Commission
de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières
administratives |
Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie
en Bestuurszaken |
du Mercredi 8 février 2023 Matin ______ |
van Woensdag 8 februari 2023 Voormiddag ______ |
Le développement des questions commence à 10 h 46. La réunion est présidée par M. Hervé Rigot.
De behandeling van de vragen vangt aan om 10.46 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Hervé Rigot.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Le président: Je tiens à vous informer que M. Francken s'est excusé.
01.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb vragen over de dwangsommen en uw uitspraken daarover vorige week op televisie. Bij Fedasil zijn inbeslagnames verricht en uw kabinet kreeg een deurwaarder over de vloer.
Over hoeveel gerechtelijke uitspraken gaat het?
Het bedrag van 30.000 euro per asielzoeker circuleert. Kunt u verduidelijken over welke bedragen het gaat? Hoeveel asielzoekers zijn betrokken? Hoe groot is het bedrag van de dwangsommen dat u verschuldigd bent?
Welke argumentatie heeft de rechter gebruikt voor die veroordeling tot betaling van dwangsommen? U hebt verklaard dat u het met die rechterlijke uitspraak oneens bent. Op welke argumenten baseert u zich om die uitspraak te betwisten? Tekent u beroep aan tegen die vonnissen? Lopen er momenteel beroepsprocedures?
In Villa Politica stelde u vorige week dat het gezond verstand zegt dat de betaling van dergelijke dwangsommen de opvangcrisis niet zal oplossen en zelfs nog zal verergeren. Over die uitspraak is heel wat commotie ontstaan omdat het heel eigenaardig is dat een regeringslid zegt geen uitvoering te zullen geven aan een vonnis van een rechter. Ik heb het daar ook moeilijk mee. Bent u het met mij eens dat in een rechtsstaat ook de uitvoerende macht rechterlijke uitspraken dient na te leven, net zoals alle burgers in ons land, en dat we de scheiding der machten te allen tijde moeten respecteren?
01.02 Frank Troosters (VB): Mevrouw de staatssecretaris, volgens mediaberichten heeft Fedasil beroep aangetekend tegen de inbeslagnames maar werd dat door de Brusselse rechter afgewezen. Het agentschap kondigde daarop aan om andere stappen te ondernemen. Welke concrete stappen werden gezet en welke mogelijke stappen worden overwogen?
Op 10 januari 2023 stelde het Rekenhof dat er twee types procedures lopende waren: enerzijds een opgestart door de ngo’s, anderzijds procedures opgestart door individuele asielzoekers. In het eerste geval zou u reeds veroordeeld zijn tot het betalen van 600.000 euro aan dwangsommen; in het tweede geval spreekt men van tientallen miljoenen euro, maar andere bronnen hebben het over honderden miljoenen euro. Graag enige verduidelijking over welke bedragen het precies gaat. Waarom volgt u het advies van het Rekenhof niet om deze potentiële kosten te begroten?
Tijdens de plenaire vergadering van 26 januari 2023 bevestigde uw collega Vincent Van Peteghem dat ook uw kabinet zich aan het bezoek van een deurwaarder mocht verwachten. Het zou gaan over drie dossiers van 23 asielzoekers, waarin de Belgische Staat naast Fedasil werd veroordeeld om personen uit de Paleizenstraat op te vangen. In dat verband zouden juridische stappen overwogen worden om de inbeslagnames alsnog te vermijden. Welke stappen hebt u ter zake gezet?
Tijdens De Zevende Dag van afgelopen zondag werd gesteld dat u in de tweede procedure, waarin dus niet alleen Fedasil maar ook de Belgische Staat was gedagvaard, uw verdediging niet voor de rechtbank heeft gevoerd en verstek hebt laten gaan. Kunt u dat bevestigen? Zo ja, waarom hebt u dat gedaan?
In dezelfde zitting stelde uw collega dat de uitbetaling van dergelijke dwangsommen, 30.000 euro per maand aan elke individuele asielzoeker, geen oplossing is. Onder meer in De Zevende Dag had u het zelf ook over een dergelijk bedrag, wat door anderen wordt tegengesproken, of minstens in vraag gesteld. Hoe komt u tot het bedrag van 30.000 euro per maand per individuele asielzoeker? In hoeveel gevallen werd reeds een veroordeling tot het betalen van die som uitgesproken?
Welke maatregelen zal u nemen om te vermijden dat het aantal veroordelingen verder oploopt en u effectief moet overgaan tot de uitbetaling van dwangsommen en/of verdere inbeslagnames volgen?
01.03 Hervé Rigot (PS): Madame la secrétaire d’État, j’avais sollicité le secrétariat pour retirer ma question parce que j’estime que des réponses ont été données en séance plénière jeudi dernier. Dès lors, et même si je ne dispose pas de l’ensemble des éléments souhaités, je ne désire pas poursuivre la question.
Je rappellerai néanmoins qu’il est important que l’État de droit veille à assumer les astreintes. Cependant, je partage votre avis: le paiement des astreintes ne résoudra pas la crise de l’accueil. Ce sont deux choses différentes.
Il faut pouvoir faire la part des choses: d’une part, les astreintes doivent être assumées – je le pense – et d’autre part, il faut rechercher des places d’accueil. Or, les astreintes ne nous aideront pas en ce sens. Ce qu'il faut, c'est un effort collectif et je ne doute pas que vous le mènerez avec l’ensemble de votre administration.
01.04 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de voorzitter, sta me toe gebruik te maken van de mogelijkheid van het actuadebat om ook vragen te stellen.
Mevrouw de staatssecretaris, ik zal het kort houden, want de situatie is al geschetst door de collega’s. Er zijn duizenden veroordelingen van uw beleid door diverse rechtbanken: de dwangsommen lopen intussen op tot enkele miljoenen euro.
Graag krijg ik een overzicht van de inbeslagnames en de verbeurdverklaringen die intussen een feit zijn. Hoeveel bedragen de totale juridische kosten, waaronder de advocaatkosten, die u en uw diensten reeds betaald hebben in het kader van veroordelingen wegens niet-opvang?
Graag verneem ik ook het bedrag voor de juridische kosten van het verweer tegen veroordelingen wegens niet-opvang, indien mogelijk op jaarbasis voor de afgelopen jaren.
01.05 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Chers collègues, jusqu’au 30 janvier, Fedasil a enregistré 6 014 décisions judiciaires la condamnant à accueillir un ou plusieurs demandeurs d’asile. Dans 11 dossiers, l’État belge a été condamné solidairement. Le fait que 2 996 personnes aient déjà trouvé une place d’accueil démontre notre volonté de bien accueillir les demandeurs d’asile, même si ce n’est pas possible tout de suite. Comme indiqué par mon collègue le ministre Vincent Van Peteghem en séance plénière il y a deux semaines, le total théorique des astreintes s’élève à des centaines de millions d’euros. Concrètement, des démarches ont été entreprises auprès des juges des saisies pour 315 000 euros.
De gerechtsdeurwaarder kwam inderdaad langs op mijn kabinet, voor twee beschikkingen van de arbeidsrechtbank van eind november, met betrekking tot 13 personen. De gerechtsdeurwaarder heeft een lijst opgesteld voor inbeslagname, maar heeft nog geen goederen meegenomen. Op de lijst van de gerechtsdeurwaarder staan heel wat zaken die wij wel essentieel achten voor ons werk. Ik zal niet nalaten om ook verzet aan te tekenen bij de beslagrechter.
Het gaat in beide dossiers om een veroordeling van Fedasil en de Belgische Staat met betrekking tot opvang voor de betrokken verzoekers en internationale bescherming. Deze personen werden reeds in december opgevangen. Ik betreur het feit dat er nog verdere stappen gezet worden om de dwangsommen te vorderen. Twee van deze personen zijn zelfs niet ingegaan op de uitnodiging van Fedasil. In deze dossiers gaat het in totaal over 53.832,15 euro.
Het is juist dat er op de eerste zitting van deze specifieke zaken geen advocaat voor de Belgische Staat aanwezig was. Er was wel een advocaat aanwezig voor Fedasil en voor het Brussels Gewest. Op de tweede zitting was ook de advocaat van de Belgische Staat aanwezig. De Belgische Staat verdedigt zich dus wel degelijk voor de rechtbank in dergelijke dossiers, dit om te tonen dat er geen onwil is om verzoekers op te vangen, maar dat het gaat om de materiële onmogelijkheid om iedereen onmiddellijk een opvangplaats te geven, op een moment dat de instroom in ons land historisch hoog is.
Het bedrag van 30.000 euro per maand, dat ik eerder als voorbeeld gebruikte, is illustratief. In bepaalde veroordelingen tegen Fedasil legde de rechter immers 1.000 euro per persoon per dag op, maal 30 dagen geeft dat 30.000 euro. Soms is dit beperkt tot 250 euro per persoon per dag, dat levert maal 30 dagen dan 7.500 euro per maand op.
Een dwangsom is een drukmiddel om een gerechtelijke beslissing uit te voeren. Wij zijn echter in de onmogelijkheid om snel gevolg te geven aan de beslissing. Wij werken daaraan elke dag. Dat is geen kwestie van willen. Ik betwist ook niet dat deze personen recht hebben op opvang, mevrouw Platteau. Ik ben dus helemaal niet tegen de uitspraak van de rechter die zegt dat deze personen opgevangen moeten worden. Ik ben het daarmee eens. Ik blijf er wel van overtuigd dat dwangsommen op dit moment geen oplossing zijn voor de opvangsituatie, integendeel, zij zouden de situatie erger kunnen maken dan ze vandaag is.
01.06 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw verduidelijking over de gerechtelijke uitspraken, de dwangsommen, het aantal personen. Ik dank u ook dat u zegt dat u alles in het werk zult stellen om die mensen op te vangen. U betwist niet dat die mensen opvang nodig hebben. U vindt ook dat zij daar recht op hebben.
Een dwangsom is inderdaad een drukkingsmiddel om een gerechtelijke uitspraak uit te voeren. We weten al heel lang dat u niet iedereen kunt opvangen. Wij zijn hier al een jaar over bezig. Wij weten ook dat dit in de toekomst moeilijk zal zijn. Het is nog altijd nodig om de opvangcrisis op te lossen. U zegt dat u de mensen wil verwelkomen, maar het is materieel niet altijd mogelijk om dat te doen. De regering stelt alles in het werk, zegt u, maar ik vraag mij af of wel alles in het werk wordt gesteld om de humanitaire crisis op te lossen. Wij hebben in de regering zelf al verschillende pistes op de tafel gelegd. Ik denk dat er echt meer mogelijk is. Ik denk dat de rechter dat ook vaststelt en daarom die dwangsommen oplegt.
Binnenkort zit u samen met uw collega’s op de Europese top. Gaat u de Europese solidariteit daar ook bepleiten? U zegt zelf dat België het momenteel heel lastig heeft om die materiële opvang te kunnen aanbieden. Ik erken zeker dat er een hoge instroom in ons land is, maar ik wil u vragen om er bij uw Europese collega’s op aan te dringen om Europese solidariteit te tonen en bijkomende middelen te vragen aan de Europese Commissie, zodat we iedereen kunnen opvangen die opvang nodig heeft.
Ik ben ook heel bezorgd over de komende maanden en u wellicht met mij. Wij weten dat de instroom niet zal verminderen. We moeten daar klaar voor zijn. Die structurele maatregelen zijn echt wel nodig. Ik wens u veel succes om dit te oplossen.
01.07 Frank Troosters (VB): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord.
De 33.833 opvangplaatsen voor asielzoekers volstaan blijkbaar niet, gelet op de veroordelingen, dwangsommen en inbeslagnames door deurwaarders. Eigenlijk is het een hallucinante situatie die het totale falen van het asielbeleid aantoont, dat als een ware asielmagneet voor asielfraudeurs en bedriegers lijkt te werken. Dat blijkt ook uit uw antwoord, aangezien u zegt dat zelfs asielzoekers die in het opvangnetwerk opgenomen zijn toch achter de dwangsommen blijven aanzitten en dat sommige asielzoekers niet ingaan op de uitnodigingen van Fedasil. Zulke zaken bewijzen dat het als een asielmagneet werkt.
Vorige week werd u in de plenaire vergadering bevraagd door mijn goede ex-collega Dries Van Langenhove over die veroordelingen en inbeslagnames. De dwangsommen en inbeslagnames leveren volgens u niets op omdat ze niet voor bijkomende opvangplaatsen zorgen. Dat is echter ook niet nodig, want het aantal opvangplaatsen moet niet toenemen, de instroom moet worden afgeremd.
U hebt niet geantwoord op mijn vraag over het advies van het Rekenhof om de potentiële kosten te begroten. Die opmerking van het Rekenhof vind ik volkomen terecht en ik wil u dan ook adviseren om voorzichtig te zijn, want de recente geschiedenis leert ons dat staatssecretarissen in de vivaldiregering die voorzichtig begroten weleens kunnen buitenvliegen.
01.08 Tim Vandenput (Open Vld): Mevrouw de staatssecretaris, het uitbetalen van die dwangsommen biedt inderdaad geen enkele oplossing, dus wij steunen u in het niet-uitbetalen daarvan. Mochten zij ooit worden uitbetaald, dan zou dat pas een aanzuigeffect creëren, want dan zouden er nog meer mensen naar hier komen in de wetenschap dat zij hier geld krijgen. Ik begrijp immers dat de sommen rechtstreeks naar de asielzoekers zouden gaan en niet naar hun advocaten. Blijf dat dus doen.
Wij moeten voorts twee zaken doen. De tijdelijke opvang moet worden uitgebreid. U bent daarmee bezig en de regering heeft daarvoor middelen vrijgemaakt. Dat geldt voor de korte termijn, maar op lange termijn moeten wij er alles aan doen om de instroom te beperken, zodanig dat minder mensen naar ons land komen en wij opnieuw naar het Europees gemiddelde van 0,6 kunnen evolueren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, er werden over deze problematiek ook al vragen gesteld tijdens de plenaire vergadering vorige week. Ik vond uw antwoorden teleurstellend. Telkens er een vraag wordt gesteld in de commissie over een beslissing van het CGVS die bekritiseerd wordt, zegt u dat u geen informatie kunt geven over individuele dossiers en dat het CGVS onafhankelijk oordeelt en dat dit niet de taak van de politiek is. Als er echter zoveel protest komt tegen bepaalde beslissingen, dan zou het de moeite kunnen lonen om daar even bij stil te staan.
Die drie mannen uit Iran riskeren vervolgd te worden eens zij opnieuw in Iran zijn. In de plenaire vergadering van vorige week zei men ook dat het CGVS zich zou baseren op informatie die niet meer up-to-date is. Dat is trouwens ook al eens gebeurd bij beslissingen over Afghanen. Toen het CGVS op 2 maart 2022 besliste om opnieuw over verzoeken om internationale bescherming van Afghaanse burgers te oordelen, uitte Vluchtelingenwerk Vlaanderen de kritiek dat de motivatie bij de weigeringsbeslissing op verschillende vlakken tekortschoot. We kunnen ons dus de vraag stellen of er in deze dossiers ook niet een en ander is fout gelopen.
Mevrouw de staatssecretaris, ik wil toch benadrukken dat u aan het hoofd staat van het bureau dat beslissingen neemt over detentie en uitzetting. U kunt hier dus wel degelijk een beslissing nemen. Verder is er ook nog de vraag hoe deze mannen asiel hebben kunnen aanvragen en waarom zij direct werden opgesloten in het gesloten centrum. Hoeveel Iraniërs zijn er momenteel opgesloten in gesloten centra? De analyse van een aanvraag duurt gemiddeld twee jaar, maar voor hen kwam er op ongezien snelle wijze een beslissing. Hoe kan dat? Voor de mannen in kwestie is de kans redelijk groot dat een uitzetting gelijkstaat aan een doodsvonnis. Hoe kunt u voorkomen dat zij de doodstraf krijgen? Van hoeveel Iraniërs wordt de asielaanvraag wel aanvaard?
02.02 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la secrétaire d’État, je reviens sur ce dossier très important parce que le temps qui m’a été imparti en séance plénière ne m’a pas permis de soulever les nombreuses et même trop nombreuses questions qu'il suscite.
Trois ressortissants iraniens, opposants au régime, ont fait l’objet de quatre tentatives d’expulsion en une semaine. C’est incompréhensible vu leur participation à des manifestations qui ont lieu depuis le mois de septembre en Iran, de par le fait qu’ils ont fait l’objet d’un ordre de quitter le territoire par la Turquie (pays par lequel ils devaient passer pour être expulsés vers l’Iran) et vu aussi qu'un mandat d’arrêt a été délivré par l’Iran parce qu’ils ont manifesté pour leur liberté.
En guise de justification de ce que l’on peut appeler un véritable acharnement à leur encontre, vous vous êtes exprimée dans la presse avant de vous expliquer devant le Parlement, disant que vous vous retranchiez derrière l’indépendance du CGRA et du Conseil du Contentieux des Étrangers (CCE), estimant que vous n’aviez pas à vous prononcer sur ce cas particulier, argumentaire qu’ensuite vous avez répété de manière quasi robotique jeudi dernier en séance plénière lorsque je vous interrogeais. Vous nous expliquiez froidement que si le CGRA rejette une demande d’asile, c’est que la personne n’a pas besoin de protection.
Madame la secrétaire d’État, il est permis de se demander si cet examen a été fait sérieusement compte tenu de la répression extrêmement violente des manifestations en cours aujourd’hui en Iran de la part du gouvernement iranien.
La Chambre du conseil l’a d’ailleurs stipulé: "La décision attaquée fait l’objet d’une motivation à ce point succincte qu’elle ne permet pas de s’assurer que l’autorité administrative s’est effectivement livrée à une appréciation individualisée de la situation du requérant et/ou qu’elle a fait des vérifications nécessaires au regard du risque invoqué par le requérant de subir des traitements contraires à l’article 3 de la Convention européenne des droits de l’homme" – autrement dit, de la torture, des traitements inhumains ou dégradants. L’Office des Étrangers est allé en appel de cette décision de sorte qu’aujourd’hui ces Iraniens, censés être libres, ne le sont toujours pas, craignant une énième tentative d’expulsion.
Mes questions sont nombreuses au vu de cette dramatique situation.
Madame la secrétaire d'État, comment le CGRA et le CCE ont-ils justifié leur décision de ne pas accorder à ces ressortissants iraniens le statut de réfugié? Leur décision a-t-elle tenu compte de la dégradation de la situation en Iran?
On rapporte que les informations sur la base desquelles ces autorités ont statué dateraient d'octobre 2022. Les informations n'étaient donc pas du tout complètes. Confirmez-vous cela? Cela concorderait d'ailleurs avec ce qui est indiqué aujourd'hui sur le site du SPF Affaires étrangères, à savoir que la dernière mise à jour de la situation en Iran date du 10 octobre 2022.
Pourquoi vous entêtez-vous à refuser de suspendre ces expulsions en exigeant des Iraniens en Belgique qu'ils prouvent être en danger sur une base individuelle plutôt que de prendre en considération le contexte global, comme l'ont fait les gouvernements français et allemand?
Y a-t-il un lien entre cette affaire et la tentative d'obtenir aujourd'hui la libération de notre compatriote Olivier Vandecasteele?
Vu l'existence de mandats d'arrêt à l'encontre de ces jeunes iraniens, pourquoi avez-vous pris le risque qu'ils soient condamnés à mort, au mépris total du principe de non-refoulement? Confirmez-vous qu'un accord avait également été conclu avec l'avocat de ces jeunes iraniens, prévoyant de suspendre les expulsions? Pourquoi une tentative d'expulsion a-t-elle eu lieu le dimanche matin, malgré cet accord?
Je me dois aussi de dire que les Iraniens ont fait l'objet d'intimidations pour qu'ils remplissent des documents qu'ils ne comprenaient même pas. Confirmez-vous cela? Comment est-ce encore possible aujourd'hui?
Enfin, pourquoi avez-vous laissé l'Office des Étrangers aller en appel de l'ordonnance de la chambre du conseil qui était favorable à ces ressortissants, et ainsi refuser de les libérer du centre fermé La Caricole à Steenokkerzeel? Je vous remercie.
02.03 Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la secrétaire d’État, beaucoup de choses ont été dites. Je ne comprends pas la précipitation avec laquelle la décision a été prise dans ce dossier. En effet, il y a normalement 60 jours entre la décision du CGRA et celle du CCE. Dans bon nombre de situations, nous avons souhaité que ces procédures aillent plus vite mais ici, c’est presque un temps record pour décider, alors que nous sommes face à des situations évidemment extrêmement délicates. Des personnes n’avaient pas accès, là-bas en Iran, notamment à tout ce qui est internet puisque lors de ces manifestations, etc., vous savez que des coupures de réseau volontaires ont été opérées par le régime en place. Toute une série de preuves sont donc évidemment extrêmement difficiles à recueillir et à présenter ici en Belgique.
Je ne comprends pas non plus pourquoi il n’y a pas une décision de moratoire tout simplement, pas un moratoire ad vitam aeternam mais de trois mois qui permettrait à tout le moins à ces personnes de fouiller davantage leur dossier et d’avoir des preuves complémentaires des menaces qu’elles subissent.
Ce qui me choque également profondément dans ce
dossier, c’est l’intimidation et le chantage qui leur sont faits notamment en
les amenant sur le tarmac de Zaventem jusqu’à la dernière minute et en leur
faisant faire demi-tour in extremis,
avec cette pression inhumaine qui est complètement indigne au vu des
conséquences éventuelles d’une expulsion dont ces personnes connaissent
évidemment l’issue.
Ne nous faisons pas d’illusion: le retentissement international de cette affaire a pour conséquence que leur retour en Iran est tout à fait exclu. Il est aussi possible que le régime, à l’inverse, fasse bonne figure et veuille montrer qu’il traite bien les manifestants en les traitant bien, tout en ne se privant pas de représailles sur les autres et de manque de respect au niveau des droits humains.
Je voudrais avoir des éclaircissements concernant cette affaire, car cette situation est incompréhensible, non seulement à cause de la rapidité des décisions, mais aussi du manque de traitement humain. Ne fût-ce que le fait de les ramener au centre de détention et de tout recommencer doit constituer un choc pour eux que je n’ose imaginer.
02.04 Eva Platteau (Ecolo-Groen): De collega’s hebben de context al geschetst, ik zal dus niet te veel in herhaling vallen.
Ik was verbaasd over uw antwoord in de plenaire vergadering vorige week. U verwijst naar de onafhankelijkheid van het CGVS. Het CGVS neemt de beslissing over de asielvraag van de personen in kwestie, de Iraniërs. De beslissing over de gedwongen terugkeer, de beslissing van detentie, valt echter onder de bevoegdheid van de Dienst Vreemdelingenzaken. U kan daar wel, op het politieke niveau, beslissingen nemen, zoals een moratorium op terugkeer, zolang we niet weten wat er met die mensen gebeurt eens ze teruggaan naar Turkije.
Hebben we garanties dat zij niet worden teruggestuurd naar Iran? Hebben we wel de garanties dat ze daar niet gefolterd zullen worden of onrechtmatige detentie opgelegd krijgen of erger? Het principe van non-refoulement moeten we toch absoluut kunnen respecteren in deze zaak. België kan niet medeverantwoordelijk zijn voor de foltering van Iraniërs, mensen die zich moedig hebben opgesteld om te demonstreren tegen het Iraanse regime.
In het Europees Parlement is onlangs een resolutie goedgekeurd waarin de lidstaten opgeroepen worden om de visa-afgifte te versoepelen voor Iraniërs met een gegronde vrees op vervolging na deelname aan protesten.
Welk gevolg zal u geven aan de Europese resolutie? Zal u het beleid herzien van de terugkeer naar Turkije? Is de natuurramp die op dit moment in Turkije heerst een bijkomend argument om geen gedwongen terugkeer naar Turkije te doen plaatsvinden op dit moment?
02.05 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la secrétaire d’État, le contexte a déjà été rappelé par mes collègues. On parle de trois ressortissants iraniens, mais je vais un peu élargir le cadre du débat pour deux raisons. Premièrement, lors d’une visite de contrôle à Holsbeek, la semaine dernière, je me suis aperçu qu’une jeune femme iranienne y était également enfermée. Deuxièmement, je tenais à m’assurer d’une information rapportée par un article du journal Le Soir, dans lequel on pouvait lire que quelqu’un avait été expulsé directement en Iran, que sept autres l’avaient été vers la Turquie, tandis que d’autres l’avaient été vers le Royaume-Uni. Avons-nous conclu un accord de réadmission directe avec l’Iran? Si c’est le cas, comme l’indique l’accord de gouvernement, pouvons-nous le consulter? Estimez-vous judicieux de le suspendre, notamment en raison des persécutions contre les manifestants? De plus, au vu de la situation de notre compatriote, maintenir un accord avec un régime tel que celui qui sévit en Iran ne serait absolument pas pertinent.
Ensuite, j’aimerais aborder la question du double renvoi. La Belgique est-elle impliquée, au regard de l’article 3 de la Convention européenne des droits de l’homme, lorsque le Royaume-Uni ou la Turquie renvoient des ressortissants iraniens? Je n’ai pas encore trouvé de réponse à cette interrogation, mais à titre personnel et d’un point de vue moral, je pense que c’est bien le cas. De votre côté, comment vous assurez-vous – puisque c’est votre responsabilité – que l’intégrité des intéressés ne sera pas mise en danger par un renvoi via la Turquie ou le Royaume-Uni? Je ne critique pas les décisions du CGRA. Ce n’est pas mon travail, lequel consiste en revanche à critiquer l’attitude du gouvernement – à savoir, la vôtre –, puisqu’il ne met aucun moratoire sur des expulsions dangereuses. Si le régime iranien apprend l’arrestation en Belgique de certains de ses ressortissants, ceux-ci courent en effet le risque de le payer dès leur retour chez eux.
En d’autres termes, je ne demande pas leur régularisation, mais bien un moratoire sur leurs expulsions, tout comme l’ont exigé mes collègues de l’opposition – et je me fiche complètement de leur appartenance à celle-ci. Mmes Rohonyi et Matz ont raison de s’indigner et de vous demander un moratoire. Ne serait-ce pas la moindre des choses pour respecter l’intégrité de ces Iraniens ainsi que l’article 3 de la Convention européenne des droits de l’homme?
02.06 Darya Safai (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik wil nog eerst het volgende zeggen. In 1999 zat ik zelf in de gevangenis in Turkije omdat ik de situatie in Iran kende. Ik werd vrijgelaten en moest vluchten. Mijn man zat in de gevangenis in Turkije en zou worden geruild voor een of andere Turkse politieke gevangene in Iran. Net na een revolutie of opstand is het heel gevaarlijk om mensen zomaar terug te sturen naar Turkije en te denken dat het veilig is voor hen. Ik kon mijn man redden, maar ik wil dat wij beseffen hoe belangrijk onze rol vandaag is. Ik weet dat u zich daarvan bewust bent.
De raadkamer van Brussel heeft de vrijlating bevolen van twee Iraniërs die opgesloten zijn in het gesloten centrum van Steenokkerzeel. De beschikking van de raadkamer dateert van 30 januari. De twee betrokkenen stonden op het punt om uitgewezen te worden naar Turkije en vandaar naar Iran, waar ze represailles riskeren omdat ze zich verzetten tegen het regime van dat land.
De motivering van de Dienst Vreemdelingenzaken om de twee in het gesloten centrum te houden, was volgens de raadkamer dermate summier dat het niet mogelijk was om na te gaan of de administratieve autoriteiten de situatie van de verzoekers wel degelijk op individuele basis hadden beoordeeld en of ze de nodige controles hadden verricht met betrekking tot het door de verzoekers ingeroepen risico op een met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Bescherming van de Rechten van de Mens strijdige behandeling. De rechter wees er ook op dat het garanderen van hun uitwijzing het enige argument was dat werd aangevoerd om een verlengde detentie van de twee mannen te rechtvaardigen, maar uit de motivering noch uit de elementen van het dossier blijkt enige mogelijkheid om hen binnen een redelijke termijn over te brengen.
Bijgevolg is hun vasthouding onwettig en moet die onmiddellijk worden opgeheven. De Belgische Staat heeft 24 uur de tijd om in beroep te gaan tegen de beslissing van de raadkamer, maar ze zitten nog altijd in een gesloten centrum om uitgewezen te worden, met nog eens een marteling erbij van telkens tot in het vliegtuig gebracht te worden. Wetende dat al 19.000 mensen als politieke gevangenen dagelijks worden gemarteld om gedwongen bekentenissen af te leggen en wetende dat al vier onschuldige mensen werden opgehangen, enkel en alleen omdat ze opkwamen voor hun vrijheid, zijn dit mijn vragen aan u.
Wat is de stand van zaken in hun dossiers? Werd een nieuwe uitzettingsbeslissing genomen? Werd met een mogelijke repatriëring van Turkije naar Iran rekening gehouden in de beslissing van het CGVS? Werd er gekeken naar een eventuele schending van artikel 3 van het EVRM, het non-refoulementbeginsel? Uiteraard is het CGVS onafhankelijk, maar wat is het algemeen beleid ten aanzien van het CGVS? Op de website vinden wij namelijk gen beleidsnota ten aanzien van Iran.
02.07 Khalil Aouasti (PS): Madame la secrétaire d'État, nous avons déjà eu l’occasion d’aborder le sujet la semaine dernière en séance plénière. En préambule de mon intervention, je tiens à rappeler la distinction que je fais entre la gestion des dossiers individuels, d'une part, et les directives et la manière dont des décisions individuelles peuvent être prises, d'autre part. Comme nous l’avons toujours dit et comme l’a rappelé mon collègue Moutquin, je ne suis là ni pour commenter des décisions du Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides (CGRA) ni pour commenter des arrêts du Conseil du Contentieux des Étrangers. Je suis là pour interroger non pas sur le volet individuel mais sur le volet collectif.
Comme nous l’avions indiqué, et les dernières informations nous le montrent avec une ampleur beaucoup plus importante et qui nous était inconnue, deux droits sont principalement en jeu: le droit à la vie et le droit de ne pas être soumis à la torture ou à des traitements inhumains et dégradants soit à travers un emprisonnement soit à travers de la pression psychique ou parfois à travers des châtiments corporels comme ils peuvent se pratiquer. C’est encore plus lumineux aujourd’hui que cela ne l’était jeudi dernier à l’aune d’un article qui nous interroge et à l’approche de la fête nationale iranienne où le responsable spirituel et temporel d’Iran indique qu’il va libérer près de 20 000 personnes incarcérées dans le cadre des manifestations ayant secoué l’Iran: 20 000 personnes! Ces chiffres nous étaient complètement inconnus. Même les associations de défense des droits de l’homme ne nous avaient pas renseigné de tels chiffres. À travers son allocution, ce responsable iranien annonce près de 600 morts et 20 000 personnes incarcérées à la suite des manifestations qui secouent l’Iran depuis le 16 septembre dernier et depuis le meurtre de Masha Amini.
Cela interroge. Je répète que c'est le volet collectif qui m’intéresse. Les données des derniers documents publics qui permettaient aux agents de protection du CGRA de prendre des décisions datent d'octobre dernier. Or, depuis octobre dernier, vraisemblablement, plusieurs dizaines de milliers de personnes ont été arrêtées au cours de ces manifestations. Ce ne sont pas des chiffres que nous sortons, mais c’est ce qu’ont déclaré les autorités iraniennes.
Cela nous incite à nous interroger quant à la nécessité de conserver comme un absolu le principe de précaution. Comme je le disais jeudi, il s’agit de faire en sorte que tout doute – qui n’est donc pas la certitude absolue – doive bénéficier aux bénéficiaires de protection internationale. Tant que le doute subsiste, une suspension des rapatriements doit pouvoir être décidée. Cela ne signifie pas pour autant qu’il faille octroyer la protection internationale laquelle relève d’une décision au cas par cas du CGRA. En tout cas, il importe de se donner les moyens, ne fût-ce que temporairement, d’étudier pleinement la situation et de décider collectivement et individuellement en connaissance de cause, sur la base des documents qui nous seront transmis. Ce n’est rien de plus et rien de moins que ce que je vous demandais déjà jeudi dernier.
Madame la secrétaire d’État, quelles mesures particulières avez-vous prises pour garantir que les personnes en provenance de la République islamique d’Iran et faisant l’objet d’une décision négative du CGRA, sur la base des informations que je vous ai communiquées, ne risquent pas d’être éloignées tant que la situation générale n'est pas définie avec certitude? Les données actuellement disponibles du CGRA sont-elles à jour et intègrent-elles les dernières informations qui nous ont été rapportées par voie de presse? Dans quelle mesure le doute quant à l’existence d’un tel risque, au vu d’un contexte politique aussi instable, bénéficie-t-il aux demandeurs d’asile ou, en tout cas, à la procédure? Indépendamment des décisions prises par le CGRA quant au fond, jugez-vous pertinent de maintenir des éloignements dans les circonstances actuelles, à l’aune des dernières données disponibles?
Le président:
Un groupe souhaite-t-il encore prendre la parole? (Non)
02.08 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, u hebt vragen gesteld over de dossiers van enkele individuele personen, afkomstig uit Iran.
De betrokkenen zijn toegekomen op 8 november 2022 op de luchthaven en hebben daar om internationale bescherming verzocht. Zowel het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen als de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen oordeelde in een eerste procedure dat er geen nood is aan internationale bescherming of asiel in ons land.
Ondertussen is er in enkele dossiers sprake van nieuwe elementen en is dus een tweede asielaanvraag ingediend. Het CGVS zal opnieuw beoordelen of de nieuwe elementen van die aard zijn dat zij de kans aanzienlijk vergroten dat deze mensen in aanmerking komen voor een erkenning als vluchteling of voor subsidiaire bescherming. Die beoordeling kan aan de grens gebeuren.
Mevrouw Matz, u vraagt waarom de procedure zo snel gebeurt. Ik wijs erop dat procedures aan de grens altijd prioriteit krijgen, net om de vasthouding van de betrokkenen zo kort mogelijk te laten duren.
Aangezien de betrokkenen op een vlucht vanuit Turkije zaten, is het de verantwoordelijkheid van de vervoerder om ze naar dat land terug te brengen, eens het duidelijk is dat zij geen internationale bescherming nodig hebben.
Het CGVS onderzoekt echter wel degelijk de gegrondheid van de vrees ten aanzien van Iran. Indien ze er niet is, kan de betrokkene dus ook terug naar Iran vanuit België of vanuit Turkije. Dat wordt dus wel degelijk onderzocht.
Mijnheer Moutquin, anders dan de informatie die u blijkbaar uit Le Soir hebt, worden er geen repatriëringen uitgevoerd naar Iran omdat er geen samenwerking is met de Iraanse autoriteiten. De vervolgingsvrees ten aanzien van Iran wordt wel degelijk beoordeeld.
Heureusement, le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides, un organisme solide et indépendant, examine minutieusement chacun de ces cas, avec des entretiens individuels et sur base d'informations vérifiées.
In de media verschijnt heel veel informatie over individuele dossiers, maar het CGVS onderzoekt en verifieert wel degelijk alle elementen in een dossier.
Ils examinent toujours la situation individuelle et actuelle de la personne. Cette personne risque-t-elle d'être persécutée dans son pays d'origine? Si c'est le cas, le CGRA accorde l'asile à cette personne. Mais si le CGRA rejette la demande d'asile, cela signifie que cette personne n'a pas besoin de protection, n'a pas le droit de rester dans notre pays et doit le quitter.
Elk element in het dossier wordt wel degelijk op basis van actuele informatie en individueel onderzocht. Mevrouw Safai, er is dus geen algemene beoordeling van een bepaald regime. Er is altijd een individuele beoordeling van de vraag of iemand een risico loopt op vervolging in zijn of haar land van herkomst of niet.
Collega’s, ik heb het tijdens de plenaire vergadering van vorige week gezegd en ik herhaal het hier. Ik begrijp en deel uw bezorgdheid over de situatie in Iran, maar het is niet aan mij noch aan u om in individuele dossiers te oordelen wie asiel moet krijgen in ons land en wie niet. Ik pas voor een samenleving waarin politici beslissen wie er al dan niet bescherming moet krijgen. Dat beslissingsrecht komt onafhankelijke instanties toe en dat moet zo blijven. Regels zijn regels en ik vind het, eerlijk gezegd, schandalig hoe u de professionaliteit en de onafhankelijkheid van zowel het commissariaat-generaal als de rechters bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen hier ter discussie stellen.
02.09 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, u verkeert wel degelijk in de positie om iets te ondernemen. Net als de collega’s pleiten wij voor het instellen van een moratorium. Dat kunt u wel doen. U kunt immers in geen geval verzekeren dat deze Iraniërs op een menswaardige manier zullen worden behandeld als ze terugkeren naar Iran en u kunt ook in geen geval voorkomen dat zij daar de doodstraf zouden krijgen. Het gaat hier niet over wat de politiek wel of niet mag doen in individuele dossiers, maar wel over een situatie waarin een land al meermaals heeft bewezen hoe repressief het optreedt tegen tegenstemmen, hoe de processen er niet eerlijk verlopen en hoe de meesten er een doodvonnis boven het hoofd hangt. Sommige doodvonnissen zijn ook al uitgevoerd. Op basis van die informatie lijkt het mij gewoon een kwestie van gezond verstand om geen mensen uit te wijzen naar zo’n land.
02.10 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse, même si vous n'avez fait que répéter ce que vous nous avez dit en séance plénière. Je le regrette, d'autant plus qu'en fait, vous inversez les rôles en nous disant que c'est scandaleux de notre part de remettre en cause l'examen "minutieux" qui aurait été réalisé par le CGRA. Ce n'est pas nous qui le remettons en cause. C'est la chambre du conseil. C'est bien la chambre du conseil qui a dit que cet examen minutieux n'a pas eu lieu.
Aujourd'hui, votre rôle en tant que secrétaire d'État, c'est de respecter les décisions de justice et les conventions internationales, qui interdisent à la Belgique de renvoyer des personnes vers des pays où ils risquent la mort.
Notre demande à tous, ici, est très simple, c'est de respecter le principe de non-refoulement; c'est de suspendre toute expulsion tant qu'il y aura des répressions violentes des manifestations. C'est ce que les gouvernements français et allemand ont fait. C'est ce que vous demande Amnesty International. C'est également ce que nous avons fait, à l'époque, pour ce qui concerne les ressortissants afghans.
Aujourd'hui, vous refusez d'adopter un quelconque moratoire, en nous expliquant que ce n'est pas à vous de le faire, que l'on doit respecter les décisions des organismes indépendants. En tant que secrétaire d'État en charge de l'Asile, vous avez une tutelle sur ces organismes. Oui, vous pouvez prendre une décision qui aille dans ce sens-là.
Force est de constater que nous sommes confrontés à un blocage de votre part. Cela nous a contraints à introduire une proposition de résolution dans laquelle nous demandons formellement de suspendre toute expulsion de ressortissants iraniens tant qu'il y aura des répressions meurtrières des manifestations en Iran. Il va de soi que nous ouvrons ce texte à la cosignature de tous les députés qui, ici, se sont indignés de cette situation inacceptable, qu'ils soient de la majorité ou de l'opposition. La situation actuelle est tellement inacceptable qu'elle nous oblige à dépasser tout clivage partisan. Je vous remercie.
02.11 Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la secrétaire d'État, je n'ai entendu personne contester le professionnalisme des services dont mention. Il est un peu trop simple, sous le coup de la colère, de mettre en cause certains députés qui auraient douté de leur professionnalisme, ce qui pourrait vous dispenser d'aller un peu plus loin dans la réflexion et dans les réponses que vous devez apporter. Il faudra essayer de trouver autre chose!
Nous avons tous été constructifs sur la façon d'aborder le sujet, avec des nuances dans le propos. Nous avons une demande: un moratoire! Madame la secrétaire d'État, vous avez la possibilité de le faire. Il ne s'agit pas de remettre en cause la compétence des services, il s'agit de tenir compte d'une situation particulière et de donner du temps pour permettre à ces personnes de recueillir les preuves nécessaires sur le fait qu'elles risquent leurs vies si elles rentrent dans leur pays d'origine, ou même en Turquie.
Se mettre en colère n'est pas une réponse! D'habitude, vous avez plus de sang-froid mais il semble que ce dossier soit très gênant pour votre service. Nous sommes tous constructifs pour essayer d'apporter une solution, pour éviter les drames et, surtout, pour donner l'exemple au niveau de l'Europe. La France et l'Allemagne l'ont déjà fait et je ne vois pas pourquoi nous n'adopterions pas le même type de dispositif.
02.12 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik ben toch ook echt sprakeloos van uw antwoord. Over alle fracties heen in deze commissie, heerst er een bezorgdheid over het beleid om Iraniërs terug te sturen naar Turkije.
De vrees is terecht. Kunt u de garantie geven dat Iraniërs die worden teruggestuurd niet ter dood veroordeeld zullen worden? Ik heb u niet horen zeggen dat u die garantie kunt geven. Zolang wij die garantie niet hebben, moeten wij een moratorium op hun terugkeer installeren. Wij moeten ervoor zorgen dat wij zeker het non-refoulementprincipe respecteren.
U hebt wel degelijk een discretionaire bevoegdheid ter zake. U verwijst naar beslissingen van het CGVS, maar u hebt als staatssecretaris een discretionaire bevoegdheid ter zake. U kunt humanitaire visa afleveren. U kunt een moratorium op hun terugkeer installeren. U kunt echt wel meer doen.
Dat is trouwens gebeurd in het geval van Afghanistan. Ten tijde van de machtsovername aldaar is er een moratorium ingesteld. Wij moeten echt wel meer garanties hebben alvorens wij mensen via een gedwongen terugkeer op een vliegtuig naar Turkije zetten.
Ik heb u ook geen antwoord horen geven op mijn vraag of u gevolg zult geven aan de resolutie van het Europees Parlement meer visa af te leveren voor Iraniërs, voor mensen die gedemonstreerd hebben en die nu vrezen voor hun leven. U bent gewoon niet op die vraag ingegaan. Ik vind dat heel jammer.
U hebt evenmin gereageerd op mijn vraag over de situatie in Turkije op dit moment, en of die nieuwe elementen meegenomen worden in de overweging de terugkeer naar Turkije te organiseren.
Ik zal u daar vragen over blijven stellen, en de collega’s zullen dat ongetwijfeld ook doen.
02.13 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, aujourd'hui, il vient de se passer une chose assez incroyable dans la commission Asile et Migration. C'est la première fois en trois ans et demi que tout le monde est d'accord, du PTB à la N-VA! Je crois qu'à un moment, il faut pouvoir s'arrêter. Si opposition et majorité sont d'accord, si de la droite à l'extrême gauche, nous sommes tous d'avis qu'il y a un problème, nous pouvons nous arrêter et discuter ensemble pour essayer de le régler. Nous sommes professionnels quand nous vous posons des questions. C'est notre rôle d'avoir un contrôle sur l'exécutif et nous le jouons.
La reconnaissance d'un titre de séjour, c'est le travail du CGRA. Ce n'est pas cela que nous questionnons aujourd'hui, mais l'expulsion et l'assurance que l'article 3 de la Convention européenne des droits de l'homme sera respecté. Et ça, c'est votre travail. Et nous ne sommes pas en train de parler du CGRA aujourd'hui et je tiens à le préciser, bien que le CGRA, c'est vrai, ait décidé de geler pendant quelques mois les décisions par rapport aux Afghans. Cela pourrait être la même décision pour la situation en Iran par exemple.
Je terminerai en disant que je commence à connaître la manière dont vous travaillez. Je sais que pour vous, une des questions fondamentales est celle de la justice. Vous êtes attentive à cette question. Aujourd'hui, je vous demande d'être juste. La justice, c'est l'équité et la justesse. Je vous demande d'être juste envers les parlementaires qui vous interpellent aujourd'hui, mais aussi envers une situation qui n'est pas tenable politiquement et moralement.
02.14 Darya Safai (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, mijn collega’s waren allemaal vriendelijk, ze maken zich zorgen. Zelfs ik was vriendelijk, het is dus geen enkel probleem. Wij willen gewoon iets heel belangrijk aanpakken en oplossen. Wij zeiden niet dat wij willen beslissen wie blijft en wie weg moet. Wij willen geen criteria dicteren aan het CGVS. Wij vragen ons wel af of het criterium ondertussen veranderd is of niet. Dat weten wij nog steeds niet. Gaat DVZ luisteren naar het vonnis en de beslissing van de raadkamer of niet? Dat zijn de belangrijke elementen.
Mevrouw de staatssecretaris, deze mensen zijn gekend in Iran. Hun namen en gezichten zijn gekend. Ik ken het regime. Het gebruikt steeds een of ander excuus om iemand in detentie te houden. Het zegt bijvoorbeeld dat de heer Olivier Vandecasteele een spion is. Wij weten dat dit niet het geval is. Als die mannen nu teruggestuurd worden naar Turkije, zijn ze een heel gevoelig doelwit voor het regime, omdat het aan anderen wil laten zien dat bij een verkeerde reclame tegen het regime in het Westen, men gewoon naar de gevangenis gaat, gemarteld zal worden en opgehangen zal worden.
Zeker nu kunt u hen niet meer terugsturen. Ik ben niet degene die moet beslissen. Het CGVS zal het bestuderen. Als Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk nu zeggen dat ze geen Iraniërs gaan terugsturen, zit daar wel iets achter. De verantwoordelijkheid is heel zwaar. Wij willen gewoon dat u dat weet. Ik weet dat u het reeds weet. Ik hoop dat u ervoor zult zorgen dat deze mensen momenteel niet teruggestuurd worden. In het algemeen moeten dingen veranderen met betrekking tot dossiers van Iraniërs, ook het CGVS-criterium.
02.15 Khalil Aouasti (PS): Madame la secrétaire d’État, j’ai envie de vous dire que j’apprécie de travailler avec vous, parce que vous êtes déterminée, mais à l’écoute, ouverte et équitable. C’est important en la matière. En l’occurrence, vous disposez d’une fenêtre d’opportunité politique qui, peut-être, ne se représentera pas. J’ai l’impression que ce qu’ont demandé mes collègues n’est pas d’octroyer l’asile à ces trois personnes, pas plus que de leur reconnaître un statut de réfugié ou une protection subsidiaire. Ils veulent simplement s’assurer que, dans cette période trouble au plan international, à l’instar de ce que nous avions pu décider pour des ressortissants d’autres Etats en des circonstances similaires, nous puissions avoir la certitude de l’absence d’impact irréversible d’une décision. C’est cette bulle de protection temporaire qui vous est demandée et proposée.
Cette fenêtre d’opportunité existe. Malgré la réponse que vous nous avez apportée – et j’entends que vous défendiez vos services car c’est nécessaire, puisqu’il s’agit de professionnels –, l’occasion vous est offerte de formaliser une protection à l’échelle belge; et, à nouveau, pas par l’octroi d’un titre de séjour ou d’un statut, mais simplement par l’octroi du temps nécessaire à la stabilité et à l’assurance qu’aucun risque ne sera encouru par les personnes qui seraient éventuellement rapatriées.
Het incident is gesloten.
L’incident est clos.
03.01 Marijke Dillen (VB): Mevrouw de staatssecretaris, deze vraag werd al lange tijd geleden ingediend, maar door de overvolle agenda van deze commissie werd ze herhaaldelijk uitgesteld. Ik ben blij dat ik de vraag vandaag aan u mag stellen.
In februari 2019 konden we in verschillende media lezen dat Hassan Iasir, één van de moordenaars van Kitty Van Nieuwenhuysen, na zijn vrijlating uit de gevangenis het land uit zou worden gezet. De toenmalige staatssecretaris van Asiel en Migratie zou destijds zijn verblijfsvergunning hebben ingetrokken. Anderhalf jaar later, in oktober 2020, zou de Brusselse strafuitvoeringsrechtbank deze man onder het regime van de beperkte detentie hebben geplaatst. In mei 2021 zou hij onder elektronisch toezicht zijn geplaatst. Op 20 december 2021 kon via dezelfde media worden vernomen dat Hassan Iasir vrij was onder voorwaarden. Dat is toch een heel merkwaardige wijziging van de aanvankelijke aankondiging dat de verblijfsvergunning van deze man zou worden ingetrokken en dat hij het land zou worden uitgezet. Volgens de media zou deze man vrij zijn onder voorwaarden. Ik hoop dat u dat straks gaat tegenspreken en hierover duidelijkheid zult geven.
Mevrouw de staatssecretaris, kunt u bevestigen dat de verblijfsvergunning van Hassan Iasir werd ingetrokken, zoals uw voorganger had gesteld in 2019? Zijn er door deze crimineel procedures gevoerd tegen de beslissing van de staatssecretaris? Zo ja, welke? Wat was hiervan het resultaat?
Werd deze man inmiddels het land uit gezet? Als dit niet het geval zou zijn, wanneer zal dat gebeuren?
03.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Dillen, in het dossier van de betrokkene werd er inderdaad een beslissing tot beëindiging van verblijf genomen op 5 december 2018. Het beroep tegen deze beslissing werd in eerste instantie door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV)verworpen. De betrokkene tekende tegen die beslissing cassatieberoep aan bij de Raad van State. Op 4 november 2021 verbrak de Raad van State de beslissing van de RvV. De RvV annuleerde vervolgens de beëindiging van verblijf en op basis van deze rechterlijke beslissing werd de betrokkene opnieuw een verblijfsvergunning verleend.
03.03 Marijke Dillen (VB): Mevrouw de staatssecretaris, dat is een duidelijk antwoord. De rechterlijke macht heeft blijkbaar een belangrijke beslissing genomen over het dossier van een zware crimineel, een moordenaar van een politieagente. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat dit totaal onaanvaardbaar is, maar dat we ons moeten neerleggen bij die beslissing van de Raad van State. Ik betreur dat enorm en ik hoop dat u toch nog zult onderzoeken of er geen mogelijkheden bestaan om die man het land uit te zetten.
Het is hemeltergend en werkelijk een kaakslag voor de nabestaanden en de familie van het slachtoffer dat de dader vroegtijdig in vrijheid werd gesteld, waarschijnlijk onder voorwaarden – dat zou er nog aan moeten ontbreken. Ik zal navraag doen bij uw collega, de minister van Justitie. Het is alweer een kaakslag om vervolgens ook te moeten horen dat deze man vrolijk in ons land kan blijven.
Mevrouw de staatssecretaris, ik roep u dan ook op om te onderzoeken of er geen mogelijkheden bestaan om zijn verblijfsvergunning alsnog in te trekken.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
04.01 Khalil Aouasti (PS): Madame la secrétaire d'État, un arrêt récent de la Cour de cassation renverse une jurisprudence pourtant bien établie et engendre un bouleversement de certaines procédures judiciaires. Je sais qu'entre-temps, la Cour de cassation est elle-même revenue partiellement sur cet arrêt que je cite. Ma question date en effet d'un certain temps. Cet arrêt est intéressant parce qu'auparavant, concernant un recours qui était introduit par le conseil d'une personne qui faisait l'objet d'une décision de privation de liberté avec maintien en détention en vue d'éloignement, et qui faisait l'objet d'un nouveau titre de détention, il était considéré que ce recours était lui-même caduque étant donné que le recours ne s'appliquait pas au dernier acte administratif attaqué. La Cour de cassation, dans cet arrêt que je vous cite, est revenue sur cette jurisprudence établie.
On sait que de telles mesures étaient prises dans ce cadre. Cela a été fait notamment, selon la motivation de l'arrêt de la Cour de cassation, par respect pour l'article 5 de la Convention européenne des droits de l'homme.
Madame la secrétaire d'État, suite à cette nouvelle jurisprudence, quel sort votre administration entend-elle réserver aux titres de détention en cours et ayant encore bénéficié de la jurisprudence antérieure? Quelles instructions ont-elles été données à l'Office des Étrangers afin de se conformer à cet arrêt de la Cour de cassation?
04.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Cher collègue, dans deux arrêts du 27 septembre 2022, la Cour de cassation a jugé que, nonobstant l'article 71 de la loi de 1980 qui prévoit que seul l'étranger qui fait l'objet d'une mesure privative de liberté peut introduire une requête de mise en liberté contre cette décision, l'article 5.4 de la Convention européenne des droits de l'homme prévaut sur cette disposition. Ainsi, le juge saisi de la requête de mise en liberté ou le juge saisi du recours en appel ou en cassation ne doit pas déclarer la requête ou le recours sans objet au seul motif que l'étranger n'est plus privé de sa liberté.
Par un autre arrêt du 11 octobre 2022, la Cour de cassation a toutefois précisé que lorsque le requérant avait été libéré avant d'introduire son pourvoi en cassation, celui-ci n'était plus justifié.
Une nouvelle décision de maintien peut être prise, non pas pour empêcher le cours normal de la procédure judiciaire mais lorsque l'éloignement n'a pas pu être réalisé en raison du comportement de l'intéressé.
S'agissant de votre première question, c'est aux juridictions saisies d'une requête de mise en liberté de se conformer à la jurisprudence de la Cour de cassation et à se prononcer, le cas échéant, sur la légalité des titres de détention antérieurs à la libération.
Concernant votre deuxième question, l'Office des Étrangers ne soutiendra plus dans sa défense que le recours est sans objet lorsque le requérant a été libéré après avoir introduit son recours.
04.03 Khalil Aouasti (PS): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour vos réponses claires, concises et précises.
J'entends que l'Office des Étrangers n'invoquera plus ce moyen suite à la jurisprudence de la Cour de cassation. Cela crée un changement dans la manière de délivrer des décisions administratives et il sera intéressant de voir dans la pratique ce qu'il adviendra.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05.01 Tomas Roggeman (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, de pers meldde begin dit jaar dat in de loop van 2022 bij benadering 45.000 mensen het Kanaal illegaal hebben overgestoken naar Groot-Brittannië. Ons land fungeert vooral als transitland, de meeste oversteken gebeuren vanuit Noord-Frankrijk.
Daarover heb ik ook al een vraag gesteld aan uw collega-minister Verlinden die mij toelichtte dat de meeste onderscheppingen van migranten gebeuren in West-Vlaanderen, wat logisch is, gezien de aanwezigheid van de havens en de nabijheid van het noorden van Frankrijk. We zien dat de relatieve aanwezigheid van West-Vlaanderen in de cijfers nog toeneemt, want daar vindt 60 % van de onderscheppingen plaats.
Frappanter is dat in de loop van vorig jaar, ondanks de frequente vaststellingen, in geen enkel geval werd overgegaan tot een gedwongen vastzetting met het oog op uitwijzing. Het ging nochtans in overgrote meerderheid over mensen zonder verblijfsvergunning of zonder verblijfsstatuut. Het gevolg van het uitblijven van vastzetting is dat meer dan de helft van de onderschepte transmigranten al meer dan één keer werd onderschept, sommigen worden drie, vier of vijf keer aangehouden en één iemand zelfs tot negen keer toe op één jaar tijd. Dat geeft natuurlijk geen positieve indruk over de effectiviteit van het beleid.
Mevrouw de staatssecretaris, hoe schat u de mogelijkheid in om over te gaan tot meer gedwongen vastzettingen? In de gesloten centra is er nog capaciteit over.
Bent u voorstander van een intensifiëring van de controles op transmigranten? Overlegt u daarover met minister Verlinden? Welke zijn de mogelijkheden?
Hebt u ook al overlegd met uw bevoegde Franse collega’s om de samenwerking beter af te stemmen?
05.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Roggeman, het aantal onderscheppingen van transitmigranten in België is in 2022 opmerkelijk gedaald. Eind oktober onderschepten we 862 personen, tegenover 3.500 in heel 2021. Een mogelijke verklaring hiervoor zijn de versterkte controles in de havens van Zeebrugge die België kan organiseren dankzij de steun van het Verenigd Koninkrijk. De controles hebben het voor migranten bijna onmogelijk gemaakt om met een vrachtwagen via de haven naar het Verenigd Koninkrijk te reizen. We zien ook nog steeds geen kleine bootjes vertrekken vanaf de Belgische kust.
Een andere mogelijke verklaring voor de daling van het aantal onderscheppingen kan ook liggen in het succes van onze preventieve aanpak. Deze bestaat erin vrachtwagenchauffeurs en migranten te informeren over hun rechten en verantwoordelijkheden. Een effect daarvan is het toegenomen aantal transitmigranten dat in ons land asiel aanvraagt.
Zoals u weet, worden de acties rond transitmigratie door de politie georganiseerd. De politie kan daarbij ondersteuning vragen aan de Dienst Vreemdelingenzaken. De nadruk ligt op het gerechtelijke luik, waarbij de focus ligt op het opsporen en ontmantelen van netwerken van smokkelaars. Er worden diverse acties ondernomen. Het gaat om politionele acties, versterkte samenwerking met Frankrijk, ondersteuning van de operaties door Frontex en overleg met de Europese Commissie en Frontex. Vragen over de samenwerking met de Franse politie kunt u richten aan de minister van Binnenlandse Zaken.
De gedwongen terugkeer is het sluitstuk van het aanklampend beleid en maakt er uiteraard deel van uit. Het gaat dus niet over twee verschillende manieren om onwettig verblijf te bestrijden. Indien de Dienst Vreemdelingenzaken een administratief verslag van controle ontvangt, kan een beslissing tot vasthouding genomen worden, ook als het een transitmigrant betreft. Transitmigranten zijn echter vaak moeilijk verwijderbaar. Het gaat vaak om nationaliteiten waarvoor de beschermingsgraad hoog ligt of waarvoor identificatie soms moeizaam is. Daarom zetten we in op het informeren van transitmigranten via het outreachteam van Fedasil. We gaan iemand niet van zijn vrijheid beroven als er helemaal geen verwijdering mogelijk is, want dan zijn de wettelijke voorwaarden immers ook niet vervuld.
Op 8 december 2022 heb ik inderdaad deelgenomen aan een overleg met de bevoegde ministers van Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland. Daarnaast waren ook de Europese Commissie, Europol en Frontex aanwezig. Dat was in het zogeheten Calais-format, als opvolging van een soortgelijke ministeriële vergadering die in november 2021 plaatsvond.
Wij moeten met deze partners blijven praten omdat zij allen partners zijn in de strijd tegen transitmigratie, wat per definitie een internationaal fenomeen is. Dit is en blijft een focus, naast het ontmantelen van smokkelnetwerken. U kunt de uitkomst van de vergadering, meer bepaald een gezamenlijke verklaring, online consulteren.
05.03 Tomas Roggeman (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, u klopt uzelf op de borst vanwege de dalende cijfers. Er is inderdaad een lichte daling, maar laat ons eerlijk zijn: het blijft een probleem en een uitdaging. Als men merkt dat transmigranten, duizenden mensen die nog steeds worden geïntercepteerd in ons land, zes, zeven of acht keer na elkaar door de politie worden aangetroffen en telkens opnieuw een bevel krijgen om het grondgebied te verlaten maar dat negeren, dan weet men dat het anders moet.
Ik kan nog volgen dat u transmigranten niet wilt vastzetten als er geen verwijdering mogelijk is, maar dat er bij die duizenden mensen geen enkele persoon zou voorkomen uit een land waarmee een samenwerking loopt en waar het dus effectief mogelijk is om over te gaan tot verwijdering, dat is niet juist. Het tegendeel blijkt uit de cijfers en de nationaliteiten van de betrokkenen. Het is dus een politieke keuze om niemand vast te zetten. U bevindt zich vaak in de mogelijkheid om zelf dingen te doen. U moet zich houden aan internationale afspraken en wordt geconfronteerd met beperkingen inzake de opvangcapaciteit, maar in deze materie heeft uw regering zelf alle instrumenten in handen. Er is zelfs capaciteit over in de gesloten centra. De mogelijkheid is er, maar u beslist zelf om er geen gebruik van te maken en dat kan ik moeilijk begrijpen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.01 Tomas Roggeman (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, over de woonstbetredingen is er binnen de regering al lang discussie. De problematiek kent een lange voorgeschiedenis. Ik merk ook dat het niet evident is om daar duidelijkheid over te krijgen.
Mijn mondelinge vraag dateert intussen al van september. Maar omdat het om cijfers gaat, vroeg u om ze schriftelijk in te dienen. Maar ook dan bleef het antwoord uit. Na de tweede indiening van mijn mondelinge vraag en veel vijven en zessen heb ik die cijfers nu in handen, maar ik heb wel nog een politieke vraag.
In het verleden hebt u al kenbaar gemaakt dat u een principiële voorstander bent van het systeem van de woonstbetredingen. Hoe ver staat het daar vandaag mee binnen de regering? Maakt u nog steeds werk van een visitatierecht of een vergelijkbaar systeem, dat aan de politie de mogelijkheid moet geven om vaststellingen van illegaal verblijf te doen? Of zit dat dossier binnen de regering nog steeds vast? Mogen we van uwentwege een voorstel verwachten nog tijdens deze legislatuur of is dat ijdele hoop?
06.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Roggeman, ik ben nog altijd overtuigd van de noodzaak om rechtszekerheid te creëren en een oplossing te vinden voor de situatie wanneer iemand in het kader van een gedwongen terugkeer na verschillende bezoeken van de politie blijft weigeren om de deur te openen. Dat komt slechts zeer zelden voor maar ook in die situatie moet je als overheid kunnen optreden.
De gesprekken daarover dien ik uiteraard eerst binnen de regering te voeren. Zo gaat dat in een coalitie.
06.03 Tomas Roggeman (N-VA): Over het principe zitten we op dezelfde lijn. In de strijd tegen illegale migratie moeten we de mogelijkheid geven aan de politiediensten om woonstbetredingen te doen. U spreekt over uitzonderlijke situaties die zeer schaars zijn. Uit de cijfers blijkt echter dat het om enkele honderden dossiers per jaar gaat. Dat moet dus toch wel aangepakt worden.
Frappant is wel dat het aantal vaststellingen in dalende lijn zit. Dat heeft te maken met de politieke actualiteit, vooral in Wallonië, waar men sinds de debatten rond dat thema in de afgelopen jaren de controles gecrasht zijn. Van alle woonstcontroles in het verleden gebeurde 82% in Vlaanderen; in Wallonië en Brussel gebeuren die nog amper.
Rond het thema dienden we met de N-VA al een wetsvoorstel in. Ik stel, spijtig genoeg, opnieuw vast dat u het principe niet rondkrijgt in de regering. Daarom nemen we vanuit de oppositie proactief graag de vlucht vooruit. Uw partijgenoten zijn uiteraard van harte welkom om dat voorstel mee te ondersteunen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07.01 Eva
Platteau (Ecolo-Groen): Lokale besturen zijn belangrijke partners bij het oplossen van de
opvangcrisis. De OCMW’s beheren LOI’s waar verzoekers om internationale
bescherming materiële hulp krijgen. Kleinschalige opvang heeft veel voordelen.
Bewoners hebben meer privacy en autonomie en de dagprijs per bewoner is
goedkoper dan de dagprijs van collectieve opvangcentra.
Na 2015 werden helaas heel wat LOI-plaatsen
afgebouwd. In 2016 waren er bijna 11.000 LOI’s en bedroeg dit ongeveer 42% van
de opvangcapaciteit. Vandaag zijn er 4.900 LOI’s. Dit is slechts 16% van de
opvangcapaciteit. In het regeerakkoord staat dat er een beter evenwicht
nagestreefd zal worden tussen individuele en collectieve opvangplaatsen. Om
lokale besturen te overtuigen om meer plaatsen te openen, moet er een antwoord
komen op de verschillende bezorgdheden die ze hebben. Om te beginnen vragen de
OCMW’s een stabiel en duurzaam opvangmodel waarbij ze de plaatsen niet opnieuw
moeten afbouwen wanneer de instroom verlaagt. Er is ook nood aan een stabiele
bezetting van de LOI’s, want in tijden van woningnood is leegstaand moeilijk te
verantwoorden.
De OCMW’s vragen ook dat verzoekers met een
hoge erkenningsgraad en kwetsbaren sneller toegang zouden krijgen tot de LOI’s.
Momenteel worden de LOI’s enkel ingezet als transitiewoning voor erkende
vluchtelingen. Dit geeft de maatschappelijk werkers veel werklast omdat ze de
vluchtelingen moeten begeleiden in hun moeilijke zoektocht naar een woning.
Verder moet er ook dringend opheldering komen rond het gebruik van reserves en
rond de toekomstige financiering van LOI’s.
Mijn vragen zijn:
1. Wat is uw visie op de rol van LOI’s,
tijdens deze opvangcrisis, maar ook in de toekomst?
2. Wat is volgens u een goed evenwicht
tussen individuele en collectieve opvangplaatsen?
3. Bent u van plan het LOI-beleid bij te
sturen rekening houdend met de bezorgdheden van de lokale besturen? Zo ja, hoe?
4. Wie wordt er momenteel opgevangen in
LOI's? Over welke profielen gaat het?
5. Bent u van plan om ook andere profielen
toe te leiden naar LOI’s? Waarom wel/niet?
6. Hoe kunnen lokale besturen overtuigd
worden om opnieuw te investeren in LOI? Wat is er volgens u nodig om hen over
de streep te trekken?
7. Welke respons heeft u gekregen op de
oproep die voor de kerstvakantie werd gelanceerd naar de lokale besturen?
8. Wanneer zal er duidelijkheid zijn over de
toekomstige financiering van LOI’s en de aangelegde reserves?
07.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Platteau, ik zal mijn best doen om snel te antwoorden, zodat wij toch nog een aantal vragen kunnen beantwoorden.
Zoals u terecht aangeeft, zijn de lokale besturen belangrijke partners bij het oplossen van de opvangcrisis. De voorbije periode werden heel wat bijkomende opvangplaatsen gecreëerd. Dat is echter vooral mogelijk geweest door de creatie van bijkomende collectieve capaciteit.
Het aantal plaatsen via lokale opvanginitiatieven is de voorbije jaren in dalende lijn gegaan, met het voorbije half jaar gelukkig een stabilisatie. Het aantal blijft echter te laag en het aandeel van de totale LOI-plaatsen is op die manier ook onvoldoende hoog. Een verhouding 40-60 lijkt mij een veel betere verhouding dan vandaag. Die verhouding blijft voor mij dus ook een structurele doelstelling, zeker om het huidige toewijzingsbeleid te kunnen voortzetten, waarbij wij LOI-plaatsen gebruiken voor de transitie van erkende vluchtelingen en voor de opvang van personen met een hoge beschermingsgraad en van kwetsbare personen. Wij moeten dan ook werken aan het verhogen van het aantal plaatsen via de lokale opvanginitiatieven.
Zoals eerder reeds is aangegeven, geven verschillende lokale besturen aan dat het steeds moeilijker wordt om die opvangplaatsen ter beschikking te stellen. Het gebrek aan betaalbare woningen speelt daarbij bijvoorbeeld in heel wat gemeenten een belangrijke rol. Bovendien kampen ook heel veel OCMW’s met een personeelstekort. Ik zie vandaag dat het voor Fedasil of het Rode Kruis bijvoorbeeld moeilijk is om sociale assistenten te vinden. De OCMW’s hebben dezelfde problemen, wanneer zij LOI’s oprichten.
Eind 2022 heeft de voltallige regering dan ook een schrijven gericht aan de lokale besturen met een duidelijke oproep om mee verantwoordelijkheid op te nemen en bijkomende plaatsen te creëren. Om hen daarbij te ondersteunen, is een impulsfonds opgericht, waarmee lokale besturen de opstartkosten kunnen financieren. Ook de onduidelijkheid over de reserves, die voor een aantal lokale besturen speelt, zullen wij binnenkort aanpakken.
De creatie van de plaatsen doen wij niet op verplichte basis, net omdat wij begrip hebben voor de moeilijkheden van de lokale besturen, om bijvoorbeeld woningen te vinden op de krappe huisvestingsmarkt. Het is momenteel nog te vroeg om resultaten te zien van de laatste oproep. Ik ben er echter van overtuigd dat verschillende lokale besturen ondanks de moeilijkheden bijkomende inspanningen zullen leveren.
07.03 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, de lokale besturen zijn inderdaad nodig om de opvangcrisis op te lossen. Het klopt dat de verhouding tussen lokale opvanginitiatieven en collectieve opvanginitiatieven op dit moment niet ideaal is. U verklaart dat u naar een 40/60-verhouding streeft. We delen uw standpunt, maar vragen ons af of het financiële kader en het toewijzingsbeleid de lokale besturen voldoende aansporen om daar werk van te maken. De feedback van de VVSG leert ons dat het toewijzingsbeleid, dat die LOI’s enkel ziet als een transitie van erkende vluchtelingen, zorgt voor extra last bij maatschappelijk werkers om snel op zoek te kunnen gaan naar een woning. Dat zouden we structureel moeten aanpakken om de voorbije afbraak van LOI’s te verhelpen en hun capaciteit opnieuw naar een bepaald niveau te tillen.
Natuurlijk moeten er voldoende betaalbare woningen zijn. Ik richt me daarvoor tot de Vlaamse regering, waarvan uw partij deel uitmaakt. Vlaams Minister van Wonen Diependaele heeft de belangrijke opdracht om voor extra sociale woningen te zorgen. De Vlaamse regering blijft op dat vlak echt in gebreke. Ik roep u op om dat ook op het interministerieel overleg aan te kaarten. We moeten ervoor zorgen dat vluchtelingen niet in concurrentie moeten treden. Dat is altijd een voedingsbodem voor extreemrechts. We moeten ons bewust zijn van bestaande antipathieën. Ook dat is dus een belangrijk element.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
08.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la
secrétaire d'État, le 4 janvier dernier, des associations ont reçu plusieurs
appels de détenus du centre fermé 127bis à Steenokkerzeel. Selon les témoins,
un homme aurait été violemment agressé par 6 gardiens, car il tenait à parler
avec sa famille. Le détenu aurait été étranglé et perdu connaissance. Il a été
emmené à l'hôpital, et depuis, les associations n'ont plus aucune nouvelle de
lui. Un témoin de la scène aurait lui aussi été violenté et amené à l'hôpital,
puis s'est enfui. Les détenus ayant appelé les associations ne sont quant à eux
plus joignables sur leur téléphone.
Madame la
secrétaire d'État, je suis profondément inquiété par ce témoignage et par
l'état de santé de la personne emmenée à l'hôpital.
-
Confirmez-vous qu'une personne a été violentée par des gardiens le 4 janvier
dans le centre fermé 127bis? Que savez-vous de la situation? Comment se fait-il
qu'un tel usage de la force, un étranglement, ait eu lieu?
- Une
enquête va-t-elle être ouverte pour faire toute la lumière sur cet événement
glaçant?
-
Avez-vous des nouvelles du détenu emmené à l'hôpital? Quel est son état de
santé?
- Les
téléphones des témoins de la scène ont-ils été volontairement coupés? Est-ce
une pratique punitive courante? Qu'est-ce qui la justifie?
-
Avez-vous un détail du nombre d'incidents impliquant de la violence de la part
du personnel des centres fermés en 2022?
- Comment
garantir le contrôle et la transparence des lieux de détention, notamment par
des ONG?
Madame la
secrétaire d'État, je me doute que la crise de l'accueil que nous traversons
mobilise énormément vos services et votre énergie, et je vous en remercie.
Cependant, il convient de ne pas oublier d'autres pans de la politique
migratoire où des problèmes persistent. Ainsi, Jesuit Refugee Service Belgium
vient de sortir un rapport sur la situation des centres de détention en 2021 en
Belgique. Cette période a été fortement marquée par la crise sanitaire et
accompagnée de nombreuses restrictions pour les personnes détenues administrativement.
Mais à côté de cela, certains points non liés au coronavirus sont restés
inquiétants:
- En fin
2021, plusieurs personnes afghanes étaient détenues en centre fermé alors même
qu'une expulsion en Afghanistan est impossible, faute d'accords avec les
talibans. Y a-t-il toujours aujourd'hui des personnes afghanes enfermées malgré
le fait qu'elles soient inéloignables et que leur détention est donc illégale?
- En
2021, 391 personnes ont été transférées de la prison vers un centre de
détention administrative, alors même que l'OE peut organiser le retour depuis
la prison. Il est inquiétant que la détention administrative puisse devenir une
deuxième forme d'incarcération, alors que son but premier est bien
l'éloignement. Avez-vous mis des mesures en place pour éviter ces transferts
trop nombreux? Quelles sont les tendances en 2022?
- Enfin,
selon le rapport de JRS, 50% des enfants en centre de famille tombant sous
l'obligation scolaire ne sont pas scolarisés, malgré leur souhait de l'être !
Je pense que chaque enfant, quel que soit son statut administratif, a le droit
à une éducation. Quelles sont vos données sur cette question? Que mettre en
place pour lever les obstacles à la scolarisation des enfants en centre de
famille? Avez-vous des contacts au niveau communautaire pour solutionner ce
problème?
08.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, concernant le dossier individuel, ce que je peux vous dire, c'est que cette personne présentait un comportement autodestructeur grave et qu'elle avait refusé tout soin dans un premier temps.
Une concertation a eu lieu entre la direction du centre, la police, le personnel ambulancier, le psychologue, l'hôpital et le procureur pour prendre les mesures appropriées à l'égard de cette personne. Il ne s'agissait pas de violence dans le chef du personnel mais de l'application de mesures coercitives appropriées pour protéger la personne contre elle-même et pour protéger les autres. La personne a été prise en charge à l'hôpital et séjourne désormais au centre de Vottem.
Concernant vos autres questions: le contrôle des centres fermés est garanti. Outre un contrôle international, tel que celui de la commission d'évaluation Schengen ou du Comité européen pour la prévention de la torture et des traitements dégradants, lesquels peuvent effectuer des contrôles ad hoc, les ONG ont déjà accès au centre fermé. En outre, chaque résident a la possibilité de déposer une plainte en cas de violation éventuelle de ses droits.
Quant aux Afghans, il est vrai qu'il n'y a actuellement aucun retour forcé en Afghanistan. Les Afghans qui se trouvent dans les centres fermés sont des personnes détenues en vue d'une réadmission bilatérale ou de type "Dublin".
Concernant les prisons, en général, un éloignement peut être organisé directement de la prison, si l'intéressé est en possession d'un document de voyage valide et si un vol peut être organisé dans un bref délai. Si ce n'est pas le cas, une personne en séjour irrégulier qui est libérée de prison est transférée vers un centre fermé pour organiser son retour. Pour parvenir à un plus grand nombre d'éloignements directement depuis la prison, davantage de coaches de l'Office des étrangers ont été déployés dans les prisons. Leur nombre est passé de 10 à 19 au cours de cette législature. Ils sont actifs dans 30 prisons.
Concernant les familles en maison de retour, si les enfants sont déjà allés dans une autre école belge, les enfants seront autorisés à continuer à y aller si c'est possible, ce qui n'est cependant pas toujours le cas. Dans les communes où se situent les sites, il existe des accords avec les écoles locales et les accompagnateurs faciliteront l'inscription. Pour les familles en procédure frontalière, l'intégration des enfants dans des écoles n'est pas toujours facile, car leur détention y est de courte durée et, dans la plupart des cas, ces enfants ne connaissent pas les langues nationales. Il est également important de souligner que les accompagnateurs peuvent conseiller aux familles d'inscrire leurs enfants à l'école et peuvent les assister, mais, finalement, il revient aux parents de décider de le faire ou pas.
08.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d’État, je vous remercie pour votre réponse complète. Plusieurs points méritent notre attention. Tout d’abord, la question du comportement autodestructeur est un fait largement rencontré lorsqu’on se rend dans les centres fermés. Je rappelle qu’en notre qualité de parlementaire, nous avons également accès aux centres fermés et le droit d’y exercer un contrôle. Cela amène la question du soutien psychologique nécessaire dans ces centres. Parfois, ceux-ci manquent de psychologues pour toute une série de raisons et je pense qu’il faut pouvoir renforcer leurs équipes à ce niveau. C’est normal d’être détruit psychologiquement vu la situation, qu’elle soit juste ou non. Vous connaissez mon point de vue sur les centres fermés. C’est un élément important.
L’accord de gouvernement prévoit tout en matière de «contrôle et d’amélioration de la vie» dans les centres fermés. L’accès aux ONG est important, certes, mais des améliorations restent possibles à ce titre en matière peut-être d’élargissement de cet accès de contrôle.
Un autre point auquel je suis très attentif et qui n’est pas encore réglé, est celui des rapports annuels. Votre prédécesseure, Mme De Block expliquait que le rapport de l’Office des étrangers ne correspondait pas toujours au rapport annuel des centres et que les chiffres ne correspondaient donc pas souvent et que, dès lors, le rapport de référence sur les centres fermés était celui de l’Office des étrangers. Chaque centre devrait tendre vers une amélioration en ce qui concerne les rapports annuels pour assurer une transparence sur ce qui est quand même un centre de détention, ce qui n’est pas négligeable.
Pour moi, chaque centre devrait rendre un rapport annuel clair, qui soit éventuellement présenté ou publié de manière que les ONG, les parlementaires puissent confronter les choix. Ce n’est pas encore le cas. Pour l’instant, le seul rapport annuel est celui de l’Office des étrangers et, je le répète, celui-ci doit être amélioré car, quel que soit notre avis sur les centres fermés, – ceux-ci coûtent quand même 215 euros par nuit par personne, sans compter les expulsions qui coûtent énormément à l’État et sans parler de la détresse morale et psychologique des détenus – avoir une transparence la plus grande possible sur les centres fermés est vraiment une question de démocratie. Et je suis certain que nous nous rejoignons sur la question.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
09.01 Hervé Rigot (PS): Madame la Secrétaire d'Etat, le 1er octobre 2022,
suite au départ de Michael Kegels en tant que directeur général de Fedasil,
vous avez désigné Madame Fanny François pour reprendre la fonction ad intérim.
Je lisais
alors sur le site de l'agence: "Dans le même temps, une procédure de
sélection auprès du Selor va être ouverte dès que possible, comme le prévoit la
procédure de recrutement pour les postes de mandataire à Fedasil."
Madame La
Secrétaire d'Etat, pouvez-vous m'indiquer quand la procédure de sélection sera
ouverte? Quelles sont les raisons qui justifient un tel délai avant l'ouverture
de la fonction? Quand serez-vous en mesure de désigner un nouveau directeur
général?
09.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Rigot, trois postes de mandat sont ouverts au sein du comité exécutif de Fedasil. Ces postes cruciaux sont actuellement pourvus par intérim. Il a été décidé de les ouvrir simultanément afin de tenir compte de l'équilibre linguistique au sein du comité exécutif.
Ces postes ouverts ont été évalués par BOSA. Le dossier passe actuellement par les dernières étapes administratives entre les différents organismes compétents, avant que la publication puisse être envoyée à Selor. Cela devrait être possible dans les prochaines semaines.
09.03 Hervé Rigot (PS): C'est parfait et très clair. Je vous remercie pour votre réponse.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
10.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, il y a quelques mois, le gouvernement a transposé tardivement – c’est malheureusement souvent le cas – la directive européenne de 2018 relative aux conditions d’entrée et de séjour des ressortissants de pays tiers à des fins de recherche, d’études, etc. Entre le vote européen de la directive et sa transposition, un nombre important d’étudiants étrangers ont terminé leurs études chez nous sans pour autant pouvoir bénéficier du délai d’un an pour trouver un emploi. Aujourd’hui, certains d’entre eux reçoivent un ordre de quitter le territoire du fait qu’ils ne tombent pas sous la nouvelle législature. Ils sont dans une espèce de no man’s land entre la décision européenne et notre transposition.
Madame la secrétaire d'État, quelle est la pratique de l'Office des étrangers pour ces étudiants qui ont terminé leurs études entre le vote de la directive européenne et sa transposition? Une souplesse sera-t-elle demandée à l'Office des étrangers de manière à faciliter l'intégration sur le marché du travail de ces personnes et à éviter des procédures judiciaires inutiles? Le Conseil du Contentieux des étrangers y semble favorable vu la clarté de la directive européenne.
10.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, la directive européenne en question dont le délai de transposition était fixé à mai 2018 a en effet été transposée tardivement. Cependant, l’année de recherche pour les étudiants de pays tiers à laquelle vous faites référence a été transposée en droit belge via la loi du 11 juillet 2021. C’était d’ailleurs l’une des priorités de mon prédécesseur Sammy Mahdi.
Cela dit, la transposition a effectivement été tardive et nous sommes malheureusement encore confrontés à ses conséquences. Des dispositions pratiques ont été prises avec l’Office des étrangers concernant l’application. Afin d’introduire la demande, l’étranger doit séjourner légalement en tant qu’étudiant, être en mesure de présenter un passeport valable, démontrer des moyens de subsistance suffisants, disposer d’une assurance maladie et présenter un diplôme obtenu dans un organisme d’enseignement supérieur belge. L’Office des étrangers vérifie les dossiers dans lesquels le Conseil du Contentieux des Etrangers a annulé une décision, en faisant référence à l’année de recherche par rapport aux conditions de la loi du 11 juillet 2021, tout en tenant compte des actualisations des dossiers. Un permis de séjour sur la base de l’année de recherche sera accordé aux personnes qui répondent aux critères.
10.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
11.01 Hervé Rigot (PS): Madame la secrétaire d’État, la situation en Grèce depuis le mois de novembre est connue: des travailleurs humanitaires risquent 25 ans de réclusion pour avoir aidé des réfugiés à aller sauver des réfugiés. Ils ont aidé des personnes en danger et risquent aujourd’hui un procès dramatique qui fait peur et froid dans le dos. Il mobilise quantité d’associations. Ce procès doit poser question.
Quelle est votre position à l’égard de cette situation et par rapport à la position constatée dans un nombre croissant de pays européens – en l’occurrence en Grèce –, tentant de culpabiliser l’aide humanitaire et de porter atteinte à ceux qui aident les personnes – hommes, femmes, enfants – en danger?
Avez-vous eu des contacts avec votre homologue grec ou les autorités pour comprendre ce qui se passe dans ce procès qui me semble inacceptable au regard des éléments dont je dispose?
11.02 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, le contexte du procès politique vient d'être précisé. Il est question de trafic d’êtres humains, d’appartenance à une organisation criminelle, de blanchiment d’argent. Si ce procès médiatisé a requis l’attention internationale, c’est parce qu’une des personnes accusées est l’héroïne du film Les nageuses diffusé sur la plateforme Netflix, qui montre le parcours de deux sœurs syriennes, parcours que suivent aussi des milliers de migrants.
Aujourd’hui, je pense que la catastrophe de ce procès – qui est, je crois, arrêté –, est la pression mise sur toute une série d’acteurs humanitaires, d’ONG humanitaires qui essaient de sauver des personnes en mer. Ce n’est pas tellement le verdict qui souvent est favorable qui est en jeu mais c’est plutôt la pression exercée.
Pour rappel, plus de 2 500 personnes ont été retrouvées mortes en Méditerranée en 2022. Ce sont les personnes retrouvées mais, en réalité, le chiffre est certainement plus important car 2 000 autres sont portées disparues.
Madame la secrétaire d’État, avez-vous exprimé votre indignation face à ce procès et au danger qu’il représente? Comment assurer une protection à celles et ceux qui tentent d’apporter une assistance aux exilés? La situation en Grèce pour les demandeurs d’asile ne semblant pas s’améliorer, quels sont vos contacts avec le gouvernement grec?
11.03 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Chers collègues, il s’agit ici d’une procédure judiciaire dans un autre État membre. Par conséquent, il appartient à la Commission européenne, en tant que gardienne des traités, de déterminer si cette procédure viole le droit européen. Pour être très claire, la Belgique a pour principe de respecter la liberté des ONG de participer à des opérations de recherche et de sauvetage.
S’agissant de la question relative à la situation des demandeurs d’asile en Grèce, selon nos informations, elle s’est améliorée depuis 2015. La Commission a consenti de lourds efforts financiers à cet égard. Pour autant, cela ne signifie pas que tous les problèmes aient été résolus, mais que des progrès ont été accomplis. La Belgique insistera toujours sur le principe de norme d’accueil équivalente dans l’Union. Avec d’autres États membres, nous demandons que la Commission et l’Agence européenne pour l’Asile mettent à disposition des informations plus objectives quant à la situation en Grèce et, bien entendu, dans d’autres États membres.
11.04 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie de votre réponse.
11.05 Hervé Rigot (PS): Je vous remercie, madame la secrétaire d'État. Pour ma part, je comprends la nécessité d’une position respectueuse envers la diplomatie. Néanmoins, je rappellerai que certains gouvernements européens doivent cesser de lutter contre ceux qui tendent la main: les ONG et les bénévoles, qui sont là pour aider à sauver des vies et ne sont ni des passeurs ni des trafiquants d’êtres humains. Il faut arrêter de diffuser ces messages de peur et annonçant des mesures restrictives et punitives contre les représentants de ces ONG, qui sont là, je le répète, pour sauver des vies. Sean et Sarah subissent aujourd’hui un calvaire effroyable, sous la forme d’un procès qui me semble, à tout le moins, grotesque. Même au sein de la justice grecque, on assiste à une levée de boucliers contre la procédure en cours.
Le message que vous devez porter à l’échelle européenne doit consister à dire qu’il ne faut pas se tromper de combat. En effet, le combat consiste à faire respecter les droits de chacun et à défendre une politique européenne solidaire et respectueuse de ces droits. S’il y a une lutte à mener, elle doit l’être contre les passeurs et les trafiquants d’êtres humains, bref contre ceux qui mettent en danger et abusent de ces hommes et ces femmes qui ne cherchent qu’un objectif: obtenir une protection. Je vous remercie de votre attention.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
12.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, la régularisation des personnes sans-papiers reste un tabou dans ce pays puisqu'on ne peut même pas discuter en politique de cette situation ridicule qui veut que 100 000 personnes sont sur le territoire belge et qu'elles ne pourront pas être expulsables.
D'autres pays avancent dans des solutions de régularisation. L'Allemagne avance, avec des libéraux au pouvoir. L'Espagne avance aussi puisque, désormais, les exilés en situation irrégulière séjournant dans le pays depuis au moins deux ans peuvent obtenir un titre de séjour de 12 mois à condition d'effectuer une formation dans un secteur en pénurie. Trente mille personnes pourraient ainsi sortir de leur situation très précaire et continuer à travailler dans des conditions justes, dignes et humaines.
Madame la secrétaire d'État, la première raison d'une politique de régularisation est une raison humaine. Mais outre cela, en Belgique, 142 métiers sont en pénurie et 200 000 emplois sont vacants alors que plus de 100 000 sans-papiers y vivent et que beaucoup ne demandent qu'à sortir de leur situation d'exploitation et de leurs emplois informels. Bien que toutes les études et projections montrent que nous avons besoin des travailleurs étrangers dans notre économie, certains continuent à détourner leur regard de toutes ces personnes compétentes qui sont déjà chez nous et qui vivent dans des conditions déplorables. Si l'Espagne l'a compris, j'espère qu'on pourra s'entendre dans notre pays sur cette régularisation nécessaire.
Madame la secrétaire d'État, avez-vous eu des discussions avec votre homologue espagnol, allemand ou autre concernant leurs réformes migratoires? Qu'avez-vous pensé de ces projets? Savez-vous si d'autres pays européens comptent prendre des dispositions similaires? Quelle est votre position quant à un mécanisme de régularisation sur base d'une formation ou d'un contrat de travail dans un secteur en pénurie en Belgique? Êtes-vous favorable à d'autres mécanismes de régularisation et/ou à une réforme de notre système de régularisation?
12.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, je suis consciente des changements intervenus dans la politique migratoire de l'Espagne. Un grand nombre de ces mesures font déjà partie de la politique migratoire ou du cadre législatif actuel de la Belgique, comme l'autorisation du travail des étudiants de pays tiers, l'année de recherche pour les étudiants de pays tiers, introduite en 2021, et l'autorisation du travail des étrangers résidant sur la base du regroupement familial.
Un autre aspect des changements en Espagne est la régularisation des personnes sans séjour légal sur la base du travail ou de la formation.
Comme cela a été discuté à plusieurs reprises au sein de cette commission et de nombreux autres fora, je ne suis pas favorable à une nouvelle campagne de régularisation, qu'elle soit basée sur le travail ou sur la formation. Les campagnes de régularisation passées ont montré qu'elles ne constituent jamais une solution structurelle. En outre, il s'est avéré que certaines personnes ont présenté de faux contrats pour bénéficier d'une régularisation sur la base du travail, ou qu'elles ont dû payer lourdement leurs employeurs pour présenter un faux contrat.
Mais surtout, la régularisation des personnes sans séjour légal porte gravement atteinte aux règles migratoires existantes. Je le répète: je m'engage à renforcer et à élargir les canaux de migration légale existants; mais ceux-ci doivent ensuite être suivis.
Il existe une procédure, avec des critères légaux clairs, pour obtenir un visa ou un séjour fondé sur la migration de travail, ainsi qu'un séjour en tant qu'étudiant d'un pays tiers. Nous avons déjà amélioré et élargi ces procédures. L'année de recherche pour les étudiants de pays tiers a été introduite et appliquée, permettant aux étudiants de rester en Belgique pendant 12 mois après avoir achevé leurs études pour s'intégrer au marché du travail.
Nous rendons également la procédure actuelle de migration de travail plus rapide, plus efficace et plus transparente, notamment par l'amélioration continue du guichet unique et, très récemment, par l'extension de possibilités de demande d'un changement de statut depuis la Belgique.
Voilà ce que je défends: des règles efficaces, transparentes et rapides pour la migration légale, qui doivent être contrebalancées par le fait que les personnes qui ne suivent pas ces règles ou ne remplissent pas les conditions légales ne se voient pas accorder un droit de séjour ici et doivent retourner dans leur pays d’origine. S’en écarter et accorder systématiquement un séjour à des personnes qui ne respectent pas les règles au seul motif qu’elles sont restées longtemps en Belgique en séjour irrégulier et qu’elles veulent travailler ou se former est une chose que je ne soutiens pas.
La procédure de régularisation humanitaire existe bel et bien. Mais elle est exceptionnelle et appliquée aux plus vulnérables et non pas systématiquement aux personnes sans séjour légal qui veulent travailler. Elles doivent suivre la procédure existante pour la migration de travail.
12.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d’État, je ne m’attendais certes pas à une réponse différente de votre part. Je sais que nous ne sommes pas d’accord au sein de cette commission sur la question de la régularisation, mais je sais aussi que la politique migratoire a besoin de logique et on n’expulsera pas 100 000 personnes. On ne le fera pas car cela représenterait un coût s’étendant au-delà de deux milliards si l’on se réfère au coût de 10 000 euros l’expulsion. On ne le fera pas à moins de construire des milliers et des milliers de places en centres fermés.
Nous, ce que nous demandons, contrairement à ce que d’aucuns prétendent, ce n’est pas une ouverture des frontières, c’est de la logique. Je peux expliquer une situation qui relève de la logique, tout en sachant que l’on n’aborde pas de cas individuels dans cette commission. Néanmoins, je dois vous parler d’une ressortissante congolaise qui vit dans le village d’où je proviens et qui, depuis 12 ans, prépare des plats à mes nièces. Elle est en centre fermé depuis une semaine, alors que depuis 12 ans, elle travaille dans l’école pour les enfants. Elle sera bientôt expulsée, parce que son profil ne correspond pas aux règles. Mettons de la logique dans nos politiques migratoires! Si une personne est intégrée de par son travail, a une promesse d’embauche et fait sourire des enfants tous les jour, je crois que l’on doit pouvoir s’entendre sur une possibilité en faveur de ces personnes. Je ne comprends pas que nous n’y arrivions pas politiquement. Tout est une question de politique politicienne et de jeu. C’est une question de conviction et je sais que vous en avez. Je vous appelle à davantage d’ouverture non pas sur une grande campagne de régularisation, mais pour remettre de la logique dans nos politiques migratoires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13.01 Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar mijn schriftelijk ingediende vraag.
Mevrouw
de staatssecretaris, de asiel- en opvangcrisis maakt duidelijk dat niet alle
mensen die opvang zoeken, zoals in het kraakpand in de Paleizenstraat,
asielzoekers zijn die recht hebben op opvang en begeleiding. Het gaat jammer
genoeg ook om mensen die uitgeprocedeerd zijn, waarvan is vastgesteld dat ze
geen verblijfsrecht in België kunnen krijgen en die vervolgens verdwenen in de
illegaliteit. Dat deze illegaliteit schadelijk is voor mens en maatschappij
wordt bijzonder pijnlijk aangetoond door de situatie in het kraakpand. Het
probleem is dat waar asielzoekers wel kunnen instromen in de opvang en daarbij
begeleiding krijgen van uw diensten, een deel van de doelgroep in de
Paleizenstraat dat niet kan. Er is voor hen niets voorhanden. Het regeerakkoord
van deze regering wou aan deze situatie op twee manieren tegemoet komen: ten
eerste door mensen eens ze uitgeprocedeerd zijn niet los te laten, maar te
begeleiden naar een waardige terugkeer. Dat geldt vooral voor mensen die nu een
negatief antwoord krijgen. Voor mensen die in het verleden louter met een
papiertje wandelen werden gestuurd zijn er nog bijzonder veel moeilijkheden
vaak en geen evidente aanspreekpunten, terwijl ook bij hen een goede
begeleiding essentieel is om te garanderen dat er sprake is van een duurzaam
toekomstperspectief. Ik denk dat het onze gedeelde overtuiging is dat terugkeer
forceren door een mensonwaardig bestaan te laten voortduren iets is dat we
absoluut niet willen. De pilootprojecten uit het regeerakkoord waren een
vernieuwende aanpak om voor deze doelgroep een aanpak uit te werken. Ik heb
aantal vragen over de uitrol van deze projecten.
Hoeveel
projecten werden ondertussen reeds uitgerold? In welke steden? Wanneer zijn
deze projecten van start gegaan? Wat is de voorziene duurtijd van deze
projecten?
Zijn
er projecten die wel voorzien waren maar nog niet operationeel zijn? In welke
steden? Wat zijn de struikelblokken bij deze projecten? Staat er een voorziene
startdatum gepland bij deze projecten, en zo ja wanneer?
Hoeveel
van de voorziene financiering van respectievelijk het jaar 2020, 2021 en 2022
werd reeds uitgekeerd en aan welke projecten? Hoe zal u zorgen dat de niet
uitgekeerde financiering duurzaam bij de projecten terechtkomt?
Welke
verdeelsleutel wordt gehanteerd wat betreft de financiering tussen steden,
niet-gouvernementele organisaties en de federale regering voor deze projecten?
13.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Segers, de pilootprojecten voor mensen zonder een wettig verblijf zijn inderdaad een complementaire maar belangrijke pijler van het aanklampend terugkeerbeleid dat ik uitrol. Het gaat voor alle duidelijkheid over de ondersteuning van lokale initiatieven voor mensen zonder een wettig verblijf, waarbij het initiatief en het zwaartepunt voor het uitwerken en uitvoeren van het project ook bij de lokale autoriteiten ligt.
De federale ondersteuning bestaat in de eerste plaats uit een nauwe en geprivilegieerde samenwerking met Fedasil en de DVZ in het zoeken naar een duurzame oplossing in individuele dossiers. Dat kan een legaal verblijf in België of een terugkeer zijn. Daarnaast is er ook financiële ondersteuning voor de projecten.
Sinds maart 2022 wordt het Gentse pilootproject Opvang en Oriëntatie federaal ondersteund. Een aanvraag voor de ondersteuning van een Antwerps project werd deze maand ingediend. Het doel is om op korte termijn te starten met de concrete samenwerking en al zeker in de eerste jaarhelft. Er lopen al geruime tijd gesprekken met Brussel voor een Brussels project. We blijven ook erg geïnteresseerd in projecten in Wallonië. Daar vonden al verschillende contacten plaats in verschillende Waalse steden. Mijn diensten blijven zoeken naar lokale initiatieven die de visie onderschrijven en die zich willen engageren in een dergelijke nauwe samenwerking met mijn diensten.
De aangegane conventies hebben een looptijd van een jaar. Er is een budget begroot tot en met 2024. Voor het Gentse project gaat het om een maximaal jaarlijks budget van 140.000 euro, dat door het federale niveau wordt ondersteund. De niet-uitgekeerde financiering voor een bepaald boekjaar kan niet naar een volgend boekjaar worden overgeheveld. Voor verdere financiële informatie kunt u steeds een gedetailleerde schriftelijke vraag stellen.
Er wordt door het federale niveau geen verdeelsleutel tussen de betrokken lokale actoren opgelegd. De budgetten zijn dus integraal voor de ondersteuning van de bestaande lokale projecten bedoeld en kunnen alleen dienen voor de ondersteuning van begeleiding. De financiering behelst dus niet het volledige project. De financieringsovereenkomst gebeurt dan ook met de lokale actor, in casu de stad Gent, die zelf bekijkt welke verdeelsleutel tussen de verschillende betrokken actoren wordt toegepast, zoals bijvoorbeeld het CAW voor juridische begeleiding.
13.03 Ben Segers (Vooruit): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord.
U weet dat Vooruit groot belang hecht aan deze proefprojecten. Dat was zo bij het schrijven van het regeerakkoord en ook later. Wij rekenen op u om hiervan een groot succes van te maken.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.33 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12 h 33.