Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du
Climat |
Commissie
voor Energie, Leefmilieu en Klimaat |
du Mardi 18 octobre 2022 Après-midi ______ |
van Dinsdag 18 oktober 2022 Namiddag ______ |
De behandeling van de vragen vangt aan om 15.50 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Christian Leysen.
Le développement des questions commence à 15 h 50. La réunion est présidée par M. Christian Leysen.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
01 Actualiteitsdebat over het CRM en toegevoegde vragen van
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stand van zaken met betrekking tot het CRM" (55030308C)
- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De verlenging van 2 GW nucleaire capaciteit op het veilingvolume voor de periode 2026-2027" (55030817C)
- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De bevoorradingszekerheid voor de komende winters" (55031066C)
- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De bevoorradingszekerheid voor de winter 2025-2026" (55031067C)
- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De versterking van het CRM" (55031100C)
01 Débat d'actualité sur le CRM et questions jointes de
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La situation en ce qui concerne le CRM" (55030308C)
- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La prolongation de 2GW de capacité nucléaire sur le volume des enchères pour 2026-2027" (55030817C)
- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La sécurité d'approvisionnement pour les prochains hivers" (55031066C)
- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La sécurité d'approvisionnement pour l'hiver 2025-2026" (55031067C)
- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le renforcement du CRM" (55031100C)
01.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, het is een vraag die ik al enige tijd geleden indiende. Ze gaat over de openstaande procedure voor de capaciteitsperiode van 2026-2027 waar er kan worden ingeboden. De resultaten daarvan zouden er eind oktober moeten zijn.
Tegelijkertijd hebben we gemerkt dat de AD Energie ook een techno-economische analyse heeft gemaakt van de veiling van 2021 en dat ze daarvoor advies heeft gevraagd aan de CREG. Daaruit blijkt – in tegenstelling tot wat u altijd hebt beweerd – dat het zeer onduidelijk is waarom bepaalde capaciteiten voor de opt-out-inregeling hebben gekozen. Daarnaast maakt de CREG er melding van dat, vermits de deelname aan het CRM niet verplicht is, het ook allerminst zeker is dat de capaciteiten zullen deelnemen aan de Y-1-veiling. Dat maakt dat er vrij weinig zekerheid is over de verdere evolutie van de capaciteit voor dat leveringsjaar. Het is dus niet duidelijk of de gevraagde capaciteit zal worden bereikt, gelet op het grote aandeel dat daar wordt vermeld.
De AD Energie heeft heel wat voorstellen gedaan, maar de CREG is niet eenduidig over het feit of ze positief worden ervaren of niet. Ik heb dan ook een aantal vragen.
Hoe gaat u verder met de voorstellen die de AD Energie heeft gedaan na het advies van de CREG?
Welke concrete problemen wenste u aan te pakken? Ik vermoed immers dat wanneer er voorstellen worden gedaan door de AD Energie, er problemen zijn die u wenst op te lossen.
Wat is de huidige stand van zaken in het kader van de Y-4-veiling voor leveringsjaar 2026-2027? Wat zijn de belangrijkste wijzigingen in het systeem die nu voor het eerst zullen worden toegepast?
01.02 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw Van der Straeten, het CRM is een klein beetje ondergesneeuwd geraakt in de voorbije maanden. Op 30 september werden de biedingen afgesloten.
In uw ministeriële instructie van 31 maart werd opgenomen dat er rekening gehouden moet worden met het gegeven dat de regering beslist heeft om gedurende 10 jaar 2 gigawatt aan nucleaire capaciteit te verlengen. Die instructie ging er ook van uit dat de nucleaire capaciteit in de beoogde periode van capaciteitslevering waarschijnlijk beschikbaar is, maar als niet in aanmerking komende capaciteit moet worden beschouwd, gelet op de nucleaire brandstofcycli en de bijzondere veiligheidsverplichtingen. Dit zorgt volgens de instructie voor een totaal van bijna 4.000 megawattuur niet in aanmerking komende capaciteit.
Eind september ging, volgens de communicatie van uw kabinet, de Europese Commissie de laatste rechte lijn in voor haar beoordeling van het aangepaste CRM-subsidiemechanisme.
Kunt u een overzicht geven van de stappen die u in het afgelopen jaar hebt ondernomen in uw overleg met de Europese Commissie inzake de motivering van de gewijzigde Belgische energiepolitiek?
Hoe werd in uw ministeriële instructie bij het aspect van de volumes rekening gehouden met de verwachte daling van de deelname van buitenlandse capaciteit in het licht van de negatieve evolutie in Frankrijk en de bezorgheden van de FEBEG over het – nu grote – volume voor de T-1-veiling?
De heer Wollants heeft het al aangehaald, er is bij de experts nogal wat onzekerheid over de capaciteit die zou deelnemen aan de Y-1-veiling. De afnemende bevoorradingszekerheid in de buurlanden is toch iets wat u zou moeten bezighouden. Vanmorgen werd daar nog over gesproken op de radio.
Hoe reageert u op de stelling van de AD Energie dat het vaststellen van een precieze waarde van de bijkomende onbeschikbaarheid van de Franse nucleaire eenheden een zeer moeilijke oefening in risicobeheer is? Nochtans kan die belangrijke gevolgen hebben voor de bevoorradingszekerheid. De CRM-kosten komen daarbij uiteraard ook om de hoek loeren.
Kortom, mevrouw de minister, over de bevoorradingszekerheid is in de jongste weken toch een zekere bezorgdheid ontstaan. Voorlopig moeten we het doen met de mededeling van u en de premier dat alles onafgebroken wordt gemonitord.
01.03 Leen Dierick (cd&v): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar mijn schriftelijk ingediende vragen.
In het regeerakkoord is opgenomen dat er
een continue monitoring wordt voorzien om de bevoorradingszekerheid te
garanderen. Een black-out is niet alleen zeer duur, maar is ook een blamage
voor het ganse land. Dit moet te allen tijde worden vermeden, dat was de
ambitie van deze regering.
Bij de opmaak van het regeerakkoord waren
we al bezorgd over onze bevoorradingszekerheid. Ondertussen is er ook de oorlog
in Oekraïne, waardoor de energiebevoorrading in Europa onder grote druk staat.
Bovendien wordt de energiecrisis versterkt door de situatie in Frankrijk waar
het land in verhoogde staat van paraatheid is wegens de lage beschikbaarheid
van nucleaire elektriciteitsproductie.
Mijn vragen aan de minister zijn:
1. Om onzekerheden inzake bevoorradingszekerheid
te vermijden werd in het regeerakkoord voorzien dat de regering een continue
monitoring zal opzetten. Blijkt uit de monitoring voor de komende winters
2023-2024, 2024-2025 of 2025-2026 tot 2030 er een probleem te zijn met de
bevoorradingszekerheid? Kan u cijfers geven?
2. Vorig jaar waarschuwde Elia al in de
adequacy- en flexibiliteitsstudie voor België over de periode 2022-2030 dat er
tijdens de winter van 2024- 2025 tekorten kunnen ontstaan en in die periode het
mogelijk is dat er overgangsmaatregelen nodig zijn. Het CRM-mechanisme is dan
nog niet van toepassing. Zijn er volgens de Minister maatregelen nodig? Zo ja,
welke maatregelen zal de Minister nemen? Is het mogelijk om nog een beroep te
doen op de strategische reserve als Europa dat toelaat?
3. De adequacy- en flexibiliteitsstudie
van Elia heeft op dat moment nog geen rekening gehouden met de veranderde
situatie in Frankrijk en de wereldwijde energiecrisis. Wat is de impact hiervan
op het resultaat van de studie? Heeft u hierover overleg met Elia? Is er
volgens Elia een probleem met de bevoorradingszekerheid? Wanneer zal Elia met
een nieuwe studie komen?
Uit de adequacy- en flexibiliteitsstudie
van Elia in 2021 bleek dat er dringend nood is aan productiecapaciteit. Ondertussen
heeft België een CRM geïmplementeerd om hieraan proberen tegemoet te komen.
Maar de studie van Elia dateert nog van voor de oorlog in Oekraïne en van voor
de mondiale energiecrisis. We horen nu ook dat de winter van 2025-2026 een
lastige winter zou worden op vlak van bevoorradingszekerheid.
Mijn vragen aan de minister zijn:
1. Hoe schat u de bevoorradingszekerheid
in voor de winter 2025-2026?
2. Kan u garanderen dat de
bevoorradingszekerheid niet in het gedrang zal komen in 2025-2026? Indien niet,
welke maatregelen zal u extra nemen?
3. De onderhandelingen over het verlengen van de levensduur van Doel 4 en Tihange 3 zijn nog steeds bezig. Beide centrales zouden pas in november 2026 beschikbaar zijn waardoor we er niet op kunnen rekenen in de winter 2025-2026. Zal het CRM met de veiling van vorig jaar en in 2024 erin slagen dat er voldoende productiecapaciteit zal zijn om de bevoorradingszekerheid veilig te stellen in de winter 2025-2026? Indien niet; welk initiatief zal u nemen om de bevoorradingszekerheid voor de winter 2025-2026 veilig te stellen?
4. We hebben een open blik nodig en een
aanpak zonder taboes. Alles opties moeten worden bekeken, ook het openhouden
van meerdere kerncentrales. Welk initiatief zal u nemen om de
bevoorradingszekerheid voor de komende winters te verzekeren? Wanneer zal u in
overleg gaan met Elia, CREG en de energieproducenten om de
bevoorradingszekerheid van ons land te versterken t.e.m. 2030?
01.04 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, madame la ministre, le 11 octobre, nous apprenions que le premier ministre et vous-même aviez été chargés d’élaborer toutes les options supplémentaires (entre autres renouvelables, flexibilité, nucléaire et fossile) pour renforcer, si nécessaire, la sécurité d’approvisionnement de notre pays jusqu'en 2030 et ce, dans le cadre du rapport bisannuel Adequacy and flexibility qui vise à garantir la pérennité du mécanisme de rémunération de la capacité (CRM). Madame la ministre, pouvons-nous avoir votre commentaire sur cette décision?
Nous savons que cette initiative est motivée par la situation actuelle qui est marquée par la réduction de l'activité du parc nucléaire français, par la situation énergétique de l'Allemagne et par l'impact de la guerre en Ukraine sur les prix de l’énergie. Pouvez-vous nous fournir de plus amples informations sur les raisons de cette décision? Dans quelle mesure la situation actuelle nécessite-t-elle d'éventuellement renforcer le CRM?
Plus particulièrement, j'aimerais avoir votre retour sur la sécurité de l'approvisionnement énergétique durant l'hiver 2025-2026. En tenant compte du CRM et de la possible prolongation de Doel 4 et de Tihange 3, pouvez-vous nous garantir que l'approvisionnement sera garanti durant cette période? Quelles analyses Elia et la CREG vous ont-elles transmises à ce sujet?
Enfin, pouvez-vous nous fournir une vue d'ensemble des possibilités de renforcer les capacités de production renouvelables et nucléaires dans notre pays? En ce qui concerne le nucléaire, quels critères objectifs avez-vous fixés à la prolongation d'un réacteur? Sous quelles échéances maximales la prolongation d'un réacteur pourrait-elle être décidée?
01.05 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, wij moeten er een duidelijk zicht op krijgen of er nood is aan extra capaciteit voor de winter van 2025 en, indien ja, wat de mogelijkheden daartoe zijn. Wanneer kunnen wij hierover nieuwe informatie krijgen van Elia of van anderen?
Welke scenario's worden er bekeken? Zijn er naast de geopolitieke toestand nog andere omstandigheden die veranderd zijn ten opzichte van een jaar geleden?
Een jaar geleden waren er twee nieuwe gascentrales voorzien. Nu is de scope wat breder. Bestaat de mogelijkheid om, zoals in Duitsland, andere centrales langer open te houden? In hoeverre worden deze scenario's ook effectief bestudeerd?
01.06 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, het opvolgingscomité van het CRM werkt verder aan de voorstellen van Haulogy, aangezien er inderdaad niet over alle voorstellen eensgezindheid bestond, zoals aangehaald door u, mijnheer Wollants.
Verder heeft Elia een bevraging gedaan bij de marktpartijen over mogelijke verbeteringen aan het design. Op basis van die bevraging is sinds vorige week een traject opgestart in de Users' Group bij Elia. Een deel van die discussies is ook relevant voor de verbeteringen die Haulogy heeft voorgesteld.
Ik wacht op de finale voorstellen, voor zover het natuurlijk nodig is dat ik hier tussenbeide kom als minister. Vele van de voorstellen betreffen immers uiteindelijk de werkingsregels van het CRM, die weliswaar gevalideerd moeten worden door de Koning, maar die in de eerste plaats een uitwisseling tussen Elia en de CREG betreffen.
Eerder dan over oplossingen voor problemen zou ik zelf over verbeteringen willen spreken. De eerste veiling is op zich goed verlopen, maar het is natuurlijk logisch om op basis van deze eerste ervaring een aantal verbeteringen te identificeren, dit behoudens de problematiek van de gascentrale te Vilvoorde, die aangepakt werd door een wijziging van de wet en voortaan voorafgaandelijk aan de veiling de gewestelijke vergunningen te vereisen.
Alle andere wijzigingen die voor deze veiling in oktober zijn aangevraagd, situeren zich voornamelijk in de werkingsregels. Ze zijn voorgesteld door Elia, gebaseerd op de ervaring van de eerste veiling, na overleg met de marktpartijen en goedgekeurd door de regulator.
Ik heb ze bovendien integraal goedgekeurd zoals ze mij werden voorgesteld. De enige wijziging aan de werkingsregels die op mijn vraag is doorgevoerd, is de aanpassing van de CO2-limieten. Dankzij die aanpassing kunnen sterk vervuilende technologieën, zoals turbojets, niet meer deelnemen.
Mijnheer Ravyts, meteen na de beslissing van de regering tot de verlenging van de levensduur van twee kerncentrales heb ik de gesprekken aangeknoopt met de Europese Commissie teneinde een nieuwe goedkeuring te krijgen voor het CRM. Zoals steeds gebeurt dat op een grondige wijze, wat uiteraard alleen maar de juridische robuustheid van het mechanisme versterkt. Dat neemt natuurlijk ook de nodige tijd in beslag, maar we zijn na die grondige besprekingen nu inderdaad in de laatste rechte lijn wat betreft de goedkeuring door de Europese Commissie. Dat betekent in concreto dat wij haast op het moment zijn gekomen van de formele indiening van de notificatie. Dan is het een kwestie van tijd om de administratieve procedures van de Commissie te doorlopen.
Les deuxième et troisième questions de M. Ravyts sont assez similaires à la question posée par M. Ben Achour.
Dat geldt ook voor een deelvraag van mevrouw Dierick.
Zoals u weet volgt de volumebepaling een evenwichtig proces met heel wat checks-and-balances, maar daardoor is het ook een lang proces.
Bij de vastlegging van het scenario voor de volumebepaling van de veiling van dit jaar, werd rekening gehouden met een mindere beschikbaarheid van het Franse nucleaire park dan wat de Franse netbeheerder zelf had vooropgesteld, namelijk twee extra onbeschikbare kerncentrales boven op wat RTE zelf had geprojecteerd. Ondertussen moeten we vaststellen dat we mogelijk nog minder kunnen rekenen op die kerncentrales dan ingeschat. Daarom heb ik beslist om voor de veiling van volgende jaar rekening te houden met vier extra kerncentrales die onbeschikbaar zijn in Frankrijk.
Ook andere variabelen zijn ondertussen mogelijk veranderd, wat zowel in positieve als negatieve zin kan zijn. Zo is de inschatting voor de veiling van volgend jaar dat de vraag lager zal zijn dan eerder geprojecteerd door de hoge prijzen. We weten dat het CRM hierop is voorzien. We werken immers met twee veilingen per jaar, waarbij de Y-1-veiling zulke veranderingen aan de projecties opvangt. De volumeberekening voor de Y-1-veiling zal rekening houden met de meest actuele projecties op dat moment, of dus met al die plussen en minnen ten opzichte van de berekeningen voor de Y-4-veiling, zo u wilt. Het is uitvoerig aan bod gekomen bij andere vragen, dus weet u ook dat net het hebben van die twee veilingen, waarbij de Y-1-veiling toelaat om te corrigeren ten aanzien van de Y-4-veiling, een heel belangrijk element was bij de beoordeling van het dossier door de Europese Commissie, om telkens de fijnst mogelijke afstemming te verkrijgen en zo overprocurement te kunnen vermijden.
En ce qui concerne la déclaration du SPF Économie, elle indique que la détermination d'une valeur précise pour la prise en compte de l'indisponibilité supplémentaire des unités nucléaires françaises est un exercice difficile de gestion des risques. Je ne peux que le comprendre.
Faire des projections quatre ans à l'avance comporte toujours des incertitudes, qu'il s'agisse de la disponibilité du parc nucléaire français ou d'autres variables. Néanmoins, nous nous efforçons de faire les meilleures projections possibles en maintenant notamment des contacts étroits avec les collègues français. De plus, grâce au CRM, nous disposons d'un système flexible qui peut nous aider.
Aansluitend zijn er ook nog vragen van mevrouw Buyst en de heer Cogolati die specifiek betrekking hebben op de beschikbaarheid van het Franse nucleaire park.
Mijnheer Ben Achour, mevrouw Dierick, net op basis van de vaststelling dat de situatie van de Franse nucleaire centrales is verslechterd, samen met de oorlog in Oekraïne die de hele energiemarkt onder druk zet, werden reeds verschillende stappen ondernomen om de monitoring van onze bevoorradingszekerheid te versterken met regelmatige updates en evaluaties. De tweejaarlijkse ad- en flexstudies zijn een geweldige tool, maar in deze snel veranderende tijden moeten wij sneller schakelen.
Die versterkte monitoring heeft onder andere geleid tot de beslissing om een specifieke tender uit te werken voor de winter 2024-2025. Dat maakte deel uit van de beslissing van het winterplan die is genomen voor de zomer. De al of niet activatie ervan zal worden beslist op basis van de ad- en flexstudie van juni 2023. Mocht uit die studie blijken dat het nodig is, dan staat het regulatoir kader daarvoor klaar. Ook is de AD Energie bezig met een analyse van de opportuniteit en mogelijkheid om de strategische reserve te verlengen. Daarvan verwacht ik het rapport eind oktober. Uiteraard hebben wij beslist om de levensduur van twee kerncentrales te verlengen vanaf 2026. Zoals ik daarnet heb gezegd, is dat compatibel met het CRM en kijken wij uit naar een goedkeuring van de Europese Commissie ter zake. Ook hier werken wij dus vooruit en parallel en zorgen wij ervoor dat wat regulatoir en juridisch nodig is, op punt staat zo gauw de oplossingen zich op het terrein manifesteren.
Le gouvernement et moi-même avons décidé de procéder à une nouvelle mise à jour, plus complète, du suivi jusqu'à l'horizon 2028-2030. Pourquoi? Parce qu'il faut notamment prendre en compte d'autres technologies, d'autres vecteurs d'énergie. Je pense par exemple à l'éolien en Mer du Nord.
Nous avons notamment présenté aujourd'hui ce qui a été décidé vendredi passé au gouvernement: la stratégie hydrogène. La Belgique deviendra une porte d'entrée pour le marché de l'hydrogène européen. Il est donc absolument nécessaire d'inclure aussi ces évolutions dans cette mise à jour. En fonction des résultats, nous pourrons alors discuter de l'opportunité et de la nature des renforcements nécessaires à court, à moyen et à long terme.
La voie à suivre est donc la suivante: on analyse la situation, on l'évalue, puis on la résout.
Analyseren, evalueren en oplossen. We werken op een methodische manier.
À cette fin, je vais convoquer un groupe de travail ad hoc, non seulement avec Elia, mais aussi avec la DG Énergie et avec Fluxys, pour effectuer une analyse des risques complète.
Mijnheer Leysen, de aanvullende vragen die we stellen moeten ruimer gaan dan de vragen die we tot nu toe altijd hebben gesteld. Het gaat over de implicatie van onze gasnetbeheerder Fluxys, over een inschatting van de risico's en de weerbaarheid van ons land op die situatie. Dat zijn de scenario's die worden bekeken en waarover naar de regering zal worden teruggekoppeld.
Over de andere kerncentrales, Doel 1, 2 en 3 en Tihange 1 en 2, zijn er vragen ingediend die later in deze vergadering aan bod zullen komen.
01.07 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, u spreekt liever niet in termen van oplossingen en problemen, zegt u, maar ik haal die bewoordingen uit het advies van de CREG. De CREG zegt zelf dat er oplossingen voor een aantal problemen worden gezocht. De vraag is in welke richting dit verdergaat.
Ik ben blij dat u zegt dat u liever niet ziet dat die oude vliegtuigmotoren aan het CRM deelnemen en dat die niet zouden moeten worden betaald om in capaciteit te voorzien waarin men al voorzag. De CO2-uitstoot is ook enorm, om nog maar te zwijgen van andere uitstoot. Wij houden nauwlettend in de gaten wat er nu gebeurt.
Vooral het feit dat een oplossing moest worden gezocht, specifiek voor de opt-out-inregeling, baart mij zorgen. Ik weet wel dat we dat pas zullen weten in het jaar voor het eerste leveringsjaar van het CRM, in 2024, maar ik denk dat wij ons hiervan allemaal goed bewust moeten zijn, zeker wanneer zelfs de premier spreekt over mogelijke problemen met de bevoorradingszekerheid.
01.08 Kurt Ravyts (VB): Bedankt voor uw uitgebreide toelichting, mevrouw de minister. Het is altijd leuker in de commissie dan in de plenaire vergadering. Hier krijgen we gedetailleerde informatie over het programma voor het verzekeren van de bevoorrading. Dat helpt ook om de zaken beter te begrijpen. Het is goed dat u uitlegt wat die versterkte monitoring eigenlijk inhoudt, in relatie met de tweejaarlijkse adequacy- en flexibiliteitsstudies. U blijft erbij dat u overprocurement absoluut zult kunnen vermijden. We zullen zien wat er de volgende maanden nog gebeurt. Ik kan mij alleen maar aansluiten bij de opmerking van de heer Wollants dat er de laatste tijd door nogal wat – figuurlijk – grote politici in dit land wordt gesproken over winters en bevoorradingszekerheid.
De voorzitter: (…)
Het incident is gesloten.
- Samuel Cogolati à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L’indisponibilité permanente de plusieurs centrales du parc nucléaire français" (55029828C)
- Kim Buyst à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La disponibilité des centrales nucléaires en France" (55029861C)
- Samuel Cogolati aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De permanente onbeschikbaarheid van meerdere Franse kerncentrales" (55029828C)
- Kim Buyst aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De beschikbaarheid van de kerncentrales in Frankrijk" (55029861C)
02.01 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, het klopt dat de minister erop gewezen heeft dat er nog een vraag komt over het Franse nucleaire park, maar ik wil mijn vraag toch graag stellen, hoewel ze al een tijdje geleden werd ingediend.
Een ongeluk komt nooit alleen. Naast een enorme energiecrisis die wordt veroorzaakt door de Russische invasie in Oekraïne en de manipulatie van Rusland van de gasbevoorrading, beleeft Frankrijk daarbovenop al geruime tijd een kernenergiecrisis. Al die crisissen spelen ons land, en dan vooral de consumenten, parten in de vorm van duizelig makende prijzen. We hebben dat al een aantal keren herhaald, maar dat is wel de situatie waarin we ons vandaag bevinden. Ik heb er vanochtend Luc Pauwels nog over gehoord op Radio 1. Ook hij verwees naar de problemen in het Franse nucleaire park.
Wat zijn die problemen? Eind 2021 stelde de Franse toezichthouder scheurtjes vast in de elleboogpijpen in het primaire systeem van de nieuwste generatie Franse kerncentrales. In totaal lagen in mei 30 van de 56 Franse kerncentrales stil voor veiligheidsonderzoek, brandstofwisseling of uitgebreide revisie. Bovendien werd door de hittegolven van de voorbije zomermaanden het koelwater te warm, waardoor de centrales minder stroom konden leveren.
Dat toont aan dat een te grote afhankelijkheid van kernenergie net zorgt voor kwetsbaarheid van de energiebevoorrading. Het idee dat Frankrijk altijd energie kan exporteren en een stabiele back-up kan zijn, blijkt dan ook een illusie.
Wat is de huidige stand van zaken? Hoeveel centrales zijn er onbeschikbaar? Wanneer verwacht EDF beterschap? Hebt u daarover contacten gehad met uw Franse collega? Wat is er afgesproken? Wat zijn de verwachtingen met betrekking tot de beschikbaarheid en eventuele export van stroom naar Frankrijk? Hoeveel energie exporteerden wij de eerste helft van dit jaar naar Frankrijk? Kunt u dat vergelijken met de voorbije jaren?
02.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Buyst, op 15 oktober 2022, dus drie dagen geleden, was de situatie als volgt. Van een beetje meer dan 61 gigawatt aan nucleaire capaciteit in Frankrijk was enkel 27 gigawatt beschikbaar. De beschikbaarheid van de nucleaire energie van EDF is dus nog verminderd in vergelijking met voorgaande verwachtingen. De redenen daarvoor zijn nieuwe stakingen, maar ook de verlenging van de stilstand van verschillende centrales.
De beschikbaarheid van de Franse nucleaire centrales zou normaal gezien een gemiddelde van 31 gigawatt moeten bedragen voor de rest van de maand oktober. Dat is 10,5 gigawatt minder dan het gemiddelde over dezelfde periode in de jaren 2017-2021. In relatie met de voorgaande vraag is het belangrijk te weten dat de onbeschikbaarheid nog een stuk groter is dan aanvankelijk werd ingeschat. De verwachte beschikbaarheid voor november is ook erg naar beneden bijgesteld en zou nu gemiddeld op 33,66 gigawatt uitkomen. Dat is 8,7 gigawatt minder dan het vijfjaarlijkse gemiddelde.
L'Autorité de régulation nucléaire (ASN) a déclaré en juillet 2022 que la stratégie de contrôle d'EDF pour résoudre les problèmes de son parc nucléaire était adéquate. Après des investigations plus poussées, il s'est avéré que la corrosion sous contrainte qui avait été mentionnée se produit dans seize réacteurs. Cela ne signifie pas qu'il ne peut y avoir de problèmes de corrosion dans les autres réacteurs mais qu'ils ont une cause différente, comme cela a été constaté pour au moins un réacteur.
EDF stelt haar kalender regelmatig bij en doet dat uiteraard via de daartoe bestemde platformen, zoals REMIT. EDF heeft ook verklaard dat ze al het nodige zal doen om die kalender te kunnen respecteren en wil zelfs beter doen. Uiteraard vereist dat, net zoals in België, steeds het akkoord van de veiligheidsregulator. De Franse overheid heeft dan zelf een aantal maatregelen genomen om de bevoorrading veilig te stellen deze winter. Ze heeft met name een wet goedgekeurd voor het verder functioneren van de twee steenkoolcentrales in Cordemais en Saint-Avold voor de komende winter. Dit gaat over een potentieel van 1,8 gigawatt. Ook het verifiëren door de netbeheerder RTE van een maximale beschikbaarheid van de overige productie-eenheden, namelijk de planning van het onderhoud buiten de winter, ligt op tafel.
Il y a aussi la mise en place de deux dispositifs. Le premier oblige les installations qui possèdent un groupe électrogène de secours à fonctionner, soit un potentiel d'un peu plus d'1 gigawatt, à relativiser en fonction des disponibilités techniques de chaque installation s'il y a des périodes très tendues. Deuxièmement, il s'agit de l'obligation de réduire la consommation pour les installations d'effacement qui disposent déjà d'un contrat RTE.
De Franse minister heeft tegelijkertijd een aantal werkgroepen in het leven geroepen die de energiebesparing onderzoeken. Mijn administratie en ikzelf hebben regelmatig contact met onze Franse evenknie. Op mijn expliciete vraag aan mijn Franse collega is er op verschillende niveaus overleg. Mijn administratie zit minstens één keer per maand samen met de Franse energieadministratie om de jongste update te ontvangen en op het niveau van de kabinetten gebeurt hetzelfde. Tegelijkertijd volgt Elia de situatie ook op de voet, samen met RTE en de andere netbeheerders in Europa. Aan de hand van simulaties met de recentst beschikbare gegevens en de marktnominaties wordt een zo optimaal mogelijk netbeheer uitgewerkt en zo in interconnectiecapaciteit voorzien waar nodig. De jongste maanden werd er al veel elektriciteit vervoerd richting Frankrijk.
Het is toch wel mijn ervaring dat betrokkenheid van beide ministers leidt tot meer transparantie, maar ook korte lijnen, waardoor we sneller kunnen optreden. Gezien de moeilijke situatie voor het gehele continent en de zeer moeilijke situatie in Frankrijk, is die werkwijze echt een toegevoegde waarde voor het beleid, waardoor er ook snel kan worden gehandeld. Het is mijn absolute wens en wil om dat overleg ook met Duitsland op poten te kunnen zetten. Ik heb er al over gesproken met mijn Duitse collega, die daar ook voor openstaat. Ons land voert maximaal gas uit naar Duitsland en Frankrijk. Als klein land houden we beide landen mee recht. De uitwisseling van informatie is echt cruciaal, want een en ander is soms moeilijk op voorhand in te schatten.
Specifiek wat de uitvoer betreft nu, in de eerste helft van 2022 heeft België bijna zes keer meer elektriciteit naar Frankrijk uitgevoerd dan het in dezelfde periode uit Frankrijk heeft ingevoerd. In de eerste helft van 2021 was de uitvoer naar Frankrijk bijna dubbel zo hoog als de invoer uit Frankrijk.
De Belgische nucleaire productie was in 2021 historisch hoog. Misschien werd er op dat moment minder gebeld met de gsm in het nucleaire gedeelte. In de voorgaande jaren was de verhouding omgekeerd, waarbij de uitvoer naar Frankrijk over het algemeen half zo groot was als de invoer.
Het is dus evident dat de problemen er komen op een bijzonder slecht moment, met alle gevolgen van dien op de prijzen.
02.03 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, de situatie van vandaag toont aan dat nog steeds minder dan de helft van dat Franse nucleaire park beschikbaar is. De problemen slepen duidelijk aan. Dat moet in het oog gehouden worden.
Ik noteer meteen ook dat u hier kiest voor samenwerking en overleg met uw Duitse collega en uw Franse collega en dat de korte lijnen ook vruchten afwerpen. Samenwerking, een pijler waarop uw beleid is gestoeld, is duidelijk de manier om vooruit te gaan en die werkwijze werpt duidelijk vruchten af.
De situatie in Frankrijk maakt duidelijk dat nucleaire productie geen wonderoplossing is. Problemen in nucleaire installaties betekenen meteen enkele dagen onderbreking. Kijk inderdaad maar naar Tihange 3, die reactor ligt reeds twee weken stil. Dat zorgt dan voor pauzes in de levering van de elektriciteit. Dat aspect moet ook op onze radar blijven.
Het incident is gesloten.
- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La réunion informelle des ministres européens de l'Énergie des 11 et 12 octobre 2022" (55031093C)
- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plafonnement du prix du gaz" (55031094C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plafonnement des prix du gaz et les autres alternatives européennes" (55031150C)
- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les discussions à l'échelon européen sur le plafonnement du prix du gaz" (55031213C)
- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De informele vergadering van de Europese ministers van Energie op 11 en 12 oktober 2022" (55031093C)
- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het prijsplafond voor gas" (55031094C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het prijsplafond voor gas en de andere Europese alternatieven" (55031150C)
- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De Europese discussie rond het gasplafond" (55031213C)
03.01 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, madame la ministre, nous avions déjà abordé ce débat important lors de notre dernière réunion. Le 18 octobre, c'est-à-dire aujourd'hui, la Commission européenne devrait transmettre une proposition de mesures sur les prix de l'énergie, en prévision de la réunion du Conseil européen des 20 et 21 octobre. Or, comme je l'évoquais également, parmi les pistes retenues, nous ne retrouvons pas le plafonnement des prix du gaz. C'est un problème, selon moi.
Madame la ministre, en cas de non-adoption d'un plafonnement des prix de toutes les importations gazières dans l'Union européenne, quelles sont les autres solutions envisagées?
Ensuite, nous savons que la piste de la plateforme d'achats communs est sur la table depuis mars, mais sans que ce projet ait encore pris corps. Savons-nous si cette mesure pourrait aboutir et si, dans ce cadre, un prix plafonné pourrait être négocié avec certains pays producteurs? Je pense notamment aux États-Unis et à la Norvège. Les premiers sont un pays allié qui nous pousse à soutenir l'effort de guerre – guerre que nous payons très cher, en tout cas, plus cher qu'eux. Et puis, la Norvège est un pays européen qui a vu son excédent budgétaire exploser, au point qu'il pourrait faire pâlir la secrétaire d'État au Budget et le ministre des Finances de notre gouvernement. Au mois d'août, il atteignait en effet 20 milliards de dollars!
En outre, nous savons que de nombreux États membres sont favorables à un plafonnement. En atteste le fait que quinze d'entre eux, dont la Belgique, qui était à la pointe de ce combat, la France, l'Italie, l'Espagne et le Portugal, ont signé une lettre demandant à la Commission d'élaborer une proposition en ce sens.
Ce plafond est la priorité, selon ce document.
Pourrions-nous envisager qu'en cas d'échec au sein du Conseil, une initiative commune aux pays que je viens d'évoquer puisse être prise, comme l'Espagne et le Portugal l'ont fait ensemble? Un tel accord entre plusieurs États membres serait-il réalisable, par exemple entre les États de la zone dite d'Europe du Nord-Ouest?
03.02 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, de heer Ben Achour heeft het goed uitgelegd. Uw standpunt is natuurlijk ook gekend. Het is echter vooral belangrijk te weten wat Europa wil.
De leden van de PVDA bepleitten daarstraks opnieuw een nationaal prijsplafond, maar voor mij ligt de oplossing op Europees niveau. U hebt dat in uw antwoord daarnet ook bevestigd. Daarom is het belangrijk te weten hoever wij op dat vlak staan.
03.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, de kwestie is al een aantal keer besproken op verschillende Energieraden. Ondertussen hebben Nederland en Duitsland enkele voorstellen als alternatief naar voren geschoven. Het was toen hun alternatief om niet te beslissen over een algemeen prijsplafond voor gas.
In welke richting gaan de besprekingen nu? Ik merk dat de eerste minister het prijsplafond specifiek heeft opgenomen in zijn State of the Union. De vraag is of wij inderdaad die richting uitgaan. Er blijven immers nog altijd landen die een terugloop van gas in de richting van Europa vrezen.
Wanneer wij vandaag kijken naar de mogelijke effecten van een dergelijk prijsplafond, dan zien we dat de prijzen gisteren op de Aziatische markt in de buurt van 118 euro zaten, terwijl het in Europa 127 euro was. Dat zijn geen gigantische verschillen, waardoor er ook geen al te grote effecten te verwachten zijn. De Global LNG Hub maakte melding van het feit dat de Aziatische prijs de voorbije week zelfs hoger was dan de Europese prijs. Dat zijn toch zaken waarbij wij moeten stilstaan.
Mijn vragen gaan concreet over de voorstellen die door Nederland en Duitsland op tafel zijn gelegd.
Ten eerste, wat waren de voorstellen? Hoe positioneert u zich tegenover die voorstellen?
Ten tweede, wat is de stand van zaken in het Europese gasprijsplafond of ondertussen de Europese gasslang? In welke richting gaat dat juist?
Ten derde, indien dat alles niet wordt wat het zou moeten worden, plant u dan nog altijd een eigen gasprijsplafond, wat u aanvankelijk had gesuggereerd? Welke middelen wilt u daarvoor vrijmaken?
03.04 Kurt Ravyts (VB): In het kader van het actualiteitsdebat …
De voorzitter: Het is geen actualiteitsdebat, maar als er niemand protesteert, heb ik er alleszins geen probleem mee dat u kort reageert.
03.05 Kurt Ravyts (VB): Zoals mevrouw de minister daarnet aanstipte, heeft de Europese Commissie deze namiddag haar verordening voorgesteld. Misschien kan de minister daar een eerste reactie op geven. Ik zal het hier uiteraard niet allemaal voorlezen.
03.06 Minister Tinne Van der Straeten: Collega's, bedankt voor de vragen, die uiteraard al ingediend waren voordat de Europese Commissie vandaag heeft uitgelegd hoe haar voorstel van verordening eruit zal zien. Dat voorstel zal wellicht volgende week op tafel komen tijdens de bijeenkomst van de energieministers.
Commençons peut-être avec la question de M. Ben Achour sur la plateforme d'achat commun et nos amis importateurs – si je peux la résumer ainsi. La plateforme d'achat commun fait aussi partie de la proposition de la Commission européenne. Il y a toujours eu des conversations constructives entre l'Union européenne, les États-Unis et la Norvège. Au niveau de la Belgique, nous avons aussi un dialogue avec la Norvège.
La Norvège était aussi présente au Conseil informel de la semaine dernière. Elle ne s'oppose pas, elle est flexible et plutôt ouverte à ce que l'Europe envisage à propos du plafonnement du prix dynamique.
Je suis convaincue qu'il faut arriver à un prix négocié, et je pense que c'est également la manière d'avancer avec la Norvège et les États-Unis. Je pense avoir déjà cité les chiffres lors d'un autre débat: 67 % du gaz est du gaz de pipeline faisant pour la plupart l'objet de contrats à long terme. La même chose vaut pour le GNL. Des 33 % qui restent, plus de la moitié fait aussi l'objet de contrats à long terme.
Il est dès lors important d'arriver à un prix négocié qui soit plus fixe; parce que dans ces contrats à long terme, c'est aussi souvent le paramètre TTF qui est utilisé. Mais le TTF a fait des sauts. Ce n'était pas le cas aujourd'hui. M. Wollants a raison: aujourd'hui, le prix du TTF est autour de 130 euros. Les prix asiatiques sont à 128 et quelque. Mais en août, le prix du TTF était de 300, 350 euros!
Si nous plaidons pour un système et pour le plafonnement du prix, c'est pour éviter de tels sauts du TTF.
Vous avez une question sur les 15 États. Vous connaissez le passé. Il y a le groupe moteur: la Belgique, l'Italie, la Grèce et la Pologne. En outre, 11 autres États membres ont explicité leur position par écrit à la Commission européenne. Il y a aussi des États membres qui sont plus critiques.
De kritischere lidstaten zijn Denemarken, Duitsland, Oostenrijk en Nederland.
Je souhaite quand même dire que les positions évoluent; ce n'est pas parce qu'on ne partage pas totalement le même avis qu'on ne se parle pas. Lors du Conseil informel de la semaine dernière, nous avons eu une discussion très constructive au sujet du plafonnement des prix, de ce qui peut fonctionner ou pas selon les uns ou les autres.
Het was een zeer constructieve vergadering. Onze Duitse collega is ook speciaal voor die vergadering gekomen. Ik wil in dit verband toch wel benadrukken dat, ook al lopen sommige voorstellen op het eerste gezicht uit elkaar, we verbonden worden door de absolute wil om samen iets te kunnen doen aan de hoge gasprijzen.
Het is niet aan mij om in te gaan op de concrete voorstellen van Nederland en Duitsland. Het was een informele vergadering op dat punt. Het is dus ook niet aan mij om uit de biecht te klappen over het verloop van die informele vergadering. Het was echt de bedoeling om als ministers verdere guidance te kunnen geven aan de Europese Commissie, en vandaag zijn we op het punt gekomen dat de Europese Commissie haar ontwerpverordening heeft voorgesteld. Daarin stelt ze voor om een dynamische prijscorridor toe te passen op de TTF. Ik vind het een absoluut goede zaak dat de Europese Commissie die weg inslaat. De TTF is namelijk vandaag een prijsparameter die in zo ongeveer alle contracten is doorgedrongen. In feite is die TTF een beurs waar gas op korte termijn verhandeld wordt, een day-ahead market . Ik heb al vaker gezegd dat ze ons continent veel welvaart heeft gebracht. Die TTF, die beurs die dus ontwikkeld is voor trading op de korte termijn, is eigenlijk uitgespreid naar een prijsparameter die we tegenwoordig overal terugvinden: in groothandelscontracten op de lange termijn, maar ook op de tariefkaarten van de residentiële gebruikers, hier in België, maar ook in andere landen.
Ik sprak met een Amerikaans bedrijf dat gespecialiseerd is in waterstof, zuurstof en stikstof: zij baseren hun afnamecontracten op de TTF. Ik zal nu een gewaagde uitspraak doen die u, mijnheer Wollants, ongetwijfeld weer uit haar context zult rukken tijdens de volgende plenaire vergadering, maar toch waag ik mij eraan. Het is die TTF-parameter die nu de inflatie aandrijft, die de recessie aanjaagt, die ervoor zorgt dat heel wat zaken ontzettend veel duurder worden. Daarom is het zo belangrijk om de TTF onder controle te kunnen houden.
We kunnen dat niet volledig loskoppelen van de Aziatische markt, daarmee ben ik het absoluut eens, maar er is een groot verschil tussen een TTF van 135 euro en een TTF van 350 euro, zeker als we in dit land tariefkaarten van leveranciers hebben die op punctuele noteringen van een dag zijn gebaseerd, die dan leiden tot krantenartikels waarin staat dat de jaarfactuur 10.000 euro bedraagt. Dat is de reden waarom wij het zo belangrijk vinden dat die ingreep op Europees niveau gebeurt.
Mijnheer Warmoes, u hebt gezegd – ik kan u dat niet kwalijk nemen, want ik deel die frustratie – dat het traag gaat. Ja, het gaat traag, maar vergeet niet dat we begonnen zijn met iets dat onbespreekbaar was op de Raad van 8 en 9 september. De woorden 'gasplafond' en 'gasprijs' stonden nauwelijks in de tekst van de conclusie.
Mijn Italiaanse collega en ikzelf hebben daarvoor gevochten. We hadden op voorhand gezegd dat we niet buiten gingen vooraleer dat in de conclusie stond. We hebben een discussie rond de tafel gebracht tot het schriftelijk neerpennen van de positie van 15 lidstaten. We zijn blijven praten met de lidstaten die het er zeer moeilijk mee hebben, zoals Duitsland, Nederland en Oostenrijk.
Vandaag is er dan een voorstel van verordening van de Europese Commissie. Het werk is daarmee niet af. In de verordening staat dat er een voorstel kan worden gedaan. Dat wil zeggen dat we die tekst nog verder zullen moeten aanscherpen.
Het feit dat we op Europees niveau zo volhoudend en volhardend zijn om dit te laten slagen, heeft ook een kalmerend effect op de markt, daar ben ik absoluut van overtuigd, maar dat betekent niet dat we nu moeten stoppen. We moeten doorgaan.
Ik kijk uit naar de volgende stappen, naar de vergadering van deze week met de eerste ministers, de regeringsleiders en de staatshoofden die verder guidance geven aan de vergadering van de energieministers. De energieministers zien elkaar volgende week in Luxemburg. Ik heb van de Europese Commissie begrepen dat men die tekst daar ook ter stemming wil voorleggen. Ik hoop dat het zo ver zal komen. We zullen daar alleszins hard aan werken.
We zijn gezegend met een zeer goede voorzitter, onze Tsjechische collega, die heeft gezegd dat hij faciliteert waar nodig en ook de Raad zal samenbrengen wanneer nodig. Zelfs in het worstcasescenario dat er volgende week geen tekst ter stemming kan worden voorgelegd, ben ik er absoluut van overtuigd dat, indien het een week of twee later wel mogelijk is, de Tsjechische collega de ministers van Energie daarvoor zal samenbrengen.
De voorzitter: Mevrouw de minister, bedankt voor uw duidelijke toelichting.
Wie van de leden wenst te reageren?
03.07 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, wij kijken natuurlijk uit naar wat de praktijk zal brengen, naar wat er gebeurt na de volgende stappen en vooral naar het verwachte effect. In dat laatste zit natuurlijk de crux van het hele verhaal: hoe groot is de slang en wat is het effect? In het verleden hebt u zelf gezegd dat we niet de indruk mogen wekken dat het een drastisch verschil zal geven, al heb ik de indruk dat het door sommigen als zodanig wel wordt gepercipieerd of gepusht.
03.08 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses et éclaircissements qui, à certains égards, sont plutôt rassurants. Selon moi, la solution idéale, c'est de réformer le fonctionnement du marché et de sortir l'énergie, particulièrement le gaz, de cette logique de l'offre et de la demande, de faire en sorte que le gaz ne soit à plus à la merci de cette logique de marché pure. Mais, à défaut et puisque manifestement certains partenaires européens importants rechignent à avancer dans cette direction, la solution la plus rapide, c'est de négocier avec les pays producteurs, particulièrement ceux avec lesquels nous entretenons des liens privilégiés, à savoir la Norvège et les États-Unis que j'ai cités. On doit absolument plaider pour la voie la plus rapide et continuer à travailler pour la solution idéale.
03.09 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik wil u danken voor het uitvoerige antwoord en voor uw volgehouden inzet voor dit dossier. Ik geloof niet dat er één wonderoplossing is voor deze crisis, maar dit grijpt wel structureler in dan de maatregelen die de federale regering moet nemen om de brand te blussen. Aan alle criticasters zeg ik dat het belangrijk is dat er straks resultaat is. Ik heb het gevoel dat we dat vooral kunnen bereiken door in het debat te blijven inzetten op een oplossing die in de richting van het gasprijsplafond gaat.
03.10 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik wil u gerust feliciteren met uw volharding en uw strijd op Europees niveau. Wij vinden ook dat er een prijsplafond moet komen op Europees niveau, laat dat duidelijk zijn. Ons standpunt is alleen dat u daar niet op moet wachten, dat is het verschil.
Wat het voorstel van de Europese Commissie betreft, dat gaat nog steeds niet over een echt prijsplafond. We moeten vaststellen dat de Europese Commissie weigert in te gaan tegen de belangen van de energiemultinationals. U sprak over onze vrienden Noorwegen en de Verenigde Staten, maar waarom moeten we nog steeds het tienvoudige betalen aan Noorwegen? Het drie- of viervoudige kunnen we nog wel betalen, maar toch niet het tienvoudige? Het is een vriend, maar dan wel een van het type dat het geld graag ziet binnenstromen. De maatregelen van de Europese Commissie hebben volgens ons alleen tot doel de gasbeurzen te beschermen en te redden, terwijl de geliberaliseerde gasmarkt net zelf de oorzaak van de crisis is. We moeten breken met die marktwetten.
U hebt ook gezegd dat die langtermijncontracten heronderhandeld moeten worden. Daar ben ik het mee eens. Het volstaat echter niet om één beursparameter te vervangen door een andere. We hebben een vaste prijs nodig die geïndexeerd kan worden. Zo kunnen we een maximumprijs opleggen waarover we dan op Europees niveau onderhandelen met producerende landen zoals Noorwegen, dat zijn pijpleidingen ook niet overal naartoe kan sturen. Zo kunnen we de prijzen verlagen en blokkeren.
Wat ons betreft zullen de maatregelen van de Europese Commissie, zoals ze er nu uitzien, de crisis niet fundamenteel oplossen.
03.11 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw toelichting. Het is natuurlijk belangrijk dat de marktwerking functioneert en dat vraag en aanbod op een redelijk prijsniveau op elkaar afgestemd worden.
Natuurlijk, als er schokken zijn in het aanbod of in de vraag en wanneer er een grote onzekerheid is, dan is dat mechanisme tijdelijk verstoord. Wij moeten hopen dat de normale toestand zo snel mogelijk hersteld wordt. Dat betekent dat het aanbod op niveau blijft of versterkt wordt. Daar hebben wij daarjuist over gepraat. Ook moet de vraag tijdelijk effectief ingekrompen worden. Dat is de verantwoordelijkheid van de burgers, waarbij wij deze winter best de doelstelling van -15 % aanhouden.
Last but not least speelt de onzekerheidsfactor. Wat dat betreft, meen ik dat u goed werk levert. Als men niet weet wat er zal gebeuren, welk beleid er wordt gevoerd, dan komt er boven op de tijdelijke verstoring een onzekerheidspremie bij de prijs. Soms wordt er ook nog gespeculeerd. Als er een consensus is om op Europees niveau stabiliteit naar de markt te brengen, zal dat dus een effect hebben op het prijsniveau. Ik wens u daar verder veel succes mee.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik wil de heer Warmoes vragen om mij straks te vervangen, want ik moet aan de stemmingen in de commissie voor Financiën deelnemen.
Ondertussen kan ik melden dat vraag nr. 55029919C van mevrouw Dierick uitgesteld is en dat vraag nr. 55029972C van de heer Cogolati omgezet is in een schriftelijke vraag.
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le non-accès au tarif social à cause d'un compteur électrique commun" (55029999C)
- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les mesures d'énergie pour les ménages faisant partie d'une ACP" (55030287C)
- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'application du tarif social dans le cas de raccordements collectifs" (55030688C)
- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Un système de compensation pour les habitants d'immeubles à appartements" (55030826C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het mislopen van het sociaal tarief door een gedeelde meter" (55029999C)
- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De energiemaatregelen voor gezinnen in een VME" (55030287C)
- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De toepassing van het sociaal tarief bij collectieve aansluitingen" (55030688C)
- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Een compensatieregeling voor appartementsbewoners" (55030826C)
04.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, een gekend probleem bij het sociaal tarief is dat
mensen die een gedeelde meter hebben geen aanspraak kunnen maken op het sociaal
tarief. Enkel wie een individuele meter heeft, krijgt het sociaal tarief. Dat
is problematisch, want gedeelde meters bevinden zich voornamelijk in oude
appartementsgebouwen en net daar wonen vaak kwetsbare mensen, in principe dus
mensen die recht hebben op het sociaal tarief. Vandaag is er meer dan ooit nood
aan het sociaal tarief en die mensen lopen dat mis. Deze situatie is al
jarenlang gekend, maar er is daarvoor nog steeds geen oplossing gevonden.
U zou
kunnen zeggen dat volgens de wet iedereen zijn eigen individuele meter moet
hebben, maar de realiteit is vandaag anders. Hetzelfde probleem doet zich voor
in de watersector, een gewestelijke bevoegdheid, maar daar heeft men een
pragmatische oplossing gevonden. De mensen die recht hebben op het sociaal
tarief maar die een gedeelde meter hebben, krijgen automatisch een compensatie
toegekend op de factuur. Die compensatie is een vast bedrag en hangt af van het
aantal gezinsleden.
Wat zult u doen om ervoor te zorgen dat de mensen die recht hebben op het sociaal tarief, maar die helaas een gedeelde meter hebben, toch dat sociaal tarief toegekend krijgen? Zult u hun, in afwachting van een structurele oplossing, een compensatie toekennen op hun factuur, zoals wordt gedaan voor de waterfacturen?
04.02 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, mijn eerste vraag is eigenlijk al voor een deel opgelost. Zij ging vooral over het feit dat mensen in appartementsgebouwen met een collectief verwarmingssysteem geen beroep konden doen op het basispakket energie. Met het wetsvoorstel dat daarnet voorlag en dat wij spijtig genoeg niet hebben kunnen goedkeuren, wordt dat probleem echter opgelost, zodat die mensen de komende vijf maanden wel degelijk het basispakket energie zullen krijgen. Dat is een goede zaak.
Wij weten vandaag natuurlijk niet wat er over vijf maanden zal gebeuren. Dan komen wij in het systeem waar de heer Warmoes daarnet al naar verwees, waarbij mensen die recht hebben op het sociaal tarief geen enkel voordeel genieten omdat zij in een appartementsgebouw wonen waar een collectieve ketel wordt gebruikt.
De bezorgdheid kwam bij mij vanuit cijfers van de stad Antwerpen, waaruit bleek dat er echt een probleem is. Er is al verwezen naar de compensatieregeling bij de watermaatschappijen, die misschien een oplossing kan zijn. Wat dat betreft heb ik dezelfde vragen als de heer Warmoes.
04.03 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, wij kennen de problematiek: de leveranciers maken nog steeds een onderscheid tussen rechthebbenden van het sociaal tarief die aardgas individueel verbruiken en zij die aardgas verbruiken via een collectief verwarmingssysteem. Het sociaal tarief voorziet vandaag wel dat collectieve aansluitingen voor gas in sociale woningbouw wel algemeen het sociaal tarief genieten.
Wat betreft het sociaal tarief voor elektriciteit is het echter een andere zaak. Eind april zei u in de commissie dat de AD Energie en de CREG naar oplossingen zochten. Zoals collega Warmoes zei, werd onderzocht of een compensatie door middel van een vaste premie, zoals voor het sociaal tarief voor water in Vlaanderen, praktisch haalbaar is en of dat wel conform is met de federale bevoegdheden inzake energie en bijstand aan personen.
Wat is de stand van zaken in de zoektocht naar een remediëring van wat u destijds een barst in het systeem van het huidige sociaal tarief noemde? Hebt u hierover al gesprekken gevoerd met de Vlaamse decreetgever, aangezien een van de problemen het Vlaamse energiedecreet is? Er is daarnaast ook de kwestie van de contracten met VME's, die uiteraard professionele contracten zijn. Is er nog vooruitgang geboekt of wordt dat meegenomen in de door de eerste minister en uzelf aangekondigde verdere hervorming van het sociaal tarief?
04.04 Minister Tinne Van der Straeten: Ik heb inderdaad al op 6 april aan de CREG gevraagd om de mogelijkheden te bekijken voor de invoering van een premiesysteem in die gevallen waarin het sociaal tarief complex is of onuitvoerbaar. Het voorbeeld van de collectieve ketels buiten de sociale woningbouw is ondertussen genoegzaam bekend.
Het sociaal tarief is momenteel alleen toegekend aan een residentiële eindklant, wat automatisch elke persoon uitsluit die verbonden is met een collectieve ketel, ook al behoort die persoon tot een categorie die in principe recht zou hebben op het sociaal tarief. Dat gezin of die persoon heeft namelijk geen leveringsovereenkomst. Een gelijkaardig systeem als wat bestaat voor residentiële beschermde klanten opzetten, is niet mogelijk. Gezien het ontbreken hiervan zouden deze huishoudens wel uitgenodigd worden om een aanvraag tot premie in te dienen bij de FOD Economie. Die moet dan wel manueel opgevolgd worden door een dossierbeheerder bij de FOD Economie.
Zowel over de toekenning van de premie als over de hoogte ervan heeft de CREG aanbevelingen geformuleerd. Die staan ook gepubliceerd op de website van de CREG. Het zijn die aanbevelingen die ik samen met mijn administratie onderzoek. Het is op basis van deze aanbevelingen dat we aan het werk zijn om een snel implementeerbaar voorstel uit te werken. Dat heeft ertoe geleid dat die werkwijze wel al zal worden toegepast in het kader van het basispakket november-december, dat ook wordt toegekend aan de uitgebreide groep van huishoudens met een collectieve aansluiting. We werken daar dus met een gelijkaardig systeem als de stookoliecheque. Klanten vragen de premie aan in samenwerking met de syndicus. Ook bij hen is die premie forfaitair en even hoog als de premie die rechtstreeks wordt verrekend op de factuur. Men ontvangt de premie van 135 euro per maand, 270 euro voor 2 maanden, ongeacht het verbruik. Voor de toekenning van het basispakket is er geen onderscheid meer tussen de individuele ketel en de collectieve ketel.
De meer structurele oplossing maakt deel uit van de hervorming van het sociaal tarief. Die is ook uitgebreid besproken in het kader van de begrotingsbesprekingen. Daar kunnen we ongetwijfeld op terugkomen wanneer ik met mijn beleidsnota naar het Parlement kom. Dit komt eraan.
Président:
Thierry Warmoes.
04.05 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, het is goed dat u werkt aan een oplossing. Als ik het goed begrepen heb, is er een oplossing gevonden voor de winterpremie van november. Ik wil u oproepen om dat zo snel mogelijk in te voeren voor het sociaal tarief, en waarom niet volgende maand.
04.06 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, wij verstaan elkaar goed, dus ik heb u inderdaad goed begrepen. Er is nu een oplossing gevonden dankzij dat basispakket. Na hetgeen u daarnet zei, ga ik er inderdaad van uit dat wij een oplossing vinden voor daarna. Dat is een goede zaak. Ik kan dat alleen maar toejuichen.
04.07 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik ben blij dat u aan het plamuren bent, dat u die barst in het systeem hoopt te kunnen dichten op een structurele wijze, via die hervorming van het sociaal tarief.
Ik ben ook blij dat u in De Zevende Dag blijkbaar – ik heb het niet gezien – uw verontschuldigingen hebt aangeboden met betrekking tot de realiteit van de niet-aparte tellers. Wij krijgen daar heel veel mails over en uw antwoord is goed nieuws voor die talrijke mensen die nog steeds een beetje in onzekerheid zitten. Het is alvast goed dat de premie er ook voor hen komt.
Het incident is gesloten.
05 Question de Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le tarif de dissuasion" (55030000C)
05 Vraag van Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het ontradingstarief" (55030000C)
05.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, door de energiecrisis komen veel mensen in betalingsproblemen. Wanneer zij hun energiefactuur niet kunnen betalen, dan kan de energieleverancier het contract eenzijdig opzeggen. Die klanten worden gedropte klanten genoemd en zij komen in Vlaanderen bij distributienetbeheerder Fluvius terecht. Fluvius hanteert voor die klanten het zogenaamde ontradingstarief, een van de duurste tarieven in de markt.
Bij een eerdere vraag daarover heb ik al aangeklaagd dat dit een pervers systeem is, aangezien net de mensen met betalingsproblemen noodgedwongen meer moeten betalen voor hun energie, waardoor zij nog dieper de put in worden geduwd. Met de huidige, hoge prijzen is de situatie acuut, omdat steeds meer mensen met betalingsproblemen worden geconfronteerd. In de huidige situatie kunnen wij onmogelijk toestaan dat Fluvius die mensen nog meer laat betalen, nadat zij gedropt zijn door hun energieleverancier.
SAAMO, het vroegere Samenlevingsopbouw, stelt voor om mensen met betalingsproblemen zes maanden lang het sociaal tarief toe te kennen. Zo kunnen die mensen hun schulden aflossen en komen zij niet nog verder in de problemen.
Mevrouw de minister, welke maatregelen zult u gelet op de huidige energiecrisis nemen aangaande het ontradingstarief? Zult u ingrijpen en ervoor zorgen dat mensen met betalingsproblemen niet nog dieper de put in worden geduwd? Krijgen mensen die door hun energieleverancier gedropt worden en dus duidelijk in de problemen zitten recht op het sociaal tarief in plaats van het superhoge ontradingstarief?
05.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Warmoes, het tarief volgt de marktprijzen met maximaal een kwartaal vertraging. Zo ligt het ontradingstarief nu nog lager dan het markttarief en zal het ook deze winter lager liggen dan de overige markttarieven.
Ondertussen bekijk ik met de CREG in welke mate het wenselijk en mogelijk is om met de federale regering een wijziging van deze materie voor te stellen. Deze wijziging mag uiteraard geen verslechtering van de situatie veroorzaken voor de zogenaamde gedropte klanten in Wallonië en Brussel, die wel aan een markttarief beleverd worden en toegang hebben tot het sociaal tarief.
Mijnheer Warmoes, u hebt mij al verschillende keren bevraagd over deze materie. Het heeft een zekere complexiteit, maar ik wil het verschil tussen de gewesten wel toevoegen. Het systeem zoals het in functie is in Vlaanderen, verschilt fundamenteel van dat in Brussel en Wallonië. Ik ben het eens met de analyse die u maakt wat de situatie in Vlaanderen betreft. Als we echter zouden ingrijpen om dat te verhelpen, moeten we vermijden dat we de situatie voor de klanten in Brussel en Wallonië verslechteren. Zij hebben vandaag immers niet te maken met de specificiteit die er in Vlaanderen wel is.
We moeten dus overleggen met de CREG en desgevallend met de gewesten om iedereen in België in deze situatie op een rechtvaardige manier te kunnen helpen.
05.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u bent hiermee bezig en dat juich ik uiteraard toe. Dit is echter weer een voorbeeld van de institutionele lasagne die België is. Het is absurd hoe mensen aan de ene kant van het land voor een basisgoed als energie in een totaal andere situatie belanden en in dit geval veel slechter bediend zijn in Vlaanderen. Ik hoop dan ook dat de Vlaamse regering hierin haar rol zal opnemen. Ik vrees echter dat ik een beetje moet aandringen om er dringend werk van te maken. Ik hoop dat u en de gewestregeringen zich daarvan bewust zijn.
Wat ons betreft is energie een basisrecht voor iedereen en zou de energiepolitiek volledig nationaal moeten zijn, dat weet u.
Het incident is gesloten.
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les déclarations de M. Frank Vandenbroucke relatives à la réduction permanente de la TVA" (55030056C)
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La réforme des accises" (55031175C)
- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La réforme des accises en lien avec un taux de TVA permanent de 6 %" (55031215C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De uitspraak van Frank Vandenbroucke over de permanente btw-verlaging" (55030056C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De accijnshervorming" (55031175C)
- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De accijnshervorming in functie van een permanent btw-tarief van 6 %" (55031215C)
06.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, samen met de beslissing om de btw op energie
permanent op 6 % vast te leggen, kondigde de eerste minister een
accijnshervorming aan, maar in realiteit is dat natuurlijk een accijnsverhoging.
Gelukkig ligt de datum van de inwerkingtreding nog niet vast, omdat, aldus de
eerste minister in de State of the Union, "de verhoging zou ingaan wanneer
het niveau terug op het niveau van 2021 zou liggen."
Vanaf
welk prijsniveau gaat de hervorming in? Begin 2021 is dat niveau immers niet
hetzelfde als eind 2021. Hoeveel euro per megawattuur mag de prijs van
elektriciteit of aardgas nog bedragen op het moment dat de verhoging ingaat?
Met hoeveel euro per megawattuur zult u de accijnzen op elektriciteit en gas
verhogen voor het gemiddelde verbruik van een gezin? Kunt u ons de afgesproken
bedragen bezorgen? Minister Van Peteghem gaf immers heel concrete
opbrengstcijfers in De Tijd, dus het is duidelijk dat de bedragen
voor de accijnshervorming bekend of alleszins besproken en min of meer
vastgelegd zijn.
06.02 Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer Warmoes, u zei dat de datum gelukkig nog niet vastligt. Mijns inziens zullen burgers blij zijn dat de regeling in werking treedt, want dat zou betekenen dat de prijzen bijzonder laag zouden zijn en het niveau hebben bereikt waar we vandaag nog ver van verwijderd zijn en waarvan de CREG heeft gezegd dat we daar de eerste jaren niet aan zullen geraken.
Hoe dan ook vinden wij het met Vooruit een zeer goede zaak dat de regering kiest voor het principe om de hervorming van de accijnzen te koppelen aan dalende prijzen, om op die manier de 6 % btw vast te kunnen zetten. Voor ons is 6 % btw logisch, aangezien het gaat om een product dat geen luxeproduct is.
U hebt tijdens de bespreking van de State of the Union ook aangekondigd dat we op een slimme manier te werk zullen gaan, op basis van duurzaamheid, waarbij men de verhouding tussen de prijs van elektriciteit en fossiele brandstoffen in de gaten wil houden. Mijn interesse was daardoor gewekt, want dat is precies waar mijn wetsvoorstel betreffende de warmtepomp over gaat.
Mevrouw de minister, is het de bedoeling om een regeling uit te werken zoals mijn wetsvoorstel beoogt? Ik las dat de minister van Financiën en de minister van Energie een en ander zouden sturen. Het zou ook kunnen dat de CREG in het verhaal wordt betrokken. Ik ben zeer benieuwd naar de toepassing van het principe, dat in mijn voorstel staat.
06.03 Minister Tinne Van der Straeten: Op het jongste begrotingsconclaaf werd inderdaad beslist om de federale fiscaliteit op de energiefactuur te hervormen. Zo wordt de btw op de levering van aardgas, elektriciteit en warmte via warmtenetten in het kader van residentiële contracten permanent naar 6 % verlaagd. Dat wordt gekoppeld aan een hervorming van de accijnzen op die producten.
Uw vragen gaan over de modaliteiten voor de inwerkingtreding. Er zijn twee aspecten. Het gaat enerzijds over het marktprijsniveau. Daarvoor komt er een in ministerraad overlegde beslissing. Mijnheer Warmoes, we hebben nog geen concrete euro's per megawattuur bepaald. We hebben ons daar wel enige discretionaire bevoegdheid voorbehouden. Het is vandaag immers moeilijk in te schatten hoe die prijs zal evolueren. Het is ook moeilijk in te schatten wat de normale prijs zal worden.
Anderzijds is er het aspect waar de heer Verduyckt naar verwees, met name de verhouding gasprijs/elektriciteitsprijs. De hele hervorming van de federale fiscaliteit er met name mee op gericht om te sturen naar elektrische verwarming. Daarvoor is het nodig dat er een redelijke verhouding bestaat tussen gas- en elektriciteitsprijs om de warmtepompen mee rendabel te maken. Heel het debat uit de eerste ronde heeft daar ook mee te maken. Die twee elementen samen zullen leiden tot de beslissing van inwerkingtreding.
Dat wordt opgevolgd door de minister van Financiën en mijzelf. Indien nodig zullen we ook de CREG om advies vragen, zoals we vaak doen. Dat zal dan leiden tot een beslissing van de ministerraad. Vandaag is het niet mogelijk om daarop vooruit te lopen, omdat we nog in het oog van de storm zitten. Niemand zal zijn huis verbouwen tijdens een uitslaande brand: eerst moet de brand onder controle zijn, dan ligt de hervorming klaar, kan er op de knop worden gedrukt en treedt ze in werking.
Mijnheer Warmoes, u had vragen over de tarieven. Die werden berekend en vastgesteld, het gaat enkel nog over de inwerkingtreding, die moet volgen via een in ministerraad overlegd KB. De tarieven en wijzigingen inzake accijnzen zijn een bevoegdheid van minister Van Peteghem. Dat zal dus verder worden uitgewerkt in de commissie voor Financiën. Voor de implementatie verwijs ik u door naar hem.
06.04 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): U hebt nog geen cijfers genoemd. Met het principe gaan we niet akkoord. Uw plan is om, los van de cijfers, wanneer de prijzen weer gedaald zijn, de prijzen weer te verhogen met accijnzen. Dat gaat voorbij aan het feit dat energie een basisbehoefte is, alleszins voor de PVDA. Energie moet dus wel goedkoop zijn.
U hebt geen cijfers genoemd, maar de eerste minister heeft wel gesproken over 2021. U had het over een normale prijs. In 2021 was er geen normale prijs. Er valt over te discuteren of januari of december wordt genomen. De prijzen waren vroeger wel nog lager. Energiebesparing gebeurt voor de PVDA met publieke investeringen in isolatie, openbaar vervoer en hernieuwbare energie, en niet door de gasprijzen opnieuw te verhogen.
We volgen het dossier verder op.
06.05 Kris Verduyckt (Vooruit): Ik heb altijd beseft dat het woord warmtepompnorm nooit het woord van het jaar zal worden, maar dat is niet belangrijk. Het is wel belangrijk dat dat principe meegenomen wordt in de hervorming rond de btw-regeling. Los van de strijd die we vandaag voeren tegen de hoge energieprijzen, moeten we natuurlijk ook stap voor stap werken aan de energieshift. De prijs van elektriciteit is in ons land altijd een probleem geweest. We hebben daar daarstraks uitvoerig over gediscussieerd. We moeten de verhouding van de gasprijs ten opzichte van de elektriciteitsprijs in de toekomst echt onder controle brengen. Ik ben heel blij om te horen dat mijn voorstel meegenomen werd in de hervorming.
L'incident est clos.
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De plannen van de regering met Doel 3 en Tihange 2" (55030270C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De verlenging van de levensduur van de kerncentrales" (55031156C)
- Peter De Roover aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De rol van kernenergie in de Belgische energiemix" (55031192C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De onderhandelingen met ENGIE et de uitspraken van PS-voorzitter Magnette" (55031209C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les projets du gouvernement concernant Doel 3 et Tihange 2" (55030270C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La prolongation de la durée de vie des centrales nucléaires" (55031156C)
- Peter De Roover à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le rôle de l'énergie nucléaire dans le mix énergétique belge" (55031192C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les négociations avec ENGIE et les déclarations de P. Magnette, président du PS" (55031209C)
07.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, er is de laatste tijd veel te doen over de mogelijke verlenging van de levensduur van Doel 3 en Tihange 2. De minister van Binnenlandse Zaken zei dat er daartoe een mogelijkheid bestond. Het kan niet met een eenvoudige druk op de knop, maar aangezien de premier zelf aangeeft dat er tien moeilijke winters aankomen, zou dit toch aan de orde kunnen zijn. Uw partijgenote minister De Sutter heeft meegedeeld dat minister Verlinden wat dat betreft teruggefloten is. Anderzijds zijn er nochtans veel partijen die vragen om die piste verder te onderzoeken. Intussen is ook minister De Sutter teruggefloten, want zij gaf zelf aan niet dogmatisch neen te willen zeggen. Ook de State of the Union van de premier ging trouwens in die richting.
Zal er bij de milieueffectenrapportage van Doel 4 en Tihange 3 tegelijkertijd worden onderzocht hoe het voor de andere eenheden zit? Daaraan gekoppeld, hoe gaat u om met het verwijt van de PS-voorzitter dat u de onderhandelingen met ENGIE zou moeten stopzetten en in plaats daarvan gewoon de opdracht moet geven om te blijven produceren? Dit hangt natuurlijk samen met die verschrikkelijk slechte timing. Het FANC verwees daarstraks nog naar het feit dat u eigenlijk veel te lang hebt gewacht en dat het anderhalf jaar tijd dat u verspild hebt niet zomaar terugkomt. Hoe gaat u om met de kritiek van de heer Magnette? Wordt die gedragen door zijn partijgenoten in de regering?
Welke lijn houdt de regering aan voor Doel 3 en Tihange 2? Werd er een beslissing genomen? Zal de regering de exploitant vragen om geen onomkeerbare stappen te zetten voor de kerncentrales in kwestie? Zult u daarover afspraken maken met de exploitant en daarvoor het milieueffectenrapport opmaken? Zult u, in afwachting van die verlenging, werk maken van overgangscapaciteit? Welke maatregelen zijn noodzakelijk om dat te kunnen doen? Tot slot, wat de oekazes van de heer Magnette betreft, wat is uw standpunt met betrekking tot het PS-voorstel?
De heer Magnette is natuurlijk vroeger zelf minister van Energie geweest. Hij heeft duidelijk gemaakt dat hij op uw kabinet alles goed is komen uitleggen, maar dat u het niet hebt begrepen of niet wenst te begrijpen.
Hoe realistisch is die optie? Wat zal als gevolg daarvan de aanpak zijn binnen de onderhandelingen? Ik kan uit de woorden van de heer Magnette alleen maar afleiden dat de onderhandelingen niet bijster vlot verlopen. Hoe gaat u daar verder mee om?
07.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, ik dank u voor uw vraag. Ten eerste, inzake Doel 2, Doel 3 en Tihange 2 is voor de zomer aan alle elektriciteitsproducenten gevraagd wat zij konden doen om komende winter meer productiecapaciteit ter beschikking te hebben. De reden daarvoor was enkele vragen geleden al aan de orde, namelijk de onbeschikbaarheid van het Franse nucleaire park en het feit dat we veel exporteren richting Frankrijk.
Op die vraag heeft ENGIE aangegeven dat het de geplande stop voor herlading en onderhoud van Doel 2 kon verschuiven. De stop werd ook verplaatst van oorspronkelijk 18 februari naar 18 maart en uiteindelijk naar 20 april. Een verplaatsing van de sluiting van Doel 3 en Tihange 2 zag het bedrijf niet als een mogelijkheid. Ondertussen heeft het FANC zich daar voor beide centrales ook over uitgesproken.
Ik ben op zich niet de juiste minister om deze vraag aan te stellen. Het verbaast me dat u mij de vraag op die manier stelt, aangezien u in een andere hoedanigheid de voorzitter bent van de subcommissie voor de Nucleaire Veiligheid. Deze vraag heeft te maken met de nucleaire veiligheid.
Het FANC heeft zich uitgesproken. Ik heb van de exploitant begrepen dat hij zich heeft gericht tot de veiligheidsautoriteit. Het initiatief ligt immers bij de exploitant. Wij hebben effectief een vraag gesteld aan de exploitant. Het initiatief ligt vervolgens bij hem om zich te richten tot de veiligheidsautoriteit. Die autoriteit heeft dan meegegeven dat dit niet aan de orde was vanuit veiligheidsperspectief.
De vraag over de omkeerbare stappen die u aanhaalt, dient u te richten aan minister Verlinden, aangezien zij bevoegd is voor de uitbatingsvergunning en de ontmantelingsvergunning van die kerncentrales.
Uw vraag over al dan niet omkeerbare stappen heeft ook, op basis van de analyse van het FANC, met het ene en/of het andere te maken. Beide zaken, de uitbatings- en de ontmantelingsvergunning, vallen niet onder mijn bevoegdheden.
Met betrekking tot de ontstane commotie naar aanleiding van de uitspraken van de heer Magnette, die gretig opgepookt wordt, wil ik voor de zoveelste keer herhalen dat wij aan tafel zitten met een duidelijk mandaat voor ogen. Binnen dit mandaat van de regering van 18 maart wordt er onderhandeld. Dat gaat over de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3 voor een periode van tien jaar, waarbij de kernexploitant en de bijdragende vennootschap voor de zeven kernreactoren verantwoordelijk zijn en blijven voor de ontmanteling, de bestraalde splijtstof en alle daaraan verbonden kosten, en waarbij de Belgische overheid geen exploitant zal zijn. Dat is het onderhandelingsmandaat dat binnen de regering tot stand is gekomen. Het is het onderhandelingsmandaat op basis waarvan de eerste minister en ik de gesprekken voeren met ENGIE Electrabel.
Die onderhandeling moet geen keiharde boksmatch zijn, daarvoor is de inzet te hoog. De oorlog op het Europese continent vraagt van iedereen grote inspanningen. Om de onderhandelingen te laten slagen moet er uiteraard aan beide kanten de wil zijn om dat te doen. Ik kan alvast het engagement van de federale regering herhalen om de levensduur van twee kerncentrales te verlengen met tien jaar.
Onze stappen om dat uit te voeren zijn ook consequent en navenant. Vorige week of twee weken geleden hebben wij hier in het Parlement, eerst in de commissie en daarna in de plenaire vergadering, de reparatiewet voor Doel 1 en Doel 2 goedgekeurd. In het kader van die bespreking heb ik toegelicht welke stappen reeds ondernomen zijn op het vlak van de levensduurverlenging.
Een aantal vragen geleden hadden wij het over het gewijzigde CRM. Ik heb toen gezegd dat de besprekingen met de Europese Commissie over de goedkeuring van een gewijzigd CRM bijna afgerond zijn.
Wij van onze kant doen wat nodig is en ik verwacht uiteraard dat de exploitant ook doet wat nodig is. De voorkeursoptie daarbij is een onderhandeld akkoord met ENGIE, een akkoord dat goed is voor alle Belgen, dat goed is voor betaalbare en betrouwbare energie.
U zult begrijpen dat ik op dit ogenblik niet meer kan zeggen. Ik zit namelijk aan de onderhandelingstafel, wat impliceert dat ik de vertrouwelijkheid van de onderhandelingen moet garanderen, opdat die onderhandelingen verder kunnen verlopen. Daarom bouw ik enige reserve in omtrent publieke uitspraken over de huidige staat van de onderhandelingen. Uiteraard zullen wij, zoals wij dat ook gedaan hebben toen de letter of intent werd afgesloten, naar het Parlement komen om ten overvloede en in alle details de conclusies ervan voor te stellen.
07.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, u maakt zich er wel heel gemakkelijk van af door eenvoudigweg te zeggen dat u niet bevoegd bent, wat een heel vreemde uitspraak is. Ik denk dat het eerlijker was geweest als u gewoon had toegegeven dat u op die vraag niet wilt antwoorden. In de afgelopen weken of maanden hebt u meermaals laten blijken – ik meen zelfs dat u dat op radio en tv hebt gezegd – dat de jongste twee kerncentrales verlengd openblijven op úw initiatief. Als wij u vragen of het de bedoeling is om Doel 3 en Tihange 2 verlengd open te houden, bent u plots niet meer bevoegd. De bevoegdheidsverdeling in dit land is dermate bizar dat afhankelijk van het nummer van de centrale een andere minister bevoegd is. Ik denk daarom dat u de vraag gewoonweg niet wilt beantwoorden.
Mijn vraag ging niet over nucleaire veiligheid. Als voorzitter van de subcommissie voor de Nucleaire Veiligheid ken ik het onderscheid maar al te goed. Mijn vraag ging over de opportuniteit op energievlak. Ik vraag of u stappen wilt zetten om te bekijken of een verlengde openingsduur mogelijk is in het kader van het energiedossier. Daarop wilt u niet antwoorden, dat is meer dan duidelijk.
Eveneens duidelijk is dat u niet gediend was van de uitlatingen van de PS. Dat snap ik, maar dat is nog geen reden om mijn vraag op deze manier af te handelen. Ik heb vooral de indruk dat de regering het allerminst eens is over die levensduurverlenging. Daar wringt het schoentje natuurlijk. Minister De Sutter stelt dat Groen niet dogmatisch neen zal zeggen, maar eigenlijk doet u dat hier wel door te veinzen niet bevoegd te zijn voor het energiedeel van de verlengde openingsduur van de kerncentrales. Laten we eerlijk zijn, het zit anders in elkaar. U trekt duidelijk uw paraplu open. Ik zal deze vraag nogmaals indienen als u wel bereid bent om inzicht te geven in wat de regering nu eindelijk wil doen.
L'incident est clos.
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het basispakket energie" (55030282C)
- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De toegang tot steunmaatregelen voor inwoners van gebouwen met een deelmeter" (55031101C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De wintercheques van de regering" (55031176C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le paquet de base énergie" (55030282C)
- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'accès aux mesures de soutien des habitants de logements à compteur partagé" (55031101C)
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les chèques hiver du gouvernement" (55031176C)
08.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, wij hebben het basispakket daarstraks ook al deels behandeld.
De grote vraag is natuurlijk hoe u daar verder mee zult omgaan? Ik vrees dat wij weten waar het naartoe gaat. U hebt namelijk niet de nodige flexibiliteit in het pakket gestoken om ervoor te zorgen dat u gepast kunt reageren op elke situatie.
De vraag is of het aan het eind van de rit zal volstaan. De vraag blijft voor mij toch of het basispakket wel fijnmazig genoeg is. Ik meen dat ik het antwoord ken. Wellicht zal het antwoord dat u nu zult geven, in combinatie met uw toelichting bij het wetsvoorstel daarstraks, enigszins bizar zijn. Ik vrees dat er toch nogal wat onduidelijkheid zal blijven of iedereen wel op de gepaste manier zal worden bediend.
U weet dat in Nederland de Tweede Kamer op een gegeven moment aan de regering gevraagd heeft om ervoor te zorgen dat de maatregelen in verband met het energieplafond voor iedereen eerlijk zijn. Ik weet niet of de regeling die in België is opgebouwd voor iedereen eerlijk zal zijn.
Ik kijk in ieder geval uit naar wat u nog kunt toevoegen aan uw uiteenzetting van daarstraks.
08.02 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, vorige week kondigde premier De Croo in zijn State of the Union aan dat de wintercheques van 196 euro voor gas en elektriciteit voor de maanden november en december 2022, waarover we daarnet het wetsvoorstel hebben goedgekeurd en waarvoor een tweede lezing is gevraagd, verlengd zullen worden tot en met maart 2023. Dat zou dus resulteren in vijf keer 196 euro, in principe 980 euro in totaal.
Het venijn zit in de staart, want in de notificaties zou staan – ik houd het voorwaardelijk, want volgens mij had de regering die vorige vrijdag moeten goedkeuren, zoals ik begrepen had uit de discussies in de plenaire vergadering van vorige week – dat de hoogte van de wintercheques nog zou kunnen dalen als de energieprijzen opnieuw sterk zouden dalen. Het is dus nog helemaal niet zeker dat de mensen die relatief hoge cheque van 196 euro voor de maanden januari, februari en maart ook echt zullen krijgen.
Wat is er concreet afgesproken binnen de regering over het bedrag?
Gesteld dat er echt sprake zou zijn van een daling, vanaf welk prijsniveau voor elektriciteit en gas zou dan het bedrag dalen? Is er ook een maximale daling of een minimum voor de premies afgesproken?
08.03 Minister Tinne Van der Straeten: Geachte leden, veel van de aspecten zijn daarnet al aan bod gekomen bij de bespreking van het wetsvoorstel. Ik verwijs naar alles wat daar al is gezegd.
Wat betreft de eenmalige stookoliecheque wordt geen rekening gehouden met het inkomen. Er is geen terugvordering voorzien.
Mijnheer Warmoes, in het wetsontwerp dat momenteel wordt voorbereid gaan wij uit van een verlenging van het basispakket van 135 en 61 euro. De beste oplossing is uiteraard een snelle daling van de energieprijzen, maar de regering heeft dat, net zomin als de Kamer, in de hand. Tot nader order blijven die bedragen dus aangehouden.
08.04 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, het is helder.
08.05 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, wij zullen de zaak opvolgen en afwachten wat er gebeurt, maar ik verheug mij erover dat er op dit moment alleszins geen verlaging wordt overwogen, hoewel ik daarnet bij de bespreking van het wetsvoorstel heb toegelicht dat wij het bedrag onvoldoende vinden.
L'incident est clos.
09 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het back-upplan van Duitsland waarbij 2 kerncentrales als reserve dienen" (55030286C)
09 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le plan de secours de l'Allemagne gardant 2 centrales nucléaires en réserve" (55030286C)
09.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik wil duidelijk maken dat ik u deze vraag stel omdat de milieueffectenrapporten voor de twee jongste kerncentrales, maar ook voor Doel 1 en 2, onder uw bevoegdheid werden uitgevoerd en u daarmee naar de commissie voor Energie bent gestapt en niet naar de commissie voor Binnenlandse Zaken.
We moeten vaststellen dat er in Duitsland een aantal stappen worden gezet om kerncentrales langer open te houden – het gaat over april 2023 –, maar dat stelt mogelijk dezelfde problemen met betrekking tot het verdrag van Espoo. Kunt u ons meedelen of er parallellen zijn en of er mogelijkheden zijn om daarvan gebruik te maken om, gelet op de dringende noodzakelijkheid op het vlak van energie, ervoor te zorgen dat een gelijkaardige methodiek kan worden toegepast? Hoe beoordeelt u de Duitse aanpak?
09.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, mijn Duitse collega Robert Habeck heeft gisterenavond in de Duitse media verdere toelichting gegeven bij de plannen van Duitsland. Duitsland is net als België onderworpen aan de verplichtingen van de Espoo-conventie en de MER-richtlijn van 13 december 2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de milieueffectenbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten.
Wij hanteren bij de interpretatie van de Espoo-conventie de Guidance on the Applicability of the Convention to the Lifetime Extension of Nuclear Power Plants, die werd goedgekeurd door een Meeting of the Parties in december 2020 en die bij de interpretatie van de Europese MER-richtlijn van 3 december hoort.
België heeft volgens mijn laatste informatie geen notificatie uit Duitsland ontvangen. Het is mij dus nog niet duidelijk wat hun precieze plannen zijn, welke methodiek zij zullen hanteren en hoe dit alles past in de Espoo-conventie, de MER-richtlijn en hun respectieve guidances.
De ervaring die ons land heeft met de verlenging van Doel 1 en 2 leert in ieder geval dat we voorzichtig moeten zijn. Dat is genoegzaam aan bod gekomen bij de bespreking van de reparatiewet. U weet ook uit ervaring, met name wat betreft Doel 1 en 2 en het MER dat we hebben uitgevoerd, waarvan de beoordeling integraal bij het wetsontwerp werd gevoegd – het is namelijk de bevoegdheid van het Parlement om zich dat eigen te maken –, dat er ook veel reactie is gekomen vanuit Duitsland.
Voorzitter:
Christian Leysen.
Président:
Christian Leysen.
Met name ons buurland Duitsland volgt heel erg op wat wij doen op het vlak van de levensduurverlenging. Uw conclusie dat Duitsland zich zou onttrekken aan de Espoo-conventie hoewel het onder de toepassing ervan valt, is volgens mij onjuist.
De heer Habeck, mijn collega, heeft gisterenavond verduidelijkt, voor zover dat nodig was, dat de Duitse kernuitstap sowieso midden 2023 plaatsvindt en dat er ook geen nieuwe brandstofstaven zullen worden besteld.
We hebben dit al uitvoerig besproken, niet alleen in deze legislatuur maar vooral ook in de vorige legislatuur, toen zelfs veel meer dan nu. Het gesprek ging nu veel meer over andere kerncentrales en veel minder over het MER dat is uitgevoerd.
Mij lijkt het niet zo dat er in Duitsland sprake is van een levensduurverlenging waar werken mee gepaard gaan. Ik kan alleen afgaan op de uitspraken in de media, maar ik vermoed dat het meer gaat over een vorm van fuel extension.
Dit moet verder worden opgevolgd. Er zal ook een bilaterale werkgroep komen tussen Duitsland en België om in detail het beleid van en de interacties tussen beide landen op te volgen, omdat we zeer sterk van elkaar afhankelijk zijn, vooral voor gas maar ook voor elektriciteit.
09.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Wij zullen dit verder opvolgen, want het lijkt erop dat niemand echt op de hoogte is van het concrete gevolg op het vlak van energie. Ik heb ook begrepen dat onze nucleaire waakhond niet op de hoogte is.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 55030449C van de heer Van Lommel wordt uitgesteld en vraag nr. 55030473C van de heer Cogolati wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
10 Vraag van Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De IRR-regularisatierekening van Fluxys Belgium" (55030689C)
10 Question de Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le compte de régularisation IRR de Fluxys Belgium" (55030689C)
10.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, de energiecrisis kent natuurlijk ook winnaars. Dat weten we allemaal. Ik woon op vier kilometer van Zeebrugge, dus de lng-terminal is mij enigszins bekend, net als Fluxys.
Nu zult u echter zeggen dat u daar niets over te zeggen hebt en dat de activiteiten van Fluxys Belgium gereguleerd zijn. Het is de CREG die de tariefmethodologie vastlegt en in die zin ook een visie heeft op de opgebouwde saldi van de gasnetbeheerder, in dit geval Fluxys.
In de State of the Union hebben we echter gehoord dat het de bedoeling is om naast de petroleumsector ook de gasnetbeheerder aan te pakken. De gasnetbeheerder heeft 500 miljoen euro bijkomende inkomsten omdat de Oekraïnecrisis gezorgd heeft voor bijkomende verkopen en veilingpremies door congestie op de grenspunten. Ook wat de lng-installatie betreft worden er hoge veilingpremies betaald voor spot slots met impact op de regularisatierekening.
Aangezien u ook met de overwinsten bezig bent geweest, ga ik ervan uit dat u eveneens een visie hebt op de aanwending van de stijgende IRR-regularisatierekening van Fluxys Belgium. De CREG pleitte, dacht ik, voor een tariefverlaging, maar daarop werd door de voorzitter van Fluxys niet meteen positief gereageerd.
10.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Ravyts, ik heb vorige keer in het kader van het actualiteitsdebat over de overwinsten zelf de aandacht gevestigd op het feit wij ook moeten kijken naar de meerinkomsten en de congestie-inkomsten bij de netbeheerders. Daarbij heb ik aangehaald dat er voor mij ook moet worden gekeken naar de bestaande meerinkomsten en de congestierentes bij de gasnetbeheerders, temeer omdat de CREG mij een rapport heeft bezorgd waarin staat dat die bedragen hoog zijn.
Uiteraard zitten wij hier deels in de kernbevoegdheid van de regulator. Het gaat immers over de tarieven en de bestemming van de tarieven. De CREG heeft echter ook een rapport bezorgd aan mij en bij uitbreiding dus aan de regering. Dat rapport hebben wij gebruikt in het kader van de begrotingsbesprekingen. De CREG deed als regulator in het rapport zelf het voorstel om een deel van de inkomsten ook te bestemmen voor maatregelen op de factuur.
De besteding van die middelen zal wellicht naar drie opties gaan. Ten eerste,
uiteraard, naar de investeringen die moeten gebeuren. Wij moeten investeren in
onze infrastructuur. Wij werken bijvoorbeeld aan het project Opwijk-Desteldonk.
Die investeringsbeslissing is genomen door onze netbeheerder. Zij zal de
exitcapaciteit richting Duitsland vergroten, maar is ook een investering in een
leiding die waterstofcompliant is. Uiteraard is die beslissing ook deels
genomen om de tarieven stabiel te houden na 2024. In de vorige tarifaire
periode zou er een stijging zijn. Die meerinkomsten kunnen ervoor zorgen dat de
tarieven stabiel blijven. Een derde deel zou terugvloeien naar de Belgische
verbruiker in zijn geheel.
Wij hebben dit pad pas bewandeld nadat de CREG ons eerst haar rapport aan heeft bezorgd. Het is dus de CREG zelf die ons heeft laten weten voorstander te zijn van die aanpak, dus de tarieven, de investeringen maar ook een bredere bestemming voor de Belgische bevolking in haar geheel. Daarom hebben wij in het begrotingsconclaaf beslist om te bekijken of een bedrag van 300 miljoen euro naar de algemene middelen kan gaan, met dien verstande dat het algemene middelen in het kader van de overwinsten zijn, dus met de bedoeling om ze integraal te laten terugvloeien naar de steunmaatregelen waartoe is beslist in datzelfde begrotingsconclaaf.
10.03 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, bedankt voor de verduidelijking. Het werd inderdaad aangehaald naar aanleiding van de begrotingsbesprekingen. De petroleumsector wordt ook gevat, maar dit raakt in de perceptie wat ondergesneeuwd door het debat over de overwinsten in de nucleaire sector.
L'incident est clos.
- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het gebrek aan een uniforme berekeningsmethode bij prijsvergelijkingen" (55030723C)
- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De complexiteit van het vergelijken van variabele contracten" (55030839C)
- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'absence d'une méthode de calcul uniforme pour comparer les tarifs" (55030723C)
- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La complexité de la comparaison des contrats variables" (55030839C)
11.01 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, zowel voor elektriciteit als voor gas zijn er verschillende tariefformules. Sommige werken op basis van de korte termijn. Andere zijn gebaseerd op de langetermijnmarkt. Bepaalde tarieven worden maandelijks geïndexeerd, andere één keer om de drie maanden.
Dit zorgt ervoor dat prijzen heel moeilijk vergelijkbaar zijn. De regulatoren zijn zich bewust van het probleem, maar zitten niet op dezelfde lijn. Mijn informatie komt van Test Aankoop, dat dit natuurlijk van dichtbij observeert. De VREG hanteert een geschat jaartarief. De CREG hanteert in het kader van het charter van goede informatieverschaffing de laatste gekende parameters uit het verleden om een prijs te geven. Dit leidt tot een verschil bij de leveranciers. De ene volgt de VREG-methode en de andere de CREG-methode, bijvoorbeeld ENGIE.
Voor variabele contracten, en dat zijn er steeds meer, wordt nog steeds een veelheid van indexatieparameters toegepast. Ook de leveranciers hanteren eigen methodieken om de prijs voor de consument in te schatten en dus ook de voorschotten te berekenen. Ook dat kwam vanochtend nog aan bod op Radio 1, bij monde van de VRT-energie-expert, wiens aanwezigheid hier eventjes opvallend was.
In 2018 werd het zogenaamde vangnetmechanisme losgelaten en sindsdien bestaan contracten met maandelijkse en driemaandelijkse indexatie naast elkaar, wat het niet gemakkelijk maakt om te vergelijken.
Wat is uw visie ten aanzien van een vereenvoudiging van het aantal gebruikte parameters en een harmonisering van de indexeringsfrequenties onder controle van de CREG?
Hoe staat u ten aanzien van een uniforme berekeningsmethode voor alle regulatoren?
Meent u dat de leveranciers veel duidelijker zouden moeten maken of hun variabele tarieven gelinkt zijn aan kortetermijnmarkten of langetermijnmarkten en wat de consequenties hiervan zijn voor de consument?
11.02 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, toen we nog samen in deze commissie zaten hadden we het over vaste contracten en slapende energiecontracten. Vandaag zijn variabele energiecontracten de norm geworden. Zoals collega Ravyts zegt, hebben variabele contracten het grote nadeel dat het vergelijken ervan bijzonder complex is. Het lijkt nuttig en nodig dat er duidelijke spelregels komen. Ik heb begrepen dat de CREG daarmee bezig is.
Hoe staat u tegenover dit probleem?. Spreekt u daarover met de sector? Ziet u opties om daar meer duidelijkheid in aan te brengen? Er is ook de iets drastischere oplossing die men in Frankrijk toepast. Biedt die ook een mogelijkheid voor België? Het is misschien gevaarlijk om de vergelijking met Frankrijk te maken.
11.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, laat mij concreet zijn. Deze materie beroert ons alle drie. De CREG heeft ons al herhaaldelijk gewezen op dit probleem, dat grotendeels een transparantieprobleem is. Ik zal niet herhalen wat u gezegd hebt, want ik deel de analyse.
Er zijn twee aspecten. Ik heb begrepen dat de prijsregulatoren tot een compromis zijn gekomen en dezelfde methodiek zullen hanteren. Dat probleem is dus weggewerkt. Dan gaat het nog over de vergelijkbaarheid en transparantie inzake de veelheid aan indexatieparameters. In een recent overlegcomité met de directie van de CREG heb ik vernomen dat zij werken aan concrete voorstellen ter zake, dat zij zullen ageren in het kader van de bevoegdheid die zij hierin hebben en die rechtstreeks is opgenomen in de elektriciteits- en gaswet, wat zij dus kunnen, en dat zij de komende weken een beslissing daarover zullen nemen.
U vroeg me over welke opties ik als minister beschik. Ik heb ik begrepen dat de CREG gebruik zal maken van haar bevoegdheden om concrete beslissingen te nemen. Ik meen dat dit het meest efficiënt is en het snelste gaat. Ik kijk samen met u uit naar wat de CREG zal formuleren.
De CREG heeft mij gewoon geïnformeerd. Het gaat hier over haar eigen bevoegdheid. Het initiatief ligt bij haar. Ik heb de inhoud van de beslissing nog niet gezien. Die is nog in voorbereiding en moet nog voor het directiecomité komen.
Ik meen dat wij gezamenlijk zullen moeten bekijken of er verder een wetgevend ingrijpen nodig is.
Mijnheer Verduyckt, u maakte de vergelijking met slapende producten, waar er ook een directe ingreep is gebeurd en waar nadien een wettelijk initiatief gevolgd is om automatische verlenging structureel onmogelijk te maken. Wij moeten afwachten wat er in het voorstel van de CREG zal staan. Misschien kan dit op dezelfde manier geregeld worden.
Eerst zullen wij dus de beslissing van de CREG afwachten, daarna zullen we samen bekijken wat de impact van de implementatie daarvan is en of die een verder ingrijpen van de wetgever vergt. Als dat nodig is, kunnen wij dat uiteraard doen.
11.04 Kurt Ravyts (VB): Uw antwoord bevat twee hoopgevende aspecten: enerzijds het compromis en anderzijds de CREG die vanuit haar bevoegdheid in de volgende weken met een voorstel zal komen. Dank u wel.
11.05 Kris Verduyckt (Vooruit): Het is inderdaad goed dat er een akkoord is over de parameters. De bevoegdheid van de CREG is ook wat uitgebreid. Het is goed dat zij daarvan gebruikmaakt om in te grijpen.
Misschien is het nuttig, mijnheer de voorzitter, om in de komende weken de CREG nog eens te horen. Onze energiemarkt staat in brand en wij zouden heel wat zaken met de CREG kunnen bespreken.
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 55030752C van mevrouw Dierick wordt uitgesteld, net als de samengevoegde vragen nrs. 55030754C en 55031214C van collega's Dierick en Buyst.
- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De prefinanciering van het sociaal tarief energie door de leveranciers" (55030755C)
- Sophie Wilmès aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De valkuilen van het sociaal tarief" (55030778C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het sociaal tarief" (55031164C)
- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le préfinancement du tarif social énergie par les fournisseurs" (55030755C)
- Sophie Wilmès à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les pièges du tarif social" (55030778C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le tarif social" (55031164C)
12.01 Bert Wollants (N-VA): Het betreft een vraag die ik eerder schriftelijk had ingediend en waarvan de termijn verstreken is zonder dat ik er een antwoord op heb mogen ontvangen.
Ik heb de vraag in mijn vraagstelling herhaald, maar het gaat er vooral over dat we twee elementen zien verschijnen in de cijfers. Ten eerste is er de verdeling over de inkomensdecielen van het sociaal tarief. Ten tweede is er ook het effect op energie-efficiëntie in de groepen die het sociaal tarief kunnen genieten.
Mijn vraag was of u zicht hebt op die verbruikersprofielen. Zijn er cijfers over het aantal begunstigden per verbruiksschijf en per energievorm? Zijn er verschillen tussen zij die het sociaal tarief genieten en zij die het uitgebreide sociaal tarief genieten? Hoe is de verdeling over de inkomensdecielen exact?
Ik ga ervan uit dat u die cijfers hier niet zult kunnen voorlezen, maar het zou mij plezieren als u deze gegevens zou kunnen aanleveren, zoals dat normaal gezien de bedoeling is.
12.02 Minister Tinne Van der Straeten: Eerst en vooral wil ik mij excuseren voor het feit dat uw schriftelijke vraag niet tijdig beantwoord werd. Daarnaast beschik ik niet over die cijfers, niet hier en nu, maar ook niet in de toekomst. Wij hebben de verbruikersprofielen en de inkomensdecielen niet.
Het sociaal tarief is een afgeleid recht van een sociaal statuut. Wie voldoet aan de voorwaarden om het statuut te krijgen, krijgt het sociaal tarief. Dat geldt echter niet voor de BIM. Bij de BIM weten we wel wat het inkomen is van de mensen uit de uitgebreide groep, want dat is inkomensgerelateerd. Niet alle onderliggende categorieën in de klassieke groep zijn inkomenscategorieën. Deze gegevens hebben we dus niet.
Het sociaal tarief is een afgeleid recht van een sociaal statuut. Wie voldoet aan de voorwaarden om het statuut te krijgen, krijgt het sociaal tarief. Dat geldt echter niet voor de BIM. Bij de BIM weten we wel wat het inkomen is van de mensen uit de uitgebreide groep, want dat is inkomensgerelateerd. Niet alle onderliggende categorieën in de klassieke groep zijn inkomenscategorieën. Deze gegevens hebben we dus niet.
In het kader van de vraag van de heer Van Lommel bij de bespreking van een wetsvoorstel – het gaat over artikel 38 uit dat wetsvoorstel, waarbij het ook gaat over een levering die al dan niet plaatsvindt – heb ik ook gezegd dat we niet over de verbruikersprofielen beschikken. Als we het verbruikersprofiel van een sociaaltariefklant zouden willen kennen, moeten er extra data-uitwisselingen opgezet worden.
Die gegevens moeten aangeleverd worden door de leverancier. Bovendien is er een link nodig met de gewesten voor data over onder andere het standaardjaarverbruik, terwijl we voor de inkomensdecielen een link moeten leggen met de FOD Financiën. Op een bepaald moment moeten we ons afvragen – big brother is wachting you – wat de finaliteit is. Los van de vraag of we bepaalde data ter beschikking hebben, moeten we ons misschien eerst de vraag stellen waarvoor we die data nodig hebben en welke problemen we willen oplossen, waaraan we willen remediëren en wat we willen ontwikkelen. Dan moeten we kijken hoe we dat praktisch aanpakken. Op het moment hebben wij die cijfers niet.
12.03 Bert Wollants (N-VA): Ik stel die vraag omdat ons natuurlijk wel een aantal signalen bereiken dat, op het vlak van inkomensdecielen, het sociaal tarief wordt toegekend aan mensen met zeer hoge inkomens. U hebt hier in de Kamer geregeld gezegd dat u het sociaal tarief gebruikt omdat u specifiek zij die het het meeste nodig hebben wilt helpen. Als er mij signalen bereiken dat daar ook andere mensen van kunnen genieten, is dat misschien niet altijd zo gewenst.
Het tweede element over de verbruikersprofielen is natuurlijk dat het niet de bedoeling kan zijn dat verbruikers met een sociaal tarief op een andere manier omgaan met energie dan andere klassen. Het is misschien nodig om die mensen de juiste incentive te geven op het vlak van energie-efficiëntie, een incentive die nu deels wordt weggenomen. Iemand met sociaal tarief die bijvoorbeeld een beroep wil doen op Mijn VerbouwLening, zal geconfronteerd worden met een veel langere terugverdientijd dan in het andere geval. We mogen natuurlijk niet in de situatie komen dat de incentive wordt weggenomen, want dan blijven die mensen aan het infuus van het sociaal tarief hangen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Daarom vraag ik de cijfers.
Ik begrijp dat ze er niet zijn en dat het niet mogelijk is om daarop in te spelen. Het blijft voor mij wel een bezorgdheid.
L'incident est clos.
13 Vraag van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De opslagniveaus in Loenhout" (55030814C)
13 Question de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les niveaux de stockage sur le site de Loenhout" (55030814C)
13.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, enige tijd geleden werd vastgesteld dat de vullingsgraad van de opslagcapaciteit in Loenhout enigszins terugliep. Onder andere De Tijd heeft daarover bericht. Blijkbaar heeft het onder meer te maken met het feit dat een lng-terminal een tijd onbeschikbaar was, waardoor er uit de voorraden moest worden geput. Ik zie u bevestigend knikken.
Tegelijkertijd heeft uw kabinet gerapporteerd over de 100 % vullingsgraad van de opslagcapaciteit in Loenhout, maar ik heb opgemerkt dat dit eigenlijk een andere reden had dan wij dachten. De opslagcapaciteiten zijn nooit helemaal gevuld, maar Fluxys heeft in de rapportage over de opslagcapaciteit in Loenhout de maximale capaciteit teruggebracht naar 7,6 terawattuur. Daardoor zitten we in de zeer rare situatie dat er in de opslagcapaciteit in Loenhout volgens de rapportage vandaag meer gas zit dan er theoretisch in past.
Mevrouw de minister, ik denk dat ik u enkel kan vragen om voorzichtig te zijn met dat soort van berichten de wereld in te sturen, aangezien de realiteit enigszins anders is dan wat wordt aangegeven. Daarnaast weten we allemaal dat we met 7,6 terawattuur of 8,4 terawattuur de wereld niet zullen veranderen. Graag wil ik daarover met u van gedachten wisselen.
13.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Wollants, u moet dat niet terugbrengen tot communicatie, want u weet net zo goed als ik dat het vultraject en de genoemde percentages berekend zijn op het SBU-volume, namelijk de vaste capaciteit, waarin de extra capaciteit niet is opgenomen. Uw cijfers komen van het actieplatform, dat nog steeds cijfers publiceert berekend op de totale capaciteit, namelijk de firm capacity plus de extra capaciteit. Fluxys is bezig met het bijwerken van de gegevens op AGSI om alleen de SBU-volumes, namelijk de firm capacity, te publiceren. Wij communiceren de cijfers van de firm capacity.
Wij hebben inderdaad aan Fluxys gevraagd om ervoor te zorgen dat het actieplatform dezelfde parameters hanteert. Dan komt het u toe om voorzichtig te zijn met uw communicatie daaromtrent.
13.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik denk dat het perfect is als wij allen voorzichtig communiceren. Ik moet echter vaststellen dat de hoeveelheden die Fluxys aan mij heeft doorgegeven niet tot 100 % gingen en dat er dus inderdaad nog wat marge op zat. Ik geef wel toe dat 0,3 terawattuur in het geheel der dingen wellicht verwaarloosbaar is op het vlak van bevoorradingszekerheid, want ik denk dat die hoeveelheid maar volstaat voor een aantal uren. Ik zal er dus verder niet te moeilijk over doen.
Het incident is gesloten.
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La taxe du gouvernement sur les surprofits" (55031173C)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les surprofits" (55031174C)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De overwinsttaks van de regering" (55031173C)
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De overwinsten" (55031174C)
14.01 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Een vast agendapunt zou ik het bijna noemen, mijnheer de voorzitter.
Mevrouw de minister, vorige week heeft de regering eindelijk beslist om een overwinstentaks in te voeren. Die zou, kort samengevat, 3,1 miljard euro opleveren, namelijk 2,2 miljard uit de elektriciteitssector, 600 miljoen uit de oliesector en 300 miljoen van gasnetbeheerder Fluxys.
Van die 2,2 miljard euro is er eigenlijk maar 1 miljard euro nieuw. De bestaande nucleaire heffingen zouden immers al 1,2 miljard euro opleveren. We hebben vorige week al gezegd dat dit wat ons betreft nog te weinig is, maar op dit moment wil ik me concentreren op een aantal vragen voor een beter begrip van de plannen van de regering.
In de begrotingstabel zien we dat de verwachte opbrengst van de repartitiebijdrage 2023 stijgt met 394,37 miljoen euro. Maar als we de overwinsten afromen, dan verwachten we net een daling van de opbrengsten van de bestaande nucleaire taks. In totaal zal ENGIE Electrabel uiteraard wel meer betalen, en dat is ook de bedoeling, maar mijn vraag was dan ook of u daarmee rekening hebt gehouden. Zo ja, dan betekent het dat de bestaande nucleaire taks nog meer zou opbrengen zonder de invoering van de revenue cap en dat dus de opbrengst van de overwinstentaks op elektriciteit overschat wordt. Hoeveel zou de repartitiebijdrage voor 2023 dan opleveren indien de regering geen overwinstentaks zou invoeren?
Mijn tweede vraag betreft de transacties waarvoor de overwinstentaks geldt. Heel concreet, als ENGIE vandaag elektriciteit verkoopt tegen 200 euro/MWh voor levering in 2024, valt die transactie dan wel of niet onder de overwinstentaks van de regering? Met andere woorden, is de revenue cap geldig op het moment dat een producent zijn stroom verkoopt, of op het moment dat de producent die injecteert in het net? Zoals u weet, verkoopt ENGIE Electrabel het grootste deel van de nucleaire productie een, twee of drie jaar op voorhand. Als het moment van injectie zou gelden, dan betekent dat dat het grootste deel van de nucleaire overwinsten niet belast wordt.
Een derde vraag om het beter te begrijpen, gaat over de hoogte van de revenue cap. Er was een discussie in de regering over de mogelijkheid van het belasten van de overwinsten sinds het begin van dit jaar. U hebt vorige keer gezegd dat het geen probleem is om de overwinsten van het volledige jaar 2022 te belasten zolang die wet voor het einde van het jaar is goedgekeurd. Dat is ook onze mening. Daarom hebben wij ons wetsvoorstel in die zin aangepast. U hebt ook gezegd dat de regering verder kan gaan dan de Europese cap van 180 euro per megawattuur. Ook daarin volgen wij u.
De vraag is dan waarom die cap van 130 euro per megawattuur niet geldig is voor de periode van januari tot november 2022. De regering heeft immers een opgesplitste cap beslist: tot en met november van 180 euro per megawattuur en vanaf dan tot 130 euro per megawattuur
14.02 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, de regering heeft in het kader van de begroting een compromis over de overwinstbelasting bereikt. Het bedrag van 4,7 miljard euro is van tafel en de nieuwe cijfers voor de overwinstbelasting lijken dichter bij 1 miljard euro te liggen, aangevuld met 600 miljoen euro van de petroleumsector en 300 miljoen euro van Fluxys. Dat laatste bedrag werd, als ik het goed heb begrepen, teruggegeven aan de consumenten via de tarieven, maar men kan elke euro maar één keer uitgeven.
In uw communicatie leek u aan te sturen op een inframarginaal prijsplafond van 180 euro tot eind november en daarna 130 euro. In de notificatie blijkt het toch wat anders te zijn, want dat algemene prijsplafond van 180 euro zal van kracht zijn tot eind november, maar daarna wordt het moeilijker. Het prijsplafond van 130 euro lijkt slechts te gelden voor de kerncentrales en eventueel voor een aantal offshore windparken die geen LCOE-steun ontvangen. Voor Northwester 2, Seastar en Mermaid zou het plafond rond 140 euro liggen en voor Rentel en Norther zou het plafond rond 180 euro liggen. Ik weet niet of daarmee de regeling juridisch stevig genoeg onderbouwd is. Het is alleszins niet duidelijk welke cijfers u hebt gebruikt voor uw berekeningen. Het is nuttig die gegevens ter beschikking van de commissie te stellen, zodat we weten met welke elektriciteitsprijzen en volumes u uw berekeningen maakt.
Wat zijn de onderliggende gegevens en welk aandeel heeft elke technologie in het te innen eindbedrag voor respectievelijk 2022 en 2023? Hoe verantwoordt u de verschillende benadering voor dezelfde technologie? U zult immers een andere taks heffen naargelang van de gebruikte technologieondersteuning. Zal dat niet net meer juridische onzekerheid veroorzaken? De Europese verordening voorziet in punt 8.1.D erin dat er alleen een onderscheid kan worden gemaakt tussen technologieën of indien de kosten, zoals vernoemd in artikel 6, worden overschreden. Dat lijkt hier niet het geval te zijn. Welke basis hanteert u voor uw eigen systeem?
Ten derde, zult u de parken met een LCOE-gebaseerde steun ook omvormen naar parken waarvoor een two-sided contract for difference wordt aangegaan, zoals de CREG al eerder voorstelde? Of zult u dat niet doen?
14.03 Minister Tinne Van der Straeten: Collega's, ten eerste, we voeren een marktinkomstenplafond in dat algemeen van toepassing is voor elke vorm van inframarginale elektriciteitsproductie, waaronder de kerncentrales.
De regeling voor de repartitiebijdrage blijft ongewijzigd. Het is dus niet zo dat door de invoering van het inkomstenplafond de repartitiebijdrage minder oplevert. Het is omgekeerd. We verzekeren dat er geen dubbele belasting is door een correctie in de inkomsten die voortvloeien uit de toepassing van het plafond en die door te voeren voor de repartitiebijdrage. De maatregel voor het plafond brengt dus minder op door de toepassing van de repartitiebijdrage.
Ten tweede, voor de betrokken transacties wordt gekeken naar het moment van productie en levering, ongeacht wanneer de energie verkocht is. Dat is zo bepaald in de verordening.
Ten derde, het plafond dat de regering heeft bepaald, is 130 euro per megawattuur. We voorzien echter in een geleidelijke invoering in de periode voorafgaand aan de verordening. Hoewel reeds lang was aangekondigd dat de maatregelen zouden worden genomen, lijkt het redelijk om een onderscheid te maken tussen de periode voor en na de aankondiging van de specificiteit van de maatregelen.
De bedragen komen voort uit de berekeningen van de CREG, gemaakt op basis van de bij haar bekende gegevens. Vooral voor capaciteiten aangesloten op het distributienet is dat minder het geval. Die zijn dan ook niet opgenomen in de ingeschatte opbrengst.
Wanneer wij hier het wetgevend kader zullen bespreken, is dat het uitgelezen moment om dieper in te gaan op die tabel. Ik zou die hier nu ook kunnen tonen, maar er is het tijdsbestek van twee minuten. Het is hoegenaamd geen probleem om dat hier exhaustief met elkaar te bespreken. Ik heb de achtergrond ervan trouwens reeds twee keer uitgelegd, in de commissie en ook in de plenaire vergadering.
U hebt nu verdere vragen naar de inschattingen voor de forwardprijzen. U vraagt welke forwardprijzen de CREG heeft gehanteerd om tot die opbrengsten te komen. De ingeschatte opbrengst heeft natuurlijk enerzijds te maken met de productie van de volumes. Als er nog veel met de gsm gebeld wordt of als er nog veel controlestaven uit het plafond vallen, zal de productie verminderen. Dat zal dan van invloed zijn op de opbrengst. Anderzijds is er natuurlijk ook de prijs. Als de prijs lager is, zal de opbrengst ook minder zijn.
In dat geval kunnen wij daar echter alleen maar blij om zijn. Wij zitten dan niet meer met die indirecte manier, waarbij we overwinsten moeten afromen om ze vervolgens terug te geven, maar dan vindt dat gewoon zijn directe weg op de factuur.
Op het moment waarop het wetgevend kader naar het Parlement komt, kunnen wij uitgebreid daarop ingaan, alsook op de wisselwerking met de repartitiebijdrage. Ik heb er daarstraks al naar verwezen. Bij de CREG wordt soms dag en nacht gewerkt. De capaciteit die zij heeft om veel berekeningen te maken op een korte tijd, is echt ongelooflijk.
Ten tweede, er wordt geen onderscheid gemaakt tussen technologieën. Wij hebben wel bepaald dat, wanneer een technologie een LCOE heeft met een bepaalde waarde die erkend is via een subsidieovereenkomst, het niet de bedoeling kan zijn om dan een inkomstenplafond op te leggen dat lager is dan die waarde. Dat zou de investeringszekerheid in ons land ondermijnen.
De LCOE is wettelijk bepaald. Ik heb hier vorige keer al toegelicht – zij het dat aspect misschien wat minder – dat wij daar hetzelfde uitgangspunt nemen. We nemen die 80 + 50 in het algemeen en dan LCOE + 50, omdat die capaciteiten ook recht hebben op een gelijke behandeling of een level playing field. Dat is ook een security margin of veiligheidsmarge vooraleer overwinsten of – beter gezegd – overdreven marktinkomsten kunnen worden afgeroomd.
Het is inderdaad mijn intentie om naar een two-sided contract for difference te evolueren voor de windparken op zee. Daar wordt op dit moment hard aan gewerkt, met ondersteuning door de CREG.
14.04 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. We komen hier zeker nog op terug bij de bespreking van het wetgevend initiatief, dat er hopelijk zo spoedig mogelijk komt.
Wat betreft mijn tweede vraag, als u die overwinsten gaat berekenen op basis van het moment van productie en levering, dan gaat u vandaag dus belasten op basis van de elektriciteit die deels vorig jaar en twee jaar geleden en deels ook vandaag is verkocht. Dat brengt het gevaar met zich mee dat men dan met lagere prijzen zit. Tot nader order zult u die overwinsten slechts belasten tot juni 2023 en we weten dat ENGIE vandaag al aan hoge prijzen verkoopt voor 2024. We mogen dus verwachten dat die overwinsten nog doorlopen tot 2024 en 2025.
Tenzij u de maatregel zou verlengen, vallen die buiten het bereik en zullen ze dus niet worden afgeroomd. Wij hadden berekend dat het voor de periode 2121-2024 over 9 miljard aan overwinsten gaat.
Bedankt voor de uitleg bij de geleidelijke uitvoering, die bevestigt wat wij al wisten. Ik begrijp het echter nog altijd niet. Als het kan voor het hele jaar, waarom moet het dan geleidelijk? Er is al lang genoeg over gesproken en ik begrijp dat dit een compromis is binnen Vivaldi, maar wat ons betreft is er geen reden om een hogere revenue cap te hanteren tot en met november.
14.05 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, in het verleden hebt u vooral de te verwachten elektriciteitsprijzen uitgelegd en de marge die u daarop hanteert in vergelijking met wat Europees wordt toegepast. De aangepaste cap op basis van LCOE is nieuw, dat hebt u in de commissie nog nooit toegelicht.
Ik stel mij daar vragen bij, want dit zal ervoor zorgen dat bepaalde windparken zonder LCOE-gerelateerde ondersteuning, maar met vaste ondersteuning, een andere cap hebben. Dat wil zeggen dat er voor bepaalde windparken begrensd zal worden op 130 euro en voor andere op 140 of 180 euro. Als u de berekening helemaal doorvoert, zou dat zelfs willen zeggen dat er een windpark tussen zit dat een cap krijgt die hoger ligt dan de inframarginale cap op Europees vlak. Er is één windpark dat met uw berekening uitkomt op 183 euro. Het lijkt mij dat dit inderdaad niet aan de orde zal zijn, maar het is goed dat u met alle cijfers komt. Ik veronderstel dat u ze allemaal vlotjes bij de hand hebt, anders had u natuurlijk geen raming voor de begroting kunnen maken en geen cijfers kunnen inschrijven.
Ik kijk ernaar uit hoe dat zal lopen. U weet immers ook dat de beste garantie voor lage prijzen in dit land die momenten zijn waarop onze offshore windparken en onze kerncentrales volop draaien. Dat zijn de momenten waarop de prijzen het laagst zijn.
U hebt nu al drie of vier keer verwezen naar gsm-verkeer met verschillende kerncentrales …
14.06 Minister Tinne Van der Straeten: (…)
Bert Wollants (N-VA): Twee keer? Dan bent u een paar keer vergeten, wellicht.
Ik vermoed dat u er toch voorstander van bent dat er zoveel mogelijk koolstofarme energie in ons net zit, die bovendien ook nog eens een gunstig effect heeft op de prijzen voor elektriciteit. Volgens mij staat iedereen daarom te springen en hoopt niemand dat er een windpark of een kerncentrale uitvalt. U zou op diezelfde lijn moeten zitten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.08 uur.
La réunion publique de commission est levée à 18 h 08.