Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
du Mardi 24 janvier 2023 Matin ______ |
van Dinsdag 24 januari 2023 Voormiddag ______ |
De behandeling van de vragen vangt aan om 10.40 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
Le développement des questions commence à 10 h 40. La réunion est présidée par M. Ortwin Depoortere.
De voorzitter: Als voorzitter zou ik u erop willen wijzen dat het niet erg praktisch en efficiënt is om een actualiteitsdebat te houden met zoveel samengevoegde vragen. Ik heb van verschillende collega’s vernomen dat zij hun vragen over de asielproblematiek wensen in te trekken, zodat die apart behandeld kunnen worden.
Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, ik sluit mij aan bij uw opmerking. Het is inderdaad een moeilijke manier van werken die ons belet om in detail vragen te stellen.
Mevrouw de staatssecretaris, ik herinner ook aan uw aankondiging in een vorige commissievergadering om de procedure van de schriftelijke vragen beter na te leven. Er werd dan een aantal van die vragen vlak voor de commissievergadering behandeld. Vandaag heb ik mijn mailbox nog gecontroleerd, maar ik vermoed dat dat deze keer niet is gebeurd. Drie van mijn schriftelijke vragen vervielen op 24 januari 2022 en zes op 17 januari 2022. Er werd op die vragen geen antwoord gegeven. De enige vraag waarop wel een antwoord kwam, is dewelke werd omgezet in een mondelinge vraag. Ik heb de hele resem aan schriftelijke vragen niet laten omzetten in mondelinge vragen, omdat ze informeren naar gedetailleerde cijfergegevens. Die cijfers hebben wij nodig om ons werk goed te kunnen doen.
Mag ik er nogmaals bij u op aandringen om op dat vlak beter te doen en om zo snel mogelijk alle schriftelijke vragen te beantwoorden?
Ten slotte wil ik mijn frustratie uiten over het feit dat de asielcijfers ook deze maand weer verschrikkelijk lang op zich hebben laten wachten. We hebben die uiteindelijk gekregen tijdens een persconferentie in een commissievergadering. Dat vond ik ook een rare werkwijze. Gelieve die asielcijfers de volgende maanden zo snel mogelijk bekend te maken, zodat wij allen onze job naar behoren kunnen uitvoeren. Ik dank u.
De voorzitter: Ik verzoek de collega’s die hun mondelinge vragen wensen uit te stellen, het commissiesecretariaat hiervan op de hoogte te brengen.
Aangezien het actualiteitsdebat 37 mondelinge vragen bevat, stel ik voor dat elke fractie tien minuten spreektijd krijgt, zodat elke vraag degelijk beantwoord kan worden. De staatssecretaris moet immers om 12.15 uur vertrekken.
01.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb al enige tijd geleden vier vragen ingediend over verschillende onderwerpen, maar die werden allemaal samengevoegd. De vraag over het LOI-beleid heb ik naar de volgende vergadering laten uitstellen, omdat ik denk dat daarvoor een apart debat nodig is. Daarin gaat het over de inschakeling van de lokale besturen om een oplossing voor de opvangcrisis te bieden en uw visie op het LOI-verhaal, inclusief de maatregelen op dat vlak.
Wij volgen de opvangcrisis uiteraard op de voet, in de pers en in de regering, en leggen ook verschillende oplossingen op tafel. Het klopt dat er bijkomende plaatsen worden gecreëerd, maar we stellen vast dat dat nog niet voldoende is. We blijven dus oproepen om alle mogelijkheden te bekijken.
Ik las vandaag een oproep in de krant van verschillende jongerenorganisaties, waaronder Jong Groen, de Jongsocialisten, verschillende studentenraden en Vluchtelingenwerk Vlaanderen, die naar oplossingen zoeken. Heel veel mensen in onze samenleving liggen hier inderdaad echt van wakker, mevrouw de staatssecretaris. Ik merk dat in mijn omgeving. Heel veel mensen hebben hier vragen over en vinden het echt schrijnend dat zovele mensen in Brussel op straat moeten leven.
Het laatste voorstel was om studenten in te zetten om het personeelstekort bij de migratiediensten op te vangen. Dat voorstel staat vandaag ook in de kranten. Wat is uw mening daarover, mevrouw de staatssecretaris?
Ik wil op twee aspecten dieper ingaan. Een eerste vraag gaat over de verdwenen jongeren. Een tweede vraag gaat over de situatie in het kraakpand in de Paleizenstraat.
Ten eerste, al sinds november trekken verschillende middenveldorganisaties, de kinderrechtencommissaris en Child Focus aan de alarmbel, omdat u jongeren waarover leeftijdstwijfel bestaat geen toegang tot het opvangnetwerk gaf. Zo kwamen die jongeren op straat terecht. Voor de kerstvakantie waarschuwden we er al voor dat dat onaanvaardbaar is. Er zijn bij die groep wel degelijk niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Zij werden geconfronteerd met kafkaiaanse toestanden: ze konden niet bewijzen dat ze minderjarig waren en vervolgens weigerde de Dienst Voogdij leeftijdstesten uit te voeren. Ondertussen hebt u aangekondigd dat iedereen opgevangen wordt, ook al wordt getwijfeld aan de leeftijd. Ik wil graag horen of u dat kunt bevestigen.
Ik wil ook graag weten wat er gebeurd is met de jongeren die niet werden opgevangen. Caritas liet weten dat er van de 150 jongeren die op straat zijn beland, op het moment nog steeds 24 officieel vermist zijn. Van hen werden verdwijnfiches opgemaakt. We weten niet wat er met die jongeren gebeurd is. Misschien zijn ze naar een ander Europees land gegaan.
Aangezien die groep jongeren bijzonder kwetsbaar is voor allerlei vormen van misbruik, zou het dus ook kunnen dat zij het slachtoffer zijn geworden van mensenhandel. Hoeveel van de jongeren waarvoor er twijfel over de leeftijd bestaat, werden ondertussen opgevangen in een opvangcentrum? Welke stappen onderneemt u om de verdwenen jongeren terug te vinden? Hoe verloopt de samenwerking met de buurlanden om ze op te sporen? Hebt u Child Focus hiervoor ingeschakeld? Kunt u garanderen dat er op het moment zeker niemand meer wordt uitgesloten van het opvangnetwerk, ook niemand waarvoor getwijfeld wordt aan de leeftijd?
Ten tweede, voor de kerstvakantie klaagden we al aan - we hadden daar in de plenaire vergadering al een debat over – dat opvang in het kraakpand in de Paleizenstraat absoluut geen aanvaardbare noodoplossing was gelet op de situatie ter plaatse. Er leven heel veel mensen dicht bij elkaar, zonder toegang tot sanitaire voorzieningen. Wij weten ook van het Rode Kruis dat daar heel veel ziektes rondgaan, zoals schurft, difterie en tbc. Tijdens de kerstvakantie is daar ook een man op tragische wijze omgekomen. Dat was iemand die dringend psychologische hulp nodig had. Er gebeuren ook regelmatig incidenten. Op 12 januari 2023 is er nog een brand uitgebroken.
Het is voor ons dus heel duidelijk dat alle beleidsniveaus, zowel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als de gemeente Schaarbeek maar ook de federale overheid, moeten samenwerken. Wij moeten ervoor zorgen dat een menselijke oplossing wordt gevonden, teneinde meer drama’s te voorkomen.
Ik heb ondertussen gelezen en gehoord dat er een registratie is gebeurd en dat u met uw diensten ter plaatse bent gaan bekijken wie recht heeft op opvang binnen het asielopvangnetwerk. Wat is op dat vlak de stand van zaken? Hoeveel van die mensen zijn ondertussen uit het kraakpand kunnen vertrekken en hebt u kunnen opvangen?
Wij weten ook dat daar mensen zitten zonder wettig verblijf. Ook voor hen moet er een oplossing komen. Zij moeten naar een duurzaam toekomstperspectief worden begeleid. Er verblijven daar eveneens dak- en thuislozen die ook de nodige hulpverlening moeten krijgen.
Het gaat dus zeker om een complex probleem, dat zal ik niet ontkennen. Het is echter wel nodig dat de politiek haar verantwoordelijkheid neemt en samenwerkt om een oplossing te bekomen.
Ik heb vernomen dat een taskforce is opgericht met daarin vertegenwoordigers van alle verschillende beleidsniveaus. Welke actoren maken deel uit van de taskforce? Welke afspraken hebt u daar gemaakt?
Kan u meedelen wat de laatste stand van zaken is? Hoeveel bewoners werden geïdentificeerd? Hoeveel van hen hebben recht op opvang? Hoeveel van hen werden reeds naar structurele opvangplaatsen gebracht?
Is er voor mensen zonder wettig verblijf in een opvolging voorzien in het kader van het terugkeerbeleid? Hoe moeten de mensen zonder wettig verblijf volgens u begeleid worden? Wie is daarvoor verantwoordelijk? Zult u bijvoorbeeld meer inzetten op BBB+-projecten – wij zijn daar voorstander van – om mensen in heel kwetsbare situaties, zoals daklozen zonder wettig verblijf, de nodige begeleiding te kunnen geven richting een duurzaam toekomstperspectief? De huidige situatie toont aan dat daarvan dringend werk moet worden gemaakt.
De twee voorbeelden die ik aanhaal, de vermiste jongeren en de situatie in het kraakpand, tonen aan waartoe het gebrek aan opvangplaatsen kan leiden. Een eerste belangrijke les is dat wij de opvang niet mogen laten afhangen van een leeftijdstest. Respecteer de fundamentele rechten van asielzoekers en mensen op de vlucht. Opvang mag ook niet afhangen van kwetsbaarheid. Dat is niet alleen onwettig, maar het is ook een regelrechte blamage voor de rechtsstaat dat de federale overheid haar verplichtingen niet kan nakomen. Bovendien weten wij dat mensen kwetsbaar worden als zij op straat belanden en te maken krijgen met allerlei problemen, zoals ziektes en mentale problemen. Het leidt ook tot overlast en onveilige situaties voor de buurtbewoners. Ik moet het u niet uitleggen.
Ik zal het hierbij laten en kijk heel erg
uit naar uw antwoorden. Wij
blijven het op de voet volgen.
01.02 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, madame la secrétaire d’État, de nombreuses questions ont été déposées. Nous n’avons malheureusement pas pu vous interroger la semaine dernière. J’espère qu’aujourd’hui vous allez mieux et que nous pourrons continuer nos échanges pour avoir des réponses à nos questions qui sont peut-être un peu dépassées et que je vais tenter de mettre à jour. J’essaierai également d’être le plus bref que possible puisque ma collègue a déjà posé certaines de mes questions concernant le Palais des droits et les mineurs non accompagnés.
Pour ce qui concerne le Palais des droits, la situation est toujours interpellante. Je pense ici au temps nécessaire pour l’identification, mais aussi pour le transfert de celles et ceux qui ont droit à l’accueil vers des places d’accueil.
Je sais que le centre de Glons qui a été ouvert est également destiné à être un centre d’accueil d’urgence pour faire tampon avant leur entrée dans le réseau. Madame la secrétaire d’Etat, combien de places sont-elles disponibles aujourd’hui à Glons? Combien de places sont-elles effectivement occupées? J’entends qu’elles ne le sont pas à 100 %. Pourquoi, alors que des identifications sont faites, n’y a-t-il pas davantage de transferts vers cette structure pour ne pas laisser les personnes qui ont droit à l’accueil dans une situation difficile au Palais des droits? Même si celui-ci leur offre un toit, il n’offre pas les conditions d’accueil et de sécurité auxquelles on peut s’attendre. Ainsi, par exemple, il y a encore quelques jours, un incendie s’y est déclaré et des actes de violences y ont été commis. Il est donc temps d’apporter une réponse.
Par ailleurs, qu’allez-vous mettre en place en vue d’une identification plus rapide des personnes qui ont droit à l’accueil? Autrement dit, quand comptez-vous apporter une réponse durable et humaine, mais également juste à ces personnes?
J’en viens à un autre point. Dans un article de presse publié récemment, vous disiez que, faute de places et de moyens, seules 20 personnes avaient pu être réorientées vers le réseau. J’imagine que depuis lors, le chiffre a augmenté. Quel est-il aujourd'hui? Pourquoi les places de Bruxelles et de Glons ne sont-elles pas occupées à 100 %? Comment expliquer un taux si faible de réorientation de demandeurs de protection internationale (DPI) actuellement sans places dans le réseau d’accueil? A ce jour, combien de porteurs d’une annexe 26 ne sont-ils toujours pas accueillis par vos services?
La situation des mineurs étrangers non accompagnés (MENA) est difficile au Palais des droits, et passe en-dessous des radars, comme l’évoquait Caritas, avec quelque 24 MENA qui, n‘ayant pas bénéficié de places immédiatement dans le réseau, manqueraient à l’appel. C'est une situation extrêmement inquiétante. Ce sont les plus vulnérables, ceux que l’on doit prendre en charge le plus rapidement possible. Pouvez-vous me dire ce qu’il en est à ce jour? Quelles sont les mesures prises pour retrouver les jeunes concernés? Quelles sont les mesures prises pour que tous les MENA trouvent une place dans le réseau d’accueil? Je rappelle à ce titre que, même indépendamment du test d’âge et de la situation légale, un mineur est un mineur. Il doit être protégé. Nous devons prendre nos responsabilités pour le faire et tout doute doit lui être profitable. J’insiste vraiment sur ce point.
Je sais que vous éprouvez des difficultés globales. Nous avons encore pu en discuter lors de l’audition sur le rapport de la Cour des comptes. Je veux parler des frais médicaux des demandeurs de protection internationale. J’entendais, il y a quelques jours, qu’une jeune femme enceinte s’était vu refuser la prise en charge par un hôpital, au motif qu’elle ne disposait pas d’une assurance maladie. Elle s’est donc orientée vers un autre hôpital qui l’a refusée aussi. Et ici, c’est encore plus dramatique. Sur ce point, ce n’est pas Fedasil que je pointe du doigt, mais bien le comportement des hôpitaux, qui refusent de prendre en charge une personne enceinte, parce que Fedasil ne règlerait pas les honoraires assez vite.
Il y a là un réel problème médical. Les hôpitaux ne doivent pas perdre de vue leur mission, mais j’entends néanmoins qu’avec les difficultés financières auxquelles ils sont confrontés, ils ont besoin d’avoir l’assurance d’être payés. Quelles sont, dès lors, les mesures prises pour raccourcir ces délais de paiement? Comment sont-ils organisés à ce jour?
Comment entendez-vous ramener la confiance des institutions hospitalières envers Fedasil pour garantir une prise en charge médicale rapide et efficace par celles-ci des demandeurs de protection internationale qui en manifestent le besoin? Nous sommes dans une situation d’aide médicale urgente, et certaines personnes doivent impérativement être prises en charge médicalement.
J’aimerais revenir sur un point qui a été évoqué à plusieurs reprises dans la presse. Vous dites que la Défense ne met pas suffisamment de places à disposition. À ma connaissance, des places ont été prélevées sur la capacité de la Défense nationale à Arlon, Houthalen, Glons, Florennes, Jambes, Coxyde, Lanaken, Bourg-Léopold, Namur, Neder-over-Heembeek, Senonchamps, Saint-Nicolas, Tournai et Berlaar. Nous en sommes à 7 000 places.
Si certaines de ces places ont pu être recensées en amont de la crise actuelle, ce sont bel et bien des places de la Défense, et elles n'en restent pas moins des places mises à disposition aujourd’hui pour gérer une crise. Il me revient également que des capacités logistiques sont déployées par la Défense pour permettre l'aménagement des lieux, notamment à Glons, là où c'est nécessaire et dans l'accompagnement des besoins, notamment en ce qui concerne l'organisation du catering. Ce sont d'ailleurs ces capacités logistiques qui ont été mobilisées en renfort de la Sécurité civile pour le site à Jabbeke.
Mes questions sont donc les suivantes: j’entends qu’on pointe aujourd’hui la Défense, mais quelle autre administration fournit-elle un nombre de places, de bâtiments ou de soutien logistique équivalent à votre département?
Combien de bâtiments considérés comme susceptibles d'être mobilisés par d'autres administrations ont-ils été refusés par vous ou votre administration?
Ma dernière question concerne une information dont j’ai pris connaissance tout récemment. La Ligue des droits humains apprenait, dans un échange de courriers, que la Belgique s’était vu attribuer des moyens européens dans le cadre de la réponse à la crise de l'accueil. D’après ce courrier, il s’agit de quelque 200 millions d’euros, 750 conteneurs et une centaine d’experts. Je vous avoue que je n’avais pour ma part jamais entendu parler de ce soutien.
Madame la secrétaire d'État, ces montants se démarquent-ils significativement de ce que la Belgique perçoit actuellement au titre de soutien européen? Ces montants sont-ils effectivement débloqués? C’est cela le plus important. Si oui, à quelles fins sont-ils affectés? Dans la négative, pouvez-vous me dire dans quel délai ils seront effectivement mis à disposition? Cette centaine d’experts sont-ils effectivement présents sur notre territoire? Quelles sont leurs missions? Où sont ces 750 conteneurs?
Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour le temps que vous consacrerez à me répondre.
01.03 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, ik wil de vragen nrs. 55033170C en 55033173C laten uitstellen omdat ze geen betrekking hebben op het belangrijkste gedeelte van dit debat. Deze vragen betreffen de bijdrage van de werkende asielzoekers in de opvang en de verplichting voor werkende asielzoekers om de opvang te verlaten. Dan kan ik het debat meer sturen naar onder andere het kraakpand in de Paleizenstraat en de problematiek met illegalen.
De situatie in de Paleizenstraat in Schaarbeek is intussen bekend. Er doen zich ronduit smerige toestanden voor, met vecht- en steekpartijen, drugs, besmettelijke ziektes en ondertussen ook brand en mogelijke zelfmoordpogingen. De afgelopen 24 uur verschijnen er verschillende filmpjes van mensen die op een zeer gevaarlijke manier balanceren op venstertabletten tien meter boven de grond. Dat zijn allemaal schrijnende, gevaarlijke situaties. Het gaat zelfs niet alleen over dat beruchte kraakpand in de Paleizenstraat in Schaarbeek. Vorige week heeft op de Materialenkaai in Brussel immers ook een brand gewoed in een soort geïmproviseerd kampement voor een mengeling van daklozen, vluchtelingen, illegalen en dergelijke. Dat zijn levensgevaarlijke situaties. Van die kampementen en kraakpanden zijn er in en ook buiten Brussel een heel aantal.
In een reactie op onder andere die brand stelt de Brusselse brandweerwoordvoerder de heer Derieuw dan ook aan BRUZZ dat het een kwestie van tijd is voor er doden vallen. Ik heb u daar vorige week tijdens de plenaire zitting ook al voor gewaarschuwd toen ik u vroeg of u zou wachten om uw verantwoordelijkheid te nemen tot er hier werkelijk doden vallen. Blijkbaar is dat bij andere ministers nodig. Hopelijk is dat bij u niet nodig. De beelden van de afgelopen 24 uur tonen wel dat de klok tikt wat dat betreft. Hopelijk zal u veel sneller actie ondernemen.
Ik heb intussen al een aantal keren gehoord dat u een beetje de perceptie lijkt te willen wekken dat het daar gaat om potentiële asielzoekers die onder uw verantwoordelijkheid vallen en die u dus moet weghalen uit dat kraakpand, en voor de rest daklozen die niet onder uw verantwoordelijkheid vallen. U hebt die terminologie ook gebruikt toen u vorige keer op vragen over dit onderwerp een antwoord gaf. Ik vond de vorige keer ook dat u die perceptie leek te willen wekken. In de realiteit zijn de meeste mensen die daar zitten illegalen, die wel degelijk onder uw bevoegdheid vallen. U zal moeten samenwerken met een aantal andere ministers om die problematiek aan te pakken, maar de illegalen vallen wel degelijk onder uw bevoegdheid. Daarover hoor ik u bijna niet spreken. U lijkt daar niet op te willen ingaan en doet alsof het daar gaat om potentiële asielzoekers en daklozen, terwijl de grootste groep natuurlijk illegalen zijn in dat kraakpand.
Graag verneem ik om hoeveel personen het nu gaat. De cijfers variëren immers wel wat. Hoeveel van deze personen zijn verhuisd naar de opvangcentra van Fedasil? Volgens sommige berichten zouden vrijgekomen plaatsen in het kraakpand meteen weer worden ingenomen door nieuwe mensen. Kunt u deze berichten bevestigen? Welke maatregelen worden genomen om te vermijden dat dit scenario zich opnieuw zal herhalen?
Welke concrete resultaten heeft uw zogezegd aanklampend terugkeerbeleid de afgelopen maanden ter zake opgeleverd? U verwijst er immers keer op keer naar, maar de resultaten blijven uit. Zijn er eigenlijk ooit al IKAN-begeleiders ter plaatse geweest?
Ondertussen werd begonnen met de zogenaamde sociale screening van de personen in dat betreffende pand. Tegen vandaag zou deze moeten zijn afgerond. Wat is de samenstelling van deze bedoelde groep? Ik had ook graag de cijfers in orde van de grootte over het aantal asielzoekers dat recht heeft op opvang, het aantal illegalen en het aantal daklozen met een geldige verblijfsvergunning.
Hoeveel personen hebben zich niet aangeboden bij het opgericht registratiepunt en wat zal er met de betrokkenen gebeuren?
Welke extra maatregelen hebt u genomen om personen die illegaal in het land verblijven ook effectief uit te zetten? Anders is het dweilen met de kraan open, dat lijkt mij evident. Zoals vorige week na de brand op de Materialenkaai, blijven de toestanden met illegale vreemdelingen en dito huisvesting niet beperkt tot dit gebouw in de Paleizenstraat in Schaarbeek. Hoeveel van zulke illegale kampementen bestaan er ondertussen reeds in Brussel? Ik hoop dat u daar minstens een schatting van hebt.
Welke preventieve maatregelen zullen u en deze regering nemen, in samenwerking met andere overheden, zonder de zwarte piet door te schuiven, om te beletten dat toestanden zoals in het kraakpand in Schaarbeek zich zouden herhalen?
Ik heb nog een laatste aansluitende vraag over de uitstroom van asielzoekers die een negatieve beslissing krijgen. Midden november kondigde u aan dat u asielzoekers uit de opvangcentra wilt laten uitstromen op het moment dat ze hun negatieve beslissing krijgen in plaats van wanneer ze het bevel krijgen om het grondgebied te verlaten. Volgens de mededelingen van uw kabinet zouden op deze manier 1.300 opvangplaatsen kunnen worden vrijgemaakt. Welke concrete initiatieven werden er intussen op dit vlak genomen en wanneer mogen we de eerste concrete resultaten ter zake verwachten?
01.04 Franky Demon (cd&v): Mevrouw de staatssecretaris, de asielstatistieken die het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) vorige week publiceerde, tonen duidelijk dat de grote asieldruk die we vorig jaar in ons land kenden enorm was. Dat is trouwens niet alleen in ons land het geval, maar ook in verschillende Europese landen.
Terwijl u alles op alles zet om oplossingen te zoeken om deze crisis de baas te kunnen, zie ik collega's met de vinger wijzen en hoor ik hen roepen dat uw inspanningen niet genoeg zijn. Ik wil hen er toch graag op wijzen dat er geen wonderoplossing is om tot opvangplaatsen te komen. We kunnen deze crisis alleen maar het hoofd bieden als we samenwerken. Samenwerken tussen landen, maar ook tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus en met de gemeenten. Uit de cijfers van vorige week bleek overigens nog maar eens dat een heel groot deel van de aanvragers reeds een Eurodac-hit, dus een registratie, had in een ander Europees land.
Collega's, in anderhalf jaar tijd werden er 7.500 bijkomende plaatsen gecreëerd. Er wordt hard gewerkt aan het migratiewetboek. Op Europees vlak trekken we de kar om tot een hervorming te komen met meer solidariteit tussen de lidstaten. Als alles goed gaat, trekt u deze week naar de regering met een pakket aan structurele en wetgevende maatregelen. Het is dan ook onterecht om met kritiek te blijven zwaaien. Er wordt hard gewerkt om deze crisis het hoofd te bieden. Alleen door structureel te hervormen, zullen we een eind kunnen maken aan deze crisis.
Mevrouw de staatssecretaris, u blijft bijkomende plaatsen creëren op korte termijn. Kunt u nogmaals toelichten hoeveel plaatsen er de komende maand bijkomen? Welke zijn de belangrijkste hervormingsmaatregelen die u zal voorleggen aan de regering? Hoe ziet u de verdere timing in de uitvoering van deze maatregelen?
01.05 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, ook ik heb een aantal vragen laten terugtrekken uit het actuadebat, omdat ik het niet ideaal vind om zoveel verschillende onderwerpen in eenzelfde debat te behandelen. Ik ben ook vragende partij om het volgende keer anders te organiseren. Ik wens vandaag wel een aantal vragen te stellen.
Wat het kraakpand in de Paleizenstraat betreft, dateert mijn vraag van voor de kerstvakantie, maar ze blijft actueel. Daar werden ondertussen al 400 personen gescreend door Fedasil, en quasi elkeen had recht op opvang. Dat betekent dat ze onder uw bevoegdheid vallen. Daarnaast hebben mensen op het veld me ook meegedeeld dat de mensen die om internationale bescherming verzoeken en aan het kanaal of elders op straat slapen, niet op die screening worden toegelaten. Bijna allemaal hebben ze een bijlage 26 op zak en hebben ze dus ook recht op opvang. Ik vraag me af waarom zij niet worden gescreend en hoe hun doorstroom naar het opvangnetwerk verloopt? Ook van hen moet een lijst worden opgesteld, omdat ze anders riskeren onder de radar te verdwijnen.
Wat onderneemt u om de gezondheidssituatie van de bewoners in de Paleizenstraat aan te pakken? Hoe zit het met de medische teams ter plaatse nu die niet meer naar binnen gaan? Wat onderneemt u om de situatie van de bewoners leefbaarder te maken, terwijl ze wachten op een opvangplaats bij Fedasil?
U hebt plaatsen geopend in Jabbeke en Glons. Kunt u er met die noodopvang voor zorgen dat alle mensen van de Paleizenstraat bed, bad, brood en medische hulp krijgen, of moet er nog in bijkomende capaciteit worden voorzien? Hoeveel personeel moet daarvoor nog worden aangeworven? Hoeveel opvangplaatsen moeten nog worden geopend om ervoor te zorgen dat niemand meer op straat moet slapen?
Mijn tweede en derde vraag gaan specifiek over de noodopvangplaatsen in Glons en Jabbeke en de samenwerking met Defensie. In oktober vorig jaar beloofde u 1.500 extra plaatsen tegen 1 december. Minister Dedonder zou u daarbij helpen. Ondertussen zijn we bijna twee maanden verder en moeten we vaststellen dat er van die 1.500 plaatsen nog niet veel in huis is gekomen. Op de website van Fedasil staat dat er slechts een kleine honderd plaatsen beschikbaar en ingevuld zijn. Over de samenwerking met Defensie blijft het ook nogal stil. Mevrouw de staatssecretaris, wanneer zullen die 1.500 plaatsen er echt zijn, zoals u had beloofd? Hoe zit het met de hulp van Defensie? In welke mate leveren zij personeel?
Mijn laatste vraag gaat over de duidelijke gevolgen als mensen en zeker minderjarigen geen opvang krijgen. In november kon er geen opvang voor 150 niet-begeleide minderjarigen worden gevonden. Daarvan zijn er nu 24 vermist. Zij kregen toen geen opvang omdat zij wegens hun gezondheidssituatie niet voor een leeftijdstest in aanmerking kwamen. Zonder die leeftijdstest konden zij niet bewijzen dat ze minderjarig waren. Daarom werden ze als niet kwetsbaar beschouwd en kregen ze net als alle alleenstaande mannen een plaatsje achteraan in de rij.
In november werd u er al op gewezen dat jongeren die op straat slapen gemakkelijk ten prooi vallen aan mensensmokkelaars. U hebt toen ook in de pers gezegd dat er een groot risico van seksuele uitbuiting bestaat van vooral Afghaanse jongeren. Het is dan absurd dat een opvangplaats voor iemand die zegt minderjarig te zijn afhangt van de leeftijdstesten. Kinderen en jongeren zouden direct opvang moeten krijgen, met de juiste begeleiding. Wij pleiten er al langer voor om dat niet meer van leeftijdstesten te laten afhangen en niet-begeleide minderjarigen als minderjarigen te behandelen tot er een leeftijdstest plaatsvindt.
Mevrouw de staatssecretaris, bent u van plan om dit in wetgeving te gieten, zodat kinderen op de vlucht wel worden beschermd? Wat is de stand van zaken van de leeftijdstesten? Worden die nu opnieuw uitgevoerd? Hoeveel niet-begeleide minderjarigen krijgen op dit moment geen opvang? Hebt u daar zicht op? Weet u waar zij verblijven? Komen er extra inspanningen om ervoor te zorgen dat dit nooit meer gebeurt? Wat onderneemt u om de vermiste minderjarigen terug te vinden?
01.06 Ben Segers (Vooruit): Mevrouw de staatssecretaris, u zit met een opvangprobleem, te wijten aan het hoge aantal toekomende mensen en aan procedures die veel te vaak noodgedwongen dubbelop lopen, bijvoorbeeld voor mensen die onder de Dublinverordening vallen. Nog een reden zijn de te lange behandelingstermijnen van de asielaanvragen. Deze regering ambieerde duidelijk een verkorting van die termijnen. Natuurlijk weegt de erfenis van het verleden, maar in het licht van de absolute noodzaak van kortere behandelingstermijnen heb ik er wel veel moeite mee dat er nu bij het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen minder dossierbehandelaars aan de slag zijn dan eind 2020, begin 2021. Eigenlijk is dat gewoon onaanvaardbaar. Enkele aspecten van de opvangcrisis hebben we niet in de hand, maar dit had beter gemoeten.
Mevrouw de staatssecretaris, daarom wil ik vragen om nog eens goed de aanwervingsprocedures bij het commissariaat-generaal te bekijken. De beslissing van december van de ministerraad is mij bekend, maar hoe is het zover kunnen komen? Wij weten dat er in de toekomst nog personeelsleden zullen vertrekken bij het commissariaat-generaal. Zult u daarop anticiperen, zodat het personeelsbestand niet opnieuw achteruitgaat, waardoor de behandelingstermijnen stijgen en waardoor er opnieuw meer opvang nodig is? Ik stel vast dat het mogelijk is geweest om zeer veel personeel aan te werven bij de Dienst Vreemdelingenzaken, het is dus geen kwestie van een gebrek aan de nodige profielen.
Ik kom tot mijn tweede punt. Tegelijkertijd zien wij dat het werkvolume bij de DVZ ook through the roof gaat. Hoe komt dat, hoe kan dat? Bij de Dienst Vreemdelingenzaken is een paar honderd man bijkomend aangeworven, net met de bedoeling om een exploderend werkvolume met de bijhorende extra opvangnoden te verhinderen. Eerder heb ik in de commissie voor Binnenlandse Zaken al gepleit voor een rapporteringsplicht van het commissariaat-generaal aan u, wanneer een bepaalde norm qua beslissingen per personeelslid niet wordt behaald. Bij het commissariaat-generaal is er nu een duidelijke vooruitgang, maar ook bij de DVZ hadden wij vooruitgang moeten merken, gelet op de genomen maatregelen. Mevrouw de staatssecretaris, bent u het daarmee eens?
Ten derde, een concreet gevolg van een en ander is een stijging van het aantal verzoekers dat onder de Dublinverordening valt. Dat zegt u overal en dat klopt ook, maar dat manifesteert zich amper in de DVZ-beslissingen, met alle mogelijke gevolgen voor de opvang. Hoe komt dat toch, dit ondanks de vele extra personeelsleden bij DVZ? In de laatste rapportering van het commissariaat-generaal meldt men bijvoorbeeld dat de werkvoorraad daar maar beperkt is gestegen het voorbije jaar, maar veel meer gestegen zou zijn als de doorstroming vanuit DVZ hoger had gelegen. U moet er dus alles aan doen om asielprocedures zo min mogelijk dubbelop te doen lopen, net om bescherming te bieden aan wie daar nood aan heeft.
Ik kom tot punt vier: de uitstroom van werkende verzoekers om internationale bescherming. U hebt natuurlijk dat opvangprobleem en ik heb er begrip voor dat u naar oplossingen zoekt, ook en in het bijzonder zelfs bij die werkende categorie, maar dat kan alleen een succes worden als die personen niet plots stoppen met werken om hieraan te ontkomen. Hoe effectief is uw beleid? U kondigde aan dat verzoekers om internationale bescherming met een stabiel arbeidscontract de opvang moeten verlaten omdat zij in theorie in eigen onderdak kunnen voorzien. In welke mate hebt u kunnen verzekeren dat men niet in uitbuitingssituaties terechtkomt, bij een uitbuitende werkgever, op het vlak van onderdak? Welke opvolging bestaat er?
Ik heb daar een uitgebreide vraag over ingediend die ik hier niet helemaal zal stellen, maar u weet uit het verleden dat ik er al meermaals voor heb gepleit om te voorzien in een systeem naar Nederlands model, met Takecarebnb, zodat er een verzekerde opvang is, gemonitord door de overheid. Dan weet men tenminste dat wie de opvang verlaat, goed terechtkomt. Men zal dan geneigd zijn dat te doen en men zal niet plots stoppen met werken, waardoor uw aangekondigde maatregel alle effectiviteit dreigt te verliezen. U hebt af en toe verwezen naar de Vlaamse regering die dan maar actie moet ondernemen, maar het is in uw eigen belang om daar een systeem op te zetten, net om het opvangprobleem mee op te lossen.
Ten vijfde is het wraakroepend dat men voor deze opvangcrisis heeft beslist om extra opvangplaatsen te creëren, maar die niet geopend kunnen worden door een personeelstekort. U hebt samen met minister De Sutter beslist om via de Special federal forces 200 ambtenaren te zoeken om het personeelstekort op de migratiediensten tijdelijk op te vangen. Onlangs hebt u gezegd dat er enkele tientallen ambtenaren op die oproep zijn ingegaan. Vooruit is bijzonder erkentelijk ten aanzien van de ambtenaren die gehoor hebben gegeven aan dat verzoek.
Welke ambitie hebt u nog op dat vlak? Wat
wordt er specifiek gedaan om het aanvankelijke streefdoel van 200 ambtenaren te
halen? Hoeveel extra plaatsen zouden daardoor volgens u geopend kunnen worden?
Anders gesteld, hoeveel bijkomende opvangplaatsen kunnen momenteel niet in
gebruik worden genomen wegens een gebrek aan Special federal forces? Welke marge is er nog wat dat betreft?
01.07 François De Smet (DéFI): Madame la secrétaire d’État, la semaine dernière, la situation semblait toujours bloquée s’agissant du recensement des demandeurs d’asile qui peuvent bénéficier d’un accueil Fedasil au Palais des droits.
Vous avez promis fin décembre de transférer progressivement les demandeurs d’asile vers le réseau Fedasil pour qu’ils soient enfin accueillis et pris en charge dignement. Depuis, 105 personnes auraient reçu une place, ce qui est bien, mais reste maigre compte tenu des quelque 700 résidents de la rue des Palais.
On rapporte que vous comptez sur les avocats pour établir une liste des occupants qui ont réellement droit à une place d’accueil, mais ceux-ci estimeraient que cette responsabilité revient à Fedasil. En attendant, la situation s’enlise, le Palais ne désemplit pas réellement et les conditions de vie restent critiques.
Contrairement à ce que vous affirmez, chaque niveau de pouvoir prend ses responsabilités, mais c’est à votre niveau que se situe la solution la plus juste et la plus humaine, à savoir la prise en charge des demandeurs de protection internationale.
Selon vous, qui doit prendre en charge le recensement des demandeurs d’asile pouvant bénéficier d’un accueil Fedasil? Le désaccord entre les avocats et Fedasil a-t-il été résolu? Pouvons-nous espérer avoir un recensement complet et précis des résidents du Palais des droits?
J’entends qu’une permanence de Fedasil et du Samusocial sera installée durant deux semaines devant le bâtiment. Les potentiels bénéficiaires devraient s’y présenter d’initiative. Confirmez-vous que la mission de Fedasil sera bien d’identifier le statut des personnes pour leur orientation rapide vers le réseau d’accueil? Si oui, comment comptez-vous garantir que chacun des bénéficiaires du Palais des droits sera informé de cette permanence et de son objectif?
Vous avez déclaré que de nombreuses personnes qui ne sont pas des demandeurs d’asile séjournent également dans le squat. C’est certain. À combien estimez-vous le nombre de personnes concernées? On rapporte pourtant que 80 à 90 % des occupants seraient des demandeurs de protection internationale. Combien de résidents au total occupent-ils le Palais des droits à ce jour?
01.08 Tomas Roggeman (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, vorig jaar hebt u een oproep gedaan tot de lokale besturen voor de inrichting van extra opvangplaatsen in lokale opvanginitiatieven (LOI). Volgens de pers was dat geen groot succes. U hebt daarna een tweede oproep gelanceerd.
Op 18 november 2022 heb ik een schriftelijke vraag ingediend over de resultaten daarvan, maar u hebt spijtig genoeg geweigerd om die te beantwoorden. Het is nochtans een heel eenvoudige vraag waarvan de verwerking zeer weinig tijd vraagt. Ik heb mijn vraag dan ook mondeling ingediend.
Dat mijn vraag vol cijfers door uw kabinet wordt toegevoegd aan een actuadebat, doet mij vermoeden dat u opnieuw van plan bent om geen antwoord te geven. Het zou nochtans bijzonder kwalijk zijn dat u bij herhaling weigert te antwoorden op een parlementaire vraag die qua opzet zeer eenvoudig is. Ik hoop dat ik mij vergis, want anders betekent dit dat u uw voeten veegt aan uw democratische plicht.
Welke lokale besturen zijn op uw oproep ingegaan? Tot hoeveel plaatsen in LOI’s heeft dat geleid? Welke gemeenten hebben niet geantwoord op uw oproep? Hoe evalueert u uw initiatief?
01.09 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, twee weken geleden was er een nogal bitse discussie tussen ons beiden naar aanleiding van een rapport van het Rekenhof. U verweet mij toen op een bepaald moment dat ik fake news verspreidde en de private partners tegen u opstookte. Ik wil daar toch even op terugkomen.
U verweet mij dat omdat ik beweerde dat de contracten met de private partners niet zijn herzien, waardoor de winstmarges nu zeer groot zijn. In de initiële opmaak van zo’n contract zitten natuurlijk ook werken in een gebouw vervat om het klaar te maken voor de opvang. Die kosten worden doorgerekend. Als het contract wordt verlengd, zitten de werken daar niet meer in, maar als de verlenging toch gebeurt met dezelfde dagprijs, dan zit het niet helemaal goed. U zei dat dit niet waar is, dat die contracten wel herzien werden, dat er niets aan is van die winstmarges, dat het fake news is. U begrijpt dat ik dat allemaal eens goed opnieuw heb laten bekijken. Kunt u toch eens toelichting geven bij uw bewering dat dit fake news zou zijn?
U sprak ook concreet over het dossier-G4S. G4S baat één opvangcentrum uit, in Luik, met 500 plaatsen. Dat werd inderdaad stilzwijgend verlengd, dat is ook te vinden op de website van de regering. Bij mijn weten ging het daar om 9 miljoen euro inkomsten per jaar en is het nu zelfs 11 miljoen euro. Die herziening is dus naar boven in plaats van naar beneden. Dat is toch wel eigenaardig. Wat is daarvan aan?
Dan kom ik aan het verhaal van de Corsendonkgroep. Ik heb begrepen dat daar ook heronderhandeld werd over de dagprijs en dat deze van 58 euro per dag en per persoon naar 64 euro per dag en per persoon is gestegen. Er is dus een herziening geweest, maar naar boven. De winstmarges van die instellingen zitten boven 30 %. Hetgeen ik zei, lijkt mij toch waar te zijn. Hetgeen u zegt, lijkt mij niet echt waar te zijn.
U haalt dan ook nog eens uit en zegt dat ik fake news zou verspreiden. Dat is helemaal te gek. Kunt u toch eens zeggen waarover ik zogezegd geen correcte weergave zou hebben gegeven?
Dan kom ik aan de private opvangplaatsen. U lanceerde een oproep en communiceerde over 3.500 plaatsen. Ik citeer uit de communicatie van de regering: “De nieuwe overheidsopdracht maakt het mogelijk om 3.500 bijkomende opvangplaatsen te openen, ten vroegste in april 2023,” dus over enkele weken, “Er wordt opvang gevraagd voor de duur van één jaar, twee maal verlengbaar met drie maanden. De organisaties hebben 40 dagen tijd om een offerte in te dienen.”
Hoe zit het daar juist mee? Die gunning moet toch eerstdaags gebeuren. Ik hoor in de wandelgangen – zonder te willen stoken, het is gewoon de waarheid – dat het een bijzonder magere uitkomst is, dat het gaat over de verlenging van drie plaatsen, dus nul extra, en mogelijk één extra plaats met enkele honderden plaatsen. In plaats van 3.500 bijkomende plaatsen zou het dus gaan over een handvol extra plaatsen. Ook daarover had ik graag wat duidelijkheid. U uit immers zware beschuldigingen aan het adres van de oppositie. Misschien kunt u zelf ook wat transparantie bieden. We hebben trouwens vorige week gezien hoe pijnlijk het is als men geen transparantie geeft. Uiteindelijk komt een en ander toch naar boven. Maar daar komen we in het volgende actuadebat op terug.
In verband met het leefgeld wordt aan de gemeenten gevraagd om te beraadslagen over de verhoging daarvan. We moeten nog steeds een keuze maken tussen een minimumbedrag voor de LOI’s en een maximumbedrag. Vindt u het op dit moment een verantwoorde keuze om het leefgeld in de LOI’s te verhogen?
Het leefgeld in de LOI’s wordt verhoogd. We zitten met de grootste asielcrisis. Iedereen noemt België een land van melk en honing. In plaats van minder voordelen gaat u het leefgeld van asielzoekers nog verhogen van 67 euro per week naar 72 euro per week. Dat is toch een aanzienlijke verhoging. In sommige categorieën bedraagt de verhoging meer dan 20 procent. Vindt u het een goed moment? De redenering die de regering aanhoudt is dat het bedrag jarenlang niet geïndexeerd werd en dat het daarom wel moest verhoogd worden.
Ik vind dat men dat in een asielcrisis beter niet kan doen. Het land is al zo aantrekkelijk. Ze krijgen al gratis bed, bad en brood, evenals begeleiding. Moet dat leefgeld dan ook nog een keer verhoogd worden? Geeft dit niet het omgekeerde signaal van wat u eigenlijk moet doen, met name ontraden en ervoor zorgen dat we minder aantrekkelijk zijn als land?
Wat de opheffing van de code 207 “no show” betreft, heb ik begrepen dat de rechtbank het zodanig beu is u constant te moeten veroordelen, dat zij heeft geoordeeld dat wanneer de asielzoekers geen opvang krijgen, ze maar naar het OCMW moeten gaan. Vanaf nu krijgen ze recht op een leefloon.
Uit het asielbeleid van de laatste dertig jaar hebben we geleerd dat er drie dingen zeker niet werken. Ten eerste, asielzoekers onderbrengen in hotels zorgt voor een groot aanzuigeffect. Ten tweede, cash geld geven aan asielzoekers onder de vorm van een leefloon, zorgt ook voor een aanzuigeffect. Ten derde, op alle mogelijke manieren een verhaal brengen dat zegt: “Wir schaffen das.” Dat zijn de drie zaken die ik de voorbije twintig jaar, sinds ik met de materie bezig ben, heb geleerd. Dat zijn drie zaken die zeker niet mogen worden gedaan. Wij mogen asielzoekers niet uitnodigen door uitspraken als ‘wir schaffen das’ te doen. Wij organiseren beter geen hotelopvang. Wij geven ze beter ook geen cashgeld, want dan komen ze met nog meer.
Er is beslist die leeflonen wel degelijk te geven. Er is ook een opdracht aan de OCMW’s en de lokale besturen. Ik heb in mijn hoedanigheid van burgemeester die opdracht natuurlijk helemaal gelezen. De lokale besturen moeten een code 207 “no show” maken in het wachtregister, zodat zij wel degelijk recht krijgen op OCMW-hulp. Klopt dat? Is dat juist? Kan u dat bevestigen? Welke afspraken werden juist gemaakt met de POD Maatschappelijke Integratie?
Zijn er ter zake al cijfers? Hoeveel asielzoekers die geen opvang krijgen van u, hebben al een leefloon gekregen of zullen nog een leefloon krijgen? Waarover gaat het? Wat is de grote groep?
Wanneer morgen immers iemand die geen asiel of opvangplaats heeft gekregen in Brussel, zich aanmeldt in Lubbeek, Dendermonde of Brugge, moeten het lokale bestuur en het OCMW aan hem of haar een leefloon geven. Dat doen wij natuurlijk met tegenzin. Er wordt al een recordaantal leeflonen uitgekeerd in dit land. Dat komt er dan nog eens bij.
Mijn derde punt betreft mijn vraag over uw communicatie een aantal maanden geleden, waarin u stelt dat u 2.000 plaatsen zal vrijmaken bij de werkende asielzoekers. U zal die plaatsen vrijmaken. Ook op dat punt heb ik begrepen dat een en ander niet van een leien dakje loopt. Ik heb in de wandelgangen vernomen dat ondertussen nog maar zowat 35 personen ondertussen de opvang hebben verlaten. In plaats van 2.000 plaatsen hebt u dus 35 plaatsen vrijgemaakt. Ook op dat vlak is er heel stoere communicatie, maar is het beleid behoorlijk desastreus.
Kan u misschien ook toelichting geven bij de uitstroom van werkende contractuelen uit de opvang? Het gaat dus over mensen die opvang krijgen, maar daar niet voor betalen. Het merendeel betaalt daar niet voor. Die bedragen moeten naar mijn mening worden teruggevorderd. Die niet-betaling is immers tegen de wet.
Zal u die wet toepassen, zoals ik al een aantal keer heb gevraagd? U zou met een nieuw koninklijk besluit naar buiten komen. Waar blijft dat koninklijk besluit?
Hoe staat het met de uitstroom uit de opvang?
01.10 Staatssecretaris Nicole de Moor: Allereerst wil ik mij verontschuldigen dat ik vorige week ziek was en niet aanwezig kon zijn bij de commissievergadering. Ik wilde meteen vorige week wel komen, maar het is niet meer gelukt om dat in uw agenda te plannen. Ik probeer dit uiteraard te vermijden in de toekomst, maar die zaken heb je niet altijd onder controle.
Ik heb ook goed gehoord dat u verkiest om niet zo veel vragen te bundelen. Ik heb dat enkel gedaan omdat ik de massa aan vragen over de opvangcrisis op een zo goed mogelijke manier tracht te beantwoorden. Ik heb er wel alle begrip voor dat u veel vragen stelt. Als u verkiest voor een behandeling in stukjes, dan zal ik dat in de toekomst doen. Ik zal vandaag proberen om zo veel als mogelijk op alle vragen te antwoorden.
Zoals ik al meermaals heb aangegeven, ben ik heel ongerust over de situatie in de Paleizenstraat. Ik zal daarom ook een kort overzicht geven van alle initiatieven die al werden genomen.
Daags na het rapport van de gezondheidsinspectie werd bijvoorbeeld een opdracht gegeven aan het Croix-Rouge om een mobiele kliniek op te starten om tegemoet te komen aan alle medische zorgen. De uitvoering daarvan volgde op 19 december en wordt volledig betaald door federale middelen vanuit mijn departement, ondanks het gemengde publiek van asielzoekers en andere daklozen, waar verschillende niveaus voor bevoegd zijn in de Paleizenstraat. Die inspanningen zullen nu worden voortgezet via mobiele teams vanuit het Refugee Medical Point dat samen met de heer Vandenbroucke werd opgericht.
Daarnaast werden op 20 december de eerste stappen genomen om het recht op opvang van verzoekers en internationale bescherming te verifiëren binnen het kraakpand. In een goede samenwerking met verschillende advocaten hebben we op die manier tot gisteren 175 asielzoekers kunnen overbrengen naar opvangcentra van Fedasil. Dat is gradueel gebeurd. Vanaf 22 december tot nu zijn er 175 personen overgebracht. Om tot een degelijke oplossing te komen, staan we ook dagelijks in contact met het gemeentebestuur van Schaarbeek en de Brusselse minister-president. Mevrouw Platteau, dat is de taskforce waarover u het had. Dat overleg verloopt altijd bijzonder constructief. Iedereen wil immers een oplossing voor deze mensen.
Niettemin kan ik vanuit mijn bevoegdheden geen wonderen verrichten voor mensen die geen recht hebben op opvang. Daarvoor is de Brusselse minister voor daklozenopvang bevoegd. Wij zetten uiteraard wel altijd in op de begeleiding, ook naar een duurzaam toekomstperspectief, via de aanklampende terugkeerbegeleiding.
In samenwerking met New Samusocial, de Brusselse minister-president Vervoort en Fedasil werd vorige week een identificatie en verificatie opgestart van alle bewoners van de Paleizenstraat, en in het bijzonder de asielzoekers die recht hebben op opvang. Deze laatste zullen dan, net zoals we al eerder voor die 175 personen deden, zo snel mogelijk begeleid worden naar het opvangnetwerk van Fedasil. Die procedure heeft vorige week donderdag en vrijdag plaatsgevonden, en vele mensen die zich vorige week hebben aangemeld, beschikken inderdaad over een asielaanvraag. Organisaties op het terrein bevestigen ons echter dat heel wat mensen uit de Paleizenstraat, die daar niet over beschikken, zich niet hebben laten registreren. Zij zijn in de Paleizenstraat gebleven en hebben zich tot nog toe niet aangemeld. Jammer genoeg werd de screening ook bemoeilijkt door een instroom van asielzoekers die elders verblijven dan in de Paleizenstraat en die ook geen opvang hebben. Verschillende advocaten hadden oproepen gedaan om zich aan te melden aan de Paleizenstraat.
Zoals u al vermeldde, mevrouw Daems, het was hier natuurlijk specifiek de bedoeling om na te gaan in de Paleizenstraat wie recht heeft op opvang, en die mensen bij voorrang te kunnen overbrengen naar het opvangnetwerk van Fedasil. Dat betekent helemaal niet dat de andere mensen geen recht hebben op opvang. Ik erken dat er daarnaast nog veel andere mensen zijn die er recht op hebben, maar het vertroebeld de cijfers wanneer heel wat mensen die niet in de Paleizenstraat verblijven, zich daar ook hebben aangemeld.
Fedasil onderzoekt vandaag verder bij mensen die zich hebben aangemeld of het om een lopende asielprocedure gaat. Een bijlage 26 kunnen voorleggen betekent inderdaad niet dat de procedure nog lopende is en recht geeft op opvang. Al die personen zullen vervolgens gradueel worden opgenomen in het opvangnetwerk van Fedasil. Het moet gradueel omdat we ook elke dag families met minderjarige kinderen en alleenstaande minderjarigen moeten kunnen blijven opvangen. Niemand kan ontkennen dat de instroom vandaag nog altijd hoger ligt dan normaal. Dus ja, we moeten voldoende plaatsen voorbehouden, ook in de noodopvang die voor de families met minderjarigen werd gecreëerd. We kunnen niet in een keer alle asielzoekers uit de Paleizenstraat overbrengen, maar we schalen het tempo op, om dat zo snel mogelijk te doen.
Collega’s, ik besef heel goed dat de situatie in de Paleizenstraat heel ernstig is. Ik wil echt mijn verantwoordelijkheid opnemen, binnen en buiten mijn bevoegdheden. We doen al het nodige, samen met de verschillende partners op het terrein, met de gemeente Schaarbeek, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Croix-Rouge, Samusocial, de bewakings- en ordediensten van Fedasil, om een snelle exitstrategie te kunnen uitrollen. Het is echt van groot belang dat alle bevoegde overheden het maximale doen om deze operatie te laten slagen.
Collègue Rigot, en ce qui concerne la facturation médicale, Fedasil a affecté du personnel supplémentaire à l’analyse des factures médicales permettant ainsi un traitement plus rapide. L’agence a également lancé un processus de digitalisation des factures médicales pour rendre les remboursements plus efficaces dans le futur.
Er werden ook verschillende vragen gesteld over de opvang van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.
Ik erken dat de situatie op dat vlak zeer
moeilijk blijft. Op dit moment komen er gemiddeld een tiental niet-begeleide
minderjarigen per dag aan. We kunnen die meteen opvangen bij Fedasil, maar het
blijft erg moeilijk. Het is ook zeer moeilijk om perspectief te creëren in de opvang,
omdat volwassenen veel sneller uitstromen dan niet-begeleide minderjarigen. Ik blijf daar zeer ongerust over.
Grâce à de grands efforts, également en collaboration avec la Région bruxelloise, nous pouvons aujourd'hui accueillir tous les mineurs non accompagnés ainsi que les jeunes pour lesquels un doute sur l’âge subsiste. Cela permet également aux tests d’âge effectués par le Service des Tutelles de se dérouler comme d’habitude.
Nous restons déterminés à créer une capacité d’accueil supplémentaire pour ce groupe cible qui est très vulnérable. À cette fin, je poursuis aussi le dialogue avec les ministres Crevits et Glatigny pour trouver des solutions, comme convenu précédemment au sein de la CIM.
Eind vorig jaar kregen inderdaad 275 jongeren bij wie twijfel bestond over hun leeftijd niet onmiddellijk toegang tot de opvang bij Fedasil. Intussen werd het grootste deel van die groep jongeren wel opgevangen. Voor 25 jongeren werd in december een verdwijningsfiche opgesteld door Fedasil, zoals de procedure voorschrijft. Die jongeren hebben nog geen leeftijdstest ondergaan.
We hebben verschillende acties opgezet om die jongeren te contacteren, samen met organisaties van het middenveld en het Reach Outteam van Fedasil. Advocaten zijn ook ingelicht dat elke minderjarige verzoeker zich mag melden aan het aanmeldcentrum om onmiddellijk een opvangplaats te krijgen.
Voorts geldt uiteraard dezelfde opvolging als voor andere jongeren die bijvoorbeeld onze opvangcentra verlaten. De kans bestaat dan dat ze zijn doorgereisd naar andere landen. Voor de opvolging met buurlanden bestaat een Schengenseining, maar die ligt uiteraard niet in handen van mijn diensten.
Soyons clairs: ce qu’il s’est passé en octobre et novembre ne peut pas se reproduire. Je ferai tout pour l’éviter, avec Fedasil et les autres organisations impliquées. Aujourd’hui, nous sommes capables d’accueillir tous les jeunes dont nous doutons de l’âge. Bien entendu, comme je l’ai dit, cela reste néanmoins très difficile.
En ce qui concerne la poursuite du projet précédemment organisé avec Médecins sans Frontières, un accord a été conclu avec le Samusocial. Toutefois, trouver un bâtiment approprié à l’organisation de l’accueil reste, pour le moment, un défi majeur.
Er werden ook heel wat vragen gesteld over de verschillende maatregelen die we al hebben genomen om zuurstof te geven aan het opvangnetwerk, zoals de uitstroommaatregelen.
Een van die uitstroommaatregelen was inderdaad het opheffen van de code 207 voor personen met een stabiele arbeidssituatie. De basis van deze maatregel is terug te vinden in het koninklijk besluit inzake cumul van 2011 dat nog niet eerder werd toegepast, maar dat dus wel al langer bestaat. Daarbij is een duurzame arbeidsovereenkomst van meer dan zes maanden of van onbepaalde duur nodig en een inkomen dat hoger ligt dan het leefloon. Dat wordt als uitgangspunt genomen voor de verplichte uitstroom uit het opvangnetwerk.
Om die uitstroom zo vlot mogelijk te laten verlopen, werd er in eerste instantie voor geopteerd om nog geen gezinnen met kinderen onder deze verplichte uitstroommaatregel te vatten. Na kruising van onze gegevens met de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid werden 360 personen geïdentificeerd, alleenstaande mannen, die onder deze maatregel vallen. Zij ontvingen deze beslissing via de sociaal assistenten binnen de centra of de LOI’s. Hierbij werden ook de verschillende rechtsmiddelen tegen die beslissing kenbaar gemaakt. Vervolgens kreeg men een maand om de opvang te verlaten, al werd die termijn nog verlengd met twee weken en wordt daar ook binnen de centra pragmatisch mee omgesprongen, zodat er geen uitzettingen nodig waren om mensen echt op straat te zetten. De mensen werden begeleid naar een plaats in de private huisvesting, bij familie of bij vrienden. Vandaag verlieten op die manier al 205 personen het opvangnetwerk, waardoor er 205 plaatsen zijn vrijgekomen voor andere opvanggerechtigden. Een monitoring van waar die personen terechtkomen loopt momenteel. Ook inzake de mogelijke stopzetting van tewerkstelling wordt een monitoring uitgewerkt, om dat effectief te kunnen opvolgen.
Een van de vaststellingen bij die uitstroommaatregel is het tekort aan betaalbare woningen voor deze doelgroep. Dat probleem is ons allen genoegzaam bekend. Een betaalbare woning is voor veel mensen, veel verschillende doelgroepen op het terrein, een probleem. Dat geldt voor de doelgroep van de erkende vluchtelingen, voor de asielzoekers die werken, maar evenzeer voor veel andere mensen die een betaalbare woning zoeken op de erg krappe huisvestingsmarkt. Wij zullen die problematiek met alle bevoegde overheden bespreken in het kader van de interministeriële conferentie. Ik heb ook heel wat bilateraal overleg met alle bevoegde overheden.
Een volgende stap is de aanpassing van het huidige KB inzake cumul. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de wijzigingen, waarin we ook lessen uit deze eerste operatie kunnen opnemen, zodat er in de praktijk een praktisch, werkbaar en transparant mechanisme kan worden uitgerold. Het is de bedoeling om dat dossier in de komende weken te finaliseren.
Verschillende collega’s hebben mij vragen gesteld over de bredere opvangcontext. Ik begrijp dat de situatie zeer problematisch is. Samen met alle bevoegde diensten hebben we in de voorbije periode dan ook een hele resem maatregelen genomen.
Wat de creatie van bijkomende opvangplaatsen betreft, werden er enorme inspanningen geleverd door Fedasil en andere diensten die ons zijn komen helpen. Ik kan dat niet genoeg benadrukken. Zo hebben we de collectieve opvangcapaciteit sinds de zomer van 2021 met bijna 8.000 plaatsen kunnen verhogen. De komende periode zullen we op dat elan moeten doorgaan en zal onze capaciteit nog verder toenemen. Deze opdracht is allesbehalve evident, maar we zullen die met blijvend engagement verder uitvoeren.
Het beheer van deze collectieve opvangcapaciteit gebeurt niet alleen door Fedasil, maar ook door verschillende partners. Zoals hier al werd aangegeven, bijvoorbeeld door u, mijnheer Francken, zijn ook private partners een belangrijke actor in het netwerk. Momenteel vallen er 1.147 opvangplaatsen onder het netwerk van de private partners. De procedure voor een nieuwe aanbesteding is momenteel nog lopende. Ik kan u daarvan dus nog geen resultaat geven. Zoals u echter ook zelf ervaren hebt in het verleden, is het niet omdat men zelf 3.500 plaatsen vooropstelt, dat er ook effectief zoveel worden aangeboden. Dat was in het verleden niet anders.
U noemt het een bitse discussie. Ik zou dat zelf niet zo benoemen. Ik denk dat we in het Parlement van gedachten mogen wisselen en soms ook verschillen. Wat ik wil corrigeren, is de uitspraak dat ik nooit meer met G4S zou willen werken. Ik heb die uitspraak nooit gedaan.
Daarnaast loopt er ook een samenwerking met het Europese Asielagentschap. Het Europese Asielagentschap ondersteunt Fedasil ook in het realiseren van bijkomende opvangcapaciteit. Daartoe hebben we sinds eind 2021 een samenwerkingsovereenkomst. De 200 miljoen euro aan middelen die ter beschikking worden gesteld, komen uit het Asiel-, Migratie- en Integratiefonds, het AMIF, ter uitvoering van het volledige programma 2021-2027. Dat project dient voor heel wat structurele projecten. Elke lidstaat krijgt budgetten uit dat fonds.
Het AMIF-budget wordt gebruikt voor projecten in de opvang, maar ook voor projecten van asiel, terugkeer, legale migratie en integratie. Het gaat dus niet alleen om projecten binnen mijn bevoegdheid, maar ook die van collega’s op federaal en regionaal niveau. Die middelen zijn dus niet specifiek aan de huidige situatie gelinkt.
De capaciteit in verschillende opvangcentra uit het opvangnetwerk van Fedasil zal nog verder worden verhoogd. Er zullen bijkomende opvanglocaties worden geopend. Omdat de opvangcapaciteit van Fedasil en zijn partners de voorbije vier jaar reeds is verdubbeld, is het inderdaad niet evident om dat netwerk te blijven doen groeien. Er is immers ook de Oekraïnecrisis en het feit dat meer dan 100.000 mensen een vorm van internationale bescherming in ons land zochten. Dat bemoeilijkt die opdracht zeker. Heel wat gebouwen werden reeds in gebruik genomen, wat de zoektocht naar nieuwe, geschikte locaties zeker niet gemakkelijk maakt.
Hoewel het in de context van de huidige arbeidsmarkt zeer moeilijk is om geschikt personeel te vinden, blijven we op creatieve manieren personeel zoeken. Zo heeft Fedasil alleen al zonder de partners in de opvang 800 nieuwe personeelsleden kunnen aanwerven. Momenteel staat er nog een honderdtal vacatures open. Bij het Rode Kruis, Croix-Rouge en andere partners noteren we gelijkaardige cijfers.
Om extra ondersteuning te kunnen bieden, heeft de regering uitzendarbeid mogelijk gemaakt in de opvangcentra en werd inderdaad, mijnheer Segers, ook een oproep gedaan aan alle federale ambtenaren om Fedasil en zijn partners tijdelijk te komen versterken. Momenteel werken zo’n 15 personen via uitzendarbeid en 55 federale ambtenaren via de Special federal forces in het opvangnetwerk. De maatregelen hebben het mogelijk gemaakt om zoveel mogelijk plaatsen ter beschikking te stellen. Uiteraard zijn alle handen die er nog bij komen, zeker welkom.
Daar stopt het echter niet. Onder de coördinatie van het Nationaal Crisiscentrum, in samenwerking met Fedasil, de civiele bescherming, de Regie der Gebouwen, Volksgezondheid en Defensie, werden de noodopvangcentra in Glons en Jabbeke opgestart en worden zij nu opgeschaald. Intussen heeft Fedasil ook zijn reguliere opvangcapaciteit nog uitgebreid.
In deze fase worden de sites voorbehouden voor de kwetsbaarste doelgroepen om te vermijden dat families met kinderen op straat zouden belanden. Dankzij de grote inspanningen van verschillende administraties zal de capaciteit op die locaties de komende weken nog kunnen worden uitgebreid. In januari en februari plannen wij zo tot bijna 2.000 extra plaatsen te creëren, zowel structurele opvang bij Fedasil en zijn partners als extra noodopvang. Ik herhaal het: 2.000 extra plaatsen op twee maanden tijd. Dat vergt, opnieuw, een enorme inspanning van alle diensten, waarvoor ik hen uitdrukkelijk wil bedanken.
Wat de vragen over Defensie betreft, er doen berichten de ronde als zou Defensie 7.500 plaatsen uitbaten. Dat is geen correct cijfer. Ik kan wel meegeven dat we in de voorbije periode goed hebben samengewerkt met Defensie en dat we dankzij Defensie bijkomende opvangcapaciteit hebben kunnen creëren in Glons en Berlaar.
Het beheer van het
opvangcentrum in Berlaar is in handen van het Rode Kruis. In Glons gebeurt dat
door Fedasil zelf. Daarnaast zijn er nog verschillende oudere sites van
Defensie; collega Rigot heeft ze opgesomd. Daar worden reeds jaren opvangcentra
ingericht. Vaak gaat het om sites die ondertussen door Defensie verkocht zijn,
bijvoorbeeld aan gemeenten. Die sites zijn dus niet allemaal in het bezit van
Defensie en worden ook niet door Defensie uitgebaat, maar door de
opvangpartners en Fedasil zelf.
Collega Roggeman,
u had een aantal vragen over de LOI’s. Inderdaad, om de opvangcapaciteit nog te
kunnen verhogen, kijken we ook naar de lokale besturen. Zij hebben daarin een
cruciale rol te spelen. LOI-plaatsen zijn in het bijzonder geschikt voor de
transitieperiode voor erkende vluchtelingen, voor kwetsbare profielen en voor
personen met een hoge erkenningsgraad.
Het aantal
LOI-plaatsen was de voorbije jaren verder afgenomen, maar het voorbije half
jaar bleef het aantal LOI-plaatsen ongeveer op peil, onder meer door de nieuwe
plaatsen die via het Impulsfonds gecreëerd konden worden. Ondertussen werden er
dankzij dat Impulsfonds 60 plaatsen gecreëerd en zijn er momenteel 71 in
voorbereiding. Het totale aandeel van de LOI-plaatsen blijft momenteel echter
structureel te laag, vooral omdat er veel collectieve plaatsen zijn gecreëerd.
Dat aandeel dient dus te verhogen, waarbij een verhouding 40-60 mij veel
gezonder lijkt dan wat momenteel het geval is.
De reden waarom het aantal LOI-plaatsen soms afneemt en we alleen compenseren met de bijkomende plaatsen is voornamelijk het gebrek aan goedkope woningen op de huisvestingsmarkt. Daardoor worden LOI’s geschorst, omdat mensen niet kunnen uitstromen naar de huisvestingsmarkt. Ik begrijp dat ook, want de bestaande krapte op de huisvestingsmarkt nam het afgelopen jaar nog eens toe door de Oekraïnecrisis. Verschillende lokale besturen geven aan dat het steeds moeilijker wordt om bijkomende woningen te vinden om opvangplaatsen te voorzien door het algemene gebrek aan betaalbare woningen. Heel wat OCMW’s kampen tevens met personeelstekorten. De voltallige regering heeft een schrijven gericht aan de lokale besturen met een duidelijke toelichting voor de creatie van LOI’s en de oproep om dit te doen. We verplichten hen daar echter niet toe, omdat we begrip hebben voor de moeilijkheden waarmee de lokale besturen geconfronteerd worden.
Ondanks al deze inspanningen is het vandaag niet mogelijk om iedere verzoeker om internationale bescherming direct opvang aan te bieden. Dat is tot vandaag nog altijd niet mogelijk voor een grote groep mensen. Die situatie zorgt voor grote druk op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ik heb daarom met hen een samenwerkingsovereenkomst gesloten om vanuit ons departement tot 1.200 generieke plaatsen in de daklozenopvang te financieren, om die druk te verlichten. Dat maakt het mogelijk om het aantal opvangplaatsen voor personen zonder alternatief aanzienlijk te verhogen.
Wat de wachtlijst en het recht op opvang betreft, kan ik aangeven dat iedereen zich op de wachtlijst kan inschrijven, ook degenen zonder advocaat. Wel krijgen mensen met een veroordeling voorrang bij de uitnodiging in het opvangnetwerk, gezien mijn vraag aan Fedasil om rechterlijke beslissingen zo snel mogelijk te respecteren.
Collega Francken, het klopt dat een aantal rechters Fedasil veroordeelt tot opheffing van een code 207 indien er binnen een bepaald tijdsbestek geen opvangplaats wordt toegewezen. Eind november zaten mijn kabinet, het kabinet van minister Lalieux, Fedasil en de POD Maatschappelijke Integratie samen om de opvolging van al die dossiers te kunnen bespreken. Er werd een werkwijze uitgewerkt tussen de juridische diensten en de manier waarop die dossiers gemonitord worden werd besproken. Momenteel betreft het 44 dossiers. Wat wij doen, is die dossiers onmiddellijk voorrang geven bij het commissariaat-generaal om daarin definitieve asielbeslissingen te kunnen nemen, om aldus te vermijden dat mensen op die manier financiële steun ontvangen via de OCMW’s. Ik ben het absoluut met u eens dat we het verlenen van financiële steun midden in een opvangcrisis, en trouwens altijd, moeten vermijden. Er is dus een werkwijze uitgewerkt om dat te vermijden.
Collega’s, ik engageer mij ertoe al het mogelijke te doen om dit historisch groot opvangnetwerk verder uit te breiden, maar we botsen op heel wat limieten om nog bijkomende plaatsen te kunnen blijven creëren. We moeten dan ook niet alleen inzetten op het verhogen van de opvangcapaciteit, maar ook op het verhogen van de uitstroom. Om dit mogelijk te maken, besliste de regering om het CGVS nog verder te versterken. Meer beslissingen betekent een snellere uitstroom en het vrijkomen van opvangplaatsen.
De reeds gedane investeringen in de asielinstanties beginnen te resulteren in een verhoogde output, maar de ambitie moet absoluut hoger. Ik ben het helemaal met u eens, collega Segers, en wij zijn dan ook continu in overleg met het CGVS. We moeten niet alleen meer personeel bij het commissariaat-generaal hebben om meer dossiers te behandelen, maar we moeten dat ook op een andere manier doen. Het zal niet alleen met meer personeel lukken, er moet ook een andere werkwijze komen om dat sneller te doen. Wij zijn echter continu in overleg. Ik zie heel veel daadkracht bij veel mensen bij het commissariaat-generaal om dat mogelijk te maken. Zij zijn zich er absoluut van bewust dat zij daarin een cruciale rol spelen.
Met betrekking tot het personeel, omdat u zei dat er momenteel minder dossierbehandelaars zijn, er zijn vandaag minder mensen bij dossierbehandeling maar is er wel degelijk meer personeel dan een jaar geleden. De laatste maanden zijn er ongeveer 60 nieuwe medewerkers bijgekomen. Momenteel worden er dus tientallen mensen opgeleid, waardoor ervaren dossierbehandelaars bezig zijn met het opleiden van mensen. Dat heeft een effect op het aantal mensen op dossierbehandeling. Dat is een korte periode die wij moeten overbruggen, om nadien tientallen extra dossierbehandelaars te hebben.
Naast het verhogen van de output bij de asielinstanties creëren wij ook bijkomende uitstroom via die opheffing van code 207 voor mensen met een stabiele arbeidssituatie. Verder bouwend op initiatieven uit het verleden, is er ook een werkgroep Lang Verblijf opgestart, om geblokkeerde dossiers, van mensen die reeds jaren in de asielopvang zitten, te deblokkeren en om te vermijden dat mensen te lang in dat opvangnetwerk verblijven.
Dan kom ik aan het realiseren van uitstroom uit de opvangcentra vanaf een negatieve beslissing, dus in plaats van vanaf het bevel om het grondgebied te verlaten. Dit zal worden opgenomen in een breder pakket aan wetswijzigingen die ik deze maand wil bespreken in de regering. Ik pleit er alvast voor om de asielopvang voor te behouden voor asielzoekers, zijnde mensen die nog een lopende asielprocedure hebben. Dat is ook wat de Europese richtlijn van ons vraagt, niet minder, maar ook niet meer dan dat.
Er worden enorme inspanningen geleverd om deze situatie het hoofd te bieden. Zij die dat ontkennen en beweren dat dit een georkestreerde crisis is, durven misschien niet onder ogen zien dat het huidige systeem niet langer houdbaar is. Het is misschien comfortabeler om mij te beschuldigen van onwil, dan om die realiteit ook onder ogen te zien. De realiteit is dat er vandaag een aantal West-Europese landen disproportioneel sterk wordt bevraagd. De realiteit is dat er nog altijd geen Europees proces bestaat dat ons land ook beschermt tegen deze fluctuerende instroom die de huidige instabiele geopolitieke context veroorzaakt. Het gevaar is helemaal niet dat ik extreemrechts zou achterna hollen. Het recht op asiel en het belang dat België zich solidair moet opstellen, zal ik altijd verdedigen.
Het gevaar is wel dat als we deze realiteit niet onder ogen durven zien, het hele asielsysteem an sich op de helling komt te staan. We moeten ook naar de instroom durven kijken. We moeten vaststellen dat er blijvend personen een verzoek om internationale bescherming indienen, die dat ook al in andere Europese landen hebben gedaan. Er blijven zich dus heel wat secundaire stromen voordoen. Die personen blijven we informeren over de toepassing van de Dublinrichtlijn. Collega Segers, de afgelopen jaren is het aantal Dublinoverdrachten verdubbeld, maar ik erken volledig dat het veel te weinig is. We hebben andere Europese systemen nodig om met die secundaire stromen om te kunnen gaan. Om op dat Europese niveau echt structureel te kunnen werken, kan ik alleen maar het belang herhalen van een Europese aanpak en broodnodige samenwerking. De huidige werkwijze is niet langer haalbaar.
Ik zal er samen met collega’s uit verschillende andere lidstaten op blijven hameren opdat dit op de Europese agenda geplaatst wordt. Ik reis morgen af naar de Raad in Stockholm, om er opnieuw de nodige initiatieven te nemen. Daarnaast moeten wij natuurlijk ook op Belgisch niveau een aantal structurele maatregelen nemen.
Collega Demon, u vroeg mij welke wetswijzigingen ik aan de regering zal voorleggen. Wel, ik wil deze maand een vierdelig pakket bespreken. Ten eerste, een hervorming van de gezinshereniging. Ten tweede, een wetsontwerp inzake het aanklampend terugkeerbeleid. Ten derde, een wijziging aan de opvangwet, precies om te garanderen dat wij de asielopvang voorbehouden aan asielzoekers. Ten vierde en tot slot, een verblijfsrecht voor bepaalde categorieën van staatlozen, die wij uit de regularisatieprocedure halen.
Deze verschillende hervormingen leg ik nu al voor aan de regering. Uiteraard blijven wij verder werken aan meer structurele hervormingen met het oog op het nieuw migratiewetboek, de hervorming van de diensten en het Europese migratiebeleid.
01.11 Tomas Roggeman (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord.
Ik heb genoteerd dat u via het Impulsfonds 60 plaatsen gecreëerd hebt en dat er nog 71 plaatsen in voorbereiding zijn voor het hele land. Het gaat niet om 60 woningen, als ik dat juist begrepen heb, maar om 60 plaatsen. In de meeste woningen is er uiteraard plaats voor meerdere personen. Uw oproep gericht tot de 581 gemeenten van het hele land, heeft naar schatting dus hooguit 20 woningen opgeleverd. Dat is toch wel frappant, want het betekent dat de overgrote meerderheid van de gemeentebesturen uw beleid helemaal niet ondersteunt, zelfs niet de gemeenten met een cd&v-bestuur, cd&v levert immers 107 burgemeesters. U hebt amper een tiental woningen extra verworven, dus zelfs in uw eigen partij is er blijkbaar geen draagvlak meer voor uw beleid van uitbreiding van LOI.
Hetzelfde geldt voor de andere meerderheidspartijen PS, Ecolo, Vooruit en Groen, want die partijen bekritiseren u steeds nadrukkelijker en harder over uw aanpak van de opvangcrisis. Ook die meerderheidspartijen leveren, waar zij het beleid in handen hebben op lokaal vlak, blijkbaar amper een inspanning. De geleverde inspanning is verwaarloosbaar te noemen. Blijkbaar is men zeer offensief omtrent andermans beleid, maar wanneer men zelf mensen moet opvangen, is het enthousiasme heel wat minder.
01.12 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, u gaat hier wel heel licht over.
Twee weken geleden hebt u mij beschuldigd van fake news, nu zegt u dat het daar niet over ging maar wel over mijn verwijzing naar uw verklaring dat u niet met G4S wilt samenwerken. U zegt echter niets over het herbekijken van contracten. Ik heb het geluidsfragment bij mij, want ik wist dat u dat spelletje zou spelen. Sta me toe om die opname te laten horen. (De heer Francken speelt een geluidsfragment af) De beschuldiging van fake news aan mijn adres ging niet over het G4S-verhaal, het ging over het feit dat ik had gezegd dat de prijzen niet aangepast zijn na het initieel contract, onder andere met G4S maar ook met anderen, en dat daardoor de winsten gemaximaliseerd zijn. In de eerste fase worden de kosten aan het gebouw uiteraard meegerekend, maar bij een verlenging heeft men die hoge dagprijs en zijn deze kosten al afgeschreven. Zo gaat dat normaal in de economische bedrijfsvoering.
U beschuldigt mij van fake news, mevrouw de staatsecretaris, en ik zeg u dat u dat moet terugnemen. Dat klopt immers niet. De prijzen zijn niet aangepast en mochten ze wel aangepast zijn, dan zijn ze naar boven aangepast. Vraag het nog eens goed na bij uw administratie.
Graag wil ik ook vragen dat, als u me nog eens van fake news beschuldigd, u op zijn minst weet waarover u het hebt. U hebt niet alleen gezegd dat het niet waar was, maar u bent ook in het offensief gegaan en hebt me er valselijk en onterecht van beticht onwaarheid te spreken, terwijl u het dossier duidelijk niet kent. Dat wou ik toch even heel duidelijk stellen.
Ten tweede, u zou
2.000 plaatsen vrijmaken in de opvang, maar als ik het goed begrijp, zijn het
er nu 205 geworden. Ook op dat vlak is uw communicatie altijd bijzonder ruim,
maar het effectieve resultaat is dat er amper 205 plaatsen vrijgemaakt zijn,
met een maximum van 360. Dat komt nog niet eens in de buurt van 2.000 plaatsen
via de werkende contractuelen die meer verdienen dan het leefloon.
Als ik het goed begrijp, werkt u voor de leeflonen via een werkgroep prioritaire behandeling, om die te vermijden. Dat is een goede zaak. Op die manier kunnen wij dat hopelijk maximaal vermijden. Dat is belangrijk. Zijn er al leeflonen uitgekeerd? Weet u dat?
Hoe zit het met de werkgroep inzake lang verblijf? Ook daarover zal ik bijkomende vragen stellen.
U hebt niet geantwoord op de vraag waarom het leefloon of het leefgeld per week voor asielzoekers in de LOI’s is gestegen. Kunt u dat bevestigen? Is dat effectief gestegen? Waarom doet u dat? Het bedrag is al een aantal jaren niet geïndexeerd. Wij zitten nu met een asielcrisis en ik zou hen zeker niet meer geld gaan geven. Het uitgekeerde bedrag is nu al bijzonder ruimhartig. U weet dat de meeste landen helemaal geen LOI’s hebben, met opvang in appartementen en huizen. Zij hebben alleen collectieve opvang. Wij blijven dat echter doen, vooral omdat de regering daar heel sterk in gelooft. In deze crisistijden, waarin wij sowieso al het afvoerputje van het West-Europese en het Europese bad zijn, moet u het leefgeld niet nog gaan verhogen. Waar bent u in godsnaam mee bezig? Op die vraag hebt u niet geantwoord, wat ik betreur.
Ik heb in mijn hoedanigheid van burgemeester de genoemde brief van Fedasil gekregen en aan het schepencollege voorgelegd. Dat zijn echter niet de signalen die men moet geven.
Deze crisis kan alleen bezworen worden indien er heel consequent een ontradend beleid wordt gevoerd op alle vlakken. U zit echter in een coalitie van zeven partijen die overhelt naar de linkerzijde, waarin u constant wordt verweten – totaal onterecht overigens – dat u een hard, inhumaan en onmenselijk beleid zou voeren. U doet niet meer dan u kan. U blijft maar plaatsen creëren tot u er helemaal tureluurs van wordt. Ik heb gelezen dat u er zelfs niet van slaapt. U ligt er ’s nachts van wakker, wat ik begrijp. Ik zou er ook wakker van liggen. Dat is echter totaal niet eerlijk. De verwijten die u krijgt uit eigen rangen zijn totaal niet eerlijk.
Wat immers moet gebeuren – u weet dat ook – is een consequent ontradingsbeleid voeren gedurende een aantal maanden, zodat de instroom eindelijk wat daalt. Als de instroom daalt, dan kan u ademhalen, dan kan de administratie eindelijk terug wat ademhalen en dan kunnen wij opnieuw beginnen bouwen. U blijft door uw eigen coalitie constant in een crisissituatie steken. U krijgt geen adem meer, u stikt gewoon. De hele administratie stikt. U stikt zelf ook. U probeert immers uw best te doen, maar het gaat niet.
Mevrouw de staatssecretaris, de situatie is dus heel ernstig. Wij zullen ze de komende maanden blijven opvolgen.
Ik doe ook nog een oproep. U mag uithalen naar mij. Dat mag uiteraard, ik doe dat ook. Ik ben een bokser en als er gevochten kan worden, dan ben ik er altijd bij. Let echter wel op. Als u beweert dat iets niet waar is, zorg er dan voor dat u er zeker van bent dat het niet waar is.
01.13 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw vele antwoorden.
Het waren veel onderwerpen, maar zoals steeds hebt u op een zeer gestructureerde manier alle vragen proberen te beantwoorden. Op sommige dingen zullen we zeker terugkomen. Wij erkennen zeker dat er de laatste maanden veel gebeurd is. We erkennen de inspanningen die u en deze regering hebben geleverd, ook op het vlak van noodopvang, op het vlak van structurele bijkomende opvang in collectieve opvangstructuren. Ik heb u vandaag opnieuw duidelijk horen zeggen dat u de ambitie hebt om deze opvangcrisis op te lossen. We steunen u hier volledig in. Noodopvang in Brussel is zeer urgent, zeer belangrijk. Het moet toch wel duidelijk zijn dat alles beter is dan mensen op straat te laten slapen. Als we dat doen, zien we daar onmiddellijk de gevolgen van. Die situatie waarin mensen op straat slapen, is totaal onwenselijk. Daar is een grote consensus over, over alle partijen heen.
Mijnheer Francken, u hebt het over een ontradingsbeleid. Voor Ecolo-Groen kan een ontradingsbeleid nooit inhouden dat we mensen moedwillig op straat laten slapen. In de plenaire vergadering hebt u tijdens uw interpellatie gezegd dat deze mensen in Lubbeek welkom waren. U zou uw sporthal openzetten voor noodopvang. Waar zijn de opvangplaatsen die u in uw eigen gemeente hebt gecreëerd? Daar is niet veel van in huis gekomen.
Mevrouw de staatssecretaris, het tempo waarop we de mensen in het kraakpand registreren en leiden naar de opvang ligt laag. Dat is al sinds december aan de gang. Dat is complex, maar echt een urgentie. Het is goed dat u samenwerkt met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de gemeente Schaarbeek, dat die taskforce er is. We moeten snel kunnen kijken wie er geleid kan worden naar Fedasil.
Er moet ook een oplossing zijn voor de mensen die geen recht hebben op opvang. Er moet gekeken worden in welke begeleiding er dan voorzien is. U bent daarop echter niet echt ingegaan. Ik zal er dan ook zeker nog vragen over stellen want het is een cruciale en essentiële schakel voor mensen die uitgeprocedeerd zijn, in irregulier verblijf zijn en op straat belanden. In welke begeleiding we voor hen voorzien is heel belangrijk.
Wat noodopvang betreft, hoor ik nog steeds dat er mensen zijn die in Molenbeek in tentjes blijven slapen in plaats van toegeleid te worden naar de noodopvang die ondertussen wel gecreëerd is. Hoe kunnen we mensen informeren en outreachend werken?
Het mag ook echt niet meer gebeuren dat jonge mensen op straat terechtkomen en verdwijnen. Het is zeer verontrustend dat we de verdwenen jongeren nog steeds niet hebben teruggevonden.
Collega Segers heeft ook vragen gesteld over de maatregelen rond uitstroom. Ik hoor ook op het lokale niveau dat er wel wat problemen zijn met deze maatregelen. Het zou niet zo vlot verlopen. De timing, mensen tijdens de kerstperiode een woning laten zoeken, was ook niet ideaal. U verwijst zelf ook naar de moeilijkheden op de woningmarkt en de wooncrisis die we hebben. Dat is ook iets wat ik al eerder heb aangekaart voor wat de uitstroom betreft. Dit is dus ook een oproep naar de gewesten en de ministers van Wonen, zeker aan de Vlaamse kant. De wachtlijsten voor de sociale woningen zijn daar echt een probleem en er moet een tandje worden bijgestoken. Het is echter goed dat u de maatregelen zult monitoren. Dat is namelijk iets om van nabij op te volgen, net zoals de personeelsinzet.
Een van mijn vragen ging dan ook over het aantal nog openstaande vacatures bij Fedasil om plaatsen operationeel te krijgen. Ik heb ook al positieve signalen gehoord over de Special federal forces. De ambtenaren die via deze weg ingeschakeld kunnen worden, zijn echt heel gemotiveerde mensen die dat heel graag doen. We moeten ook evalueren hoe we dat systeem nog beter kunnen omkaderen om op korte tijd federale ambtenaren te kunnen inzetten op het moment dat we met zo’n crisis te maken hebben.
Ik hoop ook dat u de uitgestoken hand zult aannemen van Jong Groen en andere jongerenorganisaties en studenten die willen helpen om de crisis op te lossen. Ik denk dat we positief moeten reageren op iedereen die wil helpen. We kunnen alle helpende handen immers gebruiken.
Het is mooi dat de heer Demon – hij is al weg – het voor u opneemt, maar kritiek uiten op collega’s die hier hun rol als parlementslid vervullen en aanklagen dat er mensen op straat slapen, is toch wel de wereld op zijn kop. Het is een feit dat er onvoldoende opvangplaatsen zijn. De Belgische Staat wordt daarvoor veroordeeld. Omdat de overheid de dwangsommen niet betaalt, heeft het gerecht nu ook deurwaarders naar Fedasil gestuurd om inbeslagnames te doen. Ik ga ervan uit dat alle partijen uit zowel oppositie als meerderheid dat geen wenselijke situatie vinden. Ik vind het dan ook niet meer dan normaal dat wij u daarover ondervragen.
Ik had ook nog vragen over de Europese steun. Welke steun vraagt u? Welke steun vraagt België? Welke steun krijgen wij van Europa? Ik denk dat het belangrijk is dat wij die ondersteuning krijgen. Ik vind dat Europa solidair moet zijn met de landen die veel verzoeken voor internationale bescherming krijgen.
U hebt verwezen naar het AMIF. Ik zal hierover nog vragen indienen, want ik zou willen weten of die middelen voldoende zijn en of we nog meer hulp en middelen van Europa kunnen krijgen. Ik denk dat we dit zeker moeten doen.
Er moet met alle beleidsniveaus worden samengewerkt. Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Het is erg belangrijk de lokale besturen weer mee te krijgen in dat verhaal. Ze hebben een inspanning gedaan tijdens de Oekraïnecrisis, zoals u erkent. Zij stonden toen voor een grote uitdaging. De heer Roggeman verwees ook naar het gebrek aan animo om opnieuw te investeren in die lokale opvanginitiatieven, die LOI-plaatsen. We moeten onderzoeken wat de reden daarvoor is. De VVSG geeft aan dat het bestaande kader daarrond niet aantrekkelijk is. Aangezien het om transitwoningen gaat, moeten lokale besturen altijd erg snel een woning vinden en dat zorgt ervoor dat er weinig animo is om weer te investeren in lokale opvanginitiatieven. We moeten dus rekening houden met de grieven van de lokale besturen en daar de komende tijd aandacht aan besteden.
Ik wens u nog veel succes met al uw spanningen. We hopen samen met u dat we iedereen zo snel mogelijk kunnen opvangen.
De voorzitter: De heer Francken vraagt het woord voor een persoonlijk feit.
01.14 Theo Francken (N-VA): U kunt niet zomaar iets beweren. Ik wil daar wel op kunnen antwoorden. Wanneer u over Lubbeek begint, dan raakt u mij in mijn hart, dat weet u. In een parlementair debat mag men toch vragen om te kunnen reageren indien men vernoemd wordt?
Mevrouw Platteau, u vroeg naar waarom de aangeboden opvangplaatsen in Lubbeek er nog niet zijn. Ten eerste vind ik het intellectueel bijzonder oneerlijk en ten tweede getuigt het niet van bijzonder veel collegialiteit. U weet dat ik in de aanloop naar Kerstmis contact heb gehad met de burgemeester van Leuven en een aantal andere burgemeesters uit onze regio om te onderzoeken of we voor een beperkte periode noodopvang konden voorzien voor de niet-begeleide kinderen. Het zou immers een totale humanitaire schande zijn om kinderen zonder ouders in Brussel op straat te laten slapen als er zelfs geen brits in een sporthal meer beschikbaar is.
Dat heb ik gezegd en dat moet u weten. Ik heb het daarover trouwens meermaals met u gehad achter de schermen. Ik heb niet de gewoonte om over zulke gesprekken te praten, maar u begint ermee. Ik heb die contacten gehad. U zei toen bij het actuadebat in de plenaire vergadering dat er op dat moment plaats was voor alle kinderen zonder ouders en dat dus niemand zonder ouders met Kerstmis op straat moest slapen. U zei ook dat de situatie penibel bleef, maar dat dat wel opgelost was. U zei ook dat wij moesten stoppen met daarover fake news – dat is precies een populair woordje voor u – te verspreiden. Ik heb dat dan ook niet meer herhaald. U zei toen ook dat er plaats was voor heel wat anderen. Ik heb goed gehoord dat dat aanbod er zal zijn, maar daarover had ik het niet. Dat weet u zeer goed.
Mevrouw Platteau, u zegt dat mijn kritiek gemakkelijk is, omdat ik plaatsen zou voorzien voor asielzoekers, maar dat niet heb gedaan. De kleine gemeente Lubbeek, het kleine broertje van Leuven, de stad waar u aan de macht bent, heeft de afgelopen vijf tot zeven jaar tijdens de grote crisis die wij beleven, op het vlak van het opvangen van vluchtelingen uit Oekraïne, Syrië, Afghanistan, Albanië en waar dan ook proportioneel veel meer gedaan dan Leuven. Het is niet mijn bedoeling om te bewijzen dat wij het verst kunnen pissen, bij wijze van spreken. Aan zo’n wedstrijd moeten wij niet beginnen, want daar heeft niemand iets aan en het is trouwens ook bijzonder cynisch. Houd dat dus voor uzelf en blijf op zijn minst intellectueel eerlijk als u dan toch die toer opgaat.
01.15 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik mag dan ook even reageren.
Ik wil alleen maar zeggen dat ik reageer op wat de heer Roggeman heeft gezegd. Hij begon te verwijzen naar een aantal gemeenten waar bepaalde politieke partijen aan de macht zijn. Zo mogen wij niet beginnen. De oproep moet zijn dat wij hier allemaal samen, over alle beleidsniveaus heen, aan moeten werken en dat wij de zwartepiet niet naar elkaar moet doorspelen.
01.16 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, je vous remercie.
Je reviens sur ce que je disais tout à l’heure. Les faits personnels ne sont pas prévus en questions orales. D’ailleurs, par le passé, vous ne les avez jamais autorisés. Je crois qu’il faut garder cette ligne de conduite sans quoi on rentre dans des débats interminables. Nous sommes ici pour entendre des réponses de la secrétaire d’État et pour lui répliquer.
Justement en ce qui concerne vos réponses, madame la secrétaire d’État, je reviendrai avant tout sur le Palais des droits avec un screening qui est difficile, je n’en doute pas, et qui complique forcément la définition de la responsabilité de Fedasil et celle des autres acteurs qui ont un rôle à jouer. Il faut vraiment trouver une issue parce que, vous l’évoquez, aujourd’hui, les demandeurs de protection internationale relèvent de votre compétence, les sans-abri relèvent des compétences des entités fédérées, les communes, etc. Aujourd’hui, il y a un danger ; c’est le bâtiment en tant que tel, l’insalubrité de ce bâtiment, la promiscuité et tant d’autres choses. On doit atteindre cet objectif premier de vider les lieux avec une condition qui est de faire en sorte que toutes celles et ceux qui y sont puissent avoir un toit et voir leurs droits respectés par celles et ceux qui sont compétents pour le faire. Il faut vraiment renforcer la coopération avec les autres autorités et acteurs et trouver une issue. J’en profite aussi pour remercier en l’état toutes les autorités qui participent déjà à la recherche de solutions avec vous mais aussi les ONG présentes sur place et les soutiens tels que le Samusocial et la Croix-Rouge.
Une autre élément que vous évoquez, ce sont les frais médicaux. Je crois qu’il faut vraiment mettre l’accent sur ce point et j’entends bien que Fedasil y travaille, ce qui est une bonne chose. La question est de savoir quel est aujourd’hui le délai pour gérer une facture et quel sera ce délai demain. Il faudrait vraiment avoir un objectif à atteindre et déterminer les moyens qui sont fixés pour l’atteindre dans les plus brefs délais pour deux raisons que j’évoquais tout à l’heure. Premièrement, les demandeurs de protection internationale ont le droit à l’aide médicale urgente et ne peuvent pas être les victimes d’un refus de prise en charge. Deuxièmement, nos institutions hospitalières ont aussi des coûts à assumer. C’est une réalité et il faut leur permettre de fonctionner.
Je n’ai pas obtenu de réponse à de nombreux points. L’exercice qui a été choisi rend en effet difficile la possibilité d’une réponse systématique, quels que soient les thèmes traités. Ainsi, vous ne m’avez pas répondu à propos des places disponibles et opérationnelles dans les centres de Glons, du nombre de porteurs d’annexe 26 qui ne sont toujours pas accueillis par vos services, pas plus qu’à propos de l’existence éventuelle de procédures pendantes devant les cours et tribunaux de première instance. Je ne manquerai pas d’y revenir ultérieurement, mais il me semble que la formule présente doit être changée pour éviter de subir la frustration de ne pas recevoir de réponses aux questions que nous posons.
Si vous me le permettez, je reviendrai sur deux aspects qui me posent problème. Tout d’abord, lorsque vous avez indiqué qu’actuellement, 100 000 personnes demandent la protection internationale - donc une augmentation de la charge de travail chez Fedasil -, je ne peux pas vous rejoindre. En tout cas, c’est ce que j’ai compris en consultant la presse. Et vous en avez parlé aujourd’hui. Sur ces 100 000 personnes, 63 000 sont ukrainiennes. Dès lors, ce n’est pas à Fedasil de prendre en charge leur accueil. Je vous laisserai répondre ensuite, mais c’est ainsi que je l’ai entendu et lu. Bref, 37 000 individus sont concernés actuellement par l’accueil. Si vous souhaitez me répondre, je ne demande pas mieux. Je souhaite simplement obtenir des éclaircissements.
Ensuite, je vais en venir à la Défense. Je ne peux pas entendre votre réponse selon laquelle ce département n’offre pas de places d’accueil, puisqu’il n’organise pas l’accueil. La Défense ne s’en charge pas, en effet, car ce n’est pas sa fonction. Je vous l’ai déjà dit à plusieurs reprises: l’accueil est une mission qui est dévolue à Fedasil et ses partenaires. Ce que fait la Défense, c’est mettre des sites à disposition. Lorsque je lis la réponse de la ministre Ludivine Dedonder communiquée le 18 janvier dernier, je constate qu’elle confirme bien mon opinion et les faits. Elle fait remarquer tout d’abord que la Défense ne gère pas elle-même les centres d’accueil: "Toute infrastructure du département est offerte à l’exploitant via une concession. C’est également valable pour les sites qui ont été proposés par le passé. Moyennant une quinzaine de concessions, la Défense a ainsi déjà permis la création de près de 7 000 places". Elle ajoute également que la Défense a offert une aide logistique pour l'ouverture d'un site à Jabbeke dès le 21 décembre – ainsi qu'à Glons – avec 132 places dans des tentes, du mobilier, du renfort pour la logistique.
Vous remettez en cause les 7 000 places, je ne suis pas d'accord. Il y a 7 000 places qui ont été trouvées, qui ont été confiées à Fedasil, qui les a ensuite confiées à ses structures, à la Croix-Rouge ou au secteur privé. Ces 7 000 places sont une réalité.
Qu'ont fait les autres départements? Je n'ai pas eu de réponse. Combien de places avez-vous reçues d'autres départements? Combien de places avez-vous identifiées pour Fedasil et que d'autres départements vous ont refusées? L'effort, quand on est en état de guerre, doit être général. Il faut rétablir la vérité.
En conclusion, je suis bien conscient que la
situation est difficile. Fedasil, Caritas, la Croix-Rouge se donnent à fond
pour apporter des réponses et des solutions. Je rappelle aussi que la Belgique
n'est pas un État de droit aujourd'hui parce qu'elle n'assume pas ses
responsabilités et n'en assume pas les conséquences. Elle est encore pointée du
doigt par la Ligue des Droits Humains. Elle n'assume pas ces conséquences
lorsqu'elle rit au nez et à la barbe de la justice en ne payant pas ses
astreintes et en ne cherchant pas de solution pour ne pas avoir à les payer en
ouvrant des places. Ce n'est
pas normal et pas acceptable.
01.17 Dries Van Langenhove (VB): Dank u wel, mevrouw de staatssecretaris, voor een aantal van uw antwoorden.
De gang van zaken bevestigt eigenlijk mijn waarschuwing voor de gevolgde werkwijze hier. Dat vele vragen over vele diverse onderwerpen werden samengevoegd, zorgt ervoor dat de meest pertinente vragen over het onderwerp, vragen die er echt toe doen en waarover het actuadebat zou moeten gaan, ondergesneeuwd geraken onder een lawine van antwoorden, waarvan sommige copy-paste zijn uit vorige actuadebatten, of herhalingen van wat wij al veel te vaak hebben gehoord, maar die niet ter zake doen. Daardoor is er op vragen, zoals die over het aantal kampementen en kraakpanden met illegalen, gelijkaardig aan dat in de Paleizenstraat in Brussel, geen antwoord gekomen. Ook de vraag naar het specifieke aantal mensen dat in dat kraakpand verblijft, is niet beantwoord. Hetzelfde geldt voor de vraag naar de samenstelling van die groep. Hoeveel daklozen zijn er met een verblijfsvergunning? Hoeveel illegalen? Hoeveel potentiële asielzoekers of aanvragers van bescherming? Geen antwoord.
Het resultaat van uw aanklampend beleid, dat u wel elke keer aanhaalt en uitlegt, blijft ook onbekend. Hoeveel hebt u aangeklampt? Hoeveel van die mensen in de Paleizenstraat hebt u teruggestuurd? Ik vermoed: nul, daar u het niet vermeldt in uw nochtans zeer uitvoerige antwoord.
U gaat er prat op dat u 175 verzoekers van bescherming overgebracht hebt naar het opvangnetwerk van Fedasil. Maar wat is het beschermingspercentage? Daar ben ik ook benieuwd naar.
U belooft dat u de procedures zult versnellen. Ik kijk uit naar het beschermingspercentage van die mensen in de komende weken. Ik meen niet dat het bijzonder hoog zal zijn. Het zal nog veel lager zijn dan het gemiddelde in de afgelopen maanden.
U zegt krakers uit de Paleizenstraat bij voorrang te zullen opvangen in het opvangnetwerk van Fedasil. Ik begrijp waarom. Er zijn nog vele kraakpanden en kampementen, maar dat specifieke kraakpand komt nu in de media en een aantal van uw coalitiepartners hamert er de hele tijd op. Ik begrijp dat u dat eerst wilt ontruimen en dat u hen snel wil weghalen, voor het deel waarvoor u bevoegd bent. In realiteit bent u ook bevoegd voor de illegalen, maar daar spreekt u niet graag over.
Daarmee geeft u wel een verkeerd signaal. Uw boodschap daarmee aan andere mogelijke verzoekers om bescherming is dat, als ze ergens een kraakpand bezetten, waar geweld, brandstichtingen en zelfmoordpogingen troef zijn en daar tussen drugsgebruikers en zieken verblijven, ze sneller worden opgevangen in ons reeds verzadigde opvangnetwerk. Dat is een wat pervers signaal. Een veel sterker en nuttiger signaal zou zijn dat de illegalen die zich in dat kraakpand bevinden – ik heb het niet over de verzoekers om bescherming, wel de illegalen, die ook uw verantwoordelijkheid zijn –, door u en minister Verlinden samen bij voorrang het land zouden worden uitgezet. Daarmee zou u eens echt mensen aanklampen in de plaats van theorietjes en praatjes te verkopen. U zou die mensen echt moeten terugsturen naar hun land van herkomst en zo een krachtig signaal geven, waarmee u echt zoden aan de dijk brengt.
Mevrouw de Moor, u zegt elke keer dat u al het mogelijke doet, maar dat is niet waar, u doet niet al het mogelijke. U doet wat mogelijk is in een regering met de PS, met Ecolo, met Groen, met Vooruit. Daarbinnen doet u het mogelijke, dat klopt, maar beweer toch niet dat u al het mogelijke doet om de crisis af te wenden, dat u al het mogelijke doet om het opvangnetwerk te verlichten, dat u al het mogelijke doet om de kraakpanden leeg te halen? Dat is gewoon objectief vaststelbaar onjuist. Dat klopt niet, dus stop alstublieft met dat te beweren.
Voorts zegt u dat u 2.000 extra plaatsen hebt gecreëerd op twee maanden. U roept dat aan ter verdediging van uw beleid, maar in realiteit is dat de grootste kritiek op uw beleid. Zelfs de recordaantallen asielopvangplaatsen die u telkens blijft creëren, brengen geen zoden aan de dijk. Er verandert niets, de asielcrisis is er nog steeds, er slapen nog steeds mensen op straat en u wordt elke dag opnieuw veroordeeld door de rechtbank, dus dat haalt eigenlijk niets uit. Het aantal plaatsen dat u bijkomend creëert, toont net aan dat we een fundamentele wijziging van het beleid nodig hebben en daar maakt u geen werk van. U praat over structurele hervormingen, maar die komen er niet. Die stelt u niet voor. U hebt de ambitie niet om het beleid echt te veranderen en dat kunt u ook niet. Cd&v is, ten eerste, al overbodig in de regering en, ten tweede, u hebt het helemaal niet voor het zeggen wat het asiel- en migratiebeleid betreft. Dat laat u zich dicteren door een aantal linkse rode en groene partijen. Dat is heel duidelijk. Op die manier hebben uw voorgangers het niet kunnen oplossen en zult u het in het anderhalf jaar dat u nog rest, ook niet kunnen oplossen.
U zegt hier letterlijk dat het huidige systeem onhoudbaar is, maar wat doet u eraan? Niets, u zet het huidige systeem gewoon verder. U mag dat dan wel zeggen, de analyse is mogelijks wel correct, maar de oplossingen blijven uit.
Dan rest mij nog de belangrijkste vraag. Wanneer krijgen we antwoord op de schriftelijke vragen die ik heb ingediend? U knikt instemmend wanneer ik zeg dat het heel jammer is voor de werking van het Parlement, het huis van de democratie, dat die antwoorden er nog niet zijn, maar u zegt niet wanneer die er dan wel zullen komen. Daarbij aansluitend, nogmaals de vraag hoe het kan dat wij 18 dagen moeten wachten op asielcijfers, die volgens mij voor u al veel langer beschikbaar zijn, en wij die in een persconferentie moeten vernemen? Waarom duurt dat zo lang? U hebt in vorige commissievergaderingen al verschillende keren de ambitie geuit om dat beter te doen, maar het wordt niet beter, het wordt slechter. Ik verneem graag hoe dat precies komt.
01.18 Ben Segers (Vooruit): Mevrouw de staatssecretaris, ik haal er enkele zaken uit.
Wat de uitstroom van de werkende asielzoekers betreft, was er het potentiële aantal van 2.000 asielzoekers dat aan het werk zou zijn met langdurige contracten, zoals bleek uit onderzoek van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. U antwoordde dat 205 mensen het opvangnetwerk nu verlaten hebben en dat er 360 werden geïdentificeerd. Ik uitte mij eerder al kritisch over deze aangekondigde maatregel. Ik waarschuwde u immers voor de mogelijke perverse gevolgen. Dat is niet omdat ik hier een tegenstander van ben. Ik begrijp uw bekommernis om de opvang ook voor anderen beschikbaar te stellen en daarom te focussen op werkende asielzoekers. Ik wist echter ook dat dit geen onmiddellijk succes kon worden. Ik begrijp dat u nu focust op de alleenstaande mannen, maar ik wil dat u ook de rest van het potentieel kunt benutten. Dat betekent dan wel dat u in omkadering voorziet voor zij die de opvang wensen te verlaten of dat zouden kunnen doen. Anders zullen zij ook stoppen met werken, omdat ze van mening zijn dat ze dreigen uitgebuit te worden. Zo blijft men uiteindelijk in het netwerk. Enkel met een systeem naar Nederlands model, met een welomkaderde begeleiding en opvang zoals Takecarebnb, kunt u tot dergelijke resultaten komen.
Er is een evaluatie geweest van #PlekVrij door de hogeschool Odisee. Zij meldde ons dat er best wel veel gezinnen stonden te wachten om opnieuw meer te doen. Dat potentieel kunt u volgens mij opnieuw aanboren, weliswaar op een beter omkaderde manier, volgens de lessen die uit dat onderzoek getrokken kunnen worden.
Ik wees ook op het gedaalde aantal dossierbehandelaars bij het commissariaat-generaal. U zegt dat de reden is dat de mensen opleidingen moeten volgen en dat dus anderen ingezet moesten worden. Dat is natuurlijk slechts een deel van de uitleg, want vergeleken met 2018 zijn er amper twintig meer. Ik zeg amper omdat dit toch wel een groot verschil is met bijvoorbeeld de versterking bij de DVZ. Als wij die behandelingstermijn zo kort mogelijk willen krijgen, is dit al bij al beperkt, zeker in vergelijking met de DVZ. Ik deel natuurlijk uw bekommernis om de output bij het commissariaat-generaal zo hoog mogelijk te krijgen. Die is nu gelukkig wel echt gestegen.
Ik herhaal mijn pleidooi voor die rapporteringsplicht bij de DVZ. Ook daar moeten wij een norm kunnen opleggen van aantal dossiers per dossierbehandelaar. Ik begrijp dat dit bij het CGVS nu het geval is, maar ik weet niet zeker of het bij DVZ al zo is. In elk geval zou men daarover aan u moeten rapporteren. Er kunnen redenen zijn waarom die norm niet gehaald wordt, maar dan heeft men ten minste zicht op de reden waarom dat niet zo is. Bij de DVZ zijn er veel mensen bijgekomen en het werkvolume daar is schrikbarend gestegen.
Over de Dublinoverdrachten zegt u dat die verdubbeld zijn. Daarover heb ik ook een schriftelijke vraag ingediend, want ik zie daar op den duur het geheel niet meer. Ik hoop dat u mij het antwoord op die schriftelijke vraag snel kunt bezorgen, want de behandelingstermijn voor die vraag is reeds overschreden. Alvast bedankt.
Ik wens u ondertussen veel succes.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De voorzitter: De overige geagendeerde vragen worden uitgesteld tot een volgende commissievergadering.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.34 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12 h 34.