Commission
des Relations extérieures |
Commissie voor Buitenlandse Betrekkingen |
du Mercredi 25 janvier 2023 Après-midi ______ |
van Woensdag 25 januari 2023 Namiddag ______ |
Le développement des questions et interpellations commence à 15 h 06. La réunion est présidée par M. Samuel Cogolati.
De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 15.06 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Samuel Cogolati.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
01 Interpellatie van Theo Francken aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De verstandhouding en de samenwerking tussen België en de Russische Federatie" (55000341I)
01 Interpellation de Theo Francken à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "L'entente et la collaboration entre la Belgique et la Fédération de Russie" (55000341I)
01.01 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de minister, 2023 wordt ongetwijfeld een heel cruciaal jaar voor de buitenlandse politiek en diplomatie niet alleen van ons land, maar ook van heel de Europese Unie en het vrije Westen.
Ik hoop dat u minstens enkele hoofdstukken uit mijn boek dat ik u geschonken heb en waarvan u beloofde het tijdens de kerstvakantie door te nemen, hebt gelezen, maar misschien hebt u geen tijd gehad. Vooral de hoofdstukken over Iran en over het ontstaan van de NAVO kan ik u aanbevelen. Er staat trouwens ook een heel interessant hoofdstuk in over Rusland, met een zekere meerwaarde, weliswaar niet van mijn hand.
Mevrouw de minister, op 8 december 1993, na de val van de Muur, sloot toenmalig eerste minister Jean-Luc Dehaene een verdrag met president Jeltsin dat uiting moest geven aan een nieuwe vriendschappelijke en progressieve samenwerking tussen België en de Russische Federatie. Dat verdrag bleef grotendeels dode letter, maar staat wel bol van symbolisch taalgebruik, dat gelet op de recente oorlog in Oekraïne bijzonder wrang in de oren klinkt, zoals “de gehechtheid aan de gemeenschappelijke waarden van vrijheid, democratie, rechtvaardigheid en solidariteit", het vestigen van “rechtvaardige en duurzame vrede gebaseerd op de eerbiediging van het internationaal recht" en de belofte voor steun aan de versterking van de OVSE “teneinde de eerbiediging van de rechten van de mens, de democratie en de rechtsstaat te waarborgen en op een vreedzame manier de geschillen te voorkomen en te regelen."
We kunnen enkel maar vaststellen dat de bepalingen van het verdrag volledig achterhaald zijn en dat we niet meer, zoals artikel 7 voorschrijft, “informatie op militair gebied" willen uitwisselen, of zoals in artikel 8 willen samenwerken op humanitair gebied.
Vandaar mijn eenvoudige vraag wat we met dat verdrag zullen doen. Het bestaat al lang. We hebben natuurlijk veel oude verdragen, maar het betreft hier een verdrag specifiek tussen het Koninkrijk België en de Russische Federatie. Dat het verdrag op zo'n positieve manier spreekt, is op zijn minst ambetant.
België heeft wel een aantal mogelijkheden.
Kunt u mij bevestigen dat het verdrag inzake de verstandhouding en samenwerking tussen het Koninkrijk België en de Russische Federatie, ondertekend te Brussel op 8 december 1993, nog steeds stilzwijgend hernieuwd wordt?
Gaat u ermee akkoord dat de tekst van het verdrag niet meer overeenstemt met de huidige relatie tussen of ambities van België en de Russische Federatie?
Gaat u ermee akkoord dat het vriendschapsakkoord alleen nog kan dienen als signaal voor Moskou wanneer we het naar de prullenmand van de geschiedenis verwijzen? Vindt u ook dat we dat verdrag dus beter opzeggen en dat u daarmee consequent de lijn aanhoudt die de Belgische regering en uzelf unisono hebben vastgelegd in februari van 2022? Daarover had ik graag uw standpunt.
01.02 Minister Hadja Lahbib: Mijnheer Francken, ik heb uw boek nog niet gelezen, waarvoor mijn excuses. Ik had het erg druk tijdens mijn vakantie, onder andere met Iran.
Zolang de Russische agressie in Oekraïne aanhoudt, zal België ook actief meewerken aan de uittekening en de implementatie van het Europese en internationale beleid van sancties en andere beperkende maatregelen tegen Rusland.
Op Europees vlak stonden de toekomstige relaties met Rusland op de agenda van 14 november en 12 december 2022 en 23 januari 2023 van de Raad Buitenlandse Zaken. Er werd overeengekomen om Rusland internationaal verder te isoleren, het bestaande sanctieregime nog meer uit te bouwen, verder werk te maken van de verdediging van de internationale orde en Rusland ter verantwoording te roepen voor de schendingen van het internationaal en van het oorlogsrecht in Oekraïne.
Rusland heeft zich ontpopt tot een agressor die een bedreiging vormt voor de internationale stabiliteit en de wereldvrede.
Dat onaanvaardbare gedrag moet gesanctioneerd worden.
Au sein de l'OSCE s'impose actuellement une approche no business as usual. En raison de la guerre en Ukraine, justement, en ce qui concerne l'échange d'informations dans le domaine militaire, je peux vous informer que dans le cadre de l'OSCE, des informations militaires sont encore échangées, bien que de manière très limitée, dans le but de préserver un certain degré de transparence et surtout d'éviter de dangereux malentendus.
Cette démarche est adoptée dans l'intérêt de tous. En même temps, la Belgique s'associe aux efforts visant, dans la mesure du possible, à sauvegarder l'acquis existant en matière de contrôle des armes conventionnelles qui a été négocié pendant et après la fin de la Guerre froide, même s'il n'est actuellement appliqué que de manière minimale.
Op bilateraal vlak werden als gevolg van de oorlog en de sancties talrijke samenwerkingsverbanden tussen Belgische en Russische instellingen de facto en tot nader order opgeschort. Het betreft niet alleen louter bilaterale verdragen, maar ook verdragen tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en Rusland, tussen de Benelux-landen en Rusland en tussen de Europese Unie en Rusland.
Ce réseau de traités fournit le cadre juridique dans lequel de nombreuses collaborations ont été mises en place. Nombre de ces traités sont devenus inopérants à cause de la guerre, soit en raison du régime de sanctions très étendu mis en place ces derniers mois, soit parce que, pour des raisons politiques, les autorités belges ont préféré geler la coopération et/ou les échanges en question.
Dat betekent evenwel niet dat de verdragen opgezegd dienden te worden. Verdragen scheppen alleen maar een wettelijk kader. Zonder concrete invulling blijft een verdrag dode letter.
De fait, tout comme mes collègues de l'Union européenne et de l'OTAN, je pense qu'il n'est pas nécessaire et qu'il ne serait pas judicieux d'annuler nos traités bilatéraux avec la Russie.
Comme vous, j'espère que la guerre en Ukraine prendra fin le plus rapidement possible, que l'Ukraine gagnera cette guerre, qu'elle pourra rétablir sa souveraineté et son intégrité territoriale et qu'un accord de paix durable pourra finalement être conclu.
In een dergelijk scenario zal de hervatting van onze relaties met Rusland meer dan waarschijnlijk vroeger of later aan de orde komen. Het zal mijns inziens zeker geen snelle terugkeer naar een business as usual met Rusland zijn.
Au contraire, il s'agira probablement d'un processus au cours duquel la coopération pratique et mutuellement bénéfique reprendra progressivement et graduellement sur la base des traités négociés précédemment. Dans ce cas, il est préférable de pouvoir se rabattre sur ce qui existe encore plutôt que de tout devoir renégocier.
D'où l'importance de ne pas dénoncer les traités avec la Russie, y compris le Traité de 1993, même s'ils sont actuellement – et je le répète, vraisemblablement pour un certain temps encore – largement inopérants.
01.03 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de minister, ten eerste is het geen probleem dat u mijn boek nog niet hebt gelezen. U hebt het inderdaad bijzonder druk met Iran. Er is straks ook een actualiteitsdebat met heel wat vragen daarover. Ik hoop dat we er allemaal uit raken, want ons land bevindt zich in een enorm moeilijke situatie, zowel diplomatiek als politiek. In die zin is dat dus een belangrijke prioriteit voor uw beleid en ik heb daarvoor alle begrip.
Ten tweede merk ik dat ik een heel groot stuk van het antwoord in het Frans krijg, als ik u interpelleer in het Nederlands. Ik heb dat in de plenaire vergadering ook al gezegd. Dat is niet de traditie van dit Huis. De traditie is dat, als men wordt geïnterpelleerd…
Ik begrijp dat de Franstaligen nerveus worden, maar ik zit hier al iets langer, dus ik zeg toch even wat de traditie van dit Huis is.
De traditie van dit Huis is dat, als een parlementslid in één taal interpelleert, het antwoord van de regering ook in die taal gegeven wordt. Er worden dus geen talen gemengd. U moet dan maar aan uw medewerkers zeggen dat, als er een Nederlandstalig verkozen Kamerlid interpelleert, het antwoord van de Belgische regering in het Nederlands gegeven moet worden. Dat is de traditie van dit Huis, maar blijkbaar wordt daarmee gebroken. Ik heb dat in de plenaire vergadering ook gemerkt en ik heb mij daarover toen een beetje lastig gemaakt. Als er met die traditie gebroken wordt, dan moet er maar eens in de Conferentie van de voorzitters besproken worden wat dan de nieuwe ongeschreven regel daarover is.
Maar goed, ik voel me niet respectloos behandeld, want u hebt ook een heel groot stuk in het Nederlands geantwoord. Ik weet eveneens dat u hiervan geen taalstrijd wenst te maken, maar ik wil dit punt graag aan de orde stellen, mijnheer de voorzitter, want ik vind dat vreemd. Het is ook niet dat ik geen Frans begrijp. Ik spreek en begrijp perfect Frans, want mijn moeder is van Angoulême. Geloof me dus dat ik u wel begrijp.
Ik zal het nu over de inhoud van uw antwoord hebben. U zegt dat we het verdrag zullen opschorten, maar niet opzeggen. Daar komt het eigenlijk op neer. U hebt ongeveer zes minuten gesproken om te zeggen dat u het zult opschorten, maar niet zult opzeggen. Als we het opzeggen, dan moeten we het namelijk misschien heronderhandelen.
Ik vind dat persoonlijk nogal een naïeve manier om naar de realiteit te kijken. Als we terug naar een soort business-as-usual-relatie gaan met Rusland, dan zal er sowieso heel wat heronderhandeld moeten worden. Een verdrag uit 1993, gesloten tussen Dehaene en Jeltsin, is iets wat ons op geen enkele manier kan vatten. Ik ben het dus inhoudelijk absoluut niet eens.
Of het nu gaat over Iran, Oekraïne of Rusland, deze regering komt bijzonder zwak voor de dag. Ze is veel te voorzichtig en durft nooit een vuist te maken op internationale fora. De regering wil dat verdrag dus niet opzeggen, omdat er dan later opnieuw over onderhandeld moet worden. Ik mag hopen dat Rusland, hopelijk na een regimewissel en nadat het is verdreven van het Oekraïense grondgebied, een andere onderhandelingspositie zal hebben en dat we dan ons verdrag en onze eisen op tafel zullen leggen. Dat is een vreemde werkwijze.
Er is een verdrag waarin staat dat we dikke vrienden zijn en allemaal samenwerken, terwijl we worden aangevallen. 100.000 burgers en militairen werden gedood. De mensenrechtenschendingen en de oorlogsmisdaden van Rusland zijn ontelbaar, maar België zegt dat verdrag niet op en schort het alleen op. Dat is internationaal een bijzonder zwak signaal. Dat verdrag moet minstens worden opgezegd. U werpt dan op dat dat te veel werk is en dat we het dan zouden moeten heronderhandelen. Welnu, laten we dat dan doen, over een aantal jaren. Als we uit deze crisis zijn en Rusland bereid is om op een normale manier om te gaan met de mensenrechten en met het Westen, dan zullen we opnieuw met Rusland onderhandelen, op onze voorwaarden.
Ik ben het dus volledig oneens met uw zienswijze. Er straalt altijd een soort van zwakheid uit. Dat is niet wat we moeten tonen. We moeten daarentegen sterkte tonen naar het autocratische leiderschap en de kleptocraten in Moskou. Dat is alleen mogelijk door heel duidelijk diplomatiek een vuist te maken.
Niet alleen Rusland, maar ook alle andere dossiers worden in mijn ogen veel te zwak aangepakt. Zo zult u geen resultaat bereiken. Het zal natuurlijk ook niet van België afhangen. Gelukkig zijn we maar een heel kleine speler. We zijn de muis die soms durft te zeggen, als de olifant stof maakt: "Kijk eens hoeveel stof ik heb gemaakt." Gelukkig hebben we niet te veel macht, want met deze regering is het op internationaal niveau een bijzonder mager beestje.
Dat werd nogmaals duidelijk in Rammstein vorige vrijdag. De Belgische steun aan Oekraïne bedraagt 90 miljoen euro, terwijl die van Nederland 1 miljard euro bedraagt. Wat een ongelofelijke afgang is dat!
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking
werden volgende moties ingediend.
En
conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Theo Francken en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Theo Francken
en het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, en van de Federale Culturele Instellingen,
- gelet
dat art. 167 van de Grondwet het sluiten – en dus ook opzeggen
van – verdragen bij de exclusieve bevoegdheid van de regering plaatst;
- gelet
dat de Koning de gemengde verdragen pas kan opzeggen na instemming van alle
betrokken partijen in het raam van de interministeriële conferentie Buitenlands
Beleid (ICBB);
- gelet
dat art. 16 stelt dat het verdrag stilzwijgend wordt verlengd met periodes
van twee jaar, "tenzij een van de Verdragsluitende Partijen de andere
schriftelijk zes maanden voor het einde van de lopende geldigheidsperiode,
kennisgeeft van haar voornemen het Verdrag op te zeggen";
vraagt de
regering
- binnen
de ICBB het initiatief te nemen en het opzeggen van het verdrag "inzake
verstandhouding en samenwerking tussen het Koninkrijk België en de Russische
Federatie, ondertekend te Brussel op 8 december 1993" op tafel
te leggen.”
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Theo Francken et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Theo Francken
et la réponse de la ministre des Affaires étrangères, des Affaires européennes et du Commerce extérieur, et des Institutions culturelles fédérales,
- vu que l’article 167 de la Constitution fait relever la conclusion – et donc aussi la dénonciation – des traités de la compétence exclusive du gouvernement;
- vu que le Roi ne peut dénoncer les traités mixtes qu’après avoir reçu l’assentiment de toutes les parties concernées dans le cadre de la Conférence interministérielle de politique étrangère (CIPE);
- vu que l’article 16 du Traité d’entente et de coopération entre le Royaume de Belgique et la Fédération de Russie dispose que la validité du Traité sera prorogée par tacite reconduction de deux ans en deux ans, sauf si l’Une des Parties contractantes notifie à l’Autre, par écrit et avec un préavis de six mois avant l’écoulement de la période de validité en cours, Sa décision de dénoncer le Traité;
demande au gouvernement
- de prendre l’initiative au sein de la CIPE et de mettre sur la table la dénonciation du Traité d’entente et de coopération entre le Royaume de Belgique et la Fédération de Russie, signé à Bruxelles le 8 décembre 1993."
Een
eenvoudige motie werd ingediend door de heer Michel De Maegd.
Une motion
pure et simple a été déposée par M. Michel De Maegd.
Over de
moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
02 Actualiteitsdebat over de toestand in Iran en de zaak-Vandecasteele en toegevoegde vragen van
- Peter De Roover aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het verdrag met Iran" (55031895C)
- Ellen Samyn aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De onmenselijke behandeling van een Belg in Iran" (55032214C)
- Ellen Samyn aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De onmenselijke behandeling van een Belg in Iran" (55032215C)
- Ellen Samyn aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De opheffing van de Iraanse zedenpolitie" (55032320C)
- Wouter De Vriendt aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De stand van zaken met betrekking tot de opsluiting van Olivier Vandecasteele" (55032655C)
- Michel De Maegd aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De dramatische evolutie van de situatie in Iran" (55032683C)
- Sophie Rohonyi aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De terdoodveroordeling van betogers in Iran" (55032693C)
- Goedele Liekens aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De executies in Iran" (55032753C)
- Peter De Roover aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het reisadvies voor Iran" (55032756C)
- Wouter De Vriendt aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De rol van INSTEX bij handel tussen de EU en Iran" (55032828C)
- Denis Ducarme aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De politieke situatie in Iran en de diplomatieke reactie van België" (55032834C)
- Daniel Senesael aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De vrijlating van Olivier Vandecasteele in Iran" (55033387C)
- Michel De Maegd aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De mobilisatie voor Olivier Vandecasteele" (55033459C)
- Wouter De Vriendt aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De situatie van Olivier Vandecasteele" (55033475C)
- Vicky Reynaert aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De onmiddellijke vrijlating van Olivier Vandecasteele" (55033494C)
- Malik Ben Achour aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De diplomatieke stappen om Olivier Vandecasteele vrij te krijgen" (55033513C)
02 Débat d'actualité sur la situation en Iran et le cas de M. Vandecasteele et questions jointes de
- Peter De Roover à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le traité avec l'Iran" (55031895C)
- Ellen Samyn à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les traitements inhumains infligés à un Belge en Iran" (55032214C)
- Ellen Samyn à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Les traitements inhumains infligés à un Belge en Iran" (55032215C)
- Ellen Samyn à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La suppression de la police des moeurs iranienne" (55032320C)
- Wouter De Vriendt à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le point sur la détention d'Olivier Vandecasteele" (55032655C)
- Michel De Maegd à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "L’évolution dramatique de la situation en Iran" (55032683C)
- Sophie Rohonyi à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La condamnation à mort de manifestants en Iran" (55032693C)
- Goedele Liekens à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Les exécutions en Iran" (55032753C)
- Peter De Roover à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "L'avis de voyage pour l'Iran" (55032756C)
- Wouter De Vriendt à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le rôle d'INSTEX dans les échanges commerciaux entre l'UE et l'Iran" (55032828C)
- Denis Ducarme à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La situation politique en Iran et la réaction diplomatique de la Belgique" (55032834C)
- Daniel Senesael à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La libération d’Olivier Vandecasteele en Iran" (55033387C)
- Michel De Maegd à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La mobilisation pour Olivier Vandecasteele" (55033459C)
- Wouter De Vriendt à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La situation d'Olivier Vandecasteele" (55033475C)
- Vicky Reynaert à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La libération immédiate d'Olivier Vandecasteele" (55033494C)
- Malik Ben Achour à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Les actions diplomatiques pour libérer Olivier Vandecasteele" (55033513C)
02.01 Peter De Roover (N-VA): De situatie verandert geregeld, en niet ten goede. We hebben de vreemde vaststelling moeten doen dat de heer Vandecasteele wordt veroordeeld. Op basis van wat is onduidelijk. Bovendien ziet hij kort daarop zijn straf ongeveer verdubbeld. Er worden dan nog eens zweepslagen aan toegevoegd. Dat is niet alleen een weinig fatsoenlijke manier van straffen als zodanig, maar natuurlijk ook een manier van vonnissen zoals wij dat bij ons heel moeilijk kunnen plaatsen en waar we absoluut het woord rechtsstaat niet op kunnen kleven. Voor ons zijn de beginselen van de rechtsstaat natuurlijk wel van het allergrootste belang. Dat betekent dat bij ons rechterlijke uitspraken aanleiding geven tot een fatsoenlijke procesvoering of het gevolg zijn van een fatsoenlijke procesvoering, dat daartegen in beroep kan worden gegaan en dat daarna de uitgesproken straffen ook worden uitgevoerd zoals dat in een rechtsstaat hoort. Het verschil tussen beide landen wordt op dat vlak en op die manier wel heel schrijnend geïllustreerd.
Er is een heel grote publieke campagne rond het lot van de heer Vandecasteele. Daar kunnen wij ook alleen maar onze steun aan verlenen. Vorige week hebben wij ook een pakkende getuigenis gekregen van zijn zus en een vriend van hem. Tegelijkertijd kunnen al die steunbetuigingen niet verhinderen dat hij op dit ogenblik zit waar hij zit. Dat is een vaststelling die ons allen toch stil moet maken. We staan machteloos. In dit actuadebat zullen veel vragen worden gesteld over wat de regering van plan is. Ik kan er alle begrip voor opbrengen dat u daar weinig details over zal vertellen. Als u daar details over zou hebben, zou ik het bijna aanraden om die niet hier met ons te delen om ervoor te zorgen dat de heer Vandecasteele vrijkomt. Daarna kunnen we een debat voeren over hoe het gebeurd is. De situatie is te ernstig om daar een politiek debat over te houden.
De vragen die ik u wel stel, zijn tweezijdig. Mijn eerste vraag is eerder een suggestie, die we overigens al meermaals gedaan hebben. Dit thema moet op het allerhoogste niveau gebracht worden op het Europese plan. De heer Vandecasteele is niet de enige gevangene. Het valt te vrezen dat er in de toekomst nog soortgelijke gevallen zullen plaatsvinden. Elke inwoner van de Europese Unie is potentieel een Olivier Vandecasteele.
Om te vermijden dat zulke dingen in de toekomst nog gebeuren en om de huidige slachtoffers vrij te krijgen, moet Europa op de meest scherpe manier omspringen met het regime in Iran. Zonder halfslachtigheid, er mag geen misverstand over bestaan dat onze burgers niet gebruikt worden als pasmunt. We zijn ook niet beschikbaar voor chantage. Mijn vraag is dus om tot op het hoogste Europese niveau tot een ferme, gezamenlijke actie te komen, verder dan veroordelingen, want we veroordelen deze acties allemaal.
Mijn tweede vraag gaat over de koers die de regering tot nu toe heeft gevolgd, namelijk via de zogenaamde Irandeal. Daar is ruim over gedebatteerd. Bij het begin van uw aantreden hebt u de premier moeten vervangen, die oorspronkelijk onder de teksten stond als dienstdoende minister van Buitenlandse Zaken.
Ik ga die debatten niet herhalen maar we hebben toen gewaarschuwd dat vanuit rechtsstatelijk oogpunt voor een bijzonder discutabele weg gekozen werd. Intussen heeft het Grondwettelijk Hof, nog niet in definitieve beslissing want het is een schorsing, de wet en de mogelijke toepassing van de wet geschorst. De wet maakt trouwens geen ruil mogelijk maar wel een overbrenging. Tweemaal een overbrenging kan men natuurlijk als een ruil zien, maar dat is niet wat het verdrag voorziet.
Half februari komt er een definitieve uitspraak. De logica van de voorlopige uitspraak wijst erop dat het dezelfde richting kan uitgaan. Dan vrees ik dat de regering niet alleen een verkeerd middel heeft gezocht om iets te doen aan het lot van mijnheer Vandecasteele, maar dat het ook een omgekeerd effect zal hebben.
Het zal zelfs verontwaardiging oproepen in Iran, omdat dat land er natuurlijk van uitgaat dat wij geen rechtsstaat zijn en dat chantage van een andere regering succesvol kan zijn als die regering daarop ingaat. Dat er rechtbanken zijn die daar anders over oordelen, is een taal die zij niet zullen begrijpen. Hoe zult u in dat geval die tegenslag, tussen aanhalingstekens, omzetten in een hogere kans om de heer Vandecasteele vrij te laten?
02.02 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, sinds 24 februari 2022 wordt Olivier Vandecasteele in onmenselijke omstandigheden vastgehouden in een Iraanse gevangenis. Zijn gezondheidstoestand gaat zienderogen achteruit. Reeds 335 dagen zit hij onafgebroken in isolement in een kelder van een Iraanse gevangenis zonder zonlicht, met onafgebroken het licht van zijn cel aan. Hij heeft nauwelijks contact met zijn familie. Dat was het afgelopen jaar slechts vier keer mogelijk. Ook de consulaire bijstand verloopt moeizaam. De getuigenissen van vorige week in de commissie gingen door merg en been. De situatie laat niemand onberoerd.
Wij weten allemaal dat Iran een drogreden opvoerde om de heer Vandecasteele te vervolgen: de zogenaamde spionage en samenwerking met buitenlandse krachten. Het land leverde hiervoor geen enkel bewijsmateriaal, maar dat was ook niet nodig want het heeft de heer Vandecasteele enkel en alleen opgesloten om hem als pasmunt te gebruiken om die andere gevangene in België vrij te krijgen, de terreurdiplomaat Assadolah Assadi. Daarom voert Iran de druk op België genadeloos op. Het vonnis van de heer Vandecasteele werd onlangs verzwaard tot maar liefst 40 jaar celstraf, 74 zweepslagen en 1 miljoen dollar boete.
Aangezien wij nog niet de gelegenheid hebben gehad om u hierover te ondervragen, heb ik een hele reeks vragen voor u. Ik begrijp echter dat het dossier delicaat en gevoelig is, waardoor u niet op alle vragen zult kunnen antwoorden.
Wat hebben de regering en u in het bijzonder de voorbije maanden al concreet gedaan inzake dit dossier en wat zult u doen om de onmenselijke behandeling van de heer Vandecasteele stop te zetten?
Hoe is het gesteld met de veiligheid van onze onderdanen in Iran? Welke veiligheidsmaatregelen treft u of zult u treffen om hun bescherming te garanderen nu het land in zo'n precaire toestand verkeert?
Hoeveel keer werd er reeds consulaire bijstand, in welke vorm dan ook, geboden aan de heer Vandecasteele?
Wat is de stand van zaken – dit is niet onbelangrijk – in het dossier van de Zweeds-Iraanse professor Djalali? Zijn executie werd nog niet uitgevoerd, maar er werd door de Iraanse overheid gesteld dat die onherroepelijk zou zijn.
Tot slot, staat u nog steeds achter het verdrag dat met Iran is gesloten?
Een tweede zaak die ik wens aan te kaarten, is de opheffing van de Iraanse zedenpolitie.
De Iraanse procureur-generaal zou begin december de Iraanse zedenpolitie hebben ontbonden als reactie op de maandenlange protesten in het land. Die waren het gevolg van de moord op Mahsa Amini, een jonge vrouw die door de politie doodgeslagen is omdat zij haar hoofddoek niet correct gedragen zou hebben.
Hoewel de mogelijke ontbinding van de zedenpolitie voor het eerst een toegeving van het Iraanse regime aan de bevolking zou betekenen, blijven waarnemers zeer sceptisch. Wij vrezen dat dit vooral een afleidingsmanoeuvre is om de betogers de wind uit de zeilen te nemen. Men vreest ook dat het bij symboliek blijft en dat een andere overheidsdienst de repressie tegen vrouwen en burgers in het algemeen in stand zal houden.
Mevrouw de minister, hebt u over dit thema contact gehad met de Iraanse ambassadeur of uw Iraanse ambtgenoot? Wat was het resultaat van dat gesprek? Welke diplomatieke rol speelt België nu in Iran? Welke accenten legt u in onze dialoog met Iran voor de bescherming van mensenrechten en vrouwenrechten in het bijzonder?
02.03 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, wij hebben de afgelopen tijd al een aantal keren gedebatteerd over de situatie van Olivier Vandecasteele, die in Iran is opgesloten. Ik weet niet of u de kans hebt gehad om de parlementaire debatten en de getuigenis van zijn zus te volgen.
Hebt u daarvan misschien een transcript gekregen? Deze parlementaire debatten waren belangrijk, omdat het de eensgezindheid in dit Huis heeft aangetoond. Het gebeurt niet vaak, maar hier was dit duidelijk het geval.
Dat betekent dat u tegen Iran kan zeggen dat er in de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers geen twijfel bestaat en dat men eensgezind aan het doel wil werken, met name de vrijlating van Olivier Vandecasteele. Die vrijlating is ons gemeenschappelijk doel.
Een ander strijdpunt voor ons en voor u is de behandeling die Olivier Vandecasteele moet ondergaan in zijn gevangenis in Iran. Daarover valt heel veel te zeggen. Het gaat eigenlijk om foltering op allerlei manieren: de manier waarop hij is opgesloten, het gebrek aan voeding, de kou die hij moet trotseren in een T-shirt. De omstandigheden van zijn detentie van nu toch al een jaar zijn verschrikkelijk.
Wellicht kan Buitenlandse Zaken ervoor ijveren – opnieuw, u doet dat – om zijn behandeling te verbeteren.
Mevrouw de minister, mijn eerste reeks vragen gaat over dat tweede deel, met name de contacten tussen Olivier Vandecasteele en de medewerkers van het Belgische consulaat. Wat kan er bereikt worden? Kunt u een update geven?
Ik heb ook vragen in verband met het arrest van het Grondwettelijk Hof dat de overeenkomst tussen België en Iran voor de overbrenging van gevangenen opschort. Wat betekent die opschorting voor de situatie van Olivier Vandecasteele? Wij hebben van zijn zus gehoord dat die overeenkomst heeft geleid tot een tijdelijke verbetering van zijn situatie in de gevangenis. Wat betekent de opschorting van die overeenkomst voor Olivier Vandecasteele zelf?
Hoe reageert u op dat arrest? Welke acties zijn nog mogelijk om de vrijlating van Olivier Vandecasteele te bewerkstelligen?
Hoeveel Belgen bevinden zich momenteel in Iran? Worden zij beschermd tegen arbitraire behandeling door de Iraanse autoriteiten? Hoe kan het negatieve reisadvies zoveel mogelijk afgedwongen worden?
Mijn derde reeks vragen staat los van het specifiek geval van Olivier Vandecasteele en gaat over de rol van het INSTEX bij de handel tussen de Europese Unie en Iran. Ik vat de tekst van mijn ingediende vraag samen. Het INSTEX is een instrument om de handel tussen de Europese Unie en Iran te bevorderen. Het instrument focust op de handel in voor de bevolking essentiële producten als voeding en medicatie. België werd net als Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland medeaandeelhouder van het INSTEX. Ook in de Kamer zijn daaromtrent enkele werkzaamheden verricht.
Ondertussen is er natuurlijk veel veranderd in Iran. De humanitaire nood voor de bevolking in Iran is zeer groot. De bevolking is ook het slachtoffer van de repressie door het regime. De Europese Unie heeft sancties ingevoerd. Sinds de oprichting van het INSTEX hebben de Verenigde Staten een nieuwe president, wat ook een impact heeft op de westerse verhoudingen ten aanzien van Iran.
Welke rol heeft het INSTEX de afgelopen jaren kunnen vervullen? Welke impact had het INSTEX op de consumptie en prijzen van basisproducten zoals voeding en medicatie?
Welke rol kan het INSTEX spelen tijdens de huidige crisis in Iran? In hoeverre beïnvloeden de sancties het handelsmechanisme?
Nadat de Verenigde Staten uit de Irandeal stapten, voerden zij opnieuw meer sancties in tegen Iran. Heeft dat een impact op de werking van het INSTEX?
Hoe ziet u de toekomstige deelname van ons land aan het INSTEX-mechanisme?
02.04 Michel De Maegd (MR): Monsieur le président, j'avais déposé des questions sur des sujets distincts, mais ils ont tous deux trait à l'Iran.
Ma première question, madame la ministre, concerne l'évolution dramatique de la répression des manifestations contre le régime. Voici quelques semaines, notre assemblée adoptait une résolution relative à la protection des droits des femmes en Iran. Dans ce texte, nous condamnions fermement les atteintes systématiques aux droits des femmes en Iran, ainsi que les répressions contre les manifestants, et apportions tout notre soutien aux victimes de discrimination en Iran. Nous avions également exprimé des demandes concrètes au gouvernement.
Depuis lors, malheureusement, la situation ne s'est pas améliorée – c'est un euphémisme. Des manifestants sont arrêtés et torturés, des exécutions ont lieu en public et de nombreuses personnes continuent d'être condamnées à la peine de mort pour avoir pris part au mouvement de contestation – sans compter les centaines et les centaines de manifestants tombés sous les balles des policiers.
Madame la ministre, pouvez-vous faire un point complet sur la situation, selon les informations dont vous disposez?
Depuis nos derniers échanges, la Belgique et/ou l'Union européenne ont-elles pris de nouvelles mesures? Des discussions à l'échelle internationale ont-elles lieu à ce sujet? Si oui, qu'en ressort-il? Comment, concrètement, notre pays, en collaboration avec d'autres, peut-il accentuer la pression sur l'Iran au vu de l'évolution de la situation sur place? Enfin, quel message pouvez-vous faire passer au peuple iranien qui, depuis plusieurs mois, se révolte?
J'en viens à présent, monsieur le président, chers collègues, à la situation d'Olivier Vandecasteele. Madame la ministre, comme cela a été rappelé, notre assemblée a adopté, à l'unanimité, une résolution forte afin que tout soit mis en œuvre pour libérer Olivier Vandecasteele. Le Parlement européen a fait de même, élargissant le texte à l'ensemble des Occidentaux retenus en Iran. Dans le même temps, plusieurs centaines de personnes se sont réunies ce week-end à Bruxelles, plaidant pour la même cause, tandis que la pétition réclamant sa libération a dépassé les 100 000 signatures. La mobilisation est forte, générale, et se poursuit.
Je sais, et vous nous l'avez encore démontré récemment en séance plénière, que vous faites tout ce que vous pouvez pour obtenir cette libération. Le verdict de la Cour constitutionnelle, attendu pour début mars, sera peut-être un tournant. Mais, en attendant, il faut poursuivre cette mobilisation.
La collaboration avec nos partenaires européens constitue un levier à activer. Ce lundi, avait lieu une réunion des ministres européens des Affaires étrangères. La situation de M. Vandecasteele y a-t-elle été évoquée? Dans l'affirmative, qu'en est-il ressorti? Dans la négative, cela est-il prévu à court terme? Avez-vous eu l'occasion de vous entretenir à ce sujet avec le Haut représentant Josep Borell? Plus généralement, quelles actions l'Union européenne peut-elle et va-t-elle entreprendre pour accentuer la pression sur Téhéran afin d'obtenir la libération de notre compatriote?
02.05 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la ministre, je tenais d'abord à vous interpeller sur la question des condamnations à mort en Iran. À ce jour, quatre manifestants qui s'étaient opposés au régime des mollahs ont été pendus. À chaque fois, il s'agit de très jeunes hommes d'une vingtaine d'années qui n'ont fait que réclamer des libertés.
On estime aujourd'hui qu'il y aurait 17 personnes sur la liste du gouvernement iranien des personnes à exécuter pour avoir participé aux manifestations, en plus des 750 personnes qui ont été tuées par les forces de sécurité du régime et des 30 000 personnes déjà arrêtées.
Certes, de nouvelles sanctions internationales ont déjà été prises depuis la première exécution. Mais il en faut beaucoup plus pour que le gouvernement iranien abandonne la peine capitale qu'il voit aujourd'hui comme la meilleure réponse au soulèvement en cours. On sait que l'Iran est le deuxième pays au monde, après la Chine, en nombre d'exécutions.
Malgré cette situation, malgré un mandat d'arrêt délivré par le régime pour avoir manifesté contre lui et malgré un ordre de quitter le territoire délivré par la Turquie, trois manifestants iraniens qui ont fui leur pays et qui ont été déboutés de leur demande d'asile en Belgique risquent, dans les prochaines heures, d'y être expulsés via Istanbul.
J'étais aux côtés de leurs familles ce lundi à l'aéroport de Bruxelles-National, en marge d'une première tentative d'expulsion qui a heureusement échoué. Aujourd'hui, cette famille me demande de vous adresser cette question.
Madame la ministre, votre gouvernement assume-t-il ce risque d'envoyer ces manifestants à la mort? Faut-il y voir un moyen d'adoucir nos relations avec l'Iran et d'ainsi obtenir la libération de M. Vandecasteele?
Quelles sanctions notre pays et l’Union européenne ont-ils pris à l’égard de l’Iran suite à la condamnation à mort et à l’exécution de manifestants?
Faut-il aller plus loin, à l'instar du Canada et du Royaume-Uni qui ont imposé des sanctions à plusieurs personnalités iraniennes suite à la pendaison d'un manifestant?
La rupture des relations diplomatiques est évidemment impossible vu la nécessité de la libération de M. Vandecasteele mais qu'en est-il de l’expulsion des ambassadeurs iraniens des capitales européennes ou du placement du ministère des renseignements ou du corps des gardiens de la révolution islamique sur la liste des organisations terroristes, comme demandés aujourd'hui par le Parlement européen?
Comment éviter que ces nouvelles sanctions ne finissent par aggraver les conditions de détention de la vingtaine d'otages occidentaux en Iran, parmi lesquels M. Vandecasteele?
Comment la Belgique soutient-elle concrètement les manifestants en Iran et en Belgique et leurs revendications?
Quelles initiatives concrètes avez-vous prises pour répondre à l'une des demandes contenues dans la résolution que nous avons adoptée le 10 novembre dernier, qui vous enjoint de continuer à plaider pour l'abolition universelle de la peine de mort, y compris en Iran?
Enfin, je me permettrai de vous interpeller suite à vos propos concernant M. Vandecasteele. Vous avez déclaré: "La Belgique n'a que peu de leviers diplomatiques et économiques pour obtenir sa libération." Concrètement, que cela signifie-t-il? Comment expliquez-vous la contradiction entre votre défaitisme et le grand optimisme affiché par le ministre de la Justice quasi dans le même temps? Il se dit, quant à lui, convaincu que M. Vandecasteele sera libéré.
Le traité de transfèrement avec l'Iran a-t-il fait l'objet d'une loi d'assentiment par le Parlement iranien? C'est une condition sine qua non pour son entrée en vigueur.
Enfin, en réponse à mon collègue M. François De Smet, le premier ministre a affirmé, hier, étudier toutes les options diplomatiques et juridiques pour faire avancer ce dossier. Votre participation à une mission diplomatique en Iran avec le premier ministre en fait-elle partie?
Les Belges occupant des postes stratégiques européens – M. Reynders à la Commission européenne ou encore M. Michel au Conseil européen, qui sont d'ailleurs de votre parti – sont-ils aujourd'hui mobilisés?
Je pense enfin aussi à vos homologues de pays européens dont des ressortissants innocents ont également été pris en otage par l'Iran. Aujourd'hui, on parle de sept otages français qui sont également en prison en Iran.
02.06 Goedele Liekens (Open Vld): Aangezien mijn stem het laat afweten, verwijs ik naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
Geachte mevr. de minister, begin deze
maand werd Mohsen Shekari, een Iraanse jongeman van slechts 23 jaar oud
opgehangen door de Iraanse overheid. Hij werd opgepakt tijdens de protesten van
de voorbije maanden tegen het regime. De man zou schuldig zijn bevonden aan
"vijandschap tegen God". Hij was de eerste betoger die geëxecuteerd
werd na deelname aan de protesten.
Sinds half september zijn duizenden
Iraniërs op straat gekomen om te protesteren tegen de strenge
kledingvoorschriften, het gewelddadige Iraanse regime en voor meer vrijheid in
het land. De protesten begonnen na de dood van de 22-jarige Mahsa Amini. Zij
werd opgepakt door de zedenpolitie omdat ze haar hoofddoek verkeerd aan had en
stierf aan haar verwondingen. Bij
confrontaties tussen betogers en ordetroepen vielen al honderden doden.
Duizenden mensen zijn opgepakt. Mensenrechtenorganisaties vreesden dat de
executie van Shekari het startshot was van een nieuwe intimidatiecampagne van
het regime. Ze hadden, helaas, gelijk. Enkele dagen na deze executie werd
Majidreza Rahnavard in het openbaar opgehangen en diezelfde dag werd de Iraanse
profvoetballer Amir Nasr-Azadani ter dood veroordeeld.
Deze executies staan in schril contrast
met hoopgevende berichten dat het Iraanse regime in november had uitgestuurd.
Volgens het Iraanse persbureau Insa, zou de zedenpolitie ontbonden worden.
Internationale hulporganisaties zagen dat als een toegeving van het Iraanse
regime, maar er was ook veel argwaan. De executie van Shekari en de ter dood
veroordeling van tientallen anderen heeft bewezen dat deze argwaan terecht was.
En laat ons duidelijk zijn Mevr. De minister het is niet de zedenpolitie dat
persé het grootste probleem is, maar de verplichting voor vrouwen om een
hoofddoek te dragen, het buitenproportionele geweld van de Iraanse ordetroepen
tegen vreedzame betogers en de inperking van hun algemene vrijheden. Daar gaat
het hier om. Mijn vragen aan u zijn dan ook de volgende:
Heeft onze regering zich al uitgesproken
over de barbaarse manier van ordehandhaving door Iraanse strijdkrachten tijdens
de vreedzame betogingen?
Heeft onze regering reeds haar bezorgdheid
geuit over de ter doorveroordelingen van tientallen activisten die door het
Iraanse gerecht werden uitgesproken?
Werd er vanuit de internationale
gemeenschap reeds een signaal gegeven om zowel de executies als de ter
doorveroordelingen te veroordelen?
02.07 Daniel Senesael (PS): Monsieur le président, madame la ministre, inutile de rappeler – mes collègues l'ont fait – que notre assemblée a adopté jeudi dernier, à l'unanimité, une résolution visant la libération immédiate et inconditionnelle d'Olivier Vandecasteele en Iran.
Nous connaissons toutes et tous sa situation et les conditions de détention inhumaines auxquelles il fait face depuis presque un an. Elles ont été rappelées ce dimanche lors de la manifestation de soutien organisée à l'initiative d'Amnesty International à Bruxelles, à laquelle j'ai pu participer.
Notre texte, adopté à l'unanimité, a rassemblé l'appel de mes collègues, mais également celui de l'ensemble de la population belge, pour que vous mettiez en œuvre tous les moyens disponibles afin de faire libérer notre compatriote et, d'ici cette libération, d'améliorer ses conditions de détention.
Par ailleurs, une résolution similaire a été adoptée par le Parlement européen la semaine dernière, afin d'appeler, de la même force, avec la même conviction, les autorités iraniennes à libérer nos compatriotes détenus en Iran mais également à collaborer de manière commune à ces libérations.
Madame la ministre, quels sont les moyens diplomatiques disponibles et effectifs dont vous usez, ou dont vous comptez user, afin de plaider auprès du régime de Téhéran la libération d'Olivier Vandecasteele? Un entretien avec le Haut représentant de l'Union européenne pour les Affaires étrangères, Josep Borell, est-il prévu afin d'évoquer ce sujet au plus vite? Quelle coordination est-elle envisagée au niveau européen afin de prendre des mesures communes dans le but de faire libérer Olivier Vandecasteele? La condamnation arbitraire d'Olivier Vandecasteele sera-t-elle mise à l'agenda du Conseil de l'Union européenne prochainement? Enfin, quelles sont les dernières nouvelles dont nos services diplomatiques disposent au sujet d'Olivier Vandecasteele et de l'évolution de ses conditions de détention?
02.08 Vicky Reynaert (Vooruit): Vorige week keurden wij hier in het Parlement unaniem een resolutie goed betreffende de onmiddellijke vrijlating van Olivier Vandecasteele. In de resolutie wordt de regering gevraagd alle diplomatieke middelen in te zetten om bij de Iraanse autoriteiten de vrijlating te bepleiten en een onmiddellijke verbetering van zijn detentieomstandigheden te eisen. Daarop volgde de hartverscheurende getuigenis van de zus van Olivier. We hebben vernomen hoe hij reeds 11 maanden in een isoleercel verblijft, zonder enig licht en bij een zeer lage temperatuur. Dat zijn onmenselijke omstandigheden. De zus heeft te kennen gegeven dat er een duidelijke impact is geweest op de omstandigheden van zijn detentie toen, net voor zomerreces, het uitleveringsverdrag goedgekeurd werd. Dat verdrag is inmiddels weer on hold gezet.
Ook het politieke debat hierover leeft. Afgelopen zondag nog eisten massaal veel betogers in Brussel zijn vrijlating en de petitie die Amnesty International heeft opgezet, heeft reeds 50.000 handtekeningen verzameld.
Mevrouw de minister, welke pogingen onderneemt u opdat de heer Vandecasteele zo spoedig mogelijk in vrijheid wordt gesteld en in aanloop van de invrijheidsstelling zijn detentieomstandigheden alvast worden verbeterd?
Ten tweede, hoe gaat u om met de verzoeken uit de resolutie van het Parlement?
Ten derde, hebt u contact met uw Iraanse collega van Buitenlandse Zaken en met de Iraanse ambassadeur in België? Kunt u ons daarover inlichten?
Ten vierde, welke opties ziet u zelf nog om Iran te dwingen tot vrijlating?
02.09 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je ne rappellerai pas ce qui vient d'être dit. Je voudrais simplement souligner que dimanche, au moins 1 000 personnes se sont rassemblées et qu'une pétition lancée par Amnesty International a recueilli 150 000 signatures à ce jour. La société civile est donc pleinement mobilisée. J'ai envie de dire enfin! On sent un vrai élan et une réelle inquiétude de nos concitoyens quant au sort de M. Vandecasteele.
Sur le plan politique, en revanche, on a le sentiment que si tout le monde est conscient de l'importance de ce qui se joue avec la situation de M. Vandecasteele, certains se bornent à des incantations qui sont certes très sympathiques, mais qui ne feront pas avancer le dossier sur le fond.
La question centrale est plutôt celle de savoir ce qui, sur les plans politique et diplomatique, permettra de maximiser les chances de voir sa libération se réaliser et, à défaut, ses conditions de détention s'améliorer.
Dans l'éventualité où le traité, voté par le Parlement au mois de juillet dernier et qui, jusqu'à preuve du contraire, était la voie la plus courte vers sa libération, serait annulé par la Cour constitutionnelle, la négociation diplomatique au sens le plus classique du terme redeviendrait le cadre de référence.
Madame la ministre, dans la perspective d'un retour à la case diplomatie pure, je voudrais vous poser les questions suivantes sachant qu'il y a peu de chances que vous puissiez y répondre précisément, mais mon rôle est de vous les poser.
Quel schéma diplomatique comptez-vous activer en vue d'obtenir a minima l'amélioration des conditions de détention et, idéalement, la libération d'Olivier Vandecasteele?
Suivez-vous une logique purement bilatérale ou envisagez-vous de vous appuyer sur le soutien d'un ou plusieurs pays tiers, des pays alliés qui connaissent la même situation parce qu'ils seraient eux aussi concernés par des prisonniers nationaux ou d'autres nations identifiées comme étant en mesure d'engager un dialogue utile avec l'Iran sur ce point?
Quel est votre point de vue sur la possible inscription sur la liste européenne des organisations terroristes du corps des gardiens de la révolution? Quel a été le résultat des discussions lors du Conseil ce dernier lundi? Quelle est la position de la Belgique sur ce point précis?
Le président: D'autres groupes souhaitent-ils prendre la parole? (Non) Comme ce n'est pas le cas, je cède la parole à Mme la ministre.
02.10 Minister Hadja Lahbib: Geachte leden, om te beginnen wil ik u enkele details geven over de situatie van Olivier Vandecasteele. Zoals we allemaal weten, wordt onze landgenoot nu al elf maanden willekeurig vastgehouden in Iran. Hij werd in isolatie geplaatst onder wrede, onmenselijke en vernederende omstandigheden. Onze ambassadeur kon Olivier Vandecasteele op 4 januari bezoeken. Dit was het zevende consulaire bezoek sinds het begin van zijn detentie. U moet weten dat elk van deze bezoeken slechts wordt toegestaan na onvermoeibaar en voortdurend aandringen bij de Iraanse autoriteiten. Tijdens het recente consulaire bezoek heeft onze ambassadeur berichten van zijn familie doorgegeven en een aantal persoonlijke bezittingen bezorgd. Hij stelde vast dat Olivier Vandecasteele fel vermagerd was. U zal begrijpen dat we details over zijn fysieke en mentale toestand enkel met de familie Vandecasteele delen. Zoals ik al zei, is hij gestopt met zijn gedeeltelijke hongerstaking.
Lors de chaque contact avec mon homologue iranien, l'objectif était de réclamer la libération immédiate d'Olivier Vandecasteele et, dans l'attente de sa libération, d'exiger les meilleures conditions de détention possibles, celles qui lui sont réservées actuellement étant cruelles, inhumaines et dégradantes.
C'était également le cas la semaine dernière, lorsque j'ai appelé le ministre iranien des Affaires étrangères pour exiger à nouveau sa libération. J'ai également demandé que ses conditions de détention soient encore améliorées, qu'il puisse appeler plus souvent sa famille en Belgique.
Au cours de cet appel, mon homologue a fait référence au traité de transfèrement ratifié et à la procédure en cours devant la Cour constitutionnelle.
En ce qui concerne les questions sur l'arrêt de la Cour constitutionnelle, je tiens à préciser que je ne fais pas de déclaration sur les affaires en cours ni sur les jugements et arrêts du pouvoir judiciaire. Si vous avez des questions, je vous invite à les poser au ministre de la Justice.
Mijnheer De Vriendt, mevrouw Samyn, sinds de arrestatie en detentie van Olivier Vandecasteele hebben we de Iraanse ambassadeur al tien keer op het matje geroepen. Onze ambassadeur in Teheran heeft ter plaatse ook tientallen demarches uitgevoerd. Zelf heb ik de Iraanse buitenlandminister ontmoet en verschillende keren telefonisch gesproken. Onze boodschap blijft de onmiddellijke vrijlating van onze landgenoot. In de tussentijd willen we een gevoelige verbetering van zijn detentieomstandigheden.
We hebben ondanks onze demarches en contacten nog geen officiële bevestiging van de veroordeling van onze landgenoot ontvangen. We hebben nooit een officieel bericht van de aanklachten tegen hem gezien. We hebben evenmin een vonnis gezien, noch een diplomatieke nota hierover ontvangen.
Hij heeft echter geen steun kunnen krijgen van de door hem gekozen advocaten en geen toegang gekregen tot zijn dossier, wat in strijd is met zijn rechten krachtens of overeenkomstig het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten waar Iran bij aangesloten is.
Lorsque nous avons convoqué l'ambassadeur d'Iran pour la dixième fois depuis le début de l'incarcération d'Olivier Vandecasteele le 10 janvier dernier, il n'a pu nous donner aucune indication sur cette prétendue sentence. Nous avons également transmis un message de mise en garde contre la moindre violence qui serait exercée à l'encontre d'Olivier Vandecasteele à la suite de cette prétendue sentence.
À nos yeux, Olivier Vandecasteele est un travailleur humanitaire estimé, reconnu, totalement innocent et détenu de manière arbitraire en Iran. Il doit immédiatement être libéré. Je reviendrai sur ce point par la suite.
België staat niet alleen in die situatie. Op internationaal niveau heb ik bilaterale uitwisselingen gehad met verschillende Europese landen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden. Mijn diensten staan ook in nauw contact met die landen om onze ervaringen te delen en onze krachten te bundelen tegen die gijzeldiplomatie die ons allen treft.
Verschillende speciale VN-rapporteurs hebben die willekeurige detentie ondubbelzinnig veroordeeld als zijnde een flagrante schending van het internationaal recht.
Au niveau européen, je suis en contact étroit avec les institutions européennes, dont le Haut représentant, Josep Borrell, ainsi que le président du Conseil européen, Charles Michel.
Notre pays ainsi que d'autres États membres ont abordé ces arrestations et ces détentions arbitraires lors du Conseil des Affaires étrangères avant-hier. L'Union européenne et les États membres doivent parler d'une seule voix et envisager une action collective, mais je tiens tout de même à souligner que les États membres ne souhaitent pas mutualiser les dossiers individuels.
En ce qui concerne le traité sur les transfèrements des personnes condamnées, nous avons appris par la presse que cette convention a été ratifiée par les autorités iraniennes. Pour les étapes ultérieures concernant son entrée en vigueur, je vous renvoie une nouvelle fois vers mon collègue, le ministre de la Justice.
Mijnheer De Vriendt, wij blijven ons informeren over de situatie van professor Djalali via onze Zweedse collega's ter plaatse. Dokter Djalali bezit de Zweedse nationaliteit, net als zijn familie. Ten tijde van de brand in de Evingevangenis op 15 oktober 2022 werd ons bevestigd dat hij veilig was. Hij blijft echter ter dood veroordeeld, zonder uitzicht op herziening van zijn vonnis.
À présent, à votre demande, j'aimerais revenir sur la situation en Iran. La république islamique d'Iran, madame Rohonyi, est en proie, depuis le 16 septembre 2022 et l'annonce de la mort de Mahsa Amini, à des manifestations d'une ampleur et d'une durée tout à fait inédites. La répression de ces manifestations a fait à l'heure actuelle près de 500 morts, y compris des dizaines d'enfants. Dix-sept manifestants ont été condamnés à mort.
Nous avons dénoncé ces condamnations et l'application de la peine de mort avec fermeté, notamment en convoquant l'ambassadeur d'Iran à plusieurs reprises pour lui rappeler notre opposition de principe à la peine capitale et notre effroi face aux récentes exécutions. Je me suis également exprimée à de nombreuses reprises pour dénoncer la violence de la répression en Iran.
La forte répression de ces manifestations par le régime iranien et les manœuvres d'intimidation de ce dernier semblent avoir quelque peu diminué la mobilisation, hormis dans les provinces du Kurdistan et du Sistan-Baloutchistan. Le régime iranien ne semble ni ouvert au dialogue ni à l'écoute des revendications de la jeunesse iranienne malgré les informations qui ont pu être relayées sur la possible dissolution de la terrible police des mœurs.
Les manifestations semblent n'avoir eu à ce jour malheureusement aucun impact sur la nature du régime. Pour la Belgique et pour l'Union européenne, le recours massif et excessif à la force par les autorités iraniennes contre des manifestants pacifiques est absolument indéfendable et inacceptable. En conséquence, l'Union européenne a émis des sanctions, avec le soutien actif de notre pays.
Naar aanleiding van het neerslaan van de protesten plaatste de EU-Raad Buitenlandse Zaken op 17 oktober elf personen en twee entiteiten op de sanctielijst onder het mensenrechtensanctieregime tegen Iran. Op 14 november werden daar 29 personen en drie entiteiten aan toegevoegd en op 12 december werden nogmaals twintig personen en één entiteit in de lijst opgenomen. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om verantwoordelijken van de veiligheidsdiensten, waaronder de moraalpolitie, de Revolutionaire Garde en communicatiediensten.
Lors du Conseil des Affaires étrangères d'avant-hier, nous avons à nouveau sanctionné 37 personnes et entités, dont le Corps des gardiens de la révolution iranienne. La Belgique a soutenu ces quatre propositions et les a soumises au Conseil avec un certain nombre d'États membres de l'Union européenne.
Nous continuons à suivre de près la situation, en consultation avec nos partenaires de l'Union européenne, en envisageant d'éventuelles mesures supplémentaires.
Ces sanctions utilisent le régime existant de l'Union européenne en rapport avec les graves violations des droits de l'homme en Iran. Plus précisément, ces mesures portent sur le gel des avoirs, l'interdiction de mettre à disposition des moyens économiques et l'interdiction d'entrer sur le territoire à l'encontre des personnes et des entités visées et qui ont commis de graves violations des droits de l'homme.
Daarnaast geldt er al een verbod op uitvoer naar Iran van uitrusting die kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie en uitrusting voor de interceptie van telecommunicatieverkeer. We blijven op Europees niveau beschikbaar om de druk op het Iraanse regime op te voeren, zodat het een einde maakt aan zowel de mensenrechtenschendingen in het land als aan de steun die het door middel van wapenleveringen aan Rusland geeft in het conflict met Oekraïne.
La question de l'inscription du Corps des gardiens de la révolution islamique sur la liste des organisations terroristes, telle que proposée par ma collègue allemande, est aujourd'hui à l'examen et sera discutée au niveau européen.
Naar aanleiding van die ernstige verslechtering van de mensenrechtensituatie in Iran was België ook mede-indiener van de resolutie die tijdens de bijzondere zitting van de VN-Mensenrechtenraad van 24 november 2022 werd ingediend.
Elle met en place une fact-finding mission pour enquêter sur les violations des droits humains en Iran, avec un accent particulier sur les droits des femmes et des enfants. Le travail de cette fact-finding mission sera complémentaire au mandat déjà existant du rapporteur spécial du Conseil des droits de l'homme pour l'Iran qui, lui aussi, suit la situation de près et avec qui notre pays est également en contact régulier.
Nog in VN-verband steunde ons land, als lid van de ECOSOC, op 14 december de beslissing om Iran te verwijderen uit de VN-commissie voor de status van de vrouw. Het was de eerste keer dat een land uit de commissie voor de status van de vrouw werd verwijderd via een stemming in de ECOSOC. De beslissing was dus een duidelijk politiek signaal aan Iran, dat tevergeefs alles in het werk stelde om deze blamage te vermijden.
Mijnheer De Roover, er zijn op dit ogenblik 219 landgenoten ingeschreven in de consulaire registers van onze ambassade in Teheran. Er zijn geen Belgen geregistreerd in Travellers Online. Het reisadvies voor Iran is negatief. Meer nog, wij roepen al onze landgenoten op om het land te verlaten. Het reisadvies voor Iran is reeds geruime tijd negatief. In de periode 2019-2022 werden reizen afgeraden vanwege enerzijds de coronapandemie en anderzijds de impasse in de uitvoering van de JCPOA. Er werd toen reeds melding gemaakt van het risico van arrestaties van westerlingen vanwege politieke motieven of veiligheidsredenen.
Depuis le 26 juin 2021, les voyages sont donc déconseillés en raison du risque d'arrestation arbitraire. Le 10 octobre 2022, nos compatriotes ont d'ailleurs été invités non seulement à ne pas se rendre en Iran, mais aussi à quitter le pays – je le répète – le plus vite possible, en raison des risques d'arrestation arbitraire. Dans le contexte des manifestations et des protestations qui se multiplient, des ressortissants européens ont été placés en détention. Je pense, si ma liste est bonne, qu'il y en a à l'heure actuelle une trentaine.
Mijnheer De Vriendt, ik kan als antwoord op uw vraag bevestigen dat ons land in december 2019, onder meer in opvolging van de resolutie van deze Kamer van 19 september 2019, aandeelhouder van het INSTEX is geworden, daarin gevolgd door een aantal andere landen. In totaal zijn er nu tien lidstaten bij het INSTEX aangesloten.
Het mechanisme heeft in maart 2020 de eerste transactie afgerond en is dus operationeel. Sindsdien zijn er echter geen transacties meer gevolgd. Het gaat daarbij niet om een gebrek aan interesse. Talrijke Europese bedrijven hebben concrete interesse getoond in dit mechanisme voor humanitaire transacties ter waarde van honderden miljoenen euro's.
De werking wordt echter door verschillende factoren gehinderd. Op financieel vlak gaat het om een gebrek aan Iraanse export die in aanmerking komt om de Europese export te compenseren. Daarenboven is er het grote wantrouwen van banken om met het INSTEX samen te werken, ondanks strikte due diligence procedures en de steun van tien Europese overheden.
Cette réticence est principalement due à un facteur politique, notamment les sanctions américaines. Celles-ci ont été réintroduites par l'administration Trump à la suite du retrait des États-Unis de l'accord nucléaire du JCPoA (Joint Comprehensive Plan of Action) et entraînent des effets extraterritoriaux importants. Cependant, la raison principale réside dans un autre facteur politique – à savoir, en réalité, la réticence du côté iranien à permettre à INSTEX de fonctionner. L'Iran bloque toutes les autres transactions annoncées depuis mars 2020. Cette attitude s'explique par des motifs politiques, alors que cela va à l'encontre de l'intérêt de ses propres concitoyens.
Daardoor heeft INSTEX zijn doelden vooralsnog niet kunnen realiseren. De bijkomende sancties van de Europese Unie naar aanleiding van de huidige crisis in Iran hebben geen direct effect op INSTEX.
Cependant, la situation politique rend aujourd'hui la levée par l'Iran de son obstruction actuelle à INSTEX encore plus improbable. Compte tenu de ces difficultés, la Belgique réfléchit actuellement au développement futur de mécanismes avec les autres partenaires d'INSTEX.
En ce qui concerne les expulsions d'Iraniens vers la Turquie, madame Rohonyi, je pense que cela relève de la compétence de la secrétaire d'État à l'Asile et à la Migration, ma collègue Nicole de Moor, qui sera sans doute ravie de répondre à votre question. Je crois qu'elle a en partie aussi répondu dans la presse.
02.11 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de minister, ik zal het nog eens herhalen: Olivier Vandecasteele zit al bijna een jaar vast in omstandigheden die wij ons niet kunnen voorstellen. Er kunnen inderdaad niet genoeg inspanningen worden geleverd binnen de gestelde contouren om ervoor te zorgen dat hij niet alleen vrijkomt, maar dat er ook een duidelijk signaal wordt gegeven dat België zich niet laat chanteren door een regime zoals dat van Iran, zodat de integriteit en de veiligheid van onze burgers in de toekomst beter wordt verzekerd dan hier het geval was, vandaar de resolutie die aandringt op een onvoorwaardelijke vrijlating van de heer Vandecasteele.
Ik wil nog twee elementen meegeven.
U hebt, ten eerste, bevestigd dat er een negatief reisadvies was en dat er zelfs een melding was van het risico op arbitraire arrestaties. Dat betekent dat wij – hopelijk zo snel mogelijk, nadat de heer Vandecasteele is vrijgelaten – hier een debat moeten voeren over de wijze waarop wij onze burgers nog beter kunnen beschermen dan door een vrijblijvend advies, dat blijkbaar toch niet altijd voldoende afschrikwekkend is, met alle gevolgen van dien.
Ten tweede wil ik erop wijzen, ook ten behoeve van de collega's, dat Amnesty International nu acties opzet ter ondersteuning van het debat en het versterken van de roep om de vrijlating van de heer Vandecasteele, maar dat datzelfde Amnesty International zich scherp heeft uitgesproken tegen de Irandeal, wat voldoende aangeeft dat kritiek op de Irandeal absoluut niet gelijk te stellen is met desinteresse in het lot van de heer Vandecasteele, integendeel. Het ene kan en moet in een rechtsstaat gepaard gaan met het andere.
02.12 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, u hebt weinig gezegd over de vrouwenrechten in Iran. Dat was een bijkomende vraag van mij.
Dit autoritaire regime drukt genadeloos de grondrechten van zijn burgers de kop in. Andersgelovigen of afvalligen worden in Iran vervolgd. Er vindt bruut geweld en brute intimidatie plaats tegenover seksuele minderheden. Vrouwen en meisjes worden al decennialang onderdrukt en beschouwd als tweederangsburgers. De verplichting om een sluier te dragen, is bijvoorbeeld verankerd in het Iraanse wetboek, dat veiligheids- en bestuursorganen in staat stelt om vrouwen te onderwerpen aan willekeurige arrestatie en detentie. Dat was bijvoorbeeld het geval voor Mahsa Amini.
Omdat een lichaamsdeel niet correct zou bedekt zijn en dit als beledigend wordt beschouwd, kan er worden gestraft met een gevangenisstraf van tien dagen tot twee maanden, of met 74 zweepslagen. De wet is van toepassing op meisjes vanaf 9 jaar, maar in de realiteit wordt het verplicht voor meisjes vanaf 7 jaar, zodra ze naar de basisschool gaan. De barbaarsheid van het regime van de ayatollah kent werkelijk geen grenzen.
Ondanks die zware repressie tegen haar eigen bevolking en de mensonterende gijzelingspolitiek van onder andere professor Djalali en Olivier Vandecasteele blijft deze regering vasthouden aan de nucleaire deal. Het is onbegrijpelijk dat deze regering zaken wil blijven doen met een dergelijke schurkenstaat. Het is onbegrijpelijk dat men bilaterale banden wil blijven smeden met deze terroristenstaat.
Wat onze fractie betreft, kan er nooit sprake zijn van het uitleveren van Assadi aan Iran. U kunt uiteraard niet veel details geven, maar ik weet zeker dat u achter de Irandeal blijft staan, terwijl u weet dat een overbrenging van Assadi zal betekenen dat hij daar op vrije voeten zal rondlopen en er als een volksheld zal worden onthaald. Door het afsluiten van de Irandeal heeft deze regering de weinige troefkaarten waarover ze beschikte in handen gegeven van het regime van de ayatollahs.
Mevrouw de minister, mijn fractie hoopt oprecht dat Olivier Vandecasteele snel herenigd kan worden met zijn familie, maar u stelt zelf dat de Iraanse ambassadeur op het matje roepen niet veel heeft uitgehaald. Hoe kan het ook anders? Deze ambassadeur ligt in de verste verte niet wakker van de detentieomstandigheden van de heer Vandecasteele. Hij is ook maar een puppet on a string van zijn eigen regime.
Dat Iraanse regime heeft een duidelijk signaal nodig. Stop alstublieft met het afsluiten van akkoorden en verdragen. U denkt nog na over het nut. Alstublieft zeg, dit is onwaarschijnlijk. Stop alstublieft met het afsluiten van dergelijke handelsverdragen.
Westerlingen, zoals Olivier Vandecasteele, en mensen met de dubbele nationaliteit, zoals professor Djalali, zullen gebruikt blijven worden door het Iraanse regime. Het regime zal hen blijven gebruiken als pasmunt om te krijgen wat het wil.
02.13 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik dank u voor alle inspanningen om Olivier Vandecasteele vrij te krijgen. U hoeft inderdaad geen details te geven over zijn situatie in de gevangenis in Iran om te weten dat die mensonterend is. Er moeten dus ook inspanningen gebeuren om de situatie zoveel mogelijk te verbeteren.
Het is normaal dat u hier niet de hele diplomatieke tactiek en strategie publiek uit de doeken doet. Ik ga ervan uit dat er voor die diplomatieke inspanningen een traject bestaat dat intensief wordt doorgevoerd door Buitenlandse Zaken. Laat dit ook absoluut een aanmoediging zijn om verder te gaan met het sanctieregime tegen Iran. België is immers niet het enige land dat zich in een dergelijke moeilijke situatie bevindt.
U zei op een bepaald moment dat men er op het Europese niveau niet voor kiest om alle individuele dossiers te mutualiseren. Ik moet nog eens goed nadenken wat ik daarvan precies vind, wat de consequentie is van die keuze. Het kan misschien wel een piste zijn om een sanctieregime en bepaalde maatregelen tegen belangen van Iran in België apart te gaan bekijken. Ik weet niet of die oefening gemaakt wordt. Ik weet ook niet of daar veel mogelijkheden zijn. Welke zijn de Iraanse belangen, in de brede zin van het woord, in ons land? Die kunnen dan aangepakt worden vanwege de casus van Olivier Vandecasteele.
Ik begrijp dat er wordt nagedacht over de toekomst van het INSTEX, over een eventuele hervorming. Ik wil u wel vragen dat de positie van ons land helder is en dat wij blijven focussen op de situatie van de Iraanse bevolking.
Een instrument om handel mogelijk te maken in basismiddelen zoals voeding en medicatie moet ook worden gewaardeerd, welke hervormingen of maatregelen eventueel ook moeten worden genomen. Ik begrijp zeer goed dat Iran de zaak momenteel blokkeert. We moeten er evenwel voor opletten het kind niet met het badwater weg te gooien.
02.14 Michel De Maegd (MR): Merci, madame la ministre, pour votre réponse largement circonstanciée.
Je vous remercie bien sûr pour la fermeté que vous adoptez à l'égard du régime iranien. Une dizaine de rencontres avec l'ambassadeur, comme vous nous l'avez précisé, je pense que c'est fondamental, d'abord pour la situation interne en Iran qui est dramatique pour les opposants, pour tous ceux qui sont enfermés de manière totalement arbitaire, qui sont torturés.
Cela me mène bien entendu à la situation d'Olivier Vandecasteele qui lui-même subit une situation intolérable, pleine d'arbitraire. Il est condamné contre tout bon sens dans un simulacre de procès, il croupit littéralement en prison. Il est, disons-le clairement, en danger de mort en Iran.
Je vous remercie et remercie également les équipes des Affaires étrangères, notamment notre ambassadeur en pose à Téhéran qui fait un travail très lourd, très conséquent, dans des conditions pour le moins exécrables et difficiles, il faut – je pense – le souligner.
J'entends beaucoup de choses dites par l'opposition, notamment par le Belang sur le traité de transfèrement, je note. Je note également que la Sûreté de l'État – il ne faut peut-être pas l'oublier dans ce débat – nous avait dit que ne pas adopter ce traité de transfèrement comportait davantage de risques de voir d'autres Belges enlevés en Iran. Je pense qu'il faut le rappeler dans ce débat, parce qu'en réalité, l'oublier, c'est faire peu de cas de la sécurité de nos concitoyens.
Je vais aussi ajouter que, quand j'entends Mme Samyn dire qu'Assadi va être accueilli en Iran, moi j'ai envie de lui dire que c'est surtout Olivier Vandecasteele que j'aimerais bien voir accueilli en héros en Belgique, et surtout vivant.
Surtout vivant. C'est cela la priorité aujourd'hui, accueillir M. Vandecasteele vivant, quelle que soit la méthode. Parce qu'en réalité, nous ne pouvons pas dire d'un côté que nous sommes pour le retour rapide de M Vandecasteele en Belgique et de l'autre dire "on ne vous donne pas d'outil pour le faire".
Nous, c'est ce que nous avons décidé de faire. Légalement – je rappelle tout de même un troisième point – Assadi pourrait faire l'objet d'une libération conditionnelle en Belgique d'ici moins de deux ans. C'est aussi un élément qui doit intervenir dans le débat. Je pense que c'est important de faire la balance.
Il y a ce qu'on peut appeler la raison d'État. À un moment donné, la raison d'État a ses raisons que la raison ignore probablement, mais je pense que c'est important de le rappeler.
02.15 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses et votre travail. Nous savons que vous ne ménagez pas vos efforts dans un dossier aussi difficile, surtout au regard de la situation en Iran.
Toutefois, je me dois de relever deux incohérences dans vos propos. Premièrement, vous nous dites que vous dénoncez les condamnations à mort des manifestants iraniens. C'est bien le cas, mais on ne peut pas tenir des propos aussi forts et, en même temps, voir des ressortissants être renvoyés dans leur pays – dont ils contestent le régime -, encourant le risque évident qu'ils y soient torturés, voire pendus, au mépris total de notre obligation de non-refoulement. Vous indiquez que c'est du ressort de Mme de Moor. Il est certain qu'à la première occasion, je l'interrogerai, mais elle n'était pas présente en commission et ne le sera pas demain en plénière. En tout cas, il importe de garantir une cohérence au sein du gouvernement sur le plan du respect de ce principe fondamental.
Deuxièmement, vous nous assurez tout entreprendre pour faire libérer M. Vandecasteele dans le respect de l'État de droit, conformément à la position officielle du gouvernement. On ne peut pas insister à ce point sur ce respect et, en même temps, placer tous ses espoirs dans un traité qui non seulement incite l'Iran à poursuivre sa "diplomatie des otages", et ainsi aboutir à l'impunité de responsables de crimes graves et de violations des droits humains – ce qu'a toujours critiqué Amnesty International –, mais sera de surcroît vraisemblablement cassé par la Cour constitutionnelle à la mi-mars.
À propos de ce traité, j'aurais voulu obtenir deux précisions. Tout d'abord, vous nous indiquez que votre homologue iranien y a fait allusion dans vos entretiens. Devons-nous comprendre que, pour l'Iran, la seule exigence possible en vue de libérer M. Vandecasteele est la libération de M. Assadi? Ensuite, vous nous avez expliqué que l'Iran allait ratifier ce traité. Pouvez-vous nous en préciser la date? Cette précision est importante, parce que – comme me l'a expliqué le ministre de la Justice – cette convention de transfèrement entrera en vigueur trente jours après l'échange des instruments de ratification. Or nous savons que chaque jour compte pour faire libérer M. Vandecasteele avant qu'il ne soit trop tard. C'est un message que sa famille m'a expressément demandé de vous transmettre.
Je peux parfaitement comprendre la discrétion dans vos efforts. Cependant, doucher les espoirs de la famille en déclarant dans la presse que vous disposez de très peu de moyens sur le plan diplomatique et économique, c'est très compliqué. C'est précisément parce que je vous soutiens dans votre démarche, que nous savons délicate et difficile, que je me permets d'insister sur la meilleure voie, à savoir la mutualisation de nos efforts à l'échelle européenne et internationale.
Vous dites qu'aujourd'hui, telle n'est pas la position de l'Union européenne ou, en tout cas, des pays membres de l'Union européenne. Pourtant, cela serait un bon moyen d'inverser le rapport de force avec l'Iran.
02.16 Vicky Reynaert (Vooruit): Mevrouw de minister, alvast dank voor de inspanningen die u doet om Olivier Vandecasteele vrij te krijgen.
Ik had gepolst naar eventuele opties die u zelf nog ziet om Iran alsnog te dwingen tot vrijlating. Die vraag kwam ook vorige week al aan bod in het Parlement. Collega's die amendementen indienden op de resolutie stelden dat ze geen uitleveringsverdrag wilden maar dat België andere oplossingen moest zoeken. Uit uw betoog heb ik echter begrepen dat het Iraanse regime enkel uit is op de uitlevering van de heer Assadi en dat we dus zonder het uitleveringsverdrag met een groot probleem zitten. Zonder het uitleveringsverdrag is er geen concrete oplossing voor de heer Vandecasteele en wordt het een moeilijke zaak.
Ik was er even verbaasd over als collega De Vriendt dat individuele dossiers niet gemutualiseerd worden. Op Europees niveau moet de discussie tussen de lidstaten veeleer gaan over het risico van gijzelingsdiplomatie dat men loopt. Dat is immers een risico dat alle lidstaten lopen. Wij maken dat nu mee, andere lidstaten hebben het in het verleden meegemaakt en nog andere lidstaten kunnen er in de toekomst het slachtoffer van worden. Dat is alvast een belangrijk debat voor het Europees niveau. In het Europees Parlement is er overigens een resolutie goedgekeurd ter ondersteuning van de heer Vandecasteele. Er is dus zeker aandacht voor het dossier op het Europese niveau.
02.17 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour cette longue réponse. J'avais trois questions et vous n'avez répondu à aucune des trois. Je le regrette un peu. Pour la première, je peux comprendre. Pour les suivantes, je pense qu'il y avait moyen d'apporter une réponse précise. Ce que je constate, c'est qu'évidemment, on est d'accord sur les objectifs. Il y a une sorte de grand consensus moral qui se dessine. Tout le monde veut la libération de M. Vandecasteele mais quand on aborde les moyens et la question politique, c'est-à-dire la question des moyens et de la méthode, tout devient plus confus. Ce n'est pas du tout dans votre chef: j'essaie de synthétiser la perception que j'ai du débat public. On sait ce que certains groupes ne voulaient pas: l'adoption d'un traité de transfèrement. On peut le comprendre. On comprend moins qu'on dise qu'il faut tout faire mais tout sauf ça. Tout faire sauf le traité, ce n'est pas tout faire. On sait maintenant et on le saura définitivement fin mars ce qu'on ne peut plus faire.
J'aurais quand même voulu savoir, à défaut d'avoir une réponse précise sur le schéma diplomatique que vous envisagez, quelles en seraient les recettes principales. S'agira-t-il de mobiliser des moyens de pression contre l'Iran et, à cet égard-là, je crois qu'il faut aussi faire l'analyse de l'efficacité des sanctions dans un monde qui est devenu largement multipolaire et faire aussi le bilan des sanctions liées à la politique de maximum pressure du président Trump depuis 2018. Quels ont été les effets de ces sanctions-là sur le régime iranien qui n'a pas bougé d'un centimètre? Je dis cela, je ne dis rien. L'Union européenne a adopté un quatrième paquet de sanctions il y a quelques jours. On en verra les effets. Considérant l'analyse a posteriori qu'on peut faire de ces politiques de sanctions, allez-vous privilégier sur le dossier Vandecasteele une politique qui mobilise des moyens de pression ou des moyens de négociation ou une combinaison des deux? J'aurais voulu au moins comprendre cela.
Je profiterai du débat pour évoquer cette question ressassée régulièrement d'un déplacement du premier ministre à Téhéran. Je vous invite à ne pas le faire tant qu'une solution n'est pas négociée. Allez signer la solution mais n'allez pas négocier, comme si vous alliez au salon de l'automobile, signer l'achat d'une voiture. Cela ferait prendre à la Belgique un risque énorme de revenir les mains vides, humiliée et "impuissantée". Soyons prudents avec cela. Je plaide pour une diplomatie précise, chirurgicale, intelligente et discrète.
On a évoqué le cas Assadi. Je l'avais dit la semaine dernière puisque nous avons tenu un débat autour de la résolution puis nous avons reçu la sœur de M. Vandecasteele, qui avait livré un témoignage bouleversant. Je le répète devant vous et mon collègue De Maegd l'a fait aussi. En effet, il faut tenir compte de cette donnée dans l'équation que l'on construira: selon les normes d'un État de droit, dans 2 ans et demi, M. Assadi pourra solliciter une libération conditionnelle. Le temps joue contre nous.
Le pire serait de nous retrouver dans la situation où M. Assadi obtiendrait une libération conditionnelle alors que M. Vandecasteele resterait enfermé à Téhéran. On aurait absolument tout perdu.
Il faut aussi comprendre que INSTEX était un substitut qui répondait à un moment donné à la sortie des États-Unis du JCPOA et qui prévoyait la levée des sanctions contre l'Iran. Si aujourd'hui, l'Iran bloque INSTEX, c'est qu'il n'a pas l'envie de normaliser un moyen de substitution transitoire et que ce qu'il veut avant tout, c'est rétablir la situation pré-2018.
Het incident is gesloten.
03 Débat d'actualité sur le Rwanda et la RDC et questions jointes de
- Samuel Cogolati à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le soutien financier européen à l'armée rwandaise" (55032355C)
- François De Smet à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Les 20 millions d’euros d’appui militaire de l’Union européenne à l’armée rwandaise au Mozambique" (55032449C)
- Kris Verduyckt à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le financement européen octroyé à l'armée rwandaise qui soutient les rebelles du M23 en RDC" (55032459C)
- Kathleen Depoorter à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales, Santé publique, Coopération au développement et Politique des Grandes Villes) sur "Le suivi de la situation dans l'Est du Congo" (55032494C)
- Wouter De Vriendt à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le soutien accordé à l'armée rwandaise par la Facilité européenne pour la paix" (55032657C)
- Malik Ben Achour à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le soutien apporté par l’UE au déploiement militaire du Rwanda au Mozambique" (55032722C)
- Malik Ben Achour à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le calendrier électoral congolais" (55032736C)
- Michel De Maegd à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le soutien européen au Rwanda" (55033465C)
- Malik Ben Achour à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La situation sécuritaire en République démocratique du Congo" (55033512C)
03 Actualiteitsdebat over Rwanda en de DRC en toegevoegde vragen van
- Samuel Cogolati aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De financiële steun van Europa aan het Rwandese leger" (55032355C)
- François De Smet aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De 20 miljoen euro aan militaire steun van de EU aan het Rwandese leger in Mozambique" (55032449C)
- Kris Verduyckt aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De Europese financiering van het Rwandese leger, dat steun verleent aan de M23-rebellen in de DRC" (55032459C)
- Kathleen Depoorter aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken, Volksgezondheid, Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedenbeleid) over "De opvolging van de situatie in Oost-Congo" (55032494C)
- Wouter De Vriendt aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De steun aan het Rwandese leger vanuit The European Peace Facility" (55032657C)
- Malik Ben Achour aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De EU-steun voor de troepen die door Rwanda in Mozambique worden ingezet" (55032722C)
- Malik Ben Achour aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De kalender voor de verkiezingen in Congo" (55032736C)
- Michel De Maegd aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De Europese steun voor Rwanda" (55033465C)
- Malik Ben Achour aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De veiligheidssituatie in de Democratische Republiek Congo" (55033512C)
03.01 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la ministre, ma question concerne le soutien financier de 20 millions d'euros par le Conseil européen à l'armée rwandaise pour son opération militaire au Mozambique. Je vous avoue que ce n'est pas tant le montant, qui peut s'avérer anecdotique au niveau européen, mais plutôt le signal politique et diplomatique que nous envoyons à travers cette décision qui me pose problème.
Les réactions ne se sont d'ailleurs pas fait attendre. Le docteur Mukwege, que vous avez rencontré, s'est dit scandalisé d'apprendre que l'Union européenne débloque 20 millions d'euros pour une armée à la base de l'agression de la République démocratique du Congo, d'une crise humanitaire dramatique et auteure de graves violations des droits humains.
La Belgique a-t-elle soutenu cette décision d'octroyer ces 20 millions d'euros au Rwanda? Si oui, avez-vous reçu des critiques du gouvernement congolais ou d'autres partenaires, en particulier africains? Quels pays sont-ils à l'origine de cette proposition d'aide financière de l'Union européenne à l'armée rwandaise?
Votre gouvernement pourrait-il comme par le passé revoir, voire suspendre, son aide et sa coopération militaire avec le Rwanda vu son soutien au M23 en République démocratique du Congo, en particulier au Nord-Kivu? La question me semble d'autant plus pertinente vu les derniers événements que nous avons tous suivis.
Le président: MM. De Smet et Verduyckt ne sont pas présents.
03.02 Kathleen Depoorter (N-VA): Mevrouw de minister, mijn vraag over de situatie in Oost-Congo is eigenlijk een drieluik.
U weet dat de situatie daar heel onstabiel is en dat er al heel wat slachtoffers gevallen zijn. Recent kregen we een aantal verontrustende signalen. Vooral bij de bevolking is de ongerustheid heel groot en dit aan de vooravond van verkiezingen die in december 2023 in de DRC moeten worden georganiseerd. We horen ook van een grote migratiegolf vanuit Oost-Congo naar andere gebieden in het land.
President Tshisekedi heeft een demarche gelanceerd, maar toch zijn er heel weinig concrete stappen naar internationale waarneming tijdens die verkiezingen en wordt ook niet echt de hand gereikt naar het Congolese middenveld om die verkiezingen democratisch te organiseren. Ook daarover bestaat er dus grote ongerustheid.
Ik kom tot de 20 miljoen euro steun die via de Europese Commissie is voorzien voor legermaterieel voor het Rwandese leger. Ook daar verneem ik dat er grote ongerustheid is. Een aantal stromingen in Oost-Congo is bezorgd dat dit materieel bij de rebellenbeweging M23 zou terechtkomen. Die rebellengroep heeft ondertussen wel aangekondigd zich te zullen terugtrekken, maar dit moet nog internationaal worden bevestigd.
Mevrouw de minister, welke positie neemt ons land in ten aanzien van het vredesproces in Oost-Congo? Zult u daarin samen met de Congolese regering een actieve rol spelen? Welke inspanningen zult u als minister van Buitenlandse Zaken en zal onze regering leveren om democratische verkiezingen, een internationale waarneming, maar ook een waarneming binnen Congo en Oost-Congo zelf te faciliteren tijdens de verkiezingen van december 2023? Wat is de positie van onze regering ten aanzien van de 20 miljoen euro steun die de Europese Commissie heeft goedgekeurd? Hoe zult u erop toezien dat die steun effectief terechtkomt waar ze echt nodig is en waarvoor ze bedoeld is?
03.03 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, de Europese Unie heeft vanuit The European Peace Facility 20 miljoen euro vrijgemaakt voor het Rwandese leger. De middelen zouden worden ingezet in de strijd tegen gewelddadig extremisme en voor de beveiliging van intern ontheemden in de Cabo Delgado provincie in Mozambique. De EU steunt hiermee het leger, dat nochtans een verpletterende verantwoordelijkheid draagt bij de agressie en schendingen van mensenrechten in het bloedige conflict in Oost-Congo.
Wat was het Belgische standpunt op de Raad Buitenlandse Zaken over het toekennen van steun aan het Rwandese leger? Hoe verantwoordt u de steun aan een leger dat medeverantwoordelijk is voor mensenrechtenschendingen op grote schaal? In welke mate speelden Franse druk en energiebelangen een rol bij de beslissing om 20 miljoen euro toe te kennen aan het Rwandese leger? Veroordeelt u de betrokkenheid van het Rwandese leger in het conflict in Oost-Congo? Zult u demarches ondernemen richting de Rwandese ambassadeur in ons land?
03.04 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, j'ai trois questions et je vais essayer de les synthétiser. La première concerne la décision du Conseil de l'Union européenne du 1er décembre concernant une mesure d'assistance d'un montant de 20 millions d'euros à destination des forces armées rwandaises déployées dans la province du Mozambique de Cabo Delgado. Cette somme doit permettre l'acquisition d'équipements collectifs et individuels et couvrir les frais liés au transport aérien stratégique.
La tentative de déstabilisation, de nature djihadiste, de cette zone de l'Afrique australe, doit certes retenir toute notre attention. Elle ne doit, toutefois, pas nous faire oublier une autre opération de déstabilisation, actuellement menée à l'Ouest de la région des Grands Lacs. Je fais bien entendu référence aux actions du M23 dans l'Est de la RDC. Bien qu'elles le nient, les autorités rwandaises les soutiennent.
Dès lors, plusieurs voix se sont élevées afin de dénoncer le fait que cet appui se fasse sans exigence préalable vis-à-vis du Rwanda de retrait de son soutien au M23. Cette attitude est d'autant plus incompréhensible que tout le monde a à l'esprit les témoignages des survivants du massacre perpétré dans les villages de Kishishe et de Bambo pour lequel la responsabilité du M23 est clairement pointée du doigt. Je rappelle ici qu'une enquête préliminaire de l'ONU a établi le bilan à 131 morts.
Madame la ministre, j'en viens à mes questions. Comment percevez-vous l'octroi de cette mesure d'assistance à l'armée rwandaise dans le contexte actuel? Quelle est la position de la Belgique sur ce point? Notre pays soutient-il les demandes d'ouverture d'une enquête internationale concernant ces massacres?
Ma deuxième question concerne le calendrier électoral congolais.
Le 26 novembre, la CENI (Commission électorale nationale indépendante) a rendu public le calendrier électoral qui respecte la date prévue pour la tenue d'élections, c'est-à-dire le 20 décembre 2023. Quand on connaît l'état des fichiers de l'état civil du pays, on a des doutes quant à sa capacité logistique à enregistrer au moins 50 millions de personnes.
La CENI se donne trois mois pour effectuer ce travail ce qui paraît quand même un peu irréaliste, compte tenu, en plus, de la situation sécuritaire à l'Est. C'est encore plus improbable.
Ne perdons pas de vue enfin que la RDC est l'État qui compte le plus grand nombre de déplacés internes au monde. Ils étaient 5,6 millions en août selon les chiffres des Nations unies.
Madame la ministre, avez-vous pris connaissance des annonces de la CENI ? Estimez-vous ce calendrier réaliste? La Belgique soutiendra-t-elle matériellement et/ou financièrement le processus? Dans l'affirmative, de quelle manière? Pour la première fois, la diaspora congolaise sera appelée à voter. Pour notre pays, l'enrôlement est prévu entre le 25 janvier et le 23 février. Pouvez-vous nous en dire plus sur la façon dont cela s'organisera?
Pour ma dernière question, je renverrai à ma question écrite concernant la MONUSCO.
Madame la Ministre,
Une lettre commune des organisations de
défense des droits humains – dont l'ONG Solsoc et la FIDH – adressée fin
décembre à l'UE souligne l'urgence de mettre fin à l'aide militaire à l'armée
rwandaise apportée dans le cadre de la Facilité européenne pour la paix.
Ensemble, ces organisations demandent
instamment aux gouvernements de l'UE de condamner publiquement et fermement
toute collusion ou coopération avec les groupes armés actifs à l'est de la RDC,
et en particulier le soutien du Rwanda au M23 et de nommer un envoyé spécial de
l'UE dans la région pour faciliter les processus de dialogue entre les parties
prenantes.
Rappelons que le rapport d'experts de l'ONU
publié en décembre a conclu à l'existence de preuves substantielles de
l'intervention de l'armée rwandaise sur le territoire de la RDC.
Il nous revient qu'un autre problème de
sécurité dans les Provinces du Nord et Sud Kivu, serait celui de la probable
présence de mercenaires (probablement des soldats russes et biélorusses) qui
apporteraient un support technique aux groupes armés.
Dans le même temps, le mandat de la MONUSCO
a été renouvelé pour un an par le Conseil de sécurité de l'ONU ce 20 décembre.
En septembre, notre Premier ministre avait quant à lui estimé que la MONUSCO
avait échoué dans son travail et appelé à la mise en place d'une autre
structure.
Madame la Ministre, j'ai dès lors de
nombreuses questions à vous poser :
- Pouvez-vous me donner davantage
d'informations sur la situation sécuritaire dans la Région, votre analyse à ce
propos et notamment ce qu'il en est de la probable présence de « mercenaires »?
- Au sein de l'UE, pouvez-vous m'indiquer ce
qu'il en est de l'aide militaire européenne apportée au Rwanda ainsi que la
position prise par notre pays notamment à la suite du courrier alarmant adressé
par plusieurs ONG et du rapport de l'ONU ? Comment vous coordonnez-vous avec
votre collègue en charge de la Défense?
- La Belgique a-t-elle finalement soutenu le maintien pour une année supplémentaire de la MONUSCO ? Dans le cas contraire, quelle est la position que nous défendons actuellement?
03.05 Michel De Maegd (MR): Madame la ministre, l'Union européenne a annoncé en décembre dernier accorder un soutien financier de 20 millions d'euros au Rwanda, dans le cadre du déploiement de ses forces dans la province de Cabo Delgado, au Mozambique.
Cette décision a été fortement critiquée. Le Docteur Denis Mukwege, que nous avons reçu ici même l'an dernier, s'est notamment dit "scandalisé" par cette aide. Le régime rwandais soutient, en effet, le M23, comme le soulignent l'ONU, Human Rights Watch, mais aussi la diplomatie américaine. On le sait, ce groupe cause une situation humanitaire et sécuritaire dramatique dans l'Est de la République démocratique du Congo. Des centaines de victimes ont encore été à déplorer ces dernières semaines.
Il y a quelques jours à peine, sept organisations de défense des droits humains signalaient l'urgence de mettre fin à l'aide militaire à l'armée rwandaise apportée dans le cadre de la Facilité européenne pour la paix.
Madame la ministre, comment se sont passées les discussions préludes à l'octroi de ce soutien financier? Quelle a été la position de la Belgique à cette occasion? Ce soutien a-t-il été conditionné à la fin du soutien rwandais au M23? Comment l'Union peut-elle s'assurer que ce fonds ne servira pas à soutenir le M23? Quel suivi sera-t-il accordé? Plus globalement, quel est l'état actuel des discussions au plus haut niveau relatives à ce soutien au M23?
03.06 Hadja Lahbib, ministre: Monsieur le président, je vous confirme que le Conseil de l'Union européenne a approuvé le 1er décembre 2022 un soutien financier pour les opérations de l'armée rwandaise dans la région de Cabo Delgado au Mozambique. Cette décision a été prise à l'unanimité, comme c'est toujours le cas quand il s'agit de défense et de sécurité.
La décision européenne demande aux autorités rwandaises de respecter un certain nombre d'engagements liés notamment au respect des droits humains et du droit humanitaire international. Elle prévoit également la mise en place d'un système de monitoring indépendant. En parallèle, en s'appuyant sur ses divers moyens sur place, l'Union européenne assurera elle-même son propre monitoring.
Ze zal regelmatig verslag uitbrengen aan de lidstaten, die bij niet-naleving te allen tijde kunnen besluiten om alle steun op te schorten of te beëindigen. De inzet van de Rwandese strijdkrachten in het noorden van Mozambique vindt plaats op verzoek van de Mozambikaanse regering en de Raad voor Vrede en Veiligheid van de Afrikaanse Unie.
C'est donc vraiment une demande du Mozambique et de l'Union africaine à laquelle, en résumé, l'Union européenne a répondu. Les 20 millions sont la contribution de la Belgique à ces facilités européennes pour la paix.
Dit besluit maakt dus ook deel uit van een breder beleid van België en de EU om zich in te zetten voor het beginsel van een Afrikaanse oplossing voor een Afrikaans probleem, dat door de Afrikaanse Unie en door al onze partners wordt gepromoot. Uit onze contacten met de DRC blijkt dat vooral de timing van deze steun de DRC dwarszit. Congo erkent de noodzaak om het terrorisme in het noorden van Mozambique te bestrijden.
Nu de context in Mozambique en het Europese besluit verduidelijkt zijn, wil ik uw vragen over het oosten van de DRC beantwoorden. Ik wil ook aankondigen dat ik volgende week naar Angola en naar de DRC reis om al deze kwesties te bespreken.
J'en parlerai à la fin de la semaine prochaine avec les intéressés.
La position de la Belgique a été clarifiée à plusieurs reprises au cours de ces derniers mois. Par exemple, lors de sa visite en RDC, en juin 2022, sa majesté le Roi a évoqué la situation dans l'Est du Congo et l'importance de maintenir l'intégrité territoriale de la RDC. De plus, en marge de l'Assemblée générale des Nations Unies, en septembre dernier, des contacts bilatéraux ont également eu lieu à New York avec le président Tshisekedi et le ministre rwandais des Affaires étrangères, Vincent Biruta.
Le SPF Affaires étrangères a publié, le 9 décembre 2022, un communiqué de presse condamnant dans les termes les plus fermes l'assassinat d'un grand nombre de civils à Kishishe et Bambo dans la province du Nord-Kivu en RDC.
La Belgique maintient que les enquêteurs nationaux et internationaux des droits de l'homme doivent être autorisés à faire leur travail et donc à poursuivre leurs investigations. Comme l'a souligné la RDC elle-même, les auteurs de ce massacre ne doivent pas rester impunis, que ce soit par la justice nationale ou internationale.
Voorts bevestigt België zijn steun aan de regionale diplomatieke inspanningen, met name de processen van Nairobi en Rwanda. Ze bevorderen de-escalatie en streven naar duurzame vrede in het oosten van de DRC.
Het in Rwanda overeengekomen draaiboek moet onverwijld in al zijn aspecten worden uitgevoerd, ook door de M23. Daarom is het voor de stabiliteit van de regio van essentieel belang dat alle betrokken partijen zich terughoudend opstellen. Elke vorm van collusie of samenwerking met alle in het oosten van de DRC actieve gewapende groeperingen moet onmiddellijk en definitief worden stopgezet.
Sans attendre la publication du rapport des experts de l'ONU, la Belgique a appelé le Rwanda à cesser toute assistance au M23. Nous l'avons également encouragé à continuer d'utiliser tous les moyens à sa disposition pour persuader le M23 à se réengager dans un processus de désarmement, de démobilisation et de réintégration communautaire.
M23 moet de vijandelijkheden onmiddellijk staken en zich terugtrekken uit de gebieden die het controleert. België riep ook op een einde te maken aan elke al dan niet bedoelde band tussen eender welke Congolese autoriteit en de gewapende groep FDLR.
En outre, nous avons appelé à ce que les messages de haine et les appels à la violence ciblant des communautés spécifiques prennent fin ainsi que l'importance de l'accès humanitaire aux populations.
Monsieur Ben Achour, j'ai effectivement appris que la presse faisait rapport de la présence de mercenaires à l'est de la RDC. Bien que les nationalités semblent être différentes de celles que vous avez mentionnées, je note que la RDC a signé mais pas ratifié la Convention de l'ONU contre l'utilisation de mercenaires. Si cela devait être confirmé, ce serait évidemment inquiétant, d'où notre appel à la retenue et à la mise en œuvre urgente de l'accord de Luanda.
La Belgique reste aux côtés de la République démocratique du Congo pour l'aider à restaurer la paix et la stabilité, surtout dans l'est de son territoire. Depuis quelques mois, la Défense belge a repris ses activités de formation au bénéfice d'une brigade qui se situe à Kindu et qui est en première ligne sur les fronts au Nord-Kivu et en Ituri depuis 2012.
La police fédérale et ENABEL figurent en outre parmi les acteurs de la mise en œuvre d'un projet européen de réforme de secteurs de la sécurité. La Belgique appelle à un engagement renforcé de l'Union européenne dans la région des Grands Lacs. Nous demandons l'adoption d'une stratégie européenne. D'ailleurs, quelques jours après ma nomination, j'ai évoqué la situation de l'est de la RDC lors d'un Conseil des Affaires étrangères de l'Union européenne, le 18 juillet. Le principe d'une stratégie de l'Union européenne pour la région des Grands Lacs a été adopté lors du Conseil des Affaires étrangères le 14 novembre dernier. Il est d'ailleurs actuellement en cours de négociation.
België dringt erop aan dat deze strategie, eens aangenomen, snel wordt vertaald in concrete acties op het terrein.
En ce qui concerne les élections, je dirai simplement que la Belgique se réjouit de la publication du calendrier électoral qui semble indiquer la volonté de la CENI de tout faire pour que ces élections aient lieu avant la fin de cette année. Les défis restent cependant importants, à commencer par la délicate question de l'enregistrement des électeurs.
Il faut savoir que, le 2 décembre dernier, le SPF Affaires étrangères a organisé un séminaire sur les élections en RDC en présence du président de la CENI, M. Denis Kadima. L'invitation avait notamment été adressée aux membres de votre commission. Le président de la CENI s'est dit conscient des différents défis que pose la préparation des élections. Mais il s'est montré déterminé à faire tout son possible pour respecter les délais et organiser ces élections d'ici la fin de l'année. Celles-ci sont donc prévues au mois de décembre.
La Belgique encourage la CENI à poursuivre ses efforts de redevabilité et de transparence ainsi qu'à renforcer la crédibilité du processus électoral.
Plusieurs projets sont actuellement mis en place au niveau européen pour appuyer ce processus. Dans une première phase, il s'agira de contribuer aux projets d'éducation civique et de sensibilisation ainsi que d'apporter un soutien à la société civile, aux médias et aux instituts de recherche. La Belgique apporte également d'ores et déjà son soutien pour un projet d'éducation civique mis en œuvre par le CNCD-11.11.11, en collaboration avec des organisations congolaises. Ce projet vise à renforcer la société civile et les dynamiques citoyennes autour des élections.
Tijdens het hele proces zal België ook specifiek aandacht besteden aan de politieke participatie van vrouwen, zowel als kandidaten als kiezers.
Les missions d'observation électorale, qu'elles soient locales ou internationales, joueront bien sûr un rôle très important dans le processus. Dans ce contexte, la Belgique est en faveur d'une mission d'observation européenne en RDC. On peut rappeler que le président Tshisekedi avait déjà invité la communauté internationale à se rendre sur place. Une telle observation devrait donc se faire en complémentarité avec les initiatives locales et tenir compte des leçons du passé.
L'ouverture des élections aux Congolais résidant à l'étranger est une décision souveraine des autorités congolaises dans laquelle la Belgique n'a pas à s'impliquer.
De komende maanden zijn cruciaal voor de voorbereiding van de verkiezingen. Het is van essentieel belang dat elke fase van het verkiezingsproces de steun krijgt van de bevolking en de betrokken actoren. De partners van de Democratische Republiek Congo, te beginnen met België, zijn bereid om de inspanningen van de Congolese autoriteiten op dit gebied te ondersteunen.
03.07 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la ministre, ce conflit dure depuis plus de 25 ans. La situation est excessivement grave au Nord Kivu, et à Goma tout récemment. Notre pays a un rôle à y jouer.
Derrière la question des 20 millions d'euros octroyés aux forces armées rwandaises, j'entends nos collègues parlementaires congolais nous dire qu'il s'agit d'un deux poids deux mesures. Ils nous disent: regardez comment vous réagissez face à l'invasion russe en Ukraine. Que faites-vous alors vis-à-vis de l'est de la RDC, victime d'un pays voisin, responsable de tant de crimes de guerre et de violations basiques des droits humains des populations civiles?
Il est important que nous restions cohérents et que nous allions plus loin dans notre réponse. Nous avons un vrai rôle à jouer. Nous pécherions par notre absence. J'espère que nous pourrons aller au devant de la scène car le rôle de la Belgique est potentiellement immense.
03.08 Kathleen Depoorter (N-VA): Mevrouw de minister, het is natuurlijk ontzettend zuur. U veroordeelt de dood van 240 mensen begin december, maar tegelijkertijd stemt de Belgische regering in met de toelage van 20 miljoen euro voor het Rwandese leger. U zegt dat het op hun vraag was en die van Mozambique en de Afrikaanse Unie, maar het is wel door de Verenigde Naties bewezen dat u daarmee de rebellen in Oost-Congo financiert. Hoe moet de bevolking, die zo onder druk staat, in een regio waar mensenrechten worden geschonden, waar doden vallen, waar meer dan een half miljoen mensen moeten migreren omdat ze zich niet veilig voelen, zich daarbij voelen? Ik vind dat tegenover harde taal ook actie staat. De actie hier, het doneren van 20 miljoen euro, staat haaks op de taal van de veroordeling. Dat is toch wel een gevoelig punt.
U zegt dat u volgende week naar de DRC gaat om dat uit te praten. Ik hoop het voor u. Ik hoop dat u dan ook met een boodschap van hoop gaat. Ik hoop dat u tegen die mensen kunt zeggen dat u licht aan het einde van de tunnel ziet en dat u actief met de regering naar een vredesproces zal zoeken.
Dat mag uw intentie zijn, maar als uw Europese collega's, met de instemming van uw eigen regering, een oorlog blijven financieren, dan wordt het heel erg moeilijk. Dan begrijp ik dat de mensen in Oost-Congo zeggen dat er heel veel aandacht naar Oekraïne gaat, terwijl zij in de kou blijven staan.
Ook over het democratische aspect van de verkiezingen ben ik heel bezorgd. U zegt alles zo goed mogelijk te zullen begeleiden, maar als de situatie zo onstabiel blijft, vrees ik dat die grote groep mensen die in Oost-Congo wonen niet als kiezers zullen worden geregistreerd. Dat is iets waarop u moet toezien. Iedereen moet het democratische recht krijgen om te gaan stemmen. Dat proces moet gebeuren met internationale waarnemers, met waarnemers van het middenveld, desnoods met mensen van de katholieke kerk die daarin vroeger ook een belangrijke rol hebben gespeeld. Dat recht moet u garanderen. U moet daar mee op toezien.
U weet dat die verkiezingen zeer belangrijk zijn. Het is hier belangrijk, maar in de DRC is het des te belangrijker dat mensen hun democratisch recht op een correcte manier kunnen uitoefenen.
03.09 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, dank u voor uw uitgebreid en precies antwoord. Ik vind de toekenning van 20 miljoen euro uit de European Peace Facility eigenlijk een vergissing. Ik hoor van u dat er daarover een consensus was. Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag of Franse druk en energiebelangen een rol hebben gespeeld, maar met wat we nu weten denk ik dat een consensus daarover niet langer houdbaar zal zijn. Ik hoop dat België die kwestie zal aankaarten. Ik denk niet dat dit voor herhaling vatbaar is. Middelen die in theorie dienen voor bepaalde missies in Mozambique en dergelijke, worden doorgesluisd naar het Rwandese leger. Er is internationale Europese financiële steun voor een leger dat misdaden begaat, via de omweg van de M23. De Europese Unie kan zich dit niet meer permitteren. Ik vraag u daarover na te denken en de kwestie aan te kaarten bij uw Europese collega's. Indien dit nog teruggedraaid kan worden, des te beter, maar alleszins mag het in de toekomst eigenlijk niet meer gebeuren.
03.10 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, je ne vais pas répliquer car je n'ai malheureusement pas pu écouter la réponse de la ministre. Je ne manquerai pas de la lire avec beaucoup d'attention.
03.11 Michel De Maegd (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Pour ce qui concerne les 20 millions d'euros de financement pour la facilité européenne pour la paix, j'entends bien que la demande vient du Mozambique et de l'Union africaine. Je pense que c'est une précision importante.
Il faudra évidemment veiller – et je pense que vous êtes la bonne personne pour être la voix de la Belgique – à ce que l'Union ait une vigilance accrue pour que les garde-fous soient respectés et que cet argent ne file pas dans de mauvaises mains. Je suis aussi surtout heureux d'apprendre la position assez ferme de la Belgique qui demande au Rwanda de tout faire, toute affaire cessante, pour ne plus soutenir ce groupe armé qu'est le M23. C'est fondamental dans nos rapports bilatéraux de pouvoir insister sur cette réalité.
À propos de la RDC, je suis heureux d'entendre que le calendrier électoral semble sur de bons rails, comme vous nous le dites, avec un scrutin prévu le 20 décembre prochain. Dans cet immense pays, c'est un challenge qui est probablement encore plus grand que le pays lui-même. Comme vous l'avez dit, les mois à venir seront particulièrement cruciaux pour essayer de tenir ce calendrier.
Je pense que la Belgique, parmi d'autres pays bien entendu, a son rôle à jouer en la matière. Vous pourrez très certainement en discuter profondément avec vos homologues lors de votre visite de la semaine prochaine en Angola et en RDC. À la suite de cette visite, nous reviendrons vers vous pour avoir davantage d'informations. Je vous souhaite d'ailleurs d'ores et déjà une très bonne visite en RDC et en Angola.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Chers collègues, je pense que nous pouvons clore ici nos travaux. Nous nous revoyons très prochainement pour une nouvelle session de questions-réponses avec Mme la ministre des Affaires étrangères. Je vous remercie.
La réunion publique de commission est levée à 17 h 10.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.10 uur.