Commission
des Finances et du Budget |
Commissie voor Financiën en Begroting |
du Mercredi 19 octobre 2022 Après-midi ______ |
van Woensdag 19 oktober 2022 Namiddag ______ |
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 43 et présidée par Mme Marie-Christine Marghem.
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.43 uur en voorgezeten door mevrouw Marie-Christine Marghem.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
La présidente: Madame Reuter n'est pas présente pour poser sa question n° 55029675C.
- Marijke Dillen aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het scannen van containers in onze havens" (55029841C)
- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De drugsindustrie en de douane" (55030028C)
- Marijke Dillen à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le passage au scanneur de conteneurs dans nos ports" (55029841C)
- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'industrie de la drogue et la douane" (55030028C)
De voorzitster: Mevrouw Dillen is niet aanwezig.
01.01 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, in de eerste helft van 2022 is opnieuw een belangrijke drugsvangst gedaan in de haven van Antwerpen. Daarbij werden 35,8 ton cocaïne, 2,2 ton hasj en 1,3 ton heroïne in beslag genomen. Dat maakte u bekend op een persconferentie aan de grensinspectiepost op Linkeroever in Beveren.
De grote vangsten van dit jaar zijn slechts het topje van de ijsberg. Zo schat de douane dat slechts 10 tot 20 % van de drugs effectief wordt onderschept. Dat zou betekenen dat er in de eerste helft van 2022 tussen 179 en 358 ton cocaïne het land binnenkwam. Aan een gemiddelde van 50 euro per gram loopt dit op tot een hallucinante straatwaarde van 9 tot 18 miljard euro. Ik hoef u en de regering er niet meer van te overtuigen dat dit een miljardenbusiness is die gepaard gaat met ernstig straatgeweld en terreur.
Om de steeds gewelddadigere drugshandel aan te pakken, kondigde u in het Radio 1-programma De Ochtend aan 108 extra douaniers te zullen aanwerven en voor 70 miljoen euro bijkomend te zullen investeren in onder andere scanners. Het is de zoveelste keer dat u dezelfde aankondiging doet. Ik volg u op de voet en ook in augustus 2021 en februari 2022 werden diezelfde 108 extra douaniers en 70 miljoen euro investeringen beloofd. Dat verdient dus een aantal vragen.
In antwoord op mijn vraag van 2 maart 2022 stelde u dat het aantal douaniers in de Antwerpse haven, dus in Antwerpen en Beveren, is gedaald van 758 in 2020 naar 734 op 1 januari 2022 en in de haven van Zeebrugge van 111 in 2020 naar 107 op 1 januari 2022.
Het aantal douaniers is dus niet gestegen, zoals u vaak aankondigt in de media, maar daarentegen gedaald. Hoeveel vacatures staan er momenteel open? Hoe verloopt de invulling van die vacatures?
U kondigde ook herhaaldelijk 70 miljoen euro investeringen aan, waarvan 20 miljoen euro in 2022. Dat geld zou dienen voor de aankoop van vijf nieuwe mobiele scanpoorten, een upgrade van de bestaande systemen, extra personeel en speurhonden. De douane-infrastructuur laat het evenwel vaak afweten door technische problemen en het aangehaalde personeelstekort. Daarover heb ik u eerder al ondervraagd. De aanwervingen en investeringen zullen dus niet volstaan om de drugshandel, die gepaard gaat met geweld en miljarden zwartgeld, aan te pakken. In welke extra middelen voorziet u voor de beveiliging van de Vlaamse havens en het scannen van alle containers?
Uit een eerder antwoord op een mondelinge vraag bleek dat amper 2,38 % van de containers bij de invoer wordt gecontroleerd, of 1 container op 42. Wat is het huidige cijfer?
01.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, tijdens deze legislatuur werden al verschillende beslissingen en maatregelen genomen om de strijd tegen drugssmokkel op de meest efficiënte wijze aan te pakken. Het hogere aantal vaststellingen van de voorbije jaren bewijst dat de douane sterke resultaten boekt. Daarbij worden op verschillende gebieden inspanningen geleverd, zoals de verdere uitbouw van een multi-agency approach, de versterkte internationale douanesamenwerking met Latijns-Amerikaanse landen en de uitbreiding van onze wettelijke bevoegdheden met betrekking tot de containerterminals.
We investeren ook grote bedragen in extra materieel. Momenteel loopt een aanbesteding voor de aankoop van extra scanners, waardoor de douane vanaf 2023 over meer middelen zal beschikken om de controles op de containerterminals te optimaliseren. Er is 70 miljoen euro uitgetrokken voor de aankoop van nieuwe mobiele drive-through scanners, backscatters en voor de modernisering van de bestaande vaste scanners.
Momenteel werken er 706 douaniers in de haven van Antwerpen. In uitvoering van het personeelsplan 2021 zijn er nog 35 openstaande vacatures in Antwerpen en Beveren, waarvan er 17 vermoedelijk nog dit jaar zullen worden ingevuld. De overige vacatures zullen worden ingevuld via de openstaande selecties.
Wat verdere personeelsmiddelen betreft, is de douane ook gestart met de selectieprocedure om 108 nieuwe douanebeambten voor de directie Antwerpen in dienst te nemen, waarmee de teams voor drugs, selectie en scanplanning zullen kunnen worden versterkt. In de haven van Zeebrugge zijn er momenteel 105 douaniers werkzaam. Alle in het personeelsplan voorziene vacatures zijn daar ingevuld.
Wat de vraag over het aantal gescande containers betreft, wil ik er eerst en vooral op wijzen dat de selectie van de te controleren containers gebaseerd is op een zeer grondige risicoanalyse. De huidige risicoanalyse bestaat uit een mix van datamining, opgestelde risicoprofielen en verkregen externe informatie allerhande. Alle in- en uitgevoerde containers worden onderworpen aan die risicoanalyse. De screening gebeurt dus momenteel al aan 100 % voor de containers die binnenkomen. Wat het aantal scans betreft, kan ik meegeven dat er in de eerste helft van dit jaar 26.370 containers werden gescand.
01.03 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik zal de cijfergegevens zeker en vast nalezen in het verslag. U weet echter dat België op dit eigenste moment geteisterd wordt door ongekend drugsgeweld. De bezorgdheid over dat narcoterrorisme groeit ook in België. In bepaalde wijken maken mensen meerdere aanslagen per week mee. Zelfs mijn eigen thuisstad Kortrijk was enkele dagen in de ban van dat zogenaamde narcoterrorisme.
Die 108 aanwervingen en 70 miljoen euro investeringen worden door u te pas en te onpas heraangekondigd als nieuwe maatregelen, maar dat zijn zij niet. Vandaag lijkt het personeelstekort, als wij de cijfers in detail bekijken, groter dan ooit en worden noodgedwongen ook douanekantoren gesloten. Daarover heb ik u al eerder ondervraagd. Het aantal douaniers is de voorbije jaren dus helemaal niet gestegen, maar zelfs gedaald. De douane-infrastructuur laat het ook vaak afweten door de technische problemen en het personeelstekort. De beloofde aanwervingen en investeringen zullen dus niet volstaan om de gewelddadige miljardenbusiness die de drugshandel in dit land ondertussen is kunnen worden met tak en wortel uit te roeien. Vlaanderen en meer in het bijzonder de Vlaamse havens vormen de toegangspoort tot Europa.
Het spreekt voor zich dat de douane een grotere rol speelt in het onderscheppen van drugs en dat daarin moet worden geïnvesteerd. Het mag echter niet bij aankondigingen blijven, dat moet ook daadwerkelijk gebeuren. Tot vandaag moeten wij jammer genoeg vaststellen dat er te weinig mensen, middelen en bevoegdheden zijn voor de douane. Het Vlaams Belang zal de vinger op die wonde blijven leggen.
L'incident est clos.
02 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De nederlaag van de fiscus die de staatskas zeker 100 miljoen zal kosten" (55029853C)
02 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'échec judiciaire du fisc qui coûtera plus de 100 millions d'euros au Trésor public" (55029853C)
02.01 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, de Bijzondere Belastinginspectie heeft een nederlaag geleden die de Belgische staatskas al zeker meer dan 100 miljoen euro zal kosten. Na een jarenlange procedure tegen een Finse energiegroep gaat de BBI niet meer in beroep tegen een recent vonnis. Dat schrijft De Tijd.
De BBI beweerde dat de Finse groep in 2008 een papieren constructie opzette met een Belgische vennootschap om te genieten van de notionele intrestaftrek, die nu trouwens door de regering wordt afgeschaft. De rechtbank geeft de groep nu gelijk en zegt dat er wel een economisch en financieel verantwoorde reden was om zo'n juridische structuur op te zetten. Dat de groep ervoor koos een financieringsvennootschap in België op te richten, vindt de rechtbank evenmin abnormaal, omdat dit land het fiscaal aantrekkelijke regime van de notionele intrestaftrek actief promootte.
Door de vernietiging van de belastingaanslagen voor de jaren 2010 tot 2013 moet de Belgische Staat al zeker 77,6 miljoen euro aan ten onrechte betaalde of ingehouden geldsommen terugbetalen. Dat bedrag wordt vermeerderd met 26,6 miljoen euro aan moratoriumintresten. De rekening kan nog oplopen, want een eerste zaak over het aanslagjaar 2009 wacht nog op een arrest van het Hof van Cassatie. Als de BBI ook die zaak definitief verliest, kost dat nog eens 35 miljoen euro aan terug te betalen belastingen en 18 miljoen euro aan moratoriumintresten.
In de pers lazen we ook het volgende citaat: "Vonnis na vonnis en arrest na arrest werd bevestigd dat de groep rechtmatig en marktconform handelde". Philippe Renier, de advocaat van de Finse energiegroep, zei ook nog: "De financieringsvennootschap diende uitsluitend economische en financiële behoeften. Ze moest de overname van een energiecentrale financieren. Van fiscaal misbruik was nooit sprake. Dat was zonneklaar. We zijn blij dat we deze zaak na meer dan tien jaar kunnen afsluiten. Het radicale standpunt van de BBI heeft het niet gehaald".
Mijnheer de minister, hoe reageert u op dat soort vonnissen en de kosten voor de belastingbetaler? Welke conclusies trekt u uit deze zaak in uw strijd tegen de fiscale fraude?
Ik heb ook nog een bijkomende vraag, in het licht van de actualiteit. Is de recente regeringsbeslissing rond de notionele intrestaftrek in het begrotingsakkoord ingegeven of op enige manier beïnvloed door deze zaak?
02.02 Minister Vincent Van Peteghem: Neen.
Wat uw andere vragen betreft, verhindert het beroepsgeheim uiteraard een precieze duiding over de fiscale situatie en procedure met betrekking tot een individuele belastingplichtige. Mijn administratie past de circulaire van 3 april 2008 toe. Die circulaire en de daaruit volgende controleacties hadden tot doel om de stabiliteit en de duurzaamheid van de aftrek van risicokapitaal te waarborgen.
De circulaire beoogt letterlijk te vermijden dat men aan agressieve planning doet via constructies die erop gericht zijn de aftrekmogelijkheden louter kunstmatig op te schroeven waardoor het regime als een schadelijke preferentiële belastingmaatregel beschouwd zou kunnen worden. Het spreekt voor zich dat fiscaal misbruik allerlei vormen kan aannemen en dat de strijd daartegen onverminderd zal voortgezet worden.
02.03 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, uw duidelijke standpunt is in strijd met de promotie die dit land heeft gevoerd om de notionele intrestaftrek te gebruiken om dit land positief voor te stellen voor investeerders.
Wij vinden dat er mogelijk toch lessen kunnen getrokken worden uit dergelijke vonnissen. De kost voor de belastingbetaler is aanzienlijk. Daar mogen wel wat conclusies aan verbonden worden. Ik stel vast dat u dat niet doet. Daar kan ik enkel akte van nemen, maar ik denk dat dit soort van acties noch positief zijn voor de belastingbetaler, noch voor de fiscus an sich of voor het imago van dit land.
L'incident est clos.
03 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De verhoging van de maximumwaarde van maaltijdcheques" (55029907C)
03 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'augmentation de la valeur maximale des chèques-repas" (55029907C)
03.01 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, in uw zogenaamde blauwdruk voor de brede fiscale hervorming wilt u alle soorten cheques zien verdwijnen, behalve de maaltijdcheques. U wilt als minister de eco-, sport-, en cultuurcheques op dezelfde manier behandelen als loon, maar u maakt een uitzondering voor maaltijdcheques omdat die voor vele gezinnen elke maand een financieel houvast vormen. Dat konden wij lezen in uw blauwdruk. Die hebben wij ondertussen uiteraard aandachtig doorgenomen.
Maaltijdcheques zijn samen met pensioensparen het meest toegekende extra loonvoordeel in de privésector. Vandaag krijgt bijna de helft van alle kmo-werknemers maaltijdcheques aangeboden. Enkele jaren geleden, in 2018, ging het nog over een derde of iets meer. Vooral bij bedienden zijn maaltijdcheques goed ingeburgerd. Dit jaar vindt ruim 60 % van de bedienden maaltijdcheques in hun loonpakket. In 2018 ging het slechts om de helft. Dat blijkt ook uit cijfers van de HR-dienstengroep Liantis.
Door de blijvend stijgende voedselprijzen kunnen de maaltijdcheques de supermarktuitgaven echter steeds minder dekken. Vandaar een aantal vragen, mijnheer de minister.
Ziet u maaltijdcheques als een middel om de koopkracht te versterken? Het maximumbedrag is 8 euro per cheque. Tenzij ik mij vergis, werd dit bedrag sinds 2016 niet meer aangepast. Steunt u als minister het pleidooi om de waarde van de maaltijdcheques aan te passen aan de inflatie?
Werkgevers zijn niet verplicht het maximumbedrag van de maaltijdcheques te hanteren. Twee op drie wil echter graag het bedrag verhogen om in te spelen op de huidige prijsstijgingen. Vindt u als minister dat die werkgevers de mogelijkheid moeten krijgen om het bedrag op te trekken?
Tot slot, moet het bedrag van de maaltijdcheques voor u en voor de regering worden opgetrokken? Zo ja, tot welk bedrag?
03.02 Minister Vincent Van Peteghem: Maaltijdcheques zijn een veelgebruikte manier om werknemers fiscaal voordelig een loonvoordeel toe te kennen. Zoals geschreven staat in mijn blauwdruk voor de brede fiscale hervorming, wens ik het gebruik van cheques als vorm van beloning niet langer fiscaal te stimuleren, met uitzondering van maaltijdcheques, omdat die door het wijdverspreide gebruik voor heel veel gezinnen een zeker financieel houvast vormen.
Om onder de fiscale vrijstelling te vallen, bedraagt de maximale toekenning 8 euro per maaltijdcheque, met inbegrip van de bijdrage door de werkgever. Werkgevers kunnen er bijgevolg ook voor kiezen een hoger bedrag via maaltijdcheques toe te kennen, maar dan vallen die niet meer onder de sociale en culturele vrijstellingen.
Voorlopig wordt er ook niet gedacht aan een indexering van dat maximumbedrag.
03.03 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, wat u zegt, is in tegenspraak met uw blauwdruk. U stelt daarin immers heel terecht dat de maaltijdcheques voor heel wat mensen een financiële houvast zijn. U bent er ondertussen ook van overtuigd dat een groot deel van de bevolking een koopkrachtprobleem heeft. Dat is dan ook een uitgelezen manier, die zelfs in overeenstemming is met uw blauwdruk, om de koopkracht van onze mensen te verhogen.
Wij begrijpen als Vlaams Belang dan ook niet dat u die optie, die relatief makkelijk te nemen is door het maximumbedrag eenvoudigweg op te trekken, niet openstelt. Het is immers absoluut geen verplichting voor werkgevers om een hogere maaltijdcheque uit te keren. Het biedt hen alleen de mogelijkheid om zo in te spelen op de huidige prijsstijgingen.
Wij betreuren dan ook enorm dat die eenvoudige maatregel niet door de regering wordt aangegrepen om de koopkracht van onze mensen te versterken. We zullen er zeker nog op terugkomen.
L'incident est clos.
04 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De hervorming van de taxshelter" (55029916C)
04 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La réforme du tax shelter" (55029916C)
04.01 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, taxshelterinvesteerders kregen vorig jaar, vaker dan anders, niet de verhoopte fiscale attesten van de fiscus, omdat de producties waarin ze investeerden, uiteindelijk niet aan de voorwaarden voldeden. Het grotere aantal probleemgevallen schaadt het vertrouwen in het taxsheltersysteem en toont aan dat het systeem opnieuw aan een hervorming toe is. Zo berichtte De Tijd.
De taxsheltercel van de belastingadministratie krijgt veel kritiek, omdat die vrij strenge posities inneemt en zich steeds meer bevoegdheden toe-eigent. Volgens gespecialiseerde advocaten creëert de houding van de cel rechtsonzekerheid en leidt ze tot veel geschillen. Bent u als minister van Financiën bekend met de kritiek? Hoe reageert u daarop?
Geschillen inzake de taxshelterregeling kunnen jaren aanslepen als het tot een rechtszaak komt. Kunt u zich vinden in het voorstel om een administratief rechtscollege ad hoc op te richten dat op heel korte termijn kan beslissen?
Experts plaatsen ook vraagtekens bij de lange termijn van vier jaar, voordat een investeerder zeker weet of de fiscale attesten worden aanvaard. Moet die termijn volgens u worden ingekort?
Er zitten heel wat imperfecties in het systeem van de taxshelter en investeerders trekken vaak aan het kortste eind, als er sprake is van misbruik of fraude. Een wetswijziging zou meer zekerheden kunnen inbouwen, zodat veel minder discussies ontstaan. Bent u bereid om het systeem van de taxshelter te hervormen?
04.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, de geschillen die u aanhaalt, betreffen voornamelijk één specifiek dossier, waarop ik inhoudelijk niet kan ingaan.
Wel kan ik meedelen dat in bepaalde gevallen misbruik is gemaakt van het taxshelterstelsel doordat de opgehaalde fondsen niet werden aangewend voor de beoogde doelstellingen. Ook bleek dat er op het terrein over sommige bepalingen interpretatieverschillen bestonden tussen de betrokken actoren.
Om dat te verhelpen, werd met de wet van 5 juli 2022 houdende diverse fiscale bepalingen een aantal wijzigingen aan het taxshelterstelsel aangebracht. Mijn administratie onderzoekt eveneens de mogelijkheid tot de oprichting van een administratief rechtscollege ad hoc. Ik kan echter nu al opmerken dat door de complexe specificiteit van het taxshelterstelsel een controle vaak heel technisch is en een verspreide controle of bezwaarprocedure mogelijk kan leiden tot verschillende interpretaties, wat de rechtszekerheid niet ten goede komt. Net daarom werd een gespecialiseerde controledienst opgericht voor de behandeling van taxshelterdossiers.
De termijn van vier jaar is een uiterste datum waarop het taxshelterattest uitgereikt moet zijn om de fiscale vrijstelling te kunnen genieten. Het is bedoeld als een vaste wachtperiode. In het verleden werd vaak onnodig lang gewacht met de indiening van het aanvraagdossier ter verkrijging van de taxshelterattesten. Dat had uiteraard tot gevolg dat investeerders vaak moesten wachten, voor ze zekerheid kregen over hun fiscale positie. Om dat te verhelpen, kregen de productievennootschappen onlangs de verplichting opgelegd om binnen de negen maanden na de voltooiing van het in aanmerking komende werk het taxshelterattest aan te vragen. Op die manier trachten we de periode van onzekerheid voor investeerders zoveel mogelijk te beperken, zonder producties die een langere periode in beslag nemen, van het stelsel uit te sluiten.
Ik kan u nog meegeven dat mijn administratie constant in contact staat met de verschillende actoren. Daardoor wordt de toepassing van het taxshelterstelsel van nabij gevolgd en kan er tijdig bijgestuurd worden, waar nodig. Een bijkomende complexiteit betreft hier uiteraard dat we ons met het taxshelterstelsel volop op het pad van de zogenaamde usurperende bevoegdheden bevinden.
04.03 Wouter Vermeersch (VB): Laat ik heel duidelijk stellen dat fraude en misbruiken met de taxshelter natuurlijk moeten worden aangepakt. Daar kan geen discussie over zijn. Het Vlaams Belang vindt echter dat er niet mag worden veralgemeend.
We kunnen niet ontkennen dat er heel wat imperfecties en discussiepunten in het huidige systeem zitten. Er zijn ook heel wat opportuniteiten om verbeteringen door te voeren. Als Vlaams Belang zijn wij ervan overtuigd dat een nieuwe hervorming zich opdringt. Mijnheer de minister, ik hoor u dat niet in uw antwoord bevestigen. Dat betreur ik. Dat is symptomatisch voor het feit dat de regering er maar niet in slaagt grondige hervormingen door te voeren, zelfs niet wanneer iedereen het erover eens dat verbeteringen op bepaalde vlakken mogelijk zijn, waarmee ik mij aansluit bij de vaststelling van sommige politici, onder meer van cd&v. Ik herinner u aan de uitspraken van minister Koen Geens dat het in dit land en zeker in het federale Parlement, bijna niet meer mogelijk is om nog ernstige hervormingen door te voeren.
Het incident is gesloten.
05 Question de Albert Vicaire à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'amortissement des investissements économiseurs d'énergie réalisés par les entreprises" (55029958C)
05 Vraag van Albert Vicaire aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De afschrijving van de investeringen die ondernemingen gedaan hebben om energie te besparen" (55029958C)
05.01 Albert Vicaire (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, les trois questions que je vais vous poser aujourd'hui sont le fruit d'une lecture attentive du rapport que le gouvernement a commandé auprès de sept économistes et dont vous avez reçu copie le 1er juillet.
Comme vous le savez, mes questions sont habituellement constructives. Je vais donc soulever des points qui sont passés sous les radars médiatiques. Ma première question porte sur les investissements dans les économies d'énergie.
En cette période de crise énergétique, de nombreuses entreprises réalisent des travaux en vue de faire des économies d'énergie ou aimeraient faire ce type d’investissement. Actuellement, nous assistons à l'impact du déséquilibre de la balance commerciale sur nos achats en énergie. Je pense, par exemple, à l'euro qui dévalue par rapport au dollar, avec pour conséquence une augmentation des prix pétroliers.
Afin d'aider les entreprises dans leurs démarches d'économies d'énergie, le rapport propose d'amortir ces investissements en une seule année, alors que - pour le moment - ils peuvent l'être sur plusieurs. Le coût pour l'État en serait très limité, se bornant à un crédit de caisse – et encore, seulement pour une partie du montant: puisque, si c'était pour trois ans, il s'agirait alors des deux tiers de la somme.
Monsieur le ministre, ne pourriez-vous pas aider les entreprises à amortir en un an leurs investissements économiseurs d'énergie? Si ce n'est pas le cas, un amortissement fiscal pourrait-il au moins être autorisé?
Idéalement, je rêve que l'investissement soit de l'ordre de 110 ou 120 %, mais je connais l'état des finances publiques.
05.02 Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Vicaire, je ne suis pas certain que les entreprises soient particulièrement demandeuses d'une telle mesure, d'autant qu'il existe déjà une déduction pour investissement en immobilisation qui tend à une utilisation plus rationnelle de l'énergie (art. 69 § 1er alinéa 1er du CIR 1992) et que le taux applicable à toute déduction pour investissement est encore relevé à 25 % pour les immobilisations acquises ou constituées entre le 12 mars 2020 et le 31 décembre 2022.
Cette nouvelle mesure ne ferait donc qu'accroître l'avoir fiscal des entreprises; et seules les entreprises les plus profitables, qui sont également celles qui ont le moins besoin d'incitants fiscaux, bénéficieraient à court terme de l'impact sur leurs liquidités.
La mesure proposée ne serait donc ni incitative, ni efficiente, ni efficace par rapport à l'objectif poursuivi.
05.03 Albert Vicaire (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, j'entends votre réponse. Mais sept économistes, de tous les partis de la Vivaldi, se sont mis d'accord et ont estimé qu'au contraire, cette mesure pouvait être intéressante. Il s'agit d'un coût limité pour l'État. Effectivement, vous l'avez dit, ces investissements sont déjà déductibles. Quelque part, ce que vous dites, c'est que c'est juste un report dans le temps. Le coût pour l'État belge est un crédit de caisse.
Franchement, je pense qu'accélérer les investissements dans le domaine des économies d'énergie sera extrêmement profitable pour notre balance commerciale et pour les entreprises.
L'incident est clos.
- Albert Vicaire aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De indexering van de belastingschalen" (55029961C)
- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De indexering van de belastingschalen" (55030633C)
- Albert Vicaire à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'indexation des barèmes d’imposition" (55029961C)
- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'indexation des barèmes fiscaux" (55030633C)
06.01 Albert Vicaire (Ecolo-Groen): Au
vu de l’inflation galopante que nous connaissons actuellement, l’indexation des
barèmes servant à calculer le précompte professionnel ou l’impôt sur les
revenus apparaît assez urgente.
Le rapport des économistes "Expert
committee on purchasing power and competitiveness" dont vous avez reçu un
premier draft en juin préconise d’augmenter les revenus du travail par une
adaptation des barèmes fiscaux.
Ma question est donc simple :
Pouvez-vous avancer à octobre 2022 la publication de l’arrêté royal visant à indexer les barèmes d'imposition? Au rythme actuel de l’inflation, je crains en effet qu’une indexation en janvier 2023 ne soit trop tardive.
06.02 Wouter Vermeersch (VB): Ik verwijs naar mijn vraag zoals die schriftelijk werd ingediend. De vraag is ook al in de plenaire gesteld.
Door de aanhoudend hoge inflatie
– de mate waarin de consumptieprijzen stijgen – zal de spilindex dit
jaar nog twee keer overschreden worden, in oktober en december. Dat voorspelt
het Planbureau. Als de prognose uitkomt, zal de spilindex dit jaar in totaal
vijf keer overschreden zijn. Eerder dit jaar gebeurde dat al in februari, april
en juli. Ook in december 2021 werd de spilindex al overschreden. Het Planbureau
verwacht bovendien dat er in 2023 nog twee overschrijdingen volgen. Dat
zou het geval zijn in februari en juli. Bij een overschrijding van de spilindex
worden de sociale uitkeringen een maand later met 2 procent verhoogd. De
wedden van de ambtenaren volgen nog een maand later.
Wie een hoger loon ontvangt, komt
mogelijk in een hogere belastingschijf terecht, wat gepaard gaat met hogere voorheffingen.
Een deel van het loonvoordeel wordt zo, al dan niet tijdelijk, wegbelast. De
oplossing voor dit fiscaal probleem is om de belastingschalen, net zoals de
lonen, ook tussentijds te indexeren of te verhogen. Zo wordt vermeden dat
belastingbetalers in een hogere belastingschaal terechtkomen, en in één keer
meer belastingen moeten betalen.
Is regering bereid de belastingschalen
tussentijds te verhogen? Heeft de minister van Financiën dit voorstel op de
regeringstafel gelegd?
06.03 Minister Vincent Van Peteghem: Het klopt dat die vragen ook al in de plenaire vergadering werden gesteld. Ik kan dan ook niet anders dan verwijzen naar het antwoord dat ik op 29 september 2022 heb gegeven.
06.04 Albert Vicaire (Ecolo-Groen): Effectivement, monsieur le ministre.
06.05 Wouter Vermeersch (VB): Dat is iets te eenvoudig, mevrouw de voorzitster. Het antwoord blijft dus blijkbaar hetzelfde.
We kunnen dus alleen maar vaststellen dat aan die indexering, die een slinkse belastingverhoging is, niet geremedieerd wordt. De regering is niet bereid om dat te doen. Ik schuw de dure woorden hierover, want we hebben dat ten overvloede besproken in de plenaire vergadering.
Ik kan alleen maar zeggen dat het Vlaams Belang betreurt dat die indexering niet wordt toegepast. Het is trouwens een maatregel die niet alleen wij voorstellen maar ook de expertengroep Koopkracht, de eigen expertengroep van de regering, maar dat advies werd helemaal in de wind geslagen. Dat betreuren wij.
Het incident is gesloten.
07 Question de Albert Vicaire à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Les statistiques concernant le revenu des ménages" (55029963C)
07 Vraag van Albert Vicaire aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De cijfers met betrekking tot de gezinsinkomens" (55029963C)
07.01 Albert Vicaire (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le ministre, je reviens sur ce rapport des experts. Ces derniers nous disent qu'il est effectivement très difficile d'évaluer l'impact des mesures telles qu'elles sont choisies et difficile aussi d'évaluer le revenu des ménages. Comme vous le savez en effet, dans la déclaration fiscale, on peut être soit isolé, soit en ménage, mais deux personnes isolées peuvent, fiscalement, habiter la même maison. Pour des raisons qu'on qualifiera de 'raisons RGPD', on nous assure qu'il n'est pas possible de savoir qui est en ménage ou n'est pas en ménage. Je pense que la possibilité existe de calculer le nombre de ménages et donc l'impact d'une mesure. Il serait beaucoup plus efficace pour l'État de savoir qui est en ménage sans pour autant briser le respect de la liberté individuelle. Les experts vous demandent de faire des efforts pour parvenir à déterminer le nombre de ménages qui gagnent par exemple autant. C'est une mesure qui était déjà demandée pendant la crise du covid.
Ma question est donc la suivante: combien de ménages ont-ils un revenu imposable situé entre 20 000 et 30 000 euros? Je vous remercie.
07.02 Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Vicaire, compte tenu de la nature spécifique de la question que vous posez, il me semble approprié de vous fournir une réponse par écrit plutôt que de vous donner ici lecture de ces deux tableaux.
07.03 Albert Vicaire (Ecolo-Groen): Je crois que ces informations devraient être disponibles de façon dynamique pour que nos économistes puissent faire des statistiques qui tiennent la route.
L'incident est clos.
08 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het naar het buitenland drijven van consumenten door de Belgische taksen" (55030007C)
08 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'exode des consommateurs vers l'étranger en raison des taxes belges" (55030007C)
08.01 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik woon in de grensregio, op ongeveer tien minuten rijden van de Franse grens. Ik kan daar alleen maar vaststellen dat de stijgende prijzen onmiskenbaar een invloed hebben op ons aankoopgedrag. Om te besparen op dagdagelijkse aankopen trekken consumenten alsmaar meer naar het buitenland. Dat is zeker het geval voor dranken die in het buitenland veelal goedkoper zijn.
Terwijl in 2019 nog ruim 1 op 10 consumenten aangaf soms voorraadinkopen in het buitenland te doen, is dat aantal nu verviervoudigd. Bijna 4 op 10 consumenten kopen dranken over de grens. Dat stelt de VIWF (Vereniging van de Industrieën van Waters en Frisdranken), de sectorvereniging van de water- en frisdrankindustrie. Dit land heft immers, boven op de hoge btw en accijnzen, nog een verpakkingsheffing en de 'suikertaks' die sinds 2015 werd ingevoerd. Bijna 1 op 9 consumenten winkelt zelfs minstens elke maand in het buitenland, zo blijkt uit een bevraging bij 1.000 inwoners.
Vooral Frankrijk en Nederland lokken consumenten met lagere prijzen voor overwegend mineraalwater, frisdrank en wijn volgens Het Laatste Nieuws. De krant maakte een prijsvergelijking tussen de Colruyt-winkel in Kortrijk en de Auchan-vestiging 16 kilometer verderop in het Franse Roncq, op 3 kilometer van de grens. Daaruit blijkt een prijsverschil van 20 tot 36 %, afhankelijk van het product en de gekozen verpakking. In het begrotingsakkoord worden de verpakkingsheffingen zelfs nog verder opgevoerd. De regering zal het probleem de komende maanden dus niet verminderen, maar nog verergeren.
Consumptieaankopen in het buitenland zijn niet langer een randfenomeen. Hoe reageert u op die nieuwe cijfers van de sectorvereniging?
De buitenlandse aankopen zijn een belangrijke aderlating voor de binnenlandse drankenindustrie en de staatskas. Uit cijfers van onderzoeksbureau GfK blijkt dat onze bedrijven in de afgelopen vijf jaar door grensaankopen bijna 75 miljoen euro per jaar mislopen.
Aangezien de Belgische verbruiksbelasting ongeveer 45 % bedraagt van de winkelprijs, is dat voor de overheid ongeveer 34 miljoen per jaar. Hebt u zicht op de concrete impact van de buitenlandse aankopen op de belastinginkomsten en de staatkas? Graag krijg ik een grondige toelichting en cijfermatige onderbouwing.
De sectorvereniging pleit ervoor om de
suikertaks af te schaffen en de accijnzen te verlagen. Bent u bereid om
de suikertaks af te schaffen, dan wel de accijnzen te verlagen?
08.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, ik ben mij uiteraard bewust van het fenomeen van de grensaankopen. Bij beleidskeuzes wordt rekening gehouden met het feit dat er voor sommige producten prijsverschillen zijn in de buurlanden. Daar zijn in het verleden al discussies over geweest in deze commissie en er zullen er in de toekomst nog volgen. Mijn administratie heeft geen zicht op de exacte impact van buitenlandse aankopen op de belastinginkomsten. Dat is moeilijk te achterhalen.
Er bestaat geen specifieke suikertaks in België. Wel zijn er nationale accijnzen op frisdranken. Wijzigingen aan die accijnstarieven liggen momenteel niet op tafel.
08.03 Wouter Vermeersch (VB): Het gaat natuurlijk om die zogenaamde suikertaks. Die gaat zijn doel voorbij en zorgt niet voor een gezondere consumptie. Deze taks wordt geheven op alle dranken die suiker of zoetstoffen bevatten, dus ook op lightvarianten, thees of koffies die suiker bevatten en ook waters met een smaakje die zelfs geen suikers of zoetstoffen bevatten. Het moedigt de consumenten dus niet aan om hun suikerinname te beperken en voor caloriearme alternatieven te kiezen. Dat was nochtans de bedoeling. Het drijft echter enkel de Belgische prijzen op en zorgt ervoor dat mensen gewoon over de grens hun dranken kopen. Dat is natuurlijk een stevige aderlating voor de Belgische drankenindustrie, onze Vlaamse drankenindustrie, maar ook voor de staatskas.
Door de accijnzen te verlagen, dichten we de kloof met de buurlanden, waardoor grensaankopen minder aantrekkelijk zouden worden. Zo zouden meer Belgische of Vlaamse aankopen worden gestimuleerd. Dat compenseert voor de overheid de lagere taxering, zorgt dus voor meer inkomsten voor onze Vlaamse producenten en levert meer comfort op voor de consument. Dat is althans het standpunt van het Vlaams Belang. Wij zien dat uw regering eigenlijk volhardt in de boosheid. Ondanks de vaststelling en waarschuwing dat steeds meer consumenten de grens oversteken, heeft de regering de uitbreiding van de verpakkingsheffing als een simpele budgettaire maatregel goedgekeurd voor maar liefst 60 miljoen euro vanaf 2024 Het probleem zal dus nog verergeren. Het blijft dus dweilen met de kraan open.
L'incident est clos.
09 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De indexering van de dotaties van het koningshuis" (55030075C)
09 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'indexation des dotations de la Maison royale" (55030075C)
09.01 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, u bent belast met de wetgeving rond de jaarlijkse dotatie aan de leden van de koninklijke familie. De voorbije jaren deden die dotaties geregeld stof opwaaien. Afgelopen zomer was dat opnieuw het geval.
Het Belgische koningshuis kreeg een forse opslag door de indexering, zo meldde onder meer Het Nieuwsblad. Het loon van de royals stijgt met 3,3 miljoen euro en bedraagt nu voor het eerst meer dan 40 miljoen euro.
Niet alleen de Civiele Lijst voor de koning stijgt met een aanzienlijk bedrag, maar ook de dotaties stijgen door de indexering. Koning Albert krijgt daardoor 35.000 euro boven op het bedrag dat al in de begroting voorzien was, Laurent 11.000 euro en Astrid 12.000 euro. Als we dat vergelijken met vorig jaar, bedraagt de opslag voor Albert 55.000 euro, voor Laurent 18.000 euro en voor Astrid 19.000 euro.
Mijnheer de minister, vindt u een dergelijke indexering maatschappelijk nog te verantwoorden tijdens de huidige energie- en koopkrachtcrisis?
Wanneer de leden van de koninklijke familie willen afzien van de indexering, kunnen zij dat op eigen initiatief. Dat hebben zij ook gedaan. In 2012 en 2013 stelde koning Albert II voor de indexatie van de Civiele Lijst aan te wenden voor de betaling van energiefacturen om zo, naar eigen zeggen, bij te dragen aan de besparingen van de federale regering. Mijnheer de minister, weet u of de leden van de koninklijke familie opnieuw van de indexering zullen afzien? Hebt u daar concrete informatie over?
In andere Europese koningshuizen zoeken de leden van de koninklijke familie hun eigen weg. Ze worden niet onderhouden met het geld van de belastingbetaler. Begin 2022 besloten Prins Harry en zijn vrouw Meghan om een deel van hun officiële taken voor het Britse koningshuis neer te leggen en te kiezen voor financiële onafhankelijkheid. Moeten we de dotaties aan de leden van de koninklijke familie ook niet schrappen?
09.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, de informatie die ik u kan meegeven is dat de indexering van de Civiele Lijst werd vastgelegd in artikel 3 van de wet van 27 november 2013, houdende vaststelling van de Civiele Lijst voor de duur van de regering van koning Filip.
De indexering van de dotaties en de vergoedingen die worden toegekend aan leden van de koninklijke familie werd vastgelegd in artikel 4 van de wet van 27 november 2013 met betrekking tot de dotaties en de vergoedingen die worden toegekend aan leden van de koninklijke familie, alsook de transparantie van de financiering van de monarchie.
09.03 Wouter Vermeersch (VB): Dank u, mijnheer de minister. Ik heb deze vraag ook gesteld aan uw collega De Bleeker en van haar ook al antwoord ontvangen. Van u heb ik nu ook een antwoord gekregen.
In tegenstelling tot 2012 en 2013 is er geen enkele indicatie dat de huidige Koning bereid is om de indexering af te staan, waar dat in 2012 en 2013 wel nog het geval was, althans om de eigen energiefacturen te betalen. Een soort vestzak-broekzakoperatie, maar wel een besparing voor de staatskas an sich. De huidige Koning is dus niet bereid tot enige tegemoetkoming in die toch harde energietijden met een energiecrisis en een koopkrachtcrisis. Dat valt absoluut te betreuren. Ik hoop dat de Koning in plaats van een weemoedige kerstboodschap te geven, misschien toch ook eens een financieel initiatief neemt. Ik kan alleen maar vaststellen dat financiële motieven nog altijd belangrijk zijn voor het koningshuis. Best maken we er een einde aan en schaffen we alle dotaties en uitkeringen af, en wat ons betreft ook het hele koningshuis.
L'incident est clos.
- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De definitieve btw-verlaging voor elektriciteit én gas" (55030111C)
- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het aanpakken van de energiefactuur van de bedrijven" (55030684C)
- Kris Verduyckt aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De toekenning van de energiepremie" (55030763C)
- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het energieakkoord van september 2022" (55030771C)
- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Dringende maatregelen voor de energie- en koopkrachtcrisis" (55030845C)
- Kris Verduyckt aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De accijnshervorming in functie van een permanent btw-tarief van 6 %" (55031216C)
- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La réduction permanente de la TVA sur l'électricité et le gaz" (55030111C)
- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La recherche d'une solution pour la facture énergétique des entreprises" (55030684C)
- Kris Verduyckt à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'octroi de la prime énergie" (55030763C)
- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'accord énergétique de septembre 2022" (55030771C)
- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Des mesures urgentes dans le cadre de la crise de l'énergie et du pouvoir d'achat" (55030845C)
- Kris Verduyckt à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La réforme des accises en lien avec un taux de TVA permanent de 6 %" (55031216C)
10.01 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik stel voor dat ik in afwachting van de aankomst van collega Verduyckt mijn vier samengevoegde vragen overloop.
De federale regering heeft eind augustus beslist om de btw-verlaging op gas en elektriciteit van 21 % tot 6 % te verlengen tot het einde van de winter. De btw-verlaging zou aanvankelijk lopen tot 31 december 2022, maar die termijn is inmiddels dus verlengd tot eind maart 2023.
Ik heb u daarover al ruimschoots ondervraagd, zowel in de plenaire zitting twee weken geleden als verleden week bij de bespreking van de regeerverklaring. Daaruit is gebleken dat de vicepremier van Vooruit, minister Vandenbroucke, voor zijn beurt had gesproken in De Ochtend op Radio 1. Er was op dat ogenblik nog geen sprake van een akkoord over een definitieve btw-verlaging.
In het kader van het energieakkoord van februari 2022 werd afgesproken dat de minister van Financiën en de minister van Energie een voorstel voor een slimme btw-verlaging zouden uitwerken tegen de begrotingscontrole. Het ging daarbij om de begrotingscontrole van 2022, niet die van 2023. Er circuleerden verschillende pistes en voorstellen om die slimme btw-verlaging te koppelen aan een aanpasbaar accijnssysteem.
Er werd later gezegd dat het voorstel er zou zijn voor de zomer, vervolgens werd eind september als streefdatum aangegeven. In datzelfde interview in De Ochtend op Radio 1 stelde minister Vandenbroucke dat tegen eind september een voorstel zou worden uitgewerkt om op termijn naar een belasting op energieverbruik te gaan, die een onderscheid zou maken tussen grote en kleine verbruikers en rekening zou houden met de klimaatdoelstellingen.
Wat is inmiddels de status van dat voorstel? Wanneer moet er hierover een akkoord bereikt zijn? Er is inmiddels een akkoord, maar wel nog niet over het voorstel op zich. Verleden week bleef het in de discussie in de plenaire zitting onduidelijk wat dat voorstel concreet zou inhouden. Wanneer moet er een akkoord zijn over de accijnshervorming? Wat zal het voorstel precies inhouden en wanneer zal het in werking treden?
Bent u bereid tot een accijnsverlaging of een tijdelijke dan wel permanente schrapping van alle accijnzen op de energiefactuur om de koopkrachtcrisis aan te pakken?
Door de prijsexplosie zijn de btw-inkomsten voor de staatskas gestegen, ondanks de btw-verlaging. De prijsverhoging overtreft dus de btw-verlaging. U zei daarover in oktober 2021: "We zijn ons heel goed bewust van het feit dat we iets moeten doen aan de energieprijzen en dat we daar als regering inspanningen moeten leveren. We hebben gisteren dat idee op tafel gelegd om de meerinkomsten die we hebben uit btw terug te geven aan de gezinnen." Is het nog steeds uw ambitie om alle meerinkomsten terug te geven aan de gezinnen? Kunt u dat nog even bevestigen?
Ik heb ook nog een vraag over de energiefacturen van de bedrijven. De werkgeversorganisaties trekken immers aan de alarmbel en waarschuwen voor grote problemen, omdat almaar meer bedrijven het moeilijk krijgen om hun energiefactuur te betalen. Steeds meer bedrijven moeten hun productie verminderen of zelfs stopzetten, wat aanleiding kan geven tot een economische terugval, tijdelijke werkloosheid en ontslagen.
Btw-verlagingen helpen de ondernemingen niet omdat zij de btw immers niet kunnen aftrekken, in tegenstelling tot accijnsverlagingen. Op vrijdag 16 september bereikte de federale regering een akkoord over een accijnsverlaging op gas en elektriciteit voor ondernemingen. Kunt u bevestigen dat de accijnsverlaging voor bedrijven zal gelden voor de maanden november en december?
Begin 2023 zullen de elektriciteit- en gasprijzen naar alle waarschijnlijkheid erg hoog blijven. Welke maatregelen worden voorzien? Ondertussen blijkt uit het begrotingsakkoord dat daarvoor extra middelen worden uitgetrokken. Onder voorbehoud van definitieve teksten zou het gaan om een daling van de accijnzen op elektriciteit, op schijven tot 1 GWh, en aardgas, op schijven tot 50 GWh. Op de persconferentie van 16 september rekende u voor dat het voor een bakker om een voordeel gaat van 325 euro en voor een kleine supermarkt om 1.000 euro. Kunt u die schijven en bedragen heden bevestigen? Wanneer zullen de definitieve teksten van de accijnsverlaging voor bedrijven beschikbaar zijn?
Ik geef ook nog een voorbeeld. Volgens de bakkersfederatie Bakkers Vlaanderen hebben nu al acht bakkers op tien problemen met hun facturen. Zo zag 41 % zijn energiefactuur verdubbelen of verdrievoudigen. Dat blijkt uit een bevraging waaraan heel wat bedrijven deelnamen.
Omdat de meeste broodovens op gas werken, lopen de energiekosten voor bakkers erg hoog op, tot duizenden euro's per maand. Een accijnsverlaging van 325 euro zal hoe dan ook niet volstaan. Artisanale bakkers dreigen massaal te stoppen. Er zijn dus dringend bijkomende maatregelen nodig.
Mijnheer de minister, welke bijkomende fiscale maatregelen wilt u nemen om die ondernemingen te ondersteunen?
Mevrouw de voorzitster, laat ik nu eerst het woord aan de heer Verduyckt, zodat hij zijn vraag kan stellen, of stel ik eerst mijn andere vragen?
De voorzitster: De heer Verduyckt heeft het woord.
10.02 Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de minister, de heer Vermeersch is ongeduldig en vraagt wanneer de accijnshervorming ingaat. Ik zou zeggen, liefst zo snel mogelijk. Dat zou immers betekenen dat we onze energieprijzen zien dalen naar een niveau waar vandaag iedereen naar snakt. Als ik naar de CREG luister of de forwardprijzen op de markt bekijk, vrees ik echter dat het niet voor binnenkort zal zijn. Ondanks de recente daling van de prijzen, zijn we toch nog heel ver van het niveau waar we naartoe willen.
Net als u ben ik ongeduldig om het basispakket energie in te voeren. Ik betreur dan ook dat er gisteren in de commissie voor Energie politieke manoeuvres werden gebruikt om dat pakket te vertragen. Dat is nochtans hoognodig. Het was niet uw partij die dat deed, het was een andere oppositiepartij. Het is heel belangrijk om dat pakket zo snel mogelijk in te voeren, want we zitten midden in de energiecrisis.
Mijnheer de minister, op een bepaald moment verscheen er in de pers een verhaal over een mogelijk achterpoortje. U weet dat er een plafond werd ingesteld. Gezinnen met een belastbaar inkomen van meer dan 125.000 euro zullen via de belastingfactuur de steun terugbetalen. Het achterpoortje is dat zij het contract op naam van hun kinderen kunnen zetten. Is dat een reëel probleem? Zijn daar eventueel oplossingen voor?
Dan is er de accijnshervorming. In de State of the Union kwam er al iets aan bod, aangebracht door de heer Loones dacht ik, over de verhouding tussen de prijs voor fossiele energie en de prijs voor elektriciteit. Dat is in ons land al jaren een probleem. Ik had dan ook een wetsvoorstel ingediend om een warmtepompnorm in de wet op te nemen. Als ik het goed lees, wordt die verhouding meegenomen in de accijnshervorming. De ministers van Financiën en Energie zouden daarop toezien, terwijl in mijn voorstel de CREG de berekening zou uitvoeren. Het belangrijkste voor mij is dat die verhouding in kaart wordt gebracht. Mensen die kiezen voor elektrische verwarming via onder andere warmtepompen, moeten de garantie krijgen dat die investeringen lonen. Vandaag hebben zij dat gevoel minder, omdat wij inzetten op zowel elektriciteit als fossiele brandstoffen. We moeten dat absoluut doen, niet alleen om die mensen een garantie te geven, maar ook omdat wij een klimaatbeleid moeten voeren en een omslag moeten maken. Klopt mijn informatie? Zit die tool erin? Hoe moet ik dat zien?
10.03 Wouter
Vermeersch (VB): Op vrijdag 16 september 2022
bereikte de federale regering een akkoord rond de sterk stijgende
energiefacturen van gezinnen en bedrijven. Zo komt er een basispakket gas en
elektriciteit voor gezinnen, de stookoliecheque wordt verhoogd en verlengd tot
eind maart 2023 en zullen de accijnzen op gas en elektriciteit worden verlaagd
voor ondernemingen. Andere maatregelen voor bedrijven zijn het uitstel van
socialezekerheidsbijdragen en belastingen en de invoering van tijdelijke
energiewerkloosheid. Voorts wordt het ook onmogelijk om failliet verklaard te
worden als gevolg van acties van een leverancier.
Voorlopig zijn er enkel maatregelen
voorzien voor de maanden november en december 2022. De maanden januari tot
maart zijn echter over het algemeen de koudste. Welke maatregelen worden
voorzien voor de maanden na december?
Wie een hoog inkomen declareert in zijn
belastingaangifte zal een deel van de energiesteun moeten terugbetalen via de
belastingen.
Maakt dat het energiepakket niet nodeloos
complex? Welke inkomsten (belastingcodes) zullen in aanmerking komen om een
'hoog inkomen' te bepalen? Welke inkomsten worden ontzien? En wat met de
rechtszekerheid? Wanneer zal een belastingplichtige definitief weten of hij/zij
al dan niet de ontvangen energiesteun moet terugbetalen?
In de pers wordt melding gemaakt van een
achterpoortje, namelijk het energiecontract op naam van de kinderen zetten. 'De
fiscus zal controleren of de inkomensgrens niet is overschreden. Voorts zie ik
geen tussenkomst', bevestigt de woordvoerder van de FOD Financiën in de krant
Het Laatste Nieuws.
Is de minister bekend met dit achterpoortje?
Zal het effectief mogelijk zijn om als grootverdiener de energiepremie op te
strijken als men het energiecontract op de kinderen zet?
Wie niet met aardgas of stookolie
verwarmt lijkt geen tegemoetkoming te krijgen. Zal er ook een tegemoetkoming
worden voorzien voor wie bijvoorbeeld met houtpellets of steenkool verwarmt?
De hoge prijzen en haperende economie
blijven niet zonder gevolgen: steeds meer gezinnen hebben het moeilijk om hun
facturen betaald te krijgen en steeds meer bedrijven verminderen of stoppen hun
productie. De maatregelen die werden genomen door de regering volstaan niet.
Als we de koopkracht willen beschermen,
moet het parlement dringend actie ondernemen. Dit kan door fiscale (koopkracht)
maatregelen om de winter voor te bereiden. Maatregelen bij de voorstelling van
de begroting zullen te laat komen.
Welke dringende maatregelen ziet de
minister van Financiën noodzakelijk om de koopkracht- en energiecrisis
adequater aan te pakken? Welke voorstellen doet u? Welke (fiscale) maatregelen
liggen op de regeringstafel? Welke maatregelen zijn gericht op onze gezinnen?
Welke maatregelen zijn gericht op onze bedrijven?
10.04 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Verduyckt, mijnheer Vermeersch, het is correct dat de federale regering de btw heeft verlaagd op de levering van aardgas en warmte via warmtenetten en op de levering van elektriciteit voor residentiële contracten, tot en met eind maart 2023.
Zoals afgesproken binnen de regering heb ik een voorstel voor een slimme btw-verlaging uitgewerkt. Die is voorgesteld aan de regeringspartijen. Intussen is er een politiek akkoord over de verlaging van de btw op leveringen van aardgas, elektriciteit en warmte via warmtenetten in het kader van residentiële contracten, gekoppeld aan een hervorming van de accijnzen. De relevante wetteksten worden nu afgewerkt en zullen dan de gekende legislatieve weg volgen. We zullen dus snel de gelegenheid hebben om dat onderwerp in detail en op basis van de wetgevende teksten te bespreken.
Er is afgesproken om jaarlijks de verhouding tussen de prijs van elektriciteit en die van fossiele energiebronnen te monitoren. Samen met de minister van Energie zal ik bekijken hoe die opdracht concreet zal worden uitgevoerd. Het is inderdaad juist, mijnheer Verduyckt, dat we die accijnshervorming ook willen gebruiken om op termijn de accijnzen te verschuiven naar minder duurzame energiebronnen.
De federale regering heeft reeds verschillende pakketten maatregelen goedgekeurd om de meerinkomsten die de Belgische Staat ontvangt ten gevolge van de hoge energieprijzen terug te geven aan de gezinnen en de koopkracht te verhogen. Boven op de btw-verlaging op elektriciteit en aardgas en de accijnsverlaging op diesel en benzine, die werden verlengd tot eind maart 2023, biedt de regering de gezinnen ondersteuning via de verwarmingspremies, de stookoliepremie en het uitgebreid sociaal tarief. In dat lijstje mag ook de automatische loonindexering niet ontbreken. Recent hebben we ook een akkoord gevonden over een bijkomende energiepremie.
In verband met de concrete vragen over de toekenning van die energiepremie geef ik mee dat het voordeel voor de hogere inkomens deels zal worden teruggenomen via een bijzondere bijdrage, wat we vanmorgen ook hebben besproken en goedgekeurd. Er zal rekening worden gehouden met het totale netto-inkomen voor het aanslagjaar 2023, met uitzondering van dividenden en interesten. Zowel de gezamenlijke als de afzonderlijke belastinginkomsten worden in rekening gebracht. Wanneer de premie effectief in 2022 werd ontvangen, zal de bijzondere bijdrage worden gevestigd met de aanslag in de personenbelasting voor het aanslagjaar 2023. Als de premie pas in 2023 werd ontvangen, zal ook rekening worden gehouden met het inkomen en de gezinssituatie voor het inkomensjaar 2022.
De belastingplichtige zal in dat geval dus op basis van zijn aanslagbiljet voor het aanslagjaar 2023 kunnen nagaan of er samen met de aanslag in de personenbelasting voor het aanslagjaar 2024 een bijzondere bijdrage zal worden gevestigd en hoeveel die zal bedragen.
De federale gas- en elektriciteitspremie wordt toegekend aan wie op 30 september 2022 residentiële klant is met een contract met een variabele prijs en aan wie een residentiële klant is met een contract met vaste prijs gesloten of hernieuwd sinds 1 oktober 2021. Het is de FOD Economie die aan de FOD Financiën de gegevens zal verstrekken die nodig zijn om de bijzondere bijdrage energie te vestigen. Voor vragen over eventuele achterpoorten in het systeem, verwijs ik dan ook naar de ministers die bevoegd zijn voor Energie en Economie.
Er werd ook beslist een maatregel voor pellets uit te werken op basis van bulkleveringen of op pallet, op een domicilieadres. Die maatregel volgt het systeem van de stookoliecheque. Het bedrag van de premie is 250 euro en kan bekomen worden als het gaat over hoofdverwarming. Er mag geen dubbel gebruik met andere verwarmingsbronnen zijn. De aankoop van pellets geniet trouwens van het verlaagde btw-tarief van 6 %.
We hebben niet in specifieke tegemoetkomingen voorzien voor wie zich verwarmt met steenkool. Daarvoor bedraagt het btw-tarief reeds 12 %.
Daarnaast werden ook verschillende fiscale maatregelen genomen voor bedrijven. De regering heeft inderdaad beslist om de accijnzen voor zakelijke gebruikers tijdelijk te verlagen. Die verlaging zal van toepassing zijn voor een gebruik tot 50.000 MWh voor aardgas en 1.000 MWh voor elektriciteit. Het KB dat voorziet in de verlaging voor november en december werd gepubliceerd op 18 oktober 2022 in het Belgisch Staatsblad. Intussen werd in het kader van het begrotingsconclaaf beslist om de maatregel te verlengen tot einde maart 2023. Het nodige wetgevende werk zal hiervoor opgenomen worden in de programmawet.
Met betrekking tot de vraag over de andere fiscale maatregelen die nog op de regeringstafel liggen, kan ik verwijzen naar de verschillende bijkomende maatregelen voor de bedrijven die in de maand september al werden beslist en die zullen worden verlengd tot einde maart 2023. Zo zal de bestaande vrijstelling voor steunmaatregelen uitgewerkt door de regionale en lokale overheden worden verlengd, en wordt aan de burger ademruimte gegeven door in ruimere betalingstermijnen te voorzien op fiscaal vlak en door de automatische toekenning van afbetalingsplannen over een periode van acht maanden toe te staan.
Voor verdere maatregelen om de koopkracht te ondersteunen, verwijs ik ten slotte ook nog naar mijn plannen voor een bredere fiscale hervorming. Als u mijn blauwdruk hebt gelezen, weet u dat de fiscale hervorming streeft naar een fiscaliteit die eerlijker is door meer rechtvaardigheid, neutraliteit en eenvoud. Met andere woorden, een fiscaliteit die onze gezinnen ondersteunt.
10.05 Wouter Vermeersch (VB): Bedankt voor het uitvoerige antwoord. Ik zal dat achteraf nog eens aandachtig doornemen. Terwijl de elektriciteits- en gasfacturen de pan uit swingen, bevestigt u hier dat er een definitief voorstel is tot accijnsverhoging binnen de regering. Het Parlement heeft alleen nog geen kennis kunnen nemen van dat voorstel. Wij hebben dan ook het raden naar de modaliteiten. Wij hebben ook het raden naar wanneer de accijnsverhoging zal worden doorgevoerd. Hoe hoog zal de accijnsverhoging zijn? Dat is voor ons onduidelijk. Daar communiceert de regering niet over.
Welke prijzen zullen het niveau bepalen waarop de accijnzen zullen worden verhoogd? Daarover is in het debat in de plenaire vergadering vorige week wel duidelijkheid gekomen. Het is duidelijk dat het de prijzen van 2021 zullen zijn. Die zijn vastgeklikt. Dat zijn postcoronaprijzen. Dat zijn verhoogde prijzen. Dat werd hier duidelijk gezegd tijdens het debat, tenzij die discussie toen niet eerlijk is gevoerd.
Vanmorgen werd in de commissie correct opgemerkt dat de discussie eerlijk moet worden gevoerd. Men moet de juiste zaken met elkaar vergelijken. Als men begint vanaf de verlaging van de btw van 21 naar 6 %, een korting van 15 %, zal met het huidige voorstel van de minister een deel of het geheel van de korting opnieuw worden afgenomen van de bevolking via een accijnsverhoging. Er kan ook worden gestart vanaf de permanent verlaagde btw van 6 %. Vanaf dat niveau zal de prijs worden verhoogd met extra accijnzen.
Die discussie moet intellectueel eerlijk gevoerd worden. De btw-percentages mogen niet gehanteerd worden naargelang het punt dat men wil maken. Die discussie wil het Vlaams Belang natuurlijk eerlijk voeren. We zullen de bevolking daarover ook duidelijk informeren. We zijn daar al mee bezig. We wijzen erop dat de regering een vestzak-broekzakoperatie voert: waar de btw-verlaging aan de ene kant werd gegeven, wordt opnieuw een deel teruggenomen in de toekomst via een accijnsverhoging. Dat is een vestzak-broekzakoperatie die wij absoluut niet kunnen goedkeuren. Dat kadert in andere slinkse maatregelen van de regering, denk maar aan de niet-indexering van de belastingschalen en dergelijke. Ook die discussie werd hier vorige week uitvoerig bepleit.
10.06 Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer Vermeersch, u hebt gelijk dat wij die discussie uitvoerig hebben gevoerd, maar ik heb nog altijd het gevoel dat u het echt niet begrepen hebt. U stelt de werkelijkheid veel lelijker voor dan zij is, maar dat komt bij het Vlaams Belang wel vaker voor. U had ook gewoon kunnen zeggen dat het een goede zaak is dat de regering eindelijk beslist heeft om de btw definitief te verlagen tot 6 %. Energie is een basisproduct en het is een goede zaak dat de regering een akkoord heeft bereikt om de btw definitief op 6 % te houden en dat er een accijnsregeling komt wanneer de prijzen laag zijn.
U hebt echter duidelijk niet begrepen dat die accijns gebaseerd is op de prijzen van 2021 en u doet nu alsof de prijzen nooit lager zouden kunnen zakken dan in 2021. Dat kan natuurlijk wel, maar er zal altijd een accijns worden geheven. U zegt zelf dat u geen enkel zicht hebt op wat die accijnzen zijn en toch trekt u al de conclusie dat de prijzen nooit lager zullen kunnen zakken dan in 2021. Als dat in de duidelijke en eerlijke informatie staat die u aan de bevolking zult geven, dan houd ik mijn hart vast. Nogmaals, voor alle duidelijkheid, de btw op hoge prijzen vergelijken met een accijns op lagere prijzen en dat een vestzak-broekzakoperatie noemen, is je reinste volksverlakkerij.
Mijnheer de minister, ik kom nog even terug op uw antwoord.
10.07
Sander Loones (N-VA): (…)
De voorzitster: Mijnheer Loones, u hebt het woord niet. De heer Vermeersch wil reageren.
10.08 Kris Verduyckt (Vooruit): Ik was nog niet helemaal klaar. Mag ik eerst mijn betoog afronden?
10.09 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, ik vraag het woord voor een persoonlijk feit.
Mijnheer Verduyckt, u verdraait de feiten. U weet hoe het systeem werkt: het werkt aan de pomp. U probeert door uw retoriek de point van de hele zaak onderuit te halen. U hebt uiteraard gelijk dat de prijzen weer kunnen zakken naar een precoronaniveau, maar de point is – dat zien wij ook aan de pomp – dat een groot deel van die prijsdaling in de zakken van de overheid verdwijnt. Zelfs al zouden wij naar prijzen van voor de coronacrisis evolueren, dan zal dat met een hogere accijns zijn, die voor een groot stuk in de staatskas verdwijnt. Dat gebeurt aan de pomp.
Wij hebben dat ook gezien met de accijnsverlaging van 17,5 eurocent per liter die werd beloofd door de regering. Op 28 september is de benzineprijs gedaald onder de drempel van 1,70 euro per liter. Een groot deel van de prijsdaling die op de markt plaatsvond, is ten goede gekomen aan de staatskas. Dat is mijn punt.
Met de ene hand geeft deze regering een korting van 15 %, maar met de andere hand zal de regering altijd enkele procenten extra terugnemen via accijnsverhogingen. De prijzen kunnen effectief zakken tot precoronaniveaus, maar dat zal voor de burger betekenen dat de accijnzen worden opgeblazen, waardoor de consument de prijsdalingen op de reële markt niet zal voelen. Met de benzineprijs zien we dat de daling op de markt niet volledig wordt doorgerekend aan de eindconsument. Dat komt door het schandalige cliquetsysteem dat wij in ons land kennen. U en uw regering willen dat aanhouden.
Via allerlei retoriek probeert u daar mist omheen te spuien of te doen alsof ik het niet begrijp. Ik begrijp het maar al te goed, ik heb zeer goed door wat deze regering van plan is.
10.10 Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer Vermeersch, het zal altijd lager zijn dan de oorspronkelijke heffing van 21 % btw en ook lager dan de btw die tegenwoordig wordt geheven op bijzonder hoge prijzen.
Ten tweede heb ik gezegd dat het ingaat op het moment dat de prijzen terug laag zijn. Als u de feiten vandaag bekijkt, dan weet u dat het niet op korte termijn zal zijn.
Bovendien is een accijnsregeling iets heel anders dan een btw-regeling. Een btw-heffing werkt als het licht dat aan- of uitgaat. Bij een accijnsregeling is de overheid altijd onmiddellijk in staat om snel in te grijpen. Bij accijnzen kan de regering op elk moment nagaan hoe de koopkracht van de mensen geholpen kan worden, net zoals de regering dat doet met de momenteel genomen energiemaatregelen.
Mijnheer de minister, er wordt in heel wat maatregelen voorzien, vooral maatregelen die de middenklasse ten goede komen. Het sociaal tarief wordt uitgebreid en ook de maatregelen voor de middenklasse zijn heel goed. Die maatregelen gelden voor verschillende energiebronnen, dus niet alleen voor elektriciteit, maar ook voor stookolie en pellets. Dat is goed en nodig.
Op lange termijn weten we dat de verschuiving naar elektrificatie zeer belangrijk is, dus ik ben wel blij dat u de verhouding van fossiele brandstoffen, zoals gas, ten opzichte van elektriciteit zult meenemen. U zegt dat dit nog uitgewerkt moet worden. Ik nodig u uit om u te inspireren op het wetsvoorstel dat ik ingediend heb, met enkele suggesties om dat te kunnen bewerkstelligen. Het belangrijkste is natuurlijk dat het gebeurt. Dat vind ik een goede zaak.
L'incident est clos.
11 Vraag van Joris Vandenbroucke aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Een opleidingstraject om rijbewijzen C te behalen bij de douane" (55030153C)
11 Question de Joris Vandenbroucke à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Un parcours de formation pour les douaniers en vue de l'obtention du permis C" (55030153C)
11.01 Joris Vandenbroucke (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, ik verwijs naar mijn schriftelijk ingediende vraag:
Het regeerakkoord voorziet investeringen
om de controlegraad van containers in de havens te verhogen. Zo vermeldt het
regeerakkoord bijvoorbeeld expliciet dat het de intentie is om “het project
‘100 % scanning van risicocontainers’ in de haven van Antwerpen tot een
goed einde te brengen.”
Een van die investeringen om de
controlegraad op te krikken zijn nieuwe mobiele scanners, die nu mondjesmaat
geleverd worden. Maar voor die scanners heb je een rijbewijs C nodig. Nu komen
er signalen binnen dat er een tekort is aan gekwalificeerd personeel met het
correcte rijbewijs.
Er is dus dringend nood aan een
opleidingstraject. Het gaat zo ver dat men aan het personeel moet vragen wie
privé over een rijbewijs beschikt. Wat kan men beginnen met zo’n mobiele
scanner als er onvoldoende douaniers zijn met een geschikt rijbewijs?
Hoeveel douanepersoneel beschikt over een
rijbewijs C, nodig om een mobiele scanner te besturen?
Zal er een opleidingstraject worden
uitgezet voor personeel, om het juiste rijbewijs te behalen? Zo ja, wat is de
tijdslijn?
Waarom werd dit traject niet reeds
gelijktijdig opgezet met de investeringen in de mobiele scanners?
11.02 Minister Vincent Van Peteghem: Er zijn 28 Nederlandstalige en 10 Franstalige medewerkers die over een rijbewijs type C beschikken. Zij oefenen allen een functie uit waarvoor zo'n rijbewijs noodzakelijk is. De organisatie van een rijopleiding voor een rijbewijs type C gebeurde al eens in 2017. Sindsdien werd de behoefte aan medewerkers met een rijbewijs type C groter en dringender. Er is in 2021 dan ook een nieuwe opleiding gestart.
De opleiding wordt jaarlijks georganiseerd, en dat volgens het huidige lastenboek al zeker tot in 2024. Er wordt ook gewerkt aan de invoering van een nieuw lastenboek, zodat de organisatie ook naar de toekomst toe kan worden verzekerd.
11.03 Joris Vandenbroucke (Vooruit): Ik wil de minister danken voor zijn heldere antwoord.
L'incident est clos.
12 Vraag van Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De Gemeentelijke Holding" (55030180C)
12 Question de Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le Holding Communal" (55030180C)
12.01 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, ik verwijs naar mijn schriftelijk ingediende vraag.
Eerder was aangekondigd dat de
Gemeentelijke Holding in 2022 definitief zou vereffend worden. Die holding ging
namelijk overkop door het kapseizen van Dexia Bank tijdens de bankencrisis van
2008-2009. Vereffenaars namen sindsdien de bevoegdheden van de Raad van Bestuur
over met het doel om de activa te realiseren alsook de holding te
vertegenwoordigen in rechtszaken.
Gemeenten zijn hoe dan ook hun inleg in
de holding kwijt, maar moeten weliswaar niet opdraaien voor het negatieve
vermogen. Mogelijks kunnen hun wel nog niet uitbetaalde dividenden te beurt
vallen, al lijkt dit onwaarschijnlijk.
Graag stel ik u hierover volgende vragen:
1. De gemeentelijke holding heeft nog een
vordering van 132,5 miljoen euro open staan ten aanzien van de federale
overheid. Zal de federale overheid haar engagement nakomen om ook zo de
vereffening vlot af te handelen?
2. Liggen er nog moeilijkheden op tafel
in het belang van de federale overheid? Zo ja, dewelke? Graag ingaan op het
technische en juridische aspect.
12.02 Minister Vincent Van Peteghem: De federale regering heeft zich in oktober 2011 onder de toenmalige minister van Financiën inderdaad geëngageerd om 50 % van het deficitair saldo in de vereffening van de Gemeentelijke Holding ten laste te nemen, en dit tot een maximumbedrag van 132,5 miljoen euro.
Dat engagement zou uitwerking hebben na de tegeldemaking van de activa van de Gemeentelijke Holding, een voorwaarde waaraan thans is voldaan, of die op het punt staat voldaan te worden.
De uitvoering van dat engagement moet vooraf door de Europese Commissie worden goedgekeurd. Mijn beleidscel onderzoekt op dit moment in overleg met de vereffenaars van de Gemeentelijke Holding hoe het dossier aan de Commissie moet worden voorgelegd.
Indien de goedkeuring door de Europese Commissie verkregen wordt, zal in het Parlement een wetsontwerp worden ingediend om de regering te machtigen tot betaling over te gaan.
12.03 Sander Loones (N-VA): Dank u wel voor uw feitelijke antwoord. Ik begrijp dat de regering niet de intentie heeft de afspraken uit het verleden te herbekijken, ook niet in de gewijzigde budgettaire context.
Ik heb daar mijn bedenkingen bij en zal daar later nog op terugkomen.
Het incident is gesloten.
- Gilles Vanden Burre à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le report de paiement pour les crédits hypothécaires et les crédits d'investissement" (55030256C)
- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La crise énergétique et l'aide apportée par les banques aux particuliers et aux entreprises" (55030558C)
- Gilles Vanden Burre aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het uitstel van betaling voor hypothecaire kredieten en investeringskredieten" (55030256C)
- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De energiecrisis en de ondersteuning van particulieren en bedrijven door banken" (55030558C)
13.01 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, naar aanleiding van het Overlegcomité van eind augustus 2022 trad de federale regering in overleg met de financiële sector over een voorstel van de banken om gezinnen en bedrijven te ondersteunen. De banksector heeft ondertussen een steunregeling uitgewerkt voor particulieren en bedrijven die kampen met betalingsproblemen.
Particulieren kunnen onder bepaalde voorwaarden gebruikmaken van betalingsuitstel op hun woonkrediet. Het betalingsuitstel houdt in dat men gedurende twaalf maanden geen aflossingen van kapitaal moet doen. De intresten blijven wel verschuldigd. De looptijd van het woonkrediet wordt dan wel verlengd met de looptijd van het betalingsuitstel.
De banken engageren zich om voor die dossiers geen administratiekosten aan te rekenen. De voorwaarde is wel dat de gezinnen op het moment van de aanvraag over minder dan 10.000 euro roerend vermogen beschikken en dat ze niet als wanbetaler geregistreerd staan. Een gelijkaardige regeling werd ook al tijdens de coronapandemie ingevoerd.
Voor bedrijven streeft de sector naar een oplossing op maat. Ondernemingen die financiële moeilijkheden dreigen te ondervinden door de hoge energieprijzen, kunnen hun bank contacteren om samen op zoek te gaan naar een oplossing. Volgens Febelfin zijn er verschillende mogelijkheden zoals uitstel van kapitaalaflossingen, maar ook aanvullende financiering, een verlenging van de looptijd van een krediet, een combinatie van die formules of een alternatieve optie.
Mijnheer de minister, volstaan die voorstellen van de bankensector voor u? Zo nee, welke bijkomende maatregelen verwacht u van de banken?
De banken zouden ook financiële instrumenten willen ontwikkelen om investeringen in energetische renovaties aan te moedigen. Hebt u zicht op hoe ver de bankensector hiermee staat?
De Europese Centrale Bank wil van de banken in de eurozone weten in hoeverre ze op de gevolgen van een verdere verslechtering van de energiecrisis in Europa zijn voorbereid. Zo heeft de toezichthouder aan de bankdirecteuren gevraagd om te onderzoeken wat de impact op hun bank zal zijn, in het geval Rusland de gaskraan naar Europa volledig dichtdraait. Zo vertelden ingewijden aan persbureau Bloomberg.
Mijnheer de minister, zijn de Belgische banken voldoende voorbereid zijn op de impact van de energiecrisis, ook in het geval dat Rusland de gaskraan naar Europa volledig zou dichtdraaien?
13.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, in het kader van de hoge energieprijzen namen mijn collega bevoegd voor Economie en ikzelf contact op met Febelfin, met de vraag om voor hypothecaire kredieten een betalingsuitstel toe te kennen aan gezinnen die het moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen.
De uitzonderlijke toestand van de covidcrisis noopte de European Banking Authority (EBA) tot het nemen van tijdelijke maatregelen die in een uitzonderingsmechanisme voorzagen voor eventuele moratoria toegekend aan consumenten en ondernemingen. Zo leidde het betalingsuitstel onder moratorium toegekend tijdens de covidcrisis niet tot forbearance, waardoor dit geen impact had op de kapitaalvereisten van de banken.
De EBA heeft niet voorzien in een soortgelijk tijdelijk afwijkend mechanisme voor de huidige energiecrisis, waardoor een algemeen moratorium op kredieten niet mogelijk is. In tegenstelling tot de werkwijze die tijdens de covidcrisis tot stand kwam, maakt het door de banksector uitgewerkte betalingsuitstel van kapitaal op hypothecair krediet niet het voorwerp uit van een charter gesloten tussen de regering en Febelfin.
Het betreft dus een eigen initiatief van de banksector. Er is betalingsuitstel voor kapitaalaflossingen mogelijk voor een periode van 12 maanden. De looptijd van het krediet wordt verlengd met de periode van het betalingsuitstel.
Voor meer concrete details kunt u trouwens terecht op de website van Febelfin, waar u de Q&A kunt consulteren. Daar geeft Febelfin toelichting over wat de voorwaarden zijn om betalingsuitstel van kapitaal te bekomen en welke stappen de consument hiertoe dient te ondernemen.
Voor de vragen over ondernemingskredieten, meen ik dat de energiecrisis niet vergelijkbaar is met de covidcrisis en algemene en ongedifferentieerde maatregelen ten aanzien van kmo's en zelfstandigen, zoals dit wel het geval was tijdens de covidcrisis, niet aan de orde zijn.
De impact van de crisis is heel verschillend van onderneming tot onderneming en het is heel moeilijk om criteria te definiëren om de zwaarst getroffen ondernemingen te helpen. Het aantal ondernemingen dat terugbetalingsproblemen kent, is tot op vandaag zeer beperkt. De banken zijn er zich goed van bewust dat de energiecrisis zwaar kan doorwegen op de rendabiliteit van heel wat ondernemingen en volgen de situatie nauwgezet op.
Voor ondernemingen die door de energiecrisis financiële moeilijkheden zouden ondervinden, heeft Febelfin zelf al gewezen op de mogelijkheid om de banken te contacteren, zodat een case-by-caseoplossing kan worden onderzocht.
Mijnheer Vermeersch, de banken houden in hun risicomodellen rekening met verschillende soorten risico's, waaronder ook geopolitieke, die wegens hun potentieel extreme aard vrij complex te integreren zijn in dergelijke risicomodellen. Het komt aan de Nationale Bank van België toe om als onafhankelijk prudentieel toezichthouder te beoordelen of alle risico's correct werden ingevuld.
13.03 Wouter Vermeersch (VB): Dank u, mijnheer de minister, we zijn ons ervan bewust dat banken een tweesnijdend zwaard zijn. Enerzijds spelen banken een cruciale rol in de ondersteuning van onze economie, zeker wanneer we naar een recessie gaan. Anderzijds zijn de banken ook kwetsbaar door de huidige crisis, indien veel bedrijven en burgers in faling zouden gaan. Tijdens de vorige financiële crisis hebben de belastingbetalers de banken gered. De banken hebben dus een rol te spelen en dienen hun steentje bijdragen om de koopkrachtcrisis. Op te lossen. Tegelijk moeten we die banken angstvallig in de gaten houden zodat ze niet opnieuw over kop gaan zoals in 2008 en 2009.
De toestand op het front in Oekraïne verslechtert en de Russen worden in het defensief gedrongen. Een kat in het nauw kan rare sprongen maken, een Russische beer in het nauw doet dat misschien nog meer. Een scenario waarin de volledige gastoevoer vanuit Rusland naar Europa wordt afgesloten, zou Europa op de knieën kunnen dwingen. Herinner u ook de explosies van de Nord Stream 2.
Mijnheer de minister, ik verzoek u die situatie op de voet te volgen en indien nodig in te grijpen door de banken op hun rol te wijzen en ook door de positie van de banken in de gaten te houden, zoals de ECB adviseert.
La présidente: Monsieur Vanden Burre, vous nous avez rejoints. Souhaitez-vous intervenir?
13.04 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je vais effectivement répliquer. J'ai bien entendu la réponse du ministre. J'avais d'ailleurs aussi entendu les représentants de Febelfin, que nous avons eu l'occasion d'auditionner la semaine dernière, dans un autre contexte.
J'ai lu leur communiqué sur les crédits hypothécaires pour les particuliers. Vous avez rappelé qu'il est possible de reporter les remboursements pour les crédits hypothécaires mais pas, à ce stade, pour les crédits d'investissement, donc pour les entreprises.
J'ai aussi écouté leur argumentation, qui est que la crise est différente de celle du covid, que chaque entreprise est un cas différent, ce que je comprends très bien.
Ceci dit, je pense honnêtement que nous devrions quand même pouvoir demander davantage d'efforts aux banques qui vont, de manière discrétionnaire, examiner le cas de chaque entreprise, comme dans une relation commerciale classique.
Selon moi, nous devons aller plus loin. Nous savons aujourd'hui quels sont les secteurs en très grande difficulté. Ce sont les petites structures comme les PME, les indépendants, qui ont des factures énergétiques importantes, qui utilisent des fours, des réfrigérateurs, etc. Pour ceux-là, nous pouvons identifier ceux qui étaient rentables avant la crise et qui, aujourd'hui, sont sur le point de devoir cesser leur activité.
Oui, les banques doivent jouer un rôle sociétal. Nous les avons considérablement aidées avec de l'argent public suite à la crise de 2008. Il est fondamental qu'elles puissent aussi aider ou reporter les remboursements des entreprises qui étaient saines – c'est important – avant la crise actuelle, comme cela a été le cas pour le covid. Certes, la crise actuelle est différente, mais je continuerai à insister, monsieur le ministre, pour que nous puissions trouver, de manière ciblée pour certains secteurs, des solutions avec le secteur bancaire qui, pour moi, a un rôle qu'il doit assumer pleinement, c'est-à-dire davantage qu'aujourd'hui.
L'incident est clos.
14 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Goedkope sigaretten uit Bulgarije, Polen en Turkije die de Belgische markt overspoelen" (55030378C)
14 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les cigarettes bon marché de Bulgarie, Pologne et Turquie qui inondent le marché belge" (55030378C)
14.01 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, volgens de Belgisch-Luxemburgse federatie van sigarettenfabrikanten wordt, zo blijkt uit de analyse van lege sigarettenpakjes in België, maar liefst 21,8 %, dus een vijfde, van de sigaretten die in België worden geconsumeerd, in het buitenland gekocht. Vooral Bulgarije blijkt een populaire leverancier van sigaretten. Ook vanuit Polen, Turkije en Roemenië worden goedkope sigaretten in België aan de consument aangeboden. Bijna 2 % is bovendien namaak, wat nog extra gezondheidsproblemen geeft.
Het fenomeen is al langer bekend, maar lijkt drastisch in omvang te zijn toegenomen. In vergelijking met de vorige halfjaarlijkse studie die in oktober 2021 werd uitgevoerd, is het aandeel buitenlandse sigaretten gegroeid van 13 % naar 21 %.
Volgens dezelfde federatie Cimabel verrichten de douanediensten uitstekend werk. Daar ben ik van overtuigd. De regering blijft volgens Cimabel echter blind. De Belgische douanediensten lieten de voorbije twee jaar de ene recordvangst aan illegale sigaretten na de andere noteren. Zolang de federale regering de accijnzen op tabaksproducten echter elk jaar drastisch blijft verhogen, zal de vraag naar goedkope sigaretten blijven groeien en zullen criminele organisaties hun illegale activiteiten op het Belgische grondgebied onverminderd voortzetten. Voor de douanediensten blijft het volgens die federatie dan ook dweilen met de kraan open.
Mijnheer de minister, deelt u, ten eerste, de vaststelling dat alsmaar meer buitenlandse sigaretten de binnenlandse markt overspoelen? Hebt u daarvan cijfers of indicaties?
Ten tweede, de Belgische overheid zou inkomsten mislopen op bijna 22 % van de gerookte sigaretten. De staatskas zou op die manier volgens de berekeningen van de federatie 700 miljoen euro belastingen derven.
Mijnheer de minister, kunt u het cijfer bevestigen, namelijk dat effectief 22 % uit het buitenland zou komen, dan wel het cijfer ontkennen? Wat is het geraamde verlies voor de begroting?
Ten derde, de massale aankoop van buitenlandse sigaretten is volgens Cimabel een van de nefaste neveneffecten van de accijnsverhogingen op tabak.
Ik citeer: "De nieuwe drastische accijnsverhoging die op 1 april 2022 werd ingevoerd, heeft zonder twijfel nog meer rokers ertoe aangezet om op zoek te gaan naar goedkope sigaretten. Die zijn blijkbaar alsmaar makkelijker te vinden."
Bent u bereid om nieuwe accijnsverhogingen uit te stellen of te schrappen als gevolg van de nieuwe vaststellingen? Ik denk dat ik het antwoord op die vraag al weet. Dankzij of ondanks het begrotingsakkoord heeft de regering beslist om de accijnzen opnieuw op te trekken.
14.02 Minister Vincent Van Peteghem: Voor uw eerste vraag verwijs ik naar het KPMG-rapport voor 2021 over de consumptie van illegale sigaretten, dat aantoont dat de hoeveelheid in België veraccijnsde sigaretten die niet in België worden geconsumeerd, jaarlijks groter is dan de in het buitenland veraccijnsde sigaretten die in België worden geconsumeerd. Het geraamde verlies aan belastingen voor de Belgische staatskas kan ik niet bevestigen. Mijn administratie houdt geen exacte cijfers bij met betrekking tot de consumptie van illegale en in het buitenland veraccijnsde sigaretten. Op basis van de beschikbare informatie wordt geraamd dat het aandeel 12,4 % van de totale consumptie in België betreft, wat voor 2021 zou resulteren in een bedrag van 364 miljoen euro aan gederfde inkomsten.
Het uitstel of de schrapping van geplande accijnsverhogingen voor tabak is niet aan de orde.
14.03 Wouter Vermeersch (VB): Ik zou u alleen maar kunnen oproepen om dergelijke cijfers en dergelijke accijns- en btw-ontwikkelingen te monitoren. Op vlak van fiscale evolutie varen u en uw regering vaak blind.
Wees niet blind voor de realiteit die de studie toch wel schetst. De aanhoudende stroom van accijnsverhogingen, de voorbije maand opnieuw, werkt niet. De regering is op zoek naar meer inkomsten, maar door telkens weer ondoordachte accijnsverhogingen door te voeren, maakt ze paradoxaal genoeg enkel criminele organisaties rijker, zonder zelf meer fiscale inkomsten te innen.
Trop d'impôt tue l'impôt is een befaamde Franse uitdrukking, die hier ook geldt. De regering lijkt te volharden in de boosheid, want ondertussen voorziet het interfederaal antitabaksplan voor de komende jaren in een aanzienlijke verhoging van het algemeen prijsniveau en de afschaffing van het prijsverschil tussen de verschillende categorieën van tabaksproducten. Dat kunnen we alleen maar betreuren, want in Bulgarije zal men graag lezen dat u de accijnzen opnieuw verhoogt. De criminele organisaties wrijven zich al in de handen om opnieuw illegale namaaksigaretten en buitenlandse sigaretten naar dit land te verschepen.
Het incident is gesloten.
La présidente: M. Samuel Cogolati étant absent, sa question n° 55030419C est sans objet.
- Roberto D'Amico à Thomas Dermine (Relance, Investissements stratégiques et Politique scientifique) sur "L’investissement de la SFPI dans le projet Legoland" (55030424C)
- Roberto D'Amico à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "L’investissement de la SFPI dans le projet Legoland" (55030455C)
- Roberto D'Amico aan Thomas Dermine (Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid) over "De investering van de FPIM in het Legolandpretpark" (55030424C)
- Roberto D'Amico aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De investering van de FPIM in het Legolandproject" (55030455C)
15.01 Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Madame la présidente, monsieur le ministre, un accord semble s’être concrétisé pour installer un parc Legoland sur l'ancien site de Caterpillar. C’est une bonne nouvelle pour les Carolos qui attendent depuis longtemps qu'une activité reprenne sur ce site que je connais si bien pour y avoir travaillé durant trente ans comme ouvrier.
On parle d’un investissement estimé entre 370 et 400 millions d’euros à répartir entre plusieurs acteurs: le groupe Merlin Entertainments, deuxième plus grande multinationale des parcs d’attraction, la SOGEPA et la Société fédérale de Participations et d’Investissement (SFPI). Dans le cas de la Wallonie, on parle d’une participation avoisinant les 100 millions d’euros net.
Monsieur le ministre, confirmez-vous la participation financière de la SFPI dans l’accord avec le groupe Merlin? À hauteur de quel montant?
On parle aussi d’une clause de sortie qui permet à l'entreprise Merlin de mettre fin au projet lors de la phase de construction. Charleroi n'a pas besoin d'une aventure financière en plus. Pouvez-vous nous indiquer clairement les conditions dans lesquelles la multinationale pourrait se rétracter?
15.02 Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur le député, la SFPI a été contactée dans le cadre de ce dossier mais comme il s'agit d'un dossier avec une composante immobilière importante, il a été transféré à sa filiale spécialisée SFPI Real Estate. Cette dernière a reçu les informations plus tardivement que les autres interlocuteurs publics concernés par le dossier. Par conséquent, le calendrier de traitement et de prise de décision n'est pas le même que celui des autres investisseurs publics. Toutefois, le projet cadre avec la mission et la stratégie de la SFPI Real Estate qui, comme les autres entités du groupe SFPI, vise notamment à soutenir l'économie du pays à travers des investissements. Par conséquent, le dossier est au stade de l'analyse par l'équipe de la SFPI Real Estate. Le conseil d'administration n'a par contre pas encore eu l'occasion de prendre une décision.
Quant aux conditions dans lesquelles la multinationale pourrait se rétracter, ce dossier étant au stade de l'analyse, ce point n'a pas encore été traité.
15.03 Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, j'ai écouté attentivement ce que vous disiez mais vous ne pouvez donc pas confirmer le montant que la SFPI va injecter dans ce projet ni même les conditions, si j'ai bien compris vos propos. On sait que la SFPI va intervenir parce que je l'ai lu dans plusieurs journaux, dont notamment L'Écho pour ne pas le citer, mais le montant était vague. C'était le sujet de ma question et je n'ai donc pas obtenu de réponse. Sachez que je suivrai ce dossier de très près car il me tient à cœur, comme à d'autres personnes d'ailleurs. Je vous remercie.
L'incident est clos.
16 Vraag van Dieter Vanbesien aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De versterking van de BBI" (55030467C)
16 Question de Dieter Vanbesien à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le renforcement de l'ISI" (55030467C)
16.01 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): In de wet houdende diverse fiscale bepalingen en fraudebestrijding van maart 2022 wordt het rechtskader gecreëerd voor de ondersteuning van de MOTEM's. Daar wordt bepaald dat 25 fiscale ambtenaren met minstens de graad van attaché bekleed zullen worden met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie en hulpofficier van de procureur des Konings.
Ik heb begrepen dat al die ambtenaren van de BBI zullen komen. Zij beschikken over de nodige expertise en zijn zelf al lang vragende partij voor politionele bevoegdheden. We moeten er echter ook over waken dat de BBI zelf voldoende personeel overhoudt om haar eigen kerntaken uit te oefenen. De ambtenaren die de MOTEM-taken zullen opnemen, zullen in de statistieken gerekend worden tot het personeel van de BBI, maar in de praktijk zullen zij minstens vijf jaar hoofdzakelijk voor het openbaar ministerie werken.
In de jaarverslagen van de FOD Financiën lezen we dat er een daling doorheen de tijd is van het personeelsbestand. Nu zullen nog eens 25 leden functies opnemen in de MOTEM's. Hebt u plannen om extra mensen aan te werven bij de BBI?
Vindt u in het algemeen dat er meer mensen bij de BBI zouden moeten worden aangeworven om de strijd tegen fiscale fraude op te drijven en om de budgettaire doelstellingen van de regering te halen? Hoe ziet u de evolutie van het personeelsbestand van de BBI op middellange termijn?
De personeelsleden van de BBI vervullen verschillende taken. Zo zijn er taxatiediensten, geschillendiensten, diensten die aan de selectie van de dossiers werken en andere ondersteunende diensten. Zou u per dienst, en in het bijzonder wat de taxatiediensten betreft, duidelijk kunnen uiteenzetten welke de functies zijn en over hoeveel personeel men beschikt?
Vanuit welke diensten zullen die 25 belastinginspecteurs komen die in de MOTEM's gaan werken en in hoeveel personeelsleden voorziet het personeelsplan van de BBI? Is dat plan vandaag volledig ingevuld?
16.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vanbesien, ik blijf inderdaad binnen de regering ijveren om de diensten van de BBI te versterken op basis van de prioritaire personeelsbehoeften.
In dat kader en in het verlengde van mijn streven naar de een-op-eenvervanging van controlefuncties binnen de FOD worden extra middelen ingezet. De uitdaging waarmee de verschillende diensten van mijn administratie die belast zijn met de fraudebestrijding worden geconfronteerd, zijn zeer groot. Daarom zullen zij vanaf 2023 jaarlijks structureel worden versterkt met een substantieel aantal bijkomende controleagenten, zodat zij op een effectieve manier hun essentiële taken kunnen voortzetten.
Daarnaast dient te worden verduidelijkt dat een MOTEM steeds tijdelijk en ad hoc wordt opgericht, met het oog op het strafrechtelijk onderzoek. Het gaat hier bijgevolg niet om een permanente detachering, zoals al bestaat voor de parketten en de CDGEFID, maar om een tijdelijke medewerking voor het fiscale gedeelte van het onderzoek op basis van kantschriften van de procureur. Het belangrijkste element in de strijd tegen fiscale fraude is immers de geïntegreerde benadering ervan. Door deel te nemen aan de MOTEM's draagt de BBI actief bij aan die geïntegreerde benadering. Dat zal bijgevolg een positieve impact hebben op de dossiers die behandeld worden binnen de BBI en op de effectieve invordering van de ingekohierde bedragen.
Het is de opzet om via de MOTEM's de fiscale expertise in strafrechtelijke onderzoeken te versterken. De fiscale expertise kan zich situeren op verschillende domeinen, bijvoorbeeld juridische analyse van constructies, analyse van boekhoudingen, onderzoeken van sterfhuisconstructies en btw-carrousels.
Daarom wordt ervoor geopteerd om een zo breed mogelijk scala van expertise afkomstig uit verschillende diensten ter beschikking te stellen, waarbij naargelang het onderzoek de ambtenaar met de geschiktste expertise wordt afgevaardigd. Er moet natuurlijk rekening worden gehouden met een taalkundige en geografische spreiding.
Ten tijde van de Coperfinhervorming is een grondige studie verricht naar de optimale werking van de BBI. Uit die studie bleek dat er 722 personeelsleden nodig waren om de BBI in staat te stellen haar belangrijkste opdracht uit te voeren in optimale omstandigheden. In het kader van de nieuwe bestuursovereenkomst en rekening houdend met het regeerakkoord, de ontwikkelingen op het gebied van fraudebestrijding en de doelstellingen van de twee antifraudeplannen werd die studie in 2021 geëvalueerd en geactualiseerd. Hieruit blijkt dat de BBI 786 personeelsleden nodig heeft voor de gewestelijke directies, de centrale administratie en de CAF (dienst Coördinatie Anti-Fraude).
Op datum van 30 juni 2022 beschikt de BBI over een totaal van 619 personeelsleden. Het departement doet er alles aan om het noodzakelijke personeel aan te werven, maar wordt daarbij geconfronteerd met verschillende problemen.
Ten eerste gaat de FOD ieder jaar op zoek naar 1.500 à 2.000 nieuwe medewerkers. Het vraagt een grote implicatie van alle betrokken diensten om goede medewerkers te vinden. De wervingsprocedures zijn ook complex om conform de reglementering te handelen. De coronacrisis heeft eveneens een negatieve impact gehad op de werving, maar gelukkig slagen we erin om de opgelopen vertraging geleidelijk in te halen. De FOD Financiën moet daarenboven rekening houden met de capaciteiten van de arbeidsmarkt, die momenteel zeer krap is in verschillende regio's van het land. Ze stelt wel alles in het werk om nieuwe talenten aan te trekken, wat een toename van de aanwervingsinitiatieven en -procedures vereist. In het geval van de BBI zijn de profielen ook zeer gespecialiseerd en dus bijzonder moeilijk te vinden. De kwaliteit van de aanwervingen blijft immers essentieel.
Wat uw vraag betreft met betrekking tot de details van de exacte samenstelling per dienst binnen de BBI, stel ik voor dat u die opvraagt in een schriftelijke vraag, gelet op het statistische karakter van de gegevens. Zoals gesteld ben ik echter overtuigd van de nood aan voldoende mankracht voor de diensten en de administratie die belast zijn met fraudebestrijding. Om die reden worden ze dus ook vanaf 2023 substantieel versterkt.
16.03 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Ik ben blij met uw antwoord, mijnheer de minister. De geactualiseerde studie maakt gewag van 786 mensen. Ik leid daaruit af dat dat ook het personeelsbestand is waarnaar men streeft.
Wij weten dat fraudebestrijding voor u heel belangrijk is. Ook voor ons is dat een prioriteit. We weten ook allebei dat het loont om te investeren in mensen die fraude opsporen. Ik hoop dat we dus zo snel mogelijk zo veel mogelijk van de gezochte profielen kunnen vinden.
L'incident est clos.
17 Vraag van Dieter Vanbesien aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Maatregelen om te voorkomen dat ruwe tabak onder de radar blijft" (55030468C)
17 Question de Dieter Vanbesien à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les mesures à prendre afin d'éviter que le tabac brut ne passe sous les radars" (55030468C)
17.01 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ik heb nog een vraag over tabak en accijnzen, waarvoor er hier in de zaal interesse is.
Op 14 september 2022 konden wij in De Standaard een artikel lezen van Suzanne Gabriels. Dat is een dame die werkt voor de Stichting tegen Kanker. In dat artikel wijst zij erop dat in België geen accijnzen worden toegepast op ruwe tabak. Dat zorgt ervoor dat ruwe tabak in België kan worden geïmporteerd zonder dat de douane het product kan controleren. Bijgevolg komt de geïmporteerde ruwe tabak niet voor in het monitoring- en controlesysteem voor accijnzen en evenmin in het track-and-tracesysteem van de Europese Unie. Het product is dus bij wijze van spreken onzichtbaar.
Wanneer de ruwe tabak vervolgens wordt gebruikt voor de vervaardiging van illegale tabaksproducten, blijft dat onder de Belgische en Europese radar.
Mevrouw Gabriels brengt op die manier de afwezigheid van accijnzen op ruwe tabak in verband met de groeiende rol van België als draaischijf voor illegale handel in tabaksproducten.
Daarom heb ik enkele vragen.
Ten eerste, om in dat EMCS-systeem te worden opgenomen, volstaat het heffen van een zogenaamde zero-accijns. Het invoeren van een dergelijke accijns wordt onder andere aangeraden door het SmokeFree Partnership maar ook door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding.
Hoe kijkt u naar een mogelijke invoering van een zero-accijns om de illegale tabakproductie en -handel tegen te gaan?
Ten tweede hoeft het natuurlijk geen zero-accijns te zijn. Indien effectief accijnzen worden geheven op ruwe tabak, zullen die producten ook in het register worden opgenomen. Waarom worden er dus geen accijnzen geheven op ruwe tabak, maar wel op sigaren, sigaretten en roltabak?
Omdat ruwe tabak zou worden opgenomen in het meer geavanceerde track-and-tracesysteem dat momenteel bestaat voor sigaretten en roltabak, is een aanpassing van de tabaksproductenrichtlijn nodig.
Hoe beoordeelt u de effectiviteit van het bestaande track-and-tracesysteem voor de controle van de tabakshandel? Gelooft u dat een uitbreiding van het systeem naar ruwe tabak zinvol is?
Kunt u ten slotte meegeven hoe belangrijk de illegale tabakshandel wordt ingeschat in de activiteiten van de criminele netwerken die de handel voeren?
17.02 Minister Vincent Van Peteghem: Ruwe tabak is op dit moment geen accijnsgoed en valt daarom niet binnen het toepassingsgebied van de Europese accijnsrichtlijn en de Belgische wetgeving. Het toepassingsgebied van de accijnzen beperkt zich op dit moment tot afgewerkte goederen. Er worden daarom nog geen accijnzen geheven op ruwe tabak en het product wordt ook niet gevolgd via het EMCS.
Ik kan u wel meedelen dat er op Europees vlak binnenkort een herziening van de richtlijn op tafel zal komen, waarvan de problematiek van ruwe tabak een belangrijk punt zal zijn. In dat kader zal ervoor worden gepleit om op zijn minst een systeem in te voeren voor het volgen van ruwe tabak, naar analogie van de bestaande systemen voor energieproducten. Een eventuele aanpassing van de tabaksproductrichtlijn en van het track-and-tracesysteem vallen onder de bevoegdheid van DG SANTE op Europees vlak en van de FOD Volksgezondheid in België.
Wat uw laatste vraag betreft, kan ik u meegeven dat het bestrijden van accijnsfraude een van de prioriteiten is in het kader van IMPACT. De operationele acties van IMPACT voor 2022 en 2023 focussen op het opsporen en bestrijden van grootschalige tabaksfraude, met bijzondere aandacht voor de illegale productie en de illegale smokkel van tabaksproducten uit derde landen.
17.03 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Dank u wel, mijnheer de minister. U zegt dat men de focus legt op accijnsfraude, maar ruwe tabak valt daar niet onder, aangezien die nog niet accijnsplichtig is. Het is evident dat die ruwe tabak op een bepaald moment in het vizier zal komen. Op Europees niveau komt men tot dezelfde conclusie en werkt men aan een systeem om accijnzen te heffen op ruwe tabak, zodat die niet onder de radar blijft.
Het loont de moeite voor de wetgever om te controleren of er geen voor de hand liggende maatregelen genomen kunnen worden om zelf een accijns te heffen. De voor- en nadelen daarvan kunnen tegenover elkaar worden afgewogen. We zouden hiervoor de steun van de Stichting tegen Kanker kunnen krijgen.
L'incident est clos.
18 Vraag van Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De impact van de rentestijging op Belfius" (55030486C)
18 Question de Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'incidence de la hausse des taux sur Belfius" (55030486C)
18.01 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, ik ben nogal begaan met het monetaire beleid en de financiële en bancaire stabiliteit. Die bezorgdheid leeft in de hele eurozone en erbuiten. Regeringen gaan na wat de toestand van de banken is en in welke mate ze zijn blootgesteld aan andere instellingen die een impact zouden kunnen hebben op de stabiliteit ervan. Dan valt onmiddellijk ook de naam Belfius.
Wat is de toestand van de bank? Bent u er bezorgd over? Worden er maatregelen genomen? Volstaan die om te vermijden dat er zich besmettingsscenario's voordoen?
18.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Loones, om te beginnen is het beheer van het renterisico en de impact ervan op de balans van een financiële instelling met de omvang van Belfius bijzonder complex. Zowel aan de actiefzijde als aan de passiefzijde moet het renterisico immers worden ingeschat op vrij grote bedragen. Om u een idee te geven, de balans van Belfius bedraagt meer dan 160 miljard euro. Vrij grote gevoeligheden moeten ook worden meegenomen gezien de looptijd van sommige contracten, zoals hypothecaire leningen. Dat vereist het gebruik van modellen en fundamentele hypothesen, bijvoorbeeld over het tijdstip en de snelheid van renteaanpassingen alsook over het gedrag van de klanten, die kunnen beslissen om hun tegoeden op spaarrekeningen aan te houden of te beleggen in een termijnrekening of andere producten, maar evenzeer vervroegde aflossingen van hun hypothecaire lening kunnen aanvragen.
Het kredietrisico moet ook worden geïntegreerd in het beheer van het renterisico, wat de beheersing van het renterisico in het huidige klimaat des te moeilijker maakt. In de eerste helft van 2021, net als in het voorgaande jaar, zette de lagerenteomgeving grote druk op het standaardtransformatiemodel van Belfius Bank. Vooreerst bleef de interest betaald aan deposanten dicht bij nul of het wettelijke minimum van 11 basispunten, terwijl de rente ontvangen op commerciële leningen bleef dalen als gevolg van markttarieven en concurrentiedruk. Daarbij bleven klanten hun hypotheken herfinancieren en vervroegd aflossen.
In de tweede helft van 2021 en in de loop van 2022 kwam er een kentering. De EU-inflatie steeg naar een historisch hoog niveau en dat blijkt structureel te zijn. De ECB heeft de kortetermijnrentevoet in juli en september van –50 basispunten naar 75 basispunten opgetrokken.
Al in september 2021 heeft Belfius op eigen initiatief, zonder vraag van de toezichthouder en in het kader van een gezond renterisicobeleid, zijn rentestrategie herdacht om rekening te houden met onder andere de hoge inflatie en de snel stijgende rente. Op basis hiervan heeft het directiecomité begin 2022 het rentebeleid aan de nieuwe economische omstandigheden en risico's aangepast, met meer bescherming tegen hogere rente. Nieuwe risico's zijn onder andere dat de rentetarieven sneller kunnen stijgen dan verwacht en bijgevolg de neerwaartse druk op de nettorentebaten kunnen verlichten en dat het gedrag van de klanten snel kan veranderen door het gebruik van deposito's om de energiefactuur te betalen, meer investeringen op termijnrekeningen enzovoort.
Het directiecomité en de raad van bestuur van Belfius zijn en blijven alert en beducht voor snel veranderende renteomgevingen, vooral in combinatie met veranderingen in het gedrag van klanten, met als primair doel om de risicoappetijt op het gebied van tariefmanagement te respecteren. Belfius heeft voor alle mogelijke risico's, per definitie ook voor het renterisico, een strikt risicokader. Renterisicolimieten worden op maandelijkse basis opgevolgd en als ze overschreden worden, is er een escalatie naar het directiecomité en de raad van bestuur. Belfius heeft in de eerste negen maanden van 2022 die limieten altijd gerespecteerd.
Naast de monitoring van het risicokader heeft Belfius extremere situaties afgetoetst, zoals grotere opwaartse renteschokken, gecombineerd met stress op gedragsaannames. Die afgetoetste extreme scenario's hebben vandaag geen verlieslatende situatie door fors stijgende rentevoeten aangetoond, doch de combinatie met bijvoorbeeld de impact van inflatie op kosten, een diepere recessie en faillissementen zouden in extremis tot verlies leiden, net als voor andere banken. Dankzij zijn sterke solvabiliteit – Belfius zit in de top tien van de sterke banken in de laatste EBA-stresstest – dankzij een kapitaalsratio boven het Europese gemiddelde en een liquiditeitsbuffer boven de 40 miljard zou Belfius ook zo'n extreem scenario moeten kunnen absorberen.
Dat betekent natuurlijk niet dat Belfius immuun is voor risico's.
Hoewel de bank mikt op een zo goed mogelijk risicobeheer om de activa van zijn klanten te beschermen, moeten we aanvaarden dat we ons in complexe, volatiele en zeer onzekere tijden bevinden met een toename van financiële risico's, aangaande de markt en kredieten, maar ook niet-financiële risico's, zoals fraude en cybercriminaliteit, evenals snel toenemende geopolitieke risico's, die gezien hun potentieel extreme aard vrij complex te integreren zijn in risicomodellen, zeker wanneer deze risico's samenvallen, zoals nu het geval is met de oorlog tussen Oekraïne en Rusland.
Gezien de fundamentele rol van de bankensector in de ondersteuning van de economie, is het dan ook belangrijk dat deze sector een correct niveau van winstgevendheid behoudt, wat met name belangrijk is voor de ratingbureaus die de financieringskosten voor de banken en bijgevolg de cliënten van deze banken beïnvloeden, en uiteraard ook een hoog niveau van kapitalisatie handhaaft.
Zoals aangetoond in mijn antwoord op uw vragen heeft Belfius een strikt risicokader en wordt het renterisico nauwlettend gemonitord en getest. Het strookt met het sterk financieel en risicobeleid dat Belfius de laatste tien jaar hanteerde en nog steeds hoog in het vaandel draagt.
18.03 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, dank u wel voor uw uitvoerige antwoord. Ik denk dat het belangrijk is dat we over zulke zaken met twee woorden spreken. Het bewijst ook dat u de zaak ter harte neemt en beseft welke de uitdagingen zijn. Dank u wel daarvoor.
Ik heb twee punten. Ten eerste, wat voor de ene een risico is, is een noodzakelijkheid voor de andere. Dat maakt de situatie nu zo complex. Als we spreken over hoge rentes, dan zal dat enerzijds een risico inhouden voor een aantal financiële instellingen bijvoorbeeld, of voor de overheid, zeker de Belgische met haar hoge staatsschuld. Anderzijds is het ook een noodzakelijkheid. Als men kijkt naar de positie die de Europese centrale bank zou moeten innemen op het vlak van inflatie, is het een noodzakelijkheid voor mensen die wel wat spaargeld hebben of gepensioneerd zijn en hun geld nu in sneltreinvaart zien verdwijnen. Wat voor de een een risico is, is voor de ander een noodzakelijkheid.
Ik ben blij dat tenminste een van uw relevante coalitiepartners nog in de zaal zit. Ik hoop dat ook zij gehoord hebben dat u wijst op de noodzaak van een correcte graad van winstgevendheid van onze bancaire sector, zoals u dat genoemd hebt. We hebben allemaal opgemerkt dat de ambitie in uw regering leeft om de bankensector extra te belasten. Ook daar blijf ik oproepen om dat altijd met twee woorden te doen, om de cirkel rond te maken en goed te bewaken dat daarin niet te ver wordt gegaan. Dat er oefeningen gebeuren met een regering van deze samenstelling verbaast mij niet, maar we moeten toch altijd het bredere plaatje in ogenschouw blijven nemen. Anders zouden we weleens op twee flanken kunnen verliezen.
L'incident est clos.
- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De druk op banken om de spaarrente te verhogen" (55030551C)
- Reccino Van Lommel aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De rente op spaarboekjes" (55030672C)
- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La pression exercée sur les banques afin d'augmenter le taux d'intérêt des comptes d'épargne" (55030551C)
- Reccino Van Lommel à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Les intérêts des comptes d'épargne" (55030672C)
19.01 Wouter Vermeersch (VB): De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de drie basisrentetarieven met 75 basispunten verhoogd. Waar banken tot in juli een strafrente moesten betalen van 0,50 %, krijgen ze voortaan een rente van 0,75 % op overtollig geld dat ze bij de ECB parkeren. De banken genieten ook nog van indirecte steun via de goedkope herfinancieringsoperaties van de ECB. Dat verklaart waarom bankaandelen en banken vandaag mooie cijfers kunnen voorleggen. De regering wil daar een graantje van meepikken. De ECB stelt bovendien nog meer renteverhogingen in het vooruitzicht de komende maanden. In de VS is bijvoorbeeld sprake van te evolueren naar maar liefst 4 % rente tegen februari 2023. Dat was althans te zien in de tabellen van de Federal Reserve.
In juli 2022 stond nog steeds meer dan 300 miljard euro op de spaarboekjes in dit land, vooral in Vlaanderen. Dat blijkt uit de cijfers van de Nationale Bank. Waar de rente op woonkredieten ondertussen de hoogte in schiet, blijft het wachten op een verhoging van de spaarrente. Na jaren waarin de meeste grootbanken de spaarrente op gereglementeerde spaarrekeningen voor particulieren beperkten tot de wettelijke totale minimumrente van 0,11 %, neemt de druk op de banken om de spaarrente te verhogen toe. Sinds mijn vraag gesteld werd, heeft de Vlaamse spaarbank CKV de rente op haar spaarboekje al verhoogd tot 0,70 %. Stilaan komt er evolutie in de markt.
Hebt u het voortouw genomen in het optrekken van de spaarrente? Hebt u dat ter sprake gebracht bij de bankensector?
Deelt u de opvatting dat spaarders aanspraak moeten kunnen maken op een betere rentevergoeding in deze crisistijden?
Ten slotte, zullen u en de regering bijkomende druk zetten op de bankensector om de spaarrente op te trekken?
19.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Vermeersch, behoudens de wettelijke bepalingen betreffende de minimumvergoeding van de gereglementeerde spaardeposito's, de basisrente van 0,01 % en de getrouwheidspremie van minimum 0,10 %, is de vergoeding van die grote stabiele financieringsbron voor de Belgische banken het resultaat van commerciële beslissingen door de verschillende individuele kredietinstellingen in een concurrentiële markt. Het komt niet de toezichthouder noch een minister toe om zich daarin te mengen.
Naast het niveau en de verwachte evolutie van de rentevoeten van de ECB moeten de banken bij de prijszetting van spaarboekjes ook kijken naar de impact van een dergelijke beslissing, die vanaf dag 1 geldt voor alle uitstaande spaardeposito's, op hun rentabiliteit. Ik wil graag benadrukken dat het gemiddelde rendement van de activa van banken sterk is gedaald tijdens de periode van zeer lage rentevoeten, met name door het verstrekken van zeer grote volumes hypothecaire leningen met een lage rente die meestal vastligt voor een lange periode. Tijdens diezelfde periode werd de marge van de banken om de vergoeding van de spaarboekjes tot een minimum te verlagen, beperkt door de wettelijk bepaalde minimumvergoeding.
De vergoeding van de spaardeposito's wordt daarom best ook overgelaten aan de concurrentiële markt, die zal leiden tot een marktconforme vergoeding in functie van alle relevante parameters. Dat principe lijkt ook het best verenigbaar met het behoud van een duurzame rentabiliteit van de banksector, die nodig is om de stabiliteit van ons financieel stelsel te garanderen. Op die wijze zal het financieel stelsel ook in uitdagende tijden, zoals we tegenwoordig beleven, haar kernfuncties voor de Belgische economie kunnen blijven vervullen. Ik denk daarbij aan de kredietverlening aan gezinnen en bedrijven, aan concurrentiële rentetarieven en aan het aanbieden van oplossingen aan gezinnen die tijdelijke of meer structurele problemen ondervinden om hun leningen af te lossen.
19.03 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, u kunt de banken natuurlijk niet dwingen, u kunt niet interveniëren in de concrete bedrijfsvoering. De banken houden echter wel uw uitspraken en de uitspraken van de premier in de gaten. Ook hier had u een kans om een duidelijk pleidooi te houden voor het opdrijven van die rentes, bijvoorbeeld als u zegt te vinden dat de spaarder toch iets moet kunnen verdienen aan zijn spaargeld. U had kunnen zeggen dat het feit dat de rentes bij de Europese Centrale Bank stijgen, een gelegenheid kan zijn om de spaarrentes op te trekken. De banken moeten nu geen strafrentes meer betalen, maar ontvangen integendeel rente op overtollig geld dat zij bij de ECB plaatsen. U kunt de banken dus niet dwingen, maar u kunt hen wel oproepen. U kunt mee druk uitoefenen.
De collega daarnet en ook ikzelf houden een duidelijk pleidooi om in deze tijden de spaarder niet in de steek te laten, om de spaarder toch iets van rendement te geven op zijn zuurverdiende spaargeld, want op de spaarboekjes staat 300 miljard euro. Ik begrijp uit uw antwoord dat u dat niet expliciet doet. Ondanks het feit dat u de banken niet onder druk kunt zetten, kunt u wel een warme oproep doen tot de banken om hun deel te doen en om het voorbeeld van andere banken te volgen. Ik roep u op om die optie in de toekomst te overwegen.
L'incident est clos.
20 Vraag van Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het Arco-proces" (55030616C)
20 Question de Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le procès contre Arco" (55030616C)
20.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, op
22.09.2022 was in De Tijd te lezen ('Deminor lanceert Arco-procedure van de
laatste kans') dat juridisch advieskantoor Deminor plant om voor het einde van
dit jaar opnieuw een rechtszaak te starten bij de Brusselse rechtbank van
eerste aanleg tegen Arco, Belfius en de Belgische staat. Dit doet ze om de
definitieve verjaring van het dossier te vermijden. Deminor heeft naar eigen
zeggen al 3500 oud-coöperanten verzameld voor het groepsgeding.
Deminor richt haar pijlen onder meer op
de 200 miljoen euro aan liquiditeiten die Arco nog beschikt om onder de
schuldeisers te verdelen. De belangrijkste schuldeisers van Arco zijn de
Belgische staat (90 miljoen euro), Belfius (65 miljoen) en de
christelijke arbeidersbeweging (45 miljoen).
Graag stel ik u hierover volgende vragen:
Hoe ziet u als minister van financiën de
verdeling van die 200 miljoen euro, mede voor de Belgische Staat en
Belfius?
20.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mevrouw de voorzitster, collega Loones, zoals u weet, is het niet aan de minister van Financiën om de verdeling van het actief of passief van de vereffening van een vennootschap te bepalen. Dat is de verantwoordelijkheid van de curator. Bovendien zijn er, zoals u correct opmerkte, nog rechtszaken lopende, waardoor de vereffening nog niet is afgesloten.
20.03 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, ik had een wat korter antwoord verwacht en het is ook een kort antwoord geworden. Het is natuurlijk een gevoelig dossier. Het is voor u ook niet het gemakkelijkste dossier, gelet op de voorgeschiedenis. Er moet nu nog 200 miljoen aan liquiditeiten die uit Arco kunnen komen, verdeeld worden. De Staat wil daar nog eens langs de kassa passeren, net als Belfius en de christelijke arbeidersbeweging.
Wij hebben allemaal gezien dat Deminor, dat de aandeelhouders vertegenwoordigt, opnieuw juridische stappen wil zetten. Ik begrijp dat u als minister handig verwijst naar de juridische procedure. Wij weten echter allemaal dat het netjes zou zijn mocht er eens een extra geste gebeuren, al vermoed ik niet dat dit erin zit, gelet op de budgettaire situatie van uw regering.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitster: Vraag nr. 55030638C van de heer Prévot wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
21 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De blauwdruk voor een bredere fiscale hervorming" (55030691C)
21 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'épure pour une réforme fiscale plus large" (55030691C)
21.01 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, in juli publiceerde u op uw website een zogenaamde Blauwdruk voor een bredere fiscale hervorming. Daarna bleef het een tijdje stil rond een fiscale hervorming, tot het begrotingsakkoord waarin blijkbaar werd afgesproken – ik leg het debat daarover en wat verschenen is in de pers samen – dat voor het einde van het jaar een fiscale hervorming zal worden doorgevoerd.
Volgens een aantal collega's aan de onderhandelingstafel kwam u op vrijdagavond hopeloos te laat met uw voorstellen, hoewel ik ze in juli al had gelezen. Ik begrijp dus niet goed vanwaar dat kwam. Misschien kunt u dat even toelichten. Daardoor kon de regering echter niet beslissen over een eventuele minitaxshift of iets dergelijks. De vragen blijven dus openstaan, mijnheer de minister.
Welke concrete stappen worden in de komende maanden en jaren doorlopen in het kader van de zogenaamde brede fiscale hervorming? Wat is daarbij de concrete timing? Wie zal daarbij worden betrokken? Graag krijg ik een concrete en gedetailleerde tijdslijn, zodanig dat het Parlement hierover duidelijkheid krijgt.
In welke mate en op welke ogenblikken zal het Parlement deze legislatuur nog worden betrokken bij de zogenaamde brede fiscale hervorming?
Wilt u een fiscale hervorming enkel op papier of wilt u ze effectief doorvoeren tegen 2024? Is die fiscale hervorming met andere woorden een taak van deze regering of van de volgende regering? Is het de bedoeling om de blauwdruk integraal te realiseren of in stukken en stappen zoals bij de minitaxshift?
Kunt u een concreet engagement aangaan om nog tijdens deze legislatuur te landen? Zo niet, waarom niet?
De voorzitster: De heer Gilissen is afwezig en de vraag van de heer Lacroix wordt uitgesteld.
21.02 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, vooraleer u voortgaat, kan de minister misschien eerst mijn vraag beantwoorden?
In de pers staat vandaag dat de MR momenteel bezig is met het saboteren van de fiscale hervorming en dat blijkt wel te kloppen gelet op uw werkwijze.
21.03 Minister Vincent Van Peteghem: Dat is niet waar.
De voorzitster:
Je sais. Ne vous
inquiétez pas. Je résiste à tout.
21.04 Minister Vincent Van Peteghem: U weet dat er in het regeerakkoord staat dat er een voorbereiding moet zijn voor een bredere fiscale hervorming om ons belastingstelsel te moderniseren, te vereenvoudigen, meer rechtvaardig en meer neutraal te maken. Die voorbereiding ben ik hier anderhalf jaar geleden gestart. We hebben ook een breed maatschappelijk debat gevoerd. Experts uit de economische, fiscale en juridische werden betrokken om dat publieke debat te stimuleren. We hebben ook rondetafelgesprekken met tal van middenveldorganisaties gevoerd. We hebben op 5 juli 2022 ook een symposium georganiseerd, waar u ook aanwezig was.
Al die elementen samen hebben geleid tot onze blauwdruk voor een bredere fiscale hervorming, die een coherente visie beoogt, conform het regeerakkoord, met betrekking tot de klassieke assen in de fiscaliteit, de activiteits- en vervangingsinkomsten, de vermogensinkomsten en consumptie.
Het is nog steeds mijn bedoeling om het Parlement maximaal te betrekken. Het spreekt dan ook voor zich dat ik over die blauwdruk met heel veel plezier een debat in de commissie Financiën en Begroting voer, net zoals ik nog altijd verschillende gesprekken met verschillende belangengroepen en middenveldorganisaties voer en zal voeren.
Het regeerakkoord voorziet alleen in de voorbereiding van die bredere fiscale hervorming. De opmaak van de blauwdruk werd echter afgerond op een moment dat onze samenleving en onze economie door een ongeziene energie- en koopkrachtcrisis gaan, deels als gevolg van de oorlog in Oekraïne op ons continent.
Deze crisis versterkt ook de sociale tegenstellingen binnen de samenleving. We hebben al heel wat maatregelen genomen om de koopkracht van de gezinnen te beschermen en om de concurrentiepositie van de ondernemingen te vrijwaren.
De regering is er ook van overtuigd dat structurele hervormingen ook structurele oplossingen kunnen bieden voor de verschillende uitdagingen waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Daarom hebben we met de regering beslist om een eerste fase van de fiscale hervorming in te voeren. Ik zal in december een voorstel aan de regering bezorgen. Het is de intentie van de regering om nog deze legislatuur met de invoering van die hervorming te beginnen.
21.05 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik noteer dat u een eerste fase van die hervorming wil invoeren. Het gaat dus niet om de hele blauwdruk. U wil dus opnieuw via minitaxshifts gaan werken.
Een voorstel zal in december bij de regering worden ingediend. Dat betekent niet noodzakelijk dat wij in het Parlement iets zullen zien. Wij zullen dat wel opnieuw in de pers lezen, als we de historiek van deze regering kennen. Het is de bedoeling om in deze legislatuur dus een eerste fase of een minitaxshift in te voeren.
Ik begrijp ook dat de minister openstaat voor een debat over die brede fiscale hervorming. Misschien moeten we dat debat in de commissie organiseren, mevrouw de voorzitster?
Dit is een zeer belangrijk onderwerp, het sluitstuk van het werk van onze commissie deze legislatuur.
Mevrouw de voorzitster, ik zou zeker op de uitnodiging van de minister ingaan om een debat in onze commissie te organiseren. We hebben al eerder een gedachtewisseling gevoerd over de blauwdruk. De verschillende partijen hebben al hun licht laten schijnen over die fiscale hervorming. Ik wil oproepen om opnieuw met alle partijen samen te zitten om die fiscale hervorming nogmaals te bespreken. Ik denk dat dit een bijzonder boeiend debat kan zijn.
De voorzitster: We zullen zien of dat mogelijk is.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Aan de orde is vraag nr. 55030694C van de heer Gilissen. Hij is niet aanwezig. Vraag nr. 55030701C van de heer Lacroix wordt uitgesteld.
22 Question de Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le projet de datamining sur les données du Point de contact central" (55030706C)
22 Vraag van Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De plannen voor datamining in de gegevens van het Centraal Aanspreekpunt" (55030706C)
22.01 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la présidente, monsieur le ministre, l’accord de gouvernement prévoit l’introduction d’un datamining sur les données bancaires que la Banque nationale de Belgique collecte dans son Point de contact central (PCC). Il le prévoit "d’ici septembre 2021". Vous n'aurez pas manqué de remarquer que nous sommes un an plus tard et que cet engagement n’est toujours pas respecté.
Chaque fois que je vous ai interrogé sur le sujet, vous avez répondu que vous attendiez un rapport du SPF Finances. Ce rapport, l’administration vous l’a remis. Il est daté du 1er avril 2022.
Ce rapport indique que: "Il existe à la fois un grand intérêt et un grand potentiel pour l’utilisation du datamining sur les données provenant du PCC. Cinq des six administrations générales interrogées ont des initiatives concrètes à cette fin qu’elles souhaitent mettre en œuvre."
Le rapport ajoute cependant que "sur un certain nombre de points, la réglementation actuelle ne semble pas suffisamment adaptée et qu’un nouveau cadre légal doit être créé".
Monsieur le ministre, êtes-vous d’accord avec les propositions et conclusions du rapport du SPF Finances? Envisagez-vous de modifier le cadre légal pour permettre l’introduction du datamining sur les données du PCC? Quand sera réalisé ce datamining que le gouvernement s’était engagé à introduire pour septembre 2021?
22.02 Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Van Hees, je n'ai pas de raison de douter de l'expertise de mon administration ni de la qualité du rapport. Le processus de datamining est très important pour le gouvernement car il offre une garantie à chaque citoyen et à chaque entreprise présentant le même profil de risque d'avoir une chance égale d'être contrôlé, ce qui est important dans le contexte de l'égalité de traitement de chaque contribuable.
Pour anticiper au mieux les éventuels commentaires de l'Autorité de protection des données et garantir une sécurité juridique plus grande au citoyen, la problématique des opérations de datamining (en ce compris le datamining sur les données du PCC au sein du SPF Finances) sera ultérieurement revue de façon globale dans un projet de loi distinct.
Un groupe de travail au sein de mon administration examine actuellement les différentes modifications législatives nécessaires pour réaliser les projets.
22.03 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, chaque fois que je vous interroge, vous répondez la même chose: "Mon administration y travaille."
22.04 Vincent Van Peteghem, ministre: Excusez-moi, c'est la même question qu'hier. Je ne peux donc pas changer de réponse!
22.05 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Je ne parle pas de notre discussion d'hier, mais des fois précédentes où je vous ai interrogé. C'est chaque fois la même réponse: "Mon administration y travaille."
Finalement, elle a produit un rapport, le 1er avril 2022. On était déjà en retard par rapport à la date initiale qui était septembre 2021. La question que l'on doit se poser forcément, avec ce retard de plus d'un an, qui n'est toujours pas comblé, est: "Pourquoi cela bloque-t-il à ce point? Pourquoi ce projet tarde-t-il tant?" On ne peut qu'imaginer qu'il y a des difficultés au sein de la coalition gouvernementale, qui bloquent les choses, sinon un tel retard ne s'explique pas, monsieur le ministre. Et je n'ai toujours pas obtenu de réponse quant à une date précise!
Het incident is gesloten.
- Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les pressions de Belfius sur les prochaines échéances électorales" (55030708C)
- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les signaux d'alerte envoyés par Belfius concernant les finances wallonnes" (55030764C)
- Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De druk die Belfius uitoefent op de volgende verkiezingen" (55030708C)
- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het alarmsignaal van Belfius over de Waalse financiën" (55030764C)
23.01 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la présidente, monsieur le ministre, L'Écho du 13 septembre dernier indique que la banque Belfius refuse de négocier un renouvellement du contrat caissier avec la Région wallonne au-delà de 2024. Le quotidien cite une source gouvernementale: "Aux yeux de Belfius, la montée du PTB représente un risque financier avec une crainte de voir la dette de la Wallonie poursuivre sa croissance. C’est un élément qui a été mis en avant par Belfius lors des discussions autour du renouvellement du contrat caissier."
De tels agissements de la part de la banque constituent une forme de pression sur les prochaines échéances électorales. Il s’agit là d’une grave ingérence du monde financier dans la vie démocratique, a fortiori venant d’une banque publique, détenue à 100 % par l’État via la SFPI; qui plus est, d’un établissement n’ayant dû sa survie qu’aux dizaines de milliards d'euros obtenus de caisses publiques.
Monsieur le ministre, ces faits ont-ils été évoqués au conseil d’administration de Belfius? Dans l’affirmative, quelles conclusions ou réflexions en découle-t-il?
Avez-vous eu des échanges sur la question avec la direction ou des administrateurs de Belfius? Dans l’affirmative, quelle position avez-vous défendue?
En tant que ministre de tutelle de la SFPI, actionnaire à 100 % de Belfius, allez-vous rappeler à l’ordre la direction et les administrateurs de la banque publique?
23.02 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, u kent de uitdrukking "les extrêmes se touchent", maar het ene uiterste is het andere niet. Hier zien we immers dat Belfius, dat fungeert als huisbankier van het Waals Gewest, zich zorgen maakt over twee zaken, met name over de financiële toestand van Wallonië, wat niets nieuws is, en over een mogelijke deelname van de PVDA aan de macht in Wallonië, althans volgens L'Echo. Dat is wel nieuw. Ik kan mij niet herinneren dat dit ooit al in Vlaanderen werd gezegd over mijn partij. Ik denk dus dat het ene uiterste zeker niet hetzelfde is als het andere.
De staatsbank is natuurlijk voor vele miljarden blootgesteld in het zuiden van het land. Daarover heb ik een aantal vragen.
De federale begroting heeft in 2011 ruim 4 miljard euro uitgetrokken om Belfius uit Dexia te lichten, met de bedoeling om de bank nadien opnieuw naar de beurs te brengen. Kunt u zich vinden in het feit dat de staatsbank het voorzichtigheidsprincipe hanteert? Is de staatsbank niet onevenredig blootgesteld aan het risico van Wallonië en de Waalse begroting, de Waalse politiek en de Waalse verkiezingsuitslag?
De minister van Financiën sloot in november 2020 een snelle beursgang van Belfius uit. Is dat nog steeds het geval?
De financiën van de federale, Waalse en Brusselse regeringen ontsporen compleet. Volgt u de evolutie van de Waalse financiën? Hoe schat u het risico in dat de financiële markten zich zorgen beginnen maken over de houdbaarheid van de Belgische financiën en dat de rente op Belgisch schuldpapier door internationale speculatie kan beginnen oplopen, naar analogie van de Europese staatsschuldencrisis of de eurocrisis?
23.03 Vincent Van Peteghem, ministre: Le contrat caissier de la Région wallonne est traité selon les règles normales de gouvernance dans les dossiers importants, avec des rôles spécifiques dévolus au comité de direction et au conseil d'administration. Les règles habituelles de discrétion s'appliquent aussi dans ce dossier individuel. Je n'interfère pas dans la gestion quotidienne de la banque.
In antwoord op uw vraag, mijnheer Vermeersch, kan ik het als minister alleen maar toejuichen dat Belfius Bank haar risico's op een voorzichtige manier beheert. Adequate concentratielimieten maken volledig deel uit van een gezond risicobeheer dat Belfius sinds 2012 toepast op de verschillende onderdelen van haar portefeuille, om staartrisico's te verminderen. In dat verband verwijzen wij graag naar de zeer sterke resultaten van Belfius voor de verschillende stresstesten, en naar de verbetering van het risicoassessment dat door de ECB werd gerealiseerd. Belfius Bank behoort trouwens tot de best gekapitaliseerde banken van Europa.
Over individuele risico's kan en wil ik mij niet uitspreken. Dat is de verantwoordelijkheid van het directiecomité en de raad van bestuur van de bank.
Wat een mogelijke beursgang van Belfius betreft, wordt de situatie continu geanalyseerd. Indien zich ooit situaties voordoen waarin een beursgang nuttig kan zijn, kan dat overwogen worden.
De Belgische overheidsschuld wordt uiteraard ook voortdurend gemonitord. Het is en blijft noodzakelijk te waken over de middellange- en langetermijnhoudbaarheid van de overheidsfinanciën.
23.04 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je trouve votre réponse déplorable. Vous vous cachez derrière les règles de discrétion pour éviter de vous prononcer sur un sujet qui, à mon avis, est grave, c'est-à-dire qu'il s'agit de dérapages de la direction d'une banque publique détenue à 100 % par l'État via la SFPI dont vous avez la tutelle politique. Vous acceptez des dérapages, notamment ces déclarations, qui sont une interférence sur la vie politique de notre pays puisqu'un jugement est émis sur un parti, en l'occurrence le mien.
Malheureusement, ce n'est pas la première fois qu'il y a un dérapage de la direction de Belfius. On se souvient qu'il n'y a pas si longtemps, le CEO, Marc Raisière avait fait des déclarations sur le fait qu'on pouvait laisser plein de PME aller en faillite et que cela allait assainir l'économie du pays.
Je pense que ce refus d'intervenir et de prendre vos responsabilités politiquement sur la manière dont est dirigée cette banque, dont l'État est actionnaire à 100 %, découle d'une pratique de zéro interférence que vous mettez en œuvre, comme vos prédécesseurs. Mais, quand une banque est détenue par l'État, il ne s'agit pas de faire n'importe quoi. Et le plus grave, c'est la politique bancaire de cette banque qui ne se distingue en rien des banques privées. C'est la recherche du profit à tout prix, au mépris du personnel et de la clientèle. Vous acceptez cela. Je crois que cette politique vous convient. Vous préférez ne rien dire!
23.05 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, u juicht toe dat de bank risicoanalyses doet. Elke econoom zal toejuichen dat banken omzichtig te werk gaan. Het is duidelijk dat die bank zich zorgen maakt om de financiële toestand van Wallonië. Zelfs als Vlaams-nationalist maak ik mij daarover ook zeer grote zorgen.
Het is natuurlijk duidelijk voor iedereen dat een PVDA-beleid in Wallonië de begrotingssituatie en de financiële situatie compleet zal laten ontsporen. Dat is een partij die duidelijk pleit voor een planeconomie, voor ongeremde staatsinterventie. Laten wij eerlijk zijn. Ze bepleit ook open grenzen. Die combinatie is natuurlijk moordend voor het financieel systeem en voor de begroting van de regering. Ook wij maken ons daarover uiteraard zorgen. Een bank moet zorgen dat ze haar zaken op orde heeft. Men kan dus niet om een concrete risicoanalyse van een bank heen.
Mijnheer de minister, ik heb ook begrepen uit uw antwoord dat een beursgang van Belfius nog niet aan de orde is, maar dat de situatie wel wordt opgevolgd. Laten wij eerlijk zijn, ik zou de bank Belfius ook niet aanraden om onmiddellijk op de beurs te gaan als die bank voor vele miljarden euro's is blootgesteld in het zuiden van dit land. Die situatie is immers bijzonder zorgwekkend. Ik kan mij inbeelden hoe de beurs zou reageren op onthullingen over de blootstelling van Belfius aan het zuiden van dit land, zeker met de evoluties die mogelijks nog gaan volgen in gedachten. Het is immers zo dat de Waalse regering op dit moment de zaken helemaal nog niet op orde heeft. Ze heeft de begroting nog niet op orde, iets wat Vlaanderen wel probeert te verzekeren.
Het incident is gesloten.
24 Question de Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les portes tournantes au Service des Décisions Anticipées" (55030717C)
24 Vraag van Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Draaideurambtenaren bij de Dienst Voorafgaande Beslissingen" (55030717C)
24.01 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, le 20 novembre 2020, je vous interrogeais en commission des Finances de la Chambre sur la participation de deux membres du collège du Service des Décisions Anticipées, Matthieu Bataille et Véronique Tai, à des colloques privés sur la fiscalité. Vous estimiez alors qu’il n’y avait rien d’anormal à cela.
Le 30 juin 2021, je vous interrogeais sur le fait que la même Véronique Tai, toujours membre du collège, dispensait une formation fiscale privée donnant aux professionnels du chiffre les clés leur permettant d’offrir le régime le plus favorable à leur client percevant des droits d’auteur (dixit l’annonce de cette formation) alors que le comité ministériel anti-fraude que vous présidez venait de sortir un plan visant à lutter contre les fréquents abus en matière de droits d’auteur. C'est d'ailleurs une mesure qui ressort du conclave budgétaire qui s'est terminé voici peu. Vous estimiez alors qu’il n’y avait rien d’anormal à cela.
Troisième fait, au début de ce mois de septembre 2022, le réseau international de cabinets de conseil et d’audit BDO (le cinquième derrière les big four) publie un communiqué de presse sous le titre: "BDO s’adjoint les services d’un ancien expert fiscal du Service public fédéral". BDO est d'ailleurs impliqué dans le nouveau scandale sur Malte. C'est une des firmes qui offre des boîtes aux lettres aux riches Belges qui veulent échapper à l'impôt à Malte.
Dans ce communiqué de presse, on peut lire: "BDO accueille Matthieu Bataille dans ses rangs en tant que nouveau tax partner. Ce dernier a travaillé pendant 17 ans comme expert fiscal auprès du SPF Finances au sein du Service des Décisions Anticipées en matière fiscale, le fameux service du ruling". Et le communiqué ajoute: "De par son ancienne fonction, il connaît toutes les possibilités en matière de finance pour les entreprises".
Monsieur le ministre, ne trouvez-vous pas que les portes tournantes, ces passages entre secteurs public et privé, sont problématiques et que des mesures devraient être prises pour éviter les risques de conflits d’intérêts? N’y a-t-il pas un problème au sein du collège du Service des Décisions Anticipées dans la proximité trop importante de certains de ses membres avec le secteur privé de la fiscalité, et donc dans l’impartialité qui devrait leur être demandée?
24.02 Vincent Van Peteghem, ministre: Comme je vous l'ai indiqué dans ma réponse précédente, mon administration s'efforce de créer un climat de confiance avec les citoyens et entreprises dans le but d'améliorer la conformité légale et de réduire la charge administrative du SPF Finances. En outre, mon administration mène une politique de personnel moderne axée sur les compétences répondant aux défis du marché du travail actuel.
Je me réfère à l'accord administratif incluant l'attraction de personnel qualifié comme un risque stratégique. Dans ce cadre, je ne peux approuver votre déclaration de portes tournantes, ce qui signifierait que mon administration ne serait pas en mesure de recruter des employés ayant une expérience sur le marché privé du travail.
Le Service des Décisions Anticipées a pour mandat légal de se prononcer sur les demandes concernant l'application des lois fiscales. En toute logique, le décret prévoit une consultation entre le service et le demandeur.
Par ailleurs, je me réfère à mes réponses à vos précédentes questions au sujet du cadre déontologique, de la procédure d'autorisation de cumuls et du secret professionnel.
Il est clair que je ne peux répondre à des questions relatives à des dossiers individuels.
24.03 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, votre réponse ne me rassure évidemment pas! Vous appelez cela "instaurer un climat de confiance entre le fisc et les entreprises". Moi, j'appelle cela des portes tournantes et des liaisons dangereuses.
L'ancienne présidente, qui est une des personnes que j'ai citées dans ma question, à l'époque où elle était présidente, avait été invitée à une croisière de luxe avec le monde de l'entreprise qui était en contact direct avec elle.
Le collège du Service des Décisions Anticipées a une liaison avec le monde des affaires qui atteint un niveau inacceptable selon moi, alors que vous estimez que c'est une marque de bon fonctionnement et de climat de confiance. Il y a un réel problème de conflits d'intérêts face auquel vous ne réagissez pas alors que vous devriez le faire.
Het incident is gesloten.
25 Question de Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les profits réalisés par Euroclear sur les actifs russes" (55030718C)
25 Vraag van Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De door Euroclear op Russische activa geboekte winsten" (55030718C)
25.01 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, comme rapporté par la presse, Euroclear – cette société de règlement-livraison de titres – installée à Bruxelles bénéficie largement du gel des avoirs russes puisqu'elle profite des intérêts et dividendes de titres qui restent à son bilan, argent qu'elle peut réinvestir.
Au premier semestre 2022, ce gel lui a fourni 110 millions d'euros de revenus supplémentaires – 74 millions de gain net si on tient compte du surcoût de la gestion du gel.
De plus, comme je vous l'avais signalé lors d'un échange de vues en commission des Finances sur les pertes de la Banque nationale, ces pertes correspondent à des gains qui garnissent les caisses des établissements bancaires. Parmi ceux-ci se trouve Euroclear, qui peut placer ses liquidités auprès de notre Banque centrale, y compris celles qui découlent du gel des avoirs russes.
Il me semble anormal qu'une société essentiellement privée – même si la SFPI a décidé d'acquérir une petite fraction du capital d'Euroclear – puisse tirer profit du gel des avoirs russes, a fortiori lorsqu'une partie de ces profits découlent d'un appauvrissement de notre Banque nationale.
Monsieur le ministre, pouvez-vous m'indiquer le montant du gain réalisé au troisième trimestre 2022 par Euroclear sur le gel des avoirs russes et préciser, sur ce montant, à combien s'élève le gain réalisé aux dépens de la Banque nationale? Envisagez-vous de prendre des mesures pour mettre fin à cet enrichissement illégitime d'Euroclear? Envisagez-vous de prendre des mesures pour qu'Euroclear rembourse les gains réalisés jusqu'ici ou pour que ces gains soient soumis à un impôt exceptionnel?
25.02
Ministre Vincent Van Peteghem: Monsieur Van Hees, nous
sommes encore en train d'examiner vos questions avec une grande attention afin
de pouvoir vous fournir une réponse éclairée.
25.03 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Voulez-vous dire quant aux informations sur les montants que je vous ai demandés ou quant à la position à prendre par le gouvernement?
25.04
Vincent Van Peteghem, ministre: (…)
25.05 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Toutes les questions. J'espère que cela signifie qu'une réflexion est menée sur cet enrichissement illégitime. Je reviendrai donc avec une question similaire lors d'une prochaine séance.
L'incident est clos.
26 Vraag van Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De verkoop van de militaire basis te Koksijde" (55030728C)
26 Question de Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La vente de la base militaire de Koksijde" (55030728C)
26.01 Sander Loones (N-VA): Een vraag over het lokale beleidsniveau, mijnheer de minister.
Ik heb me niet gemengd in het publieke debat, maar ons gemeentebestuur zou de militaire basis van Koksijde willen aankopen. Dat was al een aantal jaren geleden aangekondigd, en het zou deze legislatuur gebeuren, maar het bedrag in de lokale begroting is nu geschrapt. Dat ziet er dus allemaal niet zo goed uit.
De verantwoordelijkheid hiervoor zit bij u, omdat die gronden verkocht worden via het aankoopcomité. Als ze tenminste verkocht worden, maar zo ziet het er wel naar uit, als ik de minister van Defensie hoor.
Vandaar mijn vraag naar de stand van zaken.
26.02 Minister Vincent Van Peteghem: Het federaal aankoopcomité heeft tot op vandaag geen opdracht tot verkoop gekregen van Defensie. Er werd wel gevraagd om een schatting op te maken. In de huidige stand van het dossier wordt die schatting niet bekendgemaakt, gelet ook op toekomstige onderhandelingen met eventuele kandidaat-kopers. Een definitieve schatting kan ook pas gemaakt worden op het ogenblik dat de opdracht tot verkoop door Defensie wordt gegeven, rekening houdend met de stedenbouwkundige voorschriften van dat moment.
Ik kan geen verder antwoord geven op uw vragen omdat de verkoopopdracht nog niet ontvangen is door het aankoopcomité.
26.03 Sander Loones (N-VA): Dank voor uw antwoord, dat helaas bevestigt wat ik al vreesde.
L'incident est clos.
27 Vraag van Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De energiecrisis en de impact ervan op het bankensysteem" (55030729C)
27 Question de Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La crise énergétique et son incidence sur le système bancaire" (55030729C)
27.01 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, dit is een thema dat in heel wat landen van Europa leeft. Ik zetelde vroeger in het Europees Parlement, dus ik volg veel buitenlandse media en parlementsleden uit andere landen. Heel wat landen voeren op dit moment een debat over de stijgende energieprijzen en wat de gevolgen daarvan zijn voor de burgers, maar ook voor de instellingen. De BBC bereidt bijvoorbeeld een hele reeks reportages voor, mocht er deze winter een black-out optreden over hoe men geruststellende communicatie aan de Britten kan geven. Nog in het VK bekijken ze in The City, het financiële hart van Londen, wat de impact zou zijn op het betaalverkeer als de elektriciteit uitvalt en het licht dooft. Dat wordt allemaal professioneel opgevolgd en voorbereid. Ik wil even polsen of dat ook hier het geval is.
27.02 Minister Vincent Van Peteghem: De kritieke activiteiten in de financiële sector slaan op belangrijke markt-, betalings-, clearing- en afwikkelingsverrichtingen en -systemen en de rekencentra die de uitvoering daarvan mogelijk maken.
Het Nationaal Crisiscentrum wordt in de wet van 1 juli 2011 aangeduid als het centrale aanspreekpunt tussen de sectorale overheden en de kritieke infrastructuren in de betrokken sectoren. In die wet wordt de Nationale Bank van België aangesteld als de sectorale autoriteit voor de kritieke infrastructuren in de financiële sector. Ze treedt daarbij als tussenpersoon op tussen het Nationaal Crisiscentrum en de kritieke infrastructuren en instellingen in de financiële sector.
In toepassing van de wet van 1 juli 2011 moet iedere kritieke infrastructuur over een beveiligingsplan beschikken met algemene maatregelen die altijd gelden, moet ze ook bijkomende maatregelen nemen afhankelijk van het dreigingsniveau, moet ze 24/7 een contactpunt voor de overheid hebben om snel informatie uit te wisselen als dat nodig is, oefeningen organiseren en inspecties laten plaatsvinden, en elk major incident zo snel mogelijk melden aan het Nationaal Crisiscentrum.
Het wegvallen van de stroomvoorziening is een van de standaardnoodscenario's die, naast vele andere, worden voorbereid door de kritieke infrastructuren en instellingen binnen de financiële sector. De kritieke infrastructuren en instellingen beschikken ter zake over een combinatie van verschillende voorzorgsmaatregelen om de continuïteit van de belangrijke en kritieke financiële activiteiten afdoende te beschermen. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de kritieke financiële diensten en infrastructuren, zoals de kritieke betalingsdiensten, de activiteiten rond clearing en settlement en de datacentra. Overal een noodgenerator en/of een batterij neerzetten is evenwel niet haalbaar en/of disproportioneel.
Bij een stroomuitval worden vooral de perifere financiële activiteiten getroffen. Zo zullen bijvoorbeeld de bankagentschappen, de geldautomaten, de betalingsoplossingen bij handelaars en de thuiscomputers voor thuisbankieren vaak onmiddellijk uitvallen zonder stroom. Betalingen met een draagbaar toestel, zoals gsm, laptop of tablet met een eigen batterij kunnen daarentegen minstens tijdelijk doorgaan zolang de batterij meegaat en er verbinding met het internet en/of de telecomoperator mogelijk blijft.
Zoals gezegd, werd de Nationale Bank van België als onafhankelijk prudentieel toezichthouder aangesteld als de sectorale autoriteit voor de kritieke infrastructuren in de financiële sector. Het komt zodoende ook aan de NBB toe om de nodige maatregelen op te leggen aan de financiële instellingen en controles hierop te verrichten met het oog op de continuïteit van de kritieke financiële activiteiten. Het is dus niet aan de minister van Financiën om hieromtrent opdrachten te formuleren en maatregelen te nemen.
27.03 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, ik begrijp uw antwoord, maar ik ga ervan uit dat toch iemand in uw regering dat van nabij opvolgt. Ik veronderstel dat dit dan mogelijks minister Verlinden is vanuit haar bevoegdheid Binnenlandse Zaken. Ik zal dat verder met haar opnemen. Dat is trouwens een vraag die voor verschillende sectoren geldt, maar natuurlijk is de financiële sector een belangrijke.
Mevrouw de voorzitster, ik hoor dat de Nationale Bank in dezen de bevoegde autoriteit is. Dan is het misschien ook wel interessant om de bank daarover te horen en om te bekijken hoe zij dat precies aanpakt, maar dat kunnen we te gepasten tijde bespreken met de collega's in de commissie.
L'incident est clos.
28 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De zogenaamde vergroening van de mobiliteit" (55030766C)
28 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le prétendu verdissement de la mobilité" (55030766C)
28.01 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, tijdens een bedrijfsstage van Voka bij autoproducent Volvo Car in Gent kondigde u aan één miljard euro aan extra belastingen op te halen bij de bedrijven door de zogenaamde vergroening van de bedrijfswagens.
Ik heb daar een aantal vragen bij.
De bedrijven worden nu geconfronteerd met sterk stijgende energiekosten en loonkosten. De productie wordt verminderd of stopgezet, de concurrentiekracht daalt en de bedrijven dreigen in financiële problemen te komen of in faling te gaan.
Vindt u, mijnheer de minister, het innen van 1 miljard euro extra belastingen bij de bedrijven via de autofiscaliteit vandaag het juiste signaal? U hebt dat zo gezegd in Z-Nieuws op tv.
De wet inzake de fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit voorziet in een fiscaal voordeel voor het plaatsen van laadpalen. De wet spreekt ook over 700.000 bedrijfswagens, maar in 2026 zullen er ook private elektrische wagens op de weg zijn. Experts schatten dat er voor 1 miljoen elektrische wagens ruim 1 miljoen laadpalen nodig zijn. Daarnaast is er per tien elektrische wagens ook nog eens één publiek laadpunt nodig. Dat zijn 100.000 publieke laadpalen. Hebt u er zicht op hoeveel laadpalen er nu in het land zijn? Hoeveel extra laadpalen acht u in de komende jaren noodzakelijk? Is de volledige elektrificatie van het bedrijfswagenpark tegen 2026 daarmee haalbaar en realistisch?
28.02 Minister Vincent Van Peteghem: U verwees naar de communicatie over het finale rapport van het Federaal Planbureau inzake de wet houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit. Het Federaal Planbureau heeft op mijn vraag een studie gemaakt naar de effecten van die wet op de CO2-emissie, op de economie in haar geheel, op de fiscale en parafiscale inkomsten, enzovoort.
Het globale effect van de hervorming vanaf 2026 is een toename van de jaarlijkse nettobelastinginkomsten met ongeveer 1 miljard euro op jaarbasis. Zonder de hervorming zouden de gederfde inkomsten uit de vennootschapsbelasting veel hoger zijn, als gevolg van de autonome toename van de aandelen van plug-in hybride benzinevoertuigen en van elektrische wagens op de markt voor bedrijfswagens.
De terugverdieneffecten voor de maatschappij zullen zelfs nog hoger uitvallen. De hervorming leidt duidelijk tot een versnelde afname van de CO2-uitstoot, met een piek van ongeveer 1 miljoen ton CO2 op jaarbasis in de eerste helft van de jaren 2030.
Ik heb nu geen cijfergegevens voorhanden die aangeven hoeveel laadpalen er op dit ogenblik zijn, maar daarover ging de discussie gisteren ook, en die vraag heb ik toen reeds beantwoord.
28.03 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik had gehoopt dat u op 24 uur tijd misschien al het aantal laadpalen had kunnen becijferen.
U zegt dat de belastingverhoging van 1 miljard euro zal leiden tot terugverdieneffecten voor de samenleving. Ik ben van de overtuiging dat in het land met zowat de hoogste belastingen ter wereld alleen belastingverlagingen voor terugverdieneffecten zorgen. Als men de belastingen verlaagt, geeft dat extra zuurstof aan de economie en de burgers en dat zorgt pas voor een terugverdieneffect. Ik geloof dus niet in het terugverdieneffect dat u voorspiegelt.
U zegt ook dat de overheid inkomsten zal derven, omdat er zonder uw regeling ook al wordt geëlektrificeerd. De Staat int natuurlijk gigantisch veel belastingen op wagens. Dat is werkelijk de melkkoe van de staatskas. Dat is de realiteit. Het is niet zo dat er een derving is. De autofiscaliteit is vandaag gewoon te zwaar en het is duidelijk dat de regering de ambitie heeft om ervoor te zorgen dat de wagen die melkkoe blijft in de toekomst. Daarvoor zult u geen partner vinden in het Vlaams Belang. Wij zijn voorstander van belastingverlagingen, want die zorgen voor positieve terugverdieneffecten voor de economie en de burgers. Daar moet ik u ongetwijfeld niet van overtuigen, mevrouw de voorzitster.
L'incident est clos.
29 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De aangekondigde begrotingsregels in de State of the Union" (55030767C)
29 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les règles budgétaires annoncées dans le discours sur l'état de l'Union" (55030767C)
29.01 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, in de jaarlijkse State of the Union stelde de Europese Commissievoorzitter von der Leyen: "We hebben begrotingsregels nodig die strategische investeringen mogelijk maken en tegelijk de houdbaarheid van de begroting waarborgen. We zullen in oktober nieuwe begrotingsregels invoeren, zodat we meer flexibiliteit hebben in het afbouwen van schulden, maar ook meer verantwoordelijkheid, zodat er ruimte komt voor investeringen. Die hebben we nodig."
Ondertussen is het oktober. Na de State of the Union van mevrouw von der Leyen stuurde u onmiddellijk een tweet: "Sterke State of the Union van von der Leyen. In oktober krijgen we concreter zicht op de belangrijke hervorming van de EU-begrotingsregels. Wat wél al duidelijk is: stabiliteit en groei zullen hand in hand gaan. Alleen door ook te hervormen en investeren, krijgen we onze schuldgraad onder controle."
Wat is de stand van zaken van het debat over de Europese begrotingsregels? Heeft de Europese Commissie ondertussen een concreet voorstel op tafel gelegd? Zo ja, wat houdt dat voorstel in? Dat is alvast niet in de media verschenen.
Als leidraad voor de discussies op Europees vlak werd, op voorstel van u, een federale positionering over de Europese begrotingsregels uitgewerkt. De Vlaamse regering heeft een strenger standpunt en vroeg op 14 januari 2022 dat de Europese begrotingsregels verder zouden worden aangescherpt. Hebt u ondertussen het standpunt van de andere deelstaten ontvangen? Welke deelstaten moeten hun standpunt nog kenbaar maken? Wanneer en hoe wordt het Belgische standpunt nu eindelijk doorgesproken met de deelstaten?
De algemene ontsnappingsclausule werd ondertussen verlengd tot eind 2023, waardoor lidstaten niet langer gebonden waren of zijn door het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Acht u een verdere verlenging na 2023 binnen de Ecofin haalbaar? Acht u een verlenging ook wenselijk?
29.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, de Europese Commissie zal inderdaad eind oktober een mededeling publiceren omtrent de mogelijke pistes voor de herziening van het SGP. In het kader van de bespreking van die communicatie zal de Commissie nadien mogelijk wetgevende voorstellen op tafel leggen.
Tot heden heb ik alleen een officieel standpunt van de Vlaamse Gemeenschap ontvangen. Uiteraard zal het Belgische standpunt met alle deelstaten verder besproken worden zodra de Commissie wetgevende voorstellen op tafel legt, dit volgens de geijkte procedure.
De algemene ontsnappingsclausule werd inderdaad verlengd tot eind 2023. Dat houdt in dat de regels van het Stabiliteits- en Groeipact tijdelijk on hold worden gezet. Dat neemt echter niet weg dat de Commissie kan aanbevelen om voor een lidstaat een procedure met betrekking tot buitensporig tekort te openen wanneer zij merkt dat het beleid van een lidstaat volledig indruist tegen het belang van de duurzame openbare financiën. Een verlenging van de algemene ontsnappingsclausule na 2023 ligt op dit moment niet op tafel. Voor mij is het vooral belangrijk dat wij de SGP-herziening tijdig finaliseren, zodat wij vanaf 2024 met realistischere regels aan de slag kunnen.
29.03 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, Wallonië en Brussel zullen wellicht pas met voorstellen komen als de begrotingsregels al in voege zijn. Het lijkt toch enorm lang op zich te laten wachten. Ik kan er alleen op wijzen dat de Vlaamse regering de voorstellen van de Europese Commissie niet heeft afgewacht om zelf een standpunt in te nemen.
Met betrekking tot de procedure met betrekking tot een buitensporig tekort weet u natuurlijk dat wij het eerste land zijn dat bijna in aanmerking komt om die procedure op toe te passen. België is momenteel nagenoeg de slechtste leerling van de Europese klas inzake begroting. Ik dacht dat alleen Roemenië nog achter ons komt. Wij zullen dus toch op onze hoede moeten zijn als die algemene ontsnappingsclausule niet wordt verlengd begin 2024.
Op zich zou dat voor België en het op orde brengen van de financiën geen slechte zaak zijn. Het werkt in België nu eenmaal zo dat er pas wordt gehandeld als het mes op de keel wordt gezet. Ik denk ook aan de recente discussie rond de middelen uit het Europees herstelfonds. Ook daar dreigen wij een miljard euro mis te lopen omdat een aantal beloofde hervormingen, met name de pensioenhervorming, niet correct werd doorgevoerd of toch niet zoals beloofd aan Europa. Misschien is dat mes op de keel opnieuw nodig om een aantal partijen in dit land wakker te schudden.
L'incident est clos.
30 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De vliegtaks" (55030787C)
30 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La taxe sur les billets d'avion" (55030787C)
30.01 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, de nieuwe vliegtaks trad in werking op 1 april 2022. Ik heb u daarover ondervraagd op 5 juli 2022. U hebt toen het volgende geantwoord – ik citeer –-: "Omdat het een nieuwe taks betreft, heeft de Algemene Administratie van de Fiscaliteit voorzien in een overgangsmaatregel. De termijn voor de indiening van de aangifte en voor de betaling van de taks door geregistreerde vliegtuigmaatschappijen wordt opgeschoven met vier maanden voor de taks die verschuldigd is voor de maanden april, mei, juni en juli van 2022. Zo moeten de aangifte en de betaling voor de maand april 2022 uiterlijk op 30 september 2022 worden gedaan, respectievelijk ontvangen worden. Ik kan dus nog niet antwoorden op uw vraag hoeveel vliegtuigtaks tot heden verschuldigd is."
Ik veronderstel dat u nu wel de cijfers hebt. Ten eerste, hoeveel vliegtaks is er tot heden verschuldigd? Graag krijg ik het bedrag in miljoenen euro.
Ten tweede, de vliegtaks zou de luchtvaartmaatschappijen Air Belgium, Brussels Airlines en TUI Fly 5 miljoen euro uit eigen zak kosten, zo melden de luchtvaartmaatschappijen zelf eind maart 2022. Voor de passagiers die vóór de aanpassing van de systemen boekten, moeten de maatschappijen de belasting immers zelf betalen. Kunt u dat bedrag bevestigen, mijnheer de minister? Zo nee, welke inschatting maakt u van het bedrag dat de luchtvaartmaatschappijen uit eigen zak moeten betalen?
Ten derde, de luchtvaartmaatschappijen overwogen juridische stappen tegen de invoering van de nieuwe belasting. Werden er ondertussen inderdaad juridische stappen ondernomen?
Ten vierde, volgens de aanbevelingen van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie zou er na de goedkeuring in het Parlement minstens 4 maanden nodig zijn om de boekingssystemen aan te passen en de passagiers op de hoogte te brengen. Hebt u er als minister zicht op of de luchtvaartmaatschappijen, reisbureaus en luchthavens ondertussen hun boekingssystemen hebben kunnen aanpassen?
Ten vijfde, de luchtvaartmaatschappijen betwisten uw verklaring in het Parlement als zouden zij geen opmerkingen bij het koninklijk besluit hebben geformuleerd. Zij wijzen erop dat zij uitdrukkelijk uiting hebben gegeven aan hun ernstige bezorgdheid over de uitvoeringsmodaliteiten van de belasting en onder meer een aanvangsdatum van de inschepingstaks hebben gevraagd die gebaseerd zou zijn op de datum van de reservering en niet op de datum van de vlucht. Mijnheer de minister, kunt u die bezwaren van de sector bevestigen of weerleggen?
30.02 Minister Vincent Van Peteghem: De ontvangsten tot en met 30 september bedragen iets meer dan 5,7 miljoen euro. Het bedrag waarnaar de luchtvaartmaatschappijen verwezen zouden hebben, kan ik niet bevestigen of inschatten, omdat mijn administratie uiteraard niet over gegevens beschikt over het tijdstip van de boeking van een vliegreis. De vraag of de taks in die omstandigheden aan de passagier kan worden doorgerekend, is een contractuele aangelegenheid tussen de luchtvaartmaatschappij en de passagier. De overheid komt wat dat betreft niet tussenbeide.
Er werden twee juridische procedures ingesteld tegen de taks.
We weten niet of de luchtvaartmaatschappijen, reisbureaus en luchthavens ondertussen hun boekingssystemen hebben kunnen aanpassen.
Ik kan meegeven dat de aanvangsdatum van de inschepingstaks onderdeel uitmaakt van de wet en niet van het koninklijk besluit.
30.03 Wouter Vermeersch (VB): Dank u, mijnheer de minister. U noemt het bedrag van 5,7 miljoen euro voor de eerste 4 maanden. Aangezien het enige tijd vergt om de boekingssystemen aan te passen, omdat mensen al een vlucht hadden geboekt voor de periode na 1 april, is het aannemelijk dat de luchtvaartsector een groot deel van de 5,7 miljoen euro, zo niet het hele bedrag uit eigen zak moest betalen. Het mag ook wel gezegd worden dat zij geleden hebben onder de coronacrisis. Een significant deel van het vliegverkeer lag stil, met als gevolg verliezen van miljoenen euro's voor die maatschappijen.
Heb ik goed begrepen dat u sprak over twee juridische procedures? De luchtvaartmaatschappijen hebben dus de daad bij het woord gevoegd en hun voornemen om juridische stappen te zetten tegen de invoering van de nieuwe belasting, uitgevoerd. Wij zullen de situatie de komende weken en maanden moeten opvolgen om het resultaat ervan te zien. Ik zal u daar zeker nog over ondervragen.
Het incident is gesloten.
31 Question de Cécile Cornet à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le régime de taxation du kérosène des jets privés" (55030795C)
31 Vraag van Cécile Cornet aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De belastingregeling voor kerosine voor privéjets" (55030795C)
31.01 Cécile Cornet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, le secteur de l’aviation bénéficie en Belgique d’une série de privilèges fiscaux injustifiés tels que l’exonération des droits d’accises sur le kérosène. En effet, la loi belge, soit la loi-programme du 27 décembre 2004, contient une exonération pour le kérosène, conformément à la directive de 2003. En période de crise climatique et énergétique, cette situation paraît insensée. Il semblerait que la Commission européenne travaille à une révision de ce système de taxation de manière à ce que celui-ci soit davantage en phase avec les objectifs climatiques.
Je souhaiterais en particulier clarifier la situation du régime fiscal imputable aux jets privés. En effet, il semblerait que le kérosène utilisé par les jets privés ne rentre pas dans le champ de l’exonération des droits d’accises et soit donc bien taxé. En ce qui concerne la TVA, le Code de la TVA prévoit une exemption de TVA sur les livraisons aux compagnies de navigation aérienne "pratiquant essentiellement le transport international rémunéré de personnes et de biens", lorsque ces livraisons concernent des biens destinés à l’avitaillement des avions que ces compagnies utilisent. En principe donc, le kérosène d’un jet privé est soumis à la TVA de 21 %. Il me revient toutefois une difficulté quant à la mise en œuvre réelle de cette exception à l’exonération.
Monsieur le ministre, quel est le régime fiscal (accises, TVA et déductibilité) applicable en Belgique au kérosène utilisé par des jets privés? Quelle est la définition utilisée pour déterminer ce que sont des jets privés dans ce cadre? Quel est le montant des recettes relatif à ce régime pour les cinq dernières années? Y a-t-il des phénomènes connus d’évitement? Lesquels? Qu’est-il mis en œuvre pour corriger cette situation?
31.02 Vincent Van Peteghem, ministre: Madame la présidente, chère collègue, la loi-programme du 27 décembre 2004 prévoit une exonération des accises pour le kérosène utilisé pour la navigation aérienne autre que l'aviation de tourisme privé. L'aviation de tourisme privé est donc soumise aux accises prévues pour le kérosène.
La législation TVA prévoit une exemption de la TVA pour la livraison de kérosène aux compagnies de navigation aériennes pratiquant essentiellement le transport international rémunéré de personnes et de biens lorsque ce kérosène est destiné à l'avitaillement des aéronefs que ces compagnies utilisent exclusivement pour leur activité commerciale. Le kérosène destiné à l'aviation de tourisme privé ne remplit, en principe, pas ces conditions. Il est donc exclu du bénéfice de l'exemption et est soumis à la TVA au taux normal.
L'aviation de tourisme privé est l'utilisation d'un aéronef par son propriétaire ou la personne physique ou morale qui peut l'utiliser à la suite d'une location ou à un autre titre à des fins autres que commerciales et, en particulier, autres que le transport de personnes ou de marchandises ou la présentation de services à titre onéreux ou pour les besoins des autorités publiques.
Dans le cadre de la législation sur les accises, un seul code national additionnel est utilisé pour le kérosène. Il n'y a donc pas de code séparé pour le kérosène pour les jets privés, de sorte que la ventilation pour ceux-ci ne peut pas être faite.
31.03 Cécile Cornet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.
Vous avez répondu très partiellement à ma question puisque vous avez répété les dispositions légales que j'avais déjà citées dans ma question.
J'entends qu'il s'agit bien d'une TVA de 21 %. Mais vous n'avez pas répondu à ma question sur les phénomènes connus d'évitement. Vous n'avez rien dit non plus sur ce qui était mis en œuvre pour corriger une éventuelle situation problématique. En effet, comme je vous l'ai dit, il me revient que ce genre de situation existe. Des articles de presse, certes anciens, en ont déjà fait état.
J'aurais aimé vous entendre dire que vous avanciez dans la recherche de solutions sur ce sujet, conformément à l'accord de gouvernement suivant lequel "le gouvernement s'engage en faveur de la révision de l'exonération actuelle de la taxe sur le kérosène". Si cette taxe sur le kérosène n'est pas correctement perçue pour les avions de tourisme et les jets privés, c'est problématique.
Monsieur le ministre, j'aurais souhaité obtenir une réponse plus volontariste de votre part. Mais je n'ai pas de doute quant à vos intentions, ni sur le fait que vous arriverez, à un moment donné, à la même conclusion que la mienne et que vous évoluerez dans votre recherche de solutions par rapport à cette situation qui est un non-sens environnemental auquel il faut mettre fin.
Het incident is gesloten.
32 Question de Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La situation des dossiers fiscaux des Dubaï Papers" (55030833C)
32 Vraag van Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De stand van zaken in de belastingdossiers van de Dubai Papers" (55030833C)
32.01 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, en 2018, les presses française et belge ont fait écho à une fuite de milliers de documents relatifs à des montages fiscaux frauduleux à grande échelle dont le personnage central est le prince Henry de Croÿ de nationalité belge. L’Inspection spéciale des impôts (ISI) dispose de ces documents, transmis par le parquet national financier (PNF) de Paris. Par ailleurs, le média The Brussels Times du 5 mai 2022 indique à propos des Dubaï Papers qu’une "cinquantaine de Belges ont dissimulé environ 13 millions d'euros par personne".
Pouvez-vous m’indiquer les résultats actuels des dossiers fiscaux Dubai Papers traités par l’ISI? Quel est le nombre de dossiers traités? Quel est le nombre de dossiers clôturés? Quel est le montant des suppléments en base imposable et en impôts?
Deuxièmement, pouvez-vous confirmer le montant de 13 millions d’euros par personne mentionné par The Brussels Times?
32.02 Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur le député, 33 dossiers ont été inscrits au plan de travail, dont 32 ont fait l'objet d'une concertation avec le parquet. Six dossiers sont actuellement clôturés. Le supplément d'impôts est de 5 432 000 euros. Nous ne pouvons pas confirmer le montant que vous mentionnez étant donné que de nombreux clients importants étaient non-résidents.
32.03 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Les cinq millions sont-ils des suppléments de base imposable ou des impôts? (Le ministre répond hors micro). Effectivement, si on a un supplément d'impôts de cinq millions, cela constitue un certain montant.
Vous mentionnez 33 dossiers, dont 32 ont fait l'objet d'une concertation. On va analyser ces chiffres qui ne sont pas très importants. On a l'impression que l'avancement n'est pas très rapide non plus. Je continue, en tout cas, à suivre ce dossier avec attention.
Het incident is gesloten.
33 Question de Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le rapport de la Cour des comptes sur la lutte contre les paradis fiscaux" (55030834C)
33 Vraag van Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het verslag van het Rekenhof over de strijd tegen belastingparadijzen" (55030834C)
33.01 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, vous savez que la Cour des comptes est venue présenter à la commission Finances de la Chambre son rapport d’audit intitulé Paiements vers des paradis fiscaux. Ce rapport, on le savait, est accablant. En soi, la législation est fort permissive à l’égard des paradis fiscaux. Mais en plus, et c’est ce que montre le rapport, elle est mal conçue et très mal appliquée.
Oralement, les représentants de la Cour nous ont indiqué que les trois questions de l’audit méritent une réponse négative. "La réglementation relative aux paiements effectués vers les paradis fiscaux est-elle claire et cohérente?" La réponse est non. "L'administration fiscale s'est-elle suffisamment organisée en vue d’un contrôle efficient et efficace des paiements effectués vers les paradis fiscaux?" La réponse est encore non. Troisième question préalable posée à la Cour des comptes: "La mesure contribue-t-elle à la réalisation de l'objectif stratégique en matière de lutte contre la fraude fiscale internationale?" La réponse est toujours non.
Monsieur le ministre, qu’envisagez-vous comme mesure pour tenir compte de ce rapport? Pourquoi certains paradis fiscaux (comme Hong Kong), qui devraient être sur la liste belge en vertu de la loi, ne s’y trouvent-ils pas?
Comment se fait-il qu’il existe des chiffres discordants quant aux montants des paiements aux paradis fiscaux et que la Cour des comptes nous déclare n’avoir pas eu de réponse claire du SPF Finances concernant ces montants?
Quel est le montant total des versements déclarés en 2020 et 2021? Et quel est le montant pour chacun des trois pays arrivant en tête?
Pourquoi le SPF Finances n’a-t-il rédigé aucune directive sur la façon de contrôler les versements à des paradis fiscaux?
Pourquoi aucun contrôle – ou presque – n’est-il effectué sur les sociétés ne déclarant pas de paiement vers les paradis fiscaux alors qu’elles le devraient? Va-t-on remédier à cette lacune?
La cellule "Paradis fiscaux" ne compte que quatre agents, qui n'y travaillent qu'à temps partiel. Ils déclarent eux-mêmes que leur nombre serait suffisant, mais l’audit de la Cour des comptes montre de multiples lacunes nécessitant un service renforcé et réorganisé. Une telle réorganisation est-elle prévue?
33.02 Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Van Hees, à la suite du rapport de la Cour des comptes sur la lutte contre la fraude dans les paradis fiscaux, sur lequel vous m'interrogez, il a été convenu avec les membres de cette commission de programmer une audition sur ce sujet avec le SPF Finances le 26 octobre 2022 et avec moi-même le 9 novembre 2022.
33.03 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Je prends note des dates. Je n'avais plus entendu parler de ces réunions prévues. Je pensais qu'elles avaient été abandonnées, mais je constate avec satisfaction qu'elles ne le sont pas. Par contre, vous auriez quand même pu donner certaines réponses, notamment sur les chiffres relatifs aux années 2020 et 2021. Cela allait un peu au-delà du rapport. J'espère avoir une réponse complète lorsque vous viendrez le 9 novembre.
L'incident est clos.
34 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De fiscale behandeling van beursgenoteerde fondsen" (55030848C)
34 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le traitement fiscal des fonds cotés en bourse" (55030848C)
34.01 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik heb bijzondere interesse voor de beleggingswereld. Telkens een spaarder een obligatie of fonds verhandelt op de beurs, passeert de federale regering langs de kassa. Dat gebeurt via de zogenaamde taks op beursverrichtingen, kortweg de beurstaks genoemd. Het is in België ondertussen makkelijker geworden om in een beursgenoteerd fonds of tracker, een ETF, te beleggen dan om de beurstaks op dat fonds te berekenen. Er gelden wel drie verschillende belastingtarieven, afhankelijk van waar het ETF geregistreerd is en ook of het om een uitkerende dan wel een herbeleggende ETF gaat. Op die manier kan de beurstaks 0,12 %, 0,35 % of zelfs 1,32 % bedragen. Op een belegging van 5.000 euro is dat een verschil tussen 6 en 66 euro per transactie, wat een aanzienlijk verschil is.
Ten eerste, mijnheer de minister, bent u zich bewust van die complexiteit? Test Aankoop meldt dat banken en beleggingsplatformen wel vaker te veel beurstaks aanrekenen aan de Belgische of Vlaamse belegger door die complexiteit.
Ten tweede, mijnheer de minister, bent u bereid de problematiek op te nemen met de bank- en beleggingssector?
Ten derde en ten slotte, de huidige beurstaks van 1,32 % voor de herbeleggende ETF's die in België zijn geregistreerd, is hoog in vergelijking met de beurstaks van 0,35 % voor individuele aandelen. Heel wat aandelen keren immers amper of weinig dividend uit en soms zelfs helemaal geen dividend. Zij herinvesteren de winsten natuurlijk in de bedrijfsvoering, waardoor zij de facto herbeleggend zijn. Mijnheer de minister, bent u bereid de complexiteit aan te pakken, door een uniform verlaagd tarief – wij stellen 0,12 % voor – te hanteren voor alle transacties in ETF's?
34.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, ik ben mij ten zeerste bewust van de problematiek die in uw vraag aan bod komt. In het voorjaar van 2022 werden intensieve besprekingen met de bank- en beleggingssector aangevat in het kader van de budgettair neutrale hervorming en vereenvoudiging van de taks op de beursverrichtingen en de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen.
Ik kan dus bevestigen dat de tarifering van verrichtingen met aan de taks onderworpen effecten, waaronder ook verrichtingen met ETF's, deel uitmaakt van de lopende besprekingen. Aangezien het overleg echter nog niet werd afgerond, kan ik vandaag nog geen nadere informatie geven.
34.03 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, het doet mij plezier dat u zich van het probleem bewust bent en werkt aan een oplossing. Ik hoop dat die er komt.
Het is absurd dat een bepaald ETF dat in België bij de FSMA geregistreerd is, aan een hogere beurstaks onderworpen is dan volledig vergelijkbare ETF's die niet hier, maar elders in Europa zijn geregistreerd, des te meer omdat beleggers even gemakkelijk ETF's aan- en verkopen, of ze nu al of niet in België geregistreerd zijn. Die zijn beide evenzeer wettelijk toegankelijk voor beleggers. Ik volg het dossier van nabij en hoop op een goede afloop.
Het incident is gesloten.
La présidente: Les questions n° 55030913C de Mme Cécile Cornet et n° 55031099C de M. Servais Verherstraeten sont transformées en questions écrites.
35 Question de Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les "spending reviews" sur les dispenses de versement du précompte professionnel" (55030864C)
35 Vraag van Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De spending reviews betreffende de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing" (55030864C)
35.01 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la présidente, monsieur le ministre, le gouvernement avait décidé de mener des analyses de dépenses (spending reviews) sur les dispenses de versement de précompte professionnel, une niche fiscale qu’avait déjà égratignée un rapport de la Cour de comptes. Dans ce cadre, une étude a été publiée à la demande du gouvernement. Ses conclusions sont inquiétantes à plus d’un titre.
En effet, le montant de cette niche fiscale a énormément augmenté pour devenir gigantesque: il est passé de 198 millions d’euros en 2005 à 3,6 milliards en 2021. À présent, nous avons passé le cap des 4 milliards. L’étude relève un niveau élevé d'inégalité entre les entreprises, puisque le 10e décile des sociétés ne concentre pas moins de 97 % de la manne fiscale, le 100e décile en concentrant à lui seul 84 %.
Ensuite, l’étude déplore que les objectifs de ces dispenses de précompte ne soient pas clairement définis, ne comportent pas d'indicateurs mesurables explicites et sont implicitement sans limite temporelle. Des situations aberrantes sont relevées – ce qui pourrait laisser suspecter de vastes fraudes, comme la Cour des comptes l’avait mentionné.
S’agissant de l’impact des principales catégories de dispenses (celles octroyées pour R&D, travail de nuit et travail posté), l’étude relève soit que les preuves d'un impact positif des dispenses sont limitées soit que l’impact est faible.
Depuis cette publication, le montant inscrit au budget de l’État pour les dispenses de précompte professionnel a encore augmenté, dépassant la barre des 4 milliards d’euros. On peine à trouver ce qui a fondamentalement changé dans cette niche fiscale depuis l'entrée en application des spending reviews.
Dès lors, monsieur le ministre, pourriez-vous préciser quelles mesures ont été prises dans le cadre des spending reviews (dispenses de précompte professionnel)?
35.02 Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Van Hees, à l'occasion de la loi du 28 mars 2022 portant réduction des charges sur le travail, plusieurs adaptations avaient été apportées au cadre légal relatif aux dispenses de versement de précompte professionnel.
Comme souligné dans les travaux préparatoires, les leviers pour ces adaptations étaient issus, entre autres, du rapport final du spending review. Sa conclusion la plus importante était l'insuffisance des données disponibles en vue d'une bonne analyse des diverses dispenses de versement de précompte professionnel.
Afin de répondre à cela, l'article 30.12 du Code des impôts sur les revenus 1992 avait été adapté en vue de générer un fondement légal pour pouvoir, dans le futur, obtenir des données plus pertinentes. L'Administration générale de la Fiscalité examinera de quelle manière elle souhaite donner forme à la déclaration annuelle de ces nouvelles données. C'est sur la base de cet input que l'arrêté royal, qui implémentera effectivement ces nouvelles formalités, sera établi.
35.03 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, nous attendons cet arrêté royal. Mais vous vous rendez bien compte que ce qui est fait est vraiment très maigre par rapport à une éventuelle limitation de ces dispenses de versement de précompte professionnel, par rapport à la masse que cela représente budgétairement, et par rapport au nombre très élevé de critiques qui ont été formulées. La montagne accouche d'une souris.
Si on regarde les chiffres, quel est l'impact des spending reviews sur ce cadeau aux employeurs? Il est passé de 3,6 milliards en 2021 à plus de 4 milliards en 2022. Le résultat, c'est que le montant n'a pas diminué. Il a continué à augmenter de façon magistrale.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 17 h 58.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.58 uur.