprekken die we binnenkort opstarten met die andere actoren. We moeten samen bepalen hoe we de databanken willen koppelen, wat ieders rol is, maar vooral ook wat de budgettaire impact zal zijn.

 

Wat het standpunt van Centrex betreft, wij delen hun analyse volledig. De koppeling van gegevens van verschillende vaststellers is technisch en juridisch uitdagend, maar wel noodzakelijk. Elke bevoegde instantie moet kunnen nagaan of iemand recidivist is en er moet terugkoppeling zijn over wat er met een bepaalde inbreuk gebeurt. Dat is essentieel voor een sluitend systeem en daar willen wij aan werken.

 

04.03  Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw heel duidelijk antwoord.

 

Het doet mij veel plezier dat u beaamt dat de analyse van Centrex correct is en dat u daarnaast ook zegt dat die veelplegersdatabank noodzakelijk is en blijft. Dat is namelijk een van de punten waarop Arizona zich van Vivaldi onderscheidt inzake verkeersveiligheid. Voor Vivaldi ging het vooral om het bestraffen van overdreven snelheid. Dat mag en dat moet ook in de toekomst blijven gebeuren, maar het is veel meer dan dat. Wij gaan focussen op recidivisten. Meten is weten en om gericht beleid te voeren, is die veelplegersdatabank absoluut nodig.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

- Alain Yzermans aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De overbevolking in de gevangenissen en de samenwerking met Kosovo" (56004251C)

- Marijke Dillen aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het huren of bouwen van gevangenissen in het buitenland (Kosovo)" (56004259C)

05 Questions jointes de

- Alain Yzermans à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La surpopulation carcérale et la coopération avec le Kosovo" (56004251C)

- Marijke Dillen à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La location ou la construction de prisons à l'étranger (Kosovo)" (56004259C)

 

05.01  Alain Yzermans (Vooruit): Mevrouw de minister, ik verwijs naar de ingediende vraag.

 

U onderzoekt momenteel met uw collega Minister van Asiel en Migratie twee belangrijke pistes om de overbevolking in de Belgische gevangenissen aan te pakken. De eerste optie betreft het doorschuiven van illegale gevangenen naar gesloten centra van de Dienst Vreemdelingenzaken, met als doel hen sneller uit te wijzen naar hun land van herkomst. De tweede piste richt zich op het creëren van gevangeniscapaciteit voor sans-papiers in het buitenland, waar veroordeelde gedetineerden zonder verblijfsrecht hun straf kunnen uitzitten.

 

Vragen aan de Minister van Justitie;

 

1 Hoe waarborgt u de mensenrechten van gedetineerden die worden doorgeschoven naar gesloten centra en in het buitenland?

 

2. Wat zijn de specifieke criteria en procedures voor het terugsturen van illegale gevangenen naar hun land van herkomst, is hier aanpassing van wetgeving nodig

 

3 Welke concrete stappen worden er ondernomen om de capaciteit van de gesloten centra uit te breiden, en hoe snel kunt u deze uitbreiding van circa 900 plaatsen realiseren?

 

4. Wat is de verwachte tijdlijn voor het realiseren van de samenwerking met buitenlandse gevangenissen, zoals die in Kosovo, en welke garanties heeft u dat deze plannen haalbaar zijn? Denemarken is hier al jaren mee bezig en volgens ingewijden is hier geen plaats meer?

 

5. De algemene overbevolking zit momenteel aan 17,5 % (+3,1% , sinds het aantreden van de nieuwe federale regering ). Het aantal grondslapers is 203 ( + 37 ). Welk plan van noodmaatregelen is er in de maak ?

 

05.02  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, in een poging tot het aanpakken van de problematiek van de overbevolking in onze gevangenissen staat in het regeerakkoord dat de regering zal proberen om overeenkomsten met andere Europese rechtsstaten te sluiten om daar gevangenissen te bouwen of te huren. Als we de media mogen geloven, kijkt u onder meer naar Kosovo om daarover een akkoord te sluiten.

 

Ons land zal niet het eerste land zijn dat dit doet. Denemarken heeft in 2021 een gelijkaardig akkoord gesloten. Wij weten dat dit in de praktijk niet echt een succes is. Het plan stuit hier op kritiek, maar ook in Kosovo zelf, waar men ook met overbevolking kampt. Ook daar komt er kritiek op de vraag of met dit plan van ons land de mensenrechten niet onder druk komen te staan.

 

Mevrouw de minister, ik kreeg hierover graag een toelichting. Met welke landen wordt er heden onderhandeld om daar gevangenissen te bouwen of te huren? Wat is de stand van zaken van deze onderhandelingen? Op welke manier denkt u resultaten te kunnen boeken? Denkt u dat het realistisch is om binnen deze legislatuur nog een gevangenis in het buitenland gebouwd te krijgen? Voor zover Kosovo tot deze landen zou behoren, wat is uw antwoord op de kritiek van bepaalde groeperingen dat de mensenrechten van de gevangenen daar al onder druk zouden staan? Hoeveel financiële middelen zullen er voorzien worden om dit te kunnen realiseren?

 

05.03 Minister Annelies Verlinden: Dank u wel, collega’s. Over jullie vragen over het huren of bouwen van gevangenissen in het buitenland kan ik alvast meedelen dat zoals in het regeerakkoord voorzien is, we overeenkomsten trachten te sluiten met andere Europese rechtsstaten met betrekking tot het huren, kopen of bouwen van gevangeniscapaciteit in het buitenland, waar veroordeelde gedetineerden zonder verblijfsrecht in ons land hun straf kunnen uitzitten, om dan bij voorkeur ook van daaruit te kunnen worden uitgewezen naar hun land van herkomst.

 

Samen met de ministers van Asiel en Migratie en van Buitenlandse Zaken knopen we hiervoor onderhandelingen aan met één of meerdere Europese rechtsstaten, zoals overigens andere Europese landen ons dat hebben voorgedaan. De eerste diplomatieke contacten werden al gelegd, maar er zijn op dit moment nog geen formele onderhandelingen lopende met één of meerdere landen.

 

Er is wel een juridische analyse opgestart om de haalbaarheid van een dergelijke samenwerkingsvorm te onderzoeken. Die analyse vormt uiteraard de noodzakelijke eerste stap, waarna eventuele concrete stappen gezet kunnen worden. Binnen die analyse kijken we onder meer naar het juridische kader, het waarborgen van de mensenrechten en de praktische uitvoerbaarheid. De optie Kosovo, waar Denemarken eerder al een samenwerking mee opstartte, wordt ter zake mee onderzocht. Er is op dit moment evenwel geen sprake van een formeel akkoord of van onderhandelingen.

 

Alle opties worden getoetst aan de fundamentele vereisten van de rechtsstaat. Dat betekent dat er enkel samenwerking zal zijn met landen die aantoonbare garanties bieden inzake het respect voor de rechten van gedetineerden. Op korte termijn plan ik ook zendingen naar een aantal landen die hiervoor mogelijk in aanmerking komen.

 

Ik ben mij ervan bewust dat er bezorgdheden zijn geuit over de mensenrechten en die nemen we uiteraard ernstig. Het spreekt echter voor zich dat onze toekomstige overeenkomsten als basisvoorwaarde zullen hebben dat de detentie op een menswaardige en degelijke manier moet verlopen en ook in overeenstemming moet zijn met het EVRM, de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en met andere internationale mensenrechtenverplichtingen.

 

Mevrouw Dillen, u vroeg of het realistisch is om binnen deze legislatuur nog een gevangenis te bouwen of te huren in het buitenland. Het is wel degelijk de bedoeling om binnen deze legislatuur nog een concreet project op te starten. We zijn ons uiteraard bewust van de complexiteit van dit dossier en gaan daarom stapsgewijs te werk met een grondige juridische en diplomatieke voorbereiding.

 

Ik wil u ook alleen meegeven dat Denemarken, dat ook die ambitie zal realiseren, reeds vele jaren bezig is met een gelijkaardig project en dat pas in 2027 de eerste gedetineerden vanuit Denemarken zullen worden overgebracht.

 

Mijnheer Yzermans, wat betreft uw vraag over de mensenrechten van gedetineerden die eventueel zouden worden overgebracht naar deze buitenlandse gevangenissen, wil ik nogmaals benadrukken dat dit een fundamentele toetssteen is die binnen elke piste onderzocht wordt. Het zal noodzakelijk zijn om een systeem te overwegen waarbij elke zaak individueel wordt beoordeeld, met respect voor de proportionaliteit en de persoonlijke situatie van de betrokkene, inclusief zijn privé- en familieleven, overeenkomstig artikel 8 van het EVRM.

 

Voor personen die internationale bescherming hebben aangevraagd, zouden bijkomende waarborgen moeten worden bestudeerd, in het bijzonder betreffende het non-refoulementprincipe. Niemand mag worden teruggestuurd naar een land waar hij een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM, in lijn met de vaste rechtspraak van het Europees Hof. Ten slotte zal ook worden bekeken welke vormen van toezicht en monitoring eventueel zouden kunnen worden ingesteld.

 

Daarnaast wil ik graag ingaan op uw vraag aangaande de procedure voor het terugsturen van illegale gevangenen. We staan in nauw overleg met de partners verantwoordelijk voor de aanpak van het aantal gedetineerden zonder recht op verblijf in onze gevangenissen. Dat is voor mij, maar ook voor de hele regering een duidelijke prioriteit. Zoals ik al zei, werd er daartoe een taskforce opgericht waarin onder meer wordt bekeken hoe we meer en snellere tussenstaatse overbrengingen kunnen uitvoeren.

 

U vroeg ook naar de criteria en de procedures voor het terugsturen. Dat kan onder drie vormen. De eerste is de tussenstaatse overbrenging van een veroordeelde persoon, wat inhoudt dat een gedetineerde met een andere nationaliteit dan die van het land waar hij definitief veroordeeld is tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel fysiek naar zijn of haar land van herkomst wordt overgebracht om aldaar de straf die werd opgelegd in het land verder uit te zitten. Het betreft in dat geval dus in feite een overdracht van straf.

 

Een tweede vorm is de verwijdering of uitzetting. Daar gaat het om een in principe vrij persoon zonder verblijfsrecht, die wordt gedwongen om terug te keren naar zijn of haar land van herkomst. Dat gebeurt altijd op basis van een bevel tot het verlaten van het grondgebied, dat wordt uitgevaardigd door de Dienst Vreemdelingenzaken.

 

Ten slotte kan het gebeuren door de voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied als strafuitvoeringsmodaliteit. Dit wordt toegekend door de rechter of de strafuitvoeringsrechtbank. Dat betekent concreet dat een veroordeelde voor het einde van zijn of haar straf in vrijheid wordt gesteld onder bepaalde voorwaarden en het land dient te verlaten. De betrokkene krijgt voorwaarden die moeten worden nageleefd voor een bepaalde periode, maar omdat de betrokkene geen verblijfsrecht heeft in België, zal de persoon de proeftijd dus in een ander land moeten ondergaan.

 

U vroeg ook nog naar de noodzaak van aanpassingen van het wetgevend kader. De actuele situatie vereist geen aanpassingen aan de vigerende Belgische en Europese wetgeving of verdragen. We willen wel prioritair en maximaal inzetten op een terugkeer van gedetineerden naar hun land van herkomst.

 

We trachten de terugkeer naar Europese landen of landen met terugkeerovereenkomsten, zoals Marokko, waarmee al goed wordt samengewerkt, nog verder te verhogen. Voor alle andere landen zullen bilaterale contacten moeten worden uitgerold om de besluitvorming en de doorstroming te verbeteren. We zullen uiteraard ook streven naar duurzame samenwerkingsverbanden.

 

Het is de collectieve ambitie van deze regering om binnenkort in plaats van 120 mensen per maand maandelijks 170 mensen te kunnen terugsturen. Daarvoor is nauwe samenwerking nodig met de collega's van onder meer Asiel en Migratie, Binnenlandse Zaken en Buitenlandse Zaken.

 

U vroeg ook naar de andere inspanningen om de overbevolking aan te pakken. Uw vraag werd ingediend voor het bereiken van het paasakkoord. Ik vermoed dat u inmiddels op de hoogte bent van de concrete plannen, onder meer met betrekking tot bijkomende capaciteit, maar ook inzake het langer openhouden van bestaande capaciteit.

 

Het voorontwerp van wet dat die capaciteitsproblemen wil aanpakken, werd in eerste lezing goedgekeurd in de ministerraad en ligt momenteel voor advies voor bij de Raad van State. Ik hoop dit na een tweede lezing zo snel mogelijk ook met u in het Parlement te kunnen bespreken.

 

05.04  Alain Yzermans (Vooruit): Dank u wel.

 

05.05  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. U doet heel veel aankondigingen. Het zal u niet verwonderen dat we dit dossier heel nauwgezet zullen opvolgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Sam Van Rooy aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De Hind Rajab Foundation van Abou Jahjah" (56004252C)

06 Question de Sam Van Rooy à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La Hind Rajab Foundation  d'Abou Jahjah" (56004252C)

 

06.01  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, op 26 februari, dus bijna twee maanden geleden, ondervroeg ik u over Abou Jahjahs jihadistische Hind Rajab Foundation. Ik heb u toen het onderzoeksdocument The Hind Rajab Foundation: Pro-Palestian NGO linked to Extremism, Terrorism, and Questionable Financial Activities overhandigd. Uit dat rapport blijkt dat de Hind Rajab Foundation sterke banden heeft, ook financieel, met de antisemitische terreurorganisatie Hezbollah. Het gaat om een uitgebreid netwerk van aan Hezbollah gelinkte actoren en bedrijven op vier continenten. Dat blijkt trouwens eveneens uit bevindingen via het systeem Know Your Customer (KYC).

 

Mevrouw de minister, hebt u het onderzoeksdocument ondertussen gelezen? Zo ja, wat is uw conclusie over Abou Jahjahs Hind Rajab Foundation? Ziet u nog altijd geen aanknopingspunt om stappen te zetten om ten minste te proberen de Hind Rajab Foundation te verbieden?

 

Los van het juridische oordeel verneem ik graag wat uw politiek maatschappelijke mening daarover is. Bent u, net zoals ikzelf, de Hind Rajab Foundation van Abou Jahjah liever kwijt dan rijk, en waarom wel of niet?

 

06.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Van Rooy, ik heb het document inderdaad ontvangen en aan de Veiligheid van de Staat bezorgd. Dat departement heeft het ook grondig geanalyseerd en deelt mee dat het op het moment niet beschikt over concrete en bevestigde informatie die de Hint Rajab Foundation kan linken aan Hezbollah of aan een dreiging waarvoor de Veiligheid van de Staat bevoegd is. De Veiligheid van de Staat volgt dat uiteraard op en zet het onderzoek verder. In ieder geval, ik het huidig stadium zijn er dus geen reglementaire elementen die aanleiding zouden kunnen geven tot een verbod.

 

06.03  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, ik vind dat eigenlijk niet te geloven en ik betreur die houding. Het zegt veel over het systeem in dit land. De jihadist achter die Hint Rajab Foundation heet Dyab Abou Jahjah en die had hier simpelweg nooit mogen zijn. Dat die oplichter, die illegaal en op leugenachtige wijze dit land is binnengekomen, niet wordt uitgezet, ook al vergiftigt hij veel geesten, zegt natuurlijk ook alles over het dwaze, softe beleid in dit land.

 

De Hint Rajab Foundation van Abou Jahjah is simpelweg een satelliet van het jihadistische Hezbollah, die België heeft uitgekozen om aan juridische jihad te doen. Kennelijk ziet men daar geen graten in, u evenmin, want ik heb naar uw maatschappelijke, uw politieke mening gevraagd, maar u geeft daar zelfs geen antwoord op. Dat u dus kennelijk ook geen graten ziet in de jihadistische praktijken van de Hint Rajab Foundation van Dyab Abou Jahjah, zegt alles over de onwetendheid en het amateurisme in de regering.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: M. Alexander Van Hoecke a également une interpellation. Cela nécessite qu’un autre membre soit présent en permanence. En principe, je place toujours ces interpellations à la fin de l’ordre du jour. J’aimerais m'en tenir à ce principe, mais cela vous dérangerait-il si, exceptionnellement, nous procédions immédiatement à cette interpellation afin de libérer le membre? Ne voyant pas de désapprobation, je vais donner la parole à mijnheer Van Hoecke.

 

07 Interpellatie van Alexander Van Hoecke aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De betalingsproblemen bij Justitie" (56000032I)

07 Interpellation de Alexander Van Hoecke à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Les difficultés de paiement de la Justice" (56000032I)

 

07.01  Alexander Van Hoecke (VB): Mevrouw de minister, dit is geen nieuw probleem. De FOD Justitie kampt met enorme betalingsproblemen, met facturen die niet betaald geraken. Dat probleem neemt alleen maar toe, al is het maar omdat de verwijlinteresten Justitie met een bijkomende factuur opzadelen.

 

Onze fractie bracht het voor Pasen al naar buiten. Er zijn op dit moment maar liefst 28,5 miljoen euro aan onbetaalde facturen bij Justitie, facturen die Justitie gewoon niet betaalt. Het gaat om facturen voor basiskosten zoals gas, elektriciteit en zelfs afvalophaling. Die enorme kosten staan, dat erkende u ook in het antwoord op mijn schriftelijke vraag, nog compleet los van de gerechtskosten. U verwees in uw antwoord op mijn vraag hierover in de plenaire vergadering ook naar de kosten van de vertalers-tolken, maar het probleem is natuurlijk veel ruimer dan dat.

 

Gisteren nog verschenen twee verschillende berichten in de media, die jammer genoeg zeer goed illustreren met welke problemen justitie kampt. We zouden tientallen schrijnende gevallen kunnen aanhalen, maar ik zal mij beperken tot de twee recente voorbeelden die ons gisteren bereikten.

 

Het eerste pijnlijke bericht was een open brief van jonge magistraten die twijfelen aan hun beroepskeuze. De open brief was een noodkreet. Ik citeer: "Hoelang laten we Justitie nog verder afbrokkelen, voor we reageren en haar de middelen geven om sterk en doeltreffend te zijn." De briefschrijvers spreken over de ambitie en overtuiging die ze aan het begin van hun carrière hadden en hoe die overtuiging aan diggelen wordt geslagen doordat elke vorm van modernisering uitblijft en er nergens geld voor is. Ze beseffen maar al te goed dat ze hun ambitie in het huidige klimaat nooit zullen kunnen waarmaken en dat de frustraties ook binnen de samenleving over de puinhopen van justitie alleen maar zullen blijven groeien.

 

Een tweede schrijnende voorbeeld van hoe het met Justitie is gesteld, kwam niet van magistraten, maar van een van de honderden mensen, bedrijven, die met Justitie samenwerken en op wie de FOD rekent, mensen uit de privésector.

 

Bijvoorbeeld, een takelaar uit Hoeselt wordt niet betaald voor de opdrachten die hij voor Justitie uitvoert. De takelaar spreekt over een bedrag van meer dan 20.000 euro aan onbetaalde facturen voor gerechtelijke takelingen. Ik vraag mij trouwens af of er iemand hier in de zaal, maar ook in het hele land is die eraan twijfelt wat er zou gebeuren, mocht de takelaar zelf meer dan 20.000 euro openstaande facturen niet betalen en mochten de rollen dus omgekeerd zijn.

 

Mevrouw de minister, de takeldiensten dreigen er trouwens mee een aantal grote snelwegen in het land te blokkeren. Dat zou de malaise door de wantoestanden bij Justitie nog vergroten en tot miljoenen euro aan economische schade kunnen leiden. Ik weet dat u bij het begin van de legislatuur bijkomende middelen hebt gevraagd. Wij hebben het daarover al heel vaak gehad. U had 141 miljoen euro extra nodig om Justitie op de rails te krijgen of zelfs draaiende te houden. De huidige regering heeft amper 33,5 miljoen euro over voor Justitie.

 

Dat is een bedrag waarmee u in de eerste plaats niet alle onbetaalde facturen kan betalen – daarvoor volstaat dat bedrag zelfs niet –, laat staan dat u iets van de beleidsplannen kan uitvoeren die u een paar weken geleden presenteerde. Ik vraag mij dan af wie er allemaal rond de onderhandelingstafel zat bij de vorming van de nieuwe federale regering.

 

Ik zou eigenlijk ook iets moeten opmerken over het fameuze paasakkoord, maar ik twijfel er niet aan dat u dat zal doen. In dat akkoord werd zogezegd geld gevonden voor Justitie. Wij zijn best gewoon eerlijk: u hebt helemaal niks uit de brand gesleept. Er werd wat gegoocheld met boekhoudkundige trucs, waardoor u alle geld voor 2026 nu al mag gebruiken. Dat is eenvoudigweg boerenbedrog als u het mij vraagt.

 

De situatie bij Justitie is ondanks een groeiend onveiligheidsgevoel, de groeiende straffeloosheid en het dalende vertrouwen van de bevolking iets wat de huidige regering gewoonweg niet lijkt te interesseren. Immers, welke noodkreten ook naar buiten komen, welke woede er onder de bevolking ook heerst over de puinhoop, het lijkt niemand in de regering echt te deren.

 

Bij uw beleidsverklaring heb ik puinhoop als enig toepasselijk woord gebruikt om de staat van Justitie te beschrijven en ik ben tevreden te zien dat u deze analyse nu ook onderschrijft. Sinds kort gaat het immers maar over een zaak meer, namelijk de puinhoop die Justitie is. Uw partijvoorzitter eist zelfs een audit om de besteding van de middelen van Justitie in de vorige legislatuur door te lichten, een audit naar het beleid dat u zelf mee hebt ondersteund in de vorige legislatuur. Ik vind dat een heel goed idee, mevrouw de minister, maar ik wil u wel vragen om ervoor te zorgen dat de prijs van die audit lager ligt dan wat hij mogelijks zou opbrengen. Zo'n audit zal immers enkel aan het licht brengen wat iedereen al lang wist, namelijk dat jarenlang wanbeleid, waaronder ook dat van uw partij, ons in de afgrond heeft gestort.

 

Fundamenteler, u staat aan het begin van de legislatuur en draagt verantwoordelijkheid voor wat er zich vandaag afspeelt bij Justitie. U hebt een duidelijke opdracht als minister van Justitie. U hebt die opdracht aan uzelf gegeven. U moet die tanker keren. Dat geldt niet alleen voor u als minister, maar ook voor elke partij die deel uitmaakt van deze regering. Ik denk dat we het er allemaal over eens kunnen zijn dat Justitie een kerntaak van de overheid is. Die overheid faalt faliekant in het uitvoeren van haar kerntaak. Dat is het enige waar het nu en de komende jaren om draait, het enige waar het de komende jaren om moet draaien.

 

Mevrouw de minister, ik heb daarom een aantal vragen. Ten eerste, welke investeringen zullen uitgesteld moeten worden? Er zal immers een moment komen dat u investeringen zult moeten uitstellen om aan die betalingsproblemen tegemoet te komen. Is er daarvoor een lijst van prioriteiten bepaald? Op basis van welke parameters zult u bepalen welke investeringen u zult uitstellen en welke niet?

 

Ten tweede, wat betekenen de betalingsproblemen en het gebrek aan middelen voor de uitvoering van het luik Justitie in het regeerakkoord en de beleidsverklaring die u enkele weken geleden voorstelde? Hoe zult u de uitvoering daarvan garanderen indien er geen bijkomende middelen worden vrijgemaakt binnen de regering? Dan bedoel ik effectieve middelen en geen doorschuiven van middelen die voor de komende jaren bedoeld zijn.

 

Ten derde, hoe garandeert u dat het functioneren van Justitie op korte termijn niet nog meer wordt ondermijnd door deze financiële tekorten? Zijn er kleine of middelgrote ondernemingen die zelf in de problemen dreigen te komen door de wanbetalingen bij Justitie? Dat zou mij absoluut niet verbazen, zeker als het bijvoorbeeld gaat over takelaars. Dat zijn meestal kleine garages.

 

Komen die in de problemen? Hebt u signalen ontvangen?

 

Plant u ook besparingen door te voeren om aan die betalingsproblemen tegemoet te komen? Zo ja, hoe zal die besparingsoefening eruit zien? Indien niet, waarom wordt dat niet overwogen?

 

07.02 Minister Annelies Verlinden: Collega, Justitie staat, en daarover zijn we het eens, voor bijzondere grote uitdagingen. De structurele middelen in het bijkomende budget waren niet toereikend om de door de jaren heen opgebouwde structurele tekorten, die overigens nog toenemen, weg te werken. Onze maatschappij wordt complexer, Justitie wordt ook complexer en dus zijn er meer middelen nodig.

 

Ik heb alvast aan de administratie gevraagd eerst zoveel mogelijk tekorten met herverdelingen op te lossen, wetende dat zodra de initiële begroting voor 2025 is goedgekeurd in het Parlement, al een aanzienlijk deel van de betalingsproblemen zal kunnen worden opgelost.

 

Zowel met betrekking tot de projectwerking als de recurrente werking blijft Justitie kampen met recurrente en structurele tekorten. De tekorten worden onder meer veroorzaakt door betalingen die in 2025 werden uitgevoerd voor dossiers die nog in 2024 hadden moeten worden aangerekend. Door het eenjarigheidsbeginsel van de begroting zijn er kredieten van 2024 ongebruikt gebleven voor uitgaven die wel op 2025 wegen, waardoor de kredieten voor 2025 ontoereikend zullen zijn op jaarbasis. Als deze tekorten dit jaar niet worden opgelost, worden ze opnieuw meegenomen naar de volgende jaren.

 

De belangrijkste reden voor deze budgetverschuivingen is de trage regeringsvorming, waardoor de budgettaire behoedzaamheid blijft gelden die de administratieve afhandeling van dossiers zo vertraagt dat deze meer en meer in conflict dreigt te komen met het eenjarigheidsbeginsel van de begroting. Een andere reden voor de tekorten is dat de indexering van de toegekende budgetten de inflatie niet volgt, waardoor prijsstijgingen systematisch het budget uithollen. Er kan met andere woorden minder worden betaald en gerealiseerd met hetzelfde budget, ook als dit later wordt geïndexeerd. Voor particulieren drukt men dat uit als verminderde koopkracht. Dat is uiteraard voor de overheid en de verschillende diensten hetzelfde fenomeen.

 

Voor andere types kredieten, zoals gerechtskosten, tweedelijnsbijstand, vrijheidsstraffen en voogden voor minderjarigen zijn de tekorten te wijten aan onvoorspelbare volumeschommelingen.

 

De onvoorspelbaarheid is rechtstreeks gelinkt aan de moeilijk te voorspellen omvang van de opgelegde vrijheidsstraffen, het strafuitvoeringsbeleid van de magistratuur, het aantal en de omvang van grote strafonderzoeken, het volume van misdaad, de aankomst van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen en de schommelende noodzaak met betrekking tot bijstand door pro-Deo-advocaten voor de meest kwetsbare individuen.

 

Verder begrijp ik dat er ook recurrente uitgaven zijn, die worden veroorzaakt door andere beslissingen in het kader van de digitalisering, waarbij geen rekening werd gehouden met het voortdurend en evolutief onderhoud, continue aankopen en ook de betaling van licenties waarvan de kosten blijven lopen, ook wanneer de initiële ontwikkeling is gebeurd. Daarnaast zijn er ook bijkomende kosten omwille van de stijgende energiekosten en het onderhoud en de beveiliging van gebouwen.

 

Teneinde de juiste prioriteiten te kunnen leggen, heb ik mijn administratie gevraagd om de lopende projecten en recurrente uitgaven die in het gedrang komen in kaart te brengen, alsook de budgettaire weerslag van de uitvoering van het regeerakkoord. Tevens neem ik de financiering van alle diensten van Justitie onder de loep, met de bedoeling om na te gaan of en waar besparingen kunnen worden doorgevoerd. De spending reviews van de Inspectie van Financiën kunnen ons daarbij wellicht ook helpen. Ook kan een zero-basedbudgetingoefening zeer nuttig zijn, waarbij vanuit de kernopdrachten van Justitie wordt vertrokken om uit te maken hoeveel middelen Justitie nodig heeft om haar reguliere opdrachten te kunnen vervullen.

 

Het is in elk geval mijn ambitie om het regeerakkoord uit te voeren en zo te werken aan een performant, toegankelijk, toekomstgericht en transparant justitieapparaat. De legislatuur duurt nog meer dan vier jaar en heel wat projecten moeten zich nog concretiseren, ook wat de budgettaire middelen betreft. Daarom heb ik aan mijn collega's van de regering een meervraag voorgelegd, zodat we onze afspraken in het regeerakkoord kunnen nakomen, de acute overbevolking in de gevangenissen kunnen aanpakken, de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit kunnen opvoeren en stap voor stap de structurele betaalachterstanden kunnen wegwerken.

 

Bovendien stel ik voorop om de budgettaire en financiële diensten van Justitie te versterken en de digitalisering van de boekhoudkundige en budgettaire processen voort te zetten, zodat we over gedegen budgettaire beheersinstrumenten kunnen beschikken. Justitie is immers een essentiële pijler van onze rechtsstaat en van onze samenleving. Het verdient daarom onze aandacht.

 

Het paasakkoord van 11 april, waarmee deze regering de initiële begroting voor 2025 heeft goedgekeurd, zal, zodra het in de Kamer is goedgekeurd en de kredieten beschikbaar zijn, alvast enig soelaas kunnen brengen.

 

Wat ik in elk geval wil vermijden, is dat kleine en middelgrote ondernemers financiële problemen ondervinden als gevolg van laattijdige betalingen. Daarom worden de budgetposten die daaraan gelinkt zijn, nauwgezet opgevolgd. Tegelijk wens ik een oproep te doen aan onze leveranciers en dienstverleners om hun facturen en kostenstaten tijdig en correct in te dienen via de procedures en systemen die daartoe voorzien zijn omdat dat de betaalbaarheid zal bespoedigen.

 

07.03  Alexander Van Hoecke (VB): Mevrouw de minister, dat laatste vind ik toch wat bizar. Ik denk niet dat de miljoenen aan onbetaalde facturen bij Justitie komen doordat bijvoorbeeld takelaars hun facturen niet tijdig indienen.

 

Ik hoor u graag zeggen dat u de financiering van alle diensten bij Justitie onder de loep zult nemen. Ik denk dat er zeker besparingen mogelijk zijn. Ik kan er echt niet bij dat u er nog steeds van uitgaat dat u uw beleidsplannen zult kunnen uitvoeren met het huidige budget. U zit met de handen in het haar en u mag dat ook gerust zeggen. Dat zou het eerlijkste en het juiste zijn en dan kunnen we ons de komende legislatuur voorbereiden op wat er wel mogelijk is. Er is geen geld meer en u krijgt geen geld meer. Dat maakt dat u met een enorm probleem zit. Ik zeg niet dat dat volledig uw schuld als minister is. Dat is een verantwoordelijkheid die deze volledige regering draagt.

 

Belangrijker lijkt mij, en dat hebt u ook gezegd, dat u de lopende projecten in kaart brengt en dat we dan de financiering van alle diensten van Justitie bekijken. Dat lijkt mij een van de weinige zaken te zijn die we op dit moment wel kunnen doen.

 

Ik heb u relatief weinig horen zeggen over het paasakkoord. Dat lijkt mij ook enigszins logisch, nu we hebben gezien wat daarin staat. Ik zal een motie van aanbeveling indienen en hoop dat hiervoor steun is binnen de commissie en binnen het Parlement. Ik kan er immers niet genoeg op hameren dat Justitie samenhangt met veiligheid. Justitie is een basisstaak van de overheid. Het is enorm belangrijk. De mensen zijn kwaad en hebben het gevoel dat er straffeloosheid heerst. Ze hebben gelijk. Ze hebben het gevoel dat Justitie faalt. U maakt deel uit van een regering waar er blijkbaar niemand bereid is om echt te investeren in Justitie en te kijken hoe we die boosheid kunnen wegnemen en hoe we ervoor kunnen zorgen dat Justitie opnieuw rechtvaardig wordt en opnieuw functioneert.

 

Moties

Motions

 

De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.

 

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Alexander Van Hoecke en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellatie van de heer Alexander Van Hoecke

en het antwoord van de minister van Justitie, belast met de Noordzee,

- overwegende dat het departement Justitie kampt met bijzondere betalingsproblemen waardoor er op heden maar liefst voor 28,5 miljoen euro aan onbetaalde en vervallen facturen zijn;

- overwegende dat het gaat om duizenden facturen die onder meer betrekking hebben op het gevangeniswezen;

- overwegende dat ook talrijke nutsfacturen voor gas, elektriciteit, water en afvalophaling bij de gerechtsgebouwen onbetaald zijn gebleven;

- overwegende dat dergelijk (wan)beleid ervoor dreigt te zorgen dat particulieren en ondernemingen in de toekomst zullen weigeren te contracteren met het departement Justitie, met alle gevolgen vandien;

- overwegende dat van de overheid, en het departement Justitie in het bijzonder, kan en mag verwacht worden dat ze hun betalingsverplichtingen tijdig voldoen;

vraagt de regering

- ervoor te zorgen dat prioritair en op korte termijn alle openstaande vervallen facturen binnen het departement Justitie per kerende worden voldaan;

- te pleiten voor effectieve bijkomende middelen binnen het departement Justitie zodat Justitie haar kerntaken kan blijven uitvoeren;

- erop toe te zien dat in de toekomst dergelijke betalingsproblemen zich niet meer voordoen, door voldoende budgetten te voorzien en alle facturen tijdig te voldoen."

 

Une motion de recommandation a été déposée par M. Alexander Van Hoecke et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l'interpellation de M. Alexander Van Hoecke

et la réponse de la ministre de la Justice, chargée de la Mer du Nord,

- considérant que le département de la Justice est confronté à des difficultés de paiement particulières qui ont entraîné à ce jour l'accumulation de pas moins de 28,5 millions d'euros de factures échues et impayées;

- considérant qu'il s'agit de milliers de factures notamment liées aux établissements pénitentiaires;

- considérant que de nombreuses factures de gaz, d'électricité, d'eau et d'enlèvement des immondices liées aux palais de justice sont également restées impayées;

- considérant qu'une telle gestion (calamiteuse) risque, à l'avenir, d'inciter des particuliers et des entreprises à refuser tout contrat avec le département de la Justice, avec toutes les conséquences que pourrait entraîner cette situation;

- considérant que tout un chacun est en droit d'attendre de la part de l'État, et en particulier de la part du département de la Justice, qu'il s'acquitte de ses obligations de paiement dans les délais;

demande au gouvernement

- de veiller prioritairement et à court terme à ce que toutes les factures échues et impayées du département de la Justice soient réglées sans délai;

- d'insister pour que des moyens supplémentaires soient effectivement mis à la disposition du département de la Justice pour que la Justice soit en mesure de continuer à exercer ses missions de base;

- de veiller à ce que ces problèmes de paiement ne se reproduisent pas à l'avenir, en prévoyant des budgets suffisants et en réglant toutes les factures dans les délais."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Steven Matheï.

Une motion pure et simple a été déposée par M. Steven Matheï.

 

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

08 Vraag van Alexander Van Hoecke aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De IT-problemen bij de Veiligheid van de Staat" (56004351C)

08 Question de Alexander Van Hoecke à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Les problèmes informatiques à la Sûreté de l'État" (56004351C)

 

08.01  Alexander Van Hoecke (VB): Mijnheer de voorzitter, de vakbonden bij de Veiligheid van de Staat maken melding over aanhoudende IT-problemen en andere interne perikelen. Er werd een brief gericht aan het Comité I. Volgens de bonden is het nieuwe IT-platform Atlas niet betrouwbaar en is er sprake van een chaotische werkomgeving. Er wordt daarbij ook gewezen op een stijgend langdurig ziekteverzuim bij het personeel.

 

Het is niet de eerste keer dat aan de alarmbel wordt getrokken over het nieuwe IT-systeem. Eind 2023 maakten medewerkers van de Veiligheid van de Staat ook al gewag van de onbetrouwbaarheid van Atlas. Er werd toen beweerd dat Atlas regelmatig foutieve informatie weergeeft, dat het systeem bijna onwerkbaar zou zijn en meermaals zou crashen. Ik las dat dit werd tegengesproken door de Veiligheid van de Staat.

 

Het is alleszins niet de eerste keer dat een brief wordt gericht aan het Comité I. Een jaar geleden werd de situatie ook aangekaart, maar er is volgens de vakbonden nog steeds geen verbetering merkbaar. Ik weet dat alles wat te maken heeft met de Veiligheid van de Staat en met het IT-systeem een bepaalde mate van vertrouwelijkheid heeft, maar ik heb toch een aantal vragen hierover.

 

Werd u eveneens gecontacteerd door de bonden bij de Veiligheid van de Staat over de problemen? Zo ja, hoe hebt u hierop gereageerd?

 

Bent u in gesprek gegaan met hen of met de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat? Indien u samenzat met de administrateur-generaal, wanneer was dat en wat was de conclusie van dit overleg?

 

Brengen de problemen met Atlas volgens u een veiligheidsrisico met zich mee?

 

Hoe zullen de problemen zo snel mogelijk verholpen worden? Zal hiervoor extra budget nodig zijn?

 

08.02 Minister Annelies Verlinden: Ik wil er eerst op wijzen dat uw collega, de heer De Smet, mij voor het paasreces over dit onderwerp in de laatste plenaire vergadering al een identieke vraag heeft gesteld. Ik wil dan ook integraal verwijzen naar het antwoord dat ik toen heb gegeven.

 

Ik bevestig hier opnieuw dat ik inderdaad van de zorgen van de vakbonden in kennis werd gesteld. De communicatie vond zowel via officiële briefwisseling als via overleg met de vakbonden en de dienst plaats.

 

Er is inderdaad zeer regelmatig contact tussen de Veiligheid van de Staat en mijn beleidscel en ook tussen de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat en mezelf. Daarbij was de Veiligheid van de Staat steeds transparant over de IT-hervorming en ook over de problematieken en kinderziekten in dat verband.

 

De administrateur-generaal heeft het Parlement hierover overigens zelf geïnformeerd tijdens contacten met de commissies voor Justitie, Binnenlandse Zaken en Asiel en Migratie eerder dit jaar.

 

De conclusie van het recent overleg met de directie was dat de directie de nodige stappen onderneemt om oplossingen te vinden om de kwaliteit van de databank te verbeteren en ook om het welzijn van het personeel te versterken. Deze stappen worden ook genomen. Het IT-team van de Veiligheid van de Staat werkt continu aan de verbetering van de databank.

 

Volgens de huidige inschatting vormen de problemen met Atlas op dit moment geen veiligheidsrisico's. Er bestaan alternatieven voor de getroffen processen. Er worden ook extra controles uitgevoerd om de juistheid van gegevens te waarborgen.

 

08.03  Alexander Van Hoecke (VB): ik dank u voor het antwoord, mevrouw de minister.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Sam Van Rooy aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De verspreiding van een videoboodschap door een jihadist vanuit de gevangenis" (56004399C)

09 Question de Sam Van Rooy à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La vidéo diffusée par un jihadiste depuis la prison" (56004399C)

 

09.01  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, in een video die online wordt verspreid, is te zien hoe een jihadist een islamitische boodschap verspreidt vanuit een gevangenis in België. Blijkbaar werd de video, die is gericht aan moslims, opgenomen en via sociale media verspreid tijdens de ramadan. Ik heb de link naar de video toegevoegd. De video is, zoals u kunt zien, ondertiteld en op de achtergrond klinkt islamitisch gezang.

 

Kunt u bevestigen dat die video inderdaad in een Belgische gevangenis werd opgenomen en zo ja, in welke gevangenis?

 

Hoe verklaart u dat gedetineerden in onze gevangenissen blijkbaar zonder problemen via smartphones video's kunnen opnemen en verspreiden via sociale media?

 

Loopt er een onderzoek naar dat specifieke incident? Welke sancties kunnen desgevallend worden opgelegd?

 

Wat wordt er ondernomen om dat soort van islamitische propaganda vanuit onze gevangenissen tegen te gaan?

 

09.02 Minister Annelies Verlinden: Collega Van Rooy, ik begrijp dat het gaat om een toegelaten videogesprek tussen een gedetineerde in een Belgische gevangenis en een bezoeker. Het zou de bezoeker zijn die het gesprek opnam.

 

Het bezit van smartphones in de gevangenis is voor gedetineerden niet toegelaten, maar vormt inderdaad een probleem. We willen daarvoor de nodige maatregelen nemen en er worden ook in alle gevangenissen regelmatig sweepings uitgevoerd en ook specifieke zoekingen gedaan. In dit geval gaat het, op basis van de informatie waarover ik beschik, evenwel niet om een opname via een smartphone van een gedetineerde zelf.

 

Er kan een tuchtsanctie worden opgelegd of een ordemaatregel worden genomen lastens de gedetineerde, waarbij de toegang tot het videobezoek wordt ingeperkt. De manier waarop gedetineerden communiceren met de buitenwereld is gebonden aan voorschriften. Boodschappen op deze manier verspreiden is niet toegestaan.

 

De inhoud van de boodschap werd voorgelegd aan de veiligheidspartners in het kader van de Strategie Extremisme en Terrorisme (Strategie T.E.R.). De bevoegde diensten zullen over het vervolg van deze zaken en dit incident beslissen.

 

09.03  Sam Van Rooy (VB): Dank u voor de opheldering, mevrouw de minister. Ja, ik trek het breder, dat weet u. De islamisering van gevangenissen is een fenomeen in heel West-Europa, in België en zeker ook in onze buurlanden Duitsland, Nederland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Moslims zijn immers sterk oververtegenwoordigd in de criminaliteit en het terrorisme en dus in onze gevangenissen. Criminaliteit en jihadistisch terrorisme zijn ook vaak met elkaar verbonden. De criminaliteit, die uiteraard bewust gericht is tegen de niet-moslim, de kafir, dient dan om islamitische terreuraanslagen te financieren. Islamitische video’s opnemen en verspreiden vanuit de gevangenis is een onderdeel van die islamisering. Wees dus keihard, mevrouw de minister, en zorg ervoor dat dit onmogelijk wordt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Voorzitster: Kristien Van Vaerenbergh

Présidente: Kristien Van Vaerenbergh

 

10 Question de François De Smet à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La situation critique de l'association Life for Brussels" (56004406C)

10 Vraag van François De Smet aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De benarde situatie waarin de vereniging Life for Brussels verkeert" (56004406C)

 

10.01  François De Smet (DéFI): Madame la ministre, depuis le 31 mars 2025, l'association Life for Brussels, principal pilier de soutien psychologique, juridique et social aux victimes d'actes de terrorisme en Belgique, ne dispose plus des moyens nécessaires pour poursuivre ses activités. Cette situation met en péril l'accompagnement de plus de 700 victimes, membres de l'association, qui comptent tous les jours sur ses services assurés par son unique permanence.

 

La commission d'enquête parlementaire, mise en place à la suite des attentats de 2016, avait émis de nombreuses recommandations, dont celle de soutenir structurellement les associations d'aide aux victimes. Pourtant, une seule association a été subsidiée sur la base d'un projet de coaching. Pourtant Life for Brussels – qui propose également de coaches, accompagnants et d'un service complet – n'a pas reçu de financement équivalent. Cette situation crée une inégalité flagrante entre les victimes selon l'association qui les accompagne.

 

Neuf ans après les attentats, les besoins des victimes sont loin d'avoir disparu. Elles doivent faire face à des expertises médicales au niveau des assurances, du Medex, à des démarches administratives complexes, à des procédures en cours auprès de la Commission pour l'aide financière aux victimes d'actes intentionnels de violence, ou encore à des difficultés avec les mutuelles.

 

Madame la ministre, entendez-vous répondre à l'appel des victimes en accordant un soutien digne et équitable à l'association Life for Brussels?

 

Allez-vous corriger ces discriminations et permettre à cette structure, qui œuvre depuis près d'une décennie avec un engagement exemplaire, de continuer à accompagner les victimes d'attentats?

 

10.02  Annelies Verlinden, ministre: Merci beaucoup collègue De Smet. Sur la base des informations qui me sont revenues, je ne peux confirmer ou infirmer objectivement votre appréciation selon laquelle des associations d'aide aux victimes d'actes de terrorisme occupent actuellement la première place dans le soutien psychologique, juridique ou social auxdites victimes.

 

Pour avoir inscrit la prise en charge adéquate et le traitement respectueux des victimes au rang des principales priorités de mon récent exposé d'orientation politique, j'entends qu'un suivi puisse continuer à leur être offert, quelles que soient les modalités de celui-ci ou quel que soit le mode de financement qui devra être retenu pour favoriser ce suivi.

 

Le gouvernement précédent a opté pour le soutien de ce type d'association par le biais du subventionnement dit facultatif, dans la mesure où il laisse à l'autorité la latitude d'y recourir ou non. Ce mode de financement temporaire dans son essence repose sur la reconnaissance par une autorité publique que tout ou partie des activités de l'organisme subventionné est reconnu comme étant d'intérêt public.

 

Or, l'accord de gouvernement du 31 janvier 2025 prévoit la mise en œuvre d'une politique de désubventionnement ou de désubsidiation pendant cette législature. Aussi, et dans l'attente des lignes directrices qui encadreront cette politique de désubventionnement, il est prématuré de garantir qu'une association telle que Life for Brussels, comme toute association qui partage des préoccupations semblables, puisse bénéficier d'un soutien financier basé sur l'octroi d'une subvention.

 

Dès lors, comme évoqué à l'instant et comme précisé dans mon exposé d'orientation politique, j'entends clairement répondre à l'appel des victimes d'infractions en favorisant une politique d'aide conforme à l'accord de gouvernement, que celle-ci soit dispensée par le biais d'associations, dont tout ou partie des activités est reconnue d'utilité publique, ou par le biais d'institutions publiques qui se verront investies de telles missions.

 

À défaut de cadres réglementaires sur la façon dont l'appui financier par le subventionnement pourra être poursuivi, et bien que l'accompagnement des victimes d'attentats doive être préservé, il est actuellement prématuré de préciser comment pourra être corrigée la discrimination entre les associations de soutien aux victimes.

 

10.03  François De Smet (DéFI): Madame la ministre, je vous remercie de vos réponses. J'en prends acte et en analyserai les éléments. J'entends aussi que votre réponse n'a rien de définitif, puisque vous parlez d'un caractère non prématuré. Puis-je vous suggérer de rencontrer les représentants de ces ASBL, singulièrement ceux de Life for Brussels?

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Samengevoegde vragen van

- Alain Yzermans aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De incidenten aan gevangenissen in Frankrijk" (56004421C)

- Marijke Dillen aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De aanvallen op gevangenissen in Frankrijk en het verband met België" (56004428C)

11 Questions jointes de

- Alain Yzermans à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Les attaques visant des prisons en France" (56004421C)

- Marijke Dillen à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Les attaques de prisons en France et les liens avec la Belgique" (56004428C)

 

11.01  Alain Yzermans (Vooruit): Mevrouw de minister, als het regent in Parijs, druppelt het in Brussel of waar dan ook. Het is wat ongezien dat er in de nachten van zondag 13 tot en met dinsdag 15 april negen gecoördineerde aanvallen zijn geweest op gevangenissen in Frankrijk. Uiteraard wordt de zaak nog onderzocht. Voertuigen werden in brand gestoken, er werd geschoten met oorlogswapens, er was vandalisme en er werd graffiti aangebracht.

 

De Franse minister van Justitie meent op voorhand te kunnen stellen dat er misschien enig verband mag worden gelegd met de verhoogde strijd tegen drugscriminaliteit. Opmerkelijk is dat er blijkbaar ook penitentiaire voertuigen al dan niet bewust zijn beklad met de inscriptie 'DDPF' (rechten van of voor Franse gevangenen), een soort van anticomité. De situatie roept vragen en bezorgdheden op die wij ook kennen. De vraag is wat de kip was en wat het ei. De voorbije maanden zijn wij geconfronteerd met zware problemen.

 

Wat zijn, ten eerste, de maatregelen om de veiligheid van onze gevangenissen te waarborgen? Zijn er lessen getrokken of te trekken uit de escalatie in Frankrijk? Wat zijn de resultaten van het overleg met de vakbonden de voorbije weken en maanden rond veiligheid en beveiliging van ons personeel? Welke extra, anticiperende beschermingsmaatregelen zijn genomen?

 

Ten slotte kan men leren door overleg en informatie-uitwisseling. Hebt u op dat vlak met uw Franse ambtgenoot contact opgenomen of hebben de diensten dat gedaan?

 

11.02  Marijke Dillen (VB): Ik verwijs naar de schriftelijk ingediende vraag.

 

Mevrouw de minister, in Frankrijk zijn verschillende gevangenissen aangevallen. In Toulon heeft een gewelddadige aanval plaatsgevonden waarbij de gevangenis werd beschoten met zware wapens vanuit een wagen. Ook andere gevangenissen waren het doelwit van aanvallen. Op andere plaatsen in de nabijheid van gevangenissen zijn auto's in brand gestoken en werden cipiers bedreigd. Andere voertuigen van cipiers zijn gevandaliseerd met anarchistische slogans.  “Het gaat duidelijk om terroristische aanvallen", stelt de Franse Minister van Justitie. De link met extreem links wordt er onderzocht gezien het aanbrengen van anarchistische slogans. Maar vooral de link met het drugsmilieu krijgt aandacht van de Franse speurders gezien ook in Frankrijk er een verhoogde aandacht is voor de aanpak van drugcriminaliteit. Ook in Frankrijk wordt blijkbaar meer en meer duidelijk dat drugcriminelen hun activiteiten vanuit de gevangenissen verderzetten.

 

De drugscriminaliteit in Frankrijk is volledig vergelijkbaar met deze criminaliteit in ons land. Heeft de Minister kennis van druggerelateerde dossiers waar er ook een verband is met druggerelateerde dossiers in Frankrijk? Zijn er gezien de situatie in Frankrijk initiatieven genomen om dit bij hoogdringendheid te onderzoeken?

Heeft de Minister een initiatief genomen om meer informatie op te vragen betreffende deze feiten bij de Franse Minister van Justitie?  Dit in het bijzonder betreffende mogelijke verbanden met drugsdossiers die in ons land gekend zijn? Zo ja, wat zijn de resultaten?

 

11.03 Minister Annelies Verlinden: Collega’s, het gevangenispersoneel en in het bijzonder de bewakingsagenten worden helaas regelmatig geconfronteerd met agressie. De problematiek van incidenten zowel binnen als buiten de gevangenissen neemt toe. We worden geconfronteerd met een nieuwe realiteit. Wij stellen daarbij alles in het werk om een gepaste reactie te bieden en de slachtoffers van dergelijke gebeurtenissen te ondersteunen.

 

Als eerste initiatief werd het project Psychologische Hulp ingevoerd. De sociale dienst neemt daarbij contact op met het slachtoffer om een luisterend oor te bieden en praktische informatie te geven over het beschikbare aanbod van psychologische ondersteuning. Daarnaast wordt ook psychologische hulp via een externe partner aangeboden. Medewerkers kunnen tot tien sessies krijgen via die externe partners. Medewerkers ontvangen binnen een termijn van drie werkdagen opvolging.

 

Wegens de toename van geweld en bedreigingen tegen het personeel, ook in de privésfeer, worden concrete en onmiddellijke maatregelen getroffen om hun veiligheid te garanderen, maar ook om nieuwe incidenten te voorkomen. Wij zullen zo werk maken van meer veiligheid in de detentie-infrastructuur door het voorzien in beveiligde cellen voor de meest agressieve gedetineerden. De bedoeling is het aantal veiligheidscellen jaar na jaar te laten toenemen. In eerste instantie wordt het aantal veiligheidscellen beperkt tot 45 om hun impact op het leef- en werkklimaat in de rest van de afdelingen te beperken.

 

Om de veiligheid binnen de gevangenismuren te verbeteren, maar ook om de strijd tegen de criminaliteit binnen de gevangenismuren te intensifiëren, zal materiaal worden aangekocht om gerichtere controles uit te voeren op de aanwezigheid van gsm-toestellen, tracers en drones. Er zullen ook bijkomende IT-speurhonden bij de Directie hondensteun van de federale politie worden opgeleid, waardoor wij die honden, net als drugshonden, meer zullen kunnen inzetten in de gevangenissen. Ook zullen toestellen worden aangekocht die signalen van gsm-toestellen kunnen jammen. Uiteraard blijven wij in samenwerking met de politie ook inzetten op sweepings en controles.

 

Het project drone-in-a-box zal nader worden getest en uitgebreid. Het moet zorgen voor een betere beveiliging in de onmiddellijke omgeving van de gevangenis door de inzet van drones, onder meer rond de personeelsparkings. Evident zal ook worden voorzien in de opleiding van personeel, zodat zij met de nieuwe technologieën en middelen aan de slag kunnen gaan. Wij zullen ook de traceerbaarheid van gevangenismedewerkers inperken door de zichtbare persoonsinformatie op identificatiebadges aan te passen.

 

Tot slot wordt een specifiek budget vrijgemaakt om die maatregelen uit te voeren. De genoemde initiatieven maken ook onderwerp uit van het sociaal overleg. In dat verband heb ik de vakbonden twee weken geleden nog gesproken.

 

Hoewel de incidenten waarnaar u verwijst zich buiten onze landsgrens hebben voorgedaan, volgen wij de situatie uiteraard op de voet op in samenwerking met onze veiligheidspartners. Zoals steeds bij een incident in het buitenland heeft het Crisiscentrum onmiddellijk contact opgenomen met alle betrokken partners om de impact op ons land te evalueren. Onlangs heeft zich inderdaad een aantal incidenten en bedreigingen voorgedaan ten aanzien van penitentiair personeel. Daarbij heeft het Crisiscentrum al veiligheidsmaatregelen genomen in samenwerking met alle betrokken partners. Elk nieuw incident wordt opgevolgd en geanalyseerd met het oog op het bepalen van passende veiligheidsmaatregelen, om zo de slachtoffers en het penitentiair systeem te beschermen.

 

Mevrouw Dillen, de feiten die zich hebben voorgedaan in Frankrijk zijn inderdaad bijzonder verontrustend. Het komt uiteraard de Franse gerechtelijke overheden toe om die tot op de bodem te onderzoeken en ook de redenen ervan te achterhalen. Over het algemeen stellen we vast dat het moeilijk is om duidelijke verbanden te leggen tussen handelingen tegen die gevoelige locaties en bepaalde criminele organisaties. Men mag dus geen overhaaste conclusies trekken en we moeten vertrouwen hebben in het werk van onze veiligheidsdiensten.

 

Door het uitgesproken grensoverschrijdend karakter van criminaliteit moeten we inderdaad bijzondere aandacht hebben voor eventuele linken tussen criminele organisaties in Frankrijk en in België. Veel gemeenschappelijke gerechtelijke dossiers hebben in het verleden aangetoond dat de samenwerking efficiënt verloopt. U zult willen begrijpen dat als er gezamenlijke gerechtelijke dossiers zijn, de geheimhouding daaromtrent en de noodzaak om het optimaal slagen van operaties in dat kader te garanderen, me vandaag beletten om daarover uitspraken te doen.

 

11.04  Alain Yzermans (Vooruit): Dank u wel voor de antwoorden, mevrouw de minister. Een veilige maatschappij vraagt veilige instellingen, zeker bij instellingen als de gevangenissen, die ons moeten beschermen. Het personeel moet in alle omstandigheden op een veilige manier kunnen werken. Het is belangrijk dat er maatregelen worden aangekondigd inzake infrastructurele en technologische inspanningen en, wat betreft de slachtoffers, de begeleiding van het gevangenispersoneel en de cipiers.

 

Ik heb een paar weken geleden nog eens opgeworpen om na te denken over een soort taskforce om de drugsnetwerken en de relaties tussen gevangenen daarin verder te onderzoeken, want die leiden meestal tot extern geweld en geweld in de privésfeer. De link naar drugscriminaliteit bevindt zich altijd in de omgeving.

 

11.05  Marijke Dillen (VB): Dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister. Ik heb geen antwoord gekregen op de vraag of u een initiatief hebt genomen om meer concrete informatie op te vragen bij uw collega.

 

Ik begrijp dat u niet over een dossier wilt spreken, mevrouw de minister. Dat is geen enkel probleem. We weten echter allemaal dat de drugscriminaliteit in Frankrijk vergelijkbaar is met de drugscriminaliteit in ons land. De Franse minister van Justitie heeft onmiddellijk gesproken over een terroristische aanval. Hier in ons land, mevrouw de minister, weten we met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat veel van de aanvallen tegen cipiers, zowel in het professionele leven als in de privésfeer, te maken hebben met drugscriminaliteit. In Frankrijk werd echter ook onmiddellijk de link gelegd met extreemlinks gezien er anarchistische slogans werden aangebracht. Dat wordt verder onderzocht. We kunnen alleen hopen, mevrouw de minister, dat ook dat aspect niet naar ons land overwaait, want we hebben al genoeg zorgen met de criminaliteit vanuit het drugsmilieu.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Samengevoegde vragen van

- Alain Yzermans aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De tijdbom onder het gevangenissysteem" (56004439C)

- Marijke Dillen aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De aankondiging v.d. magistraten om 4.000 veroordeelden naar de overbevolkte gevangenissen te sturen" (56004441C)

- Vincent Van Quickenborne aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De reactie van het gevangeniswezen op de protestactie van het openbaar ministerie" (56004509C)

- Vincent Van Quickenborne aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het protest bij de magistratuur" (56004510C)

- Sophie De Wit aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De problemen bij Justitie" (56004615C)

12 Questions jointes de

- Alain Yzermans à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La bombe à retardement menaçant le système pénitentiaire" (56004439C)

- Marijke Dillen à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "L'annonce par les magistrats de l'envoi de 4 000 condamnés dans les prisons déjà surpeuplées" (56004441C)

- Vincent Van Quickenborne à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La réaction de l’administration pénitentiaire face aux actions de protestation du ministère public" (56004509C)

- Vincent Van Quickenborne à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Le mouvement de protestation des magistrats" (56004510C)

- Sophie De Wit à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Les problèmes au sein de la Justice" (56004615C)

 

12.01  Alain Yzermans (Vooruit): Mevrouw de minister, het dossier met betrekking tot de gevangenissen, dat dagelijks evolueert, vormt een tikkende tijdbom en daar gooide de magistratuur vorig weekend met haar vrij merkwaardige uitspraken uitspraken nog een bovenop. Hoe zult u de kwestie met de 4.000 wachtenden aanpakken? Wat denkt u over de reactie daarop?

 

Anderzijds begrijp ik zeer goed dat de overbelasting en de druk op alle gerechtssystemen vanuit alle hoeken wordt aangekaart. Daarbij uit men zijn frustratie niet alleen over de fameuze pensioenhervorming, maar ook over de financiële druk.

 

Hoe wilt u die tijdbom ontmijnen? Wat zult u doen met de 4.000 veroordeelden?

 

Wij kijken uit naar de concrete uitwerking van het paasakkoord om de overbevolking aan te pakken.

 

Voorzitter: Ismaël Nuino.

Président: Ismaël Nuino.

 

12.02  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, het openbaar ministerie is zeer snel in actie gekomen tegen de beslissing in het paasakkoord om in de pensioenen van de magistraten en het gerechtspersoneel te snijden. De magistraten vrezen immers voor een koopkrachtverlies tot wel 40 %, zo blijkt uit hun berichten. Het heeft daarom de drastische en ongeziene beslissing genomen om de maatregelen tegen de overbevolking naast zich te leggen en 4.000 criminelen op de wachtlijst van de overbevolkte gevangenissen in één beweging naar de cel te sturen. Volgens procureur-generaal Van Leeuw zouden de gevangenisbriefjes al de deur uit zijn. Dat is toch wel heel duidelijk een bom op het gevangenissysteem, want er is geen plaats.

 

Die actie van de magistraten hypothekeert het hele gevangeniswezen en zal zeker het penitentiair personeel treffen, die vandaag al worden geconfronteerd met overvolle gevangenissen en alle hieraan gekoppelde problemen, zoals agressie van gedetineerde grondslapers. Ik heb begrepen dat zij onmiddellijk het signaal van het openbaar ministerie van antwoord hebben gediend en de gedetineerden die zich al hebben aangemeld, weer naar huis hebben gestuurd.

 

Mevrouw de minister, kunt u hierover meer toelichting geven? Wat is de stand van zaken betreffende de aankondiging van het openbaar ministerie? Vond over de actie voorafgaandelijk overleg plaats? Zo ja, wat waren de resultaten? Zo neen, zult u zelf initiatieven ter zake nemen?

 

Hoeveel gevangenisbriefjes werden inmiddels al verzonden, met een overzicht per gevangenis? Als u daarop vandaag nog geen antwoord kunt geven, zal ik een schriftelijke vraag indienen.

 

Wat zult u doen om een antwoord te bieden op die toch wel drastische actie van de magistraten? U hebt vandaag al een aantal keren gezegd dat er in het paasakkoord ook initiatieven zijn genomen om de overbevolking van de gevangenis uit de wereld te helpen, maar we moeten realistisch zijn: de aangekondigde maatregelen zijn zeker nog niet voor morgen.

 

De actie is een tijdbom onder het gevangeniswezen. Uit de media heb ik begrepen dat de gevangenisdirecteurs alle veroordeelden die zich aanmelden, naar huis stuurt. Indien dat niet gebeurt, moet u maatregelen nemen om de al bijzonder zware werkdruk op het penitentiair personeel te verminderen.

 

12.03  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mevrouw de minister, het protest bij de magistraten is redelijk ongezien, maar het doet me denken aan de periode toen ik minister van Pensioenen was, in 2011 en 2012. Toen beslisten wij om voor magistraten de tantième, de loopbaanbreuk, te verhogen van 1/30ste naar 1/48ste. Toen had ik ook een ontmoeting met de voorzitters van de Raad van State, het Hof van Cassatie en het Grondwettelijk Hof. Ik raadde hen toen stellig af om publiek actie te voeren, omdat die actie waarschijnlijk als een boemerang in hun gezicht zou terugkeren.

 

Deze keer heeft men anders gereageerd en is men wel publiek gegaan. Ik heb deels begrip voor de magistraten als ze verwijzen naar de aanvallen die de voorbije jaren zijn gelanceerd op de magistratuur, onder meer vanuit de politiek. Er waren met name de verwijten dat magistraten wereldvreemd zouden zijn en bepaalde politici hebben zich laatdunkend uitgelaten over gerechtelijke uitspraken.

 

Echter, de methode die ze hier hanteren roept natuurlijk vragen op. Ik heb twee sets vragen voor u, over de magistraten en over het gevangeniswezen.

 

Gisteren hebt u een ontmoeting gehad met de magistraten. Wat is het resultaat daarvan?

 

De magistratuur kondigde eventuele verdere acties aan als ze niet tevreden waren met de uitkomst van het overleg van gisteren. De vraag is: gaan die acties door of hebt u hen intussen kunnen geruststellen?

 

Het openbaar ministerie klaagt aan dat er geen overleg is geweest om tot de huidige maatregelen te komen. Bent u van plan daar verandering in te brengen en hen te betrekken bij de ingrepen die een invloed kunnen hebben op hun pensioen en loopbaan?

 

Klopt het dat gepensioneerde magistraten 30 tot 40 % van hun koopkracht zullen verliezen?

 

Het gevangeniswezen wordt intussen ongewild geconfronteerd met een onhoudbare positie. Wat is uw reactie op de uitspraak van het gevangeniswezen dat men zich genoodzaakt ziet 4.000 veroordeelden terug naar huis te sturen, ondanks een gerechtelijk bevel om zich aan te melden?

 

Welke richtlijnen of instructies hebt u gegeven aan gevangenisdirecteurs om met die situatie om te gaan? Wat moeten ze zeggen tegen mensen die zich aanbieden?

 

Wat zijn de gevolgen voor het gevangenispersoneel, dat zich nu letterlijk tussen twee vuren bevindt? Wordt het personeel voldoende juridisch en praktisch ondersteund?

 

Hoe tracht u te bemiddelen tussen het openbaar ministerie en het gevangeniswezen?

 

12.04  Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de minister, ik trap een open deur in wanneer ik zeg dat Justitie zich vandaag in bijzonder zwaar weer bevindt. Er is de overbevolking in de gevangenissen, er is de personeelsuitval bij cipiers, die volgende week ook zullen staken, en er zijn protesterende magistraten en onbetaalde facturen. Ik kan zo nog even doorgaan.

 

In de media hebt u verwezen naar de enorme puinhoop die u van uw voorgangers hebt geërfd. Ik zal dat ook niet betwisten, mevrouw de minister. Er waren wel middelen, namelijk meer dan 2 miljard, maar als men nu ziet wat er allemaal aan de hand is en gebeurt, vraag ik me toch af wat er met dat geld allemaal gebeurd is, behalve heel wat aankondigingen. Ik geef een paar voorbeelden. Er werden 15 detentiehuizen gepland, maar er zijn er slechts 2 geopend, en er zitten meer dan 3.000 illegale veroordeelden in de gevangenissen.

 

Mevrouw de minister, vorige week werd u in de krant een aanzet tot straffeloosheid verweten. Als we dan weten dat onder diezelfde voorgangers veroordeelden met een gevangenisstraf tot vijf jaar zich niet meer moesten aanmelden – wat u dus hebt teruggeschroefd –, vind ik dat toch allemaal maar kras.

 

Het feit is dat u nu de taak en de zware opdracht hebt om minister van Justitie te zijn en uiteindelijk die puinhoop op te ruimen. We moeten daarvoor binnen Arizona de verantwoordelijkheid opnemen. Ik heb dus een aantal vragen voor u, mevrouw de minister.

 

Er is een paasakkoord. Kunt u kort toelichten wat het paasakkoord zal betekenen voor Justitie? Welke middelen worden voorzien en waaraan zult u deze prioritair besteden?

 

Hebt u inmiddels ook overleg kunnen plegen met de parketmagistraten, die de stock van 4.000 veroordeelden in één keer naar de gevangenis wil sturen? Wat was daarvan het resultaat?

 

Welke pistes zult u nog verder hanteren om te proberen de illegale gedetineerden uit onze cellen te krijgen en elders hun straf te laten uitzitten? Kunt u garanderen dat die niet zomaar in de natuur zullen verdwijnen?

 

Dan heb ik nog een vraag over een gevangenis in het buitenland. Wat zijn daarvoor uw plannen, hoe ziet u dat en wat is uw timing?

 

Ten slotte heb ik ook begrepen dat u een audit zou willen uitvoeren over het beleid van uw voorgangers, mevrouw de minister. Kunt u dat toelichten en werden daartoe reeds voorbereidingen getroffen?

 

12.05 Minister Annelies Verlinden: Dank u wel voor uw zeer actuele vragen, collega’s. Ik heb al gezegd dat een veilige samenleving een prioriteit, een speerpunt is. Daarom is het mijn absolute wil en ambitie om de afspraken uit te voeren die we in het regeerakkoord gemaakt hebben voor een betere Justitie als belangrijke schakel in de veiligheidsketen. Om die reden heb ik van bij mijn aantreden onmiddellijk gewerkt aan een zeer noodzakelijke correcte strafuitvoering. Op die manier wil ik een oplossing zoeken voor de prangende overbevolking, die allicht nog groter is dan ingeschat werd tijdens de onderhandelingen. Daarnaast wil ik zo ook de stelselmatige straffeloosheid wegwerken.

 

Bij mijn aantreden werd duidelijk dat gevangenisstraffen tot vijf jaar niet werden uitgevoerd. Mensen werden dus niet opgeroepen om naar de gevangenis te gaan door de overbevolking op dat moment. Daarnaast werd er ook verlengd penitentiair verlof uitgesproken omdat er geen plaats was in de gevangenis, ook niet voor langgestraften.

 

Om dat allemaal te kunnen veranderen zijn er bijkomende middelen nodig om die verschillende structurele werven op te starten waardoor Justitie belangrijke stappen voorwaarts kan zetten. Alles hangt met elkaar samen. Een betere strafuitvoering hangt samen met een versterking van de rechterlijke orde van de magistratuur, hangt samen met een betere digitalisering, hangt samen met goede afspraken met partners in de regering en daarbuiten, met de deelstaten, maar ook met het buitenland. Als we de bijkomende middelen niet evenwichtig inzetten op elk van deze schakels, zullen we Justitie niet kunnen verbeteren.

 

Ik ben dan ook blij dat we met het paasakkoord overeenstemming hebben gevonden over verschillende maatregelen en dat we dit jaar meer bijkomende middelen voor Justitie krijgen. Zo werd met het paasakkoord onder meer beslist dat iedere veroordeelde, ook die met een gevangenisstraf tot drie jaar, zich opnieuw zal moeten aanmelden in de gevangenis. Dat was niet de situatie die ik aantrof toen ik begon op 3 februari.

 

Om dat mogelijk te maken en tegelijk op de extreme overbevolking vandaag in te grijpen, wordt er ingezet op elektronisch toezicht en op de voorlopige invrijheidsstelling van gedetineerden met een gevangenisstraf tot drie jaar. Dat systeem kenden we voor de inwerkingtreding van de wet betreffende de externe rechtspositie, die tot de huidige overbevolking aanleiding heeft gegeven.

 

Het voorontwerp van wet ligt momenteel voor advies bij de Raad van State. Ik hoop dat we het ontwerp spoedig in de commissie kunnen bespreken, omdat een snelle goedkeuring ervan de straffeloosheid tegengaat door de uitvoering van ondertussen meer dan 4.000 gevangenisstraffen, waarvoor veroordeelden vandaag niet worden opgeroepen.

 

Ondertussen heb ik samen met de ministers bevoegd voor asiel en migratie, buitenlandse zaken, binnenlandse zaken en volksgezondheid taskforces opgericht, die de verschillende werven om de overbevolking tegen te gaan, Iedereen moet nu eenmaal zijn steentje bijdragen, want er is geen magische oplossing om de problematiek aan te pakken en op korte termijn de capaciteit te verhogen.

 

We willen uiteraard ook dat er meer gedetineerden in onwettig verblijf naar hun land van herkomst terugkeren. Voorts is het cruciaal dat we in aangepaste plaatsen voor geïnterneerden voorzien. Er zijn vandaag meer dan duizend geïnterneerden in onze gevangenissen en die krijgen niet de gepaste zorg, waardoor we de ellende en de onveiligheid alleen maar vergroten. Het is dus goed dat ik de regering ervan kon overtuigen om bijkomende middelen uit te trekken voor een justitie die steeds complexer wordt.

 

Dat brengt mij bij uw vragen over het protest van de magistratuur inzake de pensioenhervormingsplannen. Het is een duidelijke keuze van de arizonaregering – dit hebben we al herhaaldelijk besproken in het Parlement – om de levensstandaard van onze kinderen en kleinkinderen te blijven beschermen. Daarvoor is een inspanning van iedereen noodzakelijk, die bovendien rechtvaardig is verdeeld. Ook de magistratuur begrijpt dat. Uiteraard heb ik begrip voor de bezorgdheden van de magistratuur, onder andere over de aantrekkelijkheid van het beroep van magistraat. Maar de aantrekkelijkheid heeft niet alleen te maken met het pensioen, maar ook met de werkomstandigheden.

 

Dat de regering hervormingen onder andere aan de pensioenen wil doorzetten, is precies omdat we willen kunnen blijven investeren in de kerntaken van de overheid, waaronder uiteraard veiligheid en justitie, en omdat wij ervoor willen zorgen dat ook toekomstige generaties een pensioen kunnen genieten. Dat betekent dat we de koopkracht moeten beschermen en blijven inzetten op een samenleving waar rechten en plichten gelden, omwille van de veiligheid. Ik ben er namelijk van overtuigd dat, als we niet investeren in justitie, de factuur ons op andere manieren zal worden gepresenteerd.

 

Omdat ik de bezorgdheid begrijp en tegelijkertijd de inspanningen onderschrijf die de regering moet leveren, zal ik blijvend in overleg treden met alle betrokkenen. Ik heb de magistratuur, zowel het college van de zetel als het openbaar ministerie, al vaak gesproken en dus gisterenavond naar aanleiding van de aankondiging van de acties opnieuw, nadat ik eerder met minister Jambon had gesproken. Ik heb dat zelf als een constructief gesprek ervaren, waarbij tal van hun bezorgdheden zijn besproken, onder andere de aantrekkelijkheid van de loopbaan van magistraat. Ook veel andere sectoren worstelen ermee om de juiste mensen met de juiste expertise en kwaliteiten te vinden. Ik heb alvast bij de vertegenwoordigers van de magistraten mijn ambitie herhaald om justitie te versterken en in te zetten op elke schakel van de keten.

 

Kortom, de extra middelen die we kunnen vrijmaken, komen niet alleen het gevangeniswezen ten goede; we zullen die ook inzetten om de rechterlijke orde, dus het openbaar ministerie en de rechtbanken en de hoven, te versterken en aantrekkelijker te maken. Het staat me voor dat we op de ingeslagen weg van dialoog en overleg verder moeten en alzo een zo realistisch en geloofwaardig mogelijke antwoord op de bezorgdheden en vraagstukken bieden met respect voor alle justitieactoren. Het is mijn overtuiging dat we goed moeten samenwerken, de maatregelen op mekaar afstemmen en de juiste evenwichten zoeken. Daar zal ik als minister van Justitie zoveel mogelijk op inzetten.

 

De druk op het gevangeniswezen is bijzonder groot. Bij elke actie moeten we dus oog hebben voor de evenwichten: in een al overvolle gevangenis kunnen niet nog meer gedetineerden worden opgesloten. Dan vraagt men alleen maar om meer onveiligheid en mee problemen. Intussen heb ik de maatregelen ter wegwerking van de overbevolking, die ik van mijn voorganger had geërfd en wegens capaciteitstekort moest verlengen, nog eenmaal verlengd tot 7 juni 2025, tot wanneer de noodwet die wij hier in de commissie en in plenaire vergadering zullen bespreken, in werking treedt. Anderzijds heb ik beslist om de opschorting van aanvang van gevangenisstraffen tussen de drie en de vijf jaar ongedaan te maken en die te beperken tot gevangenisstraffen tot drie jaar, waarmee ik probeer de straffeloosheid toch deels in te perken.

 

Let wel dat sommige veroordeelden met straffen tot drie jaar zich toch in de gevangenis moeten aanbieden en hun straf uitzitten. Het gaat dan om gedetineerden die al voor andere feiten zijn opgesloten en om veroordeelden wegens zware geweldmisdrijven, intrafamiliaal geweld, zedenmisdrijven en terroristische misdrijven en veroordeelden in wiens dossier er concrete aanwijzingen zijn dat hij of zij een onmiddellijk gevaar kan betekenen voor de veiligheid van de slachtoffers of van de maatschappij. Het klopt dus zeker niet dat alle veroordelingen tot drie jaar worden opgeschort.

 

Kortom, collega’s, ondanks de actie van de magistraten van het openbaar ministerie blijft de instructie tot 7 juni 2025 van toepassing. Ze wordt ook opgevolgd.

 

Ten slotte, mijnheer Van Quickenborne, voor de meer technisch-financiële vragen over de impact van de hervorming van de pensioenen, specifiek van die van de magistraten, en de daarmee samenhangende precieze berekeningen, verwijs ik u door naar collega-minister Jambon.

 

Uit de communicatie heb ik begrepen dat de minister van Pensioenen de berekeningen die door de magistraten waren voorgehouden, zal toetsen om na te gaan of men hetzelfde begrip heeft omtrent de impact van de aangekondigde hervorming.

 

12.06  Alain Yzermans (Vooruit): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. We appreciëren dat u dit dossier aanpakt en een aantal oplossingen formuleert om in een uitzichtloze situatie een houvast te krijgen.

 

Het is belangrijk dat we dit ondersteunen. Het gaat niet om een overbevolking van 17 %. Wanneer men de recente cijfers optelt met de verlengde penitentiaire verloven en de 4.000 mensen die op de wachtlijst staan, dan ziet men dat het gaat om een overbevolking van 60 %. Dat is extreem hoog.

 

Ik weet dat de globale oplossing ligt in een totaalaanpak en dat u weet waaraan u begint. U moet de instructies bijsturen in de strafrechtketen op het vlak van de termijnen en een fijnmazig net creëren met alle actoren en partners. Verder moet u ook op infrastructureel vlak kijken of er extra capaciteit kan bijkomen en moet u de begeleiding van de gevangenen bekijken om het aspect van de overbevolking ten gronde aan te pakken.

 

Alles heeft te maken met middelen en ik denk dat we ook met een beperking van middelen kunnen bekijken hoe we dit samen kunnen oplossen. Vooruit steunt u daarin. Wij pleiten voor een veilige samenleving. De staat van de gevangenissen is een graadmeter van hoe wij omgaan met mensen. Dit moet streng waar het kan, maar ook op een juiste manier, zodat we het personeel gemotiveerd kunnen houden en de cipiers in alle opzichten ondersteunen.

 

12.07  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. Ik denk dat iedereen hier in de commissie, over alle partijgrenzen heen, erkent dat Justitie op dit ogenblik door zeer zwaar weer gaat. Er zijn talrijke problemen op diverse fronten, getuige alleen al een aantal vragen over diverse materies die vandaag aan bod gekomen zijn.

 

Het is bijzonder belangrijk om bijkomende middelen te krijgen, mevrouw de minister, om, zoals u zegt, nieuwe werven op te starten. Dat zijn de woorden die u daarnet in uw antwoord hebt gebruikt. Het zal echter niet alleen gaan over het opstarten van nieuwe werven. U mag niet naïef zijn. Wat u krijgt, zal zelfs absoluut onvoldoende zijn om de huidige structurele problemen in de diverse domeinen op te lossen.

 

U stelt terecht dat het belangrijk is te investeren in een van de grote kerntaken van de overheid, namelijk veiligheid en justitie, en u hebt de ambitie om Justitie te versterken, waarbij u ook volledig terecht aandacht zult besteden aan de rechtelijke orde. Dat is immers absoluut nodig. Vandaag zijn er op heel veel plaatsen al veel magistraten te kort, waardoor de werkdruk van de werkende magistraten aanzienlijk is toegenomen. Veel magistraten denken er zelfs aan om te stoppen.

 

Naar aanleiding van het wetsontwerp over de beslissingen die genomen zijn in het fameuze paasakkoord dat u spoedig in de commissie behandeld wenst te zien, zullen we daar zeer uitvoerig van gedachten over kunnen wisselen.

 

Het moet me echter wel van het hart dat het heel gemakkelijk is om verwijten te formuleren aan het adres van uw voorgangers. Ik zeg niet dat u met modder gooit – dat zou te straf uitgedrukt zijn – maar de laatste tijd komen er toch wel heel veel verwijten met de boodschap dat zij een enorme puinhoop hebben achtergelaten.

 

Mevrouw de minister, u moet ook eerlijk zijn. De problemen van bijvoorbeeld de overbevolking slepen al decennialang aan. Ik ben in 1991 een eerste keer in dit Parlement beland. Dat is al heel lang geleden. Toen al waren er overbevolkte gevangenissen, toen al was dat een van de grote problemen binnen Justitie.

 

Ondertussen hebben veel ministers van Justitie elkaar afgelost, maar ook verschillende ministers van uw partij, mevrouw de minister, dragen daarin een belangrijke verantwoordelijkheid. Nog in een relatief recent verleden, in de voorlaatste legislatuur, was onze sympathieke oud-collega Geens minister van Justitie, een sympathieke collega van uw partij die ook bevoegd was voor Justitie. Ik kan nog een aantal andere namen noemen, maar dat zou mij te ver drijven. Het heeft dus geen enkele zin om alleen uw voorganger te beschuldigen. Het betreft een probleem dat zich al jaren, al decennialang stelt en we moeten allemaal samen zoeken naar een structurele oplossing.

 

12.08  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoorden. Justitie is waarschijnlijk een van de moeilijkste departementen in de Wetstraat. Het is goed om zich daarvan bewust te zijn.

 

U hebt niets gezegd over de fameuze audit. Het is veelzeggend dat u daar niets over zegt. Ik ben het niet vaak eens met het Vlaams Belang, maar de verklaring van mevrouw Dillen daarnet zijn juist, want de erfenis die men van de voorganger bij Justitie krijgt, is nooit een aangename erfenis. Toen ik minister van Justitie werd en ik voormalig minister Geens mocht opvolgen, had de helft van de magistraten geen computer en de andere helft een computer met het besturingsprogramma Office 7, dat twee jaar voordien uit werking is genomen. Ik heb toen geen audit gevraagd of verwijten gemaakt. Men moet ervoor zorgen dat justitie voldoende aandacht en voldoende middelen krijgt.

 

Een vorige spreker verklaart dat er 2 miljard euro extra voor justitie is vrijgemaakt de voorbije legislatuur. Dat is juist en met dat geld is ook veel gebeurd. Er zijn met die middelen twee nieuwe gevangenissen geopend, namelijk in Haren en Dendermonde. Het gaat om 1.200 extra plaatsen. Met die middelen is het personeel van de Staatsveiligheid verdubbeld, is een nieuw strafwetboek opgesteld, is nieuw seksueel strafrecht tot stand gekomen, is in zorgcentra in alle provincies voorzien, zijn extra magistraten en personeel aangeworven en is er gedigitaliseerd. Wanneer ik u hoor antwoorden op een vraag van een collega van de meerderheid dat maar zes digitaliseringsprojecten al 100 miljoen euro aan terugverdieneffecten hebben opgeleverd, dan is dat dankzij die middelen. Wil dat zeggen dat we u de mooiste erfenis hebben nagelaten? Absoluut niet. Wil dat zeggen dat justitie eenvoudig is? Absoluut niet.

 

Het is alleszins opvallend dat de arizonaregering in minder extra middelen voorziet voor justitie dan de vorige regering. Dat is de realiteit. U hebt in het paasakkoord extra middelen verkregen. Dat blijken middelen te zijn waarin later in de legislatuur was voorzien, maar die naar voren zijn geschoven. De vraag is of dat voldoende zal zijn. U wilt bijvoorbeeld gebruikmaken van mobiele cellen, waarin wij met de vorige regering hebben voorzien. Het raamcontract werd in december 2024 goedgekeurd, maar voor de bouw van 1.000 mobiele cellen is 400 tot 500 miljoen euro nodig en die hebt u niet.

 

Ik heb er ook alle begrip voor dat u in deze moeilijke omstandigheden noodmaatregelen neemt. Maar het zijn maatregelen die de vorige regering niet heeft willen nemen, onder andere de maatregel die erin bestaat om criminele illegalen die niet naar hun land van herkomst teruggestuurd kunnen worden, automatisch na een derde van hun straf vrij te laten met een bevel om het grondgebied te verlaten. Dat staat in schril contrast met de belofte van het strengste migratiebeleid ooit. Het is trouwens een ronduit gevaarlijke beslissing, want die mensen verdwijnen in de natuur. Doordat ze illegaal zijn, zullen ze waarschijnlijk weer in de criminaliteit verzeild geraken. Het kan gaan om illegale criminelen die wegens diefstallen met geweld tot drie jaar gevangenisstraf werden veroordeeld. De arizonaregering laat hen dus na een derde van de straf automatisch vrij, terwijl ze niet naar hun land van herkomst teruggestuurd kunnen worden. Mochten wij die beslissing ooit genomen hebben, dan was het kot te klein geweest. De beide dames die hier zitten, hadden dan waarschijnlijk nog de hulp van andere collega's ingeroepen. Intussen hebt u die beslissing wel aanvaard en geslikt. Het is ongezien en bewijst nog maar eens de grote kloof tussen beloftes voor de verkiezingen en daden na de verkiezingen.

 

12.09  Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw Dillen, ik wil eerst toch even meegeven dat wij onder de Zweedse regering met Theo Francken de overbevolking tot 10.000 gedetineerden hebben teruggedrongen. De overbevolking is een oud probleem, maar daar is in het verleden wel al aan gewerkt.

 

Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik denk dat we hierover nog veel debatten zullen voeren. Het laatste woord is nog niet gezegd.

 

De vorige spreker wierp op dat de vorige regering de gevangenis van Haren dankzij de 2 miljard euro kon openen, maar laten we eerlijk zijn, die is door de regeringen daarvoor in de steigers gezet. Het was collega Geens die de voorzet gaf voor het nieuwe Strafwetboek en wat de digitalisering betreft, verwijs ik naar de audit van het Rekenhof en dan is de discussie snel gesloten.

 

Zijn hele verhaal stoort mij een beetje. Wij zijn allemaal voor de uitvoering van de korte straffen. Wij zaten in de vorige legislatuur in de oppositie en hebben ook al gewezen op het capaciteitsprobleem. Wij zouden er ons nu gemakkelijk vanaf kunnen maken met een I told you so. Het is heel ironisch om nu van de twee voormalige ministers in het groot in de sociale media en in de krant te moeten lezen dat het hier gaat om straffeloosheid, terwijl zij tot de uitvoering van korte straffen zijn overgegaan, zonder daarvoor in de nodige capaciteit te voorzien.

 

Er werden 720 plaatsen in detentiehuizen beloofd. Er zijn twee detentiehuizen geopend. Daarmee kwam u er niet. Dan ontstaan dergelijke situaties. Dat vind ik heel cynisch. Ik heb er geen probleem mee dat u het probleem aankaart, maar de vorige regering is wel mee verantwoordelijk. Dat getuigt van een onbeschrijfelijke schaamteloosheid.

 

U geeft het voorbeeld van de illegalen. Onder de vorige minister was er een stock opgebouwd van niet-uitgevoerde straffen tot vijf jaar. Ook veroordeelde illegalen met een straf van drie tot vijf jaar mochten wachten op hun briefje. Dan komt u hier toeteren over straffeloosheid en komt u ons hier de les spellen. Ik vind dat niet kunnen.

 

Mevrouw de minister, er is gigantisch veel werk aan de winkel. Ik zal u ook al eerlijk zeggen dat ik niet elke compromismaatregel even hard zal toejuichen, maar ik besef dat bepaalde zaken nodig zijn. We zullen op verschillende fronten tegelijkertijd moeten werken, we zullen samen moeten oversteken, zodat de overheid zich ten volle kan bezighouden met haar kerntaak, namelijk het verzekeren van de veiligheid, zowel binnen als buiten de gevangenissen. Het wordt geen walk in the park, maar ik vind dat we wel allemaal een zekere intellectuele eerlijkheid in het verhaal aan de dag moeten leggen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van Marijke Dillen aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De toenemende agressie in de gevangenis van Wortel" (56004440C)

13 Question de Marijke Dillen à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La recrudescence de la violence dans la prison de Wortel" (56004440C)

 

13.01  Marijke Dillen (VB): Mag ik eerst, mevrouw de minister, nog eens vragen om iets trager te spreken, in het belang van de tolken? Het is moeilijk werken voor die mensen. U zou eens met hen moeten gaan praten, dan zult u begrijpen dat het voor hen echt moeilijk is.

 

De agressie tegenover het personeel in de gevangenis van Wortel is de afgelopen periode enorm toegenomen, in het bijzonder de fysieke agressie. De situatie op dit ogenblik is ronduit verontrustend. Steeds vaker worden cipiers geconfronteerd met gewelddadige incidenten, bedreigingen en zware verbale uitbarstingen. Dat heeft uiteraard zeer negatieve gevolgen voor de werksfeer. Daarenboven leeft het gevoel bij het personeel dat ze niet gesteund worden en dat ze er alleen voor staan.

 

We hadden het al over de beslissing van de magistraten om vierduizend veroordeelden versneld naar de gevangenissen terug te sturen.  Die actie krijgt wel begrip van het personeel, maar de gevolgen zullen zeer zwaar zijn. Dit zal zonder twijfel leiden tot nog meer spanningen, verhoogde agressie en meer druk op het reeds zwaar onderbemande korps.

 

Bent u op de hoogte, mevrouw de minister, van de toenemende agressie tegenover het personeel in de gevangenis van Wortel? En dit vind ik een belangrijke vraag. Gedetineerden die zich schuldig maken aan deze feiten moeten zwaar gestraft worden, want dit is absoluut onaanvaardbaar. Kunt u mij een overzicht geven van de gevolgen die er werden en zullen worden gegeven aan deze verschillende vormen van agressie in de gevangenis van Wortel? In hoeveel gevallen werden er gedetineerden vervolgd voor deze feiten en ook daadwerkelijk bijkomend gestraft?

 

Nogmaals, mevrouw de minister, cipiers moeten in veilige omstandigheden kunnen werken. Wat gaat u specifiek doen voor het personeel in Wortel om hen te beschermen en de veiligheid te waarborgen?

 

13.02 Minister Annelies Verlinden: Ik deel uiteraard de bezorgdheid over de toenemende agressie ten aanzien van het personeel in de Belgische gevangenissen. Helaas geldt dat immers niet alleen voor die van Wortel.

 

De toename kent verschillende oorzaken. Vooreerst is er het hoge aantal gedetineerden en het aantal gedetineerden met een psychiatrische of psychische problematiek. Een op drie gevallen van ernstige agressie wordt veroorzaakt door geïnterneerden. Daarnaast is het gebruik van drugs, in het bijzonder designerdrugs, een bijkomende aanleiding. Ten slotte valt uiteraard ook niet te ontkennen dat de overbevolking een rol speelt.

 

Onze penitentiaire beambten moeten hun werk kunnen uitvoeren in veilige en respectvolle omstandigheden. Uiteraard is elk incident er één te veel. Het is absoluut onaanvaardbaar dat onze penitentiaire beambten het voorwerp worden van fysiek of verbaal geweld.

 

Wat betreft de gevolgen voor de daders en uw vragen daaromtrent, kan ik u toelichten dat wanneer er sprake is van agressie, een tuchtprocedure wordt opgestart. De gevangenisdirecteur beslist dan conform de basiswet over de gepaste tuchtsanctie. Indien het gaat om strafbare feiten, worden deze steeds gemeld aan het parket voor een eventuele strafrechtelijke vervolging. De administratie beschikt vandaag niet over een centraal overzicht van de effectieve vervolgingen of bijkomende straffen.

 

Wat de maatregelen ter bescherming van het personeel betreft, krijgen de penitentiaire personeelsleden voorafgaand aan hun indiensttreding een opleiding met daarin specifieke modules over het omgaan met agressie, herkenning van conflictsituaties, de-escalerend werken, omgaan met psychisch gestoord gedrag, maar ook communicatietechnieken voor crisissituaties.

 

Bij ernstige incidenten wordt de procedure 'kritiek incident' toegepast die zich richt op de concrete afhandeling, maar ook de communicatie. Na afloop volgt een analyse op basis waarvan zowel lokaal als nationaal verbetervoorstellen kunnen worden geformuleerd. Daarnaast wordt bij elk incident het lokaal opvangteam geactiveerd voor ondersteuning en emotionele bijstand. Die eerste opvang door eigen collega's heeft een zeer positief effect op het slachtoffer, maar ook op de verwerking en het kunnen plaatsen van een incident. Daarnaast kunnen medewerkers altijd een beroep doen op het aanbod van POBOS, een externe organisatie voor psychologische begeleiding.

 

Dat is echter kennelijk allemaal niet voldoende. Daarom willen we investeren in meer veiligheid. Zo implementeren we het project 'installatie van een geweldloze cultuur' in de gevangenissen, dat zowel gericht is op agressiebegeleiding voor gedetineerden als het aanrijken van handvaten en coaching van personeel om met agressie om te gaan. Dat project zal starten in Wortel. We willen ook streven naar een beter beheer van gedetineerden en geïnterneerden die agressief gedrag stellen, door zowel te zorgen voor een betere spreiding van de gedetineerden alsook een tijdelijke plaatsing in een specifiek daarop gerichte time-outafdeling.

 

We starten met de inrichting van beveiligde cellen, zodat medewerkers op een veilige manier in interactie kunnen treden met gedetineerden en geïnterneerden die agressief gedrag stellen. Voor de opsporing van drugs via DrugDetect hebben we 20 toestellen aangekocht, maar ook drugtesten voor niet-therapeutische doeleinden zijn belangrijk.

 

Ook de problematiek van het overgooien en binnensmokkelen is een aandachtspunt. Daarvoor werken we samen met de politie en de private sector en onderzoeken we nieuwe technologieën om onze perimeter te beveiligen. Ik wil nogmaals onderstrepen dat de personeelsleden er niet alleen voorstaan. We nemen de signalen bijzonder ernstig en zullen alles in het werk stellen om hun veiligheid te garanderen.

 

13.03  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt hoofdzakelijk een algemeen antwoord gegeven betreffende alle gevangenissen, waar jammer genoeg wordt vastgesteld dat agressie almaar toeneemt. Blijkbaar is die agressie, volgens de signalen die ik heb gekregen, op dit ogenblik specifiek in de gevangenis van Wortel aanzienlijk gestegen. In tegenstelling tot andere gevangenissen, zoals die in de Begijnenstraat in Antwerpen, is in de gevangenis van Wortel niet zoveel sprake van bijvoorbeeld overbevolking.

 

Ik zou u toch willen vragen, mevrouw de minister, om zeer specifiek naar die gevangenis eens te gaan kijken en daarover informatie te verzamelen om na te gaan op welke manier de cipiers er kunnen worden ondersteund en meer bescherming kunnen krijgen. Werken in veiligheid moet toch absoluut gewaarborgd worden.

 

Ik heb nog één bedenking betreffende mijn tweede vraag. Ik had gevraagd wat er met gedetineerden gebeurt die zich schuldig hebben gemaakt aan dergelijke feiten. Ik betreur dat u in uw antwoord stelt dat ze 'eventueel' strafrechtelijk vervolgd zullen worden. Welnu, mevrouw de minister, de verschillende parketten zouden een heel duidelijk signaal moeten geven dat dat absoluut onaanvaardbaar is in onze gevangenissen. De cipiers verdienen een betere bescherming. Als ze het slachtoffer zijn van agressie, van welke aard ook, dan moet dat worden vervolgd. Die gedetineerden moeten extra gesanctioneerd worden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Vraag van Sam Van Rooy aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het niet gevangenzetten van een veroordeelde jihadist" (56004449C)

14 Question de Sam Van Rooy à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La non-incarcération d'un djihadiste condamné" (56004449C)

 

14.01  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, een ambulancier uit Ieper die een jihadistische aanslag aan het voorbereiden was op een Rammsteinconcert met 50.000 toeschouwers in Oostende, moet niet naar de gevangenis. De man stond jarenlang in contact met jihadisten. Met behulp van Google Translate stuurde hij hen berichten in het Arabisch. Eerder had hij ook plannen gemaakt om een jihadaanslag te plegen op een ziekenhuis. Op zijn smartphone werden berichten gevonden als: “Ik wil vechten voor Islamitische Staat, mijn broer." en "Ik wil zoveel mogelijk slachtoffers maken." Hij verwees daarbij ook naar de grootste terreuraanslag in de Belgische geschiedenis, namelijk de jihadistische aanslag door moslimterroristen in Zaventem van 22 maart 2016.

 

Hij zei dat hij wilde vechten voor Islamitische Staat en zielen wilde opofferen in naam van Allah. Hij had ook meer dan 100.000 foto's over Islamitische Staat en ook de Taliban in zijn bezit, evenals een handleiding om zelf bommen te maken en om met gasflessen een vlammenwerper ineen te knutselen. Hij werd dan ook schuldig bevonden aan de voorbereiding van een terroristische aanslag en deelname aan activiteiten van Islamitische Staat. Toch loopt hij nu vrij rond.

 

Mevrouw de minister, hoe is het mogelijk dat zo'n gevaarlijke terrorist niet naar de gevangenis moet en alweer vrij in onze samenleving rondloopt? In hoeverre wordt zo iemand voldoende geschaduwd of opgevolgd door onze veiligheidsdiensten? Ik maak mij daar zeer grote zorgen over.

 

14.02 Minister Annelies Verlinden: Collega, ik kan uiteraard niet ingaan op individuele casussen en daaromtrent geen gegevens meedelen. Algemeen geldt dat personen die gekend zijn voor extremisme of terrorisme, worden opgevolgd binnen de multidisciplinaire structuren van de strategie TER. Binnen de lokale taskforce is er een veiligheidsgerichte opvolging door de veiligheids- en inlichtingendiensten. Indien nodig kan die worden aangevuld met een sociopreventieve opvolging op het niveau van de LIVC's. Binnen deze platformen worden concrete cases besproken, maar ook maatregelen bepaald op maat van de betrokken persoon om risico's te beperken.

 

14.03  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, ik begrijp dat u niet op een specifieke casus kunt ingaan, maar het betreft hier natuurlijk vele casussen. Het islamitisch terrorisme is en blijft met stip de belangrijkste terreurdreiging, niet alleen in België trouwens.

 

Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Wie onze samenleving veilig wil maken en burgers veiligheid wil garanderen, moet keihard zijn tegen degenen die onze samenleving willen omverwerpen. Zolang dat niet gebeurt en terroristen, of het nu moslims zijn of niet, fopstrafjes kunnen krijgen en doorgaans ook krijgen, geeft de overheid een zeer zwak signaal aan de islamitische jihad en zal onze samenleving niet veiliger worden, integendeel. Laten wij ook niet vergeten dat er nog steeds, elke dag opnieuw, moslimfundamentalisten en potentiële jihadisten dit land binnenkomen. En dat is werkelijk te gek voor woorden, onverantwoordelijk en ronduit levensgevaarlijk.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

15 Question de Ismaël Nuino à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Le manque d'ordinateurs pour le fonctionnement de la commission de probation de Bruxelles" (56004469C)

15 Vraag van Ismaël Nuino aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het tekort aan computers voor de werking van de probatiecommissie van Brussel" (56004469C)

 

15.01  Ismaël Nuino (Les Engagés): Madame la ministre, la Commission de probation de Bruxelles n'a plus été en état de siéger depuis le 1er janvier dernier en raison du passage à une procédure 100 % électronique qui, par ailleurs, peut être pratique. Malheureusement, elle n'a plus été en état de siéger à cause de l'absence de trois ordinateurs qui doivent être configurés et qui permettent le traitement des dossiers.

 

Ce sont donc, au total depuis le 1er janvier, plus de 25 audiences qui n'ont pu être tenues juste en raison de l'absence de ces trois ordinateurs. Cela représente plus de 1000 dossiers qui n'ont pas pu être traités malgré les demandes déjà adressées par les magistrats, par les avocats qui y siègent, et l'appel qui a pu être relayé également par le procureur du Roi. Madame la ministre, depuis que j'ai pris mes fonctions, j'ai rencontré pas mal d'acteurs qui m'ont tous parlé de cette histoire qui semble assez symptomatique en dépit de son caractère anecdotique car on attend une solution qui devrait bientôt arriver. Or, il n'y a toujours rien.

 

Que comptez-vous faire pour permettre à cette Commission de probation de pouvoir avoir une surveillance effective? Je vous remercie d'ores et déjà pour la réponse que vous apporterez à cette problématique importante.

 

15.02  Annelies Verlinden, ministre: Cher collègue, les trois ordinateurs ont déjà été récupérés auprès de la team ICT. Les comptes et profils sont actifs et ont pu être utilisés par les trois magistrats suppléants dès le mardi 22 avril. Le service concerné a reçu toutes les informations nécessaires à cet effet et en a confirmé la bonne réception.

 

15.03  Ismaël Nuino (Les Engagés): Merci, madame la ministre. Je suis ravi que le problème ait été réglé. Les derniers retours que j'ai eus m'indiquent tout de même que certains magistrats n'auraient pas encore trouvé de solution. Je vérifierai l'information. Cela me semble en tout cas très symptomatique d'une digitalisation qui est en difficulté pour l'instant. Je crois que nous sommes sur des quick wins, de petits problèmes qui peuvent être réglés rapidement. Malheureusement, dans ce cas précis, il aura fallu quatre mois pour qu'il le soit. Ce n'est pas de votre fait, vu que vous avez pris vos fonctions en cours. Je me renseignerai plus avant, afin de savoir si cela a effectivement bien été réglé. J'espère qu'à l'avenir, on pourra régler ces petits problèmes le plus rapidement possible.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Samengevoegde vragen van

- Alain Yzermans aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De dreiging van een aantal takeldiensten om snelwegen te blokkeren" (56004474C)

- Marijke Dillen aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De aangekondigde acties van de takeldiensten die voor Justitie werken" (56004550C)

16 Questions jointes de

- Alain Yzermans à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La menace de blocage d'autoroutes par plusieurs services de remorquage" (56004474C)

- Marijke Dillen à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Les actions annoncées par les services de remorquage travaillant pour la Justice" (56004550C)

 

16.01  Alain Yzermans (Vooruit): We hebben de vraag al verschillende keren gehoord, telkens in het kader van achterstallige facturen en betalingen door Justitie. Het is een belangrijk probleem.

 

Takeldiensten vervullen een essentiële taak, meestal voor gerechtelijke diensten of voor de politie. Wanneer auto's in beslag worden genomen, is het belangrijk dat die ondersteunende dienst zijn werk behoorlijk kan uitvoeren. Daarnaast is er ook het principe van loon naar werken, terwijl de betrokkenen, zoals ik onlangs nog hoorde, soms facturen tot wel 50.000 euro open hebben staan.

 

Het is belangrijk dat deze mensen gemotiveerd blijven om het werk te blijven doen. Het gaat niet alleen over takeldiensten, maar ook over slotenmakers, experts, tolken en zelfs taxichauffeurs. Iedereen wacht op zijn geld binnen Justitie en dat is een oud zeer, het is vandaag verschillende keren gezegd.

 

We moeten goed nadenken hoe we dit degelijk kunnen aanpakken. Ik hoor dat speurders gedemotiveerd raken omdat zij een aantal zaken met eigen middelen moeten betalen. Als ze bijvoorbeeld met de deurwaarder langs moeten gaan bij arrestanten en de slotenmaker weigert te komen, dan moeten ze de deur zelf intrappen. Dat zijn toestanden die wij ons niet kunnen indenken. Hier moet grondig werk van worden gemaakt, maar de aankondigingen op dat vlak zijn in elk geval hoopvol.

 

Wat zult u doen om een escalatie tegen te gaan? Wordt er overlegd met de betrokkenen in Limburg om ervoor te zorgen dat hun actie niet plaatsvindt? Er wordt zelfs gedreigd om in beslag genomen wagens te gebruiken voor de acties. Zoiets lijkt mij ondenkbaar.

 

Nu is het wachten op nieuw opgeleid personeel, waarbij dossiers zouden worden overgeheveld naar andere medewerkers. Hoever staat dat proces? Is er al een ritme van afbetaling op dat terrein?

 

Tot slot een heel specifieke vraag: wat is het openstaande bedrag precies? Ik heb het vandaag gelezen in de media, maar ik wil het nog even bevestigd zien. Om hoeveel openstaande facturen gaat het in totaal voor deze diensten?

 

16.02  Marijke Dillen (VB): Ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn ingediende vraag.

 

De takeldiensten die voor Justitie opdrachten uitvoeren trekken opnieuw aan de alarmbel en kondigen acties aan omwille van de almaar oplopende onbetaalde facturen die maar niet worden betaald. Het gaat om omvangrijke kostenstaten.

 

De minister had een betalingsplan aangekondigd om de achterstand weg te werken maar dit wordt blijkbaar niet uitgevoerd. Justitie zou nochtans een voorbeeldfunctie moeten hebben en facturen die worden uitgeschreven voor opdrachten die deze diensten uitvoeren moeten binnen een redelijke termijn worden betaald. Deze diensten staan immers letterlijk dag en nacht ter beschikking van Justitie voor opdrachten die vaak bij hoogdringendheid moeten worden uitgevoerd. Denken we bijvoorbeeld aan een luxewagen van een drugscrimineel die de speurders weten staan en die snel dient te worden weggesleept of het voertuig is verdwenen.

 

Het is dan ook terecht dat ze snelle oplossingen eisen en niet langer bereid zijn te wachten op betalingen.

 

Welke initiatieven gaat de minister bij hoogdringendheid nemen om deze omvangrijke kostenstaten eindelijk te betalen?

 

Heeft er inmiddels overleg plaatsgevonden met de beroepsverenigingen van de takeldiensten om deze omvangrijke kostenstaten te optimaliseren?

 

Kan de minister mij een volledig overzicht geven van de openstaande facturen bij de takeldiensten met graag een opsplitsing per provincie?

 

16.03 Minister Annelies Verlinden: Collega's, we nemen, zoals ik al zei, de situatie van de takeldiensten zeer ernstig en daarom zijn meerdere acties gevraagd van de administratie om de situatie te regulariseren. In alle vestigingen van de taxatiebureaus zijn instructies gegeven om de dossiers van de takeldiensten met voorrang te verwerken. In een aantal arrondissementen zijn al contacten en afspraken gemaakt met de diensten van het parket om de afhandeling van die dossiers te optimaliseren.

 

Vooral in de vestigingen in Limburg en Leuven werden specifieke problemen vastgesteld, waardoor nu verschillende acties bij zowel politie als Justitie moeten worden ondernomen voordat bepaalde facturen kunnen worden betaald. Wegens een gebrek aan leidinggevenden in de vestigingen van Limburg en Leuven hebben wij een leidinggevende van een ander taxatiebureau belast met het toezicht op en de coördinatie van de afhandeling van de dossiers van de takeldiensten voor die vestigingen. Die leidinggevende is verantwoordelijk voor het in kaart brengen van de situatie en zorgt er ook voor dat de dossiers snel en efficiënt kunnen worden verwerkt.

 

Bovendien wordt intensief overleg gepleegd tussen de FOD Justitie, de gerechtelijke autoriteiten en het COIV om de knelpunten op te helderen en procedures te herzien die de tussenkomst van takeldiensten op verzoek van de gerechtelijke autoriteiten vereisen. Om de ontvangst en verwerking van facturen van takeldiensten te vergemakkelijken, wordt in overleg met de beroepsvereniging een procedure voor het geautomatiseerd versturen van facturen van takeldiensten onderzocht.

 

Wat betreft uw vragen met betrekking tot het aantal openstaande kostenstaten, heb ik heel wat informatie. Ik kan u ook een schriftelijk antwoord bezorgen. Ik heb voor de verschillende dossiers de kostenstaten, de openstaande kostenstaten en een overzicht van de dossiers. Ik kan u die info nu meegeven.

 

16.04  Alain Yzermans (Vooruit): Misschien kunt u het totale bedrag vermelden?

 

16.05 Minister Annelies Verlinden: Nee, dat heb ik niet.

 

We zullen u de info per mail bezorgen. Voor de tolken zijn al die cijfers, al die dossiers, misschien nogal moeilijk.

 

16.06  Alain Yzermans (Vooruit): Dank u wel.

 

16.07  Marijke Dillen (VB): Dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister. U hebt nu aangekondigd dat er op korte termijn initiatieven komen om de achterstallige facturen te betalen. In het verleden was er al een betalingsplan aangekondigd om de achterstand weg te werken, maar dat werd niet uitgevoerd.

 

De openstaande facturen van de takeldiensten zijn niet alleen een Limburgs probleem, collega Yzermans, want het doet zich voor in verschillende gerechtelijke arrondissementen. Ik wil nogmaals het belang van hun functie beklemtonen. Zelfs ’s nachts worden zij opgetrommeld voor dringende opdrachten, bijvoorbeeld om een mooie luxewagen van een drugscrimineel die men op het spoor is of die men aan het ondervragen is, op te halen. Als dat voertuig niet snel wordt weggesleept, zal het heel vlug verdwenen zijn, en dat mag niet de bedoeling zijn.

 

U kunt dus respect aan de dag leggen voor die mensen door snel hun facturen te betalen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

17 Vraag van Alain Yzermans aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De klachten van FIDEX over de verslechterende toegang tot de gevangenis van Haren" (56004475C)

17 Question de Alain Yzermans à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Les plaintes de la FIDEX concernant l'accès toujours plus difficile à la prison de Haren" (56004475C)

 

17.01  Alain Yzermans (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de schriftelijke voorbereiding van mijn vraag.

 

In Brussel luidt de Fidex, de federatie van organisaties die zich inzetten voor gedetineerden en ex-gedetineerden, de alarmbel over de verslechterende toegang tot gevangenissen, met name in de gevangenis van Haren. Ze ervaren aanzienlijke problemen bij het ontmoeten van gedetineerden, wat hun begeleiding en de herintegratieprojecten ernstig belemmert. Door een gebrek aan toegang tot bezoekruimten en interne communicatiemiddelen kunnen hulpverleners vaak niet ingrijpen wanneer dat nodig is. Regelmatig kunnen ze simpelweg de gedetineerden die zij begeleiden niet zien. Dit leidt tot onnodige vertragingen en zorgt ervoor dat gedetineerden die in aanmerking komen voor voorwaardelijke vrijlating, onterecht langer in detentie blijven. De overbevolking in de gevangenissen verergert de situatie nog verder volgens de Fidex , wat de dringende behoefte aan een heroriëntatie van het penitentiaire beleid op dit vlak benadrukt.

 

Vragen aan de Minister van Justitie:

 

1. Kent u de klachten van Fidex met betrekking tot de gevangenis van Haren? Hoe kan dit worden verbeterd?

 

2. Welke beleidswijzigingen overweegt u om ervoor te zorgen dat gedetineerden betere kansen krijgen op herintegratie?

 

3. Indien we zorgen voor betere omstandigheden en minder druk op de capaciteit, zou het leefbaarder worden voor de gedetineerden en komt er meer tijd vrij voor de begeleiders om hun werk te doen. Een correcte uitstroom via een voorwaardelijke invrijheidstelling die volgens planning verloopt, leidt ook tot minder extra druk op de overbevolking. Hoe kan dit worden aangepakt?

 

17.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Yzermans, mijn administratie nam inderdaad kennis van de signalen die de federatie FIDEX over de situatie in de gevangenis van Haren gaf. De melding over de moeilijke toegang tot gedetineerden voor externe hulpverleners nemen wij ernstig. Er wordt momenteel in overleg met de lokale directie bekeken hoe wij het probleem kunnen aanpakken.

 

Zoals u terecht opmerkt, heeft de overbevolking een negatieve impact op de dagelijkse werking van onze penitentiaire instellingen. Ze legt daarmee een immense druk op het personeel, op de infrastructuur, alsook op het aanbod van hulp- en dienstverlening binnen de gevangenissen. Daardoor komt ook de begeleiding in het kader van de reclassering en de voorbereiding op een eventuele voorwaardelijke invrijheidstelling onder druk te staan.

 

Om die reden heb ik van bij mijn aantreden gewerkt aan maatregelen met het oog op een correcte strafuitvoering en het wegwerken van de overbevolking en heb ik gezocht naar bijkomende middelen.

 

U vroeg hoe we ervoor zullen zorgen dat gedetineerden betere kansen op herintegratie krijgen. Voor het antwoord verwijs ik graag naar de initiatieven die reeds werden genomen om de overbevolking aan te pakken. Bovendien zullen wij ook meer oog hebben voor de zorg voor gedetineerden en hun re-integratie. Immers, een goed uitgewerkt reclasseringsplan moet altijd het einddoel zijn en houdt onze samenleving veiliger.

 

Werken aan re-integratie is een fundamenteel onderdeel van het penitentiaire traject. Dat doen we door het inzetten van detentiebegeleiders in de verschillende gevangenissen, door het op het getouw zetten van projecten zoals de Fenixafdeling voor zedendelinquenten in Dendermonde Hulp, en door te investeren in drugsvrije afdelingen en begeleidingsprogramma’s, forensische detentiecentra en betere psychologische en medische zorg. Wij zullen bovendien de gevangenisarbeid versterken en koppelen aan opleidingen voor knelpuntberoepen, zodat gedetineerden meer kansen krijgen op werk na hun straf.

 

Wij streven, tot slot, naar een betere door- en uitstroom, onder meer door de versterking van de psychosociale diensten en een vlottere inzet van justitieassistenten, ook tijdens de detentie, in nauwe samenwerking met de gefedereerde entiteiten. Immers, de hulp- en dienstverlening binnen de gevangenissen is de verantwoordelijkheid van de gefedereerde entiteiten, maar die is niet altijd afgestemd op de omvang en de behoeften van de gevangenispopulatie. De wachtlijsten worden trouwens alsmaar langer. Het is dus belangrijk dat wij de uitdagingen in partnerschap aangaan en dat elke partner zijn verantwoordelijkheid neemt.

 

17.03  Alain Yzermans (Vooruit): Ik dank u voor het antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

18 Vraag van Sam Van Rooy aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het podium dat aan een Samidoun-kopstuk in een Vlaams gemeenschapscentrum in Brussel werd gegeven" (56004571C)

18 Question de Sam Van Rooy à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La tribune offerte à un leader de Samidoun dans un centre communautaire flamand à Bruxelles" (56004571C)

 

18.01  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, op vrijdag 18 april, nota bene op Goede Vrijdag, kwam in Vlaams gemeenschapscentrum De Pianofabriek in Sint-Gillis een kopstuk van Samidoun spreken. Het ging om Adel Ayad, een prominent lid van de Franse afdeling van Samidoun. De grootste slachting van Joden sinds de Holocaust die op 7 oktober 2023 in Israël plaatsvond, wordt door de organisatie van die sprekersavond the flood of liberation genoemd. Laat dat goed tot u doordringen.

 

Ook was het de bedoeling van die avond om "de vrijlating van vele Palestijnse gevangenen uit de gevangenissen van de Zionistische vijand te vieren". Tussen die Palestijnse gevangenen, die in een deal met Hamas werden omgeruild voor onschuldige Israëlische gijzelaars, zaten nota bene heel wat jihadistische terroristen die een of meerdere onschuldige mensen in Israël hebben vermoord met een mes, vuurwapen of explosief.

 

Mevrouw de minister, hoe staat het met het verbieden van Samidoun in dit land? Waarom werd deze verheerlijker van dodelijke jihadterreur het spreken niet ontzegd? Waarom werd hij niet tegengehouden aan de Frans-Belgische grens? Tot slot, hoe kan het dat een Vlaams gemeenschapscentrum wordt gebruikt door een organisatie als Samidoun, dat dodelijke jihadterreur verheerlijkt en de grootste slachting van Joden sinds de Holocaust toejuicht?

 

18.02 Minister Annelies Verlinden: Collega, zoals u weet, staat in het regeerakkoord dat we een juridisch kader willen creëren op basis waarvan het mogelijk wordt om gevaarlijke radicale organisaties vanwege hun banden met terreur of voor het verspreiden van antisemitisme ook in ons land te verbieden, en dat op basis van informatie die mogelijk reeds binnen een Europese context beschikbaar is. Dat is vanuit juridisch oogpunt niet evident en moet dan ook terdege worden voorbereid. Dat werk is momenteel bezig.

 

Specifiek voor de betrokken organisatie wordt momenteel door de Veiligheid van de Staat en partners een analyse gemaakt. Ik kan uiteraard niet vooruitlopen op de resultaten van die analyse. Tot zolang kunnen dergelijke verenigingen niet verboden worden op basis van de beschikbare informatie en kan hen de toegang tot het grondgebied niet worden ontzegd.

 

Dit gezegd zijnde en abstractie makend van het concrete geval, is het altijd mogelijk dat een dergelijke bijeenkomst een reële bedreiging vormt voor de openbare orde. Op basis daarvan kunnen de lokale bestuurlijke overheden specifieke maatregelen opleggen en kunnen zij ook een risicoanalyse vragen.

 

18.03  Sam Van Rooy (VB): We vernemen vandaag dat het parket een onderzoek start naar aanleiding van beelden waarop een vermoedelijke Hitlergroet te zien is tijdens een NSV-betoging. Nu, mij niet gelaten, maar na beelden waarop in het Arabisch wordt opgeroepen om de joden te verbranden, niet eens vermoedelijk dus, gebeurt er in dit land niets. De blinde vlek voor het islamitische antisemitisme is en blijft gigantisch, enerzijds wegens lichtzinnigheid, anderzijds en vooral wegens islamofilie en palestinefolie, dus wegens plat electoraal opportunisme.

 

Samidoun is een importorganisatie die antisemitisch is en jihadterreur verheerlijkt. Indien het om een Vlaamse rechtse in plaats van een Palestijnse organisatie zou gaan, minister, dan was die allicht al lang verboden. Dat stuitende hypocriete gedoe van deze regering maakt steeds meer mensen terecht boos.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

19 Vraag van Marijke Dillen aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De bijstand van deskundigen voor magistraten" (56004576C)

19 Question de Marijke Dillen à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "L'aide apportée aux magistrats par les experts" (56004576C)

 

19.01  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, volgens het nieuw Strafwetboek, dat in april 2026 in werking treedt, zal een rechter meer toelichting moeten geven bij de strafmaat en de motivering beter moeten beargumenteren. Een straf moet niet alleen anticiperen op de publieke verontwaardiging, maar moet ook nog drie andere doelen hebben: herstel van de onrust in de samenleving, wat een verhaal van de slachtoffers is, de bescherming van de maatschappij en de re-integratie van de dader.

 

In een toch wel merkwaardig interview afgelopen weekend, waarvan ik aanneem dat u het ook gelezen hebt, van mevrouw Evelien de Kezel, raadsheer bij het hof van beroep te Brussel, lezen we: "Justitie is niet populair en kan ook niet populair zijn. We moeten uitleggen waarom we de beslissingen nemen die we nemen en waarom we aan bepaalde verwachtingen niet tegemoetkomen, waarom een verkrachter nog vrij op straat kan lopen, waarom een veroordeelde met elektronisch toezicht er niet gemakkelijk van afkomt, waarom iemand al dan niet schuldig is." De raadsheer pleit daarbij om meer bijstand van deskundigen in te roepen, bijvoorbeeld psychologen of forensische artsen, die de magistraten adviseren over de straftoemeting.

 

Ik citeer verder: "Wat zijn straffen die werken in een concreet geval? Justitie is veel te belangrijk om alleen aan magistraten over te laten." Ook lezen we: "We moeten niet naar een situatie evolueren waarin een vonnis of arrest kan weggezet worden als 'ook maar de mening van iemand'."

 

Mevrouw de minister, wat is uw standpunt betreffende dat toch wel opmerkelijk pleidooi voor bijstand van deskundigen? Bent u bereid om ter zake een initiatief te nemen? Dat zal weliswaar opnieuw erg veel kosten, daarvan hoef ik u niet te overtuigen.

 

Heeft er ooit reeds onderzoek plaatsgevonden naar de meerwaarde van de bijstand van deskundigen voor magistraten? Zo ja, wat waren de resultaten daarvan?

 

19.02 Minister Annelies Verlinden: Collega Dillen, dergelijke insteek is niet nieuw. In het huidige Strafwetboek is nu al voorzien dat magistraten zich kunnen laten informeren over de opportuniteit van de straf die zij overwegen op te leggen. Zij kunnen zich hiertoe richten tot de bevoegde diensten van de gemeenschappen, met de vraag om een beknopt voorlichtingsrapport of een maatschappelijke enquête op te stellen. Ik verwijs daarvoor naar de wettelijke kaders inzake de straf onder elektronisch toezicht, de werkstraf, de probatieopschorting en het probatie-uitstel.

 

In het kader van de probatiewetgeving is tevens voorzien in de verplichting om het met reden omkleed advies in te winnen van een dienst gespecialiseerd in de begeleiding of behandeling van seksuele delinquenten, alvorens een probatiemaatregel op te leggen.

 

In het nieuwe Strafwetboek is deze mogelijkheid veralgemeend tot het in artikel 31 voorziene voorlichtingsrapport. Artikel 32 voorziet eveneens in de verplichting van een advies van een deskundige of dienst gespecialiseerd in de begeleiding of behandeling van seksuele of terroristische delinquenten indien de beklaagde of de beschuldigde wordt vervolgd voor een terroristisch misdrijf of een misdrijf tegen de seksuele integriteit of het seksuele zelfbeschikkingsrecht.

 

Het nieuwe Strafwetboek voorziet ook in de verstrekking van een gespecialiseerd deskundigenadvies in het kader van behandeling onder vrijheidsberoving en de verlengde opvolging.

 

Met de wet van 18 januari 2024 werd de mogelijkheid voor de procureur des Konings ingeschreven in artikel 43 van het Wetboek van strafvordering om een psychologisch onderzoek te bevelen door een deskundige, houder van de beroepstitel klinisch psycholoog, waarbij minstens een risicotaxatie wordt verricht, teneinde zich te vergewissen van het psychisch functioneren van een verdachte. Hierbij werd gesteld dat psychologisch onderzoek in een vroeg stadium inzicht kan geven in de verdachte, in zijn handelen, het gevaar, hoe dat te ondervangen en de nood aan behandeling. Het geeft de rechter adequate handvaten.

 

Ik kan dus het pleidooi bijtreden dat het van groot belang is dat het OM in zijn vordering en de rechter in zijn beslissing kan worden bijgestaan door deskundigen en deskundige diensten die pertinente informatie verstrekken, waardoor tot een individuele straftoemeting kan worden gekomen.

 

Vanzelfsprekend moet dit beperkt blijven tot handvaten en adviezen en is het aan de rechter om een gepaste straf op te leggen, rekening houdend met alle elementen en in het kader van het toekomstig Strafwetboek, met de strafdoelen zoals omschreven in artikel 27.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

20 Vraag van Marijke Dillen aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "Het niet naleven van een beslissing van de beroepscommissie van de gevangenis van Haren" (56004580C)

20 Question de Marijke Dillen à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Le non-respect d'une décision de la commission d'appel de la prison de Haren" (56004580C)

 

20.01  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, de Staat is vorige zondag door de Brusselse rechtbank veroordeeld om een beslissing van de beroepscommissie van de gevangenis van Haren onmiddellijk uit te voeren op straffe van een dwangsom van 5.000 euro per dag. De beroepscommissie van de gevangenis van Haren had op vrijdag 18 april de directie van de instelling bevolen om een gedetineerde over te plaatsen van een bijzonder veiligheidsregime naar een normaal regime. Maar de gevangenisdirectie had hieraan geen onmiddellijk gevolg gegeven, waarop de advocaten van de betrokken gedetineerden naar de burgerlijke rechtbank van Brussel trokken in kortgeding en die heeft de Staat veroordeeld.

 

Kunt u meer toelichting geven over deze veroordeling? Waarom was de betrokken gedetineerde in een bijzonder veiligheidsregime geplaatst? Ik ga ervan uit dat daarvoor goede redenen waren. Werd de beslissing van de Brusselse rechtbank inmiddels uitgevoerd?

 

20.02 Minister Annelies Verlinden: De betrokken gedetineerde was onder een bijzonder individueel veiligheidsregime geplaatst op basis van vertrouwelijke informatie van de politie.

 

Afgelopen vrijdag heeft de Franstalige beroepscommissie deze plaatsingsbeslissing vernietigd en zij oordeelde dat deze informatie onvoldoende bewijs leverde voor het feit dat de gedetineerde een bedreiging vormde voor de veiligheid. Nadat de beroepscommissie het besluit om de gedetineerde onder een bijzonder regime te plaatsen nietig had verklaard, besloot de penitentiaire administratie nieuwe speciale veiligheidsmaatregelen op te leggen om te voorkomen dat de betrokkene zou terugkeren naar het normale detentieregime. De directie oordeelde dat er nog steeds een bezorgdheid bestond over de bedreiging, aangezien zij alle beschikbare bewijsstukken daartoe in overweging genomen had.

 

Afgelopen zondag heeft de raadsman een eenzijdig verzoekschrift ingediend bij de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg. De Belgische Staat werd gelast om onmiddellijk alle maatregelen tegen de betrokkene te staken en hem onder het gewone regime te plaatsen op straffe van een dwangsom. Sindsdien is het bevel van de voorzitter van eerste aanleg uitgevoerd en is de betrokken gedetineerde teruggekeerd naar een regulier detentieregime in de meest gesloten afdeling van de gevangenis van Haren.

 

20.03  Marijke Dillen (VB): Dank u, mevrouw de minister, voor uw antwoord. Ik blijf erbij dat dat toch wel een bijzonder merkwaardige beslissing is van de Franstalige voorzitter van de rechtbank. Volgens de beroepscommissie zou er onvoldoende bewijs zijn, maar ik ga er toch wel van uit dat die beslissing door de gevangenisdirectie niet lichtzinnig is genomen. U spreekt van vertrouwelijke informatie van de politie.

 

Er waren ernstige bezorgdheden omtrent de veiligheid. Ik vind het bijzonder, bijzonder bizar en ik vermoed dat u het met mij eens bent, maar u gaat dat niet toegeven. Als minister is het veel moeilijker om dat toe te geven.

 

Ik begrijp absoluut niet dat een voorzitter in kortgeding op zondag die mensen bij hem thuis kan ontvangen, die advocaat bij hem thuis kan ontvangen. Juridisch is dat correct, maar ik begrijp niet dat op die eis van de gedetineerde is ingegaan. Het gaat over iemand die een veiligheidsrisico vertegenwoordigt en die hoort dan ook thuis in het bijzonder veiligheidsregime.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

21 Question de Julien Ribaudo à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Les pensions des magistrats" (56004588C)

21 Vraag van Julien Ribaudo aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De pensioenen van de magistraten" (56004588C)

 

21.01  Julien Ribaudo (PVDA-PTB): Madame la ministre, nous apprenons avec inquiétude que les magistrats, déjà confrontés à des conditions de travail dégradées, voient aujourd'hui leur pension promise être considérablement diminuée. Les jeunes magistrats craignent une hémorragie des vocations et ils l’ont fait savoir dans une lettre ouverte co-signée par près de 450 magistrats.

 

Cette décision, bien que relevant formellement de la compétence de votre collègue chargé des pensions, aura des conséquences immédiates et profondément néfastes sur l'appareil judiciaire, dont vous avez la responsabilité politique.

 

Cet appareil judiciaire, indispensable à l'État de droit, ne peut pas être affaibli davantage. Or, dans un contexte où les moyens matériels et humains sont déjà dramatiquement insuffisants, et où la charge de travail est écrasante, la perspective d'une pension rabotée risque d'accélérer la fuite des talents et de dissuader les nouvelles vocations. La justice est déjà en souffrance ; la priver encore de ses forces vives, c'est la condamner à terme.

 

Par ailleurs, vous revendiquez dans l'accord de gouvernement et dans vos notes stratégiques vouloir "laisser la magistrature gérer son propre fonctionnement interne". Une telle autonomie pourrait être pertinente si elle s'accompagnait d'un financement adéquat. Or sans budget suffisant, cette promesse d'autonomie apparaît comme une simple mesure d'austérité déguisée, laissant les magistrats gérer leur propre appauvrissement.

 

Je vous pose donc les questions suivantes:

 

Avez-vous alerté votre collègue sur les conséquences désastreuses qu'aura cette réforme des pensions sur l'attractivité des carrières judiciaires?

Avez-vous envisagé d'autres solutions pour préserver l'engagement des jeunes magistrats, sans démanteler leur futur droit à une retraite digne?

Pouvez-vous préciser quels moyens financiers nouveaux seront dégagés pour rendre efficace l’autonomie de gestion interne de la justice?

Quelles mesures urgentes entendez-vous prendre pour éviter une hémorragie de magistrats et garantir la continuité du service public de la justice?

 

21.02  Annelies Verlinden, ministre: Cher collègue, la réforme des pensions envisagée par le gouvernement aura un impact pour de nombreux groupes de la société, y compris pour les magistrats. Je comprends leurs préoccupations, qui sont justifiées et comparables aux préoccupations des autres professions concernées. Je suis en contact avec mon collègue le ministre des Pensions, afin de déterminer précisément quelles seront les conséquences de cette réforme pour les magistrats.

 

L'attractivité de la fonction de magistrat dépend de plusieurs facteurs, le régime de pension étant l'un d'eux. Mais ce n'est pas le seul. D'autres éléments entrent en jeu: le contenu et les conditions de travail, le régime des congés, la culture organisationnelle, les relations de travail ou encore les possibilités de formations, de développement et d'évolution de carrière. Notre ambition demeure de maintenir la fonction de magistrat suffisamment intéressante pour continuer à attirer à l'avenir des juristes compétents et talentueux.

 

L'objectif de la gestion autonome est avant tout de permettre à l'ordre judiciaire de gérer ses moyens de manière autonome, mais aussi de permettre une gestion plus efficace des moyens disponibles. Cela va de pair avec une gestion plus flexible du personnel, et un modèle d'allocations basé sur des critères objectifs. En 2025, nous lancerons une task force à cet effet, en collaboration avec les acteurs concernés de l'organisation judiciaire.

 

À ce stade, rien ne semble indiquer que les préoccupations liées à la réforme des pensions entraîneront un départ massif des magistrats. Le nombre de départs volontaires reste traditionnellement relativement bas au sein de la magistrature. Les services continuent à suivre de près ces chiffres.

 

21.03  Julien Ribaudo (PVDA-PTB): Merci madame la ministre pour votre réponse. Nous parlons ici d'un service public essentiel, la Justice. J'ai fait énormément de rencontres ces derniers mois, comme vous, et je peux affirmer sans sourciller qu'à l'intérieur de la Justice tout le monde rame. Il manque du personnel, des juges, des procureurs, des greffiers, et ceux qui y sont bossent sous une pression assez dingue.

 

Et là, vous allez dire aux magistrats que leur pension, leur pouvoir d'achat, va fondre de 40 %. Je suis d'accord avec vous sur le fait que ce n'est pas le seul critère d'attractivité, mais ce n'est pas vraiment une super perspective pour pouvoir rester, et cela ne donne pas une grande envie aux jeunes de se lancer dans cette carrière. Cela aura un impact désastreux pour toute la justice, même si vous dites qu'on ne peut pas voir les chiffres de ceux qui vont partir. En tout cas, on ne verra pas ceux qui auraient voulu se lancer et ne pourront pas, ou ne voudront pas, se lancer.

 

Le PTB est clair. Nous sommes contre la réforme des pensions de votre gouvernement pour tout le monde et cela vaut également pour les magistrats qui ont une grosse charge de travail, une grosse responsabilité. Ils méritent une pension digne. Oui, certains ont critiqué leur action. Je peux le comprendre. Les prisons sont déjà surpeuplées et y ajouter 4 000 condamnés supplémentaires est irresponsable tant pour le personnel pénitencier que pour les détenus. Mais soyons honnêtes, quoi qu'ils fassent, ce sera problématique, parce que sans les magistrats, la justice s'arrête de fonctionner, ce qui démontre à quel point ils sont indispensables.

 

J'ai entendu dans votre réponse précédente – ma question était liée à celles que mes collègues vous ont posées précédemment – qu'il faut faire un effort pour toutes les générations futures. D'accord! Mais il faut arrêter de faire comme si les pensions étaient un luxe belge. On dépense moins que nos voisins. C'est un choix politique de faire payer les travailleurs pendant que les plus riches passent entre les gouttes. Aujourd'hui, au-delà des travailleurs, c'est la justice et donc votre ministère qui va souffrir de la politique des pensions de votre gouvernement.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

22 Vraag van Alexander Van Hoecke aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De gratieverlening aan Abdelkader Belliraj in Marokko" (56004191C)

22 Question de Alexander Van Hoecke à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "La grâce accordée à Abdelkader Belliraj par le Maroc" (56004191C)

 

22.01  Alexander Van Hoecke (VB): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de ingediende vraag.

 

Abdelkader Belliraj kreeg in 2010 in Marokko levenslang wegens terrorisme. Belliraj heeft de Belgische nationaliteit en wordt in ons land verdacht van 6 politieke moorden in de jaren 80. Het dossier is jammer genoeg verjaard sinds 2020. Wel werd hij in ons land meermaals veroordeeld voor andere feiten waaronder wapenhandel en de handel in valse paspoorten en geweldpleging.

 

Aan de gevangsstraf van Belliraj in Marokko kwam sinds kort een eind. De Marokkaanse koning Mohammed VI schonk Belliraj gratie ter gelegenheid van het einde van de ramadan. Een gratieverlening moet niet gemotiveerd worden en dus is Belliraj definitief op vrije voeten.

 

Volgens de Belgische advocaat van Belliraj is het nog onduidelijk of hij zal terugkeren naar België.

 

Wat is de visie van de minister op de vrijlating van Belliraj?

Heeft de minister, gezien de ernst van de feiten waarvoor hij verdacht wordt in ons land, om uitleg gevraagd bij de Marokkaanse ambassadeur? Zo ja, welke verklaring verschaften zij voor de gratieverlening? Zo niet, zal de minister de Marokkaanse ambassadeur nog vatten hierover?

Zijn er signalen dat Belliraj van plan zou zijn terug te keren naar België?

Houdt een eventuele terugkeer van Belliraj naar België volgens de minister veiligheidsrisico's in? Heeft de minister daaromtrent contact gehad met de Staatsveiligheid? Zal hij in geval van terugkeer verder worden opgevolgd door de Staatsveiligheid?

Moet de gratieverlening van Belliraj ons volgens de minister niet doen nadenken over de rol van het koninklijk genaderecht zoals die ook in ons land nog steeds bestaat? Is de minister bereid om een afschaffing van het genaderecht te bepleiten binnen de regering?

 

22.02 Minister Annelies Verlinden: Wat betreft het dossier geldt dat het niet aan mij is om commentaar te geven op de beslissingen van een soevereine staat. Dat neemt niet weg dat we het dossier uiteraard van nabij opvolgen en het desgevallend zullen bespreken met onze Marokkaanse partners. Eerder werd al een gesprek met de ambassadeur van Marokko ingepland om verschillende dossiers en onze bilaterale samenwerking te bespreken.

 

Wat betreft uw vragen over een eventuele terugkeer kan ik u melden dat de heer Belliraj de Belgische nationaliteit heeft. Hij heeft nog familie in ons land en heeft al contact opgenomen met onze ambassade in Rabat, die hem een paspoort heeft verstrekt. De relevante veiligheidsdiensten, waaronder de Veiligheid van de Staat en de platformen die zijn opgericht ter bestrijding van extremisme en terrorisme in het kader van de Strategie T.E.R., zijn goed op de hoogte van het risico en beoordelen de maatregelen en acties die kunnen worden genomen in geval van terugkeer.

 

Wat betreft uw vragen over het koninklijk genaderecht in onze grondwet geldt dat het is voorzien in artikel 110. Dat artikel werd niet opgenomen in de lijst van voor herziening vatbaar verklaarde artikelen. Al vele jaren wordt slechts uitzonderlijk genade verleend. Het betreft minder dan tien gevallen per jaar sinds 2019, terwijl het aantal aanvragen varieert tussen de 600 en 1.000 per jaar. Als het gaat om personen die tot een gevangenisstraf zijn veroordeeld, is de toepassing ervan nog meer uitzonderlijk. Vrijwel alle genade die de afgelopen jaren is verleend, overigens vaak gedeeltelijk, heeft betrekking op boetes.

 

22.03  Alexander Van Hoecke (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Het is heel interessant om te vernemen dat hij blijkbaar al contact heeft opgenomen met de ambassade en dat hem meteen ook een paspoort werd verstrekt. Dat zijn dus duidelijke signalen dat hij van plan is om terug te keren naar België. U zegt dat het niet aan u is om u uit te spreken over de gratieverlening in Marokko. Wij kunnen ons daar inderdaad niet mee bemoeien, maar ik wil u er toch nog even aan herinneren dat het hier gaat om een man die tot een levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld voor terrorisme en die verdacht wordt van zes politieke moorden in ons land.

 

Het dossier is jammer genoeg verjaard, maar dat neemt niet weg dat dit een heel symbolisch en beladen dossier is en dat dit ten aanzien van de slachtoffers toch een heel vreemd signaal is. Gratie verlenen omwille van de ramadan is iets wat wij ons hier heel moeilijk kunnen voorstellen, maar in Marokko is dat blijkbaar een normale gang van zaken.

 

Wij zullen dit blijven opvolgen, maar ik begrijp hieruit dat Belliraj elk moment kan terugkeren naar België. Ik vind het heel jammer dat u geen standpunt durft in te nemen over het gratierecht. We weten dat het niet voor herziening vatbaar is verklaard, dus er zal weinig aan veranderen. Hoe uitzonderlijk ook, ik blijf erbij dat dit een heel gedateerd middel is en dat wij niet kunnen verantwoorden dat iemand gratie krijgt louter en alleen omdat daartoe beslist wordt, niet door de rechterlijke macht, maar door de uitvoerende macht, door de Koning.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

22.04  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, ik wil u bedanken dat u tot het einde bent gebleven en dat u een uitvoerig antwoord heb verstrekt, maar ik heb nog een korte vraag. Wanneer mogen wij uw beleidsbrief ontvangen? Er beginnen er immers stilaan binnen te sijpelen.

 

(Onverstaanbaar antwoord van de medewerker van de minister)

 

Le président: La question n° 56004567C de Michael Freilich est retirée en application de l’article 127, 10°, l’auteur n’en ayant pas demandé le report.

 

La réunion publique de commission est levée à 17 h 12.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.12 uur.