Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du
Climat |
Commissie
voor Energie, Leefmilieu en Klimaat |
du Mardi 10 janvier 2023 Après-midi ______ |
van Dinsdag 10 januari 2023 Namiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.03 uur en voorgezeten door de heer Christian Leysen.
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 03 et présidée par M. Christian Leysen.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
De voorzitter: Ik wens iedereen en in het bijzonder de minister en haar team een voorspoedig, gelukkig, gezond en productief 2023.
We starten onze werkzaamheden met een actualiteitsdebat over de belangrijke vorderingen in het dossier over de energiebevoorradingszekerheid in ons land, meer bepaald de verlenging van de levensduur van bepaalde kerncentrales. Dat thema deed heel wat stof opwaaien.
Als ondernemer kan ik alleen maar getuigen dat het in zo'n complex, risicovol en hoogtechnologisch project niet eenvoudig is om snel akkoorden te sluiten. Voor wie graag Latijn gebruikt, zoals de voorzitter van de partij van de heer Wollants, past hier het gezegde 'festina lente'. De vooropgestelde deadline werd ietwat overschreden, maar van het WK voetbal hebben we geleerd dat verlengingen van tien minuten bijna normaal zijn bij een voetbalmatch. Er was dus een week extra nodig. Belangrijker is dat er resultaten worden geboekt.
Sommige parlementsleden hebben gevraagd om een speciale commissie samen te roepen. Het tijdschema is als volgt. U zult heel wat informatie krijgen. Het ter zake ondertekende document wordt u via het secretariaat bezorgd. Het is zo vers van de pers dat we het niet vroeger konden ronddelen. Ik stel voor dat we vandaag alvast de discussie aanvatten. Mevrouw de minister, zoals afgesproken, leggen we uiterlijk volgende week een nieuwe regeling van de werkzaamheden vast.
Het dossier is nog niet helemaal afgerond, want in het kader van het akkoord moet een en ander nog worden berekend en nader uitgewerkt en dat zal nog een aantal maanden in beslag nemen, omdat het om een technische materie gaat, heb ik van u begrepen, mevrouw de minister. Dat is alleszins volledig normaal, want het gaat niet om de installatie of de levering van een windmolen, noch om een machine die men met een simpele druk op de knop kan inschakelen of uitschakelen.
Het gaat over een zeer belangrijk toekomstproject op het vlak van de energie-infrastructuur, waarin de overheid een nieuwe rol zal spelen. In die zin hebben wij daar alle begrip voor.
01 Débat d'actualité sur la prolongation de la durée de vie de centrales atomiques et questions jointes de
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les négociations avec ENGIE sur le maintien en activité de Doel 4 et Tihange 3" (55032529C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La prolongation des centrales nucléaires" (55032733C)
- Christian Leysen à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La loi sur la prolongation de la durée de vie des centrales nucléaires" (55032908C)
- Samuel Cogolati à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La prolongation de T3 et D4" (55032921C)
- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le maintien en activité de Doel 4 et Tihange 3" (55032926C)
- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les négociations avec ENGIE" (55032927C)
- Kim Buyst à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le maintien en activité de Tihange 3 et Doel 4" (55032933C)
- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les négociations avec ENGIE dans le cadre de la prolongation des centrales nucléaires" (55032935C)
- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'accord sur la prolongation de Doel 4 et Tihange 3" (55032938C)
01 Actualiteitsdebat over de levensduurverlenging van kerncentrales en toegevoegde vragen van
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De onderhandelingen met ENGIE over de levensduurverlenging voor Doel 4 en Tihange 3" (55032529C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De levensduurverlenging van kerncentrales" (55032733C)
- Christian Leysen aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De wet betreffende de levensduurverlenging van kerncentrales" (55032908C)
- Samuel Cogolati aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De levensduurverlenging van Tihange 3 en Doel 4" (55032921C)
- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3" (55032926C)
- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De onderhandelingen met ENGIE" (55032927C)
- Kim Buyst aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De levensduurverlenging van Tihange 3 en Doel 4" (55032933C)
- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De onderhandelingen met ENGIE in het kader van de verlenging van de kerncentrales" (55032935C)
- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het akkoord over de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3" (55032938C)
01.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, gisteren werd de heads of terms gesloten met ENGIE voor de verlenging van twee kerncentrales, maar eigenlijk was het vaagheid troef op de persconferentie.
Er zijn maar twee zekerheden: de zon komt op en de burger zal de rekening van dit akkoord betalen. Zoals het er nu naar uitziet, zal de burger voor de derde keer in de geschiedenis van ons land betalen voor die kerncentrales. ENGIE maakt handig gebruik van de onzekerheid in de energiebevoorrading van ons land als chantagemiddel om de miljardenfactuur van het kernafval door te schuiven naar de belastingbetaler. We moeten vaststellen dat de regering, in plaats van het been stijf te houden, hiermee de knieval voor ENGIE heeft ingezet. Het is blijkbaar een eenvoudig spel, waarbij er ellenlang wordt onderhandeld en ENGIE op het einde wint.
De burger zal voor een derde keer betalen. De eerste keer was met de afschrijving van de kerncentrales in de jaren '70, '80 en '90. De tweede keer was met de woekerwinsten van gisteren, waarbij ENGIE sinds 1999 in totaal al voor 15 miljard aan de winsten van Electrabel heeft onttrokken, en met de overwinsten van vandaag, die alleen al tijdens deze crisis 9 miljard bedragen.
Zoals het er nu naar uitziet, krijgt de belastingbetaler dus een derde keer de rekening gepresenteerd, ditmaal voor de factuur van het kernafval en voor de kosten van de verlenging. Boven op het cadeau van het kernafval kent de regering immers nog subsidies toe in de vorm van een gegarandeerde elektriciteitsprijs.
Ik heb drie vragen over dit akkoord. We hebben het er daarnet al over gehad tijdens de orde van werkzaamheden. U hebt altijd beloofd dat u, als er een deal met ENGIE zou zijn, die met het Parlement zou delen. Ik krijg dus graag zo snel mogelijk inzage in die akkoorden, ook al zijn ze nog voorlopig.
Ten tweede, in de pers heerst er verwarring over de maximumfactuur voor het kernafval. De Standaard stelt dat het zou gaan over het afval dat in die 10 jaar verlenging wordt geproduceerd, terwijl De Tijd dan weer schrijft dat het zou gelden voor al het afval. Wat is het nu precies?
Ten slotte, als groene minister is de slogan "De vervuiler betaalt" u altijd dierbaar geweest. Waarom laat u dit nu los? Geldt dat dan blijkbaar alleen maar voor consumenten en niet voor multinationals? Ik hoor graag uw visie daaromtrent.
01.02 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, er is een akkoord, of toch een deelakkoord, als ik het goed begrijp. U hebt immers zelf aangegeven dat het eigenlijk over drie elementen gaat, namelijk de juridische structuur, de methodiek voor het plafonneren van de kosten van het kernafval en een aantal garanties voor een goede uitvoering.
Dat laat natuurlijk nog heel wat zaken open waarover niet is gesproken. Een daarvan is uiteraard de vraag wat de kosten zullen zijn, want ik kan mij niet voorstellen dat ENGIE meegaat in een verhaal waarin het pas over een aantal weken of maanden duidelijk zal worden waarmee men akkoord is gegaan. Ik kan mij trouwens ook niet voorstellen dat de regering zelf op die piste zit.
Een tweede element is het ondersteuningsmechanisme dat ervoor zal zorgen dat de Belgische Staat inspringt op het moment dat de energieprijzen te laag zouden worden. Wat is er daarover concreet afgesproken? Ook dat kan immers een gigantische kostprijs hebben.
Dat u kiest voor een levensduurverlenging met tien jaar blijft natuurlijk een pijnlijk probleem. De eerste minister heeft daarover vanmorgen in De Ochtend gezegd dat de regering wel zal zien of het bij tien jaar blijft. De regering zal dat bekijken aan het einde van de rit. Hoe ziet u dat zelf? Dat interesseert ons uiteraard.
De eerste minister zei gisteren ook dat de werken voor de levensduurverlenging vandaag zullen starten. Welke werken starten er vandaag, mevrouw de minister?
Er is ook de vraag wat er met de andere kerncentrales zal gebeuren. U zegt dat België de energie voor een stuk weer in eigen handen neemt. Dat is allemaal goed en wel, maar u sluit het grootste deel van de kerncentrales. Hoe ziet u dat? De voorzitter van de MR zei daarover al het volgende: "Ce n'est pas fini, pas du tout." Wat gebeurt er dus met de andere kerncentrales?
Hoe ziet u, tot slot, de situatie met de mede-eigenaar van de kerncentrales, EDF Luminus? Welke gesprekken hebt u met hen gehad? Welk akkoord hebt u op dat vlak met hen ondertekend?
Al die elementen interesseren ons zeer en wij vragen ons absoluut af of de kostprijs van dit hele verhaal niet over een paar weken in ons gezicht zal ontploffen. Dan kan het een heel duur akkoord worden, mevrouw de minister, maar dat kunt u ongetwijfeld nu toelichten.
01.03 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, ik heb natuurlijk ook een vraag ingediend, maar ik zal ze hier niet uitgebreid stellen. Ik volg echter met aandacht.
Ik wil de premier vooral feliciteren met deze belangrijke stap, hoewel er nog wat werk is in dit dossier, dat onze bevoorradingszekerheid veiligstelt. Dit dossier moet ons in de toekomst ook meer controle geven in een markt die weliswaar geliberaliseerd is, maar zeer weinig spelers telt, terwijl het toch over hoogtechnologische ontwikkeling gaat in een instabiele geopolitieke wereld.
Ik kijk uit naar wat u ons te vertellen hebt. Ik ben ook bijzonder blij dat u ingaat op de vraag van de commissie om het document dat ondertekend wordt met ons te delen.
01.04 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la ministre, permettez-moi tout d'abord de vous présenter mes meilleurs vœux pour 2023, à vous ainsi qu'à toute votre équipe.
Je pense qu'il faut saluer l'énorme travail qui a été effectué ces dernières semaines et ces derniers mois. On sait à quel point ce fut intense, vous n'avez pas compté vos heures et n'avez pas pris de vacances avec votre famille. Vous avez travaillé d'arrache-pied pour obtenir cet accord avec ENGIE, tout en veillant à sauvegarder des principes non négociables. C'est principalement pour cette raison que nous devons saluer l'énorme travail effectué par vous, votre cabinet et l'administration du SPF Économie, ainsi que par le premier ministre et ses équipes.
Pendant que d'autres commentaient et comptaient les jours, vous bossiez et arrachiez cet accord, et je pense que cela doit être dit. Pour dire la vérité, je crois que la pression politique et médiatique était très forte afin d'obtenir coûte que coûte un accord "rouf-rouf", à la va-vite, pour le 31 décembre. Vous n'avez pas cédé à ces demandes et à ces pressions. Vous avez défendu jusqu'au bout les intérêts des Belges et des contribuables, et je pense que c'est excessivement important.
En fin de compte, derrière cet accord sur la prolongation des deux réacteurs Tihange 3 et Doel 4, le plus important était de ne pas faire payer une seconde fois la facture des déchets radioactifs au contribuable belge. Ma collègue Kim Buyst et moi-même l'avons toujours dit et les écologistes ont toujours tenu le même discours: il serait totalement incompréhensible de demander aux Belges, après avoir dû payer une facture d'électricité exorbitante, de trinquer une seconde fois pour la facture des déchets radioactifs. Il en était et il en est toujours hors de question, et ce n'est pas ce que vous avez fait.
Je dois vous avouer qu'aujourd'hui, je ris jaune en entendant certains qui se réveillent et qui se souviennent tout à coup que les déchets radioactifs sont source d'incertitudes. Bien entendu! On a construit des centrales nucléaires sans prévoir de solution à long terme pour la gestion de ces déchets, qui vont quand même rester radioactifs pendant 300 000 ans. Et 300 000 ans, ce n'est pas rien…
Donc, oui, c'est source d'incertitude. Oui, il faut trouver des solutions.
Nous parlons ici d'un cap. Certains traduisent ce cap, en français, par "plafonnement". J'aurais plutôt envie de parler de forfait, vu que si le cap n'est pas atteint, si le coût s'avérait moindre, ENGIE devra de toute façon payer cette somme à l'État belge pour les déchets de type B et C.
Je suis plutôt satisfait que le calcul de ce cap ne se fasse pas en deux coups de cuillère à pot. C'est une bonne chose que cette méthode soit calculée jusqu'au bout de la manière la plus prudente possible. Encore une fois, il s'agit ici de protéger le contribuable belge.
J'en viens à mes quatre questions qui, pour moi, peuvent rendre ce cap acceptable du point de vue de l'État belge. C'est vraiment mon point de vue. Il ne s'agit pas de défendre les intérêts des actionnaires d'ENGIE Electrabel à Paris, mais de défendre, ici et maintenant, et pour les générations futures, les intérêts du contribuable.
Le président: Monsieur Cogolati, venez-en aux questions!
01.05 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la ministre, est-ce bien le worst case scenario qui est pris en compte? Comment cette prime de risque va-t-elle être calculée – cette assurance, cette garantie, au-delà du worst case scenario? Quel va être le rôle de l'administration et/ou de l'ONDRAF, voire même peut-être de la Commission des provisions nucléaires (CPN)? Enfin, sur le démantèlement, pouvez-vous nous assurer qu'ENGIE prendra à sa charge l'ensemble de cette facture?
01.06 Bert Wollants (N-VA): Wat is eigenlijk de spreektijd? Ik ging ervan uit dat de spreektijd twee minuten bedroeg. Ik wil de extra tijd die de heer Cogolati heeft genomen, gerust toevoegen aan mijn repliek.
De voorzitter: We zullen daar rekening mee houden in het vervolg. Ik zal hier aandachtiger voor zijn. Ik ben niet de man om de spreektijd op de minuut af op te leggen, maar uw opmerking is wel terecht.
01.07 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, ik heb u samen met de eerste minister gisteren zien lachen tijdens de persconferentie. Het eerste wat ik mij afvroeg toen die persconferentie afgelopen was, was of het akkoord nu een reden is om blij om te zijn. Het is helemaal geen reden om te vieren.
De intentieverklaring van 21 juli is verworden tot een principeakkoord, maar uiteindelijk niet meer dan dat. Het enige waar u eigenlijk een akkoord over gevonden hebt, is dat ENGIE Electrabel nu zijn medewerking zal verlenen aan een aantal studies. Daar hebt u langer dan zeven maanden over moeten onderhandelen. In december 2021 hebben wij immers al een plenair debat gevoerd over de eventuele levensduurverlenging van een aantal kerncentrales.
Dat een oplossing in dat verband zo lang aansleept en de struikelblokken tot vandaag niet zijn opgelost, maakt en bewijst dat u met uw regering chanteerbaar bent. Dat hebt u allemaal aan uzelf te danken. Er is geen enkele garantie. De eerste minister erkende wel te weten wanneer de zon komt, maar niet te kunnen zeggen of de werken in 2026 tijdig klaar zullen zijn, wanneer de kerncentrales daadwerkelijk nodig zijn. Hij probeert zich dan ook vakkundig in te dekken op alle mogelijke manieren. De persconferentie was niet meer dan een potje rond de pot draaien. De struikelblokken zijn nog altijd aanwezig. Over het belangrijkste hebt u gisteren dus niks gezegd.
Er zouden activa in een nieuwe vennootschap worden meegenomen. Over welke activa gaat het specifiek?
Er werd gisteren geen enkel bedrag met betrekking tot die levensduurverlenging genoemd. Wat is er vandaag bekend? Kunt u daarop dieper ingaan?
Tijdens de persconferentie sprak de eerste minister over de RAB en het CfD. Betekent dat dat een deel van de kosten voor de verlenging via de regulated asset base verhaald zal worden op de huishoudens en bedrijven? Ik vind het bijzonder essentieel om daarop een antwoord te krijgen, mevrouw de minister.
Met betrekking tot de kostprijs van het afval, gaat het alleen over het afval dat geproduceerd zal worden in de komende tien jaar of gaat het veel breder dan dat alleen? De commissieleden en de bevolking moeten die verduidelijking krijgen.
Ten slotte heb ik nog een vraag met betrekking tot de levensduurverlenging met tien jaar. Wij wilden twintig jaar. Een aantal coalitiepartners van u wilde dat ook. De eerste minister had daarover vanochtend ook een bepaalde mening, zo bleek dat die tien jaar ook voor hem niet van harte is. Het is de wereld op zijn kop wanneer hij stelt dat we later wel zullen zien. Wij moeten nu zo veel geld besteden aan kosten, verlengingen en studies en over tien jaar moeten wij dan misschien opnieuw rond de tafel gaan zitten, omdat de energiebevoorrading niet gegarandeerd is.
De voorzitter: U bent ook over de spreektijd gegaan. De heer Verduyckt krijgt dezelfde marge.
01.08 Kris Verduyckt (Vooruit): Ik zal niet lang spreken, mijnheer de voorzitter, want het belangrijkste is inderdaad dat er een akkoord is. Er is nu veel meer duidelijkheid dan in juli. Terwijl het toen vooral over engagementen ging, zien we nu toch heel wat meer op papier staan. Bovendien is er voor beide partijen voldoende eten en drinken om het akkoord rond te maken. Ik maak mij daarover nu veel minder zorgen dan een half jaar geleden.
Graag wil ik wil twee aspecten van het akkoord belichten Ten eerste, wat de cap betreft, voor mij is dat altijd heel duidelijk geweest: het gaat over het kernafval en niet over de ontmanteling. In de nationale pers zie ik daarover wel heel tegenstrijdige verklaringen. Het gaat ook vaak over de vraag welke delen al dan niet betrekking hebben op de oude kerncentrales. Het zou dus goed zijn, mevrouw de minister, als u ter zake duidelijkheid brengt.
De methodologie is voor mij nog veel belangrijker. Ik heb altijd volgehouden dat we ervoor moeten zorgen dat de belastingbetaler straks niet opdraait voor het kernafval. Het is dus belangrijk dat de kostprijs en de risicopremie correct worden bepaald. Ik begrijp dat er afspraken gemaakt zijn over de methodologie en ik ben dus zeer benieuwd. Die afspraken zullen in maart immers moeten vermijden dat de belastingbetaler volop moet meebetalen.
Ten tweede kom ik graag terug op de bevoorradingszekerheid in de winter van 2026. ENGIE heeft tot nu toe altijd beklemtoond dat het 2027 wel zou redden, maar dat 2026 krap wordt. Gezien de lijst van het FANC blijft dat haalbaar, maar het blijft ook een opgave. Ik ben dus nog steeds bezorgd om de winter van 2026. We hebben immers het CRM zo opgezet dat er op dat moment 16.000 megawatt nucleaire energie beschikbaar zou zijn. Hoe kijkt u naar die situatie? Is er een plan B voor die ene winter waar we nog bezorgd over zijn?
De voorzitter: Mevrouw Buyst, doet u beter of niet?
01.09 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ook van mij de beste wensen voor u en voor uw ploeg.
Gisteren werd duidelijk dat moeilijke onderhandelingen uiteindelijk tot een belangrijke stap hebben geleid. Die belangrijke stap of dat akkoord is goed voor het land, omdat de huidige verlenging ons in staat stelt voort te werken aan een hernieuwbare toekomst, wat voor de Ecolo-Groen-fractie altijd de doelstelling is geweest. Bij die hernieuwbare toekomst blijft de bevoorradingszekerheid in ons land ook gegarandeerd. Wij werken in een ongezien historische context, waarbinnen de verlenging belangrijk is, om de bevoorradingszekerheid te garanderen.
Ik hoor enkele leden zich enigszins laatdunkend uitdrukken over het akkoord dat hier vandaag voorligt. Indien ik het echter goed heb begrepen, betreft het een akkoord dat verder gaat dan de verlenging van twee reactoren. Ik ben dus heel blij dat u ons vandaag meer uitleg over het akkoord komt geven.
Ik geef een aantal zaken die voor onze fractie belangrijk zijn. Ten eerste, zoals de heer Cogolati al aangaf, is de cap die zal worden afgesproken met ENGIE belangrijk. Mijn eerste vraag is dan ook de volgende. Klopt het dat er een methode is uitgewerkt om tot een eindafrekening te komen van het radioactief afval? Dat is immers niet gelukt tijdens de voorbije twintig jaar. Klopt het dat er op dit moment een methode is om daartoe te komen?
Ten tweede, klopt het dat er in het akkoord een gemeenschappelijke doelstelling is opgenomen, teneinde de beschikbaarheid te garanderen tegen de winter van 2023?
Ten derde, klopt het dat er juridische afspraken worden gemaakt over het financieel participeren van de Belgische Staat?
Tot slot, mevrouw de minister, hoe evalueert u zelf het onderhandelingsproces? Wat zijn in uw ogen de volgende stappen in de uitwerking van het heel belangrijke akkoord?
De voorzitter: Mevrouw Buyst, u hebt een onderscheiding verdiend, maar geen grote onderscheiding. U bent immers net boven uw spreektijd gegaan. U hebt de afspraken echter gerespecteerd.
01.10 Leen Dierick (cd&v): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ook van mij de beste wensen voor een energiek nieuw jaar.
Sinds maart 2022 kijken wij uit naar een akkoord over de levensduurverlenging van de kernreactoren. Met enige ontgoocheling gingen wij het nieuwe jaar in, want er was nog steeds geen akkoord. Gisteren kwam dan het nieuws dat er wel een akkoord is. Wij zijn uiteraard tevreden, maar hebben toch nog een aantal vragen.
Dit akkoord is een inspanningsverbintenis. Het is inderdaad een belangrijke stap om onze bevoorradingszekerheid te garanderen voor de winter van 2026 en erna. Er moeten echter nog heel wat stappen gezet worden. Dit is meteen mijn eerste vraag. Het is geen resultaatsverbintenis. Welke garanties hebt u dan op dit ogenblik dat Doel 4 en Tihange 3 in november 2026 effectief ook zullen draaien?
2026 lijkt ver weg, maar het is een heel korte tijd om de levensduur van kernreactoren te verlengen. Er is dus absoluut geen tijd te verliezen. Vandaag zou ENGIE starten met de LTO-studies. Kunt u een duidelijke timing geven wat wanneer allemaal moet gebeuren, van nu tot en met 2026? Het LTO-dossier moet ook nog ingediend worden bij het FANC. Dat moet dan ook nog de nodige tijd hebben om alles te onderzoeken. Werden er afspraken gemaakt met ENGIE tegen wanneer ten laatste een LTO-dossier ingediend moet worden bij het FANC?
Er wordt gestart met studiewerk, maar uiteraard moet er ook wetgevend nog heel wat gebeuren, onder andere de wet op de kernuitstap moet worden aangepast. Wanneer mogen wij dit wetsontwerp hier in het Parlement verwachten? Wij zijn ook grote voorstander van het toelaten in de toekomst van nieuwe kerncentrales, SMR's. Hoe ver staat u daar met het voorbereidend werk, zodat wij ook die wetgeving kunnen aanpassen?
In het akkoord werd ook opgenomen dat de Staat mee zal participeren en dat er een nieuwe vennootschap wordt opgericht. Welke taken zijn voor de overheid? Welke facturen zouden in de toekomst voor de overheid kunnen zijn?
Dat brengt mij bij de ontmanteling en het nucleaire afval. Iedereen is bezorgd over wie de factuur zal betalen. Wij lezen dat er een kader werd afgesproken. Kunt u duidelijk antwoorden wie wat zal betalen tegen wanneer?
Mevrouw de minister, dit akkoord focust op de levensduurverlenging van twee kernreactoren, die operationeel moeten zijn tegen 2026. Uiteraard weten wij allemaal dat wij ook op korte termijn met problemen zitten op het vlak van bevoorradingszekerheid. Ook de winter 2025-2026 wordt bangelijk. Welke maatregelen zult u daarvoor nemen? Zijn er op dat vlak pistes besproken met ENGIE, om bijvoorbeeld ook andere reactoren langer open te houden?
Ten slotte, u hebt heel lang onderhandeld. Ik kan mij inbeelden dat het water heel diep was tussen jullie. Hoe kijkt u zelf terug op deze onderhandelingen? Is het vertrouwen ondertussen gegroeid langs beide kanten? Er moet immers nog veel worden onderhandeld. Er moet nog veel worden afgesproken. Een goede onderhandeling valt of staat uiteraard met wederzijds vertrouwen.
01.11 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, de manière concrète, qu'en est-il de la question du partage des risques et des bénéfices liés à la prolongation de deux réacteurs?
Un mécanisme de tarification va être étudié, par le biais duquel un prix minimum pour l'électricité produite ou un modèle régulé pourraient être mis en place. Pouvez-vous nous apporter des éclaircissements à ce sujet?
Nous nous réjouissons, en tant que socialistes, de la participation de l'État dans la production d'énergie. Après le transport et la distribution, nous sommes positionnés dans la production d'énergie. Qu'est-ce que cette participation pourrait impliquer en matière de possibilités de régulation du marché? Cela nous paraît important, particulièrement dans le contexte actuel.
Une étude sur les coûts de gestion des déchets et du combustible usé devait être réalisée et, sur base de cette étude, un cap et une prime de risque devaient être définis. On apprend aujourd'hui que cette étude sera réalisée d'ici mars. Pourquoi ce report du délai?
On évoque une formule de calcul basée sur un montant par mètre cube. Comment cela fonctionne-t-il? Il est impératif que le montant du plafond du cap ou du forfait – on appelle cela comme on veut – soit parfaitement calculé parce que les conséquences sont potentiellement colossales.
Il est important pour nous de ne pas léguer une charge aux générations futures en reportant les responsabilités d'ENGIE sur l'État. Il faut donc tout faire pour éviter qu'ENGIE profite de cet accord pour se décharger de sa responsabilité, qui est sienne depuis 20 ans.
Les coûts de gestion des déchets et du combustible usé restent-ils bien à charge de l'exploitant? Quelle garantie avons-nous que ce coût ne retombe pas sur nos concitoyens?
S'agissant de la solution définitive du stockage des déchets, quand pouvons-nous espérer une décision? C'est primordial!
Nous devons connaître la méthode de stockage des déchets B et C pour en évaluer le coût et ne pas le dépasser.
En conclusion, l'accord trouvé avec ENGIE va dans le bon sens mais il exigera encore une extrême vigilance de notre part sur la question des coûts et sur la question de la sécurité d'approvisionnement, notamment sur l'hiver 2025-2026.
01.12 Georges Dallemagne (Les Engagés): Monsieur le président, madame la ministre, je vous présente tout d'abord tous mes bons vœux pour cette année.
Je pense qu'on peut dire qu'il n'y a pas d'accord. Il faut toujours écouter ENGIE plutôt que le gouvernement dans ce genre de choses. Il y a un "accord de principe". On ne sait pas très bien ce que cela veut dire. C'est notamment lié à la discussion sur qui paiera le passif et le traitement des déchets qui aura lieu en mars. Il est bien possible que cela se fasse sur le dos des citoyens qui paieront l'absence de vision stratégique, les retards, les atermoiements, l'absence de politique claire du gouvernement en matière énergétique. C'est toujours ENGIE qui donne le la dans cette question-là.
Que se passera-t-il en mars s'il n'y a pas d'accord avec ENGIE sur le passif nucléaire? Quel est votre plan B?
Aujourd'hui, on promet que ces deux réacteurs redémarreront en novembre 2026. Voici quelques mois, on nous disait qu'il fallait un minimum de cinq ans. Aujourd'hui, on promet de le faire en moins de quatre ans. J'aimerais dès lors vous entendre aujourd'hui dire que cette promesse va être tenable et que ce n'est pas à nouveau une histoire de communication car il fallait faire de la "com" pour rassurer les citoyens sur l'hiver 2026-2027.
Pourquoi ne prolonge-t-on pas de vingt ans? En effet, cela coûte un pont de relancer ces deux réacteurs nucléaires. On sait que la Belgique aura besoin de nucléaire pendant plus de dix ans. On le sait! Tous ceux qui aujourd'hui prétendent qu'on va pouvoir s'en passer dans dix ans mentent à l'opinion publique. On sait qu'on aura besoin de nucléaire. Pourquoi pas vingt ans? Cette question a-t-elle été mise sérieusement sur la table? Grâce à ces vingt ans, ENGIE aurait effectivement peut-être pu prendre en charge l'ensemble du passif nucléaire.
Enfin, quelles leçons retenez-vous de ce manque de stratégie du fait qu'on a tellement dépendu du bon vouloir d'ENGIE pendant toute cette saga? Quelles leçons retenez-vous pour l'avenir stratégique en matière énergétique pour la Belgique?
01.13 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, madame la ministre, à l'instar de mes collègues, je me dois de profiter de ce débat non seulement pour vous adresser mes meilleurs vœux ainsi qu'à votre équipe et à l'ensemble de mes collègues, mais aussi pour revenir sur cet accord qui, comme certains de mes collègues ont osé le dire, n'en est pas vraiment un.
Vous aviez un accord pour négocier. Aujourd'hui, vous nous avez présenté une note d'intention. Pourquoi? En raison de plusieurs éléments.
Premièrement, aujourd'hui, nous sommes face à une obligation de moyens et non à une obligation de résultats. Nous n'avons toujours aucune garantie que Doel 4 et Tihange 3 redémarreront effectivement en novembre 2026.
Deuxièmement, la prolongation qui a été décidée l'a été pour dix ans alors que la raison aurait voulu que ce soit pour vingt ans, non pas parce que nous affectionnons le nucléaire, mais parce que nous craignons qu'à défaut de prendre une telle décision aujourd'hui, nous devrons négocier à nouveau avec ENGIE d'ici cinq ans. Je me pose également la question de savoir comment vous comptez rattraper notre très grand retard en matière de développement d'énergies alternatives en dix ans.
Il ressort, en outre, de cet accord que plus aucune centrale ne sera ouverte durant l'hiver 2025-2026, et ce sans qu'il n'y ait de solution claire pour affronter ce dernier. Ce faisant, vous n'avez pas respecté votre promesse de garantir à tous la sécurité d'approvisionnement.
À cela viennent s'ajouter les conditions financières de cet accord. En effet, il y est question d'une méthode et non d'un montant réel qui engagera l'État et donc in fine le contribuable. Cela pose question.
Il n'y a également rien dans cet accord concernant les trois autres centrales qui devront, en principe, toujours fermer avant 2025. Avez-vous abandonné l'idée d'une prolongation de ces centrales?
Nulle part n'est-il question du nucléaire de deuxième génération alors que l'on sait que la clé de la transition énergétique réside dans un mix énergétique qui combinerait le renouvelable et le nucléaire de deuxième génération, qui prendra des années à être développé et mis au point.
Enfin, un flou demeure quant à la facture maximale pour la gestion des déchets nucléaires. Le coprésident d'Ecolo affirmait encore ce matin que cette facture ne serait pas supportée par le contribuable. Pouvez-vous nous garantir que cela ne sera effectivement pas le cas?
En résumé, cet accord contient très peu d'éléments permettant de pavoiser, comme osent le faire certains aujourd'hui. On aurait pu éviter de se retrouver au pied du mur, comme cela a été votre cas durant ces derniers mois, pour assurer notre sécurité d'approvisionnement, si on avait négocié cette prolongation dès octobre 2020.
Madame la ministre, comme vous pouvez le constater, j'attends que vous m'apportiez des clarifications quant aux différents points que je viens d'énumérer.
De voorzitter: Collega's, ik verheug mij over al die vragen, maar ik ben ietwat verwonderd over de conclusies die sommigen al trekken uit wat zij nog moeten horen.
01.14 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, donnez-vous la parole à tout le monde ou seulement à ceux qui avaient déposé une question?
Le président: Je vous ai oubliée. Je croyais que vous vous étiez abstenue. Je m'excuse.
01.15 Marie-Christine Marghem (MR): Il ne faut pas croire, il faut être sûr. Je ne me suis pas abstenue.
Le président: Je ne vous ai pas vue. Pour terminer en beauté, et avec vigueur, comme je vous ai vue sur LN24: à vous la parole.
01.16 Marie-Christine Marghem (MR): Merci, monsieur le président. Tout d'abord, mes meilleurs vœux à l'ensemble des collègues. Bonheur, santé et réussite dans tous les domaines pour l'ensemble de vous tous!
Néanmoins, après les petites fleurs, il y a les pots. Nous saluons évidemment le principe de l'entérinement de l'accord de prolongation de deux réacteurs nucléaires, et pas les moindres, puisque ce sont deux réacteurs de forte capacité.
Madame la ministre, il semble que vous ayez signé un document de 17 pages, avec le premier ministre et avec ENGIE, qui comprend un tas d'obligations, mais non contraignantes, donc des obligations de moyens, dans le cadre desquelles les deux parties vont faire leur meilleur effort pour tenter de réaliser concrètement la prolongation de Doel 4 et Tihange 3 à l'hiver 2026.
Au fond, ENGIE a été très motivée dans cette négociation par un point fondamental, qui concerne le cap des déchets. ENGIE veut, à un moment donné, que la Belgique fixe définitivement le montant que l'entreprise devra payer pour le traitement des déchets A, B et C.
Vous avez fait une sériation entre les déchets A et puis les déchets B et C, ce qui est tout à fait normal – ils ne sont pas de même dangerosité, ni ne réclament les mêmes frais d'entreposage pour éviter de nuire à l'environnement. J'aimerais que vous nous en disiez plus parce que, dans votre convention, il y a également une annexe, dans laquelle figure une méthodologie pour fixer le cap.
Comment emporter un accord avec quelqu'un qui est très intéressé d'avoir un chiffre définitif, sans lui donner le chiffre définitif aujourd'hui, parce que les calculs ne sont pas finalisés? Par une méthodologie de calcul, qui permet, à un moment donné, de rassurer l'autre partie sur le fait qu'on ne dépassera pas tel niveau d'investissement de la part de l'entreprise pour le traitement et le financement du traitement des déchets.
Ce point central, madame la ministre, j'aimerais que nous l'évoquions ensemble.
Puisque l'État détiendra 45 % du véhicule juridique prévoyant les actions permettant à ENGIE de loger l'intégralité des réacteurs dans l'exploitation belge et de payer ce qui doit l'être – à l'exception du LTO –, comment pourrons-nous faire la part des choses entre l'activité de tous les réacteurs et le LTO à venir, notamment sur le plan des déchets? En effet, j'imagine que ceux que produiront les réacteurs qui seront prolongés seront partiellement pris en charge par l'État, c'est-à-dire par le citoyen.
J'aimerais que vous leviez toutes ces incertitudes. Cela me semble essentiel pour poursuivre le travail jusqu'au 15 mars et boucler cet accord. Bien entendu, on ne peut exclure que d'autres questions soient traitées par ailleurs. Je pense à la prolongation d'autres réacteurs et à la manière de combler le manque d'approvisionnement à partir de décembre 2025, date à partir de laquelle la loi – si elle n'est pas changée entre-temps – prévoit l'extinction de tous les autres réacteurs.
De voorzitter: Mevrouw de minister, wij kijken met aandacht naar uw antwoord uit. De tijdsbeperking die in dit huis van reglementitis is voorgeschreven, zal ik niet respecteren, tenzij iemand mij erop wijst, want ik denk dat het dossier belangrijk genoeg is. Ik heb overigens ook zeer grote mildheid getoond inzake de spreektijd van de leden die vragen hebben gesteld.
01.17 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, geachte Kamerleden, eerst en vooral aan u allen, mijn allerbeste wensen voor u en de mensen die u dierbaar zijn. Ik wens u vooral een goede gezondheid.
Voor ik inga op de inhoud, wil ik zeggen dat het woord in het Parlement uiteraard altijd vrij is. Wanneer echter leden menen woorden te moeten gebruiken waarbij er aanleiding is tot strafrechtelijke vervolging, dan nodig ik hen uit om klacht in te dienen in plaats van het forum van het Parlement daarvoor te gebruiken. U kijkt nu raar, mijnheer Van Lommel, maar ik verwijs naar uw uitspraak dat ik chanteerbaar ben. Daar til ik zwaar aan. Als u meent dat chantage aan de orde is, gelieve u dan te richten tot de bevoegde instanties, maar niet het Parlement daarvoor te misbruiken, want daarvoor is het Parlement als instelling in ons land van te grote waarde.
Mijnheer de voorzitter, beste Kamerleden, het zijn tegenwoordig ongeziene tijden en die vergen een ongeziene aanpak. Ik doel dan op de inval van Rusland in Oekraïne, die pijnlijk duidelijk heeft gemaakt – niet alleen in België, maar ook in andere landen – hoe kwetsbaar wij zijn in Europa en ook in ons land. Om die reden hebben wij vorig jaar al een beslissing genomen die eigenlijk neerkomt op het weer in eigen handen nemen van energie, take back control. We hebben beslist om af te wijken van onze koers, van het beleid zoals we dat samen in het Parlement hebben uitgestippeld. In het investeringsmechanisme voor bevoorradingszekerheid, dat in het Parlement tot stand gekomen is, hebben wij een koerswijziging aangebracht door ervoor te zorgen dat wij de levensduur van twee kerncentrales, Doel 4 en Tihange 3, kunnen verlengen met een periode van tien jaar.
Ik heb goed geluisterd naar de argumenten van de leden die vroegen waarom het een verlenging met maar tien jaar is. Laat het alvast duidelijk zijn: de hier aanwezige leden die ervoor pleiten dat de levensduur met twintig jaar verlengd moet worden, hadden allemaal de mogelijkheid om dat te doen, maar hebben dat niet gedaan. Het was nul jaar, mijnheer Wollants, of tien jaar, mijnheer Dallemagne. Kom mij hier dus niet vertellen dat de levensduur met twintig jaar verlengd had moeten worden. De regering heeft op 18 maart 2022 beslist te zullen werken aan de levensduurverlenging van twee kerncentrales, 2 gigawatt, en dat regeringsakkoord voeren wij stap voor stap uit.
Daarvoor hebben wij afgelopen zomer een letter of intent gesloten. Die komt erop neer dat twee partijen, aan de ene zijde ENGIE en aan de andere zijde de Belgische regering, hebben gezegd de intentie te hebben om de inhoud ervan te realiseren. Gisteren werd dat gevolgd door een volgende, cruciale stap. Die komt erop neer dat de komende week de werken voor de levensduurverlenging effectief kunnen worden aangevat.
Mijnheer Warmoes,
ik heb mij altijd van commentaar onthouden, in de commissie zowel als in de
plenaire vergadering, zolang we onderhandelden. Ik heb daarbij onderstreept dat
ik, zodra er een akkoord zou zijn, dat wel wou toelichten in het Parlement. Ik
zal dat dus vandaag doen en de tekst bezorgen aan de commissie.
Het akkoord,
waarover u mij nadere toelichting gevraagd hebt, bevat drie grote bouwstenen.
Ik zal ingaan op elk van de drie. De eerste bouwsteen is de
levensduurverlenging of LTO van Doel 4 en Tihange 3. De tweede is de omkadering
van en visie op radioactief afval, waar u allen terecht vragen over heeft. Ten
derde is er de structuur waarbinnen de nucleaire activiteiten zullen
plaatsvinden, zowel voor de groep ENGIE Electrabel op zich, als voor de uitbating
van de twee kerncentrales waarvan de levensduur wordt verlengd.
Ten eerste, het
akkoord is in het licht van de bevoorradingszekerheid een middelenverbintenis
van beide partijen om ervoor te zorgen dat het gemeenschappelijke doel vanaf
winter 2026 kan worden gehaald. Een middelenverbintenis is niet zomaar iets.
Nog niet zo lang geleden werd door het Parlement het nieuwe Burgerlijk Wetboek
goedgekeurd, van kracht sinds 1 januari dit jaar, dus tien dagen
ondertussen. Het bevat een nieuwe definitie van de middelenverbintenis. Ik
nodig u uit om er het Burgerlijk Wetboek nog eens op na te slaan. Er wordt
letterlijk in bepaald dat een middelenverbintenis erin bestaat dat iedereen
alle middelen waarover hij beschikt, dient in te zetten om het doel te bereiken.
Dat is ook exact wat er is afgesproken. Dat wil dus ook zeggen dat de werken daarvoor zullen aanvatten. Al die werken beginnen natuurlijk met studies, niet alleen de studies die noodzakelijk zijn in het kader van de milieueffectenrapportage, maar onder andere ook de studies die nodig zijn voor de veiligheidsvereisten, met name de PSR, de periodic safety review, en voor de bestelling van de fuel. Dat laatste las ik inderdaad in de pers.
Mevrouw Dierick, ik verwijs u voor uw vragen over de verschillende milestones en het FANC naar minister Verlinden, die ter zake bevoegd is. U stelde ook een vraag over de werkzaamheden rond het wetsontwerp. Toen we nog niet zo lang geleden de wet voor de levensduurverlenging van Doel 1 en 2 hier hebben gerepareerd, heb ik in het kader van de bespreking van dat wetsontwerp ook uitgebreid toegelicht hoe ver we toen stonden met de voorbereiding van de wijziging van de wet op de kernuitstap met het oog op de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3. Al op 1 april van vorig jaar heeft de regering het voorontwerp goedgekeurd, waardoor we aansluitend, in juni, het project bij de bevoegde overheden binnen een straal van 1.000 kilometer konden notificeren.
Sinds de vernietiging van de wet omtrent Doel 1 en Doel 2 is onomstotelijk vastgesteld dat er, vooraleer een dergelijke wet gewijzigd kan worden, een grensoverschrijdende publieksconsultatie moet gebeuren. Daarvoor is in september een overheidsopdracht toegewezen aan het SCK CEN. Op dit moment wordt het MER opgesteld door het SCK CEN, met name door de erkende deskundige. Nu pikt ENGIE in op dat proces, zodat we de timing kunnen halen die ik hier toen heb toegelicht. Eind van dit jaar zouden we de parlementaire behandeling daarvan moeten kunnen starten. Het zal dan ook aan het Parlement toekomen om het MER te integreren. Dat is een bevoegdheid van het Parlement, dat kan de minister niet doen. De gemotiveerde conclusie van het MER zal dus aan het Parlement worden voorgelegd, op dezelfde wijze als we dat hebben gedaan voor het wetsontwerp Doel 1 en Doel 2.
Het akkoord dat we gesloten hebben, bestaat er dus enerzijds uit dat wij de noodzakelijke wetgevingsprocessen opstarten en anderzijds dat we de winters kunnen halen. Dat laatste is mogelijk, omdat daar de andere bouwstenen van het akkoord mee verbonden zijn. Het gaat daarbij om een link met de omkadering in verband met de berging van het afval.
Plusieurs d'entre vous ont évoqué le fait qu'il s'agissait d'une demande d'ENGIE-Electrabel de pouvoir disposer d'une certitude, d'une "certaine" certitude dirais-je, sur le coût de la gestion des déchets.
Het is niet de eerste keer dat we het hier hebben over het afvalverhaal. U hebt in dit Parlement unaniem de wet op de nucleaire provisies goedgekeurd. We hebben toen ook lang gesproken over de financiële verantwoordelijkheid en het toezicht op de provisies die moeten worden aangelegd voor het beheer van het afval. U hebt toen ook met de Commissie voor nucleaire voorzieningen gesproken over de zekerheden die daarin moeten worden afgedekt.
Het beheer van het nucleaire afval is wellicht de duurste, meest delicate en langste werf ooit. Als de verbruikte splijtstof, het hoogradioactief afval, op een definitieve manier wordt geborgen, zitten wij wellicht al voorbij 2100, dus vele decennia van nu verwijderd, waarbij we absoluut geen zekerheid hebben dat het moederbedrijf of de kernexploitant op dat moment nog zal bestaan. Ik hoef u er ook niet aan te herinneren dat wij vandaag op de factuur de kosten betalen van de nucleaire passiva in de Kempen, waar de exploitant toen ook is vertrokken en waar de restverantwoordelijkheid bij de Staat is gebleven.
Mijnheer Cogolati, mevrouw Buyst, mijnheer Ben Achour en mijnheer Verduyckt, ik ben het helemaal met u eens wanneer u zegt dat er risico's verbonden zijn aan dit scenario. We moeten er absoluut voor zorgen dat de belastingbetaler daar niet voor opdraait en we moeten daarmee op een voorzichtige en zorgvuldige manier aan de slag gaan. Ik ben het daar voor 100 % mee eens, maar het is ook een blessing.
Als we die kostprijs nu op een goede manier kunnen omkaderen en in kaart brengen over welk soort afval het gaat en welke tarieven daarvoor betaald kunnen worden en als dat ook onmiddellijk door de kernexploitant wordt betaald, dan biedt dat de Staat ook de zekerheid dat hij over die middelen kan beschikken wanneer die nodig zullen zijn.
Dans la pratique, que signifie tout cela? Dans l'accord que nous avons conclu, on a décidé d'un mécanisme du cap. Cela veut dire une méthode de calcul. Quels sont les paramètres? Quel est le mécanisme que l'on va appliquer? En effet, un tel montant ne tombe pas du ciel. Nous n'allons pas faire un calcul back-of-the-envelope. Cela nécessite un travail dans le détail et ce travail commence par une analyse partagée.
Bijgevolg zijn er in een bijlage bij het akkoord twee slides opgenomen - u zult dat zien als wij u zo dadelijk de documenten bezorgen - waarin wij de afvalstromen A en B en C van elkaar gescheiden hebben. Wij hebben voor elk van hen gedefinieerd op welke manier wij daarmee aan de slag zullen gaan.
Het basisprincipe is dat het een financiële verantwoordelijkheid is die wordt overgenomen zodra het afval onder de verantwoordelijkheid komt van de Belgische Staat. Dat betekent dus zodra het wordt overgedragen aan NIRAS. Dit gebeurt zodra het afval geconditioneerd is op een stabiele en inerte manier en overgenomen kan worden door NIRAS.
Het is de bedoeling om de transfercriteria te bepalen op basis waarvan het afval effectief overgedragen kan worden, en om een all-intarief te bepalen. In dat all-intarief zal ook een stuk risicopremie zitten. Ik weet dat daar veel woorden over circuleren, zoals cap, plafond of maximumfactuur. In de feiten gaat het echter over een vast bedrag voor een bepaald volume. Dat wil ook zeggen dat het tarief voor de ontbrekende volumes ook betaald zal moeten worden als het volume verkeerd is ingeschat. Het volumerisico blijft dus voor de exploitant.
De volgende vraag is hoe wij die tarieven zullen bepalen.
Monsieur Cogolati, vous me demandez notamment quels seront les scénarios utilisés et comment établir les primes de risque. Nous travaillons avec les scénarios de référence de l'ONDRAF existants, qui sont à la base du travail de la Commission des provisions nucléaires ainsi que de tout le travail effectué par l'ONDRAF.
Bij de scenario's die vandaag gehanteerd worden zijn er effectief al worstcasescenario's. Het is de bedoeling dat wij in kaart brengen welke andere onzekerheden en risico's er zijn waartegen de Belgische Staat zich wenst te beschermen. Er zou bijvoorbeeld kunnen blijken dat wij dieper moeten graven of dat wij op een andere manier het afval zouden willen bergen. Dat zijn onzekerheden die ook vandaag al worden meegenomen in het werk van NIRAS. Dat werk is dus het werk dat de komende weken zal gebeuren.
Ce qui est capital aujourd'hui, c'est le travail qui a été mené pour arriver à ces deux slides, avec le flowchart et le mécanisme. Ce travail, qui n'a jamais été réalisé, est crucial pour pouvoir gérer cet héritage, pour éviter que le citoyen belge ne doive payer dans vingt, trente ou cinquante ans, et pour garantir le principe du pollueur payeur.
En ce qui concerne le démantèlement, j'ajouterai ceci.
De ontmanteling blijft integraal de verantwoordelijkheid van ENGIE Electrabel. Dat was al zo afgesproken in de LOI en blijft uiteraard bestaan.
Er waren ook vragen over de LTO-units waarin wij zelf participeren. Daarvoor zal een apart tarief worden bepaald dat enkel te maken heeft met de LTO.
U zult dat straks kunnen lezen in de tekst, maar ik zal even toelichten hoe die twee zaken met elkaar verbonden zijn. Er zal een cap worden bepaald voor het B- en het C-afval en er zal een cap worden bepaald voor het A-afval. Die bedragen worden de komende weken vastgesteld. Het uiteindelijke behalen van die cap zal afhankelijk zijn van het realiseren van de LTO. Concreet komt dat erop neer dat de cap voor het A-afval slechts zal worden toegekend wanneer de LTO wordt gerealiseerd. De cap voor het B- en het C-afval zal worden toegekend op het moment van de closing, met name wanneer het akkoord is goedgekeurd door de Europese Commissie, dus wanneer de hele staatssteunprocedure doorlopen is, maar zal kunnen worden teruggedraaid wanneer ENGIE Electrabel zou beslissen om de LTO vrijwillig stop te zetten of wanneer de stopzetting te wijten is aan een grove fout. Wanneer de LTO er niet komt en dat te wijten zou zijn aan een kennelijk grove fout vanwege ENGIE Electrabel, is er voor de Belgische Staat ook een mogelijkheid om de cap voor het B- en C-afval terug te draaien.
Dat is één manier om de LTO te verankeren. De andere manier om de LTO te verankeren, heeft te maken met het moment van de closing. Een van de voorwaarden voor de closing van de overeenkomst zal de vooruitgang in de LTO zijn. De vooruitgang in de LTO zal afgemeten worden aan de voortgang zoals bepaald in de timing en de kalender, die ook bezorgd zijn aan het FANC. Dat is een manier om zowel de belangen van de Belgische Staat als van ENGIE Electrabel met elkaar te aligneren.
Dat komt ook tot uiting – dat is de derde bouwsteen van het akkoord – in de structuur waarbinnen de activiteiten worden georganiseerd. De structuur ziet er als volgt uit. Door ENGIE Electrabel zal een vennootschap worden opgericht waarin de nucleaire activiteiten, maar niet alleen die activiteiten, worden ondergebracht. In die nieuw op te richten vennootschap zullen de Belgische assets zitten, de nucleaire en de niet-nucleaire assets, maar bij uitbreiding ook alle Europese assets. Dat is belangrijk omdat het ontmantelingsrisico bij de groep blijft. Dat wil zeggen dat die te allen tijde in staat moet zijn om die risico's te dragen. De structuur waarbinnen die activiteiten worden uitgeoefend, moet dientengevolge voldoende robuust zijn.
Bij de bespreking van de wet op de nucleaire voorzieningen werd altijd gezegd dat we een performante operator nodig hebben. Dat verandert niet. De operator verandert, het zal niet meer Electrabel zijn, maar een nieuw op te richten vennootschap. Het is belangrijk dat die vennootschap te allen tijde haar verplichtingen zal kunnen nakomen. Dat gebeurt, dat wordt verankerd door ervoor te zorgen dat er voldoende assets in aanwezig zijn, de Europese assets, gekoppeld aan een parent company guarantee ten aanzien van het moederbedrijf ENGIE Electrabel om de ontmantelingsrisico's verder te kunnen afdekken als het nodig is, en ook door shareholders support, ondersteuning vanwege de aandeelhouders inzake het operationele, de uitbating, om ervoor te zorgen dat er te allen tijde voldoende personeel aanwezig is om de exploitatie op een goede manier te kunnen uitvoeren.
Onder die vennootschap komt er dan een kleinere vennootschap, de Nuclear Sub, waarin de LTO-activiteiten zullen worden ondergebracht. Het is de bedoeling dat daarin samen wordt geparticipeerd. De komende tijd zal deze structuur verder opgezet worden.
U begrijpt aan de hand van de uitleg dat dit een complexe oefening is, maar dat had iedereen al begrepen, waarin we tijdsbeperkingen hebben. Het is dus de bedoeling om op verschillende wegen parallel te werken. We werken bijvoorbeeld al parallel met het wetgevend kader. De werken zullen nu ook starten en we werken de cap op het afval parallel verder uit. Het is de bedoeling dat we gestaag verder werken. Vandaag is er niets dat een doorstart in de winter van 2026 verhindert. Alle elementen die zich nu op het kritische pad bevinden, worden ook opgenomen door ENGIE en door de regering.
Er waren ook nog een aantal gerelateerde vragen over de bevoorradingszekerheid. Mevrouw Dierick, u hebt gezegd dat het bangelijk is voor de winter van 2025-2026. Ik zal u zeggen in welke landen het vandaag bangelijk is. Dat is in Duitsland, wat betreft de bevoorradingszekerheid voor gas en in Frankrijk, wat betreft de bevoorradingszekerheid voor elektriciteit. Wij zijn vandaag een netto-uitvoerder. Mijnheer Van Lommel, u bent degene die mij daarover zo graag ondervraagt. Wij zijn dus vandaag een netto-uitvoerder, zowel voor gas - 2 tot 3 keer onze nationale consumptie - als voor elektriciteit, omdat wij een productiepark hebben dat vandaag voldoende draait.
In deze commissie en in de plenaire vergadering hebben wij samen het investeringsmechanisme voor de bevoorradingszekerheid goedgekeurd, waarin we elk jaar bepalen wat het volume is dat we nodig hebben om te kunnen voldoen aan een piekvraag. Daarom organiseren we elk jaar een veiling. Als gevolg van de uitzonderlijke situatie waarin we vandaag zitten, met name het feit dat het Franse nucleaire park minder beschikbaar is dan verwacht en een eventuele onzekerheid op de Duits-Belgische grens, hebben wij aan Elia gevraagd om een nieuwe inschatting te maken van de situatie voor de winter van 2025-2026.
Daaruit is gebleken dat we ons, als we onverminderd een beroep kunnen doen op import, extra zouden kunnen beschermen. Daarvoor zijn we op dit moment bezig met de ontwikkeling van een low-carbontender, dus een bijkomende veiling voor bijkomende capaciteit, met name wat betreft batterijen en vraagzijdebeheer voor onze eigen piekvraag, maar vooral ook om onze buurlanden te kunnen helpen. Onze bevoorradingszekerheid is vandaag onder controle, niet alleen voor de huidige winter en de winter waar we voor staan, maar ook voor de winters die verder van ons verwijderd liggen. We monitoren dit immers voortdurend. We sturen ook bij waar het nodig is.
Je conclus, monsieur le président, en disant que je partagerai, par votre intermédiaire, le texte qui suscitera certainement encore d'autres questions. Comme toujours, je me tiens à la disposition du Parlement pour y répondre.
De voorzitter: Ter verduidelijking, het akkoord is een heads of terms en agreement on commencement of LTO. Wat men in het bedrijfsleven een term sheet noemt, is niet het uitgewerkte in detail uitgewerkte contract, maar het bevat de principiële basiselementen van de overeenkomst die nader zal worden uitgewerkt.
De regels bepalen dat zowel commissieleden die eerder het woord hebben genomen, als commissieleden die dat niet hebben gedaan bij de vraagstelling, mogen repliceren. Ik denk echter dat iedereen al van die mogelijkheid heeft gebruikgemaakt. Ik hanteer dezelfde volgorde als die van de vraagstelling voor de replieken. Degenen die daarstraks de spreektijd hebben gerespecteerd, krijgen een beetje marge, voor de anderen zal ik erop toezien dat ze zich aan hun spreektijd van twee minuten houden.
01.18 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik wil u vooreerst bedanken, omdat u zich aan uw woord houdt dat u het akkoord, waarop we lang hebben gewacht, met ons zou delen.
U hebt niet geantwoord op mijn vraag of het akkoord alleen het bijkomende afval of al het afval betreft. Daaruit leid ik helaas af dat het akkoord al het kernafval betreft, ook dat wat in de voorgaande jaren en tot 2025 werd en zal worden opgestapeld. Het gaat dus over de volledige factuur. U hebt verschillende keren gezegd dat de vervuiler betaalt – ook de heer Cogolati heeft dat herhaald –, maar u kunt nu niet en ook niet in maart weten wat de factuur zal zijn, want u kent de plaats en de diepte nog niet waarop het afval zal worden opgeborgen. Ons standpunt blijft dus dat ENGIE Electrabel – dat staat ook in de wet die wij in juli hebben goedgekeurd – als uitbater volledig verantwoordelijk is voor al het afval. Helaas zal dat niet zo zijn en zal de burger een deel van de factuur moeten betalen. Daar gaan wij absoluut niet mee akkoord. Wij houden vast aan het principe dat de vervuiler betaalt.
U zei, net zoals de heer Ben Achour, dat de regering de energie nu eindelijk weer in eigen handen neemt, maar dat is natuurlijk erg cynisch, want sinds de liberalisering is eigenlijk het privatiseren van de winsten en het socialiseren van de lasten het credo. Wij nemen de energie weer in eigen handen, omdat ENGIE van zijn centrales af wil. De regering beslist dus eigenlijk om de lasten van de levensduurverlenging en van het afval naar de samenleving over te dragen. Dat is niet onze visie. Wij zijn er natuurlijk voor dat de energie weer in eigen handen wordt genomen, maar dan het volledige energiebeleid en niet alleen de kosten.
Als er geen betere deal met ENGIE mogelijk is, moet men de energieproductie maar volledig opvorderen en onze energievoorziening maar volledig zelf verzorgen en niet alleen de elementen waar het groot kapitaal van af wil, omdat het de betrokken bedrijven niet meer zint om voor dat afval op te draaien.
01.19 Bert Wollants (N-VA): Het blijft toch wel in belangrijke mate een blanco cheque. U hebt een methodiek vastgesteld waar niemand van weet welk bedrag daaruit zal komen. U hebt ons niks meer kunnen zeggen over het contract for difference. U hebt niet geantwoord op de vraag in verband met de minimumsteun daarin. Aan die twee elementen zal nochtans potentieel het gros van de middelen die van de Belgische Staat moeten komen, worden besteed. Daar gaat u helemaal niet op in. Het is toch wel een bijzonder vreemde manier om daarmee om te gaan. We zullen kijken wat er effectief over in de teksten wordt gezegd, als u daar zelf niet op wilt antwoorden. Mogelijk staat er helemaal niks over in. Dat zou de situatie alleen maar erger maken.
U kunt inderdaad geen garanties geven over de winter 2026-2027. In de letter of intent maakt ENGIE duidelijk dat dat niet kan op de vooropgestelde termijn, maar dat het zijn best zal doen om het voornemen in de praktijk om te zetten. Vandaag gaat het een middelenverbintenis aan, maar achter de schermen wordt gezegd dat het daaraan waarschijnlijk niet tegemoet zal kunnen komen. U verwijst naar de studie van Elia. Elia zegt heel duidelijk dat er vandaag geen oplossing is als de kerncentrales tijdens de betreffende winter niet kunnen werken. Elia beveelt aan om de veiling die is afgelopen in 2022, over te doen om op die manier toch nog ergens capaciteit vast te krijgen. Ik ben er absoluut niet zo gerust in dat een en ander op een goede manier zal verlopen. Ik maak mij daar dus zeer grote zorgen over.
Dat maakt dat het hier een fractie van een akkoord betreft. Het grootste deel zal nog moeten komen. De titels zijn geschreven, maar wat erachter zit, weten we vandaag niet. Achteraf zal pas duidelijk worden wat dat allemaal zal kosten. U herinnert zich zeer goed dat er bijvoorbeeld ook voor Tihange 1 een heel mooie formule was uitgewerkt. De heer Ben Achour zei nog dat 70 % van de opbrengst de staat toekwam. Er is echter bijna niks van binnengekomen.
Ik vrees ervoor dat het, met wat nu voorligt, in zekere zin hetzelfde verhaal zal zijn, want als er cijfers op worden geplakt, trekken we onze ogen mogelijk nog groot open. Ik ben blij dat u bereid bent om daarvoor in de toekomst in onze commissie voor Energie nog op te draven.
Mijnheer de voorzitter, ik stel voor dat de minister opnieuw wordt uitgenodigd, nadat wij allen het document grondig hebben kunnen doorlezen, zodat wij dan alle gewenste vragen kunnen stellen op basis van die zeventien pagina's, zoals mevrouw Marghem al zei. We verwachten dan een stuk meer dan de magere antwoorden die wij vandaag van de minister gekregen hebben.
01.20 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, het gaat over een heads of terms, wat betekent dat de grote lijnen, de fundamenten, zijn vastgelegd maar ook dat veel zaken nog niet ingevuld zijn. We moeten daar realistisch in zijn, in de volgende weken zullen er nog wel vragen rijzen. Hoe zullen de principes van de heads of terms uitgewerkt worden en tot welke resultaten zal dat leiden? Zulke vragen zijn normaal. Daarom lijkt het mij nu moeilijk om een waardeoordeel te vellen alsof het resultaat daarvan niet goed zal zijn.
Van belang is dat er zeer essentiële stappen zijn gezet, die zullen leiden tot meer bevoorradingszekerheid en meer controle, in een markt waarin toch een relatief oligopolie bestaat. Ook op de prijsniveaus zullen wij daardoor meer impact hebben.
Voor wie in het bedrijfsleven staat, is het duidelijk dat voorspellingen over de toestand in 2040 onmogelijk zijn. Een contract waarmee alles verzekerd is, bestaat gewoonweg niet. Ik vind dat er nu zeer duidelijke en fundamenteel juiste principes gehanteerd worden.
Daarnaast vind ik het ook belangrijk dat wij toch weer de weg opgaan van een gezonde, duurzame energiemix. Wij ondersteunen ten volle de keuze voor hernieuwbare energie, maar er is ook, niet alleen vanwege de oorlog in Oekraïne, bewustwording omtrent kernenergie. Kernenergie, die geen CO2 uitstoot, zal in de toekomst ook een onderdeel zijn van onze energiemix. Weliswaar moet ervoor gezorgd worden dat het afval herwerkt wordt, dan wel dat er zo min mogelijk afval is. Daarom spreek ik ook een geloof uit in de innovatiekracht van onze maatschappij om omtrent kernenergie een nieuw traject te rijden.
Straks komen we daar misschien nog toe bij de geagendeerde vragen over de SMR. Mevrouw de minister, eind 2021 hebt u gezegd dat u een wettelijk kader voor de SMR zou uitwerken. U hebt daartoe ook budgetten ingeschreven. In die zin ben ik blij met datgene wat ik gehoord heb.
Ik ben blij met het akkoord, met de heads of terms. Ik heb er ten volle vertrouwen in dat u dat goed zult afronden in de volgende maanden.
01.21 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je pense que vous avez raison de tant insister sur le principe du pollueur payeur. Pourquoi? Tout simplement parce qu'il a été entériné en juillet dernier au sein même de cette commission, à l'unanimité, et nous savons combien le fait est rare au Parlement. Je pense que ce n'est pas un hasard: ces déchets les plus hautement radioactifs vont nous accompagner pendant 300 000 ans, c'est-à-dire jusqu'en l'an 302 022, et certainement encore plus loin. Il est donc logique que nous, qui défendons l'intérêt et le capital publics, mettions tout en oeuvre pour que ce ne soit pas finalement le contribuable qui trinque.
Je retiens trois réponses importantes de votre part:
1. Seul le worst-case scenario est pris en compte, notamment ce qui était contrôlé par la Commission des provisions nucléaires encore ici il y a quelques semaines.
2. Les déchets les plus hautement radioactifs, de type B et C seulement, seront pris en compte à partir du transfert effectif à L'ONDRAF. C'est à ce moment-là qu'ENGIE devra non seulement payer un montant fixe pour couvrir l'entièreté, mais aussi une prime, une garantie, une assurance en plus pour le risque causé.
3. Le risque de démantèlement est pris en compte à 100 % et reste chez ENGIE.
Enfin, chers collègues, vous me permettrez de dézoomer durant les 30 dernières secondes de ma dernière réplique. En effet, je sais à quel point le monde politique belge ne voit plus l'énergie qu'à travers la petite lorgnette nucléaire; mais je pense que le défi qui attend notre continent est bien plus important. Je pense que c'est normal, mais souvent, nous nous invectivons sur deux gigawatts d'anciens réacteurs sur dix ans. L'Écosse, juste à côté de chez nous, attribuera plus de 25 gigawatts à des projets éoliens en mer. Ce n'est évidemment qu'un exemple, mais nous ne devons pas oublier l'horizon. Cette prolongation sur dix ans de deux réacteurs, même de Doel 4 et de Tihange 3, ne doit surtout pas nous faire oublier, au sein de cette commission, les enjeux encore bien plus importants d'efficacité énergétique, d'isolation des logements et de l'Europe des énergies renouvelables. Je vous remercie.
01.22 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw toelichting, al is een aantal zaken mij nog steeds niet duidelijk. Het is uiteindelijk nog maar een deelakkoord. Er is ook nog een bijzonder lange weg te gaan, want de struikelblokken waar u vandaag tegenaan kijkt zijn nog altijd niet weggewerkt. Ik heb het dan onder meer over de kostprijs. U had het dan wel over berekeningswijzen en dies meer, maar we kennen vandaag nog geen enkel bedrag. Mevrouw Marghem verwees naar een document van zeventien pagina's, waarin wij nog geen inzage hebben gekregen. Ik kijk ernaar uit om daar een diepgaandere analyse van te kunnen maken, zodat wij het debat deftig kunnen voeren.
Mevrouw de minister, u hebt het over 'energie in eigen handen houden'. Dat is allemaal goed en wel, maar er is een tijd geweest waarin u mij hebt verweten dat ik pleitte voor energiezelfstandigheid. Energie in eigen handen houden, betekent voor mij dat de productie vandaag en in de toekomst bij ons gebeurt. Daar geeft u met uw beleid geen enkele garantie voor.
Dan kom ik terug op de chanteerbaarheid. U weet goed genoeg wat ik daarmee wil zeggen, mevrouw de minister. Op dit moment is het zo dat ENGIE Electrabel bijzonder veel macht heeft. Waarom lopen die onderhandelingen zo moeilijk? Dat hebt u aan het beleid van uw eigen regering te danken. Dat is nu eenmaal zo. U hebt ervoor gezorgd dat zij zichzelf die macht hebben kunnen toe-eigenen. Dat heeft te maken met timing, omdat u geen knopen hebt doorgehakt, omdat u continu hebt gezegd dat we tijd genoeg hebben en dat zij maar een spel spelen. Dat maakt dat die onderhandelingen vandaag zo moeilijk verlopen.
Er was een tijd waarin de rollen omgekeerd waren, mevrouw de minister. Er was een tijd waarin ze kwamen smeken om een levensduurverlenging mogelijk te maken. U hebt hen toen telkens wandelen gestuurd. Nu gebruikt u mijn uitspraak als een bliksemafleider om niet in te gaan op de inhoud van mijn betoog.
Ja, het gaat over heads of terms. U zegt dat het tijd nodig heeft, maar we hebben geen tijd. Nu zijn we de netto-uitvoerder van energie, maar u zit in een energietransitie.
In de toekomst zal ons energieverbruik verdubbelen of verdriedubbelen en dan zullen de rollen omgekeerd zijn. Vergeet dat vooral niet. Mevrouw de minister, ik denk dat het debat in deze commissie nog lang niet gevoerd is. Ik wil die zeventien pagina's lezen en het debat verder ten gronde voeren, want wat we vandaag gehoord hebben is te weinig.
01.23 Kris Verduyckt (Vooruit): Met alle wind die de vorige spreker heeft gemaakt, zouden we die kerncentrales niet nodig hebben.
Mevrouw de minister, u hebt meer duidelijkheid gegeven over die cap. U hebt trouwens gelijk over het afval. We hebben in dit Parlement de afgelopen maanden net op het vlak van die nucleaire provisies zeer sterk wetgevend werk verricht. De PVDA-PTB zegt daar vandaag natuurlijk niets over, maar we hebben dat wel gedaan. Net daarom vind ik het zo belangrijk. We hebben het heft in eigen handen genomen en we hebben er goed aan gedaan om er op het vlak van die toekomstige factuur voor te zorgen dat die berekeningen zo goed mogelijk zijn. Dat is erg belangrijk om te vermijden dat de belastingbetaler zal opdraaien voor de kosten. Wat die parental guarantee betreft, namelijk het feit dat het Franse moederbedrijf hieraan niet zal ontkomen, vind ik het goed dat ook daarover werd onderhandeld.
Een tweede aspect dat ik daarstraks heb aangehaald is de winter van 2026. Ik begrijp u wanneer u zegt dat ENGIE een middelenverbintenis is aangegaan – dat is niet niks en ik vermoed zeker geen slechte wil van hun kant – maar wanneer ik naar de lijst van het FANC kijk, dan zie ik daarin stappen waarbij we de regie niet voor de volle 100 % zelf in handen hebben, vandaar mijn bezorgdheid. Als het stof na deze lange onderhandelingen is gaan liggen en als we de cijfers van Elia hebben, stel ik voor dat we die goed bestuderen om ons ervan te verzekeren dat we voldoende stroom zullen hebben om de winter van 2026 door te komen. Nu hebben we nog de kans om eventueel via het CRM of iets dergelijks in te grijpen, maar straks is dat niet meer mogelijk.
Ik vind het goed dat we de tekst krijgen, zodat we kunnen controleren of het principe de vervuiler betaalt en de bevoorradingszekerheid daarin goed beschermd zijn, in plaats van hier vandaag zinloze discussies te voeren over de vraag of er nu al dan niet een akkoord is met partijen die in het verleden de kans hebben gemist om dit dossier op tijd op te starten.
01.24 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, in tegenstelling tot anderen heb ik wel heel goed begrepen wat u vandaag hebt uitgelegd. U hebt een duidelijke uitleg gegeven over een heel complex dossier. U hebt structuur aangebracht. Dat sterkt mij in de overtuiging dat het om een belangrijke stap gaat, die goed is voor ons land. Ik herhaal wat ik in mijn vraag heb aangegeven, het is erg belangrijk dat deze verlenging ons in staat stelt om te werken aan een toekomst die hernieuwbaar is.
Ik ben het ook eens met de heer Cogolati die voorstelt om de zaken in de commissie voor Energie breder te bekijken, met alles wat we nodig hebben voor de energietransitie, zoals wind op zee en het energie-eiland op de Noordzee. Dat zijn allemaal zaken die u ook in gang hebt gezet.
Aan het principe dat de vervuiler betaalt, wordt niet getornd of geraakt. Dat is mij nu duidelijk door uw uitleg. De ontmanteling blijft voor rekening van ENGIE. De exploitant is ook verantwoordelijk voor de berging van het afval op basis van de methode die u heel duidelijk hebt uitgelegd, waarbij duidelijk wordt op welke manier de eindafrekening wordt bepaald. Dat is iets wat in de voorbije twintig jaar niet is gebeurd.
Mevrouw de minister, ik wil eindigen met u en de federale regering te feliciteren, omdat de huidige federale regering stap voor stap het energiebeleid terug in eigen handen neemt, iets wat in de voorbije twintig jaar niet is gebeurd.
01.25 Leen Dierick (cd&v): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Het akkoord van de eerste minister en van u is uiteraard een belangrijke stap. Wij zijn tevreden dat nu eindelijk iedereen in de regering mee is met het idee dat de levensduur van kerncentrales moet worden verlengd. Dat heeft voor de ene partij al wat langer geduurd dan voor de andere. Wij zijn echter tevreden dat er een akkoord is.
Cd&v is evenwel ook realistisch. Er zijn nog veel onzekerheden en er zijn mogelijke valkuilen. Er zijn ook nog veel onbeantwoorde vragen en onduidelijkheden over de situatie vanaf 2026. Wij kijken echter zeker en vast uit naar het vervolg.
Mevrouw de minister, met betrekking tot mijn vraag over de situatie voor de winter van 2025 was u wel duidelijk. U verwees naar de situatie in Duitsland, Frankrijk en de omliggende landen voor de winter van 2025. Dat is interessant, maar ik ben uiteraard vooral geïnteresseerd in de situatie hier in ons land. Eerlijk gezegd ben en blijf ik bezorgd over de winter van 2025.
Ik heb uw belangrijke woorden echter genoteerd: "De bevoorradingszekerheid is onder controle, ook voor de winters die verder van ons liggen, dus ook voor 2025." Ik hoop van harte dat u dit hard kunt maken en we zullen het zeker verder opvolgen.
01.26 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses et pour le temps que vous consacrez au Parlement dans le cadre de ce dossier important. L'accord existe; il a le mérite d'exister. C'est très bien. Nous avons mis le pied dans la porte. Nous sommes entrés dans la pièce mais, il faut bien en convenir, il y a encore du pain sur la planche et, je le pense, l'essentiel reste à faire.
Les éléments que je retiens c'est que, en effet, le coût du démantèlement reste totalement à la charge d'ENGIE. C'est un acquis important. En ce qui concerne la sécurité d'approvisionnement, vous avez rappelé à très juste titre que nous étions exportateur net, ce qui nous donnait une position privilégiée et nous garantissait, d'une certaine manière, une forme de sécurité d'approvisionnement – c'est très bien. Je retiens aussi deux éléments peut-être avec un peu plus de précaution. C'est que cette logique de solde de tout compte qui est maintenant entérinée est une logique à risque, vous le reconnaissez vous-même, c'est une logique dangereuse. Je pense que tout l'enjeu se trouve là. Comment va-t-on définir ce fameux cap? Par la manière dont on va le définir, on connaîtra l'ampleur de la facture qu'on laissera ou pas aux générations futures. Nous, ce que nous souhaitons, c'est que rien ne retombe sur la tête des contribuables.
Vous ne m'avez pas répondu quant à la façon dont l'implication de l'État dans cette société commune ouvrira ou non de nouvelles possibilités ou de nouvelles marges de régulation. Or, cela me paraît important.
Pour conclure, oui, l'enjeu est de réussir la transition et d'augmenter significativement la part des énergies renouvelables mais je pense que l'enjeu n'est pas uniquement celui-là et il ne faut pas le laisser croire. L'enjeu, c'est d'abord celui du mix énergétique. C'est renouvelable mais dans quel mix énergétique? Je pense plus que jamais que nous aurons toujours besoin d'une énergie pilotable.
Je vous remercie.
01.27 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, voor de goede orde, het was mij niet helemaal duidelijk wanneer dat document nu exact verstuurd zou worden.
De voorzitter: Op het einde van de vergadering zal u het document per mail krijgen, uit respect voor de andere vragenstellers.
01.28 Bert Wollants (N-VA): Dat wordt dus uitgesteld tot alle andere mondelinge vragen zijn behandeld?
De voorzitter: Dat zal zo worden gedaan, uit respect voor de anderen die nog vragen zullen stellen. Ik zou de vergadering vanavond toch ten laatste om 17.30 uur willen sluiten. We zullen dus niet de hele reeks vragen behandelen.
01.29 Bert Wollants (N-VA): Ik begrijp niet goed waarom u dit wil uitstellen tot 18 u.
De voorzitter: Ik wil dit uitstellen uit respect voor de volgende sprekers, want anders begint iedereen de documenten te overlopen. Er is echter niks mis mee, het document telt zeventien bladzijden.
01.30 Bert Wollants (N-VA): Het is zeer vreemd dat u zelf vertragingsmechanismen inbouwt.
Er is in dat verband nog een tweede aspect. Ik heb de minister heel duidelijk horen zeggen dat zij ter beschikking staat om daar vragen over te beantwoorden. Is het mogelijk dat wij in deze fase het commissiecommissariaat al vragen om op zoek te gaan naar een geschikt moment daarvoor?
De voorzitter: Als we het gelezen hebben, zal ik in overleg de nodige initiatieven nemen.
Het incident is gesloten.
02 Question de Laurence Zanchetta à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L’augmentation du prix du CNG" (55032080C)
02 Vraag van Laurence Zanchetta aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stijging van de cng-prijs" (55032080C)
02.01 Laurence Zanchetta (PS): Monsieur le président, madame la ministre, j'ai récemment été interpellée par un citoyen au sujet du prix du CNG qui, comme tout le reste, a fortement augmenté.
Bien sûr, comme nous le savons, la guerre opposant l'Ukraine et la Russie est en majeure partie responsable de ces augmentations que nous subissons tous. Mais ce qui est interpellant, c'est que le prix du CNG semble plus élevé en Belgique que dans d'autres pays tels que l'Italie, la Suisse ou encore le Luxembourg. On passe parfois du simple au double... Une belle désillusion pour tous les citoyens qui ont fait le choix d'investir dans un véhicule au CNG non seulement parce que c'était moins polluant, mais aussi parce que le CNG était, à l'époque, moins cher que l'essence ou le diesel.
Madame la ministre, comment expliquez-vous que le prix du CNG soit plus élevé en Belgique? Des mesures peuvent-elles être envisagées dans ce cadre pour aider les citoyens à traverser cette crise?
02.02 Tinne Van der Straeten, ministre: Monsieur le président, madame Zanchetta, ce sujet a déjà été abordé lors d'une commission précédente mais je vais reprendre quelques éléments de réponse.
Le CNG n'est rien de plus que du gaz naturel de notre réseau de distribution qui est mis sous pression et ensuite stocké dans un véhicule. Compte tenu de l'évolution des prix du gaz naturel et de ses dérivés sur les marchés internationaux, et plus particulièrement dans la zone de marché de l'Europe du Nord-Ouest dont la Belgique fait partie, et compte tenu de la structure des prix du CNG à la pompe, les niveaux de prix tels qu'applicables en Belgique semblent normaux.
Le niveau de prix à la pompe dépend en grande partie du type de contrat que le fournisseur a conclu pour l'achat du gaz naturel. S'il s'agit d'un contrat à court terme et que le fournisseur achète son gaz naturel sur le marché spot, les niveaux de prix connus et applicables en Belgique sont de nature normale. Si le fournisseur a conclu un contrat à long terme avec un prix convenu à l'avance, alors, ce fournisseur sera en mesure d'offrir le produit CNG à un prix inférieur. Par ailleurs, le CNG n'est actuellement pas soumis au système de prix maximums comme le sont les autres carburants tels que le diesel et l'essence. D'autres différences de prix peuvent survenir en raison d'autres taxes, impôts et tarifs de distribution de gaz qui sont une compétence régionale.
Le CNG n'est pas inclus dans le contrat-programme établi entre l'État belge et la fédération ENERGIA. En octobre 2018 déjà, le SPF Économie a invité le secteur du CNG à discuter de l'inclusion du CNG dans l'accord de programme. Les plus grands fournisseurs étaient présents ainsi qu'un représentant de gas.be. Le secteur était très réticent à soutenir un système de prix maximums pour le CNG.
Les principales raisons sont les suivantes: un marché encore en phase de développement, des coûts d'infrastructure initiaux élevés, des modèles économiques différents pour les opérateurs et des cadres et des différences régionales en matière de charges réglementaires.
Toutefois, un système de prix maximums ne garantit pas que les prix restent bas. Le prix maximum reflète un prix de revient global réel. Si le prix du produit augmente très fortement sur les marchés internationaux, cela se répercutera également sur le prix à la pompe. Néanmoins, des consultations avec l'industrie et avec mon administration sont en cours sur cette question.
02.03 Laurence Zanchetta (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour les détails et pour avoir pris la peine de répéter ce qui avait déjà été dit en commission au cours d'un débat que je n'avais pas suivi.
Het incident is gesloten.
03 Question de Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La hausse des plaintes transmises au Service de Médiation de l'Énergie" (55030782C)
03 Vraag van Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stijging van het aantal aan de Ombudsdienst voor Energie gerichte klachten" (55030782C)
03.01 Malik Ben Achour (PS): Madame la Ministre,
Durant les huit premiers mois de 2022, le
médiateur fédéral de l'énergie a reçu plus de 18.000 plaintes, contre environ
9.000 sur toute l'année 2021.
Nous le savons, de nombreuses pratiques
injustifiées, voire illégales, ont été observées. Ajoutons à cela qu'un grand
nombre de personnes, n'étant pas au fait de la législation, a sans doute
accepté des mesures dénonçables ou illégales que les fournisseurs leur ont
imposées. Enfin, une part significative des clients n'est pas au courant de
leurs droits, des possibilités qui leur sont offertes de ne pas accepter les
propositions des fournisseurs ou de choisir un autre fournisseur.
Madame la Ministre, mes questions sont les
suivantes:
1. Le mois passé, vous nous indiquiez avoir
demandé au médiateur et à votre administration de vous prévenir des plaintes
introduites. Quels retours vous ont-ils fournis? Des récurrences parmi les
plaintes introduites ont-elles été constatées? En outre, des contacts ont-ils
été entretenus avec la CREG et vos collègues compétents à ce sujet? Le cas
échéant, pouvez-vous nous en informer?
2.Nous savons que l'accord consommateur ne
protège pas l'ensemble des clients, et n'empêche pas que surviennent des
pratiques qui posent question. Je citerai ici à titre d'exemple les demandes de
justificatifs aux consommateurs qui souhaitent réduire le montant de leur
facture d’acompte de plus de 20%. Des actions législatives sont-elles dès à
présent envisagées? Des enquêtes de l'Inspection économiques ont-elles été
demandées?
3. Enfin, face à l'augmentation des plaintes qui lui ont été transmises, le SPF Économie a renforcé sa communication quant aux droits des titulaires d'un contrat d'énergie. Toutefois, comme je l'évoquais, une part importante de nos concitoyens ne sont pas au courant de ces droits lorsqu'ils reçoivent leur proposition d'acompte. Des initiatives peuvent-elles être envisagées en vue d'informer plus avant nos concitoyens?
03.02 Tinne Van der Straeten, ministre: Monsieur Ben Achour, le médiateur m'apprend qu'au cours des neuf premiers mois de l'année 2022, plus de 20 000 plaintes ont été introduites, le double par rapport aux chiffres déjà totalisés au mois de juin.
Les plaintes adressées au médiateur passent aussi souvent par ma boîte mail où dans des conversations avec des concitoyens.
La compétence de la Protection des consommateurs a récemment été reprise par ma collègue Alexia Bertrand. Des discussions entre nos deux cabinets ont lieu régulièrement pour examiner la meilleure façon de s'attaquer à certaines pratiques sur le marché de l'énergie.
S'agissant de votre troisième question, je vous informe qu'une consultation a eu lieu avec le premier ministre, les vice-premiers ministres Dermagne et Van Peteghem, les fournisseurs d'énergie et moi-même. Un des points clé à l'ordre du jour était la transparence des factures d'acompte. Il est très important que les clients comprennent leurs factures d'acompte, que les montants soient transparents et que les clients puissent apporter des modifications aux acomptes si nécessaire. Nous examinons actuellement comment y parvenir avec la CREG.
Au sujet des factures d'acompte en tant que telles, j'y reviendrai lorsque nous aborderons votre question spécifique ainsi que celle de MM. Senesael et Verduyckt.
Het incident is gesloten.
04 Question de Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'absence de médiateur francophone de l'Énergie depuis 2018" (55032081C)
04 Vraag van Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De sinds 2018 onvervulde functie van Franstalig ombudsman voor Energie" (55032081C)
04.01 Malik Ben Achour (PS): Madame la
Ministre,
En 2018, une procédure de sélection de
nouveaux médiateurs francophone et néerlandophone de l'énergie a été lancée.
Après le lancement de cette procédure, celle-ci a été annulée en raison d'un
manque de conformité de l'appel à candidatures avec la législation – notons que
plusieurs candidats ont été dispensés de participation à la première épreuve,
pourtant éliminatoire.
En raison de cela, le médiateur
néerlandophone en fonction a continué d'exercer sa mission. Le médiateur
francophone ayant pour sa part pris sa retraite, sa mission n'est plus exercée
depuis plus de 4 ans.
Madame la Ministre, mes questions sont les
suivantes:
1. Pouvons-nous avoir votre retour sur cette
situation?
2. Il nous est parvenu qu'aucune procédure
de sélection de nouveaux médiateurs de l'énergie n'a été lancée depuis 2018.
Entendez-vous contrevenir à ce manquement? Pouvons-nous espérer qu'un nouvel
appel à candidatures soit prochainement publié?
04.02 Tinne Van der Straeten, ministre: Monsieur Ben Achour, nous sommes en train de finaliser les profils pour la sélection. Pas plus tard qu'il y a deux semaines, un contact a eu lieu entre mon cabinet et l'administration du SPF Stratégie & Appui (BOSA), pour organiser la publication d'une nouvelle procédure de sélection, j'espère vers la fin du mois.
04.03 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour ces informations.
Het incident is gesloten.
- Sophie Rohonyi à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L’extension du tarif social pour le gaz et l'électricité aux maisons d’accueil pour les sans-abri" (55032187C)
- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L’application du tarif social dans les sociétés de logements publics" (55032886C)
- Sophie Rohonyi aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De uitbreiding van het sociaal tarief voor gas en elektriciteit tot de daklozenopvang" (55032187C)
- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De toepassing van het sociaal tarief bij de openbare huisvestingsmaatschappijen" (55032886C)
05.01 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, je vais suivre le mouvement lancé par mon collègue, Malik Ben Achour et renvoyer à ma question telle que déposée.
Madame la ministre,
Le
17 octobre, l’ASBL l’îlot et d’autres associations ont profité de la
journée mondiale de la lutte contre la pauvreté pour alerter les pouvoirs
publics sur la situation financière des maisons d’accueil pour les sans-abri.
Alors que chaque hiver constitue une épreuve particulièrement difficile pour
les associations actives dans ce secteur, cet hiver risque d’être
particulièrement intenable, en raison de la crise énergétique, de l’indexation
des salaires et de l’inflation des prix de première nécessité. C’est ainsi que
la directrice de l’ASBL l’îlot révélait dans le quotidien Le Soir que “pour
2023, un déficit gigantesque pourrait se monter à des centaines de milliers
d’euros. (...) Deux années comme cela et on ferme les portes”. Autrement dit,
ces associations sont à ce point étranglées par leurs factures qu’elles vivent
avec une épée de Damoclès au-dessus de la tête. Elles fonctionnent 24h/24 avec
de multiples services occasionnant des coûts financiers impossibles à payer,
surtout en l’absence de dons, puisque depuis le début de la crise énergétique,
les dons privés se font de plus en plus rares. Or, ces dons constituent l'une
des principales sources de revenus de ces associations qui, si elles venaient à
fermer, laisseraient place à une catastrophe humaine et sociale.
Une
solution existe pourtant pour les soulager: l’extension du tarif social aux
associations qui hébergent des personnes sans-abri qui en sont jusqu’ici
exclues. En effet, l’article 15/10, § 2/2 de la loi du
12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par
canalisations vise tout locataire qui habite dans un immeuble à appartements
dont le chauffage au gaz naturel est assuré par une installation collective ou
dont le raccordement au réseau de distribution de chaleur est collectif,
lorsque les logements sont donnés en location, dans le cadre d'une politique
sociale, par les organismes de logement listés. Cette liste d'organismes
pouvant prétendre au « tarif social gaz » ne comprend toutefois pas les centres
d’accueil pour sans-abris.
En
conséquence:
Allez-vous
étendre la liste des organismes qui peuvent prétendre au tarif social gaz aux
associations qui hébergent des personnes sans-abri?
Dans tous
les cas, quelles sont vos propositions pour venir en aide à ces associations?
Le président: Monsieur Ben Achour, comptez-vous faire un grand exposé?
05.02 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, je suis désolé, mais, dans ce cas, je ne renvoie pas à ma question écrite. En effet, cette question est importante, même si les autres l'étaient également. Mais, je souhaite m'attarder un peu plus à cette thématique.
En novembre, nous apprenions que près de 3000 familles, locataires de quatre sociétés de logement public hennuyères, pourraient ne plus bénéficier du tarif social, faute de réponse au marché commun lancé par ces sociétés et destiné à assurer l'approvisionnement énergétique pour des bureaux et des espaces communs, mais aussi pour des immeubles avec chaudières collectives au gaz.
Aucun fournisseur n'avait remis d'offre, ces derniers semblant ne pas souhaiter livrer à ce prix-là. C'était donc, par le biais de l'éventuelle explosion des charges, une véritable épée de Damoclès qui pesait sur la tête des citoyens, lesquels pourtant ont bel et bien droit à ce tarif social.
Le 21 décembre, une de ces quatre institutions, la Sambrienne pour ne pas la nommer, annonçait qu'une solution avait été trouvée. Il sera recouru à la notion de fournisseur social, disposition wallonne qui relève des obligations de service public à caractère social. En l'occurrence, c'est ORES, le gestionnaire de réseau, qui endossera ce rôle. Il n'en demeure pas moins que cet épisode, s'il se termine de façon positive, en tout cas pour les bénéficiaires, pose question, d'autant plus que le niveau fédéral compense le différentiel dans le cadre de l'extension du tarif social en application depuis février 2021.
Madame la ministre, avez-vous connaissance de cette situation? Avez-vous pris des contacts à ce sujet avec vos collègues des Régions? Quels enseignements peuvent-ils être tirés de ces événements? Des pistes sont-elles étudiées afin d'empêcher que cela ne se reproduise dans le futur?
Je vous remercie.
05.03 Tinne Van der Straeten, ministre: Mijnheer de voorzitter, madame Rohonyi, merci pour votre question qui est bien sûr très pertinente, surtout dans cette période de crise aiguë. Hélas, la réponse, en tant que telle, n'est pas si simple.
Les catégories de ménages qui ont droit au tarif social sont définies dans les lois sur le gaz et l'électricité. Ces clients qui ont droit au tarif social sont définis comme des "clients résidentiels protégés". Ce sont donc des clients qui achètent du gaz naturel ou de l'électricité pour leur propre usage domestique, à l'exclusion des activités commerciales ou professionnelles. Par ailleurs, le tarif social intervient directement dans le prix facturé par un fournisseur à son client.
Dans votre question, vous faites référence aux résidents de logements sociaux qui utilisent un chauffage collectif, et aussi à des associations qui hébergent des personnes sans-abri. En fait, ceux-ci ne sont pas, aujourd'hui, compris dans la loi. C'est le même problème que nous avons avec les maisons de repos et les institutions qui aident des personnes, de manière générale.
Il s'agit, en réalité, d'une compétence régionale. Cela nous empêche d'intervenir, aujourd'hui.
Les associations que vous mentionnez sont en effet confrontées à des prix élevés. Mais concernant le tarif social, comme ces résidents, dans ce cas-ci les sans-abri, ne sont pas directement clients, ils ne peuvent pas entrer dans le cadre de la loi gaz-électricité. La répartition des compétences dans ce pays empêche de les y inclure comme une catégorie à part entière.
Monsieur Ben Achour, la législation régionale prévoit que, lorsqu'un fournisseur d'énergie ne peut être trouvé, le fournisseur social remplit ce rôle. Il est ainsi garanti que personne en Belgique n'est coupé de l'approvisionnement en gaz et en électricité. Ces dispositions régionales sont indépendantes de l'application éventuelle du tarif social.
L'organisation d'une consultation pour un marché public n'est pas de mon ressort. Par conséquent, je ne peux y intervenir.
Le gouvernement a, comme vous le savez, déployé énormément d'efforts en collaboration avec les fournisseurs sur les plans financier et administratif en vue d'appliquer le tarif social. Ce dernier n'existe pas seulement dans l'intérêt des clients les moins bien dotés, mais également dans celui des fournisseurs afin d'éviter des défauts de paiement.
05.04 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la ministre, je vous remercie de votre réponse. En effet, en sa première partie, vous avez reconnu que la loi actuelle présentait un problème, en ce sens qu'elle exclut purement et simplement le secteur du sans-abrisme du bénéfice du tarif social.
Malheureusement, vous vous êtes ensuite réfugiée derrière la répartition des compétences, qui empêcherait que les personnes hébergées par ces associations puissent être définies comme des clients résidentiels. J'ai envie de vous dire: peu importe! En effet, la volonté initiale du législateur fédéral était de faire bénéficier de ce tarif social tous les occupants et locataires qui sont socialement précaires, indépendamment de leur éventuel statut résidentiel. Du reste, c'est la raison pour laquelle cette loi vise aujourd'hui les Fonds du logement, les AIS, les CPAS. Autrement dit, on visait bien tous les publics précaires, alors qu'à présent plusieurs tranches de la population en sont purement et simplement exclues. C'est particulièrement injuste.
Si l'on ne corrige pas la loi, ces individus vont rester sur le carreau, si bien que les associations risquent de fermer leurs portes. C'est un luxe que nous ne pouvons pas nous payer, avec l'hiver qui s'est installé et au regard de la présente crise énergétique.
Je me dois donc de vous appeler à clarifier cette loi purement et simplement, en étendant le tarif social à leur égard mais aussi, ce qui peut faire l'objet d'une concertation avec votre collègue en charge de la Lutte contre la pauvreté, en re-finançant tout ce secteur car il croule aujourd'hui sous des factures d'énergie particulièrement importantes, notamment parce que, pendant tout un temps, on n'a pas fait en sorte de le financer à sa juste valeur. De ce fait, ces associations sont dans des bâtiments vétustes, mal isolés, etc.
Madame la ministre, je pense donc qu'il y a lieu de travailler sur deux plans pour éviter une catastrophe, une nouvelle crise de l'accueil en plus de celle que nous vivons aujourd'hui avec les migrants.
Het incident is gesloten.
- Daniel Senesael à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les outils de contrôle du montant des acomptes de factures énergétiques" (55032201C)
- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'ajustement automatique des factures d'acompte" (55032888C)
- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les accords légaux relatifs au montant de l'acompte sur la facture énergétique" (55032931C)
- Daniel Senesael aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De tools om het bedrag van het voorschot op de energiefactuur te controleren" (55032201C)
- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De automatische aanpassing van de voorschotfactuur" (55032888C)
- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De wettelijke afspraken rond het bedrag van het voorschot op de energiefactuur" (55032931C)
06.01 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, madame la ministre, dans ses récents rapports, la CREG s'est dite favorable à l'introduction, pour les contrats d'énergie variables, d'acomptes automatiquement ajustés – sur une base périodique – à l'évolution des prix sur les marchés de gros. Cela présenterait l'avantage d'éviter non seulement de très mauvaises surprises lors de la réception de la facture de régularisation, mais également le paiement d'acomptes mensuels trop élevés en période de baisse du prix de l'énergie.
Si nos concitoyens ont la possibilité de demander une réduction de leur acompte en cette période de baisse des prix du gaz en Europe – le gaz est quand même près de cinq fois moins élevé qu'au mois d'août –, ceux-ci ne sont pas nécessairement au courant de l'évolution des prix. Par ailleurs, les fournisseurs ne sont pas contraints de les informer de l'état de la situation.
Madame la ministre, pouvons-nous avoir votre point de vue sur cette recommandation de la CREG? Des discussions ont-elles été menées à ce sujet au sein de votre cabinet, du gouvernement ou avec la CREG?
Selon quelles modalités la mise en place d'une telle mesure pourrait-elle être envisagée?
06.02 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, naar aanleiding van het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier hebt u de consumentenbescherming versterkt door de eenzijdige vastlegging van voorschotten aan banden te leggen. De sector is echter creatief. Nu wordt een bepaald voorschot voorgesteld waarvan de consument maar met een beperkt percentage mag afwijken. Eigenlijk wordt zo de keuzevrijheid van de klant beperkt. Ik heb de methode aan mevrouw Bertrand voorgelegd, omdat ze mij niet correct lijkt te zijn. Zij heeft bevestigd dat die inderdaad niet correct is. De inspectie grijpt echter niet in, bij gebrek aan strafbepalingen, waardoor ze meent geen strafrechtelijke boetes te kunnen opleggen.
De elektriciteits- en gaswet omvat een wirwar aan bepalingen over wie, de CREG of de Economische Inspectie, voor wat bevoegd is. Mevrouw Bertrand zou alvast het probleem samen met u bekijken en de teksten verfijnen. Volgens onze lezing van de wet kan bijvoorbeeld de Economische Inspectie wel een stakingsvordering instellen. Dat gebeurt vaak in bijvoorbeeld de reissector tegen reisbureaus die bepalingen van de wetgeving overtreden. Waarom grijpt de Economische Inspectie niet in? Waarom worden hier geen stakingsvorderingen ingesteld, ook al kan de wet misschien wel duidelijker? Dat lijkt mij immers een prioriteit te zijn op het moment dat heel veel mensen worden geconfronteerd met onwettig vastgestelde voorschotbedragen.
Wat is uw zienswijze daarop?
Denkt u dat er echt een aanpassing nodig is van de wetgeving?
Denkt u dat de Economische Inspectie haar werk hier eigenlijk niet doet?
06.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Ben Achour, mijnheer Verduyckt, het afgelopen jaar hebben we wetgeving aangenomen om de voorschotten beter te regelen. Door die wetgeving is de CREG hiervoor vandaag bevoegd en kan ze optreden op basis van de haar in artikel 31 van de elektriciteitswet verleende bevoegdheden tegen de praktijken waarmee we worden geconfronteerd, voor zover er een inbreuk is. De CREG heeft dan de bevoegdheid om een administratieve boete op te leggen, met name bij schending van de bepalingen van de elektriciteitswet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Als de door u vermelde praktijken in strijd zijn met de elektriciteitswet, kan de CREG dus op basis van de bestaande wettelijke bepalingen gebruikmaken van haar voornoemde algemene sanctiebevoegdheid.
Aangezien er ook bij de ombudsman zoveel klachten zijn, zal ik met de CREG bekijken hoe we dat kunnen aanpakken. U kunt dat als Parlement uiteraard ook doen.
Monsieur Ben Achour, la CREG suit de très près ce qui se passe sur le marché résidentiel. Souvenez-vous de ce qui s'est passé peu avant la fin de l'année, avec les contrats de Luminus. La CREG avait constaté une forte hausse, parce que Luminus avait utilisé certains index. Le fait que la CREG ait remarqué cela faisait suite au monitoring que l'on avait introduit. C'était une des mesures prises lors de la forte augmentation des prix. Cet élément a été vu tout de suite. Dans d'autres circonstances, cela aurait été probablement le cas après un certain temps. Je pense donc que c'est peut-être le moment, pour le Parlement, de faire un deep dive avec la CREG sur l'ensemble des recommandations en ce qui concerne le marché résidentiel dans le cadre duquel de nombreux sujets peuvent être évoqués, comme les contrats fixes par exemple. Nous pourrions ainsi voir quelles recommandations pourraient être insérées dans la loi. Ce Parlement, et surtout vous, messieurs Verduyckt et Ben Achour, avez été très actifs en matière de protection du consommateur.
Ik wil mijn verantwoordelijkheid niet ontlopen, maar in de huidige crisis is er gewoon superveel werk. Hoe dan ook, we kunnen elkaar zeker helpen bij de analyse welke versterkingen er nog in de wet moeten worden opgenomen.
06.04 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour cette invitation à introduire une proposition de loi, que vous soutiendrez si je vous ai bien comprise. C'est très bien.
Quoi qu'il en soit, je ne doute pas une seule seconde – au contraire, même! – de l'extrême vigilance de la CREG envers le marché résidentiel, car je la sais très attentive à cette question. Toutefois, je ne voudrais pas que nous comptions uniquement sur celle-ci. Même si elle est souvent parfaite, j'aimerais aussi que des mesures automatiques ou structurelles soient prises lorsque c'est possible, de manière à protéger les consommateurs. Sans faire de démagogie, on a parfois l'impression que la facture finale du consommateur suit beaucoup plus vite les prix de gros lorsqu'ils augmentent que lorsqu'ils baissent. C'est très préoccupant. Les gens s'en rendent évidemment compte.
Dès lors, toutes les mesures utiles doivent pouvoir être prises pour éviter de telles situations.
06.05 Kris Verduyckt (Vooruit): Met alle variabele contracten vandaag weet eigenlijk niemand nog wat hij tekent. De onduidelijkheid is nog nooit zo groot geweest, net zoals de bezorgdheid rond de voorschotten. Natuurlijk dienen de voorschotten om erger te voorkomen, maar er is wel wetgeving aangenomen om de klanten te beschermen en dus moet er worden opgetreden. Dat is duidelijk.
Mevrouw de minister, u geeft vandaag een voorzet. Ik heb alleszins al mijn voetbalschoenen aangetrokken en een wetsvoorstel opgemaakt om een en ander te verduidelijken. Ik had immers de indruk dat de Economische Inspectie niet thuis gaf. U verwijst naar de CREG.
Ik ben het ook niet helemaal eens met collega Ben Achour. We hebben de wet immers aangepast en de instanties instrumenten gegeven. Iedereen moet in dit land zijn job doen.
Als er dus rond het voorstel adviezen komen van die instanties, komt de duidelijkheid misschien vanzelf. Hoe dan ook zou het voorstel ertoe kunnen bijdragen dat de instanties effectief optreden. Wij nemen de handschoen graag op.
L'incident est clos.
07 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De begeleidende maatregelen van de boycot van Russische olie" (55032206C)
07 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les mesures d'accompagnement du boycott du pétrole russe" (55032206C)
07.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, mijn vraag borduurt voort op een aantal zaken die in het verleden al zijn aangekaart in verband met het prijsplafond voor Russische olie per schip dat op 5 december 2022 is ingegaan en dat vanaf 5 februari wordt uitgebreid naar olieproducten. Dan zal het ook gelden voor producten die bij ons gebruikt worden, zoals benzine en diesel.
Volgens een aantal analisten zou dat ertoe kunnen leiden dat we een wereldwijde prijspiek mogen verwachten, omdat de leveringen vanuit Rusland mogelijk geheel zouden worden stopgezet. Alleen rijst de vraag welke effecten we kunnen verwachten op de bevoorrading, de prijs en het feit dat bepaalde raffinaderijen niet meer zullen kunnen werken of aanpassingswerkzaamheden zullen moeten uitvoeren om ook olie van een andere herkomst te kunnen bewerken en dergelijke.
Wat is concreet de aard van de sancties die worden ingevoerd? Welke effecten mogen we daarvan verwachten? Met welke effecten moeten we rekening houden? Welke begeleidende maatregelen zijn of worden genomen om dat op de juiste manier te laten verlopen?
07.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, artikel 3quaterdecies van de betreffende verordening verbiedt de aankoop, de invoer en de overdracht van ruwe aardolie en petroleumproducten over zee indien ze van oorsprong Russisch zijn of uit Rusland worden uitgevoerd naar de Europese Unie. Voor ruwe aardolie eindigde de overgangsperiode op 5 december 2022. Vanaf die datum is het verboden om ruwe aardolie van Russische oorsprong in te voeren in de Europese Unie. Voor geraffineerde producten geldt de overgangsperiode tot 5 februari 2023. Vanaf die datum gaat het verbod in voor petroleumproducten.
Deze verordening wordt gewijzigd door de verordening van de Raad van 3 december 2022, die de recentste bepalingen van het sanctiepakket ten aanzien van de Russische Federatie bevat en de regels voor de invoering van een price cap bepaalt. Het betreft het transport en de verkoop van Russische olie- en petroleumproducten aan derde landen zoals de G7-leden en Australië.
De price cap beoogt de levering van transportdiensten te verbieden wanneer de aankoopprijs boven een vooraf bepaalde grens ligt. De grensprijs werd vastgelegd op 60 dollar per vat en zal regelmatig worden geëvalueerd. Op 5 december 2022 werd het verbod van kracht voor export van ruwe olie en vanaf 5 februari 2023 voor de export van petroleumproducten. Vandaag is het nog te vroeg om de effecten correct in te schatten. Het Internationaal Energieagentschap stelt dat Rusland in 2021 een gemiddelde capaciteit van ongeveer 7,5 miljoen vaten per dag exporteerde, waarvan 3,5 miljoen vaten richting Europa. Rusland was tot en met de invoering van het embargo de belangrijkste leverancier van aardolie en petroleumproducten aan Europa. Voornamelijk de transportbrandstoffen diesel en nafta, een belangrijke grondstof voor de petrochemische sector, zijn belangrijke exportproducten van Rusland. Rusland zal zijn capaciteit nu richting Afrika en Latijns-Amerika uitvoeren. Europa zal naar nieuwe leveranciers moeten zoeken en kijkt daarbij voornamelijk naar het Midden-Oosten, India, Noorwegen of Amerika.
De effecten kunnen het best op het Europese niveau geëvalueerd en daar ook geanalyseerd worden. Binnen Europa verschilt de afhankelijkheid van de individuele lidstaten onderling sterk. België heeft in die zin een kleinere afhankelijkheid opgebouwd dan de Europese mediaan weerspiegelt. Wat ruwe aardolie betreft, zitten we aan een aandeel tussen 30 % en 35 % en wat diesel betreft aan 10 %. België produceert daarenboven meer diesel dan nodig voor binnenlands gebruik en exporteert het product naar West-Europa, onder andere naar Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland.
In antwoord op uw derde vraag hebben we in België een oplijsting van de maatregelen gemaakt om de risicoparaatheid te versterken. We hebben natuurlijk ook nog andere maatregelen in voorbereiding. We hebben ons eigen agentschap, Apetra, waarvan de veiligheidsvoorraden langer dan 90 dagen werden aangevuld. In 2022 hadden we meer dan 92 dagen voorraad. Begin 2023 beschikken we over meer dan 97 dagen strategische voorraad. We hebben een wettelijk kader voorbereid om een crisismechanisme op te zetten voor snelle informatie-uitwisseling tussen de aardoliesector en de overheid. Er is ook een federale bewustmakingscampagne over verantwoord energieverbruik. Met het oog op snelle informatiedeling met de Europese Commissie delen we onze nationale aardoliestatistieken zo snel mogelijk, om de Europese monitoring behoorlijk en adequaat te kunnen uitvoeren.
07.03 Bert Wollants (N-VA): Dank u wel, mevrouw de minister. Het is inderdaad zo dat men bepaalde effecten pas zal kunnen vaststellen op het moment zelf. Het is goed dat we vandaag al een aantal maatregelen hebben die daarin een rol kunnen spelen. We kunnen immers beter voorbereid zijn, zodat we niet in sneltreinvaart moeten reageren op het ogenblik dat de gevolgen plaatsvinden. Op dat vlak is dat een goede zaak. De vraag is alleen maar hoe het exact zal verlopen, zeker wanneer bepaalde oliestromen vanuit andere delen van de wereld ervoor zorgen dat ook onze raffinagesector een zekere flexibiliteit aan de dag zal moeten leggen om dat op die manier te kunnen verwerken.
Ik volg het dossier in ieder geval van nabij op zodat we goed voorbereid zijn wanneer die tweede overgangsperiode afloopt en we de eventuele effecten daarvan zien. Laat ons hopen dat dit niet gebeurt. Het is beter om goed voorbereid te zijn dan om achteraf spijt te hebben.
L'incident est clos.
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De beslissing over het SMR-onderzoeksprogramma" (55032243C)
- Christian Leysen aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De wet die nieuwe technologieën moet toelaten" (55032907C)
- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "SMR’s" (55032937C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La décision concernant le programme de recherche sur les PRM" (55032243C)
- Christian Leysen à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La loi devant autoriser de nouvelles technologies" (55032907C)
-
Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les
SMR" (55032937C)
08.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, omtrent de SMR zijn al verschillende vragen gesteld, zowel aan u als aan uw collega's binnen de regering. Aangaande de financiering van de SMR's was in de notificaties namelijk voorzien dat een gedeelte van die middelen, zogenaamd niet-gebruikte middelen van 2022 en 2023, zou worden geheroriënteerd naar het ESA. In het kader van de interpellatie die ik daarover heb gehouden, bleek dat het SMR-programma van het SCK, dat momenteel op de regeringstafel ligt, nog niet werd goedgekeurd. De goedkeuring daarvan is pas voor het eerste kwartaal van 2023 gepland, waardoor het nog verschillende maanden kan duren vooraleer er daarover een beslissing wordt genomen.
Mevrouw de minister, in welke mate doen er zich problemen voor? Waarom kan er niet sneller worden beslist, zodat die middelen terug kunnen worden aangevuld? Op welke manier kunt u het SCK al van start laten gaan in het kader van dit verhaal?
Binnenkort zal het SCK zijn pakket komen toelichten aan de subcommissie Nucleaire Veiligheid, maar het is natuurlijk van groot belang te weten op welke manier de regering omgaat met dat dossier, want het investeren van 100 miljoen euro in dat onderzoek maakt dat er snel van start gegaan moet kunnen worden om daarvan ook de vruchten te kunnen plukken, zodat we niet eindeloos achterlopen in dat verhaal.
08.02 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, namens collega Marianne Verhaert, die dezelfde vraag wou stellen, kan ik hier enkel bij aansluiten.
Meer fundamenteel, u weet welk belang wij hechten aan die ontwikkelingen, die deel uitmaken van een pakket beslissingen van eind 2021. Voor de onderzoeksteams en ingenieurs is het niet alleen van belang dat er een invulling wordt gegeven aan die 100 miljoen, maar ook dat er een duidelijk kader wordt gecreëerd voor die kleine nucleaire reactoren, samen met de technologische ontwikkelingen die wij mogen verwachten en waaraan moet worden gewerkt. Dat vereist natuurlijk ook een wetgevend initiatief.
Wij zijn ten zeerste overtuigd van het belang en de kracht van innovatie. Nucleaire energie zal een onderdeel zijn van een duurzame energiemix.
In dat kader rekenen wij erop dat u op korte termijn uw huiswerk afwerkt. Dat betekent dat wij graag van u zouden horen wanneer u met een initiatief komt, temeer omdat er wetsvoorstellen hangende zijn die worden tegengehouden in afwachting van een eigen voorstel van de regering.
08.03 Leen Dierick (cd&v): Mevrouw de minister, ik moet vertrekken en verwijs dus naar de ingediende vraag. Ik zal het antwoord zeker lezen in het verslag.
België heeft een lange traditie in het
industrieel bouwen, uitbaten en produceren van kerncentrales evenals het
ontwikkelen van hoogstaande onderzoeksactiviteiten rond kernenergie en opslag
van kernafval. Deze competentie is erkend op wereldniveau en gaf aanleiding tot
vele innovaties.
De wet van 31 januari 2003 houdende de
geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie
laat niet toe dat een nieuwe nucleaire centrale bestemd voor de industriële
elektriciteitsproductie door splijting van kernbrandstoffen kan worden
opgericht en/of in exploitatie gesteld. Nochtans staat de nucleaire technologie
niet stil. De vierde generatie kernreactoren en de ontwikkeling van kleine
modulaire reactoren (Small Modular Reactors) kunnen wellicht in de toekomst een
onderdeel van de energietransitie vormen.
De regering heeft op 23 december 2021
beslist dat er een wet zal worden aangenomen op de ontwikkeling van duurzame en
koolstofneutrale energieproductiemogelijkheden met onder andere de mogelijkheid
van het ontwikkelen van SMR's.
Mijn vragen aan de minister zijn:
We zijn ondertussen meer dan een jaar
verder. Wat is de stand van zaken van een mogelijke wet om de beslissing van 23
december 2021 uit te voeren?
Welke stappen heeft u sinds de beslissing
van 23 december 2021 gezet?
Welke timing voorziet u?
08.04 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, op 23 december 2021 heeft de ministerraad beslist dat het SCK-CEN een technologieassessment moest uitvoeren van alle in ontwikkeling zijnde kleine modulaire reactortypes, de zogenaamde SMR's, en de mate waarin zij voldoen aan de principes van passieve veiligheid, minimalisering van langlevend afval, non-proliferatie, flexibiliteit, economische haalbaarheid, economische verzekerbaarheid, duurzame ontwikkeling en de realisatietermijn. Wij hebben op dezelfde dag ook beslist om die opdracht aan de ivzw MYRRHA te geven om, samen met eventueel andere overheden, onderzoeksinstellingen en privé-investeerders, te werken aan die SMR-technologie. Daartoe moet een langetermijnprogramma worden opgericht waarmee vier jaar lang jaarlijks een bedrag van 25 miljoen euro wordt vrijgemaakt.
Het technologieassessment is opgeleverd op 20 oktober 2022. Het SCK-CEN heeft parallel met zijn conclusies ook een werkprogramma voor de volgende jaren uitgewerkt. Midden december 2022 heeft de raad van bestuur zich over dit werkprogramma gebogen in het kader van de strategie van het SCK-CEN. De raad heeft gevraagd dat zijn voorzitter en de directeur-generaal van het SCK-CEN hierover afstemmen met de Belgische Staat. De regeringscommissarissen hebben van hun kant ook aangedrongen om hierover snel in overleg te gaan met de beide voogdijministers van het SCK-CEN. Dat overleg zal normaal gesproken een van de volgende dagen of volgende week doorgaan.
In afwachting daarvan heb ik eind vorig jaar alvast de 50 miljoen euro die binnen mijn bevoegdheid valt, vastgelegd voor het SCK-CEN in samenwerking met de ivzw MYRRHA. De 100 miljoen euro werd immers verdeeld over de bevoegdheden Energie en Wetenschapsbeleid en ik kan mij uiteraard slechts uitspreken over mijn eigen bevoegdheden. De toekenning van de 50 miljoen euro binnen mijn bevoegdheid hangt, overeenkomstig het KB dat dit bedrag vastlegt, af van een langetermijnprogramma dat het SCK-CEN in samenwerking met de ivzw MYRRHA uiterlijk op 30 juni 2023 aan de voogdijministers moet voorstellen. Dat programma zal dan goedgekeurd moeten worden door de regering.
Zoals u ziet, zet ik in dit dossier de nodige stappen en volg ik het van nabij op, dus ik zie niet in waarom er hieromtrent wordt gesproken van vertraging.
De wet op de ontwikkeling van duurzame en koolstofneutrale energieproductiemogelijkheden was een beslissing van de ministerraad van 23 december 2021. Ze gaat onder andere over de ontwikkeling van SMR's, groene waterstof en Power-to-X. Een eerste voorontwerp werd door ons uitgewerkt en besproken in de IKW. Het vereist echter nog verder overleg binnen de regering. Dat is natuurlijk geen blokkerende factor om ondertussen verder te werken aan de SMR-technologie. Wat beslist is in de ministerraad in 2021 voor het technologieassessment, het werkprogramma en de stappen die het SCK moet zetten, staat of valt natuurlijk niet met deze nieuwe wet. Zoals gezegd staan we in nauw contact met het SCK en hun raad van bestuur, maar ook met die van de ivzw MYRRHA, om de vooruitgang verder op te volgen.
08.05 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik was enigszins onder de indruk van het feit dat het SCK veel sneller wilde gaan en dat het al in de eerste helft van 2023 stappen wilde zetten waarvoor de middelen noodzakelijk zijn. De heer Dermine zei dat we het pakket in het eerste kwartaal van 2023 zouden goedkeuren. Ik hoor nu in uw antwoord dat het onderzoeksprogramma ten vroegste in de zomer zal worden vastgesteld en dat we daar in het beste geval in het najaar effecten van zullen zien. Dat lijkt mij toch veel trager dan initieel voorzien. Er is toch een reden waarom u daarvoor in de begroting, zowel voor 2022 als 2023, middelen had gereserveerd? Ik ben blij dat de middelen die uit uw pakket komen ter beschikking worden gesteld, maar ik maak mij zorgen over het totale pakket.
Ik ben blij dat u met het SCK aan tafel gaat zitten om daarrond een aantal zaken te doen. Uiteraard zullen wij vanuit het Parlement in de subcommissie voor Nucleaire Veiligheid ook rechtstreeks ons licht opsteken bij het SCK, zodat we kunnen kijken waar er tijd kan worden gewonnen. Het lijkt immers toch allemaal een heel eind op te schuiven ten opzichte van de initiële doelstelling van die 100 miljoen.
08.06 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, dank u voor de toelichting. Ik herhaal nog eens dat het belangrijk is, zeker voor onze fractie, om met openheid van geest die steeds meer achterhaalde barrières van wat er wel en niet mag onder de loep te nemen en dat men de wetgeving aanpast aan de actualiteit. De regering zou het initiatief kunnen nemen om innovatie en onderzoek te stimuleren naar nieuwe technologieën van kernenergie, die op een andere wijze worden geëxploiteerd en waarbij er minimale hoeveelheden afval worden geproduceerd of waarbij dit afval gerecupereerd kan worden. Ik ben mij ervan bewust dat dit gevoelige materie is, maar ik meen dat dit belangrijk is. Het is belangrijk dat zowel de onderzoekswereld als de bedrijfswereld zonder oogkleppen naar een brede energiemix kunnen kijken. Ik vraag u om op korte termijn de nodige initiatieven te nemen.
Het incident is gesloten.
09 Question de Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le soutien aux étudiants dans le cadre de la crise énergétique" (55032303C)
09 Vraag van Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De ondersteuning van de studenten in het kader van de energiecrisis" (55032303C)
09.01 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, à la demande du bureau européen de statistique, Statbel effectue trimestriellement une enquête sur le bien-être des personnes et les conditions de vie des Belges.
En ce qui concerne plus particulièrement les étudiants, les chiffres publiés sont inquiétants. En effet, entre avril et juin 2022, 18 % d'entre eux ont déclaré connaître d'importantes difficultés financières alors que l'année précédente, à la même époque, ils étaient 10 %.
Les koteurs sont les plus impactés par la situation, lesquels sont, le plus souvent, les étudiantes et étudiants issus de la ruralité. Infor Jeunes a calculé que le coût d'une année universitaire représentait 2 000 à 5 000 euros pour un étudiant navetteur et 7 000 à 13 600 euros pour un étudiant koteur. Rentrant néanmoins en général chez leurs parents le week-end, c'est chez eux qu'ils restent domiciliés. Or, un grand nombre des aides mises sur pied jusqu'ici par le gouvernement se basent sur le critère de domiciliation. Ces jeunes n'y ont donc pas droit, ce qu'ils perçoivent comme une injustice alors que leurs factures et leur loyer augmentent, comme tout le reste. En l'occurrence, je pense notamment au chèque mazout qui dépend de la domiciliation.
Madame la ministre, pourriez-vous me faire savoir si, parmi les aides mises en place, certaines s'appliquent au cas de figure des étudiants koteurs? Si oui, lesquelles? Dans le cas contraire, ne faudrait-il pas réfléchir à des adaptations, voire à de nouvelles mesures? Une réflexion est-elle entamée à ce sujet pour éviter certaines injustices dont font l'objet les étudiants concernés?
09.02 Tinne Van der Straeten, ministre: Monsieur Ben Achour, le gouvernement a décidé de prendre un grand nombre de mesures pour réduire les factures d'énergie en 2022. Certaines de ces mesures s'appliquent aux étudiants, y compris à ceux qui doivent recourir à un logement alternatif comme une chambre d'étudiant ou un kot.
Il est ici notamment question de la TVA réduite de 6 % qui s'applique aux factures d'électricité et/ou de gaz naturel et/ou de chaleur, de la réduction des accises sur le carburant, de l'allocation de chauffage pour le chauffage au gasoil ou au propane en vrac, de la prime de chauffage de 100 euros, et des forfaits de base pour le gaz naturel et l'électricité respectivement de 135 euros et 61 euros par mois, pendant cinq mois.
Ces mesures peuvent éventuellement aider directement ou indirectement les étudiants en tant que membres d'un ménage. Si l'étudiant vit à la maison, cela permettra de réduire la facture énergétique du ménage concerné. En revanche, un étudiant qui ne vit pas chez lui mais dans une chambre d'étudiant et qui n'est pas domicilié ne peut pas bénéficier de l'allocation de chauffage, de la prime de chauffage et du forfait de base, pour la bonne et simple raison que l'étudiant dans cette situation ne peut pas être considéré comme un consommateur d'électricité et/ou de gaz naturel à usage domestique. La législation est très claire à cet égard quant à savoir qui est éligible et qui ne l'est pas.
Le gouvernement fédéral prend des mesures pour les ménages et les entreprises, et ce pour différentes sources d'énergie. Cela permet de définir le groupe cible le plus large possible. Il n'est pas possible – et cela ne relèverait pas de mes compétences – de prendre des mesures spécifiques en fonction de l'âge, du statut social ou du travail.
09.03 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, vous confirmez malheureusement qu'en effet, les étudiants – et particulièrement ceux qui kotent ou qui occupent une chambre d'étudiant – ne peuvent pas bénéficier de la batterie de mesures prises par le gouvernement pour aider nos concitoyens à traverser cette crise des prix de l'énergie.
Je considère que c'est injuste et qu'il faudra opérer les modifications législatives nécessaires pour corriger ces injustices, à tout le moins pour empêcher qu'elles se produisent. Les étudiants sont déjà, par définition, des citoyens qui ont peu de revenus, puisqu'ils doivent consacrer l'essentiel de leur temps à étudier et non pas à travailler en échange d'un salaire. Dès lors, je crois qu'il faut particulièrement se préoccuper de leur situation et les protéger beaucoup plus et beaucoup mieux que nous ne le faisons actuellement. En effet, actuellement, nous ne faisons presque rien pour eux. Je vous remercie.
Het incident is gesloten.
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le Conseil de l'UE et le plafonnement européen des prix du gaz" (55032521C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plafonnement du prix du gaz au niveau européen" (55032726C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De EU-Raad en het Europese prijsplafond voor gas" (55032521C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het Europese gasplafond" (55032726C)
10.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijn vraag gaat dus over het Europese prijsplafond voor gas en dateert van voor het compromis dat de Europese Raad afsloot. Ik heb mijn vraag dus wat geactualiseerd. We kennen ondertussen immers het resultaat van de Europese Raad. Er werd namelijk een dynamisch prijsplafond afgeklopt: zodra de gasprijs boven 180 euro per megawattuur stijgt en de gasprijs op de Europese beurs 35 euro hoger ligt dan de wereldwijde lng-prijs treedt het mechanisme in werking.
Daarmee lijkt u uw slag thuisgehaald te hebben, toch op het gebied van een dynamisch prijsplafond, waarvoor u zelf altijd gepleit hebt. Het plafond ligt echter niet echt op 180 euro per megawattuur, maar mogelijk veel hoger. Stel dat de Europese gasprijs 300 euro per megawattuur zou bedragen, wat even het geval was in augustus vorig jaar, maar de lng-prijs zou op 200 euro liggen, dan zou het Europees prijsplafond 235 euro per megawattuur zijn. Het zou op dat moment dus tien keer hoger zijn dan voor de crisis.
Ik wil u vragen wat de impact van dat plafond is op de gemiddelde factuur van een Belgisch gezin. Wij hebben dat even uitgerekend en ik wil u daarop laten reageren. Stel dat de gasprijs op 180 euro per megawattuur geblokkeerd zou zijn, dan betaalt een gemiddeld huishouden 3.600 euro per jaar voor gas. De elektriciteitsprijs zou dan kunnen stijgen tot 400 euro per megawattuur. Een gemiddeld huishouden betaalt dan 2.000 euro per jaar aan elektriciteit. Met zo'n plafond zou een gemiddeld huishouden dus 5.600 euro per jaar voor zijn energie betalen of 460 euro per maand. Volgens Europa kan dat dus blijkbaar.
Bovendien geldt het plafond ook niet voor bilaterale contracten en wordt het misschien ook omzeild door multinationals die buiten de beurs handelen. Ik had u daarover graag gehoord.
Vindt u dat een aanvaardbaar prijsniveau voor een doorsnee gezin? We denken daarbij natuurlijk ook aan de zelfstandigen en de kleine ondernemers. Het is eigenlijk een beetje een retorische vraag. Hoe beoordeelt u het akkoord dat op Europees vlak afgesloten is?
10.02 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ondertussen is het akkoord over het Europees gasplafond er. Kunt u de specifieke details geven die volgens u belangrijk zijn? Komt de opbrengst van een dergelijk gasplatform effectief uit op de 770 euro die u zelf hebt aangehaald?
De eerste minister heeft laten optekenen dat de wereldwijde daling van de gasprijzen is gevolgd op het goedkeuren van het gasplafond van 180 euro per megawattuur, dat nog in werking moet treden. Kunt u de piste bevestigen waarover de heer De Croo het had, namelijk dat de gasprijzen over heel de wereld zijn gedaald door het gasplafond goed te keuren zonder dat het in werking treedt, of is dat volgens u niet het geval? Het zou mij niet verbazen als dit meer te maken heeft met het feit dat de opslagplaatsen veel voller zijn dan dat in het verleden het geval was en dat de winter niet zo streng was als we hadden gevreesd. Ik hoor daarover graag uw visie.
Ten slotte, als we kijken naar de huidige stand van zaken en naar de manier waarop de gasprijs zich gedraagt in de wereld, dan zien we vandaag dat de Europese gasprijs niet meer de hoogste is. De lng-prijs in Azië ligt op dit moment hoger dan in Europa. Ik vermoed dat zolang dit niet omkeert, het mechanisme niet in werking kan treden, maar ik hoor daar graag uw gedachten over.
10.03 Minister Tinne Van der Straeten: Collega's, ik dank u voor uw vragen over het prijsplafond, dat inderdaad het marktcorrectiemechanisme is dat door de Raad op 19 december werd goedgekeurd. Hierbij zijn er modaliteiten bepaald. Het gaat met name om de hoogte van het plafond, de spread tussen de verschillende hubs, ook in vergelijking met het internationale lng-prijspeil, de duurtijd waarbinnen die prijsniveaus moeten aanhouden en de markets and venues, de markten en producten waarop het marktcorrectiemechanisme van toepassing is.
Het is altijd de bedoeling geweest om de volatiliteit weg te werken door middel van deze regeling, dus door tussen te komen op het niveau van de groothandelsprijzen. Dat was altijd het Belgische standpunt.
Wij verschillen op dat punt ten gronde van mening, mijnheer Warmoes. U pleit voor een globale prijsregulering, maar dat was niet de inzet van de discussie, wel het weghalen van de volatiliteit die geen uitstaans meer had met de aanvoer van gas naar het Europese continent, maar was ontstaan door een aantal factoren, onder andere het aankoopgedrag van Duitsland. Zo kunnen we de hoge pieken afvlakken. Er is ook gebleken dat het mechanisme effectief al getriggerd zou zijn als het al bestaan had. Vandaag zal het uiteraard niet getriggerd worden omdat de prijzen laag zijn en door de spread met lng. Als uit gegevens van de Europese Commissie blijkt dat het mechanisme getriggerd zou zijn geweest gedurende twee of drie periodes, zou dit uiteraard een impact hebben gehad op de factuur. Die pieken worden immers weggehaald en met name in België is er een zeer sterke pass-through van de groothandelsprijzen richting de kleinhandelsprijzen.
Mijnheer Wollants, u verwijst naar de uitspraak van de heer De Croo. Empirisch zal dat uiteraard niet aangetoond kunnen worden. Onder de experts zijn er volgens de vele meningen die verschillende experts daarover geëtaleerd hebben twee scholen. De ene school heeft alles afgekraakt, de andere school heeft gezegd dat dit wel impact heeft. Het is altijd mijn standpunt geweest, van in het begin in de Raad, tijdens de vele vergaderingen, dat de markt er is gekomen als een gevolg van het beleid. Ik werd vele malen ondervraagd over de stand van zaken. Het is een beleidsbeslissing geweest om de markten op te richten. De push naar de kortetermijnmarkt heeft Europa ook veel welvaart gebracht. Als gevolg van de oorlog zijn wij geconfronteerd met de uitwassen daarvan. Via beleid kan daar ook in worden ingegrepen.
Een markt is echter soms een zevenkoppig monster. Wanneer daarop wordt ingegrepen met prijsniveaus van bijvoorbeeld 50 euro of 120 euro, dan kan die markt in alle richtingen schieten, met effecten op onder andere de bevoorradingszekerheid. Dat standpunt werd gedeeld door de tafel van de 27 energieministers. We moesten ingrijpen, maar we moesten dat op een voorzichtige manier doen. Dat is ook de reden waarom die 180 euro er is geweest.
De reden waarom ik mij wel aansluit bij de stelling van de eerste minister, is dat wij doorheen de discussies over het prijsplafond de prijzen mee hebben zien bewegen met de verklaringen die werden gedaan en de beslissingen die al dan niet werden genomen.
Toen Ursula von der Leyen tijdens haar State of the Union aangaf dat de Europese Commissie de vraag zou subsidiëren, ging de prijs plots omhoog. Haar discours gaf immers aan dat het gas mocht komen, want dat het er misschien niet was. Ik ben er ook absoluut van overtuigd dat een redelijke beslissing om de markt te omkaderen een kalmerend effect heeft op de markt.
Vandaag zitten wij, zoals u opmerkt, met temperaturen die veel hoger zijn dan verwacht. De gasprijs wordt bij uitstek ook beïnvloed door de temperatuur. Dat zorgt ervoor dat er vandaag voor bijvoorbeeld Loenhout wordt geïnjecteerd en dat de voorraden en cours de route worden gevuld. Dat zal op zijn beurt een betere uitgangspositie geven voor de komende winters. Dat is een hele uitleg, om duidelijk te maken dat wij een en ander niet kunnen vastpinnen op korte en bold statements. De waarheid ligt altijd in het midden. Het ene heeft altijd een invloed op het andere. Het heeft allemaal met elkaar te maken.
Ik ben wel echt erg tevreden dat wij de beslissing hebben kunnen nemen. Ik ben er ook echt van overtuigd dat het een slechte zaak geweest zou zijn, mocht de beslissing niet genomen zijn. Dat zou immers aangeven dat men er maar op los mocht vragen en dat wij eender welke prijs zouden betalen.
De beslissing omkadert niet alleen de markt maar ook het gedrag van een aantal lidstaten. De hoge prijzen tijdens de zomer hadden onder andere te maken met het aankoopbeleid van Duitsland bij het vullen van zijn voorraden. Het kocht immers op de korte termijn. Om die reden ben ik er absoluut van overtuigd dat er een goede beslissing is genomen. Ze zal nog onderhevig zijn aan evaluatie en monitoring. Ze zal indien nodig nog kunnen worden bijgestuurd in de ene of de andere richting.
Het is een beslissing op het Europese niveau, waarmee wij proberen de bevoorrading op Europees niveau te controleren en te zorgen voor betaalbare prijzen.
10.04 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u zegt nu dat het helemaal niet de bedoeling was om een impact op de factuur te hebben – dat dit een secundair effect is – maar dat u de volatiliteit en de hoge pieken wenste weg te halen. Dat doet voor ons niets af aan de vaststelling dat het prijsplafond ons uiteraard niet beschermt. Een prijsplafond van 180 euro per megawattuur of zelfs hoger is gewoon veel te hoog en zal niets veranderen aan de de-industrialisering en de onbetaalbare facturen voor de gezinnen en de kleine zelfstandigen. U zei dat het plafond in het verleden maximaal twee of drie keer overschreden is en dan zou het een impact hebben gehad op de factuur, maar niet fundamenteel.
U sprak zelf over de markt als een zevenkoppig monster, maar de oorzaak is dat Europa niet wil raken aan de marktwerking en niet tegen Noorwegen of Qatar, landen die bijzonder rijk worden van hun gas, wil zeggen dat het wel drie of vier keer de prijs van voor de crisis wil betalen, maar geen tien keer. Dat is het punt. Er wordt niet fundamenteel geraakt aan de marktwerking.
Ik hoorde gisteren het VBO – mijnheer Leysen, u kunt dat misschien doorgeven aan uw vrienden – moord en brand schreeuwen over de onhoudbare situatie van de bedrijven, waarvoor het de schuld legt bij de indexering van de lonen en de werkende mens, maar een fundamentele reden zijn de energieprijzen die ook moordend zijn voor de bedrijven, vooral voor de kleine bedrijven, maar ook voor de grote bedrijven. Daar horen wij het VBO echter nooit over. Wat ons betreft, moeten de gasbeurzen worden uitgeschakeld en moeten er langetermijncontracten met stabiele prijzen komen. Dat is de enige structurele oplossing voor het probleem, anders zullen wij de gezinnen blijven belasten en de bedrijven het leven onmogelijk maken in Europa.
10.05 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, u hebt wellicht gelijk dat in de markt van vandaag alles wat wordt gezegd en gedaan inzake de gasprijs, een effect heeft op de markt, maar de eerste minister heeft heel duidelijk gesteld dat wij vandaag lage prijzen hebben omdat er een Europees gasplafond is goedgekeurd.
Ik denk dat die stelling niet klopt en ik heb de indruk dat u het ten minste gedeeltelijk met mij eens bent op dat vlak. Het zal een effectje hebben gehad. Ik kan niet uitsluiten dat er geen enkel effect van was, maar om dat nu te zien als grote drijfkracht achter de prijzen in de halve wereld, dat zie ik niet onmiddellijk gebeuren. Natuurlijk, de eerste minister had opnieuw een succesje nodig of wilde in ieder geval iets in die richting duiden. Ik denk dat er niet veel van klopt.
U zegt dat we het hele systeem van de gasprijzen beleidsmatig hebben gecreëerd en dat is zo, die drive is er geweest. Herinner u dat een aantal jaar geleden in dit huis ernstig strijd werd gevoerd om er alstublieft voor te zorgen dat de gascontracten voor particulieren niet langer aan de olieprijs werden gekoppeld, maar zo snel mogelijk aan de TTF-markt of een andere gasmarkt. Op dat moment leek dat een zinnige zaak, vandaag denken we daar mogelijk anders over en had het misschien anders kunnen zijn. Dat zijn vaststellingen die we nu kunnen doen en de toekomst zal uitwijzen wat we daar qua opbrengsten aan zullen hebben. Zal die 180 euro, met alle voorwaarden die daaraan gekoppeld zijn, een drastisch effect hebben? Ik vermoed van niet. De vraag zal dan zijn op welke manier we de prijs wel onder controle krijgen, op een niveau vergelijkbaar met dat van voor de crisis. Zoals ik het nu zie, gebeurt dat voorlopig nog niet in die zin, en daarvoor betalen we vandaag allemaal. De vraag hoe we eruit raken, is veel moeilijker.
Het incident is gesloten.
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La sécurité d'approvisionnement en France et l'étude d'Elia sur notre pays" (55032535C)
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'étude de l'administration et le risque de pénurie de gaz en cas d'hiver très rigoureux" (55032538C)
- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'étude sur la sécurité d'approvisionnement de la DG Énergie du SPF Économie, Elia et Fluxys" (55032892C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De bevoorradingszekerheid in Frankrijk en de studie van Elia over ons land" (55032535C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De studie van de administratie en het risico op een tekort aan gas bij een zeer strenge winter" (55032538C)
- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het rapport van de AD Energie van de FOD Economie, Elia en Fluxys over de bevoorradingszekerheid" (55032892C)
11.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ten eerste, op basis van de gedetailleerde persartikels kan worden geconcludeerd dat het rapport inzake de bevoorradingszekerheid van elektriciteit en gas in ons land voor de komende winters duidelijk aan de pers werd gelekt, ook al was het niet publiekelijk beschikbaar en geclassificeerd. Mijn medewerker heeft een paar uren doorgebracht op het commissiesecretariaat om het te kunnen inkijken. Wie heeft beslist dat het geclassificeerd zou worden en waarom? Van de 110 pagina's is immers slechts een klein subhoofdstuk vertrouwelijk en dat hoofdstukje bevat eigenlijk weinig nieuwe informatie. Het is natuurlijk niet aangenaam als men op die manier moet werken. Er is voor ons niet echt een reden om dat rapport te classificeren, zeker als de pers het toch al heeft.
Wat de inhoud betreft, gelet op de grotere onbeschikbaarheid van de Franse kerncentrales zou er een capaciteitstekort op het vlak van elektriciteitsbevoorrading kunnen ontstaan vanaf de winter van 2024, volgens netbeheerder Elia. Elia ging daarvoor uit van de resultaten van de studie Adequacy and Flexibility, die dateert van juni 2021. De regering gaat uit van een slechter worstcasescenario dan toen, zowel voor 2024 als voor 2025. Voor de winter van 2026 stellen we opeens een tot nu toe onverklaarbaar grote sprong in de benodigde capaciteit vast. De CREG heeft in juni 2021 al aan Elia gevraagd die sprong te verklaren, maar het antwoord bleef uit.
Mevrouw de minister, hoe schat u de kans in dat Frankrijk de komende winter in de problemen komt wat zijn bevoorradingszekerheid betreft?
Welke kans is er op een echte black-out in Frankrijk? Als die plaatsvindt, wat zou dan de impact op België zijn?
Tegen wanneer wil de regering op basis van de nieuwe studie van Elia met voorstellen komen om de bevoorradingszekerheid voor de winter van 2025-2026 te versterken?
Welke vervolgstappen onderneemt u? Welke concrete pistes onderzoekt u?
Daarnaast zou de bevoorradingszekerheid voor gas meer in het gedrang komen in geval van een zeer strenge winter, maar die conclusie van Elia werd onmiddellijk tegengesproken door netbeheerder Fluxys. U hebt in een interview gezegd dat het rapport fouten bevat. Wat zijn dan uw conclusies op basis van het rapport en de uitspraken van Fluxys?
Zitten er effectief fouten in het rapport? Zo ja, welke?
Is er in het geval van een zeer strenge winter enig risico? Moet België in dat geval steunen op het Verenigd Koninkrijk, ja of neen?
Hoe relevant acht u de analyse van de administratie nog gezien het uitzonderlijk warme weer de voorbije dagen?
Welke maatregelen neemt u om een tekort te vermijden, ook in geval van een extreem strenge winter?
11.02 Malik Ben Achour (PS): Madame la
Ministre, le 1er décembre 2022, la DG Énergie du SPF Économie, Elia et Fluxys
ont rendu leur analyse de risque qualitative relative à la sécurité
d'approvisionnement en électricité et en gaz naturel sur le territoire belge
d'ici 2030 – ce, conformément à la demande du gouvernement formulée en octobre
dernier.
Madame la Ministre, mes questions sont les
suivantes:
1. De manière générale, pouvons-nous avoir
votre retour sur cette analyse?
2. Le document indique que si
l'approvisionnement en électricité est assuré pour cet hiver et le prochain, le
risque d'un manque de 500 MW pour l'hiver 2024-2025 et entre 900 et 1.200 MW
pour l'hiver 2025-2026. Sur cette base, plusieurs options ont été discutées au
sein du gouvernement, dont le décalage de production (fuel modulation) de Doel
4 et Tihange 3. D'autres pistes, relevant ou non du nucléaire, doivent
également être abordées avec Elia et Fluxys. Pouvez-vous nous informer plus
avant au sujet de ces pistes et des travaux engagés depuis le mois dernier pour
garantir la sécurité d'approvisionnement en électricité durant ces deux hivers?
En outre, pouvez-vous savoir quel suivi sera donné aux éléments de solution
formulés par Elia et la DG Énergie à ce propos?
3. Quelles informations pouvez-vous nous
transmettre quant aux négociations avec ENGIE sur
la prolongation des réacteurs Doel 4 et Tihange 3?
4. Pour ce qui est de l'enchère Y-1 prévue
pour 2024, qui concerne notamment les parcs de batteries, des difficultés
relatives à l'approvisionnement des matières premières et d'éléments techniques
critiques. Notons que les matériaux ici concernés sont également utilisés dans
le cadre de la production d'éoliennes. Dans quelle mesure ces difficultés
sont-elles prises en compte? Quelles initiatives peuvent-elles être envisagées
pour contrevenir aux risques qui leur sont associés?
11.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, de situatie in Frankrijk wordt, zoals ik al verschillende keren heb gezegd, zeer punctueel opgevolgd door een bilaterale werkgroep die bestaat tussen ons land en Frankrijk. Daarnaast kijken wij natuurlijk ook naar de publicaties van de vooruitzichten die door RTE worden gepubliceerd. Daaruit blijkt dat de beschikbaarheid van de kerncentrales deze winter beduidend lager ligt dan het gemiddelde van de vorige tien jaar. In het verslag van december geeft RTE aan dat Frankrijk het putje winter ingaat in een gunstigere situatie dan aan het begin van de herfst en beter voorbereid is op spanningssituaties, wat te danken is aan een vermindering van het verbruik met gemiddeld 9 %, een goede beschikbaarheid van waterkracht en een beschikbaarheid van alsnog 66 % van de nucleaire vloot.
Voordat er zich een black-outsituatie voordoet, zal Frankrijk uiteraard verschillende maatregelen nemen. Het land voert een historisch hoge capaciteit in, onder andere vanuit België, en België heeft nog vlak voor de winter de doorvoercapaciteit naar Frankrijk kunnen verhogen, wat opnieuw de relatief gunstige positie bevestigt die België momenteel heeft op het vlak van de bevoorradingszekerheid.
De kern heeft beslissingen genomen over de elektriciteitsbevoorrading voor de winter van 2025-2026, waaronder het permanente toezicht, uitwisselingen met de buurlanden en lopende investeringen ter versterking van de transmissienetwerken, de verdere ontwikkeling van oplossingen om oude eenheden op de markt te houden, in samenspraak met de betrokken producenten, en de start van een overleg tussen Elia en de nucleaire exploitant, wat betreft de verschuiving van de productie van de kerncentrales Doel 1 en 2 en Tihange 1 of de kerncentrales Doel 4 en Tihange 3 van de zomer naar de winter, wat uiteraard een toestemming van het FANC vereist.
Wat het gas betreft, hebben wij al tijdens het regeringsconclaaf de opdracht gekregen en uitgevoerd om te werken aan een risicoanalyse inzake de bevoorradingszekerheid, zowel voor elektriciteit als gas. Die nota is opgeleverd. Ik wil eerst en vooral zeggen dat ik niet heb gezegd dat die analyses fout zijn. Die analyse bevat geen fouten, maar wij constateren wel dat er in de pers onjuiste conclusies zijn meegedeeld. Die stroken namelijk niet met de conclusies in de risicoanalyse. Die is immers wat ze is, namelijk een manier om risico's te identificeren, zodat wij ons daarop kunnen voorbereiden. In die zin heeft de administratie een ongunstig scenario uitgewerkt met precieze hypotheses om voor deze en de volgende winters de gevoelige elementen in de Belgische aardgasbevoorrading bloot te leggen.
De waarschijnlijkheid dat dit scenario zich zou voordoen is echter laag, zeker nu, omdat we ons bewust zijn van het risico van dit scenario.
De conclusie van de analyse is dan ook dat de levering voor de komende winters gegarandeerd is, zelfs in het geval van een piek of een grote koudegolf, zolang er genoeg aardgas in Zeebrugge aankomt. Een nulrisico bestaat natuurlijk niet.
Er moet bijzondere aandacht aan de volgende situaties worden besteed: een zeer koude winter en of een zware koudegolf, minder aanbod van lng, een gewijzigde infrastructuursituatie zoals het fysiek uitvallen van een koppeling en de lage vullingsgraad van de opslagfaciliteit in Europa en België voor het begin van de winterperiode.
Welke specifieke situatie leidt tot de nodige waakzaamheid? Als het vriest in het VK, mogen we niet rekenen op de invoer via de interconnector, omdat de Britten dan al het gas dat wordt ingevoerd nodig hebben. Een piek of een koudegolfsituatie, een aantal dagen met een temperatuur onder -11°C, leidt tot een hoge vraag naar aardgas in België, die aan een hoge capaciteit moet worden ingevoerd via de interconnector met Noorwegen en de lng-terminal. Het aardgas moet daar dan blijven toestromen. Er mag niets misgaan met die installaties.
Het is essentieel om te blijven voldoen aan de target van de vermindering van het verbruik met 15 % op Europees vlak. Dat verbetert onze situatie aanzienlijk. Daarmee werd in de studie ook weinig rekening gehouden.
Monsieur Ben Achour, la note qui a été rédigée répond à la demande exprimée par le gouvernement. Bien que l'analyse ne soit pas probabiliste, cette première évaluation qualitative permet toutefois d'anticiper à temps d'éventuels problèmes d'adéquation et de travailler au développement des solutions les plus appropriées à chaque hiver. C'est l'étude "Adéquation et Flexibilité" d'Elia de juin 2023 qui devra permettre de quantifier plus précisément les risques que la Belgique encourra lors des hivers à venir et de mieux cerner les besoins du système.
Pour l'hiver 2023-2024, Elia et la DG Énergie examinent de manière continue le besoin d'approvisionnement en électricité. Elles produisent également différentes études: la note sur la réserve stratégique pour l'hiver 2023-2024, l'analyse de risque fournie conformément à la demande du gouvernement en décembre 2022, l'ERA 2022 ou encore l'étude "Adéquation et Flexibilité" qui sera fournie en juin prochain.
Pour l'hiver 2024-2025, nous en avons déjà parlé, le Low Carbon Tender entrera en jeu. Pour l'hiver 2025-2026, plusieurs pistes sont explorées et discutées publiquement. Il est notamment question de faire évoluer le design du CRM, d'étudier le potentiel de prolongation des capacités existantes censées quitter le marché, ainsi que de stimuler la flexibilité.
Votre troisième question s'intéressait aux négociations avec ENGIE. Nous l'avons déjà traitée.
S'agissant ensuite des métaux, la quantification des risques liés à l'approvisionnement de ces matériaux pour la sécurité d'approvisionnement en électricité en Belgique est complexe, compte tenu du délai imparti à la réalisation de cette analyse. Cependant, certaines mesures pourraient être prises pour limiter ces risques, notamment des initiatives visant à imposer le recyclage, la surveillance suivie des négociations avec la Chine à propos de l'importation de métaux critiques rares d'ici 2030, la création d'un groupe de travail au sein du CONCERE sur cette thématique, ainsi que l'ajustement des critères d'acceptation des coûts d'investissement dans le CRM pour tenir compte des délais de livraison brûlants. Je vous remercie de votre attention.
11.04 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw toelichting, de elementen van antwoord en rechtzetting voor een stuk. Ik wil twee dingen repliceren.
Het is natuurlijk allemaal zeer ingewikkeld en moeilijk, ook omdat u blijft vertrouwen op de markt. U weet dat wij nogal kritisch staan tegenover het CRM. In het Eliarapport staan ook bedenkingen bij de T-1-veiling van 2025, waarin 1.500 gigawatt aan capaciteit voorzien is, maar waarover Elia eigenlijk zegt dat het beter beperkt wordt tot 1,3 gigawatt. Naar onze mening moet de overheid zelf investeren in productiecapaciteit, niet de productie overlaten aan de markt.
Een tweede bemerking is dat er nog altijd onduidelijkheid blijft bestaan over de cijfers van Elia. Zo is er nog altijd geen verklaring voor waarom de nood aan capaciteit ineens zo sterk stijgt in 2026 of waarom wij de winter van 2025 wel kunnen doorkomen zonder twee kerncentrales, maar de winter van 2026 plots niet. Het gebrek aan transparantie van Elia blijft problematisch. Ik hoop dat u het daarover met Elia zult hebben. Wij zullen dat blijven opvolgen. De toekomst zal uitwijzen wat het wordt.
Het incident is gesloten.
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'accroissement des marges des fournisseurs aux dépens des consommateurs" (55032881C)
- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'augmentation des coûts et des marges des fournisseurs d'énergie" (55032890C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het verhogen van de marges van de leveranciers op de kap van de consument" (55032881C)
- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De verhoging van de kosten en marges door energieleveranciers" (55032890C)
12.01 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, la CREG a récemment révélé qu'une série de coûts et de marges ont été augmentés par certains fournisseurs d'énergie, et ce, sans que ces hausses ne soient elles-mêmes liées à la hausse des coûts de la production d'énergie. Ainsi, au cours des deux dernières années, la redevance fixe déterminée par les fournisseurs afin de couvrir leurs frais administratifs a augmenté en moyenne de 25 %. Des hausses du coefficient du paramètre d'indexation et du mark-up ont également été constatées. Cela correspond, sur une base annuelle, à une hausse de la facture d'un ménage moyen de 100 à 150 euros, tant pour le gaz que pour l'électricité.
La hausse de certains facteurs est parfois si élevée que son incidence sur la facture d'un ménage moyen peut atteindre 1 000 euros pour l'électricité et 700 euros pour le gaz. Cela signifie également qu'en cas de baisse des prix de l'énergie sur les marchés, comme c'est le cas actuellement, cette baisse se ressent moins sur les factures. Il nous est parvenu le mois dernier que la CREG menait une enquête générale auprès de tous les fournisseurs afin d'approfondir l'analyse de ces évolutions et de justifier si elles sont uniquement dues à la hausse des coûts liée aux prix élevés sur les marchés.
Madame la ministre, j'aimerais avoir votre retour sur cette situation. Avez-vous des informations complémentaires à nous fournir? Des contacts ont-ils été pris avec la CREG à ce propos? Son enquête vous a-t-elle été transmise?
Des actions sont-elles envisagées pour contrevenir à de telles pratiques? En outre, la mise en place d'un ajustement automatique, selon des critères déterminés, des factures d'acompte sur une base périodique et recommandée par la CREG serait-elle susceptible d'empêcher la survenue de ces pratiques? Je vous remercie.
12.02 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, in het laatste maandelijks rapport van 22 december van de CREG staat dat de leveranciers, los van de hoge energieprijzen, steeds hogere kosten en marges aan de consument aanrekenen. Voor Luminus zou het verschil tussen een oud en een nieuw contract zelfs oplopen tot 1.700 euro per jaar voor een gemiddeld gezin. Dat is onaanvaardbaar en ik hoop dat u dat ook vindt, mevrouw de minister.
Dat betekent dat de leveranciers misbruik maken van de tijdelijke daling van de energieprijzen om hun winstmarges op te trekken. Ze doen dit concreet door de tariefformule van nieuwe en bestaande contracten aan te passen. Het valt ook op dat heel wat klanten van ENGIE een brief op sociale media hebben gepost, waarin ENGIE eenzijdig beslist om de formule van de variabele contracten te wijzigen. De leveranciers verhogen hier zowel de abonnementskosten, de zogenaamde vaste vergoeding, de coëfficiënt die ze toepassen op de indexeringsparameter – die zou gewoon 1 moeten zijn – en de mark-up, hun winstmarge.
De CREG stelt onomwonden dat de klanten die hiervan slachtoffer worden gesjareld zijn en dat deze veranderingen voor de meeste consumenten onopgemerkt blijven. De CREG heeft tekst en uitleg aan de leveranciers gevraagd, maar bij mijn weten nog niet gekregen.
Mevrouw de minister, op welke manier gaat u reageren op de bevindingen van de CREG? Welke maatregelen zult u nemen om de misbruiken ongedaan te maken?
Wat vindt u van het feit dat de leveranciers misbruik maken van de daling van de energieprijzen om hun marges ongezien op te trekken? Is het wettelijk toegestaan dat een leverancier, ik geef het voorbeeld van ENGIE, tijdens de loopduur van een contract eenzijdig de tariefformule aanpast? Zo ja, wat is dan de waarde van een variabel contract, als een leverancier dat contract kan aanpassen en zijn zin kan doen?
Is er al een antwoord van de leveranciers op de vragen van de CREG gekomen? Ik denk dat ze een maand de tijd krijgen om die vragen te beantwoorden, maar ik weet niet wanneer die vragen werden gesteld.
De CREG pleit al langer voor de invoering van een standaardproduct en het toestaan van maandindexparameters. Ze pleit ook voor een automatische aanpassing van de voorschotfactuur, aangezien die voor een aanzienlijk deel van de bevolking, met name voor de mensen die aan het einde van de zomer een nieuw contract afsloten, veel te hoog ligt. Gaat u dit opleggen? Welke wettelijke initiatieven zult u ter zake nemen?
12.03 Tinne Van der Straeten, ministre: Les observations que vous présentez ici découlent du suivi mensuel effectué par la CREG. Ce suivi mensuel est le résultat de la demande du gouvernement, depuis les hausses de prix, de continuer à comparer l'évolution des prix de détail avec l'évolution des prix de gros. Des écarts importants peuvent être des indications directes que des marges plus importantes sont prises par les fournisseurs ou que des risques plus importants apparaissent pour les activités de détail.
La complexité de ce suivi ne doit pas être sous-estimée car la CREG passe en revue toutes les formules de prix existantes et nouvelles et les compare aux indices de prix des bourses.
De maandelijkse monitoringresultaten worden publiek bekendgemaakt en moeten aan klanten en experts de nodige transparantie geven. Dat leidt tot resultaten, getuige hiervan uw vragen.
Behalve de transparantie zijn er ook de prijsvergelijkingswebsites van de verschillende regulatoren. Onlangs zijn de regulatoren overeengekomen dezelfde prijsvoorspellingen te gebruiken voor het berekenen van de jaarlijkse kosten van de verschillende energieproducten. Daarmee geven de verschillende prijsvergelijkingsmodules van de regulatoren nu dezelfde resultaten. Zij gebruiken daarvoor de gekende forwardprijzen. Die berekeningen zijn heel objectieve indicaties die de prijsformules zullen geven als totaalkosten per jaar voor een door de consument ingegeven verbruik. De consument kan tussen de verschillende leveranciers en producten vergelijken, ook met bestaande producten.
Je ne veux pas préjuger des résultats des analyses, des enquêtes et des sondages que la CREG effectue en réponse aux éventuelles anomalies qu'elle identifie.
Comme vous le savez, les marchés de gros du gaz et de l'électricité sont devenus beaucoup plus volatiles. Les fournisseurs indiquent, depuis un certain temps, que les risques financiers qui en découlent, tels que la fourniture de garanties et les coûts de déséquilibre, ne sont plus suffisamment couverts par les formules de prix historiques et leurs paramètres.
Grâce au suivi mensuel, la CREG constate que les fournisseurs passent à d'autres formules ou adaptent certains paramètres des formules existantes.
Wij hebben hierover regelmatig contact met de CREG. Bij mijn weten heeft de CREG nog niet aangegeven dat de vastgestelde parameterwijzigingen nadelig zouden kunnen zijn voor de eindklant. Daarover doet ze nu bijkomend onderzoek en bevraagt ze ook de leveranciers. Ik wacht het advies hierover af.
Sommige door de CREG voorgestelde maatregelen kan de CREG ook zelf invoeren, zoals een tijdelijk verbod voor leveranciers om bepaalde indexeringsparameters te gebruiken in hun aanbod met variabele prijzen. Hierover liep er tot 31 december een consultatie met de CREG. De resultaten daarvan worden momenteel verwerkt.
Ik kan bevestigen dat, als de CREG vaststelt dat door gebrek aan concurrentie de door de leveranciers aangeboden producten en prijzen geen correcte reflectie meer zijn van de groothandelsmarkt, ik de door hen voorgestelde maatregelen zeker ter harte zal nemen.
Les fournisseurs doivent honorer leurs contrats. Outre les droits contractuels, les consommateurs ont également des droits établis par la loi. Les infractions à ces règles peuvent être signalées au Service de Médiation et à l'Inspection économique. Les infractions à la loi sur l'électricité et à la loi sur le gaz peuvent être examinées et sanctionnées par la CREG.
Eenzijdige aanpassingen van contractvoorwaarden door leveranciers zijn gebonden aan strikte regels. De meeste leveranciers behouden zich in hun contract en algemene voorwaarden het recht voor om een eenzijdige prijswijziging te doen in de loop van een contract. Dergelijke clausules zijn alleen rechtmatig wanneer zij het Wetboek van economisch recht naleven, meer bepaald de artikelen over de onrechtmatige bedingen. Die bepalen dat een eenzijdige prijsverhoging verboden is in contracten van bepaalde duur, zelfs als een opzegmogelijkheid wordt geboden, en dat in een contract van onbepaalde duur een eenzijdige prijsverhoging slechts is toegelaten voor zover de consumenten individueel en tijdig worden ingelicht over hun kosteloos opzegrecht. Daarnaast is er in de twee gevallen een mogelijkheid tot eenzijdige prijsverhoging wanneer deze niet enkel afhangt van de wil van de onderneming. Dat zou bijvoorbeeld kunnen gaan over het doorrekenen van gestegen belastingen en netwerkkosten of over het vervangen van een niet meer beschikbare parameter. De consument behoudt desgevallend nog altijd het recht om kosteloos van product of leverancier te veranderen.
Dat neemt uiteraard niet weg dat gespecialiseerd toezicht op de markt nodig is en blijft. Met haar expertise en maandelijkse monitoring doet de CREG daar een goede job en ik kijk uit naar haar finale beoordeling en advies.
12.04 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, dat laatste zullen wij nog bekijken, maar wij gaan er volledig mee akkoord dat de CREG een goede job doet.
Ik begrijp echter niet dat de CREG volgens u niet aantoont dat het nadelig is voor de klanten, terwijl ze zelf zegt dat de klanten gesjareld zijn en het voorbeeld geven van een stijging met 1.700 euro per jaar bij Luminus ten opzichte van het vorige contract. Dat is gigantisch. U bent daar niet hard genoeg over, als ik dat mag zeggen. Dat moet tot op het bot worden uitgespit. Ik heb eerder de indruk dat u laat betijen en afwacht, terwijl het heel duidelijk is dat de leveranciers op kap van de consumenten hun marges willen verhogen. Dat heeft voor een keer niets te maken met de hoge energieprijzen op de beurs vandaag, maar met het schaamteloze winstbejag van de leveranciers.
U zegt dat er dankzij de CREG transparantie is en dat de consumenten op haar website moeten kijken, maar u weet ook dat niet alle consumenten dat kunnen doen en weten. Zo werkt het niet. Voor de goed ingelichte consument, zoals u en ik, werkt dat misschien wel, maar de CREG wees er heel duidelijk op dat er geknoeid wordt met de indicatoren en dat het niet zo simpel is om dat te bekijken. Bepaalde producten worden trouwens niet naar voren gebracht. ENGIE, bijvoorbeeld, publiceert een bepaald contract gewoon niet. Leveranciers wijzigen ook regelmatig de indicatoren, zodat zij goed presteren bij de vergelijkingen op internet. Het is dus allesbehalve transparant voor de mensen en veel mensen weten nog niet eens waar zij dat moeten bekijken.
Het is dus noodzakelijk dat u ingrijpt en hardere taal spreekt aan het adres van de leveranciers. Dit is ontoelaatbaar met de hoge energieprijzen. Toen de prijzen gestegen zijn, waren ze er immers wel als de kippen bij om die prijsverhoging door te rekenen en de voorschotten op te trekken.
L'incident est clos.
13 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stand van zaken met betrekking tot de bouw van CRM-centrales" (55032724C)
13 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le point sur la construction de centrales après les enchères CRM" (55032724C)
13.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, enige tijd geleden hadden we een rerun van de CRM-veiling, om ervoor te zorgen dat er alsnog twee centrales konden worden gebouwd, nadat een van de eerste geen vergunning kreeg. Daarbij werden de centrales van Seraing en Les Awirs toegekend. Is men intussen in de fase dat die centrales kunnen worden gebouwd en zijn daartoe de nodige acties gestart? In het verleden hebben we al gedebatteerd over de wens van exploitant ENGIE om het bouwen van een van de centrales uit te besteden aan een Chinees staatsbedrijf. U zag daar destijds geen graten in, dat was voor u geen probleem. Als de signalen van de pers kloppen, is dat Chinees staatsbedrijf ondertussen buitengegooid. De vraag is welke effecten dat heeft.
Ten eerste, wat is de stand van zaken in de aangehaalde projecten? Zitten die op schema om in november 2025 te kunnen produceren, conform de verbintenis in het kader van het capaciteitscontract?
Ten tweede, klopt het dat het Chinese staatsbedrijf SEPCO III verleden tijd is en er daar geen problemen meer zijn?
Ten derde, heeft dat ook effecten op de realisatietermijn voor de centrale van Les Awirs, of liggen er daar andere zaken op het kritisch pad?
13.02 Minister Tinne Van der Straeten: Het project rond de centrale van Les Awirs loopt volgens plan. ENGIE heeft mij bevestigd dat de nieuwe centrale in Flémalle op tijd, dus voor 1 november 2025, in dienst zal treden. Voor de centrale van Seraing heeft Luminus een projectuitvoeringsplan ingediend tijdens de prekwalificatieveiling. De voortgang van de werkzaamheden is volledig in overeenstemming met het uitvoeringsplan, waarin de belangrijkste stappen voor de realisatie van het project vanaf nu tot 1 november 2025 zijn vastgelegd. De eerste aannemers komen nu ook ter plaatse om aan de funderingen te beginnen.
Het is correct dat het EPC-contract tussen ENGIE en SEPCO III is beëindigd. Dat heeft echter geen gevolgen voor het programma van het traject, aangezien de cruciale uitrusting tijdig werd verzekerd. Het gaat dan over de gasturbine, de stoomturbine, de generatoren en de drukverliesketel. Het project wordt nu rechtstreeks uitgevoerd door ENGIE en Tractebel; een ENGIE-bedrijf met uitgebreide ervaring in het ontwerpen en bouwen van elektriciteitscentrales zonder de hulp van een EPC-contractor.
Een uitgebreid Electrabel-Tractebel-team wordt gemobiliseerd voor de realisatie van het project. Ter herinnering, verschillende bestaande centrales van Electrabel in België werden in het verleden op die wijze gebouwd.
13.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Wij zullen het verder verloop uiteraard blijven opvolgen. We zijn geen voorstander van die gascentrales, maar ze zijn in uw model wel cruciaal om de energiebevoorrading te garanderen.
Ik ben ook blij dat ENGIE het licht heeft gezien inzake het EPC-contract. Dat is in ieder geval toch wel goed nieuws voor de omgeving van die centrales en de Waalse werkgelegenheid. De invulling van het personeel van SEPCO III in het verleden gebeurde voor een heel groot deel namelijk met arbeiders die specifiek voor de job werden ingevlogen. Af en toe werden er ernstige vragen gesteld over de omstandigheden waarin die werknemers moesten werken, en over de lonen waartegen zij werkzaam waren. Hopelijk kan dat alvast aanleiding geven tot een verhoging van de werkzaamheidsgraad in Wallonië.
L'incident est clos.
14 Vraag van Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De Europese afspraken inzake het minder verbruiken van energie" (55032725C)
14 Question de Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les accords européens en matière d'économies d'énergie" (55032725C)
14.01 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, de afgelopen maanden heeft ook de Europese Unie niet stilgezeten. Zo hebben de Europese leiders beslist om ook het gas- en elektriciteitsverbruik te verminderen. Vorige maand verscheen een persbericht van het European Environmental Bureau, dat stelt dat een aantal landen te weinig inspanningen heeft geleverd.
Wat is de situatie in ons land? Heeft België de Europese afspraken opgevolgd? Zitten er nog maatregelen in de pijplijn? Hoe verloopt het overleg met de gewesten, iets wat in ons land altijd speelt?
14.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Verduyckt, voor de vrijwillige reductie van gas met 15 % zit ons land op het goede spoor om aan deze verordening te voldoen. Op basis van de cijfers van augustus 2022 tot en met november 2022 is er een daling met 17,4 % vergeleken met dezelfde periode in 2017-2021. De warme maanden oktober en november alsook het prijseffect hebben het halen van deze doelstelling wel gefaciliteerd.
De vooruitgang op
weg naar de reductiedoelstelling wordt maandelijks geactualiseerd op de
monitoringpagina van de aardgasbevoorradingszekerheid van de website van de FOD
Economie.
Voor elektriciteit
begon de meting inzake de verplichte reductie met 5 % tijdens de piekuren
pas vanaf 1 december 2022 te lopen. De metingen van augustus 2022 tot
en met november 2022 tonen wel al een reductie aan met respectievelijk
2,1 %, 6,8 %, 7,1 % en 10, 7 %.
Voor de
vrijwillige algemene reductiedoelstelling met 10 % start de meting
vroeger, namelijk vanaf 1 november 2022. Daarvoor haalden we
8,1 %.
Er zijn twee
federale websites gelanceerd met maatregelen om het energieverbruik te
verminderen, namelijk www.ikhebimpact.be en www.energywatchers.be. Er zijn ook
richtlijnen uitgevaardigd om elektriciteit en aardgas te besparen in het
federale gebouwenpark, bijvoorbeeld een temperatuur van 19 graden.
De drie gewesten
hebben vergelijkbare richtlijnen uitgevaardigd binnen hun eigen bevoegdheden.
Het zwaartepunt voor het uitwerken van gerichte maatregelen ligt bij de
regionale overheden, aangezien zij daarvoor bevoegd zijn.
De evolutie van
het elektriciteits- en gasverbruik wordt op de voet gevolgd en de noodzaak van
extra maatregelen wordt ook geëvalueerd.
Het overleg met de
gewesten is georganiseerd via een specifieke ENOVER-werkgroep rond de
vraagreductie van gas en elektriciteit. Die werkgroep is tot vandaag één keer
bijeengekomen. De volgende bijeenkomst is half januari 2023 gepland,
om de resultaten van december 2022 te bespreken en het volgende EU-verslag voor
te bereiden, dat moet worden ingediend op 31 januari 2023 voor
elektriciteit en op 15 februari 2023 voor gas.
In artikel 8 van de verordening inzake gecoördineerde maatregelen ter reductie van de gasvraag staat dat, indien een lidstaat zijn verplichtingen niet nakomt, de Europese Commissie aan de lidstaat kan vragen om een plan in te dienen waarin daadwerkelijk wordt aangetoond hoe de vraagvermindering wel zal worden gehaald. In de verordening inzake elektriciteitsreductie zijn geen rechtstreekse sanctiebepalingen opgenomen.
Op beide verordeningen is het primaire Unierecht van toepassing, waarin staat dat de Europese Commissie een niet-nakomingsactie kan instellen bij het Hof van Justitie. Indien geen gevolg wordt gegeven aan een eventueel arrest, kan het Hof van Justitie een forfaitaire som of dwangsom opleggen, conform de artikelen 258 en 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
14.03 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik zie de cijfers nu wat voor mijn ogen dansen, dus ik zal uw antwoord er nog eens rustig op nalezen.
Er zijn inderdaad maatregelen genomen, maar het belangrijkste is toch wel de prijsprikkel geweest die onze gezinnen voor de voeten gegooid kregen. Die heeft ervoor gezorgd dat de doelstellingen werden gehaald. Ik heb altijd gezegd dat de goedkoopste energie de energie is die niet wordt verbruikt. Op zich is die trend dus wel goed, maar zoals ik al zei, zal ik de cijfers nog eens nader bekijken.
L'incident est clos.
- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het schrappen door de CREG van ongepaste door Elia doorberekende kosten" (55032739C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De kosten voor de Wereldtentoonstelling die Elia bedrieglijk probeerde door te rekenen in de factuur" (55032884C)
- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La suppression par la CREG de frais inappropriés répercutés par Elia" (55032739C)
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les frais de l'Exposition universelle qu'Elia a frauduleusement tenté de répercuter sur la facture" (55032884C)
15.01 Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, wij vernamen dat Elia getracht heeft om een aantal kosten door te rekenen aan de Belgische consument en dat de CREG haar voet daarvoor heeft gezet. Het gaat over een luxereis van de CEO en drie personeelsleden van Elia en de sponsoring van de wereldexpo, voor een totaalbedrag van 151.000 euro.
Iedereen in de sector moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Dit soort zaken hoort daar absoluut niet in thuis. Ik kan mij voorstellen dat u zult zeggen dat u daarvoor niet in de eerste plaats bevoegd bent, maar anderzijds zou het niet slecht zijn dat de minister van Energie haar ongenoegen kenbaar maakt aan de raad van bestuur van die netbeheerder.
Is dat gebeurd? Hebt u contact gehad met Elia? Was dit eenmalig of zijn er zaken in die organisatie die niet verlopen zoals ze zouden moeten verlopen?
Laten we eerlijk zijn, dit is geen verhaal om trots op te zijn. Ik hoop dat het hierbij blijft. Graag ken ik uw visie daaromtrent.
15.02 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het is onaanvaardbaar dat men probeert de niet-gereguleerde, commerciële activiteiten van Elia door te rekenen in de energiefactuur van de mensen, zeker niet tijdens deze energiecrisis. Het is goed dat de CREG daar een stokje voor gestoken heeft. Wat vindt u van dat voorval?
Dit toont echter een dieper probleem aan bij onze netbeheerder. Elia is immers een beursgenoteerd bedrijf en een beursgenoteerd bedrijf heeft natuurlijk als eerste doelstelling om winst te maken en niet om zo goed mogelijk het net te beheren.
Naast zijn rol als gereguleerd netbeheerder is een aanzienlijk deel van de activiteiten van Elia commercieel. Dat geeft dus uiteraard een conflict in het businessmodel van Elia. Als beursgenoteerd bedrijf wil het immers zoveel mogelijk kosten verminderen en afschuiven op de consument. Die promoreis naar Dubai is daarvan een voorbeeld. Ik hoop dat er geen andere zijn.
Graag kreeg ik uw visie daaromtrent. Conflicteert het private, op winst gerichte karakter van Elia niet met zijn belangrijke en essentiële publieke rol als Belgische netbeheerder? Is het niet in het publiek belang dat de netbeheerder een exclusief publiek bedrijf is, onder publieke, democratische controle?
Dat conflicteert ook op andere wijzen. Elia heeft er bijvoorbeeld alle belang bij dat er zoveel mogelijk geïnvesteerd wordt, omdat de activa dan verhogen. En dat is niet altijd noodzakelijk of bewezen. Voor ons conflicteert dat en ik kende graag uw visie daarop, mevrouw de minister.
15.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Verduyckt, mijnheer Warmoes, de CREG doet hier wat ze moet doen, namelijk toezicht houden op de gereguleerde activiteiten van Elia als transmissienetbeheerder. Zo is het voorzien in de Europese reglementen en ook in de Belgische wetgeving. De CREG moet die rol in volledige onafhankelijkheid uitvoeren en als minister mag en wil ik mij daarin niet mengen. Het gaat immers over kernbevoegdheden, waarbij de rol en de verantwoordelijkheden van eenieder, met name ook van de uitvoerende macht, zeer uitdrukkelijk omschreven zijn.
Op haar gereguleerde activiteiten zijn de kosten, inkomsten en winstmarges van Elia onderworpen aan de controle door de CREG. Zoals de beslissing van de CREG ook toont, moet Elia zulke kosten verantwoorden. Als dat niet lukt, dan worden die kosten verworpen. De vragen over de toegepaste methode en criteria kunt u dan ook het best aan de CREG stellen, die onder het toezicht van het Parlement valt.
De CREG heeft geoordeeld en Elia heeft aanvaard dat de kosten gemaakt voor de deelname aan de wereldtentoonstelling in Dubai onder de niet-gereguleerde activiteiten van de Elia Group vallen. Elia Group draait dus zelf op voor die kosten. Bovendien hebben publieke aandeelhouders, waaronder Publi-T, een controlebelang binnen de Elia Group, met name 44,79 %. Dat is dus een publieke participatie in Elia.
Er is democratische controle op Elia door het Parlement. Elk orgaan doet ter zake zijn werk in alle onafhankelijkheid. Er is voor mij op dit moment geen reden om dat model in vraag te stellen. Integendeel, het toont aan dat de CREG als onafhankelijke regulator een van zijn kerntaken, namelijk de controle op de kosten van de netbeheerder, ter harte neemt, en wel in het algemeen belang.
15.04 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik heb er wel begrip voor. Ik wil niet de discussie openen over het model van Elia en de manier waarop de controle georganiseerd is. Voor mij is wel duidelijk dat het om een geval van normvervaging gaat, daarvoor hoeven we geen andere woorden te zoeken. Het is goed dat de CREG zijn werk gedaan heeft. Laat me zeggen dat wij dan op zijn minst het signaal hebben gegeven dat wij dit niet pikken. Ik hoop ook dat wij zulke verhalen niet meer hoeven mee te maken.
15.05 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u verstopt zich enigszins achter de autonomie van de CREG en Elia. Ik heb u naar uw mening gevraagd, maar daarover hebt u zich niet uitgesproken.
U zegt dat het model werkt, maar dat is niet het geval. Ik spreek nu uit het geheugen, maar als de CREG informatie vraagt aan Elia, dan komt die informatie gewoonweg niet. Dat heb ik bij een voorgaande vraag al gezegd. U zegt dat de modellen van Elia onder democratische controle staan. Dat klopt niet, want de CREG heeft geen toegang tot de modellen van Elia.
Er is dus wel degelijk een groot probleem. Elia is een conflicterend model, enerzijds een beursgenoteerd en op winst belust bedrijf en anderzijds een netbeheerder. In deze vraagstelling is de uitkomst duidelijk positief, aangezien de CREG een onterechte doorrekening heeft kunnen vaststellen.
Het gaat echter ook over de investeringen en de vragen over de bevoorradingszekerheid, waarover de cijfers van Elia allesbehalve transparant zijn. U zegt dat het model werkt, maar wat ons betreft, is dat niet het geval. Elia moet een puur publiek en niet-beursgenoteerd bedrijf zijn. Dat is onze visie alleszins.
L'incident est clos.
- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het federaal ontwikkelingsplan 2024-2034 van Elia" (55032820C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stijging van de nettarieven van Elia door haar ontwikkelingsplan 2024-2034" (55032885C)
- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plan de développement fédéral 2024-2034 d'Elia" (55032820C)
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'augmentation des tarifs de réseau d'Elia résultant de son plan de développement 2024-2034" (55032885C)
16.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, wat was, ten eerste, de precieze insteek voor de procedure van publieke raadpleging voor het federaal ontwikkelingsplan 2024-2034 van netbeheerder Elia?
Ten tweede wil ik het hebben over het vergoedingssysteem in het Ventilus-project en hopelijk stuurt u mij niet met een kluitje in het riet door het hier niet te willen hebben over de kernbevoegdheden van de CREG of de gereguleerde bevoegdheden. Nieuws heet van de naald is de aankondiging van mevrouw Demir enkele weken geleden in het Vlaams Parlement de kwestie aan de orde te brengen in het Overlegcomité. Ze wil namelijk een verruimde perimeter naar het vergoedingssysteem, dus een uitbreiding van de bestaande compensatieregeling. Bent u ervan op de hoogte dat het punt op de agenda komt van de eerstkomende bijeenkomst van het Overlegcomité? Als federaal bevoegd minister bent u dus mee aan zet in de besprekingen.
Klopt het dat de werkgroep van ENOVER waar de projecten Ventilus en Boucle du Hainaut worden besproken, in december bijeen is gekomen? Kunt u daarover verslag uitbrengen?
16.02 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): De CREG waarschuwt dat de nettarieven van Elia op een termijn van 10 jaar zouden kunnen verdubbelen door de miljardeninvesteringen in de versterking van het net. Vandaag betaalt een gemiddeld gezin per jaar 35 euro aan transmissiekosten voor Elia. De investeringen vloeien voort uit het federaal ontwikkelingsplan 2024-2034, waarvoor momenteel een consultatie loopt en waarover u dit voorjaar een beslissing zou nemen.
De CREG bekritiseert de huidige manier van werken, aangezien Elia voor sommige investeringsprojecten gewoon geen kostenraming opstelt. In de pers circuleert ook de terechte kritiek dat Elia geen neutrale partij is in het dossier.
Hoe meer Elia investeert, hoe meer activa Elia heeft, waarop het als monopolist een winstmarge mag doorrekenen via de elektriciteitsfactuur.
Laten wij duidelijk zijn. Wij trekken de noodzaak van massale investeringen in netversterking niet in twijfel. Die zijn echt wel nodig. Wij hebben echter wel vragen over de manier van werken en de financiering. Wij gaan er niet mee akkoord dat die zomaar via de energiefactuur gefinancierd worden. Het is ook niet de eerste keer dat onze regulator een gebrek aan transparantie vanwege de netbeheerder aanklaagt.
Wat is de stand van zaken van het federaal ontwikkelingsplan? U hebt hier reeds verklaard dat u de procedure van het ontwikkelingsplan wilt verbeteren. Waarom zijn er nog geen kostenramingen voor alle investeringsprojecten gemaakt?
Op welke manier wordt de noodzakelijkheid van een investering beoordeeld? Is er een onafhankelijke beoordeling, los van de netbeheerder, die financiële belangen heeft bij die investeringen?
Indien de investeringen noodzakelijk zijn en de transmissietarieven aanzienlijk dreigen te verhogen, kijkt u dan naar alternatieve financieringsopties, om bijvoorbeeld, zoals bij de energienorm, de investeringen te limiteren die via de factuur betaald worden, en de investeringen te financieren via de begroting?
16.03 Minister Tinne Van der Straeten: Het federaal ontwikkelingsplan voor de periode 2024-2034 is momenteel in openbare raadpleging. Op het moment dat het federaal ontwikkelingsplan wordt opgemaakt, is het voor de meeste projecten nog niet mogelijk om de volledige gedetailleerde kostenraming te maken. Bij de projecten die wel onderhevig zijn aan een kosten-batenanalyse, wordt een standaardmethode gebruikt, ontwikkeld door ENTSO-E. U kunt die vinden hoofdstuk 1.4.5 van het plan.
Mijn diensten zijn inderdaad aan het bekijken hoe wij de procedures duidelijker en transparanter kunnen maken.
Er worden bij de voorbereidingen van het plan nu reeds op regelmatige basis werkgroepen georganiseerd, waaraan de CREG en de AD Energie deelnemen en waar gedetailleerdere informatie over de kosten en baten van de projecten gedeeld kan worden.
Ik zie erop toe en blijf erop aandringen dat in die werkgroepen alle informatie die op dat moment reeds beschikbaar is, zo transparant en volledig mogelijk gedeeld wordt. Zowel de FOD als de CREG is reeds betrokken bij de opmaak van het plan.
Elia organiseert de publieke raadpleging en vraagt daarnaast ook formeel advies aan de CREG en aan de minister van Noordzee.
Ikzelf heb het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling gevraagd. Pas wanneer al die stappen zijn doorlopen, zal Elia mij, als minister, een definitieve versie van het plan ter goedkeuring voorleggen.
De gedetailleerde kostenramingen moeten in een apart traject door Elia worden uitgewerkt en aan de CREG ter goedkeuring worden voorgelegd, alvorens die in de nettarieven kunnen worden opgenomen. Het federaal ontwikkelingsplan moet de behoefte van de netversterking omvatten, en de manier waarop daarop kan worden geantwoord. Het gaat in die zin dus wel degelijk over noodzakelijke investeringen.
De detailuitwerking van de realisaties van de projecten en gedetailleerde kosten behoren dan tot een ander traject. De opname van die kosten in de nettarieven gebeurt dus pas na goedkeuring door de CREG.
De zoektocht naar alternatieve financieringsopties start al bij de eerste voorbereidingen van een project. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de Tritonkabel, waarbij er op het moment gezocht wordt naar Europese subsidies, aangezien die verbinding een enorme meerwaarde zal bieden voor verschillende Europese landen, niet alleen voor België en Denemarken. Ik kan ook verwijzen naar het energie-eiland waarvoor middelen van het relanceplan worden aangewend.
Ventilus was opgenomen als een noodzakelijk project in het federaal ontwikkelingsplan. De manier waarop de verbinding gerealiseerd wordt en bijgevolg ook de kosten die hiermee gepaard gaan, worden in het kader van de vergunningsprocedures volledig onderzocht en uitgewerkt. Een ondergrondse verbinding, zoals door enkele actiegroepen wordt gevraagd, is op het moment niet alleen technisch onhaalbaar, maar zou ook onbetaalbaar zijn. Het zijn dergelijke beslissingen, die de werkelijke impact op de nettarieven bepalen, net als de compensaties waarnaar u verwijst.
De Vlaamse regering heeft inderdaad gevraagd om de compensaties voor Ventilus sterk te verhogen. Dat zijn kosten die ook in de nettarieven terechtkomen. Ik liet zelf in 2021 een gemeenschappelijk onderzoek uitvoeren. De CREG heeft ook deelgenomen aan het begeleidingscomité van de studie en heeft de resultaten ervan dus gevalideerd.
De Vlaamse regering heeft via een brief aan de eerste minister en mezelf gevraagd om de compensaties voor Ventilus te verhogen en de eerste minister heeft hierop geantwoord, net zoals ikzelf, dat de federale regering openstaat voor overleg. Ik heb die informatie ook meegedeeld aan de CREG, aangezien die de tarieven goedkeurt.
Het is absoluut niet de bedoeling of mijn intentie om mij weg te stoppen achter de kernbevoegdheden van de CREG. Zij zijn echter wel wat ze zijn.
Mijn bevoegdheid is onder andere in de richtlijnen omschreven als beleidsrichtsnoeren. Een beleidsrichtsnoer bestaat er in dit geval bijvoorbeeld in dat de investeringen in de netten moeten kunnen gebeuren. Ik heb echter geen bevoegdheid om daarin verder te interveniëren. Als ik dat wel zou doen, kan dat grondige consequenties hebben. De onafhankelijkheid van de CREG, zeker op het vlak van de tariefbevoegdheid, is heel pertinent. Ik moet mij daaraan ook houden. Het beeld als zou ik mij daarachter verstoppen, klopt dus helemaal niet.
16.04 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik dank u, omdat u enige verduidelijking hebt gegeven.
Ik ben alvast tevreden dat u de vraag bevestigt van het Vlaamse niveau aan het federale niveau om de compensaties te verruimen.
Ik begrijp dat u ter zake heel voorzichtig moet manoeuvreren, in het licht van de bevoegdheid van de CREG. Niettemin wou ik u daarover even bevragen.
Voor het overige is het goed dat u de contouren nog eens goed hebt geschetst van de verschillende adviezen inzake de definitieve vaststelling van de tarieven die u momenteel ook afwacht.
Wij komen zeker op het dossier terug.
Mijnheer de voorzitter, ik zou voorstellen dat wij nog in 2023, nu er toch een nieuw federaal ontwikkelingsplan wordt voorbereid, Elia even uitnodigen in de commissie, om een en ander even te komen toelichten. Dat heeft toch wel enig belang voor de commissie voor Energie.
16.05 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw elementen van antwoord.
Het is niet de eerste keer en waarschijnlijk ook niet de laatste keer dat Elia blijk geeft van een gebrek aan transparantie. Daaraan moet echt iets gebeuren. Ik kan dan ook alleen maar toejuichen dat u dat deels toegeeft. U geeft immers aan dat u wil werken aan meer transparantie. Wij zullen samen met de CREG daarover blijven waken.
Inzake de noodzakelijke investeringen in de energietransitie hebt u het energie-eiland en de Tritonkabel vermeld. Dat zijn natuurlijk grote en zware investeringen in infrastructuur onder en op zee. Het gaat natuurlijk ook over investeringen op het land met de Boucle du Hainaut en het Ventilus-project. Wij blijven van mening dat ze via de begroting moeten worden gefinancierd en niet via de factuur. Dat hebt u niet vermeld. Ik wil er dus nog eens op aandringen dat de kosten voor de netversterking niet gebeuren via de energiefactuur van de mensen.
Wat de kwestie van de noodzakelijke investeringen betreft, als men altijd op de markt blijft vertrouwen, komen daar absurde dingen uit voort. Nu zal men in de Luikse agglomeratie op enkele kilometers van elkaar twee nieuwe gascentrales bouwen voor het CRM. Daardoor moet men in Limburg de noord-zuidverbinding versterken. Dat is allemaal niet erg planmatig. Noodzakelijke investeringen volgen soms uit vroeger gemaakte keuzes of uit keuzes die men aan de markt heeft overgelaten.
L'incident est clos.
17 Vraag van Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het Cronos-interconnectieproject" (55032920C)
17 Question de Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le projet d'interconnexion de Cronos" (55032920C)
17.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, er bestaat een bekommernis omtrent de impact van de netversterking op de tarieven, zoals zonet ook al door de collega geschetst. Daarnaast bestaat er in mijn provincie ook bijzonder grote bekommernis over elektromagnetische straling. In de komende tien jaar zal er zich normaal gesproken heel wat interconnectie ontwikkelen. Dat is althans uw bedoeling en ook de bedoeling van de Europese Commissie.
Cronos Energy heeft op 2 november meegedeeld dat het bij de Britse regulator een aanvraag heeft ingediend voor een vergunning voor een elektriciteitsinterconnector tussen het Kemsleysubstation in Kent en Zeebrugge. Er loopt kennelijk zelfs al een openbaar onderzoek in het Verenigd Koninkrijk. Ook Entso-E maakte in zijn Ten Year Development Plan 2022 effectief gewag van dat project. Het gaat weliswaar om een privé-initiatief waarvoor de nodige stappen worden gezet om het te laten opnemen in het Ten Year Network Development Plan, een netwerkontwikkelingsplan op EU-niveau. Een van de voorwaarden voor de opname in dat plan is dat een aanvraag bij de betrokken netbeheerders wordt opgestart. Dat project werd echter niet vermeld in het federaal ontwikkelingsplan van Elia, waarover momenteel een consultatieronde loopt. Mevrouw de minister, hebt u kennis van het project Cronos? Betekent dat project een mogelijk derde verbinding met gelijkstroom naar België?
Wat betekent dat voor de toekomst van het aangesloten vermogen of gepland aangesloten vermogen op Ventilus? Heel wat West-Vlamingen zijn bekommerd over het toenemende aantal intenties tot meer interconnecties.
17.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Ravyts, ik werd persoonlijk niet op de hoogte gesteld van dat project in mijn bilaterale contacten. Cronos heeft zelf ook geen contact opgenomen met mijn administratie of met de administratie van het Verenigd Koninkrijk. Ik kan u ook meedelen dat er geen contact is geweest met Elia en dat er dus ook niet of nog niet gekeken werd naar de impact op het vermogen.
Het project werd reeds in 2020 op de Ten Year Network Development Planlijst geplaatst, maar werd toen niet nader uitgewerkt door Cronos. Het project werd inderdaad wel op de nieuwe lijst voor 2022 vermeld.
We hebben navraag bij de Europese Commissie gedaan en daaruit blijkt dat Cronos een project heeft ingediend om de PMI-status te verkrijgen, met name een project van wederzijds belang. We hebben bij de Engelse collega's navraag gedaan, naar aanleiding van uw vraag, en dat leert ons dat Cronos nog tot 10 januari 2023 – dat is vandaag – de tijd heeft om het project bij de Engelse regulator Ofgem in te dienen om in aanmerking te komen.
17.03 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord en om een aantal instanties te contacteren. Dat leeft blijkbaar in de schaduw, maar in West-Vlaanderen is men zeer gevoelig voor bijkomende aansluitingen en bijkomend vermogen dat door de nieuwe of geactualiseerde, versterkte netten zou gaan. U kent de bekommernis over de stralingsnormen en elektromagnetische straling.
Het incident is gesloten.
18 Question de Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les surprofits des parcs éoliens offshore" (55032882C)
18 Vraag van Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De overwinsten van de offshore windmolens" (55032882C)
18.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, we hebben het hier al meermaals over gehad, ik zal het dus kort houden.
Een tijdje geleden berekende de CREG dat de windmolens op zee die variabele steun krijgen vanaf 2023 overwinsten zouden kunnen boeken. Het is natuurlijk niet de bedoeling om winstgevende bedrijven nog te steunen. Om dat te vermijden, zou u de windmolenparken dwingen om een deel van hun subsidies terug te betalen. Daarvoor is een aanpassing van het koninklijk besluit nodig, aangezien het bestaande subsidiesysteem niet in de terugbetaling van steun voorziet.
U hebt meermaals beloofd dat u dat koninklijk besluit voor het einde van 2022 zou nemen, maar mijn medewerker heeft het Belgisch Staatsblad uitgepluisd en dat niet gevonden. Bent u nog altijd van plan om ervoor zorgen dat de windmolens op zee geen overwinsten kunnen boeken en hun subsidies dus moeten terugbetalen? Wanneer zult u het hiervoor noodzakelijke koninklijk besluit nemen? Waarom is dat nog niet gebeurd? Wij dachten dat dit voor 31 december moest gebeuren, maar misschien vergissen wij ons.
18.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Warmoes, we zullen er inderdaad voor zorgen dat het voor windparken op zee met variabele ondersteuning structureel onmogelijk wordt om overwinsten te boeken. De vijf recentste windparken zullen overstappen naar een tweezijdig subsidiemechanisme. Dat is een mechanisme waarbij ze niet alleen steun ontvangen, maar die ook automatisch zullen terugbetalen aan de Staat wanneer hun inkomsten boven een zeker niveau stijgen. De overheid zal dus niet langer alleen steun uitkeren en onze samenleving zal kunnen meegenieten van de baten van wind op zee wanneer de inkomsten hoog zijn. Dankzij een dergelijk mechanisme zal het voor die windparken ook nooit zover kunnen komen dat zij overwinsten maken.
Op 16 december 2022 heeft de ministerraad besloten om die overstap te maken. Ik heb de CREG dan ook gevraagd om de nodige aanpassingen aan het koninklijk besluit voor te bereiden en aan mij over te maken. Zodra ik de ontwerptekst van de CREG ontvang, zal ik de ontwerptekst van een koninklijk besluit aan de ministerraad voorleggen en vervolgens voor advies aan de Raad van State.
18.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Wij steunen u hierbij ten volle en zijn blij dat we zullen kunnen genieten van de baten van wind op zee, iets waar wij ook volledig achter staan.
Het incident is gesloten.
19 Question de Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le manque de chiffres sur l'augmentation de la précarité énergétique" (55032883C)
19 Vraag van Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het gebrek aan cijfers over de stijging van de energiearmoede" (55032883C)
19.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik pendel met deze vraag wat tussen u en de minister voor Armoedebestrijding, mevrouw Lalieux. We zijn immers – helaas – benieuwd naar de cijfers over de stijging van de energiearmoede, maar het antwoord is elke keer dat de administratie niet over die cijfers beschikt. Soms wordt er ook verwezen naar een studie van de Koning Boudewijnstichting, meer bepaald de Barometers energie- en waterarmoede. Die studie is zeer interessant, maar dateert helaas van 2020, voor de energiecrisis dus.
Tijdens de bespreking van uw beleidsnota voor 2023 heb ik u hierover opnieuw ondervraagd, maar u hebt mijn vraag toen wat ontweken. U zou alleszins een KB nemen met parameters over energiearmoede, zodat u de zaak continu kon monitoren, wat inderdaad nodig is. U zei ook dat u dat KB samen met minister Lalieux hebt genomen, maar wij hebben het niet teruggevonden in Het Belgisch Staatsblad.
Ik heb hierover de volgende vragen. Hebt u uiteindelijk een definitieve lijst van energiearmoede-indicatoren gedefinieerd? Is er een KB gepubliceerd dat wij eventueel over het hoofd hebben gezien? Welke indicatoren hebt u gekozen? Vanaf wanneer zullen de indicatoren en de betrokken cijfers beschikbaar zijn?
Misschien loop ik een beetje vooruit, maar hoeveel is de energiearmoede gestegen sinds het begin van de energiecrisis en wat zeggen de nieuwe indicatoren ons? Waarom duurt het zolang voordat dit probleem in kaart wordt gebracht? Waar knelt het schoentje?
19.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Warmoes, de laatst beschikbare Barometer van de Koning Boudewijnstichting werd in juni 2022 gepubliceerd. Die cijfers zijn gebaseerd op een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek door de Universiteit Antwerpen en de ULB. Het duurt een aantal maanden om alle gegevens te verzamelen en dan nog eens drie maanden om de data te verwerken. De analyse gebeurt op basis van historische data en loopt dus per definitie altijd een beetje achterop, zodat cijfers over een stijging sinds de energiecrisis nog niet voorhanden zijn.
Het wetsontwerp
tot omzetting van de EMD-richtlijn op het federale overheidsniveau werd in de
Kamer goedgekeurd. Die wet biedt het nodige kader om een lijst van
energiearmoede-indicatoren te bepalen bij KB, zoals u zegt. Daarover is
uitgebreid overlegd met minister Lalieux en de expertengroep heeft bijgedragen
tot de uitwerking hiervan. De regering moet zich nog buigen over de concrete
bepaling van de indicatoren die in het KB zullen worden opgenomen. Wij hopen
dat werk spoedig te kunnen finaliseren.
19.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik hoorde niets of bijna niets nieuws. U hebt opnieuw verwezen naar de studie en de cijfers van de Koning Boudewijnstichting. U merkt daarbij op dat ze zijn gepubliceerd in 2020, maar het gaat eigenlijk om cijfers van vroeger.
Wij zijn vandaag 2023. Het is hemeltergend dat het in de grootste energiecrisis sinds de Tweede Wereldoorlog niet prioritair lijkt om gewoon de realiteit van de energiearmoede op het terrein te kennen. De verwachting is immers dat de cijfers van 2020 compleet verouderd zijn.
Ik begrijp niet waarom dat zolang duurt. Ik kan het alleen maar opnieuw herhalen. Ik hoop dat de reden niet de schrik voor de cijfers is en het feit dat ze zouden kunnen aantonen dat het beleid van de vivaldiregering faalt op het vlak van het bestrijden van de energiearmoede. Ik maak daarmee misschien een intentieproces, maar ik hoop dat die cijfers snel beschikbaar zullen zijn en dat u van het dossier een prioriteit blijft maken binnen de regering.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.41 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17 h 41.