Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives

Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken

 

du

 

Mercredi 26 octobre 2022

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 26 oktober 2022

 

Namiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.17 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 17 et présidée par M. Ortwin Depoortere.

 

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55029852C van mevrouw Pas wordt op haar verzoek omgezet in een schriftelijke vraag.

 

01 Questions jointes de

- Nabil Boukili à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "La protection des lanceurs d'alerte dans la fonction publique" (55030121C)

- Servais Verherstraeten à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "La transposition de la directive sur les lanceurs d'alerte" (55031347C)

01 Samengevoegde vragen van

- Nabil Boukili aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "De bescherming van klokkenluiders bij de overheid" (55030121C)

- Servais Verherstraeten aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "De omzetting van de klokkenluidersrichtlijn" (55031347C)

 

01.01  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la ministre, récemment, des agents du Parlement de Wallonie ont lancé l'alerte sur les dysfonctionnements au sein de l'institution, et notamment sur le harcèlement qu'ils subissent de la part du greffier, Frédéric Janssens. Pas moins de 52 agents ont publié une lettre ouverte dénonçant le "climat de terreur" qui règne dans l'institution. De façon assez symptomatique, le courrier est non signé, par crainte des représailles.

 

Ce nouveau scandale confirme une nouvelle fois l'importance d'instaurer une véritable protection des lanceurs d'alerte dans notre pays. Pourtant, depuis le 17 décembre 2021, nous sommes en retard par rapport à la transposition de la directive européenne sur la protection de ces lanceurs d'alerte. Les discussions vont commencer à ce sujet en commission Économie. Nous avons discuté de la transposition de cette directive avec le ministre Dermagne.

 

Madame la ministre, allez-vous prendre des initiatives afin d'assurer la protection des lanceurs d'alerte au niveau du Parlement wallon? Selon vous, la directive européenne est-elle d'application, au cas où ces agents, qui risquent des représailles pour avoir dénoncé les agissements du greffier, seraient considérés comme des lanceurs d'alerte? Comment s'articulent les compétences fédérales et régionales dans le cadre de cette transposition? Les Régions doivent-elles prendre des initiatives pour la transposer dans le cadre de leurs propres compétences ou votre projet de transposition s'appliquera-t-il également aux agents des entités fédérées?

 

01.02  Servais Verherstraeten (cd&v): Mevrouw de minister, de termijn om de klokkenluidersrichtlijn om te zetten, is ondertussen meer dan tien maanden verstreken. In februari hebben we daarover nog overleg gehad in deze commissie. Toen zei u dat u het in de zomer zou voltooien. De temperaturen zijn vandaag misschien nog zomers, maar ik vrees dat de zomer ondertussen jammer genoeg voorbij is.

 

U wees toen ook op de complexiteit van het dossier en op het overleg met de diensten van de geïntegreerde politie. We hebben ondertussen ook het advies van het Comité P ontvangen en daarin stonden wel wat opmerkingen. U had ook de ambitie om verder te gaan dan wat de klokkenluidersrichtlijn zelf voorschrijft. Ik deel deze ambitie met u. U wou ook overtredingen van Europese en nationale regelgeving en de niet-naleving van de regels van integriteit in uw ontwerp opnemen.

 

Wat is de stand van zaken van dat dossier? Welke streefdatum hebt u? Zijn er nog knelpunten?

 

Integreert u de opmerkingen van het Comité P al dan niet in de teksten?

 

01.03  Petra De Sutter, ministre: Monsieur Boukili, monsieur Verherstraeten, je vous remercie pour vos questions.

 

Monsieur Boukili, en ce qui concerne votre question sur les lanceurs d'alerte dans la fonction publique, chaque entité du secteur public en Belgique transpose la directive conformément à la culture politique et administrative et à ses pouvoirs constitutionnels. Je pense que c'est déjà un élément de réponse important.

 

En ce qui concerne l'affaire relayée par les médias que vous évoquez, vous donner mon avis dépasserait sûrement mes compétences mais, en général, j'ose vous dire que je soutiens évidemment les lanceurs d'alerte dans leur démarche essentielle à l'équilibre démocratique dans un État de droit.

 

En Belgique, chaque niveau de pouvoir est responsable de la transposition des directives européennes pour ce qui les concerne et donc, le projet de transposition de la directive que je diligente concerne le secteur public fédéral. Le projet de loi de transposition de la directive pour le secteur public fédéral est en cours d'introduction au Parlement et devrait être publié dans le courant du dernier trimestre 2022.

 

Ik denk dat dit meteen ook een antwoord is op de vraag van de heer Verherstraeten. We hebben inderdaad een beetje vertraging opgelopen, maar het gaat maar om een paar maanden. U zult begrijpen dat er veel overlegmomenten noodzakelijk zijn geweest.

 

Het ontwerp ligt nu ter ondertekening voor bij de Koning en het zal in het Parlement worden ingediend. We zullen daarvoor de hoogdringendheid vragen en ik hoop op uw steun. Wij zullen die hoogdringendheid tijdens de volgende plenaire vergadering motiveren, maar ik heb begrepen dat dit pas op 10 november zal zijn, gelet op de herfstvakantie volgende week. Een omzetting tegen het einde van het jaar zou echt wel mogelijk zijn. Dan hebben we inderdaad wat vertraging, maar nog niet te veel.

 

Wat betreft uw vraag over het advies van het Comité P, er is een tekstaanpassing aan het ontwerp gebeurd naar aanleiding van dat advies, voor zover dat paste in de richtlijn, en het werd door de ministerraad en de Raad van State goedgekeurd. We zullen die teksten hier heel snel kunnen bespreken.

 

01.04  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la ministre, je ne sais pas quoi répliquer puisque vous dites que chaque entité est compétente - c'est un peu le problème de notre lasagne institutionnelle.

 

Quand le problème s'est posé, nous nous sommes adressés au Parlement wallon que nous avons sollicité pour qu'il prenne des initiatives afin de protéger les lanceurs d'alerte. Nous avons reçu comme réponse que le Parlement wallon n'était pas compétent, que la transposition relevait de la compétence fédérale.

 

Je retournerai avec votre réponse au Parlement wallon pour rectifier ce malentendu. Je ne citerai pas les noms mais les réponses données disaient que ce n'est pas une compétence directe de la Wallonie, que le gouvernement fédéral y travaille et que ce point doit y être débattu, etc. Plusieurs propos allaient dans ce sens.

 

J'avais la même lecture que vous, à savoir qu'il y a une directive générale pour l'ensemble du pays et la fonction publique et que chaque entité adapte la directive à ses compétences. Mais nous avons reçu du Parlement wallon une réponse tout à fait différente.

 

J'y retournerai avec votre interprétation de la directive et, s'il subsiste un souci, je reviendrai vers vous pour régler ce problème.

 

01.05  Servais Verherstraeten (cd&v): Ik dank de minister voor haar antwoord.

 

Collega Boukili, als u van de regio's verwacht dat wij hun regelgeving ter zake zouden afstellen, vrees ik dat zij zeer snel een bevoegdheidsconflict zouden inroepen. Ik vrees dat de omzetting op federaal niveau zich beperkt en dient te beperken tot de federale bevoegdheden en niet verder kan gaan. Voor de rest heb ik alleen maar dank voor het antwoord. Ik ben blij dat het er eindelijk komt – beter laat dan nooit, als dat de kwaliteit ten goede komt – en in die zin uitvoering geeft aan het regeerakkoord, waarvan u weet dat het mij dierbaar is.

 

Mijnheer de voorzitter, als we inderdaad op 10 november over de hoogdringendheid kunnen stemmen – ik neem aan dat zelfs de collega's van de oppositie zich daar niet zullen tegen verzetten – hoop ik dat we dan ook onze werkzaamheden zo kunnen regelen dat we deze richtlijn kunnen omzetten voor de kerstperiode. Dat is zeer belangrijk, ook voor het voorkomen van problemen en het sneller oplossen ervan.

 

De voorzitter: We houden dat in gedachten, mijnheer Verherstraeten.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Question de Patrick Prévot à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "Le télétravail dans la fonction publique" (55030557C)

02 Vraag van Patrick Prévot aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "Telewerk bij de overheid" (55030557C)

 

02.01  Patrick Prévot (PS): Monsieur le président, madame la ministre, dans le cadre de la pandémie du coronavirus, le télétravail a pris une dimension particulière dans l'organisation du travail en général et, surtout, dans la fonction publique. Cette organisation du travail a été accompagnée d'un incitant financier qui s'inscrit dans sa mise en oeuvre concrète.

 

Un peu plus d'un an plus tard, les circonstances ont changé d'une façon assez radicale, amenant aujourd'hui un équilibre nouveau et des charges nouvelles pour celles et ceux qui feraient le choix de travailler à domicile. Il me paraissait donc utile de pouvoir faire le point avec vous et de vous interroger sur l'évaluation que vous faites de ces mécanismes dans notre fonction publique.

 

Madame la ministre, combien d'agents se sont-ils inscrits dans une logique de télétravail? Une analyse de ce nombre a-t-elle été faite en fonction des circonstances sanitaires et des mesures qui y étaient liées? Au regard des circonstances nouvelles, en particulier des coûts de l'énergie, le mécanisme actuel vous semble-t-il encore adapté? Ou bien est-il à revoir ou à peaufiner? Enfin, avez-vous déjà pu constater un impact de la crise énergétique sur le comportement des agents en matière de télétravail?

 

02.02  Petra De Sutter, ministre: Monsieur Prévot, je vous remercie pour cette question sur le télétravail au sein du gouvernement fédéral.

 

L'arrêté royal du 22 novembre 2006 relatif au télétravail et au travail en bureau satellite dans la fonction publique fédérale administrative prévoit que le fonctionnaire dirigeant de l'organisation peut décider si le télétravail est possible. Le télétravail ne peut pas occuper, sur une période d'un an, plus de trois cinquièmes du régime de travail qui est applicable au télétravailleur. L'arrêté royal du 10 avril 2022 modifiant diverses dispositions concernant le télétravail et le travail en bureau satellite dans la fonction publique fédérale administrative prévoit, en outre, que le télétravail s'effectue toujours sur une base volontaire, tant du côté des collaborateurs que du service.

 

Si l'on examine maintenant les chiffres de 2021 relatifs au télétravail qui sont collectés chaque année auprès des institutions fédérales, il en ressort qu'en moyenne, 77,6 % des collaborateurs font du télétravail. En outre, ces chiffres montrent que la présence du télétravail dans chaque organisation peut varier à cause de la fonction: le minimum étant 16,3 % et le maximum 97 %. Pendant la période covid, les statistiques relatives au nombre de collaborateurs en télétravail ont été tenues à jour régulièrement. Par exemple, au cours de la période allant de mars 2020 au mois de juillet 2021, le taux de télétravailleurs a toujours dépassé les 80 %. Vous vous rappelez que nous avions insisté sur la nécessité d'un chiffre élevé.

 

De plus, pendant les périodes de confinement, plus de 60 % de collaborateurs ont travaillé à temps plein depuis leur domicile. Les chiffres les plus récents, soit ceux de mai 2022, indiquent que 73 % d'entre eux pratiquent toujours le télétravail. Comme celui-ci est exécuté sur une base volontaire, il est toujours loisible au collaborateur de revenir au bureau.

 

Par ailleurs, au début 2022, l'indemnité pour frais de télétravail a été portée à 50 euros par mois, dans le but de compenser en partie - j'insiste là-dessus - les coûts de l'énergie à son domicile. Et je ne m'attends, en aucun cas, à une disparition complète du télétravail - certainement pas. Le cadre réglementaire est, par ailleurs, suffisamment souple pour s'adapter à certains changements actuels. Pour l'heure, nous ne constatons pas encore de modification des attitudes envers le télétravail. Les chiffres partiels que nous avons recueillis pour septembre dernier n'indiquent pas de réduction du télétravail. Bien entendu, ils feront l'objet d'un suivi pour vérifier si cet effet reste visible en hiver. Autrement dit, nous avons établi un monitoring continu. Je vous remercie de votre attention.

 

02.03  Patrick Prévot (PS): Madame la ministre, je vous remercie d'avoir rappelé la genèse et le cadre fédéral du télétravail.

 

Il me semblait utile de pouvoir faire le point avec vous, parce que nous avons changé de paradigme. En raison de cette crise sanitaire, le télétravail s'est généralisé, tandis que des services qui ne le pratiquaient pas voici encore quelques années l'appliquent à présent totalement ou partiellement. Je souhaitais donc obtenir un instantané de la situation. Vous avez répondu à mon souhait, et je vous en remercie.

 

De plus, je désirais connaître votre prospective en ce domaine, afin d'évaluer l'avenir du télétravail, puisqu'il fait désormais partie de nos habitudes, en tout cas, de celles de la fonction publique et qu'il présente, à bien des égards, certains avantages.

 

Par conséquent, je vous remercie pour cet instantané de la situation.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Sigrid Goethals aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "De kerntaken van de overheid" (55030966C)

03 Question De Sigrid Goethals à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "Les missions essentielles de l'administration" (55030966C)

 

03.01  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, naar goede gewoonte heb ik meerdere mondelinge vragen ingediend. Omdat ik weet dat u er fan van bent, mag ik u daarin niet teleurstellen. Ik houd vol. Ik hoop overigens dat ook de collega's meer mondelinge vragen indienen. Het begint beter te gaan, al zitten we hier af en toe alleen.

 

Deze vraag gaat over de kerntaken van de overheid. We weten dat de overheidsschuld oploopt, eigenlijk de spuigaten uit loopt. Daarnaast krijgt de federale overheid ook te maken met de hogere energieprijzen, de indexering van de lonen en dergelijke. Wij moeten ons er ten volle van bewust zijn dat de staatsschuld onze toekomst toch ietwat hypothekeert en jammer genoeg moeten wij het er met zijn allen over eens zijn dat het einde nog niet in zicht is. We staan voor gigantische uitdagingen. Daarvoor moeten we onze staatsfinanciën goed klaarstomen, daarover moeten we eens goed nadenken.

 

Daarom moeten we absoluut eens een begrotingsdebat voeren. In dat debat moeten we afwegen wat de federale overheid al dan niet moet doen. Dat betekent dat we moeten focussen op het kerntakendebat. Dat hebben we eerder al besproken, want het is niet de eerste keer dat ik daarover een vraag stel, maar het is niet langer een luxe, doch noodzaak. Wij moeten erop toezien dat de vrijgekomen middelen op een correcte manier worden doorgeschoven naar de kerntaken en eventueel het personeel.

 

Mevrouw de minister, hoe ver staan de studies over de kerntaken van de federale overheid? Hebben alle FOD's en POD's die oefening gemaakt en wat is het resultaat?

 

Kunt u reeds meedelen hoe u de 150 miljoen die u zou besparen sinds uw aantreden hebt gerealiseerd? Wat wilt u in de rest van de legislatuur nog realiseren, aangezien u voor ogen had om 600 miljoen te besparen?

 

Op welke manier zult u de structuur van de federale overheid vereenvoudigen? Hoe zullen de diensten meer in horizontale processen worden getrokken?

 

03.02 Minister Petra De Sutter: Mevrouw Goethals, bedankt voor uw vragen over de budgettaire situatie en het kerntakendebat van de federale overheid. Bij een eerdere bespreking heb ik u al verteld dat via de recente herziening van het koninklijk besluit over de aanduiding van management- en staffuncties de focus meer op kernopdrachten zal liggen, wanneer de FOD's en de POD's hun strategische plannen opmaken. Die strategische plannen zijn voor mij een bijzonder belangrijk instrument in dat debat.

 

In het kader van de transversale doelstellingen van deze strategische plannen heeft de regering aan de FOD's en de POD's de opdracht gegeven om stappen te zetten naar een toekomstgericht personeelsbestand. De instellingen maken deze legislatuur nog een analyse van het personeels­bestand en moeten die koppelen aan een analyse van hun behoeften in functie van de kerntaken en de regeringsambitie.

 

Het zal natuurlijk elke voogdijminister toekomen om de resultaten daarvan te beoordelen in het strategisch plan van zijn of haar instelling, maar vanuit de FOD BOSA zullen we dat elk jaar opvolgen. In dat opzicht verwacht ik de eerste boordtabel in de eerste helft van 2023. Om deze nieuwe manier van strategische personeels­planning te ondersteunen, zullen we ook een reglementair initiatief nemen.

 

U vroeg om een stand van zaken, wat de besparingen betreft. Ik kan u meedelen dat de regering bij de opmaak van de initiële uitgavenbegroting 2022 heeft beslist om definitieve invulling te geven aan de besparing van jaarlijks 150 miljoen euro die werd voorzien op de primaire uitgaven. Die is in de verschillende departementen in de meerjarenramingen in rekening gebracht en gerealiseerd.

 

Verder werken we ook aan de vereenvoudiging van de structuur van de federale overheid. We hebben deze beleidsperiode al sterk ingezet op het vervolledigen van PersoPoint. Tegen het einde van deze legislatuur zal elke organisatie, in uitvoering van de beslissing van de voorgaande regering, ingestapt zijn en zal de onboarding dus volledig zijn.

 

Op het vlak van het federale aankoopbeleid werken we aan een koninklijk besluit dat de centraliserings- en efficiëntiegedachte verder uitvoert en verfijnt, maar op dat specifieke onderwerp zal in een volgende vraag teruggekomen worden.

 

03.03  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, ik vind het jammer dat de strategische plannen nog steeds niet volledig zijn afgewerkt en dat u de cijfers nog steeds niet hebt gekregen, terwijl dat toch al een tijdje loopt. Dat stelt mij enigszins teleur. U zei dat men nog steeds bezig is met de analyses. Ik begrijp dat dit een oefening is die grondig moet gebeuren en dat dit tijd vergt, maar dit duurt toch al lang.

 

Ik vroeg u ook naar de besparing en u antwoordde dat die effectief is opgenomen in de budgetten van de verschillende diensten. Ik heb eigenlijk een heel algemeen antwoord gekregen. Ik had graag van u gehoord dat het grootste deel van die 150 miljoen is gerealiseerd via een besparing op A, B of C, maar dat antwoord heb ik jammer genoeg niet gekregen. Ik blijf dus wat op mijn honger en zal waarschijnlijk nog een opvolgingsvraag indienen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Sigrid Goethals aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "Het tewerkstellingsbeleid van personen met een handicap" (55031081C)

04 Question de Sigrid Goethals à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "La politique en matière d'emploi des personnes handicapées" (55031081C)

 

04.01  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, wij hebben het al vaker gehad over de tewerkstelling van personen met een handicap, waar ook mevrouw Lanjri op hamert. Het is uw streefdoel om 3 % van het personeelsbestand in te vullen met personen met een beperking. Het lijkt steeds moeilijker te worden om dat percentage te halen. Tijdens de commissie­vergadering van februari zei u dat er al concrete acties waren ondernomen. De jongste weken zagen we inderdaad dat er een KB is verschenen dat voorziet in extra mogelijkheden op het vlak van selectie en aanwerving.

 

Mevrouw de minister, het federale actieplan omvat 145 maatregelen. Hoe hebt u die regelgeving in het afgelopen jaar reeds toegepast? Welke aanpassingen zullen ten goede komen van personen met een beperking na de uitvoering van het KB? Waarom denkt u dat de aanpassingen aan de selectietesten een effect kunnen hebben op de instroom, die we graag zouden verhogen? Hoe ver staan de FOD's met de opmaak van het actieplan? Wat zijn volgens u de nog steeds beperkende factoren waardoor personen met een beperking minder actief zijn in het openbare ambt?

 

04.02 Minister Petra De Sutter: Mevrouw Goethals, dank u voor de vraag, want het onderwerp ligt mij ook na aan het hart. Wij willen absoluut actie ondernemen, des te meer gelet op onze vaststelling dat de cijfers niet in de goede richting evolueren. Wij willen minstens acties versnellen en ons best doen op dat punt. Dat is voor ons echt een prioriteit.

 

De FOD BOSA is de HR-regelgeving op mijn vraag actief aan het moderniseren om ze inclusiever te maken, onder meer voor personen met een handicap. Zo wordt het re-integratietraject na ziekte of wegens een handicap hervormd en zijn bij de overheid binnenkort eindelijk deeltijdse statutaire stages mogelijk. Ik denk dat dat een goede stap vooruit is.

 

Voorts hebben wij een KB uitgevaardigd dat moet toelaten om contractuele aanwervingen voor te behouden aan personen met een handicap. Dat is een voorbeeld van positieve actie. Daardoor kunnen kandidaten rechtstreeks worden gecontacteerd en doorlopen ze de standaard­procedure. Het is belangrijk dat ze op dezelfde manier als de andere kandidaten op hun competenties worden getest. Ik denk dat daarover geen discussie bestaat.

 

Ondertussen bereiden we nog een ander KB voor het jaareinde voor, waarin we de definitie van personen met een handicap meer in lijn willen brengen met de VN-definitie, zodat bijvoorbeeld ook tijdelijke problemen kunnen worden meegenomen in het beleid, wat nu niet het geval is. We plannen ook nog meer maatregelen om de tewerkstelling van personen met een handicap te bevorderen.

 

Gelijke kansen staan centraal in mijn beleid. Elk van de nieuwe maatregelen moet extra tewerkstellingskansen voor de doelgroep met zich meebrengen. Ik zal ook om de doelgroep te bereiken en te informeren, investeren in gerichte rekruteringscommunicatie. U vindt die ambities ook terug in het federaal plan "Handicap" en in het charter "Diversiteit en inclusie". Daarnaast is er in de transversale doelstellingen in de strategische plannen van de FOD's en de POD's aandacht voor het thema.

 

Om echt bakens te verzetten, hebben collega Lalieux, bevoegd voor personen met een handicap, en ikzelf aan de departementen opgedragen om in december, dus binnenkort, met een actieplan naar buiten te komen dat tot meer aanwervingen van personen met een handicap moet leiden. Daardoor verhogen we echt wel de druk om daar iets aan te doen. Ik hoop echt - en ik mag hopelijk optimistisch zijn - dat we dan echt stappen vooruit zullen zetten. U zult mij bij tijd en stond wel aan dat optimisme herinneren.

 

U zult zich misschien herinneren dat we in 2021 hebben voorzien in financiering voor arbeidspost­aanpassingen. Tien organisaties hebben daar een beroep op gedaan en er werd iets meer dan 93.000 euro geïnvesteerd om de werkplek inclusiever te maken voor personen met een handicap.

 

De stap zetten naar werk blijft voor sommige personen met een handicap een sprong in het duister. Daarom werken we ook aan nieuwe aanwervingsvormen om de overgang makkelijker te maken. De voltijdse stage is vaak een drempel voor die groep. Die nemen we weg door deeltijdse stages mogelijk te maken. In het algemeen vind ik dat we stappen moeten blijven zetten op het vlak van toegankelijkheid als overheid. Dat moet beter en daar zullen we samen voor blijven ijveren.

 

04.03  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw antwoorden, die altijd heel volledig zijn. Ik ben blij dat deeltijdse stages mogelijk worden. Voltijdse stages kunnen inderdaad een groot obstakel vormen waar personen met een handicap mee worstelen; dat blijft altijd wat een vraagteken.

 

U belooft ook een actieve rekruterings­communicatie uit te werken. Hoe zult u die specifieke doelgroep bereiken? Een gerichte communicatie kan bij de betrokkenen immers stigmatiserend overkomen. U zult dus zeer goed moeten nadenken hoe u die doelgroepen kunt bereiken en wat u precies communiceert zonder hen te stigmatiseren.

 

Als ik in december niets meer hoor van het actieplan, zal ik u zeker herinneren aan uw optimisme.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

- Sigrid Goethals aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "Een federaal innovatief aankoopmodel" (55031085C)

- Sigrid Goethals aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "Een nieuw systeem van federale aankopen" (55031086C)

- Sigrid Goethals aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "Duurzaamheid bij federale aankopen" (55031087C)

05 Questions jointes de

- Sigrid Goethals à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "Un modèle d'achat fédéral innovant" (55031085C)

- Sigrid Goethals à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "Un nouveau système d'achats fédéraux" (55031086C)

- Sigrid Goethals à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "La durabilité lors des achats fédéraux" (55031087C)

 

05.01  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, voorafgaand aan de publicatie en bespreking van uw beleidsnota voor het komende jaar had ik graag nog enkele krachtlijnen uit de vorige beleidsnota met u besproken. Waar u tijdens de toelichting van de beleidsnota nog niet uitgebreid kon antwoorden op de hoe-vragen, hoop ik dat u vandaag wel (deels) een antwoord kan bieden over hoe de ambities over enkele relevante thema's precies bereikt werden.

 

Zo lazen we in deze beleidsnota dat het dienstencentrum Procurement een business case ging ontwikkelen om te zien hoe er kan worden gewerkt aan het vlot en efficiënt verwerven van innovatieve oplossingen in het kader van de overheidsopdrachten.

Een program manager moet in deze een strategisch federaal innovatief aankoopmodel uitdenken ter integratie van innovatie in overheidsopdrachten. In 2021 is daarover al het nodige overleg georganiseerd en in 2022 ligt de klemtoon op het zoeken naar eventuele samenwerkingsvormen.

 

Hierover het volgende:

Hoe ziet het strategisch federaal innovatief aankoopmodel eruit? Welke stappen zijn er gezet in het hervormen van het samenwerkingsmodel?

Hoe hebt u getracht om, naast het voorzien van de mogelijkheid, ook innovatie effectief te integreren in overheidsopdrachten?

Naar welke samenwerkingsvorm werd er het afgelopen jaar gezocht?

Is de program manager aangeworven? Kan u toelichten welke stappen deze reeds heeft gezet vlak van aanbestedingen, projectmanagement en stakeholderoverleg?

 

Mevrouw de minister, binnen een efficiënte overheid zijn efficiënte aanbestedingen belangrijk. In 2021 heeft het dienstencentrum Procurement het huidige hybride samenwerkingsmodel geëvalueerd aan de hand van een SWOT-analyse. Het KB van 22 december 2017 inzake de federaal gecentraliseerde overheidsopdrachten zal in functie van de resultaten van deze analyse worden vervangen door een beter systeem van federale aankopen.

 

Het huidige systeem zorgt immers voor te veel tijdverlies en levert niet de voorziene winst inzake schaalvergroting op. De vernieuwde aanpak voor deze gecentraliseerde overheidsopdrachten moet leiden tot eenvoudigere procedures, snellere gunningen en lagere administratieve lasten voor zowel overheid als de bedrijfswereld.

 

Mijn vragen zijn de volgende:

Hoe zal het beter systeem van federale aankopen er concreet uitzien? Wat zijn daarvoor de oplossingen om wel, buiten bij bepaalde aankoopsegmenten zoals kantoorbenodigdheden, relatieve besparingen te kunnen realiseren?

Welke concrete maatregelen hebt u genomen om tot eenvoudigere procedures, snellere gunningen en lagere administratieve lasten te komen voor zowel overheid als de bedrijfswereld?

Was het opportuun om een ombudsdienst voor federale aankopen op te zetten? Kan u dit toelichten.

 

Mevrouw de minister, aansluitend bij mijn vorige twee vragen omtrent de federale aankopen vind ik in uw beleidsnota ook terug dat u ook meer aandacht besteedt aan duurzaamheid. U wil de opname van clausules faciliteren die aanbieders stimuleren een milieubewust, duurzaam ethisch en sociaal verantwoord aanbod te doen. Er wordt in deze naar 100 % duurzame aankopen wordt gestreefd.

 

Er ging dit jaar een lijst komen met duurzame producten waaruit de federale diensten verplicht worden te kiezen. Bio, lokaal en maatwerkbedrijven (beschutte werkplaatsen) krijgen hierbij een stapje voor, net als Belgische KMO's en start ups. Een actieplan vervolgens moet het vertrouwen tussen de KMO's en de overheid vergroten.

 

Graag een antwoord op de volgende vragen:

Welke wijzigingen aan de wetten betreffende de overheidsopdrachten en de concessieovereenkomsten zijn reeds goedgekeurd of doorgevoerd?

Kan u een stand van zaken meegeven omtrent deze urgentielijst?

Hoe zal de duurzaamheid in de regelgeving van de overheidsopdrachten worden uitgewerkt, en hoe zal de aandacht voor de kmo's daarin een plaats krijgen?

 

05.02 Minister Petra De Sutter: Mevrouw Goethals, wij vinden het federale aankoopmodel ook belangrijk en daarom ondernemen wij actie op dat vlak. Ik zal beginnen met uw vraag over de hervorming van het model van gecentraliseerde federale aankopen, daarna zal ik iets over innovatie vertellen en tot slot zal ik de urgentielijst bespreken, waar u in uw derde vraag op doelt.

 

Om te komen tot een beter systeem van federale aankopen zal ik voor het jaareinde aan de ministerraad een hervorming voorleggen van het model van gecentraliseerde federale aankopen. De aanzet daartoe is al in 2017 gegeven en ik wil dat verder verfijnen met meer transparantie, flexibiliteit, creativiteit en proactiviteit. Concreet wil ik een cartografie om voor de meeste aankoopsegmenten op voorhand te bepalen of iets centraal moet worden aangekocht en welke organisatie als aankoopcentrale kan optreden. Wij zullen dat dus in kaart brengen. De transversale aankoopdomeinen zullen daarbij aan een enkele aankoopcentrale worden toevertrouwd, namelijk het dienstencentrum Procurement van de FOD BOSA. Ik denk dat deze evolutie voor een bijkomende centralisering zal zorgen. Vanuit deze versterkte aankoopcentrale kan ook meer uniformiteit groeien en meer snelheid worden gemaakt. Dat geeft economische schaalvoordelen, maar daarnaast worden ook andere doelstellingen gehaald waarbij de overheid het goede voorbeeld moet geven, zoals duurzame, ethisch verantwoorde en maatschappelijk verantwoorde aankopen.

 

Wij gaan ook verder met de digitalisering van de aankopen. De e-facturatie, die wij onlangs reglementair hebben geregeld, is zeker een stap in de goede richting en zullen wij vanuit BOSA ondersteunen. Daarnaast zullen wij ook de vernieuwde applicatie e-Procurement in 2023 lanceren. Dat is een gebruiksvriendelijke applicatie die duidelijk een verbetering zal zijn voor leveranciers en aanbestedende overheden. Binnen dat nieuwe aankoopmodel waarover ik het heb, zal ook met een dynamische meerjaren­planning worden gewerkt, wat meer proactiviteit toelaat voor zowel aankopers als leveranciers en ook een betere planning.

 

Vooralsnog – ik denk dat dat een van uw deelvragen zal zijn – werd niet voorzien om een ombudsdienst voor federale aankopen op te zetten. Wij hebben gevraagd aan de administratie om dat te bekijken, maar er is nog geen beslissing over gevallen. In elk geval waak ik echter over de klantgerichtheid van de federale aankopen in het federaal plan. Om bijvoorbeeld meer kmo's te stimuleren tot deelname aan overheidsopdrachten staan er verschillende acties in die door het middenveld goed worden onthaald. U weet dat kmo's het vaak moeilijker hebben dan grote bedrijven om hieraan mee te doen. Wij willen dat faciliteren.

 

Binnen onze economische activiteiten is het nogal duidelijk dat innovatie een steeds grotere en belangrijkere rol begint te spelen. De samenwerking tussen publieke en private actoren is hier van belang. Om dit binnen het wettelijk kader efficiënt te organiseren, heb ik de FOD BOSA gevraagd innovatie nog meer in de werking van het dienstencentrum Procurement te incorporeren. Wij hebben geld vrijgemaakt, in 2022, om een program manager Innovatie aan te werven, die dit innovatief aankoopbeleid moet uitwerken. Helaas hadden wij in de eerste aanwervingsprocedure geen laureaat. Er wordt nu een tweede procedure gelanceerd. Normaal zullen wij nu wel een laureaat hebben.

 

Ik hoop echt dat wij deze werf in 2023 zullen kunnen aanpakken. De wetgeving voorziet immers in diverse mogelijke samenwerkingsvormen, zoals pre-commercial procurement en public procurement of innovation, maar die twee systemen worden eigenlijk onderbenut. De program manager die wij aanwerven, moet organisaties warm maken om er meer gebruik van te maken. Daarnaast hebben wij ook het innovatielab Nido NL, en het platform Gov Buys Innovation.BE, waarmee wij verder blijven werken aan innovatieve oplossingen en het met elkaar in contact brengen van overheden.

 

In 2023 zal ik trouwens een innovatieaward uitreiken om deze samenwerking nog meer te intensifiëren. Zo'n award is natuurlijk wat hij is, maar hij geeft toch meer zichtbaarheid en onderstreept het belang dat wij aan innovatie hechten.

 

Wat de urgentielijst betreft, die zal ons helpen gericht te handelen op het vlak van duurzame aankopen. De urgentielijst brengt categorieën van producten en diensten in kaart waarvoor waakzaamheid geboden is en waar de impact op de duurzaamheid reëel is. Daardoor zullen wij de aankopers ook handvatten kunnen aanreiken om, naast de wetgevende regels op het vlak van sociaal-, arbeids-, en milieurecht, duurzame aankopen waar te maken. Ik denk aan lijsten van labels, punctueel advies, productfiches en de toepasselijke reglementering. Op de fiches zullen wij aankopers meegeven hoe de ambitie duurzaamheid kan worden verzoend met onze andere ambitie, de ambitie tot meer participatie van kmo's. De urgentielijst zal bijvoorbeeld aangeven in welke segmenten veel kmo's actief zijn en in de sensibilisering van de aankopers zullen wij concrete sjablonen en tips geven over hoe zij hun overheidsopdracht kmo-vriendelijker kunnen maken.

 

Mevrouw Goethals, ik moet toegeven dat het project enige vertraging heeft opgelopen. Bij een eerste overheidsopdracht hebben wij geen inschrijvingen gehad, maar wij zullen de opdracht opnieuw lanceren na een extra marktconsultatie.

 

05.03  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord, dat ik nog eens zal nalezen in het verslag. Het is immers heel veel. Ik snap dat ook, want ik had veel vragen gesteld. Alle respect daarvoor dus.

 

Ik had graag nog één punt meegegeven. Ik sta honderd procent achter het feit dat u kmo's wilt stimuleren om te kunnen meedingen naar die overheidsopdrachten. Uit het veld hebben wij al gehoord dat het vaak de zoektermen ter zake zijn die niet helemaal correct zijn in het Nederlands en in het Frans. Het lijkt gek, maar wanneer sommige Engelse termen worden ingevuld, vindt een Nederlandstalige of Franstalige kmo de overheids­opdracht niet terug waarop ze eventueel zou kunnen inschrijven.

 

Dat is heel belangrijk om mee te nemen. Het is een tip. Het zou te gek zijn dat goede kmo's en bedrijven daardoor overheidsopdrachten zouden mislopen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Sigrid Goethals aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "De knelpuntfuncties" (55031089C)

06 Question De Sigrid Goethals à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "Les fonctions en pénurie" (55031089C)

 

06.01  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, voor knelpuntfuncties en strategische functies zal er gewerkt worden met private partners om de extra kandidaten te vinden die kunnen of willen deelnemen aan de selectieprocedures. Er is ook een analyse afgerond om een aantal hefbomen te kunnen gebruiken om kandidaten te vinden voor die knelpuntfuncties. Zelfs voor topselecties zal u een experiment opzetten waarbij extra kanalen worden gebruikt om de geschikte kandidaten proactief te identificeren.

 

Met welke private partners denkt u te kunnen samenwerken? Op welke manier zullen zij misschien de extra kandidaten kunnen vinden?

 

Hoe zal de selectieprocedure voor de knelpuntfuncties er concreet uitzien? Het is mooi om plannen te hebben, maar ik verneem graag wat meer over de concrete uitwerking. Hoe zal er worden afgeweken van eventuele diploma­vereisten?

 

Welke hefbomen gebruikt u om extra kandidaten te vinden? Zijn daarvoor budgetten vrijgemaakt? Zo ja, welke budgetten?

 

Kan er eventueel gesproken worden over flexibele wedden voor knelpuntfuncties?

 

06.02 Minister Petra De Sutter: Deze vraag over de selectie van kandidaten voor knelpuntfuncties en strategische functies binnen de federale overheid is ook een belangrijke vraag.

 

Op 16 september 2022, nauwelijks een maand geleden, heeft de ministerraad een ontwerp van KB goedgekeurd dat voorziet in het betrekken van private partners voor het afnemen van assessments in het kader van selecties voor managementfuncties bij de federale overheids­diensten. We hebben het ontwerp net teruggekregen van de Raad van State. Voor de functies van voorzitter van directiecomité en sommige N-1-functies is het assessment verplicht als er meer dan vijf geslaagde kandidaten zijn. Voor de andere managementfuncties wordt het assessment georganiseerd na een verzoek van de betrokken minister of staatssecretaris.

 

Vorig jaar heb ik een regelgevend initiatief genomen om een afwijking van de diplomavoorwaarden bij de selectie van statutaire en contractuele personeelsleden te veralgemenen en te versoepelen. Er wordt nu jaarlijks een lijst van knelpuntberoepen opgesteld door de directeur-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van BOSA op basis van knelpuntberoeplijsten van de VDAB, Forem en Actiris. Elke federale overheidsdienst kan voor zijn knelpunt­functieselecties gebruikmaken van die lijst. Selecties voor knelpuntfuncties gebeuren vaak op eenzelfde dag, waarbij de kandidaat zowel de pc-testen als het interview aflegt. Dat geeft de federale overheidsdiensten de mogelijkheid om de instroom van kandidaten te vergroten.

 

Ik heb de FOD BOSA ook gevraagd om nieuwe types selectieprocedures uit te werken. Aan de ene kant zijn er de fastlaneprocedures, een doorlopende selectie voor kritische en hoogvolumefuncties, en aan de andere kant heb je een mengvorm van selectie en opleiding, waarbij ik bijvoorbeeld denk aan duaal leren.

 

Als hefboom voor het aanwerven van extra kandidaten zal ik binnenkort aan de regering een toelage van de federale overheid voorstellen voor artsen en tandartsen. Zoals u weet, zijn ook dat functies waarvoor er moeilijk kandidaten worden gevonden. Het ontwerp dat we willen voorleggen, bevat voorts ook een voorstel om de anciënniteit van zij-instromers beter te valoriseren, door toe te laten om kandidaten met ervaring aan te werven binnen een hogere weddeschaal dan de eerste. Dat betekent dus dat elders opgedane, nuttige ervaring in deze context gelijkgeschakeld wordt met ervaring opgedaan binnen de federale overheid. We denken dat we daardoor de overgang vanuit de privésector aantrekkelijker zullen maken.

 

Dat is niet alles. We bereiden nog een tweede pakket maatregelen voor knelpuntfuncties voor, dat nog in de onderzoeksfase zit en waaraan we in 2023 voortwerken. Uiteraard zullen we ook daar nog verder met u over praten.

 

06.03  Sigrid Goethals (N-VA): Dank u wel, mevrouw de minister. Ik heb geen verdere opmerkingen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De vragen nrs.  55031138C en 55031139C van mevrouw Vindevoghel zijn zonder voorwerp.

 

07 Vraag van Sigrid Goethals aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "De stappen richting een proactieve strategische personeelsplanning" (55031337C)

07 Question De Sigrid Goethals à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "Les étapes vers une planification stratégique proactive des ressources humaines" (55031337C)

 

07.01  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, in uw beleidsnota wou u de eerste stappen zetten naar een proactieve strategische personeels­planning. De evolutie van het takenpakket van de overheidsdiensten maakt deze strategische personeelsplanning noodzakelijk. Ze moet ook een antwoord bieden op de fundamentele vragen over de werking van onze overheidsinstellingen.

 

Het Rekenhof stelde vast dat deze personeelsplanning hoofdzakelijk benaderd wordt als een budgettair proces, waarbij de nadruk ligt op de jaarlijkse toetsing van de personeels­behoeften aan de personeelsbudgetten. Slechts een beperkt aantal FOD's werkt aan een personeelsplanning vanuit een systematische en methodische analyse van de strategische doeleinden van de organisatie in haar geheel op middellange of lange termijn.

 

Verder ging het onderzoek over hoe er een link kan worden gemaakt tussen de personeels­plannen en de behoefteplanning van het vastgoed met de Regie.

 

Welke eerste stappen werden er reeds gezet naar zo'n strategische personeelsplanning? Werd er rekening gehouden met de aanbevelingen van het Rekenhof en is daar al op ingespeeld?  Hoe hebt u de link gemaakt tussen de personeelsplannen en behoefteplannen voor vastgoed van de Regie, als er vandaag van een strategische personeels­planning in veel FOD's amper sprake is?

 

07.02 Minister Petra De Sutter: Mevrouw Goethals, met het initiatief inzake een proactievere personeelsplanning streven we naar een personeelsbestand dat klaar is om de uitdagingen van morgen aan te gaan. We herzien de reglementering rond personeelsplanning om een uniforme en duidelijke richting aan te geven op strategisch en operationeel gebied.

 

Zo onderzoeken we ook welke ondersteuning de organisaties op korte en lange termijn nodig hebben om toekomstgericht hun personeels­bezetting en competenties zo efficiënt mogelijk in te zetten en te ontwikkelen, rekening houdend met politieke prioriteiten die en cours de route ontstaan. Op deze manier wordt er ingespeeld op de aanbevelingen van het Rekenhof. Op het niveau van de administraties bekijkt een werkgroep momenteel hoe de strategische personeelsplanning het best ingevuld kan worden op het terrein. Zij brengen ook best practices in kaart.

 

Ik ben het er niet mee eens dat er op dit moment amper sprake is van strategische personeels­planning. Op het terrein houden heel wat organisaties rekening met strategische, en dus niet alleen budgettaire, elementen in hun personeelsplannen.

 

Via die werkgroep waarover ik net sprak streven wij naar een uniformer kader en willen wij de maturiteit van bepaalde organisaties op dat terrein opdrijven. U zei dat een aantal dat al doet en uiteraard willen wij dat ze het allemaal doen. Dit leeft wel al.

 

De werkgroep zal, overeenkomstig zijn taak, bekijken in welke mate de personeelsplannen en de behoefteplannen van bijvoorbeeld de Regie aan elkaar gekoppeld kunnen worden en hoe de cycli zoveel mogelijk op elkaar afgestemd kunnen worden.

 

07.03  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Het is erg, maar ik ben blij dat u het niet met mij eens bent. Ik hoop dat ik u mag geloven als u denkt dat al heel veel mensen daar wel mee bezig zijn. Ik hoop dus van harte dat dit correct is. Meer opmerkingen heb ik daar niet aan toe te voegen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Sigrid Goethals aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "De hervorming van het ziektepensioen" (55031494C)

08 Question De Sigrid Goethals à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "La réforme de la pension de maladie" (55031494C)

 

08.01  Sigrid Goethals (N-VA): Geachte mevrouw de minister, de hopeloos verouderde regeling van het ziektepensioen voor arbeidsongeschikte ambtenaren dient te worden geëvalueerd. Uw beleidsnota wijst erop dat deze regeling, in overleg met de sociale partners en de deelstaten, moet worden herbekeken. Zeker voor ambtenaren wiens pensioenleeftijd nog ver af is, is er een regeling nodig die aandacht heeft voor re-integratietrajecten. Vandaag bestaan die nog te weinig. Het is duidelijk dat we langdurig zieke ambtenaren niet zomaar mogen afschrijven. Bovendien is voor veel mensen ziektepensioen geen keuze, zo blijkt uit vele getuigenissen.

 

De minister van Pensioenen wist vorige maand in de commissie voor Sociale Zaken hierover alvast het volgende te zeggen

"Wij zullen tijdens deze legislatuur de pensioenregeling voor ambtenaren wegens lichamelijke ongeschiktheid evalueren. Er wordt ook gevraagd naar maatregelen om het ziektepensioen meer in lijn te brengen met de regeling inzake arbeidsongeschiktheid voor werknemers en de daarbij horende re-integratietrajecten.

Volgens het regeerakkoord is de werkwijze die hierbij moet worden gevolgd overleg met de sociale partners en de deelstaten. De sociale partners en de deelstaten werden bevraagd. Ik vroeg samen met de bevoegde ministers Vandenbroucke en De Sutter onder meer welke belemmeringen en opportuniteiten zij zien bij een eventuele reglementaire hervorming. Het is ook nodig om te weten welke initiatieven en maatregelen op hun niveau reeds van kracht zijn om te vermijden dat relatief jonge ambtenaren in de regeling van het ziektepensioen terechtkomen.

Ik heb al feedback ontvangen van de meeste partners en deelstaten. Ik wacht nu nog op het Vlaamse niveau. Zij hebben aanvullende statistische inlichtingen gevraagd. Ik verwacht hun antwoord in de loop van de komende maand. Ik heb Bart Somers gezien. Wanneer ik die feedback ontvang, kan ik met de ingewonnen kennis in gesprek treden met de regeringspartners."

 

Zoals afgelopen donderdag besproken in de plenaire vergadering worden er nog steeds te veel ambtenaren op jonge leeftijd 'veroordeeld' tot het ziektepensioen. Voor de leeftijd van 50 jaar waren er dat er 40 in 2019 en 24 in 2020. Voor de ambtenaren wiens pensioenleeftijd nog ver af is, is er een regeling nodig die aandacht heeft voor re-integratietrajecten en waarbij men kan rekenen op een ziekte-uitkering.

 

Graag had ik hierover nog enkele specifieke vragen;

Kan u mij een stand van zaken meegeven in dit dossier?

Welke belemmeringen en opportuniteiten zag u vanuit uw departement bij een mogelijke reglementaire hervorming?

Kan u een timing meegeven in de te nemen stappen met uw collega bevoegde ministers en het overleg met de deelstaten?

 

08.02 Minister Petra De Sutter: Mevrouw Goethals, u zult zich herinneren dat die vraag ook vorige week in de plenaire vergadering werd gesteld. U weet dat ik een koele minnaar ben van het systeem van het ziektepensioen. Dat is wellicht ooit met goede bedoelingen bedacht, maar het is compleet gedateerd. Zoals mijn collega Lalieux al heeft gezegd, voer ik samen met haar en met collega Vandenbroucke het regeerakkoord uit op dat punt en hervormen we dit systeem grondig.

 

In samenspraak met de administraties en op basis van de ontvangen feedback van de deelstaten hebben we een voorstel opgemaakt. Dit is immers een dossier dat niet alleen de federale ambtenaren aanbelangt, maar ook de ambtenaren van de deelstaten.

 

U zult begrijpen dat we wat nu al op tafel ligt eerst binnen de regering moeten bespreken, maar ik wil de krachtlijnen wel al met u delen. Ten eerste, we moeten focussen op re-integratie. Het definitieve afschrijven van mensen via het ziektepensioen moet absoluut verdwijnen. Ten tweede, we moeten vermijden dat mensen in de armoede worden geduwd door het systeem van het ziektepensioen, zeker als ze daar al op jonge leeftijd in terechtkomen. Ten derde, alle hervormingen die we zouden doorvoeren, moeten het werken aanmoedigen. Hiermee kan ook de doelstelling worden bereikt om de werkgelegenheidsgraad op te krikken.

 

We willen dit jaar onze voorstellen op de regeringstafel leggen en dan zullen we een dialoog moeten opstarten met de deelstaten en de sociale partners om tot een hervorming en een betere regeling te komen. U begrijpt dat dit geen eenvoudige oefening zal zijn. Dit is een moeilijk dossier, maar ik wil mijn schouders daar absoluut onder zetten. We mogen geen enkel talent onbenut laten in de arbeidsmarkt van vandaag en we moeten mensen valoriseren voor wat zij kunnen, ook al kampen ze met medische problemen.

 

08.03  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, u moet het plan eerst binnen de regering uitwerken, wat logisch is, maar heb ik goed begrepen dat u nog dit jaar met een plan zou komen? Wil dat zeggen tegen december?

 

08.04 Minister Petra De Sutter: (…)

 

08.05  Sigrid Goethals (N-VA): Regeringsjaar? Dan zal het eind volgend jaar zijn? Nog tijdens deze legislatuur?

 

08.06 Minister Petra De Sutter: (…)

 

08.07  Sigrid Goethals (N-VA): Dat was mij niet helemaal duidelijk. Ik denk dat er heel hard aan moet worden gewerkt. Dit is inderdaad een hopeloos verouderd systeem dat we echt niet langer kunnen blijven gebruiken. Ik hoop dat u daar heel snel werk van kunt maken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.04 uur.

La réunion publique de commission est levée à 15 h 04.