Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat

Commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat

 

du

 

Mardi 17 janvier 2023

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 17 januari 2023

 

Namiddag

 

______

 

 


Le développement des questions commence à 14 h 27. La réunion est présidée par Mme Séverine de Laveleye.

De behandeling van de vragen vangt aan om 14.27 uur. De vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Séverine de Laveleye.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Actualiteitsdebat over de klimaattafels en toegevoegde vragen van

- Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De uitkomst van de federale klimaattafels" (55032292C)

- Mathieu Bihet aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De klimaattafels" (55032750C)

- Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De resultaten van de klimaattafels en de voorbereiding van een geactualiseerd NEKP" (55033042C)

- Séverine de Laveleye aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het NEKP en de klimaattafels" (55033181C)

- Leen Dierick aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het resultaat van de klimaattafels" (55033216C)

01 Débat d'actualité sur les tables rondes sur le climat et questions jointes de

- Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Les résultats des tables rondes fédérales sur le climat" (55032292C)

- Mathieu Bihet à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Les tables rondes sur le climat" (55032750C)

- Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le résultat des tables rondes sur le climat et la préparation d'un PNEC actualisé" (55033042C)

- Séverine de Laveleye à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le PNEC et les tables rondes sur le climat" (55033181C)

- Leen Dierick à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le résultat des tables rondes sur le climat" (55033216C)

 

01.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, op 6 december liep het proces van de federale klimaattafels ten einde en werden de resultaten gepresenteerd. Ik heb die voorstelling gevolgd en was toch wel aangenaam verrast. Uit de conclusies bleek immers dat veel van onze vaststellingen, waarvoor wij in het Parlement vaak tegenwind krijgen, in de echte wereld wel worden gedeeld.

 

Ik geef een paar voorbeelden. De doelstellingen voor het spoor en de publieke gebouwen zullen niet gehaald worden als er geen deftige budgetten voor worden vrijgemaakt. De energietransitie heeft behoefte aan een publieke aanpak. Er worden ook grote vraagtekens geplaatst bij milieufiscaliteit en koolstoftarifering als het ETS-BRT als geschikte instrumenten. Er is een algeheel gebrek aan concrete, becijferde maatregelen, personeel, middelen en budget om het klimaatbeleid te realiseren. Verder wordt het klimaatbeleid best op nationaal niveau vormgegeven, om tot coherent en efficiënt beleid te komen.

 

De klimaattafels hebben dus duidelijk een meerwaarde gehad om aan te geven waar de knelpunten in het klimaatbeleid liggen. Nu is het de bedoeling dat u met die punten aan de slag gaat om de federale bijdrage aan de herziening van het NEKP te concretiseren.

Mevrouw de minister, hoe reageert u op de conclusies van de federale klimaattafels? Zult u de opmerkingen van de klimaattafels echt ter harte nemen? Zult u ervoor zorgen dat men met die conclusies aan de slag gaat?

 

Hoe gaat u verzekeren dat de maatregelen in het nieuwe FEKP volstaan om de federale klimaatdoelstellingen te behalen?

 

Hoe gaat u aan de slag met de vraag naar een meer nationale aanpak van het klimaatbeleid, in het bijzonder in het proces om tot een coherent en geïntegreerd NEKP te komen, dat ook als plannings- en opvolgingsinstrument kan dienen, zoals door de klimaattafels naar voren werd geschoven?

 

Zult u alsnog blijven rekenen op Europese of federale koolstoftarifering voor de realisatie van uw verhoogde 2030-doelstelling? Zo ja, over hoeveel miljoen ton uitstoot gaat het dan?

 

01.02  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, de voorzitter van de commissie haalde zonet aan dat het klimaat wereldwijd moet worden bekeken en dat we er dus geen bevoegdheidsdiscussies over moeten voeren. Ik stel vast, wereldwijd bekeken, dat China verder stookt op steenkool en dat een groeiend deel van de wetenschapswereld zegt dat opwarming van de aarde met minder dan 1,5°C niet meer haalbaar is. Die stijging zou zelfs volgend jaar al kunnen worden bereikt, maar dit terzijde.

 

Op 6 december 2022 sloot u de klimaattafels af. We weten dat er begin 2023 een verslag aan de regering en het Parlement zou worden voorgelegd.

 

Er is altijd gezegd dat vertegenwoordigers van de gewesten zouden kunnen deelnemen aan en reageren op de debatten wanneer er raakpunten en interacties waren qua bevoegdheden. Is dit gebeurd? Zo ja, wat waren de resultaten daarvan?

 

Via het federale klimaatbeleid en de klimaattafels zal de inhoudelijke voorbereiding van het geactualiseerde ontwerp van het Nationaal Energie- en Klimaatplan voor de periode 2021-2030, dat tegen 30 juni 2023 bij de Europese Commissie moet worden ingediend, nu ongetwijfeld verstrekt en versneld kunnen worden afgerond. Welke zijn in de komende weken en maanden de volgende stappen in de voorbereiding van dit geactualiseerde ontwerp van NEKP? Kan de minister verslag uitbrengen van de ambtelijke stappen en de bijeenkomsten met de gewesten? In welke mate verloopt de voorbereiding geïntegreerd?

 

Een van de besluiten van de klimaattafels is dat er nood is aan verdere concretisering en een planmatige aanpak. Hieraan gekoppeld zijn er noden in termen van budgettering op korte, middellange en lange termijn. In vele domeinen wijst men op het gebrek aan publieke middelen voor de financiering van investeringen in zowel infrastructuur als personeel. Welke initiatieven zult u ter zake in de komende maanden nemen met de federale regering? We kunnen wel veel beleid uittekenen en plannen maken, maar welke concretiseringen zijn er?

 

La présidente: Il reste une question de moi-même et de Mme Dierick, mais je n'ai pas de nouvelles de Mme Dierick. Par contre, M. Bihet étant excusé, je vais poser ma question depuis le siège de la présidence.

 

01.03  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, le processus des "tables rondes pour le climat" s'est clôturé le 6 décembre. Il s'agissait d'une étape cruciale dans l'élaboration de la partie fédérale du futur Plan national Énergie-Climat (PNEC).

 

À la lecture des conclusions, il semblerait qu'une des principales conclusions tirées par les différents acteurs – vous avez en effet réussi à réunir les acteurs de tous secteurs et de tous horizons – est qu'il faut impérativement améliorer l'intégration des différents plans régionaux et du plan fédéral. On sait que c'était un des gros enjeux du dernier PNEC et que l'Europe n'était pas satisfaite. De même, je pense que nous étions nombreux à ne pas être satisfaits non plus à notre niveau.

 

À quelques mois – voire quelques semaines – de la clôture de la première version du plan, quelles sont les prochaines étapes pour la validation du volet fédéral du PNEC? Il va en effet falloir que le gouvernement atterrisse.

 

Par ailleurs, quel processus permettant une meilleure intégration des différents plans allez-vous, si pas obtenir, à tout le moins, défendre? Je vous remercie d'avance pour vos réponses.

 

01.04  Zakia Khattabi, ministre: Madame la présidente, permettez-moi de commencer par présenter mes vœux aux collègues et émettre le souhait d'une collaboration entre le Parlement et moi-même aussi fructueuse que celle que nous avons connue l'année dernière. Je n'ai pas l'habitude de prendre des résolutions mais je vais quand même en prendre une et m'engager à tenter de faciliter le travail des traducteurs et de faire attention à la vitesse à laquelle je réponds aux questions.

 

Mevrouw Daems, Mijnheer Ravyts, na de publicatie van het eerste syntheserapport over de voortgang van de uitvoering van het federale klimaatbeleid heb ik in het najaar van vorig jaar inderdaad de klimaattafels over de federale kerndomeinen gelanceerd, met het oog op de actualisatie van het Federaal Energie- en Klimaatplan. Concreet waren er vijf klimaattafels, met name over fiscaliteit en financiën, energie, transport en mobiliteit, circulaire economie en overheidsgebouwen. Aanzienlijke inspanningen en bijkomende maatregelen zijn noodzakelijk om de uitstoot van broeikasgassen met minstens 55 % te verminderen tegen 2030 en te evolueren naar klimaatneutraliteit.

 

De bedoeling was om inzichten te ontvangen van stakeholders, experts en academici over de uitvoering en versterking van de federale beleidslijnen en maatregelen.

 

Au total, plus de 300 acteurs ont participé. Des représentants d'organisations d'employeurs, de travailleurs, de défense de l'environnement, de lutte contre la pauvreté, de femmes et de jeunes, ainsi que le secrétariat des organes consultatifs (Conseil Fédéral du Développement Durable et Conseil Central de l’Économie) ont participé à toutes les tables climatiques. Ce groupe permanent a été complété, pour chaque domaine politique, par des représentants de nombreuses organisations spécialisées et d'acteurs de la société civile ainsi que par des professeurs et des experts du monde universitaire. La composition a été définie par le Service fédéral Changements climatiques, les départements et les institutions fédérales concernées. Ces tables rondes ont créé une dynamique intéressante entre les administrations ainsi qu'avec les stakeholders. 

 

Dans l'ensemble, les orientations générales du cycle de gouvernance climat fédéral, que j’ai mis en place en 2021, bénéficient d'un large soutien. Mais des appels clairs ont également été lancés en faveur d'une approche plus planifiée et de l'amélioration de la coopération avec les Régions. Il semble, en effet, nécessaire d'avoir une vision globale sur les transports, l'énergie, l'économie circulaire et l'industrialisation.

 

Le manque de ressources budgétaires et humaines a également été mentionné, avec une demande d'élaborer un mécanisme d'estimation des besoins concrets et des investissements requis pour les différentes politiques dans les principaux domaines fédéraux. Il semble aussi nécessaire de mettre en place un cadre juridique stable pour le suivi et le renforcement de la politique climatique.

 

Los van deze algemene aanbevelingen ontvingen we ook heel concrete beleidsvoorstellen, die momenteel door de verschillende departementen onder de loep worden genomen voor de actualisatie van de federale bijdrage aan het Nationaal Energie- en Klimaatplan, waarvan tegen juni 2023 een ontwerp aan de Europese Commissie moet worden bezorgd.

 

J'attends les conclusions finales des tables rondes qui devraient m'être transmises dans les jours qui viennent et je les présenterai au gouvernement d'ici la fin de ce mois de janvier. J'entamerai alors des discussions avec mes collègues du gouvernement sur la meilleure façon de prendre en compte les différentes recommandations.

 

De ontvangen input zal dus als insteek worden gebruikt voor de onderhandelingen over het nieuwe NEKP.

 

Je soutiens l'avis émis par les participants: le Plan national Énergie-Climat doit évoluer vers un véritable outil de planification. C'est l'objectif du cadre de gouvernance climat que j'ai mis en place. Après l'évaluation du premier cycle, et les conclusions des tables rondes qui en font partie, je souhaite renforcer et compléter le cadre de gouvernance établi par le gouvernement, en lui donnant une portée juridique. J'ai l'intention de préparer un projet de loi sur la coordination de la politique climatique fédérale, visant entre autres à assurer cette planification ainsi que la consultation et la contribution du public et des parties prenantes.

 

De focus van de klimaattafels lag op de federale kerndomeinen, maar vertegenwoordigers van de gewesten hebben deelgenomen om daar waar er interactie was met het gewestelijke beleid hun inzichten te delen. Er is zeker nog nood aan meer coherentie tussen de federale en de gewestelijke beleidsmaatregelen.

 

À la question sur le timing des prochaines étapes, la réponse est similaire à celle que j'ai donnée lors de la session du 25 octobre 2022. J'en résume ici les principaux éléments.

 

Voor eind maart beloofden alle entiteiten de definitieve ontwerpactualisering van hun entiteitsspecifieke beleidsplannen aan de stuurgroep NEKP te overhandigen. Deze stuurgroep bereidt tegen eind april 2023 dan een eerste ontwerp voor van het geactualiseerde NEKP, inclusief koepelteksten, en maakt deze vervolgens over aan ENOVER en aan de NKC voor politieke consultatie in mei en juni 2023.  De stuurgroep zal dus werken aan de reeds vermelde koepelteksten, onder meer gefocust op de complementariteit van de entiteitsspecifieke maatregelen met de interfederale maatregelen. Van een echt geïntegreerd plan zal helaas ook nu geen sprake zijn.

 

Op de koolstoftaxatie kom ik dadelijk terug in mijn antwoord op de vragen over de hervorming van het ETS en het Sociaal Klimaatfonds.

 

01.05  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw antwoord en ook mijn beste wensen voor u.

 

Ik heb niet echt antwoorden op mijn vragen gehoord. Veel van wat u vertelde, vernam ik al via de pers. Ik hoorde het ook al bij de voorstelling van de conclusies van de federale klimaattafels. Die laatste hebben wel gezorgd voor pertinente conclusies. Wij zullen er in ieder geval op toezien dat u die niet naast zich neerlegt.

 

Vandaag hebben we een becijferd klimaatplan nodig, met voldoende personeel en middelen om er zeker te raken. We kunnen het klimaatbeleid niet overlaten aan de grillen van de markt, die ons geen enkele zekerheid biedt en een hoop sociale schade veroorzaakt. We moeten in de eerste plaats zorgen voor publieke alternatieven voor de bevolking. We moeten de energietransitie uit de handen van de multinationals halen en met een genationaliseerde energiesector zorgen voor een snelle transitie naar goedkope, groene en publieke energie. We moeten ook massaal investeren in het spoor, om van het openbaar vervoer de meest kwaliteitsvolle en betaalbare mobiliteitskeuze te maken.

 

Wij moeten verder de renovatiegolf collectief in handen nemen, om te zorgen voor een lager energieverbruik en lagere facturen. Daarvoor hebben we een coherent klimaatbeleid nodig, onder leiding van slechts één minister bevoegd voor Klimaat. Ik denk dat de klimaattafels zeker de weg wijzen.

 

01.06  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Wij hebben inderdaad nog eens gepeild naar het tijdschema voor de volgende weken, want veranderingen zijn steeds mogelijk. U hebt moeten toegeven dat er andermaal geen sprake zal zijn van een echt geïntegreerd plan.

 

Ik onthoud ook dat op de klimaattafels werd gezegd dat er een inschatting nodig is van de becijfering, de praktische uitvoering en het personeelskader. Met het juridische kader voor het federale klimaatbeleid zult u wellicht in de loop van dit jaar uw politieke carrière in deze regering afsluiten.

 

01.07  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Il est évident que le PNEC est un moment fort pour que la Belgique se profile à la hauteur des ambitions européennes et soit à la hauteur du défi de ce siècle.

 

Je ne peux que regretter le fait qu'on connaisse déjà à ce stade la difficulté à mettre en place un PNEC intégré. La gouvernance climatique est probablement un des grands défis auxquels nous serons confrontés pour les mois et les années à venir. Tant qu'on n'arrivera pas à se mettre d'accord entre trois Régions et le fédéral pour avancer ensemble dans une vision concertée et des objectifs ambitieux à tous les niveaux, je ne vois pas comment nous pourrons être à la hauteur des ambitions européennes.

 

On entend les difficultés qui sont les vôtres. Les groupes représentés dans les différents Parlements doivent pouvoir surmonter la difficulté qu'ont certains ministres de vouloir avancer ensemble. De notre côté, nous ferons tous les efforts possibles pour essayer de faire entendre raison à nos collègues des Régions – dont une en particulier – pour pouvoir avancer de la façon la plus concertée possible. Il reste peu de temps pour ne pas être à nouveau la risée de l'Europe. C'est là que nous devons mettre notre énergie.

 

Merci pour le travail qui est lancé.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La présidente: La question n° 55031343C de M. Patrick Prévot (PS) est transformée en question écrite.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Kim Buyst aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De trialoog over de ETS en het sociale klimaatfonds" (55032740C)

- Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De ETS-hervorming en het sociaal klimaatfonds" (55033034C)

- Daniel Senesael aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De maatregelen in het Fit for 55-pakket" (55033144C)

- Daniel Senesael aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De maatregelen in het Fit for 55-pakket (2)" (55033145C)

- Kris Verduyckt aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het Europese akkoord inzake het Fit for 55-pakket" (55033205C)

02 Questions jointes de

- Kim Buyst à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le trilogue sur le SEQE et le fonds social pour le climat" (55032740C)

- Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La réforme du système SEQE et le fonds social pour le climat" (55033034C)

- Daniel Senesael à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Les mesures du "Fit for 55"" (55033144C)

- Daniel Senesael à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Les mesures du "Fit for 55" (2)" (55033145C)

- Kris Verduyckt à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'accord européen relatif au paquet Ajustement à l'objectif 55" (55033205C)

 

02.01  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Ik heb deze vraag ingediend voor het kerstreces, omdat er toen heel belangrijke onderhandelingen hebben plaatsgevonden. De Europese Commissie, de lidstaten en het Europees Parlement onderhandelden samen over een belangrijk pakket aan klimaatmaatregelen. Heel België is overtuigd van deze belangrijke stappen voor een sterker klimaatbeleid en toch biedt één regionale minister koppig weerstand aan ambitieuze klimaatplannen, zoals we het zonet nog hebben kunnen beluisteren.

 

Omdat door een Vlaams veto geen eenstemmigheid tussen onze regeringen bereikt kon worden, kon België niet wegen op een eventueel akkoord, en konden Belgische belangen niet verdedigd worden. Laat me stellen dat de Ecolo-Groenfractie dit als een ongelooflijk gemiste kans beschouwt. Nochtans hebben de regeringen van de gewesten en u samen in kaart gebracht welke aspecten aan het akkoord moesten worden bijgestuurd. Alles lag dus eigenlijk klaar om eenstemmig te kunnen spreken op die belangrijke onderhandelingen, en we betreuren dat dit niet kon gebeuren omwille van één regio.

 

Wat waren voor België de geïdentificeerde verbeterpunten die in overeenstemming tussen de verschillende regeringen waren vastgesteld? Welke van deze punten werden niet gehaald of konden niet gehaald worden door de opstelling van minister Demir? Wat vond u persoonlijk van de uitkomst van de trialoog?

 

02.02  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, op zondag 18 december was de kogel door de kerk voor de hervorming van het Europese emissiehandelssysteem en aanverwante voorstellen uit het Fit for 55-pakket. Er komt een hogere doelstelling voor het bestaande ETS, dat ook uitgebreid wordt naar de scheepvaart. Gratis uitstootrechten worden zeer geleidelijk uitgefaseerd voor de sectoren waarvoor gelijktijdig een koolstofgrensheffing wordt geïnstalleerd.

 

De hervorming die het meeste stof deed opwaaien was echter de beslissing om een tweede ETS op te richten voor verwarmings- en transportbrandstoffen. Daarmee voert de EU de facto een koolstoftaks in op heel haar grondgebied, terwijl de energiecrisis duidelijk heeft aangetoond dat hoge energieprijzen mensen niet richting de transitie duwen, maar veeleer richting transport- en energiearmoede.

 

Er is natuurlijk ook een sociaal klimaatfonds en de verplichting om sociale klimaatplannen op te maken om die negatieve sociale impact van een koolstoftaks gedeeltelijk te compenseren. Dat sociaal klimaatfonds, dat in het initiële voorstel van de Europese Commissie al schromelijk te kort schoot om een sociaal bloedbad te voorkomen, werd echter nog eens met 40 % gekortwiekt. De inkomsten uit dat fonds mogen ook simpelweg niet volledig besteed worden aan directe compensatie. Dus uw plan om alles terug te geven via de klimaatbonus, valt ook in het water.

 

De EU kiest met deze hervorming wederom voor een klimaatbeleid op maat van het grootbedrijf. Terwijl de multinationals hun uitstoot mogen blijven afkopen, krijgt de burger de rekening gepresenteerd. Dit zal mensen dus alleen maar verder in de handen van klimaatsceptici duwen. Hiermee doet de EU dus niet alleen op de asociaalste, maar ook op de meest ineffectieve manier aan klimaatbeleid.

 

Het goede nieuws is dat we dit nog kunnen tegenhouden. Dit akkoord over de ETS-hervorming wordt pas definitief als alle lidstaten hun goedkeuring geven. België kan zich er dus nog tegen verzetten. Vandaar mijn simpele vraag. Zult u zich verzetten tegen deze asociale marktaanpak van het klimaatbeleid en pleiten voor een daadkrachtig Europees klimaatbeleid met bindende uitstootreductienormen voor de grote vervuilers?

 

02.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, inzake Fit for 55 zijn er inderdaad belangrijke akkoorden gesloten. Ik ga graag even in op het ETS.

 

Mevrouw Daems, u zei net dat prijsprikkels niet werken, maar dat is natuurlijk de grootste onzin. Ik heb gisteren de cijfers gezien over de warmtepompboilers in ons land. Vorige maand is de aankoop daarvan verdubbeld, dus zeg alstublieft niet dat prijsprikkels niet werken. Ik ben het volledig met u eens dat wij aandachtig moeten zijn voor de sociale gevolgen daarvan, maar zeggen dat een prijsprikkel niet werkt, is onzin. Wij zien op alle vlakken gebeuren dat mensen wel degelijk gaan nadenken over hun energieverbruik op het moment dat de prijzen veranderen. Dat is niet meer dan normaal. Het is aan ons om erop toe te zien dat zij die achteraan in de rij staan, er niet af vallen. Dat is inderdaad zeer belangrijk.

 

Mevrouw de minister, wat het ETS betreft, deel ik uw mening dat de sociale fondsen daarin zeer belangrijk zijn. Ik heb hierover enkele vragen.

 

Hoe kijkt u naar het akkoord dat is gesloten? Wat was het Belgische standpunt over de verschillende dossiers? Welke maatregelen zal de overheid nemen om het principe van de rechtvaardige transitie – ik weet dat die u ook nauw aan het hart ligt – veilig te stellen? Biedt het Social Climate Fund voldoende garanties voor de financieel kwetsbare huishoudens?

 

02.04 Minister Zakia Khattabi: Ik heb uw vragen over de uitkomst van de trialoog over het ETS, het Sociaal Klimaatfonds en CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism) samengenomen. Er is erg veel te verduidelijken en vaak gaat het over technische materie. Sta me toe dus dat ik bij de hoofdlijnen blijf. In de toekomst kunnen we er echter dieper op ingaan.

 

De uitkomst van de trialoog ligt in de lijn van de verwachtingen. De onderhandelaars zijn geland tussen de positie van de Raad en het Europees Parlement.

 

Par rapport aux propositions initiales de la Commission, nous observons que le niveau d'ambition a été maintenu et parfois même renforcé. Nous devrons néanmoins attendre les prochaines années pour mesurer précisément l'ampleur et les conséquences des résultats de la négociation. Mais les contours définitifs de la politique climatique européenne sont ainsi établis.

 

Het klopt echter dat België tot mijn spijt op een gegeven moment niet meer in staat was om te wegen op de onderhandelingen over de herziening van het emissiehandelssysteem EUETS, met inbegrip van de emissiehandel voor gebouwen en wegtransport, ETS-BRT, en het Sociaal Klimaatfonds. Hoewel we voor ETS-luchtvaart en de uitbreiding naar de maritieme sector op technisch niveau ambitieuze standpunten naar voren konden brengen, bleek het voor het Vlaams Gewest moeilijk eveneens een constructieve houding aan te nemen over de aspecten inzake de industriële en elektriciteitssector of de invoering van een koolstofprijs voor gebouwen en wegtransport. Dat zal er inderdaad toe leiden dat België zich moet onthouden op die twee dossiers wanneer er over de definitieve teksten wordt gestemd.

 

Tegen 2030 moeten de sectoren van het bestaande ETS voor industrie, elektriciteit, luchtvaart en vanaf 2024 scheepvaart hun uitstoot met 62 % reduceren ten opzichte van 2005. Daarnaast zullen de gratis uitstootrechten voor de industrie niet langer zonder voorwaarden worden toegewezen. Vanaf 2024 zal de scheepvaart deel uitmaken van het ETS, met een infaseringsperiode tot 2026. Voor luchtvaart zullen de gratis uitstootrechten sneller worden afgebouwd en eindigen in 2026. Voor de sectoren onder het CBAM is er een afbouwtraject van de gratis emissierechten vanaf 2026, dat in 2029 versnelt. In 2034 zijn er geen gratis rechten meer.

 

L'absence de droits gratuits dans le nouveau système ETS pour les bâtiments et le transport routier (ETS BRT) est justifiée par l'impossibilité pour les bâtiments et les véhicules de se délocaliser de façon permanente en dehors de l'Union européenne, contrairement à la production industrielle. Dès lors, les aspects sociaux du nouvel ETS BRT ne doivent pas être réglés au travers de droits gratuits ou d'une taxe aux frontières, mais par le biais d'un plafond de prix et d'une allocation progressive des revenus.

 

Wat het bestaande ETS betreft, bleef de Vlaamse regering zich verzetten tegen bijvoorbeeld de voorgestelde aanpassing aan het emissietraject en pleitte, met name in de context van REPowerEU, voor het veilen van surplusuitstootrechten zonder daarbij oog te hebben voor de milieu-integriteit van het systeem. Die verzwakking heb ik verhinderd en is ook op Europees niveau door het Parlement verhinderd.

 

Pour répondre à la question relative au niveau d'ambition de l'EU ETS existant, le relèvement de l'ambition à -62 % pour 2030 n'est pas le seul élément important. Au moins tout aussi importantes sont les règles de fonctionnement de la réserve de stabilité du marché (RSM), grâce à laquelle l'excédent des droits d'émissions pourra être retiré plus rapidement du marché. Cela permettra d'atteindre les -62 % avec de très faibles émissions cumulatives. La RSM évite ainsi une importante multiplication des émissions de la Belgique.

 

Het ETS-BRT zal vanaf 2027 in werking treden. Het toepassingsgebied is, naast gebouwen en wegtransport, uitgebreid naar het brandstofgebruik in kleine bedrijven. Bovendien zit in het akkoord onder andere vervat dat in het geval van te hoge energieprijzen, wat ook een van onze bekommernissen was, het nieuwe ETS een jaar later dan voorzien in werking zal treden. Daarnaast zullen er extra rechten worden geveild uit een andere marktstabiliteitsreserve indien de prijs van een uitstootrecht gedurende twee maanden gemiddeld hoger ligt dan 45 euro per ton. Dat betekent dat de koolstofprijs zacht geplafonneerd is op ongeveer 10 cent per liter diesel of huisbrandolie, wat een bescheiden bedrag is.

 

Het Sociaal Klimaatfonds krijgt 65 miljard euro, gespreid over zeven jaar, en zal een jaar voor het ETS-BRT in werking treden, om al op voorhand de impact van de introductie van de koolstofprijs op te vangen en op die manier kwetsbare huishoudens, transportgebruikers en micro-ondernemingen te ondersteunen. Elke lidstaat zal een Sociaal Klimaatplan moeten indienen bij de Commissie, met daarin de maatregelen en investeringen die het van plan is te ondernemen om de gevolgen van de invoering van het ETS-BRT te matigen. Lidstaten zullen deze plannen voor 25 % moeten cofinancieren.

 

Het nieuwe ETS-BRT en het Sociaal Klimaatfonds zijn aan elkaar verbonden, aangezien dit fonds voornamelijk gevoed wordt door inkomsten vanuit het ETS-BRT en de expliciete doelstelling heeft de kwetsbaarsten te beschermen bij het invoeren van de koolstofprijs en hen te ondersteunen om op het prijssignaal in te spelen, met name via klimaatvriendelijke investeringen.

 

Daarom wordt de directe inkomenssteun beperkt, mevrouw Daems. U ziet daarbij echter over het hoofd dat het merendeel van de inkomsten uit de ETS-BRT rechtstreeks naar de lidstaten gaat, dus ook België, met een verdeelsleutel die in het voordeel is van ons land. We zijn vrij om die inkomsten voor sociaal rechtvaardig klimaatbeleid in te zetten. Ik herhaal het nog eens, om een progressieve uitkomst te verkrijgen, zullen we zowel het Sociaal Klimaatfonds als de rest van de inkomsten uit ETS-BRT inzetten om de kwetsbaarsten te ondersteunen.

 

Wat mij betreft, moeten lidstaten dan ook de inkomsten van het nieuwe ETS rechtstreeks en integraal laten terugvloeien naar de burgers en bedrijven op wie het systeem betrekking heeft, met specifieke aandacht en overcompensatie voor de kwetsbaarsten in de eerste twee of drie inkomensdecielen. De inkomsten uit de hogere decielen en van ondernemingen met emissies in het non-ETS, zoals vrachtvervoer of bedrijfsgebouwen, volstaan ruimschoots voor die sociale compensatie om een rechtvaardige transitie veilig te stellen.

 

Par ailleurs, la répartition des moyens du Fonds social pour le climat reflète également une solidarité entre États membres, davantage de moyens étant prévus pour les États membres dont la population est proportionnellement plus vulnérable. C'est une solidarité que je prône et que je défends pleinement depuis longtemps.

 

Nous devons nous soucier de chaque Européen si nous voulons faire de l'Europe le premier continent neutre sur le plan climatique. L'instauration d'un prix du carbone dans les États membres plus pauvres doit les préserver de fortes dépendances au carbone et les mettre davantage sur la voie de la neutralité climatique en 2050. Il importe de souligner également que la Belgique reçoit relativement beaucoup en retour du Fonds social pour le climat en comparaison avec les pays qui l'entourent.

 

Doordat België geen goedkeuring van het ETS-dossier in het vooruitzicht kon stellen, hebben we inderdaad niet kunnen wegen op de eindonderhandelingen. We hadden nochtans, in consensus tussen de vier overheden, elementen geïdentificeerd die meer garanties konden bieden aan exporterende industrieën in het kader van de invoering van het CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism) en om de sociale bescherming bij de invoering van de koolstofprijs voor gebouwen en wegtransport nog te versterken. We hebben die punten echter niet kunnen maken.

 

Burgers en bedrijven moeten weten dat de federale overheid en de andere gewesten alles geprobeerd hebben om wel hun belangen te verdedigen op EU-niveau. De Belgische beslissingsprocedures rond klimaat maken echter dat een neen van de Vlaamse regering België monddood kan maken.

 

Wat uw meer politieke vraag betreft, mevrouw Daems, wil ik u vragen om enigszins consequent te zijn. Langs de ene kant zie ik regelmatig berichten van uw partij verschijnen dat de rijksten de grootste vervuilers zijn. Een heffing op vervuiling is echter blijkbaar asociaal. Het is natuurlijk een van de twee. Als de rijksten de grootste vervuilers zijn en als we ieders vervuiling zullen belasten en de inkomsten aan iedereen teruggeven, dan zal zo'n regeling sociaal en progressief zijn. Dat is simpele rekenkunde.

 

Ik ben het wel met u eens dat koolstofbeprijzing niet de enige motor is van het klimaatbeleid. Normering, zoals die voor nieuwe voertuigen of gebouwen, steun voor investeringen en de uitbouw van infrastructuur en collectieve klimaatoplossingen staan centraal, ook in Fit for 55. 

 

De analyses tonen aan, mijnheer Verduyckt, dat met de evenwichtige mix van beleidsmaatregelen, die nu beslist zijn, de -55 % tegen 2030 op Europees niveau overtroffen zal worden. Met die beslissingen is ook alles klaar om de onderhandelingen over een samenwerkingsakkoord te hervatten. We kennen de doelstellingen, we weten hoe het Europees beleid ons zal helpen om die te bereiken en we kunnen inschatten hoeveel miljarden er naar ons land zullen vloeien om de transitie te ondersteunen. Met goodwill rond de tafel moet het mogelijk zijn om voor de zomer en ten laatste voor de volgende klimaattop een politiek akkoord te bereiken.

 

02.05  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, dank u voor een heel duidelijk antwoord.

 

Ik ben het met u eens: het is goed dat de klimaatdoelstellingen voor de zware industrie en de elektriciteitssector flink werden verhoogd en dat ook de vervuilende scheepvaart net als de afvalsector eindelijk zal moeten betalen voor hun klimaatvervuiling. Het is goed dat Europa die doelstellingen ambitieuzer heeft gemaakt.

 

Ik meen dit echter ook in uw antwoord te kunnen horen: de inspanningen voor kwetsbare gezinnen moeten veel hoger. Ik hoor dat bij u, maar ook bij mijn Europese collega Sara Mathieu, die er in het Europees Parlement heel hard voor ijvert om die kwetsbare gezinnen niet te laten achterblijven in die strijd. Net als zij lig ik ook wakker van mensen die moeten kiezen tussen eten of verwarmen. Dat zijn dingen waar mijn partij en u als minister duidelijk de kant van de kwetsbaarsten kiezen. Daarom is het goed dat u nogmaals benadrukt dat de extra inkomsten uit het ETS moeten terugvloeien naar de kwetsbaarsten. We moeten veel meer geld vrijmaken voor klimaatinvesteringen en die bal ligt nu in het kamp van de lidstaten, en zeker ook in het kamp van Vlaanderen, dat zijn sociale investeringen eindelijk zou moeten opkrikken. Laten we hopen dat de Vlaamse regering daar de nodige ambitie zal tonen en de kwetsbaarsten niet achterlaat in de nodige strijd tegen klimaatverandering.

 

02.06  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. U verdedigt in uw antwoord de ETS-hervorming.

 

Dat verrast mij eigenlijk niet, want uw beleid heeft zich immers van in het begin ingeschreven in een liberale marktaanpak. U verwijt ons inconsequentie in onze standpunten rond koolstoftarifering en koolstofongelijkheid, maar u vergeet daarbij wel één zaak. Het principe dat de vervuiler betaalt, komt voor de rijken neer op de praktijk dat de betaler mag blijven vervuilen, terwijl de burger dan weer hard in de buidel wordt getroffen voor zijn veel kleinere uitstoot, die hij niet kan vermijden. De overheid investeert immers amper in betaalbare alternatieven op het vlak van energie en transport.

 

U bent heel voluntaristisch om al die inkomsten van de koolstoftaks aan de mensen terug te geven, maar u vergeet wel dat de federale overheid daarvan slechts een miniem deel krijgt. Bij een ongeveer gelijkblijvende burden sharing gaat het om ongeveer 9 %, wat peanuts is.

 

Beleid dat sociaal gecorrigeerd moet worden, is gewoon slecht beleid. Een daadkrachtig klimaatbeleid dat de grote vervuilers aanpakt en de huishoudens helpt om de klimaatswitch te maken met publieke alternatieven, dat is het beleid dat wij van u willen zien en dat hebben we tot nog toe nog niet gezien.

 

02.07  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, bedankt voor de informatie. Ik ben het met u eens dat meerdere maatregelen nodig zijn dan enkel het ETS-systeem, dat nu uitgebreid wordt waar dat nuttig en nodig is. Het CBAM is op zich ook een principe dat absoluut te verdedigen valt. ETS is absoluut geen ideaal systeem, maar het heeft zeker wel impact. In de inleiding van mijn vraag zei ik al dat prijsprikkels wel degelijk helpen.

 

Ik hoor de kritiek van de PVDA, maar ik hoor geen alternatief. Men kan niet op straat "act now" staan roepen en "doe nú iets", maar vervolgens geen alternatieven voorstellen. Bestaande systemen waarvan we weten dat ze wel degelijk impact hebben, kunnen niet zomaar aan de kant geschoven worden.

 

Als de huidige energiecrisis ons één ding geleerd heeft – uiteraard is die erg voor onze gezinnen en erg voor onze economie –, dan is het wel dat iedereen vandaag de belangrijke waarde van energie beseft en weet dat we spaarzaam moeten zijn.

 

Daarnet hoorde ik de stelling verkondigen dat prijsprikkels niet werken. Welnu, ik heb de cijfers nog eens nagekeken. Van augustus tot november 2022 is, vergeleken met het jaar voordien, het gasverbruik in België gedaald met 17 % en het elektriciteitsverbruik met 10,7 %. Dat komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het verbruik is net vanwege de prijzen gedaald, omdat we vandaag in een energiecrisis zitten.

 

Het klopt wel dat we oog moeten hebben voor de gezinnen met een beperkt inkomen. Hier wordt gedaan alsof dat niet gebeurt, terwijl deze federale regering één miljoen gezinnen beschermt met het sociaal tarief. Vaak wordt een vergelijking gemaakt met Frankrijk, maar in Frankrijk bestaat er niet zoiets als een sociaal tarief. Die vergelijking gaat dus niet op.

 

De sociale fondsen moeten inderdaad worden ingezet. Welnu, ik hoop dat Vlaanderen uw boodschap hoort, mevrouw Daems. Ik hoor namelijk dat Vlaanderen ervoor gepleit heeft om nog eens een surplus aan uitstootrechten de lucht te laten invliegen. Als ik zie hoe Vlaanderen omgaat met het openbaar vervoer, in casu De Lijn, en met een verouderd energieverdrag, dan durf ik mij soms af te vragen of men in de Vlaamse regering wel een minister van Klimaat heeft.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De uitkomst van de COP27 en de noodzaak van een uitfaseringsplan voor fossiele brandstoffen" (55033035C)

03 Question de Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le résultat de la COP27 et la nécessité d'un plan d'abandon progressif des combustibles fossiles" (55033035C)

 

03.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, de uitkomst van de COP27 op het vlak van mitigatie was ronduit teleurstellend. In de plaats van stappen vooruit te zetten, heeft men zelfs veel energie moeten steken in de verdediging van de status quo. Dit had misschien voor een stuk vermeden kunnen worden door een andere tactiek te hanteren. U had op de COP27 een belangrijke rol te spelen als hoofdonderhandelaar mitigatie voor de EU. Het voorstel van de EU om elk land te verplichten zijn uitstoot te pieken tegen 2025 in ruil voor het loss-and-damagefonds, heeft kwaad bloed gezet in het Zuiden. Natuurlijk moet de wereldwijde uitstoot globaal pieken tegen 2025, daar ga ik volledig mee akkoord. 1,5 °C doodverklaren is gewoon geen optie als we een veilige toekomst willen verzekeren voor de werkende klasse in België en in de wereld. De verantwoordelijkheid om die uitstoot op tijd te doen pieken, ligt bij de landen die vandaag verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van de uitstoot, inclusief de consumptie-uitstoot. Men kan moeilijk zeggen tegen Afrika dat slechts verantwoordelijk is voor 4 % van de historische uitstoot, dat zij zich niet meer mogen ontwikkelen. Zouden we misschien wel vooruitgang geboekt hebben op mitigatie, als de EU haar voorstel eerder geformuleerd zou hebben vanuit het principe van common but differentiated responsibilities?

 

Daarnaast had ik ook graag geweten op welke manier u de druk van de fossiele lobby ervaren hebt op de COP27. Wat hebt u gedaan om die druk tegen te werken in de onderhandeling van de eindconclusies van die top? Hoe is het gebeurd dat de EU het achterpoortje low-emission energy heeft laten passeren in de covertekst? In feite is het simpel: we moeten zo snel mogelijk af van fossiele brandstoffen om de klimaatcrisis op te lossen. Na 27 VN-klimaattoppen worden er echter slechts ministapjes in die richting gezet. Het initiatief voor een non-proliferatieverdrag voor fossiele brandstoffen zou daarop een antwoord kunnen bieden. Dat stelt duidelijk wat we moeten doen. We moeten stoppen met nieuwe bronnen van fossiele brandstoffen te zoeken en aan te snijden. De bestaande productie van fossiele brandstoffen moeten worden uitgefaseerd. Bovendien moet er een snelle en rechtvaardige transitie naar hernieuwbare energie komen. U hebt op het internationale toneel al sympathie getoond voor dat initiatief. Zal u er binnen de regering en binnen België voor pleiten om dit non-proliferatieverdrag voor fossiele brandstoffen te steunen tegen de volgende COP?

 

03.02 Minister Zakia Khattabi: Mevrouw Daems, we hadden inderdaad graag een beter resultaat gezien inzake mitigatie op de COP 27. De EU heeft zich hard ingezet om het Glasgowacquis te behouden en om een ambitieus mitigatiewerkprogramma op te zetten.

 

De andere twee elementen die de EU in de context van de onderhandelingen over de coverbeslissing naar voren had geschoven, waren een verwijzing naar de noodzaak om de globale emissies te doen pieken tegen 2025, om de 1,5°C binnen bereik te houden, en de noodzaak voor het uitfaseren van fossiele brandstoffen.

 

Ik wil hier graag verduidelijken dat de EU op geen enkel moment van alle landen een engagement gevraagd heeft opdat de emissies van elk land zouden pieken tegen 2025. Wat ter bespreking voorlag, was inderdaad het pieken van de globale emissies. Dit is gebaseerd op de scenario’s die onderzocht zijn door het IPCC in het recent gepubliceerde zesde evaluatierapport. Het opnemen van deze boodschap in de coverbeslissing zou een sterk politiek signaal geweest zijn.

 

In Sharm-el-Sheikh werd voor het eerst een sectie Energie aan de coverbeslissing toegevoegd. Dat is een stap voorwaarts, maar deze tekst is inderdaad een compromis, dat bovendien op een weinig transparante manier tot stand kwam. Het is duidelijk dat wij hier graag verder hadden willen gaan en liever geen ambigue verwijzing naar low-emission energy hadden gezien. De EU heeft ervoor gekozen het op sommige vlakken onbevredigende compromis in Sharm-el-Sheikh te ondersteunen om het multilaterale proces niet te verzwakken.

 

Ikzelf en de Belgische delegatieleden zijn niet rechtstreeks benaderd geweest door vertegenwoordigers van de fossiele lobby, maar net zoals u, heb ik vernomen dat zij in groten getale aanwezig waren en zeer actief waren in Sharm-el-Sheikh. Ze hebben daar ongetwijfeld in de eerste plaats de delegaties benaderd die oog en oor hebben voor hun boodschap.

 

U geeft zeer terecht aan dat we op termijn af moeten van fossiele brandstoffen. Dat was het tweede element dat de EU graag in de coverbeslissing van Sharm-el-Sheikh opgenomen had gezien. U herinnert zich ongetwijfeld dat in Glasgow een eerste signaal in die richting gegeven werd, meer specifiek met betrekking tot het verminderen van elektriciteitsproductie op basis van steenkool zonder koolstofopvang en het uitfaseren van subsidies op fossiele brandstoffen. Deze elementen werden herhaald in de coverbeslissing, maar het was niet mogelijk om deze keer verder te gaan. Ik zal er binnen de EU zeker voor pleiten om dit terug op tafel te leggen op de COP28.

 

Ik ben het eens met de doelstelling van de initiatiefnemers voor een non-proliferatieverdrag voor fossiele brandstoffen. We streven dezelfde doelstelling na onder de UNFCCC.

 

03.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, de klimaattransitie zal rechtvaardig zijn of zij zal niet zijn. Dat geldt zowel op nationaal als op internationaal niveau. Landen als België die een groot aandeel hebben in de historische broeikasgasuitstoot, moeten hun economie sneller koolstofvrij maken dan landen die historisch minder hebben bijgedragen aan de klimaatopwarming. Het is in het belang van de werkende klasse hier en in het Zuiden dat wij werk maken van de omschakeling van onze economie van fossiel naar hernieuwbaar, maar dat kan niet op eender welke manier gebeuren. In plaats van dat over te laten aan de markt, moet er een degelijk plan zijn om de werkende klasse zonder kleerscheuren te begeleiden van de fossiele naar de groene economie en ze toegang te geven tot duurzame alternatieven die bijdragen aan haar levenskwaliteit.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De uitkomst van de COP15 voor de biodiversiteit en de vertaalslag naar Belgisch beleid" (55033036C)

- Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het akkoord van 19 december 2022 op de COP15 over de biodiversiteit in Montreal" (55033044C)

- Barbara Creemers aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De COP15 over de biodiversiteit" (55033078C)

- Séverine de Laveleye aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De COP15 en de nationale biodiversiteitsstrategie van België" (55033175C)

04 Questions jointes de

- Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le résultat de la COP15 pour la biodiversité et sa transposition dans la politique belge" (55033036C)

- Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "L'accord conclu le 19 décembre 2022 lors de la COP15 sur la biodiversité à Montréal" (55033044C)

- Barbara Creemers à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La COP15 sur la biodiversité" (55033078C)

- Séverine de Laveleye à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La COP15 et la stratégie nationale de la Belgique en faveur de la biodiversité" (55033175C)

 

04.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, op 19 december werd op de COP15 voor de biodiversiteit in Montreal een wereldwijd kader voor het biodiversiteitsbeleid van dit decennium aangenomen. Het akkoord werd al snel als historisch bestempeld, maar wordt vanuit de milieubeweging ook bekritiseerd wegens het ontbreken van concrete maatregelen en financiële middelen.

 

Er werd overeengekomen om 30 % van het wereldwijde land- en zeeoppervlak te beschermen tegen 2030. Dat is op zich een goede zaak, maar er werden geen concrete afspraken gemaakt over wat die bescherming in de praktijk precies inhoudt. Verder zijn er ook geen afspraken over de verdeling van die 30 % tussen de verschillende landen van de wereld. Ieder land doet in feite wat het wil. Voor het duurzame beheer van de overige 70 % is er geen enkele garantie. Ook voor natuurherstel zijn er geen bindende doelstellingen.

 

Hoeveel van ons land- en zeeoppervlak zal België beschermen en wat zal die bescherming inhouden?

 

Hoe zult u het duurzame beheer van de biodiversiteit in de niet-beschermde gebieden garanderen?

 

Hoe moet de nationale biodiversiteitsstrategie van België er volgens u uitzien en wat zal de federale overheid daaraan bijdragen?

 

Daarnaast zijn er op de top ook afspraken gemaakt over biodiversiteitsfinanciering van het Noorden aan het Zuiden. Dat zou gaan om 20 miljard dollar per jaar tegen 2025 en 30 miljard per jaar tegen 2030. Dat blijft er volgens onderzoek nog altijd een financieringskloof over van 700 miljard per jaar.

 

Welke bijdrage zal België leveren aan de financieringsdoelstelling die werd afgesproken? Komt die bijdrage boven op het budget voor ontwikkelingssamenwerking?

 

Kunt u al meer details geven over het financieringsplan dat u volgens uw beleidsnota zou opstellen op basis van de uitkomst van de COP15?

 

04.02  Kurt Ravyts (VB): Op 19 december 2022 bereikte de internationale gemeenschap in Montreal een akkoord over een mondiaal kader voor de bescherming van de biodiversiteit. Volgens u, mevrouw de minister, moest Montreal voor biodiversiteit zijn wat Parijs was voor het klimaat: het begin van een ambitieuze en gecoördineerde samenwerking voor de bescherming en het herstel van de wereldwijde biodiversiteit. U was tevreden over het akkoord en schoof als voorbeeld de aanname van de 30x30-doelstelling naar voren.

 

Kunt u verslag uitbrengen van wat u in Montreal hebt gezegd en gedaan? Wat waren de belangrijkste Belgische insteken en inbreng? Wat is uw reactie op de belangrijkste onderdelen van het akkoord? Aansluitend op de concrete vragen van collega Daems, wat betekent het akkoord voor de Belgische implementatie in de meest brede zin: regelgeving, wetgeving, federale biodiversiteitstrategie en Belgische bijdrage aan de financieringsdoelstellingen?

 

04.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, we waren samen in Montreal toen dat historische akkoord werd gesloten. We hebben net afgesproken dat we met Ines Verleye tijdens een hoorzitting of een gedachtewisseling in detail zullen bekijken wat daar werd beslist en hoe dat stand is gekomen. Het was uniek om gade te slaan hoe hard de Belgische ploeg daar heeft gewerkt om de Europese stem waarmee wij spraken, zo ambitieus mogelijk te laten klinken.

 

Hoe staat u tegenover dat akkoord dat – het mag hier gezegd worden – mee door uw onderhandelen tot stand is gekomen? U hebt daar toch een belangrijke rol bij gespeeld.

 

Waar denkt u dat de kansen voor biodiversiteit in België liggen met dit akkoord? Laten we eerlijk zijn: toen we vertrokken, hadden we niet gedacht dat dit er uiteindelijk uit zou komen.

 

We weten nu dat we een gedachtewisseling met Ines Verleye zullen hebben. Ziet u daarna nog een rol weggelegd voor het Parlement of deze commissie bij het opstellen van die federale of interfederale biodiversiteitsstrategie? Hebt u al gesproken met de bevoegde ministers van de deelstaten? Hoe ziet u dat verder om zo snel mogelijk na de COP hiermee aan de slag te gaan, zoals afgesproken?

 

04.04  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, la COP15 sur la biodiversité de Montréal a été, dans une large mesure, un succès en démontre l’accord trouvé sur la protection, d'ici à 2030 de 30 % des terres, des zones côtières et des eaux intérieures de la planète. Cet objectif est salué comme l’équivalent de l’objectif de 1,5°C de l’accord de Paris sur le climat.

 

Le Cadre mondial de la biodiversité (CMB) de Kunming-Montréal, décliné en 23 cibles d’actions à atteindre d’ici 2030, poursuit 4 objectifs :

 

(1) L’arrêt de l’extinction des espèces menacées par l’homme et la diminution par dix du taux d’extinction de toutes les espèces d’ici à 2050.

 

(2) L’utilisation et la gestion de la biodiversité de manière durable.

 

(3) Le partage équitable d’avantages découlant de l’utilisation des ressources génétiques.

 

(4) L’accessibilité des moyens techniques et financiers pour la mise en œuvre du Cadre mondial à toutes les parties, en particulier aux pays les moins avancés et aux petits États insulaires en développement.

 

Plusieurs défis demeurent néanmoins. Tout d’abord, l’accord n’apporte aucune garantie d’interdiction des activités nuisibles dans les zones protégées. Par ailleurs, les montants annoncés (20 milliards de dollars par an jusqu’en 2025, puis 30 milliards de dollars par an jusqu’en 2030) ne sont pas suffisants, sachant que les NU estiment que pour éviter l’effondrement de la biodiversité, nous avons besoin d’un montant estimé à 660 milliards d’euros par an d’ici 2030. Enfin, les observateurs soulignent un part importante de greenwashing dans l'accord, avec la mise en avant de plusieurs fausses solutions poussées par les secteurs industriels.

 

Chaque pays doit maintenant mettre à jour sa stratégie, et ce avant la COP16 de 2024.

 

La Coalition belge pour la biodiversité, qui regroupe les sept plus grandes organisations travaillant sur la biodiversité dans notre pays, voit trois grandes priorités dans ce plan : réduire l’impact de notre consommation et de notre production sur la biodiversité mondiale et, sur notre propre sol, elle doit mieux protéger ses zones les plus précieuses et restaurer radicalement la nature afin que tous les habitant·es puissent vivre et prospérer dans un environnement sain.

 

Mes questions sont les suivantes :

- quand la Belgique sera-t-elle en mesure de déposer son cadre national pour la biodiversité ? Selon quelle procédure ?

- quelles en seront les grandes lignes ?

- un plan de financement est-il prévu ?

 

Merci.

 

04.05  Zakia Khattabi, ministre: Tout d'abord, je voudrais confirmer et saluer le travail effectué par l'équipe d'experts belges, à la tête de laquelle on trouve effectivement Mme Verleye. Je voudrais confirmer publiquement ma gratitude, confirmer le fait que, heureusement, les administrations ne suivent pas le politique et relever l'excellente collaboration entre l'échelon fédéral et les entités fédérées. Les membres de l'équipe sont connus pour la qualité de leur expertise et pour leur collaboration. Je tenais ici à les remercier sincèrement et saluer l'initiative d'auditionner Mme Verleye sur les enjeux à Montréal.

 

Een van de impliciete doelstellingen van de COP15 (Conference of the Parties) en de MOP’s (Meeting of the Parties) bij het Carthagena- en Nagoya-protocol was om eindelijk de nodige wereldwijde politieke aandacht te krijgen en op urgente wijze politieke beslissingen te nemen om het mondiale dramatische biodiversiteitsverlies te stoppen en om te keren. Uw vele vragen tonen alvast aan dat de politieke aandacht groter is.

 

De COP15 bij het Verdrag inzake Biologische Diversiteit die vorige maand plaatsvond in Montreal was voor mezelf, de Belgische experts, administraties en instituten dan ook al vele jaren een topprioriteit. Het is uiterst jammer dat de COP15 door de covidpandemie twee jaar werd uitgesteld, maar het is dankzij de jarenlange tomeloze inzet, de enorme expertise en kennis en het teamwork van de Belgische experts dat België sterk heeft kunnen wegen op de Europese standpunten. Ook tijdens de intense onderhandelingen in Montreal, zowel vóór als tijdens de COP/MOP’s heeft België op verschillende vlakken een cruciale rol gespeeld op Europees en internationaal niveau.

 

Zeer snel na de start van het High Level Segment op 15 december heb ik de eer gekregen om namens de Europese Unie te onderhandelen over het global package en capacity building.

 

Naast de Belgische en Europese coördinatievergaderingen en de internationale onderhandelingen heb ik ook deelgenomen aan verschillende side-events en ontmoetingen, waaronder: een ministeriële samenkomst van de High Ambition Coalition to End Plastic Pollution; een ministeriële samenkomst met de Blue Leaders over de 30x30-doelstelling en de creatie van mariene beschermde gebieden; de persconferentie van de High Ambition Coalition for People and Nature; een ontmoeting met verschillende VN-vertegenwoordigers waaronder mevrouw Inger Andersen, Under-Secretary-General of the United Nations and Executive Director of the UN Environment Programme en mevrouw Amina J. Mohammed, Deputy Secretary-General of the United Nations and Chair of the United Nations Sustainable Development Group en een ministeriële ontmoeting over het DRC Forest Package.

 

In opvolging van de high level-ontmoeting op de COP27 in Egypte inzake het 10-puntenplan voor biodiversiteitsfinanciering, wou ik graag opnieuw deelnemen aan de high level-ontmoeting tijdens de COP15, maar door mijn aanstelling als EU-onderhandelaar was ik uiteindelijk verhinderd. Hetzelfde geldt voor mijn deelname aan de rondetafel georganiseerd door de Verenigde Naties over BIOFIN.

 

Je salue le texte adopté en décembre, qui est un vrai game changer dans les politiques internationales en matière de biodiversité, et qui implique la participation de tous les États parties à sa mise en oeuvre et à l'atteinte de ses objectifs communs. Le cadre mondial venant d'être adopté, la Belgique va travailler à la répartition, mais également aux mesures les plus efficaces à mettre en place pour atteindre les objectifs fixés, les compétences belges étant partagées, comme vous le savez.

 

De impact van het Kunming-Montreal-biodiversiteitsakkoord voor België en de werkzaamheden met betrekking tot het opstellen van een nieuwe nationale biodiversiteitsstrategie worden opgevolgd binnen het Belgische CCIM-expertennetwerk en op politiek niveau binnen de interministeriële conferentie Leefmilieu.

 

Aujourd’hui, la Belgique compte 14,6 % de territoires terrestres protégés et 36,8 % de territoires marins.

 

Ce processus est également lié à la proposition de la Commission européenne pour la restauration de la nature. Les discussions sont actuellement en cours au sein du Conseil de l'Europe, et la Belgique est en train d’élaborer sa position, à l'instar des autres États membres. La proposition est ambitieuse, et je plaide pour maintenir ce niveau élevé si nous voulons atteindre notre objectif de vivre en harmonie avec la nature d'ici 2050.

 

Le principe de non-détérioration inclus dans la proposition sera un élément crucial dans la conservation et la protection de la biodiversité. La Belgique devra donc concilier les deux processus lors de l’élaboration de sa stratégie nationale afin de contribuer au mieux à l’Objectif 30x30 et d’optimiser les synergies. Les zones non protégées présentent également un énorme potentiel pour la biodiversité, et il est crucial d’assurer une utilisation durable des ressources dans ces zones. La restauration de la nature nécessite du temps et est plus coûteuse que la conservation et l’utilisation durable en amont.

 

La proposition de restauration de la Commission européenne comporte un atout non négligeable en ce sens qu’elle va au-delà des zones protégées et contribuera à la conservation de la biodiversité dans ces zones également. À titre d’exemple, le fédéral contribue à la dynamique au travers de son projet BiodiversiScape en intégrant la biodiversité dans les paysages et le bâti de ses domaines – toitures vertes, promotion du réseau vert-bleu, installations de structures favorables aux pollinisateurs, gestion adaptée, etc. Nous travaillerons également avec les Régions afin de renforcer les synergies.

 

Nous voulons également mobiliser la société et encourager tout un chacun à s’engager à son échelle dans la protection, la conservation et l'utilisation durable de la biodiversité. Nous avons donc lancé, avec nos collègues régionaux, l’initiative Belgian Biodiversity Alliance, qui permet à chacun de contribuer à la réalisation des objectifs de l’Alliance.

 

Conformément aux engagements pris à Montréal, nous collaborerons avec tous les acteurs impliqués dans la révision de la stratégie de biodiversité nationale et l'élaboration d'un plan "biodiversité finance" avant la prochaine COP en 2024.

 

Ik hoop dat alle Belgische actoren in de toekomst goed zullen blijven samenwerken om de ambitie die België op COP15 nastreeft, ook concreet vorm te geven in België, in Europa en wereldwijd. In die zin stel ik voor om, indien het Parlement daarmee instemt, op een later moment een meer uitgebreide toelichting te geven over het proces, de beslissingen en de implementatie van het Kunming-Montrealakkoord voor biodiversiteit.

 

04.06  Greet Daems (PVDA-PTB): Bedankt voor uw antwoord en voor de verduidelijking. We rekenen er alvast op dat België de uitkomsten van de COP15 vertaalt in concrete maatregelen doorheen alle beleidsdomeinen.

 

Er moet worden gewerkt aan de afbakening van hoogbeschermde gebieden op land en zee, met uitsluiting van schadelijke activiteiten. Daarnaast moet verder biodiversiteitsverlies aan banden gelegd worden door schadelijke praktijken uit te faseren. Met de productnormen en het pesticidenbeleid hebt u daarvoor belangrijke hefbomen in handen. Er moet verder een concreet plan komen voor natuurherstel.

 

Ik kijk uit naar een ambitieuze Belgische biodiversiteitsstrategie met de nodige budgetten, en hoop in uw financieringsplan ook de nodige publieke en bijkomende middelen te vinden voor internationale biodiversiteitsfinanciering.

 

04.07  Kurt Ravyts (VB): Het is vanzelfsprekend dat we in volgende hoorzittingen een bredere scope krijgen op de beslissingen van Montreal. Ik erken graag dat u als onderhandelaar van de Europese Unie een belangrijke rol hebt gespeeld. Ik ben u trouwens ook erkentelijk dat u in de vroege uurtjes van de dag nog naar de Kamer kwam om te debatteren, als was het alleen met mij.

 

Binnen de interministeriële conferentie Leefmilieu kan er inderdaad meer worden bereikt dan op het vlak van het klimaat. We hebben een Vlaamse minister die biodiversiteit genegen is, al is het natuurlijk voor sommige krachten in dit land nooit genoeg, denk maar aan de bebossing, enz. Ik kijk ook uit naar wat er uiteindelijk komt rond het Belgische biodiversiteitsplan. De termen zijn hier gevallen: productnormering en natuurherstel. Dat zijn natuurlijk allemaal belangrijke punten. We volgen dit verder op.

 

04.08  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Ik sluit mij heel graag aan bij de complimenten die u gaf aan de ploeg onder leiding van Ines Verleye. Dat team heeft geleerd dat men wel degelijk tot een consensus kan komen, zelfs met 196 landen rond de tafel. Ze hebben ongelooflijk hard gewerkt, niet alleen tijdens de periode in Montreal, maar ook voorafgaand.

 

Misschien is het wel goed om aan mevrouw Verleye tijdens haar komst te vragen wat de insteek van haar ploeg is om dit werkelijk te implementeren. U zegt terecht dat het misschien goed is dat zij niet altijd de politiek volgen, want ze hebben een heel ambitieus standpunt vertegenwoordigd en uitgewerkt en Europa daarin meegetrokken. Misschien kan men overwegen om samen met die ploeg te werken aan de implementatie, met hun inzichten, zodat men uiteindelijk niet anders zal kunnen dan ambitieuze politieke knopen door te hakken.

 

Ik hoor u graag zeggen dat we in 2050 in harmonie moeten leven met de natuur. Daar moeten we nu de eerste stappen voor zetten, en u weet dat Ecolo-Groen hier keihard aan wil meewerken.

 

04.09  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, ma réplique portera sur trois points.

 

Comme cela a déjà été dit, la délégation belge a fait un excellent travail. Avec vous et avec la présence de la ministre wallonne de l'Environnement, Mme Céline Tellier, la Belgique a été largement représentée. Elle a été un maillon important de cet accord.

 

Par ailleurs, il est intéressant de constater que cet accord a abouti alors qu'il est très ambitieux. Tant au niveau belge qu'au niveau européen, il y avait une sorte de consensus pour dire que la biodiversité est très importante. Mais c'est maintenant que l'on va se rendre compte si c'est réellement le cas. Je pense notamment à trois dossiers sur lesquels nous voudrions que ceux qui ont salué l'accord se montrent à la hauteur. Ainsi, pour ce qui concerne le dossier des pesticides, l'Europe et les Nations Unies demandent que l'usage de ceux-ci soit diminué de 50 % d'ici 2030. Pour ce qui concerne la Belgique, il est probablement question de plus de 50 %. Pourtant, on bloque sur cet enjeu, y compris au niveau fédéral. Il y a aussi le dossier de l'exploitation minière en haute mer. Il y a une pression importante actuellement pour commencer à faire les mêmes types de ravages en haute mer que ceux qui ont été faits sur la terre. Or, il est bien question d'enjeux de biodiversité. Il y a également un autre dossier qui relève peut-être moins du fédéral, à savoir le dossier "Stop Béton". Je voudrais que toutes les personnes qui délivrent des permis pour construire et construire encore dans les espaces verts qui restent en Belgique se posent la question de la biodiversité. J'entends qu'en Flandre, la ministre de l'Environnement soutient la biodiversité, ce dont je me réjouis. Mais la Flandre fait partie des mauvais élèves en matière d'usage de pesticides, par exemple.

 

J'en arrive au dernier élément qui est très important pour les écologistes, à savoir la question du financement. Il n'est pas ici seulement question du financement intrabelge, mais aussi du financement international. Les pays du Sud ont été très clairs sur le fait qu'on ne peut pas attendre d'eux des prouesses en termes de préservation de leurs espaces, s'ils ne sont pas accompagnés financièrement. C'est un peu le même enjeu que celui de la COP27 pour le climat. Il va falloir que la Belgique se montre ambitieuse et à la hauteur de sa responsabilité en soutenant les efforts des pays du Sud.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Greet Daems aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het SINTEF-rapport over circulaire economie en kritische mineralen voor de energietransitie" (55033037C)

05 Question de Greet Daems à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le rapport SINTEF sur l'économie circulaire et les minéraux critiques pour la transition énergétique" (55033037C)

 

05.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, de energietransitie brengt een belangrijke vraag naar mineralen met zich mee. De verzoening van een duurzaam energiesysteem met een duurzaam materiaalgebruik is een van de belangrijkste milieuvraagstukken van het decennium. Daar gebeurt uiteraard onderzoek naar. Op 28 november 2022, de dag dat wij u hier het laatst gezien hebben, in het kader van uw beleidsnota, is daarover een belangrijk rapport uitgekomen van de onafhankelijke onderzoeksinstelling SINTEF.

 

Door in te zetten op nieuwe technologieën waarvoor minder kritieke mineralen nodig zijn, kan volgens het rapport de totale vraag naar nikkel, mangaan, kobalt, koper, platinum, lithium en zeldzame aardmaterialen van nu tegen 2050 met 30 % worden verminderd. Recycling kan die vraag nog eens reduceren met 10 % en circulaire economische modellen met 18 %. Zo kunnen wij met de gepaste beleidskeuzes 58 % van de vraag naar kritieke mineralen tegen 2050 elimineren. Dat impliceert ook dat aan de overgebleven vraag in volle energietransitie perfect kan worden tegemoetgekomen met bevestigde, technisch levensvatbare mineralenreserves op land en dat er dus totaal geen nood is om de diepzee open te gooien voor mijnbouw. Dat is goed nieuws, want diepzeemijnbouw zou voor onherstelbare schade aan de biodiversiteit zorgen en zou de klimaatcrisis verergeren door het vrijkomen van koolstof opgeslagen in de zeebodem.

 

Het rapport komt er op een moment waarop België een beslissende rol heeft om op internationaal niveau het debat rond kritieke mineralen te doen kantelen richting circulaire economie of diepzeemijnbouw. België is binnen de ISA-raad trekker van de werkgroep die een scenario voorbereidt voor als er geen mining code is halverwege dit jaar, vandaar enkele vragen.

 

Zult u er binnen de regering voor pleiten dat België zich aansluit bij buurlanden Frankrijk en Duitsland die oproepen tot een internationaal moratorium op diepzeemijnbouw? Daarvoor werd vanmorgen nog actiegevoerd voor uw kabinet.

 

Welk gevolg zult u geven aan de beleidsaanbevelingen van het SINTEF-rapport? Welke acties zult u ondernemen om de nodige circulaire economische modellen en nieuwe technologieën te introduceren om de vraag naar kritieke mineralen voor de energietransitie te minimaliseren?

 

05.02  Zakia Khattabi, ministre: Chère collègue, je tiens à signaler que ma position dans ce dossier est connue et que la mobilisation était adressée au collègue en charge du dossier, M. Van Quickenborne, et pas à moi, bien que j'aie eu des contacts depuis le début.

 

Het bereiken van koolstofneutraliteit in 2050, het stoppen van vervuiling, het beëindigen van het wereldwijde biodiversiteitsverlies en de transitie naar duurzame productie- en consumptiepatronen zijn inderdaad de belangrijkste milieuvraagstukken van het decennium en zijn zeer sterk met elkaar gelinkt.

 

Wat diepzeemijnbouw betreft, is 2023 een belangrijk jaar. Zowel op internationaal als op nationaal niveau zijn er belangrijke ontwikkelingen. Vandaag weten wij dat diepzeemijnbouw ernstige risico's met zich kan meebrengen voor mariene diversiteit, voor de fragiele ecosystemen in de diepzee en voor het klimaat, aangezien de oceanen een belangrijk koolstofreservoir zijn. Er zijn ook grote risico's op sociaal-economisch vlak. Om de toedracht en omvang van die risico's in kaart te brengen, is er nog meer bijkomende fundamentele wetenschappelijke kennis nodig over de diepzee, over wisselwerkingen in de oceanen, over de mogelijke milieu-, klimaat- en sociale effecten ervan en over de mogelijkheden om mogelijk nefaste gevolgen van diepzeemijnbouw te vermijden.

 

Daarom pleit ik voor veel voorzichtigheid. In uitvoering van het federaal regeerakkoord en de resolutie van het Parlement pleit ik voor meer onderzoek, de verdere uitbouw van wetenschappelijke kennis en het in kaart brengen en bestuderen van alle mogelijke ecologische, sociale en economische gevolgen vooraleer met diepzeemijnbouw wordt gestart. Dat is een toepassing van het voorzorgsbeginsel.

 

Het is zeer belangrijk dat we eveneens maatregelen nemen om de vraag naar kritieke materialen te beperken. In het kader van Belgium builds back circular is daarom een oproep gelanceerd voor innovatieve projecten voor de circulaire economie. Specifieke aandacht gaat naar de ontwikkeling van systemen voor opwekking en opslag van hernieuwbare energie die minder of geen gebruik maken van kritieke materialen.

 

Ik werk ook aan een wetsontwerp ter bevordering van het herstel en de levensduur van elektrische apparaten. Dat zal tegengaan dat we grondstoffen verliezen door voortijdige afdanking van apparaten.

 

Daarnaast zijn er op mijn initiatief middelen vrijgemaakt voor de oprichting van een kenniscel grondstoffen bij het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling. Die kenniscel heeft als opdracht beleidsaanbevelingen te formuleren rond hoe we de vraag naar kritische grondstoffen kunnen verlagen.

 

05.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. Voor alle duidelijkheid, uw kabinet en dat van de Noordzee zitten in hetzelfde gebouw. Als minister van Leefmilieu bent u toch ook bij dat dossier betrokken. Het SINTEF-rapport geeft duidelijk de richting aan: om de energietransitie te verzoenen met een duurzaam materiaalgebruik, moeten we volop de kaart van de circulaire economie trekken. Met praktijken als diepzeemijnbouw verleggen we enkel de grenzen van de lineaire economie, met alle schadelijke gevolgen van dien.

 

U deelt die analyse, maar aarzelt om zich duidelijk uit te spreken over een moratorium. Dat is opmerkelijk. België heeft zich er op de COP15 toe verbonden om waardevolle ecosystemen op zee te beschermen. Heel veel van de zones waar men aan diepzeemijnbouw wil doen, omvatten unieke ecosystemen van onschatbare waarde. Het is tijd dat België de daad bij het woord voegt op het vlak van natuurbescherming en de overgang naar een circulaire economie. Wij steunen alvast de actievoerders van Look Down in hun strijd voor een internationaal moratorium.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Kurt Ravyts aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het wetsontwerp betreffende de "repair index"" (55033043C)

06 Question de Kurt Ravyts à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le projet de loi concernant l'indice de réparabilité" (55033043C)

 

06.01  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, we blijven bij de circulaire economie. U hebt op 12 september het wetsontwerp inzake de repairindex voorgelegd aan de verschillende adviesorganen die met name de industrie, de distributiesector, de ngo's en het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigen. Door middel van een repairscore van 0 tot 10 zal de consument zien hoe herstelbaar een toestel is: hoe hoger de score, hoe beter herstelbaar. De repairindex zal stapsgewijs worden ingevoerd met prioriteit bij veelgebruikte toestellen.

 

Kortom, het ontwerp vormt een start voor een index die aangeeft hoe herstelbaar een product is. Door middel van die score kan een consument zijn keuze hierop afstemmen. Men beoogt blijkbaar ook een verplichting voor de fabrikanten om de verwachte levensduur van een toestel aan te geven, en dat een minimale herstelbaarheid en een minimale levensduur wordt aangeboden. Het wetsontwerp spreekt van een duurzaamheidsindex en een herstelbaarheidsindex. De herstelbaarheidsindex werd reeds uitgewerkt in ontwerp-KB's die samen met de wetteksten ter beschikking werden gesteld. Rond de duurzaamheidsindex zijn er blijkbaar meer discussies met de stakeholders. Er zijn bijvoorbeeld. producten die moeilijk herstelbaar zijn, maar wel een lange levensduur hebben. Zij hebben een nadeel met enkel een repairindex.

 

Wat is nu de stand van zaken voor dat wetsontwerp? In december 2022 kwamen blijkbaar nog steeds adviezen binnen. De federatie voor de electrosector was in september 2022 alvast kritisch en stelde dat dit gecoördineerd aangepakt moet worden op het Europese niveau. Een dergelijke maatregel invoeren in België alleen is volgens hen immers niet uitvoerbaar, noch handhaafbaar ten aanzien van fabrikanten, die doorgaans grote, internationale spelers zijn. Hoe zit het met de relatie tussen herstelbaarheidsindex en duurzaamheidsindex?

 

06.02 Minister Zakia Khattabi: Zoals bij elk wetsontwerp hebben wij de verschillende officiële Belgische adviesorganen geconsulteerd, namelijk de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, de Raad voor het Verbruik en de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. Daarbij gelden de standaardtermijnen voor het uitbrengen van hun advies. Tegelijk stuurden wij het wetsontwerp naar alle stakeholders. Zij krijgen de mogelijkheid hun mening te geven. Van diverse stakeholders hebben we opmerkingen ontvangen. Zoals wettelijk en in het Europese recht voorzien, hebben wij het ontwerp ook voorgelegd aan de Europese Commissie. Ook van daar kwamen opmerkingen. Wij nemen de opmerkingen van de stakeholders nu in overweging. Op basis van de officiële adviezen en van de besprekingen met de Europese Commissie zullen wij het wetsontwerp aanpassen.

 

Natuurlijk zijn wij ook voorstander van een Europese aanpak, maar de Commissie is traag met het invoeren van een repairindex. Daarom heeft Frankrijk al enkele jaren geleden het voortouw genomen met het verplichten van een repairindex. Wij hebben ervoor gezorgd dat het Belgische voorstel van herstelbaarheidsindex perfect compatibel is met deze Franse indice de réparabilité. Deze index zou dus de bestaande Franse index uitbreiden naar de Belgische markt. Er is geen groot verschil tussen de toestellen die in België of in Frankrijk worden verkocht. Het zijn dezelfde fabrikanten en grote internationale spelers. Deze fabrikanten voldoen op dit moment al aan de Franse verplichting en dus de facto ook aan de eventuele Belgische repairindex. Daardoor is er slechts een minimale bijkomende administratieve last.

 

Wij hebben ook getracht om de administratieve last voor de handelaars minimaal te houden. Zij moeten enkel de informatie die wordt aangeleverd door de fabrikanten aan het publiek ter beschikking stellen. Dit laat de consument toe om een betere keuze te maken voor producten die langer meegaan en beter herstelbaar zijn. Dat is niet alleen positief voor het milieu, maar ook voor de portemonnee van de consument op de lange termijn. Bovendien creëert dit nieuwe werkgelegenheid in een groeiende lokale herstelsector. Wij zijn er ons ten zeerste van bewust dat sommige producten een langere levensduur hebben, maar moeilijk herstelbaar zijn. Het ideaal is dat een toestel lang meegaat zonder problemen, en daarna ook gemakkelijk te herstellen is. Het is net om die reden dat wij voorstellen om de herstelbaarheidsindex aan te vullen met een levensduurindex die bepaalt hoe betrouwbaar en robuust een toestel is.

 

06.03  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

De herstelbaarheidsindex vormt inderdaad niet het grootste probleem. U hebt trouwens terecht verwezen naar het Franse voorbeeld en gezegd dat het voor een groot deel over dezelfde producenten gaat. Met betrekking tot de duurzaamheidsindex bent u wel ingegaan op uw intentie, maar niet op het gegeven dat de besprekingen daarover wellicht wat moeilijker zullen zijn.

 

We zullen afwachten welke aanpassingen u aan het wetsontwerp zult aanbrengen en het zal ongetwijfeld naar hier komen ter bespreking en stemming.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La présidente: La question n° 55033140C de M. Daniel Senesael est transformée en question écrite. Les questions n°s 55033142C et 55033143C de M. Daniel Senesael sont reportées.

 

07 Vraag van Kris Verduyckt aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "Het federale reductieplan voor biociden" (55033195C)

07 Question de Kris Verduyckt à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Le plan fédéral de réduction des biocides" (55033195C)

 

07.01  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, het woord biocide is niet echt ingeburgerd, maar de producten waarover het gaat, zoals rattenvergif en ontsmettingsmiddelen, zitten overal in onze samenleving. De meeste mensen beseffen wel dat deze een impact hebben op het milieu. Misschien beseffen sommigen ook wel dat ze een impact kunnen hebben op hun gezondheid. We weten immers dat deze producten zorgen voor een slechtere resistentie tegen bacteriën en dus nadelig zijn voor de strijd tegen antibioticaresistentie.

 

Ik zou dus eigenlijk moeten zeggen dat u er goed aan doet om een reductieplan te maken voor die biociden. Omdat ik er toch wat feedback over kreeg, heb ik dat reductieplan echter even uitgeprint. Het telt vier A4-kantjes. Het is wel een heel rudimentair plan, mevrouw de minister. Het gaat over het opstellen van een aantal verslagen en rapporten. Ik had bijna gezegd dat er geen enkel streefcijfer in staat, maar dat klopt niet helemaal, want er is sprake van een folder die verspreid moet worden. In het plan staat dat er gemeten zal worden hoeveel folders er gemaakt moeten worden. Toen ik het woord folders las, dacht ik dat ik in de vorige eeuw terechtgekomen was. Ik wist niet dat we vandaag nog folders maakten. Ik zie dat er ook sprake is van een emojispel en een podcast om het allemaal wat hipper te maken. Dat zijn de enige zaken waarvoor er een streefcijfer vermeld wordt.

 

U voelt me al komen. Als we echt de biociden willen reduceren, dan zal dat niet met dit plan gebeuren. Hoe gaan we dit in godsnaam meten, hoe gaan we dit plan beoordelen? Er zijn geen streefcijfers, geen tijdsschema's, geen verbanden met andere plannen, zoals de strijd tegen de antibioticaresistentie. Daarvoor is er wel een plan, maar ik zie geen interactie. Ik begrijp de kritiek die er op het plan gekomen is dus zeer goed.

 

Er is een openbaar onderzoek geweest. Wat zijn de resultaten daarvan? Wat gaat u met die resultaten doen? Welke timing zult u hierbij hanteren?

 

Waarom koos u ervoor om dit los van het pesticideplan te doen? Wat is daar de bedoeling van? Hoe zult u dit evalueren? Ik zie daarvoor geen mogelijkheid, maar misschien ziet u die wel.

 

Komt de interactie met het antibioticaresistentieplan er nog?

 

Waarom heeft u ervoor gekozen om geen plan-MER te maken, om na te gaan welke effecten deze maatregelen zouden kunnen hebben?

 

07.02 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer Verduyckt, op basis van de resultaten van de openbare raadpleging en een aanpassing van het plan op basis van de opmerkingen, zal binnenkort een aangepast ontwerp van het federale reductieplan van biociden worden besproken met de federale partners en op de agenda van de ministerraad worden geplaatst.

 

In tegenstelling tot het nationale reductieplan voor gewasbeschermingsmiddelen, zal het federale reductieplan voor biociden het eerste reductieplan zijn. Het is ook een federaal initiatief dat niet voortvloeit uit een Europese verplichting. Voorts zijn de twee plannen, gezien de verschillende toepassingen en soorten biociden in vergelijking met de gewasbeschermingsmiddelen, afzonderlijk opgesteld. Het ontwerpplan voorziet voor elke maatregel in indicatoren om de verwezenlijking van de doelstellingen te beoordelen. Een evaluatie en herziening van het plan zijn ook gepland voor de middellange termijn.

 

Sommige acties zullen hun effect hebben op de strijd tegen de ontwikkeling van antimicrobiële resistentie of AMR gelinkt aan het gebruik van biociden. Binnen het Belgisch nationaal actieplan One Health voor de bestrijding van antimicrobiële resistentie werden bovendien reeds specifiek onderzoek en bijkomende actie met betrekking tot het gebruik van biociden en de ontwikkeling van AMR ondernomen.

 

07.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, als het goed is, zeg ik het graag, maar als het niet goed is, is het mijn plicht om dat ook te zeggen.

 

Op zich is het een goed initiatief om een reductieplan te maken, maar u hebt mij noch met het plan, noch met het algemene antwoord dat ik nu krijg, overtuigd dat dit plan ook maar enig effect zal hebben. Nogmaals, verslagen en registratie zijn goed, meten is weten, maar dat zorgt absoluut niet voor reductie. Er zijn geen meetbare of kwantitatieve doelstellingen, geen streefcijfers of tijdschema's. Ik zie dan niet in hoe dit plan kan werken.

 

Het is wel belangrijk en daarmee zult u het ook wel eens zijn, zowel op vlak van gezondheid als op vlak van de biodiversiteit. Biociden hebben een impact op bestuivers, dus ook daar zit een probleem.

 

Met dit plan zal het niet lukken, mevrouw de minister. Ik wil u dan ook oproepen om ernstig rekening te houden met de opmerkingen die zijn binnengekomen tijdens het openbaar onderzoek en dit plan bij te werken.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La présidente: Les questions n° 55033211C de Mme Sophie Rohonyi et n° 55033217C de Mme Leen Dierick sont reportées.

 

La réunion publique de commission est levée à 15 h 52.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.52 uur.