Commission
de la Justice |
Commissie voor
Justitie |
du Mercredi 8 février 2023 Après-midi ______ |
van Woensdag 8 februari 2023 Namiddag ______ |
La réunion publique de commission est ouverte à
14 h 14 et présidée par Mme Kristien
Van Vaerenbergh.
De openbare commissievergadering wordt
geopend om 14.14 uur en voorgezeten door mevrouw Kristien Van Vaerenbergh.
Les textes figurant en italique dans le Compte
rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des
textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het
Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst
die de spreker heeft ingediend.
Vraag van Marijke Dillen aan
Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee)
over "Een opwaardering van de juridische tweedelijnsbijstand"
(55033554C)
Question de Marijke Dillen
à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du
Nord) sur "Une revalorisation de l'aide juridique de deuxième ligne"
(55033554C)
Marijke
Dillen (VB): Mijnheer de minister, aangezien het
om technische vragen gaat, verwijs ik naar de schriftelijke voorbereiding van
mijn vraag.
Het is
belangrijk dat alle rechtszoekenden toegang kunnen krijgen tot een
kwaliteitsvolle juridische bijstand. Naar aanleiding van de hoorzitting in het
kader van een voorstel van resolutie over het duidelijk waarborgen van de
toegang tot de rechtsbedeling door multidisciplinaire kantoren met advocaten in
loondienst op te richten, de vergoeding op te waarderen en de
vergoedingsvoorwaarden voor de advocaten in de juridische tweedelijnsbijstand
te herzien, kwam herhaaldelijk de problematiek van de vergoedingen in het kader
van de juridische tweedelijnsbijstand aan bod. Verschillende sprekers wezen
erop dat het aangewezen is het systeem van de juridische tweedelijnsbijstand
goed te evalueren en bij te sturen.
1.Wat
is uw standpunt ter zake? Gaat u initiatieven nemen om het systeem van de
juridische tweedelijnsbijstand te evalueren en op basis van de resultaten van
deze evaluatie bij te sturen?
2.Terecht
werd gesteld dat het een conditio sine qua non is dat voor een goede en
kwalitatieve dienstverlening een correcte vergoeding dient te worden betaald.
Het budget moet bijgevolg worden aangepast en de waarde van een punt dient te
worden verhoogd en geïndexeerd. Gaat u
initiatieven nemen om tegemoet te komen aan deze terechte verzuchtingen?
3.Ook
de termijn voor de uitbetaling van de vergoeding van de advocaat in het kader
van de juridische tweedelijnsbijstand dient grondig ingeperkt te worden. Gaat u
hier een initiatief nemen om dit te realiseren?
4.Ook
de vergoedingsvoorwaarden dienen te worden opgewaardeerd, zo werd gesteld. Gaat
u hier een initiatief nemen?
5.Er
werd ook een pleidooi gehouden om de toegang tot de tweedelijnsbijstand voor de
rechtszoekende te evalueren om administratieve obstakels weg te nemen. Bent u
op de hoogte van deze problematiek? Zo ja, werden er reeds maatregelen genomen?
Zo neen, gaat u een initiatief nemen?
Minister Vincent Van Quickenborne: Wat uw eerste vraag betreft, de waarde van het punt is geregeld in
artikel 2.3 van het koninklijk besluit van 20 december 1999. Die
wordt jaarlijks berekend door het vooropgestelde budget te delen door het
aantal gepresteerde punten, volgens het systeem van de gesloten envelop. Door
de verlaging van de drempels om toegang te krijgen tot de juridische
tweedelijnsbijstand, is dat systeem niet langer houdbaar.
We werken momenteel op basis van budgetten
geschat door het Rekenhof, wat ons ertoe noopte om een andere berekeningswijze
te zoeken. Aangezien de waarde van het punt sinds 2016 steeds werd gegarandeerd
tot 75 euro en er werd bijgepast bij een tekort aan budget, hebben we die
waarde als basis genomen. Daarnaast beslisten we om de waarde wel te indexeren
volgens de gezondheidsindex van september 2016 met het oog op een billijke
vergoeding.
Ook in 2023 zullen we de waarde van het punt
volgens die regels vastleggen. Het is onze bedoeling om tegen het einde van het
jaar de waarde van het punt structureel in te schrijven en dat te combineren
met een aantal controlemaatregelen om de kosten niet te laten ontsporen. We
zijn dat volop aan het voorbereiden en zullen het voorstel ter zake nog dit
jaar voorleggen aan de ministerraad.
Wat uw tweede vraag betreft, er wordt
gewerkt aan een koninklijk besluit om de principes die ik zopas uiteengezet
heb, concreet uit te voeren. Thans voorziet het systeem erin dat elk punt
overeenkomt met een uur prestaties, conform artikel 1 van het ministerieel
besluit van 19 juli 2016. Voor het gerechtelijk jaar 2020-2021 is het punt
vastgesteld op 81,23 euro. Wanneer we rekening houden met de aangehaalde
wijzigingen, zou het punt voor het gerechtelijk jaar 2021-2022 een hogere
waarde moeten hebben. De waarde zal worden geïndexeerd volgens de
gezondheidsindex en zal derhalve de stijging van de levensduurte moeten volgen.
Wat uw derde vraag betreft, ik wil stappen
vooruit zetten. In mijn beleidsnota heb ik mij ertoe geëngageerd om in het
komende jaar de interne procedures te verbeteren omwille van een snellere
uitbetaling van de vergoedingen, zonder dat daarbij misbruik van het
puntensysteem mogelijk is. We leggen de regering een voorontwerp voor om een
stabiele vergoeding en uitbetaling te garanderen, waarbij het toezicht op de
kwaliteit van de prestaties wordt versterkt. Het is de bedoeling om de
advocaten stapsgewijs twee keer per jaar uit te betalen vanaf 2024 in plaats
van één keer per jaar. De advocaten zullen dus sneller worden vergoed voor hun
prestaties.
Wat uw vierde vraag betreft, samen met de
ordes wordt er gewerkt aan een versterking van de kwaliteit van de interne
controle en de audit van de prestaties en werkprocessen. Er zullen initiatieven
worden genomen om waar nodig het wettelijk kader aan te passen en de
kwaliteitscontroles in de praktijk in te voeren, uiteraard in nauw overleg met
de ordes.
Ik kom dan bij uw
vijfde vraag. In de adviezen van de ordes lees ik toch dat rechtszoekenden vlot
de weg vinden naar de juridische tweedelijnsbijstand. Ik citeer: “De realiteit
is dat de absolute overgrote meerderheid van de rechtszoekenden rechtstreeks
contact opneemt met een advocaat om bijgestaan te worden in het kader van de
juridische tweedelijnsbijstand. Het aantal aanstellingen dat door de bureaus
voor juridische bijstand (BJB) zelf wordt gedaan, is eerder beperkt van aard.”
Waar mogelijk
moeten we de administratieve obstakels zoveel mogelijk wegnemen. De
administratie dient zoveel mogelijk beperkt te worden en waar mogelijk digitaal
te verlopen. Zo moet de rechtszoekende zich kunnen aanmelden bij het bureau
voor juridische bijstand met de eID-kaart in plaats
van allerlei papieren documenten te moeten voorleggen. Deze mogelijkheid wil ik
wettelijk verankeren in het Gerechtelijk Wetboek.
Marijke Dillen (VB):
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw positieve antwoord.
Deze vraag is geïnspireerd op een aantal
hoorzittingen in deze commissie inzake de toegang tot de rechtsbedeling door
multidisciplinaire kantoren, waar al deze punten van kritiek of opmerkingen
naar voren zijn gekomen. Ik ben blij te vernemen dat u een wetgevend initiatief
gaat nemen tegen het einde van het jaar. Gaat het dan om het politieke jaar of
het kalenderjaar?
Op mijn tweede
vraag over de correcte vergoeding hebt u geantwoord dat het budget zou moeten
worden verhoogd. Het woordje ‘zou’ wekt toch wat
argwaan bij mij, mijnheer de minister. Bent u ook effectief bereid om dat in de
praktijk te doen? Voor de pro-Deoadvocaten die hun taak naar behoren uitvoeren,
is die vergoeding nu toch te laag.
U werkt ook aan een snellere uitbetaling,
want vanaf 2024 zou die tweemaal per jaar gebeuren. Dat is heel positief. U
beklemtoont ook dat de rechter toeziet op de kwaliteit. In de marge wens ik
echter op te merken dat er volgens mij ook toezicht, hoe beperkt ook, mag komen
op eventueel misbruik van het systeem door bepaalde advocaten, want dat kan
uiteraard niet getolereerd worden.
U gaat verder werken aan het wegnemen van de
administratieve obstakels. Ook dat is positief, werken met de elektronische identiteitskaart
en niet met alle paperassen die vandaag moeten worden ingediend. In Antwerpen
worden we bijvoorbeeld nog altijd geconfronteerd met de gevolgen van het hacken
van de computersystemen, waardoor het heel moeilijk is om al die attesten op te
vragen en er vertraging optreedt. Ik zal dus heel blij zijn wanneer die hele
administratieve rompslomp in de praktijk beperkt wordt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Vraag van Marijke Dillen aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
overbevolking van de gevangenis van Gent en het burgemeestersbesluit"
(55033572C)
Question de Marijke Dillen
à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du
Nord) sur "La surpopulation à la prison de Gand et la décision du
bourgmestre" (55033572C)
Marijke
Dillen (VB): De overbevolking in de
gevangenissen is een probleem dat duidelijk niet opgelost raakt. Nu heeft de burgemeester
van Gent aan de alarmbel getrokken betreffende de situatie in de gevangenis aan
de Nieuwewandeling. De situatie is er onmenselijk voor gevangenen en cipiers.
Met een burgemeestersbesluit vraagt hij een snelle oplossing voor de
overbevolking in de gevangenis. “Er zitten nu bijna dubbel zoveel mensen als er
capaciteit is, in overvolle cellen. Nergens is de situatie zo schrijnend als in
Gent. Dit is onhoudbaar, ook voor het personeel", zo stelt de
burgemeester. Volgens de burgemeester zitten er momenteel ruim 500 gevangenen
terwijl de gevangenis in theorie zo'n 290 mensen kan opvangen. Er slapen nu 80
mensen op de grond. Er zitten tot drie personen in een cel voor één gevangene.
Het is duidelijk dat op deze wijze de leefomstandigheden, de hygiëne en het
mentale welzijn op het spel staan en de gewone werking van het gevangeniswezen
in het gedrang komt wat leidt tot spanningen, frustraties en een onveilige
situatie. De stad Gent vraagt nu met een burgemeestersbesluit dit probleem op
te lossen tegen begin mei.
Kan u mij een evolutie geven van het aantal
gedetineerden die in de gevangenis van Gent verbleven en verblijven sinds het
begin van deze legislatuur?
Werden er in het verleden reeds maatregelen
genomen om een oplossing te bieden aan de overbevolking in de gevangenis van
Gent?
Het burgemeestersbesluit is een duidelijk
signaal aan uw adres. Heeft er inmiddels overleg plaatsgevonden met de
burgemeester van Gent? Welke initiatieven gaat u nemen om gevolg te geven aan
de terechte bekommernissen van de stad Gent? Kunnen een aantal van de
gedetineerden die in de gevangenis van Gent verblijven worden overgeplaatst
naar andere gevangenissen? Kan u waarborgen dat het aantal grondslapers tegen
begin maart gehalveerd is en tegen begin mei volledig is weggewerkt?
Minister
Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster, mevrouw Dillen, ik vraag u, ten eerste, uw
eerste vraag schriftelijk te stellen. Ik zal u dan zo snel mogelijk antwoorden.
Ten tweede, Gent is niet de enige gevangenis
die wordt geconfronteerd met overbevolking. De administratie tracht op continue
wijze de graad van de bevolking tussen de gevangenissen zoveel mogelijk te
spreiden. Met name in de arresthuizen blijft het echter heel moeilijk. De
gevangenissen zijn omzeggens de enige organisatie in ons land die geen opnamestop
kent, waardoor er geen controle is op de instroom van gedetineerden. Er zijn in
diverse gevangenissen als tijdelijke maatregel al bedden bijgeplaatst. In
totaal gaat het over 281 bedden. In Gent gaat het over 20 bedden voor
mannelijke en 10 bedden voor vrouwelijke gedetineerden. Desondanks moesten wij
vaststellen dat in de gevangenis van Gent nog steeds 80 gedetineerden op een
matras moesten overnachten. Dat was op 24 januari 2023. Ondertussen
zakte het aantal grondslapers tot 69. Alle maatregelen die worden getroffen in
het kader van de overbevolking zijn trouwens ook van toepassing voor de
gevangenis van Gent.
Ten derde, er heeft inderdaad overleg
plaatsgevonden. Vandaag zijn er in totaal 11.143 gedetineerden voor
9.729 plaatsen. Er worden concrete initiatieven genomen op het vlak van de
capaciteit. Door de verouderde gevangenissen van Dendermonde en Sint-Gillis
open te houden, worden in totaal 350 nieuwe plaatsen gecreëerd.
Daarenboven moet de extra capaciteit van de gevangenis van Haren –
106 plaatsen – en van Nieuw-Dendermonde –
276 plaatsen – ook voor het ontlasten van de andere gevangenissen
zorgen.
Vooral de plaatsen in Dendermonde zullen
dienen om de overbevolking in Gent aan te pakken. De FOD Justitie stelt
alles in het werk, om dat scenario zo snel mogelijk gerealiseerd te krijgen. De
nieuwe cellen moeten een oplossing vormen voor onder andere de overbevolking in
Gent. Intussen is de enige mogelijkheid het zo goed mogelijk spreiden van de
overbevolking. Gevangenissen zijn communicerende vaten op dat vlak. Het
ontvolken van één gevangenis leidt tot een stijging van de overbevolking in een
of meerdere andere gevangenissen. De administratie tracht in die moeilijke
omstandigheden de spreiding zo goed mogelijk te controleren.
Behalve het organiseren van extra capaciteit
worden ook maatregelen getroffen met het oog op de strijd tegen de
overbevolking. Ik som er een aantal op. Ten eerste, wij gaan uiteraard
regelmatig in dialoog met de magistratuur. Er zijn een aantal wettelijke
aanpassingen op komst om het aantal voorlopige hechtenissen
terug te dringen. Er worden overlegplatformen uitgewerkt op provinciaal niveau
zodat de verschillende partners in dialoog kunnen gaan over onderwerpen die
gelieerd zijn aan de overbevolking. Deze goede praktijk werd opgestart in
Antwerpen. Ik wil hem graag in elke provincie gerealiseerd zien. Er vonden ook
reeds vier rondetafelgesprekken plaats over thema’s gelinkt aan de
overbevolking, namelijk: de voorlopige hechtenis, de internering, de
strafuitvoering, en de gedetineerden zonder recht op verblijf. Het jongste
rondetafelgesprek vond plaats op 27 januari.
Marijke Dillen (VB):
Mijnheer de minister, Gent is uiteraard niet de enige betrokken gevangenis. De
gevangenisproblematiek komt hier helaas met de regelmaat van de klok aan bod,
niet alleen tijdens het vragenuurtje maar ook naar aanleiding van
hoorzittingen. Het is wel de eerste keer, tenzij mijn geheugen mij in de steek
laat, dat de burgemeester van Gent over deze problematiek aan de alarmbel
trekt. U zegt dat het aantal grondslapers is verminderd. Inderdaad, van 80 naar
69, maar dat blijven er wel nog 69 te veel. Ik meen dat wij het daar allebei
over eens zijn. Dit zorgt voor een situatie waarin het zeer moeilijk werken is
voor de cipiers, en voor de gevangenen is zij eigenlijk onmenselijk. U zegt dat
de gedetineerden die in Gent blijven, zo spoedig mogelijk zullen worden
overgeplaatst naar de gevangenis van Dendermonde. Wat betekent dat? Wij moeten
er toch voor zorgen dat het probleem van de grondslapers bijzonder snel wordt
opgelost.
U neemt ook andere maatregelen. U zult
spreken met de magistratuur. U verwijst naar de voorlopige hechtenis.
Mijnheer de minister, als wij kijken naar de
praktijk – u beschikt ter zake wellicht over gegevens – stellen wij
vast dat er voor de beslissing van de raadkamer en van de KI niet over één
nacht ijs wordt gegaan. Meestal gaat het om zeer overwogen en terechte
maatregelen. In Antwerpen zit men bijvoorbeeld met al die dossiers die het
gevolg zijn van Sky ECC. Dat zijn ernstige
dossiers. U was destijds fier op de realisatie van de FGP door het kraken van
het Sky ECC-netwerk. Dat begint meer en meer zijn
gevolgen te hebben nu. Als er een beslissing genomen wordt tot voorlopige
hechtenis, is dat zeer goed overwogen. Meer en meer van die dossiers, maar ook
andere dossiers, komen nu ook ten gronde voor. In de praktijk wordt niet meer
snel de onmiddellijke aanhouding bevolen als er zware gevangenisstraffen worden
opgelegd, bijvoorbeeld vijf tot zeven jaar. Waarschijnlijk zit daar de problematiek
van de overbevolking in het achterhoofd. Als zware straffen worden
uitgesproken, moeten die natuurlijk ook effectief kunnen worden uitgevoerd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Vraag van Ellen Samyn
aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en
Noordzee) over "De uitlevering van Puigdemont"
(55033809C)
Question de Ellen Samyn
à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du
Nord) sur "L'extradition de M. Puigdemont"
(55033809C)
Ellen Samyn (VB): Ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
Ruim
vijf jaar nadat de toenmalige Catalaanse regering een referendum over de
afscheuring van Spanje heeft georganiseerd blijft de Spaanse justitie
vastbesloten alle politieke kopstukken van toen te berechten voor hun rol in
het onafhankelijkheidsproces.
Enkele
Catalaanse regeringsleden, onder wie ex-premier Carles
Puigdemont, vluchtten in het najaar van 2017 naar
België uit vrees voor repressie door de Spaanse autoriteiten.
Volgens
de media is bij Puigdemont momenteel van een uitlevering
geen sprake zolang het Europees Hof van Justitie niet uitgeklaard heeft of hij
als lid van het Europees Parlement onschendbaarheid geniet en zo beschermd is
tegen vervolging in Spanje..
België
weigerde enkele jaren geleden Puigdemonts uitlevering
met als argument dat het Spaanse hooggerechtshof niet bevoegd was voor het
uitvaardigen van zijn Europees aanhoudingsbevel.
Daarop
trok een rechter van het Spaanse hooggerechtshof, naar het Europees Hof van
Justitie en vroeg uit te klaren of de Belgische justitie haar boekje te buiten
was gegaan. Tevens wilde hij weten of hij een nieuw Europese aanhoudingsbevel
kon uitvaardigen tegen de Catalaanse nationalist.
Dinsdag
oordeelde het Hof dat 'een uitvoerende rechterlijke autoriteit de uitvoering
van een Europees aanhoudingsbevel in beginsel niet mag weigeren op grond van de
onbevoegdheid van de rechterlijke instantie die de gezochte persoon in de
lidstaat die het bevel uitvaardigde, moet berechten'.
Het
Hof voegde daaraan toe dat rechters in uitzonderlijke gevallen een
uitleveringsverzoek kunnen weigeren. 'Als ze vaststellen dat het recht op een
eerlijk proces voor de gezochte persoon in het gedrang komt omdat het Spaanse
gerechtelijk apparaat structurele of fundamentele gebreken vertoont of de
Spaanse rechter duidelijk onbevoegd is.'
Justitie
in dit land moet dan eerst een grondig onderzoek voeren en op zoek gaan naar
feiten om dat argument te staven.
1. U
hebt ongetwijfeld kennis genomen van het arrest van het Europees Hof van
Justitie.
2. Bent
u reeds in de mogelijkheid geweest dit te bestuderen? Wat zijn de concrete
gevolgen van dit arrest op een eventuele uitlevering van de heer Puigdemont?
3. Gaat
Justitie een onderzoek voeren om de in het arrest vermelde argumenten te staven
zodat de heer Puigdemont niet zal worden uitgeleverd?
4. Heeft
het Europees Hof zich inmiddels reeds uitgesproken over de parlementaire
onschendbaarheid van Puigdemont? Zal zolang hierover
geen beslissing is genomen Puigdemont niet worden
uitgeleverd?
Minister
Vincent Van Quickenborne: Mevrouw Samyn, ten eerste, ik heb
inderdaad kennisgenomen van het arrest.
Een eerste analyse leert ons dat het Hof van
Justitie van de Europese Unie zijn vaststaande rechtspraak bevestigt. Die
berust op het belang van het beginsel van wederzijds vertrouwen. Dat beginsel
betekent dat de Europese aanhoudingsbevelen in het beginsel worden erkend, maar
het betekent geen blind vertrouwen. Beperkingen kunnen worden toegestaan in
uitzonderlijke omstandigheden. De bedoeling van de prejudiciële procedures voor
het Hof van Justitie van de Europese Unie, zoals de zaak 158/29, waarvan
het arrest werd gewezen op 31 januari 2023, bestaat er enkel in zich
uit te spreken over de interpretatie van de Europese instrumenten teneinde een
uniforme interpretatie en toepassing van het Europees recht op het volledige
grondgebied van de Europese Unie te waarborgen. Met het arrest van
31 januari 2023 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie
stappen en elementen verstrekt die moeten worden beoordeeld wanneer de
nationale rechtscolleges zich moeten uitspreken over de vraag of de
tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel zou leiden tot een
schending van een grondrecht in het unierecht. Binnen de grenzen van die
interpretatie behouden de gerechtelijke autoriteiten van de staten uiteraard
steeds een soevereine beoordelingsbevoegdheid wanneer zij de concrete
omstandigheden moeten beoordelen en een uitspraak moeten doen over de
tenuitvoerlegging van Europese aanhoudingsbevelen.
Ten tweede, ik stel vast dat op dit moment
geen enkele overleveringsprocedure loopt ten aanzien van de genoemde persoon.
De Spaanse autoriteiten hebben de Europese aanhoudingsbevelen immers
ingetrokken. Dat maakt een aantal van uw vragen natuurlijk zonder voorwerp.
Ten derde, mochten de Spaanse gerechtelijke
autoriteiten besluiten een nieuw Europees aanhoudingsbevel uit te schrijven –
zij kunnen dat volgens het Europees recht –, dan zal het aan de Belgische
gerechtelijke autoriteiten zijn om zich hierover uit te spreken, maar ik herhaal
dat dat momenteel niet aan de orde is.
Ten slotte, u vroeg ook naar de procedure
bij het Hof van Justitie van de Europese Unie over het al dan niet intrekken
van de onschendbaarheid. De zaak met betrekking tot de onschendbaarheid van de
genoemde persoon is nog steeds hangend voor het Hof van Justitie van de
Europese Unie. In mei 2022 schorste de ondervoorzitter van het Gerecht van de
Europese Unie in een beschikking in kort geding de tenuitvoerlegging van de
beslissing inzake de opheffing van zijn onschendbaarheid die het Europees
Parlement in maart 2021 in afwachting van een definitieve uitspraak heeft
genomen.
Ellen Samyn (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor het omstandig antwoord.
Het kan onzes inziens absoluut niet de
bedoeling zijn dat België in het algemeen en justitie in het bijzonder gebruikt
en misbruikt worden door de Spaanse lidstaat in een politiek precept met als doel om de vrije
meningsuiting te beknotten of aan banden te leggen. Het Vlaams Belang hoopt dan
ook dat er alles aan zal worden gedaan, opdat de heer Puigdemont
nooit aan Spanje zal worden uitgeleverd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
nultolerantie voor geweld t.a.v. alle hulpverleners" (55034027C)
Question de Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La
tolérance zéro pour la violence contre les prestataires de soins"
(55034027C)
Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw
de voorzitster, mijnheer de minister, maandagnamiddag werden twee mensen
verwond, onder wie een arts, in de Sint-Jozefkliniek in Izegem. In de media
spreekt men over een verwarde man, die gearresteerd werd na de feiten. Los van
de specifieke situatie, komt het aspect van de nultolerantie van geweld tegen
hulpverleners weer naar boven. Het is heel moeilijk om voldoende mensen te
vinden die in de zorg willen werken, terwijl het zowat de essentieelste sector
is. Degenen die hun steentje kunnen bijdragen aan de herwaardering van de zorg,
moeten dat ook doen.
Is er al meer duidelijkheid over de
omstandigheden van deze geweldpleging in het ziekenhuis? Zijn deze regering en
uzelf voorstander van een absolute nultolerantie van geweld tegen alle
hulpverleners, inclusief ziekenhuispersoneel? Zal er nog verdere actie
ondernomen worden om de reeds geldende richtlijnen in het kader van geweld
tegen de politie nog verder te verstrengen en uit te breiden naar andere
hulpverleners, zoals brandweer en zorgpersoneel? Dit werd gisteren opnieuw
geopperd door mensen uit de zorg, tijdens de hoorzitting naar aanleiding van de
mesaanval tegen een politieagent enkele maanden
geleden.
Minister
Vincent Van Quickenborne: Mevrouw De Wit, u zult begrijpen dat ik niet kan communiceren over
een individueel dossier. In het algemeen kan ik wel zeggen dat de richtlijn
voor de door u geciteerde beroepsgroepen COL/3208 betreft. U weet wat het
regeerakkoord zegt over de prioriteit die moet worden gegeven om geweld tegen
politie en hulpverleners aan te pakken. De genoemde COL voorziet in een gepaste
gerechtelijke reactie voor ernstige feiten van geweld tegen alle hulpverleners.
In ernstige gevallen gaat dit over vrijheidsberoving van de dader, voorleiding
voor de magistraat en informatie richting de werkgever. Het is onaanvaardbaar
dat hulpverleners als dokters en verplegers worden aangevallen tijdens hun
dienst. Daartegen moet Justitie een scherp en sterk signaal stellen, voor zover
uiteraard de feiten bewezen zijn.
Ook in dit geval werd door het parket
navenant gehandeld. De procureur-generaal van Gent deelt mij mee dat, gelet op
de ernst van de feiten, waarbij twee gewonden te betreuren vielen, de procureur
des Konings onmiddellijk een gerechtelijk onderzoek vorderde, met het oog op
het afleveren van een aanhoudingsmandaat. Dat gerechtelijk onderzoek loopt
momenteel.
Ik heb het College van procureurs-generaal
bij mijn aantreden reeds gevraagd om de richtlijn waar ik naar verwees nauw op
te volgen, streng toe te passen en ook regelmatig te evalueren. Ik kan u ook
zeggen dat dit regelmatig gebeurt. Het College staat daarbij ook open om in
overleg te gaan met de vertegenwoordigers van de overkoepelende organisaties
van de beschermde groepen zoals vermeld in artikel 410bis van ons Strafwetboek.
Dat overleg gebeurde onder meer al met de NMBS.
Ik kan daar nog aan toevoegen, en ook dat
werd reeds besproken in deze commissie, dat we de artikelen in het ontwerp van een
nieuw Strafwetboek die betrekking hebben op geweld tegen de politie en tegen
andere beschermde beroepsgroepen, versneld in werking willen laten treden.
Hiertoe worden nu de nodige stappen gezet binnen de regering en dus binnenkort
ook in het Parlement.
Sophie De Wit (N-VA):
Dit aspect zal dus al vroeger naar het Parlement komen dan de rest van het
nieuwe Strafwetboek. Wij kijken daarnaar uit. De vraag leeft echt wel binnen de
zorg en de zorgsector. Vandaag hebben zij het gevoel dat zij een beetje
vergeten worden. Hopelijk zal uw toelichting van vandaag hen geruststellen. Het
zal vooral duidelijk worden wanneer we de wetteksten als zodanig zien.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De kraak
van Exclu Messenger" (55034028C)
Question de Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le
piratage d'Exclu Messenger" (55034028C)
Sophie De Wit (N-VA): Na het succes van de Belgische speurders met de kraak van Sky-ECC, kenden nu ook de Nederlandse misdaadbestrijders
een gelijkaardig succes. De Nederlanders slaagden erin om de chatapplicatie Exlu Messenger te kraken en 5 maanden lang berichten van
criminelen aan elkaar mee te lezen.
Er
werden in totaal 42 verdachten opgepakt en 79 panden werden doorzocht in de
vroege ochtend begin deze maand. Daarbij zouden drugs, wapens en 4 miljoen euro
cash geld gevonden zijn. Daarnaast werden ook een cocaïnewasserij en 2 drugslabs ontdekt zijn. Hiervoor werd
samengewerkt tussen Nederland, Duitsland en België.
1.Is
het ook in dit geval, net zoals bij SKY-ECC, de drugsmaffia die wordt
geviseerd? Of gaat het ook om andere criminaliteit?
2.Hoeveel
mensen zijn er opgepakt in België? Welke en hoeveel wapens zijn er aangetroffen
in de Belgische doorzochte panden?
3.Over
welke soorten en hoeveelheden drugs spreken gaat het in België?
4.Is
het al duidelijk welke onderzoeken in welk land verder zullen verlopen? Zijn er
door Nederland reeds overleveringen gevraagd of worden die verwacht?
5.Zijn
er veel aanbieders van dergelijke versleutelde communicatiekanalen als Sky-ECC en Exlu Messenger? Hebben
onze diensten een zicht op in welke mate deze gebruikt worden voor criminele
doeleinden?
Minister
Vincent Van Quickenborne: Mevrouw De Wit, dit onderzoek wordt geleid door de officier van
justitie in Nederland. Het is dus niet aan de Belgische Justitie, laat staan
aan de Belgische minister van Justitie, om hierover te communiceren, dat zult u
ongetwijfeld begrijpen.
In het algemeen kan ik wel opmerken dat de
georganiseerde misdaad, die per definitie de landsgrenzen overschrijdt, voor
snelle communicatie afhankelijk is van versleutelde communicatie. U vermeldde
naast dit recente dossier ook Sky ECC, maar ik
zou daar ook nog andere aanbieders aan kunnen toevoegen, zoals EncroChat en ANOM.
U weet ook dat wanneer we het over
georganiseerde misdaad hebben, de productie van en handel in drugs daar deel
van uitmaken. Uit alle rapporten, bijvoorbeeld de SOCTA-rapporten van Europol,
blijkt dat cocaïnesmokkel één van de lucratiefste misdaadvormen is. De
Belgische Justitie en politie blijven die bestrijden, samen met onze
internationale partners.
Het lijdt geen twijfel dat criminele bendes
zullen blijven zoeken naar nieuwe manieren om te communiceren en dus ook naar
nieuwe communicatiekanalen. We blijven daar zeer alert voor en we doen het
nodige, uiteraard binnen de grenzen van de wet, om die bloot te leggen.
Sophie De Wit (N-VA):
Mijnheer de minister, ik leer elke dag iets bij. Sky ECC,
Exclu Messenger en de andere versleutelde
communicatiekanalen die u hebt aangehaald zullen zeker niet de laatste zijn die
voor criminele activiteiten gebruikt zullen worden. Het is belangrijk dat we
daar alert voor blijven en ik hoop oprecht dat er voldoende middelen zijn,
zowel op het vlak van technologie als van personeel, om de situatie op te
volgen, zodat men niet steeds op achtervolgen aangewezen is.
Het is goed dat men in Nederland succes
geboekt heeft en ik begrijp dat u hierover geen details kunt geven, maar dit
heeft wel een impact gehad in België. Er werden hier immers panden doorzocht
waarbij grote hoeveelheden cash werden gevonden. Er werd goed samengewerkt door
Duitsland, Nederland en België. Ik hoop dat onze diensten daar op een goede
manier aan kunnen meewerken, in de wetenschap dat dit slechts één van de vele
radartjes in de machine zal zijn. We moeten deze strijd blijven voeren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Vraag van Marijke Dillen aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
betalingsachterstand bij slotenmakers die voor Justitie werken" (55033813C)
Question de Marijke Dillen
à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du
Nord) sur "L'arriéré de paiements dont sont victimes les serruriers
travaillant pour la Justice" (55033813C)
Marijke Dillen (VB):
Mevrouw de voorzitster, met uw goeddunken verwijs ik naar de schriftelijke
voorbereiding.
Opnieuw
worden we geconfronteerd met berichten in de media betreffende wanbetalingen
door de taxatiediensten binnen Justitie voor prestatieverleners. Ditmaal ging
het om een noodkreet van een slotenmaker die de politiediensten bijstaat bij
huiszoekingen. De man spreekt over een openstaand saldo van 22 facturen voor
meer dan 3000 euro. Deze facturen dateren nog van 2020 en 2021. De procedure
blijkt vrij omslachtig te zijn, meer bepaald een factuur opsturen in drievoud
naar de lokale politie die deze dient door te sturen naar het parket voor
goedkeuring waarna het terug wordt doorgestuurd naar de lokale politie. Dit kan
soms maanden duren. Pas dan kan het dossier naar de taxatiedienst. Bij de taxatiedienst
dient men te bewijzen waarom het zo lang heeft geduurd, wat niet
vanzelfsprekend is.
De
Dienst Communicatie en Informatie bij de FOD Justitie stelde in antwoord op
deze aanklacht dat de betalingstermijnen beperkt zijn en de procedures
vereenvoudigd binnen het wettelijke kader. Gemiddeld zou de termijn tussen de
datum van ontvangst van de schuldvordering en de betaling 35 dagen bedragen,
ook voor slotenmakers. Maar tegelijkertijd werd er erkend dat er wel vertragingen kunnen ontstaan in eerdere fases.
Kan de
minister meer toelichting geven betreffende de huidige procedure en
betalingstermijnen? Graag een gedetailleerde toelichting voor alle
prestatieverleners die werken voor FOD Justitie.
Uit de
verklaring van de Dienst Communicatie en Informatie bij de FOD Justitie kan
worden afgeleid dat de problemen betrekking hebben op dossiers uit het verleden
en dat sinds 2022 alles vlot verloopt. Is dit een juiste vaststelling?
Welke
initiatieven gaat de minister nemen om ervoor te zorgen dat de nog openstaande
schuldvorderingen uit het verleden zo spoedig mogelijk worden betaald? En
wanneer voorziet u dat de betalingsachterstand uit het verleden volledig zal
zijn weggewerkt?
Minister
Vincent Van Quickenborne: Mevrouw Dillen, de laattijdige betaling van experten door Justitie
is een oud zeer binnen Justitie. Ik word daar regelmatig over bevraagd in deze
commissie. Dat is terecht. U weet dat ik van een tijdige en correcte betaling
een punt heb gemaakt in mijn beleidsnota. We boeken intussen wel resultaten. Als
antwoord op uw derde vraag kan ik u melden dat er momenteel geen historische
betaalachterstand meer is.
Over het
specifieke geval uit uw vraag kan ik u zeggen dat na contact met het
desbetreffende taxatiebureau van Antwerpen bleek dat de slotenmaker niet op de
hoogte was van de nieuwe procedures die ingegaan zijn op 1 januari 2020.
Dat is intussen al drie jaar geleden. Het taxatiebureau heeft nooit een factuur
ontvangen van desbetreffende slotenmaker. Het is dan ook kort door de bocht
wanneer men in dit krantenartikel schrijft over “problemen bij de
taxatiebureaus”.
De procedure
verloopt als volgt. De slotenmaker wordt opgebeld door de opdrachtgever,
bijvoorbeeld de politie. De leverancier voert de opdracht uit. De politie maakt
zo snel mogelijk een vordering over, een bestelbon. De slotenmaker stelt een
ontwerpfactuur op en maakt deze over voor goedkeuring. De opdrachtgever geeft
dan de goedkeuring of vraagt een verbetering. Ten slotte maakt de slotenmaker
de vordering, de goedkeuring en de factuur over. Nergens staat dat de factuur
in drievoud moet worden opgestuurd. De procedure kan immers perfect digitaal
verlopen. Het probleem dat in uw vraag naar boven komt, ligt dus niet bij de
taxatiebureaus.
Ik geef u de
cijfers van 2022. In dat jaar werden 204.222 facturen en gerechtskosten
verwerkt. Gemiddeld was de termijn tussen de datum van ontvangst van de factuur
en de betaling 35 dagen. Specifiek voor de slotenmakers zijn er 1.069
uitbetaalde facturen gekend in de boekhoudapplicatie voor het afgelopen kalenderjaar.
74,4 % van de schuldvorderingen werd betaald binnen de 30 dagen na
ontvangst op het lokale taxatiebureau. Begin 2022 was dat nauwelijks 50 %.
U merkt het, het gaat hier om een vooruitgang van bijna 25 % op een jaar
tijd. Voor slotenmakers zien we dat de gemiddelde betalingstermijn op 34 dagen ligt,
dat ligt dus in dezelfde lijn.
De afhandeling bij
de taxatiebureaus verloopt in het algemeen dus vlot. Dat neemt niet weg dat er
vertragingen kunnen ontstaan in de eerdere fases, namelijk bij het verkrijgen
van de vordering bij de leverancier of de goedkeuring door de opdrachtgever,
bijvoorbeeld de politie.
Het is dus belangrijk dat ook de andere
partners van Justitie, niet Justitie alleen, zorgen voor een snellere
afhandeling van de goedkeuring van prestaties. Bijvoorbeeld, soms blijven er
stukken liggen bij de politie. Vaak wordt Justitie geviseerd, maar alle
betrokken partners moeten in ogenschouw worden genomen.
Elke factuur dient ten laatste binnen de zes
maanden na de prestatie ingeleverd te worden bij het bevoegd taxatiebureau, net
om achterstand te vermijden, maar ook om accuraat de budgetten van de
gerechtskosten te kunnen beheren. Mogelijk weet u dat dossiers sinds mei 2022
digitaal ingevoerd kunnen worden via Justinvoice.
Intussen werden via die weg al meer dan 25.000 dossiers ingediend, dus dat
aantal stijgt zeer snel.
Via de website justonweb.be kunnen
prestatieverleners dossiers en stukken opladen. Zij krijgen een digitaal
ontvangstbewijs en het systeem verwittigt hen over ontbrekende stukken. De
staat van een dossier kan ook volledig digitaal opgevolgd worden. Enkele punten
worden dit jaar nog verder gedigitaliseerd.
Marijke Dillen (VB):
Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord.
Ik noteer dat de casus die de media gehaald heeft,
in zekere zin gebaseerd is op een spijtig misverstand, aangezien u zegt dat de
bewuste slotenmaker niet op de hoogte was van de nieuwe procedure. U stelt
terecht dat de verantwoordelijkheid niet alleen Justitie toekomt, maar dat alle
partners bekeken moeten worden.
Ik ben wel blij te mogen vaststellen dat
werk wordt gemaakt van de laattijdige betalingen, een oud zeer bij Justitie. U
zegt dat de betalingstermijn in 2022 gemiddeld 35 dagen bedroeg. Ik neem aan
dat het daarbij niet alleen over slotenmakers, maar over alle experts gaat. Dat
is inderdaad een goede evolutie.
Het incident is gesloten.
De voorzitster:
De samengevoegde vragen nrs. 55033849C en
55033915C van mevrouw Dillen en de heer Boukili
worden uitgesteld, net als de samengevoegde vragen nrs. 55033889C
van de heer Boukili en 55034012C van de heer Aouasti. Ook vraag nr. 55033922C van de heer Boukili wordt uitgesteld. Mevrouw Bury
is verhinderd, haar vraag
nr. 55034014C wordt uitgesteld. Van de heer Kir hebben we niets vernomen,
zijn vraag nr. 55033938C vervalt.
Questions jointes de
- Denis Ducarme à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L’usage
de pistolets à air comprimé par des fonctionnaires en Flandre" (55034003C)
- Marijke Dillen à
Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord)
sur "Le souhait d'équiper les fonctionnaires de VLABEL d'armes à air
comprimé et de sprays au poivre" (55034018C)
Samengevoegde vragen van
- Denis Ducarme aan
Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"Het gebruik van luchtdrukpistolen door Vlaamse ambtenaren"
(55034003C)
- Marijke Dillen aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Het
verzoek om ambtenaren van VLABEL uit te rusten met luchtdrukgeweren en
pepperspray" (55034018C)
We hebben niets vernomen van de heer Ducarme, dus zijn vraag vervalt.
Marijke Dillen (VB):
Ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
Vlaams
Minister van Financiën Diependaele heeft een pleidooi
gehouden om de mobiele ambtenaren van de Vlaamse Belastingdienst uit te rusten
met luchtdrukgeweren en pepperspray.
Uit de
feiten blijkt dat deze ambtenaren tijdens het uitvoeren van hun
controleopdrachten regelmatig worden geconfronteerd met agressie. Deze vormen
van agressie zijn helaas in stijgende lijn. Volgens cijfers van het kabinet van
Vlaams Minister Van Diependaele waren er in 2021 19 incidenten, waarvan de
helft escaleerde tot fysieke agressie. De cijfers stijgen helaas. In 2022 waren
er van de 38 incidenten blijkbaar twee derde met geweld. Daarom wil Vlaams
Minister van Financiën Diependaele dat deze
ambtenaren van de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel)
uitgerust worden met luchtdrukgeweren tijdens hun controles. Het gaat om
defensieve wapens die qua afschrikking voldoende effect zouden hebben. Het zou
de bedoeling zijn dat de ambtenaren een opleiding zouden volgen om te leren
deze defensieve wapens te hanteren. Hiervoor werd er een zestal maand geleden
officieel toestemming gevraagd aan de minister van Justitie.
Wat is
het standpunt van de minister?
Welke
initiatieven heeft de minister inmiddels genomen om een positief gevolg te
geven aan dit verzoek van Vlaams minister van Financiën Diependaele?
Minister
Vincent Van Quickenborne: Mevrouw Dillen, de aanvraag om bepaalde leden van de betreffende
dienst met luchtdrukgeweren uit te rusten, is inderdaad in behandeling bij mijn
diensten. Na de aanvraag werd nog extra informatie opgevraagd bij VLABEL en
werd advies gevraagd aan de politie. Net zoals bij andere dossiers, zal ik de
aanvraag grondig bestuderen. Om andere diensten dan de politie uit te rusten
met wapens, moeten er alleszins zeer goede redenen zijn. We gaan dus niet over
één nacht ijs.
Marijke Dillen (VB):
Mijnheer de minister, uiteraard is het belangrijk dat u niet over één nacht ijs
gaat en dat u advies inwint. Wanneer zal een definitief antwoord worden
gegeven?
Minister
Vincent Van Quickenborne: Mevrouw Dillen, ik kan die vraag niet beantwoorden, omdat we ook
afhankelijk zijn van de politie, waaraan we advies hebben gevraagd. Dat zal
natuurlijk geen jaar meer duren.
Het incident is gesloten.
L'incident
est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 14.46 uur.
La réunion publique de commission est levée à
14 h 46.