Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
du Mardi 6 décembre 2022 Après-midi ______ |
van Dinsdag 6 december 2022 Namiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.05 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 05 et présidée par M. Ortwin Depoortere.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
01 Actualiteitsdebat over de opvangcrisis en toegevoegde vragen van
- Tomas Roggeman aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De kwetsbare profielen in de individuele opvang" (55031972C)
- Tomas Roggeman aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De veiligheid in de noodopvang te Jabbeke" (55032068C)
- Dries Van Langenhove aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De veroordeling van de Belgische Staat door de Brusselse arbeidsrechtbank tot het bieden van opvang" (55032226C)
- Greet Daems aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De situatie van jonge Afghaanse verzoekers om internationale bescherming" (55032230C)
- Greet Daems aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het opvangcentrum voor asielzoekers Sebrechts in Molenbeek" (55032232C)
- Eva Platteau aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De stand van zaken van de opvangcrisis" (55032281C)
- Dries Van Langenhove aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De leeftijdstests voor de zelfverklaarde minderjarige asielzoekers" (55032286C)
- Greet Daems aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het 'palais des droits'" (55032293C)
- Tomas Roggeman aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De relatie met de lokale besturen" (55032296C)
- Simon Moutquin aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De doorlooptijd van asieldossiers bij het CGVS" (55032332C)
- Hervé Rigot aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De opvang van NBMV's" (55032338C)
- Simon Moutquin aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De opvangcrisis" (55032340C)
- Tomas Roggeman aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De steunverlening voor verzoekers om internationale bescherming" (55032341C)
01 Débat d'actualité sur la crise de l'accueil et questions jointes de
- Tomas Roggeman à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les profils vulnérables en accueil individuel" (55031972C)
- Tomas Roggeman à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "La sécurité dans le cadre de l'accueil d'urgence à Jabbeke" (55032068C)
- Dries Van Langenhove à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "La condamnation de l'État belge par le tribunal du travail de Bruxelles à assurer l'accueil" (55032226C)
- Greet Daems à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "La situation de jeunes Afghans demandeurs de protection internationale" (55032230C)
- Greet Daems à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le centre d'accueil pour demandeurs d'asile Sebrechts à Molenbeek" (55032232C)
- Eva Platteau à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le point sur la crise de l'accueil" (55032281C)
- Dries Van Langenhove à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les tests d'évaluation de l'âge pour les demandeurs d'asile mineurs autoproclamés" (55032286C)
- Greet Daems à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le palais des droits" (55032293C)
- Tomas Roggeman à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les relations avec les pouvoirs locaux" (55032296C)
- Simon Moutquin à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les délais de traitement des dossiers d'asile du CGRA" (55032332C)
- Hervé Rigot à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'accueil des MENA" (55032338C)
- Simon Moutquin à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "La crise de l'accueil" (55032340C)
- Tomas Roggeman à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'octroi d'une aide financière aux demandeurs de protection internationale" (55032341C)
01.01 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, sta mij toe dat ik mijn verwondering uitdruk over de samenvoeging van vragen over een dergelijk brede keur aan thema's. Ik begrijp dat al die vragen op een of andere manier wel aan de opvangcrisis gelinkt kunnen worden, maar er zijn toch zeer uiteenlopende subthema's, gaande van het statuut van mensen met een verblijfsstatuut over de profielen in de opvang, het beleid zelf en de verhouding met de lokale besturen tot zeer concrete casussen. Dat maakt het moeilijk, niet alleen voor ons, om specifieke vragen te stellen, maar ook voor u, mevrouw de staatssecretaris, om al die vragen afdoende te beantwoorden. Soit, ik zal mijn vier opeenvolgende vragen samen brengen.
Mevrouw de staatssecretaris, in uw regeerakkoord staat vermeld dat het lokaal opvanginitiatief (LOI) bedoeld is voor kwetsbare personen, personen met bijzondere noden, gezinnen met kinderen en personen met een hoge kans op erkenning. Als wij daarentegen kijken naar de situatie op het terrein, op basis van cijfers die ik van u in antwoord op een schriftelijke vraag mocht ontvangen, dan zien wij dat in de LOI's maar liefst 94 % van alle opvangplaatsen ingenomen wordt door personen zonder een kwetsbaar profiel.
Mevrouw de staatssecretaris, hoe komt dat? Hoe verklaart u die scheefgetrokken situatie? Wat zult u doen om de situatie in regel te brengen met het regeerakkoord, dat ook uw diensten honoreren? Graag had ik ook een indicatie van het aantal kwetsbare profielen dat vandaag opgevangen wordt in ons land.
Een tweede thema van mijn ingediende vragen is de relatie met de lokale besturen. Belangrijk om weten is dat uw regeerakkoord ook daaromtrent bepalingen oplegt. De vivaldicoalitie engageert zich ertoe om bij de opening van nieuwe opvangcentra tijdig te communiceren met de lokale besturen, om met hen proactief samen te werken en te waken over de veiligheid van werknemers. In de afgelopen weken hebben we heel wat anders gezien. In Jabbeke in het bijzonder zijn de verhoudingen echt wel tot een complete implosie gekomen. Enkele weken geleden hebt u aangekondigd dat u in Jabbeke in de voormalige gebouwen van de civiele bescherming een nieuw opvangcentrum zou inrichten voor enkele honderden mensen. De tijdige communicatie, zoals voorgeschreven in uw regeerakkoord, is er niet gekomen. De lokale burgemeester deed daarover zijn beklag en hij tekende ook verzet aan.
Constructieve en proactieve samenwerking, zoals voorgeschreven, is er ook niet. Integendeel. U hebt die beslissing top-down proberen doorduwen, en toen ook dat niet bleek te werken, bent u naar de Raad van State gestapt om die samenwerking af te dwingen via juridische weg. U hebt een juridische oorlogsverklaring gelanceerd tegen een gemeentebestuur dat geleid wordt door een burgemeester van uw eigen partij. Ik vind dat een bijzonder driest en agressief beleid. U hebt de fluwelen handschoenen afgelegd en ze ingeruild voor de botte bijl.
Mijn vraag aan u is waarom u zo te werk gaat. Waarom wil u die samenwerking top-down afdwingen? Hoe zult u lokale besturen ooit nog overtuigen bijkomende opvangplaatsen te openen als u zo categoriek te werk gaat? Vindt u het wijs lokale overheden op zo'n manier de arm om te wringen? Ook, belangrijk: garandeert u dat er voor de lokale besturen geen verplicht spreidingsplan komt voor de opvang van asielzoekers?
Inzake de situatie in Jabbeke heb ik ook een vraag ingediend over de garantie van veiligheid in de in te richten opvangcentra. Ook daar schrijft uw regeerakkoord voor dat u zult waken over de veiligheid van de werknemers. Mijn vraag is dan ook hoe u de openbare orde zult garanderen, wetende dat in de afgelopen vier jaren het aantal geweldincidenten in de asielcentra verdubbeld is. Betekent de juridische procedure die u aanhangig gemaakt hebt dat u daarover nu geen afspraken hebt met de lokale politie of met het lokale bestuur? Zullen amokmakers en geweldplegers meteen uit de noodopvang gezet worden bij gebeurlijke incidenten? Welk sanctiebeleid wenst u ter zake te voeren?
Ik heb nog een vierde vraag, mevrouw de staatssecretaris, over totaal iets anders, de steunverlening aan verzoekers om internationale bescherming. Na enkele veroordelingen door de arbeidshoven kunnen de verzoekers om internationale bescherming voor steunverlening een beroep doen op het OCMW. Indien er nog geen code 207 werd toegewezen, is het OCMW van de plaats waar de verzoeker om internationale bescherming in het wachtregister opgenomen is, bevoegd voor de toekenning van financiële steun. Die werklast komt boven op de werkdruk waarmee de meeste OCMW's al worstelen, gelet op de maatschappelijke trends van vandaag.
Ik heb daarover de volgende vragen. Hoeveel personen hebben binnen de in het vonnis van een arbeidsrechtbank opgelegde termijn geen materiële opvangplaats toegewezen gekregen in de afgelopen jaren? Hoeveel keer werd een code 207 opgeheven door een veroordeling door een rechtbank?
Hoeveel keren moest een OCMW financieel opdraaien voor het niet toekennen van materiële opvangplaatsen door Fedasil? Welke OCMW's moeten de meeste steun toekennen in het kader van dit systeem? Hebt u reeds afspraken gemaakt met uw collega-minister Lalieux opdat de POD Maatschappelijke Integratie dat probleem kan aanpakken? Op welke manier zult u ervoor zorgen dat de OCMW's geen steun meer zullen moeten toekennen aan verzoekers om internationale bescherming nadat Fedasil hun geen materiële opvangplaats heeft toegewezen binnen de opgelegde termijn?
01.02 Dries Van Langenhove (VB): Mijn eerste vraag gaat over de leeftijdstest voor asielzoekers die beweren dat ze minderjarig zijn. Eind vorige maand raakte bekend dat die tests om de minderjarigheid van jongeren zonder opvang vast te stellen sinds eind oktober stilliggen. De FOD Justitie sprak in dat verband over een aantal tussen de 70 en 200. De kwestie zou al weken op de agenda staan. Mevrouw de staatssecretaris, hebt u ter zake reeds overlegd met Justitie? Indien ja, wat leverde dat overleg op? Wanneer komt er een oplossing voor dit prangende probleem? Tegen wanneer zal de afname van de leeftijdstest aan het normale tempo worden hernomen?
Mijn tweede vraag gaat over de Brusselse arbeidsrechtbank die de Belgische Staat heeft veroordeeld. De Franstalige arbeidsrechtbank van Brussel heeft Fedasil intussen al meer dan 5.000 keer veroordeeld tot het verstrekken van opvang. Fedasil kan door de extreme toevloed van asielzoekers onvoldoende opvangplekken aanbieden – en dat zal de komende jaren wellicht zo blijven – waardoor het al meer dan 50 miljoen euro aan dwangsommen diende te betalen. Tot op heden heeft Fedasil echter nog niets betaald aangezien zijn fondsen gelukkig als noodzakelijk en onbeslagbaar worden beschouwd. Diezelfde Franstalige arbeidsrechtbank heeft intussen het geweer van schouder veranderd en niet Fedasil maar de Belgische Staat veroordeeld tot het verstrekken van opvang, of bij gebrek eraan, tot het betalen van 250 euro per dag dat 8 asielzoekers geen opvang krijgen. Het is voorspelbaar – zoals in het verleden al is gebleken – dat dit vonnis het eerste zal zijn in een reeks van verdere veroordelingen, aangezien het argument van de onbeslagbaarheid wellicht niet meer geldt.
Heeft Fedasil intussen dwangsommen betaald aan asielzoekers die geen opvang krijgen? Zo ja, kunt u hier meer uitleg over geven? Heeft de Belgische Staat intussen dwangsommen betaald aan asielzoekers die geen opvang kregen? Zo ja, kunt u hierover ook meer uitleg geven? Klopt het dat de uitspraken waarbij de Belgische Staat veroordeeld wordt tot een dwangsom, nu ook effectief inbaar zullen worden, of niet? In een ander arrest van het arbeidshof van Brussel werd u impliciet veroordeeld tot het betalen van een leefloon indien u de asielzoeker niet tijdig kon opvangen. Werden er intussen in dit kader reeds leeflonen betaald aan asielzoekers? Zo ja, kunt u ook hier meer uitleg over geven?
01.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, ik heb vorige week nog een vraag ingediend tijdens de budgetbesprekingen, waarop ik geen antwoord had gekregen, en twee nieuwe. De eerste vraag is die van vorige week en betreft de situatie van jonge Afghaanse verzoekers om internationale bescherming. Veel vluchtelingen die een asielaanvraag willen indienen, worden na registratie weggestuurd met een bijlage 26 op zak. Dat wil zeggen: overleven op straat, wachten op een eerste interview, geen opvang. Zij zijn volledig afhankelijk van de hulp van vrijwilligers. Zo ben ik onlangs ook gaan helpen bij de humanitaire hulp van het Rode Kruis en wel bij de maaltijdbedeling. Ik heb daar met verscheidene jonge Afghaanse asielzoekers gesproken, geboortejaar 2005 en 2006, allemaal met die bijlage 26. Wat er bij die jonge Afghanen opviel, is dat er in hun bijlage geen datum stond voor een eerste interview. Er stond wel op dat ze later zullen worden uitgenodigd. Voor het middenveld is dat heel onrustwekkend. Door het uitstellen van de leeftijdstesten worden zij nu helemaal uit het opvangnetwerk gehouden. Hoe kunnen zij later worden uitgenodigd zonder adres? Zo dreigen zij onder de radar te verdwijnen, met alle gevolgen van dien. U heeft in uw beleidsnota zelf aangegeven wat de gevaren zijn voor minderjarigen uit Afghanistan. U zegt terecht dat het onaanvaardbaar is dat zij seksueel zouden kunnen worden uitgebuit.
Wat onderneemt u nu al om deze problematiek aan te pakken? Vanaf wanneer zullen de leeftijdstesten opnieuw georganiseerd worden? Hoe zult u hen behoeden voor de gevaren die overleven op straat met zich meebrengt, zoals seksuele uitbuiting? Welke stappen zet u om schurft en andere aandoeningen die momenteel de ronde doen, te voorkomen?
Ik had ook een vraag over het opvangcentrum Sebrechts in Sint-Jans-Molenbeek. De gemeente heeft via een rechtszaak afgedwongen dat het centrum Sebrechts moet sluiten. Dat betekent dat er 400 plaatsen minder beschikbaar zijn, en dat in volle opvangcrisis. Er zullen dus nog meer mensen op straat terechtkomen. De vluchtelingen die nu in het centrum verblijven, kunnen hun oranje kaart ook niet meer laten vernieuwen door de gemeente. Normaal gezien moet dat om de 3 maanden gebeuren. Ze hebben die kaart nodig om te gaan werken, om een opleiding of taalvorming te volgen of om bij de VDAB aan te kloppen. Voor de gemeente Molenbeek bestaat dat centrum niet meer en kunnen de oranje kaarten niet meer vernieuwd worden. Die mensen verliezen dus niet alleen onderdak maar ook hun werk. Gelukkig staan de werknemers van Fedasil in het centrum wel achter de bewoners en zij zullen er alles aan doen om hun rechten en hun verblijf te verdedigen.
Ik las in de pers dat u een dossier zou indienen bij het Brussels Gewest om een uitzondering te vragen, zodat het centrum open kan blijven. Is dat intussen gebeurd en wat heeft dat opgeleverd? Waar zullen de bewoners opgevangen worden, als het centrum sluit? Waarom wordt hun oranje kaart niet meer vernieuwd? Wat zult u hieraan doen?
Mijn laatste vraag gaat over het 'Palais des Droits', het leegstaande overheidsgebouw in de Paleizenstraat in Schaarbeek, waar nu zowat 800 vluchtelingen leven. Zij hebben nergens opvang gekregen en hebben het heft in eigen handen genomen. De bewoners organiseren alles zelf, zonder uw hulp en zonder de hulp van Fedasil. Zij hebben de boodschap gekregen dat ze tegen half december moeten vertrekken. Hoe volgt u de situatie daar op? Kunnen zij medische hulp en bijstand krijgen? Is er een alternatieve opvang voor die mensen of zullen ze op straat belanden?
01.04 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, wij hebben reeds naar aanleiding van uw beleidsnota gesproken over de opvangcrisis en uw maatregelen om de opvangcrisis op te lossen. Maar wij zijn bijzonder verontrust over de signalen die wij de jongste tijd opvangen. Niet alleen alleenstaande mannen krijgen geen toegang tot het opvangnetwerk – u stelde steeds voorrang te geven aan kwetsbare groepen –, maar nu zouden ook jonge asielzoekers die verklaren minderjarig te zijn maar geen leeftijdstest kunnen voorleggen of bij wie twijfel wordt geuit over de leeftijd, niet langer opvang kunnen krijgen bij de registratie van hun asielaanvraag.
De reden is blijkbaar dat de dienst Voogdij op 26 oktober besloten heeft om geen leeftijdstests meer uit te voeren bij de betrokken jongeren, omdat ze te moe en te zwak zijn en er fysiek te slecht aan toe zijn voor die medische screening. Zonder leeftijdstest krijgen ze echter geen toegang tot het opvangnetwerk. Dat is dus een pure kafkaiaanse situatie.
De Vlaamse kinderrechtencommissaris trok ook reeds aan de alarmbel. Ze noemde het een schandeloterij, aangezien men alleen kan winnen als men er jong genoeg uitziet. Triage op het zicht van kwetsbaarheid is sowieso problematisch, maar des te meer gelet op het feit dat in een derde van de gevallen waarin er een leeftijdstest wegens twijfel over de leeftijd van de betrokkene wordt gedaan, het wel degelijk gaat om een minderjarige. In de praktijk betekent dat dus dat bij twijfel aan de leeftijd asielzoekers worden geweigerd, en minderjarige asielzoekers eigenlijk op straat moeten slapen. Nochtans hebt u ook in eerdere debatten altijd volgehouden dat dat voor u absoluut niet kan en dat kinderen niet thuishoren op straat. Wij moeten vaststellen dat net uw beleid ervoor zorgt dat kinderen op straat terechtkomen.
De fysieke en mentale gezondheid van slachtoffers van de opvangcrisis gaat zienderogen achteruit. Ondertussen zijn er veroordelingen van de arbeidsrechtbank en heeft ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens België opgeroepen om dringend de wettelijke verplichtingen rond opvang na te komen.
De winter is gearriveerd. Wij moeten er echt alles aan doen om drama's te voorkomen en ervoor zorgen dat risico's die gepaard gaan met het leven op straat, niet bewaarheid worden en niemand sterft op straat. Het voorbije weekend stond er een artikel in De Morgen van Samira Atillah over de situatie van 700 asielzoekers die een pand in Schaarbeek kraakten en daar proberen hun basisnoden zelf te lenigen. De omstandigheden waarin zij leven, zijn totaal ondraaglijk. We moeten daar iets aan doen.
Mevrouw de
staatssecretaris, hoe voorkomen we dat minderjarigen op straat moeten slapen?
Hoe zorgen we ervoor dat sowieso niemand op straat moet slapen?
Is de
leeftijdstest nog steeds noodzakelijk om toegang tot het opvangnetwerk te
krijgen? Of hebt u het beleid op dat vlak al bijgestuurd?
Welke maatregelen
zult u nemen en welke zitten er nog in de pipeline?
Voorziet u in
bijkomende steun voor de humanitaire hubs, voor de ngo's en voor de medische
hulpverleners, die de betrokkenen trachten bij te staan?
Kunt u een
algemene beschouwing geven? Waar staan we voor? Wat is de prognose voor de
komende weken? Hoeveel mensen zullen er nog op straat moeten blijven? Hebt u
nog maatregelen achter de hand voor een acute noodsituatie?
01.05 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, la semaine passée, après la discussion sur votre note de politique générale, j'ai dû amener des personnes exilées dans des hébergements collectifs du Brabant wallon financés par la Région wallonne. Je connais la loi. Il n'y a pas de frontière entre la Wallonie, Bruxelles et la Flandre. Encore heureux!
Avant de pouvoir entamer une conversation avec elles, il a fallu attendre une demi-heure durant laquelle elles se sont réchauffées dans la voiture, une demi-heure durant laquelle certaines ont mis leurs doigts sur les évacuations de chauffage pour essayer de les bouger, après avoir passé une journée à attendre dehors pour déposer leur demande d'asile.
Au-delà de l'émotion et de la honte que cela suscite, j'ai pensé – votre responsabilité n'est pas engagée ici – à tous ceux qui ne pourront pas avoir accès à un logement collectif et qui devront dormir dans la rue. Ils sont actuellement des centaines, voire des milliers.
L'hiver arrive. Les cas de gale et de diphtérie augmentent. On sait qu'en hiver, les images peuvent être très dures, mais contrairement à ce que l'on croit, l'été est souvent plus meurtrier pour les sans-abri. Quoi qu'il en soit, la situation est catastrophique pour des centaines de personnes. Je sais que les choses sont compliquées. Je ne suis pas en train de dire que la solution est facile à trouver. Mais les condamnations se multiplient. Une procédure est d'ailleurs en cours au niveau de la Cour européenne des droits de l'homme.
Madame la secrétaire d'État, mes questions sont plus ou moins similaires à celles que je vous ai déjà posées. Mais elles devraient vous permettre de faire le point sur les mesures qui ont été mises en place
Où en est le recrutement du personnel de Fedasil? Quelle suite allez-vous réserver à la proposition d'aide des bourgmestres de Bruxelles? Comment assurer rapidement un partenariat avec les communes bruxelloises? Où en est-on avec le centre de Glons? Qu'en est-il du centre d'urgence de Jabbeke? De nouvelles places sont-elles prévues au niveau de la Défense? Leur mise à disposition est-elle en cours? Une aide financière aux acteurs de terrain est-elle envisagée? Quelles mesures complémentaires envisagez-vous notamment en vue de l'hiver qui arrive?
Pour ce qui concerne le CGRA, on sait qu'une des clés pour résoudre la situation actuelle est d'accélérer les procédures. Or, en septembre 2022, il était question d'un arriéré de 16 000 dossiers. Je crois savoir que ce chiffre a évolué et que vous avez fait état d'un nouveau nombre, la semaine passée. Si tel est effectivement le cas, je vous demande de bien vouloir m'excuser de ne pas l'avoir retenu. Quelles sont les difficultés rencontrées par le CGRA pour résorber cet arriéré? Du personnel supplémentaire sera-t-il engagé? Les engagements se font-ils toujours par le biais de Selor ou des aménagements ont-ils été apportés? Quand pensez-vous que l'arriéré du CGRA pourra être totalement résorbé?
01.06 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, depuis hier, je pense que nous avons toutes et tous compris que l'hiver était à nos portes et s'abattait terriblement sur nous. Mais nous, nous sommes au chaud. Nous sommes dans nos maisons, dans nos appartements.
Nous avons cette chance d'être à l'abri, ce qui n'est pas le cas de beaucoup trop d'hommes, de femmes, de mineurs aussi maintenant. Soit ils sont à la rue, soit ils sont pris en charge dans des lieux comme le Palais des droits, grâce au soutien de bénévoles, de volontaires. Or, c'est la mission qui nous incombe. Nous ne devrions pas faillir à cette mission.
Au-delà du manque de places, d'un enregistrement difficile, d'une situation complexe à chaque niveau, comme si cela ne suffisait pas, d'autres institutions nous mettent maintenant des bâtons dans les roues – sans doute avec beaucoup de bonne volonté, mais malgré tout. Je pense notamment au Service des Tutelles.
Je ne comprends pas cette décision qui, aujourd'hui, fait que des mineurs dont l'âge est mis en doute ne font pas l'objet de tests. La conséquence terrible, c'est qu'alors qu'ils ne font pas l'objet de tests parce que le Service des Tutelles les juge trop vulnérables pour subir ces tests, Fedasil ne les juge pas assez vulnérables pour les protéger immédiatement en attendant que ces tests soient réalisés. Là, je ne comprends plus.
Je ne comprends plus cette mesure dans laquelle il n'y a finalement qu'une victime. Cette victime est le jeune qui dit être jeune et à l'égard de qui on émet un doute. Je crois, je vous le répète vraiment fondamentalement, qu'il faut toujours que le doute profite à celui qui est en danger, donc ce jeune, puisqu'il est aujourd'hui considéré comme vulnérable par le Services des Tutelles.
Madame la secrétaire d'État, qu'allez-vous faire de cette situation? Comment allez-vous y répondre? Vous me direz que c'est une compétence conjointe avec votre collègue le ministre de la Justice. Mais aujourd'hui, j'aimerais savoir ce que vous envisagez de faire pour que ces jeunes, qui ne refusent pas de subir un test d'âge, puissent bénéficier de l'accueil en attendant que la situation se débloque au niveau du Service des Tutelles.
Les périodes de fêtes arrivent. Ce sera la fête pour nous. Ce ne sera pas la fête pour eux. Je sais que, généralement, entre Noël et Nouvel An, nos services ont besoin de repos – et c'est bien normal. Qu'il s'agisse de l'Office des étrangers, du CGRA, de Fedasil, un service minimum, très minimum malheureusement, est mis en place entre Noël et Nouvel An.
Dans cette situation exceptionnelle que nous traversons, j'aimerais savoir si vous avez envisagé de mettre en place un système qui garantira l'enregistrement, l'accueil, le suivi des demandes durant cette période, qui sera loin d'être une période de fêtes pour de trop nombreux demandeurs d'asile. Je répète que ces derniers sont dans les conditions pour bénéficier du droit à l'accueil et qu'ils n'en bénéficient pas parce que nous manquons à nos obligations.
01.07 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega Roggeman, ik zal eerst antwoorden op uw opmerking over de koppeling van de vragen. Ik ben in de regel nogal een efficiënt ingesteld persoon, maar ik zal niet nalaten om ook afdoende te antwoorden op de terechte vragen die u stelt.
De opvangsituatie blijft vandaag zeer moeilijk. Daar kunnen we niet omheen. Mijn diensten en ikzelf blijven alles op alles zetten om de situatie te verbeteren. In november heeft Fedasil 979 bijkomende structurele plaatsen gecreëerd. In december zullen er nog meer dan 500 plaatsen bijkomen. Er worden specifiek voor kwetsbaren, waaronder minderjarigen, bijkomende inspanningen geleverd. Het opvangnetwerk voor enkel niet-begeleide minderjarige vreemdelingen is op deze manier verdubbeld tot meer dan 3.000 plaatsen.
Naast de opvang die wordt gecreëerd bij Fedasil, wordt ook humanitaire noodopvang gecreëerd die het Crisiscentrum coördineert in opdracht van de regering. De eerste plaatsen in deze noodopvang zijn gisteren geopend in Glons. Ze zullen snel opgeschaald worden. Ook de personeelsnoden worden ingevuld, onder andere via de special federal forces en interimarbeid. We zetten dus effectief alles op alles om in bijkomende opvang te voorzien, maar ook om een bijkomende uitstroom uit het netwerk te realiseren. Mirakeloplossingen zijn er helaas niet. Ik zal er echter samen met mijn diensten en de regering alles aan doen om de opvangsituatie te verbeteren, met een duidelijke prioriteit voor de meest kwetsbaren.
Monsieur Moutquin, vous m'interrogez sur les avancées réalisées dans le cadre du personnel au sein des services relevant de ma compétence. En ce qui concerne les recrutements de Fedasil, plusieurs trajectoires sont en cours pour renforcer le personnel. À l'heure actuelle, une quarantaine de forces fédérales spéciales ont ainsi été identifiées qui entreront tout prochainement en service temporaire.
En outre, la coopération avec le secteur intérimaire est également en cours. Vingt-deux personnes sont arrivées en renfort.
Le recrutement régulier est également renforcé, notamment par une meilleure coopération avec le VDAB et d'autres organisations.
Au cours de la période s'étendant de novembre 2021 à novembre 2022, 62 nouveaux membres du personnel ont rejoint le Commissariat général aux réfugiés. Au total, 583 personnes travaillent actuellement au CGRA, ce qui représente 498 équivalents temps plein.
La procédure de base reste un engagement statutaire. À côté de cela, le CGRA a dû faire usage d'une procédure particulière permettant un engagement rapide de collaborateurs contractuels. Pour le CGRA, cela concernait 41 niveaux A et 13 niveaux C qui ont été sélectionnés et engagés en un court laps de temps.
S'agissant de l'offre de la Conférence des bourgmestres de la Région de Bruxelles-Capitale, nous avons immédiatement entamé des consultations et nous accepterons bien évidemment la main tendue.
Pour résoudre cette crise, il faudra travailler ensemble à tous les niveaux.
Nous vérifions actuellement avec les différents services comment nous pouvons recruter rapidement et efficacement certains profils utiles.
En ce qui concerne l'arriéré du CGRA, je vous livre quelques chiffres concernant la charge de travail. En novembre 2022, elle s'élevait à environ 17 000 dossiers. Il faut tenir compte du fait que 5 000 dossiers constituent une charge de travail normale. Nous pouvons constater que la charge de travail reste élevée et les facteurs explicatifs les plus importants sont bien sûr l'augmentation substantielle du nombre de demandes de protection internationale introduites ces derniers mois en Belgique et le fait que le personnel mis à la disposition du CGRA n'était pas suffisant eu égard au nombre de demandes.
Les pistes pour remédier à ce problème sont d'une part l'engagement de personnel supplémentaire pour le CGRA et d'autre part le renforcement de l'efficacité dans le traitement des demandes de protection internationale par le CGRA.
Je suis en contact permanent avec le CGRA pour voir comment je peux soutenir cette dynamique vers une organisation plus efficace.
Le CGRA fait des efforts particuliers avec une approche structurée afin d'augmenter de manière significative l'efficacité et la productivité sans compromettre la qualité du traitement.
À cet égard, je remarque que le nombre de décisions prises par le CGRA pour la période septembre, octobre, novembre est de 32 % plus élevé par rapport à la même période en 2021. L'accent est à présent clairement mis à la fois sur le renforcement du personnel et sur l'amélioration de son travail.
Il est difficile de se prononcer sur une date précise pour la résorption de l'arriéré. Cela dépend bien sûr de l'évolution du nombre de demandes de protection internationale mais l'objectif doit clairement être de parvenir à un infléchissement de la courbe et donc à une réduction de l'arriéré dès le premier semestre 2023.
Wat betreft de vragen inzake de noodopvang, kan ik meegeven dat de eerste 30 noodopvangplaatsen in Glons gisteren in gebruik zijn genomen. Het is de bedoeling om hier heel snel verder op te schalen. De verschillende betrokken departementen doen hier alvast alles aan.
Wat de noodopvang in Jabbeke betreft, kan ik meegeven dat we ook hier snel kunnen opstarten, dat we die juridische procedure afwachten en dat de betrokken diensten alles in het werk stellen in afwachting daarvan. Een belangrijke voorwaarde om deze noodopvang te kunnen uitbreiden, is de aanwezigheid van voldoende personeel en bewakingsassistenten. Dit is essentieel om het opvangcentrum op een veilige manier te kunnen opstarten. Hiervoor zal worden samengewerkt met private beveiligingsdiensten. In camerabewaking is hier momenteel niet voorzien.
Vandaag vindt nog verder overleg plaats met de lokale politie om verdere operationele afspraken te maken met betrekking tot de samenwerking. De bewoners zullen uiteraard de nodige veiligheidschecks ondergaan, zoals dat geldt voor alle verzoekers om internationale bescherming. Indien er sprake is van incidenten, kunnen sancties worden opgelegd aan de bewoners.
En ce qui concerne les questions des collègues Platteau et Moutquin sur le soutien supplémentaire aux organisations sur le terrain, je peux vous dire qu'un soutien supplémentaire est envisagé en coopération avec Bruxelles. Cette mesure s'inscrit dans le cadre d'un ensemble plus large de mesures élaborées en collaboration avec la Région.
Daarnaast wordt in samenwerking met de medische partners op het terrein, inclusief de FOD Volksgezondheid, gewerkt aan een oplossing voor de medische problemen die zich voordoen binnen de groep verzoekers om internationale bescherming die voorlopig nog geen opvang konden krijgen. De bedoeling is om spoedig een centraal punt te operationaliseren, waarbij medische screening en behandelingen dicht bij de registratie aan Pacheco kunnen worden geboden.
Een heel aantal leden stelde mij ook vragen over de opvang van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Zoals u weet, worden die jongeren in specifieke opvangplaatsen met meer omkadering dan andere plaatsen opgevangen. Zij worden in verschillende fasen onderverdeeld. Op minder dan een jaar tijd hebben wij de plaatsen in de eerste oriëntatie- en observatiefase verdrievoudigd en die in de tweede fase verdubbeld. Ook de komende maanden komen er nog heel wat nieuwe plaatsen voor die doelgroep bij, maar dat blijkt vandaag nog steeds niet voldoende.
Voor de eerste fase is de bezettingsgraad vandaag meer dan 100 % en voor de tweede fase meer dan 99 %. Dat is uiterst problematisch, want het gaat om – zoals u terecht aangeeft – een erg kwetsbare doelgroep. Daarom gaf ik vorige week de instructie aan Fedasil om alle plaatsen, ook die in de noodopvang, prioritair in te zetten voor deze doelgroep, mocht dat nodig zijn om over voldoende capaciteit te beschikken. Ik begrijp dat dat niet evident is voor de actoren op het terrein, omdat er op die plaatsen minder omkadering is, maar wat mij betreft is op dit moment een bed beter dan helemaal geen bed. Ik besef dat het niet de meest aangepaste plaatsen zijn, maar de minst aangepaste plaats is nog altijd de straat.
Het klopt dat jongeren over wie leeftijdstwijfel bestond, niet steeds konden worden opgevangen en dat wij bij gebrek aan plaatsen voorrang gaven aan de minderjarigen over wie geen twijfel bestond. Tot 1 december was een team van Fedasil regelmatig aanwezig in de humanitaire hub om een permanentie te houden om degenen die geen opvang hebben, te informeren, hun contactgegevens te verzamelen en hen door te verwijzen voor opvang van de meest kwetsbaren. Het team deed dat in nauwe samenwerking met het team van het project Xtra MENA van Caritas, een project gefinancierd door Fedasil voor jongeren in transit. Sinds 1 december heeft het stuurcomité van de hub echter jammer genoeg beslist dat Fedasil niet meer aanwezig mag zijn.
U uitte terecht bezorgdheid over het niet-uitvoeren van de leeftijdstest bij deze jongeren door de dienst Voogdij. Ik ben daarover uiteraard in overleg met de minister van Justitie. In afwachting van een oplossing en van de creatie van het centraal medisch punt, samen met Volksgezondheid, bekijken Fedasil en de dienst Voogdij operationeel wat mogelijk is teneinde een eerste medische screening te voorzien vooraleer deze jongeren hun test kunnen laten afnemen in het ziekenhuis.
Mijnheer Van Langenhove, wat uw vraag over de dwangsommen betreft, Fedasil heeft tot vandaag geen dwangsommen betaald, en de Belgische Staat ook niet. Ik weet niet goed wat u bedoelt met een "inbare dwangsom", maar de overheid is niet volledig immuun tegen, bijvoorbeeld, beslag op goederen.
U wil ook weten of er al equivalente leeflonen werden uitbetaald naar aanleiding van de opheffing van een code 207 die volgde op de uitspraak van een rechtbank. U kunt uw vraag hierover richten aan de bevoegde minister, mevrouw Lalieux.
Mevrouw Daems, u vroeg naar de situatie in de Paleizenstraat. Ik heb twee weken geleden een bewoner en drie vrijwilligers ontmoet en met hen gesproken over deze situatie. Deze week wordt er op mijn kabinet ook een overleg georganiseerd met de gemeente Schaarbeek, het kabinet van minister-president Vervoort en Fedasil, over de Paleizenstraat. Op dit moment hebben wij er geen goed zicht op wie er allemaal in het pand verblijft. Een deel onder hen heeft zeker en vast een lopende asielaanvraag, en dus ook recht op materiële hulp van Fedasil.
Uiteraard zoeken wij naar oplossingen. Het creëren van bijkomende capaciteit, hetzij door nieuwe plaatsen, hetzij door meer uitstroom, is ook voor de mensen die in de Paleizenstraat verblijven. Het is zeker de bedoeling dat wij hen zo snel mogelijk een plaats aanbieden, maar zoals u weet, is dat vandaag niet evident.
Ik heb het reeds gehad over het centraal medisch punt. Daar zullen ook deze personen uiteraard terechtkunnen voor hun medische begeleiding. Als asielzoekers hebben zij ook recht op een pro-Deoadvocaat. Wij weten dat een deel van hen intussen ook effectief wordt bijgestaan door een advocaat.
Collega Daems, wat de situatie in het centrum Sebrechts in Molenbeek betreft, bevestigt een arrest van 17 oktober 2022 van het hof van beroep van Brussel inderdaad een stedenbouwkundige inbreuk in verband met het gebruik van dit centrum als opvangcentrum voor asielzoekers. Het hof oordeelde dat het gebruik niet in overeenstemming was met de in het gewestelijke bestemmingsplan opgenomen doelstelling woningbouw.
Het hof van beroep bekrachtigde het mondelinge bevel van 24 mei van de gemeente Molenbeek om de werkzaamheden stop te zetten en de ontruiming van het centrum te gelasten. Intussen werd door mijn diensten inderdaad een aanvraag ingediend bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om de nodige vergunning in overeenstemming met het gewestelijke bestemmingsplan te ontvangen.
Ik betreur dat wij steeds een juridische strijd moeten voeren, en dit terwijl er mensen op straat moeten slapen. Het was van bij het begin duidelijk dat de burgemeester van Molenbeek geen opvangcentrum voor asielzoekers wou, al bleek dit geen probleem voor Oekraïense vluchtelingen. Op dat moment stond het gewestelijke bestemmingsplan de opvang blijkbaar niet in de weg.
Voor Fedasil is het op dit moment materieel onmogelijk de bewoners van het centrum te Molenbeek elders in het netwerk onder te brengen. Wij hebben de plaatsen eenvoudigweg niet. De gemeente Molenbeek heeft daarom eenzijdig besloten geen oranje kaarten of attesten van immatriculatie uit te reiken aan de bewoners van het centrum. Dat is problematisch. Zij worden daardoor ernstig benadeeld. Zij verliezen daardoor soms hun werk, ze kunnen kinderen niet registreren, ze hebben problemen met het afsluiten van verzekeringen enzovoort. Vorige week was er nog overleg tussen het lokale bestuur en Fedasil over die punten, die wij dus bij hen aangekaart hebben.
Mijnheer Roggeman, op uw vraag over asielzoekers in de LOI's heb ik vorige week uitvoerig geantwoord tijdens de bespreking van mijn beleidsnota. Ik begrijp echter dat u verhinderd was, dus ik zal dat graag voor u nog even herhalen. Binnen de groep asielzoekers zijn er inderdaad bepaalde personen die vanwege specifieke noden niet overal opgevangen kunnen worden. Het gaat bijvoorbeeld om personen met een ernstige medische of psychologische problematiek of om hoogzwangere vrouwen. Op 5 december bedroeg het aantal personen met zo'n specifiek kwetsbaar profiel 458. Daarvan worden er 271 in de collectieve opvang gehuisvest, wat overeenkomt met ongeveer 1,5 % van de totale collectieve opvang, en 187 in de individuele opvang, wat overeenkomt met ongeveer 4 % van de totale individuele opvang.
Mijnheer Roggeman, ik wil dit verder met u uitklaren, want u vergist zich duidelijk over het opvangmodel dat wij hanteren. U lijkt ervan uit te gaan dat enkel kwetsbare asielzoekers worden toegewezen aan een lokaal opvanginitiatief, maar dat is niet het geval. Volgens het opvangmodel, uitgewerkt onder voormalig staatssecretaris Francken en vandaag nog altijd van toepassing, komen drie specifieke doelgroepen terecht in de LOI's, met name personen met een hoge erkenningsgraad, personen die reeds een beschermingsstatus hebben en personen met een bijzonder kwetsbaar profiel.
In het regeerakkoord staat ook dat wij willen inzetten op kleinschalige opvang voor kwetsbare personen, maar dat betreft niet noodzakelijk LOI's. De LOI's worden vandaag, zoals ik zei, voornamelijk gebruikt voor de uitstroom van erkende vluchtelingen, om hen zo al meer op eigen benen te laten staan. Volgens mijn informatie en mijn contacten met de lokale besturen is dat geen probleem voor deze lokale besturen. LOI's zijn ook niet per definitie aangepast aan de specifieke noden van kwetsbare profielen. Het is dan ook niet wenselijk om de opvang in LOI's te beperken tot personen met een kwetsbaar profiel.
Gelet op de praktische situatie in het opvangnetwerk is het vandaag onmogelijk om heel sterk in te zetten op die kleinschalige opvang naast het LOI-netwerk. We hebben nood aan veel bedden, hoe sneller, hoe beter. Uiteraard blijft het wel op onze agenda staan dat wij in een stabieler opvangnetwerk moeten evolueren naar meer kleinschalige opvang.
Zoals ik al heb aangegeven, zijn de lokale besturen voor mij een cruciale partner bij de creatie van opvangplaatsen. Bij de creatie van opvangplaatsen ga ik dan ook steeds in overleg om te bekijken hoe een samenwerking het best gerealiseerd kan worden. Ik vind uw woordgebruik over een oorlog die ik start met de lokale besturen dan ook totaal ongepast.
Ik zie dat u ook uw vraag over het verplichte spreidingsplan herhaalt en ik zal dan ook mijn antwoord herhalen. We kunnen dat spelletje trouwens elke commissievergadering spelen. U herhaalt de vraag en ik herhaal het antwoord, namelijk dat ik geen voorstander ben van een verplicht spreidingsplan van LOI-plaatsen.
Tot slot, wat de opheffing van de code 207 betreft, ik heb dit daarnet al kort aangehaald, maar ook collega Roggeman had daarover vragen. Het klopt dat rechtbanken Fedasil in een tiental gevallen hebben veroordeeld tot het schrappen van die code 207. Dit betekent dat de betrokkene zich dan in theorie tot het OCMW zou kunnen wenden. Fedasil gaat in deze gevallen uiteraard in beroep, maar die beslissingen zijn voorlopig wel uitvoerbaar en het beroep heeft geen schorsende werking. De code 207 wordt in die gevallen wel geschrapt, maar ik heb het CGVS gevraagd om prioriteit te geven aan de behandeling van deze asieldossiers, net om te voorkomen dat deze mensen een beroep zouden kunnen doen op die financiële bijstand.
Ik meen dat ik daarmee op al uw vragen heb geantwoord.
01.08 Tomas Roggeman (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, in verband met de samenwerking met de lokale besturen benadrukt u hier opnieuw het feit dat u hen als een cruciale partner beschouwt. Laat ons echter eerlijk zijn, de feiten spreken u grandioos tegen. Toen staatssecretaris Mahdi nog aan de knoppen zat, zagen we al een gelijkaardig scenario opduiken. Dat gebeurde in Sint-Laureins, Steenokkerzeel en Jabbeke. U neemt beslissingen die inhakken op uw verstandhouding met de lokale besturen. Dat vertrouwen is weg, ondanks de vermelding in uw regeerakkoord dat u die goede verstandhouding nastreeft. Ik stel vast dat u deze doelstellingen niet honoreert en een verbetering zit er ook niet aan te komen, integendeel zelfs.
Ik stel u dus regelmatig deze vraag en dat blijkt terecht te zijn. Elke keer wanneer dit thema aan bod komt, doet u er immers nog een schepje bovenop. U bewandelt niet het pad van samenwerking, maar dat van juridische dwang. Goed, dat is uw keuze. Laten we daarover echter eerlijk en transparant zijn. Als dit immers de manier is waarop u wenst om te springen met cruciale partners, dan wil ik niet weten hoe u met derden omgaat.
Het verwondert mij dus niet dat er door lokale besturen amper nog wordt ingegaan op uw oproep om bijkomende opvangplaatsen te creëren. Dat lijkt mij een logische consequentie van uw aanpak. Ik ben trouwens ook benieuwd naar de lokale besturen die hebben ingetekend op uw oproep. Ik heb daarover nog een schriftelijke vraag hangende waarvoor de antwoordtermijn eind deze week afloopt.
Uit eerdere antwoorden op parlementaire vragen van mij bleek dat de onveiligheid en het aantal incidenten in opvangcentra in ons land in stijgende lijn zitten. Ik heb het daarnet al vermeld, er is een verdubbeling in vier jaar. De feiten zijn ook niet van de poes, ze zijn eigenlijk extreem. Er is immers sprake van geweld, diefstallen en zelfs aanrandingen.
U zegt dat er sancties kunnen worden gegeven. We zien echter in de praktijk dat de zwaarste sanctie, namelijk de weigering en uitsluiting uit het opvangnetwerk, nooit wordt toegepast. U gaf nooit eerder aan dat u dat sanctiebeleid wou herzien. Ik heb u daarnet de vraag gesteld of u dat nu overweegt, maar u gaat daar niet op in. Ik vind dat jammer, want dat is een spijtige zaak, zowel voor het personeel als voor de bewoners die op dagelijkse basis met deze wantoestanden geconfronteerd worden.
In het sanctiebeleid is wel in een waarschuwing voorzien. Misschien wordt ook een gedeelte van het zakgeld ingehouden. In extremis overweegt men om de personen in kwestie over te brengen naar een ander opvangcentrum, maar dat zijn natuurlijk geen sancties die recidivisten en veelplegers afschrikken.
Bovendien hebt u elke plaats in het opvangnetwerk nodig. Waarom vindt u het dan geen goed idee om volwassen geweldplegers buiten te zetten en die opvangplaats ter beschikking te stellen van iemand anders, die zich wel weet te gedragen?
U gesticuleert, maar ik verwijs naar de regelgeving ter zake. Het koninklijk besluit bepaalt dat het mogelijk is om geweldplegers uit te sluiten van opvang. Als men ziet hoeveel aantastingen van de fysieke integriteit er spijtig genoeg plaatsvinden in onze opvangcentra, dan lijkt mij dat in sommige gevallen zeker aangewezen.
01.09 Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de staatssecretaris, met betrekking tot de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen zegt u dat het aantal plaatsen in eerste instantie verdrievoudigd is. Het is echter nog steeds niet genoeg. Het zal ook niet genoeg zijn in de komende jaren als wij op deze manier verder gaan.
U weigert te voorkomen in plaats van te genezen. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden en u wil die wonden maar niet genezen. Als België zo'n aantrekkelijk land blijft, vooral dan voor jonge Afghanen zoals u weet, dan gaat dit probleem zichzelf niet oplossen. Wij mogen plaatsen bij creëren, zij zullen blijven komen. Het is gewoon veel te lucratief, ook al werd een aantal zaken aangepast, voor die Afghaanse families om een aantal jongeren naar hier te sturen. Ze leggen daarvoor samen, die mensen worden naar hier gestuurd en ze worden eigenlijk uitgebuit. Het is een vorm van mensenhandel, van kindermisbruik, om die mensen naar hier te sturen en dan te eisen dat ze het geld dat ze hier kunnen krijgen via hulp van ons terugsturen naar hun land van herkomst, naar de familie die daarop zit te wachten. Dat is een vorm van kindermisbruik en u doet echt niet genoeg om dat aan te pakken. Eigenlijk is het enige wat u doet dat faciliteren, daarop komt het eigenlijk neer, door steeds meer plaatsen te creëren maar niet te willen voorkomen.
U noemt een aantal van hen jongeren in transit. Ik mag dan hopen dat ze in transit zijn terug naar hun land van herkomst, maar ik weet dat het niet zo is. Dat zou het beste zijn, dat wij hen herenigen met hun familie, op een humane manier. Die mensen moeten gesteund en gere-integreerd worden. Wij moeten daarvoor ook preventiecampagnes – om het te benoemen met het woord dat u het liefst gebruikt – organiseren, om ervoor te zorgen dat die jongeren niet naar hier komen, dat wij hier geen problemen hebben met kinderen die op straat slapen, met kinderen die worden uitgebuit voor geldgewin van de familie in het land van herkomst. Laat die transit een transit zijn richting het land van herkomst.
Er zijn geen dwangsommen, gelukkig maar. Ik houd mijn hart echter vast bij de vraag hoelang dat zal blijven duren. Ik vind het wel een beetje teleurstellend dat u voor de leeflonen verwijst naar uw collega Lalieux. Uiteraard hebben wij de vraag ook bij haar ingediend. Het zou mij echter verbazen, mocht deze regering dermate slecht communiceren dat u er niet van op de hoogte bent of er al dan niet reeds leeflonen zijn uitbetaald.
Het is jammer dat u het Parlement dermate laag inschat dat wij die informatie niet krijgen. Die nieuwe politieke cultuur is na al die jaren Vivaldi blijkbaar toch nog niet zo doorgedrongen. Dat is ook het geval voor de cijfers. Vorige week zei u nog in deze commissie dat u in de toekomst zou bekijken hoe het communiceren van de cijfers beter kan. U tweette heel fier dat het aantal Burundese asielaanvragen, onder andere in België, daalt en dat de cijfers van november dat aantonen. Waar zijn die cijfers? Waarom hebben wij die nog niet? U hebt een pleidooi gehouden voor een betere doorstroming van die cijfers. Waarom hebben we die dan nog niet? U hebt ze klaarblijkelijk. Kunt u ze ons straks bezorgen? Het mag gerust op een papiertje zijn. Dat is toch heel jammer van een regering die doet alsof ze het Parlement heel hoog acht. Ik vind het bijzonder jammer dat we die cijfers nog niet hebben.
01.10 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb begrepen dat er nog geen oplossing is voor jonge Afghanen en niet-begeleide minderjarige vreemdelingen van andere nationaliteiten bij leeftijdstwijfel. Dat wil dus zeggen dat bij leeftijdstwijfel jongeren momenteel nog steeds op straat slapen. Jongeren horen niet thuis op straat. Laat dat duidelijk zijn.
Wat betreft de bijlage 26 die deze jongeren kunnen krijgen, heb ik niet echt een antwoord gekregen. U had het over een team dat aanwezig is op de humanitaire hub om administratieve bijstand te verlenen, maar daar weten de jongeren niets van. Dat is toch een teken aan de wand en dat toont toch aan dat er iets misloopt.
Daarnaast is er nog het probleem dat zij geen concrete datum hebben gekregen voor een eerste interview. Hoe zullen zij gecontacteerd worden? Daarop heb ik ook geen antwoord gekregen. Het is toch onwaarschijnlijk dat personen uit de meest kwetsbare doelgroep totaal niet weten wanneer ze een eerste interview kunnen verwachten. Daar is dus zeker nog werk aan de winkel.
U vindt in ons zeker een partner in de strijd om het opvangcentrum Sebrechts in Molenbeek open te houden. Het valt inderdaad niet te verantwoorden dat deze mensen op straat zouden worden gezet nog voordat zij elders kunnen worden opgevangen. We rekenen erop dat u er alles aan zult doen om hen elders op te vangen. Wat de oranje kaart betreft, begrijp ik dat het om een eenzijdige beslissing van de gemeente Molenbeek gaat.
Ik heb echter niet gehoord wat u ter zake kan of wil doen. Dat had ik ook nog graag geweten.
Tot slot, ik hoop dat u voor de vluchtelingen in het gebouw in de Paleizenstraat de lijn doortrekt en dat u die vluchtelingen niet op straat zal zetten vooraleer zij elders een onderkomen hebben kunnen vinden.
01.11 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, het is goed dat er eindelijk een zicht is op de noodopvangplaatsen in Glons en Jabbeke, die al lang zijn aangekondigd. Het is goed dat daarmee kan worden gestart. Ik hoop dat u ook snel het nodige personeel daarvoor zal vinden.
Ik blijf mij echter zorgen maken over het antwoord dat u hebt gegeven op mijn vraag over de leeftijdstests. U antwoordt dat u zal samenzitten met de dienst Voogdij om te bekijken op welke manier u snel de leeftijdstests opnieuw kan invoeren. De dienst Voogdij heeft echter een duidelijk signaal willen geven om aan te geven dat het nu niet het juiste moment is om die leeftijdstests te doen. De betrokkenen hebben acute medische behoeften en psychische noden. Zij moeten worden opgevangen, net zoals iedereen.
U gaf aan een leeftijdstest als voorwaarde te willen voor opvang. Dat is volstrekt onwettig. Dat weet u zelf ook. Het is door de nood aan opvangplaatsen dat u die maatregel hebt ingevoerd. Wij zijn het er echter absoluut niet mee eens. U komt hier nu zeggen dat u zo snel mogelijk opnieuw de leeftijdstests wil invoeren. Wij blijven dan in dezelfde situatie steken. Ook dan zal een derde van de betrokkenen op onterechte wijze worden geweerd binnen het opvangnetwerk. Ik ben dus heel bezorgd dat u dat aangeeft. Ik ben ook bezorgd over uw woorden dat er geen mirakeloplossingen zijn. Ik heb alle begrip voor de moeilijke positie waarin u zich bevindt en ik heb er ook alle begrip voor dat het niet evident is om van de ene dag op de andere opvangplaatsen te realiseren. U hebt daarvoor immers personeel en plaatsen nodig. Er zijn echter wel oplossingen. Als we dat willen, kunnen we de betrokken personen wel van straat halen. U weet welke oplossingen er daarvoor zijn. Ik wil dat kordaat wordt opgetreden. Wij kunnen het ons niet permitteren om de komende weken nog veel mensen op straat te laten staan. Dat is absoluut onaanvaardbaar. Ons land kan zich dat niet meer permitteren. Ik reken op u om ter zake het nodige te doen.
01.12 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, j'ai lu cette dépêche dans un média: "Le gouvernement fédéral s'est accordé ce vendredi sur un plan de répartition obligatoire de 5 000 réfugiés. Les communes devront accueillir en moyenne dix personnes, mais auront six mois pour le faire si elles n'ont pas de places. En cas de refus, elles risquent une sanction."
Cette information date de 2016. C'est le secrétaire d'État Theo Francken qui avait pris cette décision: un plan de répartition obligatoire dans les communes. Je sais que nous ne sommes pas en débat d'actualité mais dire qu'il n'y a pas de concertation avec les communes, c'est un peu l'hôpital qui se fout de la charité!
Quoi qu'il en soit, je pense qu'il faut un dialogue avec les communes et peut-être un plan de répartition volontaire. Il faudra sûrement passer par plus de solidarité de la part des communes via un éventuel refinancement, via des incitants pour les communes. On est passé de 40 % à 17 % de places en ILA. C'est un véritable enjeu pour lequel nous, écologistes, tâcherons de militer dans nos communes: rouvrir des places ILA. Je sais que l'on trouvera des partenaires.
L'arriéré du CGRA m'inquiète. Vous avez en effet évoqué le chiffre de 17 000 dossiers alors qu'il était, en septembre, de 16 000. Le contexte est compliqué. Les tabous doivent tomber. Même si nous ne sommes pas d'accord sur la question, l'idée d'un statut temporaire pour des publics ayant de très hauts taux de reconnaissance ou que l'on ne peut expulser doit pouvoir être mise sur la table. Cela permettrait de dégager 7 à 10 000 places.
Ma volonté – et j'espère que nous la partageons – est la suivante: si un soir de gel, de neige, des enfants et des personnes vulnérables n'ont pas trouvé de place, j'espère que l'on fera tomber un tabou, à savoir celui de reloger des gens en urgence temporairement dans des hôtels ou d'autres endroits au chaud.
01.13 Hervé Rigot (PS): Madame la secrétaire d'État, de nombreuses choses ont été dites par mes collègues.
Au sujet de la situation des mineurs terriblement vulnérables, si le Service des Tutelles ne fait pas les tests d'âge aujourd'hui et qu'il ne peut pas les faire parce qu'il met des jeunes en danger au regard de leur vulnérabilité actuelle (leur santé, leur faiblesse), il ne dit pas qu'il faut laisser ces jeunes à la rue. Il dit qu'il faut prendre soin d'eux et leur rendre une santé et, ensuite, leur permettre un test d'âge.
Aujourd'hui, c'est ce qu'il faut faire: laisser tomber les tabous. Je ne dis pas non au test d'âge même si vous savez ce que j'en pense. Il a déjà démontré ses limites et il y a d'autres façons de considérer l'âge d'un jeune, d'un homme, d'une femme.
L'accueil doit maintenant être offert aux personnes reconnues comme étant vulnérables de facto par le Service des Tutelles. Faisons leur faire le test d'âge par après et s'il s'avère qu'ils sont adultes, prenons alors les dispositions qui s'imposent! Mais aujourd'hui, il leur faut un lit, un toit et un couvert.
Vous évoquez aussi au sujet des mineurs une concertation avec votre collègue. Cette concertation ne peut pas attendre les fêtes de fin d'année ou l'an prochain, j'espère! L'hiver est présent maintenant. Cet hiver est terrible.
Parfois, je me demande: les politiques, nous rendons-nous compte, vous rendez-vous compte que l'hiver est là? Attendez-vous un mort? Si c'est le cas, je ne veux ni l'attendre ni l'entendre. Aujourd'hui, des mesures peuvent être prises, notamment au Palais des droits. J'entends bien que vous comptez améliorer les choses sur le plan de la santé et de l'accompagnement, mais il s'y trouve 700 personnes qui vivent dans des conditions sanitaires difficiles et dangereuses pour elles-mêmes. L'accueil qui y est organisé est, certes, basé sur énormément de bonne volonté, mais n'offre pas le minimum: des douches, des toilettes en suffisance, un accompagnement, etc. Ces gens ne sont pas en situation illégale, mais en annexe 26. Nous nous situons bien ici dans le droit à l'accueil. Nous devons donc leur offrir des conditions dignes. Soit on le fait maintenant en organisant un accueil sur place, soit on prend des dispositions pour les retirer de cette structure et on les héberge en d'autres lieux, tout en entreprenant les travaux nécessaires dans ce bâtiment détenant un formidable potentiel.
Et puis, vous ne m'avez pas répondu quant à savoir ce qui allait se passer entre les fêtes. Je n'ai pas envie qu'il se passe ce que je connais depuis des années. Je ne l'ai jamais accepté et je ne le comprends pas. Lorsqu'on se met au service d'hommes et de femmes, d'enfants jeunes ou moins jeunes, qu'il s'agisse de l'Office des étrangers, du CGRA ou de Fedasil – où j'ai travaillé vingt ans –, laissez-moi vous dire que ce service ne consiste pas à gérer des dossiers que l'on peut fermer le 23 décembre et rouvrir le 3 janvier. Ce service doit être organisé en continu. Il faut lui donner un sacré coup d'accélérateur pour que, durant les fêtes, ces situations dramatiques ne se représentent pas.
Je conclurai en vous répétant: l'hiver est là; la fête ne sera pas présente pour tout le monde. Aujourd'hui que saint Nicolas est en train de distribuer pas mal de cadeaux aux enfants – et c'est très bien, car ils le méritent –, plusieurs d'entre eux n'en reçoivent pas le moindre. C'est aussi le cas de certains adultes, qui n'en reçoivent pas de notre part, puisqu'ils se trouvent à la rue.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 55031822C van de heer Roggeman vervalt, aangezien hij al een schriftelijk antwoord heeft gekregen.
Vraag nr. 55032188C van mevrouw Dillen wordt uitgesteld.
02 Vraag van Greet Daems aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Een beleid in het belang van het kind" (55032231C)
02 Question de Greet Daems à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Une politique ciblant l'intérêt de l'enfant" (55032231C)
02.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Dit is ook een vraag die u vorige week nog niet had beantwoord.
Het kinderrechtencomité heeft in 2019 aanbevolen dat België rekening houdt met het belang van het kind en dat dit een prioritaire zorg zou moeten zijn bij materies gerelateerd aan het asielbeleid. Die bekommernis wordt ook gedeeld door mensenrechtenorganisaties zoals de coalitie Move, die zich verzetten tegen de detentie van kinderen. U zegt uw beleid op te hangen aan het internationaal recht en internationale verdragen. Dat staat in uw beleidsnota. Toch heb ik in die nota niets gelezen over het hogere belang van het kind. Dit is een probleem dat zich vertaalt in een asielbeleid dat op geen enkel punt in de hele procedure rekening houdt met het hogere belang van het kind. Ik lees in uw beleidsnota ook nergens iets over de ambitie om voor eens en voor altijd het opsluiten van kinderen bij wet te verbieden. Dat werd door uw regering beloofd, maar is niet terug te vinden in uw nota.
Waarom
wordt er geen rekening gehouden met het belang van het kind in elke stap van de
asielprocedure? Waarom lees ik hier niets van terug in uw beleidsnota? Hoe zit
het met de ambitie om het opsluiten van kinderen bij wet te verbieden?
02.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Uiteraard is het hogere belang van het kind een hoeksteen in het asiel- en migratiebeleid. Het internationaal Kinderrechtenverdrag, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, onze Grondwet, de vreemdelingenwet en de opvangwet hernemen dit. In de uitwerking van het Migratiewetboek en alle andere nieuwe regelgeving wordt dit principe ook als leidraad genomen. Ook in individuele dossiers is het hogere belang van het kind een belangrijke overweging. Daar waken ook de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en de arbeidsrechtbanken mee over.
Het lijkt wat absurd om elk grondrecht of elk algemeen beginsel van behoorlijk bestuur continu afzonderlijk te moeten vermelden bij elke passage in mijn beleidsnota. Het is uiteraard niet mijn bedoeling geweest om de indruk te wekken dat ikzelf of onze diensten het beginsel van het hogere belang van het kind niet in acht zouden willen nemen.
Wat betreft het vasthouden van kinderen in gesloten centra, kan ik u meedelen dat, conform het regeerakkoord, kinderen sinds het begin van deze legislatuur niet meer worden vastgehouden in gesloten centra.
02.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord. Op dat laatste wil ik nog even reageren. Ik vind het belangrijk om het verbod op het opsluiten van kinderen ook in wetteksten te verankeren. Dat hebt u voorlopig nog niet gedaan. Wij hebben een wetsvoorstel ingediend om dat te bewerkstelligen. Verschillende andere partijen deden dat ook, wat duidt op het belang van dit thema. Volgens mij is het hoog tijd dat er eindelijk werk van wordt gemaakt.
L'incident est clos.
03 Vraag van Dries Van Langenhove aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De uitbreiding van de Schengenzone" (55032282C)
03 Question de Dries Van Langenhove à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'élargissement de l'espace Schengen" (55032282C)
03.01 Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de staatssecretaris, zoals bekend sprak de Europese Commissie zich uit voor de toetreding van drie lidstaten, Kroatië, Roemenië en Bulgarije, tot de Schengenruimte. Het gaat hier om een voorstel met ingrijpende gevolgen, niet het minst op het vlak van immigratie. Zo maakt Oostenrijk zich grote zorgen over een verdere stijging van de illegale migratie via de Balkanroute.
Niet zonder reden, natuurlijk. In de eerste 10 maanden van dit jaar kwamen in het Alpenland al 100.000 illegale immigranten aan, waarvan er 75.000 in geen enkele andere lidstaat waren geregistreerd. Daarvan zou 40 % via de luchthaven van Belgrado en nog eens 40 % over de landweg via Roemenië, Bulgarije, Servië en Hongarije het land binnengekomen zijn. Het ziet er niet bepaald naar uit dat daarin verbetering zal komen wanneer landen als Bulgarije en Roemenië morgen de Europese buitengrens zullen bewaken.
Deelt u de bekommernissen van landen als Oostenrijk? Acht u de geuite bezwaren terecht? Zo niet, op basis van welke elementen dan?
Bent u, gelet op de actuele situatie op het vlak van illegale immigratie, voor of tegen de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de Schengenzone?
Welke standpunten zal de Belgische regering innemen op de eerstkomende Europese top over de toetreding van Kroatië, Bulgarije en Roemenië tot de Schengenzone?
03.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Van Langenhove, Bulgarije, Roemenië en Kroatië zijn inderdaad kandidaat-Schengenlidstaat. Die drie landen zijn reeds lid van de Europese Unie en bewaken al een buitengrens van deze Unie. Schengen richt een ruimte zonder binnengrenscontroles in. De drie voornoemde lidstaten zitten al enkele jaren in een traject naar Schengenlidmaatschap. Dit lidmaatschap wordt op voorhand grondig voorbereid. Er is een hele reeks wettelijke en operationele vereisten waaraan de kandidaat-lidstaten moeten voldoen.
De Commissie heeft nu inderdaad een finaal positief oordeel geveld voor alle drie de kandidaten. België kijkt traditioneel altijd naar objectieve feiten en evaluaties om zijn standpunt te bepalen in dit soort vraagstukken. Na analyse van de vereisten en het oordeel van de Commissie, heeft ons land kunnen besluiten dat aan alle formele vereisten voldaan is. Dit is een dossier dat mijn collega Verlinden opvolgt. U kunt haar hierover meer in detail ondervragen, als u wil.
Uiteraard kan een eventuele toetreding ook effecten hebben inzake secundaire migratie. Ook een grotere betrokkenheid van deze drie landen in een ruimte zonder binnengrenscontroles zal een positieve impact hebben, in die zin dat er ook een grotere gedeelde verantwoordelijkheid kan ontstaan.
Een persoonlijke bekommernis is of er effectief Dublintransfers naar deze lidstaten kunnen worden uitgevoerd. Dat is immers geen criterium voor Schengenlidmaatschap en men kan zich daarbij effectief vragen stellen. Ik heb de voorbije maanden echter een veel grotere en actieve bereidheid van voornoemde landen gezien om samen met België te werken aan de Dublintransfers.
03.03 Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de staatssecretaris, het lijkt me nogal evident dat er nu een grote bereidheid is van deze landen om beloftes te doen. Ze willen immers tot de Schengenzone toetreden en laten nu dus het achterste van hun tong nog niet zien. Ik hoop dat u zich daardoor niet in de luren laat leggen.
U zegt dat België de traditie heeft om te kijken naar objectieve feiten voor de evaluatie van zulke dossiers. Ik vermoed dat u hier niet zult willen zeggen dat Oostenrijk en Nederland, die veel kritiek hebben op de toetreding, niet zouden kijken naar objectieve feiten bij hun evaluatie. Zij hebben dus zeer grote kritiek, die wij kunnen onderschrijven.
U zegt dat het een effect kán hebben op de secundaire migratie. Ik denk dat we hier toch kunnen zeggen dat het een effect zál hebben op de secundaire migratie. Wellicht zal dat ook geen positief, maar een negatief effect zijn. Italië wil bijvoorbeeld geen Dublintransfers meer. Heel veel landen die dat nu niet doen, maar wel zullen doen in de toekomst, zullen die ook weigeren. De Centraal-Europese, Oost-Europese en Balkanlanden hebben ook een totaal andere kijk op migratie dan wij, dus ik denk dat u zich daar openstelt voor zeer grote risico's.
Ik hoop dat u daarop – om u te citeren – grondig voorbereid bent.
L'incident est clos.
- Eva Platteau aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De praktische omkadering van vrijwillige terugkeer naar Afghanistan" (55032283C)
- Simon Moutquin aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De behandeling van Afghaanse asielzoekers" (55032330C)
- Eva Platteau à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'encadrement pratique des retours volontaires vers l'Afghanistan" (55032283C)
- Simon Moutquin à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le traitement des demandeurs d'asile afghans" (55032330C)
04.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb u al eerder vragen gesteld over Afghanen die een negatieve beslissing hebben gekregen op hun verzoek voor internationale bescherming en die een bevel hebben gekregen om het grondgebied te verlaten.
Bij de bespreking van de beleidsnota hebt u op een deel van mijn vragen geantwoord. U hebt herhaald dat een gedwongen terugkeer naar Afghanistan op dit moment niet mogelijk is en ook niet wenselijk omdat we geen akkoorden met de taliban willen afsluiten om de gedwongen terugkeer te organiseren.
Ik had ook vragen ingediend over de vrijwillige terugkeer naar Afghanistan en hoe u dat ziet. Ik heb daarop toen geen antwoorden gekregen. Daarom stel ik deze vragen opnieuw.
Hoe ziet u de praktische afhandeling als Afghanen het bevel krijgen om het grondgebied te verlaten? Wordt door Fedasil, UNHCR, de IOM of andere partners een begeleide vrijwillige terugkeer naar Afghanistan opgezet? Kunnen Afghanen die vrijwillig terugkeren een terugkeerpremie of een re-integratiesteun krijgen? Of moeten zij op eigen houtje het initiatief nemen om terug te keren? Wie betaalt dan de kosten? Niet iedereen beschikt immers over de financiële middelen om bijvoorbeeld vliegtickets en andere kosten te betalen? Daarvoor bestaan net die programma's voor vrijwillige terugkeer, om mensen daarbij te begeleiden.
Worden Afghanen door ICAM-coaches opgevolgd? Hebt u daar een zicht op? Op welke manier gebeurt dat? Beschikken zij over de noodzakelijke documenten om te kunnen terugkeren? Hebben zij een geldig paspoort of een laissez-passer? Hoe wordt dat omkaderd?
Hoe ziet u concreet de vrijwillige terugkeer naar Afghanistan? Ik zou daar graag concrete antwoorden op krijgen, want ik heb daar heel veel vragen over.
04.02 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, vous connaissez très bien la situation de l'Afghanistan qui ne cesse d'empirer. La famine s'installe. La situation des femmes est pire de jour en jour, notamment en matière de scolarité.
Je rappelle que 87 % des Afghans qui ont quitté leur pays se trouvent au Pakistan ou en Iran, que 13 % ont préféré se diriger vers l'Europe et que l'Allemagne accueille 50 % de ces 13 %. On ne peut donc pas parler de vague migratoire afghane, même si cela a un impact sur le réseau d'accueil.
Je me pose une question que je vous ai déjà posée à de nombreuses reprises. Une partie de ces Afghans ne reçoit pas de titre de séjour. Or, leur retour volontaire ou forcé n'est pas possible à l'heure actuelle. Quelle solution proposez-vous pour ces personnes qui n'ont pas de titre de séjour, qui reçoivent un ordre de quitter le territoire mais qu'on ne peut pas expulser? Comment comptez-vous les protéger et éviter qu'elles ne soient exploitées?
04.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Geachte leden, ik val helaas soms in herhaling, maar u weet dat het CGVS en de RvV onafhankelijk zijn in het toekennen van internationale bescherming. Voor heel wat Afghanen wordt inderdaad beslist om de vluchtelingenstatus toe te kennen. Het gaat om de zogenaamde risicoprofielen: personen die vanwege hun functie, achtergrond, geslacht enzovoort vervolgd worden door de taliban. Asielinstanties kennen vandaag geen subsidiaire bescherming meer toe aan Afghanen, maar de vluchtelingenstatus wordt wel degelijk in heel wat situaties toegekend. Wij weten uiteraard dat de situatie in Afghanistan op dit moment precair is, net zoals jammer genoeg in vele andere niet-Europese landen.
Cependant, vous constatez à tort, monsieur Moutquin, que cela a pour conséquence que personne ne peut retourner. L'Office des étrangers analyse chaque situation individuelle avant de délivrer un ordre de quitter le territoire et cela tient compte, entre autres, de l'article 3 de la Convention européenne des droits de l'homme.
Ce n'est pas parce qu'un retour forcé dû à un manque de coopération avec les talibans n'est pas possible qu'une personne ne peut pas rentrer volontairement. Par conséquent, je ne considère pas qu'un statut de protection distinct pour chaque ressortissant afghan soit opportun, pas même à la lumière de la crise de l'accueil.
Nous ne devons pas prendre aujourd'hui des décisions qui sont totalement indésirables à long terme. En outre, je trouve cela injuste par rapport aux autres personnes venant de pays où la situation humanitaire est très précaire et où les personnes ne remplissent pas non plus les conditions pour l'asile ou pour l'article 3.
U hebt mij inderdaad een aantal vragen gesteld over de vrijwillige terugkeer, mevrouw Platteau. De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en UNHCR werken voorlopig niet op het terrein in Afghanistan aan terugkeer, maar Fedasil kan dat ook in eigen beheer mee ondersteunen. Elke aanvraag voor ondersteuning zal geval per geval worden benaderd. Ook de Dienst Vreemdelingenzaken kan bijvoorbeeld helpen met het aankopen van reistickets. Ik overleg regelmatig met de DVZ en Fedasil over dit onderwerp.
Er wordt momenteel onderzocht op welke manier wij extra ondersteuning kunnen bieden aan Afghanen die wensen terug te keren. Op dit moment worden er 76 Afghanen opgevolgd door de ICAM-coaches. Dat zijn cijfers los van de pilootprojecten die momenteel in verschillende grootsteden lopen of starten. Van die 76 Afghanen zijn er 71 in het kader van de Dublinprocedure en 5 met het oog op een terugkeer naar Afghanistan via een open terugkeerplaats. Er wordt samen met hen bekeken hoe zij zelfstandig en met ondersteuning kunnen terugkeren.
04.04 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, u zegt dat 67 Afghanen worden opgevolgd door de ICAM-coaches en een heel deel daarvan zijn Dubliners. Is dat juist?
04.05 Staatssecretaris Nicole de Moor: Het gaat om 76 Afghanen.
04.06 Eva Platteau (Ecolo-Groen): U zei dat 76 Afghanen worden opgevolgd door de ICAM-coaches en daarvan zijn er 71 in het kader van de Dublinprocedure…
04.07 Staatssecretaris Nicole de Moor: En zijn er 5 die door een ICAM-coach worden begeleid met het oog op een terugkeer naar Afghanistan.
04.08 Eva Platteau (Ecolo-Groen): U erkent dat de situatie in Afghanistan precair is en dat organisaties als de IOM en UNHCR op het terrein niet aanwezig zijn. U sprak over een retour volontaire, maar ik vind het belangrijk dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen het begrip vrijwillige terugkeer, waarbij er een hele omkadering is, en de gewone terugkeer op eigen initiatief. Wij moeten daarin voorzichtig zijn, want dat zijn twee aparte concepten.
U zegt dat Fedasil zelf de gevallen individueel bekijkt. Daarom ga ik ervan uit dat die 5 Afghanen, die zich misschien hebben aangediend bij Fedasil om mee te werken, ook ondersteund worden voor reistickets.
Daarnaast echter denk ik dat het een realiteit is dat een heleboel Afghanen niet zal willen terugkeren, net vanwege de situatie aldaar. Ik ben daarover bezorgd. Zolang de organisaties niet aanwezig zijn op het terrein om de vrijwillige terugkeer te kunnen omkaderen, moeten wij ons ervan bewust zijn dat mensen daar een risico lopen op bijvoorbeeld represailles door het regime. We hebben onlangs nog verschrikkelijke beelden gezien van lijfstraffen en dergelijke, ik hoef het u niet te vertellen. Dat blijft een aandachtspunt voor ons. Over die groep van Afghanen blijf ik zeer bezorgd. Ik ben wel blij dat u duidelijk hebt geantwoord op mijn vragen.
04.09 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, attention, je ne me suis pas prononcé sur le travail du CGRA. Ma question n'est pas de juger le travail du CGRA ou la décision. Je pourrais parler des décisions du CCE qui ont, par exemple, pointé des manquements dans l'avis du CGRA, notamment la question de l'occidentalisation de certains dossiers. Cela revient souvent dans les décisions prises par le CCE mais ce n'est pas du tout ma question. J'ai parlé de "retour volontaire". Il s'agit du retour volontaire organisé qui n'est pas possible. Le retour volontaire d'initiative est possible mais est très compliqué, d'autant plus au vu de la somme que cela coûte.
Vous avez dit que c'était vraiment injuste par rapport à d'autres nationalités. Pour moi, on peut être juste et octroyer aussi un statut temporaire à d'autres nationalités. Je pense aux Erythréens. Si vous voulez être juste, on peut être jute dans l'autre sens. Mais je vous comprends. Je comprends qu'en tant que secrétaire d'État, vous ne puissiez pas dire dans notre majorité "welkom allemaal". Ce n'est pas l'idée mais cette discussion ne pourrait-elle pas avoir lieu au niveau européen? Au niveau européen, ne pourrait-on pas se dire qu'on est dans des mouvements migratoires plus importants du fait des deux années covid et pour d'autres raisons? Une série de personnes ne pourraient-elles pas avoir un statut temporaire, comme cela a été le cas pour les Ukrainiens, le temps de désengorger nos centres et procédures d'accueil, environ cinq ans, de manière à pouvoir les reprendre après pour voir comment la situation évolue, par exemple en Afghanistan. Je suis conscient que la solution au niveau national est compliquée mais je pense que c'est vraiment quelque chose qu'on pourrait plaider au niveau européen pour avoir une attention particulière notamment par rapport aux personnes afghanes.
L'incident est clos.
05 Vraag van Dries Van Langenhove aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De opvang van Oekraïense vluchtelingen" (55032284C)
05 Question de Dries Van Langenhove à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'accueil des réfugiés ukrainiens" (55032284C)
05.01 Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de staatssecretaris, eind vorige maand bleek dat het steeds moeilijker wordt om opvang te vinden voor Oekraïense oorlogsvluchtelingen, waardoor er eind vorige maand 20 tot 30 de nacht op straat moesten doorbrengen. Bepaald onverwacht kwam dit nieuws natuurlijk niet. Midden juli raakte immers al bekend dat het aantal feitelijk beschikbare opvangplaatsen voor Oekraïense vluchtelingen stilaan aan het opdrogen was. In dat verband riep premier De Croo de minister-presidenten enkele maanden geleden samen om "hierin verbeteringen te brengen en iedereen op zijn verantwoordelijkheid te wijzen". Vooral dat laatste is belangrijk, maar veel heeft dat blijkbaar niet opgeleverd. Immers, zoals afgesproken in een verdeelsleutel, vangt Vlaanderen momenteel bijna 60 % van de vluchtelingen op, terwijl Wallonië met amper 21 % ver onder het afgesproken objectief van 30 % blijft. Dat is al veel langer bekend dan vandaag natuurlijk.
Een ander probleem blijkt ondertussen dat het noodopvangcentrum Ariane weer gebruikt wordt voor de klassieke, wat u noemt "reguliere asielzoekers en kandidaat-vluchtelingen". Dat is een unilaterale beslissing geweest van Fedasil, waarmee de gewesten het niet eens zijn. Daardoor zijn de voor Oekraïners beschikbare aantallen natuurlijk gezakt. Heeft er intussen reeds overleg ter zake plaatsgevonden met de gewesten? Wat heeft dat dan concreet opgeleverd? Welke engagementen werden er door het Waalse Gewest aangegaan om zijn aandeel in de opvang op te krikken tot de afgesproken 30 %? Tegen wanneer mogen we die concrete resultaten eindelijk verwachten? Zult u het aantal beschikbare plaatsen voor Oekraïners in het noodopvangcentrum Ariane opnieuw opkrikken tot het voormalige niveau?
05.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Van Langenhove, ons land heeft momenteel al 61.734 attesten van tijdelijke bescherming toegekend aan tijdelijk ontheemden uit Oekraïne. Zonder medewerking van alle betrokken actoren was het niet mogelijk geweest om een oplossing te vinden voor al deze mensen. Het klopt echter dat het voor de deelstaten zeker niet evident is om in voldoende duurzame huisvesting te blijven voorzien.
Binnen het COFECO, de coördinatievergadering in de schoot van het Crisiscentrum, wordt er continu overleg gepleegd met de verschillende bevoegde diensten en met de deelstaten. In de afgelopen periode werd daardoor een aantal toewijzingen aan Wallonië georganiseerd, voornamelijk sinds de opening van enkele collectieve centra daar. Dat betekent niet dat iedereen nu op zijn lauweren kan rusten. Er zullen nog heel wat bijkomende plaatsen moeten worden ingericht door de regio's om in voldoende huisvesting te kunnen blijven voorzien.
Wat de situatie in Ariane betreft, wordt er een groeipad uitgewerkt om het aantal beschikbare plaatsen voor Oekraïners te verhogen. Vandaag is het aantal plaatsen voldoende, op voorwaarde natuurlijk dat een goede doorstroming kan worden georganiseerd. Anders loopt de opvang daar ook opnieuw vol.
05.03 Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de staatssecretaris, dat is echt geen antwoord op mijn vragen. Heeft Wallonië intussen die 30 % behaald, ja of neen?
05.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: Ze zijn daarmee bezig.
05.05 Dries Van Langenhove (VB): Ze zijn ermee bezig… Tegen wanneer is er afgesproken dat die 30 % behaald zal zijn?
05.06 Staatssecretaris Nicole de Moor: Die 30 % is natuurlijk een continu gegeven. Dat is geen vast cijfer, want er komen elke dag Oekraïners bij. Het aantal plaatsen dat Wallonië nodig heeft, wijzigt elke dag. Dat begrijpt u wel.
05.07 Dries Van Langenhove (VB): Ik begrijp dat het een continu veranderend gegeven is. Mochten we daar een beetje billijk mee omgaan, dan zou dat betekenen dat Wallonië bijvoorbeeld de ene week 28 % opvangt, de andere week 31 % en een paar maanden later misschien terug 27 %, en dan weer 32 %.
Maar als het continue gegeven waarnaar u verwijst, betekent dat Wallonië constant rond de 20 % bengelt en de komende maanden en zelfs jaren, als u het toch niet erg vindt, rond die 20 % blijft hangen, dan is dat een continu falen van Wallonië ten koste van Vlaanderen en Brussel. U zegt en ik citeer u: "Het is niet evident voor de deelstaten om die opvang aan te bieden." Ook voor Brussel en Vlaanderen is dat niet evident, maar zij nemen wel hun verantwoordelijkheid.
Dit is overigens geen recent probleem, het is ook niet de eerste keer dat ik de vraag hier stel. Het probleem is allang gekend en toch is die 30 % blijkbaar nog altijd niet behaald en kunt u zelfs geen concrete datum vooropstellen wanneer die eindelijk zal behaald zijn. Dat vind ik triest.
L'incident est clos.
- Dries Van Langenhove aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het actieplan van de Europese Commissie" (55032285C)
- Simon Moutquin aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het Europese migratieplan" (55032327C)
- Dries Van Langenhove à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le plan d'action de la Commission européenne" (55032285C)
- Simon Moutquin à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le plan migratoire européen" (55032327C)
06.01 Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de staatssecretaris, eind november stelde de Europese Commissie een actieplan voor dat 20 maatregelen zou omvatten om de illegale migratieroutes naar Europa eindelijk onder controle te krijgen. Volgens mediaberichten bevat het plan maar weinig nieuws en is het vooral meer van hetzelfde.
Wat zijn die 20 specifieke acties waarvan sprake is? Er worden in het bijzonder initiatieven voorgesteld over het verbeteren en versnellen van de terugkeer, over het indammen van de instroom en over de activiteiten van de ngo-veerdiensten op de Middellandse Zee. Welke onderwerpen en maatregelen werden besproken op de buitengewone bijeenkomst van de Europese ministers eind vorige maand? Welke concrete beslissingen werden daar genomen?
Alvast dank voor uw antwoorden.
06.02 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, ce 25 novembre, les 27 États membres de l'Union européenne se sont accordés sur un plan d'urgence pour réduire "les flux migratoires anormalement élevés". C'est faux, les flux migratoires ne sont pas anormalement élevés, ils récupèrent les années covid. On est bien en deçà de l'année 2015.
Il fallait une réunion suite au conflit entre l'Italie et la France sur le sauvetage en mer. À ce titre, je rappelle qu'au Parlement belge, les partis de la Vivalidi ainsi que le PTB ont signé une résolution en 2019 demandant à la Belgique de rejoindre un plan de sauvetage en Méditerranée.
Dans ce plan, il y a notamment un renforcement du partenariat avec l'Égypte, la Libye et la Tunisie. L'Égypte, c'est ce pays où 60 000 opposants politiques sont enfermés en raison de leur opinion. En Libye, une femme sur trois subit un viol pendant sa traversée du pays. L'Union européenne décide de renforcer son partenariat avec ces deux pays!
Madame la secrétaire d'État, la Belgique a-t-elle exigé le respect des droits humains comme condition à tout renforcement des accords avec l'Égypte, la Libye et la Tunisie? Conformément à la résolution de 2019 soutenue par les partis de la Vivaldi, la Belgique va-t-elle rejoindre une stratégie européenne de répartition des migrants sauvés en mer? Quelle est la position de la Belgique concernant le non-respect du droit international par l'Italie, notamment celui du sauvetage en mer?
06.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega's, het actieplan van de Europese Commissie over de centrale Middellandse Zeeroute staat integraal op de daartoe bestemde website en u kunt de 20 maatregelen daarop nalezen. Dit actieplan gaat over één welbepaalde migratieroute, maar de Commissie heeft gisteren een ander actieplan voor de westelijke Balkan gepubliceerd en ook dat kunt u op de daartoe bestemde website lezen.
Op de buitengewone bijeenkomst van de Raad van 25 november hebben de Europese ministers de instroom op alle migratieroutes besproken. De nadruk werd gelegd op de significante verhoging van de aanwezigheid op vrijwel alle routes en de nood aan samenwerking met derde landen, maar ook op de urgentie van een duurzame hervorming van het Europese asielsysteem. De lidstaten verwelkomden het actieplan van de Commissie, maar er werden geen Raadsconclusies aangenomen.
L'Union européenne coopère déjà avec les pays tiers en matière de gestion des migrations et doit le faire. Lors de mon intervention au Conseil extraordinaire, j'ai accueilli positivement l'attention accordée à la dimension extérieure de la migration par la Commission, y compris la coopération avec les pays d'origine et de transit et la volonté de garantir l'efficacité des opérations de retour.
Bien entendu, la politique extérieure de l'Union européenne doit respecter son propre cadre juridique, notamment la Charte des droits fondamentaux de l'UE. Pour moi, la meilleure garantie du respect et de l'application des droits fondamentaux et des droits de la mère est de progresser dans les réponses structurelles proposées en vertu du pacte.
Dans mon intervention au Conseil du 25 novembre, j'ai également souligné qu'il restait du travail à faire sur la dimension interne. Bien évidemment, les États membres de première entrée doivent être soutenus lorsqu'ils font face à un nombre d'arrivées élevé. La Belgique plaide en faveur d'un pacte européen sur l'asile et la migration caractérisé par un bon et juste équilibre entre responsabilité et solidarité. Nous sommes prêts à faire notre part du travail, mais nous demandons aux autres de faire de même.
Dans le cadre de la déclaration de politique adoptée en juin sous la présidence française, un mécanisme de solidarité ad hoc d'un an a été négocié en échange d'un accord sur les règlements "filtrage" et Eurodac. La Belgique s'est engagée à relocaliser 100 personnes, mais seulement si la situation d'accueil le permet, ce qui n'est pas le cas actuellement. Pour moi, le principe d'un fair share européen signifie qu'il faut également établir la solidarité avec des États membres qui sont confrontés aux effets secondaires de ces arrivées. C'est le cas de la Belgique.
06.04 Dries Van Langenhove (VB): U zegt dat u uw deel doet, maar van anderen ook verwacht dat ze hun deel doen. Heel belangrijk daarbij is dat u specificeert wat ons deel of het deel van anderen precies is. Als dat deel illegale massamigratie is naar Europa die wordt georganiseerd via een volledig kaduuk asielsysteem, begrijp ik zeer goed dat steeds meer landen in de Europese Unie beslissen om hun deel niet meer te doen in dit gegeven. De massamigratie ontwricht Europa volledig en ontwricht Vlaanderen nog het meeste van al. Het is dus zeer goed dat een aantal landen beslist om daar niet meer aan mee te doen. Binnenkort zal maar een heel beperkt aantal landen overblijven dat zijn deel zogezegd wel nog doet.
Als u uitgaat van uw logica, doen wij veel te veel. Wij doen veel meer dan ons deel. Per capita ontvangen wij immers veel meer asielzoekers en asielfraudeurs dan andere Europese landen, zelfs dan andere West-Europese landen. Daar moet dringend iets aan gebeuren. Dat zal niet zijn door ons deel af te schuiven op andere landen. Italië weigert het vandaag nog. Andere landen zullen het ook weigeren. Dat zal gebeuren door de illegale massamigratie naar Europa eindelijk te stoppen. Pas dan zullen we asiel eindelijk opnieuw kunnen voorbehouden voor zij die het nodig hebben. U zegt dat dat het doel moet zijn van ons beleid. Als dat echter uw doel is, bent u aan het falen. De beschermingsgraad ligt immers onder de helft, rond 40 %, en is zelfs nog aan het dalen. Dan doet u klaarblijkelijk uw job niet goed. Als het uw job is om asiel voor te behouden voor zij die het nodig hebben, maar het overgrote merendeel van die asielzoekers blijkt asielfraudeurs te zijn, is er echt iets aan de hand. Dan moet u vooral naar uzelf kijken en niet naar de landen die eindelijk het licht hebben gezien.
06.05 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, nous vous rejoignons sur le mécanisme de solidarité. Nous ne sommes pas toujours très cohérents dans nos demandes de plan de solidarité: c'est compliqué pour les communes; c'est compliqué au niveau européen; certains critiquent et réclament une répartition solidaire et juste entre les Régions…
Finalement, l'idée d'une répartition solidaire à tous les niveaux de pouvoir est intéressante mais elle doit rester attractive et respectable pour les différentes parties. Sur ce plan, il y a beaucoup à dire.
Tout ce que je vous demanderai, c'est de rester attentive à la question des droits humains. Je sais que vous l'êtes. Signer des partenariats avec la Libye – un véritable enfer pour les personnes entre esclavage, exploitation et viols – n'est pas la chose à faire. L'Italie a des accords bilatéraux qu'elle compte renforcer avec la Libye. Je pense qu'une enquête internationale sur l'horreur qu'y vivent les personnes migrantes devrait être réalisée le plus rapidement possible. Nous en discuterons ultérieurement.
L'incident est clos.
07 Vraag van Dries Van Langenhove aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De illegale immigratie via de ‘Ruslandroute’" (55032299C)
07 Question de Dries Van Langenhove à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'immigration illégale via la "route de la Russie"" (55032299C)
07.01 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, het is mijn laatste vraag voor vandaag.
Volgens een bericht van het Duitse weekblad Der Spiegel neemt het aantal personen dat illegaal via Rusland de Europese Unie binnenkomt, drastisch toe. Het blad beroept zich ter zake op informatie van de Duitse federale politie.
Terwijl in mei 2022 slechts 320 personen op die manier Duitsland binnenkwamen, steeg dat aantal in september 2022 al tot zowat 1.200. In oktober 2022 waren het er zelfs al meer dan 1.500. In totaal zouden dit jaar in totaal al ongeveer 8.000 personen zijn onderschept die zelf aangaven eerst met het vliegtuig naar Rusland te zijn gevlogen, waarna die grotendeels uit het Midden-Oosten afkomstige personen via Wit-Rusland het grondgebied van de Europese Unie bereikten.
Mevrouw de staatssecretaris, kan u die cijfers en de tendens bevestigen? Indien ja, manifesteert de tendens – voor alle duidelijkheid, los van het stijgende aantal asielaanvragen van Russische staatsburgers – zich ook in eigen land?
Maakte het thema van de stijgende illegale migratie via de Ruslandroute recent het voorwerp uit van een bespreking op Europees niveau? Wat was het concrete resultaat daarvan? Welke maatregelen werden afgesproken of in het vooruitzicht gesteld?
Bent u bereid op Europees niveau te pleiten voor de nodige politieke, logistieke en financiële ondersteuning voor de verdere uitbouw van fysieke barrières in de frontlijnstaten, zoals bijvoorbeeld Polen en de Baltische staten?
Welke ondersteuning wenst de huidige regering op dat vlak vanuit België nog verder te bieden?
07.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Langenhove, het klopt dat er de voorbije drie maanden een stijging merkbaar is in de cijfers in vergelijking met de eerste helft van 2022. Wat wij vandaag niet zien, is een stijgende tendens in het aantal personen dat via Belarus en daarna via Polen, Litouwen of Letland naar België komt, om asiel aan te vragen. Het aantal hits op Eurodac voor die landen blijft dus heel laag.
De DVZ baseert zich voor die gegevens op de EU-cijfers, waarbij de tendensen aan de Schengenbuitengrenzen met Belarus worden bekeken en niet specifiek op de cijfers aan de Duits-Poolse grens.
Op Europees niveau worden alle routes gemonitord, onder andere in het Blueprint Network. Een mogelijk nieuwe instrumentalisering aan de grenzen met Belarus of Rusland wordt uiteraard van nabij opgevolgd.
België is voorstander van een sterke grensbewaking. Het is voor mij logisch dat de Europese Unie ook steun moet geven bij het beschermen van de buitengrenzen.
Dit betekent echter niet dat de grenzen moeten worden gesloten voor mensen die oorlog of vervolging ontvluchten. Het betekent wel dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat mensen bij binnenkomst aan een grenspost worden geregistreerd en gecontroleerd. Dit resulteert in een gecontroleerd asiel- en migratiebeleid.
Er is een belangrijke rol weggelegd voor Europese agentschappen, zoals Frontex en het Asielagentschap. Zij moeten deel uitmaken van de oplossing en moeten op het terrein kunnen samenwerken met de betrokken lidstaten. Dit is een andere vorm van Europese steun voor grensbewaking.
07.03 Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de staatssecretaris, het is goed om te vernemen dat er een heel laag aantal hits op Eurodac zijn wat België en deze problematiek betreft. Het toont nogmaals aan dat de illegale massamigratie keer op keer de weg van de minste weerstand zoekt en dat zolang we het wetgevend kader in de Europese Unie niet ten gronde aanpakken, die aantrekkingspool altijd heel groot zal zijn en men altijd naar de weg van de minste weerstand zal blijven zoeken.
Heel belangrijk om daarbij te vermelden is dat de grenzen natuurlijk niet zullen worden gesloten en dat dit in het verleden ook niet is gebeurd. Ik ben zelf naar Polen gegaan op een fact finding mission. U bent net als ik ook fan van facts. We zijn naar daar gegaan en hebben vastgesteld dat de migranten aan de grensposten wel degelijk asiel konden aanvragen, maar dat slechts een handvol dat ook effectief deed.
Het overgrote merendeel had daar net schrik van omdat ze niet in Polen, maar bijvoorbeeld wel in België, Duitsland of Nederland wilden geregistreerd worden en daarvoor moesten ze natuurlijk illegaal de grens over kunnen. Zoals u zelf zegt, worden de grenzen niet gesloten voor mensen die werkelijk op de vlucht zijn voor oorlog en dus recht hebben op asiel. Zij kunnen dat aan de grensstaten aanvragen, maar het moet op een correcte manier verlopen en dat is vandaag zeker niet het geval.
L'incident est clos.
- Greet Daems aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Onterechte opsluitingen in gesloten centra" (55032229C)
- Simon Moutquin aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De opsluiting van een Kameroense ingenieur" (55032328C)
- Hervé Rigot aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De opsluiting van een 66-jarige Kameroener in een gesloten centrum" (55032344C)
- Greet Daems à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les détentions abusives dans les centres fermés" (55032229C)
- Simon Moutquin à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'enfermement d'un ingénieur camerounais" (55032328C)
- Hervé Rigot à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "La détention en centre fermé d'un Camerounais de 66 ans" (55032344C)
08.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, onlangs kwam aan het licht dat er opnieuw iemand onterecht werd opgesloten, ook al beschikte hij over de nodige papieren. Het ging daarbij om een 66-jarige man uit Kameroen die in België was voor een operatie. Niettegenstaande hij over een geldig Schengenvisum beschikte, gaf de DVZ het advies om zijn visum in te trekken. Het is ook niet het eerste verhaal over de gebruikte denigrerende verhoorwijze. De grenspolitie probeert bijvoorbeeld iemands geldigheid na te gaan met vragen die niet door de beugel kunnen. Soms is er ook geen tolk beschikbaar. Daaraan moet echt iets worden gedaan.
Toch vinden we daarover niets terug in uw beleidsnota, wat ik betreur, want er zijn te veel voorvallen. De betrokkenen hebben geen juridische poot om op te staan.
Mevrouw de staatssecretaris, hoe is het mogelijk dat een zo ingrijpende beslissing tot opsluiting voor onbepaalde duur niet door een rechter maar door een politieagent of een administratie wordt genomen? Waarom is er hier geen enkele gerechtelijke controle en waarom is er geen effectieve beroepsmogelijkheid?
Hoe wordt de geldigheid van het politieverhoor en van de beslissingen van de DVZ gecontroleerd? Waarom is een tolk niet verplicht bij het verhoor? Waarom houdt de DVZ mensen opgesloten, ook al weet men dat dat onterecht is?
Waarom voorziet de wet niet in automatische schadeloosstelling voor de geleden schade wanneer wordt aangetoond dat de aanhouding onrechtvaardig was?
Zijn de maatregelen te rechtvaardigen en proportioneel? Een fundamentele herziening van het systeem is nodig.
08.02 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, je serai bref car ma collègue Daems a déjà présenté le cas. Je sais qu'on ne parle pas de cas individuels dans cette commission mais on essaie de revenir sur des enjeux plus structurels. Dans des cas similaires, vous avez souvent pointé le fait qu'il y avait des décisions de justice et que vous respectiez les décisions de justice.
Or, en l'occurrence, le Conseil du Contentieux des Étrangers (CCE) a bien exprimé que son état de santé ne permettait pas une privation de liberté. Le CCE a par ailleurs pointé que la décision d’annulation du visa n’a jamais été jointe au dossier de l'intéressé.
Madame la secrétaire d'État, si je vous pose des questions relatives au cas de M. Waufo, elles sont plus structurelles.
Cette personne avait-elle eu l'information d'un visa invalide? Comment cette information est-elle notifiée aux voyageurs quand c'est le cas? Pourquoi, dans ce cas-ci, cette décision n’est-elle pas parvenue à M. Waufo? Jugez-vous qu’une personne qui n’est pas expulsable en raison de son état de santé doit se trouver en centre fermé, puisque le CCE estimait que son état de santé ne permettait pas une expulsion? L’Office des Étrangers évoque le fait que toutes les procédures ont été respectées et qu’il n’y a pas, à ce stade, d’analyse interne pour comprendre ce qu’il s’est passé. Comptez-vous dès lors demander une analyse interne? Ce n’est pas la première fois que la privation de liberté pose des questions structurelles. De nombreux cas similaires ont été médiatisés ces derniers mois. Pensez-vous modifier les procédures afin que ce type d’enfermement, jugé arbitraire par certains, soit mieux encadré?
08.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, le cadre a été fixé par mes collègues. Malheureusement, pour rappel, c'est quand même déjà la troisième fois cette année qu'on a à prendre connaissance de privations de liberté qui posent question: Junior Masudi, Yao Kouakou Hermann et maintenant un Camerounais de 66 ans.
Lorsqu'on lit l'ensemble de son parcours terrible, notamment au niveau médical, dans ce centre fermé, lorsqu'on lit la décision du CCE, cela pose plus que question, d'autant plus que l'Office des Étrangers estime avoir fait son job. Or une décision du Conseil du Contentieux ne va pas dans ce sens et pointe largement du doigt les choix qui ont été posés et a d'ailleurs annulé la privation de liberté.
Mes questions rejoignent ce que disait M. Moutquin voici quelques instants. Madame la secrétaire d'État, allez-vous donner une suite en interne à cette situation? Comptez-vous mener une enquête en interne? En effet, cela commence à faire beaucoup. Cela devient véritablement un questionnement structurel sur les méthodes de privation de liberté, les choix qui sont posés mais, dans le cas présent, on a quand même aussi une attitude médicale en centre fermé qui pose plus que question à l'égard d'une personne qui était en souffrance. Lorsqu'on voit tout son parcours et tout ce qu'elle a dû endurer, j'ose vraiment espérer que des actions seront entreprises, en vue d'attitudes disciplinaires qui s'imposeraient éventuellement.
08.04 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Chers collègues, je répète que je ne souhaite pas donner de commentaire sur des dossiers individuels. Je vais donc répondre de manière structurelle.
Een vasthoudingsbeslissing is geen beslissing van onbepaalde duur. De vasthoudingstermijn is wettelijk bepaald. Bovendien kan iedere door de DVZ vastgehouden persoon zijn vasthouding beëindigen door gevolg te geven aan een verwijderingsbeslissing. Het vervullen van de voorwaarden voor de toekenning van een visum en het onderzoek van die voorwaarden door de ambassade, alsook het feit dat het visum op het ogenblik van het nemen van de beslissing nog niet ingetrokken is, leiden niet automatisch tot de vaststelling dat de vreemdeling het grondgebied mag betreden en beletten ook de grenscontrole-instanties niet om de voorwaarden bij binnenkomst op het grondgebied nogmaals te onderzoeken. Bij de grenscontrole worden dus de binnenkomstvoorwaarden opnieuw getoetst en kunnen de bevoegde diensten oordelen dat op grond van verschillende elementen de voorwaarden niet vervuld zijn. De wettelijke basis daarvoor is terug te vinden in de Europese verordening 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van maart 2016 betreffende de Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen. Elk dossier wordt apart en op zijn eigenheid beoordeeld. Wanneer er geoordeeld wordt dat niet voldaan wordt aan de binnenkomstvoorwaarden, worden de documenten bestudeerd en wordt de vreemdeling bevraagd. Dergelijke beslissingen worden genomen op basis van al die elementen.
Mevrouw Daems, u neemt een loopje met de waarheid dat er geen beroepsmogelijkheden zijn. U zou moeten weten dat elke persoon recht heeft op beroep indien hij niet akkoord gaat met een beslissing. De beslissing tot terugdrijving is vatbaar voor een verzoekschrift bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en de beslissing tot vasthouding is vatbaar voor een verzoekschrift bij de raadkamer en in tweede instantie bij de kamer van inbeschuldigingstelling. Wanneer het nodig blijkt, wordt ook in een tolk voorzien. Wanneer een beslissing tot terugdrijving wordt genomen, zal de persoon worden vastgehouden krachtens artikel 74/5 van de vreemdelingenwet. Elke vasthoudingsbeslissing wordt in feite en in rechte gemotiveerd en daartegen bestaat de mogelijkheid tot beroep. De Dienst Vreemdelingenzaken respecteert dus rigoureus de wet.
Dat een persoon wordt vrijgesteld, betekent niet dat de opsluitingsbeslissing incorrect zou zijn. Wel kunnen er nieuwe elementen opduiken op basis waarvan de DVZ een nieuwe afweging maakt. Een schadeloosstelling is dan ook niet aan de orde.
Monsieur Moutquin, s'agissant de la déclaration d'inaptitude à voler, une telle déclaration not fit to fly peut être assortie d'un délai. Si ce délai n'est pas trop long et que les procédures d'identification et de retour sont toujours en cours avant que l'éloignement effectif puisse avoir lieu, l'intéressé peut rester en détention.
Pendant ce temps, la personne bénéficie de l'encadrement médical nécessaire en attendant qu'elle soit à nouveau jugée apte à voyager et que son éloignement effectif puisse être effectué.
Si la déclaration not fit to fly est établie pour une longue période, l'intéressé sera libéré du centre.
Les procédures sont bien établies et sont suivies. Chaque cas individuel est vérifié, le cas échéant, pour voir si tout s'est déroulé correctement et des adaptations sont effectuées si nécessaire.
08.05 Greet Daems (PVDA-PTB): U zegt dat ik een loopje neem met de waarheid. Nu kan er wel beroep aangetekend worden, maar die procedure is heel complex en formalistisch. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen kan alleen nagaan of een beslissing wettig is, zonder dat hij de betrokkene kan horen of met nieuwe informatie rekening kan houden. Dat geldt ook voor een beroep bij de raadkamer. Ook dan kan alleen de wettigheid van de opsluiting nagegaan worden, niet of ze wel rechtvaardig of nuttig is. Daar is toch een groot probleem mee. Het toont bovenal aan dat er gaten zijn in het Belgische systeem. Het is absoluut noodzakelijk om de regelgeving te veranderen en een echte controle op de praktijken van de Staat op te leggen. We hebben een fundamentele herziening van het systeem nodig.
08.06 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Je vais tenter de ne pas trop revenir sur le cas personnel. Un des problèmes en l'occurrence est qu'il n'avait pas l'information relative à la validité de son visa.
Est-il notifié à ces personnes, avant leur arrivée sur le territoire belge, que leur visa n'est pas valide? Il a même exprimé à plusieurs moments, ce que je suis en mesure de vous assurer, qu'il préférait rentrer au Cameroun si c'était pour être détenu dans ces conditions.
Que lui répond-on? "No fit to fly"! Vous restez en prison. Son état de santé ne lui permet pas de voler mais il lui permet de rester enfermé. Si on a un "no fit to fly", pourquoi n'est-il pas assorti d'un "no fit to jail"?
Il va falloir se pencher sur la cohérence des deux. Madame la secrétaire d'État, ce n'est peut-être pas de votre responsabilité directe, mais quelque chose ne fonctionne pas. On l'a vu avec les différents cas au cours de ces derniers mois. Dans l'idée de la réforme du Code, certains points sont sur la table, je le sais. Je vous encourage à y mettre de la logique.
Nous sommes en désaccord sur l'enfermement. Il faut mettre de la logique dans le fait qu'une personne jugée inapte à voler ne devrait pas être selon moi enfermée ainsi que dans la question du contrôle démocratique et nécessaire des centres fermés. Ce n'est pas une accusation envers le personnel mais juste un besoin de contrôle démocratique là où, il me semble, il y a beaucoup à faire.
Je vous encourage à essayer de clarifier ce qui s'est passé, car il reste des zones d'ombre sur la question de ce monsieur.
08.07 Hervé Rigot (PS): Madame la secrétaire d'État, votre réponse me fait l'effet d'un "Circulez, il n'y a rien à voir" fondé sur la base juridique, le cadre légal. J'entends bien que vous vous basez sur le cadre légal existant. Mais je vous parle d'autres choses: de problèmes de fonctionnement et d'un arrêt du Conseil du Contentieux qui souligne qu'à un moment donné, les précautions à prendre par rapport à l'état de santé de l'intéressé n'ont pas été prises et que l'on a fait fi du rendez-vous dont disposait l'intéressé pour être opéré.
Que la décision soit légale ou pas, elle fait quand même l'objet d'un arrêt du Conseil du Contentieux qui révoque le choix de la privation de liberté, d'une part. D'autre part, cette affaire met en évidence au moins un questionnement sur le fonctionnement général des centres fermés et la nécessité de revoir ce qui a dysfonctionné à ce niveau. Ce n'est en effet "pas de votre responsabilité", je rejoins M. Moutquin à ce sujet, mais j'attends sans aucun doute autre chose que de dire "Ben voilà, une décision a été prise. C'est légal et c'est dans le cadre!"
J'ose espérer que vous vous demandez aussi en lisant l'article dans Le Soir ce qu'il s'est passé, que vous voulez aussi en savoir davantage et que vous allez demander à votre administration d'enquêter pour savoir ce qu'il s'est produit. C'est ce que j'attends de vous, madame la secrétaire d'État!
Het incident is gesloten.
09 Question de Simon Moutquin à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'interprétation du CGRA des règles en matière de tenues vestimentaires en Iran" (55032331C)
09 Vraag van Simon Moutquin aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De interpretatie door het CGVS van de kledingvoorschriften in Iran" (55032331C)
09.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la
secrétaire d'État, comme nous, vous avez été solidaire dans cette commission
des femmes iraniennes qui vivent des jours sombres à cause de la répression du
régime iranien. Femme, vie, liberté!
Mais qu'en est-il de notre solidarité
européenne envers ces femmes iraniennes? En Belgique, le Commissariat général
aux réfugiés estime que "l'existence de restrictions vestimentaires ne
suffit pas à elle seule à faire naître une crainte de persécution. Cette
restriction est fondée sur les normes et valeurs islamiques et concerne les
règles générales de droit applicables en République islamique d’Iran.
L’imposition de restrictions au droit susmentionné relève de la compétence
souveraine des différents États-nations. Le respect de la vie privée ne
doit/peut s’exercer dans les différents États que dans des conditions et/ou des
limites (légales) bien définies."
En d'autres termes, si vous subissez une
discrimination, mais qu'elle est légalisée dans votre pays d'origine, elle ne
sera pas reconnue ici en Belgique et vous pouvez rentrer chez vous.
Madame la Secrétaire d'État,
- Comment jugez-vous cette appréciation
du CGRA de l'imposition d'une tenue vestimentaire?
- Est-ce que si la lapidation des
personnes LGBT est inscrite dans la loi d'un pays, une personne peut y être
renvoyée sous prétexte que c'est légalisé?
- Envisagez-vous de fournir une aide
aux femmes iraniennes?
- L'asile des femmes iraniennes a-t-il
été discuté lors de réunions européennes?
Je vous remercie d'avance pour ces réponses.
09.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, bien sûr, je soutiens la lutte des femmes en Iran contre l'oppression et pour les droits et libertés fondamentales. Leur combat pour la liberté est courageux et ne date pas d'hier. C'est également la position officielle de la Belgique.
En tant qu'instance indépendante, le CGRA examinera toute demande de protection internationale sur une base individuelle. Les demandes sont évaluées de manière indépendante et non politique et gardons cela ainsi. Je ne vais dès lors pas me prononcer sur l'appréciation du CGRA de l'imposition d'une tenue vestimentaire. Cependant, dans votre deuxième question sur la lapidation des personnes LGBTQI, vous faites une comparaison entre deux pratiques complètement différentes: l'obligation de porter un certain vêtement, même si elle touche à la liberté individuelle, n'est pas comparable à l'autorisation de lapider des personnes sur la base de leur orientation sexuelle ou de leur identité de genre.
En ce qui concerne le soutien à ces femmes, il reste toujours la possibilité de demander un visa humanitaire; ceci sera évalué sur une base individuelle. La situation en Iran fait l'objet d'un suivi au sein de l'Union européenne dans le cadre de plusieurs filières. La prise de décision en matière d'asile est une compétence nationale et, en Belgique, aussi une compétence indépendante du CGRA.
09.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour votre appel à la solidarité avec les femmes iraniennes. Je lis ma question et en effet je me rends compte qu'il a pu y avoir une confusion entre les deux pratiques. Ce n'était pas du tout mon intention. Ma question était vraiment très mal formulée. C'est moi-même qui l'ai écrite. Je ne remets pas la faute sur quelqu'un d'autre.
En effet, le CGRA est indépendant. Ceci dit, par exemple en matière de visas humanitaires, des choses peuvent peut-être être mises en place. À l'époque, notamment pour les personnes LGBT, avec la Tchétchénie, même si le CGRA était indépendant, toute une politique avait pu se mettre en place. Je pense une nouvelle fois que celle-ci doit être discutée, notamment au niveau européen, pour pouvoir venir en aide à ces femmes et à ces opposants en Iran qui manifestent et éventuellement les protéger.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 55032349 de M. Khalil Aouasti est reportée.
La réunion publique de commission est levée à 15 h 55.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.55 uur.